-ocr page 1- -ocr page 2- -ocr page 3- -ocr page 4- -ocr page 5-

natuur en PLIGTj

o F

DE ZOON, RECHTER

OVER

ZIJNEN VADER. TOONEELSPEL,

1 N V IJ F B E D R IJ V Ë N*

NAAR HET FRANSCHE

VAN’

PELLETIER VO.LMERANGES.

(^SpeSlaioriak Schouwburg XXÉ'Ip. Deéi.')

TE AMSTERDAM, bi|

G. W A R N A R S.

M D C C C,

-ocr page 6-

•x '


•4-



i-i

t


4

gt;1

I



-ocr page 7- -ocr page 8-

¦I

Loin de moi ces efprifs venimeux mal faits, Qui n’ont que k talent de trouver tout mauvais.nbsp;Sf Pon/e verfe des pkurs tn lifant man ouvroge ,nbsp;Du critique attendri, j'ohtiendrai k foffrage.

-ocr page 9-

VERTOO.NERS, KLEEDING en WAARDIGHEID.

DE luziNCOURT, Gouvemeur van het Eiland. Een blaauw, met goud gebojyjijurd kleed, roodnbsp;kamizool en broek , een roode fatijnen fjerp,nbsp;een , met goud geboorden hoed, laarzen metnbsp;fpooren.

LAUREVAL, de Zoon, Colonel van een regiment landtroupen. Een blaaiiwe rok, geele knoopen ,nbsp;gouden fchouder- en degenkwasten, kamizool ennbsp;broek van wit laken,, een monteering. degen ,nbsp;een zwarte gordel niet een vergulden plaat in hetnbsp;midden, halve laarsjens.

LAUREVAL, de Vader, onder den naam van EDMOJVD. Een grij.s kleed, zwart kamizool ennbsp;broek, grijze op de hielen gezakte kousfen.

Mevrouw de losanges, zeer rijk gekleed, een kapfel met vederen en juweelen.

RosALiDE, Stiefdochter van Mevrouw de losanges, zeer armoedig gekleed,

lA PIERRE, Knegt van laureval, de Zoon. Een fcharlaken rooden rok geél kamizool ennbsp;broek en een met zilver geboorden hoed. In hetnbsp;vierde bedrijf, een postrijders wambuis en laarzen, en eene zweep in de hand.

LA FLEUR, Bedienden van Mevrouw de losanges ; groot livrei.

CHARLES, Bedienden van de luzincourt. Een groene rok, rood kamizool en broek.

DE CIPIER, een bruine rok, groen kamizool en bruine broek, een klein zwart paruikjen , ennbsp;driekantingen hoed.

A a nbsp;nbsp;nbsp;»«

-ocr page 10-

DE FOURIER die in den krijgsraad den post van Schrijver waarneemt, eene monteering naar goedvinden.

EEN AIDE-DE CAMP, eene kleeding overecn-komftig zijnen rang.

EEN OFFICIER,die de grenadiers in de gevangenis gebiedt, eene monteering naar goedvinden.

12 GRENAD'iERS, ill dezelfde monteering als de Officier.

3 LAKEIEN van lAUREVAL, de Zoon ^ gekleed als LA PIERRE.

3 BEDIENDEN van Mevrouw df, losanges, in een livrei, als dat van la fleur.

Leden van den Krijgsraad,

LAUREVAL, de Zoon, Voorzitter, 3 Capiteins, 3 Lieutenants en i tweede l.ieutenant Allenbsp;deeze perfoonen moeten door Virtooners^verbeeldnbsp;worden , welken in hunne houding de grooifle deftigheid in acht neemen. Te veele gebaarden zou'nbsp;den de achtbaarheid verllooren

Hét Tooneel is op een eiland van America in den jaare 2780.

NA.

-ocr page 11-

Natuur en pligt.

OP DE ZOON, RECHTER OVER ZIJNEN VADER.nbsp;TOONEELSPEL.

EERSTE BEDRIJF.

PJei Tooneel verbeeld eene fraaije zaal. Bij het eerjlefcherm , adn de re^terzijdenbsp;van den fpeelder, Jlaat een tafel.

EERSTE TOONEEL.

DE luzIncoürt, de A I d e-d e-c a m p,

CHARLES.

Cde t.ucincourt zit aan de tafel te fchrij-ven. De a ' d e - d e - c a m p flaat, met de hoed in de hand, agter hem. Charlesnbsp;is agter op het Tooneel.

DE LuciNcoüRT papier aan den aide-de-camp overgeevende.

/-«iedaar, itiijn Heer! breng dit aan uwen Généraal, en wensch hem van mijnentwegen geluk; zijne laatfte krijgsverrichting voert zijnen roem tennbsp;top. QDe aide-de-camp buigt zich, en vertrekt') Charles, — als de Heer laurevalnbsp;hier komt, moet gij hem dit briefjen ter hand (lellen, en hem verzoeken niij te wachten, {Hij neemtnbsp;de papieren welke op de tafel liggen, ziet dezelve in^ en geeft zijn afgrijzen te' kennen.'snbsp;A 3nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;aartj

-ocr page 12-

6 nbsp;nbsp;nbsp;N A T ü u R E r» P L I G T.

Ik kan, zonder ijzen lt; mijn oog niet liaan op die vervloekte briefwisfeling!nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;O trouwloos grijs-

aart! Gij zult het loon uwer misdaaden ontvangen. {^Hij Jleekt de papieren in zijn zak, neemt eennbsp;verzegelden brieft welke pp de tafel ligt, ennbsp;leest des zelfs opfchrift.j ,, Aan den Heer denbsp;,, ouziNCOURT.” — Goed! het is een brief vannbsp;mijn befpieders. QHij breekt denzelven open,')nbsp;„ den lo^en Julij 1780. —” Zij hebben zich welnbsp;gekweeten! men kan niet beter gediend worden.nbsp;(_HiJ leest.j

,, Mijn Heer de Gouverneur wordt verwittigd, „ dat de Engelfche troupen van llandplaats veran-„ derdzijn ; dat de fcheepsvloot, welke hen verller-„ king moest aanb'rengen, aangekoomen is, en datnbsp;„ hun voorneemen is, om op de ftad a^nterukken,nbsp; dezelve te belegeren en ftormenderhand intenee-5, men.” (ff/; ftaat opl) Wij zullen hen voorkoo-men! Ik durf mij op het Legerhoofd der Fran-fchen gerust verlaaten, en de moed der foldaatennbsp;verzeekerd mij van de overwinning

TWEEDE TOONEEL.

DE lüzincourt, Mevrouw de losanges.

Mevrouw de losanges.

Wel nu} mijn Heer, welk nieuws melden u de zo even ont van gene berichten? Men zegt: datnbsp;wij, van de zijde onzer vijanden, alles te vreezennbsp;hebben.

DE LUZINCOüRT.

Stelu gerust, Mevrouw; ik heb alles voorfpelt; wij kunnen niet verrast worden.

Mevrouw de losanges.

Ondertusfchen waren wij verraaden. Hoe is het

met

-ocr page 13-

E E R S T È fe E D R T j F. nbsp;nbsp;nbsp;7

fnet dien man gegaan, die aan den Ëngelfchen kapitein, eene fchuilplaats had bezorgd?

DE luzincourt.

Hij is zo even in hechtenis genoomen. Ik ga den Kriigsraad beleggen. Laureval zal voorzitter z'jn, en het vonnis dar hij uit zal fpreeken , zalnbsp;den fchuldigen ftrafFen en deszelfs medepligtigen doennbsp;beeven.

Mevrouw de losanges.

L AURE VAL? ... • Ik kwam om met u over hem te fpreeken. Gij zijt zijn vriend, en zijn toeftandnbsp;moet u zeker veel ongerustheid baaren.

DS LUZINCOURT.

Hij lijd veel , door geheime kwellingen, van Welken mij de oorzaak onbekend is.

Mevrouw de losanges.

Ik zoek dezelve..., Eu kan ze niet raaden.

DE LUZINCOüRT.

Ik heb hem nimmer,omtrent zijne betrekkingen, onderhouden, en om hem tot mijnen vrieiid tenbsp;maaken was het mij genoeg, zijne verdienden ennbsp;deugd te kennen. Maar gij, Mevrouw, van waarnbsp;kent gij hem?

Mevrouw de losanges.

Te Pafgt;ijs was mijn echtgenoot de boezemvriend van zijnen vader, en het was deeze achtenswaardige man, aan wien hij mij beval zijne dochter te zenden. Ik deed het; doch zulks wierd door haarnbsp;geleider niet ten uitvoer gebragt. LAüREVAL,nanbsp;eeii'ge rampen doorgeworfteld te hebben, kwamnbsp;in ^nericat om den Heer OELOSANGEStever-

A 4 nbsp;nbsp;nbsp;zoe»

-ocr page 14-

natuur en P L I g t.

zoeken, om hem een beftaan te bezorgen; deeza was niet meer; en ik bewees laurevac de dien-llen welken hij van hem had durven verwachten.nbsp;Wa een’ aanzienlijken rijkdom door den Koophandel verworven te _ hebben, koos hij de wapenen gt;nbsp;munttede door fchitrCrende daadeö uit, en bereikte,nbsp;onder uwe bcgunftiging- den hoogen rang, welken hij thans bekleed. Scboön met rijkdom en eerenbsp;overlaaden , is hij ongelukkig ; de onrust en zwaarmoedigheid van zijn hart, nist op zijn gelaat, ennbsp;hij fchijnt door eene kwelling gedrukt te wordennbsp;welke hem langzaam verteert. Wat moet men hiernbsp;van denken? Gij weet dat ik voorneemens bennbsp;hem mijne dochter te geeven, welke thans in hetnbsp;klooster is.

DE LUZINCOÜRT.

Ik acht uwe keuze zeer goed, en durve u van haar geluk verzekeren.

Mevrouw de losanges.

Laüreval heeft mij zijn woord gegeeven. Gij hebt ons in dit uw verblijf bij elkanderen doennbsp;woonen , en evenwel zie ik hem zelden. Zijn belangnbsp;deed hem de hand mijner dochter aanvaarden ; ik verbond hém door een gefchrift, bij het welk bepaaldnbsp;werdt, dat eene aanmerkelijke fomme zoude betaaldnbsp;worden, door die geen welke het verdrag verbrak:nbsp;doch niets kan hem doen befluiten.

DE luzincourt.

Gij moet hem noodzaaken om zich te verklaaren; hij is u zijn vertrouwen verpligt.

Mevrouw de losanges.

Gij hebt gelijk. (t-A fierre gaat van agteren

over

-ocr page 15-

EERS.TEBEtfRlJF, nbsp;nbsp;nbsp;g

gver het Tooneel^ Ik zie zijn knecht, en zal hem hier ontbieden, la pi er re!

DERDE TOONEEL.

DEVOORIGEN, LA PIERRE.

LA PIERRE.

Wat belieft Mevrouw?

Mevrouw de losanges.

Is uw Meester te huis ?

LA PIERRE.

Neen, Mevrouw; maar hij zal niet lang uitblijven. Ach! hij veroorzaakt mij zeer veel kommer.

Mevrouw de losanges.

Hoe! Beklaagt gij u over uwen Meester^ nbsp;nbsp;nbsp;.

LA PIERRE.

ö Neen, Mevrouw; maar zijn toefland is inde* ^ 'daad verfchrikkelijk, en Zo die nog lang duurt»nbsp;San vrees ik wel haast zonder dienst te zijn.

Mevrouw de losanges

Kunt gij mij niet iets meerder van zijnen toelland berichten ?

L A P I E R R E.

7k weet niet zeker wat hem zo fmartelijk beezig houd. , Hij fchrijft dikwijls, zucht, en befproeitnbsp;zijn fchrift met traanen; en wanneer er fchepen vertrekken , zend hij mij met groote pakken brieven voornbsp;Parijs, 'ioos Londen, voor Holland.konoax,nbsp;voor de geheele waereld. Geen andwoord ontvangende, maakt hem dit wanhoopend, terwijl het

A 5 nbsp;nbsp;nbsp;zij-

-ocr page 16-

10 NATÜURÈfïPLIGÏ.

zijne droefheid verdubbeld. Hij zal er onder bezwijken , Mevrouw. Ik heb alle reden om zulks te vreezen ; en wat zou er dan van mij worden .p ...,nbsp;Het grootst ongeluk voor eenen armen bedienden,nbsp;is, den besten van alle Meesters te verliezen.

Mevrouw de losanges.

Het is genoeg. Als hij te rug gekoomen zal zijn, zult gij hem zeggen: dat ik hem hier verwacht.

I. A r I E R R . E.

Zeer goed. Mevrouw.

VIERDE TOONEEL.

DE LUZINCOURT, Mevrouw de losanges.

Mevrouw de losanges.

Ik kan het onderwerp zijner droefheid niet begrijpen. Wat er ook van zijn moge, ik heb be-llooten mijne dochter uit te huwen, en de goederen , welke haar door haren ftiefvader zijn nagelaa-ten, zullen haar de hand van laoreval kunnen waardig maaken.

de LUZINCOURT.

Maar kunt gij over de goederen befchikken, zonder u aan derzelver teruggaave bloot te Hellen? Wat is er van dat mei.sjen, de vrucht van uw echt-genoot’s eerfte huwlijk, geworden?

Mevrouw de losanges.

Zij leeft niet meer.

Me-

LUZINCOURT. Welke zekerheid hebt gij daar van ?

-ocr page 17-

E E R S T E B E t) R ïj F. nbsp;nbsp;nbsp;jj

Mevrouw de losances.

De meest mooglijke.

DE LUZINCOURT.

Dan heb ik u niets meer te andwoorden.

Mevrouw de lösang'es.

Hoor mij. Toen ik met de losanges trouw-* de, was hij weduwenaar, en ik weduwe. Hij vannbsp;zijne zijde, had eene dochter, gelijk ik er eene,nbsp;van mijne zijde had: ik was zonder middelen, ennbsp;wierd door mijnen echtgenoot in geenendeele bevoorrecht. Doch op zijn fterfbed verklaarde hijnbsp;mijne dochter, tot zijne eenigfteerfgenaame,indiennbsp;de zijne mogt koomen te fterven. Hij had geenenbsp;bloedverwanten , ftelde vertrouwen in mij, ennbsp;maakte mij de bewaardfter van al het geen hij had,nbsp;laatende mij geduurende vijftien jaaren er het vollenbsp;genot van. Zijn laatfte wil is in de beste orde be-ichreven. Mejuffrouw de losanges wierd, nanbsp;haars vaders dood, ter opvoeding naar Frankrijknbsp;gezonden ..... Hij had zulks uitdrukkelijk bevolen ... Helaas!... het arme kind fiierf na weinige maanden. Mejuffrouw de g er court moet der-halven nu de goederen bezitten, W'elke haar metnbsp;recht toekoomen. Echter zouden er zich misfchiennbsp;eenige zwaarigheden kunnen opdoen; help mij der-halveii. De medehulp van een man van vermogertnbsp;zullen mij buiten twijffel, mijnen wensch doen verkrijgen.

DE LUZINCOURT.

Tk ftem er in toe. Huwt uwe dochter uit-, efl zijt verzekerd, dat ik al mijn vermogen zal aanwenden , om u naar wensch te doen llaagen.

Mt-

-ocr page 18-

12

NATUUR EN pLIGT.

Mevronw de losanges.

Zond gij zulks willen doen . ¦ . , Ondanks dé zorgen die uw beroep van u vorderen?

DE Lvzt N couR T /iaaf in de reden vallende.

Waarojn niet? Mijn post verfchafn mij middelen om gelukkigen te maaken; dit niet te doen warenbsp;deiizelven niet wel waarneemen,

Mevrouw de losanges.

Ach! welk eene eedle en grootmoedige ziel!

DE LUZINCOURT.

Gcene loftuitingen ; wanneer 'ik mijne vrienden van dienst kan zijn , verfchaft het genoegen van hennbsp;te vcrpligten mij de aangenaamfte belooning.

VIJFDETOONEEL.

Mevrouw de losanges alleen.

Zic daar dan het geen waar naar ik verlangde; mijne dochter zal rijk zijn! — Eene zaak echternbsp;maakt mij nog ongerust; niejuffrouw de losanges leeft misfchien nog; en kan haare erfenis komen re rug eisfchèn:_ ik bezit de goederen vannbsp;mijnen echtgenoot; zij heeft er met recht aaufpraaknbsp;op , . . . . wat zou mij alsdan overig blijven? —¦nbsp;Veinzende den wil van haaren vader ten uitvoer tenbsp;brengen verwijderde ik haar, reeds in haare te-derfte kindschheid van hier; een huisknegt welkenbsp;ik dacht dat mijn vertrouwen waardig was, vergezelde haar; hij is dood, en ik vrees maar al tenbsp;veel dat hij mij verraatlen heeft Ik heb ontdektnbsp;dat mij eenigc papieren ontbreeken, welken hij

mi]

-ocr page 19-

EERSTE BEDRljp,

jT.ij ontnomen heeft, en ik ben beducht dat hij de-zelven aan den een of anderen zal hebben toebetrouw d, om dezelven aan dat meisjen ten ecniggn tijd ter hand te (hellen . • . . Doch niemand is totnbsp;nog toe verfcheenen.. . • MejufFrouw de losan-GEs eischt niets van mij. dcrhalven leeft zij nietnbsp;meer. Mijn ontwerp was zeer wel beraamd, dewijlnbsp;het wel gedaagd is.

ZESDE TOONEEL,

Mevrouw DE LOSANCES, LA PIERRE.

LA PIERRE,

Mijn Heer laüreval!

Mevrouw DE losanges. Dat hij binfien koome.

ZEVENDE TOONEEL. Mevrouw de losanges, laüreval.

LAÜREVAL.

Mevrouw, indien ik had kunnen denken, dat gij mij fpreeken wilde, zou ik gevlogen hebben omnbsp;des te fpoediger uwe bevelen te ontvangen.

Mevrouw de losanges.

Ik ken uwe heus:hheid , en zal mij rondborstig verklaaren Laüreval, uwe.bekwanmheid en goede zeden doen mij bed uiten om de belofte, welke iknbsp;u deed, naar te komen. Ik bood u mijne dochternbsp;aan, met honderd duizend kroocen. Zij behoordnbsp;u — verklaar u deswegens;

Uü-

1^^

-ocr page 20-

14 NATUUR EN PtlCT.

laureval.

Ach, Mevrouw, welk eene aanbieding doet gij mij ? mijne erkentenis evenaart uwe goedheid. —•nbsp;Doch wel verre van aan het geluk te denken,nbsp;haak ik naar niets meer, dan naar het oogenbliknbsp;het welk mij van een ondraaglijk leven ontlastennbsp;zal.

Mevrouw dr losangiïs.

Gij verbaast mij Gij zijt jong en beminnelijk, welke oorzatiken kunnen dus de rust van uw levennbsp;ftooren ?

I. A U R E V A L.

Welke oorznaken! ¦— Ach, wacht u wel dezel-ven te willen verneemen; Gij zoudt bij het verhaal mijner misilagen fidderen. Zij zijn zeergroot, en hetnbsp;berouw, het welk mijnen boezem van een Ibheurt,nbsp;doet er mij het gewigt van gevoelen.

Mevrouw de losanges.

Men verligt niet zelden zijne kwellingen , door dezelven aai anderen mede te deelen, Zeg mij, watnbsp;u zoo veel fmerte veroorzaakt ... Ik eisch dit vannbsp;uwe vtiendfehap .... Schenk mij uw vertrouwen,nbsp;en geloof dut ik onbekwaam ben , om van het zelvenbsp;een misbruik te maaken.

L A ü R E V a L.

Ik moet de beweegoorzaaken mijner droefheid geheim houden ... Dan, gij wilt het ... . Ik geef mij aan de aanzoeken der vriendfebap over. Hoor,nbsp;beklaag mij, maar veracht mij niet.

LAU

Mevrouw de losanges. ik verlang uwe redenen te hooren.

-ocr page 21-

IS

EERST® bedrijf.

LAUR.EVAI.

In eenen aaïtzienlijken ftand gebooren, fcheeti zich de loopbaane des geluks voor mij te openen.nbsp;Verblind door de aanlokfelen der wispeltuurigenbsp;waereld, geleid door verleidende vrienden, warennbsp;rnijne bezittingen welhaast verdweenen. De zoonnbsp;zijnde van eenen deugdzaarnen vader, was ik doofnbsp;voor zijne vermaaningen, en ongevoelig voor zijnenbsp;traanen. Ik verdubbelde mijne verkwistingen, wierdnbsp;door fchuldeisfcbers overvallen, en door den rechter gedwongen mijne fchulden tebetaalen. Hef verlies mijner vrijheid ftond de ftraffe mijner misdagennbsp;te worden. Hij, die mij het leven fchonk, biednbsp;zich aan, en verbind zich voor mij; hij ontblootnbsp;zich van zijne goederen en maakt zich den ougeluk-kigften vader van den ondankbaarften zoon.

Mevrouw de i.osanges.

Welk een verhaal doet gij mij?

laurevai.

Die waardige grijsaart aan zijne verbindtenisfen willende voldoen, moest zond.r eenig uitftel zijnenbsp;landgoederen, kasteelen, en bezittingen verknopen.nbsp;O wanhoop l Alles wat hier van kwam was nietnbsp;voldoende, er wierd vonnis tegen hem geveld; ennbsp;ik eerlooze als ik was! zag hem naar den kerkernbsp;fleepen, zonder eenige pooging ter zijner reddingenbsp;aan te wenden! ik zag een weesmeisjen, het wellcnbsp;door mijns vaders zorg wierd opgevoed, aan denbsp;fchrikkelijkfte ellende ten prooij geeven; en denbsp;liefde die ik voor haar had, deed zich in mijn ver-lieend hart niet gevoelén. Kortom ik heb hennbsp;allen verraden; vader, minnares, vrienden, allennbsp;in mijnen ondergang medegefleept. Wat kon mij,nbsp;na hen bedorven te hebben, nog over blijven?-

Ver-

-ocr page 22-

NATUUR en PLIGT.

Verachtingen wroegingen: zie daar het geene ik verdiende, en zie daar het geen mijn deel is geworden.

Mevrouw de losangES.

Welk een ijsfelijk tafereel?

lAUREVAL.

Op mijne beurt gedwongen door die geenen, welken ik in den afgrond, in welken ik mij zelven bevond, gedompeld had; was ik genoodzaakt denbsp;hoofdftad te verlaaten; en mij aan hunne vervolgingen te onttrekken. Ik kwam in dit gewest.nbsp;Getroffen door de rampen, welken ik veroorzaaktnbsp;had, door behoeften overvallen, en van het noodlot gi'drukt, wilde ik fterven , doch terug gehoudennbsp;door het gevoel, w'ilde ik leven voor die geenennbsp;welken ik had ongelukkig gemaakt. Welaan, zeidenbsp;ik tor mij zelven , gij moet alles herftellen; onnbsp;hier toe in ftaat te zijn is er Hechts één middelnbsp;nodig; het is geld Laat ik om het zelve te verkrijgen werken, met ijver werken; en de rust we-dergeeven aan de huisgezinnen, welken ik in dennbsp;grond beo geholpen ; tot zulk een fchoon doeleinde-zal de hemel mijnen arbeid zegenen! Ik wierd innbsp;mijne verwachting niet te leur gefield, en alles isnbsp;betaald. De kunftenaar en de arbeider hebben hunnbsp;werkloon ontvangen; ik heb de traanen der be-hoeftigen doen opdroogen, en, fchoon te laar,nbsp;ondervonden , dat de weg des geluks die dernbsp;deugd is.

Mevrouw de los an ges.

Uw ongeluk is groot; maar wil u zelven niet langer te vergeefsch kwellen Uwe fchuldeisfchersnbsp;?ijn voldaan, wat blijft u nu nog overig om tenbsp;doen ?

LAU-

-ocr page 23-

1?

Eerste bedrijf.

LAUREVAL.

Zeer veel! de dierbaarfle fchuld is nog niet betaald, Die der gantfche waereld voldaan hebbende , blijft mij die mijns vaders nog overig; en als trouwloos minnaar moet ik oök de rai.sflagen dernbsp;liefde herllellen. Wat heb ik, van de dwaalingennbsp;eener onbezuisde jeugd re rug gekomen , en zederCnbsp;tien jaaren van die dierbaare panden, verwijderdnbsp;zijnde, niet al beproefd om hbn te ontdekken , ennbsp;de rampen die hen drukten te doen ophouden ! Dannbsp;de hemel ontrekt hen aan mijne naarfpooringen,nbsp;om mij te ftraffeii. Mijn vader is den kerkernbsp;ontvlucht; zie daar al wat ik heb kunnen ver-neenieii ; hij is ontvlucht; maar arm, van iedereen verlaaten en onder zijn droevig noodlot be-zweeken, zal hij, zijnen zoon vervloekende, zijnnbsp;leven geëindigd hebben.

Mevrouw de iosanges.

Maatig uwe droefheid Mijn Heer! de tijd en uwe naarfpooringen zullen u zekerlijk uwen vadernbsp;doen wederVinden.

iaureval, haar in de rede vallende.

_Tk durf zulks niet hoopen. Schoon van hem verwijderd zweeft zijne beeldtenis mij aanhoudend voor de oogen: ieder oogenblik meen ik hem mij mijnenbsp;ondankbaarheid te hooren verwijten. -. wanneernbsp;men zoo misdaadig is, dan kan. men oamooglijicnbsp;gelukkig zijn.

Mevrouw de losanges.

Het huwlijk en onze vriendfchap zullen mis-

fchien....

Vil DEEL, nbsp;nbsp;nbsp;Bnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;EAU.

-ocr page 24-

38 NATÜÜR EN PLiCT.

LAÜREVAL.

¦Het hiiwlijk? ••• Acti! mevrouw 1 ik moet *er tiiet aan denken ! Ik brand nog van liefde voor dienbsp;aanbidiijke wees! Decze hartstocht verteert cn beletnbsp;mij, om mij aan een ander voorwerp te verbinden.

Mevrouw de losanges

Wie is dan die wees, in welke gij zoo veel belang Mt.?

L A U R E V A L.

Ik weet het niet; mijn vader heeft haare geboorte altijd geheim voor mij gehouden ?

Mevrouw de losanges.

Waarom hebt gij dan eene verbindtenis aangegaan, zo gij niet'voornetjmens waart dezelve naar le koomen

LAÜREVAL.

Ik meende als toen het te kunnen doen. Gij waart mijne weldoénfter: jong, en zonder ondervinding zijnde, wierd ik door dankerkentenis verblind ; dan ik werd door liefde en eer verlichr. Laaien wij deswegens niet langer fpreeKen, en berispnbsp;mijn gedrag in dezen niet.

Mevrouw DE losanges.

Maar gij hébt mijne dochter uw woord gegeeven.

LAÜREVAL.

Dat is zoo... maar zij bezat mijn hart niet.

Mevrouw DE losanges.

. Hebt gij vergecten, dat cene trouwbelofte u verbindt dat 'eit ironderd duizend gulden bepaald zijn, wanneer men niet voldoet aan deeze zijne belofte.

lAU-

-ocr page 25-

ÊERSTE bedrijf.

LAUREVAL.

Ach! dit juist vertroost mij; ik kan het recht van over mij zeiven te befchikken weder in koo.nbsp;pen; en zal hier over niet aarzelen.

Mevrouw de losakges.

Hoe! gij zoudt eene zo aanmerkelijke fom betaa-len , om u van ons los te maaken?

LAUREVAL.

Ja, mevrouw, ik heb te veel rijkdom en te weinig rust; ik heb dezelve nodig, eu kan ze niet te duur betaalen.

Mevrouw de losanöes.

Gij weigert derhalveu de hand van mijne dochter.

LAUREVAL.

Ik heb mijne gantfche ziel voor u open gelegd ; meent gij dat ik uwe voorltellen kan aanneemen ?

Mevrouw de lo sang es.

Neen, mijn Heer. Toen ik u de voorkeur gaf, achte ik u dezelve waardig, dan ik heb mij fae-droogen. Gij hebt dus niets anders te doen daixnbsp;de voor waarden uwer belofte te vervullen. — Da,nbsp;bekendteiiis, welke gij mij zo even gedaan hebt,nbsp;doet mij minder berouw hebben.... ik ben ’er vaUnbsp;onderricht; dit is genoeg.

LAUREVAL.

Mevrouw!.

Mevrouw de losano^.s, ^aaré grafnfehap bedwingende.

Thans kan niets van u , mij vreemd voorkomen-Hij, die zijnen vader in den grond helpt, kan ook B anbsp;nbsp;nbsp;nbsp;2i)-

-ocr page 26-

ÏO natuur EN PLTGT.

e'ijne Vrienden ongelukkig maaken. Uwe rijkdom heeft u de magt om uw woord te rug te trekken;nbsp;liiaar dezelve zal niet in ftaat zijn uw gedrag tenbsp;gerliellen. Vaarwel!

AGTSTE TOONEEL. laureval, alleen.

Zij verlaat mij..,, en neemt mijn geheim met zich I,., Neen , ik zal de dierbaarfte minnares niet ^nbsp;Terraaden! — Door misdaaden afgemat, heb ik getracht, het pad der deugd weder te zullen bereiken ; haare bekoorlijkheden hebben dikwijls mijnenbsp;kwellingen verzacht, doch dezelve niet geheel uitnbsp;mijn hart kunnen rukken ; zelfs genot hebbendenbsp;van de weldaaden, waarmede ik de ongelukkigènnbsp;belaadde, haal ik een oogenblik adem.... en mijnbsp;aan de weldaadigheid overgcevende, heb ik gelukkigen gemaakt, zonder het zelfs te kunnen zijn,nbsp;Xfitj bedekt met zijne twee handen zijn voor-/wofd, en blijft in eene diepe mijmering Jlaan ^

negende TOONEEL.

LAUKEVAL. LA PIERRe, la PIERRE.

Mijn Heer, ik heb utv boodfehap gedaan. (Lau-Reval blijft in dezelj'de houding JlaanP) Ik heb de fchepen doorzogt (laureval andwoord niet ;~nbsp;LA PIERRE trekt hem bij den arm.j Mijn Heerf

LAUREVAi., bij zich zclven komende. Ach,... hebt gij mij niets medetedeelen?

L A

-ocr page 27-

Is ’er in

eerste bedrijf.

Niets.

IA pierre.

laurevae.

Ik kan het niet ianj^er wedertlaan! lt;Ie haven geen fchip binnen gekomen?

LA PIERRE.

Zedert drie dagen , geen enkel; doch, deze nacht zal eene Zweedfche Corvet naar de Indi'm vertrekken.

L A U R E V A L.

Ik zal fchrijven!... Ik zal fchrijven.' (JHij wan-deUf met groote fcbreedm, over het tooneeL')

LA PIERRE, hem aanziende.

Arm jongeling! •

laureval.

Geen tijding; hoe worde ik gefolterd! ’Er is voor mij geen rust meer, zo zij niet gevondennbsp;worden. (Jiij rust met zijn hoofd op de leuningnbsp;van een armftoel j

LA PIERRE, naar hem toegaande.

Mijn waarde meester, wees bedaard. (Laore-val haalt zijn zakdoek uit, en houd dezelve voor Zijne oogenij Gij weent ?

laürrval, 'opflaande.

Ach! zo gij wist! (jnet goedheidj la pierre? la pierre.

Mijn Heer?

laureval.

Leeft uw vader nog ?

B 3 nbsp;nbsp;nbsp;LA

-ocr page 28-

LA PIERRE, met vuur.

Neen, nooit! nooit!.•..¦ en zo lang hij leefde gaf ik hem al mijn loon , om tot zijn onderhoud tenbsp;dienen.

Gij hebt uwen vader wel gedaan! De hemel zal het u beloonen.

La pierre, met gevoel.

Mijn Heer, het was niet uit belang; ik heb Hechts de infpraak van mijn hart gevolgd.

LA ü R E v A L, /o/ zich zelven.

Hij heeft zijnen vader wel gedaan ! — En ik....' ik! .. Ach ongelukkigen! (Afi/ werpt zich innbsp;een' armjloel.')

la pierre, naar hem toegaande. Mijn Heer!,..

iaüreval.

Welk een voorbeeld!

t A

-ocr page 29-

.eerste bed B ij p. nbsp;nbsp;nbsp;23

LA P I E R il E»

Indieii ik u troosten konde. '

L A u J E V A L.

Het is onmooglijk! — ga mijn vriend, laat mij Slleen. (La pi er re verwijdert zich langzaam.)nbsp;Een knecht beter te zijn dan zijn meester! wdknbsp;eene fcbande!

tiende' tooneel.

DE VOORIGEN, CHARLES.

CHARLES een brief in de hand. Hij komt binnen, op het oogenblik dat lanbsp;p 1E R R E, zal heenen gaan.

Kan mcfii den Heer ladrevAl fpreeken.^

LA piEBRE, toont hPm zijnen meester, zon. der iets te zeggen, bedekt met beide handennbsp;zijn voorhoofd, en vertrekt,

.ELFDE TOONEEL.

LAUBEVAL, CHARLES.

cHAiiLEs, LAUBEVAL naderende.

Mijn Heer, zie hier een brief van den Heer de lüzincourt.

LAUBEVAL, opjlaande.

Geefhiet-

CHARLES.

Hij laat u verzoeken om hem hier te wachten.

B 4 nbsp;nbsp;nbsp;laü.

-ocr page 30-

24 N-A tuur en P L I G Tf

LAUREVAL.

Ik zal hem wachten.

TWAALFDE TOONEEL. liAüREVAL, alleen.

Laat ons zien, wat hij van mij begeert: „ wij „ waren op het punt van overvallen te w'ordcn. Eennbsp;„ griisaart, E d mo n d genaamd, onlangs uit Frank-

aangekomen...... (Laureval breekt af

„ en ze^t met aandoening ) Edmond!-... » een grijsaarr uit Frankrijk!.... zo het eensP... .nbsp; laat ons voortgaaii — En die in een hutjen buitennbsp;„ de Rad woont, heeft den kapitein van het Engelschnbsp;5, Ë.lt;iquader , het_welk eenige mijlen van hier ten an-j, ker ligt, bij zich ontvangen. Deeze heeft eenenbsp;„ tekening van onze vestingwerken gemaakt, en de- zelve aan zijnen Admiraal gezonden. Men heeftnbsp;¦n deszelfs andwoord, hot welk naar de wooning desnbsp; grijsaarts gezonden wierdt , onderfchept: het isnbsp;,, derhalven zeker dat deeze zijne medepligtige is.nbsp; De Engelschman is het ontvlucht, men zet hemnbsp;„ na, en ik heb e d m o n d in hechtenis doen nee-» men! gij zijt tot voorèitier van den krijgsraad be-,, noemd ; dezelve zal binnen één uur vergaderen .nbsp;„ en de befchuldigde binnen vier en twintig uurennbsp;s, gevonnist zijn.”

^Met het uiterst gevoel.')

Zie hier dan w’ederom een ongelukkigen ; en ik ben het die hem veroordeelen moet! zal ik doezen zwaarwigtigen post naar eisch kunnen w’aarnee-men? 6 Smartelijk ogenblik voor een gevoelig hart!nbsp;Hoe rechtvaardig, hoe overtuigd een rechter ook zij.

’er

-ocr page 31-

EEUSTE BEDRiJp.

»er is ’er i^een die niet ijzen moet,wanneer hij zijnen niedemensch moet ter dood doen brengen.

DERTIENDE TOONEEL.

LAUREVAL, P E L ü ZI N C O ü RT,

DE LUZINCODRT. ¦

Ha! LAUREVAL, ik zocht u. Hebt gij mijnen brief ontvangen ?

LAUREVAL.

Ik heb denzelven zo even gelezen,

DE L U Z I N C o ü E T.

Ik heb de nodige bevelen gegeeven; en de Raad zal hier vergaderen.

LAUREVAL.

Is die grijsaart alleen?

DE 1. UZINCOURT.

Men zegt dat hij van een zeer bevallig meisjen vergezeld wordt.

LAUREVAL.

En wordt dat meisjen ook bcfchuldigd ?

DE I, UZINCOURT.

Zij is in de briefwisfeling niet genoemd. Het zou dus onbillijk zijn haar haare vrijheid te beneemen.nbsp;Men .zegt dat zij onophoudelijk weent, en den aangeklaagden tracht te verontfchuldigen.

B 5 nbsp;nbsp;nbsp;LAUgt;;

-ocr page 32-

s6

NATO OR en PtrcT.

laureval.

Zou men mij van dien wreedeii pligt van voorzitter niet kunnen bevrijden ?

de luzincourt.

En waarom zoudt gij dien aanzienlijken post van de hand wijzen ? Indien de braave man de misdaa-digers niet ftrafte, zouden zij ftraiieloos hunnenbsp;fchelmflukken begaan.

X.AUREVAL.

Ja, indien het verraad beweezen is, verdient die. grijsaart cien dood ; maar zo Hechts de minste twijffelnbsp;in zijn voordeel fpreekt, moeten wij hem redden.

DE LUZINCOURT.

Een verraader redden!

laureval, met veel nadruk.

Is hij zulks.!' Ik verklaar u, dat ik niet, dan op Heilige bewijzen, vonnis zal vellen. Vervloekt zijnbsp;de bloeddorstige rechter, die het bloed zijner natuur-genooren ftroomen doet, zonder het bewijs hunnernbsp;jpisdaaden in handen te hebben.

DE LUZINCOURT.

Ach! de misdaad van welke wij thans fpreeken, is maar al te zeer beweezen. Ik begeer geen onrecht-vaerdig vonnis, mijn vriend. Welk voordeel toch,nbsp;zou mij de dood van eenen ongelukkigen aanbrengen? Indien hij fcnuldig is, moet hij veroordeeldnbsp;worden; zo niet, red hem, red hem; dit is denbsp;wensch van mijn hart. Indien ik door dwaaling, ofnbsp;^rechtvaerdigheidj de oorzaak van den dood eens

on-

-ocr page 33- -ocr page 34-

sS

natuur en pligt;

tweede bedrijf.

EERSTE TOON-EEL.

Mevrouw de losanges alleen^ in eene diepe mijmering verzonken, binnen komende.

jMeen, ik kan mijne verontwaardiging niet weêr-houden! laueeval ondankbaar! na dat ik hem begunstigd heb ... Hij, op wien ik vertrouwde,nbsp;dat hij een Huwlijk zoude aangaan, hetwelk mijnbsp;van mijn eigeti geluk en dat van mijne dochternbsp;moest yerzeekeren ! ... Al mijne hoop is verdwee-jien. — Hoe! niets wéderhoud hem ; het kost hemnbsp;niets zijn woord te breeken ? En tot overmaat vannbsp;mijn ongeluk zal ik misfchien genoodzaakt worden, Mejuffrouw DE LOSANGES haare goederennbsp;weder te geeven. Wanneer dat gefchied dan bennbsp;ik verlooren; en mijne wanhoop zal het overjgenbsp;doen. QZij geeft bij de volgende woorden haarenbsp;wroegingen te kennen.') llc ben wel te beklaa-gen J men deed mij tegen mijnen wil handelen...nbsp;Ik ongevoelige! hoe verre heeft de gouddorst en

moederlijke liefde mij gebragt!----verleid door een

monller, dat ik mijn vertrouwen fchonk . . . Indien hij het leven van het kind, het welk ik hem ternbsp;hand ftelde, in zijne magt ziende, zijne ihoord-daadige handen eens bad uitgeftooken I .... b^nbsp;kwaam, om eenen Hechten raad te geeven, zal hijnbsp;zulks ook geweest zijn, om eene Hechte daad tennbsp;uitvoer te brengen! — Hoe worde ik gefolterd !nbsp;en hoe duur komt de rijkdom te Haan, wanneernbsp;men dezelve door eeue misdaad verkrijgen moet —•

De

-ocr page 35-

2g

tweede BEDRIJp^

De tuziNcouRT komt niet. heb hem hier ontbooden om hem het andwoord van laurhyalnbsp;mede te deelen. — Helaas', hoe moet ik in zijnnbsp;^’Üzijn bloozen! ik, misdaadige moeder! verdiennbsp;zulk eene deugdzaamen vriend niet — daar is liij!

TWEEDE TOONEEL.

Mevrouw de losanges, de eüzincouet.

Mevrouw de losanges.

Ach, Mijnheer? koom en verneem de handelwijs van laureval.

DE LUZINCOURT.

Wat heeft hij dan gedaan ?

Mevrouw de losanges.

Hij is een trouwlooze. Hij breekt zijn woord. Hij wil de fora betaalen, die op het niet' nakomen vannbsp;ons verdrag gefield is, en weigert mijne dochter tenbsp;trouwen. Wij kunnen aan zijn geluk niets toebrengen, en die wreedaart fioort het onze.

DE LUZINCOURT.

Gij moet hem onzijdig beöordeelen. Heeft hij u ook gezegd, dat hij een ander bem-indde ?

Mevrouw delosanges.

Ja.

DE LUZINCOURT,

Zie daar zijne verontfchuldiging.

Mevrouw de losanges.

Maar hij verzaakt zijne belofte.

DE

-ocr page 36-

NATO UR en PEIGT.

DELUZINCOURT.

Hij verznakt die ^liet 5 had twee middelen olll ite vervullen; indien hij eénvandezelven voldoet»

zei

hebt gij niets te vorderen.

Mevrouw de losanges. '

Maar, zal hij i'ich ooit van de verpligiing kunnen ontdoen, welke hij aait mij heeft ?

DE LUZIN COURT*

Vorder dezelve niet * w'aut als dan zou hij ze u niet meer verfchuldigd zijn.

Mevrouw de cosanges.

Wie zou hem hier van kunnen bevrijden ?

DE L u z i.N c o u R T.

Gij zelve, indien gij hem uwe weJdaaden verwijt. Mevrouw de losanges.

if

Verdeedig hem niet; ’er zal misfehien ook een tijd koomen, dat gij u, over hom, zult te be-klaagen hebben. Ondankbaar jegens zijn weldoen-fter , kan hij het ook omtrent zijnen begunftigernbsp;worden. Want in ’t kort gezegd, hij is u allesnbsp;Verpligt. Zijn geheel beftaan is uw werk.nbsp;de luzincourt.

Ik zal mij wel wachten om mij dit te herinneren.

Mevrouw de losanges.

Waarom ?

de l d z.i n c o o r t.

hetzelve te vergeeten.

Om dat zulks hem het recht zoude geeven, om

Me-

1

-ocr page 37-

TWEEDE E E D R Y p;

Mevrouw de losanges.

Raad hem dan toch om zijne beloften naas te koomen.

DE LUZIN COURT.

Ik, hem raaden eene verhintenis aan te gaan , welke de goedkeuring van zijn hart niet wegdraagt ?nbsp;Neen, dan waare ik zijn vriend niet.

Mevrouw db Losanges.

Gij zoudt hem onder het oog kunnen brengen» dat het febitterendst 3cittZien . , . •

DE LUZIN COURT, met zeer veel vuur.

Neen , Mevrouw, . eene eeuwige verbindtenis moet door het hart, en niet uit eerzucht wordennbsp;aangegaan. Wee hem! die zich verbindt, om zichnbsp;te verrijken! wat kunnen van eene diisdaaifge,nbsp;door geldzucht aangegaane verbintenis, de gevolgennbsp;zijn? Zonder vriendfehap, zonder tederheid voornbsp;elkanderen te gevoelen, zijn de echtgenooten tweenbsp;Vreemdelingen die elkanderen naauwlijks kennen,nbsp;en welke fchatten opeenftapelen, welke tot hunnenbsp;oneenigheid dienen moeren. Zij zijn rijk, maarnbsp;niet gelukkig. Hunne inborst, fmaaic, denkwijze,nbsp;niets koomt overeen ; zonder liefde gehuwd, lee-afgezonderd en eindigen met elkanderen tenbsp;verfoeijen ; door het belang vereenigd, fcheid hertnbsp;de tweedracht van een ; gedwongen zijnde elkandeJnbsp;ren te vermijden, word hunne wooning ben haa-tehjk, zij zoeken in de fchittei-endfte vermaakennbsp;een geluk, het welk voor ben niet beftaanbaar is.nbsp;Na alles doorgebragt te hebben , doet zich denbsp;behoefte al ras ¦ gevoelen; nu worden zij door nietsnbsp;wederhouden : de man verliest zijne zeden, danbsp;vrouw vergeet haare pligten, e» beider ondergang

is

-ocr page 38-

wmam


NATUUR EN PI.IÜT.

is zeeker. De kinderen, flachtöifers eener kwalijk gekoozene verbindtenis, bloezen over hunnen naam; vinden zich zonder beftaan,zonder middelen,nbsp;en .vervloeken hunne geboorte. Getuigen van allenbsp;dO’^e onheilen, berouwt het de ouders, dit verfoeilijk huwlijk te hebben aangegaan; maar het is tenbsp;laat, het kwaad is gefchied, en ’er blijft nietsnbsp;meer overig dan van droefheid tc fterven.

Mevrouw os losanges.

Intusfchen keurde gij laureval’s verbindtenis met mijne dochter goed.

DE LUZINCOURT.

Zo lang hij ’er in toeftemde; dan , hij weigert dezelve, en wat zal ik hier tegen inbrengen ^ Indiennbsp;ik, door hen tegen hunnen zin aan elkaiideren tenbsp;verbinden, oorzaak van hun ongeluk was, zoudennbsp;zij mij zulks hierna kunnen verwijten. ’Er zijnnbsp;duizend omftandigheden wtiarin men zijnen vriendnbsp;kan raadpleegen ; maar voor het huwlijk, die achtenswaardige band , die niet 'dan door het grafnbsp;moet verbroken worden, gelden geene raadgeevin-gcn, geene vrienden; ’t is het hart alleen, datnbsp;men raadpleegen moet.

Mevrouw de losanges

Wel nu! laat hij zich zelveii raadpleegen; en zo hij volhard, zal misfchieh een proces....

de LUZINCOURT.

Wacht u wel hem voor den lechter te roepen! wat zoud gij hier bij winnen? Indien laurevalnbsp;in het pngelijk wierd gefield, zou uwe dochternbsp;ongelukkig en uw fchoonzoon uw vijand zijn;nbsp;zoud gij als dan meeuen , hun geluk en het uwenbsp;bevorderd te hebben?

Me.

-ocr page 39-

tweede B E D R ij Mevrouw DE losaNges.

Vervoeg u bij laueeval, fpreek hem, en...,-

DE LUZINCOüRT*

Neen, ik wil van alles onkundig zijn. Èen derde Zou Hechts dienen ora ulieden meer te verbitterennbsp;en niet te bevredigen. Gij hebt verftaud , en hetnbsp;is thans het oogenblik om het zelve te gebruiken.

DER-DE TOONEEL.

DE VOORIGEN, CHARLES. CHARLES.

Een vreemd meisjen vraagt naar mijn Heer detl . Gouverneur.

DE.LoziNCOURT, gemelijk.

Ik kan haar nu niet fpreeken.

CHARLES, in eene fmeekende houding,

Zij zegt; dat zij ongelukkig is, en u om hulp koomt fmeeken.

DE LÜZINCOURT.

Zij heeft hulp noodig! (jnet goedheid^ laat haar binnen koomen , ik zal haar hooren.

CHARLES gaat naar het zijfcherm, Vaenkt K o s A L1D E om binnen te koomen , ennbsp;vertrekt.

VIER-

VII. deel.

-ocr page 40-

34 K A T D U R en P t 1 G T.

vierdetooneel.

De luzincourt» Mevrouw de losanges,

rosalidr Cde LuziK court Jlaat in het midden. Mevrouw de losa n ges aan zijnenbsp;linker, r o s a L i d é aan zijne rechter^nbsp;hand, aan quot;welke zijde de laatJJe ook.nbsp;op bet tooneel koomt.j

rosalide, weenende.

Ach! mijn Heer, heb medelijden met mijne fmert, en bevredig mijne wanhoop.

DE LUZINCOURT, Vriendelijk.

Wat begeert gij?

rosalide.

Recht en mededogen. •

de luzincourt.

Wat eischt gij?

rosalide.

De vrijheid van den grijsaart, wien gij naar den kerker hebt doen deepen. Duldt niet dat hij onder»nbsp;drukt worde, tooi; u rechtvaardig en wees den toe.nbsp;vlucht der ongelnkkigen.

D E t. o Z I N C o U R T.

Hij is befchuldigd, en zijn leven ftaat niet meer in mijne magt.

rosalide, met nadruk.

Wacht u wel zijne befchuldigers te gelooven! \alfche aanbrengers zijnde gecsfels van bet mensch»nbsp;dom, en de fchandvlekken der niaatfchappij.

D E

-ocr page 41-

35

tweede B E D R ij p.

De lüzincourt. gij de dochter van edm ond?

R- o S A L I D f.

Helaas! De Hemel heeft mij dat geluk onthouden! !k wierd door wreedaartige ouders verlaaten, en offchoon hij mij het leven nietfchonk, heeft hijnbsp;mij hetzelve behouden j dit immers weegt tegen hetnbsp;andere op.

Mevrouw de losanges, ter zijde met drift.

Hij is haar vader nietl

DE LÜZINCOURT.

En waardoor zijt gij zoo naauw aan hem verbonden?

nOSALlDE.

Door vriendfchap, rampfpoed en erkentenis.

de LUZIMCOURT.

Hoe is uw naam ?

R o S A L I D E.

Rosalide is die welken hij mij gegeeven heeft.

DE LÜZINCOURT,

Raat het niet in mijne magt, van de belchuldiging tegen den grijsaart ingebragt, onkundig te zijn ; alsdan zouden uwe imoekingen nietnbsp;vruchteloos weezen ; maar zijn misdaad is groot, ennbsp;de wet. . .

rosalide, met vuur.

Moet den fchuldigen treffen, en niet den on-fchuldigen! Ik keu edmond; hij js tot geen fchelmftuk bekwaam*

C 2 nbsp;nbsp;nbsp;D £

-ocr page 42-

¦

natuur en p 11 g t:

DE LUZINCOüRt

Ach! ik wenschte dat het zoo ware. Maar trdost u, en maak op mijne weldaaden Haat.

' nbsp;nbsp;nbsp;ROSALIDE.

Mij troosten , daar mijn vriend zal omkoornen ? Hoedaanig uwe weldaaden ook wezen mogen,nbsp;zullen zij rnij ooit de zijne kunnen doen vergeeten ?nbsp;Neen, _ indien ik in ftaat ware het aandenken zijnernbsp;goedheid te verliezen, dan zou ik mij de uwenbsp;onwaardig maaken.

DE LUZINCOUKT,

•Ik gevoel uwe naauwgczetheid; ik wil u onder-fteunen en_ niet vernederen. Mijn ambtsbediening en natuurlijke neiging, maaken mij den vader dernbsp;ongelukkigen: ik geef hen zonder hoogmoed, zijnbsp;kunnen dezelve zonder bloozen aanneemen.

K o S A L 1 D E.

Tndien gij edelmoedig zijt, geef mij dan mijnen weldoener weder, of doe mij met hem in denzelf-den kerker opQuiten.

DE LI'ZIN COURT, nbsp;nbsp;nbsp;nadruk.

De kerkers zijn voor de misdaad, en zoo lang het van mij afhangt, zullen zij nimmer de verblijfplaats der onfchuld zijn. — Gij zijt ongelukkig,nbsp;en ik ben u mijnen bijftand en befcherming verfchu^nbsp;digd: neem dezelve aan, gij zult zien dat wijnbsp;rechtvaardige mannen en geen bloeddorftige Rechtersnbsp;zijn ; dat wij de misdaad kunnen ftraffen en denbsp;deugd befchermen.

mij aanbieden gt; zo gij mij mij-

Ro'sALtDE, weenende Ach ! w-at kunt gij

-ocr page 43-

3?

tweede BEDRIJp,

mijnen weldoener ontneemt?— Zou ik eene plaatfe kunnen bewoonen, welke gij met zijn bloed bevochtigd had? Te vergeefsch zouden mijne traanennbsp;er de fpooren van trachten uittewisfchen. In het diepstnbsp;¦''an mijn hart zou uwe onrechtvaardigheid gegraveerdnbsp;zijn! . . . Wacht u wel,- u zelveii te bedriegen:nbsp;het verlies van zijn leven zal misfchjen de kwellingnbsp;van het uwe vcroorzaaken.

oE lozincoukt, met zachtheid.

Stel u gerust. _ Orn u alle reden tot klaagen te ontneemen, zal ik zijnen Rechter hier doen koo-men om u te overtuigeh : gij zult hem hooren, ennbsp;ik durve mij vleijen, dat gij, na hem gefprookennbsp;te hebben, mij geene verwijtingen meer zult kunnen doen

R o s A LID E, befchroomd.

Ach! Mijn Heer, vergeef.

DE i/üziNco'JBT, met de uiterjle vriendelijkheid.

Ik zou zeer onbillijk zijn, indien de uitdrukking der fmert mij beleedigen konde! Ik heb Hechts uwnbsp;ongeluk gezien, en bij een gevoelig mensch moetnbsp;eigenliefde voor menseblijk heid onder doen. (iHtjnbsp;vertrekt.j

VIJFDE TOONEEL:

Mevrouw delosanges, rosalide, met haar neusdoek haar aangezicht bedekkende.

Mevrouw de losanges.

Stel u gerust mijn kind, indien. gij de weldaaden C 3nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;van

-ocr page 44-

38 NATUUR rN p I- I G T.

van den Gouverneur mogt van de hand wijzen, biede ik u de mijne aan.

rosalide, weenende.

Ach, mevrouw! nbsp;nbsp;nbsp;!

Mevrouw de losanges.

Ik ftel belang in u, en uwe opvoeding fpreekt ten uwen voordeele. Wat toch kan u tot deezennbsp;beklaagenswaardigen toelland gebragt hebben ?

ROSALIDE.

De, gouddorst eener wreedaartige ftiefraoeder.

Mevrouw de tos a noes, ter zijde.

Wat hoor ik! (^verluid?) Welk land zag u ge-booren worden?

R O s A L f- D E.

Dit, waar wij ons thans bevinden.

Mevrouw de losanges.

Kent gij die geenen, aan welken gij toebe-faoord.

rosalide.

Ik weet flechts hun naam; en vrees maar al te zeer, dat zij mij niet zullen willen herkennen..

Mevrouw de losanges.

Waarom ?

rosalide.

Als men in het ongeluk is, kennen u uwe ouders niet; zij hebben mij in mijpe kindschheid verworpen , en zouden zij mij dan in tegenlpoed goed • gunllig willen zijn?

hie-

-ocr page 45-

Tweede bede ij f. -

Mevrouw de losanges.

Gij’ moet hen om bijftand vraageti.

ROSALiDE, met kragl.

Ik heb minder hun bijftand, dan wel hunne braafheid van noodén.

Mevrouw de dosanges.

Waarom hebt gij dan de reis herwaards ondernomen ?

ROSALIDE.

Om onderbet geleide van den grijzen edmond, de goederen mijns vaders te rug te eisfchen ; wijnbsp;Haken de zeeën over, en vinden het onrecht.eilnbsp;den dood.

Mevrouw de losanges, ter zijde.

De goederen haar’s vader,s. (^Overluid') Verhaal mij uwe ongelukken , en zijt verzeekerd dat ik al wat in mijn vermoogen is, zal aanwenden,nbsp;om dezeiven te verzachten.

ROSALIDE, aarzelende.

Mevrouw! ...

Mevrouw de losanges, op een' vriende-Ijken toorr.

Spreek, kind lief, iJc wil alles weeten, en be-fchouw mij als uw beste vriendin.

ROSALIDE.

Deeze naam vereert mij maar gij fchijnt mij toe zo gevoelig te zijn. dat ik u niet gaarne wil bedroeven. Gij zoudt mij misfehien niet zonder traa:nbsp;neii te Horten kunnen aanhooren.

C 4 nbsp;nbsp;nbsp;Me-

-ocr page 46-

natuur en PLigt,

IVÏGVrOUVV DE LOSANGES.

Wat is daar aan gelegen! Men moet „ooit berouw hebben over de traanen, welken ongelukki' gen ons doen ftorten.

R o s A L I D E.

Verneem dan hoe zeer ik vervolgd wierd.--

Bij mijne geboorte verloor ik mijne moeder; mijn vader ging eene nieuwe verbindtenis aan, en ftievfnbsp;eenigen_ tijd daarna. . . Zie daar de oorzaak vannbsp;fille mijne rampen! Mijne ftiefmoeder, baare dochter , ten koste mijner bezittingen, willende verrijken , verbande mij voor altoos. Een kind aan denbsp;gierigheid opgeofferd, en het llachtofter eener onbarmhartige ftiefmoeder zijnde, wierd ik reeds van;nbsp;mijn wieg af, uit het vaderlijk huis verftooten: ennbsp;toen mijne oogen het licht zagen, zag ik niets dannbsp;kommer, ellende en den dood in het verfebiet.nbsp;Deeze hebzugtige vrouw, had de zwakheid zich tenbsp;Jaaten bertuuren door het uitvaagfel aller mannen ; en-aan deezen ellendigen, die de zorg van mijnen ondergang op zich nam, wierd ik toebetrouwd. Innbsp;frankrijk gekomen zijnde, koos hij een afgeleegennbsp;verblijf, en wist mij' aan elks oógen te onttrekken, . . . Toen fchreef bij in cenen brief aan mijnenbsp;ontaarte moeder, dat ik niet meer leefde, en deednbsp;mij dus voor dood doorgaan , toen ik naauwlijksnbsp;gobooren was. ,

Mevrouw de losances.

Gij doet mij ijzen! • . . vaar voort.

R o S A L I D E.

M'jn verdichte dood liet mijne vijandin in alle mijne bezittingen; maar haar medepligtige meendenbsp;haar dezelve met zekerheid te moeten doen genieten, . ,

-ocr page 47-

4*

Tweede bedrijf.

ten. • • niets was cemakkelijker. Hij deed een langzaam en fmertelijk vergif in mijnen boezemnbsp;fluipen!

CMevrouw de iosanges, geeft liaare verontwaardiging te kennen )

Gij beeft! . . • heb moeds genoeg mij te hooren.!

Mevrouw de losanges.

Hoe toch zjjt gij het ontkoomen ?

rosalide, met veel kragt.

Door een wenk des hemels, die de misdaad nooit ongeftrafr laat. — De ontmenschte fchurk, die zoonbsp;veele gruwelen had op één geftapeld, wierd m eennbsp;gefehil door verfcheidene lleeken doorhoord. Toennbsp;hij nu zag, dat hij de vruchten zijner misdaad nietnbsp;zou kunnen fmaaken ; wilde hij dezelve ontdekken ennbsp;mij trachtén te redden. Ten dien einde zond hij omnbsp;EDMOND, die de vriend mijn’s vaders geweest was,nbsp;en riep, zodra hij dcnzclven zag aankomen, uit;nbsp;„ red dit kind, het wordt door vergif van een ge-„ fcheurd.” — Daarop gaf hij met eene beevendenbsp;hand denzelven eenige papieren over, endatmonfternbsp;ftierf in de woede der wanhoop. De goede ed-MOND zag mij, in een hoek van dit affchuwelijfcnbsp;verblijf ftervende liggen, nam mij, door medelijdennbsp;bewoogen in zijne armen, bevochtigde mij metnbsp;zijne traanen , verdreef het vergif, hetwelk doornbsp;mijne aderen ftroomde, en mij het leven wedernbsp;fchenkeiide, gaf hij mij aan het ongeluk terug.

Mevrouw de losanges, ten uitgrjïen ontfleld.

Rechtvaardige Hemel! wat heb ik gehoord ? lt;idrif-tig) Zoudt gij het.^ izich weërhoudende') üw vêr-Q o nbsp;nbsp;nbsp;haid

-ocr page 48-

43

NATUUR EN PI-IGT.

haal heeft mijn hart ontrust. ^Lij blij ff in de m~ terfle verjlaagenheicl Jiaan.j

R o S A L I D E.

Zijt !ïij getroffen ? Ach! hoe zeer, moet gjj (JJq Verachtlijke viouw haaten, die om het bezit haarcrnbsp;goederen, een zwak fchepfeltjen in den morgenliondnbsp;van haar leven fmooren deed. Want vvat toch wasnbsp;mijn misdrijf.5 Was het mijne geboorte, die mijyennbsp;ondergang veroorzaakte ? Neen, het waren mijnenbsp;rijkdommen ; ik heb u alles bekend, beklaag mijnbsp;«n beoordeel haar.

Mevrouw de losanges, verward.

Wat zal ik u kunnen zeggen ?

ROSALIDE

Vergeef het mij dat ik u bedroefd heb: gij zijt gevoelig en medelijdend. . . helaas! w'aaro.ni bezatnbsp;mijne moeder uw hart niet.

Mevrouw de losanges, van haar e verwarring te rug koomende, met drift.

Uwe ftiefmoeder gaf nooit bevel tot die gruweli-daad . . . zulks kan niet zijn, en ik ken ’er haar ook niet bektvaam toe.

R o s A LID E, met gevoel.

Behaagde het den hemel! ... Ik verlang niets .meer, dan haar onfchuldig te vinden.

Mevrouw de losanges.

Zij is het, zonder twijffel! — Maar hoe is de naam van’ uw vader?

ROSALIDE.

' Mevrouw, die naam is een groot geheim , het

Velk

-ocr page 49-

4i

•TWEEDE EEDRIJP.

welk Hi bewaarén moet! Denk dat er mijn leven en beziulugen van afhangen. Indien mijne ^jef.nbsp;moeder onderricht wierd, dat ik hier was gekoomen ,nbsp;om mijne rechten te doen gelden, zou zij tot uiter-ften kunnen overflaan. . .

Mevrouw de- tos an ges.

Vrees niets van haar, ik zal u befchermen. . . . maar ik herhaale het, zeg mij, hoe is de naam vaanbsp;uw vader

ROSALIDE.

De oosanges!

Mevrouw de losanges, wanhoopend ter zijde.

Zie daar het geen ik vreesde, en alles is verloo-ren. QZij werpt zich in een armjioel, en bedekt haar geiaat .met haaren tieusdoek.j

ROSALIDE,' verwonderd.

Watquot;.deerd u , Mevrouw ?

Mevrouw de losanges, zich bedwingende.

Niets. . . niets. — En met welk een oogmerk zijt gij hier gekoomen?

ROSALIDE, teder.

Ik koom eene moeder zoeken. nbsp;nbsp;nbsp;i

Mevrouw de losanges, onthutst.

Gij zult haar misfehien vinden,meer te beklaagen dan gij zelve.

ROSALIDE, driftig.

Zoud gij haar kennen? Ach! fpreek: indien zij rijk is, is zij mij, mijne goederen verfchuldigd ; isnbsp;zij arm , dau ben ik haar mijnen bijlland vefpligt-

, Me-

-ocr page 50-

4* NATUUR EN FLIgt.

Mevrouw de losanges, opjlaande. ¦ . Ach! ik lijde te veel! ... ik moet. . .

ZESDE TOONEEL.

PE VOORIGEN, LA PIERRE. (JlBt binnen hoornen van la pierre, moet op dennbsp;, juinen tyd gefchieden,j

LA PIERRE,

Mijn meester vraagt naar een meisjen , hetwelk zich bij Mevrouw de losanges bevindt. {_Hijnbsp;vertrekt.j

BOSALiDE den naam van Mevrouw de Lo-a ANC ES hoorende^ geeft een gil en werpt zich aan baare voeten.

Ach! zijt gij Me. . .

Mevrouw delosangrs, laurevag ziende binnen hoornen, hotid haar zakdoek tegennbsp;den mond van rosai.ide, en belet haarnbsp;voort te fpreeken; zulks moet zeernbsp;fchieltjk gefchieden en eene groep op-leeveren.

Zwijg; ik beveel het u.

Z E-

-ocr page 51-

tweede B E D R ij p. nbsp;nbsp;nbsp;45

ZEVENDE TOONEEL.

DE VOORIGEN, LAUREVAI»

Laürevai., blijft op den agt er grond van het

tooaeel, en fchijnt diep in gedachten te zijn.

Mevrouw de l o s a n g k s , vaart, zich naar LAUREVAL, wendende voort. Rosa-LiDE rust met haar hoofd op de handnbsp;van Mevrouw de losanges, zoonbsp;dat eAUREVal haar gelaat nietnbsp;zien kan.

Gij ziet haar aan mijne voeten, die om het ont-^' flag van den aangeklaagden grijsaart fmeekt. (7V-gens R 0 s A LID e) Mijn Heer is de geen, van wiennbsp;gij alles hoopen moet. Stél hern uw'verzoek voor;nbsp;vervoeg u daarna weder bij mij, en denk dat ik unbsp;mijne vriendfchap beloofd heb. . . {Zeer zacht,'}nbsp;Bewaar vooral uw geheim ! belooft gij het mij.?

ROSALIDE, zacht.

Ik zweer het u, bij mijne eer!

Mevrouw de losanges.

Sta op, ik zal u wachten en mij op uwen eed verlaaten. {Ter zijde in het heen gaan.') Ik zegepraal zo het geheim verzweegen word. fl^o-s A11D E zet zich in een armjloel, en rust matnbsp;haar hoofd op de tafeT, Mevrouw de losanges groet LAUREVAL in het heen gaan ^ ennbsp;wtftkt hem ROSALIDE te gaan Jpreeken,

AGT.

-ocr page 52-

46 nat u ü r e P t, I g t. AGTSTË T gone el.

ROSALIDE, LAUREVaL.

laureval, Zachtjens naderende.

Mejuffrouw!... Wat is zij bedroefd! Vermits mijn heer de Gouverneur mij de oorzaak uwernbsp;komst heeft medegedeeld. . .

rosaeide, zonder hem aan te zien.

Ik kan van mijne verwondering niet bekoomen! ,Wat Haat mij te wachten .i*

L A u R r. V A L, ontroerd.

Welk eene Item doordringt mijne ooren?

R o s A I. I D E.

Helaas! wat zal ’er van mij worden.5 laurevai.

Indien ik mijn hart geloof gaf! .... Mejuffrouw, hoor mij.. .

R o s A L I D E.

Geef, geef mij mijnen weldoener weder. laureval.

Ja, ik zal hem u wedergeeven, indien mij zulks möoglijk is; gij kunt alles van zijnen Rechter verwachten.

rosalide Jiaat op en z'tet laureval.

Vermits gij zijn Rechter zijt. em ijsfelijke gtl.) Heniél! . . . Laureval! ratt wedernbsp;in den armjloeiy

L AU.

-ocr page 53-

4?

T W E E D E B E D R IJ F.

laüreval, zich aan haare voeten ¦werpende,

KosALiDf;! . . . 6 Noodlot! door welk gelufe hebt gij ons bij den anderen gevoerd! (Jrlier moetnbsp;!¦ A Fleur over het Tooneel. gaan, en l At) Beval en EOSALiDE ontdekken,')

rlt; o S A L ID £.

Zijt gij het wei. . . . L a o u e v a l ! en gij zegent het noodlot!

L A B R E V A L.

Indien ik nog uw hart bezit, moet ik het voor altoos zegenen.

EOSALIDE ftaat op, en zegt met nadruk.

Verdenk mijne trouw niet, ik heb mij niets te verwijten ; doch gij kunt niet even bet zelfde vannbsp;u zeggen.

laubeval, met geestdrift.

R o s A LID E bemind mij , er beftaat voor mij geen onheil meer.

EOSALIDE op eenen nadrukkeliiken toon.

Gij zijt verre af van dat te voorzien, het welk u boven het hoofd hangt.

LAUREVAL.

Er ontbreekt mij niets dan mijn vader, alsdan kan ik alles trotfeereu. Zeg - mij , wat is er van hemnbsp;geworden.3

EOSALIDE, met nadruk.

Wacht u wel mij naar hem te vraageii, , LAUREVAL, fcMelijk,

W'aarom.!*

RÜ»

-ocr page 54-

48 KATÜÜR en PElGTi

gt;

tl O s A L T D E, met wanhoop. tJw vader, naar wien gij mij vraagt. , ,nbsp;LAUREVAL, verfcfu'ikt en ntct drifl.

Wel nu! waar is hij?

ROSALtDE, Op een ijslijken toon, rn den kerker, op het punt van door u veroordeeld te worden,

laureval , met afgrijzen.

Door mij! Rechtvaardige hemel I

R o S A I. IDE.

Zie daar zijn lot, gij kunt over het uwe oor* deelen.

LAUREVAL buiten zich zelven.

Ik bezwijk; de blixem zou mij minder getroffen hebben dan deeze ijsfelijke bekendtenis! Mijn vader zucht in ketenen, en zai door de handen vaii ¦nbsp;zijnen zoon omkoomen? d Hemel! Stel u met dee-zen Ilag te vreeden ; geniet uwe wraak, en vergeefnbsp;mij mijne gruvveldaaden.

Rosaude, verwonderd, en vervolgens op den voorgrond van het tooneel koo'.nbsp;mende om haare bede te doen.

Wat zegt gij? • . .’Wejk eene taal?... Lad-REVAL ZOU verandurd zijn? Hemel! .... heb mededogen met zijne kwellingen, indien zijn hartnbsp;deugdzaam is, verhoor mijn gebed en fchenk hemnbsp;vergeeving.,

LAüREVAt,

_ Beklaag mij, ik het het noodig. De Hemel wreekt zich. Mij de fchande en het ongeltik mijns vadersnbsp;¦vopr oogen te Hellen is, als of mij gezegd wierd:

, rIs

-ocr page 55-

4ï*

fWEEDE bedrijf^

gie daar uwe’ misdaaden ! Beneem hem bet leven, om hem van de kwellingen te bevrijden, welkenbsp;gij hem veroorzaakt hebt, en fueev’ daarna zelve,nbsp;ó Hemel! ik zal aan uw vonnis voldoen.

Rosalide vat de hand van laureVAL, e7^ zegt op een' nadruklijken toon.

Gij wildt llerven zonder uwen vader te redden ? . • . Uwe mijmering verblind u ; behoud uwe rede, en laat uwe wroegingen daar.

lAUREVAL van zijne mijmering bekoom’ende.

Welk een lichtftraal! ... het is genoeg. rosalide, fchielijk.

Wat zal ’er eindelijk van hem worden ?

laureval.

Hoe kan ik zulks voorzien ? Ik kan immers de werking der W'et Jiiet belemmeren.

ROSALIDF.

De w'et? . . . Ongelukkige! Hij is uw vader! L.'iuREVAL, met zeer veel drift.

Ja, doch indien ik hem fpaarde, zou men mij befchuldigen van in de Saamenzweering te deelcn,nbsp;en WIJ zouden beiden omkoomen. — Het geen mij denbsp;meeste wanhoop veroorzaakt, is dat de waarfchijn-lijkheden teegen hem zijn. — Zeg mij de w'aarheid,nbsp;zou bij fchuldig zijn ?

ROSALIDE.'

Gij kent zijne deugd , en kunt hem verdenken ? Gij zijt niet waardig zijn zoon te zijn.

VIL DEEL. nbsp;nbsp;nbsp;Dnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;1.A-J-

-ocr page 56-

so

Natuur en peigt.

/ LAUReVAIi-

Binnen weinige uuren zult gij mij beter beoor-deelen. Zijn aangenoomen naam, Zal mij in het plan, het welk ik beraamd heb, van zeer veelnbsp;dienst zijn- Doch zo hij zijn’ waaren naam opgeeft,nbsp;is al onze hoop verdweenen.

R o S A L I D E.

Dien zal hij niet opgeeven. Hij heeft mij gezegt,« dat hij, tot het einde deezer zaak, onbekend wildenbsp;blijven.

L A ü R E V A L.

Alsdan zal ik mijn oogmerk kunnen bereiken! Ga ROSALIDE, vóór het einde van deezen dagnbsp;zal ik u iioodzaakeu mij te beklaagen en hoog tenbsp;achten.

NEGENDE TOONEEL.

DE VOORIGEN, LA FLEUR.

LA pleur tegen ros a li de.

Mejuffrouw, volg mij; mevrouw de LOSAN* CES Waagt naar u. iyitj wacht haar op den aeffnbsp;tergrond van het Tooneel.')

laureval, verwonderd.

Mevrouw de losanges? . . . Wat begeert zij van u?

Rosalide, zeer zacht.

Ik kan u zulks niet zeggen. ... men befpied ons. ¦— Zodra het mij zal geoorloofd zijn te fpree-ken, zal ik u ook mijne kwellingen ontdekken ...nbsp;' ik vergeet mijne eigene rampen, om Ulij Dgchts

met

-ocr page 57-

T'iWE. EDE B E D tl IJ p. nbsp;nbsp;nbsp;gf

n^.de uwen bezig te houden — Vaarwel; denk aan uwen vader, raadpleeg uw hart, en doe uw pligt,nbsp;(Zij yertreki, en la fleur volgt haar.j

TIENDE TOONEEL.

LAUREVAL.

Wreedaartig noodlot! is het eindelijk genoeg ‘ eli zal uwe woede hier mede bevrecdigd worden ? —'nbsp;ö Mijn vader, mijn vader! wat zal uw lot zijn? -—nbsp;Er- blijft mij geen middenweg open , men moet mijnbsp;ontflaan; alles wil het, en de wet zou er mij toenbsp;noddzaaken ; hij is mijn vader en ik kan tegennbsp;henr geen vonnis vellen. — Vertoef, laureval,nbsp;U'at gaat gij doen ? Om hem van meorder dienst tenbsp;zijn, moet gij den post, welke u is toebetrouwd,nbsp;behouden. — Indien ik, na . zijne befehiildigingnbsp;onderzocht te hebben, zijne onfchuld niet aan dennbsp;dag kan leggen, dan mank ik mij bekend; het proces wordt van geene waarde, ik win tijd en ftel allenbsp;mijne poogingen in het werk , om hem te redden.nbsp;^ Welaan , laaten wij ons zclven onderrichten, eilnbsp;ons* de hoogachting van anderen waardig maaken.nbsp;Ja ik zal de ftrengfte aller Rechteren fchijneu, ennbsp;de tederfte aller zoonen zijn.

Einde van het tweede bedrijf.

-ocr page 58-

52

natuur en P L I G T.

DERDE B E D R IJ F.

Het toaneel verbeeldt de p^ehoorzaal van den Gouverneur. Aan het eerjle fcherm ter linkerzijde van den fpee Ier is eene. groote, met groennbsp;laken overdekte tafel. Han dezelfde zijdenbsp;ftaat een'klein tafeltjen, voor dennbsp;die den post van fchrijver waarneemt •, hetzelve flaat in eene rechte lijn met, dochnbsp;eenigzms verwijderd, van de groote tafel.

Er zijn in een halfrond eenige armjloelen voor de Rechters van den Krijgsraad geplaatst. Ter rechterzijde van den fpee~

Icr Jlaat een zithankjen voor den be. fchuldigden. '

EERSTE TOONEEL.

Mevrouw delosanges,i.a fleur.

Mevrouw de zos. nbsp;nbsp;nbsp;, fchielijk binnen

koomende.

/-.amp;\ de Heer laüreval hier kooiuen.^

LA F L E U K.

Ja, Mevrouw.

Mevrouw de losanges, ter zijde.

Ik moet hem fpreeken , en van hem weetea of ROS A LID E in het rechtsgeding van haaren geleidernbsp;is ingewikkeld. (^Overluid:) quot;En laüreval lagnbsp;aan de voeten van het vreemde meisjen ?

LA

-ocr page 59-

53

D'E RDE BEDRTJF.

LA FLEUR»

'Zo als ik u gezegt heb, hij deed haar de tederfte uitdrukkingen, en. . . .

Mevrouw de losanges.

Wat doet zij thands?

LA FLEUR.

Zij weent. Men heeft haar gezegd dat de krijgsraad hier zou gehouden worden ; zij wil vol-llrekt haaren vi iend koonieu zien. Zij is op u tennbsp;uiterften vertoornd, en beklaagt zic'h overluid,nbsp;over het bevel, het welk gij gegeeven hebt vannbsp;haar niet uit te laaten gaan. Niets kan haar weer-houden; zij koo.mt.

Mevrouw de hosk^^q'es , met drift.

Ga, vlieg, belet haar beneeden te koomen, en volg ftiptelijk het bevel, hetwelk u gegeeven is.nbsp;CLafl EUR vertrekt.')

TWEEDE TOONEEL.

Mevrouw de losanges.

Ik kan er niet langer aan twijffelen , r o s a L i d k is dat ouderloüze meisjen , waarop laurevalzoonbsp;verliefd is , zij is de oorzaak van het ongeluk mij~nbsp;ner dochter en zal die van mijnen ondergang zijn.

.— Welke zijde zal ik kiezen? —¦ Zij is bij mij in zeekere bewaanng, haare onbefcheidenheid kan mijnbsp;geen nad^el'doen. . .. ik zal haar van hier vefvkijde»nbsp;ren. Een eerlijk beftaan zal haar te vreeden Hellen, en... C^oor wroeging ontrust.} wat durf iknbsp;onderneemen! — Is het mooglijk, dat ik ten tweedenbsp;niaale? . . . QZij neemt haare voorige houdingnbsp;D 3nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;we-.

-ocr page 60-

S4

natuur EN Pl-lGT,

•weder aan.')]ü,de vrees van haar in eene misdaadJ* ge zaak betrokken te zien,en de fchaamte om zelvenbsp;tot armoede te vervallen, doen mij alles te bovennbsp;koomen. (^Met zeer veel tiadruk.') Zou ijj; uognbsp;moeten ? . • • Ik word door wroeging en eerzuchtnbsp;beurtelings bellreeden! doch de noodzaaklijkheidnbsp;vordert het, dezelve is onwederftaanbaar,_en behaalt de overhand; doch 'het is ondanks mij zelvenbsp;dat ik gedrongen word haar te gehoorzaamen,nbsp;(.Rosalide ziende aankoomen.') zie ik?

DERDE. TOONEEL.

Mevrouw de losanges, rosalide,

LA FLEUR.

EosALiDE, gevolgd van la fleur en mg een ander bediende.

Eene ongelukkigen , die haaren weldoener koomt verdeedigen , of in zijn lot deelen.

Mevrouw de losanges, tot de hediendens.

Verwijder u, doch ga niet te verre, binnen weinige oogenblikken zal ik u eenige bevelen tenbsp;geeven hebben, {De bediendens verwijderen ziehynbsp;door de middendeuri) Gij zijt zeer onvoorzichtig,nbsp;wanneer gij u van daag vertoond zoud gij mijnennbsp;en uw'en goede naam bloot ftelleu.

ROSALIDE.

-Al' moest ik voor edmond mijn leven .fcloot-ftellcn, ik zou niet aarzelen ! . . . Maar» mevrouw, had ik immer zulk eene wreedaartige be-hiuideling van u durven verwachten? Ik bewaar uw gehejni, en men beneemt mij mijne vrijheid; men

we-

-ocr page 61-

55

derde BEDRYf;

^derboudt mij. . . Men dreigt mij zelfs; ik ben genoodzaakt geweld te gebruilcen , om den grijs-aart, die buiten mij geeiie onderfteuning heeft, ternbsp;buipe te fnellen; en dit alles zou op u bevel ge-fchiedeii ?

' Mevrouw de losa noes, op een toon van gezach.

Voorzeker; en moest gij hetzelve overtreden ? Die man, wien gij durft verdeedigen, is overtuigdnbsp;den Staat verraaden te hebben. . . en zo gij zelvenbsp;eens mede. ...

R os A LID E , met drift en afgrijzen.

Ga niet voort! ... ik ben verlooren zo gij mij befchuldigt. .... (^Met ver ontwaar digingP) Iknbsp;vrees bet, en herken u. Vaarwel, mevrouw.

Mevrouw de losanges, haar tegenhoudende.

Waar wilt gij naar toe?

rosalide, weenende.

Eene verblijfplaats en befchermers. zoeken.

Mevrouw de losanges, verfchrikt,

¦ Befchermers, zegt gij ?

ROSALIDE.

Ja, ik heb dezelve nodig, wijl ik geene moeder kan vinden.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^

Mevrouw de losanges.

Hoe! kunt gij zulks in dit doodelijk tijdftip van haar verwachten.?

ROSALIDE.

Ia dit tijdftip juist moest zij mij haare armen toe* D 4nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;rei-

-ocr page 62-

gö NATUUR En PtiGT.

reiken. Ik lijde zonder het verdiend 'te hebben, dit weet gij, mevrouw!

Mevrouw de losanges.

Tk u erkennen in een oogenblik, dat de grijs-aart, die u hcrwaards geleide, de ftraf zijner misdaad ftaat te ontvangen ?.... Neen.

EoSALiDE, ondofiks zich zelve Hoor gram-fchap weggejieept.

En gij zijt het, die hem met ecne misdaad durft bczwaaren, gij?-... Daar ik de uwe vergeet,nbsp;om u dczelven niet te verwijten.

Mevrouw DE LOSANGES.

Wat durft gij mij zeggen Beef over uwe roekeloosheid !

R O s A1.1D E,, verontwaardigd.

Gij hebt mij dan uw geheim doen bewaaren, om uw ijslijk werk te voltooijen .5 .... Gij hebt mijnbsp;bedroogen, vrees mij!

Mevrouwde losanges.

Wat maakt u zo floutmoedig?

rosalide.

Uwe harde behandeling.

Mevrouw de losanges.

Gij kent l au re val, misfehien hebt gij aan hem ontdekt?......

rosalide

Ik ken i. auurval, heb mij mijneneed herinnerd , en hem niets ontdekt. Gij hebt van mijne ligigdoovigheid een misbruik gemaakt, hoeden moet

ik

-ocr page 63-

S7

derde bedrijf.

ik mij tegen u verzetten Evenwel zal ik niets vorderen , dan het geen mij toekomt. Wat de kwellingen betreft, welke gij mij berokkend hebt,ik wil mij over dezelve niet wreeken.... Gij voert den naarn mijnsnbsp;vaders, ik moet denzelven geen oneer aandoen,

Mevrouw de losanges.

Gij kunt mij ziilkso niet wijs maaken; zo even waart gij zo onderdanig en ondergefchikt..Zonder de raadgeevingen van laoreval... (Rosa-'nbsp;LI DE geeft haare verwondering te kennen.') Jfcnbsp;weet uwe verftandhouding. Gij bemint hem, dochnbsp;hij beminde u nooit.

K o S A L I D E.

Ik kan zulks niet gelooven! hij bemind mij: ik ben ongelukkig; en /o hij eenig gevoel van eer heeft,nbsp;kan hij mij niet trouwloos zijn.

Mevrouw de losanges.

Indien ik u, door een eigenhandig gefchrift van laüREVAL overtuigde, dat hij voor mijne dochter de oprechtlle liefde gevoelt---- wat zond gij

mij als dan kunnen andwoorden ?

r o s A LI d E, ontroerd.

Wat ik zou andwoorden.!'... Wel.. Neen: het is niet mooglijk!

Mevrouw de t.osanges, haar de trouwhe^ lof te van laureval .geevende.

Neem aan.... en zie hetzelve.

ros.alide, het papier aanneemende.

Zou het waar zijn?.... kezen wij: „ Met toe-„ (lemming van de achtenswaardigfle aller moeders, ' » beloove ik aan Mejuffrouw sophia de ger-D 5nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;c o o R ï

-ocr page 64-

NATUUR EN PtlGT.

„COURT, Dochter van Mevrouw DE losanges^ „mijn lot door de banden des huwelijks met hetnbsp;„ haare te veréénigen. Dat, indien ik bjjnbsp;„ meinedig mogt worden.... de hetaaling van hon-„ derd duizend guldens, mijne ftraf zal zijn. Oee-„ze voorwaarde zal wsderkeerig plaats hebben....nbsp;„ zijnde hier vaii tusfehen ons een dubbel affchrifc

^ gemaakt..........f . . . . .......

„ L A ü R E V A l”

¦ Tk fta verRomd. C-iy^ eenige flilte ) Verrader! Indien ik (lechts mijne woede gehoor gaf, zou ik unbsp;ogenblikkelijk verbaasd doet liaan; ik zou u uwenbsp;trouwloosheid doen beklaagen. . ik... maar ik bennbsp;niet, overtuigd; offehoon ik het bewijs in handennbsp;heb, blijft er nog eene twijffeling in mijn hart over.

Mevrouw dk losanges, het papier terug neemende.

Geloof mij, fta van hem af.

B o S A L I D E.

Wil zulks niet hoopen. Men kan mij mijne goederen, maar nooit mijnen minnaar ontneemen.

Mevrouw de losanges.

Deeze belofte befchuldigt hem.

ROSALIDE.

De vriendfehap verdeedigt hem.

Mevrouw de losanges.

Dit fchrift bewijst ......

eosalide, haar met drift in de rede vallende.

Het bewij.st mij niets; het is van geene w'aarde: hij fchreef liet zonder zijn hart le raadpleegen.

Mc-

-ocr page 65-

59

CERDE bede ij F.

Mevrouw de los a noes-Maar de foiu welke hij betaalen moet?

RosALiDE, met drift,

S Wat ligt daar aan geleegen, dat bij dezel^ betaale en mij beminne; hij kan op mijne ¦ vergiffenis ftaat maaken

Mevrouw de losanges.

W'elke rechten hebt gij op hem?

ROSALIDE, met veel nodruk.

Mijne rechten zijn veel darker dan de uwe!_ Zo ik al geen gcfchreeven rrouw'oelofte heb, bezit ilcnbsp;zijne liefde onze niet voldoening aan die beloftetnbsp;is de dood.

Mevrouw DE LOSANGES,

Moet ik u voor zijne onflandvastigheid infiaan?

ROSALIDE, fdl!elijk en met kragt.

Neen; maar gij moet mij inftaan voor alle uwe verraderlijke aanllagen. Indien gij over mij zegepraalt, zal ik mijne ellende aan een ijders oogennbsp;ontdekken.... dezelve kan mij niet vernederen..;*nbsp;Gij alleen zult er over blcozen moeten: zodra, ifcnbsp;herkend worde zal ik gewroken worden !_ Men zalnbsp;de trotfehe pragt uwer dochter, welke mijne bezittingen geniet, vergelijken met den ijsfelijken toe-llnnd, U'afirtoe gij nvij gebragt hebt* quot;vfie zal rrujnbsp;mededoogen kunnen ontzeggen, en wie ral UW gedrag goedkeuren? fndien eaureval wreedaartignbsp;genoeg is mij te verlaaten, zal ilt hem voor de gant*nbsp;fche waereld, voor uwe dochter zelve, zijne trouw-lo.oshcid verwijten. En zo__dra hij zijn eed zal wnl-len uitfpreeken, zal ik mijne ftem verheffen, oninbsp;hem zulks te beletten; ik’zal Zo het noodig 'ot

voor

-ocr page 66-

63

NATUUR EN PtlGT.

voorden voet des altaars, de trouw eens trouwloozen koomen terug eislchen! Een niinnaarcs in wanhoop,nbsp;is tot alles in Haat; en in zulk een 'jslijk oogen-blik, moet men zegepraalen ^ of lierven.

» *

VIERDE TOONEEL.

DEVOORIGEN, DEFOüRiER, \ve!ke een papier en eene inktkoker brengt en op de tafel legt,

DE FOURIER, Zegt Zeer befcheiden.

Mejuffrouwen, bet is thands het uur waar in de krijgsraad vergaderen zal, en ik moet u onderrichten , dat het niemand geoorloofd zij hier te blijven.nbsp;Mevrouw de losanges.

Het is genoeg.

(DEFOÜRIER, Vertrekt.')

V IJ EDE TOONEEL.

Mevrouw de t,osanges. ros\lide, ver„ volgens DA FLEUR , en een ander bediende.

Mevrouw DE losanges.

Rosai.jde, laaten wij onzen twist (laaken, verbannen wij alle misnoegen , en dat de vriendfchap ons veréénige. Houd u verzekerd dat uwe moeder üw haneiijk lief heeft, en alles aan zal wenden.nbsp;om u hier van te overtuigen. QZij roept haarenbsp;bedisndens) Roomt binnen. fOe bediendens ko~nbsp;imn binneni) Breng Mejuflrouw op mijne kamer.

{Met degrootjie vriendetijkheid.)Gti, hosalidk----

ftel alle wantrouwen ter zijde.... ik zal fpoedig bij

u

-ocr page 67-

o E R D E B E D R IJ F. 6l

11 Romen, en ik beloove u, dat gij binnen korten tijd over mijne goederen zult kunnen befchikken.

K o S A L 1 D F.

Ik gehoorzaam..;, doch wacht u wel rnij te bedriegen!.... indien ik u hier toe in ftaat kende. Zou ik deeze plaat,s van mijne klaagtooneii en ge-Ichrei doen weêrgalmeii, de fchande zou de vruchtnbsp;uwer wreedheid zijn. Doch de nagedachtenis aannbsp;eenen vader wien ik eere, legt mij ftilzwijgen op.nbsp;Zie daar de beweegreden, welke mij noodzaakt innbsp;een verblijf wedertekeeren, hetwelk ik voor altoos ont*nbsp;vluchten moest, ündertusfchen vraag ik, eisch ik,nbsp;het geen mij toekoumt.... Jk zal uw audwoord afwachten; overweeg hetzelve wel: ik laat u aan unbsp;zelve over, en durf alles van uwe eigene wroegingen verwachten, (.^f/ v^il 'heenen goan-, doch keertnbsp;•weder en zegt zeer zacht.') Indien her bekendnbsp;wierd , was uw ondergang zeker; denk daar aan.nbsp;Dat uw eigen belang mij dat geene doet verkrijgen,nbsp;¦het Welk uwe onmeufchelijkheid mij_ ontroofde....nbsp;Anders zal ik niets oiitzien!.... indien het mijnbsp;niet gelukken kan u gevoelig te maaken..... zalnbsp;ik u noodzaaken billijk tc zijn. Vaartvel! i.zij vertrekt ; de bedtendens volgen haar.)

ZESDE TO ON E E L. ,

Mevrouw de los a noes, alleen, in eent verjlagene houding.

Ik kan haare wantrouw *en ftrengheid niet laa-ken.— Zal ik dan aan niets, dan aan mijne eerzucht gehoor geeven 1 Moest ik niet de ingedvingen vannbsp;mijn hart opvolgen, welke inij aanfpooren Iiaar

haa.

-ocr page 68-

lt;52

RATU13R quot;EN PLigT.

haare goederen te rug te gceven, en van de wroegingen te ontlasicn, welte i mij overal volgennbsp;en folteren? — Maar, mij zelve i°t den bedclftafnbsp;te brengen! En het geluk: mijner dochter op tenbsp;offeren! . . • Neen, ik kan er niet toe befmiten.nbsp;(quot;Laurevai koomt langzaam bintien, ondernbsp;'het leezen van eenigepapieren.j laoreval nadert.. . laat ik mij verwijderen, Ik moet rtosA-iiDE een gelukkig lot bezorgen, en middelen zoeken om baar voor altoos van hier te verwijderen.

vertrekt.')

ZEVENDE TOONEEL.

LAUREVAL, alleen, met een bleek gelaat.

C Smertelijkc toella'nd ! . . . Een vader zucht ift ketenen, en zijn zoon is de geen, die hem ver-oordeelen moer. ch l a u r e v a i.! l a u k e v .a l 1nbsp;(ycrjchrikt.) Men koomt.

AGTSTE TOONEEL.

I.AUB-EVAI., DE LüZINCOURT. Jllle 4Q

Leden van dm Krijgsraad.

DE LUZINCOÜRT, tegens L.AUREVAt.

Men breng den grijsaart herwaards. Ik zelve heb bij zijn verhoor .tegenwoordig willen zijn.nbsp;Door den last der jaaren gedrukt, zijn zijne zwakkenbsp;®°geo naauw'lijks in Haat de voorwerpen te onder-fcheiden , en. . .

1-aijrevae, hem in de rede vallende.

Msn moet hem hooren ; misfehien. maar daar

i3

-ocr page 69-

derde bed» IJ P. 6g

is hij!-.. Zet u neder, (ter zijde op den voorgrond van het tooneelj welk eeite beproeving.., en welk een oogenblik voor etn’zoon! CL^aure-vAL, en de rechters zetten zich. De lozin-COURT, geen rechter zijnde, plaatst zich aan.nbsp;een hoek van de tafel op den voorgrond eenig-zints van dezelve verwijderd. De fourier,nbsp;aie den port van fchrijver vjaarneemt, zet zichnbsp;aan zijn tafelt jen. Dit alles moet zonder verwarring en met achtbaarheid gefchiedend)

negende tooneel.

Agt Grenadiers maaien twee gelederen uit; Edmond is tusfchen het eerfte en het tweede.nbsp;Zij koomen door het zijfcherm , ter Unlerzijdenbsp;van den j'peeler binnen. Het eerfte gelidnbsp;marcheert voorwaards, tot aan het fchermnbsp;ter rechterzijde. ¦ Edmond, gevolgd vannbsp;het tweede geliddoet eene fchreede voorwaar ds, en komt uit het midden,. Zodranbsp;htj dit gedaan heeft, word den Grenadiers , halt en - front ‘gecommandeerd, .nbsp;welke alsdan den achtergrond van hei ,nbsp;tooneel bezetten.

EDMOND, achter op het tooneel.

Zie hier mij dan voor mijne Rechters! Mogt vechtvaardigheid hen verlichten, en men mij mijnenbsp;¦vrijheid doen wedergeeven.

daubeval, met een zucht.

Koom nader; Cedmond koomt op den voorgrond van het tooneel) en zweert dat gij naar waarheid zult andwoorden,

ED-

-ocr page 70-

64 natuur en PCIGT. EDMOND, 2/y«e vingers opjieekende.

Ik zweefe het.

laureval.

Wie zijt gij?

EDMOND.

Een man'Tan eer, een ongelukkig vader.

LAUREVAl.

Hoe is uw naam?

E D M o ND.

Edmond.

L A U R E V A t.

Welke is de plaats uwer geboorte?

E D M 0 N D.

Parijs.

LADEEVAL.

. Hoe oud zijt gij?

E D M o N D.

Twee en zeventig jaaren.

eaürevae.

Wat is uw beroep ?

EDMOND.

Ik ben een oud officier.

laureval.

Zedert hoe lang bevind gij u hier?

EDMOND.

Zedert drie dagen.

IMi-


-ocr page 71-

ü E R D E B E D R IJ P.

L A U R E V A tlt;

Wat was de teden van uwe komst op dit eiland?

EDMOND.

ïk kwam ’er om de belangens van het meisjen, hetwelk zich bij mij bevond.

LAuREVAL, fchielijkt

Welke zijn die belangens ?

E D M o N D.

Ik ben geen meester van haar geheim; en kan a hetzelve niet ontdekken.

LAüREVAL, neemt een papier, ziet hetzelve in , en zegt t

Andwoord mij hier op,

E D M o N D.

fiigen


Gij word befchuldigd tegen den ftaat zaamge-, fpannen te hebben; medepligtige te zijn van dennbsp;Engelfchen Capitein, welke de ftad aan het leger*nbsp;hetwelk dezelven belegeren moo.st, zocht over tenbsp;geeven; en denzelven eene fchuilplaats verlchaft tenbsp;hebben, om zijne misdaadige oogmerken te begun-

Laster en kwaadaartigheid hebben deeze befchul-oiging ingegeeven. Ik ben niet de medepligtige vaiïj den Capitein, ik ben Hechts zijn redder.

EAOR EVAL.

Zijne briefwisleling fpreekt ten uwen lasten. _ Ornf welke redenof door welk toeval, bevond hij zichnbsp;bij u ?

' E D M o N D»

Wilt gij mij hooren ?

VlI. DüED. nbsp;nbsp;nbsp;Enbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ÈAO-

-ocr page 72-

65

natI'üu en pligt;

i-aureval, ondanks zich zelven voortgejleept.

Of wij willen?.... hertellende') wij ttioe-ten; fprêek.

E D M o N D.

Toen in het vallen van den avond, de hemel, na een'onweder, kalm en helder was. verzocht ik,nbsp;aangepioedigd 'door de frisfche koelte , mijn kind,nbsp;dat zij mij naar het zeefbrand zou geleiden. _ Aannbsp;den voet eenèr rots gezeten , begonnen wij metnbsp;vruchten onzen maaltijd te doen, toen wij uit hetnbsp;midden der baaren eenige gillende fchreeuwen hoorden opgaan. Een ogenblik daarna zag Ros alidenbsp;een zwemmend man, welke zijn best deed hetnbsp;ftrand , waar wij zaten ,te bereiken ; wij fnelden hemnbsp;aanftonds ter hulpe ¦— Zijne taal en klederen ontdekten mij niet dat hij een engelschman was: iknbsp;bragt hem in mijne hut, gaf hem iuiisvesting, ennbsp;fchoon zelf arm zijnde had ik het genoegen eeneanbsp;ongelukkigen te onderlleunen.

laurevai., tnet deelneeming.

Ga .voort.

EDMOND.

Ik nam hem in mijn huis - men ontdekte het, de wachten kvyamen om zich van hem meester te maa-ken, hij oiHvluchte het , en men nam mij in hechtenis. Zk hier de eenvoudige waarheid. Op-mijnonbsp;jaaren het leven te verliezen zegt weinig; en hetnbsp;mijne i.s mij van geeiic waarde genoeg om het, tennbsp;kosten mijner eer, te behouden.

LAUREVAL.

ö Grijsaart, wat hebt gij gedaan! gij had van te

VOO-

-ocr page 73-

tJERDE BEDRTJp.

vooren moeten wecten wien gij uwen bijmand ver-leendde.

EDMOND, met kfagt.

Als een mensch op het pnnt ftant van te vet'-gaaii5 vraagt men hem niet; men red hem.

LAUREVAL.

Gij hebt een grove fout begaan!

E D H o N D.

Het kan zijn ; maar niet weetende dat die man dc vjjand van mijn vaderland was, moest ik niet donbsp;¦vijand van het menschdom zijn. — Wie is mijn bennbsp;fchuldiger,

DE LUZIKCOURT.

EDMOND.

En wat weet gij dan ?

DE LUZINCODRT.

wierd gisteren,

door een deta

Tk weet dat die Capitein, na alvoorens de ligging der fiad opgenomen te hebben, een plan maakte toenbsp;eene verrasfing, waarin gij alléén moest gefpaardnbsp;worden. Zijne gemaaktequot; plannen , roarfchen en.nbsp;aanvaPen, zijn in handen van zijnen Generaal. Denbsp;zendeling dio jje]^ dezelven heeft overgebragt.

op . zijne terug reis,

chement gevangen geiioomcn ; hij wilde weérfland bieden, en zeeg, met verfcheidene fteeken door-

boord , nedCT. Stervende ontdekte hij, dat de ,En-

gel-schman zich in uwe hut bevond; én hij zelf gaf de middelen aan de hand, om ons van hem meester te maaken. Deeze brief, welken men bij liemnbsp;gevonden heeft, getuigd tegen u, en doet uw von-E 2nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nis

-ocr page 74-

68 N A T U ü R E N F L I G T.'

nis vellen. Hoor dcnzelven, en, iiidien u ZuIkS mooglijk zij, verontfcbuldig u.

E D M o N D , met vuur-

Wij verontfchuldigen ? en waarvan toch ?

de luzincourt.

Van uw verraad.

EDMOND, met verwondering.

Ik, een verrader!

DE LUZINCOURT.

Gij. (Den brief neemende welke op de tafel ligt.) Zie hier het bewijs het welk ik u voorleg.

EDMOND, met zeer veel kragt.

Zie mijne met wonden bedekte horst! Ik heb dezelven voor Frankrijk ontvangen ; en zie daarnbsp;het bewijs dat ik haar befchermer, en niet haar onderdrukker ben.

iAUREVAL zegt, in eene rijdende houdmg, aan de lüzincourt. terwijl hij den-zelven den brief ontneemt. ¦

Ik bid u , laatcn wij het, zo veel mooglijk, bekorten. (Hij geeft den brief aan den Lecz’ deezen brief eens, op dat hij andwoorde, ennbsp;wij hier een einde aan inaakcn

DE FOURIER, ieesf.

„ Uit den Raad van het Engelsch Esquader.

„ Han den Capitein george koster.

„Uwe Ichipbreuklijding is ons gunftiger geweest „ dan gij w'el dacht, vermids de ilorm u aan een ei-„ land gevoerd heeft, het welk wij moeten aanval-„ leu. Wij wenl'chen u geluk dat gij u meester ge-

n maakt

-ocr page 75-

derde BEDRIJp.,

ffiaakt hebt van die plannen welken ons zo nood- zaaklijk waareii, om die roemrijke ondernee-„ niing, welke wij reeds lang ren oogmerk had-, « ‘Icn, ten uitvoer te brengeu Het eiland zal welnbsp;» haast in onze magt zijn , en wij hebben redennbsp;w om te hoopen dat deeze veldtogt roemrijk voor

ons eindigen zal; verzeker den grijzen e d m o n d , die u cene verblijfplaats gefchonken heeft, vannbsp;„onzer aller erkentenis; hij-heeft u te veel dienstnbsp;» gedaan om hem geene daadelijke bewijzen onzernbsp;„ dankbaarheid te gcaven ; iiidicn wij overwinnaarsnbsp;„ zijn, zal hij alléén gefeaard worden ; en kan voornbsp;„ het overige voor de dienflen welken hij aan En~nbsp;geland beweezen heeft, op cene Billijke belooningnbsp;„ Haat maaken

» Cget.) TKOVARD, Generaal.quot;

LAUREVAL, tegen edmond.

Wat hebt gij hierop te andwoorden? edmond.

Dat mij de geheimen van den Engelschman geheel en al onbekend waren ; dat deeze brief tegens mij getuigd; dat ik u fchuldig tocfchijn, doch datnbsp;ik het niet ben. —¦ Ik fla verftomd.... Mijne'verwondering evenaart mijn ongeluk!.... Rechtvaardige hemel! men is dan dikwijls misdaadig door welnbsp;te doen.

I- A U R E V A L.

Helaas! ongelukkiglijk kunt gij het voorval niet loochenen,de overtuiging fchijiit volkomen, en deeze brief.... 'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;•

EDMOND, met veel nadruk.

Bcfchuldigd mij van, eene misdaad, welke ik niet E 3nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;be-

-ocr page 76-

begaan heb: wacht u wel aan denzelven geloof te 'ilaan; valfche waarfchijnlijkheden zijn de valstrikken voor den rechtvaardigden rechter. (^Met na-druk ') Zedert veertig jaaren-heb ik voor,mijn vaderland geftreeden ; en ik zonopdenrand-vanhetgraf

gekooinen, hetzelve verrnaden! Neen — als een goed Franschnian heb ik waardiglijk mijnen loopi.nbsp;baan ten einde gebragt; men kan mij het leeven ont-neemen, maar nimmer rojj ontëeren. War ook denbsp;flag zij die mij boven het hoofd hangt, ik zal dezelve , zonder te verbleek'en, ontvangen; zondernbsp;zelfsverwijt geleefd hebbende, zal ik zonder vreesnbsp;kunnen fterven.

(,Een Officier, welke naast la os ev al zit, rpneekt zeer zacht met denzelveji , en ^eeft denbsp;volgende vt*aag op I.aüKeval ziet hem metnbsp;verontwaardiging aan, en bejlnit eindelijk^nbsp;dezelve te doeni)

LAOttEVAL.

En wist-dat meisjeu het welk u verzelde?.

EDMOND.

Wat kunt gij mij vraagen ?,.. Ach! verdenk

haar niet---- zo gij haar kendet----vervolg dat

arme kind nietzij heeft reeds genoeg geJeeden. Laat zij mij ovcrleeven, en eens mijne nagedachtenisnbsp;de verloorene eer wedergeeven; niet voor mij, w'antnbsp;5k heb zulks niet noodjg ; (gweenende) maar er blijftnbsp;mij een zoon overig. Zo hij ondankbaar was,nbsp;ben ik een goed vader, en ik wil hem geene fchan-den teil erftenis laaten.

eaureval, zijn zakdoek voor zijne oogen houdende.

Beht g'j meer tc zeggen.s

-ocr page 77-

dERDE.BEDRIJf.

EDMOND.

Niets.

' nbsp;nbsp;nbsp;tAUREVAt.

Onderteken dan uwe bekendtenis.

Edmond nadert do tafel, dé foüRIER

Jlaat op en bied hem het papier en eene pen aan.

Geef hier. (fTot de Rechters.') Zie, mijne hand is bedaard, om dat mij^ hart gerust is. iHij tekent , en keert naar zijne plaats terug. ) Moetnbsp;jk dan onrechtvaardigJijk flerven! _ C Tot de Rechters.) Maar wat ook mijn vonnis zal zijn, ik zainbsp;hetzelven duryen herroepen.

L A U 8 E V AL.

Bij wien?

EDMOND, met drift.

Bij den opperften Rechter! Hij duld zomtijds de onrechtvaardigheid der menfehen, maar vroegnbsp;of laat doet hij de onfchuld zegepratilen. Q.De Rech~nbsp;ters Jlaan op.) Nog één woord. (_De Rechtersnbsp;blijven voor de tafel op hunne plaatfen Jlaan.)nbsp;Sta mij toe, rosalide nog éénmaal le zien ; zijnbsp;kan u niet verdacht voorkoomen. (Op een droe-vigen toon.) ]k heb mijnen zoon verloorcn ...nbsp;en op den rand van het graf zal zij mijn troostnbsp;zijn.

L A o R -F. V A L.

Uw verzoek is u \oc^p;ePL'a.)m.(TegendeJoUatenP) Geleidt de gevangenen-weg, en neemt zijn ongeluk' in acht.

EDMOND.

Zie hier de laatüe flag van het noodlot!

E 4

-ocr page 78-

72

NATUUR E,N Ptio

pan, ik moet aan mijne beflemnling voldoen. (Tegen 4e Rechters.') Ik vergeef u mijnen dood ; mogtnbsp;de Hemel ii denzelven vergeeven.

(De Rechters gaan tot de (lemming over, en vormen eencn halven kring, 'naar het boveneindnbsp;van de tafel, bij de zijjchcrmen. I,a o R c v a lnbsp;Jlaat in i.et midden en fcbijnt met vuur jenbsp;fpreeken De grenadier's maaken , op het hevelnbsp;'van laureval, regts om. Vervolgens marcheert het eegjle gelid langs de zijfchermennbsp;aan de rechtezijde, en zodra het tot' aan hetnbsp;voorfcherm genaderd is, keert het lings om, ennbsp;blijft voor de tafel Jiaan. Het tweede gelidnbsp;maakt dezelve manoiivre als het eerjle ,enblijftnbsp;aan het eer (Ie zijfcherm /laan. De grenadiersnbsp;blijven , zonder voorwaards te gaan , voortjlap-pen, en wachten tot dat de gevangene zijnenbsp;plaats in hun midden hernomen heeft.

Edmo.-p nadert, zonder alle deeze bewee-gingen te bemerken, tot bij het voetlicht, en zegt met zeer veel vuurl)

ö Memel! goedertierne Hem.el! verhoor mijn bed, en wil mijne wenfeben vervullen, Doe innbsp;bet tockoomendc de waarheid in alle rechtbankennbsp;iit’derdaalen; dat de menschlijkheid dezelven ver*nbsp;zelle, en bet ftrenge der wetten niet meer onlchul-digc ilachtoffers treffe. _

(Edmond treed tn het midden der grenadiers , het tweede gelid Jluit op ; beide gelederen mar cheer en het tooneel -langs, en vertrekken doornbsp;hetzilfde fcherm door het welk zij zijn binae»nbsp;^ekoo'men.j

Rinde van het degde bedrijf

VIER,

-ocr page 79-

V I E R D E B E D R IJ P. 73

vierde bedrijf.

Het Tooneel is ais in het eerjle bedrijf-Het is duister-

EERSTE TOONEEL.

ROSAlice, la fleur, de drie Bediendens van Mevrouw de losaNGes.

(jMen hoort geraas tusfchen de fchernienj),

R o sALID E, vervolgd dooi' de 'bediendens,

Neen, ifc zal niet vertrekken ! Luister niet naar eene wreedaartige meesteres; zie rnij aan ;zie mijnenbsp;traanen, en, zo gij menschlijk zijt, zult gij medelijden gevoelen.

LA FLEUK, haar bij de hand willende vatten , terwijl de bediendens naderen.

Wij moeten gehoorzaamen.

R os A LID E, haare hand terug trekkende, en tot op den voorgrond van het tooneelnbsp;vluchtende.

Schelmen ! Indien men , op mijn gefchreeuw mij ter_ hulp koome, doe ik u allen te niet. Gijnbsp;weet niet wie ik ben.

LA FLEUR.

Wat hebt gij te vreezen? Mevrouw is voor u beducht. Zij wil u naar een haarer landgoederennbsp;doen brengen. waar het u aan niets oatbreekeii zaljnbsp;E 5nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;zij

-ocr page 80-

74

K A T U U B en P t I G T.’

*ij heeft ons g:eboden u te doen vertrekken j gij

inoetdusvolftrekt met ons gaan.

rosacidk, m wanhoop.

Wat zal er van mij worden ? Begeert men mijn dood, zie hier mjjn bonst, ftoot tóe, en ontlastnbsp;u van mij!.... Maar neen, ik wil laurkvai,,nbsp;fpreeken,, ik zal hem alles ontdekken, geen eednbsp;weêrhóud mij langer; indien hij toelaat dat ik vervolgd worde, dan is hij het met mijne vervolgersnbsp;«eijs.

LA ELEüK, gevolgd van de andere Bediendens.

Mejuffrouw, men heeft ons verboodcn u met iemand te laatcn fpreeken j koom, wij moeten van Jtier vertrekken. ¦

KOSALIDE.

Nooit.


LA FLEUR.

Stel ons niet in de noodzaaklijkheid er u toe te dwingen.

ROSALIDE.

Wee uwer! zo gij mij durft naderen.

la fleur, haar weg willende voeren.

Uw wederftand is nutteloos, volg ons.

BOS A LI DE, uit al baare magt fchreeuwende. Help! Hemel! Help!

-ocr page 81-

VIERDE B E D R IJ F.

TWEEDE T O O N E E L.

I

DE VOOKIGEN, DE LUZINCOUET.

DE LÜZINCOUKT.

Welk een gefchreeuw! welk een geweld? *

EOSALiDE, 'zic/t aan de voeten van de luzincoükt werpende.

Ach! Red ^^ij, ik werp mij aan uwe voeten.

DE LuziNcouuT, tot de Bedlendeus.

Waar toe deeze behandeling?

rosalide.

Eene Stiefmoeder begeert mijnen ondergang, eft wil mij van de goederen mijns vaders beroovea.

de luz.incourt.

En wie was uw vader?

rosalide.

Mijn Heer de los a noes; en zijne echtgenoote is mijne vijandin.

DE LUZIKCÖURT.

De LosANCEs! ... Hoe! zoude gij die dochter zijn......

Rosalide.

Die naar Frankrijk gezonden v/ierd, aan welke men baare bezittingen en leven ontneemen wilde.nbsp;Door mijne Stiefmoeder herkend , doet zi] mij weder op nieuw haare llrengheid gevoelen, 'l'k heb denbsp;bewijzen mijner geboorte bij mij; dezelven zijnnbsp;door de hand mijns vaders gefchreeven, men kan

zc

-ocr page 82-

7*5

tJATüUR EN PtrCT.

ze onderzoeken : iiidien_ het ,zo niet is, rnoet ik ge« ftraft worden; indien ik de waarheid fpreek gt; vorder ik recht.

o F, L U Z I N C O U R T.

Dat zal u geworden. iTegen de Bediendens') Doet uwe meesteres hier koomen, en fpreek haarnbsp;van niets. (Z?/ vertrekken.') Welk eene fchaver-goeding hebt gij niet te wachten , indien gij oprechtnbsp;zijt!_ Een vriend van wijlen uwen vader zijnde,nbsp;ben ik u mijnen bijfrand verfchuldigd. Ik zal mijnbsp;legen uwe Stiefmoeder verzetten , niet om haar tenbsp;verdrukken , maar om haar te noodzaaken, u, hetnbsp;geen zij u fchuldig- is, te rug te geeveu ... en zo iknbsp;hier in mag flaagen, dan zal ik de minst -gelukkige niet zijn.

rosalide. nbsp;nbsp;nbsp;'

Beftuur gij mijn iot; ik ftel het geheel en al in uwe handen ; verlaat gij mij niet, daar ik -in quot;hetnbsp;snidden mijner bloedverwanten eene vreemdelingnbsp;ben.

DB LÜZINCOÜRT.

Ja, ik za! uw befchermer zijn ; ftel u genist; ora wel te doen behoeft men mij geen twéémaalennbsp;te vraageu.

ROSALIDE, verfchrikt.

Zie daar Mevrouw de losanges.

DE L u z I N c o u R ï.

Gij hebt niets te vreezen.

der-

-ocr page 83-

vierde B E Ö R ij P, derde TOONËEL.

DE VOORIGEN, McVrOUW DE LOSANGES.

EA FLEUR, licht zijne meester esfe met iweamp; kaar [en voor, waarna hij dezelve ft op denbsp;tafel zet, en vertrekt. Zo dra de zaalnbsp;dus verlicht wordt, moet ook het voetlicht weder opgehaald worden.

Igt;E lüZINCOURT.

Koom nader, mevrouw, uwe tegenwoordigheid is hier ten uiterften noodzaaklijlc.

Mevrouw de losanges.

Wat begeert gij, mijnheer? (Rosalide ont* dekkende.^ Ach! wat zie ik ?

de LUZINCOURT.

MejufFrouw, die haare goederen koomt te rug eisfch’en.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;r

Mevrouw de losanges.

Indien zij eens een bedriegfter ware.

ROSALIDE.

Ik had dit uw andwoord we! voorzien, maar ik heb de middelen in banden, om u te overtiiigeii....

Mevrouw de losanges.

Wat begeert gij toch?

rosalide, met nadruk.

Mijn naara, mijn ftaat, en de tn-ffenis mijnes vaders.

. Me-

-ocr page 84-

^8- N A T ü tr B E N P L I G r.

' nbsp;nbsp;nbsp;McvrOXlW Egt;E LOSANGEs,

Waar zijn uwe bewijzen?

ROSA LI DE, eentje papieren uit haarert boezem haaiende.

Hiér zijn ze. (Z’j geeft dezelven aan de i, iiztn» court over, welke dèzelven met drift doorleest:^

Mevrouw de losanges, verkegen»

Ik wist niet........

ROSALiDE, met kragt.

Gij wist alles.

Mevrouw de losanges.,

Ik?

ROSALIDE.

Gij.

Mevrouw de losanges, ontroerd.

Deeze papiercui.....

DE LuziNCOURT, Op een verzekerenden toon.

Behooren haar. Zij bevestigen haare geboorte, haare ongelukken, en'uwe wreedheid. Zie daar hetnbsp;zegel van haaren vader; houd dus eindelijk eens opnbsp;u zelve veraeht te raaaken, door haar langer tenbsp;miskennen.

Mevrouw dë losanges, trotscJi.

Gij beledigd mij.

DE luzincourt, gramjlorig.

Hij die zich zelveve-rnedert,heeftgeeneaanfpraak

meer op de achting van anderen.

Me-

-ocr page 85-

7Q

vierde B E D R ij F. Mevrouw de losanges.

Gij zijt mijn vriend, en zonder mij te ^aren..;

DE LUZINCOÜET. ƒ

Utve handelwijs doet mij tegen u izijii! Erkea op dit oogenblik R lt;js aei d e, ftel u zélveii te vre-den, of vrees ieders verachting. Houd eindelijknbsp;ecns op, eene wreedaartige moeder te zijn ; ondervraag uw geweten, beoordeel u zelve, en noodzaaknbsp;uw liachtolfer niet, u te befchuldigen.

Mevrouw de losanges, fnet fchrik Rondsom haar ziende.

Ach.' zo men u eens hoorde!... gij doet mij beeven! Ik bid u, fpreek een weinig zachter.nbsp;de lozincoukt, met krap.

Wanneer men de zaak van het menschdom bepleit , dan kan men niet te overluid fpreeken! — Ifc ben middelaar in deeze zaak: indien gij u niet aamnbsp;de rede wedergeeft, worde ik uw partij; gij zijcnbsp;rijk , zij leeft in armoede, gij beiden nebt het geennbsp;haar toekoomt: zij beklaagt zich, en vordert rt^ht;nbsp;geeiie rechtbank zal haar hetzelve kunnen weigeren.

Mevrouw DE LOSANGES, wBenende.

Gij doet mij bezwijken , en gij verlaat mij. v;gt;erpt zich in een armjloel ter rechter zijde vannbsp;den fpeeler.j

DE'LUZrNCOURT

Ik moest zulks doen. Hoe! bloost gij niet ovet de rampen welken gij veroorzaakt hebt! 'Om u de-zelven te binnen te brengen, hebt gij rosalidenbsp;Hechts aan te zien: llervende vertrouwde haar vader

-ocr page 86-

So

NATUUR EN PLIGl'.

der haar aan uwe zorg, het was een dierbaar, een heilig pand, het welk hij u toebetrouwde! In-dien gij haar het leven niet.gaaft,nioestgijhaardaar-om hlootftelleii hetzelve te verliezen ? ^ Neen denbsp;braafheid rroodzaakte u voor haare veiligheid tenbsp;waaken ; gij had haar tot eene'moeder moeten ver-ftrekken»... Jk kan mij niet begrijpen, hoe denbsp;gierigheid u heeft kunnen verhinderen, een zoonbsp;fchoonen pligt te vervullen.

Mevrouw de losanoes.

Men heeft mij bedroogen, en ik ben ’er reeds genoeg voor geftraft 1

DE LuziKcouKT, mst Zeer veel nadruk.

IVloest gij 11 dan aan die trouwlooze aanmaanin-gen overgeeven? Zonder de wroegingen welken u thans folteren, zoud gij niet te verlchoonen zijn.nbsp;Misfchien heeft de grijsnart, die om zijn verraadnbsp;den dood zal ontvangen , het zelve alleenlijk gepleegd, om ROS AL [DE, welke hem yerzelde, tenbsp;onderfteunen! Indien dit zo is, zult gij het kwaadnbsp;gepleegd, gij zult het genot der misdaad gehad,nbsp;en het bloed van den ongeliikkigen zal alleen ge-ftroomd hebben , om uwe verongelijkingcn en on-j'echtvaardigheid te herftellen.

Mevrouw de los an ge S.

Ik zoude ’er de onwillige oorzaak van zijn.

DE LUZJNCOURT. nbsp;nbsp;nbsp;*

Geef baar dan het verfchuldigde weder,,en aarzel t:«et langtr.

Mevrouw de losanges, r Weet pij dan inet, dat die goederen mijne cenigenbsp;bezittingen mtmasKeu ?

D E

-ocr page 87-

VIERDE B E D R IJ F.

de LUZINCOüRT.

Dezelve zijn kwalijk verkreegen, gij moet ze'dilS fliet behouden. Leef, indien het noodig is, innbsp;armoede, gij zult vrHhiden vinden. Geef haafnbsp;baaré rijkdommen wede, (JBjj nadert Mevr. denbsp;I.05ANGES en zegt zeer zacht') zij zal u ddnbsp;misdaad vergeeven.

Mevrouw de eosanoes. llöe vernederd gij mij?

de luzingourt, haar naderéndsi

Neen, ik wil u uw pligt doen betrachten. ïfc verlaat u niet, al voorens gij mij in Haat gedeldnbsp;hebt, om alles, tot uwe eer en eigen rust, in ordenbsp;te brengen..... Gij zwijgt Zoud gij het mij'nbsp;weigeren? CMevr. de losa noes vat de handnbsp;i’ah de lüzincourt, en rust met haar hoofdnbsp;op dezelve, vervolgens ziet zij hem aan, ennbsp;bedekt met haar Zakdoek haare oOgen.j Ach !

ik zie u iraanen (lorren---- Ik ben gedaagd', en

begeer niets meer: gij zelve herneemt uwe rechten op mijn hart.

Mevrouw de lösange's, met gevóél.

. Ik heb dan niets verlooren ! uwe billijke verwij-tingen zijn tot in mijne ziel dóórgedrongen. Zon--der de misdaad, waarvan gij mij verdacht houdt gepleegd te hebben-., wierd ik reeds zedert lang doornbsp;wroegingen gefolterd; ik kan dien moeielijken lastnbsp;niet langer torfehen; dezelve verplet mij. {.Tegen d enbsp;LüZiNCouRT.)GijzuItvoldaanzijn. {Tegen kosa-Ï.IDË, zonder van plaats te veranderen.') Alnbsp;te ongelukkige Dochter, neem het geen ik u fchut-dig ben; ik ben gereed_u alles weder te geeven; denbsp;armoede heeft voor mij niets verichrikkelijks meer,-Vil. DEEUnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;F

-ocr page 88-

NATUUR EN

P t I G T.

ik vreeze Hechts de fchande. CTegen dexuzin-couRT.) Gij hebt mij verlicht- Gij hebt dien ijsfe-lijkeu fluijer, welke mij, aan mij zelve verbergde, van 6én gefcheurd ; de Hem van het berouw doetnbsp;zich hoorei), en .ik vind mijn hart en mijne deugdnbsp;weder.

D K L ü Z , I N C o U U T.

Gevoelt gij nu, hoe gangenaam het is billijk en gevoelig te zijn!..,, ach! gij hebt u zelve eennbsp;te langen tijd een groot genoegen onthouden.

ROS AH DE, ter zijde, op den voor grond van het Tooneel.

Welk een oogenblik voor mijne wraak! ik moet er gebruik van maaken QTegen Mevrouw de lo-sANGEs.) Zal ik dan mijne goederen Hechts terugnbsp;'hebben , en niets meér.i’

Mevrouw de losances.

En wat toch wilt gij meer.?

ROSALIDE, teder.

U fmeeken om de helft er van te behouden, ea mij uwe tederheid te fchenken.

DEiüZiNCOURT, Vat ROsALIDE de hand,

en geleidt haar bij Mevrouw de losanges.

Zie daar, zie d.aar uw kind! druk het aan uw hart, en verzoen u voor altoos.

Mevrouw de losanges, weenende.

Rosalide, kunt gij eene misdadige moeder uwe vergiffenis fchenken.?

rosalide.

Ja, met al mijn hart! neem mijne aanbieding

aan,

-ocr page 89-

S3

vierde bedrijf.

aan, en dat alles vergeetea zij. (.^ij quot;^verpt zich de artnen van IVJevrouvv de los anges._)

, nbsp;nbsp;nbsp;Mevrouw de losanges.

Ach! het geluk moet niet de belooning mijner ^waalingen zijn. — Geniet uwe rijkdommen in vre'-,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;... en ik!.... ik zal verre van hier..,.

DE luzikcooht, gevoelig en met goedheid.

Gij hebt alles herfleld, blijf, blijf bij uwe vricn-* den.

Mevrouw de losanges, met diepe fniart en eene gefmoorde Jlem.

Ik zal dezelven , zonder bloozen , niet küiineiï aanzien. — Neen , ik wil i]i de eenzaamheid, mijnenbsp;fmart en berouw gaan verbergen.

rosalide, weenende.

Gij doet mij traancn Horten ! ó mijne moeder l neem ten minlleii....'

Mevrouw de losanges, door fmart over kropt.

Ik wil niets,... Neen niets voor mij,... maar rosalide.... nwe zuster is niet fchuldig.. ¦- hebnbsp;medelijden roet haare armoede, en Hort over haarnbsp;dte weldaaden uit, welke ik niet waardig beu tenbsp;ontvangen. {Haar de trouwbelofte van laurê-

V nbsp;nbsp;nbsp;A L overgeevende) Geef dit papier aan L A o R E-

V nbsp;nbsp;nbsp;A n weder.,. ik moet.... en wil er geen gebruik

van tnaaken. — Vaarwel, rosalide,,., vaar eeuwig wel!... vergeet uwe zuster nict,‘en ftrafnbsp;haar niet yoor de dwaalingcn uwer ongelukkigenbsp;moeder. {Zij vertrekt langzaam, en nadert totnbsp;flt;an de middendeur .jnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;,

F a nbsp;nbsp;nbsp;R o*

-ocr page 90-

Neen - ¦ • neen.. . laat ik mij zei ven ftraffen .... ik heb zulk3 nodig om mij met mij zelve te bevree-digen. \Zij bedekt haar gelaat met haar zak.nbsp;doek en vertrekt.')

VIERDE TOONEEL.

DE LUZINCOURT, ROSALIDE.

DE LUZINCOüRT.

Haar berouw is oprecht; rosa,lide, gij moet haar niet verlaaten.

ROSALIDE.

Gij zult mijn hart lecren kennen; doch ik vert lies thans eeuige dierbaare oogenblikkcn ... JHijnnbsp;Heer, ik beri u mijne moeder verpligt; laat ik unbsp;ook mijnen weldoener verfchuldigd zijn.

DE LUZINCOÜRT.

Dit is niet in mijne magt. Mijn Heer de LAuj reval!....

ROSALIDE.

Laureval is mijn minnaar; en ik houde mij verzekerd dat wij van hem zullen verkrijgen, hetnbsp;geen....

de lüzikcourt.

Wat zegt gij ?

-ocr page 91-

VIERDE I5EDRIJP.

ROSALIDE.

Frankrijk zag ons deezen band te faamen k'noo-pcn. Wijs mij dus niet van dc hand; befchik indien het nodig zij, over bet geen ik ontvangen moet, en fpaar niets om dc redding van edmondnbsp;te bevorderen.

DE LüZINCOORT.

Het is mij niet moogüjk. En uwe rijkdommen....

ROSALIDE, met kragt.

Zullen de hoogUe rente aanbrengen, indien zij het leven van mijnen weldoener kunnen vrij koopen,

de luzincourt.

Maar, overweeg toch dat....

ROSALIDE , hem in de rede vallende, zegt met nadruk.

Moet men' ooit aarzelen, wanneer men eenen vriend moet reddengeef, geef alles, op dat hijnbsp;leve! fpaar geen goud, de kerker zal zich openen,nbsp;en de onfchuld er buiten treden.

DE LuzIKcoeRT, met waardigheid.

Kunt gij mij voorftellen mijne eer te verzaaken ?

ROSALIDE

Neen, maar ter belooning uwer weldaaden, wilde ik u in de gelegenheid Hellen, nog eene goede daad te doen.

DE luzincourt, haar bij de hand vattende, en op een te der en toon.

Rosalide... ik ben te vreden overbet ijvren dat ik voor u gedaan heb. ~ Ik heb de pligten vannbsp;F 3nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;een

-ocr page 92-

86 . N A T U n R E N P L I G T,

een eerlijk man vervulduw _gduk is mijn werkj en mijne belooning Hgt ÏR ip’J'i hart. Vaart well

VIJFDE TOONEEE.

Eo.sAi/iBE, alleen.

*

Wat boor ik! 'Alle hoop i.s dan verlooren!.... en L A ü a E V A L.... Daar is hij.

ZESDE TOONEEL.

nOSALIBE, LAÜRBV AL.

I. A u R E V A L, fchielijk binnen koomende,

E os A LiDE, wat heb ik gehoord ? Hoe! Mevrouw DELosANGEs is die Stiefmoeder, die.... a o s A LID E, hem in de rede vallende.

Maatigdeoze uw'e geesrdrift; de Gouverneur heeft mij recht doen geworden. — En uw vader.?nbsp;laürevat-, droevig en weenend.

Hij is veroordeeld.

R o s A L I D E.

En wat is zijn vonnis?

LAüREvAL, met een gefmoordeJlem.

De dood.

RosALiDE, weenende.

Rechtvaardige hemel! — En dat wreede vonnis hebben uwe lippen kunnen uiten 1

L A U.

-ocr page 93-

smm


V 1 E R D E B E D R IJ p. nbsp;nbsp;nbsp;gy

LAuuEVAi,, verjlt'ooid.

Ik heb het zijne niet uitgefprooken.

RosALiDE, met drift.

Wat.zegt gij?

LAUREVAL.

Ik inljmer... Ik heb alles gedaan wat in mijn vermoogcn was om het tegen quot;te gaan- Helaas !nbsp;men heeft mij niet gehoord ; maar (lel u gerust,nbsp;zo men mij genoodzaakt heeft als Rechter te handelen , zal ik mij nu als zoon gedraagen.

ROSALIDE.

Maar hij bevind zich in het uiterfle gevaar.

L A U E. E V A I..

Ik leef nog, hij heeft niets te vreezen.

ROSALIDE.

Wat zult gij doen?

laureval.

Gij zult het weldra weeten. — Ga r os A ltd E, Iaat mij alleen, ik fmeek het u, de oogenblikkennbsp;zijn dierbaar, laaten wij dezelve niet verliezen.

ROSALIDE, hem bij de hand vattende.

Staat gij mij voor zijn ,leven in?

L A U R E V A L.

Ik llel u het mijne ten waarborg.

ROSALIDE.

Het is genoeg (Jer zijdej Laat ik mij hij Mevrouw de LOSA koes vervoegen. (2// doet eenige F 4nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;fchree-

-ocr page 94-

NATUUR EN PLiGT.

fchreeden voorwaarts en zegt.') nbsp;nbsp;nbsp;houd mij

ziju geheim verborgen, ook zal ik mijnu handelingen voor hem geheim houden.

ZEVENDE TOONEEL.

LAüREVAIi.

Tk bevind mij dan eindelijk alleen, en durf weder moed fcheppen. Jk heb tot het vertrekken vannbsp;mijn vader de nodige maatregelen genoomcn. Dgnbsp;ciïtER zal fpoedig hier komen, en ik zal alles innbsp;het werk Hellen om hem overtehaalen. Hij is hard-vogtig, maar heeft gevoel, en dit fteld mij gerust.nbsp;3k zal dien ongelukkiger) vader dair wederzien,nbsp;hem zeggen dat ik zijn zoon ben, en hem aannbsp;mijn havt drukken! .... Maar hoe zal ik'mijnbsp;aan hem ontdekken ? . . , . Zijn foelland ....nbsp;de mijne, alles moet hem verbitteren. Als, hijnbsp;hoorei! zal dat hij veroordeeld is! ... . Ja, iknbsp;Zelfs heb hem gevonnisd, en ik derf om hem tenbsp;redden. Zie hier mijne vcrontfchuldiging. Laatnbsp;ik die intusfehen voor hem verborgen_ houden, etvnbsp;dat hij niet vveete welke opoffering ik hem doe,nbsp;^ian nadat dezelve geheel gefchied' is.

agtste tooneel.

laüReval, de cipier.

Pit tooneel moet met vuur en deelneemins gefpeeld worden.

de cipier,

J^nnheer! ik kepm uwe bevelen ontvangen.

' nbsp;nbsp;nbsp;i A o.

-ocr page 95-

89

VIERDE bedrijf.

LAUREVAL.

Ik heh u geene bevelen te geeven, maar eeu. verzoek te doen.

DE CIPIER.

• Gij, Mijnheer?

L A U R E V A L.

Kan ik mij op uwe befcheidenheid verlaaten ?

DE CIPIER.

t Ja, Mijn Heer.

r, A ü R E V A 1.

Zweer mij dan, dat gij mij mijn verzoek niet wei. geren zult.

DE CIPIER.

Ik geef mijn woord niet, dan wanneer ik zeker ben dat ik het houden kan; verklaar u.

laurevai.

Wilt gij u voor uw gantfche leven rijk genoeg maaken ?

DE CIPIER.

Ja, indien ik het op eene eerlijke wijze doen kan. Wat moet ik doen ?

LAUREVAL.

Mijn voorftel zal u in den eerden opflag affebrik-ken; ik ken uwe naauwgezetheid, en mi.sfchiea ^ult gij eenigen tegenzin hebben om mij mijn ver*nbsp;goek tos te liaan; doch gij móet.

de cipier, kern in de rede vallende, .

Ho! hö! gij verwacht dan eene llechte daad van mij.

F S nbsp;nbsp;nbsp;EAU-

-ocr page 96-

co

ÏÏATDUR EN PEigT.

I.AUREVA1.

Mijn vriend, ik ben wanhoopcnd, en gjj alleen jkUllt.....

p E cipier.

Mijn Hoer ga niet verder; itidien gijJ?ij voore fteld om kw'aad te doen, zijt gij niet rijk genoegnbsp;om mij te betaalen.

L A U B E V A L.

Denk toch, mijn vriend , dat mijn lot in uwe banden is.

DB CIPIER.

^ En wat begeert gij dan toch ?

caur^evai.

Een zeer groote gunst! Gij kent dien goeden grijsaart die in den kerker zucht 1

P E CIPIER.

Wel nu? nbsp;nbsp;nbsp;*

LAUREVAL.

Op dit oogenblik zelve moet gij hem hier brengen.

DE CIPIER.

Mijn Heer, begeert gij mijnen ondergang.

LA o R E V A x.

Gij hebt niets te vrcezen.

D E C I P I E R.

quot;VVia zal mij daar voor inliaan?

LAUREVAL.

Ik.

D E

-ocr page 97-

VIERDE BED R IJ F

DE CIPIER.

Hoe zult gij dat doen ? nbsp;nbsp;nbsp;‘

LA0REVAI,

Ik zal mij, in zijne plaats, in den kerker bei geeven.

' nbsp;nbsp;nbsp;D E C I P I E R.

Mfjn Heer, gij doet mij beeven ! Moet gij dan eell eerlijk man opöffereo om eenen misdaadigen tenbsp;redden?

laürevai.-

Verpligt mij en verneder mij niet. Herinner u dat gij mij uw gantsch beftaan verfchuldigd zijt; datnbsp;ik het ben, die u geplaatst heb; dat.....

DE CIPIER.

Ja, ik ben u mijne kostwinning verpligt, gij hebt recht op mijne erkentenis, maar gij hebt hetzelvanbsp;niet, om mij mijn pligt te doen verzaaken.

laureval.

Ach ! zo gij de reden eens wist!.,. Ik boude mij verzekerd, dat gij niet aarzelen zoud.

DE C 1 P E I R.

Ik ben onbuigzaam ; wat zou er, indien het eens ontdekt wierd, van mijne arme vrouw en kinderennbsp;worden ?

ladreval.

Ik zal immers in uwe magt blijven, en mijn per-fion zal voor de uwe kunnen infiaan. Ach ! mijn vriend, neem, neem alles wat ik bezit en 'weigernbsp;het mij niet

o £

-ocr page 98-

NATUUR EN rtiG

DE CIPIER*

Dïc man moet u wel zeer dierbaar zijn, om voor hem zulk eene opoffering te doen !

laüreval, uitharftende^

Kan men het leven van een vader ooit te duur fcetaaien?

DE cipier.

zeer veel kragt.') Is hij uw vader....? (^Op een bejlisjenden tooit.') Zie hier de Oeutcls.nbsp;i^Hij geeft de Jleutelbosch aan l a o re v a l.)

E A ü R F. V A L.

lt;5ij geeft mij het leven weder! koom, en ontvang uwe belooning.

DE C I P I E'R.

Neen , mijn Heer, ik zal niejs aanneeinen; dusdanige dicnften moet men zonder loon bewijzen.

LAÜREVAL.

Ik zal u toonen dat ik er de prijs van weet. Maar wil mij niet larger martelen, vlieg heenen,nbsp;en zeg hem niet wie ik ben.

DE Cipier.

Hoe zult gij hem buiten de ftad doen kooraeii.^ laüreval.

Er is hier eene deur van een onderaardsch gewelf het welk aan de zee uitkoomt, en...

DE CIPIER, met vreugd.

Ik begrijp het 1... Ik ga hem haaien, en in één «ogenblik zijn wij hier, (.Hij wil heen gaan dochnbsp;koQtnt terug.') jij; ftei ntij zelven in gevaar, doch

ZQ

-ocr page 99-

V I E R n E B E D R IJ f; nbsp;nbsp;nbsp;gj

20 ik geflraft worde om dat jk u van dienst was, draag dan zorge voor mijn arm huisgezin, en ver»nbsp;laat hetzelve niet.

LAUREVAL.

Braave man, wat ook de uitkomst zij, luv fortuin is gemaakt, en het geluk uwer kinderen verzekerd ; verlies geen tijd, Haak de boeijen mijns vaders, ik ben het, die dezelve draagen zal.

DE CIPIER, met gevoel.

Och, ik zal met droefheid u dezelve zien opneè» men, ik ben hardvochtig omtrent misdaadigen ; maarnbsp;wenschte in fiaat te zijn alle ougelukkigen te redden.

' NEGENDE TÓONEEL. lAüREVAL, alleen.

Ik heb dan^ eene groote hinderpaal uit den weg geruimd ¦ Indien la pier re den Zweedfehen Ca-pitein kan overhaaien, om mijnen vader mede tenbsp;iieemen, dan zijn wij zeker van te zi !len flapgen. ,nbsp;•— Evenwel koomt hij niet terug. ziet op zijnnbsp;horologie.') Half éen uur.... Hij moest reedsnbsp;hier zijn. .. waarom vertoefd hij zoo lang ? Hijnbsp;kan,langs den weg welken ik hem heb aangewezennbsp;binnen koomen.... zou men hem geweigerd hebben ?... 2al ik doen.... vrees, hoop en onzekerheid bellrijden mij beurteling.. .. ach! hoe langnbsp;en verdrietig valt mij dit uur. — Ik hoor iemand...nbsp;Hij is her.

TIEN-

-ocr page 100-

$4 NATUUR EN PEicT.

TIENDE TOONEeL,

LAUREVAL, EA PIERRE.

lAVREVAL.

Wel nu! LA PIERRE?

LA PIERRE, zijn hoed afneemendsjf en zich met zijn zakdoek het hooj'd ajvoegende.

Ik ben buiten adem.

LAUREVAL.

Herneem uwe zinnen, en andwoord mij fchieJijk, wat moet ik hoopen ?

LA PIERRE, fchielijk,

De Capitein wa$, in den beginne, onhandelbaar; ik heb hem alle zwaarigheden moeten uit den wegnbsp;ruimen. Hij fprak van Admiraliteit, en van paspoort; ik heb hem alles ontdekt, en hij is bereidnbsp;uw’ Vader aan zijn boord te ontvangen. VIctornbsp;en ik zullen denzelveil verzeilen. Men wacht flechtsnbsp;naar ons om de zeilen op te haaien.

LAUREVAL.

Zeer goed.

LA PIERRE.

De goede uitkomst is zeker; eene neutraals vlag, en gunftige wind ; wnj moeten vertrekken.

LAUREVAL, bedroefd.

Na tien jaaren cenen vader weder te zien , en denzelven als dan voor altoos weder te verlaaten!

L A

-ocr page 101-

VIERDE E E D R IJ P.

L A P I E K R E.

Mijn waarde meester, verlaat hem niet, ga md ons,

LAÜREVAL.

Ik kan niet, men zou mij voor een verrader houden , en ik wil hem toonen dat ik Hechts een oa*. gelukkige ben.

LAPIERRE.

En zal uw vader hier koomen ? nbsp;nbsp;nbsp;¦nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;_

LAÜREVAL.

De cTPinu is zo even heen gegaan om hem te haaien, en ik wagt hem met ongeduld.

LAPIERRE.

Hij is evenwel niet verr’ van hier. Wilt gij dat ik hem voorga.^

LAUReVAL.

Neen, gij zijt vermoeid.

LA PIERRE.

In het geheel niet; als ik eene goede daad doa. Word ik nooit vermoeid.

LAUREVAL.

Vertoef; ik hoor iemand.

CV I c T o R opent de middendeur, en men ziet

de CIPIER met e d m o n d binnen koomen,')

LA PIERRE.

Mijn Heer, zij zijn her.

-ocr page 102-

9» NATUUR EN PtlG-f, ELFDE TOONEeL.

DE VOÓRIGEN) EDMOND, DE VICTOR,

DE CIPIER, EDMOND geleidende»

Koom, koom, hier langs.

EDMOND.

Waar leid gij mij hceneil ? wat begeert gij van mij.

'lAUREVAL, wenkt zijne Bediendens, om op de deur te pasfe/t.

6 AchtensWaardige grijsaart! gij ziet eenen mafi voor u ftaan . wiens medelijden met- u onbefchrijflijlcnbsp;is j ik ben uw Rechter, en ftort traauen over uwenbsp;rampen.

EDMOND.

Zoud gij de waarheid ontdekt hebben ? In mijn laaide oogenblik zult gij mij, u, van mijne oh-fchuld hooren verzekeren.

L A u R E V A L.

Gij moeM dezelve bewijzen.

EDMOND.

Het is mij niet moogÜjk! Ik wietd altijd doof 'het noodlot vervolgd

L A U R E V A L.

Hoe! waart gij nooit gelukkig?

EDMOND.

Ik was het voor dat ik vader was. ¦— Maar ik zie roSALIDë niet..,, gij had mij beloofd....

EAU-

-ocr page 103-

9?

VIERDE BEDRYF4 LAOREVAL.

Stel u ten haaren opzichte gerust; rosalide, imet Mevrouw de losanges verzoend zijnde,nbsp;zal weldra in het volkomen bezit haarer goederennbsp;geraaken.

edmond, met vuur^

Ach! Ik fterf te vreeden; ik zal ten minften da deugd niet in armoede agterlaaten.

LAUREVAL.

Is het mij geoorloofd u van uwen zoon te fpreefcen?

EDMOND.

Wat zegt gij?

LAUREVAL.

^ Zo even is die naam uwen mond ontvallen. ea ik zou misfchien in de gelegenheid zijn dien onge-lukkigen te ontdekken, die, voorzeker, zijn levennbsp;geeveu zou, om het uwe te behouden.

edmond.

Ach! zo gij hem kende, zoud gij in hem geena gevoelens onderllellen, waartoe hy onbekwaam is.

EAUREVAL.

Doch zo bij zich eens aan uw oog vertoonde, Zoud gij hern voor uwen zoon erkennen, zoud gijnbsp;hem uwe armen toereiken ?

EDMOND, fchielijh

Zoud gij hem kennen?

EAÜREVAL.

Ja.

VU deel. nbsp;nbsp;nbsp;Gnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;je d*

-ocr page 104-

Gij zult hem zien. — DieV)nwaardige .die weder-fpamiige, die ii zo ongehoorzaam was, u in armoe-, de en fchande dompelde.... Die Rechter die uwenbsp;rampen ten top 'voerde.... die is uw zoon ; en bijnbsp;is het die van berouw aan uwe voeten flerfc. (Jitjnbsp;omvat de knieën van edmond.)

EDMOND.

Laureval! maakt hevteegmg om zich jn de armen van zijn zoon te werpen; doch heftnbsp;zich, door eene nadere overdenking te rug gè.nbsp;houden, weder op, en zegt met afgrijzen:) He-iTiél! wat ging ik doenJ ik ging mijnen moordenaar omhelzen.

laüreval

Wil mij hooren.

, nbsp;nbsp;nbsp;'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;E D M o N D.

Wreede en ontaarte zoon , vlucht verre van mij'.

L A U R E V A L.

Teder en deugdzaam vader, herken uw kind.

E D M o N D.

En, wat toch kan ik van u verwachten? Mijn on-, dergang is uw werk,en uwe ziel is van alle mensch-lijkheid ontbloot.

I. A u*

-ocr page 105-

99

y I E R D E B E D R IJ F.

laüreval, uitbarfimde.

pe Natuur herneemt er alle haare rechten.

E D M o K D.

Gij hebt dezelve miskend.

laureval, met vuur.

Ik gevoel dezelve thans te meer.

E D M o H D.

Gij waart een ondankbaare zoon.

LAUREVAL, met vuur.

Door bet ongeluk gebeterd, heb ik mij geheel eu al aan de deugd wedergegeeven.

EDMOND.

Ondankbaare, ik gaf u het leven, en gij geeft mij den dood.

laüreval.

Indien ik een vadermoorder ben, kunt gij Hechts de wee befchuldigen.

EDMOND.

Indien de boosdoener het werktuig der wet is» dan moet de braave man omkoomen, en de deugnietnbsp;zegepraalen. — Ik beminde u, ondankbaare, en gijnbsp;hebt mij verlaaten, toen ik om uwe misdaaden ianbsp;den ijsfelijkrten kerker zuchtte. Moest gij u in ditnbsp;doodeljjk lijdlïip aan mij ontdekken? Oij had onbekend moeten blijven, het had mij minder fCnrik-kelijk geweest van een anders hand den dood tenbsp;ontvangen.

laureval, met drift.

Ach! zo gij in mijn hart kondt leezen, zoudt G 2nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;gij

-ocr page 106-

ïOO

N :R tuit* BN ïtIG

gij mij Uwer meer waardig oordeelen. Wat heb ik niet al aangewend om u te ontdekken ? Jk heb vannbsp;het gantfche menschdom, yan elke natie, mijiiennbsp;vader gevraagt, en hem niet kunnen vinden. Ünbsp;eene gelukkige ouderdom te verfchafFen, uwe eernbsp;te herftellen, en u op mijn beurt alle de goederennbsp;te doen genieten, waarvan ik u ontbloot had, zienbsp;daar mijne eenigfle hoop. Mij zonder ophouden metnbsp;11 bezig houdende begeerde ik geene fchatten,nbsp;werkte ik niet dan om ’er u de vruchten van aante-bieden; indien het goud, zeide ik tot mij zelven,nbsp;hem gelukkig kan maafcen, dan moet ik zeer veelnbsp;bij een vergaêren, en alles, ja alles zal vuor mijnnbsp;vader zijn.

EDMOND, vertederd.

Hoe! gij dacht altijd aan mij.....ongelukkige!

gij doet mij traaiien ftorten, en ik verwijt mij mijne zwakheid, ,

LAUREVAL.

Zie mijne fmart, en laaten mijne harfverfcheu-rende wroegingen u bcweegen! Herneem het hart van een’ vader, en fchenk eenen zoon vergiffenis.

edmond, met een fchreeuw van vervoering.

Uw berouw zegepraalt over mijn misnoegen; mijn mand heeft u vervloekt, maar mijn hartfehenktnbsp;u vergiffenis. Koom, omhels uw vader, (edmondnbsp;ftrekt Zijne armen naar l a u R e v a l uit, dienbsp;zich opheft en hem aan zijn hart drukt.j

LAUREVAL.

Mijn vader ! nbsp;nbsp;nbsp;.6 mijn vader I welaan, thans zal

ik mij uwer waardig maaken.

QHét volgende van dit Tooneel moei met veel vuur en fnelheid gejpeeld worden.j

£ IL,

-ocr page 107-

VI5RDE bedrijf, iot

EDMOND.

Wat is uw oogmerk ?

LAOREVAt-

U te redden.

EDMOND.

Staat zulks in uwe magt?

L A U I! E V A t.

Gij zijt vrij. De zee is niet ver van hier, tracht het flrand te bereiken, een fchip het welk zeil-reê ligt....

EDMOND.

Zijt gij dan vergeeten, dat ik veroordeeld ben? laoreval, met krJgt.

Gij zijt gered, zeg ik u.

E D M o N D.

Doe niets, het welk uwer on waardig is.

L A U K B V A L.

Indien ik u fierven liet, zoude ik mij alles on-Vraardig maaken. Ga , vertrek, vertrek ; neem ^ijne fchatten met u, en laat mij uw hart achter.

E D M'O N D.

Maar gij fielt u zei ven in gevaar, en ik kan piet dulden.....

I.AÜREVAI., zeer fchielijk.

Neen, neen, denk zulks niet; uw langer verblijf alhier , maakt mij wanhoopend.... indien ik eeiis ve'rraa’-den wierd!... verwijder u toch,ik bezweere het u; omhels mij, mijn vader, en voer het laatfte vaar-Vel van uwen zoon, in uw hart, met u. ^

G 3 nbsp;nbsp;nbsp;ï »•

-ocr page 108-

ïéa K A T t' ü R E N ? A I o T.

B D M Ó p.

Ik zal niet vertrekken.

laubeva-L, zeep fchielijk.

Gij moet! Hebt gij een oogenbljk kunnen ^n-ken dat ik uwen dood zou duiden.» (,7'egens de Bediendens die naar e d M o n o toegaan en hemnbsp;voorttrekken.') Mijne vrienden, ik llel u mijnennbsp;vader, mijn beftaan, meer dan mij zelveu ternbsp;hand 1.., vaarwel, vaarwel, ruk U uit mijne armen ... ga, vlucht, vlucht fchielijk;, en verbergnbsp;mij uwe traanen.

(JDeze woorden z^glhij, terwijl hij edmond tot aan het fcherm ter rechtezijde geleidt ^nbsp;alwaar deeze, de armen naar l a u R e--VAL uitjlrekkende , uitroept:)

EDMOND, door de Bedtendens voortgetrokken.

Mijn zoon! ö mijn zoonl ¦

LAUREVAU.

Deeze naam is mij dierbaar, en ik 'ga mij denzel-ven waardig inaakcn. (L a o r e v a L vertrekt door het fcherm aan de linkerzijde van den Jpee^nbsp;Ier, en de c iPi er vo/gt hem.)

lande van het vierde bedrijf.

V IJ F-

-ocr page 109-

103

V IJ F D E B E E R IJ F.

V IJ F D E B E D R IJ F.

liet Tooneel verbeeldt eene gevangenis.

EERSTE TOONEEL.

LAUREVAL, zit voor eene tafel, enJchrijft het opfcbrift op eenen brief, waar ndnbsp;hij *er 'twee toezegelt. Hij Jlaatnbsp;op en zegt:

Ik haal eindelijk weder adem -. Mijn vader is ver van hier! Door de cipier befchnldigd dat ik hemnbsp;zijnen gevangenen niet geweld ontnoomen heb,nbsp;neemt men mij in hechtenis, men dreigt mij, ennbsp;wil dat 'ik hem weder zal vinden, of zijn vonnis ondergaan . . ö Hemel! gij weet hét, mijn befluit isnbsp;genomen. CHij gaat naar de tafel en neemtnbsp;de beide brievenf Deeze brieven zullen misfchiennbsp;de uitwerking hebben, welke ik ’er van verwacht.nbsp;De één is voor den Gouverneur, en de ander voornbsp;mijne Rechters. Ik verzoek mijnen vriend mijnbsp;cenige oogenblikken te koomen fpreeken ; bekennbsp;den Raad mijne misdaad en offer mij voor mijnnbsp;vader op; zo dezelve mij veroordeelen moet, zalnbsp;de Raad mij beklaagen ; mijn weldoener zal zien mis-fchieii in den beginne verontwaardigd toonen , maarnbsp;als hij de beweegreden zal vernoomen hebben, dienbsp;mij dus handelen deed, dan zal hij mij zijne achtingnbsp;en medelijden niet kunnen ontzeggen.

G4

twee.

-ocr page 110-

5(04 NATUUR ÈNPI-IGT. TWEE D E T o o N E E L.nbsp;£aurevai, de cipier.

decipjer.

Ach, Mijnheer, toom eenen ongelukkigen tep hulp, wien gij misdadig deed zijn.

LAÜREVAE.

Wat deert u ? wat hebt gij te vreezen ?

DE CIPIER.

Alles is ontdekt, en gij vraagt mij wat ik te vreezen heb. Ik ben in gevaar i en zo gij mij verraad , ben ik verlooren.

EAUREVAt.

Ik, u aanbrengen! gij beledigt mij. Neen , indien ik u eene misdaad deed begaan, moet ik ’er u niet voor doen ftraffen.

DE CIPIER.

Ik geloof 11 Mijnheer; gij hebt nooit iemand kwaad gedaan, en zult met mij niet willen beginsnbsp;nen. «quot;'Echter heb ik bevel gekregen om u hiernbsp;te houden.

EAUREVAt.

Wel nu! vervul uw pligt.

D E C I P I E R.

Maar als men u van de ontvluchting fpreekt, als tr.en mij ecns ongerust maakt gt; wat zal ’er van mijnbsp;¦worden?

ï. A C-

-ocr page 111-

TQf

V IJ P D E B E D R IJ F. LAÜREVAL.

Hebt gij dan niet gezegt dat ik met geweld go. bandeld heb.

DE CIPIER.

Om mij zelven te verontfchuldigen, heb ik ui moeten bezwaaren.

I.A0REVAL.

Het overige is voor mijne rekening.

DE CIPIER, mei gevoel.

Waarom toch , Mijnheer, kunt gij u dus laaten behandelen. Kan men ooit iets fchooner dan deezenbsp;uwe handelwijs vinden? gij offert uw eigen levennbsp;voor dat van uwen vader op! . . . Deeze treknbsp;doet mij gevoelen dat ik mensch ben: in mijn he«nbsp;roep was ik het bijna vergeeten.

uaüreval.

En gij beklaagt mij ?

DE CIPIER, gevoelig.

Uwe daad is tot in mijne zie! doorgedrongen: gyj zijt de eerfle die mij traanen hebt doen Horten.

laureval, ter zijde.

Ik dwing de hartvogtigfte menfchen tot medelijden , wat heb ik dan niet van gevoelige harten te W’agten 1

DE CIPIER.

Mijnheer, ik durf voor u, als voor mij zelven, in fiaan .... Maar . , indien gij eenigzins bevreesd mogt zijn? . . Qiein de deur toonende.'}nbsp;Jndien gij wilt? ....

G 5 nbsp;nbsp;nbsp;i, A ü.

-ocr page 112-

Ic6 NATUUR EN P t I G T

I, A O K E V A 1.

Wat durft gij mij aanbieden?

de cipier.

Door uwe edelmoedigheid kan mijn huisgezin geene behoefte meer gevoelen; laaten wij t faatneunbsp;Vertrekken, gij zult mijn meester zijn . • • weesnbsp;vrij .... En verr’ van hier . . .

LAUREVAL.

Ik ben u erkentelijk voor den dienst welken gij mij wilde bewijzen; doch ik kaïi denzelven metnbsp;aanneemen.

DECIPIER.

Mijnheer, gij ftort u in het verderf.

LAUREVAL

Zie daar, bezorg deeze twee brieven, dit is het eenige het welk ik van u verzoek.

DECIPIER.

Geef hier. het heen gaan.') Ach! welk een ïnan! met hem zou de gantfehe waercld deugdzaam zijn.

D E R D E TOONEEL.

LAUREVAL, alleen.

Ik zou vluchten! Neen, bier m.oet ik toonen wat een zoon zijn vader vcrfchuldigd is. Ik zal blijven fnbsp;en ineiien ik mijn leven verliezen moet, is de oor,nbsp;zaak te fchoon, dan dat ik lietzelve betreuren zou.

V I E R.

-ocr page 113-

V 13 f D E B E D R 13 F. IO7 VIERDE TOONEEL.nbsp;iaoreval, de .cipier.

DE CIPIER, in eene haastige houding.

Mijn Heer?

LAUREVAL.

Zijt gij alweder te rug gekomen ?

DE CIPIER.

Bij het uitgaan , ben ik den gouverneur ontmoet, ik heb hem uw briefjen overgegeeven, en hij heeftnbsp;mij gezegt dat hij u een bezoek kwam geeven; hijnbsp;volgt mij op de hielen , en ik ben vooruitgeloopen»nbsp;om u van zijne komst te verwittigen.

laur eval.

Ach'! zo veel te beter, dit ftrekt mij weder ter» troost. '

DE CIPIER.

Hij fchijnt zeer toornig te zijn.

L A \j r'e V A L.

Eén woord zai hem ter nederzetten. Daar is hij, Iaat ons alleen.

^Cde cipier, vertrekt.') VIJFDE TOONEEL.

I-AüreVAE, de luzincourt.

laureval.

Hoe! zijt gij het! 0 mijn vriend!

-ocr page 114-

Gij hebt uw pligt gedaan, en ik heb den mijnen vervuld.

DE LUZINCOURT.

Gij hebt van uw gezag een misbruik gemaakt, gij hebt eenen misd^adigen doen ontkoomen.

L A'U R E V A L.

Dat beken ik.

DE LÜZINCOURT.

Bedenk dat gij hem moet wedervinden, of fterveni

L A ü E E V A L.

Mijn keuze is gedaan!

DB LUZINCOURT.

Wat toch is de reden deezer opoffering ?¦ zoudt gij des grijsaarts medepligtige zijn.

L A ü R E V A L,

Indien ik zijn medepligtige was, ware ik, met hem, voorzeker deeze gewesten ontvlucht; maar iknbsp;biede mij zelve aan , en zonder deelgenoot der misdaadnbsp;te zijn, belast ik mij met deszelfs fchuld. Ja, iknbsp;heb den grijsaart doen ontkomen; liefdg, bijftand,nbsp;tederheid, alles was ik hem verfchuldigd! ’Ernbsp;bleef mij nog overig zijn leven te redden, ik hebnbsp;het gedaan; en ik rekeu dé gantfche fchuld nognbsp;niet voor afgedaan,

» E

-ocr page 115-

V IJ P D E B E D R IJ F. nbsp;nbsp;nbsp;10$

DÈ LUZINCOÜRT, fcJlie/ljk,

Wat zijt gij hem dan verfchuldigd?

LAüREVAL, met kragt.

Een gefchenk, het welk ik hem wil weder gceven. lt; DE LüZiNCOURT, tnet meer drift.

Wie was h'j dan, uw befchermer?

LAüREVAL, met geestdrift.

Hij was ,nieer.

de luzincoiIrt, met meer deelneeming. Uw Redder? mjr vriend?

LAüREVAL, bijna buiten zich zelven.

Nog meer.

de LUZINCOÜRT.

Ga voort.

LAUEEVAL.

Hij is mijn vader, en ik zal voor hem derven.

DE LUZINCOÜRT, met een gil van verwondering.

Uw vader?

daüreval, met zeer veel vuur.

Ja, en ik beroep mij op alle goede zoons; ik boude mij verzekerd dat ’er niet een is, die nietnbsp;even zo veel voor den zijnen zou gedaan hebben.

DE luzincourt, Verbaast,

Uw vader 1

LAUEEVAL.

Voor wien anders toch, zoude ik deeze font begaan ?

-ocr page 116-

110

NATUUR EN PtiGT.

gaan? Maar de kinderliefde fprak; en ik moest voor dezelve onder doen. De Raad eischte zijnnbsp;bloed, ik biede denzelven het mijne aan, zo hij hetnbsp;aanneemt, heb ik mijn vaderland en de wetten dernbsp;natuur bevreedigd.

DE i-üziNcouRT, droogt met zijn zakdoek zijne oogen af.

Laureval . . . . Ach ongelukkige.'

L .A o R E V A L.

Gij zijt aangedaan;

DE LüziNcouRT, mctgsvoel.

Men moest eene ziel van ijzer hebben om geen medelijden met luv ongeluk te hebben! Mijnnbsp;vriend, ik moet u beklaagen en bewonderen.

LAUREVAL, hem aan zijn hart drukkende.

Mijn. vriend is mijn wedergegeeven! Ach ! thans 'heeft de dood voor mij weder meer verfchrikke-lijks in.

DE LUZINCOURT.

Welk eene gebeurenis! _ Hij heeft zijnen vader gered ; zie daar zijne rai.sdaad .... Zou mennbsp;kunnen denken, dat ’er ketenen voor eene dergelijke misdaad waren

LAUREVAt.

,Zij zijn ’er, maar zij ftrekken mij tot eer, en niet tot fchande!

DE LUZINCOUBT.

Uw. leven is in gevaar 1

I. A u-

-ocr page 117-

'irt

V IJ F D E B E D R IJ F.

tAUREVAL.

Mijn vader leeft, ik heb niets meer te vreezen ; waarde vriend, gij kunt mij van dienst zijn.

n. E L U Z I N C o ü K T,

Wat moet ik doen ?

LAUREVAt.

Ga naar den rechtbank, waar mijne Rechters vergaderd zijn , en zeg hen: l aureval heeft zijnnbsp;vader gered; maar is gereed deszelfs vonnis te ondergaan. — Hetzelve is reeds uitgefprooken, datnbsp;zij bevel geeveii, en ik ilerf binnen dk uur.

DE nOZtNCOOIiT.

Wel verre yan hen aan te maanen u uw verzoek toe te liaan, zal ik uwe verdeediging op mij nee-men. Wie zal, na dat ik hen van uwe edelmoedige daad zal verflag gedaan hebben. onmenschlijknbsp;genoeg kunnen zijn , om u te befcnuldigen ?' Welkenbsp;Rechters zullen u vonnisfen?

LAÜREVAL.

Mijne vijanden.

DELUZIHCOURT. •

Zullen zij hiertoe moeds genoeg bezitten ? laurëval.

Zij zullen de wetten doen fpreeken.

DE LÜZINCOIJRT.

Ik zal op hun gevoel werken; men heeft zeer veel kragt wanneer men voor de deugd om genade fmeekt.

I. A D R E V A n.

Indien men ook u eens verdacht hield.

DE

-ocr page 118-

113

KATUÜR en PLIGTi

BE LüZINCOUrt

Mijne gedaane dienden zijn overal bekend, ik ben dus buiten alle verdenking. Morgen, kan iknbsp;in eenen veldflag fneuvelen ; van daag moet ik dusnbsp;mijnen vriend helpen. Ik ga alle mijne poogingennbsp;aanwenden, om u aan uw ijsfelijk iot te ontrukken. Gij kunt op mijnen ijver ftaat maaken. Vaarwel, vaarwel, ik laat u alleen, en ga de heiligenbsp;fligten der vriendfchap volbrengen.

ZESDE TOONEEL. laueeval, alleen.

Wat ook mijn lot zij, ik zal mij onderwerpen. Het denkbeeld dat mijn vader hetfchip, hetwelknbsp;hem van hier verwijderen moet, niet bereikt zalnbsp;hebben, doet mij beeven. — ó Hemel! Hij is onder uwe bewaaring, zie niet naar het gevaar hetnbsp;welk mij omringt; dat mijn vader alléén, uw aandacht tot zich irekke; geef ons blijken uwer goedheid, toon uwe rechtvaardigheid en wees de be-fchermer der onfchuld. (..Hij zet zich aan danbsp;tafiO

ZEVENDE TOONEEL.

ÜAÜREVAL, EOSAtrOE, DECIPIEH.

EOSALiDE, met eene goudbeurs in de hand.

Neem, neem dit goud, en geef hem zijne vrij-] heid weder.

DE CIPIEB.

Het is mij niet mooglijk.

R O-

-ocr page 119-

V IJ F D E B È D R 1J F. ROSALIDE.

Gij moet, neem dceze beurs eu weiger het mij niet.

D E c I P I E R.

Het is mij iiiet .mooglijk, zeg ik u.

rosaliDe.

Waarom fiiet?

DE CIPIER, ¦Lhv'ks.'Stoonendé.

Zie.... Mijn Heer de l a u R e v a L is u reeds voorgekoomen.

ROSALIDE, met vuurt

Hij heeft zijn vader verlost!.... Ik herken mijn Enhiuaar....! waar is uw vader?

laureval.

Buiten gevaar én ver van hier.

ROSALIDE, met vreugd.

Onze rampen neemen een einde!.... Koom laat ons dit ijsfelijk verblijf verlaaten.

laureval.

Alles wederhoUdt mij,

ROSALIDE, verwonderd.

Waarom.5 zijt gij dan niet vrij?

LAUREVAL.

Ik word door de flerklle banden aan deeze plaats geboeid.

ROSALIDE.

Welke zijn die banden?

VII, DEEL. nbsp;nbsp;nbsp;Hnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;lAUquot;*

-ocr page 120-

JI4 Kamp;TUUR en ï*tICT.

LAüR-EVAL.

Braafheid, mijn vader, en de eer.

R o S A L I D E.

Wat wilt gij hier mede zeggen?

LAUREVAl.

Hier vertegenwoordig ik mijn vader; en metl houd mij hier om hem weder ten voorfchijn te doennbsp;koomen, of te fterven. Mijn befluit is genoomen.

rosalide.

Ik ongelukkige! ... ik zal u niet overleeveti.

L A U R E V A I..

Gij zult leeven om mijnen vader te troosten.

ROSALIDE.

Laaten wij hem t’ faamen troosten j vertrekken wij.

L A U R E V .A L.

Het is mij niet mooglijk.

ROSALIDE.

Het is wreedheid mij hetzelve te weigeren;

LAUREVAI.

i

Het zou lafheid zijn ’er in toeteftemmen.

ROSALIDE.

Hoor de ftem uw s Vaders. die u tot zich roept.

LAUREVAL.

Hoor die der eer, welke mij weêthoud.

R 0'

-ocr page 121-

SIS

V Ij F D E B E D R Ij F,

eosalide.

Moet gij de gebeden, de traanen uwer beminde Wederftand bieden?

LAüREVAL, met zeer veel nadruk.

Ja, de natuur moet over de liefde zegepraalen. rosauide.

Bevredig de wanhoop van rosaliDE. lAUREVAi, wanhoopend.

Dezelve verfcheurt mij het hart! . . , zeg niiji ^ndien ik a! eens zwak genoeg was om mij door uwenbsp;fmeekingen te laatcn overhaaien .... hóe zoudennbsp;Wij ons verwijderen? de wacht, deeze man?

ROSALIDE.

Zal u niets kunnen weigeren.

DE CIPIER, zich aan de Voeten vaft laubeval werpende.

Mijnheer, ik fmeek u op mijne knieën dat gij 1i redden wildt; ketenen en grendels zijn voornbsp;tnisdaadigen, maar de braave man moet vrij zijn:nbsp;vertrek en neem mij als uw bedienden met u?

lAUREVAI.

Neen! . . . Neen! laat mij met vreden; wildt mijne ziel niet verzwakken; de opoffering is begonnen , ik moet dezelve ten einde brengen.nbsp;hoort een groot geraas achter de fdier men.')

ROSALIDE.

Welk een ijsfelijk geraas! welk een fehrikkelijk opioer!

LAtlREVAti

Mijn bloed vorfdjft van fchrik! indien het eens. • • Hanbsp;nbsp;nbsp;nbsp;E ö'

-ocr page 122-

ÏIÖ

N A T U Ü R E N P t t G T.'

EDMOND, uit al zijn magt fchreeuwendél

Wees ten minften menfchelijlc, en heb ontZcicli voor mijnen ouderdom.

B o s A LID E, met een fmertelijke uitroep. Rechtvaardige hemel! het is edmond.

t.aurevai.. zidderende.

Ongelukkige I hij is het, het is ufer vader. [ AGTSTE TOONE E,L.

DE VOORIGEN, EDMOND, EEN OFFICIER, TW.AAEF grenadiers, LA PIERRE, DE

'Drie bediendens ran laüreval, TWEE sold A ATEN, met de Zabelnbsp;in de vuist.

DE grenadiers koomen met verdubbelde fchreeden, door het Zijfcherm ter Imker zijdenbsp;van den fpceler binnen, waarna zij halt,nbsp;Jront en geweer op fchouder maaken, en dennbsp;achtergrond van het tooneel bezetten. Ed-EioND wordt met loshangende haaigm, doornbsp;twee., Soldaaten binnen gejïeept. De kragtennbsp;ontbreeken hem, hij valt op zijn rechter knienbsp;en rust op zijn rechter hand. Laurevaenbsp;fiaat aan de linker zijde, op den voorgrond.nbsp;De bediendens, fchaarén zich bij hun in-koomen, achter hem. Rosalide is ternbsp;rechter zijde, en de cipier aan dezelfdenbsp;zijde van i.aüreval vóór op het tooneelnbsp;bij het voetlicht.

edmond, bij het inkoomen, met aene 'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;beevende Jlem.

Tk gehoorzaam, laat mij met vreeden, laat mij met vreeden.

LAG-

-ocr page 123-

V IJ F D E B E D E IJ F. nbsp;nbsp;nbsp;itj

LAüREVAL, tot de SOLDAATEN.

Wreedaarts, houdt op hem dus aan uwe voeten te fleepen,, of vrees mijne \v'oede. QHtJ doetnbsp;eenige Jchrezlen voorwaards, om naar zijnnbsp;vader te gaan; de officier bedekt het l'g-chaam van edmond met zijn degen, fteektnbsp;zijn linker arm naar laureval uit, eti roeptnbsp;hem toe:

Nadert niet', ik heb de ilrcngfte beveelen.

LAUREVAL.

Niets kan mij wederhonden. (Tegen zijne Be-dienden.j Vrienden, onderllennt mij. (laOre-val en de Bedienden maaken eenige bewee-ging.)

de OFEICIER.

Grenadiers .... fpant de haan. (De Grenadiers volgen het bevel. Dit moet met zeer Veel naatiwkÈurigheid gefchiedcn.j

DE Officier, welke op zijne knieën achter LAUREVAL hgt, en denzelven bij zijn rok vast houdt.

Stel u niet in gevaar!

LAUREVAL, biedt zijn borst aan.

Stoot toe; één flachtoffer is genoeg.

eo.salioe, gaat dwars over het tooneel, plaatst zich vóór l i u r i; v a l , en valt,nbsp;haare banden naar de Soldaatennbsp;uitgejlrekt houdende, op haare .nbsp;knieën.

Houdt op! of doordeek ’er twee te gelijk.

H 3

E D»

-ocr page 124-

Jl8 NATUUR EN ^LIgT,

EDMOHD tegen den ofsi^iee.

In den naam der menfchelijkheid, dreigt hem ®iet langer! Ik ben immers hier, ik: lig aannbsp;uwe voeten, en kan u niet ontvluchten. Vergeefnbsp;hem zijne woede , zij is ten uiterften billijk... hij isnbsp;mijn zoon.

VE OFFICIER, 4oor medelijden aangedaan.

Uw Zoon! {Tot de Gènadiers, met zeer veel i.ragt.') Geweer op fchouder! {De Grenadiersnbsp;volgen het bevel.

LAÜREVAL en SOSALXDE }Mar EDMONO loopende, om denzelven op de bpen tenbsp;helpen.

Mijn vader!

ROSALIDE,

Mijn Weldoener!

EDMOND, hen aan zijn hart drukkende.

Vaarwel, mijne kinderen ; wij moeten voor altoos van elkanderen fcheiden .... Omhelst uwen

vader voor de laat/le keer. - Vaarwel; weêr-

houdt uwe traanen... en llort voor mij, u zelven niet in het verderf. {Hij rukt zïch uit hunnenbsp;armen, en zegt tegen den officier.) Wel aanlnbsp;dat men mij ter dood brcngc.

-ocr page 125-

V ÏJ P D E B E D R IJ F. nbsp;nbsp;nbsp;IT9

NEGENDE EN LAATSTE TOONEEL.

DE'VOORIGEN, DE LUZINCODRT.

De LUZINCODRT, met drift binnen ko». mende, met een fchreeuw van vervoering.

Neen, ik koom u allen het leven wedergeeven!

LAUREVAL, driftig.

Zoudt gij zijne genade verworven hebben ?

de LUZINCODRT, uitbarftende.

Zijne onfchuld is ondekl? de Engehchman is gevangen genoomen.

EDMOND, zijne handen ten hemel heffende. Heilige voorzienigheidj

LAUREVAL, ten uiterflen verheugd, koomS op den voorgrond van het tooneel, werptnbsp;zich op zijne knieën, Jïrekt zijne handen ten hemel, en roept met geest*nbsp;drift uit.

8 Hemel, ik dank u, mijn vader zal niet fterven!

ROSALiDE, in dezelfde houding.

T)e deugd zegepraalt! nbsp;nbsp;nbsp;6 Hemel jk erken uwe

rechtvaerdiglieid. k^ij Jlaan vervolgens op, om het verhaal van de lüzincoürï aan tenbsp;hooren.j

DE LüZINCOURT.

Ik wist dat EDMOND wederom was gevangen genomen, en lidderde voor uw beiden. Men biedtnbsp;H 4nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;wij

-ocr page 126-

----

320 NATO UR EN PtloT.

mij den Capitein aan. Zie hier het oogeublik; zeide ik hem, om dankbaar te zijn; andwoord mijnbsp;in waarheid. » De Grijsaart die u nit de golvennbsp;„ redde, is zo even ter dood veroordeeld; fpreek ,

is hij uw medepligtige.5 — Neen , heelt hij mij 5, geandwoord; ik zweer u, bTj het opperflo ^ve-„ zen , dat ik alléén de bezitter van mijn geheimnbsp;„ was; dat hij niets wist, van de belooning, welkenbsp;„ ik voor hem verzocht had; en ik verklaar u datnbsp;„ ik allééi] fchuldig ben. Ga dcrhalven zijne boe-5, jens liaaken en ftraf mij, gij zult eenen vijandnbsp;„ ic minder, en cenen deugdzaam en Fran^chtnannbsp;„te meer hebben.” Toen, naar niets meer hooiende , ben ik, vervoerd door deeze bekentenis,nbsp;Welke aan alle uwe rampen een einde maakt, her-Waards - gefneld , om onze onrechtvaardigheid tenbsp;herflcllen, uwe ketenen te vcrbrecken, en dennbsp;tederften vader aan den besten aller zoons wedernbsp;te geeven.

laurevai, hem bij de lidnd vattende,

^ Mijn vriend, hoe veel ben ik u niet verpligt! EDMOND, hem ook bij de hand vattende,,nbsp;^ch! Mijnheer, de levendigfte erkentenis!nbsp;luzincourt, met grootheid en gevoel.

Geen pligtpleegingen. Het is de pligt van eeu ieder onfchuluig bloed te fpaaren.

LAtlREVAh.

ö Mijn vriend!

' nbsp;nbsp;nbsp;Dfi LUZINCOUnT.

¦yVaarde laureval, zoudt gij het gelooven?

De

-ocr page 127-

V IJ F D E B E D R IJ F, nbsp;nbsp;nbsp;I2f

De Raad ftond op het punt om uw vonnis uit te fpreeken. — Maar thans, welk een zegepraaJnbsp;voor u.

LAUREVAt, Op een pevoeUgen en nadruk-kelijken loon.

Welk eene les voor Rechters ! De misdaad bewee-zen, en toch orifchuldig te zijn... Ik zal het mg altijd herinneren , en de ongelukkigen zullen 'crgee-ue fchade bij lijden.

EDMOND..

Mijn zoon, verlaat u' voordaan nooit op waar-fchijnlijkbeden , vvanneer men zomtijds eenen on-gelukkigen voor u brengt, denk dan aan uwen vader.

DE LuaiNCouRT tegen edmond.

Weldaadig. man, gij hebt ook rosalide heb .leven tebouden ; dat zij zich met LAiiREVAinbsp;vereenige. Dat allo vijandf hap met mevrouw denbsp;LosANOEs ophoude, en dit huwelijk het onderpand uwer verzoening zij.

E D M o N d.

Ach ! mijn hart is voor geene haat vatbaar. ’Er ontbrak fiechts aan mijn geluk, mijne kinderennbsp;gelukkig te zien.

Rosalide, een papier aan laubevaI. geevende.

Zie daar, herneem uw'e belofte, en dat zij u heriiinere, dat gij een oogenblik trouwloos waart»nbsp;om het nooit weder te zijn.

I.AÜ-

-ocr page 128-

l\


Ï25


NfiTUOR EN PLIGT.


tAUREV-AL, iie trouwbelofte in zijn zak Jleekende.

Vergeeten wij onze dwaalingen, fouten en fampfpoeden ; wat wij betreft, ik zal geen berouwnbsp;van mijne geleedene kwellingen hebben , indiennbsp;mijn voorbeeld de flechte zoons kan verbeteren, ennbsp;mij de achting der goeden verwerven. Eene moe-der kan zwak zijii, maar, in fchoone zielen wordinbsp;bet gevoel nooit uitgedoofd ; en vroeg of laat,nbsp;fchenkeii Natuur eu Piigt haar aan de Deugd weder.

einde.

-ocr page 129- -ocr page 130- -ocr page 131- -ocr page 132-