—
|
|||||
VADERLANDSCHE
HISTORIE.
NEGENDE DEEL.
|
|||||
VADER. LANDSCHE
HISTORIE,
VERVATTENDE DE
GESCHIEDENISSEN
D E R N U
VEREENIGDE NEDERLANDEN,
INZONDERHEID DIE VAN
HOLLAND,
VAN DE VROEGSTE TÏDEN AF:
Uit de geloofwaardigste Schryvers en egte
Gedenkftukken famengefteld, DOOR.
JAN WAGENAAR,
Met Plaaten en Kaarten.
•NEGENDE D E E L9 BEGINNENDE IN 't JAAR I5q8;EN EINDIGEN-
DE MET HET SLUITEN VAN HEf TWAALF- /01 Ly^ivJAARIG EESTAND, IN 'T JAAR 1ÓO0. |
||||||
%7^P Te AMSTERDAM, bï
^ vfife'J ö HANNES AtLART.
MBCCXCII.
Met Privilegie van de Ed. Gr. Mug. Heeren Staaten
van Holland en IVestfrUiland. |
||||||
VADERLANDSCHE
HISTORIE.
DRIE-ENDERTIGSTE BOEK.
|
||||||
I N H O U Ö.
I. Aanbieding aan den Hertoge van Ferrard
Aanflag op Wouw en Vlaanderen mislukt. II. Ferfchil met die van de Duit/che Hanze, 'te Londen. De Engelfche Koopluiden , A van- turiers genaamd, zetten zig, te Middelburg j neder. FierduizendSpanj aards, tefchepe,naaf deNederlanden gezonden.Muitéry in de vyand- lyke bezettingen. III. Opening tot eene Fre- dehandeling, van de hand geweezen. Toeleg op het leeven van Prinfe Maurits geßräft. De kryg verflaauwt. IV. De Aartshertog doet een" keer naar Spanje, Filips de II. fierft. Zyn lof en laster. Filips de III. volgt hem op. V. Onlusten teEmbden. VI. Ellerborn ver- werft Brieven van fchaverhaaling, tegen de Staaten. VII. Staat van V Hertogdom Klee- ve. De Admirant van Arragon bemagtigt Orfoi. Prins Maurits komt te velde. VIII. Gebrek in rsvyands Leger. De Admirant neemt Rynberk in. Wezel, Reex. en Em- merik ontvangen Spaanfche'bezetting. Mau- rits bezet Zevenaar, Heusfen en het Tolhuis. IX. Deel. A Den- |
||||||
a VADERLAND5CHE XXXIILBoek.
Deutkhem ■ verhoren. IX. Dood van den
Graave van Kuilenburg. Van den Heere van Aldegonde. X. Beweeging te Utrecht. Eral- visch te Katwyk geßrand. Inkomßeh en Las- ten van Holland. XI. De Admirant verdedigt het fchenden van den Duitfchen bodem. De Staaten verontfchuldigen zig, insgelyks. XIL Vyandlyke aanßagen.Legering derStaatfchen* De Admirant flaat zig neder voor Schenken- fchans. Hill. Ongerustheid van Prinfe Mau* rits. Hy bezet eenige Kleeffche Plaatfen. La Barlotte valt in de Bommelerwaard. Bommel vergeefs belegerd. S. Andries-fchans gefiigt. Deutichem herwonnen. XIV. Maurits ,/choott gedrongen door de Staaten, -weigert te ßaan. Reden van zyn gedrag. Krygsbedryven der Duitfche Forßen. XV. Den Vereenigden Ge~ westen wordt de handel op Spanje verbooden. Scheepstogt van den Admiraal Piet er van der Does Duinkerker Kaapersgenomen, XVI.Ga- leien ten dien fle vanSpanje^herwaards gevoerd. Albertus en Izabelle komen in de Nederlanden» XVII. De Keizer vermaant wederom tot vre' de. Zweeden ftaat naar V Bondgenootfchap der Staaten. XVIII. Kommer lyke toeft and. der Vereenigde gewesten. Ln geland fchynt tol vrede met Spanje te neigen. XIX. Wagten- denk gewonnen. Zonderling gevegt op de Vug- ter heide. Maurits verovert Crevecoeur en S* Andries-fchans. XX. Togt naar Vlaanderen. Ontfteltenis in V Staatfehe Leger. Slag by Nieuwpoort. De Admirant gevangen. Mis- noegen tusfchett Prins Maurits en de Staaten. Oldenbarnevelds agterdogt. XXI. Nieuwe Poorfiagen tot Vrede. XXII. Duinkerker Kaa- pers |
||||
XXXIILBoek. HISTORIE. 3
pers geßraft. Geleien gebouwd. XXIII. Vrz-
dehandeling tusfchen Engeland en. de Aarts- hertogen, XXIV. Handel der D'uitjche-ge- zanten , in den Haage. XXV. Hevige, twist met de Stad Groningen. Kasteel aldaar ge- fügt. Moeite in Friesland. XXVl.fVederz.yd- fche tóerustingen. Krakou gewonnen. Mau- rits verovert Rynber ken Meurs. XX VII. De aartshertog belegert Oostende. Maurits komt voor 's Herto'genbosch. Breekt wederom op. XX Vi II. Toerusting ter zee in Spanje. XXIX. Vervolg van V Beleg van Oostende. XXX. Maurits legert zig by S. Truyen. De Adm'%- rant geflaakt. Maurits wint Graave. XXXI. Stoute muitery onder 's vyands Krygsvolk. Zes yyandlyke Galeien overzeild. XXXII. Oostfriéfche en Embder onlusten. |
||||||
et den aanvang deezes jaars, waar in 1598.
ons het befchryvën der Franfche en-------
Engelfche handelingen reeds diep vervoerd ■ *•
heelt, liadt men , hier ,. tyding gekreegen ^laui« van het overlyden des Hertogs van Ferra bied: den re: die, geene kinderen nagelaaten hebben- erfge de, het Hertogdom gaarne gebragt zou heb- *J"am de» ben op Cezdr d'Ëfie, natuurlyken Zoon vaenrtp^. zyns Broeders. De Paus, Klemens de VIII. rare der Helde zig hiertegen, zoekende Ferrare Staaten wederom te hegten aan den Roomichen fay^and ftoel , van welken het plag ter leen ge- ^fpi^ houden te worden. Prins Maurits, oordee- lende, dat hy, by deeze gelegenheid, der genieene zaake , ook in Italië, zou können dienst doen , boodt d'Efte , dien hy reeds A 2 Her- |
||||||
4 VADERLANDSCHE XXXIII.Boek.
|
|||||
159!?. Hertog van Ferrare noemde , eenige ervaa-
-------ren' Legerhoofden en den verderen byftand
der Staaten aan , zo hy befluiten kon, zig
met de wapenen, tegen den Paus, te ver- zetten. Doch d'Efte vondt hierby zyne re- kening niet. Hy verdroeg zig met den Paus, die hem een deel der Hertoglyke goederen behouden liet; en de aanbieding van Prin- te Maurits werdt van de hand geweezen (a). Aanflag In 't voorjaar, werden, van de Staatfche der Staat- zyde , verfcheiden' aanflagen gefmeed , die fchc-11 op vrugteloos afliepen. De Bevelhebber van te Wouw ^erSen °P Zoom maakte toeleg , om het ' Slot te Wouw in te neemen , door heime- lyk verftand met eenen uit de bezetteliugen s doch deeze ontdekte zyn voorneemen, door en op een e verhaaste vlugt, waarmede de aanflag Viannde- te \00ï üep (£), Maurits, in Lentemaand, rfj\.jer" eenige fchepen te Willemflad verzameld 1 fc hebbende , van zins, om, daarmede, eeneti togt in Vlaanderen te doen , werdt , in het uitvoeren van deezen toeleg , gefluit * door eenen hevigen ftorm, "die de Vloot, go- deelteiyk, vernielde, en, gedeeltelyk, wyd Stnstfclie en zyd, vaneen verftrooide (V). De Staat- Ruttery fcke Ruiters , loerende op 't Spaanfche ten voetvolk by Limburg , moesten , hunnen ' , toeleg ontdekt ziende, door diepen fneeuw, te rug keeren, waarna zy, in Gulikerland, een Spaansch geleide onderfchept hebben- de , dulden moesten , dat de buit hun, by Burik, door de vyandlyke Ruitery , niet zon-
O) Kor XXXV. Beek, hl. 10 [432].
(*) Meteren XI\'. lWk, f. 569 verf. £0 KISTErtEW X^X. JldL-k,/. 369 verfi |
|||||
XXXIII. Boek. HISTORIE. 5
|
|||||
zonder verlies van hunnen kant, wederom 1598.
ontjaagd werdt (<Q. By deeze nadeelen, •-------
fchoon in zig zelven van weinig belang,
was nog gekomen 't verlies van de Schans De fcUans Patientie , niet verre van Biervliet; die, in Patientie 't begin van Sprokkelmaand , door eenige ;ogt' Franlche bezettelingen , aan de Spaanfchen verkogt was (e). Doch de aanwas van 's Lands Koopban- ir.
del omtrent deezen tyd vergeldt deeze fcha-v-rfchil de rykelyk: waartoe, onder anderen, 't ver-"^" ^f fchil, met die van de Duitfche Hanze, te.Duicfche Londen, aanleiding gaf. Wy hebben, te Hanze, te vooren, gezien, hoe de Leden van het Han-Londen. ze-Verbond, die meest Hoogduitfchen wa-; ren , langer dan twee eeuwen, eene Koop- halle gehad hebbende te Londen, eindelyk, op aanhouden der Engelfchen, die hun hun- nen handel benydden, ten tyde van Eduard den VI. en van Maria, van hunne voor- naamfte voorregten, beroofd geworden wa- ren (ƒ): ook, hoe de ftrengheid tegen d§ vreemde Koopluiden een weinig afnam, in den aanvang der Regeeringe van Koningin- 11e Elizabet (g). Doch 't leedt niet lang, of de vooiïge gefchillen werden wederom' op- gehaald. Die van 't Hanze 1 Verband , on- der de befcherming des Duitfchen Ryks ftaande, klaagden den Keizer, gelyk ook, te vooren gefchied was, dat men hun , in Engeland a voorregten benam , die , door C<0 MbTEP.bn XIX'. Hack, f. ",69 verf,
ie) BOR XXXV. r,->ek, Ol. u [4331.
(ƒ) V. Deel, 61. 3^2. * ,
CS) VI. Deel, l/l. 61,75.
A3
|
|||||
VADERLANDSCHE XXXIII.Boek.
|
||||||||||||
veertien Koningen , bezwooren waren. Da
Koningin , daarentegen, vertoonde , door haaren Gezant op den Ryksdag, dat de klaa- gers hunne voorregten misbruikt, de waaren vervalscht, en * Alleenkoop ingevoerd had- den , tot nierkclyke benadcelinge haarer onderzaaten. De Koning van Spanje roei- de hieronder , in lchyn de verdediging der Hanze - Steden op zig neemende : en reke- nende, dat zy, in erkentenis deezer gunst, gehouden waren, haaren handel uit de Ver- eenigde Gewesten te verleggen , in zyne Nederlanden : waarnaar zy ep;ter geene oo- ien hadden. Midlerwyl, trokken de Han- ze - Steden haare ftreng zo fterk tegen de Engeiichen , op den Ryksdag, dat Keizer Rudolf de II. den Engeiichen Koopiuiden, die, onder den naam van Avaninriers, den Lakenhandel in Duitschland dreeven, en zig , voornaamlyk , te Stade , hadden ne- dergezet , beval , binnen zekeren bepaalden tyd , het Keizerryk te ruimen. Elizabet kreeg hiervan zo dra geene kennis , of zy gaf diergelyk bevel aan de Hanzefche Koop- iuiden , die zig , in Engeland, onthielden. De beftemde tyd , om , beide uit Duitsch- land en uit Engeland, te vertrekken , was de agtentwintigite van Louwmaand deezes jaars. Doch men liet de Hoogduitfchen in Londen blyven , hun alleenlyk den handel verbiedende, en hun beroovende van hun aanzienlyk Huis en Staalhof. De Koopiui- den-Avanturiers, die in Duitschland zo lang niet geweest, en zo vast niet gezeten wa- ren, namen de rerre aan. In 't doortrekken der
|
||||||||||||
15.98.
|
||||||||||||
* Mono-
polium. |
||||||||||||
De En-
ge! fche KoopSui- den wor- den uit Duitsch- land ver- jaagd : |
||||||||||||
sn anti
dia "an de Duit- fchc Han- ze de handel, in Enge- land, vèr- llOOlltil-
|
||||||||||||
XXXIII. Boek. HISTORIE. 7
|
|||||
der Vereenigde Gewesten, werden zy, van ,59g.
veele Steden, door vertooning van bekwaa--------
'me gelegenheid tot den handel, en door Men lok
beloften van veelerlei vryheden , kragtelyk ^e ecr" aangelokt. De Burgemeesters, Raad en ^"y!*/ gezwooren' Gemeente van Groningen had eenigcte den , reeds- in Slagtmaand des voorkeden <>w«- jaars , eenen Brief aan de Roninginne ge- len- fchreeven , waarby zy de gelegenheid hun- ner Stad , hooglyk , preezen, en ernftelyk verzogten, dat haare Majefteit te wege wil- de brengen, dat de Maatfchappy der Engel- fche Koopluiden - Avanturiers zig tot hun- nent nederfloeg (g). En zeker, Groningen kwam , nevens Kampen , in Üverysfel, en Dordrecht, Delft, Amfterdam en Rotter- dam , in Holland, zeer by hen in aanmer- king : eenigen van welke Steden gelegener waren , tot het verzenden der Koopman- fchappen naar Duitschland ; anderen , tot het ontvangen derzelven uit Engeland, Hunne Gemagtigden traden ook, roet de algemeene Staaten, in onderhandeling, over de vryheden, welken men hun, hier, be- geerde toe te ftaan'(A): waaromtrent, men, eerlang, overeenkwam. Midlerwyl, verkoo- Zyflaan zen zy Middelburg, in Zeeland", tot hun- *<g te ne Marktplaats, voorgeevende, dat het wa- M»dd$l- ter , aldaar, bekwäämer was, om de wolle derf"V te zuiveren, dan aan veele andere oorden (/)• Pe
O) VU Aft. Publ. Angl. Tom, VII. P. I. p, 195.
l/i) Refoi. Holl. y Febr. 5 Maart, 15-30 %utiy 1598, bh
49 - 3S, 235- (i) Meteren XIX. Boek, f. 3(57-3(59. Guorn Hill. Übt,
Vil. p. 307-301;. A 4
|
|||||
8 VADERLANDSCHE XXXIII. Boek.
|
|||||
1598. De Koningin, om hun te begunfligen, hadt
«K----- bevolen , dat de wol, die, voor Engelfche
Rekening , uit haar Ryk , herwaards ge-
voerd werdt, alleen aan deeze Maatfchap- py gezonden zou worden. Ook gaven de algemeene Staaten, in 't volgende jaar (1), een Plakaat uit, beveelende, dat de Leden deezer Maatfchappye en alle Engelfchen hier te Lande hunne Lakens, Baaijen en andere wollen ftoff'en , ter verblyfplaatfe der Maatfchappye, en nergens anders, zou- den hebben ter markt te brengen (&). Om- trent deezen tyd, verzogt de Hertog van Wirtemberg , die voorhadt de Nekker be- vaarbaar te maaken, den vryen handel voor zyne onderzaaten , door die Riviere , langs den Ryn, op de Vereenigde Gewesten ; welke hem, door de Staaten, terftond, toe- geftaan werdt (7). Op deeze wyze, werdt de handel herwaards gelokt, 't Verhaal van het uitbreiden der fcheepvaart, ten deezen tyde en federt eenige jaaren , Ipaaren wy tot bekwaamer gelegenheid, Vierdui- In Sprokkelmaand deezes jaars , hadt Fi- zend ]jpS, eene nieuwe orde op 't ftuk der geld^ ismrds middelen gefield hebbende (m) , vierdui- tefche'pe, zend Spanjaards, op eene Vloot van agt- naar de endertig fchepen , naar de Nederlanden ge» Neder- zonden. De knegten ftonden onder Don e^on" Sanchio de Leiria: de Vloot onder den Ad- den. miraal Pretendona. Zy werdt geleid , door ee-
(f) Refill. Holl. 27 May 1599, M» 'i)2. en Groot-Plakaatb.
I. T)tel, col j66. f/ ) Hor XXXV. Hoek, bl. 32 [461].
(m , Roi! XXXV. Hoek. bl. TI f433]- (1) Den twee-entwintigften van Lentemaand.
|
|||||
XXXIIÏ.Boek. HISTORIE. o
eenen Hollandfchen overlooper, en , bin- ij<j9.
nen twaalf dagen , te Calais , toen nog in-----—
de raagt der Spanjaarden , binnen gebragt.
Eenige fchepen nogtans werden , door de Staatl'che Vloote , hieromtrent kruisfende , op ilrand gejaagd: één genomen. De fche- pen , 't Spaansch Krygsvolk aan land gezet hebbende , keerden , voor 't grootfte ge- deelte , veilig naar hun Vaderland , alzo be- weezen werdt, dat zy in Deenemarke en de Oostzee t huis hoorden , en voorheen , in Spanje , in beflag genomen waren. Doch Twee twee fchepen, die, met Krygsvolk en Koop- ?pha*u" nianfchappen , uit de haven van Calais , ^hepen naar Spanje , te rug wilden, werden, door geno- de onzen , veroverd. De Spaanfche kneg- men. ten , die te Calais ontfcheept waren , wer- den , hier en daar, in de Nederlandfche Ste- den , gelegd: doch waren by weinigen vvel- kom , alzo men, uit hunne overkomst, af- nam , dat de Landzaaten nog, gelyk onder de voorgaande Regeeringe, door Spanjaards, beftierd ftonden te worden (n). De muitery, in verfcheiden' Steden, ver- Muitery
fchafte den "Aartshertoge , omtrent deezen onderde tyd, veel moeite. Te Gelder, daar 't g^j£ krygsvolk te hoop geloopen was, werdt zy, tingen te. door 't beleid van Graave Herman van den Gelder, Berge, gelukkiglyk geftild (0). Naderhand, teGra*. raakte de Spaanfche en Hoogduitfche bezet- ve' ting van Graave , tegen eikanderen , aan 't woeden, doch zy bedaarde, eerder dan men ver-
(b) Muteren XIX. Boek; f. 370 verf.
(_u) Metf.uen XIX. Hoek, U. 372 verf. As
|
||||
lo VADERLANDSCHE XXXIIÏ.Boek.
159'j, verwagt hadt Q$). Maar te Antwerpen,
-------. fcheen de muitery gevaarlyker gevolgen te
te Ant- zullen hebben. De Spanjaards , die hier
werpen, 0p 't Kasteel lagen , hunnen Overfte, Au- gustyn Meria , verjaagd hebbende , hadden een' gemeen foldaat, in zyne plaats, gefield, en toen twee-entwintig maanden folds ge- vorderd. Terwyl men middel zogt om hun te voldoen , dwongen ze den burgeren vyf- entwintig ftuivers 's daags, voor een' Rui- ter, half zo veel, voor een' voetknegt, af; eifchende, wyders, dat men hun kostbaare kleederen, huisraad en al wat hunne dar- telheid meer verzinnen kon, tot hoeren toe, verfchafte , met zo veele trotsheid , dat zy zelfs fchooten op de Stad, tot dat men hun afvraagen kwam, of zy iet te belasten had- te Lier en ^en« De bezetting van Lier begon, eer- te Gend. lang, den zelfden weg in te flaan: ook die van 't Kasteel te Gend, hoewel men zig hier een weinig zediger gedroeg. De Aartsr hertog , geenen kans ziende , om hun allen te vergenoegen, deelde de penningen , uit vSpanje bekomen, onder 't volk, welk hy te velde wilde brengen, en ftelde de bezette- lingen, op goede fioop, uit: waardoor dee- zer ongebondenheid, tot in 't volgende jaar, duurde ; wanneer zy zig niet dan met geld lieten frillen (#). Hl. De Staaten der Spaanfche Nederlanden Opening hadden den Aartshertog, by deszelfs inhul- teteene diging, ze fterk gedrongen, tot het bevre- di-
Cp) Mbtbrrn XX. Boek, f, 38s.
(q) Meieren XX. /»»«*,ƒ 382. Bcm XXXV. Boek ,■ U.
37 [4Ö8J. XXXVI. Bdck, il. 5 [5j.11]. |
||||
XXXIII. Boek. HISTORIE. ii
di*en der afgevallen' Gewesten , dat hy 1598
|
|||||||
b
|
brieven aivamuig«»- »"*. -~ k-.—.—- --—
land en Zeeland en derzelver Bondgenooten, Vrede- waarin hy hun kennis gaf van zyn Huwe- )ing?van lvk en dat het regt op de Nederlanden We;eden zvner Gemaalimie was afgeftaan : verklaa- Aamher- rende, voorts, zyne geneigdheid tot vre- ïogc, de ■ waartoe hy hen , msgelyks, vermaan- de ' met byvoeging, dat hy den last, om deswege in onderhandeling te treeden , ge- raten hadt aan zyne Staaten : welke zyn ichrvven , met eenen Brief van den zelfden inhoud, verzelden (r> Op gelyken zin, fchreeven aan Maurits, Filips Willem, zyn broeder, de Hertog van Aarichot en de Markgraaf van Havrech (O- Ook hoorde men, omtrent deezen tyd, ter algemeene Staatsvergaderfnge, Daniel van der 31eulsn, Koopman te Leiden, die, onlangs, onder dekfel van ziekte zyns broeders , naar Ant- werpen ontbooden geweest zynde, van ver- foeiden' Grooten en van den Aartshertoge zelven , verftaan hadt, hoe zeer men daar haakte naar de vrede. Zelfs verzekerde hy, dat men gezind was, den Vereenigden Staa- ten hunnen Godsdienst vry te laaten , zo zy flegts den Aartshertog en de Infante er- kennen wilden. Ook zou de Koning , urt agtin*e voor Prinfe Maurits, hem gaarne het opperbevel over zyne Legers in Hon- «rarve willen opdraagen. Doch de Staaten die van en 'Prins Maurits hadden geene ooren naar « h»nu dee- b"
ff) K'«U XXXV. llaik, hl. s8 [A70].
r.t > Mkteuen XX. Hoek, f. $H- «ROTH Hift. LtVr. VU.
■}>■ 327.
|
||||||
12 VADERLANDSCHE XXXIII. Boek.
|
||||||||
1598. deeze uitbiedingen. Zy vonden te veel
fmaaks in de pas verkreegen' vryheid, dan |
||||||||
zen dat zy zig, zelfs al ftondt men hun alles
wordt. tpe ? wat Zy te vooren begeerd hadden, op nieuws , zouden hebben willen begeeven onder vreemde heerfchappye. En zy wer- den in hun opzet, om te volharden in den oorlog , verilerkt, federt het onderfchep- pen van eenige Brieven des Konings, waar- uit het tegendeel bleek van 't gene men hier voorgaf (V). Ook was 'er, wederom, een toeleg op 's Prinfen leeven ontdekt, die de Staaten en elk langs hoe af keeriger maak- te van handeling met de Spaanfchen. Pieter P iet er Panne ■> geboortig van Yperen, kui- panne, per zyns handwerks; doch voor deezen ook
om voor- koopman en makelaar, was , op den vier- genomen entwintigften van Bloeimaand , te Leiden , moord
vanpr;nfedaar hy woonde, op eemg arg vermoeden,
Maurits, in hegtenis geraakt. Deez' hadt , onder- te Lei- vraagd zynde, beleeden „ dat hy , ïtrenr dood '"e- " §e^T^ verv°lgd door zyne fchuldeifchers, brapt. nen geworpen van de eene gevangenis in „de andere , eindelyk, geraakt was by de „ Jezuiten te Douai, die hem, door belof- „ ten , hadden aangezet, tot den mooid „ van Prinfe Maurits, dien hy Hertog noem- „ de. Pat zyne vrouw, zeer Jezuitsgezind, „hem, hiertoe, ook fterk hadt gedrongen: „ en dat hy , eindelyk , bewoogen , door ?, beloften van tydelyke gunften en van den 5, Hemel, hier namaals, 't lick hadt aan- jj genomen. Dat, de Jezuiten hem , hier- op, (O Bun XXXV. Hoek, il. 37 E4S8J enz. |
||||||||
XXXIII. Boek. HISTORIE. 13
5, op , het Sakrament toegereikt en reisgeld 1598.
„ gegeven hebbende, hy naar Zeeland ge- -—— „trokken , en* van daar, te Leiden aange- komen was. Dat hy, hier, de fnoodheid „ en 't gevaar van den toeleg nader over- „ denkende s tot betere zinnen gekomen, en 5, van zyn voorneemen afgeftapt was: wes» „ halve hy badt, dat men deernis wilde „ hebben met zyne onnozelheid." Van el- ders blykt, dat hy ook bekend heeft, „in „tegenwoordigheid van Richardot en d'As- „ fonville , aangenoomen te hebben , den „ Prins, met een vergiftigd mes, van bo- „ ven voorzien met drie weerhaak en, om „ te brengen ; waartoe hy zyne Doorlug- „ tigheid, in 't Poortaal der Franfche Ker- „ ke , te Leiden , ten tyde van 't verrig- „ ten der trouwplegtigheid , tusfchen den „ Heere van Asperen en de Dogter van den „ Heere van Aluegonde , dagt waar te nee- „men: welke plegtigheid de Prins, egter, „ niet bygewoond hadt. Dat de toeleg, „hierdoor, gemist was, tot byftere ontftel- „tenis van eenige Jezuiten, die zig, zo hy „voorgaf, op zekere Katholyke Hofftede, „ buiten den Haage, onthielden («)." Hy herhaalde deeze belydenis , tot verfcheiden' reizen , fmeekende , geduurig, zeer erbar- melyk, om lyfsgenade. Maar Schepenen van Leiden, by raade der Gekommitteer- de Raaden en der beide Geregtshoven van Holland, veroordeelden hem, op den twee- entwintigften van Zomermaand, om onthalsd en
(a) Ri.foU HoH. 27 May 1598. tl. 163.
|
||||
14 VADERLANDSCHE XXXIII. Boek.
1598. e" gevierendeeld te worden : welk vonnis -,
-----— ten zelfden dage , aan hem werdt uitge- voerd. Het werdt, terftond , gedrukt, in 't licht gegeven : doch , van der Jezuiten. zyde, naderhand, uitfchaamte, zo'tfchynt, over 't fchelmftuk, ook in openbaaren druk, wederlegd (v). Ondertusfchen, werkte dit voorval mede , om de Staaten te bevesti- gen in de afkeerigheid van de Vredehan- deling, tot zo verre, dat zy zelfs niet goed- vonden , te antwoorden , op de opening $ hun , van Wege den Aartshertoge, gedaan. In Lentemaand des volgenden jaars, ichree- ven. ze egter aan de Staaten der Spaanfche Nederlanden ; dezelven , op hunne beurt $ vermaanende , om , nevens hen , de wape- nen tegen den gemeenen vyand op te nee- men (V). Schutge- Tot hiertoe , waren de Krygsbedryven vegten. jn de Nederlanden van zeer gering belang geweest. Want, behalve het gene wy te vooren gemeld hebben , was 'er naauwlyks iets voorgevallen, dan een klein fchutge- vegt by Nieuwmegen, tusfchen e enige Staat- fclie knegten en eene bende vyandlyke rui- ters : waarin de onzen te kort gefchooten waren. Daarentegen, hadt eenige Staatfche Üuitery eenen hoop Spaanfchen over de Maaze gellaagen , by welke gelegenheid , een der Graaven van Mansfeld gefueuvek! Oorzaa-^ was (x). De reden, waarom, van weder- 3(en van'c zyde, de kryg zo flaauwelyk gevoerd werdt, \s as
(v^ Ron XXXV. ÜMk. hl. 2Ö Ussl enz.
Cw) Hor. XXXVI. Boek, il. 23 [54/I. (*) OiiOTU Hiß. Libr. Vil. p, 32a; |
||||
XXXIII. Boek. HISTORIE, f5
|
|||||||
was geene andere , dan dat de Vereenigde 1593»
gewesten oordeelden , hunne geldmiddelen, |
|||||||
die. bekrompen omkwamen , een weinig te wen des
raade. te moeten houden , en dat Albertus krygs* zyn Leger eerst verilerken wilde met de -■:..' bezettingen der Franfche Steden, die, vol- gens de Vrede , geruimd, moesten worden: doch welken de knegten niet' verbaten wil- _..;■•■ deri , voor men hun voldaan hadt , waar; ■> toe den Aartshertoge naauwlyks middel: over* fchoot. Maar, na 't bekomen van eenige penningen van den Koning, befloot hy een Leger byeen te trekken omtrent de Maaze, en, alzo hy op zyn vertrek ftondt naar Span- je, wérdt aan Don Francisko de Mendoza, Admirant van Arragon, het opperbevel over hetzelve opgedraagen (y). De Vereenigde Staaten, hiervan kennis bekomen hebbende» deeden de Bommelerwaard bezetten door Hoherilo , terwyl Prins Maurits het grootfte gedeelte des Staatfchen Legers by Arnhem famentrok. Élk was , derhalve, in de ver- wagting van eenige gewigtige onderneeming, tegen 't najaar. Albertus hadt, midlerwyl, zynen Oom, iy.
Andreas, ook Kardinaal, en Zoon van Fer- DeKat- dinand , Graave van Tirol, ontbooden uit dinaal de Elzas, alwaar hy, van wege den Keizer, ^"n q s 't gebied voerde. Aan deezen droeg hy de tenryk!" Regeering der Nederlanden , in zyn afwe- door At- zen, op(V), en begaf zig toen, den veertien- wnus, den van Herfstmaand, op reis naar Spanje (V). ^f f'1" i1-~ asuige-
(y*\ C.ROTii Hirt. IJtr. VII. p. 328, $2Q. r,,.i,l (ir) GROTir HiU. T.ibr. VU. p. 32rt, ^jo. -
O) Boa XXXV. Atl, «. 37, 3S [46?, 4-0^ |
|||||||
i6 VADERLANDSCHE XXXIII.Boek.
|
|||||||
1598. Fiiips Willem , Prins van Oranje, verzelde
hem , tot verwondering van veelen, die |
|||||||
Albertus oordeelden, dat hem zyne langduurige ge-
véftrelu vangenis reeds wars van dit Ryk gemaakt Spanje. moest hebben' Doch '* fchynt' dat zYn
Fiiips * voornaam oogmerk, in het doen deezer Willem, reize, geweest zy, zig, door tusfchenfpraak Prins van ^ Konings Van Spanje, die nu met Hen- SXV rik den IV. bevredigd' was * in 't bezit van hem. het Prinsdom Oranje te doen herftellen» Maurits hadt ook naar dit Prinsdom ge- ftaan , en Aldegonde , voor eenigen tyd, afgezonden , om zig , door onderhandeling en andere' konstenaaryen, meester van het zelve te maaken. Doch 't was hem * tot nog toe, mislukt. Èn Fiiips Willem werdt 'er, in Lentemaand des volgenden jaars , inge- huldigd (£). De Aartshertog nam de reis door Duitschland en Boheeme; hieldt, te Praag, een mondgefprek met den Keizer * zynen Broeder, en begaf zig, voorts, naar Fti-ps de ital'e- Doch onder we§'hadt hy de tydins
II. üerft. gekreegen van de dood zyns Schoonvaders,
'Koning Fib'ps den IL, die, 's daags voor zyn vertrek uit Brusfel, den dertienden van Herfstmaand * op 't Eskuriaal, overleeden was. Met zyne ziekte en dood hadt het zig, deezer wyze, toegedraagen. Zyna De jigt hadt hem , federt eenigen tyd , inatftc en vooral , federt de jongfte Lente, zeer
ziekte, begonnen te kwellen , en deeze kwaal was, geduurende den Zomer , zo merkelyk ver- zwaard $ (ZO ï.lfel'EREN XX. Boek, f. 3«3. XXI. Boel, H. 403* öw*
Til Ililt. W'U VU. ƒ*. 330* |
|||||||
XXXIII. Boek. HISTORIE. 17
zwaard, dat hy zig, in eene rosbaar, naar 1598.
't Eskuriaal, een zomerpaleis , door hem, -------
geftigt, hadt doen overbrengen , om van
lugt te veranderen. Doch hier bevangt hem de koorts, en eene ongewoone krimping der zenuwen : ook openbaarden zig verborgen' zweeren, in de fcheen en vooral in de borst, die , door geneesmiddelen , tot rypheid ge- bragt, een' grooten overvloed van vervuil- de ftoffe uitwierpen , in welke s al ras , zo groot eene menigte van luizen voortge- teeld werdt, dat zyne oppasfers hem niet zagen te reinigen. Ook werdt 'er zyn ver- magerd lighaam , eerlang , te zwak toe : waarna het ongedierte, zig plaatfende in zyne ingewanden, hem eene onlydelyke fmert veroorzaakte. Men getuigt, dat hy, zyn einde voelende naderen, de dood, met gelaatenheid , te gemoet gezien heelt. Zy- nen Zoon en Dogter heeft hy de bewaa- ring der onderlinge liefde en des Room- fchen geloofs, ernftelyk, aanbevolen. Waar- na hy , de laatfte Kerkgeregten ontvangen hebbende , met het zelfde kruisbeeld by zig, welk zyn Vader, ftervende, in de handen gehad hadt, en met veele vertoo- ningen van Godsvrugt, ontflaapen is, in het twee-enzeventigfle jaar zyns ouderdoms , en in het drie-enveertigfte zyner regeeringe (Y). Zyne bedaardheid , naarlligheid , % doorzigr Zyn aart, tigheid in 't uitvorfchen van de gehe|men lof«» der Vorften , eu uitwendige Gqdsdienftig- laster' heid 1
CO Meteren XX. Boek, f. 390 *nz. BOB. XXXV. Boek,:
Il 3y [470], 40 [47a] en». JX. Depl, B
|
||||
i8 VADERLANDSCHE XXXIII. Boek.
1598. heid wordt van veelen hooglyk geroemd.
*-------Doch , als 'er zyne heerschzugt belang by
vondt, fchroomde hy niet, de paaien der
goedertierenheid verre te overfchryden. Ook was hy haatdraagend en agterdogtig, loos en geveinsd Zyne partyen hebben hem onmenfchelyke wreedheid en moord- lust te last gelegd, en zyne jongfte ziekte aangemerkt als eene blykbaare ftraf des Hemels over het ombrengen van zynen Zoon en Gemaalinne. Zy vergelyken hem, met Antiochus Epifanes , Herodes, en an- dere monfters der aloudheid : niet beden- kende , dat ook eerlyke en geroemde man- nen , door diergelyke walgelyke ziekten, uit het leeven gerukt zyn (V). 't Begrip, welk hy, van jongs op, ingezoogen hadt, van de volftrekte afhangkelykheid der Ne- derlanderen van hunnen Vorst, en van de onvergeeflyke fnoodheid van. 't gene hy Kettery noemde , heeft hem doen waan en, dat 'er aan zyne wederfpannige onderzaaten niets te verbeuren ware. En deeze waan maakte hem onverzoenlyk , en drong een groot deel der Nederlanderen, om zig zy- ner gehoorzaamheid te onttrekken. Veele eenvoudige Ingezetenen der Vereenigde Gewesten, oordeelende, dat men zynen Vorst, hoe hy 't ook maakte, nimmer mögt afvallen , hielden zig nu, na zynen dood , eerst ontflaagën van den eed, dien zy hem Zyn Zoon gezwooren hadden. Zyn Zoon, Filips inPvofgt DE •DERDE' g^ouden voor niet al te fnee- isffl op. d*S (<0 Groth Hill. Libr. VII. p, 33«.
|
||||
XXXIILBqkk, HISTORIE. i#.
|
|||||
dig van begrip , volgde hem op in de Re- 1598.
geering (<?)• -------" De Aartshertog, voortgereisd tot op den
Venetiaanfchen bodem , ontmoette aldaar de Bruid des nieuwen Konings, Mar gar eet Dogter van den Aartshertoge Karel, Kei- zer Ferdinands Zoon. Hy verzelde haar tot Ferrare , alwaar Paus Klemens de VIII. gevolmagtigd om de afweezende Filips en Izabelle te verbeelden , de beide Huwely- ken floot en inzegende. Het overig gedeel- te van dit jaar werdt, door dit aanzienlyk gezelfchap, doorgebragt in Italië (ƒ') : van- waar wy te rug keeren, om, midlerwyl, te zien , wat 'er , in en omtrent de Nederlan- den, voorviel. Wy hebben, tevooren (g), gemeld, dat, V.
in het Verdrag tusfchen den Graave van Onlusten Oostfriesland en de Stad.Embden, in den ^m jaare 1505 geflooten, onder- anderen , be- dongen was, dat de Stad, aan den Graave, zekere fomme betaalen zou. Om deeze te vinden , en tot vervulling der onkosten, in het voorgaande gefchil gemaakt, hadt zy den Ingezetenen zekere belastingen willen opleggen, die nog niet waren ingewilligd. Van deeze gelegenheid bediende de Graaf zig, om zyn voorig gezag wederom te be- komen, 't Onvrede over den inhoud van 't jongfte verdrag, welk hy hieldt hem af- gedwongen te zyn, hadt hy zig beroepen op den Keizer , die, euvel neemende, dat de Ver-
Ce'' Grotii Hifi. Libr, VI. p. 332.
(ƒ) Meteren XX. Hoek, f. 303. Cf).VIII. Dal, tl. 421. B 2
|
|||||
so VADERLANDSCHE XXXIII. Boek.
»5<>8. Vereenigde Staaten zig de bellisfing hadden
Duitfche Ryk voorgevallen was , en egter
ongenegen, om, tegen de belangen der Stad , te vonnisfen , het Delfzylfche Ver- drag wel vernietigd, doch byna dezelfde dingen, uit zynen naam, belast hadt. Hier zig dan in zyne verwagting bedroogen ge- vonden hebbende , onderftaat de Graaf de Stad, door inwendige beroerten , overhoop te werpen , om zig , daarna , van dezelve te verzekeren. Hy zendt zyne twee Zoo- nen, Joan en Christo f el, derwaards, die de beroerten aanftooken moesten. Ook zogt hy eenige wargeesten op uit het graauw, die de misnoegden over de belasting, wek ke van twee uit de negentien gilden gewei- gerd was , en een zeker flag van Luther- fchen hadden gaande te maaken tegen de Regeeringe ; famenrotting , onder hen , te verwekken, en hen de Poorten te doen ope-< nen voor 's Graaven Krygsvolk, dat, on- der ander voorgeeven, byeen gebragt en herwaards gefchikt was. Doch onder hen, die men aangezogt hadt, was 'er een, die *t ftuk der Wethouderfchap ontdekte. Ter- ilond daarop, werdt zekere Kisteraaaker gevat, die fchriftelyken last hadt van den Graave, om al 't voorgemelde uit te voe- ren. Men beklaagde zig zeer, by 's Graa- ven Zoonen , over huns Vaders trouwloos- heid. 't Bleef hier niet by. De Kistemaa- Icer, fcherpelyk ondervraagd, ontdekte ver- Icheiden' medeftanders , "met naame Jaan Qreene » inari van aanzien onder de zynen, |
||||
XXXIILBoee. HISTORIE, si
en Zwager van zekeren Fonk, die over en 15^^
weder ging, tusfchen den Aartshertoge Al------—*
bertus en den Graave , en, voor eenigen
tyd, op vermoeden van flinkfchen handel» in Holland agterhaald, en vastgezet was* By Groene werden gevonden Brieven van Fonk aan Graave Edzard, hem raadende s Mhet oog af te wenden van Duits chland, 93 en aan te fpannen met Spanje, door welks 5j raagt alleen , hy herfteld kon worden , j, Doch in erkentenis deezer weldaad, moest „ hy gedoogen , dat het Spaanfche Leger 5j zig , voor eenigen tyd , nederfloeg op 5>j zynen bodem , en dat men eene Vloot „ hieldt in den mond der Eems en des naas- 5, ten zeeboezems. " Zulke ontdekkingen en de voorgenomen' oproer kostten eenigen der voornaamfte beleideren den hals , an- deren werden gebannen , en in geldboeten beflaagen. De jonge Graaven wären, tegen 't verzoek van den Raad, den negenden van Bloeimaand, üit Embden geweeken. De Raad, midlerwyl bezeffende, in hoe groot een gevaar de Stad geweest ware» befloot wederom , een vendel te werven van driehonderd koppen : waartoe men » op geloove der Staaten van Holland en der algemeene Staaten , te Amfterdam en el- ders, geld opnam (Ä). Graaf Willem Lo- Graaf dewyk, Stadhouder van Friesland* hadt fül^ deeze knegten , voorbedagtelyk, afgedankt: ^yk^e* waarna ze, terftond, door die van Embden, fchaft Wa- Emb*l«rt
fe^*) Refel' Heil. ?, U July, ao pCht. 1598. il. 338,,
|
|||||
Ba
|
|||||
2a VADERLANDSCHE XXXIII.Boek.
1598. waren aangenomen. Ook hieldt hy hulp-
—— bénden gereed , om hun, des noods , ver- volk, de der te onderfteunen. Maar Graaf Edzard , Staaten ajs hadt hy geenen overlast gedaan , maar ge 'J geleeden , riep elk te hulp, tegen de Stad. Eerst, daagde hy haar te Spiers, tegen den zestienden van Oogstmaand , klaagende , in de Daagbrieven , onder anderen , over het Staatfche Krygsvolk , welk , op zynen bo- dem, geftroopt hadt (1). Voorts, zondt hy zyne Zoonen naar Poolen: alwaar vyf fche- pen werden uitgerust, die , bemand met Embder ballingen en ander volk , de Stad dreigden aan te tasten (£). Ook fchreef de Koning van Poolen eenen trotfen Brief aan de algemeene Staaten, waarby zy vermaand werden, geenen onderftand te doen , aan die van Embden , welken hy, ten zelfden tyde , den handel in zyn Land verbooden hadt (7). Zulk een verbod was ook gefchied, van wege den Hertoge van Holftein, wiens Dogter met Graave Edzards Zoon , Enno, gehuwd was. En de Graaf zogt het zelfde te wege te brengen, in Spanje en in Dee- nemarke (m). Ook arbeidden de Spanjaards, deezen winter , heimelyk, om eene gehee- le omkeering, in de Regeering en in den Godsdienst, te wege te brengen, binnen Embden (n). Zy en de Graaf wisten zelfs, geduurende den winter , eenen nieuwen aan-
(lï Meteren XIX. lioik, f. 3?5 verf. 376.
Cf) ReR. Holl. 9 Dec. iü9»- bl. 409.
(7 Refol. Holl. 23 Dec. 1598. bl. aH-
\m) Grotii Hift. Libt. VU. p. S33- & fcqq-
O) RefoU Holl, 16 Fdr. — 5 W«rt »593- w- i°5«
|
||||
XXXIILBoek. HISTORIE. 23
|
|||||
aanhang te maaken, onder de Koopluiden, 159t.
Reeders en Bootsgezellen , die men vleide ■ ■ met de vaart op Spanje, welke nu , in de Vereenigde Gewesten, verbooden was (0). De Graaf wierf volk , rustte fcheepen uit, en vondt de kosten, uit geweldige fchattin- gen , den Oostfriefchen Dorpen afgeperst r welken hy , daarenboven , tot eenen eed vergde , om hem , tegen die van Embden, by te ftaan (p). In deezen verwarden toe- ftand, bleeven de zaaken tot op de dood van Graave Edzard den II. die, den eerften van Lentemaand des volgenden jaars, voor- viel. Hoe zy, daarna, eenigszins vereffend werden, ftaat ons, by eene andere gelegen- heid, te melden. Te Aken , was het den Spaanfchen , on- VI.
langs , gelukt, door heimelyke bewerking Eiiet-t ten Keizerlyken Hove en elders , de Her- ^}™,'1* vormden uit de Regeeringe te doen zetten, verwerfe en dezelve, eeniglyk , te doen opdraagen Brieven aan Roomschgezinden : die de voorige Re- van fchfc. genten eerst in hegtenis namen, en daarna, T^f^JT nevens veele Hervormden , drongen , de ^ ^ wyk te neemen naar Holland, alzo de open- v«ee- baare belydenis der Lutherfehe beide' en uigde der Hervormde Leere , binnen Aken , ver- Staaten, booden werdt. By gelegenheid deezer ver-« anderingé, was hier in 't bewind geraakt Ge- rard Ellerbom , die den Vereenigden Staa- te», voor deezen, als Ritmeester, gediend, en, zo hy voorgaf, groote lommen van hun
CO Meteren XXI. Boek, f. 399 yerf.
itJ Rkïii XVI. /lock, hu 376. .. . , ..... ,.,,,
B 4
|
|||||
24 VADERLANDSCHE XXXIII. Boek.
|
||||||
1598. hun te vorderen hadt. Deeze , te Spiers,
ten te verkrygen , tastte eenige Nederland-
fche Koopluiden , te Aken , ' aan , doende derzelver goederen geregtelyk bekomme- ren , en, eerlang, te koop veilen. Doch doch rogt de algemeene Staaten fchreeven, een en an- niets uit. Vermaal , aan de Stad , over deeze onbe- hoorlykheid , zo ernftig en dreigende , dat men hun gehoor gaf, en de Nederlandfche goederen ontfloeg (#). Zo veel aanziens hadden nu de Vereenigde Gewesten verkree- gen : wier Ingezetenen, weinige jaaren ge- leeden, voor diergelyke ongemakken, fchier alomme, plagten bloot te ftaan. Vil. In 't Hertogdom Kleeve , bleef het be- staat vaa wjnd der Regeeringe nog in handen der togdom Hertoglyke Raaden, die, met de Span- Kleeve. jaards en met den Hnize van Oostenryk , heulden, 't Bemagtigen van Rynberk, door de Vereenigde Staaten, hadt de Vorften van Brandenburg en Nieuwburg niet kön- nen beweegen , om ernftiger middelen by de hand te neemen , tot het bekomen der erfenisfe , waarop zy meenden regt te heb- ben. De Kleeffche Grooten hadden wel geraadflaagd , over 't werven van zesdui- zend knegten en tweeduizend paarden, tot verdediging der grenzen, zo 't heette; maar in der daad, om zig meester te maaken van de Regeeringe. Doch, toen 't op 't kiezen van eenen Veldheer aankwam , en fommi- gen Graaf Jan van Nasfau ; anderen den Graaf
|
||||||
Cf) Mbtbren XX. Bliek,/. 381.
|
||||||
XXXIII. Boek. HISTORIE. *S
Graaf van Hohenlo begeerden , marde men 1598.
zo lang met overleggen, dat de tegenparty--------
gelegenheid kreeg, om zig te verfterken
Cr f: waarmede de toeleg te niet liep. De Alfen ea Stad Alfen, in't voorleeden jaar, door Prin- Meur^ fe Maurits, ingenomen, was, hier, onlangs, * der Paltsgraavinne wederom ingeruimd. Ook hadt men Meurs van bezetting ontledigd. Beide de Steden moesten, nogtans, onzydig blyven (O- ■,„ ^
Dus ftondt het op de grenzen, toen de Optogt
Admirant van Arragon , een Leger van vanden twintigduizend knegten en tweeduizend paar-
rant vau
den byeen gebragt hebbende , den Rynkant Arragon.
vervulde met den fchrik voor zynen toet. Zyn toeleg was , over den Ryn te trek- ken, en voorts door de Betuwe, naar Hol- land. Doch om dit oogmerk te bereiken» moest hy zig verzekeren van den overtogt der Riviere : waartoe de verwarde toeftand der zaaken in Kleefsland nu fchoone gele- genheid gaf. Mendoza dan , onder wien Graaf Fredrik van den Berge, als Veldmaar- fchalk , geboodt, voert, in 't begin van Herfstmaand , zyn Leger, aan verfcheiden oorden, over de Maaze, en trekt, door de onzydige Landen van Gulik, Keulen en Kleeve, naar den Rynkant, zonder zig te kreunen aan de klagten van grooten en kleinen, over 't fchenden van den bodem des Ryks. La Barlotte , vooruitgezonden , La Bar- dwong alle fchippers, die hy aantrof, hun- loue^ ne de Staat-
CO Grotii Hift. Libr. VII. p. 336. Qt) MKTSR.EN XX. Hoek , f. 380 verf. 381. B5
|
||||
mmmmmm
|
|||||||||||
26 VADERLANDSCHE XXXÏII.Boek,
*&>& ne Vaartuigen, tusfchen Bon en Keulen,
-------byeen te brengen. Hier voert' hy zyn volk
fche uit- over den Ryn, verzekert zig van den over-
leggers, zydfchen oever, en jaagt, met behulp van twee veldftukjes, de Staatfche Uitleggers den ftroom af, tot aan Rynberk (Y). Men- doza, met het gros des Legers, den linker Orfoiin oever des Ryns Ian§s trekkende, nam eerst
geno- 0rfoi in ' eene Kleeffche Plaats, die men men. hadt begonnen te verfterken. Hy gaf ter- ftond bevel, om de Vestingwerken te vol- tooijen. En om zig van den overtogt der- Riviere te verzekeren , deedt hy het Dorp Walfum, aan de andere zyde des Ryns, tegen over Orfoi gelegen , ook fterk maa- ken (ii). prins Midlerwyl, was ook het Leger der Ver- Maurits eenigde Staaten , omtrent Arnhem , byeen
komt te getrokken. Prins Maurits, zig, insgelyks, velde., derwaards begeven hebbende , bezigtigde en bezorgde de voornaamfte Steden langs den Ysfel in perfoon , de overigen, door 's Hee- mindere Legerhoofden. Voorts ftondt hy renberg zyner moeije, de Graavinne van den Berge, |
|||||||||||
o
|
teid.
|
an- op haar verzoek, toe, dat haar Graaffchap,
|
|||||||||
gelegen in 't Land van Zutfen, onzydig
bleeve , mids het Steedje 's Heerenberg ontmanteld wierdt , gelyk gefchiedde O). Daarna, zyn heir gemonfterd hebbende, en het te zwak bevindende, om den vyand in 't open veld tegen te ftaan ; want het was niet
CO Meteren XX. /lud, f. 384.
(.«) ï5or XXXV. Bock, H. 49 [483]. Meteren XX. lkekt f. 384 verf. (v) Meteren XX, Bsefc, f. 384 verf. |
|||||||||||
XXXIII. Boek. HISTORIE. a7
fiiet veel boven de zesduizend knegten en 1598.
vyftienhonderd paarden fterk (w) ; befloot-------
hy zig te legeren in de Gelderfche waard,
een klein Eilandje , ter regter zyde van de Betuwe, even beneden de verdeeling der Rivieren, gelegen. Van hier, maakte hy ftaat, de grenzen te zullen können befcher- men , en, nu en dan, den vyand den toe- voer te zullen können affnyden. 't Vyandlyk Leger , midlerwyl, aange- Baldaa-
groeid in volk , begon, naar gelang hier- digheid van, gebrek aan geld en aan leevensmid- derSpan- delen te krygen : waaruit ftrooperyen , op ^"aen' den naasten onzydigen bodem , gebooren Duit- werden , welken , wederftaan wordende , fchenbo- door de Kleeffche manfchap, Haaneveêren dem* genaamd, om dat zy meest uit Landluiden beftondt, niet zonder bloedftorting, aflie- pen (se). Aan muitzugt en tweedragt on- der de knegten hadt men geen gebrek , in zulk een bandeloos Leger. Zelfs waren de hoofden niet eens, over 't gene men ver- der behoorde ter hand te flaan , dryvende Don Louis de Velasko , dat men Maurits uit de Gelderfche waard verjaagen, en daar- na tot in Holland doordringen moest: den Graave van den Berge, daarentegen, dat men , ter regterhand af, naar den Éems- ftroom trekken, en zig van Embden ver- zekeren moest: welken togt, een Zoon van Graave Edzard, die thans in 't Leger was, hem, zo men meent, fmaakelyk gemaakt hadt (y). Ter- O") Zie Bor XXXV. Boek, il. 48 [4S3],
(x~) Meteren XX. Boek, f, 385 verf. (y) Grotii Hift> lil/r. VII. f. 343. . |
||||
s8 VADERLANDSCHE XXXIILBoek,
|
|||||||
I5P8. Terwyl men hierover beraadflaagt, be-
weegt Sibilla Van Kieeve, Zuster van den |
|||||||
Bewee- krankzinnigen Hertog , de Stenden des
ov° r ïnr" Lands , om op middelen bedagt te zyn, Duitsch- tot het wederftaan en verjaagen der Span- ïand. jaarden ; die de Landzaaten , alomme, en vooral de Onroomfchen deerlyk mishandel- den. Simon, Graaf van der Lippe, Overfte van den Westfaalfchen Kreits, waaronder Kieeve behoorde, werdt overgehaald, om de penningen , gefchikt tot den oorlog in Hongarye, t'huis te houden, en tegen Men- doza te gebruiken. De Bisfchoppen, langs den Ryn gezeten , de Paltsgraaf, de Her- tog van Brunswyk, de Landgraaf van Hes- fen , de Keizer zelf werden aangezogt om hulpe, niet zonder hun 't gevaar te vertoo- nen, welk gantsch Duitschland over 't hoofd hing, zo men der Spaanfchen moedwil zy- Die van nen gang liet gaan. Aan Prinfe Maurits Kieeve zondt men beleefde brieven , waarby men fchryven hem bedankte, dat hy den kryg , tot hier- Mturits toe » met zo wem^§ fchade der nabuuren »
als hem mogelyk geweest was, gevoerd hadt, hem te gelyk verzoekende, den Span- jaarden , uit al zyn vermogen, te willen tegenftaan: welke brieven hem en den Staa- ten te aangenaamer geweest zyn, om dat 'er hoop uit gefchept werdt, op een verbond met de Duitfche Vorften, waarnaar zy lang begeerig geweest waren. Ook toonden zy, in het antwoord op deeze Brieven „ hoe „ 't, na eene droevige ervaarenis van 't „ gene de Staaten, al voor verfcheiden' 5jjaaren, voorfpeld hadden, eens tyd werdt, Mom
|
|||||||
XXXULBoEK. HISTORIE. a<>
Mom met volken, hun in bloede beftaande, 1598.
„ ook in gemeenfchap van wapenen te tree- ■ „ den." Men zondt ook aan den Admirant, met klagten over den moedwil zyns Krygs- volks, dien hy , met de noodzaakelykheid des oorlogs, zogt te verfchoonen (2), Ondertusfchen hadt het aanhoudend pion- viïl.
deren de veldvrugten verteerd , de bosfchen Gropt _ en dorpen verwoest, 't Landvolk verjaagd. pto^ 't Leger miste ook den gewoonlyken toe- Leier! voer, die, meer dan eens, onderfchept was. Al 't welk groot gebrek veroorzaakte on- der de vyandlyke fchaaren , die , eerlang , by geheele vendels, verliepen. Hier kwam nog by, dat de fchipbrug over den Ryn los geraakt en weggedreeven was: 't welk de ge- meenfchap tusfchen Orfoi en de fchans aan de overzyde hadt afgefneeden. En meent men , dat dit toeval den Admirant tot het befluit bragt, om, met verwerping der twee voorflagen , waarover, tot nu toe, geraad- pleegd Was, Rynberk te belegeren (a). De Vereenigde Staaten , op nieuws gepord, door den Aartsbisfchop van Keulen, die den jongen Jan van Nasfau, Zoon van den Ou- den , ten deezen einde, herwaards hadt af- gezonden (F), waren, nog onlangs, in enw ftige overweeging geweest, om hem de Plaats wederom te leveren. Hiertoe fcheen hen te nodigen de afgelegenheid derzelve, het tegenwoordig gebrek aan Krygsvolk, en
f z~) Meterkn XX. Jlork, f. 385.
(o) Giumi Hill. Lil/r, VU. p. 346. (.6}Refol. Holl. 2-17 Mtarty 15-30 ?/.'»ƒ. U Seit. 1503,
jp/. 13a, aa8, 3«8' |
||||
go VADERLANDSCHE XXXIIÏ.Boek'.
1598« en vooral, dat de vyand , elders, zo wel ,
------- of veelligt beter dan te Rynberk, over den
ftroom, komen kon. Ook haperde 't flegts,
aan eenige voorwaarden, over welken men niet eens kon worden. De handeling was dan afgebroken , toen de Admirant, op Ryri."" den negenden van Wynmaand , de Stad berk be- deedt berennen. Zy was , ten deezen ty- ïegerd, de 9 bezogt met de pest, ontftaan, zo men Admi-eU meent> uu ^e ongewoone droogte des Ryn- rant. ftrooms. De bezetting was, hierdoor, zeer gefmolten en verzwakt. Doch om de Waard voor de Stad te bewaaren, hadt Maurits drie vendelen knegten afgezonden, met last, om zig niet te vermengen met de zieke be- zetting der Plaatfe, dan in den hoogften nood, die haast gebooren was. De vyand, aanvallende op de zwakke verfchanfing van de Waard , noodzaakte dit versch volk naar de befmette Vesting te wyken. Mendoza , voorts, om niet overvallen te worden, be- zetting- gelegd hebbende in de zwakke of ontruimde Kleeffche Plaatfen beneden Ryn- berk, als Burik, Alfen, Meurs en anderen, naderde de Stad, met mistig weder, van drie kanten: en eischte ze op, door Alfon- ■zo (ÏAvalas, eer men 't gefchut nog gelost hadt. De bezetting gaf rustig antwoord : waarop de Spanjaard aan 't ftormen viel op 't buitenfte bolwerk , daarna aan 't fchieten op de Stad. Een kruidtooren by de Ryn- p.oorte , juist toen in den brand geraakt, barst, roet zo geweldigen flag , van een, dat de naaste huizen inftorten , een groot deel van den muur orn verre geworpen wordt,
|
||||
XXXIII. Boek. HISTORIE. 3ï
wordt, en veele menfchen, ook de Bevel- 1593.
hebber, Lukas Hedding, verpletterd, onder -------•
de puinhoopen. En , wonder is 't, dezelf-
de flag zuivert dr lugt van de pest, die, hier, eenen tyd lang, geheerscht hadt. Maar De Stad de bezetting , de werken vernield, het bus- geeft zig kruid vervloogen ziende, zag ook geen over« houden meer aan de Stad, die zig, op den veertienden van Wynmaand, opgaf, be- dingende alleenlyk , het leeven , mids, in vier maanden , niet dienende, tegen Spanje noch den Aartshertoge (V). Onderwyle was een gedeelte des vyand- Moord
lyken Legers, welk zig, tegen over Orfoi, vanden nedergeflaagen hadt, gevallen in 't Graaf- Gra^^ fchap Zutfen en in 't Land van Overysfel, kenftein bedryvende , alomme , beide op onzydigen eaBroek. en vyandlyken grond, onbefchryflyken moed- wil. Doch de Dorpen der Veluwe , over welken Mendoza belastingen uitgefchreeven hadt, weigerden hem dezelven : door Prin- fe Maurits , daartegen , gewaarichuwd zyn- de (^). Ulrich van Valkenßein, Graaf van Broek , zyn zwak Kasteel van dien naam , na eenige verweering, by verdrag , opgegeven hebbende , werdt, daarna , in koelen bloede, naar alle waarfchynlykheid op last van Mendoza, vermoord (e). Zyne Weduwe, hierover, in den jaare 1600, toen Mendoza, in den Haage , gevangen zat, regt vorderende , by een fmeekfchrift aan 's Lands
O) Meter. XX. /,vj, ƒ. 387. Bon XXXV. Bock, W, 43.
44i4Ü6, 487!. C<0 Bon XXXV. Boek, hl. s8 UoO. (,£) ÜOR XXXV. Huk, U. 49X483-] enz. |
||||
S* VADERLANDSCHE XXXIII. Boek.
1598. 's Lands Staaten, waarin zy de dienften, door
-------haaren Gemaal, den Vereenigden Gewesten
gedaan , hooglyk verhief; antwoordde de
Admirant, wien dit fmeekfchrift in handen gefield was „ hoe ook daaruit bleek , dat 9 de Graaf het lot, welk hem getroffen „ hadt, waardig geweest was , alzo hy , „zelfs over 't verbreeken der onzydigheid, „ geroemd werdt (f). " Even of dit, al was 't waar , den Spanjaard regt gaf, om een verdrag , daarna , met hem geflooten , te overtreeden. Doch diergelyke ongereg- tigheden werden , dagelyks , gepleegd, op V7ezej den Duitfchen bodem. Wezel, den Admi- Rees èn rant Gezanten toegefchikt hebbende , om Emmerik hem , door onderwerping en gefchenken , neemen te vermurwen , werdt gedwongen, den fchTbe- Roomfchen Godsdienst te herftellen , en zetting eene fterke Spaanfche bezetting in te nee- in- c men. Ook moest de Stad het Leger van koorn voorzien, en den Veldheer honderd- duizend daalers opbrengen (g). Rees moest, wat laater , ook Spaanfche bezetting innee- men ; doch veel fterker dan men bedongen hadt. Emmerik werdt bezet , door een' Hoogduitsch' Hopman, die, zig, by eede, verbonden hebbende, meer niet dan vier- honderd knegten in de Stad te ontvangen , naderhand, de koenheid hadt van la Bar- lotte, die, met een regement daarboven, derwaards kwam, buiten te fluiten, zeg- gende, dat hy, ook onder eenen trowwloozen Over-
(f) Uon. XXXVjr. Hoek , hl. 54 [669]. \
(£) Meterbn XX. Bo(k,f. 387. 'verf, XXI, lltek, ƒ. 403
ver/* |
||||
. XXXIII. Boek. BI 5 T O R I E. 33
Overfie, zynen eed betragten wilde (hj. Men- 159g.
doza, nu, met het overig Leger * ook over |
|||||||
den Ryn gekomen, deedt, na 't bezetten Qok Ys-
der gemelde Steden, Ysfelburg inneemen; fell)llrg' daar verfcheiden' burgers werden ömge- ..bragt (Q. , Dus naderde hij vast het Staatfche iLeger, welk nog in de Gelderfche Waard verfchanst lag. Des Maurits, om hem den Maurits weg dervvaards af te fnyden, delvers te '*&& d|" fchepe afzondt, dje den Ryndyk boven Em- ^ y* merik, op eéne plaats, den Hetter genoemd, fteeken. -door zouden fteeken, en 't Land, daar de vyand door moest, onder water zetten. En de naafte Landerijen ftonden reeds bevloeid, toen de Spanjaards *, eerst met musketten, .toen met grof gefchut, de delvers van den dyk dreeven, de gaten flopten, en 't ver- der onderloapen der Landeryen voorkwa- men (ky> . . : , De vyand floeg zigy daarna, neder aan Hy
den Elterenberg , daar hij, eenige dagen, |eemt ftand hieldt. En toen eerst vondt Maurits -^' geraaden j zig van de Kleeffehe Plaatfen lieusVeii Zevenaar en Heusfen, en Lobeth, of het ën het. Tolhuis , gelegen binnen de Betuwe * te TolhüH verzekeren (/). De Legers lagen nu zo na in by eikanderen, dat 'er geduurig fchutge- vegten voorvielen, waarin de Spaanfchen, afgemat dooi- koude' en honger, gemeenlijk te kort fehooten. Doch 't kwam tot geen ...■.., .il' v.\. hoofd-
rC'0,ß<)R XXKV- Hoek, ii. 54, 55 r4oi]. grotü im: Lm. vil. p- 351.
XO GnoTii Hifi. Uhr. VlU p. töt.
C*} Meteren XX. Boek, f. 388." CO Ho» XXXV. Bock, il. 55 Mpiji IX, Deel. C
|
|||||||
34 VADERLANDSGHE XXXIII. Boek.
|
|||||
1593. hööfdtrêrFen, doordien' Maurits zig in zym
-----<—voordeel hieldt ^ en de Admirant, de kloek- heid zyner knegten mistrouwende, zynen vyand, fchoon zo veel zwakker van volk, niet durfde aantasten. Maar Mendoza ver- liet, eerlang, den Rynkant, en trok naar den Maurits Ysfel, 't welk Maurits bewoog, hém te legert zig volgen, en, na 't bezetten van den ftroorn, ™°er ten einde der Betuwe'*- met eenige fchepeii, burg. net gros zYn$ Legers Voor Dóesburg neder te flaan (in~), daar hy den vyahd den ingang De Ad- der Veluwe fluiten kon. De Admirant Ie» mirant .gerde zig, eene myl hoogér, voor Deuti- tjg"iafeu. -chem, befchoot het Steedje, en naderde de tichem. graft, zonder het öp te éifchen. Hieruit befloot men, dat hy 't, ftormenderhand , veroveren, en den foldaat, ter plondering, overgeeven wilde. Nögchaus., bewoogen, zo men meent, door Graave Fredrik'van 'den Berge, nam hy *t in, by verdrag, op den agtften of negenden van Slagtmaand («). Hy trekt De hongersnood in 's vyands Leger was tem^op inU zo groot geworden, dat overloopers en fcehnenUlt" gevangenen, dikwils« verklaarden, in vyf bodem, 'dagen, geen brood geproefd te hebben. Dit aan den Kardinaal Aftdreas overgebragt zyn- de, gaf hy last, offi alle-verdere ondernee- mingen te ftaaken, mét het Leger te rug te keere'n, en op defi Duitfchen bodem te o- ScVmi- verwinteren» De Admirant dan, in 't af- iSeS trekken, het Huis te Schuilenburg, in 't men. l (j-raat- C«") Refol. Ifoll. 23 Dcc. i5i;3. tl. 4C5. Meteben XX,
Hoek, f 383 (») Meteren XX. Boek, f. j38. iJon XXXV. Boek, ih
55 L4yi]- |
|||||
XXXIÏI.Boêk. HISTORIE. 35
Graaffchap Zutfen, hebbende bemagtigd , i<$f;
verliet de grenzen der Vereenigde Gewes- ten (0). De Prins volgde hem op de hie- len , doende hem, door Graave Lodewyk van Nasiau, op zynen hertogt, nog eenige afbreuk. De Admirant overwinterde te Rees. Mauiïts keerde naar Arnhem, noodzaaken- de, eer hy zyn Leger fcheiden deedt, dé Spaanfche bezetting van Emmerik, tot het ruimen der Stede; waariia hy deeze Plaats en Zevenaar aan de Stenden van Kleeve wederom overgaf, 't Vyandlyk Leger trok, grootendeels, door Munfterland en 't, Graaf- fchap Reklinghuizen, daar Velasko Dorfteji bemagtigde: voorts , door 't Hertogdom Berg en 't Graaffchap Mark, alwaar ver- fcheiden' Steden ingenomen , geplonderd * en met moord én vrouwenkragt vervuld wer- den (J>). In en omtrent Wintermaand j Werden Kalkar , Goch en Zante . ingeno- men (q ). Tegen deezen moedwil, wer- den, in Duitschland, nog geehe andere mid- delen gebruikt* dan bezendingen en brieven $ die Mendoza trotfelyk beantwoordde; Dé Keizer zondt 'er, eindelyk, Jtweé af* een' aan hem, en een' aan de vereenigde. Staa- ten , aan beiden béveeléndë, den bodem des Ryks te ruimen (>) : waarmede* dit jaar, zo verderflyk voor Duitschland, ten einde lieps , ,., ,. tri
Co) ror xftxv. 'hoeii', M'ès-uVïi- ■■ ■
C/O Bor XXXV. Boek, tl. 56 [49a], 68 [508, 5S9], ϻS
TEREN XX. Boek, f. 38S vir/'. 389. Cf) Meteuen XXI. Boek, ƒ.403 v'erP. CJ Meteken XXU. Boek, f. 403 verf. |
|||||
C 2
|
|||||
Ä6 VADERLANDSCHE XXX1H. Boek.
159R. In de Vereehigde Gewesten, Waren, ge-
_____ duurende den loop van het zelve, voofnaa-
Dóod me lyken ter aarde gebragt: en onder dee-
van den zen? piorjs vari Pallant, Graaf van Kuilen«- GmJe. burg, die, diep ingewikkeld geweest zyn- SJhSÏ" Ac, in de'beginfels der Nederlandfche be- roerten, en nu, eenen geruimen tyd, bui- ten bewind geleefd hebbende, op den negen- van Al- den van Herfstmaand, overleeden was (*)• degonde, Op den vyftienden van Wintermaand, ftierf, te Leiden, daar hy, eenige jaaren, aan ee- ne nieuwe overzetting des Bybels gearbeid en van hadt, de vermaarde Filips van Marnix, Heer Leo- van S. Aldegonde: en 's daags daarna, te ninus. Arnhem, de Kanfelier Elbertus Leoninus, die, voor de Gendfche Vrede, 's Konings zyde gevolgd hebbende, daarna, tot de Staatfche was overgegaan, en, tot zynen dood toe , in de gewigtigfte handelingen , gebruikt was (*)• X. * Wyders, was 't binnenslands ZO gerust Bewee- ttiet toegegaan, of men hadt^ in Grasmaand, ffcef de Gemeente, te Utrecht, op'roerig gezien, over 't draagen der gemeene lasten, die, met den oorlog, hadden moeten verzwaard worden , en hier, met meer weerzin dan elders, Werden opgebragt, alzo men thans, een deel derzelven alleen ten laste der Bur- gerye Wilde btengen, en de Geestelyke goe- deren, zo ver dezelvennog waren in de han- den van byzondere Perfoonen, die 't eerfte Lid der Staaten uitmaakten, onbelast laaten. Mem
fO T5oa XXXV. Hoek. W, 4? UM- '.
(O BuR XXXV. Back, bU (ïii, 69 [5t°J' |
||||
XXXIII. Boek. HISTORIE. 37
Men hieldt den Burgeren voor, dat de ^g.
Geestelyke goederen , op <?ene andere \vy- ,
ze, droegen; en dat men, in allen geval,
de verdragen niet lenenden moest, die met de eigenaars dier goederen gemaakt waren, Doch 't morren, en dreigep , en fterker te wagt gaan hieldt aan, tot dat het gezag der algemeene Staaten en dat van Prinfe Mau- rits, tusfehen beide komende, de onlusten ftilde («). Veelligt zouden 't ons eenigen,, als eene. Potwaï-
onverfchoonlyke vergetelheid, toerekenen, y.isch>^ hoewel 't niet behoort tot de Historie on- ^3#' zes Vaderlands, zo wy verzuimden te ge- *= waagen van een voorval, in den aanvang deezes jaars; welk, by 't gemeen, voor een voorbeduidfel van voor- of van tegeii- fpoed, naar elks onderfcheiden' geftejtenis, gehouden werdt. Des nagts na den derden van Sprokkelmaand (V), was, tusfehen Kat- wyk en Scheveningen, omtrent een gehugt, Berkheide genaamd, met de ebbe,, aan den grond geraakt, een Walvisch, van de foort, die men Potvifchen noemt. Hjst dier, zig voelende belemmerd, floeg zo geweldig aan 't ipartelen en fnuiven, dat het, van de vis,- fchers, niet dan na veel moeite, met ka- bels, verder op, 't ftrand gehaald kon wor- den , daar het, na eenige d,agen5 ftierf; en, onaangezien den geweldigen ftank, dien de logge romp, opgeborften door de zwaar- te der ingewanden , uitgaf, van menigten van
f «) MrtEREnXIX. Boek, f. 372 verfi-
CxJ K.eföl. HoM. voor 6 Febr. 159«. M, 46* |
||||
SB VADERLANDSCHE XXXIII. Bork.
|
|||||
159,3. van menfchen, befchouwd werdt. Men mat
■—:—- de lengte van 't gedrogt op twee-en vyftig Roeivoeten, en vondt het van 't manlyk ge- flagt. De Graaflykheid eigende 't zig, en verkogt het, openlyk, voor eenhonderdzes- entwintig guldens (V). De Staa- prins Maurits, te Arnhem, orde gefield fen VjI' hebbende, op het verzamelen van Krygs- renhuü- behoeften, tegen den veldtogt des volgen- neKrygs-den jaars, keerde, eerlang, naar den Haa- Biagt. ge; alwaar hy, aan 't hoofd des Raads van Staate, de algemeene Staaten vermaande, om hun Leger te verfterken, en middelen te beraamen , om , hiertoe , de vereischte penningen te vinden. De noodzaaklykheid hiervan vertoonde de Prins zo nadruklyk (a?), dat men , . eerlang , befloot, tot het werven van vierduizend Franfchen, onder den Heere van la Noue. Ook namen de Staaten duizend Zwitfers over, die in Fran- fchen dienst waren geweest (y~), Graave Ernst van'Nasfau, daarenboven, Inst geevende, om tweeduizend Duitfchers te \verven, die,-om- trent Embden, moeiten verzameld worden. De Ruitery werdt, insgelyks, vermeerderd In Hal- met negen Kornetten (z). De Staaten van land Holland, veel moetende drangen in den last eéTveer- deezer nieuwe wervinge, beflooten tot het tigrte leggen van eenen veertigften Penning , op Penning den verkoop van alle vaste goederen (<?), en
O) Bor KXX'V. 'Boek, il. II [433]- METEREN XIX.
iek, f. -;(ïo verf.
(x~) Zie Bon XXXV. Boek, hl 4* U%7') "'*>
Cy) Refol. Holt 14 Occ. 1598. U. 410.
Cz) Bob. XXXVI. Boek, bh 4, 26 [521, 54?].'
C«5 Z'U Rclbl. Ho11' 4 Xan' ï^9- bU «•
|
|||||
XXXIII. Boek. HISTORI E/ 39
|
|||||||
en»-eerlang, ook tot eene: hoofdelyke Lee-/ 1595,
ning of Schatting van eenen tweehonderd- |
|||||||
ften Penning der bezittingen van allen, die.e« Capi-
drieduizend guldens en daarboven gegoed "j^ waren: welke fchatting, ten deezen tyde, ;-eVor- over Holland en Westfriesland, omtrent derd. agtmaalhonderdduizend guldens heelt opr gebragt (è). Doch aangezien zulke zwaar Hollands re belastingen , vondt men haast, dat de Staat van inkomften van dit gewest nog niet toereir ^01^ ken konden, tot het voldoen der vereisen- iasten. te uitgaaven, wordende die voor den jaare 1599, op vyf millioenen en agtmaalhon- derdduizend guldens , berekend : waar te- gen de inkomften maar vier millioenen en zesmaalhonderduizend guldens ftonden te beloopen; zo dat 'er twaalf tonnen fchats te kort kwamen (c) : om een gedeelte van wel- ken te vinden, de Tafelhouders van Leenin- ge den Lande, onder anderen, dertigduizend guldens moeiten opfehieten (/), De Admirant, óndertusi'chen, befpeu- xi.
rende, dat de Duicfche Vorften gereedichap Mcndo- maakten, om zig te wreeken, over 't fchen« *? ver" den van hunnen bodem, fpaarde geene gif- ^a°oïit ten noch andere konftenaaryen,, om hen, fchenden ware 't mogelyk, onderling, te verdeelen. van den Zelfs bragt hy te wege, dat de Kardinaal j?J?k- Andreas gezanten zondt, op eene Byeen- de^" bJJ komst der Vorften, die te Keulen gehou- befchui- den werdt. Hier deedt hy zyn gedrag, io.üigt de eene wydluftige rede, verfchoonen en op- Siaateh. he-
CO -ZteRefcfl. Holl. tg May, n Jimy 1599. «.'185, aia.
c4
|
|||||||
mmmmmmm
|
|||||
40 VADERLANDS CHE XXXIII. Bon«,
t$$$. hemelen. Eerst klaagde men 5i dat Ketters
------- „ en hegunftigers van we êrf bannelingen , 't
„ oor der Vorften ingenomen hebbende,
„ de oogmerken des Konings van Spanje „ durfden lasteren : daar deeze niets dan „ de gemeene welvaart der Christenheid ,> zogt. Immers, vervolgde men, was 'er ,, zo veel niet te doen geweest, toen O- „ ranje, in Duitschland' , een Leger tegen „ zynen wettigen Vorst op de been bragt. ,, Daarna hadden de weêrlpannejingen, dik- „ wils, den Duitfchen bodem verwoest, en 5, de Steden ingehouden, zonder dat men „ 'er zig ernstelyk tegen verzet hadt. De „ Koningen van Spanje, Vader en. £oop, ,j hadden, midlerwyi, gearbeid tot vrede; ,, en, fchoon een magtig Leger op de been 9, hebbende, den voprleeden zomer geflee- „ ten, in 't afwagten derzelve; hunne mid- „ delen fpUlende, om Frankryk aan vrede „ te helpen, en te ontlasten van bezetting. „ 't Was waar, dat de foldaat hierom gebrek „ hadt moeten lyden, en, uit dien hopfde, „ niet zo wel in tugt hadt können gehou- „ den worden, als men gewenscht en ge- „ paogd hadt, Maar wie, die zo zwaaren ,, last op, den hals hadt als de Admiran.t, „ zou dit beter hebben können maaken? „ Ook mpest men wel eenig byzonder on- „ gemak, ten nutte der gemeene Cbristen- ,, heid, verdjaagen wiUen, De Spanjaards „ beoogden niet, de ingenomen' Plaatfen. „ te behouden; maar de naaste Landen te „ beveiligen voor de ftrooperyen der Staat- ^ fchen. Wyders, moest men gedenken aan . «de |
|||||
XXXIII. Boek. HISTORIE. 41
de verbonden, eertyds, met.de Huizen. 1590;
„ van Bourgondie en Oostenryk gemaakt;-^~ „ook hoe zeer men gehouden ware, m „ Karel, en in Filips , zynen Zoon. De „Vorst van Kleeve was, volgens t Verr „dragvan Venlo 0)> verpligt den weer. „ fpaiinelingen . geene iehuilplaats., den „ vyanden geenen doortogt te gunnen. Hoe ., weinig was hy dit naargekomen! Parma „hadt Burik geruimd, de ichans over Rees. „geflegt, en Kleeve toegelaaten onzydig Jn te zyn, zo men flegts den Staatfchen „ Schenkenfchans afhandig wilde maaken , „ waarvan zy nog meester bleeven : t welk „ Spanje zyne Plaatfen over den Ryn ge- „ kost, en hem den langen weg over den „Duitfchen bodem noodzakelijk gemaakt „hadt. Ten hoogftcn oraedelyk zou ook „de Aartsbisschop van Keulen handelen, zo „hy den Munfterfchen en anderen Maage- nen te veel gehoors gaf. Hy hadt zyne „welvaart alleen aan Spanje te danken, „welk hem, tegen Truchfes., verdedigd „hadt, hem Nuis en Bon, na de verove- „ ring, wedergeevende. Rynberk was _ al- „leen den weêrfpanneling'en ontweldigd. „Alle welke redenen men kragtig. genoeg „hieldt, orn een onvoorzigtig medejyden „te voorkomen, welk , anders., de yor- „ften beweegen mögt, om zig, tot mydmg „van kleine ongemakken,. veel grooter „ op den hals te haaien. Hun alleen , zo „de vrede geftoord werdt, zou de wraak • „bo-
(O Zie V. Deel, il. 255«
|
||||
4a VADERLANDSCHE XXXIII. Boek.
|
|||||
1599. j,boven 't hoofd hangen; Spanje , ie Aarts-
--------„hertog en Mendoza buiten fchuld zyn."
Op gelyke wyze, fpraken de Spaanl'che
gezanten aan verfcheiden' Duitfche Hoven en by den Keizer ; overal egter belooven- de, dat het Krygsvolk, voor 't einde van Grasmaand , vertrekken zou. Zo bevreesd Once- was men, voor nieuwe vyanden (ƒ). Der nigheid handelingen te Keulen , te Koblents en el- der Duit- ders? werden, midlerwyl, naar de gewoon- Vorrten. te ^er Duitfchen, gerekt, tot in Gras- en Bloeimaand. De Keurvorst van de Palts, de Landgraaf van Hesfen en de Hertog van Brunswyk, die, den gantfchen winter, be- zig geweest waren met werven, drongen driftigst op het voortzetten van den togt 9 doch raakten oneens over 't Opperveldheer- fchap, welk de Landgraaf en Hertog beide begeerden , terwyl de Paltsgraaf de binnen- landfche Kreitszaaken beftieren zou. Doch veele Roomschgezinden uit den Wescfaal- fchen Kreits, binnen welken de oorlog meest flondt gevoerd, te worden , bragten , door 't aanbieden van eenen merkelyken onderftand , te wege dat het Veldheerl'chap den Graave van der Lippe, hunnen Kreits- overfte, opgedraagen werde (g). De Admi- rant was, met deeze keuze, zeer in zynen fchik, alzo de Graaf, fchoon Proteftantsch, briefwisfeling met hem hieldt, en heime- lyk^ , zo men meent, door hem gewonnen was (h). ■■■•■' '■•■ Ie
(ƒ>R.ETOXVI.Baek^U. 366.enz. O.R.Qruim.Wr.VHI.p.3^.
CiÓ'GiioTn Hift. Ubr. VUL f. 362. (.é) Reyü XVI, Back, bh 365, 324. 375. |
|||||
XXXIII. Boek. HISTORIE. 43
|
||||||||
De Vereenigde Staaten, zo menige ver- 15^9.
geeffche bezending naar Duitschland ge- |
||||||||
daan hebbende;, hadden nu beflooten , ftil De Ver-
te zitten , en de Duitichen zig zelven te |emt;de laaten redden. Nógtans, vernomen heb- verdek- bende ', wat'er, te Keulen en elders, tegen gen zig, hen ingebragt ware, gaven ze een verweerr tegen de fehrift in 't licht, behelzende ,, dat zy de 5^n^ 5, ingenomen' Plaatfen weder overgeleverd fch-j^" ,5 hadden ; de Spanjaard , daarentegen , de- gingen, 55zelven ingehouden, en dat hunne billyk- 5j heid , nog onlangs , gebleeken was , in ,? het ruimen van Embden en Emmerik. 5, Hadden ze fomtyds, uit nood, en om den j,vyand te voorkomen, eene of twee Plaat- 5, fen ingenomen; zy hadden ze vertrouwd „aan krygsvolk, dat wel betaald en in goe- ?J de tugt gehouden werdt, en de Plaatfen 5, beveiligde voor de anderszins onvermy- 5, delyke baldaadigheden der Spanjaarden. 5, Waren eenige weinige ftrooperyen , ge- 5,lykhet altoos gaat, onbekend, en, daar- 55 door , ongeftraft gebleeven ; zy hadden 55 geene gantfche Legers in eeris anders ,5 Land gevoerd , noch , \1aar , luiden die 5, in Godsdienst van hun verfchilden ^ dè 55 wet gefteld. Wegens Schenkenfchans, 55 beloofden ze zorg te draagen, dat die van J5 Gelderland geene middelaars weigeren „zouden." Voorts, haalden ze op alles wat hunne zaak regtvaardigen, en den Spanjaard van heerschzugt en gierigheid, boe zeer be- wimpeld met den mantel van Godsvrugt, yerdagt maaken kon; waaronder, het zaai- jen van tweedragt en 't voeren van eenen open-
|
||||||||
4* VADERLANDSCHE XXXIH. ?oer.
I5P9, openbaaren oorlog in Frankryk niet vergeten
—.w werdt. 't Slot was eene ernftige vermaaning aan de Ryksvorften, om de oude Duitfche zugt tot vryheid te betoonen, door het aan- neemen van de wapenen tegen den Spanjaard (i). De Staaten zouden gaarne gezien heb- ben , dat de Vorilen zig met hun in bondge- nootfchap begeven hadden. Doch hiertoe was het Ryk nog te verdeeld. $11. De Winter was, in de Vereenigde Ge- Vyand- westen , niet zonder kommer, doorgebragt, flagen.an' ^e vyand hadt heimelyke aanflagen ge- fmeed op Breda en op Nieuwmegen, die wel, gelukkiglyk, ontdekt, en, in fommi- ge beleiders, geilraft werden \ doch de zorg- vuldige wagt aan alle kanten noodzaakly- ker maakten. In Louwmaand, werd, te Deventer, een Predikant, wandelende in, de Kerke, door eenen Roomschgezinden Inwooner, uit louteren haat tegen zyne be- lydenis, met een tweefnydend mes, ver- Legering raaderlyk, doorfteken (/f). De krygsbedry- derstaat- ven warerij ondertusfchen, van geringen na- e en' druk, Het Staatfche Leger lag in tweeën verdeeld. Het deel onder Maurits hieldt zig te Arnhem, om deeze zyde des Ysfel- ftrooms te bewaaren: doch de Prins was genoodzaakt geweest, het ftroopen zyns eigen volks op de Veluwe, door een fcherp Plakaat, te beteugelen (7). Tot befcher- ming der oyerzyde, lag het deel onder Graave Willem Lpdewyk, te Meppelt. De
(O Reyi> XVI. Hoek, U. 370 enz.
(k) Cor XXXVI. Muek'.'bl. o, iotvz/, gaM.
(O %ie Bon XXXVI. Mee/i, il. *s [52^
|
||||
XXXIII. Boek. HISTORIE. 45
|
|||||
De Graaf van Bucquoi, Bevelhebber van 159p.
Emmerik, welk, op het einde van Sprok- .-------
keimaand, wederom aan den Spanjaard over- Bucquoi
gegeven was, werdt, in 't vervolgen eener ^n Mari Staatfche partye, door Graave Lodewyk ^"1-° van Nasfau, onderfchept en gevangen ge- gen'. nomem Met het aankomen der Lente, werdt de vyandlyke Ruitery geflaagen, aan ver- fcheiden' oorden: Paulo Emitio Martinengo gevangen: ook het gevolg van Graave Fre- drik van den Berge, terwyl hy zelf't gevaar ter naauwer nood ontfnapt was («). Al vroe- ger, in Louwmaaud, hadt de Ritmeester Ed- mond\ een Schot, eenen togt in 't Luxem- burgfche en Limburgfche gedaan, en goeden buit en veele aanzienlyke gevangenen beko- men: .ook wraak genomen, met moorden en rooven, -over eenigen zyner fpitsbroederen, die, by Gulik, als ftraatfchenders, waren opgehangen (0). Nog namen de onzen, Harnbild wat laater, een Hamburger fchip, welk wa- ger fchip penen naar Spanje voerde (^). Nadeelen, j^°" gering op zig zelven, doch, by eikanderen komende, genoeg in ftaat, om 'svyands zaa- ken te veragteren. De Kardinaal Andreas > driehonderddui- Mendo-
zend Dukaaten van de Koopluiden opgeno- za ver- men hebbende, hadt de muitery te Ant- l3at. den werpen, te Lier, en te Gend , nu geftüd. ^ Doch zy floeg over naar Rynberk, daar zy, bodem. 't gantfche jaar, bleef duuren. Gebrek aan geld, welk hiervan oorzaak was, ver- traae-
C« ) Reyd XVI. Bock, il. 375. f
Co) Bor XXXVI. lioek. hl. q f*27l '
(?) ReyöXVI, Beek, il. or6. |
|||||
4<5 VADERLANDSCHE .XXXIII. Boek.
|
|||||
i5p9i waagde ook de Spaanfche werving , in. I-
» talie en in Duitschland, en veroorzaakte een geduurig overloopen tot de Staatfcherj*
die meerder ibldy gaven» Om deeze on- gemakken te voorkomen , en te gelyk den Duitfchen eenig genoegen te geeveni, be- flooten Andreas en de Admirant het Le- ger, fterk vyftienduizend man, met dén aanvang van Grasmaand, wanneer, 't welk hier thans iets byzonders was, de beesten reeds in 't veld waren, de winterlegeringen te doen verlaaten, en, langs de beide oe- vers des Ryns, naar den Staatlichen bodem te doen trekken, 't Gefchiedde. .Doch Em- merik , Rees en Gennip aan de Maaze blee- Üy legert ven bezet. De togt hadt omtrent eene maand zig voor geduurd, toen de Admirant zig, ter we- Schen- attzyde van den ftroom., nederfloeg voor fchans. Schenkenfchans , welk hy, geraäden hadt, aan te tasten. Maar Richardot,. bevroeden- de , dat Parma, hier, weleer , het. hoofd hadt geftooten, hadt den Kardinaal Andreas bewoogen, tot het onderneemen van eenen inval in de Bommelerwaard (q). Men geliet zig dan alleen, of men 't op Schenkenfchans gemunt hadt; arbeidende zelfs aan de lóop- graaven, voor deeze vesting (r); om de on- zen te zekerer te misleiden. XIII. Prins Maurits bevondt zig, thans, in zo 0nëv"-i groote bekommering, dat hy, meent men, van Prin- den tyd ? naauwlyks ooit, ongeruster ge- .-éMau- fleeten lieeft. De zorg des oorlogs kwam rits. "" mi Cf) Reïd XVI. Boek, hl. Z70' Grotïi Hifh Ltlr. VIB,
p. 3153. 1 CO ß"R XXXVI. Boek, bh 15, 16 [533, 535]*
|
|||||
XXXIIL Boek. HISTORIE. 47
|
|||||
ïiu genoegzaam eeniglyk op hem aan, wor- 159p.
dende Graavé Willem Lodewyk , door de Vere, in Engeland, opgehouden. De ande- re Legerhoofden onthielden zig in Duitsch- land, om 't vuur des krygs daar aan te ftoo- ken. 'sPrinfen Leger was niet boven de vierduizend man fterk, zynde de nieuw- lings geworven' regementen nog niet aange- komen. En met deeze geringe magt moest hy den overtogt des Ysfels en den Ryn, ter linker en ter regier zyde, beneden zo wel als boven, bewaaren, zynde het onze^- ker, werwaards zig de vyand wenden zou. In deezen ftand der dingen, nam hy het Hy Slot te Lobeth en de Kleeffche Plaatfen, "^™ welken hy, op 't einde des voorleeden jaars, ^"èff te rug gegeven hadt, wederom in, floeg fche zig, op nieuws , neder in de Gelderfche Plaatfen Waard, en bezette de Betuwe; Hellende ba- in» en kens op de oevers, en bruggen over de ftroo- men leggende, om fpoediger kondfchap te können geeven en ontvangen. Voorts, wierp legt meer hy meer volk in Schenkenfchans, en be- volk ia lemmerde, daar, den ftroom, met tweehoof- Schen- den van paalwerk; alzo men verfpreid hadt, {^aSt dat Mendoza eenige fchepen, van Keulen, ben eden waards, dagt te voeren (*)• 'c Gefchut van Schenkenfchans noodzaakte den vyand, die ook zeer afgemat werdt, door de ruitery van" Nieuwmegen, om een gedeelte zyns Legers te verplaatfen: en toen zou de Prins, zyns oordeels, kans
CO Reyd XVI. Soli, tl, 379, 38».
|
|||||
43 VADERLANDSCHE XXXIII. Boeit,
1599. kans gehad hebben, om het andere gedeelts
•■•------- te flaan , hadt het hem aan geen volk
ontbroken. Mendoza hieldt hem, onder-
tusfchen, door verfcheiden' looze aanfla- gen, onzeker. En fchoon hy, uit verfpie- ders en gevangenen, vernam, dat men 't op Bommel gemunt hadt, durfde hy 'er zig, nogtans, niet volkomenlyk op verlaa- ten. Hy bleef dan daar hy was, zyn Le- ger egter 3 dag en nagt, tot den togt, vaar- dig houdende (f). ta Bar- De vyand, door berigten uit het Alpisch lotte valt gebergte, daar de Ryn zynen oorfprong Bomme- heeft, verwittigd> dat 'er, deezen winter j lenvaard. weinig fneeuw gevallen was, beloofde zig ook weinig waters in de ftroomen; en hadt, hierom, geoordeeld, dat hem het vermees- teren van Bommel en de Bommelerwaard niet veel werks zou behoeven te kosten, vooral, zo hy zyne niagt, by hoopén, der- waards zondt, en Maurits, midlerwyl, voor Schenkenfchans ophieldt. .. La Barlótte en Stanlei dan, zig gevoegd hebbende by Sa- pena, die, tot nog toe, te Gennip. gebleet ven was, floegen eerst op weg, den zesden Van Bloeimaand,.van zins, om de Voorner- fchans te verrasfen. Doch vindende deeze te wel bewaard, lietenze zig, eenen Staat- fchen uitlegger», door 't gefchut, welk zij met zig geileept hadden verjaagd, heb- bende, met fchuitjes, bekomen van 'sHer- togenbosch , by Rosfem, over de Maaze zetten; Voorts doorliepenze de Bomme- ier^;
CO S:ioth [lid:, Lifo: VIII. ƒ>. 364,
|
||||
XXXIII. Boek. HISTORIE. 49
|
|||||
lerwaard, na 't verdry ven der weinige Staat- JS^t
fche Ruiteren, die, langs den dyk, heen en--------1
weder, reeden: Bommel nogtans, fchoon
genoegzaam open leggende voor geweld, hebben zy 9 of uit onkunde van de gelegen- heid, of by gebrek van bepaalden last, of van genoegzaame manlbhap, niet aangetast (u). Op den tweeden dag na deezen inval, Mautits kwam Maurits, inperfoon, binnen Bommel, ftdtorde daar hy den veri'chrikten burgeren moed in- ^1""™^
r. 1 1 t ■> Lt- 1 . <. Bommel, fprak, de begonnen vestingwerken voort-
dreef^ en de Stad en de Hèmertfche Waard van meer bezetting voorzag. De Spaanfchen, Bommel laatende leggen, hadden zig, on- De dertuslchen , gewend naar de andere zyde Spaan- van de Waard, daar zy, geholpen van de ^g|]bee^ bezetting van Emmerik , die nu eerst de Hedet ëii Plaats geruimd hadt, 't Huis te Hedel, en de Creve- fchans Crevecoeur , gelegen op den Bra- coeuri bantfchen bodem, ha kleinen tegenftand, bè- magtigden (v). Mendoza, opgebroken van voor Sehen- be Ad-'
kenfehans, kort na 't vertrek van la Bar- mirant lotte en de zynen, kwam, op den vyftien- komt den vän Bloeimaand, met het Leger * voor Bommel. Bommel (w). Hydeedt zyn volk, dat'j uit 5s Hertogenbosch, langs eene fchipbrug , by Crevecoeur,' over de Maaze gelegd, van voorraad voorzien werdt, terftond;; arbeiden om de Stad te naderen. Ook deedt hy eenen aanval op de buitenwerken def Stad; doch Werdt, mét groot verlies,' af- ge-
C.«0 Reyd XVI. Jioek, Vi. 384. GaoT. Hifi. Lii, VUI.*.2Öff.
O} Bon XXXVI. llnek, H. aC [536].
OO Refol. Holl. 14, 15 May, 1599. «• 222.
IX. Deel. D
|
|||||
50 VADERLANDSCHE XXXIII. Boe*:
|
|||||
1599- geflaagen. Daarna befprong Maurits de vy-
—-----andlyke Loopfchanfen, daar, van wederzy-
veriaat (je, eenige fchade geleeden werdt. 't Beleg
de Stad. wercjt flaauwelyk vervolgd, tot op den der- tienden van Zomermaand, wanneer de vyand, niet fülle trom, opbrak van voor de Stad (#), Maurits wykende te rug, tot by Rosfern. De Prins, verfterkt Bommel genoegzaam verfterkt hebbende, le- Voorne. gerde zig op 't Eiland van Voorne, alwaar hy de fchans, te vooren geftigt, merkelyk verbeterde. De vyand Midlerwyl, hadt Mendoza, door geweld zoekt,te van fchieten , zoeken door te dringen, tot .ve^e~fg'_in de Tielerwaard. Doch Graaf Ernst van ierwaard"Nasfau, die, op een klein Eilandje in de te drin- Waale , post gevat hadt, verhinderde hem Sei1« zulks. Maurits zelf, niet vergenoegd met zig en het zyne te befchermen, wierp eenig volk in de Bommelerwaard, op het Eiland, daar Herwerden legt, verfchanfte zig al- daar, wederftondt 'er den vyand, die twee- duizend man derwaards gezonden hadt; met hulp van den Heer de la Nouë, die ondertusfchen, met een Regement van tweeduizend Franfchen , aangekomen was; en noodzaakte hem, eindelyk , met zwaar Mendoza verlies, de wykteneemen (y). Doch daar- AndrfeS'na heeJ^ Menc*oza » eeD weimg laager post
fchans!' £evat hebbende, - even boven Rosfern,
de fchans S. Jndries geftigt, die, beftry-
kende, ter wederzyde, de Waale en de
Maaze, bekwaam was, om den weg te
wa-
( .r) Bor XXXVI. Buk, il. 31-33» C553-S552« RfiïO XVI.
Boek, il. 3«6. O) Grotu ö{ft. i,ür, VIH. p. SM*
|
|||||
XXXIII. Boek. HISTORIE. 51
|
|||||
water en te lande, af te fnyden. Met deezen i$<)9.
arbeid, verliep de Zomer, waarna de Admi- -------
rant, bezetting in deeze fchanfe gelaaten heb-
bende, het Leger deedt aftrekken naar Bra- bant , daar de foldaaten, zig wyd en zyd verfpreidende, tot hunne voorige ongebon- denheden, wederkeerden ( z). Weinig fcheelde het maar, of la Barlotte hadt, om- Woüdri- trent deezen tyd, Woudrichem verrast. Sam- Aem by* melende eene poos met beraadflaan, werdt ?ft* Ver" hy, in 't loopen naar de poort, flegts een oogenblik , voorgekomen, door zekeren bur- ger, die, door den toorenwagter, gewekt was, en de Stad in roere bragt (0). De vyand hadt wel vyftienhondefd man by zig: die, gedeeltelyk , in boerengewaad, gedost, en, met korte roers en opfteekers, voorzien waren (f). 't Vertrek van 't Spaanfche Leger uit de Graaf
Bommelerwaard gaf Prinfe Maurits gele- Wllle.m genheid, om zynen Neef, Graaf Willem, ^euti-^ met vyftig vendelen knegten en tien^ kor- chem. netten paarden, af te vaardigen, om Deu- tschem te herwinnen, 't welk, op den zes- entwintigften van Oogstmaand, twee da- gen na dat hy voor de Stad gekomen was, gelukte (ƒ). 't Was reeds diep in den Herfst, De Le- toen Prins Maurits , verneemende, dat de gers Admirant zyn krygsvolk in verfcheiden' ftheiden. gewesten verdeeld hadt, en in perfoon naar
O) R-Ey» XVI. Boei, II. 387. Bon XXXVI. Hoek, U. 35
L5S5]- O) Grotii Hifi. Libr. VIII. p. 3(19. Bor XXXVI. /fort,
*'■ 34 [55Ö"|. Re*d XVi. Roek, hl. 387. (h) Reftl. IMi. 21 July , icg% hl. 271.
CO Bon XXXVI. Boek, hl. 35 [55ÖJ.
D 2
|
|||||
52 VADERLANDSCHE XXXIII. Boek,
|
|||||
i$99' naar Duitfchland gekeerd was; ook- befloot,
------- zyn Leger te doen fcheiden. Vooraf, deedt
hy egter den ftropm voor S. Andries be-
fchanfen » om, hierdoor, het uitloopen uit deeze vesting te beletten (d). Xiv, Kort na de aankomst der .Franfehe troe- De Staa- pen , welker werving, fchoon Henrik de ten drin- jy_ voorgaf, datze buiten zynen last ge« MaurUs? ^h^d was» m Spanje, voor eene yrede- toteenen breuk gehouden werdt, hadden de Veree- veidflag. nigde Staaten den Prins, tegen hunne ge-* woonte, aangezet, om eenen veldilag te waagen. Zy oordeelden hunne magt nu zo fterk als die des vyands, hunne , Rujtery beter, hun gantfche Leger ervaarener en gezonder. Ook hadden zy bekwaamer Le- gerhoofden dan de Spanjaard, en de kennis der Landftreeke vooruit. Om alle welke redenen, zy, ernftelyk, tot eenen veldflag R.eiienen rjeden ^ Doch de prins en Graaf Willem feMau-" zagen 't ftuk anders in. De vyand, meen-
iits hiei> den zy * lang gebrek geleeden hebbende ^ te^en. zou, uit wanhoop, vinniger vegten; en al verloor hy fchoon den flag, zyne fchade^ ligtelyk, konüen herftellen: daar 't verlies, vallende aan de Staaten zyde^, genoegzaam onherftelbaar zyn zou. Zy oordeelden 't, derhalve, voorzigtiger, 's vyands Leger te doen fmelten, dan hem , met -zigtbaar gevaar, aan te tasten in zyn voordeel. Zo Ey egter den flag zogt; men was getrootst, hem 't hoofd te bieden. De meeste Leden wer-
f«0 Grotii Hifl: Dhr. VIII. p. s7T.
(O Refol. Hiïtl. ij May, 1599. bU 182. ' |
|||||
HISTORIE. 5J
|
|||||||
XXXIII. Boek.
|
|||||||
■werden omgezet, door deeze redenen; doch 1599.
eenigen , die jeugdig bloed in de aderen,-------
of verdriet in de lasten des langduurigen,
oorlogs hadden, bleeven nog al dringen op (laan, zo ernftig , dat Maurits 'er toe ge- komen zou zyn, waren de Legers, door 't gebroken Land, niet te zeer gefcheiden ge- weest (jQ. Doch zo heet als de Staaten geweest wa- De Duit-
ren , om den vyand aan te tasten, zo traag ^he waren hiertoe gekomen eenige Vorilen in i^en'1 Duitschland. 't Raadpleegen zonder einde, einde-' de tweedagt, die 'er 't gevolg van was, lyk, te hadden een volk, eertyds geagt voor on- v#de> verwinnelyk, veragtelyk gemaakt, in de oogen der Spanjaarden. De tKeizcr, de Bis- fchoppen en andere Roomschgezinde Le- den ftemden den oorlog af. De Keurvorst van de Palts , die 'er voor fcheen te yveren , wist 'er zig, eerlang, uit te draaijen , ge- bruik maakende van liet voorbeeld van Ments en Trier. De Vorften van Bruns- wyk, Hesfen en Brandenburg waren de ee-r nigllen, die, eindelyk, diep in den Zomer, omtrent Rynberk, een Leger byeen trok- ken van twaalfduizend knegten en twee- duizend paarden, waarover, gelyk wy ge- meld hebben, de Graaf van der Lippe het opperbevel voerde ', hoewel de Graaven van Hohenlo en van Solms, in fchyn , den dienst der Vereenigde Staaten verlaaten heb- bende , als Hoofden der Neder Saxifche en Rynfche Kreiti'en, 't voornaam beleid der,
CO Reyd XVI. Hoek, II. 385.
D 3;
|
|||||||
54 VADERLANDSCHE XXXIII. Boek.
|
|||||||
1599. der zaaken hadden, 't Leger, in 't begin
van Hooimaand optrekkende, veroverde, |
|||||||
verove- niet weinig moeite, de Spaanfche fchans
fchau-6 voor Rynberk; maar de vesting zelve kon voo/ men, by mangel van ftormgereedfchap, Ryn- niet aantasten, 't Ontbrak den Duitfchen berkj zelfs aan gefchut, hebbende zy, alleenlyk, eenige flukken, ter fluik en tegen 't ver- bod des Keizers, bekomen van de Veree- nigde Staaten. Ook kwamen de leevens- middelen fchaars by hen om, alzo de na- buurige Landen, gepaaid met goede belof- ten door de Spanjaards , den toevoer naar 't Leger verhinderden. Rynberk dan , ee- nigen tyd naauw beflooten geweest zynde, beie.se- werdt wederom verlaaten, en toen 't beleg ren Rees ,geflaagen voor Rees , alwaar men toevoer uit de Vereenigde Gewesten verwagtte. De Kardinaal Andreas hadt het bevel over dee- ze vesting Graave Herman van den Berge toevertrouwd, die kleine konst behoefde , om eene Plaats te verdedigen, welke, door twistende hoofden, en luije, ongeoefende knegten, zonder behoorlyk Krygsgereed- fchap, werdt aangetast. Al in 't begin van 't beleg, floot men een Beftand voor eeni- ge dagen: na 't eindigen van Avelk, het werk egter traag voortging. De Staatfche del- vers, die men nog bekomen hadt, hielden zelven den arbeid draagende , om te meer daggelden te verdienen. Zo flof werdt 'er ook gewaakt , dat de Spanjaard , tot drie reizenf toe, versch volk in de Stad bragt. Met het begin van Herfstmaand, werdt zy egter opgeëischtj doch, naar krygsgebruik, te
|
|||||||
XXXIII. Boek. HISTORIE. 55
|
|||||
te voorbaarig: waarom die van binnen, den 159p.
trompetter vasthoudende, onverwagt, uit----------
vielen op de belegeraars, tweehonderd der-
zelven verfloegen en eenige ftukken gefchuts naar binnen fleepten. Al 't welk zo veel fchriks in 't Leger baarde, dat men 't beleg breeken niet opbrak, maar fchandelyk verliep, voor- ^elre^m raad en fchepen agterlaatendé; die, door op- de Spanjaards en door de Duitfchen zel- ven, geroofd werden. 't Gantfche heir Hun Le- verftrooide , eerlang: zelfs verliep de be- eer ver- zetting uit de fchans voor Rynberk, en uitl00pt' Gennip , pas te vooren, ingenomen door Hohenlo, na dat het, om Rees te verfter- ken , door de Spanjaards, verlaaten was. Veelen wendden voor, dat men hun geene foldy gaf: anderen, dat men hen flegts voor drie maanden aangenomen hadt, die nu ver- ftreeken waren. Orfoi en Emmerik waren de eenigfte Plaatfen, die nog, met weinig volk, bezet gehouden werden (g). Maurits bragt, in 't midden van Slagtmaand, nog eenig meerder volk, in Emmerik (A). Dus vrugteloos liep deeze Duitfche togt af, van welken de Staatfchen zig zo veel voordeels beloofd hadden. Wy hebben nu verflag gedaan van de XV.
meeste krygsbedryven te lande, in dit ®? K°*n jaar. 't Wordt tyd, dat wy ons keeren, sp^™ tot het gene ter zee is voorgevallen. Uit verbiedt het voorig gedeelte deezer Gefchiedenisfe, denStaa- is ons gebleeken , dat de overleeden'* Ko- ™J$\ "ing Zyn'ee '
U") Reyu. XVI. neck, hl. 388-394. Bou XXXVI. Beek, il. Ryken.
C*) Bon. XXXVU, Boek, il. 38 [561]. D4
|
|||||
$6 VADERtANDSCHE XXXIIIJoek.
152p. ning van Spanje den Ingezetenen der Ver-
-—— eenigde Gewesten , doorgaans, oogluiken- de toeliet, op vreemde naamen, handel te dry ven in zyne Ryken: welken zy, en by- zonderlyk de Hollanders en Zeeuwen, ge- woon waren, te voorzien van hunne eigene en van allerlei Noordfche en Oosterfche waareïi, die Spanje eji Portugal niet ont- beeren konden. Voor deeze waaren, bragt men goud en zilver en andere Indifche en Spaanfche vrugten herwaards te rag, en ftyfde 's I^ands kas, uit de winst van dee- zen handel, Maar de jonge Koning, Fi- lips de III, bevroedende , dat de Staaten de middelen om hem te beoorloogen, voor- uaamlyk, trokken uit zyne eigen' Ryken, belloot eenen anderen voet te volgen, en den weëripannigen Nederlanderen den handel te verbieden: gelyk , na het bellaan van een groot getal van fchepen, en na het kwellen en mishandelen van 't bootsvolk, welk, ge- deeltelyk , op 's Konings galeien , gefmee- ten werdt, op 't einde des voorleeden jaars9 G5jy\ gefchied was (i). In de Nederlanden, kwam gejchiedt 00^ een P^kaat uit, op den naam der In- iii de fante Izabelle , waarby de Vereenigde Staa- spaan- ten werden afgemaaid, als afkeerig van de fche Ne- vrede, en- deeze afkeerigheid vertoond, den!"1" a^s spruitende uit hoogmoed over hunnen voordeeligen Koophandel, die hun, hierom, beide in Bourgondie en in de Nederlanden, ftrengelyk verbooden werdt (k~). Byfïere ont
CO IVm XXXVT. Hoek, hl. 9 [527],
C*) Bon XXXVI. Boek, bh 5 [523]. |
||||
XXXIII. Boek. HISTORIE, 57
ontfteltenis baarde dit Plakaat onder de 1599.
Vereenigde Staaten, die voor verloop des «—— koophandels en voor oproerigheid, onder 't bootsvolk vreesden. Zy verlooren egter den moed niet. Maar, bezeffende, dat Filips zwakst was in zyn eigen Ryk, be- Üooten zy hem ter zee te beoorloogen , 't welk hem zyne eigen' behoefte leeren, en te gelyk het boptsvolk aan weerwerk hel- pen zou. Zy verbieden dan, op hunne De Staa- beurt , by openbaar Plakaat, allen toer]**? ver- voer naar Spanje, zo van leevensmiddeleu, j^gee"' als van alle andere koopmanfchappen, niet iyks, Üegts aan hunne eigene onderzaaten; maar aiieti a ia alle andere volken, dreigende dee- toevoer ze Koopmanfchappen, en de ichepen of "y^6" wagens, waarmede zy vervoerd werden, ;,ls vyanden goed, te zullen naar zig nee- rnen (T). De afdrukfels van dit Plakaat Werden, alomine, buitens 's Lands , verzon- den, In Frankryk , werdt verklaard, dat, wie, binnen zes maanden, op Spanje voer, zulks op zyn eigen gevaar doen zou. In andere Landen , deedt men 'er 't zwygen toe. De Koning van Deenemarke weiger- de 't Plakaat af te kondigen, fchoon hy 'er, door eene bezending van wege de Staa- ten, toe verzogt was (m). Midlerwyl, was Zybretn- men viytig bezig, om eene Vloot in zee te ëen eet?a brengen. De kosten, hiertoe vereiseht, ^Qt lp" werden, gedeekelyk , gevonden , uit een der den " lastgeld van drie guldens van 't last op de Admiraal '1 groo- van ^tv
° Does.
CO "r>a XXX ^I. /?•■<•*, II. 8 [5Ï1.
0» ßo< XXX", B.zlt, M. 4 -50 [-o-S??].
r>5
|
||||
58 VADERLANDSCHE XXXIII. Boek;
ÏS99. groote , twee op de kleine fchepen, en
1 ■ twaalf ftuivers op de fchuiten : een mid- del, welk, te vooren, dikwils, voorgeflaa- gen was; doch nu eerst, fchoon niet zon- der moeite met fommige Steden (n), in- gevoerd werdt (/). Elk ftondt verbaasd over deeze onderneeming der Staaten, dier- gelyke Filips de II, meer dan eens, en zo deerlyk, voor elf jaaren, mislukt was. In den voorzomer, hadt men ruim zeventig fchepen in gereedheid gebragt, die, onder 't beleid van Jonkheer Pieter van der Does „ op den vyfentwintigften van Bloeimaand, Zynlast. uit de Maaze, in zee ftaken. De Admiraal hadt last, om de Spaanfche Vloot, die in de Corunha werdt toegetakeld, aan te tas- ten en te vernielen, de Westindifche fche- pen te pionderen, en de Spaanfche zeekus- Hy komt ten af te loopen. Een gunftige wind voerde voor de de Vloot, op den elfden van Zomermaand, corunha, voor de Corunha. doch de Spaanfche fche- pen, geweeken tot onder 't gefchut van 't Kasteel, weigerden uit te komen. De Staat- fche Vloot werdt, ondertusfchen, uit het Kasteel, uit eene fterkte daarby, en van de fchepen , zo vinnig begroet, met grof ge- fchut , dat de Admiraal, geenen kans zien- de , om de Spanjaards te noodzaaken tot zeilt een zeegevegt, te raade werdt, den vyand, voorby
aan eenen anderen oord , afbreuk te doen.
Lisbon, Voortgezeild, tot voor den mond van de
Taag, floegen fommigen voor, Lisbon aan
te
C»> Refill. Hell. 14, s6, s?, 29 Apr. 15, 26 May 1599,
il. l*fi, iVf, 159, 162, l?>6, 189, 223. O) Reyh XVX. Boik, il. 38s. |
||||
XXXIII. Boek. HISTORIE. 59
te tasten. Doch deeze voorflag werdt van 1599,
de hand geweezen, alzo men voor vast-------
hieldt, dat de Spaanfche heerfchappy, hier,
ïn zo lange vrede, reeds genoeg bevestigd zou zyn. Ook was te wagten, dat de Be- velhebber in zulk eene groote Stad, tegen eene Vloot, die men lang te gemoet gezien hadt, genoeg op zyne hoede zyn zou. Men vervolgde dan den togt, tot äan de Kana- rifche Eilanden, tegen over de kust van Ma- rokko , in] den Oceaan gelegen , en voorlang behoorende onder 't gebied van Kaftilie. Voor 't Kasteel van groot Kanarie , het valt in voornaamfte der Eilanden , naderde de |r°°.[rie Vloot op den zesentwintigften van Zomer- maand. Van der Does deedt, terftond, het Kasteel befchieten. De Eilanders, te paar- de en te voet, langs 't ftrand, gefchaard, fchooten, van hunnen kant, met pylen en musketten. Ook werdt 'er, van 't Kasteel, vinnig gevuurd. De Admiraal beval, des- onaangezien, de floepen uit te zetten, viel, onder de eerften, over, en fprong in 't wa- ter , toen de droogte hem en de zynen verhinderde, digter te naderen, met de floepen. Onder 't landen, werden veele Vlootelingen gekwetst, door 't fchietge- weer der Eilanderen. Van der Does zelf kreeg drie ligte wonden, 't Kasteel nog- tans, terftond zynde opgeëischt, werdt, bemag- fchoon van alles voorzien, in de eerfte ver- "S1 het baasdheid, overgegeven, na dat de Eilan-Kastsel' ders, die de landing hadden willen belet- ten, naar de Stad Allagona gevlugt waren. Voor deeze Stad, fleepte men, eerlang, ook
|
||||
6o VADERLANDSCHE XXXIII. Bosk.
I5&9- ook 't grof gefchut, waarmede eenige da-
•—-— gen gefleeten werden: binnen welken, de Ingezetenen zig zelven en hunne meeste kostelykheden , in ongenaakbaare rotfen- of enge paden, vejftaken. De Stadt werdt, terftond , ingenomen : nog twee andere Kastelen verlaaten. De meeste Eilanders wisten zo weinig wat vyand zy voorhad- den , dat een moor, overloopende, met aanbieding van den Christelyken Godsdienst te willen verzaaken, zyn leeven meende t§ behouden. Eenige hoppen der onzen, op buit uitgegaan , werden geflaagen van de Eilanders, die1, hunne armoede voorwen- dende, tot geen vrykoopen van leeven en v.-r- goederen verftaan konden. Men ftak dan hMuh den brand in de Stad en Kastelen, welk en Go'" ^ot 00^ Gomera trof, dat, verlaaten van zy- Kiêra, rie Ingezetenen, open gevonden werdt. De Admiraal, bevroedende, dat hy , tot het pionderen der zeekusten, zo veele fchepen niet noodig hadt, zondt de helft zyner Vloote, met den buit, naar huis, die, on der weg, van eenen hevigen ftorm over- vallen , in Herfstmaand, nogtans, in be- houden haven te rug kwam. Met de ove ■ rige fchepen, befloot van der Does te zeilen naar Brazil, een ryk gewest in Amerika, on- der Portugal ftaande. Hy voer de Eilanden van Kabo Verde en de geheele zeekust van Afrika voorby, zonder iemant te befcha- digen; bemagtigde, daarna, eenige Spaan- fche Koopvaardyfchepen, en, gekomen aan komt op 't Eiland S. Thomé, befloot hy, tot zyn het Li- 01,geiujc f zig aldaar te ververfchen. Het Ei
|
||||
XXXIII. Boek. HISTORl S> 6ï
Eiland ftaat,. insgelyks, onder Pqrtugeesch xggg.
gebied. De landing gefchiedde,, fchier zon- -----«t
der tegenftand;. Ook wer^t,- deStad Pa- lam* :§-
yqaza ligtelyk bemagtigd- en geplonderd. Tbonwj Doch't K.|steel, bewaard door Don Fr an- '_[.,,•■■ fish de Mejxzss, werdt eerst behoorlyk op- geëischt, na dat 'er 't gefchut voor geplant was, en toen, terftond, overgegeven. De Stad werdt, tot fpyt der onzen, door de Eilanders zelvën,; in den brand , gefteken. De Nederlanders hadden niet lang op dit Ei- land geweestV of zy wedden aangetast van eene hevige en beimettelyke ziekte, ver- oorzaakt , dqqr de pnmaatige hitte der Lugt- ftreeke, door het overvloedig; gebruik van ongewoone vrugten, en, waarfchynlyk, ook ,door het vuurig , boeten. van geile lusten, daar de natuur van 't gewest en de gewoqnte der Eilanderen d§, vreemdelingen toe aändryft» De Admiraal, van. der Does, enfterFc zeer zwaarlyvïg en vet, overleedt, na twee al(laar« dagen, niet zo zeer van ziekte;, als door overmaat van hitte.. Zyne dood baar- -• de grootè verilaagenheid. onder de zy- hen. Men begroef het lyk- diep onder de "" aarde, en ipoedde zig, om dit doodelyk ge- west te verlaaten. In volle zee^ vervolgde de befmettelykheid van S. Thoméde Vloo- telingen,, onder welken 'er wel dui- zend dn vyftien dagen tyds ftierven. Nog- tans zeilde men voort, onder 't bevel van Jonkheer Gerard Storm van Wena, die ook op de t'huisreize overleedt, naar de kust vanBrazil, daar weinig buits behaald werdt. De
|
||||
6a VADERLANDSCHE XXXIII. Boek.
|
||||||||
*599- De aanhoudende ziekte onder 't bootsvolk
dreef de Vloot naar huis: die, onder gemaa- |
||||||||
Ziekte tigder lugtftreek, met eene nieuwe kwaaie,
en fterfte ^ ftheurbuik , bezogt werdt, welke ook Vk>oc, voor veelen doodelyk geweest is. Hierop die, ein- volgde een ftorm, die gevaarlyker was, om deiyk, dat de fchepen gebrek aan volk, en veele komt! zieken hadden. Twee Hopluiden waren 'er flegts in 't leeven gebleeven, en men vondt fchepen, die maar zes gezonde mannen t'huis bragten. Eenigen liepen in Engeland in: anderen, gints en herwaards verfpreid, zyn, tegen 't einde van den winter, in 't Vader- land te rug gekomen. Een fchip is, door gebrek van volk, verlaaten: eenander, voor Sluis, den vyand in handen gevallen (p). Zo ongelukkig een' uitflag hadt deeze groot- fche onderneeming der Staaten , die, mids de zwaare fehatten , welken 'er aan he- fteed waren, den Landen lang lastig ge- vallen is. De De Koning van Spanje, kennis gekree- Spaan- gen hebbende van den inval der Staatfchen
^he in de Kanarifche Eilanden, hadt zyne Vloot,, door'' u^ de Corunha , derwaards, doen zeilen; ftorm doch daarna verneemende, dat Kanarie we- ver- derom verlaaten was, haar belast, naar ftrooid. Xerfera te fpoeden, en de Westindifche Vloot, van daar, naar Spanje te geleiden. Maar hier gekomen , beliep haar een felle ftorm, die de fchepen verftrooide Qf). Men was
O) ,!oR XXXVI. Bolk, tl. 41-44 [5<>5-5fy]. Rkyd XVT.
Eosk, U. 384, 397. Grotii Hift. Libr. Villi p. 37a, 377« f?) K.BYB XVI. Boek, il. 397. Ik>R XXXVI. Boek, bh 44
[569]. |
||||||||
XXXIII. Boek. HISTORIE. 63
was, in Engeland en hier te Lande, zeer be- 159p.
kommerd geweest, wegens deeze Vloote: en-------
de Staaten hadden den Admiraliteiten reeds
last gegeven, om een goed getal Oor- logsfchepen, omtrent de Vlaamfche kusten, te houden, tot hulp van Engeland, of tot befcherming deezer Landen (r). De Duinkerkers, federt eenige jaaren, den Vyf
Hollanderen en Zeeuwen veel nadeels gedaan Pui1^"" hebbende, met kaapen (O» werden, ten J£s g"" deezen tyde, een weinig beteugeld , door nomen, 't neemen van vyf hunner fchepen, waar- van 't volk, met de galge, geftraft werdt. 't Welk, voor eene poos, ook ftremde het misnoegen der Koopluiden, die, eenen geruimen tyd, over de onkunde der Raa- den ter Admiraliteit, en over de lafheid der hoofdluiden ter zee, fterk geklaagd, en de geleigelden, al morrende, betaald had- den (V). Men hadt, omtrent deezen tyd, ook ee- xvr.
nige Oorlogsfchepen naar de Hoofden ge- Fredrik zonden, om zes Galeien te onderfcheppen, sPinola die Fredrik Spinola, uit een treflyk geflagt JSn? binnen Genua herkomstig, ten dienfte des tendien- Konings van Spanje, herwaards voerde. fte v*n De wind diende hem nogtans zo wel, dat Spanje» hy, digt langs de kusten vaarende, behou- ïaards. den in Vlaanderen kwam. Maar de haven van Duinkerken misfende, was hy genood- zaakt, te Sluis in te loopen: vanwaar hy de
|
||||||||||
f O Refol. Hol!» oo", 27 Aug. 1599. «• 3pt;, 304
|
||||||||||
333.
|
||||||||||
368
|
||||||||||
GO Kor XXXII. Jliitk, il. 38 104 [50, lioT.
tO R*n» XVI. Boek, il. 8o8.- * W '■ *J |
||||||||||
<?4 VADERLANDSCHE XXXIII. Boek,
1599- de Zeeuwfche busten in geduurige onrust
hieldt. JJrj/tartte/zelfs, eerlang, een Staatsch |
||||||
Hy raakt porlogsfchjp aan, dat zig, twee uuren lang,
ffde dapperlyk tegen hem weerde, en hem, met Staaui-he verlies van maar twintig gekwetften en doo- Ooriogs- den, tweehonderdenvyftig man affloeg. Na- fchepeit. derhand, werden zyne galeien, in 't gezigt van Vlisfingen, van zeè Oorlogsfchepen, wel- ken zy. voor Koopvaarders aangezien en eerst befprongen hadden, geheel reddeloos ge- " fchooten (ü). Hy herfteldeze egter we- derom , en bragtze, eerlang, op nieuws, in 't vaarwater. t>êAarts- De Aartshertog; Albertusi> uit Italië, in hertogen 't voorjaar, naar Spanje gereisd zynde, en Albertus zyn Huwelyk te Valence, in Grasmaand, belle Voltrokken hebbende, was, van daar, vef- keerén, ^tld van zyne Gemaalinne, wederom, door uit Span- Italië * en, voorts, over het Alpisch ge- minde bergte en Boürgondie, tegen het einde van landen" Oogstmaand , in de Nederlanden, te rug te rug, en
gekeerd. Hy vondt zynen Oom en den Ad-
worden, rnirant öneenig, elk van hun de voordee- ^ecz<M-Men, in deezen jaare^ behaald, zigzeïven, teTuige- ^e ^c^a^e 5 by verffcheiden' gelegenheden huidigd. geleeden, eikanderen toefchryvende. Men- doza bleef egter in 't bewind s dé Kardina?! Andreas verliet deeze Landen $ ert kwam5 ia 't volgende jaar, te Rome, daar' hy den twaalfden van Slagtmaand overleedt (j>). De foldaaten waren nog muitziek, en rie- pen, aan verfcheiden' oorden, te Antwer- pen, ('ti') Rcfol. Holl. 12-23 Oäöb. 159p. hl. 461. Rf.td XVI.
Boek, II. 397. Rok. XXXVl. Hoek, lil. 30, 40 [5634 M5<i I. i.vj Dok XXXVII. Bock, tl. 67 [687]; * * J |
||||||
XXXIII. Boek. HISTORIE. 65
pen, in de S. Andries fchans, daar men hei-
melyk beftand gemaakt hadt met Graave Ernst van Nasfau, en elders, om betaaling. Middel om hun te voldoen was 'er niet. De Spaanfche Nederlanden waren verarmd: 's iConings fchatkist, door zwaare toerustin- gen ter zee, en, door *t houden van fterke bezettingen, in Spanje en in de Eilanden, t'eenemaal uitgeput. De Aartshertogen, ver- re van deeze ongemakken te herftellen, bragten nieuwe ftof tot misnoegen mede, uit Spanje; Spaanfche Amptenaars, zeden, taal, kleeding, en eene Keizertyke prägt in hof- houding, die, in een' kostbaaren oorlogs- tyd , dubbel lastig valt. Den Staaten der byzondere gewesten werden zwaare Beden afgevorderd, onder dekfel, dat zy niet minder doen moesten, om hunne trouw den Voriten te bewyzen, dan de weêrfpan- nelingen deeden, om dezelven te beoor- logen, 't Huldigen der Aartshertogen werdfc lang verfchooven, dringende Brabant fterk, op het verzenden van 't uitheemsch Krygsvolk, het (legten der Kasteelen * en andere dingen, te vooren beloofd, door Albertus. Maar Izabelle verklaarde, dat Zulks buiten haare kennis gefchied was, en nam euvel, dat men er op ftaan durfde* De Walfche gewesten verzogten ook ver- nietiging van 't Plalcaat, waarby de invoef der Hollandfche vvaaren, die zy niet ont- beeren konden, verbooden was. Doch op dit verzoeken en vorderen Volgde luttel. De inhuldiging gefchiedde, eindelyk, Dè gehuwden werden voor Hertogen i Graa- IX. Deel. Ë * veil |
||||
66 VADERLANDSCHE XXXIII. Boek.
|
|||||
159p. ven en Heeren der byzondere Gewesten aan»
------- genomen, in het einde van dit, en in't be- gin van het volgende jaar («'). XVII. Ten deezen tyde, deedt de Keizer de Staa- Keizer ten wederom aanzoeken tot vrede, aanbïe- wmaant ^ende» ten ^ien einde' een gezantfchap her- de Staa- waards re willen afzenden. Doch de Staa- ten we- ten, volhardende by hun voorig beïluit, derom verzogten de gezanten , die reeds op weg de! Doch waren •> onnutten arbeid te fpaaren, alzo de zonder redenen, waarom zy geene veilige vrede vrugt. hoopen konden, te vooren meermaalen ge- geven , nog van klem bleeven; ten ware men weigerde te willen zien, 't gene nog- tans baarblykelyk was, dat de Spanjaafds de Nederlanden, onder den valfchen naam der Aartshertogen, beheerschten. 't Ge- zantfchap bleef, derhalve, agter voor eenen tyd (#). Daartegen, gaven fommige Duit- fche Vorften den Staaten wederom eenige hoop óp hunne hulpe, in geld of in man- fchap. Zelfs de Keurvorst van de Palts be- gon wederom te woelen tegen den Span- jaard, zoekende ook andere Vorften te be- weegen, om met hem aan te fpannen (y~). Hertog Karet ook, Hertog van Sundermanland, Karei, die Sigismond, Koning van Poolen, onlangs, eerlang jiet j^ van tweeden afhandig gemaakt va°nning hadt, welk hy, eerst onder verfcbei- Zwee- den' naamen, doch, kort hierna, als Ko- den, tragt ning, <iv) Bor XXXVI. Doei, II. 5054 [57?-58o]. Reyd XVI.
/hek, tl. S95- V..V) Hor XXXVI. Boek, hl, fis [580].
f v) litiR XXXVI. Doek, 01. 66 [5951. Crotii Hifi. Libr, vm. p. 381.
|
|||||
XXXIlt Boek. HIStORIE. ty
ning, bèheerschtej zogt met de Staaten in 1599»
bondgenootfchap te treeden'? doch alzo hy |
||||||
thans hulp 'behoefde, en, Voor het toeko- °üarp.
mende, onzekere hoop gaf, vondt men ge- °°™ge" raaden, het antwoord op zyn verzoek uit te ,thap (ler ftellen. De'Koning van Poolen hadt de Staa- Staaten. ten ook.ernftelyk laaten verzoeken, dat zy Hettoge Karel niet onderfteunen zouden (2). De vriendfchap der Staaten werdt hem egter aangebooden (#). Met Frankryk, bleevën, de Staaten nog Frankryk
naauw verbonden', Koning Henrik hadt hun, onder- na 't flukeh der vrede met Spanje, eh*, in ftenntde gevolge der heimelyke onderhandelingen met taaten' den Heere van Buzanval (b~), in meer dan één opzigt, dit jaar, onder de hand, be- gunftigd. Hy hadt hun toegeftaan, tweedui- zend knegten, in zyn Ryk, te werven, ón- der den Heere van la Noue: ook eënigé Ruiters, onder Graave Henrik Fredrik (c)i die, in den voorzomer dëezes jaars, uit Frankryk te rug gekeerd zynde, in Lente- maand dés volgenden * zitting in den Raad van Staate en toegang tot de algemeené Staaten kreeg (ïï). Wyders hadt de Ko- ning zyhen onderzaaten den handel op Spari- je ook genoegzaam verboöden Qe)\ fin daar- benevens dé Staaten, met tweemaalhon- derdduizend kroonen 9 of vyfmaalhonderd- dui-
CO Refol. Woil. 9-12 jfuny', 1599. % 2°7i 20a, 2334.
C<0 Reïd XVI. ,loek,il. W» 4CÖ4- ■ ' " ■■'« i V') Zie Via. Deel, bl. 499.
CO Reiol. Holl. ifi Febr. ___ 5 Maart ign«. il, tjg %
l:m voor, bl. 36,. 50, , . „ ~". a XtO Boa XXXVI. Boek, il. 58 [586],
CO ZU hier voor, bh 57. *' . ..,{ . E ft
|
||||||
68 VADERLANDSCHE XXXIII. Boek.
1599. duizend guldens, onderfteund (ƒ); 't welk
-------hun, in hunne tegenwoordige behoefte, zon- derling te ftade kwam. Ook hielden zy thans eenen gewoonlyken Agent aan 't Franfche Hof, waartoe, voor 't eerst, verkooren werdt Frangoïs Aarjens, Zoon van Kornelis Aar- fens, Griffier der algemeene Staaten (g). xvnr. Doch de gunst, die fommige Vorften den Kommer- Vereenigden Gewesten beweezen , • verhinr Iyke ftaat derde niet, dat zy zig, thans, in merkely- eenigde" ^e bekommering vonden. Het misfen van Gewes- den handel op Spanje en op 'svyands Ne- ten, derlanden hadt de inkomften, hier, mer- kelyk verminderd. De lasten waren, daar- entegen, zo zwaar geweest, dat men nieu- we middelen hadt moeten verzinnen, om dezelven te vervullen. Onder anderen, hief men geld op rente, die, eerlang, de hoofd- Zwaarig- fom zelve ftondt te worden. De Staaten heden in van Holland beflooten ook, de hoofdelyke 't heffen fchatting, voor 't jaar 1600, dubbel te doen twee- heffen, onaangezien men, in dit jaar, veel honderd- moeite gehad hadt, om de enkele fchatting ffcen Pen- te innen. Want fchoon deeze foprt van be- ninS« lasting, waarin elk, naar zyne bezittingen, draagt, om de - eenpaarigheid , onder vrye volken, plag gepreezen te worden; maafc- ten, nogtans, de onbekende rykdommen van. veelen, de onzeker en van anderen, met naame -van de Koopluiden, en de trouw - loosheid van fommigen, in het aangeeven hunner middelen, het heffen van deezen last
C/) ReCol. IIoll. 9-12 Junv, 12-53 Off. 1599, tl, 436,. 459,
lg) Bon XXXVI. Roek , VI. 57 [584]« |
||||
XXXIII. Boek. HISTORIE. 69
|
|||||
last moeilyk. Ook hadt het den gemeenen 1599.
man geftooten, dat zy, die tweeduizend-------
guldens voor hunnen tweehonderdften pen-
ning betaalen wilden, van verdere opga- ve hunner middelen vry verklaard waren ; oordeelende men, dat, hiermede, den ry- ken te veel gunst gefchied, en de gemeene evenredigheid verbroken was: hoewel men, hiertegen, kon aanmerken, dat, tot her- ftelling deezer evenredigheid, zy, die onder, de drieduizend guldens gegoed waren, vry bleeven van de fchatting. Doch onaange- zien deeze zwaarigheden, drong de nood de Staaten van Holland, tot het verdubbelen deezer belasting. Hunne bondgenooten Misnoe- volgden hun voorbeeld traaglyk: de Zeeu- p» over wen geheel niet, zig verfchoonende , met '£ °?eetl- de fchade , onlangs geleeden, en met de ^l"gen kosten, die hun gewest in 't byzonder vor- der ge- derde. Andere gewesten zogten ook om^ meene wegen , middelen van belasting voorilaan- lasteiu de, die hen minst, hunne bondgenooten meest ftonden te bezwaaren: of de gunst van 't gemeen meer dan 't belang van den Staat ter herte neemende. Ook fchroomden fommigen niet, te zeggen, dat anderen de gemeene zaaken wel handhaaven zouden, al bekommerden zy 'er zig niet mede: waar- tegen die van Holland , fomtyds, niet don- kerlyk, te verftaan gaven „dat zy, zo an- ,, deren de hand niet beter floegen aan „ 't vervullen der gemeene behoeften, lig- „ telyk belluiten zouden, hunne afgelegen' „ bondgenooten te laaten dry ven; op hun- wne eigene behoudenis alleen verdagt te E 3 wzyn, |
|||||
To VADERLANDSCHE XXXIII. Boek,
IS99. »zyn, en zig in't bezit der zee te handha»-
■------- „ ven (g)." ; bedreigingen, die nogtans wei- nig indruk maakten op Landen, welke zig, als een' noodzaakejyken voormuur voor Hol* land, aanmerkten. De Ko- Behalve deeze oorzaaken van bekom? vingE merin§' was 'er nog eene, door Engeland »eland* uitSelevetd- EHzabet, dit jaar, uit vrees verklaart voor de Spaanfche Vloote, fterk op 't bei den Staa- taaien haarer agterftallen gedrongen (Ji)r ten dat en geiiig Krygsvolk, uit de Nederlanden, vrede' opontbooden hebbende, welk nogtans niet niet vertrokken was , fcheen, eindelyk, ernftig langer te neigen tot vrede met Spanje. De Graaf pntbee- van Esfex, die, tot hiertoe, meest voorden m m' oorlog geyverd hadt, uit Ierland, werwaards hy, met een leger, gezonden was, tot be* teugeling der wederfpannigen, buiten last, te rug gekeerd zynde, was vervallen in de- ongenade der Koninginne, en, op zyne . thuiskomst, vastgehouden. De party, die voor de vrede neigde, werdt toen de fterk- fte ten Hove, en de Koningin, die, deezen Zomer, door den Kardinaal Andreas, reeds meer dan eens, aangezogt was, om in on- derhandeling te treeden (i), deedt, einde- lyk, toen zy geene reden meer hadt, om voor de Spaanfche Vloote te vreezen, den Staaten rondelyk, verklagen „ dat zy ," tot „bevordering van den Koophandel haarer „on-
CéO flüOTiT Hift, Lih. Vin. p. »67, 380. Zie ook ReW>
XVI. Boek, hl. 38?., 404. (A) Rcfol. 'Holl. I« Febr. 25-27 May', 9-12 Jnny, 24. Aug. ■
M.-23, m. 1599. bl. 49, 228, 235, 3Ó0, 459- CO •'«« XXKVl. /toe/:,- 01. lï, 10, 20, 30. 3Ö f530,
539, 55*> 553,5601. |
||||
XXXIILBoek. HISTORIE, ?i
|
|||||
„ .onderzaaten, en om te beter te können 155p.
„waaken, tegen de inwendige beweegin------^~
n gen in haar Ryk, de vrede niet langer
„ontbeeren kon." Zy voegde 'er by „dat w de Staaten, nogtans, den moed niet ver- „ liezen ', maar, zo zy haare vriendfehap 5? zogten, de Oostenrykfche beide en de wFranfche heerfchappy fchuwende, hun- J?ne vryheid handhaaven, of hun Gemee^ ,, nebest, onder een' inlandsen' Prins, Mau^ ,? rits meende zy, beftieren moesten (/?)•" Dit wankelen van het tweede Bondgenoot- fchap der Vereenigde Gewesten bragt de Staaten in merkelyke verlegenheid, die, in 't volgende jaar , wanneer de onderhande- lingen , te Boulogne, begonnen werden, niet weinig toenam. Doch eer wy den uitflag derzelven verrekenen, eischt de orde der ge- beurtenisfen , dat wy eenige andere dingen vooraf laaten gaan. In de Vereenigde Gewesten, werden ge- xiX.
weldige toerustingen gemaakt, tegen het Toerus- jaar , waarmede de eeuw ftondt te ein- tinsen digen. De Staaten wapenden zig fterk te v0gig"„_ea lande, en ftelden, op 't einde des jaars dea goede orde, op het beveiligen der zee Q). veldtogt Aan de zyde der Aartshertogen , zat men ook niet ftil. Elk benaarftigde zig, om, ware 't mogelyk , den dertigjaarigen kryg, op eens, ten einde te brengen. De winter was fel, boven maate. Alle ftroomen la- gen , vast en dik. bezet met ys, Graaf Lo-
HirÄ*EVvmVI- B0Ck' Wo Am> 4°2' 4°3' 404. GROT«
Hilt. Libr. VIII. p. 379, 380. CO R-efol. Holl. 23 Xoy. -~~_ ia Dec. i59a. hl. rfiiy
E 4 |
|||||
7* VADERLANDSCHE XXXIII. Boek.
|
|||||
1600. Lodewyk van Nasfau bediende zig van deeze
-------gelegenheid, om Wagtendonk te verrasfen.
Graaf De Plaats, gelegen in 't Overkwartier van
L,°m , Gelderland, was, in 't jaar 1588, door Graa- ml&iet ve Karel van Mansfeld , na een beleg van Wagten- twee maanden, ingenomen. Nu was een donk. deel der bezettinge op buit uitgegaan. Het overig deel hieldt zorgelooze wagt. Graaf Lodewyk toog, op den tweeentwintigften van Louwmaand, derwaards, beklom en be- magtigde de Stad ligtelyk. 't Kasteel weer^ de zig eene poos', doch werdt haast genood- zaakt tot de overgave. Men vondt 'er veel buits , alzo veele huisluiden zig, met hun* ne beste goederen, derwaards begeven had- den (tri), Gevegt, Weinige dagen laater, viel 'er, op de op de Vugter - Heide, by 's Hertogenbosch, een Vugter- zonderling gevegt voor: daar meer roekeloos- tusfchèu neid dan regtfchaapen' dapperheid in door- Breauté ftak. Breauté, een jong edelman uit Nor- en Lek- mandye in Staaten dienst, twintig Ruiters kerbeec- ujt <je Kornette van Grobbendonk, binnen ??' 's Hertogenbosch leggende, uitgedaagd heb- bende tot een lyfgevegt^ vervoegde zig,
met gelyk getal Franfchen, op de gemelde Heide. De vyandlyke Ruiters waren zwaarst gewapend. Doch 't volk van Breauté ;hadt de voordeeligfte plaats ingenomen. Gerard Abrahamszoon , Lekkerbeetje bygenaamd, voerde Grobbendonks volk aan, en werdt, in den eerften aanval, door Breauté, gedood, Voorts, fchaot men zo hevig op elkander jen»
(is) Boïi XXXVI, Hoek, il. 52 [s?9],
|
|||||
XXXIII.Boek. HISTORIE. 7$
ren, dat de helft van de eene en de andere 1600,
partye, in weinige oogenblikken, geveld -------
werdt. Toen floegen de overige Franfchen
aan 't vlugten, Breauté alleen laatende, die, meer dan eens, van paard gewisfeld, en, eenen tyd lang, te voet gevogten hebben- de , zig, eindelyk, gevangen gaf. De onzen willen, dat hy 't leeven bedongen hadt; de anderen, dat, voor 't gevegt, beraamd was, dat de overwonnenen niets dan de dood zouden te wagten hebben. Wat hiervan zy; Breauté, gevangelyk ge- voerd naar 's Hertogenbosch, werdt, door eenigen, uit de Stad afgezonden, onder weg, in koelen bloede, met dertig won- den, vermoord. Hy werdt van de zynen meer beklaagd dan gepreezen, oordeelende men in 't gemeen, dat zyne hittige jeug- digheid hem* in een noodeloos gevaar, ge- bragt hadt. Ook hielt men 't onbetaam- lyk, dat hy, van adelyken huize zynde, zig in een lyfgevegt hadt willen waagen, met volk, welk, voor 't grootite deel, door 'd verraaden van Geertruidenberg , eerloos ge- worden was. Dit ongelukkig gevegt was, op den vyfden van Sprokkelmaand, voorge- vallen («). Doch 't leedt niet lang, of de Staatfchen Prins
ondernamen iet van meerderen nadruk. Maurits Ten deezen tyde, waren de bezettingen Yfroven van Crevecoeur en S. Andries aan 't mui- C4JJJ£ ten geflaagen: waaruit Prins Maurits gele- genheid nam, om deeze twee vestingen aan te
00 Bor XXXVII. Beek, II. 4 \6oï],
Es
|
|||||
'
|
|||||
74 VADERLANDSCHE XXXIII. Boek.
|
|||||
ï<?oo. te tasten. Hy deedt dan, omtrent den tvvin-
-------tigften van Lentemaand, fchoon 't nog fterk,
vroor, een deel volks byeen trekken, te
Dordrecht, welk hy, van daar, te fchepe, de Maaze op voerde, naar Crevecoeur; welke vesting, binnen drie dagen, aan hem opgegeven werdt. De vyandlyke Ruitery, afgezonden tot verfterking der bezettinge, een weinig te laat gekomen zynde, vondt, te 's Hertogenbosch , daar men zeer bang was voor meer krygsvolk, de poorten ge- belegert floóten, en werdt, door de onzen, daarna, ^ejs*e aangetast en geflaagen (o). Van Crevecoeur, fchans* begaf de Prins zig voor S. Andries, welk , e« opgeëischt, tot geen verdrag verftaan wil- de. De vesting werdt toen, met zes fchan-
fen, omringd, door welken, en door eeni- ge andere werken, ook Maurits Leger te- gen aanvallen van buiten, gedekt werdt. Om dwingt de belegerden te verbaazen, dwong hy, het Huis midlerwyl, het Huis te Batenburg , door te Ba- hevig fchieten, tot de overgave, op den tenburg. agtßen van Grasmaand (/>). De fchans werdt ook fel begroet, uit grof gefchut: waarte- gen die van binnen, ziekelyk zynde en ge- brek hebbende aan verfcheiden' behoeften, weinig verzet hadden, 't Vyandlyk Leger onder Velaskö, ondertusfchen genaderd, vondt de Staatfchen zo wel beveiligd, door ondergelo,open' landen en fchanfen op Üe toegangen, dat het ontzet hoopeloos was.. Tot hiertoe, hadt het hoog water der Ri- vie-
(O Boa XXXVII. Bock, U. 5, r, [603, 604].
Qp) Kon XXXVII. Boek. il. 10 [610J. |
|||||
XXXIII. Boek. H I S T O R I E. 75.
viere het graaveti belet;, doch mm de Lente w5oq.
meest verloopen, en de ftroom, binnen zy--------■
ne gewoone oevers, gekeerd was, begoö-
den de delvers, vooral by donkeren nagt en met afgaande maane, fterker te vorde- ren (£). En men was nu gekomen tot aan Derduv den bedekten weg, wanneer de bezetting, &£■ °- met Prinfe Maurits overeenkwam, dat haar ^^ honderdvyfentwintigduizend guldens, zynde een deel der foldye, welke de vyand haar fchuldig was, betaald zouden worden: waar- na zy, fterk twaalfhonderd man, onder de Staaten dienst nam, wordende, federt, door den vyand, voor verraaders verklaard en gebannen (r). De Staaten gebooden , by Plakaate , dat niemant deezen knegten het wisfelen van partye te verwyten hadt. Ook hebben zy, verbitterd. op hunne oude meesters , den Lande, naderhand, treffe- lyke dienden gedaan (» 't Koopen van S. Andries, door Prinfe Maurits, werdt vergeleeken , met dat van Geertruidenberg door den Hertoge van Parma. In beide de Plaatfen, hadt wanbetaaling muitery, muite- ry ontrouw aan zyne partye vaortgebragt. De bezetting van S. Andries was egter meer te verfchoonen, dan die van Geertruiden- berg; alzo die een beleg van twee maanden doorgeftaan, en geene hoop altoos op ontzet hadt; daar 't met deeze gantscb, anders gele- gen geweest was CO- f De
(?) Reyd XVIT. Boek, hl. 414.
(>) Relnl. IIoll. 8 May. 1600. U. 144. (O Roti XXXVU. Boek, ld. j-i5 [6oö-6l5], Croth Hill. L'hr. IX p, 385. CO Zie VUI. Deel, il. 279.
|
||||
?6 VADERLANDSCHE XXXIII. Boek.
1600. De Staaten, bezeffende, dat 'svyands be-
------- hoefte meest vervuld werdt uit Vlaanderen;
XX. beflooten, terftond na 't bemagtigen van de
T°sc fchans S. Andries, tot eenen togt derwaards, Vlaande- <*en merkwaardigften, die, onder Maurits ren. beleid, ondernomen is. De Zeeuwen, die veel fchade leeden van de Vlaamfche Kaa- pers, hadden deeze onderneeming fterkst doorgedrongen Q), oordeelende zy, dat men, na 't beveiligen van Holland en van de gewesten over den Ryn, eindelyk ook voor hunne veiligheid behoorde te zorgen: waartoe 't bemagtigen van Duinkerken zeer dienftig gehouden werdt (u). In Holland en Zeeland, werden dan een goed getal van burgers bezoldigd , om de Grensplaat- fen te bezetten: waarna men een Leger ver- zamelde , by Rammekens, in 't Eiland Wal- cheren , welk, eerlang, honderdzevenen- twintig vendels knegten; doch niet meer dan vyfentwintig kornetten paarden fterk werdt. Elders, vindt men de knegten op twaalf- duizend , de ruiters op drieduizend bere- kend (y~). Den Prins, van eenige afgevaar- digden der algemeene Staaten verzeld, zig, ïnsgelyks, derwaards begeven hebbende ; befloot men, den voorraad van monde en oorloge, over zee, het Krygsvolk en vier ftukken gefchuts , over de Honte, naar Oostende, en voorts op 'svyands bodem te voc
CO Zie Refol. Hol!. 17, 20, 34., 45 Maart iögo. bl. 150
113, itó, 118. («) Reyi) XVII. fioek, VI. 4s6,
(v) La Bataille de Nieuport per F. Veiu ty Bor Autln
Stukk. IV, Dtel, iL 5. |
||||
XXXIII.BOEK. HISTORIE. ??
voeren. Oostende zelf werdt, federt eeni- i<fco/
gen tyd, met zeven fchanfen, beflooten ge--------
houden, door den vyand, die der Saatfche
bezetting, hierdoor, het uitloopen en het ophaalen van brandfchatting, ten platten lande, dagt te beletten: 't welk egter niet altoos gelukte, 't Ontzet van Oostende was, derhalve, ook een der oogmerken van den Vlaamfchen togt. Ernst van Nasfau werdt, op den eenentwintigften van Zomermaand, met eenige fchepen, vooruit gezonden, om de fchans Filippine te bemagtigen: 't welk Fiiippinè hem gelukte, 't Leger, daarna, aan ^"d^fchan- gezet zynde, werdt verdeeld in drie hoo- fen ge_" pen, over welken Graaf George van Solms, wonnen. Graaf Ernst van Nasfau en de Ridder Fran- cais Vere, wiens befchryving van deezen togt nog voorhanden ,. en , hier en daar , door ons, gevolgd is, het gebied voer- den. De Ruitery, in zeven hoopen ver- deeld, ftondt, onder Graave Lodewyk van Nasfau. De Prins zelf liet zyn oog en zorg over alles gaan. De Staaten hadden, mid- lerwyl, brieven gezonden aan die van Brug- ge en Gend, met vermaaning, dat zy, ge- dagtig des voorigen Bondgenootfchaps, zig by hen voegen wilden, tot befcherming der gemeene vrijheid. Doeh zo weinig vrugt deeden deeze Brieven, dat die van Brugge !? !, de bezetting des Aartshertogs, tot nog. toe ' geweigerd, nu innamen, en het Staat- fche Leger, dat, door Ekelo, Magdeghem en Male, derwaards toog, uit grof ge- fchut, begroetten, zonder 'er egter merke- lyke fchade aan te doen. De vyand hadt, op
|
||||
?8 VADmJLANB&CUE XKJOII. Boek.
|
|||||
iga». op 't naderen -der Staatfchen, verfcheiden'
■ Brins, terftond, bezetten deedt, Hierdoof raakte de weg «pen naar Oostende i wer-^ waards de Graaf van Solms de Afgevaar- digden der Staaten geleidde. Hy floeg zig, daarna, de Albertus - fchans • overmeesterd hebbende, met een derde deel des Legers voor Nieuwpoort, 't Overig heir en Prins Maurits volgden hem eerlang, en men maak- te alles gereed,-om de Stad aan te tasten. Spinolas 't Leger hadt, op deezen togt, groot ge- Se'men brek aan ^m^ genad» ondev anderen door^ eenige dien wd twintig vaartuigen ,der Zoetelaa- Zoets- .ren, die 'hun, over zee, zouden volgen» laars. -door' Spinolas galeien, waren aangetast en weggenomen: een ongeluk, dat zy zig zel- ven wyten moesten, als hebbende, om an- deren de winst af te fnyden, h2t geleide der Oorlogsfchepen niet willen af wagten (w). Doch na dat, wat bater, de Heef van Warmond, Spinola aangetast, en, mét het opfteeken van den wind, -merkelyke voor- deden op hem behaald hadt, werdt hem de kleine winst, met groote fchade, betaald gezet (xy. Albertus De Aartshertog, ondertusfchen, al te varza- onzagt gewekt, door den inval van een Leger6611 gantsch Leger, met den Veldheer aan 'ï ' hoofd, in het rykfte zyner gewesten, ver- zamelde, in alleryl, een Leger by Antwer- pen, de muitelingen te Hamont en elders * door
O) UoR XXXVII. Hoek, II. 37 [Ó48]. enzt
{,«) ÜR.OTU Hift. Mr. IX. ƒ>. 389e |
|||||
XXXïïL'Borat. HISTORIE. 79
|
||||||
door bidden enbelooven, bewoogen heb- ig&o.
bende, om zig, uit overweeging van 't ge---------■
meen gevaar, te velde te begeeven. Izabel-
le zelve heeft, zo verzekerd wordt, 't oproe- rig Krygsvolk te Diest, in perfoon, opge- wekt tot zynen pligt; en, onder 't wyzen op haare oorfierfelen, betuigd, dat zy liever al- lé zulke tekens der Vorstelyke grootheid wil- de misfen, dan dulden, dat de foldaat, die zig behoorlyk kweet, onbetaald bleeve (jy). Zo gehertigd, trekt het heir, welk op tien- trekt op duizend knegten en zestienhonderd paarden «gen 'c gefchat werdt, met Albertus aan 't hoofd, p"nSvaa op naar Nieuwpoort,. met zo groot een' Maurits*. fpoed, dat Maurits knegten, verbaasd over 't gerügt van's vyands aankomst, uit fommi- .• ."" ge fchanfen verliepen, eer zy hem nog ge- zien hadden: anderen, gelyk Oudenburg en Snaaskerke, terftond opgaven. Te Snaas- kerke, hadt de bezetting 'tleeven bedongen; doch werdt, desonaangezien, naderhand, in koelen bloede , vermoord. Albertus weet dit fchelmftuk den muitelingen, als hadden deezen hunne trouw jegens den Vorst, met trouwloosheid tegen den vyand, willen too- nen (2). In 't heir voor Nieuwpoort, was de ont- Ontttei-
fieltenis weinig kleiner. De tyding van-'s «nis in vyands aankomst kwam hier, des nagts, na ^™8 den eerften van Hooimaand. En veelen heb- ben gemeend, dat de zaaken der Vereenig- de Staaten, in langen tyd, zo gevaarlyk niet
|
||||||
fy") Kor XXXVII* n„ek, hl. ,9 rCwl.
C«J Grotu Hift, Lil/r. IX. p. 39.;. |
||||||
8o VADERLANDSCHE XXXIII.Boek,
|
|||||
1600. niet geftaan hadden, 't Leger lag nog onbe-
-------fchanst, en 't was nu te laat, om hieraan de
hand te flaan. 't Gewest rondsom was in 's
vyands magt, weshalve, van daar, geen toe- voer te wagten ftondt. Ook niet van Oos- tende, alzo Albertus bereids tusfchen deeze Stad en Nieuwpoort was aangekomen. On- dertusfchen, wagtte men, onbereid en ver- fpreid, alle uuren, overvallen te worden van den vyand, die hier zyne magt byeen hadt, • en uit den aart heet naar den ftryd was. Maurits nogtans, wien 't nooit aan moed Granf mangelde, zondt Graaf Ernst, voor Ernst van fag ? met negentien vendels knegten, wordcge-vier kornetten paarden en twee ftukken flaagen. gefchuts, naar de brug by Leffinghem, daar Albertus over moest, met last, om hem dien doortogt te betwisten, of, zo dit mislukte, hem zo lang op te houden, tot het Leger behoorlyk gefchaard kon wor- den. Doch Ernst, hoe zeer hy zig haast- te, vondt den vyand reeds aan deeze zy- de der brugge, die, befpeurende, hoe wei- nig volks de Graaf by zig hadt, hem, met al~zyne magt, aanviel, en, niet verlies van agthonderd man, noodzaakte te wy- ken. Een gevangen, de tyding deezer ne- derlaage in 's Prinfen Leger brengende, werdt, op bevel zyner Doorlugtigheid, doorfchooten, op dat hy 't niet na vertellen zou (<*).-
Maurits Dit gevegt hadt den vyand egter lang fteit zig genoeg opgehouden, om Prinfe Maurits ge- in flag- * Ie« («) Verhaal van H. Wïts by Bon Auth. Stukk. IV, Deel»
il. 14. |
|||||
XXXIII. Boek. HISTORIE. 8.1
legenheid te geeven, tot het verzamelen en 1600.
fchaaren van zyn Leger. Hy voerde het-—- zelfs, gelukkiglyk, te rug, over de haven van Nieuwpoort, naar den kant van Oost- ende, vanwaar de vyand verwagt werdt. De Ridder Vere hadt hier het bevel over den voortogt, uit zesentwintighonderd En- gelfchen en agtentwintighonderd Friezen beftaande. De Graave George van Solms en Ernst van Nasfau gebooden over den middeltogt en agterhoede. Voor Nieuw- poort , waren eenige vendelen gebleeven , om der bezettinge het uitvallen te. beletten. Voorts, hadt de Prins de fchepen , die , hieromtrent, in grooten getale, lagen, van land doen fteeken , op dat den zynen de gelegenheid tot vlugten benomen mögt zyn. In deezen ftaat, verwagtte men den vyand, hebbende de zee ter linker-, de duinen, in- genomen door den Ridder Vere, ter reg- terzyde, en Nieuwpoort van agteren. De De vyand Aartshertog, midlerwyl, genaderd met zyn "aderl Leger, welk, insgelyks, in drie hoopen ver- em* deeld was, lloeg zig neder, in 't gezigt der Staatfchen, in de duinen, en op 't ftrand, daar hy zyn volk, eenige uuren, deedt uit- rusten^). Vast lei hy in beraad, of men den Staatfchen hadt aan te tasten, of in te fluiten. Doch de meesten neigden tot den flag: waar- toe de knegten, aangemoedigd, door de pas behaalde overwinning, zig ook bereid toon- den. De Legerhoofden verzuimden niet, hen verder te noopen tot hunnen pligt. Mau-
(7o Bataille de Meup. par F. Vere p. '4.
IX. Deel. F
|
||||
8* VADERLANDSCHE XXXIII. Boek.
itfooi Maurits bleef hiervan, aan onzen kant, ook
——— niet in gebreke', maar, rydende, verzeld van zynen broeder, Graave Henrik Fredrik, het gantfche Leger door, ftelde hy elk voor oogen, hoe groot thans het gevaar ware , en hoe eerlyk de dapperheid en de over- slag by winning zyn zouden. Daarop , befluit hy, Nieuw- zelf den flag te beginnen. Twee ftukken poort, gefchuts, opgefleept tegen de fteilte der dui- nen, worden , omtrent ten twee uuren na den middag van den tweeden van Hooi- maand, gelost op den vyand, die, met agt ftukken, van 't vlakke ftnrnd, op de onzen vuurde. Maar de Staatfche Oorlogsfche- pen, afgeweeken naar Oostende, noodzaak- ten hem, met fchieten, honger op 't ftrand, en tot in de duinen te wyken. Hier werdt, drie of vier uuren lang, hevig gevogten, met ongelyke uitkomst van wederzyde, naar dat de eene of de andere party het voordeel van de plaats hadt weeten te bekomen. De Ridder Vere, zelf vegtende onder de voor- ften, en zyn paard verlooren en twee won- den bekomen hebbende, week niet uit den ftryd, voor hy dien zynen Broeder , Horatio, die, midlerwyl, met versch volk, genaderd was, hadt aanbevolen Qc). Horatio vogt, als wanhoopig , verflaande, met zyn volk, wel agthonderd man, inde delling , tusfchen twee duinen (/O* De vyand drong, daarna, zo fterk in op de onzen, dat een deel derzelven aan 't vlug-
CO r.ataille de Nieup. par. F. Vere p. ie. (<Ó Verhaal van H. Wyts hy f'üR Auili. Sttikk. IV. Deel, W. 14. |
||||
XXXflLBoifc* HISTORIE. ܧ
vlugten raakte.......De wanorde, hierdoor ver- 1&>ö.
oorzaakt, werdt egter fpoedig herfteld, ^-——
alzo Maurits, geraaden gevonden hebben- de , by hoopen .> aan te vallen, geduurig versch volk gereed hadt, om den bezwy- kenden by te fpringen. De Ruitery was ook Haags geraakt; niet zonder dat Graaf Lodewyk, die, van pas tien man verzeld* vooruit gereeden was, groot gevaar zyns ïeevens liep : hoewel hy, door den Rit- meester Kloet, nog gelukkiglyk gered werdt; I Walraven, Baron van Gend, werdt, by deeze gelegenheid, gewond. Laat in deri nademiddag, begon de hitte des gevegts een weinig te verflaauwen van wederzyde: wan- neer de Prins befloot, zig te bedienen van zyne Ruitery, die minst geleeden hadt, en nergens te kort gefchooten was , om een einde van den ftryd te maaken. Twee Kor- netten, een van Vere en èen ander onder Balen, werden by 't gefchut geplaatst, onl den vyand, in een nieuw gevegt, in te wikkelen. Albertus * .die ook gaarne een einde van den ftryd zag » Zendt 'ér zyné Ruitery op af, die zo hevig begroet wordt, uit het gefchut, dat zy, een en andermaal aan 't wyken gebragt, eindelyk, met groot verlies, op de vlugt gejaagd werdti Toen drongen onze rögementen aan op 's vyands voetvolk , welk ook * eerlang * genood- zaakt werdt te deinzen. Veel hielp het den onzen, dat zy de zon eh wind van agtëren * de vyand, daarentegen, dezelven vlak in 't gezigt hadt, zonder dat Maurits hem toe- Het, te wisfelen van ftändplaatfe , waartoe F a by, |
||||
84 VADERLANDSCHE XXXIII. Boek.
1600. hy, dikwyls, zyne uiterfte poogingen aan-
-------. wendde. Voorts ftonden 's vyands ftuk-
ken in 't gulle zand, daar zy, door hunne
zwaarte en 't affchieten, diep inzakten; de onzen, daarentegen , op eenen vloer van planken, waardoor zy wisfer troffen. Ook raakte de brand in 's vyands buskruid, 't welk eene bystere^ wanorde veroorzaakte. De Aartshertog, nógtans, zo lang hem ee- nige hoop overfchoot, reedt door zyne flagorde, en, zelfs met ongedekten aange- zigte, aan op de onzen; by welke gelegen- heid, hy met een-' piek in 't oor gekwetst Neder- .werdt. Doch toen nu alle hoop uit was, laag des befloot hy af te trekken, gelyk, des avonds, Aanslier- ten Zeven uuren , gefchiedde. Hy was zo togs" dra niet geweeken, of zyn volk floeg, wyd en zyd, zonder orde, aan 't vlugten. Een hoop Hoogduitfchen alleen trok in goede orde af. De verftrooide vyanden werden, door de onzen, vervolgd en afgemaakt, of Weder- gevangen genomen. De zege was volko- zydsch men aan de zyde der Staaten, fchoon zy verlies, j^et zonder bloed verkreegen was. Men reke'nde het verlies , aan onzen kant, op omtrent duizend man, behalve de agthon- derd , die, des morgens, onder Graave Ernst, waren gefneuveld. Van 's vyands zy- de, werden 'er omtrent drieduizend ver- Mendoza flaagen: veelen gevangen genomen, en, ge van- onder de aanzienlykften, de Admirant van gen, Arragon, die, terwyl 't gevegt nog hagehe- lyk ftondt, van zyn paard geworpen zynde, den onzen in handen gevallen was. Al 't ge- fchut en eene groote menigte vendels en ftan- daar-
|
||||
XXXllLBoEK. HISTORIE. 85
daarden des vyands werden veroverd: doch
eenige gevangenen, daarna, door de onzen, voor en binnen Oostende, uit weêrwraak, in koelen bloede, omgebragt (e). De Prins, ongeraaden vindende, den vyand langer te vervolgen, zonderde eenige uitgelezen'.rui- ters en knegten af, t'eener verzekering te- gen onvoorziene toevallen des krygs , en vernagtte toen, in de duinen, üpmerke lylc is, 't gene fommigen, voor waarheid, vernaaien, dat Filips Willem , Prins van Oranje, geduurende den flag, alle zyne paarden gezadeld, en veele bedienden op de toegangen hieldt, om de eerfte tyding te hebben van de uitkomst van eenen ilrydt, waarvan, zo hy meende, zyne behoudenis afhing; hebbende den Aartshertog zig laa ten verluiden, dat hy, de overwinning be . haaiende, Maurits en Henrik Fredrik ge- vangen naar Spanje zou voeren: 't welk, zo 't gebeurd ware, Filips Willem ook voor zyne eigene vryheid zou hebben doen vree- zen: waarom hy, op zulk eene maare, ter- ftond de vlugt zou genomen hebben. Ook deedt hy, terwyl de ftryd duurde, niet dan bidden, dat zyne broeders overwinnen mog- ten (ƒ). s Daags na den flag, begaf Prins Mau
rits zig naar Oostende, daar de Afgevaar- digden der Staaten, den voorgaanden dag, in grooten angst, gefleeten hebbende, nu, meer dan ooit te vooren , door 's Prinfen aan-
O i Brief van J. Uitenboo. by Boa. XXXVU. Boekt W.
45 I657Ï. . ■
Cf) Auberv Memair. p. 230. , s......
F 3
|
||||
86 VADERLANDS CHE XXXIII. Boek.
|
|||||
ifoQ. aankomst, verkwikt werden. De zege werdt,
kend. Maurits zelf verfcheen, met het ftok' je van la Barlotte, in de Kerke, daar de Pre- dikant Joannes Uitenbogaard, op 's Prinfen verzoek, door de Staaten van Holland, naar 't Leger, gezonden (g), eene gepaste rede deedt, over een gedeelte des honderdenzes- tienden Pfalms (h). Over de maaltyd , waar- toe ook de gevangen Admirant genodigd was, fchoot de Prins uit, dat decze nu gele- genheid hebben zou , om Holland te zien, waarnaar hy, reeds meer dan vier jaar en ■> verlangd hadt (f). Ook werdt hy, eerlang, op 't Huis te Woerden, en daarna, in den Mi^noe- Haage gevangen gezet. Sommigen melden, £en dat eenigen van 's Prinfen hovelingen, van fusfchen Meezen tvci af^ oneenigheid hebben begon- en de ' nen te verwekken, tusfchen den Prinfe en Staaten, de aanzienlykften onder 's Lands Staaten: welke laatften zy ook by 't gemeen in ver- agtinge poogden te brengen , verspreiden- de, datze dapper in 't raadgeeven waren , wanneer zy zelven buiten gevaar bleeven , terwyl zy den Veldheer en 't gantfcrm Oiden- Leger, tot hunne byzondere beveili- Sfag- §inS' in zo §root een' nood gebragt
rerdog't. hadden (&). Ook blykt, van elders, dat de
Advokaat Oldenbarneveld , die thans wel
't meeste gezag hadt onder de Staaten, en,
rV ) Zh Refo'. Ho!l. 13 Jtmntoo. «. eiö.
(é) Hor XXXVII. /loei, bl 39-.1-! [650-654] Reyd. XVJI.
Boek, bl, 427. enz. Grotii Hifi. Har. IX. p 39^-399- (!) Brief" van J. Uitenboü. by J)oa XXXVU. Boek, bl,
44 [656j. OJ GiiOTJl Hift. Ubr. IX- !>• 399.
|
|||||
XXXIII. Boek. HISTORIE. 87
nevens andere Gemagtigden, te Oostende
geweest was, omtrent deezen tyd, bedugt werdt, dat de Prins ftondt naar de opper- fte magt in 't Land, immers naar meerder gezag, dan hy tot nog toe gehad hadt («). Doch wat in hem deeze vrees verwekte , vind ik nergens , duidelyk , aangeweezen. 't Blykt wel, dat fommigen , met naame Karel Roorda, een Friesch Edelman , al federt eenige iaaren , diergelyke gedagten van Graave Willem Lodewyk, en zelfs van Prinfe Maurits gevoed, en zig, deswege , by monde en gefchrifte, fcherp genoeg verklaard hadden (o): waaruit een hevige twist tusfchen den Stadhouder van Friesland en Roorda ontftaan was. Ook vindt men, dat Roorda, die zeer gedraagen werdt , door de Zevenwolden, in 't jaar 1597, aan die van Enkhuizen, waarfchuwender wyze, gefchreeven hadt „ dat men op zyne hoe^ 5, de zyn moest, tegen de oogmerken van „het Huis van Nasfau (p)." Doch dat de vrees van Oldenbarneveld, van elders, en niet uit het fchryven van Roorda, ontftaan moet zyn, is, hieruit, af te neemen, dat de Staaten van Holland Roordas fchryven zeer euvel opgevat, en zig, deswege, by de Staaten van Friesland, ernftelyk, be- klaagd hebben, den goeden naam van Prin-. fe Maurits en Graave Willem, te gelyk, uit al
f«) W.iarngt. Hift. van J. v. Omienbarn. il. 4.07.
(o) Zie Bon XXX. Hoek, hl. 23, 24. [701 -.703]. XXXIII.
Hoek, tl. 89 [279]. Reïu. X. /hek, lil. aoo, 201. XI. Koekt ld. 230. r/O Bon. XXXIV. Boek, hl. 17 [315]. 7.U ook Aitzhma
IV. üiel. bl. 64,9, 053. |
|||||
F 4
|
|||||
83 VADERLANDSCHE XXXIII.Boek.
icioo. al hun vermogen, verdedigende Qf). Mid-
tusfchen den Prins en de Staaten, en tusfchen
de gewesten onderling, zelfs in Engeland, gerogt gemaakt: waarom de Koningin hen, door den Heere Karon, gewoonlyken Agent der Staaten aan haar Plof, en door George Gilpin, die, van haaren wege, in den Raad van Staate, zat, tot eendragt deedt vermaa- nen (r). Mnurits De Aartshertog verloor den moed niet , breekcop cioor zvne nederlaage. Hy deedt, terftond, Ni"nw-°r Oudenburg en de andere fchanfen hierom- jioort. trent voorzien van meer bezetting. Ook werdt 'er meer volks binnen Nieuwpoort gebragt. Doch 't weder, fchoon 't midden in den Zomer was, werdt, omtrent deezen tyd,zo regenagtig en onftuimig, dat Maurits, die, vier dagen na den flag, wederom voor Nieuwpoort gekomen was , eerlang , be • floot, de Plaats te verlaaten. Hy ondernam toen 't beleg der Izabelle fchaniè by Oost- La Bar- ende, alwaar la Barlotte doorfcho'en lotte werdt. Doch gelyke zwaarigheden nood- zaakten hem, ook hier, de belegering op te breeken: waarna hy, geenen kans zien- de , om iet voordeeligs in Vlaanderen te verrigten, tegen het einde van Hooimaand, te Oostende, fcheep ging, en, naar Holland keerde (/). Het overig deel des jaars werdt, van wederzyde , zonder verdere ondernee- mingen van eenig gevolg doorgebragt: ter- wyl
(?) Refol. Holl. ad Maart 1597. hl. 151.
Cr) Zïe BoiuXXXV'Il. Hoek, il. 50-53 [rtdj-öóü],
{t) ßoR XXXVII. Uuek, tl. 43 [S54} tnst
|
||||
XXXIII. Boek. HISTORIE. 89
|
|||||
wyl de onzen zig over eenen gelukkigen veld- njoo.
flag, de vyanden over de behoudenis van -------
Vlaanderen verheugen konden. Een deel on-
zes Legers bleef eene wy Ie in Brabant, zonder iets van belang uit te rigten. Eenigen tyd te vooren, hadt de Aartsher- XXI
tog de Staaten zyner Nederlanden, te Brus- rje ssaa- fel, befchreeven, om hen , tot het opbren- ten van gen van zwaarer Beden, te beweegen. Hy 's vyands hadt hun , by deeze gelegenheid, verklaard, J^den" „ dat hy verlangde naar vrede. Doch dat ^oetl we. „ men , zo de vyand hiertoe niet te brengen derom „ ware, zig in ftaat ftellen moest, om den voorfla- „ kryg, met nadruk, voort te zetten." De ^,™" Staaten , eenige penningen hebbende toege- ftaan, tot voldoening van 't krygsvolk, merk- ten aan „ dat de Vereenigde Staaten , niet „ zonder reden , de vredehandelingen mis- „ trouwden : alzo de Kasteelen nog onge- „ flegt, de vreemdelingen in 't bezit der „ voornaamfte ampten bleeven , en andere „ dingen gedoogd werden , die tegen 's „ Lands voorregten aanliepen. Zelfs werdt „ de Godsdienst nog bedwongen , en de „ Indien geflooten , voor de Nederlanders. „ Zo Koning Filips alle deeze zwaarig- „ heden wegnam, en hun, met bewü- „ liging der Aartshertogen , toeliet, met „ de andere partye , in onderhandeling te „ treeden , twyfelden zy niet, of de Ne- „ derlanden zouden zig haast allen begee- „ ven , onder ééne heerfchappye." De Aartshertog hadt, hierop , toegeftaan , dat 'er eenigen werden afgezonden aan de Vereenigde Gewesten, om, uit den naam F 5 zy-
|
|||||
90 VADERLANDSCHE XXXIII. Boek.
zyner Staaten, de gemoeden te ondertasten
(*). Gerard van Hoorne, Graaf van Basüg- ni, Filips Bentink en Henrik Kodt, Penfio- naris van Yperen , begaven zig toen naar Bergen op Zoom , alwaar de Gemagtigden der Vereenigde Gewesten zig , na den flag by Nieuwpoort, eenigen tyd, ophielden. Men hieldt hier een gefprek over de hoop tot vrede, die men, wederzyds, fcheen te wen- fchen. Doch alzo de onzen, by monde van den Advokaat Oldenbarneveld , duidelyk te verftaan gaven „ dat 'er geene vrede te „ maaken ware, zo 't uitheemsch Krygs- „ volk niet eerst vertrok, en den Koning „ van Spanje alle gezag over de Nader- „ landen benomen werdt," fcheidde men , naar gewoonte, vrugteloos («). 't Gefprek was egter van dit gevolg, dat de Staaten der Aartshertogen, de hoop op vrede ver- looren geevende , beflooten , maandelyks , driehonderdentwintigdüizend guldens op te brengen, tot de lasten des krygs, welke furrrme, uit verfcheiden' nieuwe belastingen, gevonden werdt (y). Doch 't viel den Nederlandfchen Staaten, ten deezen tyde , hard te verduwen , dat Filips hen, in zeke- re zyne brieven, nog als de zynen aanmerk- te , en last gaf, om , uic de boeken der koopluiden, op te fpooren, of eenigen hun- ner ook nog handel dreeven op de Veree- niede
( O Reyd XVII. Jloek, hl. 423.
C,0 Ron XXXVII. linek, hl. 43 [655]. Grotii Hm. I.Br.
IX- p. 4"I. O) Bon XXXVII. Koek, U. 5^61 [676~67ij], Heïjj XVIII.
Lack, hl. 440. |
||||
XXXIIl.BoEK. HISTORIE. 91
|
|||||
nigde Gewesten , of op de Indien : hoe- t&s0.
wel. men zig , hiertegen , te Antwerpen ,-------
zo ernftig verzetcede , dat het ftceken
bleef (w). De Duinkerker Kaapers waren 'er, dit na- XXU.
jaar, op uit, om de HoUandfcb.eäi en Zeeuw- Wreed- fche Visfchery in den grond te bederven. ^ei? der Ook hadt hen het ftraffen van eenigen der k(!"Kne"r hunnen, hier te Lande , dermaate verbit- Kaapsrs terd , dat zy , wreeder dan ooit te vooren , getieft, leefden , met de visichers, die hun in handen vielen (x) , en die, voor een groot deel, Doopsgezind zynde , ongeoorlofd hielden , geweld met geweld te keeren. Sommigen van deezen hebbenze, in de fchepen , vast- genageld, en dezelven, daarna, in den grond geboord, of verbrand. Zo ftout en magtig warenze, eindelyk , geworden , dat zy da Oorlogsfchepen, die den visfeheren tot ge- leide dienden , durfden aantasten , en fom- tyds veroverden. Doch toen, daarna, eene groote Vloot op hen afkwam, zyn 'er, we- derom , eenige Kaapers genomen, die hunne wreedheden , gelyk te vooren, met de galge, hebben moeten boeten (^). Sedert dat de vyand zig hadt begonnen Do Staa-
te bedienen van galeien , was men, hier te ten van Lande , ook bedagt geweest, om 'er eene tio^latu' of meer te doen ti mmeren. Xe Dordrecht, twee n-a_ was, eindelyk, eene groote galei volbouwd : leien waarby, eerlang, nog eene of meer kleinen bouwen. ge-
(«O GrciTH Hill. JJbr. IX. p. 402.
(x) Refol. Hol!. 31 Aug. i6oc. VI. 284, 354. ' '
O) lldii XXXVJI. fiuek ', M. 46 [65»]. Reïd XVn. Koek,
il. 435. Grotii Rift, libr. IX. p. 4c2. |
|||||
92 VADERLANDSCHE XXXIII. Boek,
|
|||||||||||||||||
gevoegd werden, (z) Men bemandeze ,
eerst, met bezoldigde roeijers. Naderhand, werden 'er misdaadigen op gebannen, 't Land hadt veel dienst van deeze galeien , by fülle zee ; wanneer de grootfte alleen verfcheiden' vyandlyke fchepen durfde aan- tasten , en dezelven fomtyds, merkelyke fchade toebragt. Zelfs ondernamen de roei- jers , van weinige floepen gevolgd , op ee- nen donkeren nagt, de groote galei de Schel- de op , en , tuschen de vyandlyke fchanfen door, tot voor Antwerpen te voeren : van- waar zy een fchip, dat drie laagen gefchuts ophadt, en zeven kleineren , te rug fleep- ten (<z) , terwyl de Trompetters 't beken- de deuntje , Wilhelmus van Nas/ouwe^ blie- zen 5 waarby zig eenige burgers, der Staat- fche zaake toegedaan , niet zonder gevoelig- heid , de voorige dagen te binnen brag- ten (£). Da Aartshertog Albertus hadt, terftond
na zyne te rugkomst uit Spanje, de Konin- gin van Engeland , door brieven , aange- fpoord , om den Vredehandel te beginnen. De Vereenigde Staaten hadden haar , daar- entegen , van denzelven zoeken af te fchrik- ken. Noê'1 de Karon , hun gewoonlyke Agent in Engeland, deedt 'er, insgelyks, zyn best toe (c). In Grasmaand deezes jaars , met de Koninginne , in een gemeenzaam ge-
(z~) Refol. Holl. 5 Apr. s.6 Mcy, lï Juny, 21 Aug. 1 Sept.
7, $oDec. ifioo. hl. 121 , 185, 215, 280,,288, 442. 472, 491. |
|||||||||||||||||
I(jOO.
|
|||||||||||||||||
Dienst
der zel- ven. |
|||||||||||||||||
xxiir.
Vrede-
handeling tusfchcti Engeland en de Aartsher- togen. |
|||||||||||||||||
(ti ) Refol. Holl. 1 , 15 Ikc. 1600. M. 432, 481.
|
|||||||||||||||||
( >/■) Reïd XVII. Boek, U. 435. Bob. XXXVÏI. Hoek, il. 50
64, 665].
(O Bor XXXVII. Hoek, tl. 16, 17 [617,018, 619I.
|
|||||||||||||||||
[6
|
|||||||||||||||||
XXXIII. Boek. HISTORIE. 93
gefprek geraakt zynde , verhaalde zy hem , i<j0o.
„ hoe zeer zy aangezogt werdt van Alber- .-------
„ tus, om haare gezanten te zenden naar Gefprek
„ Boulogne." Zy voegde 'er by „ dat de deswege „ Aartshertog zig vleide, dat de uverpande ™nmet „ Steden, of hem overgeleverd , of, ten ae Ko- „ minfte, door haar, bewaard zouden wor- niuginne. „ den. Ook verlangde hy naar 't openen „ der vaart op Engeland, voor zyne onder- „ zaaten : doch wenschte, tegelyk, dat den „ Ingezetenen der Vereenigde Gewesten be- „ let mögt worden , op Spanje , onder En- „ gelfche naamen , te handelen." De Ko- ningin verklaarde , wyders , met algemeene woorden , dat zy niets befluiten zou , ftry- dig met de vriendfchap, die zy den Staaten beloofd hadt. Karon , haar ziende in een' goeden luim, verftoutte zig , haar te vraa- gen, of zy beflooten hadt, gezanten naar Boulogne te zenden, of niet ? Doch zy was te wel op haar hoede , om hem , hierop , regtftreeks, te antwoorden. Hola! zeide zy, ik moet my , deswege , eerst nog beraaden. Verzeker gy flegts den Staaten , dat zy op my, als op een^ rots , vertrouwen mogen. In 't weggaan , beet zy hem deeze fpreuk der fchriftuure toe , in 't Latyn : Modic<e fidei , quare dubitafii , Kleingeloovige , •waarom hebt gy, getwyfeld (i) ? Nog- tans, befloot zy , eerlang, tot het afvaar- digen van een gezantfchap naar Boulogne, daar drie of vier maanden geüeeten wer- den , (<0 nricf van N. de karon by Bok. XXXVII. Boek, il, 17,
i3 [619, 620]. |
||||
£4 VADERLANDS CHE XXXIII. Boek.
*#§<& den, zonder dat de Engelfchen en Neder"
--------landers, die uit den naam des Konings van
Spanje fpraken , fcboon zy door de Aarts--
htrtogen waren afgezonden, eens in eigen- lyke onderhandeling hadden kunnen tree- j^^ den. Men feheidde , derhalve, vmgteloos : fchéidt 't welk , openlyk , gevveeten werdt aan een vrugte- gefchil over den rang, dien de Engelfchen loos. cjen anderen niet afftaan wilden. Doch men hadt al ras ontdekt , dat de Aartshertogen alleenlyk een Beftand zogten , daar de En- gelfchen niet toe verdaan konden. De han- deling werdt , federt, met brieven , (ke- pende gehouden , tot na het overlyden der Koninginne. (O- De Vereenigde Staaten verheugden zig grootelyks, dat de Byeen- komst te Boulogne vrugteloos gefcheiden was. xxiv. De Duitfche gezanten , Herman , Graaf Iiandet_ van Manderfcheid, en Karel Nutzel, in 't dar Duit- yoorleeden jaar, afgeweezen, waren, deson- ?^|.et,1f1e"'' aangezien , in Bloeimaand deezes jaars , in in 'den Holland gekomen (ƒ) , voorgeevende , dat ïlaage. zy niet van vrede , maar van andere zaaken te handelen hadden. Men verleende hun dan gehoor, ter algemeene Staatsvergaderinge , daar zy de inruiming der Duitfche Phatfen, en vergoeding der geleeden' fchade vorder- den , met zulk eene agtbaarheid , als had- denze de Vereenigde Gewesten nog , gelyk van ouds, gehouden voor onderhoorjgen des Duitfchen Ryks. Voorts konden zy niet na*
. (O Grotu nirt. TJtr. IX. p. 386.
(/; Relol. Huil. 7'i% 4«g. löoü. hl. iju |
||||
XXXIU.Boëk. 'HISTORIE. 95
nalaaten aan te merken „ dat zy van de Vre- 1600.
„ dehandeling zwygen zouden ; maar niet, -------,
„ dat de Staaten , zonder arg vermoeden te
5, geeven , niet konden weigeren in gefprek „ te treeden." Ook verklaardenze „ dat zy „ de lasten, onder dekfel van oorlog, op de ,j koopwaren gelegd , niet langer dagten te „ draagen." De Staaten gaven , op deeze redenen, het gewoone antwoord. Men be- gon toen ook een Beftand voor te Haan, welk de Staaten , zagtelyk , van de hand weezen. Maar alzo de vyand Rees verlaaten hadt, vondt men geraaden ook Emmerik te ruimen : gelyk , in Zomermaand, geichiedde ( g ). Doch Schenkenfchans of 's Graavenwaard, waarop het gelligt was, beweerden de Staa- ten tot den Gelderfchen bodem tebehooren. Dè Duitfche gezanten begaven zig, vanhier, naar Brabant, daar zy de herlevering van Rynberk vorderden ; doch niets dan goede beloften opdeeden (&). Met Groningen en Friesland , waren de xxv.
gefchillen over 't draagen der gemeene las- Hevige ten , in 't voorjaar, tot zulk eene hoogte ge- ^i1"?1 reezen, dat zy, niet dan by wege van daa- Qr0I[^. delykheid , fcheenen te können beliegt wor- gen. den. De Stad Groningen hadt zig , noch in opzigt der gefchillen met de Ommelan- den , noch in het opbrengen haarer agter- : {billen in de gemeene lasten , tot hiertoe ,-•"•;< willen fchikken , naar de uitfpraak der alge- meene Staaten van den jaare 1597 , fchoon men
Cs) Refül. Holl. 8 20 May ifioo. hl. 182.
VO B»R XXXVH, »tthi.bl. 31-37 [639-6•!«]. |
||||
»■■■•«■■
|
|||||
p6 VADERLANDSCHE XXXIH.Boek.
1600. men hieldt, dat ,zy zig, daartoe , in den
------- jaare 1594 , en federt, duidelyk verbon- den hadt. Zelfs was de jongfte uitfpraak nader verklaard en bevestigd , in 't voorlee- den jaar 1599 (?')• Doch men toonde zig even onwillig, om 'er in te berusten. De Regenten , die ballingen geweest waren on- der de Spaanfche overheerfching, zouden de Burgery nu niet gaarne, meer dan toen gefchied was , bezwaard hebben. De Bur- gery hieldt het voor een groot ongelyk, dat de huizen nu zouden belast worden , daar zy te vooren vry plagten te zyn. Ook kon zy niet dulden, dat haar voorregten benomen werden , die haar , tot benadee- linge der Ommelanden , te vooren, ver- gund waren. Men dreef, daarbenevens, dat de Stad, in 't jaar 1594, de behoudenis haarer voorregten, uitdrukkelyk, bedon- gen hadt: waartegen, van der Staaten zy- de , werdt aangemerkt, dat, onder deeze voorregten , nimmer zulken begreepen wa- r.. ren , die Parma der Stad , met flinkfche oogmerken , verleend hadt. De tweedragt duurde, tot in de Lente deezes jaars, wan- neer de algemeene Staaten een befluit na- men , diergelyk men , zeldzaam, onder vrye Graaf voIken •> zag te* uitvoeringe brengen. Graaf Willem Willem Lodewyk kreeg last, om de jongfte Lodewyk uitfpraak der Staaten , met geweld, te doen brengt gelden : ten welken einde , hy zig te bedie- voYkMn nen hadt van de bezetting van Groningen , Gronin- en van eenig ander Krygsvolk , welk hem , daar-
CO Bon XXXVI. Buk, il. 27 [548] inz.
|
|||||
?.
|
|||||
I
|
|||||
XXXIII. Boek. HISTORIE, tyf
daarenboven werdt toegezonden. Zo ras looi
dit volk in de Stad was, deedt Graaf Wil—:------
lern de burgery ontwapenen, dat, zonder genen:
anderen tegenftand dan met woorden, ge- p"^dè' fchiedde , hebbende de knegten last van burgery* Graave .Willem, om zig aan geene woorden te ftooren ; maar ftil hun werk te doen. Doch de Wethouders en Hoofdluiden der Burgerye behielden hun geweer. De Stad en de Ommelanden gefchat zynde., om ten minste vierhonderdduizend guldens, we- gens agterftallen, te voldoen; kreegen de Krygsknegten bevel, om burgers en huis- luiden, tot het opbrengen van hun aandeel in deeze fomme, te noodzaaken : waarover alomme bittere klagten vielen. De . Om- Men vor- melanden kwamen egter eerst aan de hand, d^rt de en bleeven hierom van inlegexing vry. Doch. ]^ter ^ de Stad hieldt zig lang hard, en verwierp geweld. alle voorflagen tot belasting der gemeente, beweerende de Regenten, dat zy niets moes- ten overgeeven dan gedwongen, op dat zy, by verandering van tyden, alles te ligtër mogten können herftellen. Midlerwyl, was De alge- 'er bevel uit den Haage gekomen, om een meene Kasteel te Groningen op te werpen; 't welk, jE0a?uei\. in 't begin van Bloeimaand, met zeshon- K^teei derd man, begonnen werdt., Hierdoor wil- tilgten ut den de algemeene Staaten de voorneemens de Stad* van fommige Spaanschgezinden* die 't oog op nieuws naar den vyand mogten hebben, verhinderen, en de Stad, daarbenevens , met zwakker bezetting, dan 'er nu in lag, onder bedwang houden. De hardften der IX. Deel. G fc$ |
|||||
mmmmmmm
|
||||||||||||||
98 VADERLANDSCHE XXXIII.Boek.
i6"oo. Regenten, de Burgemeester Joachim Allings
'-------de Syndicus of Penfionaris Houflin en Joost
Klagten van Kleeve werden naar den Haage ontboo-
ftierover. (jen . (jaar ^ Z£er ^]aagCjen ? over ^et opwerpen van 't Kasteel, tegen de be-
lofte , by 't overgaan der Stad, in 't jaar 1594 ■> gedaan ; veitoonende , voorts, w dat niets meer ftreedt met de vryheid, m om welke de wapenen waren aangeno- j, men, dan het ftigten van Kasteelen, welk wnimmer, in vrye Steden, geleeden was, wvooral niet, te Groningen, daar inenze, w een en andermaal, afgeworpen hadr." Zy voegden 'er by „ dat zy zig, niet dan met |
||||||||||||||
^redenen, nooit door geweld, verzet had-
jj den tegen de uitfpraak der Staaten; dat |
||||||||||||||
„zy zig, voortaan, aan dezelve onderwer-
„ pen wilden , alleenlyk verzoekende , dat i f5 men de Stad verfchoonde van dit uiterfte r bewys der flaavernye, nergens in gebruik,
j, dan daar men met geweld regeerde: daa? „ de Staaten , veeleer, door zagtheid , de 5, toegenegenheid der Burgeren behoorden „ te winnen: . gelyk ongetwyfeld te wagten „was, als men 't Kasteel agter wege liet." Ant- De Staaten, nogtans, lieten zig niet bewee- woord gen, door deeze redenen : maar weezen der Staa- hjertegen aan „ dat Groningen, voor twin- |
||||||||||||||
VAl.
|
||||||||||||||
„tig jaaren, door eenige Spaanschgezinde
„ wargeesten , van 't gemeen Verbond af- „ gefcheurd zynde , onder dekfel van zo- „ genaamde voorregten der Stad boven de „Ommelanden; federt, geweldiglyk, over ade Ommelanden, geheerscht, en ter be- ,*loo-
|
||||||||||||||
XXXIII. Boek. HISTORIE. <#
$>looninge van zulk een' dienst, in Spanje, j^jö
w verfcheiden' fchandelyke en harde Privi- -—-* ^legien verkreegen hadt, die men nu, na n de hereeniging, nog wilde doen gelden. 9, Dat men, trotfelyk dryvende, dat der 9> Staaten uitfpraak niet ftryden mögt met 95 de Privilegien, waardoor men deeze $, Spaanfche gunften verftondt; de Regts^ 5, oefening, door voorwendfels van oproer * ?5 gehinderd, de fchatting en de verpagting ?, der gemeene middelen belet, de verpon* j5 ding op de huizen platuit geweigerd hadu J5 Dat men zig vergeefs beriep, op het jjverdrag van den jaare 155/4, welk, zo ?, dikwils , door de Stad , overtreden was* ?5 Dat de Staaten genoodzaakt waren , zig jj van de Stad te verzekeren, tot voorko- 95 ming van zulk eene dwinglandy , als 'er j, voorheen geoefend was. Dat zy noch wwil noch magt hadden, om het Kasteel 55te gebruiken, tot iemants. onderdrukking* 55 maar dat zy 't alleen tot beteugeling der jjkwaaden en tot belcherming der goeden 55 zouden doen dienern" Men ging dan voort, met de opregting van 't Kasteel* waartoe die van Friesland wakker de -hand leenden. Midlerwyl, zat de Regeering te Groningen wel agt weekert bedryveloos. Dé Kamer der Staaten van 't gewest was ook geüooten. De Burgery deedt eene bezen- ding naar den Haage $ die, uit haaren naam * onderwerping aanboodt, en gyzelaars uiÉ de aanzienlyklte Ingezetenen, voor de naar- koming van 't gene men hun opleggen zoti* G a mids |
||||
ioo VADERLANDSCHE XXXIII. Boek;
|
|||||
1600. mids maar 't Kasteel agterbleeve. Maar 'c
■-------baatte even weinig. Op den naam der Staa-
en van Stad en Lande , werdt ook eenige
afflag verzogt van de geëischte agterftallen. Doch de algemeene Staaten weigerden den afgezondenen gehoor, voor zy vier tonnen fchats hadden opgebragt: die, door middel van 't Krygsvolk, eerlang, werden ingevor- De mst derd (&). Voorts, werdt de Regeering der in Gro- Stad veranderd, en vreedzaamer of rekkely- mngen jjer mannerij in de plaats der voorige onver- e^e[ykjzettelyken, gekooren : waarna het gewest, herfteid.' eindelyk, in rust raakte. De belastingen werden 'er, federt, gebragt op den zelfden voet, als in Holland (/). Twist in De gefchillen over den Impost op het Friesland Hoornvee en de Weilanden, die de Steden jLoor van Friesland doordryven wilden, doch Wfflem waartoe die van Oostergo en Westergo niet en de verftaan konden; hadden dit gewest, fe- Stnnten dert eenigen tyd, ook jammerlyk verdeeld, derby- j)e tweedragt werdt gevoed, door zulken^ gewesten die, de hoogfte ampten van Regeeringe byge. voor zig zelven zoekende, anderen, in 't legd. verkrygen derzelven, dwarsboomden, waar- toe men zig bediende van de oneenigheid over den Impost. Zo ver liep, het eindelyk, dat een deel der Staaten, te Leeuwaarden, een ander deel, te Franeker, vergaderende, de Regeering en geldmiddelen van 't gewest deerlyk van een fcheurde. Graaf Willem, om deezen twist te fiisfen, bediende zig, eerst, van 't gezag des Hofs van Friesland, te-
C*) BorXXXVII. Boek, il. 7 [fios] enz.
CO Rsïd XVII. n»ek, il. 414. enz. Grot. Ilift. Li!/. IX. f. 585, |
|||||
HISTORIE, ioi
|
|||||||
XXXIII. Boek.
|
|||||||
tegen de Leden, die zig afgezonderd had- iöoo.
den. En toen men dit weigerde te erken- •—-ï— nen, nam hy-zyne toevlugt tot de wapenen, zonder zig te ftooren, 'aan 't gene hem naarging , dat hy, de wetten met voeten treedende, zig dagt meester te maaken van de Regeeringe. Eindelyk. kwamen de Staa- ten der andere gewesten' tusfchen beide (m), door welker bemiddeling , de gefchillen, in der minne, bygelegd, en de zaaleen, in de voorige rust en eendragt, herfteld wed- den (V). De Aartshertogen en de Vereenigde Staa- XXVI.
ten fcheenen zig, na den flaa; by Nieuw- KryP". poort, voornaamlyk, bezig te houden, met•,gen> te toebereidlels tegen het volgende jaar, 't welk weder- gewigtige en wel belegde aanflagen dreigde, zyde. Filips Willem , Prins van Oranje, nam het bevel aan over driehonderd ruiters, die nieuwlings geworven waren. De muitelin- gen te Diest werden met vyfhonderddui- zend Dukaaten te vrede gefteld. In Spanje, Werdt ook volk verzameld. En Albertus liet zig verluiden, dat hy twee Legers, een in Vlaanderen, en een aan den Rynkant, op de been dagt te brengen. Maurits, daar- entegen , befteedde zyne voornaamfte zorg aan het verflerken en beveiligen van Oost- ende , waaraan den Staaten veel gelegen was. Eenigen waren van verftand , dat zulks best gefohieden kon , door zig, omtrent cteeze Stad, wederom neder te flaan met een
(iit) Refol. Holl. !i, 9 Scpt. en verv. idno. lil. 298 , 302, 365.
ÖO Reyo XVIl. JSoek, 01. 418. Ciiotii Hift. Libr. IX. p, 38G. G 3
|
|||||||
loa VADERLANDSCHE XXXIII.Boek,
iffqo. een Leger; doch alzo men 't gevaar hiervan»
*------onlangs, leevendig ondervonden hadt, werdt
bellooten, door de eene of de andere belege-
ring , den vyand uit Vlaanderen te trek- ken, en Oostende, op deeze wyze, te be- veiligen. Aanfla- De Winter en 't volgende voorjaar wer- gen des den, voorts, met eenige looze aanflagen, en vyands. met fjgj. befpieden van elkanders oogmer- 0I' ken gefleeten (V). Den vyfden van Louw- maand, werdt, te Geerrruidenberg, ter dood gebragt Fratigois de Provence, die, door Grobbendonk en de Jezuiten', bewoogen, om deeze Stad, door verraad, den Aarts- hertoge in handen te Hellen , op vermoe- den, gevat was (f). Op VJisfingen, broei- de, by den vyand, ook een looze aanflag, op 't ontdekken van welken, de verraader de handen aan zig zelven geflaagen hadt (q). De Staatfche Ruitery overmeesterde, daarentegen , by verasfing , het Slot Kra- 't Slot poel, in 't Land van Limburg (V). Wat laa- Krakou ter? jn Sprokkelmaand, werdt de Ritmees^ ^isTdc'or ter ^oet' racc driehonderd paarden en ee- lüoet. ^ig voetvolk , afgezonden , om het fterke Slot Krakou, in 't Graaffchap Meurs, te overweldigen. Doch gekomen omtrent Wag- tendonk', overviel hem de bezetting van Straalen, die wel deftig man van zyn volk; gevangen nam, eer hy zig in fiagorde {lel- len kon. 't Gelukte hem egter, daarna, langs
(o) Rbïd XVTÏT. Bnek, U. 440, 443.
O) BüR XXXVir. liaek,H. M [688 j. ( j.) Reïd XVIII. lliek, bl. 444. (j-j MjäTEltEN XXUI. Hotk, f. 434. |
||||
XXXIII. Boek. HISTORIE. 103
langs eenen omweg , zynen vyand te onder- j6oii
fcheppen en te verilaan. Toen rukte hy naar
Krakou, daar men verzuimd hadt, de graft
op te byten, en bemagtigde het Slot, zonder moeite (V). Men bragt, dit voorjaar, ook meer Oor- Krygsbe-
logsfchepen in zee, dan naar gewoonte. De fg3^?* vyandlyke Vrybuiters waren zo Hout ge- worden , dat zy hunne gevangenen , om- trent Scheveningen, aan land, durfden zet- ten, om daar 't losgeld te ontvangen. Doch eenigen van deezen werden, daarna, van gewapende Visfchers pinken, aangetast en opgebragt, en moesten hunne ftoutheid, met de gewoonlyke ftraffe, boeten. Om de haven van Duinkerken onbruikbaar te maaken, deedt men 'er, omtrent deezen tyd, eenige fchepen met fteen in zinken. Doch de inwooners haktenze, by laag wa- ter, geduurig, aan ftukken , waarna alles, met de ebbe, wederom in zee dreef (?). Eenige Hollandfche Koopvaardyfchepen , on- der 't geleide van een Oorlogsfchip, naar En- geland willende, vervielen onder de vyand- lyke galeien, die de meesten veroverden, na dat zy, niet zonder fchade, eene wyle tyds, flaags geweest waren met het Oorlogsfchip, welk, eindelyk, door den brand, vernield was («). De muitery onder het vyandlyk Krygs- Muitery
volk duurde nog, aan verfcheiden' oorden, onder't De Waaien, die in de fchanfen rondsom |p*~ Oost- voik;
CO Reyd XVIIT. Bnek, IL 44a.
f O Grotii Hift. Liir. X. p. 40Ö. C«Ü Msterbn XXIU. Boek, f. 437 vetf, G4
|
||||
io4 VADERLANDSCHE XXXIII. Boek,
|
|||||||||
Oostende lagen, hadden hunne Overften dur-
ven aanvallen, kwetfen en doodflaan. En men zag meer in hen over 't hoofd, om dat zy, door de Scaatfchen, werden aangezogt, om van partye te wisfelen. Men bewoog hen egter, om zig te laaten verplaatfen, naar Wynoksbergen (V). De bezetting van Ha- mont was in het Steedje en het Kasteel van Weerd gelegd, vanwaar zy de Landen van Luik envanGulik, fchandelyk, afliep, zon- der dat men, te Brusfel, eenige agt iloeg op de klagten, die, deswege, gedaan werden. Het voeden des oorlogs, op kosten van on- zydige nabuuren, werdt, fchoon men 't der muiterye toefchreef, reeds , federt lang, voor winst gerekend. De bezettingen van Rynberk en Gelder kwelden, op gelyke wy- ze , de Ingezetenen des Lands van Klee- ve, die , daarenboven , den Staatfchen de- zelfde brandfchatringen betaalen moesten, welken zy den anderen hadden opgebragt, zynde het den onzen om 't even, of de nabuuren den vyand , vrywilliglyk , of uit mistrouwen op eigen' kragten, onderfteun- den O). 't Voorjaar nu ver genoeg verloopen zyn-
de, om een Leger in 't veld te brengen, beilooten de Staaten, geflyfd met nieuwe manfchap uit Engeland, met penningen uit Frankryk, en met de inkomflxn eener niéu- we belastinge op- de fchoorfteenen in Hol- land (x); hunne magt, onder 't beleid van Prin-
(r) Meteben XXiÜ. Koek, ƒ• 4l3.
f w) Meier. XXHI. «ort, ƒ.434 Grot. Hifi;. Ubi\ X, 1>. 406,
(_.i ) Zie bun. XX.XVÜ, Jia'ek) bk 64 [683J. ^1'" \'
|
|||||||||
rßoi.
|
|||||||||
Stro op e-
ryen in de Lan- den der nabuu- ren. |
|||||||||
Prins
Maurits trekt te velde, |
|||||||||
XXXIII. Boek. HISTORIE. 105
3?rinfe Maurits, te zenden naar den Ryn- i&>i.
kant, waaromtrent, de kryg begonnen was, dan, de benden vooruitgezonden hebbende, begeeft zig, onder voorwendfel van het Bruiloftsfeest van Graave Lodewyk, die met de Weduwe des Graaven van Broek trouwen zou, by te woonen,naar Arnhem; en, van daar, in alleryl, met ruim honderd vendelen knegten en dertig kornetten paar- inlegert den, naar Rynberk. Hier binnen bevonden Rynberk. zig toen omtrent drieduizend man, onder Don Hieronimo Lopez. Men hadt 'er ge- noegzaamen voorraad van gefchut en mond- behoeften. Terwyl Maurits zig verfchanfte, wierpen die van binnen eenige nieuwe wer- ken op, buiten de graft der Vestinge: eene wyze van verdediging, die, federt het be- leg van Bommel, in gebruik kwam. De Waard , voor Rynberk, verlaaten van den vyand, werdt, "door Maurits, bezet en verft.erkt. Voorts ilaat hy zyn Leger, aan drie oorden, neder om de Stad. De eerfte uitval der belegerden werdt gekeerd, door de Franfchen, onder den Heere van Chätil- lon, die hier eene wonde kreeg. Verfchei- den' uitvallen deeden de belegerden daarna 5 doch zy werden, gemeenlyk, met fchade, te rug gedreeven. In deezen ftand derzaa- ken, kreeg men, in 't Leger, de tyding van 't beleg van Oostende, werwaards de Rid- der Vere, wien 't bevel over de Vesting opgedraagen was, met twintig vendelen Engellehen, werdt afgezonden: 't welk het beleg van Rynberk eene poos vertraagde. G 5, • De
|
||||
loG VADERLANDSCHE XXXIII. Boek.
kJoi. De Aartshertog hadt den Graave van den
------- Berge wel gelast, het ontzet der Stede te
bevorderen; doch deeze hadt dit werk laa-
ten Ifceeken, 't zy dat hy het Staatfche Le- ger te wel befchanst oordeelde, om het, met hoop van goeden uitflag, aan te tasten, 't zy dat Albertus beter vondt, Maurits voor Rynberk op te houden, tot hy zig van Oostende meester gemaakt zou hebben. De Prins, midlerwyl, den arbeid voor Rynberk voortzettende , bemagtfgde, eer- lang , de buitenwerken, door list en geweld. Daarna, bragt hy de galeryen over de graft, De Stad omtrent de Kasfcipoorte : en deedt nu den geeft zig waj ondergraaven, toen de belegerden, hier- over' voor bedugt, de Stad opgaven, by verdrag, op den derdgften van Hooimaand. De bele- gering was, op den tienden van Zomermaand. ■aangevangen (y). De Opgezetenen van Over- ysfel trokken het meeste voordeel uit het in- ne'emen van Rynberk; alzo zy, zo lang dee- ze Plaats in 'svyands niagt was, genood- zaakt geweest waren, hem brandfchatting ■te betaalen: 't welk zy nu, terftond, wei- gerden (Y), Meurs Voor dat Prins Maurits optrok, met het ge.von- Leger, nara hy zyne Stad Meurs in. Zy ; u" werdt , ten deezen tyde, bezet gehouden door den Hertog van Kleeve, die, na dat de vyand daaruit getrokken was, zig van de Plaats verzekerd hadt, onder voorwend- fel, dat het Graaffchap, na 't uitftervea der
OO Metbren XXIII &#*,/.438. verf. 439. ReïD XVU1»
Boek, l/l. 44C). Cs) Groïh Hill. Libt. X. f, 407, 40t. |
||||
XXXIII. Boek. HISTORIE. 107
der erfgenaamen , aan hem , als Leenheer , i<$QI.
vervallen was. Doch Maurits beweerde, dat ——- de Vorst, verzuimd hebbende Meurs te be- fchermen tegen vyandlyke aanvallen, zyn regt, als Leenheer, verbeurd hadt. Immers hy ver- dreef de Kleeffche Haaneveêreu, en maakte zig meester van de Stad, op den zevenden van Oogstmaand (#). . . ' De Vlaamingen, eenen geruimen tyd aan- XXVII.
gehouden hebbende by den Aaitshertoge., De Aares- om het beleg van Oostende ernfüger door £e""s te zetten', hadden hem, hiertoe, eindelyk , o0^* door de aanbieding van eenen merkelyken tie. onderftand, overgehaald. Zyne magt was , onlangs , verfterkt geworden , door eenige Italiaanen en Spanjaards«, onder Trivultio en Braccamonte. Ook diende de tyd van 't fukkelen des vyands voor Rynberk te wor- den waargenomen. En fchoon de gelegen- heid en fterkte van Oostende veelen 't' be- leg hadt doen ontraaden ', Albertus was eg- ter van verftand , dat het nu of nooit moest ondernomen worden. Hy ondernam het dan , na een langwylig beraad. Doch alzo het, langer dan drie jaaren , uitgehouden werdt, eer de Plaats overging , kostte het hem zo veel gelds en volks, dat hy, na dit beleg, niets van gewigt meer onderneemen kon , en een veeljaarig Beltand noodig hadt, om eenigszins op zyn verhaal te komen. Op den vyfden van Hooimaand , lloeg Fredrik van den Berge zig ter regter- en daarna Jero- nimo
O) Meteren XXIII. Rock , ƒ, 439 >«*A CRoth W%
|
||||
io8 VADERLANDSCHE XXXIII. Boek.
1601. nimo de Monroi ter linker zyde der Vestinge
------. neder. Digt onder de Stad , in 't eerst;
doch , eerlang , gedwongen door 't grof ge-
formt, wat verder. Kar el van der Noot, toen binnen Oostende 't gebied voerende , deedt, terftond , eenen gelukkigen uitval , waarin Monroi omkwam. Kort hierna, kreeg Vere het bewind, die, met zyne Engelfchen, van voor Rynb'erk , in de Stad gekomen , ter- ftond viel aan 't vermeerderen , en fterker bezetten der buitenwerken. De belegeraars fpaarden ook geenen vlyt, om de Stad te naderen , leggende eenen dyk , door 't ver- dronken land : eene nieuwe uitvinding , waarvan den vyand de eer toekomt. Ook wisten zy de oude haven onbruikbaar te maaken ; doch de belegerden maakten, door 't doorfteeken van eenen dyk , haast eene nieuwe , door welke , de Stad van versch volk en allerlei voorraad rykelyk voorzien werdt. Uitheemfche Grooten , en , onder deezen, de Hertog van Holftein en de Graaf van Nordhumberland begaven zig naar Oostende 5 om een beleg te bèfchouweh , waarin , van wederzyde , allerlei krygskon- ften gebruikt werden. Toen de vyand be- fpeurde , dat de toevoer niet belet kon wor- den , viel hy aan 't fchieten op de voor- naamfte buitenwerken, in 't verdedigen van een van welken , de Heer vaii Chatillon , Kleinzoon van den beroemden Admiraal van Coligni, gefneuveld is. Van 's vyands zyde, lieten hier, weinige dagen laater, de Kolonellen Catrice en Braccamonte het lee- ven. De Stad werdt ook met gloeiende ko- gels |
||||
XXXIIL Boek. HISTORIE. 109
gels en vuurballen befchooten : waartegen, njót.'
de Ingezetenen zig met opgeworpen' hoopen-------
aarde verzekerden. Ook ftak men, eer-
lang, den zeedyk door, waardoor, 'svyands werken , met den vloed , hoog onder water liepen. De zee , dus ingelaaten , ftelde de Stad als op een Eiland, en befchadigde haar ook fomtyds ; doch 't meeste geweld der golven werdt, door allerlei vonden, af- geweerd op den vyand. Vier maanden wer- den gefleeten, in gelukkige uitvallen , en in 't vrugteloos befchieten en beftormen der buitenwerken : waarna de belegeraars den tyd doorbragten , in 't uitvinden en te werk ftellen van veelerlei middelen, om den weeken grond te itevigen, fchanfen te maa- ken , wegen te leggen en vaarten te graa- ven: een arbeid van langen nafleep, en waar- toe een taai geduld vereischt werdt. Doch Albertus en Izabelle zelve kwamen, fomtyds, in 't Leger, om de foldaaten , door hunne tegenwoordigheid , aan te moedigen (f). In Oogstmaand, werdt, door de wakkerneid van Hopman Bartholomeus van Buuren, den vy- and eene landing op het Eiland van Willem- ftad belet (c). De Vereenigde Staaten , nu geene gele- Maurits
genheid ziende, om in Vlaanderen te val- flaathet len , bragten , na 't inneemen van Rynberk, ^f den gantfchen Zomer en een goed deel van >s ber- den Herfst door, zonder iets verder te on- togen- derneemen. Oostende alleen nam hunne bosch. zorg
CO Meter. XXIII. Uoek, f. 440 enz. Reyo XVIII. ISock,
il. 447 enz. (O Refol. Hol!. 11 Aug. looi. U. 398. |
||||
ai o VADERLANDSCHE XXXIÜ.Boek*
ftfoj. zorg in* En fchoon zy, 't beleg aan 't flee-
.—!—. pen ziende ^ nog weinig vrees hadden, voor 't verlies der Vestinge, beilooten zy egter, om kosten te fpaaren, door het belegeren van de eene of de andere Stad, den vyand, ware 't mogelyk, van daar te trekken. Men wierp dan 't oog op 's Hertogenbosch, waar- binnen flegts twee vendelen knegten en twee kornetten paarden lagen, onder Anthonis Grobbendonk. De Prins kwam , op den eeriten van Slagtmaand , voor deeze Stad , zig , aan twee zyden van dezelve , neder- flaande. Doch alzo zyn magt te klein was, om haar , van alle kanten , te befluiten , kon hy niet beletten , dat 'er, tot tweemaa- len toe, versch volk binnen gebragt werdt, door Graave Fredrik van den Berge. Mau- rits dreef, desonaangezien , den arbeid aan de loopgraaven vlytig voort, de Stad, mid- lerwyl, befchietende met gloeiende kogels , waartegen de Inwooners zig befchermden s met zand op de zolders te leggen, de kogels in pannen of ketels te vangen , en allerlei bluschgereedfchap gereed te houden. Ook moedigde hen fterk de belofte der Aarts- hertogen , dat alle fchade , uit de gemeens middelen , vergoed zou worden. De bele- geraars waren nu tot aan de graft gena- derd , wanneer een fchielyk opgekomen vorst den Prins deedt vreezen voor Hol- land , dat, by deeze gelegenheid, groot gevaar liep van 't volk des Graaven van Hy breekt den Berge. En deeze vrees drong hem * wedoiun tot zyn leedwezen , om het beleg van 's op. Hertogenbosch op te breeken ; gelyk nog voo£
|
||||
XXXIII. Boek. HISTORIE. ïii
voor 't. einde van Slagtniaand gefchiedde. i$0i;
't Meeste legertuig, alzo de ftroomen digt ,-----—
lagen ,. werdt, op wagens , naar Heusden
gezonden : de rest verbrand (c). Voorts, werdt de Winter, met geringe togten, door- gebragt. De Staatfchen liepen den Rynkant, tegen over Keulen, af, voorgeevende te vor- deren , 't gene men der onlangs overleeden' Graavinne van Meurs nog fchuldig was. De Aartshertoglyken ftroopten, in het gedeel- te van Brabant, welk, tot den Vereenigden Staat behoorende, brandfchatting geweigerd hadt (//). De toerusting eener aanzienlyke Vloote XXVlil.
in Spanje , die , ten deele , tot onderfteu- Toerus- ning der wederfpannigen in Ierland , ge- ""f in fchikt was , hadt de Koningin van Enge- Spanje, land , dit jaar , bewoogen, om den Staaten eenen onderftand van vyfduizend man toe - - te ftaan ; mids mehze , in Vlaanderen, en tot ontzet van Oostende, gebruikte. Som- migen willen , dat de Agent Karon, een Vlaaming van geboorte, haar dit in 't hoofd gebragt hadt (e) ; doch 't is waarfchynly- ker , dat zy heimelyk getragt heeft naar Oostende , en dat ook hierom bewerkt werdt, dat het bevel over deeze Vesting , en over de nieuwe en oude Engelfche Re- gementen , die , binnen dezelve , ftonden gebruikt te worden, aan den Ridder Vere , werdt opgedraagen. De aanbieding der Ko- ninginne was hier egter dankelyk aangeno- men. Cc) Meteren XXIII. Bock, f. 441 verf.
Cd ) Metekf.n XXIII. Boek . f. 44a. O) Re YB XVI1I.J?«*, W.445. |
|||||
/
|
|||||
tia VADERLANDSCHE XXXIII. Boek;
leoi. men. Te meer, om dat 'er, in't voorjaar4.
:------- iet in Engeland gebeurd was, waaruit ver- moed werdt, dat men haar van deezen Staat zogt te vervreemden. De Graaf van Esfex 9 uit zyne hegtenis geflaakt zynde , hadt zig , federt, in gevaarlyke aanflagen , tegen de perfoon en Regeeringe der Koninginne, laaten inwikkelen , en was , hierop , gevat, veroordeeld en onthalsd (ƒ). Hy hadt zig altoos zo groot een' vriend getoond van deezen Staat, dat men vermoedde , dat de Agent Karon niet onkundig van zyne oog- merken zyn moest.x Nogtans betuigde hy» - dat hy 'er deezen nimmer iet van ontdekt hadt (g). Men vreesde , hier , dat zyn dood de party , die voor de vrede yverde , te veel ingang zou doen krygen by de Ko- ninginne : waarom men zeer in zynen fchik Inval in was met de aanbieding van nieuwen onder- leciand. ftand. Hierop volgde , in 't najaar , de togt van Don Jan de Aquila naar Ierland , met vyfduizend Spanjaards, die , binnen Kingfa-: Ie , gelegd waren. Maar Montjoje, Onder- koning van Ierland , belegerde hem, hier , eerlang, en noodzaakte hem , in 't volgen- de voorjaar , tot de overgave , by verdrag , volgens welk , hy , met al zyn volk , in Engelfche fchepen, naar Spanje, te rug ge- voerd werdt Qi). Deeze onderneeming bragt ook veel toe , om het gemoed der Konin- ginne van de vrede met Spanje af keerig te maaken. MeE
(f) Rapin Tom. VI. p. 475-486.
(g) RBYO KVlll. Itnck, hl. 442.
C*5 Meteken XXIII. Boek, f. 443, |
||||
XXXIII. Boek. HISTORIE. 113
Met het naderen des Winters , was het MSoi.
beleg van Oostende, voor de eene en de ——- andere partye, moeilyker en gevaarlyker XXIX. geworden. De natte grond en 't vogtig Verv°'g weder veroorzaakten ziekten , die de En- be"eg' gelfchen meest troffen, waarom veelen hun- vanóost- ner, met verlof van Vere , naar huis keet- ende, den : waardoor de bezetting , eerlang, van zevenduizend man op drieduizend verfmolt. De Aartshertog, hiervan verwittigd , be- fluit eenen nieuwen ftorm te doen, op de voornaamite buitenwerken. Vere krygt van L00ze dit voorneemen kennis uit eenen gevan* handel gen i en maakt hierop, enkel uit zig zei- vanVere. ven , en buiten weeten der mindere Over- ften , beftand voor eenige dagen met den vyand, ja geeft en ontvangt gyzelaars , op hoop van overgave. Doch alzo , hieruit, beroerte rees , onder de bezettelingen , met naame onder die van de S. Andries fchanss bedugt , dat zy den vyand , meest op hen verbitterd , mogten worden overgeleverd ; wordt Vere genoodzaakt, de ontvangen' gyzelaars te rug te zenden , en den Hop- luiden te ontdekken , dat hy, met deezen handel, niets voorhadt, dan tyd te winnen * tot op de aankomst van nieuwen onderftand. Toen vondt men eenpaarig geraaden, de voornaamfte hoofden van 't beleg, vati nieuws, in de Stad te lokken« Met deezen, werdt langzaam gehandeld Vän het over- geeven der Stad, op zo ongewoohe en on- redelyke voorwaarden , dat men verzekerd Was , dat zy niet fmaaken zouden. Midier* wyl , voert een gelukkige voorwind vyf IX. Deei»4 H vefe |
||||
ti4 VADERLANDSCHE XXXULBoek.
1601. vendelen knegten , uit Zeeland, in de Stad.
-------Waarop Vere den afgezondenen des Aarts- bertogs verklaart „ dat de nood hem tot
3, handelen gedrongen hadt ; doch dat hy , „ daarmede , nu onderftand bekomen heb- „ bende , behoudens eer en eed , niet ver- „ der voortgaan kon. " Albertus was ge- voelig getrofFen van deezen hoon, alzo 't ge- rügt der overgave van Oostende zig reeds door de nabuurige Ryken verfpreid hadt , en gantseh Vlaanderen lamengeloopen was , om dit fchouwfpcl te zien. De Veree- nigde Staaten zelven hebben 't bedryf van Vere, dat in zig zelf niet al te eerlyk , en meer gevaarlyk dan noodzaakelyk gehouden werdt, niet dan met moeite , door de vinge- ren gezien (*_)• 't Luidde, zeker, vreemd, dat een Bevelhebber, op eigen gezag , in handeling tradt met den vyand : en fchoon men geene reden hadt , om van Vere iet args te vermoeden , kon het den Staaten nogtans niet vergeren zyn , wat 'er, uit den bedekten handel der Engelfche Bevel- hebberen ten tyde van Leicester, gefproo- Oostende ten ware. De Aartshertog, geweldig verbit- wordt he- terd op Vere , donderde , daarna , zo hevig üormd* etl IangduuriS °P een gedeelte der Stad en
op de oude haven , dat hy , eindelyk, oor- deelende , reeds, genoegzaame breuken ge- 1602. fchooten te hebben , op den negenden van
-------Louwmaand des jaars 160a, bevel gaf, om ftorm te loopen. Vere, gewaarfchuwd
door eenen overlooper, hadt zig in ftaat ge- field , om den vyahd te keer te gaan. On- der ■CO BIeteiibn XXIII. Hoek, f. 444, 44g.
|
||||
XXXIII. Boek. HISTORIE. n§
der anderen, opende hy twee fluizeh : waar- itfoa.
door niet flegts 's vyands buskruid bedorven ; ■ gedreeven werdL De vyand werdt, einde- lyk , afgeflaagen , met verlies van agthon- derd man, om welken op te zoeken en te begraaven, hem een ftilftand van vier uuren gegund werdt. De belegerden telden flegts veertig dooden : doch veele gekwetften j en onder deezen Horatio Vere $ broeder des bevelhebbers* Onder de lyken der Span- jaarden , werdt ook eene Vrouw gevonden 9 die , haare kunne ontveinzende * in mans gewaad, den kryg gevolgd hadtj De on- gelukkige uitflag Vati deezen ftofm deedt fommigeii raaden, tot het opbreeken van 't beleg : waarnaar Albertus egter niet luis- teren wilde* Men viel dan wederom aan ät arbeiden, om zig , tegen het water, te verzekeren , en aan 't opwerpen eener nieu- we beukerye ; bedienende den Aartshertog zig, ten deezen einde j van de vermaardfte * krygsbouwmeesters , uit alle hoeken des * ßß- aardbodems , herwaards famen gevloeid.nlem' Pompejo Targo ftelde eene fterkte toe op fchepen i die egter te zwak bevonden werdt, om 't fungeren der zee te wederftaan ; en te zwaar, om * door 't zand , gedraagen., ., te worden; Zynè vlotten j gemaakt om met den vloed te ryzeiij werden, meer dan eens, door 't grof gefchut der belegerden , Vernield. De Vereenigde Staaten * zig nu genoegzaam verzekerd houdende ^ dat het beleg lang zou duuren j beflöoten j de be- zetting , om de vier of zes maanden, ts verwisfelem Hierdoor, raakte de Ridder H s Ve-
|
||||
ii6 VADERLANDSCHE XXXIII. Boee.
|
||||||||
1602. Vere ontflaagen van 't bevel over Oostende.
Hy werdt, door Fredrik van Dorp , opge- |
||||||||
't Beleg volgd. Tegen den arbeid der belegeraaren,
v^°"st"die , dit gantfche jaar, by mangel van betaa- flaauwt.*" *mg 1 flaauwlyk voortging , verzekerden die van binnen zig , door het herftellen en ver- meerderen hunner befchadigde vestingwerken. 't Werk ging hier vlytiger voort , alzo de Staaten zorg droegen, dat de penningen, voor de arbeiders , dag aan dag, gereed waren. Dus werdt het jaar gefleeten voor Oostende, zonder dat 'er iets van belang meer voorviel. De onderftand der Vlaamingen kon de kos- ten van 't beleg, op verrena, niet goedmaa- ken. De Walfche Gewesten hielden zig ag- terlyk , voorwendende , dat 'er op de vrede met Frankryk geen ftaat te maaken was. Bra- bant , gekweld met muitende bezettelingen , verfchoonde zig ook, zo veel mogelyk, van den last des belegs, welk, hierom, te traa- ger voortging (&). Aardbee- Op den tweeden van Louwmaand deezes viug. jaars , des middags , omtrent twaalf uuren , hadt men, door gantsch Holland, eene aard- beeving gevoeld (7) , die , nogtans , geene fchade deedt. A Q In 't voorjaar, ondernam Graaf Fredrik op Breda,van den Berge Breda te verrasfen ; doch ,
' door onkunde, by nagt, afgedwaald van den weg derwaards , werdt hy van den nade- renden dag overvallen , en ontdekt (in). Adolf van den Berge, zyn Broeder, werdt, kort
d*) Meteken XXIII. /loek, f. 445,44*.
CO Refol. HoU. a' Jammry 1602. il. 14 f «O Grotii Hift. Libr.-M- p. 4r9» |
||||||||
XXXIII. Boek. HISTORIE. 117
|
|||||||
kort hierna , door Maurits Ruitery , onder- 1Ö02.
fchept en gevangen genomen («)• |
|||||||
In de Vereenigde Gewesten , werdt de xxx#
Lente deezes jaars , met werven , doorge- werviiijj bragt. De Raad van Staate hadt, in 't in de voorleeden najaar, met goedvinden van Verde- den Prinfe en van Graave Willem , tot de '| krygskosten van deezen jaare , vierhonderd- teiu L " eenentagtigduizend ponden van veertig grooten ter maand, van alle de Gewesten gevorderd : waarin het aandeel van Holland s7774-6 ponden 13 fchellingen beliep: be- halve nog verfcheiden' groote lommen, tot vervalling van byzondere lasten (0). De Staaten verftonden , dat men , een aanzien- lyk Leger op de been gebragt hebbende , door Brabant, in Vlaanderen dringen , en 't beleg van Oostende opflaan moest. Hier- toe rieden ook de Koning van Frankryk en de Koningin van Engeland. Doch Maurits oordeelde nog , gelyk te vooren , dat men ftoute onderneemingen -behoorde te fchu- wen. In Zomermaand, hadt men agttien- duizend knegten en vyfduizend paarden byeen. Doch eer 't Leger optrok, hadden de Vereenigde Staaten brieven afgevaar- digd aan de Staaten der Aartshertogen, waarby zy dezelven wederom nodigden, tot hun bondgenootfchap : hoewel 'er nie- mant was, die herts of wils genoeg hadt, om zig by hen te voegen. Maurits , zyn Maurits Leger, by Nieuwmegen , over de Maaze trekt gezet hebbende, voert het, door 't Land ^J^2 van e'
O) Mrteren XXIII. Hoek, f. 446 verf.
(e, Refol. IIoll. 22-31 Oäob. 1601.il. 393. |
|||||||
iï3 VADERLANDSCHE XXXIII.Boek.
|
|||||
IÖQ2. van Luik, in vyftien dagen, tot aan S.
-------Truijen, daar hy zig nederfloeg. De vyand
•11 legert lag , niet verre van hier , te Tienen , om
~g .c.e s* hem den weg naar Brabant te betwisten. rui]en' Want Albertus hadt zo dra geen berigt gekreegen van de wervingen der Staaten, of hy deedt een groot deel zyner krygs- magt, die , eerlang, met agtduizend Ita- liaanen en Spanjaarden, onder Ambrofw. Spinola , Broeder van Fredrik, vermeerderd De Admi-werdt, byeen trekken Q>). 't Bevel over rsnt van dit heir hadt hy gegeven aan den Admirant wordt"1 Van ^rragon » ^ie » i° ^en ^aS ky Nieuw- regen ai'ie poort, gevangen geweest zynde , op den de gevan- negenentwintigften van Bloeimaand , tegen genen alle de gevangenen van deezen Staat, in de zen Staar" ^ncuen ' *n Spanje , in Portugal, en in de uitgew'is-' Nederlanden , uitgewisfeld en los gelaaten feld. was ; volgens een fchriftelyk verding , door Filips zelven bekragtigd. ïerwyl hy in den Haage zat, hadt hy de gemoeden der aanzienlykfte luiden zoeken te pollen , no- pens derzelver geneigdheid tot vrede. Zelfs hadt hy , ten dien einde, eenige voorfla- gen gedaan aan den Advokaat Oldenbarne- veld en den Griffier Aarfens , die hem 9 te gelyk , op bevel der Staaten , waren ko- men fpreeken. Hy vorderde ?, erkentenis „ en hulde der Aartshertogen , die , in de „ Vereenigde Gewesten , vryheid van Gods- „ dienst toeftaan en al 't voorleeden ever- „ geven zouden : ook bezorgen , dat Filips „ de Vrede bekragtigde." Doch de Staaten merkten aan, dat eene vrede , op zulken voet
ip) Mïïi*.Km fiXIV. liod, f. eg.% 4.%'.
|
|||||
XXXIII. Boek. HISTORIE. 119
voet, nocheerlyk, noch zeker, noch Chris- 1602.
telyk zyn zou (g). -------
't Leger te Tienen was maar dertiendui- ȣ Le?er
zend knegten en vierduizend paarden fterk, teTknen en dus zwakker dan dat van Prinië Mau- weigert rits, die den vyand, te vergeefs, zogt uit JJJJ" te lokken tot eenen veldflag. Mendoza, (jien bewust, zo 't fchynt, van zyne eigene Maurits zwakheid, hieldt zig binnen zyn voordeel, aanbiedt. Maurits befpeurde haast, dat de kosten, gehangen aan de toerusting deezes jaars, byna vrugteloos gefpild waren. Langs en- ge wegen, en tusfchen de vyandlyke Ste- den door, dieper in Brabant te trekken was ongeraaden, vooral, daar 't hem nu aan leevensmiddelen begon te ontbreeken, zynde den oogst nog niet ryp, en uit Lui- kerland weinig, uit Brabant niets te beko- men. De Prins befluit, derhalve, te rug Maurits te keeren naar de Maaze. Doch op dat hy l>eleFert niet fchynen zou, den veldtogt, vrugte- ' * loos, te hebben geëindigd; flaat hy, van 't Kasteel van Helmont zig verzekerd hebben- de, op den agttienden van Hooimaand, 't beleg voor de Stad Graave. Mendoza» eerst met den Aartshertoge hebbende ge- raadpleegd , volgt hem, eindelyk. der- waards, en flaat zig, beneden de Stad en 'sPrinfen Leger, dat reeds verfchanst lag, neder. Zyn voorneemen was, een groot deel volk in de Stad te brengen: waartoe hy zig van eenen donkeren nagt dagt te be- dienen. Doch de wakkerheid van Maurits kneg-
( ?) Hor XXXVII. Hoek, hl. 53-5.8, [663.674]. RutD XVHk
Bosk, H. 445. H 4
|
||||
120 VADERLANDS CHE XXXIII. Boer,
i<5oE. knegten en eenige toevallen verhinderden de
—---- uitvoering van deezen aanflag. De Admirant
brak, kort hierna, op, met ftille trom, wy-
kende naar Venlo. Weinig laater, verliet hy de Nederlanden, en keerde naar Spanje, daar hy van den Koning en de grooten, met kleine gunst, bejegend werdt. De belegerd- den, 'onder beleid van Don Antonio Gonza- les , deeden, van tyd tot tyd, gelukkige uit^ vallen : waar door zy 's Prinfen volk gewei- dat zig diglyk afmatteden. Twee maanden verliepen aan hem 'er, eer men zona gekomen was, dat Gon- over- zaiCiS geraaden vondt, de Stad, by eerlyk sec L' verdrag, op te geeven: gelyk, op den ne- gentienden van Herfstmaand, gefchiedde. Maurits deedtzig, in deeze Stad/zynde ee- iie Heerlykheid van Prinfe Willem, zynen Vader, plegtiglyk inhuldigen: waarna hy, 't Iloogduitsch paardevolk hebbende afgedankt, zyne overige benden de winterlegeringen be-, trekken liet (r). XXXI. De muitery onder 't vyandlyk krygs- Stoutc volk was wederom zo verre toegenomen, muitery <jat een hoop ruiters, met bewilliging der vyandlyk bezetting, zig geworpen hadt in 't Kasteel Krygs- van Hoogftraaten, by Breda; werwaards volk. haast zo geweldig eene menigte famenvloei- de, dat men te raade werdt, een hoofd re kiezen, wetten te maaken, en eene regee- ring in te ftellen: waarna het rooven, ten platten lande, met orde, zynen gang ging- De Aartshertog , zig ten hoogfte gehoond agtende door zulk eene ftoutheid, verza- melde zo veel gelds, als hy bekomen kon, en
(f) Meteren XXIV. Boek, f. 453 verf. 454, 455,
|
||||
XXXIII. Boek. HISTORIE. 121
en bewoog daarmede de knegten, die zig j502,
nog ftil gehouden hadden , om de muite- ^-— lingen vyandjyk aan te tasten. Hierop nee- men deezen hunnen toevlugt tot de Ver- eenigde Staaten , die hen voorzagen van krygs-en mondbehoeften. De tyding van 't overgaan van Graave en de vrees voor Mau- rits Leger verhinderden toen den Aartsherto- ge, in 't beteugelen der muitelingen, tegen welken, hy, alleenlyk, een fcherp Plakaat uitgaf, hun beveelende, binnen zekeren be- ilemden dag, tot hunnen pligt te keeren, op verbeurte van lyf en goed. Doch dee- ze woorden woogen zo weinig by de 'mui- telingen , dat zy 't Plakaat des Aartshertogs, in ppenbaaren druk, wederleggen durfden, niet zonder den Vorst zyne pragtige hof- houding te verwyten, terwyl hy 't Leger honger liet lyden. Ook werdt, in deeze wederlegging, gedreeven M dat men 't hun 5,niet kwalyk neetnen moest, dat zy, ver- ?, vallen in den hoogften nood, de Landen 5, aanfpraken, voor 't gene de Vorst hun „ fchuldig was:" waarby zy voegen „ dat M zy,»ten deele door hunne wapenen, ten „ deele door hunne armoede, voor de ftraf? „ fen van 't Plakaat beveiligd zouden zyn." 't Plakaat was, derhalve, vrugteloos. Zelfs arbeidde de Paufelyke Gezant, Qktavio Fran- gipani, te vergeefs, om de muitelingen te verzoenen met den Aartshertoge (s): die, midlerwyl, gelyk Maurits, zyne overige benden, in de winterlegeringen, gelegd hebbende, met deeze inwendige kwaaie, tot
O) Meteren XXIV. Bock, f. 455» 45Ö, 457» 458;
H.5
|
||||
las VADERLANDSCHE XXXIII.Boek,
|
|||||
i6q2, tot in 't volgende jaar, bleef worftelen, eer
nen durfde. By 't Icheiden der legeren, wer- den agt kornetten vyandlyke Ruiters, omtrent Maastricht, overvallen door de onzen, die 'er eenen merkelyken buit van paarden by wonnen (j). Graaf Graaf Lodewyk van Nasfau deedt, aaa Lode- 't hoofd van drie-endertig kornetten paar-
wikvait (jen en twaalfhonderd knegten, met het na- xenr Lu" ^eren ^es winters , eenen inval in 't Lu-r burgfche. xemburgfche , daar men brandfchatting ge-? weigerd hadt. Hy bemagtigde S. Vit, en befteedde eene gantfche maand, aan 't pion- deren en verbranden van eene menigte van dorpen (u). Zes ga- Zodanig was byna de loop der Krygsbe- leien van dry ven te laride in dit jaar. Doch te water 9 staoia behaalden de Staaten- merkelyk voordeden gedeelte'- op den vyand. Men wist, deezen Zomer, lytc over-hier en in Engeland, dat Filips wederom zeüd, eene Vloot gereed maakte, die , of her-. g^°artf^e waards, of naar Engeland, of naar Ierland Oorlog- fcheen gefchikt te zyn. Oolc hadt men ver- ft hepen, ftaan, dat Fredrik Spinola , op nieuws, agt galeien uit Spanje naar de Nederlanden ftondt te voeren. De Koningin van Enge- land hadt, hierop, den vyand eenige fche- pen te gemoet gezonden: die twee galeien9 te S. Ubes in Portugal, vernielden en ee- ne ryke Portugeefche Karaak veroverden. In Wynmaand daarna , nam Spinola, met de overige zes galeien, de reis aan naar Vlaari-
fi> Meterf.« XXIV. Roek, f. 458.
O) MbibWsn XXiV. ttoik, f. 45ä,v |
|||||
XXXIII. Boek. HISTORIE. 321
Vlaanderen. De Engelfche en Staatfche 1602.
Oorlogsfchepen verzuimden niet, op hem te ——.( pasten in de Hoofden. De eerften zagen hem eerst, en gaven 'er hunnen bondgenooten een fein van. De galeien zogten, digt langs de Engelfche kust, den vyanden te ontroei- jen. Doch de Staatfchen fchooten 'er, van de kust en uit de Hoofden, zo hevig op in, dat twee galeien geheel doornageld wer- den van kogels: welken zy, daarna, niet verre van Grevelingen, tot twee of drie reizen toe, met hunne zwaare fchepen, overzeild en aan fpaanderen geftooten heb- beu. Eene galei bleef, door onkunde der ftuurluiden, voor Calais; nog twee zyn, zwaar befchadigd, op de Vlaamfche banken, vervallen, en te Nieuwpoort binnen geraakt, De laatfte , die Fredrik zelv' ophadt, tot op de Zeeuwfche ftroamen afgedreeven, is, met groot gevaar, te rug, en te Duin- kerken ingeloopen. Spinola zogt, daarna, zyne fchade te boeten, met het pionderen van Walcheren. Doch Albertus, ongeraa- den vindende de bezette Steden te ontbloo- ten, weigerde hem volk. Ook hinderde het opkomend winterweder hem, in zynen toeleg (v). In Oostfriesland, ftonden de zaaken, tot XX.X1I.
hiertoe, nog zeer verward, onaangezien de Oostfrie- Vereenigde Staaten, omtrent deezen tyd, £heuf* wederom nieuwe poogingen deeden, omze, ppiast?n, op eenen goeden voet, te herftellen. Na de dood van Graave Edzard (w), fcheen zyn Zoon
1 v) Meteren XXiV. Boek, f. 45S 4.59,
(w) Zie hier voor, bl. 23, |
||||
124 VADERLANDSCHE XXXIII. Boek;
i6oï. Zoon en Opvolger, Enno, eene andere wy«
___. ze van regeeren te willen volgen. Hy gaf
voor, dat hy zig gaarne met die van Emb-
den verzoenen wilde, zo zy flegts den eer- ften ftap daartoe, en hem eene bezending deeden. 't Gefchiedde. Doch toen fcheen 't blad wederom omgekeerd. Graaf Enno bejegende de Embder afgevaardigden met zo veele trotsheid, dat de Stad geraaden vondt, zig wederom te keeren tot de Ver- eenigde Staaten. Graaf Willem Lodewyk wierp zeshonderd man in de Voorftad var* Embden, en bragt, hierdoor, te wege, dat Graaf Enno fprak van eenen Landdag uit te fchryven, en van de gemeene bezwaarnis- fen der Stad en des Landfchaps, op den zel- ven, te hooren en af te doen. Doch hy ver- anderde terftond, op de tyding, dat zyne zaaken , ten Keizerlyken Hove , op eenen goeden voet ftonden. De Vereenigde Staa- ten vonden, hierop, geraaden, in Bloeimaand des jaars 1599 , eenige Gemagtigden naar Embden te zenden, tot bemiddeling der ge- fchillen; onder welken ook was George Gil- pin, zitting hebbende in den Raad van Staa- te , wegens Engeland (x). De Graaf toon- de kleinen zin in dit gezantfehap. De ganc- fßhe Zomer verliep met handelen, Emde- lyk , befchreef Enno eenen Landdag, bin,- nen Embden : en verdroeg zig hier, eerst met den Adel, die de minste bezwaarnisfen hadt; toen met de Stad Embden, byna op den voet van het Delfzylfche Verdrag. Doch de
(*-)Re\d XVI. U<tek, hl. 376. DWi JPÖSVI« *«*» H-
v> lsr/1-
|
||||
XXXIII. Boek, HISTORIE, i 25
de kleine Steden Norden en Aurik, en de
Dorpen, die de meeste en gegrondfte klag- ten hadden, werden met woorden gepaaid. Hierop, gefchiedde de inhuldiging des Graaven, in Wyn- en Slagtmaand (3)). Doch 't leedt niet lang, of Enno maakte zig ver- dagt van flinkfchen handel met de Aartsher- togen , ten nadeele van Embden. Zyn Broe- der Christoffel was, openlyk, in dienst ge- treden van Albertus: zyn jonger broeder, Jan, hadt den Roomfchen Godsdienst om- helsd: en Enno hadt hem, daarna, zyne Dogter ter vrouwe gegeven; met welke hy, ontflag van den Paus , wegens 't namaag- fchap, bekomen hebbende, getrouwd was. De Graaf nam verfcheiden' Krygshoofden aan, die versch uit den dienst der Aartsher- togen kwamen , en verboodt den Raaden van Embden, heimelyk, alle onderhande- ling met de Vereenigde Staaten. Zelfs zogt hy, ïn den aanvang des jaars looi, den Raad der Stad te veranderen, en ook in an- dere opzigten, een volftrekter gebied te oe- fenen , binnen Embden, dan hem, by 't ver- drag, toegeftaan was (z). Norden werdt, ïn den Zomer deezes jaars 1602, met krygs- volk, gedwongen, tot het opbrengen eener merkelyke geldboete, om dat de Stad, be- hoorende tot den lyftogt der Graavinne We- duwe, den Graaf, tot hiertoe, niet hadt willen inhuldigen. Eenige aanzienlyke Bur- gers van Embden werden, om 't weigeren van 's Graaven fchatting, ten Lande uitge- ban-
00 Reyd XVf. fióek, hl. 400.
C«)IlEYi) XVI. faek, hl. /i-ia. |
|||||
AA
|
|||||
126 VADERLANDSCHE XXXIII. Boei?.
|
||||||||
I&02. bannen. De Stad hadt zig, derhalve, op
nieuws, gekeerd , tot de Vereenigde Staa- |
||||||||
De Staa- ten, die haar vier vendels Friefehe knegten
*en zei1" toeichikten, en den Eemsftroom bezet hiel- naarV° £ ^en' met eenige fchepen. Graaf Enno ver- Embden. fchanste zig , daarentegen b naby de Stad, aan verfcheiden' oorden» Doch na 't over- gaan der Stad Graave, vaardigden de Staa- ten Warner du Bois, met twaalf vendelen, af naar Oostfriesland, die Graave Enno, voor 't einde van Slagtmaand $ alle zyne fchan- fen ontweldigde* De Graaf, hierop naar Duitschland verreisd, vervulde alle Hoven, met klagten over het geweld en de heersch- zugt der Vereenigde Staaten a die niet ver- zuimden zig fchriftelyk te verdedigen (V)i Enno, zig eenen geruimeü tyd opgehouden hebbende ten Keizerlyken Hove, befpeurde, eindelyk, dat daar alleenlyk woorden en bedreigingen aan die van Embden te beko- men waren; welken weinig golden, tegen 't Krygsvolk der Vereenigde Staaten. Hy be- gaf zig dan j in de Lente des volgenden jaars j in perfoon, naar den Haagé. De Embders, hadden hier ook hunne geniagtigdeh. Dë Staaten hoorden de wederzydfehe klagten, en deeden 'er eene uitfpraak op, by welke Embden merkelyk bevoorregt en meer be- veiligd werdt,dan te vooren. De voornaam- Zy doen fte punten kwamen hierop uit: ?i 't Verdrag uitfpraak ^van Delfzyl zou, voortaan, onderhou- Graave11 »<*en worden, zo ver het, met de tegen- Enno en » woordige 'uitfpraak, overeenkwam. Al 't ds stad w voorledene zou vergeven en vergeten Embden. " ^ zyn («) Meteren XXïV. Boek, f, 460 yeffi
|
||||||||
XXXIILBoek. HISTORIE, ia?
„zyn. De wederzydfche gevangenen zou- 1602.
den geflaakt worden. De nieuwe fchat--------
„tingen zouden afgefchaft, en tot het op-
stellen van anderen, op eenen gemeenen „ Landdag , gehandeld worden. De Graaf zou het Regt hebben, om den Landdag ..te befchryven; doch deedt hy 't niet, de „ Stenden zouden zelven vergaderen, en 5, over 's Lands zaaken raadpleegen mogen. „ Oorlog verklaaren en krygsvolk aannee- ., men zou, niet dan met bewilliging der >, Stenden, mogen gefchieden. De Graaf 1 zou flegts zo veel volks in dienst houden, „als, tot befcherming zyner Kasteelen, ver- „ eischt werdt: de Stad niet boven zeven- „honderd man. Ook zou zy zig, met ves- „ tingwerken, naar welgevallen , mogen -„fterken; doch op haare eigen' kosten, 't „ Krygsvolk zou,door't Land over de Eems, w worden betaald, 't Regtsgebied der Stad zou zig, tot den omtrek der werken toe, ,' ukftrekken. De jaarlykiche Wethouder- », fchap zou, door den Raad gekooren, doo* *, den Graave bevestigd worden." Enho' en de Embder gemagtigden bewilligden in dee- ze punten. Doch de Graaf, naar zyn Graaf- fchap te rug gekeerd zynde, weigerde de- zelven te bekragtigen: waarom zy ook niet door den Raad van Embden en door de Sten- den van Óostfriesland bevestigd werden : 't welk anders weinig werks zou hebben ge- kost. Enno gaf voor, dat der Staaten uit- fpraak ftreedt met die des Keizers, en dat het uitheemfchen niet vryffcondt, verlof te ■geeven, tot het- fterkeij ee.uer Stad, over wel*
|
||||
128 VADERLANDSCHE XXXII. Boek
1602. welke den Keizer en 't Ryk de oppermagt
■------- toekwam. Keizer Rudolf zelf befchuldigde
Zyver- hierover de Staaten, door Karel Nutzel en
ftntwoórd-Maximüiaan Cochi, ten deezen einde, her- de fg' waards gezonden. Zy antwoordden, zedig-- ge^lfy lvk ?>daE Graaf Enno vrywillig tot hen ge- den Kei- »komen was, en zig hunner uitfpraak, on- zer. » gedwongen, onderworpen hadt. Dat men „ 't immers niemant kwalyk plag te nee- „ men, dat hy zig benaarfligde, om de ge- „ fchillen zyner nabuuren te bemiddelen. „ Dat zy van 't Delfzylfche Verdrag, welk „ ook den Keizer behaagd had, zo weinig w als mogelyk was, waren afgeweken. Dat ?jzy Krygsvolk in Embden gelegd hadden, „ niet om den Keizer te verongelyken; maar „ om den Spanjaard te voorkomen, die, tot „ afbreuk zelfs van het Duitfche Ryk, eer- wtyds verfcheiden' Steden van het zelve, w en nog onlangs Kameryk ingenomen hadt: w Dat Ennos verftandhouding met Koning „Filips en met de Spaanfche Overften hun w met reden verdagt was." Met deeze woor- den , die van gefchenken verzeld waren, wer- den 's Keizers gezanten afgevaardigd. Doch in Embden bleef de haat en de argwaan duu- ren, tusfchen Graave Enno en de Stad (b~). De Staatfche bezetting ftrekte tot beveiliging der Stedelingen, op welken de Graaf eenen duurzaamen wrok behieldt. Wy zullen, hier- na, nog meer dan ee'ns, gelegenheid heb- ben, om de gevolgen der onderlinge bitter- heid op haaien. (£) Meterbn XXV. Koek, f. nyo, verf. Grotii Hifi. UW.
-. . VA-
|
||||
VADERJLANDSCHE
HI STORIE,
VIER-ENDERTIGSTE BOEK.
|
|||||||
INHOUD.
I. Oudße handel opOostindie. ï)e Hollanders
en Zeeuwen beginnen dit gewest te bevaarertt Zy zeilen rondsom den aardkloot^ II. Hun' ne gevaarlyke togten, om, door V Noorden + eenen weg naar Indie te vinden* III. Filips de III. zoekt den onzen den handel op Indiè te beletten. Zy verbinden zig met eenigé Indifche Mogendheden. Heemskerkstogt. IV. Opregting eener algemeene OostindifcheMaat- fchappye. Inhoud van derzelver eerfie Ok~ troi. V. Beginfels der vaart Op West indie t VI. Dood van Elizabeth Koninginne van En- geland. Gezantfchap aan haar en Opvolger, Jakob den I. VIL Wagtendonk verhoren en herwonnen*, Joost de Moor verflaat Frê- drik Spinola. De vyandlyke muitelingen, in Hoogftraaten, door Prinfe Maurits, ontzetl. VIII. 'sHertogenboseh wederom vergeefs be-
legerd, Maurits verflaat Della Bella. Ver- drag met de muiters van Hoogßraaten. IX. Vervolg van'tBeleg van Oostende\ Ambro- fio Spinola krygt 'er V bevel over. X. De Vaart op Spanje wederom geopend. Maurits IX. Deel. I ver-
|
|||||||
'
|
|||||||
i3o VADERLANDSCHE XXXIV.Boek.
verovert verfcheiden''fchanfen in Vlaanderen.
De muiters van Hoogfiraaten verzoenen zig met den Aartshertoge. Maurits wint Sluis. XI. Oostende gaat, eindelyk, over, by ver- drag. XII. Vrede tusfchen Spanje en Enge- land. Wat, in dezelve, den VereenigdenGe- westen aanging. XIII. De Staaten weigeren Koning Jakob de vrye vaart naar Antwer- pen. XIV'.Schriften en bedenkingen,den Vre- dehandel betreffende. Historie van Ever hard van Reyd.t Antwoord, aan de Keizerfchen. X V. Prins Maurits belegert Antwerpen vrug- teloos. Wouw gewonnen. XVI. Hautain on- der fchept eenigefchepeh met Spaansch Krygs- Vöik. Spinola verovert Oldenzeel én Lingen. XVIÏi Aanflagen des Aartshertogs op Ber- gen op Zoom* Spinola verflerkt Roeroörd. XVIïI. Maurits trekt op. Een deel zyns Le- gers wykt.- Hy trekt af. Wagtendonk en Krakouverlooren. XIX. Aanßagop Gelder. 'Voordeel behaald op de Duinkerkers. XX.Ver- rigtingen der Maatfchappye in Indie. XXI. De Staaten beßuiten, verweerenderwyze; te oorlóogen. Onlusten inFrankryk. XXIL Twist tusfênen den Hertog en de Stadyan Brunswyk. XXIII. Buspoeder-verräad in Engeland. Ge- fehlt tusfchen den Paus en den Staat van Ve- netië. XXIV. Bredevoart verlooren.Graaf Henrik herwint het. Aanßag op Sluik'XXV. Spinola komt te velde." Jußiniani' èoeki', te vergeefs, in de Betuwe $e dringép. Maurits lef'chanst de Waaien Tsfel. ' XXVL Spinola ■ verovert Grol en Rynberk. XXVII. Aanßag van Graave Henrik op Venlo. Muitery in 's vyands Leger. XfXyill. Lochern herwonnen. Prins
|
|||||
)
|
|||||
XXXIV. Boek. HISTORIE. 131
|
|||||
Prins Maurits belegert Grol. Verlaat het*
XXIX. Zeetogten van den Admiraal Hau-
tain. Tsfelyke daad van Reinier Klaaszootté XXX. Dood van den Graave van Hohenló
en van Graave Jan van Nasfau den ouden. Filips Willem, Prins van Oranje, trouwt. XXXI. Schade inTcxel. Graaf Henrik ver-
rast Erkelens. V Kasteel te Groningen ge- ßegt. XXXII. Ontwerp tot het opfegten eener Wesündifche Maatfchappye. De Staaten der Vereenigde Gewesten., ifoa.
befpeurende, dat de aanwas des Koop- —!—" handels en der Meevaart hen, meer dan iet ^ *• anders, in ftaat ftelde, om de kosten van vac„ ,Je den lastigen en langduurigen oorlog goed opkomst te maaken, hadden , in de Lente deezeä der aige- jaars, beflooten, eene algemeens Oostindi- Qe^tiii fche Maatfchappy van Koophandel op te fc}°* regten, die, allengskeiis, zo veel aan- Maa- ziens gekreegen heeft, dat het der moeite ^iiap* wel waardig zal zyn, haare opkomst en fpfl^ voortgang', hier, omftandiglyk, te boek te ftellen. Het gedeelte van Azië, welk zig meest Oudtte
oostwaards ftrekt, heeft, hierom, 'en om ^an^ het van Amerika, welk, in 't gemeen, Weiß ufdief3 indie genoemd wordt, te onderfcheiden, naar de Rivier de Indus, die dit gewest, westwaards, bepaalt, den naam van Oostin- die gekreegen. Veelerlei vrugten en gewas* fen levert dit ruim gewest uit, waarom het* reeds in overoude tyden, door liandeldry-- vende volken, plag bezogt të Wórden* Eèri I a ésaf |
|||||
——w^|
|
|||||||||||||||
ÏWWWHW"""^
|
•^™
|
|
m^
|
||||||||||||
131 VADERLANDSCHE XXXIV.Boek,
!. der Egiptifche Koningen uit de ftamme der
— Ptolemeë'n , den Nyl met de Roode Zee, door eene gegraaven' vaart, vereenigd heb- bende, maakte, hierdoor, den handel op Indie gemaklyker (#). Doch deeze vaart werdt, door den tyd, onbruikbaar. De handel op Indie bleef nogtans gevestigd in Egipte. Alexandrie was de voornaamfte Marktplaats der Indifche waaren : welken, van daar, te fchepe, naar Italië en verder westwaards, vervoerd werden (£). Na dat de Saraceenen meester geworden waren vän Egipte, vervolgden de Soudaanen van dit gewest den handel op Indie, die hun, jaar- lyks, merkelyke voordeden aanbragt. On- der anderen, ontvingen zy veelerlei Spece- ryen, vooral Peper, Gengber, Wierook en Kaneel, van Malabaar en Kambaai, die, te fchepe, te Aden, aan de Roode Zee, en van daar, op katneelen, te lande, in negen da- gen, naarCW aan den Nylftroom, gebragt werden. Hier werdenze wederom gefcheept, en den ftroom af naar Babiion in Egipte ge- voerd. Omtrent Wynmaand nu, wanneer de Nyl verre over zyne oevers vloeit, bragt menze , door eene gegraaven' vaart, die dan vol waters raakte , nog tweehonderd mylen verder, naar Alexandrie. Vanwaar, zy, te fchepe, naar Venetië kwamen, en voorts, door de Koopluiden van allerlei Landaart, ook Nederlandfchen, die zig hier
fa) Strabo Libr. XVI. p. 781 [1128], XVII. p. 798, 804.
S15, [1149» "56> »7°]-
C*) Pliniüs Lifr, VI. Cap. 23, 29. Grotii Hift. Libr.
XV. p. 492. |
|||||||||||||||
IÓO
|
|||||||||||||||
XXXIV. Boek. HISTORIE. 133
hier hadden nedergezet (V), alomme, met 1602.
naame naar de Nederlanden, vervoerd wer-----——
den. De Venetiaanen, nogtans, de zwaare
Egiptifche tollen, die omtrent een derde deel van de waarde der fpeceryen beliepen, myden willende, haalden, in de veertiende eeuwe of eerder, de fynfte en kostbaarfte fpeceryen, als Kubebe of Staajrtpeper, Spi- ca Nardi, Nagelen, Nooten-muskaaten en Foelie, niet van Alexandrie, maar van A- leppo, of eenige andere haven aan de Mid- delandfche zee, onder 't gehied der Tar- taaren of Turken, die thans ook Perfie be- heerschten. Van Ormus en Kis, gelegen in de Perfifche Golf, plagten, al van ouds, In- difche waaren, te water, langs de Tigris., en voorts, te lande, naar Antiochie of ee- nige andere haven daaromtrent, gevoerd te worden; die dan, van daar, in Italië kwamen. In laater' tyd, werden de waa- ren, te Bagdad, aan de Tigris, ontfcheept, en van daar, naar 't fchynt, te lande ver- voerd. De vragt der Indifche waaren, op deeze wyze aangebragt, beliep egter veel meer, dan of menze van Alexandrie haal- de: doch hier waren de tollen wederom veel zwaarer: 't welk de reden was, waar- om men niet dan fyne fpeceryen, die de vragt beter veelen konden, van Bagdad naar den zeekant, en voorts naar Europa voerde. Doch wanneer 't eens gebeurde, dat men Kaneel en Gengber, van Bagdad aangebragt, naar Italië affcheepte, bevondt men
CO Zit III. Deel, il. 251 Aant. (&).
I3 |
||||
134 VADERLANDSCHE XXXIV. Boek.
1Ö02. men deeze fpeceryen veel beter, dan die,
*~-,— over Alexandrie, uit Indie kwamen: 't welk met de Gengber wel twintig ten hon- derd fcheelde. Men nam, hierom, in o- verleg, om fterker op de Turkfche winge- westen te handelen, in verwagting, dat de aanvoer der grover fpeceryen, die, aldaar, tot nog toe, weinig geweest was, 't welk de pryzen hoog gehouden hadt, fpoedig en fterk toeneemen zou. Zelfs vondfc men 'er, die lust genoeg toonden, om zelven, over Bagdad, naar Indie te trekken, tot het doen hunner inkoopen. De Tartaafen fton- den den westerfchen handelaaren, die naar Indie wilden, den vryen doortogt toe. Doch de Soudaanen van Egipte, meer gezet op het behouden van den Indifchen handel, gedoogden niet, dat iemant uit het westen, door hun Land, naar Indie tooge (W). Of, evenwel, de handel over Bagdad, in de veertiende eeuwe, fterker gedreeven werdt, is my niet klaarlyk gebleeken. Doch de In- difche waaren, met naame de fpeceryen, kwamen, nog tot omtrent het einde der vyl- tiende eeuwe, alleen over Venetië, in de Nederlanden (V). De Por- in den aanvang dier eeuwe, hadden de worcHi'1 Portugeezen zig eerst begonnen uit te leg- 'er mees- gen-> °P net ontdekken van nieuwe Landen, u-r van. zuidwaards van hun afgelegen. Doch 't liep aan, tot in 't jaar 1474, eer zy de Kabo Verdifche of Zoute Eilanden vonden : waar- na 00 Marin. Sasut. Secret. Fidel. Crue. Libr. I. P. I.
Cap. I. p. ca. Lifo. UI. P. XIV. Cap, XII« p. 260, CO Reigers?. III. Deel, il. 350, |
||||
XXXIV. Boek. H I ,S TORI E. 135
na zy hunnen handel, langs de Westkust 1602.
van Afrika, tot aan Kongo, voortzetteden. -----,.
Vasko de Gama zeilde» niet voor 't jaar 1498, ,
om de Kaap de goede Hoop, naar lndie. Hy lgndde te Kalikut, aan de kust van Ma- labaar, van waar, men wist, dat de Indi- fche waaren, naar Bagdad en Aden, plag- ten gevoerd te worden. Hy vestigde hiel- den handel der Portugeezen, onaangezien de tegenkanting der- Arabieren, die daar nog de grootfte Koopluiden waren. De Ko- ningen van Portugal zonden, ledert, langs deezen zelfden weg, aanzienlyke Vlooten naar lndie, en maakten zig van den mees- ten Indjfchen handel, van veele kusten en aanzienlyke Eilanden zelven, binnen wei- nige jaaren, meester (ƒ'). De fjceceryhan- del der Molukfehe Eilanden bragt hun 't meeste gewin aan : waarom Karel de V. Ferdinand Magdianes, langs eenen nieuwen weg, door de Zuidzee en de Straat, die naar hem den naam heeft, in den jaare 1520, ook derwaards zondt. Doch hier uit rees eene merkelyke twist, tusfchen Span- je en Portugal; dié van zelf eindigde, na dat Portugal en de Portugeefche bezittin- gen in lndie Filips den II. in handen ge- vallen waren. Ondertusfchen, waren de Portugeezen zo dra geene meesters gewor- den van de vaart op lndie., of men kreeg geene Indifche waaren meer over Venetië. Alles, met naame de fpeceryen kwamen, met Portugeefche fchepen , ' herwaards ; doch
OQ Msteilen XXlV.,/J*fi, ƒ. 448, verf... ,£>}' . . .
U |
||||
i2j6 VADERLANDSCHE XXXIV. Boek.
1602. doch moesten wel tweemaal zo veel gel-
-------den, als te vooren (g).
De Hol- De Hollanders en Zeeuwen haalden, door
ianders den tyd, de Indifche waaren zelven uit en Zeeu-Portugal. Doch toen hun, in den »jaar e Kinnen6' r5^4» de vaart derwaards belet werdt, be- op Oost- gonden zy zig toe te leggen op afgelegener indie te reizen. Sommigen voeren op Archangel: vwren. anderen op de Kabo Verdifche Eilanden , vanwaar zout gehaald werdt : ook, wat laa- ter, fterker dan te vooren, op Italië, en, onder Franfche vlaggen, op verfcheiden' havens onder het Turksch gebied (A). Doch om de vaart op Oostindie werdt eerst ern- ftig gedagt, na dat de Engelfchen , in den jaare 1586, reeds eenen voordeeligen togt derwaards gedaan hadden, en na dat de vaart op Spanje en Portugal geweldiglyk begon belet te worden (T). Korneas en Fre- drik Houtman, Zoonen van Pieter Kornelis- zoon Houtman, Brouwer te Gouda, hadden zig, in 't jaar 1593, naar Lisbon begeven, en, van daar, de noodige onderrigtingen, omtrent den Indifchen handel, medegebragt. Kornelis begaf zig, in 't volgende jaar, naar Amfterdam , daar hy eenige Koopiuiden be- woog , tot het uitrusten van vier fchepea (£), die, onder zyn beleid, in Grasmaand des jaars i§y5, uit Texel, in zee liepen (/). Houtman hieldt den zelfden koers, tdien de Por-
(g~) Rejgf,r5b. II. Beel, il. 350.
fhy Zie Mbtehen XIX. Hoek, f- 371 verf.
O i Mor XXXV. Hoek. il. 17 [3341.
(|) B<w XXXV. Hoek, il. io, au fert, 337].
CO llefol. Holl. na 29 Maart, 1595. iU 103.
|
||||
XXXIV. Boek. HISTORIE. 137
Portugeezen volgden, zeilende voorby de
Kaap de goede Hoop. Hy deedt verlchei- den' kusten en Eilanden aan, daar Portugee- fche Volkplantingen waren, of daar de Por- tugeezen zig, ten minste, met bewilliging der Indifche Regeeringe, hadden nedergezet: onder anderen ook Bantam, op het Eiland Java, alwaar hy, door 't beleid der Portu- geezen, in openbaaren oorlog raakte met de Ingezetenen, 't Zelfde lot wedervoer hem, ook aan andere oorden. Hy Haagde, der- halve , byna overal, ongelukkiglyk, en kwam, na veel fukkelens , in Oogstmaand des jaars 1597, met drie fchepen, in 't Vaderland te rug (m). De Koopluiden, die deeze eerfte reis bekostigd hadden, waren Hendrik Hud- de, Keinier Pauw, Pieter Dirkszoon Have- laar, Jan Janszoon Kar el de Oude, Jan Poppen, Hendrik Buik, Dirk van Os, Sie- wert Sem en Arend ten Grootenhuis. Zy noemden hunne Maatfchappy de Kompagnie van Verre (n). De flegte uitflag hunner eerfte onderneeminge benam hen egter den moed niet. Gerard Bikker, federt, in hun- ne Maatfchappy ontvangen hebbende, veree- nigden zy zig, met eene andere, beftaande uit Fincent van Bronkhe-rst, Simon Janszoon Fortuin, Govert Dirkszoon, Komelis van Kampen, Jakob Thomaszoon, Ellert Simons- zoon Jonkhein en Jan' Hermanszoon , al- len ook Amfterdamfche Koopluiden (0). En dee-
fm) C. Houtman Reiz; na Osstind. VU I, 5, 33, 45*
44 > 5"> 55» 8«, 93, t'X>.' Cs) Htm XXV. juiek, H. 20 [337] XXXII.Ilock, W. 15 tat}. C o) Oostind. Voyag. 1. lul. bl. 2.' IS
|
||||
138 VAD.ERLANDSCHE XXXIV. Boek.
1602. deeze vereemgde Maatfchappy bragt, in 't
w------jaar 1598, agt fchepen in zee, die, onder 't
beleid van Jakob Korneliszoen van Nek, de
reis naar Indie deeden. De Vloot was, ge- lyk de voorige reize, door 's Lands Staaten, voorzien van gefchut Q>~). Vier van deeze fchepen kwamen, binnen vyftien maanden, behouden te rug, medebrengende, onder an- deren, vierhonderd last Pepers, en honderd last Nagelen, die zy, te Bantam, gelaaden hadden. Ook bragten zy Prinfe Maurics ee- nige gefchenken mede van den Koning van Bantam. De andere fchepen bezogten Am- boina , Banda en Temate , en kwamen , in 't jaar 1600, in 't Vaderland wederom (g). De togt was zo wel gedaagd, dat van Nek, ten tweede maale, in Zomermaand des jaars 1600, met zes fchepen, uitgezonden werdt. Hy vondt den Koning van Ternate misnoegd op de Portugeezen, tusfchen wel- ken en de onzen, in Zomermaand des vol- genden jaars, een kleine fcheepsftryd voor- viel. Voorts deedt hy eenen voordeeligen inkoop van Peper te Patane, alwaar hy eene Logie liet opflaan, met verlof der Konin- gin ne (V). Zy zei- Midlerwy], hadden eenige Zeeuwfche en Ien Rotterdamfeh e Koopluiden, met naame den Aiird- Bätikazar Moucheron t Adriaan Henrikszoon
kloot. ten C/O Refel. HoU. g Sep. 1597. U. 428. 16 Jan. 7 Febr.
Ijyl(. tl. 31, 47. QD Tacob van Neck Sctiipv. »p Oostintl. hl. 7, 8, 17,
19, 27, 42. Bon XXXVI. Boek, tl. $'ö [561]. Meieren XXII. Boek, f. \\y. (O Tweede Schipv. van J. van Neck agt. O. v. NöoiCts
fteizc il. 70 en». |
||||
XXXIV. Boek. HISTORIE. 139
ten Haafy N. Langeberke, Jan van der i<jas.
Veeke, Bieter van der Hagen (V) en ande--------
ren ook eene Maatfchappy opgeregt, en ver-
fcheiden' togten naar Indie bekostigd (?), eerst in den jaare 1598,. met vier fchepen, onder Jaques Mahu, die, door de Straat van Magellaan, naar de Molukken zeilde (V); en, daarna, nog meer dan eens, onder Ste- ven van der Hagen, Jakob Willekens, Jo- ris van Spilbergen, Laurens Bikker en ad- deren. Doch de reis door de Straat van Ma- gellaan was'ook, wat laater in't jaar 1598, door Olivier van Noord van Utrecht, vaa- rende voor eenige Koopluiden van Amfter- dam en elders ondernomen. Hy bezogt de Dieven Eilanden en Manilla, alwaar hy met de Portugeezen flaags raakte, en de overwin- ning behaalde. Voorts keerde hy, over Bor- tieo en Java, langs de Kaap de goede Hoop, te rug (v). De Staaten van Holland hadden hem ook voorzien van gefchut en krygshe- hoeften (V). De handel op Indie gaf zo nierkelyke voordeden, dat de lust tot den z elven, van tyd tot tyd, aanwies. Doch alzo de onzen, alomme, zeer gedwars- boomd werden, door de Portugeezen, die fomtyds te wege bragten, dat de Indifche Vorften de Hollandfche bevelhebbers vyand-
(_s) Refbl. Holl. 23 T)ec. 1597. hl. 603.
CO Meteuen XIX. Hoek f. %Ji. '
(u) Voyage van vyf fchepen agt. de Reize van J. van
Neck hl. 61. Oostind. Voyag. I. Deel, bil. hl. 2. 00 Olivier van Nooiits Schipv. hl. 3, 10, 31, ?,8, 40.
4?> 49 ■> 54 > 5fj- OttOTii Hifi. Ui/r. X. p, 415. Mstkoih XXII. lloik, f. 437. O) Zie Kafol. Uoll. 24 Juny 1593. lil. 205.
|
|||||
\
|
|||||
i4o VADERLANDSCHE XXXIV. Boek;
i^o2. vyandlyk bejegenden, en aan 't leeven kwa-
■------- men (#); befloot men, de fchepen te voor- zien van bedelbrieven op den naam van Prin- fe Maurits, waarby zy last kreegen, om, te- gen elk, die hunnen handel bekommerde, geweld te gebruiken, il. De Zeeuwen hadden, al voor de Amfter- Hunne dammers, de vaart naar Indie zoeken te tonen1'5' °Penen» en> m. '* 3aar *594» ^ee fchepen
om door uitgerust, die den weg derwaards op te 't Noor- fpooren hadden, door het Noorden en langs den, ee- Waaigats. Doch eer zy vertrokken, hadt ma Chf- 'er ^e Admiraliteit te Amfterdam, bewoo- na en " gen door den Predikant Petrus Plancius, een indie te derde fchip bygevoegd. Plancius was be- vinden, dreeven in de kandbefchryving en Sterre- kunde, en gaf eenige redenen, waaruit men hoop fchiep, öm, zelfs agter Nova Zembla om, naar China te können zeilen. Jan Hui- gen van Linfchaoten, een Haarlemmer, die lang onder de Portugeezen in Indie verkeerd hadt, begaf zig op deezen togt. Men zeilde door de Straat Nasfau, ontdekte verfchei- den' Eilanden in 't Noorden , en keerde, tegen den Herfst, te rug (y). Linfchooten deedt, in den Haage, zulk een verflag van deeze reize, dat de algemeene Staaten, aan- gezet door den Advokaat Oldenbarneveld, eenige gunftige voorwaarden aanbooden, zo byzondere Koopluiden den zelfden togt, nog eens, in 't volgende jaar, onderneemen wil-
00 Zie Metbren XXVI. Doek, f. 495 verf.
CjO Eerde fcheepstogt, Noordoiu, hl. 1-4. JJor XXXI. Boek, il. G9-74 [«07-873]. |
||||
XXXIV. Boek. H I S T O R I E. 141
valden (2). 't Gefchiedde. Doch de fche- i$ojr,
pen, wederom aan de Straat Nasfau en 't -------
Staaten-Eiland gekomen. Werden, door de
felle koude en 't gevaar van 't ys, genood- zaakt te rug te keeren («). In het jaar 1596, ondernam men deezen togt, voor de derde reize, hebbende de algemeene Staaten vyf- entwintigduizend guldens beloofd, aan die, benoorden om, naar China zou gezeild zyn (&). Te Amfterdam, werden twee fchepen uitgerust, onder bevel van Jakob Henriks- zoon Heemskerk en Jan Komeliszoon Ryp. Zy zeilden tot boven Nova Zembla, op meer dan tagtig graaden hoogte, alwaar zy een uitgeftrekt Land ontdekten, welk fommigeii voor Groenland hielden, hoewel men, na- derhand , geoordeeld heeft, dat Groenland meer zuidwaards legt. Zy gaven het vreemd en onbewoond gewest den naam van Spits- bergen (V). Heemskerk, beweerende, dat men, eerlang, eene ruime zee ontdekken zou, hieldt zig omtrent het noorden op. Ryp keerde wat naar 't zuiden, om daar, oost- waards, den begeerden doortogt te zoeken. Doch hy werdt, eerlang, door ftorm, ag- teruit, op de Rusfifche kust gefmeeten. 't Schip van Heemskerk was, midlerwyl, zo vast bezet geraakt in 't ys, dat men zig ge- noodzaakt zag, het zelve te verlaaten, en op Nova Zembla, in eene opgeflaagen' hut-* te,
(2) Zie Refid. Hel!, i May, 7, 10, 12, 16 Jttny 1595.-
l/l. 168, 201, 205, Q07, 2U, 233.
O") Bor. XXXII. Hoek , l/l. 16 [23]. enz. Tweede fcheeps-
togt, Noordom, hl. 4-9. t*) Refol. Holl. \x Maart, n April 1596. il. 86, 139. CO Gp.otii Hifi. Libr, V. p. 27a. |
||||
Ha VADERLANDSCHE XXXIV. Boek;
• 1602. te, te overwinteren. Hier zag het fcheeps-
■ volk, in tweeè'ntagtig dagen, de zon niet, en fleet den tyd, in de felfte koude: ook,
zo lang de zon boven de kimmen was, in groot gevaar van de beeren. Eenigen be- zweeken onder den last deezer rampen. Om- trent het midden van Zomermaand des jaars 1597, begaven zy zig, met twee open' fchiü- ten, van Nova Zembla, in zee. Op deeze hagchelyke reize, liepenze nog groot gevaar van 't ys. Zy hielden 't egter digt aan de kust van Nova Zembla, op welks uiterften hoek, zy, hier en daar, eenige. Rusfifche Visfchers aantroffen. Eindelyk, ftaken zy over naar Lapland, en landden, gelukkig- lyk,te Kola, daar zy Jan Korneliszoon Ryv vonden, met wiens fchip, zy, in 't begin van Wynmaand, naar huis keerden. Behal- ve Heemskerk, waren 'er elf man in 't lee- ven gebleeven, van vyftien of zestien, die op Nova Zembla overwinterd hadden 00« De gevaarlykheid van den togt om 't Noor- den naar China en Indie heeft onze Lands- luiden, federt, fterk van den zelven afge- fchrikt; hoewel de hoop om, ïangs deezen weg, doch westwaards af, de reis naar 't Oosten te bekorten , by hunne nabuuren , de Engelfchen, nog niet geheel fchynt ver- dorven te zyn. De vaart naar Indie ge- fchiedde , gemeenlyk, langs den gewoon- lyken weg, voorby de Kaap de goede Hoop. De
00 Derde Schcepstogt, Noordom, hl. 10-40. Bon XXXIV.
litiek, bl. 32-37 [3S7-344. Meieren XIX. Jioek, ƒ. 358 rtrf. |
||||
XXXIV. Boek. HISTORIE. 14s
|
|||||||
De Koning van Spanje zag den aanwas i6ot.
des Indifchen handels in Holland en Zee- |
|||||||
land, met groot ongenoegen. Hy hadt, m.
reeds in 't voorleeden jaar i£oi.j aan Don Po°gm- Andreas Hurtado de Mendoza.,-.• die eene fiiips* Vloot in Indie geboodt, en, onlangs, den den lil. Malabaarfchen zeefchuimer Kunala overwon- om den nen hadt, last gegeven, om den onzen den j""°an. handel te beletten, en zelfs zulke Indifche de] ia Mogendheden, 4ie onzen handel begunftig- indie te den? yyandlyk. te bejegenen. In gevolge nu beletten, van de ezen last j ze jlde Hurtado, in, den aan- vang deezes iaarsa naar Bantam, daar de onzen, met verlof der Regeeringe, hun- nen meesten: handel deeden. Doch hier trof hy vyf Hollandfche fchepen aan, onder Wolfen Hermanszoon» die hem, eenige da- gen agtereen, zo veel werks gaven,.met geduurige fchutgevegten, dat hy, twee fchepen verlooren hebbende, de wyk nam. Hy zeilde toen naar Araboina, daar hy: alle plaatfen, die met de onzen gehandeld had- '.„' den, deerlyk verwoestte, de, fpeceryboQ- '; ,; men, alomme , verdelgende en uitrooijen- de. Maar Wolfert Hermanszoon, met groo- verbon- te blydfchap, ingehaald, te Bantam, begaf den met zig, eerlang, naar Banda, daar de beste i^'^A. Nooten-muskaaten 'wasfen, en floot, al- iie(<jfn" " daar, een Verhond met de Eilanders, by welk hy het Eiland beloofde te befcher- mén tegen de Portugeezen, mids zy hunne fpeceryen alleen aan de onzen verhandel- den. Voorts, verbondt men zig, 'eikande- ren , ter zaake van den Godsdienst, niet lastig te zullen vallen, en elkanders over- I00--
|
|||||||
144 VADËRLANDSCHE XXXIV.Boee.
1602. loopers niet te zullen aanhouden (e). Dier-
——— gelyke Verbonden zyn ook met andere Indi- fche Koningen en Volken geflooten, omtrent deezen tyd. De Koning van Ternate, een ',',,-■:■ der Molukfche Eilanden, is, door van Nek, tot bondgenootfchap bewoogen (ƒ). Spil- bergen heeft een Verbond gemaakt, metjFÏ- mala, Koning van Kandi, op 't Eiland Cei- lon, daar de beste Kaneel valt (g). De Ko- ningin van Patane, op de kust van Coehin- china, heeft zig, ook door van Nek, in 't bondgenootfchap der Vereenigde Gewesten, laaten brengen (K): gelyk wy reeds te ken- nen gegeven hebben. Men handelde, ge- meenlyk, met deeze volken, in de Portu- geefche fpraake, die zy, door hunne ver- keering met de Portugeezen, geleerd had- den, verfchii- Doch met den Koning van Achem, op 't ïonmet Eiland Sumatra, daar veel Peper groeit, jle"' ^ hadt men, tot hiertoe, nog geen verband Achem, können fluiten. Hy was 't, die, in 't jaar op Suma- 1599, verfcheiden' Hollanders, en onder dee- ua. zeri, Kornelis Houtman , op aanhitfing der Portugeezen, om 't leevqn gebragt hadt. Na- derhand hadt hy, zig gelaatende hiervan be- rouw te hebben, de Hollanders nog eens misleid; den koop der fpeceryen, met hen gemaakt, buiten reden , verbreekende , 't welk Paulus van Kaarden, die 't bevel voer- de 00 Meteren XXV. Boek, f.'^^ verf. Gliom Hifi. Liin
XI. ƒ/. 426. Cf) Tweede Schipv. van J. van Neck agt. O. v. Nóorts / Reize Ui 64. enz. Cg) J. van Spilbeugens Eerde Reize, bl. 27 enz.
(Jt~) Tweeds Schipv. van J. van Ne<5k, il. 71, |
||||
XXXIV.Boek. HISTORIE. 145
de over de Hollandfche fchepen , bewoo- «tói.
gen hadt, om eenige Arabifche Vaartuigen, —-—•' kort na 't uitzeilen der haven van Achem, te veroveren. Hieruit hadden de Portu- geezen gelegenheid genomen, om de onzen als eenen hoop woeïte zeefchuimers verdagt te maaken,by den Koning van Achem. Doch die een twee Zeeuwfche fchepen, onder Gerdrd de gezam- Rooi enLaurens Bikker, te Achem geland, ^fp bewoogen hem, wat laater, om een gezant- waa"r(]g fchap, met hen, herwaards, te zenden , en zendci met zekerheid te verftaan, dat zy geene famengerotte roovers , maar een volk wa- ren , vermaard om hunne trouwe en ryk- dommen, en met niemant in oorlog , dan met Spanje. De Koning liet zig deezen voorflag gevallen. Op de te rug reize, by 't Eiland S. Helena, veroverden de Zeeuwen eene ryke Portugeefche Karaak, met paar- len en andere kostbaare waaren gelaaden. 't Volk van dit fchip werd aan de kust van Brazil aan land gezet, "t Hoofd der Achem- fche gezanten overleedt in Zeeland; daar men, ter zyner eere , een grafteken iligt- te. De overigen hadden gehoor by Prinfe Maurits in 't Leger voor Graave: op wel- ke Stad, men hen twee ftukken gefchuts deedt losfen. Voorts, zagen zy het Leger en de wyze van belegeren, met de uiterfte verbaasdheid. Men floot, eerlang, een. Ver- bond van Vriendfchap en Koophandel met hen. Ook bezorgde men den Arabieren vergoeding voor de fchade, die van Kaar- den hun, by Achem, aangedaan hadt. In IX, Deel, K 't |
||||
Ï46* VADERLANDSCHE XXXIV. Boek
|
|||||
1602. 't volgende jaar, keerden de gezanten te rug
■-------(7): vervullende , federt, de lndifche ge- westen met den roem der Vereenigde Neder- landeren : 't welk veele andere volken ge- negen maakte, om zig met hen te verbin- Ileems- den. Jakob Heemskerk, dezelfde, die op neem: Nova Zembla overwinterd hadt, daarna, eene met twee fchepen, gezeild naar Malakka, Portu- vondt zo veel ingang by den Koning van geefche Jora, dat deeze, gebeeten op de Portugee- Karaak. zen^ j^m eene ryke Portugeefche Karaak aanwees, welke hy, in de zeeëngte tusfchen Sumatra en Malakka, veroverde. Zy kwam van Makao, in China, van welke Stad de Portugeezen bezitters waren, en alwaar zy, onlangs, eenige Hollanders hadden opge- hangen. Heemskerk fchonk, nogtans, het fcheepsvolk het leeven (£)• De Karaak werdt herwaards gevoerd, en goede prys verklaard : onaangezien de tegenkanting ee- niger Portugeefche Koopluiden, die zig in Holland hadden nedergezet. Deezen berie- pen zig op de oude viïendfchap der Portu- geezen en Hollanderen, al voor vier eeu- wen , in de togten naar 't Heilige Land, ten tyde van Graave Willem den eerften (/) aangevangen: en op de voorregten, toege- ftaan aan die van hunnen Landaart, wel- ken zig, na 't bemagtigen van Portugal , door Filips den II, in Holland of Zeeland, wilden komen nederflaan: gelyk veelen, uit haat tegen de Spanjaards, en om van de Spaan-
co Meteren XXIV. Pnek,f. wn>;x. f*) Meteren XXV. Hoek, f. 475. XXVI. Hoek, f. 495. CO 2U 11. tiecl, bh 343. |
|||||
XXXIV. Boek. HISTORI E. itf
Spaanfche Inqnifitie niet voor Jooden of Ma- 1602.
hometaanen verklaard te worden, gedaan had--------
den (jn). De Staaten oordeelden, nogtans,
dat de Portugeezen, die zig, onder't Spaansch gebied, in Indie onthielden, met reden, voor vyanden, en derzelver goederen, voor goe- den prys , gehouden werden; 't welk zy, ook by openbaare Plakaate, verklaard heb- ben (n). Doch of de goederen, Italiaanen toebehoorende , en gevonden op de geno- men' fchepeü, ook verbeurd waren, was twyfelagtiger. 't Gefchil hierover werdt,, by verdrag, afgedaan (0). Dusdanig omtrent was de iiaat des Indi- IV.
fchen handels, zo lang dezelve nog door j^f^"" byzondere maatfchappyen gedreeven Werdt. deopreg_ Doch men ontdekte haast merkelyke onge- ting der makken, in deezen byzonderen handel (p). aigemee- Sommige fchepen, komende aan de beste "„d$Sjg liandelplaatfen in Indie, konden geene vragt j^aat. krygen, om dat anderen hunnner Landslui- fctap- den hun te gaauw geweest waren, en de pye. goederen, voor hunne aankomst, wegge- kogt hadden. De pryzen werden, in Indie, hoog opgejaagd; hier , daarentegen, fom- tyds, laag gedrukt ; wanneer verfcheiden' Maatfchappyen, tevens, koopen of verkoo- pen wilden. Men begreep ook, eerlang, dat 'er meer magts, dan byzondere Koop- luiden hadden, vereischt werdt, om den han-
(m) Uefbl. Wotl. 15-26 Oiïoh. 1602. hl. ffaa»,
O) Refol. Ho". 18 Febr, -------ao Maart, 12 Seph 1603
W. 43, 13p,, 23 /fug. 1604. il. 2.17.
(o) Zie Grotii Hift. Lil/r. XI. p. 457, 418. ' (p) Zk Refül. Holt. 30 Aug. 1599. U. 331,
K 2
|
||||
148 VADERLANDSCHE XXXIV. Boek.
i6oï. handel in Indie te vestigen , en tegen den
------- Spanjaard te befchermen. Alle deeze en
andere redenen hadden de Staaten der Ver-
eenigde Nederlanden doen befluiten, om alle de byzondere Oostindifche Maatfchap- pyen tot eene algemeene te vereenigen, die, eenentwintig jaaren agtereen, alleen vryheid hebben zou, om, beoosten de Kaap de goede Hoop en door de Straat van inhoud Magellaan, te vaaren, 't Oktroi voor deeze ■/au der- nieuwe Maatfchappye was, op den twin- !e! aer tigften van Lentemaand deezes jaars, gete- q^ j. kend, en verder van deezen inhoud: „ De ,? Kamer van Amfierdam zou de helft heb- „ ben in de gantfche Maatfchappy: de Ka- lmer van Zeeland een vierde, de Kamers ,5 op de Maaze, dat is te Delft en te Rot- terdam, en in 't Noorderkwartier, dat is, „ te Hoorn en te Enkhuizen, ieder een zes- j, tiende. Alle de Kamers zouden beftierd >, worden, door de toenmaals dienende Be- „ windhebbers, die nogtans uitfterven zou- „den, te Amfterdam, op twintig, in Zee- 5,land, op twaalf, en in ieder der andere ?jvier Kamers, op zeven Perfoonem Tot „ vervulling eener opengevallen' Bewind- w hebbers Plaatfe , zouden de overige Be~ „ windhebbers een drietal benoemen, waar- w uit de Staaten van 't Gewest de verkie- wzing zouden doen. Zy moesten, ten min- ,rfte , voor duizend ponden Vlaams, aan- deel hebben in de Maatfchappye, uitge- jjnomen te Hoorn en te Enkhuizen, daar j, zy met vyfhonderd ponden volf laan kon- „den. De algemeene Vergadering dee- „zer
|
||||
XXXIV.Boek. HISTORIE. 149
„ zer Kameren zou uit zeventien bewind- 1602,
„ hebbers beftaan, agt wegens Amfterdam, ■-------
„ vier wegens Zeeland, twee van de Maa-
„ ze , en twee uit het Noorderkwartier, „ zullende den zeventienden daarby, beur- „ telings ', gevoegd v/orden, door de Ka- „ mers in Zeeland, op de Maaze en in 't „ Noorderkwartier: welke Vergadering zes „ jaaren te Amfterdam, en twee jaaren in „ Zeeland zou gehouden worden. De fche- „ pen zouden altoos moeten t'huis komen „ ter plaatfe , daar zy uitgevaaren waren. „ Alle de Ingezetenen deezer Landen kree- „ gen regt, om, binnen zekeren tyd, deel 9, in deeze Maatfchappy te neemen. En „ zulke Gewesten of Steden, die 'er vyftig- „ duizend guldens of meer aandeels in had- „ den, mogten eenen Agent ftellen , om „ hunne belangen gade te Haan. De JVJaat- „ fchappy mögt verbonden maaken met de ,, Indifche Mogendheden, op den naam van „ de algemeene Staaten der Vereenigde Ne- , ;:, „ derlanden, of van de hooge Overheden dev- „ zelven, Sterkten bouwen en Bevelhebbers ,, en krygsvolk aanneemen , mids zy den „ Staaten of hooge Overheid en der Maat- ,, fchappye eed deeden. Men zou geene ,, fchepen , gefchut, noch ander Krygsge- „ reedfchap van de Maatfchappy, ten dien- „ fte van den Lande, gebruiken, dan met „ derzelver bewilliging. Van de pryzen , „ die de Maatfchappy op den vyand ver- 9, overde, zou de Admiraliteit haare ger ?, regtigheid genieten. De Bewindhebbers ?, zouden, in hunne perfoonen noch goe- K 3 ?» dp- •
|
|||||
•
|
|||||
1,50 VADERLANDS CHE XXXIV. Boek.
|
|||||
1598. „ deren, mogen bekommerd worden , om
------- „ de fchulden der Maatfchappye. De ge-
„ neraals der t'huiskomende Vlooten moes-
„ ten den Staaten verflag doen van den -„ ftaat van Indie. Tot eene erkentenis „ van dit Oktroi, zou de Maatfchappy den „ Landen voldoen vyfentwintigduizend gul- „ dens eens, die de Staaten inleiden, in de „ uitreeding der eerfte tien jaaren, op ge- „ lyk gevaar, als de andere deelgenooten „ (#)." De hoofdfom, die in deeze Maat- fchappy werdt ingelegd, wordt van de meeilen op omtrent zesenzestig tonnen fchats berekend. Doch fommigen melden, dat zy, negentig jaaren na deezen tyd, met eene kleine vermindering, op vierenzestighonderd- veertigduizendtweehonderd guldens gebragt: werdt. Van de vereeniging der byzondere Maatfchappyen werdt, teritond, berigt ge- zonden aan derzelver fchepen in Indie", die 'er, in- Lentemaand des volgenden jaars, Eerfle eerst kennis van kreegen (r). Ondertus- uitrustin- fchen , Jiadt de vereenigde Maatfchappy , gen der nQg jn jjjt jaar f eene Vloot van veertien ne Maat- fchep,en in zee gebragt, over welke Wy- fchap- ' brand van Warwyk, als Admiraal, geboodt pye. (V): waarop, tegen 't einde des jaars 1603, gevolgd zyn dertien fchepen , onder 't beleid van Steven van der Hagen. Da uitrusting deezer twee Vlooten hadt meer dan twee - entwintig tonnen fchats ge- kost (q~) Refol. Iloll. 20 Maart i6oz. W. ioß. Groot ^PIaknatb. I.
Deel, kol. 529. (r) Joris van Spilbergens eerfte Reize, II. 50. CO Öostind, Voyag. I. Deel, lul. l/l. 8. |
|||||
XXXIV. Boek. HISTORIE* 151
kost (jt).r Wy zullen, in "t vervolg, verflag 1^2.
doen van haare vei;rigtingen in Indie, en ook,_____
van tyd tot tyd, van , den verderen voort-
gang der algemeene Oostindifche ,Maatfchap- pye.
Midlerwyl, hadden de Hollanders en Zeeu- V.
wen de vaart naar Westindie ook aangevan- Beginfeis gen. Christo f el Kolumbus hadt dit gewest, der vaan wellc den ouden, zo 't fchynt, geheel onbe- fodj,/"" kend geweest was* eerst ontdekt, in den jaa- re 149a, met fchepen van Ferdinand, Ko- ning van Spanje : hoewel het', federt, naar Amerikas Vesputius , den naam van Amerika gekreegen heeft. Men wil, dat de Nederlanders de eerfte gelegenheid tot deeze ontdekking gegeven hebben , naar- dien Beiercour, een Fransch Nederlander, agtenzestig jaaren voor den Scheepstogt van Kolumbus, de Vlaamfche Eilanden gevon- . den, en,, dezelven, federt, aan de Span- jaards verkogt hebbende, hun den weg tot het onderneemen van verdere reizen west- waards geopend hadt (u). De Spanjaards, de Westindifche togten, van tyd tot tyd, voortzettende , ontdekten eerst Florida;, daarna nieuw Spanje, Peru en Mexiko. Zy maakten zig, eerlang, meester van een uit- geftrekt gewest, welk overvloed van goud- en zilvermynen uitleverde. Ondertusfcheh hadt Paus Alexander de VI. de ontdekte en bemagtigde Landen in beide de Indien, reeds, tusfchen Spanje en Portugal, ver- deeld, (O Tweede Voj-arsc van S. van der Hagen, agi, Si>ivbka,->
ütivs Reize'. VI'. 63. Mbteren XXV. llot&,f. 474. v$rf. (rO Thuanus Lilir. I. p. 7. K 4
|
||||
ï52 VADERLANDSCHE XXXIV. Boek.
i€qt. deeld, en 't geene gelegen was bewesten
------eene lyn, getoogen' van de noord- tot aan
de zuidpool, omtrent driehonderdenveertig
mylen, boven de Kabo Verdifche Eilanden, aan Spanje, 't geene beoosten deeze zelfde lyn lag aan Portugal toegeweezen: doch na dat Portugal, onder de heerfchappy van Filips den II, geraakt was, heeft deeze zig Heer van beide deeze gewesten begonnen ie noemen. In Holland, kreeg men de eer- fte gedagten op de vaart naar Westindie, in den jaare 1581, wanneer een Engelsch- man, Butz genaamd, die reeds vyf rei- zen derwaards gedaan hadt, den Staaten äanboodt, eenen togt te willen doen voor hunne rekening, mids men vier Oorlogs- fchepen onder zyn bevel ftelde. Doch men zag toen nog te groote zwaarigheid in zynen voorflag. Nogtans verklaarden de Staaten, wel te mogen lyden , dat de Westindifche vaart, door byzondere Koopluiden hier te Lande , ondernomen werdt (v). Doch 't liep aan, tot in 't jaar 1597, eer Gerard Bikker van Amfterdam, en Jan Kornelis- zoon Leyen* van Enkhuizen, elk eene af- zonderlyke Maatfchappy hebbende opgeregt, de vaart naar Westindie zogten te ope- nen (j*'): hoewél my geene aantekenin- gen voorgekomen zyn vart den uitflag hunner onderneemingen. De Hollanders en Zeeuwen, die, naderhand, door de Straat van Magellaan , den aardkloot rond
O) Zie Rïfol. Holl. 10, 14 Jwty, 7, 32 July 1581. II.
&66, 3R0, 9iü, 376. ' J , •!(«>) Refol. Hoü. 3 Sept. 23 Dec. 1597, hl. 388, 603.
|
||||
XXXIV. Boez. HISTORIE. 153
|
|||||
rond zeilden, gelyk Olivier van Noord en 1602.
anderen gedaan hebben,, deeden ook de-------
kust van Chili aan, en dreeven 'er eenigen
handel (pc). Doch daar verliep nog eenige tyd, eer de vaart op Westindie zo fterk werdt voortgezet, dat men ook van het op- fegten eener Westindifche Maatfchappye begon te fpreeken. Tot dien tyd toe, ver- fchuiven wy het verder verflag van deezen handel. De Lente des jaars 1603 was voor een ge- VI.
deelte verloop en , toen men, hier, tyding Dood kreeg van de dood van Elizabet, Koninginne ^et van Engeland, die, op den derden van Gras- Konin- maand, was voorgevallen (y~). Zy hadt, eer ginne zy overleedt, Jakob, Koning van Schotland,*vanEn- haaren naaften bloedverwant, benoemd tot ,^7 haaren opvolger (3). Ook werdt hy, ter-.____1
ftond, voor Koning uitgeroepen. Hy begaf
zig, daarna, naar Engeland; en werdt 'er, eerlang, nevens zyne Gemaalin, gekroond, waarover, in Holland, de klokken geluid en vreugdevuuren ontfteken werden (a). In 't volgende jaar, nam hy den naam aan van Jakob den eerften, Koning van Grootbritan- )e ; alzo zyn oogmerk was , Engeland en Schotland, onder deezen naam, tot één Ryk, te doen verklaaren: 't welk hem egter mis- lukte (£), De Vereenigde Staaten, wel voorziende, Gezant-
dat fckspder rfr) Zie O. v. Noorts Schipv. tl. IQ.
Cy5Ref°l' IIo!'* 7 April 1603. tl. 115. (2) IvAPlN Turn. VI. p. 492. O) Refol. Holl. 1 Aug. 1603. hl. 183. (.*) E.APIN Tom, YU.p. 33. 35, 55. '' |
|||||
i54 VADERLANDSCHE XXXII. Boek
1603. dat deeze verandering gefchapen ftondt ,
-^=^=..merkelyken invloed te hebben op den ftaat Staaten hunner zaaken, verzuimden niet, de gunst ning'ïa- des nieuwen Konings te zoeken; tot welke kobiteiil.zy zig, reeds eenige jaaren herwaards 9 zelfs zonder de afgunst der overleeden' Ko- ninginne te ontzien, den weg gebaand had- den (V). Zy wenschten -hem, terftond, ge- luk met zyne komst tot de kroon, in eenen beleefden brief, en, naderhand , door een / plegtig gezantfchap : welk, door Graavc >-*'--Henrik Fredrik, Walraven, Heer van Bre- '■\ 'derode, den Advokaat Oldenbarneveld, en ' .}".._ ,'Jakob Valke , Rentmeester van Zeeland» .;,,; ^bekleed werdt. De gezanten kwamen " ' te Londen, flegts agt dagen na den Ka- ,'J(^'°3t»ng , die hun gehoor verleende, op den zevenentwintigften van Bloeimaand. 't Voor- naamfte hunner aanfpraake ftrekte, om hem op te zetten tegen den Spanjaard, en te be- weegen, tot onderfteuning der Vereenigde gewesten, 't welk, als een werk van God- vrugtigheid, regtvaardigheid en voorzigtig- heid, geroemd werdt. Ook verzogten ze, ten befluite, 's Konings toeftemming, om elf fchepen, met verlof van Elizabet- ge-' laaden met krygs- en mondbehoeften, tol ontzet van Ooflende, uit Engeland, te, mogen voeren. De Koning gaf hun vrien- ndelyk, doch algemeen befcheid, zig ver- .;', ~r ;. ontfchuldigende , op zyne verfche komst tot de Kroon, (é). Hy liet egter niet na, te doen
(O Zie VIII, Deel, hl. 293, 400.
(üÓ MbterÏn X.vV. Boek; f. 46$, 466. |
||||
XXXIV, Boek. HISTORJ, E. 155
doen zien, .dat hy tot vrede geneigd was:
waartoe zyn tra age aart en zyn lust tot Let- teroefeningen hem fterk deeden overflaan. Ook tradt hy, kort hier na, met gezanten van Spanje en van de Aartshertogen,,in open- lyke vredehandelihg. De Staatfche gezan- ten deeden hun best, om deeze handeling, welke zy niet beletten konden, ten minfte, fleepende te houden. Zy vertoonden den Koning, dat 'er flegts weinige jaaren meer behoefden te yerloopen, wanneer Spanje hun de vrede, te gelyk met hunne vryheid, zou afftaan. Oldenbarneveld bragt zelßL eenen brief te voorfchyn, in welken ge- meld werdt, dat Keizer Rudolf dit heime- Jyk oogmerk van Filips den Hertage van Brunswyk, Schryver des Briefs, in ver- trouwen, bekend gemaakt hadt. Eindelyk» drongen zy ook op het regt, dat zy op 'ê Konings hulpe hadden, uit kragte der ver- bindtenisfen, met wylen de Koninginne ge- maakt. De Markgraaf de Rosm, Franfche gezant in Engeland, onderfteunde hun ver- zoek, en floot, eerlang, een Verbond tus- fchen Frankryk en Engeland, waarin ook de Staaten belang hadden. Men verbondt zig, by het zelve „ zyn best te zullen doen, „ om Filips en de Aartshertogen te bewee- „ gen tot het ftaaken van denkryg in de Ne- „ derlanden, of ten minften, om de Staa^ „ ten te houden voor onderzaaten der twee „ Rykén , of des Duitfchen Ryks, onder „ zulke voorwaarden , die hen, voortaan , „ beveiligen konden tegen onderdrukkin- „ gen, en den twee Koningen geen' arg- „ waan
|
||||
iS6 VADERLANDSCHE XXXIV. Boek.
|
|||||||
1603. »5 waan gaven. Doch zo hunne poogingen
------„ vrugteloos mogten uitvallen, zouden zy
„ een bekwaam aantal volks op de been
„ brengen, tot onderfteuning der Staaten: „ welk , in Engeland, geworven ; doch , „ door Frankryk, betaald zou worden, „ twee derden voor rekening van Koning „ Henrik zelv', en het overig derde, in „ afkorting van 't geene hy der Kroone van „ Engeland fchuldig was." Voorts, werdt beraamd, op wat voet de Koningen eikan- deren onderfteunen zouden, zo de Span- jaards een' van beide of beide te gelyk mog- ten willen beoorloogen. 't Verbond, waar- van wy fpreeken, was, *den dertigftcn van Hooimaand, te Hamptoncourt, getekend (V), en bewyst, welk belang de twee Koningen ftelden, in de behoudenis der Vereenigde Gewesten. De Staaten, hoopende, dat de gewoone onderftand van Frankryk, in gevolge deeze overeenkomst, met een derde zou ver- meerderd worden, lieten zig dezelve gevallen. De Vredehandeling tusfchen Filips en Jakob werdt, midlerwyl, voortgezet in Engeland. Doch 't liep aan, tot diep in 't volgende jaar, eer zy haar beflag kreeg. Rudolf Winrnod, Gezant van Koning Jakob in den Haage , vraagde de Staaten, of'zy in 't Verdrag, waar- over in Engeland gehandeld werdt, begeerden begreepen te zyn: doch zy weigerden dit, heufchelyk (ƒ). Graaf
|
|||||||
(O Foiez Dt' Mont Corps Qipl. Tqm, V. P. II. p. 30'
(f) Grstii Hill. Li'jf, XII. p. 433. 43-i 5 435- |
|||||||
XXXIV. Boek. H I S T O R I E. 157
|
|||||||
Graaf Henrik van den Berge hadt, op den 1603.
vyfden van Lentemaand, het Kasteel van |
|||||||
Wagtendonk, door middel van eenig Krygs-1 Vil.
volk, verborgen, in een vaartuig met ftroo, yj^ag- weeten te verrasfen; doch de bezetting der téndonk" Stad, verfterkt met eenige Staatfche Ruitery, verioo- herwon het, binnen zes dagen (g). ren en Weinige weeken hierna, overviel Grob- n"W0H"
bendonk, in de Brabantfche Kempen, vyf staa'tfche kornetten Staatfche Paarden, die, met ver- Ruitery lies van zeventig ruiters, op de vlugt gejaagd geflaa- werden (Ä). " sen. Doch deeze kleine fchade werdt rykelyk Fredrik
geboet, door het voordeel, welk de onzen sP'noIa> federt, behaalden, op Fredrik Spinola. ^"jef, Deez', eenen inval in Waleheren voorheb- geiiaa-" bende, loopt, op den zesentwingften van gen,door Bloeimaand, met agt galeien, uit de haven £e van Sluis, voor welke, drie Staatfche Oor- ^eOor- logsfchepen en twee galeien, onder bevel ïogsfche- van Joost ds Moor, op hunne gewoonlyke pen, on- wagt, lagen. Spinola, de zon en wind me- ^erJ00" dehebbende, klampte de Staatfche fchepen deiUoor' aan boord, in de Wielingen, 't Zeeuwsch bootsvolk deedt hier den meesten dienst, alzo 'er zeer weinige foldaaten op de fchepen waren. Zy weerden zig zo wakker, dät de vyandlyke galeien, eindelyk, de wyk namen, naar de haven van Sluis. De Spaanfchen lie- ten , in dit gevegt, meer dan honderd dooden, en, onder deezen, Spinola zelv', die, een der Staatfche fchepen van agteren aanval- len-
Ol Meteren XXIV. Botki /T'+S» verf.
('O Metrrsn XXV, Boek, f. 46; verf. |
|||||||
f$S VADERLANDSCHE XXXIV.Boek.
tBèfri lende, ;méëtoeerdanr eene" wonde, was afge-
■ t :'\' .gefneuve'ld: doch de Moor gevaarlyk ge- y.V.;',",L-Lkwetst. Nogtans genas hy,* naderhand, ge- .•'■./■ lukkiglyk (*). ■ ■--''.....
Gmf De Aartshertog, verfterking van troe-
Fröifrik pen, onder Ambrofio Spinola, uit'Spanje
Ber^be- en *ta^e » bekomen hebbende, deedt, in
legert de Hooimaand, Graaf Fredrik van den Berge,
maueiin- met zevenduizend knegten en drieduizend
gen-,bin- paarden, optrekken tegen de muitelingen,
Hoog- . te .Hoogftraaten, die, kort te voorén, Ju-
flraatea. doigne ingenomen, en 't Land van Namen
afgeloopen hadden. Prins Mauiïts hadt hun
reeds gewaarfehuwd van de toebereidfels,
die tegen hen gemaakt werden 5 en hun zy-
nen en der Staaten byftand toegezeid, mids
zy, van hunnen kant, beloofden, tegen den
vyand te zullen dienen: 't welk zy$ onder
beding van met hunne gevangenen, naar
goedvinden , te mogen handelen , hadden
Maurits aangenomen. Fredrik lag reeds voor 't
om hen' Kasteel
van Hoogftraaten, welk door agt-
«Tont- honderd man befchermd wefdt, toen Mau-
zetten, rits tienduizend knegten en drieduizend paarden, te Geertruidenberg , byeen bragt. In deeze Stad, raakten de Franfche en En- gelfche hulptroepen handgemeen, 't welk fommigen 't leeven kostte. Zy lieten zig egter, eerlang, ftillen door Prinfe Maurits, die, zig vereenigd hebbende met de overi ge muitelingen , fterk ruim vyftienhonderd rui-
(0 Meteben XXV» Bock, il. 467 rtff. Grot« Hift. Ubr*
XU. p. 438. |
||||
XXXlV.BoEK. HISTORIE. 159
ïuiters en knegten , naar Hoogftraaten, op I(j03#
weg floeg.. Hy deedt zyn best, om den Graaf . ° „ van den Berge uit te lokken tot eenen veld- flag. Doch deez' hieldt zig binnen zyn voor- deel. Zelfs wrogt de vrees , dat Maurits 't welk hem den toevoer af mögt fnyden, zo fterk hem ge* op hem, dathy, eenen donkeren nagt waar-lllkc* neemende, opbrak met zyn Leger, wyken- de naar Heerentals. De bezetting van 't Kas- teel, met den dag, 'svyands aftogt gewaar geworden zynde, viel hem in zyne agterhoe- de. Maurits zelf volgde hem, met zyn Le- ger, op de hielen; doch werdt, in zyne vaart, belet, door een beekje en een' onder- geloopen' ftraat, hem in den weg gelegen. Nogtans, vooruit gerukt met de ruitery, vond hy den vyand op de heide in flagorde ftaan. Hy hieldt toen ongeraaden, flag te leveren, by gebrek van voetvolk en ge- fchut, welk langzaam volgde. Ook werdt hy, daarin, door het onftuimig weder, ge- hinderd (&). De Prins, federt, die van Hoogftraaten viir.
aan weerwerk willende helpen, en onver-'t Beleg zoenlyk maaken met de Aartshertogen, on- Yfn's dernam het beleg van 's Hertogenbosch, g^osch welk, in 't voorleeden jaar, vrugteloos op- wordt gebroken was. Hy wist, dat 'er geene be- hervat? zetting noch bevelhebber binnen, en dat df)Cj? de burgery oneenig was. Ook hadden de *°"e# Staaten, immers die van Holland (7), het . aan hem gelaaten , of hy dit beleg onder- nee- (*) Mbtkhen XXV. lluck, ƒ. 4(1!!, 469. Gr.OTH Hifi. Libr.
XII. p. 43g, 440. CO Refol. Holl. 14 4ug, KJ03. H, 19V. |
||||
i6q VADERLANDSCHE XXXIV.Boek,
|
|||||
1603. neemen wilde, of het Leger doen fchei-
-------den. Hy floeg zig dan, op den negentien- den van Oogstmaand, neder, te Vugt. Die van Hoogftraaten legerden zig te Vlymen, op den weg naar Heusden. Drie dagen laa- ter, lag Graaf Fredrik reeds te Dalem, om 't ontzet te bevorderen. En zeker, de Prins hadt thans minder beoogd de Stad te be- magtigen, dan den vyand in Brabant op te houden , en , hierdoor, Oostende te be- waaren. Ook werdt de arbeid voor 's Her- togenbósch flaauwlyk voortgezet. De Graaf van den Berge, eindelyk, te raade gewor- den, om den weg van Vugt naar Vlymen in te neemen , en daar door de gemeen- fchap tusfchen Maurits Leger en die van Hoogftraaten af te fnyden, drong den Prins, die van dit voorneemen geene kennis kreeg, voor het in 't werk gefteld ware, om, met eenen uitgelezen hoop, derwaar ds te ruk- Maurits ken. 't Gelukte hem, den Markgraaf della verflaat Bella, die zig, aan 't hoofd van tweedui- tweedui- zencj matl) reeds Jiadt begonnen te ver- onder fchanfen, volkomenlyk, te verflaan. Van della honderdenvyftig gevangenen, deedt 'er Bella Maurits twaalf, by lotinge, ter galge ver- wyzen, aan eenen van welken hy egter het leeven fchonk. De overigen werden opgehangen. Doch dit gefchiedde, 0111 wraak te neemen, over het ophangen van twaalf zieke foldaaten, die, in een fchip, voor Oostende, aan den grond geraakt zyn- de, den vyand in handen gevallen waren. Albertus De Aartshertog Albertus, daarna zelf bin- doet ee- nen 's Hertogsnbosch gekomen, om kennis te
|
|||||
XXÏIV.BoEK. HISTORIE. 161
|
|||||||
te neeraeh van den ftaat des belegs, deedt, 1603.
eerlang, eenen aanval op een nieuw werk, |
|||||||
door Maurits, opgeworpen, niet verre van nen var-
de plaatfe des jongden gevegts. Doch de ëe^f- Prins, drie ftukken gefchuts , uit het Le- fian'vaiori ger , der waar ds, hebbende doen voeren , ivfau'rits dreef daarmede den vyand op de vlugt. Se- werkem dert , Wist Albertus , looslyk , drieduizend man binnen 's Hertogenbosch te brengen : daar de burgery zeer over morde; Doch men ftigtte, eerlang;, eene fchans digt by de Stad, die den dienst van een Kafteel deedt, fehöön zy 'er den naam niet van voerde 5 en de ingezetenen in rust hieldtv De naderende winter; die de moerasfige wegen omtrent 's Hertogenbosch reeds on- der water gezet hadt, noodzaakte de beide Legers, in 't begin van Slagtmaand, op te breekén, en de winterkwartieren te betrek- ken (jn% De muitelingen van Hoogftr^a- De Mui* ten, te groot van getal, om zig hier allen te ' eimgen onthouden , werden ;, door Prinfe Maurits, ™n gelegd in zyne Stad Graave, raids zy be- ftraateri loofden * den ingezetenen geenen den min- zweeren ften overlast aan te doen. 't Verdrag op denStaa- 't verdeden Van den buit, te vooren, met ten'd™ hen gemaakt, werdt nu bevestigd; Voorts te°Gr5a. verbonden ze zig, by eede, den Duitfchen vë, in bodem, zo min als dien der Vereenigde bezetting GeWesten, te zullen befchadigen. Zo lang ze 8eleSä< hiet wederom verzoend waren niet de Aarts- hertogen , beloofden ze, den Staaten ge- • ■ ■ ■■ ; •.,; trott- fwQ Meteren XXV. Bock, f. 469, 470. Grotu lUft» Liin
XII. p. 440, 441. IXè Deeiü h
|
|||||||
i6a VADERLANDSCHE XXXIV. Boek:
«303, trouwelyk te zullen dienen, mids hun Leger
-------afgezonderd, en zy van ftormen en graaven
verfchoond bleeven. Verzoend zynde, zou-
den ze Graave ruimen, en zig wederom naar Hoogftraaten begeeven (n). IX. Zodanig was de uitflag der wederzydfche ^rf°'S Krygsbedryven deezes jaars ; behalve voor leg1 van" Ooftende : welks beleg, in 't midden der öoiten- Lente, met nieuwe hevigheid, voortgezet de. was. De vyand ondernam de Stad, van alle kanten tevens, te beftormen. En naar- dien de bezetting te zwak was, om zo veel gewelds behoorlyk af te weeren, kon zy niet beletten, dat hy zig van drie buiten- werken meester maakte. De poogingen, die zy , eenige dagen daarna , deedt, om 'er hem wederom uit te flaan], vielen vrug- teloos uit. Wat laater, werdt het bevel over de belegerde Vesting opgedraagen aan Ka- gpitiola rel van der Noot. En, in 't begin van Hooi- icrygt 'er maand, vertrouwde de Aartshertog het be- 1 Jjeve! leg aan Ambrofio Spinola, op de verzeke- ring, door hem gedaan, dat hy 'er een ge- lukkig einde van maaken zou. Schrander was deeze Italiaan , in veelerlei vonden, fchoon een nieuweling in den Krygsdienst: en zo gezien by Filips, dien hy een goed deel zyner penningen gefchooten hadt, dat hem ook 't opperbewind over de geldmid- delen werdt opgedraagen. Hy herftelde ze, eerlang, ook op zulken goeden voet, dat het overloopen en de muitery des Krygsvolks, grootendeels, voorgekomen werdt. Voor Oost-
00 Meteren XXV." Hoek, f. 470,
|
||||
XXXIV. Boek. HISTORIE. 163
|
|||||
Ooftende, bragt hy 't puik der * krygs- «503,
bouwmeefteren uit alle gewesten; die hun- . vlotten , welken grof geféhut draagen en nieUn* over 't verdronken Land voeren konden: om welken te vernielen, de belegerden zig van gloeiende kogels en ander vuurwerk bedien- den. Voorts, hadden de belegeraars ook eenen dyk opgeworpen, die den toevoer van krygs- en mondbehoeften naar de Stacï geweldig belemmerde ; met welken arbeid * wederom, het gantfche jaar verliep; zonder dat de belegerden tot de overgave genood- zaakt werden (ö). In Spanje, begon men nu* laat genoeg, fi &
te zien, dat het ftreng verbod van den han " j^J del derwaards, in de Vereenigde Gewesten, /Wordt verkeerde werking gedaan, en de vaart op veder- de Indien aangemoedigd hadt* Filips be- ^* s^' floot., hierom, in fprokkelmaand, de vaart JjJSeS» Wederom te openen , voor de Hollanders der harde en ZeeUwen, mids zy, zo wel als andere voor- volken , hem dertig ten honderd betaal- ^mden den van 't gene uit Spanje te rug gevoerd g^r werdt. 't Flakaat, hierop gemaakt, werdt, tyd. in Grasmaand, door de Aartshertogens af- gekondigd. Het deedt gèene vrugt altoos * in Holland en in Zeeland* Niemant ver- koos , onder zo zwaare belastingen * op Spanje te vaaren* In Frankryk * bragt het een verbod van handel op SparJje te wege. Filips Was, derhalve, genoodzaaktf zyn Plakaat wederom in te trekken, op het eiflr
(«) GaoTtl Hift. Lil. XVL.p. 443«
L 2
|
|||||
ïtf4 VADERLANDSCHE XXXIV. Boek,
' tgó3. einde des volgenden jaars : wanneer den
vaart op Spanje, op nieuws, op verbeurte van lyf en goed, verbooden werdt Q>). De Aartshertogen hadden ook een Plakaat uit- gegeven: waarby zy allen, die, voorheen, ten Lande uit geweeken, en nu onder den Vyand gezeten waren, vergunden, veilig wederom te keeren, met belofte, dat men hen herftellen zou, in 't bezit hunner aan-- geflaagen' goederen , welken zy egter niet zouden mogen vervreemden. Doch weini- gen hebben zig verlaaten op deeze belof- ten (#), die men meende te flrekken, om "j eenige voornaame Onroomfchen in 't net te ' krygen. ;' Maums De Vereenigde Staaten maakten zig, te-
Kadzand §en 't einde des Jaars? gereed, tot den veld-
" togt des volgenden, dien zy nu, in Vlaan- „*. |: deren, dagten te openen, om, ware 't mo- L. r gelyk, Ooftende , welks verdediging hun, maandelyks, honderdduizend gulden kost- 1604. te (f), te ontzetten, 't Leger werdt ver- ——— zameld , te Willemftad , vanwaar het, in eene ontelbaare menigte van kleine vaar- tuigen , op den vyfentwintigften van Gras- maand des jaars 1604, door het zwarte gat, naar : Kadzartd, werdt overgevoerd* De Raad van Staate hadt geoordeeld, dat men, terftond, het Sluifcke gat of Zwin hadt be- hooren te kiezen, wanneer 'er fchoone kans geweest zou zyn, tot het verrasfen van Sluis, toen
Qp') Metehen XXV. Roek, f. 473 wr/.XXVI. liitk, f. 483?*
(q) Grotii Hift. Lihr. XII. p. 445, (/, Mbteuen XXV. Moek,f. 474. |
||||
XXXIV. Boek. HISTORIE. -165
|
|||||
toen ontbloot van bezetting. Doch Mau- 1604.
«rits, 't zy hy de gelegenheid van wind en ——- ftroom niet gunftig genoeg oordeelde , 't zy ora andere redenen, hadt dit ftuk anders ingezien. De overzydfche oever van 't •Zwin werdt, federt, fterk bezet door Spi- nola , zo dat het Staatseh Krygsvolk niet van Eadzand naar Sluis kon overgezet wor-- •den. Maurits , derhalve, Sluis laatende Hy be- leggen, trekt over de vaart, die agter Kad- ?^astigc :zand omloopt, bemagtigt aldaar eenige ke en .•£„ -fchänfen;' en Yzendyke, na een beleg van dere zeven dagen. Aardenburg , verlaaten van fchaufen. zyne bezetting, werdt, door den Prins , ^adln!' ingenomen en fterk gemaakt. Ook leide b*rg elj hy eenig volk in 't Kafteel van Middelburg. Middel- Hierna, befloot hy Sluis te belegeren, en burg en zig ,' ten dien einde , eerst te verzekeren |elS^erC, van twee vaarten, die derwaard loopen, ,,..'.:: en de Zoute en Zoete genaamd zyn.. Velas- ^ ko, verfchanst op den weg naar deeze vaar-
ten, zogt Maurits te ftuiten; doch werdt ,'Z -geflaagen,:.en liet 'er agthonderd man, van: ; rn. welken driehonderd gevangen werden^ 1 Het Staatfche Leger, gevoerd over de twee vaarten , dreef den vyand uit .verfcheiden' fchanfen, gelegen ten westen van 't Sluifche gat: waarna de Prins zig, tusfchen 't ftrand en de Stad, op drie plaatfen., nederfloeg. Doch eer de Stad beflooten kon worden, was 'ér, tot drie reizen toe, volk ingebragt. Eenige wagens met mondbehoeften, aan- gevoerd door Pompejo Jufliniani , vielen, daarentegen, den onzen in handen. Ook liepen.> daarna, wel vyftig rpeijers van Spi- L 3 no- |
|||||
1 '66 VADERLANDS CHE XXXIV. Boek.
1G04. nola, uit de Stad, over tot Maurits, uit
-------welken, hy berigt kreeg, dat de leeftogt,
.onder die van binnen, fchaars omkwam, en,
rnids het verfterken der bezettinge, dage- lyks minderde: 't welk hem befluiten deedt, de Plaats, door uithongering, te dwingen. Nogtans, maakte hy allerlei toebereidfels, als of hy haar met geweld wilde aantasten, houdende zelfs eenen Vast- en bededag, door 't gantfche leger; 't welk zyne'gewoon- .."".' te was, wanneer 'er gevaarlyke aanflagen op handen waren. Midlerwyl, deedt hyde toe- •; gangen naauw befluiten, en Vlaanderen af- loopen door de ruiterye, weigerende ook,
;.7 * eenige overloopers meer te ontvangen: al het welke de Stad in merkelyke benaauwd- heid bragt (s). De Mui- De Aartshertog was wel bedagt, om haar telingen te ontzetten; doêh 't ontbrak hem aan volk ; jf?n 9 en dit was de oorzaak, dat hy te ligter be- itragen ^00* tot een Verdrag met de muitelingen verzoe- vftn Hoogftraaten , die, in Bloeimaand, nen zig met hem verzoend werden. Zy hadden zig, met den terftond na dat zy in Graave gelegd waren, hertoge. kezig gehouden , met ftroopen ten platten lande, en, in den aanvang des jaars, Eind- hoven in Brabant, en Erkelens in Gelder- land geplonderd: zelfs op den Duitfchen bo- dem , in Westfaalen en Paderborn, ge- ftroöpt, gemoord, en ander geweld bedree- ven : waarover de Keizer, by de Veree- nigde Staaten , die nu de muitelingen be- fcherm-
(O Metewen XXV. Boek, f. 475. verf. 476. Guoth Hill.
Libr, XÏÜ. p. 447, 448. |
||||
XXXIV. Boek. HISTORIE. 167
fchermden, zwaare klagten gedaan hadt 1604-,
(f). Sedert, hadt de woeste hoop zig.we-------
derom naar Brabant begeven, en hieldt
zig nu , grootendeels, in Luikerland op , met pionderen; vorderende, van de landen der Aartshertogen, meer niet dan brand- fchatting, hoe zeer Maurits foldaaten hen ook drongen, om, volgens hunne belofte, den vyand zwaarer fchade toe te brengen, Deeze befcheidenheid verwierf hun hunnen zoen by den Aartshertoge, die hun, ten on- derpand van 't gene hy hun toegelegd hadt» de Stad Roermonde te bewaaren gaf. De Vereenigde Staaten waren zeer bekommerd geweest, dat zy , by deeze gelegenheid» den vyand de Stad Graave zouden hebben geleverd. Doch eerlykheid, of vrees voor nieuw ongenoegen met hunnen ouden Heer, Ï11 welk geval, zy der Staaten byftand we- derom behoeven zouden, bewoog hen, om de Stad den Nasfauichen wederom te gee- ven. De Sloten Kerpen en Hoogftraaten werden hun, daarentegen, door de onzen, ingeruimd: en zy gaven ze den Aartshertoge over (u). Albertus, zyne manfchap, door het tref- Spinoia,
fen van deezen zoen, vermeerderd ziende, zoue^en- ontboodt tweeduizend man van de gewee- &e te zen' muitelingen naar Vlaanderen , en gaf ontzet- toen Spinoia. last, om 't ontzet van Sluis te ten, onderneemen. Hy deedt het ongaarne, oor- J^ deelende dienftiger, Ooftende, met meer ge- Maurit3 weid, geüiia-
f O Metbukn XXV. Boek, f, 475. verf. geil, CO Meteren XXV. Hoek, bl. 4.77 verf» 47?« GROTU Hill.
L'iir. XIII. p, 449,450. . " . ,) L 4
|
||||
ï<58 VADERLANDSCHE XXXIV. Sqek,
1604. weid, aan te tasten. Eerst liet hy batteryer^
•----—- opwerpen , omtrent de Moerkerker water
ring. Doch Maurits, daartegen andere bat-
teryen geftigt hebbende , noodzaakte hem, de wyk van daar te neemen, Daarna, viel hy aan op de Legerplaatfe van Graave Wil-; lem Lodewyk, alwaar hy, insgelyks, met merkelyk verlies, werdt afgeflaagen. Van hier, te rug getrokken, bemagtigde hy de fchanfen Katharina en Filips, zoekende, daarna, over te raaken op Kadzand; doch de oever deezes Eilands werdt zo wel bezet gehouden, dat zyne Spanjaards, die, onder een hagelbui van kogelen, zogten op te klauteren tegen den dyk, onyerrigter zaa- ke, te rug moeften. Onder de gcfneuvelden van naame aan 's vyands zyde, vo.ndt men den Markgraaf van Renti. Ook herkende men veele geweezen' muitelingen van Hoogflraaten onder de dooden ; die hier, wederom, het eerfte blyk hunner nieuwe Sluis vyandlykheden tegen de Staatichen gege- geeft rig ven hadden. Sluis, midlerwyl, door hongers? Qm' nood, "tot op 't uiterfte gebragt zynde, en geene hoop altoos hebbende op ontzet, gaf zig, op den twintigften van Oogstmaand, over by verdrag, welk 's daags te vooreii getekend was (v}„ Drieduizend krygskneg- ten, die 't lyf, federt eenigen tyd, by veiv rotte krengen en ander onguur voedfel, hadden moeten houden, trokken, geheel verzwakt, ter Stad, uit. Eenigen bezwee- ken onder weg. Zeventig ftukken gefchuts '"'.'• en,
£v) Rcfol. Holl. 21 faë' 16°4- H- ?°7,»
|
||||
XXXIV. Boek. HISTORIE. 169
|
|||||
en tien galeien vielen hier Prinfe Maurits in 1Ö04..
handen. De Slaaven , omtrent veertienhon----------
derd fterk, verkreegen hunne vryheid, wor-r
dende de Turken en Mooren onder dezelven, om gunst en veiligen handel, by deeze afge- legen' volken , te winnen , naar hun Vader- land , te rug gezonden. Aurelio Spinola, neef van Ambrofio , binnen Sluis bevel ge- voerd hebbende , werdt, tegen het Staatsch fcheepsvolk, welk de Aartshertog gevangen hadt, vrygelaaten. Kadzand, Sluis en Yzen- dyke werden , federt, met nieuwe werken verfterkt. De Staaten der Vereenigde Ge- Granf westen droegen de Landvoogdy van 't be- pe""k magtigd gedeelte van Vlaanderen aan Graa- J^jj. ve Henrik Fredrik op, wordende Karel van Land- 4er Noot aangelleld ,; tot zynen Stedehou-voogd der (w). Voor Sluis, was krank gewor- ™n 'l den , en , . niet lang. daarna , overleeden , y^^. Graaf Lodewyk van Nasfau," Zoon van ren.' Graave Jan van Nasfau den Ouden , die , Doof in den bloei zyner jeugd ,- treffelyke blyken vaaGraa- vvan beleid en kloekmoedigheid gegeeven ^..jj0^8" hadt (#). In Bloeimaand te vooren , was, vanGraa- aan 's vyands zyde , geftorven , de oude ve Pieter Graaf Bieter-Ernst van Mansfeld , die, zyn' Ernst van meesten leeftyd in den Oorlog gefleeten felj"s" hebbende, desonaangezien, den ouderdom van meer dan zesentagtig jaaren bereikt hadt (,-y). , 't Verlies van Sluis fmertte den vyand 5 xi.
doch 't werdt, eerlang, geboet, door het Oostende be, Saat ovre*
(w) Meterkn XXV. /loei,'f. 47<5, 477.
{Xj Metksen XXV. Boek, f. 47-7. • OJ Meteren :UVI. Vtoji,/: ,t86, '.:." .. L5
|
|||||
i?o VADERLANDSCHE XXXIV. Boek,
|
|||||
i$04. beraagtigen van Oostende, welk, tot in 't
■-----— vierde jaar belegerd geweest zynde , einde»
t»y ver- ]yk , bezweek. Na van der Noot, waren
tlrag. »er vericheiden' bevelhebbers geweest binnen de vesting, die 'er, voor 't meeste gedeel- te , hun leeven gelaaten hadden. In Zomer- maand deezes jaars, was het gebied, over de bezetting opgedraagen aan Daniel de Her- taing , Heere van Marquette. Eene zwaa- re brug , op koperen wielen , van welke het één gedeelte , famengefteld van dikke ka- bels , gefchikt was , om nedergelaaten te worden over zekere halve maan, die in het; water de Geule lag, was nu reddeloos ge- ichooten , door de belegerden ; wanneer de belegeraars , de Stad van de westzyde aan- vallende , het eene werk , na het andere » imiamen. Ook hieldt men, ter wederzyde aan , met het delven van mynen tegen ei- kanderen , en raakte, fomtyds, onverhoeds, handgemeen , onder de aarde. Eindelyk , beftormden de Hoogduitfchen het bolwerk , den Zandhil genaamd, en bemagtigden 't, met merkelyk verlies. Van hier, baandenze zig eenen weg onder de aarde, naar de ou- de Stad. De belegerden hadden, midlerwyl, naar maate dat zy van hunne buitenwerken beroofd werden, nieuwe werken , binnen- waards, opgeworpen, en, laatftelyk, eenom de oude Stad, welk zy nieuw Troje noemden, als hadden zy rekening gemaakt, om , door middel van het zelve, 't beleg der Stad, gelyk dat van Troje , tien jaaren te doen duuren. Doch dit nieuwe werk was te los, en werdt, met hoog water f merkelyk be- fcha
|
|||||
XXXIV. Boek, HISTORIE. 171
fchadigd. In deezen ftand der dingen, be- 1604.
Üooten de Vereenigde Staaten en Prins -—™~ Maurits tot het opgeeven der Stad ; die hun, zo lang zy van zo veele fchanfen om- ringd bleef, van geenen dienst zyn kon, en die zy, niet dan metzwaare kosten, nog eenigen korten tyd, zagen te houden, 't Be- leg op te flaan hielden zy ondoenlyk, alzo hun, derwaards willende, Damme en Blan- ,, 7 kenburg in den weg leggen zouden: behal- ve dat het vyandlyk Leger vast begraaven lag , en gehartigd was ten ftryde. Mar- - quette kreeg dan last, om zig, ten eerlyk- fte, te verdraagen met den vyand: gelyk, ': op den tweeden van Herfstmaand, gefchied- de. Ily bedong den vryen uittogt voor zig en de bezetting, met hun geweer en vier itukken gefchuts. De meeste andere ftuk- . ken waren, te vooren reeds, weggefcheept. De knegten, die, ten getalle van driedui- zend , naar Sluis trokken, werden, door den Prins, niet als verwonnelingen, maat als overwinnaars, ontvangen, Albertus en Izabelle kwamen, eerlang, binnen de Stad, die de Aartshertog rekende vyftigduizend man gekost te hebben. Zy vonden dezel- ve, grootendeels, te beftaan, uit een ledig erf; aan den eenen kant, beworpen met heuvelen en zandhoopen, aan den anderen, uitgehoold tot hellende en kromme kuilen, en overblyffels van werken, zo verward eii wanfchiklyk , dat men , naauwlyks , zien kon, welken tot befchadiging, en welken tot verdediging der ftad gediend hadden» De huizen der oude Stad alleen ftonden nog over-
|
||||
172 VADERLANDSCHE XXXIV. Boek.
|
|||||
1604 overeinde. De ingezetenen, die 't overgaan
der Stad hadden afgewagt, begaven zig al- len naar Sluis, en daar verliep een geruime tyd, eer eenigen zig in Ooiïende wilden nederzetten, 't Verlies der Staatfchen, in de langduurige verdediging deezer vestinge, wordt op nog meer dan vyftigduizend marf gerekend (2). XII. De gezanten des Konings van Spanje en Vrede, der Aartshertogen dreeven, midlerlwyl, de sTan*1»6" Vredehandeüng wakker voort, in Engeland, en Enge- ■Zelfs zogten zy Koning Jakob te bewee- land ge- gen , tot een Verbond van onderlinge be- flooteti. fcherming , waardoor hy 't bondgenoot- fchap met de vêreenigde Gewesten, ge- heellyk, zou hébben moeten verlaaten. Doch hiernaar hadt hy geene ooren. Meer luisterde hy naar een Verbond van Vrede (V). Eenigen zyner Raaden vertoonden wel „ dac p Engeland, van ouds, naauw verbonden £, was geweest met eenigen der Vereenig- „ de Gewesten; dat Jakoba, Graavin van „ Holland en Zeeland, een' Engelsch' Heer 'p tot haaren Egtgenoot gehad hadt (k); dat j, deeze oude vrïendfchap, op het belang ?? des onderlingen Koophandels, gevestigd was , en dat, zonder dezelve, de zee, door geen van beide de volken, veilig gebruikt kon worden. Dat men, daar- entegen, de Spanjaards niet noodig, en, by den oorlog tegen hen, winst behaald ' • * ' ' ' j5 hadt« (2) Meteren. XXV. Jloek,f. 478, 4^,480. Gbotii. Iüffi.
Uhr. X1Ü. p. 4514 '452. (a~) Refol. Huil. 15 Juny- 1604. hl. 155, i,i) ZU lïï. Deel, 61. 456. ;- ' |
|||||
XXXIV.BoEK. HISTORIE. 173
y, hadt. Dat men, de Vereenigde Gewes-
^ ten verlegen laaiende , te dugten hadt, „ dat zy, of door Spanje overheerd wor- n den zouden, of zig werpen, in de armen ,, van Frankryk; 't welk, een van beide ge- j,, beurende, verderflyk zyn zou voor Groot- s? Brïtanje; welk van Spanje in Godsdienst n verfchilde, en de Kranichen van ouds „ tot zyne vyanden plag te hebben; zynde ?7 het bekend, dat hy meester van Enge- w land was, die zig meester van de zee wist „ te maaken : waartoe het overheeren der w Vereenigde Gewesten, of aan Spanje, „ of aan Frankryk, fchoone gelegenheid w geeven zou." Doch deeze redenen hegt- ten niet op 't gemoed des Konings. Hy be- greep, dat hy, pas tot de kroon gekomen, rust behoefde, en zynen onderzaaten gele- genheid geeven moest, om hunnen Koop- handel uit te breiden. Ook kon hy zig, zyns oordeels, verdraagen met Spanje en de Aartshertogen, zonder de Vereenigde Ge- westen te benadeelen, mids hy zig onzydig hieldt, en hen zig zelven redden liet ^ waarr toe zy, door den byftand zyn er voorzaate, op de been geholpen zynde, nu genoeg in ftaat waren (V). Immers, zulke redenen gaf Koning Jakob openlyk; doch wy zullen, hierna, gelegenheid hebben, om te toonen» dat 'er nog anderen waren, die hem deedeti neigen tot vrede met Spanje. De gezan- ten van Filips en van de Aartshertogen be- werkten , eindelyk, een Verdrag.., welk $ op
(O Meteiien XXV. Ikek, ƒ. 481, 482.
|
||||
174 VADERLANDSCHE XXXIV. Boek,
.1604. op den agtentwintigften van Oogstmaand, ge-
m>—— tekend werdt. De zeevaart werdt, by het zelve, vrygefteld, gelyk voor den oorlog« Van de vaart op de Indien, van welke Jakob niet uitgeflooten wilde zyn, en die Filips niet begeerde toe te ftaan, werdt geen woord ge- rept. Omtrent den Godsdienst, werdt, by eenige geheime punten, na 't fluiten van 't Verdrag (<ƒ), beraamd, dat de Engelfchen in Spanje niet zouden aangefproken worden ■wegens misdaaden , buiten Spanje begaan j dat men hen niet dwingen zou ter Kerke te gaan; doch 't Sakrament, op ftraat ontmoe- tende , zouden zy , daarvoor, met geboo- gen' knieën, eerbiedigheid bewyzen moe- ten, ten ware zy verkoozen, uit den weg te gaan. Zo eenige Schippers of Bootsge- zellen, in Spanje, misdeeden tegen de In- quiütie, zouden hunne eigen' goederen , deswege, alleen worden aangetast. Doch by 't Verdrag, werdt flegts in 't algemeen beloofd „ dat men de Engelfchen, om ge^ j, loofszaaken, in Spanje, niet moeijen zou, „ mids zy zig onthielden van ergernis te j, geeven." Verfcheiden' andere punten be- helsde dit Verdrag, met welken wy ons niet ophouden; doch 't geene, omtrent de Vereenigde Gewesten, beraamd werdt, ver- dient , Wat naauwkeuriger, ontvouwd te wor* den.'> r Wat'er <ln-h& derde punt van 't Verdrag, beloof- i'y 't de' men Ä elkanders vyanden of wederfpaiv vemmd' $> nelingen, van hoedanig eene foort ook-, ■» gee-
(<0 Meteren XXV. Buk, f. 483 verf, XXX. /hek, f. 578 verf.
|
||||
XXXIV.BoEK. HISTORIE. 175
„ geenerlei hulp te zullen bewyzen, te ge- 1604.
9, lyk afftand doende van alle de Verbon- ■------
„ den , ten nadeele van eikanderen , ge- werdt,
„ maakt." Door dit punt, lcheen het Ver- te.nn °P' bond, in 't voorleeden jaar , met Frankryk yfree- geflooten (e) , vernietigd te worden : hoe- nigde wel fommigen het tegendeel beweerd heb- Gewes- ben (ƒ). In het zesde , negende en twaalf ten* de , verbondt Koning Jakob zig „ niet te „ zullen gedoogen , dat zyne bezetting in s, Holland en Zeeland den Vereenigden „ Staaten eenigen byftand beweeze , of, „ met krygsbehoeften , onderfteuude. Ook „ zou hy verbieden , dat eenige Holland- „ fche of Zeeuwfche fchepen, Perfoonen „ of Goederen , naar Spanje , of eenige „ Spaanfche waaren, naar Holland of Zee- „ land , gevoerd werden, door zyne on- „ derzaaten : die ook , op hunnen naam , „ voor Hollandfche of Zeeuwfche reke- „ ning, in Spanje , niet zouden mogen „ handelen." Ten opzigte van Vlisfingen en Rammekens, Briele en andere Sterkten, in Holland en Zeeland, alwaar thans En- gelfche bezetting lag , verklaarde Koning Jakob , in her vyfde punt „ by de verdra- „ gen , met Koninginne Elizabet gemaakt, „ verbonden te zyn, om dezelven niemant „ dan den Vereenigden Staaten over te le- „ veren. Nogtans beloofde hy, den Staa- „, ten behoorlyken tyd te zullen ftellen, om 5» zig , op billyke voorwaarden, met de „ Aarts-
(<0 Zie hier voor, hl. 155.
(f) Damkl Tu:-:. 2C. i>, 3<»f« |
|||||
■)
|
|||||
176 VADERLANDSCHE XXXIV. Boek*"
„Aartshertogen te bevredigen : of zo zy
,,' zulks weigerden, zou hy zig ontflaagen „ rekenen van alle verbindtenisien aan hun, *,, en met de gemelde Plaatfen handelen, zo „ als hy zou vinden te behooren, en de „ Aartshertogen zelven redelyk zouden oor- „ deelèn." Eindelyk , werdt, in het Slot van 't Verdrag , verklaard „ dat de Aarts- j, hertogen altoos gaarne hooren zouden de „ voorilagen tot bevrediging, welken de i,, Vereenigde Staaten hun , door bemid- „ deling des Konings van Engeland, zou- ,, den gelieven te doen." Voorts , werdt het Verdrag, op den negenentvvintigften van Oogstmaand, in Engeland (g) , op den vyftienden van Zomermaand des volgenden jaars in Spanje ( h) j en , omtrent den zelf- den tyd, door de Aartshertogen (z), bekrag- tigd. Sommigen vernaaien , dat 'er, ten opzig^
te der Vereenigde Staaten , in beraamd was, j, dat de zaaken des Konings van Groot t „ Britanje aldaar, in den zelfden ftaat, bly- <,, ven zouden , als zy, ten tyde zyner Voor- j, zaate,> geweest waren , zonder dat hy „ verpligt zou zyn , zyne onderzaaten uit „ der Staaten dienst te rug te roepen , of *,, hun te verbieden , op nieuws, dienst on- „ der dezelven te neemen." 't Welk, in den eerften opilag, fchynt te ftryden , met het gene wy', uit het oorfprongklyk Ver- drag , hebben aangehaald. Ook zyn 'er , die
ig) Aéi. Publ. Angl. Tom. VII. P. IT. p. 117.
«.*) Act. Publ. Angl. Tom. VII. P. II. p. 13.4* (i) Meteren XXVI. Buek,f, 496 yerfi |
||||
XXXIV. Boek. HISTORIE. 17?
die oordeelen 3 dat het Verdrag, zo ver het 1^34,
den Vereenigden Staaten raakt, by een hei-------1*
melyk punt, dus veranderd is (&). Doch
• alzo men van zulk een heimelyk punt nergens ; blyk vindt, oordeel ik liever, dat het Ver- drag zelf, door hen, die 't, op de laatfte wy- ze, voordraagen, ten deele, in te algemeene woorden , vervat, en ten deele ook kwalylc begreepen is. 't Gedrag , welk Koning Ja- . cob-, in 't vervolg , gehouden heeft, fchoon liet niet ftipt met het geilooten Verdrag over- eenkwam , zal ons , vertrouw ik , in deeze gedagten bevestigen. De Vereenigde Staaten zagen zig, door XIIL*
het treffen deezer Vrede , beroofd van ee- De Staa- nep-tweeden magtigen Bondgenoot, van' J*° wéi" wien zy zig zelfs den heimelyken onder- Koning ftand bezwaarlyk belooven konden , dien Jacob zy van Frankryk, na 't fluiten der Vrede de vryë van Vervins, genooten hadden. Zy waren vaart. *-* */ nsiir /Vut*
'er zo misnoegd over op Koning 'JaCob-, Wefpenv
dat zy hem , kort hierna , de vrye vaart naar Antwerpen weigerden ; die hem hu, in gevolge der Vrede, zou opengedaan heb- bem Men hieldt zig , hier , aan 't Plakaat,- te vooren uitgegeven, waarby beraamd was., dat men geene goederen , voorby 's Lands Sterkten , de Schelde op , zou laatett voe- ren , zonder dat dezelven onderzogt en ver- bodemd waren. Ook was men bedugt, dat de Aartshertogen zig , t' eenigen tyde > by beflag of anderszins , van de Engelfche ichepen bedienen mogten , om de onzen té O) Rapin Tom. VII. p. 38.
|
||||
i?8 VADERLANDSCHE XXXIV. BdEic.
1504. befchadigen (/) Voorts, vonden de Staa-
—----- ten , in vervolg van -tyd , dienflig , hun mis- noegen te ontveinzen, zendende den Koning van Groot-Britanje , hunnen gewoonlykeu Agent, Noël de Karon , toe , met den titel van Ambasfadeur: in welke hoedanigheid j hy , onaangezien de tegenkanting des Spaan- fthen Gezants , door zyne Majefteit, erkend werdt (w). xiV. De zwaare kosten des oorlogs , die , in inhoud het langduurig beleg van Oostende , mer- vat) eeni- keiyfc vermeerderd waren , bragten , in de fen cnbe- Aartshertoglyke Nederlanden, wederom ge- denkin- dagten van vrede voort , welken men, gen , deezen winter , door verfcheiden' gedrukte »rekken- fchriften , zo daar, als in de Vereenigde vrede! in Gewesten , zogt te zaaijen onder 't gemeen. de Neder- In eenigen van deeze fchriften , werdt ver- landen, toond „ dat de onderlinge sfgunst der Ste- „ den zo groot was, dat de Vereenigde Ge- „ westen gefchaapen ftonden , deezen of ge- „ nen uitheemfchen Vorst ten prooije te „ worden , zo zy zig niet begaven onder de „ Regeering der Aartshertogen : die, van „ hunnen kant, belooyen moesten , dat de „ Landen nooit aan Spanje vervallen zou- „ den : voorts , 't vertrek van 't uitheemsch „ kfygsvolk en vrylieid van Godsdienst „inwilligen : ook, dat de gewigtigfte zaa- i, ken , in eene Vergadering der algemeene „ Staaten , zouden afgedaan , en de voor- ,j naame ampten aan inboorlingen opge- „ draa-
CO Meteren XXVI. Soek, f. $6 yerf.
W Meteren XXV. Bask, f. -183. |
||||
XXXIV. Boek. HISTORIE. 179
„ draagen worden." Voorwaarden, op wel- t6öi-
ken men zig , in vroeger' tyd, gaarne, zelfs ------
met Spanje, zou hebben willen verdrän-
gen ( n ). Anderen rieden , daarentegen , j, dat de Nederlanden zig behoorden af te w fcheiden van den Huize van üostenryk , ^alzo de Aartshertogen flegts eenen yde- 5) len naam van Heeren hadden j en geheel- ,, lyk afhingen van Spanje , dat, door lang"- „duurigen oorlog uitgeput, zyne eenige j, hoop ftelde op de fchatten der Indien» „welken nu ook naar de Vereenigde Ge- „ westen begonden af te vloeijen. Dat zy „ zig liever allen behoorden te begeeven „ onder Frankryk , welk gelegen was , tot „ hunne beicherming, hun hunne voor- j5 regten zou laaten genieten , en , volgens „ de Salifche wet, voor altoos , verzekeren „van wettige Vorften." En alzo deze raad meest den Aartshertoglyken Nederlanden be- trof, daar alles Roomsch was, wardt dee- ze gezindheid , byzonderlyk *, vermaand, „ haaren Godsdienst , onder Frankryk , vry „ te komen oefenen, alzo dezelve uitge- „ rooid zou worden , zo de Vereenigde „ Staaten overwinnaars bleeven , gelyk , „onder het zwak gebied der Aartshertö- „ gen , beroerd door twintig muiteryen , „te dugteïi waSi" Wederom vondt men 'er , die dreeven, „ dat men, om een einde „ van den oorlog te maaken > den Veree- ,5 nigden Gewesten de vryheid behoorde te 55 verkoopen : 't welk men niet oneerlyk j, hieldt,
OO Zt Vlh'Dal, M. 46, 310.
|
||||
i3o VADERLANDSCIÏE XXXIV. Boe*,
16*04. „ hïeldt, voor de Huizen van Bourgondie en
_____Oostenryk , die toch , by koop , aan ee-
„ nigen der Nederlanden geraakt waren."
Door alle welke redenen , de gemoeden ee- ïiigszins voorbereid werden , tot de Vrede- handeling , die, twee jaaren laater , aange- SchrifW vangen werdt. Ondertusfchen, ontbrak het, tegen de in de Vereenigde Gewesten , ook niet aan Vrede, frhfiften, die den Landzaaten de Vrede, ernftelyk, ontrieden (o)- Er was hier, tot no°" toe , niemant, uitgenomen eenige wei- nigen , die aan 't roer der Regeeringe zaten, en de geheimfte raadllagen hielpen beleiden, wanno« die niet alle hoop op dezelve verwierp. In ook be- welke gedagten , elk verfterkt werdt, doot hoorde dg Hhtork der Nederlandjche Oorlogen van de Histo- Everhard van Reyd, die , omtrent deezen KveXd tyd , in 't licht gegeven , ftrekte, om beide vanReyd.Roomschgezinden en Hervormden, te waar- fchuwen , tegen de trouwloosheid en hstig- heid der Spanjaarden en Oostenrykfchen (ƒ>> Antwoord De algemeene Staaten zelven , in t vol- der st«. nde voorjaar , door den Keizerlyken Ge- TTÏ maetigde, Maximüiaan Cochy , . weder- ïrfchè'n, om° verzogt , om vrygeleide voor eenige die we- aanzienlyke Duitfche Gezanten , die van derem vrede ZOuden komen handelen , ant- Swffi.woordden, eerst op 't einde van Bloei- tndelên! maand „dat zy nimmer eene xvaare en l6ö< „ verzekerde vrede, met behoudenis 5' van hun Gemeenebest en van hunnen " Godsdienst, zouden afflaan ; doch dat '' „ dee^' (o) 2ie Meteren XXVI,- Boek, f. 4S7. verf. 49i>
(ö) Crotii Hill. Libr. XIV. p. 458' |
|||||
s.
|
|||||
XXXlV.BoEK. HISTORIE. 181
«is, deeze:, van Spanje, noch van de Aarts-
„ hertogen, die door Spanje beftierd wer- „ den , te verkrygen was. Dat hun nog „ heugde, welke nadeelen hun de voor- „ gaande Vredehandelingen hadden toege- „ bragt, zonder dat de Keizer en 't Ryk „ hen daarvoor hadden können hoeden, „ Dat zy niet gezind waren, hunne vry-r „ heid, die, by Koningen en Vorften, reeds „ voor wettig erkend was, op te offeren „ aan eenen fchyn van vrede. Dat zy zig „ dikwils genegen getoond hadden , om, „ met de andere Nederlanden , in onder- „ handeling te treeden ; doch dat men, „ hoe klein een gezag de Aartshertog „ over dezelven hadt^ befpeuren kon, aan „ 't bewind over den kryg, welk, uit „ Spanje , aan Spinola, eenen vreemde-! „ ling , was opgedraagen. " En naarde- maal, van 's Keizers Wege, ook wederom vergoeding der geleeden' fchade en herier vering der bezette Plaatfen gevorderd was, fchroomden de Staaten niet, te zeggen, „ dat zy, omtrent het eerfte, allen redelyk 9, genoegen geeven zouden ; doch tot het „ laatfte , nog niet gezind waren : aller- „ minst nu, daar Spinola zig bereidde, tot „ eenen togt naar den Rynkant. 't Bewaa- „ ren der ingenomen' Plaatfen ftrekte ook, ,, zeiden ze, tot heil van Duitschland, dat 9, zig herinneren mögt, wat het, voor dee« „ zen , van Mendozas volk geleeden „ h,adt (q).n In
(?) Meteren XXVI. lkck , ƒ. 494.
|
||||
i8a VADERLANDSCHE XXXIV.Boek.
|
|||||||
1605. In deezen ftaat der gemoeden, rustte
men zig, hier te Lande, geduurende den |
|||||||
XV. winter en 't voorjaar, vlytiglyk toe; ten
«1'ifeu ooriooe' De Koning van Erankryk zondt totcieu den Staaten eenige manfchap toe, met ver- volgen- maaning, dat zy, voor den vyand, in 't veld den md- moeften tragten te zyn. De Vereenigde Ge togt« westen waren ook tamelyk gereed, met het opbrengen van penningen: 't welk, daaren- tegen, in de Aartshertoglyke Nederlanden, traaglyk toeging. In Duitschland en in En- geland, werdt, voor de eene en de andere partye, geworven: in Engeland , agt ven- dels van tweehonderd koppen ieder , voor de Staaten (>). De Lente verliep voor een gedeelte; zonder dat 'er , van wederzyde, Aanfla- iet ondernomen werdt. De vyarjp iïneed- gen op de s alleenlyk, twee heimelyke aanflagen, erf Be"? °P Rynberk en °P Bergen op Zoom, die gen op" beide vrugteloos uitvielen (O- Doch in t Zoom. midden van Bloeitnaand, toog Prins Mau- Manrits rits te velde, van zins om Antwerpen, ge mem nouden voor de rykfte Stad van Neder het beleg ^nd, fchoon zy nu van haaren voornaam- van Ant- ften handel ontbloot was, te belegeren werpen, Zyn voorneemen was, de Schelde te ftor-? vergeefs. ten over »£ Lan(j om ^q Stad, zig meester te maaken van den Vlaamfchen oever der
Riviere, en de Stad, met weinig volk, in te fluiten. Doch terwyl de Schepen ge- reed gemaakt werden , om 't Krygsvolk over te voeren, ontftondt 'er een algemeen i=c
00 Refol. Hol!. 7 Jtmy. 1605.. «. 128.
Cf J Misteken XXVI. Boek, f. 4<i6. |
|||||||
XXXIV. Boek. HISTORIE. 183
gerügt, dat het Antwerpen gelden zou, 't ifio.5,
welk in de Stad verfcheidenlyk opgenomen-------
werdt, naar dat men voor de tegenwoordi-
ge Regeering ingenomen was, of naar de voorige vryheid haakte. Straks fteigerde ook de prys der eetwaaren : en fomnrigen maakten gereedfchap, om te vlugten. Maar Spinola herftelde de verfehrikte gemoeden haast, door het verfterken der bezettinge, met eenige ruitery. Ook leide hy driedui- zend man in het Land van Waas, om het oog te houden op Maurits beweegingen. De Prins, ten beftemden dage, met een volko- men Leger, opgetrokken van Bergen op Zoom, hadt Graave Ernst van Nasfuu ge- last, te gelyk, met de Vloot en tagtig ven- delen knegten, de Schelde op te zeilen naar Antwerpen, en den dyk aan den Vlaam- fchen oever in te neemen. Doch de Graaf, * fchoon de vyandlyke fchanfen aan de Schelde , die wakker op hem vuurden, ge- lukkiglyk voorby geraakt, werdt, door te- genwind , naar den Brabantfchen kant der Riviere gedreeven. Hy waagde, nogtans , Graaf vierhonderd man , aan de overzyde , aan Emstvati land te zetten: die, door den vyand, lig- ^a^" telyk , verflaagen, en ten deele gevangen feu'. * genomen werden. Graaf Ernst, aan de Bra- bantfehe zyde te rug gekeerd, verwittigde Prinfe Maurits van 't mislukken zynér on- derneeminge, die nu niet te hervatten was, zynde den vyand, alomme, te wel cp zyne hoede. De toeleg op Antwerpen verdween, derhalve , in rook, en by de geweldige Krygskosten. deezes jnars werdt meer niet M 4 ge-t |
||||
i84 VADERLANDSCHE XXXIV. Bouk,
|
|||||
1605. gewonnen dan het Kafteel van Wouw, welk ,'
a----:— vyf dagen belegerd geweest zynie, aan Prin-
'tKarteel fe Mauiïts overging. Midierwyl, hadt Spi-
Wouw no*a eene ^nuS ëe^eë^ over de Schelde, om
gewon- langs dezelve, de onzen, werwaards zy zig neu. ook wenden mogten, te ligter te können by- komen (f).
Legering Maurits, zyne gedagten trekkende van Ant? in Viaan- werpen, fcheepte zyne benden over de Schelf deren, de, en floeg zig, m 't Dorp Watervliet, by Yzendyke, neder. Spinola volgde hem, zig legerende te Boekhoute, tusfchen Water- vliet en Sas van Gend, In deezen ftaat la- gen de beide Legers, eenen geruimen tyd, te loeren op eikanderen, zonder dat 'er iets van belang voorviel. Doch Maurits benden , gelegerd in eenen wateragtigen grond, flee- ten , dagelyks, door verloop en ziek- ten. Hy bleef zig egter. ophouden in Vlaan- deren (tl) , tot dat de beweegingen des vyands, in Overysfel, hem der waard? rie- pen. XVI. De Hegte fpoed der Staatfche zaaken te. De jto- ]an(je wercft,- omtrent deezen tyd, vergoed, Spanje' door eenig voordeel, ter zee behaald. On zendt der de lasten des krygs, voor den Koning eenig Van Spanje, was, van den aanvang der be- 'Kr[.gs* roerten af, geen der minften geweest, dat fchepe^ hy zYne beste troepen, uit Spanje en Italië, naarde' met zwaare kosten, te lande , herwaards Weder- zenden moest: 't weik veel tyd:, fpilde, bin- hnden: nen weiken, het Krygsvolk geenen dienst deedt. Maar Spinola hadt het voeren van Krygs-
O) MeteRBN XXVI. /lnei,f. /\0<)* verf, 5-1».
O) Mkt6BMi XtVi. Hoek, f. ;,<>> XKVil. llnek, f. 5.03.
|
|||||
XXXIV. Boek. HISTORIE. 185
Kiygsvolk over zee in gebruik gebragt: 1^05,
cht, federt het fluiten der Vrede met Groot-------^»
Britanje , nog veiliger dan te vooren, ge-
i'chieden kon. De Kolonel, Don Pedro Sar- miento , hadt nu twaalfhonderd geoefende foldaaten verzameld , die, te Lisbon, in agt groote en eenige kleine Hoogduitiche £11 Engelfche Ivoopyaardyfchepen gingen , onder 't bevel van Pedro Cubiera, die last hadt, zo hy Vlaanderen niet bereiken kon, af te houden van de Franfche Kust, en En-* geland in te loopen ; alwaar hy, door be-< hulp des Spaanfchen Gezants, die eenige Engelfche Hovelingen op zyne hand hadt weeten te krygen, veilig zou können ver- blyven. De Vereenigde Staaten, kennis welk, van het infcheepen deezer benden gekree- door den gen hebbende, zonden den Luitenant-Ad- Lmte~ miraal van Zeeland, Willem de Zoete, ge- Admiraal zeid Hautain, naar 't Kanaal, om het Hautain, Snaansch Krygsvolk te onderfcheppen , en onder- die hy gevangen kreeg, zonder genade , fchelK ^ in zee re werpen. Hy kruiste , met een nen deel zyner Vloote, langs de Vlaamfche, met wordt, een ander deel, langs de Engelfche kust, alle fchepen, die hem tegen kwamen, prei- jende. Omtrent Douvres , ontmoette hem de vyand, die zig, in 't eerst, weerde met musketten ; doch ligtelyk overmand werdt. Sommigen ontkwamen 't, met zwemmen : anderen werden, door de Engelfchen, met booten, gebergd. Een vyandlyk fchip, aan den grond geraakt, werdt, door twee Zeeuwfche, geënterd en bemagtigd: 't volk, welk men 'er op vondt, rug aan rug gebon.? M 5 " den |
||||||
1
\
|
||||||
\
|
|||||
i86 VADERLANDSCHE XXXIV. Boek:
1605, den en in zee gefineeten. Des anderen
■-------daags, werden de overige fchepen vermees-
terd. De foldaaten, die men toen in han-
den kreeg , werden , insgelyks , verdron- De En- ken. De Engelfchen hadden , ondenus- peifchen fchen, alzo de onzen de vyandlykheden te op cte™ ^'Sc aan nuIlne kusten bragten, op hunne ou- Staat- de vrienden, ten dienfte hunner pas verzoen-. fcha de vyanden, uit Douvres, begonnen te vuu- ichepen. ren> Qok klaagden zy, naderhand, by de Staaten, over 't fchenden van hunnen bo- dem. Doch deezen vertoonden, daarte- gen „ dat de Duinkerkers, voor eenigen „ tyd , de Hollandfche Koopvaarders , tot „ op de Engelfche ftroomen , ongefttaft, „ vervolgd hadden , en dat de Engelfchen „ zelven de Spaanfche fchepen, door de on- „ zen veroverd, binnen hunne havens ge- „ fleept, en den Spaanfchen gezant, by „voorraad , toegeweezen hadden: weshal- „ ve zy oordeelden , dat hun het naderen „der Engelfche kusten, waartoe zy, door „de hitte des gevegts, gedrongen geweest „waren, behoorde ten goede gehouden te „worden." Wyders, hadt de vyand , in dit gevegt, welk , op den tweeden en der-^ den van Zomermaand, voorgevallen was, byna de helft van zyn volk verlooren. De overigen bleeven in Engeland, daarzy, aan 't ftrand, onder opgeflaagen' hutten, over- winteren moeften. Doch veelen beleefden 't voorjaar niet; maar ftierven , door kou- de en ongemak, of aan hunne wonden. De Overfte Cubiera zelf liet hier 't leeven: zo dat 'er van dit wakker krygsvolk maa* wei- |
|||||
XXXIV. Boek. HISTORIE. 187
|
|||||
nigen te regt kwamen : die, ter fluik, en ter- 1605,
wyl de Staatfche fchepen , door tegenwind, ■-------
werden verftrooid, naar Vlaanderen overge-
voerd werden (V). Midlerwyl, waren , uit Italië, langs den Toerus-
gewoonen weg te lande, zes kloeke Rege- ^j>ea menten aangekomen. Filips, aangezet door gpauje, Spinola , die, onlangs, in Spanje geweest was; om een fpoedig einde van derr kryg te maaken, hadt beflooten, hem in ftaat te Hellen, om twee Legers in 't veld te bren- gen: een, tot befcherming van de Aartsher- toglyke Nederlanden, en een, tot het doen van eenen togt in Overysfel en Friesland, waaruit hy zig, met reden , groote voor- deden beloofde (V). Ook diende hem 't krygsgeluk in den beginne; fchoonhet, daar- na , niet aan zyne verwagting beantwoord heeft. De vyandlyke Veldheer dan, zyne magt Bucquai
met de nieuwe Spaanfche troepen en eenig ^rktdg" versch geworven volk in Engeland en ^n> n Duitschland, verfterkt hebbende , zendt, in Hooimaand, terwyl de twee Legers nog in Vlaanderen lagen, den Graaf van Buq- quoi, met eenen genoegzaamen hoop volks, by Keulen, over den Ryn, alwaar hy, Kei- verfterk* zerswaard ingenomen hebbende, ter we- Keizers- derzyde van den ftroom, eene fchans op- waar ' werpt, om zig van den overtogt te verze- keren. Maurits , hiervan tyding bekomen hebbende, oordeelde gereedelyk, dat de vya,nd,
O) Meteren XXVX, fatk, f. 5f.fj.501.
{wj OiiOTH Hill. Libr. XIV. {<, 4.S9, 462. |
|||||
i88 VADERLANDSCHE XXXIV. Boek:
1605. vyand, voorhebbende eenen togt over den
-------■ Ryn te doen, Rynberk niet agter de rug
zou laaten. Des vaardigt hy zynen Broe-
der, Graaf Henrik Fredrik, en Graaf Ernst van Nasfau, niet vierduizend Knegten en Rynberk tweeduizend Ruiters, dervvaards af: die verfterkt; Rynberk, terftond , met uitgeftrekte bui- tenwerken , doen verfterken De Friefche en Overysfelfche Steden, bedugt voor den naderenden vyand, hielden ernftig aan om onderftand van volk en krygsbehoeften. Qok werden vyf vendelen knegten naar Lingen gezonden. Spinola, Graaf Fredrik van den Berge, met zesduizend knegten en vyfnonderd paarden, in Vlaanderen laa=i tende, vervoegde zig, eerlang, in perfoon, Spinola by 't Leger onder Bucquoi, en befloot ter- trektnaar ftond tot het beleg van Lingen, de voor- gingen. naamfte vesting in deezen oord. Hy maakr te geene zwaarigheid, om Grol, Rynberk, en andere Steden van kleiner' naam agter de rug te laaten , alzo hy eenen tyd van 't jaar waarnam , waarin de gewasfen nog op 't veld ftonden, en hy daarenboven toevoer uit Westfaalen te gempet zag. Doch om zynen toeleg bedekt te houden, en Maurits te verfterken in den waan , dat hy 't op, Rynberk gemunt hadt, liet hy, te Keizers-r waard, een Zomer-leger affteeken voor zes- duizend man: en rukte zelf, met negendui- zend knegten en tweeduizend paarden, in drie hoopen,, naar Lingen. Op weg, hieldt, hy eene ftrenge krygstugt, zo dat> de onzy- dige nabuuren over geenen merkelyken q- verlast te klaagen hadden. Ook zondt hy Ft-
|
||||
XXXIV. Boek. HISTORIE. 189
FUips van Croi, Graaf ven Zolre, aan de kj0^
naaste Duitfche Steden, om derzelver gunst -■----—
te winnen, en doortogt zonder iemants bena-
deeling , en leevensmiddelen voor geld te verzoeken. Op den vierden dag na zynen optogt , kwam hy, over de ftroomen de Roer én de Lippe, voor het Steedje Olden- i-iy ver- zeel in Överysfel, welk hy, op drie plaat- «veit 01- fen, zonder zyn volk te ontzien, deedt dcn2eel- aanvallen en in eenen nagt overmeesterde, op den zevenden van Oogstmaand (V), Den volgenden dag, zondt hy de Ruitery voor- overgave uit om Lingen te berennen, volgende zelv', van Lm' ten naasten dage , met het overige Leger. s lr De Stad, die, maar onlangs, en nog niet volkomen, verfterkt was, werdt, aan vier oorden, benaderd. Niet meer dan zeshori- derd man lag 'er binnen, onder bevel van Maarten Kobbe, een' oud' en bloohertig' O- verfte. Negen dagen, hadt het beleg ge- duurd , en de Waaien waren nu tot onder een der Bolwerken genaderd, toen Kobbe, Krygsraad belegd hebbende, elk geneigd vohdt tot de overgave, die , nog op den zelfden dag, den agttienden van Oogst- maand , gefchiedde. Prins Maurits hadt, op 't gerügt van den togt des vyands over den Ryn, de befcherming van Vlaanderen den Heere van der Noot aanbevolen , en zig, in alleryl, met vyfentwintig vende- len voetvolks, begeven naar Deventer. Hier ontving hy nog tien vendels uit de be- zettingen aEn den Rynkant en agt vendels hieuw
|
|||||
;(«) Mktbren.XXVH. Hoek, ƒ. 504,
|
|||||
i9o VADERLANDSCHE XXXIV.Boek.
1605. nieuw geworven' Engelfchen. En hy ftondt
-»—— nu vaardig om 't ontzet van Lingen te onder- neemen, toen hem de tyding van 't overgaan der Stede gebragt werdt. Kobbe en andere Overften zaten, om 't fchielyk opgeeven van Lingen , eenen geruimen tyd, in hegtenis. Doch raakten eindelyk, met verlies van hun- ne ampten, vry (y). Spinola hieldt zig, na 't bemagtigen van
Lingen, op, met het voltrekken der Vesting- werken aldaar, even of hy, voor een fpoe- dig beleg, gevreesd hadt. Doch veelen merkten dit aan, als een' misflag, meenende dat hy, den loop zyner overwinningen vervol- gende, de naaste vestingen, Koeverden en de Bourtange, ja zelfs Groningen en Embden, ligtelyk , zou hebben können bemagtigen. Zyn toeven te Lingen gaf Prinfe Maurits o- vervloedige gelegenheid, om de omgelegen*" Plaatfen, met bezetting en nieuwe werken, te fterken (z). XVII. Midlerwyl, hadt de Aartshertog eenen Aanfla- heimelyken aanflag gefineed, om Bergen op gen des Zoom te verrasfen : van welken 't beleid ITs^op aan Hericourt, Bevelhebber van Hulst, en Bergen aan du Terrail, eenen Franfchen balling, op Zoom opgedraagen werdt. Zy hadden vyfeien- raisiukt. honderd knegten en driehonderd paarden onder zig, en trokken , des nagts na den eenentwintigften van Oogstmaand, by laag water, over 't verdronken Land ; geraakten door de haven der Stad , en bemagtigden twee
(y~) Mf.tEhen XXVII. Hoek, f. 503 verf. 504» 5H w>>'
Gmmi Hift. Libr. XIV p. 463 &" ßn- Cz) Mbtkrem XXVII. Buk, ƒ. 504. |
||||
SXXlV.BoEK. HISTORIE. 191
twee werken, die de haven en de naaste ifo*.
Poort befchermden. Men meent, dat de —— Stad gewonnen geweest zou zyn , hadden- ze zig toen , langs de haven , verder naar binnen begeven. Doch zy keerden zig naar de Waterpoort, die zy, te vergeefs, door middel van pet arden, zogten te doen open fpringen. Midlerwyl, was de dag aange- broken, het water aan 't wasfen, en de gantfche bezetting in de wapenen geraakt. De vyand, vreezend e overvallen te wor- den, befloot, derhalve, te rug te trekken , en verliet de ingenomen' werken, met ver- lies van omtrent dertig man, die, in 't wy- ken, met fteenen en musketten, gedood werden. De onderneeming werd egter, eene maand daarna, nog eens hervat. Doch die van binhen hadden 'er nu kondfchap van, en waren op hunne hoede. De vyand, fchoon hy dit merkte, bleef by zyn opzet. De Stad werdt, des nagts na den twintigften van- Herfstmaand, by regenagtig weder , aan vyf oorden, aangetast. De Bevelheb- ber, Paulus Bax, de burgery gefteken heb- bende onder de foldaaten, hadt de wallen, ïondsom, bezet, en floeg den vyand wak- kerlyk af. Aan de Steenbergfche Poorte, hadt men ftroo en pektoortfen ontfteken , om 't bedryf der aanvalleren, te beter, ga- de te flaan. Hier,hadden ze twee poorten en de valbrug doen fpringen, en roerden de trom en ftaken de trompet, reeds bin- nen de wallen. Eene poort maar ftuitte hen nog: die de burgers, met wagens en bal- ken s bebolwerkt hadden, terwyl zy den vyand ^
|
||||
19* VADERLANDS CHE XXXIV. Boek,
1605. vyand, nu zo na gekomen, met musketten
«—-*-'- en brandende pekreepen, vinnig te keer gingen, onder 't lhwalen „ dat hunne O- n verften hen op de vleeschbank bragten * „ en dat de Lieve Vrouw van Hal en Scher- n penheuvel te ver van daar was, om hen j, te verlosfen." Elk kweet zig, overmoeid in de Stad: Wethouders en Kerkendienaars niet uitgezonderd. Ook de Roomschgezm- de Ingezetenen, en vrouwen zelven., ouder welken, men 'er vondt, die haare kinderen uit de wiege namen, om in dezelve .ftee- nen te draagen naar de wallen s ook brag- ten veelen den mannen kogels, pekreepen en ander tuig aan. De weekherrigften lagen, op de knieën, langs de ilraat, met de oogen en handen hemelwaards, biddende om by- ftand. Met den dag, werd de vyand ge- noodzaakt, te wyken, niet zonder verlies. In de Stad, werdt maar één man gemist. Ook waren 'er weinigen gekwetst, doordien zy, meest, van de hoogte , 1 geftreeden had- den (0). Toeleg ^in Oogstmaand, nam Grobbendonk ook op Graa- voor? Graave, by nagt, te beklimmen: doch verftaande, dat zyn toeleg ontdekt was j fchroomde hy dien in 't werk te Hellen (£). Spinola Spinola, met het begin van den Herfst, legen zig Lingen verfterkt, en, nevens Oldenzeel, byRoer- ^ehoorlyk bezet hebbende, en geenen kans 'welk' hy ziende, om Rynberk te bemagtigen, be- vsrfterkt« floot, eindelyk, zig, by Roeroord, nedev té
(g~) MeTEi'.EN XXVIf. }lnck,f. 50+ verf. 505*"
{!>) METERBN XXVII. Haek,/.- 504 verf. |
||||
XXXÏV. Boek. HISTORIE. 193
te flaan: en alzo de Duitfchers begeerd 1605*
hadden, dat de fchans, te Keizerswaard , -------
geflegt werdt, deedt hy hier, onder 't ge-
bied van Meurs , ter wederzyde des Ryn- ftrooms, eene nieuwe fchans fügten. Ten zelfden tyde, werde zyn Leger verfterkt met eenige nieuwe manfehap, uit Italië en uit Engeland aangekomen: waarom hy té raade werdt, Bucquoi, met eenig volk, af te zenden, om Wagtendonk te bemagti- gen (O- Midlerwyl , flöeg Maurits , Spinola ge- XVIir.
volgd zynde , zig, beneden hem , onder Mauritè Wezel, neder: en ziende 's vyands krygs- te^n magt, gedeeltelyk, in Vlaanderen opge- spinotói houden, gedeeltelyk, gelegerd voor Wag- tendonk, befluit hy,op het gedeelte, welk, onder Spinola, aan de Roer lag * aan te vallen. De vyandlyke Ruitery en eenig voetvolk was in 't Dorp Mülheim gelegd. Dit dagt hy eerst in te fluiten , en daarna het overig deel des Legers te flaan. Doch 't ongeluk wilde, dat de Staatfche Ruitery, onder Graave Hendrik Fredrik, zig niet genoeg fpoedde naar Mülheim, maar eeni- gen tyd toefde naar 't voetvolk. Hierdoor kreeg de vyand, die anders onverhoeds 0- vervallen geweest zou zyn, gelegenheid, om famen te trekken, en zig in flagorde te ftel- len. 't Gezigt hiervan, den onzen onver- p^n ^^ Wagts voorgekomen, bragt 'er zulk een' van 's Fchrik onder, dat zy fchandelyk, aan 't Pnnfeu vlugten floegen ■, zonder van iemant ver- ~*tgedrèrf volgd fdiriiye«
CO GRotii Hift. Ltbr, XLV, p: 468.
IX» Deel. N
|
||||
194 VADERLANDSCHE XXXIV. Boek.
1605. volgd te worden , zig ter naauwer nood,
--------door 't zien van Prinfe Maurits, die hen
flaat aan van verre gevolgd was , tot flaan laatende
tgnvlus" brengen. Hopman Marcelis Bax, gezon- den om 't Huis te Broek, tegen over Mül- heim", in te neemen, was, midlerwyl, in gevegt geraakt met de vyandlyke Rukery, en ftondt op 't punt om te wyken, toen hy, door Graave Henrik Fredrik en weinige anderen , die fhnd gehouden hadden, on- derfteund werde, 't Gevegt werdt toen, met nieuwe hevigheid, hervat. Doch 's vyands Paardenvolk verfterkt geworden zynde, door eenige kornetten onder Louis de Velasko, floeg de fchrik andermaal on- der de Staatfchen, die, met losfen toom , aan 't vlugten floegen. Maurits, ftaande aan de andere zyde van de Roer, zogt hen, door fchelden, door dreigen, door bidden, tot ftaan te beweegen. 't Mögt niet hel- pen. Henrik Fredrik, met eenige weini- gen, nevens Bax, ftand houdende, liep groot gevaar, om gedood of gevangen te worden. Maurits, nu niet meer aan de 0- verwinning, maar aan de behoudenis zyns Legers denkende, zendt eenige Regemer^ ten voetvolk over den ftroom, die, met de fpietfen vooruit, en, digt ineen gefloo- ten, 's vyands ruitery te keer gaan. Hora- tio Vere was de eerfte, die de Roer door- waadde. Hem volgde de Franfche Kolonel Krygsiist OmarviUe, die hier 't leeven liet. De vyand ™} was nu aan 't wyken , toen Spinola , aan Spinola. verfoeiden' oorden tevens, de trom doen- de roeren, Maurks in den waan bragt, dat ' de
|
|||||
A
|
|||||
XXXIV. Boek. HISTORIE. 195
|
|||||
de ganfche magt van 's vyands voetvolk 1&55.
in beweeging en naby was. Hy dan, zig -------«
niet meer durvende verlaaten op zyne rui- Maurits
terye, deedt, hierop, den aftogt blaazen , trekt af* die, in goede orde, gefchiedde. Van 's vyands kant, was de Overfte Trivultio ge- fneuveld. Voorts was 't verlies, ter weder- zyde, omtrent even groot; doch de fchande aan de Giize. Spinola leerde, uit het ge- vaar , welk hy hier geloopen hadt, zyne troepen , naderhand , digter by elkander te legeren. De ongelukkige aanval, van wel- wasba- ken wy fpreeken, was gefchied , op den donk en negenden van Wynmaand (i). Op den agt- Krakou entwintigften, maakte Bucquoi zig, by ver- J'^00* drag, meester van Wagtendonk, zynde hy toen, op den twintigften dag van 't beleg, gevorderd tot aan de bolwerken. Wat laa- ter (1), overmeesterde hy het Slot Krakou, in 't Graaffchap Meurs, met geringe moei- te (e). Prins Maurits hadt, ondertusfchen, eenen xix.
aanflag gefmeed om Gelder te verras- Maurits fen. Hy lag, met zyn Leger, flegts vier anriflag . mylen van de Stad, werwaards hy, des ^gr nagts na den twee - entwintigften van Wyn- mislukt, maand, met de ruitery en een gedeelte van 't voetvolk, optrok. Doch de petarden, van welken hy zig bediende, om den weg naar de poort te openen, deeden flegte werking, en waarfchuwden die van binnen, welken, op
f d") Meteiien XXVII. Boek, f. 5S5 verf. 50(1. Guoth
1-Iitl. Uhr. XIV. p. 469. C<0 Meteiien XXVII. /lock, f. 506.
(1) Op .den agtfite» van SlagunaaneS. ;x
N 2
|
|||||
ï96 VADERLANDSCHE XXXïV.Boek;
i6e»5. op de been geraakt, vinnig fchoqten op de
• befpringers, onder welken Filips, Zoon van den beroemden Filips van Mornai, Heers
van Pfesfis, een jongeling van groote hoop, het leeven verloor. De onderneeming liep^ hiermede, vrugteloos af (ƒ). I)e Le- In Vlaanderen, was niets byzonders voor- gers_ gevallen. Alleenlyk hadt Graaf Fredrik van fcheiden. jen Berge, digt onder Sluis, ter plaatfe, daar de Zoete en de Zoute in de haven loopen, eene fchans doen opwerpen; die de Stad, meer of min, benauwde (g). Tegen 't ein- de van den Herfst, viel 'er zo veel regens, dat Spinola de eerste befloot, zyn Leger de •winterkwartieren te doen betrekken : heb- bende hy, in deezen veldtogt, door het be- fchermen van Antwerpen, het bemagtigen van Lingen en VVagtendonk, en het overbrengen des krygs op den Staatfchen bodem, groote eer ingelegd. Maurits volgde zyn voorbeeld." De Staatfche Ruitery, de fchande, by Mül- heim behaald, willende uitwisfchen , over- viel, in 't aftrekken, een Kornet van Grob- bendonk, welk, grootendeels, gevangen ge- nomen werdt (/*), Voor- Meer viel 'er, dit jaar , niet voor , te deei op lande. Doch te water, behaalden de onzen,
kerkers*1* *n Wintermaand, eenig voordeel op de behaald. Duinkerkers. Een Rotterdammer Scheeps- hopman, Lambert Henrikszoon, en by 't ge- meen Mooi Lambert genaamd, tastte den Ad-
(ƒ) METEU.EN XX VN. Roei, ƒ. 50G.
(j3 Mbtf.REn XXVII. Ruek, ƒ. 50fi verf. (Ii) Meteren XXV I. Doek, f. 506. verf. GRfjTn Hiß. lil/r. XIV. p. 471. Mr, XV. p. 47C, |
||||
XXXIV. Boek. H I S T O R I E. 197
Admiraal van Duinkerken, Adriaan Dirks 160$.
zoon, aan, enterde zyn fchip en veroverde ■ het eerlang, geholpen door den Onder-Ad- miraal van 't Noorderkwartier, Jan Ger- 'brandszoon. Zestig gevangenen werden op- gehangen. Eenigen ontvlooden, terwyl zy ter ftraffe gevoerd werden, zonder dat ie- mant hen tegen hieldt; alzo het aanhou- dend ophangen der Duinkerkeren, eindelyk, medelyden begon te verwekken in de ge- meente (*). De Admiraal Steven van der Hagen, xx|.
die, op 't einde des jaars 1603, naar Oost- Jjjj"j{j" indie , onderzeil gegaan was, veroverde , derMaat- in Sprokkelmaand deezes jaars, het Kasteel fchappye van-Amboina, welk zesendertig Hukken ge- 'm lndie» fchuts voerde, op de Portugeezen. Hy liet 'er Fredrik Houtman als Bevelhebber, en zeilde, van daar, naar Tidor, een der Mo- lukfche Eilanden, welks Kasteel, in Bloei- maand daaraan, ftormenderhand , veroverd werdt (/e). Met de verovering van dit Kas- teel, verlooren de Portugeezen, 't gene zy, te vooren, in de Molukken bezaten, en de Nagelhandel viel der Maatfchappye in han- den. Men ftondt nu, beide met de Konin- gen van Tidor en van Ternate, in verbond. Ook hadt van der Hagen, voor dat hy naar de Molukken zeilde, een Verbond gemaakt tegen de Portugeezen, met den Samoryn, die langs de kust van Malabaar geboodt; en, by eenen Brief, aan Prinfe Maurits ge- CO Msteren XXVII. Boek, f. 506. vtrfi
CO S. van der Hagen Reize, tl. 9», 94, jg. |
|||||
N3
|
|||||
ip8 VADERLANDSCHE XXXIV. Boek,
|
|||||
1605. rigt, den Vereenigden Staaten het ftigten
■■ ■■■<- Van alle deeze voordeden kreeg men hier te Lande tyding , in Bloeimaand des vol- genden jaars. Doch te vooren, hadt men reeds vernomen, dat de Overfte Sebald de Weerd, die naar Ceilon gezeild was, doo^ de trouwloosheid of agterdogt des Konings van Kandi, moorddaadiglyk, omgebragt was, ( ƒ), zonder dat zyne Landsluiden, vreezen- de voor 't verlies des handels, zynen dood durfden wreeken (m). Maar onaangezien diergelyke rampen, waren de voordeden uit den Indifchen handel en uit den buit, die op de Portugeezen behaald werdt, zo groot, dat de Maatfchappy, in Bloeimaand deezes jaars, wederom eene Vloot van elf fchepen naar Indie zondt, die meer dan negentien tonnen fchats gekost hadt. Korne- lis Maatelief de Jonge, een der Bewindheb- beren , hadt 'er 't bevel over (n). Wy zul- len , hierna , van zyn wedervaaren verflag doen. XXI. Spinola, volgens jaarlykfdie gewoonte, Spinoia na 't ein(jigen van den veldtogt, in Louw- den rKo- maan(i > naar Spanje ,verreisd zynde 9 om, ning, op penningen, tot voldoening zyner twee ,1e- jüeuws, geren, te vprderen, yondt V Konings fchat- |eJd *? kist ledig tot op den bodem. En fchoon hy gQi6o6, weigerde 't bewind te behouden, zo men ._ ' ":■-.'■ ;■.).,.•> rheai CO Spilberoens Reize, Wi-54. l
Cw) Mëteren XXVI. Boek, ƒ, 455 verf. XXVIII. /leek,
/. 5ifi verf. 517, 51^- (n) Reize van C. Mateuef de Jonge, bL I. MeTBREN
XXVI, Boek, f, 495. verf.:. - ■ •, |
|||||
XXXIV. Boek. HISTORIE. 199
|
|||||||||||
hem onvoorzien liete van geld; terwyl hy, 1606.
aan den anderen kant, den Koning van de ze---------
ge verzekerde, zo men hem betaalde; zag
hy zig, eindelyk, genoodzaakt, 't verzwakt geloof des Konings te flutten, door zyne ei- gene middelen en die zyner vrienden (0). Doch hoe gevaarlyk zulks voor hem geweest zy, zal ons 't gevolg deezer gefchiedenisfe, haast, leeren. De Vereenigde Staaten, in 't vooileeden De Staa-
jaar , ondervonden hebbende, dat de last ^"^f des krygs hen boven maate gedrukt hadt, en Verwee- luttel te vrede over den uitflag des jongften render veldtogts, beflooten, in dit jaar, te lande, ^®nte |
|||||||||||
oorloo-
sen. |
|||||||||||
alleenlyk verweerender wyze, te oorloogen,
|
|||||||||||
en hunne grenzen te beïchermen (/>). Ook
verhinderden de binnenlandfche kryg tegen den Hertoge van Bouillon ende onlusten in 't Hertogdom Brunswyk , tegenwoordig , de wervingen in Frankryk en in Duitschr land. De Hertog van Bouillon hadt Ko- Onlusten ning Henrik, al federt eenigen tyd, ver- j"£ " moeden gegeven, dat hy eenen opftand in den zin hadt, en was, ten Hove ontboo- den zynde, geweeken naar Duitschland. De Keurvorst van de Palts , zyn Zwager, want beide hadden ze eene Zuster van Prin- fe Maurits ter Vrouwe, bevlytigde zig, fe- dert, om hem met den Koning te verzoe- nen. Doch vergeefs. De Prinfes Weduwe van Oranje fcheen hierin beter te zullen flaagen. De Koning beloofde den Hertoge zyne
Co) Meteren XXVII. Boek, f. 511 verf, Grotu Ilitt.
hUr. XV. p. 47Ö. (p) Meteren XXVII. Bxk, f. SU. N 4
|
|||||||||||
200 VADERLANDSCHE XXXIV. Boee,
|6o6. zyne gunst, mids deeze hem zyne Stad SeT
------. dan, ten onderpand zyner trouwe, in han- den Helde. Bouillon boodt aan, de Stad te willen geeven in de befcherming des Fran- fchen Ryks, en de bezetting aan het zelve te laaten zweeren, als hy maar 't bezit der Stad behouden mögt. Midlerwyl, Helde hy zig in ftaat, om eenen oorlog uit te har- den , indien men hem, onverhoeds , over- vallen wilde. De Koning nam dit zo euvel, dat hy , een groot Leger op de been ge- bragt hebbende, in de Lente deezes jaars, naar Sedan op weg, en zig aan de Maaze nederfloeg. In dit uiterfte, vondt men eg- ter middel, om den Hertog met den Ko- ning te bevredigen. De eerfte ftondt toe, dat de Koning, vier jaaren lang , eenen Bevelhebber ftelde binnen Sedan : waarna de Stad te rug zou gegeven worden aan den Hertoge, op wiens voorgaand gedrag, men geen onderzoek zou mogen doen: doch droeg hy zig, na deezen , ontrouw , dan souden de Ingezetenen van Sedan eenen •anderen Prins mogen kiezen. De Hertog werdt, na 't fluiten van dit Verdrag, her- fteld in de blaakende gunste des Konings, die hem, na verloop van eene maand, we- derom in 't bezit ftelde van 't Kasteel van Sedan. De Vereenigde Staaten verheugden zig over 't bylèggen van eenen twist, die, voor eenen Heer, vermaagfchapt met den huize van Nasiau , nadeelig zou hebben Jconnen uitvallen. De Aartshertogen zel- ven zagen 't niet ongaarne, alzo zy, niet zon-.
|
||||
XXXIV. Boek. HISTORIE, aoi
zonder reden , bedugt waren geweest, dat ifoöi
de toerustingen des Konings van Frankryk,-------
min op Bouillon, dan op hen, gemunt wa-
ren (#). De onlusten tusfchen de Stad en den Her- xxil.
tog van Brunswyk waren ook, federt eeni- Twisc gen tyd , begonnen. De Stad , fteunende ^0^,. op het Hanze-Verbond , waartoe zy be tögen'd« hoorde, hadt zig, naar 't oordeel des Her- stad togs, wat te halilerrig gehandhaafd, in Brans* vóorregteu , die zynen voorzaaten ten dee- *?*• ïe afgekogt, ten deele afgedrongen waren. De Hertog, jong van jaaren, en vol hoops om zig te herftellen, in het gezag, welk zyne voorzaaten, door vadzigheid, ver- looren hadden, hadden, in 't voorleeden jaar, voorgeevende bedugt te zyn, voor Spino- las togt over den Ryn, eenig volk byeen getrokken : voorts , behendiglyk, eenige foldaaten binnen Brunswyk gezonden , en den buitenften wal ingenomen. Doch de Brunswykers , haast befpeurende, waar 't op aangelegd ware , overvielen de knegten en dreevenze naar buiten. Hierop was de belegering der Stad gevolgd, die egter, fchoon onderfteund door den Koning vau Deenemarke, tegen den winter, moest op- gebroken worden. De Hertog zogt toen de Vereenigde Staaten aan, om eenige manfchap. Ook begeerde hy, dat zy hem Graaf Ernst van Nasfau, tot Veldoverfte in deezen fcryg , afftonden. De Staaten , in- Zien- er Mrteren XXVII. /lock, f. 514. Grotii Hift. Libr. KV. p. 447- N 5
|
|||||
\
|
|||||
aoa VADERLANDSCHE XXXIV. Boek.
ü6o6. ziende, aan den eenen kant, hoe vreemd het
—— fchynen moest, dat zy , die zei ven voor hunne vryheid ftreeden, de vryheid van anderen zouden helpen verdrukken, en aan den anderen, hoe veel hun aan de vriend- fchap des Hertogs van Brunswvk en des Konings van Deenemarke gelegen ware, Honden, eenen geruimen tyd , in beraad, eer zy iet wisten te befluiten. Eindelyk, vonden zy deezen middelweg. Zy ftelden Graaf Ernst op vrye voeten, hem keur geevende, om zig aan den dienst des Her- togs van Brunswyk te verbinden, of niet. Hy verkoos het eerfte (V), en begaf zig, nevens eenige Staatfche Overften, die, op hun verzoek, voor zekeren tyd, van hunnen eed ontflaagen waren, naar Dnitschland. In 't begin der Lente deezes jaars, werdt Brunswyk , andermaal, belegerd. Doch het doorbreeken van eenen dam, gemaakt om de Stad onder water te zetten, nood- zaakte den Hertog, andermaal, het beleg te ftaaken. Ook moest hy, na 't byeen- trekken der Hanze-troepen, den oorlog zelven laaten vaaren: welke ook, eerlang, zynen partyen te lastig viel : waarom zy beide zig, gereedelyk , onderwierpen aan 't gezag des Keizers , die hun beval, de wapenen neder te leggen, en hunne ge- fchillen, by wege van Regte, te doen be- flisfen (f). Doch deeze Franfche en Duitfche onlus- ten f O Refel. Hol!. 28 January 1606. bh 10.
(s) RelbL Holl. n A$ril 1606. il, 113. Meteren*XXVII. Htek,f, 51a vtrf, 513, GaciTn Hill. Lii, XV. p. 478. |
||||
XXXIV. Boek. HISTORIE. 203
ten verhinderden de wervingen,[in deeze twee 1606.
gewesten, niet alleen voor de Vereenigde •-———i Staaten; maar ook voor deizelver vyanden, die, daarenboven, door byzondere redenen, belet werden, in Engeland en in Italië a volk te ligten. In Engeland , was, in Slagtraaand des XXIII.
voorleeden jaars , ontdekt eene gruvvely- B«?poa- ke famenzweering, gefmeed door eenige vee^aad Roomschgezinden, niet zonder kennis van in Engel de voornaamfte Jezuiten. De vloekverwan- land. ten waren gebeeten op den Koning en 't Parlement, om dat zy de vrye oefening van den Roomfchen Godsdienst niet had- den können verkrygen, en hadden eenen dag beraamd, om de Zaal van 't Parlement, terwyl 'er de Koning, zyn Zoon , en de voornaamfte grooten des Ryks vergaderd zouden zyn, in de lugt te doen vliegen, door middel van eenige tonnen met buskruid, ger legd in een'kelder onder de zaale. Doch een der medepligtigen zondt eenen zyner vrien- den een briefje toe, hem verzoekende, dien dag, niet naar 't Parlemept te gaan, .alzo; daar, fchreef hy,. een jirhrikkelyke flag. ge- fchieden zou,zonder dat, men zou weetenvan waar het kwaad kwame; terwyl al V ge- vaar over zou zyn, in zo korten tyd, als 'er vereischt werdi, am dit" briefje te ver- 'V ' "• branden. De Koning was de eerfte, die, uit dit fchryven befloqt, dat men 't Par- lement door buskruid, dagt te doen fprin- gen, 't Gruwelftuk werdt geheellyk ont- ........ dekt, $rj in eenige vloekverwanten geftraft.
|
||||
fc>4 VADERLANDSCHE XXXIV. Boek;
|
||||||
ï6o6. Men hieldt den Paus en den Koning van
|
||||||
:------- Spanje verdagt, dat zy de hand in 't ver-
raad gehad hidden (O» doch hiervan is eg- ter niets, klaarlyk, gebleeken. Filips deedt den Koning , door zynen gezant , geluk wenfchen , over 't ontdekken der famen- zweeringe, en Jakob verklaarde, openlyk, dat hy van de onfchuld der uitheemfche Mogendheden overtuigd was. Doch hy vergde, federt, zynen onderdaanen eenen nieuwen eed af, waarby zy n hem voor wet- wtigen Koning van Groot-ßritanje erken- n nende , te gelyk verklaarden , dat hy , ?? door den Paus noch de Roomfche Kerke, nonttroond kon worden, en dat zy deezen 5, eed in geenen anderen zin verftonden , w dan de woorden luidden, zonder dat zy, 5, immer, van denzelven zouden zoeken w ontflaagen te worden: " byzonderheden , welken de Hellingen van eenige Jezuiten , die, ten deezen tyde , veel gerugts maak- ten , regtdraads te keer gingen. Veele 'Roomschgezinden weigerden deezen eed af te leggen : en. aan deezen werdt verboo- den, zig in uitheemfchen dienst te begee- ven: 't welk de oorzaak was van de ftrem- ming der Spaanfche wervingen in Enge- land (a). Gefchil Uit Italië, kon, ten deezen tyde , ook tusfchen geen Krygsvolk herwaards komen , 't welk en d4US ^oor ^en twist, tusfchen Paus Paulus den V\ Staat Van en de Venetiaanen, veroorzaakt werdt. De Venetië. Raad (O Zie Refol. Holl. i Deeemi. ifiop. il, jaj
O) Raptn Tom. VII. p. 40-52. GftüTH Hifi. Liir. XIV% f. 474. Libr. XV. f. 479. |
||||||
XXXIV. Boek. HISTORIE. 20$
Raad van Venetië, de magt der Geeste- kJóö.
lykheid, onder hun gebied, beteugelen dere Mogendheden , bevolen , dat niemant eenige Kerken zou hebben te ftigten, noch eenige giften aan Godshuizen te doen, bui- ten bewilliging des Raads. Ook hadden ze eenige Geestelyken, befchuldigd van fnoo- de misdaaden, in hegtenis doen neemen» De Paus , zig dit bedryf tot hoon rekenen- de , deedt de Stad Venetië in den ban. Doch de meeste Geestelyken bleeven , op bevel des Raads, de Kerkelyke dienften waar- neemen. De Jezuiten alleen , die 't wei- gerden , werden uit den Staat van Venetië gebannen, 't Gefchil aangaande de magt der weereldlyke Regteren, over de Geeste- iykheid , en wegens de verpligting, om onredelyke Paufelyke bevelen te gehoor- zaamen , werdt lang , in openbaare Schrif- ten, betwist, tusfchen den Paufelyken aan- hang en dien der Venetiaanen. Men ver* wagtte , in den beginne , dat 'er een open- baare oorlog uit broeijen zou. De Koning van Spanje , geneigd om, in zulk een ge- val , 't gezag van den Paus te handhaaven , hieldt zyne troepen in Italië. De Veree- nigde Gewesten, daarentegen $ booden den Venetiaanen hunne hulp aan, ter zee: waar- voor zy, beleefdelyk, bedankt werden, oordeelende den Raad van Venetië, voor- zigtiglyk , te moeten myden alles, wat de inwendige rust en de oefening der voorou- derlyke kerkzeden, eem'gszins, zou können |
||||
aoö VADERLANDSCHE XXXIV. Boek.
1666. beroeren. Ondertusfchen , heeft de aan-
--------bieding der Vereenigde Staaten den eerften
grond gelegd van de vriendfchap tusfchen
de twee magtigfte Gemeenebesten des Aard- kloots (V). jyrjy Terwyl dit buitens Lands voorviel, kwa- Du Ver- men de Legers in de Nederlanden traag- raii ver- lyk te / velde. Spinola hadt zig , nog in rastBree- Spanje zynde , laaten verluiden , dat hy , V00rt' gelyk voor Meezen den Ryn, nu de Waal en den Ysfel dagt over te trekken, om tot in 't hert der Vereenigde Gewesten door te dringen. En hy fcheen 'er zig , in der daad, toe te bereiden ; 't welk hein, laater dan naar gewoonte , in 't veld deedt ver- fchynen. Midlerwyl, fmeedde du Terrail wederom eenige looze aanflagen. Twaalf- honderd knegten geligt hebbende uit de bezetting van Oldenzeel, rukt hy , Grol voorby , langs eenen grooten omweg, naar Breêvoort , dat, by verrasfing, ingeno- men werdt, op den Vastenavond , terwyl de foldaaten en inwooners zig, in flemp- maalen , verlustigden. De meesten weeken naar 't Kasteel, welk, gelegen in zyne by- zondere werken , nu door 't breeken der brugge, van de Stad afgefcheiden was. De Ruitery uit Overysfel en eenig voetvolk, terftond hierna , op weg geflaagen, ver- fterkte de bezetting op 't Kasteel, die 't beleg der Stad, zonder uitftel, begon. Ve- lasko, leggende binnen Roeroord, zondt den
(v~) Meteren XXVIII. Boik, ƒ.518 verf. 519, üroth'
Hifi. Libr. XV. l>. 47S>. |
||||
XXXIV. BofiK. HISTORIE. «07
den zynen, die te Breêvoorfc lagen, ook ee- tSoS.
nigen onderftand. Doch Graaf Henrik Fre---------
drik, met al 't voetvolk , welk hy byeen
brengen kon, en met de Ruitery, die, Graaf Ernst van Nasfau naar Brunswyk begeleid hebbende, nu, met buit, uit het Stigt Pa- Graaf derborn, te rug keerde, getoogen voorBreê- Henrik voort, hernam de Stad, in weinige dagen, ?£gf]jlk by verdrag van den tweeëntwintigften van de plaats Lentemaand, volgens welk, du Terrail en wederom de zynen, onbefchadigd, uittrekken mogten, ruimen, mids den buit en de gevangenen, die reeds naar Oldenzeel vervoerd waren, terug leve- rende (w). De ongelukkige uitflag deezer ondernee- Aanflag
minge benam du Terraü den moed niet, van du tot diergelyken. Vernomen hebbende, dat Te^ men , aan de Oostzyde van Sluis, buiten SLiuJi;"' de Stad, geene wagt hieldt, zynde de wagt- huizen aldaar afgebrand, en nog geene an- deren opgeregt, toog hy, in Zomermaand, met twaalfhonderd man, over 't verdron- ken Land van Kadzand, derwaards, en kwam 'er zonder ontdekt te worden. Graaf Fredrik van den Berge hadt aangenomen , hem , met een fterker getal andere troe- pen, uit Damme, te volgen, en, na 't be- magtigen der Stad, 't beleg te flaan voor 't Kasteel. Karel van der Noot, Bevelhebber van Sluis, hadt de lugt gekreegen van ee- m'gen aanflag des vyands, en de Bevelheb- bers der naaste vestingen gewaarfchuwd. Doch nooit was hem in den zin gefchoo- ten
00 Meteren XXVJ.1. Boek, f. 513 verf. 514.
|
|||||||
s.
|
|||||||
<•'
|
|||||||
sog VADERLANDSCHE XXXIV. Böifc"
i6oö. ten , dat iemant zou hebben durven onder-
——- neemen , de Stad Sluis , omringd van zo veele fchanfen en wagthuizen , te befprin- geru De onderneeming feheen, in 't eerst, te zullen gelukken. Twee valbruggen en éé- ne poort los gefprongen zynde, door middel van petarden, kreeg de binnenfte poort, door den ilag , zulk een gat, dat 'er twee man tevens door konden, 't Was nu geen werk j den v/al j die geringe hoogte hadt, te be- klimmen. Van binnen, was alles zorgeloos: de Bevelhebber te bedde gegaan. Ook de andere Overften. Maar deeze ongewoone ftilte verfchrikte , allereerst, den ingeko- men vyand, bedugt, dat men op zyne lui- men lag, om hem te overvallen. Hier floeg nog toe, dat een gedeelte der vyandlyke foldaaten , gelast om , aan eenen anderen oord der Stad , ter beftemder. uure , een' loozen wapenkreet aan te heffen, des in gebreeke gebleeven was, doordien, het groot uurwerk der Stad by geval overwon- den zynde , de klok , dien nagt;, niet ge- flaagen hadt* De befpringers, gevat van den fchrik, draalden nu in te dringen* door de gemaakte opening, wanneer eenige be- zettelingen, gewekt door den Ilag der pe- tarden, halfnaakt, half gewapend, de bin- nenfte poort kwamen bezetten , fchietende zo fel op de vyandlyke pieken , die men t by misflag, in plaats van musketten , voor- aan gezet hadt, dat zy te rug weeken. Die wyken vermeerderde den fchrik in de an- deren , die, in groote verbaasdheid, op de |
|||||
»
|
|||||
XXXIV. Boek. H I S T O R I E. 209
brug ftonden, en eikanderen, al deinzende 160&
verdrongen» Van der Noot, nu ook by der ■------
hand, deedt, dwars over de brug, 't gefchut
J.osfen| en veroorzaakte eene ysfelyke flagting onder de digt opeen gepakte menigte Vyf- honderd omtrent zyn 'er gefneuveld, by deeze gelegenheid. Ook werden 'er, in 't wederkeeren, nog veelen geveld: doordien de bezettelingen der naaste fchanfen, van alle kanten uitgevallen , den vyand in den ftaart floegen. Te Sluis, werdt, kort hier- na , tot beveiliging tegen diergelyk ge- vaar, eene halve maan voor de poort ge- legd (tf); Na 't mislukken Van deeze twee heime- s •• X'
lyke aanflagen, trok Spinola, diep in den Jektu Zomer , te velde, om den kryg , openly- velde. ker, voort te zetten. Den oorlog in Italië, tér oorzaake van de duurte der graanen , zynde uitgefteld , waren de Spaanfche re- gementen, van daar, aangekomen in de Nederlanden. Ook hadt Spinola een goed getal Brunswykfche troepen en éenige Oöst- friefche Ruitery in zynen dienst genomen: gelykj daarentegen, na 't afdanken des Fran- fchen Legers, eenige knegten in den dienst der Vereenigde Staaten waren overgegaan. De Oostfriefche Ruitery, onder Jan', Graave van Rietbergen, werdt,- door de onze, on- derfchept, en leedt eenige fchade. Ook pionderde de Staatfche Ruitery de landen om Mechelen, die brandfchatting weiger« , den»' ..(x) KKtep.bn RKVll, llvcki f. st$i Grotu Hift. Llir,
KV. p. 482. IX. Deel. 0
|
||||
aio VADERLANDSCHE XXXIV. Boek.
1606. den. Zelfs viel haar. !een gedeelte van de pen-
------- ningen in handen, die den Maikgraave Spi-
nola waren toegezonden. Deeze, onderras»
fchen, verdeelde zyne magt in twee hoo- pen, itellende tienduizend knegten, twaalf- honderd paarden en twaalf (tukken gefchuts onder den Graave van Bucquoi, dien hy belast, in de Betuwe te rukken. Zelf be- houdt hy onder zig elfduizend knegten!, tweeduizend paarden en flegrs agt frakken gefchuts, hebbende 't oog gewend naar Friesland, of naar de Velu we: waarlangs hy naar Utrecht dagt te trekken. En zo hem zyn voorneemen gelukt, en de twee Legers, langs de Betuwe en Veluwe, famengetrok- ken waren j 't hert der Vereenigde Gewesten was bemagtigd, en de grenzen en fterkfte Plaatfen van allen toevoer verfteken geweest. Maar Spinola, zynen weg neemende over de grenzen van Twente, leedt veel, door den geduurigen-regen, die de wegen glibberig maakte, en ziekte veroorzaakte in 't Leger. De togtging, derhalve, langzaam voort, en de moerasfen, nu dieper dan naar gewoonte , flooten hem, eerlang, den weg naar Friesland. Ook was de Ysfel zo hoog gezwollen, dat hy nergens doorwaad kon worden (y~). Maurits Prins Maurits, onder dit fakkelen , tyd vertel« gewonnen hebbende, hadt zig, aan deezen de Grens- ftroom, nedergeflaagen, met een Leger van plaatfen. tienduizend knegten en vyfentwintighon- derd
(37) Meteren XXVIII. Boek, f. 52c, GaoTii Hin. LWr.
XV. ƒ>, 483. |
||||
XXXIV. Boek. HISTORIE, au
derd paarden, en Deventer,Zutfen en Does- isöiS.
burg, met bezetting en werken, verfterkt.-------•
Spinola, naar alle kanten uitziende, om zy-
nen vyand eenig voordeel te ontjaagen, en wagtende op beter weder, zondt eenig volk uit, om Lochern te overmeesteren, 't Is ee- Lochern ne zwakke Stad* in 't Graaffchap Zutfen; verioo- doch niet ongelegen voor hun, die in dee- ren* zen oord oorlog voeren. Maurits, meenen- ;' de, dat men 't op Deventer gemunt hadt, ''}': was derwaards getrokken. Zyn afzyn was oorzaak, dat Lochern, maar eenen dag be- legerd geweest zynde, zig,by verdrag, over* gaf op den drie ent wintigften van Hooi- maand (2). Omtrent deezen zelfden tyd, belast Buc- Juftiniani
quoi Pompejo Juftiniani, met vierduizend zoekt, 1te ïcnegten, vyfhonderd paarden en twee ^f^Be^ ftukken gefchuts, door te breeken in de ut we te Betuwe. Deez', met het krieken van den breeken» dag, gekomen te Spaardorp of Spaldorp, aan de linkerzyde der Waale, op den Kleef- fchen bodem, zet zyne rapfte gasten in fchuiten, die gelyk aflleeken en gelyk lan- den moesten, aan den jregter' oever van den ftroom. De zorg voor deezen oord was, door Prinfe Maurits, toevertrouwd aan Warnar du ßois, die, te post, van 's vyands toeleg verwittigd, uit Nieuwme- gen, getrokken was, en den Waalkant fterk bezet hadt. De jfchippers, verfchrikt door dit gezigt, geheten zig, als of zy, door den fterken ftroom, agterwaards gedree- veh
O) Msterem XXVIII. Buek, f. 520 verf.
O a
|
||||
212 VADERLANDSCHE XXXIV. Boek.
ï6q6. ven werden, en keerden te rug met de fchuit-
• eens zyn volk over deWaale te voeren. Doch de Staatfche troepen, van alle kanten famen- gevloeid, en de Oorlogsfchepen, van Sehen* kenl'chans afgezakt zynde, hebben 't hem be* Mnurits let. Prins Maurits, zig ziende gedreigd, !rfwanf van veri"che^en' kanten, en door talryke enden3 Legers; droeg, federt, zorg, dat de gant- Ysfei. fche Waalkant, van Schenkenschans af tot het einde der Bommelerwaard toe, en de ge- heele oever des Ysfelftrooms, van Arnhem tot aan Hattem, met ligt opgeworpen' wer- ken, befchanst werdt. Ook hieldt hy uitleg- gers op de ftroomen, die, heen en weder vaarende, kennis namen van 's vyands aanflagen, en dezelven hielpen veryde- len (dy. Spinda De Markgraaf, befpeurende, dat zyn zoekt _ voomeemen, om door de Betuwe en Ve- Zwol m juwe te booren, byna onuitvoerlyk gemaakt meu^'t was, befluit, hierna, Zwol in te neernen, welk zendende, derwaards, over den Vegtftroom, mislukt, den Graaf van Zolre; terwyl hy, om Mau- rits te misleiden, den Ysfel, naar den kant van Zutfen, peilen doet, als wilde hy, o- ver deezen ftroom, iet beftaan. Doch de aanhoudende regen belette ook den fpoed van deezen togt. Warmelo, die binnen Zwol geboodt, kreeg 'er zo dra geene kennis van 5 of hy boodt den Graave van Zolre, arbei- dende om over de Vegt te komen, met ... be- tii) Meterf.n XXTIII Boek, f. 520 verf, Grotii Hiit
lAbr, XV. ƒ/• <i8.').. |
||||
XXXïV. Boek. HISTORIE. S13
behulp van twee Oorlogfchepen, manlyk het 1606.
hoofd, en noodzaakte hem, eerlang, te rug-----—
te keeren (£).
Toen eerst gaf Spinola de hoop op van xxvi.
over de ftroomen te geraaken , waarom hy lïy beie- zyne gedagten op belegeringen gaan liet. 6ert Op den derden van Oogstmaand , rukt hy ro' zelf voor Grol (V), en geeft Bucquoi bevel om Nieuwmegen aan te tasten, min op hoop van de Stad te winnen, dan om de Staat- fchen af te trekken van 't befchermeii des Ysfelftrooms: hoewel Bucquoi, voor 't ver- lies zyner agtbaarbeid bedugt, onder voor- wendièl van bekwaamer middel te zoeken qm over de Waal te komen, lammelde, met het onderneemen van 't gene hem gelast was. Binnen Grol, geboodt een jong Heer, van Dorth genaamd. De bezetting was der- tienhonderd man fterk , en toonde , in 't eerst, herts genoeg, om eenen uitval te doïn; doch behielp zig, daarna, aïïeenlyk met fchieten ; waaraan Spinola zig wéinig- kreunde. De buitenwerken werden ver- ïaaten, zonder eenen ftorm af te wagten, De Italiaanen, daarna de graft gevuld heb- bende, kreegen den voet onder 't bolwerk. Toen gaan de Ingezetenen van Dorth aan, om 't uiterfle niet af te wagten, noch ee- nen vyand te vertoornen, die, zyne fol- daaten niet fpaarende, hen nog veel min- der ontzien zou. De jonge Bevelhebber laat zig beweegen, cnaangezien hem, binnen twee ■
CO Meteren XXVIII. Boek, f. 521.
Cf J Refol. Holl. vtJltiS- ióc6. W. 207. |
|||||
O 3
|
|||||
ai 4 VADERLANDS CHE XXXIV. Boek.
.1606. twee dagen, ontzet beloofd was , waartoe
-r------ Maurits zig, inderdaad, gereed maakte. De
De Stad Stad werdt, den veertienden van Oogstmaand,
geeft zig opgegeven by verdrag, volgens welk, onder °ver. anderen, de Ingezetenen, die wilden, vrye- lyk vertrekken mogten (d). Opmerkelyk is 5t egter, dat de meeste Ingezetenen, in Grol en in de andere Steden, die, te vooren, op gelyke voorwaarde, overgegaan waren, ge- bleeven zyn: als ware het hun om 't even geweest, welken Godsdienst zy oefenden, en onder welk eene regeering zy leef- den (/). Spinoia jje Markgraaf verliet, na 't veroveren bete*1£t van Grof, het laage land, en, hooger op voor' getrokken, iloeg een deel zyns Legers zig, Ryaberk.den tweeëntwintigften van Oogstmaand, ne- der voor Rynberk, dat, onlangs, door Graa- ve Ernst van Nasfau , met nieuwe werken merkelyk verfterkt was. Bucquoi, die 't eerst voorde Plaats kwam, hadt, onder weg, een Staatsch Oorlogfchip veroverd, en ee- nige anderen verbrand. Doch eer hy de Stad t'eenemaal bed uiten kon, hadt 'er Graaf Henrik Fredrik veertien vendelen knegten en eenige paarden binnen gebragt: waardoor de bezetting meer dan driedui- zend knegten en omtrent tweehonderd paarden ilerk was. Hy keerde te rug naar 't Leger zyns broeders, welk by Does- burg lag j doch eenige Franfche Grooten , onder welken Soubife, Broeder des Her- togs
( i") Meteren XXVIFT. Hoe'u f. *ai.
(/) Giumi Hift. TJbr. XV. ƒ. 485. |
||||
XXXIV. Boek. HISTORIE 215
|
|||||
togs van Rohan, was, lieten zig, vrywil- I(jo6,
liglyk , befluiten binnen Rynberk, om de-------
konst van belegeren en verdedigen, by on
dervinding, te leeren. Eenige dagen hier- na, kwam Spmola zelf voor de Plaats, nee- mende, voor zyn deel van 't beleg, het aantasten eeniger werken , die aan de over- zyde der Riviere waren opgeworpen. Uit deeze werken, deedt de Staatfche Ruitery den eerften uitval, in welken Spinola byna gevangen werdt. De tweede gefchiedde op het Leger onder Bucquoi, in welken de Baron de Fleches, een der Franfche Ede- len, zig te diep onder de vyanden bege- ven hebbende, gevat werdt. De Staatfche Kolonel Edmond fneuvelde, wat laater, door het fchieten van Spinola; waarna, de fchans over den ftroom, in welke hy geboodt, uit fchrik, verlusten werdt. De werken der Stad zelve werden , ondertusfchen door fchieten, ondermyrien en beftor- men , vinnig aangetast, en wakkerlyk ver- dedigd (ƒ). Maurits hadt, in deeze gelegenheid, den Maurits
Staaten gevraagd, wat hem te doen ftondt: J"3^1 en zy hadden alles aan hem gelaaten, zelfs „f^ee'ais ook (lag te leveren, indien hy 't geraaden of hy oordeelde. Hy deedt dan, op 't ontvan- Rynberk gen van dit antwoord, om den zynen moed wi'de te geeven, en den vyand te verbaazen, wak- °e"ntzet* kere toerusting maaken , zig alleszins ge- lastende, als had hy voorgehad, 't beleg op
r-f) Muteren. XXVIII. Boet, f. S3t. Grotii. Hift. Libr.
KV. ƒ.485. O 4
|
|||||
ai6 VADERLANDSCHE XXXIV.Boe?.
ißo6. op te flaan. Doch hy had, by zig zelven,
-t;— beiloQten , den vyand, het ganfche jaar, qp te houden voqr Rynberk, en zelf noch flag te zoeken, noch eenige belegering te onderneemen. Hy was, met reden, be- dugt, dat, wanneer hy den Ysfel verliet, Spinola derwaards keeren zou, en op nieuws over de ftroomen tragten te komen. Hy youdt dan goed, zig by Wezel neder te liaan, neemende , om den foldaat aan werk te helpen, by verdrag, de fchanfen in, die de vyand, omtrent de famenvloeijing van de Lippe en den Ryn, begonnen hadt. Ook noodzaakte hy Spinola, om zyn Leger , welk tot nog toe open gelegen hadt, te be- fchanfen. De belegerden de eden , midier- wyl , verfcheiden' uitvallen , in welken d? Franfchen geduurig blyken van ongemeene dapperheid gaven. Doch de moed begon %e flaauwen, toen men de hoop op ontzet verlooren gaf. Ook kreeg men gebrek aan buskruid. De vyand hadt nu eenige werken bemagtigd, en de overigen waren te zwak, om langen tegen (land te bieden , waarom Rynberk de Bevelhebber Uitenhaye tot de overgave faac belloot, die op den tweeden van Wyn,- maand gefchiedde. 't Beleg hadt den vyand omtrent vyf honderd man , den onzen wei- nig minder gekost, 't Verlies van Rynberk ging den Vereenigden Staaten zeer ter her- te. Zy zagen, van hoe weinig dienst de fterkfte plaatfen waren, als men ze , met ge- weld, begon aan te tasten. Ook hadt men', in 't gemeen, grooter verwagting gehad van; |
||||
XXXIV. Boek. HISTORIE. 317
|
||||||||
het Leger, welk dit jaar op de been gebragt i<j0<j.
was (g). |
||||||||
's Daags voor 't overgaan van Rynberk , xxvil.
badt Graaf Henrik Fredrik ondernomen, Ven- Aanflag , , f. T1 1 j j van Hen-
lo, by aagt te verrasten. Hy hadt reeds e e- rik Fre.
ne Poort, door middel van een petard, doen drik op
{bringen; doch werdt gefluit voor eene twee- Venlo,
de; en door de Ingezetenen en foldaaten, in S'emi?u
grooten getale famengevloeid, te rug gedree-
ven (/;). Een toeleg, om eenige Steden in
Vlaanderen, door middel van zwemmers en
fchepen uit Zeeland, te overrompelen,
liep ook , omtrent deezen tyd , vrugteloos
af (O-
De Markgraaf vSpinola , zig diep in fchul- Muiter»
den gefteken hebbende, ten dienste des "* '„d Konings van Spanje, hadt, al federt eeni- Leger, gen tyd , gebrek gehad aan geld en aan geloove. Uit Spanje kwam, door 't ag- terblyven der Westindifche Vloote, geen onderlland. Eenige koopluiden, diep in- gewikkeld met Spinola, hadden moeten breeken: 't welk anderen afgefchrikt hadt van hem hunne penningen of geloof te ver- trouwen. Tot nog toe, hadt hy den mor- renden foldaat, met eenig geld op reke- ning, gepaaid; doch hiertoe was nu geen Hans meer-. De geduurjge togten en bele- geringen , en de ftrenge krygstugt, die de Veldheer onderhield, hadden het Krygs- volk
O) Uäfol. Hou. 31 OcioV. —— 8 Nov. 1606. bl. 25Q.
IjJe-i'Éren XXVIII. Boek, f. 522. Grötii Ilift. Libr. XV? p. A»7- fh~j Meteren XXVIII. Boek, f. 522.
CO Meteren XXVÜI. /lock, f. 518 verf-
|
||||||||
os
|
||||||||
£ r 3 VADERLANDSCHE XXXIV. Bokr
1606. volk in toom gehouden. Doch toen de
•-------Markgraaf, na 't veroveren van Rynberk,
beflooc, dit jaargetyde, geen nieuw beleg
te onderneem en, deedt de ledigheid het morren tot muiten uitberften. Veelen lie- pen tot Maurits; anderen naar elders over. Geheele hoopen doorftreefden het platte land , koozen zig hoofden, en vingen ee- nen opftand aan, die geene weêrgade ge- had hadt, onder Spinolas bewind. De Veldheer veroordeelde, in 't eerst, de fchaldigen tot ballingfchap: doch 't getal grooter geworden zynde dan hy verwagt hadt, liet hy hun vleiende beloften doen;, die thans, zo wel als zyne bedreigingen, Zesnon- in den wind geflaagen werden. Zeshonderd <'.erd man omtrent, meest ruiters , trokken , in sniute- Wynmaand, wederom naar Hoogftraaten, trekken dat eSter nu geene fterkte hadt; zynde de naar Aartshertogen en de Vereenigde Staaten , Hoog- onlangs , overeen gekomen , om deeze ftraaten. p}aats en 't Kasteel te Wouw te flegten , en, in 't bezit der byzondere Heeren , on- zydig , te laaten. De muitelingen, by ge- rügte, vernomen hebbende, dat de Aarts- hertog zig tegen hen toerustte, trokken naar Breda (£) , verzoekende onderftand Justinus van den Bevelhebber, Juftinus van Nasiäu, van Nas- die hun eenige levensmiddelen toèfchikte , fau geefc en hulp beloofde, zo men hun overvallers foofilnin m0?>t- Kommerlyk zag Spinola deezen hart- onder- del in. En vreezende, dat de muitery ver- fland. der voortflaan mögt, beftoot hy, zyne. trÓUW-
|
|||||
fi) Refol. Holt. 23 O&oli. i6e0. !>!. 254.
|
|||||
XXXIV. Boek. HISTORIE. 219
trouw fte regementen in de naafte Steden te ,^0<?.
leggen, en de overigen te verfpreiden over -----—.
den Keullchen bodem, daar hy zig egter
befcheidener gedroeg dan Mer.doza, eertyds , gedaan hadt: alleenlyk, eenig geld neemen- de van eenige Steden, om haar gebied te myden, en zig binnen de paaien van eeriyk- heid houdende, zo lang hem de nood niet drong (l). De Vereenigde Staaten, 's vyands Le- xxvitr.
ger gefcheiden ziende, ichiepen hoop, op Graaf het herwinnen der Plaatfen, die, dit jaar, ^rn*tvan verlooren waren; niet waanende, dat Spi- herneemt nola middel vinden zou, om zyne misnoeg- Lochem. de troepen, op nieuws, te velde te bren- gen. Men draalde zelfs eenigen tyd, met het aantasten van Steden. Graaf Ernst van Nasftu rukte eerst op den vierentwintigften van Wynmaand voor Lochem, en over- meesterde de Stad , binnen vyf dagen (ni). Prins Ten zelfden tyde , floeg Prins Maurits zig Maurfts voor Grol neder. Graaf Henrik van den ^ele?ert Berge geboodt, binnen deeze vesting, over zeshonderd knegten, en zyn eigen kornet paarden. Ook was hy, rykelyk, voorzien van gefchut. Doch de zwaare regen ver- hinderde den voortgang van 't beleg, en veroorzaakten eenige ziekten, in 's Prinfen Leger. Hier kreeg men ook, eerlang, be- rigt, dat Spinola zyne verrtrooide benden byeen trok, van zins, om 't beleg voor Grol op te flaan. Hy hadt zyne Overften, en,
f O MeTEREN XXVIIT. Hoek, f. 522 verf. Grotii Hill.
Lil'r. V p. 488
(«> MürEiiEw XXVIIl, Uv;k,f, «22. zerf. |
||||
aso VADERLANDSCHE XXXIV. Boek,
1606. en, door deezen, het krygsvolk weeten te
•«------beweegen, om hem deezen korten dienst te
doen. Maurits verdubbelde, derhalve, den
arbeid voor Grol, en begon zyn Leger te befchanfen; doch te fpade : zynde den vyand nu in aantogt. Spinola hadt zevenduizend knegten en twaalfhonderd paarden byeen ge- kreegen, en was van zins, fchoon Maurits Leger zeer veel fterker was,.eenen flag te waagen: 't zy hy zig verliefe op de dapper- heid der zynen, of zig verzekerd hieldt, dat de Prins den flag fchuwen zou. Hy trok, in goede orde, op , en , uit verfpieders, veritaan hebbende, waar Maurits Leger zwakst was, vertoont hyzig, door lange eu moerasfige wegen , derwaards, getrokken , in volkomen flagorde. Doch Maurits, fchoon de Staaten hem tot flaan gemagtigd hadden , en 't volk, met naame de. Fran- fchen, daarop, fterk aanftonclen, hieldt zy- ne troepen in veiligheid, binnen de Leger- ftede; voor reden geevende, dat zyn volk ziekelyk was, en ligt verfehrikken zou (n). Hy ver- Hy brak zelfs, kort hierna, op van voor laat: de Grol: en toen betrokken de beide Legers M de winterkwartieren. De Vereenigde Staa- ten dankten een Hoogduitsch Regement af,
welk, dit jaar, geworven was : alzo het meerder foldy trok dan de ande- re benden, en hierom een lastig voorbeeld gaf (0). xxix. Dusdanig een uitflag hadden, dit ]aar,
Zeetogt de f») B.efbl. lloll. S-ai Hecemb. 1606. hl. 319.
(0) Meteiien XXVIlIo Busk, f, 522 verf, 523. Gsoth Hift. Libr. XV. p. 485. |
||||
XXXIV.BoEK. HISTORIE, aai
de krygsbedry ven te lande; laat ons nu zien, 1606.
wat 'er, ter zee voorviel. In den aanvang-------
des jaars, hadden de Vereenigde Staaten van den
eene Vloot van vierentwintig fchepen naar Luite- Spanje gezonden, onder den Luitenant-Ad- ^Sniraal miraal, Willem Hautain, met last om zig Hautain, te wreeken, over het neemen van eenige Koopvaardyfchepen, door Don Louis de Fasciardo, die 't fcheepsvolk over boord ge- worpen , opgehangen en verbrand hadt. Ten deezen einde, moest Hautain de West- indifche Vloot zoeken te onderfcheppen, en den Portugeefchen fchepen, die naar Ooftindie zeilreede lagen, het uitloopen beletten. De Oostindifche Maatfchappy hadt den Staat eene goede fomme verftrekt, tot bereiking van dit laatstgemelde einde, waardoor zy in ftaat gefteld zou worden, om haaren handel veiliger en voordeeliger te dryven. Hautain, belet door wind en zyne weder, hadt eene lange reis; doch nam,verrïg- op dezelve , verfcheiden' vyandlyke fche- tin§« pen. Ook hieldt hy de Portugeefche Vloot zo lang op, dat men, aan haar vertrek wan- hoopende, de laading aan land bragt. Om- trent de Westindifche fchepen, Haagde hy zo wel niet. Een der zelven, aan een der zynen vastgeraakt, was, te gelyk met het zelve, verbrand. Drie vergingen, door on- weder , en vier anderen waren te rug ge- keerd naar de Havana, om betere gelegen- heid tot uitlocpen af te wagten. Midler- wyl, kreeg Hautain gebrek aan leevens- middelen, wordende de voorraadfchepen die hem van hier werden toegezonden, door te-
|
||||
9.«i VADERLANDSCHE XXXIV. Bosk.
i6ö5. tegenwinden, opgehouden, waarom hy,
-------eerder dan men verwagt hadt, in 't begin
: ..... van den Zomer, weder t'fauis kwam.
7,yn Doch tegen 't einde van denselven, in
tweade Herfstmaand (ƒ>), ftak hy andermaal in zee, tpgt, die met vierentwintig fchepen, van welken 'er, kif uil-" naderhand, zes, door ftorm, van de Vloote vaït. zyn afgeraakt. Hy hadt wederom last om op de t'huiskomende West- en Oostindifche fchepen te pasfen. Doch niet verre van Kaap S. Vincent, komt Fasckrdo, met agt zwaare fchepen, Gallioenen genaamd, voor wind, op hem afzetten, zo onverwagt, dat een derzelveiï, reeds met den Onder-Ad- miraal van Zeeland , Reinier Klaaszoon, in een fcherp gevegt geraakt was, eer men wist, dät men den vyand zo na voor zig hadt. 't Gezigt van dit gevegt en van de geweldige groote Gallioenen bragt zo groot een' fchrik onder de onzen, dat zy zig bui- ten fchoots hielden, en, met het vallen van den nagt, te rug weeken. Maar Reinier Klaaszoon, man van weêrgaloozen moed , fchoon vsn de zynen verlaaten, hieldt den Ysfelyke vyand, twee geheele dagen, bezig. Hy «iand van j^t nu zyn meeste volk verlooren , zyn e ^,ea™er masten waren over boord geraakt, zyn zoon." fchip, van alle kanten , lek gëfchooten , toen hy, geene hoop altoos hebbende op ontzet j een fchrikkelyk ftuk voorllaat, 't welk, dagt hy, den Vaderlande, in dit ui- terite , ten dienst ftrekken zou. En op zy- nen , (*0 Metehkn XX'VIII. Hoek, ƒ. 5:2 rtrf. 523. verf. Giurrn
Hift. Libr, XV. p. 480. |
||||
XXXÏV.Boek. HISTORIE. 223
fiën voorflag, word 'er, eenpaarigiyk, toe ,g0(j#
beflooten. Hy en de zynen , God op de -------
knieën om vergiffenis gebeden hebbende
van 't gene zy beftonden, fteeken den brand in hun eigen buskruid: waarop het fchip , met zestig menfchen, in de lugt vliegt , Twee van deezen werden, half verbrand, gevischt van de Spanjaards, verbaasd over de wreedheid en ftyfzinnigheid, die in 't gelaat en in de woorden van deeze zieltoo- genden uitgebeeld was. De Staatfche fche- pen, hierentusfchen, herwaards en der- waards zwervende op zee; hadden de Oost- indifche fchepen gelegenheid, om te Lis- bon, de Westindische, om te S. Lucar bin- nen loopen. Doch van de eerften waren 'er vier, door ftorm, ten deele gezonken, ten deele zwaar befchadigd. De Westindi- fche Vloot hadt, daarentegen, eène voor- fpoedige reis gehad, en den Koning en by- zonderen Perfoóhen eenen fchat t'huis ge- bragt, die zo veel als de inkomsten van twee jaaren beliep. Maar de Vereenigde Staaten hadden, met deeze laatfte uitrus- ting, verlooren' kosten gedaan Qf). In ln- die, gingen, daarentegen, de zaaken der * Maatfchappy voorfpoediger. De tydin- gen, die men van daar kreeg, en van wel- ken wy, te vooren , reeds verflag gedaan hebben, beurden de gemoeden, verflaauwd door den ongelukkigen uitflag der jongfte togten, niet weinig op. Maatelief hadt, dee-
<j) Metkm» XXVItf. Boek, ƒ. 524. Grotii Hift. Lifo.
XV. f. 490. |
||||
S24 VADERLANDSCHE XXXIV. Bobk;
loos. deezen Zomer, ook eenige voordeden in
.—;—Malakkas behaald (r): van welken en van zyne verdere verrigtingen wy, hierna,gewaa- gen zullen. . , xxx. 'c jaar j g05 js ,joor aanzienlyke lyken ver-
vnn°den maard geweest. De Graaf Filips van Ho- Granve henlo overleedt den vyfden van Lente- van Ho- maand te Ysfelftein (/). Hy was een moe- henio, ,jjg krygsman geweest; doch het mangelde hem, dikwils, aan beleid. Toe.n Maurits jong was, hadt men hem 't bevel over de Legers van den Staat toevertrouwd. Na- derhand, ziende dat men hem misfen kon, gaf hy zig over aan brasfen en drinken, en ftierf allengskens; doch hard, voor eenen en van mm van oorlog (V)- Jan van Nasfau de ou- STvm de'. Brüeder van Willem, Prinfe van O ilasfau" ranje, ftierf ook, afgeleefd, op den agt- den Ou- ften van Wynmaand. Hy hadt de zaaken den. Zyns Broeders en der Vereenigde Gewes- ten, al vroeg, met geld en raad, geftyfd« Daarna, was hy Stadhouder van Gelderland en voornaame voortzetter geweest van 't U- trechtsch Verbond. Eindelyk, te rug ge- keerd in Duitschland, hadt hy verfcheiden * zyner Zoonen in der Staaten dienst doen treeden : twee van welken, Filips en Lo- dewyk, het leeven daarby hadden inge- fchooten: twee anderen, Willem, Stad- houder van Friesland, en Ernst, omtrent deezen tyd gehuwd met de Dogter des Her- togs van Brunswyk, waren nog in 't lee- ven./ (r) Schipvaart van C. M/vtelief. hl. 7. enz.
(s) Meteren XXVII. Jioek, f. 514. yurf.
CO GuoTii Hift. Lttr, XV, p. 49(5. ....
|
||||
XxXlV.BoEk. H I S'T O R IE. tay
ven. Zyn jorigfte Zootï, Jäh genóemi'i is isb5.
■ook, éénigen tyd, in dienst deezer landen |
|||||||||||
geweest. Wyders, werdt ook een Hüwelyk Hnwc;)!
geflooten, tusfchen Filips Willem s, Prinfe Van p-j^1^ Oranje, en de Prinfesfe van Bourbon, Dog- wuiem, :ter des Prinfen van Gondë. De Prins werdt; Prinsvan door dit Huwelyk, Vermaagfchapt met Ko- Oranje, ning Henrik den IV. * die liem, hierna,in't vry en onbekommerd bezit ftelde van dö Stad- en 't Prinsdom Oranje (u). De winter en 't volgend Voorjaar, heb- XXXt,"
bende, mids de flappe koude, hevige ftorrri- ?\va^.- winden ± en daardoor , op den deftigften xexeit •: van Louwmaand, mefkelyke fdiade in Tex^- ièof.~J el voortgebragt, Werdt, volgens gewoon^ -------•
te, onder andereni, gefleetehi met vérfchei--
den' aanflagen van wedérzyde. De vyand bemagtigde eene fchans by de Bomfflelef'- waard, en ftak''er den brand in. De jong- De jonge fte Graaf van den Broei* die in der Stäa- Graaj' ten dienst was* werdt ook, terwyl hy- haar ™0$[ zyns Vaders huis reedt, door eené- vyäricUy- fiicuvelt. te party overvallen, ehj doordien hyzig te weer ftelde, gedood; Zyii' Vader hadt een .diergelyk lot, door bevel van "Mendo- za* getroffen. Graaf Henrik Fredrik, daar- entegen, uitgetoogen om Spinolas knêgtèh, op den Limburgfcfien bodem, te overvallen*, en verheeménde, daarna, dat zy binnen de Henrik; Steden geweeken waren, maakte zig, 'by* Fredtirc' verrasfing, meester van Erkelens, de poort ^eYa"z door een pe-tard hebbende doen.open- iprin- ^ns." ;:-.§èn.
|
|||||||||||
I'jr
|
|||||||||||
-•' ÓO M'e+erbn XXV.HI. Enèk, ƒ. 59+ verf, CROTlï'IIiftj
l.ibr. XV. p. 496. •''. 'v'- •v' "•■
IX. DEKIi. P
|
|||||||||||
a*S VADERLANDSCHEXXXtV.BoEE,
|
|||||
1Ö07. gen. Hy kreeg hier Graaf Henrik van den
r------- Berge gevangen, die 'er , kort te vooren,
Aanflag binnen gekomen was (v). Graaf Fredrik»
op Aar- Henriks Broeder, als wilde hy zig wree-
enmri,. ^^ ov£r »t ongeiuj^ deezen overgekomen,
nam voor, Aardenburg, door heimelyk
verftand met eenigen uit de bezetting , te verrasfen. Doch de aanflag werdt, even by tyds , ontdekt, en de verraaders ge- ftraft (V). *t Kasteel Omtrent deezen tyd * beüooten de alge- te Gro- meene Staaten het Kasteel, in 't jaar 1600, «eflegt* te Groningen geftigt, op ernftig aanhouden van Burgemeefteren en Raad der Stad (V), wederom te doen (legten. De tyd en eene ftrenge Regeering hadden de gemoeden,daar, eindelyk, tot rust gebragt: waarom men wan- voeglyk oordeelde, een bewys van overheer- fching te laaten onder een volk, dat gelyke vryheid met de overige Vereenigde Gewesten fenoot. Ook ftondt Groningen nu onder 't
ewind van Magiftraaten, op wier trouwe voor 't Gemenebest en den Hervormden Godsdienst de Staaten ten volle gerust kon- den zyn. 't Kasteel, werdt dan, tot groo- te blydfchap der Ingezetenen, in 't laatst van Louwmaand, ten gronde toe, afgebro1- ken 00-
Xxxil. De Engelfchen, omtrent deezen tyd, ee- Ontwerp.ne Maatfchappy van koopluiden hebbende op-
,. ... Cv") Meteren XXVnf. Boek, f. 525. verf.
(w) Meteren XXVIII. Bnek, f. 526. (x) Refol. Holl. 5-21 üccimli. 1606. il. 335» (y) Muteren XXViU. £vtk, f. 585» v*rf. GroTii Hiftj Uhu XVI. p. 504. |
|||||
XXXIV. Boek. HISTORIE. fe«gr
öpgeregt, om in Amerika te handelen, had- i6of,
den eenige fchepen gezonden naar Gujane |
||||||
en naar Virginie, welk laatfte .gewest zy tot liet .
meenden eerst ontdekt te hebben; wanneer °Pre£tca zy 't deezen naam , zó veel betekenende westirt- als Maagden - Land, ter eere van EUzabet, difcha die toen . over hen regeerde, gegeven had- Maat- den. Doch hunne eerfte Önderneemingen ^J?- flaagden ongelukkiglyk. Zy gaven nogtans pye* den Ingezetenen der Vereenigde Gewesten, inet riaame den Hollanderen én Zeeuwen, fterke gelegenheid öm te;, denken aan; de opregting eener nieuwe Westindifche Maat- ichappy , in deeze Landen. Eenige ryké Koopluiden hadden een Ontwerp opgefteld, volgens welk, deeze Maatfchappy, voor Zesendertig jaaren Óktrooi verkreegen heb- bende , door de algemeehe Staaten, met twee tonnen fchats, jaarlyks., zes jaareri lang, onderfteund worden zou, en voortä beftierd, omtrent op dezelfde wyze, als de Öostindifche Maatfchappy beftierd werdt ,. (z). Èrnftelyk werdt dit Ontwerp voorge- Redenea ftaan van veefen , dryvendê „ dat men , voor en fa den oorlog naar Amerika overvoerende , «genhee j,den Spanjaard aantasten zou, daar hy zelve* p zwakst was, én van waar hy, nogtans , j, zyne meeste inkomsten kreeg. Dat een 5, groot deel van Amerika, zig (trekkende p naar beide de poolen, nog onbekend 53 was. Dat een ander deel, van 't Eiland b Trinidad tot. aan de. middellyn , onbe- £ heerd lag. Dat de Spaanfche bezettingen , £l) Rsfol. HoU. 27 Juny -^— 8 July 1606, il. ijty
|
||||||
328 VADERLANDSGHE XXXIV.BoraC
xtet „in het overig gedeelte, ver van een la-
JÜiL jren en ligtelyk te bemagtigen zouden zvm' Dat de Landzaaten in Amerika, "verbitterd op de Spanjaarden, geheele Legers zouden uitleveren, die men, met "voordeel, zou können aanvoeren tegen den vyand. Dat men zelfs het mensch- "dom dienst kon doen,_ met het yoort- ülanten des waaren Chnstelyken geloofs, f onder zulke woeste v.lken" Maar an- deren bragten hiertegen in „dat de oorlog, met naame ter zee, aan menigvuldige "zwaarigheden onderhevig was; waarvan "de toet van Van der Does een tastbaar "voorbeeld uitleverde. Dat de Spanjaard, "(choon, tot hiertoe, fchier altoos, on- " gelukkig ter zee, gefchaapen ftondt , " meer ervaarenis in zeekrygen te beko- Wmen, gelyk de onzen, door den tyd, E bedreevener geworden waren in den oor- * log te lande; waarop zy, in t eerst, wei- "nie roem draagen konden. Dat het te " sroot een werk was voor veertig fche- ' pen zulk eene ongemeten zee te bezet- " ten ' alwaar havens en reeden gefloo- " ten 'waren, en de toevoer, ja het water "zelf in korten tyd, ontbreeken zou. Dat "wel niet alle Plaatfen bezet waren door "de Spaniaards, maar alle zulken, ten "minfte, daar winst te doen, en wat te "haaien was, of daar men bekwaamst kon "landen. Dat men, geland zynde, nog "een Leger zou moeten hebben, om de "Spaanfche regementen te verdryven: t "welk, indien 't al, van hier, kon worden |
||||
XXXIV. Boek. HISTORIE. 229
Py overgevoerd, het uitrusten eener tweede i&ijr;
w Vloote vorderen zou, om Spanje te be- -—— 5,fluiten, op dat van daar, geen nieuwe 55 onderftand kwame : al het welke zo w zwaare kosten zou vereifchen, dat de ?j middelen der Koopluiden niet alleen; ?, maar de middelen van den gantfchen ?, Staat, daartoe te kort fchieten zouden. w Dat men, te vergeefs, bouwde op 't 95 bondgenootfchap der Amerikaanen, die M van geene trouw wisten, en tegen wel- n ken zelven, men zig, door fterkten, zou „ moeten verzekeren. Dat alle vreemde- „ lingen by hen gehaat waren, en fommir ?) gen zig met menfcbenvleesch verzadigd- 5, den. Dat de Ingezetenen van Azië veel 5, befchaafder waren, en dat men, nog- w tans, ook daar, de vriendfchap hadt moe- 5? ten verwisfelen in eene foort van dwing- 55 landy 5 door veelerlei rröuwloosheden en 55 verraaderyen geperst zynde; waaruit, 5, ligtelyk, af te neemen was, wat van de 5, verbonden met de wildfte volken des w aardbodems te wagten zou zyn." Üp deeze wyze, fpraken toen van de vaart op "Westindie zulKen, die de Vredehandeling. onlangs wederom op het tapyt gebragt, zogten te vorderen, met naamé de Advo- Icaat Oldenbarneveld, die, ligtelyk, voor- zag, dat het opregten eener Westindifehe Maatfchappye den oorlog moest doen duu- ren; waartoe anderen, meer dan hy, ge- neigd waren: 't welk deezen fterk deedt dringen op de uitvoering van het gemaakt ontwerp. Doch 't behoefde den voorftan- P 3 de- |
||||
&30 VADERL. HIST. XXXIV. Boeit»
jfoj. deren der Vredehandelinge niet veele moeite
't Blyfc naaryver der Steden, die, elk om 't zeerst,
.fteeken. jje uitrusting zogten naar zig te trekken, was
zo groot, dat men ligtelyk eene fpaak in 't
wiel kreeg. Ook verklaarden eenigen zig
vierkant tegen een Oktrooi,waarby het haaien
van Zout uit Amerika bepaald zou worden
O*); fchoon déeze handel, door 't neemeii
van verfcheiden' fchepen, en door de laage
pryzen Van 't Zout, nu genoegzaam geheel
vervallen was (f). De opregting der West-
indifche Maatfchappy bleef dan, nog eehige
jaaren, agter.
De draad der gefchiedenisfe leidt ons uu,
van zelve, tot het verhaal'der Vredehan- delinge, van welke wy gewaagd hebben; die, in haar beloop en uitkomst, naauw- lyks wedergade gehad heeft, onder de han- delingen , in welken onze Staat immer is ingewikkeld geweest. Doch deeze ftof is te gewïgtig en te uitgebreid, om, binnen de enge perken van dit Boek, beflooten te gorden. . fO-Refol. Holt. 5-21 ttêc. 1606. W. 331. 6 Maart 17 Ju~-
ty 1(107. '*ft C>7 i 2l6- Mbteren XXVIII. I'xiek, f. 526 y«/y 537. 528- Grotii Hifi. Lil/f. XVI. p. 505 &. fcqq. {*) Vrwvs Hoorn,.il. <#<>. |
||||||
■
|
||||||
V A-
|
||||||
VADERLANDSCHE
HISTORIE.
VYFENDERTIGSTE BOEK.
|
||||||
INHOUD,
I. Filips de HL neigt tot vrede. De Aartsher-
togen insgelyks. II. Opening der'handelinge , van den kant der Aartshertogen. Antwoord der Staaten. III. Drie verfchillende meenin- gen op Vßuk der Vrede, hier te Lande. IV. men is V eens, om de vryheid van den Staat vooraf te bedingen. Oldenbarneveld beweegt Maurits, om in V openen der handelingen te. bewilligen. V. Pater Jan Neyen komt m Holland. Zyn voorßag. Wapenjchorßngvoor agt maanden geflooten. VI. De algemeens. Staaten geeven 'er kennis van aan de byzon- ■ deren. Bededag. VIL Heemskerks zeetogt,
Hy wordt,voor Gibralter, doorjchooten. Zy- neFloot behaalt de zege. VUI.Neyendringt ep het opontbieden der Vloote. Raadpleegin* gen deswege. Aankomst van een Fransch ge- zantfchap. IX. Inzigten van Henrik den IV. op de Fr edehandeling. Zyn gefprek met der Staaten Gezant, Frangois Aarfens. X. onderzoek , ofhy geßaan hebbe naar de heer- fehappy over de Vereenigde Gewesten. Be- P4 kw aam* |
||||||
132 VADERLAIvïDSCHE XXXV. Boek.
kw aamheid v an zynen Gezant Jeannin. Las$
der Franfche gezanten. XL Zy worden ge- hoord èn beantwoord.Nadere verklaaring der Wapehfchórfinge.Xïl. Neyen zoekt den Grif- fier Adrfens om te hopen. Deez1 ontdekt het. XIII.* De Staaten verzoeken de Koningen van Groot-Ér itanje 'en Deenemarke en ee'nige Duit/che Vorflen om goeden raad. Zy han- delen--met Jakob den I. Jeannins behen- digheid. XIV. De bekragtiging der Wapen- fchorfinge, door Filips, voldoet niet. Men belooft eene betere. De Vloot wordt fhuis antbooden. XV. Gewoel voor en tegen de handeling. Ongenoegen tusfchen Prinje Mau~ rite èn Oldenbarneveld. Nadere bekragtiging mergebragt. Waarom V Graavenhaage tot handelplaats verhoren werdt. XVI. IVa- - penfchorfinge verlengd. Beßuit op de hoeda- nigheden der vyandlyke gezanten. XVII. Deenfche en Duitfche gezanten in den Haa- ge. De Keizer begeert, dat men hem, voor de " ha »deling, kenne. XVIII. Een vyandlyk gelei- '-■ degeflaagen. de Aartshertogen danken eenig volk af. De Beemfier wordt droog gemaakt. XIX.- Warwyks en Maateliefs yerrigtingcn in Oostindie. XX. Opfchudding te Embden. . XXI. Henrik de IV. bevredigt den Paus met de Venetiaanen. XXIL Verbond, tusfchen Frdnkryk en de Staaten. Handeling niet En- geland. Verfchülen over den Lakenhandel en Visfchery. Voorßag der Duitfche. Vorßen. XXIII. De vyandlyke gezanten komen iß den Haage. Krygen gehoor.. XXIV. Men. be- gint de onderhandeling over eene Vrede. Vry- |
||||
XXXV. Boek. HISTORIE. 233
heid der Vefeenigde Gewesten erkend. Twist
over de Vaart op de Indien. XXV. Nut- tigheid des Indifchen handels. XXVI. Eeni- ge redenen tegen de Vaart op de Indien, XXVII. Befluit der algemeene Staaten op dit ßuk. Zy zoeken een einde*»an de handeling ie maaken. Nieuwe hevigheden over de In- difche vaart. XXVIII. Punten derSpaan- '■ fchm. Hunne inzigten op V ßuk van den Godsdienst. XXIX. Punten der Staaten. Ki- chardots ernst. XXX. Verhond tusfchen Groot-Brii■anje en de Staaten. XXXI. Han- del over eenige byzondere punten. Staats- Brabant begeert ßem in Staat. XXXII. Vreemde tydingen ontrusten de Staaten. XXXIII. Spaanfche Huwelykshandeling in Frankryk XXXIV. En in Engeland. Ver- dere fpraak van Huwelyken. XXXV. De Spaanfchen eifchen afßand van de Indifche Vaart en vryheid voor de Roomfchen, in de Vereenigde Gewesten. Be Vredehandeling wordt afgebroken. |
||||||
|e veldtogten der twee laatst verloo- tg0^ ■■-
pen' jaaren waren zo gelukkig uitge--------
vallen voor den vyand , dat men , naar 't 1.
zig uiterlyk liet aanzien , niets minder dan R-sde- eene Vredehandeling te wagten hadt, toen ^en ko-^ de weg daartoe , van de zyde der Aarts-ning van hertogen, onverhoeds, geopend werdt. De Spanja , kosten van den kryg , die nu, ten minfte , "eigen driehonderdduizend Kroonen ter maand ^vre* heliepen , vielen den Koning van Spanje , al federt eenige jaaren, zo lastig, dat hy ze-. P 5 niet |
||||||
f34 VADERLANDSCHE XXXV. Boei?.
itfojr. niet langer zag goed te maaken. Ook hadt
-------- de Markgraaf Spinola, die hem , tot hier-
Spinola toe, met geheel zyn vermogen, onderfteund
toedt Cr ^1' nu a* zyn geloof vèrlooren. Zyne
jongfte poogingen, om, over de ftrpomen, to.t in 't hert der Vereenigde Gewesten , door te dringen , waren, door de wakker- heid van prinfe Maurits, gedeekelyk , ver- ydeld; en hy hadt meer niet können doen, dan eenige fterke Plaatfen overmeesteren, die bezwaarlyk te houden zouden zyn, als de Staaten, onderfteund door Erankryk, eens wederom befluiten mogten, tot eenen aanvallenden kryg , die hun , te voeren, zo wel gelukt was. Hy voorzag ook, dat hy, by mangel van geld, zynen toeleg, om dieper in 't Land te dringen, niet zou kön- nen voltrekken, en in plaats van den roem, t;ot hiertoe, verworven , niet dan fchande te wagten hadt: waarvoor hem, zelfs de zwaare fchulden , in welken hy zig gefte- ken hadt, bereids deeden vreezen: hebben- de hy, in de twee naast verlooperj' jaaren,, zo getuigd wordt, wel veertien miliioene» gefpild («).. Hierom drong hy Filips fterk tot het openen eener Vredehandelinge , waartoe de Staaten, dagt hy, nu ligter Q?% ee- dan voorheen , zouden befluiten, Eenige "'^e Spaanfche Grooten, met naame de Hertog. fche " van Lerma, vertoonden hem ook „ dat srppten. „ men , na eenen veertigjaarigen kryg, den „vyand fteeds zag aanwasfen in kragten^ ^ dat hy, van tyd tot tyd , groote voor» äjdee^
(e) HnoiTTs Brieven N« 3, bL 3.
|
||||
fXXV.BoïKi HISTORIE, a^
9, deelen behaalde ter zee , en zig , met 1^07,
„ heinielyke en openbaare bondgenoot- -—-« ,, fchappen , hadt weeten te fterken ; dat „ men , hierom , eindelyk, de wapenen l,, behporde neder te leggen, en zig met i, den * vyand verdraagen , tot dat 'er gele- i, genheid kwame , om hem , met meerder „ voordeel , te beoorloogen." By deezen De Por« raad, kwamen de klagten der Portugeezen, <ugeezeïJ die den Koning , dagelyks, voorhielden, 'èTora!1 „ dat hunne fchepen, door de Staatfchefi, ; {' „ genomen , hunne volkplantingen in Oost- „ indie overmeesterd , hun koophandel en „ fcheepvaart geftremd en bedorven wer-; „ den. Dat het, hierom, eens tyd werdt, ,; een einde te maak en van deezen fchade- „ lyken kryg, die , by gebrek van pen- „ ningen , door het muiten van 't Krygs- „ volk, met ichande, zqu moeten geftaakt ï, worden, zo men geen eerlyk verdrag „ floote , met den vyand." ryïin kragtige redenen dan deezen zouden in ftaat geweest zyh, om den jongen Vorst, die gezet was pp 'zyne wellusten , en onbedreeven in den Oorlog , naar vrede te dpen haaken. En nog kwamen 'er anderen by. De gefchillen tusfcheh den Paus en den Staat van Ye*ie.- tie, in welken hy" zig gefteken hadt, dreig- den hem met eenen kryg in Italië, dien hy Qnmogelyk zou können voeren , zo lang hy met den Nederlandfchen belemmerd bleef. Voorts was hem ter ooren gekomen (&), dat
(V) VoUz Negot. de Jeannin Tom, I. p. 367. Eilt dt
T695'. in i». |
||||
*$6 VADERLANDSCHE XXXV.Boek,
Ï&57. dat de Koning van Frankryk toeleg maafo
------- te , om de Vereenigde Gewesten» onder
zekere voorwaarden, te hegten aan zyne
heerfchappy, 't welk hy hieldt meer te zul- len ftrekken tot afbreuk zyner grootheid, dan of hy den Staaten de vryheid verleen- de niet de vrede. Men wil» dat het ge-, rugt hiervan , met hoe veel of hoe weinig grond, zal hierna onderzogt worden, voor- bedagtelyk , verfpreid was , door zulken , die 't voornaam beleid der zaaken hadden , hier te Lande, om Spanje, fterker, te nei- gen tot vrede. Nog werdt 'er gemompeld, dat de Mooren , met Staatfche fchepen, naar Spanje zouden overfteeken, om zig van Granada en andere gewesten , eertyds, door hen bezeten, wederom meester te, maaken. Filips dan, bewoogen door zo- veel zekers en onzekers , hadt zyne item gegeven tot het openen der Vredehande- Ooknei- linge. De Aartshertogen neigden 'er vaa gen 'er zelven toe. Albertus , van jongs op , ge- de Aarts- fchikt tot den Kerkelyken ftaat, kinderloos, hertogen en reecjs merjceiy]j bejaard , verkoor het gerust bezit van 't gene hy hadt, boven de
onzekere hoop op meerder * die de oorlog' geeft. Ook vielen hem en zyner Gemaa- linne hard de zugten en traanen der Land- zaaten , die, door 't geduurig muiten des. Krygsvolks, door de toeneemende lasten, en door 't verloop van neering en handel, tot groote behoefte gebragt waren (c). Zy' V%
CO <?ROTU Ilift. I.ib,XV.$, 599, 59.I,
|
||||
XXXV. Boek. HISTORIE. a37
beflooten dan ligtelyk, tot hetaanyangen der 16074
Vredehandelinge. ■ Walraven van Wïttenhorst, Heer van n.'
Horst en Drosiaard van den Lande van Kes- Eertte fel, was, reeds in Bloeimaand des jaars opening 1606, in den Haage geweest, om de gemoe^ ï°£ r? den te ondertasten. Doch alzo Prins Mau- jjnde- ïits toen in 't Leger was, kon hy weinig uit- lingvan regten. In Wintermaand ,, kwam hy, ver- dezyde zeld van Meester foan Gevaarts, Geheim- 'Jer fchryver van Turnhout , wederom her- hertQi waards. Beide woonden zy op eenen bodem, gen. die brandfchatting betaalde, waarom hun het gaan en keeren gemakkelyker viel. Zy " "/ vervoegden zig toen by eenige voornaame Leden van den Staat, met naame, by Prin- fe<- Maurits , Graave Willem Lodewyk , eii den Advokaat Oldenbarneveld (i), en ver- toonden daar last van de Aartshertogen, iri Bloeimaand gegeven, en nader bevestigd , voor weinige dagen , waarby bleek s hoé , ,5 genegen hunne Hoogheden waren, oni w de Vredehandeling, zo dikwils afgebro- ,, ken , wederom te hervatten , wenfcheiï- 0 de zy, alleenlyk, dat de Vereenigde 5, Staaten , wien niet onbekend was, dat „de Aartshertogen niets vorderden, dan ,, 't gene hun met regt toekwam, voorfloe- ft gen , wat zy , tot hunne verzekering, ?, noodig oordeelden , en Hellende het aan fy derzelver keur, of men, heimelyk of o- „ penlyk, over vrede of over beftand , in n onderhandeling treeden zou." Doch al- zo |
|||||
Qf) Negotint. de Jianmn Tam, I. f. %.
|
|||||
240 VADERLANDS CHE XXXV. Bokk
en den gezuiverden Godsdienst verdryven
zou. Zyn woord en beloften waren , dag- ten ze, niet te vertrouwen, en 's Lands ee- nige veiligheid gelegen in den oorlog. Ducïi onder hen, die naauwer kennis hadden van den ftaat dei* 'dingen j vondt men ?er j die wel , voorzagen , dat de Aartshertogen en de Koning van Spanje zelf meer afftaan zouden willen dan voorheen, en dat men, veelligt , door bemiddeling van Frankryk en Engeland , ook veiliger voorwaarden zou können bedingen : maar zy hielden * desonaangezien, dem oorlog , voor als nog.; heilzaamer voor , den Staat dan de vrede; zo om dat de Landen , tot hiertoe, niet kwalyk gevaaren waren, by den oorlog en gefchaapen fcheenen , den vyand, in beide de Indien, merkelyke afbreuk te zullen doen; als , om dat hy * vrede gemaakt hebbende, altoos, op zyne luimen leggen zou, om den Staaten eenen kans af te zien , en onver- hoeds op 't lyf te komen :,. zynde het, naar reden, te wagten, dat Filips nimmer zou vergeeten, wat regt hy, eertyds, op deVer- eenigde Gewesten gehad hadt. Zy waren, daarenboven , bedugt, dat de gewesten, die , geduurende den oorlog, uit vreeze voor den gemeenen vyand , vereenigd ge- bleeven waren , na 't fluiten van de vrede, in twist en verdeeldheid vervallen mogten; waaronder de vyand, ongetwyfeld, fterk roeijen zou , om 'er zyn voordeel mede té doen. Prins Maurits neigde tot deeze gedag- ten : de Krygsoveriten en 't volk van oor- loge in 't gemeen, niet dan nadeel verwasg- ten?»
|
||||||||
1607.
|
||||||||
Anderen
zyn voor den oor- log j al Icon men
fchoon vrede hebben* |
||||||||
XXXV. Boesk. HISTORIE. a4i
tende van 't afleggen der wapenen, vielen i<fc*
hem gereedelyk toe. Ook was 't Land ver-___-=.
vuld met luiden , die hun beilaan vondeii
uit het gene tot het voeren van den kryg te water en te lande gemaakt en geleverd moest worden: waarom zy, meer dan an- deren, afkeerig waren van de vrede* Veele Koopluiden in Holland en Zeeland waren zelfs bedugt, dat de Handel, met de vrede, te rug keeren mögt naar Antwerpen, van- waar hy, gedeeltelyk, herwaards geweeken was (g). De party, die den oorlog dreef, was, derhalve, nog fterk, in deeze twee gewesten. Doch men vondt 'er ook, hier Anderen en elders, die eene vrede, met behoudenis zyn voor van de vryheid, wenfchelyk en noodig eeiie rgi hielden voor den Staat; en dagten dat delXke men zig van de tegenwoordige gelegenheid Vr bedienen moest, om zulk eene vrede te ver- krygen. De Advokaat van Holland , Toan van Oldenbarneveld, was volkomenlyk in dit gevoelen. Hy wist, dat Holland al- leen, in de laatfte negen jaaren, onaange- zien men de Imposten op de gemeene mid- delen geweldiglyk hadt verhoogd, wel zes- entwintig millioenen guldens agteruit ge* gaan was; dat dit gewest zulke zwaare las- ten niet lang zou draagen können, en daar* om reden hadt, naar vrede te verlangen (Jï). De meeste Steden neigden tot zyne meening. En onder de andere gewesten, waren 'er, die, 't vuur thans nader voor de
fjp Netrotiat. de Jeannin Tom. T. p. 124.
veil il jrmCmllr' van J' v' Olöenbarnïvèld in zyn Lee- IX. Deel. Q
|
||||
*#* VADERLANDSCHE XXXV. Boek.
|
|||||
1607. de fcheenen hebbende dan Holland of Zee-
-------land, fterk genoeg, indien niet te fterk, naar
vrede haakten, 't Gemeen, in deeze gewes-
ten, die meest met de wapenen tot de Ver- eeniging gebragt waren, helde, als meest Roomschgezind, nog, meer of min, naar de Spaanfche zyde (*'), waarom zy grooter ge- vaar liepen van, door heimelyke of openlyke aanflagen, overweldigd te worden. De Wet- houders der Steden in dezelven, de Hervorm- de Leer belydende, wisten, dat hun' gezag uithebben zou, zo dra de vyand tot hunnent meester werdt, waarom zy zig, door de Vrede, dagten te vestigen in 't bewind. En . 'I 't was, veelligt, eene ftreek van Staatkunde geweest, om hen tot Vrede te neigen, dat
de Bondgenooten hen , eenigen tyd herwaards, van behoorlyken on derf tand ver- fteken gelaaten hadden (&). De meeste Le- den der algemeene Staatsvergaderinge wa- ren, derhalve, van gedagten, dat men de opening tot eene billyke Vrede niet van de hand wyzen moest : en welke voorwaarden men:, vooral, hadt te bedingen, leedt geen verfchil. IV. Sedert dat wylen de Prins van Oranje Men is't den Staaten van Holland en Zeeland, ten eens' tyde der Vredehandelinge te Breda, in den vooraf, jaare- 1575, vermaand hadt, geene Vrede de erken- te fluiten, die met Gods eer en 's Lands tenis der voorregten en veiligheid ftreedt (7), hadt «yheid ' . - ■ men, , OO Poiez Negotiat. de Jeannin Tem. II. p. 20, 30, 481.
Tom. IH. p. 143.
( k"\ VUs Ghotii Hill. Ubn XV, p. 501, 10 VU, £>«/, il. SS. |
|||||
XXXV. Boek. HISTORIE. 243
men, in alle de volgende Vredehandelin- tg0^
gen, deeze punten in 't oog gehouden. In -----i.
't eerst, begreep men egter, dat 'er aan van dea
voldaan zou geweest zyn, wanneer men Staat be- zig met behoudenis van den Godsdienst £°?[^te en voorregten, op goede verzekering, we- gen. derom begeven hadt, onder de gehoorzaam- heid des Konings van Spanje. Wy hebben, te vooren, gezien, dat men zig, op deezeri voet, te Breda (m), en te Keulen («), met den Koning van Spanje, zou hebben -wil- len verdraagen. Doch na 't afzweeren van deezen Koning, in den jaare 1581 , Ver- anderde men van gedagten. Men begon zig, federt, aan te merken als een vry volk, en werdt, in deeze meening, bevestigd, toen uitheemfche Mogendheden, met naame Frankryk en Engeland, niet fchroomden, gezantfchappen van hier te ontvangen, en. hervvaards te zenden, en plegtige verbon- den te fluiten met de Staaten. Men be- greep, gevolgelyk, dat men geene eerlyke vrede maaken kon , dan waarby de Staa- ten voor vry en onafhangkelyk erkend wer. den. Vryheid van Godsdienst en behoude- nis van voorregten waren, dagt men, gee- ne punten, die men van Spanje of van de Aartshertogen te bedingen hadt. De Staa- ten , de oppermagt in zig zelven hebbende * konden hunnen onderzaaten vryheid van Godsdienst en allerlei voorregten genieten laaten, zonder daartoe iemants verlof te be- .';. ;
O) VU. Deel, il. 6.
(»; VII. Deel, U. 310. |
||||
'm > ii*^9*qinMnRPHMaHp!Pan*iamp!*iipaipqp*P!f!iiqai^^
|
|||||
244 VADERLANDSCHE XXXV. Boek,
,<fo7. behoeven. De erkentenis hunner vryheid en
__ onafhangkelykheid was dan het joomaa- me punt, welk zy, in alle de Vredehande- lineen , na de Keulfche , in t oog gehad hadden. Zy gaven 't, in 't eerst, hunnen partyen, bedektelyk, te verftaan; doch ver- klaarden 't, allengskens, met duidelyke woorden CO > en deeze hunne verklaarmg was oorzaak, dat alle de voorige Vrede- handelingen, vrugteloos , waren afgeloo- pen. De Koning van Spanje en de Aarts- hertogen lieten zig , bezwaarlyk, en niet dan door den uiterften nood, beweegen , tot zulk eene erkentenis. Tegenwoordig, was het punt van de vryheid en onafhang- kelykheid der Vereenigde Gewesten ook het voornaamfte, welk men, by de Vredehan- deling, dage te bedingen. Zehs was men 't eens, om de onderhandelingen met aan te vangen, voor dat men dit punt verwor- ven hadt. Men hadt het, hierom, vreemd gevonden, dat de Aartshertogen van hun regt op de Landen gewaagd hadden, en Wittenhorst zulk een rustig antwoord ge- geven, als wy, hierboven, te boek gefield hebben. , ,7
n*m Oldenbarneveld, die meest voor de Vre-
te£* de yverde, begreep nogtans, dat hy den
tS be- Prins , bezwaarlyk, tot deezen Hap zou weegt konnen doen beüuiten. Hy vondt, hierom, Prins. rreranden hem eerst tot het hooren van den ÄvyÄe!rS haaien, en allengskens ver- win der in te wikkelen. Hy vertoonde hem dan, der han- y> dat (O VIII.Deel,K.W>390,413,430. VLB*l,% n,65,l8o.
|
|||||
XXXV. Boek. H I S T O R I E. 245
w'dat het aanvangen eener handelinge, die, 160%
n door den vyand , voorgeflaagen werdt, -----—
„niet te verwerpen was, alzo hec den Ko- deiinge
„ ning van Engeland, die den kryg, federt [jjj*ml' „ eemgen tyd, flegts aangezien hadt, op- '* „ wekken zou, om den Staaten kragtiger „ te onderfteunen. Ook zou de Koning „ van Frankryk, die , gelyk niet donkei'- „lyk bleek, grooter uitzigt hadt dan op „ een bloot bondgenootfchap met de Staa- 5, ten , tot het toebrengen van daadelyke ?, hulpe bewoogen worden, wanneer hy „ zag, dat hun de weg tot vrede open ftondt: ,? rekenende het beide deeze Mogendhe- w den van hun belang, dat het vermogen „van Spanje geknakt werdt, door den Ne- „ derlandfchen oorlog. Doch hy was 't j, eens met den Prinfe, dat men zig in gee- j3 ne handeling inlaaten moest , zonder de „ erkentenis van de vryheid en onaf hang- ,? kelykheid der Landen, vooruit te bedin- „gen." Maurits, 't zy hy zig verbeeldde, dat men dit laatfte niet ligtelyk verwerven zou; of dagt, dat zig, onder 't handelen, van zelven, eenige zwaarigheden zouden op- doen, waardoor de handeling zou afgebro- ken worden; of dat het hem te haatelyk fcheen, zig, terftond en openlyk, tegen ée- ne Vredehandeling,öp biïlyke voorwaarden, te verzetten, liet zig överhaalen, door den Advokaat (ƒ/). Met Wittenhorst was, laatftelyk, van v. Brus- Pater Jan
Neyen (p "• Grotii Hifi: Ubr. XVI. f. 50s». Negottet. do Jsan- NUn Tom. lil. p. ic6. Q3
|
||||
246 VADERLANDSCHE XXXV. Boek.
1Ö07. Brusfel herwaards vertrokken , Pater Jan
-------Neyen, Overfte der Minderbroederen van
komt Zyn gewest. Zyn Vader, Maarten Neyen,
waards was van ^eeuwfcne afkomst geweest , en Wie hy hadt, weleer, de zyde des Prinfen van O- was. ranje gevolgd: gelyk ons, uit het voorig gedeelte deezer gefehiedenisfe Qq), geblee- ken is. De Zoon was wel ter taaie, niet onbedreeven in Staatszaaken, en, in Span- je en te, Brusfel, nu en dan, in gewigtige gelegenheden gebruikt. Men hieldt deezen man bekwaam er dan Wittenhorst, om den handel te vervolgen; waartoe hy, eerlang% volmagt kreeg. In 't eerst, hieldt hy zig, eenigen tyd, in ftilte, te Ryswyk op, on- dertastende , midlerwyl, aan welke zwaa- righeden, de Vredehandeling meest ftondt te haperen. Daarna, voor Prinfe Maurits gebragt, verftondt hy, dat 'er geene hoop altoos was, om in handeling te treeden, zo de Aartshertogen de Vereenigde Nederlan- den niet vooraf, met ronde woorden, voor DeAarts- vrye volken verklaarden. Hierop, begaf Weden*0 ^ Z*S naar ?rusfeU d°ch keerde, binnen aan, met weinige dagen , te rug, en, gehoor ver- de staa- worven hebbende ter algemeene Staatsver- ten,als gaderinge, leverde hy brieven over van de voi]Jriye Aartshertogen, gedagtekend den dertienden te willen van Lentemaand, en behelzende „ dat zy, hniida- n oorloogens moede, gezind waren , met ^en- „de algemeene Staaten der Vereenigde ti ^m'" „ Nederlanden , in * hoedanigheid, en ah j, dezelven houdende, voor vrye Landen, Pro- „vin-
"(«3 VIL Deel, lil. 14.
|
||||
XXXV. Boek. HISTORIE. s4/
^vincien en Staaten, waarop zy niet en § ei- i<sof.
nfchen, in onderhandeling te treeden, o---------
j, ver eene eeuwige Vrede, of over een § preten-
M Beftand van twaaf, vyfrien of twintig dersn> j, jaaren, ter keure van de Staaten, op re- is, delyke voorwaarden, en op deeze, on- 5, der anderen, dat elk zou blyven bezitten, 5)''t gene hy tegenwoordig bezat, ten \va- 5, re men, wederzyds, te raade werdt, ee- „nige Steden of Landichappen te verwis- yjielen. Voorts wilden zy Nederlanders „magtigen, tot de handeling, en verzog- „ ten, dat de Staaten een gelyk getal wil- 5? den benoemen, en plaats en tyd tot de 55byeenkomsten kiezen, 't Zou, eindelyk J5 dagten ze, tot betere bevordering der han- ,5 delinge dienen, en hun niet onaangenaam j,zyn, zo de Staaten, van nu af, konden 5, bewilligen, in eenen ftilftand van wa- 55penen, te water en te lande, in Spanje ,5 en hier, voor den tyd van agt maanden. 5, Doch omtrent de voornaame handeling, 55 behoefden zy zig niet te verklaaren, voor ., den eerften van Herfstmaand (r)." De inhoud deezer Brieven gaf geen klein genoegen aan de «algemeene Staaten. Men vondt 'er eene verklaaring in, die voor eene volkomen' erkentenis van de vryheid en onafhangkelykheid der veree- nigde Gewesten genomen werdt, fchoon- ze vervat was, in zulke bewoordingen , die niet vry waren van dubbelzinnig-> <■'>' ' heid.
•:,-':.; ' _
Có' RefoJ. Holl. Maart 1607. il, 77 enz. Meieren
XXVIII, Boek, f. 532 v"f' Q4
|
|||
s48 VADERLANDSCHE XXXV. Boek,
|
|||||||
1607. heid. Zeker, te handelen met de Staaten,
ah dezelve houdende voor vrye volken, kon, |
|||||||
Aanmer- of voor eene regelregte erkentenis van der-
kingen zejver vryheid genomen worden, of flegts ukbie-Ze betekenen, dat men hen, geduurende de ding. handeling, als vryen zou aanmerken. Niels * preien- te * eifchen op de Vereenigde Gewesten was deren. 00jt geene duidelyke erkentenis, dat men hiertoe geen regt hadt; maar kon uitgelegd worden van 't gene men daadelyk deedt, zonder dat het bepaalde, wat men, t'eeni- gen tyde, zou können en mogen doen. Doch de Staaten fchynen ongeraaden ge- vonden te hebben, over de uitdrukkingen te ziften, Zy wisten, wat zy begeerd had- den , en oordeelden best, de verklaaring der Aartshertogen , als volkomen beant- woordende aan hunne begeerte, aan te mer- Wapen- ken. Voorts, bevroedende, dat zy ter Zee fchor- volkomen meester en in Ruitery verre de fing, met ßerkfl.en waren', vonden zy dienstig, de wa- bepaa- penfclioifing voor agt maanden niet verder iing,voor aan te neemen J5 dan dat, geduurende dien agt maan-wtyd, iiiet geoorloofd zou zyn, eenige Stad" den, ge- £ gt-g^g te belegeren, of in te neemen, „ eenigen inval of ïnlegenng te doen, of ,, eenige nieuwe fchanfen op te werpen, en' „dit nog wel onder beding, dat de Ko- „ning van Spanje, binnen drie maanden, n \ Verdrag bekragtigen, en de Vereenig- ?>de Gewesten, insgelyks, voor vrye Lan- dden erkennen zou." Kfen floot dit, op den twaalfden van Grasmaand, met Neyen, die beloofde, 't Verdrag, tegen den vier- en- |
|||||||
XXXV. Boek. HISTORIE. 249
entwintigften , door de Aartshertogen, te 1607.
zullen doen bevestigen, mids zulks ook, te- ——— gen dien tyd, gefchiedde, door de Staaten (f). Prins Maurits hadt, te ligter, bewil- ligd, in het fluiten der Wapenfchorflnge, op den gemelden voet, om dat men, terwyï zy duurde, den vyand, met het meeste voordeel, door de Ruitery, te lande, en door 's Lands Vloot, ter zee, zou können befchadigen , en ondertuslchen, tegen 't ;. gene hy, met de meeste hoop van goeden uitllag, zou können onderneemen, bevei- ligd was. De Aartshertogen bevestigden 't Verdrag van Wapenfehorfing, ten be* ftemden tyde. De algemeene Staaten dee- Van- der den 't van gelyken, hunne bekragtiging naar Does„m" Lillo zendende, met Dirk van der Does, die, * j^f" door de Aartshertogen, met eenen goudenkragtigitig keten, befchonken werdt. Ook gaf Alber- nnarLilla, tüs , terftond, bevel, om de foldaaten bin- gezon- nen de bezettingen te houden, en de zee- ' luiden en vislchers, die binnen Duinker- ken gevangen zaten, op vrye voeten te Hel- len. Neyen, voorwendende, dat 'er in 't Verdrag eenige duisterheden waren, over welken hy nadere opheldering van de Staa- ten begeerde; doch, indedaad, op dat hy den fhiat der Vereenigde Landen van naby doorfiiuffelen zou, en heimolyk arbeiden, tot bevordering van den handel; verzogt, dat van der Does verlof voor hem verwer- ven wilde, om wederom naar den Haage te
CO Refol. Hol!. i?M<Mrt 1^07. il. 127. Meter, XKVÏH.
Roek, f. 532 verf. 5;,3.
Q5
|
||||
250 VADERLANDSCHE XXXV. Boek,
|
|||||||
1607. te keeren. Van der Does fchreef 'er over aan
de Staaten: en, geen zeker antwoord beko- |
|||||||
forengt mende, hieldt hy voor toegeftaan, 't gene
Neyen nem njet: verbooden was, en nam den Mon- met zig n1^ met zl§ te ru§ naar Holland (t).
naar Hol- IVIidlerwyl, hadden de algemeene Staa- land. ten dienstig gevonden, den byzonderen n ^ Landfchappen kennis te geeven van 't gene meeneSe" 'er' ^1 ^en Haage, geilooten was, en hun, Staaten den dertienden van Grasmaand, aange- geeven fchreeven „ dat zy, met goedvinden van den,by" »Pnnfe Maurits en den Raad van Staate, ren ken- »eene *"oort van Wapenfchorfing hadden nis van ?, aangegaan, voor den tyd van agt maan- de ge- n den, met de Aartshertogen Albertus en fk»oten' w Izabelle; die begeerd hadden, met hen 9 fchorT" r> a^s met vrye v°lken ■> in verdere hande-
ling ," 55 ling van vrede of beftand te treeden. Dat „men zig, wegens dit laatfte, te verklaa- „ ren hadt, voor den eerften van Herfst- B maand , voor welken tyd , men de Ko- ' j?ningen van Frankryk en Engeland en an- 5, dere Vorften zou können raadpleegen , „ en by zig zei ven overleggen, wat verde? en fchrv- „ gedaan, of gelaaten diende." Voorts oor- ven ee- beeiden ze, in deeze gewigtige gelegenheid, dedag behoorlyk „dat men's Hemels zegen, door iüt. ;, openbaare fmeekingen , zogt te verwer- ten, ten welken einde, zy eenen alge- „meeaen Vast- en Bededag, tegen den ne~ ?, genden van Bloeimaand, hadden uitge- v fchreeven («)." De Bededag werdt, ten be-
CO Meteren XXVIII. Boek, f. 533.
faj UelóU Hul!.-17 April 1(107. 1/!, 133. Met.?,R. XXVIII. £oek, ƒ. 533. |
|||||||
XXXV, Boek. HISTORIE. 251
|
|||||
beftemden dage, gehouden: en men merk- 1607.
te toen op, dat de Predikanten , elk naar-------
dac hy gezind was, of uitweidden in den
lof der vrede, jof 't volle met haat tegen de Spaanfchen vervulden. Ook raakten de ge- moeden van 't gemeen, na deezen dag, o- ver 't Huk der Vredehandelioge, meer en meer, aan 't beweegen. Eenige Leden der Som- Regeeringe ook, die de eerite voorflagen ,ni0etl tot handeling hadden laaten doorgaan, om ^"g™ dat zy dagten, dat 'er geen gevolg op ko- van de men zou , begonden, uit het keeren van VreJe- den Monnik , te vermoeden , dat de zaak hande- ernst zou worden, en kreegen berouw van ms' hun zvvygen. Sommigen befchuldigden Van der Does, dat hy eene zaak van zo veel ge- volg , zonder last, op zig genomen hadt. Anderen begeerden te Aveeten, volgens welk een beiluit, Neyen zig verftout hadt, op. der Staaten bodem te komen (V). 't Liet zig , in 't eerst, derhalve, aanzien, dat hy weinig flaagen zou, in zyn oogmerk. Ook maakte de tyding, die men, in Bloei-
niaand , uit Spanje kreeg, de Landzaaten heeter naar 't voortzetten des oorlogs. De Staatfche Vloot hadt eene heerlyke zege behaald , voor Gibraltar, waarvan wy nu de voornaamfte byzonderheden moeten melden. De ongelukkige uitflag van den zeetogt VII.
des voorleeden jaars hadt de Staaten, fterk fteems- aangezet door de Oostindifche Maatfchap- ^^t pye, doen befluiten, om, met het voorjaar, meteene eene Vloot te
O) GrüTII Ilift. Libr. XVI. p. 511,
|
|||||
052 VADERLANDS CHE XXXV. Boek.
1603. eene tweede Vloot naar Spanje te zenden.
•-------• Jakob van Heemskerk, de zeifde, die den
«::n _ gevaarlykften togt naar Nova Zembla be-
Spanjem daan, en federt, gelukkiglyk, in de Indien, zonden", geoorloogd hadt, hadt het opperbevel over de Vloot, die , zesentwintig fchepen van oorloge en vier voorraadfchepen tterk zyn- de , in Lentemaand, uit Texel, in zee ge- loopen was. Voor zyn vertrek, hadt hy verzekerd, dat het Vaderland hem dood of leevend bedanken zou , en geene andere foldy begeerd, dan dertien ten honderd van den buit, dien hy, boven de vyfhon- derdduizend guldens, zou veroveren. En, zeker, hy werdt van niemant voor geldgie- rig, van elk, veeleer, voor roemzugtig ge- houden, fchoon hy, in gewaad en hou- J?yn last. ding, niets verwaands vertoonde. Hy hadt onbepaalden last van de Staaten, om te doen 't gene hy, ten meesten dienste van de Landen, zou geraaden vinden. Voortge- zeild tot op de kusten van Spanje, hadt hy reeds beflooten, de Taag in te loopen, en de Indifche fchepen, die voor Lisbon lagen, aan te tasten. Doch uit eenige kondfchap- pers, in fchyn van koopluiden , afgezon- den, en uit Franfche en Engelfche fchepen, die hem ontmoet waren, verftaan hebben- de, dat de meeste fchepen, van voor Lis- bon, onder zeil gegaan waren, en dat 'er eene fchoone Vloot Spaanfche Oorlogsfche- pen lag in de Baaye van Gibraltar, wagten- de op de Nederlandfche Koopvaardyfche- pen, die, uit de Middelandiche zee, door 't
|
||||
XXXV. Boek. H I S T O R I E> 253
't naauw van de Straat naar den Oceaan zou- 1607
den willen, verandert.hy van gedagten, en-------
wendt den fteven derwaards, zeilende, naar
hem de wind diende, nu nader aan de Afri- kaanfche, dan digter onder de Spaanfche kusten. In de Baay van Gibraltar, lagen thans negen Spaanfche Gallioenen en twaalf andere Oorlogsfchepen ten anker, onder Don Juan Alvarez iïAvlla. De Vloot was rykelyk voorzien van gefchut, en van boots- volk en zeefoldaaten. Ook hadden zig, op de eerfte tyding, dat x de Staatfche fchepen omtrent Kadix en S. Lukar, gezien waren, veele edelen en vrywilligen begeven naar de Vloote, om hunne trouw jegens den Ko- ning te doen blyken. De Admiraal hadt zevenhonderd foldaaten op; de Onder - Ad- miraal omtrent vyf honderd. Heemskerk Hy komt nu, met den ogtend van den vyfentwintig- J00T Gi- ften van Grasmaand, de Straat zynde inge- ira,tar* loopen, en Krygsraad belegd hebbende, werdt, eenpaariglyk , beflooten, dat hy en Lambert Henrikszooon, anders Mooy Lambert, Agter-Admiraal of Schout by Nagt van de Maaze, den Spaanfchen Admi- raal zouden aantasten; dat Laurens Jakobs- zoon Alteras , Onder- Admiraal van Zee- land , en Hopman Bras van- Hoorn den vyandlyken Onder-Admiraal bevegten zou- den, en dat de overige fchepen op de verdere vyandlyke Gallioenen zouden aan- zetten, twee tegen een. De Admiraal elk hierop tot zynen pligt vermaand hebbende, werdt 'er een dronk gedaan, en de eed van
|
||||
354 VADERLANDSCHE XXXV. Boek.
|
|||||
itfö7. van getrouwheid vernieuwd, waarna de be-
—-— velhebbers , ieder naar zyn boord , te rug keerden. D'Avila, fchepen, zo veel klei- ner dan de zynen, op hem ziende afkomen, vraagde eenen gevangen, dien hy aan zyn boord hadt, wat hy dagt, dat men voor- hebben mögt, en begon hertelyk te lagchen, toen men hem antwoordde, dat hy ver-' wagten moest, dat men hem, terflond, ßag zou leveren, zyn eenig Admiraals fchip fter- ker fchattende, dan de gantfche Staatfche Vloot. Doch als hy, kort hierna, zag, dat deeze hem, meer en meer, naderde, kap- te hy 't anker, en liep digt onder de Stad, van zins , den anderen fchepen 't fpits te Tasv de laaten afbyten. Maar Heemskerk, blyven- Spaan- de by zyn opzet, zeilt de meeste vyandly- fcheOor- ^e Gallioenen voorby, en regt aan op d'A- aair °0t vila- Hy hadt' vooraf, al den buit beloofd aan hem, die den Admiraal overweldigde, en eene vereering voor 't afhaalen der vyandlyke vlagge. Doch, om door de fchielykheid meer fchriks te baaren, wilde hy niet gefchooten hebben, voordat men den vyand digt genaderd was. Hieruit ont- ftondt, dat d'Avila, nu ziende , dat het hem gelden zou, eerst vuur gaf; doch zon- der veel fchade te doen. Toen lost Heems- kerk de boegftukken , draait deil Admiraal op zyde, werpt het anker, en klampt hem, zonder uitftel, aan boord. Hy ftondt nu midden op zyn fchip , toen d'Avila hem Wordt de tweede laag gaf. En een kogel, een* door- ander', omtrent hem, gedood hebbende ,
fchooteiie neerot |
|||||
XXXV. Boek. HISTORIE. 255
|
|||||
neemt hem 't linker been weg, en kort 1607;
daarop het leeven. In zyn uiterfte, ver- ■■■ maande hy de zynen nog, om 't begonnen werk , wakkerlyk , te volvoeren, en in 's vyands nederlaage den- troost te zoeken o- ver 't verlies van hunnen Admiraal. Hop- zY"e man Pieter Willemszoon Verhoef van Am- ™,ePJJ™ fterdam, die op 't Admiraals fchip geboodt, gen »t hieldt zynen dood verborgen, en vervolg- geregt, de 't gevegt; dat, na 't losfen der ftukken op de regter zyde, met musketten, zynen gang ging. Mooi Lambert, die Heemskerk kort gevolgd was, geeft den vyand de laag van agteren, en klampt hem toen, op de andere zyde, aan boord. De andere fche- pen mengden zig ook in den ftryd, naar 't geval zig opdeedt, en niet naar de gege- ven' orde. Want, terwyl Alteras draalde, met het aantasten van den Spaanfchen On- der-Admiraal, werdt deeze, door drie an- dere fchepen, bevogten: waarby zig , eer- lang, nog een vierde voegde. De Ónder- Admiraal raakte, eindelyk, ligter laage in brand, waarop de onzen van hem afhiel- den , en de vlam bluschten, die reeds , tot ïn hunne eigen' zeilen, overgeflaagen was. 't Vyandlyk fchip, verlaaten van de Span- jaards, die zig , met zwemmen , zogten te bergen, brandde af, tot op het water. Een ander Gallioen, waaruit, Hopman Henrik Janszoon of Lange Henrik, van Am- fterdam, kort te vooren, gedood was, on- derging het zelfde lot. Nog een ander Gallioen , te berften gefchooten, ging te gron-
|
|||||
?56 VADERLANPSCHE XXXV. Boek.
1607* gronde. Doch eenige fchepen , zo Spaan-
—-^—~ iehen als Scaatfchen, eikanderen met dur- vende aan boord klampen , hielden fchut- gevegt van verre , met gelyke fchade by- na, van wederzyde. Midlerwyl , werdt ook uit de Stad en 't Kasteel van Gibraltar gevuurd op de onzen. De dikke nevels van rook, verwekt door 't fchieten , had- den nu den nademiddag in eenen nagt ver- anderd , toen een der grootfte Spaanfche fchepen, door zyn eigen buskruid opge- fprongen, de Stad en 't ftrand zo ysfelylc deedt dreunen, en de naaste fchepen in zo groot een gevaar bragt, dat de Spanjaards , verbyfterd door ontfteltenis, fchieiyk de ankers kapten, en tegen 't ftrand aanlie- én beim- pen. 't Admiraals fchip alleen, want d'A- len de vjja zejf was ]^ürt na Heemskerk gefneu- 5 ' veld, hieldt het gevegt nog gaande, tegen twee, en daarna tegen drie fchepen. Maar toen 'er, eindelyk, de vlag afgehaald was, ontzonk den vyanden de moed. De on- zen , in grooten getale, overgefprongen zynde, ging 't 'er eer op een moorden, dan op een vegten. Eene groote menigte van Spanjaarden, in zee gefprongen, werdt doorfchooten of doorfteken. De gevange- nen, op 't Admiraals fchip gevonden, be- kwamen hunne vryheid, en verhaalden, dat twee foldaaten, de een na den ander', ge- zonden , om hun, geduurende 't gevegt, het leeven te beneemen , door twee ko- gels , geveld waren, en dat, daarna, hun- ne ketens, door eenen derden fchoot, wa- rea
|
||||
XXXV. Boek. HISTORIE. 257
ten los gefprongèn. 't Gevegt was nu ge-
ëindigd , met den nagt na den vyfentwin- tigften van Grasmaand. Doch den volgen- den morgen bevondt men, dat het Admi- raals fchip, welk men, na de verovering , verzuimd hadt te bewaaren , met eenige Spanjaards , die zig op het zelve verfteken hadden, naar den wal gedreeven was , al- waar het 4 door die van de Stad , in den brand gefteken werdt. De Staatfche Vloot bleef, twee geheele dagen , op de plaatfe des gevegts, vervullende de gantfche kust en Kadix zelf mét de vrees voor eene lan- ding. Zy haalde ndgtans meer roem dan voordeel uit deeze zege , en zeilde, eer- lang, naar Tctuan , op de kust vari Barba- rye, om zig té herftéllert. De Bevelhebber der Stad, een vyand der Spanjaarden, zogt de Staatfchen te beweegen, om Ceuta, ge- legen op de zelfde kust, en in de magt vari Spanje, aan te tasten. Doch zyj heeter op buit dan op oorloogen, weezen deezen voorflag van de hand. Zy hadden honderd man voor Gibraltar verlooren * en hunne fchepen en zieken zo dra niet herfteld, of zy verlieten Tetuan, en verdeelden zig, derwyze, dat de meeste fchepen , langs de Portugeefche kusten, kruisfen zouden : an- deren zouden naar de Vlaamfche, änderen naar de Kanarifche Eilanden loopen, en wederom anderen zig omtrent Kabo Ver- de ophouden; Twee Voorraadfchepen keer- den naar 't Vaderland , met de gekwetfteri, dié omtrent zestig in getal waren, en met IX. Deel» R feet |
||||
s§3 VADERLANDSCHE XXXV. Boek.
|
|||||
i€<nf. het lyk des Admiraals, welk, den agtften van
—i— Zomermaand , op 's Lands kosten , 't welk niemant, voor hem, te beurt gevallen was, begraaven werdt, te Amfterdam, in de oude Kerke, alwaar ook , eerlang , een' defti- ge Grafftede, ter zyner eere, opgeregt werdt (w). VIII. De maar van de overwinning voor Gi- Neyen braltar was nog niet in de Vereenigde Ge- zoekt westen gekomen, toen Neyen , nu in den dat de' Haäge, op den elfden van Bloeimaand, Staaten gehoor verwierf ter algemeene Staatsverga- Imtine deringe. Veelligt, hadt men, in Brabant, opont- reeds 5 te post, kennis gekreegen van den bieden, flag. Immers de Monnik verzogt „ dat en'tjong-^de Staaten hunne Vloot uit Spanje te fte Ver- ^ rUg wijden ontbieden ; voorts nader ver- der6 ver'- v> Naaren ■> wat met net belegeren , inval- klaaren. y, len en inlegeren, in het jongde verdrag, „ gemeend werdt, en hem vrygeleide gee- n ven, om, van nu af, tot den eerften van n Herfstmaand , over en weder, te reizen. j5 Het opontbieden der Vloote hieldt hy j, betaamelyk, indien de Staaten gezind „ waren , alles aan te wenden, wat in hun „ vermogen was, tot bevordering der vre- w de , gelyk de Aartshertogen , daartoe, „ van hunnen kant, gezind waren , heb- j, bende zy , ten blyke hiervan , nog on- „ langs , vrywilliglyk en op het bloot ver- „ zoek der Staaten, beloofd , te zullen be- „ zorgen, dat de Koning van Spanje het " » jong-
Qw) Msteren XXVUI. Beik, f. 529, 550. Groth Hiß.
VI ö. 512-516» 5l9' |
|||||
XXXV. Boek. HISTORIE. ï$$
|
|||||||||
j5 jongfte Verdrag bekragtigde." Doch op igö?»
deezen voorüag werdt langzaam beflooten |
|||||||||
(V). De Gewesten hadden nu een groot ge- Raad-
tal van de aanzienlykfte gemagtigden ter al- pl!f2'1l* gemeene Staatsvergaderinge afgezonden, on- feezen der welken , de raadpleegingen , op al wat voorftafo den Vredehandel betrof, traaglyk voortgin- gen. Ook kreeg men, kort hierop, by ge- rügte, kennis van den zeedag: 't welk fom- migen deedt oordeelen, dat men de Vloot vooral niet moest doen te rug keeren} maar 't geluk vervolgen, en onder de wapenen va» vrede handelen. Prins Maurits merkte aan* j, dat men, de Vloot te rug roepende, van „ het genomen befluic zou afwyken, en da 5, wapenfchorfing te lande ook uitftrekken Ä) over de zee (;y)." Anderen begreepen, daarentegen , dat men , door het herroepen der Vloote , behoorde te toonen , dat men eene goede vrede zogt. Kon deeze niet ge- troffen worden ; de zee ftondt altoos open, en men kon, altoos, eendragtelyk, de wa- penen opneemen, om zig niet flegts over de oude ongelyken ; maar ook over den hoon eener befpottelyke Vredehandelinge te wree- ken (2). De Staaten waren nog bezig met dierge- ^an-
lyke overleggingen, toen zy, byna op komst eenen tyd , zekere kennis kreegen van den van een fiag voor Gibraltar en van de aankomst van ^"scj1 esn buitengewoon Gezantfchap uit Frank- f^hap.1" ryk, welk, op den tweeëntwintigften van Bloei-
|
|||||||||
n Refol. Heli. 1 May 1607. il. 143.
) Negotistt- de JkanNIN Tom. I. p. 104.. *) ünyra Iiift» mr. XVI. f: 5t6, p?, |
|||||||||
fttfo VADERLANDSCHE XXXV. Boek.
|
|||||
"1607. Bloeimaand, te Vlisfingen , geland was.
*x- den Vereenigden Gewesten betrof, dan dat vanHen- ty ^e begonnen' onderhandeling met Span- iik den" 3e ei* de Aartshertogen , met onverfchillig- IV.opdeheid, zou hebben können aanzien. Hy Vrede- befloot, hierom, een waakend oog te hou- üng én ^en' over '*■ §ene 'er genandeld werdt, en
oorzaa- 'c gantfche werk , naar zynen zin , te doen ken van beleiden. Ook meende hy meer dan ééne zyn^mis- reden van misnoegen te hebben, tegen de tegerfde Staaten ; waarvan wy, eer wy voortgaan, Staaten, eenige nadere opening moeten doen. Na 't fluiten van de Vrede tusfchen Spanje en Engeland, in 't jaar 1604, hadt Koning Ja- kob, of uit eigen' beweeging, of opgewekt door den Spaanfchen Gezant, trek getoond, om zig nader met Spanje te verbinden, door middel van een Huwelyk, tusfchen Prinfe Henrik, zynen oudften Zoon, en de Infante van Spanje. Filips ftreelde hem, eenen geruimen tyd, met deeze hoop, e» liet zig zelfs verluiden , dat hy der Infante de Nederlanden , na de dood der Aartsher- togen, wilde doen afftaan (tf), zo de Ko- ning van Groot - Britanje nalaaten wilde, de Staaten te onderfteunen. Jakob , verblind door de verwagting van het bezit dier ge- westen , in welken hy reeds eenige Steden in zyne magt hadt, begon, omtrent het be- gin des jaars 1606 , de Staaten aan te zoe- ken , tot een Verdrag met Spanje, en met de Aartshertogen , waarvan hy bemidde- laar O) NL'gotiat. At Jeanni» Tem» Ir p. 25J.
|
|||||
XXXV. Boek. HISTORIE. &6i
laar en waarborg zou zyn. Hy vertoonde 1607.
hun zelfs eenige glimpige voorwaarden,-------
hem toegezonden uit Spanje (h). Doch
alzo deezen , waarfchynlyk, aanliepen , te- gen de vryheid en onafhangkelykheid van den Staat, die men , zo men zig ooit ver- droeg met den vyand, vooruit bedingen wilde, vonden ze geheel geenen ingang. Ook , hieldt men, hier te Lande , Koning Jakob zo zeer ingenomen niet de uitgeftrekt- heid van het Koningklyk gezag, dat men zig weinig goeds van zyne bemiddeling be- looven kon. Men wist, dat hy den Staa- ten , om hunnen opftand tegen den Koning van Spanje , den naam van weêripannelin- gen plag te geeven (c~): waaruit alleen ge- noeg kon afgenomen worden, welke voor- waarden hy voor hun zou zoeken te bedin- gen , en hoe dezelven ftonden gehouden te worden. Henrik de IV. kreeg de lugt haast van
't gene Koning Jakob in den zin hadt: en oordeelde 't van zyn belang, deeze hande* ling te ftuiten. Francois Aarfens, der Staa- ten Gezant aan 't Hof van Frankryk, in Sprokkelmaand des jaars 1606, eenen keer zullende doen naar den Haage , kreeg last mede van Koning Henrik, om heni, het ant- woord zyner meesteren te rug te brengen, op deeze drie vraagen „ 1. of zy zig zel- w ven, met de hulp hunner nabuuren, kon- 53 den handhaaven, in den ftaat, waarin zy » toen
O) Negotiat. de Jeannin Tom. I. p, 23.
(O Daniel Tom. X. p. 343. R 3
|
||||
atfo VADERLANDSCHE XXXV. Boek.
|
||||||
'1607. Bloeimaand, te Vlisfingen , geland was.
ï.x' den Vereenigden Gewesten betrof, dan dat
vanHen- ty ^e begonnen' onderhandeling met Span- iik den ïe en ^e Aartshertogen, met onverfchillig- IV.opdeheid, zou hebben können aanzien. Hy Vrede- befloot, hierom, een waakend oog te hou- liug ên ^en' over 'c §ene 'er genandeld werdt, en
oorzaa- 't gantfche werk , naar zynen zin , te doen kan van beleiden. Ook meende hy meer dan ééne zyn mis- reden van misnoegen te hebben - tegen de tegen de Staaten : waarvan wy , eer wy voortgaan, Staaten, eenige nadere opening moeten doen. Na 't fluiten van de Vrede tusfchen Spanje en Engeland, in 't jaar 1604, hadt Koning Ja- ' kob, of uit eigen' beweeging, of opgewekt door den Spaanlchen Gezant, trek getoond, om zig nader met Spanje te verbinden, door middel van een Huwelyk, tusfchen Prinfe Henrik, zynen oudften Zoon, en de Infante van Spanje. Filips ftreelde hem, eenen geruimen tyd, met deeze hoop, en liet zig zelfs verluiden , dat hy der Infante de Nederlanden , na de dood der Aartsher- togen, wilde doen afftaan (#), zo de Ko- ning van Groot-Britanje nalaaten wilde, de Staaten te onderfteunen. Jakob , verblind door de verwagting van het bezit dier ge- westen , in welken hy reeds eenige Steden in zyne magt hadt, begon, omtrent het be- gin des jaars 1606 , de Staaten aan te zoe- ken , tot een Verdrag met Spanje, en met de Aartshertogen , waarvan hy bemidde- laar |
||||||
(<0 Negotiat. it Jeansh» Tom, I« p. 253.
|
||||||
XXXV. Boek. HISTORIE. a6i
laar en waarborg zou zyn. Hy vertoonde 1607.
hun zelfs eenige glimpige voorwaarden,—— hem toegezonden uit Spanje (£). Doch alzo deezen , waarfchynlyk, aanliepen , te- gen de vryheid en onafhangkelykheid van den Staat, die men , zo men zig ooit ver- droeg met den vyand, vooruit bedingen wilde, vonden ze geheel geenen ingang. Ook , hieldt men, hier te Lande , Koning Jakob zo zeer ingenomen met de uitgeftrekt- heid van het Koningklyk gezag, dat men zig weinig goeds van zyne bemiddeling be- looven kon. Men wist, dat hy den Staa- ten , om hunnen opftand tegen den Koning van Spanje , den naam van weêripannelin- gen plag te geeven (V): waaruit alleen ge- noeg kon afgenomen worden, welke voor- waarden hy voor hun zou zoeken te bedin- gen , en hoe dezelven ftonden gehouden te worden. Henrik de IV. kreeg de lugt haast van
't gene Koning Jakob in den zin hadt: en oordeelde 't van zyn belang, deeze hande- ling te fluiten. Francois Aarfens, der Staa- ten Gezant aan 't Hof van Frankryk, in Sprokkelmaand des jaars 1606, eenen keer zullende doen naar den Haage , kreeg last mede van Koning Henrik, om hem, het ant- woord zyner meesteren te rug te brengen, op deeze drie vraagen „ 1. of zy zig zel- 5, ven, met de hulp hunner nabuuren, kon- j, den handhaaven, in den ftaat, waarin zy n toen
C!>~) Negotiat. ie Jeannin Tom. I. p. 23.
(Ó Daniel Tent. X. f. 343. R 3
|
||||
tfc VADERLANDSCHE XXXV. Boek.
„ toen waren ? 2. welke geneigdheid zy
„ hadden tot vrede ; welke middelen om ,, ze te bekomen j en of zij, tot verkry- „ ging en verzekering derzelve, de tus- n fchenkomst des Konings behoefden ? 3, „ welke voordeelen zy den Koning dagten w toe te voegen , in geval hy den oorlog ,0 aan Spanje verklaarde ? en of zy, zig w werpende in de armen van zyne Maje- to fteit, de vrye oefening van den Kaüioly4 j, ken Godsdienst zouden willen gedoo- K gen?" Uit deeze vraagen , blykt niet donkerlyk, dat Henrik, zo wel als Jakob, of naar de heerfchappy der Vereenigde Gewesten itondt, of ten minfte naar meer- der gezag over dezelven : 't welk ook niet vreemd fchynen moet, als men aanmerkt, dat deeze heerfchappy, te vooren , beide aan Frankryk en aan Engeland aangeboo- den was, en dat de Koningen , de Veree- nigde Gewesten , van tyd tot tyd , ziende toeneemen in vermogen , nu meer reden hadden dan eertyds , om dezelve te be- geeren. * Maar Aarfens , in Frankryk te rug ge-
keerd, bragt, op 's Konings vraagen, geen ander befcheid, dan ^ dat hy 'er , noch ju met de Staaten, noch met de voornaam- to fte Leden der Regeeringe , over hadt ,5 durven handelen: en te minder, om dat, „ van wege den Koning van Groot * Britan- w je , voordeeliger aanbiedingen gedaan a, werden." Den veldtogt des jaars 1606 ongelukkiglyk geëindigd zynde voor de Staa-
|
||||
'XXXV. Boek. HISTORIE. 263
Staaten, hielden ze by Koning Henrik aan, 1607.
om eenen onderftand van drie millioenen—:— in 't jaar , in de plaats van een millioen, welk hy hun, tot hiertoe, hadt bygezet. De Koning gaf te verdaan , dat men, meer onderftand begeerenda , hem ook , in an' dere opzigten, behoorde te vergenoegen. Ondertusfchen kreeg hy , van verfcheiden' kanten, berigt, dat de Staaten, zonder hem te kennen , met de Aartshertogen hadden begonnen te handelen. Aarfens toonde zig, hierover , ten hoogften verwonderd , boodt aan, op nieuws, een' keer naar den Haage te willen doen, en ten minfte te wege te brengen , dat men geen Verdrag floote met den vyand, buiten bewilliging des Ko- nings van Frankryk. Ook floeg hy voor, nu, de vraagen te willen doen, welken hy, de laatfte reize, verzweegen hadt: waarin de Koning bewilligde. Aarlens kwam dan, in Louwmaand deezes jaars, in den Haage. Kort hierna , onderfteunde de Koning de Staaten , met zeshonderdduizend guldens , verwagtende , gelyk hy , naderhand , ver- klaarde, dat men geen Verdrag maaken zou met de Aartshertogen , zonder hem te ken- nen. Hierop volgde de wapenfchorfing voor agt maanden, die geflooten werdt, eer Aar- fens wederom naar Frankryk keerde. De Staaten hadden, 'er den Koning eerst na het fluiten kennis van gegeven : 't welk eene der oorzaaken was van zyn misnoegen tegen hen. Doch hier by was eene tweede gekomen.
R 4 Ter- |
||||
sc>4 VADERLANDSCHE XXXV. Boek.
1^07. Terflond na Aarfens komst in Holland, ver-
~—-—fpreidde zig een gerügt, dat Henrik de He- geering der Vereenigde Gewesten dagt te veranderen, en, door het inhouden van den gewoonlyken onderftand , de Staaten te dwin^ -n , om hem de Heerfchappy af te ftaan. De Engelfche Agent in den Haage befchuldigde , kort hierop, den Onder-Be- velhebber van Vlisfingen „ dat hy het be- 5, fluit dier Stad en van gantsch Zeeland , n om de heerfchappy den Koning van j3 Frankryk op te draagen , niet verhinderd ,, hadt (<sQ." Zo ver liep de argwaan der Engeifchen vooruit, Aan 't Spaanfche Hof vondt dit * gerügt zelfs ingang, en Pater Neyen heeft, naderhand, getuigd, dat het veel toegebragt heeft, om de Aartsherto- gen niet flegts , maar ook den Koning van Spanje fterker te doen neigen tot de Vre- dehandeling (e). De Koning van Frankryk hieldt zig, ondertusfchen, zeer beledigd door dit gerügt , 't welk hy meende dooi- Aarfens verfpreid te zyn (ƒ): fchoon dee- ze beweerde, dat hy de gemelde drie vraa- gen, die gelegenheid tot dit gerügt gege^ ven hadden, niet, van 's Konings wege s maar, als uit zig zei ven, en flegts aan ee- nigè byzondere Perfoonen gedaan hadt (g), ÜNfogtans vind ik , dat men , in Sprokkel- maand , ter Vergaderinge van Holland, ge- pad,-' (rf) Ne;;otiat. ik Jeannin Tom. X. p. ia8.
(«) Negotiat. de Jkannin Tom. I. p. 367. if) Iviltruct. aux Srs. Jeannin & Busanval, Hans. les Ne« gotiitt. ik ]i?.annin Tom. I. p. zo 6? fuiy. f 4') Nejjotlati de J&annin Tum. 1. p. '67, 101,115. |
||||
^XXV.Boek. HISTORIE. z6$
|
|||||
raadpleegd heeft, op eenen zeer gewigtigen 1607,,
voorflag yan Aarfens : waarover men piet ——» dan tot meesten dienst der Landen en tot best genoegen des Konings begeerde te be^ fluiten (Jï). Doch hoe zeer ook de Koning zig ge- x.
hoond rekende , dat men hem, openlyk , Onder- yerdagt hieldt van eenen toeleg op de vry- zoek heid der Vereenigde Gewesten ; verfchei- g^rnd e den' egte ftukken van deezen tyd toonen, van 't' dat dit vermoeden niet geheel zonder grond vermoe-' was. In het laatfte Berigtfchrift, omtrent j*en»dat twee jaaren na deezen , aan de Franfche «jeYv, Gezanten gegeven , begeert de Koning , naar de „ dat zy Plins Maurits zoeken te winnen, heer- „ op dat hy zyne Majefteit begunftigen ^a^ ,, mögt, wanneer men, t'eenigen tyde, ge- eenigdë „ raaden vondt of genoodzaakt werdt, de Gewes- „ Regeering te veranderen (*)," Te voo^ teri ren, had't een zyner Staatsdienaaren aan ftond*- den Heere Jeannin , Hoofd des Gezant- fchaps, gefchreeven : „ zo de Staaten den j, Koning willen inwikkelen in den oorlog, „ moeten ze iets ongemeens voor hem doen, „ Hy heeft 'er, openhertiglyk, met u over w gefproken , en houdt zig verzekerd , dat » gy de voorkomende gelegenheid, om 'er n „ met * Lorme en f Charme van te hande- Maurits. 5, len, niet verzuimd hebt ■> noch zult ver* f oiden- j, zuimen - - De 4- Serjant wil de zaak niet bame, „ door haastigheid bedorven hebben. Hy vfd£eKl)m „ vertrouwt alles aan de befcheidenheid ning van
jj en Frank- en} ttefol. Huil. 15 Febr. ;6o7, H. 50. ' ryk, CO Dem. Iu(U«&. äant let Negotiat. it Jemjnin Ttpi. h P- 75. R5
|
|||||
&66 VADERLANDSCHE XXXV. Boex;
|
|||||
igo/. „ en voorzigtigheid van * Cicomore alleen
-------- » (*)•" En in eenen anderen Brief. ,? Ee-
* Jem- n nigen zeggen, dat owze Serjant niet ver-
*?'^e „ langen moet, dat de f ^«/w ryker en Staaten. » niagtiger worden, dan zy reeds zyn, om w redenen , die gy , ligtelyk , bevroeden ?? kont ( / ). " Welke nu deeze redenen waren , kan men afneemen uit een gefprek van Jeannin met Prinfe Maurits , in de te- genwoordigheid der Prinfesfe Weduwe van Oranje en van Graave Willem Lodewyk, te vooren , gehouden , waarin hy vertoon- de „ hoe 't, zo men op nieuws wilde oor- w loogen , niet redelyk ware , dat de Ko- „ ning zyn geld en Staaten waagde, zon- n der 'er iets by te winnen," daarby voe- gende £ dat men de Vereenigde Gewesten w geheel Fransen moest maaken." 'Doch Maurits hack hem geantwoord ,? dat het „ nu de tyd niet was, om hier van te rep- w pen - - -, zo men de Landen niet eerder j, Spaansch dan Fransch wilde zien (jn)." De Advokaat Oldenbarneveld hadt 's Ko- nings toeleg ook zo wel begreepen , dat hy zyne Majefteit niet beter wist te vlei- jen , dan met zyn en Gezant te verklaaren, ,5 dat men , te raade wordende de Regee- 5, ring te veranderen, an een Vorftendom te 55 maaken van den vryen Staat, den Koning 5, van Frankryk, voor alle Vorften, kiezen 55 zou." En Jeannin, die dit fchryft, voegt 5er by „ dat hy, voor zyn vertrek van hier, » nog
(k ) Negotiat. de Jeannin Tom. II. p. 474.
C') Negotiat. de Jeannin Turn. III. f. 373, (»O Ntgotiat. de Jeannjn Tom. III. p. 53. |
|||||
XXXV. Boek. HISTORIE. 067
y, nog meer lichts wegens dit ftuk uit den 1607.
„ Advokaat zou zoeken te trekken (;?)." ■ ■ • Doch hiervan kwam niets. Wy hebben deeze dingen , fchoon laater
gefchreeven en voorgevallen, hier willen by- eenvoegen, op dat men zien zou, met wat grond, Henrik de IV. misnoegd was over een - gerügt, welk zyne inzigten, misfchien, een weinig vergroot en verdraaid, maar nogtans niet geheel buiten de waarheid, voorftelde. Ondertusfchen, nam hy zyn misnoegen hier- over en over 't fluiten der waperifchorfinge, zonder hem te kennen, voor de eerfte reden , tot het afzenden van een plegtig gezantfchap, herwaards; waartoe Pieter Jeannin , Paul Chouart, Heer van Buzanval, 's Konings gewoonlyke gezant by de Staaten, en Elias de la Place, Heer van Rusfy, werden: aan- gefteld. De laatfte was tot Buzanvals op- volger gefchikt (0). Jeannin, die 't beleid wie der zaaken flondt te hebben, was, eertyds, Jemmin een der voornaamfte aanhangeren van 't Huis was* van Lotharingen geweest; doch, zynen zoen, te gelyk met den Hertoge van Mayenne, van den Koning verworven hebbende, werdt hy , federt , in de gewigtigfte Staatszaaken , gebruikt. Ook verhief de Koning hem tot eerften Prefident van Bour- gondie. Hy was bedreeven in de regten en in alle andere deelen der geleerdheid, doch door en door ervaaren in de Staat- kunde , en zyns gelaats en zyner redenen zo vol-
f ;0 Ncgotiat. de Jeannin Tom. f. f, 6?. ' .
£o~) Negotiat. it. Jeannin Tom, 1. /;. 115,
|
||||
268 VADERLANDSCHE XXXV. Boek,
|
|||||
1607, volkomen meester, dat hy, fchryven fom-
—— migen, openhertigst fcheen , wanneer hy zyne gedagten allermeest verborgen hieldt (/>). Ook hadt hy zulke doorflaande blyken gegeven van trouwe aan zynen Koning, dat; deeze hem 't geheim van 't gezantfchap naar Last der Holland geheellyk toevertrouwde. De Ko- Franfche ning hadt hem en zynen medegezanten on- Gezan- <jer anderen gelast, „ den Staaten eer tot; w vrede dan tot oorlog; doch allerminst tot 5, befland te raaden (q)." Ook moesten ze „ 't gezag van Prinfe Maurits en ,j van 't gantfche Huis van Nasfau zoeken j, te bevestigen en te vermeerderen, zo eg- „ ter, dat het byzonder belang niet ge- ,j fteld werdt boven 't gemeen. Met den ff Advokaat Qldenbarneveld, met den Grif- „ fier Aarfens en andere voornaame luiden, „ moesten ze, insgelyks, goed verftand hou- „ den. Voorts, werdt hun bevolen, te 5j bezorgen , dat de Staaten geen verder „ verdrag flooten , met de Aartshertogen „ of, anderen , buiten kennis en bewilli- ,, ging des Konings, die ook een nieuw 5j en, goed verband van onderlinge befcher- j, ming hegeerde op te regten met de Staa-r „ ten CO'" Van eenige andere punten van j, hunnen last zullen wy, hierna, moeten ge- waagen. xr. De Franfche Gezanten fpoedden zig, ter-? Zywor- ftond O) Groth Hifi. Libr. XVI. p. 517» Negotiat. de Jeanw.
Turn. I. au commencement, (q) Negotiat. de Jeannin Tom. I p. 215.
CO Initruét. dans ks Negotiat, de Jeannin Tom, Lp, jx,
34> 35» 3?j 39» 40? |
|||||
XXXV. Boek. HISTORIE. ^69
ftond na hunne aankomst te Vlisfingeri, 1607.
naar den Haage, alwaar zy , den agten---------*
twintigften van Bloeimaand, ter algemee- den ge-
ne Staatsvergaderinge , gehoor kreegen. ho0ïd» Jeannin voerde het woord; Hy fprak eerst j in 't breede , van de dienften, door zynen Koning, aan deezen Staat beweezen. Daar- na, viel hy aan 't klaagen, over hun, die zyne Majefteit hadden zoeken verdagt te maaken , als ftondt hy naar de heerfchappy over de Vereenigde Landen. Ook merkte hy 't aan , als eene foort van ondankbaar- heid , dat men zig , dus verre, ingelaaten hadt in handeling met den vyand , zonder den Koning te kennen. Doch hy verklaar- de, ten befluite „ dat zyne Majefteit, met 5, het afzenden van zulk een plegtig ge- j, zantfchap , toonde, dat hy niet gezind ,, was, de vriendfchap af te breeken; maar 5, den Staaten , bleeven ze in den oorlog, 55 zyne hulp kwam aanbieden, of wilden ze ?? de wapenen afleggen, eene billyke en ?, voordeelige vrede zou bezorgen. Over 5, al 't welke , de gezanten verzogten, met j, gemagtigden der Staaten, in onderhan- „ deling, te treeden (O«" De Advokaat enbeanE. Oldenbarneveld beantwoordde deeze aan- woord, fpraak heuichelyk, het fluiten der wapen- fchorfinge verfchoonende , met den tegen- woordigen bekrompen' ftaat van 's Lands geldmiddelen. Op het gerügt wegens 'sKo- nings oogmerken, antwoordde hy nu, met kor-
(O Prem. Propuf. dans ks Negotut. dt Jïannin Tom, I.
p. i\C. |
||||
2?o VADERLANDSCHE XXXV. Boek.
1607. korte en algemeene woorden, dat het bevon-
van vyanden van deezer Landen welftand ,• dan van elders (?). Doch hy hadt, te voo- ren, in een byzonder gefprek, aan Jeannin verklaard, dat de voorflagen, door Aarfens overgebragt, nooit openlyk, maar flegts on- der drie of vier Periöonen overwoogen wa- ren (#). Wyders, beloofde de Advokaat, dat de Staaten gemagtigden benoemen zou- den , om de gezanten te onderrigten van den toeftand hunner zaaken, en van de hulpmid- delen, die zy behoefden (V): 5t welk, eerst- daags, gefchiedde. Nader Op het verzoek van Neyen, werdt, na veel verkiaa- overlegs, beflooten n dat men de Vloot op- ïing van ?? ontbieden zou, zo dra Filips 't Verdrag, dra^van r> met de Aartshertogen gemaakt, bekrag- Wapen- 5) tigd zou hebben. Ondertusfchen, zou men fchor- n der Vloote geen' toevoer noch onderftand finê'« zenden. De wapenfchorfing zou, van ,, nu aan , ter zee , tot aan 't einde van 't
j, Kanaal, plaats hebben, mids geene fche- „ pen dan vislchers uit de Vlaamfche ha- jj vens liepen. Na 't ontvangen der bekrag- >? tiging uit Spanje, zou zy, over den ge- 7, heelen Oceaan , langs Frankryk en Span- „ je, tot aan Kadix, en van daar, door de n gantfche Middellandfche zee , uitgeflxekt w zyn. Voorts werdt de ftilftand van wa- „ penen te lande ook nader bepaald : te ,j weeten, van de zyde der Staaten , bin- ,3 neu
(O Refol. Ho'.l. 5 May 1607. 'M, 146, 147,
f«) Negotiat. ds Jeannin Tom. I. p. 101, 107, £>) Negotiat. de JbanniN Tom. 1. ft 10%» |
||||
XXXV. Boek. HISTORIE. 271
jj nen de ftroomen de Eems, de Vegt, den ttfojr;
„ Ysfel, den Ryn, de Waal, en de Maa-
?> ze van Graave nederwaards, met derzel-
5, ver zeegaten: en van de zyde der Aarts- ?, hertogen, binnen de Demer en de Nethe , M in Brabant, en de Leye en Mander hl „ Vlaanderen, 't Gene buiten deeze paa- ,? len lag, bleef den oorlog onderworpen, „ Steden en Sterkten uitgezonderd. Ook: „ zouden de foldaaten , tegen eikanderen, 5, zelfs binnen deeze paaien , niet veilig w zyn (w)." Uit welk befluit, dat, tegen den zin van Zeeland (V), met de meerder- heid , doorgedreeven , en, op den eerften van Zomermaand , in een tweede Verdrag met de Aartshertogen, veranderd werdt, onder anderen, af te neemen is, hoe noode men hier tot het afleggen der wapenen kwame , en hoe veel zy, die de handeling zogten te vorderen, hitn, die nog voor den oorlog ftemden, moesten te gemoet komen. De Monnik, die , te Delft toefde naar xiL
't befluit der Staaten, bragt zynen tyd door, Neyen met eenigen, door redenen, anderen, ware zAoe^c 't mogelyk, door gefchenken , tot vreed- om' te zaame gedagten te beweegen (y). Onder koopem anderen, hadt hy den Griffier Kornelis Aar- fens genoodigd tot een geheim gefprek. En deez', wel bevroedende , waar men 't op aanleggen zou , nam eerst den raad in van Prin-
Cw) Grot« Hill. Lilr, XVI. /,. 5iS. Meterkn XXVIII.
Beek, f. 533 verf.
(x~) Reibt. Hall. May enz. 1C07. il. 143, iqjt. Negèts
dt Jea* NiN Tom. I. ti. 104. Ó ) Ncgociat, <fc JüANNm 'Ivn. I. f, <;?,
|
||||
é/ü VADERLANDSCHE XXXV. Boer;
1607. Prinfe Maurits , en begaf zig toen naat
«Bfcsaae. Neyert , die aanving * met hem , beleefde- lyk, te bedanken, om dat de Vredehande- ling, door zyh toedoen, eenen aanvang ge- nomen hadt. Ook was 't waar, dat Neyen* in Holland gekomen, door middel van Krauwels , die Aarfens in den bloede be- ftondt, den eerften toegang ten zynen hui- ze gekreegen hadt. De Monnik vervolg- de „ dat hem niet onbekend was 5 in hoe j, groot een gevaar Aarfens zig gefteken 5, zou hebben, zo de zaaken eenen anderen w keer genomen hadden , zynde eenen ,, Staat , door veelen beftierd , altoos vol j, naaryver en argwaan. Dat de Aartsher- 5, togen hieruit zyne zugt tot de vrede der „ Nederlanden hadden afgenomen, en groo- j, te agting en genegenheid voor hem op- „ gevat. Dat zy hem , ten blyke hiervan ■, 5, het Huis, welk hy te Brusfel bezeten 55 hadt, wederom inruimden 4 voorhebben- 55 de hem , hierna, grooter' gefchenken te 55 doen. Dat de Markgraaf Spinola hem, 55 als 'er vrede , of beftand voor negen jaa- 55 ren geflooten werdt, vyftigduizend Krow- 55 nen beloofde , waar van hy een fchrifte- 5, lyk befcheid voortbragt, met de eigen' 5, hand van Spinola getekend (i)i" daarby voegende j, dat hy bereid was, hem, op dit
(1) In zekere verklaring van den Griffier Aarfenï,
éeniae jaaren lanter gegeven, en waarvan wy, in 't 'XXWX.Boek, §XXIV, nader zullen gewaägen, vifordt dit befcheid genoemd eene Obligatie van Spinola väh tagtigduizend Dukaaten , fpreekende op een' Koop- man van Amfterdam, Htmik Beekman genaamd. |
||||
XXXV. Boek. HISTORIE. 273
?, dit befcheid , vyftienduizend Kroonen ifö?.
5? te doen tellen , waar en wanneer hy be-------*
j, geerde." Voorts boodt Neyen hem ,
uit Spinolas naam , een' diamant van gee- ne kleine waarde aan, voor zyne Huisvröu- we. Aarfens bedamkte voor "t huis , welk hy oordeelde hem > ook uit kragte van 't Verdrag , waarop Brusfel overgegaan was, toe te komen; doch weigerde■, eenigen tyd, de overige gefchenteen te aanvaarden. Ten laatfte nogtans nam hy den diamant en het handfchrift; doch ontdekte zyri weder- vaaren aan den Prinfe en aan den Advo-* kaat. Maurits begreep, dat de zaak nog Aaffeais eene poos bedekt blyven moest, doch floeg ontdekt het bewaaren der geicheiiken, 't welk hem p"n^een Aarfens gevergd hadtj van de hand. Deez', eu den naderhand, door brieven van NéyeUj ver- Staaten, maand om de vyftienduizend Kroonen te ontvangen j Vreesde, mét reden, dat zo hagchelyk een geheim * eens tot zyn na- deel i, uitberfteh mögt * en befloot j den gantfchen handel, ter algemeehe Staatsver- gaderinge * open te leggen. Hy deedt het: en de Staaten fielden het handfchrift en den diamant, in handen van hunnen The- faurier (2) Joris de Bie, man van beproef- de trouwe. Doch Aarfens kon midlerwyl, niet ontgaan den laster van 't gemeen, welk,- zyn gedrag ten argfte duidende , hem van flinkfchen handel met den vyand befchul- < digde : 't welk hem zo diep trof, dat hy Se raade werdt, zig in openbaaren druk te ■ ver-
O) Negotiat. dé JEAK8I8 Tom. I. p. 247.
IX. Deel. S
|
||||
174 VADERLANDS CHE XXXV. Boek,
1607. verdedigen (V). Ondertusfchen, was Neyen ,
•■ fchorfing , terftond , naar Brusfel, te rug gekeerd. XIII. De onderhandelingen met de Franfche Da Staa- gezanten waren nu begonnen. Doch op dat te.'i no- Zy geen' argwaan verwekken mogten by de Groot- andere Mogendheden, welker vriendfchap Britanje, men behoefde , beflooten de Staaten, de Deene- Koningen van Groot-Britanje en Deene- marke en mZxke en fe Keurvorften van de Palts en Duitfche Brandenburg , welke twee laatften , reeds Vorften, in 't jaar 1605 , beloofd hadden, hnn, drie om hun jaaren agtereen, met honderdduizend gul- goeden ^ens, jaarlyks, te onderfteunen (&) , ook reeven! te nodigen , om hun , in deeze gewigtige tydsomftandigheid, met goeden raad , te dienen. Naar Deenemarke gingen Jakob Boelensz van Amfterdam, Nikolaus Jakob Simónszoon van Hoorn , en Jakob Magnus van Middelburg , als gezanten der algemee- ne Staaten. Aan Koning jakob , die van den ftaat der Vereenigde Gewesten na- der berigt begeerde, werdt ook een buiten- gewoon gezantfchap gezonden, beilaande uit Joan Berk, Penfionaris van Dordrecht en jakob van Maldere, bekleedende de plaats van den eerften Edele , ter Staatsvergade- Iïandei ringe van Zeeland (c). Zy deeden den Ko-* «iet Ta- njng -bree(je opening beide van de magt en 1° l en inkomften , die thans omtrent tien millioe- : nen
O) Metehen XXIX. Hack, f. 545 verf. 546. Grotii
Hill. Uhr. XVI. ƒ>• 518. 'C» Zie Groot-Plakaath. IV, Deel, hl. 266. (.c) BlETEliEN XXVIH. Hack, f. 533 verf. 537 verf |
||||
<■""■"■■"■•»""■■■«" «", '•"•
|
|||||
XXXV. Loer. HISTORIE. 275
nen, in 't jaar, beliepen (V) , en van de i<f0?.
Jasten van den Staat: vertoonende, tevens,-------
hoe veel 'er, naar 't oordeel van den Prin-
fe en van den Raad van Staate, te kort fchoot, om den oorlog, met hoop van ee- nen goeden uitflag, te können voortzetten. De Koning gaf hun , met algemeene woor- den, te verftaan , dat hy de zaak zyner '- hondgenooten ter herte zou neernen. Gaar- ne zou hy gezien hebben , dat zy, geen Verdrag begeerende te fluiten naar zynen zin, nog eenigen tyd, in oorlog gebleeven waren. Hy bevroedde, ligtelyk , dat, hier- van , zyne eigen' veiligheid en de behour denis van Ierland , grootendeels , afhing, zo lang hy zig niet nader verbonden hadt met Spanje. Doch hy begreep tevens, dat het den Staaten meest ontbrak aan geld, welk hy hun, tot nog toe, nimmer ver- ftrekt hadt, en ook, tegenwoordig , niet Wist te bekomen. Hy zag, derhalve, wel, dat het hem kwalyk voegen moest, te raa- den tot den oorlog. Ondertusfchen , hadt hy ook een kwaad oog op den handel der Franfche gezanten in den Haage. Om dee- zen gade te flaan, en deel te hebben in 't gene 'er geflooten mögt worden, zondt hy* eerlang, Richard Spencer en Rudolf Win- wood , welke, laatfte gewoonlyke gezant by de Staaten, doch toen in Engeland was, haar Holland te rug (e), met last, om, te gelyk met de Franfche gezanten, aan 't ge- ne (.rf) Negotiat. de Jeannin Tom. I. p. 19Q1 403.
r CO Vide Aét. Piibl. Angl. Tom. VII. P. II. p. 153. Re- R>1» Holl. 4 Se ft, en verv. 1Ö07. il. 245, 24g, Sa
|
|||||
ü?6 VADERLANDSCHE XXXV. Boek;
|
||||||||||
itfojr. ne 'er zou gehandeld worden, deel te neemen
------- (e). De Staaten waren niet kwalyk te vrede,
over dit dubbel gezantfehap, in verwagting,
dat het ftrekken zou, om hen beter voor- waarden te doen bedingen. Behen. Terwyl de bekragüging der wapenfehor- digheid fing en de erkentenis van de vryheid der vanjean- Vereenigde Gewesten, uit Spanje, verwagt den'ee-m wer^c» handelden de Franfche gezanten , zindheid dagelyks, met Prinfe Maurits , met den yanMau- Advokaat Oldenbarneveld , en met de . ver- rits, 01-dere Gemagtigden der Staaten: ook met neveiT ^n Engelfchen gezant Winwood. Jean- en ande- nin, doorfleepen in 't ontdekken der oog- ren te merken, geliet zig , in 't eerst, dat zyn ontdek- meester meest tot den oorlog neigde (ƒ). |
||||||||||
ken.
|
||||||||||
Prins Maürits verklaarde hem, hierop, ge-
lyke gezindheid te hebben. n Zeeland was M 't, vervolgde hy , niet hem eens : ook Ä Amfterdam, in Holland. Gelderland en „ Friesland ftaken vol Krygsvolk , welk „ geheel van hem afhing; waarom het hem 33 niet zwaar vallen zou , deeze gewesten „ over te haaien tot zyne meening , die ~ hy de veiligfte hieldt voor den Staat (g)." De Advokaat zeide hem n dat men, hier, „ ook oorloogens gezind was, zo de Ko- „ ning van Frankryk zig openlyk verklaa- ?, ren wilde tegen Spanje, en de Staaten, v met zwaare geldfommen , onderfteunen. ,„ Doch dat, by mangel van zulk een' on- „ derftand , de ftaat hunner zaaken hen » drong
(t ~) Oroth. Hift. Uhr. XVr. ƒ>. 519.
£ƒ) Negotiat. de Jeannin Tom. I, p, 84. >Qg) Negotii«, de J84KHJH 2V*S» I. f. j»S, |
||||||||||
mmui. ^j«.pi«ij^.i.11., I,,.
|
|||||
XXXV. Boek. HISTORIE, ^f
j, drong tot vrede, alzo zy, in oorlog bly- ufo? j
5, vende , jaarlyks, zes millioenen te kort-------
j, zouden komen." Jeannin merkte aan ,
dat men nooit gewoon was , zulk een' ge- weldigen onderftand te geeven, zonder 'er eenig voordeel tegen te bedingen: waar- op de Advokaat hernam B dat hy, dit n voorziende , den Staaten ook niet hadt ,0 durven raaden , zyner Majefteit zo veel j, te vergen ; dat men, veeleer, door be- „ middeling der twee Koningen, eene vre- ?) de moest zoeken te verkrygen, waarby „ de Vereenigde Gewesten vry verklaard, n en in ftaat gefteld mogten worden , om 5, den Koning en Kroone van Frankryk „ dienst te doen (£)." Winwood verklaar- de zig, zo wel als Jeannin, voor den oor- log (0 : doch 't bleek haast, dat Koning Ja- kob niet gezind was, om 'er iet toe te fchie- ten. Frankryk alleen wilde zig ook niet z in, belasten , met den vereischten onderihnd, zigt out- dien Jeannin flegts op twaalf tonnen fchats, dekt zig. in 't jaar, berekende (k) : zo dat haast bleek, dat de Franfchen min voor den oor- log waren , dan zy, in 't eerst, gefchee- nen hadden. Jeannin en Buzanval deeden, Hy doet in 't begin van Hooimaand , een' keer door een' de Steden Leiden, Haarlem en Amfterdam, J?eer» die men zeide, dat zig verbinden wilden, Ldden om tegen de vrede te ftemmen. De ge- Haarlem fprekken, die zy toen met eenigen uit dee- en Am- ze Steden hielden , toonden, dat Frankryk fterdam. de
CIO Negotiat. fie Jeannin Tom. I. p. ion.
C.J ) Negotiat. ds Jeannin Tmn. I. p. 105. (.£) Negotiat. de Jeannin Tom. I. p„ 108, S3 •
|
|||||
278 VADERLANDSCHE XXXV. Boek
|
|||||
1607. de vrede zogt : waarvoor zig deeze Steden
•-------nu ook eenpaarig verklaarden, mids men ze,
behoudens de vryheid van den Staat, verwer-
ven kon (f). XIV. De tyd van drie maanden , binnen wel- Verrei- ken ? '£ Verdrag , in Spanje , bekragtigd brengt moest worden , was nu zo goed als verloo- twee be- Pen ? toen Spinola den Staaten , by brie- icragti- ven, om vrygeleide verzogt, voor den Au- gingen diencier , Lodewyk Verreiken , die , fchreef nfngs van ^Y •> 's Konings bekragtiging ftondt over te Spanjo brengen (m). Men zondt het hem toe, en lier- hy kwam , des nagts na den drie-entwin- waards. tigften van Hooimaand , in den Haage , aan (») Aarfens bezogt hem , des ande- rendaags , uit den naam der Staaten , die hem , terftond , gehoor verleenden. Zyne Aanfpraak was kort en beleefd. Hy noem- de de Staaten edele en mogende Heeren, en Prins Maurits doorlugtigfien Vorst. Voorts leverde hy hun twee bekragtigingen over , eene van het eerfïe Verdrag met de Aarts- hertogen , en eene van de nadere verklaa- ring en uitbreiding van het zelve: te gelyk verzoekende, dat hy de eerfte , na dat ze gelezen zou zyn , wederom naar zig nee- men mögt. Men deedt hem buiten ftaan. De bekragtigingen werden, met aandagt, Zy vol- overwoogen. Doch men bevondt , ter- doendeu fi-on(j ^ dat Zy geenszins voldeeden aan de n\e£en belofte der Aartshertogen , en aan de ver- wagting der Staaten. De Koning verklaar- de, CO Ncgotiaf. de Jeannin Tom. I. ƒ>. 224, 23S.
(ir,) Meteren. JÏXVIll. Hoek, f. 533 verf, {n) Reibl. IIoll. 17 'July enz. 1607. ld. 109. |
|||||
XXXV.Boek. HISTORIE. aj*>
de , alleenlyk, dat hy de, wäpenfchorfing itfo/.
van waarde hieldt, zonder de Staaten voor-----—
vry te erkennen , ja zelfs zonder goed te
keuren, dat zulks, door de Aartshertogen, gefchied was ; zynde de v/oorden , die dit behelsden, uit het eerfte Verdrag , gelaa- ten. Ook waren de bekragtigingen alleen- lyk op papier gefchreeven , en getekend, Yo el Rey, Ik de Koning, gelyk men, in Spanje , gewoon was , de Plakaaten, aan onderdaanen gerigt, te onderfchryven. De Staaten waren 't dan eens , dat de bekrag- tigingen verworpen moesten worden. Men rnagtigde eenen uit ieder gewest, om den Audiencier af te vraagen, of hy , monde- ling of fchriftelyk , nog iets hadt in te le- veren, en zo neen, hem de gebreken in de bekragtigingen voor te houden, en aan te zeggen „ dat, de Aartshertogen hunnen s, beloften geen geftand gedaan hebben^ ?) de, hy geene reden hadt, om zig hier „ langer op te houden, en wel, terftond, j, vertrekken mögt (o)." Verreiken ver- Men be- ïchoonde het uitlaaten der woorden , die looft hun der Staaten vryheid bevestigden , blaauw ^oènF1* genoeg, met een' misflag van den uitfchry- bekragti- ver. Men verleende hem, op zyn verzoek, ging. verlof, om naar Brusfel te fchryven , van waar , eerlang, antwoord kwam ; niet van de Aartshertogen; maar van Joan Richardot, Prefident van den geheimen Raad , inhou- dende „ dat 's Konings meening niet wel » ge-
fo) RpW. TToll. 17 Jn'y enz. Ific.7. il. 209, 210. Ktgot.
de Jeanmm Tum. I. Ji. *f"y. s4
|
||||
■MiMHBMHaBanHNa
|
|||||
ft8o VADEüLANDSCHE XXXV. Boek.
ï6o?. „ gevat was; dat hy, geen deel van 't Ver-
-----r- .} drag verwerpende , moest gerekend wor-
M den, het gantfche Verdrag bevestigd te
B hebhen. Dat de Aartshertogen volkomen „ voldaat] hadden aan hunne beloften; doch, „ ten overvloede, nog eens naar Spanje wil- „ den fchryven, om 't gene men in de be- n kragtigingen berispte te doen verbeteren; „ mids de Staaten niet uitftelden, hunne „ Vloot t'huis te ontbieden, en met de daad j, te toonen, dat zy de Vrede zo ernftig zog- ., ten, als zy met woorden betuigden Q>)-" Verreiken voegde hier by, dat hy zig fterk maakte, den Staaten eene bekragtiging te zullen bezorgen, die hun voldoen zou, zo zy de Vlpot, zonder uitbel , te rug riepen» Twist,in Doch, over dit punt, ontftondt wederom de alge- nieuwe twist, in de Vergadering der alge- roeene meene Staaten. Veelen riepen, dat zy, o- vere"(ie- penlyk, belpot werden door "den Spanjaard, ring,over die hun flegts met den fmaak der vryhefd hetterug geftreeld hadt, om hen te ontwapenen, en, roepen, ^j-na 9 onverhoeds , te overvallen : waar- Vloote toe» getyk men5 omtrent deezen tyd, ver- •' nam, heide in Spanje en in Vlaanderen . vïo.oten werden uitgerust. Prins Maurijs ftyfde deeze meening, en beweerde , dat men de' Vloot veel eer verfterken, dan te rug ontbieden moest. De Franfche Gezan- ten zelven fcheenen de oogmerken jvan Spanje te verdenken, en hielden ïtaande , dat
Cp) Groth IM« Libr. XVI. p, 510. Metbren XXVIE,
?!»tk, f. 534. |
|||||
XXXV. Boek. HISTORIE. aSi
dat Filips npoit eene behoorlyke bekragti- I(jo;r,
ging overzenden zou: ook, dat de Staaten, .,------*
te leur gefteld door de Aartshertogen, de
Vloot niet te rug ontbieden konden, zonder af te gaan van hun voorig befluit, en zon- der te veel vrees voor hunnen vyand, als ware hy nog hun meester, of te fterke zugt tot vrede te vertoonen (g). Maar Olden- bameveld begreep, dat men, reeds beloofd hebbende , der Vloote geen* qnderftänd noch mondbehoeften toe te voeren, wel genoodzaakt was, haar herwaards te laaten keeren. Ook drongen de Hollandfche Koop- lieden , bedugt, dat de Koning van Spanje de fchepen, die zy in Italië hadden , mögt aantasten , fterk op het inwilligen van Ver- reikens voprflag (r). Om deezen Steden ge- waartoe noegen te geeven, werdt dan , ter Verga- eiiideiyk deringe van Holland en ter algemeene be(Io°- Scaatsvergaderinge , met meerderheid van wor(jti itemmen , beflooten , Verreiken, hy mon- de van den Advokaat, te antwoorden, ge- lyk , op den negenden van Oogstmaand ? gefchiedde „ dat de fchriften , uit Spanje, ,, overgebragt , den Staaten niet voldee- 5, den; waarom zy een ander ontwerp had- w den opgefteld, in de Latynfche en Fran- „ fche taaie , welk hy hem overgaf, en „ welk de Koning zou dienen te volgen, 5, binnen zes weeken, zo hy in verdere han- j, deling begeerde te treeden. Dat de Staa- ,, ten , na 't ontvangen van 's Konings bè- » krag-
(q~) Ncjlotiat. r'( JeannW Tom. I. p. 302, 304.
f J-p N«gotiat. tfe Jfannin Tim. I, p, 302, 343. S 5
|
||||
*8a VADERLANDSCHE XXXV.Boek.
|
|||||
KJ07. „ kragtigiug, zo veel tyds, als
1—~— n af, tot den eerften van Herfstmaand, ver- „ loopen moest, begeerden, om zig op de „ nadere handeling te beraaden. Dat men, ?) nogtans, uit agting voor de Aartshertogen, v by welken men wel zag dat dit verzuim w niet toekwam, de Vloot opontbieden, en „ alle pryzen , zes weeken na deezen dag „ gemaakt , kwaad verklaaren zou. Dat ,, men, eindelyk, de gebrekkelyke bekrag- „ tigingen zou bewaaren, tot dat 'er bete- ?5 ren kwamen, alleenlyk, ten bewyze, dat „ 'er een ftilftand van wapenen geflooten „ was (/)•" De sua- Verreiken beantwoordde 't befluit der ten ver- Staaten , heufchelyk , naar zyne gewoonte wyteu Q.^m Doch 's anderendaags, kort voor zyn keTh'ct vertrek , werdt hy nog eens by de Staaten omkoo- ontbooden , alwaar Oldenbarneveld hem pen, aanzeide n dat de Staaten misnoegd waren ™elk n op Neyen , die eenige byzondere Per- hadt zoe-v> foonen hadt zoeken te winnen , door ge- ken te ' jj fchenken, Dat hieruit bleek , dat men doen. „ eenig flinksch oogmerk hadt; maar dat zy ?J zo gerust waren op eikanderen, dat zul- jj ke ltreeken nergens toe konden dienen, „ dan om hun te doen gelooven, dat men 5? hen dagt te misleiden. Dat hunne regen- ?) woordige Vergadering beftondt uit meer „ dan zeventig Perfoonen , die gehouden „ waren , den raad in te neemen van een f, veel grooter getal, in hunne byzondere ,5 Ge-
fj") Grotii Hifi:. Libr. XVI. p, 520, 521. Meteken
XXVIII. Hoek, f. 5J4. (O Negotiat. de Jeannxn Turn, I. p, 30-. |
|||||
XXXV. Boek. HISTORIE. 283
|
|||||
j, Gewesten en Steden; welke groote menig- ..^j.
53 te onmogelyk om te koopen was. Zo zy------7
55 egter vonden, dat iemant zig zo ver ver-
5, leiden liet, zouden ze eene voorbeeldely- 55 ke itraf over hem oefenen , tot befchaa- 5, ming van zulken, die hem hadden zoeken 5, om te koopen («)." Voorts, ftelde men den diamant en 't Handichrift van Spinola Verreiken wederom ter hand: die, zig ver- baasd gelaatende, over 't gene hy hoorde en zag, verzekerde, dat alles buiten kennis der Aartshertogen gefchied was, daarby voegen- de 55 dat men 't niet vreemd vinden moest, 5, zo monniken, een volk gierig uit den aart, „5 anderen afmaten , naar zig zelven (v)." Den volgenden dag, keerde de Audiencier naar Brusfel. Terwyl de bekragtiging uit Spanje ver- XV.
wagt werdt, poogden de yveraars voor den Gewoel oorlog en voor de vrede, met naame Prins ™"r<? Maurits en de Advokaat, aanhangers te win- hande-? nen van de meening, die elk de heilzaamfte lingme? hieldt voor 't Vaderland. De Prins zogt de" Friesland en Groningen te beweegen , om, vyam!? nevens Zeeland, tegen de handeling te ftem- men. De Predikanten, die hem, voor een groot gedeelte , naar de oogen zagen, pre- dikten 'er openlyk tegen. Zulken, die van vrede fpraken , werden verdagt gehouden van heimelyk verftand met den vyand, waaruit volgde, dat de voorftanders van den oorlog langs hoe meer begunfligers kree-
(a) Negotint. dr Jkannin Tom. I. p. 309.
O) Groïh Hiit. /-'>'"• XVI. p. 521. Meïeren XXVIIL- *«•*> ƒ. 535- |
|||||
284 VADERLÄNDSCHE XXXV. Boek,
|
|||||
1607. kreegen , onder 't gemeen. Maar de Re-
—■— genten der meeste Steden , onder welken Oldenbarneveld groot gezag hadt, neigden tot de vrede. De Advokaat wist hen, hier- toe, zo konftiglyk, te beleezen, dat zy, eer zy 'c dagten, tot zyn gevoelen waren over- 0 gegaan. Doch dit ftrydig woelen van de noegen twee voornaamfte mannen in den Staat
tusfchen duurde niet lang, zonder dat 'er merkeiyk Prinfe ongenoegen uit rees , tusfchen beiden. De Maunts prins kof] n-et dulden, dat Oldenbarneveld, barne- "ie, in afkomst en aanzien, op geen eenen veld. dag by hem te noemen was, hem, geduu- rig , wist te dwarsboomen. Zelfs liet hy zig, fomtyds, uitdrukkingen ontvallen, die te kennen gaven , dat hy zyne trouwe ver- dagt hieldt. Oldenbarneveld , fchoon hy, doorgaans, eerbiediglyk fprak van den Prin- fe, gaf, daarentegen, fomtyds, te verftaan, dat hy bekommerd was, dat zyne Doorlug- tigheid te veel gezags zogt in den Staat, en daarom voor den oorlog yverde. De Gezant Jeannin maakte zyn werk, meer dan eens, om deeze verdeeldheid by te leggen, en den Prinfe en den Advokaat goede gedag- ten in te boezemen van elkanders oogmerken. Ook fcheen dit, voor eenen tyd, te geluk- ken. Doch de bron der oneenigheid kon nooit zo volkomen geflopt worden , of zy welde, van tyd tot tyd, wederom op (V). Maar of zy, immer, zo hoog gereezen zy, dat de Prins, gelyk fommigen vernaaien (a;), den
(■w) Ntgotht. Ü! Jeannin Turn. ', p. tjo, 104, 105, 552,
IJ9, 171, 186, 213,' 253, «54. *58>'33li 33Ö, 373< ('*) Aübkry Memoires f. 293. •» |
|||||
XXXV. Boek. HISTORIE. 285
|
|||||
den Advokaat eens, openlyk, hebbe hee- Xfo7.
ten liegen, te gelyk, de hand opligtende , . om hem te flaan , zou ik niet durven ver- zekeren. De zes weekeh * beftemd tot het haaien Neyen
eener andere bekragtiging uit Spanje, wa- en Ver- ren reeds eenigen tyd verloopen geweest, hengen en dit fammelen hadt hier te Lande al mer- eeuean- kelyke gisting verwekt in de gemoeden, dere be- toen Neyen en Verreiken , op vrygeleide , kfaStl- herwaards gekeerd , de verwagte bekragti- ^"fr£ser~ ging tnedebragten. Zy verwierven gehoor, op den vyfentwintigften van Wynmaand (y). Neyen fpralc eerst, zeggende „ dat n hy zelf naar Spanje gereisd was, om den „ Koning van alles te onderregten. Dat yy het Verdrag in den Raad overwoogen „ was, op dat het niet alleen door den „ Koning, een' fterflyk' mensch; maar door „ 't gantfche Ryk, welk onfterflyk was, „ mögt bekragtigd worden, en dus te be- „ ftendiger zyn. Dat de Koning opregte- „ lyk genegen was tot de vrede „ en hier- „ om zyne meening, in klaare en naakte „ bewoordingen , had uitgedrukt , welke „ hy zou hebben können bewimpelen, wa- „ re hy van zins geweest te bedriegen.** Verreiken, toen 't woord vattende , en de trouw en opregtheid der Aartshertogen, eerst , ten hoogfte , geroemd hebbende , verontfchuldigde Filips n dat de bekragti- „ ging niet in 't Latyn of Fransch ', maar „in
{y ) Refol. Holl. 4 Scft. en very. 1607. bh 248 enz.
|
|||||
286 VADERLANDSCHE XXXV. Boek,
1607. „ in 't Spaansch opgefteld was: in welke
------- j, taaie, hy aan alle Christen-Vorften en
n vrye Staaten te fchryven gewoon was.
w En 't zou, zeide hy , niet billyk zyn , „ hem deeze vryheid te betwisten , daar „ hy den Staaten, fchryvende in zulk eene „ taaie als zy goedvonden , geloof hadt ge- „ geven (2)." Duider- De bekragtiging, die Zy, tegelyk, over- heid ia leverden , kwam genoegzaam overeen , met dezelve. jiet ontwerp der Staaten,. De Koning ftondt den Aartshertogen toe ^ in zynen naam, J5 te mogen handelen , met de Staaten der 5, Vereenigde Gewesten, in hoedanigheid 5) en als dez elven houdende, voor vrye 55 Landen , Gewesten en Staaten , op wel- 5,- ken hy niets eischte." Doch hy hadE hierby gevoegd j, dat hy deeze Verklaa- ,5 ring deedt, om aan de belofte der Aarts- ,5 hertogen te voldoen, en tot verzekering ,5 der handeling van Vrede of lang Beftand ,- j, van welken hy de punten Wilde naar- 5, komen , zö dra zy geflooten zouden zyn; 5, Doch zo het Verdrag van Vrede of lang „ Beftand, waarby de wederzydfche eir „ fchen , ten laste van eikanderen, zo o- 5, ver zaaken van Godsdienst als alle an- ,-, deren , zouden moeten voorgefteld en' „ beflist worden, ; niet geflooten wierdt, „ zou deeze bekragtiging van geen er ?, waarde zyn , en de Koning , door de y, zelve , niets verliezen van zyn regt y yy maar
C z ~) Pmpnf. de Neycn & de Vcrreyken dans ks Negbt. de
JÉANHrt) Tm. I. p, 44Ü j 449' |
||||
XXXV. Boek. HISTORIE. 287
5, maar alles , daarentegen , in denzelfden %^
5, ftaat blyven * waarin het tegenwoordig------- w was (#)'"
De Staaten , Neyen en Verreiken geant- Men
woord hebbende, dat zy zig, op hun voor- weigert ftel, en op dé bekrägtiging , nader zouden jjjj Staa- beraäden ; vonden terftond zwaarigheid, nadere. in het byvoegfel, waarvan wy gewaagd hebben. De erkentenis hunner vryheid werdt, by het zelve , af hangkelyk gemaakt van een Verdrag, welk, zo men 'er de ge- fchillen over den Godsdienst en alle ande- ren in afdoen zou, niet ligt, of geheel niet ftondt getroffen te worden. Maar Neyen en Verreiken, verftaan hebbende , wat den Staaten , in 't Spaansch gefchrift, mishaag- de , verklaarden „ dat zy zig bedroogen £ zouden vinden, zo zy een ander verwagt- j>, ten: was 'er iets duisters in; 't mögt, by j? 't Verdrag van Vrede of Beftand , na- j, der opgehelderd worden." Zo fpraken zy, naa dat ze onderftaan hadden, dat de meeste gewesten* eenen weerzin in den oorlog hadden. Ook wisten ze, dat Filips, liever met elk in 't byzonder, dan met al- len te gelyk , zou willen handelen. De Staaten dan, dus verre gefcheept, en met den Prinfe en met de gezanten van Frank-. ryk en Engeland geraadpleegd hebbende, welke laatfte hun rieden , de bekrägtiging te aanvaarden (¥) '■, bellooten, den tweeden Zy be- van Arende
O} Ratific. du Hoi d'Efpagne dans les Negot. de Jïannin
Tom. I. i>. 4<u. O) Negotiat. de Jkannin Tom. Lp. 455, Tom. tl. f. n. |
||||
a88 VADERLANDSCHE XXXV. Boek
|
|||||||||||
KJ07. van Slagtmaand (V) , den Aartshertoglyken
-------gezanten aan te zeggen „ dat de bekragti-
bekrag- „ ging, uit Spanje overgebragt, niet vol-
^'"S „ deedt aan de belofte, konnende de laat- byzon! „ fte woorden uitgelegd worden , in eenen clere ge-,-, zin j die 't gene te vooren was toege- westen te v ftaan , wederom introk. Dat zy , vrye zenden. ^ volken zynde , over welken de Koning „ van Spanje noch de Aartshertogen iet ft te gebieden hadden, de inwendige rust 5, hunner gewesten wel zouden wekten te yy bewaaren; en niet gedoogen , dat ande- „ ren zig daarmede moeiden. Dat hun? j, veelligt, ftof* gegeven was, om alle ver- ft dere handeling af te fnyden; doch dat zy, ., uit liefde tot de verhoopte Vrede, het ft oordeel over het Spaansch Gefchrift en ;) over den gantfchen handel ftellen wil- den aan de Vergaderingen der byzonde- re gewesten, met voorafgaande verklaa- ft ring nogtans , dat zy niet het allerminfte ft zouden toeftaan, welk met hunne vry* ft heid ftreedt. Dat zy, eindelyk, na zes weeken verloops » den Aartshertogen hun goedvinden zouden doen weeten, .om, ingevalle men geraaden vonde te |
|||||||||||
luisteren naar voorflagen van Vrede ,
binnen tien dagen , zulke gezanten , als zy beloofd hadden, te zenden in den |
|||||||||||
* Haage, alwaar zig ook hunne gemag-
?J tigden zouden laaten vinden : doch ee- * niglyk in zulk vertrouwen , dat noch ,
w de Koning, noch de Aartshertogen iets * " ' ft wdfc CO Zie Refol. Holl. 4 Sept. en verv. 1607, VU 254.
|
|||||||||||
XXXV. Boek. HISTORIE; äS?
|
|||||
5, welk het beleid der zaaken binnen de Ver- tgöf.
• M eenigdë Landfchappen betrof, zouden laa----^-*—
?> ten voordraagen (ƒ)•"
Met deeze laatfte woorden, werdt gezien Waarom
bp de openbaare oefening van den Room- 'sGraa- fchen Godsdienst, die men dagt, dat de g|ntoata* Koning begeeren zou, en die men niet ge- handei- zind was toe te ftaan (g). Voorts, hadden plaats de Staaten den Haage tot handelplaats ver- veikoo- kooren , om dat men de Koningklyke ger "jL*,. zanten, die zig aldaar reeds nedergezet had- den , bezwaarlyk, kon doen verhuizen; en om dat , onder hunne veelhoofdige Regee- ring, de zaaken, nergens beter, dan op de gewödnlyke plaats huns verblyfs, fcheenen te können verhandeld Worden. Doch in de by- zondere gewesten, vonden eenigen bedenke- lyk, dat men eenen loozen vyand ontving, in den boezem van den Staat: 't welk, dag- ten ze, nergens toe ftrekken kon, dan om hem gelegenheid te geeveri, tot het bëfpie- ,;' den van de magt der Landen, en tot het on- .' ,."^;' dertasten der gemoeden, om zig, door geld 7H ' of geweld, ergens eenen weg te baanen. Ook . waren ze bedugt, dat eenigen, die de vrede -•■;■ ernftigst zogten, de handeling te fterk mogten aanbinden , en onredelykè voorwaarden om- helzen. Neyen en Verreiken, 't befluit der Staa-
ten verftaan hebbende , ftonden in beraad , of zy hun 's Konings bekragtiging in han- den (f) Refol. Gen. 2 Nov. 1607. Hans ks Negot. de Jeank.
Turn. I. p. H5r>- (3O Negotiat. de JbanwiM Tom. 1. pi 461, 466, 407," Tom,
th p. 23. IX. Deel. T
|
|||||
spo VADERLANDSCHE XXXV. Boek,
|
|||||
\6oj. den laaten, of dezelve te rug neemen moes-
——— ten : gelaatende de Staaten zig, als of hun weinig verfchülen kon, welk van beide ge- i fchiedde. Neyen, om nader' last te haaien, naar Brusfel vertrokken , en van daar, eer- lang, te rug gekeerd zynde, bragt voor be- fcheid M dat de bekragtiging onder de Staa- i. „ ten blyven zou, mids zy, by een hand- je fchrift, bekenden. dezelve ontvangen te „hebben, en dat, daarmede, aan de belofte „ der Aartshertogen voldaan was: ook zou- „ den ze moeten belooven, dezelve te rug te „ zullen ge even , zo de handeling tot geen j, befluit'kwame." Doch de algemeene Staa- ten verwierpen deeze voorwaarden: waarop Neyen, nog eens geraadpleegd hebbende met de Aartshertogen, eindelyk, op den negen- ent wintigften van Slagtmaand, zonder ee- nig voorbeding, het gefchrifc overlever- de (Ä). fieflult De Afgevaardigden der byzondere ge- om tot westen rnidlerwyl, met nieuwen last, ter flrag te algemeene Staatsvergaderinge verfcheenen komen, zyiide , werdt eerlang , op den dertienden dan waar- van Wintermaand , beflooten en verftaan , j" 's. „ dat men zig onderling behoorde te ver- vryheid » binden , om tot geen verdrag te komen, kiaariyk n dan in welks eerfte punt, de vryheid erkend n Van den Staat erkend werdt, in zulke werde. ^ bewoordingen , die men, na voorgaande „ raadpleeging met de gezanten der uit- w heemfche Mogendheden , zou oordeelen „ vol-
f/O Ncgotiat. de Jeannin Tom. II. p. 19, <;!!. Crotii
HUI. Uit. XVI. //. 5si, 522, 523« Me-'Ta:. JfcXVUI. Uwkt /• f>3ö verf. 537. |
|||||
XXXV. Boek. HISTORIE. 29 t
|
||||||||||
j, voldoende te zyn. Dat men, wyders, in ,^0^
j, kerkelyke noch weereldlyke zaaken, eeni- _____
?J ge voorwaarden aanneemen zou, die aan
?? de vryheid nadeelig konden zyn. En in „ geval de vyand op het tegendeel drong, ?J dat men aan al de weereld zou doen bly- •„ ken, dat aan hem alleen het fluiten der w vrede haperde: waarna men zyne kragten 5J vereenigen, en, met onderftand der Mo- j, gendheden , die den Staat begunftigden, 5, de wapenen wederom opvatten zou, op ^ zulk eene wyze , dat men van eene regt- ^ vaardige zaak eene gewenschte uitkomst j, verwagten kon (7)." Prins Maurits en de Zeeuwen wilden nog verder gaan, begeeren- de dat men , van nu af, de woorden, die- nende tot verzekering der vryheid, op 't pa- pier bragt, en den Aartshertogen toezondt, op dat zy, wanneer hun die niet gevielen, de handeling mogten ftaaken. Doch den meesten fcheen dit wat hard, enmenvondt, in 't algemeen, dienftig, den vyand te hoo- ren (&). 't Jaar en de tyd der Wapenfehorfinge, Xvr.
die, met den vierden van Bloeimaand, bt- DeWa« tonnen was , liepen naar 't einde , zonder ^J^-
at 'er verlenging van dien tyd verzogt worcjt werdt, van wege de Aartshertogen ; die verlengd. iiu goedvonden, af te wagten, dat zy zei- De Staa- ven werden aangezogt van de Staaten. Ook y"ar^r" fchreeven deezen hun , op den drie- entwin- ^t zy tigften van Wintermaand „ dat zy , fteu- eene by- |
||||||||||
n
|
neil- eenkoms
|
|||||||||
(i) Refnl. IToll. 4 Dccemli. en verf. 1607. hl. 359.
C*5 GilOTii Hill. Li'ur. XVI p. 523. T 2
|
||||||||||
29a VADERLANDSCHE XXXV. Boek.
|
||||||||
1607. „ nende op de beloften der Aartshertogen,
„ en in die gedagten, welken zy, onlangs, |
||||||||
zullen af-J? aan Neyen en Verreiken, verklaard had-
wagten. ^ <jen ? eene byeenkomst zouden afwagten. „ Dat zy van zins waren, zeven of agt uit „ de hunnen, tot het beleid der handelinge, ,, te magtigen, verzoekende, dat de Aarts- „ hertogen een gelyk of minder getal , teri „ zelfden einde , herwaards wilden fchik- „ ken, en wel zodanige Perfoonen, als zy, „ voorlang, hadden verklaard te zullen 7, zenden , met last, zo uit hunnen naam, ,, als uit dien van Koning Filips , om den „ handel fpoedig ten befluit te brengen. ,j En alzo de wapenfchorfing nu op 't ein- „ de liep , gaf men in bedenking, of 't „ niet geraaden ware , dezelve , voor eene. „ maand of zes weeken , te verlengen, zo „ de Aartshertogen anders goedvinden „ mogten , op den gemelden voet, in han- 5, deling te treeden (7)." Men De eerfte brieven der Aartshertogen, fchym, waarby de Staaten vermaand werden tot
eerst, ai- handeling , behelsden eene naakte verklaa- toiand-" r*nS> dat zy' daartoe, geenen dan Neder- fche ge- landers zouden afzenden (;k). Hierop had- zanten te den de Staaten gezien, als zy nu, een en begee- andermaal , begeerd hadden , dat 'er gee- ren* ne anderen, dan men verklaard hadt, mog- ten afgevaardigd worden. Men hieldt, hier, de uitheemfchen, met naame de Spanjaards, ten hoogile verdagt, en wilde veel liever han-
f /") Rerol. Holl. 4 Dec. en verv. löo?. bl, 360. Meter.
XXVItl. Rotk,t. 538. (»O Zie liicr voor, W. 247. |
||||||||
XXXV. Boek; HISTORIE. 693
handelen met zulken , die uit den zelfden 160?.
landaart gefprooten waren, en zo niet de- ■-------
zelfde begeerte naar vryheid , immers ge-
lyken afkeer hadden van uitheemfche over- heerfching. Doch Filips vertrouwde de Vredehandeling den Nederlanderen alleen niet. De Aartshertogen zagen , derhalve , geenen kans , om hunner verklaaringe ge- ftand te doen. Neyen en Verreiken had- den, hierom, onlangs, in een byzonder ge- fprek , gevraagd , of de Staaten uitheem- fche gezanten zouden toeiaaten. Doch zy Doch hadden geen toeflemmend antwoord be- iaat,ein- komen. Oldenbarneveld en de anderen , delyk> dié met hen handelden , nu gisfmg maa- j^e °it_ kende , of misfchien reeds heimelyk ver- anders Haan hebbende, dat de Veldheer Spinola, toe. die zy wisten , dat tot de vrede genegen was, en zelfs een Spaansch Raadsheer, tot de handeling, Honden gemagtigd te worden , vonden niet dienftig, met hiervan opening te doen aan de volle Vergadering, de argwaanende gemoeden te ontrusten. Maar zy wisten 't zulks te beleiden, dat de Staaten brieven zonden aan Neyen en Ver- reiken , waarby zy kennis verzogten van de naamen en hoedanigheden der gezan- ten , op dat men de vrygeleibrieven mögt können gereed maaken. In deeze brieven nu , die openlyk waren afgevaardigd, ftak Oldenbarneveld, of iemant anders, die, zo wel als hy, de.handeling zogt te vorderen, heimelyk , een kalfje of klein briefje , be- helzende ,; dat de Staaten ? op hun ver- ï 3 jjZoek5 |
||||
294 VADERLANDSCHE XXXV.-Boek.
1607. 55 zoek , gedoogen zouden, dat "er een of
------ „ twee Perfoonen , geene Nederlanders
„ zynde , werden afgezonden : ook zou
,? men 'er zig niet aan ftooten, dat 'er een „ Spanjaard, mids hy niet een der voor- n naamfte krygshoofden ware, by kwame 5, (»)." Dubbelzinnig waren de woorden van dit briefje. Men fcheen niet meer dan eenen vreemdeling toe te laaten. Doch de woorden konden ook betekenen, dat 'er zelfs geen' twee geweerd zouden worden , ja de Veldheer Spinola niet, die geen Spanjaard was. De naam van inboorlingen kon ook tot de Bourgondiërs , die aan de Nederlanders grensden, worden uitgeftrekt; wanneer men Richardot onder de gezanten begrypen kon, die, fchrander en ervaaren, niet ligtelyk zou worden t'huis gelaaten Ook maakte men, in 't gevolg, geene zwaarigheid, om den Ita- liaan Spinola, den Spanjaard Mancicidor en den Bourgondiër Richardot, onder de ge- zanten , toe te laaten. De Aartshertogen beantwoordden der Staaten voorflag, in eenen Brief van den laatften van Win- termaand: waarby zy de verlenging der wa- penfchorfinge aannamen, de naamen der gezanten opgaven, en verklaarden , dat de- zelven, den vyftienden van Louwmaand aan- ftaande, naar den Haage, itonden te vertrek- ken (0). XVII. De voornaamfte Mogendheden van Eu- aeu" ropa, nu berigt bekomen hebbende, dat de
(n~) Refol. Moll. 4 Decemh. en verv. 1607. il. 361.
(«5 Meteken XXIX. Bock , ƒ. 547. GnoTit Hifi, Lik. XVI. ƒ>. 524. |
||||
XXXV. Boek. HISTORIE. 295
|
|||||||||||||
de Vredehandeling , hier te Lande , voort- itf0?«
gang hebben zou, hielden een waakend oog |
|||||||||||||
op 't gene 'er omging, en zonden, gedeel- fche en
telyk, gemagtigden , herwaards, om hun- ^""^116 ne belangen , die zy bewimpelden met de f^z^ei zugt voor den welftand der Vereenigde iiaage. Gewesten, in agt te neemen. In Winter- maand , kwamen, uit Deenemarke, in den Haage, Jakob Ulefeld, Ryksraad en man van doorkneed verftand en aanzienly- ke geboorte, nevens Jonas Charifius, Regts- geleerde, als gezanten van Koning Chris- tiaan den IV. De Keurvorst van Branden- burg zondt, omtrent deezen tyd, Hiëroni- mus van Diskou Qp), en die van de Palts', wat laater, Hippoluus a Colübus, vermaard door zyne fchriften, en door verfcheiden' Gezantfchappen , herwaards af. Ook kwa- men 'er gezanten van Karel den IX , Ko- ning van Zweeden , in den Haage , meest nogtans , om vryheid tot werving hier te Lande te verzoeken, hebbende den Koning beflooten , den kryg tegen den Koning van Poolen fterker door te zetten. Ook kree- gen ze 'er verlof, en , eerlang , mids het afdanken van een deel Staatsch Krygsvolk, goede gelegenheid toe (f). Van Keizer Ru- De Kei- dolf was flegts een Brief gekomen, gerigt zer v"- aan de Staaten van Holland en Zeeland en Sen, van de Landfchappen, hunne bondgenoo datzyz'ig ten : waarin hy , opgehaald hebbende de niet vry zorg , by hem en zynen Vader , befteed , doen ver- |
|||||||||||||
om
|
|||||||||||||
fO MttTEUEN XXVIIT. Rock, f, 537 verf. 538.
?) Urotii Hil't. Lik. XVI. p. 525, 529. |
|||||||||||||
\
|
|||||||||||||
I 4
|
|||||||||||||
ao6 VADERLANDSCHE XXXV.Boek,
|
|||||||
1607. om hunne klagten te hooren , en hun eene
goede vrede te verfchaffen, verklaarde |
|||||||
zonder vernomen te hebben „ dat zy , ftaande in
keimen6 » Vredehandeling te treeden met Koning w Filips en den Aartshertoge Albertus, v vooral begeerden , verklaard te worden w voor vrye Staaten en Volken. Dat hy „ zig verwonderde , dat men hem van zulk „ eene gewigtige zaak geene kennis gege- „ ven hadt, daar alle de Vereenigde Ge- „ westen tot het Roomfche Ryk hehoor- 5, den , en leenroerig van het zelve waren. 5, Zy hadden, derhalve, toe te zien, dat zy ,, niets ondernamen, welk met de Leenwet- 5, ten ftreedt, zonder hem vooraf te ken- Ant- „ nen." De brief was den negenden van woord Wynmaand gedagtekend (r); doch de Staa- der Staa- ten beantwoordden hem niet, voor den twee- den van Louwmaand des volgenden jaars. Zy betuigden „ nimmer vermoed te hebben, „ dat de Aartshertog , voor zynen Broe- ,5 der, of Koning Filips, voor zynen Nee- J5 ve , den voorgenomen handel verborgen „ zouden hebben gehouden. Dat zy, an» „ ders , niet nagelaaten zouden hebben ?5 hem, deswege , te verwittigen. Dat zy „ zeer wel gedagten aan de klagten, wel- j, ken zy, onderdrukt door de Spanjaar- 5, den , aan den Keizer en op de Duitfche „ Ryksvergaderingen gedaan hadden , eer „ de Aartshertog Matthias ' de Regeering 5, der Nederlanden aanvaard , en na dat hy ,, dezelven verbaten hadt. Doch dat zy 55 eve;i
fr) Muteren XXViri. Bolk, f. 537 vtrf.
|
|||||||
XXXV. Boek. HISTORIE, 497
|
|||||
n even zeker wisten , dat: - hun, vandaar , ï(jo7.
,, nimmer eenige hulp toegekomen was. ------,
j, Dat men , wat laater, ten overftaan van
j? 's Ryks gezanten , te Keulen , over eene 5, vrede, gehandeld hadt : doch dat de n vyand deeze gelegenheid hadt waarge- „ nomen , om hun , feller dan te vooren , w te beoorloogen : waarom zy , tot eene j, anderzins ongeneeslyke kwaaie , het ui- „ terfte geneesmiddel hadden moeten ge- ,5 bruiken, en Filips openlyk afzweeren. 5, Dat, na dien tyd, zelfs Koningen en y, Voriten niet getwyfeld hadden aan hun- 5, ne vryheid, door goed regt verkreegen, 55 en door de wapenen verdedigd. Dat zy ,5 den Keizer en den Staaten , die, afge- 55 fcheurd van 't Verbond, onder den Aarts- „ hertoge ftonden , dikwils betuigd had- ,5 den , hoe zeer hun 't "bloedvergieten en 5, de andere onheilen des oorlogs mishaag- „ den ; doch geduuriglyk , met byvoeging, ,5 dat zy geene uitkomst te gemoet zagen, 5, zo hun Gemeenebest niet gelaaten werdt ,5 in den ftaat, waarin het tegenwoordig ., was. Dat Albertus en Filips, eindelyk, „ hiertoe gekomen waren , dat zy hen er- ,, kenden voor vrye Landen , waarop zy ,5 zig geenerlei regt aanmaatigden , gelyk, . 5, uit de affchriften van beider brieven, ,5 welken men den Keizer toezondt, kon 55 blyken. Dat zy, ten flot, nu vertrouw- 5, den , dat de Keizer en gantsch Duitsch- 5, land zo godvrugtig eene handeling, ftrek- 55 kende tot wegneeming van zulken bloe- T 5 n di-
|
|||||
r
|
||||
298 VADERLANDSCHE XXXV. Boek.
1607. y, cfigen oorlog , volgens hunne oude gene-
-—— „ genheid jegens de Staaten, gaarne zouden „willen begunftigen (O-" Van de Leen- roerigheid aan 't Ryk werdt geen woord ge- rept: zo, fchryft de Groot (V), om dat het wederleggen haatelyk , als , om dat het helyden weinig eer zou geweest zyn. Fi- lips en de Aartshertogen, wien de Keizer, op gelyken zin, over zyn regt, gefchree- ven hadt, hadden ook flegts , in 't alge- meen , geantwoord, dat zy niets ondernee- men zouden, waardoor iemants regt verkort werdt. Wy hebben , in 't voorig gedeelte dee*
zer gefchiedenisfe , dikwils gelegenheid ge- had, om op te merken, in welken zin, de nu Vereenigde Gewesten, oudtyds , be^ hoord hebben tot het Duitfche Ryk. By- zonderlyk, hebben wy gezien (ti), hoe Ka- rel de V, in 't jaar 1548, beraamd hadt, dat de Nederlanden zo veel in de Rykslas- ten draagen zouden , als twee Keurvorften, en, daarentegen, wederom ftaan onder de befcherming des Ryks. Het agterblyven van deeze befcherming, fchoon dikwils verzogt, is , veelligt, de beste reden ge- weest , waarom men zig der onderhoorig- heid aan 't Ryk , door den tyd , geheellyk onttrokken heeft: hoewel my, van den an- deren kant, ook niet gebleeken is, dat het beraamd aandeel in de Rykslasten, im- mer, CO Zie Refol. Holl. 4 Decemb. en vcrv. 1607. W. 362.
Mkter. XXIX. /hek, f 5n6. CO GnoTii Hift. Libr. XVI. p. =26. (_«3 V, Deel, il, 313. |
||||
XXXV. Boek. HISTORIE. 290
mer , door de Nederlanden , is opgebragt. lC,o7
Zodanig ftondt het met de Vredehande- |
||||||
Ung, op het einde deezes jaars. De wa- XVIII,
penfchorfing hadt nu den kryg , te lande, ges»«, binnen enge paaien , beiiooten. ^ Doch de ters over. foldaaten lieten niet na, daar 't hun vry vallen ftondt, te oorloogen, zo lang zy konden, een ge- De Aartshertog hadt, in Grasmaand , een »««J« klein getal Ruiters naar Lingen gezonden, Jjen met *eld tot betaaling der bezetting. Doch vyaiu?. een fterker hoop Staatfche paarden over- viel hen in 't GraaffchapBenthem, en dreef hen naar Steinfurt, binnen welk fteedje , tusfehen hen en eenïgen hunner vervolge- ren , zynde den overigen de poorten voor 't hoofd geflooten, een vinnig gevegt voor- viel. Midlerwyl, dreigden die van buiten geweld te zullen gebruiken , zo men hen niet, zo wel als hunne vyanden , binnen liet. Beide de Partyen zonden ook naar de naaste Steden , die 't met hen hielden , om hulpe. De Burgery van Steinfurt, einde- lyk , bedugt voor een' zwaarer' ftryd , ten haaren nadeele , bewoog de Staatfchen zig met drieduizend Albertsguldens te laa- ien vergenoegen , en den buit te verlaaten O). Wat laater, werdt Sidknisky, Bevel- Skllenis- hebber van Graave, zorgelooslyk, de Maa- Jy ge- ze afvaarende, door de Spanjaards gevan- Du Bois gen. Ook werdt Hopman Warner du Bois, door- op 'een' wagen , door de Tielerwaard, ry- fchoo-. dende, en weigerende, zig den vyand, die ten- hem
CiO Mf.teuen XXVIIJ. Boek, f. 531. Groth Ililh IMir.
XVI. f. 527. |
||||||
300 VADERLANDSCHE XXXV. Boek,
|
|||||||||
1607. hem omringde, over te geeven, ongelukkig-
lyk, doorfchooten (w). |
|||||||||
De Aarts- De Aartshertogen waren genoodzaakt ge-
henogeu weest3 een deel huns Krygsvolks af te dan- eeni'f1 ken, uit vreeze voor muitery, by gebrek voik&af, van betaaling. Het overige lieten ze zon- en ban- der weerwerk; doch gaven, zelfs hierdoor, nen alle gelegenheid aan veelen , tot een moedwil- ten'Tan- n§ itroopen en pionderen, ten platten lan- de uit. de. Dit voorbeeld dreigden anderen , wel- ken men Diest hadt ingeruimd, te volgen, zo men hun niet voldeedt. Ook werden zy, eerlang, met eenige penningen, ten dee- le uit Spanje gekomen, ten deele opgebragt door de Landfchappen, te vrede geiteld, en in verfcheiden' Steden verdeeld. Doch Don Diego d'Ibarra , naderhand , uit Spanje 0- vergekomen , om de krygstugt en geldmid- delen te herftellen , dreef door , dat men alle muiters , op lyfftrafte, bande uit de landen der Aartshertogen en des Konings van Spanje. Men hadt hun, meende hy, de misdaad der muitery wel kwytgefcholden ; doch behoefde, 'hierom, geen krygsvolk in dienst te houden, tegen zynen dank. Ande- ren oordeelden, egter, ongeraaden, dat men een ontydig bewys van ontrouw gaf omtrent de foldaaten, terwyl men, by de wantrou- wende Staaten, zeer roemde op zyne eerlyk- heid (x). Öe De hoop op eene aanftaande vrede , of Be?mftcr ^e natuurlyke nyverheid der Hollanderen,
d?e
O) Metmen XXVIIL Boek, f. r^r, verf.
(*) Meteren XXVIII. Bat*, f. 536 verf. 537 verf. C?Q- TU IM. Libr. XVL p. 52S. |
|||||||||
XXXV.Boek. HISTORIE. 301
|
|||||||
die hun niet toeliet, hunnen aanwasfenden 1607.
rykdom te bezitten, zonder 'er gebruik van |
|||||||
te maaken; hadt eenige byzondere Perfoonen wordt
aangezet, om verlof te verwerven van de droog Staaten, tot het droogmaaken der Beemfter, gemM u een meer , welk zeven uuren in 't ronde groot, zes voeten diep was, en aan Pur- merende paalde, 't Werk werdt, in 't vol- gende jaar, begonnen (j); doch 't liep aan tot in 't jaar 1612 , eer het meer, voor de eerfte reize, geheel droog was (z). 't Droog- maaken der Beemfter heeft, door den tyd, zeer veel toegebragt, tot den aanwas van Purmerende. In Zomermaand, was Wybrand van War- XIX#
wyk , uit Oostindie , t'huis gekomen , met Wybrand twee fchepen , door hem getimmerd, op 't van War- Zwaanen - Eiland , welk hy, Mauritius ver- .wyk . noemd hadt. Hy hadt,. hier, twee fmidfen oostin-1 opgeregt, en veele duizenden van boomen die te om verre gehouwen, die, tot het bouwen rug- van pakhuizen , logien en fchepen, en tot het branden van kooien, verbezigd werden. De Maatfchappy rustte, tegen den winter, nog dertien fchepen uit, die, onder Pieter Willemszoon Verhoef, van den togt onder Heemskerk, onlangs, te rug gekeerd , in 't voorjaar in zee ftaken. Zy hadt nu een- enveertig fchepen in haaren dienst (a). Haa- re Vloot onder Maatelief, die , in 't jaar 1605 , uitgeloopen was, hadt, in de twee volgende jaaren, eenige merkelyke voor- dee-
OO Meteuvjn XXVIII. Boek, f. 536.
(z j Veiios Hoorn, l/L i:^Ct.
C<0 Meterbn XXVIlIi /<W£, f, 531, 535 vtrf.
|
|||||||
30a VADERLANDSCHE XXXV. Bobk.
deelen behaald: waarvan wy nu verflag zul-
len doen, fchoon men 'er, in de Lente des jaars 1608 , eerst verzekerde tyding van kreeg (V). De Admiraal hadt verfcheiden' gewigti-
ge bevelen mede gckreegen , die opzigt op 't voeren des oorlogs hadden ; doch 't fcheepsvolk , voorwendende , tot geene krygsdienften aangenomen te zyn , weder- ftreefde hem , dikvvils. Hy egter , nu 't gemeen, dan de byzondere Perfoonen aan- fpreekende, wist elk, naar hy gezind was, door zugt tot eere , of hoop op buit, nu en dan , aan te fpooren tot kloeke daaden« In Oostindie gekomen, nam hy eenige vaar- tuigen , den Portugeezen toebehoorende , of door dezelven gebruikt wordende. De eerften werden prys verklaard: doch de an- deren den Indiaanen, wier gunst men zogt, wederom gegeven. Daarna ondernam hy1 iet gewigtigers , het beleg van Malakka, gelegen op eenen grooten uithoek van den- zelfden naam , die , door de ftraat Sinka- poura, van het Eiland Sumatra afgefchei- den wordt. De Stad was in de niagt der Portugeezen , die 'er een Kasteel geftigt hadden. Johof, welks Koningen, eertyds^ Malakka beheerscht hadden , legt niet ver- re van deeze Stad, en was, federt lang, in geduurigen oorlog met de Portugeezen. Met deeze Koningen, gaat Maatelief, in Bloei- maand des jaars 1606 , een verbond aan, vol-
(J) Fo'tsz Negot. dé Jïannïn Tom, 1. pi 40?, 437. To::h
lis f. 26/, |
|||||||||||||
ï6oj.
|
|||||||||||||
Verrig«
tingen van den Admiraal Maate- lief in Oostin- die. |
|||||||||||||
Hy be-
legert Malakka. |
|||||||||||||
XXXV. Boek. HISTORIE. 303
volgens welk, men Malakka, gelykerhand, 1607.
aantasten zou, zullende, na de verovering, -----=-*
de Stad aan de onzen , het omgelegen land
aan de Indiaanen blyven , en de buit, on- derling, verdeeld worden. Na 't eerde be- fchieten, dat uit de fchepen gefchiedde , week de vyand naar het Kasteel, welk toen werdt aangetast. ; Doch alzo men 't land moerasfig en onbekwaam vóndt tot graa- ven , liet Maatèlief -houten toorentjes aan- voeren , tegen 't Kasteel. De Indiaanen deeden geringen dienst, 't Ontbrak hun aan ervaarenis , aan gehoorzaamheid , en voor- al aan moed. Op eiken uitval niet flegts, maar op eiken fchoot, dien de vyand deedt, verlieten ze hunne posten. Maatelief hadt, ondertusfchen , zelf te weinig volk in zy- nen dienst, om het beleg fterk genoeg door te zetten: des zogt hy de Plaats, door uit- hongering , te dwingen tot de overgave. Vier maanden hadt hy nu voor Malakka Eene gelegen , toen 'er eene Spaanfche Vloot Spaan* van veertien Gallioenen , rykelyk bemand, yj0eoc onder beleid van Don Alfonfo da Castro, On- komt de derkoning van Indie, op hem afkwam. De Stad ont- vyandlyke Vlootvoogd hadt last, gelyk daar- ze"en' na , uit brieven en gevangenen , gebleeken is, om de Plaatfen , op welken de onzen gewoon waren te handelen , met naame A- chem, johor, Paham, Patane, Bantam en Amboina, aan te tasten. Ook hadt hy, gekomen tot digt onder Achem, den Ko- . ning betaaling van de onkosten der uitrus- ting zyner Vloote , overlevering der Ne- derlanderen , en plaats tot het bouwen vari : -- een |
||||
304 VADERLANDSCHE XXXV. Boek.
1607. een Kasteel afgevorderd, en toen dit alles
——- geweigerd werdt , een der buitenwerken befprongen en overweldigd : doch hy was 'er, eerlang, met verlies, wederom uit ge- dreeven, zonder, daarna, iet meer te durven onderneemen. Voorts het beleg van Malak- ka vernomen hebbende, was hy derwaards gezeild, om, ware 't hem mogelyk, de ledi- ge fchepen en den verftrooiden vyand op 't land te overvallen. Doch IViaatelief* van zynen toeleg gewaarfchuwd , hadt het gefchut doen fcheep brengen ; ook verdeel- de hy het Krygsvolk van Johor op zyne Vloote , én brak , eerlang, op van voor Maate- Malakka. Daarna , onder zeil gegaan, op Hef raakt den zeventienden van Oogstmaand, ont- 'eedeaagS moette hy de Spaanfche Vloot, omtrent den middag. Men begon, van verre, te fchieten , op eikanderen 5 maar de Gastro ontweek het gevegt, hebbende den wind tegen, die hem naar Sumatra afdreef. Doch des anderendaags, met het wenden van den wind, zette de vyand regt aan op de on- zen. Maatelief, die hem te gemoet zag, hadt belast,- de ankers op te winden. Een zyner fchepen , Nasfau genaamd , hierme- de geenen genoegzaamen fpoed maakende , werdt, door twee Spaanfchett , overvallen en in brand gefteken. De fchepen, Mid- delburg en Oranje , alle weer doende , om 't fchip Nasfau te redden , werden aange- tast , door drie Spaanfchen, twee van wel- ken , door 't fchip Mauritius, in brand ge- fchooten en vernield werden: doch 't fchip Middelburg werdt, te gelyk met hen, in 't v®r*
|
||||
iXXV: Boek. HISTORIE. $ö§
Verderf gefleept. Midier#yl , tast Maä- H$fc
telief het derde fchip , welk nog met het ——— fchip Oranje in gevegt was, aan, en nood- zaakt het, eerlang, de vlag te ftrykén, èh zig over te geevem Maar toen hy 't met een touw naQeepen wilde , brak de kabel, en de Spanjaard ontkwam zyn ongeluk. Hiermede ftaakte men 't gevegt* 't Ver- lies der fchepen was , wederzydä, evèi groot; doch de onzen hadden maar agt man, de Spanjaard veel meer volks verlooren. l)e volgende dagen werden , met fchieteh op eikanderen, of in rust * doorgebragk Maatelief kreeg gebrek aan buskruid* Ook ontftondt 'er merkelyke weêrbarftigheid onder 't fcheepsvolk, verwekt door de matroozen, die, op de verbrande fche- pen befclïeiden geweest zynde , en mét het ,• >*, Verliezen derzelven hunne maandgelden v verlooren hebbende , de anderen opgehitst hadden , om 't flään te weigeren. Maate- Hy wyfe lief befloot, hierom , naar Johor te wy "aarI°- kën,'. en de Stad, tegen eenen gevreesdëh or' aanval des vyands, te verfterken* En hy hadt hier omtrent eene maand gelegen, toen hy vernam, dat de Spaanfche Vloot* op zeven gallioenen en drie galeien näj ver- zeild was , van voor Malakka. Hierop be- weegt hy* 't fcheepsvolk,_ door bedreigin- gen en/beloften, om derwaards te ftevenen* en deez^ gëlegeiTiheid om den Vaderlandé dienst te doeti' niet të verzuimen. Gekoraeri ^^ ^g. 'Voor Malakka, omringt hy , inet het zyhë derom en nog; twee andere fchepen, het buitenfte »a»r Ma- fchip van den vyand, S. Nikolaas genaamd,lakka' .IX. DEEt. V fleept |
||||
§o6 VADERLANDSGHE XXXV. Bom;
itf»7. fleept het met zig zeewaards, befchiet het,
r^----- niet naar onderen , alzo de zee , hier niet
hol gaande, belette de fchepen in den grond
te fchieten; maar langs den overloop, daar 't volk digtst op een gepakt ftondt; en doet het toen enteren : 't welk, met zo veelé felheid en woede, gefchiedde , dat byna alle de Spanjaards werden doodgeflaagen. Doch 't fchip , naderhand, in bewaaring gegeven zynde aan zekeren Hopman , die zig agteloos kweet , kwam , na 't breeken der kabels , daar 't aan vast lag , wederom tot de zynen. Öndertusfchen, was de gant- fche vyandlyke Vloot aangekomen op de onze. Men raakte Haags : een der Spaan- Vernielt fche fchepen verbrandde : een ander gaf een ge- zjg over: je overigen , reddeloos gefchoo- d^te ten en vol dooden , raakten, wyd en zyd, vyandiy- verftrooid. De opkomende nagt ftuitte de ke viou- verdere zege. Des anderendaags , gaf zig "»■ nog een vyandlyk fchip op. De overigen waren, naar de reede van Malakka , ge- weeken , alwaar zy, door de Spanjaards zelven, vreezende overvallen te worden van de onzen, in brand gefteken werden. Maa- telief hadt, in dit jongfte gevegt, welk pp den twee-entwintigften van Herfst- maand aangevangen was , byna geen volk verlooren. Hy veroverde vierentwintig ftuk- ken gefchuts. De genomen' fchepen ftak hy ïn brand , om 'er niet mede belast te zyn ; doch de gevangenen zondt hy Don Alfonfö terug, tegen eenige weinige Hollanders, , die, te Malakka, of elders, vast gehouden werden.
Mas-
|
||||||
trxV.BoEK. HISTORIE. 307
„ Maatelief, een gedeelte der vyandlyke 1607»
Vloote vernield hebbende , maakte zig eer--------■
lang gereed , om het ander gedeelte op te Hy ver-
zoeken , verzeilende, ten dien einde , in Q^aaai Slägtmaand , naar Queda, ook op de kust pul<j * van Malakka; doch meer noordwaards :gele- Bouton gen. Onderweg, veroverde hy wederom en Bi* eenige fchepen. Van Qaeda, zeilde hy naar tam* 't Eiland Pule Boutón , daar de Spaanfche fchepen veilig, ten anker lagen j zonder zig door Maatelief * te laaten beweegen tot flaan. Hy zondt dan, van befluit veranderende, drie fchepen haar 't Vaderland ., en begaf zig, met de overigen zes, naar Bantam, om ververfching; van zins, van daar, eenen togt te doen naar de Molukken , alwaar onlangs merkelyke veranderingen waren voorgeval- lene ; ,.. Tidor was, door van der Hagen, ge- Veranda;
laaten aan zynen vooiigen.Heer , die, fa- ™§^0^ nienfpannende met eenige Portugeezen., te ju^en. vobren $.:,yan daar geweeken naar de Filip- pynfche Eilanden , en nu, gefterkt met de> hulp der Kastiliaanen, die deeze Eilanden beheerschten., derwaards te, ,rug gekeerd , hen i in 't bezit van zyn Éüand, herlield hadt. Van Tidor hadden de vyänden zig Ternate naar Ternate .begeven» daar zy de fterkte veriod- in-, en den Koning, een' groot vriend der retu onzen $ gevangen namen en naar de Filip- pynfehe Eilanden voerden , zyn Ryk ver- deelende^ onder de Eoningen, die 't hem» te voorèn, betwist hadden. Maatelief,_ ken- Maate-. his van deezen ramp gekreegen hebbende, lief *$* \.t° 9 ? naar Am-
|
||||
3ö8 VADERLANDSCHE XXXV. Boek.
1607. en vreezende voor Amboina, gaat, in
Bantam , onder zeil, en zig, te Jakatra, voorzien hebbende van eenigen voorraad , begeeft hy zig naar Amboina, daar Fredrik Houtman nog bevelhebber was , en, met hulp der ingezetenen, vlytig deedt arbei- den aan een Kasteel. Hier werdt in beraad gelegd , of men Tidor of Ternate zou aan- doen, en tot het laatfte beflooten (c): alzo op Tidor, mids de droogten, niet te lan- den was. De Spanjaard hadt, in 't zuide- lyk deel van 't Eiland Ternate, eene vol-^ komen' Stad geftigt, en met vierhonderd riy landt foldaaten bezet. In den hoek daar tegeri op Ter- over, legt het vlek Malaja, omringd van ""ft'rk" ket grootfte gedeelte der vrugtboomen. Op Malaja * deezen hoek, befloot Maatelief te landen, en het vlek te doen verfterken, om, door middel van deeze fterkte, den Ternataanen, die naar 't gebergte en de naaste Eilanden geweeken waren, en den Zoon des gevan- gen Kpnings gelegenheid te geeven, om in hun Vaderland weder te keeren. De on- derneeming hadt eenen gewenschten uit- flag. Malaja, in ftaat van tegenweer ge- bragt zynde, werdt aan eene bezetting van vyfenveertig man toevertrouwd , die vier fchepen onder zig hadden , om tusfchen de Molukken te krüisfen. Wyders, floot Maa- telief een verbond met de Ternataanen, welken hy beloofde te befchermen, zo zy, op nieuws, mogten aangevallen worden , • ook
Cc) Refol; Holl. 18 /Ijiril 1608. H fu
|
||||
XXXV. Boek. HISTOR.1 E. 309
ook hen te zullen begrypen, in het Verdrag 1^07.
van Vrede of beftand , welk men met de -------
Spaiijaards maaken mögt. In Zomermaand Hy zeil?
eerst, zeilde hy, met drie fchepen en een naar jagt, naar China, om daar, ware 't moge- China, lyk , eenen voordeeligen handel te vesti- gen : doch dit mislukte. De Chineefche Grooten, Mandarins genaamd, hielden hem lang op den tuil, zonder vrugt. In Herfst- maand , kwamen 'er zes groote Portugee- fche fchepen en eenige andere vaartuigen t van Makao , op hem af, tegen welken hy zig te zwak rekende; waarom hy, ook be- vindende, dat zyne fchepen, door de lange reize, zeer vuil geworden en hierom moei- lyk te regeeren waren, den vyand ontweek, keerende wederom naar Bantam, van waar keere hy gekomen was. Ondertusfchen , hadden naar Ban- de onzen den vyand, eenen aanval doende tanl> op de nieuwe vesting op Ternate , kloek- moediglyk , afgeilaagen, Daarentegen, was de Koning van Johor , tegen wien de be- zetting van Malakka uitgetrokken was, na dat hy zelf zyne Stad in brand, geftekeri hadt, naar ongenaakbaare wegen en digte bosfchen geweeken. Maatelief zondt eeni- .. gen nieuwen onderftand naar Ternate, zyn- de toen juist een versch fchip, uit Holland, te Bantam aangekomen. Den Koning van Johor verweet hy , dpor brieven, 't ver- zuimen van 't verfterken zyner Stad, te- gen herhaalde vermaaningen, en gaf hem eenige hoop en hulpe. In 't begin des jaars 1Ó08 , kwamen 'er zeven fcherjen en een V 3 jagt, |
||||
310 VADERLANDSCHE XXXV. Boek,
|
|||||
1*07. jagt? te Bantam, onder Paulus van Kaarden9,
------- dis Mozambique vrugteloos belegerd; doch,
daarentegen, verfcheiden' vyandlyke fchepe'a
en einde- genomen en vernield hadt: Kort daarna, lyknaar gjng Maatelief van Bantam onder zeil naar 't t Vader- Vaderland, alwaar hy, in Herfstmaand, aan- kwam. Hy had twee fchepen by zig; drie anderen volgden, die allen, met fpeceryen, belaaden v/aren. Ook bragthy eenige Siam- fche gezanten en gefchenken voor Prinfe Maurits mede. De Staaten van Holland en de algemeene Staaten , 't verüag van zyne reize, uit zynen mond, gehoord hebbende, deeden hem, plegtiglyk, bedanken voor zy- nen dienst (d). De klagten, die de Engel- fchen over hem deeden, werden, by dé Staa- ten aangemerkt, als fpruitende uit afgunst, over zynen gelukkigen handel in de Indien (e). Zyne verrigtingen aldaar hadden ook merkelyken invloed op de Vredehandeling , waarvan wy , op het volgende jaar , zullen gewaagen. ' XX. De onlusten, tusfehen den Graave van J?P", Oostfriqsland en de Stad Embden,, van ding te welken wy meermaalen gefproken hebben, Embden. duurden nog: en 't fcheen dat Graaf Enno , na 't inneemeh van Lingên, door Spinola, zig minder liet gelegen zyn aan de Veree- nigde Staaten, die hem, tot hiertoe, door 't Krygsvolk, welk zy in'de Stad hadden ge-
(V) Scheepv. naar Ooostind. onder C. Matelief de, Jon-
fin 01. (>, 7, 14, 21, 22, s&, :■,(>, 46, 5I,'57j *>S«'73> tó 12'., 131, 132, 135, 142. Meteren XXIX. Hoek, f- 542-5jt,5e GauTii Ilirt. Lib VI p, 523 l.ibr. XVII. p. 553 & /ejj. £e) Mëteken XXX. Eoek,f. 584 verf.
|
|||||
XXXV.Boek. HISTORIE. 311
gelegd, in bedwang gehouden hadden. In 1607.
Slagtmaand des jaars 1606, was 'er egter, -----—
ten overftaan van den Engelfchen Gezant
Winwood , en van de Gemagtigden der Staaten , wederom een verdrag getroffen , byna op den voet der voorgaanden (jP). Doch , in den Zomer des volgenden jaars, ontftondt 'er een geweldige oploop binnen Embden, Veroorzaakt, naar 't fcheen, door de tyding van het aanhouden van een groot getal Embder Koopvaardyfchepen in Span- je , onder dekfel, dat de Ëmbders den Ver- eenigden Staaten te fterk aanhingen, en we- derfpannig waren tegen den Graave, van wien men , nogtans , zeeb.rieven genomen hadt , om veilig te können handelen in Spanje, alwaar men wist, dat hy wel ge- zien was. Geduurende den oploop, ver- toonde Graaf Enno zig in de Stad, waaruit vermoeden rees, dat hy, veelligt, de be- weeging zelf verwekt hadt, om, gelyk zyn Vader eertyds gedaan hadt, in troebel water te visfchen. Ook hadt hy- zyne broe- ders , Joan en Christoffel, eri de bezetting van Lingen by der hand ; 't welk de zorg vermeerderde. De Vereenigde Staaten be- De Staa- flooten , hierop , tot verzekering der Stad, ten zetl- nog tweeduizend man , uit Friesland , naar ^n^eer Embden te zenden, die in de voorlieden ge- der. legd werden. Ook fchreeven ze eenen Brief waards. aan den Graave, gedagtekend den derden van Hooimaand , waarby hem vertoond werd „ dat zy, verpligt tot het handhaa- »ve,a
tfO Metjsmn XXVIH. Bwk, f. 524. verf.
v4
|
||||
3i.a VADERLANDSCHE XXXV.Boek,
|
|||||
iIq/. ,j ven der geflooten' verdragen, met leedwe-
—;■»-—• „ zen verftaan hadden, dat hy de bezetting, ,r te Embden , onbetaald liet, nieuwe las- „ ten opitelde , zonder de Stenden te ken- „ nen, 's Lands penningen niet brengen „ deedt, in handen van den aangeftelden „ Rentmeester, het Spaansch Krygsvolk, „ op den Oostfriefchen bodem , liet ftroo- ?> pen, en bewerkt hadt, dat veele Embder j, ïchepen, in Spanje, beflaagen waren: alle ,, welke bezwaarnisfen zy begeerden , dat y> weggenomen werden, willende zy niet „ aanipraakelyk zyn voor de onheilen, die, jj uit eene onverhoopte weigering van dit „ hun verzoek , zouden können fpruiten." Doch op dit fehryven volgde luttel. De Graaf zondt gemagtigden , om zig te ver- dedigen , naar Engeland, en naar den Haa- ge. Ook kwamen 'er gemagtigden van Embden aan de Vereenigde Staaten, die partyen afvaardigden , met eene ernfti- ge vermaaning, tot het onderhouden der gemaakte verdragen; aan de Stad, onder de hand» hoop geevende, dat men zorg draa- gen zou, dat daartegen niets ondernomen, werdt (g). XXI. Behalve deeze beweegingen en de kryg i-lenrik tusfchen Zweeden en Poolen, was het ove- bevre-* ri§ deel van EuroPa' teSen het e]nde dse"
digt' den zes jaars, uitwendig jn rust geraakt, Ko- Päus met ning Henrik de IV, hadt den Paus met den de Vene- gtaat van Venetië bevredigd. De Tezuiten, tiaanen, ■ ^ *Xi~) Refol. Holl. 4 Sept. en ycrv. 1607. hl. 359. Meter.
XXVin. Boek, f. 531 vtrf, Grotii Ilift. W- XVI, p, 529. |
|||||
XXXV. Boek. HISTORIE. 313,
die de Raad gebannen hadt, werden egter 1607,
niet wederom ingenomen: 't welk , meent ——• men , fommigen hunner, zo zeer verbitter- de op Broeder Paolo Sar pi, Schryver eener vermaarde Historie der Kerkvergaderinge van Trente , en die zyn Vaderland, geduu- rende den twist, door verfcheiden' fchrif- ten , treffelyken dienst gedaan hadt ; dat zy moordenaars uitmaakten , die hem , op itraat, aanvielen , en, door verfcheiderf wonden, byna afmaakten. De Raad veiv klaarde, teiftond, dat hy in de befcher- ming was van den Staat, en Helde eend goede fomme op het lyf der moordenaaren en handdaadigen (£). De bevrediging van den Paus en de Venetiaanen , die de ver- wagting van eenen oorlog in Italië ver- dwynen deedt, verwekte, hier te Lande, in fommigen eenige vrees, dat Filips minder neigen mögt tot vrede, dan te vooren. Ook hadt hy, in 't najaar, eene Vloot uit Ame- viootnic rika t'huis gekreegen, die agt millioenen Amenlc* medebragt, van v/elke twee en een halve g"iaud,nS mülioen hem, het overige den Kooplui- den toebehoorde (z): welke fchat, gevoegd by de vermindering der Intresten en de ver- lenging der betsaltyden , welken hy, kort hierna, invoerde (&) , veel toebragt, om zyne fchulden te doen minderen. Doch 't wordt tyd, dat wy wederkeeren tot de han- delingen in den Haage , het gewigtigst on- der^ ... C/Q Metkrer XXVlir. Hoek, f. 556.
(ij Nt-gotiat. ds JeaNnin Tom. IJ. p. 9, 47. C*) Metéren XXIX. Roek, f. 540 verft |
|||||
VS
|
|||||
Si4 VADERLANDSCHE XXXV.Boes,
1607. derwerp van het tegenwoordige gedeelte ort-
------- zer Vaderlandfche Historie.
XXII. Den Franfchen gezanten was, by hun Be-
ende- rjgtfchrigt , gelast , een verbond van on- een ve" derlinge befcherming te fluiten met de Staa- bondmec ten (/). In dit verbond nu, wilde men ook Frank- Groot-ßritanje begryperï; waarom zy 'er, ryk» terftond na de aankomst der buitengewoo- ne Engelfche gezanten, in Herfstmaand deezes jaars, over begonden te handelen. Ten zelfden tyde, hadden de Staaten, klaar- lyk, ontdekt, dat Frankryk meest tot vre- de neigde, en dat Koning Jakob den Ko- ning van Spanje zeer veel ontzags toedroeg:; alzo zy , de beide Koningen zoekende te beweegèn, om een bef jhadigend verbond- met hen aan te gaan, van beide , weige- rend antwoord bekomen hadden (»). By deeze gelegenheid , lokten de Franfchen, die thans fcheenen te voorzien, dat zy eerst niet Spanje in oorlog ftonden te raaken, de Staatfche gemagtigden uit tot het voorflaan van een verbond van onderlingen byfland 5 doch de Engelfchen weigerden daar in te treeden, voor dat men zeker wist, of men oorlog of vrede te wagten hadt. De Staa- ten toonden zig zeer genegen tot zulk een verbond ; 't welk zy ligtelyk zagen, dat den vyand aanzetten zou , orax hun beter voorwaarden toe te ftaan : ook merkten zy diergelyke verbonden aan , als zo veele er- kéntenisfen van hunne vryheid en opperfte |
|||||||||
O Zk hief voor, hl. 268.
m) Negotiat. 4c Jeannin Tm. I. f. 379, 383> |
|||||||||
ÄKV.Boek. HISTORIE. 315
jnagt, op welken zy , thans, zeer gefteld i<j0jr.
waren. En de mogelykheid, dat deeze -----—
vryheid niet ftondt erkend te worden , by
het verdrag, waarover thans met de Aarts- hertogen gehandeld werdt, was , veelligt, eene der voornaamfte redenen , waarom de Engelfchen zwaarigheid maakten , om een drievoudig Verbond van onderlinge be- fcherming te fluiten. Immers deeze zelfde reden deedt de Franfchen, nog eenigen tyd, aarzelen. Doch Prins Maurits en 01- dehbarneveld , fchoon met verfchillende inzigten, verzekerden Jeannin zo fterk, dat men nimmer een verdrag met den vyand rnaaken zou, dan waar in 's Lands vryheid, en by gevolg de wettigheid van het voor- geflaagen verbond erkend werdt, dat hy, zonder naar Koning Jakob te wagten, be- floot te arbeiden aan een afzonderlyk ver- bond tusfchen Frankryk en de Staaten («). Hy handelde 'er over met Öldenbarneveld, wien dit werk byna geheellyk toevertrouwd werdt (V). 't Verbondt werdt getekend, op 't welk den drie-entwintigften van Louwmaand des gedoo-' jaars 1608, en behelsde „dat Koning Hen- ten , 5, rik beloofde, te zullen arbeiden, om den w°^Ql) w Staaten eene goede , verzekerde vrede_____I«,
5, te bezorgen : waarna hy hun, tegen de
5, fchenders derzelve , die , des vermaand , 5, het ongelyk weigerden te herftellen, met w tienduizend voetknegten, op zyne kosten, v voor zo langen tyd als zy dezelven zou- ». detjt
( n~) Negntiat. de Je annin Tnm, 1. p. 3Ü<5,4»7,
,( «) Htegotiat. ds JEANWiN Tom.' II. />. 91. |
|||
3ió VADERLANDSCHE XXXV.Boek,
160% n den noodig hebben, onderfteunen zou ;
„ zelfs zou vermeerderd worden. Zo de „ Koning , daarentegen, vyandlyk aange- „ tast wierdt; zouden de Staaten hem , op ü gelyke voorwaarden , met vyfduizend „ voetknegten , of ander oorlogsvolk , of „ met Oorlogsfchepen ten zelfden koste, j, moeten byftaan. Doch 't gene men elk-r 5, anderen , boven den bepaalden onder- „ ftand , toefchikte , zou men eikanderen , „ over en weder , na 't eindigen van den „ oorlog , moeten goeddoen. Geen van „ beide, onderftand genooten hebbende » „ zou met den vyand mogen handelen, bui- „ ten bewilliging van zynen bondgenoot, „ Het tegenwoordig Verdrag zou eerst ,, plaats hebben na de vrede. In 't ftuk van „ den koophandel, zouden de Nederlan- „ ders, in Franlcryk, en de Franfchen, in „ de Vereenigde Gewesten , gehandeld „ worden , op gelyken voet als de Ingeze- tenen O»)." 't. Verbond , waarvan wy fpreeken, werde, door de byzondere ge- westen , en daarna door den Koning , bei ITaude- kragtigd (#). Men deelde het, terftond , Hngmet aj}en uitheemfchen gezanten mede , en het Und!" verwekte zulk eene vreugde, en zulk eene agting voor Frankryk , in de Vereenigde Gewesten, dat 'er de andere uitheemfche. gezanten , inzonderheid de Engelfchen , ": ~ arg- O) Traite de Ligtie defenf. dans les Negotiat. ik Jeannih
Tom. II. p, r>y. Zie iiok Refoi. Hoil. s6 Juu. en 'vtrv. as Febr. 1608. il. 0.6, 27. (#) ftegot. de Jeannin 7"««. II. p. 262.
|
||||
KXXV. Boek. HISTORIE. 317
argwaan uit fchepten. Met deezen r hadt i&èfcï
men ook gaarne een verbond geflooten ', ——» doch zy verfchooven 't, gelyk wy gezeid hebben, willende, vooraf, over de agter- ftallen, afgerekend, en het gefchü over den Lakenhandel, die hier, door eene Maat- ichappy van Koopluiden - Avanturiers, ge- dreeven werdt, vereffend hebben. Som- migen verhaalen, dat dit gefchü heviger Ibetwist werdt, om dat Amfterdam en an- dere Hollandfche Steden nog arbeidden, om Middelburg in Zeeland den ftapel der Engelfche Lakenen geheel of ten deele té onttrekken (r). Doch 't fchynt, in Lente- maand , bygeiegd te zyn; alzo de algemee- ne Staaten den Koopluiden - Avanturiers toen verlof gaven, om zig neder te flaan waar zy wilden (O- Anderen gewaagen van nog een ander gefchü .over den Lakenhan* del: waarvan wy ook een woord moeten melden. Tot hiertoe, waren de Engelfchen VerfcMï« gewoon geweest, hunne Lakens wit her-,,enover •waards te zenden: waarna ze , hier bereid jcenjia^. en geverwd zynde, naar Engeland te rug ge- dei en aonden , en aldaar verkógt werden. Doch, vrye v\s~ omtrent, deezen tyd, haait iemant verlof be- fchery; " komen van den Koning, om alleen Lakens In Engeland te mogen bereiden en.vereen, p»*»*»* Hierop was een verbod van uitVöervan witte en onbereide Lakens gevolgd,, De bereiders en verwers, hier te Lande, lee- ren zo veel by dit verbod, dat de Staaten - ... ,- .se-
f ?3 Negotiat. de Téannin Tam. II. p. 388.
O) Oroot-Plakaalb, I. /)t:l, kot. 764. |
||||
Si8 VADERLANDSCHE XXXV.Boek*
i<Jö8. geraaden vonden, den invoer der Engelfchë
T------' geverwde Lakens, insgelyks, te verbieden.
JDeezen , die nu alleen in 't Ryk gefleeteri
konden worden , hadden, hierom, kleenen aftrek. De weevers vielen aan 't klaagen , en bragten te wege , dat de Koning den uitvoer van een bepaald getal van witte La- kens wederom toeliet. De Koopluidert ha- men toen , welhaast, gfooter vryheid dari hun, met duidelyke woorden, vergund was* 't Hof zag het door de vingeren, en 't leedt niet lang, of de Lakenhandel werdt weder- om op den ouden voet gedreeven (t). In Bloeimaand des volgeüdeh jaars , verboodt Koning Jakob allen vreemdelingen de vis- fchery, op de kusten van Groot Britahje. De j-'Iaringvaart der Hollanderen en Zeeuwen zoii hierby veel geleeden hebben, waarom men, eerlang, overeen kwam, om den Koning ze- kere fomme voor de vr'ye visfchery te be- :_ •■■ taaien, jakob de I. zogt, naderhand, dee- zen vrydom, wederom, in te trekken: doch de Staaten befchermden zig in 't bezit vari denzelven; doende de Haringvloot, door ee- J " nige Oorlogsschepen, begeleiden Qï). Voorflag: De Düitfche gezanten, die in den Hai- der ge waréri , by. welken onlangs een gemag- Duitfclie tigde van Hesfen en Anhalt gekomen was$ en* verklaarden , kort na het treffen van 't verbond met Frankryk ^ dat hunne Vor- jj ften ook gaarne een verbond van onder* a litt-
O") Rapin Tom VII. p. «w.
C«0 Rapin Ttoz.Vll. p- 5b. Metéren XXXI.TA«*» f, 5Ä0
|
||||
XXXV.Boek. HISTORIE. 31.0
^ linge hulpe zouden willen fluiten met de 1608*
w Staaten, fchoon ze, desaangaande , nog ■ n doch dat zy, midlerwyl, den Staaten dee- „ den aanbeveelen, in geval de vrede ge- „ troffen werdt , zorg te draagen , dat het ,j Huis van Nasfau buiten ichade bleeve; dat „ de Spanjaard verpligt werdt, het nadeel te „ vergoeden, welk Mendpza, op den Duit- „ fchen bodem , veroorzaakt hadt; dat nie- „ mant, onder 't gebied der Staaten , vrye j, oefening van den Roomfchen Godsdienst 5, gegund wierdt; dat, uit het afdanken der „ ioldaaten , welk men voorzag, geen na- „ deel ontftondt voor de habuuren, en dat 5, de belastingen op de in- en uitgaande goe- w deren, na deezen, werden afgefchaft (y): '* punten, die zeer naar den zin moesten zyri van hun,.die den oorlog zogten; döchsdie, door de Staaten, alleenlyk werden aangeno- men, om 'er, naar tyds gelegenheid, op tè letten. De vinnige koude deezes Winters (w) XXÏI.
geduurende "welken , ook de kleine Steden De van Holland, ter Dagvaart befchreeven ^a"f j" zynde , met de gewoone Leden, der ,Staa* zanten ten, geraadpleegd hadden op dé Vrede- komen handeling (x) , hadt de vyandlyke gezan- j« den ten hunne herwaardskomst doen verwylen, lIaaSe< tot in. 't begin van Sprokkelmaand , wan- neer zy , over 't ys, op fleeden , in Hol- land Cf) Reib!. Holl. 28 April 1G08. W, 84* Orotii Hi'ft. UbT4
XVII. pi 532. • (w) Zk Meteren XXIX. Boek, f. 541., (,*) Itetbl. Holl. atf Juri, in vsry, i6c8. il, 1 enz.
|
||||
32Ö VADÊRLANDSCÈE XXXV.BoEïi.
ifoa. land kwamen. Zy waren vyf in getal, te
'-------weeten de Markgraaf Ambrofio Spinola,
Joan Richardot, Lid in den Raad van Staa-
te onder de Aartshertogen, en Prefident van den geheimen Raad; Don Juan deMan- cicidor, Geheimfchryver des Konings van Spanje, benevens Neyen en Verreiken. In 't doortrekken der Hollandfche Steden, wer-^ den zy alomme beleefdelyk ontvangen van de Wethouders. Omtrent een half uur van den Haage , was Prins Maurits hun te ge- moet gereeden t verzeld van eenen onge- ïooflyken fioet \ dien de nieuwsgierigheid .én verwondering herwaards gelokt hadt , om twee der grootfte Veldheeren deezèr <eeuwe , die , voorheen, elk een Leger te- gen eikanderen te velde gebragt hadden* alleen met heuschhcdeh en omhelzingen te zien ftryden. Spinola in Maurits koets ge- ltreden zynde * onderhielden de helden eik- anderen , met den lof der wederzydfche v,..s dapperheid, en genooten elk den grootften roem , dien zy zig zouden hebben können t, •■>."' voorftellen, te Weeten, naar waarheid, gé- ~n p'reezen te worden, van eenen vyand. De ;.;;;. irrige. flèep der aanfchouweren verzelde de l,'[,.': gezanten tot aan de wooningen , welken , ;, "men elk naar zyne waardigheid hadt aan- geweezen. Spinola ftelde, in de zyne, zulk eene kostbaarè praal van huisraad en ände- ren opfchik ten toon, dat de Landzaaten , dag aan dag, van alle oorden, toevloeiden 'om hem, Zyn'gevolg en zyne'tafel teziegï onder welken 'er ook waren j dk breed by " iiény
|
||||
XXXV. Boek. HISTORIE. 3«
|
|||||
hem opgaven van hunnen y ver voor het Room- 160&
fche geloof. Ook gaf hy ligtelyk gehoor,—-----
aan die 't hem verzogten: 't zy hy dit voor
welleevendheid rekende; of de gunst der ge- meente zogt te winnen, of ze hem j t'eenigen tyde , mögt te ftade komen. Het openbaar gehoor der vyandlyke gezanten ter algemee- Krygeri ne Staatsvergaderinge was plegtiger dan naar plegtig gewoonte* De Prins en de Raad van Staa- £ehöor* te Waren 'er tegenwoordig. Zy deeden hier, volgens gewoonte , flegts eene al- gemeene opening van hunnen last j en wer- den , in algemeene uitdrukkingen, beant- woord^). Terftond hierop, werden, tot de byzon- XXIV;
dere handeling met hen, gekooren, door de De Stasi- Vergadering der algemeene Staaten, Willem f*}J™"_ Lodewyk^ Graaf van Nasfau, én Walraven, magtig-" Heer van Brederode, by welken twee, ieder den, om Landfchap eenen gevoegd heeft •; Gelder- met hun land, Kornetts van Gend, Heer van Löenen 1tg1jiande" en Meinerswyk; Holland, Joan van Olden- barneveld; Zeeland , Jakob van Maldere; Utrecht, Nikolaus Berk ; Friesland, Geltius Hillama; Overysfel, Joan Sloet, Drosfaard van Vollenhove, en Groningen, Abel Koen- derts van Helpen $ Heere in Faan en Kan- tes (2). Terftond na 't benoemen dee-Aanvang zer Gemagtigden, tradt men in onderhan- <}er on- deling, rierhan- > In de eerfte byeenkomften 4 werden de ingea»
we- Onder-
(jO Méteren XXIX. Boek, f. 546, 54'^. . . ., s
(z) ftclW. Hol). 4fi Janumy in v'erv. 1608. Ui 5. ElEfE-
ȃN XXUti Boek, f: stfi ^jtir_
IX,' ÜEÈli X
|
|||||
322 VADERLANDSCHE XXXV. Boek,
1608- wederzydfche volmagten onderzogt .(a). De
-—— Aarthertogen hadden hunne gezanten ge- zoek der magtigd, om , zo wel in den naam van volmag- honing Filips, als in hunnen naam, met de Staaten te handelen., De Koning hadt de Aartshertogen , en zulken , die zy zou- den aanftellen, hiertoe, by eene volmagt, die, eerst den tienden van Louwmaand laatstleeden , getekend was , bevoegd ver^ klaard. Doch hy noemde de Aartsherto- gen nog Erf-Opper-Heeren der Nederlan- den. Voorts, kwamen de bewoordingen $ van welken hy en de Aartshertogen zig be- dienden , overeen met de jongfte verdra- gen van wapenfchorfing en derzelver bekrag- tiging. Doch de Aartshertogen hadden het regt, htm door Filips verleend, niet duide- lyk genoeg overgedraagen op de gezanten, die beloofden., in dit opzigt, verandering in hunne volmagt te doen maaken , tot ge- noegen der Staaten , in wier volmagt, al- leenlyk , berispt werdt, dat hunne gemag- tigden aan heimelyken last gebonden wa- ren. Doch hierop werdt geantwoord, dat zulks den handel niet hinderen zou, alzo de Staaten, by der hand zynde, alles, waar- omtrent men overeen gekomen was, terftond, door hunne toeitemniing, bevestigen zon- den (£)* Men de- Men was nu overeen gekomen , dat de fluit.van pUnten, die te vereffenen ftonden , niet al- ni« vaa *en te Se^^' maar *iet een na ^et an<^er '
ZOU-
fa) Negotiat. de Jèannin Tom. II. p. jo6. (5) Reló). Holl. z6 'fan. en ven: xöoü* tl. 5 enz. Mï' Téren XXIX. Boek, f. 548 enzi |
||||
XXXV. Boek. HISTORIE, 323
zouden voórgefteld en afgehandeld worden. 1608.
Doch vooraf kwam in overleg , of men , |
||||||||||
van Vrede , of, van Beftand voor eenige liefland
jaaren, handelen zou. Tot heteerfte, neig- |^ande" den de Staaten , die hunnen vyand hu op zyn zwakst zagen, en ligtelyk bevroeden Iconden , dat hy zig, door den tyd, weder- om, herftellen, en de veranderingen 4 die in nabuurige Koningkryken komeri konden, tot zyn voordeel, gebruiken Zou. Maar de Spaanfchen zagten Beftand; en hielden lang bedekt, dat zy geene Vrede, wel Beftand, op billyke voorwaarden, fluiten konden. Dé Eranfche gezanten egter ook, volgens hun- nen last, meest tot Vrede raadende , tradt men, over 't fluiten efcher eindelyke Vrede, in onderhandeling (V). 't Eerfte punt, welk overwoogen werdt, De vry.
was de erkentenis van de vryheid der Ver- heid der eenigde Gewesten. Öldenbarnëveld , die 't J^f" woord meest voerde, verklaarde rondelyk, N|t]er. dat de Staaten niet verftonden, in hande- landen iing te treeden , voor dat deeze erkentenis wordt gefchied was. Ook deedt men ze, overeen- erkend* komftig met het verdrag van wapenfchor- iing (d). Wat ons aangaat, zeide Richar- dot, indien V u lusten mögt, zelfs een Koningk- ïyk te zyn, gy moogt; wy willen 'er ons niet tegen kanten (e), 't Gebeurde, onder 't fpree- Gefprek ken , dat een der Staatfche Gemagtigden , over den de volmagt der Aartshertogen, die nog op ^te'der |
||||||||||
togen.
|
||||||||||
Ce") Gnofn Hiflr. TAhr. XVTI- p. <;33.
C*0 Negoriat. de Teannin Turn. II. pi loff. f (.0 GauTii Hifi. 'Libr. XVII. p. 534. X 2
|
||||||||||
/
|
||||||||||
3*4 VADERLANDSCHE XXXV. Boek.
■ de tafel lag, opneemende, merkte, dat 'er
1 een zegel aan hing, voorzien met de wa- pens van alle de zeventien Nederlanden. Dit deedt hem zeggen „ dat men , de wapens der Vereenigde Gewesten blyvende voe- !! ren, nog eenig regt op dezelven fcheen te willen behouden: waarom hy begeerde, „ dat men deeze wapens zo.wel agter wege „liet, als men de naamen der Vereenigde „ Gewesten , uit de volmagt der Aartsher- togen ,T gelaaten hadt." Richardot, die deezen eisch hard en onheusch vondt, ant- woordde „ dat de'enz. , die den titel der Aartshertogen befloot, hun regt betrof op „ de gewesten , welken niet in hunne magt „ waren, en welker titels zy, hierom, niet , hadden willen aanneemen. Dat de Staa- ,' ten nogtans zo weinig nadeel konden heb- .' ben van het gebruiken deezer titels en " wapens, als de Koning van Frankryk . hadt, van het voeren der naamen van f Hertof van Bourgendie en Koning van Z Frankryk, door de Aartshertogen en door ., den Koning van Engeland (f.); of de Ko- ninw van Spanje van het voeren des naams " van Koning van Navarre, door den voo- 73 rigen bezitter." De Staatfehe Gemagtigde hernam hierop, „ dat Koningryken door hunne eigene Majefteit befchermd werden; " doch dat de vrye Staaten zig zelven nim- % mer zorgvuldig genoeg verzekeren konden. '' ' Ook behoorde, meenden ze, onder eeue w ,? reeks |
|||||
CD Negotiat. it Jeannin Tm. II. p. io6, »7«
|
|||||
XXXV. Boek. HISTORIE. 354
„ reeks van zo veele hooge titelen, het ver- 1608.
„ lies van eenige weinigen den huize van-------
5, Oostenryk niet zwaar te vallen (g)."
Doch Richardot, weinig klem vindende in dit antwoord, klaagde by de Franfche en Engelfche gezanten over den hoon, dien de Staaten zynen meesteren wilden aandoen. Jemnin riedt hem egter, den Staaten genoe- gen te geeven. Hy voegde 'er by 5) dat 5, de voorbeelden , welken hy aangehaald „ hadt, verfchilden van het tegenwoordig „ geval, hebbende de Vorften ,, die titels „ voerden van Landen , , welken zy niet j, onder hunne magt hadden , nimmer af- „ geftaan van hun regt op de zeiven, gelyk „ de Aartshertogen nu ftonden te doen." R chardot liet zig , derhalve , gezeggen (£). Men bewilligde in den eisch der Staat- fchen, mids men eikanderen, ook in de overige punten , verftaan kon. Doch dee- De hari- ge handelbaarheid der Spaanfchen , in een deibaar- punt van zo, veel gewigt, kwam eenigen g^" opmerkenden , , terftond al, verdagt voor. fcllcn is Men vermoedde, dat zy in fchyn bewilligd vcrdagt. hadden in eenen eisch, die 't gemeen ftreel- de ; om dat 'er nog yerfcheiden' zaaken o- verfchooten, by welker bepaaling, men de vryheid der Vereénigde Gewesten, met woorden toegeftaan, merkelyk zou kön- nen befnoeijen (*)• Q°k bieek wel haast, ;" dat'
00 Metemn XXIX. H?sk~,.y, .54*. verf, GuoTiiHift.
Ubr. xvii. 7^. 534. ■_~>:.ï'.-.y ..
(70 Nemuiat. de- Jeannin Ttim. II. p. 108.^
[ i 3 Grotii Hill. Ubr. XVII. f- 534« X-3
|
||||
3*6 VADERLANDSCHE XXXV. Boek,
|
|||||
1607. dat de Spaanfchen niets minder in den zin
—•-----hadden, dan voor altoos af te ftaan van hun
regt op de Vereenigde Gewesten.
Zy vor- Over de gewoone punten in een verdrag deren, van Vrede, vergeetenis der gepleegde vyand- Sttade lykheden en afftand van 't beflaan en aanhaa- zigont- ^en van elkanders goederen; tot welker ver- houden handeling , vervolgens , overgegaan werdt, van de viel weinige of geene zwaarigheid. Maar zo vaart op faa. was men niet gekomen aan het ftuk van dien."" ^en Koophandel , of de Spaanfche vorder- den „ dat de onzen zig zouden moeten „ onthouden van de vaart op de Indien , ,5 gelyk voor den oorlog." Zy zeiden dat dit „ de voornaamfte reden was , waarom Fi- „ lips," die toen reeds berigt hebben kon van het gene voor Malakka voorgevallen was v de „ Vrede begeerde (&). Dat het verkrygen „ der vryheid den afftand van den Indifchen „ handel wel waardig was , te meer , daar „ hun , in deszelfs plaatfe, de vaart op. „ Spanje, die zo veel korter en veiliger was, „ ftondt geopend te worden : welke zo zy j, voor deezen hadden mogen behouden , „ zy, naar de vaart op de Indien, niet ge- „ taald zouden hebben." Zy voegden 'er by: „ dat deeze vaart, die de Kastiliaanen enPor- •5, tugeezen, als eerfte vinders der zelve, ee- „ nen geruimen tyd, alleen ingehad hadden, „ noch aan de Franfchen, by de Vrede van „ Vervins, noch aan de Engelfchen, by 't „ verdrag van Londen, toegedaan was; waar- „ om
(*) Ptiiez Negotiat. de Jeannin Tem. II. p. 114, 139*
|
|||||
XXXV. Boek. HISTORIE. r~7
|
||||||
n om de Staaten niet vreemd vinden kon- 1608.
„ den , dat zy hun ook geweigerd werdt." —m Doch de Franfche en Engelfche gezanten merkten hierop aan „ dat het gene, door 't „ regt der natuure , geoorlofd, en by geen j, onderling verdrag ongeoorlofd verklaard n was, elk, van zelve, vryftondt: en dat zy „ zig aan dit regt hielden (/)." De Staate fche Gemagtigden beweerden, op gelyken grond, dat hun de vaart op de Indien, vol- komenlyk, vry ftaan moest. Hevig werdt, Heviga hierover , getwist. Spinola hieldt zig ge- '?lst belgd, dat men zo fterk op dit ftuk ftondt. merover' Richardot, toornig geworden , verklaarde j, dat de Koning zyn regt op de Landen nim- j, mer afftaan zou, noch den Staaten de w vaart op Spanje openen , zo zy den Indi- „ fchen handel niet agter wege lieten (722)." Men werdt het dan geheel niet eens over dit ftuk, welk, federt, met allen ernst, ter algemeene Staatsvergaderinge , overwoogen werdt. Hangende de handeling over dit gewig- xxv.
tig punt, gaven de Bewindhebbers der Oost- Vertoo indiiche Maatfchappye , wien de welftand jjen vo°r des Vaderlands , of de winst uit den Indi- tiuheid" fchen handel ter herte ging , verfcheiden' <)ès Indï- wydluftige Vertoogen ter algemeene Staats- fchen vergaderinge over : en in dezelven te ken- h;mclels« nen "„ hoe groot een nood de Hollanders „ perfte, om zig te verzetten tegen de on- -, redelyke heerlchappy der Spanjaarden: ' n ter"
'il') Negotiat. de Jeannin Tnm- II. p. 144- ' Gr.oxii Hill.
iLilir. XVIf. ƒ,. jy^, '
Qm~) TScgotm.de Jf.aNnin Tom. V. f, na,
X 4
|
||||||
\
|
||||||
■■■■■■■MiM"""««
|
|||||
3ä8 VADERLANDSCHE XXXV. Boek.
t6o$. » terwyl dit hun , die een onvrugtbaar en
------!f J5 moerasfig land bewoonden , onmogelyk
jj zyn zou , zo de fcheepvaart hun , daar-
n toe , geene middelen en kragten ver- ,j fchafte. Maar de nabuurige zeekusten „ waren , gingen ze voort, niet in ftaat, ,? om de groote menigte der ingezetenen 5j te voeden. Men voer reeds, met twjn- M tig fchepen, op Guinea; met tagtig, op ., de Kabo Verdfche Eilanden, met om- 5, trent twintig, op de andere kusten van -,y Amerika ; met veertig, op Oostindie. j, Agtduizend bootsgezellen ten minste 5, werden , uit deeze vaarten, onderhou- 99 den, die , door het afftaan derzelven , „ op den dyk gezet, of genoodzaakt zou- „ den worden , om elders hun beftaan te 5, zoeken : een bedryf, vol van ondank- „ baarheid, jegens hen, die den Landen „ zulke treffelyke dienflen gedaan hadden. „ 't Was , hierbenevens , kenïyk, dat de ,, winden der Oostindifche Maatfchappye, ., federt eenige jaaren , geweldig waren „ aangewasfen , en , naar alle waarfchyn- „ lykheid , nog verder ftonden toe te nee- „ men. Kambaja , Malabaar, Ceilon, Nar- „ f inga, Koromandel en Queda waren , tot „ hiertoe , niet of naauwlyks bezogt. • En j, kreeg men eens voet in China, kans was „ 'er, om, langs de Zuidzee, in Amerika „ te geraaken , en , omtrent het zuider-as- ,, punt, nieuwe Landen te ontdekken. De „ vaart op Spanje, fchoon men ze nog niet „ geheel kwyt geweest was, zynde dezel- „ ve, door middel der Franfchen en Engel« ju fchen?
|
|||||
XXXV. Boek. HISTORIE. 329
j5 fchen, voortgezet, was niet te vcrgelyken
J5 by de Indifche. Men wilde ons geeven, » 't gene ons altoos wederom benomen kon j} worden ; en daarentegen ontneemen, 't ge- j9 ne nooit wederom gekreegen zou können » worden, alzo de Maatfchappy, eens ver- » nietigd zynde , nooit herfielet zou wor- w den. Voorts waren ook de Oostindifche n fchepen bekwaam ten oorloge , en kon- ,, den^vermids zy altoos, gedeeltelylc, bin- i, nen 's Lands waren, in onvoorziene toe- 5, vallen, altoos dienen tot eene Vloot voor „ den Staat. Van de fchepen, op Spanje „ vaarende , v;as anders niet te wagten, ,) dan dat zy den vyand, als 't hem lustte, 5, ten prooy konden worden. Ook werdt, n door de vaart op Spanje, de winst met „ den vyand gedeeld; in de Indien, ftrekte M zy tot afbreuk van den vyand. Om te 5, weeten , wat men hem vooral weigeren 5j moest, bidt men flegts te zien, wat hy ,5 vuurigst begeerde, en wat hy voor de ,, voomaamfte reden hieldt, om welke, hy n vrede zogt. Spanje hadt Oost- en West- „ indie te danken, voor dat aanzien, welk „ Filips nu andere Mogendheden verfmaa- ,j den dpedt. De nabuurige Vorften had- ,j den hier ook belang by , alzo de Veree- 5, nigde Gewesten hun onnut zouden wor- w den , zo zy de zee kwyt raakten. De 5?■ vyand fpande al zyn vermogen in, orn 5, te können befchadigen, als hy 't goed- J5 vondt; de Straten droegen flegts zorg, X 5 „dat |
||||
330 VADERLANDSCHE XXXV. Boek,
ifo8. n dat zy geene fchade leeden, en wilden 't
w—~ ,j regt om te vaaren en te handelen, waar ?, men goedvondt, zo wel als 't vry gebruik n van lugt en grond, naar goddelyke en w menfchelyke wetten, allen menfchen even ,? na ftelien. Die de zee flooten, en zel- n ven alleen de markt der waaren wilden jj zetten, waren den zeefchuimeren gelyk, ,7 en zulken, die, door opkoop, duurte in „ 't koorn zogten te brengen. Naar 't „ oordeel der ouden , werden de wapenen 5, regtvaardig gevoerd, tegen zulken, die ie- ,y mant buiten hunne havens flooten; veel ,, meer moge men de wapenen opvatten, te- v gen hen , die iemant zogten te houden n buiten de havens van anderen. Vrede , ,5 zonder vrye vaart, was geene vrede; maar „ eene geduurige vyandfehap , waarin der „ eene partye het regt om zig te befcher- „ men benomen was. Men kon ook der „ beproefde trouwe onzer Landsluiden geene ,5 grooter fchandvlek aanwryven, dan door 55 hen te verpligten, om de Indifche Volken ,5 en Koningen, hunne bondgenooten, der ,5 Spaanfche wreedheid ten prooy te laaten« v 't Gefchil over den handel op de Indien „ was van nu af vereffend, zo de Spanjaard „ flegts zyn woord hieldt, en ons bleef 5, erkennen voor een vry volk , gelyk hy 3, reeds gedaan hadt : en zo elk, gelyk 55 beraamd was , bezitten bleef, 't gene hy 5, reeds bezat: alzo ons, als een vry volk, „ niets voorgefchreeven, en de handel, „ on.
|
||||
XXXV. Boek. HISTORIE. 33 i
„ onder 't gene wy bezaten, gerekend !&>§.
„ moest worden. Filips zogt den Staaten ——— J? zynen afftand van de heerfchappy duur aan 5, te rekenen; doch hy hadt geenen afftand „ gedaan van 't gene hy nog bezat: zyn af- „ Hand was geene gift, maar eene erkente- 5, nis der waarheid, zonder welke hy geene 55 vrede hoopen. kon, Gaf hy vrede, hy 5, ontving zé ook : en zyne zaaleen liepen 5, zo voorfpoedig niet, dat het hem voegen 5, kon, de vrede te verkopen. Of twyfelde j5 hy hieraan, hy mögt het, andermaal, be- ,, zoeken. Vergeefs was nu, veertig jaaren, j, lang, zo veel bloeds gefpild; vergeefs 5j hadt men de wapenen opgevat voor de j, vryheid en tegen den tienden penning des, M Hertogs van Alva, dien verdry ver van al- w len handel ; zo men zig, vrywillig, zulk 5, eene zwaare flaaverny op dèn hals haal- w de, en zig geduldiglyk liet bannen uit het 5, grootfte gedeelte der weereld, door eenen w vyand j daar men zulks nimmer van zynen n wettigen Vorst zou hebben willen ly- n den (»)." Op zulk eene wyze, en door zulke re- xxvi,
denen, zogt men de,Staaten te beweegen, Eenige' tot het handhaaven van de vaart op de In redenen dien. Doch anderen, in kleinen getale ie£en de nogtans , merkten hiertegen aan w dat de v^\^' „ Indifche handel, aïïeenlyk byzonderen dieu. 5, Perfoonen betreffende , de algemeene : :■ 5, Vrede niet behoorde te ftremmen. Dat, „ ten minste , de Landfchappen , aan zee i? ge-
(,»j Meteren XXIX. Bock, f. 549-553.
|
||||
33* VADERLANDSCHE XXXV. Boek.
|
|||||
iéoO. 55 gelegen , alleenlyk belang hadden by de
.T-.-----jj vaart op de Indien, daar de onheilen des
j, oorlogs alle gewesten, zonder onderfcheid,
„ troffen. Dat, wanneer de vaart op Span- ,j je , die kort en veilig was , de zeeluiden „ eens zou hebben aangelokt; de verre zee- 5, togten, die zo veele ongemakken en ziek- j? ten onderworpen waren, toch van zelven 3, zouden ophouden (o)." Sommigen voeg- den hierby „ dat de meeste voordeelen der 5, Oostindifche Maatfchappye gekomen wa- M ren, uit den buit, op den vyand behaald, ?, en , met de vrede , verdwynen zouden: „ waaruit vermindering en verval des Indi- 5, fchen handels te wagten was; vooral, als n de Spanjaards en Portugeezen, in koopen „ en verkoopen, den onzen de markt in de „ Indien bedierven (p)," Doch deeze rede- nen woogen weinig by de meesten. Prins Maurits en Oldenbarneveld yverden beide voor de behoudenis' des Indifchen handels*. De Prins, om dat hy verwagtte, dat de on- derhandeling hierop afgebroken, en de oor- log hervat zou worden; en de Advokaat, oni ., dat hy zig verbeeldde, dat de vyand, liever dan hiertoe te komen, de vaare vry ftellen zou (ij). xkviï. De algemeene Staaten , alles rypelyk o- Befluit verwoogen hebbende , lieten zig bedunken, der alge- ^ Zy gegronde redenen hadden, om de ™aaten vaart °P de Indien niet af te ftaan. Zy na- cp dit men in aanmerking „ dat hunne onderzaa- ftult. - 5, ten O) Grotii Hirt. Vir. XVII. p. 536.
(p") Negotiat. de Jeannin Tom. U. p. 131, 145.
(f) Negotiat. ie Jeannin Ttm. 11. p. 153, 157 3 183«,
|
|||||
XXXV. Boek. HISTORIE. 333
„ ten zwaare kosten gedaan hadden, tot i<j0&.
„ verkryging van deezen handel ; dat zy------
5j voordeelige verbonden geflooten hadden
„ in Indie , door middel van welken , zy „ hoop hadden, om den Portugeezen den „ handel te onttrekken, en zig van den „ zelven geheel meester te maaken. Dat 5, 'er meer dan tienduizend menfchen , hier „ te Lande, waren, die belang hadden by j, de Indifche vaart, en die van veel aan- „ ziens waren in de byzondere gewesten, „ alwaar zy, ligtelyk , tweedragt verwek- „ ken zouden , zo men hun van dien han- „ del wilde verfteeken. Dat het behou- " „ den dei- Indifche vaart' het eenigfte mid- „ del was , oiii zig van de vaart op Spanje „ te verzekeren , zullende Filïps dezelve . „ niet durven ftremmen , uit vreeze , dat „men 'er zig over wreeken zou, in de w Indien. Dat men, van,de vaart op de „ Indien verfteken zynde ,: zig, vermoede- „ lyk , ontdaan zou van alle Oorlogsfche- „ pen , alleenlyk Koopvaardyfchepen be- „ houdende , die , bepaald aan de vaart „ op Spanje , ligtelyk in beflag genomen n zouden können worden. Dat 's Lands 5, zeemagt, de eenige veiligheid van den „ Staat , verzwakt en vernietigd zynde ; „men zig zelven niet befchermen zou kon^ „ nen , veel min zynen • nabuuren nuttig „ zyn. Dat, eindelyk, de vaart op de „ Indien den Spanjaard ontblootte van een „ groot deel der middelen , welken hy ge- 5, b'ruikte , om hun en elk den oorlog aan » te
|
||||
33* VADËRMNBSCHË XXXV. Boek;
t$c$, ?J te d,oen Cr')" Alle deeze redenen be-
woogen de Staaten, tot het handhaaven der. |
|||||||
Hun vaart op de Indien. Doch alzo zy niets on-
voorflng beproefd wüden laaten * wat j tot bevorde- aan de ring der vrede, ftrekken mögt, gaven ze, Spaan- ^a veej overiegs, omtrent den aanvang van s en' Lentemaand , den Spaanfchen keuze om, 5, of Vrede te maaken, met vrye zeevaart; j, of, naar 't voorbeeld van Frankryk en j5 Engeland , al wat aart gene zyde der 5? Zomer-zonne-keerkring legt het lot des „ oorlogs onderworpen te laaten j of, ein- ^ delyk , hier Vrede te fluiten, daar flegts äie.väa » Beftand, voor eenige jaaren (Y)-" Doch de hand de Spaanfchen konden, geenszins, ver- gewee- ftaan ^ tot j-^t vrylaatén van den lndifchen t/ortk. handel : ook niet, tot eene famenvoeging van vrede en oorlog, 't welk, zeiden ze, een wanfchepfel geleek. Maar op Vrede hier, en Beftaiid in de, Indien, was te hoo^ pen, zo men beloofde , na 't uitgaan van 't Beftand , van de vaart derwaar ds te zul- len afftaan; Doch hier hadden de Staaten geene ooren naar. Zy bragtén, veelligt om den vyand, doof vreeze , te beweegen, tot het toeftaari van billyker voorwaarden, omtrent deezén tyd, wederom op de baan het ontwerp der oprégtirig eener Westindi- fche Maatfehappye (*) ,> 't welk een jaar of langer agter de bank gelegen hadt. Doch de Spaanfchen' begreepen j dat het flegts eene be-
Cr") Negotiat., de Jeannin Tom. II. p. 143.
(s) Ncc.otiat. i/e Jeannin Tom. II. p. 14a. f ij Negotiat. de Jeannin Tom. il. p. 204, 215. tiil&TT.di
XÏÜX. Hoek, f. 555 verf. |
|||||||
XXXV. Boek. HISTORIE. 335
|
|||||||
bedreiging was, en veranderden niet van ge- 16*08;
voelen. |
|||||||
Het draalen der handeling , ter gelegen- pe Staä.
heid van het gefchil over de vaart op de ten zoe. Indien , kon niet dan nadeelig zyn voor de keilen Vereenigde Gewesten : alzo men , flegts eind® wapenfchorfmg geflooten hebbende, onze- Unde- ker bleef, of 'er vrede of oorlog op vol- ïing te gen zou : welke onzekerheid flapheid en maak«!* zorgeloosheid verwekte : ook werdt 'er een groot deel van 't gemeen , welk van den oorlog leefde, door gekweld, met nee- ringloosheid en behoefte» De Staaten von- den , hierom , dienftig, een fpoedig einde van de handeling te maaken , en deeden de Spaanfthe Gezanten vermaanen 4 om, terwyl men 't punt van den Indifchen han- del onbeflist laaten zou , de andere punten ^ waarover zy dagten te handelen , te gelyk voor te Hellen , zullende de Staaten het zelfde doen , ten opzigte der punten, dié zy zouden begeeren beflist te hebben. Doch de Spaanfchen bragten hiertegen in , dat het ongebruikelyk was , nieuwe punten voor te ftellen, eer de ouden afgedaan wa- ren (u). Men raakte dan wederom aan 't Men vale fpreeken over de Indifche vaart*, die zy ver- wederom kjaarden, niet te können toeftaan, dan op J^|stL den voet van Vrede hier, en Beltand gints, OVgr <je mids men beloofde , na 't einde van 't Be- Indifche ftand , van de vaart te zullen afftaan : of, vaart« zonder zulk eene belofte, op den voet van een Beftand, beide hier en in de Indien. D©
^k) Groth HifK Lihr. XVII. p. 53?-
|
|||||||
336 VADERLANDSCHE XXXV. Boek,-
i6o8i De Staatfche Gemagtigden, daarentegen.,
eene volkomen' Vrede hier, en een Be-
ftand in de Indien, zonder dat zy zig, te- gen 't uitgaan van 't Bettend , ergens toe verbinden wilden. Zo hevig werdt hierover getwist, dat de Spaanfchen, verftoord, op- ftbnden ^ en uit het vertrek gingeil. Even te vooren , hadt Oldenbarneveld gevraagd» of hy van V gehandelde verflag zou doen aan de Staaten; dan of men de famenkomst her- vatten zou? Waarop Spinola, gramiloorig? zeide, dat elk doen kon, V gene hy goedvondt, terftond daarna, opryzende, om te vertrek- ken. Doch Neyen, hem een woord of twee in 't oor gebeeten hebbende , zeide, over- luid, in 't Latyn, tegen de Staatfche Ge- magtigden j dat de nagt raad geeven zou. Van Maldere, ziende de Spaanfchen opry- zen en vertrekken , zeide, in 't Spaansch, die alles hebben wil, verliest alles: waarop, Richardot, terftond, met groote hevigheid, antwoordde,pas dat op u zelven toe, en denkt dat het u zo gaan zal (v). Dus fcheidde- men, meer verdeeld, dan men famengeko- • men was. De Staatfche Gemagtigden, in- zonderheid Oldenbarneveld , fpraken , fe- dert , over 't punt der Indien, met de- Franfche gezanten, jeannm oordeelde, dat men, om dit punt, de vrede niet moest ag- terlaaten. Doch hy hadt eene geheime re^ Henrik (jen om zo té oordeelen^ Koning Henrik; zoekT" zo§c ^en ■ frechen. handel over te brengen» m
|
|||||
(!'■) Negotiat. de Jeannin Tom II. p' i6G<f
|
|||||
tXXV. Boek. HISTORIE. 337
|
||||||||
in Frankryk, wanneer de Maatfchappy hier k&s,
vernietigd zou zyn, of zelfs eerder, zo 't mo- |
||||||||
gelyk ware (w). Jeannin hadt, hierover den iudL-
reeds, bedektelyk , met eenigen gehandeld £chen _ (x~): zelfs met Raak Ie Maire, een' welgé- prä'nkryk fteld' Koopman te Amfterdam, en doof "n over te door bedreeven in den Indifchen handel (y). brengen. Hy drong, hierom, flaauwlyk, op de be- houdenis der vaart voor de Staaten, hoewel hy, om geene agterdogt te geeveri^ hunne zugt voor dezelve j niet té openlyk, durfde afkeuren. Ondertusfchen i vondt hy raad- zaamer, een Beftand te fluiten voor eenige jaaren, zo hier als. in de Indien, dan de handeling j geheellyk, af te breeken: waar- toe ook, eerlang, de Koning, zyn meester4 neigde (t). De Spaanfche gezanten, zo wel als de XXVIII.
Staatfchen, geneigd om de handeling over De eene vrede fpoedig ten einde te brengen; ?paan" op dat men, daarna, over een Beftand,zou ^JJ können handelen, 't welk zy dienftiger hunne hielden, en waartoe hun, van de zyde der punten Franfchen, eënige hoop gegeven was; had- ™" hali" den nu beflooten, den Staatfchen, op hun teev"^ laatfte voorftel, eenig genoegen te geeven, over. en de punten, waarover zy nog dagten te handelen, tevens , voor te ftellen. Doch zy dèeden 't alleenlyk in duiftere en alge- meene bewoordingen , zeggende „- dat men n te
(iv~) Negotiat. de Jeannin Tom. 1. j>> i(!j, 233. L .
(x) Negotiat, de Jzannin Tom. I. p. 219, 389. {•j>/Negotiat. de Jeannin Tem. II. p. 117, 161, l'/S. Tom. III. p. 294. (s) Negotiat. de JiAïJNIN -JTbff. II. p- 187., l<)% ï ara.'
DL Deel, 1?
|
||||||||
33S VADERLANDSCHE XXXV.BoekV
|
|||||
sfoS. „ te handelen hadt van de grenzen, van
?> buitenlandichen Koophandel, van de „ eenpaarigheid in de Munt en in de vry- j, heden, den Engelfchen, in den Koophan- jj del als anderszints , coegeftaan; van den „ Godsdienst en van de nabuurige Vorften Onder- ?J (a)." De Staatfchen vraagden, of het zoek, ßuk. van den Godsdienst, waarvan zy, en over den Filips ook, *n zYne Brieven van bekragti- Gods- ging , gewag maakten, zag op eene ver- dienst bindtenis, dat de wederzydfche onderzaa- dägten ten^ reizencle door elkanders gebied, geen' fieSlen. overlast, ter zaake van den Godsdienst, zouden te wagten hebben; dan of hunne meening ware , den Staaten wetten voor te fchryven, waarnaar zy de kerkelyke zaaken, binnen hun gebied, zouden heb- ben te beftellen ? De Spaanfchen, bedrem- meld door deeze vraag, gaven voor ant- woord, dat zy gewigtig genoeg was, om 'er eerst het goeddunken hunner meesteren op te hooren, en dat zy, wanneer men de andere punten afgehandeld hadt, hunne meening, over dit, klaarer zouden voorftel- len CO-
Hunne 't Stuk van den Godsdienst, de voornaa- inELgtea, me oorzaak des oorlogs, ging Filips en den ftuk.l£ Aartshertogen zekerlyk nog ter herte. Niet, dat zy zig nu konden voorftellen, de oefe- ning van den Hervormden te beletten, bin- nen de Vereenigde Gewesten; maar zy zog-
(ay Meteren XXIX. Boek, f. 1554 verf.
li) GROTll Hift. Liir. XVII. p. 537, |
|||||
XXXV.Boek. HISTORIE. 339
Eogten de vrye oefening van den Roomsch- ufog,
Katholyken aldaar te bedingen. De Paus —— zélf fpoorde hen hiertoe aan , hebbende, ten dien einde, den Kardinaal Bentivoglio naar Brusfel gezonden, die den loop der Vredehandelinge, zorgvuldiglyk, gade floeg (c). Doch alzo men wel voorzag, dat dit ftuk veel haperings ontmoeten zou by de Staaten, en, waarfchijnlyk , aanleiding„ geeven, tot het afbreeken der Handelin- ge, wilde men het overweegen daarvan» tot op 't laatst, uitftellen (d), en onder- tusfchen, ware 't mogelyk, de Franfchen, die den zelfden Godsdienst beleeden 9 be- weegen, om de hand te houden aan de vryheid der Roomfchen, in de Vereenigde Gewesten. Henrik de IV. fcheen dit be- zwaarlyk te können afflaan, zo hy, die eer* tyds der Hervormde Leere toegedaan ge- weest was , zig niet verdagt maaken wil- de van kleene zorg voor de Kerk, tot wel- ke hy, naderhand , was overgegaan. Ook hadt hy zynen gezanten, met naame jean- nin, gelast, op de vryheid der Roomfchen te dringen, by de Staaten; doch befchei- delyk en op den regten tyd (e) : waaruiÊ genoeg af te neemen was , dat hy deeze vryheid flegts welftaandshalve verzogt * en* zo wel als de Staaten , zwaarigheid zag» in 't geeven van openbaare vryheid van Godsdienstoefening aan eène gezindheid, onder welke 'er veelen waren, die men hieldü
(e") Rbntivogmo Hand. vart 't Best. in ds VerliaalB. hl. 324.;
C<0 Negot. de Jeanmn Tom. II. p. 132, 141, 277.
(#j Nsgot. de Jbannin Toni. I. f. 444. Tom: II. p. 3?» 64»
Yz
|
||||
34© VADERLANDSCHE XXXV. Boek.
1608. hieldt te zeer te neigen tot Spanje, en van
———welken men, met de minste verandering, inwendige beroerten meende te dugten te hebben. Voorts, oordeelden de Spaanlchen, dat het geraaden ware, 't punt van den Godsdienst tot op 't laatst uit te ftellen, al- zo zy, om dit punt, de handeling afbree- kende , veel eers meenden te moeten in- leggen by de Roomfche Mogendheden, en vooral by den Paus; behalve dat zy Frank- r-yk in 't ongelyk zouden ftellen, zo men, van daar, niet goedvinden mögt, hunnen eisch, ernftig genoeg, te onderfteunen. De algemeene Staaten zagen ook liever, dat de handeling afgebroken werdt, om 't punt van den Godsdienst, dan om de vaart op de Indien. In 't eerfte, hadden alle de ge- westen, in het tweede, alleen of voor- naamlyk, Holland eu Zeeland belang. Men voorzag, derhalve, dat men 't ligt eens worden zou , als men de Vredehandeliug , om 't ftuk van den Godsdienst, zou moe- ten af breeken. Doch wanneer zulks, ee- niglyk of voornaamlyk, om de vaart op de Indien zou moeten gefchieden, vreesde men voor verdeeldheid onder de gewesten; alzo zuiken, die meest gefteld waren op het voortzetten der Vredehandelinge, geen of by- na peen belang hadden by den Indifchen han- del (ƒ). 'tSchynt, dat de Spaanfchen dit, naderhand, ook gemerkt, en daarom goed- gevonden hebben , het fluiten der Vrede beide van de vaart op de Indien en van 't
1 CD Negert, ie Jeannin Tem. II. p. 287, 349 > 4°?> 4»«
|
||||
XXXV. Boek. HISTORIE. 341
|
|||||
't ftuk van den Godsdienst te doen afhangen; 1608.
gelyk wy, hierna, zien zullen. V •—^-i- De Staatfchen , de punten, over welken xxix.
hunne partyen begeerden te handelen, ont- De Staa- vangen hebbende, leverden de hunnen, ten 1e- daartegen , over. Zy waren agtentwintig ^™e in getal, en met duidelyke woorden voor- pumen gefield (g~). De belangen van byzondere oyer. Perfoonen , met naame die van den Huize van Nasfau, en van Don Emmanuel, Zoon van Don Antonio, die, voor eenen korten tyd, den titel van Koning van Portugal ge- voerd hadt, waren 'er niet onder vergeten. Men tradt-, over deeze punten, wederom, Verfchü in onderhandeling , en viel, terftond , in over den een nieuw verfchil, over den Koophandel £00P'. op de wederzydfche Nederlanden. De Hol- ■£"£-" landers en Zeeuwen vreesden voor verval deiian- van hunnen handel, wanneer de vaart op den. Antwerpen, die nu door de Staatfche Sterk- ten en Vlooten op de Schelde belemmerd werdt, wederom vry ftondt, gelyk de Spaanfchen vorderden. Men weigerde dan, Richar- in dit punt, te bewilligen. En by deeze of dots diergelyke gelegenheid, betuigde Richar- e"lst' dot den Staatfchen gemagtigden, met traa- nen in de oogen, daf zy zig, door al te ftyf op hun ftuk te ftaan, zulk eene fchynbaa- re vrede niet moesten laaten ontflippen. Voorts, gaf hy niet donkerlyk te verftaan, dat zy, op 't ftuk des Koophandels, tot geen vast befluit zouden können komen, zonder eerst het goedvinden des Konings van
U) Zie dezelven Vy Metkren XXIX. Beek, /. 554.
Y3
|
|||||
34a VADERLANDSCHE XXXV. Boek.
|
|||||
1608. van Spanje verftaan te hebben: te gelykver-
•*~-----rnaanende, dat men de voorwaarden der vre- de toch zulks zou inftellen, dat zy, door ee- nen Koning, die noch overwonnen noch ge- vangen, maar tot vrede geneigd was, kon- den aangenomen worden (Ä). Nieuwe Lentemaand en den tyd der wapenfchor- voorfhg finge nu ten einde loopende, vondt men, jee^0pa||gWederzyds, geraaden, dien nog voor twee indifchê maanden te verlengen (i). De Staaten, vaart, midlerwyl, in 't ftuk van den handel, zo veel willende toegeeven , als hun mogelyk ware, floegen voor )5 dat hunnen onderzaa- „ ten vry liaan zou, negen jaaren lang, na n 't fluiten der Vrede, in de Indien te vaa- j, ren, uitgenomen op zulke plaatfen, die jj onder de heerfchappy des Konings van jj Spanje Honden: welken zy niet, dan by „ nood, en met kennis der bevelhebberen, „ zouden mogen aandoen. Deedt iemant „ hier tegen; men zou de geleeden' fchade w of 't aangedaan ongelyk alleen mogen ,, vervolgen, daar 't gefchied ware, en iy daar de fchuldigen zig ophielden: en „ ondertusfchen, voor 't uitgaan der ner jj gen jaaren, een nader verdrag zoeken #e ver „ te fluiten." Doch de Spaanfchen ver- worpen wierpen deezen voorflag, begeerende vol- wordt, ftj-ektelyk , dat de vaart flegts aan eenige jaaren bepaald, en daarna afgeflaan :wierdt, Eischder Voorts, vorderden zy, ten opzigte van den Spaan- Nederlandfchen handel, dat de lasten, ge- lehrten burende den oorlog, op de Koopwaaren opzigte • ^_ Of) Meteuen XXXI, Boek, f. 554 verf. 555,
CÓ'MSTERBN XXIX. Boek, fS 555' |
|||||
XXXV. Boek. HISTORIE. 343
|
|||||||
gelegd, afgefcliaft, en alleenlyk de oude en 160*.
geringe tollen gevorderd werden: ook, dat |
|||||||
het Stapelregt, welk eenige Steden, als Dor- van «ka
dr echt, van de Rynfche, en Middelburg van fj^f' de Franfche wynen, zig aanmaatigden, niet {chen gebruikt zou worden, tegen de onderzaaten handel, van Spanje of de Aartshertogen (&). Doch de Staatfchen vertoonden hiertegen „ dat 5j de goederen der vreemden niet boven die 5j der ingezetenen belast zouden worden; „ doch dat de voorregten der Steden bly- 5, ven moesten in den zelfden ftaat, waar- M in zy, voor de beroerten, geweest wa- 5, ren. Wyders, begeerden zy, dat hun ver- „ zekering gedaan werdt voor hunne fche- „ pen, die op Spanje vaaren zouden." Doch hierop werdt, wederom, niets geiloo- ten (O- De Spaanfchen, ziende de handeling ha- Neyen
peren, vonden geraaden, Neyen naar Span- reist na« je te zenden, om den Koning van den ftaat Spanjs. der zaaken verflag te doen, en zynen uiter- ften last te ontvangen. Hy beloofde, binnen veertig dagen, wederom hier te zyn (m)i doch hy Meldt zyn woord niet. Zyn afzyn was oorzaak, dat de onder- xxx
handelingen traager voortgingen , blyvende Verbond de gewigtigfte punten onafgedaan. De tyd van on- werdt egter niet onnuttelyk gefleeten, door J^11"8® de Staatfchen. Zy flooten een Verbond met ^„^" den Koning van Groot-Britanje, byna op ge- tusfchea ly- Groot-
fk) Negotiat, de Jf.annin Tom. II. p. aoï, «05. BntMije«
CO Meteren XXIX. Koek, f. 5S5-
On) Negotiat. de Jeannin, ' Tuin. II. p. 226. METIBX3
XXIX. Uuekjf. 555 verf, Ï4
|
|||||||
S44 VADERLANDSCHE XXXV. Boek;
•'jf#>8. lyken voet als dat, welk men onlangs mei
—-^- Frankryk gemaakt hadt (n): alleenlyk zou en de het getal der hulptroepen, welken men elk- ötaaten. an(jeren beloofde, maar half zo groot zyn. Ook zou het, gelyk dat met Frankryk , eerst plaats hebben, na het fluiten der vre- de. Het werdt, eerst op den zesentwintig- ften van Zomermaand, getekend (0). Spen- cer en Winwood hadden het fluiten van dit Verbond gaarne willen verfchuiven, tot na de te rugkomst van Neyen, alzo hun Ko- ning thans zyn best deedt, om den Spaan- fchen te behaagen (ƒ>). Doch de Staaten ftonden 'er zo iïerk op, en de Engelfchen vreesden zo zeer, dat Frankryk meer voet, dan zy gaarne zagen, krygen zou in de VerT eenigde Gewesten, dat zy 'er, eindelyk, toe beflooten. Ten zelfden dage, rekende men ook met de Engelfche gezanten af, wegens de agterftallen, die op agthonderdagttienduu zend vierhonderd en agi ponden fierlings ge- field werden. De Staaten beloofden deeze fchuld, twee jaaren na 't fluiten der vrede, met zestigduizend ponden fterlings jaarlyks, tot de volkomen' voldoening toe, te zullen betaalen (#). XXXI. De buitengewoone afgevaardigden ter Onder- algemeene Staatsvergaderinge, midlerwyl, Hflff over na^r huis Selceerd zynde, werden de on- de grens- derhandelingen met de vyandlyke gezan? fthei- ■■■ . 'I ' ten ding;
f«) Negot. de Jeannin Tom. V. p. 264.
(o) A<ft.'Publ. mgl.Mfn. Vit. p:fl6o; itft. f ó Rslbl. Holl. 3.6 Janaaty en ven: l Aug. 1007. tl, 39^ 168': Negotiat.de Jeannin Tan. II. p. 269, 273.,* C«) Ad. Publ. Angl. Tom. VII. P. II. 2>. »<&» 4S3. |
||||
XXXV. Boek. HISTORIE. 345
ten hervat, 't Gefprek gevallen zynde op de 1608.
grensfcheiding, vorderden de Spaanfchen, .. n..a» dat de Staaten hun Brabant, Vlaanderen en Gelderland over de Waale zouden inruimen: waartegen zy Lingen, Oldenzeel en Grol overgeeven wilden (r). Doch als deeze eisch,met verontwaardiging, verwoipenwas, wildenze de bewaaring der Steden 9 in de ge- noemde gewesten, wel, voor eenen tyd, aan de Staaten laaten •■, mids de Aartshertogen de opperlte magt en 't regtsgebied over dezelven behielden. Dus toondenze zig mild, zoze zeiden , in 't verdeeleu der Nederlanden, de fterkfte gewesten in de magt hunner na- buuren laatende. Doch de onzen zagen die anders in, en waren niet gezind iet.af te liaan (f). 't Gerügt , dat men, over eene uitwis- Dievan
feling der Steden, in onderhandeling was, Staatsch zig verfpreidende, beflooten de Brabant-Bra^nt fcïie Edelen en Steden, gezeten onder 't ft°m ;° gebied van den Staat, hunne poogingen Staat te aan te wenden, om te beletten, dat zy verkry- den vyand werden overgeleverd, en te ge- gen# lyk, om wederom, gelyk voorheen, regt van ftemmen te verkrygen, ter algemeene Staatsvergaderinge. Na dat de hoofdfte- den van Brabant, en laatftelyk Antwer- pen, zig aan Parma hadden overgegeven, waren de anderen , welken men te gering hieldt, om op zig zelven geregeerd te wor-
(/) Negotiat. de Jeannin Tom. II. p. 214, 227, 230.
QO Meteren XXiX, Btek, f. 558 verf. |
|||||
Y5
|
|||||
346 VADERLANDS CHE XXXV. Boss;
uJo8 worden, gebragt onder de Regeering der ai-
rf.-----gemeene Staaten der zeven Vereenigde Ge- westen, en hadden van dezelven wetten en wethouders ontvangen. Bergen op Zoom, welk zig altoos aan de zyde der Staaten ge- houden hadt, Breda en de anderen, wel- ken, geduurende den oorlog, verlooren en herwonnen waren, eischten, federt en nu9 uit kragt der Utrechtfche Vereeniging, her- fteld te worden in hunne vryheid, waaraan het regt, om ter Staatsvergaderinge te item- men, verknogt was. Doch zy vorderden niet. De tyden waren te zeer veranderd, en 't gezag der Staaten reeds te wel gevestigd, dan dat zy zouden hebben können belluiten, om 't getal der ftemmen, en te gelyk de moeite omze overeen te brengen te vermeer- '■'- deren (>)• De Wa- De Wapenfchorfing ftondt, ondertus- peiiT fchen , te eindigen met Bloeimaand , die fdiorfing reeds verre verïoopen was , toen ülden- weder- barneveld en antieren, die de vrede gaar- om , ver- ne getroffen zagen, met veele moeite , te lengil, wege bragten , dat zy, tot het einde des t?t ^et. jaars, verlengd werdt, onder beding nog- ia'ars! ^tans, dat men, niet langer dan tot aan 't einde van Hooimaand, in onderhandeling zou blyven. De Prins en Zeeland hadden fterk gedreeven, dat de wapenfchorfing» flegts tot aan 't einde van Hooimaand, moest verlengd Worden. En Utrecht en Friesland neigden zeer tot deeze gedagten. Doch
CO Groth IM. Lihr. XVII. f. 538.
|
|||||
I
|
|||||
XXXV. Boek. HISTORIE. 347
|
|||||
Doch Gelderland , Holland , Overysfel en 1608.
Groningen wilden den ftiïftand doen duuren,-------
tot aan 't einde des jaars. Men raadpleegde
'er over met de Franfche en Engelfche ge- zanten , die tot de meening van Prinfe Mau- rits neigden ; doch toen Oldenbarneveld hun vertoonde, dat men, onaangezien de wapen- fchorfing het jaar uit duurde, vastftellen kon, niet langer dan twee maanden in on- derhandeling te blyven, veranderden zy van gedagten (u): waarop het befluit der Staaten volgde. Men was nu bezig, met handelen, over 't Hanile-
wedergeeven der verbeurde en aangeflaa- 1jng over gen' goederen; waarover nieuwe gefchillen ^J^ei" ontftonden. Verreiken deedt, derhalve, Wisfeiing een' keer naar Brusfel, om op dit punt en op vanPiaat- eenige anderen de meening der Aartsher- £en' en togen, die 'er 't meeste belang by had- ^V^L den, te verftaan. Na weinige dagen, te g0ede-' rug gekeerd, verklaarde hy „ redelyk te ren. jj zyn, dat de geleigelden, in den oorlog j, opgefteld, werden afgefchaft, met de „ vrede. Dat men de Steden van Brabant „ en Vlaanderen den Staaten laaten zou, „ mids het platte land om dezelven aan 5, de Aartshertogen bleeve. Dat men by- 55 zonderen Perföonen niet flegts, maar ook 5, den Vorften hunne goederen behoorde 55 wederom te geeven, alzo de majefteit 55 en de voordeden der heerfchappy twee ,5 onderfcheidea' zaaken waren ; en de 5, Aarts-
C« Negotii«, de Jfankin Tom. II. f, 534 , 344 , 347.
WejSren XXIX, Wiek, f. 559. ... |
|||||
348 VADERLANDSCHE XXXV. Boek.
|
|||||
iéq8. j) Aartshertogen , met het afftaan der eer-
------ j5 fte, niet moesten gerekend worden ook
?, de anderen te hebben willen verliezen."
Doch de Staatfchen antwoordden hierop, j, dat de heerfchappy niet ontbloot kon ?> worden van de Domeinen; noch de ,, Steden van het omgelegen platte land „ en de Dorpen , zonder beide de heer- ?? fchappy en de Steden te gronde te ,9 helpen; en dat, zo men geene redely- ?, ker voorflagen te doen hadt, het raad- 5, zaamer ware de handeling af te bree» : .,,, ken." De Spaanfchen, nog aanhouden- de, zeiden „ dat, zo men de Domeinen al 5, niet wilde wedergeeven , men, ten min- ?? fte, geen' fchyn van reden zou konnes „ vinden, om het wedergeeven der Vor- 5, ftelyke erfgoederen te weigeren." Doch deeze fyne onderfcheiding, tusfchen Do- meinen en erfgoederen, werdt, insgelyks, verworpen, alzo men, hier te Lande, van deeze tweederlei goederen nimmer twee,- derki rekeningen gehouden hadt. De Spaan,- fchen verklaarden wei niet duidelyk, was zy, door Vorftelyke goederen, verftoa- den; doch 't bleek genoegzaam, dat zy zagen, op geheele Steden en Landftreekea in de Vereenigde Gewesten, den Vorften.» eertyds, by koop, of onder eenen andere» titel, aangekomen ; waarom men hunne begeerte, in dit punt, onmogelyk kon in- willigen (V). Hier-
(y) Meteren ?X!X. Boek, ƒ. 555. Grotii Hift. Liïn
XVII. f. 539. |
|||||
XXXV. Boek. HISTORIE. 349
Hierna, werdt gehandeld, over eenige ig0f.
punten , door de Staatfchen , voorgeflaa- —■-----
gen. Deezen hadden gevorderd, dat men, De ci-
ter hunner verzekering , de Spaanfche be- gCthe" dei zettingen den Nederlanden ruimen deedt. W(n)j(jejl Doch de Spaanfchen vonden zulk eenen over- eLsch zeer onbillyk van hun, die zig van woogen. Franfche en Engelfche hulpbenden bedien- den. Voorts, begeerden de onzen, dat de Spaanfchen de Steden, die zy op den Duitfchen bodem hadden ingenomen , we- derom aan Duitschland afftonden : waar- naar zy even weinig luisterden. Verrei- ken toen wederom een' keer naar Brus* fel gedaan hebbende , werdt 'er gehandeld, over 't gebruiken der Voofregten, over 't aankomen van Oorlogsfchepen op elkan- ders kusten, over 't verkiezen der Wet- houderen, in de Steden, die, met de vre- de , byzondere Heeren (tonden te krygen* over de verzekeringen van het onderhouden der vrede, en van , over toekomende on- gelyken , zonder voorgaande verklaaring, niet wederom de wapenen op te neemen. Doch over deeze punten , werdt men ook niet volkomen eens i 't welk toch weinig gebaat zou hebben , zo lang men over de: voorgaanden bleef verfchillen* Vooral hadt den Spaanfchen geftooten, dat de onzen gevorderd hadden, dat het verdrag , niet . . flegts door de Aartshertogen , maar ook door de Staaten en Steden , onder derzel- ver gehoorzaamheid ftaande, bevestigd zou worden ; fchopn zulks met de aloude Ne- |
||||
350, VADERLANDSCHE- XXXV. Boek,
1608. derlandfche gewoonte overeen kwam. We-
-------gens 't ftuk yan den Godsdienst, verklaar- den, ze, andermaal, te moeten toeven, met het voordellen hunner meeninge , tot op " .de wederkomst yan Neyen , die, langer dan men verwagt hadt , aan 't Hof van Spanje werdt opgehouden : waarop hun , nogmaals , toegeftaan werdt, dat de tyd van handelen , die met den laatften van Hooimaand verflreeken zou zyn , tot in 't midden van. Herfstmaand, verlengd werdt (V). Men bewoog hen, die voor 't af- breeken der handelinge waren, om hier- in te bewilligen , door hun voor te hou- den , dat men de terugkomst van den Pre- iïdent Jeannin diende af te wagten : die, terwyl de handeling fleepende gehouden werdt, naar Frankryk vertrokken was, om den Koning, zynen meester, verflag te doen van den ftaat der zaaleen en zyne na- dere bevelen te ontvangen (x). De ge- zanten van Deenemarke, verdriet krygen- de in 't fleepen van- den handel, en, ge- lyk ze zig niet ontzagen te zeggen, geenen zin hebbende , om ledige toekykers te zyn van een fpel, welks beleid, geheellyk, aan Frankryk hing , namen , kort hierna , hun affcheid van de Staaten, en keerden naar huis (y). xxxil. Ten deezen tyde en al eerder 9 waren De Staa- den (w~) Negotiat. de Jeannin Tam. II. p. 384. Groth Hi&<
Libr. XVH, ƒ1.539, 540. O) Meteren XXIX. Roek, f. 559, rfiu, iy) Grotii Hiit. Lib. XVII, fC§49« |
||||
XXXV. Boek. HISTORIE. 351
|
|||||||
den Staaten , uit Frankryk, Engeland en nSoS.
Duitschland , tydingen ter ooren geko- |
|||||||
men , die hun niet weinig bekommerden, ten wor.;
Men berigtte hun , dat de Spanjaards o- <jen> penlyk fnoefden „ dat Filips nimmer van fc0h0e;tïea» „ gedagten geweest was , zyn regt van tydingeu ?, tieerfchappye over de Vereenigde Ge- van bui- j, westen af te ftaan ; maar dat hy , om ten» oni' 5, tot handeling te komen, den Staaten 'tÏUSt' ',A genot der vryheid , voor eenen korten ^, tyd, gegeven hadt. Dat hem hunne „ diepfte geheimen nu zo door en door w bekend waren , dat hy , of door vrede „ of door oorlog, eene gelukkige uitkomst ,, hoopte. Dat hy hun , eindelyk , geene „ vrede geeven zou , zo zy niet van de n vaart op de Indien afftonden, en de 55 Roomschgezinden, in de openbaare Gods« 5, dienstoefening , herftelden. " Ook hadt Filips Don Pedro de Toledo naar Frankryk gezonden, en wat laater zondt hy Don Fer- dinand Girono naar Engeland, met last, om beide Henrik en Jakob te verzoeken, dat zy den handel in den Haage, derwyze, wilde» doen beleiden, dat de Koningklyke waardig- heid, by het verdrag, welk men verwagt- te dat geflooten zou worden, de minfte af- breuk leedt (z). Doch deeze gezanten dree- ven nog eenen heimelyken handel in beide Ryken, waarover de Staaten ongerust wer- den. In Louwmaand deezes jaars, hadt men xxxiilé Ko- Spaan»
|
|||||||
£0 OReTJi Hift. Litr. XVII. p. 54®.
|
|||||||
352 VADERLANDSCHE XXXV. Boek?
1608. Koning Henrik , van wege de Aartsherto-
fche Hu- Huwelyk , tusfchen den Spaanfchen Erf- weiyks- prjns en eette Dogter van Frankryk , op ïiiig in welk Paar» de Aartshertoglyke Nederlan- Frank- den en het regt op^ de overigen vervallen ryk zouden. Doch men telde toen nog luttel op deeze opening. Ook oordeelde Jean- nin, deswege geraadpleegd , door den Ko- ning , dat het raadzaamer was, den twee- den of derden Zoon van Frankryk met ee- ne Dogter van Spanje te verbinden (#)„ Men liet egter niet na , aan 't Franfche Hof, geduuriglyk , te fpreeken , over 't eerst voorgeflaagen' Huwelyk : waartoe de Aartshertogen zig zeer begeerig toonden, en Koning Henrik zelfs, om agterdogt in de Engelfchen te verwekken, niet onge- negen fcheen (b). Doch men begeerde , van den Spaanfchen kant 7? dat de Koning, 5j van nu af, arbeiden zou, om, 't zy door jj vrede of oorlog , de Vereenigde Gewes- „ ten onder 't gebied der Aartshertogen ?j te brengen; hem voorhoudende, dat zulks, „ door den tyd, tot voordeel der aanftaan- „ de EgtgenoQten, ftrekken moest." Over welken eisch , Henrik zig eenigszins bele- digd hieldt (c). Don Pedro de Toledo, in Zomermaand, in Frankryk,gekomen , iloeg een dubbel Huwelyk voor, tusfchen den Daufyn en de Infante van Spanje, en tus^ fohert'
( a) Negntint. * Jkannin Tmn. II. p. 65, 93.
( b) Negotiat. de Jeanmjn Tom. II. p. i;U, 158. (O Negotiat. ie Jk*nnin Turn. II. p. ij)8y |
||||
XXXV. Boek. HISTORIE. 353
fchen den Spaanfchen Erfprins en eene
Dogter van Frankryk : mids dat de Dau- fyn en zyne Gemaalin erfgenaaraen ver- klaard werden van de Aartshertogen , zo deezen , zonder kinderen,, overleeden («/). Doch hy begeerde nog al, dat de Koning, zeer in 't geheim nogtans, beloofde , dat hy de Vereenigde Gewesten, met welken, men een Beftand dagt te fluiten, na 't uit- gaan van dit Beftand, zou doen wederkee- ren onder de gehoorzaamheid van de Aartshertogen en derzelver erfgenaamem En naar deezen voorflag, begonden fom- migen, in Frankryk, het oor te leenen (e). Doch de Koning hadt geenen zin in zulk eene belofte , die men hem > fchriftelyk, afvorderde. Tot de , Huwelyken , toonde hy zig egter genegen genoeg: doch hy wilr de zig niet openlyk verklaaren , om den Staaten geene agterdogt te geeven : ook riedt Jeannin, dat men, om deeze te voor- komen , de voorwaarden van bet Huwelyk tusfchen den Daufyn en de Infante geheim hieldt (ƒ). De Huwelykshandeling werdt, eindelyk , geftremd , doordien men , van den Spaanfchen kant, begeerde , dat de koning zig , terftond en openlyk, verklaa- ren zou ; terwyl hy eerst den uitflag des handels in den Haage wilde afwagten. Ein- delyk, begreep de Koning, dat 'er, uit dee- ze (/) Negotiat. de Jgahnin Tom. II; p. 370, 378, 382, 386'
SM, 415. . _ ■ , _
(O Negotiat. de [eannjn Tom. II. />. 395.
t/5 Negotiat. de Jl-.annin Tom. II. p. 425, 430; IX. Deel, Z
|
||||
354 VADERLANDS CHE XXXV. Boek,
1608. ze Huwelyken , meer nadeeis dan voor-
—~— deels voor hem te wagten was , om den grooten argwaan, dien zy onder de nabuu- ren verwekken moesten , terwyl de Aarts- hertogen , beide nog in leeven zynde , hem vooreerst niet op het bezit hunner Lan- den konden doen hoopen (g). Don Pedro bleef egter aanhouden \ beloovende zelfs, dat de Plaatfen , die men , in geval van oorlog , op de Staaten veroveren zou, aan zulken, die de Koning, zo wel als de Aarts- hertogen , vertrouwde, te bewaaren zou- den gegeven worden. Doch men zag, door den tyd , dat deeze woorden wind geweest waren, en de gantfche handeling aange- legd , om Henrik af te trekken van de Staa- ten, of ten minften, om, door zyn toedoen, eenige betere voorwaarden te bedingen (fi). Don Pedro kreeg , by de Franfchen , den naam van eenen bedrieger, en werdt, zo lang zyn gezantfchap duurde, met den nek aangezien (ï) : waaruit, evenwel, bleek , dat men niet vreemd geweest zou zyn van de Huwelyken, die hy voorfloeg, hadt men ze , op goede voorwaarden , können fluiten, oideu- Doch toen Jeannin in Frankryk was, bame- was de Huwelylcshandeling met Don Pedro veld ont- maar pas begonnen. De Koning hadt den dekt de- ra o zelve. , rrc
|
|||||||
(#) Nezotiat. de Jeann. Tom. II. p. 438, 44.1, 468, 473»
487.
(70 Negotiat. de Jeann. Tom. III. p. <jo, 205, 311. Tin»»
l\r. p. 125. CO Negotiat. de Jeann. Tom. III. p. 183, 34"j j47«
|
|||||||
/
|
|||||||
XXXV. Boek. HISTORIE. 355
|
||||||
Prefident, onder anderen, om over deeze iffófc
Huwelyken te raadpleegen , by zig ontboo- *------
den (/). De Advokaat Oldenbarneveld hadt
het geheim der handelinge reeds te vooren ontdekt. Hy fprak 'er Jeannin over, eer hy vertrokken, en zo dra hy, in Oogstmaand, te rug gekomen was. Doch de Prefident onderrigtte hem niet verder , dan hy geraa- den vondt. De Staaten verzekerde hy van 's Konings getrouwheid , omtrent zyne bondgenooten 5 daarby voegende, dat de ingewikkelde voorflagen van Don Pedro van de hand geweezen waren, zonder dat hy zig, f ver den inhoud derzelven, verder uitliet (in). Prins Maurits, die ook groote agterdogt opgevat hadt, werdt door de be- hendigheid des Prefidents , eerlang te vrede gefield (n). Ondertusfchen , deedt Filips , die zyne xxxiV.
handeling in den Haage, door Huwelyks-Koning voorilagen , zogt te vorderen, onder zulke Jakob Mogendheden , die den meesten invloed op ^Jt de Vereenigde Staaten hadden , Koning Ja- door kob, van gelyken, vleijen met de hoop, op Spanje, een Huwelyk, tusfchen den Prins van Wal- gevleid les en de Infante van Spanje ; op gely- ^" ke voorwaarden , als men Frankryk hadt iyic, doen voorhouden (0). De Koning van Groot-Britanje , die, hier te Lande, zelfs by
CO Ncgotiäf, de Je Ann. Tom. IU p. 3^2.
Cm) Negotiat. de 'Jeann.: Tom-U. p. 386, 393. Grot« fallt. Liir. XVI t. ƒ. 54". (n) Negotii», -cte Jeann. Tnm. HT. p. 128. £0) Negotiirt. de Juann. Twa. 1. p. 253. Tom, II. pi Cf, |
||||||
Z 2
|
||||||
356 VADERLANDS CHE XXXV. Boek,
1608. by Prinfe Maurits en by den Advokaat, ge*
-----— houden werdt zeer te hellen over de Spaan- fche zyde, fchoon hy 't' ftyf en iterk ontken- de (j>), toonde groote genegenheid tot dit Huwelyk (q):} geiyk wy reeds elders heb- ben aangemerkt. Doch 't bleek» eindelyk, dat de Spanjaards , in Engeland , niet net zelfde in zigt, als inFrankryk, van dit Huwe- lyk gefproken hadden. Zy zogten Koning ja- kob geheellyk af te trekken van de zyde der Staaten, en hun gezant fpilde, zo men ver- nam , veel gelds onder de Engelfche Hovelin- gen, om zyns Konings oogmerk te bevor- deren (r): 't welk hem egter niet naar ge- noegen gelukte. Verdere Maar Koning Jakob , om de Spaanfche fpranji HuwelykshandeUng aan 't Franfche Hof te we!'k->n c^warsboomen , deedt aan Koning Henrik y tn' ook voorflagen van een dubbel Huwelyk, tusfchen de vvederzydfche Koningklyke kin- deren. Doch zy vonden geheel geenen in- gang, in Frankryk (f). Alle deeze Huwe- lykshandelingen fchynen gelegenheid ge- geven te hebben tot een gerügt, dat Ko- ning Jakob ook voorhadt, zyne oudfte Dogter aan Prinfe Maurits te befteeden , zo deeze kans zag, om de volftrekte heer- fchappy over Holland en 't gene 'er toe behoorde te bekomen (*)• Doch dit ge- rügt Cp~) Negotiat. de Jeann. Tom. I. p. 136, 207, 229, 322.
■ CO Negatiat, de Jeann. Tom. II. p. ifio. (_r) Negotiat, de JfiANN. Tom. II. p. 3S2. ' C*) Negotiat. de 'Jeann. Tom. II. p. 175, 3.18, 253, 204^ 332. 33;u 4'7> 428. (ij Negotiat. de Jeann. Turn. II. p. 527. |
||||
XXXV.Boek. HISTORIE. 357
|
|||||
rugt werdt, in 't gemeen , als ongegrond, i<5b8.
verworpen. -------
De onderhandelingen in den Haage wa- XXXV.
ren mi opgefchort, terwyl men de weder- De komst van Neyen, uit Spanje, vervvagtte; *>p«'an- doch Jeannin was maar even in den Haage ^^m te mg gekeerd, toen de vyandlyke gezan- voor't ten , brieven uit Spanje ontvangen heb- laatst, dnt bende , het uiterfte van hunnen last kwa- de Staa" men openen , aan de Gemagtigden der Staa- ^^vm ten; hier in beftaande „ dat de Koning de de vaart „ Staaten ter goeder trouwe voor vrye op de „ volken verklaarde ; doch dat hy, daar- lndien» *■ t * CU G6I1
„ entegen , redelyk meldt, dat zy hem, R00m.
„ in 't afiiaan der vaart op de Indien , en fchen „ in 't voldoen aan zynen verderen eisch, vryheid „ onlangs voorgesteld , te gemoet kwa- ™n, „ men. Dat hy , naar zyne godvrugtig- dienst"0e. „ heid , daarenboven, begeerde, dac den fening „ Roomsch - Katholyken vergund werdt, geeveu. „ God , vry en openlyk , naar hun welge- „ vallen , te mogen dienen : 't welk zy , „ ter liefde hunner bloedverwanten en „ voorouderen , behoorden in te willigen, „ en eenen Godsdienst, dien zy zelven be- w leeden hadden , niet fterker te haaten , w dan de nieuwigheden der Herdooperen , „ gebooren om alle regeering het Onderfte „ boven te keeren. De liefde tot hun Va- „ derland zelve moest hen , hiertoe, be- „ weegen : waaruit zy veelen verdryven „ zouden , zo zy hün benamen , 't gene „ den menfchen allerdierbaarst is." Dus werdt dan, eindelyk, openbaar, wat men, Z 3 ten |
|||||
358 VADERLANDSCHE XXXV.Boek.
1608. ten opzigte van den Godsdienst, begeerde :
-------■ 't welk , zo 't eerder gebeurd ware , de
handeling, voor lang , zou hebben doen
af breeken , alzo de Staaten begreepen , dat vryheid van Godsdienstoefening te-geeven aan de Roomschgezinden, den Staat on- dermynen en in 't uiterfte gevaar ftorten zou. De Engelfehe en Duitiche gezanten waren in 't zelfde gevoelen («). Jeannin zelf keurde af, dat men deeze vryheid , by verdrag met den vyand, zou afftaan, en hierdoor eene groote menigte van in- gezetenen verpligten aan den Spanjaard. Hy fprak nog eens met Richardot, dien hy zogt te beweegen, om 't punt van den Godsdienst zo fterk niet te dryven ; alzo 't, zeide hy, onredelyk was, dat men den Staaten hierin de wet wilde ftellen. Hy gaf hem hoop , dat men, na 't fluiten van 't verdrag, veelligt, by wyze van verzoek, iets meer zou können verwerven. Doch Richardot gaf te verftaan , dat zy niet ver- anderen zouden. En als Jeannin hernam, dat de oorlog dan onv'ermydelyk was, ant- woordde hy , zulks niet te können gelooven. Daarna, fprak Jeannin met de Staatlche Ge- magtigden , welken hy zogt over te haaien oin , ter bede des Konings van Frankryk • eenige vryheid aan de Roomfchen te gun- nen. Doch zy verklaarden , dat zulks , voor als nog , onmogelyk gefchieden kon, zonder beroerte te verwekken in den Staat i».
(k) Grotii Hill. Lih\ XVII. p. 541.
|
||||
XXXV. Boek. HISTORIE. 359
(V). De Gemagtigden, daarna, verflag van 1608.
alles gedaan hebbende ter algemeene Staats- -------
vergaderinge , vonden de Leden zo verbit- De Staa-
terd tegen de Spanjaards, dat eenigen , *en b,ree" openlyk , zeiden , dat zy hen hadden zoe- hande- lten te misleiden; dat men, terftond, alle ïmgaf. handeling afbreeken , de wapenen opvat- ten , en den kryg fterker voortzetten moest, dan immer te voeren («')• Tot het af- breeken der handelinge , werdt, eenpaarig- lyk, befloocen. Men ftelde eene verklaaring op , gedagtekend den vyfentwintigften van Oogstmaand ; waarin vertoond werdt, j, dat de Staaten, door menige ondervin- ?, ding geleerd, met regt, gevreesd had- ?? den , in Vredehandeling te komen met n de Spanjaards ; dat zy , nograns , eerst j, daartoe aangezogt zynde , hnnne mee- 5, ning, terftond , klaarlyk hadden voor- „ gedraagen ; dat de vyand, daarentegen, ., veelerlei lagen en konftenaaryen in 't 5, werk gefield hadt, om het regt en den ?, klem der vryheid , hun zo dikwils toe- 1, geftaan , door punt op punt, te befnoei- „ jen en in te trekken." Voorts , ver- haalden zy, in 't breede, hoe zig de gant- fche handeling, van 't begin tot aan 't ein- de , toegedraagen hadt : waarby zy, ein- delyk, eene verklaaving voegden , dat de handeling, van nu aan , afgebroken was. Men leverde den Spaanfchen gezanten een ■ Af-
Cv") Ncsfiliat. de Tbann. Tom. TI. p. 397, 40?., 407.
Qiv~) Ncjotiat. di ]bai«n Tom. II. p. 404. Z 4
|
||||
36o VADERL. HIST. XXXV. Boer;
i6q8. Affchrift van deeze verklaaring. Zy begeer-
-------den eenigen tyd, om 'er zig op te beraaden
(#) • en nu was men , naar veeier gedag-
ten, op 't punt, om den kryg, feller dan te vooren, ontfteken te zien, toen dcFranfche en Engelfche gezanten een Beftand voorlloe- gen , waarvan wy 't gevolg , in 't naast© Boek, ftaan te verhaalen. (f 3 JftlETEREN XXX. Boek, ƒ. 570j 571-
|
|||||
V A-
|
|||||
VADERLANDSCHE
II ISTORIE.
ZESENDERTIGSTE BOEK.
|
||||||
INHOUD.
I. Gelegenheid tot het voorßaan van een veel-
jaar ig Beßand. bizigten van Henrik den IV. Maurits begroot de krygskósten. W.Eer- ße fpraak van een Beßand. Koning Henrik zoekt eenigen hier te Lande te winnen, door gefchenken. Oldenbarneveld aanvaardt een geßchenk van Frankryk. III, De Fr an [die en Engel/ehe gezanten flaan een Beßand voor. Richardot vindt zwaarigheidin de voorwaar- den. Gejchriften tegen V Beßand. Prins Maurits yvert 'er ook tegen. Nadeelen voor hem, uit het zelve, te wagten. Men be- fluit de voorßagen te hoor en. IV. Gevoelens der byzondere Gewesten over V Beßand. Zee- land is 'er tegen. Maurits fchryft aan de ffollandßche Steden. Hy wint aanhang. V. Nieuwe voorflag der Spaanfchen. Zy neemen hun afßcheid. Scherpe, taal van Richardot. VI. De uitheemfche gezanten binden de han- deling aan. Misnoegen van Prin/è Maurits. VIL Richardot laat zyn heimelyk Berigt- [chrift agter. Inhoud van het zelve. Vlil. Z 5 Na- |
||||||
36a VADERLANDSCHE XXXVI. Boek,
Nadere ultbïeding der Aartshertogen. Jean-
nin ontwerpt de hoofdpunten van een Verdrag. IX. Hy doet eene wydluftige Redevoering, tot aanpryzing van het Befland. X. Hy we- der legt den Brief van Prinfe Maurits aan de de Steden «fchriftelyk. U^nwoods hevige twist met Prinfe Maurits. XL Tweede Brief van den Prinfe. Hy doet een'' keer door de Ste- den. Schimpfchrifter. tegen Oldenbarneveld en Aarfens. De Advokaat legt zyn ampt ne- der. Herneemt het wederom. XII. De mee- ße Leden van Holland fiemmen voor V Be- fland. Henrik de W.fchryftaan Prinfe Mau~ rits, tot aanpryzing van V Befland. X11I. Zeeland blyft ""er tegen. Hevige twist mei dit gewest. Ernflige rede van Jeannin tegen de Zeeuwen. Spencer bevestigt dezelve. XIV. Invloed deezer redenen. Jeannin fpreekt met Maurits,en verzoent hem met Oldenbarneveld. De Prins verandert in V ftuk van^tBefland^ XV. Gerügt, dat Fiüps de HL V Befland verwerpt. De tVapenfchorfing wordt ver- lengd. XVI. De Aartshertogen beweegen Filips den III. tot het Befland. Adolf van Nasf'au fneuvelt. Rooveryen , omtrent de Straat. XVIL Delft en Amflerdam be- willigen de laatften in V Befland. Ook Zee- land. Befluit der algemeene Staaten. XVIII. Onderhandelingen te Antwerpen. Twist over den titel van Hoogmogende Heeren, over de Indifche vaart en aitdere punten. Dood des Hertogs van Kleeve Het twaalfjaarig'Be- fland wordt getekend. XIX. Inhoud van het verdrag, deswege gemaakt. Heimelykepunten. |
||||
XXXVI. Boek. HISTORIE. 363
XX. Frankryk en Groot ■ Britanjc verklaa-
ren zig voor waarborgen van V Befiand. XXI. Prins Maurits wordt fchadeloos ge-
field. XXII. Handeling over 't veranderen van den vorm der Regeeringe. XXIIi. Te- genwoordige gedaante derzelve. Gebrek, en ' middel ter verbetering. De handeling blyft
fieeken. XXIV. Filips Willem verzoent Don Emmanuel met Maurits, Verdeding der nalaatenfchap van wykn Prin/è Willem. XXV. Onderhandeling over het aandeel van elk gewest in de gemeene lasten. XXVI. Jeannin levert een Vertoog in ten voordeele der Roomschgezinden in de Vereenigde Ge- westen. XXVIL Filips de III. bekragtigt het Befiand. |
||||||
eedt meer niet dan twee dagen, na itfoS.
dat de algemeene Staaten beflooten-------■
hadden , de Vredehandeling af te breeken ; I«
wanneer de uitheemfche Gezanten hun en {fefdefen* den Spaanfchen een Beftand voorfloegen en het voor- aanrieden. De voorflag kwam van Jeannin, flaan ea die , federt eenigen tyd , de Vredehande- »anraa- ling aan 't haperen ziende , zyne gedagten ^° **r'n. op een Beftand hadt laaten gaan. Zyne jaarïg jongfte reis naar Frankryk hadt , on- Beftand. der anderen , geftrekt , om den Ko- ning tot het aanraaden van een Be- ftand over te haaien. Doch hy hadt 'er nog geheimer inzigt mede gehad. En 't zal hier niet te onpas komen , eer wy voort- gaan , van 't een en ander eenige nadere opera;:«* te doen. Wy
|
||||||
364 VADERLANDSCHE XXXVI. Boek
1608. Wy hebben, te vooren (<?), gemeld,
-------• dat Koning Henrik zynen gezanten, by hun
Jiuigten berigtfchrifc, gelast hadt, tot vrede, of,
van Hen- ^on men deeze njet verkrygen, tot oor- IV. en '°§» en geenszins tot beftand te raaden. Het groot oogmerk van verfcheiden' Mo- gendheden van Europa, en vooral van den Koning van Frankryk was, tegenwoordig , de magt van Spanje, die, van.Keizer Ka- rels tyden af, elk in 't oog gefteken hadt, te verminderen : 't welk men oordeelde, best te können gefchieden , door middel van den Nederlandfchen oorlog, die, hier- om , door Frankryk en Engeland, openlyk en onder de hand, van vroeg af aan , ge- voed was. Doch Koning Henrik, met ver- fcheiden' in- en uitheemfche oorlogen be- lemmerd , vondt, eindelyk , zyne ichatkist zo ledig , dat hy verlangde , ontllaagen te worden van de kosten , welken de Neder- landfche oorlog hem veroorzaakte; zo 't op zulk eene wyze gefchieden kon, dat de Vereenigde Gewesten , by verdrag, afge- fcheiden werden van Spanje ; 't welk niet behoorlyk, dan door een volkomen ver- drag van vrede , fcheen te können gedaan worden. Hy befloot dan, terftond, zig te fteeken in de Vredebandeling, die, door de Aartshertogen , geopend was, verfterkende de Staaten in de gedagten, met welken ze toch reeds geheeüyk ingenomen waren, van geene vrede te maaken , dan waarby hun- ne vryheid en onafhangkelykheid erkend werdt,
|
|||||
C<0 XXXV. /loei, tl. z6d.
|
|||||
XXXVI. Boek. HISTORIE. 3Ó5
werdt. Hierdoor, zou, dagt hy, zyn groot ,6og,
oogmerk, de verkleining van Spanje, zo wel _____ als door den oorlog , bevorderd, en hem, . daarenboven, gelegenheid gegeven worden, om voordeelige verbonden te fluiten met de Staaten, en, door den tyd, veelgezags, zo niet de Opperheerichappy, te verkry- gen over de Vereenigde Gewesten. By 't fluiten van een Beftand, fcheen zulk eeue er- kentenis van 's Lands vryheid van geene ge- noegzaame kragt te zyn, immers niet langer dan het Beftand duurde: 't welk eene van de redenen was, waarom de Koning eer tot oorlog dan tot beftand geraaden wilde hebben. Doch toen men begon te zien, dat 'er
geene Vrede , of redelyke voorwaarden , te fluiten was , kreeg de zaak een ander aanzien. Henrik de IV. zou, volgens zyn voorgaande befluit, tot oorlog hebben moe- ten raaden : doch hierdoor zou hy zig in de noodzaaklykheid gebragt hebben, om de Staaten fterker te onderiteunen , dan tot nog toe gefcbied was. De Staaten hadden hem den ftaat van oorlog, ontworpen door Prinfe Mauiïts en den Raad van Staate , voorgelegd, en daaruit getoond, dat hunne inkomften , vermeerderd met 's Konings gewoonlyken onderftand, op verre na, niet konden toereiken, om den oorlog, met ge- noegzaame hoop op eenen goeden uitflag, te voeren. Hoewel men, hier, in 't voor- Men be- bygaan , aanmerken mag, dat zy, die vre- weegt de zogten , den Prins, looslyk, bewoogen ^jins. had- ioosiyk'
|
||||
S6Ó VADERLANDS CHE XXXVI. Boek;
i(Jö8. hadden, om de kosten des krygs wat hoog
------- te begrooten, als moest zulks dienen,om den
om de bondgenooten meerder onderftand af te drin-
kosfen te gen : en dat hy' t0en 'er uit volSde' dat men
hoogte fteI'ker riedt tot vrede of tot beftand, door begroo- het verminderen van den ftaat des ooiiogs,
ten. de konftenaary van Oldenbarneveld en de zy- nen, te laat, hadt zoeken te vermyden (£). Henrik de IV. zou egter, naar 't fchynt, be- flooten hebben, om de Staaten, met twee millioenen guldens 'sjaars, by te ftaan, zo Jakob de I., daarby, een millioen hadt wil- len voegen (O* Doch alzo deeze zig met geene kosten belasten wilde, en Henrik gee- nen zin hadt, om ze alleen op zig te neemen, was de oorlog onuitvoerlyk, en fcheen'er, zo de vrede niet te treffen ware, geen an- der middel over te fchieten , dan een be- ftand (d): waartoe men, reeds in 't begin der handeling, wist, dat de Spaanfchen neig- den (e). U. Jeannin en Oldenbarneveld, al ras voor- Ëerfle zjen hebbende, dat men geene vrede zou
vatTe-n bonnen ^u^en ■> fpraken , reeds in den zo* liefland. mer des voorleeden jaars 1607 , over een beftand, en waren 't eens, dat men 't niet maaken moest, zonder daaiby de vryheid der Vereenigde Gewesten te doen erken- nen (ƒ). Ook fchreef 'er Jeannin over * aan den Koning (g). En toen, in Zomer- maand (J) C.uoTH. Hifr. Libr. XVH. p. 540.
£c) Negotiat. de Jeannin Tom. i. p. 215.
trf) Negotiat. de Jeannin Tom. I. p, 225.
CO Neyotiat. de Jeannin Tom. I. p. i.-,j.
Cf) Negotiat. de Jeannin Tem. 1 p. io%. Turn. l\\. p.zo^i
(.£; Negotiat» de Jeannin Turnt II. p. i6<j, 174.
|
||||
XXXVI. Boek. HISTORIE. 367
maand deezes jaars, de handeling aan 't ha- 1608;
peren was, deedt hy een' keer naar Frank----------
ryk om 'er zynen meester mondeling over
te onderhouden. Hy beduidde hem , ligte- lyk, dat een beftand, waarby 's Lands vry- heid erkend werdt, van gelyke nuttigheid was, voor 's Konings belangen , als eene vrede, en keerde, eerlang, met last , om tot zulk een beftand te raaden (A) , her- waards. Doch alzo Jeannin voorhadt, den Ko- Da Ko-
ning , na 't fluiten van 't Beftand, groot ning van gezag te bezorgen, in de Vereenigde Gewes- ^e'kt^ ten (O? handelde men ook, omftandiglyk, aanhang, over de middelen , om hiertoe te geraaken. hier te Men was 't eens , dat zyne Majeileit zig, ï-ande>te door gefchenken , jaargelden en anderewinnea" gunstbewyzen , vrienden moest maaken , in den Vereenigden Staat. Jeannin hadt hem, onder anderen, geraaden, den Huize van Nasfau, en vooral Prinfe Maurits , te be- gunftigen ; fchoon hy vastftelde, dat de Prins geen jaargeld aanneemen zou, om geene agterdogt te geeven aan de Staaten (£). En Henrik hadt zig, hiertoe, reeds voor eenigen tyd, genegen verklaard; maar hy wilde den Prins, voor 't fluiten van, 't verdrag, geen jaargeld doen aanbieden (7). In de tweede plaats, zogt hy Oldenbarne- veld te winnen; Jeannin, al vroeg, verlof gee-
Q/ij Seconde Iiülr, dans ks Ncgotiat, ite Jeannin Tom. I.
CO Ncgotiat. de Jb/\nnw Tom. III. p. \yj.
CÓ Negotiat. de '][ijann)N Tom. I. p. 329, 4.14. (.0 Negotiat, de Jeannin Turn. 1. p, vjz, 35«, 433. Tom. Cl- f. 15, 133. |
||||
368 VADERLANDSCHE XXXVI. Boek»
|
||||||||||
160S. geevende , om deezen een aanzienlyk jaar*
-------geld van twaalfduizend guldens te beioo-
ven : hoewel hiervan niets kwam, voor dat
Jeannin wederom in Frankryk geweest was. Beide de Zoonen van Oldenbarneveld wa- ren , midlerwyl, aan 't Franfche Hof, met Hy doet waardigheden vereerd (m). En na dat Jean- neu ge- nin , uit Frankryk, te rug gekeerd was , fdicnk boodt hy den Advokaat een gefchenk aan, denbat- van 's Konings wëge : welk, na lang wei- neveid. geren , aangenomen , en, door den Advo- kaat zelven , naderhand, op omtrent twin- tigduizend guldens, begroot (n) werdt. Om- trent anderen, hadt hy diergelyken last (0); doch hoe hy daar ontvangen wierdt, is my, nergens , klaarlyk , gebleeken. De woor- den van zyn Berigtfchrift, die op dit doen van gefchenken zagen, zyn , nogtans , te opmerkelyk, dan dat wy ze, hier, niet ge- heellyk zouden invoegen. Jeannin hadt den Geheime Koning gevraagd ?> of hy niet goedvondt, hst van w dat men Prinfe Maurits en Graave Wil- ^nmn' „ lem jaargelden aanboodt , en verklaar- Jiet doen ■)■) de, wat hy voor hun doen wilde, in ge- van ge- „ val hy, met hunne hulp, meester van den fchen- n Vereenigden Staat mogte worden ? ook, |
||||||||||
ken.
|
||||||||||
„ wat hy, in gelyk geval, voor den Heere
„ van Barneveld begeerde te doen ? " Waar- op de Koning, met deeze woorden, geant- woord hadt: In geval van Frede of'veeljaarig Be-
(nij tfegotiat. de JeanN. Tuin. tl. p. 44, igf), 225; 237■•
293, 33 3. 3371 3Ö3.' (,/;") G. Buandt Hill, der Rechtspleg. over Oldenbarney.
enz. hl. «7, «8. O) Negotiat. de Jeann. Tom. II. p. 4-5, /jyii.
|
||||||||||
XXXVI. Boek. HISTORIE. 369
|
||||||
Beftand, zy aan Prinfe Maurits toegeftaan 160S.
een jaargeld van tienduizend, en aan ieder-----**»
der anderen twee, een van vierduizend gul-
dens. Voorts geeft zyne Majeßeit den Heere Jeannin vrykeid, om, tot het gemelde einde, aan de genoemde Heeren, en aan alle ande- ren, zulke gefchenken en jaargelden te beloo- ye», als hy noodig oordeelen zal (ƒ>). Uit welke woorden, klaar genoeg blykt, wat Koning Henrik, door zyne gefchenken, zogt. Sommigen, erkennende , dat de Advokaat "önder- gefchenken van Frankryk genooten hadtU zoek >of hebben zyn gedrag zoeken te verdedigen, ^", §i-'; met de noodzaakelykheid om 's Ronings gunst <je'nbar- te behouden, tot welvaart van den Lande, neveii : Zy voegen 'er by, dat andere zulke gefèhen- 7-'S VQ*-. ken zo wel en meer.genooten hadden , dan l|£t£??£ hy, en dat er, in deezen Staat, nog geene het aan-'" wetten vvaren, die zulk ontvangen van- ge- vaarden fchenken verbooden Qf). -Doch of deeze ™n het aanmerkingefi Oldenbarnëveld, in dit ge* f™v>- val, genoeg verfchooneh, oordeele de fthenk. onpartydige Leezer. 't Natuurlyk en ge- meen • befchree ven Regt fcheenen 't ontvan-r gen van gefchenken van uitheemfche Mo^ gendheden genoeg ongeoorloofd te verklaa- ren, al deeden zulks de Lands wetten niet: inzonderheid, daar men wist, of met grond vermoedde, dat zulke Mogendheden, door hunne gefchenken, gezag zogten in den Staat. Nogtans kan ik ook niet voorby, tot verdediging des Advokaats, aan te mer- ken, O) Seconde Inftr. Art. XI. dans Us Negotiat* de Jeann^
Tom. I. p. 46. (</) II. »e Groots Verantwoord. Cape XX. il, 290, i .,. IX. Deel, Aa
|
||||||
--
|
||||||
3?o VADERLANDSCHE XXXVI. Boek.
|
||||||
i6o%. ken, dat hy, naderhand, verklaard heeft,
------- het gefchenk van Frankryk ontvangen te heb- ben, in erkentenis van dienften,den Koning, in vroeger' tyd, beweezen, en in gevolg ee- ner belofte, hem reeds, in den jaare 1598, gedaan; en dat hy nimmer , met iemant, over de opdragt der Heerfchappy aan den Koning van Frankryk, in onderhandeling ge- weest was (V). _ *[*• Zo dra Jeannin, met zulk eenen openly- fcheten' ken en geheimen last» te rug gekeerd, en,
Engel- daarop, de Vredehandeling, door de Staa- fche ten, afgebroken was, gelyk wy, op 't ein- gezanten ^e van 't voorgaande Boek, verhaald heb- ten een ben' vraagde hy den Engelfchen gezanten, Beftand of hun Koning, in geval van oorlog, ge- voor te zind zou zyn, de Staaten by te ftaan ; en Haan. verneemende , dat zy geen ander bevel hadden, dan om tot vrede te arbeiden, her- nam hy, dat 'er dan niets overfchoot, dan een veeljaarig Beftand voor te flaan: waarin zy bewilligden (.?). De Franfche en Engel- fche gezanten begaven zig , hierop , - ver- zeld van de Duitfchen, welken Jeannin ook, vooraf, gefproken hadt (Y), op den zeven- entwintigften van Oogstmaand, na de Ver- gadering der algemeene Staaten, alwaar Jeannin, uit aller naam, vertoonde „ dat „ de poogingen hunner Koningen en Vor- M ften, om den Staaten eene vaste en vol- j, komen' vrede te bezorgen, tot hun ieed- „ wezen , vrugteloos, uitgevallen zynde , <>) O. Bramdt Hift. der Rechtspl. il 87, 88, 90.
i$) Negotiat. de Ju annin Tom. ]I. p. 406.
Q) Negotiat. de Jsanmn Tom. II. f. &U |
||||||
'.,.....-■-
|
||||||
XXXVl.BoEK. HISTORIE. 37t
^ zy nu, volgens hunnen last, eenveeljaa- i$ö£;-
j,, rig Beftand voorfloegen en aanrieden, raids ——-1;
n het , op goede en veilige voorwaarden ,
j5 getroffen kon worden: onder welke voor-
j, waarden, zy rekenden, dat het gemaakt
fy werdt, als met vrye Staaten, op wel?
,, ken de Koningvan Spanje en de Aartsher-
jj togen niets eischten; dat zy, geduurende 't
j, Beftand, den vryen handel hadden, zowel
j, in de Indien, als in Spanje en in ds Ne-
„ der landen; en dat zy behielden , V gene
^ zy, tegenwoordig, bezaten: waarby men „
„ redelykerwyze, nog andere voorwaarden
jij zou mogen voegen. Dat zy wel voorza-
5, gen, dat de Vorften, met welken men zoij
„ moeten verdraagen, bezwaarlyk, tot
,j deeze voorwaarden , zouden te brehgeii
j, zyn; doeh dat, zo zy dezelven ver-
„ wierpen , het hervatten der wapenëri
?? regtvaardiger, en de byftand der bondge-
;), nooten pligtelykef en gereeder zou zyns.
„ Maar zo hunne partyen, in deeze voör-
5, waarden, bewilligden, zouden de böndge-
,, nooten niet dan met veel misnoegen zien
„ können, datze* door de Staaten, van de)
j, hand gewee.zen werden , inzonderheid 4
j? daar zy zig, tot het handhaaven van 't
j, Beftand , verbinden wilden, op gelyke
j, wyze, als zy, in geval Van vrede, be-
„ loofd hadden te zullen doen. Dat het
x Beftand den Staaten gelegenheid zou gée-
„ ven, om hunne zaaken in orde te breri-
jj gen, hunne fchulden af te doen, en hun-
jj ne Regeer ing te hervormen; en, als zy wel
% vereenigd bleeven , de gedaante van eë-
|
||||||
f'X.
%s§ËÊ
|
||||||
372 VADERLANDSCHE XXXVI. Boek.
|
||||||
i6o2. n ne volkomen' vrede verlcrygen zou. Dat
------- n de oorlog, daarentegen, zo groote zwaa-
„ righeden inhadt, en zulke geweldige kos-
„ ten vereischte, dat de bondgenooten niet w ligtelyk te beweegen zouden zyn, tot het n verleenen van" den noodigen onderftand, „indien men alle deeze zwaarigheden, te- * „ genwoordig, door middel van een Be- n ftand., voorkomen kon. Dat het misnoe- „ gen; welk zy thans opgevat hadden te- j, gen hunne partyen , hen niet beletten „ moest, den heilzaamen raad, die hun ge- „ geven werdt, te volgen («)." Dezelfde voorflag werdt, ten' zelfden dage, aan de Spaanfchen gedaan, die, zo wel als de Staa- ten, antwoordden, dat zy 'er zig pp beraa- den zouden. Zwaarig- Jeannin hadt, te vooren, met Riehar- hedea iü dot, gehandeld ; over de voorwaarden , w aVdT we^en oydagt voor te flaan? en zonder naar 't welken, hy zig verzekerd hieldt, dat de begrip Staaten geen Beftand zouden willen fluiten: van Ri- en deeze fcheen de meeste zwaarigheid te chardot. maaken, in het gedoogen der vaart op de Indien. Ook dagt hy, dat Spanje noode be- fluiten zou, om de Staaten voor vry te ver-' klaaren. Doch Jeannin begreep, dat, wan- neer by zulk eene verklaaring, niet ge- voegd werdt, voor altoos; men, na 't uit- gaan Ivan 't Beftand, niet zonder eenigen grond, zou beweeren können, dat de Ko- ning wederom tradt in zyn voorgaand regt O):
C«J Propof, des Ambasf. dans les Negotiat. de JeaNN^ Tos.;
Ut p. <|I2.
|
||||||
- .
|
||||||
XXXVI. Boek. HISTORIE. 373
|
||||
(V): hoewel hy, naderhand, den Staatfchen 760?.
zogt te beduiden , dat zulk een byvoegiel-------■
noodeloos was, en dat zy, voor vry erkend
wordende , zonder eenige bepaaling van tyd, begreepeh moesten worden, voor al« toos, vry verklaard te zyn (V). De voorflag van een Beiland, rugtbaar Naam-
geworden zynde, baarde, alomme, mer- ïoozege- kelyke beweegingen in de gemoeden. 't'fchnften Gantfche jaar door, hadt het blaauwboek- l^n jes en naamlooze gefchriften geregend, voorflag waarin men zwaarigheden opperde tegen van 't de Vrede. Nu kwamenze, in grooter me-1Je!liUll!' nigte, voor den dag, om 't Beftand haate- lyk af te maaien. Én 't hielp luttel, dat 'er, gelyk, te vooren, meermaalen, ge- fchied was , tegenwoordig, wederom, een fcherp Plakaat tegen uitkwam (ar); alzo het ftreng onderzoeken naar fchryvers en verfpreiders, voor ftrydig met de vryheid, aangezien, en daarom gemyd werdt. In fommigen van deeze fchrifren , werdt be- weerd „ dat, uit een beftand, verloop van „ ingezetenen , muitery, en , eindelyk , „ flaaverny te wagten was." Anderen ma- ten ten breedften uit w de trouwloosheden „ en wreedheden der Spanjaarden, in A- „ merika, in Spanje zelf, en in de Neder- „ landen betoond: " 't welk veelen nu onty- diger hielden , dan voorheen. Men haalde boeken aan, waarin geleerd werdt „ dat j, verbonden, ten nadeeïe van het Roomsen 5? ge-
Cr) Negotiat. de Je annin Tom. II. p. 420, 422/.
(V) Negotiat. A'Jeannin Tom. III. p. 5, Qc) Zis Groot-Plakiiatb. I. Dsel, ktfl. '437, Aa 3
|
||||
374 VADERLANDSCHE XXXVI. Boek.
|
|||||
ifio8. y> geloof, of, tusfchen Vorften en Onder-.
»
w verpligtten." Ook hadt men niet verge-?
ten, aan te merken v dat de vyand geeiie 5, regenten van Steden, geene ingebooren' 95 edelen, om te handelen , herwaards, ge-; „ zonden hadt, maar Italiaan en , Spanr w jaards, Monniken, de bedrieglykfte foort 5, van menfchen, die flegts kwamen befpie- M den, waar de Staat zwakst [en minst ver- M zekerd was. Zelfs fchimpte men , van 5, ter zyde, pp de Franfche en Engelfche „ gezanten , en op de voornaamile Leden 5j der Regeeringe, als hadden deezen zig 9 B door gefchenken, haten verleiden vaii „ hunnen pligt (y)," De brief van Lipfius, van welken wy, elders (z), gewaagd heb- ben, en waarin een beftand, als heilzaam voor den Koning van Spanje, werdt aan-r gepreezen, kwam, omtrent deezen tyd9 pok wederom in 't licht (a). Doch deeze Schriften vermogten meer op 't gemeen, Redenen dan op luiden van Regeeringe. Prins Mau- tegen 't rjts bragt redenen voort tegen 't Beftand, doorlld' ^e fterker op deezen werkten, en, door Priiife welken, hy ook de Majefteit van Frankryk Maurits, van de handeling des Beftands zogt af te tyse- trekken. Hy vertoonde deezen, fchrifte- *?£■!'• lyk „ dat een Beftand de Landen, nood- ,, wendig, moest doen vervallen, onderde „ Spaanfche heerfchappye. Dat men niet „ wist, of men, na 't eindigen van 't Be- M
Cy") Metb!r,en XXIX. /»->«*,ƒ. 556-558.
O) VJir. Veel, il. 415.'
C<0 P.ROTn Hift, Lik, X.YII. p* «42.
|
|||||
XXXVI. Boek. HISTORIE. §?f
J5 ftand, dezelfde vrienden zou hebben, als i<j»f;
n tegenwoordig. Dat Filips , wiens fchat---------
v kist nu ledig was, na 't uitgaan van 't
5, Beftand, in ftaat zou zyn, om den oor- „ log, met meer geweld, te hervatten. Dat „ de Landzaaten, gewend aan de rust, die 9i hun 't Beftand verfchaffen zou, daarna, w zig liever onder 't juk van Spanje begee- w ven , dan de wapenen wederom opnee- ; w men zouden willen. Dat men, geduu- Fï rende het Beftand, geen gelds genoeg zou 9i willen opbrengen, tot onderhoud der be- n zettingen, op de grenzen, en in Gelder- „ land, Utrecht, Friesland, Overysfel en n Groningen , gewesten, welker ingezete- n nen meest Roomschgezind waren, en ,5 welken, hierom, niet dan door over- „ magt, by de Vereeniging, bewaard kon- ,, den worden: gelykze 'er, voor 't meer- „ der gedeelte, niet dan door geweld en ?3 wapenen , toe gebragt waren. Dat, de 5, bezettingen in deeze gewesten verzwakt n Zynde , op derzelver getrouwheid , geen „ ftaat zou te maaken zyn, ten ware men, 9, aldaar, de vrye oefening van den Room- 5, fchen Godsdienst, onder 't oog eener 5, maatige bezetting, gedoogde: waartoe, „ nogtans, de Staaten, bezwaarlyk, zou- n den können verftaan. Dat men, einde- pj lyk, beginfels van tweedragt begon te 9, befpeuren , in de Gewesten en Steden, j, die, door rust en ledigheid, geduurende „ het Beftand, ftonden gevoed te worden, g en , eerlang, zouden uitbarften, tot o- Aa 4 n pea- |
||||
3# VADERLANDSCHE XXXVI. Boek.
|
|||||
,i5o8. ,? penbaare verdeeldheid, welke den vyand
------- n fchoone gelegenheid geeven zou, om de
,j fnoodften, of zulken, die reeds te hem-
„ waards neigden, om te koopen, tot be- v vordering zyner oogmerken (£)." Nadee- 't Was zeker, dat Prins Mannte merke- ligheid lyke nadeelen lyden zou, by 't Beftand, zo ^3"'' wel als by de Vrede, indien de Staaten hier- voor* den *n n*et voorzagen- 2yne iukomften hingen, Prinfe, voor een groot gedeelte, af van den oor- in 't by- log, en ftonden, in geval van vrede, mer- zonder, kelyk te verminderen. Hy genoot aanzien- lyke Wedden, als Kapitein- en Admiraal- Generaal: hy trok een tiende van den buit, . die op zee behaald werdt. Ook hadt hy zyn deel van de winst, die, uit de brandfchat- tingen en vrywaaringen , werdt getrokken, h Scheen, daarenboven, dat hy, in eenen tyd van vrede of beftand , minder noodig ware voor den Staat, voor welken hy, in oorlogstyd, zo' dienstig geweest was, en waarin hy, geplaatst aan 't hoofd van een aanzienlyk Leger, zo veel 'gezags gehadt hadt. Doch of deeze redenen den Érins ook ee- nigszins hebben doen werken tegen 't Be- ftand , is bezwaarlyk te zeggen» Vaster gaat het, dat hy, over 't byzonder nadeel, welk hy uit het Beftand te wagten hadt, niet openlyk geklaagd heeft (c). Ook was, van de zyde der Staaten, in Wintermaand des voorleeden jaars, reeds ter Vergade- rin-
e?0 Nejotiat. de Jfann. Tem. II. p- 479,431.' Toin. III,
(c) Negotiat. de Jeann. Tom. I. f. 184. Toxi, III. ?,
nfi, 176.; |
|||||
XXXVI. Boek. HISTORIE. 377
|
|||||
ringe van Holland voorgeflaagen, dat men, i<ïo8.
in geval van handelinge, verclagt zyn moest, -------.
om den Prinfe eenige redelyke vergenoeging
te geeven (ß). Maar de Staaten hadden meer dan ééne Rede-
reden , om den raad der uitheemfche ge- "en_' die zanten niet in den wind te flaan. Zy merk- t^^oèn ten aan „ dat de onkosten des krygs, zo neigen „ als. dezelve, in de laatftè jaaren, gevoerd tot het „ was , de inkomften der gemeene midde- Beftaud. 5, len , drie tonnen fchats ter maand, oi w vertrqffen. Dat deeze onkosten zelven n nog niet genoegzaam geoordeeld wer- 5, den ; alzo men nog zesduizend man, tot n bewaaring der ftroomen , boven het te- ,, genwoordig getal troepen , welk vyf- of 7, zesenveertigduizend man fterk was , en „ agt tonnen fchats ter maand kostte («), „ meende noodig te hebben. Dat de fchat- „ kist der algemeene Staaten negen mil- „ lioenen ten agteren was, en de byzon- •„ dere Landfchappen, te famen, tweemaal „ zo veel. Dat hier uit volgde , dat men ,, den oorlog, in weerwil der Koningen van „ Frankryk en Engeland, met geene hoop 5, van eenen goeden uitflag, doorzetten „ kon." Sommigen floegen wel voor 5) dat „ men de grenzen van den Staat affnyden, „ en alleen het hert des Lands befchermen „ moest': 't welk , met minder kosten, en „ zonder uitheemfche hulp , zou können „ gefchieden." Doch dit voorftel werdt, by
T.'O Refol, Holl. 4 Decemi. 1607. U. 3G5.
CO Foiez Negotiiu. de Jëanlj. Turn. II. 'p, 229. tem. III, ft 30:. Aa 5
|
|||||
3?3 VADERLANDSCHE XXXVI. Boek
|
|||||
1Ä08. by de meesten, te hard, en, zo het rugt-
——— baar werdt, ook zeer gevaarlyk geoordeeld. De vrees voor oneenigheid , na 't fluiten van 't Beftand, als of men, rust van buiten hebbende , inwendig niet zou können rus- ten , werdt, als ftrekce zy den Landzaaten tot al te groote fchande , voor ydel gere- kend : hoewel de uitkomst, daarna, der- zelver gegrondheid geleerd heeft. De mees- ten beweerden, dat men meer reden hadt, om te dugten , dat het gemeen , vernee- mende , dat men billyke voorwaarden van een beftand van de hand geweezen hadt, uit haat tegen de Regeering , weigeren zou de noodige lasten des krygs te draagcn (ƒ). Zy be- De algemeene Staaten beflooten, derhalve, fluiten, eenpaariglyk, op Zeeland na, den uitheem- gerTdaar- fcnen gezanten te antwoorden , gelyk zy , toe te op den dertigften van Oogstmaand , dee- huoren. den n dat zy gezind waren, naar voorfla- 5, gen van beftand te hooren , mids hunne 55 vryheid, by het zelve, niet onder voor- 55 waarden, of voor zekeren tyd ; maar 5, eenvoudiglyk en voor altoos bevestigd ,5 werdt (g). Eefluït De Spaanfchen, een en andermaal uitge- en voor- fteld hebbende , te antwoorden , op des ■fkg der voorflag der gezanten , gaven , eindelyk , fdielil* '*en berden van Herfstmaand, te verftaan 9 dat 'er geene hoop was tot zulk een ver- drag, als de Staaten begeerden. Zy fielden, daarentegen, op den negenden, voor „ dat » al'
(ƒ) Orotii IJifh Lih. XVII. p. 542.
C#) Negotiat. de Jeann. Tom. II. p. 431. Meter. XXX»
#*/**,ĥ 577-
|
|||||
XXXVI. Boek. HISTORIE. 379
„ alles blyven zou in den ftaat, waarin het, ifoS.
w tegenwoordig , ftaande de wapenfchor- ------.
nu iing , was , geduurende den tyd van ze-
j5 ven jaaren ; mids de Koning van Spanje w zig , binnen twee maanden , verklaarde , • K of hy de vaart op de Indien vry ftellen , 5, of, door de wapenen, betwisten wilde." j£y voegden hierby n dat 'er geene rede- ., nen zyn konden, waarom men de voet- je maals erkende vryheid der Vereenigde 5, Gewesten , op nieuws , begeerde ver- 5j klaard te hebben ; alzo zulks bezwaarlyk w te verkrygen zou zyn van den Koning w van Spanje, die, in dit opzigt, zo han- w delbaar niet viel als de Aartshertogen. ?, Doch zo de Staaten hierin geen genoe- n gen namen , verzogten zy tyd tot den ?? eerftcn van Wynmaand, om naderen last, 5, uit Spanje, te wagten (/&)•" 't Voorftel der Spaanfchen , door de uitheernfche ge- zanten , ter algemeene Staatsvergaderinge, overgebragt zynde , bleeven de Staaten by hun genomen befluit. Alleenlyk verklaar- den zy, den dertienden van Herfstmaand, op 't verzoek der gezanten 55 partyen den jj tyd van beraad , dien zy begeerd had- w den, te zullen.toeftaan; mids zy, daarna, ?? geen langer uitftel zouden verzoeken \ ^ maar , met den eerften van Wynmaand, ,, vertrekken," Doch dit befluit, hoe ftreng ook, was niet ftreng genoeg, naar 't oor- deel van Prinfe Maurits en vau de Zeeu- wen, (Ä) Negotiat, ie Jrann. 7"«;«. II, p. 439, 445, 4.18-459.
$*te$en. XXX. Spei, f. 57I y"f\ |
||||||
38o VADERLANDSCHE XXXVI. Boek.
. 160^. wen, die 'er geenszins in bewilligd had-
—— den (z). IV. In deezen tyd, deeden de afgevaardig-
Gevoe- den ter algemeene Staatsvergaderinge ee- lens der nen keer naar de byzondere gewesten, om, denTse- tot eene n'euvve handeling, nieuwen last te weneu^ haaien. De Regeering der byzondere ge- over 't westen verfchilde ook over 't ftuk van 't Beftand. Beftand. Gelderland, Utrecht, Friesland, Overysfel en Groningen, die 't meest bloot lagen voor vyandlyke aanvallen, neigden Zeeland 'er geheellylc toe. Zeeland , daarentegen , f cr beveiliad door de zee, verwierp het Be- ftand , t'eenemaal. 't Gevoelen van Prin- fe Maurits hadt ook veel invloed op dit gewest, hebbende hy, als eerfte Edele, eene ftem in de Staatsvergaderinge, en als Mark- graaf van Veere en Vlisüngen , de Regee- ringsbeftelling in deeze twee ftemmende Steden. Middelburg alleen fcheen tot het Beftand te neigen ; doch voegde zig egter naar de meerderheid. Wyders , beweerde dit gewest n dat men geen verdrag met j7 den vyand maaken mögt, dan met een- j, paarige {temmen ; hebbende wylen den „ Prins van Oranje deezen grondregel iu- „ gevoerd, om de gewesten te beter veree- 5, nigd te houden, en voor de overheer- „ fching van Spanje te beveiligen ( £ ) :" waaruit volgen moest , dat 'er geen beftand geflooten kon worden, zo lang Zeeland zulks tegenftemde. In Holland , v/aren de Ste-
(O Negotiät. de Jeannin Tom. II. p. 457.
f 4) Ncgoti«. a's Jeann. Tom. II. p. tfiz. Tem. III. p. 101,
|
|||||
'
|
|||||
XXXVI. Boek. HISTORIE. 381
|
|||||
Steden en de ingezetenen van elke Stad, on- i60|.
derling , van verfchillend gevoelen: hoewel -------
de meeste ftemmende Steden nog voor 't Be-
Hand bleeven neigen. Terwyl de gemoeden, hier en daar, aan Maurits
't vlotten raakten, rieden fommigen , die, fchryft voor den oorlog waren , Prinfe Maurits , |e?e" dat hy zig, openlyk en klaar, tegen 't Be- de^H^" ftand verklaaren zou (7). Hy deedt het ook, landfche federt, in hertige taaie niet alleen , maar, Steden, daarbenevens, in eenen Brief aan de Ste- ^8?j *5 den van Holland , gedagtekend den eenen- e twintigften van Herfstmaand. Hy vertoon- de in den zelven „ hoe hy, amptshalve , w verpligt, 's Lands meesten dienst te be- ,j hertigen, niet nalaaten kon , den Steden jj voor te houden , dat de vyand , onder t> eene fchoonfchynende aanbieding van „ erkentenis van 's Lands vryheid , getragt „ hebbende, tot handeling te komen , ein- 5, delyk, hadt doen zien, dat alles ftrekte, ,5 om de Staaten in te wikkelen, in eenen „ handel van beftand, geduurende 't welk, 5, hy zig in ftaat zou zoeken te ftellen, om „ ons te beoorloogen, als 't hem beter ge- w legen komen zou ; of, 't gene meer te w vreezen was dan de oorlog, om den „ Staat, door tweedragt en gefchenken, te 5, bederven. Dat de Landen, midlerwyl, gee- 5, ne verzekerde vrede hebbende, met de „ lasten des fcrygs bezwaard zouden blyven. „ Dat de neering verloopen zou , vooral „ zulke , die aan den oorlog vast was, en » die
CO Grot» Hifi. lik. XVII. p. 543« |
|||||
382 VADERLANDSCHE XXXVLBoê*.
1608. ?> die wel een derde der Ingezetenen voed-
■------» de : waaruit, terftond na , of misfchieii
» wel voor 't uitgaan van 't Beftand , niet
» dan een fchandelyk verdrag met den »vyand, en een flaaffche onderwerping ?> aan zyne heerfchappy te wagten was. j) Dat fommigen reeds begonden te fpree- j) ken van een beftand voor vier, vyf of 5j zeven jaaren te fluiten , ja van 't verlen- jj gen der tegenwoordige wapenfchorfinge 5, voor den tyd van een jaar, en dat flegts w met erkentenis van 's Lands oppermagt, w door de Aartshertogen alleen , die meer w niet dan Leenmannen waren van Spanje: j5 doch dat zulke voorflagen wysfelyk ver- j, worpen waren, by de Gemagtigden der 5, Steden : waarby hy vertrouwde , dat zy „ volharden zouden* Dat, zo Filips en de „ Aartshertogen waarlyk voorhadden af te 5, ftaan van de Öpperheerfchappy ; zy ook „ geene zwaarigheid behoorden te maaken, }, om zulks , met duidelyke woorden , te 55 verklaaren: dat men 't weigerde, bewees $ 55 dat men nog gezind bleef, om ons vroeg M of laat, onder 't juk te brengen. Dat „ zy dwaalden, die dreeven, dat men dee- 5, ze verklaaring niet noodig hadt ; wanï 55 fchoon wy ze, voor ons zelven, niet be- j, hoefden; was zy ons egter dienftig, met 5, opzigt op de uitheemfche Mogendheden» 55 die ons dan eerder voor vry zouden hou- 55 den. Ook zouden 'er de Ingezetenen zel- 5, ven door verzekerd worden , dat zy gee- $5 ne andere opgaande Zon te wagten had- 53 den. Dat zy zig van hun befluit niet ,i moes*
|
||||
XXXVI. Boek. HISTORIE. 383
J5 moesten laaten aftrekken , door het breed i50s.
55 uitmeeten van den nood der Landen, al---------
3> zo dit voorftellen van 's Lands nood zelfs
j5 bewees , dat men hen tot iet fchadelyks 53 wilde brengen ; zynde het niet gebruike- X) lyk, iemant tot iet, welk jn zig zelf voor- 5, deelig is , door den nood , te dringen. » Dat hy, in 't geeven van deezen raad, j, niet op zig zelven zag, noch op 't be- 53 lang van zyn Huis; maar, in navolging w van zynen Heere Vader , hoogloffelyker „ gedagtenisfe, alleen op 't welzyn van den 33 Staat. Dat hy hun hierom riedt, te bly- ,3 ven , by het Staatswys genomen befluit ,3 van den dertienden van Wintermaand, 3, laatstleeden , volgens welk, men in gee- ' ;, ne handeling van Vrede of Beftand wil- 33 de treeden , zonder dat 's Lands vry- 3, heid en Oppermagt, by dezelve, erkend y, werdt; en dat men, gefchiedde dit niet, „ de wapenen zou hervatten. Dat hy hun 3, vermaande , dat zy hunnen Gemagtigden „ ter Dagvaart wilden belasten, by dit be- 3, fluit te blyven, en met hem, in Lands- 3, zaaken, goed verftand te houden: gelyk, „ met wylen zynen Heere Vader, plag te 3, gefchieden , en gelyk, zonder roem ge- „ fproken , zyne langduurige dienden wel „ waardig waren : op dat de eensgezind- 33 heid, tot welvaart van de Landen, bevor- ,3 derd , en alle misverfland geweerd mog£ 3, worden: 't welk hem altoos zeer aange- ,5 naam zou zyn (?»)." Uit
£» Zifi dcezcn Bjief l>y Meieren XXX. Ä«*, f, §?a.
|
||||
"■"■■■
|
|||||
384 VADERLANDSCHE XXXVI.Boek.
i<5o8. Uit dit fchryvén , is af te neemen, dat
------- Prins Maurits, gelyk veelen, ten deezen ty-
de , van gedagten was, dat Spanje nimmer
de Opperheerfchappy over de Landen zou af- flaan, by 't Beftand; en dat hy hierom meen- de , zig genoegzaam tegen 't Belland te kan- ten, als hy te wege bragt, dat de Leden vast (laan bleeven op de erkentenis hunner vry- heid. De brief werdt, ondertusfchen , van eik niet eveneens opgevat. Sommige Re- genten , gewoon ter Dagvaart van Holland te verfchynen, vonden 'er aanduidingen in, die hunne trouw, in 't volbrengen van hun- nen last, verdagt maakten, by hunne mede- broeders (V). Veelen Prins Maurits fprak nu, dagelyks , open- vallen lyk , tegen het Befland : elk zoekende te denPrïn- 0Vertuigen, dat 'er 't bederf der Landen uit e toe' te, wagten was. Zyne bloedverwanten, huisgenooten en vrienden . volgden zyn voorbeeld (e): 't welk zo veel invloed hadt, dat verfcheiden' Steden van Holland zynes meeninge toevielen (ƒ>). Het aanwasfen der partye, die tegen 't Befland yverde, werdt, zelfs buitens Lands, ten breedllen, uitge- meten. In Frankryk , werdt, door iemant (1) , die , uit 's Prinfen naam, derwaards, . gezonden was, onvoorzigtig genoeg , ver- fpreid,
r«,y Oroth Hin. uk- xvir. p. 544. .. foj Ncgotiat. de Jeannw Tom. II. p- 4ty, /\GC>, 479.
(p~) Negotiat. de JbswnïN Tom. II. p. 462, 4g9- (1) Lambert wordt hy genoemd, in de Nesotia-
tions van Jeannin, Ik weet niet, of hy de Zeeolïïcier Lambert Henrikszoon , anders Mooi Lambert, of een ander van deezen naam geweest zy, Wicquefort {Ambaffad, Tom, II. p. 173.) noemt ligm Kapitein. |
|||||
XXXVI. Boek. HISTORIE. 385
fpreid „ dat de meeste Steden van Holland ufofk
?, en gantsch Zeeland eens waren met Prinfe------«
„ Maurits, die liever zou willen fterven, dan
„ in het voorgeflaagen Beftand bewilligen. „ Dat de andere gewesten de wet van Hol- „ land en Zeeland , willens of onwillens, n zouden moeten ontvangen. Dat Oldenbar- w neveld zyne misilagen begon te zien, en w Maurits gunst te zoeken. Dat hy en de w beide Aarfens den Staat verraaden had- <,, den. Dat de Advokaat en de Griffier w Aarfens groot gevaar liepen van hun lee- w ven, of, ten minfte, hunne ampten tê ^ verliezen (cf):" gerügten, om welken uit te ftrooijen, Prins Maurits zelf, naderhand, verklaarde , gantseh geen bevel gegeven té hebberu De Spaanichen , nieuwen last van Bras- %
fel bekomen hebbende , hielden verfchei- Nieuwe den1 byeenkomften met de uitheemfche ge- jer zanten , waarin zy aanbooden „ uit den spaatt- 55 naam der Aartshertogen , een beftand, fclien» j, voor zeven jaaren, door Europa, te wil- n len fluiten, met de Staaten, als met vrye 5, volken , waarop zy niets eischten ; be- y, loovendé , wyders , de zaak , derwyze, j, te zullen beleiden, dat Filips zig zulk een ». beftand gevallen liet." Doch de gezan- ten weigerden , eenen voorflag te doen , dien zy wisten, dat den Staaten , vooral te- genwoordig , ten hoogften, onaangenaam . zou zyn. Zy verzogten, dat de voorflag, Op deeze wyze , moge veranderd worden, H dat
($) tóegotiat. de Jeann. Tom. IJ. p. 524» 5«5.
IX. Deel. - Bb
|
|||||
•
|
|||||
386 VADERLANDSCHE XXXVI.Boek.
|
|||||
«fes. „ dat de Aartshertogen, zo in hunnen
-------„ naam, als in dien des Konings van Span-
Dien de ;) je, verklaarden , de Vereenigde Gewesten
gezanten (g noü^en en te erkennen,, voor vrye Staa- „ ten en Landen, waarop zy mets eiscnten, v en dat zy, in die hoedanigheid, met de- „ zelven handelden." Doch hierin konden de Spaanfchen niet bewilligen. Ondertus- fchen verliep de tyd, die hun vergund was, om zig te beraaden. De eerfte van Wyn- maand , op welken zy vertrekken moesten, was voor de deur. Nieuw uitftel te verzoe- ken , na dat de Staaten hun, zo ftreng, het Land ontzeid hadden , leedt. de Spaanfche grootheid niet. Nogtans zouden zy, gaarne nog agt of tien dagen, vertoefd hebben, zo 't de Staaten, uit zig zelven, of op 't aanraa- den der gezanten , hadden willen toeftaan. Doch de gezanten , bevroedende , dat de Staaten , tegenwoordig , te zeer, ontfleken waren , tegen hunne partyen , en dat Zee- land , in 't byzonder , een befluit genomen hadt, om geene Cïemagtigden, ter alge- meene Staats'vergaderinge , te zenden, voor dat de Spaanfchen vertrokken zouden zyn; oordeelden ongeraaden , zulk een onaange- naam verzoek te doen. Zelfs vermaanden zy de Spaanfchen, hun affcheid te neemen, op zulk eene wyze, als of zy allen handel De voor afgebroken hielden (f). Zy deeden 't, Spsah. en verfcheenen , ten dien einde , op den fchen dertigften van Herfstmaand , in de Verga- huTaf- derin<g der algemeene Staaten. Richardot fcheid.' voer- CO Negotiat. de Jiannin Tom. II. p, 4yi, 492, 494, 499.
|
|||||
XXXVI. Boek. HISTORIE. 387
|
|||||
voerde het woord: en, breed hebbende uit- 1608.
geweid, in den lof der Aartshertogen, die, -------
uit liefde tot de vrede, over punten van zo
veel gewigt waren heenen geftapt, befchul- digde hy de Staaten van onverzettelyke har- digheid, die oorzaak was, dat zy, gezanten, niet al te eerlyk, ten Lande uit gedreeven werden. Ik bezit, befloothy, den geest van scherpe waarzeggen niet, maar ik bedrieg my gewei tani van dig, of ik voorzie den dag reeds, waarin gy, Richar- vrugteloos , wenfchen zult, dat u, ander- .ot* maal, mögt aangebooden worden, V gene gy nu zo ßyfzinniglyk verwerpt, 't Bloed, welk, in V vervolg, ftaat vergooien te worden, zal . < u aan de misdaad van V verfmaaden der Vrede fchuldig verklaaren. Toen hy uit Am- hadt, nam Oldenbarneveid het woord, uit woord den naam der Staaten, verklaafende „ hoe ^nb?^' ~n ongeveinsdelyk zy, in alles, te werk ge- neveldl 55 gaan waren, niet veritaande in eenige han- ,5 deling te treeden, dan op voorgaande be- . 5, lofte van, geheel en al, in vryhëid gelaa- ,5 ten en erkend te worden, 't Was, ver- 5, volgde hy, hun, die hunne belofte niet ,5 konden of niet wilden naarkomen, alleen 55 te wyten, dat men geene vrede getroffen 5, hadt. En men mögt, met meerder reden, ,5 het bloed wedereifchen van hun, wier pla- 5, kaaten, Moediger- dan de wapenen zei ven, ,5 deeze Landen in de onvermydelyke nood- w zaakelykheid om te oorloogen gebragt had- 5, den, en van welker wreedheid, nog on- 5, langs, aan weerlooze zeeluiden en vis- „ fchers gepleegd, verfche voorbeelden n voor handen waren." In 't gelaat van Bb 2 Spi- |
|||||
S&8 VADERLANDSCHE XXXVI. Boek,
|
|||||
t£o8. Spinola, die, by dit affcheid neemen, tegen-
-------■ woordig was, meende men blyken te befpeu-
ren van de fmerte, welke hy, over 't af breé-
ken der handelinge, gevoelde (s). Hy en de anderen , de middagmaaltyd by Prinfe Maurits gehouden hebbende , vertrokken nog dien zelfden dag (>). Hun vertrek ftaat, in de Refolutien van Holland, aangetekend, met dit byvoegfel : God geve dat fe alhier geen quaet faet en hebben gelaten, daer van men met 'er tydt de effè£ien gewaer werde tot ruine van de/én Staat Qu). Vi. Dus was, naar 't zig uiterlyk liet aanzien, De uit- de handeling, ten tweedemaale, afgebro-
heem- ken _. en n0g volkomener dan te vooren , zanten6" naarcüen ^e Aartshertoglyke gezanten naar binden huis gekeerd waren. Doch die 't geheim de han- beleid der zaaken hadden, wisten beter, deling jeannin hadt voor, verflag te doen, ter al» gemeene Staatsvergaderinge, van 't gene 'er, laatftelyk, gehandeld was, met de Spaan- fchen. Doch hy ftelde zulks nog eenige dagen uit, voorwendende, de Gemagtigden van Zeeland te willen afwagten; fchoon hy, voornaamlyk, beoogde , ondertusfchen ant- woord te hebben , op zeker ontwerp eener verklaaring, aangaande de vryheid der Vèr- eenigde Gewesten , welk hy Richardot me- degegeven hadt (v). De Franfche, Engel- fche en Duitfche gezanten verzogten, nog- tans, op den eerften van Wynmaand, ge- hoos (O OiiOTH Hifi. Lihr. XVII. p. S44.
( t j Meteren XXX. Hoek, f. 573.
(«) Refol. HoU. 30 Sept. \6oü. bl. 223.
^'/) Negotiat. ds Jeannin Tom. 11. $. 493, 49?»
|
|||||
XXXVI. Boek. HISTORIE. 389
|
|||||
hoor ter algemeene Staatsvergaderinge: doch 1608.
zy begeerden toen anders niet, dan dat de-------
Gemagtigden van Zeeland befchreeven wer-
den , om, nevens die der andere gewes- ten , te verftaan het antwoord der Aarts- hertogen , op den voorflag der gezanten, en 't gene hunne meesters hun gelast had- den daarby te voegen. De Staaten ant- woordden, dat de Zeeuwen reeds befchree- ven waren; doch dat men 't nog eens doen zou. Daarna , vervoegden de gezanten zig by Prinfe Maurits, dien zy den zelfden voorflag deeden. Zy vonden den Prins zeer cinge- gramftcorig : onder anderen , zeide hy , noegen „ dat een beftand voor te flaan was den ~a" Prln*' „ Staat in den grond booren. Dat Holland rju> au~ 95 en Zeeland daarin nimmer bewilligen y 5, en de andere gewesten wel dwingen zou- „ den , om hen te volgen. Dat, als 'er w maar drie of vier Steden waren, die 't ,, Beftand verwierpen, hy , met dezelven, „ 's Lands vryheid verdedigen , en , ten 5, minflen, eenen eerlyken dood fterven 5, zou. Dat dit wenfchelyker was , dan , 5, door 't Beftand, binnen weinige maan- „ den , flaaven van Spanje te worden : 't M welk wel 't oogmerk was van hun , die ,j, dit werk eerst hadden aangevangen: doch „ 't welk hy wederftaan zou , al ware 't w zelfs met gevaar zyns leevens." Dit laatfte zag , voornaamlyk , op Oldenbarne- veld , dien de Prins wilde fchynen verdagt te houden van Spaanschgezindheid. Jeannin zogt hem, zagtelyk, neder te zetten: doch moest het, eincHyk, opgeeven. De Prins Bb 3 won |
|||||
590 VADEPJLANDSCHE XXXVI. Boek.
|
||||||||||
igo'8, won nu, langs hoe meer, aanhangers: waar-
■*=-----toe een vreemd voorval, terftond na 't ver- trek der Spaanfchen gebeurd , hem , zyns oordeels, zonderling te ftade kwam (w~). VH. Richardot , uit den Haage vertrekkende, Richar- hadt, by geval, of met voordagt, in de o- doc 'w Pen' ^aac^e van eene tafel; flaande in een mehk^" vertre^ van de herberge van Gooswyn Meurs- Beri'tu- kens, alwaar hy zyn verblyf gehadt hadt, fchrifc onder eenige andere papieren, gelaaten het agter. heimelyk Berigtfchrift der Aartshertogen, waarnaar de gezanten zig, in de gantfche handeling, te gedraagen hadden. Een knegt . van zynen huiswaard vondt het, en gaf het terftond aan Graave Jan van Nasfau, die, na Richardot, zynen intrek in 't zelfde huis genomen hadt. Graaf Jan vertoonde het Graave Henrik Fredrik ; die het Prinfe Maurits ter hand Helde. De Prins bragt het in de Vergadering der algemeene Staaten, alwaar 'er elk Lid een afichrift van nam (#). 't Leedt niet lang, of het fchrift kwam in openbaaren druk, en in ieders handen. Immers, op deeze wyze , werdt het gemeen worden van dit Berigt- fchrift, terftond, verteld en geloofd, fchoon fommigen vermoeden hadden , dat het Ri- Inhoud chardot, heimelyk, ontftolen was (y). In |
||||||||||
I
|
zelve.
|
6* -dit Berigtfchrift, werdt den gezanten , on-
|
||||||||
der anderen , bevolen „ goed verftand met
„ de Franfche , Engelfche en Deenfche ge- 5, zanten ; doch het geheim van hunnen jj last 5
(v~) Ncp.otisit. ile Jeannin Tum. II. f. 504, 50Ü»
l s ") Relbl. Holl. 2 Ociob. 1608. bl- 225.
(}') Negotii«, d* Jkannin Turn. 11. p. 505, 5.10, 5».
|
||||||||||
XXXVI. Boek. HISTORIE. 391
?) last, voor dezelven , bedekt te houden. 3gog„
55 Met Jeannin , moesten zy zig egter ge- ------;
5> meenzaamst maaken, hem, inzonderheid,
55 raadpleegende , over 't Huk der vryheid v> voor de Roomsch - Katholyken , het eer- » fte en voornaamlte, welk zy moesten 55 zoeken te bedingen : waarby zy ook een 55 deel der gcestelyke goederen moesten n tragten te rug te krygen. De vryheid n der Vereenigde Gewesten moesten ze , 55 onbefchroomdelyk , erkennen , zonder j) iets te zeggen , of te doen, welk den J5 Staaten argwaan geeven kon , dat de 55 Aartshertogen zouden willen aangaan, •>■) tegen de verklaaring , deswege gedaan; 55 aan welke , zy zig , in tegendeel, flipt 55 dagten te houden. Zo zy 't wedergee- 55 ven der Domeinen en erfgoederen niet 55 te wege brengen konden, moesten ze, in 5, de plaatfe derzelven , eene jaarlykfche 5, fomme zoeken te verkrygen. Na 't af- 5, handelen van deeze zaaken , van 't ftuk „ des Koophandels , van de geleigelden , ;, van de wederzydfche goederen , van de 55 uitwisfeling der Steden en Landftreeken jj en van de munte ; moesten1 ze den Ver- 5, eenigden Staaten , behendiglyk , door „ middel der Paltfifche en eenige andere 5, Duitfche gezanten , inboezemen, dat het 5, lighaam der Nederlanden magtig was, „ zo 't verbonden bleeve; doch van een ge- „ fcheurd zynde , gefchaapen fcheen , uit- „ heemfchen Mogendheden ten prooije te „ worden : dat zy, hierom , wel zouden. a doen, zo zy de Aartshertogen tot hunne B b 4 „ be-. |
||||
3pe VADERLANDSCHE XXXVI.Boes.
|
||||||||
*6o8. „ befchermers aannamen , of, ten minfte
«"-----„ zulk een verbond met dezelven flooten ,
^ volgens welk, elk, die een van beide aan-
?? tastte , beider vyand werdt. En zo men w ook dit niet te wege brengen kon, moest |
||||||||
5> men , immers , hierin zoeken overeen te
K komen , dat geen van beide de vyanden j, cies anderen, met raad of daad, zou mo- n gen onderfteunen , of gedoogen , dat ie- ?J mant zyner onderzaaten zig in der zei ver 5j dienst begavet" uit welk byvoegfel, men ziet, dat de Aartshertogen, fchoon zy de Staaten voor vry erkend hadden, nogtans, poogden te bearbeiden , dat deeze vryheid hun niet ten nadeele ftrekte: ja zelfs een gezag over den Vereenigden Staat zogten, welk hun , door den tyd, gelegenheid zou können geeven, om de afgeftaane heerfchap- py , wederom , te aanvaarden. Eindelyk , was den gezanten, by dit Berigtfchift, ook gelast n voor de belangen van den Graave 9i van Oostfriesland , van den Hertoge van „ Kleeve en van den Keurvorst van Keulen, „ behoorlyke zorg te drangen (z). Gedag- ' Men, geloofde , in 't gemeen , dat Ri- ten, over chardot dit Berigtfchrift, uit agteloosheid , Krisen vergeten hadt. Ook befchuldigde hy zig ' zelven , deswege , in verfcheiden' brieven, te gelyk klaagende, dat men het regt der volken gefchonden hadt, met het ver- fpreiden van zyn Gefchrift, welk hy, door tusfchenfpraak van Jeannin, zogt te rug te kry-
r?.~) Tnflrujfl. des Arclu'd. dans les Negotiat. de JeanNIM
7m. Lp. 54. ea by Meter. &XX. lio!k,f. 573 W« |
||||||||
XXXVI. Boek. HISTORIE. 393
krygen , en , zo ik meen, ook te rug ge- Kfos.
kreegen heeft (0). Doch veele opmerken---------»
den oordeelden, dat hy 't met voordagc ag-
tergelaaten hadt, om te doen gelooven, dat de Spaanfchen, in 't erkennen van der Staa- ten vryheid, ter goeder trouwe , gehandeld hadden, en,om den Vereenigden Gewesten, omtrent een verbond van onderlinge be- fcherminge, gedagten in te ftorten, die men hun , mondeling , zo vroeg niet, zou heb- ben können geeven. 't Blykt, ten minfte , dat de Aartshertog Albertus niet moeilyk geweest is, om dit voorval (b). 't Ge- fchrift werdt, hier, verfpreid, om den han- del der Spaanfchen , en vooral dien der Franfchen verdagt te maaken, in zulk een teder punt, als dat van den Godsdienst was. Doch fommige voorftanders van 't Beftand meenden , dat het hun zo veel goed als, kwaad doen kon. Terwyl de Duitfche gezanten , wien de VUL
handeling niet zeer behaagde, zig gereed Nadere maakten , om te vertrekken , hadden de Jjjj,!,1^ Franfchen en Engelfchen , uit brieven van AamW- Richardot, vernomen „ dat de Aartsher- togen. 55 togen een Beftand van tien jaaren zouden 55 toeftaan •, doch dat zy , ten opzigte der 5, vryheid, geene andere woorden gebrui- 55 ken wilden , dan die , in 't verdrag van 55 wapenfchorfing , ftonden:" welk laatfte niet overeen kwam, met de hoop , die Ri- chardot, op zyn vertrek , aan Jeannin ge- ge- (<0 Negoriat. de Jeannin Tom. II. p. S'6, 523.
C'O Netjotiat. de [eannin Tam. 1. p. 514. Tom. lil. p, ia3 Rf, 58. Grotii Hi'lt. IJVr. XVII. p. 545. Bb 5
|
||||
391 VADERLANDS CHE XXXVLBoek.
i6o3. geven hadt. Ook hadt Jeannin verwagt,
-------dat de Aartshertogen , in hunnen naam en
in dien des Konings van Spanje, zouden heb-
ben willen handelen , uit kragte der vol- magt , hun , door Filips, te vooren , ver- leend. Maar zy begeerden , tot nog toe , alleenlyk , te handelen , in hunnen eigen naam , doch zich fterk maak ende voor Fi- lips , met belofte , van 't verdrag , door hem, te doen bekragtigen (V). Nogtans ver- anderden zy, hierin , eerlang, van gedag- ten, en beflooten, ook in 's Konings naam, te handelen (d). In 't bevestigen van de vryheid der Vereenigde Gewesten , wilden zy zig nu ook bedienen van 't ontwerp van Jeannin, waarvan wy , hiervoor (e), gewaagd hebben , met uitlaating alleen van Ontwerp het woord erkennen (ƒ_). Volgens dit ont- «ier werp , ftelde Jeannin dan de hoofdpunten hoofd- van een yercjrag op, behelzende , behal- van'een ven de verklaaring van met de Staaten te Verdrag, handelen,,als dezelven houdende voor vry, dat Filips de keuze aan zig behieldt, of hy, in de Indien , beftand of oorlog begeerde; en , dat men, omtrent de grensfcheidingen en andere punten , waarover men veifchil- de, in eene nadere onderhandeling, over- eenkomen zou. Doch de Staaten, die be- geerd hadden , dat hunne vryheid en Op- permagt, voor altoos, erkend werdt, in zulk een verdrag, te doen bewilligen, hadt mer- ke-
(c~) Negoliat. de Jeannin Tom. II. f>. 513, 535.
( d") Ncgotiat. de Jeannin Tom. III. p. 22.
( e ) /;/. gl!6.
C/3 Ncgotiat. di Jeannin Tom. III. p. 23,27.
|
||||
XXXVI. Boek. HISTORIE. 395
Icelyke zvvaarigheid in (g). De Franfche en I(So8.
Engeliche gezanten, voor 't laatst, verzeld -------
van de Duitfchen, verfcheenen, ten deezen
einde, op den agttienden van Wynmaand, in de Vergadering der algemeene Staaten: alwaar Jeannin , uit aller naam , eene aan- fpraak deedt, die wy gewigtig genoeg ge- oordeeld hebben , om hier , vertaald , te worden ingevoegd. Dus ving hy aan: Mïne Heeren,
„ Wy hebben u , uit den naam der Ko- IX#
?> ningen en Vorften, onze meesteren, een Retb- » veeljaarig Beftand voorgeflaagen , op voering n voorwaarden , vervat in een gefchrift, ^JJJ^* » u, op den zevenentwintigften van Oogst- het'ne. n maand laatstleeden , overhandigd : welke ftand aan w voorwaarden ons zo heilzaam fcheenen te pry- n voor uwen Staat, dat wy verwagt had- zen- » den, dat zy , door ieder Lid van deeze „ uwe Vergadering , met veel genoegen, j, gehoord en omhelsd zouden zyn gewor- „ den. Nogtans, zyn wy onderrigt, dat » het 'er zo niet mede gegaan is; maar dat 55 dit gefchrift verfchillende beweegingen ,5 verwekt heeft, in uwe gemoeden: oor- 5, deelende fommigen , dat men 't Beftand, 5, als voordeelig, behoorde te aanvaarden. „ Anderen , daarentegen , en onder dee- 5, zen , luiden van den hoogften rang en „ verdienden jegens uwen Staat, hebben , „ dag aan dag, met heete en hevige drift, 55 geai-
QO Ncgotiat. de J&ANMN Tom. II. p. 39S>
|
||||
306 VADERLANDSCHE XXXVI Boek;
|
|||||
ï6o8. n gearbeid, om hét, als de aanftaande oor-r
■----r- n zaak van uwen ondergang, te doen ver-
?5 werpen. En om het nog haatelyker af te
j, maaien , heeft men 'er bygevoegd , dat jj het, door de listen en konftenaaryen uwer „' vyanden, ontworpen was : 't welk zo veel 9J is, als ons, die het eerst voorgefteld heb- 5J ben, verdagt te maaken van eenig wange- n drag, of, om ons zagter te handelen, te ju doen gelooven , dat wy niet omzigtig en ?? opmerkzaam genoeg geweest waren, 55 om te voorkomen , dat men ons ver- n kloekte. 5, Wy laaten, nogtans , niet na, het
w beste te gevoelen van derzulker yver n voor 't gemeene welzyn. 't Gebeurt zeer y9 dik wils , dat eerlyke en wyze luiden , jj fchoon zy allen een en het zelfde oog- 55 merk hebben , verfchillen, in gevoelens 95 en overleggingen van gewigt. Maar wy 5, bidden hun , het zelfde van ons te wil- ,5 len vertrouwen, en dat wy, in het voor-* ,5 ftellen van dit Beftand , voorgehad heb- 55 ben, uwen Staat dienst te doen en te be- 5> voordeden , niet uwen vyanden te be* 5, haagen. Ook is 't waar , dat de gezan-* ,5 ten der Aartshertogen ons , deswege , 55 zwaare klagten gedaan , en in de byeen- „ komften , met hen gehouden , dikwils , 5, verklaard hebben , dat zy nimmer een 55 Beftand fluiten zouden, op de voorwaar-r J5 den , in ons gefchrift vervat, welken zy „ zeiden, hun te nadeelig te zyn ; dat ook „ de Aartshertogen dit zelfde den twee Ko- 55 ningen, in Frankryk en in Engeland, 55 dooï
|
|||||
XXXVI. Boek. HISTORIE. 397
^ door hunne gezanten hebben doen be-
fo tuigen ; hebbende niets zo veel toege- ^ bragt, om de Aartshertogen over te haa- n len, tot het aanneemen en goedkeuren van j, ons gefchrift , dan dat zy gewaar gewor- „ den zyn, dat deeze Vorften meer begeer- w te toonden, om 'er iets by te voegen, in „ uw voordeel; dan dat zy 'er iets van zou- w den hebben willen aftrekken. „ De Aartshertogen ftaan dan nu toe,
» dat men , in 't eerfte punt, welk uwe ■o vryheid betreft, zo veel verklaare, als j) in de eerfte wapenfchorfing en in dit ge- 5, fchrift begreep en is : maar zy willen 'er » niets meer by voegen , onaangezien wy, j5 om ook den naauwstgezetten in uwen 55 Staat te vergenoegen , hun zulks , by y, aanhouding , verzogt en gebeden heb- 5, ben. Zy hebben ons geantwoord , dat „ zy niet verder verpligt waren ; dat dit 5j ook alles was , wat zy , met veele moei- j, te en na herhaalde weigeringen , hadden 5, können verkrygen van den Koning van „ Spanje: wiens Raaden meer neigden, om j, deeze handeling af te breeken , dan om n de hand te leenen, tot het fluiten van een j, verdrag, op de voorwaarden, welken gy ?, begeerd hadt. ,j Ook komt het ons voöf, dat uwe vry-
P, heid, niet flegts geduurende het Beftand, ,, maar zelfs voor altoos, genoegzaam ver- ,j zekerd is , door het gene zy u toeftaan ; „ zynde het buiten voorbeeld, dat, in dier- w gelyke veranderingen , die, door de wa- |
||||
398 VADERLANDSCHE XXXVI.Boek.
|
|||||
, i6o8, ,j penen, gefchieden, de Oppervorften, na
-■—T— ?) dat zy ontbloot waren, van hunne heer- y, fchappy, gedwongen zyn geworden, om, j, door eene openbaare verklaaring , eenen j, fchandelyken afftand te doen van hun regt M tot dezelve , ten ware zy, by ongeluk, 5j hunne vyanden in handen gevallen waren. „ Maar de Vorften , die u de vryheid toe- 5, ftaan, leggen niet, overwonnen, aan uwe ,,, voeten \ noch worden, door geweld en „ door den uiterften nood, gedrongen, om „ in uwe begeerte te bewilligen. „ De Zwitfers genieten , nog tegenwoor-
» dig , hunne vryheid , uit kragte van een ■)■) bloot beftand, zonder immer zulk eene » verklaaring , als men u aanbiedt, ver- ■)■) kreegen te hebben : en in de verande- n ringen, ten tyde onzer ouderen, in Dee- n nemarke en in Zweeden , voorgevallen , j5 zynde Koning Christiaan , by openbaar •n befluit, beroofd van zyne Staaten ; ver- 55 genoegden de Vorften, die in zyne plaats 55 gefteld werden , zig wel met dit befluit, 55 zonder hem, fchoon hy hun, naderhand, 55 als krygsgevangen, in handen gevallen ,5 was , te noodzaaken , om hun zyn regt 5, af te ftaan. Zy oordeelden, naamlyk, 55 dat zy hun regt tot de heerfchappy beter „ zouden können verzekeren, door het ge- 5, not derzelve , door een goed gedrag , ,5 en door het zorgvuldig behouden der s vriendfchap van maatige Vorften dan „ door eenig ander middel. En zy hebben 5, zig , inderdaad, vin 't nieuwlings verkree- ?7 gen
|
|||||
XXXVI. Boek. HISTORIE. 399
„ gen gebied, gehandhaafd. De verjaagde i6o3.
„ en beroofde Koning heeft zig, nimmer, in ------
55 zyne verlooren Ryken, können herftellen,
?5 onaangezien hy een Zwager was van Kei- 5, zer Karel den V, toenmaals den magtigften ?, Vorst van 't Christénryk. „ En om de waarheid te zeggen, gy doet
jj uwer vryheid zeer veel te kort, met ze, jj zo dik wils, in twyfel te trekken, en het r> regt tot dezelve , door zo veel zorg en jj twistens , te zoeken by uwe vyanden : e- •J5 ven of gy het openbaar befiuit, volgens 55 welk , gy ze , reeds zo lang , genooten 55 hebt, en welk, door het geluk uwer wa-. 55 penen , bevestigd is, niet voldoende en 55 wettig hieldt , zo 'er niet bygevoegd 55 werdt, 't gene gy van hun meent te ver- 55 werven: 't welk, nogtans, even nutteloos 55 zal zyn, zo dezelfde wapenen, door wel- 5, ke gy deeze vryheid verkreegen hebt, 55 en zo het goed gedrag, welk gy , in 't 5, gevolg, houden zult, u dezelve niet, ver- ,5 zekeren. „ Wy können ook niet gelooven , dat
55 men thans op deeze zwaarigheid ftaan ?, blyft, om dat men de uitdrukkelyke ver- 55 klaaring , die nu gevorderd wordt van 5, de Vorften, met welken gy handelt, voor 5, noodzaakelyk aanziet : maar om dat men 55 wel weet, dat zy u zal geweigerd wor- 5, den , wil men zig van deeze weigering, 55 als van een glimpig voorwendfel, be- 55 dienen , om 't Beftand te doen verwer- 55 pen, tot groot genoegen van hun , die « dit
|
||||
4oo VADERLANDSCHE XXXVI.Boek,
ifoa. „ dit liefst zagen; maar tot verdriet van vee-
------- ■„ Ie anderen in uwen Staat, en van ons zel-
5, ven , die 't Beftand voor zo voordeelig
„ houden , als anderen toonen bedugt te „ zyn, dat het u mögt benadeelen. De re- n denen van ons gevoelen hebben wy , in ,? gefchrifte , geiteïd , en , te gelyk , ge- „ antwoord , op de tegenwerpingen , ver- 9i fpreid in eenige gefchriften, die gang heb- n ben onder 't volk : op dat gy ze, mefc ?, meer gemak en naar vereisch van 't ge- w wigt der zaake, zoudt können naarzien eii )? onderzoeken. „ Na 't punt der vryheid , welk het eer-
5, lte is van ons ontwerp , volgt dat van „ den handel op de Indien , welk ook 55 toegedaan is* Maar de Aartshertogen j, begeeren, dat men den Koning van Span- 5, je drie maanden tyds geeve, om te kie- „ zen , of deeze handel, onder de wape- „ nen i of, met wederzydfche bewilliging, 5, gedreeven zal worden. Gefchiedt deeze 55 keus niet, binnen den beftemden tyd, 55 dan blyft alles zo als het tegenwoordig is, 55 zonder dat, ter gelegenheid van eenige 55 vyandlykheden 9 welken men, in de Indien, 5, zou mogen pleegen , het tegenwoordig 5, Beftand zal geagt worden gebroken te ,5 zyn. „ In de behoudenis van 't gene elk te-
55 genwoordig bezit, is geene grooter zwaa-
55 righeid : en vyat de andere punten be-
5, treft, welken men , tot wederzydsch ge-
. ,, mak, by 't Beftand zou können voegen ;
|
||||
XXXVi. Boek. HISTORIE. 4©«
5, wy hebben , desaangaande, een ontwerp i&s8.
j, ontvangen van den Prefident Richardot, zo -——- >? ver zy de Aartshertogen raaken: wy heb- 5,, ben ook het papier gezien , begrypende j, uwe eifchen, op de Vredehandeling: wy „ zullen daar uitneemen en byvoegen, 't ge- w ne, ten uwen nutte, zal geoordeeld wor- w den dienftig te zyn: in al 't welke, wy n niets vinden, welk de voltrekking van dit w goede werk zou können verhinderen, mids w raën, in de eerstgemelde punten, eens w blyve. „ Wat den tyd aanbelangt, dien 't Be-
j5 ftand behoort te duuren; de gezanten d&ü » Aartshertogen hadden ons * voor hun » vertrek , altoos , verklaard , dat zy geen! w beftand begeerden te maaken, dan voor" 55 zeven jaaren, ten langfte: maar zy heb- jj ben ons , federt, gefchreeven , dat de w Aartshertogen , op ons ernftig en aart- » houdend verzoek * beflooten hadden, den ;5 tyd, tot op tien jaaren, te verlengen. In- f) dien 't ons mogelyk geweest ware, zoü- pj den we 'er nog gaarne eenige jaaren heb- pj ben doen byvoegen 5 om dat uwe veilig- yj heid , voornaamlyk , afhangen moet var» ?, deezen langen tyd, en van het vreedzaam 9> genot uwer vryheid, geholpen door eeft n g°ed gedrag ; niet van de woorden, die to gy, met zo veele zorgvuldigheid, in uw n verdrag, wilt ingevoegd hebben. „ Wy bidden u dan , dat gy u fchikt
y, naar den raad, u gegeven, uit den naanf „, van Vorften , die zo veel zorg draageri IX. P e e i/. Cc ~ voor
|
||||
402 VADERLANDSCHE XXXVI.Boek.
55 voor uwe behoudenis; die zeer wel ondef-
5j rigt zyn van den Haat uwer zaaken , en jj die ervaarenis te over hebben, om te ver- ;, ftaan en te onderfcheiden , wat heilzaam 5, of fchadelyk voor u zy. Zy weeten wel, ?) dat de vrees van zulken , die oordeelen, 5, dat dit BeRand niet van alle zwaarigheden 5, en ongemakken vry zal können zyn, niet „ ydel is ; maar zy begrypen , niet min. „ klaar , dat de gevaarlykheden des oorlogs ff nog veel grooter zouden zyn : en dat n men de eeriten , door een goed en wys „ gedrag , ontwyken kan , daar de -twee- „ den onvermydelyk fchynen : of' ,zo 'er „ eenig middel zy , om 'er zig voor te „ hoeden ; dit middel al zo zeer afhangt „ van eens anders raagt en goedwilligheid, 5, als van u zelven en van uwe eigen' ver- jj molens. „ Wy vermaanen u', insgelyks, dat gy u
„ niet affcheidt van eikanderen ; maar dat „ elk , zyn gevoelen , door goede rede- „ nen , zonder drift en verbitterdheid, n verdedigd hebbende , zig laate over- j, tuigen; of zig, ten minften, -onderwer- „ pe aan 't befluit ,• welk > in 't gemeen, „ zal worden goedgekeurd : betoonende, „ door zulk een voofzigtig en edelmoedig „ gedrag , dat gy grooter liefhebbers zyt „ van den gemeeneh welftand, en van de ,j vereeniging, die ü, tot hiertoe, in voor- 53 fpoed bewaard heeft, dan geneigd , om „ uwe gevoelens te doen opvolgen , wan- „ neer zy verdeeldheid onder u te wege „ bren-
|
||||
XXXVI. Boek. HISTORIE. 403
j, brengen, en hierdoor, oorzaak zyn zou- ,<jöß.
ö den van het bederf van uwen Staat. ____ v Wy moeten u ook zeggen, wy, in 't
» byzonder, die, van wege den Allerchris- 33 telykften Koning , tot u afgezonden zyn3 •>•> dat wy onderrigt zyn geworden, dat fom- 53 migen , tot verkleining der agtinge, wel- 53 ke men verfchuldigd is aan den goeden n en wyzen raad, die u door zyne Maje- 53 fteit gegeven wordt, voortgaan met het 33 verfpreiden van losfe gerügten onder u, 33 als of de komst van Don^ Pedro de To- 53 ledo in Frankryk en deszelfs lang verblyf 33 aldaar 's Konings genegenheid te uwaards 33 veranderd, en te wege gebragt hadt, dat 53 wy zo fterk dringen, op het fluiten van 5, een beftand. Doch , dit is eene onbe- 5, fchaamde lastering van eenen Vorst, die ,3 zig, altoos, als uw waaragtige vriend ge- 5, draagen heeft, zonder naar eenig verbond 53 van vriendfchap te willen luisteren, welk 5, aan uwe veiligheid en behoudenis na~ „ deelig zou können zyn; en die nog dien n zelfden wil heeft, mids gy, van uwe 5, zyde, in het befluit, welk gy , op 5, den voorllag van een beftand, ftaat te 53 neemeu, zo veele agting toont voor 35 zynen raad , als zyne genegenheid te ?, uwaards , en de zorg, die hy draagt 3, voor uwe welvaart en voorfpoed, waar- 33 dig zyn. „ Gy kont u ook te binnen brengen, dat
3, üe moeite , die wy tegenwoordig nee-
?> men, om uwe rust te helpen bevorde-
Cc a 33ren,
|
||||
404 VADERLANDSCHE XXXVIBoek,
1608. „ ren, begonnen is , van den eerften dag
-------5, af, dat wy in deeze Plaats gelcomen
5, zyn; en dat wy, na dikw.'ls herhaald te
5, hebben, dat het gene voor u nuttigst was 55 zyner Majefteit aangenaamst zou zyn, 55 weinig laater , daarby gevoegd hebben, 55 dat wy, onderrigt van den ftaat uwer 55 zaaken, oordeelden, dat gy geen' beter', 55 geen' veiliger' weg inflaan kondt dan 55 vrede, op redelyke voorwaarden , te 55 fluiten, en zo deeze niet te verkrygen 55 ware, dat een veeljaarig Beftand nog be- 5? ter was dan de vernieuwing des oorlogs: „ al 't welk voorgevallen is, lang voor dat n men tyding hadt van de aankomst van Don Pedro de Toledo, in Frankryk. Wy hebben, op zo veele andere wyzen, doen blyken de fterke genegenheid van zyne 5, Majefteit, om u de vrede, of, by man- 5, gel daarvan , een beftand te bezorgen, 55 dat men ons veeleer veroordeeld heeft, 55 wegens onze groote drift, tot het een of 5, het ander , dan dat men gevorderd zou 5, hebben, dat wy 'er nog meer voor yver- 55 den. Doet dan zelven deeze lasteringen 55 en bedriegeryen ophouden : toont, dat 5, gy dankbaar zyt, en beter gevoelens hebt 55 van de zuiverheid en opregtheid zyner w Majefteit : anders zult gy hem, als met ,5 gewt'ld, onttrekken de begeerte, die hy „ heeft, om voor uwe zaaken te zor- „ gen <70." Na
|
|||||
(ä) Propof. Hans les Negotiat. ifc Jeannin Tost. III. p. 3*
|
|||||
XXXVI. Boek. HISTORIE. 405
|
||||||||
Na 't einde van deeze aanfpraak , die , ifo8.
met groote aandagt, gehoord werdt, las |
||||||||
men 't gefchrift, welk de gezant, te ge- x.
lyk , hadt overgegeven, en waarin de re- p?\f
denen , welken foramigen, en vooral Prins tüt we',
Maurits, die thans de Vergadering bywoon- derieg-
de (i) , in zynen brief aan de Steden, te- ging vm
gen 't Beftand, hadt bygebragt, omftan-'s?ri.nfai
diglyk , wederlegd werden. Onder ande- de^iot-™
ren, werdt 'er in aangemerkt „ dat men landrcha
„ niet vorderen moest , dat Filips en de Süden.
„ Aartshertogen iet van 't hunne afftonden,
„ alzo de Óppermagten, flegts beftjerders
„ zynde van den Staat , dien niet vermin-
„ deren konden , met benadeeling hunner
„ opvolgeren , door eenig verdrag, hoe
„ genaamd ; maar hiertoe , alleen door ge-
„ weid, konden worden genoodzaakt. Dat
5, men de erkentenis van oirafhangkelyk-
„ heid voor altoos vorderde , met opzigt
„ op de Vorften , die vrienden waren van
„ den Scaat; doch dat deezen, door hunne
„ gezanten , verklaarden , voldaan te zyn ,
„ met de erkentenis , die hunne partyen;
„ aanbooden. Dat het niet te: wagten was
„ dat de Koning van Spanje , geduurende.
5? 't Beftand , zig in ftaat zou zoeken te
5, ftellen, om den Staaten, daarna, een' fel-
n Ier oorlog aan te doen ; om dat jonge
„ Vorften zig zelden op fpaaren toeleggen,
„ en Filips zig, na 't fluiten van 't Beftand,
„ veelligt andere vyanden verwekken zou,
„die .
f O Ncgotiat. di Jeannin Tom, Hl. p. 37., Grotu Hilt.
I.ibr. XVU. p. 54S. Cq 3
|
||||||||
406 VADERLANDSCHE XXXVI.Bokk,
5, die zyne fchatkist zouden ledig houden 5
J5 waartegen de Staaten , geen nieuw ge- 55 bied zoekende , den tyd van 't Beftand ?5 zouden können befteeden , om zig , te- jj gen vyandlyke aanvallen , door ipaaren n en vergaderen, en door 't aangaan van 5, voordeelige verbindtenisfen , te beveili- » gen. Dat de Spanjaard , geduurende 't >j Beftand, zou können toeleggen op 't ver- n wekken van tweedragt in de Gewesten, n en daartoe gebruik maaken van de ver- w deeldheid, welker beginfels men reeds, 55 begon te befpeuren , was geene reden, „ om altoos in oorlog te blyven. Men „moest, tegen deeze listen, waaken; die ,, egter, in eenen tyd van vrede, en voor- w al in eenen tyd van oorlog, veel meer dan u, onder een bettand, te dugten waren. Dan n was men meer bezorgd, om vereenigd „ te blyven , en tegen vyandlyke aanfia- „ gen op zyne hoede, om dat men wist, „ dat 'er, op beftand, ligtelyk, oorlog vol- „ gen kon. Ook moest de geduurige ver- „ andering, en het groot getal der Wethou- „ deren in de Steden den vyand het 0111- ?, koopen moeilyk maaken. Dat 'er Krygs- w volk, in de bezettingen, vereischt werdt, „ geduurende het Beftand , was onbetwist- n baar ; doch niet, dat het volk onwilliger „ zyn zou, dan in eenen tyd van vrede , „ om de lasten, hiertoe noodig, op te bren- „ gen; mids men het, by tyds, en voorzig- „ tiglyk, daartoe, wist te bereiden. Dat j, het onderhouden van dit Krygsvolk niet te „ wege brengen zou, dat men niets uitwon „ door
|
||||
XXXVI. Boek. H I S T O R I E. 407
5, door het Beftand , om dat men 'er meer 1603.
5, dan de helft van de tegenwoordige kos- •-----
?, ten des oorlogs door zou beipaaren. Dat
5, Lipiïus den vyand een beftand aangeraa- 5, den hadt; doch niet zulk een, als waar- 5, over men nu handelde , en waarby 's 5, Lands vryheid erkend zou worden. Dat 5, de Gehdfche bevrediging , hoe kvvalyk 5, onderhouden, nogtans, zeer heilzaam ge- 5, weest was voor Holland , welk , door 't 5, verplaatfen van den ftoel des oorlogs, „ binnen weinige jaaren , op zyn verhaal 5, gekomen , en in ftaat geraakt was , om ., den kryg te blyven voeren. Dat men ?, zig niet moest ftooren aan de fchriften 5, tegen 't Beftand , die onder 't gemeen „ geftrooid werden , en enkelyk ftrekten, „ om 't volk op te hitfen tegen de Wet- w houders, zonder dat 'er de gemeene zaak ,, door bevoordeeld werdt', maar dat dee- ,, ze Vergadering de plaats was, waarin elk „ Lid zyn gevoelen vryelyk zeggen moest. j, Dat deeze Vergadering , uit de verfchil- „ lende meeningen, de beste moest kiezen, 5, en , behalve op de redenen , in dit Ge- „ fchrift voorgefteld, ook letten op ande- „ ren , die de voorzigtigheid , en de zorg w voor der Staaten belang verhinderden, „ voor te ftellen : anderszins , zouden zy, j, die van het ftrydig gevoelen waren, ,, en alles zeggen mogten, zonder te mis- x, doen tegen den Staat, te veel voordeels ,, hebben, boven de anderen (£)." Voorts, werdt
C k) Ecrit dans les Ncgwiat. de Jpannin Tom. UI. p. 9.
Cc 4
|
||||
4o8 VADERLANDSCHE XXXVI. Boek.
|
||||||
1608. werdt het Beftand den Raad van Staate ook
aangepreezen , door Winwood , die , vari |
||||||
Win- wege den Koning van Groot-Britanje , zk-
^oodd,n ting hadt, in deezen Raad. Hy vertoonde, Ra'ade" n dat de K°ning ■> ZW meester, hun niets van Staa- „ aanriedt, dan waarvan hy zelf een voor- te het n beeld gegeven hadt; dat de nood alleen ]3oftand w fe wapenen regtvaardigde , en dat zulke „ wapenen van God en van Godvrugtige „ Koningen begunftigd werden : doch dat 53 zy niet noodzaakelyk waren, als zy, met „ eere , konden worden afgelegd. Dat, al „ konden de Staaten den oorlog voeren j, met hunne eigen' middelen alleen, zy ?? egter niet behoorden van de hand te „ wyzen een Verdrag, waarby hun Gods- n dienst, Vryheid en Koophandel onge- 2, fchonden bleeven : dat ze , ten onregte s „ vreesden, voor 't gene, misfchien, na 't ö uitgaan van 't Beftand, gebeuren mögt, ,, terwyl ze de gevaaren des oorlogs , die „ veel nader by waren , over 't hoofd za- Raakt in „ gen (/)•" 0°k merkte hy, by deeze of een* tie- by eene diergelyke gelegenheid, aan „ dat vigen men, op de onderhouding van 't Beftand, Prinfe 5> gerust zyn kon , om dat er zyn meester
Maurits. „ en de Koning van Frankryk waarborgen j, van wezen zouden:" waarop Prins Mau- j, rits antwoordde n dat groote Koningen n zig niet altoos ernftig genoeg aantrokken j. de verongelykingen , die hunnen vrien- „ den werden aangedaan. Dat zy zelfs, „ fomtyds, redenen van ftaat konden heb- „ ben,
( O Groth Hifi. Libr. XVII. p. 54Ü«
|
||||||
XXXVI. Boek. HISTORIE. 409
|
||||
„ ben, die hen bewoogen, de beledigin- I(joS,
„ gen, welken men hunnen peribonen en-------
J3 onderdaanen aandeedt, te ontveinzen. Dat
„ men zulks, onlangs, hadt gezien in den „Koning van Groot-Britanje, die gelee- „ den hadt, dat men hem, zyne gemaalin, „ zyne kinderen en de voornaamften des ,j Ryks hadt zoeken te verdelgen; die ge- „ weeten hadt, van wien hem deeze ramp „ gebrouwen ware; en die egter niet hadt „ nagelaaten, deszelfs vriendlchap te zoe- „ ken , en te veripreiden, dat hy zig ver- „ zekerd hieldt, dat het onheil hem niet w uit dien hoek was t'huis gekomen." Win- wood werdt zeer toornig, om deeze uit- drukkingen. De Prins liet zig zelfs woor- den ontvallen, die Jacob den blaam van lafhartigheid of gebrek aan moed fcheenen aan te wryven. Winwood fchreef alles o- ver aan den Koning, die 'er zig, in eenen Brief aan de Staaten, zeer over beklaagde, vorderende, te gelyk, dat Prins Maurits hem, in den Raad van Staate, herftelling van eere deedt: waartoe de Prins niet te bewee- gen was; fchoon hij zig, daarna, in eenen Brief aan Koning Jak ob, ontichuldigde (tri). Ündertusichen, veroorzaakte dit voorval eenige verwydering tusfchen Koning Jakob en den Prinfe, waarin de Franfchen groei- den («). Midlerwyl, hadt Prins Maurits, zig voe- xr.
lende geraakt, door het gelchrift van Tean- Tweede ° J o . j . brief van
nm » den Prtn-
C»0 T. Hirch Ncgotiat. from 1592 tot irti/. p. 286, 9II7, Qu) Negotiat. de Jfannin Tom.' UU p, .251, 3*4. Turn. IV. p. ijtj. Cc 5
|
||||
4iü VADERLANDSCHE XXXVI.Boek,
1608, nin, eenen tweeden Brief gefchreeven aan
-------de Hollandiche Steden , gedagtekend den
f'o aan Je eenentwintigften van Wynmaand: waarin
fh»au<l" ^y ^en inhoud van zyn voorig fchryven Steden na^er aandrong en bevestigde. Hy ftondt ornftandig ttil, op het groot gevaar van verdeeldheid en omkoopingen door den vyand , die, fchreef hy , hier , dagelyks , meer aanhangers kreeg. En hy hieldt dit gevaar te grooter „ om dat 'er geene magt 5, noch gezag in 't Land was, welk 'er in ,, voorzien kon." Voorts drong hy, ge- jyk te vooren, op het blyven by het geno- men befiuit, om geen verdrag aan te gaan, dan waarby 's Lands oppermagt, voor al- toos, erkend werdt: en om, kon men dit niet bekomen, de wapenen wederom op te neemen. Ook beweerde hy, dat de zaak van' 't Beftand, volgens de Ütrechtfche Ver- leniging en andere overeenkomsten, niet by meerderheid van ftemmen kon worden afgedaan; maar, noodzaakelyk, eenpaarig- Hy doet heid vereisclite (0). De l^rins liet het niet £e^ by deezen brief, maar, kort na 't afvaar- ji^r'dee. digen van den zelven, uit den Haage ver- ze Ste- reisd zynde, om zynen Broeder, den Prins tien. van Oranje, te ontmoeten, deedt hy een' keer door de Hollandiche Steden, zig, al- omme, véele moeite geevende, om de Re- genten derzelven te overtuigen, dat men geen Beftand maaken moest, dan waar- by 's Lands ■vryheid, in klaare bewoor- din-
(0) 7.h eene Overzetting van ctiezcii Brief ia de Ncgotiat.
Ä J kann in Tom, Jll. 1'. 2~, |
||||
XXXVI. Boek, HISTORIE. 411
|
|||||||
dingen en voor altoos, bevestigd werdt (p). 1608,
's Prinfen brieven en verfcheiden' fchrif- |
|||||||
ten van minder gewigt, die, van tyd tot Olden-
tvd, in 't licht kwamen, verwekten, door ba™e" » r-1 r 1 1 • ■ • j veld en de
t gantfche Land, eene bystere gisting m de Aarfens
gemoeden. In deeze fchriften, fchroomde worden , men niet, lasterlyk te fpreeken van Kor--«»et vin- neiis en Francois Aarfens, en Oldenbarne- "^e veld door te ftryken, als eenen fmeederfchriften van verderfelyke aanflagen, gelyk men 't aange- * Beftand hieldt te zyn. Men vertoonde hem, iast> als een' man, die, door't groot gezag, welk hy zig verkreegen hadt, mannen van veel hooger' ftaat lastig viel, en zulken, die met hem gelyk moesten ftaan, te verre boven 't hoofd gewasfen was. Op eenen vroegen mor- gen, vondt men, voor de deure van zeke- ren Bode in den Haage, drie brieven, ge- rigt aan de Staaten van Holland, aan de algemeene Staaten, en aan Reinier Pauw? Burgemeester van Amfterdam. Zy werden, terftond, in de Vergadering der Staaten, ge- lezen, 't Beftand werd 'er in vertoond , als eene listige uitvinding des vyands: en de Advokaat, als zig bedienende van flink- fche middelen, om het door te dryven; waarom hy niet min dan eene fchandely- ken dood geoordeeld werdt verdiend te hebben Qf). Al 't welk, van elk, met groo- te verontwaardiging, gehoord werdt. Prins Maurits zelf verklaarde, dat de opfteller deezer brieven moest opgezogt en vastgezet worden (/). Maar O") Ncgotiat. ds Jeanmn Tom. III. p, 74, 75.
(<?) Zie AitzëmA I. Deel', il. 3fi (;-j tteiiil. Iloll. 15 üciuh. i(io3. W. £43. N-got. de Jeann.
Tvm. iU. p. 42, 4;!, ?&■ |
|||||||
41 a VADERLANDSCHE XXXVI. Boek,
|
|||||
1608. Maar de Advokaat, zig ziende bloot
-------gefteld voor zo veel haats, betuigde, ter-
De Ad. ftond hierna, in de Vergadering van Hol-
jegt zyu ^an^ v dat nera 'c misnoegen, en de haat
Ampc j5 der Grooten niet nieuw voorkwamen :
neder. n dat hy, nogtans, nimmer eenige gevaa-
,, ren ontzien hadt, om zyn Vaderland
„ dienst te doen, houdende hy zig, tegen
„ alle gerügten en onvoorziene toevallen,
„ gewapend met den troost van een op-
„ regt geweeten: maar dat hy nu de zaak
„ van 't Beftand, in zig zelve onaange-
„ naam , nog zag verzwaaren , met den
„ haat tegen zynen Perfoon: waarom hy
„ verzogt, dat de Staaten eenen anderen
„ dienaar, min gehaat, in zyne plaatfe
„ wilden aanftellen, om 's Lands oorber te
„ behertigen." Dit gezeid hebbende, flondt
hy op, en vertrok. Men raadpleegde, kor-
telyk, op zyn voorftel, en befloot, ter-
ftond, vier of vyf Perfoonen te magtigen,
om hem te verzoeken, dat hy den Staat,
dien hy, tot hiertoe, zo lang en getrouwe-
lyk, hadt gediend met zynen raad, toch,
in decze bezwaarlyke tydsomftandighcden ,
Her- niet verlaaten wilde, 't Gefchiedde. Ds
h»fwe- Advokaat liet zig beweegen (j), en aan-
derom", vaardde zyn gewoonlyk arnpt wederom,
op ver- tot genoegen van de gantfche Vergadering,
zoek der immers, zonder dat zulken, die hem te-
vanTioi- 8en waren> zig opentlyk verklaaren durf«
ktid. den (/).
De
CO Refol. H«1I. J5 Octob. 1608. bl, 245.
(f) Necotiat. de TÈann. Turn. III. p 43. GltOTH Hifi. Libr. XV)(. p, 548/ |
|||||
XXXVI. Boek. HISTORIE. 413
De gewoonlyke Dagvaart van Holland i6o84
ivas nu aanftaande: tegen welke , Prins —■—■ Maurits de Steden zogt te beweegen, om tegen 't Beftand te ftemmen: maar Olden- barneveld, zyn ampt met nieuwen luister hervattende, wist, nog voor 't einde van xir> Wynmaand, het Lid der Edelen en twaalf De mees- der agttien Steden over te haaien, tot zyne te Leden meening («). Om deeze klem by te zetten, yan Hoi- ïiadt Jeannin te wege gebragt, dat 'er brie- ftemmen ven herwaards kwamen van Koning Hen- voor 't rik, gedagtekend den drie- entwintigften Bettand. van Wynmaand, en gerigt aan de, Staaten erl aan Prinfe Maurits, ieder afzonderlyk: waarin 't Beftand, ernftelyk, aangeraaden werdt. Ook klaagde de Koning, in den Henrik brief aan Prinfe Maurits ?? dat men hem de1 iv. w zogt verdagt te maaken, als hadt hy 't ^„ c 2, gemunt op de vryheid van den Veree- prinfe w nigden Staat." Hy betuigde, daarente- Maurits. gen n dat hy, in 't aanraaden van 't Be- 5j ftand, niet op zyn eigen belang, maar w op 't welzyn van den Staat en van den w Prinfe gezien hadt. Ook wilde hy gaar- 5, ne gelooven, dat Maurits niet tegen 't 5, Beftand y ver de, dan uit zugt voor den w gemeenen welftand , en voor zyne eigen' e,, eere en geflagt. Hy liet de Staaten en V, hem ook meester van hunne befluiten : ï, en wilde verder niet gaan, dan hun op- Vf, regtelyk en vriendelyk te raaden; welk j, zyn gedrag hy vertrouwde, dat, voor- ts taan, niet misduid zou worden: gelyk, *> voor-
C<0 Negotiat. dt Jeannis. Tm. III. f> 43.
|
||||
■■
|
|||||
414 VADERLANDS CHE XXX VI Boek.
rfos?. „ voorheen, gefchied was (V)." De Prins
■------■ werdt, door dit fchryven, een weinig neder- gezet (w). Jeannin vermaande de Staaten, by 't overleveren van 's Konings brieven, ook zo ernftig tot het Beftand, dat veelen, daar- toe , meer neigden dan te vooren. Ook be- val hy hun, van 's Konings wege, de een- dragt aan, en het behoorlyk onderhouden der bezertingen; waarop zy, zyns oordeels, met raade van Prinfe Maurits en Graave Willerri, zonder uitftel, behoorden te voor- zien (,#). Nog vier Weinige dagen, verliepen 'er maar, of de ?£1,rfd" yver van Oldenbarneveld haalde nog twee den ver* ;Hollandfch Steden over. Kort daarna, khartn verklaarden zig nog andere twee voor 't zig voor Beftand, Delft en Amfterdam waren nu de "*,,,^e" eenigften, die nog bleeven dringen, op eens breeder erkentenis der vryheid: doch men hadt goede hoop, dat zy zig ook, eerlang, by de meerderheid, zouden voegen (y}> Ik vind, dat de Advokaat, op den agttien- den van Wynmaand, in 't byzyn van eenen uit de Edelen en negen of tien uit de Ste- den van Holland, eene geheime opening gedaan heeft van het bedenken, welk hy hadt, op de handeling der Zeeuwen, in het verwerpen van 't Beftand (z); doch waar- in dit beftaan, en of het iet toegebragt heb- be, om de Leden in het Beftand te doen be-
Cv~) Vokz ces Lettr. dans les Negotiät. de Je.inn. Turn. III*
} 61, 67. (V) Negotiat. de Jeannin Tom. III« /!>- 109.
\x) l'ropof. dans les Negotiat. de Jkannin Tom. III. p. Zo, (y) Negot. de Jeannin Tom. III. p 9.:,</6, 101, 102, 105* (a) Refol. Heil. iS Ottoh ific8. W. 24?. |
|||||
XXXVI. Boek. HISTORIE: 415
bewilligen, is my, nergens, klaarlyk, ge- ?6o3;
bleeken. Alleenlyk biykt, dat de Prins,'-----■—
drie dagen hierna, ter Vergaderinge van
Holland, verfcheenen zynde, opening ge- vorderd heeft van zeker • Gefchrift, opge- fteld om het Beftand finaakeSyk te maaken: ook van zeker vermoeden, in de Vergade- ring, of by eenige byzondere Leden, voort- gebragt ten zynen nadeele, en ten nadeele van zyn gantfche Huis: waartegen hy aan^ boodt, ook, fchriftelyk, te willen opgee- ven, wat grond hy hadt, om te vermoeden, dat zy, die zulke onwaarheden, ten zynen nadeele, verfpreidden, regelregt naar Span- je wilden. Men antwoordde, hierop, dat men bereid was, zyner Doorlugtigheid o- ver te leveren, 't gene voor en tegen 't Be- ftand in gefchrift gefield was. Dat de Ver- gadering geene kennis hadt van iets, welk, ten nadeele zyner Doorlugtigheid , voorge- drangen was; en dat zy hem verzogten , zig nader te openen, zo hy iet hadt tegen eenig Lid der Vergaderinge (a). , Doch ik vind niet, dat deeze zaak eenig verder ge- volg had heeft. De vyf Gewesten bleeven ook nog ge- xilH-
neigd tot het Beftand; fchoon men getragt Zeeland hadt, Utrecht te doen veranderen: den Ge- ^ß '? koorenen , of eersten Staat aldaar voor- t*^j£ *■ houdende, dat zy de geestelyke goederen, . welken zy bezaten, zouden moeten afftaan, Ko men beftand maakte (£). Zeeland alleen hielde
f<0 Rcfol. Uoll. T2 Oäob «5o8. pi, 250.
(£j Negoiiat. de Jkannin Tem, HT, p, 97. |
|||||
:
|
|||||
416 VADERLANDSCHE XXXVI, Boek;
|
|||||
ï6o8. hieldt zig by zyn gevoelen, willende zelfs
-------niet gedoogen, dat 'er, om tot befluit te
komen, omvraag gedaan werdt, en drin-
gende op de woorden der Uurechtfche Ver» eeniging, volgens welken, de Gewesten geen verdrag maaken mogten met den vyand, dan met algemeene bewilliging der bondgenooten: en die, daarenboven, vor- derden, dat de gefchillen, onder de Ge- westen vallende, aan de uitfpraak der Stad- houderen, zouden verbleeven worden (c). Hevige De Gemagtigden van dit Gewest, na lang tThen draalen, °P den elfden van Slagtmaand, dit en de ter algemeene Staatsvergaderinge verfchee- cverige nen zynde (i), vielen 'er hevige woorden, Leden, tusfchen hen en de overige Leden. Som- migen zeiden „ dat de vraag niet meer was, ?J of men Beitand maaken zou of niet; maai 5, of Zeeland alleen allen anderen Gewesten „ de wet zou Hellen." Zo verliep de twist, dat de Zeeuwen fpraken, van zig te willen afzonderen van de overigen, die, daaren- tegen, in overleg namen, om, zonder Zee- land, beftand te maaken. In deeze hitte der gemoeden, vondt Jeannin dienstig, ge- bruik te maaken van een fterker middel, Jirnftige dan hy, tot hiertoe, gebezigd hadt. Da f ede van Franfche en Engelfche gezanten, op den voor"" agttienden van Slagtmaand, gehoor ver- 35ettand, worven hebbende, ter algemeene Staats- en tegen vergaderinge, liet Jeannin zig uit, in eene deZeeu-rede van deezen zin: ~ Vernomen hebben-
Fe«. " de (c~) Ncprttt. ds Jeannin Tom. III. p. ioi, 105. Gjvotiï
Hift. LU>r. Xv'll. t>. -,48. S49- Qd) Neguat. ét Jeannin Tom. III« p. X04. |
|||||
XXXVI. Boek. HISTORIE. 417
j? de.," zeide hy ,3 dat Zeeland het Beftand, 1,508.
T) tot zo verre , verwerpt, dat dit Gewest ------
r> zig van de anderen, en van de Vorften,
j» uwe vrienden en bondgenooten, die 't « Beftand goedkeuren en aanraaden , fchynt n te willen affcheiden ',' zyn wy, in deeze r> uwe Vergadering, gekomen, om de v) Heeren Zeeuwen te verzoeken , dat zy .» zig voegen by de andere Gewesten. Een- n dragt is noodig in uwen Staat, en 't be- j5 taamt wyzen en braaven luiden , na 't n voorftellen en aandringen van hun by- n zonder gevoelen, zig te onderwerpen aan j, het meerder getal: vooral, in Volksre- j>5 geeringen, waar geen hoofd is, welk magt „ heeft, om het gevoelen , welk hem best j, fchynt, te doen volgen. . De verdeeld- 55 heid, die tegenwoordig onder u is, kan, 5, onzes oordeels , ook , op geene änderet » wyze , weggenomen worden. Want an- 5, dere bemiddelaars in te roepen ; waar zal „ men ze vinden ? De Koningen en Vor-« 5, ften, die u 't Beftand aanpryzen, zullen, > „ door hen, die 't verwerpen, van de hand. j, gewesen worden, om dat ze zig, reeds, n te openlyk , verklaard hebben. En de n Gewesten, die 't Beftand voor heilzaam m houden, zullen, om dezelfde reden , de „ Heeren Stadhouders niet voor goedel „ mannen willen erkennen , fchoon .men „ zegt, dat zulks, in de opkomst vaii u- w wen Staat, plag te gefchieden. Op wel- w ke wyze , zal dan dit uw verfchil wor- „ den afgedaan ? Zal één gewest allen den 1%. Deel. Dd w ov«« |
||||
418 VADERLANDS CHE XXXVI. Boek.
n overigen de wet ftellen, en beletten tot
» een befluit te komen ? Dit fchynen zy ?> te beweeren , die zeggen , dat 'er eerie » grondwet in uwen Staat is, die 't beveelt. » 't Voegt ons , vreemdelingen , niet, u- » we wetten te verklaaren. Maar de na- jj tuur zelve leert ons, dat zulk eene wet ?> moet gemaakt zyn, om beroerte te voor- j? komen , en om te beletten, dat gy, als ?} onderdaanen , met uwen vyand Thandel- » de; niet, om te verhinderen , dat gy u, 5j als gelyken met gelyken, met hem, ver- >3 droeg. Of zo men eene andere uitleg- 5j ging aan deeze wet geeven moest, zou- y, den wy, met zeker' Romeinsch'Raadsheer, » in een ander geval, oordeelen, dat zulk n eene wet, . of, voor altoos , of, voor „ zekeren tyd, behoorde afgefchaft te wor- 5, den, op dat men ze niet verpligt ware op 5, te volgen , tot onherftelbaar nadeel van 55 den Staat: welk 'er nu onvermydelyk ,5 uit volgen zou , naardien elk weet, dat ,5 alle de Gewesten met eikanderen niet in 5, ftaat zyn, om den oorlog te voeren , 5, zonder uitheemfche hulpe. Gy alle hebt 55 ons dit, ook in gevolge van Staatswyze „ befluiten , zo dikwils, verklaard, dat het 55 ons verwondert, dat men thans waant, „met mindere kosten te können oorloo- j? gen ; daar de vyand niet zwakker ge- j, worden is, en gy niet magtiger zyt, dan ,5 te vooren. Maar veelligt meent men , jj dat de Koningen te veel belang hebben, e by de behoudenis van uwen Staat , en „dat
|
||||
XXXVl. Boeki HISTORIE 419
h dat zy u , om deeze reden , wel zullen tèéé»
ft moeten helpen. Doch bedriegt u niet.------*
Pj) Wy verklagen u, op uitdrukkelyken
?> last van onze Koningen, dat, zó uwe 99 partyen weigeren beftand te maaken , op » de voorwaarden , u , door ons , voorge- »fteld, zy van zins zyn, u, meer nog dan » te vooren, te onderfteunen. Maar zo » de handeling , door uw toedoen , afge- » broken wordt, zo gy den raad* dien zy u ft' geeven verwerpt, moet gy geen' onder- » ftand van hun wagten, 't Afwyzen van »zulke eerlyke en voordeelige voorwaar« ft den zou den oorlog onregtvaardig maa* ft ken, en onze Koningen zouden niets 55 willen doen, dat opfpraak onderhevig •5 was. Ook verwondert het verftandigen 9) zo zeer, dat Filips u zulke voorwaarden ft aanbiedt, als dat gy u nog beraadt, om-, j> ze te aanvaarden. En wy, die ons hier 5j bevinden , können geene redenen be- ft denken, waarom men zig zo fterk aan- ft kant, tegen het fluiten van een beftand» ft op zulke voorwaarden. Onze Koningen, en 9, hunne voórnaamfte Raaden houden uwe ft vryheid , niet flegts geduurende het Be- ?, ftand ; maar voor altoos , genoegzaam ft verzekerd , door deeze voorwaarden, 't w Woord Fryheid, als het van een Land of ft Gemeenebest gebruikt wordt , fluit de „ opperfte magt in. Dat Spanje en de ft Aartshertogen niets op dit Land ei- „ fchen, betekent, dat zy uwe Heeren niet ft meer zyn. De erkentenis uwer vryheid Dd 2 ,5'is |
||||
4ao VADERLANDSCHE XXXVI. Boek?
|
|||||
» is ook niet bepaald aan den tyd van 't
» Beftand : anders zou zulks klaariyk moe- 55 ten uitgedrukt geweest zyn. Maar men 55 doet, by 't Beftand , dezelfde onbepaal- 55 de verklaaring, die men , by eene Vre- 55 de , zou gedaan hebben, ten bewyze , 55 dat men ze, in 't een en 't ander geval,. 55 in gelyke betekenis , verftaan wil heb- 55 ben. Filips wil geene breeder verklaar 55 ring geeven, om , voor 't gemeen , ge- 55 zind het gedrag der Vorften te ver o or- 55 deelen , met eenigen fchyn , te können 55 beweeren, dat deeze bepaald is , aan den 9) tyd van 't Beftand. Doch hieruit volgt 99 niet, dat zy u niet behoort te voldoen. >5 Het wegneemen der andere zwaarighe- 55 den tegen 't Beftand , als , het zorgen. 55 voor de voldoening der gemeene lasten,. f, en voor de wyze van uwe Regeeringe, 55 indien men anders oordeelen mögt, dat 5, deeze, om zekerer en duurzaamer te zyn, 55 eenige verandering of verbetering noo- 5, dig hadt, hangt geheellyk van u zelven, ,, af, fchoon wy 'er u in helpen willen, j, naar ons vermogen. Ontvangt dan de j, raad, dien onze Koningen u geeven. Wy 5, verzoeken 't op de Heeren Zeeuwen , w wier gewest, een der aanzienlykften van 5, den Staat, ook het eerfte behoort te zyn, 5, om zig, ten gemeenen nutte , te laaten 5, overhaalen. Wy doen dezelfde bede aan M zyne Doorlugtigheid, aan den Heere j, Graave Willem, en aan 't gantfche Huis 5j vanNasfau, dat zo veel gedaan heeft, tot » op-
|
|||||
XXXVI. Boek. HISTORIE. 4ai
|
|||||
„ opregting, bevestiging én uitbreiding vari i&>8.
„ deezen- Staat. Wy verzoeken, dat zy ons-------
„ de hand leenen , om Zeeland te bewee-
„ gen ; op dat zy eens, niet Focion, dien „ grooten en wyzen hoofdman te Athene, „ mogen können zeggen, dat het hun niet „ berouwt, eenen raad verworpen te heb- 5, ben , dien zy fchadelyk hielden voor 't „ gemeen; doch dat het hun egter verblydt, „ dat de gevolgen van dien raad beter en „ heilzaamer geweest zyn , dan zy gedagt „ hadden (d).n De Engelfche Gezant Spencer iprak, Spencer
daarna , op gelyken zin ; daarby voegen- bevestigt de „ dat een vrye Staat, alwaar de meer- ^ee j5 derheid van ftemmen de overhand niet 5, heeft, vergeleeken kon worden , by de 5, maagd , van welke de ouden verhaalen , n dat zy , door haare medeminnaars , die w haar elk om flryd ten huwelyk begeer- 5, den , vaneen gefcheurd werdt." Ook vertoonde hy „hoe veel nadeels de magt n der gemeentsmannen , om zig te mogen 5, kanten tegen de befluiten des Raads, den „ Roomfchen Staat, weleer , hadt toege- „ bragt (e)- Beide deeze aanfpraaken , en vooral die xiv.
van Jeannin hadden klem op de gemoed en. Veran- De duidelyke verklaaring, dat de Staaten derhi- geene hulp te wagten hadden, zo zy 't Be- ^°p ftand verwierpen , verbaasde veelen , die nanfpraa- zig hadden laaten beduiden , dat de Ko- ken, ge- nin- ^&^
Cd i Propof. dans les Negotiat. de Ieann. Tom. III. », lij.
, LO Grotu Illft. Lïbr. XV11. p. 549. Dd 3
|
|||||
42» VADERLANDSCHE XXXVI. Boek:
i£q8. ningen, door hun eigen belang, gedron-
zeker, dat men, inzonderheid, de hulp des Konings van Frankryk niet misfen kon; wiens onderftand, geduurende de hande- ling zelve , vereischt werdt, tot redelyke voldoening van 't Krygsvolk , welk , fora- tyds , drie maanden folds te goede f ehad hadt (ƒ). De Gemagtigden van Zeelanu be* gonden zelven, meer of min , te wankelen» Doch alzo zy geenen last hadden, om in 't Beftand te bewilligen, moesten ze eerst nog een'. keer naar huis doen. Jeannin fprak hen, nog voor hun vertrek, en vondttoen, dat hunne voornaamfte zwaarigheid vrees voor 't keeren des koophandels naar Ant- 1 . werpen fcheen (g). Ook ging hy Prins Mau* fpreok" Ilts vinden , die, naar fommiger gedagten 9 metMau-zo fterk ingenomen was tegen 't Beftand, rits; dat hy eer, door 't graauw ende foldaaten» beroerte in de Steden verwekken, en den Staat het onderst boven kèeren zou , dan gedoogen\, dat 'er in bewilligd werdt (/?)<, Doch Jeannin hieldt den Prins voor te wys en te eerlyk , dan dat hy, tot het neemen van zulke geweldige en onverftandige maat- regels , zou hebben können befluiten. Ook dagt hy , dat anderen hem, veeleer, tegen 't Beftand hadden weeren in te neemen, dan dat hy 'er, uit zig zelven, zo zeer aflceerig van geweest zou zyn (*). In 5t gefprek, '.,.'<' welig Cf) Negotiat. ie Jeannin Tom. III. fi. ei43 576.
CäO Negotiat. ie Jeannin Tom. Ilf. p. 121. 122.
C/O Negotiat, de Jeannin Tom. III. p. 173»
. CO Negoriat. ie Jeannin Tem* BI. p. 753 S°s i«4» l»&» 127, 2«6. " ,.,,, « .', |
|||||
\
|
|||||
XXXVI.BoEK. HISTORIE. 413
|
|||||
welk zy famen hadden, toonde zyne Door- i&>8,
lugtigheid zig zeer bekommerd , dat het Spaanfche heerfchappy. Oldenbarneveld , Ver- Jeannin komende vinden, werdt, doorhem, zoent oy- op nieuws, verzoend met den Prinfe, wiens denbaJ- dienaar hy begeerde te blyven. 't Bleek, ^hem. door den tyd, dat de Prins, in 't ftuk van Maurits 't Beftand, van gedagten veranderde: 't welk, veran- voornaamlyk , toe te fchryven was aan den |jer1[%in't brief des Konings van Frankryk, en aan »tuB£.an het weigeren van onderftand, in geval van (tand. oorlog, door de beide Koningen. Ook hadt Oldenbarneveld den Prinfe toegedaan, dat men, geduurende het Beftand, dertig- duizend man behoorde te onderhouden (T): 't welk niet weinig hielp, om hem minder afkeerig te maaken van het zelve. DePrin- fesfe Weduwe van Oranje, voor eenige maanden, te rug gekeerd uit Frankryk (7), alwaar zy haaren Zoon, Graaf Henrik Fredrik , hadt zoeken te bevorderen , door middelen , in welken de Koning geen ge- vallen genomen hadt (w) , deedt, insge- lyks, haar best, om Prins Maurits tot vreed- zaamer gedagten te brengen. En voor 't ein- de van Slagtmaand, was hy gëheellyk omge- keerd (n). Terwyl men naar de Gemagtigden van De Staa-
Zeeland toefde, traden de Staaten , met Jl™ ha" «Ie gezanten, over derzelver ontwerp van mee^nde ■ßß" gezan-
(£) Negotiat. de Jeannin Tom. III. p, mi, 133, 120, 131.
(O Refol. HeU. 29 Febr. l(5o8. */. $a.
O») Negotiat. de Jkannin Tom. I. p. 296.
£11} Negotiat. dt Jiannim Tom. III. p. iaa, it£, 14/j. -
Dd 4
|
|||||
424 VADERLÄNDSCHE XXXVLBoek.
'i6q8. Beftand, in onderhandeling. Zy floegeii
ten over kentenis der vryheid , behoorde te laaten, derael en >er ^ w00rc]en voor altoos byvoegen, ver ont"' werp, willende dus niet gefield hebben, dat men met de Staaten in handeling trade, als hou-
dende dezelven voor vrye Staaten; maar hou- dende dezelven voor vrye Staaten, voor altoos. Doch men deedt hen begrypen, dat deeze veranderingen noodeloos, en ook niet te ver- krygen waren , en 't fcheen niet, dat zy 'er fterk op ftaan wilden. Ook werden ee- nige andere zwaarigheden, welken zy maak- ten, ligtelyk, uit den weg geruimd (o)J XV. Doch terwyl men zig hier, meer en meer, Gerügt, fchikte om in 't Beiland, volgens't ontwerp 't Be'-iP? ^er ê'ezanten » te bewilligen , kwamen 'er tod ver- gerügten, dat dit ontwerp den Koning van werpt. Spanje,niet aanftondt (j>}. Richardot zelf fchreef aan Jeannin, dat Filips zig zo han- delbaar niet aanftelde, als te vooren , en hy gaf de fchuld van deeze verandering aan den Koning van Groot - Britanje , die dien van Spanje hoop gegeven zou hebben , op een beftand, waarin geen woord van de vry- heid der Staaten gerept werdt. En fommi- gen in de Vereenigde Gewesten waren nu zo zeer gezet op rust, dat zy, in zulk een beftand , bewilligd zouden hebben: hoewel anderen., kloekhertiger van aart, zig, vier- kant, daartegen verklaarden (q). Doch of het
(o) Negotiat. de Jeannin Tam. III. p. X.301, 140, I94.
Cp 1 Negotiat. (/«Jeannin Turn» III. p. 123, 14g. ( j) Negotiat. de Jf.axnin Tam, IJl» kt Kïo. Grotii IïiJk, IÜ>. XVU. B. 55o. |
||||
XXXVI. Boek. HISTORIE. 425
|
|||||
het fchryven van Richardot waaragtig ware, ^08.
is bezwaarlyk te zeggen. Veelen geloofden —----->
't, vooral de Franfchen : maar in Enge-
land werdt het plat uit ontkend (r). De gezanten fchreeven , midlerwyl, aan de Aarts- hertogen , ofze vertrouwen mogten, op de handeling, onlangs, met hen, aange- vangen, en kreegen, voor antwoord, dat zy last tot de handeling gegeven hadden , in gevolge eener volmagt, hun verleend door Koning Filips, welk antwoord den Staa- ten, tot hunne gerustftelling, werdt mede- gedeeld (V). Van de wapenfchorfing , die nu naar 't De wa-
einde liep, begeerden de Aartshertogen ver- pen lenging, die, door de gezanten der twee fchoifmg Koningen, ter algemeene Staatsvergade- ^"L ring , verzogt werdt. Ten zelfden tyde, kngd. gavenze te verftaan, dat zy- een Beftand voor twaalf of vyftien jaaren zouden zoe- ken te bedingen: ook, dat de Indifche han- del , eer met 's Konïngs toelaating dan on- der de wapenen, gedreeven werdt (f). De Staaten beflooten , kort hierna , den tyd der wapenfchorfinge, tot den vyftienden van Sprokkelrnaand des volgenden jaars, te ver- lengen («). Midlerwyl, zonden de Aartshertogen I- xvr. v
tiigo, Biegtvader van Albertus;, naar Span- DeA.nrts. je, om Filips het Beftand, op den voet. Hertogen door^ewc17e:
O) Negotiat. de Jeannin Turn. III. p. 179, 19&, 207, 223, ^en * l"
224» 250, 2S4, 2/2, 274, 2()ö.
CO Negotiati de Jeannin Tom. III. p. 153, 154, 15c
185, 189. (*") Ncgotiat. de Jkannin Tom. III. p. 163, 189.
(,uj Neyutiat. de juannin Tom. III. p. lyy, 111. |
|||||
4aÓ VADERLANDSCHE XXXVI. Boek.
«te8. door de gezanten beraamd, fmaakelyk te
.-------maaken (v). Hy hadt last, om te vertoo-
iips tot nen ^ weike voordeden men, voor den
ftand.6" » koophandel van Brabant en Vlaanderen, „ uit het Beftand, te wagten hadt, wor- yj dende de havens deezer Gewesten nu al- „ len geflooten gehouden; dat <men, geduu- „ rende het zelve, ook voor het belang van ,5 den Roomfchen Godsdienst zorgen zou, „ wanneer de oude haat wat aan 't verkoe- „ len geraakt was onder een volk, welk ö haakte naar verandering, en reeds, in „ 't ftuk van den Godsdienst, oneenig was. n Dat men voor 't gebruiken der dubbel- „ zinnige woorden, die van de vryheid de? „ Staaten gewaagden, niet bekommerd be- n hoefde te zyn; alzo de gezanten der Ko- „ ningen niet alleen getoond hadden , dat „ het regt van Spanje, daardoor, niet ver- „ kort werdt; maar derzelver ydelheid was „ ook, uit de fcherpzinnige uitleggingen „ van fommige Staatfchen, gebleeken." En deeze redenen, pnderfteund door het gezag des Hertogs van Lerma, die thans doen en laaten was by den Koning, bragten zo veel te wege, dat Filips, eindelyk, in 't Be- ftand bewilligde (w)i fcbpon zyn befluit, om de Staaten handelbaarder te maaken, zo lang als 't mogelyk ware, bedekt gehou- den werdt. «evegr In krygsbedryven, was, dit jaar, niets |
|||||||||||
k
|
Sterk«
|
yn" liitgeregt. Alleenlyk werdt eene vyandlyke
|
|||||||||
par-
Cv~) N^gotiat. (U Tf.ann. T*m. III. p. 163.
CV) Hkntivoglio VmIissHI». il. 421-424. Cnoxn Hift. Liir,
|
|||||||||||
XXXVI. Boek. HISTORIE. 427
|
|||||
party, die, omtrent Aardenburg, op 't vee «ïoS.
der Stedelingen loerde, door de onzen, o--------
vervallen en geflaagen (ff). -Eenige Staat- w*arin
fche Ruiters, daarentegen, in Slagtmaand, Ado"j te ongebonden, langs den Duitfchen bodem, ™ **" ftroopende, werden overvallen door de be- fiieuvelt. zetting van Rynberk, die ze, grootendeels, verfloeg. Adolf van Nasfau, een moedig jongeling, doch die den foldaaten te veel wils gaf, fneuvelde , by deeze gelegenheid. Zyn dood bleef egter niet ongewrooken. Zyne Ruiters, die zig, te vooren, ver- fpreid hadden, wederom famengetrokken zynde, overvielen de Rynberkfchen, en yerfloegen 'er eenige honderden van (y). Te Oostende, befpeurde men, in Winter- maand, begittfels eener muiterye, by man- gel van betaalinge. Doch de Aartshertogen zonden Pompejo Juftiniani, met ander volk, waaraan men zo veel niet fchuldig was, der- waards (2). \ 't Ryk van Marokko, in Afrika, in dee- Roove-
zen tyd, ontrust zynde, door eenen twee- iyen fpalt, tusfchen Abdalla en Zaiden, die bei- JfjJJJ de rege voorwendden tot de Kroon (a); be- ^„ Gi_ t dienden fommige zeeroovers zig van de ge- bral«, legenheid, om, onder dekfel deezer ver- deeldheid, buiten de Straat, te kruisfen. On- der deeze roovers, hadt zig ook een Hol- landsch fchip vervoegd : waarvan men be- rigt
C*) Grotii Hift. libr. XVII. p. S5I.
Cv) Negotiat. ie Jeanf. Tem.'III. p. 1*4« Meter. XXX. 3oek,f. 575 verf. :(*) Ncgotiat. de Jkaijn. Tsuh. III. }>. eo<j.
(Js) ßteTERKN XXV. 'Moth, f. 473. XXXI. fask , f. 585. |
|||||
4*8 VADERLANDSCHE XXXVLEöüö
1608. rigt kreeg, juist op den zelfden tyd, als
------- Spinola zig in den Haage bevondt. De
Staaten, om te toonen, dat zy zulk een
bedryf niet door de vingeren wilden zien, verklaarden zig gereed, om eene geheele ./. Vloot naar de Straat te zenden, en de nx*- vers uit de zee te jaagen, zo de Markgraaf
hun, uit den naam van Filips, de veilige vaart hadt willen belooven. Doch hy ver- klaarde hiertoe geenen last te hebben. Voorts, bevonden zig ook veele EngeL- fchen onder deeze roovers : eenigen van welken een Zeeuwfch fchip overweldigd hadden, op welk zig juist een dier Turken bevondt, welken, na 't inneemen van Sluis, op vrye voeten gefield waren (F). Deez' • beftondt, by nagt, twee Engellchen, die, bevangen door den drank, floffe wagt hiel- den , te doorileeken: waarna hy 't Zeeuwfch bootsvolk in vryheid ftelde. 't Schip werdt toen naar 't Vaderland gevoerd , daar de overgebleeven' roovers de gewoonlyke ftraf ondergingen (c~). XVII- De algemeene Staaten hadden nu« Gemag- ?e'ft en tigden naar Zeeland gezonden, om dit Ge- dam 'tl- west te beweegen tot het Beftand; die, willigen, omtrent het midden van Wintermaand, ten iaat- met goede tyding, te rug keerden. Prins ^e"'in'c Maurits zelf hadt den Zeeuwen geraaden, Beftand, ?^ te voegen< Delft ftemde nu ook tot'het Beftand. Doch Amfterdam moest nog eerst bezonden worden , door de Staaten van Hol-
C*) Zk XXXIV. Boet, U. 169.
ie) Grotu Hüt. Libr. ÄV11. f. 5ÖC.
|
||||
XXXVI. Boek. HISTO-R I E. 429
|
|||||
Holland, en liet zig allerlaatst overhaalen 1608..
(j$t In Wintermaand,, vertrokken der- bmt rHogerheeff,., Raaden , in ,,-den Hoogen Raad, en Nikolaas Cromhout, Raad in,, den' . Hove van Holland j die, eerlang, met gun- ftig antwoord,, te rug keerden (<?)• Zee-ook Zee- land zondt, nog voor Kersttyd, Gemagtig- land* den naar den Haage, met last, om zig te voegen by de meerderheid: doch de Ver- gadering werdt eenige dagen opgefchort, ter" öorzaake van het Kersfeest. De zaaken wa-c Befluic ren ■• egter reeds zo wel voorbereid, dat .de' der alge- Staaten , op nieuws byeengekomen , den. staateIU elfden van Louwmaand, een eenpaarig be- ^o^.' fluit namen, om >, ingevolge van het be- —.-----.
„fluit, den drie-entwintigften van Witi-
„ termaand des jaars 1607, met opzigt op „. de Vredehandeling, , genomen, in geval „van het voortgaan der handelinge van Be- ,,'ftand, het eerlle punt van het Verdrag, „niet anders, dan op deeze wyze, te doen w (lellen, dat de Aartshertogen, ten overvloz- „ de, zo vel in hunnen naam als in dien des 5, Konings van Spanje, verklaarden, dat zy te „ vrede waren, met de Heeren Staaten der j5 Vereenigde Gewesten, te handelen, inde hoe- ö danigheid en als dezelven houdende voor vrye „ Landen, Gewesten en Staaten, op welken zy „ niets eischten , en dat 23) met hen, in de ger jj melde naamen en hoedanigheden, een befland ju aangingen. Dat men niet zou gedoogen, „ dat
f o) Netüotint. de Jkann. Tom. lir. p. 184, 204, 213 ä 219.
QÓ Refol. Holl. 12, 20 Dccemb. 1608. W. %, ii. |
|||||
43o VADERLANDS CHE XXXVI. Boek.
1609. „dat 'er eenige kerkelyke of weereldlyke
"— „ zaaken, ftrydig met de gemelde vryheid, „ werden voorgeflaagen ; noch nieuw uit- w ftel gezogt, ter oorzaake van den. Indi- „ fchen handel of andere punten. Èn zo „ het tegendeel, van wege defi Koning ; „ van Spanje of de Aartshertogen, gedree- „ ven werdt, langer dan agt dagen, dat „ men de handeling afbreeken, en met „ gemeene magt, en zo 't zyn kou, met „ hulp der Koningen, Vorften en Staaten* w begunftigers der goede zaake, de wape» j, nén wederom opvatten zou (ƒ)." Het neemen van zulk een hertelyk befiuit hadt men voornaamlyk te danken aan het beleid van Oldenbarneveld; alzo yyf Gewesten en verfcheiden' Steden van Holland reeds be- gortden te luisteren naar een beftand van twintig of vyfentwintig jaarert, zonder er- kentenis van der Staaten vryheid : welk , omtrent deezen tyd, door Richardot, ge- opperd was, en, zo men meende, door dé Engelfchen, onder de hand, werdt beguri- ftïgd (g). Doch de Advokaat, heimelyk aangezet door Jeannin, verklaarde 'er zig zo ernftelyk tegen, dat hy alle de Leden va» Holland met Zeeland deedt famenftemmen in het gemelde befluit: waarnaar de andere Ge- westen , niet magtig genoeg, om zig te kan- ten , tegen de meening van deezen twee, zig terftond voegden (Ä). De
,(.ƒ") Refol. Genei'. 11 Januar. 1609. dans les Negotlat. Ss
Jeann. Tom. III. p. 251. Cs~) Negotiat. de Jeann. Tom. III. ƒ>. 3o, 207, 314.
00 Nsjofiat. äs JbanN. Tum, Ui. f. 234, agi, 300 s 314'»"
|
||||
XXXVI. Boek. H I S T O R I E. 43«
|
||||||||
De Staaten verzogten , wyders , de ge- ifop.
zanten, de handeling te vervolgen. En al- |
||||||||
zo zulks, niet wel door brieven, gelyk on- XVHI.
langs begonnen was, gefchieden kon, be- Jjjj"^ floot men, ten dien einde, eene byeen- byeen. komst te beleggen, te Antwerpen. De Spaan- kom« n fchen waren hierop gefteld geweest, en Antww- hadden redelyk geoordeeld, dat zy, die Pen' eerst gekomen waren om de vrede te ver- zoeken, nu ook, van de Staatfche zyde, werden opgezogt. En de Staaten hadden 'er ligtelyk in bewilligd, om dat veelen 't verblyf der vyandlyke gezanten in den Haa- ge niet gaarne zagen. Men kwam dan o- vereen „ dat de Franfche en Engelfche j, gezanten zig niet naar Antwerpen be- j, geeven zouden , voor dat zy tyding had- 2, den van de aankomst van Spinola en de „ andere Spaanfchen aldaar', dat zy de j, hoofdpunten van 't Verdrag, door hen „ zelven ontworpen, en door de Staaten, w met kleene verandering, toegeftemd, y, met zig zouden neemen. Dat, wanneer j, de Spaanfchen deeze punten getekend „ hadden, de Staatfche Gemagtigden eerst „ naar Antwerpen komen zouden , om de „ punten van minder gewigt te vereffe- „ nen: terwyl de Staaten zelven zig te Ber- j, gen op Zoom zouden ophouden, om „ te nader by der hand te zyn, tot het «, wegneemen van ~ opkomende zwaarighe- » de« CO-"
De
• (O Negotiat. äs Jeann Tom. III, *. s6r, 286, JOI. GIW1-
TK Hift. Lür. XVÜI. p. 5G2. |
||||||||
\
|
||||||||
432 VADERLANDSCHE XXXVI. Boek;
1,509. .. De Spaanlchqn waren, reeds op den vier-
— den vaii , Sprokkélmaand ■, te Antwerpen; |
||||||||
Onder- doch de franfche'n en Engelfchen, opge-
*",Än','v. houden door tegenwind, kwamen 'er, niet
aldaar. ' voor ^en negenden. Zy hielden de vaar-
' ! tuigen, met welken zy gekomen waren,
*'.'.! in* hunnen dienst, in allen fchyn, als of zy
terftond te rug gekeerd zouden zyn, zo de
Spaanfchen zwaarigheid gemaakt hadden,
om 't punt van de vryheid toe te flaan (k~).
Doch alzo de wapenfehorfing nu naar 't
einde liep, wérdt dezelve, tot het einde
der maand, verlengd, 't welk de gezanten
over zig namen. De Spaanfchen maakten,
in 't eerst, eenige zwaarigheden, tegen 't
Twist ontwerp der gezanten. De titel van Hoog'
over den mogende Heeren, welke den Staaten gegeven
rTl0.va" werdt, mishaagde hun; en zy booden aan,
gmd"10' ^at de Aartshertogen zig ook diergelyken
Heeren , titel niet geeven zouden, zo de Staaten zig
van denzelven begeerden te , onthouden.
Doch de Staaten , wier titels nog nieuw
ivaren, zagen meer zwaarigheid in het my-
den derzelven dan de Aartshertogen (/).
Men moest egter toegeeven , dat de titel
van Hoogmogenden, in illustren of doorlugtï-
gen, veranderd werdt. In 't punt der' vry-
o"er den hßid, bewilligden de Spaanfchen. Doch over
liidi- den Indifchen handel werdt hevig getwist,
fchen zonder dat men 't volkomen eens werdt. Fi-
hamiei. jjpS maakte groote zwaarigheid, om de
Indien, uitdrukkelyk, in 't E eiland te be-
gry-
f*) Ncprtiat. eti Jeannw Turn. III. ƒ>. 328 3 334, 3j3»
339. 342-
{1} Negotiat. de Jsann. 7b/«. III. p. aio. |
||||||||
r
|
||||||||
kxXVLBoïK. HISTORIE. 433
pen. De gezanten ontwierpen dan, einde- i<jq$K
lyk l een punt, wegens den handel, waar- ■ ■
greepen waren : en de Spaanfchen bewil- ligden hierin , na veel tegenftribbelens. Toen werdt , over de brandfchattingen , "ver dé gefproken , die de Staaten, tot hiertoe , in *?r™d: Brabant en Viaanderen; doch de vyand niet genen merkelyk * binnen de Vereeiiigde Gewes- gelei- ten , hadt weeten te vorderen. De gezanten geldetij, gaven toe, dat deezen afgefchaft werden. Hierop vorderde men ook affchfffing det gelei- en verlofgelden; doch alzo de gezan- ten wel ohderrigt waren , dat Zeeland hier- toe nimmer verft aan zou, gaven ze allëenlyk hoop , dat men, deswege, na 't fluiten vari, "t Verdrag , met eikanderen , zou können overeen komen Cm), 't Liep aan tot omtrent het einde van Sprokkelmaarid , eer men 't zo verre eens \vas , dat de gezanten oor- deelden , de Staaten te moeten ontbieden.» naar Bergen op Zoom. , Zy deeden 't, met algemeerie woorden : hun te kennen gee- vende , dat zy , in 't gene, waaromtrent men overeen gekomen was, goed genoe- gen zouden hebben (»). Doch aan Oiden- barneveld fchreef Jeanniü , in 't byzönder , 5, dat men 't punt der Indien niet geheel ?, naax de meening der Staaten hadt kon- 0 nen fchikken : pok , dat dè Aartsherto- gen de brandfchattingen wilden afgé- n fchaft hebben ; 't welk hy redelyk óor- 55 deei-
(_»>) Negoti«. de JÉann. Tqiti. til. 331, 378, 3SÖJ zifi
(» ) Refol. Holl. 4 Maart 1609. il. R7. P.. Deei>. Ee
|
||||
*34 VADERLANDSCHE XXXVI. Boek.
|
|||||
1609. n deelde, mids men Prinfe Maurits te ge-
-------y, moet kwame , in de fchade , welke hy,
„ daar door , lyden zou. Voorts, hielden,
„ fchreef hy , de Spaanfchen zig , ten op- „ zigte van den tyd van 't Beftand , nog „ aan tien jaaren; waarby de gezanten twee „ jaaren gevoegd wilden hebben. Doch M deeze zwaarigheden behoefde Oldenbar- „ neveld , zyns oordeels , den Staaten niet n in 't hoofd te brengen, op dat zy niet j, werden afgefchrikt van de reize naar „ Bergen op Zoom ( o)." Jeannin hadt re- den, om zig eenen goeden uitflag van den haiidel te belooven, alzo hy, in een byzon- der gefprek met Richardot, veinzende, ty- ding uit den Haage bekomen te hebben , dat het punt der Indien wel gelegenheid gee- ven mögt, tot het af breeken der handelin- ge van de zyde der Staaten ; uit hem ver- ftondt, dat de Staaten hunne Gemagtigden flegts naar Antwerpen hadden te zenden , wanneer men niet fcheiden zou , zonder te fluiten (/>). De alge- Op 't fchryven der gezanten, begaven meeno je algemeene Staaten zig naar Bergen op kennende Zoom. Die van Holland verfcheenen 'er, Bergen ftaatswyze , en hielden 'er de gewoonlyke op Zoom, Dagvaart (cf). De gezanten trokken ook der- waards. En op den agttienden van Lente- maand , deedt Jeannin den Staaten omftan- dig verflag van den ftaat der handelinge , hun vermaanende , om dezelve , van hun- nen (o) NegOtiat. da Jrannpj Tom. ITT. p. 350, 374, 276, 403.
Xp) Ncgotiat. de Jeannin Tom. IJl. p. 409, tjj Kufula Iluli. 13 Maart 1609. il. 71, |
|||||
XXXVI. Boek. H I «'TORI E.' 435
|
||||||
nen kant, te willen belluiten (r), en, ten icap,
dien einde , hunne Gemagtigden , met vol- -—— komen last, naar Antwerpen te zenden. De Staaten waren voldaan over 't verflag der gezanten , en fommigen verklaarden , niet gedagt te hebben, dat zy zo veel zouden hebben können bedingen. Zelfs viel, over 't punt van den Indifchen handel, geene aanmerking. De overigen waren van klein belang, 't Bleek klaarlyk , dat alles zig fchikte, tot het fluiten van 't Beftand (>)• De gezanten keerden, terftond, wederom, naar Antwerpen : werwaards dezelfde Staat- eii zeü- fche Gemagtigden , wien de handeling in den huri- den Haage vertrouwd was , uitgenomen dat ne 9e" Utrecht Gerard van Renesfët Heere van der ™^,,|"ar Aa, in de plaats van Nikolaas Berk , ver- Antwer- kooren hadt, hun, binnen weinige dagen, pen. volgden, 't Stuk der grensfcheidingen en verbeurdverklaringen , waarover nog eenig verfchil viel, werdt toen haast vereffend, 't Afhandelen van eenige byzondere zaakene- den Huizen van Nasfau en Espinoi betref- fende , vertraagde het fluiten van 't Beftand nog eenige dagen (j): binnen welken, men tyding kreeg van de dood des Hertogs van Hooi Kleeve en Gulik. Zy maakte byftere on- des HerJ gerustheid aan 't Franfche Hof; daar men, Kifsev™n gemerkt den ouden twist , over het regt tot de opvolging in deeze Hertogdommen, tus-
(r) Negot'tót. de Jeannin Tom. IV. p. 3 & film
{s~) Reibl. Hotl. 16, 19, 20, 27 Maart, 3 April loop, iL
75 j 77 i 89 j 92. Negotiat. de Jeannin Tom, IV. p. ïvfy
id 17. ■ ' '■ w»
(O Ncgmiat. ie Jeannin Tom; W. p. $3 s- gfe
Ee 2
|
||||||
/
|
||||||
43S VADERLANDSCHE XXXVI. Boek;
1609. tusfchen de Spaanfchen en Staaten, geene
'------- andere verwagting hadt, of de handeling
zou , terftond, afgebroken en de wapenen
hervat geweest zyn. Ook verklaarden de Staaten, terftond , dat zy zig kanten zou- den , tegen alle onderneemingen der Aarts- hertogen, in de Landen van Kleeve en Gu- lik. Ja Prins Maurits , die te Bergen op Zoom was, fprak van, zonder uitftel, krygsvolk derwaards te zenden , eer men van anderen voorkomen werdt. Doch de Aartshertogen toonden geene gezindheid altoos, tot het af breeken der handelinge. Richardot verklaarde zelfs, dat zy zig niet moeijen zouden , met de Kleeffche zaaken. Ook waren de Staaten zo ingenomen met de begeerte, om een einde te zien van den veertigjaarigen oorlog , dat het fterfgeval des Hertogs van Kleeve hen niet verhin- Hat derde te fluiten (u). Men tradt dan , de twaalf- wapenfchorflng, eerst nog eens of tweemaal Beftand verlengd geweest zynde (v), eindelyk, op wordt den negenden van Grasmaand, tot de te- gete- kening van een twaalfjaarig Beftand ; waar- kend. van wv nu den inhoud moeten te boek ftellen:
- ^Ix* j, Vooraf , verklaarden de Aartsherto- van°het » 8en ' zo *n hu*"1611 naam a^s *n dien des
Verdrag,n Konings van Spanje, dat zy te vrede wa- deswege „ ren , met de algemeene Staaten der Ver- gemaakt, eenigde Gewesten, te'handelen, in * hoe- * Qitali- " ö rb
teit. ?> ad~
C«) Negotiat. ile Jrann. Tom. IV. p. 31, 39, 45, 47,
5°» 51, 52, M» 57> 59> 6t. (.vO Neiiotiat. de Jbann. Tom. IV.*. 21. Grotii Ili&
Ui. XVUl. p. 565. |
||||
XXXVI. Boek. HISTORIE. 437
n danigheid en als dezelve houdende voor itfop;
?j vrye Landen, Gewesten en Staaten, op -------
n welken zy niet f eischten: en, dat zy, ï prete»
53 in de gemelde naamen en hoedanighe- äeren' n den, een Beftand maakten , op de vol- j5 gende voorwaarden: als, dat het Be- tt ftand twaalf jaaren duuren zou , binnen ?> welken , alle vyandlykheden , in de we- r, derzydfche Landen en ter zee , zouden » ophouden. Dat elk de Landfchappen , n Steden , Landen en Heerlykheden, die » hy tegenwoordig bezat, zou blyven be- 5, zitten , met de vlekken, dorpen, gehug- s, ten en platten landen, van dezelven af han- 5, gende. De wederzydfche onderzaaten en 5, inwooners zouden, geduurende het Be- 9, ftand , onderlinge vriendfchap en koop- ?, handel hebben ; welken de Koning van w Spanje nogtans verftondt bepaald te zyn, „ aan zyne Ryken en Landen in Europa, „ en aan alle anderen , alwaar 's Konings n vrienden en bondgenooten , by onderlin- „ ge inwilliging, handel dreeven; doch bui- 5j ten de gemelde paaien , zouden de Staa- w ten niet mogen handelen , zonder 's Ko- 5, nings uitdrukkelyk verlof, behalve in M de Landen van zulke Mogendheden, die w 't hun zouden willen toelaaten; en die, „ deswege, zo min als zy , door den Ko- M ning, zouden ontrust worden, 't Beftand „ zou, buiten de gemelde paaien, niet voor „ een jaar na deezen dag, ingaan, ten wa- „ re men , aldaar, eerder kennis van het w zelve geeven kon. De wederzydfche In- jj gezetenen zouden, in elkanders Landen, Ee 3 sa gee- |
||||
43§ VADERLANDSCHE XXXVI. Boe*.
|
||||
1Ö09. n geene meerder regten en lasten behoe-
53 zaaten, of die van vrienden en bondge- ?> nootem De Ingezetenen der Vereenigde 53 Gewesten zouden, in de Landen des Ko- ks nings en der Aartshertogen, dezelfde •o vryheid hebben, welke den onderzaaten i, des Konings van Groot-Britanje, by het 53 jongtle verdrag en deszelfs geheime pun- 55 ten, vergund was (w). Koopluiden 5, en fchippers zouden , wederzyds, niet j3 mogen aangehouden en bekommerd wor- J3 den , dan om hunne byzondere fchulden, n Zo men de lasten, op de Koopmanfchap- 53 pen geheeven wordende, te onmaatig „ bevondt, zouden 'er, op 't eerfte verzoek, 5, wederzydiche gemagtigden benoemd wor- 5j den, om dezelve te maatigen , zonder 5, dat het Befland egter zou geagt worden „ gebroken te zyn, zo zy 't niet mogten ^ können eens worden. Vonnisfen , tus- n fchen perfoonen van verfcheiden' par- w tyen geweezen , zonder wederfproken te 9> zyn, zouden niet uitgevoerd mogen wor» ,, den , geduurende het Beiland. Ook zou „ men geene Brieven van fchäverhaaling 5S verleenen, dan naar den inhoud der Kei- „ zerlyke wetten, en met kennisfe van zaa- ,, ken. Men zou , met geene fchepen of jj volk van oorloge, in zulk een getal 9 „ welk argwaan geeven kon , in elkanders „ havens , of op elkanders reeden , mogen fw~) Zie Ojopt-Plaknatb. II. lisel, kol 2259. en bier voofj
vi. r/e,,:.';, ;; f1 ■■ :,il; ;;':'.'• :• ...■•.■-.
|
||||
XXXVI. Boek. HISTORIE. 439
55 komen, dan met verlof, of in hoogen 160^
2, nood. Zulken , wier goederen , geduu-------—
j, rende den oorlog , aangeflaagen en ver-
„ beurd verklaard waren, zouden, uit kragt 55 van dit Verdrag alleen, wederom mo- ,5 gen treeden in 't bezit derzelven, onaan- 55 gezien ze reeds verpand, verkogt of weg- 55 gegeven mogten zyn , mids zy dezelven 5, niet vervreemdden , verminderden of be- 55 zwaarden, dan met kennisfe der Aarts- 55 hertogen of Staaten: uit hoofde van wel- ,5 ke overeenkomst, de erfgenaamen van 5, wylen den Prinfe van Oranje ook in de 55 Zoutmagazynen van Bourgondie , met de 5, bosfchen , daartoe behoorende , zouden 5, herfteld worden : ook zou het Regtsge- ,5 ding , wegens Chatelbelin , by 't keven 55 van gemelden Prinfe , voor 'c Hof van 5, Mechelen , aangevangen , binnen een 5, jaar , worden uitgefproken. Zo de Fis- 55 kaal van de eene en de andere zyde ee- ,5 nige aangeflaagen' goederen mögt ver- 55 kogt hebben , zou hy den voorigen eige- 55 naar , geduurende het Beftand, intrest 5, van den prys betaalen moeten, tegen den 5, penning zestien , op de naarftigheid der 5, tegenwoordige bezitteren. Doch zo eeni- 5, gen der gemelde goederen , door 't Ge- 55 regt, voor fchuld, mogten verkogt zyn, 55 zouden de voorige eigenaars dezelven, 55 voor den koopprys, wederom naar zig „ mogen neemen , mids zig, ten langde , ,5 binnen een jaar , verklaarende : 't weljc ,5 nogtans geene plaats hebben zou, om- ,5 trent verkogte huizen , tér oorzaake der Ee 4 55 ver- |
||||
440 VADERLANDSCHE XXXVI. Boek.
iSop. 55 verbeteringen, door de verkrygers, daar-
*——- 5j aan gedaan : welke verbeteringen , onv- » trent gronden en andere goederen , in ge- » val van herkoop, den verkrygeren zou- 2j den moeten goed gedaan worden , naar S5 de fchatting van den Regier ; voor 't be- » loop van welke , de gronden en erven 'r> zouden verbonden blyven , tot den tyd sj der voldoeninge toe. Zo iemants plaats, x met verlof der Overheid, tot vesting- of «, andere ppenbaare werken, verbruikt wa- 39 re , en hy, uit kragte van dit Verdrag, p in 't bezit derzelve, zou moeten herfteld 5, wordeu; zou hy zig met de fchatting des 5, gewoonlyken Regters te vrede moeten j5 houden , ten ware men onderling over- 55 een kwame. Geestelyke goederen , ge- w legen in de Vereenigde Gewesten , en r niet verkogt, voor den eerften van Louw- 3j maand des jaars 1607, zouden te rug ge- ?, geven worden , om, geduurende het Be- 9i ftand, te worden bezeten. Doch van die ,, vroeger verkogt of in betaaling gegeven 'p waren zou men intrest betaalen , tegen p den penning zestien: en dit zou ook van 5j de zydè der Aartshertogen' gefchïeden. 9J, Zy , aan welken eenige verbeurdver- 59 klaarde goederen behoorden te rug gege- 5? ven te worden, zouden niet gehouden „ zyn, eenige agterftallige renten of lasten w te voldoen. Van goederen, verkogt om ,, gedykt of herdykt te worden , zou men w niet dan de opftallen mogen te mg vor- „ deren. Vonnisfen van verbeurdvérklaa- p ring, geweezeri tegen zulken, die der^ |
||||
XXXVI. Boek. HISTORIE. 441
|
|||||
5j Regter gekend en hunne zaak verdedigd „j^
j, hadden, zouden ftand grypen , en niet____.
5, mogen tegengegaan worden, dan door
„ den gewoonlyken weg. De wederzydfche
w Officiers en Wethouders in de Steden en
?, lterke Plaatfen zouden gemagtigd wor-
jj den, om den ejgenaaren 't bezit hunner
w goederen, geduurende't Beftand, te bezor-
9y gen. De onroerende goederen en verval-
?J len' inkomften zouden geene wedergee-
j, ving onderhevig zyn: ook zouden fchul-
w den, van de eene of de andere zyde, kwyt-
„ gefcholden voor den eerften van Louw-
,5 maand des jaars 1607, vernietigd blyven.
5, De tyd des oorlogs, te beginnen van den
5, jaare 1567, zou niet gerekend worden,
55 om * verjaaring te maaken, tusfchen hen, * Prar
55 die verfchillende partyen gevolgd had- fcriptk.
w den. Die naar onzydige Plaatfen gewee-
55 ken waren, zouden de voordeden van
55 het Beitand mogen genieten , en komen
55 woonen, waar zy 't goedvonden. Ge-
55 duurende het Beitand, zou men, weder-
,5 zyds, in de Nederlanden, geene nieuwe
?5 fterkten mogen maaken. Om fchulden
55 van wylen den Prinfe van Oranje, ge-
55 maakt na 't jaar 1567, noch wegens las-
5, ten, gevallen , geduurende 't beflag zy-
55 ner goederen, zouden die van Nasfau niet
55 mogen gemoeid worden. Zo eenig by-
?? zonder Perfoon iets ondernam, ftrydig
w met dit Beftand., zou de fchade gebeterd
2, moeten worden, ter plaatfe, daar zy
55 gevallen ware, zonder dat het Beftand,
U, anders dan na geweigerd regt, zou ge-
Ee 5 * 5j3gt
|
|||||
448 VADERLANDSCHE XXXVI. Boek.
|
|||||
léop. 9 agt worden gebroken te zyn. Onterfe-
—— „ nisfen , uit h-aat van oorloge gefchied, j, zouden van geener waarde zyn. De we- „ derzydfche onderzaaten der Aartsherto- j, gen en Staaten zouden van eikanderen M können erven. Alle ^krygsgevangenen „ zouden, zonder losgeld,'ontflaagen wor- „ den. Tot handhaaving van dit Verdrag , n zou men , wederzyds, zee en rivieren p vry en veilig houden, en muiters , loo- j, pers, zee - en landroovers, naar behoo j, ren, ftraffen. Partyen beloofden , niet „ te zullen gedoogen, dat iemant het Be- ?> ftand fchonde; of, zo 't gefebiedde, zulks, „ terftond , te doen beteren; waartoe de „ Koning en de Aartshertogen ook ^hunne „ opvolgers verbonden, met afftand van j, alle wetten en gewoonten, met het zel- 5? ve, ftrydende. Het tegenwoordig Ver- B drag zou, door de Aartshertogen en Staar. ?> ten, binnen vier dagen, bekragtigd wor- jjden : ook verbonden zig de Aartsherto- „ gen, om het, binnen drie maanden, door iy den Koning van Spanje, te doen bekrag- j, tigen : midlerwyl, zou het, terftond na jj de bekragtiging der Aartshertogen en „Staaten, alomme, worden afgekondigd, „ zullende alle yyandlykheden, van nu af, Reime- » ophouden (ar)." By deeze punten, die lyke openbaar waren, hadden de Spaanfchen, paaien, na veel aanhoudens, en door tusfchenfpraak der Franfchen, nog, in 't heimelyk, ver- kree-
(x) Groot-Plakatcb. I. Deel, kol, 55. Metmu .XXX. Btfl
f. 576 verf. |
|||||
XXXVI. Boek. HISTORIE. 443
kreegen „ dat, in de platte Landen van
j, Brabant, die onder 't gebied der Staaten ?, ftonden over te gaan, en alwaar, tot v hiertoe, de Roomfche Godsdienst, o- „ penlyk, geoefend was, in dit ftuk, gee- ?, ne verandering gemaakt zou Worden (jy)." De gezanten Jeannin en de Rusfy leverden hiervan eene fchriftelyke verklaaring aan de Aartshertogen , welke zy egter , nader- hand , nader ophelderden, in eene tweede, behelzende „ dat de Bisfchop van Antwer- „ pen, in de gemelde Landen, geen Regts- „ gebied zou mogen oefenen , ftrydig met ,? de bevelen der Staaten; noqh dat men, 55 aldaar, eenig geloofsonderzoek zou mo- w gen doen , of iemant der opgezetenen n noodzaaken , tot den Roomfchen Gods- „ dienst." Daarentegen, hadden de Staaten van de Franfche en Éngelfche gezanten , eene fchriftelyke verklaaring bekomen, j, dat de Spaanfche Gemagtigden , dik- ?, wils, erkend hadden, dat, in het punt „ raakende den handel , Indie begreepen ?? was , en dat de Staaten hadden toege- „ ftaan , dat daarvan geen uitdrukkelyk ge- ?, wag gemaakt zou worden, op 't verzoek ?, der gezanten, die verzekerd hadden, dat j, het van gelyke kragt zyn zou. Dat, wy- jj ders de meening der Staaten geweest was, ?5 dat al wat de Spanj aards , in de Indien, 3j tegen hen ondernamen, zy tegen de Span- 3J, iaards onderneemen zouden : dat, zo U hunne bondgenooten in die gewesten n wer-
Q) tïegotkit. de Jeannin Tom. IV. f. 77, i$i.
|
||||
444 VADERXANDSCHE XXXVI. Boes,
Ï609 „ werden aangetast , het befchermen der-
1-----*• j, zelven niet ftryden zou met het Beftand;
J5 en dat de Baronny van Breda, het Mark-
n graaffchap van Bergen op Zoom en de „ gevolgen der Stad Graave , binnen de „ grenzen der Staaten, betrokken wer- „ den (2)." Voorts, verklaarden de Gemag- tigden der Staaten , op het aanhouden der Franiche gezanten 9 dat, onder hen, die „ gerekend zouden worden , wederom te „ mogen treeden in het bezit hunner goe- p deren , ook begreepen zouden zyn de v erfgenaamen va.n den Prinfe van Espi- „ noi', die eertyds de zyde der Staaten ge- j, houden hadt: en dat, zo het huis van „ Ligne , welk thans deeze goederen be- ,y zat, zwaarigheid maakte , om dezelven n weder te geeven , de Staaten , daarente- „ gen, den huize van Espinoi zouden toe- „ wyzen de heerlyke goederen van Was- „ fenaar in Holland , den huize van Ligne „ toebehoorende.'" jeannin hadt deeze gunst verworven, uit aanmerking van de dienften, den Staaten gedaan door den Her- ioge van Sully , die thans het opperbewind over de geldmiddelen in Frankryk hadt, en veel hadt toegebragt, tot het fpoediger o- vermaaken der onderftandgelden aan de Staaten. Zyne Dogter was gehuwd aan het 't Beftand huis van Espinoi (a). 't Beftand werdt, ter- wordi af- ftond, bekragtigd , door de Aartshertogea gekon- en (je Staaten, en, met de vereischte pleg- ° iig- (z) Negotlat. de Jeannin Tom- IV. p. 76,
C*j Giwrn Hift. Lïbr. XVIII. p. 566.. |
||||
ÏXXVLBoek. HISTORIE. 445'
|
|||||
tigheden, afgekondigd: 't welk, in den Haa- i^opi
ge, op den eenentwintigden van Grasmaand,-------
gefchiedde.
Eer nog het Ëeftand geflooten werdt, xx.
hadden de Staaten -, dikwils , aangehouden De Sta* by de Franfche en Engelfche gezanten, dät ten be- de Vryheid en Oppermagt der Vereenigde ^fen* Gewesten , ook door de Koningen , hunne Fnsnkryk meesters , fchriftelyk, erkend mögt wor* en En- den. Oldenbarneveld inzonderheid hadt |eland hierop , meermaalen , gedrongen by Jean- vJXeii! nin. Veelligt «, vorderde men zuïk eene fchrifte-' fchriftelyke erkentenis, om zig, met de- lyk, er- zelve , te dekken, tegen de eifchen , die ken»en* beide de Kroonen, uit kragte van 't gene, te vooren, met dezelven , gehandeld was, of uit eënigen anderen grond, op de Veree- nigde Gewesten, zouden mogen maaken. Doch wat hiervan zyn moge ; Henrik en *t welk Jakob beide weigerden zulk eene verklaä- gewei- ring. Henrik, om dat hy, gelyk hy zynen ?erd gezanten fchreef, zynen eigen' zaaken geen wor u nadeel wilde toebrengen : en jakob, waar- fchynlyk, om dezelfde reden. Ten minfte, hadden de Engelfchen thans nog zo veel op met het gezag, welk zy meenden té hebben, in de Vereenigde Gewesten , dät 'sKonings gezant, te Konftantinopole, om- trent deezen tyd , wel durfde verfpreiden , dat deeze Staat onderworpen was aan Groot- Britanje (V). Doch de twee Koningen maakten minder De tw
zwaa- Konin*
fï~) Negotiat. de Jeanm, Tom. UI. p. 230, 245, 248, 259,
*7ii %>«» 3»3> 3«S« Toni. IV. p. 25, 130. |
|||||
446 VADERLANDSCHE XXXVI. Boek.
|
||||||||
i6o£. zwaarigheid, om zig borgen te verklaaren
voor de onderhouding van 't Beftand (c): |
||||||||
gen ver- en in 't Verdrag , welk hiervan gemaakt
kiaaren wer(jt was eenigszins, begreepen de er- borgen kentenis , die de Staaten begeerd hadden, voor de Het werdt, in den Haage, op den zeven- oader- tienden van Zomermaand, getekend, en van ^ frenekde J5 dat de Verdragen, in 't voorlee- Beßand. v> den ïaar •> door de Koningen van Frank- je ryk en Groot- Britanje, met de Staaten , ," jj gèflooten , tot beter bewaaring der vre- j, de, welke men toen dagt te treffen; ftand j5 zouden grypen , geduurende het Beftand, jj en dat de hulp, den Staaten, by dezel- ^ ven, beloofd, hun verleend zou worden? Sn 't ï$ dat het Beftand , in Europa, of in w de Indien , géfchonden werdt, door of n van wege den Koning van Spanje of de j, Aartshertogen ; mids de twee Koningen, w zo wel als de Staaten, van het fchenden w des Beftands oordeelden. Waartegen de 5, Staaten zig verbonden, om, geduurende „ den tyd des Beftands , geen verdrag te 5, maaken met den Koning van Spanje, •?5 noch met de Aartshertogen , buiten be- jj williging der twee Koningen ; die beloof- ?J den, ook geen verdrag met eenige Mo- "w gendheid , wie zy ook ware , te zullen £j maaken, tot benadeeling van het tegen- in woordig Verdrag en van de vryheid der w Staaten, voor welker behoudenis , en :' j, voor die vm hunnen Staat, zy, als hunne „ goe-
(e) Negotiat. de Jeann. Tm. III. p. 3845 S93- 'f°m' W>
f. 17, 25. |
||||||||
XXXVI. Boek. HISTORIE. 447
w goede vrienden en bondgenooten, zorgen 160$.
„ wilden 00." -------
Doch na het fluiten van 't Beftand, blee- xxi.
ven 'er nog twee zaaken af te doen, op wel* Prins ken de Franfchen zeer gezet waren , het Maums fchadeloos ftellen van Prinfe Maurits, enhet^Idek vermeerderen van zyn gezag, in de Regee- ioosge- ringe: en 't zal der moeite wel waardig zyn, field* beknoptelyk te ontvouwen , wat hierover wegens gehandeld werdt. Wy hebben reeds, by deel"*" eene andere gelegenheid, aangemerkt , dat welk hy, de Prins veel nadeels ftondt te lyden by by het het Beftand; vooral zo de wedden, welken ï?eftjn(i' hy , als Kapitein en Admiraal - Generaal, ly^"n*l genoot, werden ingehouden , of merkelyk befnoeïd. Zyn aandeel van de buiten en brandichattingen miste zy zekerlyk. Ook verloor hy de Steden en Heerlykheden Län- gen en Meurs, die den vyand in handen ge- Valien waren; en, by 't Beftand, aan hem ïtondèn te blyven. En 't fcheen veelen ten hoogfte redelyk, dat men hem, in deeze ïchade, tegemoet kwame {e). Jeannin, den Prins naauwer willende verbinden aan de belangen van Frankryk , drong 'er fterk op , uit 's Konings naam ; Oldenbarnéveld Was 't met hém,'eens; doch begreep, ne- vens anderen , dat zulks eerst na 't fluiten van 't Beftand behoorde te gefchieden , op dat men 't niet fclieene te doen uit nood- zaaklykheid, en om den Prins te dringen , , tot
OO Traite de Gimrantie dans les Negot. de Jbann. Tm.
IV- p . 159. («) Negotiat. de Jeann. Tm. III. p. 394, 405, 413. • Tim.
IV. p. 17, 163. |
||||
448 VADERLANDSCHE XXXVI.Bobk;
ièop. tot bewilliging in 't B&fhnd , welk toch ,
——i- dagt hy , zonder deeze bewilliging , \veï: kon geüooten worden (ƒ). Maar 't Beftand' was zo dra niet gebragt, op eenen goeden voet van te zullen gellooten worden , of Jeannin vernieuwde zyn verzoek (g). De Prins kreeg 'er kennis van, en bedankte 'er de Franfche gezanten voor. De Staaten be- flooten, nog in Lentemaand, toen 'tBèftand genoegzaam gereed was, den Piïnfe allé zyne wedden , beloopende tagtigduizend guldens in 't jaar, te laaten behouden, hem, daarenboven , in de plaats der brandfchat- tingen en verbeurdverklaringen , nog tag- tigduizend guldens toeftaande. In geval hy kwame te trouwen, beloofden ze hem nog vyfentwintigduizend guldens , jäarlyks; en Zo hy ongehuwd kwame teoverlyden, ftori- deii ze toe , dat Graaf Henrik Fredrik en deszelfs kinderen hem opvolgden. Jeannin zogt te wege te brengen , dat deeze vyfen- twintigduizend guldens den Prinfe, van nu af aan, werden toegelegd (#). De Prins zag dit ook gaarne. Ook gefchiedde het, federt (*'). Maurits toonde nimmer genegenheid tot trouwen. Henrik de IV. zou niet gaar- ne gezien hebben , dat het gefchiêd ware, zonder zynen raad in te neemeri, en wensch- te , dat hy zig liever met het Huis van Brandenburg of Hesfen , dan met dat van Groot-
(ƒ*) N^gorat. de Jpann. T»k. til. i>. 1^5.
(_£•; Nfgotiat. d'. Jeanpj. Tmn. UI. p. 340, J75, 3-7. 404.
' h) Refol. Hall. .14 Maart 1609. U. 86. ' 'Ne'gotiat. Ä
Jrannin 7!™. IV.' p. 15, iH* 19. (i 1 Refol. Holl. is juity irtoy. tl. 165. Rcfol. van Coafid,-
|ei> tyde van ue Witt, l/l. 203. |
||||
XXXVt. Boek. HISTORIE. 449
Groot- Brittanje verbondt (F). Voorts, werdt 1609.
de wedde van Graave Henrik Fredrik ook -—-=■ verhoogd, tot op dertigduizend guldens. De inkomüen van Graave Willem Lodewyk wer- den, insgelyks, vermeerderd, en beliepen nu omtrent vyfcigduizend guldens, in 't jaar (/). Daarenboven, bragten de Staaten en de Franfche gezanten te wege, dat de Aartsher- togen den erfgenaamen van wylen den Prinfe van Oranje driemaalhonderdduizend guldens eens beloofden, in vergoeding van verfchei- den' inkomsten, deezen Prinfe, eertyds, uit Brabant en Vlaanderen, toegelegd, toen de Hertog van Anjou de Nederlanden regeerde (tn). Waarmede men het huis van Nasfau rekende fchadeloos gefteld te hebben. Maar Frankryk, en vcelen hier te Lande XXlt
waren van oordeel, dat men Prinfe Maurits Hande- ook meerder gezag in de Regeeringe gee- ^" veraw' ven moest, dan hy tot hiertoe gehad hadt. deren Henrik de IV. was hierop zonderling gezet, van den alzo hy Maurits zeer vreemd hieldt van de ™rm dei Spaanfche heerfchappy, die hy ook zogt te ^$1*' verkleinen («). Hy belastte, hierom, zynen, " ' gezanten, kort na 't fluiten van 't Beiland, te arbeiden, om Maurits meer gezags te doen opdraagen; mids Oldenbaxneveld, te gelyk, in 't bewind bleeve(o). 'tBeftandzelf fcheen, hiertoe, meer aanleiding te geeven dan de vrede gedaan zou hebben. De verwagting van oorlog > die ligtelyk op 't Beftand vol- geit f k) Negotiat. de Jeannin Tom, IV. p. 26.
Ql ) Negotiat. de Jeannin Tom. ÏV. p. vj.
<:»»■) Negotiat. de Jeannin Tom. IV. p. 38, 5g, 59, ?ii
O) Negotiat. de Jeannin Tom. Lp. 65.
t<0 Negotiat. de Jeannin Tm. I. p- 71.
IX, Deel. Ff
|
||||
■■M
|
||||||||||||
450 VADERLANDSCHE XXXVI. Bom;
i6cr>. gen kon, moest te wege brengen, dat men
------den Prinfe , die zig inzonderheid in den
kryg geagt gemaakt hadt, meer naar de 00-
gen zag en vergenoegde, dan men, veel- ligt , in eenen tyd van vrede, gedaan zou hebben (p). De Prins hadt zelf verklaard, dat de vyand hem een millioen gouds en verfcheiden' Heerlykheden in Duitschland toegezeid hadt, zo hy zig derwaards be- geeven wilde: ja dat hem de Aartshertogen grooter gezag in den Vereenigden Staat dan hy ooit gehad hadt, en zelfs niet donkerlyk de Opperheerfchappy hadden aangebooden, zo hy zig met hen wilde vereenigen (#): al het welke hy nogtans van de hand geweezen hadt. 't Scheen, derhalve, niet onredelyk, dit men hem, vrywilliglyk, eenig meerder gezag opdroege, en, ten dien einde, eenige verandering maakte in den tegenwoordigen vorm der Regeeringe, die, federt eenige jaaren, eene andere gedaante aangenomen hadt, dan zy, in den aanvang des oorlogs, plag te hebben. |
||||||||||||
XXIII.
Tegen-
woordi- ge ge- daante |
Het voorig gedeelte dezer Gefchiedenisfe
heeft ons doen zien, dat het beleid der zaa- ken des bondgenootfchaps, in 't begin, plag te ftaan aan wylen den Prinfe van Oranje en |
|||||||||||
derzeive. aan de Raaden, hem toegevoegd: en dat,
daarna, ten tyde van Leicester, de algemeene Staaten, die, te vooren, niet geduuriglyk plagten te zitten, allengskens, geduuriglyk byeen kwamen, en het opperbeleid der oor- logs- en vredehandelingen, met het gene 'er
C?) Negotiat. de Jeann. Tom. II. p. 174.
Cf) Negotiat. de Jeawn. Tom. I. ƒ'• 11*5. |
||||||||||||
\
|
||||||||||||
XXXVI. Boek. HISTORIE. 451
'er aan vast was, meer en meer, aan zig trok- iöop.
ken. Van dien tyd, verminderde het gezag ■-------■
des llaads van Staate-: waartoe, waari'chyn-
lyk, ook geholpen heeft het afzyn van Prin- fe Maurits, het hoofd van deezen Raadj die, doorgaaiis, te velde zynde, zig weinig met zaaleen van Regeeringe kon ophouden. Tegenwoordig, was de Vergadering der. al- gemeene Staaten tot eenen hoogen trap van aanzienlykheid gefteegen: wordende haa- ren luister niet weinig vermeerderd , door het geduurig ontvangen en hooren der ge- zanten van magtige Vorftcn, ter gelegen- heid der gewigtige handelinge van 't Be- ftand. Oldenbarneveld, fchoón, in naam , Groot alleenlyk een dienaar der Staaten van Hol- gezag land, deelde in dit gezag. Hy was, van we- van 01- ge dit Gewest, gewoonlyk afgevaardigd in 'Le'gj"" de vergadering der algemeene Staaten, daar hy de ftem van Holland, het aanzienlyklte der zeven gewesten, zeer wel wist te doen gelden. En het groot gezag, welk hy zig, door zyne langduurige diensten, by de Staa- ten van Holland, zyne meesters, verkree- gen hadt, was oorzaak, dat hy de ftemmen hunner Vergaderinge, gemeenlyk, kon lei- den naar zynen zin. De meeste andere Ge- westen voegden zig naar Holland: waaruit ligtelyk af te neemen is, hoe veel de Ad- vokaat vermögt, in de Vergadering der al- gemeene Staaten (r). In Zeeland alleen, hadt Prins Maurits het meeste vermogen: en wy hebben gezien, dat zyne Doorlugtigheid, door
C'0 Ncgotiac. de Jeann. Tonn I. p. f15.
Ff 2
|
||||
45* VADERLANDSCHE XXXVI. Boeit.
Wop. door middel van dit Gewest, het befluit tot
—_ vrede of beftand , welk Oldenbarneveld dreef, lang wist tegen te houden. Gebrek Doch men ontdekte, by deeze gelegen- in den ^eid geiyk te vooren meermaalen, by an- Sdi deren, éen merkelyk gebrek, in den tegen- gZL woordigen vorm der Regeenn«. Men derRe- vondt, dat 'er geen vastgefteld middel was, geeringe. om de gefchillen, tusfchen de byzondere Gewesten, en tusfchen de Steden van elk ge- west, volftrektelyk en met gezag, te beflis- fen, By het negende Lid van de Utrechtfche Vereeniging, waren de gefchillen tusfchen de Gewesten, over zaaken van beftand, vre- de, oorlog en belasting, wel verbleeven aan de Stadhouders; doch alleen by voorraad, en aan de Stadhouders, die 'er toen waren Cs)• 't welk, veelligt, ook eene der redenen geweest is, waarom, in de handeling van 't Beftand, de meeste Gewesten zig met ver- bonden rekenden, het verfchil met Zeeland aan de uitfpraak der Stadhouderen te ver- blyven: fchoon de Zeeuwen beweerden, dat zulks, uit kragte der Utrechtfche Va- Middel eeniging, behoorde te gefehlt den. Zy, die Ä dk gebrek in den vorm der Regeennge «everbe' wilden wegneemen, en te gelyk Prmfe Mau- teren' rits grooter gezag geeven, floegen, hierom, voor „ dat de zaaken van vrede, oorlog, verbonden met uitheemfche Mogendhe- den en belastingen verbleeven moesten l worden , aan de Vergadering der alge- " meene Staaten; doch dat men eenen Raad l van Staate moest opregten , van welken |
|||||||
„ Prins
|
|||||||
fjr) Zie VII. Dtet, U, 256,
|
|||||||
XXXVI. Boek. HISTORIE. 453
n Prins Maurits het hoofd, en de Graaven «jo*.
„ Willem en Henrik Fredrik, voor hun n leeven, Leden moesten zyn; dat aan dee-
„ zen Kaad ftaan moest de beflisfing van „ alle gefchillen, die tusfchen de Gewesten „ voorvielen: ook de uitvoering van 't ge- ,, ne de algemeene Staaten beflooten had- „ den, zelfs door geweld, indien 't ver- „ eischt werdt; en, dat de Raad, voorts, „ op alle andere zaaken van Regeeringe , w raadpleegen en befluiten mögt." Door middel van deezen Raad, zou, dagt men, de langwyligheid der raadpleegingen ter alge- meene S taatsvergader inge weggenomen, en zaaken, die fpoed vercischten, fpoediger af- gedaan können worden (/) Verfcheiden' aanzienlyke luiden, hier te
Lande, waren voor het opregten van zulk een' Raad. De Koning van Frankryk, zig verbeeldende, dat hy zig, onder de regee- ring van zodanig een' Raad, ligter vrienden in de Vereenigde Gewesten zou können ver- krygen, tot bevordering zyner verdere oog- merken , hadt zynen gezanten gelast, daartoe, voorzigtelyk, te arbeiden (i). En wy hebben gezien («), dat zy en de andere gezanten, al een en andermaal, openbaare aanrnaanin-r gen gedaan hadden, om de Regeering te her- ftellen; welke aanmaaningen, op den der- tienden van Bloeimaand deezes jaars, nog eens herhaald werden (j>). Onder de hand, hadt,
(f) Ncp.ntiat. flt Jeannin Tom. I. p. 63.
(O Negotiat. de Jeannin Tom. I. p. 433, 436,450.
£« > liier voor, U. 371, 420.
OO Propof. èam les Negotiat. de Tkann. Tets. IV. *. ïife
Ff 3
|
||||
454 VADERLANDSCHE XXXVI. Boek,
)<§o% hadt Jeannin niet verzuimd, hiervan, by-
-------zonder met fommigen te handelen (V); en
genoeg te verftaan gegeven, dat zyn inzigt
was, Prinfe Maurits meer gezags te doen opdraagen. Eenige dienaars en vrienden van den Prinfe oordeelden zelfs, dat men, ten zynen behoeve, 't Gemeenebest in een Vor- itendom veranderen moest (x). Fran9ois Franken, weleer Penfionaris van Gouda, en nu Raadsheer in den Hoogen Raad, hadt, in Wynmaand des voorleed en jaars, aan den Predikant Uitenbogaard verklaard „ dat n Oldenbarneveld zelf hein, eenigen tyd ge- ,7 leeden, gezeidhadt, dat men zig niet met „ den vyand verdraagen moest, voor men n 't Land in meerder verzekerdheid gefield, n en met Prinfe Maurits gehandeld hadt , 5, op gelyke voorwaarden, als weleer met 5, zynen Heere Vader gefchied was; doch „ dat de Advokaat hiervan , naderhand , ?j niet meer gerept hadt (y)." Ook fprak men 'er, in 't geheel, weinig van, voor 't Zwaarig- fluiten van 't Beiland. Groote zwaarigheid heid,om vondt Jeannin , in Oldenbarneveld tot de "er Ol- voorgeflaagen' verandering te doen bewilli- «aenbar- gen> De Advokaat begreep ligtelyk, dat Z}m K^oen" gezag merkelyk verminderen zou, zo dra de bewiiii- Prins aan 't hoofd van eenen Raad van Re- gen, geeringe geplaatst was. Men hadt, in de han- deling van 't Befland, gezien, hoe ligt 'er verfchil komen kon, tusfehen de Gewesten; en zo de Raad gezag hadt, om alle zulke ge- fchil-
£w) Negoti.it. rit Jf.annin Tom U. p. 12, 17, 22, %'i.
-T.tJ Neijotiat. de■ Jeannin Tim. Ui. p. zo-;- fy) UïfïNBOc. Leven en Veiantw. Cap. X. LI. 156. |
||||
XXXVI. Boek. HISTORIE. 455
fchillen te beflisfen, was by den zelven, of 1609.
by den Prinfe, die 'er 't hoofd van zyn zou, —-----
de geheele klem der Regeeringe, en de be-
kwaamheid des Advokaarts, om de gevoe- lens der Steden, in Holland, en der Gewes- ten, ter algemeene Staatsvergaderinge, te leiden naar zynen zin, kon hem weinig meer te ilade komen. Jeannindagt, dat men den Advokaat zou können te vrede Hellen , als men hem Prefident maakte van den Raad O). Doch 't blykt niet, dat hy 't heeft voor- geflaagen. Nogtans maakte hy een ontwerp van eenen Raad van Regeeringe: waarin de Koning meende, dat de Franfche gezanten, zo wel als de Engelfchen, zitting behoorden te hebben (#). Doch dit ontwerp kon niet behaagen. Men zou niet geraaden gevon- den hebben, uitheemfchen Vorsten zo veel zeggens in 's Lands Regeeringe te geeven, Oldenbarneveld en anderen vreesden ook , voor nadeelige gevolgen van zulk een uit-. iteekend gezag, als men Prinfe Maurits wil- de opdraagen (b~). Ook viel 't, fchryft de Dehan- Groot, zo gemakkelyk niet, eene wyze van deling Regeeringe, die men, twintig jaaren lang, J^1 met goeden voorfpoed, gevolgd hadt, te Sl-mi" veranderen: en zy, welker belang het was, dat de zaaken in den tegenwoordigen ftaat bleeven (c), bragten, ligtelyk, te wege, dat de onderhandelingen over 't hervormen der Regeeringe, eerst, tot na 't fluiten van 't Be- ftand,
(s) Negotiat. de Teann. Tom, I, p. 64. Tam. III. p. 90.
Tom. IV. p. yii, jo;;.' Ca) Negotii«, ch Jp.an'w. Tom. I. p. 77, Tom. IV. j>. 105. Oi) Negqiiat. de 'Jkann. . Tom. IV. f. 97, 99, 1F4.J, M9. (e) GroTiI Hill. Liht: XVII. p. 549. Ff 4,
|
|||||
1
|
|||||
4S6 VADERLANDSCHE XXXVI.Boek,
|
|||||
1609. iïand, en toen, tot na 't einde des jaars, ver*,
-----— fchooven werden (W) : waarna zy, allengs-
kens, in 't vergeetboek raakten.
XXIV. In Zomermaand, maakten de drie Broe* Filips ders van Nasfau, door bemiddeling der Fran- Willem, fc|ie gezanten, een onderling verdrag van {/ranje^ verdeeling der Vaderlyke erfenisfe. Filips verzoent Willem, Prins van Oranje, was, ten deezen Don Em- einde, reeds in Slagtniaand des voorleeden raa™el ^ jaars, in den Haage gekomen: en hadt toen mgaimet o0^ z^n wer^ gemaakt, om zynen Broeder, Priufe Prinfe Maurits, 't Beftand aan te raaden (e), RIaurits. Daarenboven, was 't hem gelukt, Don Em- manuel , die, gelyk wy. te vooren verhaald hebben, tegen Maurits zin, met de Prinfes- fe Emilia getrouwd was, met den huize van Nasfau te verzoenen (ƒ). Daarna, arbeidde men aan de verdeeling der erfenisfe, waar- over, fomtyds, hevig gefchil rees, tusfchen de twee oudfte broeders, Filips en Maurits Verdrag 00- Eindelyk, trof men een Verdrag, op van Ver- den zevenentwintigften van Zomermaand , deeling }n \ byzyn der Franfche en Engelfche gczan- dér na- ttq en van eenjgen (jer Staatfche Gemagtig- fchap" den op de handeling van 't Beftand. By het van wy- zelve, werdt „ Filips Willem aanbedeekl lenPrinfe ^ hét Prinsdom Oranje, de goederen, in het v1^' n Qraaffchap Bourgondie gelegen, het Burg- 5, graaffchap van Befancon , de Baronnyeiï 5, en tieerlykheden van Breda , Steenber- w gen, Grimbergen, Diest en Sichern, het 5? Burggraaffchap van Antwerpen, de Heer- (<0 Ncgmiat. de Jeaijnin Tom, IV. p. 131, 13.2.
ff) Neaotiat. Af. (pannin Tam. lil. ƒ<• 108, 127. t/ Meter. XXX. ƒ?«*,ƒ. 575. Cs ) Nfigoliat. d* jEftNNiN Tem. IV. p. 37, 143* |
|||||
KXXVLBoEK. HISTORIE. 457
|
|||||
» lykheden van Herftal, Ruthen, Zeelhem, 1609.
» Warneton , en alle de goederen, in Bra--------
v bant en Vlaanderen gelegen , benevens
» het vrugtgebruik, geduurende zyn leeven, r> van het Graaffchap Vianden en van de » Heerlykheden S. Vit, Butgenbach, Daas- n borg en alle de andere goederen, leggen- ?5 de in 't Land van Luxemburg, van wel- » ken de eigendom aan Prinfe Maurits toe- n gelegd werdt; en eindelyk, een derde ge- » deelte van de driemaalhonderdduizend j3 guldens , den drie broederen , door de jj Aartshertogen , toegeweezen : uit welk r> derde gedeelte hy egter gehouden zou » zyn , zyne oudfte Zuster, de Graavinne y? van Hohenlo, te voldoen. Prins Maurits » verkreeg, voor zyn aandeel, het Mark- n graaffchap van Veere en Vlisfingen , de n Heerlykheid van Domburg, en de ande- ?3 re goederen , in Walcheren gelegen, de n Heerlykheden van Niervaart, van Graa- 5) ve en het Land van Kuik, en van de Lek jj en Polanen , met den eigendom van het jj Graaffchap Vianden en de andere Lu- w xemburgfche goederen : voorts het regt 53 op de Baronny en Heerlykheid van Lin- fj gen en Kloppenburg, en 't gene 'er meer v) toebehoort, en het derde van de opge- J3 melde fomme , door de Aartshertogen , 5, beloofd, mids hy zyner Zuster, der Prin- w fesfe van Portugal, en Graave Willem Lo- „ dewyk, uit hoofde zyner overleeden' Ge- „ maalinne, Anna van Nasfau , ieder, we- 55 gens een jaarrente van tweeduizend gul- 3, dens 5 voldoening gave: waartegen de Ff 5 ?3.§antC
|
|||||
458 VADERLANDS CHE XXXVI. Boek.
1609, » gantfche nalaatenfchap der laatstgemelde
—-----» aan Prinfe Maurits en aan de Prinfesfe
?? van Portugal vervallen zou. Aan Prinfe
» Henrik werden toegelegd de Heerlykhe- 77 den van Geertruidenberg, hooge en laa- 55 ge Zwaluwe, Drummelen, Waspik, Stans- 57 haazen, Almonde, Dubbelmonde en Twin- » tighoeven , met de visfcheryen, by Geer- ?7 truidenberg, en het overig derde deel van 7j de fomme , door de Aartshertogen , be- 73 loofd ; nüds daaruit voldaan wierdt de ?5 lyftogt der Prinfesfe Weduwe, zyne Moe- 77 der. Voorts, verbonden Filips Willem en jj Maurits zig, om de nog onbetaalde fchul- 57 den van den boedel huns Vaders, tot eene 77 fomme van honderdenvyftigduizend gul- v) dens toe, indien zy zo veel beloopen mog- 55 ten, te voldoen: doch 't gene zy meer be- 77 liepen zouden de drie broeders, ieder voor 77 een derde , betaaleu. Schulden, ter oor- 57 zaake van den oorlog gemaakt, zouden 75 hieronder egter niet begreepen zyn ; maar 5j men verzogt de Staaten , dezelven tot » hunnen laste te willen neem en. DePrin-r ?5 fes van Portugal werdt verzogt , zig te J5 willen vergenoegen , met de rente van „ vyfendertighonderd guldens , te losfen te- n gen den penning twintig, haar, door de 5, Vereenigde Staaten , toegelegd : en de 5, Dogters van Vrouwe Charlotte van Bour- „ bon, met eene gelyke rente van zesdui- „ zend guldens, ten laste der Staaten, en n met de Landeryen, in 't Hertogdom van ., Bourgondie gelegen. Eindelyk, verklaar- 5? de Filips Willem en Henrik , aan den |
||||
XXXVI. Bqek. HISTORIE. 459
w voet van dit Verdrag, dat Mairrits , op 16053.
?, geene andere voorwaarde, in het zelve be- —-----
M willigd hadt, dan op deeze, dat de Staaten
5, hem en zynen erfgenaamen, voor het einde w van Wynmaand naastkomende , eene jaar- 5, rente van vyfentwintigduizend guldens ver- „ eeren zouden ; gelyk hem toegezeid „ was (A)." Omtrent deezen tyd, beflooten de Staaten At'dan-
een gedeelte van hun Krygsvolk af te danken. kinsvan 't Getal deszelfs beliep , volgens de jongfte ^s* monfterrollen, twee en veertigduizend knegten weder- en vierduizend paarden (7). Nu werden alle zyde. de vendels, tot op zeventig man, ieder, ver- minderd, zonder dat een eenig vendel geheel werdt afgedankt: 't welk den bevelhebberen groot genoegen gaf. Na deeze vermindering, beliep het getal der troepen, volgens de mon- fterrollen, nog omtrent dertigduizend kneg- ten en drieduizend paarden , die, naar ge- woonte , tegen agt en twee derde maanden in 't jaar, betaald werden (&). De Aartsherto- gen ontfloegen, ten zelfden tyde, ook veel krygsvolk, Hoogduitfchen en anderen , uit hunnen dienst (l). Te Lingen, en te Olden- zeel, ontftondt, wat laater, eene gevaarlyke muitery, die eerst, met eenig geld, en, daar- na , niet, dan na 't bannen van deeze en an- dere mnitelingen, die zig, in drie muitery en, hadden laaien inwikkelen, gedempt werdt (tri). Wy-
(JO Traite tle Partsge , dam les Nesotiat. de TeaN'N. Tom.
IV. P- «73- CO Ncgotiat. de Jeannin Tom. III. p. 302.
C«) Nesotiat. de Jkanncn Tom. IV. p. 133, C/,1 Meturen XXX. flóek,f. 579 verf. (mj Meteuen XXXI. Hoek, f. 5H1 verf. 590. |
||||
4Öo VADERLANDSCHE XXXVI. Boek,'
|
|||||||||
Wyders, werdt 'er, in de Vereenigde Ge-
westen , omftandiglyk, gehandeld, over de bepaaling van het aandeel, welk elk Gewest, in de gemeene lasten, te draagen hadt. Hier- ov.er was, van 't begin des oorlogs aan, ge- fchil geweest, zonder dat het, immer, be- hooiiyk, hadt können vereffend, of het aan- deel van elk Gewest, op eenen vasten voet, gebragt worden. Holland, en vooral Zeeland klaagden, dat zy veel te hoog belast werden. Ook was 't wel noodig geweest, verfcheiden' andere Gewesten, mee naame Gelderland en Overysfel, die , door de wapenen, tot het Verbond gebragt waren, weinig te bezwaa- ren , zo lang de kryg duurde ; waarvan zy ook , eenen geruimen tyd herwaards, den meesten last gehad hadden (») In 't voorlee- den jaar, was 'er eene verdeeling gefchied van een gedeelte der oorlogslasten, in welken Gel- derland maar vier en een half ten honderd droeg. Holland bragt toen vyfenvyftig en een half ten honderd op; Zeeland, dertien en een half; Utrecht, vyf en drie vierde; Friesland, elf en een half; Overysfel, twee en drie vier- de en Groningen en Ommelanden zes en een half (<?). Maar in deeze verdeeling oordeelde men nu verandering te moeten vallen: waarop Zeeland fterk drong (^); doch 't liep nog aan, tot in 't jaar 1612, eer men, deswege» tot een befluit komen kon. Het buitengewoon gezantfehap van Frank-
ryk
(n~) Negotiat- ie Jeannin Tom. IV. p. cj<».
(n) £/ï*,gefehrceven* Aantekeningen van deezen tjcU
Ltj NtgwiM- <k JeaNNIN TotH.lV.p. 143.
|
|||||||||
1609.
XXV.
Onder- hande- ling over de be- grooting van het aandeel van elk Gewest in de ge- meene lasten. |
|||||||||
XXVI.
Jeaimui |
|||||||||
XXXVI. Boek. HISTORIE. 4S1
|
|||||||
ryk en Groot - Britanje , 't Beftand nu ge- 1609.
flooten ziende , ftondt , tegen 't einde van |
|||||||
Zomermaand, op zyn vertrek : wanneer levert
Jeannin geraaden vondt, eindelyk, een Ver- ^;Wyi* toog te doen, ter algemeene Staatsvergade- vertoog* ringe , ten voordeele der Roomschgezinden ter alge- in de Vereenigde Gewesten : 't welk hy, meene tot hiertoe , hadt uitgefteld. De Koning , ^ats* zyn meester, hadt'er hem, onlangs, nog toe ^fe,6" vermaand. Doch de Engelfche gezanten had- over, ten den zig veele moeite gegeven , om te maa- voordee- ken , dat zulk een Vertoog geen' ingang^Jer^ vondt. Ondertusfchen, was men, na 't flub-gezin(jen# ten van 't Beftand, hier te Lande, veel fcher-" per geweest, tegen de Roomfchen, dan te vooren: 't welk Prins Maurits en anderen noodig hielden, om te voorkomen, dat men 't oog niet naar Spanje wendde, of ten min- fte, naar zynen oudften broeder, den Prins van Oranje, die zig , zo men meende, in zyn verblyf alhier, reeds te veele vrienden gemaakt hadt (#). Jeannin beiloot dan, kort VGor zyn vertrek, een Vertoog in te leveren, behelzende „ dat hy, tot hiertoe, w uitgefteld hadt, voor de Katholyken in de „ Vereenigde Gewesten te fpreeken , om „ geene verhindering toe te brengen aan de ?) handeling van vrede of beftand , waar- „ mede men bezig geweest was: doch dat 5, hy , na 't gelukkig afloopen deezer han- ?, delinge, en 't bevestigen der vryheid van ?3 den Staat, geene zwaarigheid maakte , „om,
ff") Ncgotiat. de Jeann. Tom. IV. p. 123, 144, tS:. Uï-
ïENsoo. Lev. ea Veriintw. Cap. X. tl. 153. |
|||||||
462 VADERLANDSCHE XXXVI. BoEff*
irtoy, ■>■> om , ook in dit opzigt, den last zyns
----- 55 meesters te voltrekken. Dat de Koning,
55 tot het. geeven van deezen last, bewoo-
55 gen geworden was, door den Godsdienst, ?5 waarvan hy belydenis deedt, en door het 55 bezef van de nuttigheid , die,' uit het in- n willigen van zyn verzoek, voor den Ver- 55 eenigden Staat zei ven, te wagten was. Dat 5, de Staaten den Katholyken, zo niet door 5, openbaar befluit, ten minfte by ooglui- 55 king , vrye Godsdienstoefening behoor- 55 den te gunnen, om dat zy zulk een aan- 55 zienlyk getal uitmaakten, en de lasten des 5, krygs, nevens anderen, zo veele jaarcn, 5, gedraagen hadden ; waarom hun ook ee- 55 nig deel toekwam van de vryheid, die 'er ,5 door verworven was. Dat men deeze vry- 55 heid niet genoot, zo lang men God niet, ,5 vryelyk, naar zyn geweeten, dienen mögt, 55 gelyk de Staaten zelven wel wisten: heb- ,5 bende zy het verkrygen of behouden van „ deeze vryheid , altoos , onder de voor- 55 naamfte oorzaaken van het aanneemen „ der wapenen , gerekend. Dat, om ge- 5, lyke oorzaak , ook in andere deelen van ,5 't Christendom, zelfs in Frankryk, gewel- ,5 dige beweegingen ontftaan waren, en 5, overal met zulken gelukkigen uitflag, als 5, of de Voorzienigheid , daarmede , den 5, Vorften en Mogendbeeden hadt willen lee- „ ren, dat het geloof, niet door geweld , 5, maar door de werkinge van den Heiligen w Geest, voortgebragt werdt , en dat de ,, verbeteringen der doolingen en misbruiken, „ die bedorven' menfchen in den Gods* „ dienst
|
||||
■ ■————■—■■
|
|||||
XXXVI. Boek. HISTORIE. 453
?> dienst tragten in te voeren, de eenige weg I(fo9f
» was, om de gantfche Christenheid tot -----'—
55 één geloof te brengen. Dat zyn Koning,
y) terwyl men badt, dat de Hemel de her- 55 ten der Christen - Mogendheden en van het n Hoofd der Kerke, tot deeze verbetering, » beweegen wilde, niet naliet, alles aan te » wenden , wat ftrekken kon , om de ver- 55 bittering weg te neemen, die de voor- » gaande oorlogen , in zyn Ryk, verwekt j) hadden, en ten deezen einde, hun, die J5 de zelfde Leer met de Vereenigde Staaten J3 beleeden , vryheid van Godsdienstoefe- ?5 ning verleend hadt: dat hy hiervan reeds 5} de goede uitwerkfels ondervondt, 't welk ?, hem bewoog, den Staaten het inflaan van 5? den zelfden weg aan te raaden. Dat de Ko- 55 ning de vrye oefening van hunnen Gods- 5, dienst niet in zyn Ryk gevonden hadt, j5 en hierom, met regt, zou hebben können 55 weigeren. Doch dat de Katholyken, hier, J5 zo wel als de anderen, geftreeden hadden „ voor de gemeene vryheid ; waarom hun 5, ook het genot derzelve, geregtelyk, toe- 55 kwam. Dat het weigeren van zulk eene „ vryheid nadeel zou können doen aan die 5, van hunnen Godsdienst, in zulke Plaat- je fen, en onder zulke Mogendheden, daar 5, zy de zwakften waren. Dat de Staaten j, de begeerde vryheid, zonder eenig ge- „ vaar , verleenen konden, alzo de Katho- „ lyken , die hun getrouw gebleeven wa- ?, ren, in 't heetst van den oorlog, en ter- „ wyl ze de oefening van hunnen Gods- j9 dienst ontbeeren moesten, hun, onder 't » Se'
|
|||||
4^4 VADËRLANDSCHE XXXVI.Boek,
1609. » genieten van vrede en vryheid, niet zoü-
■------?> den afvallen : terwyl , daarentegen , het
J5 onthouden deezer vryheid hen tot mis-
n moedigheid en wanhoop zou können J5 brengen. Dat fommigen wel dreeven , n dat de Staat gevestigd was op den Gods- •)•, dienst, welken de Staaten beleeden , en ia dat eenen anderen te gedoogen de grond- J5 wet van 't Gemeenebest fchondt; doch 55 dat anderen, daartegen, met meer reden, j> inbragten , en uit verfcheiden' ichriften » beweezen , dat zy, in 't eerst » alleenlyk 55 vrye oefening voor hunnen Godsdienst 5> zogten : altoos onderftellende, dat de ?4 Katholyke Godsdienst, daarbenevens, ge- 55 oefend zou worden. Dat de ondervinding 55 ook alomme leerde , dat verfcheidenheid 55 van Godsdienst niet gevaarlyk was voor 5, eenen Staat. Dat fommigen, ten onregte, 55 waanden, dat de dwang, van welken men ,5 zig bediende, de Katholyken, te eerder, w tot hunnen Godsdienst zou overhaalen, 55 alzo 't veeleer te verwagten was, dat zy, 5, hierdoor , ftandvastiger gemaakt zouden j5 worden , in het aankleeven der Leere , 55 welken zy nu volgden, Of zo dit niet ge- j, beuren mögt* zouden zy, veelligt, tot ee- ,5 ne openbaare veragting van God en den j, Godsdienst vervallen, en veel fchadely- „ ker onderzaaten worden , dan zy anders 5j zouden geweest zym Dat men niet zeg- 5, gen moest, dat hec den Katholyken vry- ?5 ftondt, het Land te verlaaten; alzo men ,, dit zulken , die 't Laud hadden helpen ,, winnen, met geen' fehyn van regt, ver- ft §e» |
||||
XXXVI. Boek. H I S T O R I E. 465
|
|||||
w gen kon, behalve dat, hierop, eene ont- i<5op.
„ volking ftondt te volgen , die ongemak--------
P, ken naar zig zou fleepen , beter te be-
„ denken, dan openlyk aan te wyzen. Dat, 55 fchoon alle deeze redenen de Staaten be^ „ hoorden te beweegen , om den Katholyv w ken de openbaare oefening van hunnen 5, Godsdienst toe te ftaan , zyne Majefteit 5, zig egter te vrede hieldt, zo men flegts 5, gedoogen wilde, dat zy eenige oefening, n in hunne huizen , hebben mogten , zon- „ der geftoord, en, naar de ftrengheid 5, der Plakaaten, gehandeld te worden. Dat 5? men dit nog onder zulke voorbehoedfels J5 zou können toelaaten, dat 'er geheel gee* n ne vrees voor gevaar overbleef; gelyk, n by voorbeeld, zyn zou, te beveelen, dat n de Kerkelyken, die in 't Land begeerden w te woonen, zig by de Wethouders der J5 Plaatfen , met goed getuigenis van hun- „ ne perfoonen en gedrag , aangaven , en „ dat zy , die dit niet gedaan hadden, ge- j, bannen of zwaarer geftraft werden." De Gezant befloot, eindelyk , zyn Vertoog, met deeze woorden: „ Gy ziet, myne Hee- w ren , dat 's Konings verzoek , ten voor- 5, deele der Katholyken, op zo weinig uit- j, komt, dat het toeftaan van het zelve u „ geen fchynbaar nadeel kan toebrengen. w Zy zullen 'er, nogtans, grooten troost ,, uit ontvangen. Zy zullen 'er u altoos voor „ verpligt zyn. Hunne zugt tot de behou- „ denis en voorfpoed van uwen Staat zal „ 'er vaster en beftendiger door worden. w Zyne Majefteit zal u des ook grooten IX. Deel.. Gg n dank |
|||||
466 VADERLANDSCHE XXXVI.Boek.
*a*Qp. n dank weeten , en oordeelen , dat gy eeu
""-.-•• j, goqd en wys belluit genomen hebt. Zo gy „ het tegendeel doet, zal hy altoos vreezen, n dat uwe weigering de gemoeden der Ka- j, tholyken van u vervreemden zal, en ver- ,, oorzaaken, dat zy of 't Land ruimen, of j, nog lhooder en gevaarlyker maatregels 3J neemen. Hy vermaant hen , egter , ge- ,, duldig te draagen , 't gene gy goedvindt n te beveelen , zonder iets te ondernee- n men , welk de rust en veiligheid van u- „ wen Staat zou können ftooren: hun, van n zynen kant, verklaarende , dat zy , an- L ders doende, eerder ftraf, dan zyne gunst ' en hulp waardig geoordeeld zullen wor- i den (r)." Dit Vertoog, den Staaten ter hand ge-
fteld zynde., werdt, door hen, geheim ge- houden , en niet aan de byzondere Gewes- ten gezonden ; waarom 'er ook geen beiluit pp genomen werdt. Men deedt Jeannin egter hoopen, op de oogluiking, die hy begeerd hadt; waarmede hy zig te vrede hieldt (f) : en de ondervinding heeft, nader- hand, geleerd, dat men hem met geene ver- geeffche hoop gevleid hadt. De Roomsch- gezinden hebben, door den tyd, grooter vry- heid verkreegen, dan jeannin voor hun ver- zogt hadt. Hy, hier nu niets meer te ver- rigten hebbende, vertrok, op het einde van Zomermaand, rykelyk befchonken, door de Staaten (X), De
C r") Voiez Negotiat. de Jeannin Tom. IV. p, 317.
fs) Negotiat. de Jeannin Tom. IV. p. \%z, ^O Metsu. XXX. /kek, ƒ. 572 ver/. |
||||
XXXVI. Boek. H I S ï O R I E. 407
De drie maanden , gefchikt tot het haa- ijjójfi
len -der bekragtiging van 't Beftand, door |
|||||||
den Koning van Spanje, liepen nu haar 't xxvir*
einde : en zy waren al eènige weeken ver- y3^~ löopen geweest, eer men ze hier ontving: ging *ai^ 't welk reeds eenig gemor onder 't Volk 't Be- verwekt hadti Èindelyk , kwam de Ver- fand , wagte bekragtiging, in volkomen'; orde, ^0^11? gedagtekend den zevenden van Hooimaandi. vanSpan- De Koning bevestigde het Beftand ; in al- je, komt Ie deelen, zo ver liet hem betrof, beloö- lier- , vende het van zynén kant te zullen hou- watlhJ*' den: „ alleenlyk, betuigde hy* te hoopen, j, dat de Staaten , geduurende het zelve-, ?, hunne Katholyke onderzaaten wél be- ^, handelen zouden C«)." Dus kreeg j èin- delyk , het werk van het twaalfjaarig Be- ftand zyn vol beflag. De Vereenigde Ne- derlanders zagen zig gebragt, tot eene rust,; die de tneesten nog niet gekend hadden, en tot welke veelen zig bezwaarlyk gewennen konden. Uitheemfche volken verwonderden zig, en 't fcheen hun ongelooflyk, dat men den magtigften Koning van Spanje hadt kön- nen afdringeri eene erkentenis der vryheid; van de Vereenigde Gewesten, em ëen groot deel des handels op de Indien* Hiernaar werden de kragten van den vryeti Staat en de wysheid van deszelfs Regeeringe gewaar- deerd. En federt hebben veele Koningen«; Vorften en Staaten begonnen te ftaan naar het Bondgenootfchap der Vereenigde Ge« 'Westen (V). (u: MF.TERi x:r?c. pmx, h ^79 Hff,
{f) Gnota Hift. Libr. XVjit. p. 56/5 |
|||||||
BERIGT voor
|
||||||||
den BINDER,
|
||||||||
Filii*, s II., Koning van Spanje,
te plaatfen tegen over Bladz. i 6
Het Beleg van Graave. 120
Het overzeilen van zes Spaanfche Ga-
leien. 122 De Kaart van de Scheepstogten naar
Oostindie. ici Joost de Moor, Vice - Admiraal. 15&
Oostende na de overgave. 179
De Admiraal Jakob van Heems-
kerk. 254 Cor nel is van Aarsens, Griffier
der Staaten Generaal. 272 De Aankomst der Spaanfche Gezanten. 32a
J.oiiAN van Oldenbarneveld,
Advokaat van Holland. 450 |
||||||||
\
|
||||||||