-ocr page 1-
VADERLANDSCHE
HISTORIE. I
TIENDE DEEL,
-ocr page 2-
VADERLANDSCHE
HISTORIE,
VERVATTENDE DE
GESCHIEDENISSEN
DER NU
VEREENIGDE NEDERLANDEN,
INZONDERHEID DIE VAN
HOLLAND,
VAN DE VROEGSTE TÏDEN AF!
Uit de geloofwaardigfte Schryvers en egte
Gedenkftukken famengefteld,
DOOR
JAN WAGEN AAR.
Met*Plaaten en Kaarten.
TIENDE DEEL,
BEGINNENDE, NA 't SLUITEN VAN HET
TWAALFJAARIG BESTAND , IN 't JAAR
I609; EN EINDIGENDE, MET DE DOOD
J^VAN MAURITS, PRINSE VAN
^ \sk ORANJE , IN 'T JAAR IÓ25.
Te AMSTERDAM, by
'■•''._-
i&l;
JOHANNES ALL ART.
MDCCXCIII.
Met Privilegie van de Ed. Gr. Mog. Heeren Staaten
van Holland en IFestfricsland.
-ocr page 3-
VADERLANDSCHË
HISTORIE.
Zevenendertigste boek.
INHOUD;
I. Gevolgen van V Beftand. Vereffening èeniger
Gefchillen. Gezantfchap van Marokko. Hud-
fons togt.
II. Twist over. de opvolging in dè
Landen van Kleeve en Gulik.
III. Verhaal väfi
den oorfprong der gefchillen over den Gods-
dienst
, hier te Lande. Gevoelens van Goma-
rus en Arminias. Zy worden voor den Hoogen
Raad gehoord. Arminias ßerft. IV. Beroer-
te te Alkmaar. Verandering in de Regeering
aldaar.
V. Opfchudding te Leeuwaarden.
VI. Geweldige beweeging te Utrecht. De Stad
wordt
, door Graave Henrik, belegerd^ Sa-
menzweering tegen dé herßelde Regeering
aldaar.
VIL Remonßrantie van die van Ar-
minius gevoelen. Vyf punten.
VIII. ffaag-
fche Conferentie. Contraremonfirantie.
IX.
Gezantfchap naar Frahkryk. Henrik de IV.
vermoord. Verbond met Frankryk vernieuwd.
X.  Handeling in Engeland en in Zweeden.
XI. Prins Maurits belegert Gulik. De Stad
geeft zig over. Gezantfchap naar Venetië.
Oostindifche zaaken. Verrekykers gevonden.
XII. Gezantfchap naar Zweeden. Verbond tus-
ä. DiiEL'.
                   A                fchm
-ocr page 4-
a VADERLANDSCHE XXXVII. Boek,
fchen den Grooten Heer en de Staaten. XIII.
Onlusten tusfchen Graave Enno en de Stad
Embden.
XIV Kerkelyke zaaken. Kerkenor-
de van Utrecht. Staat der Kerken in Gel-
derland
, Overysfel, Zeeland, Friesland en
Uroningen.
XV. Prins Maurits fckynt den
Remonflranten niet gunflig. Zy vervoegen
zig aan Oldenbameveld. Conferentie te Delft.
Nieuwe vertoogen der beide partyen. Be fluit
der meerderheid in Holland tot de vrede der
Kerke.
XVI. Verbond met de Stad Lubek en
met eenige Duitfche Vorßen. Walvischvangst.
■Noordfche Maatfchappy. Ontdekkers van
nieuwe Landen bev oor regt.
XVII Handeling
met Engeland
, over zaaken , de Oostindijche
Maatfchappy betreffende.
XVIII Staat der
zaaken van Gulik en Kleeve. Krygsmagt der
aartshertogen en Staaten.
XIX. Toeßand
van Aken. Spinola neemt Aken
, Duuren,
Orfoi
, Wezel en andere Plaat jen in. Mau-
rits bezet Emmerik
, Kees, Goch en andere
Steden. Verdrag te Zante. XX.Gezanifchap
van Muskovie. Hooge School te Groningen op'
geregt. Kerkelyke zaaken. Gerügten ten na-
deele van den Advokaat.
XXI. Handeling in
de Vroedfchap te Amßerdam.
XXII. De af-
zondering begint
, in fommige Steden. XXIIf.
Beweeging te .Leeuwaarden. De Regeering
aldaar veranderd.
XXIV. Nieuwe twist tus-
fchen den Hertog en de Stad van Br uns Wyk.
Graaf Fredrik Henrik trekt derwaards.
Verbond met de Hanze Steden. Ligtenvoorde
en Borkeln bezet.
XXV. Gezantfchap naar
Zweeden en Muskovie. Voordeelige ßaat der
Oostindijche Maatfehappye.
XXVI. Huwe-
-ocr page 5-
XXXVII. Boek. HISTORIE. 3
lykshandeling twfchen Spanje en Groot-Bri-
ianje,
XXVII. Oldenbarneveld en Karon be-
werken
, dat Jakob de I de Steden van ver-
zekering inruimt.
XXVIII. Staat van Frank-
ryk. De Staaten bieden Ledewyk den XIII.
hulp aan.
XXIX. Zy onderfteunen Venetië
tegen den Aartshèrtoge van Oostenryh,
: Vereenigde Gewesten, zig nu, na 't itfoj».
fluiten van 't Beftand, volkomenlyk------—
aanmerkende, als eenen vryen en onaf hang- *•'
kelyken Staat, begonden zig, in alle opzig- SjJJL.
ten, als zodanig te gedraagen: alomme ge- Van 't
zanten afzendende , met den titel van Am- Belfond.
basfadeur, en geduuriglyk gezantfchappen
van vreemde Vorften en vrye Staaten ont-
vangende. De onderlinge gemeenfchap tus-
fchen den Vereenigden Staat en de Spaanfche
Nederlanden ook herfteld zynde, bezogten
de wederzydiche Ingezetenen eikanderen,
zonder fchroom. Predikanten en Ktygsbe-
velhebbe-rs gingen, van hier, hunnf vrien-
den zien, in Brabant en in Vlaandere'.. Doch
't verblyf der eerften gaf, eerlang, gelegen-
heid , tot een Plakaat der Aartshertogen ,
waarby hun en anderen Ingezetenen der Ver«
eenigde Gewesten gelast werdt, zig ftil,
onergerlyk en Katholykelyk te gedraagen»
Te gelyk, werdt ook het invoeren van Ket-
terfche fchriften verbooden (<z). Voorts,
zonden de Roomschgezinden der Vereenig-
de Gewesten hunne Kinderen , in grooten
ge-
t>) Meteren XXXI. Boei, f. 592 verf. 393.
Aa
-ocr page 6-
4 VADEËXANDSCHÊ XXXVÜ.BoÊic;
getale, naar Brabant, om 't Bisfchoplyk
vormfel te haaien, en de oefening der voor-
ouderlyke Kerkzeden, voor eenen tyd, ten
minfte, by te woonen. Filips Willem, Prins
van Oranje, nam, daarentegen, zyn verblyf
te Breda , onder 't gebied der Vereenigde
Staaten : Graaf Herman van den Berge, te
Bergen op Zoom, welks Markgraaffchap hy
behuwelykt hadt. Doch hy overleedt hier,
in Oogstmaand des jaars 1611 (&). Het
wedergeeven der goederen , aan de eene en
de andere zyde, gaf ook aanleiding, tot we-
derzydfche handeling; doch te gelyk tot vee-
Ie nieuwe gefchillen, konnende de bezitters,
bezwaarlyk, bewoogen worden, om van hun-
ne goederen te fcheiden. Ook was de Koop-
handel zo wel niet geregeld , of daarover
ontftondt, van tyd tot tyd, merkelyke zwaa-
righeid, zoekende de Stad Antwerpen haare
neering te herftellen, op den voorigen voet:
waartegen die van Zeeland begeerden, dat
de laading der Zeefchepen, tot hunnent, ver-
bodemd, en niet dan na 't betaalen van Ver-
lofgeld , de Schelde op gevoerd zou wor-
den. Over de grensfcheiding, in Vlaande-
ren en in Gelderland, rees, insgelyks, ge-
fchil (c). Ook fcheenen de Aartshertogen
toeleg te maaken , om de Dorpen van het
Land" van Kuik te betrekken onder 't gebied
van Brabant; waartegen de algemeene Staa-
ten, in Oogstmaand, by openbaaren Plakaa-
te,
(&) Metëren XXXI. Doek, f. 581 verf, XXXII. /loei',
f. 629.
■ c ) U'elbl. Holl. 24 Nov. 23 Dec. 1605. hl. 4. Metkiikn
XXXI. Boek, f; 580 verf.
1609.
Willem,
Prins van
Oranje',
komt te
Breda
woonen,
Dood
vanGraa-
ve Her-
jnan van
den
Berge.
Vereffe-
ning oeni-
ger open-
öaande
gefchil-
enna't
Ëeftand.
-ocr page 7-
XXXVII. Boek. HISTORIE. $
te, verklaarden, dat dit Land altoos ééne .1509.
Heerlykheid met de Stad Graave hadt uit----------
gemaakt: den opgezetenen der gemelde Dor-
pen, te gelyk, beveelende, niemants hooge
Overheid te erkennen, dan de hunne (<sQ.
Willem, Prins van Oranje, hadt deeze Heer-
lykheid in pandfchap verkreegen van Ko-
ning Filips den IL, in den jaare 1559; doch
dit pandfchap werdt, in 't jaar 161-1, door
de algemeene Staaten, ten behoeve van Prin-
fe Maurits, vernietigd, en in een goed, on-
verfterflyk Eifleen veranderd (V). Voorts,
werden, om de gemelde en andere zwaarig-
heden, door het Beftand niet behoorlyk weg-
genomen, of uit het zelve van nieuws ry-
zende , te vereffenen, eerlang, van weder-
zyde, gemagtigden benoemd, die, in den
Haage , vergaderden , en , in Louwmaand
des jaars 1610, een Verdrag troffen , waarby
eenige punten, over welken men, tot. hier-
toe , niet eens geweest was, nader geregeld
werden (/). Doch over eenige anderen, kon
men eikanderen niet verftaan. Ook werdt
'er, naderhand, meermaalen, van beide de
zyden ; doch , inzonderheid , van de zyde
der Staaten , geklaagd, over inbreuken op
't Beftand-,
Ondertusfchen , befteedden de Veréenig- De Stna-
de Staaten deezen Zomer, tot het verfterken ten ver-
der ?erkfn
OO Zie Relbl. Holl. 8 Febr. —■ 3 April 1610. tl. 14, 55.
Groot-Plakaatb. II. Ttetl, kul. 1170.
(O 2U ReCcfl. Holl. 5 May 1611. tl. 93. Groot-Plakaatb.
II. Deel, kul. 22G8.
Cf) Zie Groot-Plafcaatb. I. Deel. kol. 71. ll.Deel, /W.581,
toüÄcK%Tm'v'p'a' *ll9'HU
A3
-ocr page 8-
6 VADERLANDSCHE XXXVII.Bo.ek'.
iöoy. der fchanfe Lillo, op de Schelde. Ook wer-
den de Haven en Vestingwerken van Vlis-
vestin- ßngen merkelyk verbeterd. In Staats- Vlaan-
-cn= deren, herftelde men, van gelyken, de wer-
ken van Sluis , Yzendyke en Aardenburg..
De Aartshertogen vermeerderden, daaren-
tegen, de bezetting van 's HertogenbosclH
welk nu eene grensplaats tegen de Vereenig-
de Gewesten geworden was (g).
I)e Ko- in den Zomer deezes jaars, kwam 'er eea
Ma8 kko gezant van Muiei Zalden, Koning van Ma-
zende rokko, in den Haage, aan, om een verbond
hun een van Koophandel te fluiten., met de Veree-
gezanc, nigde Staaten, die hem, kort te vooren, twee
on (lmc Oorlogsfchepen ter hulpe Qi), en eenige ge-
bond met fchenken toegezonden hadden. De gezant
hen. werdt heufchelyk bejegend. Hyhadt, daarbe-
nevens, heimelyken last, om de Staaten in te
wikkelen, in eene onderneeming tegen Saän-
v je: waarin, ter oorzaake van'tBeftand, niet
kon getreden worden (i). Doch, op den vier-
entwintigften van Wintermaand des volgen-
den jaars, werdt 'er een Verbond van Vriend-
fchap en Koophandel tusfehen den Koning van
Marokko en de Vereenigde Staaten geflooten
(k). Men heeft hem, eenige jaaren laater,we-
derom , met een Oorlogsfchip, onderfteund (£)..
Oostindi- Uit Qostindie , kwamen , dit jaar , vier
fche ty- fcheepen t'huis, rykelyk met Peper, Nage-
diügen, jen ? booten en Foelie belaaden. Zy bragten
ty-
Cg~) Muteren XXXI. Hoek, ƒ. 581, 530.
(*■) Relül. Hol). 19 Febr. irtog. l/l. 45.
( O Muteren X*Xu l:iek, f. 585, 58Ö.
(k'j Zie Groot-Piakaatli. II. Heel, kol. 226" W GIETERE»
XXXII. Hoek , f. <5iB verf,
(/.) Baudart. Mcuior. VUL iluck, il. 6a.
-ocr page 9-
XXXVII. Boek. HISTORIE. 7 *
tyding , dat de onzen zig van een der Mo- 1609.
lukfche Eilanden, Makjan genaamd, hadden-------
meester gemaakt. De Maatfehappy befloot,
hierop , wederom negen fchepen naar Indie
te zenden , die , voorzien met vrygeleide-
brieven van den Koning van Spanje en van
de Aartshertogen , de tyding van 't geiloo-
ten Beftand, derwaards, Honden te brengen..
Bieter Botk, aangefteld tot algemeenen Be-
velhebber in Indie , hadt het opperbewind
over deezeVloote, die, in't laatst van Louw-
maand des volgenden jaars, in zee ftak (nï).
In Grasmaand des jaars 1609, hadt de Maat- Henry
fchappy eenen Engelfchen Stuurman, Henry Hudfon
Hudfon genaamd, met een enkel fchip, uit- ^el^a!^
gezonden, om eene vaart naar China, door MarChi-
't Noordwesten , en niet door 't Noordoos- na door
ten, daar men ze te vooren gezogt hadt, op ''Noord-
te fpooren. Hy ontdekte, op omtrent een- wescen*
enzestig graaden , eene fchoone Rivier of
Baay, daarna, Hudfons Baay genaamd. Voorts,.
keerde hy, in 't najaar, te rug; doch niet
naar Holland, maar naar Engeland, van-
waar men hem niet wilde laaten vertrekken,
om zynen meesteren verflag te doen (»). De
Engelfchen zonden hem, in 't jaar 16i 1,. an-
dermaal uit, op den zelfden togt; doch hy
kwam wederom t'huis , zonder de begeerde
doorvaart gevonden te hebben (<?),
De dood des Hertags van Kleeve en Gu- 11.
lik, van welke wy, in 't; voorgaande Boek Cf), Gefchil-
ge len over
(m ) Meteren XXXI. Roet,- fi 584, 591.                              de °P"
(») Min eren XXXl. Boek, f. 590 verf.
CO Meterün XXXII. ßoek,f.'625.
ip),lX.Ded,M.wS,
Ä 4
-ocr page 10-
8 VADERLANDSCHE XXXVIï.Boek.
ÏS09. gewaagd hebben, hadt het fluiten van 'I
-------Beftand wel niet können verhinderen ; doch
yoiging, wikkelde , eerlang , de Vereenigde Gewes-
i™ d| ten in nieuwe krygstoerustingen in , waar-
van IClee- van » ree<^s *n dit jaar , voorbereidfels ge-
ve en zien werden. De Vorftendommen des o-
Gulik. verleeden'' Hertc-gs, Gulik, Kleeve, Berg,
Mark en Ravenftein , rnogten , volgens de.
Huwelyksvoorwaarden , geflooten tusfchen
zynen Grootvader en Grootmoeder, Joan
van Kleeve
en Maria van Gulik, nimmer van-
een gefcheiden worden. De Hertog was nu,
zonder kinderen , overleeden. Zyne oudile
Zuster, zynde zynen Broeder ongehuwd ge-
Horven , was, in 't jaar 157'a , getrouwd
met Albrecht Fredrik■, Hertog van Pruisfen,
wien zy geene Zoonen; maar aileenlyk vier
Dogters gebaard hadt. Zelve waszy, reeds
voor haaren Broeder, overleeden. Haare
oudfteDogter was m&cJoanSigismond, Keur-
vorst van Brandenburg,. getrouwd, en dee-
ze vorderde , uit naam zyner Gemaalinne,
die in de plaatfe haarer Moeder kwam, de
gantfche nalaatenfchap des overleeden' Her-
togs. Eene tweede Zuster van deezen leefde
nog, en hadt Fiiips Lodewyk, Paltsgraaf van
Nieuwburg, tot haaren man. Haar oudfte
Zoon, Wolf"gang Willem, maakte, van we-
ge zyne Moeder , ook aanfpraak op ds
Kleeffehe nalaatenfchap. Twee andere Zus-
ters des Hertogs waren getrouwd met Joan-,
Hertog van Tweebrugge
, en Broeder des Palts-
graafs van Nieuwburg; en met Karel, Mark-
graave van
Burg.au, die beide ten minden een
deel der nalaatenfchap vorderden, doch, by
man-
-ocr page 11-
XXXVII. Boek. HISTORIE. 9
mangel van magt, hunnen eisch weinig kon- tfc'Q.
den doen gelden. De Vorften van Branden- ——
burg en Nieuwburg waren , reeds in Bloei-
maand , overeengekomen, dat zy zig , ge-
zamenlyk, in 't bezit der Landen , ftellen
zouden, en, binnen zekeren tyd, over der-
zelver verdeeling, minzaam, overeenkomen
(jf). De tegenwoordige Regeering zogt zig,
daartegen , te handhaaven in 't bewind,
tot dat 'er geregtelyke uitfpraak gefchied
zou zyn, over de nalaatenfchap; op een ge-
deelte van welke , behalve de genoemden,
nog andere Vorften aanfpraak maakten. Kei-
zer Rudolf begreep , dat hem de nalaaten-
fchap in handen gefteld moest worden , tot
dat elks regt onderzogt was. De Amptman
van Gulik maakte zig zelfs meester van dee-
ze Stad, uit den naam des Keizers. Doch De Stan-
de Koningen van Frankryk en Engeland, de ten ver-
Staaten der Vereenigde Gewesten en de Pro- k!aiar';n
teftantfche Vorften in Duitschland (f) begun- Branden-
ftigden 't Verdrag der Vorften van Bran burg en
denburg en Nieuwburg, beloovende, daar- Nieuw-
aan de hand te zullen houden (V). Ook wer- burS*
den deeze Vorften , eerlang, in de Kleef-
fche Landen, gehuldigd. De Aartshertogen
fchikten zig , daarentegen , om 's Keizers
oogmerken, te bevorderen : 't welk de Vor-
ften bezitters bewoog , eenigen onderftand
in Krygsbehoeften van de Vereenigde Staa- ,,
ten te verzoeken , die hun, op. den vieren-
twin-
Aitzf.ma T. heel, II. 24-, 254. Du Mont Corps Di-
plom.
Toni. V. P. 11. p, Iü3, i23.
• |r) Voiez Dü Moni Corps Diplom. Tom. V. P. II. p. 126.
is) Iielul. Holl. ii Fel;: April ïöio. bl. 2, 5, ja,
A'5
-ocr page 12-
io VADERLANDSCHE XXXVII. Boek.
^ 1609. twintigften van Wynmaand, beloofd werdt»
------- Het Huis van Saxen, insgelyks , regt voor-
wendende op de Kleeffche Landen,, zogt de
Vereenigde Staaten te beweegen , om zig,
met bet gefchil. over dezelven, niet te moei-
jen. Doch men fchroomde niet, den Saxi-
fchen Gemagtigden te antwoorden „ dat het
n belang der Vereenigde Ge weiten vorder-
n de, zorg te draagen, dat men goede na-
„ buuren kreeg, in de Kleeffche en Gulik-
„ fche Landen : waarom zy den Vorllen
„ van Brandenburg en Nieuvvburg reeds
„ hunne hulp hadden toegezeid." Onder-
tusfchen, zogt men zig, van wederzyde, in
de betwiste Landen te fterken. De Keizer-
fchen, onder den Aartshertog Leopold yam
Oostenryk
, hielden zig binnen Gulik. De
Paltsgraaf van Nieuwburg hadt Duuren inge-
nomen : waarna, de beide Vorflen de Plaat-
fen om Gulik , alomme , vervulden mes
Krygsvolk. Van tyd tot tyd, werdt 'er., met
wederzydsch nadeel, gevogten: 't welk, tot in
den Zomer des volgenden jaars, duurde (t).
m.
De verdeeldheid over de Leere der Godde-
Oor- ]yke befluiten en eenige anderepunten van den,
fprong Godsdienst, van welke wy reeds, in 't voorby-
fieeid-Cr' g'aan5 een en andermaal (u), gewaagd hebben,,
lieid over gaf, omtrent deezen tyd, aanleiding, tot verre-
den gaande oproerigheid, in eenige Steden: waar-
^oc'*". om wy agten, dat hier de regte plaats zal zyn r
denver-™ om den oorfprong der gefchillen, welken,
eenigde thans, in de'Vereenigde Gewesten, in zwang
Gewes- gingen, van de vroegfte tyden af, op te haaien,
ten.                                           "                       -             De,
(O Meteren XXXI. flnek, f. 598-603, XXM1I; BotkJ. 6.10».
) IX. Deel, U. 370, 406, 426.
-ocr page 13-
XXXVII. Boek. HISTORIE. 11
De Christenen der vier eerfte eeuwen, wel- ,<so5#
ker fchriften tot ons gekomen zyn, hebb.en
zig, over de punten, die thans in de Veree- Leer der
nigde Gewesten betwist werden , niet altoos oude ea
even klaar , noch op eenerlei wyze, uitge J^te-
drukt. In 't gemeen, fchynen zy egter, naar nen s onj.
het eenftemmig oordeel van fchrandere on- trem de
derzoekers der Kerkelyke oudheid , geleerd betwiste
te hebben w dat de mensch, fchoon begaafd Pumen»
„ met eenen vryen wil, om den Godsdienst
„ te omhelzen en aan te kleeven, nogtans,
,? de hulp en medewerking der Goddelyke
w genade, door welke hem de waarheid ge-
j, openbaard was , geduuriglyk , behoefde :
,, de kragt van welke genade, om den wil te
„ buigen en te beweegen, zy, zo wel als de
,, vermogens, die God den mensch geichon-
,, ken hadt, beurtswyze, naar de gelegenhe-
„ den, die 'er hun toe voorkwamen, hoog-
„ lyk , plagten te verhelfen («)." Int
naarfpooren van de oorzaak der zonde,
beweerde men , dat God dezelve , geens-
zins, kon werken; gelyk Irenéus aeedt,
voor 't einde der tweede eeuwe (j>). Om-
trent de Goddelyke Befluiten, fchreeven de
Griekfche Kerkvaders , en de Latynfchen,
voor Auguftyns tyd „ dat God zulken ten eeu-
j, wigen leeven voorfchikt hadt, welken hy
,5 hadt voorzien, dat deugdzaam leeven", of,
gelyk anderen fpraaken „ gelooven en vol-
„ harden zouden (w)." Doch in. den aan-
vang
( «) Vossius Hifi. Pelas. Libr. ITI. P. t. Thef l.p. i7?,.&r,qq>
The/. U p.
3. &feqq. P. II. Antith l.p s«'& feqq. libr. VU.
P- H. p. 733 & jeqq. GROTIl Hift. Libr. XVII. p. fel. J. l'.AS-
NAGE Hiflr- de l'Eglife, Turn I. Ihr. Xi. Ch. I Vl.p.r,,,\^3.
(_r) Vid? Eusee. Hill. Eccl. Libr. V. Cap. XX p. »/.037.
(jff) Fide Vossu Hiit. Pekg. Lifo: VU 'tfuf. VUl. p. 5oo..
-ocr page 14-
n VADERLANDSCHE XXXVIÏ. Boek.
1^09, vang der vyfde eeuwe, leerde Pelagius, een
<—■— Schotsch Monnik % dat een mensch, om
„ heilig te leeven en zalig te worden, Gods
„ genade niet behoefde ; maar dat men 't
j, een en 't ander 's menfchen vryen wil hadt
■ -1" 5j toe te fchryven ; die , dagt hy, niet vry
w zou zyn, zo hy deeze uitwerkiels niet kon
5, te wege brengen." Doch, nader geperst,
erkende hy ook de werking der Godlyke ge-
nade; zig, zo men meent, niet altoos, even
klaar uitdrukkende (x). Auguftyn kantte zig
tegen deeze Leer, beweerende v dat bekee-
w ring en volharding niet van 's menfchen
„ vryen wil; maar van Gods volftrekt Be-?
„ fluit afhingen : ook , dat men 't aan dit
„ zelfde Befluit hadt toe te fchryven , dat
j, Gods genade den eenen niet, den anderen
j, immers aangeboóden werdt, en , in fom-
„ migen, geene , in anderen, volkomen'kragt
„ hadt (y)" Sommigen hebben, federt, ge-
oordeeld , dat de Kerkvader, door de hitte
van het twisten, verrukt, eene nieuwe Leer
in de Kerke heeft ingevoerd; doch anderen
meenen, dat hy, alleenlyk, nader verklaard
en ontvouwd heeft, 't gene veelen , reeds
voor hem , geloofd j doch zo duidelyk niet
geleerd h
         (z). In 't Westen-, hadt Au-
guftyn veele navolgers. Doch in 't Oosten,
behieldt men de fpreekwyzen , die , reeds
voor Pelagius tyd , waren aangenomen ge-
weest. Te Marfeille , waren 'er ook eeni-
gen , die met Pelagius de noodzaaklykheid
der
O) VossiVisLibr. IU.P. IT. Tfyf, l.p.ag\. T/ief.W.p. 308.
(y) VoSsiüS Lilir. Vi. ThcC Kip 571.
(zj Grotii Hift. Lihr. XViU p. 551. Tiuoland. Kat.
Gcf'tk. tl. 9, 17.
-ocr page 15-
XXXVÏt Boek. HISTORIE. 13
der voorkomende genade verwierpen, fchoon 1609.
%y de medewerkende voor noodig hielden» ———
Zy kreegen , hierom , den naam vari halve
Pelagiaanen. De Monnik Godefchalk, in de ne-
gende eeuwe, nog verder, zo men toen meen-
de , gaande dan Augustyn, leerde „ dat God
„ niet wilde, dat eenige anderen tot kennis
& der waarheid kwamen en zalig werden ,
j, dan die hy uitverkooren hadt; dat Chris-
?? tus, voor deezen alleen, geftorven was, en
5, dat de overigen, fchoon gedoopt, nimmer
„ van den algemeenen hoop der verdoem-
„ den waren afgezonderd geweest." Doch
deeze Leer fmaakte toen zo weinig, dat zy*
in verfcheiden' Kerkvergaderingen, veroor-
deeld werdt (a). In laater'tyd, twistten de
Franciskaanen en Dominikaanen, over den
zin van Augustyns gevoelen ; welk de laat-
ften begreepen $ meer toe te eigenen aan
Gods volftrekt befluit, min aan 'smenfchen
vryen wil, dan de eerften konden verftaan*
De jezuiten zelven , arbeidende om deezen
knoop te ontwarren, fcheenen veelen te ver-
re af te wyken van Augustyns Leere, en lie-
pen gevaar van , deswege , veroordeeld te
worden, te Rome: 't welk zy niet dan met
moeite ontgingen. In de Kerkvergadering
van Trente, werdt de Leer van Gods Voor-
fchikking en Befluiten, en van de zekerheid
der zaligheid, die 'er van afhing, op zulk
eene wyze, beflist, dat beide de partyen, in
de Roomfche Kerke, meenden, hun byzon-
der gevoelen , daarby, begunftigd te vin-
den (&). Luther , midlerwyl, zynde opge-
ftaan,
(V) Voss tus Vér. VII. p, IV. p, ??6.
CO Flu Paolo Hill, du Conc. de Trente LiVr. II. 0.419«
-ocr page 16-
ï4 VADERLANDSCHE XXXVII.Boek.
Mop. ftaan, uit een Klooster van Augustynen ,
------- hieldt zig aan Augustyns gevoelen en fpreek-
wyzen ; doch hy verwierp den naam van
vryen wil, dien Augustyn nog behouden
hadt, en fchreef een Boek van den Slaaf-
fchen
of Knegtelyken Wille. Erasmus hadt,
reeds te vooren , tegen Luthers gevoelen
gefchreeven, en deedt het nu andermaal.
Melaüchton , Luthers medehelper , werdt ,
door Erasmus redenen, in zo verre , over-
tuigd, dat hy , zo fommigen willen , Lu-
ther zelven, of, gelyk vaster gaat, de Lii-
therfchen, bewoog, om afftand te doen van
eene Leer, die ftelde, dat Gods Befluiten.
volftrekt, of zonder voorwaarden, gemaakt
werden (V). Zy gebruikten egter het woord
vryen -wil niet; fchoon zy de zaak, die 'er
door betekend werdt, genoegzaam fcheenen
te erkennen. Maar Kalvyn, de voorganger
van het ander deel der Protestanten, hieldt zig
aan Luthers eerfte woorden, daarby kerende,
't welk, zo men wil (V), Augustyn zelf niet ge-
daan hadt „ dat het waar geloof nooit geheel-
„ lyk verlooren kon worden." Sommigen zy-
ner navolgeren, gelyk Beza, te Geneve, en
Zanchius, Urfmus en Piscator, in Duitschland,
drukten zig, fomtyds, op zulk eene wyze, uit,
dat zy, naar fommiger oordeel, de noodzaak-
lykheid om te zondigen aan Gode, als eerfte
oorzaak, fcheenen toe te fchryven; hoewel zy
hem, nimmer, de oorzaak der zonde noemden.
Ook dagten anderen, dat men hunnen woor-
den eenen bekwaamen en Schriftuurlyken
zin
(O Brandt Reform. I. Deel, hl. 98, 09.
{dj Vossius Libr. VI. T/ief. XII. p, 58Ó.
-ocr page 17-
XXXVII. Boek. HISTORIE. 15
zin geeven kon (i). Ondertusfchen, kwamen 1609.
zulke fpreekwyzen den Lutherfchen zo aan-
ftootelyk voor, dat zulks de verwydering o-
ver de Leer des Avondmaals, tusfchen hen en
die van Kalvyns gevoelen ontftaan, nog groo-
ter maakte. In de Vereenigde Gewesten, kreeg met naa.
Kalvyns Leer, van Geneve, en uit Frankryk, me in de
in Walsch Vlaanderen., en, daarna, ook uit de Veree-
Palts en 't Graaffchap Nasfau, herwaardsnigdeGG"
1 , j             1                   u        1 • westen,
overgebragt, den meesten opgang: hoewel zig
in de Hervormde Kerken, 'van tyd tot tyd,
ook eenigen opdeeden, die, met Melanchton,
een Godlyk Befluit en Voorfchikking onder
voorwaarde leerden. Zodanigen waren Ana-
flafitis Veluanus, inOelderland; Gellius Sneca-
»«*, in Friesland; Huibrecht Duif huis, te U-
trecht; Joannes Holmannus, Element Maarts-
zoon en Herman Herberts, in Holland. Doch
de andere party, verre de fterkfte zynde in
getal, begon, federt eenigen tyd, zulken,
die Melanchtons gevoelen leerden , uit de
Kerkelyke dienften, te houden, 't Was, nog- Twi?t
tans, Jakobus Arminius van Oudewater, Pre tusfchen
dikant te Amfterdam, die dit gevoelen voor- Gomarus
ftondt, in den jaare 1603, gelukt, tot Hoog- „"ufrmi"
leeraar der Godgeleerdheid, in 's Lands Hoo-
ge Schoole, te Leiden, beroepen te worden
(V). Doch deeze raakte, hier, haast, in ge- Wat Go-
fchil met Frandscus Gomarus, insgelyks Hoog- marus
leeraar der Godgeleerdheid, op dezelfde Hoo-
ge Schoole. Gomarus leerde, overeenkom-
fiig met Kalvyns gevoelen ;) dat, door een
„ eeuwig Godlyk befluit, vastgefteld was
„ wie
(<T) Protocpl van Leeuwaarden, II. 3.17, 339, 340, 352,
354» 355. 356, 361, 362.                               .......
{■* } C. ISranth Vit. Arrainii. p. 190.
-ocr page 18-
i6* VADERLANDS CHE XXXVII.Boèk.
i5op. ,j wie uit de menfchen zalig, wie verdoemd
■-------n zouden worden. Dat, volgens dit befluit,
„ eenigen tot het geloove en de godvrug-
„ tigheid getrokken, én, getrokken zynde,
„ voor afvallen, bewaard werden. Dat God
„ alle de anderen , in de gerneene verdor-
5, venheid der menfcheïyke natuure en in
n hunne eigene misdaaden, leggen liet (ƒ)."
en Armi- Arminius begreep, in tegendeel ., dat God,
«jus n van eeuwigheid, dit onderfcheid, tusfchen
leerden ? ^ 't gevaiien menfchelyk geflagt, gemaakt
n hadt, dat hy zulken, die van hunne zon-
j, den afftaan, en hun betrouwen op Chris-
„ tus ftellen zouden, hunne misdaaden ver-
„ geeven, en het eeuwige leeven fchenken;
„ doch zulken , die onboetvaardig bleeven,
5, ftraffen zou. Dat het, wyders , Gode
„ aangenaam ware, dat alle menfchen zig
,, bekeerden, en, tot kennisfe der waarheid
„ gekomen zynde , daarby bleeven ; doch
Wat zy 55 dat hy niemant dwong (g)," Voorts, leide
e'krmde- hy Gomarus te last „ dat deeze de oorzaa-
rencelasc„ ken der zonde Gode toefchreef, en, door
lei en. ^ ->t inrcherpen van een noodlot, de gemoe-
„ den der menfchen verhardde." Gomarus
befchuldigde , daarentegen , Arminius J? dat
5, hy, door zyne Leer , den mensch veel
,j opgeblaazener maakte, dan de Roomsch-
?, gezinden , door de hunne ; niet gedoo-
,j gende , dat rnen Gode alleen de eer gave
,, van 't gene , daar 't meest op aankwam,
5, te weeten , een welgezind gemoed (A)."
't Verfchil der twee Hooglecraaren, die bei-
de
(f) Ptde Gomaüi Opera P. J. p j^iS.P.lU p. 27, 277,38»
(g-j Vi e AniniNri Or^ra p. 583, 2U8, 389, 943.
(ji) Orotii Uift. I.ibr. XYIU j". 55».
-ocr page 19-
XXXVlI.BoÊK. HISTORIE. Ij
de voor mannen van uitfteekende weeten- «feg,
fchap gehouden werden, maakte indruk op - tt*
da jeugd,, die aan hun onderwys was toe-
vertrouwd , en eerlang werden de Predi-
kanten ook, meer dan te vooren, betrokken
in de partyfchap.
Nieuwe aanleiding tot twisten gaven , ten Verfehl!
zelfden tyde , de Heidelbergfche Catechis over de
mus, die in de Nederlanden ingevoerd was; B.ely<le-
en de Geloofsbelydenis der Hervormde Ker- Cate_
ken , die , in den aanvang der Nederland- chismns;
               j
fche Beroerten, was opgefteld. De meesten
merkten deeze twee fchriften aan, als For-
mulieren van eenigheid, zynde de Belydenis
daar voor, al vroeg, in verfcheidens Sinoden,
erkend, en door veele Predikanten onderte-
                           j
kend. Zy nu, die 't met Gomarus hielden,
beweerden, dat Arminius van deeze Formu?
lieren afweek. Hy en de zynen verftonden,
daarentegen, dat beide de gevoelens, niet al
te wel, met de Formulieren overeen gebragt
konden worden, en dat het, hierom, dienftig
was, dat men deeze Formulieren nader over-
zage. De algemeene Staaten, na lang aanhou"
den der Predikanten, eindelyk, in de Lente
des jaars itfcö, bewilligd hebbende, in 't hou-
den van eene Nationaale Sinode (g), dat is,
eene Vergadering der Kerken, uit alle de zee-
ven Gewesten, hadden 'er, nogtans , deeze
voorwaarde bygevoegd, dat de Belydenis en
Catechismus, in deeze Sinode, zouden over-
zien worden Qi). Doch Gomarus en de zy-
sien hielden ö" dat het vorderen deezer voo^-
wajtr-
f|) Refol. Holi. i Way ,fl„?, j/, ,„,
V') Baoïiarts Mem. I. Stik, lil- <>
A. De eb.                   B
-ocr page 20-
$8 VADERLANDSCHE XXXVII.Boek;
Hop. „ waarde bewerkt was , door hunne par-
— „ tyen, als wilde men, hiermede, den dry-
„ veren van nieuwigheden de leus geeven,
„ waarnaar zy, in de Sinode, hadden tehan-
j, delen. Ook oordeelden ze , dat men de
n banden van overeenftemming niet ligte-
„ lyk breeken of flaaken, maar veeleer vas-
„ ter toehaalen moest, en niemant tot den
. „ Kerkendienst vorderen, dan die de twee
n gemelde fchriften ondertekend hadt."
Maar de aanhangers van Arminius verfton-
den n dat het vryftondt, te twyfelen aan
M menfchelyke fchriften. Dat eene zaak van
5, zo veel gewigts, als was het inftelkn van
,, Formulieren van eenigheid, in de eerfte
w tyden der Hervorminge , niet behoorlyk
w hadt können gefchieden ; noch ook daar-
5, na, toen de Regeering, met den oorlog,
j, de handen vol werks hadt. Dat het, ein-
5, delyk, veel beter met de Christenheid ge-
v fteld zyn zou , zo men geheel geene, of
,, flegts korte Formulieren gebruikte." Van
deezen kant, kwam , in 't jaar 1607 , te
Gouda, een Boekje in 't licht, Korte Onder-
wyzing der Kinderen in de Christelyke Re-
ligie
, geheeten: waarin, alleenlyk weinige ge-
loofsftukken, vervat in woorden der Heili-
ge Schrift, werden voorgeilreld (/). Doch
dit werk werdt, openlyk, veroordeeld, door
Gomarus aanhang, die beweerde „ dat 'er
„ geen gevoelen zo gruwelyk was , welk
n men, met zulke woorden, niet zou kon-
5, nen bewimpelen. Dat zulk eene eenvou-
jj digheid voegde aan de eerfte tyden des
„ Clixis-
CO Brandt, II. Did, tl. 37.
-ocr page 21-
XXXVII. Boek. HISTORIE. 19
ft Christendoms, toen de fchadelyke leerin- i6ó$i
ft
gen nog onbekend waren, en men, hier- e——
„ om, geene hulpmiddelen, tegen dezelven,
ft behoefde in 't werk te ftellen. Doch, na
ft dat elke eeuw nieuwe doolingen gebaard
ft hadt , was men genoodzaakt geweest *
ft fpreekwyzen uit te vinden , om de afge-
ft dwaalden, uit hunne fehuilhoèken , té
ft trekken." De aanhang van Gomarus item-
de dus tegen het herzien van Belydenis en
Catechismus; waarop de anderen gezet wa-
ren : noemende deeze dienstbaarheid , 't ge-
ne , by de eerften, vrede heette j die, daar-
entegen , verwarring noemden , 't gene by
hunne partyen met den naam van redelyke
vryheid vereerd werdt (£). De verdeeldheid Gomarus
dus veld winnende, beilooten de Staaten van en Armi-
Holland, op 't verzoek van Arminius (/), nms.
Gomarus en hem , voor den Hoogen Raad voor <jen
te doen hooren (?k). Dit gefchiedde, in Win- Hoogen
termaand des jaars 1608 (»). Doch na eenen Raad.ge-
hngen redenftryd, vonden de Staaten raad- h0o*d*
zaam, den Hooglèeraaren te beveelen iy het
ft verhandelde ftil te houden, de onderlinge
ft vrede te bewaaren j en niets te leeren,
ft ftrydig mét de Schriftuur , Belydenis en
ft Catechismus ; midlerwyl aivvagtende, dat
„ de gefchillen, in eene Nationaale, of bleef
ft deeze te lang ägter , in eene Provinciaalé
ft Sinode, beilegt werden." Evenwel zweeg
men niet, na dït geiprek. De beide gevoe-
lens
f*0 OROTti Itifh I,\br. XVII. p. 553.
(. I ) Renil. Hall; 30 April 1608. il. 85.
f m~) Rsfat. Holl. 26 Januar^' en verv. iöc8. il. 50.
(n !_R«fqi. Holl, 12 liscemb. löc». il. 2. C. Buanï« Viti
/)r«>JBii. p. 352, 359.
B 2
-ocr page 22-
Qö VADERLANDSCHE XXXVÏI.Boek.
i«o(> lens drongen, meer en meer, door. DePre-
=-------dikanten waren, voor 't grootile gedeelte,
in 't gevoelen van Gomarus. Doch de mees-
te Wethouders hielden 't met Arminius ,
wiens Leer gemakkelyker te bevatten fcheen.
Hun ver- ^olc ontft°ndt 'er, eerlang, nog een ander
fchii, o- gefchil, waarby de Wethouders nader be-
ver'tue- lang hadden, en 't welk hen meer genegen
zng der maakte, tot die van Arminius gevoelen wa-
iieüTin ren : want deezen fchreeven der burgerlyke
't Keike- Overheid het regt toe, om over Kerkelyke
lyke. zaaleen, te oordeelen : daar Gomarus en de
zynen beweerden , dat Kerkelyke zaaken,
in Kerkelyke Vergaderingen , behoorden
verhandeld te worden. Hierover, werden,
naderhand, zo wel als over de andere pun-
ten , verfcheiden' fchriften gewisfeld (o).
Ondertusfchen, werden Gomarus en Armi-
nius , ieder verzeld van vier Predikanten,
in Oogstmaand des jaars 1609, nog eens ge-
hoord , in de Vergadering der Staaten van
Arminius Holland (j>). Arminius, die lang gekwynd
fterlt- hadt, overleedt, kort hierna, verklaarende,
in zyn uiterfte, 'niets geleerd te hebben, dan
't gene hy, na ernftig onderzoek, hieldt o-
vereenkomftig te zyn met de H. Schrift, en
te ftrekken , tot vereeniging der Protestan-
ten (#). Men beriep, in zyne plaats, Con-
radus Vorßius
, die, by veelen, gehouden werdt,
Hellingen te leeren . nog veel meer van de
gemeene Leer der Hervormde Kerken dee-
zer
'o) Grotii Hill Litr. XVII. p. 553. Van den Sande V.
Back, li.'. 50.
(p ) Rcfbl. Hol). 12 Mig. en verv. '6cq. tl. 194, 195, 197,
i'ß. soi, ao2,-2o3 . 205,507, 208. Uka:>DT II, lieel, W.97.
ClJ C. IlitArmi Vit. Armin, p. 431.
-ocr page 23-
XXXVII. Boek. HISTORIE. 21
zer Landen verfchülende, dan die van Ar- 1609.
minins (>)•                                                  ------
De verdeeldheid , midlerwyl, wortel ge- IV.
fchooten hebbende, borst, eerlang, uit, tot ^e™^
openbaare beroerte., De Klasfis van Alkmaar maar>"
hadt beflooten , haare Leden , by onderte-
kening , te doen verklaaren, dat zy de Be-
lydenis en Catechismus, in allen deele, hiel-
den overeen te komen, met de Sehriftuure ;
en vyf Predikanten , die deeze onderteke-
ning geweigerd hadden, in hunnen dienst-ge-
fehorst. Tegen Adolf Venator, Predikant te
Alkmaar , en één van de vyf, waren ook
andere befchuldigingen ingebragt, van wel-
ken by, egter, voor den Hoogen Raad, zui-
ver gefchouwen werdt. De Klasfis kreeg, fe-
dert, van de Staaten, die't vreemd vonden,
dat men, hier, op eigen gezag, eene nieur-
we ondertekening invoerde, bevel, om de
vyf Predikanten te herftellen. Doch zy maak-
te zwaarigheid , om dit bevel te gchoorzaa-
men. De Wethouderfchap van Alkmaar ont-
ving , hierop, aanfehryvens, om de Klasfis
te verpligten , tot onderwerping. Doch de
Predikanten van Amfterdam en anderen
werkten hiertegen aan : en alzo 'er, by de
jongfte verandering der Regeeringe , eeni-
gen in de Wet waren geraakt, waaraan de
Klasfis ruggeileun vondt , werdt de zaak,
ondanks het fchryven der Staaten, fleepende
gehouden (s). Tegen 't einde des jaars 1609,
moest de Wét wederom vernieuwd worden:
■wanneer de zaaken derwyze werden beleid,
dat
(O Uytenbooaert Kerk. Hill. IL <;j4.
iO UïïENiioGAiiRT Kerk. I)i(l..W. 454, 45S, 458-.162*
»3
-ocr page 24-
sa VADERLANDSCHE XXXVILBoe*.
tßbp. dat 'er luiden toe benoemd werden, die 't met
«-—— de Klasfis, en luiden, die 't met de klaagen^
de Predikanten hielden, 't Geviel, dat Prins
Maurits , die de verkiezing , naar gewoon-
te, doen moest, alleen luiden van de eerile
waaruit f00rt verkoos , die , op den vierentwintig-
£ee"|, "" ften van Wintermaand , beëedigd werden
woone (O- Hierop, ontftondt veel gemors onder
verando- een groot gedeelte der Gemeente, welk 't
ring der met Venator hieldt. Men riep, dat 'er ee-
rlmfe6" niSe Leden in de Vroedfchap waren ingc-
omftnat. drongen, daartoe niet bevoegd , als eikan-
deren te na in den bloede beftaande. Ook
werdt 'er gemompeld, dat de Wethouders
voorhadden, twee of drie vendels in de
Stad te laaten komen, tot verdrukking der
gemeente. De Hopluiden der Schutterye
gaven van dit misnoegen kennis aan de Re-
geering, en aan de Staaten van Holland, en
bragten , terftond, hunne vendels op de
been, die 't Stadhuis bezetteden («), en,
dag en nagt, de wagt hielden. Midlerwyl,
trokken 'er eenigen uit de Hopluiden naar
jgtq. den Haage, die, op den vyfden van Louw?
?--^—maand , met vier Gemagtigden van Prinfe
Maurits en Gekommitteerde Raaden (i), te
rug keerden. De Gemagtigden, na verfchei-
den' onderhandelingen , geene kans ziende
pm de Wethouders te bevredigen met de Ge-
meen-
CO UlTENBOGAEIlT, U 487.
f u) V/iN den Sande Ned. Hirt. V. Boek, bU f,7.
( 1 ) öeezen waren Rcinoud van Bredertde , Heer
ven Veenhuizen,
Prefident, Leonard de Voogd en Ram-
hout Hogerbeets,
Raadsheeren in den Hoogen Raa-
de , en Jonkheer Steven van der Q-oes, Neer va»
ÏVoordïi'yi,
Raadsheer in '( Hof.
-ocr page 25-
XXXVII. Boek. HISTORIE, ftg
meente, ontdoegen, uit last der Staaten, al-
le Wethouders en Vroedfchapperj van hun-
nen dienst, op den twee- entwintigften van
Sprokkelmaand , onder fchriftelyke verklaa-*
ring, dat zy, door dit ontflag, niet zouden
geagt worden, in hunnen goeden naam, ge-
kwetst te zyn , al werden fommigen niet
wederom op nieuws verkooren. Voorts,
werden, uit de ontflaagen' Vroedfchappen,
zes aarigefteld, die 't met de Klasfis gehou-
den hadden, en elf, die Venator waren toe-
gedaan: waarby tien nieuwen gevoegd wer-
den. De Vroedfchap deedt, daarna, eene
benoeming van een dubbel getal: waaruit de
Gemagtigden de verkiezing van Burgemees-
teren en Schepenen deeden : die ook, naar
den zin der goedgunneren van Venator* uit-
viel. Eenigen uit de ontflaagen'Vroedfchap-
pen waren, te vooren, naar den Haage ge-
reisd, om zig te verdedigen, en om te be-
werken, dat zy in 't bewind bleeven; doch
fommigen (y~) verhaalen, dat zy nergens ge-
hoor vonden, dan op ééne plaats, vermoe-
delyk by den Prinfè, alwaar hun egter te
verftaan gegeven werdt, dat het nog geert
tyd was, om hun dienst té doen. De nieu-
we Vroedfchap ftelde , vervolgens , eenen
nieuwen Kerkenraad aan, ontfloeg twee Pre-
dikanten van hunnen dienst, en deedt Ve-
nator ftilftaan (w); doch na eenig verloop,
zynen dienst wederom waarnemen , niet
zonder ongenoegen van eenigen uit de Ge-
meen-
O) Tiuglanb. Kerk. Gefcli. il. 507.
(w) Refol. Holl. 8 Febr. zdprttïfiio. hl. 6, 50,60,75»
*is, 126. TnifiLANu. Ketk. GefcWed. tl, 500-gia,
B 4.
-ocr page 26-
*4 VADERLANDSCHE XXXVILRoek;
i6to. meente , en van de Klasfen van Hoorn en,
«—•»— Enkhuizen , die den Alkmaarfchen Kerken-
raad voor wetteloos hielden. Doch de Staa-
ten van Holland keurden 't gedrag der te-
genwoordige Alkmaarfche Regeeringe goed
(V); waar na de hevigheid, aldaar, voor ee-,
nen tyd , bedaarde. Venator nogtans , in
't jaar 1617, een Boekje in 't licht gegeven
hebbende, welk men zeer onregtzinnig oor-
deelde, werdt van zynen dienst afgezet, er*
week, in 't volgende jaar, naar Frankryk»
daar hy overleeden is (y).
V.
         Te Leeuwaarden, was, omtrent den zelf-!
Gewei- den tyd, diergelyke beweeging ontltaan :
digeop- Qi^er welker oorzaken ook, naar alle waar-s
I°eeeu-te fchynlykheid , de verfchillen over de Leer©
waarden, te tellen zyn, hoewel zulks, onzes weetens »
nergens, klaarlyk, aangetekend is. Eenigcn,
uit de gezwooren' Gemeente waren, op 't
einde van 't voorleeden jaar, klagtig geval-
len aan de Gedeputeerde Staaten, en aan den
Hove van Friesland, over de Wethouder-
fchap (2), onder anderen, aanwyzende, dat
zy zekere voordeden naar zig ilreek, die in
de Stads Kas behoorden te komen, 't Gefchil
werdt, kort hierop, bygelegd. De Wethou-
derfchap deedc gewillig afitand van de ge-
nooten' voordeden, 't Misnoegen duurde
egter, onder't volk. Men riep., dac.de-Wd>
houders, door onbehoorlyke middelen, in.de}
Regeering bleeven. Op Nieuwjaarsdag ,
ftrerfden eenigen, ongewapend, naar 't;
/ Raadhuis , fmeeten de glazen in, braken
> * des
(x~) Hranut II. Ded, bt. 112, H3ï IH'
l:y) Zie Bran&t li. Deel', hl. S2Ï!-S3i)i
lx) WiwïJAWï Chron. XX. $m\, l/l 8jjï", 89^«
-ocr page 27-
XXXVII. Boek. HISTORIE. 25
de Raadkamer op, en dreeven de Wethou-. i6(e,.
deifchap , bezig met het doen der Jaarlyk- -------
fche verkiezinge, naar buiten (a). De Gil-
den , hierop byeengekomen zynde, bragten
de Gemeente in de wapenen, en traden toen.
zelven ;tot de aanftelling eener nieuwe Wet-
houderfchap, die, voor deeze reize, en om
meerder zwaarigheden te voorkomen, in da
Regeering, bevestigd werdt. Doch op 't ein-
de deezes jaars , vermaande Graaf Willem
Lodewyk , Stadhouder van Friesland ,' den
Gedeputeerden Staaten „ zorg te draagen
,5 voor diergelyke moeilykheid, de ontilaa-
5, gen' Wethouders te vrede te ftellen, en,
„ voor alle dingen, te verhinderen, dat 'er
„ geene Spaanschgezinden , Papisten , om-
„ gekogten en andere- vyanden van den Staat
„ in 't bewind raakten (^)." Met welke naa-
men , by veelen, ten deezen tyde, zulken
betekend werden, die 't gevoelen vanArmi-
nius waren toegedaan, 't Leedt egter nog
eerüge jaaren , eer 'er , te Leeuwaarden,
nieuwe verandering kwam in de Regeeringe.
In Louwmaand deezes jaars , was , te U- VI.
trecht, ook merkelyke beroerte ontftaan , beroerte
niet zonder dat 'er zig iet ICerkelyks onder '{^"t
mengde. De gelegenheid hiertoe moet, van verwekt
wat hooger, opgehaald worden. By de ver- door
andering der Regeeringe te Utrecht, in den.^irk
jaare 1588 (V), was Burgemeester geworden g„nter'
Jonkheer Dirk Kanter,. die, van toen af, de
Gemeente van S. Jakobs Kerke, welker Leer-
aars
C«) Van ton Sande V. Hoek, II. 57. Mstf.i:. XXXfc
hoek, ƒ. 595 verf.
O) Winsemws C.hron. XX* flntk, hl. 8,04, 805, 896..
tO Zv V1U ütel, il. 501.
BS
-ocr page 28-
215 VADÉRLANDSCHE XXXVILBojex,
itjio. aars naast overeenkwamen met het gevoe-
~—-len, federt, door Arminius , voorgeftaanj
de hand boven 't hoofd gehouden, en, daar-
entegen, zyn best gedaan hadt, om de Pre-
dikanten van de Cotifißorie , gelyk men ze
noemde, ter Stad uit, te doen vertrekken.
Naderhand, afgegaan, in 't jaar 1593 (</),
was hy , door anderen , met of zonder re-
den, van'tBurgermeesterlykkusfen, en, door
den tyd, ook uit andere ampten van Regee-
ringe gehouden. Doch, zig niet konnende
gewennen aan een ampteloos leeven, zogt
hy, door 't 'verwekken van oproer onder de
Gemeente, zig wederom ter Regeeringe in
te dringen. Of hy, op 't ftuk van den Gods-
dienst , ondertusfchén, andere inzigten ge-
kreegen hadt, is twyfelagtig. Dit niet, dat
hy , van ibmmigen, naderhand , onder de
ègte Hervormden , gelyk men hen , die 't
met Gomarus hielden, noemde, geteld, eri
om het ongelukkig lot, welk hem, federt,
trof, zeer beklaagd is (V). De Gemeente
w"as nu; eenige jaaren herwaards, misnoegd
.geweest op de Regeering; zo, ter oorzaake
van de lasten, die men haar opgelegd hadt,
• •'als, om dat men haar diets hadt gemaakt,
dat de Stads inkomfteri niet behoorlyk aan-
,,' - gelegd, en de Privilegien der Burgeren, in
Veele opzigten, verkort werden. Kanter roei-
•*- de hier ondet, zoekende ook de Roomsch-
gezinden aan zyne koorde te krygen, door
zig, terwyl men nog over 't Beftand handel-
de, te laaten verluiden „ dat men hun, die
» den
(<0'Lysc der ütfi Regeer, in 't Groot Utr. PLakaatl*. 1H.
Deel, hl. 176, 177.
CfJ Van ben Sande V. Jioekt il. 6».
-ocr page 29-
XXXVII. Boek. HISTORIE. 27
,? den oorlog hadden helpen voeren, eéne \6ix
?, openbaare Kerk behoorde toe te ftaan."-------
ïot medeftander hadt hy Henrik van Helsdin- Henrik
ge«,die ook Schepen en Raad geweest;doch, vanUcls-
iedert eenige jaaren, buiten bewind gehou- dingen,
den was (ƒ). En deezen twee bragten, ein-
delyk, in den aanvang deezes jaars, te Ave-
ge, dat eenige Schutters hunne Hopluideh
bewoogen, om, by de Regeering, aan te
dringen , op herftelling der Privilegien, 't
Gefchiedde. De Regeering ftelde uit, te ant-
woorden , tot op de wederkomst van den
eerften Burgemeester, Jonkhèerö''Jüstus van
Ryzenburg,
die in den Haage was., Doch dit
uitftel geviel der Gemeente niet. Men maak-
te haar diets, dat het gefchiedde, om, on-
der tusfchen, krygsvolk in de Stad te'bren-
gen, en eenigen 't hoofd voor de voeten te
leggen. Straks daarna, loopt men te wa-
pen , en maakt zig meester van de fleutels
der Poorten, die dag en nagt bewaakt wer-
den. Den Roomschgezinden werdt ingeboe-
zemd, dat men ook voorhadt, hun vryheM
van Godsdienst te bezorgen: waardoor %j
zig lieten beweegen, om, insgelyks, de wa-
penen op te vatten. Tien of elf Gèmagtig- Zy lie-
den der Burgerye, onder welken Kanter,-en, waleen
zo ik meen, ook Helsdingen wasdraden, den bering"
eenentwintigften van Louwmaand , naar 't in delta-
Stadhuis, met een Vertoog, waarby zy ver- geering.
zogten, dat de Regeering, terftond, afftand.
deedt van haare ampten, en der Gemeente,
by fchriftelyke AÏÏe, verlof gave, om, voor
dee.
(ƒ■) Ro'gcer. Lyst eti tuv. hl. 177.
-ocr page 30-
28 VADERLANDSCHE XXXVir.BoE*.
deeze reize, andere Wethouders te kiezen,
op dat dezelven, door Prinfe Maurits, ajs
Stadhouder, bevestigd mogten worden. Van
's Prinfen gezindheid hiertoe fcheenen zy
zig, metof zonder grond, verzekerd te hou-
den. De Magiftraat moest hun te wille zyn.
't Getal der Gemagtigdeii werdt, toen, met
zestien anderen, vermeerderd, die, met eik-
anderen , de keuze der nieuwe Regeeringe
doen zouden; fchoon veele Burgers ver-
klaarden, dat het hun niet zo zeer te doen
geweest was, om verandering in de Regee-
ring, als om herftelling der Privilegien en
affchnffing der Schattingen. De Gemagtig-
den ftemden, genoegzaam allen, eikande-
ren tot Regenten. Kanter en Helsdingen wer-
den Burgemeesters. De Prins bevestigde dee-
ze keuze; magtigende den Schout, om de
nieuwe Regenten te beëedigen, gelyk, op
den vierden van Sprokkelmaand, gefchied-
de (g). Midlerwyl, bleef de Stad nog vol
beweeging, vorderende de Gemeente af-
fchaffing van eenige lasten. Kanter en de
zynen, haar met de hoop hierop gevleid heb-
bende , moesten haar wel iet toegeeven.
Doch men eischte nog andere nieuwigheden.
't Volk, eens aan 't hollen gebragt, was niet
wederom tot ftilftand te krygen. Prins Mau-
rits zelf, federt in de Stad gekomen, fcheen
de Gemeente niet te können brengen, tot het
afleggen der wapenen. Zelfs begeerden eeni-
gen uit de Regeering (a)., den Prinfe,. naar
(S~) Regeer tyst nU hm ih 18'/.
(2) Te weeten Hugo Ruisd>, Raad in den Hove van
-ocr page 31-
XXXVII. Boek. HISTORIE. 29
't fchynt, grooter gezag willende doen gee- tg10,
ven, dat hy van den eed, aan de algemeene —1-----
Staaten en aan den Lande van Utrecht ge-
daan, zou ontflaagen worden. Den Prins
hierop vertrokken zynde, beflooten de al-
gemeene Staaten, Dagvaart, te Woerden,
te befchryven, alwaar de Staaten van U-
trecht, de nieuwe Regeering der Stad, en
de Burgery, afzonderlyk, gehoord werden.
De algemeene Staaten vorderden, hier,, dat
de gefchillen aan hun verbleeven werden;
waartoe de Staaten van 't gewest beflooten ;
doch de Regeering en Burgery van Utrecht
wilden 'er niet toe verftaan. De algemeene
Staaten vonden , hierop , geraaden, 't ge-
fchil te beflegten, met de wapenen. Graaf utrecftï
Henrik Fredrik, met eenig volk afgezonden wordt
zynde, kwam voor de Stad; daar men, in 't belegerd,
eerst, nog aan 'tfterkender wallen viel, als Gmve
hadt men voorgehad, een beleg te verduu- Henrik
ren. De Roomfche geestelyken zelven floe- Fredrik.
gen de hand aan de fpade. Doch men be-
dagt zig wel haast, en opende de poorten,
op den zesden van Grasmaand: na dat men
overeengekomen was j, dat 'er, voor den
„ gewoonlyken tyd, zynde den eerften van
J5 Wynmaand, ouden ftyl, aanftaande, gee-
n ne verandering in de Regeering gefchie-
n den zou; dat de vendels, onlangs aange-
# nomen, door de nieuwe Wethoüderfchap«
p zouden worden afgedankt; dat de Stad
j, agt vendels zou inneemen, boven de twee,
„die
Unecht, Anfeimm Salmius. S«h.epeu» en. Jakoi van
MeiwbHk
, Raad dei Stsi
-ocr page 32-
30 VaDËRLANDSCHE XXXVILBobk,
i^iTo. j5 die 'er, geduurende 't beleg, waren uit-
-——. „ getrokken, en dat de gereezen' gefchilleri
„ verbleeven zouden worden, aan de uit-
„ ipraak der Franfche en Engelfche Gezan-
n ten, der algemeene Staaten, en van Prin-
„ fe Maurits en den Raade van Staate." De
Stad, hierop, bezetting ingenomen hebben-
de , weigerde de Wethouderfchap, de Ac-
te van onderwerping te tekenen, die haar$
van wege den Raad van Staate, werdt voor-
gehouden. Ook fcheen zy, in andere opzig-
ten, niet aan de hand te willen gaan: waar-
om de algemeene Staaten, die nu de magt
in handen hadden, beflooten, de nieuwe Wet
De oude van den eed te ontflaan, en de oude te her-
il&gee- ftellen, gelyk, op eenen Brief van zyne
wordt Doorlugtigheid, door Graave Ernst van Nas-
herfteid, ^au en de Raaden van Staate, in 't begin
van Bloeimaand, gefchiedde (A). Elk, die
iet in te brengen hadt, tegen de herfteldei
Regeeringe, werdt, toen, voor den Raad
van Staate gedagvaard (i). Niemant verfcheen
hier dan Jonkheer Reinard van Aaswyn,
Heer van Brakel, benevens Kanter en Hels-
dingen, die vierenzeventig punten va'n be-
fchuldiging inleverden. Doch de Raad keur-
deze allen ongegrond, of van klein belang. $
en beval, hierop, aan elk een eeuwig ftil-
z-wygen (£). Voorts, werden 'er eenige
punten geregeld, die, te vooren, aan dö
uitfpraak der Raaden van Staate, verblee-
vea
fÄ} Regeer Lyst ais hoV- il- i8o<
. li\ (»root Utr. Plakaatb, I. Dode U- ?s8«
C*) Groot Uu-/Plakaatb; V. Otel, 61. 738*                  ... 5 .,
-ocr page 33-
XXXV&. Boek. HISTORIE. 31
ven waren (k). De Regeering vorderde ook ,£m
den Burgeren eenen nieuwen eed van ge- —1—-
trouwheid af, die, zelfs door Kanter en
Helsdingen, gedaan werdt {/). Men hoopte
dus da rust, eindelyk, herfteld te zullen zien.
Doch veelen bleeven nog al woelen, met het
houden van vergaderingen, en met het maa-
ken en ftrooijen van fchotfehriften, tegen
de Regeering. In Wintermaand, deedt men
onderzoek naar eenigen van decze luiden.
Sommigen, voorvlugtig zynde, werden, met
de klok, ingedaagd. Eindelyk, ontdekte men Samen-
eene fgeheele famenzweering, om den Kolo- zweering
nel Joan Ogk, Overrte der bezetting, te ™\Ve
vatten, het krygsvolk te overmeesteren, en, m« gé.
daarna, de Regeering, op nieuws, te ver- weid,
anderen: al't welk, gewapenderhand, ftondt wederom
te gefchieden. Ter oorzaake van deeze fa- te °"c"
menzweering, raakten elf Perfoonen in heg- van'tba-
tenis, en onder deezen Kanter en Helsdingen wina.
Qn). Vier van de elf beleeden „ dat zy zig,
„ tot het voorgemelde, meermaalen, by
,, eede, verbonden hadden; ook gezwooren,
„ dat hy des duivels eigen zyn zou, die den
n toeleg ontdekte." Deezen vier, te wee-
ten Jan Gerritszoon Klinket, Jan Ruifch,
Schoenmaaker, Gerrit Obyn, Postmeester, en
Andries Henrikszoen, Schoolmeester en Kos-
ter der S. Nikohas Kerke, werden ten zwaar-
de verweezen: doch Klinket, die 't geheim
des aanflags, goedwillig, bekend Radt, ver-
wierf
(k~) Ornot Utr. PlakantU. I. Deel, II. 190, 193.
f O Refol. IIoll. ij Febr. % Apr. iöio. lil. 0-12* Mr-
Mchen XXXI. Hoek, f, 595 verf. $(#.
                                    ' . ■
Cm) Kit ('e Stmeiiucn, gedrukt 11 ütfteltt, in 't'jaar i6*r. '
-ocr page 34-
32 VADERLANDSCHE XXXVII. Boek.
ï€ïo. wierf vergiffenis. De overigen drie kreegen,
nog op de Strafplaats, verzagting van von-
nis, en werden gebannen met verbeurd ver-
klaaring hunner goederen. De Koster% niet
dan de dood te gemoet ziende, beleedt, on-
gevergd, ten aanhooren van 't volk ^ dat
„ hy, zo de verandering gelukt was, cwee
„ Predikanten, Speenhoven en Taurimis, bei-
w de in de gevoelens van Arminias , met
w eigen' handen, van 't leeven beroofd zou
j, hebben." Helsdingen, in den Haage ge-
vat zynde, vervoegde zig met een fmeek-
fchrift aan den Prinfe, en werdt federt,
naar Utrecht gezonden. Kanteren hy, die
meer niet beleeden hadden, dan dat hun de
toeleg bekend was geweest, en dat men,
onder anderen, voorgehad hadt, hen beide
wederom Burgemeesters te maaken, wer-
den, in Bloeimaand des jaars 1611, insge-
lyks, gebannen Kanters goederen werden
geheel; die van Helsdingen, voor de helft,
verbeurd verklaard (n). Prins Maurits, als
Stadhouder, en de Staaten 's Lands van U-
trecht gaven, in Bloeimaand des jaars 1612,
een Plakaat uit, waarby aan elk verbooden
werdt, de ballingen of voorvlugtigen ter
oorzaake der jongfte^beroerte te herbergen,
ofte huizen (V): waarop, in Oogstmaand,
diergelyk Plakaat van de algemeene Staaten
volgde (p). Doch Kanter begaf zig, eerlang,
naar
(») Meteken XXXII. Hoek , f. 621. verf. Brandt Re-
form- II. Duel. hl. 156
                                                      /
(0) Groot Ut. Plakaatb. I. Deel, hl. 739.
lp) Groot-P akaatb. I. /hel, kol. 429. Rcfol. Holl. 4, j',
7, li Maart 1(111. OU 2-J.
-ocr page 35-
XXXVII. Boek. HISTORIE. 33
naar Leeuwaarden, en Helsdingen naar Am- iöi».
fterdam: in welke twee Steden, zy beide geftor- ——
ven zyn. Men getuigt, dat zy zig by de Ge-
reformeerden, federt ook Contraretnonflran-
ten
geheeten, gehouden hebben, en dat de
tegenwoordige Regeering van Utrecht den Re*
monfiranten
, gelyk die van Arminius gevoe-
len , naderhand , genoemd zyn , toegedaan
was (q).
Midlerwyl, befpeurden de Hollandfche Pre- VIL
dikanten, die Arminius Leer aanhingen, ende ?!iya.a
. „ . 7 ,                ,          , ö ,               Arminias
minfte in getal waren * dat zy t, op de mees- gevoelen
te plaatfen, haast te kwaad zouden krygen, leveren
wakkerende de verdeeldheid, dagelyfcs, aan, eens Re-
tot
zo verre, dat de Gemeente ook party koos, *a°^ntie
en geene Predikanten hooren wilde, dan die $,£ n de
van haaren fmaak waren. Zy kwamen, hier- Staaten
om, in Louwmaand, in ftilte, byeen, en be- van Ho1*
flooten, een Vertoog of Remonßrantie in te lan '
leveren, aan de Staaten van Holland, waarby
zy zig ontfchuldigden Van 't verwyt, welk hun
gedaan werdt, als of zy verandering zogten
in den Godsdienst, en twist en beroerten ver-
wekten. Voorts verklaarden zy hun gevoelen Verldaa-
in vyf punten, behelzende 1. ?J dat God van rinS hun*
„ eeuwigheid beilooten hadt, zulken , die, "ƒr
^e*~*
„ door zyne genade, in Jezus Christus geloo- Punt^aT
5, ven, en, in geloove. en gehoorzaamheid,
55 tot den einde toe j volharden zouden, te
» verkiezen ten eeuwigen leeven, en de onge-
55 loovigen en onbekeerden te verwerpen , ter
55 eeuwiger verdoemenisfe. s. Dat Christus
>, voor allen geltorven was; zo nogtans, dat
n nie-
(j) Van den Sande V. Boek, H.d'o.
X. Deel,                    C
-ocr page 36-
S4 VADERLANDSCHE XXXVII. Boek.
ißio. sj niemant, daadelyk, door zynen dood, vef-
..... jj zoend werdt, dan de geloovigen. 3. Dat
55 de mensch het zaligmakend geloof niet hadt
5? van zig zelven, noch uit zynen vryen wil;
ty maar dat hy, daartoe, Gods genade, in
» Christus, behoefde. 4. Dat deeze genade
$ 't begin, de voortgang en voltrekking van
#  'smenfchen zaligheid was£ dat 'er alle goe-
$} de daaden aan toegefchreeven moesten wor-
#  den; doch dat zy egter niet onwederftande-
?> lyk werkte. 5. Dat Gods genade den waa*
^ ren geloovigen genoegzaame kragt gaf, om
j) het booze te overwinnen; maar, of zy de
jj genade niet konden verliezen , zou nader
„ onderzogt moeten worden, eer zy 't, met
y, volle verzekerdheid, zouden durven lee-
ren-" Doch naderhand verklaarden zy zig
duidelyker, wegens dit vyfde punt * zeggende
„ dat een waar geloovige, door eigen' 1'chuld,
ij geheellyk van God afwyken, en het ge-
lïun ver- „ loof verliezen kon (r)" Voorts, baden
zoek. ze, „ dat hunne Edele Mogendheden, wien
„ zy het hoogfte gebied over kerkelyke en
,, weereldlyke zaaken toekenden , geliefden
„ te maaken, dat zy, in eene wettige en
w vrye Sinode, gehoord werden: of, kon dit
„ niet gevoeglyk gefchieden, dat men elkan-*
M deren, ondertusfchen, broederlyk verdroe-
„ ge, waartoe zy zig, van hunnen kant,
Zy ftry* » overboodig verklaarden CO'" Naar dee*
gen den ze Remonftrantie, werden de overleveraars
msm' van en arjen ^ie van hun gevoelen waren , fe-
iirantcfti                                                                                '
(V) ITanpfch'e Confer. il. $2$. TShaSdt ff. Öse.', ht. liH.
(s)
HaagfcN Confef. bl. l. Üvtenbog.»k(it, l/l. §2419*5*
-ocr page 37-
XXXVII. Boek. HISTORIE. 35
dert, Remönftranteti genaamd, gelykwy ze, leïé,
in 't vervolg, ook noemen zullen. DeStaa- ~ v ;..
ten van Holland beflooten, eerlang, by
meerderheid van ftemmen, den KJaslen aan
te fchryven n dat zy, tot nader' last, nie-
i} mant iet, boven de vyf punten, in de Re-
jj monftrantie ter neder geiteld, zouden ver-
jy gen te belyden, en, ondertüsfchen, ar-
g beiden, tot behoudenis der onderlinge eert-
j, dragt(^):" naar welk bevel, fommigeKlas-.
fen , met naame die van Leiden, verklaar-
den , zig niet te können voegen (v}.
Daarna, werdt 'er, in de Lente des vol- Vilt.
f enden jaars, ten overftaan en aanhoorcn Hnagfcne
er Staaten van Holland, een Gefprek ge^ Con.fe-
houden, over de vyf punten der Remonftran-
ten, tusfchén zes Predikanten van elke zyde:
welk gefprek, fédert, by den naam Van Haag-
[che Cóftferentie
, vermaard geworden is. De
Staaten, partyen gehoord hebbende, fchree-
ven geene van beide de overwinning toe 5
maar hielden dé vyf punten in den ftaat 4
waarin Zy, voor dè famenkomst, geweest wa-
ren, elk, alleenïyk, tot onderlinge vrede en
eendragt vermaanende i welke vermaaning
van beide de partyen, die eikanderen toisn
nog broeders noemden, zonder tegenfpraak, ,
aangenomen werdt (w>). Doch voor den aan- Vertoog
vang van 't gefprek, hadden de Hollandfehe xLStï
Predikanten , die Gömarus gevoelen naast die naast
wären , een Vertoog ingeleverd , tégen dat mei Go-
der maiüs
CO UytenbogAkrt, W..520. Tmgland. W.536.
Cvj UtiANHT li. Deel, bl. 132.
j (WJ Tiugland U. 544. Uytenboüaért bl, 534. Brandt
II. IteelyU. 159, 160. Mäteubn.JÜCXI. JJuek,/. 6113 vctfi
G 2
-ocr page 38-
§6 VADERLANDSCHE XXXVÏI.Boek.
i6ro. der Remonftranten; waarna zy, federt, den
-----— naam van Qontr ar emonßr anten kreegen. In dit
eens wa- Vertoog, verklaarden ze, dat, aangaande de
dert punten van gefchil, in hunne Kerken , zo
Contra* vee* hun bewust was, geleerd werde, i.n Dat
remon- v> God, uit het menfchelyk geflagt, welk,
ßramen. in en raer; Adam, in zonde gevallen was,
Hunne' " en §een meer vermogen hadt, om te gè-
Leer, o- » looven en zig te bekeeren, dan een doó-
ver de 5> de, om zig in 't leeven te herftellen; ee-
betwiste n rügen vEn eeuwigheid verkooren hadt, om
punten. ^ dezelven, door Christus, zalig fe maaken;
s> terwyl hy de overigen, door zyn regtvaar-
n dig oordeel, voorby ging, en in hunne
n zonden leggen liet. 2. Dat kinderen van
» geloovige ouders , zo wel als yolwasfen'
j5 geloovigen , voor uitverkoornen te hou-
n den waren, zo lang zy, met der daad, het
„ tegendeel niet beweezen. 3. Dat God, in
55 zyne Verkiezing, niet op het geloof en de
j, bekeering der uitverkoornen gezien; maar,
M in tegendeel, in zynen eeuwigen en on-
5, veranderlyken raad , beflooten hadt, den
„ uitverkoornen het geloof en de volftandig-
j, heid te geeven, en hen zo zalig te maa-
„ ken, 4. Dat Hy hun, ten dien einde, voor-
„ eerst, gefchonken hadt zynen eenigge-
5, booren' Zoon , wiens lyden , fchoon ge-
„ noegzaam, tot betaaling voor aller men-
„ fchen zonden, egter, naar Gods. befluit,
' 5, alleen den uitverkoornen tot' verzoening
„ ftrekte. 5. Dat God hun, voorts, het E-
„ vangelie liet prediken , het zelve , door
w den Hailigen Geest, van kragt maakende,
w op hunne gemoeden; zo dat zy niet flegts
„ver-
-ocr page 39-
XXXVILBoEK. HISTORIE. 37
» vermogen kreegen, om zig te bekeeren en itfj»,
,3 te gelooven; maar ook, daadelyk en ge-------->
,, williglyk, zig bekeerden en geloofden.
?3 6. Dat zulke uitverkoornen , door dezelf-
w de Kragt des Heiligen Geests, door welke
f, zy eens bekeerd en geloovig geworden
$3 waren, zonder eenig hun toedoen, derJ
„ wyze bewaard werden , dat zy wel uit
33 zwakheid in zwaare zonden vallen ; doch
33 het waar geloof nimmer, geheellyk en
3, voor altoos , verliezen konden. 7. Dat
33 waare geloovigen , hieruit, egter geene
33 oorzaak namen, tot vleefchelyke gerustv
33 heid, zynde het onmogelyk, dat zy, die
33 Christus ,. door' een waaragtig geloove ,
33 waren ingeplant, geene vrugten der dank-
53 baarheid zouden voortbrengen, enftrek-
3, kende de beloften van Goddelyken byftand
3, en de vermaaningen der Schrift, om hen
3, hunne zaligheid te doen werken, in vree-
3, zen en beeven, en te ernftiger de hulp te
33 doen begeeren van dien Geest, zonder welr
„ ken zy niets vermogten (V)." Voorts, floe- Hun
gen ze, als middelen tot wegneeming der ge- voorflag,
fchillen , voor, het houden van eene Na- toteg"
tionaale Sinode, of het zenden der weder- ^ ' *
zydfche punten aan de Buitenlandfche Hoo- fthiiieo.
ge Schooien, met belofte van zig derzelver
uitfpraak te zullen onderwerpen. De Re-
nionftrantie en Contraremonftrantie werden,
door de Staaten, aan de Edelen en Steden ge-
zonden, om zig, daarop, te beraaden Q/).
Doch
(xj Twcland. il, 54s-55i.
O-; Brandt ü. Val,bt. 163.
C3
-ocr page 40-
38 VADERLANDSCHE XXXVII. Bob«.
i<5io. Doch eer wy 't gevolg hiervan verhaaien ,
•r—— eisc'ht de orde der Hiftorie;, dat wy tpt de
weereldlyke zaaken, en 't gebeurde, iq den
jaare 1610, te rug keeren.
IX.
         De gewigtige verandering, in BJoeünaand
Gezant- deezes jaars , in Frankryk , voorgevallen ,
fchap jj^ merkelyken invloed op de zaaken van
Fmk- Europa, en van de Vereeriigde Gewesten in
ryk. 't byzonder. Wy hebben reeds, in 't voor-!
bygaan (z), gemeld, dat Koning Henrik zig
de zaaken van Kleeve en Gülik, ernrtelyk,
aantrok, eq voorhadt, het Verdrag der Vor?
ften bezitteren te handhaaven, In Leuter
maand deezes jaars, hadden de Staaten eeij
buitengewoon Gezantfchap naar Frankryk;
gezonden, welk door Walraven, Heer van
Brederode, Kornetis van der Myle. en Jakob
van Maldere bekleed werdt. Het was met
veel eerbewyzing ontvangen, en, óp den
tweeentwintigften van. Grasmaand , ter ge-
hoor ingeleid by den Koning, die den Staa-
ten verzekerde, dat hy de zaak van Kleeve
en Gulik ernftig ter hand neemen zou; doch
verwagtte, van hunnen kant, behoorlyk, te
worden bygefhan. Midlerwyl, hadden 4e
Staaten hem doen verzoeken, dat. hy de
Franfche troepen in hunnen dienst , voor
* Petits eenen tyd, betaalen wilde; waarover hy een
uvari- weinig misnoegd fcheen, de Staaten noe-
eieux. mende * kleine gierigaarts, en hun verzoek f een
tci'mou'* klän bcwys van ondankbaarheid:
daarby voe-
gnage' gende n dat het Leger, welk hy reeds op
tllngra- Ä de been gebragt hadt, en naar Duitsch-
<***•
                                                            ?5land
(a) Hief vnor, W. «?«
-ocr page 41-
XXXVII. Boek. HISTORIE. 39
,5 land zenden wilde , hem , maandelyks , 16m
„ op vierhonderdduizend Kroonen te itaan------
,5 kwam: om welke kosten te voldoen, de
„■ fchatten van Frankryk , jspanje , Vene-
„ tie en deezen Staat niet groot genoeg zou-
,, den bevonden worden." Voorts, hadt hy
te verftaan gegeven , dat hy gaarne eene
nadere verbindtenis tegen Spanje , met de
Staaten, zyne beste vrienden, zou aangaan;
waartoe, zeide hy, nu nog gelegenheid was;
die 'er niet zou zyn , als hy, die vast oud
werdt, eens uit de tyd wezen zou. Doch
de Gezanten, niet gelast tot het fluiten van
eenige nadere verbindtenis, namen hun af-
fcheid, op den zesden van Bloeimaand (V).
'sKonings Leger, welk op de grenzen by?
een trok, zou , nogtans, zo men meende,
voornaamlyk , dienen , om eenen inval in
de Spaanfche Nederlanden te doen. De
Aartshertogen vatteden , terftond , arg-
waan op over de toerustingen in Frankryk»
welken zy hielden, tegen hen gerigt te zyn
(b~). Ook hadt Henrik de IV. openlyk mis-
noegen tegen hen getoond, doordien zy den
Prins van Condé , in Slagtmaand des jaars,
1608, met zyne Gemaalin, op welke de Ko-
ning verliefd was, uit Frankryk geweeken,
in de Nederlanden, ontvangen en befchermcl
hadden (c). De Koning, nu gereed om te
velde te trekken, verzogt den Aartsherto-
■ gen
f«) Journael der Arabasf. w» v. Bredetode, C van dei;
Rtyle en J. de Maldere. M. S..
(*) Daniei Tom. X. p. 443' 444'
(O Benxiwguu Verhasdb. W. 524. Meter. XXXI. Bv&i
A 595.
C4
-ocr page 42-
40 VADERLANDSCHE XXXVILBoek.
iï6io. gen den doortogt door Luxemburg. De
r- Aartshertogen , zulk een verzoek aanziende
voor eene oorlogsverklaring., draalden met
antwoorden. Midlerwyl, hadt Henrik , die
den buitengewoonen Gezanten der Staaten
verklaard hadt, dat hy zig aan 't hoofd zyns
Legers dagt te ftellen (^), de Regeering,
gedüurende zyn afwezen , opgedraagen aan
de Koninginne , welke hy goedvondt, eer
hy vertrok , plegtiglyk , te doen kroonen.
ïlenrik Met de toebereidfels tot haare intrede bin-
do 1V- nen Parys, die op de Krooning volgen zou,
™ hieldt de gantfche Stad zig bezig. Op den
moord, veertienden van Bloeimaand, reedt de Ko-
ning uit, om deeze toebereidfels te bezigti-
gen. Hy hadt de Koets rondsom doen ope-
nen. De knegten, die dezelve verzelden, wa-
ren , in zekere ftraat, daar de weg gedopt
■was door eene menigte van karren, ter zy-
cte geweeken. Twee bleeven 'er alleen om-
trent de koets : waarvan een wat vooruit
gegaan was, om plaats te doen maaken., ter-
wyl de andere zyn' kousfeband verbondt. In
-ditoogenblik, R&ptFrangoisRavillac, geboor-
tig van Angoulême, een fterk karel van om-
trent drieëndertig jaaren, op één der wielen
van de koets, en dryft den Koning' een lang
twéefnydend mes naar 't hert, waardoor d§
holle ader afgefteken werdt. De Koning $
die meer niet kon zeggen, dan ikben gekwetst,,
Viel, terftond, dood, voor over. Demoor-
der werdt, op heeter daad, gevat (e), zon*
'•■';              '               '" der;
C«0 KaTol. Hnll. »8 May — ia J.atff 1610. II. 21 enzt
CO Daniel 'Tim. X. p, 446-448.
-ocr page 43-
XXXVII.BoEK. HISTORIE. 41
der, hoe zeer hy gepyriigd werdt, ooitmeer ^10.
te willen bekennen, dan dat hy, uit eigen'—-----■
beweeging, meenende een goed werk te
doen, dat hy den Koning, die den Paus be-
oorloogen wilde, van kant hielp, tot deezen . ■•"!
moord gekomen was. Lodewyk deXIII, zyn
oudfte Zooii, die maar ruim negen jaaien
bereikte, volgde hem op. Doch de Regee-
ring werdt, gëduurende zyne minderjaarig;
heid , der Koninginne Moeder, Maria de
Medicis, opgedraagen (f)-
De Vereenigde Staaten vaardigden, ter- Verbond
ftond, den Heer var» der Myle , wederom, 3"et
naar Franlcryk af, om de verbonden, met v™.
den overleeden' Koning gemaakt, te ver- nieuwd,
nieuwen , 't welk, op den twintigften van
Zomermaand, gefchiedde (g): ook zogten-
ze de tegenwoordige Regeering te bewee-
gen, om de hand te blyven houden aan de
zaak van Gulik en Kleeve. De Aartsherto-
gen, den Graaf van Bucquoi naar Frankryk
gezonden hebbende, tragtten, daarentegen,
de Regeerïng te doen belluiten, tot hét ver-
laaten van de zyde der Vorften bezitteren.
Doch zy daagden kwalyk(Ä). DtMaarfchalk
de la Chdtre
werdt, kort hierna, afgezonden, ,
aan 't hoofd van agtduizend knegten en tien
of twaalf honderd Ruiters, om Gulik te hel-
pen vermeesteren. De Staaten hadden nu ook
last gegeven, om een nieuw en vast verbond
te fluiten met Frankryk. Doch de veran-
dering, hier, veroorzaakt, door den ontydi-
gen
(f Metersn XXXri. Roek, ƒ. 6n verf, 6ia
U') Vniez Dn Mont Corps Diplom. Tom. V. P. II. *. J38.
Cb) METERSN XXXU. ituek. f Cal.        ••-
c5
-ocr page 44-
4.a VADERLANDSCIIE XXXVII. Boek,
ïfiio. gen dood des Konings, liet zulks, voor te-
•------- genvvQordig, niet toe (i).
X.          Naar Engeland, was, in Grasmaand, ins-
Gezant- gelyks, een Gezantfchap gezonden, welk, door
aawEn- den honing, met ontbiooten hoofde, ont*
geu»4," vangen, en door de andere Gezanten, pleg?
tiglyk, verwelkomd was. De Staatfchen
hadden last, om van eenige zaaken , den
Koophandel en Visfchery betreffende, te
handelen, waarin zy, gedeeltelyk, daagden
naar genoegen, te wege brengende, dat het
verbod der visfcherye, op de Engelfche Kus-
ten, gefchorst werdt. By deeze gelegenheid,
vertoonden zy den Koning dat de Haring-
n visfcherye, door de Hollanders en Zeeu-
„ wen, moest aangehouden worden, om dat
5J 'er wel twintigduizend zeevaarenden en
5> veertigduizend andere ingezetenen , zjg
n geneerende met het gene tot het maaken
n en uitrusten der buizen vereischt werdt,
Ä uit onderhouden werden : doch dat zy,
jj voor de Reeders, dikwils fchade gaf. Dat
n andere volken, met naame de Engelfchen,
„ op zulken mageren huur, als de onzen ga-
M ven, niet ten Haring zouden willen vaa-
„ ren, en dat deeze handel niemant voeg-
5> de, dan die, daar by, van jongs af, op-
5j gebragt was, en de vereischte gereed-
n fchappen hadt. '* Over eenige andere ge-
fchillen, den Koophandel raakende, kwam
men tot geen befluit. 't Voornaam oogmerk
van dit gezantfchap was ook het handhaaven
der zaaken van Gulik en Kleeve, waartoe
(t*> U;!iii>3« va« 4i» Amtafad, van dot Mtfe. Bi. S.
-ocr page 45-
XXXVII.BoEK, HISTORIE. 4$
Jakob de I. zig genegen verklaarde (':). Naar iöio.
Zweedeu ,' hadden de Staaten , ten deezen-------
tyde, ook een' Gezant gezonden, om den En naar
Koophandel op Lyfland te regelen: 't welk, ^jfe'
tot genoegen der Vereenigde Gewesten, ge-
fchiedde (/).
De zaaleen van Gulik en Kleeye namen £1.
nu de zorgen der Staaten, grootendeels, in. Prins
De Vorften bezitters , van den Vorst van ^«"'hêt
Anhalt geholpen , hadden, in den voorzo- beieg
mer, 't beleg geflaagen voor Gulik, wagten- voor
de op onderftand van hunne Bondgenooten, Gulik.
die, door het onverwagt omkomen des Ko-
nings van Frankryk , traager bykwam , dan
men gehoopt hadt, In 't begin van Hooi-
maand, kwam 'er, eindelyk, een Leger by-
een, by Schenkenschans, geheellyk uit Staat-
fche troepen beftaande, en uit zulke Engel-
fchen en Franlchen , welken de Staaten in
gewoonlyken dienst hadden. Op den zes?-
tienden, trok het Leger op, naar Gulik. De
Aartshertogen, verklaard hebbende onzydig
te willen blyven , hadden den Graave vcin
Fuentes,
Bevelhebber van Rynberk, gelast,
zig van alle vyandlykheden te onthouden.
Ook liet hy de Staatfche Voorraadichepen,
onbefchadigd-, den Ryn op, voorby Ryn-
berk, vaaren. Op den negenentwintigftén,
werdt Gulik berend, door het Staatfche Le-
ger, waarby Prins Maurits zig, federt eeni-
ge dagen, gevoegd hadt. 't Beleg werdt vly-
tig voortgezet. 1 Ondertusfchen , befpeurde'
men,
(k~) Relol. Ho!l. 26 May — 13 funyiCio. II. 27. Meter.
XXXII.
Hoek, f. fioS verf. S09.
CO Metepen XXXiï. Huk, /.-{fey
verf. fit». ,
-ocr page 46-
U VADERLANDSCHE XXXVII. Boek;
ïa'o, men, dat de la Chätre, die nog niet voor Gu-
«•------lik gekomen was, toeleg maakte, om de Stad,.
na de overgave, den Koning van Frankryk
in handen te doen Hellen: 't welk den Vor-
ften bezitteren en Prins Maurits zeer tegen
de borst was. De Prins deedt, hierom, 't
beleg te vlytiger voortzetten. De Frarifchen
kwamen, eerst op den agttienden van Oogst-
Dp Stad maand , in 't Leger. Doch 't liep aan tot
geeft zig den tweeden van Herfstmaand, eer de Stad
overr zig , by verdrag , overgaf. Zy werdt, by
het zelve, den Vorften van Brandenburg en
Nieuwburg in handen gefteld («O, Weini-
ge dagen na deeze overgave, brak Prins
Maurits op, met het Staatfche Leger, welk
veertiendüizend knegten en drieduizend
paarden fterk was. De la Chätre keerde ,
insgelyks , met de Franfche benden , door-
Luxemburg , naar Frankryk , te rug. De
Duitfche Vorften hadden , kort te vooren,
eene byeenkomst te Keulen belegd, tot ver-
effening der Kleeffche en Gulikfche gefchil-
len. De Staaten hadden hier ook hunne ge-
zanten. Doch men fcheidde, in Slagtmaand,
zonder eikanderen te hebben können ver-
ilaan (V). De verwagting, die men, in ds
Nederlanden, hadt, dat de Aartshertogen
zig, vroeg of laat, in deeze gefchillen ftee-
ken zouden, was oorzaak, dat men zig wei-
nig befteridigheid beloofde van 't Beftand,
Ook verminderde de gemeenzaamheid tus-
fchen de wederzydfche. onderzaaten der
Aarts-
(m~) Zie Groot-PIalcaatb. II. Deel, kol. 646.
i te) Meteren XXXU. fkek, f. 613 verf. 616..
-ocr page 47-
SXXVlI.BoEK. HISTORIE. 45
Aartshertogen en Staaten , hand over hand. 161a,
Elk ontdeedt zig van de goederen , welken -—i-
hem , onder de nabuurige Regeeringe, toe-
kwamen. Doch, die in de Vereenigde Ge-
westen lagen , werden , tot hooger' prys, .
verkogt, dan de anderen. Ook befpeurde men :V,_,
niet, dat 'er, onder den wederzydfchen adel,
eenige Huwelyken geflooten werden : die,
anders , veel toebrengen, om twee volken
aan eikanderen te verbinden (0). 't Verfchil
tusfchen Zeeland en Antwerpen, waarvan wy ,
boven (p), gewaagd hebben, duurde ook nog:
't welk veel hielp, tot het verder verval van
Antwerpen, terwyl de Koophandel en Scheep-
vaart , te Duinkerken, daar de binnenland-
fche tollen afgefchafc waren , daarentegen,
ilerk begon toe te neemen Qq).
De Staaten hadden, op den raad des Ko- Gazarit-^
nings van Frankryk, reeds in 't voorleeden' fchap
jaar, Kornelis van der Myle gezonden naar «aaJVa*
Venetië, om ook met deezen vryen Staat, een n
Verbond van Vriendfchap en Koophandel
te fluiten. De Gezant werdt heufchelyk ont-
vangen , fchoon de Paus het hadt zoeken te
beletten (V). Doch 't maaken van een on-
derling Verbond werdt, by den Doge en
den Raad van Venetië , nog ontydig geoor-
deeld. Nogtans, benoemde men Thomas Co»-
tarini, om , als Gezant van Venetië , hef-
waards te reizen (i); die in Bloeimaand we-
der-
(cï Muteren XXXII. Boek, f. 6so.
£p) «'■ 4.
L? Muteren XXXII. Roek, f- 620.
O) Mrtkren XXXI. Boek, f. 5H0 verf.
il)
Metbren XXXU Boek, /."éoü, 6c?.
-ocr page 48-
46 VADERLANDSCHÈ XXXVÜBobk.
itfio. deroni te rug keerde, zonder dat 'er iet an-
"■■          ders dan wederzydfche aanbiedingen van
vriendfchap was voorgevallen (t~).
Oostta- In den Zomer deezes jaars, kwamen we-
difche derom vyf ryk gelaaden fchepen aan , uit
ftakeft Oostindië. Een der zelven hädt in Japan
gehandeld en een Verbond van Koophandel
geflooten, met den Keizer, wiens Brieven,
gerigt aan Prinfe Maurits, dien hy Forst van
Holland
noemde, met dit fchip, herwaards
gebragt werden. Voorts, kreeg men, in 't
volgende jaar, met andere fchepen, tyding,,
dat de Overfte Pieter Willemszoon Verhoef,
op Banda, van de Indiaanën overvallen en
doodgeflaägen, en dat de Admiraal Paulus
van Kaarden , in Hooimaand deezes jaars,
op Ternatè , door de Spanjaards, gevangen
genomen was. Te vooren, waren vier Ne-
derlandfche fchepen, voor de Manillas, door
eene Spaanfche Vloot, onder Don Juan da
Silva,
aangetast en overwonnen. De Engel-
fchen begonden, dit jaar, ook, fterkèr dan
te vooren, op Oosiindie te vaaren, hebben-
de zy zelfs twee onderzaaten van den Ver-
eenigden Staat, Pieter Wiltemszoon van El-
burg en Lukas Antoniszoon van Leeuwaarden 4
die lang in Oostindië verkeerd hadden, bö-
woogen, om met hen aan te fpannen * erf
eenen nieuwen handel te beginnen, op' dé
kust van Koromandel, die nog van geené
Ëuropifche volken bevaaren was (a). 't Ge-
beurde, naderhand, meermaalen , dat on-
der-
CO Refbl. Holt. May —" Jiifiy ifiio. U. ifo enz.
(«) Meieren XKX.ll. Hoek, f. 617 verf. öiS, öUj- VX-M'
DUN Sande v. lioe\, W. 6u
-ocr page 49-
XXXVII. Öoek. HISTORIE. 47
derzaaten van den Staat zig in dienst van itm.
vreemde Mogendheden begaven l, om op .,^ .,■■-*
Oostindie te vaaren x, waarom de algemeene
Staaten zulks, in den jaare 1616, by open-
baaren Plakaate, op ftrafe van ballingfchap
en verbeurtenis van goederen, verbooden
hebben (j>).
Omtrent deezen tyd, werden t, dooi* Za- Verreky.
charias Janfen, zig genéerende met glas fly- kers ge-
pen en brillen maaken , te Middelburg in ™n£!
Zeeland, de Verrekykers gevonden (w), die, delburg
-.-.
federt, door anderen, merkelyk verbeterd en
zeer gemeen geworden zyn. Sommigen plaat-
fen deeze nutte uitvinding, in dit jaar (#).
Doch 't blykt, van elders, dat zy, ten min-
ften twee jaaren vroeger, geplaatst moet word-
den , hebbende de Staaten * reeds in den jaare
1608 , twee Verrekykers , by den uitvin-
der, befteld, om dezelven aan den Koning
van Frankryk te vereeren (f).
In den Zomer des jaars 161 o, was 'er een Xir.
Gezantfchap, uit Zweeden, herwaards ge- Onder-
komen , om een nader Verbond met de Sraa []*" ^
ten aan te gaan: waartoe Karel de IX, die zwee-
nog met Poolen in oorlog was, nu langs hoe den.
dringender redenen kreeg. De overwinning,
door Koning Sigismond, behaald op de Mus-
koviten, die door Zweeden onderfteund wer-
den , was oorzaak , dat Koning Karel de
Staaten, in Herfstmaand , ernftelyk , ver-
zoeken deedt, om onderftand. Doch men
vondt,
O) Groot-Plakaatb'. f. Deel, hl. 549.
C w) Zie P. de la Rue Gelett. Zeel, tl 483.
ÖO Meteren XXXII. Boek, f. 62a verf.
Cj-J Negstiat. ie Jeannin Tom. VI. f. 817, 222.
-ocr page 50-
48 VADERLANDSCHE XXXVILBoes.
iiïio. vondt, hierin , te veel zwaarigheid. Men
.,-—;— ichreef den Koning egter , in Louwmaand
des volgenden jaars, dat men gezind was ,
hem by te liaan, zo zulks, ook door ande-
re Mogendheden, gefchiedde , en vooral,
zo hy goed verftand hielde met Deenemar-
ke, aan welks yriendfehap den Staaten vee-1
gelegen was. Óok hadt Christiaan de IV,
Koning van Deenemarke, hun verzogt, dat
zy , in 't handelen met Zweeden, op zyne
belangen verdagt wilden zyn, 't welk zy hem
beloofd hadden. De oorlog, die, kort hier-
op , tusfehen Zweeden en Deenemarke, ont-
ftondt, gaf den Staaten aanleiding, tot het
afzenden van een gezantfehap, om een Ver-
Geznni- drag te bemiddelen. Hiertoe werden be-
fchap noemd Jakob van Wasfenaar, Heer van Ob-
Noor- ^am * Rornbout Hogerbeets , Raadsheer in
den, den Hoogen Raad, en Doktor Dirk Bas, Bur-
gemeester van Amfterdam , die , in Hooi-
maand, naar Koppenhagen vertrokken; doch,
eerlang, te rug keerden , zonder de Vrede
te hebben können bewerken (z). Karel de
IX. overleedt, niet lang hierna, wordende,
- door zynen Zoon , Guflaaj'Adolf', opgevolgd
(a~). De oorlog tusfehen de twee Ryken duur-
de nog, tot in 't volgende jaar (£). Doch
eindelyk werdt, in Louwmaand des jaars
1613, door bemiddeling des Konings van
Groot- Britanje, de Vrede getroffen (c).
Perfïnan- £)e Turken en Peifiaanen zelven, die, ten
lch-; -
                                                             dee-
O) MiJTF.REN XXXII. Rncf;, f. 6%*. verF. 623, 627..
Ca Mf.tei'EN XXXII. Cuek, f. dao ver/.
O) I'audart Mt'mor. IV. "uck, hl. 218.
Cc) Foiez Uu MoNT Corps Diplom. Tonn V. P.ll.f.642,
-ocr page 51-
XXXVII. Boek. HISTORIE. 49
deezen tyde, ook ovef hoop lagen, zogten
de vriendfchap van den Vereenigden Staat.
Robert Cherling, een Engelschman, doch in
Perfie gehuwd, kwam, deezen Zomer, her-
waards, om de Staaten tot een Verbond te-
gen de Turken te beweegen. Ook deedt
hy hun eenige opening van een Verdrag van
Koophandel. Hy hadt diergelyke boodfchap
ook' aan andere Europifche Mogendheden;
Doch alzo hy, hier, zyn Berigtfchrift wei-
gerde te toonen , hieldt men hem verdagt,
en deedt hem , zonder ter Staatsvergaderin-
ge gehoord te zyn , wederom vertrekken*
De Turkfche Admiraal Basfa hadt den Staa-
ten , reeds te vooren, in eenen Brief, te ver-
daan gegeven , dat de Groote Heer gezind
was, een Verbond van Vriendfchap en vryen
Koophandel met hen te fluiten. De Staaten
zagen meer voordeel in zulk een verbond;
waar door hun de handel op de Levant ftondt
geopend te worden. Zybeflooten, hierom,
Kornelis Haga van Schiedam, tegen den win-
ter , af te vaardigen naar Konftantinopel,
8 om een verbond te bewerken (</). Doch deez',
in den aanvang des volgenden jaars, aldaar,
aangekomen, vondt de zaaken anders ge-
field , dan hy gehoopt hadt. De Admiraal
Basfa, die den Staaten de eerfte opening tot
een verbond gegeven hadt, was van zyn
ampt veflaaten :^de vreemde Gezanten, die
zig aan het Turkfche Hof onthielden, zelfs
de Franfchen en Engeïfchen, hadden nadee-
lige gerügten verfpreid van de Vereenigde
Na-
CO MBTKRiN tXXXt.Botk, f. 624 verf.
X. De ei».                 D
-ocr page 52-
50 VADËRLANDSCHE XXXVII.Boek.
i6ti. Nederlanders, dezelven uitmaakende, voor
*------eenen hoop zeefchuimers en weêrfpannelin-
gen, om geene andere reden , dan om dat
zy hun den handel in het Turkfche Ryk mis-
gunden. Men wilde Haga, hierom, flegts
als een' byzonder' Perfoon , niet als een'
Gezant van eenen vryen en onafhangkelyken
Staat, gehoor verleenen. Doch hy weigerde
dit zo beftendig, dat hy, eindelyk, eenpleg-
tig gehoor verwierf. Üok flaagde hy ge-
Verbond lukkiglyk, in zyne handeling (e~). In Hooi-
tusfchen maand des jaars 16ia , floot hy een voor-
Grooten deelig Verbond van Vriendfchap en Koop-
Heeren handel met den Sultan, Achmet Chan, be-
de Stau- ftaande uit vyfenzestig punten. De voorreg-
ten* ten , aan de Franfchen en Engelfchen, in
het Turkfche Ryk, toegedaan, werden ook
aan de Ingezetenen der Vereenigde Gewes-
ten vergund, en verfcheiden'anderen, daar-
enboven (f).' Haga (telde, federt, Confuls
aan, in de voornaamfle havens van de Le-
vant, die, eerlang, last ontvingen van de al-
gemeene Staaten, waarnaar zy zig, in ver-
fcheiden' handelingen , omtrent Koopluiden
en andere onderzaaten van den Vereenigden
Staat aldaar, hadden te gedraagen (g). 't
Verbond van Koophandel, waarvan wy ge-
waagd hebben , was zeer voordeelig voor
de Hollanders en Zeeuwen, die, tot hiertoes
niet dan onder Franfche of Engelfche vlag-
gen,
fe") RauimRt. Mcmor. IV. Boek, II. 179.
(f-, Zie Refol Holl 26 Noy. 21 Dcc. iöii. il. 55. Groot-
Plakaath. Iir. Deel, il, 383. Du Mont Corps Diplom. Tam?
V. P. »• p- 305.
Qg) Groot-Plakaatb. II. Deel, k»h 1331, 1331 *».«.
-ocr page 53-
XXXVII. Boek. HISTORIE. 51
gen, in het TurkFche Ryk, hadden mogen 1611.
handelen (Ä). Ook ftrekte het tot weering —-----
der zeerooveryen, die, federt eenigen tyd,
fterk in zwang hadden gegaan, in de Mid-
delandfche zee. Verfcheiden' Natiën, zelfs
Ersgelfchen en Hollanders, voegden zig, hier,
by de Turken , om de Eoopvaardyfchepen
van allerlei Landaart te berooven. Een Dor- Simon de
drechtenaar, Simon de Danfer genaamd * was Danfer
één der vermaarditen van deeze rooveren. jrecht°r"
Deez' hadt zig , in 't jaar 1609 , met vier befaamd
fchepen , welken hy bemagtigd hadt, naar zeefchui^
Marfeille begeven. Hy wist zig, federt, de mer'
befcherming des Konings van Frankryk te
verkrygen , en geneerde zig, eenigen tyd,
met het geleiden der Franfche Koopvaarde-
ren naar en van de Levant. Doch men meent,
:dat hy, in 't volgende jaar, door de Turken,
omtrent Tunis, gevat, en, in den kerker,
aan zyn einde geraakt is (i). 't Zeefchuimen
ging egter, nog in die jaar 1611, zynen
gang. In Oogstmaand, kwam 'er niet iïegts
een'ftreng Plakaat tegen uit (k); maar daar
werdt ook éene Vloot van zeventien fche-
pen in zee gezonden, onder den Heere van
Hautain ,, die. de vaart haast veiliger maak-
te (O.
Dé Oostindifche Maatfcliappy, onder- 5uiï;
ileund door de algemeene Staaten, zondt, Oqsdii-
ïn 't najaar i, eene Vloot van dertien fchepen, dif<jh<*
rykelyk voorzien van Krygsbehoeften , naar zaaken*
In-
VO Van ben Sande V. Hoek, VI, 64.
yj
Meteken XXXI- 'Art, ƒ. 5*4- XXXII. Botk, f. tity.
1*)
Zie Oroot-PUkaatb. I. bul., kul. a79.
                    '
'<Sj MUßTEN XXXil. Hoek, f. 629,
D 2
-ocr page 54-
52 VADERLANDSCHE XXXVII. Boek.
ifti. Indie, om de fchade te boeten, die zy, al-
- ' ' ■ daar , in 't voorleeden jaar , geleeden hadt*
In Wintermaand, verkogt zy omtrent agttien-
duizend baaien Pepers, tot negenentwintig,
eenendertig en drieëndertig grooten 't pond,
in agttien maanden, elke negen maanden
de helft, te betaalen : waarvan zy , door
den tyd , omtrent zeshonderdvierentwintig-
duizend guldens ontving(m). Men kan, hier-
uit , 't belang des Indifchen handels afnee-
men. De Vloot, die thans uitgerust werdt,
of een gedeelte derzelve , ontmoette , om-
trent de Kabo Verdifche Eilanden, zeventien
Spaanfche Oorlogsfchepen , met welken zy
flaags raakte, 't Gevegt was hevig. Doch
de Spaanfchen kreegen de nederlaag, verlie-
zende alle hunne fchepen, op vier na (V).
Onlusten '* Vuur van oneenigheid tusfchen den Graa-
tusfchen ve van Oostfriesland en de Stad Embden was,
Graave onaangezien de tusfchenfpraak der Veree-
diTstad11 n*gde Staaten (o), in den jaare 1609, we-
Embden. derom heviger ontfteken, dan te vooren (/»).
' Graaf Enno hadt, in Herfstmaand des ge-
melden jaars, eenen Landdag befchreeven,
te Aurik, eene beuooten' Stad , alwaar hy
zelfs een Slot hadt. De Embders hielden dit
te ftryden met hunne voorregten, volgens
welken, de Stenden van Oostfriesland, niet
dan in open' Plaatfen , behoeven te verga- J
deren. Hopman Herman IVesfels werdt, mefc
een deel Krygsvolk, naar Aurik gezonden, i
OIB i
f»0 Meteren XXXII. flock, f. fiio.
('Ó V«N den Sande V. Bolk, II. Ö4.
Co J Zie IX- TMtl, hl. 312.
CfO Refoi. Holl. 8 til/r. — 3 tyril 1610. il. 5.
-ocr page 55-
XXXVII. Boek. HISTORIE. 53
om de aangelegde Byeenkomst te verftooren. «jii.
Hy raakte in de Stad , en handgemeen met -------
's Graaven foldaaten , die op 't Slot lagen;
doch wel haast verdreeven werden. Toen
werdt het Slot geplonderd, en eenige Hee-
ren gevangen genomen. De Raad van Einla-
den veroordeelde nogtans dit bedryf, gelyk,
federt, ook de algemeene Staaten deeden.
De gevangenen werden, terftond, geflaaku
eenige geplonderde goederen te rug gege-
ven , en Wesfels in hegtenis genomen. De
Gemagtigden van den Graave en van de
Stad vericheenen, wederom , in den-Haa-
ge, in 't begin des jaars 1610(2). Men han-
delde , hier, eenen geruimen tyd. Doch
de Staaten zonden, in de Lente des jaars
16 ii , zeven Gemagtigden naar Oostfries-
land, om een Verdrag te doen fluiten, waar-
van men , ondertusfchen , de voorwaarden
ontworpen hadt. Dit gefchiedde, op dentwin-
tigften van Bloeimaand, te Oosterhuizen. 't
Verdrag werdt eerst getekend door Graave
Enno; toen, door de Gemagtigden der al-
gemeene Staaten; vervolgens, door die van
de Oostfriefche Ridderfchap, van de Steden
Embden, Norden en Aurik en van den Huis-
mans ftand (V).
De Kerkelyke gefchillen, in de Vereenig- XIV.
de Gewesten , begonden langs hoe zorgely- Befluit
ker te worden. Terwyl de ftukken , door Jnr JJ"
beide de partyen , ter Staatsvergaderinge HoUand
van Holland ingeleverd, aan de Edele ên op de
Ste- Ketkely-
C<0 Metbrem XXXr. nmk,f. <;ni verf.
CO Meieren KXX.U Boek, f. 624 verf,
D 3
-ocr page 56-
Si VADERLANDSCHE XXXVII.Boeh.
iäii. Steden waren overgezonden (Y), hadden de
Staaten , andermaal, den vyftienden van
rli-f6" Slagtmaand, beflooten „ dat men niemant
fchillen. ^ ^ v^£ punten jer Remonftranten opdrin-
,, gen zou ; doch dat ook niemant boven
„ dezelven bezwaard zou worden, en dat par-
„ tyen eikanderen broederlyk zouden heb-
„ ben te draagen (V)." Doch men fchikte
zig luttel naar dit befluit. De Remonftran-
Vordius ten verdedigden, meende men, Vorftiiis te
wordt fterk , die gehouden werdt, ruimer te gaan
fn zyneu ^an zv zelven deeden, en eerlang, met be-
dienst, houdenis zyner wedde , gefchorst werdt in
zyn Ampt, eer hy 't nog geoefend hadt («}.
(Jomariis Gomarushadt, reeds te vooren, zynen dienst
vertrekt, opgezeid en deeze Landen verlaaten (v): in
beider plaats, werden, in 't volgende jaar
■5
Polyan- beroepen Joannes Polyander, die 't gevoelen
Evisco- ^er Contraremonftranten aanhing, en Simon
pius* ko- Episcopius (V), die dat der Remonftranten
men in verdedigd hadt , in de Haagfche Conferen-
hunne tie. De Heeren Curateuren' der Leidfche
plaats. Hooge Schoole fcheenen dus, even als de
Staaten, beiden den partyen gelyk voprregt
te willen geeven , en, op deeze wyze, de
Befluit rust te willen bewaaren. De Ädvokaat Ol-
<ier Staa- denbarneveld , die zeer drong op de vrede
trent^e onder de Kerkelyken, hadt ook, op nieuws,
Kerken- op het tapyt gebragt, het Ontwerp der Ker-
mde des kenordening van den jaare 1591 (x), waar-
jaars                          ''        '                                           ty.
\59,1'           (O Zie lji.c vont, hl. 57.
(* Raüdabt. Memor. If. /lot!:, l/l 38^
(ïf) Uyte b'>oakrt, W. 574.
f 5') TftlGLAND 'ih 625.
(W) UyiknbogaeHt, hl. 590.
{Xj Brandt II. Deel, II. 170,
-ocr page 57-
XXXVII. Boek. HISTORIE. 55
by der burgerlyke Overheid groot gezag ge-
laaten werdt, over Kerkelyke zaaken, met
naame, over 't beroep der Kerkendienaaren
(jy). Hoognoodig hieldt hy, in deezen tyd,
het vastttellen deezer Kerkenordening, om
dat men, door middel derzelve, met der tyd,
alomme , vreedzaatne Predikanten zou kön-
nen bekomen. Ook werdt, in Sprokkel-
maand des jaars 1612, beflooten „dat elke
„ Stad of Dorp zig, zo 't de Regeering, al-
n daar, geraaden vondt, in 't beroepen der
„ Kerkendienaaren , by voorraad, naar de
„ gemelde Kerkenordening , zou mogen
n fchikken, uit den naame van 's Lands
„ Staaten (2)." By de Staaten van Utrecht,
werdt, ten zelfden tyde , diergelyke Ker-
kenordening ontworpen , en , daarna , by
voorraad, vastgefteld (a). De Contraremon-
ftranten vonden egter, in 't algemeen, geen
gevallen in deeze Kerkenordeningen , en
minst in de laatfte , die, omtrent de Leer ,
Plegtigheden en Kerkentugt, regels voor-
fchreef, welken zy hielden verder te gaan
dan het der burgerlyke Overheid toeftondt,
Zy verlangden , derhalve , naar eene Sino-
de, waarin alles kerkelyk geregeld zou
worden : doch wilden, niet hooren van het
overzien cler Belydenisfe en Catechismus,
waarop de Remonftranten bleeven ftaan.
Midlerwyl, arbeidde men, in verfchet-
den' Steden, om de Predikanten te houden,
tot het naarkomen der Staatsbefluiten , ter
be-
Cy ) Zie Groot-Plakaatb. III. Deel. hl. 450.
Cz) i-root-Plakaatl». III. Deel. hl. 460.
i«,)
Groot Uur. Plajtaatb. I. Deel, ui. 359.
D 4
iSiï.
IÄI2.
Kerken-
orde van
Utrecht.
Koroelij
Gefeliu-V
Coutra-
remon-
ftrantsck
-ocr page 58-
56 VADERLANDSCHE XXXVII. Boek,
1612. behoudenis van rust en eendragt genomen.
-------Te Rotterdam was, in Wynmaand des voorr
Predi- leeden jaars, de Predikant Kornelis Gefelius,
Rot e'S ^e ' naar '£ oor^ee^ der Wethouderfchap ,
dam, " te hevig uitvoer van den Prediklïoel tegen
■wordt ter de Remonftranten, afgezet van zynen dieast.
Stad uit Doch als hy, daarna, heftondt afgezonder-
gezet, ^g Vergaderingen te houden, en zig, en den
zynen den naam van de Kruiskerk te geeven,
werdt hem , in Sprokkelmaand daaraan, de
Stad ontzeid. En toen hy weigerde te ver-
trekken , leide de Baljuw , met zyne die-
naars, hem, des morgens voor zesfen , ter
poorte uit. Hy verdedigde zig, federt, in
openbaaren druk, zeggende n dat hy, flegts
5, in 't algemeen en zonder iemant te noe-
S5 men, tegen verleiders en vyanden der Kcr-
,, ke, gepredikt hadt, 't welk men hadt goed-
?5 gevonden toe te pasfen, op zyne Remon-
5, ftrantfche medeleeraars (¥)." Voorts ving
hy terftond aan te prediken te Schiedam en
te Delftshaven , daar hem veele Rotterdam-
mers kwamen hooren, die, federt, ook by
andere Coutraremonftrantfche Predikanten ,
te Schiedam en op de Dorpen , ter preeke
en ten Avondmaal gingen : waarom zy, by
de Remonftranten, den fcheldnaam van Slyk-
geuzen
kreegen (c). Gefelius werdt, eerlang,
te Edam. beroepen. Midlerwyl, hieldtmen,
binnen Rotterdam , nog afgezonderde Ver-
gaderingen, onaangezien de Wethouderfchap
de zelven, op den vyfden van Lentemaand,
open-
(f\ BiiAKDT II. Deel, IL 180-184.
(_c) Van ben Sanck V. Doek, U. 63.
-ocr page 59-
XXXVII. Boek. HISTORIE. 57
openlyk verbooden hadt, eene boete ftel- k5i2.
lende van honderd guldens, op het aanleg---------
gen van zulke Vergaderingen, en van twee-
honderd guldens, op het leenen van eene
plaats tot dezelven (d).
Doch gelyk men, te Rotterdam, den Con- Moeite
traremonftramen belet hadt, naar hunnen te War-
zin, te prediken,zogt men, op andere plaat- ™en *e
fen, de Remonftranten van den predikftoel gen'een'
te houden. Te Warmenhuizen, was Petrus Remon
Emüius, Remonftrantsgezind, naar de Ker- ftramsch
kenordening des jaars 1591 , tot Predikant jj^1
beroepen. Doch 't gemeen, van buiten op-
gemaakt, hieldt hem uit de Kerke. Men
floot de kerkdeur, met nieuwe floten, en
floeg 'er paaien voor. Willem Bardes, Heer
van Warmenhuizen, moest geweld gebrui-
ken , om de Kerk open te krygen. Doch 't
beroep op Emüius bleef fteeken: en 't hadt,
naderhand, nog veele moeite in, eenen Pre-
dikant te krygen, tot redelyk genoegen van
den Heer en van de Gemeente (e).
In Gelderland en in Overysfel, begonden Staat dei
zig, ten deezen tyde, verfcheiden' Predi .Kor^.n
kanten te verklaaren, voor 't gevoelen der ^1^
Remonftranten, met naame te Nieuwme-
gen, te Bommel, en te Tiel-,fchoon zy, kort
te vooren, in eene Sinode, te Harderwyk,
hadden helpen vast ftelien, dat de Belydenis
en Catechismus, in allen deele, fchrifcuur-
ïyk waren. In 't Kwartier der Veluwe, wa-
ren
C<0 1'audau.t. Mem.'II. Boek-, il. w- van uen Sande V.
Unek, ld 06.
(e) Reibt. HoU. 6 Aug. a? Sipt. l6li. VI. 19T.237. Uï-
SfENBOG. il. Coü, 601. Uuandt II. D:cly il. 186.
P s
-ocr page 60-
58 VADERLANDSCHE XXXVILBokk.
i5i2. ren de meesten, in dat van Zutfen, alle de
-------Predikanten den Contraremonftranten toe-
gedaan. Te Arnhem alleen, hadt men twee
Overys- Remonftrantfche Predikanten. In Overysfel,
i!l^iZee" waren 'er verfcheiden', met naame te De-
iand,
                      T_              7                    _
Fries- venter, te Kampen, en in eenige Dorpen,
land en Doch in Zeeland, in Friesland, en in Gro*
Gronin- ningen en Ommelanden , hielden de Predi-
£cn' kanten allen de Contraremonilrantfche zy-
de (ƒ).
Keizer In 'c vveereldlyke,gebeurde, dit jaar, wei-
Rudoif njg van belang, welk wy niet, te vooren,
ïterft gemeld hebben. Alleenlyk, moeten wy nog
Matthias aantekenen, dat Keizer Rudolf de II, op
wordt den tienden van Louwmaand, te Praag, o-
Keizer. verleeden zynde (g), door zynen Broeder,
Matthias, Koning van Hongarye, den zelf-
den, die, in den jaare 1577, tot de Regee-
ring der Nederlanden beroepen geweest was
(A), in de Keizerlyke waardigheid, opge-
volgd werdt (7).
XV. Tot hiertoe, hadt zig Prins Maurits weinig
Pfins gemoeiJ met de Kerkelyke gefchillen. De
Maurits Remonftranten hielden egter, dat hy hun
<i°e/ Re- n*et gunstl'g was : voornaamlyk, zo zy dag-
mon- ten, om dat ze zig, te dikwils, aan Olden-
firanten barneveld vervoegden, dien zy zagen, das
«iet ^ de onderlinge eendragt aanriedt, waartoe
die' zWr' zv Z1£ O0^' geneSen verklaard hadden. Joan-r
meest aan nes Uiten bogaard, Remonitrantsch Predi-
OJden- kantin den Haage,hadt,al van 't jaar i$»®
af»
(ƒ) Van DRN Sand". V. Hoek, hl. 65..
Cg) Me.TF.fteN XXXü. Hoek, f. fop. verf.
C'h , Zie Vil. Deel, bh 172.
(ij Fm» Pu Monï' Corps Diplom. Tam. V. P. II. f. 153^
-ocr page 61-
XXXVII. Boek. HISTORIE. 59
af, ingang gehad by den Advokaat (£), en i<sï9,
hem ging na „ dat hy Oldenbarneveld be---------■
„ las, en Oldenbarneveld de Staaten." Doch tene-
tegen 't aanhouden van Vortlius, hadt d<? veldver-
Prins zig openlyk verklaard, te kennen gee~ voeSen-
vende „"dat Uitenbogaard hem deezen man,
„ ten onregte,zo hoog hadt aangepreezen."
Hieruit, werdt het eerfte vermoeden ge-
fchept, dat de Prins den Remonftranten niet;
toegedaan was (/). Ook namen de Contra-*
remonftrariten,fchier van deezen tyd af, hun-
ne toevlugt tot zyne Doorlugtigheid. Graaf
Willem Lodewyk was den Remonftranten
ook ongenegen. En Meiander, Geheimfchry-
ver van Prinfe Maurits, hadt Uitenbogaard
verhaald, dat deeze Graaf den Prins hadt
zoeken te beweegen, om zig te (tellen tegen
de Remonftranten, of tegen de Regenten,
die hun gunftig waren Qn). Nogtans floeg 1613.
Graaf Willem, die zig, omtrent den aan- -^—
vang des jaars 1613, in den Haage ophieldt,
aan eenigé Predikanten van beiderlei gezind-
heid het houden van eene Byeenkomst voor,
om, in dezelve, in kleiner getal, dan zy,
te vooren, in den Haage, vergaderd ge-
weest waren, te arbeiden tot vrede en ee-
nigheid. De Staaten zelven hadden, reeds
te vooren, hunnen Gekommitteerden Raa-
den gelast, zulk eene Samenkomst te bevor-
deren. Drie Predikanten van elke zyde ver^ Cot>fe-
gaderden, hierop, den zesentwintigften van """ie te
Sprokkelmaand, te Delft, De Remonftran- Delft<
ten \ '
Ck) Uïtenbog. ijfcvc cn Ecrkel. bedien. Gap. II. U, 14.
CO l.f'ANDT II. Usel, tl. 169, 170.
i&J UvrESBoc. Uagregister ly ])kani)t II. Deef, W. ao&
-ocr page 62-
6o VADERLANDSCIÏE XXXVII. Boek.
1Ö13. ten begeerden, dat men hunne vyf punten
m_____verdraaglyk verklaarde, waartoe de ande-
ren niet verftaan konden. Een derzelven zei-
de ronduit het tegendeel. De Contrarenion-
flranten vorderden, daarentegen, dat de an-
deren zig zouden verklaaren, op meer dan der-
tig punten, welken zy hun voorleiden. Da
Remonftranten verzogten tyd van beraad,
waarmede de famenkomst fcheidde, houden-
de de Contraremonftranten voor zeker, dat
de gefchillen, niét dan door een e National©
Sinode, te beilegten waren. De Staaten van
Holland vonden, daarna, ondienstig, dat
men, van de Remonftrantfche zyde, op de
voorgelegde punten, antwoordde, oordee-
lende zy, dat men de Remonftranten, by
wyze van befchuldiging en bewys, niet by
wyze van onderzoek, van vreemde ftellin-
gen moest zoeken te overtuigen (tf).
De Ko- Midlerwyl, hadt Oldenbarneveld den Ko-
ning van njtlg
van Groot-Brittan je, door den Staat-
Brittahie fcnen Gezant, Noël de Karon, die, on-
fchryft langs, in Holland geweest was, den ftaat
denStaa- der Kerkelyke gefchillen, hier te Lande,
teH' dajj, doen vertoonen, en te wege gebragt, dat de
pum6«?' Kotung den algemeenen Staaten, en daarna
verdraag- ook den Staaten van Holland fchreef, dat
J-yk
          hy de Leer, die wederzyds betwist werdt,
hielde, verdraaglyk hieldt (0). Koning Jakob liet
zig voorftaan, dat hy de Godgeleerde ge-
fchillen in den grond verftondt. In 't jaas
1610, hadt hy den Staatfchen bujtengewoo-
tien
r») ReCol. IIoll. 5-29 Maart 1613. U. 3. TlliGLAND. iU
642-t54B- UlTHNEOO. W. fioi-ÓOfl.
t« j ZW llji'ol. Hüll. i-2(j Maan 1613. bh 4, 23.
-ocr page 63-
XXXVIl.BoEK. HISTORIE. 6t
tien gezanten reeds te kennen gegeven, dat i<Si3i
men ze niet op den Predikftoel brengen,maar .......—
in ftilte dulden moest (p). Doch tegen Vor-
ftius hadt hy zig, daarna, heftiglyk verklaard
(#), in eenige brieven, in welken hy ook
de Remonilranten in 't gemeen, als Ketters
en Scheurmaakers, hadt afgemaaid (r). Men
verwonderde zig, hierom, over de brieven,
welken hy nu herwaards zondt. De Contra«
remonftranten hielden, dat de ontwerpen
hier gemaakt waren, en dat men, daarop,
's Konings goedkeuring, looslyk, hadt wee-
ten te verkrygen. De beroemde Hugo de
Groots
thans Advokaat Fiscaal der Staaten van
Holland, werdt gehouden voor den opftel-
ler van 't gefchrift, waarin men den Koning
den ftaat der gefchillen vertoond hadt: zelfs
zou hy de brieven ontworpen hebben, wel-
ken de Koning herwaards zondt; doch hy
heeft dit beide, naderhand, duidelyk ont-
kend (V). Ondertusfchen, zogten de Contra-
remonftranten , door redenen en fchriften,
den jongften raad des Konings van Groot-
Brittanje vrugteloos te maaken. De Groot,
die thans, om zaak en der Oostindifche Maat-
fchappy, in Engeland, was, arbeidde hier-
tegen , by verfcheiden' voornaame Engelfche
Geestelyken, en by den Koning zelven (V).
Ook gaf hy, in dit zelfde jaar, een boek in OeGroot
't licht, getiteld Godsdienfiigheid der Staaten ^hryft,
v/111 'jOaS'
van Mäßig.
(/O GiuiTrus Verantw. Hoofäß. VI. W. 56.
C«0 Rai'in Tom. Vil. p, 71, 72.
(r) Riiandt'II. Deel, bl. 165.
(s i Urotius Verantw Hoofäß. VI bU 56.
(O UiiENBou. bt. 613-617. Triolanb. il. 66$,
-ocr page 64-
6a VADERLANDSCHE XXXVILBoEjt.
ï6ï3. van Holland en Westfriesland, waarin hy 't
------- gedrag der Staaten , in 't beveelen der ver-
leid der dr'aagzaarriheid aan de verfchillende partyen,
Staaten geieerdelyk , verdedigde, 'c Werk was,
van Hol- °             , .          • . °           0.,       , T ,
fand. voornaamlyk, gerigt, tegen b tbr an dus Lub-
. bertus,
Profesfor te Franeker,die de Staaten ,
in zekere opdragt, fcherp hadt doorgeftree-
ken. Hy antwoordde de Groot wederom %
doch zyn boek werdt, door de Staaten van
Holland, als een fameus libel, verbooden (V).
Maar met dit fchryven werdt de rust, die
Ds twee men zogt, niet bevorderd. De Remönftran-
panyen teQ en Contraremonftranten vervoegden zig,
nieuwe eerlang, met nieuweVertoogen, by de Staa-
venoo- ten van Holland, in welken, de eerften ver-
gen, zogten, dat den laatften belet mögt worden,
tegen hen, uit te vaaren op den Predikftoel,
en hunne Leer voor onverdraaglyk te ver-
klaaren. Deezen fpraken, daarentegen, het
dulden der Remonftranten tegen, begeeren-
de, dat hun gelast mögt worden, te ant-
woorden op de punten, hun te Delft over-
Raad- geleverd. De Staaten verbooden het uit ge e-
pleegin- ven van beide deeze fchriften, op dat dezel-
Itaaten' ven n^et hinderlyk zyn mogten aan het be-
van Hol- fluit tot de Vrede der Kerken, waarover zy
land. tegenwoordig raadpleegden. Hugo de Groot,
die, in Zomermaand, Penfionaris van Rot-
terdam geworden, en, wegens deeze Stad,
ter Dagvaart gezonden was, hadt dit Befluiü
ontworpen; doch het werdt, meermaalen,
in de Vergadering der Staaten, gelezen, her-
lezen, veranderd en befchaafdj inzonder-
heid,
i (*J Gtoot-Plitkaatb. I. Deel, hl. 457.
-ocr page 65-
XXXVII. Boek. HISTORIE. 63
heid, op het aanhouden van Dordrecht, l6t,é
daar niet dan Gontraremonttrantfche Predi-____.
kanten waren (v~). In Louwmaand des vol-
genden jaars , werdt het, eindelyk, goed-
gekeurd , door de Edelen, Dordrecht, Haar-
lem, Delft, Leiden, Gouda, Rotterdam,
Gornichem, Schiedam, Schoonhoven, Brie-
Ie, Alkmaar, Hoorn en Medenblik: waar^
byzig, eindelyk, ook Monnikendam en Pur-
merende voegden. Doch Arnfterdam ver-
klaarde rondelyk „ niet te bewilligen in het
„ befluit, begeerende, dat zulks op den kant
„ zou worden aangetekend, of anders ver»
„ klaard, dat het befluit , by meerderheid
„ van ftemmen , genomen was." Die van
Enkhuizen en Edam verklaarden, geenen last
te hebben , om zig te voegen by de meer-
derheid (w). 't Befluit liep op deezen zin: Merk-
„ Dat de Staaten, gebruikende de magt, die waardig
„ hun , als wettige hooge Overheid, toe- ^etlü^
„ kwam, belastten, dat men, in 't uitleg- derheid""
„ gen der H. Schriften, zou hebben te zor- tot vrede
„ gen, om der Gemeente en goeden inge- derKei-
„ zetenen in te fcherpen , dat het begin,lce*
„ midden en einde van 's menfchen zalig-
„ heid, met naame ook het geloof, niet
„ 's menfchen natuurlyken kragten of wer-
„ ken; maar Gods genade, in Christus, al-
0, leen moest toegefchreeven worden ; dat
5, God geene menfchen ter verdoemenisfe
M gefchaapen had; noch noodzaakte tot de
a> zonde; noch noodigde tot de zaligheid,
*> ter-
Cs») Brandt It Did, il. a<K.
C*Ó Zie Brak»t II. Zfcrf, *Ê t%u
-ocr page 66-
64 VADERLANDSCHE XXXVII. Boek.
, „ tervvyl hy beflooten hadt, hun die niet
„ te geeven. Dat het, wyders, vry zou
„ ftaan, over 't Leerftuk der Predestinatie
„ of Godlyke Voorfchikking , in de Hoo-
„ ge Schooien en onder de Leeraars en ge-
„ leerden, vriendelyk te redentwisten en te
■ „ verichillen; doch dat de Staaten niet ver-
„ Honden , dat deeze gefchillen , op den
„ predikftoel of anders, onder 't gemeene
„ volk, gebragt zouden worden : noch dat
„ men iemant, die niet hooger leerde of
„ gevoelde, dan dat God, van eeuwigheid,
„ in Christus, ter eeuwiger zaligheid, ver-
,, kooren hadt zulken, die, door zyne ge-
„ nade, in Christus gelooven, en, by dit
4, geloove , volharden zouden , en daaren-*
„- tegen ter verdoemenis verworpen zulken,
„ die niet geloofden en in hun ongeloof
„ bleeven; verder moeide , of drong hoo-
,, ger te leeren: alzo de Staaten deeze Leer
„ voor genoegzaam ter zaligheid en tot
„ Christelyke ffcigting bekwaam hielden. Ein-
„ delyk, belastten ze den Kerkendienaaren s
„ zig, in alle andere punten der Leere, te
„ houden aan Gods woord, en aan 't gene
„ doorgaans , by de Hervormde Kerken,
„ aangenomen, en, in dezelfde Kerken, hier
„ te Lande, geleerd was, en zig, in liefde,
„ eenigheid en goede ftigtinge , te gedraa-
„ gen, naar 't gene, by de voorgaande Staats-
„ belluiten, was goedgevonden (V)." Op
deeze wyze, meenden de meefte Leden van
Hol-
(.O Zie Refol. Huil. 4 AW- 1613 — 23 faiiuaf.- lél4» *^
4-1, Gioiit-Plakaatb, III. Deel, il. 460,
-ocr page 67-
XXXVILBoek. HISTORIE. 6$
Holland de rust in de Kerke te können her- i<$jj,
ftellen. Doch eer wy verhaalen, hoe hun Be- -------
fluit, welk nogtans nietblykt, als een Staats-
befluit, uitgegeven geweest te zyn (j), op-
genomen werdt , zal 't noodig zyn, tot het
verhaal der weereldlyke zaaken van deezeh
tyd, te rug te keeren.
Tusfchen den Koning van Deenemarke en xvi.
de Stad Lubek, Was eenig misverftand ge- Verbond
reezen , over het heffen van de Zöndfche JJ'jjjjj
tollen, die, ter gelegenheid van den Zweed- ten en ^
fchen Kryg, geweldig verhoogd waren. De Stad
ingezetenen der Vereenigde Gewesten lee- Lubek.
den ook veel, door het verzwaaren deezet
tollen ; waarom de Staaten, aangezogt door
die van Lubek, zig ligtelyk lieten overhaa-
len , tot het maaken van een Verbond van
onderlinge befcherminge met deeze Stad,
voor den tyd van vyftien jaaren. Het werdt,
op den negenden van Bloeimaand des jaars
1613 , getekend, en ftrekte tot beveiliging
der wederzydfche Scheepvaart en Koophan-
del^ door de Oost- en Noordzee , tot aan ;,, . «
de hoofden toe. De Staaten zouden 't op-
perbeleid hebben van 't gene * ingevolge van
dit Verbond, zou ondernomen worden: waar-
toe de Stad Lubek, egter, vfyelyk zou mo-
gen ftemmen (£). Sommigen voegen 'er by,«
dat de Staaten * tot de kosten des Vefbonds,
agt deelen , Lubek alleen een negende zou
betaalen. Weinig dagen laater > ilooten de VerborM
Staaten' een diergelyk Verbond voor vyftien met a~
jaa- «»f«
OO T^OLANH. BI. 6; 3.'
Cz) Zie Reib!. Holl.'i-;3 May 1613. bi.-i.it Groot-i'lafeüntb.
IV, Deel, bl. 17%.
X, Deel.                   E
v
-ocr page 68-
66 VADERLANDSCHE XXXVII. Boek.
1613. jaarerj met eenige Keur- etl andere Vorften
■ van Duitschland , te weeten , Palts, Wur-
Duitfche temberg, Hesfen, Baden, Anhalt, Branden»
vorften. ^m^ en Qetingen, welk, voornaamlyk, op
de Kleeffche en Gulikfche zaaken, zag, en in
't volgende jaar, nader verklaard en beves-
tigd werdt (#). De Duitfche Vorften be-
loofden, by dit Verbond, de Staaten, in ge-
val van oorloge, met drie-enveertigduizend
fuldens ter maand, te zullen onderfteunen.
)e Staaten zouden hun, daarentegen, met
vierduizend man, byftaan (£).
Doch Christiaan de IV, bedugt voor de ge-
volgen van het Verbond met Lubek, fchreef
den. Staaten, terftond, dat hy de tollen ver-
minderen zou, en hunnen onderzaaten niets,
boven 't gene zy , twee jaaren te vooren,
plagten te ' geeven, doen afvorderen : waar-
mede de gevreesde verwydering voorkomen
werdt (f) : fchoon 't Verbond met Lubek
niet nalaaten kon eenige verkoeling te roaa-
ken tusfchen Koning Christiaan en de Ver-
Verbond eenigde Staaten (d). Doch het gaf, daaren-
»et tegen , den Koning van Zweedert, Gustaaf
Zwee- Adolf, aanleiding, om zynen Hofraad, Ja-
en# kob van Dyk, herwaards te zenden, om, over
diergelyk Verbond van onderlinge befcher-
ming , vriendfchap en koophandel, in on-
derhandeling te treeden. Het werdt, ins-
gelyks, voor vyftien jaaren, op den vyfden
van
O) Zie Oroot-Plskaatl). IV. Deel, tl 2(57,271. Rclbl-HoU.
t-23 May itfis- hl. iü.
(6) Voiez Du Mnw Cwrps Diplom. Tom. V. p. II, p.226,
f() Van den Sandk V. Boek, 'ui. f16. üaüdart Mem of. V«
llntt,' hl. 44.
{dj Zk fjENTlvtOUü Vertmlb. bh ?.(/>, 3917.
-ocr page 69-
2ÊXXVIÏ. Boek. H I S t O R I E. 67
van Grasmaand desjaars 1614, geüooten (e). 1613.
By nader Verdrag van den zelfden dag, werdt —-—-
Verklaard, dat men eikanderen, in geval van
oorloge. met vierduizend man, byftaan zou
(ƒ). Te vöoren , in Grasmaand des jaars
1613, hadden de algemeene Staaten twee-
honderd fchippond of zestigduizend ponden
Zweedsch Koper, tot veertig Ryksdaalders
het fchippond, van den Koning vanZweeden .,,;;,
gekogt, om te Stokholm te ontvangen (g),, r.
en, waarfchynlyk, hier, tot het gieten van
gefchut, of eenig ander werk, te gebruiken.
Ondertusfchen, kon de Koning van Deene-
inarke zulk eene enge verbindtenis met Zwee-
den ook metgeené günftige oogen aanzien. n • r\
De Verbonden met Zweeden en Lubek £f%%
dienden tot beveiliging der Scheepvaart en visöh-
Handel $ die, omtrent deezen tyd, nog verder vangst.'
Noordwaards werdt voortgezet. Ter gele-
genheid der verfcheiden' togten naar Nova
Éembla en de Straat Waaigats, om eene
vaart naar China op te fpooren, hadt men
ontdekt, dat zig, hoog in 't Noorden,, me-
nigte van walvisfchen * walrusfen , robben,
zeehonden én andere dieren onthielden, wier'
fpekó huid en tanden, met merkelyk voor-
deel, verhandeld konden worden. Ook had-
den de Ëngelfchen zig,.al federt■ eenige jaa-
f en, begonnen toe te leggen op de Walvisch-
vangst, die zy nog bleeven aanhouden. Dé;
onzen kreegën 'er dan ook lugt op^ Eenige"
Hot
CO Zie Griot-piakaatb. JV. Detl, II. iftu
(ƒ) Zie Önot-P!:ilwatb. IV. Deel, hl. 2?ß.
(g) Zie 't Koop-Coiitraä hy Du Mcint Corpf DiplèiK. TtoiS?
V. P. II. p. 223-
% 2
-ocr page 70-
68 VADERLANDSCHE XXXVII. Boe*.
1Ä13. Hollandfche Koopluiden rustten twee fche-
— ■— pen uit op de Walvischvangst, die , nog-
tans , door twee Engelfdhen, aangetast, en
van vangst en vischwant beroofd werden ,
zonder dat zy, in Engeland, hoe zeer 'er de
Staa' \ gezant Karon op aanhieldt, ver-
goeding van fchade bekomen konden (h~).
Opreg- 2fy gaven, nogtans, den moed niet op. Lam-
ting der bert van Tweenhuizen, Jacques Nicquet, Jac-
Noord- qUe$ Mercys, Gillis Dodeur, Leonard Rans,
Maat- YsbrandDobbens, Nihafius Kien, Antoni Mo-
fchap- nier, Dirk Adriaanszoon Leveflein, en veele
pye. andere ingezetenen der Vereenigde Gewesten
maakten eene Maatfchappy uit, die, op den ze-
ven-ent wintigften van Louwmaand des ja ars
1614, van de algemeene Staaten Oktroi ver-
wierf, om, in dat en de twee volgende jaaren,
alleen te mogen handelen en visfchen, op de
kusten en Landen van Nova Zembla, tot de
Straat Davis toe, met Spitsbergen, 't Beeren
Eiland , Groenland en de andere Eilanden
hieromtrent daaronder begreepen. Dit Oktroi
werdt, naderhand,-meer dan eens, verlengd.
Ook kreeg, in 't jaar 1622 , eene Zeeuw-
fche Maatfchappy verlof, om, dat jaar, ne-
vens de Hollandfche, op 't Eiland Mauri-
tius, anders Jan-Mayen-Eiland, te mogen
visfchen (/). De visfchery bragt der Noord-
fche Maatfchappye, in 't eerst, merkelyke
voordeden aan. Doch deezen verminderden,
door den tyd; voornaamlyk, doordien men,
gelyk vermoed werdt, met al te fterk te vis-
fchen
(A) TUüiMivr. Mei«. V. /hei, il. 43-
Cl r Zie Oroot-Plakaatb. |. Deel, hol. 6G9, öj-1, 673, 6781
VfcLiuS Hoorn, l/l. r,^o.
-ocr page 71-
XXXVII. Boek. HISTORIE. 60
fchen, de walvisfchen fchuw gemaakt en 1613.
verjaagd hadt. 't Laatfte Oktroi der Maat- -------
fchappye, welk, met het jaar 1642, ten ein-
de liep, werdt niet wederom vernieuwd, en
't leedt niet lang daarna, of de Maatfchappy
was geheellyk vernietigd. Sedert, is de Wal-
vischvangst omtrent Groenland en Straat Da-
vis , door byzondere Koopluiden, voortge-
zet ; gelyk nog tegenwoordig gefchiedt.
Kort na het opregten der Noordfche Maat Voorregt
fchappye, welke men hoopte gelegenheid te voo|" ^e
zullen geeven tot het ontdekken van nieu- £ersvari
we Landen, verleenden de algemeene Staaten, nieuwe
by openbaaren Plakaate, aan elk, die eenig Landen,
onbekend gewest opfpoorde, verlof, om,
vier reizen agtereen, met uitfluiting van al-
le anderen, op het zelve te mogen handelen;
mids hy, van de eerfte ontdekking t'hüis ge-
komen, binnen veertien dagen, verilag van
zyn wedervaaren deedt, aan de algemeene
Staaten (&).
In Oostindie, was, reeds meer dan eens, XVII.
merkelyk misnoegen gereezen, tusfchen de Gezant»
Engelfchen en Nederlanders, die elkande- ^„^,,.
ren befchuldigden van 't inflaan van flink- geiand,"
fche wegen, om eikanderen den handel te over zan.
bederven , of te beletten. De Engelfchen ^en >. «ta
vorderden vryen handel op zulke Plaatfen, ^,"1""
alwaar de Indiaanen zig verbonden hadden, ïviaat-
om hunne vrugten alleen aan de onzen te Ie- fchappy
veren; zonder dat zy iets wilden draagen in betrei-
de onkosten, die men hadt moeten doen, en c*
nog doen zou , om den handel, tegen de
vyarid-
(i) Groot-Plafesatb. i. #<*/, kol. 5S1,             , , r
E3
-ocr page 72-
"......... ■                            '                - '^w^^w^
70 VADERLANDSCHE XXXVII.Boek.
1^13. vyandlyklieden der Spanjaarden en Portu-
——— geezen, te befchermen (/). Het berooven
der Hollandfehe Walvischvangeren door de
Engelichen , die oordeelden, alleen regt te
hebben, tot het beyisfchen der afgelegen'
Noofdfche gewesten, was hierby gekomen.
Öm beide deeze gefchillen by te leggen ,
zonden de algemeene Staaten, in de Lente
deezes jaars, Reinier Pauw, Oud Burgemees-
ter van Amfterdam, Jakob Boreel, Oud Bur-
gemeester van Middelburg, Dirk Meerman,
Schepen en Raad van Delft, en Hugo de
Groot, nu nog Advokaat Fiskaal der Staaten
van Holland, naar Engeland af. De Koning,
die, onlangs, Prins Maurits met de Ridder-
orde van den Koüsfeband vereerd hadt (m")%
fcheen genegen, tot het vereffenen der ge-
fchillen («). Ook werden de Oostindifchen,
eerlang , tot genoegen der Maatfchappye,
afgedaan: waarin de Groot zig zulks gekwee-
ten hadt, dat hy , deswege , veel meende
verdiend te hebben, by de Maatfchappye en
by 't Vaderland (o). Doch de fchade, den
Walvischvangeren toegebragt, fchynen de
Engelfchen niet te hebben willen vergoeden ;
' waarom de algemeene Staaten, federt, ge-
raaden vonden, der Noordfche Maatfchap-
pye te beveélen, dat zy haare fchepen , na
deezen, van gefchut en krygsbehoeften hadt
te voorzien Q>): 't welk van zulk een gevolg
was,
CO Refol. Holl. 4-17 Maart 1615. */. 5.
- (»O RaPIN Tom. Vll.p.. 76. UlTENBOGAEUTj hl. fiV>I.
C«3 Bde Aft. Publ. Ang). Tom. VU. P. II. p. 205.
(«)• Grotjus Verantw. Ifoofdjt. XIX. bl. 209, 214. C*
Brandt Leven van H* de Gtoot, bl. 45.
O) Uroot-Plakaatb. L Deel, kol. 6/3.
-ocr page 73-
XXXVII. Boek. HISTORIE. 71
was, dat haare Walvischvangers, in 't jaar KJ13.
1617, wederom, door de Engelfehen, aan---------
gecast zynde, dezelven te magtig werden,
een hngelsch fchip overmeesterden, en her-
waards bragten. Doch 't werd,door's Lands
Staaten, terftond, vry gegeven (^). In de
Indien, werdt het Beiland kwalyk• onder-
houden. Men klaagde, van wederzyde. De
algemeerie Staaten gaven, daarna, den die-
naaren der Oostindifche Maatichappye be-
vel , hoe zy zig te gedraagen hadden, als zy
werden aangetast^ door de Spanjaards of
Portugeezen; doch verbooden hun, uit-
drukkelyk , de vyandlykheden eerst te be-
ginnen (r).
Sedert het inneemen van Gulik, door Prin- xvni.
fe Maurits, fcheenen de Vorften bezitters, Sta" ^
eenen geruimen tyd, goed Verftand te hou- vanGu-
den met eikanderen. Zy ondernamen, in uk en
't jaar 1612, het Dorp Mülheim aan de Roer Kieeve.
tot eene Stad te verheffen, en met verfchei-
den' voorregten te voorzien, waardoor zy
die van Keulen merkelyk benadeelden , en
groot misnoegen tegen zig verwekten (O-
Doch hierdoor werdt de ,eendragt onder hen
niet geftoord, Alleenlyk gaf het verfchil
van Godsdienst, fomtyds, eenige gelegen-
heid tot twist onder de Vorften (7) s alzo de
Keurvorst van Brandenburg, die, in 't jaar
i6u, door Sigismond, Koning van Poolen,
met
(q~) Van den Sande V. f)aek,bl. 72.
(r) GrooNPlakaatb. II. Deel, kol. 2172, 0173,
(s) Baudart. Memor. IV. ßoek, l/l. 222,257. V. Buehx &&
28, 4Ï. VI Koek, bh 6,
(O Bauuart. Mem. VI. Boek, U, 12.
E 4
f
-ocr page 74-
7? VADERLANDS CHE XXXVII. Boei?.
1613. met Pruisfen beleend zynde (V), nu ook den
-—re- titel van Hertog van Pruisfen voerde, de Kal-
vinifche , de Paltsgraaf van Nieuwburg de
Lutherfche Leer beleedt (v). De Vereenig-
de Staaten , die de Voriten meest onder-?
fteund hadden, fcheenen, nogtans, meer
tot Brandenburg, dan tot Nieuwburg ge-
negen; waarvan de overeenkomst in ge-
voelen, veelligt, eene der oorzaaken was.
Nieuwburg, dit bevroedende, zogt zig naau-
wer te verbinden, met de Roomfche Mo-
gendheden in Duitschland: waardoor de eer-
fte grond gelegd werdt van de openbaare
tweedragt, tusfchen de twee Vorften. Om-
trent het einde deezes jaars, tradt hy in 't Hu-
welyk met eene Zuster des Hertogs van Beyc-
ren en des tegenwoordigen Aartsbisfchops
van Keulen, Ferdinand, die den »Aartsbis-
fchop Ernst, in Lentemaand des jaars 1612,
was opgevolgd (w). Ook leedt het qiec lang,
of hy deedt openbaare belydenis van den
Roomfchen Godsdienst (#). De Keurvorst
van Brandenburg fchepte met reden agter-
dogt uit deeze verandering, en uit de geduu-
rige onderhandelingen met den Keurvorst
van Keulen, Broeder des Hertogs van Beie-
ren, die 'er op volgden. Hy zogt zig, hier-
om, met hulp van eenig Staatsch Krygs-
volk, welk op de grenzen lag, by verras-
fing, meester te maaken van Dusleldorp, eer
hy
(«O Veeiz Du Mont Corps Diplom. Tom. V, p. II. p. 179,
l8i, 183, 193, 195, 196, 197. Meter. XXXü. Boek, f, 62!),
(_v~) JSentivoguo Verhaalb. bh 437, 438.
Cwj Baudart. Mcinor. IV. Hoek, bh 177.
(x) TiENTivoGtio bh 438, 439, 454. Bauüart. Menior. V.
Ifcick, bl. 43.
-ocr page 75-
XXXVII. Boek. HISTORIE. 73
hy van zynen mededinger voorkomen werdt. 1Ö13.
Doch de aanflag werdt ontdekt, en misluk- -—«
te. De Aartshertogen oordeelden, dat het
im tyd was om zig te wapenen, en zig de
zaake van Kleeve en Gulik nader aan te
trekken (y~). De Vereenigde Staaten kree-
gen 'er zo dra geene kennis van9 of zy maak-
ten zig, insgelyks, gereed tot eenen veld-
togt. Beide vermaanden zy, onder tusfchen,
de Voriten tot Vrede. Ook werdt 'er, in de
Lente des jaars 1614, eene byeenkomst ge- -1614.
houden te Naumburg, zonder dat 'er egter -"-"--
iet geflooten werdt (z). Wat laater,in Zo-
mermaand, kwam men nog eens te Wezel
byeen, met gelyken uitflag(V), De Veree-
nigde Staaten hadden hier ook hunne Ge-
magtigden gehad. De Keurvorst hadt, in
Bloeimaand, op een vermoedert, dat de
Paltsgraaf zig zogt meester te maaken van
hec Kasteel van Gulik, zynen flag waarge-
nomen, en 'er zig in geworpen, met eenig
Staatsch volk, de Nieuwburgfche troepen
uit het Kasteel en de Stad verdryvende, en
de bezetting, met Staatfche knegten, verfter-
kende. Hierop, hadt de Paltsgraaf Dusfel-
dorp overmeesterd; waarmede de vyand*
lykheden, van wederzyde, openlyk, begon-
nen waren (F). De Vereenigde Staaten be-
tuigden, nogtans, dat zy Gulik hadden hel-
pen verzekeren, om de rust te beter te be->
waaren, onder de Vorften, die anders, door
de
Cv) fiENTIVIIOLIO il. 448, 44?.
O 3 Hauimw. Mcraor. VI. flock, hl. 24..
{.#) Bentjvoo. hl. 453. Baudaut. Meinur. VI. Roek, U. 5U.
i_b.) Bent'Voglio hl. 445, 446.
e$
-ocr page 76-
7% VADERLANDSCHE XXXVII. Boek,
i<)i4. de wapenen, fcheen te zullen verbroken wor-
■m-—- den. Doch de Aartshertogen dagten, dat zy
voet,in de Kleeffche en Gulikfche Landen,
zogten te krygen,tot hun eigen voordeel (<r).
De Spanjaards, die zig in Brabant onthiel-
den, morden over de nadeelige gevolgen
van; 't Beftand, en hitften Albertus ten oor-
Krygs- -loge op (d). Hy hadt, in 't vooijaar, niet
rongc der boven de agtduizend knegten en twaalf hon-
Aa.ns'- ■•- ^gj.^ Rujters jn dienst, daar de Vereenigde
StauLtn. Staaten, daadelyk, meer dän twintigduizend
knegten en vyfentwintighonderd Ruiters op
de been hadden (e). Men hadt, hierom, te
Brusfel, beflooten, nog twaalfduizend kneg-
ten en dertienhonderd Ruiters te werven, en
onderftand in geld uit Spanje verzogt en be-
komen (ƒ). De gezanten van Frankryk en
Engeland zogten deeze werving te ontraa-
den, den Aartshertogen verzekerende, dat
de Staaten Gulik ruimen zouden, zo dra de
Vorften zig zouden verdraagen hebben. Doch
men hadt hier geene ooren naar (g). 't Leger
der Aartshertogen trok te Maaftricht byeen.
De Markgraaf Spinola ftelde zig aan 't hoofd
van het zelve, en brak op van Maaltricht, in
't begin van Oogstmaand, De Vereenigde
Staaten, vermoedende, dat men 't op Gulik
gemunt hadt, hadden zorg gedraagen om de
Stad, rykelyk, te voorzien van volk, welk,
- onder Graave Fredrik Henrik, derwaards
Ce 5 Rentivogli» hl. A59, 461.
(d) liENTIVOGLIO */. 448.
(V) llENTlVOOLFO U, 45£.
\f) BeStivogmo il. 456, 45y. ..... ■ ; .
{$) IJBNTIVUÜUO. W. /JÖ2. .;
-ocr page 77-
XXXVII. Boek. HISTORIE. 75
, gezonden was (£)., Ook hadt men'er zo groot t6^.
een' voorraad van eetwaaren binnen gebragt. ——
als of men voor een langduurig beleg ge*-
vreesd hadt, Doch Spinola hadt andere oog-
merken, die zig, welhaast, openbaarden.
Wy hebben, te vooren (J),verhaald,hoi xix.
de Hervormden, die te Aken in de Regee- T^"-_
ring plagten te zyn, in 't jaar 1598, van al- ge toe."
Ie bewind ontzet werden.. Sedert, hadt men, ftandvau
in deeze Rykftad, alleen Roomschgezinde Ake?.
Regenten gehad, die, in heimelyk Verbond
ftaande met den Aartshertoge Albertus (&),
de Hervormden in 't gemeen, en met naame
ook de afgezette Regenten, zwaarlyk, ver-
drukten, dezelven, met gevangenis, geldr
boeten en ballingfchap, ftraftende (T). Dit
duurde, tot in 't jaar i<5u ; wanneer eeni*
gen, zig in hunne ballingfchap niet konnen-
de gerust houden, eene beweging verwelo
ten, onder 't volk, welk, rennende naar 't
Raadhuis, de Raaden in hegtenis nam; doch
federt ontfloeg, mids zy behoorlyke reke-
ning deeden, en der Burgerye, ook in an-
dere opzigten, genoegen gaven. De beroer-
te werdt egter niet geftild,dan door tusfchen-
fpraak des Konings van Frankryk, en der
Vorften van Brandenburg en Nieuwburg (in).
De Hervormden werden, eerlang, heriteld
in de Regeering, en verwierven de vrye oe-
fening van hunnen Godsdienst, De Aartsher-
to-
(A) Refol. Heil. ItI9 July 1614. M. 69,70. Raudart, MP«
jjiór. VI. Roek, il. 39.
O') IX. Deel, hl. 23.
(*j Grotii Hift. Uhr. XVII. p. 472.
( O MbtEren XXVI. Baek , f. 407, '499,
(«O Meteren XXXII. Hack, ƒ, 6a8,
-ocr page 78-
76 VADERLANDS CHE XXXVII. Boek.
1614. togen, die, gelyk hunne voorzaaten, de
------- Hertogen van Brabant, Aken gaarne onder
hunne gehoorzaamheid gebragt zouden heb-
ben , zagen de omkeering binnen deeze Stad
aan, met veel misnoegen. De Keizer zelf
fprak een vonnis uit tegen Aken , in den
aanvang deezes jaars 1614, en gaf den Aarts-
hertoge Albertus en den Keurvorst van Keu-
len magt, om, in gevolge van het zelve ,
alles,aldaar, in den voorigen ftaat, te her-
Spinola ftellen (n). Spinola hadt dan heimelyken last
maakt zig gekreegen, om zig, in de eerfte plaats, van
vatfdee- Aken te verzekeren, gelyk hy, zonder (lag
ze Stad. of ftoot, uit 'sKeizers naam, deedt, op den
Hy eenentwintigften van Oostmaand. Zo dra
«eemc jjy jn ^ gta(j gekomen was verftelde hy de
Orfo?"' Wet'en deedt de oefening van den Onroom-
Duisberg fchen Godsdienst ophouden (o). Naderhand,
en ande"- werden 'er verfcheiden' Burgers, over de
ie Plaat- voorige beroerten, te regt gefteld, en, met
Oolc'we- ^e ^ood °f met ballingfchap, geftraft (ƒ>).
zei. ' Na 't inneemen van Aken en 't (legten van
Mülheim, welk 'er op volgde, maakte hy
zig, zonder moeite, meester van Duuren ,
Orfoi, Duisberg, Kaster, 's Greevenbroek
en Berchem. Eindelyk, toog hy, op den
zevenden van Herfstmaand, voor Wezel, al-
waar men hem, na eenigen geringen tegen-
ftand, insgelyks, de poorten opende (jf).
Prins
         iVÜdlerwyl was ook Prins Maurits opge-
Wlajirits brokeh met het Staatfche Leger, en te laat
ge-
CO Voiez Du Mont Corps Diplom. Tm. V. p. II, p. 235,
(0) Baudatit. Memor. VI Boek, bl. 34, 40.
(/>) ISaubart. Mcmor. VIII. tloclc, bl. 69 ?«i;,
(l j Havpa,ivt, lyieijwr. VI. QpqkK bl, 41,
-ocr page 79-
XXXVILBoEK. HISTORIE, ff
gekomen zynde, om, binnen Wezel, ont- 1514
Vangen te worden, hadt hy zig meester geL —------
maakt van Emmerik en Rees: naderhand, ook bezet
Goch, Kraanenburg en Gennip, met Staatsch ^"n e~
of Brandenburgsch volk, bezettende. Zante, Goch ad
alwaar hy, insgelyks, gaarne bezetting ge=- andere
legd zou hebben, werdt, eer hy 't verwagt- Plaatfen.
te, door Spinola, ingenomen (>). Prins
Maurits nam, daarna, ook veffcheiden' Plaat-
fen in, in het Graaffchap Mark, terwyl Spi-
nola , aan 't verfterken vai\ Wezel, deedt -..\'
arbeiden (/). Dit wederzydsch inneemen van
Steden geichiedde, zonder dat de Legers eik-
anderen eenigen tegen ftand deeden. Men
wilde het Beftand niet breeken, en de tegen-
woordige krygsbedryven aangemerkt heb*
ben, als gefchiedende alleenlyk, tot bevor-
dering of herftelling der rust,- in onzydigè
Landen. De bevelhebbers en krygsknegteh
van de eene en de andere partye ontmoetten
en bejegenden eikanderen, dikwils, vriende-
lyk (V). De Legers lagen naauwlyks twee
mylen van eikanderen. Spinola hadt zig by
Wezel, Maurits by Rees nedergeflaagen.
Terwyl de Staatfche bezetting in Goch lag, Voorval
werdt Goosfen Exken^ een der Burgemeefte- te Goch»
ren deezer Stad , die Roomschgezind was,
door zekeren Weever, bedraagen, als of
hy heimelyk handelde, om de Stad aan Spi-
nola te leveren. De bevelhebber deedt hem
en eenigen der zynen terftondvatten. Eender-
zelven werdt zwaarlyk gepynigd; doch ont-
kwam,
f O RaudaRt. Meinor. VI. Hoek ,'U. 42t
CO P.AUDART. Memor. Vr. Boek, il, 43.
{ij B»;ntivoglio, H. 486»
-ocr page 80-
fS VADERLANDSCHE XXXV'H.ßoEKa
kwam, kort hierop , uit de hegtenis, en
bragt te wege* dat het ftuk, door Gemag-
tigden, uit den Haage , nadef onderzogt
werdt., Men bevondt, eindelyk, dat de
Weever tot het belchuldigen van Exken ver-
leid was, door den Predikant Petrus Cepori-
nus,
gebeeten op den Burgemeester, om dat'
deeze hem de inkomften eener Roomfche
Pastorye in Goch geweigerd hadt (#).
De Koningen van Frankryk en Groot-Bri-
tanje zonden, eerlang, hunne gezanten naaf
de Legers, om eene vrede tusfchen de twee
Vorsten te; bemiddelen. De Aartshertogen en
Staaten hadden hier ook hunne Gemagtig-
den. Men kwam, in 't begin van Wynmaand *-
by een, te Zante. De Voornaamfte zwaarig
heid in de handeling betrof het Kasteel van
Gulikj welk, de fterkfte Plaats des gantfchen
Lands zynde, de Vorsten,, eikanderen mis^
gunden. Men lloeg dan voor, het Kasteel
te (legten, naar den kant der Stad, of het
in bewaaringe te geeven aan de Staaten, ter-
wyl Wezel in de handen der Aartshertogen
blyven zou. De Franfche, Engelfche en Staat-
fche Gemagtigden neigden voor den eerften,
de Aartshertogen voor den tweeden voor-
flag. Omtrent de regeering der Landen, be-
greep men* dat een der Vorsten de verdee-
ling zou doen, waaruit de andere de keus
hebben zou i 't welk Nieüwburg best aan-
ftondt: of, dat ieder de helft van 't Land,
zes maanden in 't jaar, en de andere helft,
de andere zes maanden, regeeren zou: waar-
fa) DuiNflto Vcrnnt#t I. Deel, Ik tjl enz.
-ocr page 81-
XXXVII. Boes. HISTORIE. ?g
in Brandenburg en de Staatfchen. meer ge^ 161-4»'
vallen hadden. Ook neigden 'er*, eerlang,——-
de Franlchen en Engelfchen toe (v). Nader- verdrag,
hand, veranderde men egter van gedagten, aldaar
3, Men verdeelde de Landen, in twee dee- geraaalet.
„ len,Hellende Kleeve, Mark, Ravensberg,
,, Ravenftein en eenige goederen in Brabant
9, en Vlaanderen voor één deel, en Gulik
3, en Berg, met het gene 'er toe behoort,
„ voor het ander : om 't bezit van welke
3, twee deelen', de Vorsten iooten zouden." -■ -
Voorts,kwam men overeen „dat het vreemd
3, kfygsvolk, terftond, vertrekken zou; dat
,, de Vorsten geene Plaatfen in de magt van. .,r; !:'
,, eenen derden zouden ftellen, en dat de Ves-r ■.; vi
3, tingwerken , federt Bloeimaand laatstlee«
,, den, begonnen, gellegt zouden worden."
De Vorsten en de Gemagtigden van Frank*
ryk, Groot-Britanje en de Staaten tekenden
dit Verdrag (wy De Aartshertóglyken, last
uit Spanje moetende af wagten,. fielden 't uit. ,:..... .-->
In Wintermaand,"kwam 'er, eindelyk, bevel -00 'v<u
van Filips „ om geen verdrag te laaten flui: °
,, ten, zonder dat hy 'er deel in hadt, om "' '' ^-;
,, Wezel niet over te geeven, en om alles . .5
,, in den zelfden ftaat te laaten, waarin het
3, tegenwoordig was." De onderhandelingen
werden, hierop, afgebroken (»). Men han-
delde, daarna, nog eenigen tyd, te Brüsfel
en in den Haage, zonder iets te können flui-^
ten. De Legers waren, reeds in Slagtmaand,
' ' -                              ', ge*
(v~) Bentivobuo II. 489-492. Baudakt. IVlciiior. VI. Ruikj
U.
42 , «3.
(w) l'biez Du Mont Corps Dipl. Tom,%P, U.p, 259, iOt.
(*) HraTivoGMo* hl, 500-503., 506*
-ocr page 82-
6o VADERLANDSCHE XXXVlI. Boek,
1614* gefcheiden. Elk hieldt de ingenomen' Plaat-
'------- fen fterk bezet. Prins Maurits zondt de o-
verige knegten en eenige Ruiters naar Mun-»
- fterlatid en 't Stigt Paderborn, alwaar hy
zwaare brandfchattingen vorderen deedt (y~).
't Liet zig aanzien , -dat het Erygsvolk der
Aartshertogen en Staaten de Kleeffche en
Gulikfehe Landen niet zo haast verlaatgn zou,,
als het 'er ingekomen was*:
XX. Inde Lente deezes jaars, was 'er een Ge-
Gezant- zantfchap uit Muskovie aangekomen in den
ichap Haage, om de Staaten te verzoeken, dat zy'
Groot- den Grootvorst, Michael Federowuz, met ee-
vorstvan nige Oorlogfchepen en geld, wilden onder-
Musdo- fteunen, en een vast Verbond met hem aan-
Vie' gaan. Doch de Staaten weezen dit verzoek,
heufchelyk, van de hand. . De gezanten wer-
den egter eerlyk onthaald» en, op hun ver-
trek, met gouden ketenen en penningen, be?
fchonken (z).
Oprëg- Tot hiertoe, waren 'er maar twee Hóoge
tlng ee- Schooien geweest, in de Vereenigde Gewe.5-
nesdoo-ten' te Leiden, in Holland, en te Franeker^
fe, \e in Friesland. Doch in den Zomer deezes
Gronin- jaars, beflooten de Staaten van Groningen en
gen. de Ommelanden, op't fterk aanraaden van
Graave Willem Lodewyk , Stadhouder van
dit gewest, eene derde Hooge School op ta
regten, binnen Groningen, die, op den drie-
entwintigften van Oogstmaand, plegtiglyk
werdt ingewyd (a). Ik vind, dat 'er, in da
Lente des volgenden jaars , reeds omtreM
t%»
Cv) ËAiTfiAflf. Mem». Vr* Doek, hl. «ju
(z) H/tinART. Mcmor. V!< l'tick, hl. a$,
(«, üaudaiu. Mciiior. V!« Jieefs, VI. 2p
-ocr page 83-
&XXVII.BOEK. HISTORIE. 81
tagtig Studenten , op de Groninger Hooge: 1614;
Schoole, waren ingeichreeven (&)„         ; '.:..-----—
Dus nadert ons verhaal, ongevoelig, wer;'t Befluit
derom tot de Kerkelyke zaaken, die nog.al,^ ^"
niet nalieten de Grooten, de Predikanten èri Holland
't Gemeen in geduurige onrust te houden; 't op de
Befluit der Staaten van Louwmaand laatst Kerken-
leeden werdt van de Remonftranten , iri »tf'^f*
gemeen, gaarne ontvangen. Ook namen vee- veeien
Ie Contraremonftranten aan , te rnyden , 't geen ge-
gene de Staaten hadden afgekeurd; Doch noegsiu
eenigen vonden hierin merkelyke zwaarig-
heid, oordeelende zy,'dat de Kerk, by dit
befluit ^ ten ohregte befchuldigd, en huri
verbooden werdt, de waarheid té prediken
(V). De Klasfis van Hoorn veroordeelde drie
Remonftrantfche Predikanten, fchoon het
haar, door Gekommitteerde Raaden, verboo-
den was, en hieldt, federt, haare vergade-
ringen afzonderlyk. Ook werdt 'er , in dé
Stad, eené vergadering aangelegd, daar dé ,......
Contraremonftrantfche Predikanten van de
Klasfis, nu en dan, kwamen prediken (d~).
Te Rotterdam, daar de openlyke Leeraars tiüntfei
vreedzaam waren, of Remonftrantsch, durf- contra-*
de zeker makelaar zeggen n dat hy liever remon-"
9y van een varken dan van een' der Predi ftranteri
f, kanten getrouwd wilde worden." Doch te R°t-
hierom werdt hem het burgerregt, voor een gn elf
jaar* en het makelaarfchap , voor altoos, ders*~
af-
, fS) khh Epift. Sd?<5t. e Mufaa J. G. Mselii ütc. III.£pi
I, II VI. p. 70, 81, 90.
(e} Bkandt, il. D,el, il. 236. 237.
(tij ViiLius Hoort), «.548. TRicLANP. tl. 834-84«*
X. Deel*                F                      "')
-ocr page 84-
8a" VADERLANDSCHE XXXVII. Boek.
1Ä14. afgenomen. In 't voorleeden jaar, was,
-------ter zelfder Stede, zeker' Ketelboeter, om 't
wederftreeven van de bevelen der Wethou-
derfchap in 't Kerkelyke , de Stad ontzeid
jl (e). Doch fommigen oordeelden, dat men,
in deeze Stad, te fcherp ging. Een Drukker
van Schiedam deedt deeze twee regels , te
Enkhuizen, in de Lotery, leggen:
' Zeg my trekker frisch, ter eere van Oranje ,
..'!■ ■ a Wat onderj'cheid daar is, tusfchen Rotter-
dams Inquifitie en Spanje.
Doch de Gekommitteerde Raaden van Hol-
land verklaarden zyne Loten verbeurd, en
verweezen hem , voor veertien dagen , te
■water en te brood : welk vonnis, nogtanss
flappelyk uitgevoerd werdt. Ondertuslchen,
was, uit het rym des drukkers, te fpeuren,
over welke zyde fommigen den Prins thans
NadeelL ree<^s hielden te hellen. Men hoorde ook,
ge gerug- ten deezen tyde, wederom nadeelige gerüg-
ten van ten van den Advokaat, als of hy voorhadt,
defeAd* '* ^anc^ aan Spanje te brengen, en hierom
vo c verandering zogt, in den Godsdienst. Zelfs
• :.:-:- -zeiden eenigen,, dat hy en Uitenbogaard
— Loontrekkers van Spanje waren, en Spaansch
■geld uitdeelden, ten nadeele des Vaderlands.
;' , :Ook hadt Fran^ois van Aarfens, voor dee-
.... zen, Gezant der Staaten aan 't Hof vanFrank-
ryk, uit misnoegen op den Advokaat, dien
hy hieldt, bewerkt te hebben, dat men hem
van dit gezantfchap ontzet hadt, zig, om-
v                                     trént
O) Refol. 'Hol!. 17*20 Jiity 1613. hl. 37. F»RANi)TlI.ZJ«ä»
-ocr page 85-
XXXVII. Boek* HISTORIE. 83
trent deezen tyd, zo men wil, laaten ontvallen, 1614,
5, dat fonmiiger gezag zo niet gevestigd was, ■ . ■
5j of het kon wel ter neder geworpen wor-
„ den (ƒ)." Woorden, die naderhand blee-
ken, voorboden geweest te zyn van den
ramp, die den Advokaat befchooren was.
Te Amfterdam, daar men zig, gelykwy, XXI.
té vooren, zagen, fterkst verzet hadt, tegen Hande-
het befluit der meeste Leden van Holland llngij_(,c
van Louwmaand laatstleeden, fcheen men fcp ~
ook: andere Steden te willen aftrekken van Amfter-
dit Befluit, In Louwmaand des jaars 1615, dart.
werdt, aldaar, in de Vroedfchap, voorge- l615'
flaagen , of men, van Stads wege, niet iet
doen zou, ten behoeve van hun, die zig,
te Hoorn , van de openbaare Kerke , had-
den afgezonderd. De meeste Leden der
Vroedfchap hielden hier de zyde der Con-
traremonftranten. Doch Kornelis Pieters-
zoon Hooft, Raad en Oud Burgemeester,
beweerde J? dat het onredelyk zyn zou,
w zig te moei jen met de byzondere huishou-
„ ding eener Stad ; daar men zelf niet ge-
5j zind was toe te liaan, dat de meeste Le-
?, den der Vergaderinge van Holland hunne
j, Befluiten, binnen Amfterdam, deeden gel-
5, den." Wat 'er op den gemelden voorflag
beflooten werdt, weet ik niet: doch 't is
seker, dat Hoofts raad , doorgaans tot ge-
matigdheid ftrekkende, thans minder ingang
vondt, dan voor eenige jaaren, en flegts van
de mïnften in getal- werdt aangenomen. En
*t zal niet ondienftig'zyn, hier, in 't voor-
:-:. ::.::■■ ;                                                                                                                   by«
< #v\«                    ' Fa
-ocr page 86-
84 VADERLANDSCHE XXXVU.Boè&
1*15. bygaan , aan te wyzen* wat 'er, naaf fomn
—— miger verhaal, de naaste oorzaak van ge-
weest zy.
De baat- Men hadt, al voor veele jaaren, befloo-
zugt vanten> de Stad voor de derde reize uit te leg-'
Reeen- Sen» en? in 't'jaar. 16.01, eenen[aanvang van
ten al- 't werk gemaakt. Eenige Regenten , deeze
daar is j uitlegging te gemoet ziende, hadden $ kort
voisrans te vooren, veele landen en erven, even bui-
gen "óór- ten de Stad gelegen» °Pgek°gt> welken zy,
zaak.dat naderhand, op de fcfaatting van die van den
men den Geregte, tot Stads gebruik, weigerden af te
rT d rCS ^aan ' £etyk anc*ere gemeene burgers ver-
ge'mees"" P1^ wer£ten te doen. Hooft en andere Wet-
ters houders oordeelden, dat deeze Regenten
Hooft zulks , insgelyks, behoorden te doen, zon-
ve^ der raerkelyke winst te vorderen. Doch zy
7srpt* begreepen 't anders, en waren nog met de
winst van vyftien guldens op de roede , of
negenduizend op de morgen niet te vrede.
Tegen dit hun gedrag nu, vondt Hooft ge-
raaden , zig , in den vollen Raad, aan, te
kanten, onder anderen zeggende Ä dat de
w Regenten der Stad, kans ziende, om, voor
' 5j zig zei ven , merkelyk voordeel te trek-
„ ken, uit het beleid der Stads zaaken, over-
„ leggen moesten, of zulks tot dienst, of
y, tot ondienst van de Stad en Gemeente
„ ftrekken zou. Dat het byzonder belang
wyken moest, voor 't gemeen. Dat de
„ Raaden der Stad fchuldig waren te bezor-
„ gen , dat de Stad of Gemeente , die by
j, weeskinderen vergeleeken werdt, en op;
,j aarde geenen anderen voorftand hadt dan
S5 den Raad, geen ongelyk, uóchdoorhenzd-
-ocr page 87-
XXXVII. Boek. H I S T O R I E/85
n ven, noch door anderen , wierdt aange- 161?."
» daan. De Regenten ftonden , voer hy ------
» voort, op een hoog tooneel, van waar
j> hunne handelingen, van groot en klein,
» aanfchouwd en geoordeeld konden wor-
» den. Al 't verftand der Gemeente werdt
» niet beflooten, binnen de kamers der Re-
» geeringe. In de Stad , waren zeer veele
» verftandigen , die ook uit hunne oogen
j5 zagen. Waarom het te meer noodig was,
» dat de Regenten hun doen en laaten, met
?j een goed geweeten , konden verantwoor-
55 den, buiten allen fchyn van byzonder
?> voordeel te zoeken , ten nadeele van 't
» gemeen. Livius hadt, over dit ftuk, dee-
» ze goede les nagelaaten: Gelyk de geheeh
n Magißraat
, zeidehy, den Raad, en de Raad
ft het volk in agtbaarheid overtreft
, zo is zy ook
ft gehouden
, in V opneemen van alle zw aar e
ft zaaken
, voor te gaan. Indien gy uwe minde-
ft ren iet wilt beveelen; gy zult ze allen, telig-
ft ter
, tot gehoorzaamheid brengen, zo gy eerst
ft u zelven en de uwen aan die Wet onderwerpt.
ft Ook valt hun de fchatting niet zwaar.. alszf
ft zien
, dat ieder der voornaatnßen zig zelven
ft meerderen last oplegt, dan elk, hoofd voor
n hoofd, draagen moet.
Dat was wat anders,
ft dan, boven zyne gewoonlyke wedde, meer ,
» voprdeels dan andere burgers te willen.
ft genieten, of minder bezwaarnis draagen.?*
Men meent, dat zy, die zig door deeze en
diergelyke redenen geraakt vonden, federt,
zo misnoegd werden op den Heere Hooft,
dat zy hem, die, van het jaar 1588, tot het
•Jaar 1610, agt reizen Burgemeester geweest
F 3
                      was.
j
-ocr page 88-
86 VADERLANDSCHE XXXVH.Bg«.
1615. was, en vandeeze agt, vier reizen, twee
—:— jaaren na eikanderen, geregeerd hadt, le-
dert uit het Burgemeesterfchap wisten te hou-
den ; waardoor ook zyne ftem, in de Vroed-
fchap , minder klemde , en byzonderlyk o-
ver 't ftuk der kerkelyke gefchillen kleinen
ingang vondt. Sommigen erkenden , inder-
daad, dat het gefchil over de opgekogte er-
ven misnoegen tegen hem. verwekt hadt.
Doch 't was den meesten zeer naar den zin,
dat zy hem dus onder de knie hadden wee-
ten te krygen. Doktor Sebastiaan Egbertszoon
en Jakob de Graaf, beide, gelyk hy, Oud
Burgemeesters , waren de voornaamften uit
den Raad, die 't, in gemaatigdheid , met
Hooft, eens waren. Doch zy waren beide
maar eens Burgemeester geweest, en werden,
federt, niet wederom verkooren (g).
Eonllc-
moii-
ilrantsch
Predi-
kant , te
Amfter-
dam,
gefchorst
in zynen
dienst.
Vergade-
ringen
der Con-
trare-
mon-
ftranten,
, te Am-
sterdam.
De Contraremonltranten hadden, derhalve,
in deeze Stad, eenen fterken fteun aan de Ra-
geeringe : waarom het hun , in dit zelfde
jaar, nog gelukte, Simon Goulart, Predikant
der Walfche Kerke, die de Leer der alge-
meene genade gepredikt, en de verwerping
der kleine kinderen tegengefproken hadt, te
doen fchorfen in zynen dienst (h). Ook hiel-
den ze, hier, in den nazomer, eene of twee
heimelyke vergaderingen, buiten kennis, en
geheel tegen den zin der meeste Leden van
Holland, die der Wethouderfchap aanfchree-
ven, dat zy zulke vergaderingen, zonder uit-
flel, beletten en doen lchdde« moesten.
.-.,'.:                                                  SoiTr
"(g 5 Brandt II. Deel, M. 2&.7-.IZI. '                   '-'
; <,ij Branjut U. Defl-ibl.;i5i *«*« ... . ;. * ; ■•
-ocr page 89-
XXXVII. Boek. HISTORIE. 87
Sommigen melden, dat men, in deeze By- 1615.
eenkomften , overwoogen hadt, door wat-------
middel, men best eene Nationale Sinode zou
können verkrygen (*) ; doch anderen mee-
nen, dat 'er beilooten werdt, zig van de Re-
monftranten af te zonderen (k),              ^ ,......
In verfcheiden' andere Steden * als te Gou- xxifc '
da , in den Haage , te Rotterdam , en te. In font-
Haarlem, begon het zig reeds te fchikken, ^e
tot deeze afzondering. Te Leiden, daaren- fc^t "
tegen, fcheen men zig te vlyen tot onder-, menzig
linge verdraagzaamheid. De Contraremon- tot afr;.
ftranten, ineenigen deezer Steden, daar de" z°n(^",
Regeering de befluiten der Staaten zogt té nu^* '■■-,
handhaaven , noemden zig de dolserende of
klaagende Kierken (/). De meeste Leden van
Holland hielden veelen van deeze dingen te
ftrekken tot groote onrust, oneenigheid en.
fcheuring, en tot benadeeling van den wel-
ftand des Lands. Zy begreepen ook, dat de'
Kerkelyken in ëenige Steden te zeer hadden
uitgevaaren tegen 't gezag der burgerlyke
overheid, in kerkelyke zaaken: waartegen,,
naar 't oordeel van de Edelen en van alle de;
Steden, by tyds, behoorde voorzien te worden,,
overeenkomftig met de voorgaande Befluiten
(in). Ook zonden ze, op 't einde des jaars, BeStas-
de Kerkenorderiïng van den jaare 1591 aan ten «én-
alle de Steden en Dorpen, met verlof, om. Kcnkde.
zig daarnaar-te mogen gedraagen. Hierby, ordetón'g
werden gevoegd alle de Befluiten, tot on- en hunne -
der- Beflukem
(i) Rauüart R'féïncr. VII. Bn:k> ik iu . '
(k) Uytbnb. Herige op 't nader A.lv. il. 18,.'
CO Brawot II. Deel, hl. 277, ;,yi.
(pij Baudart Menu»; VU. Iksk, bh 8, >
F4
-ocr page 90-
8.8 VADERLANDSCHE XXXVII. Boek;
1615. derhouding van de eenigheid en vrede der.
■-------Kerken , ftaatswyze , genomen, Beide de.
»an de Kerkenordening en Befluiten werden ook ge-
Dorpen zon^en aan ^e Klasfen en Kerkelyken (V);
Kksfen ' en eenige Klasfen, met naame die van Woer-
«n Ker- den en Over Rynland, namen aan, zig naar
telyken. dezelven te zullen gedraagen (0). In Hooi-
maand, hadden de algemeene Staaten we-
derom een Plakaat laaten uitgaan s tegen
Blaauwboekjes en fchimpfchriften, die, ten
..; deezen tyde, fterk in zwang gingen (f).
XXIII. De beweegingen, die, thans, in 't klein 9
Bewee- in fommige Steden, hefpeurd werden, meen-
«ing te den eenige doorzigtige luiden aangelegd te
waarden zyn, tot verandering in de Regeering ; waar-
' ' ' van men, dit jaar, te Leeuwaarden, een merk-
waardig voorbeeld zag. Wy hebben, hier
voor (#), verhaald, hoe 't fommigen, in den
jaare 1610, gelukt ware, verandering in de
Regeeringe te wege te brengen, in deeze
Stad. Sedert, hadden de nieuwe Regenten
wel aan eenigén uit de Burgerye, die, huns
oordeels, gemaatigde gevoelens hadden , in
't ftuk van den Godsdienst, doch, hy ande-
ren, den naam droegen van Vrygeesten, Pa-
pisten" , Mennisten en diergelyken , genoe-
gen können geeven; maar geenszins aan al-
len. Men vondt 'er ook, dié de nieuwe Re-
genten befchuldigden van dezelfde misfla-
S' gen, welken zy en de hunnen, eertyds, den
OU-j
C«") Refol. Holl. 1-22 Dcctinb. 1615.W.33. Groöt-I'bkagtfe,
III. Deel, U 461.
: (a) Brandt il. Deel, hl. 312.
\p~) Groot-Piakaatb. I. licel, kol. 439.
-ocr page 91-
XXXVII. Boek. HISTORIE. 89
ouden te last gelegd hadden, 't Bleek, ten 1,515.
nünfte, klaar, dat zy zig zelven en die 't-------
met hun hielden alleen in de Regeering zog-
ten te handhaaven; anderen, die 't, naar
veeier oordeel, beter meenden met den
Godsdienst, daar buiten "fluitende. Die 't Geneef-
inet deeze.laatften eens waren, heette men, fch?.^u
hier, Ceneeffche, de andere poUtike of ftaat- j^zen,
kundige Geuzen (r). In Wintermaand des
jaars 1614, hadden eenige Gemagtigden der
Burgerye, zo als zy zig noemden, zig by de
Wethouderfchap vervoegd, met een Ver^
toog, waarin zy klaagden ?, dat de voorr-
ij ge misbruiken niet geweerd werden; dat
5, men luiden van den Hervormden Gods-
j, dienst uit de Regeeringe hieldt, en 'er
„ zulken toe riep, die, in 't ftuk der Lee-
5, re, verdagt waren, of 'er weinig werks
w van maakten: voorts verzoekende, dat
„ 'er, door Gemagtigden uit de Wethou^
„ derfchap en uit de Burgerye, een on-
„ partydige Raad mögt benoemd, en door
„ den zelven, de Regeering herfteld wor-
„ den, op eenen beteren voet." De Wet-
houders hadden, hierop, geantwoord, dat
zy zig houden wilden aan 't Oktroi op de
beftelling der Magiftraat, ten tyde van Lei-
cester, gegeven', 't welk fommigen hunner,
nogthans, in 't jaar 1610, reeds gebroken
hadden. Men was, hierop, getreden tot de
verkiezing der jaarlykfche Wethouderfchap.
De Gemagtigden der Burgerye hadden 'er
qene * aantuiging tegen gedaan, waarop zy *pr<luft.
in'
CO VAN den Sanbs V. llcek. II. 6$,
1' 5
-ocr page 92-
9o VADERLANDSCHE XXXVII. Boex,
1615. in hegtenis genomen, en niet geflaakt wa-
1--------ren, voor dat zy de nieuwe Magiitraat voor
wettig hadden erkend, 't Morren nam, on-
De Stad- dertusfchen, toe (Y). De Staaten, op den
houder Landdag, in Sprokkelmaand deezes jaars,
twee byeen gekomen, namen 'er kennis van, en
Kolle- magtigden den Stadhouder, de Gedeputeer-
gien Hel- de Staaten en het Hof, om de twist, door
len orde gevoeglyke wegen, te flisfen. Men tradt in
Ma'i- onderhandeling met de Wethouders ; doch
ftróatsbe- kon 't niet eens worden. Graaf Willem en
öeiiing. de twee Kollegien vonden, derhalve, ge-
raaden, zig van de magt, hun verleend, te
bedienen, en fielden vast „ dat de tegen-
» woordige Wethouders in t bewind zou-
» den blyven, tot den eerften van Louw-
» maand naastkomende, wanneer de Stad-
n houder, de Gedeputeerde Staaten en het
» Hof, voor deeze reize, eene nieuwe Ma-
» giftraat en gezwooren' Gemeente beftel-
» len zouden: waarna de Wet, jaarlyks, zou
j) veranderd worden, in deezer voege: dat
5) de dienende Wethouders, op den Nieuw-
n jaarsdag, eerst twaalf Perfoonen noemen
j5 zouden, der Hervormde Leere, zo als
55 dezelve nu, openlyk, in de Kerke, ge-
» leerd werdt, toegedaan, en vaste goede-
» ren in de Stad bezittende: dat zy, daar-
» enboven, nog vier Perfoonen noemen-
» zouden \, doch niet uit de gezwooren' Ge-,
» meente, of uit de twintig Hopluiden der
?> fchuttery; dat de gezwooren' Gemeente
» en de Hopluiden by deeze vier, elk nog.
»vier
CO Winsen. Chron. XX. Bosk, bl. 89Ï.
-ocr page 93-
XXXVII. Boek. HISTORIE. 91
5, vier Perfoonen zouden voegen : welke «j^.
„ twaalf nog zes anderen tot zig kiezen, en-------
~9i daarna hun getal, by lotinge, tot op de
5, helft, dat is, negen, verminderen zou-
„ den; welke negen Ele&eurs of kiezers der .
„ nieuwe Wethouderen zouden zyn, en de
„plaats van eenen Burgemeester en twee
„ Schepenen, die, jaarlyks, zouden afgaan, '
„ uit de eerstgenoemde twaalf Perfoonen
j, vervullen." De tegenwoordige Regeering., De alge-
voorziende, dat men haar uit het bewind meène
Hellen zou, viel klagtig aan de algemeene Sta^teH
Staaten; die, hierop, bewoogen, meent deLgen-
men, door den Advokaat Oldenbarneveld, woordi-
eenen ernftigen brief naar Leeuwaarden lie ge Re-
ten afgaan, waarin, het gezag des Stadhou- gfeLIng:,
ders en der twee Kollegien, naar fommiger h"aa^ "
oordeel, veel te laag gefteld werdt. Ook
zondenze Christoffel Biesman, Burgemeester
van Nieuwmegen, Adriaan Tedlng van Berk-
hout
, Raad in den Hovevan Holland, en A-
(ïolf van de Waal^
Heer van Moersbergen,
naar Leeuwaarden af; die, alledrie den Re-
monftrantfehen toegedaan zynde, de veran-
dering der tegenwoordige Regeeringe zog
ten te voorkomen. Doch tegen 't einde des ilie egter
jaars, ontftondt 'er zulk een geweldige op "cran-
loop, dat men voor een bloedbad begon te ^tül
vreezen, waarom zy 't bevorderen van hun
oogmerk moesten opgeeven. De Stadhou-
der en de twee Kollegien veranderden de
Wethouderfchap en gezwooren' Gemeente,
Hellende drie Burgemeesters aan, die, voor
't jaar 1610, in 't bewind waren geweest,
»evens eenen der tegenwoordigen, waarna
zig
-ocr page 94-
92 VADERLANDSCHE XXXVILBoeC
ï6is> zig alles begon te fchikken tot rust CO-
De twist tusfchen den Hertog en de Stad
xxiv. van Brunswyk, waarvan wy, op 't jaar 1606.
twfsttus- §'ewaag^ hebben (V), was, omtrent deezen
fchen den tyd» wederom heviger ontfteken, dan te
Hertoge vooren. De Hertog vorderde de fleutels van
e« de de Stad, welken men hem niet begeerde in
BruLT" nanden te laaten. De Stad werdt ook nu,
vyls,' gelyk te vooren, geftyfd door de Hanze-
Steden, die ongaarne zagen, dat de Hertog
zo groot een gezag hadt, als hy begeerde,
over een der Leden van hun Verbond. Met
twee van deeze Hanze-Steden,waren de Ver-
eenigde Staaten, onlangs, in verbond getre-
den; met Lubek^ in 't jaar 1613 (V); en
met Maagdenburg, in 't voorleeden' jaar;
hoewel deeze laatfte Stad zig hierdoor, het
ongenoegen van den Keizer en den Keurvorst
van Saxen op den hals gehaald hadt. De Stad
Brunswyk dagt, hierom, dat het tyd was,
zig ook te verbinden met de Vereenigde
Staaten, en hadt, ten dien einde, te gelyk
met die van Maagdenburg, haare gemagtig-
den herwaards gezonden. De Staaten had-
den den Hertoge, te vooren , bygeftaan,
tegen de Stad; doch ziende hem geene eene
lyn met hen trekken, in de zaaken van Gu-
lik en Kleeve, waren ze nu genegener, om
zig met de Stad te verbinden («'). Te Ha-
nover werdt, in den voorzomer deezes jaars
eehe Byeenkomst gehouden tusfchen de Ge'
mag„
CO Van ben Sande V. flaek, bh 69.
la) IX. heel, II. sol.
(yj Zie hier v(>r|i', il. 65.
Cw) Baubart. Memor. VI. Boek, hl, o.
-ocr page 95-
XxXVILBobk. HISTORIE. 93
taagtigden des Hertogs en die der Hanze- in5.
Steden,om de gefchülen by te leggen. Doch -------
meh fcheidde vrugteloos. In Oogstmaand, De Stad
floeg de Hertog, andermaal, 't beleg voor JJJjjjjÄ
de Stad, haar befchietende met gloeiende 6
kogels, waardoor de voornaamfte gebouwen
deerlyk befchadigd werden. De algemeene
Staaten, aangemaand door den Koning van
Groot-Britan je, hadden, ondertusfchen, ee-
nigen Gemagtigden, uit de Gelderfche en
Overysfelfche Hanze Steden naar Lubek ge-
fchikt, last gegeven, om een Verdrag met
deeze Steden te fluiten, ten behoeve van
Brunswyk. Zy zonden, daarenboven, Graaf De alge*
Fredrik Henrik, met een Leger, om de Stad f^^
te ontzetten (x). De Graaf vertrok uit den zende»
Haage, op den tweeden van Slagtmaand, Krygs-
trekkende, voorts, door Munfterland, o- volk t0*
ver Breemen en Hamburg, naar Brunswyk, *["""
en, onder wege, in den naam van den Keur- waar<fo
vorst van Brandenburg, bezit neemende van
Herwerden en eenige andere Steden, in het
         :
Graaffchap Ravensberg. De tyding van zy-
jie aankomst alleen was genoeg, om den Her-
tog te doen befluiten, tot het opbreeken van
't Beleg Men trof, daarna,, een Beftand.
De Hertog zogt.Graaf Henrik te beweegen,
om te rug te trekken met zyn Leger. Doch
de Hanze-Meden vermaanden hem te bly-
ven. De Hertog was, derhalve, genood*
zaakt te komen, tot een redelyk Verdrag
inet de Stad: welk, op den laatften van
Win-
00 Baudabt. Mènióf, iv, Beek, tt. /aj
t
-ocr page 96-
94 VADERLANDSCHE XXXVII. Boek.
iffts.i Wintermaand getekend werdt (jy). Ten
------ zelfden tyde, flooten de Gemagtigden der
Verbond Vereenigde Gewesten ook een Verbond van
met de vriendfchap en onderlinge befcherming, voor
fiedeit ^en ^ van twaalf jaaren, met de Han-
ze-Steden, Roftok, Straalzoncl, Wismar,
Grypswalde, Maagdenburg, Brunswyk, Lu-
nenburg en Anklam (2). Zy trokken, ter-
ftond hierop, maar Hamburg en Breemen ,
1616. met welke beide Steden, in Louwmaand des
-------volgenden jaars, een diergelyk Verbond ge-
flooten werdt. Ook kwam men, eerlang,
overeen j wegens het aandeel, welk de Ver-
eenigde Staaten en ieder der Hanze-Steden,
in de lasten des Verbonds, zouden hebben
te draagen (a).
De Staa- Tüsfchen de Munfterfchen en de Heeren
ten ie§- van bronkhorst, was lang gefchil geweest,
gen be- over het regt tot de Heerlykheden van Bor-
gen'• kei© en Ligtenvoorde. Het Hof van Gel-
voorde derland, met eenige Raaden, uit de Hoven
enBor- van Holland, Friesland en Utrecht, ge-
kelo.
fterkt (/)■> onlangs, uitfpraak ovpr dit ge-
fchil gedaan hebbende, in voordeel van Joost,
Graave van Bronkhorst
, beflooten de algemee-
neStaaten,zig meester te rnaaken van deeze twee
Srëden ,. die Munfterfche bezettinge inhadden.
Herman Kryink, een deel der bezettinge uit
Zuifen en de naaste Plaatfen geligt hebben-
de, bemagtigde Ligten voorde, op den tien-
den
(y) Ziehet Tiy Du Mont Corps Dipl. Tem. V.P.IT.p. 2.77.
rz}
ArrzEMA I. Deel , M. i8fi. dij Mont Corps Diplom.
Tom. V. P. II p. 274. Groot Plakaatb. IV. Veel, bl. s8o»
( a) Baudaut. Meinor. VUT. R'iek. l/l 44,.
Van Di:N SanuE V. Itoek'i lil. 10i
-ocr page 97-
XXXVII. Boek. HISTORIE.. 95.
den van Louwmaand. De Kolonel Dkderik 1616.
van Dorth
trok, met dertien vendelen kneg- -^~*-
teh, en negen kornetten paarden, in. Sprok-,
keimaand, naar Borkelo. Men liet hem, ter-
ftond, in de Stad, en hielp hem, vervolgens,
het Kasteel belegeren : welk, op den vyf-
entwintigften , by verdrag, opgegeven, ent
federt, zo wel als Ligtenvoorde , met Staat-
fche bezetting, voorzien werdt (c).
Met de Lente deezes jaars, bragten de zoest en
Spaanfchen, in 't Land van Kleeve, een Leger Lipiiad
te velde van zes- of zevenduizend man, on- worden,
der Graave Henrik van den Berge: 't welk Aansher-
Prins Maurits bewoog , de bezettingen van togen,
Emmerik en Rees te vermeerderen, alzo hy verze-
voor eene belegering deezer Steden bedugt k&r'1,
was. Doch 't bleek, eerlang, dat men voor-
hadt zig te verzekeren van de Westfaalfche
Steden, Zoest en Lipftad, die, in Grasmaand,
Spaaniche bezetting moesten inueemen (d).
De Staaten deeden , kort hierna, Emmerik
en Rees merkelyk verfterken. De Vesting-
werken van Grol werden, daarentegen, op
bevel der Aartshertogen, ook veel verbe-
terd (i). *
Tegen de ftrooperyen en andere baldaa- Plakaa-
digheden der Staatfche knegten, in de Lan- tentegen
den van Gulik en Kleeve, werdt, in 't na- per^T
Jaar, en naderhand meermaalen, door fcher- Krygs-
pePlakaaten, voorzien (ƒ). Ookverbooden knegten.
de algemeene Staaten, 'dugtende voor ver-
loop
(c) Baüuaht. Memor. Vin. Roek, hl. 35.
(ß) Refol. Holl. 1 Maart — 26 April ißiß. hl. 7.
(e~) Relnl. Holl. j Maart — 26 April 1616. hl, ui Bau»;
Memor. V11I. Roek, hl. 42, 44.
Cf) Groot-PIaluatb. II. Deel, kul, 135, 130.
-ocr page 98-
9'S VAÜERLANDSCHE XXXVII. BöSisï
I iSiS. loop hunner manfchap, omtrent deezen tydy
------- hunnen onderzaaten, zig in krygsdienst van
uitheemfche Mogendheden te begeeven (g).
XXV. De algenïeene Staaten, in 't voorleéden jaar,
Gezanc- een gezantfchap naar Zweeden en Muskovie
fchap gezonden hebbende , om eene vrede te be-
Zweederi middelen , tusichen deeze Mogendheden,
«•n Mus- die in oorlog geraakt waren, zagen het, in
kovie. Oogstmaand deezes jaars, genoegzaam onver«
rigter zäake, te rug keeren. Alleenlyk was
'er een Beftand, voor drie maanden, getrof-
fen (Ä).
Oploop 't Verhoogen van den Koqrn-Excyns te
te Delft. Delft, tot verval der onkosten, op 't graa-
ven eener nieuwe vaart ten behoeve der Ste-
de, verwekte aldaar, in den Zomer deezes
jaars, eene zorgelyke beroerte, 't Graauw
was over déezen nieuwen last te meer mis-
noegd , om dat de Wethouderfchap , ten
zelfden tyde, goedgevonden hadt, den Wyn-
Excyns een weinig te verminderen. Vyf of
zes wyven begaven zig naar 't Stadhuis, ftou-
telyk eifchende, dat de nieuwe verhooging
afgefchaft werclt Men liet haar agter af, en
in hegtenis brengen. Doch kort hierop raak-
te een heele hoop wyven, jongens en eenig
manvolk op de been, trekkende, onder 't
Haan op eenen koperen ketel, naar 't Éx-
cynshuis , dat opgebroken en geplonderd
werdt. 't Gefegt liet wederom eenigen der
ftoutfte wyven vatten; 't welk den overigen
hoop vrouwvolk, derwyze, verbitterde, dat
zy
. (g") GrootPlakaatl). lf. Deel, kot. 204. 294. I. Deel, Kol. 55U
(JÓ
Baudaut. Memor. VIII. Buik, iU 101, «»3. Van dkb^
Sande V. Hoek, bl. JU
-ocr page 99-
XXXVII. Boek. HISTORIE.
ky raazende naar 't Stadhuis liepen, de ge- igj&
vangenis los braken, en haare gezellinnen .
verlosten. Voorts, werden de glazen van
't Stadhuis uitgefmeeten, en alles,met ver-
nieling gedreigd: 't welk de Wethouder-
fchap, eindelyk, noodzaakte, den nieuweri
Excyns af te fchaffen, *en vergiffenis te ver-
kenen van 't gene 'er,, in den oproer, mis-
dreeven was. Doch 'c Hof vaii Holland trok
zig, federt, deeze zaak aan, daagde eeni-
ge mannen, die men handdaadig hieldt aan
den oproer, en verwees, eenigen, die ver-
fcheenen,, in geldboeten (-?'}. Den overigen
\verdt, daarna, door 's Lands Staaten, ver-
giffenis verleend (£).
De zaaken der Qoftindifche Maatfchap- Voor-
pye ftonden, ten deezen tyde, zeer voordee- «jeeiige
lig. Zy bezat nu vyfenveertig groote fche- Qostiiw
pen, voerde, op dezelven; en op haare fterk- difche
ten, in indie, meer dan vierhonderd me- Maat-
taaien ,, én omtrent zesendertighonderd yze- fchap-
ren ftukken gefchuts, en hadt tienduizend pye*
man, ibldaaten en bootsgezellen, in haaren
dienst (7). In Oogstmaand des jaars 1614, spïlbeè-
hadt zy Joris van Spilbergen, ,met vier geus
ichepen, gezonden naar de Molukken., Hy 'ogt,
nam de reize door de Straat van Mageliahes, |°°Lg ;■
weike hy,in Grasmaand des volgenden Jaars,
doorzeilde. Voqrts bezogt hy de kusten van
Chili en Peru, de Portugeezen en Spanjaards,
alomme, zo veel afbreuks doende, als hy
kon. In Hooimaand, raakte hy, omtrent
Cat-
CO Baüdart. Meinor. VIII. Boek, II. 53.
C*5 Refol- HölL ifi Maart 1Ó17. tl. 66.
IO Bauuart. Memort /. 1U0. van den eerfien Bruti
X; DeEE,                   Ö
-ocr page 100-
98 VADERLANDSCHE XXXVlI.BoEK,
1616. Callao de Lima, flaags met eenige Spaan*
—— fche Gallioenen. Het Admiraals fchip der-
zelven werdt in den grond gefchooten: ds
overige Gallioenen genoodzaakt te wyken»
Spilbergen, toen voortgezeild zynde, over-
viel, pionderde en verbrandde, in Oogst-
maand, de Stad Payta; begaf zig, vervol-
gens, naar Aquapulco, daar de Spanjaards
hem toelieten, zig te ververfchen, na dat
men een onderling Verdrag gemaakt hadt»
Van Aquapulco zeilde hy naar de Moluk-
ken, en kwam, in Lentemaand deezes jaars,
aan Ternate. Hier vondt hy de Stad Mala-
ja in goeden ftaat» Daarna, naar Bantam
verzeild, vernam hy, dat de Admiraal Ste^
ven van der Haagen drie Spaanfche Gallioe-
nen en nog een groot Konings fchip ver-
brand hadt, voor Malakka. Ook hadt de
Kommandeur Jan Dirkszoon Lam het Eiland
Pulewai, een der rykfte Bandafche Eilan-
den, welk veel Nooten en Foelie uitlever-
de , overmeesterd. Spilbergen vertrok , in
Wintermaand, wederom naar 't Vaderlands
met twee fchepen, en kwam, in Zomer-
maand des jaars 1617, in Zeeland aan (m).
Men waardeerde de goederen, welke hyme-
debragt, op twee-entwintig tonnen fchats («).
'tGewigtigfte, welk, dit jaar, door de Ver-
eenigde Staaten, uitgevoerd werdt, was het
losfen van Vlisüngen, R'ammelcens en Brie-
te, eertyds in verzekering gegeven aan Ko-
ningin Elizabet, en, tot hiertoe, bezet met
En-
(>«"i SoiiBtii». Hèis ronctsom <3eö Aardfc» W.   4o, 39, ¥•■<
50, dl, <>2, 63, 65, (A. Baud.uit. Memor. f.   17". Vtin (kil
ierfien Ti nik.
I K ) Bauuaht. Meiiiora ƒ. 239. verf. van den  cerß*n ]}¥«%.
-ocr page 101-
XXXVltBoEK. H I ST O R I E. jg
Engelsch Krygsvolk. Men gaf den Advokaat |gfg,
Oldenbarneveld, in 't gemeen (0), de eer —-----.
van 't gelukkig voltrekken eener handeling,
die de Vereenigde Gewesten onthief van het
éenigfte overblyffel hunner voorige afhang-
kelykheid van vreemde Mogendheden; en dett
Èngelfchen ook den fchyn benam, waarop
zy zig, buitens Lands, eenig gezag over dee-
zen Staat plagten toe te fchryven; 't Zal deïr
moeite wel waardig zyn, dat wy, beknop-
telyk, ontvouwen, Wat tot deéze gewigtigé
handeling aanleiding gegeven heeft.
Wy hebben, reeds meer dan eens, aan- XXvr.
gemerkt (£), dat Jakob de I, van den aan- ^"J[,|"n
vang zyner Regeeringe af» fterke genegen- /eiing "
heid getoond had, om zigj met Spanje, tusfcfieä
door 't Huwelyk van zynen Zoon, Prinfe Spanje eit
Henrik, met de Infante Anna Maria Mau- fiJj-jL.
ritia, nader te verbinden. Doch deeze Prin- x
fes was federt ondertrouwd, met Lodewyk
den XIII, Koning van Frahkryk. Ook was
Prins Henrik, in 't jaar 161a, óverleeden
(#). De Koning verloor, nogtans, de be-
geerte niet, die hy zo vroeg hadt aange-
kweekt. Filips de 111. hadt nog eene Dog-
ter, Maria genaamd, die merkelyk jonger
was: en deeze hadt Jakob'de L zynen Zoon?
Karèl, die, in Slagtmaand deezes jaars, tot
Prins van Wales, verklaard werdt (r), toe-
gefchikt. Men meent, dat hy, de hoogftë
verbeelding hebbende van de Kohinglyke
waaJ-            \
(n~) Wnar. Hift. vas J. v. Ou">ENBAiit«v. hU tl(.
(p) IX. Deel, hl. 260, 35s-
C f) Rapin Tom. VIF. p, 75.
_ ( .«0 llASU*-! lom. Vil. p. f05.
O S'
-ocr page 102-
töo VADERLANDSCHE XXXVII. Boek*
iSi6i waardigheid, juist een Konings Dogter,
——* Voor zynen Zoon» begeerde: 't welk hem
belette het oog te wenden naar een der Pro-
tefiantfdhe Hoven in Duitschland* en nood-
zaakte naar eene Roomfche Prinfesfe uit te
Zien. In Frankryk, waren ook nog drie Prin-
fesfen, Zusters des jongen Konings. Doch
de oudfte werdt, eerlang, den Prinfe van
Spanje, de tweede den Prinfe van Piemont
beloofd: zo dat de jongfte, nog in lang niet
huwbaar, alleenlyk overfchoot Hy neigde
hierom meer tot een Huwelyk met Spanje.
Ook werdt hem, van daar., hoop gegeven9
dat hy in zyn oogmerk flaagen zou; waar-
om hy, te eer, befloot, met Filips in onder-
handeling te treeden, fchoon hy, om te be-
ter voorwaarden te bedingen, te vooren goed-
gevonden hadt, aan 't Franfche Hof, over
een Huwelyk met Katharina, tweede Dog-
ter van Henrik den IV., te doen handelen
(j). Filips de III. hadt, meent men, in 't
eerst, in 't aanbinden deezer handelinge, geen
ander oogmerk, dan Koning Jakob, door
de hoop'op het Huwelyk, welk hy zogt, te
wederhouden, van zig te moeijen met de
zaaleen van Gulik en Kleeve; fchoon hy, na-
derhand, van gedagten veranderd is. En
dat men de Huwelyleshandeling, van welke
wy fpreeken, zeven jaaren lang, wist te rek-
ken , aan 't Spaanfche Hof, geeft veel gronds ,
tot dit vermoeden (*)•
Bekom- Zy was nog niet openïyk begonnen, of
toering,                               ,                                                  ^^
Cs') Mi. Publ. Anal. Tom. VU. P. U. p. 203, 213«
Kavu* Tum. Vil. f. 105 j wS.
-ocr page 103-
XXXVII. Boek. H;I S T O R I E. ièï
men hadt 'er, in den Haage, de lugt van. 1616.
De Advokaat Oldenbarneveld wist altoos-------
middel, om kennis te krygen van de gehei- hier te
men des Engelfchen Hofs. En men maakte, Lande»
daar, van dit voorgenoomen Huwelyk zo zs j,an_
groot een geheim niet; waarom hy 'er te deling,
ligter agterkwam. Elk zag, hier, gevaar
voor den Staat, in zulk een Huwelyk. In 't
byzonder, vreesde men, dat Filips, als een
der voorwaarden van het zelve, de overle-
vering der Steden van verzekering in Hol-
land en Zeeland vorderen mögt; en dat Ja-
kob, die voor vreedzaam gehouden werdt,
en zeer op het Huwelyk gefteld was, veel-
ligt , tot deeze overlevering befluiten zou.
De Staaten hadden, al eenige jaaren, ver-
langd, om zig van de lastige Engelfche be-
zetting te ontdaan («). Doch meer dan agt
millioenen guldens te vinden, die Koning
Jakob, volgens de jongfte afrekening (v),
nog van hun te vorderen hadt, viel moei-
lyk, en was, tot hiertoe, ondoenlyk geweest.
De vrees voor de gevolgen van het ontwor-
pen Huwelyk, en de inhoud van het vyfde
punt van het verdrag van den jaare 16041»
tusfchen Spanje en Groot- Britänje (w), welk
men zig, by deeze gelegenheid, te binnen
bragt, deedt de Staaten, nogtäns, befluiten ,
om te beproeven, of men Koning Jakqb vol-
doen, en de Steden van verzekering losfèn zou /
können.
De gelegenheid hiertoe was hun gunftig. Jakob de
De 1. beeft
( u) Nepotiat. de Trannin Ttim. II. ƒ>• 05»
Cv) Zie IX. Deel, U. 344.
?» IX. Detl% il. i75.
G 3
-ocr page 104-
,102 VADERLANDSCHE XXXVII.Boer.
H$i{S. De Koning was in geduurige verlegenheid
--------om geld, welk hy zo rykelyk fpilde, ondes
geld een groot getal van gunftelingen (#), dat hy,
gehrek. naauwlyks, middel wist, om de kosten zy~
ner Hofhoudinge, hehoorlyk, goed te maa-
ken. Het Parlement, weetende hoe kwalyk:
's Konings inkomsten befteed werden, was,
federt eenigen tyd, onwillig geweest, om
hem te onderfteunen. Het laatfte was, in
't jaar 1614, vrugteloos, gefcheiden (y), en
't volk was thans zo misnoegd op de Regee-
ring, dat het niet te wagten v/as, dat de
Koning een nieuw zou befchryven: 't welk,
nogtans, vereischt werdt, om, met 's volks
.genoegen, aan penningen te geraaken. Dit
alles wist men, in den Haage. De eenige
zwaarigheid beilondt maar in de zaak der-
wyze te beleiden, dat de Koning de herle-
; vering der Steden zelf voorüoeg; wanneer
rnen gelegenheid hebben zou, om hem, met
minder dan agt millioenen, te voldoen,, wel-
.Jcen men ten volle zou hebben moeten betaa-
len, als de herlevering, van der Staaten zyde,
begeerd was geworden. En om den Koning
hiertoe te brengen, werdt het ftuk, zo men 4
meent, voornaamlyk door beftelling des Ad-
vokaats, op deezewyze, aangelegd.
XXVII. Men Het de Engelfche bezettingen, in de
Beleid Steden van verzekering, eenigen tyd, ónbe-
van Oh. taaj(j< ^y vielen, hierop, klagtig aan den
neveüf Koning, die dé Staaten vermaande, op he6
en KaïoUjVoldoen der knegten te pasfen. Men beriep
-■ '. j.                             '                                                zig
O) Rann Tom. VII. p. 107.
00 BA«« Tv- VII. ft 90.
-ocr page 105-
XXXVII.Boek. HISTORIE. 103
zig op den (legten ftaat van 's Lands geld- 1616.
mfddelen, veroorzaakt door den kryg, Aan
't Krygsvolk gaf men goed befcheid; doch om de
verichoof hunne voldoening, van tyd tot tyd. Ste(Jen
Jji Engeland, hieldt, men aan, met dringen ^erh?g
op betaaling, by den Staatfchen gezant Noël w losfen
de Karon, die, eindelyk, als uit zig zelven,
voorfloeg „ dat de Staaten, veelligt, beflui-
,j ten zouden, het uiterfte hunner poogin«
„ gen in 't werk te ftellen, om alle 's Konings
M agterftallen te voldoen * en 't geld, daartoe
„ noodig, tot eene hooge Rente, op te nee-
„ men; zo zyne Majesteit kon goedvinden %
„ hun de herlevering der Steden van verze-
5U kering aan te bieden," Deeze opening
vond gehoor, hy den'Koning, die ontbloot
was van geld; en by de Hovelingen, die hun-
nen mond reeds, om ftryd;, maakten op dee«
zen vetten buit. De Koning fchreef, kojrt
hierna, aan de Staaten ?>dat hy, hen aan-
„ ziende voor zyne goede vrienden en bond-
„ genooten, die een' en denzelfden Gods-
„ dienst met hem beleeden, en in de alge-
„ meene zaaken, het zelfde belang hadden
„ als hy, geene reden hadt, om te dugten,
„ dat 'er ooit eenig misverftänd ontftaan zou »
„ tusfehen hen beide; om welke oorzaak»
„ hy, zo zy begeerden zig in 't bezit te ftel-
w len van hunne Steden, genegen was, om
„ hun dezelven weder te geeven." Be Staa-
ten draalden niet, met hun beiluit. Karon
kreeg last, om met den Koning te hande-
len, jakob de I. magtigde zynen geheimen
Raad,om de zaak met hem af te doen Kz)»
en
CO* AiV, Publ. Angl. Tuit. VB. A VU pi 8»'
G 4
-ocr page 106-
i 04 VADERLANDS CHE XXXVII. Bosx/
j6i6. en men vfxs 't eens, binnen weinige dagea,
■------- De Staaten verbonden zig, den Koning, voor
alle agterftallen, tw.ee millioenen zevenhon-
derdagtentwintigduizend guldens eens te be-
taalen (a) '■ en deeden 't, op den beftemden
•■: tyd. De bevelhebbers der Steden van ver-
zekering kreegen, nog voor 't einde van
Bloeimaand, last,om dezelven te ruimen (b).
Prins Maurits toog, in Zomermaand, naar
4 den Briele, om bezit van deeze Plaats esn
van de twee onderhoorige Sterkten te nee-
De En-men. De Ëngelfche bezetting, driehonderd-
gei fche vyfenzestig man fterk, verliet de Stad, op
S"ukS den e!fden-' Ten zelfden dage, trok de bezet-
Brieie" tin g van Vlisfingen en Rammekens, die zes-
Vliifin-
gen en
Ramme
keus.
honderd man fterk was v uit .deeze twee Plaat-
fen. De Staaten hielden, nogtans» het En-
gelsch Krygsvolk in "hunnen dienst, ilellen-
de'i, ten verzoeke :van;,Koning Jakob, Ro-
bert
, Burggraaf TUe , die B evelhebber van
Vlisfingen en Rammekens geweest was> tot
Overfle van het zelve aan (c). Koratio Ve-
re, gewezen Bevelhebber van den Briele,
Oordeel bleef < ook in den dienst deezer Landen. Aasi
van t
Franfche
Hof,
't Franfehe' Hqf, Meldt men het overleve-
ren der vespande' Steden • voor :zulk eën'on-
over -t voorzigtigen ftap'van ;>Koning Jakob'vi 'dat
harieve- fommigen niet fdhroomden^aan den: Engel-
fchen- Gezant, Tkomm 'Eämonds, te;werklaa-
ren* ,j?6at men,' 4n #rankryk,-vjaarlyks?$ride
rvd
W
j'ufi:"1 ::m! i9ci .js'sri nsirisisÜStaa*
üen.
p
C«)'RuRNET Hift. öfWs óvm-Tirae Pit. I. p< '15.'. "J&vpw-
Tern.-.ytt.p. 108, IGO,nïioj*'jjßi -'
              , Jij              \
('?;) Notul. Zeeland,"'2.0'May. 30 Jvxy ifiifi 'Ht 73, 93.
Cab'ala ot Myftêries .'óff."Sta"tfe «■ pi 190, lynDAiä.' Piibi,
Ans>l. Tom. VII. P. II. p- au, 212.
'' 'Qc) Aitzfma [. Deel, b}. 24. Baudart. Memor. VIII. ßvtk
hl.
52. AuiSSJAM Brief, I'; Dié, bl. 13&, 375. :
-,; "•■'' (-•-'
-ocr page 107-
\
XXXVII. Boek. HISTORIE. 105
j, Staaten met groote fommen onderfteunde, 1616.
„ hun daarenboven veele millioenen , die—-<—-e
„voor deezen ■ waren opgefchooten, kwjrt-
-,j fcheldende, om hen te brengen tot de af-
„ hangkelykheid , waartoe Groot - Britanje
5, hen, door het bezetten der verpande Stè-
„ den , gebragt hadt : waarom Koning Ja-
„ kob zig nergens door moest hebben, laa-
„ ten beweegen , om deeze Steden te rui-
?, men;" Men voegde 'er by ?3 dat Frank-
■L ryk, tot hiertoe, geen' invloed gehad hadt
,? op den Vereenigdèn Staat, dan door het
Ia ftyvèn van Oldenbarnevelds aanhang ;
,3 hebbende de Koning van Groot-Britanje,
'„'aldaar , de gunst der- menigte weeten te
■„"winnen: doch nu fcheen hy veel voordeels
„aan Frankryk , boven Groot-Britanje, te
„ willen afïtaan (V)." Zo fprak men, meer,
yeelligt, om Koning Jakob ipyt aan te doen,
dah om dat men waarlyk dagt, dat hy, by
'dè'-Staatënt, veel gerekend geweest was.
Nögtans keurden ook veele Engelfchen het
overleveren der Steden af. Eri fommigen
hebben gefchreeven, dat Koning Jakob, be-
t fpeurendé , dat men hem , met het losfen
deezer Steden, vérkloekt hadt, na dien tyd,
•altoos, een kwaad gevoelen behouden lieeft
tegen den Aêvokaat Oldenbarneveld (V). '
Over den Lakenhändel, was, federt eeni- Gefcha-
gen tyd, ook wederom gefchil gereezen met g,"-™8*
.de Engelfchen, die geverwde Lakens her- ïand.o-
waards voerden ? welken menV liier , niet ver den
", :.'."':■. '•'.'                                              r WÜ- Lakeu-
...... ■ ,\ .                                             !-k sa handol.
(V) T. BiRCH N«gou:it..^o,'M  incji to tol?, f. 39Ö.
(ij Abbeiiv Memoiivi?. 319.      . . ..sfu-J-f.:,
G5
-ocr page 108-
io6 VADERLANDSCHE XXXVÏÏ. Boek.
iéi£. wilde ingebragt hebben, alzo zulks ftrekte tot
■»i»'' benadeeling der verweryen deezer Landen,
Koning Jakob hadt, hierop, wederom den
uitvoer der witte en ongeverwde Laken en ver-
booden : 't welk den verweren, met naame
die van Middelburg, alwaar men den ftapel
der Engelfche Lakenen hieldt, niet minaer
nadeelig was. De Staaten hadden toen hun
verbod in zo verre veranderd, dat zy den in-
voer van gefprenkelde of gemengde Lakenen
toelieten (ƒ). Voorts, werden de Engelfche
Lakens ook zo fmal en flegt gemaakt, dat de
Staaten dienftig oordeelden , hiertegen, by
verfcheiden' Plakaaten op het onderzoek of de
tarra der Lakenen, te voorzien ($}. Maar
Koning Jakob hadt, ook hierover, ongenoe-
gen opgevat (h): waarop, in Bloeimaand des
jaars 1617, een Plakaat volgde, by welk» de
vöorigen, op de tarra der Engelfche Lakenen
gemaakt, een weinig gemaacigd werden (0.
De Oktrojen , den Engelfchen Koopluiden
verleend, werden , ten zelfden tyde , ver-
nieuwd Cky* Te vooren, was reeds toege-*
ftaan , dat men allerlei geverwde Engelfche
Lakens naar Middelburg voeren, en, aldaar»
aan vreemdelingen, om buitens Lands verzon*
den te worden, verkoopen zou mogen: bly*
vende, voor 't overige, de voorige Plakaan
ten, in genoegzaaine kragt Q),
" ,,, ,/: In
Cf) Groot-Plakaatb. I. Deel, kol. 1170. Bauhakt. Mtaüi«
V1.JI. Hoek, U. 64.
(g~) Groot-Plakaatb. I. Deel, kal. 776, 780.
_...:,-- (é) Baudart. Meinor. VIII. KOek, tl, 64.
I ;
              C') Groot-Plakaatb. I. Deel, kol. 776, 7Ü0.
C*) Groot-Plalteatb. I. Deel, kol. 766.
(ü Gruot-Piafoutb. II« Üeeli kol. ivf7x tt&i
I
-ocr page 109-
mmmm~^m~~mm~~mm'^^*mmmmmmmmm
JtXXVILBoK. HISTORI E. ic^r
Infrankryk, waren, na dedood van Hen- U'^.
r|k den IV., veranderingen voorgevallen ■',-----—                   |
die niet zeer gunftig gehouden werden, voor xxvilï,                  '
den Vereenigden ötaat, De Koningin We- paatk",at*
duwe , die 't Ryk, geduurende de minder- r^'
jaarigheid van Lodewyk den XIII., regeer-
de, volgde andere maatregels, dan Henrik .
                         ;
de IV, gedaan hadt, Zy handelde, reeds in , > v l
't jaar i6i i, over een dubbel Huwelyk, tus-
fchen haaren Zoon en Anna, Infante van
Spanje, en tusfchen den Infant, Filips, en
haare Dogter, Elizabet (tti).. In 't volgende
jaar, werden deeze Hüwelyken geflooten,
en , onder anderen, beraamd , dat Koning
Lodewyk en de Infante, of derzelver nako-
melingen nimmer regt zouden können ver-
krygen , op de Spaanfche Ryken en Heef-
Jyk heden, byzonderlyk niet op Vlaanderen
(3) en de Graaffchappen van Bourgondie en
Charolois, die, na 't afitervgn der Aartsher-
togen zonder nakomelingen , wederom aan
Spanje zouden moeten vervallen. Van den anr
deren kant, werdt vastgefteld, dat de nako-
melingen van Filips en Elizabet nimmer regt. '
op Frankryk , of eenige Franfche bezittin-
gen zouden mogen voorwenden (n). 't Slui-
ten van deeze. twee Hüwelyken verwekte,
29 dra het rngtbaar werdt, veel gemors in 't
Ryk,
Cm~) Pbhz DuMont CorpsDiplom.TomV.P.II.p.i6s,t66.
(») Du Mont Corp' Diplom. Tom- V. P. II. p. 215, ai*,
Stippfém. nu Corps Diplom. Tom. II. P. I. p. 283.
(3) Omtrent deezen tyd 4 begon men het deel dqr
Nederlanden, welk onder de Aartshertogen ftondt.
naar de voornaamfte gewesten, Vlaanderen.» of oois
v/e} Ibabant. \% aoeme«,
-ocr page 110-
ïo8 VADERLANDSCHE XXXVH. Boek.
itfiff. Ryk. De Hugenooten in 't byzcnder vrees»
i—-— den, dat zulk eene naauwe verbindtenis met
Spanje ftrekken zou, om hun de vryheid
van Godsdienst, welke zy, federt eenige
. jaaren, genooten hadden, te doen verliezen.
Brnen- Henrik van Bourbon, Prins pan Condé, mis-
landfche noegd, dat men hem geen deel aan 't bewind
eoslo&' gaf, en den Florentyn Conchini, die, in 't
jaar 1614 , tot Maarfchalk van Frankryk,
verheeven, en federt Maarfchalk £4ncre ge-
noemd werdt, 't voornaam beleid der zaa-
ken toevertrouwde, fpande famen, met Ce-
zar van Bourbon, Hertog van Vendóme,
Henrik van Orleans, Hertog van Longue-
ville, Henrik van Lotharingen, Hertog van
Mayenne, Karel van Gonzaga, Hertog van
Nevers, Henrik van Luxemburg, Hertog
van Pinei, Henrik van la Töür d'Auvergne,
Hertog van Bouillon, en verfcheiden' ande-
re Grooten , die zig allen van 't Hof ont-
hielden, en eenen opftand verwekten om de
voorgenomen' Hmvelyken te beletten, welke,
federt, dekryg der Henrikken genoemd werdt,
om dat de voornaamftê Grooten deezen naam
droegen. Men trof wel een verdrag met dee-
ze Grooten, in 't jaar 1614; doch 't werdt
haast verbroken. Condé beimgtigde,' in 't
volgende jaar , verfcheiden' fterke Plaatfeiï.
Iti Louwmaand des jaars 1616, werdt 'er,
wederom , een Verdrag gemaakt, tusfchen
den Koning, die nu, ruim een jaar gelee-
den, meerderjaarig geworden was, en de Re-'
geering aanvaard hädt, en de misnoegden.
Geduurende den biniienlandfchen kryg in
Frankryk, hadden de misnoegden,'met naa-
ms
-ocr page 111-
XXXVILBoek. HISTORIE. 109
Eje de Hertog van Bouillon, om onderftand iökJ.
aangehouden-, by de Vereenigde Staaten :-------■
doch hierop was niets geflooten (0). De Ko Pe Staa-
ning hadt, daarentegen, iBenjainin Aubery, 'en ^'
Heer vanMaurier,
in 't voorleeden jaar, her- ae"vy£"
waards gezonden: die de,Staaten bewoog , denXIIL
em den Koning hunne hulp aan te bieden; hunnen
't welk veel toebragt -, om de misnoegden l>yftand
aan de hand te doen gaan. De Prins van aan'
Condé gaf den Staaten, terftond, kennis van
de getroffen' vrede, te gelyk verdedigende,'t «
gedrag, welk hy gehouden hadt (p). Mau-
rier deedt, van gelyken(q). Condé,zigop
't verdrag vertrouwende, verfcheen, in Hooi-,
maand, ten Hove. Doch de Maarfchalk
d'Ancre, die 't oor der Koninginne Moeder
hadt, bragt te wege, dat hy gevat en in de
Baftille gezet werdt. Maurier deelde den
Staaten dit gewigtig nieuws, zonder uitftel,
mede; en alzo men, ter deezer gelegenheid,
nieuwe beweegingen in Frankryk te gemoet
zag, begeerde hy, uit 'sKonings naam, dat
de Franfche troepen, in Staaten dienst, naar
Frankryk, te rug gezonden werden. Ook
vorderde Lodewyk de XIII., dat men hem,
van hier , met zes. Oorlogsfchepen , onder-
fteunder Dp,Staaten bewilligden, in 't een
en in 'Pander. Doch het fluiten van 't Ver-
drag van Soisfons, daar het vermoorden Vah
den Maarfchalk d'Ancre, met 'sKonings ken-
nisfe, in Grasmaand des volgenden jaars, op
volgde , maakte deezen onderftand noode-
loos,
(u~) ISaudaRT. Memor. VIII* Roek, il. 43.
(f>) ÜAUOAUT. Memor. VIII. ßoek, bl. 81.
Qt') läAtJUAiiT. Memor. VIII. iïvek, bl. 934
-ocr page 112-
lid VADËRL. HIST. XXXVll.Boï!é,
iSiê. loos. De rust fcheen, door de dood van dee-
------- zen gehaaten gunfteUng , herfteld te zyn,
in Frankryk (r>; Doch zy duurde flegts eene
korte wylei
XXIX. De zeefchuïmeryen der Usköken, ingeze-
tte Sta'a- tenen van 't Landfchap Istrie, die Ferdinand.*
ten on- Aartshertog van 'Oostenryk en Heer van dit
ren^dé Landfchap , niet hadt willen of koiïnen be-
Vene- letten, hadden, in dit jaar, gelegenheid ge-
tiaanén, geven, tot eenen kryg, tusfchen dien Aarts-
te-enden hertog en den Staat van Venetië^ De Vene-
Aartsher* tjaaneri vervoegden zig, om onderftand, by
Oosten-" de Vereenigde Staaten, die hun toeftonden,
ryk. dat zy hier drieduizend man lieten werven,
welken, onder 't bevel van Graave Jan Ernst
van Nasfau, in hunnen dienst * overgingen.
Zy vertrokken te fchepe ; doch niet voor
Sprokkelmaand des volgenden jaars* Al dee-
ze manfchap fmolt, door Ziekte en ongemak,
op eenige honderden na, in den kryg, die*
den gantfchen Zomer, vinnig voortgezet
werdt. Graaf Jan zelf overleedt, in den na-
xomer, te Venetië (s). Kort hierna, werde
*er een Beftand getroffen (t)t
O) Aübery Memoif. p. 383-396. rJANiÉt jotfrn. de LouiS
XIII. p. m-vm.
O) Refol. Holl. 30 Sept. — 22 O&ob, ißi6. BI. Ï2. Bahd;
Memor. VIII.
/hek. lil. 62. IX. Hoek, bl. «5-
(.O ^iez Du Munt Corps Diplom. Toni. Vi P. II; p. 304»
V
V A
-ocr page 113-
VADERLANDSCHE
HISTORIE.
AGTENDERTIGSTE BOEK.
INHOUD,
ï. De Staaten van Holland neemen een nieiM
befluit tot weering van fcheuring. Zy doen
eene bezending naar Amflerdam.
II. Rede-
voering van Hugo de Groot
, in de Vroedfchap
aldaar.
III. Befluit der Vroedfchap. Dt
Staaten blyven by de voorige Refolutien.
IV.
Fwist, op verfcheiden' Pldatfen, ter gelegen-
heid der flrydige Befluiten
, onder de Leden
van Holland. Keuren van Schkland. De
Contrar emonflranten winnen gunst.
V. Hun-
ne vergaderingen te Amflerdam en in den
Haage. De Remonflranten vergaderen
, ins-
gelyks. Zy verbinden zig onderling.
VI. Oor-
sprong der afzonderinge
, te Amflerdam. 't
Graauw floort aldaar der Remonflranten Ver-
f adering, en piondert het Huis van Rem Eg-
srtszoonBis/chop.VU.DeContraremonflran-
ten neemen de Kloosterkerk in den Haageitn
VIII. Prins Maurits gaat in deeze Kerke. Af-
zondering in andere Steden.
IX. Raadpleegin-
gen op het houden etner Nationaale Sinode.X*
Onderfland aan den Hertoge van Savoye ver-
leend.
XI. Verfchil tusfchen de Vorflen van
Brandenburg en Piiewwburg. Inbreuk op 'tBe-
flaniL
^
-ocr page 114-
■■■■
I i 2 VADERLANDSCHE XXXVÜI.B0Ê*»
fiand. tweeden verzoekt hulp tegen Poolen.XIL
Ontdekking van de Straat van Ie Maire. Wal-
visfchengeßrand. De Purmer bedykt.
XIII. Di
fcheuring geeft aanleiding, tot ongëwoone ver-
ander ing in
deR.egeering.isAy. Oorzaaken van
'taanneemen van Waardgelders. Zogenaamde
fcherpe Refolutie der Staat en vanHolland.XV.
Hunne inzigten op
V ßuk van den Godsdienst,
Vyf Steden kanten zig hiertegen.
XVI. Be-
zending naat Zeelanden naar Dor dr echt,op
V
ßuk van de Sinode. Ontfchuttering te Leiden.
Oldenbarneveld te Utrecht. Waardgelders al-
daar aangenomen.
XVII. Verfchillen met dé
Geregtshoven. Onlust te Haarlem. Te Nieuw-
koop.- Hoger beet s wórdt Penfionaris te Leiden.
XVIII. Maurits brengt bezetting in denBrieh
Gerügten ten laste van hem en van den Advo-
■ kaai.
XIX. Handeling óver V houden eener Na-
tionaale ofProvinciaale Sinode. Dordrech t hier
toe benoemd. Aanmerkelyke woorden des Advo-
kaats.
XX. De Engelfche Gezant Karleton
raadt de Sinode aan.JVeegf'ehaalzynerReden-
yoeririg.
XXI. Redevoering van den Frawfchen
Gezant Maurier. Prins Maurits bezoekt eenige
Steden. Schryft aan dezelven.
XXlI. Voorßag
van vyf Steden op'tßuk der Sinode.Verklaaring
van Haar lern. Oor deelen over dezelve.
XXIII.
Prins Maurits verandert de Regeering te
Nieuwmegen. Oyerysfel bewilligt in de Sinode.
XXIV.  Schimpfhhriften tegen den Advokaat.
Merkwaardig zeggen van Prinfe Maurits. De
Advokäat ver dedigt zig.Schrifteh vanAärfens
XXV.  Beweegingen te Utrecht en te loeiden.
De Prins komt te Utrecht. Vertrekt wederom^
Bpenkomst ten huize van Trefél.
XXVI. Ver*
mg
-ocr page 115-
XXXVIII.BoEK. HISTORIE. 113
toog van Holland, op V ßuk der Waardgel-
ders.
XXVII. De algemeene Staaten en die
van Holland doen eene bezending naar U-
trecht.
XXVIII. Prins Maurits komt 'er*
insgelyks. Handeling aldaar.
XXIX. Am-
fterdam zendt 'er ook Gemagtigden. De
Waardgelders worden afgedankt. Verande-
ring der Regeeringe te Utrecht. XXK.Foor-
ftel van Boißfe. De Nationaale Sinode werdt
byeen geroepen*
D
E Staaten tan Holland, ziende de Ge- 1616.
meente, op veffcheiden' Plaatfen, zig-------■
fchikken tot afzondering, hadden, op den *• .
agttienden van Lentemaand j wederom een Be- ~j ^'
fluit genomen, by meerderheid van ftemmen, Holland
bevestigende de voorgaande Befluiten op de neemen
vrede der Kerken, en verbiedende alle party- wederorii
fchap, fcheuring en oneenigheid, onder be- ^"t f^t
dreiging, dat de fchuldigen, als verftoorders weering
dergemeeneruste, zoudengeftraftworden («j). van
Amfterdam en eenige andere Leden hadden zig fcfceuriug
egtef gekant tegen dit Befluit, waardoor het 6?aJ^
weinig klem kreeg (f)i 'tSchyntook,datmen, hejj..
ten deezen tyde, eenig vermoeden hadt, on-
der de Staaten, dat de tegenwoordige Regee-
ring wankel ftondt, ter gelegenheid van welk
vermoeden, die van Amfterdam verklaard had-
den, dezelve te willen handhaaven, alzozy,
nevens de andere Leden, verftondenj dat de'
opperfte magt * beide over kerkelyke en bur-
gerlyke perfoonen en zaak en,-den Staaten toe-
kwam,,-,
(«") Befol. Holl. 1 Maart — 26 April iCif,. II. 4.
f' J) ft/vunART Memor. VIII.Boek, bl.y. UïTENEOfï.lh343»
X. Deel.                 H
-ocr page 116-
tt4 VADERLANDSCHE XXXVIII.Boek.
ï61<5. kwam. De overige Leden, begrypende van
hoe veel belang de ftem deezer Stad zyn kon,
ty doen 0m de inwendige rust te bevorderen, befloo-
^e"^.be' ten, eerlang, eene aanzienlyke bezending der»
aan Am- waards te doen, om de Stad, ware 't moge-
fterdam. 4yk, over te haaien, tot het gevoelen der meer-
derheid. Men verkoor, tot deeze bezending,
Jonkheer Adriaan van Mathenesfe, Heer van
Riviere, Hugo Muis vanHoly, Schout der Stad
Dordrecht, Gerrit Janszoon van der Eik, Bur-
gemeester der Stad Delft, Mr. Hugo de Groot,
)ä Raad en Penllonaris der Stad Rotterdam, en
Willem Bieter szoon Haf es, Burgemeester der
Stad Hoorn. Doch voor en nahunne aankomst,
werdt, in de Stad, gemompeld, dat zy kwamen,
om den Godsdienst te veranderen, 't Gerügt
kwam hun ter ooren $ en bragt te wege, dat
zy, by alle gelegenheden, hoog en duur, he£
tegendeel betuigden, en, dat de Staaten en zy
, niets zogten, dan de behoudenis vandenwaa-
■ ren gezuiverden Godsdienst (<?).
il.
          Op den drie-entwintigften van Grasmaand 9
Rede- werden zy, in 4e Vergadering der zesendertig
voering Raaden, gehoord, alwaar de Groot, uit aller
Groot mam» eene deftige en uitvoerige aanfpraak
In de ' deedt; waarvan 't voornaamfte uitliep op dee-
Vroed- zen Zin: ^ Vooraf, Verklaard hebbende, dat
fchap ai- ^ (je Staaten hen, gelyk in diergelyke gevallen
vcrdèdl-* *5 gebruikelyk was, gezonden hadden, om de
giiig van 5? Stad Amfterdara te Verzoeken, in de Beflui-
de Refo- ,j ten, tot de vrede der Rerke genomen, die,
lutiender^ met de redenen, waarop zy fteunden, der
Staaten. ^ Vroedfchap niet onbekend waren, zig te
n wil*
CO Brakst II. Detl, % U¥
-ocr page 117-
I
XXXVIII.Boek. HISTORIE. 115
g'willen voegen by de meerderheid;" ver- iguj,
volgde hy te zeggen $, dat de Staaten, met ——
jj blydfchap, verftaan hadden, dat de Stad de
» tegenwoordige Regeering wilde handhaa-
a> ven, en misnoegd was op zulken, die,door
j, woorden of fchriften , dezelve Regeering
„ veragt of verdagt zogten te maaken: dat
5) hun ook zeer aangenaam geweest was, te
# verneerriëh, dat Amftërdam, nevens de an-
?J dere Leden, begreep, dat den Staaten de
$, hoogfte mägt toekwam, over kerkelyke eiï
fi burgerlyke perfoonen en zaaken : eeh be-
5, grip, altoos voorgeftaan door de Evange-
fy lifche Leeraars, én welks tegendeel alleen
$ in dë Roomfche Kerke gedreeven werde:
5, een begrip ook, welk vanwylenzyneDoor-
ff lugtigheid, altoos $ was verdedigd, 't Was i
fr
ging hy voort, aan de andere zyde, kenlykj
jj dat de Staaten, menigwef f j opregtelyk ver-
fy klaard hadden ? den waaren Christelyken
fy Hervormden Godsdienst te willen blyven
fi haridhaaven, zonder tegedoogen, dat, op
:g den zelvën, eenige de minfte inbreuk ge-
% fchiedde. Uit het een en het ander nu, was
$, op te maaken, dat men 't, in den vöornaäm-
ö ften inhoud der Refölutien, onlangs $■ overge- >
$ zonden aan de Steden, Dorpen en Klasfeny
j5 volkomeniyk eens was. Want déëzë Refolu-
$, tien betroffen twee Hoofdpunten, deRegee-
% ring der Kerken, en het verdraagen van eë»
j, nige Godgeleerde veffchillen. Öp het éërfié
b
punt was niets vastgefteld, dan 't gene bë-
fy greepen was in de Rerkenördening van den'
33 jaare 1591 é die, by zyne Doorlugtigheid?
% by de tweeGeregtshovën, en zelfs by my-
H 5                          ?5 n©1
,)
-ocr page 118-
n6 VADERLANDSCHE XXXVIILBoek;
iöi6. )) ne Heeren van Amfterdam was goedge-
■—— » keurd. Delft, Gouda, Rotterdam en Me-
jj denblik begreepen toen, dat der burgerlyke
» Overheid, by deeze Kerkenordening, nog te
jj weinig gezags gelaaten was , waarom zy
5j zwaarigheid gemaakt hadden, in 't aannee-
jj men derzelve. Doch nu hadden zy berouw
55 gekreegen van hunne voorgaande naauwge-
jj zetheid 4 en in de Kerkenordening bewilligd.
55 Ook was, by dezelve, genoeg gezorgd, voor
?? 't belang van den Godsdienst, konnende
55 niemant bevorderd worden tot den Kerken-
5, dienst, dan na voorgaand kerkelyk onder-
5, zoek op zyne Leer en gedrag, en moetende
5, de naamen van Leeraareii en Ouderlingen,
j, voor derzelver bevestiging, der Gemeente
5) worden voorgefteld, op dat elk, die iets op
5, hen te zeggen wist, zig vryelyk zou mogen
5, openbaaren. Doch naardien de Kerk, de Ste-
„ den en 't gantfche Land belang hadden, om
5, te weeten, wie den predikftoel betradt, ën
,5 tot de gemeente fprak; zo moest de Over-
5, heid hiervoor zonderlinge zorg draagen, die
35 nogtans derwyze gemaatigd was, by de ge-
s> melde Kerkenordening, dat de Kerkenraad
5, de helft, en de Gemagtigden der Overheid
ft de andere helft benoemden, mids deeze Ge-
,, magtigden den welftand van Kerke enGods-
„ dienst toegedaan waren. Wat het verfchy-
5, nen deezer Gemagtigden in de Kerkenraa-
„ den aanging; zulks was, van 't begin der
j, Hervorminge af, in eenige Steden, met
„ naam e te Énkhuizen, in gebruik geweest,
„ en ftrekte tot bevordering van goede ver-
^ ftandhouding tusfchen de Overheden en
39 Ker>.
-ocr page 119-
XXXVIIT.BoEK. HISTORIE, ir/
» Kerkendienaars, die hunne bezwaarnisfen, t6i6.
n
op deeze wyze, te ligter, voor de Overhe- ——~
n den konden brengen, En nog werdt dit
n punt gelaaten aan de befcheidenheid der
jj Wethouderen. Wenfchelyk ware't, dat, op
» deeze en andere punten, al voor veele jaa-
jj ren, een vaste voet ware beraamd geweest,
» alzo elke Stad fchier eene byzondere wyze
9> volgde, in 't verkiezen der Kerkendienaa*-
9) ren, waaruit veele onlusten en beweegin-
» gen gereezen waren; waarom de Staaten niet
9) langer hadden können nalaaten, eenige or^-
j, de, by voorraad, te ftellen. Het tweede
9)
Hoofdpunt der Refolutien, 't verdraagen
M der verfchillende gevoelens over Gods
jj Voorfclukking met het gene 'er aankleefde,
5, fteunde, klaarlyk, op deeze grondleer der
j, Hervormjnge, dat de Leerftukken waren, of
5, tot den grondflag behoorende, of tot hetge-
„ bouw. Dat de eerften weinig in getal, klaar
?J om te verftaan, en noodzaakelyk om te ge-
j, looven waren. Dat de anderen, zo zy met v
jj Gods woord overeenkwamen, by goud en
,j zilver; zo niet, by haoienßoppeh, vergelee-
5? ken werden; doch dat de bouwers van zulk
jj hooi en ftoppels, nogtans, de zaligheid niet
j, verliezen zouden: waarom zy ook in de Kerr
„ ke behoorden gedraagen te worden, 't Stry-
„ dig gedrag des Pausdoms, welk de luiden 9
jj om allerlei Eeerlhikken, bande en ver'doem-
„ de, hadt men, by ons, altoos, den geest des.
5, Antichrists genoemd, En op 't verwyt van
j, verfchillende Godsdienften onder ons, was
j, altoos geantwoord, dat onze verfchillende,
U gevoelens geenen verfehlenden. Godsdienst
H 3
                 sa maafc*
-ocr page 120-
ii8 VADERLANDSCHE XXXVIJI.Boek.
l6tS. » maakten, noch deKerkelyke eenigheid bra-
i—r » ken, alzo weinig, als zulks, van ouds, door
•n de verfchillende gevoelens der eerfte Chris-
n ten-Leeraaren, plag te gefchieden. Ook
» hadden de Evangelifche Kerken deeze ver-
» draagzaamheid niet flegts geleerd -, maar met
5> der daad geoefend, 't Was, eenen tyd lang,
n gedaan, tusfchen Luther en de Zwitfeis:
99 daarna, in Poolen en Lithauwen, tusfchen de
r> Kerken van de Augsburgfche, Boheemfche
95 en Zwitferfche belydenis , onder welken
55 men, tot heden toe, over en weder, ter
55 preeke en ten Avondmaal ging, eikanderen
95 houdende voor regtzinnige kerken. Tus-
55 fchen die van de Augsburgfche belydenis
55 en de Husfiten en Waldenzen in Boheeme,
55 was, insgelyks, kerkelyke eenigheid. De
55 Hervormden in Duitschland hadden ze den
55 Lütherfchen , meermaalen , aangebonden,
55 De Nederlandfche Kerken zelven hadden
55 'er toe gearbeid, met redenen en fchriften,
95 by verfcheiden' gelegenheden. De Luther*
55 fche Predikant te Woerden was, in den jaa-
55 re zestienhonderd en vier, door déZuidhol-
n landfche Sinode, verzogt tot vereeniging.
„ In Engeland, in Zwitferland en elders, wa-
55 ren, over verfcheiden' punten, gefchillen
„ gereezen, zonder dat daarom de kerkelyke
99 eenigheid verbroken was. Franciskus Ju-
9, nius, Profesfor te Leiden, hadt een boek
9j gefchreeven, tot aanpryzing der onderlinge
n verdraagzaamheid. De gemelde Sinode, ge-
waarfchuwd door de Franfche Kerken, te-
gen eenige doolingen van Piscator, Profes-
jj for tu Herborn, in 'c Graaffchap Nastau,
„ hadt
-ocr page 121-
XXXVIII. Boek. H I S T O R I E. 119
„ hadt deeze Kerken vermaand, de zaak bui- i<s,t
ten fcheuring te houden, Tilenus, Profes- ——_
„ for te Sedan, 't gevoelen van Piscator toe-
h gedaan , met Molinjeus in gefchil geraakt
j, zynde, werdt, zo wel als zyne party, in eene
'n en de zelfde Kerke gedraagen. Hier te Lan-
de en elders, waren zy ook altoos vereenigd
gebleeven, die de Predestinatie of Goddely-
9J ke Voorfchikking, onder en boven den val,
en onder voorwaaiden, leerden; gelyk >, in de
Haagfche Conferentie, door de broeders,
aldaar Contraremonftranten genoemd, ver-
klaard was, dat, hierover, nooit, onder
hen, eenig gefchil was geweest.
„ Wie nu, vervolgde de Groot, waszover-
5j metel, dat hy, 't gene, in de gemelde Con-
n ferentie, ter eener of ter andere zyde, over
j, de vyf punten, beweerd was, voor nood-
„ zaakelyk ter zaligheid durfde houden ? Im-
j, mers, moesten de noodzaakelyke punten
j, klaar zyn, voor elk: maar de Leer der Pre-
w destinatie verftonden veele eenvoudigen.
,, niet. Zou men deeze allen uitiluiten van
„ de zaligheid? Beide de gevoelens kwamen
„ hierin overeen, dat Gods befluiten en wer-
„ kingen omtrent 's menfchen zaligheid ge-
„ grond waren in Christus. Beide behielden
5, ze, derhalve, het fondament, welk Christus
„ is. 'tVerfchilwas, voornaamlyk,overdeor-
„ de van Gods beiluiten en voorweetenfchap,
w die, nogtans, beide van eeuwigheid waren«
s, En waren, hierover, zulke diepzinnige vraa^.
j, gen voorgefteld, dat 'er de geleerdtten zig.
n naauwlyks hadden weeten door te redden»,
3 De verdraagzaamheid omtrent deeze pua-
H 4
                      ?> ÜÄ
>■
-ocr page 122-
120 VADERLANDSCHE XXXVIII.Boek.
ï<Ji6. J5 ten behoorde zig ook over de Leeraars uit
-------n te ftrekken, die zo wel hunne doolingen en
„ zwakheden hadden , als de gemeene Lid-
;, maaten. Ook was zy, met der daad, on-
n der de Leeraars, geoefend. Bullingerus en
5, Melanchton verfchildenmetKalvynenBeza,
„ over de Leere der Predestinatie. Nogtans
„ onderhielden zy de eenigheid, en bejegen-
„ den eikanderen als broeders. De voorge-
„ melde aanbiedingen van vrede aan de Lu-
,, therfchen, die, behalve 't verfchil over 't A-
jj vondmaal, ook leerden de algemeene ge-
„ nade, de Predestinatie uit voorgezien geloo-
5, ve, en dat de geloovigen van de genade ver-
v vallen konden, beweezen, dat men deeze
„ leeringen gehouden hadt voor verdraaglyk.
j, Zulks hadden ook geoordeeld Perkins in
„ Engeland, en Pareus, te Heidelberg, beide
n in 't gevoelen der broederen, die men hier
„ Contraremonftranten noemde. De Kerken
,, van Anhalt en eenige Leeraars in Deene-
,j marke, 't gevoelen houdende der broede-
j, ren, die hier Remonftranten genaamd wer-
5, den, bleeven, nogtans, in eenigheid, met
„ andere Hervormde Kerken en Leeraars. In
j, Engeland, waren ook Leeraars van beideï-
„ lei gevoelen. Zyne Majefteit van Groot-
,, Britanje hadt ze beide, na ryp onderzoek,
5j beftaanbaar geoordeeld, met het waar ge-
j, loove en 's menfchen zaligheid. In Frank-
^ ryk, ftelde Molinseus de gefchillen over de
„ Predestinatie, onder de punten die verdraag-
j, lyk waren. In Holland zelf, waren, voor
,, meer dan veertig jaaren, Leeraars aangeno-
n men geweest van het laage gevoelen, nu dat
„der
-ocr page 123-
KXXVIILBoek. HISTORIE. ia*
n der Remonftranten genaamd. De Leidfche %si6.
n Hoogleeraars hadden, ten tyde van Armi---------
11 nius, verklaard, dat, onder hen, geen ver-
n fchil was, over de grondftukken der Leere.
p Na 't houden der Haagfehe Conferentie,
■n hadt men zelfs beloofd, onderling, broe-
n derfchap te zullen houden. De Sinode der
n Franfche Kerken hadt ook betuigd, hiertoe
j, gezind te zyn. De twist, daarna toegeno-
n men, hadt de natuur der gevoelens niet ver-
w anderd. 't Gene te vooren verdraaglyk ge-
5, weest was, bleef nog verdraaglyk: 't welk
n veele Leeraars van het hooger gevoelen, ja
,, veele Kerken en Klasfen, uit Leeraars van
„ beide de gevoelens beftaande, nog tegen-
„ woordig zo bleeven inzien.
„ Ook waren deeze geichillen zo zwaar en
» diep , dat 'er nooit eenige Kerkelyke uk-
» fpraak over gedaan was. In de vier eerfte
» eeuwen, vondt men 'er geheel geen gewag
» van. Kalvinus, Beza en anderen hadden
» zelfs beleeden, dat men 'er toen anders o-
n ver gefproken hadt, dan zy deeden. Augus-
» tyn hadt, daarna, 't ftuk wat hooger gevat,
j> en eene volftrekte Predestinatie geleerd ,
» niet zonder tegenkanting van veelen. De
r> Kerkvergaderingen, gehouden tegen de ket-
» ters, welken hy beftreedt, en tegen eenige
5j anderen, hadden, nogtans, niets vastgefteld,
»omtrent de. volftrekte Predestinatie. De
5, Roomfche Kerk liet de Dominikaanen met
„ de Jezuiten, en de Jezuiten onder elkande-
ren, over dit ftuk, twisten, zonder uitfpraak
jp te doen. 't Was ook niet gefchied onder ds
j, Protestanten, van 't begin der Hervormin-
H S.                    » g«
-ocr page 124-
las VADERLANDSCHE XXXVIILBoek;,
i6i5. ,j ge af. Hunne belydenisfen fpraken niet op
------„ eenerlei wyze van "deeze Hoffe. De punten
jj te Lambeth waren zo gefield, dat ze van de
$ Leeraars van beide de gevoelens konden
„ aangenomen worden , en desonaangezien
„ hadt zyne tegenwoordige Majefteit dezel-
„ veh niet willen laaten voegen, by de Ge-
j, loofsbelydenis der Engelfche Kerke.
„ Om deeze redenen, hadden ook de Staa-
5? ten geoordeeld, dathethuntoeftondt,ampts-
J5 halve, alle fcheuring ter oorzaake van dee-
n ze gevoelens te beletten. Eene Sinode, waar-
j? op eenigen Honden, was hiertoe niet noo-
55 dig; 't welk, uit het gene, te vooren, ovej
» het gezag der Overheid in 't Kerkelyke, o-
j) vereenkomflig met Amsterdams verklaa-
>5 ring, gezeid was, kon worden afgenomen.
55 Scheuring, om punten, niet noodig terza-,
55 ligheid , was verbooden, in Gods woord.
55 De tegenwoordige gefchillen waren, open-
55 baarlyk, zodaanig bevonden. Weshalve, de
55 hooge Overheid niet hadt können nalaaten.
55 Gods Wet in 't werk te (lellen, en fcheuring
55 te beletten. Alle Hervormde Leeraars oor-
55 deelden ook, dat het regt om Sinoden te be-
J5 roepen der hooge Overheid toekwam. Hier^
55 onder was begreepen de vryheid om te oor-
5, deelen, of de Sinode dienftig ware of niet,
„ welke men haar benam, als men de Sinode,
55 ook na zulk een onderzoek, als te vooren
j, gemeld is, nog voor noodzaakelyk hieldt, 't
55 Geflaadig gebruik ftreedthier ook tegen, De
55 Koningen van Juda hadden veele kerkely-
y, ke zaaken geregeld. Keizer Theodofius hadt
jj eenjge kerkelyke gefchillen beilist: naar \
„ OÜ*-
-ocr page 125-
XXXVIILBoEK. H I S T O R I E. 123
w oordeel veeier Hervormde Leeraaren, met l6l&
„nuttiger uitflag, dan men vaneenigeJSino- ------,
„ de gehad hadt. De Hervorming zelve was
w niet door Sinoden, maar door Koningen en
Overheden ingevoerd en verbeterd, 't Ge-
n zag der Overheid was altoos geweest het
n beste middel, om fcheuring te voorkomen.
,, Konftantyn en Honorius hadden, met de
ju meeste vrugt, gearbeid, om de fcheuring der
„ Donatisten te heelen. Zyne Majefteit van
„ Groot-Britanje hadt eenigen, die tot fpheu-
„ ring fcheenen te neigen, voor zig doen ko-
5, men, te Hamptoncourt, en uitlpraak ge-
„ daan, op hunne gelchillen, die, onder ande-
n ren, de Predestinatie betroffen. De Raad
M van Bern, eenig gefchil befpeurende over de
w Predestinatie, beval, dat men daarvan, niet
n onbedagtelyk , maar gemaatjgd en zonder
n ergernis, leeren zou: ook, dat niemant naar
n Geneve, of elders ten Avondmaal loopen,
M maar dat van den dienaar zyner kerke ont-
M vangen zon: waarmede de moeite een ein-
ö de genomen hadt,
„ Te zeggen, dat deSinodenaodigzoiizyn,
5, om der Overheid onderrigting en goeden
5, raad te geeven, floot niet, in alle gevallen 1
n
konnende eenige zaaken zo klaar gefield zyn
,, in Gods v/oord, dat de Overheid daarvan %
uit zig zelve , zekere kennis kon hebben.
„ Onder deeze zaaken, waren deezen twee;
„ dat men eikanderen, in punten, niet noo-
,,, dig ter zaligheid, verdraagen moest, en dat
n de betwiste punten onder de noodigen niet
„ konden gerekend worden. Ook was, uit de
jQ overeenflennning van veele treftelyke Leer-
„ aaien,
-ocr page 126-
134 VADERLANDSCHE XXXVIII.Boek;
?? aaren, wel zo goeden raad en vaste kennis
n te haaien, als uit eene Sinode. MenhadtKal-
n vyn, Beza, Hyperius, Urfinus, Witaker, Per-
» kins, Juellius, Danjeus, Junius, Partus, Ca-
n faubonus, Piscator, Molinseus flegts te vraar
» gen, of men eikanderen over deeze gefchil-
n len niet hadt te verdraagen; en zy zouden,
» in hunne fchriften, ja antwoorden. Drong
» men dan nog op eene Sinode; veele Sino-
» den der voorgaande eeuwen, die niets ora-
>) trent de volftrekte Predestinatie beflist had-
j, den, leerden ons de verdraagzaamheid. De
„ Sinode te Woerden, de Sinode derFranfche
„ kerken, te vooren gemeld, zo veele Klas-
„ fen, die de verdraagzaamheid oefenden, wa-
„ ren, als men op de zaak, niet op den naam
,, zag, als zo veele kleine Sinoden te agten,
,, De Haagfche Samenfpreekers, die, elkan-
„ deren gehoord hebbende, beloofd hadden,
„ broederfchap te zullen onderhouden, be-
?, hoorder* in geen minder aanzien te zyn dan
„ eene Sinode. Voorts, zou eene Sinode, ten
„ deezen tyde, niet flegts onnoodigzyn; maar
„ ook geenen dienst doen: 't zy het uitfpraak
n deedt over de gefchillen, of de verdraag-
0 zaamheid aanbeval. De gefchillen waren
„ nooit gehouden van zulk een'aart, dat'er-
„ uitfpraak over behoorde gedaan te worden ,
„ waartoe, in allen geval, een zuiver en be-
n daard oordeel vereischt zou worden; welk,
„ uit het dagelyks en driftig prediken en fchry-
,, ven, bleek, hier, kwalyk te zullen können
,, gevonden worden. Dat de Sinode ook ee-
„ nen voet van verdraagzaamjeid zou kon-
% nen heraamen, diei by allen, aangenomen
n zot;
i
-ocr page 127-
XXXVIILBoek. HISTORIE. 125
to zou worden, mögt gehoopt, maar kon thans, tgigt
il bezwaarlyk, verwagt worden. De ongemaa---------
jj tigden vervielen, of tot ongebondenheid in
to de leere, of tot fcheuring, en hadden gee-
» ne agting voor den raad der gemaatigdem
5, Wat befcheidenheid, wat vreedzaamheid
n kon men dan wagten? Hoedikwilshadtmen
» ook de Sinoden zien fcHeüreh; waarna elk
jj deel het ander veroordeeld hadt. Hoe dik-
jj wils hadden ze gediend, om 't kerkelyk ge-
j) zag te fty ven, tegen dat der O verheid. Moei-
j5 lyk zou ook zyn het beroepen eener Sino-
j, de. Zouden de gemagtigden daartoe, door
„ de Klasfen, verkooren worden, of door de
5, Overheid? Zo 't laatfte, zou de gantfche
„ Vergadering, of elk Lid der Staaten de af-
n zending doen ? Zou men de Remonftranten,
yy of zulken, die eenig bedenken hadden op
„ de Belydenis en Catechismus, hooren, als
„ partyen, of zouden zy zitting hebben in de
w Sinode ? Zou men daar de Belydenis en Ca-
yy techismus overzien, of niet ? Wyders, zotf
j, de Sinode zyn moeten Provinciaal, Natio-
naai of Generaal. In de Provinciaale, was
„ deeze zwaarigheid, behalve de gemelden, dat
7, fommige Klasfen gefcheurd waren, en elk
7, deel, zig voor de regte Klasfe houdende,
„ naar de Sinode zou willen afzenden j zo men
„ anders begreep, dat deeze afzending., door
„ de Klasfen, behoorde te gefchieden. Om-
„ trent deNationaale Sinode, ftondt te dugten,
„ dat de afgevaardigden uit fommige Gewes-
„ ten , die zig alreeds te openlyk verklaard
„ hadden, verdagt gehouden zouden worden:
j, ook zouden de HollandfcheKerken, aldaar,
-ocr page 128-
ïa6 VADERLANDSCHE XXXVIII.Boek.
16164 v) ligtelyk overftemd, en by de meerderheid
------ » een voet beraamd können worden, die niet
n gepast was, op den toeftand dier Kerkern
r> Tot eene Generaale Sinode, zou te veel tyds
yy vereischt worden. Ook zouden zyne Maje-
r, fteit van Groot- Britanje eri verfcheiden'
„ andere Vorften oordeelen, dat, daartoe*
,, ook de Lutherfclien behoorden befchreeven
„ te worden: waaruit, veeiligt, nieuwe zwaa-
ft righeden zouden ryzen. Men kon ook vraa-
„ gen, of, na 't eindigen der Sinode, de Q-
,, verheid derzelver befluiten, blooteiyk, zoti
„ hebben aan te neemen, of haar na-oordeel
„ vry behouden ? 't Eerfte ftreedt met Gods
% woord, den grond der Hervorminge en '6
ft regt des Lands. Het tweede zou nieuwe ge-
ft legenheid tot twist en oproer geeven kori-
„ nen, wanneer 't gebeuren mögt, dat de O-
ft verheid verfchilde met de Sinode. Al 't welk
„ egter niet gezeid werdt, om iemant te doetf
n wanhoopen, aan het beroepen en houden ee-
5) ner nuttige Sinode; maar alleenlyk, om te
„ doen zien, dat zy, tegenwoordig, niet te
ft wagten was* Zyne Majefteit van Groot-Bri-
ft tanje en de Staaten van Gelderland en Ö-
ft verysfel hadden ook begreepen ^ dat de te-
„ genwoordige gefchillen behoorden te wof-
„ den nedergelegd, door 't gezag der hooge
ft Overheid*
,, De Graavên Van Holland hadden, al van
>j ouds,- groot gezag geoefend over de Gees-
ft telykheid, haar gebiedende dienst te doen *
ft tegen 't Paufelyk verbod, en verbiedende,
ft duistere en ergerlyke ftoifen op den Predik-
\} ftoei te brengen. De Staaten zelven hadden^
n eemV
-ocr page 129-
XXXVIII.BoEK. H I S T O R I E. 127
5j eenige jaaren henvaardis, verfcheiden' ge- i<ji£.
j, fchillen, uit den twist over de Predestinatie------•»
„ gereezen, in de Steden, door hun gezag,
j, nedergelegd ; Gomarus en Arminius tot
>, vrede vermaand, en de fcheuring, die, uit
„ het vergen eener ongewoone ondertekening
5,, van de Belydenis en Catechismus, te vree-
>? zen ftondt, gezogt te voorkomen. Den
n Haagfchen Conferenten of Samenfpreeke-
„ ren hadden ze liefde en eehigheid aanbevo-
jj len, te gelyk verklaarende, dat zy de vyf
n punten hielden in ftaate. Naar deeze vef-
fr maaning hadden de wederzydfche Leeraars
„ beloofd, zig te zullen voegen. En 't Befluit»
?, toen, eenpaariglyk, en met goed genoegen
j, van de eetie en de andere partye, genomen,
5, was de grondflag geweest van alle de volgen-
j, deBefluiten, die 't zelfde einde bedoelden;
^ tot op de Refolutie van Louw- en Lente-
n maand des jaar« i6i/^(d) i waarby 't gevoe-
jj. len, welk de Staaten verdraaglyk hieldent
jj nader omfchreeven werdt, op datniemant,
)y onder dekfel van het zelve, onverdraagly-
L ke leefingen invoeren mögt.
?> Hunne Agtbaarheden hadden zwaarig-
^y heid gemaakt, in het aanneemen deezerRe-
iy folutie; doch egter verklaard, wel te mogert
j, lyden, dat anderen zig van dezelve bedien-
y, den. Maar men hadt, hieruit, naar'tfcheen*
>, gelegenheid genomen, om de Refolutie ver-
j) dagt te maaken, als 't werk van eenige Re-
), monftranten; als partydig en duister inge-
j, fteld, ja, als rtrydig met de waarheid, en
?, met
C'0 Zit bier voor, tl. i$i
-ocr page 130-
128VADERLANDSCHE XXXVIII.Boek<
iti6, » met de eer der Hervormde Kerken. Hunne
-----■ n Edelheden wisten, dat de Refolutie geen
n werk der Remonftranten ware: ook, met
n welk een ryp beraad, en na 't inneemen der
n verfchillende gedagten van Leiden, Rotter-
» dam en anderen, ter eener,en van Dordrecht,
» ter anderer zyde, men, tot dezelve, geko-
» men ware. Ook kon men zulk eene Refolu-
n tie niet houden voor partydig, vooral niet
r> by de broeders Contraremonftranten, alzo
» veelen hunner de Refolutie hadden aange-
» nomen. Men bezage de Refolutie zelve. Zy
>? fprak van hevige twisten en wederzydfche
5j nageevingen.' Zy vermaande elk, tot gemaa-
jj tigde gevoelens. Maar hadden niet de Con-
„ traremónftranten zelven erkend, dat men
„ van de Predestinatie, voorzigtiglyk en fo-
5, berlyk, fpreeken moest ? De Refolutie ftelde
„ eenige paaien; maar zy ftelde ze, aan beide
„ de zyden, en meer voor de Remonftranten
,, dan voor de Contraremonftranten , zynde
,, deeze paaien dezelfde, welken, by de oude
„ Kerkvergaderingen, gefteld waren tegen ge-
„ voelens, die aan de Leere der genade nadee-
-, lig zouden mogen zyn. DeLeer.diedeRefo-
„ lutie voordroeg, was die der Iiemonftran-
j, ten niet, voor zo ver zy verfchilden van de
„ Contraremonftranten; maar de Leer der Ge-
„ reformeerden j ja der Christenen in 't ge-
„ meen \ want hoe men ook 't ftuk der Predes-
„ tinatie begreepe , vast ging het, dat uit-
„ verkoorenen, en opregte, ftandvastige ge-
„ loovigen ter eener; en verworpenen, en zul-
„ ken, die ongeloovig ftierven, ter anderer
„ zyde, de zelfde perfoonen waren. En nog
# ver-
-ocr page 131-
XXXVIII. Boek. H I S T O R I E. iaj
»verböodt de Refolutie niet, hooger te lee- i<ji<?.
» ren, fchoon zy de voorgeftelde Leer voor •*------
# genoegzaam hieldt. Zy vorderde, op ver-
n zoek der Contraremonstranten zelven., dat
» men, in alle andere punten, bleeve by de
» Leer der Hervormde Kerken, zonderling
n in deeze Landen, 't Slot der Refolutie ftrek-
n te alleen tot vrede en ftigting. Nergens
j, bleek hier, derhalve, eenige partydigheid.
5, Ook was de Refolutie met klaare woorden
5, ingefteld. 't Was waar, dat zy nietbepaal-
j, de, of de genade wederftaan kon worden,
„ of niet; noch of 't geloof voor de verkie-
j, zing, of de verkiezing voor't geloof ging.
>, Maar klaar te leeren, 't gene klaar was, en
„ het duistere onbeflist te laaten, was niet dub-
w belzinnig, maar duidelyk fpreeken. Zulks
„ was , in verfcheiden' Kerkvergaderingen,
f, daar men tot geene beflisfing komen wilde,
$, dienftig gevonden. Als ook de Koning van
„ Groot ßritanje riedt, in de zaak eens te zyn;
jj doch de wyze niet naauwkeurig te onder-
j, zoeken, riedt hy niet dubbelzinnig te fpree-
j, ken; maar iet te zeggen, en iet te zwygen.
j, De Refolutie, leerende dat God niemant ter
w verdoemenisfegefchaapenhadt, nochiemant
Ä noodzaakte te zondigen, ontkende, daar-
„ mede, Gods voorweetenfchap of deerfzon-
„ de niet. Augustyn en Prosper hadden 't Zelf-
w de gezeid: en wie toch hadt Gods voorwee-
„ tenfchap beter verdedigd, de erfzonde meer
,, aangeweezen, dan zy? 't Zeggen derRefo-
lutie, dat God niemant ter zaligheid noo-
digde, wien hy ze niet geeven wilde, was,
k ook niet dubbelzinnig: want het tegendeel
X. Deel.               ï                 j, van
-ocr page 132-
f 3* VADERLANDSCHE XXXVIII.Boek.
1616. » van dit zeggen was niet, dat God allen,
------ n die hy noodigde, beflooten hadt, zalig te
j, maaken; maar dat hy niemant noodigde,
}, dan dien hy de zaligheid eenigermaate gun*-
w de, of eenigszins beflooten hadt te geeven:
„ 't welk zeer wel, met het zeggen der Con-
5, traremonftranten in de Haagfche Conferen-
,, tie, en met de gevoelens van oude en nieu-
„ we Kerkenleeraaren overeenkwam. Uit het
„ gezeide, bleek dan, dat de Leer der Refolu-
w tie niet met de waarheid ftreedt. Ook wer-
„ den 'er de Hervormde Kerken niet door ge-
„ brandmerkt, gelykfommigen waanden. Im-
,, mers zeiden de Staaten niet, datdeGerefor-
„ meerden, of Contraremonstranten eenigen
5, van de genoemde uiterften geloofden. De
„ Belydenisfen, de Nederlandfche inzonder-
„ heid, leerden duidelyk, dat God de oorzaak
„ der zonde niet was: de Catechismus, dat hy
„ den mensch gefchaapen hadt, om hem lief
„ te hebben, en methem zalig te worden. Ver-
5, fcheiden' Hervormde Leeraars veroordeel-
„ den de genoemde uiterften. De Refolutie hadt
„ 'er gewag van gemaakt, om de Hervormde
„ Kerken van allen blaam te zuiveren, en haar
j, te waarfchuwen, dat zy, door haare ftreng,
„ tegen de wederparty, te fterk te trekken,
„ niet te verre loopen zouden: gelyk Nikafius
j, van der Schuuren gedaan hadt, die, geleerd
„ hebbende, dat God den mensch tot de zon-
„ de bewoog, naar "t getuigenis der Contra™
„ remonftranten in de Haagfche Conferentie,
„ door de Kerken, beftraft was. De Remon-
„ ftranten werden ook vermaand, by de Re-
j, folutae; 't welk zy in 't goede namen, de
„Re-
-ocr page 133-
XXXVIIi. Boek. HISÏORIE.1S1
„ Refolutie verdedigende. En't zou den Staa- t^t^
n
ten lief geweest zyn, zo de broeders, die , ,
„ men Contraremonftranten noemde, ook de
„ Refolutie verdedigd, en aangeweezen had-
„ den, datdeuiteriten, by de zelve afgekeurd,
„ook door de Hervormde Kerke, veroor-
„ deeld werden. Men hieldt dan de Refolutie
„ genoeg verdedigd, als zynde opgeileld in
„ alle billykheid , niemant veroordeelende ,
„ de betwiste punten onbeflist laatende, o-
Ä vereenkomftig met de zuivere Leer, en tot
.Ä eere en ftigting der Hervormde Kerken
„ ftrekkende. Ook was zy, door den Koning
}) van Groot-Britanje, en door verfcheiden
jj Kerkvoogden in Engeland, goedgekeurd,
w en hier, door veele Klasfen en Kerkendie-
jj naars; ook door Contraremonftranten, aan-
n genomen.
n Hunne Agtbaarheden, beter gedagten heb-
y, bende dan veelen van het oogmerk der Hee>
w ren Staaten, fcheenen alleenlyk te vreezen,
>, dat de verdraagzaamheid ongebondenheid
w en fchadelyke nieuwigheden voortbrengen
j, zou, tot benadeeling der Hervormde Lee-
ï, re. En deeze bezorgdheid was mynen Hee-
„ ren den Staaten aangenaam: ook wilden de
), Edelen en de andere Steden der Stad Am-
„ fterdam, hierin, niet toegeeven. De onge-
5, bondenheid ging, dit moesten ze bekennen,
5, reeds te ver. Doch dit was aan't niet ver-
5, draagen van verdraaglyke punten te wyten.
Zo partyen, geen ander verfchil hebbende
„ dan 't gene in de Conferentie verhandeld
5, was, eikanderen de hand bpoden, niemant
% zou 't hert hebben van nieuwigheden voor
I a                   „te
-ocr page 134-
ISO VADERLANDSCHE XXXVÏII.Boek.
I5i6 n te ftellen. DeKlasfen, hier en daar zynde
— „ gefcheurd, konden geene Kerkentugt oefe-
nen; waarom zy» ten fpoedigfte, behoof-
' den hereenigd te worden. Andere onge-
„ bondenheid kon den Staaten niet geweeten
, worden, hebbende deezen geene ichorfing
van kerkelyke ftraffen verleend, dan voor
2 zo veel ze zaaleen, in de Conferentie verhan-
deld, betroffen. Wel was waar, dat de Staa-
" ten ook verbooden hadden, tegen de Remon-
? ftranten te handelen, by Wyze van onder-
" zoek; doch dit was gefchied, om dezelfde
reden, waarom de Contraremonftranten
!! hadden geweigerd, te antwoorden op eeni-
ge vraagen aangaande de verwerpinge, hun
? voorgefteld, door de Remonftranten. Se-
% dert, hadden de Staaten zelven voorzien te-
gen ongebondenheid in de Leere, beveelen-
n de, dat men zig, in alle andere punten, zou
* hebben te houden aan de Leer der Hervorm*
S de Kerken, met melding zelfs van de Bely-
M denis en Catechismus, die van veel dienst
" konden zyn, als zy, met befcheidenheid,
" gebruikt v/erden.
w Anderen fcheenen bekommerd, of deRe-
,, folutien ook (trekken mogten, om de Cort-
„ traremonftranten te dringen uit de Kerkeni
„ doch zonder grond, willende de Staaten,
duidelyk, beide de partyen geduld hebben.
f, Niemant was, om 't gevoelen der Contrare-
■„ monftranten, geweerd van den dienst, ken-
kf nende men geene Stad in Holland, die al-
u leen van Remonftrantfche Leeraars bediend
« Werdt. Ook was niemant, om 't een of 't
M ander gevoelen, maar alleen omonverdraag-
# zaaro-
-ocr page 135-
XXXVIILBoEK. HISTOR I.E. 133
„ zaamheid en fcheuring afgezet: waartoe men- ,^,^
M nog zeer noode gekomen was, en voortaan
         ,
5, ook noode zou. komen.
„ Men bragt, eindelyk, ook als eene zwaar
» righeid in, dat, door 't naarkomen der Re-
» foïutie., en gevolglyk door het voorftellen
» der verfchillende gevoelens in de zelfde Ker-
» ke, altoos onrust blyven zou in de Gemeen-
» te. Doch 't gene aanftoat geeven kon be-
r> hoefde men niet op den predikftoel te hren-.
j, gen. Den Leeraaren werdt, by de eenvou-
<n digheid, ook de voorzigtigheid aangepree--
9» zen. Waarom zouden zy, voor eenen tyd ten
n minfte, niet können zwygen van.de ge»»
» fchilpunten? Dagt iemant anders; die ber
jj hoorde, ten minfte, te begrypen, dat het
„ verfchil zo groGt niet was, als eenigen meen-
J5 den. Hét eerfie der vyf punten ftondenda
„ Contraremonftranten toe g alleenlyk zeg?
j, gende, dat hét d&gantfche Predestinatie/,
„ niet vervatte, 't welkdeRemonftrantänooI^
y, erkenden, belydende zy zekere Predestiaar
j, tie tot het geloQve, en erkennende, dat God,
.„ in het roepen of niet roepen, in 't geeven;
„ van veel of weinig tyds ter hekeeringe, zy-
„ ne vrymagtigheid gebruikte. Eenigen, den,
„ Contraremonftranten toegedaan, zeiden, dat;
jy men, over den,rang van Gods beflujten om
„ het geloof en om de zaligheid te geeven,
„ niet behoorde te twisten. De Remonftran-
„ ten ftonden toe, dat geloof en werken de
5, oorzaak der verkiezinge niet waren, f o be-
j,. kendenh -omtrent het tweede punt, dat, wat
,} de toe-eigenjng aanging ^ Christus alleen voót
I dejeloQvigèn geftoryen wa§.. $y de'£on-
'4
-ocr page 136-
ig* VADERLANDSCHEXXXVIILBoek.
» traremonftranten, wederom, was zyn lyden
» genoegzaam, om aller menfchen zonden te
» verzoenen. Sommigen zeiden, datGodelks.
» zaligheid wilde, onder zekere voorwaarde,
?> en altoos meerder gaven fchonk aan die
» de minderen wel gebruikte. Het derde punt
» was buiten gefchil. Over 't vierde, twistte
» men zo fyn, dat het verfchil naauwlykste
» merken was. De Remonftranten erkenden ,.
» dat God de verlichting des verftands, den
» lust en kragt ten goede, onwederftandelyk «
r> fchonk. De Contraremonftranten, dat hy-
5) den mensch tot bekeering bewoog, door
n inwendige aanraading, die, niet het vermo^
» gen om te wederftaan, maar den wederftandt
jj zei ven wegnam, terwyl de wil, fchoon be^
» woogen door de genade, vry en onbedwon-
„ gen medewerkte. Wederom, ftelden deRe-
yy monftranten, dat de genade niet ilegts de
,j magt om te gelooven werkte, maar het ge-<
„ loof zelf; dat alle menfchen deeze genade
w niet ontvingen, maar eenigen, in wien zy
aden wederftand wegnam, hangende onze
„ bekeering ook niet aan onzen wil. Omtrent
„ het vyfde punt, leerden de Remonftranten,
w dat de geloovigen eenige zekerheid hadden
„ van hunne zaligheid, die toenam, met het
„ toeneemen hunner Godsdienftigheid ; dat
„ zy vastelyk vertrouwen moesten op Gods
„ barmhertigheid , Voor het tegenwoordige
w en voor het toekomende, en dat, door alle
,, zonden, de genade niet' verlooren werdt»
„ De Confraremonftr&riren erkenden, aan den
„ anderen kant, dat/learoekeleozen de ze-
I kèrhéid der zaffgMd:%iettoefe»amb,'dat zsr
* K
                      i f                        » at
-ocr page 137-
XXXVIII. Boek. HISTORIE. .135
» altoos met vreezen en beeven verzeld was; idis.
»' dat eenige beginiels des waaren geloofs kon---------
» den verlooren worden ; dat 'er eene maat
» des geloofs was, binnen welke, een uitver-
r> koorene niet zekerer zyn kon van zyne za-
» ligheid dan een verworpene; dat fommigen
» deeze zekerheid, eerst kort voor hunnen
» dood, verkreegen; dat de geloovigen, ten
» opzigt van hun zelven, konden uitvallen;
» en dat zy, door zwaare zonden, devoornaa-
» me werking der genade verlooren. Uit al
» het welke men zien kon,hoe lang men, we-
» derzyds, zelfs over de Predestinatie, zou kon-
» nen prediken, zonder tot twist te vervallen ,
» vooral zo men zyne Leer ter betragting wil-
n de aandringen: waartoe alle leeringen be-
■n hoorden te worden gerigt. De Contraremon^
» ftranten beoogden, 't werk der zaligheid
» Gode alleen toe te fchryven, den mensch
» alle verdienden en roem te beneemen, de
r> waare geloovigen, voor alle wanhoop en
» flaaft'che vreeze, te bewaaren. Wie kon hier
» iet tegen hebben ? De Remonftranten oor-
n deelden, dat men niemant de hoop der za-
» ligheid behoorde af te fhyden. Zy zogten
j5 den mensch te vermaanen, tegen de verhar-
r> ding en tegen de zorgeloosheid, en tot het
n vastmaaken zyner roepinge en verkiezinge,
n door goede werken. Wat Contraremonftrant
n zou dit willen wederfpreeken ? £n genomen,
n dat men de verfchillen, ook. op het naauw-
n fte, begeerde te verhandelen; waarom zou
„ zulks niet können gefchieden, behoudens de
w liefde en vrede, als 't maar zonder fchelden
„ en befcheidenlyk gedaan werdt, en als men
jj tyd en plaatfe, voorzigtigh/k, in agt nam?
I 4
                    ?>Hun-
-ocr page 138-
136 VADERLANDSCHE XXXVIILBqek.
}6i6. „ Hunne Agtbaarheden hadden nu, ten bz-
—— » fluite, nog op 't gewigt der zaake te let-
fy ten. Zomen de verdraagzaamheid verwierp,
» zou één van deeze drie dingen gefchieden
» moeten. Men zou alle de Leeraars tot één
» gevoelen" moeten brengen; 't welk onmo-
» gelyk was: of, men zou de eene party de
» andere moeten laaten veroordeelen: 't welk
n noch Christelyk was, noch, ter oorzaake
n van het groot getal der Predikanten van bei-
» de de partyen , gefchieden kon : of men
n zou twee Hervormde Kerken moeten toe-
» laaten ; dat zeer verderfelyk zyn zou: alzo
y, de fcheuring, eens gemaakt zynde, geduu-
n rig grooter, en eindelyk ongeneeslyk wor-
» den zou: ook veele nieuwe en gevaarlyke
j5 doolingen uitbroeijen, waarvan de oude en
n katere gefchiedenisfen verfcheiden' voorr
55 beelden uitleverden. Scheuringen teelden
?5 ook nieuwe fcheuringen. Stondt het vry,
» over het verfchil tusfchen de Remonftranten
55 en Contraremonftranten te fcheuren; waar-
55 om ook niet over andere punten, waarin
55 deeze laatften onderling verfchilden? Dit
w zag men, aan veele voorbeelden, met naa*
55 me aan de Herdoopers, die reeds in zovee-
55 Ie deeïen gefcheurd waren, dat 'er naauw-
55 lyks iemant gevonden werdt, die ze allen
55 wist op te noemen. Ook zou de fcheuring
55 gevaarlyk zyn voor den ftaat des Lands,
55 die, voornaamlyk, door den hand van Gods-
5, dienst, verknogt gehouden werdt. Vyand-
,5 fchap van' gewest tegen gewest, van vStad te-
5, gen Stad, partyfchap in de Steden zei ven,
55 ja tot in de huizen toe, waS uit zulk eene
Q fcheuring te wagten. Vericheidenheid van
55 open-
-ocr page 139-
XXXVIII.BoEK. H I S T O R I E. 137
r> openbaare Godsdienften was, in Koningry- 1616.
» ken, fchadelyk; in viye Staaten, ten hoog- —~—
?5 lte \ erderfelyk. En wat moeilykheden, hier-
>? uit, in deeze volkryke Stad, zouden können
v> ryzen, liet men de Heeren zelven naden-
» ken. Meer andere zwaarigheden zou de
» fcheuring na zig fleepen, die beter bedagt
» dienden, dan gezeid. 't Omhelzen eener wel-
55 bepaalde verdraagzaamheid zou, daarente-
» gen, terftond, rust en ililte baaren. Leerin-
•n gen, ftrydig met-het algemeen geloove, zou-
J5 den, eendragtelyk, verbannen worden. De
» Kerkendienaars zouden in vriendfchap met
» eikanderen omgaan, en dus den weg berei-
55 den, tot het houden eener wettige en onpar-r
n tydige Sinode , daar de gevoelens nader
5) vergeleeken zouden können worden. DeGe-
•» meente zou geftigt, en tot liefde en gehoor-
j5 zaamheid vermaand worden. De vriend?
11 fchap en 't goed verfland, tusfchen de Ede-
n len en Steden, tusfchen de Steden onderling,
j? en tusfchen de beste ingezetenen, lief heh-
» bers van den waaren Christelyken Hervornir
» den Godsdienst, zouden, meer en meer-,
55 aanwasfen , tot grootmaaking van Gods
55 naam, tot welftand des Vaderlands, en tot
55 opbouwing der Kerke. Waartoe de Staaten
5) al wat van hun eenigszins kon gevorderd
5j worden, en de Gemagtigden den dienst van
5) hunne Perfoonen, als hiertoe herwaards ge-
w zonden, gaarne aanbooden; welken dienst
), zy baden , dat voor aangenaam gehouden
j, mögt worden (<?)•"
                  De
-CO Verliacl der Deputatie imet Amfterd, -gedrukt tSirt.
I5
-ocr page 140-
i38 VADERLANDSCHE XXXVHLBoek.
1616. De aanfpraak van de Groot werdt met veel
aandagt aangehoord. De andere Gemagtigden
III. bevestigden het goede oogmerk der Staaten.
De be- Muis? in 't byzonder, gaf te verftaan, dat die
«aar Am- van Dordrecht zig by de meerderheid hadden
fterdara gevoegd, om goede redenen, van welken hy,
doetgee- zo 't begeerd werdt, nadere opening wilde
ne vrugt. doen. De Vroedfchap antwoordde, alleenlyk,
dat zy op de zaak zou letten. Daarna zeide zy,
dat zy haare meening den Staaten, door haare
afgevaardigden, zou doen veritaan. De Ge-
magtigden der Staaten zouden gaarne in nader
onderhandeling gekomen zyn, om de zwaarig-
heden der Amfterdammeren op te losfen, wa-
re 't mogelyk. Doch deezen deeden duidelyk
genoeg merken, dat zy, hiertoe, niet gezind
waren. Alleenlyk, gaven zy te kennen, dat zy
rust en vrede zogten, en niet gaarne zouden
zien, dat dezelve, door iemant hunner ingeze-
tenen, ergens, geftoord werdt (ƒ).
Beflu'u De Gemagtigden bemerkten, ligtelyk, dat
der Am- men, met de bezending, niet gevorderd was,
fterdam- en Verden wederom naar den Haage. Midler-
Vroed- wyl, befloot de Vroedfchap, by meerderheid
i'chnp. van weinige ïlemmen (g) „ dat zy den waa-
j, ren Christelyken Godsdienst, nu meer dan
8 vyftig jaaren herwaards, hier te Lande, ge-
„ oefend, zou handhaaven. Dat het ondienftig
n was voor den Staat, in denzelven, de min-
„ fte verandering te gedoogen, dan by wege
„ eener wettige Sinode. Dat men, hierom,
„ niet hadt können bewilligen, in verfchei-
„ den*
; (ƒ; Vcrhael der Deput. W. 94 enz. Brandt II. Deel, bU
383 enz.
(g)
Grotius Verantw*
Hoafdjl. VIII. tl. 89.
-ocr page 141-
XXXVIII. Boek. H I S T O R I E. 139
»den' voorftellingen, federt het jaar 1611, rfiC
n gedaan; «ook niet in den voorflag van der-------
n Staaten Gemagtigden. Dat men, wyders, niet
n kon toeilaan, dat, op den naam der Stad
j, Amfterdam, eenige Plakaaten werden ge-
5, maakt, veel min uitgevoerd, tegen die van
„ de Religie, dan na het o vei weegen en ver-
„ handelen der gefchillen, in eene wettige Si-
„ node. Dat men, eindelyk, tot dien tyd toe,
„ ook niet zou können gedoogen, dat eenige
„ Contraremonftrantfche Predikanten in hun-
„ nen dienst gefchorst, of van den zelven af-
„ gezet werden, om dat zy, met de Remon-
„ ftranten, geene kerkelyke eenigheid konden
„ houde'n; noch dat de Contraremonftranten
„ gehinderd werden, in hunnen Godsdienst,
„ onder dekfel van fcheuring, of als zy zwaa-
n righeid maakten, om de Predikaatfien der
„ Remonftranten, of der zulken, die 't met de
„ Remonftranten hielden, te hooren(Ä)." Men Demeer-
bragt dit Befluit in de Vergadering der Staaten derheid
van Holland, die, midlerwyl, wederom, by tee,[ ,!""
meerderheid van ftemmen, hadden vastgefleld, fl„jt de
„ dat de voorige Refolutien op de vrede der voorige
„ Kerken zouden ftand grypen, met die mee- Refoiu-
„ ning nogtans, dat het gene, in eenigen der- d^"ntea„.
„ zelven, van de Belydenis en Catechismus tervol-
n gezeid was, niet zo moest begreepen wor- gen.
j, den, als of men deeze twee fchriften gelyk
„ ftelde met Gods woord: men hieldt ze alleen
j, als Formulieren van eenigheid, die, naar
j, Gods woord, verklaard moesten worden.
„ Voorts werden Gekommitteerde Raaden
(*) TniGUND. i/. 754.\-\ ■•'• .' ••■ -:I 1 -•
-ocr page 142-
l4o VADERLANDSCHE XXXVIILBOEK,
1616.. „ gelast en gemagtigd, om de Refolutien, al-
------- „ om me, in- de Steden en ten platten Lande,
w te doen naarkomen ($)•"
IV.
         Zulke ftrydige Befluiten van de meerder-
Twist op held der Staaten en van de Stad Amfterdam
vmichci- gave0j zo dra zerugtbaar werden, geen gering
Piaatfen, voedfel aan de tweedragt. In fommigeSteden,
ter gele- werden Contraremonftrantfche Predikanten ,
genheid zwuarigheid maakende om in ééne Klasfis te
frrvdige komen met Remonftrantfchen , afgezet van
Befluiten hunnen dienst, en belet te prediken (k). Zekere
der Le- Huisltiiden, te Grosthuizen, de Kerk hebben-
*U,y"5 de opgebrqken, om eenen afgezetten Predikant;
Holland.
aldaar te doen prediken, werden aan regte ge-
vorderd : doch verwierven, by 't Hof van Hol-
land , fchorfing der regtspleeginge, op voor-
fchry vens der Steden Amiterdam en Enkbui-
zen. De Qekommitteerde Raaden namen dit
den Hove zeer kwalyk. De zaak kwam, einde-
lyk, nog voor de Staaten, die ze afdeeden tot;
genosgen van den Predikant\\ hoewel de op-v
breekers der Kerke boete geeven moesten, die
hun , door den Schout van Hoorn, met ge-
weld , werdt afgehaald (7). Omtrent deezen,
tyd , kreeg ook Pieter Kornelisz,oon Hooft,
Drosfaard van Muiden en Baljuw van Gooi-
land , beroemd door zyne treffelyke Nederr
landfche Hiftorie en andere Schriften, aan-
fchryvens van Gekommitteerde Raaden, oirn
den' Contraremonrtx&ntfchen Predikanten in
deézen oord, om vredes wille, tegemoet te kq-
i
                                            men,
. CO. £«« Refol. ■ Roll. 39 Sept.r~zï08rt. Ifii6, II.ÜfvtiMb
Bhanot II. Deel, l/t. 387.
'" X*} Trigland hl. 8<;4.
( l) Brandt II. Veel, bU 407-414., •$ ~ - ;a '
-ocr page 143-
XXXVIILBOEK. H I S T O R I E. 141
men , in 't beroep van eenen Predikant te iSi6.
Huizen (»O- Daarentegen, fielden Baljuw
en Mannen van Schieland twee fcherpe Keu- Keuren
ren , tegen de afgezonderde vergaderingen ™"
der Contraremonftranten te Zevenhuizen en land te.
elders. De plaats , daar men byeenkwam , gen de
werdt,,ten behoeve der armen, verbeurd Contra-
verklaard : zulken, die in dezelve geleerd, en moa-
zulken , die de vergadering belegd hadden i, fch™Ver-
verweezen , in eene boete van driehonderd gaderiu-
guldens ,(ti). De Groot hadt, op 't fterk aan- gen.
houden van Burgemeesteren van Rotterdam,
de eerfte der twee Keuren, die de boete be-
helsde , ingefteld; doch hy riedt egter de uit-
voering af. Ondertusfchen, hadt de Baljuw
eene fchuur, te Zevenhuizen, daar men ge-
predikt hadt, reeds doen toefpykeren. Te
Schoonhoven, kwam, omtrent deezen tyd, of
wat laater, een diergelyk fcherp verbod uit,
op het houden en bedienen der afgezonderde
Contraremonitrantfche Vergadering aldaar (o). De Cötf-
De Staaten van Holland raadpleegden, mid- trare-
lerwyl, geduuriglyk, over 't wegneemen der ™^tea
Kerkelyke gefehillen i doch. zonder tot eenig winnen
vast befluit te können komen, anders dan dat gunst,
de meesten verklaarden, zig te houden aan de on,ler de
voorige Refolutien. Nogtans fcheenen de Con- ^f"^
traremonftranten langs hoe meer begunftigers iamj,
te vinden onder de Leden, en de Groot, die
de Staaten Vergaderingen bywoonde, ver-
klaarde, t'eenen dage, aan iemant „ dat Am-
jj fterdam en de voorftanders der Contrare-
n mon-
(in) HooFTS Iirieven /f. 4S. II. 41.
f « ) TRIOLAND. tl. 7C\r„
C ») Van den Sande V. Hoek, hh 74. Tuisland. il.rgï4
-ocr page 144-
I4ft VADERLANDS CHE XXXVIII. Boek.
i6hS. „ monftranten ftout, de Advokaat en de ande-
■ " „ re Steden flaauw waren, en dat de Refolu-
„ tie en alles in gevaar was (/>)." Men viel na
den Staaten , dagelyks, lastig , met fmeek-
fchriften van klaagende Contraremonftrant-
fchen, die om andere Predikanten verzogten,
dan zy hadden. In Slagt- en Wintermaand,
werden 'er eenigen gelezen, gelleld op den
naam der bezwaarde en bedroefde Gemeenten
in Gouda
, Rotterdam, Schoonhoven, Br iele, den
Haage
, Hazerswoude, Benthuizen, Zoetermeer,
Zevenhuizen, Moordrecht en Maasland. Doch
op deeze fmeekfchriften, welken men hieldt tot
fcheuring te ftrekken, werdt niets beflooten (#).
Staat der In O verysfel, daar men de beginfels van dier-
Kerkeiy- gelyke zwaarigheden ondervondt, volgden de
J.ce..pe" Staaten het voorbeeld van die van Holland,
inde*1 verbiedende, in Lentemaand deezes jaars, al-
andera len Predikanten het leeren der hooge gefchil-
gewes- len van Gods eeuwige Predestinatie (V). In
iai* Gelderland, hadt men in beraad geleid, of men
de Klasfen hooren zou, op een bekwaam mid-
del van vereeniging, dan of de Staaten zelven
iet, by voorraad, beraamen zouden: in welk
laatfte, de Kerkelyken groot mishaagen toon-
den (f). Maar in Friesland, daar, na 't veran-
deren der Regeeringe te Leeuwaarden, de Staa-
ten genoegzaam allen de zyde hielden, welke
men, in Holland, de Contraremonftrantfche
noemde, kreegen de Klasfen bevel, omgeene
Pre-
O) Brandt Ifc Dsd, tl. 419-
f q~) ftelbl. Holl. 4 Nov.— 22 Dec. 1616. U. 34. Trigland.
tl, 894. Brandt II Deel, tl. 433.
(r Baudart. Mcmor. VIH. Hoek, tl. I. Brandt II. Deel
tl.
440.
(O Baudart. Mcmor, VllUllütk, W.u. Uitbnïog. W.701.
-ocr page 145-
XXXVIII.Bqek. HISTORIE. 143
Predik anten te vorderen tot den Kerken dienst, 1516.
dan die de Belydenis en Catechismus onder- ■-------.
tekenden (f).
Te Amfterdam , hielden de Contraremon- v-
ftrantfche Predikanten, van tyd tot tyd, hei- d^g*ea
melyke Byeenkomften: in eene van welken, d8r con-
in Louwmaand des jaars 1617 , vastgeftelci trare-
werdt, geene Kerkelyke eenigheid meer te 01- '"on-
derhouden met de Remonftranten. Men ftelde te ^.
ditBefluit in gefchrift, welk, doorveelen, ge- fterdam.
tekend werdt. Eenigen, die zwaarigheid maak- 1617.
ten, werden 'er, door bezending, toe overge- -------
haald. Anderen bleeven weigerig (#). Eenige en in den
maanden laater, verbonden veele Contrare- Haage.
monftrantfche Predikanten, in eene Byeen-
komst in den Haage, de Vergadering van Cor~
respondentie
of onderlinge verftandhouding ge-
noemd, z^g aan eikanderen, tot verdediging
van 't gene zy voor de zuivere Leere hielden ,
tegen de Remonftranten. Ook werdt hier, als
een kenmerk van de waare broederlchap, vast-
gefteld, dat men zulken alleen voor broeders
hadt te houden, die de Remonftranten en Re-
monftrantschgezinden voor valfche Leeraars
verklaarden (v). Doch zulke Vergaderingen
hieldt men, omtrent deezen tyd en laater, ge-
duuriglyk, in verfcheiden'Steden. DeRemon- De Re-
ftranten deeden het zelfde, te Rotterdam en mcm-
elders. In Louwmaand, hadden ze wederom een ftrmte*
Vertoog opgefteld, en den Staaten van Hol- renTins-
land overgeleverd, waarby zy klaagden, dat geiy'ks.
hun-
ÉO Raubart. Memor. Vin. Boek, tl. 32.                             ,
f«) UlTENBOCAERT , tl. 70I. TRIGIAND. tl. 680. BaUDART.
ï>fem. IX. Hoek, hl. 1, aö.
C») Zie de Afte tj linANBT H. Dctl, hl. ifii.
-ocr page 146-
144 VADERLANDSCHE XXXVIII.BoE*.
i6ir. hunne partyen zig niet aan der Staaten Refo-
■-------lutien hielden : voorts, verlof begeerende, om
Voorflag 'er, insgelyks, van ontUaagen te zyn (w~). De
aan de Wethouderfchap te Rotterdam boodt, kort
Contra- hierna, den afgezonderden Contraremonftran-
fttwuen ten aldaar eenen Predikant van hun gevoelen
te Rot- a*n, die in de openbaare Kerke leeren zou,
tenfam. mids zy geenen afgezonderden Kerkenraad
hielden. Doch zy hadden zig nu reeds verbon-
den, om geene Kerkelyke gemeenfchap te hou-
den met de Rernonftranten. 't Voldeedt hun
zelfs niet, dztNikolaasGrevinkhoven, Remon-
ftrantsch Predikant te Rotterdam , op wien
men 't meest fcheen gelaaden te hebben, op
raad van den Penfionaris de Groot, vrywillig
Verbind- afltand deedt van zynen dienst (V). De Re-
tenu der monftrantert verbonden zig, eerlang, in den
Kenion- Haage, ook onderling nader aan eikanderen,
ftranten. ftellende zekere punten van eenigheid op ,
welken zy, door de Predikanten, die gemeen-
fchap met hun houden wilden, lieten teke-
nen. Onder anderen, werdt, in dezelven,
verklaard; ,j dat zy, ziende hunne partyen 4
$y welken zy Scheurmaakers noemden, afwyken
,? van de Refolutien der Staaten, zig ook niet •
j, langer aan deeze Refolutien zouden können
i? houden; maar hun gevoelen, openlyk, moe-
„ ten leeren, met wederlegging van 't gevoe-
„ len hunner partyen. Voorts, wilden zy
j, Christelyke eenigheid houden met zulke
„ Predikanten van het verfchillend gevoelen $
jy die hen begeerden te verdraagen (y)"
f nO Bhanot II. Deel, bl. 41I5.
(.«) «randt II. Deel, bh «164-468.
^ ƒ) Zie Urandt II. Deel, l/l. 5(3.
-ocr page 147-
XXXVIILBoEK. HISTORIE. 1*45
Dè Staaten, in Lentemaand, in 's Pritifen 1617,
byzyn , raadpleegende, op de kerkelyke ver- ------1
fchillen, floeg zyneDoorlugtigheid voor % dat Voorflag
„ men den Religions verwanten," dus noemde ™? den
hy deContraremonftrantengemeenlyk,, moest veread'"
„ toelaaten, vryelyk te prediken, en dat men ïmïi vas
„ de verlaaten' Leeraars, by verdrag, weder- Holland.
„ om moest aanneemen: of, kon dit niet ge-
„ fchieden, anderen van dezelfde gezindheid
j, beroepen, in derzelver plaatfe." Eenige Le-
den bewilligden in deezen voorflag (2) j doeh
men kwam tot geen befluitj
Tot hiertoe, was de fcheuring der tweepar- vi.
tyen nog niet zeer openlyk gefchied; doch, na Oor-
't neemen van de voorgemelde beiluiten, in ver- fPronff
fcheiden' Kerkelyke Byeenkomften, ging men z"u|^
verder, en kwam tot openbaare afzondering: ring,
waartoe ook de Remonftranten, opPlaatfen, te Am-
daar zy de Wethoudedchap tegen hadden, al ftetdai4*
van den aanvang deezes jaars, hadden beflpo-
ten. Eenige Leden der Walfche Gemeente te
Amfterdam, misnoegd om 't afzetten, van Gou-
lart, waarvan wy, te vooren(V), gewaagd heb-
ben , vereenigden zig, federt, met de Remon-
ftrantschgezinden, en hielden, indeezeStad,
de eerfte afgezonderde Byeenkomfte», in klei-
nen getale, op afgelegen' Plaatfen. Hier pre-
dikte eerst voor hun, in de Franfche taaie Ja-
kob Batelier
, Student in 't Walfche Eollegie te
Leiden. Doch de Nederlandfchê Remonftran-
ten te Amfterdam zogten, kort hierna, eenen
Predikant van hun gevoelen op, die in 't Ne-
., der-
(2) RefoK Hol!. 2 Mtmrt 1617. hy Brandt II. Deel, tl.
468.
Ch") lil 86.
X. De Ein                   K
-ocr page 148-
I4<5 VADERLANDSCHE XXXVIII.Boe».:
1S17. derduitsch voor hun predikte. Christiaan So-
pingius,
Predikant te Warmond, deedt dit,
voor 't eerst, in 't huis van den Timmerman en
Houtkooper Willem Sweerfen , op Vlooijen-
burg. Sommige yverige Contraremonftranten
fpraken den Leeraar openlyk tegen, hem hee-
tende liegen. Doch anderen van dezelfde ge-
zindheid beftraften hen, hierover. Daarna
huurden de Remonftranten van Herman Ren-
dorp,
een' aanzienlyk' burger, een' grooten
Spyker of Pakhuis, op Dwarsboomftoot, die,
terftond, tot eene Predikplaats bekwaam ge-
maakt werdt. De Predikanten der openbaare
Kerke namen dit zeer euvel, en predikten 'er
tegen. Men vondt verfcheiden' fchotfchriften
aangeplakt en geftrooid, tegen het prediken
der Arminiaanen, niet zonder bedreigingen
van derzelver byeenkomften te zullen ftooren*
De Ver- Ook viel het graauw, op den twaalfden van
gadcring Sprokkelmaand, onder de preeke, in der Re-
der Re- monftranten Vergaderplaats , onder een by-
ftrantcn &?x getier van val in, val in, fla dood, fla dood
aldaar den Predikant, dien fcheurmaaker. En werdt
wordt, hy niet dan met groot gevaar gered, en, door den
door 't Brouwer in (je Haan, Pieter Evertszoon Huift,
Mfcoonl. geborgen. Maar alle de glazen van 't Pakhuis
Svarden uitgefmeeten, de houten venfters ver-
broken , de vergaderden, die elk naar een goed
heenkomen zogten, met flyk geworpen, ge-
itooten, verjaagd en nageroepen: waarna de
woeste hoop wederom naar 't pakhuis keerde ,
daar batiken en predikftoel en al wat los was
vernield werdt, tot dat de Schout, des avonds
ten zes uuren, derwaards getrokken, de plon-
deraars verdreef. Tegen den volgenden Zon-
dag,
-ocr page 149-
XXXVIILBoEK. HISTORIE.^?
dag, vondt men wederom verfcheide»' drei- i«?,
gende fchotfchriften aangeplakt, om de Re- -----—.
monftranten af te fchrikken van 't prediken.
Ook kwam 't graauw, op dien Zondag, zynde
den negentienden van Sprokkelmaand, al een
•uur voor den opgang der Zonne, aan verfchei-
den' oorden der Stad, op de been, om Armi-
niaanfche vergaderingen te ftooren. Een deel
liep den Schout agter na, die juist toen goed-
gevonden hadt, naar Paapfche byeenkomften
onderzoek te doen. Omtrent half negen uuren, 't Huis
fchoolde een hoop volks famen voor 't huis \an Rem
van Rem Egbertszoon Bisfchop, op den Singel of ~&e"'?"<
Koningsgraft, het zesde ten noorden der Berg- fchop
ftraate. Deezeman, een broeder vanden Pro- wordt
fesfor Episcopius, was bekend voor yveiig Re- geplon*
monftrantsch. De Predikant Sopingius hadt by derd*
hem t'huis gelegen. En men hadt het graauw
4iets gemaakt, dat hier gepredikt werdt: \
welk ligtelyk geloof vondt. Men viel dan aan
op dit huis, eerst met fchellen tot de fchel brak,
toen met werpen in.de glazen, en met bonzen
op de deur. De Schout Willem van der Does s
verzogt,, uit den naam van eenen der Regen-
ten, tos het ftillen van den oproer, begafzig,
ten dien einde, derwaard; Zo deedt ook de
QnderfchQut ArentElbertszoonHaan, metzy*
tte dienaars. Doch zy vertrokken, na een half
Uur, wederom, zeggende jgeenenlastvanBur-
gemeesteijen te hebben* om daar, den gant-
fchendag,, té blyven. 't Graauw riep toen, de.
S&hout gaat wegi ,thuis is ons tenprys
, met al
»mat
V in is. Straks werdt de deur, wet een'
kalk, opgcratnd. 't Geboefte viel in 't huis * daar
iiles geplonderd j vernield en geroofd werdt.
K »
                     Rem
-ocr page 150-
ï48 VADËRLANDSCHE XXXVIII.Boex;
t6i7 Rem Egbertszoon hadt, zo wel als de Schout,
reeds te vooren, verzekerd, dat er geene Ver-
gadering tot zynent gehouden werdt. Doch t
hadt hem niet mogen baaten. Hy was nu, met
zyne Huisvrouw en gezin, 't gevaar ontwee-
ken. De fchade, welke hy, aan geld en goe-
deren, geleeden hadt, begrootte hy, federt,
op meer dan vyfduizend guldens. Hy hieldt
voor zeker, dat het graauw, do* eemgen,
met geld, omgekogtwas, omhemtotecnvoor-
* beeilte ftellen, en elk, in Amiterdam, aft»
fchrikken van het houden en bywoonen der
Remonftrantfche Vergaderingen. Doch daar-
na werden ook de huizen van zynen broeder,
fan E&ertszoon Bisfchop, en van anderen ge-
dreigd met plondering, die egter belet werdt
Keur te- (b\ De Wethouderfchap verklaarde, byeene
gcT't Keure van den eenentwintigden „ dat de Re-
pioade- nionftranten, met het houden hunner alge-
rea* " zonderde vergaderingen, oorzaak gegeven
"hadden tot den gepleegden moedwil, op
! welken men, egter, ernftig onderzoek dagt
te doen. Te gelyk, werdt gelast, dat elk,
die zig aan den waaren Christelyken Her-
" vormden Godsdienst begeerde te houden,
zi" wagten moest, voor 't bywoonen van
"afgezonderde vergaderingen, en vooral
!' voor 't leenen of verhuuren van plaats tot
dezelven CcV' De Staaten van Holland, ken-
Ss der plondiringe van Rei» Bisfchöps hms
bekomen hebbende, vermaanden, ten zelfden
dage, de Steden van 't Noorderkwartier te-
gen diergelyke zwaarigheden, op haare hoe-
BRANDT II. DtlU il.47}-f>°- L
CO
-ocr page 151-
XXXVIII.Boek. HISTORIE. 145
:de te zyn (d). Voorts, raakten'er, teAmfter- 16 7.
.dam, eenigen in hegtenis, die men handdaa- ——
dig hieldt aan de plondering; doch zy werden
allen, met der tyd, zonder, of met eenigen
borgtogt, ontfiaagen. De Amfterdamfche Re- Vertoo-
,monftranten vervoegden zig, in Lentemaand, Sen der
. met twee Vertoogen, aan de Staaten van Hol- £a™ f'£;
land, derzelver befcherming verzoekende, Remon~-
midsgaders, dat hun, in de openbaare Kerke, ee- ftranten
nige Predikanten van hun gevoelen mogten ver- aan de
gund worden, of, kon dit niet zyn, dat men hun ^"«Li
vryheid gave tot het houden van afgezonderde janj#
vergaderingen. De afgevaardigden van Am-
fterdam ter Dagvaart van Holland noemden
de eerfte deezer twee vertoogen .oproerig, en
begeerden 'er zig niet nader op te uiten, voor
dat de andere Leden zouden verklaard hebben,
of de Stad Amfterdam kwalyk gedaan hadt,
dat zy den ouden, waaren, opregten, Christely-
.ken , Hervormden Godsdienst, tot hiertoe,
hadt gehandhaafd. Men befloot, eindelyk, de
verzoekers te wyzen aan de Wethouders hun-
ner Stad, wien zy een diergelyk fmeekfchrift
overleverden. Doch hun verzoek vondt gee-
nen ingang (e), Zy kreegen, hierom, van tyd
tot tyd, grooter' afkeer van de Stads Predi-
kanten, diefommigenhunner, metnaameRem
Egbertszoon Bisfchop, eerlang, ook het Avond-
maal ontzeiden. Sedert, gingen zy, nu en dan ,
naar Abkoude, naar Vreeland, en elders hier-
omtrent ter preeke ( ƒ}.
Maar,
(<0 Refol. HoII. 21 Febr. 161?. il. 33.
(O Retol. IIoU.
zo. 21 Maart 1617. 11. 57, 71. Uran»T
II. Deel, hl. ;;o3,
508, «lo. ■
Cf) Brandt II, ßed, H. 501, 502, 51*-
K3
-ocr page 152-
<*5o VADERLANDSCHE XXXVIII.Boek.
'\()tj. Maar, op andere Plaatfen, gelukte het den
••-------Contraremonftranten beter, dan den kemon-
VII. ftranten te Amfterdam, afgezonderde verga-
9or" deringen te houden. Zelfs maakten zyzig, aar»
vaT'Ha- verfcheiden' oorden, van de openbaare Ker-
neemen ken meester. Inden Haage, was, tot hiertoe,
der de zetel der Remonftranten geweest. Want
Klooster- fcnoon hier, in de Nederduitfche Gemeente,
den haa- drie Contraremonltrantfche Predikanten wa-
ge, door ren, hielden twee derzelven gemeenfchap, met
deCau- den eenigen Remonftrantfchen Predikant,
m*'-!" Joannes Uitenbogaard. Doch de derde en jong-
ftranten. ftQ-> Henrkus Rofaus, was, federt eenigen tyd, in
gefchil geraakt, met Uitenbogaard; 't welk zo
hoog liep, dat Rofseus zig onthieldt van 't A-
vondmaal, welk Uitenbogaard uitdeelen moest.
De Staaten, geen middel hebbende können
vinden, om Rofeus tot het opvolgen hunner
Refofetien te beweegen met gemoede, hadden
hem, hierop, gefchorst in zynen dienst. Sedert
-waren hy en de zynen naar Ryswyk ter pree-
ke gegaan (g). Ook hadden de Raaden Kou-,
wenburg
, Rofa en Baarsdorp, de Griffier van
den Hove Anthoni Duik en anderen verklaard,
dat zy Uitenbogaard niet langer konden hooren
prediken, met een goed geweeten (#). De Ad-
vokaat Qldenbarneveld hadt hierop Prinfe
Maurks, wien hy, tot hiertoe, over de ker-
kelyke gefchillen, niet gemoeid hadt, verzogt,
„ dat hy zig voegen wilde by de Staaten, tot
„ handhaaving van 't gezag der hooge O.vej-
„ heid; alzo men klaarlyk zag, dat alles op
„ par-
(g~) Uytenbog. Leven en Verantw. Cap. VIII. II. ji3sM»<<
TniGLAND. W. »74-888.
{h) Üïtensog. Leven Cap. IX. 11, 107, 108.
-ocr page 153-
XXXVIILBoEK. HISTORIE. 151-
,, partyfchap uitliep." Doch de Prins verklaar- 1617.
de ,5 zig altoos onzydig gehouden te hebben, ——
„ te gelyk begeerende, dat men hem buiten 't
„ gefchil liete (/)." Uitenbogaard kwam ook
te woorde met zyne Doorlugtigheid, en ont-
dekte klaarlyk, dat hy naar de zyde der Con-
traremonftranten helde, onder anderen bewee- •»
rende, dat elke party eene Kerk hebben, en af-
zonderlyk Avondmaal houden moest: 't welk
Uitenbogaard voor openbaare fcheuring hieldt
(Jt). De Haagfche Contraremonftranten ver-
zogten , federt, om eene Kerk. De Staaten oor-
deelden wel, dat zy zig behoorden voldaan te
houden met de openbaare Kerke, daar twee
Predikanten van hun gevoelen leerden; doch
ftonden hun egter de Gasthuiskerk toe, mids
zy geenen afzonderlyken Kerkenraad hielden.
Maar hierin maakte men zwaarigheid. 't Pre-
diken in de Gasttauiskerke duurde egter (/),
van den aanvang deezes jaars, tot in Hooi- •
maand (in~). Toen werdt, op den negenden, de
Klooster-Kerk ingenomen, door de Contrare-
monftranten (»). Men wil, dat deeze Kerk ,
welke men niet gewoon was te gebruiken tot
den Predikdienst, eenige maanden te vooren,
bezigtigd was, door den Prinfe (0). Men was
nu bezig om dezelve te herftellen, op last der;
Staden van Holland (p).
De
(O Refol. Huil. 28 Jamiary 1617. H. 15. Uïtenbog. Aant.
iy Brandt II. Deel, hl. 340.
O) Uytenbog. Leven Cap. IX.'W. 108, 109.
C O D. CaulEtons Lettres in the Calialn *r Myfteries ef
State Pa I. p. 173.
(m~) Uytenbdo. Leven Cap. IX. M. 122, 123, 124, 134.
£«)Refol. Holl. il, 27 July 1617. hl. 164, 170.
f « ) Uïtenbog. Leven Cai>. IX. bl. 135.
O y juf?*« Uoü* 23 Maart 1617. U. 75.
K4
-ocr page 154-
15* VADERLANDSCHE XXXVIII.Boex;
1617. De Prins ging, den volgenden Zondag, voor
't laatst, in 't gehoor van Üitenbogaard. Doch
VUL op den drieëntwintigften begaf hy zig naar de
g^.ts Klooster-Kerke (?), federt, de Prinfen Kerk
gaat in de CO' genoemd, verzeld van Graave Willem
Klooster- Lodewyk en van een aanzienlyk gevolg van
Kerk. Heeren: welk, van tyd tot tyd, aanwies. Doch
de Prinfes Weduwe van Oranje en haar Zoon
Graaf Predrik Henrik, de Advokaat Olden-
barneveld, de Heeren van Asperen, van Veen-
huizen, van der Myle, van Groeneveld, de
Jonkheeren van Sevender en van Liere, de
Heeren Huigens, Meiander, Martini, de Wet-
houders van den Haage en andere luiden van
aanzien hielden zig by de groote Kerke, daar
de Remonftranten nog verdraagen werden (V).
Maar men moet hier aanmerken, dat Groene-
veld de oudfte Zoon, Veenhuizen en van derMy-
le Schoonzoonen waren van den Advokaat (j).
Afzon- De afzondering hadt dus, in den Haage, haa-
jtering re volkomen' gedaante gekreegen. In fommige
S aildere andere Steden, was zy nog geweldiger toege-
tc en' gaan. Te Oudewater, hadt de Contraremon-
ftrantfche Predikant Joannes Lydius zig afge-
zonderd van de Klasfis, zonder zig, dooi" de
Wethouderfchap, door de Staaten, of door
derzelver afgezondenen, te laaten heweegen
tot hereeniging. De opfchudding, die hieruit
ontftondt, was op 't hevigst ten tyde der ge-
woon-
(y) Uvtenbog. I«even Cnpt IX. il. 141-
( r) Baudart. Memor. IX. Hoek, IJ. 85. Brandt II.Deel,
II. <;'5<5, 646, 647.                                                      . h
(s ) Remonft. in de Wnaragt. Hill:, vap J. v. Or.D?.NnAUNr.v.
iL 16$, löj).
£1) Ik vind deezen naam , reeds in de Refalulkil
van Holland
van den 16' November iói8, bl. 366.
-ocr page 155-
XXXVIILBóek. H I S T O R I E. 153
woonlyke verandering der Wethouderen, wel- ujijr,
Ice men genoodzaakt werdt te doen, naar den ———
zin der yveraaren, die Lydius zyde hielden
<Y). TeHeusden, daar men, tegen dank der
Wethouderen, Contraremonftrantfche Predi-
kanten ingevoerd hadt, drong men den Dros-
faard, wat laater, in eenen oploop, tot het
maaken van merkelyke verandering, in de
wettelyk verkooren'Magiftraaten, welken men
hieldt, niet te zyn van den ouden Hervorm-
den Godsdienst (V). In .den Briele, lieten ee-
nigen zig verluiden, dat zy de Kerk zouden in-
neemen, daar kwame van wat 'er van wilde:
't welk de Wethouders bewoog, op hunne ver-
zekerdheid verdagt te zyn (w)< Sommige fchip-
pers fielden, in hunne vlaggen, 's Prinfen wa-
pen, met dit byfchrifc: Liever met Oranje te
leggen in
V veld, dan langer met de Arminiaa-
nen te zyn gekweld.
Ook zag men, in openbaaren
druk, een' lyst der Steden en Sterkten, die het
hielden tegen de Arminiaanen QxT). Doch dee-
ze dingen fchynen laater gebeurd te zyn. Men
wil, dat de Contraremonftranten fterk waren
aangemoedigd, tot diergelyke onderneemin-
gen, door eenen Brief des Konings van Groot-
Britanje, in de Lente deezes jaars, in 't licht
gekomen, en zeer veel verfctullende van den
Brief, dien hy, te vooren, aan te Staaten ge-
fchreeven hadt, alzo hy niet meer riedt, de ge-
fchillen verdraaglyk te verklaaren, maar de-
zel-
CO Refol. Hall. 25 Febr. 22 Apr. 5, 12, 20,isMiy 1617.
}1. 39, lort, 117, 123, I27> 130, 153. Trigland. il. 1024.
OJ OiiOTius Verantw. Iloofdß. U. VI. 96'.
O) Refol. Hpll. 5 Aus. 1617. hl. 177. '
(-■O Grotïus Verantv/. Iktfdn. IX. tl. 96.
K5
(
-ocr page 156-
154 VADERLANDSCHE XXXVIIIBoek.
mSi?. zelven te beflisfen, door eene Nationaale Si-
—— node(y). Sommigen meenden, dat men hem,
van hier, te kennen gegeven hadt, dat, met het
dryven der verdraagzaamheid, eene verande-
ring in de Regeering deezer Landen beoogd
werdt, ten zynen nadeele; en dat hy, hierdoor,
tot het afzenden van zulk een' Brief bewoo-
gen geworden was (z). Vast gaat het, dat de
Engelfche Gezant, Dudlei Karleton, in Sprok-
kelmaand te vooren, uit den Haage, naar En-
geland, gefchreeveri hadt n hoe verfcheiden*
yj luiden op hem begeerd hadden, dat hy ee»
„ nen brief van zyne Majefleit aan Prinfe Mau-
n rits moest zoeken te verwerven , waarby
,j deeze aangezet werdt, om in zynen yver
„ voor de waare Leere te volharden (#):" op
welk fchryven, 's Konings brief gevolgd was.
Ij£
         't Houden of niet houden eener Nationaale
Raad- Sinode was, federt het ontvangen van den
pieegin- jjrief des Konings van Groot-Britanje , de
gen op hQoftjzaak geweest, die, tusfchen de Ge'wes-
den eenerren en Steden, betwist werdt. De Staaten van
lMatio- Zeeiand zonden, in Bloeimaand, Gernagtigden
naaie Si- naar den Haage, om ernftelyk aan te houden
110de.
by die van Holland, op het fpoedig byeenroe-
pen eener Nationaale Sinode. De Gernagtig-
den hadden hunnen last eerst geopend aan zy-
ne Doorlugtigheid, die, bevindende dat de-
zelve, onder anderen, beftondt in eene aan-
raading tot voorkoming en heeling van fcheu-
ring, gezeid zou hebben, het is te laat; defcheit-
ring
(v~) üaudart. Memor. IX. Boek, il. 59.
("*) »randt H. Deel, W. 525.
(e) D. Carletons Letters « the CabalaerMyfleries e/Stats
P. 1. p. 173.
-ocr page 157-
XXXVIII. Boek. HISTORIE. 155
ring is ""er airede: waarop zy beflooten had- kj^,
den, van dit gedeelte van hunnen last niet te rep- ■
pen. Eenige dagen laater, deeden ook de Staa-
ten van Gelderland die van Holland verzoeken
om te bewilligen in he? houden eener Natio-
naale Sinode, onder't gezag hunner Hoog Mo-
gendheden,de Heeren algemeene Staaten. Ook
hadden Friesland en Groningen en Ommelan-
den Gemagtigden naar den Haage gezonden,
dringende, van gelyken, op het byeenroepen
eener Nationaale Sinode, door de Vereenigde
Gewesten (£). 't Liep aan tot in Oogstmaand,
eer de Staaten van Holland goedvonden te
antwoorden op den voorflag, door die van Zee-
land gedaan. Doch eer wy dit vernaaien, kee-
ren wy ons, kortelyk, tot het weinige, welk,
omtrent deezen tyd, in algemeene en krygs-
zaaken, voorgevallen is.
- De Hertog van Savoye, in oorlog geraakt X.
met Spanje, deedt, in Lentemaand deezes Onder-»
jaars,door zynen Gezant,Guillet de Mouchou, jta"dj[a^
de algemeene Staaten verzoeken, om onder- toge v7n
ftand. Hy begeerde vierduizend knegten en Savoye.
vierhonderd paarden, behalven eenige krygs-
behoeften. Doch de Staaten, onlangs onder-
vonden hebbende, hoe Weinig nuts een Leger
van Nederlanders doen kon in Italië, en in de
aangrenzende gewesten , beflooten den Her-
tog, liever, met vyftigduizend guldens ter
maand, te onderfteunen. Zo veel belang fiel-
den ze 'er in, dat hunnen ouden vyand afbreuk
gedaan werdt (c). De Franfche Gezant, du
Mau-
C*) Zie Bhandt II. Deel, hl. 545-553.
Cc) Refol. Holl. 93 staart 1617.' *'• 8o- Notul. Zeel. ij Apr.
iC,\y tl.
yj. IUuoart M.'mor. IX. liotk) l/l. too, 109. Vah
»m Sanüb V. Uosk, tl, 72.
-ocr page 158-
i5<$ VADERLANDSCHE XXXVIII. Boex.
1617. Maurier, hadt de Staaten, iiit den naam zyns
         Meesters, ook kragtelyk, tot het onderfteu-
nen des Hertogs van Savoye, aangezet (/). In
de Lente des volgenden jaars, werdt de vre-
de eerst getroffen, door bemiddeling van den
Paus en den Koning van Frankryk.
XI. Over 't heften der tollen op den Rynftroom,
^fchen was' on*an£s' gefchil gereezen tusfchen de
Branden- Vorften van Brandenburg en Nieuwburg. De
burg en laatfte wilde den tol, die te Rees geheeven
Nieuw- werdt, te Burik doen heffen, daar 't van ouds
burg o- piag te gefchieden: 't welk de eerfte niet ge-
heffen hengen wilde, alzo hy meer meefter was van
der tol- 't gene, te Rees, daar Staatfche bezetting lag,
len op ontvangen werdt,dan van 't gene, te Burik,
ctenRyn- werdt geheeven. Hy deedt, hierom, by Pla-
troonr. j^^ verkiaaren, dat de f chippers te Rees
zouden moeten vertollen, alfchoon ze zulks
reeds te Burik gedaan hadden. De Nederland-
fche Koophandel langs den Ryn werdt merke-
lyk belemmerd door deezen twist. De alge-
meene Staaten zonden, eindelyk, in 't voor-
jaar, Gemagtigden af, die te wege bragten,
dat de fchippers, borg ftellende voor den tol,
vryelyk voorby vaaren mogten, totdat het ge-
ichil tusfchen de Vorften gevonden zou zyn (e).
Klakten Het beflaan van eenige Nederlandfche fche-
ovcr in- pen jn Spanje gaf den Staaten, ten deezen ty-
bteuk op ^e ^ wederom ftoffe, tot klaagen over inbreuk
üandt °P 't Beftand. Ook reezen 'er, geduurig,ge-
fchillen op de grenzen, die nog niet behoorlyk
geregeld waren. De Aartshertogen zonden, ia
't najaar, twee Gemagtigden naar den Haage,
.-.'-...;,                                                  om
(rf) AimEUY Menior. p- 39'i.
(t) IUuDAHT. Mcmoi. IX. Bock, H< lop.
-ocr page 159-
XXXVIII. Boek. HISTOR IE. 15?
om deeze gefchillen te effenen (f), en veelligt 161p
ook, om den ftaat der Kerkelyke oneenighe-
         
den, van naby, te befpieden, op dat ze 'er, in
tyd en wyle, hun voordeel mede zouden mo-
gen doen. Doch ik vindt niet, dat zy iet van
belang hebben uitgevoerd.
In 't Noorden, ftondt het,dit jaar,zeer on- De Ko-
rustig. De Koning van Deenemarke wapen- 5"JL]j2
de zig, zo men vermoedde, tegen de Han- verzoekt
ze-Steden, die ook volk aannamen en zig deScaa-
verfterkten; gelyk Hamburg, in't byzonder-, ten om
deedt. De Koning van Poolen bereidde zig, °"„?"
insgelyks,ten oorloge, tegen den Koning van genPocJ
Zweeden, 't welk deezen bewoog, eenen ge- leiu
zant te zenden naar den Haage, die, op den
zesden van Slagtmaand, gehoor verworven
hebbende, de Staaten ernftelyk verzogt, om
onderftand. Doch de zaaken ftonden, ten dien
tyde,hier,zo verward, dat men hét antwoord
op zyn verzoek verfchoof (g)..- In 't begin des
volgenden jaars, na dat de Poolen in Lyfland
gevallen waren, ftondt men deji .Koning van
Zweeden veertigduizend guldens toe ter
maand. De Grootvorst van Muskovie, die bei-
de met Poolen en Zweeden overhoop lag, ver-
zogt toen de Staaten ook om onderftand, die
hem egter geweigerd werdt, waarop hy vre-
de maakte met den Koning van Zweeden (h).
In Hooimaand deezes jaars, keerde Willem XII.
Korneliszoon Schouten vanHoorn,terug in Zee- 5?ntdej:"
land, van eene reize rondsom den aardkloot, s£%it
door van Le-
C/") BaudaRT. Memor. IX. Boek-, il. 202.
Cff) Kaudaiit. Mèraor. IX. ftuek, il. 126. Zit nk Refvl.
'Muil. j>.'3 Maart 1617. il. 76.
                             -
<£} JäAüDa&T» Msmor. IX. Buik, il. 100 101*..
-ocr page 160-
t$8 VADEHLAftDSCHÈ XXXVïIt Botit,
iïfy. door hem en Jakob le Maire, Zoon van Izaate
■-------Ie Maire, voorheen Koopman te Amfterdam
Maire en (f) 9 doch nu te Egmond woonagtig, voor re-
cenEüan'- lening van eenige byzondere Perfoonen, met
den om- twee fchepen, ondernomen; De vaart beoos-
trent de- ten dé Kaap de goede Hoop, en westwaards,
**,ve« door de Straat van Magellaan, was, hier te
Lande, allen byzonderen Perfoonen verbooden,
enftondt alleen der Oostindifche Maatfchap-
pye vry. Maar de oude Le Maire hadt gedagt *
dat 'er een doortogt te vinden zouzyn,bezui-
den de Straat van Magellaan* 't Ontdekken
Van deezen doortogt, federt de Straat van Le
Maire
genaamd, was het merkwaardigfte, welk
op deeze reize voorviel. Schouten, die, voor
Schipper, en Le Maire, die voor Opper - Koop-
man voer, op het grootfte der twee fchepen,
deeden deeze merkwaardige ontdekking, in '£
begin des jaars 1616 (&). Zy vonden ook ee-
nige Eilanden; welken zy naar de Staaten, naar
Prins Maurits, en naar Barneveld noemden^
Vari de Straat zelve en van de Eilanden na-
men zy, ten zelfden tyde, by eene plegtige ver-
klaaring, bezit, uit den naam van de algemeen©
Staaten en van Prinfe Maurits (/).
Walvis- Voor Scheveningen waren $ dit jaar, vier
fdien Walvisfchen geftrand en gevangen (tri). Me«
voor hieldt dit toen, fchoon 't mee/maalen gezien
»iritfeu' was* *n l ëemeen» voor eene voorbode der
geftrand. naderende beroerten. Doch tegenwoordig zou
men 'er eer uit befluiten, dat 'er overvloed vafl
Wal-
CD Zl* IX. btêl, bt. JS7-
(*'5 W. C. SottOBTBNS Reiae ld. 79, So.
(/J l'tiiez Supplem. uu Corps Diplom. Tom. II. I. p. 28*»
{'ij Uauda&t, Memor. IX« M( il. 97, 20a.
-ocr page 161-
XXXVIII. Boek. ■ H ISTORIE t^
Walvisch in 't Noorden was, en onze Wal- i$i?.
vischvangers zouden 'er door aangemoedigd-------•
worden, om fterker ter visfcherye uit te rustem
Gelyk men, eenige jaaren geleeden, met De Pur-
goeden uitflag, de Beemfter bedykt en droog- *er
gemaakt hadt, zo verwierven Edam en Mon- J^L
nikendam, in Zomermaand deezes jaars, Ok-
troi van de Staaten van Holland, om de Pur-
mer, een kleiner Meer tusfchen de twee ge-
noemde Steden,te doen bedyken (n). 't Ge-
fchiedde egter niet, voorden jaare 1620,waar-
van de binnenlandfche onlusten, die ook de
Regeeringen der twee gemelde Steden ver-
deeld hielden, vermoedelyk, eene der voor-
naamfte oorzaaken zullen geweest zyn.
De draad der gefchiedenisfe leidt ons weder-
om tot het verhaal deezer onlusten, die, in
dit en eenige volgende jaaren, het gewigtig-
fte gedeelte onzer Vaderlandfche Hiftorie zul-
len uitmaaken.
Men hadt nu, te Oudewater en elders, ge- Xltf.
zien, dat de onderlinge verdeeldheid niet al- De
leen uitliep, op fcheuring in de Kerke; maar fchen-
dat 'er ook ongewoone veranderingen in de ^fi"*1
Regeering der Steden door te wege gebragt getft
werden. Zy,die,naderhand,de zyde der Re-
aanlei-
monftranten hielden, hadden, al in den aan- dinstot
vang der oneenigheid , ongewoone poogin- ™0g^e
gen gedaan, om luiden van hunne gezindheid verandc-
op 't kusfen te helpen, op Plaatfen, daar de ring in de
meerderheid der Regenten hun tegen was (0). R-es«*
Te Utrecht, was 't ook, van de andere zyde, ring*
al
,/",? FeSB,;Hofl-».93f««J'i6«?. II. 142,144. Groot-PIaknartfc
II. /Jeel, kot, 1719.
£v) Zit hier vuor, bh aa, 24.
-ocr page 162-
ltfo VADERLANDSCHE XXXVIII. BoèiK
X617. al vroeg,ondernomen Q)), hoewel 't mislukt
-- '7-•''— was. Doch nu, fterker en openlyker onder-
fteund wordende, begonden de Contraremon-
ftranten zulke veranderingen, aan verfcheiden'
oorden, met beteren uitflag, in 't werk te Hel-
len. Men beproefde zyne kragt eerst in de
kleine Steden,die geene item hebben ter Staats-
vergaderinge, van zins, naar 't fchyntj om*
daarna j tot de ftemmende Steden van Holland
over te gaan. De Advokaat Oldenbarneveld
befpeurde wel haast, waar 't op aangelegd wa-
re. Verfcheiden' Leden der Vergaderinge ont-.
dekten 't, zo wel als hy. En naardemaal wei-
nigen geneigd waren, het bewind, hun toe-
Vertrouwd , af te ftaan, raadpleegde men, ter-
ftond, op de beste middelen, om zig te ver-
zekeren, tegen beroerten in de Steden, waar-
uit verandering in de Regeering te dugten
was. Veelen begonden zelfs te gelooven, dat
de Godsdienst flegts tot een' dekmantel ge-
bruikt werdt, om deeze verandering uit te
■werken (jf). Men kreeg vermoeden, dat zy-
ne Doorlugtigheid zelve hieronder roeide, of
dat, ten minften, eenigen zyner voornaamfte
aanhangeren, hunne eigen' bevordering zoe-
kende door 's Prinfen verheffing, hem gaarne
tot Graave van Hollaad, waartoe wylen Prins
Willem zo goed als aangenomen was, of tot
Heere der Vereenigde Gewesten zouden heb-
ben zien verklaaren, dat zy meenden * niet
dan na 't veranderen der tegenwoordige Re-
geeringe, 't welk, dagt men, alleen door op-
roer te bewerken was, te zullen können ge-
fchie-i
(p~) Zie lt. B$.
(j) Giumus Vcrantw. Ca?. XIX. ht. 194. ZU ook ie Vöorfr
-ocr page 163-
XXXVIII. Boek. H I S t O R i Ê. iet
fcheiden. Ook hadt men den Prinie doen ge- 16*7.
looven, dat de Advokaat en de tegenwoorcü- ———»
ge Regeering de vermindering van zyn gezag
zogten (r), immers niet ligt bewilligen zou-
den in zyne verheffing: en dat de Contraremon-
ftranten, daarentegen, zeer op het vermeer-
deren van 's Prinfen gezag gefteld waren:waar-
om menhem,t'eenigefi tyde, hadthooren zeg-
gen, dat hy ze hieldt voor de oud: Gereformeer-
den
, die zynen Vader op den ftoel gezet hadden
(j~).
Op zulke vermoedens en redenen, befloo-
ten dan de tegenwoordige Regenten, dat zy,
voor de rust in de Steden, waarvan de behoude-
nis hunner agtbaarheid afhing, op eene byzon-
dere wyze, behoorden te waaken.
Dit kon gefchieden, door middel der ge- XIV.
woonlyke Lands foldaäten, of door de fchut- C)orz«si-
teryen,of,door van nieuws geworven' kneg- ^nee-c
ten uit de Ingezetenen, welken men, hier te men der
Lande, Waardg&lders plag te noemen, veel- Waard-
ligt, om dat zy, zonder daadelyk te dienen, ßelders.
zig, om geld, gereed hielden, tot het voeren
der wapenen in tyd van nood, tegen welken
zy bewaard werden. Doch de gewoonlyke
Lands foldaaten lagen niet in alle Steden, al waar
men onraad vreesde. In Haarlem, in Leiden,
in Hoorn, wasgeenebezetting. De Prins ook,
die 't voornaamfte gezag oefende over 's Lands
Krygsvolk, hadt verklaard, dat hy verßondt,
niet te doen je gern die van den Hervormden Gods-
dienst,
waardoor hy de Contrarenionllranten
alleen betekende, van welken de tegenwoor-
di-
{+") Urtenbog. Leven en Verantw. Gap. IX. W. 12a, 124,13*,
Cap. X. il. 15C.
                                                                    "*
(O Uvtenboo. Dïgreg. ty HitArtuT lt. IJcel, M. 5;».
X. Deel.                L
-ocr page 164-
ifa VADERLANDSCHE XXXVIII. Boes.
1617. dige Regeering de meeste opfchuddingert
— vreesde. Ook hadt zyne Doorlugtigheid zwaa-
righeid gemaakt, om die van Oudewater, na
den moedwil aldaar gepleegd, op hun verzoek,
nog een vendel knegten toe te liaan. En fom-
mige Hopluiden, bezetting houdende in de
Steden, hadden verklaard, mpndelingen of
fchriftelyken last te hebben van den Prinfe,
om de Wethouders niet te gehoorzamen, in
zaaken, fpruite.nde uit het ftuk van den Gods-
dienst. Alle deeze redenen deeden de meefte
Steden befluiten,dat zyzig, op de gewoonlyke
bezettingen, al werden ze haar al toegeftaan,
niet zouden können verlaaten (j) Opdefchut-
teryen, grootendeels, de zyde der Contrare-
monftranten toegedaan, was geheel geen ftaat
te maaken. Men kwam, hierom, tot het aan-
neemen van Waardgelders, in zulke Steden,
die dezelven oordeelden te behoeven. De
meerderheid der Staaten van Holland nam, op
den vierden, van Oogstmaand, een befluit,
welk de Contraremonftranten, federt, defcher-
pe Refolutie
genoemd hebben, 't Liep op dee-
Befluit zen zin : „ De Staaten, gezien hebbende 't ge-
der Staa- n ne, dit jaar, in verfcheiden' Steden, als Haar-
ii'ïiiaïïd » lern' Amft£rdam ? Schoonhoven, Briele, Ou-
van den n dewater, Woerden, Heusden, en vooral in
vierden „ den Haage, tegen de orde, vryheden en ge-
van 'n regtigheden der Landen en Steden, voorge-
baand » vallcn was' ente vergeefs» de Steden, wel-
de fiber- n ke n0S zwaarigheid maakten, om zig te
pe Refo- „voegen met de overige Leden, hebbende
lutie ge- zoeken over te haaien tot eenigheid, zelfs
naamd. »                                                                     ?> dooI
(O OrOTIus Veraiatw. Caf, X. U. 105.
-ocr page 165-
XXXVIII. Boek. H IS T 0 RI.E. 163
» door de aanbieding van 't beroepen eener i«^;
» Provinciaale Sinode; hadden, eindelyk, be* ——-
n flooten, de Nationaale Sinode, door fom-
r> migen verzogt, als itrydig met de hoogheid
» en geregtigheid van Holland, af te liaan.
» Voorts, vonden zy raadzaam, hunne inzig-
» ten op 't ftuk van den Godsdienst in open-
•n baaren druk tegeeven; de gewesten, die de
» Nationaale Sinode begeerd hadden, te be-
» antwoorden;de voorige Refolutien, met al-
» Ie gemaatigdheid en befcheidenheid, te doen
» agtervolgen, en alle daadelykheden, over
» Perfoonen, openbaare en andere Plaatfen
» en Goederen, te doen weeren. Ten welken
55 einde, de Regenten der Steden, by voor-
» raad, en tot dat anders, ftaatswyze, zou
» worden beflooten, gelast, en, des noods,
n gemagtigd werden, tot het aanneem en van
n meer volk van wapenen, ter hunner verze-
55 keringe en weeringe van daadelykheid: wor-
„ dende, wyders, elk, die zig beklaagen mögt,
f, over 't gene de Regenten der Steden, uit
„ kragte deezer Refolutie, zouden doen, be-
„ volen, zig by niemant anders te vervoegen
dan by de Staaten, alzo, op 't gene, by de '
„ Geregtshoven, gedaan of voorgenomen
„ mögt worden, geen agt zou worden geflaa-
„ gen. Eindelyk, befloot men, eene bezen-
„ ding te doen aan Prinfe Maurits, aan de
„ Prinfesfe Weduwe en aan Prinfe Henrik, om
yy dezelven te verzoeken, dat zy de hand lee-
„ nen wilden, tot het uitvoeren deezer Refo-
„ lutie («)." Deeze bezending gefchiedde,
ten
C*) Zie 13&UDART. Memur. IX. Doek, tl, 3?.
L 2
-ocr page 166-
XM VADERLANDSCHE XXXVIILBoéa
1617/ ten zelfden dage. Men verzekerde den Prins
-» van het goede oogmerk der Edelen en meeste
Steden, om de vryheden en geregtigheden van
't Land en den waaren Christelyken Hervorm-*
den Godsdienst te handhaaven. Zyne Door-
lugtigheid verfcheen, hierop, des anderen*
daags, in de Vergadering van Holland, om
der Staaten meening nader te verftaan, die hem*
zeide hy,in groote hevigheid, aangediend was 5
en om tevens te verklaaren, dat hy niet goed-
vondt,dat de Staaten, tegenwoordig, fcheiden
zouden, gelyk hy verftaan hadt, het voor-
neemen te zyn. Sommigen antwoordden den
Prinfe; doch verwardelyk, en zonder dat 'er
omvraag gedaan, of bell uit genomen werdt (v)4
XV. De verklaaring van de inzigten der Staaten
Verkiaa- 0p 't ftuk van den Godsdienst, van welke in
de Inzifr ^e Re^ut^e gewaagd werdt, was, den vyfden
een der van Oogstmaand, getekend, en kwam, ver-
Staaten volgens, in 't licht. Zy betuigden ,by dezelve ,
van Hol- den Hervormden Godsdienst te willen bly ven
't ftuk°P nandhaaven. Zy weezen aan, om welke rede-
van den nen, hun het regt toekwame, om kerkelyke
Gods- wetten te maaken, en wat hen bewoogen hadt,
dienst, tot het beveelen der verdraagzaamheid, in de
verfchillende punten. Ook gaven zy te ver-
ftaan , in de Nationaale Sinode niet te können
bewilligen, om dat men toeleg maakte, om
aldaar 'punten te beflisfen, die in de Christe-
lyke Kerke onbeflist gelaaten waren (V). Doch
indeeze verklaaring, en in de voorgemelde
Refolutie, hadden Amfterdam, Enkhuizen,
Edam en Purmerende niet bewilligd. Op den
naam
(»•) Baübar% Menie*. ISi Bo$k, tl. 31.
-ocr page 167-
r
XXXVIILBoek. HISTORIE. 165
naam deezer vier Steden, kwam, in 't begin x^7.
van Herfstmaand,een ernftig Protest in 't licht -------
tegen de Refolutieder Staaten, waarby zy zig Vijf Ste«
rondlyk verklaarden voor 't houden eener den ^n"
Nationaale Sinode, tot beflisfing der gereezen' [Len do
gefchillen. Dordrecht voegde zig, eerlang, by verkiaa-
de vier Steden, nevens dezelven,op eeneNa- ring en
tionaale Sinode dringende (V). De overige Le- Refolu^
den deeden nieuwe poogingen, om de Stad f .
Amfterdam, daar de befluiten, welken Bürge»
meesters en Vroedfehappen geduuriglyk na»
men, flegts door eene of twee itemmen, over-
fehaald werden (31), van meening te doen verä-
nderen. Men bediende zig, hiertoe, van den
arbeid van den Petifionaris de Groot, die voor*
floeg „dat men de gefchillen,in eene Provin-
„ ciaale Sinode, moest tragten by te leggen,
„ of, gelukte dit niet,eene algemeene Sinode
n beroepen, om ze af te doen (2)." Doch me»
begreep ligtelyk, dat hiermede de zaak op de
lange baan gefchooven werdt; alzo alle uit-
heemfche Mogendheden zig niet even fpoedlg
zouden laaten beweegen, om in zulk eene Si-
node te bewilligen. Ook hadden de Contrare-
monftranten zo veel reden, om op eene Na-
tionaale Sinode te dringen, naardien zy zig,
daarin, van de meerderheid verzekerd hielr
den, als de anderen om iz algemeene Sinode
beter te keuren, alwaar de Nederlandfche Kel-
ken, maar ééne ftemmoetende hebben,het be-
fluit
(x') Refol.Hol?. 59 Aiig. 12 Sept. 1617. II. j8<j, ujt. Bau-
^AiiT. Menior. IX. Boek, tl. 68.
(y) Zie C. P. IIoofts Rcdev. by Brandt II. üsel, hl. &u
(z~)
Orotius Veranuv. C«ß>VI. tl. 63-68. B;ianot, U. Óed*
U. ;ieat\                                                                             ^
L3
-ocr page 168-
166 VADERLANDSCHE XXXVIII. Boek.
1617. fluit der Sinode, niet zo ligt, ten nadeele der
•------- Remonflxanten, zoude können doen uitvallen
(a). Deeze en diergelyke voorflagen waren»
derhalve, vergeefs. Amfterdam bleef by zyn
gevoelen.
xVl. Het antwoord aan de Staaten van Zeeland,
d"nZ-en'ar Gekende om de Nationaale Sinode af te flaan
Zeeland, (fO •> werdt hun overgebragt, door Jan van Bui-
over't venvoorde, Heer van Duivenvoorde, en Hugo
fhikder de Groot, welke laatfte, by deeze gelegen-
Sinode, jiej^ s eene aanfpraa]c deedt, tot verdediging van
de jongfte Refolutie der Staaten van Holland
gerigt. Ook floeg hy den Zeeuwen, daarna, het
houden eener algemeene Sinode voor Cc). Doch
men bleef, in Zeeland,fchoon met eenig ver-
fchil van gevoelen, nog voor 't houden eener
»aarpor- Nationaale Sinode Cd). Duivenvoorde en de
' Groot toogen ook naar Dordrecht, om deeze
Stad, wederom, tot de zyde der Edelen en
meeste Steden over te haaien. Dochzydeeden
vergeeffchen arbeid. Op deeze reize, werden
zy, van 't graauw, te Veere in Zeeland, en te
Dordrecht, fmaadelyk bejegend, en voor Ar-
miniaanen gefcholden Ce).
Ver- t Ondertusfchen,begonmen, in verfcheiden'
cCpjlc,en' Steden, hier vroeger, elders laater, een zeker
ligten*1 getal van Waardgelders aan te neemen, die eg-
Waard- ter over 't geheel, in gantsch Holland, nog geen
«elders, agttienhonderd beliepen Cf), 't Gefchiedde te
Haar-
(a~) Brandt II. Deel, hl. 571.
(,!>) Zie hetPyBAUDART. Mcmor. IX. Roek.M.45«» hy Brandt
II De tl, il. 572.
Cc) Zie Notul. Zeal. 14- 17 -*«£• 1617. II. 14a, 143. '5I-
Brandt II. Ded, bi. f,83.
.4^0 Notul. Zeel. lij Aug. 1617. hl. 159. enBraNOT II. De:*
hl.
5yl-')20.
( e ) Brandt II. Deel, hl. 621, 622.
.(ƒ) Crotius Verantw. Cap. XIX. hl. 231 s
i
-ocr page 169-
XXXVHI.BoBK. H I S T O R I E. 167
Haarlem, te Leiden, te Gouda, te Rotterdam, «f 17.
te Schoonhoven, te Hoorn, en misfchien nog
op eene of twee andere Plaatfen. Te Leiden, Je Lef-
boodt de Schuttery aan, dubbele wagt waar te ^en'e^ni-
neemen,zo men de Waardgelders wilde afdan- ge B^r/
ken. Doch de Wethouders waren hier zo wei- gers ont«
nig gerust op de Schuttery, dat zy, eerlang, fclmt.
't Stadhuis, mei een fterk houten Staketfel,tsrd*
deeden befchanfen, den burgeren vernieuwing
van eed afvorderden, en eenige honderden
fchutters, dien eed weigerende, ontfchutterden
GO- Veelen van deezen ontwierpen Verbind-
fchriften, welken, niet van boven naar bene-
den, maar rondsom eenen kring, op lynen,
van 't middelpunt afloopende, ondertekend
waren, op dat men niet zou können zien, wie
eerst getekend hadt. De Gemagtigden deezer
luiden, welken men O- of Cirkeltekenaars
noemde, vervoegden zig, daarna, aan den Hoo-
gen Raad, waarop, eerlang, het bannen en van-
gen van eenigen volgde. De ontfchutterden be-
gaven zig,eindelyk,naar de Staaten van Hol-
land, die hen vermaanden, tot gehoorzaam-
heid aan de Wethouderfchap, te gelyk ver-
klaarende, dat hun niets onbehoorlyks gevergd
was. Doch dit gefchiedde eerst,in den Zomer
des volgenden jaars (A) Te Delft,kon men zig
luttel verlaaten, op de twee vendels gewoon-
lyke foldaaten, aldaar in bezetting leggende,
alzo zy,ter gelegenheid van den oploop over den
Kooren-Excyns (*), de Magiftraat niet had-
den
Or) Vam tm'n Sande VI. Hock, W. ?$.
(*) ÜYTENBor,. hl. 887, 889. 905. enz. Tkiolanb H. «40.
CttOTiii» Venutw. Cup. XIX. U. 216. BkanbT II. Dul, U poi.
(i)2i* lueïvew, il. 9«.                                         ,
L 4
-ocr page 170-
16*8 VADERLANDSCHE XXX VUL Boss
1617. den bygeftaan. Ook hadteen vreemd perfoon,
•------- vporgeevende last te hebben van zyne Door-
ïugtigheid, aldaar, vergaderingvan Schutters
belegd, zonder kennis der Wethouderfchap.
Sommigen hadden, hierom, geoordeeld, dat
men,ook hier, Waardgelders behoorde aan te
neemen (k). Nogtans meen ik niet, dat het
gefchied is. Van twee vendels, leggende in
Schoonhoven, alwaar, reeds in't jaar 1615,
merkelyke onlnst geweest was (7), meende men
meer te vreezen dan te hoopen te hebben, al-
1 zozy zig,buiten weeten der Wethouderfchap,
van kruid en lood voorzien hadden (ni) Jn an-
dere Steden, hädt men ook byzondere rede-
nen , om voor opfchudding te vreezen, of de
bezetting te mistrouwen.
Olden- De Advokaat Uldenbarneveld, die dit aan-
bwne- neemen van Waardgèlders bovenal ter herte
mar" nam' vertr°k» op den veertienden van Oogst-
Utrecht, maand, naar Viane, en, van daar, naar Utrecht,
zomen alwaar hy, overvallen door eene zwakheid,
meende, die hem eenige weeken bybieef, eenen gerui-
ai!laar°k men ^ vertoefde. Men heeft, naderhand,
Waard- gemeend, dat deeze zwakheid flegts voorge-
geiders gevsn werdt, en dat hy naar Utrecht verreisd
te doen was, om de aanneeming der Waardgelders,
Hgten. pok daar, te bevorderen (»). Doch hy heeft
den Geneesmeester genoemd, die hem bediend
hadtrV). Naardemaalhy egter, tentyde van de
ligtinge der Waardgelders, in Utrecht was, is
" '                           het
(O 7'k Obothu Vcrantw. Ca». XIX. il. sjo,
(/) RrandT II Dei!, hl. «52.
(«) Grotius VerantW C'«/>. X'X. il. 230.
(») Bauijart. M«mpr. IX- Unck, bl 81.
(e) Brief yen 01 cnhamïv'.ifanzy^eËxccll. yr>H2&
A[jx. iGs8j
m 4* Wanf. Jlilt.
lil. ijy.
-ocr page 171-
3KXXVIIJ.B0K. HISTORIE. 1C9
bet ten hoogfte waarfchynlyk, dat men, met itfijr,
hem, over dit ftuk heeft geraadpleegd $ zo, -r-—
om dat de Heeren, die thans 't voornaam be- ,
wind hadden in 't Stigt, doorgaans mee den
Advokaat plagten te fpreeken over zaakenvan
gewigt, als om dat Gillis van Ledetiberg, Se-
kretarïs der Straten van Utrecht, naderhand,
verklaard heeft, dat het Befluit der Staaten
den Advokaat bekend gemaakt en door hem
goedgevondenwa§. DezelfdeLedenberg,door 'f 9e"
wiens handen de gewigtigfte zaaken gingen, ^1^
jiadt, op het ontvangen van eejiige berigten voorflag
uit den Haage en van elders, wegens voorge- yan Le-
vallen' en gevreesde beroerten, in verfchei- denbertr,
den' Hollandfche Steden Q>), den voorflag ge-
daan, om in Utrecht ook Waardgelders aan,
te neemen. En twee dagen hierna, beflooten,
'er de Skaten toe, op den agtentwintigften vaq
Oogstmaand ouden, dat is, den zevenden van
Herfstmaand nieuwen ftyl. De Raad der Stad
bewilligde, ten zelfden dage, in dit befluit,
Men vondt goed, voor qerst,zjeshonderd man
te bezoldigen (q); zonder hierin, gelyk ver*?
fcheiden' Leden der Vergadering, naderhand,
verklaard hebben, eenig ander oogmerk te heb-
ben, dan de bewaaring der rust in den Staat en
de befcherming der tegenwoordige Regeerin-
ge. Ook bragt de eed, dien de Waardgelders
doen moesten, mede, dat zy beloofden te dienen,
{egen den ghenen, die den Staat van den Lan-
de van Utrecht^ in farketyke ofpolitycke/aecken
,
feu-
(p ) Verclarin?e van I.edenb. den 27Aug. TtfiS. Styl. Vit. fi/. X.
C\q )
Extr. uit il', (lefol. ilcr Staac. en des K aails van Utrecht va:i
Sbhi'AiAtij;.
1617 M. V Zicook Grot, Veramw. (,'?ƒ>. XiX. M.iVi-\
L 5
-ocr page 172-
rjo VADERLAND3CHE XXXVIII.Bokk;
1617. [ouden willen troubleren, ende tegens alle andc-
-------ren des gemeene Lands vyanden (>).
Xvil. Op deeze wyze, werdt, in en buiten Hol-
Verfchii- land, gehandeld, in overeenkomst van de Re-
de1,met f°lutie der HoUandfche Staaten van den vier-
Hoogen den van Oogstmaand, 't Gene, by dezelve,
Raad en verklaard was, met opzigt op de Geregtsho-
't Hof. ven, hadt deeze reden. De Hooge Raad en 't
Hof, 't zy ter oorzaake van den invloed, dien
zyne Doorlugtigheid hadt, op deeze twee Ge-
regtshoven, of om andere redenen, hadden,
tot hiertoe, geen genoegen können fcheppen,
in de Refolutien, die, tot bevordering van de
vrede der Kerken, door de Staaten, of door de
meerderheid derzelven, genomen waren. Zover
ging dit zelfs, dat zy, nu en dan, zulken ge-
dekt hadden, die, in gevolge van deeze Refo-
lutien , door de Wethouders der Steden, van
den predikdienst afgezet, of, op eenige ande-
Qnlust te re wyze, geftrafc geworden waren. Men hadt,
Haar- hiervan, onlangs, een merkwaardig voorbeeld
gezien, welk Haarlem betrof. De Wethouder-
fchap, de Kerkenordcning van den jaare 1591
willende invoeren, en, volgens dezelve, inden
jaare 1615, eenen Predikant hebbende doen
beroepen, hadt, daarmede, zo veel misnoe-
gen verwekt, onder veele Contraremonftrant-
fche Leden der Gemeente, dat het gezag der
Staaten naauwlyks magtig was, om het, voor
eené korte wyle, te (tillen (/). 't Gemor zig,
daarna, wederom verheffende, befloot men,
tot het aanneemen van eenige Waardgelders,
en
Tr*> Verclar. van Roeten van Lnnscroon Cap. ecner Comp.
Waardgeld, ven 27 /lu:;. irtiU. ouden ftyl. M. S.
(#) UïlENBOG. bl. 791-793. TWüland. W. 321-834-
-ocr page 173-
XXXVIILBóek. H I S T O R I E. 171
en vorderde, te gelyk, den Schutteren ver- nj,^
nieuwing af van hunnen ouden eed. Elias .. ...
Christiaanszoon, Lintwerker en yverig Contra-
remonftrantsch, weigerde deezen eed, waarop
hy ontfchutterd en op maandgeldgefteld werdt,
't welk hy niet goedvondt te voldoen. Abraham
de Blok
maakte, ten deezen tyde, den Heeren
ook veele moeite, hebbende, zo getuigd werdt,
eenen Schepen der Stad te na gefproken, zon-
der de befchuldiging te bewyzen, of in te
trekken. Beide deeze luiden werden, zonder
vorm van regtsgeding, door Burgemeesteren,
ter Stad uitgezet, voor den tyd van twaalf jaa-
ren. Hierop beriepen zy zig op den Hoogen
Raad, die't beroep aannam, en de Wethouders
deedt dagvaarden, hun te gelyk belastende,
met de uitvoering van 't vonnis, ftil te ftaan.
De Blok, hierop wederom in de Stad gekomen ,
werdt, door 't Geregt vervolgd om de boete,
op 't breeken van den ban; doch, op nieuws,
met Mandementen gedekt door den Hoogen
Raad. De Gekommitteerde Raaden fchreeven
den Hoogen Raad aan, dat dezelve zig hoeden
moest, voor regtspleegingen, ftrydig met het
oogmerk der Staaten. Aan 't Hof, welk zig, Vafcfca
ten deezen tyde, gefteken hadt, in zekere zaak te
te Nieuwkoop, alwaar men, buiten reden, zo ^ieuw'
geoordeeld werdt, afgezonderde Vergaderin- oop"
gen gehouden hadt, gingen diergelykë brie-
ven af (j). De zaak van Haarlem duurde nog
tot in 't volgende jaar. De Staaten verftonden,
dat de ftukken hun moesten worden overgele-
verd ; doch de Hooge Raad voer, des onaange-
zien,
(f) Refill. Hotl. s.yStpt. 30a. 17X1V. zoDes. l617.ii.1si,
3W3 enz, nj, 262.
-ocr page 174-
i72 VADERLANDSCHE XXXVIII. Boek,
. 1617. zien, voort met de regtspleeging, (teilende de
-T- ... ■■ Wethouders van Haarlem in 't ongelyk, en
den Deurwaarder belastende, de Sententie ter
uitvoering te leggen. De Wethouders, gedekt
door de meerderheid der Staaten, verklaarden,
daarentegen, de Sëntentien des Hoogen Raads
voor nietig en van onwaarde, en herhaalden
hun vonnis van uitzetting, onder zwaare be-
dreiginge (u): waarhy de zaak hangen bleef,
tot op de verandering der Regeeringe in de,
Stad. Diergelyke verfchillen, fchoon niet van
zo veel nafleeps, hadt men, byna dagelyks,
met de Geregtshoven, 't welk de meerderheid
der Staaten bewoogen hadt, in hunne Refot-
lutie van den vierden van Oogstmaand, de
klagten over regtspleegingen, uit hoofde hun-
ner Refolutien, gefchied, te betrekken voor
hunne Vergadering.
Vier Ste- Doch de vier Steden, Amfterdam, Enkhul-
cieiiver- zen^ Edam en Purmerende, verklaarden, in 't
(te'oe" k£ëm van Herfstmaand, aan beide de Geregtsr
regtsho- hoven, dat de gemelde Refolutie genomen
von tegen was buiten haare bewilliging, en dat zy verr
de meer- ftonden , dat allen klaageren de gewoonlyke
«feslaa- we£ van re§ten openftaan moest. De vier Sta-
te,,. ! den gaven, door deeze verklaaring, eenen ge-
weldigen krak aan de Refolutie. De Hooge
Raad, of eigeolyk zes Leden van denzelven,
De Hoo- toen de Vergadering uitmaakende, befloot de-
ge Raad zelve niet te agtervolgen. De Raadsheer Rom-
Refoiu-6 ^out Hogerheets en eenige anderen hadden,
üc vaii egter » niet bewiUigd in. dit befluit. Hoger-
beets hadt 'er, 's daags te vooren, over ge-
ipro-
(«) liiuMnr IU Deet, U. 647, 651-6611,
-ocr page 175-
XXXVIILBoek. H I S T Ö ft. I E. 173
fproken met zyne Doorlugtigheid, die in den itfi^i
Raad verfcheenen was. Hy verklaarde den
Prinfe # dat hy niet tegenwoordig kon zyn, den vier-
j, daar men 't gezag der Staaten van Holland, q " v*a
„ welken hy hieldt voor zyne Hooge Over- maan(i
w heid, ftondt in twyfel te trekken." De Prins niet te
antwoordde, dat hy de Staaten daar ook voor agter-
kende; doch dat men eikanderen wel mögt hoo- volSäfl«
ren. Hierop was de Wethouderfehap van Haar-
lem , door eenige Raaden, zwaarlyk befchul-
digd. Ook beweerde men, dat de Staaten magt
noch kennis hadden, om regt te oefenen. Doch
Hogerbeets verklaarde, andermaal, zig aan de
Refolutie, ftaatswyze, en by meerderheid van
Hemmen genomen * en den beiden Raaden toe-
gezonden , te willen houden, 't Mögt weinig
baaten. 't Gezag der Staaten, of der meerder-
heid onder dezelven was reeds zo verre verval-
len, dat eene meerderheid der Leden des Hoo-
gen Raads zig, tegen het zelve, durfde ver-
letten. Ondertusfchen, verwekte dit voorval De
en. diefgelyken zo groot een misnoegen in R"«*s-
Hogerbeets, dat hy, kort hierna, befloot, het gerbe"«"
Penfionarisfchap van Leiden, welkhy, teVoo- wordt
ren, bekleed hadt, op de aanbieding van den wederom
Burgemeester Vrank van Torenvliet, weder- Penfio-
om te aanvaarden (y).
                                     Lalden*11
Midlérwyl, wies ook het ongenoegen tus- Groote
fchen de Leden van Holland. Amfterdam, ver-
Enkhuizen, Edam en Purmerende verklaarden <jc.eJd-
zig tegen 't aanneemen der Waardgelders, ten ^'dder t
koste van den Lande, in eenen tyd, dat men, Leden
zeiden ze, 't gewoone volk van oorloge naauw- vin Hofc
lyks land«
(*") Memor. van ÏL. ïtocEiuir.KTs, ly Brandt II. /Wj U.
$«2.606. ZiewiRtM,
Ito», 3 NQv.16Dec.1617, l/t, 22'i, 23^
-ocr page 176-
174 VADERLANDS CHE XXXVIII.BoEifc
1617. lyks betaalen kon. Dordrecht was 't, hierin, eens,
.-------met de vier Steden. Deezen hielden, veeltyds,
afgezonderde Vergaderingen in den Haage.
Doch dit deeden ook de andere Steden; zo dat
'er fchier eene fcheuring kwam, in de Staats-
vergadering van Holland. Agt Steden, Haar-
lem , Leiden, Gouda , Rotterdam, Briele,
Schoonhoven, Alkmaar en Hoorn gaven eene
verdediging in 't licht van de Refolutie van
den vierden van Oogstmaand. Zy was inge-
fteld op den naam der Staaten. Menvondthet,
in dezelve, vreemd w dat de vier Steden, ge-
5j woon, in haare Vroedfchappen, over de
„ zweevendegefchillen, tebefluiten, bymcer-
„ derheid van ftemmen, niet konden gedoo-
„ gen, dat zulks ook in de Vergadering der
„ Staaten gedaan werdt. 't Was in te fchik-
5, ken, dat zy Refolutien, by de meerderheid
„ genomen, tot haarent, niet lieten ter uit-
., voering brengen; doch dat zy, de minften
'yy zynde in getal, de meerderheid noodzaaken
„ wilden, haar oordeel, in derzelver Steden,
j, op te volgen, was t'eenemaal onverdraag-
,, lyk." Maar Amfterdam en anderen verflon-
den „ dat men zig de vyf punten niet moest
j, laaten opdringen, gelyk zy meenden, dat
,, de meeste Leden zogten te doen', veel min,
j, dat men, onder dekfel detzelven, vreemde
„ ftellingen liete invoeren, tot onteering der
j, oude Hervormde Leere (w)"
XVIII. " Onder dit ftribbelen, vondt Prins Mannte
Prins geraaden, de party, die hy voorftondt, door
Mwrits daadelykheid, te fty ven. In den Briele, begon
men,
'■»") IUUD4R.T. Mcraor. IX. Beek, tl. 6ji IjIunut II. iterf,
W. 635 630,
1
-ocr page 177-
XXXVIILBoek. HISTORIE, le-
rnen,
omtrent deezen tyd, zo zeer te vreezen 1617,
voor opfchudding, dat men in beraad lei, om, ———
of eenige wagten aan te neemen, of eenige brengt
vendels te verzoeken, die belooven zouden, ^eerder
de Wethouderfchap en de openbaare Plaatfen ^"e""*
te zullen befcherrnen. Hangende deeze raad- Briele.
pleeging (ar), of, gelyk anderen vernaaien (y),
en gelyk ook waarfchynlyker is, na dat de Ge-
kommitteerde Raaden Ruikhaver en Meer-
man de bezetting reeds hadden doen zwee-
ren, dat zy den Staaten van Holland, en, in
derzelver afzyn, den Gekommitteerden Raa-
den en den Wethouderen der Stad getrouw
zyn, en de Kerken en openbaare Plaatfen tegen
allen overlast befcherrnen zouden (z); vertrok
de Prins, van zynen Broeder Fredrik Henrik
verzeld, fchielyk, by nagt, op den negenen-
twintigften van Herfstmaand, naar den Briele
(ä). In de Stad zynde, deedt hy daar binnen
komen twee vendelen voetvolks, een van wel-
ken den Wethouderen zeer onaangenaam was.
Men hadt verwyling verzogt van deeze ver-
meerdering van bezetting, of, ten minfte, dat
de twee vendelen ook belooven mogten, dat
zy de Magiftraat zouden befcherrnen. Doch
de Prins vondt geen van beide geraaden. Voor
reden van dit bezetten van den Briele gaf hy,
federt „ dat hy, verftaan hebbende, hoe men
„ van zins was, Waardgelders aan te neemen,
n 't welk hy onbehoorlyk hieldt, zulks, op
„ dee-
(■*") n rotiijs Vemntw. Cap. XIX. li. »46.
( y) 7-ie UiTKNBOG. hl. 811.
(ij Notul. 2ecl. 14 jf*g.1617. U. 139, 140, 236. BUANDT
II. Dctl, hl. 596.
O) UifoI.Holl. ao. Sept. 1017. hl, 200.
-ocr page 178-
ifé VADËRLANDSCHE XXXViIÏ.Boek,
1617. „ deeze wyze, hadt willen voorkomen." On-
-------der 't volk werdt verfpreid, dat Oldenbar-
Gerngten neveld de Stad aan den Spanjaard venaaden
ten na- jjacjtj en dat zv reeds zou zyn geleverd ge-
Advo- S weest, zo de Prins zulks, door zyne Wakker-
iraats en heid, niet liadt voorkomen (by. Ten zelfden ty-
des Prin- de, liep 'er een geragt, dat Viisfingen, doof
fen* befiel vän den Advokaat, aan zekeren kant,
open lag, op dat het te ligter zou können in-
genomen worden, door den Spanjaard Cc), 't
Gemeen Werdt geaasd met deeze gerügten,
die, by de verftandigftén, geenen ingang von-
den. Ondertusfchen, hadt de maar van 's Prin-
fen voörneemen om den Briel te bezetten, ee-
nige weeken te vooren, reeds gelegenheid ge-
geven , dat men hem, by den Graave van Lei-
cester, vergeleeken, en gezeid hadt, dat hy
zig meester zogt te maaken van het Land \ 't
welk hy, egtër, verklaarde, niet gedagt, maar
alle zyne daaden, integendeel, gerigt te heb-
*Commh- ben, om 't Land, naar den inhoudzyner*Last-
fién. brieven» te dienen (d). In den Briele, bleef
het, fedeff, zo onrustig, da't de meerderheid
der Staaten, in Louwmaand des volgenden
jaars, befloot, den Hoofden der bezettinge aan
te fchryven, dat zy 't gezag der Wethouderen
hadden te handhaaven, en 'tinneemen van Ker-
ken of andere openbaare Plaatfente beletten (é).
XIX. De aïgemeene Staaten handelden, midler-
Birgcn
wy*' *n hunne Vergadering, over 't houden de»
Na-
(i-) Grotius Vwantw. Cap. XIX Ju tefi, Brandt II. tMli
tl.
630.,
(c).Uytenbog. Memor. h Urandt II. Deel, U. 631.
\d, Notul. Zeel. 14 Aug, 1617. il. I3J, 140. by BRANDT' IL'
Deel, bl. 595-
£*} BluiMDT II. Deel) tl, 659,-
-ocr page 179-
XXXVIII. Boek. HISTORIE. ïff
Nationaale Sinode, terwyl nien, ter StaatsVer- nJijt.
gaderïnge van Holland, bezig was, om de zaa----------
ken tot eene Provinciaale Sinode te bereiden, over 't
VierGewesten »Gelderland ,Zeeland (f), Fries- J^JJ^
land en Groningen en de Ommelanden zog- tjonaaie"
ten de Nationaale Sinode, door de algemeenè of Pro-
Staaten, te doen vastftellen, by meerderheid vmciaalö
van ftemmen: waartegen, de meeste Leden Siil0(le*
van Holland begreepen, dat hurt geehe Einö-
de kon ovefdrongen worden, tegen hunnen
dank; alzo elk Gewest, by het dertiende Ar-
tikel van de Utrechtfche Vereeniging van den
jaäre 1579 , de bcfchikkiiig der zaaken van
den Godsdienst aan zig zelf behouden hadt.
Utrecht en de meerderheid van Overysfel
waren 't eens met Holland. Maar alle de
Leden van Gelderland waren niet Volkomen
in een gevoelen met de drie overige Gewesten.
Men hadt, in dit Gewest, alleen by meerderheid
van ftemmen, tot de Nationaale Sinode befloo-
ten. Doch alzo de meeste Gewesten voor dei
Sinode ftemdën, voer men, ter algemeenè
Sraatsvergaderinge, voort, met. het maaken
van voorbereidfels, tot het houden der zelve.
Ernftig, nogtans, werdt hiertegen geprotes~
teerd,
van wege de Staaten van Holland, U-
trecht en Overysfel. Maar tegen dit Protest,
deeden Dordrecht, Amfterdam^ Enkhuizen*
Edara en Purmerende een ander aantekenen $
ter algemeenè Sraatsvergaderinge. Van den
anderen kant, verklaarden aldaar Christoffel
Biesman, Burgemeester van Nieuwmegen, en
Henrik van Br tenen, wegens 't Kwartier der Ve-
hiwe j
Cf) fnlli-. voor en Rapp, van de Gedep. ter Genfft Irt ds W
(tul. £etl. van i6\y. lil. 192, S13.
X. Deel.                    jft
-ocr page 180-
r?8 VADERLANDSCHE XXXVIII.Bobk;
luwe, afgezonden ter algemeene Staatsverga-
deringe, dat zy geenen last hadden, om de Si-
node, inweêrwüvan Holland, door te dry-
ven. Welke wederzydfche verklaaringen van
byzondere Leden van een Gewest, in de Ver-
gadering der algemeene Staaten, aanliepen te-
gen den gewoonen vorm der Ilegeeringe, vol-
gens welken, elk Gewest hier maar ééne ftem
heeft. Doch alles werdt thans verwardelyk
behandeld. Op den elfden van Slagtmaand ^
werdt het ontwerp op het houden eener Na-
tionaale Sinode, by de meerderheid, ter
algemeene Staatsvergaderinge, vastgefteld.
Daarna werdt Dordrecht benoemd tot da
Plaats, alwaar men de Sinode houden zou. Ver-
volgens, werden de brieven ontworpen, by
welken, men eenige uitheemfche Mogendhe»:
den nodigde, om de Sinode, door Gemagtig-
den van haare Kerken, te laaten bywoonen:
ook de brieven van uitfchryving aan de by-
zondere Gewesten. Doch onder 't naleezen
deezer brieven,vertrokken de Afgevaardigden
van Holland, op één na Ca); die van Utrecht en
Overysfel, en de twee Afgevaardigden van Gel-
derland , uit de Vergadering. Van wege Hol-
land en de twee andere Gewesten, werdt, des
anderendaags, aangetekend „ dat men 't ge«
„ handelde van 's daags te vooren, over ker-
,, kelyke zaaken, voor nietig en van onwaarde
„ hieldt." De twee Gelderfche Afgevaardig-
den betuigden ook, te blyven by hunne voori-
ge meening (g). Maar uit Overysfel waren, al
in
[g") RaodaRT. r.temor. IX. Hoek, il. 40 enz uytenbogaert,
ti. «Ö5 enz. Brandt II Deel, hl. 6yi-6%i.
(a) Gerrit Jakob IVitfen, die, Wegens Amfterdam.«
in de Gecommitteerde Raadeu zat.
t6i7.
Dor-
drecht
wordt
benoemd
tot de
Plaats
van
het hou.
den ee-
ner Na-
tionaale
Sinode.
-ocr page 181-
XXXVIII. Boek. HISTORIE. 179
in Wynmaand, Gemagtigden van Deventer en 1517;
van de kleine Steedjes Hasfelt en Vollenhove,-----—
die geene ftem hebben op den Landdag, ver-
fcheenen in de algemeene Staatsvergadering,
zig verklaarende voor het houden eener Na-
tionaale Sinode, tegen 't gevoelen der mees-
te Leden van hun Landfchap (Ji~). Al het welke
zulk eene verwarde gedaante gaf aan den te-
genwoordigen toeftand der Regeeringe, dat
men 'er niet dan fcheuring onder de Gewesten
en onder de byzondere Leden van elk Gewest
uit fcheen te können verwagten. De fchran- Verwag«
derfte Remonftranten voorfpelden ook, federt ttog de*
eenigen tyd, dat men de Sinode zou willen jLet°„"
houden, al was 't met verandering der gant- van de
fche tegenwoordige Regeeringe,waaruit zyde Sinode.
verdrukking hunner partye te gemoet zagen.
Uitenbogaard in 't byzonder hadt,hierom, de
zynen gezogt te beweegen, om de Sinode in
te wiliigen, zo als zy van de Contraremonftran-
ten begeerd werdt. Zelfs hadt hy gepoogd dit Aanmer-
den Advokaat te beduiden, met aanwyzing, ke|yke
dat men, de Sinode eenvoudiglyk inwilligen- JJjgfchen
de, geene verandering van Regeering te wag- den Ad-
ten hadt, en meer hoop hieldt, om de zaak der vokaaten
Remonftranten eensherfteld te zien, al was zy uitsnbo*
fchoon in de Sinode veroordeeld; Doch de 8aar '
meeste Remonftranten begreepen, dat zy niets
moeften helpen bevorderen, welk, huns oor-
deels, tot verdrukking der waarheid zou ftrek-
ken. En Oldenbarneveld hadt den Leeraar te
gemoet gevoerd, Wilt gy V Lands geregtigheid
weg geeven; ik niet (i),
De Sinode fcheen dan,
in
(Ä) Brandt II. Deel, hl. C$.
O') Uytenbug. Leven. Cap. XtTT. tl. atfr. Dagrcg.Op JIJ*«
pril 1617.
by Brandt 11. Deel, U. 640.
M a
...
-ocr page 182-
i8o VADERLANDSCHE XXXVIII.BoÉic;
ï<5i?. in Weerwil der verfchillende Leden, te moe-
" ten doorgedreeven worden, of men moest de
eenparigheid zoeken , doof het veranderen
der Regeeringe, Het eerfte was gevaarlyk, en
zou zeer veel hebben toegebragt, om de be-
fluiten der Sinode te doen klein agten: waar-
om men tot het laatfte beflooten heeft,
XX. Doch eer 't hiertoe kwame* Werden, van
geUchè wec*erzyde, verfcheiden' andere middelen ge-
Gezant bruikt, om de Leden der algemeene Staaten
Sudiei en die van Holland in 't byzonder, te brengen
Karieton tot eenpaarigheid. Van den kant der vier Ge-
Rpfde6tot westen »zogt men de Nationaale Sinode te vor-
aaiiraa- deren, door tusfchenkomst van den raad d es Ko-
ning der ningsvan Groot-Brkanje, wiens Gezant,Dud-
Sinode. ld Karleton, op den zesden van Wynmaand,
ter algemeene Staatsvergaderinge, eene Rede
gevoerd hadt, waarin hy „ den oorfprong der
j, Remonftrantfche gevoelens niet hooger
„ bragt, dan tot den tyd van Arminius, de Con-
w traremonftranten verklaarende voor aan-
„ hangers der zuivere oude Leere, die, door
„ Refolutien, by meerderheid van ftemmen
„ genomen, gekweld, verdrukt en tot afzon-
„ dering, welke men met den haatelyken naam
^ van fcheuring en oproer benoemde, gedron-
# gen werden." Voofts merkte hy % de U-
,•, trechtfche Vereeniging aan, als gegrond op
„ den Godsdienst: het punt, waarby elk ge-
„ west het regt gelaaten werdt, om over den
w Godsdienst te befchikken, zag,meende hy,
„ alleen op de handhaaving der zuivere Lee-
„ re, niet op het invoeren van nieuwigheden."
En naardemaal de gefchillen in verfcheiden
Gewesten waren doorgedrongen, befloot hy,
„dat
-ocr page 183-
KXXVIII.BoEK. HISTORIE. 181
datzy, niet door eene Provinciaale; maar 1617.
n door eene Nationaale Sinode, moeften weg- ———-
„ genomen worden. Hethoudea van welk eene
w Sinode hy den Staaten, uit den naam zyns
„ Meesters," want zelf was hy, meent men,
nader in 't gevoelen der Remonflranten, dan
in dat van hunne partyen Qk) „ ernftelyk,aan-
„ prees (/),'' De Staaten van Holland, of de Ant-
meeste Leden derzelven, zig voelende geraakt woord
door deezeRede, verdedigden hunne Refolu- ,|* """
tien, vrymoediglyk, den Gezant voorhouden- Hoiir.nd
de „ dat de oorlog tegen Spanje, de oorzaak opdesol*
5, der Utrechtfche Vereeniging, niet om den v^
,, Godsdienst begonnen was, maarom'tfchen'
?, den der vryheden, handvesten en voorreg-
„ ten, van welken geen der minften was het
„ regt van elk Gewest, om orde te ftellen op
5j de Kerkelyke zaaken: onder welk regt zy
n begreepen de magt om onwettige kerkely-
„ ke beftraffingen te beletten; om Kerkendie-
,, naars te ftellen en af te zetten; om zig te*
w gen inr en uitheemsch geweld te verzeke-
„ ren, en om te verhinderen, dat de Geregts-
„ hoven provifiw verleenden tegen de Refo»
n lutien der Staaten; het naarkomen van wel-
„ ke Refolutien zy, overeenkomftig met dea
w raad, hun, door zyne Majeftdt van Groot-
w Britanje, voorheen gegeven, nog hielden
„ voor het beste middel, om de Kerkelyke
„ eendragt te verkrygen. De Nationaale Si-
„ node was, hiertoe, huns oordeels, geheel
,j ondienftig, zo wel als de beflisfing der ge^
„ fchil-
f*) T. B.IRCH NegotiRJt. fropi 159? (o tdlT, p. 205.
( l) Zk UaudaRT Meoior. lX./Joek,bl.6o. Uvtemu'Hüek r.
II. Rm.'                                                                                                 •'
M3
-ocr page 184-
i8a VADERLANDSGHE XXXVIII.Boe^
1617. j, fchillen. Ook begreepen zy nog, dat deezq
------- „ Sinode hun, door de andere Gewesten, niet
„ mögt overdrongen worden (m)"
Weeg- Doch , behalven in dit antwoord, werd?
fchaai Karletons Redevoering wederlegd , in een
ietons &0BkJe» zonder naam des Schryvers, in Slagt-
Rede- maand, in 't licht gegeven, onder den titel
voering van Weegfchaal. De Gezant hieldt 'er zig
kom: in't zeer over gebelgd. De Koning zelf fchreef
"c. 'er over, aan de algemeene Staaten; die,
eindelyk, fchoon zonder bewilliging van Hol-
land, Utrecht en Overysfel, de Weegfchaal
verbooden , duizend guldens beloovende aan
hem, die den Schryver, en zeshonderd gul-
dens aan hem, die den Drukker wist aan te
wyzen. Doch 't Plakaat, waarby dit ver-
bod gefchiedde, werdt, in verfcheiden' Ste-
den, niet afgekondigd. Eenigen deeden, fe-
dert, fcherp onderzoek naar den Schryver,
zonder hem te ontdekken (n). De Sekre-
taris der Staaten van Utrecht, Gillis van Le-
denberg, werdt verdagt gehouden, dat hy de
hand gehad hadt, in dit werkje (<>)• Doch,
naderhand, is gebleeken, dat Jakobus Tau-
rinus^
Remonftrantsch Predikant te Utrecht,
de Weegfchaal gefchreeven hadt (ƒ>).
XXI. ,De Heer van Maurier, Gezant van Frank-
Rede- ryk, deedt, op den derden van Slagtmaand,
voerm- eene Recje 9 jn (je Vergadering der algemeene
denFrati- Staaten, die, zonder dat 'er in gerept werdt
fchen van eene Sinode, onder anderen ftrekte,oni
Gezant.
                                                                 de
f »Q 7Je dit Antwoord by Uttf.nbug. il. 832-859.
C »3 Uytenboc. bl. «5Q enz.
Co) interrog. van Suylefteyn. Art- LXXXI1I. Interrog. vaa
J,cdenb. van 10 Sept. ifii8. Art. I. II. MSS.
C/O ÜÏTSM80O. Leven Cap.Xlll. M.263.C«p.XJV.W.a«8»
-ocr page 185-
XXXVIII.Boek. HISTORIE. 183
de Leden te vermaanen tot eendragt, en dus tgtj.
beiden den partyen even zeer betrof, hoewel
Zy egter meest ten voordeele der Remon- Manrier
ftrantschgezinden geduid werdt (g). Wat laa- 'ot een*
ter, deedt hy diergelyke Redevoering, in de fy^en*
Vergadering der Staaten van Holland, dienen- de.
de om de Leden van dit Gewest te vermaanen
tot het verfchuiven van de beflisfing derzwee-
vende gefchillen, tot dat men 'er, met meer
bedaardheid, over zou können oordeelen: 't
welk alles was, wat, van den kant der meeste
Leden, begeerd werdt (r). Doch Frankryks
raad vond thans, by de meeste Gewesten, by
cenige Steden van Holland, en byPrinfeMau-
xits , veel minder ingang, dan ten tyde van
Henrik den IV. De Koning was jong, en zy-
ne Staatsdienaars zogten hunne eigen' groot-
heid meer, dan de eer des Koningkryks (*). Ook
hadt men, hier, de vriendfchap van Frankryk
thans zo noodig niet, als geduurende den oor-
log. Des nagts na den zesentwintigften van De Prins
Slagtmaand, vertrok Prins Maurits, in ftilte, bezoekt
uit den Haage, om eenige Hollandfche Ste- eenigd
den, in perfoon, te beweegen, tot bewilliging ^en m
in de Nationaale Sinode. Van 't aanftaande
vertrek zyner Doorlugtigheid hadt men berigt
gekreegen, te Leiden: doch niet van 't oog-
merk zyner reize. Men was, hierom, bekom- Bekom-
merd, dat hy de Waardgelders mögt komen mering te
afdanken, en, gelyk onlangs in den Briele ge- Leiden«
fchied was, ander Krygsvolk in de Stad bren-
gen;
f«) Zie Brandt, If. Dal, tl 643.
CO Zfc Ucl'ol. HolL 15 Dcc. 1617. W. 043. Bra^bt ILOtei,
U.
f>73-
Ci } Aübery
Memor. p. 319, 370, 372.
M 4
-ocr page 186-
i«4 VADERLANDSCHE XXXVIII.Boek,
1617. gen ; waaruit verandering in de Regeering
         gefpeld werdt. Men vondt, hierom, in 't by-
zyn van Hogerbeets, die egter toen nog geen'
eed aan de Stad gedaan hadt, geraaden, de
Schuttery, zonder tromflag, in de wapenen te
brengen, de klok, tegen den morgenltond, op
te houden, en de poorten niet vroeg te ope-
nen: ook, zo haast 'er nadere tyding komen
zou van de aankomst zyner Doorlugtigheid,
hem, door gemagtigden, te verzoeken, dathy
Leiden, voor deeze reize, niet geliefde te ver-
eeren met zyne komst. Eindelyk, beflootmen,
de nahuurige Steden, Haarlem, Gouda en
Woerden, kennis te geeven van 's Prinfen rei-
ze, op dat zy,insgelyks, op haare hoede mog-
ten zyn. Doch deeze voorzorg was vrugteloos.
De Prins vertrok op Delft, en voorts op Schie-
dam, Rotterdam, Dordrecht en Gorinchem.
In alle deeze Steden, vermaande hy de Vroed-
ichappen , tot bewilliging in de Nationaale
Sinode. Ook verdedigde hy 't gedrag der Ge-
regtshoven, in 't verleenen van provifien, te-
gen deRefolutien der Staaten. Voorts, drong
hy op 't afdanken der Waardgelders, die, in
's Prinfen eenige Steden, waren aangenomen (V). Zaaken
ttrief allen, die zyne Doorlugtigheid hadt doen aan-
StéV'n roeren
»in eenen Brief, op den zelfden zesen-
? ' twintigften vanSlagtmaand, aan de Steden van
Holland afgezonden: in welken brief, hy ook
klaagde „ dat men, hier en daar, tot verklei-
„ nirig van 't gezag, welk hy, altoos, over 't
„ Krygsvolk gehad hadt, en hebben moest, den
» Dw
' (f) BAimART. Memor, IX./)«*, II. </?. Uranut II. Diett
tl, 466,16?. -••■-•--            • ■ •■ -<• ' •• *
-ocr page 187-
^XXVIII-BoEK. HISTORIE. 185
n bezettingen nieuwe beloften afgevergdhadc; 16 ip.
w 't welk hy meende niet verdiend te heb---------
n ben, fchoon hy, desonaangezien, befioo-
„ ten hadt, in zyne trouwe jegens de Lan-
den, te volharden (#),"
De Prins hadt deeze reis en 't afvaardigen verfehlt
des gemelden briefs noodig geoordeeld, tegen onder de
den tyd der gewoonlyke Dagvaart van Hol ,Sieï1el"'
land, die nu aanftaande was, en, op welke, p^[en8
't punt van de Sinode en anderen meer fton- Va« be-
den gebragt te worden. Midlerwyl, hadden de fchryvin-
Afgevaardigden yan Amfterdam, Enkhuizen, ëe*
Edam en Purmerende den Qekpmmitteerden
Raaden, bezig met het ontwerpen der punten
van befchryvinge , verzogt, in dezelven te
doen ftellen eenige punten, 't verfchil tusfehen
fommige Steden en de Geregtshoven, 't ftuk
der Waardgelders, en 't {lellen van eenige orr
de, by voorraad, op de oefening van den Her-
vormden Godsdienst, op verfcheiden' Plaatfen,
betreffende Doch de Afgevaardigden der Ste-
den Haarlem, Leiden, Gouda, Rotterdam,
Schoonhoven , Briele , Alkmaar en Hoorn,
kennis van di(? verzoek bekomen hebbende,
begeerden, dat men deeze punten, als, naars
oordeels, ftrydig met 's Lands vryheden en
met het gezag der Staaten, uit de befchryving
laaten zou. Dordrecht verftondt, daarentegen,
&v men den vier Steden te wille moest zyn. De
Gekommitteerde Raaden, federt, vernomen
hebbende, dat de Prins de punten, door de vier
Steden voorgeflaagen , ook goedgekeurd en
yerfcheiden' Steden aangepreezen hadt; zqnd't
£«) Zit den Brief ly I!randt II. D:el, hl. C68.
M s
-ocr page 188-
185 VADERLANDS CHE XXXVIILBoex.
1617. ze den Leden der Vergaderinge toe, neveasde
--------aanmerkingen, welken'er, door de agt Steden,
tegen gemaakt waren (v). De Staaten verga-
derden, hierop, den agtften van Wintermaand.
De Ad- De Advokaat Oldenbarneveld, federt eenige
vokaat weeken, in den Haage te rug gekeerd, verzogt,
vereeèff opdeezeDagvaart, gelykhy, tevooren, meer-
van zyna maaien gedaan hadt, ontflaagen te worden van
ampten zyne ampten, zig beroepende op zyne hooge
ontflaa- jaaren en zwakheid;, doch men oordeelde, in
wordeu. ^ §enieen' zYnen dienst niet te können mis-
fen (V). Hy liet zig dan beweegen, om in
denzelven te volharden.
XXII. De vyf Steden, Dordrecht, Amfterdam, Enk-
Voorikg huizen, Edam en Purmerende, ziende de ove-
Sted-nfe ^eden gezind tot het byeenroepen eener
op 't (luk Pf ovinciaale Sinode , floegen voor „ dat de
<!er Sino- » Staaten dezelve zouden können befcbryven,
»
         „ mids zy, te gelyk, bewilligden, in het hou-
n den der Nationaale Sinode, na dat de Pro-
n vinciaale zou geëindigd zyn; van welke Na-
„ tionaale Sinode het ontwerp eerst zou her-
„ zien worden, in de Vergadering van Hol-
n land; en, daarna, in de Vergadering der
yy algemeene Staaten, worden vastgefteld." Dus
meenden ze den meesten Leden wat nader ge-
komen te zyn; doch deezen deeden, federt,
Andere eenen anderen voorflag. Zy begeerden „ dat
voorflag. „ men eene Provinciaale Sinode byeenriep,
„ niet om de gefchillen aldaar te beflisfen ;.
„ maar om eenen voet te beraamen, op wel-
„ ken men eikanderen zou können verdraa-
n gen,
Cvv Relbl. Holl. -jt Nov. 1617. il. 233. Trioiand. kl.'ßl-
Brandt II. Uetl, hl. 671.
{Wj
RcfoUioU. liüec. 161/.J/.245. Brandt II.Deel,U.C$$,
-ocr page 189-
XXXVÏII.BoEK. HISTORIE. 187
2, gen, overeenkomftig met de genomen' be- n5i7.
?, fluiten." Maar men kon eikanderen niet o-
         -
vernaaien. De Steden, die voor de Nationaa-
le Sinode yverden, werden, eerlang, geftyfd
door de ftem van Schiedam, welk haare zyde
koos (#). Verfcheiden' andere Steden wankel-
den van gelyken. Doch die van Haarlem Ie- Merfc-
verden, in Louwmaand des jaars 1618, eene ^"dige
Verklaaring in, behelzende „ dat zy, in den fntgy^
w aanvang en in 't heetst van den oorlog te- Haarlem.
5, gen Spanje, de eerften geweestzynde, die't 1618.
j, Spaansch geweld, lang en kloekmoedig,-------
?j hadden wederftaan, om, ware 't mogelyk,
„ 's Lands vryheden te befchermen; nu, met
p droefheid, befpeurden, dat de ftaatswyze
?) Refolutien, eenigen tyd herwaards, wettig-
j? lyk» genomen, ten onregte, doorgeftiee-
5, ken en vrugteloos gemaakt waren, tot ver-
„ kleining van 't gezag der Staaten, en van de
„ voorregten en vryheden des Lands. Dat men
„ dit zelfde gezag, in openbaaren druk, te
keer ging. Dat de Geregtshoven provifien
„ verleenden, tegen de Refolutien der Staa-
?, ten, en tegen de Privilegien, geregtigheden
5, en gebruiken der Steden. Dat men de Wet-
„ houders, op verfcheiden' Plaatfen, gedreigd,
v op fommigen, openlyk, aangetast hadt. Dat
5, de verkiezing der zelven, op fommige Plaat-
;, fen, niet vry geweest; maar, door oproer,
„ afgedrongen geworden was. Dat de Kerken-
j, dienaars en goede Gemeente, zig houden-
,, de aan den Hervormden Godsdienst, doch
v alleen in 't ftuk der Predestinatie verfchil-
„len-
OOTucland.iL ijC)3,1042 tas. UïTenbog. &fl8è,88 i, 3£2.
-ocr page 190-
i88 VADERLANDSCHE XXXVIII.Boek,
ï<5i 8. h ^en^e» door anderen, uit de Kerken gejaagd „
4r-------„ openlyk gehoond, mishandeld en beroofd
„ wedden. Dat eenigeKerkendienaarszig zelfs
„ afzonderden van hunne medebroeders, die
„ 't, in dit ftuk, met hen eens; doch naar de
„ Kerkenordening van den jaare 1591 beroe-
„ pen waren, of te werk gingen. Dat men, in
„ gedrukte fchriften, andere verfchillende ge-
„ zindheden gedreigd hadt, met verjaagingo
„ uit den Lande, Dat 'er, tegen dit alles, tot;
,j hiertoe, geene behoorlyke orde gefteld, of
w uitgevoerd wus ; maar dat, in tegendeel,
„ fommige ongeruste Perfoonen, door de Wet-
„ houders der Steden, zynde uitgezet, by an-
w deren, gehandhaafd werden, Dat eenige Ste-
„ den, verre van den vyand gelegen, bezwaard.
?, bleewen met bezettingen , zonder dat men,
„ wist, of, by dezelven , niet ietzou onderno-
j, men worden, tegen de Wethouders, ofte-
„ gen de rust der Steden, onder dekfel var;
j, Godsdienst, in plaats van dat zy de Wet-
,j houders zouden behooren te befchermen;.
„ al het welke die van Haarlem bewoogen.
w hadt, om, voor het bewilligen in de ge-
„ woone oorlogslasten, waartoe de tegen-
„ woordige Dagvaart, onder anderen, aan,-
n Se^eê^ wa-s' te verklaaren:
\. Dat zy bereid waren, het regt en 't ge-
„ zag der Staaten va.n Holland en Westfries-
„ land, des Stadhouders en derQekommitteer-
„ de Raaden, in zaaken van Staat, Oorlog, Re-
„ geeringe en Geldmiddelen, met het gene 'er
„ aan vast was, ook het gezag der Geregtsho-
„ ven, in 't gewoon beleid van 't Regt, en,
r der Officieren en Wethouderen,, in de Ste-s
-ocr page 191-
&XXV1II.BÖEK. U I S ? O R I E. 189
jj den en ten platten lande, in al wat hun
% Ampt betrof, te helpen handhaaven, naar-
,, komende en doende naarkomen de Refo-
n lutien, die, by de Staaten* eenpäariglyk,
„ of, buiten zaaken van belasting, aannee-
,, ming van oorloge en Regeeringe, bymeer-
n derheid van ftemmen, genomen waren.
„ 2. Dat zy de Uniën, verbindtenisfen en
jj verdragen, voor deezen, tusfchen de Le«
yj den van Holland en Westfriesland, onder-
j, ling, en met andere hunne Bondgenooten,
j, gemaakt, wilden naarkomen, en eikanderen
j, byftaan, met goed en bloed, tegen de Spaan-
7, fche tiranny, en allerlei uit- en inheemsch
7, geweld, en verkragting der regten en vry-
j, heden van 't Land en de Steden.
„ 3. Dat zy, ten dien einde, de Regeerders
?) der groote en kleine Steden wilden handhaa-
j, ven, by derzelvér wettig gezag; befchermen
j, tegen daadelykheid, en niét gedoogen, dat
5j iemant tot de Regeering der Steden verde
n gevorderd, anders dan door vrye en wettige
?) verkiezing: te gelyk doende herftellen,'t ge-
n ne, hiermede ftrydig, ondernomen was.
„ 4. Dat Zy den Evangelifcheh Hervormden
f, Godsdienst wilden blyven verdedigen, zon-
x) der egter toe te laaten, dat op iemants ge-
n loof onderzoek werdt gedaan, noch dat de
,, andere Gewesten, buiten bewilliging van die
ü van Holland,
hierop, eenige ichikking be-
y, raamden. Voorts wilden zy de zweevendé
0 gefchillen, met gevoeglyke middelen zoeker»
j, neder te leggen -, terwyl zy nogtans verfton-
$, den, dat de Kerken in t bezit van wette-
B lyk beroepen" Dienaaren en vaa derzelver
„Ge-
-ocr page 192-
i£oVADERLANDSCHE XXXVÏÏI.Eojsk,
j€x'3. „ Gemeenten bleeven, en dat alles wat daar
-------„ tegen , geweldiglyk , ondernomen was ,<
„ herfteld werdt.
w 5. Dat zy de Geregtshoven wilden er-
w kennen , en verdedigen , naar derzelver
y, Lastbrieven en Berigtfchriftem , mids zy
0 geene proviflen verleenden, tegen de Re-
n folutien der Staaten, of tegen de vryheden
„ en geregtigheden der Steden, vooral niet
„ tegen het oud gebruik, volgens welk de
n Steden, in Crimineek zaaken, buiten ge-
n woonlyk Regtsgediug, afgedaan, den Ho-
n ven niet onderworpen warem
„ 6. Dat 's Lands middelen gebruikt zouden
w worden, niet flegts tot afweering van uit-
n heemsch geweld, maar ook tot verdediging
n van alle goede ingezetenen
, tegen allerlei over-
,, last aan ly f en goed, die hun, zelfs onder dek-
„ fel van Godsdienst, mögt worden aangedaan.
„ 7. Dat het Krygsvolk, bezetting houdende
■>•) in Holland, of ook in andere Gewesten, doch
^ door Holland betaald wordende, des ver-
„ maand zynde, verpligt zou wezen, boven
„ den algemeenen, volgens het zevende punt
n der Unie, te doen eenen byzonderen eed aan
„ de Steden en Gewesten, daar zy lagen, en
n derzelver Regenten en ingezetenen te be-
„ fchermen en by te ftaan.
„ 8. Dat zy zig, uit kragte der voorheen ge-
n maakte Unien en Verbonden
, verpligt reken-
„ den, om elk, wien, om de gemelde oorzaaken,
„ eenig letfel aangedaan ofgedreigd werdt, te
,, befchermen, met ly f en goed, en 't gene, hiexme-
„ de ftrydig, gefchieden mögt, fpoedig te hel-
ppen herftellen. Ten befluite, verzogten ze,
„ dat
-ocr page 193-
XXXVIÏLBoek. HISTORIE. ïpx
„ dat elk Lid, voor 't bewilligen in dekrygs- i6i9.
'„ lasten, zig, op de voorgemelde punten, ron----------
jj delyk , geliefde te verklaaren , op dat de
„ bewilliging eenpaariger mögt können ge-
„ fchieden (y~)"
De zeven Steden, Leiden, Gouda» Rot- Verfchei-
terdam, Schoonhoven, Briele, Alkmaar en den' Ste-
Hoorn, voegden zig met die van Haarlem, <*en
in het doen der gemelde verklaaring. Ver- äemeTm
fcheiden' andere Leden betuigden, niets te kiaaring
gen dezelve te hebben, mids men, op de be- van
geerde herftelling, niet verder dronge, dan Haarl«*
dezelve gevoeglyk zou können gefchieden. De toe*
Steden zelven, die, in 't Kerkelyke, verfchil-
den van de meerderheid, verklaarden, dat zy
de Wethouders wilden handhaaven; 't welk
het voornaamfte was, welk de anderen be-
doeld hadden: waarop, na 't wegneemen van
eenige andere zwaarigheden, de Steden allen
in de gemeene lasten bewilligden (2).
Doch eer dit nog gelukte, hadden Johan De Gé-
Skytten, Gezant des Konings van Zweeden, zanten
voor de eerfte, en de Franfche Gezant Mau- p^Dkn k
rier, voor de tweede reize, ter Vergadering enZwee-
van Holland verfcheenen zynde, de Leden, den vet-
ernftelyk, vermaand, tot eendragt. Maurier ninanea
ftondt hierop, in 't byzonder, ftil „ dat de ^^
y,
Kerkelyke gefchillen behoorden bygelegd t0t een.
., te worden, door zagte middelen, in eene dragj.
„ Provinciaale Sinode (a)" Doch alzo de Ko-
nin-
(j) Zie deeze Verklniirinï iy GnoTii's Verantw. Cap. XIX.
U.
136. Verg. Refol. Holl. 27 Jan. 1618. U. art.
'z) Grotiijs Verantw. Cap. XIX, l/l. 243. IIrandt II. Deel,
U.
721.
O ; Zie ISrandt 11. Detl, II. 733, 742. en Uefoh Holl. 32
èUart lóiü. tl. 57.
-ocr page 194-
io* VADERLANDSCHE XXXVIIJ.BöM:
161S. ringen van Frankryk en Zvveeden beide, inj
------- oeezen tyd, onderfteuning begeerden van deri
VereenigdenStaat, die, zouden zy ze verkry-
gen , eenpaariglyk , zou moeten ingewilligd
worden, is . 't ligtelyk te begrypen, waarom
zy zo zeer op de eendragt der Gewesten eri
Steden drongen.
Óordee- Maar fchoon de Leden der Dagvaart van
Ik vV-er bolland zn^et ^erlc gekant hadden tegen de
kiaariraj Verklaaring van Haarlem, opdat de bewilli-
Van ging in de gemeene lasten, te ligter, doorgaan
Haarlem, mögt, werdt dezelve, buiten de Vergadering,
van allen, die der Contraremonftrantfche zy-
de waren toegedaan, fcherp overgehaald; ge-
lyk de goedgunners der Remonftranten, daar-
entegen, deezeVerklaaring, die, eerlang, in
't licht kwam * hooglyk preezen. Men geloof-
de , in 't gemeen, dat zy opgefteld was, door
Joan de Haan, Rombout Hogerbeets en Hugo
de Groot, Penfionarisfen van Haarlem, Lek
den en Rotterdam (£); en * uit den ftyl der-
zelve j Vermoed ik, dat de laatfte daarin de
voornaamfte hand gehad heeft. Ook ontkent
hy dit niet, in zyne Verantwoording. Alleen-
lyk geeft hy te verftaan, dat de andere Afge-
vaardigden der agt Steden , midsgaders de Ad-
vokaat Oldenbarneveld hunne aanmerkingen
over de Verklaaring hadden gemaakt, eer zy
werdt ingeleverd (V). Mendeedtze, egter, op
den naam van Haarlem, waarfchynlyk, omdat
deeze Stad, na Dordrecht, de eerfte ftemmen
moest. Voorts, werdt de Verklaaring, terftond,
in het Fransen, overgezet, vermoedelyk door
UU
QS) Crotïus Veranhv. Cdfl* XiX. lil. 235.
(«j Gdonus Vcraiuw. Cay. XiX. bt. 235^
-ocr page 195-
ixxviïi.öoek. H ï s f o it i fe. t$§
Uitenbogaard (d~), en, heimelyk, naar Frank- iSi*.
ryk en elders buitens Lands, verzonden. Ten ——
minile, werdt dit laatfte, uit den Haage, naar
Urrecht, gefchreeven (V), fchoon de Gfoot^
daarna, betuigd heeft, hiervan, geene kennis
gehad te hebben (ƒ). Doch in de Verklaaring, Agrer-
die, terftond, in elks handen kwam, vonden ^0
veelen bedenkelyk „ dat men voorhadt, 's ™?'^
j, Lands middelen te befteeden, tot het hand- andera
haaven der tegenwoordige Regeeringe, wel- Steden
„ ke men, niet zonder vrye en wettelyke vér- verwekt.
„ kiezing, wilde veranderd hebben; dat men
„ erkende, geen vertrouwen te ftellen op de
„ bezettingen, en fommige Steden aanmerk-
j, te als daarmede bezwaard; en dat men de
„ andere Gewesten geen gezag altoos, in 't Ker-
„ kelyke, over Holland, wilde laaten oefenen."
By al het welke nog kwam, dat men 't gene in
de Verklaaring gezeid werdt van Vitien en Ver*
bindtenisfen
, onder anderen, toepaste, op zeke-
re heimelyke Verbonden, onlangs, tusfchen
de agt Steden onderling, en met een of twee
Gewesten, geflooten, t welk men hieldt te
ftrekken, tot fcheuring in den Staat. Maar
fchooh'r. my,uit vèrgelyking van verfcheiden'
fchriften en ftukken , niet onwaarfchynlylc
voorgekomen is, dat men, ten deezen tyde, o-
ver zulke verbonden, in heimelyke onderhan-
deling, geweest is, en, veelligt, reeds eenig
onderwerp daarvan op 't papier gebragt hadt(g)$
heb
; Cd") Zit z>"n Leven en Verantw. Cap. XIII. il. aßet.
( e) Brief" der Ocdep. van Utrecht ter Gener. van II Fehr,
ï6t8. aangch. in de Intenogat. van J. van Renesfe van Suyle-
fleyn. Art. LÜCVIjJ. LXIX. M. S.
-
CO Grotiüs Verahtw. Cap. XIX. Til. 245-
Cg~) Brief, beven gemeld, in de genoemde Interfogat. ArKUQti
8.XXI. Zie ook Uïtenbog. Leven Cap. XIII. l/l. aöo.
X. Deel.                      N
-ocr page 196-
m VADERLANDSCHE XXXVIIIBoek.
Ht%. heb ik egter niet können ontdekken, dat men,
-■' immer, tot het fluiten derzelven, gekomen is,
ten ware men aan de Verklaaring van Haarlem
zelve, die, door de zeven Steden, aangeno-
men was, den naam van afzonderlyk verbond
geeven wilde: in welk geval, men, door de
verbonden, in deez« Verklaaring gemeld, de
oude verbonden, en, byzonderlyk, de Utrecht-
fche Vereeniging zou moeten verftaan. Doch
deeze en veele andere uitdrukkingen in de Ver-
klaaringe werden zo opgevat, als of de agt
Steden en anderen eenig geweldig befluit ge-
nomen hadden, ten nadeele der gemeene Ver-
eeniging, en tegen het wettig gezag zyner Door-
lugtigheid. De Volmagt, in Bloeimaand hier
aan volgende, door de agt Steden, aan haare
Gemagtigden ter Dagvaart gegeven, ftrekken-
de, om onderling en met de andere goede Ste-
den te beraamen zodaanige middelen, als men ,
tot voorkoming van gedreigde of gevreesde
daadelykheden, zou noodig of dienftig oor-
deelen, bragt ook veel toe, tot voedfel van
de agterdogt, die men reeds tegen de voor-
naamften deezer Afgevaardigden hadt opgevat.
Zy zelven waren 'er niet onkundig van, en
hadden, hierom , in 't byzonder, begeerd,
dat de Steden, by deeze Volmagt, alles wat
hun, wegens 't gene zy, uit kragte derzelve,
verrigten zouden, overkomen mögt, ten haa-
ren laste zouden neemen;gelyk gefchied was(Ä).
XXIII. Terwyl de gewoone Vergadering van Hol-
Prins
                                                                 land
(V) Zie deeze Procuratie ly Brandt Xl.Deel, Byvocff.tl.4Bai
IUuoart. Mcmor. X. /lockt bl. 7. Grotius Verautw. C^.XIX«
V. 348.
t
-ocr page 197-
XXXVIII. Boek. H I S T O R I E. i9$
land nog zat, vertrok de Prins, in Lentemaand, i<jIf<
naar Gelderland, en, in Bloeiniaand, naar O------—.
verysfel, om de Landdagen, aldaar, bytewoo- Maurit»
nen, en deeze Gewesten, tot eenpaarige bewil- ve"rekt
liging in de Nationaale Sinode, over te haaien, jJ^Jd.
Ook porde zeker verfchil met eenige Nieuw- däg,"ta
megenaars hem tot de reize naar Gelderland. Arnhem,
't Getal der Remonftranten in dit Gewest was,
federt eenige jaaren, fterk toegenomen, voor-
al in 't Kwartier van Nieuwmegen, daar zy,
door de Regeering, begunftigd werden. Ook Verand».
hebben wy gezien, dat ChristofFel Biesman, ring der
Burgemeester van Nieuwmegen, zig, inden ReSee-
Haage, tegen 't beroepen eener Nationaale Si- Nhfiw.19
node, buiten bewilliging van Holland, ver- megem"
klaard hadt. De Regeering in deeze Stad was
verdeeld. Tien Leden waren tegen, zeven voor
't houden der Nationaale Sinode. Prins Mau-
rits hadt, in Hooimaand en Slagtmaand des
voorleeden jaars, de oneenigheid, reeds, door
Gemagtigden, gezogt by te leggen; doch 'C
was niet gelukt. Eenigen uit de burgerye, die
't met de minderheid hielden, hadden zyne
Doorlugtigheid, federt, een'Lyst toegefchikt
van zulken, die zy,by de aanftaande verande-
ring der Regeeringe, in Louwmaand, gaarne
tot Burgemeesters, Raaden en Gemeentslui-
den aangefteld zagen; niet zonder, in een by-
gevoegd gefchrift, de meeste tegenwoordige
Regenten lelyk af te fchilderen, en voor Ar-
miniaanen uit te maaken. Doch deezen, hier-
van kennis bekomen hebbende, vervoegden
zig, insgelyks, by denPrinfe, hem verzoeken-
de , in 't kiezen der nieuwe Wethouderen, agt ,
te geeven op hun meeste genoegen: 't welkzy
JM a                    ver-
-ocr page 198-
■t$6 VADERLANDSCHE XXXVIÏÏ.Bóafc,
itfr». verklaarden te zyn, dat van het grootfte deel der
.-'/',- Burgerye. Doch alzo hun verzoek niet uit den
naam der gantfche Wethouderfchap gefchied-
V          de, floeg'er de Prins weinig agt op. Zy merkten
't, enbeflooten, federt, de Wet te veranderen,
op den gewopnlyken tyd, zonder den Prins te
•**         kennen. Ziehier, op welken grond. Nieuwme-
gen hadt, als eene vryeRyksftad, van oudety-
dèn äf, hetregt gehad, om zyne eigen' Wethou-
ders te ftellen; 't welk, door Gemagtigden der
Burgerye of Gilden, plag te gefchieden. Men
hadt dit regt zelfs voorbehouden, toen de Stad *
in den jaare 1248, aan Otto den II, Graave
van Gelder, verpand werdt (*'). Doch by 't0-
vergaan der Stad aan Prinfe Maurits, inden
jaare 1591, werdt deMagiftraatsbeftelling, ge-
duurendeden oorlog, verbleeven aan den Prin-
fe , als Stadhouder van Gelderland, van wege
de algemeene Staaten (£). Ook hadt hy ze, fe-
dert, gedaan; wordende hem de nieuwe Re-
genten , jaarlyks, voorgeflaagen, door de ou-
den. Maar het Beftand, dat, in veele opzigten,
naar eene volkomen' vrede geleek, als waar-
door veelen, zelfs in verbeurd verklaarde goe-
deren en voorregten, herfteld werden, hadt,
meende men, een einde van den oorlog ge-
maakt, en derhalven ook van het Verdag, we-
gens de beftellïng der Wet (t). De Prins oor-
deelde, daarentegen, dat het Beftand niet;
maar eene volkomen' Vrede alleen voor het
einde van den oorlog kon gehouden worden ;
en dat hy, hierom, het regt behieldt, welk hy, by
't
r(0 &*1fc DeelsU. 384.
.,(*) Zie VIII. Deel, hl. 3Ó0.                                                 '
'CO R«m«Dlh»niie.*r ontfl. Regtnt, «7« de Staat. Gen. <!»♦■ :
-ocr page 199-
XXXVIILBoEKr. Hl S T O R I Ë. 197
't overgaan der Stad, bedongen hadt; gelyk i<yi8,-
men 't hem, verfcheiden' jaaren na 't fluiten ——-»
van 't Beftand, onverhinderd, hadt laaten ge-
bruiken. Hy begaf zig dan, tegen den tyd der
gewoonlyke verandering, in Louwmaand dee-
zes jaars, naar Nieuwmegen, verzeld van den.
Kantzler, twee Raaden en een' Rekenmees-
ter van Gelderland, nevens den Rigter van Ve-:
luwen-Zoom. De bezetting kreeg last, omzig
gereed te houden, tot het weeren van beroer-:
te, voor welke zyne Doorlugtigheid bedugt
was; alzo de burgers, in 't vermoeden geraakt,
dat de Prins voorhadt, iet te doen tot kren-
king hunner Privilegien, Vertoogen hiertegen
gereed maakten, en tekenen lieten. Hierna be-
gaf zig de Prins naar 't Raadhuis, daar de
gantfche Wethouderfchap bedankt, doch te
gelyk verzogt werdt, in een ander vertrek, nog.
een weinig te willen toeven. Zy verdeelde zig
egter in twee byzondere Kamers; waarna de
Prins eenigén uit de genen, die, tevooren,de
minderheid gehad hadden, ontboodt, om ze,
nevens eenige nieuwen, aan te ftellen. Doch
zy weigerden, op eenen na, zig, van nieuws,
te laaten beëedigen. Op hun verzoek, werden,
daarna,.alle de ohtflaagen' Regenten ontboo-
den by den Pxinfè:. wien zy, by monde van den
Syndicus, Joan Biel, voorhielden, dat de tegen-
woordige wyze van handelen ftreedt met de
Privilegien, en dat het Verdrag van den jaare
«591, met het Beftand, geëindigd was: 't welk
zjne Doorlugtigheid ontkende. Waarna Biel,
uit den naam der ontöaagen'Regenten, pror
sjßeerde
tegen 't gene 'ergefchiedwas; zigvari
$et 'zelve' beroepende op- de algemeene Staa*
N 2
                       ten,
-ocr page 200-
ip8 VADERLANDS CHE XXXVIII. Boek,
I618. ten, uit welker naam de Prins, in 't jaar 1591,
m verdraagen was, en van welken hy, meenden
ze, nu gelast moest geweest zyn. Doch de Prins
vondt niet geraaden, hun Protest te aanvaar-
den. Onder tusfchen, traden zy zei ven toteene
nieuwe Magiftraatsbeftelling. De Prins ftelde
ook nieuwe Wethouders, onder welken, meen
ik, maar één uit de ouden was. DeGemeents-
luiden werden ook veranderd, doorzyneDoor-
lugtigheid. De Sekretarisfen, de Roêdraagers,
de Poortiers en Boden kreegen last, om geeno
andere Wethouders te erkennen, dan die, door
den Prinfe, gefteld waren (m). De anderen ver-
voegden zig, federt, aan de algemeene Staaten,
en aan de Staaten van Holland, klaagende, over
't fchenden hunner vryheden. De agt Steden be-
flooten, terftond, ten voordeele der klaagende
Regenten, te fchryven aan de Staaten van Gel-
derland. Doch Dordrecht en de vier anderen
wilden niet gedoogen, dat de Brief, op den
naam der Staaten, afgezonden werdt: waarom
hy te minder klem hadt, in Gelderland (n).
Wat den algemeenen Staaten betreft, zy hoor-
den den Prins, in hunne Vergadering, tegen
die van Nieuwmegen, en weezen deezen, daar-
op, naar de Staaten van Gelderland, diezyner
Doorlugtigheid, in Lentemaand, in perfooh
op den Landdag verfcheehen, in alles gelyk
gave», en dankten, voor 't gene hy, tot her-
fteUing der orde en rust te Nieuwmegen, -gé*-
:                    daan
fm") Brief >)»ii Geef kek väh Jen Cäßelh, Mnrtih Gregory, Hit*
tkkMan Esfee-, Gocsjfen van PHrkk.
on Jan van Goitfleyn aanland
m Hnog. Mog in data rJT "Jéutuarj i6i8. /l/i.
(*/RelW. Holl. 24 Fsbr. aï, i± Maart i6it. bU 49, 73,7j»
ft, 77. «RANDT H. ihfi, Ultjoe).
»Hai                                   t ■-
-ocr page 201-
XXXVIII. Boek. HISTORIE. 19$
daan hadt. 't Gene Biesman en van Brienen, 161%.
te vooren, in den Haage, verklaard hadden, ——
werdt hier ook veroordeeld, als ftrydende met
het befluit des Landfchaps. Voorts beflooten
de Staaten, eenpaariglyk, hunnen Gemagtig-
den in den Haage te belasten, op het houden
der Nationaale Sinode, ernftelyk, aan te drin-
gen, en, te gelyk, overeenkomftig met eenen
voorflag van zyne Doorlugtigheid, op het af-
danken der Waardgelders in Holland (p).
In Bloeimaand, vertrok de Prins naar den De Prins
Landdag in Overysfel, die toen, te Deventer, haa,t°-
gehouden werdt. Hy verzogt, hier, den Staa- over!tot
ten ,, dat zy toch in het houden der Natio- bewii».
?> naale Sinode wilden bewilligen, alzo men gi"S"ide
„ niet voorhadt, dezelve te doen ftrekken, sin0lle»
„ anders, dan tot bemiddeling der gefchillen
„ in 't Kerkelyke, zonder de Gewesten, of der-
5, zelver Leden ergens in te verkorten, of ie-
„ mant, ter zaake van den Godsdienst, te be-
„ zwaaren." Hy voegde hierby n dat men de
^ Gewesten , die nog zwaarigheid maakten,
„ met goede redenen, zou zoeken te brengen
„ tot bewilliging, en dat de befluiten der Si-
j, node niet van waarde gehouden zouden
£ worden, dan na dat ze, door de Gewesten,
9) goedgekeurd en bekragtigd waren." En on-
der deeze voorwaarden, bewilligden de Staa-
ten , eindelyk, in 't houden der Sinode (p),
hoewel Kampen, daar men ftrengst was, te-
gen
£o) 1'audart. Memor. X- linek , tl. y. Landd. Recesf. der
Staat, van Geld. van X11I. en XIV. Maart ly Brandt 11. Dei!,
il. 711, 712
f «O -
Cp) Zie Refbl. van Ridd. en Steden hy Grotibs Versnrtv..
Cup. V. il. 49.
N4
/
-ocr page 202-
2po VADERLANDSCHE XXXVIII.Boek,
1618. gen de Contraremonftranten, het befluit langst
-~— tegen hieldt. 't Befluit der Staaten werdt, eg-
ter , niet voor Oogstmaand (q), in den Haage
gebragt; wanneer dezaaken, in Utrecht,reeds
gehéellyk veranderd waren van gedaante, en,
in Holland, op 't punt ftoriden van te veran-
deren, gelykwy, welhaast, zien zullen.
XXIV. In deezeri ftaat der zaaken, waren de Re-
fchriftcn Senten van veele Steden van Holland, en die
tegen " vän de Stad Utrecht in merkelyke bekomme-
ren Ad- ring, ziende de dingen eenen gahtsch anderen
wkaat zwaai rieemen , dari zy gehoopt hadden, 't
jjjjg ., Strobijen van fchotfchriften tegen den Advo-
kaat Oldenbarneveld, nam, van tyd tot tyd, toe.
Een kwam 'er, ten deezen tyde, in 't licht,
getiteld Praktyk van den Spaanfcheh Raad,
ivaarby hy vertoond werdt, als hadt hy geld ge-
nooten van Spanje. Een ander, Noodwendig
Discours
genaamd, drong op eene geweldige
verandering in de Regeering. Sommigen heb-
Kwaad ben Frari§ois van Aarferis voor den ópfteller
vermoe- deezer fchriften gehouden (V). De Prinfesfe
den van Weduwe van Oranje verhaalde aan iemant „ dat
den Prin- ^ ^eft prjnfe Maurits uit Briïsfel gefchreeven
Advo- n hadt, dat Oldenbarneveld geld," fommigeti
kaat. fpraken van geheele koffers met gouden pifto-
Ietten (i) n uit Sparije ontvangen hadt, en dat
„ zyrie Doorlugtigheid hieraan ten deele geloof
Merk- „ floeg." Ook bleek dit, uit zeker zeggen van
waardige fcyne Doorlugtigheid, 't welk Uitenbogaard
00T~, fchryftX uït den mond van zekeren geloofwaar-
Prin'fe.en tiigen Edelman , die 't van den Graave van
;
                                       Kui-
(1/") UrtENBOo. U. 088. Trigland. il. 1059, 1060.
(^j Aubeuy Memor. p. 305, /jüc.
'X%? IC 'Drandt Leven- van H. do Groot, hl. 115,
f i-'i
-ocr page 203-
£XXVIII.Boek. HISTORIE, soj
Kuilenburg verklaarde verftaan te hebben. Aan i5j 8.
deezen Graave, hadt de Prins geraaden w de ■ ' '-
w party, welke hy toegedaan was, niet langer toege-
\„ te volgen, of dat het hem fchadelykzynzou, fcnree-
n alzo deeze party," meenende daarmede,
naar 't fchynt, den Advokaat en de zynen,
„ naar Spanje wilde." De Graaf vraagde naar
bewys. V Is nog geen tyd, werdt hem geant-
woord, men moet eerst platte formen fcheeren.
over eenigen. Zo men
, hernam toen de Graaf,
dien weg in wil; dat's regtnaarSpanje: waar-
op hem te gemoet gevoerd werdt, Beter zo dan
anders
; men zal haast zien, wie deßyfße beurs
heeft (t~).
Doch lang van de vooren (3), zou de
Piins aan de Prinfesfe Weduwe, uit wier mond,
Ukenbogaard het te boekftelt,gezeidhebben,
dat het gefchilniet beflist zou worden, dan door
de wapenen (u).
De Blaauwboekjes hielden Vuil
geen' laager' toon. In zeker fchotfchrift, ge- [yjj^J
fchreeven met de eigen' hand en naamtekening van j^
van Jan Bankerts, voorheen Notaris in den Dan-
Haage (v), nu te Amfterdam; die, wegens een kerts* „r
diergelyk, ten tyde van 't Beftand gemaakt, door
voorfpraak van Uitenbogaard, vergiffenis ver-
worven hadt(V); werdt de Advokaat gedreigd,
jpet een Crimineel regtsgeding. Voorts las men
'er in „ dat men hem voet by ftuk zetten, en
„ bewyzen zou, dat hy honderdentwintigdui-
;,, zend Dukaatjes ontvangen hadt. Uitenbo-
» gaard,
(O Uytenbog. hy Hhandt II. Deel, il. 744. Z'e ook Ur-
TÉNBOO Leven Cap. X. il. ijl,
■'
O) Uytenbog. Leven Ca/. X. */. 124.
tv) Uytenbog. Leven en Verantw. Cap. X. il. 1*0.
(.wj Zie Refol. IloU. 18, afjiihy 1G0U. il. 122, laSj.
(3^ Den agtften van Wintermaand des jaars i$i<J. I
'.....N5              :'"-*'
/
-ocr page 204-
aoa VADERLANDSCHE XXXVIII.Boek.
1818. x, gaard, ftondt 'er in, hadt tagtigduizend guï-
- • ' „ dens, in gouden Alberrinen, getrokken, 't
„ welk men hem, in zyn bakhuis, hadt aan-
„ gezeid." Gaat, las men verder, totBrusfel,
tfiaat daar klaarlyk gefchreeven
, op'tRegis■-
ter, daar de andere geflreeldenßaan, met naam
en toenaam.
'tGefchrift, welk deeze en andere
dingen behelsde, was den maaker ontvallen, te
Amfterdam, werwaards hy gevlugt was, uit
vreeze voor den Fiskaal van den Hove, die, uit
andere oorzaaken, onderzoek op hem deedt. 't
Was opgeraapt, en den Advokaat ter hand ge-
field , die 't, in de volle Vergadering, bragt, te
gelyk verklaarende „ dat men hier een' fchry-
„ ver hadt, die niet, gelykdiergelykenplagten
„ te doen, zynen naam verzweeg, maar voet by
j, ftuk zetten, en zyne befchuldigingen bewyzen
„ wilde. Hiertoe was hy ook, van zynen kant
„ bereid. Uitenbogaard niet minder. Hy be-
„ geerde dan, dat men Dankerts van Amfter-
n dam haalde, en bewysafvorderdevan'tgene
De
         „ hygefchreevenhadt." Menbefloot, hierop,
maaker naar Amfterdam te fchry ven. Dankerts werdtin
raakt in jg gyZeüng gezet; doch men begeerde hem niet
ïegtcms. naar £jen j_jaage te zencjenzjg beroepende op
het Privilegie der Stad, volgens welk, de mis-
daaden, aldaar begaan, voor de bank van Sche-
penen, geoordeeld moesten worden. De Fiskaal
Kinjchot trok naar Amfterdam met het boek-
je , om Dankerts te ondervraagen; doch men
vondt niet geraäden, dat hy zig kweet, zo ak
hy meende te behooren Dankers zat in de gy-
zeling, tot dat de Advokaat gevat was Qx),
waar-
fx~) Refol. IIolI. 7, 11 April sAiy. 1618. il. 93> 98> 38*»'
-ocr page 205-
XXXVIII.Boek. H I S T O R I E. 203
waarna men hem losliet, en, eindelyk, nog be- iäi j.
loonde, voor 't gene hy gedaan of geleeden
hadt, zonder dat men den Advokaat immer Wordt
iets van 't gene hem, door deezen mensch, aan- s^^t
gewreevenwas, geregtelyk, te last gelegd heeft ^„jj
(y~). Doch zulke en diergelyke befchuldigin- De Ad-
gen, die, by't gemeen, veel te veel ingang von- vokaac
den, bewoogen denAdvokaat, op den raad der verdedigt
Prinfesfe Weduwe van Oranje, tot het fchryven ^,,
van eenen Brief aan Prinfe Maurits, die, eenige Brief an«
jaaren naderhand, gedrukt werdt. Hy was, den denPrin-
vierentwintigften van Grasmaand, getekend, fe
>e" itt
en vervatte eene omftandige verdediging van ^ ^
des Advokaats gedrag, met eene fterke betui- de Staa-
ging zyner genegenheid voor 't Huis van Nas- ten van
fau (2). Te gelyk, fchreef hy een Vertoog aan Holland,
de Staaten van Holland, welk, terftond, in 't
licht kwam. Zyne bedryven en dienften wer-
den, in het zelve, omftandiglyk, vertoond,
van dat hy eerst in 's Lands dienst getreden was,
tot op den tegen woordigentyd. In 'tbyzonder,
wees hy aan „ hoe zeer hy gearbeid hadt, om
s> goed verftand te onderhouden tusfehen de
w Staaten en zyneDoorlugtigheid. Ook beriep
55 hy zig, ten blyke van de dienften, door hem ,
,j den Huize van Nasfau gedaan, op de brie-
„ ven en befcheiden, welken hy in handen
g hadt. Gefchenken verklaarde hy nooit be-
„ geerd of gezogt; maar fomtyds wel, voor
., beweezen' dienften, ontvangen te hebben.
j5 Zyne goederen waren, zeide hy, allen eer-
„lyk
fy") Uvtbnbog. Leven en Vcranlw. Ctip. X. II. 171 enz.
Wfl. M. 938 enz.
(z~) Zie deezen Brief iyUYTENBno. hl. 943 en 'm de Waaragt«
Uiil. van Olunebarnev. M 13a enz.
-ocr page 206-
3»4 VADERLANBSCHE XXXVIII.Boek,
i5i8. j, lyk en wettiglyk verkreegen, waarop hy,/
-—— „ zo men 't goedvonde, onderzoek wilde laa-
n ten doen. De verdere befchuldigingen, in
„ Schotfchriften , tegen hem uitgeworpen,
„ verklaarde hy voor openbaare lasteringen,
„ zig, omtrent de meesten, beroepende op de
„ kennisfe der Staaten zelven." Ten befluite,
riedt hy „ dat men den raad der Koningen
a van Frankryk en Zweeden volgde, en rust
n en eendragt zogt: dat de Gemagtigden ter
j, algemeene Staatsvergaderinge zig niet aan-
„ trokken, 't gene niet aan hun gefield was;
,, dat zyne Doorlugtigheid, de Raaden van
" „ Staate , de Raaden ter Admiraliteit en de.
,, Gekommitteerde Raaden zig hielden aan
„ derzelver Berigtfchriften; dat het Regt ge-
„ handhaafd, en de Kamer van Rekening in
?, goede orde gehouden werdt. Wanneer hier-
„ by eenigheid kwam onderde Staaten, ver-'
„ trouwde hy, dat alles haast wederom her-
Held zou worden (a).
previßo-
• Doch het uitge.even van dit Vertoog, haal-
rteeie o- de den Advokaat eene nieuwe fneeuwjagt
teireifdit van näamlooze fchriften op den hals. Een, ge-
vërtoog titeld Provißoneele Opening, werdt zo laster-
nia-ege- lyk geoordeeld by de Staaten, dat zy 't, by o,»
ven > penbaar Plakaat, verbooden, vyf honderd gul-,
verboo- ^sns beloovende aan elk, die Schryver of Druk-
lieu.10 ^er ontdekte. By 't zelfde Plakaat, namen de,
Staaten den Advokaat, om zyne langduurige.
en getrouwe dienöerj, in hunne byzondere be-
fcherming en hoede (b~). Doch fommigen te-
ke-
fa) Heinnnft. in rk Wjnragt. Hift. il. l^S-ijjy. ZhwiVu&AU
Holl- 7-/ipril 161$. bl. 93.
f *5 Z/eRefol. Holl.20,22, zsjuny 1Ö18. il, 154>l55i 19»«"
Groot-Piakaatb, I. Deel, kol. 457.
-ocr page 207-
XXXVIII.Boek. HISTORIE.S05
kenen aan, dat men dit Plakaat, te Amfterdam, ifay.
en in de Steden,,^ie 't met deeze Stad eens ——
waren, niet liet afkondigen, 't welk de Schry-
vers van naariilooze fchrifcen,. die zig, meent
men, meest te Amfterdam onthielden, te ftou*
ter maakte. Ook ftrooide men, ten deezen ty-
de, uit, dat de Prins gezeid zóu hebben, dat
hy den Advokaat en de zynen zo fyn vermaalén
zou als flof(c).
De meerderheid der Staaten
van Holland ontwierp, omtrent deezen tyd, een
Vertoog aan den Prinfe, om by hun gezag ge-
handhaafd te worden (d). Doch 't blykt niet*
dat het eenig gevolg gehad heeft, welk aan
hunne verwagting beantwoordde. Zelfs twyfel
ik, of het den Prinfe wel overgeleverd zy. Men
floeg, in Zomermaand, ter Vergadering van
Holland voor,om zekere gedrukte Remonßran-
tien vanFrangois van Aar fem
op te haaien, en
hem het verder fchryven te verbieden (e).
Doch ik vind niet, dat hierop iet beflooten
werdt. 't Verhaalde toont klaarlyk, welkerede-
nen van bekommering de Regenten van ver-
fcheiden' Hollandfche Steden eh van Utrecht,
ten deezen tyde, hadden. Doch 't wordt tyd,
dat wy zien, welke middelen zy in 't werk fiel-
den, om de gevreesde verandering der Regeerin-
ge te voorkomen; en welk eene uitkomst dezel-
ven hadden. Verfcheiden' ongedrukte ftukken
en befcheiden my, gelukkiglyk, ter hand ge-
komen, ftellen my in ftaat, om dit naauwkeu-
riger te doen, dan tot hiertoe gefchiedis.
Zo dra men, in den Haage, tyding kreeg xxv.
van Bewee-
("O Refol. Hoii. 21
Mav ißiS. u. 122. Uytbnïoo. tl. <n. gingen te
951. Brandt II. Deel. hl. 751.
(d~) Zte het by Brandt II. Deel, hl. 751.
iO Refol. Holl. 22 Juny 1618. il. 156.
-ocr page 208-
ao6 VADERLANDSCHE XXXVIII.Boek.
«S18. van de verandering der Regeeringe te Nieuw-
megen, in Louwmaand deezes jaars, was men
Utrecht bedugt, voor diergelyke veranderingen , in
• ^e Lue.[" veele Hollandfche Steden en in Utrecht, joan
I vreeze van Renesfc van Zuileßeln en Justus van Ryzen-
, voor ver- burg, Heer van Ryzenburg, waren toen, we-
•anderingj gens Utrecht, afgevaardigd, in de Vergade-
In d^uR'e" ring der algemeene Staaten. Ryzenburg fchreef,
b * over 't gebeurde te Nieuwmegen, eenen Brief
naar Utrecht, die, door hem en Zuileitein, ge-
tekend werdt. In deezen Brief, werden de ont-
* geop-' flaagen' Regenten genoemd * verdrukte Hee-
pesfeerde.ren^
en vroomen, die men, f met opzet, voorhadtte
■tbydes- verfaaten.
Ook las men 'er in, dat zynzDoox-
lugtigheid, tegen reden en tst misnoegen van ds
goeden,
op den voorflag van die van Nieuwme-
gen, ter algemeene Staatsvergaderinge, toegelaa-
ten was
(f). Men was, ten deezen tyde, in over-
leg, om zig van eenige Plaatfen te verzekeren,
tot voorkoming eener gevreesde verandering in
Voorfla- de Regeering. Te Utrecht, hadden eenigen
gen , om voorgeflaagen, dat men Schoonhoven verze-
hren"" keren moest; 't welk anderen, in den Haage,
Woer-* niet wel fcheen tefmaaken. Doch, te Leiden,
den en zou men gaarne gezien hebben, dat Woerden
andere verzekerd werdt. Hiervan hadt de Predikant
«"verae- Uitenbogaard, te Leiden zynde, leennis ge-
keren! kreegen, uit den mond van den Penfionaris
Hogerbeets, die op hem begeerd hadt, zulks
te willen berigten, aan Adolf van de Waal, Heer
van Moersbergen, die, toen, wegens Utrecht,
in den Haage was, met verzoek, dat hy 'er,
heimelyk, kennis van geeven wilde aan den
C/O Interrog. van Suylofteyn Art. LIX.—LXHI. M. S,
-ocr page 209-
XXXVIII. Boek. HISTORIE, ao?
Sekretaris Ledenberg, op dat deeze, daartoe, kJij.
in tyd en wyle, de behulpzaame hand bieden
         
mögt; alzo men, te Leiden, voorhadt, met
iemant van Woerden, wien men de zaak mögt
toevertrouwen, deswege, in onderhandeling
te treeden. Uitenbogaard deedt deeze bood-
fchap, en Moersbergen fchreef, 't gene men
hem verzogt hadt, in Sprokkelmaand, aan
Ledenberg (g): daarby voegende „ dat dee-
„ ze zaak heimelyk behandeld moest worden,
„ en dat 'er, in deeze tydsomftandigheden ,
n voorraad van wapenen noodig was; dat men
„ ook de Huizen te Duurftede, ter Eem en te
„ Abkoude behoorde te bezetten;" 't zy dat
men, hierdoor, gelyk, daarna, verklaard werdt,
het platte Land van Utrecht, tegen oproer,
zogt te beveiligen (fi), 't zy dat men 'er eenig
verder inzigt mede gehad hebbe. Doch deeze
overleggingen hadden geen gevolg. Midler-
wyl, bleef men, te Utrecht, in geduurige vrees
voor de komst van den Prinfe, uit welke men
verwagtte, dat gelegenheid tot opfchudding
genomen zou worden, die, waarfchynlyk, uit-
loopen zou, op verandering der Regeeringe.
Men hadt, hierom, al in Herfstmaand des voor- Vree?, te
Ieeden jaars, toen 'sPrinfen reis naar eenige üa-eeht,
Zuidhollandfche Steden op handen was, op p°?rfe'*
Ledenbergs voorflag , eenen Brief opgefteld komst,
aan zyne Doorlugtigheid, ftrekkende, om
hem te verzoeken van, voor deeze reize, niet
te Utrecht te willen komen. Doch deeze Brief, Men ver-
die toen niet overgegeven werdt, bleef, eenen zoekt
tyd hem,de«
(g) UrTENBOG. Leven en Verantw. Cep.XIU. II. acr.ss».
CA) taterrog. van Suylefteyn Art. LXXIV. —-J.XXXII.'MS.
-ocr page 210-
Mö8 VADERLAtfDSCHÈXXXVlïI.BoÊ*;
1618. tyd lang, open, in handen van de Utrechtfché
-------Afgevaardigden in den Haage; werdt, eenen
zelve uit andermaal, veranderd, ook, zofómmigen,ha-
te(lellen, derhand, verklaard hébben, met kennis vatï
den Advokaat, en, eindelyk, na dat Zuileftein
naar Utrecht gefchreeven hadt, dat de Prins
ftondt te vertrekken naar den Landdag te
Arnhem, in Lentemaand deezes jaars, door
Gerard ter Stein , behandigd aan zyne Doorlug-
tigheid (ï); wien dezelve, gelyk men denken
M . kan, gantsch niet aangenaam was. Nogtans,
'ef nog" begaf hy zig, door Utrecht, naar Arnhem,
tans. De poorten werden, op den dag zyner aan-
Doch komfte, langer dan naar gewoonte, geflooten
vertrekt gehouden, en Ledenberg leide in beraad, om
om'."" ze den Prinfe niet te openen. Doch hiertoe
durfde men niet befluiten. De Prins kwam
dan in de Stad. De wooning, daar hy zynen
intrek nam, werdt, als ware 't om hem eer aan
te doen, door eenige vendelen Schutters, be-
zet; vier van welken in de wapenen gebragt
waren, om hem in te haaien. Doch eenigen
hebben, naderhand, verklaard, dat dit bezet-
ten gefchied was, om den toeloop van Contra-
■'
         remonftranten en anderen by den Prinfe te be-
letten, waaruit men opfchuddirtg, inneeming
van Kerken en verandering der Regeeringe
vreesde. Ook was, omtrent deezen tyd," befloo-
ten, 't getal der Waardgelderen te vermeerde-
ren (£). De Prins zette zyne reis toen voort,
zon-
en Illtenog. van Suylerteyn Art. XVI-XXXIII. Tntcrrog. van-
F. van Itaexen'.HcervanComncxviy.fr/.XXVlH-XXXrV. Interr.
van J. de Uoyer Art. XVII—XXIII. Interroir. van Dirick van Eck
Art XIII.Verclar.vatiLedenb.TO;!27A^,i6i8.0.S M.SS.
(* ) Interrog. van Coniocsvry Art. XXXV-XXXVJTi. yart d;
C.oyer Art. XXV-XXIX. yan Johau van Groveftefn Art, XXI.-
XXIV. van Dirick van Eek 4rt. XÜI. XIV. WS.
-ocr page 211-
XXXVIlt Boek; HISTORIE. 209
gonder iet, openlyk, te Utrecht, te verrigten. itfig1.
't Ontbrak, nogtans, den Prinfe niet aan ee--------
nige vertrouwde vrienden $ in- de Staaten van
Utrecht, die hem, van tyd tot tyd* berigt ga-
ven Van 't gene 'er gehandeld werdt (/), zo
ver zy 'er kennis van krygên konden. IVa dat I^ndé-
men dan* ter algemeene Staatsvergaderinge, .["fj^f
overeenkomftig met 's Prinfen meening, wat ^etl ^
ïaater, hadt begonnen te handelen, over de Waard-
jioodzaakelykheid van het afdanken der g«Mew*
Waardgelders, in Holland en in Utrecht, het
aanneemen en aanhouden van welken, zyne
Doorlugtigheid, naar fommiger verhaal (*»),
rebellie genoemd hadt; werdt door eehigen,
in de Staaten van Utrecht, voorgeflaagen,
j, dat men, om kosten te fpaaren, de Waard-
ij gelders behoorde aftedanken * en van den
iy Prinfe eenige vendels te begeeren, ftaaa-
„ de ten laste van 't Stigt." Hiertoe werdt
beflooten, zelfs door zulken, die voor 't aan-
neemen der Waardgelders geyverd hadden: 't
zy dat deezen dagten, dat men genoeg behol-
pen zou zyn, met de gewoonlyke foldaaten ,
of dat zy hoop hadden, om eenige Steden vaiï
Holland te beweegeh, tot het draagen vaneen
gedeelte van den last der Waardgelderen $ lie-
ver dan dat men dezelven zou zien afdanlcem .
Men gaf dan den Afgevaardigden naar déü
Haage last* om, overeenkomftig met het b'ë-
fluit der Staaten, te fpreeken tnet zyne D001S
tugtïgheid. Sommigen fchryvên, dat zy hief-
toe flegts vryheid, geeii' üitgedrukten last gë-
CO WaansU ftirf. van J. v Oi.r>iWB/irNFv. tl, zip
C»0 Uytekbog. by «iiandt II. Dut, hl. 804.
X. Deel.                   O
-ocr page 212-
aio VADER.LANDSCHEXXXVIII.Boek.
1618. had hebben («). Doch ik bezit een egt affchrift
-------eener Verklaaringe van Ledenberg zelven,
waarin duideïyk erkend wordt, dat de Utrecht-
fche Afgevaardigden last hadden, om met den
Prinfe te fpreeken (0). De Afgevaardigden van
Utrecht waren toen Adolf van de Waal, Heer
van Moersbergzn, Jakobvan Zuilen vanNyveld,
Heer vanHoeflaken,^7//i?ffï5or van/imerongen,
Heer van Zandenburg, Kornelis van de Poll, Pie-
ter Ploos, Jakob de Gooyer, Willem vanNyerirode,
r.yeen- en de Sekretaris Ledenberg. Zy, of ten minfte
k°?'h Hoeflaken, Nyenrode en Ledenberg hadden
de Hol- hunnen intrek in den Haage, ten huize van Da-
landfche titel Trefel, eerften Klerk der algemeene Staaten.
en Stigt- Eer zy nog met den Prinfe gefproken hadden,
fche Ge- üeten eenige Hollandfche Heeren, hun, door
d'en ten ^en Dienaar van Hogerbeets, vraagen, ofzy
huize hun, dien avond, 't was de vyfde van Hooi-
van Da- maand, konden fpreeken. Men kwam, ten zeven
JLieI uuren, byeen. De Hollandfche Heeren waren de
re e' Lange, Burgemeester van Gouda, en de Penfio-
*Iha 'Uer narisfen de Haan, Hogerbeets en de Groot. De
deid"" laatfte voerde het woord; volgens het Verbaal,
werde, welk, daarvan, federt, door de Utrechtfchen,
gemaakt werdt, en waarvan ik een Affchrift
in handen heb, in 't breede, vertoonende,
Voorflag ,, hoe men thans, onder dekfel van Godsdienst,
der Hol- w met allerlei middelen van fcheuring, oproer,
fchen yy muitery en wederfpannigheid, de Staaten en
y. Wethouders, in derzelver hoogheden, vry-
„ heden en geregtigheden, zogt te verkorten,
5, en ze het gezag van anderen te onderwer-
n pen j 't welk verfcheiden' Steden bewoo-
» gen
f ti") Zie Brandt II. Deel, hl. 804.
C <0 Vcrcl. \an Lcdcnb. van a? dag. 1618. Styl. Ftt.BtS.
-ocr page 213-
XXXVIII. Boek. H I S T O R I E. 211
» gen hadt, daartegen te voorzien, met aan- nSis.
» neeminge van Waardgelders. Hierdoor , ■-------
» hadden ze zulke muiters gehouden tot hun-
9> nen pligt, gelyk, te Leiden, te Haarlem en
j> elders, gebleeken was. De Staaten van LI-
M trecht hadden, vervolgde by, uit die zelfde
pj aanmerking, zig zelven en hunnen Staat,
» insgelyks, door het aanneemen van nieuwe
*> knegten, verzekerd. Doch dekwaadgun-
n ftigen, zulks befpeurende, begon den, op
w allerlei wyze, in Holland, te arbeiden, om
a de Waardgelders, alomme, te doen afdan-
n ken. Men moest zig dan, hiertegen, met
5> moed, verzetten, en de Landen in verze-
w kerdheid bewaaren. Dit was het eerfte deel
P5 van derzelver hoogheid en oppermagt, tot
s, behoudenis van welke, men zig bedienen
„ moest van 's Lands middelen. Vergeefs was
5, 't, den vyand, buiten, te willenkeeren, als
w men, binnen, niet veilig woonen mögt, ge-
j, lyk zulks, breeder, in de Verklaaring van
3, Haarlem, gezeid was, waarmede de Ede-
M len en meeste Steden van Holland overeen*
a (temden, zynde zy vastelyk van meening
M daarby te blyvén. Maar nu, ging hy voort*
9, waren 'er tydingen gekomen van Utrecht,
n meldende, dat de Staaten van dit Gewest
?) beflooten hadden, hunne nieuwe knegten af
w te danken; 't welk zy, met droefenis * ver*
n ftonden, alzo de kwaadgunftigen, hierdoor*
jj fterk zouden aangemoedigd , de goeden ,
9} daarentegen, zeer verflaagen gemaakt wor-
£, den, zo in 't Stigt, als in Holland, en in an*
,, dere nabuurige Landen, alwaar nog zeef
ti veele goeden waren, 't Verheugde hun eg-
O 3                     fitet.
-ocr page 214-
ai2 VADERLANDSCHE XXXVIII. BoEK,
1618. »> ter, dat de Staaten van Utrecht 4 tegenwoor-
——- w dig, in zo grooten getale, in den Haage,
M waren; waarom ook de goede Steden van
„ Holland geraaden gevonden hadden, hun te
„ doen verzoeken, dat zy 't ftuk nader wilden
n overleggen , en zig zelven en Holland zo
,? veel nadeels niet toebrengen: 't welk, daar-
w na, onherftelbaar zyn zou. De gelegenheid
„ van 't Gewest van Ücrecht was hun tamelyk
„ wel bekend, waarom zy ligtelyk kotiden af-
„ neemen, dat de nieuwe last zwaar genoeg
„ drukte, gelyk zy zulks, in hunne. Steden,
„ ook gevoelden ; doch zy verftonden , dat
„ men 's Lands middelen , voor alle andere
zaaken, daartoe befteeden moest."
Ant-
          De Utrechtfche Afgevaardigden, eerst af-
woord zonderlyk geraadpleegd hebbende, gaven den
tier U- HoUandfchen te kennen „ dat 'er groot on-
ggf „ derfcheid was, tusfchen de Hollandfche Sce-
,, den en de Stigtfchen. Dat Utrecht veel
5, zwakker van gelegenheid was, dan de Ste-
£ den van Holland, en daarenboven belast met
„ eene talryke uitheemfche bezetting, daar zy
„ zig, in nood, niet veel op zouden durven
n verlaaten. Dat de Staaten van Utrecht, tot
„ verzekerdheid van den Staat des Lands en
5> van de gemeene rust, genoodzaakt waren
„ geweest, te ligten zes vendels Neêrlandsch
„ Krygsvolk, ieder van honderdenvyftig kop-
5J pen , welker wapening en foldy , federt
„ Herfstmaand laatstleeden, hun eene groote
n fomme gekost hadt. Dat zy, in 't eerst, ge-
j- hoopt hadden, fpoedig te zulleu können ont-
heeve-n worden van deezen last, dien zy,
„ boven de gewoonlyke en buitengewoonly-
-ocr page 215-
XXXVIIÏ.BOEK. HISTORIE. »13
n ke lasten des krygs, niet lang zouden kon-
n nen drangen. Dac niemant hun, ondertus-
n fchen, eenigen onderftand aanboodt, daar
n zy, blyvende alleenlyk zig zelven befcher-
» men, zeer kwalyk eenige nieuwe zwaarig-
» heid zouden können uitftaan, met welke
» zy, nogtans, van alle kanten, gedreigd wer-
n den. Dat zy 't misnoegen van den Prinfe
j5 klaarlyk bemerken konden. Dat de algemee-
j) ne Staaten en de Raad van Staate hun niet
5? alleen gefchreeven; maar ook bezonden had-
» den, om hen de nieuwe knegten te doen af-
5j danken. Al het welke geheel anders gefteld
„ was, in de Hollandfche Steden. Dat de Staa-
j, ten van Utrecht zig, hierom, genoodzaakt
jj gevonden hadden , van twee kwaaden het
n minfte te kiezen , en hun hadden gelast,
j, den Prinfe te verzoeken , de uitheemfche
J5 bezetting uit Utrecht te willen ligten, en de
n oude vendels Landzaaten, ftaande ter betaa-
55 linge van 't Stigt, in de plaats, derwaards
„ zenden ; wanneer de Staaten de nieuwe
„ knegten zouden ontflaan. Dat zy, hierop,
j, den raad der Hollandfche Heeren verzog-
5, ten, op dat zy, bedugt voor opfchudding
5, aan de eene, en voor verloop van den Staat
yy hunner geldmiddelen, aan de andere zyde,
n weeten mogten, hoe zy den Staat des Lands
,, best zouden mogen verzekeren. DatdeStaa-
5, ten van Utrecht hiertoe gaarne wilden ar-
„ beiden , zo zy geholpen en onderfteund
n werden. Doch dat zy, zonder onderfteu-
„ ning, de zaaken niet langer konden ftaand«
n houden, en genoodzaakt zouden zyn, hun-
a nen Jast te openen aan zyneDoorlugtigheid."
O 3
                        De,
f
-ocr page 216-
ai4 VADERLANDSCHE XXXVIII.Boek,
i<5i8. De Hollandfche Gemagtigden antwoordden,
J------ hierop ,, dat zy wel konden zien, dat de U»
Weder- n trechtfchen reden hadden , om op hunne
woord » zaaken te letten; doch dat de voorflag, dien
der HoU » zy den Prirife zouden moeten doen, ook vol
ïnnd- „ gevaars ftak. Dat het niet te vermoeden
fchen, n was 9 dat zyne Doorlugtigheid bewilligen
n zou in hun verzoek, alzo die van Holland
w hem onlangs verzogt hebbende, dat hy een
„ vendel, ten hunnen laste ftaande, in zekere
„ Stad, [Oudewater], wilde zenden, hy an-
„ ders gedaan hadt. Dat de voorflag, aan zy-
„ ne Doorlugtigheid gedaan zynde, niet lang
„ geheim zou blyven, en, rugtbaar gewor-
„ den, hen in grooter gevaar ftellen, dan zy
n nu waren. Dat de oude en nieuwe bezet-
„ tingen zig beide gehoond zouden agten. Dat
„ het niet vast ging, dat de Landzaaten, ter
" gak- » betaalinge van Utrecht ftaande, niet * ver-
'•-"• „ leid waren, Dat men, hierom, moed hou-
t/wA den en ftandvastig blyven moest. Dat hun-..
„ ne Steden en anderen den ötrechtfehen de
„ hand zouden bieden. Dat de Staaten van
5? Holland,' die nog vergaderd waren, fpoe-
n dig fcheiden zouden; doch eerst op alles or-
w de ftellen, metnaame op hun Krygsvolk, on-
w der welk zy de trouwen van de ontrouwen
n haast zouden weeten te onderfcheiden. Dat
„ zy thans bezig waren, met het ftellen van
zulke orde op hunne geldmiddelen, dat U-
„ trecht daarvan ook verligting gevoelen zou.
n Dat zy, hierom, verzogten, dat men zig
niet verhaasten wilde, zullende zy huri, bin-
n nen weinige dagen, naderbefcheidgeeven."
Het gene, hier, gezeid werdt, wegens de ver-
lig-
-ocr page 217-
XXXVIII.Boek. HISTORIE. 215
ligting, die Utrecht, door de regeling van't 1618.
ftuk der Geldmiddelen in Holland, gevoelen--------
zou, zag, zo de Groot, naderhand, verklaard
heeft, op de raadpleeging, over het verzenden
derFranfche troepen naar Frankryk; dat, zo
't voortgang gehad hadt, tot verligting zou ge-
ftrekt hebben van Utrecht; welk Gewest zyn
aandeel draagen moest, in het onderhoud dee-
zer troepen, die, door Holland, betaald wer-
den (/>).
De Utrechtfchen namen, eindelyk, aan,nog BefluJt
eenige dagen te toeven met het openen van der U-
hunnen last aan den Prinfe, en verflag van 't Jaj^
gehandelde, 't welk men, wederzyds, beloof-
de , geheim te zullen houden, te doen aan de
Staaten van Utrecht Q~). Ook fielden zy een
Verbaal van't gehandelde op, welk, door hen
allen, goedgekeurd werdt. Ledenberg fchreef
het, in 't ruwe. 't Werdt door Jan Both de
Jonge,
Klerk der Staaten van Utrecht, in 't
net gefteld, en, daarna, door Ledenberg, hier
en daar, nog wat verbeterd (V). Alle welke
kleine omftandigheden wy dus naauwkeurig
aantekenen, ora dat de minften, federt, van
gewigt geoordeeld zyn. Wegens het Ver-
baal, fchreef de Groot, naderhand, dat men
't, misfchien, wat breeder gefteld hadt, om
de Staaten van Utrecht, welken 't vertoond
moest worden, te ligter, tot het aanhouden
der foldaaten over te haaien ($).
Men zal, veelligt, begeerigzyn, te weeten, Geleden.
hoe haW tot
Cp") Zie GnoTHjj Verantn'. C/tp. XIX. U. »59.
fjl Verbaal van de Cccomm van Utrecht in dén Hagh-. M. S.
I < O Intcrrog. van |an Both de Jonge, vamjDec lM.Hf.S.
(O Gftomis Verantw. Cap. XIX. U. 253. Zie ook«.ay>«
O4
-ocr page 218-
m6 VADERLANDSCHE XXXVIII.Boek,
itfiS. hoe de Hollandfche Heeren zo fpoedig kwa-
------- men aan de kennis van een geheim beiluit, in
de by- (je Staaten van Utrecht genomen. Dit vind ik
fvtrep»]1 'ervan. Ledenberg, na 't nee men van dit be-
* fluit, met zes anderen, naar den Haage, ver-
trokken, was, den derden of vierden van Hooi-
maand, des nademiddags na vyf uuren, zeer
vermoeid, gekomen ten huize van den Predi-
kant Uitenbogaard, vraagende, of'er geen kans
ware, om Hogerbeets, de Groot en de Haan,
daar, dien avond, nog te fpreeken. Uitenbo-
g-iard nam aan, hiertoe, zyn best te zullen doen,
én ging naar 't huis van de Haan, die, 'sa-
vonds na zevenen, met de twee anderen , tot
zynent kwam. Ledenberg deedt hier, ten
aanhooren van Uitenbogaard, die, een en an-
dermaal , uit het vertrek gaan wilde; doch
gedrongen werdt, te blyven; den drie Penlio-
harisien opening van 't befluit en den hst der
Staaten van Utrecht; om, zo hy verklaarde,
uit hun te verneemen, wat men, in Holland,
doen zou, en of men den Utrechtfchen niet
eenige penningen zou können fchieten. Men
antwoordde hem ,, dat de Hollandfche Sle-
„ den nog niet genegen waren tot afdanking
„ haarer Waardgelderen, en dat, over 'tfchie-
„ ten van geld, met de Steden moest gefpro-
„ ken worden (#)•" Dit gefchiedde, federt,
na dat men eerst den A^vokaat gehoord hadt
(«), en hierop volgde de byeenkomst byTre?
fel. Eenige Utre chtfchen, hier tegenwoordig,
hadden, te vooren, zeer gedrongen, op het
fpree-
(O Uvt?*»oo. L'ven en Vmntw. Cap.7fJI.il 231. Grot.
V«ramw. c.ap. xiv.'w. 555.
(//; Grütius
VeraniW. Cup. XIX. il. j.53.
\
-ocr page 219-
XXXVIILBoek. H I S T O R I E. 217
fpreeken met den Prinfe. Nyenrode heeft,na- i$i8.
derhand, verklaard, dat hy van de Poll, meer- ■
maaien, vermaand hadt, om te helpen door-
zetten , dat men den last der Staaten volvoer-
de , naar behooren. Doch de Hollandfche.
Heeren hadden hen, zeide hy, daarvan afge-
trokken , en zy hadden zig laaten overhaalen,
doordien ook in hunnen last gefteld was, dat
zy , zo hun iet anders voorkwam , daarvan
verflag zouden doen aan de Staaten van U-
trecht (V). Men mag vermoeden, dat Leden-
berg dit laatfte in den last hadt doen ftellen,
om daaruit gelegenheid te neem en, tot het be-
werken der opening, van wege de Holland-
fche Steden gedaan.
De Staaten van Holland, nu ook raadplee? vxxvr*
gende op het afdanken der Waardgelderen, „^jj§.
waartoe de algemeene Staaten, zelfs met be- ïandaan
williging van Overysfel, befjooten hadden,in den Prin-
Holland en in Utrecht, te arbeiden (w), kwa- * • °P '£
men, kort hierna, overeen, dat men den alge- waar«k
meenen Staaten, den Prinfe enGraave Willem gelders*
vertoonen zou „ hoe zy, met het aanneemen
5, van luiden van wapenen, niet anders voor-
w hadden, dan zig zelven te verzekeren tegen
,, daadelykheden; hoe ook, naar zy onderrigt
5, waren, de Staaten van Utrecht geen ander
„ oogmerk hadden. Voorts, dat de zaak lig-
n telyk te vinden zou zyn, zo zyne Doorlug-
„ tigheid eenige uitheemfche bezettingen ,
;, daar 't beste vertrouwen niet op viel, wü-
de wegneemen, en de Staaten van Utrecht,
„ne-
(r) iNterrngat. vmi W. v. Nyenrode Art. SIV-XVI. il- ^
(y) BllANDT U Dcä, II. «cxJ.
ü 5
-ocr page 220-
ai8 VADERLANDSCHE XXXVIILBoek,
i6i8. „ nevens de Steden van Holland, daar 't noo-
—— „ dig zou zyn , met Nederlandfche vendels
„voorzien." Dertig Gemagtigden omtrent,
uit de Edelen en Steden, deeden den Prinfe en
den Graave deezen voorüag, by monde van
den Advokaat. Men fpeurt'er uit, dat de mee-
ning der Hollandfche Steden nog niet was > U-
trecht met geld te onderfteunen; maar dat zy
alleenlyk begeerd hadden, datdeUtrechtfchen
't voltrekken \-an hunnen last verfchuiven zou-
den, op dat men 't eenpaariglyk doen mögt, en
't voorftel dus te beter ingang doen vinden. De
Prins zou met het toeftaan van twintig vende-
len de Staaten van Utrecht en de Hollandfche
Steden hebben können vergen oegen (af). Doch
zyne Doorlugtigheid vondt het ongeraaden.
De Utrechtfche Afgevaardigden vertrokken»
hierop, naar huis, zonder den Prinfe hunnen
byzonderen last geopend te hebben.
XXVII. Weinige dagen laater, beftootmen, teral-
De alge- gemeene Staatsvergaderinge , buiten bewilli-
ineene ^ng fex Hollandfche Afgevaardigden, en, in
befluUen 'c zhyn van die van Utrecht, eenigen uit die
tot eene Vergadering te benoemen, om, nevens zyne
bezen- Doorlugtigheid, naar Utrecht te trekken, en
ding naar <je Staaten, met de beste, gevoeglykfte, en
crec u bekwaamfte middelen, te beweegen, tot af-
Die van danking der geligte Waardgelders, 's Daags na
Holland, dit befluit, welk, den drieëntwintigften van
!nsJf" Hooimaand, vastgefteld was (y), bedienden de
y " Afgevaardigden van eenige Hollandfche Ste-
den zig ook van de gelegenheid, datverfchei-
den*
fz~) IUtbl. Holt. ii. 12 Jufy 1618. W. l8i, 185. Gniwi««
Vuantw. Cali. XIX. U. 255.
(jrj ReroL He». 16, 34 Julj 1618. w. 188, t<#»
-ocr page 221-
XXXVIII. Boek. H I S T O R I E. 219
den' afgevaardigden eenen keer naar huis dee- n$i&.
den; om, ter Vergaderinge van Holland, ins--------
gelyks, te doen befluiten, tot eene bezending
naar Utrecht, met welke men beoogde, het
neemen van een eenpaarig befluit, op 't ftuk
der Waardgelders, te bewerken. De Verga-
dering beftondt toen alleenlyk uit de Edelen
en uit de Steden Haarlem, Delft, Leiden,
Amfterdam, Gouda, Rotterdam en Alkmaar ;
die, eenpaariglyk, op Amfterdam na, tot de
gemelde bezending bcflooten (z). Da Leden,
die naar huis gekeerd waren, hadden, voor
hun vertrek, verklaard, dat zy de Vergadering
hielden voor gefcheiden, en voor nietig en
van onwaarde, 't gene, in bun afzyn, in dezel-
ve , beflooten zou worden. Doch de meerder-
heid hadt, hiertegen, beweerd, dat de Verga-
dering nog duurde (#), Men benoemde dan,
om naar Utrecht te gaan, Vrank van Toren-
vliet , Burgemeester, en Rom bout Hogerbeets,
Penfionaris van Leiden, fiirkjakobszoon Schoon^
hoven,
en Hugo de Groot, Gekommitteerde
Raaden, Zy kreegen last, om, in alleryl,te
vertrekken. Vooraf, nogtans, verzogt de Groot,
uit naame van die van Holland, aan de alge-
roeene Staaten, dat zy hunne bezending ge-
liefden uitte Hellen, tot dat de Vergadering van
Holland talryker, en de Gemagtigden van U-
trecht te rug gekeerd zouden zyn. Ook floeg
hy voor „ dat op de afdanking der Waardget-
?, deren geene zwaarigheid zou vallen, zo men
j, den Regeerderen beide van Holland en van
»U-
(2) Grothis Venmtw- Cap. XIII. il. 117. Ca*. XIX. Wt'aft.
C<0 KefoU Huil. ai fuif 1618. tl. 197.
-ocr page 222-
aao VADERLANDSCHE XXXVIII.Boek;
i*i8. » Utrecht goeden byftand beloovenwilde, te*
■a------ „ gen alle daadelykheid , zelfs tegen zulke,
„ die om den Godsdienst zou heeten te ge-
„ fchieden (£)." Doch hierop kwam geen ant-
woord. Men (lelde dan brieven op, gerigt aan
den Kolonel Joan Ogle, die over 't Krygsvolk,
binnen Utrecht leggende, en ftaande ter betaa-
linge van Holland, geboodt, hem belastende,
niets te doen, noch voor te neemen, dan 't
gene hem, by de vStaaten van Utrecht, of, by
de Afgevaardigden der Staaten van Holland,
zyne betaalsheeren, bevolen zou worden.
Terftond hierop , vertrokken de vier Afge-
vaardigden , die, in 't doorreizen van Leiden,
hunnen last openden aan Burgemeesteren, wei-
De Hoi- ke dien ook goed vonden (V). Des anderen--
landiche daags, den vyfentwintigften van Hooimaand,
tfedwf des morgens ten agt uuren , kwamen ze binnen
komen te Utrecht, hunnen intrek neemendein de Her»
Vtrecht. berg van Aart van Schendel, daar Montfoort
uithing. Hier ontbooden ze, terftond, by zig
den Sekretaris Ledenberg, hem openende,
waartoe ze waren afgezonden, met verzoek,
dat hy te wege brengen wilde, dat zy, terftond ,
mogten gehoord worden. Hy nam dit aan, ver-
klaarende, te gelyk, dat hunne komst zynen
Meesteren zeer aangenaam zou zyn, naardien
zy, kennis gekreegen hebbende van hetbefluit
der algemeene Staaten tot de bezending, Moers-
bergen afgevaardigd hadden naar den Haage,
om den raad en hulp van eenige Gemagtigden
uit Holland te verzoeken. Voorts vraagde de
Groot
(J) ftef<>'. Holt. 24 yulff iCrSU H. 1951.
4 Q R. HuGEHEEKTS Aam. by ISk/.NDT II. IXtl, K fo?«
-ocr page 223-
KXXVIII.Bobk. HISTORIE. 22I
Groot aan Ledenberg, of de Staaten van Utrecht iG\$.
niet eenige middelen bedagt hadden
, om zyner * ■*
Doorlugtigheid en den Gemagtigden der algemee- ..
tie Staaten genoegen te geeven:
waarop deeze
antwoordde, dat men, daarover, beter in Hol-
landdan te Utrecht
, 20« können handelen Qf).
Omtrent den middag, verfcheenen de Hol- Htai
landfche Gemagtigden in de Vergadering der V00I"tel
Staaten van Utrecht. De Groot, hier het woord Staaten,
voerende, hieldt den Staaten voor „ hoe die
5, van Holland, ongaarne, vefltaanhadden, dat
n eenige Afgevaardigden ter algemeene Staats-
„ vergaderinge beflooten hadden, deknegten,
„ te Utrecht, om goede redenen, aangenomen,
„ te doen afdanken, niettegenftaande hun, by
„ de gantfche Vergadering van Holland, ver-
„ toond ware het regt, welk elk Gewest heeft,
,j om orde te ftellen tot Zyne eigen'verzeke-
„ ring, welk regt men, onder anderen, by het
„ èerfte punt der Utrechtfche Vereeniging,
„ en by het zevende en tweeëndertigfte van
„ de Inftrudtie des Raads van Staate, uitdruk-
„ kelyk aan zig behouden hadt. Datmen,des-
„ wege, nog nadere Vertoogen, zo aan de al-
„ gemeene Staatsvergaderinge , als aan den
„ Prinfe hadt gedaan: doch dat, hierop, niets
,, dan een befluit tot het bezenden der Staa-
w ten van Utrecht gevolgd was: waarom de
„ Staaten van Holland, bezefFende, hoenaauw
„ zy, door de nader Vereeniging en door oü-
n derOvereenkomften, verbonden waren met
9, die van Utrecht, niet hadden können na-
n laaten, hen herwaards te zenden, om den
n Staa-
C^Grotius Ventntw« &*?. XIX. l/k 2ö<5,
-ocr page 224-
aia VADERLANDSCHE XXXVIILBok;
161%. y, Staaten van Utrecht te verzekeren, dat zy
—— „ gezind waren, alles toe te brengen, wat hun
n mogelyk ware , tot handhaaving van der-
„ zelver gezag, en van de vryheden en gereg-
j, tigheden van het Landfchap en van des*
„ zelfs Leden, waartoe zy verzogten, dat de
n Staaten deeze bezending, als komende van
„ hunne oudfte en naaste bondgenooten, mids-
j, gaders de perfoonen der afgevaardigden,
„ voor aangenaam geliefden te houden (/)."
Dit laatfte verklaarden de Staaten: en, te ge-
lyk, dat zy eenigen magtigen zouden, om na-
der met de Hollandfche afgevaardigden te
handelen. Deezen deeden, terilond, gelyken
voorflag in den Raad der Stad, en ontvingen
gelyk befcheid (ƒ_). Tèn zelfden tyde gaven ze
den Staaten, uit den naam des Advokaats, in
bedenking, of 't niet geraaden zou zyn, goede
wagt te houden aan de AmersfoortfchePoor-
te, op dat geen nieuw Krygsvolk in de Stad
gebragt wierdt. Sommigen merkten ter deezer
gelegenheid aan, dat de Prins, tegen der Staa-
ten en der Wethouderen dank, veelligt, de
poort zou doen openfmyten. De Groot werdt»
naderhand, befehuldigd, dat hy dit geweld ge-
noemd hadt, zonder dat hy 't rondelyk ont-
kend heeft, zeggende „dat de regte Hollan-
„ ders geene Hovelingen zyn; maar gewoon,
,j elk ding zynen waaren naam tegeeven(g)."
XXVIII. Maar dien zelfden avond, kwam zyne Door-
De Prins lugtigheid, verzeld van eenige Gemagtigden
en de Ge- der algemeene Staaten, binnen Utrecht: alwaar
«»gtig*
                                                               hy#
(e~) Zie de Propofirie /.-/Grotius Verantw. Ctf*.XIX.W.20>»
(ƒ) Brandt II. Deel, il. 3oy.
( g) Gr.enus Verantw. Cap. XIX. W» 1177.
-ocr page 225-
XXXVHI. Boek. H I S T O R I E. ais
hy, terftond, door de Staaten en Wethouders iffi*.
der Stad, werdt verwelkomd. Des anderen-
daags verfcheenhy ,JNikolaas de Voogd, uit Gel- <ten der
derland, Air laan Manmaaker, uit Zeeland, en a,g"nee-
fflllem, Heer M Zwar tfenburg,mtFiiesteïid,m J.^n ko-
de Vergadering der Staaten van Utrecht. Hun men, ins«
voorftel ftrekte, om de Staaten te beweegen, «elyks.te
tot afdanking der Waardgelders en tot bewil- Utrecht*
liging in de Nationaale Sinode. Ledenberg DeHoi-
gaf, hiervan, terftond, kennis aan de Hol- land-
landfche Afgevaardigden, die den Prins, na J"cnen
den middag, gingen verwelkomen, hem te ge- taf^vne
lyk bekend maakende „ dat zy daar gekomen Dooriug-
„ waren, om, met die van Utrecht te raad- tigfaeid.
fy pleegen over eene eenpaarige orde op'tftuk
„ van de Waardgelders, en op de verzekerd-
„ heid der Steden, waarover zy, op 't be-
5j geeren der Utrechtfchen, verzogten, dat,
„ in Holland, gehandeld mögt worden." De Gebrek
Groot verhaalt, in zekere Aantekeningen , tosfchea
dat de Prins, by deeze gelegenheid, zeide, denPria-!
Men zou deMagiflraatenwelbefchermen;maar Groot
eerst willen weeten, hoe zyregeeren zouden. Men en de
hadt vyfvalfchepunten zoeken in te vteren in den anderen.
Godsdienst: men hadt hem willen ontzetten van
zyn Stadhouderfchap
, en ten Lande uitjaagen.
Doch hy hadt hierin orde gefield, hy wist wel, wat
hy deedt. Hy hadt vyf Gewesten \oor zig, en de zes
Steden van Holland zouden Gemagtigden naar
Utrecht zenden, om hem te onderßeunen.
DeHol-
ïandfche Gemagtigden antwoordden hierop
P, dat niemant, huns weetens, eenig voorneemen
j, hadt, ten nadeele zyner Vorftelyke waardig-
9) heid; dat men bereid was, zyneverdienften
y, te erkennen, naar vermogen\ doch dat de
»arg-
-ocr page 226-
224VADERLANDSCHE XXXVM.BoekV
«6i3é „ argwaan, ter wederzyde, federt de algemeen
r- n ne fcheuring over kerkelyke gefchillen, ont-
„ ftaan, verdwynen zou, zo men de zaaken,
,, niet tot beflisiing, maar tot bylegging wil-
„ de beleiden: 't welk, huns bedunkens, ligt
w te doen Ware." Maar de Prins drong fterk,
op de Nationaale Sinode. Wilden, zeide hy,
deÜtrechtfchen daarin bewilligen; men zou hen
met hunne Kerken in de Stad beworden laat en: zft
niet; dan moesten de afgezonderden ook Kerken
hebben. De Waardgelders waren erger dan de
Spaanfche Kasteelen. Die moesten af'.
Wyders
vraagde zyne Doorlugtigheid hun, ofzy tast
hadden
, om met de afgevaardigden der algemeens
Staaten te f preeken?
Zy zeiden, Neen. Ook
fchryft de Groot, dat de Prins, onder 't fpreeken,
zig ontvallen liet, dat alles defchuld was van den
Advokaat.
Waarop geantwoord werdt,, dat zy
,j allen, zo de Advokaatdood was, zig verpligt
,j zouden rekenen, 's Lands geregtigheid voor
yy te ftaan." Ook zeide de Groot, dat men Hol-
landfcheen te veragten
, en den anderen Gewesten
te willen onderwerpen:
waarop de Prins hernam,
dat de Advokaat, daarentegenjian Holland fcheen
te willen maakende algemeene Staaten
(Ä). Uit
dit gefprek, welk nog andere byzonderheden be-
helsde , was ligtelyk op te maaken, dat de komst
der Hollandfche afgevaardigden, te Utrecht,
Onge- van kleinen dienst zyn zou. 'tGene de Prins
jfrond- geZeid hadt, dat men hem van zyne waardig-
n ver-" neden dagt te ontzetten, hadt, ook naar 't ge-
moeden , tuigenis van anderen (i), geenen den minfter»
dat men grond, 't Schynt nogtans, dat men zyne Door-
( ft) H. de Groot Metnor. in zyn I.even iloor K. BnANnT il. 12&
(1} UiTENDOd. Leve» en Verantw.
Cup. XII. W« 232«
-ocr page 227-
&XXVIII.Bo£k. H I S T O 1U E. sas
lugtigheid in zulk een vermoeden gebragt itfiß.
hadt. Immers ik vind, dat men, naderhand, -------
onderzogt heeft,of'er, in de Stad of Regee- denPrim
ring van Utrecht, nimmer voorilag ware ge- ™" z,Y"é
daan, om den Prins te ontzetten van 't Stad hejen s"
houderfchap, en het den Graave van Kuilen dagt te
burg op te draagen (k). Ook fcheen men be omzet-
denkelyk te houden, of fommigen het oog nietten*
op Graave Fredrik Henrik hebben mogten:
waarvan wy, hierna, nog iets zullen aantekenen.
's Daags na dit gefprek met den Prinfe, den Anc-
zevenentwintigften van Hooimaand, kwam yoord
Moersbergen wederom te rug te Utrecht, be- £|[ s^"
rigtende, dat de Vergadering van Holland, Utrecktj
in welke men hem, den vyfentwintigften, ge- op 's
hoor hadt verleend (7), beflooten hadt, haare Prinfen
vryheid te handhaaven, vertrouwende, dat voorftiSt
die van Utrecht van gelyken Zouden doen (m).
Doch Dordrecht hadt, in dit antwoord, niet
bewilligd, bageerende, dat men 't uitftelde,
tot dat de Vergadering voltalliger was. Ten
zelfden dage, antwoordden de Staaten van U-
ttrechtöp het voorftel, hun van wegede alge-
meene Staaten gedaan. In dit antwoord, welk
de Groot ontworpen hadt, werden de Afge-
vaardigden genoemd Heeren, die, uit het mid-
den van de Gedeputeerden der Provinciën van
Gelderland, Zeeland. Friesland, Overysfel, Stad
Groningen en de Ommelanden ter Vergadering
der Heeren Staaten Generaal
, aan hunne Ed.
Mogendheden waren afgezonden;
zo dat hun de
hoedanigheid van Gekommittcerden der Mee-
ren
(k") Intetfog. van Suylefteyn Art. LXtft. M. S.
(O
Refill. Holl. 25 jfuiy ,6,8. M-
20(I.
t»0 UïTENBIG. W. 978. TlUGLANB. tl. IO44.
X. Deel.                  P
v-
-ocr page 228-
*a6 VADERLANDSCHE XXXVIII. Boek,
tói8. ren Staaten Generaal, die zy zig zelven toe-
» fchreeven,noch duidelyk ontzeid,noch toege-
ftaan werdt («). In 't antwoord zelf, beweer-
den ze regt te hebben, om op hunne verzekerd-
heid orde te ftellen; wyders verzoekende, dat de
Prins en de andere Heeren zig, wegens 't Huk
der Waardgelders, geliefden te openen aan de
Staaten van Holland, met aanbieding van hunne
Afgevaardigden, tegen den tyd, daar toe te be-
ftemmen,te willen zenden naar den Haage, en
hun last te geeven,om niet alleen voorflagente
hooren; maar ook op dezelven te herpen beflut-
ten, zo als, tot de meeste verzekerdheid, rust
en eenigheid van de Landen, Steden en Leden,
zou bevonden worden te behooren. 'tByeen-
roepen eener Nationaale Sinode hielden zy on-
dienstig en gevaarlyk: ook kon het, meenden
ze, niet wettiglyk gefchieden, buiten eenpaa-
rige bewilliging der Gewesten (o).
XXIX. Terwyl dit, te Utrecht, voorviel, was de
Arafter- gta(j Amfterdam, aanfchryvens van den Prin-
wèrkt **en bekomen hebbende, bezig, om, nevens de
eene be- Steden, die 't met haar eens waren, Gemag-
zendiug tigden te fchikken naar deeze Stad, die, in
"aar . der Staaten Vergadering aldaar, de bezending,
tOTon-' uit Holkrni gedaan, zouden tegenfpreeken.
derfteu- Daarentegen, hadt deeze bezending kennis
ning van haarer handeling overgefchreeven naar den
^ne. Haage, alwaar zy werdt goedgekeurd, door
ÏÏÏÏl * de meeste Leden >die'ten zelfden lyde' befloo-
' "ten,nog twee Gemagtigden,/F&?/ê/ van Beet-
fèlaar, Heer van Asperen, en Maarten Ruik-
ka-
f») Gbotius Verantw. Caf. XIX. U, aöj» s?o,
^t) Brandt II. Veti, il. ïil.
-ocr page 229-
XXXVIII.BoEK. H I S T O R I E. 327
haver, Oud - Burgemeester van Haarlem, naar 161%,
Utrecht te zenden. Doch in Boetfelaars plaats, —-
vertrok, federt, Jan Janszoon Engelsman, Oud-
Burgemeester van Hoorn, reeds te vooren be-
noemd (p). Dordrecht en Amfterdam, daarna
ingevolgd van Schiedam, Enkhuizen, Edam
en Purinerende, hadden, ondertusfchen, de
bezending, door de andere Leden beraamd §
tegengefproken en voor nietig verklaard, zig
voorts, ook bereidende, tot de reize naar U-
trecht (^).
Hier, gaven de Hollandfche Gemagtigden Ver-
den Staaten, den zevenenfvvintigften, te ver- ^e?1(I"
ftaan „ dat 'er gerügten liepen van eenig voor- ^ d°r
j, neemen om eene Kerk te vermeesteren, Staaten
„ vraagende, wyders, of 't niet geraaden zou van U-
„ zyn, nader orde te itellen op de wagten, en trccllt-
n op 't bezetten der poorten en andere plaatfen
„ van belang, mids men hiervan fprake met
„ zyne Doorlugtigheid (r)" Doch men be-
fpeurde, ten deezen tyde, zo groote oneenig-
heid, verwarring en drift, in de Vergadering
der Staaten, dat 'er niets beflooten vverdt, op
deezen voorflag (*). Men begon, onder de
Staaten, te vermoeden, dat zyne Doorlugtig-
heid voorhadt, de Waardgelders, daadelyk,
af te danken, en vraagde eikanderen, wat men
in zulk een geval, doen moest ? Eenigen meen-
den , dat men 't zou moeten aanzien, gemerkt
de Prins altoos groot gezag over 't Krygsvolk
ge-
(p) Grotïus Verantw. Cap. XIX. tl. 26%.
ij) Rel'ol. HoH. 2.7, 28, 29, 30, July irt:8. tl. 203, 204;
aofi, 20S, 2ro. Uytenboo. tl.ijüitnz. Triuland. tl. lo8<> enz,.
. Cr)
Oio-run Vcrafitw. Cä/> XIX. il. 2^6.
Qt) R. Hogerbebts' ty Brandt II. Oeel, tl. 813.
P 2
-ocr page 230-
ia8 VADERLANDSCHE XXXVIII.Boé«,
rSi8» geoefend hadt, en de Groot heeft, naderhand
■—*—— gefchreeven, dat hy van dit gevoelen was,
fchoon hy niet dagt, dat de Prins tot daade-
ryke afdanking befluiten zou (*). Doch ande-
ren zagen 't ftuk anders in. Zy vreesden, dat
de Prins, gefterkt door de uitheemfche be-
zetting binnen Utrecht, of veelligt ook, door
ander Krygsvolk, welk hy, van buiten, der-
waards, ontbieden zou mogen, de Waardgel-
ders daadelyk zou afdanken. Over den weg,
dien men hadt in te Haan, om dit, of, ten min-
fte, de zwaarigheden, die 'er uit zouden vol-
gen , te voorkomen, was men in woorden ge-
raakt onder de Staaten; daar fommigen fchy-
nen te hebben uitgeflaagen van zig te willen
verzetten tegen 't gene de Prins mögt voor-
neemen; terwyl anderen begreepen, dat men
behoorde te wyken, zonder dat men eikande-
ren verdaan, of tot een eenpaarig befluit ko-
men kon. In deezen onzekeren tceftand, heb-
ben eenigen,byzonderlyk Ledenberg,den Pan-
der Jakohvan Door,naar Nieuwerfluis, en an-
deren , naar elders gezonden, om het Krygs-
volk, dat naar of over 't Stigt trekken mögt,
op te houden,en den Staaten, zonder uitftel»
kennis te geeven van hun wedervaaren («).
Vergade- Ook vergaderden, op den dertigften van Hooi-
ringten maar,d verfcheiden' Leden der Regeeringe
ZuUe-Van ten huize van Joan van Renesfe van Zuiïeftein,
ftein. om raad te pleegen. Des morgens verfchee-
nen hier, behalve Zuileftein zelven, Konings-
vry, Hoeflaken, Zandenburg, Ryzenburg,
Moers-
(O Grotiiis Verantw. Cap. XIX. hl. 272-
f u~) Interrog. van Suylefteyn. Art, XXIX. XXX. van Confties-
vry Art. XXIII. MSS.
\
-ocr page 231-
XXXVIII. Boek. H I S T O R I E. aap
Moersbergen, de Gooyer, Groveftein, van t6tS.
Eek, en Joan van Zuilen, Heer van Zevender,
Schout van Utrecht. Jonkheer Joan van Gro- Wat biet
veflein diende den overigen aan, dat Gysbrecht vr"
van Harteveld, oudfte Hopman der Waard- vieI*
gelders, hem, pas te vooren, aangezeid hadt,
dat hy en de andere Hopluiden niet begeerden te
dienen
, tegen de algemeene Staaten, noch tegen
den Prinfe.
De ineesten van deeze Heeren, ook
Ledenberg, verfcheenen, des nademiddags ,
ter zelfderplaatfe. Groveftein was toen,zo hy
zelf naderhand getuigd heeft, ter maaltijd ge-
weest, by de Hollandfche Gemagtigden ; die,
7,0 hy zig inbeeldde, dagten, dat men, met de
ïVaardgelders en Schutters
, iet byzonders zou
hebben können doen.
Voorts, hadt hy Harteveld
bewoogen, om den Heeren, ten huize van Zui-
leftein vergaderd, in perfoon, aan te zeggen,
't gene hy hem, des morgens, verklaard hadt.
Harteveld deedt dit. met by voeging, dat zyn
volk zelf ook onwill'g was; waarop hooge
woorden gereezen waren, tusfehen hem en de
meeste Heeren. Sommigen vraagden, wie hem
belast hadt
, tegen de Staaten en zyne Daorlug-
tigheid te dienen
? Anderen, me' naame Leden-
berg, venveeten hem zyne blooheid: waarop
hy,toornig, vertrok (V). En toen fchynt men
Fredrik van Baexen, Heere van Koningsvry,
verzogt te hebben, om 't opperbevel over de
Waardgelders te willen aanneemen, gelyk hy
deedt (y). Ineene deezer byeenkomsten, werdt
ook
(y) Interrog vasuylefteyn. Art. XXXV—XLHï. vnn
»inexvry Art Xi.1—fci(. valide Goycr Art. XLW—XLVI. *ai
(tirovellcyn Art XKVn—XXXII. MSS
(v/J
liUWOg. van Coiiinxvry. Art. XVIII. M.k S.
P3
-ocr page 232-
«30 VADERLANDSCHE XXXVÜLBqek*
41«18. ook een brief gelezen, door den Advokaat
         gefchreeven aan Ledenberg, en meldende,
„ dat hy, voor deezen tyd, geene hulp wist
£ te doen aan de Stad; doch dat de Franfehe
„ gezanten gekomen of voorhanden waren,
9} door welker middel, men zyne Doorlugtig-
„ heiduit Utrecht zou zoeken te trekken (ar)."
Moersbergen, Groveftein en Ledenberg be-
gaven zig, hierop, naar de Hollandfche Ge-
magtigden, welken zy aandienden, 't gene hun
van Harteveld voorgehouden was. De Hol-
landfche Gemagtigden veroordeelden 't ge-
drag van Harteveld, zeggende, zo Groveftein
verklaard heeft, dat hy zynen meesteren, die hem
betaalden, getrouwer behoorde te zyn.
Doch
de Groot heeft naderhand, gefchreeven, dat
hun flegts gezeid was, dat Harteveld zwaarig-
heid maakte, de wagten waar te neemen, die
hem, by de Staaten * en by de Wethouderfchap
der Stad, zouden belast worden ; en dat zy, hier-
op , diergelyk antwoord gegeven hadden (y).
De Hol-
landfche
Gemag-
tigden
geeven
der be-
zetting ,
ten laste
van Hol-
land
ftaande,
bevel
om den
Staaten
Terftond hierop, ontbooden ze eenige Hop-
luiden der gewoonlyke bezetting, ftaande ter
betaalinge van Holland (z), v/elken zy den eed
voorhielden , en bevel gaven, om den Staaten
van Utrecht gehoorzaam te zyn. Ook lever-
den ze hun toen de brieven ove,r, waar by hun
diergelyk bevel gegeven werdt, door de Staa-
ten van Holland, gelyk zig de meerderheid
noemde. Vooraf, hadden ze den Prinfe ver-
klaard „ dat zy de uitvoering van dit gedeel-
n
te van hunne last, tot hiertoe, hebbende
„ uit-
fx~) 7nterro2. ynn n. van Eck. Art. XV. M. S.
(y) Grotius Veramw. Cup. XIX. bh 273.
\zj Intetrog. ren Grovettcyn. Art. XXXlIl. Mi S,
-ocr page 233-
XXXVIILBoek. HISTORIE. 231
uitgefteld, nu daarmede niet langer draalen 161$.
„ durfden, uit vreeze dat de fchade, by ver- -------
w der verzuim te wagten, hun mögt geweeten vau V-
worden(0)." Men vindt, dat de Prins hier "'tf'"'
op gezeidzou hebben,dat,zo zy den foldaaten |aamcn,
betaaling weigerden, hy andere Afgevaardig-
den uit Holland tegemoet zag. die zulks geen ge-
fland zouden doen.
Ook hadden de Bevelheb-
bers Ernst van Nasfau, Ogle, Vereen anderen
twyfelagüg antwoord gegeven. Men verftondt, Men ver-
ten zelfden tyde, dat de Prins, des anderen- neemt,
daags, zelfde afdanking der Waardgelderen p"ng
doen zou. Tegen den avond, kreegende Over- Voor-
ften der gewoonlyke bezettinge last, om,des heeft,de
anderendaags, voor vier uuren, met hun volk, ^v]a.ard" ,
in de wapenen te komen, op de Neude of 't ^ de^*
Marktveld. Ogle kwam den Hollandfchen Ge- ken.
magtigden nog eens vraagen, wat hem te doen
ftondt? Zy rieden hem, zorg te draagen, dat
alles zonder bloedftorting afliep. Met den
dag, kwam de bezetting in 't geweer (£). De De u-
Hollandfche Gemagtigden, toen in Utrecht Sufsjjl
niets meer te verrigten hebbende, en vernee- ten en
mende, dat de meeste Leden der Regeerin- Hoiiand-
ge, ook Ledenberg, bedugt voor erger, de fche Ge-
Stad verlaaten hadden, bellooten, insgelyks, "?I*l!*l
te vertrekken Voor dat zyafreeden, zagen fluiten te
zy de Afgevaardigden van Dordrecht, Am- wyken.
fterdam, Schiedam, Enkhuizen, Edam en Pur-
merende, voor de Herberg de Hulk, van de
wagen ftappen. Naderhand vernamen ze, dat
zy geen half uur langer in Utrecht moesten ge-
blee-
(«) Grotius Verantw. Cap.XIX. M. 474, »75. K. BRANDT
Leven
van H. de Grout. il. iay.
Li) HnAtfflT II. üctl, tl.
815, 8lö.
-ocr page 234-
a3a VADERLANDSCHE XXXVIII. Boek,
1618. bleeven zyn, of men zou hen op Haazenberg
■ét-—- gebragt hebben (f). In den Haage gekomen,
aeeden zy verflag van hunne verrigtingen:
waarin de meerderheid genoegen nam (V);
doch die, door de zes Steden, wederom wer-
den afgekeurd Ce).
Da
           De Brins hadt, te Utrecht, de toegangen
gefders naar 'ü Marktveld, en andere plaatfen van be^
worden, lang, door het gewoone garnizoen, en door
té Ü; ecnige vendels,den voorigen dag, in de Stad
arecht af-gebragt, doen bezetten. Toen, begaf hy zig
gedankc. naaj, ^e Markt, verzeld van de Gemagtigden
der algemeene Staaten, en van eenen grooten
ftoet van Heeren. By het halve vendel Waard«!
gelders,welk hier de wagt hieldt, werdt, ter-
ftond, de andere helft,die elders waakte, ont-
booden. De Prins beval hun, de wapenen af
te leggen, en ontfloeg hen van eed en' dienst.
Zy gehoorzaamden terftond. De vyf andere
vendels, by trommelflag, op de markt, ver-
gaderd, werden, op dezelfde wyze, afgedankt.
Alles ging toe, in de uiterfte ftilte; 't welk
fommigen toefchryven aan de verzekering van
betaaling, door die van Amfterdam, aan de
Hollandfche vendelen gedaan (f). Na dat het
werk verrigt was, kwamen eenige Leden der
Regeeringe, die, te vooren, 's Prinfen toeleg
begunftigd hadden, of, nu de zaaken zo af-
liepen, hem toevielen, zyne Doorlugtigheid
begroeten en bedanken, hem te gelyk verzoe-
kende , dat hy, nevens de Gemagtigden der al-
ge-
Ce') R. Mpcrrheets Memor. l>y Brandt ÏÏ.Deeh W. 8i<?-8i7v
{-«?> Uiownnp- ¥> yte enz. ISrandt II. Deel, II. 816.
CO Refol. Holl. 1, 3 /fug. 1Ó1Ö. bh sxi, 2^2, 2,18.
C/J TRIGLAWD. W. 101)0.
-ocr page 235-
XXXVIII.BoEK. HISTORIE. 233
gemeene Staaten, orde wilde ftellen op de verze- i«i8.
kerdheid van 't Gewest en de Stad. Des anderen- .....-
daags, vervoegde de Prins zig in de Kamer der
Wethouderfchap van Utrecht, daar eenige Bur-
gers, zig noemende Gemagtigden der Gemeen-
te , kwamen begeeren, dat de Regeering ver-
anderd mögt worden: hoewel men,naderhand,
zeide,dat zy alleenlyk last hadden, eene Kerk
te verzoeken, voor de Contraremonftranten
(g). Hierop volgde, den vierden van Oogst- De Re-
maand, de verandering der Regeerïnge: aan geering
welke zelfs eene nieuwe gedaante gegeven wordt
werdt, wordende de Vroedfchap, uit veertig derd/
Raaden beftaande, nu voor haar leeven aan-
gefteld (Ä),daarzy, tevooren, jaarlyks, plag
vernieuwd te worden. De Prins ftelde deezen,
Raad, voor deeze reize, uit de dienende Raa-
den , en uit eene benoeming van veertig ande-
ren , door deeze Raaden, en van twintig, door
zyneDoorlugtigheidzelve, gedaan. In het Lid
der Gekoorenen en in dat der Ridderfchap, ge-
fchiedden, naderhand, ook merkelyke veran-
deringen; zo dat men, eerlang, eene geheele
nieuwe Staatsvergadering kreeg. De Sekreta-
ris Ledenberg werdt ook verlaaten van zyn
Ampt (*'). De voornaamften, die, ten deezen
tyde, uit het bewind raakten, waren Joan de
Gooyeren Jonker Joan van Groveftein, die tot
het Lid der Gekoorenen behoord hadden. In
hunne plaats, kwamen eerlang Jonker Gys-
brecht van Harteveld, die eerfte Hopman der
Waardgelders geweest was, en Meester Jaan
Strik
(g~) Brandt II. Qtel, hl. J\i8.
{fi) Zie Groot Utr. Piakaatb. UT. Bfel, bk t)f,.
\i) 7fie Brambt \\. Qtel, U. 8l8, <j<joK 091,_ ooj,f
-ocr page 236-
»34 VADERLANDSCHE XXXVIII. Boek.
i«i8. Strik (£). Uit het Lid der Ridderfchap, wer-
—— den verlaaten Jonkheeren Jusrus van Ryzen-
burg, Heer tot Ryzenburg, Willem Bor van
Amerongen, Heer van Zandenburg, Adolf
van de Waal, Heer van Moersbergen, en Fre-
drik van Baexen, Heer tot Koningsvry. Te
vooren was het Lid der Ridderfchap reeds
met zeven nieuwe Edelen vermeerderd (7).
De voorouders der ontflaagen' Heeren had-
den ook het ongeluk gehad van in de ongunst
van den Graave van Leicester gevallen te zyn,
en, in den jaare 1587, gevangen genomen te
worden; gelyk wy, op zyne plaats (nt), heb-
ben aangetekend. Voorts, werdt Nikolaas van
Berk Burgemeester der Stad, in de plaats van
Ryzenburg. Hy was, in 't jaar 1611, uit het
Lid der Gckoorenen ontflaagen (»), en, fe-
dert, buiten bewind gehouden. Kornelis van
de Poll bleef, nevens hem, Burgemeester. Hy
was ook in de byeenkomst by Trefel geweest.
En de Groot heeft, meen ik, op hem het oog
gehad, als hy van eenen fpreekt „ dje, van
toen af, reeds voorgenomen hadt, de Re-
„ folutien, welken hy hadt helpen neemen,
„ te vernietigen, en de Staaten van Utrecht
„ ten beste te geeven, om zyn voordeel te
„ doen, met de verandering der Regeerin-
n ge00-" Ook blykt, van elders, dat hy, we-
gens 't verhandelde by Trefel, ten nadeele
De Con- van de Groot, getuigd heeft (ƒ>> De nieuwe
trarc-
                                                             Vroed-
(*) Groot Utt. Plakaatb. I. Deel, il. 200, S02.
(O Groot Utr. Plakaatb. I. Deel, hl. 304, 305, 306.
(m) VIH. Deel. hl. o.i\-j.
(«) Groot Urr. Plakaatb. I. Deel, hl. 199.
(0) Ghotius Verantw- Cap. XIX bl. 155.
(ƒ) GttOTius Vcraiuw. Cap. XIX. ML »71.
-ocr page 237-
XXXVIII. Boek. H I S T O R I E. 835
Vroedfchap was zodra niet gefield, ofdeCon" iöifc
traremonftranten vcrzogten en verkreegen de
Buurkerk tot hun gebruik. Daarna, werdt den mon-
Remonftranten gelast, hun de Domkerk in te ?r']"ten
ruimen, en zigte behelpen in de Buurkerk (#). de^^*
De groote verandering in Utrecht baande den en daarna
weg tot de gevolgde verandeiing in Holland, (ie Dom-
en tot het houden der Nationaale Sinode.
            kerlt*
Te Leiden, was men bedugt geweest voor
de komst van den Prinfe, die , den twaalfden
van Oogstmaand, van Utrecht vertrokken was.
Doch hy deedt de Stad, voor deezereize, niet
aan (r).
Iu den Haage te rag gekeerd, werden hy De aiee-
en de Gemagtigden, ter algemeene Staatsver- meene
gaderinge, verflag van 't gehandelde te U- Staaten
trecht gedaan hebbende, plegtiglyk bedankt, w^-f"
Zulks gefchiedde ook, door de zes Holland- dankea
fche Steden, Dordrecht, Amfterdam, Schie- der
dam, Enkhuizen, Edam en Purmerende. Men wmd~
drong toen de andere Leden wederom tot het f^f^.
afdanken der Waardgelderen in Holland. Ter iand,
wyl zy 'er over raadpleegden, en Rotterdam, daar 't,
op den raad van de Groot, reeds tot de afdan- ins=e"
king beflooten hadt (j), vervoegden zig eeni- fiJL§?"
ge Leidfche Burgers, met een lmeeklchrift,
aan de Vergadering der algemeene Staaten,
waarin zeer geklaagd werdt, over den moed-
wil der Waardgelderen, binnen deeze Stad, en
over de Wethouders en Staaten van Holland,
die deezen moedwil niet bedwongen. De meer-
derheid der algemeene Staaten befloot, hier-
op,
(j) Brandt II. Deel, U. 8iS, S19, 320.
(rj R HOGERBEKTS, by BRANDT ]l. Deel, b'. 8üO.
(sj K. Beandt Leven van U. de Groot U. ijl.
-ocr page 238-
ft3ö VADERLANDSCHE XXXVIII.Boek;
i«i8. op, het afdanken der Waardgelderen, by een
-------ftreng Piakaat, te beveelen. Die van Holland
hadden gaarne gezien, dat het vastfteïïen en
afkondigen van dit Piakaat, nog eenigedagen,
uitgefteld was geworden. Doch hun verzoek
vondt geenen ingang, 't Piakaat werdt, den
eenentwintigilen van Oogstmaand, in den Haa-
ge,afgekondigd. Te Leiden, hadt mendever>
deelde fchuttery wederom vereenigd, eer 't
Piakaat in de Stad kwam: waarop men, den
drieentwintigften , aldaar, de Waardgelders
afdankte. De afdanking volgde ook, in de an-
dere Steden (/), op goede toezegging, fchryft
de Groot (u), dat alles, hiermede, in rust
blyven zou.
xxx. De Koning van Frankryk hadt, kort te voo-
Voorftel ren, eenen buitengewoonen Gezant, J. de Thu-
van den mery ^ fjeer van ft0ifije f herwaards gezonden,
fcheü om de Staaten wederom te vermannen, tot
Gezant eendragt in den Staat, en tot gemaatigdheid,
Bqifife. jn 't ftuk der Kerkelyke verfchillen. Hy deedt
zyn voorftel ter algemeene S taatsvergaderin-
ge, op den veertienden van Oogstmaand (v).
Am- De Staaten antwoordden hem, den vyfentwin-
woord tigften „ dat de inwendige oneenigheden, op
ten " » verre na' z°gcvaartyk niet waren, als men,
„ buitens Lands, fcheen verfpreid te hebben.
„ Dat zy 'er anders zyne Majefteit wel van
„ zouden onderrigt hebben, en dat zy, alleen-
„ lyk, verzogten, dat hy drie of vier Hervorrrt-
„ de Godgeleerden herwaards wilde zenden
» op
CO iiYTKNBOcj. lil. 991. Tmciand. hl. 1091. FluAisnT II.
Deel. hl. 82G enz.
00 Griitius Veranrw. Ccip, X */. 106. Cap. XIX. W. 280.
(v) ZitMzi hy R«\m>t II. fyei, H, «ai en a^leieu, J'vfcg
(<!i(ß
Auberx Mcmoir. p. 3,-4.
-ocr page 239-
XXXVlII. Boek. HISTORIE.^;
te op de Nationaale Sinode, die te Dordrecht ióiff.
n ftondt gehouden te worden." Doch die van ■ —
Holland hadden niet bewilligd , in dit ant-
woord (y). Wat laater, fchreef de Heer van
Langerak, uit Frankryk „ dat de Koning gee-
„ ne Predikanten uit zyn Ryk op de Sinode
w wilde laaten gaan, om dat men hem geene
„ voldoening gegeven hadt, omtrent zyne klag-
B ren, over Francois van Aarfens, Heere van
„ Sommelsdyk (w)."
't Stuk der Sinode werdt, terftond na't af Laatfte
danken der Waardgelderen, ernftig doorgezet, radplee-
ter algemeene Staatsvergaderinge. De Remon opn-fe<"u'Jt
ftranten hadden, al in 't voorjaar, gezien, dat der Sino-
zy 'er niets goeds van te hoopen hadden, en de.
zulks den Staaten van Holland, in een wyd-
luftig vertoog, te kennen gegeven (ar). Doch
de magt deezer Staaten nam dagelyks af, en de
Adv/okaat zelf wist den Remonftranten geenen
moed meer te geeven (y). Die van Amfterdam ,
met eenige Kerkelyken geraadpleegd hebben-
de (2), hadden, reeds in Lentemaand, ter
Staatsvergaderinge van Holland, in tweebreed-
fpraakige vertoogen, beweerd, dat de gefchil-
len niet te regten waren, dan door eene Na-
tionaale Sinode (ä). Enkhuizen hadt hier een
byzonder gefchrift bygevoegd (£) ; welke
fchriften, door de Groot, werden beantwoord
(c), zonder dat my bekend is, of zyne rede-
nen,
(y~) UiTENBoo. hl. 993.
f> Notui. Zeel. 16 OStnt. 1Ä18. bl. td\,
(*■) Zie Brandt II lied, bl 733
ly j Uytenboo A.im. by Biiand'tII. Deel, W. 7^5,75«, 8a».
(z) Tkioiand. hl 1051.
Ca) Zie Tnici-AND. il. tofl, 1054.
C *3 Zie Thigi.and. bl. 1055.
) Zie ISrandt II« Detl,*M. 769.
-ocr page 240-
338 VADERLANDSCHE XXXVIII. Boek.
ifii8. nen, toen, het licht zagen. Ook fchreef hy
-------eene wederlegging der Amfterdaml'che be-
denkingen tegen het houden eener Provinciaa-
le Sinode tot bylegging der gefchillen; wel-
ken, wat laater, ter Staatsvergaderinge, wa-
ren ingeleverd (/). Daarna, kwam 'er nog een
andere voorflag uit zyne pen, dïe den Prinfe
behandigd werdt, en ftrekte, om eene Kerke-
lyke Vergadering te beroepen in Holland,
waarin men onderzoeken zou, hoe verre de
gefchillen tot den grondflag der Leere behoor-
den , hoe verre niet: en zo men 't hierover
niet eens worden kon, moest men, dagt hy,
daarna, eene algemeene Kerkelyke Vergade-
ring fragten byeen te brengen (i). Niet veel
verfchilde hiermede de voorflag, welken die
van Holland, op 't einde van Zomermaand,
ter algemeene Staatsvergaderinge, deeden, in
de tegenwoordigheid van den Prinfe en van
De Na- Graave Willem (ƒ) Doch de andere Gewes-
tionaaie ten hadden nu reeds tot de Nationaale Sinode
Sinode beflooten, en veranderden niet van gevoelen,
h ?erd,v 3. De brieven van Uitfchryving, den vyfentwin-
r'oepen." tigften van Zomermaand gedagtekend, waren
naar de. byzondere Gewesten afgezonden : ook
aan den Koning van Groot-Britanje, aan de
Kerken van Frankryk, en aan verfcheiden'
Vorften en Staaten, die den Hervormden
Godsdienst befchermden of toelieten , met
verzoek , dat zy ook eenige Godgeleerden
op de Sinode zenden wilden. Doch die van
Holland, oordeelende, dat de algemeene Staa-
ten
( d) ürandt II. Deel, II. 7R0, 784, 700.
CO Zie Grotius Vcramw. Cap Vf. l/l. 68.
(/) Ux jensog. U. ptf. Giionus Venmw. Caf.VÏ, II, ft.
-ocr page 241-
XXXVm.BoEK. HISTORIE. agp
ten, zonder hunne bewilliging, eene Kerkely- ttfit.
ke Vergadering befchryvende , binnen eene — —
Stad van hun Gewest, zig een gezag aanmaa-
tigden, welk hun niet toekwam (g), zonden
de Brieven van uitfchryving, ongeopend, te
rug; 't welk ze, daarna, nog eens deeden (h).
Ook vaardigden ze Brieven af aan de Koningen
van Frankryk en van Groot Britanje, en aan
de andere Mogendheden, welken de algemee-
ne Staaten, over de Sinode, hadden gefchree-
ven. Indeeze brieven, verzogtenze, dat men
niemant wilde toelaaten, hervvaards te komen,
tot ftyvinge van eenen toeleg, die aan 't ge-
zag der Overheden en aan de vrede der Ker-
ken nadeelig was (*')• Doch dit alles was, voor
het afdanken der Waardgelderen, gebeurd.
Terftond daarna, gaven de meeste Leden van
Holland den moed op, om het houden der Na-
tionaaie Sinode te beletten. De raadpleegin-
gen op dit ftuk werden, met nieuwen ernst,
hervat. De Edelen en alle de Steden, op Gou- De Le-
da na, bewilligden in de Sinode, op den vyf- den van
entwintigften van Oogstmaand: doch met ee- uÏÏJjni?
nige bepaalingen, die meest hierop uitliepen, genaiien
datdezaaken, aldaar, tot bylegging, niet tot behalve'
beflisfing, zouden moeten beleid worden, en Goud»,
dat de handelingen der Sinode van geene kragt °P ^k_e#
zouden zyn, dan na dat ze, ftaatswyze, waren r^e 5nyje
goedgekeurd (&). Men handelde nog over dit Sinode.
ftuk,
(e.~) Grotius Verantw. Cap. XIX. tl. 202;
(Il ) UïTENBOC. tl. 059 , 965. TlUGLAND. il. ICKf». BAUDART.
Metnor. IX. Boek, tl. 75.
(r ) Uïtrnboo. 1,1. 96r,. Brandt II. Deel, tl Zo-,. Grot.
Verantw. Cap. XIX. M.203, 2"S.
(*■) Refol. Holl. 24, 25 Aus. IÖ18. W. 242*247. iy BranbT
II. JJetl, tl. 831-839.
-ocr page 242-
ft4o VADERL. HIST. XXXVIII. BöéA
itfiö. ftuk, tot op den negenentwintigften, en de
------gevoelens waren toen zo na tot één gebragt,
dat men, zo de Advokaat, naderhand, ver-
klaard heeft (/), binnen drie uuren, ten vol-
le, in de Sinode bewilligd zou hebben; wan-
neer een ongemeen voorval de raadpleegin«-
gen van Holfand, voor eene poos, geheellyk
ftremde. Ik zie op de gevangenis van den Ad-
vokaat Oldenbarneveld, en van de Penfionar
risfen Hogerbeets en de Groot. Doch de om-
ftandigheden en gevolgen deezer vreemde ge*
beurtenis zyn zo gewigtig geweest, dat wy ze
liever, geheellyk, in 't volgende Boek begry-
pen , dan met het verhaal van een gedeelte
derzelven, het tegenwoordige Boek vergroo
ten willen.
( O UjTENBOG. W. 1204.
*
i
VA-
-ocr page 243-
VADERLANDSCHE
HISTORIE.
NEGENENDERTIGSTE BOEK.
INHOUD.
I. Oorzaaken der gevangenis van Oldenbarne'
veld,Hogerbeets en de Groot. Ferfchillende in-
zigten van Prinfe Maurits en den Advokaat.
Toeleg
, om GraafFredrik Henrik, in 't Lid der
Edelen
, te be/chryven. U.De verfchillenin den
Godsdienst dienen beide den partyen tot bevor-
dering haarer oogmerken. Redenen van mis-
noegen tegen den Advokaat. Kwaad vermoeden
op hem.
III. Hy wordt gevat. Ook de Groot, Ho-
gerbeets en Ledenberg. Wat de Staaten van
Holland, hierop, befluiten.
IV. Men zoekt den
Advokaat tedoenflaaken. FanderMyle, Ui-
tenbogaard en anderen wy ken. Schotfchriften
tegen de gevangenen.
V. Men fieltuit, hen te
onderzoeken. Oorzaaken eener buitengewoons
verandering der Regeeringe in de Steden. Poo-
gingen van eenigen, ten voordeele der gevange-
nen.W.PrinsMaurits verfielt deWetteSchoon-
hoven,Briele.Delft,Schiedam,Gorinchem,Ou-
dewater, Woerden, Monnikendam,Hoorn„Me-
denblik en Alkmaar.
VII. Hy wordt hiervoor
door de meeste Leden der Staaten bedankt, en
tot diergelyke verandering in andere Steden
yerzogt.Vlll.Hy maakt ze, te Leiden, teHaar-
lem, te Rotterdam
, te Gouda en te Amfierdam.
X. Deel.
                  Q                     Tb
-ocr page 244-
s4a VADERLANDSCHE XXXIX.Boek.
Te Dordrecht Wordt ze voor komen. IX. Oordee-
ïen over deeze verandering. DePrins wordt ""er,
plegtiglyk
, voor bedankt. X. De Franfche Ge-
zanten arbeiden, ten voovdeele der gevangenen.
XI. Flogerbeets wordt verhoord. Ook Ledenberg
teUtrecht, die zig zelv'het leeven beneemt.
XII.
Tweede ondervraaging van Hogerbeets. De
Groot wordt verhoord.Zyn gefprek metdeVoogd
en Manmaaker.
XIII. Gemagtigden tot onder-
zoek der gevangenen aangefield. De Advokaat
wordt ondervraagd.
XIV. Derde verhooring
yantlogerbeets.De Groot wordverder gehoord.
.
XV'.Voorfiel derFranfcheGezanten. Antwoord
op het zelve. Vond vanScriverius^om den gevan-
genen iet te berigten.
XVI. Verlof tot opregting
eener Westindifche Maatfchappye. Handelmet
Engeland enDeenemarke. Ve?ietie onderfieund.
Grondflagen eener oude Stad, by Goereede, ont-
dekt.PrinsFilipsWillemfierft.XVlL Staat der
Kerkelyke zaaken,
.XVIII. Aanvang derNatio-
ïiaale Sinode
, te Dordrecht. Handelingen der-
-*.' zelve. De Kemonfiranten worden ''er uit gezet.
. XÏK.Zy komen teRotterdam byeen.HunneLeer
wordt
, in de Sinode, veroordeeld. De Sinode
fcheidt.
XX. Onderzoek te Utrecht. Hogerbeets
ten vierde maalegehoord. DeEngelfcheGezant
arbeidt tegen ie gevangenen.XXI.
V Lid der E-
delen wordt
, ten verzoeke van Prinfe Maurits,
met twee nieuwe Heeren
, vermeerderd. XXII.
Raadpleegingen op het fiellen van Regieren
over de gevangenen.Naamen der vierentwintig
Regieren. Zy hooren Hogerbeets. De Heer van
Moersbergenwordt gevat. De Groot komt voor
4e Rcgtcrs. XXÏll.OokOldenbarneveld.XXïV.
Verkïaaringen van den Griffier Aar fem en den
Bur-
-ocr page 245-
^XXiX.BoEK. HISTORIE. 243
Burgemeester Berk: waaruit de Advokaat be-
fchuldigd wordt.
XXV. Belydenis des Advo-
kaats, voor deRegters.
XXVI. Bededaguit*
fefchreeven. XX Vil. Boißfe en Maurierfpree-
en voor de gevangenen. De Advokaat wilgeenA
vergiffenis verzoeken. Zyn gedrag
, in zyn ui-
ter fte.
XXVIil. Inhoud van zyn vonnis, Hy
•wordt onthalsd. Oordeel over hem en zyn von-
nis
, in Frankryk. XXIX. De Groot en Hoger-
beets laaten zig ook niet beweegen, tot het ver-
zoeken van vergiffenis. Zy worden tot eene eeu-
wige gevangenis ver weezen, en naar Loeveßein
gevoerd. Vonnis over Ledenbergs Lyk.
XXX.
Moer sbergen verwerft eene foor t vanvergiffe-
nis.
XXXI. Vonnisfen over de Haan, Trefet
en Uitenbogaard.
XXXII. Gerügten wegens
eene aanftaande verheffing van Prinfe Mau-
rits. Bedenkingen over de vonnisf en van Olden-
barneveld> Hoger beets en de Groot*
\ g* evangen neemen van den Advokaat igft.
VJT kwam veelen niet onverwagt voor.-------■
Men wist, in 't gemeen, dat Prins Maurits mis- I. ,
ïioegd op hem was. Én veelen hielden hem °"^et"
fchuldig, aan flinkichen handel met den naarde
Spanjaard. Doch over 't vatten van Hoger- oorzaa-
beets en de Groot ftondt elk verbaasd (a~). ken der
De eerfte was, maar \veinige maanden, in sevan8fr
Staaken van Stads Regeeringe, gebruikt ge- oiden-
weest. De andere wel eenige jaaren; doch zon- bame-
der zig, geduurende dien tyd, zeer verdagr veld, Ho-
gemaakt te hebben, by 't gemeen. Alleenlyk f^018
was Groofc
(*) K. Brandt teven van H. <!e Groot, tl. 136.
P
-ocr page 246-
244 VADERLANDSCHE XXXIX. Boek,
1618. was hy, door eenige uitgegeven' fchriften,
—— voor eenen voorftander der Remonftranten,
bekend geworden. Maar men begreep nog niet,
dat hy, hierom, verdiend hadt, in hegtenis te
worden genomen, 't Zal dan niet ondienftig
zyn, agt ik, de oorzaaken van den ramp dee-
zer drie mannen, hier, wat omftandiger, en, zo
veel doenlyk zy, naar waarheid, te ontvouwen.
©ez*g Het voorig gedeelte deezer gefchiedenisfe
fe Mau?" neeft ons ^oen z*en» ^at 'er» *n Meezen Staat,
rits' en niemant was, met zo veel gezags bekleed, als
vanden Prins Maurits en de Advokaat Oldenbarne-
Advo- ve](j# Zo bekend was dit, dat Graaf Willem
Lodewyk hen, by Uitenbogaard, genoemd
hadt „ twee Perfonaadjen, op welken 's Lands
„ welvaart genoegzaam rustte (&)." De waar-
digheden en ampten, welken zy bekleedden,
gaven hun dit aanzien alleen niet; maar zy had-
den 't, voornaamlyk, te danken, aan menigvul-
dige gewigtige dienften, door Maurits, in den
oorlog; door Oldenbarneveld, in verfcheidcn'
Staatshandelingen , den Landen gedaan CO*
Iltinna Doch 't ongeluk wilde, dat deeze twee Perfoo-
onder- naadjen, meermaalen, verfchillende inzigten
fcWiien"- fla^den; waaruit, dikwils, merkelyk misnoe-
de inzi'" £en gereezen was, tot agterdeel van 't Land.
ten. ' Zigtbaarst was dit befpeurd, in den handel o-
ver't Beft and, welk de Advokaat hadt weeten
door te dryven, in weerwil van den Prinfe,
die, hierover, een misnoegen tegen hem op-
vatte , welk hy, zo fommigen willen (tf), nim-
mer heeft können afleggen. Het naderend ein-
de
(i) UyTENBnc. Leven en Vernntw. Cap. X. H.15T'
( ó Grotius Verantw Cap. XX. il. Sfll.
{ji) Aubsky Menjor. p. ays
-ocr page 247-
XXXIX.BoEK. HISTORIE. 245
de van 't Beftand, waarna, de voorige gefchil- iCi2.
len over 't hervatten van den kryg, of het Hui- -
ten van de Vrede, wederom leevendig ftonden
te worden, gaf beide den Prinfe en den Advo-
kaat aanleiding, om, by tyds, verdagt te zyn,
op de bekwaamde middelen, om zig, tot het
doorzetten der maatregelen , die elk hunner
heilzaamst hieldt, in Haat te (lellen. DeAdvo- Invloed
kaat zogt zyn gezag te behouden by de Steden, des Ad-
welker belang haar tot vrede neigde, en wist, opdeLe-
door zyne aanpryzing, in veelen derzelven, den van
Wethouders en Amptenaars in 't bewind te Holland,
doen ftellen, welker inzigten hy kende, en
die, door hem bevorderd zynde, ook byzon-
dere verpligting aan hem hadden. Maar Am-
fterdam; de aanzienlykfte Stad van Holland,
en, hierom, meer dan eenige andere, gebelgd
over 't groot gezag des Advokaats; ten tyig
der handelinge van 't Beftand, ter oorzaake van
het Koopbelang, met hem oneens geworden
zynde; hadt hy, nimmer, federt, können win-
nen. In 't Lid der Edelen, welk eerst fttmt,
ter Vergaderinge van Holland, waren zyne.
twee Schoonzoonen, de Heeren van Veenhui-
zen envanderMyle,befchreevengeweest. Ook
hadt hy 'er nog andere vrienden: 't welk d$
voornaame reden was, waarom dit Lid, waar-
in, ten deezen tyde, weinige Edelen befchree-
ven waren, tot hiertoe, zobeftendig, de zyde overfee
gevolgd hadt van den Advokaat. Men was, fe- om Graaf
derteenigen tyd, in overleg geweest, om het Fredrik
gezag van het Lid der Edelen nog meer te ver« H«nrilF
grooten, en een Perfonaadje van merkelyk ™^ gda>
aanzien, in het zelve, te befchryven, die, dee- ienrebe-
ze eer, voornaamlyk, zullende te danken heb- ichry-
Q 3
                       ben V6Ï1«
-ocr page 248-
%\6 VADERLANDSCHE XXXIX. Boek
i6"i8. ben aan het beleid van de vrienden des Advo-
■w—- kaats, ook gefchaapen ftondt, zyne zyde te hou-
den. Graaf Fredrik Henrik was, in den jaare
161 s., door koop, eigenaar geworden der Heer-
lykheid van Naaldwyk in Delfland (1)5 aan
welke, van ouds, de eer van Erfmaarfchalk,
of, gelyk men nu fpreeken zou, Erfgrootflal-
meester des Graaven van Holland,
plag ver-
knogt te zyn (e). Men leide dan in heimelyk
beraad, om hem, als Heer van Naaldwyk, on-
der de Edelen te befchry ven: waarvan de Groot
iet ontdekt hadt, uit van der Myle, Doch 't
bleef agter, om dat men 't niet zonder kennis
van Prinfe Maurits durfde doen, en bedugt
was, dat hy 't afkeuren zou, als men 'er hem
over fprak (ƒ). Ondertusfchen was dit over-
leg zo bedekt niet gebleeven, of het hadt ee-
ltige vrienden van den Prinfe, en, veelligt, zy-
ne Doorlugtigheid zelve in 't vermoeden ge-
bragt, dat men hem den voet dagt te ligten,
en eenen anderen te bekleeden, met zyne
waardigheden (g): welk vermoeden, egter,
van de zyde des Advokaats, altoos, als ge-
heel ongegrond, is aangemerkt.
Prins
          Doch, 't zy hieruit, of uit cenige andere oor-
Maurits zaak, 't is zeker genoeg, dat Prins Maurits,
moedt al federt laDS'in 'l begriP was geweest, dat de
dat"de Advokaat en de zynén toeleg maakten, op het
Advo- verminderen van zyn gezag, onaangezien zy
al-
C«) Zie Van Loom Aloude Regeer. V. Deel, W. 514. en
hier voor 111. heel, M- 548-
r/) H. de Ghoot Memi)r.:;«2TOLevenrfonrK. ftiiANnTW. 17(5.
(gS Uytrnbog. Brief aan zyne Exc.in zyn Lev.Crt/>. XII. U 232»
(1) Graaf Fredrik Henrik hadt déeze Heerlykheid ge-
kogt van den Graave van Areuiberg, voor drielionderif-
enzsstigduizend guldens, RcfoUHalI.6 Aug. i6ia.bl.isi«v
-ocr page 249-
XXXIX. Boek. HISTORIE. 24?
altoos beweerd hebben, dat zy 'sPrinfen wet- 1Ó18.
tig verkreegen gezag veel eer gezogt hebben -------<
te handhaaven (%). Men hadt zyne Doorlug- kaat h-in
tigheid, in Louwmaand des jaars 1617, in woor- de"ket
den geraakt zynde, met den Advokaat, hoo- \\&Knm
ren zeggen „ MonfieurBarneveld, ik heb my-
„ ne eer zo lief, als gy de uwe." En des an-
derendaags , tegen eenigen uit de Geregtsho-
ven ,, Ik weet wel, dat men my kan kleiner
,, maaken', maar zyn ditmyne verdienften (0?"
Zyne vrienden, die geene vrienden des Advo-
kaats waren, fterkten hem in deeze gedagten.
Wy hebben, te vooren (&), verhaald, dat,
men, omtrent den tyd van 't fluiten van 'tBe-
ftand, gefproken hebbende, over 't verande-
ren van den vorm der Regeeringe, en 't ver-
meerderen van 't gezag zyner Doorlugtigheid ;
zulken, die toen aan 't roer zaten, hadden
weeten te wege te brengen, dat deeze raad-
pleegingen verfchooven, en eindelyk verlloft
waren. Men weet dit den Advokaat, meer dan
iemant, en men hielde zig verzekerd, dathy
zig voorgefteld hadt, den Prins kleiner te maa-
ken. Eenigen van 'sPrinfen vrienden, met naa-
ïne Reinier Pauw, Burgemeester van Amfter-
dam, en Francois Franken, Raadsheer in deri
Hoogen Raade, hadden, omtrent dien tyd,
eenige poogingen aangewend , ftrekkende,
naar 't fcheen, om den Advokaat, doormid-
del van Uitenbogaard, te b e weegen, tot han-
deling met den Prinfe, op gelyken voet, als
waarop men, weleer, met wylen Prinfe Wil-
lem ,<•
(A-) Grotius Vcrantw. Caf. IX. il. p5.
CO Uïteneoc. Leven Ccp. IX. il. iai.
£*J U. Dttl, U. 455.
                         ^
Q4
-ocr page 250-
348 VADERLANDSCHE XXXIX. Boek.
i(5i8. lern, gehandeld hadt. Doch Uitenbogaard
-------hieldt zig hier buiten (7). Louis Aubery, Zoon
van Benjamin Aubery, Heere van Maurier, en,
federt het jaar 1613, Ambasfadeur van 't Hof
van Frankryk in den Haage, verhaalt, dat de
Prinfesfe Weduwe van Oranje Oldenbarneveld ,
over dit ftuk, ook getoetst hadt; doch dat de
Advokaat haar, met veele redenen, hadt ge-
toond, dat de Prins, de opperfte magtzoeken-
de over den Vereenigden ötaat, zyn eigen ver-
derf zogt; waarna zy afgelaaten hadt, hierop
verder te dringen. Zy en Oldenbarneveld bei-
de zouden, naderhand, dit voorval aan den
Heere van Marnier verhaald hebben (m).
II.
         De verfchillen over den Godsdienst gaven,
iyien be- eerlang, der eeneen andere partye gelegenheid,
dl<T de 'ë om aan ^e bevordering haarer byzondere in-
verfchii- zigten te arbeiden, 's Prinfen vrienden bedien-
ten in den den 'er zig van, om het gezag zyner Doorlug-
Gods- tigheid te vestigen en te vermeerderen: de Ad-
toTbl- vo^aat en ^e zynen» om hunne eigen' partye
vorde" te fty ven. 't Misnoegen onder 't gemeen werdt,
ring zy- wederzyds, verwekt, gevoed of gebruikt, om
meroog- verandering te bewerken, in de Kegeeringe
merken. der steden: gelyk, al vroeg, te Utrecht, te
Alkmaar en te Leeuwaarden, gezien was («).
Doch onder de Predikanten, die over 't ftuk
van den Godsdienst verfchilden, en onder de
Gemeenten, die hun toegedaan waren, hadden
's Prinfen vrienden den fterkften aanhang.
Men hadt, hier te Lande, toen 't getal op zyn
grootst was, nog geene tweehonderd Remon-
ftrantfche Predikanten. De overigen waren al-
len
8
) Uvtenicg. Leven Cup. X. 11. 15s, 156.
)
Aubery l\femoir. p 201, sc;5, 36g.
{nj Zie hier voor, 14, 21, 24, 25.
-ocr page 251-
XXXIX. Boek. HISTORIE. 249
lenContraremonftranten, by weiken de Prins, i<si8.
en verre de meesten van 's Prinfen vrienden
         
en dienaars zig gevoegd hadden. Veelen van
deeze Contraremonftrantfche Predikanten wa-
ren, van ouds, gebeeten op Oldenbarneveld,
die, dagten ze, door het dringen op de vastftel-
ling en invoering der Kerkenordening van den
jaare 159.1, het Kerkelyk gezag te na geko-
men was (0). Hierom, floegen ze te ligter over
tot 's Prinfen zyde, welke zy merkelyk fterkten.
De Advokaat, hiervan niet onbewust, hadt rier
des te fterker gey verd, om de Kerkenordening voorn«*,
van 't jaar 1591 te doen invoeren, verzekerd dat j™0/501*
men, door middel derzelve, met der tyd, alom- v'an jiet
me in Holland, vreedzaame engemaatigdePre- misnoe-
dikanten zou können bekomen, en minder te een «■
dugten hebben, voor beroerten onder 't gemeen. ^ ",rdfn
Hy begunftigde, om gelyke reden, de zyde der kaat en
Remonftranten, die der Overheid groot gezag dezynen;
toefchreeven in Kerkelyke zaaken; en hy bragt, *• '< be-
door middel van den invloed, dien hy onder j"" Re^
de Edelen en onder de Burgemeesters van Lei mon.
den hadt, te wege, dat 'er, na Arminius. Pro flranten,
fesfors in de Godgeleerdheid op 's Lands Hooge
Schoole gekooren werden, die men oordeelde
of wist, het gevoelen der Remonftranten te zyn
toegedaan: waardoor ook het getal der Remon-
ftrantfche Predikanten, van tydtottyi, aan-
wasfen moest. De Wethouders der meeste Ste-
den waren, insgelyks, denRemoiftrantengun-
ftig; en alzo deezen de minften in getal blee-
ven, zogt men, door verfcheiden'Sfaatsbeflui-
ten, te wege te brengen, dat zy, ten minften ,
in de Kerke, verdraagen werden.
            Doch
00 ZU Uïiishbog. Leven en Verantw. Cap. II. tl. 16,17:.
Q5
-ocr page 252-
250 VADERLANDSCHE XXXIX. Boïk;
1618. Doch toen men zag, dat de Contraremon-
—-----ftranten zig niet hielden aan de Refolutien,
2.  het ftaatswyze genomen, en zelfs zig kanteden te-
aannee- gen de Wethouderfchap van verfcheiden' Ste-
Waard" den, welke, haars oordeels, niet genoeg be-
gelders, fchermd werdt, door den Prinfe; befloot men
tot het aanneemen van Waardgelders, die ee-
nen byzonderen eed deeden aan de Magiftraa-
3.  het ten. Zulk een eed, of, ten minften, eene be-
vorderen lofte van gelyke betekenis werdt ook den ge-
van ee- W00nen bezettingen, hier en daar, afgevorderd.
wmeed* ^ ^et we^ke' voornaamlyk, gefchiedde,door
of beiof- 't beleid des Advokaats. Doch dit was nieuw-
te vande we ftof tot misnoegen voor den Prinfe, die
gewoone begreep, dat men, op deeze wyze, het ge-
£eneUn" woontyk krygsvolk ontfloeg van den eed ,
hem als Kapitein Generaal gedaan: en dat men
de Waardgelders bezigen wilde, om geloofs-
dwang omtrent de Contraremonftranten in te
voeren. Van de andere zyde, bragt men, hier-
tegen , wel in, dat de nieuwe eed niet onbe-
ftaanbaar was met den eed aan den Prinfe; die ,
onder anderen, tot het zelfde einde ftrekte,
en dat de Waardgelders, alleenlyk, gebruikt
zouden worden, om oproeren te beletten en
de Wethouders te befchermen ; doch men
fcheen den Prins niet te können diets maa-
ken , dat hieronder niet iet anders fchool.
Ook hadden fommigen hem zo fterk verze-
kerd, dat Oldenbarneveld zyn gezag zogt te
befnoeijen, dat hy het vergen van den nieu-
wen eed en het aanneemen der Waardgel-
ders als een' ftap daartoe aanzag.
,t
           't Gebeurde te Utrecht, kort voor het af-
b'eurde, danken der Waardgelders aldaar, fterktehem
in
-ocr page 253-
XXXIX.BoEK. HISTORIE. 15Ï
in deeze gedagten. 't Was klaar genoeg, dat ,g,y(
alles hier beftierd werdt, door den Advokaat; -------
die, weetende dat de Prins arbeidde, tot het te ü-
afdanken der Waardgelders, desonaangezien, cechu
bewerkt hadt, dat 'er eene bezending naar U-
trecht gefchied was, om dit te voorkomen; of,
ten minfle, de Regeering aldaar zo wel te ver-
zekeren, als, door de Waardgelders, zou heb-
ben können gefchieden. De last, aan de bezet-
ting, op Hollandfche betaaling ftaande, om
de Staaten van Utrecht te gehoorzaamen, was
ook, door hem, verworven. Hogerbeets en de
Groot waren de bekwaamden onder de afge-
zondenen naar Utrecht, en deelden, hierom,
in het misnoegen, welk de Advokaat zig, door
deeze bezending, op den hals hadt gehaald. Zy
hadden, te Utrecht zynde, geraaden, de poor-
ten te bezetten en de wagten te verdubbelen ;
en de onwilligheid der Waardgelders om de
Staaten en Regeering te befchermen ernftelyk
veroordeeld: 't welk de Prins aanmerkte, als
eenen geweldigen tegenftand tegen hem, en
tegen de Gemagtigden der algemeene Staaten.
Al dit gaf dan de naaste gelegenheid tot het
befluit, om zig van den Advokaat en van Ho-
gerbeets en de Groot te verzekeren (ƒ>).
Ik heb, tot hiertoe, nog geen gewag gemaakt Iet, we-
van het vermoeden van Landverraaderye , gcus 'l
welk veelen van Oldenbarneveld hadden, om den'van'
dat het my twyfelagtig gebleeven is, of het Landver-
ooit regt by den Prinfe heeft gehuisvest. Nog- raaderye.
tans was, te Utrecht, onlangs, iet verklaard,
welk dit vermoeden , eenigszins, fcheen te
hebben verleevendigd. Wy zullen, hier on-
der,
O) Notul. Zeel. 17 Sè$h 1618. II. 147.
-ocr page 254-
a5* VADERLANDSCHE XXXIX. Boek.
der, melden, wat 'er ons van voorgekomen zy.
■ Ondertusfchen, is, uit het gezeide, optemaa-
ken, dat het voorftaan der Remonftranten, 't
veranderen van den eed of 't vergen eener
nieuwe belofte van de bezettingen, het aannee-
men der Waardgelders, en het gebeurde te U«
trecht, al het welke 'sPrinfen vrienden hiel-
den te ftrekken tot onredelyke verkleining van
's Prinfen gezag, voor de voornaamfte oorzaa-
ken van de gevangenis der drie Heeren gehou-
den moet worden. Wy komen nu, tot het ver-
haal der omftandigheden deezer gevangenis.
De Groot hadt, voor zyne reize naar U-
trecht, reeds hooren mompelen, dat men den
Prinfe eenen voorflag gedaan hadt, om eenigen
uit de Vergadering van Holland by 't hoofd
te vatten, en aan regte te vorderen. Hy deedt
'er den Advokaat opening van, hem te gelyk
te bedenken geevende, of hy niet wel zou doen
van zig naar eene goede en verzekerde Stad
te begeeven. Doch de Advokaat meende, dat
men, met het afdanken der Waardgelders, en*
met het bewilligen in de Sinode, den Prinfe
ten volle zou vergenoegen. Beide dagten ze,
dat men hen, zo 't al ten ergfte loopen mögt,
zekerlyk, in een gewoon Regtsgeding ontvan-
gen zou (q). Alle de Leden van Holland, gee-
nen uitgezonderd, hadden ook, voor weinig,
tyds, den Advokaat, wederom, in hunne by-
zondere befcherming genomen (r~). De Ver-
gadering ftondt nu op 't fcheiden, voor eenige,
dagen, en de meeste Leden hadden geraaden
gevonden, den Prins te verzoeken, om, mid-
lerwyl, de zaakens derwyze, te beleiden, dat
al*
(</) II. de Groot Memor. fy zyn Leven. U. 134.
CÓ Rcfol. Holl. 7 4ug. 16j 8. M. 2ü5«
Hïl8.
III.
Olden-
fcarne-
veid
•wordt
gewaar-
fchuwd
wegens
zyne aan-
gaande
gevange-
nis.
-ocr page 255-
XXXIX. Boek. HISTORIE. 253
alle daadelykheid vermyd werdt ,(j). Doch ik njtg.
weet niet, of 't gefchied, noch hoe 't opgeno- ——
men zy. De Leden kwamen, ten beftemden
tyde, wederom famen. 's Daags voor de ge-
vangenis, kwam de Raadsheer Berkhout, met
nog iemant, by den Advokaat, hem aanzeg-
gende , dat hy voor zeker zou gevangen wor-
den : waarop deeze, zittende op zyn koel vat,
met zyn ftokje in de hand, zeide, V zyn booze
menleken,
daarby voegende, onder 't ligten
van zynen hoed, myne Heeren, ik bedank u voor
de waarfchuwing (t).
Nogtans vondt hy niet
raadzaam te wyken. Op den dag der gevange-
nis zelve, zynde zondag, den negenentwintig-
ften van Oogstmaand, kwam Uitenbogaard,
des morgens ten zeven uuren, by den Advo-
kaat, om hem het inleveren van zeker Ver-
toogvoorde Remonftranten te verzoeken. Hy
vondt hem treuriger, dan naar gewoonte, en
zittende met zyne rug tégen de tafel', 't welk
den Predikant bewoog, den ouden Heer te
troosten, met de voorbeelden van veele tref-
felyke mannen, die, hun Vaderland de beste
dienden gedaan hebbende, flegtst beloond wa-
ren geworden (v~). Een half uur na 't vertrek
van Uitenbogaard, tradt de Advokaat in zyne
koets, en reedt, voor 't laatst, naar 't Hof. Hy Hy
was 'er naauwlyks, of een Kamerling kwam wcrdt
hem aanzeggen, dat zyne Doorlugtigheid hem gêvat»
begeerde te fpreeken. Ten dien einde, begaf
hy zig naar 't vertrek, daar zulks plag te ge-
fchieden. Doch, uit dit, werdt hy, terftond, in
een
O Kefol, Holl. iß Aug. ißi8. hl. S38.
(f^ ÜYTiNnnc. Dasreg, by Brandt. II. Deel, il. 841.
f v Uïtknbog. Leven Cup. IX. 61. 10. Dagres. Jw Branbt
IL Deel, U. «41.
                                             " * '
-ocr page 256-
S54 VADERLANDSCHE XXXIX. Boek
i$t%. een ander vertrek geleid, daar hem Nytkof,
u.......Luitenant van 's Prinfen Lyfwagt (w), uit
naame der algemeene Staaten, gevangen nam.
Hy verzogt, den Prinfe te mogen fpreeken.
Ook de Doch 't werdt hem afgeflaagen (ar). De Groot,
Groot, kort daarna, in de Vergadering der Gekom-
mitteerde Raaden gekomen, en ftaande om te
gaan naar die der Staaten van Holland, werdt,
op gelyke wyze, ontbooden by den Prinfe,
daar, zeide men, de Advokaat ook was. Doch
hy was pas boven gekomen, of de Kapitein des
Armes, Piet er van der Meulen, zeide hem aan,
dat hy hem, van wege de algemeene Staaten,
in hegtenis nam. Men bragt hem eerst op een3
Kamer, daar hy, door twee Hellebaardiers, be-
waard werdt: daarna op een klein kamertje,
uitkomende op het binnenhof, en, 's avonds *
op eene andere Kamer, daarhy, drie dagen en
drie nagten, bleef, metgeflooten' venfters (V).
en Ho- Met Hogerbeets, die zig ook omtrent de Ka-
gerbeets. nier der Gekommitteerde Raaden onthieldt,
handelde men, op gelyke wyze. Elk werdt in
een afzonderlyk vertrek gezet, zonder dat zy
• iet weeten mogten van elkanders hegtenis.
Men ver- Dien zelfden morgen, was 'er iemant naar U-
zekert trecht gezonden, om den Sekretaris Leden-
Zlg[\"U' ker§te vangen (z)»die,eenigeweeken in zyn
va^Le- huis verzekerd geweestzynde, ondereen fterk
«Jènberg. geleide, naar den Haage gebragt, en ook, in
een vertrek van 't Hof, opgeflooten werdt (a).
Wie,
(«O Velius Hoorn, bl. 562.
(x~) ISaudart. Mviiior. X. Hoek, il. öa.UYTENB. Hill. w.995*
fy} K. Brandt Leven van H. de Groot. il. i?5.
(zj Grotius Venntw. Ca/i. XIII. bl. 141. Uïtenboo. bl. 905*
£«■) Uytenbug. bl, 1005. K, BRANDTLeven vaaH. dsGjroot»
jW. 149.
's
-ocr page 257-
XXXIX. Boek. HISTORIE. 255
Wie, eigenlyk, het gevangen neemen der itfi».
drie Heeren, üldenbarneveld, Hogerbeets en ——•
de Groot, beflooten hadden, ftaat ons hier, Onder-
wat nader, aan te vvyzen. Sommigen fchryven, zo.ek»
dat zulks gefchied is, door 't beleid van wei- g^ange-
nigen uit de algeraeene Staaten, met zyne nis der
Doorlugtigheid, buiten kennis van die van Hol- drie Hee-
land (ß). Doch Hogerbeets zelf heeft aange- ren be-
tekend (c), dat het beftemd was, door dezelf- hadden,
den, die, wegens de algemeene Staaten, te U-
trecht waren geweest, te weeten de Voogd,
Manmaaker en Zwartfenburg; en dat zy 't had-
den uitgevoerd, door den Prinfe, en daarna
eerst, ter algemeene Staatsvergaderinge, al-
waar het te vooren nooit voorgefteld was,
doen goedvinden. En dit komt, nagenoeg, De Staa«
overeen met het Register der Refolutien van ten van
Holland, alwaar men, op deezen zelfden dag, Ho,lan<*
aangetekend vindt, dat „ by de Heeren van »^ffe™.
w Mathenes en andere Gedeputeerden, hui- nis van.
5) den deezen morgen, geweest zynde in de
5, Vergaderinge van de Heeren Staaten Gene-
j, raal, gerapporteerd werdt, dat, by den Pre-
„ fident - - vermaan gedaan was, dat, by
j, zyne Excellentie en de Gedeputeerden tot
„ afdanking van de Waardgelders tot Utrecht
n geweest zynde, by last van de Vergaderin-
» ge van de Heeren Staaten Generaal, goed-
?7 gevonden was, te doen in arrest neemen de
w perfoonen van den Heere van Oldenbarne-
w veld, Advokaat van 't Land van Holland,
w en de Penfionarisfen Mrs. Rombout Hoger-
n beet»
ti) Uïtenboo. Leven en Veiantw. Cep. XIII. il. 344.
ie ) .Memor. by Urvndt U. üeil> il, S41.
-ocr page 258-
a56* VADERLANDSCHE XXXIX. Boek.
1618. >, beets en Hugo de Groot (/)." Doch men
------ moet dan de woorden, by last van de Vergade-
ring van de Heeren Staaten Generaal,
niet aan
de onmiddelyk volgenden, maar aan de onmid-
delyk voorgaanden hegten. Ten zelfden dage,
werden de Heeren Reintze, Lients, Zwartfen-
burg, Hemert en Dus/urn, door de algemeene
Staaten, gezonden aan die van Holland (e), om
hun aan te zeggen „ dat het vasthouden der
„ drie Perioonen, ten dienfte van den Lande,
gefchied was, hebbende men bevonden, dat
„ de Kerkelyke gefchillen, allengskens aan-
>? gewasfen zynde, in den Staat der Regeerin-
» ge•> gebragt waren; dat de zaak, daarna,
„ met gezag gehandhaafd was, door het aan-
,, neemen der Waardgelders, die 't gantfche
„ Land beroerd hadden, en die men, tot her-
„ ftelling der rust, en om de Sinode beter té
n doen vorderen, hadt moeten afdanken; dat
„ hier nu bygekomen was, 't gene men te U-
n trecht ontdekt hadt, dat men den band der
„ Vereeniging hadt zoeken te breeken, waar-
„ van de drie gevangenen de hoofdbeleiders
j, geweest waren; dat men, met zulke ver-
n deeldheden, 't Land niet houden kon^ dat,
„ eindelyk, by 't onderzoeken der gevange-
„ nen, van alles nader blyken zou, waartoe
„ men verzogt, dat deeze Vergadering de hand
„ bieden wilde." De Edele en meefte Steden
antwoordden, hierop „ dat hun 't gebeurde
„ bedroefde, en van hun als eene fchending
„ van
fd~) Refol. Holl. 29 Aug. ièi?,. il. 257. by Brandt II. Deel,
»/. 843.
f e) Refol. Geiier, 20 Aug. l6l8. hy K. Brandt Leven van de
Grout, U. 237.
-ocr page 259-
XXXIX. Boek. HISTORIE. 257
% van 's Lands vryheid en geregtigheid werdt i<j(8.
b aangemerkt; waarom zy begeerden , dat de-------
fr gevangenen terftond geflaakc werden." Doch
de zes Steden, Dordrecht, Amfterdam, Schie-
dam , Enkhuizen, Edam en Purmerende, zei-
den, alleenlyk „dat zy van 't voorgevallene
ft verflag zouden doen; begeerende, dat al-
n les,midlerwyl, bleeve in ftaate." Ten zelf Befluit,
den dage, beflooten de Edelen en meeste Ste- by "remi
den,den Prinfe,vrymoediglyk, te kennen te hieroP
geeven „ dat men, door deeze handelwyze, ^e"£°
,, de hoogheid, vryheid en geregtigheid van
j, 't Land van Holland hield t gekwetst te zyn;
v», en hem te verzoeken, dat hy 't, als Stadhou-
?, der, geliefde te regten." 't Gefehiedde« Doch
de zes Steden deedèn 'ér, ten zelfden tyde, ee-
ne verklaaring tegen, waarby zy de klagten en
't verzoek der andere Leden niet goedkeurden.
De Prins antwoordde $, dat het gebeurde, niet
M by zyne orde, maar van wege de algemee-
;, ne Staaten vefrigt was; die geloofd moesten
5, worden,zulks niet zonder grond gedaan te
„ hebben; dat hy 't regt van Holland niet be~
>, twisten wilde, en dat de Heeren Staaten van
w Holland 't gefchil, welk hierover gevallen
fr mögt zyn, met de Heeren Staaten Gene-
>, raal, wel zouden weëten te vinden." Waar-
op men befloot, te wagten, met het verder*
voorftaan Van 's Lands geregtigheid, tot op de
wederkomst van eehige Leden, die verflag aan
hunne Steden deeden J; en ondertusfchen, zorg
te draagen, dat de gevangenen, van wege de
algemeene Staaten,wel werden behandeld (ƒ'),
De
f/"> Refol. Hoi!. 29,30 'Aug. tfiiZ. bh 25H, 2<a. {,vV>*\nr>f
11. Deel, lil. 84.?,, 844 s 8/(5.
X. Deel.           ït
-ocr page 260-
«153 VADERLANDSCHE XXXIX. Boek.
tSi8. De tyding van het gevangen neemen des Ad-
-------vokaats hadt, gelyk men denken kan, zyne oude
IV. huisvrouw, zyne kinderen en verder gezin ge»
Poogin- donipeld in eene diepe verflagenheid. De Hee-
de" Ad- ren ^an ^er Myle en Veanhuizen, zyne Schoon-
vokaat zoonen, en de Heer van Groeneveld, zyn oudfte
te doen Zoon t begaven zig, des nademiddags, by zy>-
los laa- ne £)ooriUgtjgheid, verzoekende, dat men hun-
nen Vader, om Zynen ouderdom, zyn huis tot
eene gevangenis gave: waarop de Prins ant-
woordde , '/ is het werk van de Staaten Gene'
raal.Üwen Vaderzal geen leed gefchieden
, niet
meer dan my zelf.
Veenhuizen, micilerwyl, ver-
fchoonen willende, dat zyn Schoonvader tegen
de Kloofterkerk was geweest; hoorde de Prins
naauwlyks't Woord Kloofterkerk reppen, of hy
borst uit,<#e zig tegen de Kloofterkerk wil {lel-
len, zyne voeten zullen heni niet van hier draa-
gen.
Immers op deeze wyze, vindt men deeze
byzonderheden, in Uitenbogaards Dagregister
(g), uit den mond van van der Myle zelven, aan-
getekend. Ik heb eene Aantekening in handen,
waarin, nog gemeld wordt,dat van der Myle,
Veenhuizen en Groeneveld zig, des nademid-
dags , by de algetneene Staaten, vervoegd; doch
geen antwoord, op hun verzoek, gekreegen
hebben. Maar de Heeren van Sehaagen en
van Asperen, beide befchreeven iri de Rid-
derfchap, ondernamen, omtrent deezen zelf-
den tyd, Oldenbarneveld te doen ontflaan.
Doorgedrongen tot aan de Kamer, daar de
Advokaat zat, begeerden zy, dat men hem
losliete. 't Gerügt, welk dit maakte, deedt
den Prins uitkomen,en bevelen, dat men den
E.
Ce) Hy BB.AKDT. II. Dccl,bl. 84J.
-ocr page 261-
&XXIX. BoEk. HISTORIE. 250
Edelen 't geweer afname, hen voorts, bewaa- iöig.
irende, tot dat men, hierop, het goedvinden der-------
algemeene Staaten verftaari zou hebben. Te
gelyk, verklaarde hy, dat men hen* zyns be-
dunkens , met eene beftraffing, onder handtas-
ting, zou mogen ontilaan: gelyk gefchiedde
(£)• Van der Myle, federt, onder de hand, ge- Van der
waarfchuwd, dat men naauw op hem lette, Myle
week uit den Haage naar Rotterdam, van waar wyfet
hy den Thefaurier de Bye kennis gaf, dat hy, p£Jj.
uit droefenis over 't gebeurde, zig, voor eene t^
poos, buiten den Haage dagt te onthouden.
Hy vertrok, terftond, naar Frankryk, alwaar
hy,den negenden van Herfstmaand,aankwam.
Doéh, in 't volgende jaar, keerde hy wederom
in den Haage (i)> Verfcheiden' andere Perfoo-
Hen, vriendfchap gehouden hebbende met den
Advokaat, weeken^ ten deezen tyde * ook ten
Lande uit. Ukenbogaard verliet den Haage, Üiteiibo.
op den zelfden dag * dat de Advokaat gevangen ßa-*rd cn
Werdt (k). Ook toog de Heer van Moersber- ^TJ^-jf
gen > zyne brieven, uit den Haage naar Ütreehc insje-
gefchreeven, te vooren, geligt hebbende uit iyks4
der Staaten ïtamer (/), naar Münfterland (m).
Trefel zelf nam de vlugt: ook de Predikant
Taurinus, Schryver der Weegfchaale* dié,
kort hierna, te Antwerpen, overleedt Qi). Ee-
nige anderen waren in yreeze van te zullen ge-
Vat worden ; fchoon zy niet wykén derfden,
't Gemeen werdt haast van de gevangenis der Inkomt
drie vas» 2*
(/<) Brandt Ii. Deel, il. 842.
(Ó 'ïelcbrev. Memorie wgerts den Wre. vsn der Myl*.
C*) Uïtenboo.. Leven en Veranny Caß- lH. il. i*j,
Q) Ihteróg. van f. ile G>yeï'. drt LXl. M. 8.
f Bi) Orotius Vefijnrw. 'Ow.Mt. pi. 154.
, (■?) Brandt II. Dal, tl. fcpj y}$.
Ra
-ocr page 262-
ü6o VADERLANDSCHE XXXIX, Boek.
i5i8. drie Perfonaadjen onderrigt, door eene ge-
drukte Verklaaring, die, op den dag der ge*
kore ver- vangenis, zonder ondertekening of drukkers
Klaaring, naani5 bv der Staaten drukker, uitkwam, en
dag der voor net werk gehouden werdt van eenige
gevange- Heeren, uit de algemeene Staatsvergadering
nis ver- (0), veelligt dezelfden drie, die te Utrecht
fprsid. geweest waren. In deeze verklaaring, werdt
voor reden van de gevangenis gegeven „ het
L ontdekken van verfcheiden' zaaken, te U-
,5 tfecht en elders, waarvan voor deezen groot
„ agterdenken geweest was, en die ftrekten,
„ tot nadeel der Gewesten in 't gemeen, en
w van elk byzonder Gewest, niet zonder ver-
„ moedelyk gevaar van den ftaat van 't Land
„ en van een bloedbad, in Utrecht en in ver-
„ fcheiden' Steden van Holland: van welke
,} ontdekte zaaken Oldenbarneveld, Hoger-
J5 beets en de Groot voor hoofdbeleiders wer-
„ den gehouden: waarom zy, door de alge-
5, meene Staaten, gevat waren, op dat men hen
„ hunne bedryven , uit hunne hegtenis, mögt
„ doen verantwoorden, naar behooren ( ƒ>)."
De ge- Met het uitkomen deezer Verklaaring, wer-
vange- den de verdenkingen en befchuldigingen van
non wor- Landveraad en handel met Spanje wederom
Schot-" leevendig onder 't gemeen. De gevangenen
fchrifteii, werden lelyk ten toon gefteld , in allerlei
befchui- Blaauwbóekjïs, rymen, liedjes, die nu eenen
digd; van vryeni00p hadden (q). Veelen ftelden voor
i^andver- zeker ^ ^ m£n gruwelyke ftukken, te Utrecht,
ont-
(o~) Zie Repen, der Gener. PiaUa.it. hl. 24.
f p) Zie dit ßiljet hy liHANDT Hifi- der Rechtspl hl. a.
fjfl) Orotius Vcraiitw. Cap. IX. hl. 94. Cup. XV. hl. 154,
Ba'jlmrt. Meuior. X. liutk, 11, 63, 64.
-ocr page 263-
XXXIX. Boek. HISTORIE. 261
ontdekt hadt; waarop de algemeene woorden 1618.
der Verklaaringe, dat men zaaken te weeten-------
gekomen was, waaromtrent men voorheen ver-
moeden gehad hadt, verkeerdelyk, toegepast
werden. Nogtans, zou ik niet durven verze-
keren , dat eenige Gemagtigden der algemee-
ne Staaten den Advokaat niet verdagt gehou-
den hebben van ontrouw. Doch 't gene zy, Wat
deswege, te Utrecht ontdekt hadden, was, zo men, des-
ver my gebleeken is, van zeer weinig gewigt. ^t ^cht'*
Gysbrecht van Harteveld, Domheer der Ker- v«ftaan'
ke ten Dom, en Johan van Weede, Sekrecaris hadu
derzelfde Kerke, hadden, op den derden van
Oogstmaand, 's daags voor de verandering der
Regeeringe te Utrecht, fchriftelyk, verKlaard,
5, dat Jonkheer 'Johan van Oostrum hun, om-
„ trent drie maanden geleeden, in zekere her-
„ berg, gezeid hadt, dat de Heeren Staaten
„ den loop zyner Doorlugtigheid wel zouden
„ fluiten, alzo zy genoeg bemerkten, waarhy
heenen wilde. En gevraagd zynde, by wat
middelen?" zou hy geantwoord nebben,
„ dat, als de Prins het Land van Utrecht en
„ eenige Steden van Holland, of van andere
n Gewesten wilde aantasten , met de harde
„ hand, de Staaten beflooten hadden, agt- of
j, tienduizend foldaaten aan te neemen, en de-
„ zelven te leggen , in Rotterdam, Hoorn,
„ Kampen en Zwolle, waarna men den Prinfe
„ zou aanzeggen, zo gy ons niet wilt met vrede
j, laaten; zullen wy genoodzaakt zyn met den
Aartshertoge van Oostenryk te verdraagen
voor ons zelven, en ons onder zyne gehoor-
zaamheid te begeeven.'" Voorts zou van Oos-
trum hier hebben bye;evoegd „ dat men zulk
R 3
                     % een
-ocr page 264-
a-fe VADERLANDSCHE XXXIX.Boek,
ilSïTj. ,, een verdrag met den Aartshertoge zou kon-
^•■■'■' - j, nenmaaken, waarby vryheid van Godsdienst
„ bedongen , en alle vrees voor dwinglandy
„ voorkomen werdt; al het welk hy verklaar-
„ de, niet uit zig zelven te zeggen; maar, ter»
„ ftond, van goeder hand, uit de voornaamften,
j, verftaan te hebben (f)." Doch uit deeze ver-
klaaring, die in zig zelf weinig om 't lyf hadt,
kon nog minder, ten laste van Oldenbarneveld,
worden beflooten. Voorts hadt, veelligt, Ni-
kolaas van Berk, die nu Burgemeester te Utrecht
geworden was, reeds iets gezeid, ten laste des
Advokaats, waarvan hy, wat laster, ook eene
fchriftelyke verklaaring gaf, welker inhoud en
klemwy, hierna, onderzoeken zullen.
V.
          De gevangenen zaten, eenige weeken, eer
Oorzaak zy onderzogt werden. De Groot heeft, hiero-
vau het ver ?"naderhand, geklaagd in zyne Verantwoor-
van'ton- dinS(0- Doch veelligt, zonder genoegzaamen
derzoek grond. De Leden van Holland, die begeerd
der ge- hadden te ftaan over dit onderzoek, waren ge-
lange- fcheiden, op reces, om over eenige dagen we-
der te vergaderen; en hadden gevorderd, dat
de zaaken, raidlerwyl, blyven zouden, in den
ftaat, waarin zy waren (*), Hieruit moest uit-
ftel van de verhooring volgen: ook weige-
ring van toegang van vrienden, 't welk, in
diergelyke gevallen, voor de verhooring, nim-
mer, te gefchieden plag. Doch in deeze tus-
fchentyd, vondt Prins Maurits geraaden, d«>
Regeering, in verfcheiden' Hollandfche Ste-
den,
Cr) Atteft. van C. van Hartev. en J, de Weede van XXIV,
Jufy lfii8. nudcn flyl M- S.
{sj Cap.
XIV. U. ui.
(O Refol. Holl. 30, 31 /fug. 1618. M. 261, 263.
-ocr page 265-
XXXIX.BoEK. HISTORIE. 363
den, te veranderen, buitens tyds. Hiermede 161S.
werden ook twee maanden gefleeten, 't welk
het onderzoek der gevangenen, dat, midier- Reden
wyl, aangevangen was, van tyd tot tyd, ver- ™n do
fchuiven deedt. Veelen kwam dit veranderen ""!,""„-
.                                                                   gewoonc
der Regeennge onverwagt voor. Men meen- verande-
de , dat de Steden , door het afdanken der ring der
Waardgelders, en door het genoegzaam bewil- ^esee-.
ligen in de Nationaale Sinode, den Prinfe vol- ""rfchel™
komen voldaan zouden hebben. De Leden had- den' Ste-
den zelfs, op den dertigften van Oogstmaand, den van
met genoegzaame eenpaarigheid van ftemmen, HoUautl,
beflooten, de twee ProViiiciaale Sinoden, die
de Nationaale Sinode moesten voorgaan, te
doen befchryven: 't welk, weinige dagendaar-
na , gefchiedde. Want, fchoon Gouda ^Schoon-
hoven, Briele en Alkmaar zig ongelast ver-
klaard , en Leiden en Rotterdam zig op hun-
ne Penfionarisfen beroepen hadden, hadden zy,
nogtans, verdaan, dat men de twee Sinoden
beichryven zou, zo zy, in vier of vyf dagen ,
geen nader befcheid bragten (V): 't welk niet
gevolgd was. De eenigheid onder de Leden
van Holland fcheen, derhalve, herfteld, in de
gewigtigfte punten, waarover men, te vooren,
verfchild hadt. Doch de zaak der drie gevan-
genen hadt een nieuw verfchil veroorzaakt.
Die van Rotterdam hadden fterk aangehouden Poogïn-
by den Prinfe, dat men de Groot ontflaan,of, sen van
ten minften, in zyn huis te Rotterdam, ver- jw^c^,
zekeren zou (V). Die van Leiden begeerden, deu.te«
dat Hogerbeets, volgens de Privilegien, bin- voordo«*
nen te des;
(u*) Ttefn!. IfoH. 30', 31 Jug. Itfl8.it 160, 163. by Brandt
Jf. Deel. bl. 845.
Cvj IC. Hranut Levcu van H de Groot, ik ijy.
R.4
-ocr page 266-
»64 VADERLANDSCHE XXXLX.Boe*.
iCi 8. nen hunne Stad, te regt gefteld werdt. De Prins
-------. wees hen naar de algerneene Staaten. Dochzy
gevaügc- beweerden beide, dat zyne Dporlugtigheid,
?en' als Stadhouder van Holland, gehouden was,
de Privilegien voor te ftaan. Maar de. Prins
bleef by zyn eerfte antwoord (v). Van fom-
migen wordt ook verhaald, dat, ineenigeSte-
den, beflooten was, ter naaster Dagvaart, aan
te houden op het ontflag der gevangenen, en
te verklaaren „dat men, daarna, befchuldi-
„ gingen, in orde, tegen hen hooren wilde,
yy die, zo ze binnenlandfche zaaken betroffen,
„ door die van Holland alleen, zouden moe-
„ ten geoordeeld worden. Voorts, dat men den
„ Prins verzoeken zou, tot handhouding der
„ voorregten. Doch zo zulks, ten eerfte, niet
„ vallen wilde , zou men geen onderzoek
„ der gevangenen toelaaten, dan in 't bywe-
„ zen der Ambasfadeuren van Frankryk, En-
„ geland en Zweeden, en ten overftaan van
„ Gedeputeerden van alle de Leden van Hol-
5, land en Westfriesland, zonder welker ken-
„ nis en bewilliging, ten voornaarnften dee-
„ Ie, niet zou worden voortgevaaren. Doch
„ zo de gevangens, of eenigen derzelven ver-
„ ftand gehouden mogten hebben met de
„ Spaanfchen , Aartshertogen , of derzelver
„ aanhangers, ten nadeele der Vereenigde Ge-
„ westen, en zulks klaar en genoegzaam be-
„ weezen werdt; zou men ze handelen, gelyk
„ men fchelmen en verraaders behoorde te han-
delen, anderen ten voorbeelde, zonder eenig
„ mededoogen (V)." Maar de zes Steden ver-
?
                                                         fton-
fi*0 R- llnGERiiF.FTs Memoc. Jy Brandt II. Deel, lil. 846.
[#} UïTENbOÜ til, lOV'J.
-ocr page 267-
XXXIX. Boek. HISTORIE. 265
ftonden niet, dat men den gevangenen zo veel 1618.
gunst behoorde te doen van hun ontflag en te-------
regttlelling, in de byzondere Steden, of voor , "
Hollandfche Regters alleen, te bevorderen.
Dit gefchil ftondt, naar fommiger begrip, nieu-
we zwaarigheden naar zig te ileepen, om wel-
ken te voorkomen, zyne Doorlugtigheid en
eenige Leden van Holland beflooten (;y), eene
ongewoone verandering te maaken in de Re-
geering van de meeste Steden Men begon dit
werk, zonder uitftel, met het begin van Herfst-
maand. De Predikant Henricus Arnoldi, die te Merk-
Delft ftondt, en thans in den Haage was, waardig
fchreef, den vierden, aan Martinus Gregorius, ^,r^ver
Raadsheer in den Hove van Gelderland, we- j>redi-ei1
gens den toeftand deezes tyds „ dat hy, dien kant Ar«
„ dag, den Prinfe gefproken, en hem bekom- »oid|.
„ merd gevonden hadt; dat de Steden van
„ Holland begeerden, dat men de gevangens,
„ voor derzelver eigen' Vierfchaar, te regt
„ ftelde, zo men haaren Privilegien geen ge-
„ weid aan wilde doen; dat de gevangens, on-
„ dertusfchen, buiten alle zwaarigheid waren,
„ en de Staat verlooren, zo de Prins haar,
„ hierin, te wille was: doch dat men, veel-
„ ligt, in eenige Steden, den Vroedfchappen re-
„ kenfchap van hun bedryf afvorderen, en tot
„ zifting komen zou ï en dat men hoopte, dat
n alles wel zou uitvallen, zo dit gebeuren mögt
» C2)-" Ook gebeurde het laatfte, kort hierop.
Den zevenden van Herfstmaand, maak- vi.
te de Prins de eerfte verandering, binnen Prins
" Schoon- Mauriu
(y~) Van den Sande VI. Hoek, l/l. 80.
' z) Zie ilec?en llricf Iry IjRAsnr II, /J°el, II. 848. Zie elk
(JvlENBor,. Leven Cap. XI. bl. 20'ï.
R 5
:
-ocr page 268-
26"6 VADERLANDSCHE XXXIX.Boek.
1618. Schoonhoven, daar de dienende Wethouders,
Vroedfchappen en * Kiezers ontflaagen wer-
veran- den, en anderen, door den Prinfe, in derzelver
ReLe-6 plaatfen gefteld. Op den tienden, gefchiedde
ring te net zelfde, in den Briele. In beide deeze Ste-
Schoon» den, lag eene bezetting van eenige vendelen,
hoven, die t'eenemaal afhingen van den Prinfe. Zyne
"teurs'" Doorlugti^heid, van hier, naar Delft getrok-
in den ken ■> deedt, aldaar, gelyke verandering, op den
Kriele, vyftienden. Hier lag, insgelyks, gewoone be-
te Delft, zetting. Van Delft, toog hy naar Schiedam,
éLnte" naar Gorinchem, naar Oudewater, en naar
Gorin- Woerden, op alle welke Plaatfen, nog in Herfst-
diem, te maand, verandering gefchiedde in de Regee-
öude- j-jng^ Te Monnikendam, volgde zulks, op den
Woer-tC eerften van Wynmaamd. In deeze kleine Ste-
den , en den, was de Prins genoeg befchermd door zyne
te Mon Lyfwagt, die, onlangs, ter gelegenheid vaneen
niken- jos gerügt wegens een' toeleg op 's Prinfen lee-
ven, merkelyk vergroot zynde (#), toen hy, den
dertigften van Herfstmaand, binnen Monniken-
dam kwam, uit driehonderd foidaaten beftondÊ
(£). Tegen welke menigte, niemant het hert
hadt, zig te verzetten. De verandering gefchied-
de, derhalve, hier, en in grooter en fterker
Steden, daar bezetting lag, zonder eenige moei-
Moeue te. Maar, te Hoorn, hadt dit werk meer voeten in
met dee- de aarde. Hier lag geene bezetting, en het voor-
ZndeVer naamuSe lighaam der burgerye hieldt het met;
ring," te de tegenwoordige Regeeringe. Sommigen mei-
Hoorn, den, dat de Prins, al vroeg in 't voorjaar, be-
zetting in Hoorn hadt zoeken te werpen; doch
1                                                       dat
. (a~) Uytfnboc. BI. ion.
( b) ISRAtmr II. Detl, H, 85e 4 (,'gj, 852, Bjvq^T. tb 993;»
W Vl>5<
-ocr page 269-
XXXIX.Boek. HISTORIE. a6?
dat de knegten, door 't ys en tegenwind, be- |gigt
let zynde gelykelyk aan te komen, op bevel - -.
van Burgemeesteren , buiten gehouden wa-
ren (f). De Prins bevondt zig, na 't verande- De Prin»
ren der Regeeringe te Monnikendam, in de "e.kt vaa
nabuurige Stad Edam, daar egter geene veran m
dering gemaakt werdt, zo ver my gebleeken waardj.
is. Mier kreeg hy kennis, dat men, te Hoorn,
Vroedfchap belegd, en in dezelve beilooten
hadt, hem te ontvangen, zo hy zig derwaards
begave. Hy vertrok dan, des anderendaags,
den tweeden van Wynmaand, van Edam, en
was reeds naby Hoorn, toen men hem, uit den
naam der Wethouderen en Raaden, verzogt,
dat hy toch met geen groot gevolg in de Stad
komen wilde. De Prins vondt dit verzoek zeer
ontydig. Hy antwoordde n dat hy bereid was,
j, eenen anderen weg te neemen, zo die van
„ Hoorn hem niet in de Stad hebhen wilden,
j, Doch dan zou hy zien, wat hem, naderhand,
„ te doen ftondt. Wat zyn gevolg betrof, dat
„ wilde hy niet verminderen , ook niet van
„ een' eenigen Paadje." De afgezondenen Men la«
hieldt hy, ondertusfehen, by zig, tot dat hy hem Wn*
aan de Stad gekomen was. Hier was de Poort ^ 'ge-
geflooten, op 't winket na. De afgezondenen volg.
vooruit getreden zynde, om der Wethouder-
fchap, die, buiten de poort, op 't Hoofd,
ftondt, verflag te doen, beflootmen, terftond,
den Prins, met zyn gevolg, binnen te laaten.
De Schuttery was in de wapenen 5 tusfehen twee
ryen van welke, de Prins begeleid werdt, tot
aan zyne herberge, tegen over welke, eene
hou-
(O Vbuus Hoorn, tl. 559.
-ocr page 270-
2<58 VADERLANDSCHE XXXIX.Boek.
1618. houten Loots, voor 'sPrinfen muskettiers,op-
------- geflaagen was. Men hieldt de maaltyd met zyne
Doorlugtigheid, met groot betoog van weder-
pe
        zydfche vriendelykheid. Doch 't bezetten van
Schutte- 't Stadhuis, de Waage , de wagthuizen en
ry bezet p0orten , door twee vendelen Schutters, op
ptaaffën. heimelyk bevel der Wethouderfchap, baarde
bylter omzien, onder den Adel van 's Prinfen
gevolg. Ook haakten veele fchutters, om aan
den man te komen met de muskettiers; en de
Stad ftondt in gevaar van in eene zorgelyke
beroerte te vallen, hadden de Wethouders, hier-
toe , maar het minfte verlof willen draagen.
Doch zy vonden raadzaamer, zig ftil te hou-
den. Ook hielden zig eenige Burgers gereed,
om ^en Prinfe de hand te bieden, zo men hem
tegenftand wilde doen. Des morgens, ontboodt
zyne Doorlugtigheid de Hopluiden der Schutz
terye, hun afvraagende, waarom zy zo ßerk
waakten ? daar hy hun
, immers, geene reden,
gegeven hadt
, om hem te mistrouwen. Zy berie-
pen zig op den last van Burgemeesteren, endee^
zen op de Vroedfchap, die, terftond, byeenge-
roepen zynde, den Prins, gelykerhand, kwam
verzoeken „ dat hy geene verandering maaken
„ wilde in de Wethouderfchap," daar by voe-
De gende „ dat zulks met de Privilegien ftreedt,
Vroed- n welken zy verpligt waren voor te liaan; dat
fthzof kc » 'er 00^ Sroot misnoegen, twist en onrust uiï
dateer r> ontftaan zou, onderde burgerye. Hadt men
geene „ op iemant iet te zeggen; men zou hem aan-
verande- ?J klaagen, en zyne verantwoording hooren,
ring ge- ^ £)en fchujcjigen mögt de Prins afzetten, of
worde n anders Itraftin. Zy waren bereid, zig met
dan door „ eede te zuiveren van 't gene hun nagegeven
„ weidt,
-ocr page 271-
XXXlX. Boek. HISTORIE. 209
w werdt, dat zy zyner Doorlugtigheid zouden ^g,
„ hebben willen den voet ligten, of zyn voo-
„ rig gezag verminderen*" Eindelyk, baden vermeer-
ze „dat, zo hy immers iet wilde veranderen, hy dering
w liever 't getal der Vroedfchappen vermeer- ™|!ll]mr
„ deren wilde, met eenige Perfoonen, ter zy-
„ ner keuze." Deeze laatlte voorflag fcheen De
den Prinfe te behaagen, waarna men, op zyn Schuc-
fterk aanhouden, den fchutteren beval naar ters trek.;
huis te gaan. Toen, vernieuwde de Vroed- Sei1 "•
fchap haar voorig verzoek. De Prins nam aan,
zig daarop, met den eerden, te zullen beraar
den, en haar dan wederom te ontbieden. Dus
Verliep deeze dag, en de volgende. Maar óp
den derden dag, zynde den vyfden van Wyn-
maand, wanneer nu verfcheiden' vendelen
knegten, uit Friesland en van elders,, te fche-
pe, aangekomen waren in de haven; liet 4e
Prins de Magiftraat byeen roepen op 't Stad-
huis, om zyne meening te verdaan. Zywaszo De Re-
dra niet vergaderd, of de Prins, verzeid van geering
veele Edelen, en van eenige honderden foldaa- *°L'
ten, die zig, in eene halve maan, op de markt derd.
plaatden, tradt naar 't Stadhuis, bedankte de
geheele Vroedfchap, en ontfloeg ze van eed en
dienst. Doch agt oude Vroedfchappen werden,,
terdond, wederom aangenomen, en de plaats
der twaalf, die verlaaten bleëven, met twaalf
nieuwen, gevuld. Voorts, werden 'er vier nieu-
we Burgemeesters gefteld. Na den middag,
zette de Prins ook eenige Hopluiden derfchut-
terye af Doch de Schepens, Weesmeesters en
andere Amptenaars liet men hunne ampten
behouden, onaangezien 'er verfcheiden' ont-
flaagen' Vroedfchappen ondier waren., De
Schout
-ocr page 272-
4^o VADËRLANDSCHË XXXIX Boe«.
ifiift. Schout, den Prinfe gevraagd hebbende, hoe 't
daarmede gaan tau ?
kreeg tot befcheid, daar
is al genoeg veranderd, ja alte veel
Zyne Door-
lugtigheid, eene bezetting van negenhonderd
of duizend man, onder den Luitenant Kolonel
Eifinga, een' gefóhikt' Friesch' Edelman, bin-
nen Hoorn, gelaaten hebbende (d), begaf zig,-
des anderendaags, naar Enkhuizen, daar gee-
i)it ge- ne verandering gefchiedde. Van hier toog hy
fcWdc op Medenblik, alwaar, op den agtften, elf
ook te Wethouders verbaten bleeven, en vyf ouden
biikden" van nieUws aangefteld (e). Van Medenblik ,
nam de Prins zyne reize naar Purmerende, en *
van daar, zonder iet veranderd te hebben, naär
Alkmaar* Hier Was zyne Lyfwagt, den agt-
en te ften, reeds binnen gekomen. Hy volgde, den
Alkmaar, tienden, verzeld met omtrent honderd wagens*
van welken e enigen der voorften omtrent hon-
derd muskettiers voerden. De Schuttery was
in de wapenen. Doch 's Prinfen Lyfwagt hadt
het Stadhuis bezet. Ook lag 'er een vendel
Schotten in de Stad, welk, insgelyks, in 't ge-
weer ftondt. De Prins, op den elfde n, verfchee*
nen zynde in- de Vroedfchap, die toen uit ze-
venentwintig Leden beftondt* oatfloegae allen
van eed en dienst; en ftelde, van nieuws, ee-
ne Vroedfchap van vierentwintig Perfoonen
aan, onder welken, maar agt ouden waren«
Onder de zestien nieuwe Vroedfchappen, waren
'er vyf, die, in den jaare 161 o * door Gemagtig*
den der Staaten van Holland, van hunne amp-
ten verbaten geweest waten. Voorts Werden,
hier,
C<0 Vbuws Hown* it. rX,7.                                                '
(*) Haudah-t. Memor. X. Boekt bU <58, Bm8d* H. D'*h
W. 857. Byy, 'bh 995*
'
-ocr page 273-
XXXIX.Boek. HISTORIE. &?t
hier, ook nieuwe Burgemeesters en Schepens i6i*
gefield (ƒ)
Na dat,'in zo veeleSteden, de hekken der VII.
Regeeringe verhangen waren, keerde de Prins De Pr^s
naar den Haage, alwaar de Staaten van Hol- ™°**lj
land, reeds, gedeeltelyk, uit afgevaardigden meeste
der nieuwe Regeeringe,beftaande, al in Herfst- Leden
maand, byeen gekomen waren» Zyne Door- der Statl-
lugtigheid, den twaalfden, te rug gekomen, JJitai
en, door de Staaten verwelkomdzynde, deedt verzogt *
hun, vervolgens, aandienen ,> dat hy, hoewel gelyke
„ ongaarne , genoodzaakt was geweest, tot verande-
„ wederbrenging van de rust en eenigheid in ™^a
M den Lande, zig, met groote moeite, en, steden,
„ niet zonder gevaar, te begeeven naar eeni- te doen«
jj, ge Steden van Holland en Westfriesland, en,
„ aldaar, voor eenen korten tyd, de Burge-
n meesters, Schepens en Vroedfchappen Ja
n ontdaan, en dezelfden; of anderen, in derzeï-
„ ver plaatfen, te herftellen, zonder, daarby,
„ nogtans, te verftaan, der byzondere Steden
„ geregtigheid of privilegiën, eenigermaate,
„ verkort, of iets byzonders daarin gezogt te
„ hebben, anders dan de vordering van den
„ dienst van den Lande. Dat deeze verande-
„ ring, in eenige Steden, nog niet was gefchied,
„ alwaar zyne Doorlugtigheid dezelve niet
w minder noodig hieldt, dan in de Steden, daar
j, zygefchied was. Waarop hy de meening van
„ de Vergadering begeerde te verftaan, op
„ dat hy alles, met de beste orde, en, tot de
„ meeste rust en dienst van den Lande, mögt
j, können verrigten." De Edelen en meeste
Le-
C.Q Bbanijt II. Derf, W. 85-,
-ocr page 274-
272 VADERLANDSCHE XXXIX. Boek*
j8j». Leden verftonden „ dat men den Prins, voor
■ "■ • •< M de genomen' moeite, bedanken' zou, te
yy gelyk, verklaarende , dat men veftrouw-
„ de, dat hy in alles, 's Lands best beoogd
„ hadt, en ten zynen goedvinden Helde, of
„ hem, zo hy 't noodig vondc, verzogt, in
,, andere Steden en Plaatfen, van gelyken, te
,, willen doen: waartoe men hem wilde on-
„ derfteunen.'* Maar Haarlem, Leiden en Rot-
terdam verklaarden zig ongelast, om hierop te
Hemmen» Gouda ftelde de zaak ter befcliei-1
denheid van den Prinfe. 't Befluit der Leden
den Prinfe zynde aangediend, verklaarde hy,
op nieuws $, in 't gene gedaan en nog te doen
rt was, geen ander inzigt te hebben, dan de
5} vordering van den dienst en rust van den
„ Lande, zonder dat 'er iet byzonders onder
„ gemeend of gemengd ware, ook buiten be*--
5, nadeeling van de geregtigheden en Privile-
„ gien des Lands en der Steden." Voorts, be-
geerende ,? dat van deeze zyne verklaaring
}> aantekening gehouden niogt worden, tot
M meerder kennisfe van zyne goede en opreg-
„ te meenihge (g)." '
VIII. Hierna, .zondt de Prins- zyne Lyfwagt en
Zyne eenig ander Krygsvolk naar Leiden, en begaf
Door- zjg ( 0p den twee- entwintigften, in perfoon der-
hefdigver- waards- Nu, of al vroeger, hadt hy zynen broc-
andertdê der, Fredrik Henrik, gevergd, hem te verzei-
lt egce- len; doch deeze hadt zulks, heufchelyk, gewei-
ring te gercj t bcgeerende, dat zyne Doorlugtighóid hem
Leiden, (oc^ ff^ zg^ me^eneemen } fa eenige Steden van
Hot-
fg) Refol. Huil. 12, 19 03ohi6i%. il. 29Ï , 307. fyBrand*
II. /Mei, il. 85y.
-ocr page 275-
&XXIX.BOÈK. HISTORIE, sfj
Holland (ä). Des anderendaags, werde de i^t|.
Vroedfchap, te Leiden, ontflaagen: en, ter--------~
ftond daarna, eenigen wederom herfteld. Doch
twee-entwintig van de veertig bleeven geheel
verlaaten. Onder de nieuwe Vroedfehappen ,
waren 'er eenigen, die zig, wegens 't (luk der
Waardgelders, gekant hadden tegen de voo-
rige Regeering, en een, die zynen naam gete-
kend hadt* in den kring, waarvan wy, boven
(0 •> gewaagden. De Hopluiden der Schütterye ,
by den Prinfe ontbooden zynde, werden tot
eenigheid en onderwerping aan de Wethou-
derfchap vermaand. Om 't graauw, welk reeds
gaande werdt tegen de Remonftranten, te flui-
ten, deedt de Prins, met goedvinden der Ma-
giftraat, allen overlast en moedwil, by open-
baare afkondiging, verbieden (&).
Van Leiden, trok zyne Doorlugtigheid naar te Haaj»
Haarlem. Binnen deeze Stad, waren, den vier km,
entwintigften , drie vendelen gezonden, be-
halve 'sPrinfen Lyfwagt. Dit volk ftondt, by
de aankomst van den Prinfe, in 't geweer. Doch
den fchutteren, die ook in de wapenen geko-
men waren, hadt de Prins belast, af te trek-
ken (l). Hy kwam, ten vier uuren, met een
gevolg van omtrent tagtig wagens, in de Stad.
Voorts, de gantfche Vroedfchap, tegen 's an-
derendaags , op 't Stadhuis ontbooden hebben-
de , ontfloeg hy ze van eed en dienst. Daarna
ontboodt hy de nieuwe Vroedfehappen, on-
del
(«■) ÜYTENttOo. Dflgreg. by BRANDT II. Deel, bl. 87».
CO ni. 167.
(■*) Dalers Leyden, bl, 507. Eaudart. Memor. X. Buk;
tl. flu, 6> UVTENEOG. bl. yio, IOÏO.
(/) Daiidart. Memor. X. lioek, bl. Gg.
X. Deel.                  S
-ocr page 276-
374 VADERLANDSCHE XXXIX.Boek;
j6i8. der welken hy dertien ouden herftelde. Negen-
mm — tien bleeven 'er verlaaten. Ook werden 'er
nieuwe Burgemeesters en Schepens gefield. De
Hopluiden der Schutterye tot gehoorzaamheid
vermaand, en allen overlast, gelyk te Leiden
gefchied was, by afkondiging, verboodenheb*
bende (tri), keerde de Prins naar den Haage* 's
Daags na de verandering der Regeeringe te
Haarlem, kwam de Penüonaris de Haan, te
rug gekeerd van de Dagvaart, welke hy, tot
hiertoe, bygewoond hadt, in de Kamer van
Burgemeesteren. Arend Meindertszoon, die
toen voorzat, vraagde hem, wat hy daar te doen
hadt. Ik kom,
was het antwoord, om, naar ge-
woonte
, verflag te doen van 't gene op de Dag-
vaart is voorgevallen.
Doch de Burgemeester
zondt hem naar huis, zeggende, dat men hem
wel ontbieden zou\ als men hem noodig hadt.
Maar als niemant, in twee maanden tyds, zynen
dienst vereischte, verftoutte hy zig, den Burge-
meester te vraagen, wat men met hem voorhadt ?
, XJ te verlaaten van uw ampt
, zeide men hem ,
zonder dat men zig gehouden agt,u reden te gee-
ven.
Dit gefchiedde ook, terftond. Naderhand,
van verfcheiden' kanten, gewaarfchuwd, dat
men hem zou vasthouden, week hy, in den aan-
vang des volgenden jaars, ten Lande uit («).
Van Haarlem, begaven zig, op 'sPrinfen last,
twee vendelen, onder deGraavenErnstenj'tf»
vanJSasfau, naar Rotterdam : alwaar nog een
te Rot- Fransch vendel lag. Zy kwamen 'er, op den ne-
tetdam, genentwintigften vanWynmaand, gevolgd van 's
Prin-
(m~; Ampzino Haavl. U. 4Ü4. Schrbvel. Haatl. tl. 15a.
Brandt 11. Deel, W 8fa. Hyv. U. 9J5.
Cn) Branbt ReehtspU w. 24* «»*•
-ocr page 277-
XXXIX. Boek. HISTORIE. 37$
PrinfenLyfwagt: en eerlang van den Prinfe zelv'. igig.
Des anderendaags, werdt de Regeering ver- ——
anderd. Zeven oude Vroedfchappen werden,
op nieuws, aangenomen: vyftien geheel ver-
laaten: twee waren overleeden: voorts, wer-
den 'er nieuwe Burgemeesters en Schepens ge-
field, en de Hopluiden der Schutterye, naar
gewoonte, tot gehoorzaamheid vermaand.
Ten zelfden dage, zondt de Prins een vendel
knegten naar Gouda, en, den volgenden dag ,
zyne Lyfwagt (V). Doch eer hy zelf ,derwaards,
vertrok, ontdekte hy iet, te Rotterdam, 't welk
hem, zomen meent, zeer misnoegd maakte,
op de Groot. In het Eedboek der Stad, was
de gewoonlyke eed der Amptenaaren gefteld *
in eenen tyd, dat Prinfe Willem de hooge O-
verheid was opgedraagen: waarom, in deezen
eed, gewaagd was van getrouw te zyn aan den
Prinfe van Oranje.
Doch na 's Prinfen dood,
hadt Oldenbarneveld, die toen hier Penfiona-
ris was, volgens een bef] uit der Vroedfchap ,
in den eed, gefteld, in plaats van aan den Prin-
fe van Oranje, aan de Hooge Overheid van Hol-
land.
In de Groots tyd, in 't jaar 1616, was
hierby nog eene kleine verandering gekomen ,
in gevolge van een befluit der Vroedfchap $
gefchreeven met de hand van den Sekretaris
Anthony van der Aa, ter gelegenheid, datfottl-
migen den algemeenen Staaten de hooge O-
Verheid der Landen begonden toe te fchry ven ,
Men ftelde, naamlyk, agter de woorden Hooge
Overheid
, tot verklaaring, dat is <, de Staaten van
Holland.
Nu hadt men den Prinfe diets ge-
maakt ^
(»■) Baanüt Ü. bul, il. 8<?4.
S %
-ocr page 278-
i76 VADERLANDSCHE XXXIX.BoekJ
,6,8 maakt, dat de Groot den naamzynerDoorlug-
J_ tigheid, met eigen' band, in den eed doorge-
fchrabt hadt. Hy begeerde dan, enkelyk, het
Eedboek te zien, en vondt'er de gemelde ver-
anderingen; die de Groot, zo hy zelf, nader-
hand, begreep, veel kwaads deeden by den
Prinfe, by wien hy, hier,thans geenen verde-
diger hadt (p ).
                     «. ,
m te Zyne Doorlugtigheid, van Rotterdam naar
Gouda. Gouda vertrokken , veranderde, aldaar, de
Receering, op den eerften van Slagtmaand.
Tien Vroedfchappen bleeven hier verlaaten.
Voorts, werden 'er vier nieuwe Burgemeesters
jrefteld Doch de Schepens bleeven in hunne
bedieningen. De Hopluiden der Schutterye
deeden ook belofte van getrouwheid aan de te-
De Prins genwoordigeRegeeringe^). Van Gouda trok
kom!!!! Ie Prins naar Amfterdam, daar hy, den twee-
Amiter- d van Slagtmaand, werdt ingehaald, met al-
Uaw- Ie betoog van eere, ftaande de twintig vende-
en fchutters en.de drie vendelen Stads foldaa-
ten in 't geweer. In deeze Stad die, federt ee-
rnge jaaren , de meening, welke nu boven-
dreef, gevolgd hadt, in 't ftemmen ter Dag-
vaart fcheen geene verandering der Regee-
rrnge'vereischtte worden, gelykze ook met
gefchied was, te Enkhuizen, te Edam, en te
Purmerende, die, altoos, met Amfterdam ge-
ftemd hadden. Doch als men zig herinnert t
penewv, te vooren, hebben aangemerkt, dat
de befluiten derVroedlchap, hier, geduurig-
lvk, door eene meerderheid van zeer weinige
ftemmen, gemaakt waren, en daarby bezeft,
f „■) K. Brandt Leven van H. de Groot, hl. \&.
-ocr page 279-
XXXIX. Boek. HISTORIE. 277
hoe ligt zulk eene meerderheid, door fterven 1618.
of andere toevallen , de minderheid worden-------
kan, zalmen, zonder moeite, begrypen,dat
de meerderheid hier ook belang vondt by de
verandering; waarom zy 'er, meent men, den
Prins toe bewoogen heeft. Op den derden van Hy ont-
Slagtmaand, 's morgens ten tien uuren, ver- Aa« hier
fcheen de Prins in de Raadkamer, alwaar de vok **e
Vroedfchap, door zynen last, byeengeroepen fcw"
was. Hy deedt 'er dit voorftel: „ myne Hee-
w ren, dewyl hier, in den Raad, gelyk ook in
5, andere Steden, groot verfchil is geweest, o-
n ver zaaken en gefchillen van Godsdienst en
„ Regeeringe, waaruit verdere zwaarigheden
,, zouden mogen ontftaan; zo ben ik hier ge-
n komen, uit last van de Regeerders des Lands,
5, om ook daarin te voorzien, gelyk ik, in an-
n dere Steden, gedaan heb. Ten dien einde ,
w bedank ik deeze zesendertig Raaden voor
w hunnen dienst, en ontfla ze van hunnen eed ,
w ook van den eed en 't regt, welk hun, als
„ Schepenen geweest zynde, in 't kiezen van
„ Burgemeesteren, toekomt." Hierby, voegde
hy „ dat hy van deezen last en moeite gaarne
n verfchoond was geweest; maar dat de hooge
,, nood en dienst van den Lande dit vercisch-
,, ten, om alle misverftanden en oneenighe-
p, den, die 't Land kwelden, weg te neemen
n en voor te komen (>)." Terwyl de Raaden
vast opftonden, om te vertrekken, vraagde de
Oud - Burgemeester , Kornelis Pieterszoon
Hooft, den Burgemeesteren, JakobHoing en
Dirk Bas, of zy, daarop, niets begeerden te
zeg-
£0 Baudart. Memor. x. Boek, II. 69, 70,
\
-ocr page 280-
qr8 VADERLANDSCHE XXXlX.BoEX.
1618. zeggen. Zy zeiden neen; en niemant anders o-
penbaarde zig. Hooft verklaarde toen, dat hy
Aan- zig verpligt vondt, kortelyk, iet voor te ftel
fpmak jen. waarr.oe verlof verzogt en verkreegen heb-
Oud- Bur- bende van zyne Doorlugtigheid, hief hy aan,
gcmoes- op deezen zin: ,5 't Zal, doorlugtige Vorst, op
«er Kor- Lichtmisfe eerstkomende, vyfendertig jaa-
neluPie- ^ ren zynj ^ ^ jn ^en j^aa(j {,en beroepen,
Hooft0 n en» geduurende al dien tyd, heb ik myne
aan zyne „ genegenheid tot het Huis van Nasfau dik-
Dooriug- wiis betoond, Dikwils ben ik, van deeze?
righeid. Stede wege, ter Vergaderinge van Holland ,
„ ookterGeneraliteitverfcheenen, Verfchei-
„ den' misverftanden zyn, in dien tyd, tus-
w fchen deeze Stad en de Steden Haarlem en
n Leiden, ontftaan, die ter fcherpe, geregte-
n lyke en andere handelingen uitborflen; zo
n dat men goedvondt, uwe Vorftelyke Door-
„ lugtigheids tusfchenfpraak en bemiddeling
»
n daarover , te verzoeken, waardoor die ver-
„ fchillen, eindelyk, waren nêergeleid (2),
j. Des agt ik my gelukkig, dat ik myn ge-
„ moed, in deeze gefteltenis van zaaken, voor
n uwe Vorftelyke Doorlugtigheid, mag ont-
„ lasten. Ik zal anders niet zeggen, dan dit wei-
„ nige. De geheele Vergadering van deezen
,, Raad was,by duuren eede, verbonden, tot
w voorftand van de voorregten en vryheden
v deezer Stede. De Heeren Raaden nebben
„ zig, hierin, totnogtoe, naarbehooren, en„
„ met groote eendrägt en zorgvuldigheid, ge-
„ kwee-
(2) Hooft zag , hiermede, op de gefchillen over deu
Overtoom, die, voor eeni^e jaaren, aan den Prinfis
vertfleeven waren. Zie Refol. Holl. 8 April U erj ï$
pecemb. 1604. W. 123, 316, 33^.
-ocr page 281-
XXXIX.Boek. HISTORIE. *?$
» kweeten, met naame omtrent drie punten, rói8.
» die my nu in den zin komen: eerst, om, by —:—-
» middel van * beflag op perfoonen of goede-* arrest.
» ren, alhier, regtsgebied te vestigen, en al-
» lerlei zaaken bankvast té maaken: 't welk,
» fomtyds, met groote moeite en onlust, te-
» gen eenige Steden, met naame tegen Rot-
n terdam en Middelburg, is gehandhaafd: ten
» anderen
, het Privilegie de non evocando, me-
n debrengende, dat men geene burgers voor
» eene vreemde vierfchaar of regtbank mag
p betrekken: ten derden, dat geene burgers in
n gevangenis mogen gehouden worden, als
n zy vermogen borg te ftellen van, teraan-
55 maaninge des Regters, voor 't geregt te ver-
» fchynen. Doch deeze punten zyn niet te ver-
55 gelyken, by de punten, die nu in gefchiï
w ftaan. 't Is wel waar, dat het weivaaren van
n den Staat de opperlte Wet moet zyn ; maar
55 ik houde het daar voor, dat zelfs niemant
55 uit den Raad, ter zaake van de ftrydigheid
55 der gevoelens, die , fomtyds, in den Raad
55 zyn geweest, eenig befluit poogde te maa-
55 ken, ten nadeele van de Leden, die de min-
55 fte ftemmen uitbragten, als of die niet, zo
55 wel als de anderen, voor eerlyke en vroo--
55 me luiden, voor goede Patriotten en tegen-
55 ftanders van Spanje mogten beftaan. En
55 hoewel die Heeren, welken de minfte ftem-
55 men hadden, hun inzigt en gevoelen over
55 de zweevende gefchillen, met goeden ernst,
55 volgens hunnen pligt, voorftelden; zo heeft,
55 nogtans, niemant uit hun zig ooit eenige f fa- ^Ctmplst*
„ menrotting, of iet diergelyks, in 't minfte,
& onderwonden, om de anderen, metflinkfche
S 4
                   » voSdr
-ocr page 282-
*8o VADERLANDSCHE XXXIX.Boek,
t&i%. n middelen, te verkloeken: waardoor de zaa-?
.——— j, ken ook zyn uitgevallen, gelyk men nu ziet,
„ Die ook de Vergaderingen van Holland en
ju ter Generaliteit wat veel bezogten, we eten,
n wat ftrydigheden en hevigheden, daar, me-
n nigmaal, onder de Leden voorvielen; hoe
2, dikwils de zaaken werden uitgefteld, van de
n eene dagvaart en vergadering tot de ande-
5, re, tot dat ze, na lang geduld, nog, einde-
„ lyk, tot eene goede uitkomst zyn gebragt,
p zonder dat men ooit heeft gepoogd, op
55 dusdaanige wyze, tegen iemant te handelen.
,j Indien men zulks, in diergelyke verfchei-
3j denheid van gevoelens, zou hebben gedaan,
j, 't zou een werk zonder einde, en dikwils te
jl doen geweest zyn. Dies bid ik uwe Vorfte-
5, lyke Doorlugtigheid, dat het hem gelieve,
jj deeze goede Stad en deeze eerlyke Verga-
j, dering te verfchoonen, naar behooren." 's
Prinfen antwoord was kort: Bestevaér, zeide
hy, V moet nu voor deezUydzo zyn. De nood en
dienst van
'* Land vereischt het. Op dit woord,
fcheidde de Vergadering (Y). Zeven Raaden
bleeven verlaaten van 'tVroedfchaps ampt, te
iveeten Tsbrand Ben, Herman van de Poll en
PieterMatthyszoon, Oud Schepens; Doktor Se-
bastiaan Egbertszoon en Jakob de Graaf, Oud
Burgemeesters-, Dirk de Vlaming van Ouds-
hoorn
, Oud Schepen, en Laurens JamzoonSpie-?
f" el,
regeerend Schepen. De Burgemeesters en
diepens bleeven in hunne bedieningen. Spie-
gel behieldt het Schepens-ampt, en de anderg
pntQaagen' Vroedfchappen bleeven in hunne aq-
derQ
j) A*Htck. van G*P. Hoort hy Brandt II. Heel, l. 36?«
-ocr page 283-
XXXIX. Boek. HISTORIE. s8i
dere ampten (f). De laatfte verandering ge- i<j,t.
fchiedde in 's Graavenhaage, op welks Regee--------
ring de Prins ook misnoegd was, om den te-
genftand, voorheen, den Contraremonftranten
daar ter Stede gedaan. Eenigen hadden gaarne
gezien, dat te Dordrecht ook verandering ge-
maakt was. Reinier Pauw, Burgemeester van Te Dor-
Amfterdam, dreef dit fterk, tegen Hugo Muis drecht,
van Holy, Schout van Dordrecht. Beide wa- voor~
ren zy zeer gezien by den Prinfe. Men hadt n de
reeds een' Lyst gemaakt van elf Perfoonen, verandc
welken men meende, dat uit de Vroedfchap ring.
moesten gezet worden. Burgemeester Willem
yan Beveren
was 'er onder. Doch Muis hieldt
de verandering tegen, aanwyzende „ dat de
„ Wethouders, te Dordrecht, aan eikanderen,
„ door huwelyken en bloedverwantfchap,
n naauw verknogt waren; waarom het onge-
„ lyk van eenigen allen treffen zou." Veelligt,
gebruikte hy nog andere redenen, die bedekt
gebleeven zyn. De Prins, federt, te Dordrecht
gekomen, wcrdt, door Muis en den Thefau-
rier (3), verwelkomd. Zyne Doorlugtigheid
begeerde, na eenige redenwisfeling, het Ma-
gazyn te zien. Toen hy omtrent het Stadhuis
gekomen was, traden zyne Hellebaardiers, ge-
lyk ze in andere Steden gewoon waren, de
trappen op. Doch de Prins beval hun, datzyte
rug keeren zouden. En als zy 't niet fcheenen
te verftaan, riep de Thefaurier, veel luider,
dat zy, aan de andere zyde, zouden afgaan,
Waar-
(13 Lyst der Randen voor de Handv. van Amit. op V jcar
ifilS. Brandt II.
Deel, bl. 867 enz.
(3) Deeze was, ineen ik, Komelis nan Terenflein
ddriaamzoon.
SS
-ocr page 284-
«8s VADERLANDSCHE XXXIX. Boek.
1618. Waarop de Prins, lagchende, zeide, Heer
------- Thtfaurier, gy zoudt niet gaarne * afgedankt
* gecas- zyn. Burgemeester van Beveren, die verande-
feerd. nng vreesde, hadt zig in huis gehouden. Doch
de Prins verzogt hem, des avonds, by zig, beje-
gende hem vriendelyk, en, als 't gefprek, by
geval, op de Indien viel, deedt hy hem een
treffelyk Boek fchenken, welk van de Indifche
zaaken handelde («).- Voorts, vertrok hy uit
Dordrecht, zondes* eenige verandering ge-
,maakt te hebben.-'Midierwyl, was, op 'sPrin-
fen begeeren, het Lid der Ridderfchap van
Holland, in 't begin van Wynmaand, metvyf
van nieuws befchréeven' Edelen vermeerderd:
• .te weeten, Walraven van Br ederode, Heer tot
Brederode, Adriaan van Zwieten, Heer van
Zwieren, Nikolaas van Boekhorst, Heer van
Wimmenum, Henrik van Raaphorst, Heer tot
Raaphorst, en Anthonis van Lynden, Heer van
Kroonenburgen Loenen (v). Omtrent zes wee»
ken te vooren, waren de Heeren van Schagen
en Warmond, naar 't fchynt, voornaamlyk,
door't beleid des Advokaats, onder de Ede-
len befchréeven geworden (w~): waarom zyne
Doorlugtigheid te noodiger hieldt, de eenig-
heid onder dit Lid te bevorderen, door eene
byvoeging van vyf nieuwe Edelen,
IX.
         In alle de Steden', daar de Prins, tendeezen
Oordee- tyde, de Wet veranderde, verklaarde hy „ dat
len over ^ zulks gefchiedde, om datde nood en 's Lands
Grande- „ dienst zulks vorderden, zonder dat het in ge-
linge ' » v°lg getrokken, of der Steden Privilegien ,
„ daar-
( u~) Rp.vEiuv. Dordrecht,-*/, jfo. Brandt II.Deel, tl. 873*
C v ) Refill. UtM.isSept. iCnRbl. aSrt. Baud.X.A»«*, W.70.
(*j lïefol. Holl. 2 Aug. 1618. tl. 214.
-ocr page 285-
2XXIX.B0EK. HISTORIE. 283
daardoor, benadeeld gerekend zouden wor- I($is.
j, den: ook buiten krenking van de eere, goeden .-----—
„ naam en faam der zulken, ,die verlaaten wer-
„ den (V)-" In 't kiezen der nieuwe Wethou-
deren, bediende zyne Doorlugtigheid zig, ge-
meenlyk, van den raad der zulken, die, in elke
Stad, meest voor de Contraremonftranten ge-
yverd hadden, en gerekend werden,zulken,die
't met hen eens waren, best te kennen, Zy
voorzagen den Prins, genieenlyk, vaneen'lyst
der geenen, die zy bekwaam hielden tot de Re-'
geeringe; waarnaar zyne Doorlugtigheid zig*
doorgaans, fchikte, in het4oen'derkeuze(jO.
Doch van de verandering over 't geheel oor-
deelde elk, naar hy gezind was. De Contra-
remonftranten preezen dit werk, hemelhoog»
en hielden 't voor den grootften dienst, dien
de Prins den Staat en der Kerke immer ge-
daan hadt (z). De Remonftranten, en zy, die
der Remonftrantfche zyde toegedaan waren,
fpraken 'er, daarentegen, kwalyk van, oor-
deelende, dat men de beste en eerlykfte Lief-
hebbers des Vaderlands, onder welken 'er wa-
ren , die de belegeringen van Haarlem, Leiden
en Alkmaar hadden doorgeftaan, uit het be-
wind , gezet hadt, om hunne zaak, te zekerer, te
onderdrukken (#). Maar de Staaten van Hol De Stw,-
land beflooten, den zestienden van Slagtmaand, ten van
den Prins, nu in den Haage wedergekeerd, l10113"11
plegtiglyk te danken, voor 't gene hy verrigt goed,ai
hadt, de gemaakte veranderingen volkomen iicdai^-
goedkeurende en bekragtigende. Hiervan ken'er
werdt denPl*
OO Grotii« Verantw. Cap- IX.'«. yS, 97, 103.
•f O Uytenbog. W. 1014. Brandt II. Dal, hl, S69.
Qz) Raub. Menior.X. Doek, 1,1. 70. Triglan».hl. 1097,1099.
C«J Uïten»oc,W. 1013. GKO'nusVeranciv.CVp. 1X.W. 103.
-ocr page 286-
aU VADERLANDSCHE XXXIX.Boek;
i«i8. werdt eene Akte gemaakt, waarby de Staaten
-------verklaarden „ dat zy, na ryp beraad, met een-
ft, pieg- n paarige bewilliging en volkomen' magt,
over^' " verft°nctefl ï dat zYne Doorlugtigheid, in
n deeze niet min dan in zyne voorgaande be-
n dryven, zyne opregte zugt, zorge en trou-
» we, jegens de Landen van Holland en West-
r, friesland , onaangezien menigvuldige ge-
» vaaren en zwaarigheden , getoond hadt:
» waarom zy hem, deswege , bedankten; het
n verrigtte goedkeurden en bekragtigden; met
» belofte van de nieuwe Magiftraaten, in der-
n zelver wettig gezag, te erkennen, te doen
» erkennen en te handhaaven; zullende zulke
» ingezetenen, die dezelven weigerden te ee-
» ren en te gehoorzaamen , als verftoorders
»> der gemeene ruste worden geftraft. Ook
» zouden alle hooge Amptenaars van Regee^
n ringe, Regt en Oorloge gehouden zyn, hier-
y, toe de hand te bieden, en zyne Doorlugtig-
n heid in 't byzonder verzogt worden, ten
5, deezen einde, al wat van zyne hooge amp-
n ten en gezag afhing toe te willen brengen.
n Wyders, zouden 't de Staaten voor aange-
„ naam houden, en 's Prinfen goed oogmerk
jj onderfteunen, zo zyne Doorlugtigheid goed-
55 vinden mögt, op de nadere verzekerdheid en
y, rust van eenige Steden, nog eenige voorzie*
5, ning te doen: fchoon zy, met dit alles, vol-
„ gens verfcheiden' verklaaringen van den
„ Prinfe, niet verftonden, de ïraktaaten, Pri-
„ vilegien , vryheden en geregtigheden der
„ Landen in 't gemeen, of der Steden of In-
„ gezetenen in 't byzonder , eenigszins ver-
3 minderd, of eenige Ingezetenen, in hunne
» eere,
-ocr page 287-
XXXIX.BOEK. HISTORIE. 2S5
j, eere, goeden naam en faam, gekwetst te i<si$.
j, zyn; maar dat dit alles, zo in 't byzonder-------.
„ als in 't gemeen, ftand grypen zou, alzo zulks
n voor de rust en dienst der Landen, nood-
j, zaakelyk* vereischt werdt, en by de Staaten
w verftaan was, alzo te behooren (&)."
Doch 't wordt tyd, dat wy wederkeeren tot x.
de gevangenen van Staat, op welker zaak de Poojrin-
verandering der Regeeringe van merkelyken |en !?*
invloed was. Kort na 't vatten desAdvokaats, Gezan-*
leverde een der Franfche Gezanten een Ver- ten, ten \
toog in , ter algemeene Staatsvergaderinge, behoeve
waarby hy verklaarde, verwonderd te zyn o- der se~
ver 't gebeurde, enbedugt, dat de Koning, zyn ne|j;
meester, zig daaraan flooten, en den Advo-
kaat, mogelyk, in zyne befcherming neemen
zou (c). Doch welk befcheid hierop kwam,
is my niet gebleeken. Weinigtydshierna, ver-
trok de buitengewoone Gezant, Boifife, uit
denHaage, misnoegd, om dat de Staaten hem,
zyns oordeels, geen behoorlyk regt deeden,
op de klagten, uit 'sKonings naam, gedaan,
over Francois van Aarfens, nu, door koop,
geworden Heer van Sommelsdyk; wien hy be-
fthuldigd hadt van, in zeker naamloos ge-
fchrift, der Majefteit van Frankryk te na ge-
fproken te hebben (/)• Doch de Gezant was
naauwlyks te Antwerpen, of hy keerde, op 's
Konings uitdrukkelyken last, naar den Haage
te rug. Frankryk hadt nog te veel belang, by
de vriendfchap der Vereenigde Gewesten. Boi-
fife
(J) Zfenefol. Holl. 7, \C, 17 Nov. 1618.«.34;;, 366, 37a.
Baud. Memor. X. Boek, ld 70. Uytenbog. tl. ion.
CO Zie Brandt II. Deel, tl. 876.
l/i) Refol. Holl. 30 4ug. 161S. W. 260. Uytenboo. il. looa,
I003, 1007, lcx)ii.'
-ocr page 288-
s85 VADÈRLANDSCHE XXXiX.Boek,
iffiS. fife dan, op den zeventienden van Herfstmaand *
-—— op nieuws, gehoor verworven hebbende, ter
algemeene Staatsvergaderinge, verzogt ronde
opening van den tegenwoordigen toeftand der
zaaken; den Staaten zyns meesters raad en hulp
aanbiedende. Voor deeze aanbieding werdtzy-
ne Majefteit, heufchelyk, bedankt. Doch we-
gens den ftaat der zaaken deedt men flegts al-
gemeene opening, onder anderen verklaaren-
de , dat de burgerlyke regeering, door het
voorzigtig beleid des Prinfen, reeds, grooten-
deels , op eenen goeden voet herfteld was (jg)i
De ge- Midlerwyl, hadden de gevangens, immers
vangens Oldenbarneveld en de Groot, al vroeg, kennis
kenn!" bekomen van de Verklaaring, die, op den dag
van Ai hunner gevangenis, verfpreid was. De Advo-
Verkiaa- kaat ontftelde "er zig byfter over, onder an-
ring te- deren zeggende, ten aanhooren van Jan Fran-
uitreko- ^ew' zvnen dienaar, Datte Utrechtietzou ver•-
men nomen, of ontdekt zyn, is my onbekend. Ik weet
niet, dat daar ietvernomen is
, ofmen heefthet,
te vooren al geweeten (ƒ). De Groot, die*
door den Luitenant Nythof, kennis van 't Ge-
fchrift gekreegen hadt, hieldt 'er zig, insge-
lyks, zeer door beledigd. Ook deedt hy ver-
fcheiden' poogingen, om den Prinfe te fpree-
ken, dien hy wilde voorflaan, dat hy alle zy-
ne arnpten nederleggen zou, en zig in 's Prin-
fen byzondere zaaken laaten gebruiken. Op
den dertienden van Herfstmaand, fchreef hy
eenen wydluftigen Brief aan den Prinfe, tot
zyne verdediging. Hy herhaalde, hierby, ook t
zyn verzoek, om zyne Doorlugtigheid te mo-
gen
'(O Zie Brandt II. Deel, VI. 877 88l.
C/j Brandt Rechts»], il. li.
-ocr page 289-
XXXI&Boek. HISTORIE. 28?
gen fpreeken. Doch hy kreeg geen antwoord i6i9,
(g). Van 't veranderen der Regeeringe gaf men-------
den gevangenen ook heimelyk berigt. De en van d«
Groot kreeg 'er kennis van, door fchryvens ^?""
zyner Huisvrouwe (h). De Advokaat ontving derRe-
eenige Briefjes , die, omvat in eene dunne geeringe.
fchagt, in fchoone Saffraanpeeren, gefteken
waren. Doch dit middel werdt ontdekt. Een
der bewaarderen des Advokaats, een'peer naar
zig genomen hebbende, vondt 'er een briefje
in, welk deezen zin, in 't Latyn, vervatte:
Verlaat u niet op de Staaten van Holland; want
de Prins van Oranje heeft
, in veele Steden, de
Magifiraaten veranderd. Dudlei Karleton is
uw vriend niet (f).
De oude man ftietzig zeer
aan dit veranderen der Wethouder en, 't welk hy
hieldt voor eene daad vanoppergezag, welke
hemverfterkte in de vrees, diehy, langtevoo-
ren, gehad hadt, dat Prins Maurits itondt naar
de Souverainiteit; fchoon hy verklaarde, nooit
gedagt te hebben, dat hy zig, op zulk eene wy-
ze, zou hebben meestergemaakt. Zyndienaar
heeft, ten minfte, lang hierna, gefchreeven ,
dat hy zig, in deezer voege,uitliet, inzynby-
zyn (Ie). Midlerwyl, was de Advokaat, op derj
zevenden van Herfstmaand, overgebragt in de
Kamer, daar de Admirant van Arragon voor
deezen gezeten hadt. Zy was nu tot een'
vasten kerker herbouwd.
                            v >
Tot hiertoe, waren de gevangens nog niet XI.
ondervraagd. Men begon dit werk eerst met Et*fte
(g) K. Brandt Leven van II. de Groot, bl. 139-14!!.                  • ^*
i./ij liRANDT Reclit^pl bl. 8.
(f ) Haudart. Memor. X. /loei, bl. 70.
(k-j Aantck. van Jan Franken in de VVaaragt. Hift. U, 548,
55« i552» 553-
' •
-ocr page 290-
a88 VADERLANDSCHE XXXIX. Boek;
iSi8. Hogerbeets, op den zevenentwintigften vari
-------■ Herfstmaand. De algemeene Staaten, aan wei-
van Ho- ken en aan zyne Doorlugtigheid, de Staaten
gerbeets. van Holland, al op den vyftienden, de zaak
der gevangenen, by meerderheid van fteinmen,
verbleeven hadden (/), hadden 'er twee Fis-
kaaien toe benoemd, Laurens Sylla, uit Gelder-
land , en Pieter van Leeuwen, uit Utrecht (tn),
waarby, daarna, Anthonis Duik, uit Holland,
gevoegd werdt. Veelligt, verkoos men ze, uit
deeze drie gewesten, om dat deezen het mee-
fte belang hadden, by 't gene te onderzoeken
ftondt. Nevens de twee eerstgemelde Fiskaa-
len, kwamen, in de Kamer van Hogerbeets,
des avonds ten zes uuren, de Voogd uit Gel-
derland; Manmaaker uit Zeeland; Adriaan
Ploos
, van Utrecht; Zwartfenburguit Frieslandj
en Koenders van Groningen. Van welken vyf,
drie, nevens den Prinfe, te Utrecht geweest
waren. De Griffier Henrik Pots verzelde hen.
Eer Hogerbeets antwoordde, beriep hy zig op
zyn inboorlingfchap van Holland, en op zyn
poorterfchap te Leiden, en verklaarde, door
zyn antwoorden voor vreemden, zyne Privi-
legien niet te buiten te willen gaan. Voorts,
vraagde van Leeuwen, ofdeAdvokaathemniet
geraäden hadt
, het Penßonarisfchap van Leiden
aanteneemen?
Hy zeide neen; doch hy hadt,
uit zig zelven, des Advokaats raad verzogt, dia
hem de zwaarigheden ter wederzyde voorge-
field, en voorts de vrye keuze gelaaten hadt.
Wegens de Waardgelders, te Leiden aange-
nomen , beleedt hy n dat zulks al gefchied was,
„ voor
(/) Rofol.Holl. 15 J«,«.i6i8.W.277.*yBrandtII.Z>««<;J/.«74*
£ct) Jirandt ftecmspL il, 4.
I '
-ocr page 291-
XXXIX. Boek. HISTORIE. 089
j, voor hy in den dienst der Stede was geko- isu?.
„ men,en dat hy nietgeraaden hadt,dezelVen «", . ..
„ af te danken, om dat hy niet bevondt, dat
„ zulks tot gerustheid en dienst van de Stad
„ zou hebben geftrekt." Omtrent de handeling
met de Utrechtfche Afgevaardigden, in den
Haage, en met de Staaten, te Utrecht, ver-
klaarde hy zig, met onderfcheid; doch Ploos
beweerde, meermaalen, dat hy catagorice, of
met ja of neen, behoorde te antwoorden. Dit
was 't voornaamfte, welk, in dit onderzoek,voor-
viel, zo ver Hogerbeets zelf zig het, eenen ge-
ruimen tyd daarna,wist te binnen te brengen («).
Omtrent deezen tyd, werdt ook Ledenberg onder-
ondervraagd. Zulks was reeds, te Utrecht, ge- vraaging
fchied, op den zesden en tienden van Herfst- ^3*1,^6"
maand, uit den naam zyner Doorlügtigheid. teenijf*
Hier, hadt hy beleeden „ dat de VVaardgel trechu
„ ders, te Utrecht, op aanfchryvens vati de
w Utrechtfche Afgevaardigden in den Haage,
„ metkennisfevanOldenbarneveld, en, in ge»
„ volge van een befluit der Staaten, waren
5j aangenomen, tot voorkoming van inwen-
„ dige beroerten. Dat de Advokaat ook ge-
„ raaden hadt, in Lentemaand laastleeden,
ö den Prins te verzoeken, dat hy niet te U-
;, trecht wilde komen. Dat het openen van
„ den last aan zyne Doorlügtigheid op het af-
„ danken der Waardgelders uitgefteld was,na
j, dat de Gemagtigden der Hollandfche Ste-
n den verzogt hadden, de afdanking, nog ee-
„ nigen tyd, te willen ophouden. Dat deeze
?? Gemagtigden, uit zig zelven, te Utrecht,
00 R. Hocer.8. Cedenkftbr. hy Brandt Rechtspt. H. 4.
X. Dbel.            T
-ocr page 292-
*9o VADERLANDSCHE XXXIX. Boek.
i<Si8f » gekomen waren ^fchoon de Staaten, kort te
;__ .... » vooren, op den raad, onder anderen, van
» Ryzenburg en Moersbergen, beflooten had-
» den, om eenige Gemagtigden uit Holland
» te verzoeken (o). Dat deeze Gemagtigden
» geoordeeld hadden, alles, te Utrecht, in Haat
» te zullen können houden, als de bezetting,
» op Hollandfche betaaling ftaande, zig ftil
» hieldt, en als de Staaten van Ucrecht gelyk
» bevel gaven aan de Waardgelders; alzo zy
» niet dagten, dat zyne Doorlugtigheid volk
» van buiten zou doen komen. Dat hy niet
» wist van eenig beiluit, om der bezetting ee-
n nen nieuwen eed af te vergen. Dat de Ad-
» vokaat, laatftelyk, te Utrecht zynde, de
»Staaten, naar zyne gewoonte, vermaand
5j hadt, hunne vryheden en geregtigheden te
r> handhaaven, hun vertoonende, dat hun het
jj regt der Sinode en der Waardgelders beide
9 toekwam. Dat hy den Schryver der Weeg-
» fchaale niet kende dan door het gemeen
jj gerügt. Dat Taurinus, die 'er voor ging,
jj vee] ommegang plag te hebben, met de
jj Groot, Uitenbogaard, Bor, Grevinkhc-
Men jj ven en anderen Qp )." Doch men begeerde
dreiet meer uit hem te weeten, dan in deeze ant-
hem met woor(jen, vervat was. De Groot heeft aange-
btnkJ"" tekend, dat hem, toen hy eenige weeleen ge-
vangen gezeten hadt, door den luitenant Nyt-
hof, verhaald was,dat Ledenberg,te Utrecht,
met de palei, gedreigd, en zelfs, door den
fcherpregter, aangeraakt was (.#). De Fiskaal
van
Co") Vercl. van Ledeubergh van rj du;;. 161K ffyl, vet. MS.
(p) liiterrogat. yanLedaib. van :il Aug. I<5l8.ouden'ftyl.a/S,
Lg)
H.uEUaooTMeraor./'ff^MLcv.^pw.Ii.-Brandt tJ. i4i».
-ocr page 293-
XXXIX. Boek. HISTORIE. 29 t
van Leeuwen, die, zig gemengd hebbende in 1618.-
de beweegingen van den jaare 1610, door be- ———»
leid, zo hy dagt, van Ledenberg, van zyn
ampt ontzet; doch nu, met de verandering,
wederom herfteld was, gebruikte, meent men ,•
te groote ftrengheid tegen den gevaugem Men
wil, dat hy hem, ook in den Haage, op den
zevenentwintigften , nevens anderen, geko-
men zynde, om hem te ondervraagen, tegen
's anderendaags, fcherp gedreigd hadt met de
pynbank, zo hy niet meer belyden wilde, dan
hy, tot nog toe, gedaan hadt. En deeze be-
dreigingen houden fommigen voor de naaste
oorzaak van zynen deerlyken dood, kort daar-
na, voorgevallen(r): hoewel anderen dien dood
aan bewustheid van fchuld en vrees voor o-
penbaare ftraffe toefchryven (ƒ). Ook hebben
de Fiskaalen, van Leeuwen en Sylla, nader-
hand , verklaard, geene bedreigingen of aar-
digheid , tegen den gevangen, gebruikt te heb-
ben. Wat'er van zy; Ledenberg begaf zig, na
dat de Fiskaalen vertrokken waren, eeriigen
tyd, in 't gebed. Daarna, gaf hy zynen Zoon, tïy be-
Joost, wien men vergund hadt, hem gezelfchap neemt
te mogen houden, een open briefje,gefchree- *^"ij
ven in 't Fransch, welke taal de jonge Leden- ieeven*
berg niet verftondt, hem belastende, bet zelve
wel te bewaaren, en niet op te ftaan, als 'er
'snagts, eenig gerügt gemaakt werdt, alzohy,
veelligt, eens ter ftoel zou moeten gaan. Doch
üi dien nagt en den volgenden cVi<», gebeurde-
'er niets. Maar in de» nagt tusfehen den agt-
en
fjfD ÜvTB!tBi»c.•»'/. 1005. GROTiBsVer.intv;.Crtp.X[V.Ri,45.-
CÓ Bauoart.
Rfcmor. X. Hoek, hl, 6j, 'fm.Gi.AWO-. bt. Juyw
-ocr page 294-
as>2 VADERLANDSCHE XXXIX.Boek.
i<5i8. en negenentwintigften, hoorde de Zoonzynen
—-----Vader zulk een ongewoon geluid maaken, dat
hy oprees, en aan de wagt om licht riep. Men
vondt toen den elendigen, die zig, met een
broodmes, twee wonden in den buik gegeven ,
en den hals afgefteken hadt, wentelende in zyn
bloed, en alreeds overleeden. Op het briefje,
welk de Zoon, daarna, te voorfchyn bragt, las
men deeze woorden: „ Je Jgai que tinclina-
5, tion est de ßattter en ma perf'onne Vexemple,
me confronter avecq mes meilleurs amis, me
w torturer, apres me convaincre de contrarietez
& defausfetez, comme on dit!, & apresfur des
pointls & poinStilles fonder unefentence igno-
x minieufe
, car ainfy fault il faire, pourjußifier
■jj Ie faijisfement & emprifonnement. Pourecha-
per tont cela, je me vay rendre a Dieu par
5, plus court chemin. Contre Vhomme mort ne
•„ tombe fentence de cmfiscation des biens. Ac-
turn XVII Septembris 1618 fiil. vet. Dat is :
„ Ik weet, dat de meening is, in mynen perfoon,
„ het voorbeeld te ftellen, my te hooren tegen
„ myne beste vrienden, my tepynigen, my,
„ daarna, te agterhaalen op tegenftrydigheden
„ en valschheden, gelyk men fpreekt; en dan, op
„ punten en puntjes, een fchandelyk vonnis te
„ bouwen'. want zo moet men doen, om het
„ vangen en opfluiten te regtvaardigen. Om
„ dit alles te ontwyken, ga ik tot God, door
„ korter'weg. Tegen eenen dooden, valt geen
„ vonnis van verbeurd verklaaring van goede-
„ ren. Gedaan den zeventienden van Herfst-
„ maand i6i$, ouden ftyl." De vrienden van
den dooden verzogtendenalgemeenenStaaten,
dat hun liet lyk gegund mögt worden ter be-
graa-
-ocr page 295-
X XXIX. Boek. HISTORIE. 29.3
graavinge. Doch alzo de Prins afwezig was, 1618,
oordeelde men, dat hierin niet kon gedaan-------■
worden. Het Lyk werdt dan gekist en be-
waard, tot dat 'er, in 't volgende jaar, over
gevonnist werdt (/).
Op den derden en vierden van Wynmaand, XiF.
werdt Hogerbeets, voor de tweede reize, ge- Tweede
hoord, door de gemelde Gemagtigden, Koen- yraatin«
ders uitgenomen, 't Onderzoek betrof nu, voor- Van~HJ>
naamlyk, 't gebeurde, te Utrecht. Men vraag- gerbeess.
de hem, of de Kolonel Ogle, des nagts voor
de afdanking der Waardgelders , niet in de Her-
berge der Hollandfche Gemagtigden geweest
was. Doch hy ontkende zulks. Meer vindt men
niet aangetekend wegens dit onderzoek, in 't
Gedenkfchrift van Hogerbeets («), dien men
toen negen volle weeken wagten liet, eer men
hem verder ondervraagde. Men vondt ook nog
geraaden , hem toegang van Huisvrouw en
vrienden te ontzeggen , hoe ernftig 'er om
Verzogt werdt.
't Liep aan tot den derden van Slagtmaand, DeGroot
eerde Groot, voor 't eerst, ondervraagd werdt. wordt.
Eenigen uit de algemeene Staaten, zonder dat °r de
'er nog iemant uit Holland by was, benevens re^[zee
de Fiskaalen van Leeuwen, en Sylla en den ver- '
Griffier Pots, hoorden hem, over verfcheiden' hoort!*,
punten. Hy beriep zig ook eerst op zyninboor-
lingfchap in Holland, waarom hy voorgeene
vreemden behoefde te regt te ftaan (v), en be-
kende toen op last der Vroedfchap van Rot-
» ter*
CO UïTENBnc 11. 1005, icoö, 10-jr. Triland. U. ICKjfl»
r.RANDT il. Deel, U. 875.
(«) By Pr.ANnT Reclnspl. W, fi.
QyjGsacius
Veraiuw. Cajj.XV. b!. 151.
Ta
-ocr page 296-
294 VADERLANDSCHE XXXIX. Boek.
1618. ■» terdam, die van Utrecht eenige redenen te
!——• ■» hebben voorgehouden , die hen befluiten
n deeden, het openen van hunnen last uit te
» ftellen: houdende Rotterdam voor dienfti-
n ger, met den Prinfe te handelen, voor Hol-
n land en Utrecht famen. Ook, dat hy, in*
55 gevolge van eenenalgemeenenlast, om goed
n verftand en eenigheid te onderhouden, al-
n gemeene beloften van vriendfchap en by-
» ftand, in overeenkomst met de oude Unien
55 en Traktaten, aan die van Utrecht gedaan
n hadt. Dat men Waardgelders hadt aangeno*
» men, om dat de gerügten liepen, dat lbm-
n migen de Remonftrantschgezinde Wethou-
55 ders wilden doen afzetten. Dat, zelfs te
55 Gouda , hooge woorden gevoerd waren ,
55 door de Contraremonftranten, voorgeeven-
v de, de bezetting op hunne zyde te hebben,
,5 Dat het zenden van volk uit Rotterdam naar
55 Schoonhoven buiten zyn' raad en in zyn af-
5, zyn gefchicd was, en dat hy niet wist, of
w die van Rotterdam aan die van Schoonhc-
jj ven geld gegeven hadden, tot onderhouding
der Waardgelderen. Dat de Afgevaardigden
,5 van Holland aan Ogle, flegts in't algemeen,
,5 beiast hadden, goede zorg te draagen. Dat
,5 hy niet wist, tegen Ogle gezeid te hebben,
,5 wat zou men in Holland zeggen, zo de Print
,5 de Waardgelders vilde afdanken ? noch, of
,5 hy hem gevraagd hadt, wat middel 'er zyn
zou, om den Prins te beletten, dat hy geene be-
,5 zetting in Utrecht bragt? ook niet, ofHoger-
„ beets, des nagts, een briefje aan Ogle gezon-
„ den hadt." Dus liep deeze cerite ondervraa-
Heefi gmgaf. Des anderendaags, kwam de Voogd, de
eer-
-ocr page 297-
XXXIX. Boek. HISTORIE. 295
eerfte der ondervraageren, hem fpreeken. Deez' 1618.
hielde hem voor „ dat men blyken hadt van
„ de punten, die den Advokaat, onlangs in een by-
„ zekere gedrukte fchriften , te last gelegd Z(Jj-,dr^
j, waren, metnaame, dat hy geld van de Spaan- fnJ[ de
„ fche zyde getrokken hadt, om 't Beftand te Voogd,
„ vorderen, en het opregten der Westindifche
„ Maatfchappye te beletten", hem te gelyk
vermaanende, te openbaaren, 't gene hy hier-
van weeten mögt. De Groot, dit zeggen ge-
loovende, begon zelf arg vermoeden te kry-
gen van zekere handelingen des Advokaats,
die tweezins uitgelegd, en ten kwaadfte ge-
duid konden worden, zomen, van elders, blyk
zyner ontrouwe hadt. Het gpntfche beleid der
Kerkelyke zaaken kon men, dagt hy, hieron-
der rekenen. Ook gaf hy van deeze twyfelag-
tige handelingen, naderhand, fchriftelyke o-
pening. Doch daarna hieldt hy, 't gene hem,
ten nadeele des Advokaats, gezeid was, Voor
een konstftreek der onderzoekeren (V), om
hem moedeloos te maaken, of te doen klap-
pen, zo hyecriige geheimen wist. Manmaaker, en met
zyn oude vriend, kwam hem, den volgenden M«nmaaj
dag, bezoeken, tragtende iets uit hem te trek- *
ken, dat Graave Fredrik Henrik betrof, en
de gefprekken, welken men, deezeh aangaan-
de , gehouden mögt hebben. Doch de Groot be-
tuigde , ernftelyk, dat men deezen Prins en de
Prinfesfe Weduwe ten onregte verdagt hieldt.
Manmaaker liet zig hierop ontvallen, dat Prins
Henrik zeer /lyfzinnig was; doch dat zyne moe-
der leedwezen hadt van haar beleid.
De Groot
her-
(w) Orotiüs Veranfw. Cup. XX. bl. 28S.
T4
-ocr page 298-
ap6 VADERLANDSCHE XXXIX.Boek.
1618. hernam, toen „ dat hy Prins Henrik nooit hadt
—■— n hooren fpreeken, dan tot rust en vrede van
„ 't Land. Doch dat 'er, in deszelfs afzyn, by
,, de Prinfesfe Weduwe , wel eenig gefprek
„ gevallen was, waarvan hy, des belast, nade-
„ re opening doen zou (V)." Dit zag, naar 't
i'chynt, op de voorgenomen' befchryving in 't
Lid der Edelen, waarvan wy, te vooren (y),
gewaagd hebben, en welke hy, wat laater,
aan Manmaaker openbaarde (2).
XIII. 't Liep aan tot den negenden van Slagt-
De Staa- maand, eer de Staaten van Holland beflooten,
ïTVd °°k eera§en u" dit Gewest aan te Hellen, tot
feilen onderzoek der gevangenen. Zyverkoorenhier-
ook ee- toe den Heer van £ wieten, uit de Edelen; Hugo
nige Ge- Muis van Holy, wegens Dordrecht; Reinier
migtig- pauw 9 wegens Amfterdam, en den Sekretaris
0'm\eT. Albrecht Bruinink, wegens Enkhuizen : welken
zo k der de Griffier van den Hove van Holland, An-
gevange- thonis Duik, als Fiskaal, toegevoegd werdt,
nÉn« alzo de Fiskaal Kinfchot, met den Advokaat,
vermaagfchapt was. Duik gebruikte veele re-
denen , om zig van deezen last te doen ontdaan.
Doch men begreep, dat hy dien, ten dienfte
des Lands, behoorde op zig te neemen. De an-
dere Gewesten voegden 'er verfcheiden' Per-
foonen by, onder welken ik, behalve de f e-
melde, ook Schotte, Salmius, Aitsma, Van
den Sande, Sloot, Schaffer en anderen ge-
meld vind. De Staaten van Holland ftonden,
Voor deeze reize, toe, dat de Lastbrief, door
de
( x~) K. Brandt Leven v*n H. de Groot, hl. i5i-'55»
(_yj lil. 545.
Qz) K. Brandt Leven «n H. de Groot, W. 17».
-ocr page 299-
XXXIX. Boek. HISTORIE, zgj
de algemeene Staaten, gegeven werdt Qa). Ter- 1618.
ftond hierna, begon men den Advokaat te on-
dervraagen, op den vyftienden van Slagtmaand, De Ad-
in de tegenwoordigheid van Zwieten, Muis, vok*al
Pauw en Bruinink. Voor 't onderzoek, ver- Ver-
klaarde de Advokaat „ dat het gene hy zou vraagd.
„ zeggen ftrekken zou tot voorftand der reg-
n ten zyner meesteren, de Staaten van Holland
„ en Westfriesland." Voorts, beweerde hy,
„ dat den algemeenen Staaten geen regt toe-
w kwam, om zynen perfoon vast te houden."
Het onderzoek duurde wel twintig dagen ag-
tereen, dikwils voor- en nademiddag. Doch
van 't gene hem, in dien tyd, over verfchei-
den' zaaleen, lang en kort voorleeden, verrigt
of gefproken, gevraagd werdt, en van 't gene
hy 'er op antwoordde, vindt men, myns wee-
tens, nergens, iet byzonders gemeld. Terwyl Men ont-
hy, de eerfte reize, verhoord werdt, deedt men £loot
alle zyne papieren en aantekeningen, uit zyne Hc,^e
kamer, haaien, waarvan hem, daarna, alleen- beetsvan
lyk een gedeelte wedergegeven werdt (£)• a!le hun"
Hogerbeets onderging dit zelfde lot, na dat men "e «nte-
ontdekt hadt, dat hy eenige berigten, van bui- gf,1""^611
ten, hadt weeten te bekomen. Zwieten,Man pieren,
maaker en Sylla, op den dertigften van Slagt- Gefprek
maand, by hem gekomen zynde, vraagden hem, »usfchen
wat brieven hy, in Bloeimaandlaastleeden, naar q",)^.
Antwerpen gezonden hadt, en aan men ? Hy tigden
antwoordde, dat hy nooit eenige brieven, aan ie- en Ho-
mant, in vyanden landen woonende, naar Ant geibects.
werpen of naar elders, gefchreeven afgezonden
hadt.
O) Refol. HoII. 9, 13, u, i7 Kay. iöi3. il. 348,356,352»
37')» 37S- Brandt Rechtspl. il. 16.
, (*) BCANBT Rechts^!. «. 17 enz.
TS
-ocr page 300-
êo8 VADERLANDSCHE XXXIX.Boek.
t6i§. hadt. Z wieten riedt hem, voor zig te zien, naar-
■-------demaal de Heeren wel onderrigt waren van 't
gene zyhem voorftelden. Doch hy bleef byzyn
voorig antwoord. Sylla hervraagde, wat kennis
hy aan Pater Tempel hadt?
Hogerbeets ant-
woordde , dat hy hem niet kende, noch ooit, zyns
weetens
, gezien hadt ? Waarop de Heeren ver-
trokken , zonder iet aan te tekenen (c).
Xiv. Maar op den zesden en zevenden van Wiff-
Derde' termaand, werdt Hogerbeets, voor de derde
onder- reize, gehoord; waarby nu Muis en Pauw, be-
vraagmg kaive de Heeren uit de andere Gewesten, en
gerbee°ts. de drie Fiskaalen, van Leeuwen, Sylla en Duik,
' tegenwoordig waren. Duik ondervraagde hem,
zeer fcherp, op alles, waarover hy, reeds te
vooren, gehoord was. Hy klaagde zeer, dat
men hem dus lang hadt laaten zitten, zig be-
roepende op een Privilegie, welk vorderde,
n dat men, iemant, van wege de Graaflykheid,
n willende befchuldigen van zynenlyve, zulks ,
„ binnen zes weeken, doen moest." Duik ant-
woordde, dat dit Privilegie in geen gebruik
was, voorts fterk dringende op verklaaring,
wegens eenige byzondere meeningen, ter Ver-
gaderinge van Holland, voorgefteld: en den
gevangenen befchuldigende „ dat zy met de
„ regeeringe gefpeeld hadden, naar hun weï-
„ gevallen, en nu beweerden, dat de algemee-
„ ne Staaten, in de byzondere Gewesten, met
„ naame in Holland, geen gezag hadden, daar
„ men 't, voorheen, gantsch anders verftaan
K hadt, toen men te Groningen eefl Kasteel
n wilde bouwen." H ogerbeets hernam, itf*,er
grot*
( e ) R.. IIogekb. Gcdcnkfchr, by ftiiABfcï Rechtspl.,/J7*2a criz*
-ocr page 301-
XXXIX. Boek. HISTORIE. 299
groot onderfcheidwas, tusfchen Hollanden Gr o- 1618.
ningen, en dat, in allen geval, verfchillende ge- ■■
voelem in
V fluk van Regeer in ge geene halszaa-
ken ■waren:
waarop geantwoord werdt, dat het
by geene gevoelens gebleeven ■was (ß).
Midlerwyl, werdt de Groot ook verfchei De Groot
den' reizen gehoord, waarvan men den juisten wordt
tyd niet aangetekend vindt. De ondervraagers ^er-
fcheenen 't nu meest te hebben toegelegd, op zogt."
het ontdekken van eenig zonderling voornee-
men , door den Advokaat en door de agt Ste-
den , gefmeed, tegen den Prinfe. De Groot be-
tuigde „ dat de Advokaat hem, altoos, met
„ agtinge gefproken hadt van zyne Dóorlug-
„ tigheid : en, meenende, dat 'er, onder de
,, opfchuddingen, onlangs te Utrecht en el-
„ ders voorgevallen , eenig voorneemen
n fchool , om den Prinfe meerder gezag op
„ te draagen ; hadt hy genegenheid getoond,
5, om, daarover, ftaatswyze, te handelen, hou-
„ dende zulks beter, dan verandering, uitver-
„ warring en oproer, te wagten. De agt Steden
„ hadden, zeide hy, geen ander oogmerk ge-
„ had, dan tot eenig redelyk verdrag te ka-
n men, met den Prinfe. Doch na 't opregteri
„ der Kloosterkerke, hadden zy gevreesd,
„ dat zyne Doorlugtigheid eenig voorneemen
„ ten haaren nadeele hadt; waarom zy een
„ Vertoog hadden ingefteld , ftrekkende om
„ den Prins te beweegen , tot befcherminge
n der Wethouderen; doch 't was niet overge-
„ leverd, om dat de Gemastigden der Verga-
„ deringe, federt, met den Prinfe, over dezelf-
., de
(rf) 11. Hockrü. Geikiikfciir. V) 0RAwn*Recfitspl. ht 2^ erfÄ
-ocr page 302-
3oo VADERLANDSCHE XXXIX. Boeit;
«Si8. „ de ftoffe, mondeling, gehandeld hadden."
------&ylla vraagde, wat men voorhait, als de Prins
dit verzoek zou hebben geweigerd? De Groot
antwoordde , dat hierop niets beflooten was.
Muis en Pauw zogten hem, toen, tot bekente-
nis te brengen „ van zekeren aanflag op den
„ Bride, door die van Rotterdam, onder lchyn
„ van den Stapel, geftneed; van een voornee-
„ men, om alle de Waardgelders in Utrecht te
„ brengen, en om, in geval van belegering,
,, met hulp van den vyand, te dreigen." Van
dit laatfte hadt men,naar't fchynt, vermoeden
gefchept, uit de Verklaaring van Harteveld (e).
Doch de Groot verwierp deeze vermoedens, als
geheel ongegrond. Toen fprak men, weder-
om, van 't aanneemen der Waardgelders, 't
welk de Groot beweerde, alleen of voornaam-
lyk, gefchied tezyn, totbefchermingderWet-
houderen. Eindelyk, viel 'tgefprek, op nieuws,
op Oldenbarneveld, dien men hieldt het oog
naar Spanje gehad te hebben. Doch de Groot
verklaarde hiervan nimmer iet te hebben ge-
merkt. Men drong hem fterk, en herhaalde
zulks, naderhand, in verfcheiden' byzondere ge-
fprekken, die de Voogd, Gokkinga en Duik
met hem hielden. Maar de Groot verklaarde
beftendiglyk, geene kennis te hebben vaneeni-
gen heimeiyken handel met den vyand. Voorts,
werdt hy naauw ondertast, over 't gehandelde
in de byeenkomst by Trefel, waarvan men 't
Verbaal, door Ledenberg opgefteld, bekomen
hadt. Hy beleedt „ dat verfcheiden' redenen,
j, die den Hollandfchen Gemagtigden en hem
(O 2U hier voor, il, z6t.
f
-ocr page 303-
XXXIX. Boek. HISTORIE. 301
in 't byzonder, by het zelve, werden toege- 161*.
fchreeven, door Ledenberg, eerst, waren ------->
„ aangeroerd; als, datdelastderUtrechtfchen
„ gevaarlyk was; dat 'er zwaarigheid was in
dien den Prinfe te openen, om dat de oude
„ vendels dan zien zouden, dat zy mistrouwd
„ werden; dat men aan de trouwe van eenige
„ vendels twyfelde, en dat de onderhandeling
„ met den Prinfe niet geheim blyven zou."
Voorts, verklaarde hy „ dat zy, in de vermaa-
„ ning aan de Utrechtfchen, tot voorftand van
„ hun regt tegen elk, den naam zyner Door-
„ lugtigheid niet hadden gebruikt: gelyk men
„ meende." Op de vraage, hoe veele Waard-
gelders men gedagt hadt aan te neemen; ant-
woordde hy „ dat, hierop, naar de gelegen-
„ heid en nood der Steden, by de Vroedfchap-
j, pen, zou beflooten geworden zyn." Het on-
derzoek betrof nog eenige andere punten van
minder belang, en eindigde, met den eenen-
twintigden van Wintermaand (ƒ).
Eenige dagen te vooren (4), hadden de Fran- XV.
fche gezanten, Boifife en Maurier, op welker JJjJJJ,
voorfpraak, de gevangens, thans, nog groote fche g0.
hoop vestigden; vernomen hebbende, dat de Na- zanten
tionaaleSinode, te Dordrecht, reeds aangevan- aan de al-
gen was, wederom een Vertoog gedaan aan de f™£™*
algemeene Staaten, ftrekkende „ om hen, van
n 'sKonings wege, te vermaanentoteendragt,
„ tot maatigheid in 't behandelen der Kerke-
„ lyke gefchillen op de Sinode, en tot het doen
ö van goed en kort regt aan de gevangenen.
„om-
C,/") K. Bbawdt teven van II. de Oroot, bl. l£l-l65»
(4) Gen twaalfden van Wintermaand.
-ocr page 304-
30* VAMRLANDSCHE XXX1X.Boe*
i^jrS. omtrent welken, zy begreepen, dat men, met
as— w ve-ele zagtmoedigheid, te werk gaan moest.
w Oldenbarneveld in 't byzonder was, huns
„ oordeels , om zyne langduurige dienden,
„ eene gunftige bejegening waardig, en kon
5, bezwaarlyk verdagt gehouden worden van
„ verraaderye, zo men dit woord verftondt, in
„ zyne eigenlyke betekenis, en 'er geene on«
„ eenigheid over 't behandelen van Staatszaa-
„ ken, geen argwaan over iemants groot ge-
n zag, noch ftaatzugt, die de ïnenfchen dik-
„ wils meer doet onderneemen dan .hun be-
w taamt, toe betrokke." Voorts, drongen zy
ook „ op het ftellen van onpartydige Regters
„ over de gevangenen , en vermaanden de
,, nieuwe Wethouders tot regtvaardigheid
„ en goedertierenheid, omtrent het volk in 't
„ gemeen, en tot gemaatigdheid jegens hen,
?, die afgezet waren; op dat, zeiden ze, de on-
„ geftadige Gemeente geene reden hebben
„ mögt, om over 't wegneemen der oude or-
„ de te klaagen, en opdat zy, die van hunne
„ bedieningen ontzet waren, de verandering,
„. geduldjglyk, draagen mogten (g)"
Ant-
          Op dit voorftel, antwoordden dealgemee-
woord ne Naaten , den negentienden van Winter-
te" op1" ma3nd -/>dat Iluli toeleg altoos geweest wasy
het zei- » en nog bleef, de onderlinge eendragt te hand-
ve. w haaven; dat de verandering der Wethoude-
„ ren , waarvan , misfchien, buitens Lands
5, »eer gerügt gemaakt was, dan de zaak ver-
„ diende, met voorzigtigheid, gemaatigdheid,
„ en zonder eenig geweld of gevaar van bloed-
„ flor-
et) Zie de Propofitje ly Buanbt H. Deel, IL 9ÖJ»
-ocr page 305-
XXXIX.Boek. HISTORIE. 303
» ftorting was verrigt: dat 's Lands gezag, de kj^
p anderlinge eendragt: en de verzekerdheid —-----
J5 tegen die van buiten, welken eenige ftaat-
5j zugtige'en twistgierige geesten hadden zoe-
55 ken te ftooren, niet zonder groot gevaar
j, voor den geheelen Staat, daardoor, h-erfteld
n geworden was. Dat men, in het kiezen van
p nieuwe Wethouderen, gezien hadt, op be-
j) voegde en vertrouwde luiden, die den wel-
p ftand des Vaderlands beminden, en, zonder
» twyfel, 's volks genegenheid zouden zoeken
„ te winnen. Dat men, hiervan, reeds, in
5j veele Steden, blyken zag. Dat de Staate» 2f«
yj altoos gehoopt hadden, dat, in de Sinode,
j5 een middel tot vrpde en eendragt zou ge-
j, vonden worden, en dat zy 'er zig nog eenen
s) goeden uitflag van beloofden, ter oorzaake
sr> van het groot getal van geleerde en godza-
J5 lige mannen, in dezelve vergaderd. Dat de
,5 Staaten, onledig met het vastftellen der Re-
w geeringe,en,bevmdendede*faroenfpanning * Conßu
>, zo groot, dat zy byna alles befmethadt; den "»/ie.
„ gevangenen niet wel zulk kort regt hadden
„ können bezorgen, als zy anders zouden ge-
j, daan hebben. Datzy, nogtans, geen' tyd
p hadden verzuimd, en nu haast in ftaat zou-
tf den zyn, om een vonnis te vellen, over welks
regtmaatigheid, elk, die den Staat lief hadt,
„ met naame zyne Majefteit van Frankryk,
„ voldaan zou zyn: als waarin zy ook plaats
p zouden geeven aan behoorlyke zagtheid en
5, genade, waartoe zy, van natuure, geneigd
„ waren." Zybeflooten, met een verzoek,
„ dat zyne Majefteit hun liever dan anderen,
n in zaakaaiwme Regeeringe aangaande, ge-
4<&of
-ocr page 306-
3o4 VADERLANDSCHE XXXIX. Boek.
1617. loof wilde geeven (Ä)." Op gelyk^n zin,
■-------fchreeven ze eenen Brief aan den Koning van
Frankryk, hem, met algemeene betuigingen,
verzekerende, dat hy, de uitkomst ziende,
genoegen zou hebben aan hunne handelin-
gen (O-
Schran- Het antwoord der algemeene Staaten op den
dere voorflag der Franfche gezanten voorfpelde den
vond van gevangenen niet goeds. Zy kreegen van des-
Scnve- zejfs inhoud eenige kennis, door middelvan
den ge- eenen geestigen vond van den vermaarden Pe-
vange- trus Scriverius, die toen, te Leiden, woonde,
»en, be- Hy hieldt zig, hier, ten deezen tyde, bezig,
de'"e" met het vervaardigen eener uitgaave der La-
nigè dit- tynfche Digtwerken van den Haagfchen Dig-
gen te ter, Joannes Secundus, en beftondt, onder 't
beiigten, drukken, in eenige proef bladen, fommige re-
gels uit te werpen, en de plaats te vullen met
anderen, vervattende, 't gene hy den gevange-
nen wilde bekend maaken. De bladen, die 't
geheim inhielden, met voordagt, derwyze,
zynde ingenaaid, dat ze, in 't affnyden, niet
geraakt werden, maargeflootenbleeven; zondt
men het werk aan Hogerbeets en.de Groot.
De ingevoegde regels gaven den gevangenen
middel aan de hand, om heimelyke berigten te
bekomen, meldende hun voorts „ dat het on-
„ dervraagen des Advokaats langzaam voort-
w ging; dat men nog iet goeds hoopte van het
„ misnoegen des Franfchen Konings", wiens
„ gezanten de zaak der gevangenen zeer toe-
„ gedaan waren, en tot befcheid gekreegen
jj hadden, dat men hun, in 't kort, regt doen
n zou,
(*") Zie dit Antw. hy Biiandt ir. Deel, il. 965.
(_0 Zie Brandt II. Deel, hl. 970.
-ocr page 307-
XXXIX. Boek. HISTORIE. 305
,} zou. Dat de Staaten van Holland, tegen den idifo
jj vyftienden van Louwmaand , vergaderen —•—*
w zouden, wanneer men, gewisfelyk, beflui-
j, ten zou, tot het aanftellen van Regters. Dat
„ de Predikanten, hier, [te Leiden,] veragt
fi werden, en dat men fterk van oorlog fprak.
n Dat de beroerte, te Rotterdam voorgeval-
w len, mogelyk, eenig nut voortbrengen zou."
Dit laatfte zag op zekere opfchüdding onder
de Remonftrantsehgezinde burgery deezer Stad*
ter gelegenheid, dat de Predikant Grevinkho*
ven, afgezet zynde van zynen dienst, naarden
Haage ontbooden was; waar over veel te doen
viel, ter Staats vergaderinge (k). Voorts warert „
de gemelde berigten, in deeze Latynfohe ver*
zen, begreepen;
Nefloris etiamen ttirdum efl ,/ongumqtie gübernal'j
Limen ad offenfum fubflitit icïa nape.
Seria Liligeri juvat ittdigiiatio Regis
,
Èt facit huc aliqutd motus iri urbettia.
Spernitur interpres facer hic
, Gradivus amatiif;
Et terquinque duces , fi numeréntur, erutit.
Hcec retro quosdam fua vettere lumina coguntt
Siquafides di£tis, jam citb finis erit.
Talia legati Heêloridum refponfa tulere.
Quós pronos caufie fcito favere tuce.
Comentumpatria mox nofira Batavia cehiet,
Quindecimum dederis tu modo jfane dient.
Tune de Judieibus eer turn efl difponere vcflris*
De
jP ) ÜLsfol.Holl. 14Neyt t6i?t tl. 359. DftAtorII. tk'él,hl. 944/
X. Deel.                     V
-ocr page 308-
30$ VADERLANDSCHE XXXIX. Boek.
' «5»8» De Groot, jonger en lugtiger van geest dan
..... ■ Hogerbeets, merkte 't geheim haast, en be-
diende zig van de middelen, hem aangewee-
zen, om nieuwe berigten te bekomen. Doch
Hogerbeets leide het boek aan een' kant. Men
liet hem, een en andermaal, vraagen, of hy
't al eens gelezen hadt, en deedt 'er hem fterk
toeaanfpooren. Doch dit gaf agterdogt. 't Boek
werdt hem afgevorderd, en met naauwkeurig-
heid nagelezen, wanneer deeze welbelegde
list ontdekt werdt, eerzy, by Hogerbeets, ee-
ZynLof- nige uitwerking gedaan hadt (/). Scriverius
diijt op ftelde, wat laater, een Latynsch Lofvers, on-
beefr ^er een ar^beeldfel van Hogerbeets, welk, ten
deezen tyde, in plaat gebragt was: waarin hy ,
's mans bedryven, kortelyk, hebbende opge-
teld, ten befluite, vraagde, waar nu V loon
bleef van zo veele ver dienflcn?
Hierover, werdt
hy, geregtelyk, aangefproken, en in eeneboe-
te van tweehonderd guldens verweezen, diehy
Execu- zig, by * panding, af haaien liet. De drukker, Go-
*'<?. vert Basfon, moest gelyke boete opbrengen(w).
XVI. De gevangenis des Advokaats hadt ook in-
Verlof vloed op den Westindifchen handel. Hy hadt
tot de de opregting eener Westindifche Maatfchap-
th^e'e- Pye» waar0P fommige Koopluiden, onlangs,
nerWest- wederom gedrongen hadden, tothiertoe, wee-,
indifche ten te ftremmen, oordeelende, dat zy onbe-
■Maa£- ftaanbaar was met het Beftand. Doch, in Slagt-
pyeap" maand deezes jaars > gaven 'er de algemeene
Staaten verlof toe. 't Verlof werdt egter eerst
aan de byzondere Gewesten gezonden (»),
waar-
(ly Urandt Rechtspl. hl. enz. K. Brandt Leven van
H. de Groot W. 164.
(m/ Relol- Hotl. Y. Maarnóig. «.53. BRANDTRecfatspl.W.50"«*!
(»3 Daubart. M?mor, XIII. ilvek, l/l. 74.
-ocr page 309-
XXXIX. Boek. HISTORIE. 307
waardoor'er nog eenige jaaren verliepen, eer Mit.
de Maatfchappy in ftand kwam.
                             
Men hadt, in dit jaar, twee Gezantfchappen Gezin»,
afgezonden, een naar Deenemarke, om de ge- fchappen
fchillen over den Zondfchen tol te regelen, en na»Deè-
een naar Engeland, tot vereffening, onder an- e,^^8
deren, van eenige gefchillen, van nieuws ont- Enge-
ftaan, over den handel in Oostindie, over de laad. J
vaart op Groenland en Spitsbergen, over den
Lakenhandel, en over de Haringvisfcherye (0).
De onzen voeren ten Haring op de Engeliche
kusten, zonder, na dat Koning Jakob de Ste-
den van verzekering te rug gegeven hadt,ver-
lof daartoe te verzoeken van den Bevelhebber
van Scarborough; gelyk zy te vooren plagten.
Zy dekten zelfs hunne buizen, door eenige
Oorlogsfchepen , die niet fchroomden, zig,
onder Engeland , te vertoonen. 't Gemeen
vondt dit vreemd in Engeland. Doch de Ko
ning trok het zig niet aan (ƒ>)• Ten deezen ty
de, werdt ook. gehandeld, om de Nederland-
fche Oostindifche Maatfchappy, met de En-
gelfche, te vereenigen (#): hoewel dit werk,
nimmer, tot ftand kwam.
Tegen de zeefchuimeryen in de Middeland- Toern*
fche zee, die niet nalieten, wederom, fterkin lrins '*•
zwang te gaan, hadden de Vereenigde Staaten flefchnl.
eenige fchepen uitgerust, onder den Admiraal meryeu.
HillebrandGerritszoon Quast, die, in 't voor-
jaar , eenen Turkfchen Roover bemagtigde, om-
trent Algiers. Eenentagtig Turken en Mooren
wer-
(e) Van den Sande VI. liock,hl. Si. Baudart. Memor.
X. Roek, U. 122, 136.
O) Rapin Tom. VII. p. ia2.
(q~) Reib!. Holl. 23 May 18 Sept. 161S. tl. 127, 28a. H.D8
ßMOT Itóef aan zyne Exc. in zyn Leven, tl. i/&,
V a
-ocr page 310-
3o8 VADERLANDSCHE XXXIX.Boek.
1Ö18. werden in zee geworpen, en zeventienChri-
ten Slaaven, te Alikante, aan land gezet (r).
Onder- Den kryg, tusfchen den Aartshertoge Fer-
ftand aan dinand en den Staat van Venetië, wederom ont-
Venetie fteken zynde, gaven de Vereenigde Gewesten
ge aan. Meezen Staat vryheid, tot het koopen en uit-
rusten van eenige Oorlogsfchepen, en tot het
werven van tweeduizend man hier te Lande.
De Nederlandfche fchepen, die dit volk naar
Italië hadden overgevoerd, geraakten, in 't
wederkomen , op den vierentwintigften van
Zomermaand, in een gevegt met agt Spaan-
fche Oorlogsfchepen, met wederzydfche fcha-
de. De onzen, over welken Melchior van den
Kerkhove,
als Admiraal, geboodt, zeilden toen
naar Korfu, om zig te herftellen. Wat Iaater,
deedt de Nederlandfche Admiraal, Mooi Lam-
bert , den Turkfchen zeefchuimeren, wederom,
merkelyke afbreuk. Hy hieldt zig, den mees-
ten Zomer, op, in de Middellandfche zee, die
hy, eerlang, wederom, voor eenen tyd, vei-
lig maakte voor de Koopvaarders (s).
Ontdek- Omtrent Goereede, werden, deezen Zomer >
king der by zeer laag water, ontdekt de grondflagen
grondda- yan eene OVeroude Stad, van welker gelegen-
fier over- heid en ondergang men geen befcheid vindt
oude in oude fchriften, ten ware men, hier, zoeken
Stad, by moest de vermaarde Koopftad Witlam aan de
Goeree- ]y[aazCs waarvan, in fchriften der negende
eeuwe, gewaagd wordt (f). Men vondt, in
deeze blootgeraakte grondflagen, eenige Ro-
meinfche munten en andere oudheden, waar-
uit afgenomen werdt, dat de Plaats, ten tyde
der
Cr") BAiiDAttT. Memor. X. /■!««*, W. qü.
£0 BauoaiiT. Memor. X. Boek, l/l. io(5.
(O Zie I. Deel, tl. 274. u. ü<el, VI. 54.
-ocr page 311-
XXXIX. Boek. HISTORIE. 30p
-der Romeinfche Regeeringe hier te Lande, «jift
gebloeid hadt (u).-------
Dit jaar, vertoonden zig, hier te Lande,
twee Komeeten , een, in den Zomer, die
maar agt dagen fcheen, en een op het einde
van Slagtmaand, die grooter was, en langer
gezien werdt. Wyzen en onwyzen maakten
'er uitleggingen over , en fcheenen ze voor
voorboden te houden van 's Lands ongeval-
len : hoewel eenigen toen reeds zagen, dat
'er, uit zulke verfchynfelen der natuure,
niets, met grond, te voorfpellen ware (V).
Op den twintigften van Sprokkelmaand dee- Dood
zes jaars, was, binnen Brusfel, overleeden vanFi-
Filips Willem, Prins van Oranje, zonder kin- j1^Wl1"
deren (V). Hy hadt, by uiterften wil, tot p^fj,
zynen algemeenen Erfgenaam, verklaard zy- vanO-
nen Broeder, Prins Maurits (re), die, ter- "nje.
ftond , de titels zyns overleeden' broeders,
aannam, en zig in 't bezit itelde van Breda,
Buuren, Ysfelftein, Leerdam en andere Heer-
lykheden, hier te Lande.
De Kerkelyke zaaken, in de Vereeniüde Ge- xvir.
westen, begonden, na 't uitfchryven der Na- Staat der
tionaale Sinode, en vooral na 't veranderen j^erkeiy-
derWethouderen in de Steden, eeneneenpaa- kc,™*~
riger gang te gaan. De nieuwe Staaten van
Holland bewilligden, terftond, in de Sinode,
zonder eenige voorwaarden. Alleenlyk hieldt
Gouda zig aan zyne voorige verklaaring (y).
Al-
8
~) Baudart. Metnor. X. Hoek, hl. rar.
) «randt il.Deel. bl. 971. nAim.Memor.X. Jinek, M.102.
O) Baudaht. Memor.X. liuek, Kijy. A0nERYMemor.f1.236.
(*•) Vuiez Du Mont Corps Diplom. Tom. V. P. II. p. 305.
en Aitzema I. Deel, tl, 444.
O) Rei'ol.Holl.3,270äoJ.ir)i8.W.2oi,325.««liiervoor,5/.239.
V 3
-ocr page 312-
3io VADERLANDSCHE XXXIX.Boek.
igi3. Alles fchikte zig ten nadeele der Remonftran-
------ten. In de Plaatfen, daar zy de meeste Predi-
kanten hadden , liet men den Contraremon-
ftranten, terftond, toe, beurtswyze, met de
Remonftranten, te prediken (z). Op andere
Plaatfen, werden eenige Remonftrantfche Pre-
dikanten gefchorst in, of afgezet van hunnen
dienst: dat, in deProvinciaale Sinoden, die,
reeds in Zomermaand, in Gelderland, begon-
nen waren (a), nog fterker aanging: alzo men,
vastftellende, dat de Contraremonftranten de
óudfte brieven hadden (£), zorg gedraagen
hadt, dat zy, in de Zuidhollandfche Sinode,
die te Delft gehouden werdt, verre het groot-
fte getal uitmaakten. Uitenbogaard, Grevink-
hoven en verfcheiden' andere Remontftrant-
fche Predikanten werden, in deeze Sinode, af-
gezet of gefchorst (c). In de NoordhoUandfche
Sinode, werden verfcheiden' Predikanten be-
ftraft, om dat zy zig gehouden hadden, aan
de Refolutien der voorige Regeeringe, in
Kerkelyke zaaken. Anderen werden afgezet
(/). Doch in 't Stigt en in Overysfel, daar
de Remonftranten de meesten waren, wei-
gerden de Contraremonftranten Sinode met
hen te houden (e). In 't afzenden naar de Na-
tionaale Sinode, 't welk het voomaamfte was,
dat, in de Provinciaale Sinoden, gefchieden
moest, ging men, overal, de Remonftrantfche
Predikanten voorby. Alleenlyk, werden, in 't
Stigt,
Cz~) BaudaRT.X. Boei, bl.67. Brandt II. Dal, il. 884,
(«5 Baudart. Memor. X. Boek, il. 38.
(*j Zie Trigland. */. iioo, hoi.
C c~) Trictland. il.hoi. BrandtII.Deel,W.907enz.lS37'')T,t>-
C<0 Brandt II. Deel, il. 920 enz. 948.
{e) Uïtïnboo. il. IU44 «»*• Branut II. Deel,M> fü-f-
f
-ocr page 313-
XXXIX. Boek. HISTORIE. 311
Stigt, de Predikanten verdeeld in drie foorten, tgit.
Remonftranten, Contraremonftranten en Neu- -
tralisten, of Stilzitters. De twee eerfte foorten
zonden elk haare afgevaardigden naar de Na-
tionaale Sinode. De laatften hielden zig ftil
(ƒ}. De Remonftrantfche afgezondenen van
't Stigt waren dus de eenigften van dit gevoe-
len , die op de Nationaale Sinode, als afgezon-
den' Leden, verfcheenen. Wy können niet
voorby, van de voornaamfte handelingen dee-
zer vermaarde Sinode, hier, een kort verhaal
ïn te voegen.
Tegen 't begin van Slagtrnaand, zag men de XVIII.
afgevaardigden tot de Sinode, na eikanderen, janï?nS
te Dordrecht, aankomen. Van de uitheem- !£„„£
fchen kwamen de Engelfchen eerst: daarna, sinode,
ook die van de Palts, Hesfen, Zwitferland, te uor-
Geneve, Brandenburg, Nasfau, Oostfriesland drecllt*
en Breemen Van Frankryk, kwam niemant,
en die van Anhalt waren niet genodigd (g).
Ook hadt men veel werks moeten doen, om
de Zwitferfche Kerken, tot de afvaardiging
herwaards, over te haaien. Die van Zürich,
Bern, Bazel en Schaf huizen hadden, eenpaarig-
lyk, zig hiertegen verklaard. „ De gefchil-
ff len, die de Nederlandfche Kerken verdeel-
„ den, betroffen, zeiden ze, Zwitferland niet.
n Ook plag men, vanouds, weinig nut te trek-
p ken van Kerkelyke Vergaderingen en Sino-
„ den. En was de raad, door den Koning van
„ Groot Britanje, voor eenige jaaren, gegeven,
9 om de gefchillen te houden van den Predik-
„ftoel
f/) nRANBT II. Dttl, il, Q2f.
'£.j BB0NBT UI. Detl, bl. 4, 10, U.
v4
-ocr page 314-
312 VADERLANDSCHE XXXIX. Boek.
i«i8. „ ftoel, hoog te agten." Zy gebruikten nog
-*' - andere redenen , tegen de afvaardiging naar
Holland. Doch de Heer Pieter van Brederode,
wat laater, uit den naam der algemeene Staa-
ten , in Zwitferland gekomen, hadt de Regee-
ring bewoogen, zonder dat men wist door wel-
ke redenen, om in het afzenden van eenige
Godgeleerden te bewilligen (A). Op den der^
tienden van Slagtmaand, werdt de Sinode aan-
gevangen, met twee Predikaatfien, eene in de
Nederduitfche, en eene in de Walfche fpraa<-
ke. De eerfte gefchiedde, door Balthazar Ly?
dius,
Predikant te Dordrecht. Daarna, bega-
ven zig de Gemagtigden der algemeene Staa-
ten , de Profesforen, Predikanten en Ouderlin-
gen , die tot de Sinode gezonden waren, naar
de Stads Doele , daar men vergaderen zou.
Van hier, werden eenigen gezonden, om de
uitheemfche Godgeleerden af te haaien. Zy
werden, in de Doele, verwelkomd, door de
Heeren Politiken of Gemagtigden der algemee-
ne Staaten. Deezen waren, in't geheel, agt-
tien in getal: doch fommigen woonden de Si-
Cetalder node niet by. De inlandfche Kerkelyken wa-
leden, ren vyf Profesforen, zesendertig Predikanten
en twintig Ouderlingen, boven de twee Re«
monftrantfche Predikanten en een' Ouderling,
uit het Stigt. 't Getal der uitheemfchen beliep
agtentwintig (i). De Leden gezeten zynde,
deedt Balrhazar Lydins, Predikant te Dor-
drecht, een gebed (k) , en Martinus Gregorius,
die thans onder de Politiken voorzat, eene aan-
fpraak
(*0 Aëta Synodal. Depiit. Heivet. MSS.                ...,■ .
(i ) Hrandt III. Detl, il. 15. >
(*) Handel, der Nation. Sinode. Sef.h ^/.2,3,4,5,C, 7,8. '
-ocr page 315-
XXXlX.BoEK. HISTORIE. 313
fpraak, tot opening van de Sinode: waarna hy itfiR.
den last, hun door de algemeene Staaten ge-------—
geven, deedt voorleezen (/). Alles gefchied-
de, in de Latynfche taaie, ten dienfte der uit-
heemfchen. In de tweede zitting, die, 's ande- Verlde-
rendaags , gehouden werdt, verkoos men Joan zinii van
nes Bogerman, Predikant te Leeuwaarden, tot £en'?ts:~
Prafes,
of Voorzitter; Jakobus Rolandus en ^sfesfo-8
Hermannus Faukelius, Predikanten te Amfter- ren en
dam en te Middelburg, tot ^sfesforen, of Byzit- twev
ters; en Sebastiaan Damman en Festus Hom- Scrib"n«
mius, Predikanten te Zutfen en te Leiden, tot
Scriben of Schryvers (*»). Alle deezen waren
voor yverigeContraremonftranten bekend; hoe-
wel Damman, voor deezen, Arminiushadt aan-
gehangen («). Voorts, tradt men,in de derde zit-
ting , des nademiddags, tot het onderzoek der
Geloofsbrieven van de Sinodaale Leden (0).
En alzo men, reeds te vooren, vastgefteld hadt,
voornaamlyk van de vyf punten te handelen,
werdt, terftond hierna, beraadflaagd, om ee-
nige Remonftranten te daagen voor de Sinode
(ƒ>). Deezen, midlerwyl, te Leiden vergaderd,
ontwierpen een Vertoog aan de Sinode, waar-
by zy verzogten, als Leden, in dezelve, te mo-
gen verfchynen; niet als gedaagden. Doch dit
Vertoog vondt geen' ingang {q). De brieven,
waarmede dertien Remonftranten werden ge-
daagd , werden, terftond hierna, afgezonden.
Terwyl men naar de gedaagden toefde, han- Afhan-
del- delH
( O Zie minne geheime Inftr. iv Brandt III. Deel, il. 18.
O) Sinod. Handel. Sef. II. hl. 12.
(■«,") «RAniit III. Deel, il. 27, 28.
O) SiniKi. Handel. Sef. III. il. 13. Sef. IV. il. i!J.
(p) Sinod. Handel. Sef. IV. bl. io, au Sef. V. hl. a?.
^") BranPT III- Deel, il. 37-40.
V 5
-ocr page 316-
314 VADERLANDSCHE XXXIX. Boek.
i6i9. delde men, in verfcheiden' zittingen, over ee»
-------ne nieuwe Nederduitfche overzetting der H.
van ver- Schriften, die, federt, by de hand genomen,
fcheiden' en uitgevoerd werdt; over 't prediken van den
Ma en* Catechismus; over de Catechifatien; over 't
dooperi der Kinderen van Heideniche ouderen ;
over 't voorbereiden der Studenten in de God-
geleerdheid , en over 't drukken van erger-
lyke boeken (>).
De ge- De gedaagde Remonftranten en eenige an-
daagde deren, midlerwyl, binnen Rotterdam, geraad-
Remon- pieegd hebbende, op 't gene hun, in de Sino-
komen" ^e»te ^oen ^0"^1 CO» begaven de eerften zig
te Dor- naar Dordrecht, daar zy, den vyfden van Win-
érecht. termaand, aankwamen. De Profesfor Simon E-
piskopius was één deezer gedaagden; fchoon
hy, te vooren, nevens Polyander, als een me-
delid der Sinode, tot dezelve, genodigd ge-
weest was (f), in welke hoedaanigheid, hy nu,
te vergeefs, zogt erkend te worden. Hy en de
anderen gingen, terftond, deuitheemfchenbe-
groeten , hun, te gelyk, een fchriftelyk Berigt
overleverende van den ftaat dergefchillen(«5*
Ds Utrechtfche afgezondenen uit de Remon-
ftranten , die, tot hiertoe, als Leden der Sino-
de , waren aangemerkt, werden, in de drieën-
twintigfte zitting, door den Voorzitter Boger-
man, vermaand, om zig by de gedaagden te
voegen , waartoe de twee Predikanten, des
anderendaags, beflooten (v).
Retf> Doch, in deeze zelfde zitting, op den ze-
ven-
O) Sinod. Handel. Stf. Vf. —XXII. II. 34711.
(Ó Hiflorisch Verhaal,/. 10.
{ f) P. A. LiMBffl'.CH Vit. Episcopii p. 118.
(u) Hittorisch Verhaal, f. 14.
f y) Sinoii HanJ*l.iV/r.xXIU.W.73. Halej ïlricv. W.71, »*
-ocr page 317-
XXXIX. Boek. HISTORIE. 315
venden van Wintermaand, verfcheenen de ge- 1^,5.
daagde Remonftranten voor de Sinode. Epis-__—1
kopius deedt toen eene fierlyke en wydluftige voering
Redevoering, ftrekkende, om de inzigten der w E-
Remonftranten, tot voortplanting der waar- Pj^0-.
heid, en tot verhoeding van fcheuring, te ver- dësüuT-
dedigen, en de Contraremonftranten in 't on- de.
gelyk te ftellen. 't Kort begrip kwam uit, op
deeze drie punten. „ 1. Dat de Remonftranten
„ de raauvve of harde gevoelens van ibmmi-
gen, over 't ftuk der Goddelyke Voorfchik-
j, king, altoos hadden tegengefproken. 2. Dat
„ zy de fcheuring, hierom, voor eenig Sino-
„ daal oordeel, gemaakt, mispreezen hadden.
„ 3. Dat zy de onderlinge verdraagzaamheid
„ over de verfchillende punten hadden voor-
w geftaan: waarby nog gekomen was het toe-
„ fchryven van de hoogfte magt aan de Over-
„ heid, in Kerkelyke zaaken." Hy floot, met
een verzoek „ dat men zig aan hun kleen ge-
„ tal niet ftooten wilde, en zig alleen met de
„ H. »Schrift en gezonde reden tegen hen be-
„ helpen (w)." Toen Episkopius uit hadt, be-
geerde Bogerman, dat hy een affchrifc der Re-
de overleveren zou. Hy antwoordde, dat hy
Vr geen hadt, welk net genoeg geßeld was,
of, gelyk elders (#) gemeld wordt, dat hy 't
netter zou uitfchryven.
Men verftondt hem zo, w"w-
dat hy ontkende, eenigander affchriftin'tge- over hy
heel te hebben: 't welk, toen men't naderhand beftraft
gewaar werdt, gelegenheid gaf, dathy, voor w *
de Sinode, wegens onopregtheid en kwaade
trou-
t>j Sinod. Handel. Sef. XXIII. W. 75 enz. Afta Synod. Ra-
tuonftr. p. 24 & feqq.
O) Aä» Synodal. Deput. Helvet. MSS.
-ocr page 318-
316 VADERLANDSCHE XXXIX. Boek.
1618. trouwe, beftraft werdt (y). Maar nu vorderde
-------■ DanielHeinfius, Sekretaris der Politiken, dat hy
't affchrift, weik hy voor zig hadt, overgaf,
nadat het eerst, door alle de gedaagden, gete-
kend was. Ditgefchiedde,terftond. Bogerman
beftrafce hem ook dat hy anderhalf uur ge-
„ fproken hadt, zonder, op zyn verzoek om
„ verlof tot fpreeken, behoorlyk antwoord af-
„ te wagten; daarby voegende, dathetgedaag-
„ den niet paste eerst te fpreeken; maartehoo-
„ ren, wat men hun hadt voor te houden (z)."
Sinodaa- Hierna, werdt de Sinodaale eed gedaan, waar-
ie eed of by beloofd werdt n in het oordeel over de ge-
beiofte. w loofsgefchillen , geenerlei menfchelyke
„ fchriften, maar Gods woord alleen, voor
„ eenen zekeren en onfeilbaaren regel des ge-
„ loofs, te zullen gebruiken, en, indeezegant-
,, fche handeling, niet dan Gods eer, de rust
n der Kerke, en, bovenal, de behoudenis van
„ de zuiverheid der Leere te zullen voor 00-
., gen hebben." Doch in 't vorderen van dee-
zen eed, werdende UtrechtfcheRemonftran-
De Re- ten voorbygegaan (V). In de volgende zitting,
mon- deedcn de Remonftranten een tweede Ver-
tonten toog, waarin zy beweerden, dat de Sinode hun
weigeren wettige Regter niet zyn kon, te gelyk, eenige
voor'0 " voorwaarden opgeevende, welken zy, in eene
Regter te wettige Sinode, vorderden (b). Doch over dit
erken- Vertoog werden zy fcherp beftraft, door den
ven' Prefident, dien zy, op hunne beurt, onbe-
fchroomd, te keer gingen. Ook verwierpen de
Po-
Cv) Sinod. Hand. Stf. XXX. II. 154. Afta Synod. Rem. p, (>fr
(2) H/vLEs Britven, l/l. 81.
(«) Sinod. Handel. Sef. XXtir. tl. pi.
(£) Acta Synod. Remonllr. p. 3!! é />?j.
-ocr page 319-
XXXIX.BoEK. HISTORIE. 31;
Politiken de voorwaarden, door hen gevor- 1618.
derd. De Remonftranten verdedigden zig, ■—
daarna, fchriftelyk, tegen de beftraffing, die
hun gedaan was, en flooten, met ernftige aan-
tuiging, dat zy de Sinode voor geenen wettigen
Regter konden houden; fchoon zy, desonaan-
gezien, bereid waren, hunne Leer, voor de-
zelve, te verdedigen. Doch de Sinode, met
naame de uitheemfchen, hielden deeze aan-
tuiging voor ongegrond (V).
De Remonftranten kwamen toen, in de een- Zy gee-
endertigfte zitting, op den dertienden van ven hun
Wintermaand, tot het voorftellen van hun ge- ëevoe'
voelen, op het eerfte der vyf punten. Daarna de" vyf °
gaven ze hun begrip van de vier andere pun- punten,
ten, te gelyk, over : daarby voegende eenige over,
redenen , waarom zy niet flegts verklaarden
wat zy gevoelden, maar ook wat zy niet ge-
voelden, aangaande de betwiste Leeringen,
en in 't byzonder, waarom zy ook, tegen de
vermaaning des Prefidents, van de Verwerping
gehandeld hadden (d). Toen vorderde Boger-
man hun ook hunne bedenkingen af, op deBe-
lydenis en Catechismus. Doch zy weigerden
zig, deswege, te verklaaren, voor het afhan-
delen der vyf punten. Heinfius geboodt het
hun, daarna, uit den naam der Politiken. Doch
zy bleeven 't nog al weigeren. Men onder-
vraagde hen, hoofd voor hoofd, of ze eenige
bedenkingen hadden ? fommigen zeiden, neen.
Anderen antwoordden, met onderfcheiding
(<;). Doch alzo, hieruit, eenig verfchil onder en hunne
hen beden-
( e) Sinod. Hand. Sef. XXV. XXVI. XXVII. XXIX. II. 115 , 116
enz. 131 enz. 136 enz.
(<0 Ada Synod- Remonür. p. 71, 73, 74, 76, 77, 3c.
(e) Hiftori&ch Verhaal,/; Qzi ö3.
-ocr page 320-
2i 8 VADERLANDSCHE XXXIX. Boek.
i6i8. hen gevreesd werdt, beflooten zy, daarna,
hunne Bedenkingen over te geeven (ƒ_).
kinden jsju moest men komen, tot het verdedigen
«Vete- en wederleggen van de punten, door de Re-
nis \n monftranten ingeleverd, waaromtrent zy meer
Cate- vryheid vorderden, dan de Sinode hun wilde
chismuf. toeftaan. Zy begeerden, dat men hun toelie-
ro fcbên te
> nevens net voorftellen van hun gevoelen ,
de Sino- ook dat van hunne partyen te wederleggen.
«ie en de Doch dit laatfte werdt hun, door de Sinode,
Remon- geweigerd. De Gemagtigden der Staaten ge-
o^er^de bo°den hun, zig naar 't befluit der Sinode te
verdere voegen. Doch zy verklaarden, dit van zigzel-
wyzsvan ven niet te können verkrygen. Ook gaven ze
hunile- reienen van deeze hunne weigering, in eenen
ien* beflooten Brief, die, niet voor 'snademiddags,
in de Sinode, gelezen werdt. Men hadt toen
eenige boeken der Remonftranten in de Sino-
de gebragt, uit welken men hen begon te on-
dervraagen. Doch zy weigerden, op deeze on-
dervraagingen , te antwoorden (g). Na veel o-
ver- en wederfpraak, gaf men hun nog eenige
uuren tyds, om zig nader te bedenken. De Si-
node raadpleegde, midlerwyl, ook, op 't gene
haar te doen ftondt, met geflooten' deuren (A).
Zy befloot, eindelyk, den Remonftranten aan-
tebieden „dat zy, over de punten, die men
„ hun voor te houden hadt, meest zulken zou
„ vraagen, die, onder hen, voor de vaardig-
„ ften en geoefend ften gehouden werden, en
„ dat deezen, in 't antwoorden, ook zouden
„mo-
C/) Afta Synod. tteinonflr. p. 83 & feqq.
(g)
Hiflorisch Verhaal,/. y$, 97, yS, 99, 102, 103, 106,
107. Halks Brieven, il. 115 enz,
{h~)
HaLES Brieven, II. 140.
-ocr page 321-
XXXIX.Boek. HISTORIE. 31p
n mogen aanwyzing doen van Leeringen, die, ujig.
n hier te Lande, door Hervormde Leeraars, ——
„ voorgeftaan werden, en, huns oordeels, met
,, Gods woord ftreeden." De Remonftranten
verzogten tyd van beraad, en verklaarden,
daarna, fchnftelyk, op den negenentwintigften
van Wintermaand „ dat zy gezind waren, eerst
n van de Verkiezing te handelen, en daarna
„ van de Verwerping, met verdediging van
j, hun eigen, en wederlegging van het ftrydig
„ gevoelen." Doch de Sinode begeerde hun
dit niet toe te ftaan. Men vraagde hun of
„ zy zig aan het jongfteB. fluit der Sinode wü-
B den onderwerpen, of niet?" Zy antwoord-
den dat zy zulks niet konden doen, dan in
„ overeenkomst met de fchriftelyke Verklaa-
j, ring, door hen ingeleverd (/)." De Gemag-
tigden der Staaten hielden dit hun gedrag voor
ongehoorzaamheid, endeeden, terftond, eene
bezending naar den Haage, om het goeddun-
ken der algemeene Staaten hierop te verftaan
(k). Deezen begreepen „ dat de Remonftran-
„ ten zig behoorden te onderwerpen, of dat
„ de Sinode, deeden zy 't niet, hunne Leer,
„ uit hunne overgeleverde en andere Schrif-
„ ten, oordeelen mögt." Men gaf hun hiervan itfip.'
kennis, op den derden van Louwmaand des "
volgenden jaars. De Prefident Bogerman deedt
hun toen ook verfcheiden' vraagen, aangaan-
de de Leere; waarop zy weigerden te antwoor-
den. Hierop, ontftondt veel over en weder-
fpraak. Eindelyk, vermaande de Raadsheer
Martinus Gregorius de Remonftranten tot
ge-
cn Hifior. ywh. fiv» lcj, I09l U9 „j m m 4 us,
ik) Baanot III. Otel, W. »ja.
-ocr page 322-
32o VADËRLANDSCHE XXXIX.Boek,
lóip» gehoorzaamheid, alzo men hun, zeide hy, vry-
        heid liet, totvoorftellen en wederleggen. Laai
men ons dit tos, vra agde Episkopius, zo veel, als
<wy ze Iven zullennoodigagten?
„ Neen, hernam
„ de Raadsheer, zo veel als de 6inode zal noo-
„ dig agten." Kort hierna, fcheidde de Ver-
gadering (7). Men hieldt, federt, eenige zittin-
gen, waarin overlegd werdt, hoe men verder
hadt te handelen met de Remonftranten (?;;).
Daarna, werden zy wederom geroepen. Dé
Prefident zeide toen 5J dat het gantfche ver-
„ fchil de orde betrof. De Remonftranten wil-
„ den eerst hun gevoelen verklaaren, en de
n Sinode wilde, dat zy eerst, op eenige vraa-
w gen, antwoorden zouden : " waarop Episko-
pius hernam, zo dit alleen V ver fchil is; men le-
yere ons de vraagen; wy zullen 'er op antwoor-
den
, en, 't gene wy meer te zeggen hebben, in ons
antwoord ^invoegen.
Veelen meenden, dat men-
't toen gevonden hadt. Maar de Prefident wei-
gerde , de vraagen over te ge even, beweerende ,
dat zulks, naar regte, niet gebruikelyk was.
De Remonftranten vertrokken zynde, vraag-
de de Prefident „ of men hen, ziende hunne
,, hardnekkigheid, niet uit hunne fchriften
,, behoorde te oordeelen ?" In de volgende zit-
ting , deedt hy den zelfden voorflag. Veelen
onder de uitheemfchen meenden, dat men den
Remonftranten de vraagen behoorde te leve-
ren , en hen, daarop, naar welgevallen, laaten-
antwoorden. Doch de meeste inlandfchen be-
greepen 't anders. Ook ftemden de Politiken,.
dat
f O Sinnd. Handel, ief. XXXIX. —XLVI. II. 196-253. HMW
Verbaal, ƒ. iii> enz.
{mj
IlAUis Brieven, bl. 140 enz.
-ocr page 323-
XXXIX. Boek. HISTORIE. 321
dat men de Remonftranten oordeelen zou, uit itftjfc-
hunne fchriften. 'tBefluit, hierop, door de
         -
Politiken, genomen, werdt hun, den elfden
van Louwmaand, aangekondigd. Men gafhun,
voorts, nog eenige dagen tyd, om nog iets over .?> :T
het eerfte der vyf punten over te leveren, 't
gene omtrent gereed was. Midlerwyl, handel-
den de Heeren Politiken, in 't byzonder, met
         ..-,
de Remonftranten. Doch zonder vrugt. DeRe- Laatfté '
monftranten booden aan „ op de vraagen, aanbjc- „
w hun, door den Prefident, over de vyf pun- jjjjjjj^
„ ten, voorgefteld, ofnogvoorte ftellen, te ftrante»"
„ zullen antwoorden : en hun antwoord, te ge-
„ lyk met hunne verklaaring over ieder punt,
n lchriftelyk, te zullen overleveren; mids men
„ hun toeliete, zulks, op zulk eene wyze, te
j, doen, als zy, den negenentwintigften van
,j Wintermaand, begeerd hadden." Maar men Eisch d«
vorderde ^ dat zy, op de vraagen, by monde Sinode.
>, of gefchrifte, naar gelegenheid van zaaken,
j, antwoorden zouden," zonder dat men repte
van de wyze, te vooren, door hen voorgeflaa-
gen. En hierin konden de Remonftranten niet
bewilligen (#)• Men ontboodt hen, den veer-
tienden van Louwmaand, in de zevenenvyftig-
fte zitting der Sinode. Zy bemerkten ras, dat
de uitheemfchen, oordeelende, dat zy te ftyf
ftonden op de wyze der handelinge, hun nu te-
gen gevallen waren. Zy gaven de redenen van
hun voorig befluit, in gefchrifte, over: ook
hunne Verklaaring over het eerfte der vyf Ar-
tikelen, met aanbieding van, op gelyken voet^
te
'O') Synod. Hand. Si f. LIV. LV. il. 258, 2C6. Hiftor. Vcrh*
& 13*, 13';«
X. Deel.            X
-ocr page 324-
S22 VADERLANDSCHE XXXIX. Boek.
««19. te willen voortgaan, tot de overigen. De Pre-
« ■ fident vraagde hun, of zy nog bleeven, by 't
gene zy, in ditGefchrift, ter nedergefteldhad-
den. Zy verklaarden, van ja. Toen deedt hy
t)e Ite 't hen allen ondertekenen : waarna hy hen, met
mon- eene fcherpe Rede, uit de Sinode zettede, welk
wo"den *ot zjr' ze^e ky» nunner eigene ftyfzinnigheid
tri" de hadden te wyten. Ook verzuimde hy niet, hun
Sinode met de Kerkelyke ftrafFen, te bedreigen, flui-
gee«. tende, eindelyk, met deeze woorden, Ik geefu
dan, ««V den naam der Heeren Gemagtigden en
der Sinode, uw affcheid. Men ontflaat u. Gaat
heenen. Zy deeden't, terftond :doch kreegen,
in 't uitgaan, bevel van de Politiken, welk hun,
ook te vooren, reeds meer dan eens, gegeven
was, om,zonder nader'last, niet uit Dordrecht
te vertrekken (o ).
't Gefchil, by welks gelegenheid, de Remon-
ftranten uit de Sinode gezet werden, fcheen,
in den eerften opflag, van klein gewigt. 't Be-
trof alleen de wyze, waarop zy hunne Leer
verdedigen, en de Leer hunner partyen weder-
leggen zouden mogen. De Sinode wilde hun,
omtrent deeze wyze, de wet ftellen. Zy be-
geerden zig, daarin, naar hun welgevallen, te
gedraagen. Doch als men aanmerkt, dat alle
de Leden der Sinode geen eenerlei begrip had-
den, omtrent het Leerftuk der Goddelyke
Voorfchikking, en dat de Leer der Verwer-
pinge,in'tbyzonder, waarvan de Remonftran-
ten, uitvoerig, wilden handelen, aan merkely-
ke zwaarigheden onderhevig was. kan men lig-
telyk begrypen, waarom de Sinode den Re-
mon-
Co) Synod. Hand. Sejf. LVII. il. aö8 trut. Iüflor. Veib. ƒ»
140,. 141, HU, !«•
-ocr page 325-
XXXIX. Ööëk* HISTORIE. 32%
monftranten de wyze van verdedigen en we- ia?,
derleggen wilde voorfchryven, en waarom zy-------
die aan zig zelven houden wilde. De Remon-
ftranten meenden, hun voordeel te zullen kon- ■
nen doen met de verfchillende begrippen der
Leden van de Sinode; wanneer men hun toe-
liet, breedfpraakig, te handelen van de Ver-
werpinge. Maar de Sinode vondt niet geraa-
den, hun zo veel voordeels te gunnen*
Na dat zy uit de Sinode geflooten waren, Defchrlfc
liet men hun aanzeggen, dat zy hunne Verklaa- **n der
ring, over de vier overige punten, in gefchrift fatten
ftellen en der Sinode overleveren konden. Zy worden,
deeden dit, zo uitvoerig, dat men veele zit- tendee-
tingen doorbragt, met hunne fchriften te lee- le.» ™ **•
zen en te overweegen, by welke gelegenheid, gelezen',
nu en dan, hevige gefchillen ontftonden, tus-
fchen eenige Leden der Sinode (/>). De alge-
meene Staaten, federt, de handelingen der Si*
node, tot hiertoe gehouden, hebbende goed-
gekeurd, deedt haar egter, door den Sekreta-
ris Heinfius, vermaanen, dat zy zig zou haas-
ten (q). Men tradt dan, tot het onderzoek en de
wederlegging der vyf Remonftrantfche pun-
ten; zonder egter alles te leezen, wat de Re-
monftranten, ter hunner verdediging, hadden
Ingeleverd. De Politiken en veele Leden der
Sinode klaagden zeer, over de langheid hun-
ner fchriften. Sommigen zeiden, dat de Sinode
wel twaalfjaaren zitten mögt
, zo menze allen
zou tnoeten onderzoeken
(r).
Docïr terwyl men, met dit werk, in de Si- XIX.
n(> Vergada*
O) Halm lïrïev. W. 170. IMlcanquah Bricv. W. 22g, »43, r'nS d«
C?) Brandt III. Deel, bl. 401, 403.
if) Branqt lU. Deel, bl, 441.
X a
-ocr page 326-
SH VADERLANDSCHE XXXIX. Boek.
»6ij>. node, bezig was, en de Remonftranten,eerft-
------- daags, de veroordeeling hunner Leere te ge-
Remon- moet zagen, vergaderden, te Rotterdam, op
uTiiot- ^en vy^en van Lentemaand, tien Remon-
terdam." ftrantfche Predikanten en eénige Ouderlingen
en Diakenen, om orde te ftellen, op hunne zaa-
ken. In deeze byeenkomst, by veelen eene Te-
gen - Sinode
genaamd, befloot men, het houden
van afgezonderde Godsdienftige oefeningen,
die, hier en daar, reeds aangevangen, doch ge-
: ftoord enverbooden waren (s), ernftelyk,door
te zetten, onaangezien de Plakaaten, daarte-
gen gemaakt of nog te maaken. Voorts wer-
den, hier, op 't behaagen der andere Predikan-
ten, Kerken en Kerkendienaaren van het Re-
monftrantsch gevoelen, eénige regels ontwor-
pen , waarnaar men zig, in 't byeenhouden,
leeren enbeitieren der Gemeenten, zou hebben
te gedraagen. Onder anderen, befloot men een
"Vertoog te doen aan de algemeene Staaten en
aan den Prinfe van Oranje, waarin men den
onwettigen handel, dus fprak men, der Sinode
van Dordrecht vooihadt aan te wyzen (/).
Doch de gedaagde Remonftranten, te Dor-
drecht , een affchrift bekomen hebbende, van
't gehandelde te Rotterdam, oordeelden zulk
een vertoog, voor deezen tyd,ongeraaden(V).
De Rotterdamfche Byeenkomst, kort hierna,
rugtbaar geworden, werdt zeer kwalyk geno-
men door de Overheid, en voor oproerig ver-
klaard.
De oor- jn de Sinode, kwam men nu, eindelyk, tot
deelea
                                                                  het
(t~) "randt II. Deel, il. 941, 947.
(O Uytbnboc. VU ii«, 1159.
£«) Brandt. UI. Deel,tl. 49a.
-ocr page 327-
XXXIX.Boek. HISTORIE. 325
het leezen der oordeelen over de vyf punten. 1619.
De Engelfchen begeerden, dat dit opeulyk,-------■
gefchieden zou. Doch de Prefident Bogerman, over de
nietdienftig vindende, dat elk de verichillen- J^f wor-
de gedagten der Leden hoorde, drong door, den jn <},
dat men 't, met beflooten' deuren, deedt (v). sinode,
Men bevondt toen, dat alle de uitheemfchen gelezen.
en verfcheiden' inlandfchen, met Gomarus,
die, na zyn vertrek van Leiden, Profesfor te
Groningen geworden, en, van daar, naarde
Sinode gezonden was, verfchilden, over het
onderwerp der Goddelyke Voorfchikking t
waarvoor hy den mensch nam, eer dezelve ge-
vallen was, en de anderen den zelfden mensch,
na zynen val (w). Met dit leezen, werden ee-
nige zittingen gefleeten (V). Daarna, ging men
over, tot het ftellen der Sinodaale Kanons, of
Wetten, waartoe eenige Gemagtigden be<
noemd werden : tegen 't gevoelen van Boger-
man, die dit werk gaarne alleen gedaan, en
het, daarna, den Leden voorgelegd zou heb-
ben; om 'er hun placet of non placet, goed of
afkeuring,met een enkel woord, op te hooren
(y). Drie weeken werden 'er gefleeten, met
het opftellen der Kanons, die, daarna, in drie
verfcheiden'zittingen, in Grasmaand, gelezen
werden (z). Zy behelsden, voor eerst, de vast-
ftelling der Leere, die voor,regtzinnig gehou-
den werdt: en, ten anderen, de verwerping
van 't gene men als dooling aanmerkte. Toen
las
Cv) Bai.canquals Brkv. hl. afo mis.
(«O 'UlCAMQi'ALS BrfcV. */. 27?..
(X) Sinoil. Haml.'iVf. CII—CXW. hl. 35«. w>.
Qr) A<?fca Synod. Depur. Hclvec. MSS. BalCANQua« ßriev<
tl. 300. en Aancek. il. 32.1.
(2) Zie GlOOt-PUkutb. J. Deel, kol, 135,
-ocr page 328-
3*6 VADERLANDSCHE XXXÏX.Boek,
1S19. las men ook een ontwerp van afkeuring eeni-
■-------ger harde fpreekwyzen. Alles werdt met ge-
noegzaame eenftemmigheid goedgevonden, en
pok de onderfchreeven (a). Voorts, kwam men tot het
Kanons leezen van een Sinodaal vonnis tegen de Per-
let Von-' *°onen ^er Remonftranten: waaraan de meeste
nis tegen uitheemfehen, en allede inlandfchen hun ze-
de Re- gel hingen. Doch de Politiken verklaarden,
™on- dat zy hunne toeftemming, op dit vonnis, niet
enT"6"' Seeven konden; maar dat men 't, van de alge-
meene Staaten, afwagten moest. Ook werdt
het vonnis, alleenlyk, door de twee Scriben of
Schryvers, Damman en Festus, ondertekend ,
en door Heinfius, tot getuigenis van 't gene 'er
gefchied was (&). Doch, na 't eindigen der Si-
node, werdt het, door de algemeene Staaten,
volkomenlyk. goedgekeurd en bekragtigd (c).
Voorts, werden de Belydenis en Catechismus
gelezen en goedgekeurd (df). Ook tradt men,
tot het afdoen van eenige by zonder e zaaken,
Makko- die voor de Sinode gebragt waren. Makkovius,
S"y" Pïoftsfor te Franeker,befchuldigd,dat hy God
ken. tot eene oorzaak der zonde ftelde, werdt van
Vorstius Ketterye zuiver gefchouwen (e): de Leer van
veroor- Vorstius, daarentegen, als onregtzinnig, ver-
oordeeld, en hy onwaardig verklaard, om het
ampt van Doktor en Profesfor der Godgeleerd-
heid, in de Hervormde Kerke, te bekleeden:
welk vonnis, daarna, door de algemeene Staa-
ten, bevestigd werdt (ƒ). Ondertusfchen,hadt
de
(<z) !UicANQtjAi-s Aant. hl. 32(1.
(b ) Zie fJroot-Plakaatb. I. Deel, kol. 164.
(c~) Groot-Plakaatb- I. Meel, kol. 167.
(d)  Bvlcanquals Aant. l/l, 33» enz.
(e)   Afta Synod. Deput. Helvet. fllSS. Balcanquals Aam*
il. 3<so. enz. 3(17 enz.
CD Synod. Hand* Sef. CLU. hl, 41Ö.
»
-ocr page 329-
XXXIX. Boek. HISTORIE. 3*7
de Sinode beflooten, de Leeraars der Hervorm- igi j.
de Kerken te vermaanen, dat zy zig onthiel-
         «
den van fpreekwyzen, die de paaien vanden
regten zin der Schriftuure te buitengingen, en
dertelen verftanden regtvaardige oorzaak ga-
ven , om de waare Leer te lasteren. Ook ge-
fchiedde dit, federt (g). En hieldt men, hier-
mede, voldaan te hebben aan de begeerte van
eenige uitheemfchen, die fterk gedrongen had-
den op de veroordeeling van eenige fpreek-
wyzen, eertyds, gebruikt, door Leeraars, die
voor regtzinnig gehouden werden (Ä). Al het
gemelde was afgehandeld, in honderd tweeën-
vyftig zittingen. Nu fchoot het ituk der Ker- Deuic-
kenordening nog over, welk men nietgeraaden heem-
vondt, te verhandelen, in de tegenwoordig- fchen
heid der uitheemfchen; waarom men befloot, tenvüt
deezen hun affcheid te geeven: 't welk zeer deSino-
plegtiglyk gefchiedde. Vooraf, tradt de Sino- de.
de, in orde, op den negenden van Bloeimaand,
uit de Doele , haare gewoonlyke Vergader-
plaats, naar de groote Kerke, daar Bogerman
eerst een gebed, toen eene aanfpraak deedt aan
't volk, dat, in groote menigte, van alle kanten,
was famengevloeid. De Sinodaale Kanons o-
ver de vyf punten en het vonnis van afzetting /
over de Remonftrantfche Hoogleeraar en Pre-
dikanten werden, vervolgens, door de Scriben,
Damman en Festus, openlyk, gelezen: ook het
getuigenis der Politiken, waarbyzy, alleenlyk,
verklaarden, dat de Kanons beflooten waren,
en het vonnis gefteld, in de Sinode. Toen
deedt
G») Zie Groot-Plakaatb. I. Deel, kol. i6j.
(f) Syuod. Hand. Stf. CXXXII. il. 33). Balcanq. Aantelb
A 4
-ocr page 330-
358 VADERLANDSCHE XXXIX. Boek.
itfip. deedt Bogerman de dankzegging, en de Ver-
:—- gadering fcheidde. Doch de Leden der Sino-
de kwamen, na den middag, in hunne gewoo-
ne Vergaderplaats, byeen, daar de honderd-
vierenvyftigfte zitting gehouden werde Hier
deedt de Raadsheer Martinus Gregorius, Pre-
fident der Politiken, na het gewoonlykgebed,
eerst eene korte dankzegging aan Gode, en
eene bede, om verderen byftand, tot behou-
denis der waarheid en herllelling der vrede.
Daarna, keerde hy zig tot de uitheemfchen,
dezelven dankende, voor de hulpe , nu zes
maandenlang, der Sinodebe weezen. De Pre-
fident Bogerman nam toen het woord, en deedt
nog uitgebreider dankzegging aan de uitheem-
fchen , welken hy, vervolgens, hun affcheid
gaf, en behouden' reize wen.schte. De uitheem-
fchen namen toen ook, na eikanderen, hun af-
. . fcheid van de Sinode. Bogerman befloot alles,
met een gebed en dankzegging aan Gode. Hier-
na , Honden de Politiken eerst op, groetende
alle de uitheemfchen in rang, met het geeven
van de regterhand. De Prefident, Asfesforen,
Scriben en alle de inlandfchen volgden dit
voorbeeld. Eindelyk, ging men termaaltyd,
onder 't houden van welke, de ooren geftreeld
werden, met een bevallig muzykvanftemmen
en fnaarenfpel. Des anderendaags, werdende
uitheemfchen, van wege de algemeene Staaten,
.befchonken ieder met eenen gouden penning,
ter waarde van honderdenvyftig guldens, han?
gende aan eenen keten van vyftig (i).
De
, (?) Synod. Hand. Stf. CLIII. CUV. il. 418-437- Nift.Verh.
ƒ. au-ai«.
-ocr page 331-
XXXIX. Boek. HISTORIE. 339
De inlandfchen hielden, na 't vertrek der ig[8.
uitheemfchen , nog zesentwintig zittingen , -----«
voornaamlyk over 't ftuk der Kerkenordenin- De Sr-
ge, en over eenige byzondere zaaken (&). Zy "ode.,
ontwierpen eene nieuwe Kerkenordening, op c ei c'
den voet van die des jaars 1586. Dochzewerdt
niet goedgekeurd, by de byzondere Staaten (7).
De laatfte zitting, zynde de honderdentagtig-
fte, werdt, den negenentwintigften van Bloeit
maand, gehouden. Men tradt toen, in orde,
naar degrooteKerk, alwaarLydius, wederom,
de preeke deedt. De Wethouderfchap van Dor-
drecht, uit de Kerk, naar 't Raadhuis gegaan
zynde, werdt, hier, doorBogerman en de As-
fesforen, bedankt voor de gunst en beleefdheid
aan de Sinode, in haare Stad, beweezen. De
Sinode, daarna, in haare gewoone Vergader-
plaats, zynde wedergekeerd, werdt bedankt,
door de Gemagtigden der algemeene Staaten,
die, op hunne beurt, door den Prefident Bo^
german, bedankt werden. Ook bedankte dee-
ze de gantfche Sinode: waarna hy de byeen-
komst met een gebed en dankzegging aan Go-
de befloot. Men fcheidde, met het toeiteeken
van de regterhand der broederfchap, en met
betuigingen van onderlinge eendragt en liefde,
van eikanderen (tri). En dit was 't befluit deezer
vermaarde Sinode: de kosten van welke, door
fommigen, op een millioen guldens, door ande-
ren , nog hooger berekend zyn (ri).
           Vier
(k)nde Poft-Afta Synod. Naiion. in 't Groot Plakaatb. III.
Deel, il. qid.
(O Zie Dor Allth. Stiikk. III. Deel, bt. Il enz. ea Groot-
Makaatli. III. Deel, hl. 4fy.
(jb) Hittorisch Verhaal./". 218.
( n ) ZiePoa-AthScf. CLXXX.wVGroot-Plakaatb.in.Z)«^,
1/, 440. en Brandt III. Dal, bl. 661.
-ocr page 332-
339 VADERLANDSCHE XXXIX. Boek.
1619. Vier dagen na dat men den uitheemfchen hun
—— affcheid gegeven hadt, welker fommigen, ter-
ftond, naar den Haage reisden, om, zo ze zei-
den, iet vreemds te zien (0), geraakte de Ad-
vokaat Oldenbarneveld aan zyn deerlyk ein-
de. Doch eer wy dit verhaalen, moetenwyden
draad van 't verhaal der Regtspleeginge over
Jiem en de andere gevangenen, wederom aan-
hegten, daar wy dien afgebroken hebben.
XX. Op het einde des voorleeden jaars, maakten
De Fis- de Fiskaalen, met naame Pieter van Leeuwen,
kaal van hun werk van het hooren en ondervraagen van
weudoet verfcheiden' Perfoonen, die gemengd waren
eenig on- geweest in 't gene omtrent het ftuk der Waard-
derzoek, gelders, te Utrecht, was voorgevallen. Zuile-
te ü" itein, Nyenrode, van Berk, Koningsvry,de
trecni. Q0yCT^ Groveftein, van Eek, Hoeflaken, en
anderen werden, in Wintermaand, onder be-
eedigde belofte van 't gene men hun voorftel-
len zou geheim te zullen houden, op verfchei-
den'vraagftukken, gehoord, en wy hebben, in
't voorgaande Boek , reeds gebruik gemaakt
van 't gene zy, omtrent het gebeurde, te U-
trecht, en in den Haage met de Ucrechtfche
Gemagtigden, beleeden. Van 't gene, waarop
iet van belang kon te zeggen vallen, gaven zy
Ledenberg de meeste fchuld. Ook ontkenden
de meesten niet, en fommigen bevestigden,
rondelyk, d at hy, over de voornaam fte zaaken,
met den Advokaat, plag te raadpleegen (ƒ>),
Doch van iet, dat naar handel met den vyand
zweemde, beleedt niemanteen woord, ten zy-
nen
("O Hiftorisch Verhaal,/, si«.
rp ) Interrog. van Stiylefteyn. Art. V. )'«« Conincxwy Ax*>
yr.it van £ck. Art. IX. USS,
-ocr page 333-
XXXIX. Boek. HISTORIE. 331
nen laste, uitgenomen Berk, van wiens getuige- tgl9f
niswy, hierna, zullen fpreeken. Uitdeezever--------
fcheiden' verklaaringen, ondervraagde men,
daarna, de gevangenen, in den Haage. Hoger- Hoger-
beets werdt, voor de vierde reize, gehoord, bee"
op den vyf- zes- en zevenentwintigften van IIÏÏuïL,
Louwmaand, overliet gebeurde indenHaage, gehoord,
ten huize van Trefel; waaromtrent hy zig ge-
droeg aan de beiydenis van de Groot; welke
hy begeerde, dat, in regte, ook voor de zyne
genomen werdt. Voorts, onderzogt men hem,
over het gene, in Slagtmaand des jaars 1617 ,
op de tyding, dat de Prins, veelligt, te Leiden
ftondt te komen, in deeze Stad, gehandeld wa-
re,
en wat men, aan de Steden Haarlem, Gou-
da en Woerden, gefchreeven hadt (#). Doch
ik vind niet, wat hierop geantwoord werdt. De
twee andere gevangenen werden niet gehoord,
voor het aanftellen der Regieren; waarop, in
deeze maand, ernftelyk, geraadpleegd werdt.
Doch eer 'c hiertoe kwame, vielen 'er nog ee-
nige zaaken voor, die ons hier te melden ftaan.
De Koningen van Frankryk en van Groot- De Ge-
Britanje, die verfchillende inzigten hadden op zat>ten
't ftuk der gevangenen, deeden ook hunne ge- p^wu
zanten, op verfchillende wyzen, werken, om- cn Enge.
trent dezelven. Dudlei Karleton deedt, op den land wer-
twaalfden van Louwmaand, een voorftel ter ken vo°*
algemeeneStaatsvergaderinge, waarin hy kwa- ^"Cg|fa
lyk fprak van de Groot; doch niets tot zyn na- vangc-
deel wist te noemen, dan dat hy de vryheid nen.
der zeevaart en visfcherye gedreeven hadt,
waardoor zyne Majefteit van Groot-Britanje,
de
(» R. HonERiiEETS Ccdcnkfdir. ly Brandt Rechtspl. lil. 47.
-ocr page 334-
$3* VADERLANDSCHE XXXIX. Boek.
161p. de grootße Eiland Forst, die "er ivas, zig ge-
1------- hoond rekende (r). De Franfche Gezanten
deeden, daarentegen, op den drieëntwintigften,
een Voorftel, waarin, zy den Staaten, tot het
ftellen van onzydige Regters, en tot voorzigtig-
heid en gemaatigdheid vermaanden (/)•
XXI. Maar terwyl men op 't ftellen der Regteren
Het Lid raadpleegde , vondt de Prins dienftig, het
jeiAid" Lid der Ridderfchap, welk, reeds in Wyn-
wdt maand ïaatstleeden, met vyf Hollandfche E-
met twee delen, vermeerderd was, met nog twee Hee-
Heeren ren te vermeerderen; die, beide buitengeboo-
vermeer- renen zynde, eenigen tyd geleeden, genaturali-
feerd
waren. Deezen waren Daniel de Hartaing,
eigenaar, door koop , der Heeriykheid van
Heemskerk, welke hy, met bewilliging der
Staaten van Holland, in den jaare 1612, naar
zeker heerlyk goed in Henegouwen, hem toe-
behoord hebbende, Marquette vernoemd hadt
(7); en Francois van Aarlens, Heere van Som-
melsdyk (Y). Zy hadden reeds verzogt, in \
Lid der Ridderfchap, te mogen befchreeven
worden, en de Prins, de Edelen, op den zeven-
tienden van Louwmaand, by zig ontbooden
hebbende, onderfteunde hun verzoek. Men
verwierf tyd van beraad, tot 's anderendaags.
Omrtan- De Vergadering beftondt toen uit veertien E-
dig ver- delen. Zeven verftonden, dat men Marquette
haai der befchryven; zeven anderen, dat men 't nalaa-
ten
(»O Zie JiRANnT Rcchtspl. BI. 43. Grotius Verantw. C*p.
XIX.VU 214-
CO 7.ie de Pro|inf. in 't Leven vanOldcnbarneveld, U270.
£ t) 1'ide A- Matthjbi Fund. Sacr. ./Ediurii, Fund. Xlll. ia
Anal. Tom. W. p. 49«.
1 u) Refhl. Hol). 19 OBnb. 1618. hl. 308» Grotius Verantw».
Gap. IX. il. 103, 104.
-ocr page 335-
XXXIX.BoEK. HISTORIE. S33
ten zou. 't Verzoek van Sommelsdykwerdt, 1619.
door agt, afgeflaagen; door zes, toegedaan.-------
Men gaf 'er den Prinfe kennis van, door An- lipge
dries de With, Penfionaris van Dordrecht, wiens hi«ove&
eigen Verbaal wy, hier, volgen. Zyne Doorlug-
tigheid antwoordde „dat de gevoelens der
,, Heeren Edelen, in de Vergadering van Hol-
„ land, eenen tyd lang, uitgeloopen waren op
„ verandering van Godsdienst, en om hem ten
„ Lande uit te dry ven; dat zy, eerst, hunne
jj item hadden gegeven tot de Refolutie van
„ den vierden van Oogstmaand des jaars 1617,
„ daarna, tot den last, den Gemagtigden naar
j, Utrechtmedegegeven. Dathy,hierin,moest
jj voorzien: en fchoon hy, by eene Afte der
jj Staaten van Holland, gemagtigd was, om
n nog eenige verandering te doen, daar hy
B zulks zou goedvinden; dat hy 't, nogtans, niet
n gaarne, in de Vergadering der Edelen, doen
„ zou." De Heeren, die hier by waren, zig ge-
raakt voelende, verfchoonden zig, ten besten,
en keerden toen naar de Vergadering te rug.
Men deedt, op nieuws, omvraage. De Heer
van Brederode verklaarde, fchriftelyk, van
raeening te zyn, dat men den Prinfe volkomen
genoegen geeven moest, en Marquette en Som-
melsdyk beide befchryven. De Heeren van As-
peren , Noordwyk, Benthuizen, Wezenburg,
Duivenvoorde en Wimmenum voegden zig
met hem. Doch de Heeren van Mathenes, Ob-
dam, Schagen, Warmond, Zwieten, Raaphorst
en Kroonenburg hielden, zulks te ftryden met
hunnen eed, en met 's Lands en hunne Pri-
vilegien ; waarom zy 't niet konden goedvin-
den. De ftemmen bleeven dus fteekgn. De
With
-ocr page 336-
tU VADERLANDSCHE XXXIX.Boèk,
ißip. With deedt 'er verflag van aari den Prinfe, en
------gaf hem , genoegzaam, te verftaan, welke E-
delen voor het befchryven der twee Heeren
geftemd hadden. De Prins verklaarde, hierop,
5, dat hy noodig vondt, de ftemmen der Ede-
„ len, in de Vergadering van Holland, vast
„ en goed te Hellen; dat zulks gefchieden
„ moest, door vermeerdering van hun getal, of
„ door uitzetting vaneenigen: vraagende, wy-
ders, welk van deeze twee middelen de With
Ä zou raaden te gebruiken ? " Doch deeze be-
riep zig op zyne kleine bekwaamheid om in
een ftuk van zulk een gewigt te raaden: den
Prinfe, midlerwyl, voorhoudende, welke rede-
nen fommige Edelen , tegen het befchryven
van Marquette en Sommelsdyk, hadden inge-
bragt, met naame tegen den laatften; ook dat
'er eenige Steden niet toe fcheenen te neigen.
Welke Steden, vraagde de Prins ? ik weet dat vee-
Ie Steden zulks goedvinden.
Doch de With
noemde hem geene Steden. Voorts, begeerde
zyne Doorlugtigheid, dat de With de Edelen,
die zwaarigheid maakten, om de twee Heeren
te befchryven, nog eens fpreeken zou. Doch
hy trof niemant aan dan Mathenes en Obdam ;
alzo de anderen, Prins Henrik, dien dag, ont-
haald hebbende, befchonken, of niet by huis
waren. De twee gemelde Heeren verklaarden,
„ dat zy getrouwe dienaars waren van het Land
„ en van zyne Doorlugtigheid, voor wien zy
„ goed en bloed veil hadden: doch zy konden
in hun geweeten en eed geen geweld aandoen«
,, Zy hielden Marquette en Sommelsdyk voor
n eerlyke, vroome Heeren, die veel aan 't Land
jj verdiend hadden; doch konden, in hun ver-
n zoek,
-ocr page 337-
XXXIX. Boek. HISTORIE. 335
j, zoek, als ftrydig met 's Lands geregtigheid, itfrj).
n niet bewilligen." Zy voegden 'erby, datzy ——
ook geene Vergadering op dit ftuk beleggen
konden; gelyk de "VVith hun , uit 's Prinfen
naam, verzogt hadt. De Prins moest zelf hier-
toe komen, en deedt de Edelen, tegen 's ande-
rendaags , zynde den negentienden van Louw-
maand , in de Kamer der Staaten, byeen ko-
men. Van daar, ontboodt hy hen by zig, en
hieldt hun, in tegenwoordigheid van Graave
Willem, voor „ hoe hy, tot rust en dienst des
„ Lands, de Magiftraaten, in eenige Steden,
„ veranderd hebbende, diergelyke verande-
„ ring , onder de Edelen, ook wel noodig
j, hieldt; doch, om minder misnoegen te gee-
„ ven, gedagt hadt, zulks te können voorko-
„ men, door het verfterken van hunne Ver-
j, gadering , met de Heeren van Marquette
j, enSommelsdyk: waarom hy verzogt en be-
j, geerde, dat Zy deeze Heeren aanneemen
j, zouden, onder fchriftelyke verklaaring, dat
„ hun zulks, voor het toekomende, niet tot
w nadeel zou ftrekken: ook, dat ze 'er, terftond,
w op beflooten, terwyl hy in zyne Kamer gaan
„ zou." Men deedt dan, wederom, omvraag.
De With nam de ftemmen op, die ik, in zyn
Verbaal, genoegzaam woordelyk, op deeze wy-
ze, vindeaangetekend. Brederode ftemde „ on-
5, der A<5te van non prejuditie en zonder confe-
'n quentie, beide de Heeren te admitteeren, tot
n contentement van zyne Excellentie:" Ma-
thenes
,, dat hy 't niet kon goedvinden; en, zo
„ hy overftemd werdt, protefteerde van 'tge-
„ ne aldaar gefchiedde: anders te willen bly-
„ ven en zyn een troyw Vasfal van 't Landen
-ocr page 338-
336 VADERLANDSCHE XXXIX. Boek.
tSïi>. » Dienaar van zyne Excellentie." Obdam ver-
------klaarde ?) zyn goed en bloed te zyn tot dienst
n van zyne Excellentie; maar dat hy niet kon
j, doen, tegen zyneneedenconfcientie." Dui-
venvoorde
„ dat den Heeren bekend waren de
» redenen, by zyne Excellentie geallegeerd,
r> en dat hy zig conformeerde, met het avis
j5 van den Heere vanBrederode:" Wezenburg,
rt
dewyl zyne Excellentie het zo ernftig be-
» geerde, dat hy den Heer van Marquette zou
n admitteeren; maar alzo hem niet bleek van
» de qualiteit des Heeren van Sommelsdyk,
j, verhoopte hy, dat zyne Excellentie zougoed-
jj vinden, dat hy dien niet kon admitteeren:
jj ook om te ontgaan de offenfie vandeMa-
„ jefteit van Frankryk, die gemiscontenteerd
w was , tegen den Heere van Sommelsdyk
„ voornoemd." Noordwyk „ dat hy de twee
„ Heeren zou admitteeren ; dewyl het zyne
n Excellentie zo ernftig begeerde, onder Ac-
tedenonprejuditie." Asperen „ conformeer-
n de zig met het avis van den Heere van Bre-
n derode." Benthuizen zeide „ dat hy in con-
„ fideratie hadt gehad het verzoek van zyne
n Excellentie, en dat hy beide de Heeren zou
„ admitteeren, onder Aéle van non prejudi-
„ tie." Schagen verklaarde „ dat, als het we-
„ zen moest, hy het dan zou aanzien." War-
mond
„ dat hy als nog niet kon verftaan, zulks
j, in de magt van hun Edelen te zyn, en zig te
n conformeeren met het avis van den Heer
j, van Obdam. Zwieten conformeerde zig met
j, het avis van den Heer van Brederode, de-
j, wyl der Prinfen begeerten commandemen-
0 ten waren." Wimmmum verklaarde „ dat
»hy
/
-ocr page 339-
XXXIX. Boek. HISTORIE. 337
„ hy oorbaar en dienftig voor het Land be- i6\^
vondt te zyn, dat de twee Heeren werden ———
„ geadmitteerd* en zig te conformeeren met
„ het avis van den Heer van Brederode."
Raaphorst meende „ dat 'er Hollandfche Ede-
y. len genoeg in 't Land waren, om te mogen
n befchryven, en dat men geene vreemdelin-
„ gen behoorde te admitteeren." Kroonenburg
verklaarde , ten laatfte 5, dat hy 'er niet te-
n gen kon zyn, als zyne Excellentie zulks be-
w liefde: en, gedrongen zynde, om zig duide-
„ lyker te verklaaren, heeft hy de admisfle,
„ hoewel ongaarne, toegeftaan." Alle deeze
hemmen werden, daarna, den Prinfe voorge-
lezen, en, by de meerderheid derzelven, be-
flooten, dat de Heeren van Marquette en Som-
melsdyk, onder de Ridderfchap én Edelen,
zouden worden toegelaaten, ter begeerte van
den Prinfe, en onder uitdrukkelyke verklaa-
ring van niet in gevolge te zullen getrokken
worden (V). De twee Heeren werden, hierop,
in 't Lid der Edelen befchreeven. De fchrifte-
lyke Verklaaring, of AEte van nonprejuditie
luidde, van woord tot woord, als volgt:
Alzo, volgens de oude Privilegien, Regten, Aäe van
Vryheden en loffelyke obfervantien deezer Lan- f10" .Pre"
den, nïemant toe en komt,noch en competeert het ^egen$'
recht, om onder de Ridderfchap en Edelen van jjgn toe-
Holland en Westvriesland befchreeven te wor- baten
den, dan alleen degeenen, die pebooren Hollan- !*er twee
ders zyn. van oude adelyke en Ridderlyke Hol- \n het
landfche flammen
, bezittende heerlyke of adelyke Lid der
Stamgoederen in den zelven Lande, alles, na R Wder-
ou- fch*Pr
fv VcrUpjl gehouden ly Anbries de With, Haadpenf. rw
Dordrecht. MS.
X. Deel.             ' ; Y                   • t -
-ocr page 340-
338 VADERLANDSCHE XXXIX. Boek.
1619. oude costumen en herkomen; en midsdienwelen
-------te regt gefußineert is, dat Jonker Daniel de Her-
taing, Heer van Marquettè, Lieut. Gener. van de
Cavallerie en Ritmeester, zynde een Edelman
uit Henegouwen
, buiten Holland gehören, en
Heer Francois Aarsfens, Heer van Sommelsdyk,
eertyds Ambasfadeur der Hoog-moog. Heeren
Staaten Generaal by de Majefteit van Vrankryk,
mede buiten Holland gebooren zynde, tot den
voorn, flaat, by hen lieden, verzogt, niet geadmit-
teerd können worden
, zonder de bovengenoemde
obfervantien te buiten te gaan. Nogtans
, aan-
merkende de emßige begeerte van Zyne door-
lugtige Excellentie
, den Pr in/e van Oranje, zeer
infiantelyk begeerende
, dat men de voorn. Hee-
ren van Marquettè en van Sommelsdyk mede
onder de Ridderfchap en Edelen zoude willen be-
fchryven, ende de Capaciteit van der beide voorn,
Heeren Per/bonen
, metvasietoezegginge, 't zel-
ve niet getrokken te zullen worden in eenige con-
sequentie ;
zo is 't, dat wy, Ridderfchappen en E-
delen van den Lande voornoemd, nodig geagt
hebben van dies Jcle gemaakt te worden van
Non prejuditie; by welke wy mede malkanderen,
by adelyke trouwe, eer en vroomigheid, beloofd
hebben en belooven, by deezen, voor ons, onze er-
ven en nakomelingen
, de voorn, oude Privilegien ,
Re«ten, Vryheden en lofelykc objervantten, in
alk toekomende tyden, voortaan,firiclelyk, te ob-
ferveeren en doen obferveeren, zonder dezclven
'meer te laaien infringeeren
, direäelyk of mdi-
* ter al- reSehk: welken volgende, wyook hebbengoedge-
TndTle vonden, te verzoekenzyn hooggemelde Forjlelyke
JagLl Doorlugtigheid, de voornoemde Jcle mede gelie-
fe van 't ve te COnfirmeeren en tekenen, op dat zulks cle tos-
Wbiurde. tprite;ten alle anderen dienen moge
* adperpe-
'
                                                          tuam
-ocr page 341-
XXXIX. Boek. HISTORIE. 3S9
tuara rei gestae memoriam. In kenmsfe, deezen nsif,
ondertekend, op den 21 January 1619»-------
Den volgenden dag, verfcheenen de twee XXII.
Heeren , in de Vergadering van Holland. Raad:
Men was, hier, toen bezig, met raadpleegen g^ón"
op het ftuk der gevangenen, en hetftellenvan fet aan-
Regteren overdezelven. De Leden begreepen, ftellen
eenpaariglyk, dat men de zaak voor de Ver- van ReS"
gadering der Staaten behoorde te brengen, of, teren'
ten minfte» zorg te draagen, dat de meeste
Regters, door Holland, gefteld werden. Doch
de Hollandfche Gemagtigden tot het onder-
zoek der gevangenen vertoonden den Staaten,
dat de zaak den anderen Gewesten zo wel als
Holland betrof; waarom zy oordeelden, dat
men de regtfpraak den algemeen en Staaten be*
hoorde te laaten, zorgdraagende, nogtans,om
fco veele Hollandfche Regters te Hellen, dat het
regt van Holland bewaard bleeve. Hiertoe
neigden toen ook de meeste Leden. Doch Lei-
den , Rotterdam en Schiedam verklaarden zig,
op het afftaan der regtfpraak, niet volkomen
gelast, 't Is aanmerkelyk, dat de Heeren van Veeufcui«
Veenhuizen en van Sommelsdyk uit de Ver- *on en
gadering vertrokken, toen men, op den twee- )t£."sjv|£
entwintigften, over 't ftuk der gevangenen, vertrek-
begon te raadpleegen (V). De eerfte beftondt 'ren uit
den Advokaat te na. Wegens den tweeden, de,Ver_
hadden de Huisvrouw en Kinderen des Advo- gadennS*
kaats den Staaten van Holland vertoond, of
deeden 't, kort hierna, dat hy den Advokaat
j, en die van zynen huize, eenige jaaren her-
n waards, een vyandlyk hert toegedraagen, en
„ zulks,
C«ö n-cfql. floU. a%, 33, g$,2? Jam t6iS, fa 5, ^ <j, 11*
Y 2
-ocr page 342-
340 VADERLANDSCHE XXXIX.Boek.
1619. » zulks, nog onlangs, niet gedrukte boekjes,
.....,, bekend gemaakt hadt; waarom zy begeer-
ji, den, dat hy, nevens Muis en Pauw, die zy
5, voor befchuldigers en partyen des Advo*
n kaats hielden, zig zelven kenden en uit de
B Vergadering bleeven, terwyl de zaak des Ad-
j, vokaats overwoogen werdt." De Staaten
f telden 't, hierop, ter befcheidenheid van den
Heere van Sommelsdyk, of hy bly ven of ver-
trekken wilde. Maar Muis en Pauw werden,
meenden ze, ten onregte, verdagt gehouden (#).
Wegens 't ftellen vanRegteren, werdt, einde-
lyk, op 't einde van Louwmaand, beflooten,
dat zy, in 't geheel, vierentwintig zouden
zyn , twaalf uit Holland, en twee uit ieder
der zes andere Gewesten (y~). Doch Holland
deedt, ter algemeene Staatsvergaderinge, ver-
klaaren n dat men haar, flegts voor deeze
j, reize , regtfpraak over de gevangenen af-
„ ftondt, zullende zulks niet in gevolg mogen
Nasmen » getr°kken worden (z)" 't Liep, ondertus-
dervier- fchen, nog aan tot diep in Sprokkelmaand, eer
entwin- men de Regters ftelde, en van Last- en Berigt-
tigReg- fchriftvoorzage. Men verkoos, tot deeze merk-
leren' waardige bediening, uit Gelderland, Henrik
van Esfen,
Raad in denHove aldaar, enNiko-
laas de Voogd,
Burgemeester van Arnhem; uit
Holland, JSiikolaas Kromhout, eerften voorzit-
tenden Raad in den Hove, Adriaan Junius, Pie-
ter Kouwenburg van Belois
(5) en Henrik Ro-
ß,
O) Zie Brandt Rechtspl. hl. 41.
CjÓ Refol. Holl. 30, $1 Jamiary 1619. II. 13, 15.
(_z~) Grotiiis Verastw. Cap XV. tl. /50.
(;■) De Raadsheer Kouwenburg, de Groot in den
graad van Agter-Zuäters-Kinderen befcaande, vetzogt ver-
fchooud
-ocr page 343-
XXXIX. Boek. HISTORIE. 341
fa, Raaden in den zelfden Hove, Adriaan van igip,
Zwieten,Heev van Zwieten, Baljuw en Dykgraaf-------
van Rynland, Hugo Muis van Holy, Schout van
Dordrecht, Baljuw en Dykgraaf der Landen
van Stryen, Arend Meinardszoon, Burgemees-
ter van Haarlem, GerardBeukehzoon van Zan-
ten
en Jakob van Broekhoven, Gekommitteerde
Raaden van Holland, Reinier Pauw, Burge-
meester van Amfterdam, Pieter Janszoon Scha-
gen,
Vroedfchap van Alkmaar, en Albrecht Brui'
nink,
Sekretaris der Stad Enkhuizen : uit Zee-
land , Adriaan Manmaaker, Ridder, en vertoo-
nende, van wege den Prinfe van Oranje, den eer-
ften Edele, in Zeeland, en Jakob Schotte, Burge-
meester van Middelburg, en Afgevaardigde ter
algemeene Staatsvergaderinge: uit het Stigt, A-
driaan Ploos
, Raad in den Hove van Utrecht en
Afgevaardigde ter algemeene Staatsvergade-
ringe , en Anfelmus Salmius, Raad en Penfiona-
ris der Stad Utrecht: uit Friesland, Johanvan
den Sande
, Raad in den Hove aldaar, en Rink
Aitsma,
Afgevaardigde ter algemeene Staats-
vergaderinge en Burgemeester van Leeuwaar-
den: uit Overysfel, Volkert Sloot tot Vollenho-
ve, en Johan van /7<?/»<?/v,Burgemeester van De-
venter , beide Afgevaardigden ter Vergadering
hunner Hoog-Mogendheden: en uit Groningen
en de Ommelanden, Goosfen Schaffer, Raads-
heer der Stad Groningen, en Schato Gokkinga,
Raad en Syndicus der Ommelanden, ook bei-
de
fchooiid te worden van over zyne zaak, als Reg ter, te
zitten; doch het Hof verftondt, dat hiertoe geenege-
noe^zaame reden was, te minder, oin dat hy, by partye,
niet gewraakt werdt. Zie Decif, en Refol. van den ƒƒ«*#
fan Holland gedrukt 1751. /V. 138. il, 78.
X 3
-ocr page 344-
34* VÄDERLANDSCHE XXXIX. Boej.
i«i*>. de Afgevaardigden ter algemeene Staatsverga-
-------deringe. De algemeene Staaten, van welkende
HunLast. Regters hunnen last ontvingen, verleenden hun
ook gezegelde Brieven, waarby men beloofde ,
hen te dekken, voor alle lchade, die hun of
den hunnen, t'eenigen tyde, ter oorzaak e van
het voltrekken van hunnen last, zou mogen o-
" verkomen. Ook verbonden zy zig, byeede,
om niets te openbaaren van \ gene voor hun-
ne Regtbank omgaan zou (a). By ziekte, af-
fterven, of ander wettelyk belet van eenen of
eenigen der Regteren, hadden de anderen voort
te vaaren, en, by meerderheid van ftemmen,
te belluiten. Hunne Sententien zouden ze doen
uitvoeren , door Amptenaars der algemeene
Staaten (£). Voorts ftrekte hun last zig niet
flegts, om regt te doen over Oldcnbarneveld ,
Hogerbeets, de Groot en 't Lyk van Leden-
Moers- berg; maar ook over Adolf van de Waal, Heer
bergen Van Moersbergen, die, in Louwmaand, door
wordt eenige Ruiters, in het Stigt van Munfter, en
gen!'" dus buiten der Staaten gebied, betrapt, en eerst
naar Zutfen, en, van daar, onder eenfterkge-
leide , naar den Haage gebragt was (c), alwaar
hem de Gemagtigden en de drie Fiskaalen,
drie weeken agtereen, byna dagelyks, onder-
vraagd hadden (d). Doch na'tilellen der Reg-»
teren, werden hy eti de andere gevangenen al-
leen voor hun gehoord.
Hoger- Hogerbeets ver fcheen, de eerfte, voor deeze
beets nieuwe Regtbank, op den hauten van Sprok-
wordt,                                                                            kel.
O) CboThis Verantw. Cut'. XVI. H. 158.
C*) Zit «Ie 'Commtsfic by Uït*,nbo<v. hU 1196.
£0 Uauoart. Mcmor. XI. Jinett, hl. 6.
(it)
lieibl. Huil. 4 Fel»: l6ty. hl. 20. flricf van ÏJoersbcrg.
vilt* 14 Maart O» S. by IJRASbr Reditspl. W. 81.
-ocr page 345-
XXXIX. Boek. HISTORIE. 343
keimaand. Ook werdthy, voor dezelve, onder- 1619.
vraagd, op den eerften en vyfden van Lente--------
maand, meest op het aanneemen enonderhou- door d«
den der Waardgelderen. Hieromtrent beleedt ^fers»
hy „ dat zy, te Leiden, geligt waren, om be- h0or<j.
n roerte te beletten, en wel voor zyne aan-
„ komst aldaar." Waarop Broekhoven zeide,
VTas dit zo; dan hadt men ze, grootelyks, mis-
bruikt
, in 'f bezetten van zyn huis, lot tweemaa-
len toe.
Voorts beweerde Hogerbeets n dat
„ Leiden en de andere Steden geoordeeld had-
?> den, dat haar zo wel vryftondt, de aangeno-
w men'Waardgelders te betaalen uit de *mid- * Cmtrh
„ delen van Holland, als Amllerdam ende ande- buticn*
w re Steden van 't Noorderkwartier de hunnen
w daar uit betaalden." Doch Pauw merkte
hiertegen aan, dat Amfterdam zulks deedt, uit
kragte der f Voldoening (e): 't welk Hoger-1 »%'«"
beets zeide, ligtelyk, te können wederlegdwor- >aüie"
den (ƒ'). My is niet gebleeken, dat men hem,
na deezen, verder ondervraagd heeft.
Op den vyfden van Lentemaand, werdt de Gebrek
Groot voor de Regters ontbooden. Doch eeni- ™sfc^ei\
gen tyd te vooren, was Manmaakerhem ko- j{eJne™daJ
men bezoeken, en hadt hem, door verfchei- Gioot.
den' bedekte redenen, getragt te beweegen,
om vergiffenis te begeeren, waarnaar de Groot
niet luisteren wilde. Manmaaker was toen we-
derom gevallen, op 't ftuk vanPrinfe Henrik,
zeggende, onder anderen, dat hy buiten %gcloo- § Crefy»
ve was by zyne Doorlugtigheid
, en by de Gewes-
ten
; en dat men bevondt, dat Maurier, Meegang
en
(O Zie VII. Titel, il. 371.
(.f) R.HOCERBEETS Gcdenkfchr. by Brandt Rcchtspl. II. 55.
Y 4
-ocr page 346-
344 VADERLANDSCHE XXXIX.Boek.
1619 en Uhenbogaard veel kwaads in de zaak gedaan
—-— hadden:" Voorts begeerdehyteveritaan, wat
de gevangen hier van wiß.
De Groot ant-
woordde n dat hy metMeegang nimmer woor-
w den gewisfeldhadt,en metUitenbogaard niet
„ over deeze ftofFe, en dat Maurier, in 't by-
„ zonder, niet anders dan in 't operbaar, ge-
,, fprokenhadt, raadende, naamlyk,totbyleg-
„ ging der gefchillen." Ook verklaarde hy
hem, by deeze gelegenheid, de overleggingen
van eenigen, om Prins Henrik in 't Lid der Ede-
len te befchryven, waarvan wy, boven (g), ge^
waagd hebben. Doch dit gefprek was het laat-
fte, welk de Groot, met iemantuitdealgemee-
_ ne Staaten, in 'tbyzonder, hieldt. Voor de
komt™0' Regters verfcheenen, maakte hy verfcheiden'
voor de aanmerkingen op derzelver wettelykheid, onder
Règters. anderen zeggende n dat eenigen belang hadden
„ by de zaaken, welken zyoordeelen zouden;
„ als hebbende, te vooren, verftaan, dat men
w de Waardgelders moest afdanken, tegen den
„ wil der Staaten van Utrecht: ook, dat eeni-
„ gen der Regteren hem en anderen [met de
„ paleye] gedreigd hadden." Op het eerfte
antwoordde Duik „ dat hy, dus redeneerende,
n de meeste Regters verdagt fcheen te willen
„ maaken:" op het tweede „ dat dreigen min-
„ der was dan Waardgelders." 't Voornaamfte,
waarover hy, wyders, gehoord werdt, kwam
hierop uit. Men vraagde, of'de Advokaat hem
niet gezeidhadt
, dat de Prins naar de Souver ai-
■niteh ßondf, en. dat men zulks behoorde te belet-
ten?.
Waarop de Groot antwoordde n dat de
» A4-
' Gr)/f^ 345<
-ocr page 347-
XXXIX. Boek. HISTORIE. 345
w Advokaat hem to kennen gegeven hadt, be- i6t9.
w denking te hebben, of onder de burgerlyke -
j, beweegingen, ook iet zulks fchuilen mögt,
n daarby voegende, dat alle veranderingen, by
n wege van oproer, gevaarlyk waren, zonder
yy iet meer." Men hernam te vraagen, of hy zelf
aan niemant ooit gezeid hadt
, dat zyne Door-
lugügheid ßondt naar de Souverainiteit ?
't Ant-
woord was ,, Neen; fchoon hy veelligtaan ee-
„ nige vertrouwde Perfoonen wel verhaald
n hadt, dat hy vreesde, voor eenige verande-
n ring uit oproer, zonder iet vast te f tellen.
w Voorts, hadt hy van den Prinfe altoos ge-
n fproken met behoorlyken eerbied, gelykzy-
„ ne hoedaanigheden en verdienden vereisch-
„ ten." Wyders, beleedt de Groot, op ver-
fcheiden' vraagen „ dat de Advokaat hem
w nimmer gefproken hadt van eenen aanflag op
n Woerden, fchoon hy, uit fommigen, ver-
„ ftaan hadt, dat die van Leiden wenschten,
n dat Woerden, door eenige vertrouwde ven-
n dels, mögt verzekerd worden. Dat hy niet
wist van eenige Vergaderingen ten huize
„ van van derMyle; fchoon hy 'er, fomtyds,
„ geweest was, en 'er Briemen, Biefeman,
,, Bafius, de Haan, Hogerbeets of Uitenbo-
n gaard aangetroffen hadt; doch dan waren
'er alleen gemeene gefprekken gevallen.
„ Dat Oldenbarneveld hem nimmer gefproken
„ hadt over de bekwaamfte middelen, om een
n einde van den oorlog te vinden; en gantsch
n niet, van zig onder Spanje en 't Huis van Oos-
„ tenryk te begeeven: ook niet van zyn voor-
j, neemen om de Kerkelyke gefchillen te rek-
^ ken > en, daardoor, de verlenging van 't Be-
Y 5
                   n ftand
-ocr page 348-
346 VADERLANDSCHE XXXIX. Boek
1619. » ftand te beter door te dringen^)." Dit was
-------'c voornaamfte, welk, ten deezen tyde, voor-
Hy viel. De Groot, federt, verfcheiden' reizen
wordt hebbende aangehouden, om op nieuws gehoord
maal ge- te wor^en, verfcheen, andermaal, voor de
hoord. Regters, op den zestienden van Grasmaand.
Hy deedc hun toen eene wydluftige Verklaa-
ring zyner inzigten, op de zaaken, waarover
gefchil viel, en verzogt zullcs fchriftelyk te
mogen doen; waartoe hem vyf uuren tyds en
een blad ofvelpapiers vergund werdt(7). Wy-
ders, beleedt hy, op eenigevraagen „deBrie-
w ven ontworpen te hebben, die men, op 't
„ ftuk der Sinode, aan den Koning en aan de
„ Kerken vanFrankryk wilde fchryven; ook,
„ dat men, te Rotterdam, nooit voorgehad
,, hadt, den Godsdienst te verdrukken, door
„ middel van de foldaaten; maar alleen, de
„ verdraagzaamheid te bevorderen en de Ker-
„ ken en Wethouders te befchermen; en dat
„ die van Rotterdam, in 't begin, genegen ge-
„ weest waren tot eene Sinode, uit een gelyk
,, getal van Rêmonftrnnten en Contraremon-
„ ftranten beftaande. Doch dat hy hen bewoo-
„ gen hadt, om toe te laaten, dat de verkie-
,, zing gefchiedde door de Klasfen; mids de
„ Staaten van Holland, daarby, eenige vreed-
„ zaame Predikanten voegden (£)." Endeeze
was de laatfte reize, dat men de Groot onder-
vraagde. Hy hadt zig* in de gevangenis, meett
bezig gehouden met het opftellen eeniger
fchrif-
(70 Memor. van II. de Ghoot by K. Brandt in zyn Lcv,
M. 1-5-179.
t i~) Zie deczc Deduftic by K. Drandt Leven tan !!. do
Groot, bl. 181 enz.
(*) Mnnar. van H. de Groot in zyn Lev. IU i/üi ïSf»
-ocr page 349-
XXXlX.BoEiu HISTORIE. 347
Schriften en Gedigten, die, naderhand, het i6ipw
licht zagen (/).
                                           — -
De Regters begonden den Advokaat te on- xxiil.
derzoeken,op den zevenden van Lentemaand. °"^
Hy hieldt zig, eer hy antwoordde, wel drie vangoi-
dagen bezig, niet het betwisten van de wettig- denbar-
heid der Regteren, Daarna, vraagde men hem, neveid
„ naar zeker ichryvens aan die van Leiden ??ortfj
w en Utrecht, in Wynmaand des jaars 1617, es
„ wanneer men meende, dat de Prins der-
,, waards komen zou (tti): midsgaders, naar het
w oogmerk der byeenkomst by van der My-
„ Ie," waarover men de Groot ook onder-
vraagd hadt. Van 't fchryven naar Leiden,
welk aan van der Myle, toen aldaar zynde»
gefchied was,beleedthyniet»s,dan dat hy der-
v/aards hadt gezonden, om op de beweegingen
des volks te doen waaken. Van 't andere,
verklaarde hy geen geheugenis te hebben.
Voorts, gevraagd zynde, of van der Myle,
op zyne reize naar Frankryk, in den jaare 1614,
den Marquis d' Ancre der Landen m'agt tegen
de Prinfen en die van den Hervormden Gods-
dienst niet aangebooden hadt, antwoord-
de hy, dat zyn last, aan den Koning, aan de
Koninginne Moeder, en aan de Heeren alleen
complimenten inhieldt. Ook verklaarde hy te
gedenken van zeker Berigt voor den Koning
van Groot ■ Britanje, gezonden aan Karon, om
zyne Majefteit, naar waarheid, te onderregten
en deszelfs gunst te verzoeken. Uit zyne Brie-
ven aan Karon, trok men veel tot zyne be-
zwaarnis: ook werdthy,gelyk hy zelf i'chreef,
(O Brandt Rechtspl.-w. 79.
O«) Zie hier vow, bl. 183, 2197.
-ocr page 350-
348 VADERLANDSCHE XXXIX. Boek.
1619. gekweld, uit zekere verklaaringen, in zyn na-
-------deel gedaan, door den Griffier Aarfens en door
Nikolaas van Berk, Burgemeester van Utrecht
(»). 't Zal hier,derhalve, te pas komen, den
Leezer te onderregten van 't gene my, omtrent
deeze Verklaaringen, waarvan, mynsweetens,
nog niets het licht gezien heeft, uit oude Pa-
pieren, gebleeken is.
XXIV.
Verklaa-
ring van
den Grif-
fier Aar-
fens en
van den
Burge-
meester
van Berk,
in zyn
nadeel.
Ik heb in handen een oud Affchrift eener
Verklaaringe van den Griffier Aarfens, zonder
dagtekening, en, naar 'tfchynt, niet voltrok-
ken. Hierin, verhaalt de Griffier, eerst, het
voorval,welk hy, in den jaare 1607, met Pa-
ter Neyen gehad hadt, en welk, van ons, op
zyne plaats (0), te boek gefield is. Voorts,
voegt hy 'er by „ dat hy van dit voorval, toen,
aan den Advokaat kennis gegeven, en dat
deeze hem gezeid hadt, dat hy 't zeggen
moest aan Hogerbaets, Uitenbogaard, Brui-
nink en Kromhout. Dat hy dit egter niet
hadt gedaan. Dat Krau weis hem gezeid hadt,
dat Neyen, behalve het Handfchrift, hem
overhandigd, nog een ander van honderd-
duizend Dukaaten hadt, welk hy meende,
>Credyt.
aan een' Perfoon van meerder * aanzien dan
hy was te moeten aangebooden zyn, zonder
dat hy egter wist, dat zulks gefchied,of dat
het Handfchrift aangenomen was. Dat Krau-
wels hem ook verklaard hadt, verwonderd
te zyn, dat eenigen der voornaamften uit de
iant&tn- n Regeeringe, zelfs oude en f egte Geuzen,
ti<iue. M zig zo lieten misleiden, dat zy zulke ge-
fchenken ontvingen j hem noemende twee,,
»
die
Cn~) Brandt Reclitspl. 11. 80, 8|.
O) IX. Ueel, tt, 271.
-ocr page 351-
XXXIX. Boek. HISTORIE. 349
w die zulks gedaan hadden, te weeten Beeren ■ 1619.
w ßein . Burgemeester te Delft, en Ruikhaver, ------
„ burgemeester te Haarlem : dat de eerfte een'
„ kostbSaren diamant ontvangen hadt, zonder
„ dat hy wist, wat de andere hadt ontvangen ;
n maar de diamant was gekogt van eenen
0 Duurte Fernando, Juwelier. Dat hy, Aar-
„ lens, dit den Advokaat te kennen gegeven.
„ hidt, die daarop hadt gezeid, zwygt daarvan
jj ßil; ik zal het zelfs eens onderzoeken. Dat hy,
„ ettelyke dagen daarna, den Advokaat, deswe-
n ge, wederom hadt aangefproken, die hem zei-
5) de, dat hy ''er naar gevraagd hadt, en dat Vr
iet aan was (J>)." '1 ot hiertoe gaat myn Af-
fchrift van deeze Verklaaring. Wat Burgemees-
ter van Berk betreft; deeze hadt, op den agt-
entwintigflen van Herfstmaand ouden ftyl des
voorleeden jaars, ook eene Verklaaring ge-
geven, waarvan ik geen Affchriftheb können
magtig worden. Doch op den eenentwintigften
van Wintermaand, werdt hy, wegens deeze
Verklaaring, onder eede, op zekere vraagen,
gehoord, die my, nevens de antwoorden, ter
hand gekomen zyn. Hy erkende, toen „dat
n de Verklaaring,zo alszy lag,waaragtigwas;
„ in 'tbyzonder, dat de Advokaat hem gezeid
t,, hadt, dat het verfchil over den Godsdienst
zo groot niet was, of 't kon ligtelyk byge-
n legd worden, hem, daarbenevens, vraagen-
jj de. of V riet beter ware, dat wy ons wederom
n begaven onder den Koningvan Spanje?
ook,
„ 't gene verhaald ftondt, op de handelingen
n van den zelfden Koning, in Portugal, jegens
» hen,
00 Dcpofitie van den Crcffier Aersfens MS.
-ocr page 352-
3$o VADERLANDSCHE XXXIX. Boïk.
i$ij>. „ hen, die hem tot dit Ryk hadden helpen bren-
*------„ gen. Doch den tyd, jaar en maand, wan-
„ neer de Advokaat dus tot hem gefproken
„ hadt, wist hy niet naauwkeuriglyk te noe-
„ men. Alleenlyk bragt hy zig te binnen, dat
5j het geichied was, toen de Advokaat nog in
„ de Spuyftraat in den Haage woonde (6), en
„ dat, hy ingelaaten zynde in de zaale ter zy-
„ de het voorhuis, de Advokaat hem, langs
„ een klein trapje, gebragt hadt tot in zyn
„ Comptoir. Voorts, waren hem, Berk, van
„ wege den Koning van Spanje of Aartsher-
„ togen, geene aanbiedingen gedaan, dan 'c
,, gene hem wedervaaren was van den voor-
„ noemden Advokaat, uitgedrukt in de ge-
„ melde Verklaaringe. Ook hadt de Advo-
„ kaat, federt dit gefprek, hem, nimmer, we-
„ derom, over diergelyke zaaken, gefproken
„ (#)." Meer is my van Berks Verklaaringe
ten laste des Advokaats niet voorgekomen.
Wat Rerk Doch op den zelfden eenentwintigden van
tegen ui- Wintermaand, verklaarde hy ook „ dat Ui-
caafd" » tenbogaard, omtrent drie jaaren geleeden,
verklaard 7, tegen hem gezeid hadt, dat men'tmetSpan-
hadt. „ je al eens was; dat men niet meer oorloo-,
,, gen zou; dat men wel zag, hoe 't in't Land.
„ van Kleeve toeging; dat ons- volk en de,
„ vyand eikanderen verftonden; en den buit
0 deelden; dat Gelderland al verdraagen was:
£ ook.
(O Intenog. van N. van Berck, Art. I. II. Hl. IV. MS.
(6) Dit moet al eentee jaaren geleeden geweest
zyBj alzo men vindt, dat de Advokaat, in de Lente
des ja ars 1611, liet Huis van Areinherg gekogt heeft:
't welk hy, federt, bewoonde. Refol. Holl. s> April
l6u. bl. 58. •
-ocr page 353-
XXXIX. Eoek. HISTORIE. 35!
„ ook Overysfel: dat de poorten aldaar zou- ißip.
n den open ftaan, als 'er de vyand voorkwam ; -----—
„ dat hy, Berk, wel zien kon, hoe 't, hier in
„ de Stad [ Utrecht ], gefteld was; dat men
n den vyand,als hy kwam, hier ook niet we-
n derflaan zou; dat elk bedieningen zogt, om.
5, eigen voordeel; dat de voornaamften, die
w te Nagtmaal gingen, zig de eerften omkee-
,, renzouden, als de vyand kwam, om in hun-
„ ne ampten te mogen blyven; dat men, te-
w genwoordig, eene andere wyze van leeven
„ moest houden, dan men plag, en zien, hoe
,? 'trondsomme toeging, en op zyn eigen be-
„ lang agt geeven (r)." Doch Uitenbogaard
heeft, in eenen Brief aan den Prinfe,in Wyn-
maand des voorleeden jaars gefchreeven, ont-
kend, op zulk eene wyze, gefproken te heb-
ben , of 'er eenen goeden zin aan gegeven (Y)«
Ook gewaagthy, in dien Brief, van zekere aan Onder-
biedingen, welken hy aan Berk, zo deeze te zoek, op
vooren gezeid hadt, van wege de Spaanfchen, de op-
gedaan zou hebben. Doch op deeze befchul- waardig-
digingverdedigthyzigdus. V Geen Berck feydt heid van
van''t gunt ick hem [oude hebben geprefenteert, Berks
is louter verßert. Hy raeshalt,daarhin'tmw- Verlt,aa*
fle nkt aan, niet het minfle. Alleenlyk, verhaaltrnge*
„ hy,dat, ter gelegenheid van de gefchenken,
n die de Staatfche Gemagtigden op de hande-
„ ling van 't Beftand, met kennisfe der hooge
„ Overheid, van de Aartshertogen ontvingen,
„ eem'g gefchil gereezen was, tusfchen den
„ Heere Renesfe van der Aa, die laatst, en den .
>? Heere Berk, die eerst in de handeling ge-
„ bruikt
( r~) rnterroit. van N. van Berck. Art. V. MS.
(O /Je den Uriet' in sfn Leven Cef. XI. tl. 188, 191«
-ocr page 354-
35* VADERLANDS CHE XXXIX. Boek.
bniikt was, en die beide oordeelden, dat
„ hun dit gefchenk geheel toekwam : dat men
„ zig, daarna, van Uitenbogaard bediend hadt
„ om den twist, hieruit, voornaamlyk, ont-
„ rtaan, te bemiddelen, en dat het wel zyn
j, kon, dac hyßerk, ter deezer gelegenheid,
„ hadt aangeraaden, zig met de helft van het
„ gemelde gefchenk te laaten vergenoegen."
Ü«,vervolgt hy, indien dit is; och Godt! wat boos-
heyt ware dat van dien mensch
, den onnefelen,
die poochde fyne begeerlicheit te brey delen, over
een prefent der Spanjaarden, om t welckinzy-
ne handen te krygen
, hy felvegingh quefiie move-
ren tegen andere
, na, V verloop van negen ja-
ren
, tegaen befwaren, als of hy diegheen ware ,
die hem eenigh prefent of geit van V vyants we-
gen hadde aangeboden (j).
Ook heeft hy niet
verzuimd, op eene andere plaats, aan te mer-
ken, dat Berk, op den eenentwintigden van
Wintermaand, verklaard heeft, dat hem van nie -
mant eenige aanbiedingen, uit naam der Spaan-
fchen, gedaan waren, buiten 't gene hem van
den Advokaat wedervaaren was (u). Waar-
uit, ten minste bleek, hoe weinig ftaats 'er
te maaken ware op 't gene hy, te vooren, van
Uitenbogaards aanbiedingen verhaald hadt.
Veelligt, is 'er ook uit af te neemen, wat men
van zyne Verklaaring, wegens de aanbiedin-
gen des Advokaats, te houden hebbe. Uit al-
les, kan men zien, tot welke foort van on-
dervraagingen des Advokaats, de Verklaarin-
gen van Aarfens en Berk gelegenheid gegeven
hebben.
In
(j") 7.h den geweiden Brief U. ipi, 19?.
, Q«J UïiBNBÖc;.. Leven en Verantw. Gep, XIII. IU 253«
-ocr page 355-
XXXIX.Boék. HISTORIE. 353
In Grasmaand, werdt de Advokaat, weder- t&jjti
om i verfcheiden' dagen, fomtyds twee en
drie reizen 's daags, gehoord. Hy weigerde xxv^
toen, andermaal, de Regters te erkennen, en 5*^*
beriep zig op de byzondere Gewesten 5 welker wor^t
Afgevaardigden ter algemeene Staatsvergade- lang ag>
ringe alleenlyk de Regters gefteld hadden, tereen
Doch ziende, dathy, hiermede, niet vorder- *~£°Je
de, befloot hy, behoudens zyn regt, te ant- Regters.
woorden, en beleedt toen ,$ een gefchenk van Zyne be-
b den Koning van Frankryk ontvangen te heb- lydenis.
ben, ter waarde van twintigduizend guldens,
jy in gevolge van eene belofte, hem, in den
„ jaare 1598, gedaan. Ook hadt hy van eeni-
j, ge Heeren, wegens gedaane dienften, ge-
j, fchenken genooten. Van anderen hadt hy zé
„ geweigerd. Maar van de Spaanfche zyde,
f, hadt hy niets getrokken: ook niemant an-
iy ders* me^ zyne kennis. Het zeggen van Aar-
j, fens of Berk, van woorden, over twaalf jaa-
iy, ren, gefproken, kon, dagt hy, niet ten zy-
yy nen laste komen. Hadden zy gedagt, dat
jy daaraan der Landen dienst gelegen was, zy
yy zouden ze geene twaalf jaaren hebben mo-
yy gen verzwygen. Op de overdragt der Sou-
5, verarnitert aan den Koning van Frankryk,
fy hadt hy, nimmer, met iemant, 't zy met den
jy Hertoge van Sully of met Buzanval, iet ge-
yy handeld. Dat zyne Doorlugtigheid naar de
n Souverarni'reit of naar meerder gezag ftondt,
„ hadt hy gevreesd. Zoegter de Prins, zo wel
fy als zyne Raaden, zig, deswege, aan hem
„ hadt willen verklaaren , en,- na 't hooren
yy zyner bedenkingen daartegen , de opening
„hadt goedgevonden, zou hy die, met gena-
X. Dbeu
                  Z                yy gen*--
-ocr page 356-
354 VADERLANDSCHE XXXIX. BoEifc.
1619. » genheid, gedaan hebben. Nu hadt hy 'er
------ n flegts in 't byzonder van gefproken, en ge«
» regelde handeling over zulk een gewigtig
n punt goedgevonden; doch eenfchrik gehad,
n voor oproer en verwarring. Hyhadt, uit de
n fchotfchriften, eenige jaaren herwaards ge-
» ftrooid, en uit eenige daadelykheden, vree-
n ze gefchept, dat men verandering van Re-
j) geeringe zogt, door oproer; en daarvan, nu
» drie of vier jaaren geleeden, opening ge-
•> daan in de Vergadering van Holland: ook
n hadt hy 'er den Prinfe, vrymoediglyk, over
•• gefproken, hem zeggende, dat 'er gerügten
» liepen, dat de Contraremonftranten niet te
j) vrede zouden zyn, of zyne Doorlugtigheid
» moest Graaf van Holland wezen, en dat
n hem, van goederhand, gezeid was, datze-
» ker Burgemeester van eene goede Stad (7)
n geoordeeld hadt, dat het aan den Advokaat
f, itondt, zuiks voor te liaan; hoewel deeze
n Burgemeester, daarover, op zyn verzoek,
?, gefproken zynde, verklaard hadt, zulks een
5, misverftand te wezen, 't Zelfde hadt hy ook
„ aan Graave Willem voorgehouden. In zyne
j, Brieven aan Karon, die, met een bedroefd
?, gemoed , gefchreeven waren, en hierom,
„ meende hy, verfchooning verdienden,hadt
5, hy gezien op zulke Kerkelyken, Puriteinen
en vreemdelingen, die der Overheid 't ge-
„ zag in Kerkelyke zaaken onttrekken wilden.
De Refolutien tot vrede en verdraagzaam-
» heid
(7) Hiermede wordt, denk ik, Reinier Pauw, Burge-
meester van Atnrterdam, gemeend. ZieÜYTENBOGAEiiTS
ixven en Vcranm, Cap. X. bl. 15S, 156, 157, i$8.
-ocr page 357-
XXXIX. Boek. HISTORIE. 355
» heid hadt hy bevorderd, met een goed oog- 1619.
» merk, oordeelende hy de gefchiUen niet-------
» van zulk een gewigt, dat 'er de vrede der
» Kerke om behoorde geftoord te worden: en
» te minder, om dat, by 't aanneemen der wa-
» penen , niet flegts vryheid van geweeten j
» maar ook oefening van verfcheiden'Gods-
» dienst was toegeftaan; hebbende de Luther-
n fchen en alle foorten van Doopsgezinden,
n by goede kennisfe, hunnen Godsdienst, van
j9 't begin des oorlogs, geoefend. De verklaa-
j> ring der drie Gewesten, Holland, Utrecht
„ en Overysfel, tegen de Sinode hadt hy op^
n gegeven, de Groot gefchreeven, tot bewaa-
n ring van het regt der Gewesten. Holland en
„ Utrecht hadden ook, beweerde hy, regt,
„ om Waardgelders, ter hunner verzekering,
„ aan te neemen, en mogten dezelven, niet
„ buiten hunne bewilliging, worden afge-
dankt. Hy hadt ook aan eenige Kolonellen
gezeid, dat zy vooral aan de Staaten, hunne,
„ bstaalsheeren, en aan de Staaten en Wet-
9, houders der Steden, daar zy lagen, gehouw
„ en getrouw zyn moesten, volgens hunnen
eed, in zaaken, de hoogheid en wetten dec
j, byzondere Gewesten, en niet de algemeene.
„ Staaten betreffende." Dit was 't voornaam-
fte,' welk de Advokaat, zo ver men weet, in
deeze, ondervraagingen, beleeden heeft. Men
vindt, wyders, dat hem nog eenige vraagen ge-
daan zyn j, omtrent zyne woorden tegen de
j, Sinode, 't verkrygen van Brieven van den
n Koning van Groot-Britanje in den jaare 1612,
n en 't verzoeken van gelyke Brieven, in dea
n jaare 1618; omtrent zekeren zynenvoorflag,
Z %
                    Bom
-ocr page 358-
35Ö VADERLANDSCHE XXXIX.Boïs:.
1619. 5j om twee Bisfchoppen te zenden van deRe-
- „ monftranten, en omtrent verfcheiden' ande-
„ re punten," zonder dat men gemeld vindt,
wat hy op dit alles antwoordde (p).
XXVI. Tot hiertoe , maakte Oldenbarneveld nog
üitfchry- geene gedagten altoos, dat menvoorhadt, hem
eenen™" te °*oen fterven5 doch onder deeze laatfte on-
ividtbg. dervraagingen, werdt 'er, door de algemeens.
Staaten, een biddag uitgefchreeven, tegen den
zeventienden van Grasmaand ; waarvan hy ,
wat laater, kennis kreeg, en 't welk hemdeedt
denken, om zig ter dood te bereiden (m'). In
deeze uitfehryving las men „dat de Kerk en
„ de Staat, eenige paren herwaards, door ee-
„ nige ftaatzugtigen, tot bevordering hunner
byzondere ftaatzugtige oogmerken, in groot
n gevaar van het uiterfte verderf gebragt zyn-
„ de, door het byeenroepen der Nationaale
j, Sinode, genoegzaam gered waren; dat men
„ ook, met den eerften, een wettig oordeel ver-
n wagtte, over hen, die den ftaat van 't Land
„ hadden beroerd; waardoor alles zig tot rust
w fcheen te zullen fchikken: dat men Godhier-
,, voor te danken hadt, en hem, onder anderen»
„ te bidden, dat hy der vyanden raadflagen en
„ beleidingen tegen deeze Landen geliefde te
„ verbreeken (V)-" En 't was gantsch geen
wonder, dat de Advokaat, uit zulk eene uit-
fehryving, opmaakte, dat het kwalyk met hem
afloopen zou. Veele anderen zagen 't eveneens
in, en men vondt verfcheiden' Predikanten,
die zwaarigheid maakten, om zulk een'Biddag
af
f v') Brandt Rechtspl. tl. 87 enz.
(iv) Vytknbog. Leven en Verantw. Cap. XVIH. il. 3H7.
(iX~) UvTENRW» U, 1143. Acliabs Bidd. il. y.
-ocr page 359-
XXXIX. Boek. HISTORIE. 357
af te kondigen. Ook werden, in Gelderland (y)> «Sip:
in 't Stigt, in Overysfel, en elders, de Brieven ........ «
van Uitfchry ving, derwyze, veranderd, dat de
afkondiging, daar, gemakkelyker doorging.
Doch veele Predikanten keurden de eerfte Brie-
ven goed, en predikten, op den zelfden zin:
God ook dankende, dat hy de oogmerken der
ftaatzugtigen geftuit, en 't bloedbad, dat zy
maaken wilden, belet hadt (2}.
Na 't houden van deezen Biddag, begreep XXVII.
elk, dat de zaak der gevangenen naar 't einde Boi^
liep. De Franfche Gezant Maurier verzogt, ^» ""
derhalve , wederom , gehoor ter algemeene fpreeken
Staatsvergaderinge, op den eerften van Bloei- weder-
maand. Boifife was reeds naar Frankrykterug 01U voor
gekeerd, en hadt, in zyne Affcheidrede, op lJ!e|^an'"-
den drie- entwintigften van Lentemaand, zyne
voorige vermaaningen tot zagtheid omtrent de
gevangenen herhaald. Doch de Staaten hadden,
in hun antwoord, genoegzaam, te verftaan ge-
geven , dat hun die herhaalde vermaaningen
verveelden, en dat zy ftonden, om tot ftreng-
heid over te flaan (a). Zy fpraken ftouter, door-
dien zy Lodewyk den XIII, die, thans, met de
inwendige verwarringen zynsRyks, de handen
vol werks hadt, minder ontzagen; om dat hy
hun minder dienst doen kon. Doch Maurier
was, door dit antwoord, niet afgefchrikt. Hy
deedt eene deftige en uitvoerige Rede, in 's
Prinfen tegenwoordigheid, ftrekkendc, om te
toonen, dat men de gevangenen behoorde te
verfchoonen, zo zy aan geene ontrouw fchul-
dig
fy*) Zie Kaudart. Memor. XI. linsk, bl. 22,
C^O Brandt RechtspJ. bl. 99, 100.
C<n Brandt Rechtspl, W. 101,102.
23
-ocr page 360-
358 VADERLANDSCHE XXXIX.Boex
1619. dig bevonden werden. Ook beweerde hy,dat
. men zo veele agting behoorde te hebben voor
'sKonings vooripraak, als men, eertyds, ge-
toond hadt voor die der Koninginne van En-
geland , om wier wille , men den Admiraal
Treslong hadt.geflaakt (£_). Prins Maurits, in
't byzonder, zogt hy te doen zien, hoe edelmoe-
dig en Vorftelyk hy zig gedraagen zou, zo hy
zyne gunst bewees aanzulken, door welken hy
meende verongelykt te zyn (c). Doch deeze
aanfpraak deedt geene vrugt. De Huisvrouw
en Kinderen des Advokaats, reeds dikwils Ver-
zóekfchriften in zyn voordeel hebbende inge-
leverd , gaven nu drie Vertoogen, na eikande-
ren , over aan de Regters, waarin zy hem, te-
gen de voornaamfte befchuldigingen, verde-
digden (d). Doch alle deeze poogingen waren
vergeefs. De Advokaat zelf hadt, op den eer-
ften van Bloeimaand, voor de Regters verfchee-
nen zynde, begeerd, op nieuws, overeenige
punten gehoord te worden. Doch ik vind niet,
Men dat hem dit verzoek werdt ingewilligd (e). Men
dei^Ad- was nu ^ez^S» raet net opmaaken van zyn von-
vokaji te nis, en hy vernam, uit berigten, hera,heime-
bewee- lyk, op den elfden van Bloeimaand, toegeko-
gen, om men 9 dat het reeds geveld lag, en den veertien-
nU8tebe- ^en °^ vyftienden zou uitgefproken worden,
geeren. Doch 't gefchiedde nog eerder. Omtrent dee-
zen tyd, arbeidden Graaf Willem en de Fiskaal
Duik, by Prinfe Maurits, om Oldenbarneveld
by 't leeven te bewaaren. De Prins bewilligde
'er
(*") Zie VIII. Deel, il. Sfi.
(c) Dkandt Uechtspl. W. 104 enz.
\d)
Leven van Oldenbarn. il. 184 enz. Brandt Rechtspli
il. 115^20, 125.
C<) Lt\*n v*n Olden1>arnev. il. 225.
-ocr page 361-
XXXIX.Boek. HISTORIE. 359
'erin, mids de vrienden des Advokaats ver- kj,^
giffenis voor hem verzogten. Dit werdt hun, ——
door dePrinfesfe Weduwe, bedektelyk, inden
mond gegeven. Zy fpraken 'er, onderling, o-
ver; doch konden 'er niet toe verftaan. Zelfs
verklaarden zy der Prinfesfe, dat zy 'er niet
een' voet om verzetten wilden, al zou hy 'er
den hals moeten laaten (ƒ_). Men ging dan
voort, met het vonnis.
De Advokaat was, des Zondags, den twaalf- Hem
den van Bloeimaand, een groot deel van den Jon^ ■**
dag bezig geweest, met het leezen derontvan- a^gs^
gen' berigten, en met het verfteeken van zyn zeid.
geheim fchryfgereedfchap, fchriften en aante-
keningen , welke laatften, voor een groot ge-
deelte, onder een Spaanschftoekje, enagterde
tapyten, genaaid werden (g). Doch des avonds »
omtrent half zes uuren, kwamen de Fiskaalen
van Leeuwen en Sylla in zyne kamer. Van
Leeuwen voerde het woord: hem, uit den naam
der algemeene Staaten en der Heeren Regte-
ren, aanzeggende, dat hy, op morgen, hadt te
komen hooren de Sententie des doods. Hy zei-
de, hierop, meer verwonderd dan verflaagen ,
de Sententie des doods ! de Sententie des doods ƒ
Dat hadt ik niet verv/agt. Ik meende, dat men
my mg zou hebben gehoord. Ik hadt Jbmmige
dingen gefield, die ik meende te veranderen
, als
door gram fchap verrukt zynde.
Daarna, verzogt Zyn ge-
hy verlof, om zyne Kuisvrouw, voor 't laatst, te dr*8 «-u
mogen fchryven. 't Werdt hem vergund. Onder j^n'.'koirt
't fchry ven, hoorde men hem zeggen, dat ik toch v00t zy'u
wist , einde.
f f) Aantck. van Vot.k. OvERiANnttR, Scbepcu van Auill.
ij Hrandt Reclü.'ipl. M. ij$.
($ ) teven vim Oldonbarnev. il. 22e», tij.
Z 4
-ocr page 362-
3Ó0 VADERLANDSCHE XXXIX.Boek.
1619. wist* waarom ik flerven zal? waarop een der
.-------Fiskaalen zeide, gy weet het wel; doch zult het,
hierna, nogbyzonderer hotren. Hyfchreefnog,
toen Anthonius IValaus, Predikant en Profesibr
teMiddelburg, binnen tradt. Deez' hadt men,
van Dordrecht, uitdeSinode, gehaald, om den
Advokaat, in zyn uiterfte, te troosten. Hy was
een beicheiden en verftandig Leeraar, en een
der bekwaamden, dien men, totdeezendienst,
zou hebben können verkiezen. Ook hadt de Ad-
vokaat goed genoegen in de gefprekken, wel-
ken hy, den volgenden nagt, met hem hieldt.
Voorts, werden 'er twee ibldaatenindekamer
gefield, die den Advokaat beletteden, in 'c
2yi,e heimelyk, met zynen dienaar, te i'preeken. De
bood- Advokaat begeerde op Walrus, dat hy den
fchapaan Prinfe van Oranje,uit zynen naam, twee din-
Prmfe gen verzoeken zóu, eerst,vergiffenis, zo hy iet te ■
aurus' gen hem misdaan mögt hebben;en, ten anderen,
dat hy zynen kinderen gunfiig wilde zyn. Wa-
laeus vraagde, ofhy, door vergiffenis, ook ver-
ßondt
, het ophouden van het vonnis des doods ?
waarop de Advokaat, zig een weinig bedagt
hebbende, antwoordde, dat zyn verzoek zo ver
niet flrekte.
Omtrent tien uuren des avonds ,
deedt Walteus deeze boodfchap aan den Prinfe ,
terwyl de Haagfche Predikanten, Lamotius en
'sPtinfen Beyerus, den Advokaat gezelfchaphielden. Z}>
"nt- neDoorlugtigheid,Wa]sms gehoord hebbende,
woont. ant«voordde, met traanen in de oogen : 't ongeluk
van den Advokaat is my leed. Ik heb hemaltyd
lief gehad, en dikwils vermaand anders te doen.
flèw'yl hy
, eenigen tyd lierwaar ds, eenen ande-
ren vorm van liege-erings heeft zoeken in te voe-
ren
, die Kerk en Staat zou] hebben f onder ge-
fragt
,
-ocr page 363-
XXXIX. Boek. HISTORIE. $61
bragtjieb ik my tegen hem moeten jlellen. Maar 1619.
't gene hy, tegen my, misdaan heeft, vergeef ik
hem, gaarne: hoewel hy zulks wel zonder voor-
waarde hadt können verzoeken
; want hy heeft
het krygsvolk van den eed.ßien zy my,als hunnen
Veldoverße
, fchuldig waren, zoeken af te trek-
ken. Twee dingen hebben my wat gefpeeten: het
eenend at hy gezeid heeft
, dat ikfiondt naar de
Souverainiteit
: het ander,dat hy my, te Utrecht,
in zulk een gevaar heeft gebragt. Dan ik beveel
ytaan uwe voorzigtigheld ,of gy hem deeze din-
gen bekend wilt maaken, of niet; want ik zoek
niet anders dan "'s mans zaligheid. Ook heb ik op
de Regt er s begeerd, dat het gene hij tegen my
heeft misdaan hem tot geene misdaad zou toege-
rekend worden. Wat zyne kinderen aangaat
,
die zal ik gunstig zyn, zo lang zy wel doen. Wa-
laeus, met dit belcheid vertrekken willende,
werdtte mggeroepen door den Prinfe,die hem
vraagde, /preekt hy van geen pardon ? De Predi Aanmer-
kant antwoordde, dat hy daarvan, met waar- ^'j^J.es
heid, niet hadt ver ft aan. Voorts,bragt hy 's Prin- kaaop
fen zeggen den Advoka at, voorzigtiglyk, over; het zcl-
die 'er op antwoordde „ dat hy, voor zyne kin- vw.
„ deren, niet meer begeerde: en dat zyne Door-
,5 lngtigheid miste, als hy dagt,dat hyvoor zig
,, zelvenpardon zogt. Dat hy, waarlyk,al federe
,j het jaar 1600, gevreesd hadt, dat de Prins
„ ftendt naar de Souverainiteit, of meerder ge-
„ zag. Doch dat het gene te Utrecht gedaan was
„ ftrekte, tot voorkominge van oproer." Na dit Ky bs-
gefprek,bereidde de Advokaat zig,geheellyk, ™ult zig
tot derven; fchoon de Predikanten hem niet kon- ter a<
den doen bekennen, dat hy de dood verdiend
hadt. Voorts, hielden ze een ig gefprek over da
Z 5
                      God-
-ocr page 364-
36a VADERLANDSCHE XXXIX. Boek.
i«5ip. Goddelyke Voorfchikking, waaromtrent de Ad-
-------tokaatzigzoverklaarde,datWal3Biis hem hieldt
te zynin't gevoelen der Contraremonitranten.
Doch anderen meenen, dat hy zig wat zagter
uitdrukte. By zekere gelegenheid,toonde hy zy-
ne zugt voor de andere gevangenen, vraagende ,
zal myn Grotius ook ßerven? en ook Hoger beet s?
Doch Beyerus zeide „ hiervan nog niet verno-
5, men te hebben." *t Zou my van hun jamme-
ren,
hernam de Advokaat,zy zyn nog jong, en
zouden den Landen nog veel dienst können doen.
Ook zogt hy,toen 't nu laat inden nagtwerdt,
■wat te rusten. Doch't mögt hem niet gebeuren.
Des las hy, eene lange wyle, in zyn Fransch
Pfalmboek. Ook liet hy zig, door Beyerus, iet
voorleezen. Omtrent vyf uuren, werden de
Predikanten ontbooden voor de Regters, die
reeds vergaderd waren. De Advokaat rees toen
ook uit het bedde, en deedt zyn hemd, door
zynen dienaar,van vooren,open fnyden: ook
gafhy deezen zyneflaapmuts,omzehemterug
te geeven, als hy ze eifchen zou. Alles gefchied-
de, in de grootfte bedaardheid. De Predikan-
ten , wederom, by hem gekomen zynde, deedt
Zyne Walxus het morgen -gebed. Voor .vier uuren,
vrienden hadden de Huisvrouw en Kinderen des Advo-
keifhtm kaats»'s avonds te vooren» zynen bitteren af-
te fprea- fcheidbrief ontvangen hebbende, verzogt, hem,
ien. nog eens, voor 't laatst, te mogen fpreeken. De
Regters hadden den ouden man, hierop, doen
vraagen,of hy ook lust hadt,om zyne Huisvrouw,
kinderen of kindskinderen nog eens te zien?
Doch hy,niet weetendedatzyzelven'tbegeer-
't Wordt den,vondt zulks ongeraaden. Dit antwoord dee-
afgewee- den de Regters Hellen op 't Verzoekfchrift der
zeu.                                                                vrien-
-ocr page 365-
XXXIX. Boek. HISTORIE. 363
vrienden, die hierop afhielden. De Prinfesfe «ji^.
Weduwe,verneemende,dat de Advokaatfter- ------>
ven zou, zogt hem nog,door haare voorbede, te
redden. Doch kon geen gehoor krygen, by
Prinfe Maurits. De Franfche Gezant Maurier
verzogt, ten vyf uuren des morgens, gehoor
by de algemeene Staaten. Doch 't werdt hem
geweigerd. Des fchreef hy, terftond, eenen
Sriefaande Staaten, waarin hy verzogt, dat
de doodftraf in ballingfchap mögt veranderd
worden. Maar zyn verzoek vondt geen'ingang. .
Ten zeven uuren, fchreef de Advokaat nog
een briefje aan zyne Huisvrouw en Kinderen,
voornaamlyk om zynen dienaar, Jan Franken,
aan hunne gunst te beveelen, en hun kennis te
geeven van 't verzoek, welk hy aan den Prin-
fe gedaan hadt.
Het binnen- en buitenhof was, met het aan- xxvin.
breeken van den dag, reeds met foldaaten be- 't Hof
zet. Ten vier uuren, begon men 't fchavot te ™°rdc
maaken op 't binnenhof, voor de venfters van
den trap der groote zaale, ter regterzyde. Kort
voor agt uuren, vermaande Walaeus den Ad-
vokaat, om zig te bereiden. Hy tradt,terftond,
uit, naar de Kamer der Regteren. Doch daar
vernam hy, dat het een misverftand, en nog
wat te vroeg was. Hy keerde dan wederom
naar zyne Kamer, en las nog wel een half
uur of langer, in zyn Fransch Psalmboek, men leest
Tusfchen agt en negen uuren, bragt men hem den Ad-
op de Rolle van 't Hof, daar de vierentwin vokaat
tig Regters, de drie Fiskaalen en de Grif 2JV0B*
fier Pots zaten. Zyn vonnis, welk Pots hem
voorlas (A),was gegrond „ op zyne bekente-
C4) Brandt lUchtqi!. bl. 133-104.
t
-ocr page 366-
3^4 VADERLANDSCHE XXXIX. Boek;
KJ19. j, nis en op 't gene den Regteren verder ge-
------- „ bleeken was." In het zelve, werdt hem,
Inhoud voor misdaad, toegerekend „ dat hy gedree-
zeTve r> ven hadt, dat elk Gewest, in 't zyne , alleen
n magt hadt, om over Kerkelyke zaaken te
„ befchikken- en dat hy 't Protest der drie Ge-
westen,zonder last.opgegeven hadt. Voorts,
„ het verzoeken en verwerven van byzonde-
„ re Brieven van den Koning van Groot- Bri-
„ tanje; het fchryven aan den Koning van
„ Frankrijk, op den naam der algemeene Staa-
„ ten; het bevorderen van onregtzinnige Leer-
n aars; het beleggen van afzonderlyke Verga-
„ deringen; het niet verhinderen der ftrenge
j, Plakaaten tegen de belyders van den waaren
„ Godsdienst, die hy vreemdelingen, Puritei-
„ nen en Vlaamschgezinden genoemd hadt; het
„ bewerken eener famenfpanning tusfchen agt
„ Steden van Holland; het inftellen der fcher-
j, pe Refoiutie van den vierden van Oogst-
„ maand 1617, waarop het aanneemen der
„ Waardgelderen gevolgd was; net zenden
„ van Gemagtigden naar den Briele, tot het
„ vorderen van eenen nieuwen eed van de be-
„ zetting; het raaden tot ligtinge van Krygs-
n volk in Utrecht; het goedkeuren van een
„ nieuw Berigtfchrift voor dit Krygsvolk,
„ waarby het zelve verbonden werdt, tegen
„ elk te dienen;het kennen van eenen Brief,
,, te Utrecht ontworpen, om den Prins te ver-
„ zoeken van niet in de Stad te willen komen;
9 het vermaanen tot waaken aan de poorten
. v van Utrecht, en op 't krygsvolk, welk van
„ buiten komen mögt, in een Briefje aan Le-
« denberg, welk hy begeerd hadt, dat ver-
,j brand
-ocr page 367-
XXXIX. Boek. HISTORIE. 365
n brand zou worden; het bewerken van een itfij.
» Verbond tusfchen de agt Steden, en het ar- ——
» beiden, ten zelfden einde, te Utrecht, door
» Moersbergen en van de Poll; het ontraaden
» van de opening aan den Prinfe, op het af-
n danken der Waardgelderen te Utrecht; het
n weeten en goedkeuren van 't verhandelde
» ten huize van Uitenbogaard en Trefel: het
» toeftaan, dat de Stad Schoonhoven 's, Lands
» middelen gebruikte, tot betaalinge haarer
» Waardgelderen, en dat andere Steden on-
n gewoone voorwaarden by haare confenten
» gevoegd hadden; het belasteren van zyne
» Doorlugtigheid, als of dezelve ftont naar
n de Souvereiniteit; het kennis geeven aan die
n van Leiden van 's Prinfen vermoedelyke
n komst aldaar; het bedroefd zyn over 't be-
„ ïetten van den Briele door den Prinfe, en 't
yy vermaanen aan Gekommitteerden Raaden,
„ om andere Steden, tegen diergelyke onder-
» neemingen, te waarfchuwen; het vorderen,
» dat het gewoonlyk krygsvolk den Staaten
» betaalsheeren, en den byzonderen Staaten
7> van 't Gewest, daar het lag, getrouw ware
» en diende, ook tegen de algemeene Staaten
» en den Prinfe; het bewerken der bezending
n naar Ucrecht, als de Prins derwaards ftondt
» te gaan, om de Waardgelders af te danken,
» welk afdanken hy hieldt voor geweld, dat
» men, met geweld, wederftaan mögt; het
„ ontdekken der geheimen van den Staat; het
„ afflaan, op eigen gezag, van zeker merk-
„ waardig Verbond, waar aan den Staat veel
„ gelegen was; het bewerken van handfluiting
n aan verfcheiden' Geregtshoven, en, einde-
»lyfc»
-ocr page 368-
366 VADERLANDSCHE XXXIX. Boek.
1619. )j lyk, het ontvangen van groote gefchenken
------- „ vän eenige uitheemfche Mogendheden ,
n Heeren en Kollegien, zonder daarvan be*
„ hoorlyke kennis te geeven." Om al het wel-
ke , hy veroordeeld werdt tot het zwaard, met
verbeurdverklaring zyner goederen (t).
Hy
            De Advokaat hadt zig, onder 't leezen van
fpretkc deeze Sententie, zitten keeren en draaijen,
kt op fchynende, fomtyds, iet te willen zeggen,
tós" VOn" ^och llv bedwong zig, tot dat alles gelezen
was. Toen gaf hy te verftaan, dat men hem
meer te last leide, dan men uit zyne bekente^
nisfe trekken kon. Ook had hy 'er iet tegen,
dat men zyne goederen verbeurd verklaarde.
Maar de Voogd, een der Regteren, viel hem
in de reden, zeggende, uwe fententie is gelezen,
voort, voort. Toen tradt de oude man, met zyn
flokje in de hand, zeer kloekelyk, van de Rol-
le , over de zaale, naar 't fchavot. Hier geko-
men , floeg hy 't gezigt hemelwaards, zeggen-
treedt de, o God, vat komt 'er van den mensch l Toen
naar 't knielde hy neder, op de bloote planken, alzo
fchavot, >er geen jjusfen by der hand was. Terwyl fprak
Lamotius het gebed, welk omtrent een vieren-
deel uurs duurde. Daarna, fcheen hy beter ge-
moed dan te vooren', ontkleedde zig, met hulp
van zynen dienaar, en fprak, toen, of voor het
ontkleeden, het volk aan, met deeze woorden,
fpreekt Mannen, gelooft niet, dat ik een Landverraader
ketvolk hen. Ik heb opregt en vroom gehandeld,als een
aan, goed Patriot; en die zalikßerven. Daarna, eisch-
te hy zyne fluweelen flaapmuts, die hy voor zy-
ne oogentrok. In 't gaan naar't zand, fprak hy
eeni-
(i) Zit de Seut:nt. *y Brandt Rcditspl. i/. 1(4 *»*•
-ocr page 369-
XXXIX. Boek. HISTORIE. 367
«enige fchietgebeden. Of hy, ten deezen tyde, kj^.
nog eenige hoop hadt van den dood te zullen-------
ontgaan, en, hierom, zynen knegt gevraagd
zou hebben, of 'er niemant kwam, is twyfel-
agtig. Nog voor half tien uuren, knielde hy
neder, zeggende, tegen den fcherpregter, maak wordt
het kort, maak het kort. Meteen,hiefhydehan- onchalsd,
den, al biddende, zo na aan den hals, dat hem,
met het hoofd, ook eenige ftukjes van de vin-
geren afgehouwen werden. Veelen doopten
hunne neusdoeken in het bloed, dat, met drie
of vier fterke ftraalen, uit het lighaam liep;
anderen bonden 'er 't bloedig zand in, en droe-
gen 't met zig, of verkogten 't. Zelfs iheedt men
bloedige fpaanders van de planken, ten gely-
ken einde (k): al het welke egter gefchiedde,
met verfchillende inzigten van liefde, haat of
wraakgierigheid. De Groot heeft ook, eenige
jaaren laater, openlyk, gefchreeven, dat Olden-
barnevelds vyand, waarmede hy den Prins
fchynt te meenen, zynen dood aanfchouwd
heeft (7). 't Lighaam werdt, den volgenden nagt, en be.
in ftilte begraaven. De papieren, die in zyne gm ven.
gevangenkamerverfteken waren, werden daar-
na, door de Regters, gevonden, 't Is twyfelag-
tig, of zy nog ergens voorhanden, of reeds
yoorlang vernietigd zyn. De Advokaatwas»
in den ouderdom van eenenzeventig jaaren,
zeven maanden en agttien dagen geftorven («?).
Dealgemeene Staaten, de Sententie des Ad- Zyne
vokaats, die terftond gedrukt werdt, zenden- Senten-
de aan de byzondere Gewesten. fchreeven. te tie w,ords
5               * aaa de
ge-
C*) Achabs Didctagb il. 38.
LI) Cl. S.MiRAva Epist. p. 19Ö.
»«O Brandt Rechtspl. tl. i^y-i^j,*
-ocr page 370-
368 VADERLANDSCHE XXXÏX.Boer.
1619. ëelyk » hoe hun, door de-Regters, getoond
-------„ was, dat 'er vericheiden' punten, niet ver-
byzon- n meld in de Sententie, ten zynen laste gebragt
weste^e" ö waren * die groot vernioeden gaven, of hy
en''naar » zyne o0gen niet wel mögt gehad hebben naar
Frnnkryk „ den vyand; doch dat men, daarop, naar reg-
^ezon- v ten, geen vonnis zou hebben können vellen ,
den* „ zonder fcherper onderzoek $ waarvan men
jj hem, om zynen hoogen ouderdom en ande-
j, re redenen, hadt willen verfchoonen («)."
Doch de Groot merkt aan, dat dit fchiyvert
kwam van eenigen derRegteren,die den naam
van algemeene Staaten flegts aangenomen had-
den. Ook meent hy, dat men het pynigen niet
zou gemyd hebben, om 's mans ouderdom ,
hadt men grond gehad om hem van ontrouw
te verdenken; alzo men zig niet ontzag, hem,
in zyne hooge jaaren, door Beuls handen, te
doen fterven (0). De Sententie werdt ook naar
Frankryk gezonden, nevens eenen Brief aan
den Koning, waarin geklaagd werdt, over't
gedrag van Maurier, wien de Koning zou ge-
lieven te belasten, zig voortaan te onthoudert
van het voeden of onderfteunen van diergely-
ke partyfchappen in den Staat. Voorts, werdt
01denbarneveld,in deezen Brief,ook fchuldig
verklaard aan onvergeeflyke misdaaden, die
niet in de Sententie vermeld waren (/>). Irt
Frankryk, hieldt men deezen Brief gefchree-
ven te zyn, door den Heere van Sommels-
dyk, dien, in zeker fchryvens aan den Heers
van Maurier, de naam van garnement gege-
ven
C"~) Z'c Brandt Rcctitspl. il. 185.
( o) C.ROTius Verantw. Cup. XX. 'U, 289*
Cp) Brandt lieclnspk J>/. 187«                                        É
-ocr page 371-
"XXXIX. Boek. HISTORIE. 369
ven werdt. Ook nanvde Koning het zeer kwa- 1619.
lyk, dat men, hier, zo weinig agt geflaagen hadt
opzynverzoek (#). Jeannin enlioifife, nader- oordeel
hand, in Frankryk, met Uitenbogaard, fpree- in Frank-
kende, over de dood des Advokaats, oordeelden r^ovet
beide, dat hyze onfchulcfig geleeden hadt, en
voornuamlyk, om dat hy zig te fterk gekant
hadt tegen den Prinfe: waarin hy zig, naar Jean-
nins gevoelen, wel wat hadt behooren te maa-
tigen (r). Doch het deerlyk lot deezes mans
heeft ons reeds lang genoeg bezig gehouden.
Van zyne perfoonlyke hoedaanigheden zal ik,
alleenlyk, fpreeken met de Refolutien van Hol- * handt-
land, in welken zyn dood, op den dertienden van #»«■•
Bloeimaand, aangetekend iïaat: waarna deeze * f*
woorden volgen: een man van groöten bedry- ^ beleid*
i>e *befoigne ] memorie en
§ dire£lie,ja* fingu- * onge-
iler in alles. Die fiaet; ßtt toe dat hy niet en val- meen'
Ie
, ende/y Godt/yne /iele genadigh. Amen (j).
Na 't onthalzen van Oldenbarneveld, waar- XXIX.
van de tyding beide Hogerbeets en de Groot *jj*? de
verbaasde en bedroefde, liet men 't fchavot Groot en
nóg eenige dagen ftaan, en zogt, midlerwyl, H>ger-
de vrienden van deezen twee, bedektelyk, te keets te
beweegen, om hen vergiffeniste doen verzoe- ^e^m
ken. Drie van de Regters vervoegden zig, ten vergiffe-
deezen einde,by Hogerbeets,vorderende, dat nis "te
hy of zelf vergiffenis verzoeken zou4 of'tzy- verzoe-
nen vrienden voor hem laaten doen. Doch hy keru
floeg 't beide, kloekmoedig, af: waarop de Reg-
ters , verftoord vertrekkende, in 't uitgaan, zei-
den, zo zult gy dan vaaren als Barneveld: '*
fcha-
C1~) Uyteniiog. il. 1208.
( r J ÜÏTEMBOO. Levcu en Vcrantw. Cap. XV* hl. 300» 3031303,
Oj Retbl. ÏM!. ij May löiy. U. 102.
X Deel.                Aa
-ocr page 372-
370 VADERLANDSCHE XXXDCBoek.
1619. fchavotßaat ''er nog (f). De Huisvrouw van de
—-----■ Gr oot werdt ook, van hooger hand, aangepord,
om vergiffenis te begeeren voor haaren man.
Dan zy wees deezen raad, rustig, van de hand ,
zeggende. Ik zaftniet doen: en heeft hy't ver-
dient ; men fla hem
V hoofd af. Nogtans, fprak
zy den Prinfe,die haar meer niet zeide dan dat
men den weg van regt of genade moest inflaan.
't Stuk werdt, daarna, in ernftige overweeging
genomen by de vrienden van Hogerbeets en de
Groot, onder welken, gelyk het gaat, eenig
verfchil viel. 'tBefluit was, nogtans, geen ver-
giffenis te verzoeken; maar 't vonnis te verwag-
Sententïe ten (u). Midlerwyl, was 'er, op den vyftien-
over 'c den, Sententie gegaan, over het Lyk van Le-
Leden-n Renberg, welk, met de kist, op eene horde,
hor^. naar buiten gefleept zynde, aan eene halve galg
gehangen werdt. Doch 't werdt, kort daarna,
heimelyk, weggehaald, en buiten Utrecht, in
de Kapelle van 't Huis te Zuilen, zynen Schoon-
zoon Lokhorst toebehoorende,begraaven(V).
Dereden, waarom men hem deeze fchande,
na zynen dood, waardig oordeelde, is, uit het
voorig gedeelte deezer gefchiedenisfe, ligte-
lyk, op te maaken; en, in de Sententie (V), uit-
gedrukt. By dezelve werden, tegen zyne ver-
wagting, alle zyne goederen verbeurd ver-
klaard. De Groot hadt het leezen deezer Sen-
tentie op de rolle, gelyk, te vooren, die des
Advokaats, in zyne Kamer, können hooren.
Ook zeide men 'er Hogerbeets iet van; waarop
zy
CO Zh BttANDT Uecbtspl. W. 205, 206.                             .
C «) K. Brandt Leven van II. de Groot, bh iy5» ^0*
O) Uytenbog. bh 1007.
(■»•) ßy Trkslanö bl. 109a.
-ocr page 373-
XXXIX.BoEK. HISTORIE. 371
gy zig beide een doodelyk vonnis voorflelden. 1619.
Op
den agttienden van Bloeimaand, werdt de
Groot, door den Fiskaal Sylla, voor de Reg- De Groot
ters, ontbooden, om zyne Sententie te hooren: en Ho"
en, terftond, nahem, Hogerbeets, door den worden*
geweldigen Provoost, Karel Nys. Zy werden tot eens
beide verweezen ter eeuwiger gevangenisfe, eeuwige
met verbeurdverklaring hunner goederen (x~). fe'evanse-
't Gene men hun, als misdaad, te last leide is, "0srlv
uit het gene wy van hunne bekentenisfen en deeld.
van de Sententie des Advokaats gemeld heb-
ben, genoeg op te maaken. De Groot werdt,
in't byzouder, bezwaard, over 't ontwerpen
der Keure van Schieland (j>): Hogerbeets,
over 't raadpleegen om Woerden te verzekeren.
De Groot fprak niets op de Sententie. Maar,
eenige jaaren laater, heeft hyze uitvoerig
wederlegd, in openbaaren druk. Hogerbeets,
onder 't leezen, zeer ontileld geworden, zeide,
dat zyne Sententie niet overeenkwam met het
gene hy verklaard hadt,en dat hy betering der-
zelve verzogt.
En als men hemgeboodt te zwy-
gen, floeg hy met de hand op de borst, onder
't gebruiken van Horatius woorden
              t"
Hicmurus aheneus eflo:
NU confcire fibi
, nulla pallescere culpa.
dat is,
0 Dit zy een kop'ren muur, zig niets bewust
te wezen,
p En door geen' misdaad te verbleeken, of te
vreezen.
Doch
%xy 27V& Sententie» ty RRANDTRechtsj)|.i/.ao7 ,ll^tntlde
OO Zie hict VtiOi, Oi, 141.
Aa a
-ocr page 374-
372 VADERLANDSCHE XXXIX, Boek.
Doch hy begreep, naderhand, dat deeze he-
vigheid te ver gegaan was, waarom hy, des-
wege, vergiffenis verzogt van hunne Hoog-
Mogendheden. Daarna, gunde men hem en de
Groot 't bezoek hunner naästbeftaanden. Op
den vyfden van Zomermaand, des nagts om-
trent elf uuren, werden zy beide, onder een
geleide van vyfentvvintig foldaaten, op wa-
gens, gevoerd naar Delftshaven, en van daar,
te fchepe, naar Dordrecht, en voorts, weder-
om op wagens, door Papendrecht en Gorin-
chem, naar 't Huis te Loeveftein (z), aan 't
Westeinde der Bommelerwaard, op Holland-
fchen bodem, fchuins over Woudrichem. Hier
werden zy, elk afzonderlyk, opgeflooten. Loe-
veftein is, van toen af, eerst regt vermaard.ge-
worden in 's Lands Gefchiedenisfen, en heeft,
naderhand, meermaalen, gediend, tot eene ge-
vangenis van Staat.
Nu wordt het tyd, dat wy zien, hoe 't met
den Heere van Moersbergen afliep. Hy was,
in Lentemaand, gehoord voor de Regters, en
hadt gemerkt, dat zyne onderhandelingen o-
ver 't verzekeren van Woerden zwaarst gewoo-
gen werden. Hiervan hadt hy zyne Huisvrou-
we kennis gegeven, en haar tevens geraaden
de gunst van zyne Doorlugtigheid, van Graa-
ve Willem, van Karleton en van de Regteren
te zoeken. Nogtans, hieldt hy zig voor geheel
onfchuldig (<z). Maar ziende, dat het fchavot^
tien dagen na des Advokaats dood, ftaan, en
de Beuls in den Haage bleeven, liet hy zig,
door medelyden met zyne Huisvrouwe, en,
door
fz^l KnANrtT Rechtspl. H 232.
(«3 Zie zjrn' Brief by ISranbt Rechtspl. U. Bi enz.
idip.
Zy wor-
den naar
Loeve-
ftein ge-
voerd.
XXX.
Moers-
bergen
verwerft
een e
foortvan
vergiffe-
nis.
-ocr page 375-
XXXlX.BoEic. HISTORIE. 373
door den raad zyner vrienden, beweegen, om nSry.
vergiffenis te verzoeken van de algemeene , ,.-
Staaten (Ji), welke hem, op den negenentwin-
tigften van Bloeimaand, verleend werdt: doch >
onder deeze heimelyke voorwaarden dat hy
w zig eene maand onthouden zou op zyn Huis.
n te Moersbergen, tot befchikking zyner by-
?, zondere zaaleen, zonder, aldaar, met iemanc y
n
te mogen fpreeken, buiten bewilliging van
„ Grave Ernst Kafimir van Nasfau, die, ten
„ dien einde, vier of vyf foldaaten op 't Huis
5, zou leggen. Dathy, daarna, ten Lande uit
„ vertrekken, en 'er zes jaaren buiten blyven
„ zou, zonder egter, na verloop van dien tyd»
„ daar wederom binnen te mogen komen, dan
99 op uitdrukkelyk verlof van hunne Hoog-
w Mogendheden, en van de Staaten van U-
„ trecht." Hy werdt dan naar zyn Huis, te
Moersbergen, gevoerd, en,van daar, denvyf-
den van Hooimaand, naar Welle, in't Land
van Kleeve. Van hier trok hy, eerlang, naar
Holftein; daar hy eenige jaaren verbleef, tot
dat de zaaken, hier te Lande, derwyze, ver-
anderden, dat hem vergund werdt, zyne da-
gen in zyn Vaderland te eindigen (c).
De gewezen Penfionaris van Haarlem, de XXXI.
Haan, ingedaagd en niet verfcheenen zynde, De Haan-
was, op den vierentwintigften van Bloeimaand, wordt
door de Heeren Regters, voor vyftien jaaren, vvf,jen
op lyfftraffe, gebannen, met verbeurdverklaa- Trefel'
ring van de helft zyner goederen. Hy begaf voor.
zig, federt, in dienst van den Vorst van Hol- ™*e j**"
Item, üitenbo-
(S) Refol. IIoll. a% l\fay 1619. II. lofi.
CO Zie Brandt Rechcspl. il. 237-242.
Aa 3
-ocr page 376-
374 VADERLANÖSCHE XXXIX. Boek,
i(Jt<j. ftein, die hem tot zynen geheimen Raad aan-
J------nam, en aan wiens Hof hy, den vyfden van
^aard Slagtmaand des jaars 1624, overleedt (d). Uir
voor. tenbogaard werdt, op den zelfden dag, als de
gcban Haan, ten eeuwigen dage, gebannen, met
jieu. verbeurdverklaring van alle zyne goederen:
zonder dat, in zyne Sententie, eenige misdaad
gemeld werdt: V welk de Regters, zeide Sylla
naderhand, hadden nagelaaten, om dat zy met
geene blaauwboekjes
of verantwoordingen ge-
diend waren (e).
Zelfs werdt Trefel, ten wiens
huize de byeenkomst, die zo veel gerugts ge-
maakt hadt, gehouden was, omtrent deezen tyd ,
ter oorzaake van zyn agterblyven, voor twee
jaaren, gebannen, en in eene boete van twee-
duizend guldens verweezen, insgelyks, zonder
dat 'er eenige misdaad, in zyne Sententie, was
uitgedrukt (ƒ). Ook fchryft de Groot, dathy
niet kon bevroeden, waarom men hem fchuldig
hieldt, alzo hy, by de famenkomst ten zynen
huize , niet tegenwoordig geweest was (g)„
Doch men begreep, veelligt, dathy, zyndein
dienst der algemeene Staaten, zulk eene byeen-
komst tot zynent niet hadt moeten toelaaten,
pf 'er zynen meesteren kennis van geeven.
Dus liep hét werk deezer vermaarde Regt-
bank ten einde. Zy kostte , naar fommiger
verhaal, den Landen meer dan zeventigdui-
zend guldens (Ji). Uit egteBerigtenblykt, dat
'er tweeënzeventigduizend guldens toe opge-
nomen waren, die, naderhand, uit de verbeurd-
ver-
(■</) Brandt Rechtspl. W. a/faim.
(O Uytenboc;. Cap. XIII. hl. »38.
(ƒ) KaudaRT. Memor. Xf. (l<iek, hl. 74.
( g~) C-ROTiiis Vcrantw. Cap. -X. il. 296.
(_h) Groiius Veramw. Cup. XV. W. 157. Cap. XIX.W.2B3.'
-ocr page 377-
XXXIX. Boek. HISTORIE. 375
verklaarde goederen werden afgelost (j). Elke 1619;
Regter ontving vierentwintighonderd guldens, ■———
uit de Kasfe der algemeene Staaten, en hon-
derdenvyftig, uit die van elk Gewest. De
iFiskaalen, de Griffier Pots, de Luitenant Nyt-
hof, de geweldige Karel Nys en anderen, die
eenigen dienst, in deeze Regtspleeging, ge-
daan hadden, werden ook beloond en bevor-
derd. Aan Graave Ernst Kafimir van Nasfau
was, omtrent twee weeken voor de dood des
Advokaats, voor zekere gedraagerC lasten en
dienften
, vermoedelyk, te Utrecht, ter gelegen-
heid der veranderinge aldaar, eene fomme van
veertigduizend guldens toegeflaan (k~).
Ten deezen tyde, werdt ook fterk gefpro- XXXII.
ken, vooral by zulken, die dagten, dat de Prins ^rUL|"
van Oranje hierop het oog gehad hadt, van ver- ge„s Eq_
dere verandering in den vorm der Regeeringe. neaati-
In de Vergaderingen van elk Gewest, werdt, ge- ftaande
arbeid, en zou verder gearbeid worden, aan 't ^erhef-
herfmeeden der Unie van Utrecht (/), en, zeide ,j"| p^.
men, om den Prins te verheffen, tot Vorst of fe van
Hoofd der Vereenigde Gewesten, of der Gene- Oranje.
raliteit. Hierby werdt gevoegd, dat men ook be-
zig was, met het ophaalen der oude eisfehen van
den Huize van Nasfau op Gelderland: en dat,
de gifte der Staaten van dit Gewest daarby ko-
mende, men eenen Hertog van Gelder heb-
ben zou. Voorts, fprak men van een Huwelyk
tusfehen den Prinfe en eene Dogter van Bran-
denburg; aan welke alle de eifchen haars Va-
ders
C i") Reib). Holl. 31 Muärt 1Ó33 W. 19. 3 Ofioi. 1624. H. iê?.
(k3 JSranot Rcciitspl. il. 2<>iS, 2G9.
( I) ZfclUlol. Hall. 14 Maart 26 '/fä£. 21 Dtc. 1619. R64»
2Q9,
3'3.
Aa 4
-ocr page 378-
3/<5 VADERLANDSCHE XXXIX. Boek;
irfiy. ders op Gulik, Kleeve en Berg zouden worden
■ afgeftaan. Dan alle deeze gerügten verdwee-
nen, door den tyd («*). Ook vindt men 'er wei-
nig fpoor van, in egte befcheiden. Alleenlyk,
deedt Amfterdam, in 't volgende jaar, een'
voorflag ter Dagvaart, die 't gemeene Land en
'sPfinfen Perfoon betrof, en om welken, in
't geheim, in 't byzyn van den Prinfe, tehoo-
ren, Marquette en drie Heeren van Dordrecht,
Amfterdam en Hoorn benoemd werden; met
last, om 'er, zonder verflag te doen, op te mo-
gen befluiren (»). Doch ik weet niet, wat dee-
ze voorflag inhieldt, veel min, of 'eriet opbe-
flooten werdt. Eenige maanden laater, werdt,
op twee Memoriert, door Haarlem en Amfter-
dam , ingeleverd, en, naar 't fchynt, deezen
zelfden voorflag betreffende, beflooten, elkan-
' funderen.der en eerst, daarop, nog nader te * polfen, om
elkanders oogmerken te verftaan («_). Sedert,
fchynt de handeling over dit punt, van tyd
tot tyd, verfchooven te zyn. Sommigen hebr
ben gefchreeven, dat men te groote zwaarig-
heden ontmoette, in de uitvoering van het
ontwerp, op 's Prinfen verheffing gemaakt (ƒ>),
en dat 'er de gemoeden van 's Prinfen beste
vrienden zelve gantsch niet toe bereid waren;
waarom het agtergebleevcn zou zyn. Doch
anderen hebben geoordeeld, dat alle deeze ge-
rugten flegts uitftrooifels waren, om dien Vorst,
by de liefhebbers der vrye Staats-Regeerinr
ge, haatelyk te maaken, en de ondernee-r
ming
f«) Uytf.nboo. hy Drandt Rechtspl. */. 269.
(n ) Refol. Holl. 12 Maart 1610. bl. 40.
C o ) Rcf'ol. Holl. is Sept. ifao. bl. 202,
(p ) Avne.111 Memor. f. 925.
-ocr page 379-
XXXIX. Boek. HISTORIE. 377
ming van zulk een' toeleg voor te komen (#). l6,9.
Dat den gevonnisten het vreezen en zeggen, - >,
dat zyne Doorlugtigheid naar de Souveraini-
teit iirondt, openlyk, tot misdaad toegerekend
was, maakt het ook onwaarfchynlyk, dat de
Vorst, of iemant zyner vertrouwde vrienden,
ten deezen tyde, zulk een oogmerk gehad
zou hebben.
Doch eer vvy van deeze merkwaardige Regts- Gedag-
pleeging, geheellyk, afftappen, en dit Boek te" van
befluiten; können wy niet nalaaten aan te mer p" Pre-
ken, dat men, in laater' tyden, onder grooten Baken-
en kleinen, de vonnisfen der drie gevangenen hoek. o-
onbillyk geoordeeld heeft. Een beroemd Regts ver de
geleerde heeft zig verwonderd „ met welk een *eBI™"
„ aangezigt, de Regters den Advokaat en an drieilee-
5, deren tot eene hoofdmisdaad hebben dur ren.
„ ven toerekenen het begrip, dat elk Gewest
„ het regt heeft, om over Kerkelyke zaaken
„ te befchikken; daar men, itf de nader ver-
„ klaaring op het dertiende Artikel der U-
trechtfche Vereeniging , met ronde woor-
w den, las, de meening niet te zyn, dat de eene
n Provincie of Stad hem
V fait van de andere,
n in 't point van de Religie, zou onderwinden
w (r\" Voorts, ftelt hy vast „ dat Hogerbeets
„ ende Groot, jaüldenbarneveldzelf, naauw-
,, lyks om eenige andere reden, veroordeeld
n zyn, dan om den raad, dien zy den Staaten, of
„ den byzonderen Magiftraaten gegeven had-
„ den, of om de uitvoering van 't gene hun, door
„ de Staaten of Magiftraaten, gelast was, alles
„ zon-
<q} Zie ÜP.ANDT Rechtop!, bl. 269.
(r) C. v. Bynxershuek, QuïeII. juris publ. Libr. II. Cup.
KVilt. />. Z\6, 3'7-
Aa 5
/
-ocr page 380-
373 VADERLANDSCHE XXXIX.Boek.
1619. » zonder eenige kwaade trouwe: 't welk ook
------- „ oorzaak geweest is, dat men, na meer dan
„ veertig jaaren verloops , de Wethouder-
„ fchap van Leiden en Rotterdam, door den
Hoogen Raade, heeft zien veroordeelen,
n om den erfgenaamen van Hogerbeets en de
5, Groot betaaling te doen der Wedden, die
„ men deezen Penfionarisfen nog fchuldig was,
jj Ook zou den erfgenaamen des Advokaats
„ eenige vergoeding gedaan zyn(/)." Opeene
andere plaats, bandelende van het eerfte Lid
der Utrechtfche Vereeniging, waarin gezeid
werdt „ dat, in gefchillen tusfchen byzondere
„ Gewesten, Steden of Leden, de andere Ge~
?, westen, Steden of Leden zig niet zullen ftee-
„ ken, dan tot bemiddeling; zo lang partyen
?, zig 't regt onderwerpen;" heeft hy zelfs,
duidelyk, te verftaan gegeven, dat men, zyns
oordeels, in den jaare 1619, tegen dit punt is
aangegaan, alzo de gevangenen niet alleen niet
weigerden; maar zelfs ernftelyk begeerden,
dat men hen, voor hunnen gewoonlyken Reg-
ter, te regt ftelde: waarop hy deeze woorden
volgen laat: Zo gy weeten wilt, met wat regt dan
de gemagtigde liegt er s. der algemcene Staaten
,
over deeze zaak, geoordeeldhebben, moet gy er-
varener" luiden raadpleegen ; ik ben r.iet in
fiaat
, om V u te zeggen (ƒ). Elders, zegt hy
„ dat al wat, in de jaaren 1618 en 1619, tegen
„ Barneveld, Hogerbeets en de Groot gedaan
,, en geweezen is, op geen ander regt fteunt, dan
*Pvxm; n °P '£ gene de * Regter gezeid wordt te wy-
» zen,
(.f) ld. end. Oper. lihr. II. Cap. W. f. 201.
{t) ld. cod. Oper. Lihr. II. Cap. XXlil. f. 563«
-ocr page 381-
XXXIX. Boek. HISTORIE. 379
n zen ook dan, wanneer hy onregtvaardiglyk i«ip,
9, vonnist («)."
Ten befluite, 't gantfche gefchil over de Punt van
regtvaardigheid of onregtvaardigheid der von- 'tgefchii,
nisfen, van welken wy fpreeken, hangt af van jeVg?ystr-
dit ander, of den algemeenen Staaten de opper- digheid
fte magt toekomt, over de Vereenigde Ge- of on-
westen, dan of de Staaten van elk Gewest, r,e.fc'tvj!ar*
binnen elk Gewest, de opperfte magt hebben, l^TZ^
.over alles , wat niet aan 't bondgenootfchap Ve».
afgeftaan is. 't Laatfte is nu t gemeen gevoe-
len , en 't was ook 't gevoelen van Oldenbar-
neveld en van hun, die 't met hem hielden (V).
't Eerfte werdt, door Prinfe Maurits en door
veele anderen, ftaande gehouden. En wy heb-
ben , by eene andere gelegenheid, aangemerkt
(w), dat dit ftuk, ook in vroeger' tyd, niet e-
veneens begreepen geweest is; waarom het
niet vreemd fchynen moet, dat men, deswe-
ge, ook in den tyd, waarvan wy handelen,
verfchillende gedagten hadt. Maar hieruit
moest ook een verfchillend oordeel volgen,
over 't gedrag der befchuldigden. Zo den al-
gemeenen Staaten de opperfte magt toekwa-
nie, waren zy, zekerlyk, fchuldig, om dat zy
zig dikwils gekant hadden, tegen de beflui-
ten der algemeene Staaten. Doch zo de op-
perfte magt ware, by de Staaten der byzon-
dere Gewesten, waren zy onfchuldig, om dat
zy niets gedaan hadden, dan op last dier Staa-
ten, en binnen de paaien van derzelver ge-
bied.
(«) M' eod. Oper. Lihr. V. V.ap. II. p. 201.
(v) Grotius Vciaiilw. Cap. I. IJ. tl. IjIjJ. See alfo IJURNfT
lï.R. of liis own Time. Pol. I. ». 13.
O) VIII. litel, il. 535.
-ocr page 382-
38o VADERL. HIST. XXXIX. Boek.
i6t<>. bied. En hiertegen dient niet, datzy zelven,
tot het geeven van zulk een' last, geraaden
hadden, om dat zy om te raaden waren aan-
genomen , en, zo veel gebleeken is, niet ter
kwaader trouwe geraaden hebben. De Advo-
kaat hadt, agt ik, op dit verfchillend begrip
over de opperde magt het oog, als hy, naar
fommiger verhaal, in den jongden nagt van
zyn leeven, tegen de Predikanten, zeide, Ik
wil de Regtcrs niet befchaldigeni maar ik kom
in eenen tyd, -waarin men andere grondregels-
van Regeer inge volgt dan men plag:
welk zeg-
gen , den Prinfe, naderhand, zynde aangediend,
van hem, in deezervoege,beantwoord werdt:
de Advokaat heeft die grondregels in den Staat
niet gevonden; maar zoeken in te voeren (x).
Wiens meening naast aan de waarheid kwam e *
blyve het oordeel des onpartydigen Leezers.
aanbevolen.
O) Baüdaut. Mcmor. XI. Roek, II. 55.
#
V A-
-ocr page 383-
VADER.LANDSCHE
HISTORIE.
VEERTIGSTE BOEK.
INHOUD.
I. Opfchudding onder de Remonßr anten, te Alk-
maar en te Hoorn. De gedaagde Remonßran-
ten worden gebannen.
II. Verandering in
's Lands Hooge Schoole
, ie Leiden. UI. Verga-
deringder Remonßranten
, te Antwerpen. De
Zoontn des Advokaats worden verlaaten van
hunne ampteri. Verfcheiden Schouten en Sekre-
tarisfen afgezet.
IV. Klagten over 't krenken
van 't Befand Zeefchuimeryen. Verdrag tus-
fchen de hngelfche en ISederlandfche Oostindi-
/the Maatjehappy. Verovering van Jakatra.
Batavia gef igt.
V. Oorfprongv an den Oorlog
in Boheeme.DePaltsgraaf, Fredrik
, Zusters-
zoon van Prinfe Maurits, wordt tot Koning van
Boheeme verhören.
VI. De Staaten meinen
deel in de zaaken van ditRyk. Staat des oor logs
aldaar. Vll.DeAartshertogen verzamelen een
Leger ten dienße des Keizers. Spinola valt in ds
Nederpalts. Paapenmutsgeßigt. Koning Fre-
drik wykt naar Holland.
VIII. Dood der Prin-
fesfe Weduwe van Oranje. Van GraaveWillem
Lodewyk. Berigtfchrift voor Graave ErnstKa-
fimir
, zyn' opvolger in 't Stadhouderfchap van
Friesland Prins Mauriis wordt Stadhouder
van Groningen en Drente. Antoni Duik wordt
Raad"
-ocr page 384-
38* VADERLANDS CHE XL. Boek.
Raadpenßonaris. IX. Oldenbarneveld, Hoger-
beets en de Groot worden verklaard, misdaad
van gekwetfle hoogheid begaan te hebben. Ver-
volging der Kemonßranten.
X. Zonderlinge
ontkoming van Hugo de Groot uit het Slot te
Loeveßein.
XI. Einde van het Beßand. Voor-
flagder Aartshertogen
, die afgeweezen wordt.
XU. Verraad opTiel geßrafi. Dood van Filips
den III. ZynZoon, Filips de IV. volgt hem op.
De Aartshertog Albertus fl'erft. Veldtogt der
Spaanfchen. Gulik verkoren. Aanßag op Sluis.
XIII. Staat van Boheeme en de Palts. XIV.
Verbond met Deenemarke, welk niet bekrag-
tigd wordt. XV.Opregting eener Westindifche
Maatfchappye.
XVI. Onlusten in Frankryk.
XVII. Togt naar Brabant. Spinola belegert
Bergen opZoom. Steenbergen verlooren.
XVIII.
Bedryfvan Mansfeld in de Neder-Palts. Hy
trekt naar Brabant. Slagby Fleuri. Bergen op
Zoom verlauten. Inval in de Zevenwolden.XlX.
Oostfriefche onlusten. De Staaten verfchuiven
V ontruimen van Lieroord. Mansfeld valt in
Oostfriesland. Ruimt het wederom.
XX. Aan-
flag van Prin/e Maurits. Paapenmuts verho-
ren. Verdrag met die van Tunis en Algiers.
Verfchil met Gelderland enOverysfel
, over de
gemeene lasten.
XXI. De Groot fchry ft zyns
Verantwoording
, die ßrengelyk verbooden
•wordt.
XXII. Aanßag op het leeven van Prinfe
Maurits
, in eenige hoofdbeleiders en medeplig-
tigen
, geßraft. XXIU.Nederlaagvan Hertoge
Christ ia an van Brunswyk.
XXIV. Handeling
van Koning Jakob den I. te Brusfel.
V Keizers
bezending aan de Staaten.
XXV. Klagten van
Hamburg enBreemen. Toerustingen ter zee.
XXVI.
-ocr page 385-
XL. Boek. HISTORIE. 383
XXVLGefchil onder de Leden der hooge Regee-
ringe in Friesland.
XXVII. Aanßagen om
Amßerdam in brand te ßeeken. Duurte.
Strenge Porst. Hooge Vloed. Inval in de Velu-
we. Breda belegerd.
XXVI1I. Verbond van
onderlinge befcherming met Groot-Britanje.
XXIX. Gelyk Verbond met Frankryk. XXX.
Prins Maurits zoekt, vergeefs, Breda te ont-
zetten. Zyn vrugtelooze aanßag op Anwer-
fen.
XXXI. Hy wordt ziek. Dringt zynen
Broeder tot een Huwelyk. Sterft. Zyne na-
tuurlyke Kinderen. Uiterße wil.
XXXII. Zy-
ne gedaante, aart
, deugden en gebreken.
TErwyl de Sinode nog zat, ontftondt 'er, iffip.
hier en daar, met naame te Alkmaar en-------:
te Hoorn, merkelyke beweeging onder de Re- Q '•
monftranten, of onder 't graauw, welk hun ^md-
toegedaan was, en met moeite verdroeg, dat dingen ,
de Predikanten van hun gevoelen, alomme, ge- onder de
fchorst of afgezet werden. Te Alkmaar, werdt, ^fmoï
in Lentemaand, de Kerk overweldigd, de g™"^
Klaslis kist opgebroken, het Klasfisboek ge- den, te
fcheurd. Ook tastte men zekeren Contraremon- Alkmaar,
ftrant aan; die op een fchuif kar gezet, enfpot-
telyk herom gevoerd werdt. Joannes Everts-
zoon Geeßeranus
, Remonftrantsch Predikant te
Alkmaar, naderhand, voor Gemagtigden der
Staaten en der Kerken, ondervraagd zynde, over
de oorzaak deezer beroerte, werdt, daaraan,
onfchuldig bevonden; doch egter afgezet van
zynen dienst Qa). In Sprokkelmaand, te voo-
ren, waren de Remonftrantfche Predikanten
te
{» Baudart. XI.Sotk* */.i6. BrandtIll.fi^,W.357-ï88.
-ocr page 386-
2«4 VADERLANDSCHE XL. Boek.
te Utrecht ook allen van hunne ampten ver-
laaten, door de Vroedfchap. Doch hier ont-
ftondt geene beroerte (£). Te Hoorn, liep het
erger af. De Magiftraat hadt, hier, der Huis-
vrouwe van Dominikus Sapma, eenen der ge-
daagde Remonilranten op de Sinode, haare
wooning opgezeid. De man was, hierop, zon-
der verlof, fchoon niet zonder kennis der Po-
litike Gemagtigden, van Dordrecht vertrok-
ken, om orde te ftellen op zyne huisfelyke zaa-
ken. Zo dra hy te Hoorn kwam, werdt hem
belast, geene Vergaderingen aan te leggen of
by te woonen, en zig van alle Kerkelyke dien-
ften te onthouden. Daarna, kreeg hy bevel ora
de Stad te verlaaten, en wederom naar Dor-
drecht tekeeren. Den tienden van Lentemaand,
werdt hy, des morgens ten agt uuren, door den
Schout, voor zyne deur, op de Stads wagen
gezet; terwyl de bezetting in 't geweer ftondt*
't Volk was ook, in grooten getale, famenge-
vloeid, öm dit fchouwfpel te zien, en men ver-
haalt, dat fommige Contraremonstranten de
Remonftranten zeer tergden, als durfden ze
niets beftaan, tot redding van hunnen ouden
Leeraar. Wat 'er van zy, eenigen, gaande ge-
raakt, greepen de paarden by den toom, fhee-
den de zeelen aanftukken, ligttenSapma, met
zyne vrouw en kind, van de wagen, en Hoop-
ten de wielen. Toen rukten de foldaaten aan ,
fchietende, met los kruid, op den hoop, die,
merkende dat 'er niemant gekwetst werdt, te
feller aandrong, en'tKrygsvolk, metpannen,
naar 't hoofd wierp. De Magiftraat, toen ander
volk
(ij Brandt III. Deel, il, 390 tnz%
-ocr page 387-
XL. Boek. HISTORIE. 385
volk doende aantrekken, gaf bevel, om met igi#
fcherp te fchieten. 't Gefchiedde. Zes of zeven-------«
werden dood gefchGoten: veertig omtrent ge-
kwetst. De overigen namen de vlugt. De fol-
daaten, eens gaande geraakt, hielden geene
maat meer $ fchietende langs verfcheiden' ftraa"
ten, en in en door de huizen, waardoor ook ee-
nige onfchuldigen getroffen werden. Na 't ftil-
len van den oploop, en toen men Sapma, met
eenen tweeden wagen, vervoerde, werdt nog
eenen Smid, die hem vaar w/toeriep, met een'
geveerden kogel, de kin van 't hoofd gefchoo-
ten; zo dat hy dood ter aarde viel. Sommigen
gekwetften werdt, naderhand, door Gemagtig-
den der Staaten, afgevraagd, of zy niet van ee-
nigen uit de Remonftranten, of uit de afgezet-
te Wethouders waren opgemaakt, om Sapma,
met geweld, in de Stad te houden. Ook zaten
zy eenige weekenin hegtenis, waarna zy, mids
de kosten der gevangenisfe betaalende,werden
ontflaagen. Sapma, wederom te Dordrecht ge-
komen , werdt ook aangefproken over zyn ver-
trek, van daar, zonder uitdrukkelyk verlof.
Doch men liet deeze zaak, eerlang, fteeken, alzo
hybybragt, dat de Prefidentder Politiken hem,
te vooren, beloofd hadt, zyn vertrek by de
andere Heeren, te zullen verontfchuldigen (c").
De gedaagde Remonftranten hadden bevel Dege-
gekreegen, om te Dordrecht te vertoeven tot daagde
nader' last (d), die hun, eerst eenige dagen na j*-em°'**
't vertrek der uitheemfchen, gebragt werdt, J*"^
door geban.
(r) Baudart. MerÈor. Xf. Roek, tl. ao. T«iglani>. tl- 1141. nen.
Vsi.ius
Hoorn, tl. 572 enz. Iliftorisch Verhaal, ƒ. 17? tnz%
Bnandr ui. Deel, lil. 472 enz.
{</) Brandt Ijj. Deel, il. 502.
X. Deel.           Bb
-ocr page 388-
38ó VADERLANDSCHE XL. Boek,
1019. door Gemagtigden der algemeene Staaten, en
—— hierop uitkwam „ dat zy zig zouden hebben
„ te fchikken tot een ftil ampteloos leeven; in
„ welk geval, de Staaten voor hun onderhoud
„ binnen of buiten 's Lands ter hunner keure zor-
gen zouden." Doch zy maakten allen zwaa-
righeid om dit te belooven. Henrikus Leo alleen
verbondt zig, den Staaten te gehoorzaamen.
Ook tekende hy, naderhand, een gefchrift,
welk men de A&e van Stil/land noemde, en
welk ook, door verfcheiden' anderen, onder-
fchreeven werdt, die zig, zo wel als hy, verbon-
den niet meer te prediken. Den overigen ge-
daagden , na 't eindigen der Sinode, tegen den
tweeden van Hooimaand, in den Haage ontboo-
den zynde, was dezelfde Aéle ook voorgelegd;
doch zy haddenze geweigerd te tekenen. Zy
werden, hierop, allen gebannen, uit de Veree-
nigde Gewesten en uit het gebied der algemeene
Staaten: en, kort daarna,vervoerd. Tien Pre-
dikanten en de gewezen Profesfor Episkopius
lieten zig naar Waalwyk in Brabant brengen,
twee naar Nieuwenhuis, in 't Graaffchap Ben-
inern, en een naar Huisfen, in 't Land van Kleeve.
Daarna, werden nog verfcheiden' andere Re-
monftrantfche Predikanten, om 't bywoonen der
Byeenkomst te Rotterdam, die men hieldt tot op-
roer te (trekken, gebannen en naar Waalwyk ge-
voerd (ff). Het Hof van Holland (f) en de alge-
meene Staaten verbooden den afgezetten Re-
monftrantfchen Predikanten het houden van
openlyke of heimelyke Vergaderingen, onder
zwaare boeten (V). Ook werden deeze hunne
Ver-
CO HUtar. Verh. f. 216 enz. Brandt III. Deel, il. 662-699,
Cfj Bhaniit III.
Deel. tl. 764 tnz.
\g~y Zie de Plak. egt, Uvtshboo. Onderz. deizelven.
-ocr page 389-
XL. Boek. HISTORIE. 387
Vergaderingen, op verfcheiden' Plaatfen, door j&g,
Soldaaten en Geregtsdienaars, geftoord; zon--------
der dat zy, door herhaalde Vertoogen, aan de
Staaten van Holland en aan de Wethouders van
verfcheiden' Steden, eenige vryheid zagen te
verwerven. De Kerken en Plaatfen der afge-
zetten werden , door Contrafemonftrantfché
Predikanten, ingenomen: 't welk, in fommige
Steden, gelyk te Gouda, en in verfcheiden*
Dorpen, daar de Remonftrantschgezinden een
groot getal uitmaakten, niet zonder veel te-
genfporreling der Gemeente,xgefchieden kon
(£). De heimelyke Vergaderingen derRemon- De Re-
ftranten werden, ondertusfchen, aangehouden, mon-
en 't leedt niet lang, of verfcheiden' gebannen' ?ra"dte*
en vervoerde Predikanten keerden wederom helmeiy-
in 't Land, om hunne of andere Gemeenten, in keVerga-
ftilte, naar hunne begrippen, te ftigten.
         deringen*
Na 't veroordeelen der Remonftrantfche 11.
Leere en Leeraaren op de Sinode * vondt men Verande-
ook raadzaam, 's Lands Hooge Schoole * te Lei- ^Land**
den, te hervormen. Om hiertoe den weg te Hooge
baanen, was 'er, in Slagttnaand des voorleeden Schoole,
jaars, reeds eenige verandering gemaakt, in 'eLei'
het Kollegie der Heeren Curateuren of Bez'or* en*
geren der Hooge Schoole * die de zaak der Re-
monftranten, naar men dagt, te zeer, waren
toegedaan geweest. De Staaten van Holland
hadden, by raade zyner Doorlugtigheid, be-
flooten, dat de Bezorgers, om de drie jaaren,
zouden afgaan, en voor de eerfte reize, in
Sprokkelmaand deezes jaars. Hierdoor, raak-
ten de Heeren van Mathenes en van der Myle
uit
VO BR/VJWr in* Deel, il. 809.
Sb 2
-ocr page 390-
388 VADERLANDSCHE XL. Boek.
i(5rj). uit het bewind der Hooge Schoole, en Jonk-
———heer Joan van Wasfendar en Duivenvoorde $
Heer van Duivenvoorde, Heer Adrtaan Pauw,
Ridder, en Meester Rochus van den Honaart,
Raad in denHoogenRaade,werden tot nieuwe
Curateitren benoemd (f). Deezen ftelden, in
Hooimaand, Gerardus Joannes Fosfius, Re-
gent , en Kaspar Barlaus, Onder Regent van
het Theologisch Kollegie, uit hunne ampten.
De eerfte werdt, daarna, Profesfor der Welfpree -
kendheid, te Leiden, en vervolgens Profesfor
der Hiftorien op de Doorlugtige Schoole te
Amfterdam. De andere, die, door de Zuidholr
landfche Sinode, tot alle Kerkelyke diensten ,
onbekwaam verklaard was, tekende de Acte van
Stilftand, en werdt, na eenigen tyd, ook tot
Profesfor der Welfpreekendheid, op dezelfde
Doorlugtige Schoole, te Amfterdam, beroepen.
Festus Honimius, die Scriba op de Sinode ge-
weest was, werdt Regent in Vosfius ftede.
De Remonftrantschgezinde Studenten werden
ook uit het Kollegie gezet (k). Voorts, werdt
de Hooge Schoole voorzien van Profesforen,
die der Sinodaale Leere waren toegedaan. Mid-
lerwyl, hielden de byzondere Sinoden zig be-
zig , met het fchorfen en afzetten van Predikan-
ten, die voor Remonftrantsch bekend waren,
of verdagt gehouden werden. De Rectoren en
Schoolmeesters der Latynfche en andere Schoo-
ien liet men, daarna, ook de Sinodaale Kanons
aanneemen, by fchriftelyke Atte. Ook werdt
zulks, op fommige plaatfen, den Orgelistenaf-
ge-
CO Refol. Holl. 17 A'ov. irti8. U. 375.
<*) IïRANdt Hl. Dal, il. 841-85», 388-8j>8, 9i8-9«5r
-ocr page 391-
XL. Boek. HISTORIE. 389
gevorderd (/). In Holland niet alleen; maar 1619.
ook in 'tStigt, in Gelderland en inOverysfel, .-------
werden de Remonftrantfchgezinde Predikan-
ten afgezet van hunnen dienst (m). 't Getal der-
zelven beliep, in 't geheel, omtrent tweehon-
derd , van welken 'er omtrent tagtig ten Lande
uit gebannen werden. Zeventig omtrent teken-
den de Adte van Stilftand: van welken 'er om-
trent twintig hunne tekening herriepen. Ruim
veertig weeken, in deezen tyd en federt, af
van de Remonftranten, onder welken 'er eeni-
ge weinigen waren, die tot de Roomfche Kerke
overgingen, of tot een ergerlyk leeven vervier
len. De meeften koozen dezyde der Contrare--'
monftranten. Eenigen hielden zig op zigzelven ,
zonder zig by eenige gezindheid te voegen (»). in.
Te Waalwyk, werwaards verfcheiden' ge- Vergader
bannen' Remonftrantfche Predikanten gebragt ""* der
waren, kwam, eindelyk, zo groot een' toevloed ft^en'
van deeze Broederfchap, dat men befloot eene te Am-'
Vergadering te beleggen, te Antwerpen; al- werpen,
waar Uitenbogaard en eenige anderen zig ont-
hielden. Hier werdt, omtrent den aanvang van
Wynmaand, onder anderen, orde gefield op de
bediening der Kerken in 't Land. Ook regtte
men een Kollegie op, beftaande uit zes Direc-
teurs of lieftierders, Uitenbogaard, Episko-
pius, Grevinkhoven, Eduard Poppius, Karel
Niellius
en Joannes Amoldus Corvinus. Door
dit Kollegie, of door de drie eerstgenoemde Di-
recteurs, kreegen fommige Remonftrantfche
Leeraars last, om de Gemeenten in 't Land, hei-
melyk,
(O Rrandt III. Deel, bl. S53.888. 912-917. 925-939.
(»O Brandt III. Deel, bl. 939-976. IV. DeU, hl, I eaXm
O) JinaNDT IV. Ucely il. 16.
Bb3
■«
-ocr page 392-
390 VADERLANDSCHE XL. Boek.
iSip. melyk, te gaan bedienen: gelyk, door eenigen,
■s------met veele vrymoedigheid gefchiedde (o). Bui-
ten Rotterdam, buiten Hoorn, en te Leiden,
werden de Vergaderingen der Remonftranten,
meermaalen, geweldiglyk geftoord; by welke
gelegenheid, ook fommigen doorfchooten ,
of, op andere wyzen, mishandeld en beroofd
zyn, door het Krygsvolk (ƒ>).
Veenhul- Omtrent deezen tyd, belloot het Lid der
zen en Ridderfchap van Holland, by meerderheid van
j^"leer ftemmen, de Heeren van Veenhuizen en van
niet meer
der Myle, die elk met eene Dogter van den
befchree- onthalsden Advokaat gehuwd waren, niet meer
▼en on- onder de Edelen te befchryven (#). Van der
Edelen Myle, die eenige maanden in Frankryk ge-
weest , en nu wederom herwaards gekeerd was ,
werdt, om het fchryven van eenige brieven,
welken men hieldt der tegenwoordige Regee-
ringe en den Prinfe te na te fpreeken, op Goe-
reede gebannen (V). De verdreeven Koning
vanBoheeme verzogt, op 't einde des jaars 16a i,
aan de algemeene Staaten, of hy wederom in
den Haage mögt komen woonen. Doch dit ver-
zoek werdt van de handgeweezen(Y). In't vol-
gende jaar, vergunde men hem egter, op her-
haald verzoek der Koninginne van Boheeme,
dat hy zyn verblyf houden mögt, in de Bever-
De Zoo- wykCO- Doch nu, in 't jaar 1619, floegen de
nen des Gekommitteerde Raaden den Prinfe ook voor,
Advo-
                                                                   of
(o~) Brandt IV. Deel, hl 40-51.
(0) Brandt IV. Deel, hl. 52-57, 60-71.
(tf) Refol. IJöll. 18, 29 Oèlöb. 14 JJcc. \Cyj. hl. 240, 243, 244»
290. Brandt IV. Deel, hl. 157.
Cl)
Rcfol. Holl. Jl5 Dectmb. ifao. hl. 3^5.
CO Relnl. Hol!. 21 Decemb. \6.\\'. W. 253
(O Refol. Holl. 23 Maart 4 May 1622. lil. 55, 85.
-ocr page 393-
XL. Boek. HISTORIE. 391
of 't niet geraaden ware, Reinier van Olden- 1619;
barneveld, Heer van Groeneveld, oudften
Zoon des Advokaats, te verlaaten van zyn kaats va«
ampt van Luitenant-Houtvester: doch zyne hunne
Doorlugtigheid befloot hiertoe eerst in den vol- ""riaa-
genden Zomer; wanneer de Heer van Groene- ten.
veld ook van zyne waardigheid van Heemraad
van Delfland ontzet werdt («"). Ten zelfden ty-
de, werdt zynen Broeder, Willem van Olden-
barneveld, Heere van Stoutenburg, het Bevel-
hebberfchap over Bergen op Zoom benomen.
Doch zyn Ritmeesterfchap heeft hy verkogt
(V). In Wintermaand, te vooren, was 'er, op
nieuws, door Gemagtigden van den Prinfe en
Gekommitteerde Raaden, buitens tyds, veran-
dering gemaakt, in de Wethouderfchap te Gou-
da , alwaar men, tot hiertoe, de Remonftranten,
onverhinderd, hadt laten byeenkomen (V). Te Verfchei-
Leiden, werdt de Schout, Lot Huigenszoon den'
Gaal, dien men hieldtte flap tezynin't ftooren sJ:lls0^te_n
der Remonftrantfche Byeenkomften, verpligt, f™rjsfe)J*"
zyn ampt af te leggen, welk toen gegeven werdt afgezet.
aan Meester Willem de Bont y die fterkery verde
(ar). Ook kwam men, eerlang, tot het afzetten
van verfcheiden' Baljuwen, Schouten en Sekre-
tarisfenten plattenLande; die ofilemonftrantfch
waren, of geagt werden, te veel oogluiking te
gebruiken , omtrent de Remonftranten (j).
Ook werdt Lancelot van Brederode, Raads-
heer in den Hove van Holland, die merkelyk
van
C«) Rer0l.H0ll.3I Oäoi. iC)I9. bh 246.7,10 July IÖ2". II.
I20, 126.
Cr) Rranut IV. Deel, hl, 201.
O) Brandt IV. Deel, hl. 78.
tx) Refol. H«ll. lAng. 14,20/Jee. ifito- W. 194.7.80,290, jos1
{yj Refol. IIoll. iy Jr.n,i62i. W.13.BrandtIV.Z»«/, W.202-301.
Bb 4
■•
-ocr page 394-
392 VADERLANDSCHE XL. Bpek;
1Ä19. van zyne mederaaden verfchilde, over 't uit-
-------voeren der Plakaaten tegen de Remonftranten,
in de Lente des volgenden jaars, verlaaten van
zynampt(z). 't Bleek klaarlyk, dat men voor-
hadt, geene Remonftrantfchgezinde in de Re-
geeringe meer te dulden. Zelfs floeg Haarlem»
in Wintermaand des jaars 1619, voor, of meu
allen, die, in de Wethouderfchap der Steden,
ontvangen werden, niet, by eede, behoorde
te verbinden aan de Hervormde Leer, zo als
dezelve thans, hier te Lande, gepredikt werdt,
de Privilegien daarnaar uitleggende, of fchik-
kende («). Doch ik vind niet, dat, hierop, ten
deezen tyde, iet beflooten werdt. Zulken, wy-
ders, die zig bemoeiden met het verzamelen
van penningen tot onderfteuning van de zaak
der Remonftranten, raakten ook, op verfchei-
den'plaatfen, in zwaarigheid. Paulus Stochius,
een der ontilaagen' Vroedfchappen te Leiden,
zat,ter deezer oorzaake,eenen geniimen tyd,
in hegte nis, en kwam niet los, dan na 't be-
taalen eener merkelyke geldboete (f). Rem
Egbertszoon Bisfchop van Arafterdam, wiens
Huis men, in 't jaar 1617. geplonderd hadt;
om gelyke reden, in 't begin des jaars 1620,
voor Schepenen, ontbooden zynde,verfcheen
niet, en week, eerlang, ten Lande uit, tot dat
hy 't, na de verandering der Regeeringe, in den
jaare 1621, waagde, wederom tekeeren (c).
IV. Terwyl de gevolgen der merkwaardige ver-
Klagcen                                                                            an-
(?) Rcfol. HoU.fi, io Maart, ifiao. U. 34, 38. Brandt IV.
Deel, hl. 203 enz.
(ff) Oefchv. Ant. van deezen tyd.
(* ) Urandt IV.Deel. b\. 164-176.
(c) nrieven van Verra. mannen. bU &zj, sjfi. Brandt IV*
9ed,
il. 183-'92, 610-5i7'
-ocr page 395-
XL. Boek. HISTORIE. 393
anderingen in Kerk en Staat der hoogeRegee- IgIp,
ringe geduurig werk verfchaften, viel 'er, in -------
andere gemeene zaaken, weinig voor. Men over 't
hieldt, van onzen kant, nog aan met klaagen, ^»keii
over het kwalyk houden van 't Beftand, door ^acnftal^
de Spaanfchen. De algemeene Staaten hadden,
in Sprokkelmaand, den Kollegien ter Admira-
liteit aangefchreeven, dat zy den Koopluiden
en Schippers, welken men, door het aanhou-
den en neemen hunner Schepen, merkelykena-
deden toegebragt hadt, aanzetten zouden, tot
het begrooten en opgeeven hunner fchade, bin-
nen den tyd van vier maanden (</)• Doch 't zee- Zea-
fchuimen der Biskaaijeren en Duinkerkeren fchuime-
hieldt, het gantfche jaar, aan. Ookdeedendie ^6"*
van Algiers den onzen veel afbreuk ter zee.
Doch in Oogstmaand, werden eenige Algier-
fche zeefchuimers, te Amfterdam, opgebragt.
Ten zelfden tyde, deedt de Regeering van Al-
giers eenen voorflag van Vrede aan de Veree-
nigde Staaten (>): doch 't liep nog tot in't jaar
162a aan, eer dezelve geflooten werdt. Mid-
lerwyl, hieldt het zeefchuimen aan, waardoor
die van Hoorn, in den Herfst en Winter des s
jaars 1620, wel omtrent veertig fchepen ver-
looren Cf). De fterke toerusting ter zee in Span-
ne maakte de Vereenigde Staaten ook onge-
rust, alzo men niet wist op wienzy gemunt wa-
re (g): doch deeze ongerustheid verdween,
door den tyd.
De onlusten tusfchen de Engelfche en Neder- Verdrag
land- tUifchen
00 Baudakt. Rfemor. XI. Dnek, II. 6.
Ce
) Rauoaht. Memor. XI. Koek, II. 7, 95.
Cf) Velios Hoorn, lil. 506.
(f) Baubaht. Meroor. XI. Boek, tl. aj.
Bb£
V
-ocr page 396-
394 VADERLANDSCHE XL. Boek.
1619. landfche Oostindifche Maatfchappy, welken,
-------in de jaaren 1613 en 1615, niet hadden kon-
de En- nen bygelegd worden, werden, eindelyk, in
en'^Ne- Zomermaand deezes jaars, gelukkiglyk , ge-
derland" ^ist:- Eenigen uit de Bewindhebbers en de Ad-
fchc vokaat der Nederlandfche Maatfchappy e, Wil-
Oostta- lem Boreel, hadden zig, eenige maanden te voo-
chfche ren ^ naar Londen begeven, alwaar zy, met de
fciiajv Engelfche Bewindhebbers, in onderhandeling
pye. traden. Men trof, eindelyk, op den tweeden
van Zomermaand, een Verdrag, voor dentyd
van twintig jaaren, binnen welken, de handel
in de Indien den beiden Maatfchappyen vry zou
ftaan, zonder dat zy dien eikanderen, door ver-
dragen met Indifche Mogendheden, doorfterk-
ten, ofop eenige andere wyzen, zouden zoeken
te beletten. Ook werdt befterad, dat men onder-
ling overeenkomen zou, wegens den prys, dien
beide de Maatfchappyen befteeden zouden
voor de Peper, te Bantam, en op andere plaatfen
van Groot Java. Elke Maatfchappy zou tien
Oorlogsfchepen onderhouden, totbefcherming
van den handel. Elk zou in 't bezit bly ven van
de Vestingen in de Indien, welken zy tegen-
woordig bezat. De Sterkten en bezettingen, in
de Molukken, Banda en Amboina, zouden on-
derhouden worden, uiteene belasting, door ee-
nen gemeenen Raad, uit beide de Maatfchap-
pyen aangefteld, te leggen op de waaren, die
uit deeze Eilanden zouden vervoerd worden.
Met Verdrag vervatte nog verfcheiden' ande-
re punten, welker fommigen, naderhand, na-
der verklaard werden (Ji). Doch ik meen, dat
het
f fti Aift. Publ. Aigl. Tom, Vi F. P. HL p, 115. A:tzej.-a
I. liest, ld, ti.
-ocr page 397-
XL.Boek. HISTORIE. 395
het nimmer volkomen onderhouden is.            1619.
Terwyl men, hier, aan dit Verdrag arbeid- -------
de, gaf het onderling misnoegen tusichen de Verhaal
twee volken in Indie, onder anderen, gelegen- yan hec
heid, tot het ftigten van Batavia, op 't Eiland ^^m
Java, alwaar de Nederlandfche Maatfchappy, jakntra
iedert, den zetel haars handels gevestigd heeft, en hec
't Zal niet ondienftig zyn, hier, van den aanleg ßißten
deezer beroemde Koopftad, waarvan, dat met ™j **
reden vreemd fchynen mag, onze Hiftorie-
fchryvers, die deezen tyd beleefd hebben ,
naauwlyks eenig gewag maaken, een beknopt
berigt te geeven.
De Maatfchappy hadt haaren bevelhebbe-
ren in Indie, reeds in 't jaar 1617, gelast, een
bekwaam ftuk Lands van den Koning van Ja-
katra of eenige andere Javaanfche Mogendheid
te koopen, tot het ftigten eener Stad en Sterkte,
alwaar men den voorraad der Indifche en Ne-
derlandfche waaren zou mogen ontvangen en
bewaaren (f). Eenige jaaren te vooren, hadden
de onzen reeds eene wooning gehad, te Jakatra
aan-den zeekant, beoosten de Rivier Tangerang,
waartoe zy den grond van den Koning gekogt
hadden (&). Doch Jan Pieterszoon Koen, in 't
jaar 1618, het opperbevel over Nederlandsen
Indie bekomen hebbende, zogt, hieromtrent,
eene nieuwe Stad en Sterkte aan te leggen, en*
daartoe, insgelyks, verlof te bekomen van den
Koning van Jakatra. Terwyl men hierover han-
delde , kreeg Koen vermoeden, dat de Koning>
met de Bantammers en met de Engelfchen, die
zig
CO T- Camphots Tlatavias Grondveft. in Valentyn Oostigit.
IV. üèel, 1. Stuk, il. 4»y.
(<0 Cami'huys il. 435.
-ocr page 398-
39* VADERLANDSCHE XL. Boek.
«Sip. zig te Bantam en te Jakatra onthielden, in hei-
melyke onderhandeling getreden was , om
hem en de zynen, die 't reeds te Bantam naauw-
lyks houden konden, ook van Jakatra te ver-
dryven. Hy valt hierop, bedekcelyk, aan 't
verfterken van de wooning derMaatfchappye:
't welk, toen 't gemerkt werdt, groote agter-
dogt verwekte by de Engelfchen en Javaa-
nen. De Stad Jakatra werdt toen ook geiterkt.
Men befloot zelfs de Sterkte der Nederlande-
ren , met eenige Schanfen, daar Engelsen ge-
fchut op geplant werdt. Maar Koen vernielde
ze, eerlang, vernomen hebbende, dat de En-
gelfchen een fchip der Maatfchappye geno-
men hadden, en verdere vyandlykheden dreig-
den. Kort hierna, verliet hy de nieuwe Ves-
ting , op de tyding van 't naderen eener Engel-
fche Vloote, 't bevel over dezelve laatende aan
Tiet er van den Broeke. Hy ftak, op den laatften
van Wintermaand des jaars 1618, met zeven
fchepen, in zee, raakte flaags met de Engel-
fchen; doch week, eerlang, naarAmboina, al-
zo de Engelfchen, nieuwe verfterking van fche-
pen gekreegen hebbende, hem veel te magtig
geworden waren. De Vesting te Jakatra, toen,
door de Engelfchen, te water, en door de Ja-
vaanen, te lande, belegerd zynde, werdt 'er,
op den negentienden van Louwmaand deezes
jaars, een Verdrag getroffen; waarby den Ko-
ning van Jakatra zesduizend Ryksdaalders wer-
den toegelegd, en voorts bedongen, dat de
Wooning der Maatfchappye niet verder ver-
merkt zou worden (/). Alles fcheennuinrust:
toen
CO Camphuys tl. 421-434.
-ocr page 399-
KL. Boek; HISTORIE. fyf
toen van den Broeke, ter maaltyd genodigd
by den Koning, met eenigen der zynen, vast-
gehouden en in böeijen gefmeeten werdt. Dit
fcheen 't bedryf der Engelfchen, die de onzen
haast noodzaakten tot een Verdrag, waarby men
beloofde, hun de Vesting te zullen opgeeven.
Doch 's daags na 't fluiten van dit Verdrag, welk
op den eerften van Sprokkelmaand gefchied
was, rukken de Bantammers, of aangepord
door de onzen, of, om dat zy den Koning van
Jakatra de Sterkte en fchatten der Nederland-
fche Maatfchappye misgunden, onverhoeds,
in Jakatra, berooven den Koning, die liegt
werdt bygellaan van dezynen,ineenenöogen-
blik, van zyn gebied, en verzenden hem in bal-
lingfchap. Van den Broeke en de andere gevan-
genen werden toen naar Bantam gevoerd; daar
zy nog eenige weeken zaten. Midlerwyl, bleef
de nieuwe Vesting nog in de magt der onzen,
die, federt, handelden, om zig onder de be-
fcherming des Konings van Bantam te begee-
ven. Doch 't liep aan tot den elfden van Lente-
maand, eer men omtrent de voorwaarden o-
vereeti kwam (m). De Koning Van Bantam wei-
gerde ze nogtans te bevestigen. Ook dreigde hy,
federt, de Vesting, met geweld, aan te tasten*
De Javaanen arbeidden zelfs reeds aan eene
fchans of bolwerk, niet verre van de Wooning
der Engelfchen: doch de onzen verdreeven hen
uit hun voordeel, 't Leedt egter niet lang, of zy
vielen op nieuws aan 't werk. Doch 't verfchy-
nen van Jan Pieterszoon Koen, met eene Vloot
van agttien fchepen, op de reede van Jakatra,
deedt
C«0 Camphuys il. 435-457-.
-ocr page 400-
39 Ö VADERLANDSCHE XL. Boek.
1619. deedt de zaaken veranderen van gedaante. Dé
■—— Engelfche Vloot, die, tot hiertoe, in de Straat
van Sunda, gekruist hadt, was, op zyne aan-
komst , van daar, geweeken. Koen, zig gera-
tende op Jakatra, niet op den Koning van Ban-
tam verftoord te zyn, liet deezen weeten, dat
hy zig onzydig hadt te houden. En, zonder hier-
op befcheid te wagten, of hem tyd van beraad
te geeven, valthy, uit de Vesting, aan't hoofd
van omtrent duizend man, in dertien vendels
verdeeld, aan op de Stad, die flegts door een
fteenen bolwerk, aan de Noordzyde, en aart
eenen anderen oord, door eene fehutting van
dikke planken $ befchermd werdt. Zy was in
een oogenblik veroverd. Koen nam 'er bezit
van, uit den naam der Nederlandfche Oostin-
difche Maatfchappye, op den dertigften van
Bloeimaand («). Hy vorderde, federt, het flaa-
ken der gevangenen te Bantam, waarin de Ko-
ning bewilligen moest. De Engelfchen verlie-
ten deeze Stad, kort hierna. Doch de Koning f
den onzen den handel te Jakatra belemmeren-
de, haaldezig, eerlang, eene Oorlogsverklaa-
ring op den hals. Ook duurden de onlusten tus-
fchen de Maatfchappy en hem verfcheiden jaa-
ren (<?). Wy zullen, hierna, de gelegenheid
waarneemen, om 'er eenig nader verflag van
te doen.
Twee maanden omtrent voor Koens aan-
komst , hadden de hoofden der bezettinge, op de
nieuwe Vesting te Jakatra, beflooten, aan de-
zelve den naam van Batavia te geeven (/>), in-
ge-
('O CxUttWtS hl. 459-4K3.
(oj Camphuvs bl, 484-4(j().
CjO Camphüys bl. 457.
-ocr page 401-
XL. Boek. HISTORIE. 399
gevolge van eenen last, reeds in 't jaar 1617 «sip.
gegeven, door de Maatfchappye, behelzende, ~ . ■-
„ dat de Plaats of het Landfchap, alwaar men
5, het Hoofdkantoor der Maatfchappye vesti-
w gen zou, Batavia, en de irmooneisBatavk-
jj ren geheeten zouden worden." Doch Koen
toonde zig misnoegd, dat zulks zonderzyne
kennis gefchied was. Ook deedt hy den nieu-
wen naam, dien men boven de poort van 't Huis
Mauritius gefchreeven hadt, terftond, uitvee-
gen (ij'), voorts, zorg draagende, dat de naam
Batavia, ingeeneopenbaarefchriften, gefpeld
werdt, voor Oogstmaand des jaars 160.1,wan-
neer 'er bevel kwam uit het Vaderland „ dat de
„ Stad en 't Kasteel, gebouwd in 't Koningkryk
w van Jakatr a, voortaan, Batavia genoemd zou
„ worden(r)." En't is dit Batavia, dat, federt,
in getal en aanzienlykhcid van gebouwen, van
tyd tot tyd, zynde aangegroeid, veele jaaren ag-
tereen, en nog tegenwoordig, onder de voor-
naamfte Kooplieden der weereld gerekend is
geworden. De Opper-Landvoogd en Raaden
van Nederlandsch Indie houden 'er hun ge-
woon verblyf, en de Maatfchappy voorziet,
van daar, en Indie en het Vaderland van vee-
lerlei Koopwaaren.
De binnenlandfche kryg in Boheeme, die, v.
reeds in't voorleeden jaar, ontfteken was, hadt Oor-
merkelyken invloed op den ftaat der Veree- 'frt0^
nigde Nederlanden: waarom wy niet voorby o'oriog ii
können, hier, eenig verflag te doen van de Bohee-
oorzaaken deezes krygs.
                               me.
Men hadt, in dit Koningkryk, federt meer dan
eene
(?) P. van den BaoEcKE Voyïgie, tl, 994'
\r) Campiiuts tl, 489*49i.
-ocr page 402-
4oo VADERLANDSCHE XL. Boek,
ifitp. eene eeuw, openlyk, belydenis gedaan van twee-*
------ derlei Godsdienst. De Husüten>welker belyde-
nis fub Utraque genoemd werdt, om dat zy het
Avondmaal onder beide de gedaanten ontvin-
gen , en de Roomsch Katholyken, welker Leer
men fub Una noemde, om dat zy 't Avondmaal
bedienden onder de gedaante van brood alleen;
beleefden hun begrip even vry volgens de wet-
ten. Zelfs was Keizer Sigismond niet voor Ko-
ning erkend, dan na hy toegeftaan hadt, dat
niemant dan die in 't gevoelen der Husficen was ,
Burger in Praag zynmogt. Menonderhieldtdit
Verdrag, tot in 't jaar 1570, wanneer Maximi-
liaan de II. te wege bragt, dat een Roomsch-
Katholyk, met het Burgerfchap, vereerd werdt.
Een ander verwierf dezelfde gunst, in 't jaar
1599. Daarna, werdt het Verdrag met Sigis-
mond, meer dan eens, gekrenkt. De Jezuiten
werden, in Praag, ontvangen, 't Getal der
Roomschgezinden nam, door dentyd,zoiterk
toe, dat de Hervormden zig te vrede moesten
houden, dat hun, door Rudolf den II, vergund
werdt de Ampten van Regeering, te gelyk met
de Roomschgezinden, te mogen bekleeden. De
Keizerlyke Amptenaars in Boheeme weigerden
egter dit Verdrag af te kondigen, beweerende,
dat het te nadeelig ware voor den Roomfchen
Godsdienst, en dat men 't den Keizer, belem-
merd met den kryg tegen de Turken, zyns on-
danks, hadt afgedrongen. Matthias, zynen
Broeder Rudolf, in 't jaar 1614, zynde opge-
volgd , gaf den Hervormden nog meer ftof tot
klaagen, over 't fchenden hunner voorregten.
De Keizer daarna, zynen Neef, Ferdinand, tot
zynen aanftaanden opvolger in 't Koningkryk,
wil-
-ocr page 403-
XL. Boek. HIStORlfc 401
willende doen verklaaren, befchreef, ten dien i<5ij>.
einde, de Stenden van Boheeme alleen, zon- ' • '
der daaronder te rekenen, die vanSilefie, Mo-
ravie en Opper- en Neder Lausnits, fchoonzé
met die van Boheeme vereenigdwaren. DeBo-
heemfche Hervormden, hierover te onvrede,
verfcheenen, in kleinen getale, op den Land-
dag, alwaar de Roomfchen, verre de meerder-
heid hebbende, volkomen voldeeden aan 's
Keizers begeerte. Ferdinand werdt zelfs ge-
kroond binnen Praag (f), enhieldt, federt, zyti
hof te Grats. Maar de Verdedigers desKoningk-
ryks, een zeker getal van aanzienlyke luiden,
aangefteld door de Stenden, om de hand te hou-
den aan 't naarkomen der oude vöorregten, be-
fchreeven de Stenden des Ryks en der ingelyf-
de gewesten , in welker Vergadering een
fmeekfchrift werdt ingefteld, waarby men den
Keizer, om 't herftellen der vöorregten, verzogt.
Voorts, befloot meri, in den Zomer der jaars
1618, wederom te vergaderen, om 's Keizers
antwoord te overweegen» Maar Matthias gaf,
in plaats van te antwoorden, zynen Stedehou-
der in Boheeme bevel om den Stenden het by-
eenkomen te beletten. Deez' vondtzig, hiertoe *
nogtans niet magtig. De Stenden, zyns ondanks ,
vergaderd zynde, hadden hertsgenoeg, om zig
van eenige Keizerlyke Amptenaars te verzeke-
ren , drie van welken * uit de vensters van't Kas-
teel , werden dood gefmeetem Terftond daarna ,
Verbonden zy zig, onderling, tegen elk, die hun
zou willen aantasten; en, verneemende, dat de
Kei^
f O Apol. Ordin. lUgni Rolicm, fub utraquc ed'it, l6iy. STRüi
Vil Corp. Hift. Gcrai. TV/. II. p. 2051.
X» Deel.           Ce
-ocr page 404-
4Ó4 VÄDERLANDSCHE XL. Boek.
.1619. Keizer zig tegen hen toerustte ten oorloge, ftel-
»___1 denze vierentwintig Befchermers aan, die magt
kreegen, om krygsvolk te werven, en belastin-
gen te leggen op de onderzaaten des Koningk-
ryksender ingelyfdeLandfchappen. De Aarts-
hertogen Albertus en Izabelle deeden ook een
Leger verzamelen ten dienste des Keizers, die
dèn Oraave van Bücquoi het opperbevel gaf
óver den voorgenomen togt naar Boheeme. Ds
Graaf Emfl van Mamfeld hadt het gebied over
't Leger der Stènden.
K izer In deezen ftand der zaaken, overleedt Kei-
Matthias zer Matthias, op den twintigften van Lente-
lterft. maand deezes jaars 1619 (f). Ferdinand deedt
Fcrdi- zi terftond, uitroepen voor Koning van Bo-
ïivoiet heeme, en kwam, in die hoedaanigheid, te
hemop: Frankfort, alwaar hy, op den agtentwindgften
Fredrik van Oogstmaand, ook tot de Keizerlyke waar-
de V. digheid verheeven werdt («). Maar de Stenden
raits- van Boheemé, gezwooren hebbende, dat zy
jOTaf aan ^m niet voor Koning erkennen zouden, ver-
ZuS*' kooren, tot deeze hoogheid, Fredrik, Palts-
Zoon
van traaf adn den Ryn, die, in den jaare 161 a, ge -
Prinfe \Xo\iwd was, mét Elizabet, Dogter van Jakob
Mautits, (<ien j jj,oning van Groot Britanje. Hy begaf zig,
Konh,«0'■terftond,'näaWWaag,alwaar hy, in Slägtmaand,
van Bo- pekroond werdt. Midlerwyl, hadden ook de
heeme stenden van Hohgarye Ferdinand Verworpen ,
verkoo- en ijjqftfétëm Gabor, Vorst van Zevenbergen,
rC1!' met de Koriingklykë waardigheid;, vereerd.
*£ De Staaten der Verëenigde Nederlanden, uit
ten nee-" deeze beweegingen, eenen oorlog in Duitsch-
land te gemoet ziende, waarin de zaak der Pro-
ö                                                tes-
O iUuDAnT. ritcmor. Xr. Bnelc., tl. 21.
ii) S'iauvu Corp. lid- G.nn. ÏV.v. 11. f S059.
i
-ocr page 405-
XL. BoUit. HISTORIE.
403
teftanten,en gevolglyk 00k de hunne veel zou 1619,
können télyden hebben, zogten Koning Jakob-------;
te beweegen, om zynen Schoonzoon byteftaan. men deel
Ook hielden zy een waakend oog op den togt |ndezaa-
van 't Leger der Aartshertogen, welk, in 't Land B?hc?
van Luxemburg verzameld zynde, omtrent den me.
aanvang van Herfstmaand, gereed was, om, on-
der Graave Henrik van den Berg, naarDuitsch-
land te trekken. Prins Maurits, die zig 't belang
Van den verkooren Koning van Boheeme, eenen
Zoon zyner halve Zuster, Louife Juliana, ook
zeer ter herte liet gaan, gaf aan alle de Staat-
i'che Ruitery en aan duizend of twaalf honderd
Muskettieren bevel, om het Leger der Aarts-
hertogen op zyde te blyven, en zorg te draa-
geu, dat het den Duitfchen Bondgenooten der
Staaten geen nadeel deedt. Doch eenige op-
ïchuddingen, inBrusfel en elders, gereezen, o-
ver 't opftellen van nieuwe belastingen, ftrem-
den deezen togt, en noodzaakten de Aarts-
hertogen, om het Leger te doen fcheiden* en in
de oproerige Steden te verdeden (v). De Ver-
ieènigde Staaten, midlerwyl, hun Volk by der
hand willende houden, hadden, reeds in Gras-
niaand, hunnen onderzaaten verbooden, zig in
eenigen vreemden Krygsdienst te begeeven (W~)t
Hagchelyk ftonden, omtrent het einde dee- Staat van
zes jaars, de zaaken van Ferdinand ën Fredrik dea kryg
beide. De laatfte hadt verfcheiden' Duitfche !" Bo"
Vorsten, en de Vereenigde Gewesten op zyne ^1116*
zyde, die allen Krygsvolk, ten zynen behoeve, ,
verzamelden. Ook hadt hy zelf in de Palts-
tien"
fiO Baudart. Memor. XI. Hoek, */. 24.
(«O QJCOOt-PiakiKKt. II« btet, kot. v}4
Cc a
-ocr page 406-
404 VADERLANDSCHE XL. Boek
tórj). tienduizend man op de been gebragt, die naar
-
         Boheeme gefchikt werden. Men wil, dat hy,
zynen mededinger te magtig geweest zou zyn,
zo zyn Schoonvader hem behoorlyk hadt wil-
len byftaan. Doch deeze was thans met Filips
denIII, Koningvan Spanje, fterk in onderhan-
deling , over een Huwelyk tusfchen Karel, Prin-
fe van Wales, en eene Dogter van Filips; welk
hy ligtelyk begrypen kon, geenen voortgang
te zullen hebben, zo hy zig tegen de oogmer-
ken van 't Huis van Oostenryk, in Duitschland ,
wilde verzetten. Ook wist het Hof van Spanje
deeze Huwelykshandeling zo lang te rekken,
dat de zaaken van den Keurvorst-Paltsgraave
eenen gantsch nadeeligen keer genomen had-
den. Wat Ferdinand betreft, de afval der Hon-
gaaren belemmerde hem zeer. Ook kwam het
hem kwalyk, dat het Leger, in Luxemburg ver-
zameld , wederom gefcheiden was. Doch Ma-
ximiliaan, Hertog van Beyeren, en de drie Ker-
kelyke Keurvorsten hielden zyne zyde. De
Keurvorst van Saxen, die zig te vooren onzy-
dig verklaard hadt, werdt, door de aanbieding
van de Opper-Lausnits, mids hyze overmees-
terde, bewoogen, om 's Keizers zyde te kiezen.
De Paus zondt hem eenig geld toe, en de Ko-
ning van Spanje eenige manfchap uit Napels
en uit het Hertogdom Milaan (x).
VII. De Aartshertogen bragten, tegen 't volgende
De Aartä- najaar, een aanzienlyk Leger op de been, ten
hertogen dienfte des Keizers. Men begrootte het op zes-
taTttn* entwintigduizend knegten en vierduizend
Leger, paarden. De Markgraaf Spinola hadt 'er 't be-
vel
O) Rap™ Tom. VII, p. 135-123, 130-133*
-ocr page 407-
HISTORIE. 405
XL. Boek.
vel over. 't Volk was tusfchen Rynberk en We- 16*9.
zei byeen gebragt. Terwyl het verzameld-------
werdt, hieldt Prins Maurits zig, met zestien «n dicn-
vendelen knegten en dertig kornetten paarden, Jje.des
een uur gaans beneden Wezel, om op de bewee-
gingen des Markgraafs te waaken, en zig, daar-
na , met de benden, door de Duitfche Vorften
byeen gebragt, te vereenigen. Koning Jakot>
hadt zig laaten overhaalen, om vierentwintig-
honderd Engelfchen herwaards te zenden, on-
der Horatio Vere. Doch eer zy zig met de Staat- SpïtioJa
fche troepen vereenigen konden, hadt Spinola !ï'Vn_dc
reeds eenen inval gedaan in de Neder-Palts, rJdtsV
welke hy,ineene maandtyds, op Heidelberg,
Manheim en Frankendaal na, geheellyk be-
magtigde. Te vooren, hadt hy zig meester ge-
maakt van Dietz, in 't Graaflchap Nasfau, 't
welk deerlyk geplonderd was (y). In Wyn-
maand, kwamen de Engelfchen, verzeld door
de Staatlichen, onder Prins Fredrik Henrik,
eerst byhet Duitfche Leger, onder den Mark-
graave van Anfpach, in de Palts. Dochonee-
nigheid onder de Opperhoofden was oorzaak,
dat 'er weinig kon uitgevoerd worden. Ook
vorderde het ruwe jaargetyde, dat men de
Staatfche Ruitery te rug ontboodt» Doch de
Knegten en Engelfchen betrokken de Winter-
legeringen, in de drie genoemde Plaatfen van-
de Palts (z). Prins Maurits wierp, om Spinola Piapen-
den aftogt langs den Ryn naar Rees te beletten, m«,ts se-
eene fehans op, tusfchen Bon en Keulen, op ^r*
een Eilandje, Romperwaard genaamd. Men gaf, Ptjnfe
aan Maurits.
Cy) Relól. Holl. 11 Aug. «Jio. U. 194V
(z) RAfm Tom. Vil. p, 133, 135.
Cc 3
-ocr page 408-
4o6 VADERLANDSCHE XL. Boek;
i<5so. aan deeze fchanfe, naar haare vierkante ge-
-----— daante, den naam v&nPaapentrsuts (<z).DeKeur-
vorst van Saxen was, in Wynmaand, ook in de
Neder-Lausnits gevallen, welke hy zig geheeb-
lyk onderworpen hadt. De Hertog van Beye-
ren, Opper-Oostenryk bemagtigd hebbende.,
voegde zig, omtrent den zelfden tyd, by het
Leger onder den Graavevan Bucquoi. Dever-
Neder- kooren' Koning Fredrik hadt zyne magt in Bo-
laag van heeme byeen gebragt. De vereenigde Legers,
Fredrik eeI"ge Plaatfen in dit Ryk hebbende veroverd ,
by Praa- trokken regtaan op de Hoofdftad, omtrent wei-
ge. ke, in Slagtmaand, een bloedige flag voorviel,
waarin Fredriks Leger de nederlaag kreeg. Hy
zelf, in Praag gebleeven zynde, week, na
't ontvangen der fmertelyke tyding, met zyne
Gemaalin, Kinderen en eenigen Hofftoet, ter
Stad uit,zynenweg neemende naar de Veree-
Hy wykc nigde Gewesten. De Staaten, van zyne reize
land verwittigd, zonden hem eenige Ruitery te ge-
moet, die hem tot Emmerik begeleidde. Van
hier werdt hy, in een Jagt vanden Prinfe van
Oranje, den ftroom afgevoerd (£). In de Lente
des volgenden jaars, kwam hy inden Haage
aan. De algemeene Staaten ontvingen hem be-
leefdelyk, en deeden hem zynen intrek nee-
men in 't Huis van den Heere van der Myle (c).
Wyzullen,hierna,gelegenheid hebben, onfte
melden, hoe 't verder met de zaaken van den
verdreeven Vorst afliep.
VIII. Fredrik Henrik was nog op den togt naar de
Palts,
O") Van dp.n Sanpe VI. flnek, U. ?>6.
(b i Van den SANDK VI. lluek. bl. 87.
CO Rcfol. Holl. 9 Maan — 8 AprU 1621. IL 45. Aitziïma
I. Deel, l/l, 46.
-ocr page 409-
XL. Boek. HISTORIE. 407
Palts, toen zyne Moeder, die, in Grasmaand te ifi»,
vooren, naar Frankryk vertrokken was, te Fon- ■-------
tainebleau, in eene krankte viel, die haar, op Dood
den negenden van Wynmaand, uit het leeven f"^*"
nam. De togt haars eenigen Zoons maakte, haar., JjJ^c
terwylzy't bedde hieldt, zeer bekommerd. Zy van O
meende, dat men hem, die, zeide zy, te voo- ranje.
ren ook, om de zaak der Remonftranten, in ge-
vaar geweest was, naar de Palts zondt, om hem
op de vleeschbank te brengen. Zo ver liep de
zorg deezer tedere Moeder. Zy hadt, in Hol-
land zynd'e, den Remonftranten, metnaame Ui-
tenbogaard, groote gunst toegedraagen, en
heeft,desonaangezien, byde eene en de ande-
re partye, den naam van eeneGodsdienftige,
beleefde en minzaame Prinfesfe nagelaaten,
Eenige yveraars hadden haar egter zo lelyk
weeten af te maaien, dat zy, t'eenigen tyde,
door Delft rydende, met flyk geworpen, en
voor Arminiaanfche Hoer gefcholden, werdt.
Haar Lyk, naar Holland gevoerd zynde, werdt,
nogtans, inBloeimaanddes volgenden jaars, in
deeze zelfde Stad, in't graf van naaren overlee-
den Egtgenoot, Prinfe Willem van Oranje, by-
gezet ?d).
Eenige maanden te vooren, op den tienden Graaf
van Zomermaand deezes jaars 1620, was ook yu}cm
Graaf Willem Lodewyk, Stadhouder van Fries Wy ice,"
land, Groningen en Drente, te Leeuwaarden, Stadhou-
overleeden aan eene beroerte, die hem, zo fom- <•« vau
migen melden, aangekomen was, onder 't fchry- .Fnjj'"
ven van eenen Brief aan Prinfe Maurits, over't ^*t
gene
(J) Baddakt. Momor. XII. Dtitk, hl. 6g. Bbanot. IV. Deel,
tl»
394-3SS»- AuiiERY Memoir p. iy? 6' /uly.
Cc 4
-ocr page 410-
408 VADERLANDSCHE XL. Boek,
ifw. gene 'er te doen zou ftaan, in geval hy, Maurits,
-------fchielykaflyvig werdt (e). Hy hadt den Veree-
nigden Gewesten, veele jaaren agtereen, ver-
fcheiden gewigtige dienden gedaan, met naa-
me in den tyd van Leicester. Ook hadt hy de
nieuwe krygskunde eerst in gebruik gebragt;
die Maurits, op zyn voorbeeld, in grooter' vol-
Graaf maaktheid, oefende. Zyn Broeder, Graaf Ernß
Ernst Ka- j{afmir yan Nasfäu, werdt, meest door bewer-
Wq'jc king der Steden (ƒ'), na hem, Stadhouder van
Siadhou- Friesland. Doch 't Stadhouderfchap van Gro-
der van ningen en Drente werdt aan Prinfe Maurits op-«
Fries- gedraagen (g). De Stad Groningen bedong, by
pj)'^ deeze gelegenheid, de vrye Raadsbeftelling,
Maurits gelyk van ouds; welke zy, te vooren, aan Graa-
van Gro- ve Willem hadt moeten aflhan (Ji). De voor-
ïiingen naamfte punten van het Berigtfchrift voor
j™# ren- Qraave Ernst Kafimir liepen op deezen zin.
Berigt- ?> Hy was gehouden, 's Lands Staaten en der-
i'chrift „ zelver * Afgevaardigden, te eeren naar be-
v°°* „ hooren, ziggeenerlei gezag aanmaatigende,
Ernst'.0 » over de f Oppermagt en Hoogheid des Land-
* Gc'de- n fchaps. Voorts, zou hy,nevens deAfge-
putcer- n vaardigden der Staaten, 's Lands Voorreg-
&*' „ tenen Vryheden voorftaan ; op de Sterkten,
Tabu™' » die ter bezorging van Friesland ftonden,goe-
teit. „ de toezigt hebben ; de Krygsampten, die de
„ Staaten zelven niet vervulden, begeeven*
„ niet, dan by raade der Staaten of der Afge-
„ vaardigden, eenig Bevelhebberfchap over
„ eene Sterkte vervullen, en, in 't verleggen
»des;
( e~) Aitzema I. Deel, il. s.
(jry
AiT2*¥A h Deel., il,
tg) Hbanot IV. Duel, il. 285
C*j AiTaisMA I. Deel, l/l, j\
-ocr page 411-
XL.Boek. HISTORIE. 409
,, der bezettingen, zig gedraagen naar het Be- kj2o.
„ rigtfchrift der Afgevaardigden. Nog was-------
„ hem 't aankoopen van vaste goederen bin-
„ nen het Gewest ontzeid: 't welk den voor-
n gaanden Stadhouderen ook niet hadt vryge-
„ ftaan. Eindelyk, was hy gehouden den Her-
„ vormden Godsdienst, zo als dezelve thans
jj openlvk geleerd werdt, en in de Dordrecht-
„ fche Sinode vastgefteld was, doch alleen met
„ opzigt op de Leer, niet met opzigt op te
„ Kerkenordening, te handhaaven , zonder
„ daarin eenige verandering te maaken, of te
y> gedoogen (f)-"
Meester Adriaan Duik, Sekretaris derStaa- Meester^
ten van Holland, was ook, in deezenjaare, o- A"1.*""115
verleeden. Meester Andries de With, Penfio- worjt
naris van Dordrecht, die 't ampt van 's Lands Raad-
Advokaat, reeds eenigen tyd, by voorraad, r^'fio-
bekleed hadt, werdt toen ook aangefteld om ??"[ ^"
de pen te voeren, als Sekretaris (k~). Men hadt,
federt eenen geruimen tyd, reeds gearbeid aan
een nieuw Berigtfchrift voor den Advokaat,
dien men, in Oldenbarneveldsplaats, zou moe-
ten aanftellen (7). En men verkoor, in Louw-
maand des volgenden jaars 1621, na veele en
herhaalde raadpleegingen, tot dit gewigtig
Ampt, den Raadsheer Anthonh Duik. Doch
men vondt geraaden, hem niet meer /IdvokaaP^
maar Raad Penfionaris te noemen (;«_): 't zy om
dat de naam van advokaat, by 't gemeen, nu ge-
haat was, of om dat, aan een Ampt, welk men,
door
(i~) W'nsem. C'irrni. XX. flrei, W. pio.
(*"! Refol. Hol), a, 7 /Jee. 1620. lil. 24.?,, S54.
r/) Refol. Hol!. i7 /)ec. l6iy. il. 2y2.
(»O Refol. Hol!. 13, =1 Ju'y, 17, 21 Dcc. 1Ö20. VU 13%,
tßi, 2ÓS, »74. 2; Jiimmty jö^r hl, \6.
Cc;
-ocr page 412-
410 VADSRLANDSCHE XL. Boek.
Ȁ20. door een nieuw Berigtfchrift, eenigszins van na-
.——. tuur deedt veranderen, niet kwalyk een nieuwe
naam voegde. Aan Meester Andries de With »
die 't Ampt van Advokaat, twee en een halfjaar,
by voorraad , waargenomen hadt, werden,
voor deeze'n dienst, vyfduizend guldens toe-
gelegd O).
IX.
         De Weduwe en Kinderen des onthalsden Ad'
Olden- vokaats en de Huisvrouwen van Hogerbeets en
liarnc- ^ Groot, eenigen tyd te vooren, verzogt heb-
Hoger- bende» de verbeurdverklaaring van de goede-
heetsen ren der gevonnisten, met zekere ponden, te
de Groot mogen afkoopen, volgens de Privilegien, ga-
stoot-11 ven S'e^e8enne^» dat de gewezen' Regters, in
^eeid" Zomermaand, verklaarden, by 't vastftellen der
misdaad Sententien, van verftand geweest te zyn, dat de
van pe- veroordeelden, Daniel Trefel uitgenomen, mis^.
Hoet^e ^aad van ge^wetfte hoogheid begaan hadden.
ïiekib'e- Op welke verklaaring, de Groot, daarna, on-
gaan te der anderen, aanmerkte, dat zy te laat, en niet
lobben, door alle de Regters gelchied was (e). Doch de
Staaten verftonden, dat de verbeurdgemaak-
te goederen, ingevolge deezer Verklaaringe,
niet konden worden gelost Q>). 't Verzoek van
de vrienden der drie Heeren werdt nog eens
herhaald, in 't volgende jaar, en toen, door voor-
fchryvens des Heeren van Puyfieux, Sekretaris
van Staat des Konings van Frankryk, van 's Ko-
nings wege, onderfteund (#). Doch 't was 'er
zo ver vanaf, dat'er eeniggunftig antwoord op
zou gekomen zyn, dat men, in tegendeel, ter al-
ge-
(H1) Reib]. Hnll. <> Maart — 3 April löai. U. Q.
(f^ Grotius Verjntw. Cap. XVül. il. 166, 167, 168.
O) Bu/mnr IV. /te«/, U. ->88.
C?) Lit isn cliiCfihaml. ISrkf, gejagt. FoataheWeats iü /ïj>r»
T.Cl2i.
-ocr page 413-
XL.BOEK. HISTORIE. 4M
gemeene Staatsvergaderinge, befloot, inj zes 1620.
jaaren tyds, geene voorfpraak noch verzoek ...- -~~
voor de verweezen' en gebannen' Perlbonen toe
te laaten. Men nam, kort hierop, ook dierge-
lyk Befluit in de Vergadering van Holland, vast-
ftellende, in gelyken tyd vanzesjaaren, geene
verzoeken te ontvangen, tegen Ordonnantie»
of bevelen over veroordeelde, gebannen' of
vastgezette Perfoonen, door de Regters, de
algemeene Staaten, of die der byzondere Ge-
westen, gegeven (r): waardoor de weg tot alle
verder verzoek , vooreerst, geheellyk afge-
fneeden werdt.
De Vergaderingen der Remonftranten, bin- De Ire-
nen en buitenverfcheiden'grooteSteden,wer J5.Q8:
den, dit jaar, en het volgende, fterk voortge- "^"
zet, onaangezien zy, dikwils, geweldiglyk ge- vcr
ftoord werden, gelyk, onder anderen, weder- voigd.
om buiten Rotterdam, te Leiden en te Gouda
gefcbiedde : in welke laatstgemelde Stad, de
foldaaten, met fteenen, werden afgekeerd. Ver-
fcheiden' luiden werden, ter oorzaake van 't
aanleggen of by woonen deezer Vergaderingen,
in regten betrokken en in boeten beflaagen:
fommigen, die men hieldt deel aan eenig op-
roer gehad te hebben, werden gebannen (Y).
Doch van de Predikanten, die deeze Vergade-
ringen bedienden, raakten 'er, ten deezen tyde,
eenigeninhegtenis. Samuel Pr mee, weleer Pre- yer,r<;iiei-
dikant te Baardwyk, by Heusden, werdt, op ner p're-"
Goereede, betrapt, en, fterk gebonden, naar dlkamen
den raalcen in
fO RefM. Holl. 25 May — a6>«yi<Ï3i.«. u.rt. HrandtIV. heStöni
J)eel, hl. 518.
(.r) liRANUTIV.2?«/,W. 260-373,353-3?<>»*fe-4<J8,4?ö-VCJ
-ocr page 414-
412 VADERLANDSCHE XL. Boek.
1620.   den Haage gevoerd, werwaards, wat laater, ook
.......gevangen gebragt werdt Joannes Grevius, voor-
heen Predikant te Heusden, dien men, te Emme-
rik , gevat hadt. Ook voerde men, gevangkelyk,
derwaards Bernherus Vezekius, gewezen Predi-
kant te Egteld, in Gelderland. Menfmeetdeezen
in een afzigtelyk gat, daar hyagt of negen dagen
eenen ftank verdroeg, die, zo hy fchreef, naauw-
lyks te lyden was (V). Grevius en Prince wer-
den, eerlang, door de algeraeene Staaten, ge-
vonnist , om in het Rasphuis te Amfterdam be-
waard, en als andere Tugtelingen gehandeld te
worden. Vezekius werdt, te Haarlem, in 't Tugt-
1621.   huis gezet. Zy zaten tot in 't volgende jaar. Toen
-------raakte, in Zomermaand, ook I/aak Welfing>
weleer Predikant te Hoorn, te Gouda, in heg-
Sommi- terus- Hy werdt naar den Haage en op de Ge«
pen om- vangenpoort gebragt, en daarna voor 't Hof te
komen. regt gefteld. Doch na eenige weeken zittens
ontkwam hy, by nagt, uit de gevangenis, door
hulp van twee Saay werkers van Leiden; die zig,
hiertoe, door den afgezetten Predikant, Ber-
nardus Dwingk
, hadden laaten beweegen («).
In Oogstmaand daarna, werdt Sapma,,te Amfter-
dam, gevat, en meer dan eens verhoord voor
Schepenen, die met den man verlegen fchee-
nen. Hy zat tot den tweeëntwintigften van
Herfstmaand. Op dien dag, kwam zyne Huis-
vrouw hem in de gevangenis bezoeken, en
deedt hem haare kleederen aantrekken , in
welken hy, tegen den avond, uit de gevangenis
ging, zonder van iemant gekend te worden; al-
zo hy een' doek digt om de kin geloeid hadt,
met
(
O Rrieven van Verm. mannen, gedrukt 1662. lt. 545»
a) Brandt IV. Deel, l/l. 474.
-ocr page 415-
r"""i'HWHHnw.r-------q—.-------1-------ï^5
XL.Boek. HISTORIE. 413
met welken, zyne vrouw, als of zy met tand- ,Äät,
pyn gekweld geweest was, hem, te vooreh,........„—
was komen zien (V). Zy bleef eenige dagen zit-
ten : doch werdt toen los gelaaten. Twee dagen
voor't uitkomen van Sapma, was Vezekius,
eenen verroesten fleutel hebbende weeten te
bekomen, met welken hy de deur openen kon,
uit het Tugthuis te Haarlem ontfnapt Cyr).
Doch dit ontkomen gaf den Staaten van Hol-
land aanleiding tot een befluit, om de geban-
nen' Predikanten, die men in handen kreeg,
voortaan, naarLoeveftein te voeren: welk be- Amlerat
fluit eerst te werk gefteld werdt aan Simon Lu- worden
■ca Byflerus, gewezen Predikant te Ingen, inde naar Loc.
Betuwe, die, in Oogstmaand, buiten Rotter- H^w*
dam gevat en naar den Haage gebragt was, al-
waar hy, eerlang, tot eene eeuwige gevange-
nis , veroordeeld werdt. Men voerde hem, in
Wynmaand, naarLoeveftein, daar hy omtrent
tien jaaren gezeten heeft (ar). Grevius en Prin-
ce, die te Amfterdam in't Rasphuis zaten, zou-
den , meent men, ook dervvaards gebragt ge-
weest zyn, zo Sapma en eenige anderen geen
middel gevonden hadden, om hen, des nagts
tusfchen den twaalfden en dertienden van
Wynmaand, te verlosfen. Men hadt de fleutels
van de Kamers, daar zy zaten, weeten naarge-
maakt te krygen; en hielp hen, met touwlad-
ders op het dak, en langs houten ladders, zwart
geverwd, om in den donker minder gezien te
•worden, naar beneden (y). 't Ontkomen van
ver-
t»0 I?rani>t rv. Deel, il. 560-577.
(tO Rrandt IV. Deel, il. '$77, 57».
(x) Brandt IV. Deel, il. 543 ,'558.
t/J lilMNDT IV. Oeel, l/l. 575-51«.
-ocr page 416-
414 VADERLANDSCHË XL. Boek,
verfcheiden' Predikanten agtereen, uit de ge-
vangenisfen en Tugthuizen, was oorzaak, dat
'er, naderhand, weinigen in hegtenis raakten*
die niet naar Loeveftein gebragt werden. Nog-
tansfeheenen ze, in deezen kerker, ook niet wel
genoeg bewaard te zyn: 't welk, eenige maan-
den te vooren, gebleeken was aan de zonder-
linge ontkoming van Hugo de Groot, die ons,
hier, een weinig omftandiger, ftaat te vernaaien.
Hogerbeets en de Groot zaten, op 't Slot te
Loeveftein, elk in een afzonderlyk vertrek*
Hunne Huisvrouwen, die zig, nevens hen, lie-
ten opfluiten, hadden vryheid om de fpys te
bereiden en te kooken, en, op zekere dagen,
naar Woudrichem of Gorinchem te gaan, tot
het koopen van behoeften. Te Gorinchem,
hadden ze gemeenlyk haaren intrek by Abra*
ham Daatfelaar
, Koopman in lint en garen,
wiens vrouw, Joannavan Erp, eene Zuster was
van Thomas Erpenius, Hoogleeraar der Ooster-
fche taaien te Leiden, en boezemvriend van
beide de gevangenen, inzonderheid van de
Groot (z) Doch de Huisvrouw van Hogerbeets
overleedt op 't Slot, in Wynmaand des jaars
1620 (a). Maria Reigersbergen, Huisvrouw
van de Groot, onderhieldt de vriendfehap met
Daatfelaar, te Gorinchem. Alles wat de Groot
van 't Slot naar Holland zondt, en alles wat
"hem, van buiten, toegezonden werdt, deedt zy
'ten huize van Daatfelaar beftellen, die 't verder
voortfehikte. Langs deezen weg., was, meer«
ïöaalen, af en aan gebragt een koffer met boe-
ken, die, door Erpenius, Vosfiu« en anderen,
ltfSï.
Zonder-
linge
öiulfo-
jufng van
ïlugo de
Groot,
uit de
Loeve-
fteinfche
gevange-
nis.
aart
(2) K Brandt Leven van H- de Groot, hl. 217.
I«) K* I'Randi als l*v. 01. 231.
-ocr page 417-
XL Boek. HISTORIE. 415
aän de Groot geleend, en, na 't gebruiken, te igltt
rug gezonden werden. Want terwyl hy hier-----1
zat, fchreef hy verfcheiden' geleerde en god-
vrugtige werken : waartoe hy veele boeken
noodig hadt (&). De Kommandeur van 'tSlot,
Jakob Prownnk gezeid Deventer, Zoon van
den berugten Utrechtfchen Burgemeester, Ge-
rard Prounink Deventer, plag dit koffer, in 't
eerst, te doen openen; doch alzo hy 'er niets dan
boeken in vondt, liet hy 't, ten laatften, op en
afgaan, zonder 'er naauwer agt op te geeven. De
Groots Huisvrouw kreeg den eerften inval,
om haaren man, in dit koffer, van 't Slotte
laaten draagen. De vond geviel den gevangen'
niet kwalyk. Men bragt de kist in zyn Schryf-
vertrek, en bezogt, verfcheiden'reizen, of hy
'er in leggen, en hoe lang hy 't 'er, beflooten, in
harden kon. Toen nam men eenen dag waar,
dat Prounink naarHeusden verreisd was, zyn-
de den tweeëntwintigften van Lentemaand, en
verzogt zyne vrouw verlof, om een koffer met
Arminiaanfche boeken te verzenden: 't welk
gereedelyk verleend werdt. Met het aanbree-
Ken van den dag, begaf de Groot, na 't Hor-
ten van een vuurig gebed, zig in de kist;daar
hy zeer ongemakkelyk in lag, alzo zy maar vier
voet min twee duim lang was, en geene lugt
inliet dan door 't fleutelgat. Hy was in linnen
onderkleeding, en men hadt de holligheden in
de kist, met boeken en eenig garen, gevuld.
In 't afdraagen, klaagden de foldaaten over de
zwaarte van 't koffer, vraagende eikanderen,
vf 'er de Arminidan ook in kiogt iyn ? waarop
de
W) %.. Bbambt th zi?t 235, 33$, 9JJ-.
-ocr page 418-
4i<? VADERLANDSCHE XL. Boek*
i6*i. de Groots Huisvrouw antwoordde, "t zyn Armi-
"'" - niaanfche boeken. Men bragt dan 't koffer
fcheep, om, over den ftroom, naar Gorinchem
gevoerd te worden. Elsje van Houweningy
Dienstmaagd van de Groot, die van 't geheim
wist, hadt last om mede over te vaaren, en de
vereis cht e zorg voor 't koffer te draagen. 't
Kwam gelukkiglyk en fpoedig te Gorinchem:
en werdt daar , door den Schipper en zyn'
Zoon, agter in 't huis van Daatfelaar gebragt.
Elsje, de draagers betaald hebbende, liep naar
vooren, en luisterde der Vrouwe van Daatfelaar
in 't oor, dat zy haaren Heer daar agter in een
koffer hadt, dien men weg helpen moest. De
Vrouwtradt, zeer ontfteld,met de Dienstmaagd,
naar agteren. Men opende het koffer; daar de
Groot omtrent twee uuren in gelegen hadt, en
llegts wat flaauw en verzet wederom uitkwam.
Terftond, verzogt hy, Daatfelaar zelv' te mo-
gen fpreeken; doch deezcvondt zulks ongeraa-
den, zyner vrouwe de zaak geheellyk bevolen
laatende, die, in korten tyd, door middel van
haaren Zwager, Komelis Jakobszoon van de?
Veen,
de Groot een metielaars kleed wist te be-
fchikken. Hiermede vermomd, tradt hy,verzeld
van Jan Lambertszoon, Meester Metfelaar, met
een' maatftok in de hand, over eene volle markt,
alzo 't juist kermis was, naar het veer, daar men
hem voor een' metfelaars knegt nam. Overge-
vaaren zynde, werdt de Groot, van den Met-
felaar, te voet, naar Waalwyk gebragt, daar
zy met het vallen van den avond aankwamen.
Hier huurde men een' wagen, die de Groot, den
volgenden dag, op den middag, te Antwerpen
bragt, daar hy terftond, van Grevinkhoven en
Èpia*
-ocr page 419-
XL. Boek. HISTORIE. +ij*
Episkopius ontvangen en geherbergd werdt. iöai.
Van hier fchreef hy aan de Prinfen Maurits en-------».
Fredrik Henrik; ook aan de algemeene Staa-
ten, tot verontfchuldiging van zyne ontkomin-
ge „ dat de trek tot vryheid elk natuurlyk was ;
n en dat hyze zig verworven hadt, zonder te
n breeken, of iemant om te koopen." Hy begaf
zig, eerlang, naar Parys, daar hy verfcheiden'
ballingen vonclt, en onder anderen Uitenbo-
gaard. De Bevelhebber Prounink, in den avond ,
van Heusden te rug gekeerd, en geen licht
verneemende in 't fchryfvertrek van de Groot,
kreeg arg vermoeden, en ontdekte haast, dat
de gevangen hem ontfnapt was. De wyze van
zyne ontkoming kon toen niet bedekt blyven.
Prounink begaf zig, terftond, naar Gorinchem,
daar Daatfelaars huis bezet en doorzogt werdt,
zonder datmenvondt,'tgenemen meest zogt,
't Koffer werdt egter agterhaald, in't Delftfche
Veerfchip; doch daar was niet in, dan garen en
doek. De Groots Huisvrouw zat noch eenigen
tyd op Loeveftein: doch werdt, eerlang, ont-
flaagen,en kwam, in Herfstmaand, by haaren
man, te Parys (/).
Het twaalfjaarig Beftand, met den aanvang xr.
deezes jaars, naar't einde loopende, begonden Eitu'e
de Vereenigde Staaten zig gereed te maaken Jjlaaad.
om verweerender wyze te oorlogen. Men be-
floot, de vendels van vyfenzeventig tot hon-
derdentwintig , en van honderdenvyfug tot
tweehonderd koppen te verfterken. Men rust-
te ook eenige Oorlogfchepen uit, onder Hau-
tain en Lambert Henrikszoon. De eerfte kruis-
*■                                                                                         te
(<•) K. Brandt Leven y«n H. de Otuot, II. 242-2Ï0.
X, Deisl.              Dd
\
-ocr page 420-
4i 8 VADERLANDSCHE XL. Boek.
«$ai. te in de Middellandfche zee: de andere voor
:------- Duinkerken (d). Voorts werdt 'er eene By-
eenkomst gehouden, te Watervliet, tusfchen
Gemagtigden der Aartshertogen en der Staa-
ten ; alwaar de onzen vergoeding vorderden
van de fchade, die hun, geduurende hetBe-
ftand, was aangedaan. Doch hier werdt niets
geflooten (V). De Aartshertogen bereidden zig,
van hunnen kant, tot eenige onderneeming, te-
Handel gen't uitgaan van't Beftand. Zy hadden, in 't
in Bra- voorleeden jaar, de Renionftranten, die zig
bant met toen jn jjrabant ophielden, reeds poogen af te
fcannen trekken van de Staatfche zyde, zig laatende
Remon- verluiden, gelyk Pieter Pekkius, Kanfelier van
flramen. Brabant, tegen Uitenbogaard deedt, dat men
niet ongenegen was, om, in de Plaatfen, welken
men op de Staaten veroveren zou, den Renion-
ftranten vryheid van Godsdienst toe te ftaan,
en zelfs in de Regeering teftellen; hoewel, om-
trent dit laatfte, dog niets beflooten was. Ook
hadden Spinola, de Spaanfche Gezant en de
Penfionaris van Antwerpen met Uitenbogaard
gefproken; de eerfte hadt hem een jaargeld, de
ander een papier volgouds aangebooden :doch
hy, befpeurende waarop alles aangelegd was,
wees deeze aanbiedingen van de hand. In
een van deeze gefprekken, hadt Spinola aan
Uitenbogaard gevraagd, of Graaf Henrik van
de zynen ware?
waarop Uitenbogaard ver-
klaarde , zulks niet te weeten; maar te vermoe-
den
, dat zyne Doorlugtigheid niet ongenegen zou
zyn
, om de Renionftranten te helpen, indien hy
korh
(d) Relbl. Holl. 1621. il. 35, 104, iai, 140. VAN l«N Sam»
BE VT. Hoek, bt. 86 VElius Hoorn */. 600.
CO VaN »*n Sanas VI. &**,' lil. 87.
-ocr page 421-
XL. Boek. HISTORIE. 419
konde (f) Men deedt, in dit jaar, nog eenige 1621.
moeite, om hem, Episkopius en Grevinkho- ■■
ven in Brabant te houden. Doch zy begaven
zig, eerlang, naar Frankryk (g).
Midlerwyl, hadden de Aartshertogen, waa- Voorflag
nende, dat de ongelukkige uitflag der zaaken in der
Boheeme de Vereénigde Staaten, ligtelyk, zou Aartshe^
doen luifteren naar voorflagen van bevredi- Poorten
ging, op voorwaarden, welken zy, te vooren, Kanfeüer
van de hand geweezen hadden (Jt), in Lente- Pekkiiis.
maand deezes jaari* den Kanfelier PiéterPefc-
kius naar den Haage gezonden, met last om
den Staaten te vertoonen, hoe dienftig het wa-
re, dat de Nederlanden allen onder een Hoofd
vereenigd werden; hierby voegende „ datzy,
»
n hiernaar willende luifteren, alle redelyke
„ voorwaarden te wagten hadden: die, niet
„ alleen door de Aartshertogen, maar ook door
w den Koning van Spanje, btkragtïgd zouden
„ wordeh." Doch men hoorde deezen voorflag Ant.
met ongeduld, en beantwoordde dien, volgens woord
't goedvinden vanPrinfe Maurits, opdenvyf- d« Stai-
entwinrigrten, in zulker voege, dat duidelyk ten#
bleek „ hoe ongezind men ware, om de op-
n perfte magt en hoogheid der Vereénigde
n
r>
„ de Aartshertogen en Spanje zelve, erkend
n
was, wederom af te ftaan." Zelfs werden zy,
» die,
(ƒ) Uïtenbo«. Leven en Verantvv. Cap. XIV. il. ^79 s8tf.
Brandt. IV. Deel,il. 341 etu;,_
(g) Uytenboc. Lev. Cup. XIV. tl. 291, ayi, BkAkbr IV.
Ded, hl. 43°, 434» 4<j*j 493»
£*) Van den Sands VI. Uoe\\, W.,88'.
                 '-',.•
Dd a
-ocr page 422-
42o VADERLANDSCHE XL. Boek.
i6ai. „ die, in 't toekomende, de oppermagt der
-------„ Vereenigde Landen, op eenigerhande wy-
„ ze, zouden zoeken in twyfel te'trekken, met
,, ronde woorden, onbekwaam verklaard, om
„ tot eenige onderhandelingen met hunne
„ Hoog-Mogendheden te worden toegelaa-
„ ten." De Maaten van Holland hadden, in 't
eerst, geoordeeld, dat men, in dit antwoord,
verklaaren moest, ook Pekkius onbekwaam te
houden, om meer met de Staaten te handelen.
Doch Gelderland, Friesland, Overysfel en Stad
en Lande konden hiertoe niet verftaan; waar-
om het agter bleef. Pekkius keerde, met dit
antwoord, te rug naar Brusfel, nadat hy nog
eerst,in 't geheim,gefproken hadt met Prinfe
Maurits (i). Te Delft, was zyn gevolg, in 't
komen naar den Haage, eenigszins fmaadelyk
bejegend, door het graauw: waartegen nu ,
door den Prinfe en door de Wethouderfchap ,
zorg gedraagen werdt (£). In de volgende
maand, den tienden van welke 't Beftand ten
einde liep, hieldt men zig, hier te Lande, ge-
reed tot hetafweerendervyandlykheden, wel-
ken men te gemoet zag. Zy waren egter, dit
voorjaar, van klein belang, beftaande flegts in
eenige fchutgevegten tusfchen de wederzyd-
fche partyen, in Brabant, in Vlaanderen, en
elders (f).
XII. Doch de vyand hadt, al voor 't uitgaan van
Vernad 't Beftand, heimelyk verftand gehouden met
ontdekt Jakob Mom, Amptman van 't Land tusfchen
'
                                                           Maas
(/) Aantek. van ikezen tvd.
(i) Refol. Holl. 9 Maart — S /tptil ifal. bh 23, 26, 28.
Nntul. .Zeel. 26, i'j Maart 1621. bl. 71, 7f>. Mtzema 1. Vith
bl.
37. Wassenaar Hift. Verli. I. Deel, f. 20, 21, 83.
CO Wassenaar I, Deel, f, 74 rerf. 75.
-ocr page 423-
XL. Boek. HISTORIE. 4&1
Maas enWaal, die aangenomen hadt, Tielaan ißar.
de Aartshertogen te leveren. Eibert van Bot---------
bergen, Geldersch Edelman , Adriaan van e» ge-
Eindhouts, Schout in 't Overampt van Kuik, en Ü:AÜ'
eenige anderen hadden kennis van deezen flink-
fchen toeleg, die, even voor 't einde van 't Be-
ftand, gelukkiglyk, ontdekt, en, in de drie ge-
noemden , met den hals geboet werdt. Zy wer-
den , op den zeventienden van Grasmaand, in
den Haage, geregt (m).
Kort hierna, kreeg men hier tyding van het Dood
overlyden van Filips den III, Koningvan Span- YanFw,Ip*
je, voorgevallen te Madrid, op den eenender- z^ "
tigften van Lentemaand (V). Hy werdt, door Zoon,
zynen Zoon, Filips den IV, opgevolgd (o). Op Filips de
den dertienden van Hooimaand, hieraan, llierf, * v> vo!sc
te Brusfel, de Aartshertog Albertus (ƒ>). Bei- JèAans-
de deeze fterfgevallen, zo kort op eikanderen, hertog
bragten te wege, dat de krygsbedryven flaauwer Albertus
werden voortgezet,dan anders gefchied zou zyn. fterfc*
Nogtans hadt men, van 'svyands zyde, al Veidtogt
vroeg, verfpreid, dat men, dit jaar, met drie 'leJj
Legers, dagt te velde te komen, één omtrent fchdi."
Sluis, één aan deiiRyn, en één omtrent Fries-
land. Men meent, dat de eigenlyke toeleg der
Spaanfchen was in de Veluwe te dringen, waar-
toe hun zeer te ftade kwam, dat zy van Grol,
Oldenzeel en Lingen meester waren. Doch
Maurits befchanfte de Doesburgfche Waard,
en verfterkte de linkerzyde van den Ysfel. Ook
viel 'er, in 't najaar, zo veel regen, dat de vyand,
aan
00 Sententien van J. Mom, F,, v. flotben-en tu A.v.Ein'd-
hmirs, gedrukt \(>i\
(n ) Caliaia nr Myftcries of State P. I. p. 223.
(o) Wassknaar. f. l)ce', f. 72.
(fi^>
Wassenaah I. Deel,). 65.
3
-ocr page 424-
42* VADERLANDSCHE XL. Boek.
i6si. aan de regterzyde des Rynftroonis, weinig kon
•-------uitregten. Doch aan de linkerzyde dier Rivie-
re gelukten hem zyne aanflagen beter. Spinola ,
voorhebbende Gulik, welk Staatfche bezetting
inhadt, te belegeren, zondt Graaf Henrik van
't Huis te ^en ^erge' van omtrent Wezel, daar'tgrosdes
Reidein- Legers lag, met eenige Ruitery, om \Huis te
j:cno- Reide in te neemen. Dit Huis kwam Floris ,
men. Vryheere van Boetfelaar, Heere te Odenker-
ken, toe, die Staatl'che bezetting, op hetzelve ,
ontvangen hadt. De Bevelhebber, Reinardvan
Dit ford,
werdt overgehaald, om het Huis, den
dertiglten van Oogstmaand, op te geeven, zon-
der éénenfchoot af te wagten (#). Ook hadt de
Graaf van den Berge geen grof ^efchut by zig.
Doch men hadt Ditfort last tot de overgave
gebragt, uit den naam des Heeren van Oden-
keiken, wien hy, volgens eene fchriftelyke or-
de der algemeene Staaten , gehoorzaamheid
fchuldig was. Maar deeze orde verontfchul-
digde hem niet by Prinfe Maurits. Men be-
greep , dat zy alleen op burgerlyke niet op
krygsinans gehoorzaamheid zag. Ditfort werdt,
in 't Leger by Doornik, in de Over- Betuwe, te
regt gefteld, en, door den Krygsraad, gevon-
nist , om onthalsd te worden (r); 't welk, op den
veertienden van Herfstmaand, gefchiedde (/)•
Gulik
         Na het bemagtigen van Reide, floeg Graaf
verioo- Henrik van den Berge't beleg voor Gulik. Spi-
ren* nola zelf kwam, met het gros des Legers, te
Glabbeek. De Stad was redelyk voorzien van
voorraad (*). Ook ftondt zy 't beleg door, tot
in
f ?) Refol. Holl f. Sept. 1621. U. l?o.
(r) Meinoir. de Fred. Henrip. 2. 3. \-
O) AitzrmaI. Deel, «.49,50. Wassenaar I. Deel, f. 7<J,
Uj Aitzema 1. Deel, VI. 50.
-ocr page 425-
XL.Boe*. HISTORIE. 4*3
in den aanvang des volgenden jaars; wanneer ifiai,
zy, by verdrag, op den twee entwintiglten ------*
van Louwmaand getekend, werdt opgegeven.
De Bevelhebber, Fredrik Piihan, hadt niet
flegts alle krygseer voor de bezetting bedon-
gen; maar ook twaalf dagen tyds, om ontzet van
Prinle Maurits af te wagten, eer hy de Piaats
behoefde te leveren: 't welk, alzo 't ontzet ag-
terbleef, ten beftemden tyde, gefchiedde (V).
TerwylSpinola op weg was naar Gulik, on- Asnflag
dernam Do» Inigo de Borgtet, Bevelhebber van °P Sluiï'
Antwerpen, eenen mandag op Sluis, op welke
Stad, hy, langs twee wegen, aantrok: doch 't
gefchut der naaste Sterkte, van den eenen,
en de aankomst van eenen hoop Zeeuwfche
Schutters, van den anderen kant, maar bovenal
dezwaare regen hebben den toeleg gefluit (V).
. In Boheeme en de Palts, liepen de zaaleen XHT.
van Koning Fredrik, meer en meer, agter- Sta" dfT
waards. Hy hadt, op den twintigften van Gras- Boheeme
maand, gehoor gehad ter algemeene Staatsver- e« da
gaderinge, en ernftelyk aangehouden om on- Palts,
derftand. Doch men maakte hier zwaarigheid,
om hem merkelyk te onderfteunen. Hy was
niet alleen in den Ryks ban gedaan, door den
Keizer (V), maar, federt, verlaaten van zyne
meeste Duitfche Bondgenooten, die zig met
Spinola verdraagen hadden. Nogtans werden,
in Zomermaand , op aanraadinge van Prinfe
Maurits (x), honderdenvyftig duizend guldens
vnor
C«) Meiuoir. de Fred. Henri p. 4, 5. Wassenaar I. Deel, f.
78, 71). H. Deel, f. 73 verf. 74. Aitzbma I.Deel, W.76, 105.
(vV Wassknaah II. Deel, f. 10.
fv) Wassena.r I. Deel. f. 12 verf.
(x) Reibt. Holl. 9 Maart — 8 Apiil 2% May — 26 J*ny lo
Sept.
i-m Dec. i(5ai. bl. K, 115 , 174, 238.
Dd 4
-ocr page 426-
424 VADERLANDSCHE XL. Boek;
tfcw. voor hem opgenomen (y). Doch dit hielp wei-
------ nig, om 't verval zyner zaaken te herftellen.
Bucquoi hadt, in 't voorjaar, Moravie bemag-
tigd. Van daar trok hy naar Hongarye, alwaar
hy, na 't behaalen van eenige voordeden, om-
kwam in een gevegt. Silefie hadt zig, kort te
vooren, aan den Keizer onderworpen. De Graaf
van Mansfeld, genoodzaakt Boheeme te rui-
men , kreeg last van Koning Fredrik, om de
Opper-Palts, die, door den Hertoge van Beye-
ren, meteenen inval, gedreigd werdt, te be-
fchermen. Hy begaf zig, in den nazomer, der-
waards. Doch hy kon niet beletten, dat Graaf
jfoan van Tilly, die de Beyerfche troepen ge-
boodt, zig van Bamberg en andere Plaati'en
meester maakte. Spinola, zyne overwinningen
in de Neder-Pairs vervolgende, bemagtigde
Stein, Ladenburg en Keizerslautern, enfloeg,
in Wynmaand, het beleg voor Frankendaal.
Hierdoor noodzaakte hy Mansfeld, de Opper-
Palts te verlaaten, die toen Tilly geheel in han-
den viel. Mansfeld trok naar de Neder- Palts.
Op zyne aankomst, werdt het beleg van Fran-
kendaal opgebroken. Doch alzo Tilly hem op
de hielen volgde, werdt hy genoodzaakt, de
wyk te neemen naar de Elzas. De voornaamfte
Phatfen van de Neder-Palts, Manheim, Hei-
delberg en Frankendaal, bleeven egter nog
in de magt des Paltsgraafs. De Koning van
Groot-Britanjehadt, ondertusfchen, den Rid-
der Digby gezonden naar Weenen, om een
Verdrag tusfchen den Keizer en den Paltsgraa-
ve te bemiddelen. Doch Ferdinand, ftoutge-
wor-
fy) Aïtzrma F. teel, hl. 4^--|", 5J-61. Wassk>A\r I. Dc;it
f.
aa yerf. 2j.
-ocr page 427-
«
XL. Boek: HISTORIE. 425
Worden opzynen voorfpoed, hadt'er geene oq-, i6ai.
ren naar (z). Om den Koning van Groot-Bri- ------■
tanje op te houden en flaauw te maaken, zondt
hy, federt, den Graaf van Schwartfenburg naar
Engeland, die den gantfchen Winter fleet met
handelen, zonder iet te fluiten (a).
De algemeene Staaten hadden, tegen 't uitr- XIV.
gaan van 'tBeftand, en ter gelegenheid der Bo- fJ{^ant"
heemfche onlusten, geraaden gevonden, ver- ,iaar
fcheiden' Gezantfchappen af te vaardigen, om Frank-
de voorige verbindtenisfen met eenige Mor ryk,En-
gendhteden te vernieuwen. Tot het Gezant- |e,la?i?
fchap naar Frankryk, werden, zo fommigen fche Ho.
fchryven, benoemd Frar.cois van Aarfens, Heer ven.
van Sommelsdyk, en Gideon van Boetfelaar,
Heer van Langerak (f). Doch, naderhand,
moet hierin verandering gekomen zyn. Immers
my is, uit de egte ftukken vanditgezantfehap,
welken ik, gefchreeven, in handen gehad heb,
gebleeken , dat het, door Nikolaas van der
J5oekhorst
, Heere van Noordwyk, Adriaan
Pauw, Ridder, Raad en Penfionaris van Amfter-
dam, Adriaan vanManmaaker, Ridder, eerfte
•en vertoonende den Adel in Zeeland, en Adriaan
Ploos, Thefaurier en gewoonlyken Raad in den
Hove van Utrecht, bekleed geweest is. Zy ver-
wierven eene Verklaaring van den Koning, ge-
dagtekend den vierentwintigften van Gras-
maand , „ dat hy gezind was, het Verbond van
„ Vriendichap, met de Staaten gemaakt, te on-
„ derhouden, en hunnen onderzaaten vryen
„ han-
(z) Wassbnaah I. Deel, f. 3033, 34 vtrf. -36., fo-fiij, 79)
7?<5 75-77' II. Deel, ƒ. 13-iy, ati-afi, 48, 49, 51, 66-6(i.
(«) Kapin Tum. VU. p. 150, 191.
(*) K. UriAN»r Leve» van 11. <1« Groot, W. 238.
Dd 5
-ocr page 428-
4*5 VADERLANDSCHE XL. Bok;
t«3i. r, handel in zyn Ryk toe te laaten: 't welk hy
—_ zig, van hunnen kant, insgelyks, beloofde."
Voorts, hadden de gezanten ook last gehad, om,
met de deelgenooten in den handel op Oostin-
die, overeen te komen, wegens het ongelyk,
welk deezen zjg hielden aangedaan te zyn, door
de Nederlandfche Oostindifche Maatfchappye,
die een hunner fchepen in de Indien bemagtigd
hadt. Doch of hun dit gelukte, heb ik nietkon-
nen vinden. De wederzydfche onderzaaten had-
den eikanderen nog andere fchade ter zee aan-
gedaan ; waarover ook klagten vielen. Einde-
]yk, hadden de gezanten byzonderen last van
Prinfe Maurits, om den Koning genoegen te
geeven, wegens het gedrag van den Heere Gas-
par van Vosbergen, die, doorzyneDoorlugiig-
heid,riaar Oranje gezonden was, en befchuldigd
werdt, den Roomsen-Katholyken aldaar niet
wel gehandeld te hebben (V). Zy keerden, fpoe-
dig, en, zo ik meen, al in Gras- of Bloeimaand,
te rug. Uit eenige byzondere aantekeningen ,
befpeür ik, dat men, in den aanvang der han-
delinge, iterk geklaagd hadt, van 's Konings
wege, over het dooden van Oldenbarneveld en
het vasthouden van verfcheiden' andere braa-
ve mannen, onaangezien 's Konings herhaalde
voorfpraak; ook over een fchimpfehrift van
Aarfens, dien men nietfehroomde eenen bedrie-
ger
te noemen, en geftraft wilde hebben. Doch
de Gezanten hadden, hierop, niet dan goede
woorden tot befcheid können geeven. Naar
Engeland vertrokken Jonkheer Jakob van
Wyngaarden, Heer van Ëenthuiztn, Jakob Ka -
mer-
O) Tnftruft., Wcmor., Uneven , Rdolut. en »ndcre AitsB
van de
jut!ren 161.0 en 1621. MSS,
-ocr page 429-
XL.Bobk. HISTORIE. 417
inerüng, Penfionaris van Delft, Albert Sonk, i6n.
Albert Bruinink, Jakob Schotte en Jonkheer
         «
Fredrik van Ferwou tot Martenabuis (V). De
•Heeren van Randwyk en Joachimi trokken naar
de Duitfche Hoven (e). Daarentegen was Ja-
kob van Ulefeld
, Rykskanfelier van Deenemar-
ka, in Lentemaand, herwaards gekomen, om,
uit naam van den Körting, zynen meester,
een Verbond van Vriendfchap en onderlinge be-
fcherming te fluiten met de Vereenigde Gewes-
ten (ƒ). Wy hebben, te vooren (g), gezien,
dat de verbindtenisfen met Zweeden, de Hanze-
steden en de Duitfche Hoven, voor eenige jaa-
ren, gemaakt, de vriendfchaptusfchenDeene- ,
marke en deezen Staat niet weinig hadden doen
verkoelen. Doch het aanwasfend gezag van 't
Huis van Oostenryk deedt Christiaan den IV.
omzien naar eene nieuwe verbindtenis met de
Vereenigde Gewesten. Men trof ook een Ver- Verbond
bond, op den negenden van Oogstmaand, waar- met D";
by, onder anderen, bedongen werdt, dat de
Verdragen, met de nabuuren der Deenen, in
den jaare 1613 en federt geflooten, niet ten
nadeele vanDeenemarke zouden mogen uitge-
legd worden. Voorts, zou men, wegens den
onderftand, dien men eikanderen verfchaffen
zou, nader overeenkomen, in eene Byeenkomst
van wederzydfche Gemagtigden, die, federt,
teBreemen, gehouden werdt. Doch men kwam
hier niet volkomen overeen. Ook werdt het welk niit
getroffen Verbond niet bekragtigd, door Ko- b«*«g-
ning wordt.
Ci/) Aitzema I. Deel, bl. ii.
(« ) AtTZEMA I. Deel, bl. 26.
(/) Rcfol. Holl. y Maartü April 1621» il."20, 17, 28,44.
(.2) XXXVII. Botk, til. 60, Bi.
-ocr page 430-
4*8 VADERLANDSCHE XL. Boek;
i62i. ning Christiaan (Jï). De gezanten van Lubek
-------en Hamburg, die in den Haage waren, deeden
hun best, om het bevestigen van dit Verbond
te beletten. Ook maakte Amfterdam zwaarig-
heid in eenige uitdrukkingen, die in het zelve
gevonden werden (/). Wyders, ontving men ,
dit jaar, in den Haage, gezanten van de Graauw-
bunders, van Geneve (k), en van den Keurvorst
van Brandenburg, die allen, op hun verzoek,
met geld onderfteund werden. Ook deedt de
Koning van Poolen den Staaten wederom zyne
bemiddeling aanbieden (f), die, gelyk meer-
maaien, beleefdelyk afgeweezen werdt (ni).
Verbond Met den Keurvorst van Brandenburg werdt,
met den op den vierden van Zomermaand des jaars
vor«" ^22» een Verbond van onderlinge Belcher-
Branden- ming getroffen. De Staaten beloofden, byhet
burg, zelve, den Keurvorst te zullen handhaaven in
zyn Regt op Kleeve, Gulik en Berg: waartegen
de Keurvorst een Regement van duizend kneg-
ten, in der Staaten dienst, zou onderhouden,
zo lang dit Verdrag duurde, 't welk bepaald
was op twintig jaaren, na dat hy in't gerust be-
zit der gemelde Landen gefteld zou zyn; en
nog vyf honderd man, voor den tyd van een
jaar. Voorts zou hy den Staaten een derde vol-
doen van de buitengewoone kosten, vereischt
tot het bemagtigen van eenige PJaatfen, in de
genoemde Landen Cn).
't Her-
(h') Refol. Holl. 24 jfan. 1622. hl. 24.
CO Aitzfma I. Dcd. bl. 40-44.
(_/c) Refol. Holl. \y, 20liec. 1621. hl. 254 ,257. 15, 24 Maart
lf>2?. hl. 4.3, 58.
( l ~) RefVil. HoH. 25 May ad 'ftmy 1621. bl. IJ5.
(m) AnZBMA I. titel, bl. 4;!, 49.
lu) Zie AllZEM/i l. ü:ä, til, »4.
-ocr page 431-
^
XL. Boek. HISTORIE. 429
't Hervatten van den oorlog met Spanje en njfI<
met de Spaanfche Nederlanden gaf gelegen-------->
heid tot de opregting der Westindifche Maat- XV.
fchappye, waarover men, tot hiertoe, geraad- 9Prc'£*
pleegd hadt. Het Oktroi voor vierentwintig „°rVJ«
jaaren, welk deeze Maatfchappy verwierf, was, indifche
op den derden van Zomermaand, getekend. Mant«
De Maatfchappy werdt in vyf Kamers ver- fchaP"
deeld. De Kamer Amfterdam, die vier negen- pye*
de deelen der Maatfchappye uitmaakte, zou
beftierd worden door twintig Bewindhebbers:
de Kamer Zeeland beftierde twee negende dee-
len , door twaalf Bewindhebbers, en de Kamer
van de Maaze, van 't Noorderkwartier, en van
Friesland met Stad en Lande, ieder een negen-
de ,door veertien Bewindhebbers. Op zaaken
van gewigt, zou eene Vergadering van negen-
tien Perfoonen befchreeven worden, agt uit de
Kamer Amfterdam, vier uit Zeeland, en twee
uit ieder der drie andere Kamers : waarby de
algemeene Staaten den negentienden voegen
zouden. Elke Bewindhebber en Hoofddeelge-
noot moest, in de Kamer Amfterdam, zesdui-
zend , en in ieder der andere Kameren, vier-
duizend guldens aandeel hebben in de Maat-
fchappye. Zy werdt, voor den tyd van agt jaa-
ren , vry verklaard van inkomende en uitgaan-
de regten. Voorts, zou zy, door de Staaten,
met zestien Oorlogsfchepen en vier Jagten be-
fchermd worden; waarby zy een gelyk getal
van Oorlogsfchepen en Jagten voegen moest.
De overige punten van het Oktroi hadden veele
overeenkomst met dat der Oostindifche Maat-
fchappy (0). Ëen jaar laater, werdt der West-
in-
C«) Groot-Phlutatb. I, Detl, kol. 565,.'577.
-ocr page 432-
430 VADERLANDSCHE XL.Bcm*.
itfgtj indifche Maatfchappye, met uitfluiting van al-
*■—=ss Ie anderen, de ZoutvaärtopP»«/o del Key toe-
gedaan (/>). Maar die van Hoorn, geholpen
van die van Enkhuizen en Medenblik, kantten
zig hier zo ernftelyk tegen, dat hun de vrye
Zoutvaart vergund werdt; fchoon zy 'er, be-
lemmerd door de Spanjaards, niet veel voor-
deels uit haalden(^).'tLiep, ondertusfchen, aan,
tot in 't jaar 1623, eer de Maatfchappy in ftaat
was, om eene Vloot in zee te brengen. Wy
zullen, in 't vervolg, meermaalen, gelegenheid
hebben, om van haare verrigtingen te gewaa-
gen. De algemeene Staaten maakten,dit jaar,
ook verfcheiden' fchikkingen op de beveili-
ging van de vaart in de Middellandfche zee,
die niet dan met kennisfe der Admiraliteits-
Kollegien, en door Koopvaardyfchepen, wel-
ken behoorlyk van manfchap en gefchut voor-
zien waren, mögt ondernomen worden (f).
XVI. In Frankryk, was, dit jaar, wederom een
Oniusien binnenlandfclie Kryg ontdaan tusfchen den Kö-
ln Frank- njng en jjg Hugenooten, die, federt het her-
^
         ftellen van den Roomfchen Godsdienst in Bearn,
gemord hadden, over'tfchendenvan verfchei-
den'vryheden, hun, by plegtige overeenkom-
sten , beloofd; en die, tegen 's Konings verbod,
Vergaderingen hielden, te Rochelle, om orde
te ftellen op hunne zaaken. Zy waren, hierop,
voor weêrfpannelingen verklaard. De Koning
maakte zig, in dit jaar, meester van verfchei-
den'fterk e Plaatfen, die hun, te vooren, tot
hunne verzekering, waren afgedaan. Midler-
wyl,
O) Groot-Plakaatb. ï.Bed, kot. 579. Aitzbma I. Dee!,bl.Oi,
enz.
(.?) Velius Hoorn, U. 605.
CO Crooi ria!:a'»A. I. DdeP, hl. 896, 898, 903, 922.
-ocr page 433-
XL. Boek. HISTORIE. 431
wyl, zonden die vän Rochelle Gemagtigden i&ji.
herwaards, om onderftand te verwerven van
        *
de Staaten; die wel ongaarne zagen, dat hun-
de geloofsgenooten, in Frankryk, verdrukt
werden; doch met den Koning in een Verbond
ftonden; welk het belang van den Koophandel
en andere redenen niet gedoogden, dat ge-
fchonden werdt. Zy lieten de Rochellche Ge-
magtigden egter zo lang in den Haage, dat
zulks den Franfchen Gezant, Du Maurier, in
't oog ftak. Hy viel 'er klagtig over aan de
Staaten: te gelyk gewaagende van zeker fchip
met wapenen, welk men, van hier, naar Ro-
chelle hadt zoeken te voeren, en van zekere
fchimprymen op zyneMajefteitvan Frankryk j
die, hier te Lande, verfpreid werden. Doch
men wees hem aan, dat de Rochelfche Gemag-
tigden hier nooit openlyk waren aangenomen,
en dat het voeren van wapenen naar Rochelle ,
buiten kennis der Staaten', gefcbied ware 1 ook
werdt 'er onderzoek gedaan op dé verfpreiders
van het Schotfchrift (*); doch het digten eri
verfpreiden van diergelyke werkjes,fchoon't,
in den aanvang deezes jaars, wederom, by o«-
penbaaren Plakaate, verbooden was (/), ging
thans zo zeer in zwang, dat men den Heere
van Sommelsdyk, ih Herfstmaand, een fchimp-
fchrift t'huis zondt, waarin hy zelf, met lely-
ke trekken, werdt afgemaaid. Het Hof deedt
onderzoek op den maakeren drukker(«);doch
ik Weet niet, dat zy ontdekt werden. Wat den
binnenlandfchen kryg in Frankryk betreft; hy
ein-
<?/)Refb1.HolI. 11 Sept.%Oiïü1i. uDec.t<Sïo. lil, 175.214,ssö.
(O <;root-Plakaatb. I ücel, kel.+w.
                            '
(«O Kefol. Holi. 24 Se/t. ï6n. tl. iv*«
-ocr page 434-
432 VADERLANDSCHE XL. Boek:
1Ä21. eindigde, in Wynmaand des volgenden jaars,
■—— met een Verdrag, volgens welk, alle de Sterk-
ten der Hugenooten geflegt moesten worden.
Rochelle zelf, de eenigfte fterke Stad, die zy
nog behielden, werdt genoegzaam in bedwang
gehouden, door het Fort Louis, welk de Ko-
ning bezet hadt (v~).
■■
xvil. In de Nederlanden, werdt de veldtogt des
Togt volgenden jaars, niet voor Bloeimaand, aan-
uaar Bra- gevangen. Prins Maurits fchilcte zynen Broe-
bant. ^er ^ predik Henrik, met vyftienhonderd kneg-
i522. ten en zeven Kornetten Paarden, naar klein Bra-
bant, 't Huis Rustenburg aan de Demer werdt
ingenomen, verfcheiden' Dorpen gebrand, en
drie- of vierhonderd boeren, die brandfchat-
ting weigerden, gevangen genomen, welken
egter, om een gering losgeld,geflaaktwerden.
Marquette, die deezen togtbywoonde, ftroop-
te tot voor de poorten van Brusfel. Frednk
Henrik zelf toog tot voor Leuven. Doch de
vyandlyke Ruitery, die zeer fterk was, kwam
haast op de been, en noodzaakte de onzen de
wyk te neemen naar Breda. Men wil, dat het
voornaam oogmerk van deezen togt geweest
zy, den Graaf van den Berge, die, met zyne
Ruitery, de wervingen des Hertogs van Bruns-
wyk belemmerde, van den Rynkant, herwaards
te trekken (V).
Spinola Van 'svyands zyde, werdt 'er iet wigtigers
belegert ondernomen. Spinola hadt het oog geworpen
Bergen op Bergen op Zoom: doch om de onzen te mis-
opZoom. * °
                                                 je;
O) Daniel Journal HHr. (Je Louis XIII. p. xxij. Wasse-
naar I. Dtel, f. 49. 71. Hl. üecl,f.zü, 73, ow IV. D*ilw
f. 64. Aitzema I. Deel, il. 04.
(w ) Mtmoir. tic Feeder. Henri, f. 6, 7
-ocr page 435-
XL. Boek. HISTORIE. 433
leiden, zondt hy Graaf Henrik van den Berge * i&aif
in Hooimaand, naar Kleefsland, die zig, op ——**
den zeventienden, van Goch raeefter maakte.
Prins Maurits was hem gevolgd, met de Staat-
Fche manfchap, die by Schenkenfchans verza-
meld was. Zyn Broeder lag omtrent Rees, met
de rest van 't Leger (#). Zo weinig kommer
hadt Maurits voor Bergen op Zoom, dat hy het
grootite deel der bezettinge de Stad hadt doeri
ruimen, om 't Léger by Rees te verfterken;
niet meer dan vyf vendelen Voetvolks binnen
■de Vesting en de mafte Sterkten laatende,
nevöns drie kornetten Paarden. De Ruitery
kreeg ook, federt, last om te vertrekken. Doch.
Juftinus van Nasfau, Bevelhebber van Breda,
Verzekerde Ryhove, die dit Paardenvolk ge-
fcoodt, dat Spinola op Bergen loerde, en drong
hem te rug te keeren. Allengskens kreeg men
'er volkomene zekerheid van: waarop de Stad,
fchiélyk,van nieuwe bezetting, uit Zeeland,
üit Rotterdam, en uit Breda, voorzien werdt.
Op den agttienden, ontdekte men den vyand
tusfchen de Stad en Wouw. Don Louis de Ve- Steeri-
lasko maakte zig,dien dag, meeftervan Steen- ^[j^
bergen, dat onverzien was van manfchap, en ren,
niet verfterkt (y). Voorts rukte hy voor de'
Stad, die nu dagelyks van volk en voorraad
voorzien werdt. De belegerden deelden eenen
moedigen uitval met drieduizend man. 't Ge-
fchut der Spaanfchen begon eerlang te fpee-
lenopde Stad;doch veroorzaakte weinigfcha-
de. Men deedt zyn best, om hun den toevoer
(x~) Memnfr. de Freder. Henri p. f,
OO Mcmoir. de Ftedcr. Henri ƒ>. ü, 9.
X. Deel.                   E e
-ocr page 436-
434 VADERLANDSCHE XL. Boek,
1622. af te fnyden, waarop het verloopen van veele
"         vyandlyke knegten volgde. Nogtans naderden
de belegeraars de Vesting, dagelyks, meer en
meer,maakende zig, iri Oogstmaand, meeiler
van eenige buitenwerken, niet zonder verlies
van Wederzyde. In de Stad, liet men niet af
van fchieten en arbeiden aan de werken (z):
in welken ftaat, de belegering bleef, tot op
het einde van Oogstmaand, wanneer de Graaf
van Mansfeld, met een' aanzienlyken hoop
volks, naar Bergen kwam, tot ontzet (V).t
XVIII. Wy lieten deezen Graaf laatst in de Elzas,
tfngeif met zvn Leëer' voorneemens om, van daar,
van den wederom eenen inval te doen in de Neder-
Graave Palts. Koning Fredrik, die zig, tot in de Lente
Yj*n deezes jaars, in den Haage, onthouden hadt,
feid^'m was'toen' neimetyk van daar vertrokken, in
de Ne- den Briele fcheep gegaan, en, tusfchen Calais
der-Palts, en Dieppe, aan land geftapt: van hier, toog hy,
flegts van twee Perfoonen verzeld, te paarde,
doorParys, Chalons en Toul, en voorby Nan-
cy, in dertien dagen, naar Lindau, in de Ne-
der Palts. Hy hadt, te vooren, Hertog Chris-
tiaan vanBrunswyk
en denPrins vanBaden-Dur-
lach bewoogen, om, ten zynen behoeve, een
Leger op de been te brengen. Hertog Christiaan
was een Broeder des regeerenden Hertogs van
Brunswykj-FmHÄ Ulrich. Hy was Ritmeefter
in Staaten dienst, en bereikte thans niet boven
de tweeentwintig jaaren. Men wil, dat hygee-
ne tien Ryksdaalers ryk was, toen hy aan 't
werven ging. Doch hy was zo bemind by 't
Krygsvolk, dat hy haast eentamelyk Leger op
de
(z) Memoir. de Freder. Henri p. 10, 11.
£«J Aitzema I. Deel, II. 117-120.
-ocr page 437-
XL. Boek. HISTORIE. 435
de been hadt (b~). Hy maakte zig meefter van
eeniyje Plaatfen in het Graaffchap van der
Mark. Doch de Graaf van Tillyen Don Gonza-
les de Cordua
beletteden hem en den Prins van
Baden zig te vereenigen met het Leger onder
Mansfeld, welk tot aaii Germersheim genaderd
was, toen Koning Fredrik zig, onverwagt, by
hetzelve vervoegde. Den Prins van Baden, den
zesden van Bloeimaand, geflaagen zynde, viel
Tilly op het Leger, onder Koning Fredrik en
den Graave van Mansfeld, welk, insgelyks,
op de vlugt gejaagd werdt. Dit gebeurde op
den elfden van Zomermaand. Weinige dagen
laater, behaalde Tilly ook eenig voordeel op
Hertog Christiaan, dien hy egter niet verhin-
deren kon, met een goed deel van zyn volk,
tot by Manheim, door te dringen. De Keizer-
fchen, federt, eene merkelyke verfterking van
volk bekomen hebbende, hielden deMansfeld-
fchen en Brunswykfchen genoegzaam ingefloo-
ten, tusfchen Manheim en Heidelberg. In dee-
zen ftaatderzaaken, kwam 'er een gezant van
den Koning van Groot-Britanje in't Leger, om
Koning Fredrik te raaden tot het afdanken van
Mansfeld. en tot het vereffenen van zyn géfchil
met den Keizer, door onderhandeling. Hy,
ziende geenen kans, om eenig voordeel te be-
haalen , op zyne vyanden, befloot hiertoe ge-
reedelyk. De algemeene Staaten zogten Mans-
feld toen aan, om, met zyn Leger', in hunnen
dienst over te gaan, hem, in drie maanden tyds,
zesmaalhonderdduizend guldens beloövende.
Hy Het zig ligtelyk beweegen. AUeenlyk was
'c
(*5 Meraoir. de Frcder. Henri p. 5.
Ëea
-ocr page 438-
436 VADERLANDSCHE XL. Boek.
1622. 't moeilyk, uit de Palts en op Staaten bodem te
------- geraaken. Doch hy bediende zig, ten dien ein-
de , van deeze list. Hy liet den Graave van
ïilly en den Koning van Frankryk beide wee-
ten, dat hy, afgedankt zynde, door Koning Fre-
drik, genegen was, den Keizer of Koning Lo-
dewyk te dienen. De Aartshertogin zelve werdt,
doorhem, aangezogt. Men maakte hieruit op,
dat hy den dienst des P ütsgraafs wilde verda-
ten, ïilly, zyne overwinningen in de Neder-
Palts willende vervolgen, gaf hem gelegenheid ,
Ily trekt om te wyken met zyn Leger. Hy trok dan op ,
naar in't beginvan Oogstmaand, en nam eenen groo-
£ ut. ten omweg, door Lotharingen, Henegouwen
en Namen, naar Brabant. Koning Fredrik, dien
hyeen ftuk wegs geleidde, bleef eene poos te
Sedan, en keerde, eerlang, naar Holland. Don
Gonzales de Cordua, vermoeden of kennis ge-
kreegen hebbende van Mansfelds oogmerk,
verliet Tilly, den naaften weg inflaande, naar
Slag by Brabant. By Fleuri, in 't Graaffcliap Namen,
Fleuri. ontmoetten de twee Legers eikanderen, en ge-
raakten , op den negenentwintigften van Oogst-
maand, ineen hevig gevegt, waarin geen van
beide zig de overwinning kon toefchryven.
Hertog Christiaan verloor hier zynen arm (V).
Zeven uuren hadtde ftrydgeduurd, toen Mans-
feld zig een' weg gebaand hadt, om den togt
voort te zetten. Hy kwam op den tweeden van
Herfstmaand aan in de Langeftraat, daar hy
zig nederiloeg;hebbende, opdeezenlangenen
lastigen togt, midden in de Hondsdagen, en
meest door vyanden land, onder een geduurig
ge-
CO Blemoir. de Fr;d;i;. Henri f. 13.
-ocr page 439-
XL.Boek. HISTORIE. 437
gebrek van mondbehoeften, omtrent vierdui- ig2«.
zend man verlooren: die, ten deele, verloopen, -------
ten deele, in den flag, ten deele, door ongemak,
omgekomen waren (</). NaMansfelds vertrek
uit de Neder-Palts, maakteTillyzig, ftormen-
derhand, meester van Heidelberg, en daarna
van Manheim, by verdrag. Ook lloeg hy 't be-
leg voor Frankendaal, de eenigfte fterke Plaats,
die 't nog voor den Paltsgraave hieldt: al het
welke voorviel, terwyl Koning Jak ob zig, door
eene looze Vredehandeling, te Jirusfel, tus-
fchen den Keizer en den Paltsgraave; waar-
van hy middelaar zyn wilde , fchandelyk, liet
ophouden (e).
De aankomst der Mansfeldfchen ftak den 't Beleg
belegerden binnen Bergen op Zoom een hert van
Ber'
onder den riem, en moedigde henaantotnieu- f^,j£p
we uitvallen. Doch 's Graaven volk, tot op wordt
omtrent zestienduizend man gefmolten zynde, opgebro-
was niet in ftaat om 't beleg te doen opbree- ke11,
ken. Ook was het flegt voorzien van wape-
nen , en hadt in langen tyd geene betaaling
gehad. Beide werdt het hun verzorgd, doorde
algemeene Staaten, te Tilburg, alwaar zy zig,
eerlang, nederfloegen. Ondertusfchen werdt
het beleg van Bergen op Zoom, de gantfche
Herfstmaand door, voortgezet. De belegeraars
deeden hun best, om de buitenwerken te be-
magtigen: waartegen de belegerden zig, met
ondermynen en uitvallen, wakkerlykweerden.
Veelligt, zou de vyand, door den tyd, mees-
ter geworden zyn van de Stad. Doch de aan-
komst
frf) Aitzema I. Deel, W. 116, 120, iai, m, 13a.
E, sj Rapin To:;t. VUt p, 191, i</z.
Ee 3
-ocr page 440-
438 VADERLANDSCHE XL.Bof.ic.
1622. komst van Prinfe Maurits, met het Staatfche
-------Leger, deedt hem 't beleg opbreeken. De
Prins hadt, in Oogstmaand, ondernomen, 's
Hertogenbosch te verrasfen ; doch deezen toe-
leg mislukt zynde, was hy wederom gewee-
ken naar 's Graavenwaard: van hier brak hy op,
in 't laatst van Herfstmaand, doende 't Leger
te fchepe afzakken tot voor Geertruidenberg.
Hy leidde het, van daar, naar Roozendaal in
de Baronnye van Breda, alwaar de Graaf van
Mansfeld zig, .op den tweeden van Wynmaand,
by hem voegde. Dien zelfden dag, werdthet
beleg opgebroken, onaangezien Graaf Henrik
van den Berge, tot verfterking van hetSpaan-
fche Leger, van den Rynkant herwaards geko-
men was. Prins Maurits vondt niet geraaden,
den wykenden vyand te vervolgen. Zyn Le-
ger bleef, tot den drie-entwintigften, by Roo-
zendaal, waarna het de winterlegeringen be-
trok: 't welk de vyand, eenigen tyd te voo-
rcn, in de onzydige Landen van Gulik en Klee-
ve, reeds gedaan hadt (ƒ). Kortte vooren, hadt
Graaf Ernst van Nasfau, in twee dagen tyds,
Potains Steenbergen herwonnen (g). In Herfstmaand,
iogi te- deedt Fiiips de Zoete, gszeidHautain, Bevelheb-
gen de ber van Sluis, eenen togt tegen de Keurlingen
Keurlin- eene fo0It van f0idaaten ? jn Vlaanderen aan-
genomen, om 't Land van brand fchatting te
vryen, en gewoon, geen kwartier te geeven.
Ook gelukte het hem, eenen Hopman en hon-
derdentwintig gemeenen te vangen: doch de
boeren waren zo lterk op de been gekomen,
dat
(/") Mctnoir. de Ficder. Henri f. 15, 16. Aitzema Bce*
II. t22. IftJ, 124) I25'
Qg~) Mcinoir. dekretier. Henri p. 16.
-ocr page 441-
XL.Boer. HISTORIE. 43fr
dat hy geenen kans zag, om verdere brand- ifos.
fchatting op te haaien (Ä). Ten zelfden tyde,-------
deeden de vyandlyke bezettingen van Lingen, Devyand
Grol en Oldenzeel eenen inval in de Zevenwol- leven-
den; daar zy egter, derwyze, ontvangen wer- woiden.
den, dat zy haast te rug moesten. Eenig volk,
door Prinfe Maurits afgezonden, trof hen op
den hertogt aan, te Ommen. Hier waren zy
geweeken, in de Kerk, die egter niet te houden
was. Ook gaven zy zig fpoedigover, agterlaa-
tende hun geweer; en eene maand folds «tot
losgeld, beloovende. Te Ommen, werdtfe-
dert eene fchans gelegd (*), die nog onder-
houden wordt.
De Graaf van Mansfeld hadt zig, na 't ont-
zet van Bergen op Zoom, naar den Haage be^
geven, om betaaling te vorderen, en omtever-
neemen, wathy, met zyne benden, die 't veld
nog hielden, ten dienfte der Staaten endesKo-
nings van Boheeme, die nu wederom in den
Haage was, verrigten zou. Men voldeedt hem,
zonder uitftel, en men vondt haast gelegenheid,
om zig, op nieuws, van hem te dienen.
't Verdrag, in den jaare 1611, door Gemag- XIX.
tigden der Staaten, bewerkt, tusfchen Graave Oostfria-
Enno en deStadEmbden(£), bleefnietlangin fjj^"*
kragt. De onlusten reezen, door den tyd, zo
hoog, dat die van Embden den Graaf, in 't jaar
1618, in hegtenis namen. De algemeene Staa-
ten , gewoone middelaars in deeze gefchillen,
deeden hem, egter, op vrye voeten ftellen (/),
en
(Ä) AlTZr.MA T. ritil, tl, 152.
I i) Memoir. de Freil. Henri p. 14. Aitzema I. DctL l'.,izz*
(*■) Zit XXXVII. Botk.hl. 5>
C Ó Baubart. Mcmor. XI. nöek, tl, 95.
Ee 4
-ocr page 442-
44» VADERLANDSCHE XL. Boek,"
160.2. en bewerkten, in Zomermaand des volgenden
=-------jaars, een nieuw Verdrag, aan welks naarko-
ming, de Staaten de hand hielden, door debe-»
zetting, die zy in de Stad Embden en in de Sterk-
te Lieroord gelegd hadden. Doch na 't uitgaan
van 't Beiland zogt Graaf Enno zig en zyn Graaf-
fchap te doen aanmerken, als onzydig: ook ver-
wierf hy dit, eerlang, by de Äartshertoginne
Izabelle, mids hy zorg droege, dat de Vesting
Lieroord geruimd werdt, door de Staatfche be-
graaf zettjng. Hy deedt zyn best, om de Staaten hier-
Enno toe* te beweegen, Doch zy hadden 'er geene
dringt pp ooren naar. Zy verzogten hem, beleefdelyk,
het nu- (jat Zy (je Vesting nog eene wyle tyds mogten
Lier- bezet houden, endeeden, midlerwyl, de ver-
eerd, vallen' werken derzelve herftelien. Hy beriep
zig j daarentegen, op de belofte, voorheen, door
de Staaten, gedaan. Men overwoog 'sGraa-
ven eisch met Prinfe Maurits, die begreep, dat
men zyn woord behoorde te houden; doch dat
het te wenfchen ware, dat men Graaf Enno be-
weegen kon, om'er nietfterkopteftaan, alzo
het te dugten was, dat de vyand het Huis, ter-
flond, zou bezetten. Terwyl hierover, met
fchryven en herfcbryven, gehandeld werdt,
rees 'er nieuw ongenoegen tusfchen den Graa-
ve en de Stenden van Oostfriesland, over 't ftuk
der belastingen, waarin de Staaten, als midde-
't Welk laars, gemengd waren. De ontruiming van Lier-
ie Staa- oord werdt, hierop, verfchooven. In Bloei-
ten ver- maand des jaars 1621, kwam Sixtus van Amama
fchiuven. jn ^Qn j-jaage : ujt 's Graaven naam, Iterk aan-
houdende op deeze ontruiming, en zelfs op die
van Embden, welk, buiten 's Graaven kennis,,
door de Staaten, bezet was. De gefchillen met
de
-ocr page 443-
XL.Boek. HISTORIE. 441
de Stenden en vooral met Embden moesten, 1(y22.
zyns oordeels, door 't Keizerlyk Hofgerigt, —----
niet door de Staaten, bellist worden. Amama's
voorftel werdt onderiteund, door den Groot-
Britannifchen Gezant Karleton. Prins Maurits
en de Gemagtigden tot de Oostfriefche zaaken
oordeelden, eindelyk, dat men verpligt was,
Lieroord te ruimen, en den Graave Afte van
onzydigheid te geeven, zo hy belooven wilde ,
de buitenwerken der Vesting te doen Hegten,
en 't Huis niet wederom te doen bezetten door
krygsvolk van de Spaanlche zyde. Doch deeze
voorwaarden werden niet aangenomen. Hierop
volgde, in 't begin deezes jaars, 't beflaan van
eenige Embder fehepen in Spanje, 't welk de
Staaten agterlyker maakte, in 't handelen, met
den Graave: die, in Bloeimaand daaraan, ee-
nen fcherpen Brief fchreef aan de Staaten, waar*
in hy klaar en onbewimpeld antwoord verzogt*
of men Embden en Lieroord begeerde te rui-
men, of niet; zullende hy, na't ontvangen van
zulk een antwoord , met zyne vrienden en
bloedverwanten, overleggen, wat hem te doen
zouftaan. Opditfchryven, verzogten de Staa-
ten den Graave, Gemagtigden naar den Haa-
ge te willen fchikken, om de hangende ge-
fchillen aldaar af te doen. Hy antwoordde,
dat hy van geene gefchillen wist, die niet,
door den gewoonen weg van Regte, bellist
konden worden; dat hy, hierom, de bezen-
ding naar den Haage noodelooshieldt, en nog-
maals verzogt, dat men Lieroord, zonder lan-
ger uitftel, ontledigde van bezetting.
In deezen ftaat der zaaken, was de Graaf ivTan.<f«i(j
van Mansfeld in den Haage gekomen: dien ™ic itl
-ocr page 444-
44* VADERLANDSCHE XL. Boek
Hfra. men eerst afbetaalde, en van eenig gefchut
------- voorzag. Toen zondt men hem, met zyne
friesland. Ruitery, naar den Rynkant (ni), om aldaar de
Winterlegeringen te betrekken. Doch de Kei-
zerfche troepen beletteden hem dit, hemnood-
zaaken de, van Schenkenfchans, den Ysfel langs ,
benedenwaards, te trekken. In Slagtmaand,
viel hy in Oostfriesland, niet zonder kennis,
meent men, van Prinfe Maurits en van de voor-
naamften uit de Regeeringe der Vereenigde Ge-
westen , en tot heimelyk genoegen van de gant-
fche Vergadering der Staaten, die lang een
kwaad- oog gehad hadden , op den bedek-
ten handel van Graave Enno en Spinola. Mans-
feld eischte driemaalhonderdduizend Ryksdaa-
lers van Graave Enno, of overlevering zyner
vaste Huizen, van welken hyzig, kort hierop,
meester maakte, den Graaf zelven, op eendee-
zer Huizen, zo goed als gevangen houdende.
Klagtet!, Enno viel terltond klagtig aan de Vereenigde
aan de Staaten, over deezen vyandlyken inval. Uit de
Staaten, $taci Embden kwamen zelfs Gemagtigden in
zcTin!6" den Haagc, die gelyke klagten deeden. ]Je Staa-
vai. " ten verklaarden, geene kennis te hebben van
Mansfelds onderneeming; gelyk 'er de Verga-
dering ook geene kennis van fchynt gehad te
hebben. Doch zy deeden geene crnftige poo-
gingen , om Mansfeld uit Oostfriesland te doen
verhuizen. Midlerwyl, handelde men, in den
Haage, wederom, over de gefchillen tusfchcn
den Graave en de Stenden: welke handeling
lang gerekt werdt. RudoIfChristiaan, 's Graa-
ven oudfte Zoon, kwam, op't einde desjaars,
in
. Qtn~) Memoir. de FreckT. Henri p. l{r.
-ocr page 445-
XL.Boetc. HISTORIE. 443
in den Haage, begeerende, dat de Staaten hun- «fes.
ne magt gebruiken zouden, om Mansfeld, uit —----
een onzydig Land, gelyk Oostfriesland was,
te verjaagen. Doch de Staaten verklaarden, dat
zy, uit aanmerking van de dienften, hun, voor-
heen , door Mansfeld, gedaan, hiertoe niet be-
fluiten konden. Nogtans zonden zy, in Louw-
maand des jaars 1623, de Heeren Muis en Schaf-
fer naar Oostfriesland, die egter geenen uitdruk-
kelyken last hadden, om Mansfeld te doen ver-
trekken ; maar alleen om eenen beteren voet te
beraamen, op het invorderen der brandfchat-
tingen. De Staaten oordeelden 't van hun be-
lang, datMansfelds Leger op de been gehou-
den werdt, en zogten, midlerwyl, hunne Bond-
genooten te beweegen, om hiertoe de hand te
leenen. 'tLiep tot diep in 't najaar aan, eer men
ernftelyk begon te handelen, over 't vertrek
der Mansfeldfchen, uit Oostfriesland, 't Ge-
west was nu kaalgefchooren(>/), en Graaf En-
no gedwee gemaakt. Groot-Britanje en Zwee-
den drongen de Staaten fterk, tot het bevorde-
ren der ontruiminge. De Staaten van Stad en
Lande klaagden ook, dat zy 't Leger van Mans-
feld niet langer voorzien konden van mondbe-
hoeften. Men vreesde, daarenboven, voor ee-
nen inval desGraaven van Tilly, die deOost-
friefche grenzen reeds naderde. Ookhadtmen,
in Hooimaand, beflooten, voor rekening van
de Ridderfchap, de Steden Norden en Aurik
en den Huismans Stand van Oostfriesland, be-
nevens de Heerlykheden Ezens en Witmund,
drie tonnen Schats op te neemen, tot voldoe-
ning
(«) Misfive van A Joachimi m /tnitrln in i&NotuI, van Zeel.
Il Sépt. 18 Aoy. 1623. M. 213, 274, 275.
-ocr page 446-
444 VADERLANDSCHE XL. Boek.
1622. ning van de Mansfeldfche troepen (n), en vyf-
>------- tigduizend Ryksdaalers te fchieten, tot betaa-
ling der zeshonderd man, binnen Embden be-
zetting houdende. Doch 't liep nog lang aan,
eer de genoemde Oostfriefche Stenden zig ver-
binden wilden, om de drie tonnen fchats we-
derom af te leggen. Zy kwamen 'er egter, al-
lengskens, toe, op Ezens en Witmund na: 't
welk gelegenheid gaf, dat de Staaten,eerlang,
de Huizen in deeze twee Heerlykheden en ee-
nige anderen bezetten deeden, nadat dezelven,
Zy doen door de Mansfeldfchen, ontruimd waren. De
Mansfeld Staaten, den Graave van Mansfeld toen hon-
venrek- derdenvyftigduizend guldens verfchaft heb-
OosJ. bende op rekening, verpligtten hem, eindelyk,
friesland, gantsch Oostfriesland te veriaaten, in Louw-
maand desjaars 1624. Wyzullen,hierna,zien,
wat gebruik verder gemaakt werdt van zyn Le-
ger. Graaf Enno viel toen wederom klagtig,
over 't bezetten zyner Huizen en der Vesting
Lieroord. Ook zogten die van Embden hunne
verfchillen met den Graave, door bemiddeling
der Staaten yte doen vereffenen. Doch dit laatfte
gelukte niet. De meeste Huizen werden egter
ontruimd, na dat men de Vestingwerken,door
Mansfeld, daaraan gemaakt, geflegt hadt. De
Staaten booden ook aan, Lieroord te veriaaten ,
zo hun behoorlyke verzekering gedaan werdt,
dat deeze Vesting niet wederom bezet zou wor-
den, en zo de Aartshertoginlzabelle den Graa-
ve eene Acte van onzydigheid leverde, tot ge-
noegen van hunne Hoog-Mogendheden. Doch
hiertoe was deeze Vorstin niet te beweegen.
Lier-
O) RefV. IIo'l. \4Jtdy Lf'Sfpt. 5Dccifoz. bl,66,104,178.,
-ocr page 447-
XL. Boek. HISTORIE. 443
Lieroord bleef, derhalven, in de magt der Staa- i<52a.
ten, en Graaf Ennodeedt, federt, niet dan ver---------
geeffche poogingen, om hen dit Huis te doen
ruimen (0). Doch zyne andere vastigheden wer-
den hem wederom overgeleverd (p). 't Verhaal
derOostfriefche zaaken, dat niet wel afgebro-
ken kon worden, heeft ons gevoerd buiten de
orde van verfcheiden' andere gebeurtenisfen,
van welken wy nu verflag zullen doen.
Weinige weeken na 't ontzet van Bergen op xx.
Zoom, ondernam Prins Maurits, in Slagtmaand Aanflag
desjaars 162 a, eenen aanflagop Huist, of, vol- JanJn,!"
gens geloofwaardiger berigten (q), op Antwer- rfu# au"
pen. Hy deedt agtentwintig vendelen knegten
fcheep gaan. Doch een fchielyke opkomende
vorst, en felle Noordoostenwind verhinder-
den den toeleg (f).
AandenRynkant,was, dit jaar, weinig voor- Paapen-
gevallen. Alleenlyk hadt de Prins van Chimai, m»»s vesr
in Sprokkelmaand, 't beleg geflaagen voor da looreD«
fchans Paapenmuts, die, in 't jaar 1620, door
Prinfe Maurits, geftigt was. Doch de fchans ,
werdt niet regt aangetast, voor Slagtmaand,
wanneer Graaf Henrik van den Berge 't beleg
geboodt. 't Liep nogtans aan tot den derden
van Louwmaand des volgenden jaars, eer zy
zig overgaf, by verdrag waarby de bezetting
alle krygseer bedong (f).
De aanhoudende kaaperyen van die van Al- Verdra?
eiers en Tunis hadden de Vereenigde Staaten met die
j vnnTunls
aoen V""1UU"
(#) Aitzema I. Deel, hl. 97-105,131,1615, 224-22!!, 343-3 -o.
(p)
Refol. Hol!. 7 Maart io, 15 May 1624. il, i4, 99, 65.
(4} Menioir. de Freder. Henri p. 17.
(r) Wassenaar IV. Deel, f. 72. Aitzema I. Deel, U. 132.
(t) Wassenaar I« Otel, /• 65. II. Deel, /, ?tj. Auz&ïm I.
fiul, tl. 16G.
-ocr page 448-
44<S VADERLANDSCHE XL. Boe*.
1622. doenbefluiten, tot het afvaardigen van Korne-
—— lis Pynaker, Hoogleeraar te Groningen, naar
en ai- deeze twee Zeelieden (V). Hy vertrok in Hooi-
*ers* maand, met last om te bearbeiden, dat de Ne-
derlandfche Koopvaardyfchepen niet meer on-
derzogt werden door de Turkfche Kaapers, en
dat de gevangen' flaaven werden vrygegeven.
Hy flaagde gelukkiglyk, in zyne handeling ,
floot een Verdrag met die van Tunis («) en Al-
giers , en keerde in Grasmaand des volgenden
jaars te rug. Sedert gaven de Staaten verfchei-
den' Ordonnantien in 't licht, tot beveiliging
van de vaart en handel in de Middellandfche
zee en Levant, 't yoeren van Spaanfche goede-
ren derwaards werdt verbooden. Ook werden
de fchepen voorzien van Zeebrieven, waarby
verklaard werdt, dat zy geene vyanden goede-
ren inhadden (V).
Verfclill In de Vereenigde Gewesten, was , dit jaar,
over het wederom verfchil gereezen, over het aandeel,
'an Gei- ^at e^'m ^egemeenebasten, te draagen hadt.
deriand" Gelderland en Overysfel, die vyf en een halve
en Over- en drie en een halve guldens in de honderd
ysfel ia droegen, beweerden, dat zy, voor een merke*
Ae ge" lyk gedeelte, brandfchatting moetende betaa-
luten. kn aan den vyand, ieder een ten honderd min-
der behoorden op te brengen. De meefte Ge-
westen bewilligden in deeze vermindering,
voor den tyd van een jaar; doch Friesland en
Staden Lande ftemden 'er tegen. De twee Ge-
westen droegen egter, verfcheiden' jaaren ag-
tereen, maar vier en een halve en twee en een
hal-
CO Refol- IIolI. 12 Mtty 1612. il. 93;
(»J Groot-Plakaatb. II. /Jee!, kol 2203.
QÓ Aitzema I. Deal, H. 135, 142-152.
-ocr page 449-
XL. Boek. HISTORIE. 447
halve guldens in de honderd. Doch zo drazy, léêèi
na 't herwinnen van verfcheiden' Steden, ont-------—
heeven werden van 't betaalen der vyandlyke
brandfchattingen, werden zy wederom hooger
gefteld in de gemeene lasten (w).
De Plakaaten tegen de Remonftranten wer- Verfchei-
den, ten deezen tyde, in de meefte Steden, <kn' R«-
nog ftrengelyk uitgevoerd. In Lentemaand, was j?on"
te Rotterdam gevat Joannes Narsfius, voorheen fche pfe.
Predikant te Bommel, en zig nu met de oefe- dikameu
ning der Geneeskonst geneerende. Hy zateeni- naarLoe-
ge weeken in hegtenis: dochtoen,de gelegen* veftein
heid waarneemende, dat zyne Huisvrouw hem vo
kwam bezoeken, ontnam hy des Cipiers Dogter»,
die hem fpyze bragt, al lagchende, de fleutels ,
floot haar in zyne kamer, opende de overige
deuren, en vertrok (V). Poppius en Niellius ,
twee van de BeHkidsis offlire&eurs derRemon-
ftrantfche Broederfchap, werden, in Louw-
maand des volgenden jaars, te Haarlem, ge-
vangen, aan gebragt zynde, door zekeren Jan
Janszoon Foklet
, die zig yverig Remon-
ftrantsch veinsde, en Grevius enPrince uit het
Rasphuis te Amfterdam hadt helpen verlosfen.
Zy zaten lang in hegtenis,I eer zy hun vonnis
kreegen; 't welk hen, op den tienden van Bloei-
maand, verwees tot eene eeuwige gevangenis.
Zy werden, kort hierna, naar Loeveftein ge-
bragt (y): werwaards men Paulus Lindenius,
voorheen Predikant teZoest, en nu te Kampen
gevangen, eerlang, ook voerde (z).
Hugo
(w) AlTZBMA I. Deel, il. 153.
f«r) fiüANnT IV. Deel, IL 704, 714, 715.
Cy) Brandt IV. Deel, hl- 874-1(94, iorta-ioyjt
{,;£) IJnANBT IV. Deel, lil, 109Ö-1100.
-ocr page 450-
44» VADERLANDSCHE XL. Boeit;
Hugo de Groot, die, in't jaar 1621, uitdeezö
gevangenis, ontkomen was, en zignuteParys
onthieldt, arbeidde, aldaar, eenigen tyd, aan
eene Verantwoording van zig zelven en van
.hun, die, ten zynen tyde, aan 't roer der Regee--
ringe gezeten hadden, 't Werk, afgefchreeven
zynde, werdt, heimelyk, herwaards gezonden y
en, te Amfterdam, op de drukpers gelegd, 't
Was nog niet afgedrukt, toen men, te Lillo, ee-
nige Brieven van den Schryver hebbende aan-<
gehouden, uitdezelven,ontdekte, dathy eenc
Apologie of Verdediging, in Holland, op de pers
hadt. Voorts, vondt men, onder deeze Brieven ,
ook eenen aan den Heere van Groeneveld, oud-*
ften Zoon des onthalsden Advokaats; welken
brief men verftondt, eenige bedenkelyke uit-
drukkingen in te houden; en eenen aan den Hee-
re vanStoutenburg,GroeneveldsBroeder ,in cy-
fer gefchreeven(V).Doch deGrootfchreef, kort
hierop, aan de Staaten van Zeeland, dat deeze
Brieven geen ander geheim dan dat van 't druk-'
ken zyner Verantwoording behelsden. Men"
deedt, ondertusichen, zo veele moeite, met
vraagen en uitvorichen, dat men de Drukke--
ry, daar 't werk op de pers lag, ontdekte. Men
moest hier dan't drukken ftaaken;doch 't werdt y
te Hoorn, door den Drukker haak Willemszooir
Verbeek
, hervat en uitgevoerd, 't Boek kwam ,
in Slagtmaand deezesjaars, in 'tlicht (£) Doch
't verfpreiden, hebben en leezen van het zelve
werdt, terftond, ftrengelyk verbooden (c):~
welk verbod egter niet heeft können te wege-
bren-
O) Refnl. Holl. ir, July j(>22. hl. Hj.
(!/j K, I5rani>t Leven van H. <le Groot, il. 2"7-393»
{c) Groot-PUkaatb* 1. Led, kol. 451,
1622.
xxr.
De Grout
fchryft
zyne Ver-
aiitwoor*
ding.
't Druk-
den der-
Zelve
worde
ontdekt.
Streng
verbod
van dit
Boek.
-ocr page 451-
XL. Boek. HISTORIE. 449
brengen, dat het boek niet meermaalen ge-
drukt en van veelen gelezen is, en, in laater'
tyd, de algemeene goedkeuring weggedraagen
heeft, 't Plakaat, waarby dit Boek verbooden
werdt, verklaarde den Schry ver ook itraf baar
aan lyf en goed: 't welk hem gelegenheid gaf,
om Koning Lodewyk den X11I. te verzoeken,
om deszelfs befcherming, die hem, gunstig-
lyk, verleend werdt (d). Joan de Haan, gewe-
zen Penfionaris van Haarlem en nu Raad van
den Hertoge van Holftein, meende, dat de
Groot, in deeze zyne Verantwoording, niet
klaar genoeg gefproken hadt van de eigenlyke
oorzaaken der veranderinge in den ftaat des
Lands. Hymoest, zyns oordeels, vooral, dui-
delyk getoond hebben. „ wie dien toeleg ovef-
lang by zig zelven hadt bedagt, om, met
n vernietiging van 's Lands vry- en geregtighe-
„ den, en verdrukking der voornaamfte, oud-
„ fte en getrouwfte Patriotten, te geraaken
„ tot meerder of onbepaald gezag." Doch de
Groot was van gedagten, dat de tegenwoordi-
ge toefcand der zaaken in Frankryk niet ge-
hengde, dat hy vryer en openlyker fchreeve
(/). Ondertusfchen, ziet men hieruit, hoe zeer
fommigen van hun, die der oude Regeeringe
gunst toedroegen, gebeeten waren op hem,
dien zy voor de voornaamfte oorzaak hielden
van de verandering des jaars 1618. Doch dit
bleek nog veel duidelyker, in Sprokkelmaand
des volgenden jaars, toen men eenen aanflag
op het leeven van Prinfe Maurits ontdekte,
aan
Cd*) K. Brandt Leven van H. de Groot, II, 306-310.
(O liRANDT II. Deel, hl. 824.
X. Deu.           Ff
-ocr page 452-
450 VADERLANDSCHE XL. Boek.
tóaa. aan welken eenigen, die, by de gemelde veran-
«—-— dering, hunne ampten kwyt geraakt waren, en
eeriige bekende Remonftranten deel hadden,
't Zal der moeite wel waardig zyn, dat wy den
aanleg, voortgang en uitflag deezer roekelooze
onderneeming, omftandiglyk, ontvouwen.
XXII. Willem van Oldenbarneveld, Heer van Stou-
Aanflag tenburg, jongfte Zoon des Advokaats, was de
op het voorbaarigfte aandryver des aanflags, in wel-
vanVprin. ^en nY ook zynen Broeder, Reinier, Heer van
fe Mau- Groeneveld, met moeite, hadt ingewikkeld,
rits, ge- Beide warenze, na den jammerlyken dood van
fmeed hunnen Vader, ontzet geworden van hunne
Willem ampten. Hunne vaderlyke goederen, uit wel -
van 01- ken Stoutenburg tweeduizend guldens in't jaar
denbar- frekken moest, waren verbeurd verklaard ,
neveid, waardoor hy fchier het eenig inkomen miste
9
Stootend we^ ^em overgefchooten was. Elk, die naar
feurg. ampten haakte, fchuwde'tgezelfchap der twee
broederen, welker zwagers, Veenhuizen en van
der Myle, ook niet meer onder 's Lands Ede-
len befchreeven werden. Al dit, gevoegd by
den dood huns ouden Vaders, ontftak zo veel
haat en gramfchap in 't gemoed van Stouten-
burg in 't byzonder, dat hy befloot, het leed
■}
hem en zyner maagfchap aangedaan, te wree
ken op Prinfe Maurits, dien hy voor de oor-
zaak van het zelve hieldt. Hy begreep ook, dat
de Prins, den Advokaat, kort voor deszelfs
einde, beloofd hebbende,dat hy zynen kinde-
ren gunstig zyn zou, zo lang zy wel deeden,
gyn woord niet hieldt, 't welk hem te meer te-
gen zyne Doorlugtigheid verbitterde. Hy fpit-
fte dan zyne zinnen op nieuwe verandering,in
de Regeering, die, dagt hy, niet kon te wege
i-i,                      -•.......£*■
-ocr page 453-
XL.BÄ HISTORIE.7 -4fi
gebragt worden, of de Prins moest eerst vain j<ySji,
kantzyn: waarna men,zo hy wäande, de hek-------_
ken der Regeeringe ligtelyk zou können ver-
hangen» Niet onwaarfchynlyk is 't zelfs, dat
hy vermoed heeft, Prins Fredrik Henrik, die,
m zyns Broeders dood, in 't bewind zou moe-
ten komen, deeze verandering te können doen
goedvinden. Hy kreeg, eerlang, luiden aan
zynë koorde, die, gelyk hy, geleeden hebben-
de by de omwenteling der Regeeringe, verlang-
den naaf herftelling. Onder deezen', warende Andere
vöornäamfte dryvers, beleiders en helpers, voornaa-
Adriaan Adriaanszoon van Dyk, gewezen Se- me dry-
kretaris van Bleiswyk, David Koorenwinder j"j"» b**
gewezen SekretaristeBerkel, Heerlykheid der hèiperst"
Vrouwe van Oldenbarneveld, Adriaan van der
Dusfen
,'gehuwd met eene Dogter van wylen
Elias van Oldenbarneveld, Penflonaris van Rot-
terdam ,eö-Broeder des Advokaats, Korsjattt-
Hoon van Alfèri,
Hariiigkooper te Rotterdam,
Henrik Statins, gewezen Predikant te Bleiswyk,
en zyn Zwager Kornetts Gerritszoon van IVoer-
         "c
ikn, SchrynWerker te Rotterdam. Onderde
medewustigett, vortdt men Jan en Abraham
Blanfaart \ Willem Janszoon Parthy
, en eenige.
anderen, Hierna te melden: ookëènigeeenvou-
dige luiden, die ?t gene hun van den aanfl&g ter
óoren gekomen was niet geloofd of verfoeid,
hadden; doch Om datze 't niet ontdekten in ly-
den kwamen. De bovengenoemde Perfoonen
Wat-en allen Remoriftrantschgezind, behalve
Kobren winder en vander Dusfen, diederRoonv
fchén belydenis waren toegedaan. Stoutenburg Gefp-tk
hadt, in den nazomer des jaars 16 a i, een gefprek van stou-
geliad, te Leiden, met den Predikant Bemardos, tenburg
gio.
-ocr page 454-
r
45a VADÊRLANDSCHE XL. Boek;
«6aa. Dwinglo, die met Koorenwinders Zuster ge-1
. . trouwdwas, hierop uitkomende, dat 'er goede
hoop was op verlosfing en vryheid van gewee-
ten, door verandering in de Regeering, Groe-
neveldheeft, naderhand,bekend, uit Stouten-
burg, te hebben verftaan, dat Dwinglo gezeid
zou hebben, dat Leiden wel volgen zou, ais
de andere Steden begonden (ƒ). Doch Dwin-
glo ontkent, in zekere zyne Verantwoording,
immer zulk een antwoord gegeven te hebben.
. Ook verhaalt hy 't gefprek met Stoutenburg
geheel anders, en voegt 'er zelfs by, dat Stou-
tenburg, daarna, met een briefje, genoegzaam
wederriep, 't gene hy hem mondeling voorge-
houden hadt (g). Ook overleide Stoutenburg
zyn ftuk, federt, meest met van Dyk en Koo-
Gerugt, renwinder. Omtrent deezen tyd, liep 'er een
wegens gerügt, te Leiden en elders, dat de gewezen'
cen' Sekretarisfen van Hazertswoude, Berkel, Bleis-
nomen" wyk en andere Plaatfen zeker getal van boeren
opftand zouden aanneemen, tot het uitvoeren van ee-
ondcr de nenaanflag, die niet genoemd werdt, in den
boeren. Haage 0f eiders. Wat laater, viel, tusfehen
Stoutenburg, van Dyk, Koorenwinder en Kors
Janszoon van Alfen, overleg, om den Prins,
van zekeren togtte rug keerende, te Rotter-
dam, aan te tasten,of ten minsten aldaar eeni-
gen opftand te verwekken, tot voorftand der
vryheid, gelyk men 't noemde. Doch deeze
toeleg liep te niet. Men liet egter niet na, ei-
kanderen , by monde en bedekte briefjes, op
te hitfen, tot het ombrengen van den Prinfe.
Stoutenburg fprak 'er geduuriglyk van, met
zy-
(ƒ> Seittent. van R. van OldeiibarneveW. gedr. 1623.          ,
Cr5 Dvwmcm Verantw. il* aaa, 223-229» 240» 3°4>3o&
-ocr page 455-
XL. Boek. HISTORIE. 453
zynen Broeder, Groeneveld, Eindelyk, werdt, 162»;
in 't laatst van het jaar 1622, vastgefteld, dat-------•
men eenige Perfoonen huuren zou, die den
Prins ,te Ryswyk, daar hy dagelyks naar toe
reedt, in 'top- of aftreeden van de koecs, van
kant zouden helpen. Doch tot het omkoopen
van deeze luiden rekende men zesduizend gul-
dens noodig te hebben, welken Koorenwinder
ligtte, op 't geloove van den Heere van Groe-
neveld, die zig, met moeite, hadt laaten be-
weegen, om hier in te bewilligen (A). Klaas Mi-
chielszoon Bontebal,
gewezen Sekretaris van
Zevenhuizen, verfchafte tweeduizend guldens
van deeze zes, die Klaas Janszoon van Alfen,
gewezen Schout van Zevenhuizen, enKornelis
Qlshoorn
, Stiefvader van Bontebals Huisvrou-
we, opfchooten. De rest van 't geld ontving
Koorenwinder van anderen. Op aandryvenvan
Stoutenburg, verftrekte hy dit geld aan van
Dyk, die 't volk tot den aanflag zou omkoo-
pen. Endeezeontboodt,op den negentienden van Dyk
van Louwmaand, te Bleiswyk, by zig Jan Blan- koopt
faart, Sauy werker te Leiden en Proponent on- eenigen
der de Remonftranten, dien hy te kennen gaf, ^^L
dat'er iet in til ware, ten voordeele der Remon- flag.
ftranten, en, eenige dagen laater, den toeleg 1623.
om den Prins van kant te helpen ontdekte.
Voorts, gaf hy hem eenig geld, en deedt hem
belooven, dat hy zynen broeder, Abraham
Blanfaart,ennog eenige andere Leidenaars zou
inwikkelen in den toeleg. De Blanfaarts fpra-
ken 'er van met Willem Janszoon Parthy, ook
een Saaywerker, gelyk zy, die, nevens Abra-
ham
(Ä) P. ScftivERiu3 Oud Batïv. Atmth il, ijs.
Ff 3
-ocr page 456-
454 VADERLANDSCHE XL. Boek<
1**3. ham Blanfaart, den Predikant Welfing, voor-
g'-1" ,» heen, verlost hadt uit de Haagfche gevange-
nen (i). Doch de twee Broeders hebben, nader-
hand , beleeden, dat zy niet anders voorhad-
den, dan van Dyk op te ligten, en geld van
hem te trekken. Nogtans, trok Jan Blanfaart,
federt, naar den Haage, daar hy fprakmetvan
Dyk, die, nevens hem, de gelegenheid van
Ryswykbezigtigde; doch hy weigerde een Pis-
tooltje of Zinkroertje aan te neemen, welk
van Dyk hem wilde ter hand (tellen, Hy keer-
de toen naar Leiden, beloovende, tegen den
vierden van Sprokkelmaand, wederom in den
Haage te zullen zyn.
De ge- Midlerwyl, hadt van Dyk, meer volks tot
wezen den aanflag zoekende te werven, Kornelis
kant Sla- Gerritszoon, SchrynwerkerteRotterdam, den
tius v zesentwintigften van Louwmaand, ten zyncn
neemt 'er huize, ontbooden, en hem daar kennis gege-
deei in. ven van den aanflag. De Schrynwerker belooi-
de 'er de hand toe te leenen, en eenige ande-
ren op te zoeken, welken hy, zonder van Dyk
te melden, elk honderd of honderden vy f tig
guldens vooruit zou geeven, en nog twee- of
driehonderd guldens, als zy in den Haage ko-
men zouden, om 't ftuk uit te voeren. De Zus-
ter vanden gewezen Predikant van Bleiswyk,
Henrik Slatius, was met deezen Schrynwerker,
getrouwd; en Slatius kreeg, omtrent deezen
tyd of eerder, 't zy uit Kornelis Gerritszoon,
ofuit van Dyk, of uit Stoutenburg zelven, ken-
nis van den toeleg tegen den Prinfe. Hy was
een man van eenen onrustigen geest, en lag,
tca
(O Zie hier voor, «. 41a,
-ocr page 457-
XL. BoïK. HISTORIE. 43$
ten deezen tyde, overhoop met de Remon- 162^
ftrantfche Broederfchap (i), 't welk hem te hee- -
ter maakte op vertwyfelde aanflagen. Ook
hieldt hy gemeenfchap met muitzieke geesten,
die, den wind van verandering in 't hoofd heb-
bende, zig, met den minften blik van hoope
daartoe, gaarne lieten aazen. In den Zomer des
voorleeden jaars,hadt hyeen Boekje gefchree-
ven, den Klaarlichtenden Fakkel genaamd, ver-
vattende vcrfcheiden' befchuldigingen tegen . .
den Prinfe, en, onder anderen, dat hy de mui»
tery, te U credit, in den jaare 1610, geftyfd
hadt. Voorts werden, 'er's Lands Ingezetenen ,
met naamede Remonftranten, in vermaand,
om zig, door hunne handen, en, door de ver-
fchrikkelyke wapenen
hunner handen, te ver-
losfenvan den dwingeland en van den godloo-
zen hoop der tegenwoordige Regenten, 't
Schrift was te Gouda gedrukt, en den Schry ver,
ineene ton of half vat, t'huis gezonden; doch
nog niet verfpreid. Men meent, dat het gediend
zou hebben, om onder 't volk geftrooid te wor-
den , zo Stoutenburgs toeleg om den Prins,
van den veldtogt te rug keerende, buiten 't
Land te houden, of, te Rotterdam, van kant
te helpen, gelukt ware. Slatius woonde nu in
deeze Stad, daar van Dykhem, op den eerften
van Sprokkelmaand, kwam vinden, op hem
begeerende, dat hy zyn agterhuis zou leenen,
om de Pistoolen, welken men tot den aanflag
gebruiken zou, daar te bewaaren , en eenige
andere voorbereidfels te maaken: waarin Sla-
tius bewilligde. Hyen zyn Zwager zogten toen Hy en
drie zyn Zwa-
C*) Brandt IV. Dal, W 859 '"x.
Ff 4
-ocr page 458-
456 VADERLANDSCHE XL. Boek:
drie Bootsgezellen op, Jan Klaaszoon uit het
Zuidland, Herman Hermanszoon van Embden,
en Dirk Leendertszoon van Katwyk op den Ryn,
welken zy, met geld, hun, door van Dyk, die
reeds zesduizend guldens van Koorenwinder
ontvangen had, ter hand gefteld, bewoogen,
om op de wagt te (laan, als de Prins, door eeni*
gen van Leiden, om 't leeven gebragt zou wor-
den ; welke Leidenaars zy ook, des noods, zou-
den moeten befchermen (/). Van Dyk bragt,
federt, eenigfchietgeweer en een'vuisthanerin
't agterhuis van Slatius, daar deeze en zyn Zwa-
ger ook het buskruid droogden en de kogels
gooten, van welken men zig dagt te dienen.
Tegen den vierden of vyfden van Sprokkel-
maand, zou Kornelis Gerritszoon met zyn volk
in den Haage zyn. Doch van Dyk hem en Sla-
tius, met een briefje, en daarna mondeling,
hebbende geraaden, nog eenige luiden aan te
neemen, bewilligden deezö twee tot eenen
aanflag, dien zy niet ontdekten, Jeroen Ewouts,
Jan Faasfen, Piet er Janszoon Broek en Jan
Engelen
, alle Remonftrantschgezinde Bootsge-
zellen. De drie laatften ontvingen geld op hand:
't welk Jeroen E wouts weigerde.
Te Leiden, waren, midierwyl, zo Jan BIan-
faart van Dyk berigt hadt, eenige gasten ziek,
anderen onwillig geworden. Van Dyk zondt
dan een briefje aan Jan Blanfaart, hem, daar-
by, belastende, ander volk in de plaatste zoe-
ken , en daarmede, den vierden, in den Haage
te komen. En hierop zouden Jan Blanfaart en
Willem Parthy affpraak gemaakt hebben, om
van
f"/) Sentenr.van Jan Kluasz.. Herman Hcrtuan», cnüit'k Leen»
èirtsz. gtdïttkt iCf.%.
KS23.
gcr huu
ren 'er
eenige
LootsgC'
zeilen
toe.
Hy leent
Zyn ag-
terhuis,
lot ber-
ging en
bereiding
van
fchletge-
reed-
ichap.
Tan Blan-
faart en
Willem
Parthy
bedrie-
gen van
»yk.
-ocr page 459-
XL. Boek. HISTORIE. 457
van Dyk te gaan fpreeken, en hem diets te j^j,
manken, dat men nog' vyf gasten aangenomen-----—
hadt; om hem dus meer gelds te doen fchie-
ten. Ondertusfchen, hadt Stoutenburg ook met
Koorenwinder gefproken van eenige boeren
naar den Haage te doen komen, om de Re-
geering te helpen veranderen; 't welk, zo Sla-
tius en van Dyk fpraken, ook in alle Steden
van Holland, gefchieden zou. Eenigen deezer
luiden maakten eikanderen diets, dat Prins Fre-
drik Henrik kennis van den toeleg hadt, en 't
hoofd der partye was : 't welk fommigen te
eerder befluiten deedt, om 'er de hand toe te
leenen. Slatius, 't geweer gereed gemaakt en siatius
in een koffer geflooten hebbende, vaardigde, zendt het
met het zelve, Jeroen Ewouts en zyne makkers j"
af naar den Haage, die den vierden van Sprok- weernaar
kelrnaand vertrokken, en in eene herberg op 't den Haa-
Spui, daar Utrecht uithing, hunnen intrek na- ge«
men. Doch 't koffer bragten zy in de herberg
den Helm, daar van Dyk plag t'huis te gaan.
Slatius Zuster, ondertusfchen, kennis van den
aanflag gekreegen hebbende, maakte daarin
groote zwaarigheid, en kreet 'er, nagt en dag,
over. Doch hy en haar man fielden haar ge-
rust. Men hieldt, dien zelfden avond, nog ee-
ne maaltyd ten huize van Slatius, daar, op den
goeden uitflag der onderneeming, of, zo ande-
ren willen, op de goede reize van Kornelis
Gerritszoon, gedronken werdt. De Remon-
irrantfche Predikanten Kornelis Geefteranus en
Gerard Felfius waren hier toen juist ook voor
eenen korten tyd tegenwoordig, en deeden
een' dronk mede : 't welk hen, daarna, verdagt
maakte, als of zy deel gehad hadden aan den
Ff 5
                     aaa-
-ocr page 460-
453 VADERLANDSCHE XL. Boek,
i£ï$, aanflag. Kornelis Genitszoon vertrok, des
—-----anderendaags 4 uit Rotterdam, en vondt Jan
Klaaszoon , Herman Hermanszoon en Dirk
Leendertszoon te Overfchie, met welken hy
naar den Haage reisde, alwaar de anderen reeds
gekomen waren. Kornelis en de zynen bega-
ven zig naar de herberg het Zotje, in 't ag-
terom. Hy bragt hun hier, op den vyfden, elk
nog vyftien of zestien dubbele gouden Ryders,
hem, door vanDyk, die nu ook in de herberg
den Helm gekomen was, ter hand gefield (*»).
Verder Abraham Blanfaart en Willem Parthy waren
boieict' hem, hier, des Zondags den vierden, komen
van den vinden, hem diets maakende, dat zy met hun
aauflag. zevenen in den Haage waren , en geld van
hem begeerende. Hy befcheidde hen tegen
's anderendaags, en tpenwerdtbeftemd, datA-
braham Blanfaart» Willem Parthy en een Rot-
terdammer , op den volgenden dag, zynde
Dingsdagden zesden van Sprokkelmaand, den
eerften aanval zouden doen, en dat de andere
Rotterdammers en Leidenaars hen ontzetten
zouden, zo zy 't te kwaad mogten krygen:
waarna zy allen, over detolbrugge, naar de
Veenen, Noorddorp,Pynaker of Berkel, zou-
den vlugten, 'snagts van eikanderen fcheiden,
en elk in zyn huis zoeken te komen, om geen
agterdogtte geeven. Voorts, zou Parthy eene
aanfpraak aan de gasten doen, in de duinen;
waartoe hy de ftof ontkenen zou uit den Klaar->
lichtenden Fakkel
van Slatius, welk boekje van
Dyk hem ter hand ftelde. Ook gaf hy aan A-
braham Blanfaarc wederom eenig geld voor
hen,
C »O Uit vcrfdieiilea' Sententie«. . >                          ;
-ocr page 461-
XL.BoEK. HISTORIE, 459t
hen, en de vyf anderen, die nergens te vinden ^23,
waren. Zy keerden 'er, des avonds, mede.naar-------
Leiden, daar zy 't met Jan Blanfaart deelden.
Deeze driebeflooten toen, zo zy, naderhand,
verklaard hebben, des anderendaags, wederom
naar den Haage te gaan en den aanflag te ont-
dekken («): doch zy werden door anderen
voorgekomen.
Van Dyk, niet weetende dat deeze drie
hem bedroogen, hadt zig, dien zelfden nade-
middag, naar Stoutenburg begeven, dien hy
berigt deedt, hoe de zaak ftondt. Stoutenburg
of Koorenwinder gaf 'er Groeneveld ook ken-
nis van. Ook vertelde Stoutenburg zynen Broe-
der, nu of vroeger, dat Kors Janszoon van At-
fen 't veranderen der Regeeringe te Leiden,
te Gouda en te Rotterdam te wege brengen zou.
Ten zelfden tyde, fprak Kornelis Gerritszoon
tegen de drie mannen, die met hem in 't Zotje
waren, over 't uitvoeren des aanflags, des an-
derendaags , en als Herman Hermanszoon wat
aarzelde, maakte hy hem diets, dat men flegts
voorhadt, den Prins te vervoeren. Te vooren ,
hadt hy den vier anderen gasten, die 't koffer
naar den Haage gevoerd hadden, ook eenig
geld gebragt. Doch hen nader willende gaan
ipreeken, waren ze niet te vinden: 't welk hy,
terftond, aan van Dyk bekend maakte, die hem
belastte hen op te zoeken.
De vier matroozen, Jeroen Ewouts, jan Vi« der
Faasfen, Pieter Janszoon Broek en Jan En- ^chu^_
gelen, gevaar beginnende te zien, in den on- troo'zen"
bekenden aanflag, waartoe zy aangenomen wa- ontdek- ^
ren, ken den
f») Sentent. van Abrah. en Tan Blanfaart enWillemT.Parthye. aanflag.
tfirukt 1C23,                                                                                 "'..'■•
-ocr page 462-
46o VADERLANDSCHE XL. Boek.
l6ï3< ren, hadden beflooten, om 'er den Prins over
-------te fpreeken, en waren 'er mede bezig, toen
Kornelis Gerritszoon hen, in hunne herberg,
kwam zoeken. Zy vonden zyne Doorlugtig-
heidteRyswyk, die, verneemende,datzyhem
iet van gewigt te ontdekken hadden, hun hei-
melyk gehoor gaf. Jan Faasfen deedt het woord,
zeggende „ dat zy, met hun vieren, te Rot-
„ terdam, gehuurd waren tot zekeren onbe-
„ kenden aanflag, ten dienfte van 't Land; dat
J5 hun elk driehonderd guldens, welken zy
„ toonden, op de hand gegeven waren; en dat
„ zy hier een koffer gebfagt hadden, in de
„ herberg den Helm: vraagende, wyders, of
„ zyne Doorlugtigheid kennis van deezen aan-
„ flaghadt?" De Prins zeide, neen. Zy gaven
hem ook berigt van de vier mannen, diezig
in 't Zotje onthielden , en tot den zelfden
aanflag waren aangenomen. De Prins, zeer
verzet over 't gene hem aangebragt werdt, be-
val hun hem, langs eenen anderen weg, over
Voorburg, te volgen, en op 't Hof in den Haa-
ge by hem te komen. Hy reedt, hierop, in al-
leryl derwaards, ontboodt den Prefident en ee-
nige Raaden van 't Hof, terftond, byzig, die,
de ontdekkers nog eens gehoord hebbende,
den Fiskaal en Geweldige zonden, om 't Zot-
Drie nn- je en den Helm te bezetten. In 't Zotje, wer-
deren en den Kornelis Gerritszoon, Herman Hermans-
Koniehs zoon? Jan Klaaszoon en Dirk Leendertszoon,
zoon " onverhoeds, overvallen, en terftond in hegte-
worden nis genomen. Van Dyk was nog in den Helm
gevat. by 't koffer, toen hy hoorde dat de Officier be-
neden was. Hy zogt toen 't koffer te openen,
en 't geweer onder 't bed te verbergen. Doch
hier-
-ocr page 463-
XL. Boek. HISTORIE. 46 S
hiertoe geen tyds genoeg hebbende* liet hy 't nja»;
koffer, met eenige Piftoolen daarin., open ftaan ,.-------:
floeg den mantel om de ooren$ en tradt voor-
by den Officier ter deure uit, terwyl zeker die-
naar zeide, dat hy dien man veele jaaren ge-
kend hadt. Toen hy weg was, ging de Officier Het kof-
naar boven, vondt het koffer en nam het met ^JJJjjj
zig. Van Dyk, Stoutenburg gewaarfchuwd
hebbende, begaf zig, terftond, uit den Haage,
by de duinen langs, het bosch om, over den
Leidfchen dam, naar Bleiswyk, Stoutenburg,
ylende naar zynen Broeder, Groeneveld, gaf
hem ook te verdaan, hoe de zaaken ftonden ,
.waarop zy beide de wyk namen; doch met on-
gelyke uitkomst, gelyk hierna ftaatte melden.
De vier gevangenen werden, terftond, door De ge«
eenigeRaaden van't Hof, ondervraagd, en be- vange-
leeden, aan de paleye gebragt zynde, den toe- j^nnaT
Jeg op 'sPrinfen leeven. Doch fommigen mei- den aan«
den, dat Kornelis Gerritszoon alleen gepynigd flag.
v/erdt. De vier ontdekkers liet men, ondertus-
fchem, in de Kastelenye, goeden ciermaaken, ;fio'
tot dat men nader agter de waarheid zou ge-
komen zyn. De toegangen van den Haage wer- •;;.
den bezet. Des anderendaags, reeden twee Raa- VerfcheTJ
den van 't Hof naar Rotterdam, men meent, den' be-
om Adriaan van der Dusfen te vangen. Doch le,de" ^
hy was niet te vinden. Ook hadtSlatius,opde -^,„1^
tyding, dat zyn Zwager gevat was, zig terftond begeeven
op de vlugt begeven. Dien zelfden morgen, zig op de
waren Abraham Blanfaart en Willem Parthy vlugt'
op weg geflaagen naar den Haage, van zins
om, zo zy daarna verklaarden, den toeleg te
ontdekken. Doch verftaande, aan 't Huis te
peil, dat zulks r.eeds door anderen gefchied
was,
-ocr page 464-
*5a VADERLANDSCHE XL. Boek.
Mag. was, keerden zy terftond te rug naar Leiden,
'-n.....~^ en begaven zig, nevens Jan Blanfaart, op de
vlugt. Uit het gene de gevangenen beleeden
hadden, hadt men beflooten, dat Slatius, van
.?.-»..,, Dyk en de gewezen Predikanten KornelisGees-
| teranus en Gerard Veliius fchuld aan den aari-
«i--.. ,. flag hadden. Men beloofde dan, by openbaare
afkondiging, op den negenden van Sprokkel-
maand , vierduizend guldens aan elk, die een
Van deeze vier in hegtenis leverde. Doch
.Geesteranus en Velfius hebben, in laater' tyd,
hunne onfchuld doen blyken. Groeneveld en
Stoutenburg werden ook gezogt; maar niet ge-
bonden. De Leermeester van Groenevelds
,. 'Zoon werdt gevat en gepynigd, zonder dat hy
iets bcleedt. Men bragt den Zoon vän Kooren-
•z--~: .:'■-. Winder ook naar den Haage, uk wien men wee-
;... ten wilde, waar zig zyn Vader onthieldt; doch
Van der hy ontdekte niets. Van der Myle, die niet ge-
Mydt weeken was, werdtuit deBeverWyk gehaald\
gehaald; en wenige dagen in de Kastelenye bewaard,
doch on- "Doch toen men hem op 't ftuk van den aanflag
fchuidig tegen "den Prinfe ondervraagde, verantwoord-
bevou- jjg jjy zigzovolkomenlykjdatmenhemweder-
^'>f ' osüilos liet. Hy kreeg, eenige maanden laater,
•■-
vryheid, om alomme, door 't Land, te mogen
reizen; mids hy egter in de Beverwyk bleeve
woonen (0). De Advokaat Bosch werdt, in zyn
Huis, in den Haage verzekerd; maar nadat zyne
onfchuld gebleeken was, insgelyks, geflaakt.
Wat laater , raakte Abraham Wouterszoon,
Zwaardveeger te Rotterdam, van wien Slatius
de Piftoolen gekogt hadt, in hegtenis, waaruit
hyi
-ocr page 465-
XL. Boek. HISTÖ R ï Ë. 46*$
hy, eerlang, ontfnapte, zonder dat ik heb kon- tft£
nen vinden, of hy ichuldig ware of niet. Maar ____-
Klaas Michielszoon Bontebal, die een gedeelte
van't geld verftrekthadt, gevat zynde, werdt, J
daarna, voor Mannen van Schieland, te regt
gefteld (ƒ>).
Aan de Bevelhebbers der Grensfleden en aan Menbe-
de Staaten der andere Gewesten werden, ter- fchuldigt
ftond, brieven afgezonden, waarby gelast en de Re*
verzogt werdt, op de fehuldigen te letten, eri Ken
dezelven in hegtenis te deernen, 't Stuk der fa- in 't ga-'
menzweeringe werdt, in deeze brieven, meest meen,
eenigen Arrainiaanfchen Predikanten en ande- Jeßens
ren van dien aanhang te last gelegd. De Remon: £ Jaan"
ftranten raakten, hierdoor, nog meer dan te
vooren, in den gemeenen haat. Ook werden zy,
door fommige Predikanten , in 't openbaar,
vinnig doorgeftreeken : al 't welk de voor-
naamften in groote verflaagenheid dompelde,
en anderen bewoog, om hunne gemeenichap
te verlaaten. Veelen waren vol agterdogt en
vreeze, niee weetende, wat 'er agrer déezen
toeleg fchuilen mögt, en fomtyds hét ërgfte
        •■
vermoedende. De Staaten van Utrecht gaven ,
den veertienden van Sprókkelmaand, een ftreng
Plakaat uit, waarby de gantfche Broederfchap
der Remonftranten genoegzaam befchuldigd
werdt met den toeleg, en ook vierduizend gul-
dens gezet op 'tlyf van hun, die menfchuldig
hieldt, zonder Geesteranus en Velfius te ver-
geten (f/)-
Ten zelfden dage, werdt van Dyk, te Ha- Van Dyk
zertswoude, betrapt, in boeren Ideederen. Iri wordt
1                                                                     hee- Êev2t CB
( ?} Hïuni.t IV. Deel, tl. 900-942.                                  °
C?) liiiANOT ÏV. Oetl, M, 9-jï-|>5».                         • »,
-ocr page 466-
4<>4 VADERLANDSOHE XL. Boek.
KJ23. hegtenis zynde, ontboodt hy zyne bloedvrien-
—----- den, van welken hyaffcheidnam, bekennend©
bekent een dood man te zyn. Men haalde hem, ter-
den aan- ftond? naar den Haage. Na dat hy verhoord en
*3* aan de paleye gebragt was, werdt 'er, by open-
baare afkondiging, die den zestienden gelchied-
de, vyfduizend guldens gezet op de ly ven van
Groeneveld, Stoutenburg en van der Dusfen,
vierduizend op dat van Koorenwinder, en zes-
honderd op die van Abraham en Jan Blanfaart.
Men befloot, hieruit, dat van Dyk deezen ge-
meld hadt. Ook meent men, dat hy iets had«
ontdekt, 't welk Priijfe Henrik raakte, met
wiens naam, Stoutenburg icheen gefpeeld te
hebben, om van Dyk te eerder in te wikkelen.
Doch zyne bekentenis werdt zeer geheim ge-
houden. Zeker is 't, dat hy den aanflag op
'sPrinfen leeven beleeden heeft (V).
De Meer Op zeker vermoeden, werden te Leiden ge-
van Gros- vat Paulus Stochius, Guillelmus Coddceus, gewe-
neveid, zen Hoogleeraar in de Oosteifche taaien, en
land1'«- Jan Pieterszoon Dou, Landmeeter. Zy werden
vangen, naauw ondervraagd, doch onfchuldig bevon-
den; en na eenige dagen zittens ontflaagen,
onder borgtogt (f"). Groeneveld raakte, den
agttienden, in banden. Hy had zig, tegen den
avond, op aanraading zyner Huisvrouwe, An-r
na Weitfen
, Vrouwe van Brandwy k, op de vlugt
begeven naar Scheveningen, daar een Visfcher
aanboodt, hem, met zyne pink, naar Engeland,
Hamburg of elders heenen te voeren. Doch
verfchrikt voor de ruime zee, ginghy, met
zynen Kamerling en den Visfcher, langs 't
ftrandj
O") Brandt IV. Deel, hl. 951 enz.
QO Brandt IV. Veel, H, V53-y55-
-ocr page 467-
XL. Boa*. HISTORIE. ^6%
flrand,: naar 't naaste Dorp, daar een wagen j*^,
befteld werdt, die hen naar Zandvoort, en voorts . -m„
naar Egmond bragt. Hier trok de Heer van
Groeneveld eene visfchers py aan, liet zig naar
Petten brengen, en van daar overvoeren op
Texel. Doch zig hier niet betrouwende, ilalc
hy over op Vlieland, daar hy fcheep dagt tQ
gaan. Midlerwyl, hadtmen, in den Haage, be*
rigt gekreegen, dat hy te Scheveningen ge>
zien was. Straks viel 't vermoeden op den Vis-
fcher,zynen vriend,.wiens Vrouw aangetast,
en, met dreigen, tot bekentenis gebragt werdt
van 't gene zy wist. Toen hadt men 't fpoor
van zyne vlugt, welk men terftond<volgde. De
Schout van Vlieland, ondertusfchen» ook kt
vernomen hebbende, begon het Eiland te door-
zoeken, en vondt, eindelyk, den Heer van <
Groeneveld, zittende onder de Visfchers, ge-
Icleedineenegraauwepy, metgroote visfchers
laarzen aan de beenen, en een noppers muts
op 't hoofd. De Visfcher, die hem verbelde,
den Schout ziende inkomen, ontliep het ge-
vaar. Doch Groeneveld werdt gevat, en, des
anderendaags, onder een fterk geleide, naar
den Haage gebragt, en op de gevangenpoort
gezet (f).
                                        ,: ,...; •
Maar zyn Broeder Stoutenburg, die fchul- Vfagt
diger was dan hy, en Adriaan van der Dusfen v*»Stou<
ontkwamen't gevaar, dat hun dreigde. De eer- l™™tï
fle hadtzig, meent men, in eene kist, uit den der Dus-
Haage doen draagen, en was, daarna, heime ienv
lyk, te Rotterdam gekomen, daar hyzig, met
van der Dusfen, nogtien of twaalf dagen, ont-
■-!•.•::•• ;•
                                        hielde
2 (V) Aanhangig Oud Batav.M, 193« Ka.ANVTlV.Defl,!>l.()^fi.
X. Deel.                Gg
-ocr page 468-
4f56 VADERLANDSCHE XL. Boek.
1623. hïeldt, ten huize van eenen gewezen Speel-
' man ;<loch nu van goede middelen. Toen huur-
de men het fchip van Jakob Deltjes, voor dui-
zend guldens. De Schipper zou kaas lauden op
Wezel, en hen, onder dezelve, verbergen.
Doch anderen willen, dat zy, met hunne die-
naars , als Schippers gekleed, in 't vooronder
fchuilden. Te Nieuwmegen, werden zy, voor
't eerst, gezien, door des Schippers knegt, wien
men diets maakte, dat het geestelyken waren,
welken men niet ontdekken moest. Omtrent
het Tolhuis gekomen, werdt Stoutenburgs
knegt, die even aan land gegaan was, terilonds,
gekend, door eenige foldaaten, die hem, in
Bergen op Zoom,terwyl zyh Heer daar Bevel-
hebber was, gezien hadden. Men vraagde hem,
die, met terftónd, naar zynen Heer. Hy fpeelde den
«iroot ge- onxveetenden; maar gedreigd'met de pynbank,
Cïoch, meldde hy, 't gene men weeten wilde. Toen
zondt men, in deryl, eenige foldaaten naar 't
fchip. Doch zy kwamen te laat. Stouttnburg
en van der Dnsfen, uit hetwegblyven vanden
knegt, agterdogt krygende, hadden zig, door
den Schipper, aan de overzyde der Waale, op
den Kleeffchen bodem, aan land doen zetten.
Hier huurdenze een' wagen, die hen en den
Schipper, repost, naar Gochbragt. De Spaan-
fche Bevelhebber ontving hen hier beleefde-
lyk, en gaf hun, eenige dagen daarna, een fterk
en, eer- geleide mede naarBrusfel, alwaar de Aartsher-
ïang, te togin Izabelle hen, eerlang ,■ by eene fchrifte-
Brusfei jv^e ^fte • jn naare befcherming nam. De Staa-
konicn. tgn j^jjjgjj haar ^ kort te vooren, verzogt, dat
zy Stoutenburg wilde overleveren ; doch't was
geweigerd. De Huisvrouw van van der Dus-
fen
-ocr page 469-
XL. Boek. HISTORIE. 467
fen verzelde hem in zyne ballingfchap. Doch 1633.
Stoutenburgs tgtgtnoott JValburg vanMarnix,
         -
Dogter van den Heere van Aldegonde, bleef
in Holland. Haar man deedt, daarna, eene Stouten-
reis door Italië en Frankryk, en nam, te Brus- b»rg
fel te rug gekeerd, in of na 't jaar 1626, na 't "efmt
omhelzen van den Roomfchen Godsdienst-, der de*""
dienst onder de Aartshertoginne. Sedert heeft Aartsher-
men hem, als Ritmeester, de wapenenzien toginne.
voeren tegen zyn Vaderland, tot groot "ver-
driet zynermaagen. 't Schip, waarmede hy uit
Rotterdam gevlugt was, werdt, met de laa-
ding, verbeurd verklaard. Zyn Dienaar en des
Schippers Vrouw enKnegt werden, onderde-
te van nonprajuditie, den Hove van Gelderland
verleend, naar den Haage gebragt,zonder dat
my gebleeken is, hoe 't met hen afliep, (a).
Voorts hadt men, befpeurende, dat Stoutett-
burgenvander Dusfen wisfelbrieven, uit Hol-
land , zogten te trekken, al vroeg beflooten.,
alle onderhandeling met deeze twee te.ver-
bieden (v).
Op den zelfden dag, dat Groeneveld gevat Vlugtvaa
werdt, raakten de twee Blanfaarts, en, 'snagts de twee
daarna, Willem Parthy in hegtems. De ontdek !?!an
kers van den aanflag en de vier eerfte gevan par^y,"
genen fchynen niet van hun geweeten te hefe»
ben; 't welk hun tyds genoeg gaf, om, zonder
ontdekt te worden, uit Holland, en, overVofc
lenhove, in Grol te geraaken, daar de Spadiir
fchen nu meester waren. Doch de vrees, dat
de Spaanfchen hen mogten vatten, en losgeld
" ■ ■ af-
iv. Deel, hl. 957 - 960.
lv) Refol. HolL 15 Maart. 163j. »f. aj. , -I "
Gg 2
-ocr page 470-
468 VADERLANDSCHE XL. Boek.
1643. äfperfen, deedt hen wederkeeren naar Vollen-
- ■ hove. Van daar, reisdenze, door Friesland
en Groningen , naar Delfzyl, en verder op
- Embden, daar zy, 'snagts, in de herberg den
Helm (liepen, en 's anderendaags, den agttien-
den van Sprokkelmaand, een' wagen namen, om
. ■' naar Stikhuizen te ryden. Doch onderweg, over-
viel hun een nieuwe angst voor de Mansfeldfche
Knegten, die toen in Oostfriesland lagen: des
lieten zy zig terugvoeren naar Embden \ doch
namen eene andere Herberg. Hunne ongeftaa-
digheid en vrees bragt hen, hier, nog dien zelf-
den dag, in lyden. Eerst haddenze den Waard
gezeid, datzy drie of vier dagen dagtentebly-
ven. Ook haddenze hem eene goede middag-
maaltyd befteld. Maar terwyl dezelve bereid
werdt, fprakenze met een' Schipper, die naar
-Bajonne in Frankryk moest, hem vraagende,
of hy hen niet, te Calais, ofte Douvres, aan land
.zetten kon. Midlerwyl, verliepenze de maal-
tyd, voorgeevende ergens in de Stad geno-
digd te zyn. Van ditgefprekmetden Schipper
kreeg de Waard kennis, en hierop vermoeden,
of zyne gasten ook fchuldig mogten zyn, aan
den aanflag tegen den Prinfe van Oranje. Zyn
, vermoeden vermeerderde, toen zy, terwyl hy
over tafel zat,in alleryl, kwamen vraagen, wat
zy verteerd hadden, en, beevende en bedeesd,
zo veel voor elk betaalen wilden, als hy voor
allen gevorderd hadt; welke verbaasdheid ont-
ftaan was, op zyne vraag, waarom zy nu naar
Frankryk of Engeland wilden ? Hy gaf dan den
Schout kennis van zyn vermoeden, en deeze,
hen waarneemende, toen zy ter deure uit gin-
gen, verzogt hen, met hem, by den voorzit-
ten-
-ocr page 471-
XL. Boek. HISTORIE. 46^
tenden Burgemeester te willen gaan. Op deeze k^.
vraag, gingen Abraham Blanfaart en Willem
         ..
Parthy terftond door. Jan Blanfaart zeide, dat
zy nog twee of drie dagen te Embden bleeven,
en dan by den Burgemeester komen wilden.
Hierop ging hy naar den Helm, zyne eerfte
herberg. Doch hier werdt hy, door den Schout, Zy wor-
bewaard, tot twee uuren naden middag, Avan- ^en 'c
neer Jan van Stappen, Majoor van Groningen, ag^f.ctt
en de Bode van 't Landfchap, met den Voer- haald,,
man, die de drievlugtendenteDelfzyl hadtge-,
bragt, op eenig vermoeden, door de Regee-
ring van Groningen, afgezonden, te Embden,.
en aan den Helm kwamen. Jan Blanfaart, dit
volk en den Voerman ziende, beleedt, ter- ,,,..
ftond, den man te zyn, dien men zogt. Zyn ,1
Broeder werdt, wat laater, gevonden, in 't
wapen van Leiden, op de appelmarkt, daar hy,
gekleed, te bedde lag. Zig gevangen ziende ,,
verzogt hy, terftond, dat men God voor zyne
ziel bidden zou. Willem Parthy werdt, den
volgenden nagt, in een Dorp, naby de Stad,
betrapt, en terftond naar Embden gebragt.
Hier zatenzetot den twee-entwintigften, wan-
neer zy, te fchepe^naarAmfterdam, en voorts
naar den Haage gevoerd werden, daar zy den
zevenentwintigften aankwamen (V). Weinige De vier
uuren te vooren, was den vier eerften ge van- eerfte ge-
genen hun vonnis voorgeleezen, waarby zy ver- va"Se-
klaard werden, te hebben begaan misdaad van *jg" on°_"
gekwetfte hoogheid. Zy werden, vervolgens, hoofd,
onthoofd, na dat hun geweer, voor hunne 00-
gen,
(«O Haijbart. Mem. XV- Hoek, lil. 36. Brandt IV. Dtelt
H.
9öo-(,64, yyn.
Gg3
-ocr page 472-
4^0 VADÈRLANDSCHE XL. Boek.
i6*i>' gen,door den Scherpregter, gebroken was. 't
—!----- Lighaam van Kornelis Gerritszoon, Zwager
van Slatius, werdt gevierendeeld, en de dee-
len, aan halve galgen, op vier uitgangen van
den Haage, gehangen (x).
Kooreu- Weinige dagen te vooren, was Koorenwin-
wmUer der betrapt te Overfchie, en, met den Huis-
oeicéè- man,'die hem geherbergdhadt, gevangkelyk,
jiigeLeU näar den Haage gebragt. Ook-geraakten, op
denaart. -den vierentwintig ftén, te Leiden, in hegtenis
drie burgers, Jan Pieterszoon, Lyndraayer, Sa
muelde F'lekker
, en GerritKomeliszoon , Kleer-
maaker, die, iet gehoord én niet aangebragt
hebbende, zulks duur bekogten (yj.
viugtvan In den aanvang van Lentemaand, viel, ein-
Henrik delyk, ook: Slatius in de handen van 't Geregt.
5 us* Hy hadt zig, vlugtende, veffteken in eene gro-
ve boeren py, en eenen liegten hangenden hoed
§1 't hoofd gezet, dien hydigtindeoogen trok.
'us ging hy, dèn zevenden' dag na 't ontdek-
ken van den aanflag, door VVmtterdam; voer,
van daar, op Harlingen, en voorts, over Leeu-
waarden, naar Groningen, meenende verder,
óver de moeren, naar Lingen te trekken. Maar
te Voet, in 't Dorp Rolde, niet verre van Koe-
vëixien, gekomen, ging hy in eene herberg,
* 'f ■ ! oin eene kanne biers te drinken. Hiervondthy
'.' eenige foldaaten, met den W&gtaeêster Wa»
' lern Jilaauw
, Zoon van Qidryn Blaauw, Bevel-
hebber van Koeverden, wagtende op eenig
.L': ,o.; geld, welk, van Groningen, onder geleide ,der-
waards gezonden werdt, en wat te lang weg-
bleef. Terwyl de foldaaten hierover fpraken
by
00 Brandt iv. neet, hl. 9Ä9,
OO IluAMDr IV. Del, W. 'JÖ5.
I
-ocr page 473-
XL. Boek. HISTORIE. 471
by 't vuur, zeggende fommigen, dat het gelei- i623r
de, door eenigen verfpieder ontdekt zynde,-------
veelligt, genomen ware door den yyand; an-
deren, dat zulks geen gevaar liep •, ging Sla-
tius, weetend e in welk eene gelegenheid hy
ware, zulk een angstaan, dathy, toende.Wagt-
meester en knegten eens uitkeeken, fchielyk
oprees, zyn gelag betaalde, en ter deure uit-
ftreek, laatende de volle kän met bierftaan.
Blaauw, wederom in huis gekomen, mist den
man met de py, ziet zyne kan nog vol* en
krygt, hoorende, dat hy betaald hadtenheen
gegaan was, vermoeden, of 't nipt wel eei
verfpieder zyn mögt. Hy loopt hem dan, met Hy
twee foldaaten, agterna, en,haalt hem haast iir., wordt, te
hebbende een roggenbrood, daar eenig geld ^£mS-
in verborgen was, in.-een' vuilen doek, onder fC],ap
den arm. Op de vraage, waarom hy zo fchier Dornte,
lyk vertrokken was, en waar hyheenenwilde, gevat,
antwoordde hy, met eene bedeesdheid* 4ieclp
agterdogt vermeerderde. Voorts, gaf hyjZ.}g
uit voor een' Oculist of Oogmeester, rVj^e^r
Jan Hermansz. genaamd, te gelyk biddende
dat men hem wilde laaten gaan, alzp; hyy. om-
trent Amfterdam, een' doodftag bpgaanfV^t.
Doch Blaauw hernam, dat hy, hierom te meer ,
zyn gevangen blyven moest. • Meß bragt hem.
dan wederom naar de herberg, en voorts naar
Koeverden. Hier in hegterjis zittende, badthy
een foldaats vrouw, welke hy veel gelds be-
loofde, dat haar man hem aan den voet van de
graft wilde brengen. Doch 't werdt geweigerd.
Ondertusfchen, hadt men naar Amfterdam ge-
fchreeven, om te verneemen, of zekere Ocu« ;/i ,,,-j
list, Jan Hermansz. genaamd, daar of daar om-
Gg 4
                    trent
-ocr page 474-
47« VADERLANDSCHE XL. Boek.
1tei. trent, eenrdoodflag begaan hadt. Maar men
?. i.V. hadt hiervan geene kennis Toen eerst kreeg
men vermoeden, of hy ook deel hebben mögt
aan den aanflag tegen den Piinfe, daar't gant-
fche Land! van gewaagde, en veelligt wel diè
islatius Waf-e, op wiens iyf men vierduizend gul-
dens gezet hadt. Men eondt hem dan, onder
geleide van denWagtmëesteyBlaauw en eenige
Ruiters, naar Zwol, daarihy, ziekelyk zyn-
üe, zig ftraks te bedde leide, met het aange-
fcigfc haar dèh muur, om niet. gezien te worden:
jgéevénde/op 't gene hem, zelfs van aanzien-
Tyke luiden, gevraagd werdt?, geen ofïluursch
; bvfchzv&^te ,wät hebt gy my tevraagen? of was
,9..,'" üelrïk'u'ïè antwoorden? gy zyt myn bevoegde
-bn::J . Regtet niet. Als ik in Hollandkome, zal men my
!' fr>l 'inaètf al fe> Wel kennen. Van Zwol, voerde men
T Ti'é'ih, te fchepe, naar Amlterdam, daar hy, den
•i*"'-* twaalfden van Lentemaand, aankwam, terftond
;gekend , en in zyne boeren py uitgetekend
••werd«. De tekening werdt in 't koper geëtst,
"aóbt Klaas Janszoon Visfcher, en in't licht gege-
•vehi;;' Des anderendaags, bragt men hem naar
denHääge." Dus hadt hem'tverloopen van zyn
bié'fUn'deezezw'aarigheid gebragt; waaruic, na-
derhand, eenfpreekwoordontmondt, onderde
rHMnkeis, êië, noode van de bierbank fchei-
dende, plagten te zeggen, Ik wil Slatius niet
fldgteh,en myn bier verkopen,
üp de gevan-
genpoort fittende, werdt hy zeer krank, zodat
-eehigen weenden, dat hy zrg zelven vergiftigd
-hadt. Doch dit vermoeden verdween, toen
hy, daarna beterde, (3).
De Rar-»'" ÖnHertusfcheu, zonden verfcheidcn' Remon«
- '■ " u
                                   . j ftrant-
Ï;»5*j5 Hp.awiT IV. Det!t&Uj)fö<jM.
-ocr page 475-
XL. Boek. HISTORIE. 473
ftrantfche Predikanten, die teAmfterdam ver- 1623.
gaderd waren geweest, een Vertoog aan de al-
gemeene Staaten, aan de Staaten van Holland, mon-
en aan den Prinfe van Oranje, waarby zy den ihsn,ie?,
aanflag tegen zyn leeven verfoeiden, en zig genzig^
daaraan onfchuldig verklaarden, 't Zelfde ge- wegens
fchiedde, ook in andere fchriften, door hen, denaan-
ten deezen tyde, in 't licht gegeven. Hierte- £a? °P s
gen, liepen wederom gerügten, ten nadeele leevèn.
van Izaak Welfing, BernardusDwinglo en nog
twee of drie andere Predikanten. Dwinglo
werdt, by openbaare afkondiging van 't Hof,
befchuldigd, als hadt hy deel gehad aan ver-
fcheiden' aanflagen, ten nadeele van 't Land.
Hy was meteene Zuster van Koorenwinder ge-
trouwd, en hadt, veelligt, wel iets gehoord,
dat verre zag; doch by hem niet geloofd werdt.
Immers hyheeftzig, naderhand, in openbaaren
druk, tegen alle kwaad vermoeden, verde-
digd. Ook heeft Welfing zig, door ernftige be-
tuigingen , gezuiverd. De gerügten, ten hun-
nen nadeele, fchynen meest ontdaan te zyn, uit
het gene Slatius en Jan Blanfaart, in de gevan-
genis, tegen hen fchreeven : meenende zy bei-
de , door 't befchuldigen hunner medebroede-
ren , hun leeven te zullen redden. Doch toen
de uitkomst hun leerde, dat deeze waan ydel
was, herriepen ze, 't gene ze, ten nadeele der
Remonftranten, hadden ingefteld (V).
Het Hof was, midlerwyl, bezig met de Regts- Groene-
pleeging over alle deeze gevangenen. De Heer ve'(1
van Groeneveld, terftond, beleeden hebbende, ™™%l m
u                                                               't '
O) Iïrandt IV' T)et'.t bl. 1033-1044 , << 53-1039, 1074 ,1075,
1076, 10-7, ir-ïïj
Gg 5
-ocr page 476-
474 VADERLANDSCHE XL. Boek.
1623. 't gene hy van den aanflag wist, werdt niet ge-
pynigd, gelykvanDykenKoorenwinder. De
verwee- Vrouw Weduwe van Oldenbarneveld befloot,
cfk n *n Meezen ^aat ^er zaaken, verzeld van de
Dyk en Vrouwe van Groeneveld en zyn Zoontje, ver-
Kooren. giffen is voor hem te verzoeken by den Prinfe,
winder, die den fmeekenden beleefdelyk bejegende;
doch genoeg te verftaan gaf, dat'er geene ge-
nade te hoopen ware. 't Regt ging dan zynen
gang. Hy, van Dyk en Koorenwinder werden,
als fchuldig aan de misdaad van gekwetfte
hoogheid, ten zwaarde verweezen, met ver-
beurd verklaaring hunner goederen. Op den
agtentwintigften van Lentemaand, werdt hun
de dood aangezeid. Men fchikte hunookeeni-
ge Predikanten toe, welken zy goed gehoor
gaven, met betooning van groot berouw over
hunne zonden. De Moeder, Vrouw en 't
Zoontje van Groeneveld werden, des nagts, by
hem toegelaaten, om 'c jongfte affcheid te nee-
men. Ook werdt van Dyk vanzyneDogter
Groene- bezogt. Des anderendaags, omtrent tien uuren ,
veld gaat tradt de Heer van Groeneveld, ten volle ge-
rustig ter kleed, met den hoed Qp 't hoofd, den mantel
^00d' aan, en 't rapier op zyde, zonder gebonden
of gehouden te worden, van de Poort naar 't
Hof, zig eerbiediglyk buigende voor de menig-
te luiden van aanzien, die, uit de venfters van
't Hof, naar hem zagen, en waaronder hy ver-
moedde, dat Prins Maurits zyn mögt. Onder 't
leezen van 't vonnis, toonde hy zig zeer kloek-
moedig , en ging voorts rustig ter dood, zelf
zynen mantel en rapier afleggende: ook zyne
kraag en ponjetten op de grond werpende,
en zyn wambuis ontknoopende. Zyn boven-
af
-ocr page 477-
XL. Boek. HISTORIE. 475
lyf daarna, met hulp van zynen Kamerdienaar, ,^3.
ontbloot hebbende, ging hy naar 't zand, niets ——.
fpreekende tot het volk, dan deeze weinige
woorden, Wraakgierigheid en kwaade raad
hebben my hiertoe gebragt. Heb ik iemant mis ■'
daan; ik bid om Christus wil vergeeft het my.
Zyn gebed zullende doen, knielde hy, niet naar
de Plaats, gelyk gemeenlykgefchiedt, maar naar
denKneuterdyk, ziende naar zyns Vaders huis.
Toen hy 't mutsje voor de oogen trok, hoor-
de men hem zeggen, O God, wat man ben ik ge-
weest
, eh.wat ben ik nu.' waarop, hy, zyne han-
den faménflaande, nog voegde Patientie! en
naauwlyks was 'er dit woord uit, of de cscherp-
régter floeg hem, met den eerften ilag<, het
hoofd van't lighaam. Zyn Dienaar beftelpte
het bloed met zand, bedekte het lighaam met ,?,.,»
den mantel, en trok het aan de eene zyde van
't fchavot. Toen werden Koorenwinder en Einde
vanDyk, wel vast gebonden, en de laatitege- vanKoo-
flooteri aan een' dienaar, de een na den an--^nw'™"
deren, gehaald. In 't gene zy tegen 't volk zei- vanDyk.
den bleek, dat zy zig fchuldig erkenden, en
vergiffenis begeerden. Vier van dePiftoolen,
die van Dyk tot den aanflag uitgedeeld hadt,
werden, voor zyne oogen, op een blok, aan
(tukken geflaagen. Dë lighaamen van beide
werden, na 't onthalzen, gevierendeeld) de
hoofden op ftaaken gezet. Maar \ Lyk van
Groeneveld werdt in een zwart kleed gewon-
den , door vier Staatenboden, gevolgd van zy-
nen dienaar, die de afgelegde kleederen droeg,
t'zynen huize gebragt, en, den volgenden nagt,
in zyn Vaders graf, begraaven. Niemantvan
hun, die om den aanflag tegen den Prinfe lee-
-ocr page 478-
475 VADERLANDSCHE XL. Boek.
1623. den, werdt meer beklaagd dan de Heer van
-- ' Groeneveld, die de minfte fchuld hadt, en, om
zyne goedaartigheid, by veelen, bemind was Qf).
Slatius, Slatius, de twee Blanfaarts en Parthy zaten
Ue üian- tot den vierden van Bloeimaand; toen hun de
ftartsen ^ood aangezeid werdt, zo onverwagt, dat zy
worden geene andere rekening maakten, of zy zouden,
oinhaisd. eerstdaags, geflaakt geworden zyn, waanende
de twee Blanfaarts en Parthy, dat het voornee-
men , welk zy zeiden gehad te hebben, om den
aanflag te ontdekken, voor de ontdekking zel-
ve genomen zou worden, en Slatius en Jan Blan-
faart in 't byzonder, dathunfchryvenenfpree-
ken tegen de Remonftranten hen van de dood
bevryden zou. Men zondt hun ook eenige Pre-
dikanten toe; doch zy gaven 'er weinig gehoor
Slatius aan. Slatius bejegende hen fchamperlyk en
gedrag in trots, zeggende, dat hy de dingen, die zyhem
zyn ui- zeggcn wilden, zelf wel wist, en geduurig zoe-
tcr
         kende te twisten, over de Leer der Predestina-
tie. Ook verfcheen hy, des anderendaags, op
de Rol, om zyn vonnis te hooren, met een
grimmig gelaat. Onder 't leezen, hoorde men
hem, dikwils, zeggen, dat 's niet waar; dat heb
ik niet
, o f zo niet bekend. V Is geen regt, maar ge-
weid
en diergelyke woorden meer. Ook zeide
hy, dat Geesteranus en Velfius niet geweeten
hadden van den aanflag. Zyn Boekje, Klaar-
lichtende Fakkel
genaamd, werdt,na 't leezen van
't vonnis, voor zyne oogen, verfcheurd. Jan
Blanfaart fpiak niet een enkel woord op zyn
vonnis. Abraham mompelde alleenlykiet, bin-
nens monds. Maor Willem Parchy, die dron-
ken
(&) nn.'.KDT IV. Dee!., i'. 1044-1052,
-ocr page 479-
XL.BOEK. HISTORIE. 477
ken op de rolle kwam, viel den Griffier dik- 1523.
wils in, roepende dat hy onwaarheid las, en ...
beweerende, dat zy voorgehad hadden, den toe-
leg te openbaaren. Alle vier werden zy ver-
klaard de misdaad van gekwetfte hoogheid be-
gaan te hebben, en hierom ten zwaarde ver-
weezen , met verbeurdverklaaring hunner goe-
deren. Slatius, aan twee dienaars vastgemaakt,
werdt eerst naar 't fchavot gebragt, derwaards
treedende, met groote onvertfaagdheid. Zig
naar 't volk keerende, zeide hy, Eerlyke vroo-
me burgers
, hier ziet gy dien Henricus Slatius ,
naar wiens bloed men zo lang gedorst heeft, met
meer andere woorden, meest tot zynen roem en
verontfchuldiging (trekkende. Den Predikant,
die voor hem bidden wilde, wees hy af, zeggen-
de, zelf te zullen bidden: hoewel men niet kon
merken, dat hy 't deedt. Geknield zynde, en
de handen een weinig om hoog houdende,
floeg hem de Scherpregter, met het hoofd, de
regterhand geheel, en de linker byna af. Jan De drie
en Abraham Blanfaart en Willem Parthy wer- anderen
den vervolgens onthalsd. Alle drie betuig- verIdaa-
den ze, voor 't volk, niet van zins geweest te jjj°s ™*
zyn, den Prins om te brengen; maar den aan- weestte
flag te ontdekken, en van Dyk te bedriegeni zy" den
Parthy, heel of half dronken, gebruikte meer *aD|Jafte
woorden dan de drie anderen. Zyn lighaam en £"„ƒc"
die der twee Blanfaarts werden begraaven : dat
van Slatius op een rad gelegd, en 't hoofd, op
. een ftaak, daar boven gezet, digt by de galge,
buiten den Haage. Zyne Weduwe haalde eg-
ter, op eenen nagt, zyn lighaam en die van haa-
ren Zwager en Koorenwinder van de raden, en
begroef ze by de Geestbrugge, van waar ze, vier
da-
-ocr page 480-
478 VADERLANDSCHE XL.Boek.
,023. dagen laater, in 'tfpitten, gevonden zynde,
-------wederom naar 't galgeveld gebragt, doch ten
tweedemaale weggehaald, en te Warmond, in
zekere boomgaard, begraaven werden, zonder
ooit gevonden te worden (V). Op den laat-
ften van Bloeimaand, hieldt men, door alle
de Gewesten, eenen plegtigen dankdag over
't ontdekken der abominabk, barbarifche Con-
Eenige fpiratie tegen den Prinfe (d). Den eeneatwin-
andere tigfteri van Zomermaand, werden de drieLeid-
mcde- fcne gevangenen, Jan Pieterszoon Lyndraayer,
Jgg" Samuel de Plekker en Gerrit Korneliszoon
ter dood Kleermaaker, verweezen, om onthalsd te
ge!.ragt. worden: en 't vonnis werdt, ten zelfden dage,
aan hun uitgevoerd. Zy hadden alleenlyk be-
leeden, uit de Blanfaarts, iet verftaan te heb-
ben van het voonieemen tegen den Prinfe; _'t
welk zy voor zottenklap gehouden, of verfoeid
en veroordeeld hadden, verklaarende daarme-
de niet te doen te willen hebben. Ook hadt
men hun gezeid, dat Prins Henrik kennis hadt
van den toeleg, 't Verzwygen van dit alles
werdt voor misdaad van gekwetfte hoogheid
verklaard by 't Geregt van Leiden (e), en kost-
te hun 't leeveo (ƒ> Klaas Michielszoon Bon-
tebal, gewezen Sekretaris van Zevenhuizen,
ontving gelyk vonnis van Schepenen en Man-
nen van Schieland, welk, op den derden van
Hooimaand, te Rotterdam, aan hem uitge-
voerd werdt. Hyhadt, zwaar gedreigd en ge-
py-
rO Brandt IV- ^cl, il. 1075-1087.
(dS lUuDAivr. Memor. XV. Hoek, !>!. 98.
(O Sentent. vim J. P. Lyndraeycr, S. de PlcckcretkG. Cor»
irfrE. Clccrmaccker gedr. te Leydcn itas.
f) Brandt IV. Dsel,U. 1110-1116.
-ocr page 481-
XL. Boek. HISTORIE. 479
pynigd zynde (g), bekend van den aanflag te- i$a3,
gen den Prinfe en de voorgenomen' verande- -.......
ring der Regeeringe kennis gehad, en twee-
duizend guldens tot het uitvoeren van den zel-
ven verfchaft te hebben. Zyn lighaam werdt
heimelyk begraaven (£). Hy wasdelaatftevan
de vyftien, die, om 't kwaad voorneemen te-
gen zyne Doorlugtigheid, ter dood gebragt wer-
den. Eenige anderen, die deel of kennis aan
den toeleg gehad, of geld tot den zelven ge-
fchooten hadden, werden niet gemoeid: 't zy
dat zy ten Lande uit gevlugt waren, of Zig,
binnens Lands, fchuil Weiden, en nietfterk ge-
zogt werden. De Remonftranten hebben niet
können ontkennen, dat eenigen uit hunne broe-
derfchap deel gehad hebben aan deezen aan-
flag; doch men heeft, tot hunne verdediging,
aangemerkt, dat de ontdeklcing ook dooree-
nigen uit hunne broederfchap gefchied is. De
vier Matroozen, die den toeleg uitbragten, wa-
ren Remonftrantschgezind. De algemeene Staa- Loon dar
ten fchonken elk hunner zeshonderd guldens, ontdek-
en een gaadje van vyftien guldens ter maand, keren
met verder voorfchryvens aan de Kollegien ter ^faT
Admiraliteit, dat men ze, voor anderen, vor-
deren zou, tot de eerst openvallende Scheeps-
ampten, waartoe zy bekwaam mogten zyn.
De Prins gaf ieder, daarenboven, een' gou-
den penning met zyn beeldtenis en wapen,
ter waarde van tagtig guldens, nevens een
verzilverd rapier (/).
De
(g~) B. DwiNfiLO Vcrantw. 1. Deel,H. xaz, 19Ä.
(h) Sentent. van Claa.1 Mich. Bontebalgtdr. tcR.oitrr.1. \6it,.
O' ) TliMNifr IV, üisl, Ui 941. Zit ISXunART. Msmor. XV.
Jmtk, hl. 37-73.
-ocr page 482-
48o VADERLANDSCHE XL. Boek,
1623. De oorlog te lande werdt, dit jaar, van we«
derzyde, flaauwlyk gevoerd, 't Beleg van Ber-
XXIII.   gen op Zoom hadt den vyand, en"'t ontzet
Hertog deezen Staat zo veel gelds gekost (&_), dat bei-
tiaanvu de de Partyen tvd behoefden, om een weinig
Jïruns- op hun verhaal te komen. Ook hadden de Staa-
wyk ten den last der Mansfeldfclie troepen nog op
wordt ge-den hais. Daarenboven, verfchafcen zeHerto-
flaagen. ^e Christiaan van Brunswyk, die, van zyne
wonde genezen zynde, verreisd was naar Oost-
friesland, daar 't overfchot zyner benden lag,
eenigen onderftand in geld, met welken hy
zyne benden verfterkte, dezelven, in Bloei-
maand, voerende, door Turingen opwaards.
Doch de Graaf van Tilly, die last hadt om op
hem te pasfen, dwong hem te rug te keeren, en
volgde hem op de hielen. In Oogstmaand eerst,
raakten de beide Legers flaags by Stadloon.
Hertog Christiaan kreeg de nederlaag (/), en
werdt genoodzaakt, met zyn meeste volk, de
wyk te neemennaarBreêvoort. Daarna, voeg-
de hy zig wederom by Mansfeld in Oostfries-
land (m). Men hadt hem, van wege deezen
Staat, zes tonnen fchats toegedaan, waarvoor
hy beloofde zyn Leger, welk hy op vieren-
twintigduizend man begrootte, den tyd van
drie maanden, in hunnen dienst, te zullen
houden (n).
XXIV.       Ondertusfchen hadt de Koning van GrooK-
Hande- Britanje, in de Lente deezes jaars, te Brusfel,
ï
Jakob
° een Verdrag getroffen met de Infante Izabel-
le,
f O Foiez Memoir. de Fred. Henri p. lrt.
V) Memoir. de Fr-der. Henri, p. 18.
'ii) Aitzi»ia I. Deel, l/l. 230.
t»~) Refol. IIcll. 1, 5 Aug. 21 O'dob. 1(123. W« 84,89,140»
*.
-ocr page 483-
XL.Boek. HISTORIE. 481
Ie, die volmagt hadt van Keizer Ferdinand, HS23.
Volgens een der voorwaarden van het zelve,
moest de belegerde Stad Frankendaal in de Ne- <*«" 1 t»
der-Palts der Infante in handen gefteld wor- Rru$fiil*.
den, om ze te bewaaren, tot dat 'sKonings
Schoonzoon, met den Keizer, verzoend zou
zyn (0). Wat laater, ontwierp men ook een
Beftand van vyftieh maanden ^tusfchen Koning
Jakob en de Infante, welk, zo wel als het
voorig Verdrag, opzigt zou hebben op de Palts
Q). Doch ik meen niet, dat het voltrokken
werdt (q~); fchoon fommigen zulks verhaalen
(r). Koning Jakob deedt nog weinig of niets
ten behoeve zyns Schoonzoons; maar kort hier-
na viel 'er iet voor, welk hem van gedrag deedt
veranderen. Wy zullen 'er, op 't volgende jaar,
kortelyk. van gewaagen moeten.
Ferdinand de II, zyne zaaleen, in Boheeme '«Keizers
en in de Palts, naar wensch, hebbende zien ge- heien.
lukken, was egter niet zonder kommer, dat dJ.n|S!l"
hem, uit de Vereenigde Gewesten, eenig na- ten.
deel mögt worden toegebragt. Hy zondt, waar-
fchynlyk, hierom, Joan Baptist Grammaye, in
Herfstmaand, herwaards, met last om van ver-
fcheiden' punten te handelen. Doch alzo, in
eenigen deezer punten, onderfteld werdt, dat
de Vereenigde Staaten onderhoorig waren aan
"tKeizerryk, en de Keizer, in zynen Geloofs-
brief, de Staaten zyne en des Ryks getrouwenen
beminden
noemde, vondtmen, hier, niet geraa-
den, den Keizerlyken Gemagtigden openbaar
ga-
(f') Aß. Publ. An(?1. Tbm. Vil. ƒ>. IV. p. 48, 55.
CjO Aft Publ. Angl. Tom. VII. f. IV. p. 57.
f?5 AlTziMA I. Deel, II. tq).
(r; K.ai>in Tom. VII. /. ao2.
X. Deel.                Hh .
-ocr page 484-
48i VADERLANDSCHE XL. Boek,
1&23. gehoor te verleenen, veel min, in nadere on-
------- derhandeling met hem te treeden (V). De Kei-
zerlyke Brieven werden niet aangenomen, en
Grammaye, wiens komst reeds eenige agter-
dogt venvekt hadt by 't gemeen, onder welk
verfpreid was, dat hy van vrede met Spanje
kwam handelen, werdt, fpoedig doch beleef-
delyk, afgevaardigd (V).
XXV. In den Herfst deezes jaars, ontving men
Klagten hier gezanten van Hamburg en van Breemen.
van Ham- jye eerften klaagden over de Staatfche Kaapers,
B"^.cn die hunne fchepen, in volle zee, deeden ftry-
men. ken, en, op het minfte kwaad vermoeden,
opbragten. Men antwoordde hun, dat men last
geeven zou, om alle Hamburger fchepen, die
behoorlyke zeebrieven toonen konden, vry te
laaten vaaren. De Breemer gezanten verzog-
ten opening van de Wezer, die de Staaten,
om den Keizerfchen en Spaanfchen den toe-
voer te belemmeren, met Oorlogsfcliepen, ge-
flooten hielden. Ook klaagden ze over den
Graave van Oldenburg, die een' nieuwen Tol
gelegd hadt op deezen ftroom. Men zeide, op
t eerfte, dat de Wezer niet geflooten gehou-
den werdt, om de vryheden van Breemen te
krenken; maar om den vyanden van deezen
Staat afbreuk te doen; en op het andere, dat
men den Graave van Oldenburg vermaanen
zou, om den tol, dien hy opgeregt hadt, we-
derom af te fchaffen. Ook fchreef men hem$
hierover, ernftelyk. Hy zondt, daarentegen,
Gemagtigden herwaards, om zyn regt tot dee-
zen tol te verdedigen. Voorts klaagde hy o-
ver
(t~) Refol. Holl. 30 Sept. 1623. hl. 133.
CO Aitzkma 1. Deelt lil. 216-222.
-ocr page 485-
XL. Boek. HISTORIE. 483
ver Mansfeld, die zig van het Slot Kniphui- KJ23.1
zen, welk hy voor 't xyrie rekende, hadt mees--------
ter gemaakt; begeerende, eindelyk, zo wel
als die van Breemen, het openen van de We-
zer en de Jade. Doch men gaf hem geen ant-
woord, naar genoegen. Ook duurde 't gefchil
over den tol nog eenige jaaren na deezen (ju).
De Staaten zonden, in de Lente deezes jaars, Toeru».
eene Vloot van elf Schepen in zee, onder be- tinsen
leid van den Admiraal Jaques VHermite, om terzee*
den vyand, in de Westindien, afbreuk te doen
(i>). De kosten deezer uitrustinge werden, ten
deele by 't Land, ten deele by de Oostindifche
Maatfchappye, gedraagen. Men zogt, federt,
de nieuwlings opgeregte Westindifche Maat-
fchappy te beweegen, om ook deel te neemen
in deezen togt. Doch zy verkoor, voor haare
eigen' rekening, eene Vloot uit te rusten naar
Brazil, die drie-entwintig groote Schepen en
drie Jagten fterk was, en onder beleid vmja-
kob Willekens
, als Admiraal, en Pieter Pieter-
zoon Hein,
als Onder-Admiraal, in Herfst-
maand, in zee ftak C^O« De Vloot onder
f Hermite zeilde, door de Straat van Ie Mai-
re, den aardkloot rond, bemagtigende, onder
wege, verfcheiden' Spaanfche fchepen; doch
't gelukte haar niet, eenige Plaats te over-
meesteren. L'Hermite ftierf op deezen togt.
Zyne Vloot keerde, in den Zomer des jaars
1626, in 't Vaderland te rug (x). Van de ver-
lig-
(«") Aitzema I. Deel, II. 229.
O) voyagé ivr« Jaques i.'Hbrmitb W. 3.
(w) Jk uk Laat Verli. van Wesundie, il. 7.
{X) vtyyag'- v:>n l'HermiTB il. t\o, 45, 50, 56,58,60, 61.
4A1TZSMA l. Olfl, hl. 41JÜ.
Hh 2
-ocr page 486-
484 VADERLANDS CHE XL, Boes.
loss, rigtingen der Vloote onder Willekens zui-
.-------len wy, hierna, verflag doen.
xxvr. *n Friesland, was, federt eenigen tyd , ge-
Gffchil" fchil gereezen, onder de Leden der hooge Re-
in Fries- geeringe. De drie Goën, Oostergo, Westergo
Ir/d"" en ^e 2even wolden, die de Flor eenen, in Hol-
Leden land Verpondingen genoemd, betaalden , oor-
der hoo- deelden, dat zy te veel droegen in de gemee-
ge Re- ne lasten. De Steden, het vierde Lid der hoo-
ccenn- ge Regeeringe, bragten hiertegen in, dat zy
ge* 't grootfte deel der belastingen op de vertee-
ringe betaalden. De Gemagtigden der drie Le-
den ter algemeene Staatsvergaderinge klaag-
den hunnen Hoogmogendheden,overde Steden;
doch hadden last noch lust, om 't gefchil aan
derzelver uitfpraak te onderwerpen, gelyk hun
geraaden werdt. Men fchreef egter aan de Ste-
den , om haare Gemagtigden ook naar den Haa-
ge te zenden. Doch eer deezen hiertoe kwa-
men, zogten zy eenige verandering te maa-
ken, in de wyze van 't beftellen der Wethou-
deren. Tot hiertoe, ftondt de Magiltraatsbe-
ftelling, in alle de Steden, behalve Leeuwaar-
den en Franeker, aan den Stadhouder en aan
den Hove des Landfchaps; welk Hof uit twaalf
Raaden beftondt, drie van elk Lid, en der-
halve niet meer dan drie uit de Steden. Hier-
uit ontftondt, dat de negen Raaden, uit de
drie andere Leden aangefteld, altoos de meer-
derheid hebbende, de gefchillen over de be-
lastingen , naar 't oordeel der Steden, te zeer
in derzelver nadeel beflisten. Ook wisten ze
Wethouders in de Steden te kiezen , dis te
zeer van hun afhingen, en hierom, dagt men,
niet vry genoeg, voor 't belang der Steden^
-ocr page 487-
XL. Boek. HISTORIE» 485
ftemmen durfden. Om deeze zwaarigheden i6s3.
te voorkomen, hadden te Steden, in 't voor-
leeden jaar, beflooten, de benoeming der jaar-
lykfche Wethouderen niet meer te zenden aan
den Stadhouder en 't Hof; maar aan den Stad-
houder , den drie afgevaardigden Staaten uit
de Steden, en den drie Raaden, die, van wege
de Steden, in den Hove zaten; zig grondende,
op het Berigtfchrift voor 't Hof, waarby be-
raamd was, dat de tegenwoordige voet van 't
beftellen der Wet gevolgd zou worden, tot
dat, daarin, by de Steden, andere fchikking
zou worden gemaakt. Maar 't Hof, of de ne-
gen Raaden kantten zig tegen dit befluit der
Steden , verdedigende het tegenwoordig ge-
bruik , in een Vertoog, welk op de Land-
fchaps Vergadering ingeleverd werdt. De
Staaten des Landfchaps of de meerderheid der-
zelven viel den Hove toe, verbiedende, in
den aanvang deezes jaars, het invoeren der
nieuwigheid, dóór de Steden beraamd. De
Wet werdt dan befteld op den ouden voet,
zonder dat ergens eenige tegenftand van be-
lang gefchiedde, alzo men verfeheiden' die-
nende Wethouders, door hoop om aan te bly-
ven, of vrees van te zullen verlaaten worden»
wankelmoedig gemaakt hadt. De twist over de
belastingen werdt dus niet weggenomen; maar
flegts gedempt voor eene poos (y).
Omtrent deezen tyd, werden ontdekt eeni- xxvif.
ge aanflagen des vyands, om de Stad Amfter- Arndt-
dam,, aan verfeheiden' oorden, en .vooral ook j^"ft°™
de fchepen, voor de Stad leggende, in den c)a)1) jU*
brand Uiandie
(?) AiTassuv I. Dttt, il. aii72i4.
HI13
-ocr page 488-
486" VADERLANDSCHE XL. Boe«.
1623. brand te fteeken: welke ontdekking aanlei-
-------ding gaf, tot het naauwer bewaaken der
fteeken. Waaien, in welken de fchepen leggen (z).
Duurte De duurte van 't Koorn * ten deezen tyde,
der Gm- gaf gelegenheid, dat deeze Stad veel inkogt
nen' voor de armen: 't welk fommige Koornkoo-
pers deedt befluiten, hunne graanen mindfer
. dan de markt was te verkoopen aan de Stad
en aan de Godshuizen in dezelve. De prys
der Rogge liep tot op tweehonderd goud-
guldens ; doch terwyl 't ys nog in 't water
lag, kwamen 'er veele fchepen aan „uit de
Oostzee; waardoor de graanen, in't volgen-
de voorjaar, merkelyk daalden (a).
Strenge De vorst was, deezen winter, ibreng .boven
vorsten maate: waarop, in Louwmaand des volgen-
lioog wa- jjgp jaars ^ eene doorbraak volgde in den Lek-
1624. dyk» eene halve myl boven de Vaart', veroor-
-
          zaakt door yskropping en hoog opperwater.
Al wat noordwaards en noordwestwaards in 9t
Stigt.en in Holland lag, liep toen onder, tot
Amftelland toe. In de Stad Amfterdam, ftondt
het buiten- en binnenwater even hoog (&). Van
-deeze harde vorst bediende zig de vyand.
Inval in Graaf Henrik van den Berge deedt, in Sprok-
deVeiu- keimaand, eenen inval in de Veluwe. Ook
we* vielen de bezettingen van Lingen, Grol en Ol-
denzeel in de Groninger Ommelanden. Het
vlugten uit de Dorpen, die niet onder brand-
fchatting zaten, werdt algemeen. Doch de vin-
nige koude veroorzaakte ook den vyand veel
ongemaks. Den eenentwintigften, floeg het
aan
(z) Wassenaar V[. D'el, f 61.
(fi) Wassenaar VI. Deel, f. 35, 36 verf.
\l>) Ahzema 1. Deel, il. zdy.
-ocr page 489-
XL.Boek. HISTORIE. 487
aan 't dooijen; 't welk hem noodzaakte de Ve- i^
luwe te verlaaten. Om den voorttogt van den -^r—
Graave van den Berge naar Holland te voor-
komen, hadt Prins Maurits zig, in perfoon',
naar Utrecht begeven, en orde gefield op het
openbyten der Rivieren, tot aan den zeekant
toe. In 't aftrekken, vertoonde de vyand zig
voor Arnhem; doch alleen om te doen zien,
dat hy meester van 't veld was; want hy on-
dernam geene belegering (V). In Oogstmaand Breda
daarna, floeg Spinola 't beleg voor Breda, ^--belegerd,
waar Prins Henrik, in Slagtmaand laatstleeden,
eene muitery onder de bezetting geftild hadt
(V). 't Beleg duurde meer dan negen maan-
den. Wy zullen den uitflag van het zelve, in
't volgende Boek, vernaaien. Doch ter ge-
legenheid der gemelde muiterye, die, inzon-
derheid, door de Engelfche troepen, aange-
vangen was, viel 'er een gefprek voor, tus-
fchen Prins Maurits en den Engelfchen Ge-
zant, Dudlei Karleton, welk wy waardig ag-
ten, uit de eigen' brieven van den laatfèen,
kortelyk, te boek te (lellen.
't Gefprek viel voor, in den lusthof van den Gefprek
Prinfe, en liep., eerst-, over de fchaarsheid van ™ts^rett
penningen in denStagt, en over de middelen, Maurk»
om 't Krygsvolk beter'te voldoen, waarin, zo de en den
Prins oordeelde, van de Engelfche zyd,e, wei- Engei-
nig hulp te wagten zou zyn, zo lang men met ^heI1
Spanje in onderhandeling bleeve. Terwyl Kar- k^Ioh.
leton hierop zyne aanmerkingen maakte, vraag-
de de Prins, onverhoeds, hoe flaat het met uw
Hu-
f e") Memoir. de Fred. Henri p. 20-42. AitzeKa I. Dctt,
il. 269.271.
(<n AlTZïMA I. iitel, tl. 271.
Hh 4
-ocr page 490-
488 VADERLANDSCHE XL. Boek.
16*4. Huwelyk? ziende op de handeling over een
• - - Huwelyk, tusfchen den Prins van Wales en
de Infante van Spanje. Karleton hernam, dat
deeze handeling itil ftondt, om dat men over
het te rug geeven van de Palts niet eens kon
worden. Hy voegde 'er by n dat de Staaten
„ hiertoe 't hunne behoorden by te brengen,
n en, door het onderfteunen der Koninginne
w van Boheeme, de gunst van zynen meester,
,, haaren Vader, te herwinnen." Maurits nam
hieruit gelegenheid, om te klaagen over de
vervreemding, die tusfchen Groot-Britanje en
deezen Staat, ter oorzaake der handelinge met
Spanje , ontftaan was. Maar Karleton, om
hem niet fchuldig te blyven, dreef „ dat de
U vervreemding van der Staaten zyde begon-
„ nen was: eerst, door Barneveld en zyne Ar-
„ miniaanen, die nieuwe verhindtenisièn met
„ de Hanze - Steden te wege gebragt hadden,
n zonder 'er den Koning, zynen meester, ken-
„ nis van te geeven \ daarna, door de trotfe
v en ftraffa wyze van handelen, welke men
n omtrent zyne Majefteit gebruikt hadt; en,
n eindelyk , door het belemmeren van den
,, Koophandel der Engelfcben, in Oostindie
,, en elders : alles, onaangezien de verplig-
„ ting, welke men aan zyne Majefteit hadt,
„ wegens 't bewerken van 't Beftand, het her-
., leveren der verpande Steden, het deel nee-
\y men in de jongfte binnenlandfche gefchil-
„ len, het bemiddelen der Oostindifche twis-
„ ten, en het verdraagen van veelerlei ge«
„ weldenaaryen op zee, zonder 'er wraak van
n te neemen." Voorts ontkende hy niet „ dat
n de Koning, dus behandeld door de Staaten,
het
-ocr page 491-
XL. Boek. HISTORIE. 489
•» het oor hadt begonnen te leenen aan de xfa$
„ voorflagen, welken hem, door Spanje, ge- -------
j5 daan waren; doch alzo de handel met het
n Spaanfche Hof nu itil ftondt, zou men, gaf
hy voor, 'sKonings gunst, ligtelyk, her-
j, winnen können, zo men hem verzekering
„ gave van vriendelyker behandeling voor het
„ toekomende." De Prins hervatte hierop,
„ dat een Vorst, die der Staaten zyde hieldt
n tegen Spanje, op derzelver duurzaame
„ vnendfchap vasten ftaat maaken kon; en
„ zo de Koning zulk een befluit nam, zouden
» zy goec* en bloed voor hem ten beste heb-
K ben." Maar Karleton antwoordde „ dat
,5 men, om zyne Majefteit gerust te ftellen,
„ iets meer dan bloote woorden geeven moest.
„ Dat hem niet onbekend was, hoe dikwils
„ Juffrouw Serklaas " eene oude Haagfche
Vrouw, die men de Koppelaar fier vari't Befland
noemde „ over en weder reisde, om voorfla«-
,, gen te doen tot Befland of tot Vrede; dat
„ de afgelegenfte Gewesten fterk luisterden
„ naar deeze voorflagen, en dat men, veel-
„ ligt, haast befluiten zou, den last des krygs
„ van zynen eigen op 'sKonings hals te fchui-
n ven: waarom het, misfchien, meest geraa-
„ den zou zyn, een Verbond te fluiten van
onderlinge befcherminge." De Prins erken-
de „ dat de genoemde Vrouw en anderen,
,, meermaalen, met zulke voorflagen, her-
,j waards gekomen waren; doch hy hadtze,
„ zeide hy, akocs by ziggehouden, zonder-
?) ze den Staaten der byzondere Gewesten
j, over te leveren." Hy voegde 'er by „ dat
j, hem, onlangs, van Brusfel gemeld was, dat
Hn 5                   n Spi~
-ocr page 492-
4j)o VADERLANDSCHE XL. Boek,
jtf24. „ Spinola en Pekkius, dit ontdekt hebbende,
—— „ nu beGooten hadden, luiden, in den fchyn
van Koopluiden en Reizigers, herwaards te
w fchikken, die diergelyke voorflagen doen
n zouden aan de Staaten der byzondere Ge-
n westen: 't welk hy, uit al zyn vermogen,
n zou zoeken te beletten. Ook waren, befloot
w hy, hunne zaaken derwyze geiteld, dat
B niets dan de uiterfte wanhoop hen tot Vre-
„ de of Beftand met Spanje zou können doen
„ befluiten." Karleton fprak hierop van de
verzekering, die de Koning zou moeten heb-
ben, eer hy zig naauwer metde Staaten ver-
bündt; gelyk, zeide hy, Koningin Elizabet
hen ook,niet zonder behoorlyke verzekering,
onderfteund hadt: waarop Maurits hernam,
,, dat, zo de Koning zig jegens den Staat ge-
j, draagen wilde, als Koningin Elizabet ge-
n daan hadt, de Staat zig, omtrent hem, als
w omtrent de Koningin, gedraagen zou." On-
getwyfeld zag de Engelfche Gezant op het le-
veren eeniger vaste Plaatfen; waartoe de Prins
hem hoop fcheen te geeven. Hy riedt, hier-
om, na 't eindigen van dit gefprek, welks in'
houd hy den Hertoge van Buckingham, ter-
ftond, overfchreef, het vernieuwen van een
Verbond met deezen Staat, ernftelyk, aan. 't
Moest, dagt hy, zo 'tgefchieden zou, zonder
uitftel gefchieden, en nog by 't leeven van
Prinfe Maurits, die, fchreef hy, zo fterk af-
genomen was, dat men, op 't einde des
jaars 1622, niet gedagt hadt, dat hy de vol-
gende Bloeimaand gehaald zou hebben (e),
Ook
(<;) DnoLEr Carmstons Letten in the Caliala or Wyfterie»
Of State ¥. 1. p. 17?.
-ocr page 493-
XL. Boek. HISTORIE. 491
Ook was dit fchryven, naar 't fchynt, onder i6a4.
anderen, oorzaak, dat 'er, kort hierna, een
Verbond tusfchen Groot Brittanje en deezen
Staat getroffen werdt; igelyk wy, terftond,
zien zullen.
                 (
De Staaten van Holland waren, dit voor-
jaar, bezig met uitvinden van nieuwe midde-
len, tot het vervullen der lasten van oorloge.
Prins Maurits, oordeelende, dat zy, hierin,
te traag waren, verfcheen, een en andermaal,
in hunne Vergadering, hen op 't ernftigst ver-
.maanende, niette fcheiden, zonder in de noo-
dige middelen te hebben' voorzien (f): waar-
toe zy ook eindelyk beflooten.
Na dat Frankendaal der Infante Izabelle in xxviii.
handen was gefteld, was de gantfche Palts Ko- Handc-
, ning Fredril^ pntweldigd. De Opper Palts was, ^"^"J",
reeds in 't voorleeden jaar, aan den Herzoge den,CMo-
van Beyeren opgedraagen, door den.Keizer, gendhe-
nevens de waardigheid van Keurvorst (g), De den*,
Vereenigde Gewesten waren alleen niet in
itaat, om Fredrik in de verlooren' waardig-
heid en goederen te herftellen. Zy hadden
Frankryk, Deenemarke, Zweeden, en de Han-
ze Steden, al voor eenigen tyd, vermaand,
om hiertoe de hand te leenen, of om den Staa-
ten tegen de Spaaofchen by te ftaan, 't welk
ook, door het onderfteunen van Koning Fre-
drik, kon gefchieden. Doch deeze Ryken en
Steden toonden hiertoe kleine genegenheid.
Deenemarke wilde zig niet in nieuwen last
'fteeken, zonder eerst te zien wat anderen dee-
den. Zweeden kg met Poolen over hoop, en
de
(f) Rcfol. FIoll. 12,23Maart 2,atiApril 1621.4/. J8.25.33,43.
Lf J feitz Dü MoN,r Corps .Djpl. Ion* V. B. U. p. 41S.
-ocr page 494-
492 VADERLANDSCHE XL. Boek.
*<$*4. de Hanze-Steden begreepen, dat het Verbond
         van onderlinge befcherming, met de Staaten
gemaakt, alleen op Zweeden zag. De Koning
van Frankryk hadt, in zyn eigen Ryk, de han-
den vol werks, en fcheen den Hertoge va-n
Beyeren ten hoogfte genegen (Ä). Koning Ja-
Kyzon- kob de I. was, derhalve, de eeniglle, die,
«ieriyk, door 't belang zyns Schoonzoons, tot hiertoe
kob len" Aaauwlykvan hembehertigd (*'), behoordebe-
I.
          woogen te worden, om de Staaten en daar-
door ook hem te onderfteunen. Men hadt hem,
van hier, een buitengewoon Gezantfchap toe-
gefchikt, om hem over te haaien tot het aaa-
neemen der wapenen (&). Doch zyn ouderdom
en vreedzaamheid en bovenal de meergemel-
de Huwelykshandeling, tusfchen zynen Zoon
Karel en eene Zuster van Spanje, hadden hem,
tot hiertoe, verhinderd, een hertig befluit te
neemen. Zo zeer helde hy over de Spaanfche
« zyde, dat hy de Vereenigde Staaten, in 't voor-
leeden jaar, durfde vergen, Willem van Ophs-
ven
, Prioor der Predikmonniken te Antwerpen,
die, wegens een' aanflag, om Heusden, door ver-
raad , aan de Spaanfche zyde te brengen,' in heg-
tenis zat, op vrye voeten te Hellen: waarop hera
egter weigerend antwoord gegeven was, hoe-
wel Ophoven, naderhand, werdt ukgewisfeld,
tegen eenen Bevelhebber van Yzendyke, die,
diergelyken aanflag op Grevelingen gefmeed
hebbende, in 't net gelokt was (/). Maar in den
aanvang deezes jaars, was ver iet voorgevallen,
welk
fh~) Aitz*ma I. Deel, hl. \66.
:(O Ste the Caba'a or Myfterie* of State P. I. t. *4*,nfi*
. (*ï Sccr. lnftr. der Ambasfad. hy Aitz ma' Deel, V. i»S,.
(/) Mtuma 1. Dcsl, il. 2i8, Jïhawdt IV. Bal, W. Uoi.
-ocr page 495-
XL. Boek. HISTORIE» 493
welk den Koning van gedagten deedt verande- i<ya4<
ren. DeHuwelykshandeling, nu op 't punt van . ■
ten einde gebragt te worden, was plotfelyk af-
gebroken , zonder dat 'er de eigenlyke oorzaak
ooit klaarlyk van gebleeken is; hoewel fom-
migen vermoeden, dat 'er de Vereenigde Staa-
ten onder geroeid hebben (/»). Koning Jakob
heeft, naderhand, verklaard, dat het weder-
geeven van de Palts een der voorwaarden van
het Huwelyk zou geweest zyn ; dat Filips dö
IV. deeze voorwaarde niet hadt willen naar-
komen , en dat de onderhandeling hierop afge-
broken was («). Wat 'er van zy; de Staaten,
Karleton, doorPrinfeMaurits, eerst nader ge-
polst hebbende (0), namen 'er aanleiding uit,
om Francois van Aarfens, Heer van Sommels-
dyk en de Plaate, en Albrecht Joachimi, Ridder,
Heer van Oostende en Odekenskerke, in Sprok-
kelmaand, naar Engeland te zenden : die, ne-
vens Noël van Kar on , gewoonlyken gezant
der algemeene Staaten, op den vyfden van Zo-
mermaand, te Londen, een Verbond flooten Verbond
voor den tyd van twee jaaren ten minfte, ™0!|-
ftrekkende tot verzekerdheid der wederzyd- befchfr-
fche Ryken en Staaten, en om 's Koninss mingmet
Schoonzoon, den Keurvorst Paltsgraave, in Groot-
deszelfs waardigheden en goederen, te doen BtitiinJc«
herftellen. De Koning ftondt, by het zelve,
den Staaten toe „ het ligten van zesduizend
„ man in zyne Koningkryken, die, binnen zes
„ weeken, herwaards gevoerd, en door den
„fco-
(m') RAPrn 7""»». VIT. p. 9»T, 92ft.
C»1 Brief van Rouinq Jakoü I. *y Aitzfma 1. Deel, bl. 154.
ïyne Aanfpr. W. 271.
C»J D. Caaleton* Letters Ut the Cab«!* P, I. p. 1B0,
-ocr page 496-
494 VADERLANDSCHE XL. Boer.
i6&4. n Koning betaald zonden worden, mids hem
-------„ de Staaten, na 't einde des oorlogs, 't zy
„ door eene Vrede of door een lang Beftand,
n de uitgefchooten' penningen voldeeden. De
j, Staaten verbonden zig , daarentegen, den
„ Koning, in geval men hem, in zyne Ryken,
„ den oorlog aandeedt, met vierduizend man,
„ te zullen onderfteunen, te betaalen, door de
„ Staaten, die hun verfchot, ook na 't einde
„ des krygs, van den Koning te rug zouden
„ bekomen (/>)." In gevolge van dit Verbond,
werden, eerlang, zesduizend man herwaards
ingefcheept. De Koning deedt ook twaalfdui-
zend man werven, die onderden Graave van
Mansfeld dienen zouden, om de Palts te her-
winnen. Mansfeld zelf was in Engeland ge-
komen, om deeze werving te bevorderen. Men
verzogt den doortogt voor deeze troepen aan
den Koning van Frankryk, die dubbelzinnig
antwoord gaf. Men keerde zig toen tot de In-
fante Izabelle, die rondelyk verklaarde, dat
zy geene magt hadt, om doortogt mar het
Duitfche Ryk te verkenen. Mansfeld ging
egter fcheep; doch voor Calais genaderd, wil-
de men hem niet aan land laaten komen, met
zyn volk. Hy wendde dan den fteven naar
Zeeland, daar hy dezelfde zwaarigheden ont-
moette. De Zeeuwen verklaarden, geenen leef»
togt te hebben, voor zo veel manfchap. Men
zondt naar Londen en naar den Haage, om de
zwaarigheden weg te neemen. Ondertusfchen
ftierf het volk, door ongemak, op de fche-
pen, in grooten getale. Men meent, dat 'er
flegta
tp ) Zit AlTZBMA I. üiel, l/l. 278.
-ocr page 497-
XL. BeEK. HISTORIE. 49$
flegts een derde van overgebleeven was, toen kö*
men ze, eindelyk, aan land liet komen, daar-------*
zy nog meest verliepen, of onder de zesdui-
zend man, te voorengeworven, geftekenwer-
den; zo dat 'er, van dit tweede Leger, niet«
in wezen bleef Qj). Koning Jakob was, nog-
tans, zo ver vervreemd van eenige nadere ver-
bindtenis met Spanje, dat hy, kort na 'taf-
breeken der Huwelykshandelinge te Madrid,
over een Huwelyk tusfchen Prins Karel, zynen
Zoon, en eene Zuster des Konings van Frank-
ryk, in onderhandeling tradt, welk, in 't vol-
gende jaar, voltrokken werdt (r).
Terwyl de Staaten met Koning Jakob han- XXIX.
delden, hadden ze ook een buitengewoon Ge* Verboild
zantfchap, beftaande uit Henrik van 2fr/<?»,Raad deriinge
in den Hove van Gelder en Zutfen, Nikolaas befcher-
van Boekhorst, Heer van Noordwyk, en Adriaan iutog mat
Pauw, Ridder, Heer van Heemftede, naar denK°-
Frankryk gezonden. Die van Zeeland hadden Frank"*
'er gaarne eenen Zeeuw onder gehad, gelyk te ryk.
vooren wel gefchied was (s). Doch men hadt
niet geraaden gevonden, hun hier in te wille
te zyn. De Vereenigde Staaten zagen klaar-
lyk, dat zy, zonder 't vernieuwen der voorige
verbindtenisfen met Frankryk en Groot-Bri-
tanje, den Spaanfchen, te lande, geene ge-
noegzaame afbreuk konden doen, en flegts
verweerenderwyze konden oorloogen; waar-
om zy geraaden vonden, Frankryk'aan te zoe-
ken, om onderftand (V). De gelegenheid was
hun
f O Rapin Tom. VII. p, 241, «5*.
f r ) Kapin Turn. VII. p. 227, 246. AitzemaI.Deel, hl.595,420.
(t) Misfive der Sta«, van Zeeland aan zyne Excel), in dt
Kotul. van 't jaar 1624. H. 39.
iO laß«*« V90r 4e Arabasfad. in dut* 13 Fett, itfaj. XS.
%
-ocr page 498-
496 VADERLANDSCHE XL.Bokk,
hun thans gunftig. De Huwelykshandeling met
Groot- Britanje was begonnen. Lodewyk de
XIII. hadt, daarenboven, tot zekere ondernee-
ming van gewigt, eene Vloot noodig, welke de
Staaten hem zouden können verfchaffen. De
handeling hadt dan eenen gewenschten uitflag,
Den tienden van Zomermaand, flooten de bui-
tengewoone gezanten, nevens Gideon van Boet-
felaar en Asperen, Vryheer van Langerak, der
Staaten gewoonlyken gezant, een Verdrag met
den Koning, waarby hy beloofde „hun, in
,., dit jaar, twaalf honderdduizend, en irr ieder
„ der twee volgende jaaren, een millioen pon-
„ den op te fchieten, welkepenningenzyhem,
„ drie jaaren na het treffen van Vrede of Be-
w ftand, wederom voldoen zouden. Ook be-
n loofden zy geene Vrede of Beftand te zullen
„ maaken, zonder den raad en tusfchenkomst
w zynerMajefteit. Voorts, zouden zydenKo-
„ ning, op zyne begeerte, eenige Oorlogs»
„ fchepen verhuuren of verkoopen, en hem,
„ zo hy in oorlog raaken mögt, met de helft
„ der opgemelde fomme, of met manfchap en
n fchepen naar evenredigheid, onderfteunen;
„ indien zy zelven vrede hadden, of indien de
„ veiligheid van hunnen Staat zulks koude ge-
„ doogen." De Koning hadt begeerd, dat zy-
ne bewilliging vereischt werdt, tot het fluiten
van Vrede of Beftand door de Staaten. Doch
hunne Gezanten wisten dit zynen Gemagtigden
te omleggen. By een afzonderlyk punt, werdt
beraamd, dat de onderdaanen des Konings,
Krygsluiden en anderen, den Roomfchen Gods-
dienst zouden mogen bywoonen, in 't Huis van
's Konings Gezant in den Haage ; doch dat
zulk*
-ocr page 499-
XL. Boek. HISTORIE. 497
zulks geenen onderzaatender Vereenigde Staa- 1624.
ten zou vryftaan («). Men handelde, wyders,-------•
over verfcheiden' byzondere zaaken , den
Koophandel en Zeevaart aangaande, zonder
iets te fluiten (v).
Prins Maurits bevondt zig , in 't najaar, in XXX.
't Land van Kleeve, met het Staatfche Leger. Prins
Hy nam hier Gennep wederom in. Ook Klee- Ma"ri(s
ve, by verdrag (w). Doch 't voortzetten der Breda te
Belegeringe van Breda, door den Markgraa- ontzet-"
ve Spinola, deedt hem, eindelyk, befluiren, ten.
te rug te keeren, om de Stad, waarvoor hy,
in den beginne, weinig vrees getoond hadt,
ware 't mogelyk, te ontzetten. Doch hy kwam
te laat, om eene voordeelige post in te nee-
men, by Oosterhout, alwaar Spinola zig,voor
hem, gelegerd hadt, met een gedeelte van zyn
volk. Prins Maurits lag niet verre van hier,
zonder egter iet tegen den Markgraave te on-
derneemen. Heimelyk, loerde hy, ondertus- Aanffag
fchen, op Antwerpen, zendende derwaards op Am-
duizend knegten en tweehonderd Ruiters, die m'rP'-n'
zig, onder weg, als Spaanfchen, uitgeftreeken
hadden, om de boeren te misleiden. Zy be-
klommen de Stad, by nagt; doch werden ont-
dekt en afgeweezen. De Prins was zeer ver-
drietig, over 't mislukken deezes aanflags. Hy
brak, niet lang hierna, op met zyn Leger; dat,
toen, in twee hoopen, verdeeld, en, onder Fre -
drik Henrik en Emst Kafimir, in de Lange-
ftraaten te Roozendaal, gelegd werdt (x), om
den
(«) Art. particulier du Traite. Of. S.
(y) Traite entre la France & les Prov. Unies BI. ."?. Zie
Ook Aitzkma I. /Jeel, hl. 2i)4 enz. 351 enz.
fw) Meiiioir. de Fr:der. Henri />. 25.
[ (*) Meinoir. de Freder. Henri p. alf.
X. Deel.            li
-ocr page 500-
498 VADERLAND5CHE XL.BoEk:
ïtfa4» den toevoer naar 't Leger voor Breda te be-
*-------letten. Prins Maurits keerde, ziekelyk, naar
den Haage, daar hy, den agttienden van Slagt-
mäand, aankwam (y").
XXXI Hy fukkelde den gantfchen Winter, aan
Prins eene verftopping in den Lever (z), die, naar
•wordt fommiger oordeel, uit verdriet over 't beleg
ziek. van Breda en over andere voorvallen ontdaan"
i6*5« was (a). Zyne zwakheid nam toe, tegen den
r—— aanvang der Lente. Nogtans liet hy niet na,
zig geduurig bezig te houden met het overleg-
gen en regelen der gewigtigfte zaaken van
Hy
         Staat en van oorloge. Ook riedt (f) of drong
dringt jjy s 0p Zyn ziekbedde, zynen Broeder, Fredrik
Broeder Henrik, tot het aangaan van een Huwelyk met
tot het sfmelia, Dogter van JoanAlbert, Graave van
Huwelyk Solms, die, in 't gezelfchap der Koninginne
o" v-6 - vanneeme' m Holland gekomen was (c).
ne^vMi11" Het Huwelykwerdt, zeer haastig, in 't begin
Solms. van Grasmaand, voltrokken (d)\ hebbende de
Gekommitteerde Raaden den ondertrouwden
ontflag van de gewoone Huwelyks geboden
verleend : welk, naderhand, door de Staaten*
ten overvloede, bekragtigd werdt (e). Prins
Henrik hadt, zo men verzekert, kleine gene-
genheid getoond tot deeze verbintenis. Maar
Prins Maurits was 'er zeer op gezet geweest.
Doch of hy, om zynen Broeder te beweegen,
gedreigd zou hebben, zo hy 't weigerde, zelf
ze-
fy) Ari'ZKMA r. T)tel, hl. 332, 333, 33'4, 33'5» 376» 357«-
C z) Wassenaar »X. Deel, f. 37.
(«) Aubehy Memoir. p qar;.
C*') Memoir. <le Fredcr. Ilenri p. 30.
((?) Aubery Memoir. p. 3;; 1.
(d*) ]. Commelyn Freder. Henrik p. 7.
(e) Refoi. Holl. 16 /Ipril 1625. *'•• 5*
-ocr page 501-
XL. Boek. HISTORIE. 499
zekere adelyke Jongkvrouwe, by welke hy ee- ,<;a j,
nige natuurlyke kinderen hadt, te zullen trou--------
wen; waardoor deeze kinderen gewettigd, en
Prins Henrik van zyns Broeders erfenis verfte-
ken zou zyn geweest, zou ik niet durven beves-
tigen. Prins Maurits leefde nog geene drie Hyllcrft.
weeken, na 't voltrekken van zyns Broeders
Huwelyk, ftervende, op het Hof in den Haa-
ge, den drieëntwintigften van Grasmaand (ƒ),
in 't agtenvyfugfte jaar zyns ouderdoms, en
in 't eenenveeniglle van zyn bewind over de
Vereenigde Gewesten (g). 't Lighaam werdt,
tcrftond, geopend. Men vondt 'er geene te-
kens van vergif in. Doch in den Lever werdt
een hard gezwel ontdekt, welk gehouden werdt
voor de naaste oorzaak van 's Prinfen dood (Ji).
L)e Predikant Joannes bogerman, gewezen
Voorzitter op de Dordrechtfche Sinode, die
den Prins, op zyn doodbedde, meermaalen,
bezogt hadt, en een Verhaal van zyn afiterven
in 't Jicht gaf, getuigt, dat hy, met berouw
pver zyne zonden, met een voorneemen ter
verbeteringe, en met hoop op vergeevinge,
gevestigd alleen op de verdienten des Hei-
lands, overleeden is. Hy was nimmer gehuwd Zyne na-
geweest; doch liet, by N. van Mechelen, ge- tuurlyk«
iprooten uit adelyken itamme in Brabant, ver- jè".e~
fcheiden' naiuurlyke kinderen na: waarvan de
twee oudfte Zoonen, Willem en Lodewyk, zig
meest vermaard gemaakt hebben. Prins Mau- Inhoud
rits hadt, eerst op den dertienden van Gras- va" zy-
maand, tien dagen voor zyn overlyden, zy- {JÊtteu
nen vviu
Cf') Refol. Holl. 2.1 April 1635. il. 5<7.
i.g').Waimrnaak IX. J)eel,f. 37 virf.
v'0 Rei'ul. Holl. 24, aó April JÖ25, bl. 57, yj,
li 2
-ocr page 502-
joo VADERLANDSCHE XL. Boeit.
16*5. nen Uiterften Wil doen fchryven, doorzynen
"'
         Griffier, Paulas de Jonge, en dien, ten zelfden
dage, eigenhandig bekragtigd (i). Hy ftelde,
by den zelven „ tot beter behoudenis der
„ waardigheid en luister van zyn Huis, zy-
„ nen Broeder, Fredrik Henrik, tot zynen
„ eenigen erfgenaam aan, en by mangel van
„ hem, en van deszelven wettige mannelyke
„ kinderen en nakomelingen, zynen Neef,
n Ernst Kafimir, en deszelven wettige man-
„ tielyke kinderen en nakomelingen. Aan zy-
„ ne Zuster, de Prinfesfe van Portugal, of
„ derzelver kinderen, maakte hy zevendui-
„ zend vyfhonderd ponden 's jaars, losbaar
„ tegen den penning twintig: aan haare twee
„ Zoonen, Emmanuel en Christoffel, ieder
„ tweeduizend guldens 's jaars, insgelyks,
„ losbaar tegen den penning twintig; en aan
„ haare Dogters, elk duizend guldens 's jaars,
„ losbaar als boven; mids beide Zoonen en
„ Dogters, op 's Prinfen overiyden, nog in
„ leeven waren; doch deeze Renten moesten
n van den eerstftervenden op den langstlee-
„ venden deezer Zoonen en Dogteren en der-
„ zelver wettige kinderen en nakomelingen
n verfterven, en na 't overiyden van den langst-
„ leevenden, wederom aan de erfgenaamen
„ komen. Aan zynen natuurlyken Zoon, Wil-
w lem, maakte hy zyne Heerlykheid van de
„ Lek, met het regt tot de Visfcherye in de
„ Mer-
(i) In de Refolutien van Holland 3 May 1625. bl 66.
wordt gewaagd van een Tesiament van April 1621. en
van een Codicil van den vyfden April 1625 t 't welk ik ,
met de dagiekeniiü van hit Testament hiÄitzema, niet
weet over een te brengen.
-ocr page 503-
xl.boek. Historie. 501
w Merwe, en aan zynen tweeden natuurlyken igiSm
„ Zoon, Lodewyk, de Heerlykheden van Po- -------
w lanen, Monfter en Monfter-Ambagt, als
,, Poeldyk, ter Heide, en Half Loosduinen:
,, waarby hy nog eene erfelyke Rente van
„ vyfduizend guldens 's jaars , voor ieder,
n voegde. Doch deeze Heerlykheden en Ren-
n ten moesten ook van den eenen op den an-
„ deren Zoon of derzelver kinderen en nako-
w melingen verfterven, en, by mangel derzel-
n ven, aan de erfgenaamen des Prinfen ko-
„ men. Aan Juffrouwe van Mechelen, Moeder
„ deezer twee Zoonen, maakte hy eene Lyf-
n rente van vierduizendtweehonderd guldens
„ 's jaars («)." By een afzonderlyk Codicil,
befprak de Prins aan vyf Bastaarden, gelyk hy
ze noemt, vierduizend guldens 's jaars aan ee-
nen Zoon, drieduizend aan eenen anderen, en
aan drie Dogters, tweeduizend guldens 's jaars
ieder. Het Lyk zyner Doorlugtigheid werdt,
volgens zyne begeerte, in 't graf zyns Vaders,
te Delft, bygezet: 't welk, op den zestienden
van Herfstmaand, gefchiedde (&). Te Leiden
werdt, ten zelfden dage, eene Lykrede ge-
daan, ter zyner eere; doch buiten kosten van
den Lande (/).
Zodanig was de uitgang van Maurits, Prin- XXXII.
fe van Oranje, den eerften Stadhouder onder Jyne ge-
de Staatfche Regeeringe; want zyn Heer Va- a^.'112'
der, gelyk by eene andere gelegenheid ge- deugden
toond is (tri), bekleedde hooger waardigheid, en ge-
na breken.
(i) Zie Aitzema I. Deel, bl. 453.
C*j Notul. Zeel. 27 OBo!>. 1(625'. bl. 394. Aitzema I. Deel,
K
44«-
(7 ) Reibt. Huil. 11 Sent, 1(125. bl. 108, 100.
(»0 Vin. Deel, bl. 335»
li 3
-ocr page 504-
Soa VADERLANDSCHE XL. Boek,
i6s5. na 't ontftaan van den oorlog, en na 't afzwee-
------ ren des Konings van Spanje, en heeft nim-
mer, gelyk de Zoon, last als. Stadhouder ge-
had van de Staaten. Maurits werdt in 't ge-
meen gehouden voor eenen der grootfte Krygs-
luiden zyner eeuwe (»). 't Ontbrak hem zeld-
zaam aan voorzigtigheid of moed. Hy heeft;
de Krygskonst gebragt tot hooger' trap van
volkomenheid, dan iemant, voor zynen tyd,
hadt können doen (o); en, vooral voor de
tyden van 't liefland, veel toegebragt, tot be-
vestiging, van den Staat. Na 't uitgaan van 't
Beftand , gedoogde de vervallen Haat van.
's Lands geldmiddelen niet, dat men den vyand ,
met zo veel gewelds als in vroeger' tyd, te
keer ging; waarom Maurits weinige of geene
gelegenheid hadt, om zyne Kryggzugt, die
veelligt ook afnam met de jaaren, te voldoen.
Ook was men nu zo naauw niet verbonden meE
Frankryk en Engeland, als te vooren. Waarby,
mogelyk, nog gekomen is, dat zy, die, door
'sPrinien beleid, na de verandering des jaars
1618, in 't bewind der hooge Regeeringe, ge-
komen waren, voor den aanwas van 's Printen
gezag vreesden, en hierom zo fterkniet voor
den oorlog yverden: 't welk Maurits niet dan
onaangenaam heeft können zyn. De flegte
uitflag der zaaken van Boheeme en de Palts
heeft hem ook geweldig géfpeeten. Hier floeg
't Beleg van Breda toe, welk hy nietofnaauw-
lyks zag te doen opbreeken. Alle welke rede-;
nen hem, in den laatften tyd zyns leevens,
zeer
(n ) Negntiat.«fejBA"i«.7<w». II. PW. Tr.!n. IV.p. 297. Zh ook
»!(. geciiigenisl'en yaii vreemde», 'iy IIbemsk.I\jbv.^rc. bUi}7t 31^
(.ti) Meuioir. do Fredcr. Iknri. p. %u
-ocr page 505-
XL.Boek. HISTORIE. 503
zeer gemelyk en verdrietig maakten: 'twelk 1633.
gelegenheid gaf, om te verfpreiden, dat hy-------
van verdriet geftorven was. Toen hy in de
kragt zyns leevens was, was hy zeer fterk en
onvermoeid. Voorts, grooter van geftalte dan
hy fcheeh, alzo hy zeer zwaarlyvig was. Hy
hadt een bloozend weezen, en droeg eenen
breeden blonden baard. Een zyner geliefd-
fte uitfpanningen was het Schaakfpel; daar
hy zig, als hy niet te velde was, en vooralten
tyde van 't Beftand, dikwils mede vermaakte*
In de verkeering, was hy guller en openher-
tiger ('ƒ>), maar ook driftiger en oploopender
dan zyn Vader. De aanzienlyke ftaatigheid
zyns hofs wist hy, naar 't getuigenis van zul-
ken, die hem gekend hebben, befcheidelyk,
met zuinigheid te paaren (q*). Hy fchiep, fom-
tyds, vermaak in boerten. Wiikonftenaars en
fchrandere Vestingbouwers waren by hem in
hooge agtinge (r). De Ampten, die in zyne
Heerlykheden openvielen, gaf hy gemeenlyk
aan zyne Huisgenooten, zonder zig met de-
zelven vrienden te willen maaken onder de
Regenten der Steden , gelyk eenigen zyner
opvolgeren gedaan hebben (s). Eenigen be-
fchryven hem, als agterdogtig van aart (/):
't welk egter meest fchynt ontftaan te zyn,
uit het gene hy zig, nu en dan, van Oldenbaf-
neveld ontvallen liet, dien hy van ongeoor-
loofden handel met den Spanjaard fcheen ver-
dagt te houden. Ook meent men, dat hy zig,
fom^
(p') Negotiat. de Jeannin Tam. III. p. 114, Tom. IV./>.99.
(q~) H00FTS Brieven A'. III. hl. 7.
O ) Aubery Memor. p. 269-284.
f*j Aitzema I. Deel. bl. 455.
. (O Rcgotiw. de JBaHHin Torrn I. f, an.
\
-ocr page 506-
5o4 VADERL. HIST. XL. Boek.
1625. fomtyds, niet gemeenzaam genoeg gedroeg
------(«). De Prafident Jeannin noemt hem, in zy-
ne Brieven, dikwils, een wys en eerlyk man,
die 't gene hem, in zynen perfoon, aanging,
niet dan door zagte middelen, zogt (v). Doch
't gebeurde in de jaaren 1618 en 1619 heeft
veelen zyner tydgenooten en de meesten zy-
ner nakomelingen anders van hem doen oor-
deelen. De dood van Oldenbarneveld, die
men den Prinfe weet, verwekte, terftond na
dat ze was voorgevallen, groot misnoegen on-
der veelen (V), en werdt, in 't gemeen, voor
te geweldig een middel tot bevordering van
's Printen gezag aangezien. De nakomelingen
hebben 'er niet gunftiger van geoordeeld (#):
en de roem, door Maurits, in den oorlog,
verworven , is, in hun oog, naauwlyks, in
ftaat geweest, omdefchande, behaald, door
zo ftreng een vonnis, over 's Lands ouden
Dienaar, eenigszins, op te weegen.
fa) Negotiau de Jkannin Tom. III. p. 3*5«
Cv) Negotii«, de Jeannin Tom. II. p. 507. Tm. III./M«,
I76, io<5. Tom. IV. p. 297.
f w) Negotiat. de Jeannin Tom, IV. p. 296.
(*) llciuonlt. van Uott. in 't Aalih. ep 'e JLev. v. H.deCtiwt«
W. 34.
#
BE-
-ocr page 507-
BERIGT vooE. den BINDER.
Willem Lodewijk, Graaf vanNas-
fau, Stadhouder van Friesland en Gro-
ningen,
          te plaat feu tegen overBL 58
Mr. Hugo de Groot, Penfionaris
van Rotterdam
           .           .            114
Mr. Rombout Hogerbeets,Pen-
fionaris van Leiden
         .         .         172
C. P. Hooft, Burgemeester van Am-
fterdam
           .           .          .           078
Franco is van Aarsens, Heer
van Sommelsdyk
          .          .           332
's Lands Advokaat, Joan van Oldenbar-
neveld, op 't Schavot
           ,            365
Louise de Coligni, PrinfesfeWe-
duwe van Oranje
          .          .         406
Maria Reigersbergen . 414
Hugo de Groot zig bereidende tot de
vlugt, uit Loeveftein
             .           414
Albertus van Oostenrijk. 421