■
|
||||||
VADERLANDSCHE
HISTORIE. !
ELFDE DEEL.
|
||||||
I
|
||||||
VADERLANDSCHE
HISTORIE,
VERVATTENDE DE
GESCHIEDENISSEN
DER NU
VEREENIGDE NEDERLANDEN,
INZONDERHEID DIE VAN
HOLLAND,
VAN DE VROEGSTE TYDEN AFt
Uit de geloofwaardigfle Schryvers en egte
Gedenkftukken famengefteld, DOOR
JAN WAGENAAR.
Met Flauten en Kaarten.
BEGINNENDE MET DEN AANVANG DER STAD-
HOUDERLYKE REGEERINGE VAN-FREDRIK HENRIK, PRINSE VAN ORANJE, IN 't -,1;?^^. JAAR 16255 EN EINDIGENDE, MET HET n^Nsjk SLUITEN DER BIUNSTERSCHE ^YsX VREDE, IN 'T JAAR 1648. |
||||||
Te AMSTERDAM, bï
JOHANNES ALLART. MDCCXCIII.
Met Privilegie van de Ed. Gr. Mog. Heeren Staaten
van Holland en JVestfriesland* |
||||||
VADERLANDSCHE
HISTORIE.
EENENVEERTIGSTE BOEK.
|
||||||
INHOUD.
I. Fredrik Henrik, Prins van Oranje ,
wordt Stadhouder van vyf Gewesten, en Kapi- tein er Admiraal- Generaal. Ernst Kafimir wordt Stadhouder van Groningen en Drente. Handeling over den Staat van eerften Edele in Zeeland. II. Inzigten des Prinfen van Oranje. III. Breda verhoren. De Staatfchen verras f en Goch. IV. Willekens verovert de Allerheiligen- Baai , en de StadS. Salvador. Aanßag op Del Mina. V'.Beweegingen in Frankryk. Oorlog in Italië. De Staaten zenden eene Floot tegen Ro- chelle. VI. Staat des oorlogs in Duitschland.De Staaten onderßeunen Deenemarke. VII. Ver- andering in Engeland. Regt spieeging tegen ee- nige Engelfchen,in Amboina. OnlustenJhieruit ontßaan. VIII. Verbond met Kar el den ƒ, Ko- ning van Groot-Britanje Jogt naarKadix.lX. Handeling van den Heere van Sommelsdyk, in Frankryk. De Floot der Staaten keert te rug, van voor Rochelle. X. Oldenzeelgewonnen. Togt naar Vlaanderen. Fyandelyke aanßag op Sluis. XI. Krygsbedryven in Duitschland. Slag by Lutter. XII. Uitrusting ter zee. Wangedrag XI. Dkel. A van |
||||||
a VADERLANDSCHE XLI. Boek;
van ecnige Raaden ter Admiraliteit. Gezant
vanPerße indenHaage. Verdrag met Algiers. X11I. Oostfriefche onlusten. Geboorte van Wil- lem , Zoon van Prinfe Fredrik Henrik. XIV. De Kemonßranten beginnen openlyk te verga- deren. Hogerbeets bekomt verligt ing van hegte- nis. Sterft. Opfchudding teAmßerdam.Rei- gersbergen raakt in moeite. Nieuwe Verpon- ding. XV. Fredrik Henrik ontvangt deRidder- orde van detiKoufeband. Belegert en wint GroL Spinolas aanßng opZuidbèveland. Schaffen ge- fiigt. XVI. Onlusten met Groot-Britanje. De Engel [che Gezant geveerd uit den Raad van Staate. Verdrag met Frankryk geflmen; doch niet bekragtigd. XVII Voorfpoed der Keizer- . fchen, in Duitschland. Gezantfchap naar 't Noorden. NaarVênetie. XVIII. DeKoningvan Spar.je zoekt, vergeefs, een Verbond van Veree- niging tuffchen allezyneStaaten te doen ßuiten. Adnflag op Bergen op Zoom. XIX, Piet Hein verovert de Spaan/che Zilvervloot. XX. Staat des oor logs in Duitschland. De Staaten fragten bezetting in deZóndte kragen.'t Mislukt. Reaal gevangen door de Keizerfchen. Vaart op defVe- zeren Elve verzekerd. XXI. Rochelle gedwon- gen door den Koning van Frankryk. XXlLAan- was van vryheid voor de Remonßr anten. Be- roerte teAmßerdam. DePrins zendtKrygsvolk derwaar ds. Schutters eed. TweePredikanten ter Stad uit gezet. DeRemonßranten ßigten, al- daar . eene KerkenKweckfchool. Opregtingee- ner Doorlugtige Schoole, in deeze Stad. XXIII. Fredi ik Henrik belegert s Hertogenbosch. XXI \;. De Graaf van den Berge valt in de Ve- luwe. Eindhoven gewonnen. XX V. Wezel ver- rast, |
||||
XLI. Boek. HISTORIE. f
|
|||||
rast, door den Kolonel van Dieden. Devyand ..
ruimt deVeluwe. XXVI. 't Hertogenbosch geeft zig over. Gevegt tus/chen de Ruitery van Ernst en Jan van Nasfau. Tsfelburg, Ringelberg en Burik gewonnen. XXV ILUitflag der handelin- ge in Engeland. XXVUl.Handeling in Frank- ryk. XXIX. Vrugtehoze handeling over een Befiand met de Spaanfchen. XXX. Piet Hein fneuvclt. Dê Raädpenfionaris Duik fierft. Prins Maurits was maar pas overleeden, KJ25.
toen de algemeene Staaten beflooten, de------- waardigheid van Kapitein en Admiraal - Gene- I.
raal over 't Krygsvolk van den Staat, op te „redr.j^ draagen,aanzyneDoorlugtigheid, PrinfeFRE- w^t DRiK Henrik (aQ, die zig thans in 't Leger sradhou- bevondt. De Staaten van Holland draalden der, Ka- 00k maar weinige dagen met het befluit, om P"ei?-en dien Prins te verheffen, tot Sradhouder, Kapi- raai-Ge- tein- en Admiraal-Generaal van hun Gewest in neraal. 't byzonder. Ten zelfden tyde, beflooten ze, ter Generalireit te bewilligen, in eengefchenkvan twintigduizend guldens aan dePrinfesfe, zyne Gemaalinne, ter gelegenheid van het onlangs voltrokken Huwelyk. Ook vermaanden ze de Staaten van Zeeland, fehriftelyk, om zig met hen te vereenigen >, in 't ftuk van 't Stadhouder- fchap (b). Doch de meeste Leden van dit Ge Zeeland« west vonden 't vreemd, dat men,terGeneraliteit, y„,fj)" zofpoedig, en zond er de byzondere Staaten, op 0p den zulk een gewigtigftuk, te laaten befchryven, fpoed, tot de opdragt van het Kapitein en Admiraal h'e™e- fchap (!a ge~
fa) Refol. Holl. 23, 24 April 1625. tl. 57. mailkC*
(#; Rtfol. Holl. i, 3% KSi5, bf. <J3. 66. Nooil. Zeell
t7 Jusy 16*5. tl. 22t. A a
|
|||||
'4 VADERLANDSCHE XLLBoek,
|
||||||||||
fchap beflooten hadt. Ook meenden ze, dat zy
neDoorlugtigheid, indeezehoedanigheid, nie aan de algemeene Staaten, gelyk men 't in den Haage begreepen hadt; maar aan die der by- zondere Gewesten, behoorde te zweeren. Zelfs zouden ze gaarne gezien hebben, dat die van Holland hen hadden gekend, eer zy tot de op- dragt van 't Stadhouderfchap hadden beflooten ; alzo zy verflonden, dat Holland en Zeeland, uit kragte der onderlinge verbonden, in Regeerin- ge niet konden gefcheiden worden. Doch on- aangezien deeze bedenkingen, die zy den alge- meene Staaten en die van Holland lieten voor- houden, bewilligden zy, eenpaariglyk, inde opdragt van 't Stadhouderfchap, op gelyken * Lastbrief en f Berigtfchrift (V), als, in den jaare 1585, voorPrinfeMaurits ontworpen wa- ren (d). Doch in ditlaatfle, moeten ze ook van gedagten veranderd zyn , hebbende Fredrik Henrik het Stadhouderfchap van Zeeland, zo wel als van Holland, niet bekleed op eenigby- zonder Berigtfchrift; maar alleenlyk op eenen algemeenen Lastbrief (e), die, den vierentwin- tigften van Bloeimaand, gedagtekend was (/'). 't Liep egter nog tot in Herfstmaand aan, eer zy- ne Doorlugtigheid zitting nam, in den Hove van Holland (g). De Staaten van Gelderland, U- trecht en Overysfel hadden hem,ondertusfchen, ook tot Stadhouder verkooren. Doch Groningen met de Ommelanden en het Landfchap Drente, van welke Gewesten Prins Maurits ook Stad- hou-
C O Notul. Zeel- iö May 1625. hl. 17g.
f/O Zie VIU. DeJ, U. 107.
f«) Aitzema I Deel, hl. 386.
T O Gmot-Plakantb. UT. Deel, U. i<6.
(O Notul. 2ecl. «, >) Sept. 1OJ5. W. 3P, 349-
|
||||||||||
1625.
|
||||||||||
• Com-
tnisfiei + Inftruc- tic. |
||||||||||
Ernu
Kafimir wordt Stadhou- |
||||||||||
XLI. Boek. HISTORIE. 5
|
|||||||
houder geweest was, begaven zig onder het 1625;
Stadhouderfchap van Graave Ernst Kalimir van |
|||||||
Nasfau, Stadhouder van Friesland (h). Wyders, der van
behieldt Fredrik Henrik zyne wedde als Gene- Gromn-
°cn en
raalover deRuiterye(7), welk krygsampt hy, |>rente.
reeds by 't leeven zyns Broeders, bekleed hadt. Adriaan van Manmaaker, die, van wege Prin- Hande-
fe Maurits, den eerften Edele, in Zeeland, ver- ling over toond hadt, verzogt terftond, in deeze zelfde 'c beklee- hoedanigheid, te worden erkend, uit kragte van ^ea"rdyJ_ eenen Brief van Prinfe Fredrik Henrik, denne- heid van genentwintigften van Grasmaand gedagtekend, eerften waarby hem bevolen werdt,dezelfde plaats,op Edele in voorgaanden last, te blyven bekleeden, en 't ZeeIand» Rege en de Hoogheid van den Markgraave van Veere te bewaaren. Doch toen zyn verzoek, ter Staatsvergaderinge, overwoogen weidt, ver- klaarde Middelburg zig wel overboodig, om den Prinfe van Oranje,Fredrik Henrik, het Regt van eerften Edele op te draagen; maar begeer- de Manmaaker, niet dan by voorraad, en onder de gebruikelyke A£te van Nonprejuditie, te er- kennen in zyne voorige hoedanigheid. Zierik- zee ging, in 't eerst, nog zo ver niet, ftemmende alleenlyk tot de overdragt van 't Regt van eer- ften Edele aan zyne Doorluchtigheid, zonder Manmaaker, voor als nog, te willen aanneemen. Doch daarna voegde deeze Stad zig met Mid- delburg. (Joes liet hem, by voorraad, toe; doch oordeelde, dat men, by de opdragtvan'tRegt van eerften Edele, vooral verklaaren moest, ge- lyk in 't jaar 1596 gefchied was, dat men dit Regt
C/O Van den Sande VflI. Eo;k, hl. 115.
t i) Refol. Holl. 30 Juiy 102Ö. hl. Ü2. A 3
|
|||||||
6 VADERLANDSCHE XLI.Boek.
1625. Regt niet hieldt gehegt te zyn, aan eenig goed ,
------- huis, waardigheid, of geflagt: waarin ook Mid- delburg bewilligde. Doch Thoolen, Vlitfingén en Veere begreepen, dat men Manmaaker, uit kragte van 's Prinfen Brief, behoorde te erken- nen (£). Ookgefchieddezulks, federt, zonder dat hy nieuwen last ontving van den Prinfe. Maar in 't jaar 1630, werdt hy verlaaten vanzy- ne waardigheid (7), hebbende, zo men meen- de , de agtbaarheid zyns meesters, wat te ftyf, en kwalyk ter zaake, gedreeven (jit). Joan ds. Knuit werdt toen, in zyne ftede, aangeileld, door den Prinfe (»). II. Fredrik Henrik bereikte volle eenenveertig Iiuigten jaaren, toen hem de meeste waardigheden zyns yAnI[ve' överleeden Broeders werden opgedraagen. Hy tik* in' hzfc eeü groot deel zyns leevens gcfleeten in zaaken den oorlog, dien hy, door en door, verftondt, van oor- en om welken met ernst door te zetten (0), hy, lo£e> zo lang 't hem zyne kragten toelieten, gezind gebleeven is. Ook vondt hy den Staat ingewik- keld in eenen kostbaarenkryg, die, na 't uitgaan van 't Beftand, by mangel van vermogen, en om andere redenen, naauwlyks gevoerd was, dan verweerenderwyze; terwyl Fredrik Henrik verftondt, dat men den Staat benadeelde, zo men anders dan aanvallenderwyze oorloogde ; waartoe egter de kosten te hoog liepen, om door den Staat alleen gedraagen te worden. De Duitfche kryg, in welken men zig diep hadtge- fteken, verplaatfte hettooneeldervyandlykhe- den
(*") Notul. Zeel. 9 May 1625. hl. 175-177.
(Ó Notul. Zeel. 4 Sept. irtjo. hl. 167. 1 Felr. 1631- i'-5'
1 i,t) Woofts Brieven N- CCXXXl. hl. 191,
Oj N.itu'. Zoel. ig Febr. 1631. l/l. 15.
{u) Aitzema I. üeel, l/l. 513.
|
||||
XLI.Boek. HISTORIE. j
den wel verder van de grenzen; doch was, fe- .1635.
dert eenigen tyd, niet dan met nadeel, gevoerd,
en, zonder iterker uitheemiche hulpe, dan men
nog hadt können verwerven, niet tot een goed einde te brengen. Maar Frankryk en Engeland fchikte zig, eerlang, om de Duitfche zaaken ernftiger ter herte te neemen, en Fredrik Hen- rik , gebooren uit eene Franfche Moeder, en, van vroeg af, gevleid door het Franfche Hof, wist zig ook, meer dan zyn Broeder, te bedienen van den invloed, dien hy aldaar hadt, om Frank- ryk inzonderheid, aan de belangen van den Ver- eenigden Staat, verbonden te houden. Ook floot men, eerlang, o vereenkom ften niet Fiankryk en Groot -Britanje, die van merkelyk gewigt waren voor deezen Staat. Doch om den oorlog ernftelyk te voeren, was Regse«
ook de inwendige rust en eendragt hoog noo- riuge dig. De veranderingen van de jaaren 161b en 1619, en de vervolging der Remonftranten, die nog aanhieldt, hadden misnoegdheid en verbit- tering veroorzaakt in veelen, die van fchadely- ken invloed geweest waren,, op den Staat der Regeeringe. De gemeene lasten werden ongaar- ne gedraagen, door zulken, die nadeel geleeden hadden by de veranderinge, en begreepen, dat 's Lands vryheid, by dezelve, verkort was. Zy zei ven, die op 't kusfen waren geraakt, zagen hoe wankel zy zitten zouden, wanneer zy een gezag, dat door inwendige beroerten was aan- gewasfen, door 't fterk doorzetten van uicheem- fchen oorlog, nog hooger hielpen opvyzelen. Men kwam, hierom onder anderen, bezwaarlyk tot bewilliging in de gemeene lasten, zo lang Prins Maurits leefde; leggende ook de Leden A 4 des |
||||
8 VADERLANDSCHE XLI. Boek:.
1625. des Bondgenootfchaps geduuriglyk overhoop,
gen hadt. Fredrik Henrik begreep, hierom, met
reden, dat de Staat, zo zwaargefchokt, federt eenige jaaren, inwendige rust en eendragt noo- dig hadt. Hy was altoos aangezien voor eenen begunftigerderRemonftranten, enderRemon- ftrantschgezinde Regenten, die, in 't jaar 1618 , van 't kusfen geraakt waren. Veelen vleiden zig, derhalve, dat deezen terftond herfteld zouden worden, en dat de vervolgde Remonftranten haast vryheid van Godsdienstoefening bekomen cu Gods- zouden. Doch de Prins hieldt dit voor den weg dienst, tot nieuwe beroerte. De verandering was reeds, meer ofmin, begroeid; de openbaare Kerk hadt zig gefchikt naar de gedaante, die zy, door de Sinode van Dordrecht, gekreegen hadt. Haar of den Staat wederom eene fchielyke verande- ring te doen ondergaan kon niet gefchieden zonder nieuwe opfchüddingen, die de Prins thans ten hoogfte gevaarlyk hieldt. Hy ver- ftondt, hierom, dat men het misnoegen van vee- len, allengskens, moest wegneemen, en, van tyd tot tyd, eenige ontflaagen' Regenten herftel- len (p~). Ook zag hy niet ongaarne, dat de Re- monftranten , in verfcheiden' Steden, openlyker begonden te vergaderen, zonder ook fterk te dringen, op de uitvoering der Plakaaten, die te- gen hen gemaakt waren. Hierdoor, won hy de herten der misnoegden, die, of herfteld worden- de , of hoop krygende op herftelling, naauwlyks ooit klaagden, over's Prinfen beleid: terwyldie van de openbaare Kerke, uit zyn voorbeeld, ge- maa-
(fs Zie Aitzema I. Deel, hl. 315, 657.
|
||||
XLI.BoEK. HISTORIE. 9
maatigdheid leerden; waardoor de voorige he- 1625.
vigheden, allengskens, aan 't bedaaren raakten, -------,
en 's Prinfen gezag hooger rees, dan het zou
hebben können doen, zo hy flegts éénepartye gedraagen hadt, met verdrukking der andere. Al het welke overtuigenlyk biyken zal, uit het beloop van 's Lands geichiedenisfen, onderzy- ne Stadhouderlyke Regeeringe , tot welker verhaal wy nu overgaan. 't Beleg van Breda, in Oogstmaand des voor- in.
leeden jaars aangevangen, was, den gantfchen Vervolg Winter, voortgezet, en duurde nog tegenwoor- ??" ^ dig. De Stad was van volk en voorraad,over- Van Bre vloediglyk, voorzien, en de bezetting ftondt da. nog onder 't gebied van Juftinus van Nasfau, een' oud' en ervaaren bevelhebber. De Mark- graaf Spinola hadt ongeraaden gevonden, de Stad met geweld aan te tasten; en zig, terftond, zo ver het de gelegenheid toeliet, rondsom de- zelve verfchanst: waardoor alle toevoer afge- fneeden werdt. Zyn Leger was,naar dekonst, verfterkt, tegen d e aanvallen der belegerden, en der zulken, die 't ontzet zouden willen onder- neemen. Wind en weder was hem, 't gantfche najaar, gunftig, en den onzen nadeelig geweest: waardoor hy zig, fpoedig en vast, hadt können begraaven; terwyl, van de Staatfche zyde, ver- geeffche poogingen waren ^aangewend, om een deel zyns Legers onder water te zetten. Zelfs wist hy't water der Merke af te leiden, en te be- letten, dat 'er ontzet door aangevoerd werdt (#). De langduurigheid van 't beleg was egter oor- zaak, dat het vy.mdlyk Leger zeer dunde, door ver-
Cg) AirzEMA \.<L)eel, '•!, ■i2\-s%(~, 391-35!.
A 5
|
||||
lo VADERLANDSCHE XLLBoee,
|
|||||||||||
verloop en ziekte. Doch deeze fchade werdtge-
boet , door verfche Duicfche troepen, die, van tyd tot lyd, aankwamen, in zogrootengetale, dat men het heir der belegeraaren, in den aan- vang deezes jaars, begrootte, op dertigduizend knegten en agtduizend paarden. De algemeene Staaten lieten zig veel gelegen
leegen, aan het ontzet van Breda, welk Prinfe M lurits. in 't najaar, mislukt was. De 'y >ngfte o- vercenkoinlten met de Koningen van Frankryk en Groot-Bntanje hadden hun gelegenheid ge- geven , om hunne Krygsmagt, met zeventig ven- delen Engellche Knegten onder den Graave van Mansfeid, en een goed getal van Franfche Rui- ters, onder den Hertoge van Kandale, te ver- fterken. Hierby waren eenige nieuwe llege- menten Duitfchers en Nederlanders gevoegd, zo dat hst gantfche heir op veertigduizend man begroot werdt. Prins Fredrik Henrik hadt 'er 't bevel over, terwyl zyn Broeder krank lag, in den Hage. Hy hadt zig te Dongen nedergeflaa- gen, en bevondt zighier nog, toen Maurits over- leedt. Ook ontving hyhierdetydingzynerver- hefiinge tot de meeste waardigheden, die door zynen Broeder met de dood ontruimd waren. Doch 't liep tot in Bloeimaand aan, eer hy iet; van belang ondernam, tot ontzet der belegerde Stad. Op den vyftienden dier maand, deedt hy eenen aanval op het Dorp Ter Heide, daar Spi- nola zig fterk verfchanst hadt: doch hy werdt, met verlies van drie- of vierhonderd man, af- geflaagen (V), terwyl de vyand naauwlyks twaalf man verlooren hadt. Vier dagen laater, tastte de Rit-
(O Memoir. de Freder. Henri p. 33, 34.
|
|||||||||||
1625.
|
|||||||||||
PrinsFre-
drik
Iltnrik
zoekt
het,
vergeefs,
te ont
zetten.
|
|||||||||||
Aanvnl
op Ter Heide. |
|||||||||||
XLI.Boek. HISTORIE. ii
Ritmeester Randwyk een fteik vyandlyk geleide 1^25.
aan ;doch Graai'Herman van den Berge, met zy- ——. ne onderhebbende Ruitery, zynde toegefchoo- ten, noodzaakte hem de wyk te neemen (Y). Binnen Breda, was, ondertusfehen, groot ge- p,redi
brek aan mondbehoeften gekomen, en de Stad geeft zig was nu op 't uiterfte gebragt, toen de Prins, gee- over* ne kans ziende om 't beleg op te liaan, noch om de belegerden, op eenige andere wyze, van voorraad te verzorgen, den bevelhebber, zynen natuurlyken broeder, bevel zondt, om zig, op de eerlykfte wyze, over te geeven. Voorts, brak hy op van Dongen, en floeg zig wederom neder iri de Langeftraat, daar hy, in 't voorleeden jaar , gelegerd geweest was. 't Verdrag, waarby Bre- da overging, werdt, op den tweeden van Zo- mermaand , getekend. De bezetting bedong den Uittogt, met flaande trom, vliegende vendels en brandende lonten, verdatende, op den vyfden, de Stad; daarSpinola, terftond, zyneintrede deedt (7). 't Beleg van Breda hadt, van weder- zyde , fchatten gekost ; doch Spanje en de Spaanfche Nederlanden dermaate uitgeput, dac men, federt, den oorlog ook verweerenderwy- ze voeren moest; en den Staaten en Prinfe Fredrik Henrik gelegenheid gaf, om 't verlies van Breda , in eenige volgende veldtogten, rykelyk geboet te vinden. Ondertusfehen was het Lamhert Charles, Be- Goch
velhebber vanNieuwmegen, opdenagttienden verrast van Louwmaand, gelukt, Goch in te neemen, c^°t_de by verrasfing. Doch hy hadt niet veel vreugde icheiü van
(_*") Memoir. de Fred. Henri p. 32.
(O Memoir. de Fred. Henri p. 34. AtTZEMA I. Diel, hl.
399-418. |
||||
12 VADERLANDSCHE XU. Boek;
|
|||||
1Ö25. van'zyne overwinning. Maar pas binnen de Stad
—— geraakt, en terwyl men 't Kasteel en één der Poorten aantastte, viel hy te bedde aan de jigt, die, gewoon hem te kwellen, eerlang, ineene beroerte veranderde, waaraan hy overleedt («). IV. Meer viel 'er, dit jaar, te lande niet voor. Zeetot;t 'fer zee f hadt men beide voorfpoed en tegen-
TüfcJJf11' fpoed gehad. De Vloot onder Willekens, die , op t einde des jaars 1623, in zee geloopen was, hadt heimelyken last, op zekere hoogte te ope- nen , om de Bahia de todos los Santtos of Aller- heiligen Baai, gelegen op de kust van Brazil, in te neemen. Zy naderde deeze kust en de Baai, op Hy den agtften van Bloeimaand des jaars 1624. De neemt de Baai was gedekt door een Kasteel, enindezel-
Babia de ve ? ]agen eenige Portugeefche fchepen. De On- *Smtetos der-Admiraal Hein tastte deeze fchepen aan, of Aller- met drie der zynen, terwyl de Admiraal Wille- hdiigen- kens twaalfhonderd Soldaaten en tweehonderd- en/in. enveertig Matroozen aan landzettede, en, on- der 't beleid van Alkrt Schouten, zondt, om de Stad S. Salvador in te neemen ; 't welk weinig werlcs kostte, zynde zy, op de aankomst der on- zen , verlaaten van haare Ingezetenen. Zy werdt terrtond geplonderd. Men bekwam 'er ryken buit, alzo de Bevelhebber, het vlugten meenen- de te voorkomen, 't vervoeren der goederen, op lyfftraffe, verbooden hadt. Van de fchepen, die in de Baai lagen, werden de onzen ook haast meester, vindende in dezelve, behalve andere koopwaaren, wel twaalfhonderd kisten Suiker. Ook vielen hun daarna, nog andere fchepen ia handen, die, onverhoeds, de Baai kwamen in- zei-
('0 AirzEMA I. Oal, il. 3."5, 3i>9.
|
|||||
XLLBoek. HISTORIE. 13
|
|||||
geilen. De Stad en Baai werden, terftond, uit 1625»
den naam der algemeene Staaten en der West- ■ indifcheMaatfchappye, in bezit genomen. Tot Bevelhebber bleef aldaar Joan van Dorth, die, kort hierna, door eene hinderlaage van Brazi- liaan en, overvallen en omgebragtwerdt. Allert en Willem Schouten, twee broeders, kreegen toen, de een na den anderen, 't bevel: dochzy verwaarloosden beide, en de laatfte inzonder- heid de behoorlyke verfterking der Plaatfe, fpil- lende, daarenboven, een groot deel van den buit* die hun in handen viel, in ongebondenheid. Mid- lerwyl, hadt men, hier te Lande, zo dra geene tyding gekreegen van deeze overwinning, of de Maatfchappy, wel bevroedende, dat de Ko- ning van Spanje al zyn vermogen infpannen zou, om haar deezen fchat te ontweldigen, rustte twee talryke Vlooten uit, tot befcherming van 't ge- ne zy, in Brazil, veroverd hadt, en om de Spaan- fche kusten te ontrusten. Zy waren nog voor 't einde des voorleeden en in den aanvang deezes jaars in zee gefteken (V). Doch de Spaanfche Vloot, onder Don Fredrik de Toledo, was eerder gereed geweest, en, in Sprokkelmaand deezes . . jaars, geland in de Bahia. Zy voerde omtrent twaalfduizend koppen; daar de onzen, in de Stad S. Salvador en op de naaste Sterkten, niet s. Salva- boven de tweeduizend man fterk waren. S. Sal- «lor ende vadorwerdt,terftond,belegerd. De bezetting, B!,,",a Willem Schouten van zyn ampt verlaaten, en *2«om Hans Ernst Kyf, in zyne plaatfe, verkooren heb- Veri 00- bende, boodt kleinen tegenftand, ter oorzaake ren. van de tweedragt, die onder haarontftaan was. Ook
O') J. "K Laat Vcrfi. van Westind. il. 10-34. Aitzema
I. Diel, il. 33(1-3^3. |
|||||
14 VADERLANDSCHE XLI.Eoek.
162S. Ook gaf men de Stad op, by verdrag, den der-
--------tigften van Grasmaand, bedingende de onzen
egter den vryen uittogt naar 't Vaderland, met
gefchut, fchepen en goederen (V). Omtrent ee- ne maand laarer, kwam eene der twee Vlooten, tot ontzet gefchikt, onder Boudewyn Henriks- zoon, voor de Baai, en in 'tgezigt der Stad; daar de Spaanfche vlag', op een der Bolwerken, ftak. Men befloot toen, de Baai niet verder in te loopen, en deedt, federt, zyn best, om flaags te raaken met de vyandlyke Vloote, die 't ge- vegt, geduuriglyk, ontweek. De Admiraal Hen- rikszoon, geenen kans ziende, om deBahiate herwinnen, vertrok, eerlang, naar de Haven van Porto Rico; overweldigde en verbrandde de Stad; doch kon 't Kasteel niet magtig worden, 't Gantfche jaar verliep met deezentogt, op wel- ken, denvyand, aan fchepen, huizen en goede- ren, veele fchade aangedaan; doch geenefter- kePlaatfen veroverd werden. Aan Sierra Leona in Guinea gekomen, vereenigde Henrikszoon zig met de Vloot onder Jan Dirkszoon Lam, die Auflag na hem uit het Vaderland gezeild was. Men on- op Dil dernam, in Wynmaand, eenen aanflagop het Miua, Kasteel Del Mina, die ongelukkig afliep, wor- dende de onzen, vermoeid van den togt te lande naar dit Kasteel, onverhoeds overvallen van den vyand, en ten getale van meer dan vierhonderd, afgemaakt. De overigen, die geland waren, bergden zig met de vlugt (x). De Vloot ftak, in 't volgende voorjaar, wederom over naar de kust van Brazil, daar zy eenigen buit behaalde en ee- ni-
. f w") AiTZPMA T. Deel, bl. 4'Q-
C*} J BR Laat Veih. van Westind. bl. 5970. Van »EM
Sande IX. Duck, il. 120. |
||||
XLI.Boek. HISTORIE. 1$
nige vyandlyke fchepen veroverde en verniel- ifo£
de. Van daar, töt aan de Havana voortgezeild , -------.
overleedt de Admiraal Ht-nrikszoon op den
tweeden van Hooimaand des jaars 1626. 't Ge- zag was toen uit op de Vloote. 't Scheepsvolk floègaan 't muiten, en men zag zig haast genood- zaakt , naar 't Vaderland te keeren, alwaar de meeste fchepen, fchier' ledig en befchadigd, te rug kwamen (y~). Eenigen der genen, dieS. Salvador hadden overgegeven, werden, nader- hand, in den Haage, gevangen gezet, te regt gefteld, en ter dood veroordeeld. Doch zy ver- wierven , op voorbede der Prinfesfe van Oran- je, vergiffenis (2). De zeemagt der Vereenigde Gewesten werdt, v.
niet alleen in de afgelegenfte weerelddeelen, ge- Bawee- bruikt; maar het Verdrag met Frankryk, in Zo- |infv;n mermaand des jaars 1624 geflooten, gaf hun ook „^00ü" gelegenheid, tot het uitrusten eener Vloote, ten in die, nader by huis, dienst deedt. DeHugenoo Fianic- ten, beweerende, dat het jongfte Verdrag van W**. den jaare 1622, van 'sKonings zyde, kwalyk : gehouden werdt, waren wederom tegen hem op- gedaan. De Hertog van Rohan hadt hen, hier- toe , aan verfcheiden oorden, bewoogen. Zyn Broeder, de Heer van Soubife, hadt zig meester gemaakt van het Eiland Ree, en, daarna, 't be- leg geflaagen voor 't Fort Louis, dat Rochelle in bedwang hieldt («). Doch de Hertog van Vendóme dwong hem, de fterkte te verlaaten (&). Frankryk werdt ook, omtrent deezen tyd , in-
(yl De Laat VI. 72-83. Aitzema I. Deel, bl. 553.
(z) Refbl. Holl. 16, 24 Maan 1626. tl. 35, 32. Aitzbma l. Deel, U. 582. (a) Zie X. Deel, bl. ,(32.
C&3 Aitzema I. Deel, tl. 56a enz.
|
||||
x6 VADERLANDSCHE XLI.Boex,
|
|||||
1*15. ingewikkeld in den Italiaanfchen kryg. DeKo-
=r—— ning hadt den Graauwbunderen, die regt voor- Oorlog wendden op de Valteline, ingenomen door de in Italië. Spanjaards, eenige hulptroepen toegezonden ; die, vereenigd met de Graauwbunders en Vene- tiaanen, de Valteline overmeesterd hadden («■), Uit deezen kryg om de Valteline, dieverfchei- den'jaaren duurde, ontftondt de kryg in Italië , daar Frankryk den Hertog van Savoje, en Span- je de Genueezen byftondt. De vyandlykheden tusfchen Savoje en Genua waren reeds begon- nen, toen Lodewyk de XIII. teraadewerdt, ee- ne Vloot in zee te zenden, om Genua te bemag- tigen. En zyn toeleg hadt gelegenheid gegeven tot het Verdrag, in 't voorleeden jaar, gefloo- ten, met de Vereenigde Staaten, die zig ver- bonden hadden, hem eenige fchepen te leveren De Staa- 00* Ook (telden ze twintig fchepen onder bevel teïï zen- van den Luitenant-Admiraal Willem de Zoete, den eene gezeid Hautain; die zig, in de Lente deezesjaars, Vloot gereed maakte, om in zee te fteeken (e), toen de Rochel- Koning de Staaten verzoeken liet, om zestien ie. van deeze fchepen te mogen gebruiken, tot het beleg van Rochelle, en daarenboven twaalf an-
deren , ten zelfden einde, in Holland, te mogen huuren. 't Een en 't ander werdt toegedaan. Men oordeelde, dat de Koning rust in zyn Ryk noo- dig hadt, zou hydeezen Staat, kragtelyk, kön- nen onderfteunen tegen Spanje; en men kreun- de zig, naar 't fcheen, luttel aan het uitvaaren van fommige Predikanten, die 't byftaan van ee- nen Roomfchen Vorst, tegen de eigen' Geloofs- (V) AiTzr.MA I. Deel, U. 423, 531.
(<n Zie X. Deel, bl. 4p6.
Qc~) Notul. Zeeland 8 Maart 1625. il. 56.
|
|||||
XLL Boek, H I S T'0 R I E. \j
|
||||
genooten def Vereenigde Gewesten, fcherpe- 1Ä85.
lyk durfden doorftryken van den predikftoel; ■■ ' openlyk aanpryzende de verzameling van pen- ningen, die hier, federt, onder de hand, ten behoeve van het belegerd Rochelle, gedaan werdt (ƒ). Hautain voegde zig, in't begin van Hooimaand, by de Franfche Vloote, op de ree- «Rege- de van Olonnes. Soubife hadt hier ook eene flaage» Vloot byeen, die, op den zeventienden, flaags *ordt" taakte met de Vloote onder Hautain,en hem, eer- lang, noodzaakte te wyken naar Nantes, hebben- de de onzen, in dit gevegt, verfcheiden' fchepen, en onder anderen dat van den Vice-Admiraal van Dorp verlooren. Hautain, zig van zyne fcha- docfc, zig de herfteld hebbende, vertoonde zig, in Herfst- |*e^e,a maand, wederom in 't gezigt der Rochelfche jjg Vloote, die, eenige fchepen om voorraad ge- * zonden hebbende, nü merkelyk zwakker was. dan te vooren; daar de Koningfchen, in tegen- deel , met eenige Engelfche en andere fchepen gefterkt waren. Men hadt hu vóór, eene landing te doen op het Eiland Ree, die gelukkiglyk Haag- de. Soubife, die Zig te S. Martin verfterkt hadt, Werdt genoodzaakt, de Plaats te verlauten. Zy- ne Vloot raakte, op den zeventienden, ook in een hevig gevegt met de Koningfche en onze fchepen, en werdt, geheellyk, geflaagen, fchoon hy minder volks verloor dan de Vereenigde Vlooten, Doch hy liet 'er zeven fchepen, 't welk hem noodzaakte, met het klein getal der overi- gen, koers te zetten naar Engeland. Rochelle Röchelte ■werdt toen belegerd door de Vereenigde Vloo j^'P1 be' ten, die, tot digt voor de Stad, naderden. Ook geieöi ftigt-
C/J Ait/ema I. Deel, U. 49gé
XI. Deel. B
|
||||
18 VADERLANDS CHE XU. Boek:
t62g. ftigtte men Sterkten, op de naaste Eilanden,
■ werdt(g). De belegerden zogten zig wel ter- . ftond te verdraagen met den Koning, zendende, ten dien einde, gemagtigden ten Hove (hy, doch 't liep nog tot in 't volgende jaar aan, eer men overeenkwam. Wy zullen, hierna, zien, wat 'er gelegenheid toe gaf. De togtte water tegen Ge- nua, die fommigen ook meenden, dat flegts voorgewend geweest was, om de Staaten, te ligter, tot het uitrusten eener hulpvloote, te doen befluiten,hadt, midlerwyl,geenenvoort- gang gehad. r. VI. Dezaaken in Duitschlandfcheenen, dit jaar, deu^iJ1" eene anc*ere gedaante te zullen krygen,doorde in y beweegingen van Christiaan den IV, Koning Duitsch- van Deenemarke. De Keurvorst van Branden- Jwd. burg hadt, in 'tvoorleeden jaar, den Graaf van Zwartfenburgherwaards gezonden, om de Staa- ten te beweegen, tot het verleenen van nieuwen onderftand(;'). Ook was, hierop, Walraven, Vryheer van Gend, met eenige manfchap, afge- vaardigd naar 't Graaffchap van der Mark, al- waar hy zig van Onna, Kaam, Zoest en andere Plaatfenmeester gemaakt hadt. Daarna, indee- zen jaare, zyne overwinningen vervolgende, hadt hy Byleveld en Ravensberg ingenomen. Doch Tilly noodzaakte hem, 't beleg van Spaa- renberg,welk reeds op 't uiterftegebragt was, vrugteloos, op te breeken(A'). Detogtvanden Hee-
(#) Notul. Zeel. ai Feh: 1626. l/l. 91. Aitzema I. Deci,
II. 424-4^. (A"; AtTZRMA I. Deel, hl. <;36.
; i) Zie 't Accoord van 23 'Ocioh. 1624. ly Aitzema I. D^t*
il. 4(54. C*; Aitzema I. Deel, tl. 457. ,_,
|
||||
XLI.BoEK. HISTORIE.' 19
Heere van Gend begon dus reeds eenige veran- 1615.
dering te maaken, in de zaaken van Duitsch----------
land. Doch men hoopte op gunstiger, toen de Chm-
Koning van Deenemarke, op 'tfterk aanhouden Sj^Jj der gezanten van Groot-Britanje en van deezen „in'g vjn Staat, en ziende het tooneel des oorlogs ver- Deene- plaatfen naar de Neder Saxifche Kreits, einde- marke, lyk, befloot, de wapenen op te vatten, tegen de k('"j'te Keizerfchen en Spaanfchen. Hy toog, aan 't hoofd van een Leger, naar Verden, daarhyzig nederfloeg, tusfchen de Wezer en de Aller. Ook wierp hy bezetting in Nieuwburg, dat, door Tilly, die Hameien, kort te vooren, bemagtigd hadt, vergeefs, belegerd werdt. De Keizer hadt, midlerwyl, een nieuw heir op de been gebragt, onderden Hertogevan FridlandoïWalflein, die ziginGottingen, Halberftad, Maagdenburgen Halle nederfloeg. Het Deenfche Leger was te zwak ,tegen deeze overmagt. Ook werdt het, ten deéle, geflaagen, door Tilly, omtrent Hanover, daar wel vyf honderd man fneefde. De Graaf van Mansfeld, die, na't overgaan van Breda, naar Rees getrokken was, hadt, vandaar, hooger op gewild, om zig, vervolgens, by Koning Chris- tiaan te voegen. Doch hy was gefluit, door den Graave van Anholt. Sedert, fcheepte hy eenig volk op Breemen, dat, te Lauwenburg, de Elve zynde overgetrokken, Mollem en Travemunde innam, en van Lubek voorraad vorderde. Maar de Regeering deezer Stad, vernomen hebbende, dat Koning Christiaan zig Mansfelds zaak niet aantrok, viel, met eenig volk, aan op het zy- ne, welk, een en andermaal, geflaagen werdt. Ondertusichen zonde de Koning herwaar ds, om B 2 hul- |
||||
,*o VADERLANDSCHE XLI. Boe*;
|
|||||
a525. hulpe(T). De Vereenigde Staaten, fchoon zwaar
_~~-----gedrukt door het verlies van Breda, beflootea
ten o"!" e8ter' terft°nd, tot het afzenden van een Re-
derftetï- gement knegten, welk op drieduizend man .oen hem. gerekend vverdt; doch, toen 't op de Wezer kwam, zo de Koning fchreef, maar vyftienhon- derd man fterk was. Men begreep ligtelyk, dat zulk een kleine onderftand den Koning weinig baaten kon. Men deedt,hierom, zyn best, om andere Mogendheden, vooral Frankryk en Groot Britanje, rebeweegen, tot het fterker onderfteunen van Koning Christiaan; alzo men zig van zyne verrigtingen in Duitschland wat goeds beloofde. Men zondt, onder anderen, ten deezen einde, een buitengewoon gezantfchap naar elk deezer Ryken, welk, nogtans, zo wel niet flaagde, als men gehoopt hadt. vu. In Groot Britanje, waren, onlangs, verande- Do°(1 ringen voorgevallen, die, daarenboven, een den i buitengewoon gezantfchap vorderden. Koning Koning Jak ob de I. was, op den zesden van Grasmaand , van overleeden (m), en opgevolgd, doorzynenee- Groot- nigen zoon, Karel den I, die, in de volgende Kare^de maand» zvn Huwelyk voltrok met de Prinfesfe I voIrc van Frankryk,Zuster van Lodewyk denXUI(») hem op. Men nam, terftond, in overleg, om zig van dee- ze gelegenheid te bedienen; den Koning den rouw te beklaagen, en met zyn Huwelyk en komst tot de kroon geluk te wenfchen;doch,te gelyk, een nader Verbond met hem te fluiten, tot afbreuk van Spanje(V).Ook werden,eerlang, de
(/■) Aitzema I. Deel, il. 466, 4^8.
lm) Rapin Tom. VH. p. 2=15. Aitzema I. Deel, bU 439» , OÓ Uamn Tom. VII. p. arts. • (oj Refill. IIoII. 12 /JprH 1625. II. 50. |
|||||
XLI. Boek. HISTORIE. ai-
de Heeren van Sommelsdyk znRknkvanBur- 16*5.' mania benoemd, tot buitengewoone gezanten |
|||||||
naar Engeland. De gewoonlyke gezant der Staa- Karon,
ten Noël van Karon, Heer van Schoonewal,was, ®eEa"' in Wintermaand laastleeden, geftorven, en op-1 Xva& t gevolgd, door Albert Joachimi, een'Zeeuw, fterft. wien men eene wedde van negenduizend guldens Albe" in 't jaar, gelyk der Staaten'gezant in Frankryk J^^f trok, b enevens vierduizen d guldens tot zyne uit- zyne rusting,hadt toegeftaan(/>). Hyhadt,indeeerfte plaats, jaaren van zynen dienst, veel Werks met het be- middelen van 'tgefchil, tusfchen Koning Jakob en deezen Staat ontftaan, over 't gebeurde in Amboina; waarvan wy, hier, een kort befigt moeten geeven, eer wy den Uitflag van 't bui- tengewoon gezantfchap verhaalên-. De Engelfche en NederlandfcheOosfindifche Jerhaftl
Maatfchappyen handelden, federt het Verdrag r^. van den jaarè 1619, öp verfcheiden'Plaatfen in pieegin- Indie, te gelyk; 'twelkegter, niet zonder ge - ge tegea duurig misnoegen, tioeging. Men was, gelyk- Ëpmge het'onder Koopluiden gaat, eikanderen afgun- fc"tn'jn ftig: de Engelfchen, die de zwakften waren, za- Amboi- gen zig, ongaarne, overtreffen, door de onzen, na, en die zig ook niet wederhielden , van hunnen ,der on" vrienden den handel zo lastig en nadeelig te maa- jawult ken, als zy konden. Ook vertrouwde men el ontitae kanderen niet; en, na 't gene te Bantam en te Jakatra voorgevallen was(^), liepen de Engel- fchen vooral zeer in 't oog by de onzen. De Be- velhebber van Amboina, Henrik van Speult.zeer gekweld wordende door de Ternataanen, viel, zo
Cf) Notul. Zeel. 27 Jan. 1625. W. 18. AtTzEMA I. Deeït
Mr i%6, 469.
Q) Zie X. Deel, il. 395.
B *
|
|||||||
2» VADERLANDSCHE XLI.Boek;
1^25. zo hy naderhand verklaarde, in 't vermoeden ,
-—r— dat de Engelfchen, die een Kantoor hadden te Amboina, hier onder roeiden. En, in Sprokkel- maand des jaars 162 3, een'Japoneea, die naauw- keuriglyk onderftaan hadt naar de fterkte der bezetting op 't Kasteel, en naar 't verleggen der wagten, hebbende doen vatten, vernam hy uit deezen en uit eenige anderen zyner Landsluiden, datdeEngelfcheOpper-Koopman,Gö£?7V/7(>wr' fin, hen bewoogen hadt, om de handtekenen tot het ombrengen van den Bevelhebber, en tot h# overweldigen van 't Kasteel. Towrfon en eenige andere Engelfchen raakten, hierop, ins- gelyks, in hegtenis. De meesten beleeden den flinkfchen toeleg, en werden, hierop, met de dood geftraft. Men kreeg, in 't volgende jaar, in Engeland, zo drageene tyding van deeze Regts- pleeging, of elk riep „ dat het verraad verzierd „ was, om den Engellchen handel in Amboina „te bederven; dat men den Japoneezen en „ Engelfchen, door ongehoord pynigen, bely- „ denisfen uit den hals gewrongen hadt, die met ,? de waarheid ftreeden; dat de Engelfchen, ter . „ dood gaande, fchriftelyk en mondeling, aan „ den Predikant en aan anderen, opdeplegtig- n fte wyze, hunne onfchuld betuigd hadden, en „'dat men ze voor martelaars der Hollandfche „ wreedheid en gierigheid houden moest." Van onzen kant, werdt niet ontkend, dat de Japo- neezen en Engelfchen gepynigd waren, eer zy 't verraad beleeden hadden. Doch men beweerde, zo wel hierin, als in de gantfcheRegtspleeging, naar Regt en Landsgebruik, te hebben gehan- deld (>). 't Bleef, ondertusfchen, niet, by deeze (,-) AlTzSMA I. Deel, il. 356, 360-373,
|
||||
XO. BoÉTf. HISTORIE. tig
gemeene befchuldigingen en verdedigingen. Ko- ïtf»s.
.ning Jakob en naderhand Karel de J. trokken ——■ zig de zaak aan ("O- De Engelfche Gezant Kar- leton vorderde eene blykbaare voldoening van de algemeene Staaten, en gebruikte, by deeze gelegenheid, dikwils, fcherpe en dreigende be- woordingen (f). De zaak bleef nogtans fleepen , doordien de Maatfchappy tyd noodig hadt, om de vereischte kundigheden uit Indie te bekomen (u). Doch Karleton liet niet af, van ze geduurig- lyk op te haaien. Zelfs vorderde hy, in 'tijaar 1627, dat men Jan Pieterszoon Koen, dien hy hieldt het gebeurde te Amboina belleken te heb- ben, en die, onlangs, in ftilte, van hier, naar Indie, gekeerd was (v), wederom opontboodt en te regt ftelde (w). De algemeene Staaten wer- den , eindelyk, genoodzaakt, byzondere Regters te magtigen, om 't Huk te onderzoeken (x); fchoon, ook hiermede, den Engelfchen, die zel- ven mederegters over 't geding wilden zyn, geen volkomen genoegen gegeven werdt. De Atn- boinfche Regters werden herwaards ontbooden, en voor de onzen gehoord :hebbende zyne Door- lugtigheid geoordeeld, dat men ze, nergens dan hier, te regt ftellen moest (yj. Doch Koen was, midlerwyl, overleeden. Ook meent men, dathy kennis noch deel aan de Amboinfche Regtsplee- ging gehad hadt (z). Men begon de zaak hier voor de gemagtigde Regters te onderzoeken, in den
CO Ftde Aft. Pu!.!. Ans!. Tom. VIII. P. I. p. 56.
O 3 Rcfol. Roll. 26 July, io, 19 Sept. 1624. tl. 88,106, II4'. O") Refol. Holl. 7, n jan. 1627. bl. 7, 8. O) Refol. Holl. 12 July 1627. bl. 181. (wj Refol. Holl. 24 Juiiy* lljuly 1627. M.142, ifi<5, Arr- ZEma J. Deil, U. 6i<>. O) Zie Refol. Holl. 13 OSkiib. 1627. hl. 270, GO Refol. Holl. 16 Jan. 1617. bl. 15, CO Refol. Holl. 13, 16 July, 13OÄ0J, 1627.il, 1C6,173,270, B4
|
||||
«4 VADERLANDSCHE XU. Boek.
I6ag. den jaare 1628 (ay Doch de Koning van Groot-
■ Brjtanje, belpeurende, dat het werk traaglyk voortging, deedt het geduuriglyk aandryven ,
vermaanende, in 't byzonder, in 't volgende jaar, tot het hooren vaneenige getuigen, dje, inAm- boina in hegtenis geweest zynde, vrygefprokcn en by der hand waren. Ook verklaarde hy nu , gelyk meermaalen te vooren, dat hy de Amboin- fche zaak, die tot een'gemeen e Regtbank van Engelfchen en Nederlanders behoorde, niet aan 't Regtsgebied der Staaten alleen begeerde te .onderwerpen; waartegen de Staaten beweerden , dat de zaak, eigenlyk, tot hunne Regtbank be- hoorde , fchoon zy de uitfpraak der Regteren » eer ze nog gefcbiedde, den Koning gaarne wil- den mededeelen (&). Tot het hooren der Engel- fche getuigen, beflooten ze eindelyk, aanbieden- de zulks te laaten doen, door de gemagtigde Regters, in de tegenwoordigheid desEngelfchen Gezants (e). Doch my is niet klaarlyk gebleeken, of zulks gefchied zy, 't Regtsgeding bleef, fe- dert , fleepen (d); fchoon de Maatfchappy en veele anderen wenschten, dat 'er een einde van gemaakt mögt worden. Doch de Regters, gee- nen kans ziende, om eene uitfpraak te doen naar 'sKonings genoegen, en begrypende, dat de Staat belang hadt by zyne vriendfchap, draalden met vonnisfen; voorwendende,in zulk eene duis- tere zaak, meer lichts te behoeven, danzy, tot hiertoe, hadden können bekomen. Na verloop van verfcheiden' jaar en, bragt men 't zo ver, dat, ge-
(a') Aitzhma I. Deel, bl. 761.
.(*) Notul. Zeel. 18 Febr. 1630. bl. 10. Aitzema 1. Deel, bl.
507-911. f e , Aitzema I. Deel, bl. ij8rj. (tl) Reloi. Uoll. ij Sept. 1634. W. 88. zoMuarliKtf. bl.48. |
||||
XLLBoek. HISTORIE. 25
gelyk de buitengewoone Gezant GovertBrasfer, t^^
in 't jaar 1634, berigte „ de Groot-Thefauner-------.
„ van Engeland genoegzaam overtuigd was, dat
„ 'er,door de onzen,teAmboina,geen onregcwas ,, begaan, en dat het nu de regte tyd zou zyn, „ om de zaak ten einde te brengen (e)" Doch de verfchillen tusfchen den Koning en 't Parle- ment, die omtrent deezen tyd ontllaan waren, en de volkomen' omkeering der Regeeringe, die 'er uit volgde, hebben, eindelyk, gelegenheid ge- geven, dat de Amboiniche zaak, tot in 't jaar 1654, onafgedaan bleef. Zyhadt, ondertus- fchen, de beide volken zeer van eikanderen ver vreemd, en de afkeer, die'er uit ontftondt,is, nog tegenwoordig, niet geheellykverdweenen. Men houdt het vonnis, te Amboina geveld, in Engeland, nog voor ten hoogften onregtvaar- dig: doch de (lukken van 't geding zyn, van on- zen kant, nimmer, allen in 't licht gegeven, Wy hebben, beknoptelyk, ter neder gefield, 't gene 'er ons van voorgekomen is: waarover de onpartydige Leezer kan oordeelen. : 't Misnoegen des Konings van Groot-Britan- vut. je, over 't gebeurde in Amboina, was op zyn Dc ****' hoogst, toen het buitengewoon Gezantfchap der f^ £l Vereenigde Staaten, in den Zomer des jaars i>cfcha. 1625, in Engeland kwam, om een nieuw Ver- digerd bond met hem aan te gaan. De gelegenheid hier- V«1""^ toe was, anders, niet ongunftig. Karel de I. "„„ ""' rustte eene Vloot uit tegen Spanje (ƒ), by wel ke de Staaten, volgens een Verdrag, in Oogst- maand , in den Haage, getekend (g), twintig fche-
O) Rttffrt. Ho!!, is Scpt. i6\4. U. 88.
<ƒ) Refol. Hol], lo, IS April i6ar;. 01. 47, 5».,
(ff) Zif Aitzema I. Deel, hl. 4(^8.
B 5
|
||||
a6 VADERLANDSCHE XU. Boek.
1Ä25. fchepen voegden, onder den Luitenant-Admj-
-------raal, Willem van Nasfau, Heere van de Lek ,
Landing natuurlyken Zoon van Prinfe Maurits (Ä). De
omtreuc Vereenigde Vlooten ltaken, in den aanvang van Wynmaand, in zee, onder 't opperbevel van E- duard Cecil, die eenig volk, omtrent Kadix, aan land gezet hebbende, weinig meer deedt dan ee- nige Dorpen pionderen, na dat hy de vesting op hetPuntal, eenentydlang, tevergeefs, be- fchooten hadt. De ziekte, die, federt, op de Vloote, ontftondt, noodzaakte hem, in Slagt- maand, naar de Engelfche Havens, te rug te keeren (ï). Doch omtrent eene maand voor 't uitloopen deezer Vloote, op den zeventienden van Herfstmaand, troffen de buitengewoone Ge- zanten der Staaten, te Southampton, een Ver- bond met Koning Karel, waarby, van wederzy- de, beloofd werdt ?? den Koning van Spanje te n beoorloogen, ter zee en te lande. Elk zou , „ hiertoe, het vereischte aantal van fchepen en n manfchap byeenbrengen: de Koning niet min- n der dan dertig- of vyfendertigduizend man, n en de Staaten een diergelyk getal, indien 't w hun mogelyk ware. Het Verbond zou zo lang „ duuren, tot de Koning van Spanje naliet, de „ vryheid der Vereenigde Gewesten, door o- n penbaare of bedekte wegen, te krenken, en „ tot dat de Paltsgraaf, Fredrik, in 't bezit zy- „ ner erfgoederen en waardigheden, herfteld „ zou zyn; ten minfte, den tyd van vyftien jaa- w ren." Voorts, werden de Brieven vanfchä- verhaaling, die, voor't fluiten van't Verbond, van de eene of de andere zyde, verleend mog- ten
f.'O Refo!. Hol?. 2, 3 Maart iCiCk il. 14, 15.
i f. O Rawn To:n. Vil. p. 2Ü3, Aitzïma 1. heel, hl, 438. |
||||
XLLBoek. HISTORIE. &7
|
|||||
ten zyn, vernietigd en ingetrokken (k~). Doch xc^.
de Koning verklaarde, by eene byzondere Akte,-------.
zig het regt voor te behouden, om Brieven van
fchciverhaaling uit te geeven tegen de Neder- landfche Oostindifche Maatfchappye, wanneer hem, wegens de Amboinfche zaak, geeneher- ftelling van fchade en ongelyk en verdere vol- doening bezorgd werdt (7). Voorts, drong men, in Engeland, op het byftaan des Konings van Deenemarke ; waartoe Karel de I. genegen fcheen: doch 't Parlement was niet zeer gezind, om hem te onderfteunen, begeerende, vooraf, eenige bezwaarnisfen te hebben afgedaan. Even- Verbond wel werdt 'er, op den negenden van Winter- tus-fehen maand, nog een byzonder Verdrag geflooten, j^00^ jn denHaage,tusfchen Groot-Britar.je,Deene- j)™™'.6' marke en deezen Staat, waarby Karel de I. be- marke en loofde, den Koning van Deenemarke, ter maand, deezen met driemaalhonderdduizend guldens, te zullen Suat* onderfteunen: by welken de Staaten vyftigdui- zend guldens zouden voegen (in). Doch Koning Karel Was niet in ftaat, om zyn woord te hou- den («): en Koning Christiaan genoot meer van de Staaten, die hem minder beloofd hadden. Ka- rel de I. nam, ondertusfchen, den kryg tegen Spanje zo zeer ter herte, dat hy eenigen zyner beste juweelen in Holland zondt, om,opdezel- ven, twee millioenen te leenen. Ook vondt men hiertoe eenige luiden; doch zy begeerden, dat de Staaten van Holland en de Stad Amfterdam in 't byzonder zig voor 't losfen der juweelen ver-
(£) Zie Aitzema I. Deel, hl. 46g,
f O Zie Aitzema I. Deel, hl, 476. C»5 Zie Aitzema I. Deel, hl. 480. (/O Aitzema I. Deel, hl. 657. |
|||||
28 VADERLANDSCHE XLI.Boek;
|
|||||
»635. verbomden (V). En fchynt zulks, ten minfte voor
• ■ een groot gedeelte der begeerde fomme s ge- fchied te zyn (/»).-
IX. 't Verbond met Koning Karel was zo dra niet Hande- getrofl'en, of de Staaten zonden den Heer van
een Ver- Sommelsdyk naar Frankryk, om een diergelyk bond met te fluiten met Lodewyk den XIII (#). De ge- Frank- reedheid, die zy getoond hadden, om denKo- 'ïk' ning te helpen met eene Vloot fchepen tegen die van Rochelle, fcheen hen te moeten verze- keren van 'sKonings gunst. Sommelsdyk, in Slagtmaand, in Frankryk gekomen, werdt ook , met byzondere tekenen van agtinge, ontvangen , verklaarende den Koning, dat hy de Staaten voor zyne beste vrienden hieldt,en dathytVcrbond,met Groot- Britanje gemaakt, zou laaten onderzoe- ken. De zaak van Roebelle alleen i'cheen 's Ka- nings bcfluit tegen te houden, en hyzig niet die- per te willen inwikkelen in eenen uitheemfchen oorlog, zo lang de rust in 't Ryk niet herfteld was. De Kardinaal'de Richelieu, die, in 't begin des voorleeden jaars, tot 'sKonings eerltenStaats- dienaar, verheeven was, beduidde dit den Hee- re van Sommelsdyk, in een geheimgefprek, en bewoog hem de hand teleenentotdehaiideling met de Rochelfche gemagtigden, die zig ten Verdrag Hove onthielden. Ook bragt Sommelsdyk het met Ito- zo ver, dat men, in den aanvang des volgenden cheiie. jaars 9 wegens de punten van een Verdrag tus- 16 fchen den Koning en die van Rochelle, overeen- kwam (V). De onderhandeling met de Vereenig- de
(o) Ilcfol. IIolI. 23, 25 Ft'jr. 3 Maart i6z6. bl. 9, 10, 2>
Aitzema I. Deel, bl. 4711. (p , Rcfbl. Holl. 9 Koy. ïrtag. U. 9.03. (?) /.is de Inftrctcïie by Aitzkma 1. ücelt il. 543. (r) AlTZBMA 1. Deel, bl. 556. |
|||||
XLI.BoEK. HISTORIE. a?
de Staaten fcheen dus op eenen goeden voet te j&^.
(taan. Doch daar viel, kort hierna, iet voor,-------.
welk eenige verwydering veroorzaakte tusfchen
den Koning en de Staaten, en tot een voorwend- fel ftrekte, om 't Verbond, welk Richelieu, by monde, en Sommelsdyk, in gefchrifte, zo goed als ontworpen hadden, eenewyle, te ver- fchuiven. Wy hebben reeds gewaagd van het De misnoegen, welk, in de Vereenigde Gewesten, Vloot ontdaan was, over 't zenden van Hautain naar p?a(lcr. Rochelle. Zyn lang verblyf aldaar deedt dit mis- wordt't noegen aanwasfen. Zo ver ging het, eindelyk, rap ge- dat de Sinode van Overysfel, in Wintermaand roepen, laatstleeden, de koenheid hadt van by de alge- meene Staaten aan te houden, op het te rug roe- pen der Vloote niet alleen; maar zelfs, op het onderfteunen van die van Rochelle. De Staaten van Holland in 't byzonder begreepen wel, dat men den Afgezondenen der Sinode,beleefdelyk, antwoorden moest, zy zouden den Staaten toever- trouwen , al te doen wat mogelyk ware tot de her- roeping der Vloote, en ten yoordeele van die van Religie; doch zy beflooten, tevens, 't vertrek der Vloote van den Koning te verwerven (5). 't Scheepsvolk verlangde zelf ook naar huis ,en de Vloot kreeg gebrek aan voorraad. Maar men ver- ftondt, inFrankryk, dat zy ten minfte nog twee maanden toeven moest voor Rochelle. Ook ver- klaarde deKoning,dat hy zes fchepen uitdeVloot koopen wilde, 't Verdrag met Rochelle wasge- flooten, doch nog niet bekragtigd, toen Hautain het anker ligtte, en, met de gantfche Vloot, fhuiswaards keerde. De Staaten, of bewoogen door
CO Refol. Holl. 20 Dusmb. 1625. tl. 171.
|
||||
30 VADERLANDSCHE XLI.Boek;
1626. ■ door het misnoegen der ingezetenen, of bedugt,
—------ dat men die van Rochelle al te harde voor waar-
den opleggen mögt, of overtuigd, dat de Vloot
ververfching en voorraad behoef de,hadden hem, Misnoe- uitdrukkelyk, gelast, te vertrekken. Men kreeg gen hier- 'er, tenHove, haast tyding van, die den Ko- peer aan njng ? je Koninginne Moeder, den Kardinaal en fcheHoV. anderengeweldiglykonlftelde: temeer, omdat 'men, kort te vooren, vernomen hadt't vertrek van den Kapitein Kwast van de Engelfche kust, vvervvaards hy gezeild was, onder de Franfche vlagge, die hy, zeide men, onwaardiglyk hadt afgeworpen (7), de Franfchen, welken hyaan boord hadt, met geweld, aan land gezet hebben- de. Sommelsdyk, die zeer wel wist, dat de Staa- ten de Vloot fhuis ontbooden hadden, hadt zig egter gelaaten, of hy ze nog eenigen tyd wilde ophouden, en, ten dien einde, gefchreeven aan den Admiraal.Doch deeze dubbelheid werdt hem zeer kwalyk genomen. Ook zeide de Koning,^ de Staaten hem misleid, en gearbeid hadden, om die van Rochelle te ßerken, hem dwingende, tot het fluiten eener fchandelyke vrede; dat 'er op hunne beloften en verbonden geen fiaat te maaken was, en dat zy hunne kleine genegenheid tot de kroon, openlyk, getoondhadden. Tegen Sommels- dyk in perfoon, liet hy zig hooren, dat men hem; met het te rug roepen van Hautain,eenen trek had gefpeeld^dien hy niet verzwelgen kon;dat men hem fcheen te willen dwingen tot de vrede,en dat hy vol- doening begeerde.Richelieu voer nog heviger uit. Men fcheen, zeide hy, met den Koning tefpottcn: ja,menhadhem,ondankbaarlyk.onvoorzigtiglyk, |
|||||
(O Zit Aitzima I. Deel, il. 58a.
|
|||||
XLLBoek. HISTORIE. 31
|
|||||
en ontrouw elyk mishandeld, hem ontwapenende ïfaö.
ter gun/ie van de Kerken. Hautain was zekerlyk ■ niet f huis ontbooden, zonder medeweeten van hem, Heere van Sommelsdyk, die''t nogtans bedekt ge- houden hadt. Men hadt,hierom, in beraad gelegd, om hem terßondzyn ajfcheidtegeeven; doch, ein* delyk) beflooten, hem te laatenbly ven of vertrek- . kenfiaar zyn welgevallen; onder verklaaringe eg- terwan in geene nadere handeling met hem te wil- len treeden, zo lang men zyner Majefteit, over V vertrek van Hautain, niet voldaan zou hebben. De gezant verfchoonde dit vertrek, zo goed Sommslj-
als hem doenlyk was, betuigende ook, dat hy 'er ^K . gantsch onkundig van geweest was, en verklaa wegte rende,de vriendfchap des Kardinaals,die hy hoog neemen. waardeerde, te willen verbeuren, zo men hette- gendeel mögt können doen blyken. Richelieu fcheen zig toen een weinig te laaten nederzetten. Men fprak van de voldoening, die den Koning zou behooren gegeven te worden. Sommelsdyk oordeelde, dat zy alleenlykbeftaankon, in het herzenden van Hautain voor Rochelle, of in het verkoopen en leveren van zesfchepenaanzyne Majefteit. Doch de Kardinaal verftondt 5, dat de llichc- „ Staaten een' Perfoon van aanzien naar Frank- u.eus „ ryk moesten fchikken, om hun gedrag, by den voldoe?11 „ Koning, te verfchoonen; dat zy Kwast moes- ning. „ ten afzetten, en de bediening van Hautain „ ftellen ten believen van zyne Majefteit, die dan ,, op hen begeeren zou, dat zy hem dezelve be- „ houden lieten." Terwyl men over deeze vol- doening twistte, werdthet fluiten van eennader Verbond met de Staaten, vantydtottyd, ver- fchooven. 't Bekragtigen der geflooteti' Vrede met die van Rochelle, dat, midlerwyl, gefchied was,
|
|||||
3a VADERLANDSCHE XLI.Boek.
ièü6. was, fcheen de zaaken der Staaten te zullen vor-
-------deren. Doch eenig nieuw misverftand, tusfchen
Misver- Frankryk en Groot-Britanje ontlïaan, deedtze
fland tus- wecjerom agteruitloopen. Die van Rochelle had- Fran" ryk ^en onderitand bekomen, uit Engeland; en de cnGroot- Engelfche fchepen, die zig bydeKoningfchen Britanje. hadden gevoegd, hadden geenen behoorlyke» dienst willen doen tegen deeze Stad. Ook hadt men, op eenig vermoeden, voornaame bedien- den der Koninginne van Groot-Britanje naar Frankryk doen keeren, en hun, voor hun ver-» trek, geheime brieven, met welken zy belast wa- ren , ontnomen. Al 't welk in Frankryk zo euvel was opgevat, dat men aldaar beflag gelegd hadt op alle Engelfche fchepen en goederen (u). De handeling dei' Engelfche gezanten, die Lodevvyk den XIII. tot het kragtiglyk onderfteunen des Konings van Deenemarke zogten te beweegen, werdt, hierdoor, t'eenemaal gefhemd. Men vreesde ten Hove voor de gevolgen van het mis- noegen op Groot Britanje , dat gefchaapert fcheen, nieuwe onrust in 't Ryk te zullen ver- wekken. De Vrede in Italië, die, in Lentemaand, getroffen werdt, en waarby de Graauwbunders bevestigd werden, in 't bezit der Valteline(y), bragt geene verandering te wege, in den aange- vangen handel. Men ftelde vast, dat deeze vrede niet lang duuren zou, alzo Savoje en Venetië hunne rekening daarby niet vonden. De Engel- fche gezanten, eindelyk, in 't begin van Gras- maand , onverrigter zaaken, vertrokken zynde, fchoot 'er, voor den Heere van Sommelsdyk, kleine hoop over om in zyne handeling te flaa- gett«
(«) AlTZBMA f. l)cd, II. 5?;7, 568 enz. . ,.;{
tv^) Zie AnzEMA 1. Deel, tl, 53J.
|
||||
XLÏ. Boek. HISTORIE. 33
gen. Ook begon hy zig, van toen af, te bereiden röaö.
tot zyn vertrek. Hydeedtegternogeenigepoo- -—==• gingen, om een Verbond van onderlinge be- fcherming te treffen. Doch het Franfche Hof ontwierp zulke voorwaarden, dat hy 'er niet in bewilligen kon, vorderende, onder anderen , to dat de Staaten van geene Vrede of Beftand ij met Spanje zouden mogen handelen, buiten „ 's Konings bewilliging; dat het Verbond maar >, zes jaaren duuren zou, en dat de Koning hun * ,) geduurende dien tyd, flegts met een millioen j, guldens in 't jaar zou onderfteunen, waarte- jj gen zy hem, zes wecken na de aanzegging * „ met vyfentwintig fchepen van oorloge, zou- 5, den moeten byftaan, dezelven ägt maande« j, onderhoudende, evenveel, of hyze tegen 5j vreemden, of tegen zyne eigene onderzaaten, jj gebruilcen wilde; dat de Franfche Regemen- w ten, in Staaten dienst,Priesters zouden mo- w gen hebben; en dat, eindelyk, hetgantfche j, Verdrag van geener waarde zyn zou, zomens ^ den Koning geene voldoening gave, over 'c 5, vertrek van Hautain", waartoe de Staaten» zig, tot hiertoe, t'eenemaal ongezind getoond! hadden. De Heer van Sommelsdyk, de hardheid van deeze voorwaarden, ftukswyze, hebbendes aangetoond, boodt, eindelyk, aan, het ontwerp te willen medeneemen, om 'erdegedägtenzy- ner meesteren op te yerftaan. Voorts, gehoor? van affcheid verzogt en verkreegen hebbende , gingen hy en de Heer van Langerak, der Staaten gewoonlyke gezant, op den eenentwintigden Van Grasmaand, den Koning begroeten,die, in zyn antwoord, nog al bleef aanhouden op vol- doening, over 't vertrek van Hautain. De Heer XI. Deel. C van |
||||
34 VADERLANDSCHE XLI. Boek.
|
||||||||||
J626. van Sommelsdyk hadt byzonderen last van den
r------Prinfe van Oranje gehad, om te wege te bren- gen, dathemdetollenopdeRlióne, op welken hy oordeelde geregtigd te zyn, werden afge- ftaan. Doch de Koning verftondt, dat deeze zaak tot de gewoone Regtbank behoorde, en voor de- zelve moest afgedaan worden: 't welk zo veel was, als of hy 'sPrinfen verzoek afgeweezen Sommels- hadt. Sommelsdyk vertrok, nog voor't einde «jy'J van Grasmaand, van Parys, en kwam, op den verrte?« agtftenvan Bloeimaand, in den Haage, terug, zaake, Des anderendaags, leverde hy een omftandig uitFrank- Dagverhaal zyner verrigtingen ter algemeene Tvk» te Staatsvergaderinge over (V): uit een naauwkeu- ru-' rigaffchrift van welk, wy genoegzaam allede byzonderheden ontleend hebben, welken wy, wegens den uitflag van dit buitengewoon gezant- fchap, hebben te boek gefteld. De Hegte ftaat van 's Konings geldmiddelen en de onlusten met Groot-Britanje waren gewisfelyk, de voornaam- fte oorzaaken, waarom het zo kwalyk afliep; fchoon het onverwagt vertrek van den Admi- raal Hautain tot een voorwendfel gebruikt werdt yan het ftremmen der begonnen' handelinge (V). X. De veldtogt deezes jaars werdt laat geopend Over- yan der Scaaten zyde. Hun Leger was geweldig weejrjn- gefaiolten door de pest (y). De Gewesten waren itaaten, 'took niet eens, of men, verweerender of aan- <yp den' vallenderwyze,behoorde te oorloogen. Holland, aanrtaan- boven de andere Gewesten, zwaar belast met |
||||||||||
f
|
tot-t.
|
eld fchulden, neigde tot het befnoeijen der kosten
|
||||||||
des krygs. Doch zyne Doorlugtigheid en de
mees-
(w) Verbaal «Ier Ambasfsde van den H. van Sommelsdxk DfS.
(.r) 7.U AlTZEMA F. Bed, hl. 582. (j~) Mernoir. de Frcder. Henri ƒ>. 35. |
||||||||||
XLL Bobk. HISTORIE. 35
meeste Leden verftondeft, dat men denvyand, 1(s,$.
verzwakt door 't langduurig en kostbaar beleg
van Breda, en door de nadeelen in de Indien
geleeden, uit al zyn vermogen, moest aantasten. Hiertoe werdt dan beflooten. Zeeland, welk reeds hadt vastgefteld, 't getal der manfchap, ter zyner betaalinge ftaande,, merkelyk, te vermin- deren, werdt, door de andere Gewesten, en dooi- den Prinfe, bewoogen,om vanditbefluitaf te ftappen (2). Men vondt, op 't fterk aanhou- den van Gelderland, Friesland, Overysfel en Groningen, geraaden, zig, voor eerst, van 01- denzeel, Grol en Lingen meester te maaken: en daarna, ter begeerte van Zeeland, ook iet in Vlaanderen te onderneemen. Het Leger der Staaten trok te Schenkenfchans byeen. Prins Graaf Fredrik Henrik begaf zig, in Hooimaand,der- Ernst waards. Voor 't einde derzelve, lag Graaf Ernst ™"m ^1" Kafimir reeds, met een deel des Legers, voor eiuca' Oldenzeel, dat, naauwlyks befchooten, zig, op den eerften van Oogstmaand, opgaf (<?). De Plaats werdt, federt, geflegt, en onbezet gelaa- ten. De Prins was, midlerwyl, van Schenken- fchans , getrokken naar Ysfelburg, daar Graaf Ernst zig by hem voegde. Doch, hier, ver- Togtnaar neemende, dat Graaf Henrik vanden Berge Viaande*« Grol van voorraad voorzien hadt, deedt hy het rei1. Leger, gedeeltelyk, fcheep gaan, en, langs de Waale, afbakken tot voor Dordrecht, daar een groot getal van vaartuigen gereed lag, met wel- ken, het volk, langs de Zeeuwfche ftroomen, naar Vlaanderen gevoerd werdt. Devyand ,die, van
<ä) Aitzema I. Deel, U. 538.
C« ) Meinor. de Freder. Henri p. 36, Aitzbua hütet, K 541.
C a
|
||||
36 VADERLANDSCHE XLI.Boék.
|
|||||
1626. van den Bredafchen tooren en van elders, de
—----- Vloot hadt zien naderen, was op zyne hoede.
Men dagt omtrent Saaftingen te landen; doch
vondt hier dendyk,naar'tfcheen, zofterk be- zet , dat men ongeraaden hieldt, iet verders te onderneemen. De Prins deedt dan de Ruitery, te Bergen op Zoom, aan land gaan,trok, met het voetvolk, wederom opwaards naar Schen- kenfchans, en voorts naar Emmerik en Rees , daar hy, in 't begin van Herfstmaand, aankwam. Op den twintigften, tooghy, terlaatstgemelder Plaatfe, over den Ryn, alwaar hy zig nederfloeg. Men vernam, federt, dat 'er geen ander volk op den dyk by Saaftingen geweest was, dan het Regement van Baglioni, fterk agthonderd man , en omtrent twaalfhonderd boeren. Men hadt» derhalve, berouw,dat men de landing niet ge- waagdhadt(&). De Graaf van den Berge hieldt zig meest teYsfum, tusfchen Rynberk en Gelder om de Vaart te dekken, welke men, onlangs, hadt begonnen tegraaven, en die zig, van Ryn- berk , tot Venlo, uitftrekte (V). Zy diende töt befcherming van het Land van Gulik, tegen de invallen en ftrooperyen der onzen, en werdt,naar de Aartshertoginne, Izabella Klara Eugenia, de De Graaf Eugeniaattjche Graft genaamd. Terwyl de beide van den Legers hier lagen te loeren op eikanderen, on- Berge dernam de Graaf van den Berge, op den twee- de staat- den van Wynmaand, met zeventig Kompagnien fcheRui- te paarde en vyftienhonderdknegten,deLeger- «ry. ftede der Staatfche Ruitery e te overvallen, daar eenigverlies,aanonzezyde, geleden werdt. Her- man Otto , Graaf van Styrum, werdt, onder an- de-
(*) Msmoir. de Fredor. Henri p. 3(J-33-
CO Van den Samjs IX. tiaek , hl. 125. |
|||||
XLLBoek. Il I S T O R I E. 37
deren,gevangengenomen. Doch hetStaatfche i<j&6.
Leger, op de been gekomen zynde, noodzaakte —— den Graaf van den Berge, te rug te keeren (<0. De reden, waarom deeze Graaf, in den eerften aanval, zo veel voordeels behaalde, op een ge- deelte der Staatfche Ruitery, was een kvvalyk begreepen bevel van Prinfe Fredrik Henrik. Da Prins hadt belast, dat men, aan deezen oord, al- toos eene Kompagnie paarden op de wagt houden moest, en Styrum hadt verftaan, dat men deezen eord, altoos, met eene Kompagnie, moest bezetten (Y). Na 't veroveren van Oldenzeel, en na 't mis- lukken van den aanflag op Vlaanderen, vonden de Staaten en Prins Fredrik Henrik ongeraaden, • in het tegenwoordig jaargetyde, iet op Lingen of Grol te onderneemen. Het Leger onder den Graave van den Berg, fterkervan Ruitery zyn- de dan het Staatfche, zou, ongetwyfeld, den toe- voer belet hebben, zo men eenig beleg hadt aan- gevangen. Ook hieldt menzignognietinftaat, om eenen veldflag te waagen. Men bragt dan t volk, tegen 't einde van Wynmaand, naar de "Winterlegeringen; waarna de vyatid ook op- brak (ƒ). Ten zelfden tyde , deeden de Spaan- Vyand- fchen eenen aanval op de Sterkte het Pas, by lyk!j Sluis, welke Stad men hieldt gewonnen te zyn, op'sluii wanneer de Sterkte bèmagtigd was. Doch de onzen waren op hunne hoede. De aanvallers werden, moediglyk, afgekeerd. Spinola,die zig, het gantfche jaar, uit het veld gehouden hadt, was hier by der hand, en zou, zo de aan- flag ; (rf) Momoir. de Freder. Henri*. 38. Aitzem.i I. Diel, iL
JMS. 543- ('«•) Meiiiolr. de Freder. Henri p. 41.
(/) AnzcMA I. Deel,M. 543, 555. <- 3
|
||||
38 VADERLANDSCHE XLI. Boek.
|
|||||
1626. flag gelukt was, terftohd, orde gefield hebben,
■-------om Sluis aan te tasten. Nu keerde hy,onverrig-
ter zaake (g). Ook was 'er, van den Staatfchen
kant, hier te Lande, buiten de verovering van Öldenzeel, Weinig met de wapenen uitgevoerd. Alleenlyk »haalde de bezetting van Graave een fchip aan, op de Maaze, daar een goed deel gelds in was, welk men naar Wezel en hooger op dagt te voeren, tot betaaling der vyandlyke bezettingen Qh). XI. De onderneemingen van Koning Christiaan Duitfche waren, dit jaar, ongelukkiglyk, uitgevallen. Na drvven6" ^at men den voorleeden Winter vrugtelöos, te Brunswyk, gefleeten hadt, met handelen, om 'de Leden van den Neder-Saxifchen Kreits, Waarvan hy het hoofd was, met de Keizerfchen, te bevredigen,bereidde hy zig tot eenen vroe- gen veldtogt. Het Regement, welk hem de Staa- ten haddentoegefchikt,zondthy, langs de E1t ve, opwaards naar Silezie, onder den Graave "van Mansfeld, zynde den Kolonel, die dit volk Uit den Vereenigden Staat gevoerd hadt, op de reize, overleeden. Aan de Beneden Elve en om- trent Wolfenbuttel, hielpen hem de regeer ende Hertog van Brunswyk, Fredrik Ulrich, en des- zelfs Broeder, Vorst Christiaan, benevens den Hertog van Mekelenburg. Hy zelf hieldt zig, tusfchen de Elve en de Wezer, daar hyzig, reeds in Lentemaand, van eenige Plaatfen mees- Doodvan ter maakte. Vorst Christiaan ook, de Wezer zyn- Vor:<:t de övérgetrokken, nam Paderborn in, ontzette • ^*1"*" de Northeim, en bezorgde Gottingen en Min- Braus?" den van voorraad. Maar te Wolfenbuttel geko- men, (f) AIT2EMA I. Deel, hl, «tfj.
(Itj Van mn Sanüb iX. Jloek, bl. lt$.
|
|||||
XLL'BoEKé HISTORIE. 3^
|
|||||
men, overleedt hy, op ddn zesentwintigften van *tt<s.
Zomermaand, niet zonder vermoeden van ver--------
giftigd te zyn. Het Bisdom vah Halberftad en wyk, en
de Abtdy van Hirschfeld, opengevallen door zy- y?"^etl nendood, werden, federt, door KeizerFerdi- var„av nand,aandeszelfsZoon,den Aartshertoge Leor Mrns- pold,gefchonken. Mansfeld ftierf ook, indee- feld. zen zelfden Zomer. Getrokken tot aan Desfau , daar eene brug over de Elve lag, die hydagtte bemagtigen, werdt hygeflaagendoorFridland^ die 't Staaten Regement genoegzaam vernielde. Toen voerde hy het ovérfchöt zyner benden naar Silezie, en viel \, van daar, in Moravie, daair hy veele Dorpen in brand ftak. Doch de Hertog van Fridland, die hem op de hielen gevolgd was , nookzaakte hem de wyk te neemen naar Hon- garye, daar hy, door Bethlehem Gabor, die, omtrent deezen tyd, de Staaten wederom om onderftand aanzogt (f), befchermd werdt Zyn volk fmolt, ondertusfchen, zeer, door de pest * waarom hy befloot, het överfchot aan Bethle- hem Gabor af te ftaan. Zelf begaf hy zig, met twaalf man, op wegnaar Venetië } doch hy ftierf op de reize, niet verre van Serajo, de voornaam- fte Stad van Bosnië. By 't verlies van deezé twee Veldoverften, en van het Leger des laat- ften, welk Koning Christiaan zwaar drukte, kwam zyne nederlaagbyLutter, in hetBruns- Neder-- wykfche.Tillyhadtzig, langsde Fulda en Wer- jcaas.des ra, derwaards begeven, en, onder weg, Minden van^la- en Gottingen, en andere Plaatfen bemagtigd. nemarke Doch Koning Christiaan hadt hem doen vertrek- by Lut* ken, van voor Northeim. Hierna, raakte de ter* Le-
CO Aitzema I. Deel, hl. 549.
C 4
|
|||||
4q VADERLANDSCHE XLI. Boïk;
|
|||||
1&26. Legers flaags, op den zevenentwintigften van
——,_ Oogstmaand. De K,eizerfchen behaalden eene volkomene overwinning. 'sKonings Leger werdt gejaagd, tot beneden Hamburg. Hy nam, fe- dert ,zyn verblyf, te Stade. De regeerende Hei> tog van Brunswykkoos, na deeze nederlaag, terftond, 's Keizers zyde; gelyk Maurits, Land- graaf van Hesfen, kort te vooren, gedaan hadt (£). De Koning van Deenemarke, de Staaten der Vereenigde Gewesten, in 't voorjaar, ver-' geefs, verzogt hebbende, om eenige roers, har- nasfen en ander wapentuig * hieldt, nu, om volk b.y hen aan (/). Doch de Staaten oordeelden, hunne knegten nader by huis te moeten gebrui-* ken. Ook verftondt men, dat het zenden van manfchap aan Koning Christiaan flegts dienen zou, om de Spaanfchen te beweegen, tot het ver- fterken van Tillys Leger. Men wees dan 's Kö- rtings verzoek beleefdelyk van de hand, hem egter, op nieuws, verzekerende van den maande^ lykfchen onderftand van vyftigduizend guldens De Staa- (tn). Doch op het fterk aanhouden des Konings »en zeu- van Groot-Britan je, vaardigde men, eerlang, de ond»r-em V'KT Regementen Engelfchen, die onlangs in fluid. Staaten dienst getreden waren, onder den Ko- lonel Morgan, aan hem af (»).. Xii, Het Hof van Brusfel, befpeurende, dat de üitrus- Vereenigde Gewesten, midden in den oorlog, ting ter bloeiden door den Koophandel,dien zy,met mer- zee, tot ^eiyi; voordeel, zelfs op de Spaanfche Nederlar^ Sder dendreeven,deedt,federteenigen tyd,zyn best, om
(*) Aitzsma !• Deel, *'• 549-553«
( /) Refill. Hnll. 8 Ócloi. 1626. W. 148. (inj AiTZEM/i f. Deel, hl. 538, 548. C«) Kefol. Huil. ïi üec. 1626. lil. l8y. Aitzema I. Dce.l%
W. 5i4. |
|||||
XLLBoek. HISTORIE./ 41
om hun, ook in dit opzigt, afbreuk te doen. 1^6.
Men hadt, reeds in 't jaar 1624, op 'sKonings —-— naam, allen handel met de wederfpannige Ge- Koop- westen, gelyk men de Vereenigde noemde, ver- vaardye. booden (0). De Vaart tusfchen Rynberk enVen- lo was ook aangelegd, omhundenhandellangs den Ryn te bederven. Daarenboven, hadt men, te Duinkerken, eene zogenaamde Admiraliteit of Maatfchappy van Koophandelopgeregt, die, uit het Noorden en de Oostzee, op Spanje han- delen zou ( ƒ>). Ook werden, hier, verfcheiden' Kaapers uitgerust, die den Hollandfchen en Zeeuwfchen Koopvaardyfchepen merkelyke na- deden deeden. Al dit bewoog de Staaten, 't ftük van den Koophandel, en vooral de beveili- ging der zee ernftiger ter hand neemen, en eene Vloot uit te rusten van omtrent dertig fchepen .(jl), die op de Vlaamfche kusten bleef kruis- i'en, en der Koopvaardye grooten dienst deedt. Doch onder 't behertigen van de veiligheid Wange-
derzee,vernammen,dat fommigen,wiende zorg dr:g van hiervoor byzonderlyk aanbevolen was, zig zo f^"1?6 kwalyk kweeten van hunnen pligt, dat 'er 't volk, Ier Admi- openlyk, over aan't morren floeg. EenigeRaa- miiteic den en bedienden der Admiraliteit op de M^a'ze ontdekt werden bedraagen, dat zy, door het trekken van j!" .e°" onbehoorlyke voordeden, 't Land, grootelyks, ra c' benadeeld hadden. En de befchuldigingen had- den zo veel gronds, dat de algemeene Staaten te raade werden, gemagtigde Regterste ftellen,. om de zaaken te onderzoeken (r). Zy waren 'er — een
f O Zie Aitzkma I. Deel, II. 520.
(ƒ>) Zie Ai'iZRMA'I. deel, II. '^22.
OJ AnZBMA I. Del, il. 528.'
O) Zh Reib!. Hüll. 25 Sept. 1 Octo', 1626. bl. 131 , 134,
c5
|
||||
42 VADERLANDSCHE XLI.Boek,
|
|||||
i 62Ö. een groot deel deezes jaars mede bezig, te Rot-
•------- terdam en in den Haage. Verfcheiden' Raaden
en de Fiskaal werden, eindelyk, verweezen, tot
bloote of viervoudige vergoeding van 't gene zy, ten onregte, genooten hadden: ook in verde- re boeten, en fommigen, ter geduurigegevange- nisfe. Nog werden 'er eenige gebannen en eer- loos verklaard (V). De vergoeding en boeten be- liepen , met eikanderen, omtrent honderdvyfen- zeventigduizend guldens. Doch fommigen mer- ken aan, dat men berouw hadt vandeeze Regts- pleeging, zynde de Regeering, daardoor, te zeer, op de tong der gemeente gebragt, en haar te groote oorzaak gegeven tot oproerigheid (?). Perfisch In Sprokkelmaand deezes jaars, was in den Gezant Haage aangekomen een Gezant des Konings van llnaee ?er^e ■> ^e z*ë > mer» een ronc* Jaar > onthieldt,
op kosten van den Staat, zonder veel te verrig-
ten («). Men moesthem, eindelyk, aanzeggen ,
dat hy hadt te vertrekken, zo hy 't onthaal,
welk hy, tot hiertoe, genooten hadt, niet mis-
fen wilde. Hy trok egter niet te rug, zonder ry-
kelyke gefchenken (v). De Hoogleeraar Pyna-
ker keerde, dit jaar, weder, van eenereis naar
Algiers, alwaar hy, in Louwmaand, de voorige
overeenkomften vernieuwd hadt (ie).
XIII. Enno, Graaf van Oostfriesland, op den ne-
Verande- genden van Oogstmaand des jaars 1625, over-
Oast-m leec*en zynde, was opgevolgd, door zynen Zoon,
ffieiland. Rudolf'Christiaan,die den Staaten,terftond,ken-
nis hadt doen geeven van deeze verandering,
en,
£ s~) Van den Sandb IX. Jioik, bl. 134.
( () Aitzkma ?. heel, bl. ^29.
C»1 Zit Rein]. Hol!. 13, irt, 19 "Jv.ny iCiC. hl. 6j, 65, 68.
O') AiTZKMA ). l)":l, bl. sjy. '
(wj AiïZüma 1. Deel, bl. alï.
|
|||||
XLI. ÖOBK. HISTORIE. 43
en, te gelyk* verzogt, dat zy hunne bezetting 1626.
wilden ligten uit Embden en Lieroord, alzo die land niet te zullen ruimen, zo läng der Staaten Krygsvolk, in deeze tweeVestïngen,bleef. Doch men gaf, hierop, het gewoone antwoord Ä dat „ men, naamlyk, Embden en Lieroord van be-^ „ zetting ontledigen zou, zo dra zulks veilig ge- n fchieden kon, en men niet te vreezen hadc, „ dat de vyand zig van deeze Vestingen zou „ meester maaken." De oude twist met de Stad Verfchil Embden duurde ook nog, enzyhadt,kortna't 'usfchen affterven van GraaveEnno, met hulp der zes- ^n^,raa" honderd man, die, op kosten der Stenden, in de Enibden. Stad, onderhouden werden, zig wederom mees- ter gemaakt van Aurik. Om deezen twist by te leggen,' zonden de algemeene Staaten, gelyk voorheen meermaalen gefchied was, Gemagtig- den naar Oostfriesland, dié, in Sprokkel- en Bloeimaand deezes jaars, uitfpraakdeedenover de gefchillen; doch, naar 't oordeel des Graa- ven, te zeer ten voordeele van dé Stad (V), Hy
begaf zig dan, inSlagtmaatidj naarden Haage, kreeg gehoor ter Staatsvergaderinge, en ver- toonde , omftandiglyk, waarin hy de gedaane uitfpraak gebrekkelyk hieldt. Onder anderen, klaagde hy, dat zy, tegen de voorgaande ge- woonte , als van zulken, die, in Oostfriesland, * een opperst regt van gebiedenhaddcn, gefchied •*«** was. Men hieldt den Graaf, hier, op, tot in de fffÊ* Lente des volgenden jaars. De nadering van den /mfmt- Graave Tilly naar Oostfriesland deedt toen de torn, Staaten befluiten, om de bezettingyan Embden «n
(*; Relol. Holl. 23, 28 Tr.hr. litf,, VI, 8, 13.
|
||||
44 VADERLANDSCHE XLLBoek:
|
|||||||||||
t6s6. en Lieroord te verfterken, en de Stenden des
-------Lands naar den Haage te befchry ven. De Graaf,
die 't een en 't ander, en het laatfte inzonder-
heid ten hoogde vreemd vondt, keerde, zon- der langer te toeven, terug,naar Oostfriesland GO« Wy zullen, hierna, vernaaien, wat gevol- gen deeze zaak gehad heeft. De Prin- ^P ^en zevenentwintigften van Bloeimaand, fe? van beviel de Prinfes van Oranje van eenen Zoon, Oranji die Willem genoemd werde (x), en zynen Vader bevak ^ opgevolgd is. De algemeene Staaten, die zigtot Zoon.*1 gevaders.hadden aangebooden,' vereerden den jongen Prinfe eenen Rentebrief van agtduizend guldens 'sjaarSj leggende in eene gouden doo- ze. De Staaten van Holland fchonken hem eea jaargeld van vyfduizend, en de Stad Delft een van zeshonderd guldens. In de Kamer der Prin- fesfe, werden duizend guldens vereerd, door de algemeene Staaten. 'tKindwerdt, opdeneer- ften van Hooimaand, plegtiglyk, gedoopt (#}. XIV. De zaaken der Remonftranten waren, met de Vandér verheffing van Prinfe Fredrik Henrik, eenigs- kJ,j zins veranderd van gedaante. De Heer van der vcriof.om Myle was de eerfte, die zulks ondervondt. De wederom Staaten van Holland, hadden hem, al in Hooi- tï den » maanddesvoorleedenjaars, verlof gegeven, om yomentC wederom in den Haage te komen woonen. Ook woonen. verzelde hy, ter begeerte van Prinfe Fredrik Henrik, de Lykftaatfie van Prinfe Maurits: 't welk fchier zo veef was, als de leus gegeven van 't gene ook anderen hoopen mogten. Kort hier-
|
|||||||||||
8
|
"5 Aitzf.ma I. Deel, hl. 498, 5ort,|;i3, 555, 59J-5J>8<
) INfcinoir. de Freder. Henri p s6. |
||||||||||
(ai Refol Kolli 12, 25, 30 Juity 162,6.bl.6t,?>j,tio,8l,<S&
Aitzema l. Heel, hl, 54«. |
|||||||||||
XLLBdek; HISTORIE. 45
hiernai kreeg, op voorfpraak van denPrinfe, i«2&
Hogerbeets verligting van hegtenis, wordende, |
|||||||
Van Loeveftein, overgebragtop zyn eigen Huis, Hoger-
. te Weer, by Wasfenaar, alwaar hy, vyf wee- l^1Ttt ken na zyne aankomst, in den ouderdom van veiijg_ vierenzestig jaaren, overleedt. Zyne kinderen ting van Verwierven, weinig laater, de vrykoopingzy Jj?*S*¥ ner verbeurdverklaarde goederen (£). Nog in't *Ja<ttttm zelf de j aar, werdt NikolaasReigersberg, Zwager •,.; ; van de Groot, bevorderd tot Raadsheer in den Hoogen Raade (c). De Remonftranten, uit zul- ke beginfels, hoop fcheppende op verdere her- f lelling, begonden, in fommige Steden, daar de Regeering hun gunftig, of hun getal grootst was, allengskens, openlyker, te vergaderen. Doch te Opfchné- Amfterdam werdt, op den dertienden van Gras <*ing te_ maand deezes jaars 1616, zynde den tweeden dam.6*" Paaschdag, eene hunner byeenkomlten geftoord door 't graauw, welk het huis pionderde, by wel- ke gelegenheid, twee perfoonen van Hegt ge- rügt (d), door de Stads foldaaten, onder dén Ma- joor Hasfelaar, aangekomen om den oproer te füllen, werden doodgefchooten. Ook werden 'er nog drie oproerigen geftraft: zekere Kapitein Zwart en eenOostindischvaardermethet zwaard over 't hoofd, en een andere O ostindisch vaar- der met geesfeling (e): waarna de Wethou- derfchap het houden van diergelyke Vergade- ringen, zo wel als het daadelykftoorenderzel- ven, op nieuws, verboodt (/). De Regeering dee- •-•-"
O) K. Brandt Leven van H.UeGfoot,II. 336,337,338,33y.
f <:) IC- Heanht als boy. U. 14-9.
(d) Zk de Atteft. agter <fe Wederl. van 't Libel fameus
\n>. tfa?. N. 63, (14. O) Verhaal van de Armin. Factie. *eir. 161*. Amftcrd.Be-
roerte gedrukt ifafi. (ƒ) Van uen Sanoë IX. Bock, il. 119.
|
|||||||
46 VADERLANDS CHE XLI. Boek.
IÄ26. deezer Stad was toen nog, voor 't grootfte
--------gedeelte, den Remonftranten ongunftig.
J)a Re- Te Gouda, te Rotterdam, in den Briele, te
moniiran- Woerden en elders, in Steden en op Dorpen,
«adèreri kwamen ze egter ook, openlyk genoeg,, byeen.
genoeg- Te Gouda, beftonden ze den geregte eenen ge-
zwm vangen'Predikant te ontweldigen, waarover,
openlyk, d0orde Regeering, geklaagd weidt, ter Verga-
fdielden' Geringe van Holland (g). Doch nergens genoo-
Plaatfen, ten ze, ten deezen tyde, meerder vry heid, dan te
met uaa- Rotterdam. Zy maakten hier een groot getal
j?e te uit. En deRegeering vreesde voor een bloedbad,
dam!"" a*s zv ^e Rsnionftrantfche Vergaderingen ,.met
geweld, zou hebben willen beletten. Ondertus-
fchen, verzuimden de.byzondereSinodenniet,
van tyd tot tyd, te klaagen by de Staaten, over
de toeneemende Arminiaanfche ofRmonftrant-
[che ßoutigheden, begeerende, dat men de hand
bieldt aan de uitvoering der Plakaaten (Ä). De
Staaten kwamen traaglyk tot een befluit hierop.
Verre de meeste Leden verklaarden egter, nog
in Hooimaand deezes jaars, dat zy gezind wa-.
ren, de Plakaaten tegen de Remonftranten, die
men, zeiden ze, voor eeuwige edi&en te houden,
hadt, ter uitvoeringe te doen brengen (i). Dpch
Rotterdam drong door, dat men, op de wyze
van uitvoeringe, eerst raadpleegen moest met
zyne Doorlugtigheid (k); die niet op eene ftren-
ge uitvoering der Plakaaten gefteld was. De
zaak bleef dan floeren, tot in 't volgende jaar.
Zonder- Midlerwyl was, uit een' onderfchepten brief
van
O") Itcfol. Floll. ig*fcart'iöa(ï. U. 28.
'/»') Uefol. Ho'll. li Maart \6%6- hl. 22. 5Bfry1627.bh JOOé
O' 3 Hcfnl. HoJI. S July idii. ik %%.
Uj lUfol. IIoll. 8 Julj 1616. l/l. &8.
|
||||
XLI.Boek. HISTORIE. 47
vanUitenbogaard(T), die in Bloeimaand des vol- 1626,
genden jaars zelf in 't Land kwam (rri), rugt--------
baar geworden, dat de Remonftranten den Prins Hng
zogten te beweegen, om hun eenige meerdere fchry»«» vryheid te bezorgen; doch dat hy hierin traager tenbo-" ging, dan men gehoopt hadt, fchynende by hen ? gaard, zo fchreef de oude man, flegts, metfchoone woer- den , opgehouden te hebben* tot dat hy totzyn voor- neemen, aangaande het * Stadhouderfchap zou *Geuver- gekomen zyn. Men kan ligt denken, dat zulk MmenU fchryven den fchry ver geen voordeel deedt. Ook zagen de Predikanten ongaarne, dat hunne par- tyen heul zogten by denPrinfe. De Sinoden hiel- De Slno- den, in de Lente des volgenden jaars, wederom «ten be- zo fterk aan op het uitvoeren der Plakaaten, zelfs ^hf^e met befchuldiging der Remonftranten, alsdree- Remon- ven ze, dat men de Regeering, alomme, behoor- firantcn. de te veranderen,en ook den Papisten vrye Gods- i<527« dienstoefening toeftaan(»);dat deStaaten,nalang--------
beraad (V),met kennis van den Prinfe,beflooten, ^e™ e!*~
dePlakaatentevernieuwen(p);temeer,alzomen jer staJ vernam, dat fommigen dreeven, dat dezelven , ten wii- met dedood vanPrinfeMaurits,kragteloosge- len de worden waren (jf). Die van Rotterdam alleen ^k"ër. kanttenzig tegen dit befluit, veiklaarende,geen nieuwen! vermogen noch gezindheid te hebben, om de Plakaaten,in hunne Stad,uit te voeren (r). Doch verfcheiden' andere Leden, met naame Haar- lem , Leiden, Schoonhoven, Briele, alwaar egter ee-
C l) Zit dien, by Aitzema I. Deel, il. 517.
O) Refol. Ho«, 5 May 1627. il. 101.
f 11) Refol. Holl. 10 Haart 1627. II. 50.
C <0 Rcfol. Holl. ij, 10, (9 Maart 3 , 30 ApiX 1647. il. 4.8,
£l, 64. 86,97. ' f • (p) Relbl. Holl. 4 May 1627. M, 90.
f'/) Refill. Holl. 2ï juny 1627. U. 137.
O) Rffol.Holl.8,2.0,11 May,I4tig.itoj.ll, 105,117,120,308*
|
||||
~1
|
|||||
48 VADERLANDSdlIE XLI. Êöek»
i'5aj\ eenigen uit de ontflaagen' Vroedfchappen her-
-—— field waren (/), en Énkhuizen namen dit Rot- terdam zo kvvalyk, dat zy weigerden te bewilli- gen , in eene eenpaarige vernieuwing der Ver- pondingen, zo deeze Stad naliet, de Plakaaten tegen de Remonftranten uitte voeren (Y). Men deedt dan, federt, eenige poogingen, om Rot- terdam tot eenpaarigheid met de overige Le* den te brengen, en om Leiden en de andere Steden te beweegen, dat zy de zaak der Verpon- dingen niet verbonden aan die der Plakaaten. Rotterdam verklaarde, eindelyk, de uitge- bannen' Predikanten te willen weeren. Ook kreeg het Hof van Holland last, om zulken, die in verbooden' Vergaderingen gingen, wanneer de Wethouders der Steden niet magtig waren zulks te beletten, in den Haage, te be- fchryven: 't welk Rotterdam egter alleen toe- ftondt, in opzigt van zulke Steden en Plaatfen , alwaar de Wethouders zulks zouden verzoeken (ji): waarmede de last aan 't Hof een groot deel Rotter- zyner kragt benomen werdt. Rotterdam yver- dam y- de, dit gantfche jaar, nog alleen tegen de uit-' yert'er voering der Plakaaten. DochAmfterdam volg- IfJnJt. de, eerlang, het voorbeeld deezer Stad. Hier wa- daln er" ren, in Sprokkelmaand deezes jaars, eenige ge- wordt ge- maatigde luiden in de Regeeringe geraakt, die maatig- (jen Remonftranten niet ongenegen fcheenen. der* Ook begreèpen zy, naar 't fchynt, dat het be- lang des Koophandels, waaraan deeze Stad haa- re opkomst verfchuldigd was, de voorigeftreng- he-
(O Rcfol. Hol!, ii May l߻7. hl. 106.
CO Kefol. Holl. i8, 30 Juny 30 jfuly 2 Mg. 1627. W. l3h
I48 , IdO. 190, 211.
, («) B-efol. Hotl. 4,6 Oäoh. 1617. tl. 257, 259.
|
|||||
XLI. Boek. HISTORIE. 49
heden niet langer gedoogde: waarby nog kwam, 1627^
dat Rotterdam gefchaapen fcheen, meer handel -------
naar zig te zullen trekken, zomendaargrooter
vryheid genoot: 't welk niet dan tot nadeel van Amfterdam kon uitvallen, en, derhalve, door de gevoeglykfte wegen,voorkomen moest worden. Ondertusfchen, zagen veele ingezetenen ongaar- Schimo- ne, dat men eenige Reraonftrantschgezinden in fchrlft, de Regeeringe bragt. Men hadt zulks zelfs te j^"ff£ verftaan gegeven, in een lomp fchotfchrift,welk, aldaar, kort voor de veranderinge der Regeerin- ge, verfpreid was, en, om dat het den tegenwoor- digen toeftand deezer Stad, eenigszins, doet kennen, door ons, aan den voet deezer bladzy- de, geplaatst is(i). Ook viel 'er, omtrent dit fchimp-
{ 1) Dit fyn de Quanten, die oprechten willen de //;•-
miniaenfcbe Santen. Capitein Boom, Oetgens, Geurt Dircsz, Andries
Bicker, Bas, Albert Coenraet, Teeling, Schaep, Grootenhuyfe , Ha«felaer , Opmeer, VV. Bäcker, Hinlopen, Rèael, Overlander. Dit fyn de waggelmusfen, die door de vroom en fyn
geraeckt op 't kusfcn* Raep, Huddérf, Hoochcamer, Vlamingh, Neck,
Rennist, Vinck, Tulp, Raephorst. Wik niet langer waggelen, maar vast ftaen, en [pan-
nen met de vroomen aan, en belpen naer myn ver~ tuaen, dat ter op Vrau wettdagb geen Arminianen comen aen. Dit fyn de vroonten.
Pauw, Jan Gysbertsz. De Vry, J. W. Bogaert,
Ilillebrant Schellinger, Verdoes., Ernst Roèters, Bets, Haringcarfpel. Rari certe bmi. ... Jk weet niet, of deeze dn'e Latynfche woorden, die
men, tweezins, zou können overzetten, of',weinigen , voorwaar, zyn de vroomen, of, zeldutamc vroomen, ze- XI. Deel. D *"•"'
|
||||||
$o VADERLANDSCHE XLI. Boek.
1617. fchirnpfchrift, iet voor, welk hier verdient ge-
-------meldte worden. De Raadsheer Reigersbergen,
Moeite, omtrent deezen tyd, bezig,om te bearbeiden,
Raads- ^at zvnen Zwager de Groot verlof gegund moge heer Rei- worden, om wederom in 't Vaderland te keeren , gersber- zondt hem dit fchimpfchrifc toe, in eenen Brief gen over- (V), ter deezer gelegenheid, den zesden van gei!f Sprokkelmaand, gefchreeven. Hierin berigtte 'tfcl'ry- hy kem 00^ n dat Simon de Ryke, een moedig ven van „ man, die geene gemeente ontzag, en van wien zekeren n de foldaaten, welken hy lang betaald hadt, B » grootelyks, afhingen, nevens nog een' van * Hu- ^ zyne »gezindheid (2), te Amfterdam, in de
mur* n Vroedfchap gekomen was. Deviergekooren. „ Burgemeesters, Bas, Oetgens, Geurt Birksz. „en BikkerQz), waren," fchreef hy,, de besten, „ die men wenfehen kon." De brief behelsde nog andere byzonderheden; doch de Raadsheer hadt hem, eer hy befteld werdt, onverhoeds, geftrooid. Hy werdt, dooriemant, gevonden, aan den Raadpenfionaris Duik gebragt, en, eer- lang, in de Vergaderingvan Holland,gelezen. Eenige Leden vonden den inhoud bedenkelyk. Men befloot, den Brief nader te laaten onder- zoeken. Reigersbergen kreeg, ondertusfehen, kennis van 't gene zynen brief overgekomen wa3 en
' (r) Zie derzen Brief hy ArTZEMA I. Deel, II. 656. en iy K.
Brandt Lev. van H. de Groot, 61. 361. ter! tot het fchimpfchrift behoorden, danofze'er,door
Reigersbergen, bygevoegd waren; doch ik vermoed het laatfte. (2) Deeze was Jakob Jakobszoon Vink. Zie de Lyst
der XXXH. Raaden,op 't jaar 1627. (3) Hunne eigenlyke naamen waren Dirk Bas, An-
toni Oetgens van tVavenn, Geurt Dirksz van Beum'tigen en Andries Bikker. |
||||
XLI. Boek. HISTORIE. 5«
|
|||||
en verdedigde dien , fchriftelyk,by de Staaten. ufoj;
Men fprak 'er den Prinfe over, die verftondt, —— dat de Raadsheer den Brief van de Groot toonen moest, waarop de zyne eene antwoord was. Hy deedthet, en men vondt, dat Reigersbergen fcherper gefchreeven hadt dan de Groot (v_). Men ftelde dan Reigersbergens Brief in handen van 's Lands Fiskaal, die 'er geene genoegzaame ' ftof in vondt, om den Raadsheer in regten aan te fpreeken. Men bragt deeze zaak egter in de punten van Befchryvinge, waarop de Staaten, in Herfstmaand, byeen kwamen, en befloot toert, den Brief door 't Hof telaaten onderzoeken (*). Sedert is, meen ik, 't ftuk bly ven fteeken , zon- der dat'er de Raadsheer verder over gemoeid is. Midlerwyl, nam de vryheidder Remonftranten, allengskens, toe, in verfcheiden' Steden, en on- der anderen ook te Amfterdam, daar men voor- heen zo ftreng tegen hen geweest was. Doch 't zal hierna te pas komen, verder van deeze din- gen te gewaagen. 't Ontwerp op de herftelling derVerpondin- Nieuwe
gen, in Holland en Westfriesland, waarvan wy Jerpoa? iet, in't voorbygaan,gemeld hebben,was,na veel ** raadpleegens, eindelyk, in Oogstmaand deezes jaars, vastgefteld (y). Volgens het zelve, moes* r ten de huuren der Huizen en Landeryen, van nieuws, alomme, opgenomen worden, door Ge« magdgden der Staaten (z); waarna het Land, in ,'t•/ de plaats der voorige belastinge, een agiftehief van
t>) Zh de Groots Brief hy k. Bhanut K 359-
(*) Refol. Hol). 4,5,0,10, r2, a2 maart 1» Meyl6, 2<)Stpt.
Ma?, hl. 41, 45, 48, 51,53,55.68, 115,214, 245,24ü. (>0 Groot-Plakaatb 7. Üsel, kol. 1514.
C2 J Refol. Moll, a dtig. 1627. bl. '10a. ai, S4 Miuirt i6a8<
«• 5°, 55- D t
|
|||||
52 VADERLANDSCHE XLI.Boek.
van de huuren der Huizen, en een vyfde van die
- der Landeryen(*).De nieuwe Verponding werd eerst voltrokken, in 't jaar 1632, ende belasting op de Huizen en Landeryen is, volgens dezel- ve, omtrent eene eeuw agtereen, geheeven. 't'Liet zig, in den Voorzomer deezes jaars,
aanzien, dat de vyand, wederom, gelyk voorlee- den jaar, weinig geweld te lande zou doen, 't welk de Staaten, en vooral Prins Eredrik Henrik deedt volharden by het befluit, om den kryg aan- vallender wyze te voeren, en met het beleg van Grol te beginnen (#). Hagchelyk v/as nogtans deeze onderneeming, overmids de Stad, door Spinola, zeer fterk gemaakt was (c), leggende zy, daarenboven, vyf uuren gaans van de ilroo- men: waarom de vyand den toevoer derwaards ligtelyk zou können bekommeren, of de onzen noodzaaken tot een gevegt, waarvan de uitflag onzeker was. Men bleef egter by 'tgenomenbe- fluit(/). De Staaten agtduizend Waardgelders geligt hebbende, om bezetting te houden in de grensfteden (<?), deedt de Prins het Leger van den Staat, fterk eenhonderdagtenzestig vende- len knegten envyfenvyftig kornetten paarden, omtrent Emmerik, byeentrekken. Terwyl hy zig gereedmaakte, om in perfoon derwaards te gaan, ontving hy, uit handen van den Engel- fchen Gezant Karleton, van wege Koning Ka- rel den I. de Ridderorde van den Koufeband, die Mauris ook gedraagen hadt. Zy werdthem, in de Vergadering der algemeeneStaaten, om- ge- f«) Vsuus Hoorn, il. 625.
f*5 Aitzema I. Deel, W. fi8o. Cc) Meiuoir. de Fredef. Henri, p. 43. OQ II. 11E Groot Heleg van Grol. lil. 4. £0 Aitzema I. Deel, l/l. ó!!o. |
|||||||||
1627.
|
|||||||||
XV.
Fredrik Henrik flaat voor, Grol te belege- ren. |
|||||||||
Hy ont-
vangt de Ridder- orde van den Kon- feband. |
|||||||||
XLI.Böek. HISTORIE. 53
|
|||||
gehangen, ten overftaan van den Koning van i<j2/r
Boheeme, Ridder der zelfde orde, en in de te--------!
genwoordigheid der gezanten van Fiankryk en
Venetië, met dezelfde plegtigheden, als eer- tyds, omtrent Prinfe Maurits, gebruikt waren. Onder anderen, werdt, van wege de Staaten, v/el uitdrukkelyk bedongen, dat de Prins, by het aanneemen deezer orde, zig, door geenen byzon- deren eed, aan den Koning van Groot Britanje, zou mogen verbinden( ƒ _). 't Gefchutin denHaa- ge werdt gelost, terwyl de plegtigheid verrigt werdt. Ook was de Haagfche üchuttery in de wapenen (g). Men orstftak vuurwerken; doch daar werdt geene maaltyd gegeven, om dat 'er, tusfchen de uitheemfche gezanten, eenig ver- ïchil viel over den rang (fi). Terftond hierop, begaf zig de Prins naar 't iiy komt
Leger, verzeld, volgens gewoonte, door eenige voor Gemagtigden der algemeene Staaten (T). De Gro!# Staaten van Holland deeden hem, voor zyn ver- trek, begroeten : 't welk ook, op zyne terug- komst , gefchiedde (&), en, federt, by eiken veld- togt, in gebruik gebleeven is. Hy kwam zo dra niet in 't Leger, of hy deedt hetopbreeken van by Emmerik, en, onaangezien Graaf Henrik van den Berge, met zyn volk, by Wezel lag, kwam hy 'er, op den derden dag, mede voor Grol,welk, op den negentienden van Hooimaand, door den Graave van Stryrum, berend was (Y). Terftond werden de drie voornaamfte toegangen bezet, door
(ƒ") Reib!. IfolL 29 Juny 3, 5July 1627. tl. 14'j, 152,155.
(?) Aitziïma f. Deel, tl. (5So.
( h) Mi.'tnoir. de Freder. Hcnti p. 41.
C ó H. i>r< Groot JSclca van Grol, tl. 5.
r*) Rcfol. Holl. (, July 12 OSfob. 1627. tl. 157, 2(53.
(O Rdbl. IIoll. 22 July 1627. tl. itio,
D s
|
|||||
54 VADERLANDSCHE XLI. Boek.
|
|||||
1827. door den Prins zelv', door Graave Ernst, en door
■------ den Heere van de Lek. Menvielaan'torngraa-
ven der Legerplaatfen, en aan 't opwerpen van
drie fchanfen, die dezelven dekten : toen, aan 't delven der loopgraaven, 't welk ook aan drie oorden gefchiedde. Doch terwyl men hiermede bezig was, brak de Graaf van den Berge op van by Wezel, en floeg zig neder, tusfchen Vrede in Munfterland en de Legerplaats van Graave Ernst. Op zekeren nagt,'deedt hy, hier, een' aanval op een hoornwerk, welk nog niet vol- tooid was: dochhywerdt, na een hevig gevegt, afgeflaagen. De belegeraars, eindelyk, gena- derd zynde tot aan de graft, begon men dezel- ve te dempen en twee gaanderyen te maaken, tegen twee der zes bolwerken, die de Plaats om- ringden. Doch de belegerden vernielden, door geweldig fchieten, by dage, 't gene, by nagt, gemaakt was. Ten laatfte, voltrok men de gaan- * Faulte- deryen, tot aan de * walgang, en viel toen aan traye. 't ondermynen der Bolwerken. De Engelichen, De Stad die hiertoe, onder anderen, gebruikt werden , word be- waren de eerften gereed met hunne myne. Zo orra ' dra zy gefprongen was, liep men ftorm op de breuke. De belegerden, onverhoeds overvallen, booden, in't eerst, kleinen tegenftand, en men meent, dat de Plaats gewonnen geweest zou zyn, zo de aanval, door meerder manfchap, onder- fteund geweest ware. Nu herftelden die van bin- nen zig fpoediglyk, en dreeven de onzen naar he- De Heer neden. De Heer van de Lek, oudfte natuurlyke van de Zoon van Prins Maurits, liet, by deeze gele- r^velt genne^' net leeven.
De Stad' Midlerwyl, waren 'er nog twee andere mynen
gaat over. gereed gemaakt. Maar eer men ze fpringen liet, deedt
|
|||||
XLI.Boek. HISTORIE. 55
deedt de Prins de Stad vermaanen tot de over- KJ37.
gaave. Men gaf rustig antwoord. Doch toen den - belegerden een onderfchepte brief van den Graa-
ve van den Berge getoond werdt, waarby hy hun berigtte, dat zy op geen ontzet te hoopen hadden, maar zig ten beste mogelyk verdraagen moesten (ni), gaven ze den moed op. De Stad werdt overgegeven by verdrag, op den negen- tienden van Oogstmaand getekend, waarby der bezetting alle krygseer toegeftaan werdt (»). De bevelhebber, Matthys van Duiken, die de Stad wakkerlyk verdedigdhadt, doch, eenigedagen te vooren, gekwetst geworden was, vertrok, in eene koets, naar Wezel, werwaards ook de be- zetting begeleid werdt (0). De Aartsbisfchop van Filippis, Filips Rovenius, 's Paufen Stedehouder in de Nederlanden, die zig, ten deezen tyde, binnen Grol, bevondt, hadt twee maandentyds bedongen, om te vertrekken. De Prins bleef nog eene maand in de Stad, om op alles orde te Hel- len. Toen liet hy't bevel over de bezetting aan Herman Otto, Graave van Stryrum, en trok zelf naar Zutfen, met het Leger, welk hy, vernee- mende, dat de Graaf van den Berge ook opge- broken was, de winterlegeringen betrekken deedt, alzo het jaargetyde te verre verloopen was, om een nieuw beleg te onderneemen (f), Terwyl Grol belegerd werdt, hadt Spinola on- Aanflag
dernomen, eene landing te doen op Zuidbeve- vau Spi- land, die egter mislukt was (q). Daarna,beftondt ][£y££ hy veland.
f »O VaN hen Sandk IX. Boek, II. 129.
C»5 z'e 'r Verdrag by Aitzema I. Dsel, il. 683, Co 3 Memoir. de Fred. Henri p. 42-48. Cp) H. dis Groot beleg van Grol, il. 14. C t) Van den Sands IX. Jloek, H. 129. D4
|
||||
$6 VADERLANDSCIIE XLLBoex;
1627. hy Zandvliet, een Dorp tüsfchen Antwerpen en
-------Bergen op Zoom, te verfterken; waardoor Zee- land in merkelyke verlegenheid gebragt werdt, alzo men, vanhier, by laag water, dooreenige fmalle kreeken, ligtelyk op het Eiland Zuidbe- veland komen kon. Doch Hautain, Bevelhebber van Sluis, kreeg terilond last van den Prinfe, om zig te verzekeren van den Blaauwgarendyk, waardoor hy den toeleg des vyands verhinderde. Vcra-hei- De Prins kwam, federt, zelf in de Legerplaatfe den' van Hautain. Men befloot, eerlang, hier, eene fchsnfen fciians te fügten van vier bolwerken, die den fce 'st' naam van Fredrik Henrik kreeg. Ook werden'er nog drie anderen opgeworpen, tüsfchen Bergen op Zoom en Steenbergen, welken,door eene Li- nk aan een gehegt, en, naar den Kolonel Pinfen, die 'topzigtoverdeeze werken hadt,en naar twee Gemagtigden der Staaten, de Rovere en Moer- ment, de Pinfen-, Rovers- en Moermont fchans genoemd werden (r). 't Land vanïhoolen werdt ook, door eene affnyding, verfterkt (j); doch 't liep tot diep in 't volgende jaar aan, eer alle dee- ze werken voltrokken werden. XVI. Met Groot Britanje, waren, federt het ge- Oniusien beurde te Amboina, onlusten ontftaan, die ge- Groot- fchaapen ftonden, gewigtige gevolgen te zullen Briunje. hebben. Ook hadden de algemeene Staaten, in 't voorleeden jaar, een befluit genomen, welk geen klein misnoegen verwekt hadt, aan 'tEn- Menonc- gelfche Hof. By't Verdrag, in denjaare 1585 , zegt den met Koninginne Elizabet gemaakt (V), en byee- fchenGe nige volgende overeenkomften, was, aan den En-
|
||||||||
(O
CO > |
Memoir. de FreJ. Henri p, 4.8, /\>), 50.
itzf.m\ I. Deel. bl. <ï,}8, öi-5. |
|||||||
( O Zk Vlü. Deel-, bl. (,5.
|
||||||||
XLI.Boek. HISTORIE. 57
|
|||||
Engelfchen Gezant, zitting toegeftaan in den KJ27-.
Raad van Staate. Doch by 't Verdrag van den-------
jaare 1609 was beraamd, dat alle voorgaande o z?nt de
vereenkomften en ook dit Verdrag aïleenlyk duu ziui"gin ren zouden, zo lang als het Beftand duurde. Na vauSraa- 't uitgaan van 't Beftand, waren 'er geene Ver- te. dragen gemaakt,die de voorgaanden bevestigden of vernieuwden, immers niet, inopzigtvan het zitten des Gezants van Groot Britanje, in den Raad van Staate. Nogtans hadt men 't den Ge- zant Dudlei Karleton toegeftaan. Doch terwyl hy, in 't voorleeden jaar, een' keer naar Enge- land deedt, beflooten de Staaten, hemofzynen opvolger bekend te maaken, dac men begreep, dat dit regt van zitting geene plaatsmeer hadt, na 't uitgaan van 't Beftand, en hem, Karleton, flegts beleefdheidshalve, niet uit verpligting, gegund was. Men vreesde, datFrankryk, wan- neer men 'er zig eens nader mede verbondt, een diergelvk regt zou willen bedingen, en men ver- ftondt, dat deKandinvolkomen'' vrykeid gefteld moest worden(V).Ondertusfchen, befpeurt men ligtelyk , dat dit belluit ongenoegen geeven moest aan het Engelfche Hof. Karleton drong, zeer ernftelyk, op de herroeping van dit befluit; doch hy verwierf zyne begeerte niet. Ook wer- den thans de ge wigtigfte zaaken niet in den Raad van Staate; maar in de Vergadering der alge- meene Staaten verhandeld: waarom de Engel- fchen daarna te minder ftaan bleeven, op het voorgewend regt, om in den Raad van Staate te zitten (V). Over den Lakenhandel waren ook we-
O) Uefol. HoH. 10 Maart iy, 25 jfu:iy 161C. il.28,66,76.
AtTZBMA Vf. Jhr/, bl. 431. (. r) Aitzbma 1. Deel, il. j(\/\. D 5
|
|||||
58 VADERLANDSCHE XLI.Boek.
i6ij. wederom gefchillen gereezen, oordeelende de
— Engelfche Koopluiden, die te Delft den ftapel hielden van Engelfche Lakenen, dat deeze han- del te zwaar belast en te naauw bepaald was, door de Staaten (V). Al dit, en vooral de zaak van Amboina hadt te wege gebragt, dat de Engel- fchen, reeds in 't voorleeden jaar, den onzen, aan fchepen en goederen, in de Middellandfche zee merkelyke fchade gedaan hadden. De Staa- ten beflooten, hierop, Meester Jacob Kats, Pen- fionaris van Dordrecht, naar Engeland te zen- den , om vergoeding deezer fchade te vorderen Verrig- 00- Hy vertrok, in den aanvang deezesjaars, tingen en vertoonde den Koning „ hoe zyne onder- van den n daanen, federt eenigen tyd, in zee, deeden fiona'is » ftryken, al wat hun ontmoette; hoe zy vrye Kats in »en onvrye waaren aantastten, vrienden goe- Enge- n deren naar zig neemende, om dat ze by vy an- land. n den goederen gevonden werdet!, en fchepen, w die op onzydige Havens voeren, of die Be- ,, ftelbrieven van den Prinfe van Oranje, of n Brieven van burgerfchap van eenige Stad dee- rn zer Landen hadden, bekommerende: ook fche- n pen aanhoudende, die van de Duinkerkers n verlaaten waren : van al het welke hy herftel- „ ling verzogt." Te gelyk, gaf hy een ontwerp * Mart- van een Verdrag van * Zeevaart over, waarby *e. alles geregeld werdt, om nieuwe misverftanden te voorkomen. Doch zyne Vertoogen vonden kleinen ingang. De Koning was met Spanje in oorlog, en ilondt op't punt, om met Frankryk te breeken. Hy vreesde, hierom, dat de Hollan- ders (w) Uefol. Holl. 2 July i(5;f>. tl. üa.
(..r ) Rclbl. Holl. 25' Ngy. 2, ia, 19 Dtcaiit. 1C26. IU 163, 171, i3o, >»7. |
||||
XLLBoek. HISTORIE. 59
|
|||||
ders en Zeeuwen meester zouden worden van HJ27.
den handel ter zee, wanneer zyvry vaaren mog- .. ten, terwyl de Engelfchen de fcheepvaart zou-
den moeten misfen. 't Was dan 't belang der En- gelfchen den onzen den handel moeilyk te maa- ken. Men gaf egter den Heere Kats deeze re- den niet. Men klaagde, voornaamlyk, over 't gebeurde te Amboina, en Kats keerde, eerlang, genoegzaam onverrigterzaake, te rug (;y). Kort Drie na zyn vertrek, werden, in Engeland, drie fche- 9?s'111" pen beflaagen, die, voor rekening der Neder- f(lhctpeeil landfche üostindilche Maatfchappy, van Su- in Enne' ratte gekomen, en te Portsmouth ingeloopen land, be- waren^). Men rekende deeze fchepen twee en kom" een halve millioen waardig. De fchade, by an- mer ' dere gelegenheden, den onzen ter zee aange- daan , werdt op agt millioenen begroot (jz). 't Liep tot diep in't volgende jaar aan, eer de drie Oostindifche fchepen ontllaagen werden (b). Doch de verongelykingen der Engelfchen blee- venhierbyniet. Op den agtften van Wynmaand De En- deezes jaars, vertoonden zig agt Engelfche Oor g£l("chen logsfchepen op de reede van Texel, van daar eeJ, weg neemende een Fransen Konings fchip, welk Fr»n ?ch in 't Marsdiep lag (c). Men befloot wel, ter- fchip in ftond, tot beveiliging der ftroomen, eenige meer- Tcxel* der Oorlogsfchepen naar 't Marsdiepte zenden, en de Engelfchen te dwingen tot het herleveren van den buit, dien zy, in 's Lands Zeegaten, ge« maakt hadden. Doch zy waren vertrokken, eer men
(y") ReCol. Holl. 2 Aug. 16*7. tl. 210. Aitzema I. Deel,
il. 651-655, 768. (z) Refol. Holl. 7, 8, 10 OBot. 1627. tl. 261, 264, 2G6. ( a) Refol. Holl. 10 Dec. 1627. il. 29«. O) Helbl. Holl. 10 Aug. 1628. tU lifi. \cj An ze ma i. Diel, M. 649. |
|||||
6o VADERLANDSCHE XLI. Boek.
,027. men dit befluit ter uitvoeringe brengen kon.
------- Drie fchepen alleen, die in 't Marsdiep waren.
blyven leggen, werden nog eenigen tyd bezet
gehouden door de onzen; doch zy raakten ook, eindelyk, in zee. De onzen klaagden zeer over dit fchenden hunner ltroomen, vorderende, in Engeland, dat het genomen fchip wederom in Texel geleverd werdt. Doch men verftondt al- daar, dat de onzen wel iet diergelyks, in de Havens van Engeland, gedaan hadden, omtrent hunne vyanden; waaruit men befloot, dat het den Engelfchen ook, in de Hollandfche Havens, omtrent de Franfchen, behoorde vry te ftaan(<sf). Karei de -De verbitterdheid, zeker, tusfchen de twee I. zendt volken, was, federt korten tyd, zo fterk toegeno- fchepen men, dat men voor eenen openbaaren oorlog "helle*"0" bedugt was. De Engelfchen, onderrigt dat die ' van Rochelle niet te vrede waren met het ver- drag des voorleeden jaars, hadden, in Hooi- maand, eene Vloot gezonden naar deeze Stad, onder den Hertoge van Bukkingham, die zig gaarne van deeze gelegenheid bediend zou heb- ben , om bezetting te werpen in Rochelle; docht men weigerde aldaar, voorzigtiglyk, eenige En- «Heterug gelfchen te ontvangen. De Hertog, federt op keeren. 't Eiland Ree geland, belegerde S. Martin, eenigen tyd. Doch de Koning van Frankryk, aan 't hoofd van een Leger, naar Rochelle ge- trokken zynde, zondt den Maarfchalk van Schomberg naar Ree, met eenige manfchap, waarop Bukkingham het Eiland verliet, en met de Vloot naar Engeland keerde (e). De
(V) Refol. Hol'. 9, to. n, 14, 15, 16 OS!. 28 J)ec. 1627.
V. 2«4, 266", 267, 27,1, 273, 275, 279, 306. (e J iUl'iNTam. Vil. /». 341, 542. AiTZEMAI.Dei!, hl.670e;;j» |
||||
XLI. Boek. HISTORIE. 6i.
|
|||||||
De vyandlykheden tusfchen Frankryk en j^^
Groot-Britanje dus openlyk begonnen zynde, |
|||||||
oordeelde de Staaten het van hun belang, tus- De Staa-
fchen beide te treeden, en de gefchillen, ware tenzoe- het mogelyk, te bemiddelen (ƒ). Ookdeeden JS-.^,.. beide Lodewyk enKarel hun best, om te belet- len Uls"_ ten, dat de Staaten zig niet op nieuws verbon- fchen den,met hunne partye(g). Frankryk boodt nu de Frankryk nader verbindtenis aan, die, in 't voorleeden jaar, p"^™?1" niet hadt willen gelukken (h\ De Staaten fchee- by te' nen,in'teerst,genegenomhetVerdragvanCom- leggen, piegne, voor nog drie of vier jaaren, te vernieu- wen (*') : doch veranderden, hierin, naderhand van gedagten. In 't ontwerp, in Frankryk ge- maakt, werdt den Staaten een millioen 'sjaars, voor den tyd van negen jaaren, toegezeid, mids zy beloofden, geene Vrede of Beftandmet Span- je te zullen maaken, buiten 'sKonings bewilli- ging. Doch zy wilden zig alleen verbinden, om 's Konings raad in te neemen (k). De Heer van Langerak floot dan, op deezen voet, een Ver- Verdrag drag, gedagtekend te Parys, den agtentwintig- SjSjfl ften van Oogstmaand; waarby, op den zestien- en dae- den van Herfstmaand, nog eenige punten ge- zenStaat, voegd werden (/). Doch alzo klaarlyk bleek, dat de Koning, by verfcheiden' punten van dit Ver- drag . de Staaten zogt te verbinden, om hem te- gen Groot- Britanje by te ftaan, was 't nu niet, im-
- (ƒ) Refbl. Holl. 7, 16 Maart n May 13 Ju!y iCif. W.46",
5«, 108, ift). (gO Aitzema I. Deel, hl. 601.
C.A) Refol. Hol/. 27 May 37 Juny 1627. H. 114» 129.
C i ) Aitzema J. Deel, w, 740,
(*) Aitzema I. Deel, il. éoj.
(/) Voiez Dw MOht Corps Dipl. Tun. V. P. U. p. 522 en
/1T2EMA I. Dtll, tl. 97I.
|
|||||||
62 VADERLANDSCHE XLI.BoES.
|
|||||
1617. immers in het toekomende; 't Welk men hieï
■-------hieldt te ftryden met het Verdrag van Southamp-
ton (mi); werdt het, hoe zeer 'er Frankrykop
• ftondt, nimmer bekragtigd door hunne Hoog- Welk mogendheden(«). Men hadt, hier, vastgefteld, niet be- eene ftipte onzydigheid te bewaaren, tegen den kragtigd zin van beide de Mogendheden, die de Staaten, wordt. ei]c om 't zeerst s op hunne zyde zogten te trek- Moeiiyk- ken. Karleton, die wederom hervvaards gekeerd heid der was ? zogt het vervoeren van ichepen en gefchut oH" naar Frankryk te beletten. Ook meende hy de 7-ydigte Staaten diets te maaken, dat de Franfche Vloot blyven. zig met de Spaanfche vereenigen zou, om En- geland en andere hervormde Mogendheden aan te tasten. Het Verdrag, met Frankryk gemaakt, fchoon nog niet bekragtigd, was hem, insge- lyks, tegen de borst (o). Van den anderen kantr klaagde cfEspesfes, Gezant van Frankryk, over deEngelfche vyandlykheden,waartegen de Staa- ten , zyns oordeels, den Koning, zynen meester, uit kragte der voorige verbonden, behoorde te befchermen : immers, het bouwen en uitrusten van eenige Oorlogsfchepen ten zynen behoeve, hier te Lande, te gedoogen(/>). Dus van de eene en de andere zyde geperst, beflooten de Staaten, eerlang, tot het afzenden van een buitengewoon gezantfchap naar beide de Ryken. Naar Frank- ryk , gingen de Heeren van Sommelsdyk en Gas- per van Vosbergen ; naar Engeland, de Heeren van Randwyk en Adriaan Pauw van Heemftede , Pen-
(m") Refol. Holl. 15 OBob. i(,v?. U. 273.
(» ; Aitzema F. iJeel, U 602, 74t, 7-19-752, 753.
Co) Refol. Holl. 8, i<», 1 5 Sept. ó t OHaè. l627.il. '218,221,223»
229,230,2<>o, 270. AnztM Al. Deel, il.649, 742-748, 754-761. O) Rtfol. Holl. 9, 14, iö Oiïvi. IÜ27. il, 205, 273, S7U.
Aitzeua I. Deel, il, 746. " |
|||||
XLLBoEfc. HISTORIE. 6$
Penfionaris van Amfterdam (q). Zy vertrokken 1537.
eerst in 't begin des volgenden jaars. Wy zul---------
len, hierna, verflag doen van hunne verrigtingen.
De Koning van Deenemarke oorloogde, dit xvil.
jaar, wederom, ongelukkiglyk. In Grasmaand, Voor- voegde zig de Kolonel Morgan, aan 't hoofd van jPu.e<;der vier Regementen Engelf chen, die in der Staaten fc^en* dienst geweest waren, by zyn Leger, te Stade, tegcnden Doch Holileinen Mekelenburg,gedreigd,door Koning; Tilly, met de Keizerlyke ongenade, weigerden van D£f" hem onderftand. De Hertog van Weimar hadt zig, ten zynen behoeve, in Silezie geworpen, en klein Glogau en andere Plaatfen ingenomen. Doch de Hertog van Fridland hernam ze,zonder moeite. Weimar overleedt, kort hierna. Mid- lerwyl, hadden de Keizerfchen verfcheiden' Brandenburgfche Plaatfen bemagtigd, en den Keurvorst, die, tevergeefs, opDeenfchen onder- ftand hoopte, genoodzaakt, 's Keizers zyde te kiezen. Tilly trok, federt, over de Havel en EL- ve, in het Holfteinfche, nam verfcheiden'Plaat- fen in, en dwong de Deenen, alles, wat zy hier bezaten, te ruimen, tot aan Hamburg toe. De Koning week naar Gelukftad. Tilly, weinig te- genftand ontmoetende, drong door, tot in Jut- land. Sedert, werdt het beleg ook geflaagen voor Stade,daar Morgan binnen lag: en de Stad werdt, eerlana;,genoodzaakt tot de overgaave.'t Scheen, dat de Keizerfchen voorhadden, zig van gantsch Deenemarke en van den handel op de Oostzee meester te maaken, waardoor zy ook de Veree- nigde Gewesten, grootelyks, benadeeld zouden hebben. Zelfs zogten zy de Hanze-Steden over te
(qï Reibl. Hol!. 7, S,lzO(Sfo> 8, 9,11, aiDec 16a7.ll.26l,
irti, 26?,, 269,283,285,297,314. AniKHAl. Deel, U. Ét>3. |
||||
64 VADERLANDSCHE XL. Boek,
KJ27. te haaien, om zig met hen te verbinden, 't welk
------- egter niet gelukken wilde (r). De Staaten dee-
den, te gelyk, hun best, om hun Verbond met
de Hanze-Steden, welk nu ten einde liep, te ver- nieuwen ; doch daagden hierin ook niet, ten dee- zen tyde. De Keizerfchen waren te magtig ge- worden , in Duitschland: 't welk de Hanze-Ste- den van nadere verbindtenisfe met derzelver De Staa- partyen te rug hieldt (j). De Vereenigde Staa- ten zen- ten^ ziende de zaaken des Konings van Deene- Gezant" mar^e te ruSl°°Pen m Duitschland, waren,al fchap bytyds, bedagt geweest, om den voortgang d2r mar 't Keizerlyke wapenen, door nieuwe Verbindte- Koordcn. nisfen, te fluiten (V). Vooral, hadden ze 't oog geworpen op Gustaaf Adolf, Koning van Zwee- den, die, nog met Poolen oneenig, in 't voorlee- den jaar, in Pruisfen, gelukkiglyk geoorloogd hadt, de Stad Dantzig zelve, die onder de be- fcherming des Konings van Poolen ftondt, mer- kelykbenaauwende (a). De Staaten hadden,in 't jaar 1614, een Verbond van onderlinge befcher- minge geflooten met den Koning van Zweeden, voor den tyd vanvyftienjaaren(V),dienunaar 't einde liepen. Doch de Poolfche kryg hadt Gustaaf Adolf niet toegelaaten, hun eenigen on- derftand te doen, of zig in de Duitfche zaaken te ileeken. Men oordeelde, hierom, met reden, dat deeze kryg eerst moest geëindigd zyn, zou men op Zweedfche hulp hoopen mogen. En ver- nomen hebbende, dat het den oorloogenden Mo- gen d- (r") Aitzema I. Deel, il. 447-649.
(t') Aitzema f. Deel, hl. 651.
f t) Refbl. Holl. 7 Jan. 26 Febr. 8, 12 Maart ^dprlllfaf.
hl. f', 34, 4'. 5.'i< ;'7- (;/) Aitzrma I. Deel. U. 553.
, \v j /.Ie Groöt-Plabaatl). VV.'Deel, il. 175, 278. |
|||||
'
|
|||||
XLI. Boek. HISTORIE. 65
gendheden niet onaangenaam zyn zou, zo de
Staaten de hand leenden aan de bemiddeling der gefchillen; zonden ze, in de Lente deezes jaars, een buitengewoon Gezantfchap naar't Noorden, welk door Rochus van den Honaard, Raadsheer in den Hooger\KwL&,Andriesßikker,'S>\\rgzmzz&- ter van Amü.erdzm,Simon vanBeaumont,wegens Zeeland zitting hebbende ter algemeene Staats- vergaderinge, en Gysbert, Heer van Boetfelaar, wegens Utrecht afgevaardigd tot dezelfde Ver- gadering , bekleed werdt (V). Zy hadden last, om nieuwe overeenkomfèen, wegens den Ooster- fchen handel, die, geduurende den oorlog, mer- kelyk belemmerd werdt, te fluiten met de Ko- ningen van Zweeden en Poolen. Voorts moesten zy de Vrede tusfchen de twee Koningen zoeken te bemiddelen (V). Op den dertienden van Bloei« maand, vertrokken zy, tefchepe, uit Texel, en landden, binnen agt dagen, in de Zond, van waar zy een' keer naar Koppenhagen deeden, om het ontflag van eenige bekommerde Holland- fche fchepen en goederen, en vermindering van den Zondfchen tol (y), die toen op een Ryks- oord van 't Last gefteld werdt, te bevorderen. Voort gereisd naar Derfchauw, troffen zy,aldaar den Koning van Zweeden aan, wien zy hunnen last openden. Daarna, begaven zy zig naar War- fchauw, alwaar zy ook by denKoning van Poolen gehoor verwierven, die hen met ongedekten hoofde fpreeken liet,en voorts zeer koel ontving. Zy bragten 't egter, eindelyk, zo ver, dat men , met wederzydfche bewilliging, doorgemagtig- den
f w) Aitzëma I. Deel, BI. 601.
(>) Zie hunne Inftruflia ly Aitzema I. Deel, *'• 603.
(y J Rcfol. Hol!. 21" "juvs 9 üec. 1637. *'• W» «84.
XI. Deel. E
|
||||
66 VADERLANDSCHE XLI. Boek
1627. den der twee Koningen, onder bemiddeling der
-------Staatfche gezanten, in onderhandeling tradt,
over een Verdrag. Men fchikte hiertoe drie ten-
ten , geplaatst op zekeren afftand van beide de Legers. De handeling werdt lang lleepende ge- houden , terwyl de Staatfche gezanten zig, met reizen en trekken, veele moeite gaven, om een Verdrag te bewerken. Men was, eindelyk, ge- noegzaam overeengekomen, over een Beftand van dertig jaaren, toen de handeling, plotfely k, gefchorst werdt. Men wil, dat KoningSigis- mond, door den Keizer en Spanje, bewoogen werdt, in den oorlog te volharden, door belof- ten van onderftand, die egter niet naargekomen werden (2). De Koningvan Zweeden was ook, door zynen voorfpoed, min handelbaar gewor- den. De Staatfche gezanten en de Keurvorst van Brandenburg, die, in perfoon, inzynHertog- dom Pruisfen gekomen was, arbeidden, eenen geruimen tyd,te vergeefs,toteen Verdrag (a). 't Leedttotin 't jaar 1629, eer het getroffen werdt. Gezant- De Staat van Venetië was verbonden, de fchap Vereenigde Gewesten, van tyd tot ty d, met pen- naar Ve- njngen te onderfteunen; doch kwam deezever- neue' bindtenis traaglyk naar: of zo de beloofde pen- ningen hier al door Hollandfche Koopluiden voldaan werden, vernam men niet, dat zy ver- goeding kreegen te Venetië (F). Den Staatfchen GezantBerk herwaards gekomen en teDordrecht overleeden zynde, zonden de Staaten, in zyne ftede, naarVenetië Willem van Lier, Heer van Oosterwyk, die last hadt,om ernftelyk aan te hou- den fz*) Puffendorf Tul. tot de 2weedfcbe Hill- il. gCi»
(«1 Ari'zKMA I- Deel, il. fiofi-(>47. (*; lUfol. IloU. id Juny IÖ26. il. 65« |
|||||
'*
|
|||||
&LI.ÊOEK; HïSÏOR IE. 6f>
den op de flipte voldoening van den beloof- ifaf:
den onderftand (c). Filips de IV, Koning van Spanje, zyne magt, xyiir-,
door dezWaarefchaden, in de Indien geleeden, *™ H** en door den kostbaaren oorlog, aan verfcheiden' Po0gr,"té oorden , allengskens voelende verminderen; vergeet»* zag, ten deezentyde, om, naar nieuwe midde- een Ver- len, om dezelve té herftellen. Hiertoe zou, bond van meende hy, ftrekken een Verbond van Veree- gin- te nigiug tusfchen alle zyne R.yken en Staaren, die nuiteri allen, met eikanderen, vierenveertigduizend tusfchen man op de been brengen en onderhouden zou- *"e zyne den. De Nederlanden, die wederom aan hem tmm komen moesten, fchoön ze der Aartshertoginne waren afgeftaah, zouden, hiertoe, twaalfduizend man leveren. Doch deeze vóorflag geviel den Staaten deezer Nederlanden niet. Zy wilden'er niet dah onder voorwaarden, die den Spanjaar- den niet aanftonden, naar luisteren (*0. De vóorflag zelf bewees j hoe zeer het Spanje XanTlag
ontbrak aan middelen $ om den oorlog door te °P Ber" zetten. Ook werdt 'er, het gantfche volgende f^mf jaar, van den Spaanfcheb kant, niets ondernomen 1628^ in de Nederlanden. Alleenlyk, hadden zy eenen--------
äanflag gefmeed op Bergen op,Zoom, dieegter j
by tyds, ontdekt, en in èenige medewustigen ge- flraft werdt (e). Eenigen tyd te vooren, was 'er ook iet op Zuidbeveland ondernomen ; waartoe Jonkheer Gillis van Wisfekerke, die, fchoön in Brabant woonagtig,met byzonderverlof, in Zee- land verkeerde, zo men meende, aanleiding ge- geven hadt (ƒ_). Doch de aanflag hadt geen ge- volg. (O Aitzema T. T)etl, tl. (151. ,
( il) Aitzema I. Di-et, bU 67a-fi8ö.
(t ) Sent.van 7.'SPerr^(/r.i6a8. Van »Eri§ANDÉX,£6#.t,W*3iy
(.ƒ) Notu!. 2ael. 9 Decemb.. 1627. bl, 32a.
E a
|
||||
m VADERLANDSCHE XLI. Boer
ï6aj. volg. In 't najaar, deedt eene vyandlyke party
. eerte landing in 't Land varr Borfelen, zonder 'er egter iet van belang uit te voeren (g). Van
der Staaten zyde, zat men ook ftil, zig verge- noegende met het opmaaken der drie Schan- fen, tusfchen Bergen op Zoom en Steenbergen. •Fredrik Henrik trok niet te velde (Ä), en al wat 'er verrigt werdt, beftondt in het ftroo- pen der wederzydfche Ruiterye (7). XIX. Doch de onderneemingen ter zee waren van Toerus- meer gewigt. Men hadt, in Slagtmaand, reeds tïng ter beflooten, vyfendertig Oorlogsfchepen, vyf Jag- beveilT ten en yyf Fregatten uit te rusten' die gebruikt
ging der werden, om deVlaamfche kusten te bezetten, ïcusten. en om, van de Hoofden af, tot aan Noorwegen Pieter toe, te kruisfen (&> Hierby bleef het niet. De zoon"* Westindifche Maatfchappy rustte eene Vloot Hein ver- uit van eenendertig fchepen, die, onder bevel overt de van Pieter Pieterszoon Hein, in 't gemeen Pies f Pf!1"" Hein genaamd, in Bloeimaand, uitliep. Hy hadt JeS'oot Iast' om op de Spaanfche Zilvervloot te pasfen, en ze, ware 't mogelyk, te veroveren. In Oogst- |
|||||||
maand, gekomen in't gezigt van de Havana ,
alwaar de Spaanfche Vloot ver wagt werdt, ver- nam hy, dat men daar nog geene kondfchap hadt van zyne komst. Doch watlaäter, nam hy eene Spaanfche bark, die, door den Bevelhebber van de Havana, afgezonden was, om de Spaanfche Vloot voor de onze te waarfchuwen. Op den agtften van Herfstmaand, nam Jan Janszoon van Hoorn, voerende hetfchip de Witte Leeuw, een Spaansch
(g~) Misfive van 29 T)ec. 1628. inde Notu!. van2eel. 1621j.il-?«•
\h) Aitzkma I. Deel, bl, 780.
( ;' j Memoir. de Frecier- Henri p. 50.
C* j AlTïEMA I. Uttl, bl. 65I.
|
|||||||
XLI. Boek. HISTORIE. £9
Spaansch fchip, welk een ftuk wegs afgeraakt i<j9t.
was van de Vloote, die, kort daaraan, ontdekt .. werdt. De Admiraal Hein maakte 'er terftond jagt op. Zy week naar den wal, en in de Baai van Matanza. Hier raakten de meeste Spaanfche fchepen aan den grond. De onzen, in de Boots gefprongen, hadden 'er naauwlyks twee fchoo- ten op gedaan, of alle de fchepen gaven zig o- ver. De Admiraal ftelde terftond orde, om 't pionderen te voorkomen. Hydeedt de verover- de fchepen, gedeeltelyk,losfen: eenigen werden gereed gemaakt, tot de reize naar 't Vaderland: de overigen verbrand, of in den grond gehakt. Dus werdt de ryke SpaanfcheZilvervloot, fchier zonder flagofftoot, gewonnen, op den negen- den van Herfstmaand. Op den zeventienden ligtte de Admiraal het anker. De gantfche Vloot , kwam, in Slagt- en Wintermaand deezes, en in Louwmaand des volgenden jaars, in 't Vader- land te rug. Een der genomen'fchepen was, op de Ierfche kust, geftrand, een ander, lek zynde, in Falmouth ontlost, en met de laading verkogt. De meeste buit werdt, te Amfterdam, aanland gebragt, en in 't Westindisch Huis bewaard. Hy Begroot beftondt in veele kisten met zilver: ook eenig "-ing van goud, paarlen, gefteenten en andere kostelykhe- cu ^1' den: voorts eene groote menigte Indigo, Cou- chenille, Verwhout en andere koopmanfchap- pen.De waarde van alles werdt berekend, op elf millioen vyfmaalhonderd en negenduizend- vyf honderd vierentwintig guldens. Doch 't volk ha^t, ongetwyfeld, een merkelyk deel van den fchat verdonkerd: waarvan egter nog 't een en 't ander agterhaald werdt (/). Men hieldt een' pleg-
IO J. BE Laat Westind. V. Botk, H. 137-147. E 3 |
||||
?o VADERLANDSOHE XU. Boek.
i5a8. plegtigen dankdag, en brandde vreugdevuuren,
■-■ over deeze verovering. De deelgenooten in de Maatfchappye kreegen eene uitdeeling van vyf- tig ten honderd, die fommigen egter te hoog oordeelden (m). Den Bevelhebberen der Vloote en 't Scheepsvolk werdt ook deel gegeven in den buit. 't Buitgeld der Matroozen was zeventien maanden gaadje (»_). Hein werdt bevorderd tot Luitenant-Admiraal van Holland. De Bevelheb- ber Bieter Adriaanszoon Ita hadt, in dit zelfde jaar, twee ryke Spaanfche Honduiasvaarders veroverd. De buit was, reeds in Wynmaand, herwaards gebragt (o). xx. De Keizerlyke wapenen waren, dit jaar, nog Voorc- al voorfpoedig in Deutschland. De Veldinaar- gai)g der. CchtikJoatiGeorgevafiAmheim viel in Pomeren, k/wape- onaangezien de Hertog zig onzydig gehouden iiento hadt. Alle de Pomerfche Steden werden genood- Duiisch- zaakt bezetting inteneemen, behalve Stettyn, land. daar de Hertog zyn verblyf hadt. Straalzond hadt ook geweigerd 's Keizers volk te ontvan- gen. Doch Arnheim bedong tagtigduizend Ryks- daalers, eer hy belooven wilde, de Stad van in- legering te zullen verfchoonen. Men voldeedt hem een deel deezer fomrae. De tydomheto- verige op te brengen was. nog niet verfteeken, toenhy de Stad met eene belegering dreigde, die, eerlang, ondernomen werdt. De Stad bekwam, midlerwyl, eenigen Deenfchen en Zweed- fchen onderftand in manfchap, en 't beleg weidt, voor 't einde van Hooimaand, opgebroken. SuaaV Straalzond ondertusfchen, zoopgenegen ompn- dqr.
C»0 AiT2BMA '• D*el, il. 725 , 809.
f »O Van d-:n Sandè X. Boek, hl. 137.
(O CoMMELiN tcv. van Frerict. Henri I. Deel) tt, 34»
|
||||
XLI. Boek. HISTORIE. 71
|
|||||||
der de oppermagt van Zweeden als onder die 1628.
van den Keizer te bukken, en zig gaarne bewaa- ------—
ren willende in dien ftaat van vryheid, waarin zond be*
deeze Hanze-Stad, tot hiertoe, geftaan badt, gaf j^Lj, Lieuwe van/4itzema,'KeMtrti.&zx Hanze-Steden onder- in den Haage, den zelfden, wiens Jaarboeken ftandvan der Nedertandfche Staats- en Oorlogtzaaken, deStaa. wy nu, doorgaans, gebruiken, last, om der Staa- te!I" ten raad en hulp te verzoeken. Doch deezen, in aanmerking neemende, dat het meeste gevaar over was, zonden alleenlyk Karelvan Krakauy hunnen Kommisfaris te Elfeneur, naar Straal- zond, met last, om de gelegenheid der Stad, ten naauwften, op te neemen, en haar, zo hy 't raadzaam vondt, dertigduizend guldens te verftrekken: gelyk federt gefchiedde (p). Tusfchen Zweeden en Poolen, was, door be- Befand
middeling der Staatfche gezanten, eene Wapen- ^wSden fchoifing getroffen, terwyl men over een Ver- cn p00. drag handelde. Dochmenfcheiddevrngteloos; len. de vyandlykheden werden op nieuws begonnen, en de Staatfche gezanten keerden,eerlang,on- verrigter zaake, in Zomermaand, te rug. Men meende, dat de Koning van Zweeden niet zeer geneigd was, om zig,onder bemiddeling van dee- zen Staat, met Poolen, teverdraagen; alzohy, zig van de Pillau hebbende meester gemaakt, veel voordeels trok uit den tol, die daar gehee- ven, en meest door ingezetenen der Vereenigds Gewesten betaald werdt; waarom men hem 't be- houden van deezen tol niet ligt zou hebben toe- geweezen, by 't Verdrag (#). Ook troffen de twee
fp ■) Aitzvma I. Deel, il. (i<y:--r,z.
(.<!) AlUHMA I. Deel, ÏL, ro8-9is, E4
|
|||||||
7* VADERLANDSCHE XLI. Bokk.
|
|||||
i(Ja8. twee Koningen, in Herfstmaand des volgenden
:-------jaars, buiten bemiddeling der Staaten, eenBe-
ftand voor den tyd van zes jaaren(r). Gustaaf
Adolf kreeg toen de handen ruim, om zig te fteeken in den Duitfchen kryg, dien hy, met veel roetns, gevoerd heeft. De Staa- De voorfpoed der Keizerfchen in Pomercn en ten zoe- langs de Oostzee verwekte geene kleine bekoin- ken t>e- roering, in de Staaten der Vereenigde Gewes- de Sterk- ten* ^y vreesden, dat de Keizer en Spanje zig tenaan de meester mogten maaken van den Oosterfchen Zond te handel, waaraan een deel hunner welvaart hing. ^ggen, q0jc waren Zy bezorgd, dat de Koning van Dee- ne marke, die, tot hiertoe, ongelukkiglyk geoor- loogd hadt, de Zond niet zou können beicher- men. Zy werden, hierom, en om zig, eens voor- al , te verzekeren van de vaart op de Oostzee, te raade Koning Christiaan tweeduizend man aan te bieden, die in de Zond in bezetting gelegd, en door deStaaten onderhouden zouden worden, in mindering van de penningen, den Koning, by verdrag, beloofd. Laurens Reaal,voorheen Opperbevelhebber in Nederlandsch Indie, was reeds, voor't einde des jaars 1627, naarDeene- marke gezonden, om deezen voorflag te doen. Hy hadt, daarenboven, heimelyken last, om op de fterkte, gelegenheid en inwendigen toeftand van het Deenfche Ryk, naauwkeuriglyk, agt te geeven, en op de reize, zyne hoedanigheid be- 't Welk dekt te houden. Christiaan de IV. hoorde zyn Koning voorftel, en beantwoordde hem, heufchelyk; Chris- <joch wees de aanbieding der Staaten van de cemd°eu ^^' verklaarende, genoegzaam in ftaat te zyn, vindt. om j, (r) Du MONr Corps Dipl. Tem. V. P. II. f. 534.
|
|||||
XLI Boek. HISTORIE. 73
|
|||||
om, met zyn eigen volk, de Zond te befcher- i<?28.
men: alleenlyk, verzogt hy, dat de Staaten hem ... den beloofden onderftand in geld bleeven ver-
zorgen, gelyk ze, tot hiertoe, gedaan hadden. De Koning toonde te minder genegenheid tot het omhelzen van de annbieding der Staaten (Y), om dat hy, omtrent deezen tyd, door bemiddeling van de StadLubek, in onderhandeling getreden was met den Keizer (t): waaruit, in Bloeimaand Vre.ie des volgenden jaars, een Verdrag van Vrede tusfchen fproot, by welk Ferdinand de II. beloofde, zig ',en K<* niet te zullen moeijen met de zaaken van Dee- Ü'JU Ko_ nemarke, enChristiaan de IV, zigingeenerlei «ing van wyze te zullen iteeken, in die des Duitfchen Deene- Ryks: voorts, bekwam de Koning alles weder- >,iarlw- om, wat hem, te vooren, ontnomen was (u). By de Staaten der Vereenigde Gewesten, waren, in 't voorjaar, nog ernftige poogingen gedaan, om Gelukftad, daar Koning Christiaanbinnen lag, van voorraad te voorzien, enzynefcheepsmagt in de Oostzee te verfterken. Doch het fluiten der Vrede veroorzaakte, dat men hierin niet behoefde te treeden (v). Zelfs deedt deeze Vre- de de vriendfchap tusfchen Deenemarkeen dee- zen Staat, geweldiglyk, verkoelen 00■>en door den tyd veranderen in eene foort van vyand- fchap, die 't gemeen belang egter wederom heeft doen verdwynen. Reaal, met het Oorlogsfchip, welk hem over Reaal
gevoerd hadt, te rug keerende naar Holland, eeva«-
* leedJ Sen,door (O Aïtzema I. Deel, tl. 715, 7irt.
( t) Vniez Du Mont Corps Dipl. Tom. V. P. II. p. «;<>I, 569.
C« ) Du Mont Corps Dipl. Tom. V. P, II. p, 584.
rvj ZU Aitzema 1. Deel, il. 842-845.
(fv) Aitzema I. Heel, tl, 791.
E*
|
|||||
74 VADERLANDSCHE XLI. Boek;
|
|||||
i<ja8. leedt fchipbreuk op de Jutfche kust, aan eenen
-------oord, daar Keizerlyke bezetting lag. Hier werde
de Kei- hy, terftond, in hegtenis genomen, als komen-
zerfcheti. je ujt Deenemarke, toen nog met den Keize? in oorlog; en derwaards gezonden door de Staa- ten , op welken Ferdinand de II. ook geen goed oog hadt. Men zondt hem zelfs heel naar Wee- nen, daar hy lang zat, eer de Staaten verwer- ven konden, dat hy ontflaagen werdt (V). Verzc-k»- ïerwyl Reaal naar Deenemarke toog, om te ring dèr wege te brengen, dat de Zond beveiligd werdt, vaart op deeden de Staaten hun best, om zig van de Vaart de wezer ()p ^ jyvc en wezer te verzekeren. Zy hielden, en & ve. j1jertoe ? drie Oorlogsfchepen omtrent de mon- den deezer Rivieren; waardoor de vaart voor hun open gehouden werdt. De Keizerfchen hadr den nog geene fchepen, en deeden hierom, ten deezen tyde, zo veel weer, om Lubek, Dantzig en andere Han^e-Steden tot hunnezyde over te haaien. Zy beloofden haar zelfs den geheelen handel op Spanje, zo ze zig, tegen Engeland, de Vereenigde Gewesten en derzelverD'.iitfche Bondgenooten, verklaaren wilden; doch hunne beloften vonden geenen ingang. De Hanze- Steden begeerden geenen oorlog, waarvan de voordeden zo onzeker waren (y). XXI. Zo dra waren die van Rochelle niet wederom Rocheile opgeftaan, tegenLodewykdenXIII, ofdeKo- bejegerd, ^^ keiloot, de Stad naauw te belegeren, te wa- ter en te lande. Zy liet niet na, byKareldenl. aan te houden omonderftand.Doch 't Parlement,, misnoegd op den Koning, en vooral op Buk- kingham, zynen eerften Staatsdienaar, draalde mets
(.t%A'Tzpma I. Deel, h'. y\C.
{y) AnzEiM 1. Deel, ti. ftf-jio. |
|||||
XLI. Boek. HISTORIE. f3
|
|||||
met het inwilligen der vereischte penningen, 't i^afii.
Liep aan tot in Bloeimaand, eer de Engelfche - Vloot, elf fchepen fterk, voor Rochelle kwam. Doch alzo zy alleenlyk gezonden was, omeeni- gen voorraad van mond en oorloge te geleiden, keerde zy, binnen weinige dagen, te rug, voor- wendende bedugt te zyn voor de Spaanfche Vloot, die, fprak men, dagelyks, te gemoet ge- zien werdt. De Stad kreeg, derhalve, merkelyk gebrek aan voorraad. Zy hadt, onlangs, eenige graanen laaten koopen, in Holland; doch of zy dezelven ontving, blykt niet. Ook hadt men haar, van hier, wederom, heimelyk,meteeni- ge penningen, onderfteund. De Franfche Ge- zant Eeaugy, zynde d'Espesfes, zig door een trots en los gedrag, gehaat en veragt gemaakt hebbende (2), onlangs, te rug geroepen,klaagde hierover aan de Staaten; waarop men, ook aan den Koning, vryheid gaf, tot den uitvoer van ee- nig gefchut en krygsbehoeften (Vz). In Hooi- FfonRers- maand, was 't gebrek zo groot in de Stad, dat nood men paarden- honden- en katten-vleesch en an- aklaar» der ongewoon voedfeltelyvefloeg. Mendeedt dan nieuwe poogingen, om ontzet uit Engeland te bekomen, en, in Herfstmaand, liep de En- gelfche Vloot, andermaal, in zee, De Stad was nu in den uiterften nood geraakt, 't Gemeen hadt, in drie maanden tyds, geen gewoon voed- fel gebruikt, en at brood van ftroo, met een wei- nig luiker gemengd, allerlei leder, hout, aarde, drek, en al wat hun voorkwam: een agtfte deel van een mudde tarwe werdt voor tweehonderd, een fchaap voor drie, vier- envyfhonderd, eer ne.
(2) ?Ae zyne Memorie by AirzRMA F. Duel, M. 7ÖIJ.
O) AljüsiiMA I. Deel., bl. 771,77.3. |
|||||
7* VADERLANDSCHE XLï.Boek,
|
|||||
itfaS. ne koe voor duizend guldens verkogt. De En-
-------gelfche Vloot kwam wel omtrent de Stad; doch
voerde niets uit, en werdt, eindelyk, doorde
branders, die de Franfchen op haar afzonden, De Stad gedwongen , te rug te keeren. Zy was zodra niet geefc zig vertrokken, of de Stad gaf zig over aan den Ka» •ver. ning ,die haar haaren opftand kwytfcholdt, mids zy zig volkomenlyk in zyne magt fteide, gelyk, op den dertigften van Wynmaand, gefchiedde (b). Sedert, werden de Vestingwerken van Ro- . chelle geflegt, de Regeering veranderd, en de Roomfche Godsdienst, in de Stad, herfteld, hoewel de Hervormden ook vrye Godsdienst- oefening behielden. De Hertog van Rohan ont- zag zig egterniet, in onderhandeling te treeden met den Koning van Spanje, die hem, meent men, eenigen onderftand beloofde; doch dee- ze handel hadt weinig gevolg (V). XXII. Terwyl de Remonitranten, allengskens, meer De Re- vryheid namen, inzonderheid te Rotterdam, te°nhe-™" ^aar zy twee 0Penbaare Vergaderingen hadden, komend verzuimden de Sinoden niet, geduurige vertoo- van tyd gen te doen aan de Staaten van Holland, tegen lot tyd, deeze vryheid. De Remonftranten van verfchei- vryheid. den'Steden vervoegden zig, insgelyks, by hun- ne Edele Groot-Mogendheden, verzoekende vrye Godsdienstoefening, buiten de openbaare Kerken; doch men wees hen elk aan zyne by- Gemaa- zondere Wethouderfchap. Midlenvy],wasdoor tigde eenige Leden der Zuidhollandfche Sinode, die, voorlag deezen Zomer, te Delft, gehouden werdt, voor- ju.d^ tè' geflogen, of?men moest agten,datdewaarheid'ah Delft. leen, of'ook de naodzaakelykheid der Leere, waarin ds
( *) Aitzema I. Del, tl. 725-731».
Qc j AnzEiiA 1, JJeei, i/1. 836-839. |
|||||
XLI.BoEK. HISTORIE. ff
de openbaare Kerk van de Remonßranten ver- itfaï?.
fchilde, in de Dordrcchtfche Simde, ware vast ge-------~«
field. Zulk een voorilag kwam,gewisfelyk,van de
gemaatigdften. Doch de Staaten verftondeir, dat men,om onrust te voorkomen,dit ftuk nietverder behoorde te roeren, en vasthouden, dat de Leer der Kerke, zowelvoornoodzaakelyk, als voor waaragtig, verklaard was. Ook hadden 't de meeste Leden der Sinode te Delfc dus begree- pen. 't Klaagen over de ftoutheid der Remon- ftranten, die nu, zelfs in den Haage, in 'tgezigt der hooge Regeeringe, byeenkwamen, hieldt federt aan. De Wethouderfchap van den Haage liet hunne Vergaderplaats toezegden ; doch zy openden ze wederom, op eigen gezag, of onder oogluiking. Men gaf den Gemagtigden der Si- noden nogtans het genoegen, datmenhun ver- klaarde de hand te willen houden aan de uitvoe- ring der Plakaaten; men fchreef zelfs, in Oogst- maand , een' Brief ten deezen einde, aan de Bal- juvven en Schouten, in de Steden en ten platten lande (öQ ; doch de bevinding, leerde, dagelyks, hoe moeilyk de Plakaaten waren te handhaaven (/). Ook viel 'er, dit jaar, iet voor, te Amfter- dam, waaruitklaarlykbleek, dat de tydenver- anderd waren. Sedert dat men, hier ter Stede, in 't voor- op-
leeden jaar, eenige goedgunners der Remon fchud- ftranten op 't kusfen gebragt hadt, was'ermer- dingte kelyk misnoegen ontlban, onder de driftigfte ja^er Contraremonstranten, Predikanten en anderen. . De
CO Misfive van de Ed. Gr. Mog. Staaten va«HoW./jeär. ifti8.
CO K'.T'J. Holl. 22, 25. 26, 17, 28 July 2, 5, 9, io, 11,
ta AUg so Sept. 14, 16 liec. lf'2«. lil. 116, 118, ny, 120, 121, 12«;, 131, 136, 139; 145, 147, 148, iöo, xili, 216, aio. g, 30 Maart iÓ2y. lil. 21, 60. |
||||||
?8 VADERLANDSCHE XLI. Boeit."
De Predikant Adriaan Smout hadt openlyk ge-
zeid, dat men het Trojaanfchepaard wederom in- haalde C f); 't zy dat hy, hiermede, zag op eeni- ge nieuwe Wethouders, of op de Groot, over wiens herwaardskomst thans gearbeid werdt. Anderen hadden zig ook gedraagen, op eene wyze, die nu voor oproerig gehouden werdt. De Hegeering, zig hieraan * naar'tfcheen, weinig ftoorende * gedoogde de Vergadering der Re- monftranten : die, toen 'er 't graauw, andermaal, op aanviel, wederom befchermd werdt, door de Stads foldaaten. Nieuwe ftof tot misnoegen. De yverigfte Contraremonftranten hielden byeen- komften, ontwierpen verzoekfchriften, en te- kenden ze, in merkelyken getale. De Wethou- ders verbooden dit famenrotten en tekenen (g) i doch 't liep voort als een vuur (A). Men ont- wierp een nieuw Verzoekfchrift, op den naam der klaagende Predikanten en Kerkenraad* Waarby het weeren der Remonftrantfche Ver- gaderingen, op 't ernftigst, begeerd werdt(/)* De Wethouderfchap, voor erger bedugt, ver- zog:, hierop, den Prins Stadhouder, de geree- zen'onlusten, door zyn gezag, te willen beflis- fen. Hy kwam, in Grasmaand, meteen aanzien- lyk gevolg, in Anifterdam. De Hoofddeelge-* nooten der Westindifche Maatfchappye hadderi een fmeekfchrift ontworpen aan den Prinfe* ■waarin zy. verklaarende, meest allen, de oude Hervormde Leertebelyden, verzogten,datde-» zelve gehandhaafd, en de verbooden'byeenkotrH ften
f/ Rrief vsn Reiüerib. in K RnANDTLëv. van.H dcGroöt W.2rtï*
(g rop'C van «Ieflwjifstoij enz gedrukt 162U. bl. 3, 5* (A") \'/\n di'n Santip. X. Ilnik, bl. 134. \l) Copie als boycti. IH. Si |
||||
XLI. Boek. HISTORIE. 79
|
|||||
ften geweerd werden(k). Zyne Doorlugtigheid i6a$*
hoorde ook de klagten der andere ingezetenen, ——■» en de Verdediging der Wethouderen (7), en ftilde de beroerte „ den ingezetenen verzeke- j, rende, dat de Godsdienst gehandhaafd, ende „ Remonftrantfche Vergaderingen geweerd y, zouden worden, mids hunne verzoekschriften n en tekeningen „ terftond, vernietigd werden }, (m)" Immers, dus vind ik de voorwaarden der bevrediging tusfchen de Regeering en Bur- gerye ter nedergefteld,in de Rejblutien der Staa- ten van Holland, 't Gevolg heeft egter geleerd, dat zy, of anders begreepen, of kwalyk gehou- den zyn. Ook geeven fommigen te verftaan, dat de Prins zig gunstiger voor de Wethouders zou verklaard hebben, om dat deezen hem, door ry- kelykebewilligihgen in de oorlogslasten, en in alles, wat zyn gezag dcedtryzen, zogten te be- haagen («). Wat hiervan zyn moge; deRegee- 't Getal tingvermeerderde, na 'sPrinfenvertrek, 'tge- ^r tal haarer Waardgelderen, en deedt 'er eenige ?eJdere"Ä Wagthurzen voor ftigten, te gelyk, nu ofte voo- aldaar ren, een vendel, op welk zy,dagt men, zigniet vermeed genoeg meende te können verlaaten, ter Stad uit derd' doende fchikken (0): al 't welk de Remonftran- ten dermaate ftyfde, datzy onbefchroomder by- eenk warnen. Somm ige Amfterd am mers vervoeg- den zig, hierop, in Wintermaand, aan de Ver- gadering der Staaten van Holland- Doch de af- (k~) Copie els hoven lt. tl,
f/) Aitzbma f- Detl. hl. 702, 703. lm Refol. Uoil. 14 April l6»8. bL 75. Van den Sanijb X.
Hoek. hl. ISS. f») AlTZEMA I. Dctl, hl. 703.
f °) Verft, van de Armin. Factie etc'r, 1628. Hoofts Brit*
ven N. iö5. il. 134. . |
|||||
2o VADERLANDSCHE XLI.Boek;
1628. gevaardigden der Regeeringe bragten te we-
■------• ge, dat hun gehoor geweigerd werdt. AUeen-
lyk, liet men hun toe, hunne bezwaarnisfen in
gefchrifte te ftellen, en in te leveren; gelyk ge- fchiedde. Zy klaagden, inzonderheid, over 't vermeerderen der Waardgelderen, die zy ver- zogten dat wederom op het oude getal mogten gebragt worden. Hun ftneekfchrift werdt der Regeeringe van de Stad in handen gefteld ;die, of bedugt, dat men haar tot het verminderen der Waardgelderen dringen zou, of oordeelen- de, met de aangenomen'Waardgelders zelven, nog niet genoeg beholpen te zullen zyn, den Prins bewoog, om haar, op de bedektftewyze, De Prins eenige vendelen knegten toe te fchikken. Hy zendt zondt, hierop, vier vendelen van Brederode , vendeten van Lok eren, van Hartaing en van Beverwaard , in de naar Amfterdam, die'er, op den negentienden Stad. van Wintermaand, kwamen (p'), en reeds in de Stad waren, eer 'er iemant van wist. Doch van het oogmerk hunner komste werdt der Gemeen - te de weet gedaan, door eene bekendmaaking van deezen inhoud: Alfoo door de machinatie van verfcheiden on-
ruitige Perfoonen ontßaen ßm feeckere misver- flanden ende diffidentien, waer door apparen- telyck eenige tumulte, oproer, jae bloedfiortin- geßondt te verwachten. hebben de Heeren Bur- gemeesters en de Vroetfchappe defer Stede raet- faem ghevonden eenighe Compagnien binnen de- fer voorsz. Stede (met believen ende goevinden van myn Heere den Prince van Orangien} te doen logeeren : alleen daer toe fireckende , om de voorsz. fwarigheden voor te komen en- de (p '1 Refol. Ilnll. 8, i», 13, iy, 2» Deccmi. 16.28. W. 210,
2111 213, 214, 223, 224. |
||||
XLl. Bokfc. HISTORIE. 8t
êe defe Stede ende ghemeynte van dien in haereou- itfa8.
de gerustheydt ende fleur te brenghen; waer van de voornoemde Heeren mitsdien goetgevonden heb*
ben de goede ghemeynte te verwittighen, endeden' [elven van haere goede ende rechte intentie in de- fen, notificerende, by defen f infiniteren, dat het inneèmen van de voorsz. Compagnien alleen is ftr eckende, ten fine als voor en, ende dat zy daar- mede niet anders voor en hebben als d'onderhou- dinghe ende voorfiandt van de vare Christelykc Gereformeerde Religie foo die hier publykelyk ge- leert wort, beneffens de rust ende welfiand defer Stede (f). De nieuwe bezetting deedt, eerlang, merke- Verand»*
ïyken dienst, in 't {lillen van eenen oproer * om- ^' trent het Westindisch Huis , Verwekt door \ gevoigtï. Bootsvolk, welk de Zilvervloot hadt helpen win- nen, en meerder buitgeld begeerde, dan hun toe- gelegd was (V). Van haare inlegering in Am- sterdam kreegen de Staaten van Holland haast kennis, door den R.aadpenfionarïsDuik, uit den naam van den Prinfe: waarop zy, terftond, be- flooten, den Amfterdamfchen Burgeren de inga- leverde fchriften, ongelezen, te rug te geeven, en hen te wyzen aan de Wethouderfchap hunner Stad, met vermaaning van zig, voortaan, als ge- hoorzaame ingezetenen, te gedraagen. Den af- gevaardigden uit de Regeering werdt verzogt geen naauw onderzoek te willen doen op het voorgevallene: 't welk zy aannamen gunftelyk te zullen overdraagen ($). Maar de Wethouder- fchap hieldt zig zo zeer gehoond, doordevoor- naam-
C?) Refol. Holl. ao Dit. ifc8. hl. 225. •£« óok Aitzema I,
Deel. bl. 703. CO Van dun Sande X. h'Jtk, H. 137. (■f 1 Refill. Holl. 20 Dciemh, 1628. M. ga,}» 225. XI. Deel. F
|
||||
8* VADERLANDSCHE XLL Boek.
1629. naamfte tekenaars en inleveraars van het Ver-
—— zoekfchrift aan de Staaten, dat zy eenigen der zelven ter Stad uit bande (V). Aan Doktor Kar el Leenaards werdt, voor zyn leeven, de Stadt ont- zeid: Jan Willemszoon Bogaard, Oud Schepen, verweezen in eene boete van tweeduizend gul- dens. Ook moest hy, met ontdekten hoofde, God en 't Geregt om vergiffenis bidden, of,by weigeringe hiervan, voor twee jaaren, de Stad ruimen. Bieter van Goetthem. Korporaal onder het Burgervendel van Jan Klaaszoon Vlooswyk, en Albert Hermanszoon Dingßee, Nestelmaaker, werden, voor zes jaaren, gebannen. Pieter Har- ke , Koopman, moest eene boete van driehonderd guldens betaalen, en God en 't Geregt om vergif- fenis bidden: of, zo hy dit laatfte weigerde, zou hy ontpoorterd, en voor twee jaaren gebannen worden. Den overigen werdt, volgens aanbevee- linge der Staaten, uitwisfching van misdaad ver- Beden- gund («). De rust was egter, hiermede, nog niet kingen, herfteld in de Stad. Sommigen begondeti, by op den monde en gefchrifte, te dry ven, datdegewoone Schwt- Schutters eed, vorderende het befchermen der te Am Ingezetenen, tegen Spanjaards, misnoegden en öfirdam. derzelver aanhangers, hen verbondt, tegen de Remonftranten te arbeiden (V): waarop, van der Remonftranten zyde, een fcherp antwoord in 't licht kwam (w). Maar anderen hadden zig, reeds te vooren, met eenige vraagen, betrekke- lyk op deezen eed, vervoegd by de Leidfche Hoogefchoole, en by de Afgevaardigden der Zuid-
(O Van den Sandf. X. Hoek. hl. igt.
(k) Excr. uit hu Juflititbock van Amllclied.iniine 17 en 31 January 1629. O) Schutters Kronn en Echo op Ucn Eed. enz, gedr. 162&» C wj Hamans Loon enz. geUr, 1628t |
||||
XLI.Boek. HISTORIE. 83
|
|||||
Zuid- en Noordhollandfche Sinoden (ff), die 'er njap.'
zulk een antwoord op gaven, dat 'er de Wethou ------*
derfchap zeer kwalyk in genoegd was. Zy had-
den onder anderen geoordeeld „ dat een fchut- 0 ter niet gehouden was, eenen eed te doen, zo M bewimpeld ingefteld, dat hy, uit kragte van n denzelven, zou können verpligt worden, de n wapenen te voeren, of iet anders te doen, ten „ nadeele der Hervormde Leere, of ten voor- „ deele van de vyanden dier Leere; dat hy ook ,j niet tot Hoofdman of Kapitein moge ftem- ?> men eenen, dien hy wist te zyn een gezwoo- n ren vyand der waare Hervormde Leere, noch n eed doen, om hem te volgen en te gehoorzaa- „ men, al werdt hy 'er zelfs om ontpoorterd (7)." Doch Burgemeesteren en Raaden vanAmfter- dam deeden eene openlyke waarfchuwing te- gen dit Antwoord, en bevalen allen fchutteren hunnen eed te vernieuwen, te gelyk verklaaren- de, dat die eed infloot „ het handhaaven der Pri- w vilegien, onder de byzondere Kapiteinen, en n het befchermen der burgeren en inwooneren, „ tegen allen geweld en overlast (2)." Dit ge- fchiedde, in Sprokkelmaand des jaars 1620. De Hevi«- gemoeden bleeven egter, het gantfchejaar, nog heid van onrustig. Ter gelegenheid van de vernieuwin- ^"„j ge des eeds, of al te vooren, waren eenige bur- smout. gers ontfehutterd, 't welk merkelykmisnoegen, by anderen, verwekt hadt. Eenige Predikanten voedden de tweedragt. Smout voer vinnig uit van den predikftoel, tegen 't beleid der Wet- houderfchap , en fchroomde niet, ontbooden voor
(z) Refol. Holl. 3 Maart 1626. hl. al.
fy) Zk de Confultntie by Aitzema I. Deel, il. 806.
(*3 Zit Aitzema I. Otet, il. «&8.
Fa
|
|||||
84 VADERLANDSCHE XLLBöek«
|
|||||
c<faft. voor Burgemeesteren, zyn zeggen ftaande te'
•■------- houden, de Heeren aanmerkende „ als beroer-
j, ders van lfrael, die, met Rehabeam, den raad
„ der ouden, waardoor hy Burgemeester Pauw „ en de zynen zeideteverftaan, veragt hadden." Zo grof maakte hy 't eindelyk, dat hem, op den. zevenden van Louwmaand des jaarsi630, ge- last werdt, des anderendaags, voor Zonnenon- Hy en dergang, de Stad te ruimen. Ook werdt de Pre- Kloppen- dikznt Kloppenburg, daarna, uit Amfterdam ge- b»rs zet. Smout werdt, federt, nergens heroepen. te°s'ad ^och Kloppenburg, eenen tyd lang te Leiden uitpezet. gewoond hebbende, bekwam het Hoogleeraar- Moeite ,* ampt te Franeker (a). Ondertusfchen, viel 'er,ter hieruit Vergaderinge van Holland, veel te doen, over «ereezen. 't beilegten derKerkelyke gefchillen, te Amfter- dam. De Regeering fprak van zig te willen die- nen van 't regt, welk zy hadt, om zitting te nee- men in den Kerkenraad: waarin de Predikanten luttel behaagen hadden. Verfcheiden' Leden der Staaten ftelden de Regeering van Amfter- dam in 't ongelyk. Men begon te fpreeken van 't uitfchryven eener Provinciaale Sinode; die egter, nadat 'er zyne Doorlugtigheid en de bei- de Geregtshoven op gehoord waren, agterbleef. Ook vertoonde Burgemeester Bikker den Prinfe, den Gemagtigden der twee Raaden, en den Ge« magtigden der Staaten, in eene rede, die over 't uur duurde, zo klaar, in welker wyze, Smout zig, zo tegen de hooge Overheid, als tegen de Bondeenooten, met ergerlyke, verwaande en haatelyke redenen, verloopen hadt (b), dat de meesten gunftiger begoiiden te gevoelen van 't ge-
OO AiTZEMA I. Deel, hl. 1019-102$.
l>) Hoofts Brieven N. aoó. t{. 164, |
|||||
XLLBoek, HISTORIE. 85
gedrag der Regeeringe van Amfterdam. Prins tg*p:
Fredrik Henrik, die, omtrent deezen tyd, zeke---------
ren Heer, uit wiens mond dit verhaald wordt
(V), een affchrift hadt afgevorderd van een Pla- kaat van Hertoge Filips van Bourgondie, ver- biedende zelfs de naamen van Hoeksch en Kab- beljaauwsch (4), vondt niet vreemd, dat men , volgens eenen voórflag van Dordrecht, de ge- fchillen liete af handelen, door vier Raaden uit de beide Geregtshoven en vyf Kerkelyken, twee Profesforen en drie Predikanten. Doch de Ker- kelyken , de zaak voor Kerkelyk houdende, maakten zwaarigheid, om, daarover, met ande- ren dan met Kerkelyken te zitten. Amfterdam en andere Leden der hooge Regeeringe hielden ze, daarentegen, voor louter politiek. De meerderheid fcheen 't egter niet eens, met Amfterdam (e'). Doch de Penfionaris Kats, die'tAmptvanRaad- penfionaris, by voorraad, waarnam, zynde Duik, onlangs, overleeden, maakte zwaarigheid, om, in dit ftuk, met de meerderheid, te befluiten (f). De Gemagtigden der Noordhollandfche Sinode deeden, in Slagtmaand, eenen voórflag, om de gefchillen in der minne af te doen. Doch hy behaagde niet. Eindelyk, werdt de zaak, door Uitbraak de Staaten, gefteld aan de uitfpraak van den van den Prinfe (g), die, eerlang, verklaarde „dat de Pfinf& j, Wethouders van Amfterdam, voor den tyd „ van een jaar, zouden nalaaten gebruik te maa- j, ken van hun regt, om in den Kenkenraad zit- ting £c) fiv Hoopt, ter aangehaalder plaatje.
< <i) Zie IV. Deel, il. 13. O) Rcfol. Holl. 19 Jan. t, 2, 14, 37Maart, so/lpril a, 3,
15 Mty 1630. il. 12, 29, 31, 42, 52, öo, ö», «3, 75. C// Refol. Holl. ti Juny 1630. U. 91. (f) Refol, Holl. at Nay. ia TXec. 1630. lil. 143» 164, F 3
|
||||
8ó VADERLANDSCHE XLI.Bouk.
MfisQ, „ ting te neemen, en dat Smout zyne wedde als
-------„ Predikant zou bly ven genieten, en alomme be-
„ roepelyk zyn; doch niet in Amfterdam ko-
De Ker- 5J men." De Wethouders namen in deeze uit- kelyken ipraak genoegen; doch niet de Sinode. Zy be- "eemer,n geerde Smout te houden voor Predikant van ecnos^ Amfterdam , fchoon zytoeftondt, dathyzigvry- gen in. williglyk buiten de Stad zou onthouden. Ook begreep zy, dat de Wethouders uit den Kerken- raad behoorden te bly ven, tot dat zyne Doorlug- tigheid, de Heeren Staaten en de Sinode, des- wege , nader zouden zyn overeengekomen. De Gernagtigden van Amfterdam, hierop, verklaard hebbende, met het neemen van zitting in den Kerkenraad te zullen voortvaaren, en de Sinode niet te hebben gekend, noch te zullen kennen, ondernam de Sinode, 't gefchil, naar haare mee- ning , te beflisfen. Doch de Gemagtigden van Amfterdam deeden een fcherp Protest tegen de uitfpraak der Sinode, diezig, zeide men, niet ontzien hadt, aan te gaan tegen de verklaaring zyner Doorlugtigheid (//). Ook hieldt men zig, te Amfterdam, aan deeze verklaaring, zonder zig, aan het befluit der Sinode, iet te laaten gelegen zyn (*')• Doch my isnietgebleeken, dat men'er voor 't jaar 16 j a, zitting genomen hebbe, in den Kerkenraad;wel,dat Smout zyne Predikants-wed- de, niet zonder moeite, bekomen heeft (k). De Stad raakte, egter, door den tyd, in rust De Wethouderschap handhaafde haar gezag, door de bezetting, welke geheellyk afhing vandenPrin- fe,
C*) Refol. Ho!). 21 Die 1630. l/l. 174. 23, 37, 28 Blaart 1,
« //-«7 1631. lil. 39. 43, 53. (ij Refol. IIoll. 163t. hl f58. (*j ttufoi. Heil. 27 July 1640. */. 160. |
||||
XLLBoek. HISTORIE. 87
|
|||||
fe, die haar genegen bleef (4). Midlerwyl, ver- 1529.
wierven de Remonltranten, hier, zo veele vry- •-------■
heid, dat men hun toeliet, in den jaare 1630, De Re-
eene nette Kerk te Itigten. De beroemde Digter, roeriftrin. Joost van den Vondel, die, ten deezen tyde J*" e'^ bloeide, vereerde deeze ftigting, met een fraai Kerk, te vers (/), welk, gedrukt onder eene afbeelding Amfler- van 't gebouw, openlyk, te koop gehangen werdt: dam* doch de Wethouders, niet willende, dat men met hunne goedheid zou pronken, Hetende prent en 't gedigt ophaalen, en de koperen plaat zelve op 't Stadhuis brengen, daar ze, eenige jaaren,, leg- gen bleef, tot dat men ze, na't verzagten der ty- den, den eigenaar wederom volgen liet Cm). Zo Ookeene ver ging deeze verzagting, dat men, eerlang, Kwcek- gedoogde, dat de Remonltranten eene Kweek- fcho01« fchool opregtten in Amlterdam, alwaar de God- geleerdheid , en daarna ook andere weetenfchap- pen, naar hunne begrippen, onderweezen wer- den. Simon Episkopius, die voorheen Profes- for te Leiden geweest, en, na 't veroordeelen der Remonltranten, ten Lande uit, gebannen was, heeft, van 't jaar 1634 af, tot zynen dood, die in 't jaar 1643 voorviel, toe, in deeze Kweek- fchool, lesfen gegeven («). In den Haage, ge- noo-
(/) Vondel* Poëzy ir. Deel, hl. 546.
fm) Vonuels Leven *'• 31
(«3 P' A. LiMBoitcH Vita Epiicopii p. 313, 316.
(4) Ik bedien my, hier, byna van de woorden de»
Drosfaards Hooft, die de gelegenheid van Amfterdnm, ten deezen tyde, met een Itaatkundig oog, befchouwd heeft: en, in eenen Brief aan den Raadsheer Reigers- bergen , dus fchryft: Cum quodcunque bic auäorittitis est in magiflratu, id omne niti feie prafidio militari videa- tur, at que boe, ut par est, ex Imperatere pendeat &C> Zie HooFTs Brieven N. 253. bl. 209. F4
|
|||||
38 VADERLANDSCHE XLI.Boek,
|
|||||||
162p. nooten de Remonftranten ook langs hoe meer
■------- vryheid. Uitenbogaard hadt, reeds in den aan-
Uitenbo- vang des jaars 1627, by fmeekfchrift, ter alge-
o^dfkt meene Staatsvergaderinge, verzogt, zig te mo- toden ' £en zuiveren van 't gene hem, by Sententie, te "Haage. last gelegd was. Doch zyn verzoek was afge- flaagen. Men verftondt, dat de Staat van 't Land nog niet gehengde, dat men de billykheid van 't geweezene in 't jaar 16 kj in twyfel trok. E- vcnwel verkeerde hy, federt, langs hoeopenly- ker, in den Haage, en heeft 'er, tot in 't jaar 1644, wanneer hy overleedt, verfcheiden' rei- zen gepredikt (0). Doch in andere Steden, met naame te Leiden, daar de Hooge Schoole was. (ƒ>), en te Haarlem, leedt het nog ettelyke jaa- . ren, eer de Remonftranten ongeftuord vergade- ren rnogten. Ook liep het, in andere Gewesten, vooral in Overysfel, nog lang aan, eer men hunne byeenkomften toeliet. Allengskens zyn zy egter aan meerder vryheid geraakt. De Si- noden , befpenrende, dat de tegenwoordige Re- geering geenen wil hadt, om de Remonftranten. verder te vervolgen, lieten, door den tyd, af van klaagen over Arminiaanfihe floutigheden, en bepaalden zig, aan het waarneemen van het ge- drag der Roomschgezinden, welken men ook meerder vryheid gebruiken liet, die, na 't ein- digen van den oorlog, in den jaare 1648, nog rnerkelyk toenam. Doorhig- 't Gebeurde te Amfterdam heeft ons, eenen tige geruimen tyd, opgehouden. Doch wy zyn 'er Amto-te te uitvoeriger over geweest, om dat men 'er, On-
|
|||||||
Co) Uvtenbog. Lcv. en Vcrantw. £«ƒ/. XVIII. en XIX. AiTza*
MA I. Deel, il. 1071). Cf) Zie Aitzema I. Heel, il. ?oj. |
|||||||
HISTORIE. 89
|
|||||||
XLI. Boek.
|
|||||||
onzes weetens, nergens, een naauwkeurig ver- tgi9,
haal van vindt. Wy können 'er niet affcheiden, -------■
zonder nog, met een enkel woord, te melden, dam op-
dat het verlchil in deeze Stad tusfchen de Re- 8«egt geering en fommige Kerkelyken, die 't met de Hoogleeraars der Hooge Schoole te Leiden eens waren, gelegenheid gegeven heeft, tot het opregten eener Doorlugtige Schoole te Amfter- dam, in den jaare 1631. De Regeering deezer Stad, misnoegd op de Leidfche Hoogleeraars, onder anderen ook, over het antwoord op de vraagen eeniger Amfterdammeren, noopens het ftuk van den Burgereed, fchynen, ter deezer oor- zaake, gelegenheid gezogt te hebben, om zulke jongelingen, die zig tot den dienst van Land of Kerk bekwaam wilden maaken, nader by huis, te doen onderwyzen: waarna zy maar weinig tyds op de Hooge Schoole zouden behoeven te zyn, om bevorderd te können worden. De Stad Leiden kantte zig, in 't eerst, zeer tegen 't op- regten deezer Doorlugtige Schoole, tot zó verre zelfs, dat zy weigerde in de gemeene lasten te bewilligen, zo de School opgeregt werdt. Doch die van Amfterdatn weezen aan, dat zy niets voorhadden, welk, naar reden, zou können geagt worden te fttyden met de Privilegien van 's Linds Hooge Schoole, te Leiden (jf). Men ging dan voort met het werk, en verkoor Gerardus Joannes Vosfius (5) en Kaspar Barlaeus tot eerfte Profes- foren,
(?) Refol. Holl. 8, 18 April 1631. N. 62, 73.
(5) Vosfius, fehoon, zo wel als Barlauis, in't jaar
l<?io, van zyn ampt in de Leidfche Hoogefchoole ver- daten , was nogtans, federt, zo verre wederom in gunst geraakt, dat hein, onlangs, voor de opdragt van zyne fpflitutioncs, en ter zaake van worige dienflen, door 's f 5 Lands |
|||||||
po VADERLANDSCHE XLI.Boek*
foren, Vosfius in de Historien, en Barlaeus in de
Welfpreekendheid. De Remonflranten te Am- fterdara waren zeer in hunnen fchik met deeze keuze, alzo zy oordeelden, dat beide deeze man- nen, die zig, door veele geleerdelchriften, be- roemd gemaakt hebben, hun niet ongenegen wa- ren. Ouk beflooten ze hunne jeugd, tot den predikdienst gefchikt, de lesfen deezer Profes- foren te laaten bywoonen (r). Doch 't wordt meer dan tyd, dat wy, na deezen buitentred, tot het verhaal der genieene Staats- en üorlogs- zaaken wederkeeren. . De geldmiddelen des Konings van Spanje mer-
kelyk befnoeid zynde, door het veroveren der Zilvervloote, oordeelde Prins Fredrik Henrik, dat het nu wederom tyd was, om aanvallender- wyze re oorloogen. Hy drong dan, in 't begin des jaars i 629, zeer op vermeerdering der troe- pen. Doch veele Leden van Holland maakten zwaarigheid, om hierin te bewilligen (V). Som- migen waren gefield, op 't ipaaren van 's Lands middelen. Anderen werden flaauw gemaakt, door eenen heimelyken handel van Beftand, on- langs aangevangen, en wederom anderen weder- ftreefden denPrinfe, om dat hy, huns oordeels, te zeer tot gemaatigdheid omtrent de Remon- stranten neigde. De algemeene Staaten zonden eenigen uit hunne Vergaderinge af, om de Staa- ten van Holland over te haaien (V) : en men be- floot, hier, eindelyk, den Prins en de Gekom- mit-
fr) P. A LiMiiriRcii Vita Eniscopiip. JtJ.
Cs ) Relol. Holl 16, 20, 52 ftht, 1629. hl. 6, S, 9, 10.
(t) Refol. Holl. 1 Maart 1629.H. 17. AiretM/il.Oeel, bl.854.
Lands Staaten, zeshonderd guldens vereerd werden. Ä*-
Jol. Holl. 30 Apri! 1630. bl. óo. |
||||
XLI.Eoek. HISTORIE. 91
mitteerde Raaden te magtigen, omdevoorge- ks-?.
flaagen' ligting, by voorraad, te doen («): waar----'■-----
in Haarlem, Schoonhoven, Edam en Enkhui-
zen, die 'er de meeste zwaarigheid tegen ge- maakt hadden, ook bewilligden. Doch Enkhui- zen deedt zulks alleen op 't behaagen der*mees- * Pnnci. teren (V). De Prins verzuimde niet, alles te be- Paalen> zorgen, wat tot eenen vroegen veldtogt ver- eischt werdt. Het Leger der Staaten trok, om- trent Arnhem, byeen: werwaards ook zyne Door- lugtigheid zig begaf, op den vierentwintigften van Grasmaand (V). Zyn oogmerk was 's Her- Oogmerk togenbosch te belegeren, en hy beloofde zig ee- ^a" [',in- nen goeden uitflag van deeze onderneeming, om h^J vier voornaame redenen, 't groot geldgebrek in Spanje; 't afzyn van Spinola, diederwaardsver- reisd was; de kryg tegen den Koning van Deene- marke, die 's Keizers troepen verhinderen moest, herwaards te komen; en de togt des Konings van Frankryk naar Cafal, die Filips den IV. de handen vol werks 1'cheen te zullen geeven. De uitkomst leerde nogtans, hoe ydel alle deeze rede- nen waren. De Spaanlche Nederlanden bragten zo veel op, dat de Infante zig in ftaat bevondt, om een Leger te velde te brengen. Graaf Hen- rik van den Berge vervulde de plaats van Spino- la. De Keizer floot de vrede met den Koning van Deenemarke, en zondt een magtig Leger naar de Vereenigde Gewesten. Lodewyk de XIII, 't beleg van Cafal hebbende doen op- breeken, keerde naar Frankryk te rug, zonder dat het, tusfchen hem en Filips, tot eene vrede- brcuk
C«) Re(o!. Tïoll. a Hfaart ,lGi<). hl. 10.
(y) llefol. Holl. 21 Maart .tfiiö. il. 47. (.VJ AlTZEMA I. üccl, tl 8.-,s.
|
||||
9z VADERLANDSCHE XLI.Boëic;
i5s9. breuk kwam (ar), 't Beleg van 's Hertogenbosch
--------Haagde nogtans gelukkiglyk; doch om gantsch
andere redenen, dan men verwagt hadt.
Hy De Prins, om den vyand in onzekerheid te brengt houden van zynen toeleg, hadt den Graaf var»
dt'and in Styrum naar Lingen, den Kolonel Pinfen naar onz"- Wezel, en den Luitenant-Generaal Stakenbroek kerheid. naar 's Hertogenbosch gezonden, om de gele- genheid deezer drie Steden te bezigtigen : en op 't verflag, welk zy 'er hem van deeden, aan elk hunner verklaard, gezind te zyn, de Plaats, die> ieder bezogt hadt, aan te tasten. Niemant, zelfs niet de meeste Leden der hooge Regeeringe wis- ten , op welke Plaats hy 't oog hadt (y). Op den agtentwintigften, monüerde hy het Leger op do Mookerheide, werwaards hy 't hadt doen optrek- ken. Het beftondt uit tweehonderdvierenveer- tig vendelen, of omtrent vierentwintigduizend knegten, en zestien kornetten, of omtrent vier- duizend paarden. Des anderendaags, toog het gros van dit Leger, by Graave, over de Maaze , terwyl Stakenbroek, met de meeste Ruitery, ' H vooruit gezonden werdt, om 's Hertogenboscb »rUbosehte berennen. Pinfen bleef, met twee-entwintig berend, vendelen knegten, eenigentyd, by Schenken- fchans; doch kwam, daarna, ook voor 's Herto- genbosch. De Graaf van den Berge, die tusfchea den Ryn en de Maaze lag, in den waan zynde, dat Fredrik Henrik iet op Wezel voorhadt, hadt zyn Leger derwaards doen trekken. Doch op de tyding, dat de onzen zig op de Mookerheide hadden nedergeflaagen, toog hy naar Venlo en. Roermonde. En nadat hy verftaan hadt, dat de Staat-
CO Memoir. de Fred. Henri p. 52, ES,
U) Van uen Sanub X. liuck, W. 13Ï. |
||||
XLLBoék. HISTORIE. 93
|
|||||
Staatfche benden, by Graave, over deMaaze ifoy.
getrokken waren, poogde hy Maastricht te dek- -----—
ken: tot dat hy, eindelyk, in't zeker, berigt
tverdt, dat men 't op geene van alle deeze Ste- den, maar op 's Hertogenbosch, gemunt hadt. Sterk van gelegenheid was deeze Stad, en daar- enboven van verfcheiden' goede Vestingwerken voorzien» Men hadt 'er overvloedigen voorraad Van mond en oorloge binnen gebragt. De bezet-* ting, die drieduizend knegten en vier kornetten paarden fterk was, ftondt onder bevel van den Heere van Grobbendonk, een' ervaaren krygs- man. De Prins van Oranje verfchanfte zig, ter- ftond, op de bekwaamde plaatfen, alwaar nog« tans, hier en daar, tot vier voeten, water ftondt; 't welk den arbeid moeilyk maakte. In drie wee- ken, was alles voltrokken. Toen deedt de Prins Opening een' aanvang maaken, met delven der Loopgraa- J*er ven, tegen de Schanfen S. lzabelle en S. Antoni, Z^J,, van welken men zig meester maaken moest, eer men de Stad, van deezen kant, kon aantasten. Te gelyk, naderde men de Stad, tegen over de Hinthemer Poort, met delven. De belegerden deeden, nu en dan, uitvallen om den arbeid te hinderen. Dochhy werdt,desonaangezien, met tamelyken fpoed, voortgezet. In Zomermaand, Beweis begaf zig de Graaf van den Berge, aan 't hoofd S,ngen van 't Spaanfche Leger, op weg, tot ontzet der JXgw Stad. Hy floeg zig, by Turnhout, neder, daar hy v»n den 't Krygsvolk monfterde: welk men vindt, dertig- Berge. duizend knegten en zeventig kornetten paarden fterk geweest te zyn. Wat laater, legerde hy zig te Sprang, daar hy nog eenig volk ontving, uit Breda. Fredrik Henrik, onvermoeid in 't voort- Yver v«i» zetten der belegeringe, wist zig van het water Pdnlc van
|
|||||
94 VADERLANDS CHE XLI.Boek.
|
|||||||
1629. van de Dommel en de Aa te bedienen, tot ver-
fterking zyner Legerfteden, met eene dubbele |
|||||||
Fredrik graft, die in drie weeleen voltrokken werdt. De
Graaf van den Berge hem, midlerwyl, digter genaderd zynde, deedt hy, tegen alle onver- hoedfche aanvallen, op veele plaatfen, fterke wagten leggen, die hy, in perfoon, ook des nagts, ging bezoeken, en tot wakkerheid aanmoedigde. 't Werk der loopgraaven zette hy ook vlytiglyk voort, niet zonder zig, van tyd tottyd, in mer- kelyk gevaar te begeeven : waartegen hy, door de algemeene Staaten, fchriftelyk, gewaarfchuwd werdt (z). De Graaf van den Berge deedt ver- fcheiden' aanvallen op het Leger der Staaten, doch werdt, geduuriglyk, afgeweezen. Daarna, zig te Boxtel hebbende nedergeflaagen, brak hy, onverhoeds, op, met zyn Leger, den weg nee- mende naar Graave, als hadt hy voorgehad, dee- ze Stad te belegeren, en Fredrik Henrik, hier- Twee door' af te trekken van 's Hertogenbosch. Doch
fchanfen men voer voort met het beleg deezer Stad, en gewon- maakte zig, eerlang, meester van de fchanfen I- uen. zabelle en Antoni: waarna men zig gereed maak- te , om de Stad, ook van deezen kant, te nade- ren ; 't welk egter langzaam toeging (a). De Trins ^e Prins» fchoon ten hoogften ingenomen met draagt net beleS van 's Hertogenbosch, hieldt nogtans. zorg voor een waakend oog, op de beweegingen des vyand- denYsfei lyken Legers. De Kolonel Parik, arrlahg3 gezon- ^ te den om den Ysfel te befchermen, kreeg bevel, om zig in Graave te werpen, terwyl de Graaf van Styrum, met vyftig vendelen knegten en twin- tig kornetten paarden, naar den Waal- en Ysfel- kant
f 2) AfTzEMA r. Deel, hl «ro.
ta) Mcmoir. de Freder. Henri, pt 54-02.
|
|||||||
XLI.Boek. HISTORIE. 95
|
|||||||
kant gefchikt werdt. Doch de Graaf van den 1629.
Berge dagt niet om Graave. Lukas Kairo, Bevel |
|||||||
hebber van Lingen, hadt zig, niet tweeduizend üevyand
man, by Goch gelegerd. Vanhier, zondt hem ^erze" de Graaf van den Berge in alleryl naar den Ys- „,"4$' fel, dien hy, even bovenYsfeloord, overtrok, overtogt zonder eenigen tegenftand van belang te ont 07er den moeten. DeStaaten van Gelderland, onverhoeds Ysfel.. overvallen wordende door den vyand, hadden verzuimd de vereischte orde te ftellen, en de Graaf van Styrum was nog te Niouwmegen, toen hem berigt werdt, dat de vyand den Ysfel over- getrokken was. De Graaf van den Berge» die, by Mook over de Maaze gctoogen zynde,zigte Kraanenburg nedergeflaagen h;.dt, kreeg hier tyding, dat Kairo, gelukkiglyk, over den Ysfel geraakt was. Terftond breekt hy toen op, fpoedt zig naar Wezel, trekt daar over den Ryn, en rukt, zo fchielyk, den ftroom langs, beneden- waards, dat hy zig, den agtetitwintigften van Hooimaand, bevondt aan den Ysfel, tegen over de plaats, daar Kairo zig reeds verfchanst hadr. De Graaf van Styrum hadt, eenige dagen te voo- jren, Kairo zoeken te verdry ven uit zyn voordeel; doch hy was, met merkelyk verlies, afgeweezen, en genoodzaakt geworden, te keeren naar Arn- hem, vanwaar hy gekomen was (£). De tyding van 's vyands overtogt over den Degrens«
Ysfel veroorzaakte groote bekommering, in de fteden Vereenigde Gewesten, in 't Leger voor 's Her- worden toger.bosch, en in denPrinfezelv'. Hywist,dac y°"rzi?i? de Plaatfen langs den Ysfel onvoorzien waren van volk en krygsbehoeften, en vondt zig inge- wik-
O) Memoir. de Frcdcr. Henri p. 82-87. Van den Sandk \.
|
|||||||
96 VADERLANDSCHE XLT. Bóèk,
wikkeld in een zwaar beleg, waaruit hy niet veel
volk of gefchut misfen kon (V). Men riedt hem wel, 'c beleg op te breeken ; doch hy verklaar* de, liever te willenßerven, dan eenhelegverlaa- ten, welk reeds zo veel gekost hadt, en waarvan ds eer van den Staat en de zyne afhing. Hy befloot dan, 'tbeleg voort te zetten, en Graaf Ernst Kafi- mir, met vyfenvyftig vendelen knegten en veer- tien kornetten paarden, af te zenden, om Does- burg, Zutfen,De venter en Zwol van volk te voor- zien. Ook droegen de Staaten van Gelderland * Utrecht en Overysfel,op zyne aanfchry ving,zorg, dat de boeren zig, met hun vee en koorn, naaf de naaste Steden begaven, en 't gene zy niet me- devoeren konden verdierven; om dus den vyand, zo hy dieper in 't Land wilde, door gebrek, tot den hertogt, te noodzaaken, alzo hem de voor- raad , niet dan van Wezel, en onder fterk gelei- de , zou können nagezonden worden. Voorts, beflooten de algemeene Staaten, zonder uitftel, eenige troepen aan te neemen, die in Deenfchen dienst waren geweest. De Kolonel Morgan was ook te rug gekeerd. Zyn meeste volk werdt ge- plaatst, in Zwol en Deventer; hy zelf, binnen Naarden (i). Wyders, nam men drie regemen- ten aan, die voor den Koning van Zweeden ge- worven waren, en, insgelyks, in deOverysfel- fche Steden, gelegd werden. De Stad Utrecht werdt bezet met duizend man, geligt voor de Westïndifche Maatfchappye. 't Land tusfchen U- trecht en de Vaart, en tusfchen Utrecht en Mui- den werdt onder water gezet (e). In Wagenin- gen f e) Itefbl. Holl. ifao. W. 77.
<ld) Ilel'ol. Holl. 14, 16 Aug. ifaQ. tl. 144, 149. f.»; Itcf.J. Hol). 14,17,21 >f\Aug. iiScpt. 1620.J/.144,15^ »Bï.'öj 1 ip j »85« Hoorn Brieven iV. 170,1%$. tl. 143 > 146. |
||||
XLI. Boek. HISTORIE. 97
|
|||||
gen en Harderwyk, werdt ook eenig volk ge- ifap.
kgd. Graaf Ernst bleef binnen Arnhem. In - deezen ftaat, befloot men af te wagten, wat de vyand otiderneemen zou (ƒ). < De Graaf van den Berge bleef, langer niet dan XXIV.
drie dagen, aan de overzyde van den Ysfel. Op Inv*iin den eenendertigden van Hooimaand, trok hy, * ** met een deel zyns Legers, langs de fchipbrug, over den ftroom, floeg zig neder te Dieren, tegen over Doesburg, nam eene fchans in, tusfchen deeze Stad en Zutfen, wierp eene nieuwe affny- ding op, en begon eene brug, op paaien, teJeggen over den Ysfel, onderst gefchut derbemagtig- de fchanfe. Ernst, Graavevan Mvntecuculi, daar- na, tot zyne verfterking, met veertienduizend man Keizerlyke troepen, over den ftroom ge- trokken zynde* befloot men de Veluwe in te ruk- ken^), naar Amersfoort, daar flegtszes ven- Amen- delen knegten enten kornet paarden-binnen la- ^^n** gen, die de Plaats terftond opgaven. De Bevel- hebber der Stad, Tertulliaan van Dorp, werdt, deswege,met ballingfchap,geftraft. 'tHuistefrEem werdt, insgelyks, veroverd, door den vyand. Doch te Hattum, op welke Stad de Graaf va» Salazar het oog hadt, was men op zyrie hoede; zo dat 'er niets vyandlyks op ondernomen werdt, welk eenig merkelyk nadeel deedt(A). Ookftel- de Harderwyk zig zulks in ftaat, dat men op dee- ze Stad, insgelyks, niets durfde beftaan (T). Mid- lerwyl, hadt het inneemen van Amersfoort U- trecht,
f/) Meinor. de Preder. Henri p. 87-ya. AitzemaI. Deel, II. 917.
Cg) Rcfol. Holl. n Aug. 1629. */. 143. C*J Rcfol. IloH. 20 Aug. 16251, bl. 161. C •' ) Rcfol. Holl. 10 Aug. 1625. bl. 160. Van den Sande X. > /lock, bl. 145, 146. XI. Deel. G
|
|||||
98 VADERLANDS CHE XLL Boek.
«529. trecht, daar zig toen de Vergadering der alge-
—— meene Staaten bevondt(A), vervuld met fchrik. Veelen vlugtten, met hunne kostbaarfte goede- ren (/), naar Holland; daar men, in veele jaaren, geenen vyand gezien hebbende, ook niet zonder vreeze was. Zelfs liep het gerügt, dat de vyand eenen aanflag in den zin hadt, op Amfterdam (m)* Montecuculi hieldt zig, ondertusfchen, op de Veluwe, bezig, met pionderen enblaaken. Hil- verfom zelf, een voornaam Dorp in Gooiland, werdt aan kooien gelegd. De vyändlyke partyen ftroopten, tot onder de poorten van Naarden («). 'tUeleg Doch deeze moedwil en de vrees voor erger van 's was niet magdg, den Prins af te trekken van eenbosch 's Hertogenbosch, welk men langs hoe nader wordt kwam, aan drie byzondere oorden; fchoon niet voortge- zonder veel bloeds te fpillen. Eindelyk, genaakte zet* men de graft, en maakte zig meester eener halve maane, die, door de belegerden, lang en wakker- lyk, verdedigd was. Terwyl men, aan de gaan- deryen over de graft, arbeidde, werdt de Luite- nant-Kolonel Eduard Ver e, even na dat hy den Prins gegroet hadt, en van de wagt getrokken was, met een' kogel, door 't hoofd gefchooten, dat hy 't beftierf. De Graaf van den Berge hadt, toen hy van Boxtel vertrok, eenig volk aan de Maaze gelaaten, dat, onder bevel van Balangon, ondernam, de dammen, waarmede de onzen de Eiiidho- ftroomen geflopt hadden, door te fteeken. Doch ven ge- Stakenbroek en Bouillon dreeven hen naar Bre- wonnen, <jajdaar zy van Bouillon overvallen en gevangen ge-
(■O Aitzema r. Deel, hl. P69, 887.
CO Memoir. de I'reder. Henri p. 93-95. Aitzema I. Deel, hU
(«O Van den Sandb X. Hoek, W. \\f>.
in) IIuüfis Urieven N, 186. hl, 119. |
||||
v
|
|||||
XLI. Boek. HISTORIE. 99
genomen werden, terwyl Stakenbroekzigmees- ifiaj»
ter maakte van Eindhoven, alwaar zyzigte voo- ■■ ■ ■ ren verzameld hadden (0). In deezen ftand der dingen, vervoegden zig xxw
de Heer van Haarfolte en de Thefaurier van DeKolo» Goch, voor 's Hertogenbosch, by den Prinfe, om "l1 van hem, uit naam van den Kolonel Otto vanGend, nelmt™ Heere van Dieden, Bevelhebber van Emmerik, wezelin, die, met kennis van zyne Dooriugtigheid, lang doorver- heimelyk verftand gehoudenhadtbinnen Wezel, «sfing. opening te doen van eenen aanflag op deeze Stad; die, onlangs, van een goed deel haarerbe- zettinge ontbloot was, om 'svyands Leger te verfterken. De Prins, den toeleg goedkeurende, belast Graave Ernst den Kolonel Dieden duizend uitgelezen' knegten en agt kornetten paarden by te zetten. Dieden, den Bevelhebber van Breê- voort, fVolf, met zeshonderd man, tegen den negentienden van Oogstmaand, twee uuren voor den dag, op zekere plaats, een halfuur van We- zel , befcheiden hebbende, flaat zelf, 's daags te vooren, van Schenkenfchans, op weg, trekkende voorby Emmerik , daar men de poorten digt hieldt, naar de gemelde plaatfe, alwaar hy, mids de donkerheid des nagts, en'tbuijigenregenag- tig weder, twee- of driemaal van den weg ge- raakt zynde, eerst ten vier uuren, des morgens, met het aanbreeken van den dag, aankwam. Wolf, die'er,tenbeftemdentyde, was geweest, was toen wederom vertrokken, vreezende ont- dekt te zullen worden. Dieden befloot, deson- aangezien, den aanflag te waagen. Dertig man flegts, geleid door twee burgers van Wezel, een* van
(O Memoir. de Fred. Henri /.95-IC4. Aitzbma I. Heel, J/,8Sr.
G a
|
|||||
loo VADERLANDSCHE XLI. Boek.
uk?, van welken Pieter Muller genoemd was (p),
■------trekken vooruit, gevolgd van tagtig anderen, en
wat verder, van nog honderdentwintig, onder
den Kapitein Huigens. De twee eerfte hoopen, na 't uitrukken eener enkele hameie, door de drooge graft, op een bolwerk, geraakt, werden, door de fchild wagt, te rug gedreeven', doch Hui- gens, aanrukkende, overmeesterde de wagt en het bolwerk. Onmiddelyk hierop, volgt Dieden, die Lauwik terftond zendt, omdeDeemfepoort te openen, en de Ruitery in te laaten. Huigens bemagtigt, ten zelfden tyde, de markt, na dat hy twee vendelen Spanjaards, die hem den weg betwistten, verflaagen hadt. In een oogenblik, was de Stad overmeesterd: de Bevelhebber Fran- cisco Lozano, die zig, omtrent de Steenpoorte, nog eene wyle, verdedigde, werdt gevangenge- nomen Qj): waarna de voornaamfte ftraaten en plaatfen ichoon gevaagd en bezet werden. Wolf, aan 't fchieten gehoord hebbende, wat'er gaan- de ware, keerde, nog by tyds, te rug, om deel aan de eere der overwinninge te hebben. Hybe- magtigde de fchanfen, die de vyand op de Lippe hadt opgeworpen. In Wezel, werden twee en- dertig ftukken gefchuts en zeer veele krygs- en mondbehoeften veroverd. Ook behaalden de on- ?„en, aldaar, grooten buit van pakkaadje en zilver- ! werk, agtergelaaten door de Keizerlyke en SpaanfcheOverften, die naar 't Leger, welk nu op de Veluwe lag, vertrokken waren. De gant- fche bezetting, nog twaalfhonderd man fterk, werdt krygsgevangen gemaakt. Men rekent, dat 'er, van 'svyands zyde, tweehonderd, van de on-
f/;) Van tiKN- Saude X. linek, */. 147.
C *) Relul. HolJ. 20, 22, 23 Auf. iüzy. il, iGi, 16}, i6j.
|
|||||
S
|
|||||
XLI. Boek. HISTORIE. »01
|
|||||||
onze flegts twee-endertig man, by deeze gele- Njaj.
genheid, gefneuveldzyn.' Opdeezew3Tze,werdt — Wezel verrast, op Zondag, den negentienden van Oogstmaand: in welk ongemeen voorval, bovenal opmerkelyk was, dat lietdwaalenonder weg, welk men meende, dat den aanllag ver- brod zou hebben, medewerkte, om dien te doen gelukken; alzo de wallen, die 'snagts zeer fterk waren bewaakt, met het aanbreeken van den dag, van het grootfte gedeelte der wagt veilaaten waren (r). Het inneemen van Wezel veranderde den flaat Devyamï
der zaaken t'eenemaal. De Graaf van den Berge, ver'aatd« zig nu den toevoer afgefneeden ziende, ont- e uwe* boodt Montecuculi te rug van de Veluwe. A- mersfoort en 't Huis ter Eem werden toen ver- laaten (/)• Graaf Jan van Nasfau, Neef van den Prinie, Fredrik Henrik, die, eenige jaaren ge- leeden , vergeefs, bevordering gezogt hebbende by de Vereenigde Staaten (V), federt, in Kei- zerlyken dienst getreden, en onlangs, aan 't hoofd van agt of tienduizend man, in de Ve- luwe, gevallen was, trok, insgelyks, over den Ysfel terug, zig, tusfchen Doesburg en Zutfen, neder(laande. De Graaf van den Berge , de fchanfen ter wederzyde van den Ysfel bezet laa- tende, legerde zig tegen over Rynberk («). Voor 'sHertogenboseh, was men nu door de xxvl
graft geraakt, en bezig met een der bolwerken *> Herto- en den muur teondermynen, daar wederom veel genl'0S<;H volks f£.Zlg
(r) Mcmoir. de Freder. Henri pi io^-foj. Aitsema E Dèely
Il 87i-S?3, 9">/i-928. Ct) Refill. Holl. 25 Aug. tfitg. lil. 175, IJJ. C t , Mèfltutü. da Freder. Efcnü p, iïi. 1*0 Aiiücma I. Ucel% bl. iiSo. |
|||||||
loa VADERLANDSCHE XLI. Boek.
1629. volks gefpild werdt. De myn, voltrokken zyn--
——r de, deedt eenegewenschteuitwerking, maaken- de eene groote breuk, in den muur en in het bolwerk beide, die haast ingenomen werdt, door de onzen, onder den Luitenant-Kolonel Herbert, Terftond hierna, fpraken die van binnen, reeds federt eenigen tyd, vergeefs, gefchreeven heb- bende om ontzet (v), van te verdraagen. Men zondt gyzelaars over en weder. De belegerden vorderden veertien dagen tyds, om zig over te geeven, zo ze dan nog geen ontzet gekreegen hadden; 't welk volftrekt werdt afgeflaagen. Dien zelfden nademiddag, vervolgde men de onderhandeling, welke, dien dag en den vol- genden, duurde. Doch op den derden dag, zyn- de den veertienden van Herfstmaand, werdt het verdrag getekend, waarby de Stad zig overgaf. De bezetting trok uit, op den zeventienden, in 't gezigt der Koninginne van Boheeme, der Prinfesfe van Oranje, en eener ontelbaare me- nigte van aanfchouweren, van alle oorden, der- waards famengevloeid. Zy verklaarde, meer dan twaalfhonderd man verlooren te hebben in 't beleg. De gekwetften beliepen omtrent het zelf- de getal. Doeh het verlies der belegeraaren heeft men nooit regt können weeten. Priris Fre- drik Henrik hieldt een kort gefprek met Grob- bendonk, die hem voorby trok, enzeervanhem gepreezen werdt, over zyn beleid, geduurende de belegeringe, Hy en zyn volk trokken, over Diest, naar Antwerpen, werwaards hun zes ftuk- ken gefchuts, die zy bedongen hadden, te fche- pe, werden nagevoerd. Dus eindigde dit lang- duurig beleg, welk voor een der merkwaardig- ftcn
O") Refill. Hüll. 14 Jut» l629« *'• '46'
|
||||
XLOoek; HISTORIE. 103
|
|||||
ften gehouden is, die, geduurende den Neder- ifop.
landfchen oorlog, voorgevallen zyn. 't Zy men ■ ■ » op de fterkte der Plaatfe en der bezettinge, op den grooten voorraad van mond- en krygsbehoef- ten, daar zy van voorzien was, op de nabyheid des vyandlyken Legers, op de moeilyke wer- ken, die men om de Stad maaken moest, om het Leger te fterken en de ftroomen te verlei- den , of op verfcheiden' andere omftandigheden agt geeve; men zal moeten erkennen, dat niets dan 'sPrinfen tegenwoordigheid en voorgang in lhat zou zyn geweest, om dit beleg tot een goed einde te brengen. De Graaf van den Berge, te Venlo over de Oevegt
Maaze getrokken zynde, toen hy vernam, dat ^jj^ de Stad handelde, kwam te laat om haar te ont- tery dar zetten, en floeg zig neder in Luikerland. Graaf Graaven Ernst kwam zig, federt, legeren, tusfchen Does- ^rnst e« burg en Keppel, een uur omtrent van't Keizer- fj^^j* lyk Leger. ïerwyl hy hiermede bezig was, raak- te de Ruitery van Graave Jan van Nasfau in een ligt gevegt met de zyne; doch zy werdt, haast, te rug gedreeven. Prins Fredrik Henrik fudt voor, nadat Graaf Ernst behoorlyk verfchanst zou zyn, van 's Hertogenbosch op te breeken, en zig, tusfchen Zutfen en 't Leger van Graave Jan van Nasfau, te komen nederflaan. Doch deeze, hiervoor bedugt, brak, by tyds, op,en toog naar Rynberk. De beide fchanfen ter we- derzyde van den Ysfel werden toen ook verha- ren van den vyand. Hy hadt, zo lang hy hier en op de Veluwe geweest was, groot gebrek gehad aan mondbehoeften (w). Graaf Jan betrok eer- De Le* lang
(»0 H00FTS Brieven N. i3j, 185. II. 146, 148.
G 4 |
|||||
'io4 VADERLANDSCHE XLLBoek.
|
|||||||
i5ïp. lang de winterlegeringen, in 't Land van Gulik
en Berg. De twee Legers der Staaten, onder |
|||||||
fers den Prinfe en Graave Ernst, verlieten, insge-
fcheideu. jy^g f het veld, voor 't einde van Wynmaand. De Slo- *)e Slooten Ysfelburg en Ringelberg werden, tenYsfel- ten befluite van den veldtogt, op last van den burg en Prinfe, ingenomen, door den Kolonel Hauten- Ringel-^ ve> Qok bemagtigde Stakenbroek het Steedje steedje' Burik, tegen over Wezel gelegen. De Prins, Uurik in- een' keer naar deeze Stad gedaan, en aldaar op genomen alles de vereischte orde gefield hebbende, toog, door de te fchepe, langs den Rynftroom, te rug, en fcheu. kwam, den dertienden van Slagtmaand, in den Haage; daar hy, met algemeene toejuichingen van grooten en kleinen , begroet werdt (x). Over de verovering beide van Wezel en 's Her- togenbosch, waren, te vooren reeds, open- baare dankzeggingen gedaan, en andere vreugde bedreeven (y). XXVlL 't Gezäntfchap, in 't voorleeden jaar, ver- Uitlhg trokken naar Engeland, was, in de Lente dee- v»n 'r zes jaars, te rug gekeerd, zonder veel verrigt te woon'8*" flebben' De Koning lag over hoop met het Par- Gezant- lement, en was, hierom, buiten ftaat, om Chris- fchap tiaan den IV. behoorlylc te onderfteunen, 't naar welk eene der' voornaamfte zaaken was, die de jE°jjje" Staaten op hem begeerd hadden. Verfcheiden' byzondere gefchillen bleeven ook onafgedaan. Vrede Doch de bevrediging tusfchen Frankryk en tusfchen Groot - Britanje was, door de bemiddeling der «nGroo£ Staatfche gezanten, op zulk een' goeden voet Sritanie. ' .' Ee* , («"; Memoir. de Freder. Henri p* iog-119. Aitzkma I. Dctt,.
iu K81-887,8«:;, 012-92"
00 Rclol. Soll. S2 <t"3- '9 -51«, *• ifoy- W. i68y l3<5.
|
|||||||
XLT.Boek. HISTORIE. 105
|
|||||||
gebragt (2), dat zy, op den vierentwintigften 1629.
van Grasmaand, getekend werdt (ei). |
|||||||
Den Staatfchen gezanten in Frankryk ont- XXVIII.
moeteen geduurige moeilykheden. De Koning Hande- begeerde het Verdrag, in den jaare 1627 ge- s««fcl» flooten met den Heere van Langerak, bekrag gezan- tigd te hebben: waartoe de Staaten niet geneigd ten > ia waren. Ten minfte, poogde hy hen te dringen, Fr?uk" tot het vernieuwen van 't Verdrag van Com-ry piegne , waarin men hier nu ook merkelyke zwaarigheden zag. Toen dit Verdrag geflooten werdt, hadden Frankryk en Engeland vrede, daar deeze twee Ryken nu onderling oneenig waren. Maar uit hoofde van 't Verdrag van Com- piegne, genomen zo als het lag, waren de Staa- ten gehouden, den Koning van Frankryk, te- gen alle zyne vyanden, by te ftaan, waaronder nu ook de Engelfchen gerekend werden. Zy kon- den , hierom, niet befluiten, tot de bloote ver- nieuwing van het Verdrag van Compiegne (&). 't Veroveren van Rochelle maakte Lodewyk den XIII. nog min handelbaar. De Staatiche ge- zanten keerden, derhalve, kort hierna, her- waards, zonder iet te hebben können fluiten (c). De vrede met Groot-Britanje, hierop volgende, maakte Koning Lodewyk traager, om met de Staaten te handelen. Ook verfchafte hem de veldtogt naar Italië, tot onderfteuning der Her- togen van Savoje en Mantua, dit voorjaar, werks t'over. Hy woonde deezen veldtogt by in per- foon,
f 2) Refel. Hnll. a8 litinrt 1629. II. 57.
Ca) Du Mont Corps Dipl. Tem. V. JP. II. p. 580. Aitzema 1, heel, hl. Ü41. {•*} Refol. Holl. 13. 18 /ffril if.28. II. 73, 79. (.O Refol. Holl. 6 Mr.art ïCitj. U. it. OS
|
|||||||
to6 VADERLANDSCHE XLI.Boek;
1629. foon, en de Staatfche gezanten hadden geener»
■------- last om het Leger te volgen. Ook willen fommi-
gen, dat Lodewyk de XIII. deezen Staat, zeer
gedrukt door de Spaaniche en Duitfche wape- nen , begon klein te agten. Doch de gelukkige veldtogt deezes jaars deedt hem veranderen van gevoelen. Hy begon te zien, dat de Vereenigde Staat magtiger was, dan hy zig verbeeld hadt (J). En men houdt voor zeker, dat de verove- ring van Wezel en 's Hertogenbosch, zo wel als de inval des Konings van Zweeden in Duitsch- land, den weg gebaand hebben tot het Verdrag met de Vereenigde Gewesten, waarvan wy, in 't volgende Boek, verflag zullen doen. XXIX "^aar l af breeken der handelinge over een Iiande-' Beftand met den vyand, die onlangs begonnen ling ovor was, bevorderde dit Verdrag, insgelyks ( e ). een Be- Sedert het Verdrag van Compiegne, waarby de spaan- Frankryk zig verbonden hadt, den Vereenigden fchen. "Staat, jaarlyks, met penningen, te onderfteu- nen, was'er, van 'svyands zyde, geen voorflag van vrede gefchied. Men begreep ligtelyk, dat deeze Staat hiernaar niet geluisterd zou hebben, zo lang hy van Frankryk onderfteund werdt. Doch toen men zag, dat deeze onderftand traag- lyk bykwam; dat Groot-Britanje, zo wel als Frankryk, den Duitfchen kryg, flaauwelyk, be- hertigde, en dat de Koning van Deenemarketen einde adem geoorloogd was, oordeelde men de gelegenheid gunftig genoeg, om den Vereenig- den Staat, tot eene vredehandeling, te nodi- gen. De eerfte opening hiertoe gefchiedde reeds in
f/) Zit AlTZEMA I. Deel, hl. 834-83«.
(•O Aitzuma l. Deel, lil. yfij. |
||||
•;
|
|||||
XLLBoek. HISTORIE. 107
in 't' jaar 1626, door den Heere van Marquette, 1629.
te Middelburg, van wege de Infante, in hande- — vangenen. Eerkei en Slagmuller, en, na 't affter- ven van deezen, van der Hooge werden gemag- tigd door den Prinfe, om Marquette te hooren ; doch ilegts als byzondere perfoonen. De voor- flag, dien Marquette deedt, kwam uit op een jaarlyks inkomen uit de Domeinen der Gewes- ten voor den Koning, en vryheid voor de Room- fchen , ten minften in eenige Steden. Doch deeze voorflag werdt geheel onaunneemlyk ge- keurd. Men handelde 'er egter fchriftelyk over, onder bedekte bewoordingen; den oorlog, hy voorbeeld, Tïoemende, het zw aarmoedig pleit der Weduwe en erven van Slagmuller (ƒ), en de In- fante Izabelle, de Weduwe of de groote Vrouw. Men ontdekte, dat Spinola kennis van den han- del hadt. Doch, van onzen kant, liet men niet blyken, dat dezelve, met bewilliging van ie- mant uit de Regeeringe, gedreeven werdt, hoe- wel my, uit egte Aantekeningen van deezen tyd, is gebleeken, dat 'er, ter Vergaderinge van Hol- land , onder den eed van geheimhoudinge, over gehandeld is. Eindelyk, vertoonde Marquette aan Berkel, te Roozendaal, in de Lente of Zo- mer deezes jaars 1629, eene volmagt des Ko- nings van Spanje aan de Infante, om den han- del ten einde te brengen. Hy floeg toen eene vernieuwing van het Verdrag van Beftand voor, mids men alleenlyk de Schelde opende; en toen Berkel deeze voorwaarde van de hand wees; hield-
fty ?!e Refol. Hol!. 26 April ißjo. H. 5-. Notul. Zeel. !«
fetr. 1Ö30. hl. 11. |
|||||
ioS VADERLANDSCHE XLÏ. Boek;
jÄiPb hieldt hy zig aan eene bloote vernieuwing van
-------het voorig Beftand, voor den tyd van vieren- dertig jaaren, te gelyk begeerende, dat Berkel last verwierf van hooger hand, om, hierop, in verdere handeling te treeden. Berkel deedt van 't voorgevallene verflag aan den Priniè, die toen voor 's Hertogenbosch lag. Zyne Doorlug- tigheid zondt hem naar den Haage, daar hy aan den Raadpensionaris Duik en aan weinige Hollandfche en Zeeuwfche Heeren opening deedt van Marquettes voorflag. Menverftondt, dat 'er, op eenen voorflag, die mondeling ge- fchied was, geene raadpleegingen konden val- len, en verzogt den Prins, Berkel te willen mag- tigen, om den voorflag ichriftelyk te vorderen, te gelyk met. een affchrift van 's Konings vol- magt. Berkel keerde, eerlang, met deeze Huk- ken, wederom naar den Haage. Men deedt 'er, allengskens, opening van aan de Staaten van Holland en Zeeland, en, eindelyk, ook aan de? algemeene Staaten, te Utrecht. De vyand was toen in de Veluwe. Men befloot dan, Marquet- te, door Berkel, te laaten afvraagen, of hei oogmerk der Infante niet vare, haar Krygsvolk de Veluwe te doen ruimen ? waarop hy hervraagde , of de Staaten, in zulk een geval, Wezel den Hert o- ge van Nieuwburg niet zouden in handen fiellen? Doch daarna beloofde hy 't verlaaten der Ve- luwe , zonder van deeze voorwaarde te reppen. Kats en Berkel, toen naar 't Leger gezonden zynde, om 's Prinfen goedvinden te verftaan, bragten geen duidelyk befcheid. te rug. Alleen- lyk, hadt zyne Doorlugtigheid, onder't fpree- ken, gezeid, dat de Staaten nooit eerlyker noch voordeeliger Verdrag dan nu konden fluiten, zo zy., |
||||
KLLBoek. HISTORIE.
|
|||||||||||||
ic<?
|
|||||||||||||
by verdrag, uit den oorlog wilden raaken; doch
begeerden zy dit niet, dan moest men aanvallender wyze oorloogen, alzo hy den verweerenden kryg verderfelyk hieldt voor V Land. Gedrongen, om zig nader te openen, herhaalde hy het zelfde nog eens, daarby voegende, wat men begeerde, dat hy''er meer van zou zeggen? De algemeene Staa- ten beflooten dan, de Gewesten op 't ftuk der handelinge te befchryven , tegen den vyfen- twintigften van Sprokkelmaand des jaars 1630, De ftukken van 't gene 'er, tot hiertoe, gehan- deld was, werden geheim gehouden, en zorg- vuldiglyk bewaard £g). Doch dat men handel- de , kon nu niet nalaaten gerügt te maaken. Terftond , was de Westindifche Maatfchappy in de weer met een vertoog, waarin het voor- geflaagen Beftand werdt afgekeurd. De Palts- graaf Fredrik, verkooren Koning van Bohee- me, leverde 'er ook' een gefchrift tegen in. Zelfs de Predikanten, met naame de Zeeuw- fchen, onderzogten, in een vertoog, v/elk zy ter Staatsvergaderinge van Zeeland overlever- den , of het vry ßonde Befland te maaken met den Koning van Spanje, en beflooten tot de ontken- ning. In Friesland, liep zeker Lid der Regee- ringe groot gevaar, om dat hy zig hadt la aten ontvallen, dat wy geeneneisch hadden op Spanje ; maar Spanje op ons, en dat de Staat, met geen goed gemoed, in den oorlog kon blyven, wanneer Spanje vrede begeerde (Ji). Doch verre de minften voerden zulk een' taaie. De voorflag van Mar- quette vondt weinig ingang, in de byzondere Ge-
|
|||||||||||||
l6Z9.
|
|||||||||||||
'tBefhnd
wordt af- gekeurd , by de mecsten. |
|||||||||||||
C?) ReCol. Hotl. 11 J)ec. 1620. W. 120.
(Ji) Nota). ZïeL 21 A«y. iöjj». il. 415. hl, S97-905. |
|||||||||||||
Aitzem* I. Deel,
|
|||||||||||||
i lo VADERLANDSCHE XLI. Boek,
|
||||||||||
Gewesten, daar men, door den inval in de Ve^
luwe, verbitterd was tegen den vyand, en, door 't veroveren van Wezel en 's Hertogenbosch, aangemoedigd, om hem nieuwe afbreuk te doen. Haarlem, alwaar de Predikanten, openlyk en hevig, uitvoeren tegen 't Beftand, keurde de handeling af, by een befluit der Vroedfchap, gedagtekend den zeventienden van Louwmaand des jaars 1630. Men gaf, in 't byzonder, voor, p bedugt te zyn, dat de Kemonftranten, gelyk, „ zeide men, ten tyde van 't voorig Beftand, „het hoofd wederom mogten opfteeken, en „ onrust verwekken (*)•" Doch, tot wegnee- minge deezer zwaarigheid, werdt, ter Verga- deringe van Holland, een en andermaal, voor- geflaagen n dat men elkanderen, by eede, be- „ hoorde te verbinden, om den ftaat der tegen- „ woordige Regeeringe en den Godsdienst, die „ thans, in de openbaare Kerken, geleerd werdt, „en, in de Sinode van Dordrecht, bevestigd „ was, voor te ftaan en te handhaaven, en de „ gebannen' Predikanten te weeren." Doch men kwam, hieromtrent, tot geen eenpaarig beiluit. De gevoelens der meeste Leden kwamen egter genoegzaam overeen, met den gemelden voor- flag. Men maakte 'er, federt, buiten de Verga- dering , een befluit uit op (J€), dat, te Amfter- dam, gedrukt en alomme verfpreid; doch, eer- lang, door de Staaten van Holland, vooreen fameus /*&e/verklaard werdt (7). Haarlem werdt, ondertusfehen, wat gemaklyker; 't zy men daar eenigen hadt doen vreezen voor afzetting, 't zy da*
( O Aitzbma I. Deel, tl. 965-96';.
(i) Zk AlTZEMA I. Deel, bl. 968. ) Ret'öJ. t'.oti. i3 Moert 1630. tl. 43. |
||||||||||
1629.
|
||||||||||
Haarlem
neemt'er een Be- fluit te- gen. |
||||||||||
Voorflag,
0111 de te- gen- woordi- ge ïle- geeiing en open- baaren Gods- dienst te handhaa- ven. |
||||||||||
XLI.Boek. HISTORIE. iir
|
|||||
dat de Regeering, van zelve, beflooten hadt, 1529.
aan de hand te gaan van haarmagtiger(»»). De-------
handeling ontmoette egter zo veele zwaarig Dehan-
heid, dat zy, of geheellyk afgebroken, of, ten deli"S minfte, verfchooven werdt, engelykalsvanzel ^°ébn> ve fteeken bleef (»). 't Is ten hoogfte waarfchyn- ken. lyk, dat de Kardinaal de Richelieu, de hand gehad hebbe, in het ftremmen der aangevangen' handelinge (0): waartoe de Prins van Oranje en de voornaamfte Leden van Holland, anders, niet ongenegen fcheenen (p~). 't Leedt nogtans maar weinige jaaren, of zy werdt wederom hervat. 't Jaar 1629, waaruit ons de handel over't xxx.
Beftand reeds een weinig gevoerd heeft, was, Pjeter door verfcheiden' voornaame fterfgevallen, in jióon Holland, aanmerkelyk. De beroemde bevelheb- Hein ber ter zee, Pieter Pieterszoon Hein, kort na zy- meuvelt ne t'huiskomst van 't veroveren der Zilvervloo- in sen te, tot Luitenant-Admiraal van Holland ver-gevegt' heeven, en, met eene Vloot, naar de Vlaam- fche kusten gezonden zynde, fneuvelde, op den twintigften van Zomermaand, in een gevegt, tegen eenige vyandlyke fchepen, waarvan er drie, vegtenderhand, veroverd werden. Te Delft, daar hy, met veele ftaatfie begraaven werdt (a), ftigtte men, federt, eene deftige Grafftede, terzynereere(r). In Louwmaand te De Zoon VOO- des Ko»
(tri) H00FTS Brieven N. 201, 304. il. 159, 1JS2.
(«) 7.ie Uefol. IIoII'. art April 1630. W. 57, 53. Ce5 Vmcz Basnage Amiaf. Tom. I. p. 7. f p) Orig. lirief van den Hre. G. W. van Teydnukn van 12 Jemiar. irtso. (<l~) Refol. Holl. 4 Jimy 1629. II. RS. O 5 CoMMBUN Freder. Henrik I. Deel, p. 4«;. Aitzema I. |
|||||
na VADERL. HIST. XLI. Boek»
1629. vooren, hadt ook de Koning van Boheeme zy-
-------- nen oudften Zoon , Henrik, ongelukkiglyk,
iilngsvan verlooren. Hy was, met hem en eenig ge-
Boheeme vojg naar Amfterdam gereisd, om den fchat drinkt. te zien» die °P de Zilvervloot veroverd was. Te Haarlem gekomen , huurde het Vorftelyk gezelfchap eene Veerfchuit, en ftak 'er mede van land, fchoon het een' ftorm waaide. Doch in de Hollefloot gekomen zynde, werdt de Veerfchuit overzeildj door een' dryver. Zy liep terftond vol waters. De Koning werdt, gelukkiglyk, geborgen in den dryver. Maar De Raad-de Prins en drie Edelen verdronken (f). De psnfiona- Raadpenflonaris Antoni Duik ftierf, in den ris Duik j^aage, omtrent het midden van Herfstmaand (6). 't Liep nog eenen geruimen tyd aan, eer zyn ampt, wederom, vervuld werdt. Het werdt midlerwyl, door Jakob Kats, Penfionaris van Dordrecht, by voorraad, waargenomen (?). (*) AlTZEMA I. Deel, 11. 82'.
(.O Relbl. Hnll. 19 Sept. f629. II. 180.
(6) Van den Raadpenflonaris Duik zyn Gedenkfchrif-
ten der Krygsbedryven van Prinfe Maurits voor handen , van welken Bor , zo ver hy gaat, zig bediend heeft. Zy zyn nimmer in't licht gegeven, en berusten, thans, zo my berigt is, onder den Heere Pieter Rendorp , Bur- gemeester der Stad Amfterdam. Op deeze Gedenkfchrif- ten , fchynt Hooft te zien, in zyne Brieven N. 314. fel. 254., meldende, dat de Heer Duik, by uiterften wil, gelast hadt, dezelven, voor altoos, te verdonkeren: ook , dat de flag in Vlaanderen, daarin, zelfs naar 't oordeel «les Veldheers, befcheidelyk, befchreaven wai. |
||||||
\
|
||||||
VA«
|
||||||
VADERLANDSCHE
HISTORIE.
TWEE-ENVEERTIGSTE BOEK.
|
|||||
INHOUD.
ï. Staat van 's Lands Krygsmagt. J f danking *
grootendeels voorkomen. De jonge Prins van 0- ranje wordt Generaal der Ruitery. II. Togt tiaar Brazil. Olinda veroverd. Sterkte Fredrik Henrik gefiigt. III. De Koning van Zweeden fteekt zig in den Duit/enen oorlog. Verbond tus- fchen Frankryk en de Staaten. Venetië werft, hier te Lande. IV. Vrede tusfehen Spanje en Groot Britanje. Twist over de tollen te Geluk' flad. Gulik, Kleeve en Berg van Spaansch en Staatsch Krygsvolk ontledigd. Fredrik Henrik raakt in V bezit van Oranje. V. sïanflag op Duinkerken. Overwinning op 'tSlaak.Wl.Voor- fpoed der Zweeden, in Duitschland. Verfchil met Zweeden. over de tollen. Onlusten in Frank' ryk. VII. V liegt tot de opvolginge in V Stad- houderjchap wordt den jongen Prinfe Willem * upgedraagen. Adriaan Pauw wordt Raadpe»~
fionaris van Holland. VI11. De Remonftrant- fche Predikanten ontvlugten van Loeveftein. Hugo de Groot komt in Holland. Vertrekt n*ar Hamburg. Zyn verder bed>yfen dood. IX. Han- del van den Graavevan IVarfuje. Venlo, Straa- XI. Deel. H lm% |
|||||
114 VADERLANDSCHE XLII.Boek.
len, Roermonde en Sittart gewonnen. Graaf
Ernst Kaßmirfneuvelt. X. Fredrik Henrik be- legen Maastricht. Graaf IVillem van Nas f au bemagtigt eenige fchanfen in Viaanderen. Maastricht geeft zig over. Limburg en de Lau ■ den van Overmaaze gewonnen. XI. Opening tot eene Vredehandeling. Orßi bemagtigd.. XII. Henrik* Graaf van den Berge, valt af van de Spaanfchen. De Zeeuwen bedwingen de Duin- kerker Kaapers. XIII. Duit/the oorlog. Slag by Lutfen. Fredrik, Koning van Boheeme, fterft. Handel met Muskovie. Verdrag met den Keur- vorst van Brandenburg. XIV. Vervolg der Vre- dehandelinge.De Konstfchilder Rubens zoekt ze yoort te zetten. Zy wordt afgebroken. XV; Ds Prins verovert Rynberk. De vyand verßerkt Stevenswaard. Fiïippyne gewonnen. XVI. Staat van de Palts. XVIL Handeling der Staaten, aan eenige Duit f che Hoven. Twist met Zwee- den, over de tollen. XVIII. De Infante Rubel- la Klara Eugenia flerft. XIX. Handeling met Frankryk hervat. Dordrecht en Amßerdani zyn ''er tegen. Verbond tusfchen Frankryk en de Staaten. XX. Onderzoek op V bedryf eeniger Groot en, in de Spaanfche Nederlanden. Maas- tricht en Breda met een beleg gedreigd. XXI. Duit f che zaaken. De Kardinaal Infant wordt Landvoogd der Spaanfche Nederlanden. Slag by Nor düngen. XXÏl.Gezantfchap naar Frank- ryk. Overeenkomst met deeze Kroon, wegens V voeren van eenen operibaaren oorlog tegen Span- je. XXIII. Veldtogt der Franfchen en Staat- fchen. Tienen ingenomen. XXIV. De Spaan- fchenv erover en Diest, Schenkenfchans en Goch. XXV. Fredrik Henrik belegert Schenkenfchans. |
||||||
XLÏLBoek. HISTORIE. 115
De Spaanfchen neemen Gennip in. V Huis te By-
land, Griethuizen en Kleef vermeesterd. Sehen- kenfchatis geeft zig over. XXVI. Onderzoek, of de Prins van Oranje het Fr an f che Leger, In deezen veidtogt, verwaarloosd hebbe. XXVII. Staat des oorlogs in Duitschland. XXVllI» Nieuwe opening tot eene Vrcdehandeling. Mis* wegen van V Franfche Hof. De handeling wordt wederom afgebroken. XXIX. Binnen- landfche gefchUlen. Geweldige beroerte in Friesland. Verandering der Regeeringe al- daar. De Raad van Staate herfielt de afge- zette Wethouders. XXX. Tegenwoordige ßaat der gefchUlen in Oostfriesland. Abysfinifcht Maatfchappy aldaar opgeregt. De veidtogt des jaars 1629 was zo dra niet Nfep.
geëindigd, of de Vereenigde Gewesten------- waren bedagt, om zig van den last van een '•
deel des Krygsvolks te verligten. Nooit hadt *™\™ de Staat zo veel volks in dienst gehad, als dit Krygj- jaar. Men hadt, naar fommiger rekening, ver- wagt, ge- re over de honderdentwintigduizend man, rui- jUUjCU" ters en knegten, te betaalen: fchoon een goed \^\ea gedeelte van dit volk, flegts voor twee, drie veidtogt. of vyf maanden, aangenomen geweest was (0). 't Was, derhalve, geen wonder, dat men zig Verfdiei- van een gedeelte van deezen last zogt teont- dsn* Ge- flaan. Ook beflooten zes Gewesten de vende- *«f*n ^ len, ter hunner betaalinge ftaande, op honderd dn*«* koppen te verminderen. Maar Holland, deeze verligting te gering oordeelende, nam een be- iluit tot de afdanking van vyftig vendelen, die
O) Aitzema I. DctL il. 889.
H »
|
||||
ii6 VADERLANDSCHE XLILBxjek;
ffej>. die, in 't jaar i6a8, geligt waren. De alge-
de Staaten van Holland af te trekken van dit befluit. Doch 't was vergeefs. Prins Fredrik Henrik toen, met eenige Gemagtigden van Holland in gefprek getreden zynde, hieldt hun voor „ hoe zeer bekommerd hy ware over 't „ genomen befluit, daar men nog in vrees „ftondt voor 't Keizerlyk Leger en voor de n magt van 't Paapsch Verbond; daar de vyand w nog dagelyks voortging met werven , en j, daar men met hem in handeling van Beftand Mgetreden was." Voorts vertoonde hy hun een' lyst der bezettingen, waaronder Wezel en 's Hertogenbosch, alleen zeventig vendelen vereischten , met aanwyzing van de weinige manfehap, welke men zou können te velde brengen, wanneer de grensplaatfen wel bezet waren: wordende de manfehap, hiertoe noo- dig, gerekend op driehonderdvyfentagtig ven- delen van de vierhonderdenvyftig, welken de De Prins Staat thans in dienst hadt. De Staaten van Hol- voor- land, bewoogen door deeze redenen, en door komt hst »s prinfen agtbaarheid , veranderden van be- dee?«?"" Ank Zy vonden raadzaam, fchoon buiten be- williging van Haarlem en Gouda, de vyftig vendelen, in navolging der andere Gewesten, by voorraad, te verminderen op de helft (F), 1630. waarin de Prins genoegen nam. Hy trok nog- * tans, in 't volgende jaar, niet te velde. Ook viel 'er, in krygszaaken, weinig voor vanbe- Ontraoe- lang. In Hooimaand, hadt Graaf Jan van Nas- ting tus- fau, met agt kornetten paarden en eenig voet- volk (6) Refol. Holl. 5, 6, 7 Des, iÖ2y. il. aiS, S19.
|
|||||
r
|
|||||
XLILBoek. HISTORIE. ti?
volk , eene ontmoeting met zeven Staatfche tfisti
kornetten, onder den Kolonel Ysfelftein, die |
||||||
te Wezel in bezetting lag, en op buit uitge- ftlien
toogen was. i Gevegt was hevig. Doch Ys- Gna^ia^ felftein behieldt de overhand. Graaf Jan werdt ™ ej?** gekwetst, en, gevankelyk, gevoerd naar We- denKo- zel, alwaar hy, eerlang, een bezoek ontving lonel Ys^ van zynen Neeve Fredrik Henrik, die hem felftein« veele beleefdheid bewees. Men weet zyne ne- derlaag aan zynen y ver om aan te vallen. Hier- door raakte hy af van zyn voetvolk, welk, zo 't met hem vereenigd gebleeven was, Ysfel- ftein in wanorde zou hebben können brengen (c). By dit gevegt, bepaalden zig de Krygs- bedryven deezes jaars, te lande. Graaf Jan van Nasfau werdt, eerlang, om een losgeld van tienduizend Ryksdaalers, geflaakt (</). De algemeene Staaten hadden , om den Prin- De jong* fe te behaagen, zynen jongen Zoon, Willem, \^t die nog geene vier jaaren bereikte, aangefteld Generaal tot Generaal over de Ruiterye (V). over de Maar ter zee was, wederom, iets gewigtigs R»1"«-
ondernomen , dat voorfpoediglyk uitviel, 't ^*5, Veroveren der Zilvervloote hadt de Westin- difche Maatfchappy heet gemaakt op ftoute aanflagen. En zy hadt, al terftond na de terug- komst van den Admiraal Hein, haare gedag- ten laaten gaan op het bemagtigen van Fer- nambuk, in Brazil. Ten deezen einde, bragt zy ir. eene aanzienlyke Vloot in zee, onder den Be- Togt naar velhebber Henrik Lonk. De fchepen waren, op Brizi'. ver-
Ce) MCfflOlr. de Freder. Henri p. 119, 130. AiTzema 1. Deel, tl, 1018. C<Q Aubehy Mernoir. p. 349. C<?5 AiTZMJA I. Deel, il. g()2. |
||||||
HS VADERLANDSCHE XLII.Boek.
i«So. verfcheiden' tyden, in 't voorleeden jaar, ,uit-
—— geloopen. Een groot deel der Vloote verviel, in Oogstmaand, rasfchen Groot Kanarie en Te- neriffa, onder de Spaanfche Oorlogsfchepen, over welken Don Fredrik de Toledo geboodt. De onzen, zig te zwak bevindende, om eenen Zeedag te waagen, deeden hun best, om de vyandlyke vloote te ontzeilen: 't welk hun, eindelyk, gelukte. Lonk wendde den fteven toen naar S. Vincent, alwaar hy nog eenige fchepen aantrof. De gantfche Vloot beftondt nu uit negenentwintig fchepen, waaronder twee veroverden waren. De Maatfchappy hadt geene fchepen meer können uitrusten, door- dien het Krygsvolk, welk zy tot den togt hadt aangenomen, ter gelegenheid van den inval in de Veluwe, gedeeltelyk, in Staaten dienst getreden was (ƒ). Doch voor 't einde des jaars, kreeg Lonk nog ettelyke fchepen by zig, en ging met vyfenvyftig fchepen en dertien floe- pen onder zeil naar Fernambuk, welk hy, niet voor het midden van Sprokkelmaand deezes jaars, in 't gezigt kreeg. Menbefloot, hier, eenentwintighonderd foldaaten en zevenhon-, derd matroazen, onder den Kolonel Waarden- burg, aan land te zetten, om de St&dOli?tda in Verove- te neemen. Dit gelukte, op den vyftienden ring van van Sprokkelmaand : wordende den vyand , Oiinda. (joor jui^ei van twee vcldftukjes, ligtelyk, verjaagd, uit de zwakke verfchanfingen, met welken hy Olinda hadt zoeken te befchermen. Men vondt, in deeze Stad, behalven eenjgen voorraad van oorloge, flegts tweehonderd kis- teri
(ƒ) ZU hier Wftr, W. 91Ï.
|
||||
XLII.Boek. HISTORIE. ii>
|
|||||
ten fuikers, eenige wynen en andere koopman- 163»
fchappen, hebbende de Ingezetenen de mees- 't Recif van Fernambuk (1), welk door twee fchanfen befcheiTnd werdt, lag eene groote party Suiker en Verwhout, in pakhuizen, die de hevelhebber van Olinda, Matthias d'Albu- querque, in brand ftak, op dat 'er de onzen geen meester van worden zouden. Na dat men zig, binnen Olinda, eenigszins verfterkt hadt,werdt S. George, eene der twee fchanfen, naar de konst, belegerd, en ging over, by verdrag op den tweeden van Lentemaand. Men verover- de hier vierentwintig yzeren ftukken en een metaalen. De andere fchans volgde het voor- beeld van de S. George, zonder een beleg af te wagten. Hier werden vyftien metaalen ftuk- ken veroverd. De overfte Luitenant, Stein Kallen/els, die de S. George fchans ingenomen hadt, maakte zig, des anderendaags, meester van het Eiland van Antonio Faz, tegen over hét Recif gelegen (g)', op welk Eiland men, fe- DeSterk- dert, eene Sterkte ftigtte, die Fredrik Henrik te Fte- genoemd werdt. De Westindifche Maatfchap- y^Lru py , zig dus gevestigd hebbende in Brazil, woriit droeg, terftond, zorg, om de Regeering al gefügt, daar op eenen geregelden voet te brengen. Zy Orde op hadt reeds drie Raaden van Regeeringe der- de ^e* waards gezonden Mr. Joan de Brune, Filips Se- geenn£* rooskerke en Horatio Kalandrini, die, nevens ee- ni-
(?) OoMMELiN Freder. Henri I. Deel, U. tp.
(1 ) 't Recif is eene fmalle ftreek lands, zig, van
Olinda, een uur gaans in de lengte, zeewaards ilrelc- ïciide; alwaar de goederen gelost en ontvangen worden» H 4
|
|||||
ï4o VADERLANDSCHE XLII.Boek.
|
|||||
■»630. nige anderen, 't burgerlyk bewind waarnamen,
Joan van IValbeek aan, tot Admiraal over de Brazilfche kust. Over de bezetting en 't Krygs- volk kreeg de Kolonel Waardenburg het op- perbevel. Ook hadt hy de tweede ftem in den Raad van Regeeringe. De vaart op en aan de Stad Olinda werdt, federt, voor alle ingeze- tenen van den Staat, open gefteld, mids zy zig alleen bedienden van fchepen der Maat- fchappy, en, boven de vragt, zekere regten aan haar betaalden. De handel van 'tFernam- buks- en ander Verwhout behieldt de Maat- fchappy egter geheel aan zig. De verovering van de Spaanfche Vestingen op de Brazilfche kust bragt haar, door den tyd, zq merkelyke voordeden aan, dat zy der Oostindifche Maat- fchappy naar de kroon ftak, en, fomtyds, in rykelyke uitdeelingen, overtrof (]i). IIT. De Duitfche oorlog veranderde, dit jaar, Gustaaf van gedaante, door de beweegingen des Ko-
Koning n'n8s van tweeden. De ongelukkige uitflag van' der onderneemingen van Koning Christiaan Zwee- den IV, die nu, met eene Vrede tusfchen Kei- den, aan- zer Ferdinand en hem, geëindigd waren, hadt *ez°Sd, verfcheiden' Mogendheden, en de Staaten, in- gtaaien, zonderheid, reeds federt eenigen tyd, doen ileekr zig verlangen , dat Gustaaf Adolf, Koning van in den Zweeden, zig ernftiger moeide met de Duit- pjjj£ fchezaaken. Zy hadden, met dit uitzigt, hun «erlog, best gedaan om de Vrede tusfchen hem en Si- gismond, Koning van Poolen, te bemiddelen; en,
CA") Reib!. HnlI. 17 April 1630. U. 58. J. db Laat West-
Ind VI. Hoek, II. 166-181. VU. Bock, H. 184-204. AlTZEJM I. üetl, tl. (/93-9i)8, 1055. |
|||||
XLII.Boek. HISTORIE. iai
en, veelligt, om hem hiertoe te eerder te doen i^«,-
befluiten, hem geene vrye werving gegund .____-
op hunne grenzen, hoe zeer hy 'er, door zynen
Gezant, Valkenburg, op hadt laaten aandrin- gen. Zelfs hadt men, ter gelegenheid van den inval in de Veluwe, eenige Regementen, voor Zweeden geworven, in den dienst deezer Lan- den gehouden. Zy werden egter, na 't ein- digen van den veldtogt des voorleeden jaars, den Koning van Zweeden toegezonden (*"). Het Beftand tusfchen hem en den Koning van Poolen nu geflooten zynde, begon hy zig ge- reed te maaken, tot eenen inval in Duitsch- land. De Staaten , ter gelegenheid van eene onderhandeling, met zynen Gezant, Lodewyk Camerarius, over den zwaaren tol, dien de Koning, te Dantzig, deedt heffen, befpeurd hebbende, dat hy niet ongenegen zou zyn, om de voorige verbindtenisfen te vernieuwen (k), raadpleegden, hierover, reeds ernftelyk, in den aanvang deezes jaars. Ten zelfden tyde, zonden ze Foppius van Aitzema, hunnen Refi- dent te Hamburg, af aan den Hertoge van Frid- land en aan den Grsave van Tilly, om een Ver- drag van wederzydfche onzydigheid, met dezel- ven, te fluiten. De Heer van Vosbergen toog, om gelyke oorzaak, naar Keulen. Fridlandhadt zig, reeds voor eenen geruimentyd, genegen getoond om in vriendfchap te leeven met de Staaten (7); doch hy verklaarde nu, het Le- ger, welk hy op de been gebragt hadt, niet te können afdanken. By Tilly en te Keulen werdt ook
O') Aitzbma I. hiel, K, 8090-805».
(k t Aitzema I. Deel, W. 1008-10Ï2. CO AlTZIMA I. Deel, l/l. 809. H5
|
||||
122 VADERLANDSCHE XLIÏ.Böeic,
1630. ook vrugteloos gehandeld. Men bevroedde,
------- ongetwyfeld, in Duitschland, dat de Staaten,
met deeze handeling, Zweeden en zig zelven
den meesten dienst zogten te doen: waarom hunne gezanten , beleefdelyk , werden afge- weezen (m'). Maar met Zweeden ftondt de han- deling, haast, op eenen goeden voet. Midier- wyl, hadt de Koning, reeds in Lentemaand, het Eiland Rügen doen inneemen: waarna hy verfcheiden' Steden in Pomeren overmeester- de. Stettyn zelf nam Zweedfche bezetting in. Ook koos Maagdenburg, eerlang, 'sKonings zyde. Men wist 'er, door den tyd, twee- of drieduizend man in te krygen, over welken 's Konings Hofmaarfchalk, Valkenburg, 't bevel hadt. De Koning zelf was, ondertusfchen, ge- toogen voor Straalzond, alwaar hy, metgroo- te blydfchap, ontvangen werdt. Maar Rostok hadt Keizerlyke bezetting ingenomen. Uit Po- meren , trokken de Zweeden in 't Mekelen- burgfche; dat kwalyk befchermd werdt, heb- bende de Keizer den Hertoge van Fridland het opperveldheerfchap benomen: waarom dee- ze te minder zorg droeg, voor Mekelenbürg. De Keizerfchen onder dch Graave van Til- ly hadden, midlerwyl, 't beleg geflaagen voor Maagdenburg, welk lang duurde. De Ko- ning van Zweeden was nog te ver van de hands met zyn Leger, om de Stad te ontzetten (»). De Keizerfchen hadden, in 't eerst, ook kleine gedagten van zyne onderneeming, alzo zyne gantfche magt flegts Uit, twaalfduizend man be-
(*) A\rz"MA f. l)e.l,U, 952-9<t5. "
(.«) Ileful. Hol, 21 i\e&. 1630. b\. 175. Aitzema I. Oetlt
ioz£-io3Q. i.
|
||||
XLII.Boek. HISTORIE. 123
beftondt; doch zy wies zo fterk aan in 't kort, i53e>.
dat zy, inderdaad, ontzaglyk werdt voor-------
Duitschland (0).
De inval des Konings van Zweeden bereid- Vetbond
de den weg tot het fluiten van een Verbond ^"fchen tusfchen Frankryk en deezen Staat, welk nog „dce^ niet hadt willen gelukken. Lodewyk de XIII. zcnSuut. hadt, tot nu toe, gevorderd, dat de Staat niet floote met Spanje, buiten zyne bewilliging, en hem, in geval hy beoorloogd werdt, byftonde, tegen wien het ook ware. De Staaten verfton- den, daarentegen, dat hun onderftand bepaüd behoorde te worden; en dat men alleen 's Ko- nings raad, niet zyne bewilliging behoefde te verzoeken, in geval van handeling met Spanje Meer toe te ftaan hieldt men ftrydig met de hoogheid van den Staat, die, vooral, moest bewaard worden. De handel over een Beftand , die, in 't voorleeden jaar, begonnen was, bragt Lodewyk den XIII. reeds tot agterdenken. Beaugy kreeg, terftond, last, om den handel te ontraaden, en den Staaten nieuwen onder- ftand aan te bieden. De voorfpoedige veldtogt des voorleeden jaars gaf den Staat ook meer- der aanzien, en Koning Lodewyk begon te be- vroeden, dat hy, met hunne hulp, Spanje en \ Huis van Oostenryk zou können vernederen. Beaugy bondt, hierom, de afgebroken'hande- ling wederom aan, in den Haage. De Staaten begeerden toen, dat de Koning, voor 't fluiten van een nader Verbond, den oorlog verklaa- ren zou aan Spanje. Maar de Gezant hadt gee- nen last, om dit toe te ftaan. D2 handel bleef, hier-
CO Mtinoif. de Preder, Henrf. p+ lac. ,,
|
||||
154 VADERLANDSCHE XLII.Boek.
|
|||||
1630. hierop, eene wyle fleepen. Doch de Zweedfche
-------krygsbedryven in Duitschland dreeven dien op
nieuws aan (ƒ>). Men trof, den zeventienden
van Zomermaand, een Verbond in den Haage, welk, naderhand, van wederzyde, bekragtigd Inlioud werdt, en van deezen inhoud was: „ De Ko- van bet „ ning beloofde, de Staaten, zeven jaaren ag- reive. ^ tereen , te zullen onderfteunen , met eene „ gifte van een millioen Franfche ponden in „ 't jaar, waarvan hy, nogtans, vyftigduizend „ ponden inhouden zou, om ze onder de Fran- „fche Krygsoverften in der Staaten dienst te „verdeden. De Staaten verbonden zig, ge- „ duurende deeze zeven jaaren , van geene „Vrede noch Beftand met hunne vyanden te „zullen handelen, zonder 'sKonings raad in 5, te neemen. Ingeval de Koning, in zyne Staa- ,5ten, beoorloogd werdt, zou hy, alleenlyk, „tot de helft van den gemelden onderftand, „ gehouden zyn. De andere helft zou hy be- „ fteeden mogen aan manfchap en huure van „ fchepen, tot de gewoonlyke foldye en prys. „ De Staaten zouden, in zulk een geval, gee« „ nerlei hulp verleenen tegen den Koning. Zo „ hy, om zyne kusten te beveiligen, of om zig „te ftellen tegen eenige aanflagen op zyne „Staaten, fchepen noodig hadt, zou hy 'er, „tot vyftien toe, in de Vereenigde Gewes- „ ten, mogen koopen of huuren. Voorts zou „men, binnen zes maanden, overeenkomen, „ om , met famengevoegde kragten , de zee» „fchuimeryen van die van Tunis en Algiers „te
(f) Rcfol. Holl. 14, 16 Mtiy II Juny 1630. W. 7»i 76, aj»
Aitzflma I. -biel, M. p69!;?li. |
|||||
XLII.Boek. HISTORIE. 125
|
||||||
wte beletten. De openftaande gefchillen tus- igg«,
n fchen den Koning en de Staaten zouden ook,-------.
n binnen zekeren tyd, worden afgedaan." De
verdere punten van 't Verbond kwamen over- een , met die der voorige Verdragen (q). De Koning deedt de Staaten federt vermaanen, om den kryg tegen Spanje wakkerlyk door te zetten. Hy voerde, deezenZomer, den oorlog in Italië, tegen de Keizerfchen en Spaanfchen, om 't bezit van Mantua en Montferrat, met ee- nigen voorfpoed. Doch de Venetiaanen, zyne Bondgenooten, werden geflaagen, en Mantua bemagtigd, door de Keizerfchen (V), waaruit, eerlang, eene Vredehandeling rees, tusfchen den Keizer en Koning Lodewyk, die met een Verdrag, welk in Wynmaand geflootenwerdt, eindigde. Doch het betrof alleen de opvolging, in de Hertogdommen Mantua en Montferrat (s). De Franfche Gezant, de Beaugy, zogt het fluiten van dit Verdrag bedekt te houden voor de Staaten; maar het lekte haast uit (t~). Cafal was, kort te vooren, den Spaanfchen overge- leverd. De Markgraaf Spinola, die 't gebied DeMarfe. voerde over 't beleg deezer Stad, krank gewor- |r»af den zynde in 't Leger, hadt zig laaten voeren jjpir.ola naar Caßello eThcifa, daar hy, den vyfentwin- tigften van Herfstmaand, overleedt (V). De kryg in Italië hadt, midlerwyl, de Staa-Vierdui-
ten in de noodzaaklykheid gebragt, om den zend Venetiaanen het ligten van vierduizend man vênetie*" if hier te
(q) Zie het Traktaat by Aitzema L Deel, U. 978 enz, in in U Corps Dipl. Tom. V. P. II. p. 605. ( O Aitzbma I. Deel, hl. 970, 1028» 1066, 107a, CO Zie 't Verdrag by Aitzema I. Deel, tl. Iv6?, ( t) Aitzp.ma I. Deel, M. io<56, ic^a. Qt) Aitzüua I. Veel, bh 1072, |
||||||
S
|
||||||
126 VADERLANDSCHE XLILBoek.
|
|||||||||
in deeze Gewesten toe te ftaan. Sommige Le-
den veritonden wel, dat men eer reden hadtom aan te houden by dit Gemeenebest op den be- loofden onderftand in geld , die niet voldaan werdt; dan om den Venetiaanen werving te vergunnen. Doch Prins Fredrik Henrik be- greep, dat men hun verzoek behoorde toe te ftaan. De meeste Gewesten beflooten 'er dan toe. Doch Friesland en Stad en Lande ver- klaarden 'er zig rondelyk tegen, beweerende, dat diergelyke wervingen, niet zonder veel o* verlast voor de nabuuren en fchade voor hun- ne Gewesten, gefchieden konden. Ook werdt zy niet dan onder goede voorbehoedfels toe- gelaaten (V). De onlusten in Engeland tusfchen den Ko-
ning en 't Parlement hadden den oorlog met Frankryk geftremd, en de Vrede tusfchen Lo- dewyk en Karel te wege gebragt. De zelfde onlusten waren ook oorzaak, dat de kryg met Spanje flaauwelyk gevoerd werdt, van de En gelfche zyde. Ook deedt Filips, bewust, dat hy, van deezen kant, niets te vreezen hadt, geene poogingen, om Engeland of Ierland aan te tasten, gelyk men, federt eenigen tyd, ver- fpreid hadt. Men ving zelfs eene Vredehan- delingaan, tusfchen de twee Koningen (w): waar- van de Staaten, in 't voorjaar, kennis kreegen, door den Engelfchen Gezant, Henry Vane. Zy gaven, in hun antwoord, genoeg te verftaan, dat hun dit nieuws weinig behaagde; van ter zvoe klaagende, dat het Verdrag van Sout- harop-
yv") Aitzpma T. Deel, U. ioj6-ioi&
., »0 Uapin Tem. VU. />. 425.
|
|||||||||
lf53o.
L*nde,
gewor- ven. |
|||||||||
IV.
Vrede
tusfchen Spanje en Groot- I3rkanje, |
|||||||||
• '
|
|||||||||
XLII.Boek. HISTORIE. ia»
hampton, ten hunnen opzigte, kwalyk gehnu- itf30.
den was. Doch Vane hieldt hun voor n dat-------
w de Koning , zyn meester, gezind was, de Vcrorfla-
v Staaten te begrypen in 't gene hy met Span- |en des 0 je fluiten zou', zo zy 't begeerden: ook zou fcheaGe- w hy niets belooven, welk met het Verdrag zants aan „van Southampton ftreedt: van hun, die nu de Staa- fy ook met Spanje in handeling getreden wa- ten* wren, het zelfde verwagtende." De Staaten vaardigden den Gezant af, met een algemeen antwoord, dat zy zig aan 't Verdrag van Sout- hampton dagten te houden (V). In 't najaar, keerde hy wederom herwaards. Hy verklaarde toen, uit den naam zyns Konings „ dat Span- je je voorgeflaagen hadt, zyne Majefteit ge- „noegen te zullen geeven, over de zaak van 55 de Palts, eene der oorzaaken van 't Verdrag wvan Southampton : .en wat de erkentenis wder vryheid van den Vereenigden Staat be- 5, trof, welke ook, door het gemelde Verdrag, tP beoogd werdt; Koning Filips hadt zig, ook J? hiertoe , niet ongenegen getoond , en den wKoning, zynen meester, voimagt verleend, „om met de Staaten te handelen, of van Be- „ ftand of van Vrede. Hy begeerde alleenlyk j, klaar en onvertoogen antwoord in gefchrif- wte, of men, hier, ook geneigd ware tot de n handeling." Doch de Staaten bleeven by het algemeen befcheid , te vooren gegeven (y). Ook oordeelden bekwaame luiden, dat de voor- flag des Gezants op losfen grond fteunde, en gefchaapen flondt, op ydelheid of verleiding uit
C*D AtTZF.MA I. Diel, hl. (J88-99P.
Cr) Refol. Holl. 27, s8 Noy. 11630. */. 149, l$:>. AnzBMA
(. l/eet, hl. IC72-107+. |
||||
ia8 VADERLANDSCKE XLII.BoêK.
|
|||||
1630. uit te komen (2). En fommige Gewesten vef-
------- ftonden, dat men, de bemiddeling van Groot-
Britanje aanvaardende, veel te veel agterdogt
geeven zou aan Frankryk (a). De Vrede tus- fchen Spanje en Groot-Britanje werdt, onder- tusfehen, in Slagtmaand, gellooten, byna op gelyken voet, als in den jaare 1604 gefchied was (f). De Koningen beloofden, wederzyds, elkanders vyanden of wederfpannelingen niet te zullen onderfteunen. En Karel zou niet ge- doogen , dat zyne Onderzaaten , op hunnen naam, of, met hunne fchepen, Hollandfche of Zeeuwfche goederen naar Spanje , of Spaan- fchen naar Holland of Zeeland deeden voeren (e). De Staaten kreegen kennis van dit Ver- drag, uit eenen Brief van Koning Karel, die hun, met ronde woorden, fchreef „ dat de dr in» ogende nood zyner zaaken hem verpligt hadt, „om zig met Spanje te verdraagen (</).' Voorts, was 'er, wederom, gefchil gcreezea over den Lakenhandel, beweerende de Engel- fchen, dat hunne Lakens, alleen te Delft, daar de Stapel was, behoorde getard, of naargezien en goedgekeurd te worden. Doch de Staaten dreeven door, dat zulks, volgens de Plakaa- ten, ook in de andere Steden, gefchiedde (f). Twist Tusfchen Christiaan den IV., Koning van tusfchen Deenemarke, en de Stad Hamburg, was mer-
Ueene- ^ejvk gefchil ontftaan, ter oorzaalce van eenen
marke en ° meu-
(z) HoopTS Brieven N. 2ig en ?22. H. 179, l8i.
O) Notul. Zee'. f> Se,.t i6y\. hl 1H0 f») '/.ie /X. Deel, bl. 173. CO ZU 't Trakiaat l>v Aitzema I. Deel. bl. 107.1.
C'0 Refol. Hoil 14 Jan 16.1. hl 3. Aitzema I. Deel, H, 10-9. ie) Aitzema I. Deel, tU+ioji, 1085. |
|||||
XLII.Boek. HISTORIE. 129
|
|||||
nieuwen tol te Gelukftad , dien de Koning in-
vorderde , en de Hamburgers niet betaalen ------- willen. De Stad verzogt de bemiddeling van Ham-
deezen Staat, die, zelf belang hebbende by de bnr*> °" vrye vaart op de Elve, Foppius van Aitzema ™te q1^. naar Deenemarke zondt, om den Koning te ïukftad. beweesen, tot het affchaffen van den nieuwen tol. Midlerwyl , hadden die van Hamburg 's Konings uitleggers van voor Gelukftad doen wegneemen; 't welk hy hieldt voor eene daad van openbaare vyaridlykheid. Ook bragt hy eene Vloot in zee, die, in den mond der Elve, flaags geraakt met eenige Hamburger fche- ^pen, den ftroom, tot aan Gelukftad, wederom opende. De bezending der Staaten was vrug- teloos. De Koning was gezet op 't behouden van den tol. Hamburg vervoegde zig, fe- dert , by 't Keizerlyk Hof om regt (ƒ*). Doch hier werdt ook niets verworven. Wolfgang Willem, Hertog van Nieuwburg, De Lm.
in Lentemaand des voorleeden jaars, een nieuw den van Verdrag gemaakt hebbende met George Wil- ^SJ! • lem, Keurvorst van Brandenburg (g), was, ter en Befg gelegenheid van het zelve, in Hooimaand, in wordèni perfoon, herwaards gekomen, om de Staatente opeeni- beweegen, dat zy hun Krygsvolk trokken uit & ^?fa de Steden van Gulik, Berg en Kleeve, als on spwuucb zydige Landen zynde; gelyk, zeide hy, de Krygs- Spaanfchen , van hunnen kant, ook wilden volk ont- doen. Men kwam, na veel handelens, einde- ruimd* lyk, overeen, dat het wederzydsch Krygsvolk de genoemde Landen zou ruimen, uitgenomen de
Cf) Hefbl. Holl. 3, 4 Jiiny 1630. il. Z6. AiTZEMA I. Deel,
U. I025-tR'8.
Cs) Aitzema I. Deil, II. U\.
XI. Deel. I x
|
|||||
130 VADERLANDSCHE XLII.Boek.
|
|||||
i(53o, de Steden Galik, Orfoi en Sittart; die, door de
------- Spaanfchen ; en Wezel, Burik, Rees en Em- merik , die, door dè onzen, zouden ingehouden worden, 't Verdrag werdt, in de Lente des volgenden jaars, uitgevoerd. Goch en Raven- fteiii, welke Plaatfen, door de Staaten, zeer verftcrkt waren, werden toen ontmanteld(Ä). De ingezetenen der Gulikfche en Kleeflche Landen niet alleen, maar ook de Keurvorst van Keulen en de Graaf van Oldenburg hadden, federt eenigen tyd, fterk geklaagd over den o- verlast, dien zy van 't Staatsch Krygsvolk lee- den (f)', waartegen wederom eenige orde ge- field werdt, die, nogtans, de gelegenheid tot klagten niet geheellyk wegnam. Friesland De Staaten van Friesland, die, in 't voor- ïoekt af leeden ncijaar, bewilligd hadden in het aanhou- te dan- ^en der vyftig vendelen, in 't jaar 1628 geligt, * beflooten , nogtans , in Herfstmaand deezes jaars, hun aandeel in dit volk, zynde agt ven- delen , af te danken. Doch de algemeene Staa- ten en Prins Fredrik Henrik toonden zig hier- over ten uiterfte misnoegd, en hielden zo ern- ftig aan by de Staaten van Friesland (&), dat de agt vendelen, zo ik meen, in; dienst bleeven. Fredrik 't Jaar 1630, fchoon zonder veldtogt door- Henrik gebragt, liep egter, niet zonder roem voor geraakt prjnfe Fredrik Henrik, ten einde. Hy raakte, ruütbént m Zomermaand, in 't gerust bezit van de Stad van het en 't Prinsdom Oranje, welk hem, door den Prins- heimelyken handel zyns Bevelhebbers aldaar, rn?e.°* z0 2oec* als a^nan^§ gemaakt was. De Prins (*"> AtTzfm/v I. Deel, hl. io;;rt-iortrt, 1089-1093.
( ;') An ze MA I. Deel, hl. 1035-1041. Qkj AiTZEJM I. Stel, hl. 1055. |
|||||
XLILBoek. HISTORIE. 131
was, nog by 't leeven zyns broeders, in den t«39.
jaare 1619, naar Oranje geweest, en hadt al--------
daar Don Emmanuel, Prins van Portugal, tot
Landvoogd, aangefteld: onder wien, Jan ds Hertoge van Osmale, Heer van Falkenburg, nog- tans, 't meeste bewind hebben zou. Deez'bleef Landvoogd, na dat Don Emmanuel, in 't jaar 1623, te rug geroepen was; doch men maakte hem, na verloop van eenige jaaren, by zynen meester , Prins Fredrik Henrik, verdagt van bedekten handel met den Koning van Frank- ryk, voor wien hy 't Prinsdom en de Stad be- loofde te zullen bewaaren, mids hem de Land- voogdy en eenige andere voordeelen werden toegedaan. De Kardinaal de Richelieu hadt deezen handel begonnen, kort na 't bemagti- gen van Rochelle ("/)• De Prins zondt Gemag- tïgden naar Oranje, om Valkenburg, door handeling, te beweegen tot het afftaan der Re- geeringe. Doch 't was vergeefs. Joan de Knuit, Raad zyner Doorlugtigheid, werdt, eindelyk , derwaards gezonden, met last, om zig van ge- weldige middelen te bedienen, als zagten niet hielpen. De Knuit dan, eenige Kapiteinen der bezettinge op zyrie hand hebbende, overvalt den Heer van Valkenburg in 't Huis vanden Griffier La Pize, daar hy, zig te weer {teilen- de, doorfchooten werdt. De Luitenant, die 't Kasteel inhieldt, werdt, door beloften, tot de óvergaave bewoogen : waarna de zaaken , in de Stad en 't Prinsdom, allengskens, in rust raakten. Zyne Doorlugtigheid kwam dus in het
CO AuBERY Memair. p. 351. Fragm. de Converf. da-'it lei
lettrei dm Cunue »'Estuades Tem, l. f. 5^. Mét, di 1743, I 3
|
||||
i32 VADERLANDSCHE XLIÏ.Böetï.
1630. het daadelyk bezit zyn Prinsdoms; waarvan
burg 't genot gehad hadt (ni).
V. De Prins van Oranje was, federt eenigen Aanflag tyd, bedagt geweest, om zig meester te maa-
op Duin- jj.en van Duinkerken, vanwaar de vyandlyke erken. j,aapers ^en Nederlandfchen Koopvaardyfche- pen veele fchade toebragten. Hy hadt zyn voorneemen aan eenige Leden van den Staat bekend gemaakt: en men bereidde zig, om, te- gen de volgende Lente, 's Lands krygsmagt, teYzendyke, te ontfcheepen, vanwaar zy, te lande, op Duinkerken aantrekken zou. Niet zonder gevaar was deeze togt. Hy moest, door een gebroken en vyandlyk gewest, gefchie- den, alwaar men den onzen, met kleine magt, den toevoer zou können affnyden, of den door- togt betwisten. Doch hiertegen werdt inge- bragt, dat ons Leger uit wakker voetvolk be- ftondt, welk voorraad, voor twaalf dagen, zou können medeneemen,' binnen welken tyd, men zig den weg naar Duinkerken zou können o- penen : waarna 't bemagtigen der Stad , die il egt verfterkt was, weinig werks zou behoe- ven te kosten. Geduurende 't beleg, zou men, van Calais, of zelfs van Douvres en Vlisfingen voorraad bekomen können. De Prins verftondt ook, dat men, in onderneemingen van gewigt, iet behoorde te waagen. Men befloot 'er dan toe («), met genoegzaame eenpaarigheid van hun, die 'er over geraadpleegd werden. De
f»0 Aitzf.ma I. Deel, hl. 1030-1055.
O) Memoir. de Freiler. Henri p, 1:2-124. Van »en Sami«
Xlï. Hoek, II. irto. |
||||
XLII.Boek. HISTORIE. 133
De Staaten, by tyds., orda gefield hebben- 1631.
de,- om hunne meeste troepen, tegen den eer---------
iten van Lentemaand des volgenden jaars, vol- Togcder-
tallig te maaken; deedt de Prins, om den waarda» vyand te misleiden, het Leger verzamelen tus- fchen Wezel en Emmerik, en vertrok, den ze- ventienden van Bloeimaand, uit den Haage, derwaards (0). 't Leger, omtrent vyftiendui- zend knegten en drieduizend paarden fterk, ging hierop, op den zesentwintigften, fcheep, en kwam, den Ryn en Waale afzakkende, binnen vyf dagen, in 't Juffrouwen-gat voor Yzendy- ke. Hier werden de troepen ontfcheept, met zo veel fpoed, dat zy, nog dien zelfden dag, te Watervliet, en, des anderendaags, te Mal- deghem kwamen, hebbende eiken foldaat voor vyf dagen leeftogt by zig, behalve dat men honderdduizend ponden broods op wagens ge- laaden hadt. Ten derden dage, zondt de Prins eenig volk, om eene fchipbrug te leggen over de Vaart, die van Gend naar Brugge loopt: 't welk gelukkiglyk volbragt werdt, alzo de vyand alle zyne fchanfen langs deeze vaart ver- laaten hadt. Doch terwyl men zig bereidde om voort te trekken, kreeg zyne Doorlugtigheid tyding, dat de vyand, flegts twee uuren ver- der, gelegerd was, om den onzen den door- togt te betwisten. De Afgevaardigden der al- beeft gemeene Staaten, die in 't Leger waren, ver- seen" ftonden toen, dät men te rug keeren moest. ™°"" Maar de Prins begreep het anders. Hy hieldt den Gemagtigden voor, dat de eer van den Staat en van het Leger hing aan de uitvoering van
C-) AitzEMA I. Doel, il. 1102, Ji2y.
IS |
||||
134 VADERLANDSCHE XLILBoek.
i($3r. v^n het befluit, waartoe zy zelven, te vooren,
—— hunne ftera gegeven .hadden. Zy verklaar- den, daarentegen, niet aanfpraakeïyk te wil- len zyn voor de nadeelen, welken zy te gemoet eagen , wanneer het Leger voortrok. Men vindt zelfs, dat ze 'er zouden bygevoegd heb- ben „ hoe klaarlyk zy befpeurden de kleine M genegenheid, die de Prins den Staat toe- v droeg, alzo hy, om aan zyne eerzugt te vol- „ doen, deszelfs gantfche welvaart in de waag- jj fchaal ftellen wilde." Wat hiervan zyn mo- ge ; de Prins liet zig overreeden, om te rug te keeren naar Watervliet, daar 't Leger gefcheept wer-dt. Voorts deedthy't, teGorinchem, aan land treeden, en floeg het, eerlang, te Drunen neder. Het vyandlyk Leger, onder den Mark- graaf de S. Croix, brak ook op, en toog tot tus- fchen Lier en Antwerpen, daar het leggen bleef (p). Men meende, dat de Prins het oog op Brugge gehad hadt, en maakte, in de Spaan- fche Nederlanden, fchimpdigten op het mis- lukken van zynen toeleg. Doch dit fmaalen werdt den Spaanfchen haast verleerd (jf). Toerus- Terwyl de Legers lagen te loeren op elkan- ting des ders beweegingen, vernam men, dat devyand, ■vyands te ontwerpen, eene talryke Vloot gereed landing, maakte, die, aan de toebereidfels, geoordeeld werdt, te zullen dienen tot eene landing. Men geloofde, dat het op Zeeland (r), en byzon- derlyk op Zuidbeveland gemunt was. De Prins verftondt, hierom, dat hy met een deel des Legers, op weg flaan moest, om dit Gewest te dek-
(p~) Memoir. de Freder. Henri p. 144-126»
Qq ) AnzBMA 1. Deel, lil. ti2Q. (r) Uefol. Iloll. 5 pt. 1631. W. 115. |
||||
XLILBoEK. HISTORIE. 135
dekken. Hy trekt dan, met tienduizend man,
naar Geertruidenberg, en begeeftzig, vandaar, te fchepe, naar Bergen op Zoom, daar de Her- tog van Bouillon, met twaalf kornettejn paar- den , te gelyk met hem, aankwam. Ten zelf- den tyde, was Graaf Jan van Nasfau, met zes- duizend knegten, te Antwerpen , fcheep ge- gaan, op vyfendertig Fregatten, die van vee- lerlei krygsbehoeften en twaalf groote fchou- wen voorzien waren. De zamelplaats deezer Vloote was onder de S. Anna Schans, onlangs , door Grobbendonk, in de Polder van Namen, geftigt. Frcdrik Henrik hadt alle de Oorlogs- fchepen, welken hy, uit Holland en Zeeland, byeen brengen kon , doen verzamelen voor Saaftingen. Doch zy werden, door 'svyands- gefchut, van daar, tot beneden Zuidbeveland , te rug gejaagd. Men verwagtte toen een e lan- ding op dit Eiland; doch ftoncjt verbaasd, dat men de gantfche vyandlyke Vloot, des ande- rendaags, op een kanonfchoot van de fcbans voor Bergen op Zoom, het Eiland Thoolen zag naderen, zonder dat onze fcheperu, die den ftroom tegen en gebrek aan wind hadden, haar volgen konden. De Prins zondt, in alleryl, tweeduizend man, onder den Kolonel Morgan, naar Thoolen, die, waadende, tot over den middel, door eenen modderigen grond, op 't Eiland kwamen. Maar Graaf Jan van Nasfau was, op een musketfchoot van Thoolen, ten anker gekomen. Hier raakten verfcheiden* fchepen aan den grond : waarom hy genood- zaakt was, hooger getyde af te wagten. Met het wasfen van 't water en 't opfteeken van den T 4 . wind, |
|||||
<
|
|||||
ï36 VADERLANDSCHE XUI.Boek,
«J31. wind, naderden de Staatlche fchepen de vyand-
—-----lyken. Eenige Jagten , met vyfdenhonderd
man, onderden Kolonel Maifonneuve, volgden
hen. 't Befluit was, den vyand aan te tasten , Over- zo dra men hem genaderd zou zyn. Zyne fche- winning pen , midlerwyl , los geraakt, zeilden , om 5P '' Thoolen, naar 't Slaak, een' engen ftroom, ten noorden van 't Eiland. Hier trof hun de Staatfche Vloote aan , op den twaalfden van Herfstmaand tegen den avond. De Vlooten raakten terftond in een vinnig gevegt, welk den gamfchen nagt duurde. Verfcheiden' vyandlyke fchepen, aan den grond geraakt, werden ver- laaten van 't voll?:, welk den onzen genoegzaam geheel in handen viel. Het Admiraals fchip zeifs zat vast, zo dat Graaf Jan, zig op het zelve niet -langer betrouwende, met een' floep, ontweek naar Prinfenland. Van hier kwam hy te Roo- zendaal, alwaar de Markgraaf van S. Croix zig, kort te vooren, nedergeflaagen hadt. Een deel der vlugtenden, by Steenbergen geland zynde, werdt, daar onderfchept, door het Staatfche Leger, reeds, op last van den Prin- fe, in aantogt, en verllaagen of gevangen ge- nomen. De zege hadt zig, midlerwyl, volko- menlyk verklaard voor de onzen, zonder dat zy veel bloeds gekost hadt, Doch 't getal der gevangenen van 'svyands zydc beliep over de vierduizend Q$. Alle zyne fchepen en fchou- wen werden veroverd, en naar Dordrecht ge^ zonden. Graaf Jan van Nasfau en eenige wei- nigen, die hem verzelden, waren fchier de ee- mg-
O) Hoofts rir'ewn N. 305. f/. £46, Kotul. Zeel. iS, 2Q
fiept.-1631, U, 157,164. |
||||
>
|
|||||
XLII.Boek. HISTORIE. 137
nigften, die t'ontkwamen. Men befloot, van ,631.
agteren, dat de vyand op 't Eiland Os/erflak--------.
k-ée, of op 't Land van Voorne, zou geland zyn,
hadt hy zyn oogmerk können bereiken: waar- om men, in Holland, zeer verheugd was, over de zege. De Prins zondt, kort hierna, het krygsvolk naar de winterlegeringen, en keer- de, na 't bezigtigen der grensvestingen in dee- zen oord, te rug naar den Haage (t). De Rui- tery van Stakenbroek overviel, omtrent dee- ze'i tyd, by Venlo, eenige vyandlyke Rege- menten, die uit Italië gekomen waren, en ver- floeg 'er omtrent zevenhonderd man van («). De Staaten hielden , dit gantfche jaar , eene Vloot op de Viaamfche kusten onder den Vi- ce-Admiraal Kwast, om den Duinkerkfchen Kaaperen het uitloopen te beletten, en te pas- fen op de Vloote, die in Spanje werdt uitge- rust, en, zo men vernam, agter Engeland om, naar Vlaanderen dagt te komen. Ook liep een deel zyner Vloote onder Noorwegen kruisfen. Doch daar viel ter zee weinig voor. Alleenlyk waren 'er , in Zomermaand, drie Lubekker fchepen, die den Spanjaard verbooden'goede- ren toevoerden, genomen, en te Amfterdam opgebragt (v). De Koning van Zweeden, wien de Staaten, vi.
dit jaar, met honderdenvyftigduizend guldens, Voor- onderfteunden, terwyl hy van den Koning van jpoedder Frankryk een millioen bedongen hadt («O» f^Tt. voer-
CO Refol. Holt. i(5.ii. hl. iis.. Mein'olr. tic Freder. Henri f. 126-130. Aitzema I. Deel. hl. 1130-1132« 00 Aitzema I. Deel, hl 1130. OO Aitzema I, /Jee!, bh 1130-1142. Qr) Ajizema 1. J)eei, hl. 1144, 1177, I 5
|
|||||
i38 VADERLANDSCHE XLII.Boek.
|
|||||||
1631. voerde, reeds in den Winter, den oorlog, met
-------zonderlingen voorfpoed. Hy bemagtigde ver- penen in fcheiden' Plaatfen in Pomeren, fchier zonder Duitsch- flag 0f fl.00t> jn Grasmaand, viel hem Frank- fort aan den Oder in handen. Ook maakte hy zig van Krosfen meester: waarna hy zig keerde naar Berlyn, van zins om Maagdenburg, welk door Tilly belegerd werdt, te ontzetten. Doch de Keurvorst van Saxen weigerde hem den doortogt over de Elve , by Wittenburg (#). Maagdenburg werdt, in Bloeimaand, ftormen- derhand veroverd, deerlyk geplonderd, en aan brand gefteken. De Koningvan Zweeden,zig, naderhand, verdraagen hebbende, met den Keurvorst van Saxen, en den Landgraaf van Hesfen, floeg, op den zeventienden van Herfst- maand, de Keizerfchen onder Tilly, geheel- lyk, by Leipfig, waarna hem wederom ver- VcrfcMt fcheiden' Steden in handen vielen. Ondertus- met fchen, deedt hy, door zynen Gezant, Lode- Zwseden wyjf Camerarius , geduurig , om onderitand uiten, aanhouden by de Staaten; die, daarentegen, ontheffing begeerden van de nieuwe tollen , welken Gustaaf Adolf, teDantzig, in de Pillau, te Riga, en elders, hadt opgeregt, en ongaarne verlaagen, veel min affchaffen wilde (y). Ook drong men 'er vergeefs op. De Staaten oor- deelden egter raadzaam, den Koning, van tyd tot tyd, met penningen, te onderfteunen.. Zyn voorfpoed hieldt de Keizerlyke wapenen , in Duitschland, bezig, voor welken zy, anders- zins, zouden te dugten gehad hebben. De
|
|||||||
(*") Meiiiolr. (!e Brandenli. p. 70. téTit. d: 1751 ia is».
(,y) Aitzema I. Deel, il. 1179-1186. |
|||||||
XLILBoek. HISTORIE. 139
De onderftand, dien de Staaten, in 't voor- 1631.
leeden jaar, van den Koning van Frankryk be- |
||||||
dongen hadden, werdt traagiyk voldaan, ver- Onlusten
mids 'er, onlangs, wederom, nieuwe beroer- inFok- ten ontftaan waren, die 't Ryk, met eenen in- ry " landfchen oorlog , dreigden. De Koninginne Moeder, Maria de Medicis, misnoegd op den Kardinaal de Richelieu, die haar geen deel al- toos gaf aan 't bewind, en den Koning en 't Ryk beftierde , naar zyn welgevallen , hadt, federt eenigen tyd, aanhang begonnen te maa- , ken, om den Kardinaal den voet te ligten. Men De Ko-
meent, dat de Spanjaard hieronder roeide. I^.ngJ'jne Doch de Kardinaal hadt zo veel vermogen op 4y kt naar den Koning, dat hy hem bewoog, om zyne Btusfel. Moeder, voor eene wyle, te verzenden van 't Hof. Zy verliet, federt, het Ryk, in Grasmaand deezes jaars, en begaf zig naar Brusfel, daar zy deftig onthaald werdt, en eenige jaaren ver- bleef O). De Prins van Oranje hadt zo veel gezags en t VIT-
vrienden verkreegen in den Staat, dat men, t™^ in den aanvang deezes jaars of al eerder, raad- 0pVOi- pleegde in de Gewesten, om zynen jongen Zoon, ging in't Prinfe Willem, het regt op te draagen, tot de Stndhou- opvolging in de ampteh zyns Vaders, in geval ^"'^ap hy deezen overleefde. Utrecht en Óverysfel, deuion- è'iaxZwedervanHaarfolte, 't ftuk aandreef, wa- gen Prln- ren het eerfte gereed, om hiertoe te befluiten ftopgè- (V). In andere Gewesten, haperde het nog een draa8cn* weinig. Men bezefte , aan den eenen kant, hoe
£*} Attzfma T. Deel, il. 1087-1089, 1129-1131. HnoFrs
ïirievcn N- 21,0. b!. 2.3g. (a) IIoofts Brieven A'. 237, 240. il. 196, 199. AirztuAl.
Uccl, il. 113a. |
||||||
i4o VADERLANDSCHE XLILBoek.
|
|||||||||||
iö3i. hoe gevaarlyk het ware, eenen jongen Prins,
>-------van wiens goede of kwaade hoedanigheden
men nog niet kon oordeelen, te fchikken tot
de hoogfte waardigheden in den Staat. De Staa- ten van Holland hadden zig, hierom, in 't ont- werpen der voorwaarden, op welken zy, wel- eer, de Graarlykheid zouden hebben opgedraa- gen aan Prinfe Willem den I., het regt voorbe- houden , om, uit zyne Zoonen, eenen, die hun den bekwaamden fcheen, te kiezen tot zynen Opvolger (£). Doch van de andere zyde, ftrekte het verklaaren van den jongen Prinfe tot Op- volger zyns Vaders zeer, om deezen naauw te verbinden aan de Gewesten, en den band van eenigheid tusfchen de Gewesten onderling, en tusfchen de Gewesten en zyne Doorlugtigheid naauwer toe te haaien en beftendiger te maa- ken. Voorts, verftonden fommigen, dat de Stad- houders de plaats der oude Graaven vervulden (c): waaruit fcheen te vloeijen, dat hunne oud- fte Zoonen hun behoorden op te volgen in 't be- wind (/). De Edelen dreeven de zaak des jon- gen Prinfen fterkst, in de byzondere Gewesten. In Utrecht, was de voorflag ook van hunnen kant gefchied: en fommigen tekenen aan, dat 'er de Steden, niet dan traaglyk, in bewilligd hadden (e), in Holland, deeden de Edelen den voorflag, insgelyks. Terwyl 'er op geraad- pleegd werdt, verzogten de Staaten van Zee- land, dat men, ter oorzaake van de naauwe vereeniging tusfchen de twee Gewesten, op dit
|
|||||||||||
8
|
) Zie VU. Deel, hl. f524.
j Cid. H. Gkotius de Antiq. Rclpubl. Bntav. Cap. VU,
|
||||||||||
p. ya.
(;ƒ) AlTZKMA I. Ijfel-, hl. \\$\.
\e~) UooFTä Bripven N. 737. bl. \<ß.
|
|||||||||||
XLII.Böfek. HISTORIE. 141
ditftuk, eenpaariglyk met hen, befluiten wil- «jjt;
de (ƒ). Die van Holland beantwoordden, in ------
zo verre, aan dit verzoek, dat zy de plegtige
opdragt van 't Regt tot de opvolging te gelyk met Zeeland deeden , op den vierentv/intigften van Grasmaand. Gelderland en Zutfen deeden t'omtrent den zelfden tyd. Sommige Leden van Holland hadden in bedenkinge gebragt, „dat de Staaten de magt aan zig behoorden p, te behouden, om, in geval zyne Doorlug- n tigheid , geduurende zyns Zoons minderjaa- „righeid, overleedt, zulke orde te ftellen op ?? de Regeeringe, als zy, ten meesten dienfte „ van den Lande, zouden oordeelen te behoo- „ ren." Doch de meeste Leden hielden zulks onnoodig, alzo 't van zelf fprak , dat deeze magt, zonder eenig voorbeding, en *van regts- * ipfo wege, by hunne Edele Groot Mogendheden, /*""'• bleef huisvesten (g). 't Werk werdt dan vol- trokken , zeer tot genoegen zyner Doorlugtig- heid, die, aan elk der Gemagtigden tot de op- dragt , eene vereering deedt (ft). In Friesland volgde men, eerlang, het voorbeeld der ande- re Gewesten, 't Regt tot de opvolging in het Stadhouderfchap werdt Graave Henrik, Zoon van Graave Ernst Kafimir van Nasfau, in Len- temaand des volgenden jaars, opgedraagen. Maar de Staaten van Stad en Lande namen het kwalyk, dat men, in Friesland, hiertoe befloo- ten hadt, zonder hen te kennen, en 't fcheen, dat
CO Misfive van 20 Maart 1631. in de Notirl. Zeel. 163M
M. 119. ■Cs} Refol. Holl. 15 Maart 3, 4, 10 April 8 July 1631. hl.
3°> 57» 64 • 65, 79- CiiJlefoI. Holl. 8 July 1631. hl. 70. Auzf.ua I. DeeL
II. 1132. |
|||||
/
|
|||||
V
142 VADERLANDSCHE XLII.Boek.
i6%x. dat zy 't voorbeeld hunner nabuuren niet zou-
»■. . - den gevolgd hebben. Doch Graave Ernst, kort hierna, overleeden zynde, verkooren zy egter zynen Zoon tot Stadhouder. Ook ontwierpen de Staaten van beide de Gewesten een Berigt- fchrift voor den nieuwen Stadhouder (i): waar- op hy, meen ik, becedigd werdt. Hy werdt, by het zelve , onder anderen, verpligt, ora geen regt tot de opvolging in zyne ampten, voor iemant, te verzoeken; hebbende de Staa- ten, onlangs, beflooten, zulke verzoeken, van nu af aan, te houden voor ontzeid (Je*). Adriaäti Het Ampt van Raadpenfionaris van Hol- Pauw land, in Herfstmaand des jaars 1629, openge- Raad! vallen, door de dood van Antoni Duik, bleef penfiona- onvervuld, tot in de Lente deezes jaars. Eerst ris van hadt men lang werk gehad, met het inftellen Holland. van een nieuw Berigtfchrift (/). Ook tradt men, traaglyk, tot de benoeming; alzo fommi- ge Leden den Penfionaris Kats gaarne op dezel- ve brengen, en vervolgens verkiezen wilden, terwyl die van Amilerdam den Rekenmeester Pauw liever bevorderd zagen. Om Kats, die een Zeeuw was, uittefluiten, floeg Amfterdam voor, dat men behoorde vast te ftellen, nie- mant, dan die een gebooren Hollander was, tot Raadpenfionaris te kiezen, te meer, alzo de Staaten van Zeeland, onlangs, de Hollan- ders onbevoegd hadden verklaard, om dit ampt, in hun Gewest, te bekleeden (jn). Doch men be-
(O 7'*e de ïnftruft. iv Aitzema I. Deel, II. 1228.
(.4) Aitzema !- Deel. bl. 1225, 1227.
Cf) Refol. Holl. 19 Itec. 1629. */. 225. iö 'Jan. 15 May 5,
3 Juny 6 Üec. 1630. bl. 8, 70, Hü, yi, 159. ■ m) Inftr- voor den Pciif. der Staat, van Zeel. in de Notul. i<)
Fe'jr. 1630. H. 17. |
||||
XLII.Boek. HISTORIE. 143
befloot hierin zyne vryheid te behouden. Pauw, itfji.
Kats en Rochus van den Honaart, die ook, —— door verfcheiden' Leden , gedraagen werdt, raakten dan op de benoeming («). De Prins, hierover geraadpleegd, verklaarde alle de be- noemden voor bekwaame mannen, en liet de keuze aan de Staaten (0). Kats, verftaande, dat men hem verdagt hieldt, als of hy naar het Ampt ftondt, betuigde, rondelyk, het tegen- deel, in de Vergaderinge der Staaten (/>). E- venwel bleeven veelen hem genegen. Alleen- lyk, fcheen hem in den weg te ftaan, dat hy geen Hollander was. Doch veelligt ftak hier- onder een ander geheim van Regeeringe, welk wy niet klaar genoeg hebben können ontwin- den, om het hier open te leggen. Zo veel is 'er van, dat Adriaan Pauw, Heer van Heemfiede, met de meeste Hemmen, tot Raadpenfionaris gekooren werdt, op den negenden van Gras- maand deezes jaars (#). Hy bedong, dat hy, na 't afleggen van 't Raadpenfionaris-ampt, zy- ne Rekenmeesters plaats zou mogen hernee- men (r). Ook vergunden hem Burgemeesters en Raaden van Amfterdam, op zyn verzoek, dat hy zyn Poorterfchap in deeze Stad niet verliezen zou, fchoon hy genoodzaakt werdt, Van wooning te veranderen (/). Tot in den Zomer deezes jaars, hadden, op viir.
het Slot te Loeveftdn, nog zeven Remon- De Re- ftrantfche Predikanten in hegtenis gezeten, te ™on" wee' fche Pre.
(n*) Refol. Hol!. 14 Dtc. if,?,o. */. i«8, 1(5». Cc) Refol. Hol!. 19 Dec. 1630. hl. 173. fp 1 Refol. Ho!!. S2 Januar. 1611. iL'1%, Cd) Refol. INI. o At»il \6%t. il. «3. ( T) Refol. Holi. 12 April 1Ö31. il. 6>. C^j AiiziiMA I. Deel, il, 1095. |
||||
144 VADERLANDSCHE XLII.Boec
1Ä31. weeten Karel Niellius, Petrus Cupus, Bertihe-
--------rus Vezekius, Simon Luca; Byfterus, Theo-
dikanten dorus Boom, Paulus van der Linden en Arnol-
tennh§è ^us Geesteranus; zynde Eduard Poppius, reeds Loeve- voor eenige jaaren% in de gevangenis overlee* iteinfche den. De overigen hadden, al meer dan eens, hegten«, verzogt, ontflaagen te worden; zonder dat hun verzoek ingang gevonden hadt. Zy genooten, nogtans, federt eenigen tyd, met bewilliging der algemeene Staaten (t), eenige meerdere vryheid. De Bevelhebber van 't Slot, de Bey, liet hun toe, tot hunne verlustiging, nu en dan, op de wallen te wandelen, onder belofte, dat zy niet zouden ontvlieden. Doch deeze ruimte boezemde hun begeerte naar grooter vryheid in. Niellius hadt kennis gemaakt met zekeren Soldaat, die de Predikanten zeer hard plag te handelen, om dat hy ze hieldt te zyn in 't ge- voelen der Contraremonftranten ; doch hier- van, by zekere gelegenheid, beter onderrigt, hadt hy hun allerlei vriendfchap beweezen en toegezeid. De meesten beflootendan, doormid- del van deezen foldaat, te ontvlugten. Niellius alleen vondt zig bezwaard , ter oorzaake van de belofte, aan den Bevelhebber gedaan. Doch men hieldt hem voor, dat deeze belofte al- leenlyk verbondt, om niet te ontvlugten, wan- neer de Bevelhebber verlof gaf, om langs de wallen te wandelen: waarmede hy zig gezeg- gen liet. Men hadt nu vastgefteld, eenen don- keren nagt waar te neemen, en zig, van den muur van 't Slot, neder te laaten in eene fchuit, waarmede men zig naar Rotterdam wilde laa- ten |
|||||
0 Rf;fo!. IIoll. 14 BI*m 1631. bl. 29.
|
|||||
XLII. Boek. HISTORIE. 145
ten roeijen. Doch in deeze onderneeming dee-
den zig twee zwaarigheden op, die, weinige dagen voor de uitvoering, beide gelukkiglyk verdweenen. Tegen 't Slot, in de Waale, naar den Hollandfchen kant, daar de fchuit zou moe- ten aanleggen, om dat hier geene graft om de Vesting was, ftondt zeer veel rietgewas, welk maakte, dat men, niet digt genoeg, met een vaartuig, aan 't Slot komen kon. Doch alzo de Spaanfchen zig, federt eenigen tyd , met kleine fchuitjes, in dit riet onthouden, en vee- r Ie rooveryen op de ftroomen bedreeven had- den , was de bevelhebber, onlangs, te raade ge- worden , al het rietgewas te doen wegneemen. Zyn groote hond, gewoon elk aan te basfen, die zig omtrent den muur vervoegde, ten zelfden tyde, een goed deel fpyze, tot een gastmaal gefchikt, hebbende opgefnoept, was ook, door hem, in arren moede, doorfchooten. Het on- verwagt wegneemen van deeze twee hinder- paalen deedt de Predikanten beiluiten, om hun voorneemen in 't werk te ftellen, in den nagt na den negentienden van Hooimaand, by buijig en donker weder. De foldaat, van wien wy gefproken hebben, hadt toen juist de wagt, en begunftigde den toeleg. De Predikanten raakten allen over den muur, en in de fchuit, en kwamen, des anderendaags, op den mid- dag, te Rotterdam, daar zy, van veelen, ge- zien, en, door Episkopius, toen nog niet naar Amfterdam vertrokken, geherbergd werden (u). Sommigen fchryven dat zy met oogluikin- f o) P. A. LiuuoacH Vil» Kyineopii f. 310.
XL Dul. IC
|
||||
r46 VADERLANDSCHE XLIÏ.Boek^
1631. ge los gelaaten zyn (v): 't welk vreedzaa-
—---- me luiden wel verhoopt hadden, om daaruit
eene genegenheid der algemeene Staaten tot
maatiging te befluiten. Nogtans is hiervan geene zekerheid (w). Vaster gaat het, dat de Staaten van Holland, op 't ontvangen der ty- dinge van 't ontkomen der Predikanten, befloo- ten , den Perfoon, wien derzelver bewaaring aanbevolen geweest was, in verzekering te doen neemen; doch hunne Vrouwen, die ge- woon waren, hun te verzeilen in de gevange- nis , te ontdaan (V). Maar wat hierop ver- der gevolgd zy, is my niet gebleeken. De vrouwen en kinderen zyn egter, na een wei- nig zittens, geflaakt. Hngo de Tegen 't einde van Wynmaand, keerde de Groot vermaarde Hugo de Groot, die zig, tot hier- kecrthier toe, inFrankryk, onthouden hadt, weder in't weder"110 Vaderland, en te Rotterdam. Men hadt, ge- lyk wy reeds, in 't voorbygaan (j), gemeld ^ebben, al federt eenige jaaren, gearbeid, om deeze vryheid, voor hem, te verwerven. De Drosfaard Hooft in 't byzonder zogt die van Amfterdam te beweegen, om de Groot in hun- ne Stad te ontvangen (z). Doch men maakte, hier, zwaarigheid, om zig nog zo verre bloot te geeven. De Prins, fchoon de Groot niet ongenegen, vondt nogtans niet raadzaam, om hem, zonder eenige voorwaarde, hier te Lan- de, O") Aitzema I. Deel, II. 1094.
(w) HonfTS Brieven 2V. 2Ü9. il. 238.
lx ) Refol. Holl. July 1631. tl. 99.
( y) Hier voor, bl 50.
(zj Hooprs Brieven N. 130, 138, 139, i,|0, lil, Ui, 143»
Ui, «5*i 253j 256- bl. 108, 113, 114, 115, llG, il/, llü# *a0, 209, au. |
||||
XLII.Boek. HISTORIE. 147
de , te laaten wederkeeren. De Staaten van atfcU
Holland , midlerwyl, kennis van zyne aan- —— komst gekreegen hebbende; verklaarden Haar- lem, Leiden, Gouda, Alkmaar en Enkhuizen, in geene handeling over zaaleen van Staat of Regeering te willen treeden, voor men ee- nig befluit genomen hadt, tegen de Groot (ri). Ook dreeven zy door, dat den Fiskaal en al- Streng, len anderen Officieren gelast werdt, hem in £^fmi?B verzekering te neemen (&). Hy begaf zig, hier- gén tc" op, in ftilte, naar Amfterdam, daar hy zig ea- gen hem. nigen tyd onthieldt. Zyne vrienden zogten hem Poogin- te beweegen, tot het inftellen van een verzoek- w^1?. fchrift aan de Staaten van Holland. Doch hy te in,^. verftondt, dat zulks, in de tegenwoordige ge- den. fteldheid der gemoeden, niet gefchieden kon, met hoop van eenen goeden uitflag, zonder eenige foort van fchuldbekentenis te doen , waarvan hy een' diepen afkeer hadt. Einde- 1634. lyk , namen de Staaten van Holland, in de ——-". Lente des volgenden jaars, een befluit > om tweeduizend guldens op zyn lyf te zetten, in geval hy langer in 't Land bleeve (V). Men was hem toen op nieuws aan boord, om het inle- veren van een verzoekfehrift. Men ontwierp *er een, waarin meer niet erkend werdt, dan, dat hem zyne voorgaande ongelukken, ter oor- zaake van verfchillen in de Regeeringe, niet ter oorzaake van eenige euveldaaden, waren over- gekomen. Dochhy vondt, ook in dit ontwerp, nog eene duistere belydenis van fchuld. Vee- len hielden 't voor ftyfzinnigheid in den groo- tea
f/i) Ho"fts Brieven A'. 28y, 317. il. 238j 253.
(V) Refol Holl. Dtc. 163t. U. 151.
(O IU'Oil, Holl 10 Moert — 7 April 163a. il. gï.
K 2
|
||||
14» VADERLANDSCHE XLII Boek.
|
|||||||
1^32. ten man, dat hy zig niet een weinig meer voeg-
de naar den tyd. Doch hy begreep het andeis, |
|||||||
Hy ver- en, ziende, in zyn Vaderland, aan geen vry
Ham-11"1 ver!%f te geraaken, begaf hy zig, op den ze- burg." ventienden van Grasmaand, van Amfterdam, Zyn ver- op reize, naar Hamburg (d)y alwaar hy van der be- de Wethouderfchap , beleefdelyk, ontvangen «lood wer^t 00- ^e Regeering van Zweeden verkoor hem, eerlang, tot haaren gewoonlyken Gezant aan het Hof van Frankryk, welke bediening hy, eenige jaaren, getrouwelyk heeft waarge- nomen. Sommigen meenden egter, dat hy zig te veel met zaaken van geleerdheid, te weinig met die van zyn ampt bezig hieldt (ƒ). Ook zogt men den Kanfelier Axel Oxenßiern, die hem bevorderd hadt, diets te maaken, dat hy in de Vereenigde Gewesten weinig geagt was. Doch eenigen zyner vrienden, cerlyke en ge- leerde luiden, verklaarden rondelyk het tegen- deel (g). Hy hadt nogtans zo veele benyders aan 't Zweedl'che Hof, dat hy, in "t jaar 1645 ? derwaards ontbooden, zo fommigen vernaaien, haast befpeurde, dat hy weini» gezien was by de Koninginne, waarom hy Stokholm verliet (Ji). Doch anderen melden, dat hy de Zweed- fche lugt te fchadelyk vondt voor zyne ge- zondheid , en hierom ontilag verzogt hadt vaa den dienst haarer Majefteit, die hem, anders, gaarne in 't Ryk hadt willen houden (*')• O? de
(,l) K. TChandt Lev. van H. de Groot M. 394-44». HoüFTS
Uneven N 320, 325. bl. »sj. 2Ö0 (O Aitzkmi I. Deel, tl, n~3- t ƒ> AiiKF.BV Memoir, p. 461. 4fl8. (f < Hf OFTS Brieven N. 455. 460. tl. 349 , 351. ( h') Aubeiiy Memoir. p. 475- C' ) Vervolg vsm 't i-ev. v*n H. a» CftouTj W. 4^5» |
|||||||
XLILBoEK. HISTORIE. 149
de te rug reize naar Duitschland, overleedt hy, 1632.
te Rostok, op den agtentwintigften van Oogst- ■-------
maand des gemelden jaars('&)• Zyn Lyk werdt,
federt, naar Holland gevoerd, en in zyne Ge- boorteftad , Delft, begraaven. Zyne geleer- de fchriften en treffolyke hoedanigheden hel> ben hem, weinige jaaren na zynen dood, ook in zyn Vaderland, de agting verworven, wel- ke de partydigheid der gemoeden hem, aldaar, by zyn leeven, hadt doen vei liezen. Met den aanvang des jaars 1632, kwam hei- Ix-
melyk in den Haage René van Renesfe, Graaf Lgi™0jS van Warfufè) Hoofd der Geldmiddelen desKo ,net jen nings van Spanje (/), om Prinfe Fredrik Henrik, Graave die hem vrygeleide hadt toegezonden-, ineen by- *"» Was» zonder gefprek, te vertoonen „hoe hy, mis- •• „ noegd zynde op Koning Filips, die hem „ groote fommen fchuldig bleef, gezind was, n zig in dienst des Konings van Frankryk te „begeeven; doch zo de Staaten hem Behoor- „lyk beloonen wilden, wist hy een groot deel „ der Nederlanden te doen opftaan tegen den „ Koning." Hy voegde 'er by, dat Graaf , Henrik van den Berge eenen wil met hem hadt; en vorderde, voor elk, honderdduizend kroo- nen vooraf, en verdere belooningen, in geld en in ampten , wanneer zy volbragt zouden hebben, 't gene zy beloofd hadden. Den Prins kennis van deezen voorflag gegeven hebbende aan eenigen uit de Staaten, befloot men daar- in te bewilligen. Warfufé keerde toen naar Venlo. De Raadpenfionaris Pauw bragt hem hier
(k~) Vervolg a's f/m'. '/.'. 412.
(ly Van uen öanüe XII. Boek, il. i6j,
Ka
|
||||
i5o VADERLANDSCHE XLH.Boek.
1*32, hier 't beloofde geld, te gelyk met hern over»
■' leggende, wat men, in den aanftaanden veld- togt, met het meeste voordeel, zou können on-
derneemen. Hy riedt tot het beleg van Maas- tricht. Pauw hervraagde, of de Graaf van den Berge, als Stadhouder over Gelderland van 'sKonings wege, de bezettingen uit Venlo en Roermonde niet zou können ligten, en, daar- door , het inneemen deezer Steden gemakkelyk maaken ? Doch Warfufé gaf te verftaan, dat zulks hem niet te vergen ware; maar dat men ftaat maaken kon , dat hy zig nergens mede moeijen zou. Men nam hieruit af, dat de Graaf van den Berge den uitflag van deezen veldtogt wilde afwagten, eer hy 's Konïngs zyde open- lyk verliet (m). Venlo, Tot het beleg van Maastricht werdt, fe- Straaien, ^ert, beflooten. Een groot deel derSpaanfche monde en Krygsmagt was, onder Don Gonzales de Cordua , Sittart ge- gezonden naar Duitschland. De overige troe» wonnsn. pen, onder den Maikgraaf de S. Croix, waren niet fterk genoeg, om het Leger der Staaten, met voordeel, te bevegten. De Prins, deStaat- fche troepen, tegen Pinkfteren, hebbende doen byeentrekken te Nieuwmegen, voerde ze, van daar, naar de Mookerheide, daar hy ze mon- fterde, en omtrent zeventienduizend knegten en drieduizend paarden fterk bevondt. Hier« na opgebroken, floeg hy 't beleg voor Venia» terwyl hy Graaf Ernst, met een deel des Le- gers, afzondt, om Roermonde aan te tasten. De Kolonel Wynbergen zou, ten zelfden tyde, met
O/OMemoir. de Fred, Henri p. 131-133. Aitsema L -?«£»
bh u'ói. |
||||
XLII. Boek. HISTORIE. 151
|
|||||
met zyn Regement, Straalen bemagtigen. Al- igjj,
Ie deeze onderneemingen gelukten. Venlo gaf —— zig, den vierden van Zomermaand, zynde den derden dag na 't openen der loopgraaven, o- ver, by verdrag, waarin den Roomfchen vrye Godsdienstoefening toegeftaan werdt in alle de Kerken , ééne uitgenomen, die den Her- vormden werdt ingeruimd («)• Straalen ging, Graaf op gelyke voorwaarden, over. Graaf Ernst hadt Ernst Ka- de loopgraaven voor Roermonde naauwlyks |w„dt, geopend, of hy werdt, in 't bezigtigen derzel- ven, van een' musketfchoot, door 't hoofd, ge- troffen , dat hy 't bedierf. Fredrik Henrik be- gaf zig, hierop, terftond, naar 't Leger voor Roermonde, dat zig, dien zelfden nagt, op gelyke voorwaarden als Venlo, verdroeg (i), 't Verdrag was, op den vyfden, getekend. Sit- tart, in 't Land van Gulik, gaf zig, den agt- ften, ook over, zo dra het opgeëischt was(/>). Be reden, waarom zyne Doorlugtigheid aan deeze Steden, tegen gewoonte, vrye oefening: toeftondt van den Roomfchen Godsdienst, . was geene andere dan deeze, dat hy, hierdoor, ook andere Steden wilde aanlokken, om te lig- ter van de Spaanfchen af te vallen, wanneer de Graaf van den Berge haar, hiertoe, in tyd en wyle, gelegenheid geeven zou.. Ook had- den de Staaten zelven, kort voor 't optrek- ken van 't Leger, een Gefchrift uitgegeven, waarby zy deeze vryheid beloofden aan alle Ste-
O) Zit 't Verdrag hy Aitzkma I. Deel, U. 1190.
(oj Refol. HoU. 23 Jimy, 7Aug. 1632. bl.sg,6n,6i. Memoir»
do. Frcder. Henri /. 133-135. Aitzema i. Deel % bU ivjo > H91, Hcj2. {$) AiizBMA I. T>til, il. 1193.
K 4
|
|||||
15 * VADERLANDSCHE XLII. Boek.
16*31. Steden en Perfoonen, die hunne zyde wilden
kiezen (q). |
||||||
X. Terftund na 't overgaan van Roermonde,
De Prins brak de Prins op met het Leger, toog, de Maa-
beiegert ze langs , tot tegen over Mazeik, en aldaar, uicht *anSs eene fcmpbrug, die 't Leger nagevoerd was, over den ftroom. Dien zelfden avond, trok men nog tot Haren , een klein uur van Maastricht, en, des anderendaags, zynde den tienden van Zomermaand, tot voor deeze Stad. Straks werden de Legerplaatfen verdeeld, in- genomen en verfterkt. Graaf Henrik Kalimir yan Nasfau, die zyns Vaders Regement beko- men hadt, woonde dit beleg ook by. 't Bevel over de bezetting was den Heere van Lede, in 't afzyn van den O verde van 't gefchut, de 1$ Motterie, toevertrouwd. Graaf Jan van Nas- fau hadt, weinige dagen voor 't beleg , een goed deel volks in de Stad gebragt. Men re- kende, dat 'er meer dan drieduizend knegten en twee kornetten paarden binnen lagen (r). Het Doch men was nog bezig met het verfterken Spnansch der Legerplaatfen, toen 'er'tyding kwam, dat C" l^k'"*" -^on Gonzales de Cardua uit Duitschland op- Leser ontbooden was, en naar Namen toog, om daar trek:op de Maaze over te trekken, en zig met den tot om- Markgraaf de S. Croix, die reeds tot aan Tie- iet der nen genaderd was, ts vereenigen. De Prirs zondt, terftond hierna, eenig voetvolk af, on- der Graave Joan Maurits van Nasfau, die zig , op den weg naar Aken en naar Limburg, le- gerde, en eenige Ruitéry, onder den Graave van
C?) y.ie het ty AiTZFMA T. Deel, hl. 1189.
ir) Mciaoir. üc Freder. Henri p. 135-139- ArrzïMA h Dal* W. 1193. |
||||||
XLII.BOEK. HISTORIE. 153
|
|||||
van Styrura en den Hertoge van Bouillon, die ltf3Ä
zig, om kondfchap te neemen, een goed ftuk , wegs van 't Leger, onthielden. Bouillon maak-
te zig, op den vyftienden van Hooimaand, meester van 't Kasteel Argenteau (V). Onder- tusfchen , werden de Loopgraaven geopend. Doch weinige dagen daarna vernam men, dat Don Gonzales en S. Croix zig te Tienen byeen vervoegd hadden, en dat de vereenigde magc op weg was naar Maastricht. Ook naderde de vyand het Leger der Staaten eerlang zo na, dat het verder niet dan een Kanonfchoot af lag van de Legerplaats van Nikolaus van Breder ode, een' wakker' krygsman, door bastaardy, uit dit adelyk huis, voortgefprooten. Varik en Sty- Sehnt?©, rum, met eenig voetvolk en Ruitery, vooruit vegtea. gezonden , om den Markgraave het hoofd te bieden, werden , eerlang, gevolgd, door den Luitenant - Kolonel Destiaux , die 't ongeluk hadt van te fneuvelen, terwyl zyn Regement, eerst den vyand hebbende doen wyken, daar- na , met verlies, te rug gedreeven was. Doch een verfche hoop volks, door den Prinfe, naar den ftryd gefchikt, boorde eenige fchuiten in den grond, met welken de vyand over de Maa- ze wilde (/). Terwyl men dus fchutgevegten hieldt om- Graaf
trent Maastricht, hadt Graaf Willem van Nas- Willem fau, die, met omtrent vyfduizend man, in 't ß"j' ^f" Land gebleeven was, zig aan 't hoofd deezer magtigV manfehap, te fchepe, naar Vlaanderen bege- de kruis- ven, daar hy de Kruisfchans op de Schelde, m fctvans «* 'We Lf""*
(. O Menioir. de Ffedi'r. Henri p. 139-1/13. Aitzema I. DhU
Ü. II96, 1197, ny8. K 5
|
|||||
154 VADERLANDSCHE XLII.Boek.
tost. twee of drie dagen, bemagtigde. Daarna over-
-------meesterde hy ook de on voltrokken' S. Anna
Schans, in de Polder van Namen. Don Carlos
Colonna, Bevelhebber van Antwerpen, deeze twee fchanfen niet hebbende können ontzet- ten, zondt, na 't bemagtigen derzelven, al 't volk, welk hy misfen kon, naar 't Leger van den Markgraave de S. Croix, by Maastricht (u\ , B . ' De arbeid aan de loopgraaven voor deeze van Maas-Stad werdt, ondertusfehen, vlytiglyk voort- tricht gezet, niet zonder veel volks te fpilïen. On- wordt der anderen, fneuvelde, in 't aantasten eener .voortge- kiejne halve maane, de Graaf van Hanau, Neef van Prinfe Fredrik Henrik. De mynen der bele- gerden veroorzaakten den onzen veel nadeels. Ook deeden die van binnen geduurig gelukki- ge uitvallen: in een van welken, dzGraafvan Oxford en de Kolonel Harwood fneuvelden; en de Kolonel Morgan gekwetst werdt. Tegen de Stad, werden flegts zes grove ftukken ge- fchuts gebruikt. Ook waren 'er niet meer in 't Leger. De veldftukjes hadt men tegen den vyand van buiten noodig. Eindelyk, werden, de onzen meester van de Contrefcharpe; doch hier hadden ze eene drooge graft van vyftig, voeten diep voor de borst, daar geen doorko- men aan fcheen, doordien de vyand, uit eeni- , ge werkjes, het daalen in dezelve, met fchie- ten, verhinderde. De Prins overwon egter deeze zwaarigheid, doende, in de Contrefcharp , tegen over elke loopgraave , putten delven, die zes voeten dieper waren, dan de grond der graft,
Cu) Mcmoir. de Freder. Henri p. 14a. Aitzema 1. Deel, U,
ttjjo, \iyj> ', . |
||||
XLII.Boek. HISTORIE. 155
gr aft. Van den bodem deezer putten, begon 1634.
men de gaanderyen te maaken, die, onder de-------
graft doorloopende, de belegeraars, na eenen
ongelooflyken arbeid, tot aan de muuren der Stad bragten (V). Ondertusfchen kreeg men berigt in 't Leger, Voorfhg
dat de Overfte Paapenheim, met een groot deel des Her' «.Keizerlyke troepen, op weg was tot ontzet van N^su„*a Maastricht. De Prins ontboodt, hierom, Graaf burg, om Willem van Nasfau, met al 't volk, welk hy Maas- byeen brengen kon , by zig. Ook kwam de u'chcdea Graaf, eerlang, met drieduizend man, die te £""£ Nieuwmegen verzameld waren , in 't Leger handen« voor Maastricht. Terwyl Paapenheim nader- iteUen. de, kwam de Hertog van Nieuwburg den Prins in 't Leger vinden, hem voorflaande, of't hem niet geraaden ware, op te breeken van voor de Stad, mids men dezelve voor onzydig verklaar- de , en door Keizerfchen bezetten liete. Doch Fredrik Henrik hadt geene ooren naar deezen voorflag. De Hertog van Nieuwburg keerde onverrigter zaake te rug. Kort na zyn vertrek, kreeg men Paapenheim in 't gezigt, die zig, te Meerfen, een half uur van de Legerftede van Graave Joan Maurits, nederfloeg, en terftond fchutgevegten begon te houden. Ook maakte S. Croix zig meester van den overtogt over de Maaze , dien men hem, tot hiertoe, betwist hadt. Sedert kreeg de Prins de noodige krygs- en mondbehoeften niet meer, gelyk te vooren, van de Beneden-Maaze, maar van Luik (v). De
(v) Memoir. de Frcdcr. Henri p. 143-147. Aitzema I. Deel,
(w) M'nioir. de Fredcr. Henri/'. 145-147. Aitzema I. Dal,
H. U00-.I2O3, ' |
||||
156 VADERLANDSCHE XLILBoek.
1632. De Staaten hadden een Verdrag geflooten ,
-------met de Wethouderfchap deezer Stad (V), wer-
waards de Graaf van den Berge, die, nog eer-
der dan men verwagtte, den dienst der Infan- te verliet, zig, kort te vooren, ook begeven Aflntogt hadt (y). Paapenheim deedt, weinige dagen van Paa- na zyiie aankomst, eenen aanval op de Leger- peoheim. piaatfe van Graave Joan Maurits , en op een Kerkje daaromtrent, welk de onzen een wei- nig verfterkt hadden. De Prins van Oranje hielde toen het bedde aan pyn in de beenen;. doch, op het eerfte gerügt van gevaar, opge- reezen zynde, fpringt hy te paarde, rent naar de plaatfe des gevegts, en doet, door middel van eenige veldflukjes , die hem nagevoerd waren, den vyand zo veel afbreuks, dat hy reeds begon te verflaauwen , toen de tyding van de aankomst van S. Croix met het gantfche Leger Fredrik Henrik te rug riep. Ook deedt Graaf Joan Maurits het overige af, en Paa- penheim week, des nagts, agterwaards, niet zonder veel volks verloo'ren te hebben. Hy floeg zig, federt, teNauvaigne neder,om,van daar, den toevoer naar 't Leger der Staaten te beletten: doch men hadt 'er, terwyl 't nog vry- ftondt, zo veel voorraad byeen gebragt, dat de leevensmiadelen op hunnen voorigen prys bleeven, fchoon de aanvoer geftremd was. De Prins midlerwyl, aan alle oorden, orde gefield hebbende, 't welk hem, tot diep in den nagt, bezig hieldt, verftondt, eindelyk, dat S. Croix. flegts eenige Ruitery afgezonden hadt, die te ru£
Cv) ttßfol. Koll. zijn»:! 7 Aug. 1632.. M. 5.9.
(y) Aitjema I. Deei, il. 1194. |
|||||
r
|
|||||
XLÏI.Büek. H ISTORIE. 157
rug gekeerd was, toen zy vernam, dat de on- 1^3,
zen op hunne hoede waren. De niyn der En--------.
geliehen, eerlang, voltrokken zynde , en haa-
re werking gedaan hebbende, liep men ftorm op de breuke; doch werdt zo ontmoet, dat men, met verlies, te rug wyken moest. Des Ma«$- anderendaags, wanneer alle de mynen gereed ,r cj!c ' waren , en de belegerden eenen algemeenen j^r' '* ftorm vervvagteden, begonden ze van verdrag te fpreeken. Men kwam overeen, op gelyke voorwaarden , als Venlo en Roermonde be- dongen hadden. Doch de bezetting verwierf nog zes {lukken gefchuts. 't Verdrag was, op den eenentwintigilen van Hooimaand, gete- kend. De Legers van Paapenheim en S. Croix, de Stad veroverd ziende, braken terftond op. Het eerfte toog naar den Rynkant, het ander naar Tienen en Namen. Op deeze wyze, werdt Maastricht gewonnen , in 't gezigt van twee vyandlyke Legers , die geen van beide kans gezien hadden, om bet beleg te doen opbree- ken (2). Kort hierna, zondt de Prins Stakenbroek Limburg
om Limburg aan te tasten: welk, naauwlyks en de befchooten, zig terftond opgaf, op den agtften ^j™° van Herfstmaand, 's Hertogenrade , Valken- m3aze*" burg en Daalhcm vielen hem toen ook in han- beman- den : waarmede het gantfche Gewest van Lim- d&d« burg en de Landen van Overmaaze in 'sPrin- fen magc geraakte. Ook werdt hy, eerlang, tot Stadhouder over het zelve aangefteld (a). De Staaten der Vereenigde Gewesten gaven, ter- ftond O) Memoir. de Freder. Henri p. I47-J35. AitïJWA I. Detlt
41. Iï.;4-i2o8. (<tj Rsfol. Hell, 23 Afrit lóiï. il. »4-
|
|||||
N
|
|||||
158 VADERLANDSCHE XLII. Boek.
16&2. ftond hierna, wederom eene verklaaring uit,
• waarby zy, onder belofte van vrye oefening van den Roomfchen Godsdienst, de Spaan-
fche Nederlanden nodigden om hunne zyde te kiezen (&). XI# Midlerwyl, hadt de Hertog van Aarfchot Opening vrygeleide verzogt van den Prinfe van Oran- tot eenc je , om hem eenige voorflagen tot vrede te tand* kornen doen. Filips k Roy, onlangs, van we- ling, te §e de I«fante» over 't hermaaken van den Kou« Maas- wenfteinfchen dyk, herwaards gezonden, hadt eicht, hiervan ook reeds eenige opening gedaan. De Prins, den Gemagtigden te velde en den alge- meenen Staaten in den Haage kennis van dit verzoek gegeven hebbende, zondt, met hun- ne bewilliging, den Hertoge het begeerde vry- geleide. Doch alzo, te gelyk, te kennen gege- ven was, dat men, hier, niet dan met de Staa- ten van de andere zyde, geenszins, met den Koning van Spanje, of met de Infante, zou begeeren te handelen ; gedoogde de Infante, dat de Staaten, te Brusfel vergaderd, eenige Gemagtigden afzonden. De Hertog van Aar- fchot , de Aartsbisfchop van Mechelen , de Abt van S. Waast en eenige anderen kwamen den Prins, eerlang, te Maastricht vinden. Zy begeerden van vrede te handelen met deezen Staat, of zo dit niet zyn kon, van een veel- jaarig Beftand, op voordeelige voorwaarden. Men antwoordde hun, dat, hiertoe last moest zyn vari de Vereenigde Staaten, aan welken men hun voorftel wilde bekend maaken. Mid- ler-
C»1 ReCil. Holl. y-29 Sent. 1632. hl. <)8. Mcmoir. de Fr:der.
Henri, p. 155, i$4, Aitzisma I. lhelt W. 1208, 1209. |
||||
XLILBoek. HISTORIE. 159
lerwyl, floeg men hun eenige voorwaarden 15^,
voor, die, inderdaad, een weinig buitenfpoo------—
rig fcheenen, als, het vertrek der Spanjaarden
uit het Land, het flegten der Kasteelen en het overleveren van eenige Plaatfen, welken de Spaanfchen inhielden, van welke voorwaar- den zy egter niet zeer vreemd fcheenen. De Vereenigde Staaten , ondertusfehen, op den voorflag geraadpleegd hebbende, vonden niet raadzaam , Gemagtigden naar Maastricht te zenden; maar booden aan, de handeling te be- ginnen in den Hage; gelyk, federt, gefchied- de. Sommigen en de Prins zelf meenden, dat men, te Maastricht, onder debegunftiging van 't Staatfche Leger, voordeeliger voorwaarden zou hebben können bedingen, dan elders (c~). Maar, veelligt, verftonden eenigen der Staa- ten , dat de Prins en de Gemagtigden van fom- mige Gewesten aldaar, om gelyke reden, te af keerig zouden zyn van een redelyk Verdrag. Na 't flegten der verfchanfingen en andere Orfot pe-
werken, door de onzen, voor Maastricht, op- wonnen, geworpen, brak de Prins op met het Leger, op den eerften van Slagtmaand, trekkende, langs de Maaze, tot digt onder Roermonde, daar hy zig wederom nederfloeg. Vanhier, zondt hy Graaf Willem van Nasfau, met vierduizend knegten en twaalf kornetten paarden, om Or- foi aan te tasten. Ook zou hy Gelder hebben belegerd. Doch men vondt dit ongeraaden in den Haage, waarom hy 't naliet. ïerwyl het Leger wederom in beweeging was, kreeg de Prins
|
|||||||
CO Meinoir. Je Fred. Henri p. I5S, lg. Anzcu\ I. Dtd,
ki. 1210, mi, uu. ' -
|
|||||||
i6o VADERLANDSCHE XLII.Boe*.
|
|||||
*6$t. Prins tyding van 't veroveren van Orfoi, welk,
_..— op den vyftienden van Slagtmaand (rf) , ge- fchied was. De gelukkige veldtogt deezes jaars werdt hiermede beflooten. Het Staatiche Le- ger , voortgetrokken tot Nieuwmegen, be- gaf zig, van daar, naar de Winterkwartieren, en de Prins keerde, den vierentwintigiten, in den Haage te rug (e). XII. Henrik, Graaf' van den Berge, die veertig Henrik jaaren in Spuanfchen dienst gefleeten hadt , GmJ, was » u*£ 'roisnoegdheid over 't gezag , welk Beree"'™ men ^en Spanjaarden gaf in de Regeeringe valt van der Nederlanden, te raade geworden, van par- de Spaan ty te wisfelen. Hy was, gelyk wy boven (ƒ) fchen af. verhaalden, door middel van den Graave van Warfufé , reeds in 't voorjaar, in heimelyke handeling getreden, met den Piïnfe van Oran- je , en begaf zig, terftond na 't overgaan der Steden Venlo en Roermonde, naar Luik: van waar hy zyn befluit, in byzondere en openbaa- re Brieven, aan de Infante en aan 't gemeen, bekend maakte, nodigende, te gelyk, al het Krygsvolk, welk, onder hem of andere Spaan- fche Veldoverllen, gediend hadt, om zig by hem te voegen, tot voorftand van den Room- fchen Godsdienst, en tot afbreuk der Span- jaarden. Doch hy kreeg minder toeloops, dan men gehoopt hadt (g) De Vereenigde Staa- ten hadden, op aanraadinge van den Prinfe , tö vooren, ook beflooten, op den naam des Graa- ven
(/O AlTZEMA I. De*l, l/t. 1244-
f «) Memiir. de Frcuer Ucnri p. 157-159. VAN USN SaNJKR
XII Hoek M .68 c n ia. 149
ig) Van den Sanob XIU Hoek, tl. 164,
|
|||||
XLILBobk. HISTORIE. 161
ven van déh Berge, eeiiig Volk te Werven (£). 1633,
Te Brusfel, verllondt men, dat die van Luik, —**—* met het ontvangen van den Graave, de onzy- digheid gefchonden hadden. Doch zy betuig- den, openlyk, geene kennis gehad te hebben van 's Graaven toeleg: 't welk de Graaf zelf, fchriftelyk, bevestigde. Hy werdt, kort hier- na, te Brusfel, voor eenen Muiter en Landver- raader verklaard, en belonning beloofd aan elk, die hem in handen wist te krygen (i). In 't volgende jaar, werdt hy en het volk, welk hy verzameld hadt, by voorraad, openlyk, in den eed en dienst der Vereenigde Gewesten aangenomen (&). De Zoon keerde dus weder- om tot de zyde, van welke de Vader , eer- tyds (/), was afgeweeken. Hy gaf voor, dat de Spaanfche Regeering hem 't volk, welk in de Gelderfche Steden bezetting hieldt, hadt onttrokken , en hem, daardoor genoodzaakt, tot het verlaaten van dit Gewest. Doch de Spaanfchen merkten, hiertegen, aan, dat zulks niet dan met overleg en goedvinden des Graa- ven van den Berge gefchiedwas: waaruit zy, niet zonder grond, beflooten, dathy, te voo- ren, reeds vastgefteld hadt, van party te ver- anderen (w). De Duinkerker Kaapers ondernamen, in Kaape-
Lentemaand deezes jaars, tot onder Vlisfin- jyen j^p gen, te kruisfen, en een Engelsch Koopvaar- k,^ dy- dooi »te
(h) Refnl. Holl. 8-23 Decemi. 1631. il. 116.
O" ) Refnl. Holl. 23 Juny, 7 Aug. 1632. il. 75. Ajtzema. 1.
Deel, il. 1194, 1195, m;6, 119B, 1199. O) Refol. Holl. 28 April 2 Juny 1633. il. 38, 40.
(.O Zie VV. Deel, il. 504.
Cm; Van dem Sande XII, tloeh, tl. 164. CojiiUL. Ftetkiv
flinrilc I. Deel, il. 13O'. XI. Deel. X.
|
||||
i62 VADERLANDSCHE XLII.Boek,
|
||||||||||||
dyfchip van daar weg te haaien. De Vlisiin-
gers, hierdoor ontfteken , fprongen, in mer- kelyken getale, in eenige vaartuigen, voeren twee Staatfche Oorlogsfchepen aan boord, zetten den vyand agterna, ontjaagden hem den prys, en bragten dien, nevens eenige ge- vangenen , te Vlisfingen op. Met de gevange- nen werdt ftreng gehandeld. Zes werden 'er alleen by 't leeven gelaaten. Aan de overigen werdt het zogenaamd Regt van Foetfpoeüng («) uitgevoerd. Het kaapen der Duinkerkeren hieldt egter aan , fchoon zy zig, na deezen, van de Zeeuwfche ftroomen onthielden. Ver- fcheiden' Zeeuwfche en andere Koopluiden, aangemoedigd door een Plakaat der algemee- ne Staaten, begonden , derhalve, wederom, ilerker dan te vooren, ter kaap uit te rusten. Adriaan en Kornelis Lampfins van Vlisfingen bragten, onder anderen , twee fchepen in zee , onder Jan Gideomzoon en Abraham Krynszoon , die den vyand veel af breuks deeden. De prys der * verzekeringe op fchepen en koopwaaren naar en van de Bogt van Frankryk, die, kort te vooren, agt en tien ten honderd geweest was, daalde nu wederom op drie ten honderd. De Vlisfingers rustten, eindelyk, zo fterk ter kaap uit, dat zy, na weinige jaaren verloops, de zee, geheellyk, beveiligden (0). De verkooren Koning van Boheeme , die
zig, tot hiertoe, doorgaans, te Reenen, in 't Stigt van Utrecht, hadt opgehouden, werdt nu, door den voorfpoed der Zweedfche wape- nen |
||||||||||||
163a.
Zeeu
wen, be- let. |
||||||||||||
* As/u-
rantie. |
||||||||||||
XIII.
De Palts- graaf Fre- drik, ver- kooren |
||||||||||||
00 Zie VT. Deel, U. 355.
C«; AlTZBMA I. Deelt bh 1255, lz\C,
|
||||||||||||
XLII.BoEK. HISTORIE. 163
nen, aangemoedigd, om deeze Landen te ver- ,53^.
laaten, en zig -te voegen by 't Leger van Ko--------
ning Gustaaf Adolf. Hy hadt, in 't voorlee- Koning
den najaar, reeds naar Frankryk, Engeland en J"111 Ko- Deenemarke gezonden, om onderftand: doch v^lszL aldaar luttel verworven. Op 's Lands Komp- by de toir van Holland, ftonden van hem driemaal Zwee- honderdduizend guldens, waarvan hy een ge- den* deelte opnam. De Staaten verftrekten hem nog eenhonderdenvyftigduizend guldens (p ): met welke penningen , hy zig op reis begaf. ' Zyne Gemaalin en kinderen bleeven hier. Hy werdt tot in Hesfen begeleid, door eenen groo- ten hoop Ruiters uit de bezetting van Wezel. De Landgraaf bragt hem verder tot Frankfort: van waar hy, den volgenden dag, naar Hogst toog, daar de Koning van Zweeden zig ont- hieldt. Koning Fredrik begeerde herfteld te worden in 't bezit van de Palts, zo ver het den Zweeden in handen gevallen was. Doch men kon 't, over de voorwaarden, niet eens wor- den (if). Fredrik bleef egter in 't Zweedfche Tiiiy Leger; welk, in Grasmaand, opbrak, om Til- fneuvelt. ly te vernestelen, die, eindelyk, gedreeven tot over den Donauw , flaags raakte met de Zweeden, gekwetst werdt, en te Ingolftad o- verleedt. Gustaaf Adolf die, in deezen jaare, wederom om onderftand by de Staaten aan- hieldt, fchoon zonder vrugt (r), rukte, fe- dert, in Beijeren, daar hy München bemagtig- de. De Hertog van Fridland , op nieuws in 's Keizers dienst getreden zynde, hadt, midler- wyl,
Cfi Refol. Wou. 14-31 Jan. \6}i. II. 20.
(?) AITZP.MA I. Deelt tl. 11Ü5, 1260. CO AiTjUMA I. Leel, dl. 1261, 12(12, 1266, 1267.
L n
|
||||||
\ ■
■
|
||||||
ï^4 VADERLANDSCHE XLIf.BoÉ*,
|
|||||
1631. wyl, Praage ingenomen De vyandlyke Le-
■ gers lagen voorts, den gantfchen Zomer, om* trent Neurenberg , op eikanderen te loeren,
zonder iet te verrigten. In Herfstmaand eerst, braken ze op. Doch 't liep tot in SJagtmaand aan, eer zy aan eikanderen raakten. De Kei- zerfchen hadden , na 't overgaan van Maas- tricht , merkelyke verfterking van volk ge- kreegen. By den Koning van Zweeden, hadt Sla? by zig Hertog Bernardvan IVeimar gevoegd. Men Lutfen, rankte flaags, omtrent Lutfen, op den zestien- Koning ^en* In den eerfi:en aanval, werdt de Koning •van van Zweeden gekwetst, in den arm, en, kort Zweeden daaraan , doodgefchooten. Doch 't gevegt omkomt. Werdt, wakkerlyk, vervolgd, door den Her- toge van Weimar, die de Keizerfchen, einde- lyk, noodzaakte te wyken: waarna hy, insge- lyks, het Slagveld verliet. Beide de partyen fchreeven zig de zege toe. Doch de Zweeden hadden 't meest aan hunnen Koning verlooren. Van den anderen kant, was de Graaf van Paa- penheim gefneuveld. Gustaaf Adolf liet de Zweedfche Kroon na aan zyne Dogter Chris- tina, die nog geene zes jaaren bereikte. De Regeering van Zweeden raakte meest in han- den van den Rykskanfelier Axel Oxenftiern, die den oorlog, in Duitschland, hielp voort- Dooil zetten (*). Weinige dagen na den flag by Lur- van Ito- fen 9 op den negenentwintigften van Slagt- 'rk^2' maancU ftierf de Paltsgraaf Fredrik, verkooren Bohee-n Koning van Boheeme , eene der voornaamfte me. oorzaaken van den Duitfchen oorlog. Hy hadt zig
(f) Memoir. de Freder. Henri f. 159. AitzEMA U Deel,
U. 12(11-1265. |
|||||
XLILBoek. HISTORIE. 165
zig naar Ments begeeven, en was bezig, om, KJ33;
met den Bevelhebber van Frankendaal en met
Zweeden, te handelen over zyne heritelling in
de Palts, toen hy, krank geworden, na weini- ge dagen, overleedt (V). In Bloeimaand deezes jaars, werdt een Mos- Handel
kovisch Gezantfchap , welk , federt eenigen ™eu1eit tyd, in den Haage geweest was, om de Staa- vorst yM ten tot byftand tegen Poolen te beweegen, af- Musko- gevaardigd , met eene heufche weigering en vie. de gewoonlyke gefchenken. Men was, federt twee of drie jaaren , in onderhandeling geweest, met den Grootvorst van Muskovie, Michael Fedorowits, over een Verdrag van Koophan- del («). In Hooimaand des jaars 1630, waren, ten dien einde (V), van hier naar Muskow ge- zonden Albert Koenraadszoon Burg, Raad en Schepen van Amfterdam , en Juan Veltdriel* Oud-Burgemeester van Dokkum. Men hadt de gezanten voorzien van rykelyke gefchenken voor den Grootvorst, voor zynen Zoon, en voor de voornaamfte Hovelingen. Ook werdt hun gunftig gehoor verleend (w). Doch zy be- fpeurden haast, dat zulks was toe te fchryven aan eenen toeleg van den Grootvorst, om Poo- len den oorlog aan te doen, en zig, daartoe, te bedienen van de hulpe der Staaten. Ook flooten zy, in 't volgende jaar, eene foort van overeenkomst, wegens den Koorenhandel. Zy hadden bevel, om tien of twaalfduizend Las- ten Rogge te koopen, voor rekening der Staa- ten. (O AtTZEMA I. Deel, hl. 1261.
t «) /NlTZEMA I. Deel, hl. «49, I04I.
fvj Zie de InflruiStie bv Aitzrma I. Deel, bU 1045.
(w) Aitüema I. Deel, Ui 1046-1052. L3
|
||||||
lU VADERLANDSCHE XLII. Bó&e.
163a. ten. Doch de bedienden van den Grootvorst
— maat; welke prys op omtrent zevenenzeven- tig Ryksdaalers het Last uitkwam, en den on- zen , met reden, zo hoog fcheen, dat zy niets kogten. Zy floegen , naderhand, ook voor, dat de Staaten, gaarne, door Muskovie, over , de Kaspifche zee, in Perfie, wilden handelen. Doch deeze voorflag werdt afgeweezen , alzo
men eenen diergelyken, voor deezen, den En- gelfchen geweigerd hadt. De Staatfche Ge- zanten dan, herwaards gekeerd zynde, waren kort gevolgd van twee Gezanten van den Grootvorst, die geen gehoor hebben wilden, dan in de tegenwoordigheid van den Prinfe van Oranje. Men v/eek, om hun hierin te wil- le te zyn, af van het gewoon gebruik, en zy verzogten toen, ernftelyk, om onderftand in " manfchap en geld tegen Poolen (#), voorgee- vende, dat hun die, door de Staatfche gezan- ten , in Muskow zynde, beloofd was; 't welk egter, déor deezen , uitdrukkelyk ontkend werdt. De Rusfen booden aan, den onderftand in geld, ter fomme van tien-, agt- of zeshon- derdduizend Ryksdaalers, in twee of drie jaa- ren, in Rogge of Zyde, te zullen voldoen. Doch als men hun vraagde, tot wat prys zy de Rog- ge wilden leveren, vorderden zy tagtig Ryks- daalers voor 't last, 't welk te ver buiten de kerf liep. Hun verzoek werdt dan, beleefde- lyk , afgeflaagen , verfchoonende de Staaten zig. op de lasten des oorlogs, welken zy, zo veele jaaren, hadden moeten draagen. Nog- tans,
O) Aitzema I. Deel, bh 1103-112».
|
||||
XLII.Boek. HISTORIE. \6f
tans , werdt hun de vrye uitvoer van eenige 1632;
oorlogsbehoeften vergund, en zy keerden, in----—.
Zomermaand deezes jaars, over zee, naar hun
Land (•)>). Met den Keurvorst van Brandenburg, was, Overeen-
na eenige onderhandeling (2) , in Grasmaand „'"jL te vooren, een Verdrag geilooten, waarby hy Keur- beloofde , den Staaten , drie jaaren agtereen, vorst van jaarlyks , honderdentwintigduizend guldens te Branden- zullen, betaaien, en nog, in zeven jaaren, hon- -""B* derdduizend Ryksdaalers, door de Staaten voor hem opgenomen, met de Intrest en In- trest van de Intrest, benevens eenige agter- ftallen aan de Staatiche bezettingen, in 't Kleeffche leggende. De Staaten verbonden zig, daarentegen, de Steden en Plaatfen in het Kleeffche en daaromtrent, zo ver zy tot het aandeel van den Keurvorst behoorden, onzy- dig te zullen laaten, zonder dezelven met ee- nige lasten , boven de verlofgelden, die, in- gevolge der voorige overeenkomst, te Em- merik, Rees en Wezel, geheeven werden, te zullen bezwaaren (a). De Hertog van Nieuw- burg hadt de Staaten ook doen verzoeken, om te bemiddelen, dat Zweeden hem als onzydig aanmerkte. Doch men wees zyn verzoek van de hand (F). De handeling met de Staaten der Spaanfche XIV.
Nederlanden, die te Maastricht begonnen was, Vervolg werdt, nog voor 't einde deezes jaars, vervolgd, jeLVlT in den Haage. De Vereenigde Staaten hadden, nng^nwj on de Staa-
C)0 Aitzema I. Deel, hl. 1432-1434.
C^A'TZEma I. Deel, bl. 1134-1139*. f a ) Zie het Traktaat by Aitzema 1. Deel, II. 1234. (*) Aitzema I. Deel, tl. 1245. L 4
|
||||
\6S VADERLANDSCHE XLII. Boek,
|
|||||
ïtfja. ondertusfchen , den Fninfchen Gezant kennis
-------gegeven van de aangevangen' handeling , en
ten der verklaard „ dat 'er, tot hiertoe, nog niet we-
fche'W " zeutyks verrigt was ; dat zy zig wel herin- derian- ' » nerden, hoe zy beloofd hadden, zonder der» den. n raad zyner Majefteit van Frankryk , geen „ Beftand of Vrede te zullen iluiten j doch dat „ de tegenwoordige handeling alleenlyk aan- „ gelegd was , om de Staaten van de andere „zyde met hen te vereeuigen." Midlerwyl, maakte men zig gereed, om de G magtigden der Spaanfche Nederlanden, in den Haage, te ontvangen. De handeling moest, derhalve, rugtbaar worden. Dok verwekte zy, terftond, verfchiüende. beweegingen. De Franfche en Zweedfche gezanten hielden fterk aan, om o- pening van alles, wat 'er gehandeld zou wor- den. De Koningin van Boheeme drong ernfte- lyk, op het behertigen der belangen van het Paltfifche Huis. 't Gemeen werdt geaasd met eenen zwerm van blaauwboekjes, waarin de handeling mispreezen werdt. Ook voeren 'er eenige Predikanten tegen uit. De Westindi- fche Maatfchappy gaf 'er meede een Vertoog tegen over. Drie Gewesten, Zeeland, Fries- land en Stad en Lande, verklaarden zig, ins- gelyks, rondelyk, tegen de handeling. Men zondt Gemagtigden der algemeene Staaten naar deeze Gewesten. Doch zy bleeven by hun gevoelen (c). De vier andere Gewesten neig- den , daarentegen , tot een Beftand, op den voorigen voet, en gedoogden zelfs, eindelyk, dat 'er de Koning van Spanje in begreepen werdt,
(O AirzEMA T. Deel, hl, ia29-i2j;2.
|
|||||
XLILBOEK. HISTORIE. i6<)
werdt- Na veele overweegingen, verklaarde iff32.
Zeeland, dat men niet dan van eene eeuwige . met de Spaanfche Nederlanden , handelen moest. Voor welk gevoelen ook Friesland en Groningen yverden (d). De meerderheid be- floot, ondertusfchen, de nadere voorflagen tot een Verdrag te hooren. De Gemagtigden der Spaanfche Nederlanden, door den Prinfe van Oranje, aan de Hoornbrugge, ontvangen zyn- de, kwamen, den vierden van Wintermaand, in den Haage. Zy toonden, in 't eerst, alleen- lyk volmagt van de Afgevaardigden der Staa- ten van Nederland, te Brusfel vergaderd. De Vereenigde Staaten benoemden, terftond, zes- tien Gemagtigden uit alle de Gewesten , om met hen in handeling te treeden. In de vol- magt der Vereenigde Staaten , was gewaagd van de twee Verklaaringen, in deezen jaare, uitgegeven , om de andere Gewesten te be- weegen, tot het verlaaten van Spanje. Doch de Gemagtigden der andere zyde betuigden, fchriftelyk, datzy, door deeze Verklaaringen, niet tot de handeling bewoogen waren. Ook begeerden zy, al terftond, niet van Vrede, maar van Beftand te handelen, en dat met tus- fchenkomst des Konings van Spar.je, die, of hun, of iemant anders volmagt geeven zou; of anders zou men niets dan op zyn welbehaagen fluiten. Midlerwyl, tradt men in geiprek, Or ver de punten van 't Verdrag. De onzen blee- yen ftaan, op het gene zy te Maastricht gevor- derd hadden: waartegen de anderen merkely- ke
(/*} AlTZEUA II. Dul, dl. I0-3-).
|
||||
x7o VADERLANDSCHE XLII. Boek.
i(532. ke zwaarigheden inbragten, en onder anderen,
-------dat het vertrek der Spanjaarden , het liegten
der Kasteelen, en het overleveren van eenige
Steden den Koning niet meer dan den naam laaten zou van zyn gebied over de Nederlan- den. Kortom, men befpeurde klaarlyk, datzy minder zouden toeftaan, dan zy zig, te Maas- tricht , hadden laaten verluiden : 't zy dat zy daar wat milder hadden willen fchynen, om aan 't handelen te raaken (e); 't zy dat de fter- ke geneigdheid van ibmmige Vereenigde Ge- westen tot Vrede of Beftand, of de dood des Konings van Zweeden, of iet anders hen, in- derdaad, agterlyker gemaakt hadt, dan zy te vooren geweest waren. Ook werden'er, van wegen de Vereenigde Staaten, eenige nieuwe punten ontworpen ; waarin de voorigen wat nader verklaard en bepaald werden: met wel- ken de Gemagtigden der andere zyde , nog voor 't einde des jaars, naar Brusfel keerden (ƒ). DeKoiut- De beroemde Antwerpfche Konstfchilder, fchüder Pieter Paulus Rubens, hebbende den titel van zoekt"8 Sekretaris m den geheimen Raad des Konings Wer,in van Spanje, verwierf, kort hierna, Brieven naam van van vrygeleide van de Vereenigde Staaten , Koning om^ van 'sKonings wege, in den Haage, te landden. komen handelen van Beftand. Hy hadt, voor 1633. deezen, veel toegebragt, om Spanje met Groot- .-------Britanje te bevredigen; doch alzo de Gemag- tigden van de andere zyde, op 't einde van Louwmaand des volgenden jaars, wederom in den Haage gekomen zynde, kwalyk namen, dat
(«1 VoUz Memoir. He Frerter. Henri p. 160,
(/) AlTZltMA 1. Of-I, hl. 120^-1220.
|
||||
XLILBoez. HISTORIE. 171
dat een ander het werk, welk zy aangevangen 1633. ■
hadden , voltrekken zou, bleef Rubens agter. —— Men tradt, op nieuws, in onderhandeling. De Hy Wyft Gemagtigden der Spaanfche Nederlanden be- *ƒ"?• willigden in eenige punten , vorderden ver- t|e!jng klaaring van anderen ; doch floegen de voor-wordt naamften, als, 't vertrek der Spanjaarden en 't vervolg!, beëedigen van 't Krygsvolk door de Staaten allen , vierkant af. Breda beloofden zy over te leveren, mids men den Koning Fernam- buk , voor driehonderd duizend kroonen , te rug gave. De Prins waarfchuwde dé Staa- ten, geduurende de handeling, dat die van de andere zyde eenige voornaame Leden der Re» geeringe zogten om te koopen : 't welk men zig niet ontzag, den Gemagtigden, klaarlyk, te verftaan te geeven. Doch Gelderland, Hol- land , Utrecht en Overysfel verlangden van zelven genoeg, om uit den oorlog te geraaken. In Lentemaand , vergunde men den Gemag- tigden, t«gen den zin van Zeeland, Friesland, en Groningen en Ommelanden, zo wel op 's Konings naam als dien der Staaten van de an- dere zyde, te mogen handelen. De handeling werdt toen vervolgd. Doch op de gewigtigfte punten moest men antwoord uit Spanje heb- ben. Terwyl dit verwagt werdt, ftookte de FmnfcheGezant, Herkules, BaronvanCharna- cé, die in 't voorjaar hier gekomen was (g), de gemoeden op, tegen de handeling (h); die den Prinfe ook kwalyk aanftondt. Ook ylde hy naar 't Leger, welk, in Grasmaand, verza- meld O"! Refol. IIolI ifi ftV. — i6 Macrt 1633. il. 4.
OO AiTZtMA II. Deel, l/i. 15-34. |
||||
17» VADERLANDSCHE XLII.Boek?
|
|||||
1Ä33. meld werdt. En de meeste Leden hadden, op
-------zynen voorflag, geoordeeld, dat men den veld-
togt behoorde te openen. De Staaten van Hol-
land zogten hem egter te beweegen, om nog een weinig te toeven (i). Ook kwamen de Ge- magtigden van de andere zyde hem verzekeren , dat zy, binnen weinige dagen, antwoord uit Spanje te gemoet zagen, begeerende, dat hy zyne reis, zo lang, wilde uititellen. Dochhy wees hen aan de Staaten, verklaarende, gee- ne verandering te können maaken, in 't gene deezen hadden goedgevonden (k). Ook ver- trok hy, terilond hierna, uit den Haage. De Gemagtigden der Spaanfche Nederlanden ga- ven , ondertusfchen, een nader antwoord over ; De Ge- welk aan de Gewesten gezonden werdt. Ter- magtig- wyl men toefde naar befcheid, verklaarden zy, andere" geneSen te zYn» om een' keer te doen door de zydezoe- voornaamfte Steden. Doch de algerneene Staa- ken een' ten, bevroedende wat hier uit te wagten ftondt, keer lieten hen, door den Griffier, Kornelis Musch9 Stedeiue verzoeken „ dat zy dit reisje ftaaken, en in den doen. »Haage verblyven wilden;" daarby voegen- 't Wordt de „ dat zulk een verzoek, als komende van hun ver- n hun, die de oppermagt van den Staat ver- frooden. ^ toonden , voor een bevel moest gehouden „ worden." Een der Gemagtigden floeg egter naar Friesland op weg. Doch men zondt hem bevel na, om.terftond te rug te keeren, zo hy in geene zwaarightid vervallen wilde, hebben- de hy alleen vrygeleide gehad, om in den Haa- ge te komen handelen. De Gemagtigden blee- ven
f O Rrfol. Hn'l. 2;, 'ld /tpril 16-3. hl. »5, 2<S.
(_tj Memoir. de lüeder. Henri ß. lßo. |
|||||
XLII. BóEk. HISTORIE. 173
ven dan, het gantfche jaar, in den Haage, zon- ïéss*
der dat men een einde van de handeling maa- -------
ken kon. Zy (tonden zeer op 't herleveren van
Fernambuk , waartoe de Staaten en de Prins niet konden verftaan (/). In deezen ftaat der xaaken, gaf Charnacé den Prinfe heimelyk te kennen, dat de Koning, zyn Meester, van zins was eenen inval te doen in Lotharingen : waar- door hy den Spaanfchen de handen vol werks dagt te geeven , en de onderneemingen der Staaten en zyner Doorlugtigheid begunftigen zou. Deeze opening was oorzaak, dat de han- deling afgebroken werdt. De Staaten vorder* den den Gemagtigden , in Slagtmaand , hun uiterfte antwoord af, en , verneemende, dat de Aartshertogin voorhadt, den Hertog van Aarfchot naar Spanje te zenden, om 's Konings jongden last te haaien, zo verftonden Gelder- land, Zeeland, Utrecht, Friesland en Stad en Lande, dat men den Gemagtigden hun affcheid behoorde te geeven. Holland en Overysfel be- greepen, dat men ze, nog eenigen tyd, in den Haage, laaten moest. Doch op 't aanhouden van Charnacé , volgden men 't gevoelen der meerderheid. De handeling werdt afgebroken, De han- op den zestienden van Wintermaand. De Ge- dolins magtigden der Spaanfche Nederlanden ver- J^Ji klaarden, dat zy met leedwezen vertrokken, afgebro- en gaarne den uitflag van Aarfchots reize zou- ken. den hebben afgewagt. Zy keerden dus, onver- rigter zaake, hebbende, byna een jaar agter- cen, met handelen gefleeten. Zo dra waren zy niet vertrokken, of men tradt, over een nieuw Ver-
CO Reftl. Holl. 8-15 Juiiy 1633. W. 42, 43, 4«>. |
||||
174 VADERLANDSCHE XLII.Boek,
i<?33. Verbond met Frankryk in onderhandeling (?«).
- Wy zullen 'er, hierna, den uitflag van melden. XV. De Prins van Oranje, vastgefteld hebbende De Prins te velde te trekken, onaangezien de handeling ae^c le met die van de andere zyde nog duurde, hadt w e' zig, voor 't einde van Grasmaand , begeven naar 't Leger, welk te Arnhem verzameld was. Hy moest hier eenige dagen toeven, om dat het water in de Rivieren te hoog gereezen was. Daarna, deedt hy 't Leger fcheep gaan, en voerde het tot digt by Zante, daar 't ont- Hy vero- fcheept werdt. 't Sloeg zig, vervolgens, ne- vertltyn- fer boven Furftenberg, vanwaar het, in twee teik* dagen, voor Rynberk kwam, dat, terftond, beflooten werdt. Deeze Stad was de eenij;ile , die de Spaanfchen langs den Ryn bezet hiel- den; waarom zyne Doorlugtigheid geoordeeld hadt, dat men zig van dezelve behoorde mees- ter te maaken. 't Beleg werdt, den zestienden van Bloeimaand, aangevangen. Men raakte, welhaast, door twee Loopgraaven, tot aan de graft. Toen werdt de Stad opgeëischt: en men trof, terftond daarna, het Verdrag, op den tweeden van Zomermaand. Doch terwyl 't Be- leg nog duurde, was de Markgraaf van A'uona , die 't Spaanfche Leger, in de plaats van den Markgraaf van S. Croix, geboodt, getoogen naar den Maaskant, als of hy Venlo en Roer- monde hadt willen aantasten, of over de Maa- ze trekken, om Rynberk te ontzetten. De Prins, hiervan verwittigd , zondt Stakenbroek , met het grootfte deel der Ruitery, en Pinfen, met drie-
(»0 Memoir. de Fred«. Henri p. 167. Aitzkma IJ. Deslm
IL 34-3H- |
||||
XLII. Boek. HISTORIE. 175
drieduizend knegten en zes veldftukjes, om ^33;
hem te fluiten. Doch de vyand hadt zig, mid- ■■ lerwyl, geworpen in Stevenswaard, een klein De
EüandjV in de Maaze, daar de Graaf van den j^n" Berge een Slor hadt. welk altoos gehouden ^^. was voor onzydig. Aitona maakte zig mees- ken Ste- ter van dit Siot, en dcedc het teritond, gere- vens- geld, verfterken. Hier door werdt hy meester waard' van den overtogt der Maaze. Pinfen liet, fe- dert, op 'sPrinfen last, het grootfte gedeelte van zyn volk te Venlo; en Stakenbroek keer- de, met de Ruitery, wederom naar 't Leger. De Prins zou toen gaarne Gelder hebben aan- getast ; doch alzo men eenige Zweedfche Rui- tery verwagtte , vonden de Gemagtigden der Staaten dienftiger, na de aankomst derzelve, den vyand flag te leveren. Het Leger brak op van Rynberk, en floeg zig te Boxtel neder. Doch 't liep tot in Herfstmaand aan , eer de Zweedfche Ruitery , flegts vyftienhonderd ,, -„^ man fterk, in 't Leger kwam. Aitona, den Prins op de hielen gevolgd zynde, zogt hem, door heen en weder trekken, af te matten, zonder tot eenen flag te willen befluiten. 't Jaargety- de verliep, midlerwyl. De Prins toog, einde- lyk, naar Maastricht, met het Leger, en Ai- tona floeg zig by Hannuye neder, in zulker voege, dat hy gantsch Spaansch Brabant dek- te. Men moest zig, van onzezyde, te vrede houden , met het voorzien van Maastricht, Venlo en Roermonde. De Zweedfche Ruiters, welken men driehonderdduizend guldens voor hunne moeire aantelde, trokken toen, naar den kant van Wezel. De Staatfche troepen bega- ven |
||||
ï?6 VADERLANDSGHE XLILBoèK
KJ33, ven zig naar Nieuwmegen, vanwaar de PrinS
1 Veroveren van Kynberk was fcliier het eeni- ge, welk men, in deezen kostbaaren veldtogt, waarvan fommigen, en de Franfche Gezant in- zonderheid, veel meer verwagting gehad had- Filippy- den C°) ' gewonnen hadt. Alleenlyk, hadt nc ge- Graaf Willem van Naslau , de Schelde opge« wouneu. vaaren zynde, zig, in Herfstmaand, ook mees- ter gemaakt van de Sterrefchans en van de Schans Filippyne. De Sterrefchans werdt, kort hierna, wederom verlooren (J>). Doch liet in* neemen van Filippyne baande den weg tot dé verovering van 't Sas van Gend, in 't jaar 1644« De vyand hadt, daarentegen , eene nieuwe Sterkte gemaakt van Stevenswaard. XVI. De Zweedfche wapenen, die, na 'sKonings Staat des dood , door den Rykskanfelier, Axel Oxen- oorlogs ftiern, beftierd werden, waren, dit jaar, nog n • H. voorfpoedig gevoerd. De Veldmaarfchalk land? Kniphuizen, maakte zig van verfcheiden' Ste* *, den in Westfaale meester. Ook weiden de Keizerfchen twee maaien geflaagen , eens by Rintelen, en eens by Hameien. Hameien was, eenige weeken, belegerd geweest, en viel, na den flag, den Zweedfchen in handen. De Graaf van Feria, uit Italië naar Duitschland Komen- de, werdt aan denBovenryn geftuit. Kortom, de Zweedfchen kreegen langs hoe vaster'voet in Duitschland. Oxenftiern hadt ook, te Heil- bron , tüeuwe verbindtenisfen gemaakt met Frank-
O} Mcinoir. de Freder. Henri p. 1G1-167. Aitzema II. Deelt
H. 62-66. (») ïIoopts nrieven N. 371. W. 29J.
.; (p5 Aitzema II. Deel, lil. 65. |
||||
XLILBoEK. HISTORIE. i;f
Frankryk, en met de Frankifche, Zwabifche, tg^:
Overrynfche en Nederrynfche Kreitfen, waar--------
door het aanzien van Zweeden hoog rees, in
het Duitfche Ryk (?). T
Na 't affterven des Konings van Boheeme, Staat van
wiens oudfte Zoon, Karel Lodewyk, hem, in de palts' den titel van Keurvorst-Paltsgraave, opvolg- de , hadt Lodewyk Ft Ups, Hertogvan Simmer en ■> zyns Zusters Zoon , den naam aanvaard van * Beftierder van de Palts. De Koninginne We- * Admi- duwe. Zuster des Konings van Groot Brkan- nißra- 3e, bleef nog hier te Lande, fchoon haar Broe- tor' 'der haar in zyn Ryk genodigd hadt. Doch al- zo de Vereenigde Staaten, hoewel flegts in al- gemeene bewoordingen, beloofd hadden, haa- re zaak te zullen handhaaven, oordeelde zy, zig zo digt als mogelyk was by de Erflanden van haaren overleeden Egtgenoot te moeten ophouden. Koning Karel zondt zynen jongen Neeve, terftond, de orde van den Koufeband, die de Vader gedraagen hadt (r). Ook kwam 'er, eerlang , een Gezant van den Hertoge van Simmeren in den Haage, om der Staaten raad en byftand, tot herkryging van de Palts, te verzoeken. Doch hy werdt, met algemee- iie betuigingen van der Staaten bereidwillig- heid om zynen Meester dienst te doen, afge- vaardigd (j). Midlerwyl , verzuimden de Staaten niet, XVII.
een waakend oog te houden op den toefland Hande- der zaaken in hetDuitfche Ryk, die, door de 'in* *Jer dood des Koning van Zweeden , gefchaapen «"een!. fton-
C?) AtTzBMA n. Deel, bl. ifi-19.
f r) AirzF.MA ff. Deel, il. II. { s ) Aitzkma H. Deel, bl. 87. XI. Deel. M
|
||||
178 VADERLANDSCHE XLII. Boek;
«{33. ftonden , te zullen veranderen van gedaante.
-----— Zy vreesden, dat de kryg, allengskens, hun- ge1 Duit- ne grenzen mögt naderen; waarom zy raadzaam fcUxïHo- gevonden hadden, Gaspar van Vosbergen, in den aanvang deezes jaars, naar DuitscWand te zenden, om den Keurvorst van Keulen en den Hertog van Nieuwburg te beweegen tot eene foort van onzydigheid, en tot herftelling der Gereformeerde Godsdienstoefening, in en om- trent het Stigt Keulen O). Vosbergen boodt, ten opzigte van het eerfte, aan, te wege te zul- len brengen, dat het Zweedfche Leger onder Baudisfin zig begaf aan gene zyde van de Moe- zel, en de Landen der Keurvorften van Keu- len en Brandenburg en des Hertogs van Nieuw- burg geheellylc verliet, indien de Keurvorst van Keulen en de Hertog van Nieuwburg de Keizerlyke troepen, uit al het Land aan deeze zyde de Wezer, van de Noordzee af tot Min- den , en van daar tot aan de Moezel toe, wis- ten te doen vertrekken. Ten opzigte van het tweede, beriep hy zig op eenige overeenkom- sten, te vooren, op 't ftuk van den Godsdienst, gemaakt. Doch zyne handeling was vrugte- loos. Keulen en Nieuwburg waren niet in ftaat, om de Keizerfchen naar hunne hand te zet- ten. Ook toonde Baudisfin zig niet zeer ge- zind , om de Plaatfen, welken hy inhadt, te ruimen. De Keurvorst van Keulen hadt be- geerd, dat de Landgraaf van Hesfen, die ook eenigen zyner Landen ingenomen hadt, eu thans op weg was naar Paderborn, insgelyks, verpligt werdt, tot ontruiminge. De Staaten zo*-
(O 2k zyne Iiiftruft. by AiTSEMa II. D*el, tl. 39.
|
||||
XLII.Boek. HISTORIE. i?$
zonden dan last aan Vosbergen, om den Land- i6$a
graaf, hiertoe, ware 't mogelyk, te beweegen. —— Doch zyn arbeid was ook hier te vergeefs («). De kryg werdt, ten deezen tyde, zeer ongere- geld gevoerd in Duitschland. Men onderhieldt, van wederzyde, de Legers , uit de Landen van vyanden niet alleen; maar ook, van onzy- digen en van vrienden: en op de ernftige ver- toogen, die, hiertegen, van zulken, die 'er be- lang by hadden, geduuriglyk, gedaan werden, kwam geen beter befcheid dan goede beloften. De Staaten zonden, in den Herfst, RutgerHui- gens en Simon van Beaumont wederom, af aan den Keurvorst van Keulen en den hertog van Nieuwburg , om te verzoeken, dat men den Spaanfchen geene werving toeftondt. Ook moesten ze, uit den naam der Koninginne van Boheeme, van den Hertoge van Nieuwburg de Leenen vorderen, die haar overleeden Egtge- noot, in de Landen van Guliken Berg, beze- ten hadt. Eindelyk, was hun gelast, by de Keurvorften van Ments en Keulen beide, te wege te brengen, dat den Koningvan Deene- marke geen verlof gegeven werdt, tot het hef- fen van eenen tol op de Elve, noch den Graa- ve van Oldenburg tot het leggen van eenen anderen tol op de Wezer. Zy werden, overal, heufchelyk ontvangen. Doch verwierven wei- nig meer dan goede woorden. Men beloofde den Spaanfchen geen volk te zullen laaten wer- ven , welk tegen de Staaten gebruikt zou wor- den. Wegens de gevorderde Palcfifche Lee- nen, in Gulik en Berg, werden de Koningin van
C<0 Aitzema II. Dtel, il. 39-62.
M 2
|
|||||
V
|
|||||
i8o VADERLANDSCHE XLIÏ.Boek.
3033. van Boheeme en de Hertog van Simmeren ge-
■ weezen, tot de gewoonlyke Regtbank. We- gens de tollen, verklaarden de Keurvorften nog
geen verzoek ontvangen te hebben; doch wan- neer zulks gefchiedde, wilden ze de vereischte agting hebben voor de begeerte der Heeren Staaten, 't Was egter waar, en werdt ook er- kend, dat de Keizer den Koning van Deene- marke verlof gegeven hadt tot het heffen van eenen tol op de lilve by Gelukftad; doch flegts voor den tyd van vier jaaren; gedoogende de Rykswetten niet, dat zulks voor altoos ge- fchiedde, buiten bewilliging der Keurvorften. De gezanten keerden, in Wynmaand, in den Haage, te rug (V). Verfchil Over 't ftuk der tollen, hadt men ook, om- met trent deezen tyd, nog verfchil met de Regee^ Zweeden ring van Zweeden (w), die veifcheiden' nieu- toilen wen» *n Pruisfen, en met naatne te Dantzig, begon te heffen. Uladiflaus de IF, Koning van Poolen, die Sigismond den III, onlangs, op- gevolgd was, deedt zelfs hierover, in Bloei maand, klaagen in den Haage, nadat hy den Staaten, in Louwmaand te vooren, door den Prinfe Janus Radzivil, die zig, op de Leidfche Hooge Schoole, in de wetenfchappen oefen- de, kennis hadt doen geeven van zyne komst tot de Kroon. Doch de Zweedfche Gezant Ca- merariusbeweerde, dat dit klaagen meest ftrek- te, om onmin te verwekken tusfchen de Staa- ten en de Koninginne en Kroone van Zweeden* Ook namen de Staaten geen befiuit, op de Pool-» fche
f O Aïtzema l!. Deel, il. 66-81.
(«O Rel'ol. Heil. 15 'Ju'y 1633. M. 55. |
||||
XLII.Boek. HISTORIE. 181
fche klagten. Zy leeden wel veel, ter oorzaa- 1533,
ke der nieuwe Zweedfche tollen. Doch 't was-------
thans de tyd niet, om zig hierover zeer ge-
voelig te toonen (V). De Zweedfche wapenen deeden den Staaten te veel dienst in Duitsch- land, en 't belang van den Koophandel moest, voor eenen tyd, wyken voor 't belang van den Staat. , Des nagts tusfchen den eerden en tweeden xyiir*
van Wintermaand, overleedt, te Brusfel, aan {^[(jï eene zinking op de borst, de Infante Izabella ja Kiara Klara Eugenia, Vorstinne der Spaanfche Ne- Eugeaia derlanden, in den ouderdom van zevenenzes- fterft« tig jaaren (y). Zy werdt, ter oorzaake van haare uitmuntende Godsvrugt, goedertieren- heid en minzaamheid, te gelyk beklaagd en ge- roemd (X). Haar dood deedt de handeling over een Beltand, te eerder, afbreeken. De Lan- den , haar eertyds afgeftaan, keerden, alzo zy nooit kinderen gehad hadt, volgens de voor- waarden der overdragt (a)t wederom aan de Kroone van Spanje. De Hertog van Nieuw- burg, die Raad der Infante geweest was, be- gaf zig, terftond na haaren dood, op weg naar Brusfel. Sommigen meenen, dat hy zig de Land- voogdy , of ten minfte merkelyk deel aan 't bewind toegelegd hadt. Doch dit mislukte hem. Hy was reeds tot aan Leuven gekomen, toen de Markgraaf van Aitona en dePrefident Rofa hem verzogten, te rug te willen keeren; gelyk hy deedt. De Spaanfchen hadden, al lang,
O) Aitzema II. Deel, hl. ï-8.
\y) Aitzema ir. Deel, U, fij.
( z) Mi.'inoir. de Freder. Henri p. 167.
C a) ZU VIII. Deel, bh 505.
M3
|
||||
i8a VADERLANDSCHE XLII.Boek.
i«$33. lang, geen goed oog op hem gehad, doordien
•■ hy, federt eenigen tyd, beide hen en de Ver-
eenigde Staaten hadt zoeken te vriend te hou-
Orde op den (£). Ook hadt Filips de IV, reeds in 't
de Re jaar 16^0, de Regeering der Nederlanden, by
geering, voorraad, befteld, by eenen beflooten Brief,
Sood!r£n ^e> na ^e ^00^ ^er Infante-> geopend werdt.
Men vondt, dat de Aaitsbisfchop van Meche- len, de Hertog van Aarfchot, de Graaf van Tilly, Don Carlos Colonna, en de Markgraaf van Aitona tot Regenten benoemd waren. Doch alzo Tilly overleeden, en Aarfchot, on- langs , naar Spanje verreisd was, werden, in derzelver plaats, aangefteld de Graaf van Fe- ria en de Markgraaf van Fuentes. Ook fchikte Filips, in 't volgende voorjaar, herwaards Prins Thomas, Broeder des Hertogs van Savoje; die , federt, Prins van Carignan genoemd werdt (c). Hy was, thans, oneenig met zynen Broeder, den Hertog, die, gebooren uit eene Zuster der overleeden' Infante , regt meende te heb- ben op de Nederlanden. Het aanzien van dee- zen Prinfe zette der Spaanfche Regeeringe ge- zag by (d). XIX. Zo lang men, dit jiar, met die van de an- Dekan- (jere zyde, in onderhandeling geweest was o- dehng ver ean ßeftand, werdt de handeling met den FrankryU Franfchen Gezant Charnacé, flaauwelyk, ver- wordt volgd. Hy deedt zyn best wel, om de Staaten kervat. te beweegen, tot het voortzetten van den kryg. Zelfs gaf hy voor, dat de Koning, zyn meester, op 't punt ftondt, om eenen inval te doen in de
(*} Aitzf.ma II. Deel, II. 66.
(c) Aubery Memoir. p. 356. (<Q AXTZEMA II. Dtcl, tl. 165.
|
||||
XLII. Boek. HISTORIE. 185
|
|||||
de Spaanfche Nederlanden. Doch by de uit- i<?jf.
komst bleek, dat het Leger, welk hy op de-------
been gebragt hadt, alleenlyk gefchikt was om
den Hertog van Lotharingen, die, 's Konings Leenman zynde wegens Bar, desonaangezien, de Spaanfche zyde begunftigd hadt, te ver- pligten, om hem Nanei in te ruimen; gelyk, in Herfstmaand, gefchiedde (e). Maar zodra was de handeling met de Spaanfchen niet af- gebroken , of men begon, met meer ernst, aan een nieuw Verdrag met Frankryk, te arbei- den, 't Verdrag van den jaare 1630 moest ze- ven jaaren loopen, van welken de helft, naauw- lylcs, verftreeken was. Doch Lodewyk de XIII, Frankryfc bedugt, dat de Staaten zig, t'eenigen tyde, bui- vordert, ten zyne toeftemming , met Spanje, verdraa- „^"zolit gen mogten, zogt hen, door een nieuw Ver- der zynt drag, te verpligten, toteene belofte van zulks, toeftem- niet zonder zyne toeftemming, te zullen doen. J?'?6' Wy hebben, reeds meer dan eens, gezien, dat 5«^™* hy, hierop, by elke onderhandeling, gedron- gen hadt. Doch de Staaten hadden, altoos, ver- ftaan, dat zulk eene belofte met hunne hoog- heid en vryheid ftreedt. Charnacé Het zig, ter- ftond al, verluiden, dat de Koning, zyn mees- ter , den jaarlykfchen onderftand der Staaten merkelyk vermeerderen zou, zo zy de begeer- de belofte doen wilden. Doch zy bleeven nog al aarzelen. Eindelyk, gaf hy den Prinfe van Oranje, die toch van zelf geneigd was tot den oorlog, in een geheim gefprek, te verftaan , dat 'er groote hoop was, om Frankryk te be- weegen tot eene openbaare Vredebreuk met Span-
.») Aitzema U. Deel, II. 87, 8B.
M 4 |
|||||
i84 VADERLANDSCHE XLII.Boek.
|
|||||
TÄ33. Spanje, in geval men , in het voorgeflaagert
■------- Verdrag , bewilligde. Hierdoor werdt zyne
De mees Doorlugtigheid overgehaald. De meeste Ge-
te Ge- westen insgelyks. Zeeland, dat gemeenlyk wel bé^viiM- 8evaaren na^1: bv den oorlog, ftemde, terftond, gen Inde ora» °P den voorgeflaagen voet, met Frankryk hande- te fluiten. De andere Gewesten lieten de ge- ling, op meene zaaken, veelal, ftaan op hunne Afge- deezen vaardigden ter algemeene Staatsvergaderinge, en deezen waren 't doorgaans eens met den In Ho«- Prinfe. In Holland alleen, zagen fommige Le- iand den merkelyke zwaarigheid in de handeling, men" Vooral ftondt hun tegen, dat men zig verplig- xwaarig- ten zou» gelyk gevorderd was, Frankryks be- beid. langen voor te ftaan, zonder eenige bepaaling. Ook vreesde men, als de oorlog op 't voorfpoe- digst ging , aan Frankryk een' magtiger' na- buur te zullen krygen, dan men aan Spanje ver- liezen zou. De oude zwaarigheid van 't kren- ken der vryheid en hoogheid van den Staat 1634- kwam ook wederom boven. De meeste Leden •------- der Vergaderinge beflooten egter tot de han- deling , op den vierentwintigften van Sprok- Dor- keimaand des jaars 1634. Maar Dordrecht en drechtan Amfterdam deeden 'er, ten zelfden dage, eene Amfter. ernflige aantuiging tegen te boek ftellen : waar- oren' aan Rotterdam en Alkmaar hunne toeftem- zie tegen ming gaven. Die van Dordrecht verklaarden, dehande- „dat zy, byzonderlyk gelast zynde, om, in •tog. n de handeling met den Baron van Charnacé, „ te helpe te wege brengen , dat het Land „ bewaard werdt, by zyne vryheid om met die „ van de andere zyde te handelen; in het be- „ fluit, met de meerderheid genomen, om zig .j te verbinden van geen Beftand of Vrede te „zul-
|
|||||
XLILBoek. HISTORIE. 185
n zullen maaken, zonder toeftemming des Ko- 15,,;
„ nings van Frankryk, niet konden bewilli--------1
„ gen." Amfterdams verklaaring was nog ern-
Itiger. Het Verdrag met Frankryk werdt 'er in befchreeven „ als ftrekkende tot verminde- wring van 's Lands hoogde magt en vryheid, »en tot verbreeking van Beiluiten , te voo- » ren , plegtiglyk , genomen : tegen welken »men nu, met eenige meerderheid van ftem- » men, zogt aan te gaan: weshalve de Afge- » vaardigden der Stad betuigen moesten, al- »leenlyk genegen te zyn tot een Verdrag met » Frankryk , wanneer het geflooten werdt, »zonder vermindering van ée vryheid en » hoogite magt der Landen, om welken te be- » komen, voor deezen, zo veel gedaan en ge- » leeden was : oordeelende zy het veel raad- »zaamer, het voordeel, welk het ontworpen » Verdrag den Staat zou aanbrengen, te vin- » den by buitengewoone middelen, dan 's » Lands vryheid , eenigszins , te verkorten. »Ook zouden zy niet toeftaari, dat men, in » eene zaak van zo veel gewigts, befloote met 5, meerderheid van ftemmen ; daar men , in »veel minder zaaken, de gemeene belastin- » gen betreffende, gewoon was eenpaarigheid „te vorderen. Zq men 'er egter mede voort „ wilde, betuigden die van Amfterdam, de vry- „ heid van 't Land, die den voorouderen zo „ dierbaar geweest was, ten hunnen opzigte, „ door zulke fchadelyke verbindtenisfen , niet „te willen laaten verkorten, en vooral ook ï, geen deel te willen hebben aan de onheilen ; » die, uit zulk eene vermindering van 's Lands „ vryheid en geregtigheid, te wagten waren: M 5 „van |
||||
i85 VADERLANDSCHE XLII.Boek.
|
|||||
1Ä34. „ van welke hunne Verklaaring zy begeerden,
•-------„ dat openlyke aantekening gehouden werdt."
Doch de Edelen, Haarlem, Leiden, Gouda,
Hoorn, Enkhuizen en andere Leden vorder- den, daarentegen, het intrekken deezer Ver- klaaringen , zo men niet wilde zien, dat zy 'er, regt ftrydige Verklaaringen tegen deeden aan- tekenen (ƒ). En ik meen, dat Dordrecht en Amfterdam den anderen Leden, hierin, einde- lyk, te wille waren. Immers ik vind de Ver- klaaringen der twee Steden niet, in het Register Verbond der Refolutien van Holland. Het Verdrag met wet Frankryk werdt, op den vyftienden van Gras- Frank- maand, in den-Haage, geflooten (g), voor den ,y tyd van zeven jaaren. De Staaten beloofden, » binnen agt maanden , niet te zullen hande-
n len, en binnen twaalf, niet te zullen fluiten y, met de Spaanfchen: den tyd, in beide de ge- 9 vallen, te rekenen van den eerften vanBloei- » maand eerstkomende. De Koning deedt ge- n lyke belofte. Na verloop der gemelde twaalf w maanden , zouden de Staaten geene Vrede J?of Beftand met den vyand mogen maaken, ft zonder 's Konings tusfchenkomst. De Ko>- w ning zou den Staaten , zo lang dit Verdrag »liep, jaarlyks, met twee millioenen guldens, „ onderfteunen , en met driehonderdduizend, „ of met een Regement knegten en een Kor- Mnet paarden, daarenboven, ter zyner keufe. ?)Zo de Staaten, binnen dezeven jaaren, van „ dit Verdrag, Beftand of Vrede flooten, en de „ Koning van Spanje, 't Beftand of de Vrede w fchear
f f) Aitzkma IT. Deel, II. 92-94.
Qg) Notul. Zeel. atf Ayril 1634. W. fa»
|
|||||
XLII.Boek. HISTORIE. 187
»fchendende, hun aantastte, zou de Koning 1^
n van Frankryk hem, zonder uitftel, den oor-____
„ log verklaaren. 't Zelfde zouden de Staaten
»doen, zo Spanje, in gelyk geval, Frankryk „den oorlog aandeedt. Tegen den Keizer, en n die hem aanhingen , zou men, in geval 'er „ een van beide door aangetast werdt, op ge- w lyke wyze, handelen. Doch zo zyne Maje* „fteit van Frankryk geraaden vondt, liever „ met Spanje te breeken, dan den Staaten de »beloofde penningen te fcnieten, zouden de „ Staaten, met hunne vyanden, en de Koning . „ met de Spanjaards niet mogen handelen, „ dan gelykelyk , en met wederzydfche bewilli- „ging" By een byzonder punt, werdt ver- klaard „dat, in geval van handeling, na dat n beide de partyen in openbaaren oorlog zou- „ den getreden zyn , de Staaten den Koning r> zouden verzoeken, dat zy gefchiedde, op ee- »ne Plaats binnen de Vereenigde Gewesten, „ by hen te benoemen. En zo zyne Majefteit » niet geraaden vondt, hiertoe te befluiten, zou n het woord gelykelyk aangemerkt worden, als „niet in het Verdrag geileld, en het woord „ bewilliging alleen behouden worden." Naar- demaal men ook zwaarigheid gemaakt hadt, om met den Koning van Spanje te breeken, wanneer hy Frankryk den oorlog aandeedt, om welke reden het ook ware, vorderde men by- zondere aanwyzing van de gevallen, waarin men, hiertoe, gehouden zou zyn: die tot dee- ze vyf gebragt werden : „ het fchenden der „ Vrede van Italië, wegens de opvolging in „ 't Hertogdom Mantua ; het ontrusten des e Konings van Frankryk in 't vreedzaam be- |
||||
i88 VADERLANDSCHE XLII.Boek.
1634. ?> zit van Pignerol ; het krenken van 't regt
------- v der Graauwbunderen op de Valteline ; het
yy helpen van den Hertoge van Lotharingen,
„ en het byitaan van alle zulken, die den Ko- „ ning, in zyne Staaten, zouden willen aantas- „ ten (£)." Wy hebben den inhoud van dit Verdrag een weinig omrtandiger willen te boek ftellen, op dat men te klaarer zien zou, hoe zeer zy, die 'er, van wege de Staaten, overhad- den gezeten , gezorgd hadden voor de hoog- heid en vryheid van den Staat, waarover eeni- ge Leden van Holland zo bekommerd gefchee- nen hadden. De Staaten beloofden wel, bin- nen zekeren tyd , geheel niet, en in zeker geval, niet dan gelykelyk met den Koning, en met 's Konings bewilliging , te zullen fluiten met den vyand. Doch de Koning deedt hun ook deeze laatfte belofte. Men' verbondt zig ook niet, zonder bepaaling, tot het breeken met Spanje, wanneerFrankryk 'er door beoorloogd werdt; maar men vorderde onderfcheidene aan- wyzing der gevallen, in welken men hiertoe verpligt zou zyn. Daar fcheen dan, voor de weigerige Leden van Holland, weinige reden te zyn, om zig tegen het Verdrag te kanten, 't Schynt nogtans, dat Amfterdam 'er niet in be- willigd heeft (*'_). Ondertusfchen, werdt .dit Verdrag haast van een ander gevolgd, waar- van wy, op het naaste jaar, zullen moeten ge- waagen. XX. De wederzydfche Legers kwamen, dit jaar ,
Ouder- iaat te velde. In de Spaanfche Nederlanden,
zoek op r be, '(A) Zie Aitzema If. Deel, VI. 94-97.
(ij Refol. Holl. ,i-iQ May 1634. il. 40. |
||||
XLILBoek. HISTORIE. 189
|
||||||
begon men wel vroeg toebereidfels te maaken. 16-34.
Doch men hadt 'er de handen te vol, met het |
||||||
onderzoek op het bedryf van eenige Grooten, het be-
die, niet zonder grond, verdagt gehouden wer- drvf van den van te groote geneigdheid tot de Staaten Grooten der Vereenigde Gewesten. De afval des Graa- in de ven van den Berge hadt der Spaanlche Regee- Spann- ringe de oogen geopend. De Prins van Barban- &he con, werdt, in Grasmaand, gevangengenomen. [J^ De Prins van Espinoi en de Hertog van Bour- nonville, iets diergelyks vreezende, waren ten Lande uit geweeken. Aarfchot zelf werdt, in Spanje, verzekerd, om dat hy niet openbaaren •wilde, wat hem van de oogmerken der ande- xen bekend gemaakt was. Daarna, iet ontdekt hebbende, werdt hy, allengskens, wederom geflaakt; doch hy overleedt, na verloop van ee- nige jaaren, in Spanje. Sommigen berigten ons, dat deeze Grooten voorhadden, de Spaanfche Nederlanden, in navolging der Vereenigden , der heerfchappy des Konings van Spanje te onttrekken , en tot een vry Gemeenebest te maaken; dat zy den Prinfe van Oranje en ee- riigen der Vereenigde Staaten kennis van dit hun voorneemen gegeven hadden, en dat men genoegzaam overeengekomen was, om een al- toosduurend Verbond, gelyk aan dat der Zwit- ferfche Kantons, op te regten , tusfchen de Roomfche en Onroomfche Nederlanden ; dat de Prins egter begreep , dat de Koning van Groot-Britanje kennis van dit voorneemen be- hoorde te hebben, mids hy 't bedekt hieldt; dat de Koning dit beloofde; doch dat het ge- heim kwalyk bewaard werdt, aan 't Engel fche
|
||||||
i9o VADERLANDSCHEI XLILBoek,
|
|||||
1634. fche Hof (k~): waarop het onderzoek, in de
------- Spaanfche Nederlanden , begonnen zou zyn.
Wat hiervan zy, zeker is 't, dat eenigen, die
men fchuldig hieldt, en eenige gevlugten, fe- dert, gevonnist werden. In Grasmaand deezes jaars , werdt 'er egter eene algemeene vergif- fenis afgekondigd, waarna men zig bereidde tot Opening den veldtogt Q). 't Liep nogtans tot in 't laatst ▼an den van Zomermaand aan, eer Aitona by 't Leger TnIfe Ne- kwam. Fredrik Henrik , nog onkundig van derian- " 's vyands oogmerken, deedt het Leger der Stan- den, ten omtrent Nieuwmegen byeen trekken. Ai- tona toog, eerlang, regelregt naar Maastricht, zig gelaatende, als of hy deeze Stad belegeren Mnas- wilde. Hy maakte zig, terftond, meester van uicht en 't jj]ot Argenteau, boven, en van nog een an- weder-ter der Slot' beneden ^ Maastricht gelegen, zen- zyde, dende, wyders, eenig volk over de Maaze, en met een de voornaamfte toegangen naar de Stad ronds- Beiegge- omrne bezettende. De Hertog van Bouillon, dreigd. ^ ^jnnen Maastricht geboodt, ftelde terftond orde op de leevensmiddelen. Ook verzuimde hy niet den vyand door geduurige uitvallen te kwellen. Aitona fcheen niet van zins, de Stad, met geweld aan te tasten; maar, door uithon- gering, te dwingen tot de overgaave. De Prins van Oranje , om den vyand van voor Maas- tricht te doen verhuizen, befloot, eerlang * Bre- da te dreigen met een beleg. In den aanvang van Herfstmaand, zondt hy Stakenbroek, ,met de Ruitery, het gefchut en de pakkaadje, der- waards, met bevel, om hem, te Loon op 't Zand, in
(*) ÜURNFT Hiftory of hfs ovvn Time. folt I. p> 4?.
vO Aitzema II. bul) V.. 1Ó4-1ÓÖ. |
|||||
XLILBoEK. HISTORIE. ipi
in te wagten. Zelf zakte hy, met de knegten, kJj^-
den ftroom af, tot aan het Klooster Beern by ——- Heusden, daar hy voet aan land zette. Dien zelfden dag trok hy nog voort tot Dongen. Den volgenden, kwam hy voor Breda, alwaar de Legerplaatfen, terftond, verdeeld werden, en alles gefchikt tot een beleg. Aitona kreeg hiervan zo dra geene kennis, of hy brak op van voor Maastricht, legerde zig te Turnhout, en, eenige dagen laater, omtrent Diest. Fredrik Henrik, zyn oogmerk bereikt hebbende (m), trok ook af van voor Breda, en floeg zig by Drunen in de Langeftraat neder. De Legers De Lo» hielden het veld nog eenigen tyd, om op el- s?" kanders beweegingen te letten , waarna men, fchsidö*> van wederzyde , de Winterlegeringen betrok. Ondertusfchen hadt Graaf Jan van Nasfau Bre- da voorzien van krygsbehoeften (n). Terwyl de vyand nog voor Maastricht lag, ondernam de bezetting van Gelder, op eenen nagt, Ryn- berk te verrasfen; doch zy werdt, wakkerlyk, afgeflaagen (o). Meer viel 'er, dit jaar, te lande niet voor. Ook werdt 'er, ter zee, niet van belang uitgevoerd. Alleenlyk, werden de Vlaamfche kusten, volgens gewoonte, met ze- ker aantal van Oorlogsfchepen, bezet gehou- den (ƒ>): by welke gelegenheid, 's Lands Ka- pitein, Klaas Klaaszoon Juinbol, het Koning« fchip de S. Alfonfe aantastte en veroverde, op den eerften van Sprokkelmaand : gelyk my, uit de oorfprongkelyke verklaaringen van hem en
|
||||
f9» VADERLANDSCHE XLII.Boek.
|
|||||
1^34. en zyn fcheepsvolk, gebleeken is. Voorts
—— werdt nu, gelyk te vooren meermaalen, ern- ftelyk, geraadpleegd, over de opregting eener Maatfchappye van Verzekering (q) ; doch men kwam tot geen befluit. Weder- ^a 'l overgaan van 's Hertogenbosch, had- zydfciie den de Staaten niet alleen veel werks gevon- kweiiaad- den, aan het beftellen der burgerlyke Regee* jen, in de ringe aldaar; maar zy waren in gefchil geraakt cnTtfde met ^e Staaten van Spaansch Brabant, wegens Landen het oppergebied over de Mciery van 's Her- van Over- togenbosch, zynde het platte Land, welk on- inaaze en der de Stad plag te behooren , en welk de Staa- uich?ïaS"ten ^er Vereenigde Gewesten verftonden, ne- vens de Stad, aan hun vervallen te zyn. Zy hadden 'er, hierom, de Roomfche Kerken doen fluiten, of doen ruimen voor de Gereformeer- den. Ook deeden ze 'er Beden heffen, en fiel- den, eerlang, vier Hoofdfchouten, in de vier Kwartieren der Meiery (r). Doch van de Spaanfche zyde werden de oude Hoofdfchou- ten , ten zelfden tyde, gehandhaafd. Iets dierge- lyks hadt plaats, in de Landen van Overmaaze en den Vroenhove, na dat Limburg, Maas- tricht en andere Steden den Staaten in handen gevallen waren. Doch hier uit rees veele moeite en ongeregeldheid : die, in Bloeimaand deezes jaars, tot hevige daadelykheden uitborst. Van • Same- den Spaanfchen kant, begeerde men de * vry- garden. waaringen ten platten lande gehaald te hebben van 'sKonings Amptenaaren: 't welk deVer- ee-
C<7) Refol. Ho'I. *o Dec. 1634. il. 170. Aitzbma I. t)eel, tl.
812 enz 11. Deel, il. 144. Qrj AlTZEMA 1. Deel, tl. 939, 998, 1007-1008, 1054, Io#3>
|
|||||
XLILBoek. HISTORIE. 193
eenigde Staaten niet gedoogen wilden. De i<j34.
Spaanfchen floegen, hierop, voort, tot het aan- . . houden en weghaalen der Staatfche Amptenaa- ren en Hervormde Predikanten. De Vereenig- de Staaten, beflooten hebbende, zig, hierte- gen, met allen ernst, te verzetten, deeden, in de Landen, die onder hunne vrywaaring zaten, niet alleen Amptenaars en Priesters, maar Ab- ten enBisfchoppenzelven, opvangen (f)« Dier- gelyke wederzydfche' kwellingan hielden aan, tot op het fluiten der Vrede; doch vvy agten onnoodig, daarvan, geduurig, byzondere mel- ding te maaken. De Landgraaf van Hesfen, die den Staaten, XXT.
in't voorleeden jaar, eenige Ruitery hadt toe- Dusche gefchikt, werdt, in dit jaar, van hun, ook met zaaken« manfchap gefterkt, en behaalde, federt, ee- nig voordeel in Duitschland. De Keurvorst van Keulen gaf den Staaten te verftaan, dat dee- ze byftand ftreedt met de onzydigheid, die zy voorgaven te willen bewaaren. De Staaten wa- ren, van hunnen kant, te onvrede op den Her- toge van Nieuwburg, die voortging met wer- ven, en te gelyk beweerde onzydig te zyn. Tusichen hen en andere Duitfche Vorften, was ook eenig ongenoegen ontftaan. Maar de Keizer hadt, van zynen kant, ook met inwen- dig mistrouwen te ftryden. De Hertog van Fridland of Walftein , zig verdagt gemaakt hebbende , dat hy den Huize van Oostenryk eene heimelyke ongenegenheid toedroeg, werdt, door hem, ten tweeden maale, ont- zet van 't gebied over 't Krygsvolk: waarop hy,
CO Aitzeum II. Dttl, hl. 143, 4i>
XI. Dejjl. N
|
||||
194 VADERLANDSCHE XLII.Boek.
|
|||||||||||
hy, voor erger bedugt, de wyk nam naar E-
gra; daar de Bevelhebber, Joan Cordon, dien hy van flegt Soldaat dus ver bevorderd hadt, hem , om 's Keizers gunst te winnen, onver- hoeds , van 't leeven deedt berooven. De Keiserfche en Zweedfche wapenen voerden, deezen Zomer, weinig uit in Duitschland. Al- leenlyk hadt de Hertog van Weimar Regens- burg ingenomen (*). Doch de optogt van 's Keizers Zoon, den Koning van Hongarye, die, na Walftein, 't bevel kreeg over 't Keizer- lyk Leger, deedt den Haat der zaaken merkelyk veranderen, in 's Keizers voordeel. Midlerwyl, hadt de Koning van Spanje, zy-
nen Broeder Ferdinand, Kardinaal en Aarts- bïsjchop van Tolsdo, die, op 't verzoek der In- fante Izabelle, reeds in 't jaar 1631, tot Land- voogd verklaard was, van Milaan, door Duitschland, herwaards gezonden, met een Le- ger van elf of twaalfduizend man. Hy trok, door Tirol, naar Beijere, daar hy zig veree- nigde, met het Leger des Konings van Hon- garye, die, midlerwyl, Regensburg herwon- nen hadt. De vereenigde Legers floegen zig, in 't begin van Herfstmaand, neder voor Nord- lingen, in Zwaben. Het Zweedfche Leger, on- der den Hertoge van Weimar, trok, terftond, derwaards. Op den zesden, viel hier een bloe- dige flag voor, waarin de Zweeden de neder- laag kreegen, en 't veld ruimen moesten. Nord- lingen werdt toen, terftond, opgegeven. Na deeze overwinning, trok de Kardi-
naal Infant voort met zyn Leger naar de Ne- der-, (-•; Aitzeua II. Deel, U. i45-iä<>«
|
|||||||||||
IÖ34--
|
|||||||||||
De Kar-
dinaal In- fant wordt Land- voogd tier Spnnn- fclie Ne- derlan- iLn. |
|||||||||||
Slag '«y
Nordtiii- geu. |
|||||||||||
XLIÏ.BoEK. HISTORIE. 195
|
|||||
dcrlanden, zig fpoedende om Maastricht te hel- 1034.,
pen winnen. Op den togt, overmeesterde hy
verfcheiden' Plaatfen in Biritschland. Omtrent
den aanvang van Wynmaand, toog hy over den Main; den agttienden, over den Ryn, by Andernach , en den zevenentwintigften, over de Maaze, by Luik. Den vierden van Slagt- maand, deedt hy zyne intrede te Brusfel, al- waar hy, met veel vertooning van vreugde, ontvangen werdt (u). 't Beleg van Maastricht was, gelyk wy verhaald hebben, reeds lang te vooren, opgebroken. Terftond na 't fluiten van 't Verdrag met XXII.
Frankryk , in Grasmaand , oordeelden zyne fc^*™' Doorlugtigheid en eenige Leden der Regee- naar ringe, dat men een buitengewoon Gezantfchap Feank- behoorde af te zenden, om Koning Lodewyk ryk» te beweegen, tot het openlyk beoorloogen des °v^°dn^ Konings van Spanje: waartoe Charnacé hoop xiu. ie gegeven hadt. De Raadpenfionaris Pauw floeg bewee- dan, in 's Prinfen byzyn, ter algemeene Staats- ßen tot vergaderinge, voor, op den eenentwintigiten j^reuk" van Bloeimaand ö of 't niet geraaden ware, de meiSpaa* „ bekragtiging van 't jongfte Verdrag naar je. „Frankryk te laaten overbrengen, door eeni- „ ge buitengewoone Gezanten, die, te gelyk, n last zouden hebben, om de betaaling der be- 5, loofde onderftandgelden te vorderen." De Afgevaardigden van Gelderland, Zeeland, U- trecht, Friesland en Overysfel bewilligden, ter- ftond, in deezen voorflag. Van Groningen was niemant tegenwoordig. De Afgevaardigden van
C«) AtTj-FMA II. Deel, II. 170-174.' IJemoir. de FrcJe»t
Henri f. i;i. N a
|
|||||
196 VADERLANDSCKE XLII.Boek;
van Holland begeerden eenig uitftel, eer men
■ op eene zaak van zo veel gewigts befloote. De Vergadering der Staaten van dit Gewest was juist, 's daags te vooren, gefcheiden, en dee- zen tyd hadt men waargenomen, om dat men bedugt was , dat Holland, bczwaarlyk, in 't gezantfchap bewilligen zou. De algemeene Staaten beflooten 'er egter toe, met meerder- heid van ftemmen: waarover die van Holland, naderhand, merkelyk misnoegen toonden (V). De Raadpenfionaris Pauw, en Joan de Knuit, Ridder en vertoonende den eeriten Edele van Zeeland, werden tot het gezantfchap benoemd. Men ftelde, terftond , een openbaar Berigt- fchrift voor hun op (V). Ook kreegen zy hei- melyken last mede, om Frankryk, door aller- lei redenen , tot den oorlog tegen Spanje te beweegen. De Prins ftelde hun een gefchrift ter hand , welk hy zelf hadt opgefteld, en waarin hy Koning Lodewyk zogt over te haa- ien , om Duinkerken, Namen of Antwerpen aan te tasten. De gezanten vertrokken, in 't midden van Zomermaand, 't Beleid hunner handelinge was , midlerwyl, gefteld aan den Prinfe, en aan eenige Gemagtigden der alge- meene Staaten , die alleenlyk gehouden wa- ren, 't verhandelde, door den Griffier Musch, in 't geheim Register, te doen aantekenen. De gezanten vonden den Koning gezind ten oor- loge. Hy was thans met reden misnoegd op het Spaanfche Hof, welk de onlusten in Frank- ryk voedde, met 's Konings Broeder en ande- re |
||||||
fy-) Refbl. Holl. 14 J«Iy ">34- W. 6a.
Cwj Zit dcczc Iuftruftie ty Atuema II. Des!, U. lol*
|
||||||
HISTORIE. \9?
|
|||||||
XLILBoEK.
|
|||||||
re wederfpannige Grooten handelde, en deKo- 1634.
ninginne Moeder ophieldt, in Brusfel. Wog- tans werden de onderhandelingen gerekt, tot in den aanvang des volgenden jaars. Men hadt verfcheiden' ontwerpen gemaakt van eene nieuwe verbindtenis, die, in Frankryk en hier, meermaalen , veranderd en herfmeed zynde (V) , eindelyk , gebragt werden in den ftaat van een Verbond van gezamenlyken oorlog(y), ifas. welk, te Parys, op den agtiten van Sprokkel--------
maand des jaars 1635, getekend werdt, en van
deezen inhoud was: „ De Koning en de Staa- Verbond „ ten zouden , ieder, een Leger van vyfen ™et „ twintigduizend knegten en vyfduizend paar- "n ^ „den in de Spaanfche Nederlanden voeren, geus't „ tegen Lentemaand naastkomende ; welke voeren „ Legers gezamenlyk of afzonderlyk oorloo-r vanopen* „ gen, doch, in 'tlaatfte geval, zo digt byder Jjjjgj, „ hand blyven zouden , dat zy eikanderen, tegen"* „ des noods, zouden können byfpringen. Zo Spanje. „ dra de Legers in de Nederlanden zouden ge- „ komen zyn, zou men de Landzaaten nodi- „ gen, om de Spanjaards en derzelver aanhang „te verdry ven , en zig zei ven in vryheid te „ ftellen: 't welk binnen drie maanden (2) ge- schiedende, zo zouden de Gewesten tot ée> wnen vryen Staat vereenigd worden, en den „ Uoomsch-Katholyken Godsdienst oefenen, „op gelyken voet, als tegenwoordig gefchied: „de.
(x) Ref'ol. HoJI. 19 Sept. io Nov. 1G34. */• 91» WÄ> An>
Zf.ma II. Dcil, il. 92-141. 225-231.
Qy~) Refol. Huil. itj Fel/r. 1635. hl. 15. (s) By een geheim punt, werdt vastgefteld , rf*t
men deezen tyd, met gemesn goedvinden , zou mogea verlengen. N 3
|
|||||||
198 VADERLANDSCHE XLII.Boer.
1635. » de. De Koning en de Staaten zouden de Ge-
------ »westen, Steden, Vorften en Heeren, die
»hun toevielen, terftond, in hunne befcher-
»ming en verbond aanneeraen. En naardien » deeze Gewesten zig niet tegen de Spanjaards » zouden können befchermen; zo zouden alle de »Plaatfen langs de Vlaamiche kust, tot Blan- »kenberg ingeflooten , en twee mylen land- » waards in, aan den Koning blyven, nevens » de Steden Diedenhoven, Namen en Oosten- » de. Daarentegen zouden de Staaten hebben »Damme, Hulst met het Land van Waas, » Breda , Gelder en Stevenswaard. Maar in »geval de Spaanfche Nederlanden niets be- » geerden toe te brengen tot bekoming hunner „vryheid, zouden de Koning en de Staaten »zig zoeken meester te maaken van dezelven, »en ze, in deezer voege, verdeden: de Ge- »westen Luxemburg, Namen, Henegouwen, » Artois en Vlaanderen, tot aan een' lyn, ge- »trokken van Blankenberg, ter halver wege w tusfchen Damme en Brugge door, tot aan Ru- „ pelmonde, zouden aan den Koning blyven. »De Staaten zouden, daarentegen, hebben het „ Markgraaffchap en de Stad Antwerpen , de „ Heerlykheid van Mechelen , het Hertog- „dom Brabant en het overig gedeelte van „ Vlaanderen, ten Noorden van de gemel- 0 de lyn, met de Steden Damme en Hulst en „het Land van Waas. De vredebreuk tus- „fchen Frankryk en Spanje gefchied zynde, „ zouden de Koning van Frankryk noch de „ Staaten geene vrede, beftand of wapenfchor- „fing fluiten mogen, dan gezamenlyk en met „ gemeen goedvinden. Men zou eerst twee Plaat- - . »fr« |
||||
XLII.Boek. HISTORIE. io9
»fen aantasten, die den Koning; daarna, twee 1035.
»anderen , die den Staaten aanbedeeld wa--------
» ren, en zo, beurtswyze, voortgaan; aan elk
»de veroverde Plaats,, die hem aanbedeeld » was, terftond, overleverende. Terwyl men »Vlaanderen aantastte, zenden de Staaten »eene Vloot, op hunne kosten, onderhouden » op de Vlaamfche kust. Tot beveiliging der » Koopvaardye, zou men elk vyftien fchepen »in zee brengen, en in geval deeze fchepen » zig by eikanderen voegden, zou de Admiraal „der Staaten zyne vlag van de groote mast » ftryken , en 's Konings vlag , met het ge- „ fehut, groeten ; waarop geantwoord zou „ worden, op gelyke wyze, als van wege den „Koningvan Groot-Britanje gefchiedde. Zo n de Koning van Frankryk ter zee werdt aan- * getast, beloofden de, Staaten, by een geheim „ punt , hem , met eene magtige Vloot, te „ zullen byftaan. Ook zou men, volgens een „ ander geheim punt, eikanderen helpen , ,, wanneer de eene of de andere Mogendheid „ de Vlooten, tot befcherming der zeevaart „ uitgerust, vyandelyk bejegende. Zelfs zou „ men zulk eene Mogendheid den oorlog ver- „ kharen; doch niet dan met gemeen goed- „ vinden." Met welke twee laatfte geheime punten , kharlyk , gezien werdt op den Ko- ning van Groot-Britanje, by wien, federt ee- nigen tyd, de Spaanfchen zeer veel ingang vonden. „Men zou, volgens een der punten „ van 't Verdrag , den Koning van Groot- nBritanje nogtans verzoeken, in dit Verbond n te treeden , of ten minften onzydig te bly- N 4 ,>ven.* |
|||||
'
|
|||||
aoe VADERLANDSCHE XLII. Boek.
„ ven." 't Verdrag behelsde nog eenige ande-
re punten, die, of in de voorige overeenkom- ften vervat, of van klein belang waren (z). Weinige wcekcn na het fluiten van dit Ver- drag, kwam men, metCharnacé, die wederom herwaards gekeerd was, overeen, dat, in geval beide de Legers famengevoegd waren , het woord, in dezelven, gegeven zou worden,door hem, die over 's Konings Leger geboodr. Doch men beraamde, te gelyk, dat de Koning 't ge- bied over zyn Leger geeven zou aan den Prin- fe van Oranje , die egter niet gehouden zou zyn, den Koning te zweeren, en wiens Last- brief niet nadeelig zou mogen zyn aan den Last- brief, dien hy hadt, van wege deezen Staat. Maar de Prins zou zig van 's Konings Last- brief niet bedienen mogen , wanneer de Her- tog van Orleans , of de Kardinaal de Riche- lieu in 't Leger waren (V). De Knuit, een van de buitenvvoone Gezanten der Staaten, bragt het Verdrag herwaards over (£). Men hadt, reeds in 't voorleeden jaar, beflooten., dat de Raadpenfionaris Pauw, Heer van Heemftede, nog eenigen tyd, by voorraad, aan 't Franfche Hof vertoeven zou, in de hoedanigheid van buitengewoonen gezant, alzo der Staaten ge- woonlyke gezant, de Heer van Langerak, o- verleeden, en nog niemant anders, in deszelfs ftede, benoemd was (c). 't Verdrag werdt, in Frankryk en hier, behoorlyk bekragtigd. Alleenlyk maakte Leiden eenige zwaarigheid, ia
\ (zï Zie het Traktaat by Attzf.ma II. Hul, iL iy8. %,
(_a^. ArrZEMA It. Deel, W. 206, 231-233,
( f>) Relul. Holl. 10 Maart 1635- *'. 39-
i £<0 Refol. Holl. 17, 2>j A'eyemb. 1634. bl. 123, 135» |
||||
XLII.Boek. HISTORIE. 201
|
|||||
in het toeftaan van den Roomfchen Gods- 1635.
dienst, in Spaanfche PJaatfen: waarvan aante- ■ kening gehouden werdt (d). Op deeze wyze, raakte, eindelyk, het Ver-
drag in ftand, waarnaar eenigen, hier, lang getragt hadden. Men beloofde 'er zig, ter wcderzyde , groote voordeden van; doch de uitkomst beantwoordde niet aan deeze ver- wagting. In Zomermaand, verklaarde Lodewyk de XXIII.
XIII. den Koning van Spanje, openlyk, den J^'p^ oorlog, door eenen Heraut van wapenen, by- fcjie e"n zonderlyk, ten deezen einde, naar Brusfel ge- Swaifche zonden (/)'. waarop, terftond, een antwoord Legeren, volgde van wege den Kardinaal Infant. Ook werden de redenen, op welken Lodewyk zy- ne oorlogsverklaaring gegrond hadt, van de vSpaanfche zyde, in openbaaren druk, weder- Jegd (ƒ). Midlerwyl, was het FranfcheLeger, onder de Maarfchalken van Chätillon en Brezè, reeds in Grasmaand, opgetrokken, en hadt zig nedergeflaagen tusfehen Luik en Maastricht, alwaar de Prins van Oranje, met de Staatfche troepen, die by Nieuwmegen verzameld wa- ren (g), verwagt werdt. De Kardinaal Infant hadt Prins Thomas, met eenige manfehap, af- gezonden, om den Franfchen den doortogt te betwisten; doch hy werdt, in 'tLand van Lux- emburg , geflaagen, en naar Namen te rug ge- jaagd. Terftond na 't ontvangen der tyding deezer overwinninge , brak Frediik Henrik op
C<0 Refbl. Holl. 2, 3,'4 May 1635. II. 7<>, 81.
( e ) Dcclüration du Roy hy Aitzema II. Deel, II. 206.
Cf) AnzEMA II. Deel, hl. au, 213.
is) AiTZEMA II. Deel, hl, 273.
N5
|
|||||
soa VADERLANDSCHE XLII.Boek.
|
|||||
1635. °P van Nieuwmegen, en toog, in vyf dagen,
—I— tot aan Meerfen, een halfuur van Maastricht, alwaar Chätillon en Brezé hem kwamen vin- den. De Prins, toen over de Maaze getrokken zynde, vereenigde zig met de Franfchen, en voerde, federt, het opperbevel over beide de Legers, die uit omtrent twee-endertigdukend knegten en negenduizend paarden beitonden. Men befloot, het Spaaniche Leger onder den Kardinaal Infant, welk by Tienen lag, op te zoeken en flag te leveren, en trok, langs vyf verfcheiden' wegen, derwaards. Doch de Kar- dinaal Infant was, ondertusi'chen, opgebroken y Tienen en nack z% gelegerd agter Leuven. Het veree- vcioverd. nigd Leger, voorttrekkende, maakte zig mees- ter van Tienen , op den eerften van Zomer- maand. De Stad, fchoon niet te houden, hadc zig egter verdedigd tot het uiterfte, en werdt, hierom, tegen 's Prinfen oogmerk, geplonderd en aan brand gefteken (Ä). De Legers togen toen naar Leuven, en waren bezig met over de Dyle te trekken, toen de vyand zig in flag- orde vertoonde, om hun den overtogt te be- twisten. De Prins geraakte egter aan de over- zyde, met de beide Legers; en de Kardinaal Infant befpeume zo dra niet, dat men moedig- lyk op hem afkwam, of hy week te rug. Men volgde hem, des anderendaags, en trok voort, tot op twee uuren gaans van Brusfel, daar eg- ter , dien dag , meer niet dan de voorhoede aankwam, ter oorzaake van de enge enflegte wegen. De vyand, vermoeden hebbende, ge- lyk waar was, dat men 't op Brusfel gemunt hadt,
(£) VoUz. AJvis JiJelIe aux Veric. Ilollamlais. £. rt^.
|
|||||
XLII.Boek. HISTORIE. 203
hadt, maakte, voor hetvereenigd Leger, aan i^s.
de andere zyde van de Stad, te zyn, en legerde-------.
zig langs de Vaart tusfchen Brusfel en Vilvoor-
den, Leuven bezet hatende, met drieduizend man, onder Grobbendonk. 't Vereenigd Le- ger trok, ondertusfchen, voort. De Maarfchalk de Brezé vertoonde zig, met het grootfte deel der Ruitery, voor de poorten van Brusfel; doch 't fterk fchieten van die van binnen deedt hem, eerlang, te rug keeren naar 't Leger (f). In 't Franfche Leger, was, midlenvyl, ziek- Het ver-
te en gebrek aan leeftogt ontftaan , waarom ^ce1!Ifd de Franfchen verftonden, dat men te rug trek- !c(^r ken moest, en Leuven aantasten, voor wel- voor ke Stad, men, dagten ze, toevoer van Luik Leuven, en Maastricht zou können krygen. De Prins van Oranje zou liever gezien hebben, dat men agter Brusfel om getrokken was, om den vyand op te zoeken; alzo hy verftondt, dat men, voor Leuven, zo wel gebrek aan toevoer hebben zou, als hier. Doch de Franfchen blee- ven by hun gevoelen. Hy was hun dan te wille. Men trok te rug, met het vereenigd Leger, en floeg het beleg voor Leuven. De toegangen werden terftond bezet. Terwyl men bezig was met het openen der Loopgraaven, deeden die van binnen eenen fterken uitval; doch werden, met wederzydsch verlies, te rug gedreeven. 't Beleg hadt nu eenige dagen geduurd, toen de Maarfchalk de Chätillon en de Meiller ak, O- verfte van 't gefchut, den Prinfe vertoonden, „ dat de ziekten en 't gebrek aan mondbehoef- n ten,
(O Memoir. de Ffcd.r. Henri f, 174-132. Aitzema II. Deel,
Il 27.), 275. |
||||
ao4 VADERLANDSCHE XLII.Bofeic.
|
|||||
ï^3S. 5>ten, in het Franfche Leger, dagelyks, toe-
■-------„namen; dat het beleg, hierom, noodzaake-
„lyk, opgebroken, en de troepen in verver-
„fchings-kwartieren geleid moesten worden, „zo men ze niet, geheellyk, wilde zien weg- „ fmeltcn." De Prins begreep, dat men, 't be- leg hebbende aangevangen, de Stad, die 't, zyns oordeels , maar iveinige dagen houden kon, zo ligt niet behoorde te verlaaten. Hy boodt hun zelfs dertigduizend ponden broods aan, om hen te beweegen tot voortzetting van Verlnat 'c begonnen werk. Zy ontvingen 't brood; doch de Stad verklaarden, genoodzaakt te zyn, tot het ver- wehr- laaten der Stad. Men moest hiertoe dan be- oin- fluiten, 't Leger brak op, den vierden van Hooimaand Qk), toog naar Aarfchot, en ver- volgens naar Diest, Steden, te vooren, door de onzen, ingenomen; en van Diest, in vyf da- gen , tot Roermonde toe. De agterhoede der Franfchen werdt, op deezen aftogt, aangetast, door eenen hoop Kroaten, uit het Leger van Picolomini, die zig, onlangs, met vyftiendui- zend man, Keizerlyke troepen, gevoegd hadt by 't Leger van den Kardinaal Infant: doch zy leedt kleine fchade (/). ■sxiv. Het vereenigd Leger was zo dra niet afge- Die;t ver-trokken , of de vyand floeg het beleg voor looren. j)jest ? wej]c ? binnen vier dagen, overging. De bezetting werdt naar Graave gezonden. De Legers bleeven, flegts drie weeken, by Roer- monde, daar de leeftogt fchaars werdt; waar- om zy , van daar , naar Venlo toogen, toe- leg (*") Attzema II. Deel. M. 275, 17&.
CO Mcmoir. de Frsdcr. Henri f. lüi-lÄSt |
|||||
XLILBoek. HISTORIE. 205
leg rnaakende, om Gelder te belegeren. De uf^.
Kardinaal Infant, die nog by Diest leggen ......
bleef, hadt, midlerwyl, vier of vyfduizend
man, onder den Hertog van Lcrma, gezonden Schea- naar Steveiiswaard; van welken, vyf- of zes- ken* honderd knegten, onder den Luitenant Kolo- verast nel EinhvUs, den zevenentwintiglten van Zo- door de mermaand, op eenen vroegen morgen, Sehen- spaan- kenfehans innamen, by verrasfing (m). Van fch2n» Weideren, Bevelhebber der Vesting, en het grootfte gedeelte der bezettinge fneuvelden , by deeze gelegenheid, en de Plaats werdt,deer- lyk, geplonderd. De tyding van dit gewigtig verlies deedt den Prins befluiten, om terftond op te breeken met het Leger, Schenkenfchans, \vare 't mogelyk, te herwinnen, en daardoor de Betuwe, tegen eenen vyandlyken inval, te verzekeren. Hy trekt, dien zelfden nagt, op, bemagtigd eenige voordeelige posten , langs den Ryn, en onder anderen het Tolhuis, en eene kleine halve maan, tegen over Schenken- fchans. De beide Legers, midlerwyl, teNieuw- megen gekomen , befloot men , Schenken- fchans, door een langzaam beleg, tot de over- gaave te noodzaaken, en te gelyk den Kardi- naal Infant, die reeds tot omtrent Kleeve ge* naderd was , het verder trekken te beletten, en, by gebrek van toevoer, te dwingen tot den hertogt. De Staaten van Gelderland zouden gaarne gezien hebben, dat men eenen flag ge- waagd hadt, tegen den Kardinaal Infant, doch de Prins hieldt dit te gevaarlyk, in de tegen- woordige omftandigheden. Hy trok dan, te Nieuw-
£>) AiTüfijtfA II. fl/r/j, il, 27«.
|
||||
co6 VADERLANDS CHE XLII.Boek.
|
||||||||||||
Nieuwmegen , over de Waale, en floeg zig,
met het voetvolk, te Panderen in de Betuwe neder. Het grootftc deel der Staatfche Ruite- rye legerde zig langs den Ryn, tusfehen Ryn- berk en Roeroord. Het Franfche Leger lag tusfehen Emmerik en Rees. De zieke ÏCrygs- lcnegten, die 'er, in grooten getale, onder wa- ren, werden naar de Hollandiche gasthuizen gezonden (»)• De Kardinaal Infant en Picolomini, tot aan
Goch voortgetrokken, maakten zig meester van. deeze Stad, onaangezien zy voor onzydig verklaard was. Voorts, zondt men Bon Andrea Cantelmo, met vier- of vyfduizend man, naar Rinderen, een Dorp tusfehen Kleeve en Schen- kenfchans, om, van daar, de bezetting by te Haan. Ook namen ze het Huis te Byland in. Het gros van hun Leger floeg zig by Udem ne- der, alwaar de Markgraaf van Aitona, die 't bevel voerde binnen Schenkenfchans, krank werdt, en overleedt. De Hertog van Lerma werdt, by voorraad, in zyne plaats gefteld. Fredrik Henrik verzuimde , ondertusfehen,
niet, Schenkenfchans te naderen. Men groef, van buiten en van binnen, tegen eikanderen, en raakte, dikwils, in de loopgraaven, hand- gemeen. Het ongunftig jaargetyde en de ziek- ten, die ook in 'svyands Leger ontftaan wa- ren , noodzaakten den Kardinaal Infant, voor 't einde van Herfstmaand, van Udem te trek- ken naar Gennep, na dat hy Kleef van eene talryke bezetting voorzien, en de Vestingwer- ken der Stede , eenigszins, verbeterd hadt. 't
(») Mcmoir. de Freder. Henri p» iE6-if;o.
|
||||||||||||
Ȁ35-
|
||||||||||||
Goch in-
geno- men, door den Kardinaal Infant. |
||||||||||||
Aitona
flerfc. |
||||||||||||
XXV.
Fredtik
Hendrik betegeit Schen- ken- schans. |
||||||||||||
XLII.Boek. HISTORIE. 407
|
|||||||
't Kasteel van Gennep, fchoon, zo wel als 1635.
Goch, onzydig verklaard, werdt ingenomen: |
|||||||
waarna het Spaanfche Leger naar Brabant keer- DeSpaan-
de, en de Winterkwartieren betrok. Op dee- fche" TIC CHI 611
zen aftogt, overleedt de Hertog van Lerma. Gennep
Het Keizerlyk Leger bragt den Winter door, in, in de Landen van Gulik en Aken, en haalde 'er zwaare brandfchattingen uit: 't welk den onzen gelegenheid gaf, om 'er gelyke fornmen te vorderen (0). De Kroaten bedreeven, in 't trekken, veel moedwils, ten platten lande, en maakten zig, eerlang, zo gevreesd, alsdeMans- felders, voor eenige jaaren, geweest waren. Doch Stakenbroek veriloeg 'er een deel van, in 't Land van Luik. In Wynmaand, maakten ook de Spaanfchen zig ook meester van de Stad en Limburg 't Kasteel van Limburg. De Prins van Oranje, berigt van 's vyands aftogt gekreegen hebben- de , zondt het Leger der Staaten naar de naaste Steden ; de Franfchen naar de Veluwe. Doch de on- hy liet eenig volk in het Tolhuis, onder den zen 'c Veldmaarfchalk Graave Willem van Nasfau, jj™ J die zig , kort hierna , meester maakte van 't en Griet- Huis te Byland, zig voorts begraavende, tus huizen. fchen het Huis en de Waale, en daarna be- magtigende een groot werk, welk de»bezetting vanSchenkenfchans, voor de Vesting, hadt op- geworpen Q>). Vroeg in 't volgend voorjaar, ondernam Graaf Willem van Nasfau eenen aanflag op Kleeve, die niet gelukte, alzo die van binnen gewaarfchuwd, of ten minften op hunne hoede waren. Doch in Lentemaand maak-
Co) AlTZRMA TI. Deel, hl. yiu.
Cp') McNiioir. de Ficder. Henri p. 190-193. Aitzema II. De:l
tl. «77-279* |
|||||||
éo8 VADERLANDSCHE XLII.Boek,
|
|||||||||||||||
1635. maakte hy zig meester van Griethuizen, een
■------- klein Steedje aan den Ryn boven Schenken-
fchans, waar zeshonderd Keizerfchen binnen
lagen. Hierna een klein Sluisje bema;;tigd hebbende, gelegen op de Vaart, die van Klee- ve naar den Ryn loopt, legt hy, tegen over dit Sluisje , eene brug over den ftroom, en werpt, vervolgens, eene Linie op, van deeze brugge af, tot aan het Huis te Byland, waar- door Schenkenfcbans alle toevoer afgefnee- den werdt. 't Beleg deezer Vesting werdt, on- dertusfchen, voortgezet, zo dra het weder zulks gedoogde. De onzen v/aren, reeds voor den Winter, gevorderd tot in de graf c van een heormverk, welk nu, in den eerften aanval, veroverd werdt. Graaf Jan van Nasfau en Pi- colomini. gekomen om de fchans te ontzetten, vonden Graaf Willem zo vast gelegerd, dat zy te rug keerden, zonder iet te onderneemen. |
|||||||||||||||
Schen-
ken- fohans herwon- nen. |
Fourbin , Bevelhebber van Schenkenfchans,
zynde Einholts, die de Vesting gewonnen, en voor hem't bewind binnen dezelve gehad hadt, onlangs, gefneuveld, toen geen ontzet voor- |
||||||||||||||
handen ziende, verdroeg zig met Graave Wil-
lem van Nasfau, op den negenentwintigften |
|||||||||||||||
Kleef
|
|||||||||||||||
van Grasmaand des jaars 1636. De bezetting
geeft zig van Kleeve gaf zig toen ook van zelve over, ook over. £n y^^g^ fchoon zy vierduizend man fterk was , 's Prinfen vrygeleide , om naar de haa- ren, in Brabant, te mogen keeren: 't welk haar vergund werdt. De Prins zondt daarna de troe- pen , die den gantfehen Winter voor Schen- kenfchans gelegen hadden, en met eene be- fmettelyke ziekte, welke thans onder 't Krygs- volt
|
|||||||||||||||
XLII.BoEK. HISTORIE. 209
volk en in verfcheiden' Steden in zwang ging, 1635.
zwaar bezogt waren , naar de Ververfchings--------
kwartieren." Het Franfche Leger, omtrent
zestienduizend knegten en vierduizend paar- den fterk geweest, doch nu, door ziekte en ongemak , tot op zesduizend knegten en tus- fchen de twee- en drieduizend paarden gefmol- ten zynde , ging , op 's Konings uitdrukkely- ken last, na dat men lang naar den wind ge- toefd hadt (3), fcheep, te Rotterdam (#), landde te Calais, en werdt toen, in Norman- dye en andere deelen van Frankryk, gelegd, om uit te rusten (V). Zo (legt een' uitflag hadt de eerfte Veld- J^VI*
togt der vereenigde Legeren van Frankryk en ZQt"'0( van deezen Staat. Men moet dien, voornaam Fredrik lyk, toefchry ven aan eenig verfchil tusfchen de Henrik Legerhoofden, en aan de ziekte en 't gebrek, JnertIe-.c' onder de Franfche troepen. Sommige Fran- dfgdwor- fche Schryvers hebben beweerd, dat Fredrik tie,over'c Henrik de Franfche troepen van honger ver- verwaar- gaan l°ozen (q~) Rcfol. Iloll. ai, 25, 28 May \(\%d. lil. Il6 , Il8, lal.
Notul. Zeel. il, n Maart 163Ä. l/l. 23, 33. (r) Meiuoir. de Freder. Henri p. iy4-ry;7. Aitzema II.Deel, hl. 304.
(3) In ecnige gefcbreeven' Aantekeningen wegens Rot-
terdam, omtrent deezen tyd, opgefteld, lees ik „ dat „ de Kranichen, omtrent een jaar, in deeze Stad, la- „ gen, en veel leeden, door de pest en door armoe-' „ de; dac men edelluiden langs de itraaten zag bede- „ len •, dat eenigen , uit nood, hunne paarden , met „ zadel en toom , om een Ryksdaalder , verkorten, „ en dat fommigen, op de beurs en beestenmarkt, in de „ paardenmest, wegftierven." Men kan hieruit afnee- men, hoe veel dit volk geleeden liebbe. Zie ook Arr- ze.ua II. Deel, bl. 317. Al. Deel. O
|
||||
aio VADERLANDSCHE XLII. Boek.
1Ö35. gaan liet, om zig te wreeken aan den Kardi-
--------naai de Richelieu, die hem Oranje hadt wil- der Fran. ien afhar)djg maaken (s). Doch deeze befchul- pen.tr°e"<iiginS ftrydt niet »Heen met de waarheid;
maar heeft zelfs geene de minfte waarfchyn- lykheid. Want, fchoon men toeftaan moet, dat de Prins, om 't werk van Oranje, gebee- ten was op den Kardinaal; zo rekende hy zig, ook naar 't getuigenis van andere Franfche Schryvers (7), deswege, genoeg gewrooken, door de dood van Valkenburg en 't bemagci- gen van het Prinsdom (V). 't Zou, daarenbo- ven , eene laage en gantsch verkeerde wraak geweest zyn, het onnozel Krygsvolk te laaten boeten, voor 't gene de Kardinaal misdreeven hadt. Men merke , hierbenevens , aan , dat de Prins, zo hy al tot zulk eene laagheid hadt können komen, tegen zig zelven en tegen 't belang van den Staac aan, zou gearbeid hebben. Hy hadr het jongfte Verdrag mee Frankryk, fterker dan iemant, gedreeven (j>). Hy beloof- de zig merkelyke voordeelen voor den Staat, van den openbaaren kryg tusfehen Frankryk en Spanje. Wat zou hem dan toch hebben können beweegen , om een Leger , gefchikt om deezen kryg te voeren, te bederven ? De waarheid is , dat Frankryk zelf verpligt was, zyn eigen Leger te onderhouden, en 'er gee- ne genoegzaame zorg voor droeg. De Krygs- over-
CO Auef.ry Metnoir. p. 357.
't') Fragmens tle Cohwerf. nvec Ie Prince, dans 'es Lcttr du
Com te n'ÉsTuADKs Tom. I. p. 53. Cu) Zie liier voor, i>l. 130.
Cv) Vt/iez Wic<jU£Ti;RT Iiiit. fles Provinc. Unies Lirr. U
t- 47' |
||||
*
|
|||||
XLII.Boek. HISTORIE. au
overften ontvingen geen geld (4), om't volk 1635,
te voldoen (w), welk, door aanhoudende ziek---------
ten, gedrukt, meer onderftand noodig hadt,
dan naar gewoonte, en merkelyk minder ont- ving. En 't was 'er zo ver van af, dat men, hier te Lande, geen medelyden gehad zou heb- ben met de elende der Franfche foldaaten, dat men hun, naar vermogen, byftand boodt. Wy hebben, te vooren, gezien (x), dat de Prins, toen de Legers nog te velde lagen, den Fran- fchen dertigduizend ponden broods verfchaf- te. Ook gaven de Staaten van Holland den Steden Dordrecht, Delft, Rotterdam, Gou- da en Gorinchem, daar veele zieke Franfche foldaaten lagen, verlof, om de onkosten, ver- eischt tot derzelver onderhoud, te vinden by de algemeene Staaten, wanneer ze, door 'sKonings gemagtigden, niet voldaan werden £y). Zelfs in Naarden, Weesp en Muiden, daar 't ook vol Franfchen ftak, en daar zy an- derhalf pond broods 's daags ontvingen, leen- den de Wethouders hun, daarenboven, twee ftuivers 's daags, ieder, 't welk voor een lee- nen , daar geen wedergeeven op te wagten was, gehouden werdt (2). Te Middelburg, werden verfcheiden' kranke Franfche foldaa- ten, («O HooFTs Brieven N. 479. il. 364. Aitzema II. Dtel,
tl. 517. (.r) fll. 204.
Cy) Refol. IIolI. 6 Sept. 1635. II. 150.
C«5 Refot. HoII. 9 April 1636. il. 79. IIoofts Brieven N.
47')' w- 364. (4) In Wintermaand des jaars 1635, hadden de nieu-
we Franfche troepen, dooreen genomen, in vyf maan- den , geen geld gekreegen. Refol. Holl. 7 , 11, 14 Dec. 1(535' bl. 214, 216, 219. O 2
|
|||||
ai» VADERLANDSCHE XLII.Boek.
1635. ten, die op ftraat lagen , door de Wethou-
-------derichap, in een huis geplaatst (a). Uit al het
welke, men ziet, dat de elende des Franfchen
Krygsvolks, in deezen. veldtogt, gantsch ten onregte , aan Prinfe Fredrik Henrik, of aan deezen Staat geweeten wordt. Ook weet ik niet, dat zulks ooit, door 't Franfche Hof, gefchied is. Maar dat de Prins van Oranje de oogmerken der Franfchen , in andere op- zigten, niet zo veel bègunftigd>heeft, als hy, geduurende deezen veldtogt, zou hebben kön- nen doen , is niet buiten waarfchynlykheid, en door kundige luiden zelfs voor volkomen zeker gehouden (Jf). XXVII. 1° den aanvang des jaars 1635, was Filips- Staat der burg, eene voornaanie Vesting van den Keur- Kei zedy- vorst van Trier, ingenomen door de Keizer- *e ^n, fchen. Zy was, federt eenigen tyd, in bewaa- fchê zaa- rm§ geSeven aan de Franfchen en Zweeden, ken in die 'er beide bezetting in hadden, welker be- Duitsch- velhebbers aan beide de Mogendheden eed ge- land, fazn hadden. De Plaats werdt, by verrasfing, overmeesterd tusfchen den drie - entwintigften en vier entwintigften van Louwmaand (V). Dit verlies, gevoegd by de nederlaag te Nordlin- gen, deedt de Zweedfche en Protestantfche zaaken in Duitschl md geheellyk over ftuur dryven. De Keizerlyke wapenen waren , al- omme, voorfpoedig. Trier, Augsburg en an- dere Plaatfen vielen hun in handen. De Keur- vorften van Saxen en Brandenburg koozen 's Keizers zyde. Zweeden verwierf, niet dan met
f/r) Notul. Zeel. a Nuy. ifi35- W. 197.
(A; Lettre de IMr. V- r>K GnonT de ay Sept. 167.5.
t t■) Aitzüma 11. Vul) W. 272.
|
||||
XLII. Boek. HISTORIE. 213
met veel moeite, dat het Beftand met Poolen, ,<j3S.
voor zesentwintig jaaren, verlengd werdt, - ■ Gezantfchap (i) , bekleed door Rochus van den Honaart, eeriten Raad in den Hoogen Raade , Andries Bikker, Burgemeester van Amflerdam, en Joachim Andrêe, Raad in den Hove van Friesland, hadden doen arbeiden. Doch Pruisfen, zo ver het, door de Zweeden , overmeesterd was, werdt, by deeze gelegen- heid , wederom aan Poolen afgeftaan. In 't najaar, behaalde egter de Zweedfche Over- fte, Joan Banier, eenige voordeden op den Keurvorst van Saxen. De Ryks- Kanfelier üxenftiern hadt, midlerwyl, eene reis her- waards en naar Frankryk ondernomen, om Ko- ning Lodewyk, en de Staaten tot byftand te beweegen (e). Doch beide deeze Mogendhe- den hadden thans de handen zo vol, met het voeren van den oorlog in de Nederlanden, dat zy zig niet fterk moeijen Iconden , met den Duitfchen kryg. Terwyl de veldtogt nog duurde , was 'er XXVIII.
eenige opening van handeling met de Spaan- ^ee!i"g fchen gelchied, by gelegenheid, dat men, te Vredc^ Kraanenburg , in gefprek geraakt was , over hande- het fterken van Gennep , van de Spaaniche , linS- en van het Tolhuis en Ravenftein, van deStaat- fche zyde ; welke Plaatfen men, van weder- zyde, als onzydig, wilde hebben aangemerkt. Men raadpleegde , over deeze opening, te Arnhem , werwaards de Vergadering der al- ge-
C<0 Refill. Hol!. 25 Oiïo'j. 1635. *'• 199. Aitzema II. Deel,
il- 2M-2fi8. O ) Aitzema II. Deel, il. 291 enz. O 3
|
||||
at4 VADERLANDSCHE XLII.Boek.
|
|||||
16.35. gemeene Staaten verlegd was (/'), en befioot
—— den Griffier Musch naar Kraanenburg te zen- den, om. nader met Don Martin Axpe, 's Kö- rtings Geheimfchryver, in gefprek te treeden. Doch Axpe was niet behoorlyk gelast. Ook deedt hy zulke buitenfpoorige eifchen, dat men 'er, te Arnhem , geheel geen agt op floeg. Misnoe- Men gaf, nogtans, in Slagtmaand, den Ko- fen l*\ n*n§ van Ffan'cryk kennis van de gedaane o- hierover. Penmg* Doch men begreep, aan 't Franfche Hof, dat zulks te laat gefchiedde , en men wierp den Heere Pauw voor de fcheenen, dat Musch, reeds in Herfstmaand, met Axpe, te Kraanenburg, gehandeld hadt. Charnacé ver- weet Musch, naderhand , dat Axpe deezen honderdduizend kroonen beloofd hadt, zo hy een Beftand , met uitfluiting van Frankryk, wist te wege te brengen (g). De handeling werde, midlerwyl, vervolgd te Turnhout. Musch gaf hier Axpe te verftaan , dat men niet buiten Frankryk zou können fluiten: waar- op hy zeide, dat men, in nadere onderhande- ling treedende, eene byeenkomst van Keizer- lyke , Franfche , Spaanfche en Staatfche ge- zanten zou behooren aan te leggen. Doch hy toonde nog geenen behoorlyken last, om iet te fluiten (A). Ondertusfchen, hadt dit handelen zo veel agterdogt verwekt in de Franfchen, dat de Brezé, op den veertienden van Winter- maand , gehoor verzogt hebbende, eene fcher- pe
(f) Refo). Giwr. Feuer. iy Oiïili. I(5js. in de Nütul. Zeel.
S Nvv- i*35- W. 178. (g~) Aitzi'MA II. Deel, lil. 317.
(Aj Refol. Hol!. 15, ió Dec. 1(135. W- E2I> 222> Aitzema
II. Deel, hl. sZl, 183. |
|||||
-
XLILBoEK. HISTORIE. 215
pe aanfpraak deedt, aan de algemeene Staaten: KÏ35.
zig , onder anderen, van deeze woorden be--------
dienende : „ Wat my aangaat, eer zou ik twy-
»felen aan 't gene ik met myne oogen zag, n dan gelooven , dat gy bekwaam zoudt zyn „ tot eene daad , waardoor gy , het woord „ ichendende, welk gy zo plegtiglyk gegeven , »hebt aan eenen der grootfte Koningen van „ den aardbodem, en te gelyk aan uwen mag- „ tigften vriend ; veroorzaaken zoudt , dat „ men zig, in 't gevolg, onmogelyk op uwe „ beloften zou können verlaaten. Zyne Ma- „ jelteit, zeide hy ook, is gezind tot de vrede ; „ maar tot eene veilige en verzekerde, die, „ gezamenlyk en met gemeene bewilliging „ der Bondgenooten , geflooten wordt ; niet „ tot eene verhaaste, heimelyke en afzonder- „ lyke; gelyk die fchynt te moeten zyn, waar- „ over men tegenwoordig handelt. Sommi- „ gen waanen, voegde hy 'er by, dat uwe Heer- „ lykheden aan haare verpligting voldoen zul- „len, wanneer zy, na zo veele onderhande- „ lingen tusfchen den Heer Musch en Don „ Martin Axpe, Frankryk doen treeden in een „Verdrag, welk, ten uwen opzigte, zogoed „als gellooten; doch ten onzen opzigte, nog „ niet begonnen is: doch 't is 'er zo ver van „ af, dat, hierdoor, de ontrouw van zulk een* „ handel verminderd zou worden , dat dezel- „ ve , in tegendeel, zeer zou zyn toegenomen , „ als men u, by den hoon, de veragting en „ befpotting zag voegen. Zulks iet, gaf hy te „verftaan, hadt men van den Koning niet te „ wagten, die zyn Ryk en zyn' perfoon eer in O 4 „de
|
||||
ai 6 VADERLANDSCHE X Lil. Boek.
1635. n de waagfchaal ftellen zou, dan de Staaten
—— „ begeeven, of in 'c minfte punt der gefloo- „ ten' Verdragen te kort fchieten (*)." De Staaten beantwoorden deeze aanfpraak, met een verzoek, dat de Koning van Frankryk, insgelyk, iernant tot de handeling wilde mag- tigen ; en met eene verklaaring, dat 'er nog niets geflooten was, en niets zou geßooten wor- den , zonder 's Konings bewilliging. Doch de Franfchen wisten wel , dat men ook beloofd hadt, niet dan gezameniyk en met gemeene bewilliging, in onderhandeling te zullen treeden. De lian- Zy drongen dan zo lterk op het af breeken der deling handelinge, datMusch, in Sprokkelmaand des wordt af-jaars ^36, wederom, op reize gegaan, naar ken™' Turnhout, Axpe , fchriftelyk , deedt afvraa- gen, of de meening niet ware gezameniyk met Frankryk te handelen? doch op deeze vraage kwam geen antwoord. Musch keerde toen, zonder te Turnhout te willen komen, te rug, naar den Haage: en de handeling werdt, fe- dert, gehouden voor afgebroken (£). In Gras- maand hierna, deedt de Koning van Frankryk den Staaten eenen voorflag tot eene algemee- ne Vrede (/). Doch daar verliepen nog ver- fcheiden' jaaren , eer hieraan ernftelyk gear- beid werdt. xxix. Terwyl de algemeene Vrede dus verre te IJiuncn- zoeken was, waren 'er ook, federt veele jaa- ren CO Refol. IIoll. 14. Dec. ifyy,. il. 220. Aitzema II. Deel,
W.283. (*) Refill. Hu!!. 13 Febr. i(>tf>. il. iy. Nottll. Zeel. nA'ov.
163=:. il 204. 7 Febr. 1636. W. 5. AirzÊ&iA II. Deel, l/l. 311, 318, 320-324. CO Refol. IIoll. 30 Aftil 1636. il. loy, Aitzema II. Deel
il- 3*5 > 3-ó. |
||||
XLII. Boek. HISTORIE. 017
|
|||||
ren, in fommige der Vereenigde Gewesten, ^5.
zwaare gefchillen ontftaan, die men, omtrent-----—
deezen tyd , inzonderheid in Friesland, door landfche
daadelykheden , zogt te beilegten. Met Zee- pfchil- land («), met Gelderland, met Overysfel, en !JJ™!^ met Groningen, was, al voor lang, verfchil gen der geweest, over het aandeel van elk deezer Ge- gemeens westen in de gemeene lasten: waarin zy ver- Lasten, ftonden, boven vermogen, bezwaard te zyn. In Stad en Lande, waren de Stad en de Om- melanden ook onderling oneenig geweest, o- ver de verhooging der gemeene middelen : waarop, reeds in Wintermaand des jaars 1628 , uitfpraak gedaan was , door Gemagtigden der algemeene Staaten (0). Gelderland en Over- ysfel werden, in den aanvang des volgenden jaars, ernftelyk, vermaand, om hun aandeel in de gemeene lasten, behoorlyk, op te bren- gen (ƒ>): en in den jaare 1634, was men, o- ver dit ftuk, nog in gefchil geweest, met bei- de deeze Gewesten (q)> Doch nergens liep de twist hooger en heviger , dan in Friesland, daar men, federt eenige jaaren, onderling en met de bondgenooten in 't gemeen, overhoop gelegen hadt. De gelegenheid van deezen twist, en wat middelen men, van tyd tot tyd, ter hand floeg, om dien in te toornen, ftaatons, hier, een weinig nader te ontvouwen. De algemeene Staaten hadden, al federt den Beroer»
jaare 1625, gepoogd, de gemeene middelen, by |" fries" na Waaruit
OO Refol. Hol!. 14 May 1627. hl. 112. (.0 j Aitzema I. Deel, il. 777, Zia. ip) Refol. Holl. ie Aug. 1628. hl. 142. Aitzema I. Deel,
II. !L|8. (</) Aitzema 11. heel, H. i.}i-!43. O 5
|
|||||
ai8 VADERLANDSCHE XLILBoek.
|
|||||||
1635. na °P den welfden voet als zy in Holland ge-
heeven werden , in te voeren , in Friesland. |
|||||||
verande- Zy deeden, ten dien einde, bezendingen der-
ringinde waarcjs 9 en bewoogen Westergo en een ge- ringem- deelte van Oostergo tot bewilliging. Doch de ftaat. Steden waren niet te beweegen. Men befloot, hierop, de uitipraak, voorheen, op dit ftuk, ook hier, van wege de algemeene Staaten ge- daan, by voorraad, te volgen. Graaf Ernst Ka- fimir, Stadhouder van 't Gewest, werdt ge- „ „ magtigd, om de gemeene middelen, by * pan- tie, C" ding en door middel van Krygsvolk, te doen betaalen. 't Graauw, ter deezer gelegenheid, in Grasmaand des jaars 1626 , te Leeuwaar- den, op de been geraakt, terwyl de Landdag gehouden werdt, viel Douwe van Aylua, Griet- man van Westdongeradeel, zo fel op 't lyf, dat hy zig bergen moest in een huis , welk toen aangevallen werdt , en geplonderd ge- weest zou zyn, ware het niet, door twee ven- delen Schutters, befchermd geworden. Doch de Landdag , door deezen oploop geftoord, fcheidde , verwardelyk. Graaf Ernst, aan- fchryvens gekreejren hebbende , uit den Haa- ge, om de hoofden der oproerigen aan te tas- ten en te doen ftraffen, zogt, om hiertoe in ftaat te zyn , vooraf, vyf vendelen knegten, boven de gewoone bezetting, behendiglyk, binnen Leeuwaarden te brengen. Doch 's daags voor de uitvoering van deezen toeleg, kreeg men 'er de lugt van. Terftond, kwam de Bur- gery in de wapenen : de poorten en ftraaten werden bezet. Men was genoodzaakt, den na- derenden knegten bevel toe te zenden, om te rui*
|
|||||||
XLII.Boek. HISTORIE. 219
rug te keeren. De burgery, toen 't fpel mees- 1625.
ter, dwong den Stadhouder, de bezetting, die-------
in de Stad lag, te ontwapenen, 't Graanw
dreigde, de naaste adelyke Huizen te pionde- ren: 't welk egter, door de Burgerye, belet werdt. De beweeging onder "t volk floeg, van Leeuwaarden , voort naar de andere Steden, en naar verfcheiden' Dorpen. Men vorderde den Ontvangeren rekening af', pionderde, hier en daar, derzelver huizen, en bedreef veeler- lei moedwil. .Doch na verloop van eenigen tyd, werden drie deezer plonderaaren aange- tast en onthalsd. Graave Ernst, ondertusfehen aan de Gedeputeerden der Steden verklaard hebbende, dat hy, met geen ander oogmerk, krygsvolk in Leeuwaarden hadt willen bren- gen, dan om de hoofden der voorgaande be- roerte te doen ltrafTen; geenszins om, gelyk men verfpreidde, de gemeene middelen, met geweld, in te voeren; deedt men der ontwa- pende bezetting de wapenen wedergeeven, met welken zy toen te velde trok: waarna de rust, in Friesland, voor eene wyletyds, her- lteld werdt (r). Nogtans moest men, om der morrende Gemeente genoegen te geeven, ee- nige nieuwe fchikkingen maaken op 't ftuk der Regeeringe, die, in Louwmaand desjaars 162 7, werden vastgefteld; doch niet lang iland hielden. De Gemeente was zeer gebeeten op de Grietluiden, met naame op Ernst van Jylua, en zynen Zoon, Douwe, Grietmannen van Oost- en Wcstdongeradeel; die groot gezag had-
'. r) Van n£N Sandk IX. tl/iek, il, ui. Auzkma ƒ. Dtel,
hl. 53S. |
||||
iio VADERLANDSCHE XLILBoek.
1535. hadden in het Landfchap, en tot invoering
.------ der nieuwe middelen genegen waren. Zy ont- hielden zig dan, eene poos, van 't bewind; doch hernamen , door den tyd, het gezag, welk zy te vooren gehad hadden (/). Midler- wyl , verwekten de zwaare lasten des krygs, van tyd tot tyd , eenige onlust in Friesland, daar men misnoegd bleef op de Regeering (t~). Ook bleef men, van wege de algemeene Staa- ten , aanhouden by die van dit Gewest, op het voldoen der agterftallen (V): en in den jaa- re 1634, ook op de verantwoording der mid- delen op de Wynen, Bieren, Lakenen, Zeep en Zout, in 't gemeen de vyf Speciën genoemd, en federt korten tyd ingevoerd. De Staaten van Friesland maakten, ten zelfden tyde, ee- ne nieuwe orde op het ftuk der gemeene mid- delen (v) : ook eene andere op de Regeeringe (w). Doch 't morren van 't gemeen en van ee- nige luiden van rang bleef, desonaangezien, duuren. Men hadt nu eenige nieuwe midde- len ingevoerd by overftemming, en ten hoo- gen pryze verpagt. 't Gemeen, in verfcheiden' Steden en Dorpen, hierover, misnoegd, raak- te in beweeging, viel aan op de huizen der Pagteren , en zelfs op die van eenige Leden der Regeeringe. Te Harlingen, leedt het Huis van den Burgemeester Bonnema last (pc). Van Kollum, daar de oproerigen twee vendels op-
(s~) Aitzema I. Detl, hl. 581-592.
Ct) AitzEMA I. Deel, hl. 775, yjd, 778, 782. (u) Aitzema I. Detl, hl. 849, 1007, 10^4. II. Deel, hl. 8, 158, KÏ3- (.)') AlTZKMA II. Deel, hl- 9, 10. C«') Zie Aitzema II. Deel, hl. 156. C*) Airz-ïMA U. Deel, bl. ïyj. |
||||
XLII.Boek. HISTORIE. aai
opgeregt hadden, en, met de trom, elk, die, hj3$.
voor 's Lands vryheid en tegen de nieuwe las- —— ten, vegten wilde, nodigden, om zig by hen te voegen , toog men naar Buitenpost, daar twee Huizen geplonderd werden. Dit gebeur- de , in Gras of Bloeimaand des jaars 1634. 't Land was toen ledig van Krygsvolk. Doch de bezetting van Leeuwaarden , gedeeltelyk uitgetrokken , nam eenige oproerigen gevan- gen , en verjaagde de overigen. De algemeene De »Ige- Staaten namen , uit deezen oproer , gelegen- ™t'™g„ heid, om twaalf vendelen te voet en een te zenden paarde, nevens vier Gemagtigden, naar Fries- Krygs- land te zenden, met een Berigtfchrift, welks volk naar inhoud voor de Friefche Afgevaardigden ter ^|jS* algemeene Staatsvergaderinge geheim gehou- den was. De Gemagtigden hadden voor, met dit volk , van de Kuinder, daar men landen wilde, regelregt, te trekken naar Leeuwaar- den. Doch Graaf Henrik Kafimir veritondt, dat zulks, buiten bewilliging der Staaten van Friesland , niet mögt gefchieden , en bragt, door redenen, zo veel te wege, dat men 't volk te Makkum aan land liet gaan, vanwaar het, op last van Graave Henrik, in de Steden Harlingen , Bolswaard, Sneek en Leeuwaar- den , verdeeld werdt. Sommigen meenden, dat men voorhadt, met dit Krygsvolk , eenige verandering uit te werken in de Regeeringe van Friesland; dat men, hierom, naar Leeu- waarden gewild, en het Berigtfchrift der Ge- magtigden geheim gehouden hadt voor de Af- gevaardigden des Landfchaps, in den Haa- ge. Ook merkte men op, dat het Krygsvolk niet
|
||||
222 VADERLANDSCHE XLIL Boek.
«535. niet ftondt ter betaalinge van Friesland, maar
«—— van andere Gewesten; en dat het veel fterker was, dan men verwagt hadt (y). Doch men zou, met geen' minder' grond, können ver- moeden , dat het Krygsvolk gefchikt was, om de tegenwoordige Regeering te handhaaven: 't welk, meen ik, uit het gevolg, nog nader blyken zal. Veratide- De misnoegden over de tegenwoordige Re- ilngiüde geeringe in Friesland, namen zo fterk toe, en K-cgee- »t klaagt ? over \ flegt beftier van 's Lands Fries-" geldmiddelen , en over den algemeenen Ont- laiidl vanger , Joan van Bootsma, ging zo zeer in zwang , da: fommigen , hieruit , gelegenheid namen , om andere luiden te dringen in 's Lands Regeeringe, of om 'er zelven aan te geraaken. Men bragt zo veel te wege, by hen , die regt hebben, om de Volmagten ten Lands- dage te benoemen, dat de party, die des Stad- houders zyde hieldt, de minfte ftemmen kreeg; en 'er veelen tot de Landfchapsvergaderinge . gemagtigd werden , welken men, te vooren, buiten bewind hadt weeten te houden. De Staaten, in den aanvang des jaars 1635, by- een gekomen , traden , eerlang, tot het kie- zen van nieuwe Gedeputeerden. Voor Oos- tergo , koos men Watjb van Kamminga en A- hraham Roorda, in de plaats van PietervanEi- finga en Tjerk Boelens; voor Westergo, Dou- ve van Hottinga, Grietman van Barradeel, en Doktor Martinus Gravius ,• voor de Zevenwol- den, ftaken de ftemmen, weshalve men, al- daar, O) Van den Sand« XIII. Boek, H. 178. Aitzema II. Deel,
H. 15$. |
||||
XLILBoek. HISTORIE. 223
daar, overeenkwam, om de ampten, beurts- 1535.
wyze, te verdeelen onder de Grietenyen (2). . Voorts, werdt Bootsma tot rekenen gevorderd. Doch alzo de Zevenwolden en de Steden, hier- in , naar 't oordeel van die van Oostergo en Westergo, te flap gingen, dreeven deezen door, dat den Steden zelven het regt verleend werdt, tot beftelling haarer Wethouderen, 't welk, tot hiertoe, aan den Stadhouder geftaan hadt. Men hadt, om dit regt te bekomen, de burge- ry van verfcheiden' Steden aangezet, tot het houden van famenkomften, buiten kennis der Wethouderen en der gezwooren' Gemeenten. Hier , werden verzoekfchriften opgefteld en getekend , en ter Landfchapsvergaderinge in- geleverd. Men begeerde, by deeze Verzoek- Menver- fchriften, dat de Steden zelven haare Wet- leent «ten houders beftellen mogten: 't welk, terftond, £";d.en IvC t V3'l
toegeftaan werdt. De voornaamfte , die dit zeivende
dreef, was Abraham Roorda; die, gelyk wel Wet te eer, Karel Roorda, zyn Oom (o), zyn best beftellen. deedt, om 't gezag des Stadhouders te befnoei- jen. Meinart Aitzema, Sekretaris der Admira- liteit te Dokkum , ftondt hem by, met raad. In Oostergo, werdt hy van Rienk van Burma- nia en anderen, in Westergo, van Douwe van Hottinga, Sjouk vanBurmania, PieterHarinx- ma en eenige andere ingevolgd (&). Het af- zyn des Stadhouders hadt gelegenheid gege- ven , om dit ftuk door te dryven. Zo dra men den Steden de begeerde Oktrojen verleend hadt, beftondt men de Regeering derzelven,, in
(z~) Van iikn Sande by Aitzema II. Deel, il. 180.
O) ZU IX. Deel, hl. 87.
ii) Van den Sanbe by Aitzema H. Deel, hl. 188.
|
||||||
*ü4 VADERLANDSCHE XLII.Boek.
|
|||||
1635. in Hooimaand, gantsch buitens tyds, te ver>
«------- anderen. De gezwooren' Gemeenten werden afgezet, en alomme, uitgenomen te Dokkum,
eene Vroedfchap ingevoerd , waarvan men, tot hiertoe, in Friesland, niet gehoord hadt. Dealde- De Prins van Oranje , zeer te onvrede over meene deeze verandering, bragt te wege, dat de al- tenden gemeene Staaten, in Wynmaand, Gemagtig- Gemag- den fchikten, naar Friesland; die, nevens den tigden Stadhouder, de klagten der afgezette Wethou- naar deren hoorden , zonder zig te hebben aange- ïandT diend by de nieuwe Staaten. Euvel werdt dit van deezen opgenomen , en als ftrydig met de hoogde magt des Landfchaps, en met het Verbond van Vereeniging onder de Gewes- ten, aangemerkt. Zelfs fchreeven ze 'er over aan de algemeene Staaten, met verzoek, dat deezen hunnen Gemagtigden, uit Friesland, te 1636. rug wilden ontbieden. Ook keerden zy naar
■------- den Haage, op den eerften dag des volgenden Regts- jaars. Ondertusfchen , werdt het geding te-
pleeginj! gen Bootsma voortgezet. Men hadt verfpreid, tegen den jat hy verfcheiden' tonnen fchats onder zig Oncvan- jjjgjjjt: en, by 't onderzoek zyner rekeningen, Bootsma. werdt geoordeeld, dat hy ten minfte hon- derdenzeventigduizend guldens ten agteren was. Ook hadt zyn Klerk, Abbe Fredriks, in- derdaad , 's Lands penningen verkort, en was, onlangs , ten Lande uit geweeken. Bootsma werdt dan gevangen gezet, zyne goederen aangeflaagen(c)? en hy, eerlang, verlaaten van zyn ampt. Doch de ftaat van 's Lands geld- mid-
fe~) V,\n win S/VND". XUI. Hoek, tl. i86-i<)i. Aitzuma IJ.
Veel, U. Jifa-i$>4, i'/>-i<ßt 2.-V2U2.
|
|||||
XLILBoek. HISTORIE. 225
middelen bleef even agterlyk. Men verzuim- 162,6.
de, zorg te draagen voor 't bewilligen in de -------
gemeene lasten, en voor 't aanwenden van
middelen , om dezelven te voldoen. Om 't volk genoegen te geeven , liet men eenige middelen onverpagt. Men ftelde een nieuw Berigtfchrift op, voor 't Hof: waardoor des- zelfs gezag bepaald werdt (ß). In deezen toe- ftand, bleeven de zaaken van dit Gewest, tot in den aanvang des jaars 1637. Kort te voo- De Raad ren , was de Raad van Staate gemagtigd, va" Staa- door de algemeene Staaten, by raade van den j^jjg' Prinfe van Oranje, om de Regeeringe en den afgezette ftaat der geldmiddelen , in Friesland, op ee- Wethou- nen beteren voet te brengen. De Friefche Aexs> Steden waren toen fterk bezet met Krygsvolk. 't Viel, derhalve , den Raaden van Staate, die , in Louwmaand, te Leeuwaarden kwa- men , niet moeilyk, de afgezette Wethou- ders , alomme, te herftellen. Op de meeste Plaatfen , ftelden zy eene geduurige Vroed- fchap, uit welke, jaarlyks, by lootinge, vyf Ek&eurs of Kiezers zouden gemaakt worden, die een dubbel getal zouden noemen, waar- uit de Stadhouder de jaarlykfche Wethouder- fchap kiezen zou. Doch, te Dokkum, werdt de Vroedfchap, flegts by voorraad," gefteld, willende men daar tot geene geduurige Vroed- fchap verftaan. In Grasmaand, werdt de Land- dag gehouden , waarop nu andere Volmag- ten verfcheenen ; die, terftond, de Gedepu- teer-
(<n Van den Sands XIV, Boek, il. 107, 108. Aitzbma II.
Of el, il. 382-387. XL Deel. P
|
||||
aaó VADERLANDSCHE XLII.Boek.
1635. teerden van Oostergo en Westergo verander-
-------den. Bootsma werdt op vrye voeten gefteld»
Doch , ter oorzaake van zyn fbgt opzigt op
zynen Klerk , gelast, zig van 't Ontvanger- fchap te onthouden. Het nieuw Berigtfchrift voor 't Hof werdt vernietigd. Men ftelde, door bewerking der Raaden van Staate, ee- nige andere orde op 't ftuk der geldmiddelen. Ook wilde men eenen vasteren voet beraa- rnen op de Regeeringe, en 't onbehoorlyk kui- pen beletten. Doch hiervan kwam niets, ten deezen tyde. De Raaden van Staate keerden nsar den Haage , en de Landdag fcheiddê, ria dat de zaaken, eenigszins ten minften, ia orde en rust gebragt waren (e). Sommigen geeven te kennen, dat men den Prinfe van O- ranje hadt voorgehouden, dat alle de Gewesten maar eenen Stadhouder behoorden te hebben (f) ; en dat hy, hierom, zyn gezag in Fries- land hadt zoeken uit te breiden. Doch dierge- lyke oogmerken zyn, of nooit, of zeldzaam, tebewyzen, naar behooren. XXX. Eer wy dit Boek befluiten, moeten wy, kor- Tegen- telyk , melden , in welken toeftand, de zaa- woordige ken ( jn Oostfriesland, zig, ten deezen tyde, Oom- bevonden. Wy hebben, in 't voorgaande Boek friesland, (g), verhaald, dat de Staaten , in den jaare 16*7, hadden goedgevonden, Embden en Lieroord te voorzien van meerder bezetting: 't welk zy noodig oordeelden, om de ltroope- ryen
O") Van hkn Sande XIV. Boet, W. 205-208. Ajtseva IV
Deel, hl. 3«7-S9«j 4^-437 4/')Si-«7. (f) AnzEMA II. Dtel, il. o. U) BI. 42. |
||||
XLILBoEK. HISTORIE. 227
ryen der Keizerfchen onder Tilly te beletten. 1(536.
Zy hielden , federt, ook Oorlogsfchepen op-------
de Eems, die den toevoer naar 't Keizerlyke
Leger verhinderden. De Graaf, Rudolf Chris- tiaan, zogt de Staaten te beweegen, om, door 't ruimen van Embden en Lieroord, de Kei- zerfchen te verpligten , tot het verlaaten van Oostfriesland. Doch zy luisterden hiernaar zo weinig, dat zy, zelfs in 't jaar 1628, eenenieu- we Schans opwierpen, op eenen grond, dien de Graaf hieldt hem toe te komen , hoewel men, aan deeze zyde, verftondt, dat de ftreek onder het Gewest van Stad en Lande behoor- de (/*)• De fchans werdt ook voltrokken, en Langak- de Langakkerfchans genoemd. Rudolf Chris- kerfchans tiaan, midlerwyl, overleeden, en, door zynen ëeftigu Broeder, Ulrich, opgevolgd zynde, werden de voorige klagten vernieuwd , in den Haage, en fterk gedrongen, op het erkennen der on- zydigheid van Oostfriesland. Doch 't baatte luttel. De Stad Embden klaagde, ten zelfden tyde, over den Graave, en veroorzaakte, on- der anderen ook hierdoor, dat het befluit op 'sGraaven voorftel verfchooven werdt. Ook bleeven de Keizerfchen nog in Oostfriesland: waarom de Staaten te minder befluiten kon- den, om hunKrygsvolk, van daar, te ontbie- den^')' Voor 't einde des jaars 1630, hadt Graaf Ulrich egter eene erkentenis van onzy- digheid weeten te verwerven van den Keizer: waarop ook de Staaten, in 't begin des volgen- den (*) Aitzkma I, Dal, II. tf8fi-6g4.
C' ; Atkema 1. Dal, «.931-938, 943-95=, 983.
P 2
|
||||
az8 VADERLANDSCHE XLII. Boek.
1636. den jaars , beloofden , geene nieuwe troepen
""■ naar Oostfriesland , Embden en Lieroord uit- genomen , te zullen zenden. Ook vermaan- den zy de bezettingen in deeze twee Plaatfen zig van den minften overlast te onthouden. Kort hierna, ruimden de Keizerfchen Oostfries- land. Ook werdt 'er een Verdrag getroffen, tusfchen den Graave en de Stad Embden (£). Doch deeze Stad raakte, federt, over eenige agterflallen haarer bezettinge, in gefchil met de Stenden des Landfchaps, die ongenegen wa- ren, om het hunne hierin te draagen. Over dit gefchil, werdt uitfpraak gedaan , door de al- Abysfinl- gemeene Staaten, in den jaare 1632. De Giaaf fche hadt, ten zelfden tyde, eene zogenaamde A~ fchappy. hsfaiftfo Maatfchappy opgeregt, die op Oost- indie handelen zou. De Staaten toonden klein behaagen in deeze nieuwigheid. Ook ver- dween de Maatfchappy, eerlang, by gebrek van onderfteuning (/). Maar in 't volgende jaar, gaf de inlegering eeniger Zweedfche troepen Graave Ulrich wederom nieuwe ftof tot klaagen , by hunne Hoog-Mogendheden , voor welken die van Embden ook byzondere gefchillen bragten (m). Men befpeurde , van tyd tot tyd, klaarer, hoe groot een gezag de Staaten zig, door hun Krygsvolk, in Embden, en Oostfriesland , hadden weeten te verkry- gen. Op de oude gefchillen tusfchen den Graa- ve en de Stenden des Landfchaps, deeden de Staaten , van nieuws , uitfpraak , in Wyn- maand
(k") Aitzkma I. Deel, II, U32-U23.
fOAlTZBMA I. Deel, hl iaJt, 1253-1260. (mS Aixzr.MA II. Deel, ld. iii-it?. |
||||
XLII. Boek. HISTORIE. 229
maand des jaars 1634 (»). Doch zy werdt zo x^6.
weinig ingevolgd , dat men , in 't volgende ------
jaar , wederom Gemagtigden naar Oostfries-
land zenden moest. Zy waren egter niet in ftaat, om den Graaf met de Stenden te ver- eenigen (0). Of veelügt zag men, hier, dee- ze eenigheid niet gaarne: om dat de twist het gezag der Vereenigde Staaten ryzen deedt, in Oostfriesland; ten minfte tot een voorwend- fel ltrekte , om der Staaten bezettingen niet te rug te roepen. De Staaten, federt, den uit- voer van eetwaaren hebbende doen verbieden, op dat de vyandlyke Legers niet gefpysd zou- den worden, uit deeze Gewesten, die zelven gebrek aan voorraad hadden ; veroorzaakte zulks, wederom, klagten, van wege de Stad Embden in 't byzonder, die nogtans geenen ingang vonden (p~). Doch in 't jaar 1637, kree- gen de Oostfriezen zwaarer ftof tot klaagen, ter gelegenheid van de inlegering der Hesfi- fche troepen. Wat hierover te doen viel, zul- len wy, hierna, ook kortelyk verhaalen. Oost- friesland was, inderdaad, ten hoogfte, te be- klaagen, alzo het, in zig zejf, van klein ver- mogen , en, nog zwakker geworden door in- wendige verdeeldheden, federt veele jaaren , jammerlyk gefolterd was, door allerlei vreemd Krygsvolk. 't Land hadt geenen tyd, om ee- nigszins op zyn verhaal te komen, of het werdt, door een nieuw Leger, overvallen, en nu door Mansfeldfche , dan door Keizerfche , daarna door
00 Aitzema II. Deel, Il 173-180.
(o ) Aitzbma II. Deel, 01 268-271. Cf) Aitzema II. Deel, 01. 359- ^3
|
||||
23o VADERL. HIST. XLII.Boek.
|
||||||
1Ä3Ä. door Zweedfche, en, eindelyk, door Hesfi-
•■ fche troepen, kaal gefchooren. Zelfs deeden de bezettingen der Staaten, die voor befcher-
mers van de vryheden der Ingezetenen wil- den gehouden worden, en der Stad Embden irtet der daad dienst beweezen, den Landlui- den en anderen, dikwils, merkelyken over- last; die, eerst na 't eindigen van den Duic- fchen oorlog, ophieldt. |
||||||
V A-
|
||||||
VADER.LANDSCHE
|
|||||||
HISTORIE.
DRIE-ENVEERTIGSTE BOEK.
|
|||||||
INHOUD.
I. Franfche en Spaanfche Krygsbedryven. Mis-
noegen van Fredrik Henrik. Verdrag met Frankryk. II. Zeegevegt voor Dieppe. Aanflag op Vlisjingen. Krygsbedryven in Oostindie. III. Zweedfche kryg in Duitschland. Verdrag met Brandenburg. Hesfen in Oostfriesland. Hande- ling met den Keizer. IV. Pauw doet afßand. van V Raadpenßonarisfchap. Jakob Kats volgt ham op. Hooge School, te Utrecht opgersgt. V. Verrigtingen der Westindifche Maatfchappye in Brazil. Curacao veroverd. Graaf Joan Mau- tits wordt Landvoogd van Brazil. Del Mina gewonnen. VI. Frankryk geeft Fredrik Hen- rik den titel van Zyne Hoogheid. De Prins wordt eerfle Edele van Holland. VIL Breda belegerd. Venlo en Roermonde verhoren. Bre- da geeft zig over. Franfche Krygsbedryven. Maarten Harpertszoon tromp wordt Luite- nant - Admiraal. VIII. Misnoegen tusfchen Groot Britanje en de Staaten. Twist over de heerfchappy der zee. Duitfche Krygsbedryven. IX. Gefchillen over Admiraliteit szaaken. Wind- P 4 han- |
|||||||
132 VADERLANDSCHE XLIII.Boek.
handel in bloemen. X. Verdrag met Frankryk.
S. Omer belegerd. Misnoegen van Fredrik Hen- rik op Amßerdam. XI. On4erneeming op Ant- werpen. Graaf Wtllem verlaat de post te Kallo. V Beleg van S. Omer wordt opgebroken. Gel- der vrugteloos belegerd. Ainßag op Maastricht,'" XII. Zeegevegt. De Koninginne Moeder van Frankryk komt in Holland. XJII. Verdrag met Frankryk. Hesdin ingenomen door de Fran- jehen. XIV. Tromp bevegt en overwint de Spaan- [che Vloot, in Duim. Krygsbedryven in Westin- die. XV. Oorlog itiDuitschland. Gefchil te Bree- ■men. Titel en rang der Staaten. XVI. Vrug- telooze onderneeming op Brugge. Atrecht bele- gerd. De fchans Nas f au gewonnen. Henrik Kaßmir /keuvelt. Atrecht gaat over. XVII. Graaf Willem Fredrik wordt Stadhouder van Friesland; Prins Fredrik Henrik van Gronin- gen en Drente. XVIII. Huwelyk tusfchen den- jongen Prinfe Willem en eene Dogter van Groot- Britanje. Ander Huwelyk eener Prinfèsfe van Oranjegeflooten, welk niet voortgaat. XIX. In- zigten van het Franfche Hof. Handeling en Verdrag met Frankryk. XX. Fredrik Henrik belegert en verovert Gennep Dood van den Veldmaarfchalk Graave Willem van Nasj'au. XXL Binnenlandj'che kryg in Frankryk. Air e verkoren. Togt naar Vlaanderen. XXII. Zee- zaaken. Omkeering in Portugal. Tienjaarig Be/land met dit Ryk. Scheepsßrydby Kaap S. Vincent. Veroveringen in Oost- en Westindie. XXIII. De Kardinaal Infant ßerft. Don Fr an- cisko de Melo wordt Landvoogd der Spaanfche Nederlanden, Lens en la B asfèe ver kor en. Ge vegt
|
||||
XLIII.BoEK. HISTORIE. 233
|
||||||
vegt tusfchen den Ryngraaf en eenige Spaan-
(che manfchap. Oorzaaken van den/legten uit- fiag des Veldtogts. XXIV. Onlusten tusfchen Ka- rel den I. en '/ Parlement. XXV. De Koningin van Groot- Brit an je komt in Holland, Geheim oogmerk haarer reize. XXVI. '; Parlement zendt Striklancl naar den Hange. Holland neigt naar de zyde desParlements. Zyne Hoog- heid onderfleunt den Koning. XXVII. Oorlog in Katatonie en Rousßllon. Verdrag met Frank- ryk. XXV11I. Lodewyk de XIII. fierft. Zyn Zoon, Lodewyk de XIV. volgt hem op. Slag by Rocroi. De Franfchen winnen Dïedenhoven. De jonge Prins Willem geeft de eerße blyken van dapperheid. Duitfche kryg. XXIX. Staat der zaaken in Engeland. Klagten van Boswell en Strikland. XXX. Premien voor de Kaapers. Raadpleegingen over een Berigtfchrift voor de Afgevaardigden ter Generaliteit. XXXI. Ge- fchillen met de byzondere Gewesten. Twist tus- fchen Groningen en de Ommelanden. XXXII. Oostfriefche zaaken. Het Leger der Staaten hadt zo veel gelee- 1*36.
den in den jongften Veldtogt, dat men-------- 'er , dit jaar, weinig' dienst van verwagten l'
kon. De Franfche Krygsmagt was ook zo fa^n*' zeer gefmolten, en het overfchot hadt de rust derFran- zo hoog noodig, dat 'er een nieuw Legeï op fchen an. de been gebragt moest worden , zou men 5'?an* den vyand afbreuk können doen. De Kardi- c icn* naai Infant, hiervan niet onbewust, rukte, der- halve , al het volk , welk hy byeen brengen P 5 kon. |
||||||
)
|
||||||
234 VADERLANDSCHE XLIII. Boek.
1636. kon, te hoop ; ontboodt Picolomini, met de
-------Keizerlyke troepen, by zig, en trok, met hem,
in Hooimaand, naar de grenzen van Frankryk.
In twee of drie dagen, maakte hy zig meester van Chätelet: daarna van laChapelle, en, ver- volgens over de Somme getrokken, deedt hy het platte land van Pikardye alomme afloopen door de Krabaten of Kroaten, die, na 't be- magtigen van Korbie, 't welk kort hierop volg- de , tot op negen of tien uuren van Parys , ftroopten. De Koning van Frankryk, daaren- tegen , zyne Krygsmagt te Compiegne verza- meld hebbende, voerdeze, vandaar, naar A- miens, en noodzaakte den vyand, eerlang, over de Somme, te rug te trekken. In Wynmaand , floeg hy 't beleg voor Korbie, welk zig, den veertienden van Slagtmaand, overgaf. Bewee- De Franfche Gezant Charnacé hadt, eenen gingen geruimen tyd te vooren, de Staaten vermaand, van het om zjg te Velde te begeeven, en, daardoor, de/staa- ^en voortgang der vyanden in Frankryk te ten. fluiten (V). De Prins van Oranje, hadt, hier- op , het Leger der Staaten doen byeen trek- ken , te Lith en Lithooyen, Dorpen der Meie- rye van 's Hertogenbosch. Van hier, begaf hy zig, eerlang, naar Sprang, vyf mylen van Breda. De Kardinaal Infant, voor een beleg deezer Stad bedugt, zondt den Graaf van Fe- ria , met de Spaanfche troepen, naar Diest: van waar hy, federt, opbrak, zig vervolgens nederflaande tusfchen Antwerpen en Lier. De op-
00 Zit Reibt. Holl. irf, t7, a? July i«3<5. W. 138, 159»
164. AiTlUMA IJ. Deel , bL 32^,324/, 351. |
||||
XLIILBoek. HISTORIE. 235
optogt van het 'verzwakte Staatfche Leger i<j35.
bragt dus te wege, dat de helft der vyandly- -------
ke Krygsmagt ten minften uit Frankryk bly-
ven moest: 't welk Koning Lodewyk te beter gelegenheid gaf, om den Kardinaal Infant over de Somme te rug te doen keeren. Doch dit was alles, wat in deezen veldtogt verrigt werdt. De Legers betrokken de Winterkwar- tieren, in Slagtmaand (f). De Staaten waren, dit jaar, agterlyk geweest, in 't opbrengen der lasten des oorlogs. De jongfte veldtogten en 't beleg van Schenkenfchans hadden hen fchier buiten adem gebragt. Men fchreef, uit het Le- Misnoe- ger, zo dikwils, vergeefs, om geld, naarden Fe"dv?£ Haage , dat de Prins , verdrietig geworden, Henrik. zeide, V rapier wel te mogen nederleggen, zo men geene middelen tot het voeren van den oorlog ver- fcltaffen «.vilde. Zelfs waren de Legers zo dra niet gelcheiden , of die van Holland fpraken wederom van afdanking (c). Doch de Fran- fche Gezant Charnacé deedt hier een ernflig Vertoog tegen , ter algemeene Staatsvergade- ringe (d). De Prins ook, en allen, die 'sPrin- fen gunst zoj;ten, wisten te wege te brengen, dat Holland van gedagten veranderde (e). Ook was 'er, na eenige onderhandeling (ƒ), Verdrag den zesden van Herfstmaand, een Verdrag ge ™?et. flooten met Frankryk, waarby de Koning be- ~™ " loofd hadt, de Staaten, binnen een jaar, met an-
(h~) Memoir. de Freder. Henri p. 197-199.
(O Refol. Holl. 15 , 16, ui Deceiiib. '1636. hl. 343, 244, 554. 24 Jan- 1637. hl. 13. (tl~) Zie AlTZP.MA II. Deel, hl. 3^3. C<0 Aitzbma II. Deel, lil. 3..0-342. Van den Sande XXV. lOck, hl. lyi;.
U) Rei\,l. HüU. 25 Jut? 1636. «. 1S6.
|
||||
z%6 VADERLANDSCHE XLIII.Bokk.
|
|||||
1635. anderhalf millioen, te zuHen onderfleunen ,
•-------mids zy deeze penningen alleenlyk gebruik- ten , tot het vermeerderen hunner Krygsmagt. Doch, uit deeze fomrne, zouden ook de on- kosten moeten betaald vvoiden, die'sKonings troepen, hier te Lande, in 't voorleeden jaar, veroorzaakt hadden (g). De Staaten werden, door deezen onderltand , fterk aangemoe- digd, om zig, tegen 't volgende voorjaar, in ftaat te ftellen, om den vyand nieuwe afbreuk te doen. II. Ter zee, was, in Sprokkelmaand, een fcherp Zcege- gevègt voorgevallen, tusfehen Antoni Collart,
vege voor admiraal van Duinkerken, met drie, en den Zeeuwfchen Bevelhebber, Joan Evertfen, met twee, en daarna met vier ichepen. Men trof eikanderen aan, op de hoogte van Dieppe. 't Gevegt duurde drie volle uuren. Een Duin- kerker werdt in den grond gefchooten: een an- dere ontvlugtte. De derde werdt, nevens den Admiraal en Vice - Admiraal, overweldigd en Gemor opgebragt (Ji).. 't Kaapen der Duinkerkeren taget* .ie hieldt egter aan: 't welk hetgemeen, in Holland Staatfehe en in Zeeland, deedt morren, over de Staat- heltben ^clße Bevemeübers ter zee, als kweeten deezen ter zee! zig niet behoorlyk van hunnen pligt. De Staaten gaven, in Hooimaand, eene nieuwe algemee- ne Ordonnantie uit, op den oorlog te water: ook eene byzondere, op het bezetten der Vlaam- fche kusten. Doch fommige Gewesten , im- mers Stad en Lande, begreepen, dat den Prin- fe van Oranje, daarby te veel gezags gegeven werdt over de aanftelling der Kapiteinen. Voorts^
1 CsO 7.\: liet Trakt, hy Aitzf.ma II. Deel, hl, 22S.
(/';; Vak dek Sanoe XIV. />«,£, il. 1'ji*
|
|||||
XLIILBoek. HISTORIE. 337
Voorts, werden, om der Gemeente genoegen i<f3<j.
te geeven, eenige Kapiteinen afgezet. Doch ■ na verloop van eenigen tyd, werden zy allen
ontheeven van het vonnis, ten hunnen nadee- le geweezen (*')• Terwyl Collart, te Middelburg, gevangen Vynndiy-
zat, werdt 'er een aanflag op Vlisfingen ont- J*e aan' dekt, waarvan hy kennis gehadt hadt. La Mot- v,fsfi°? te, een Franschman, federt eenige jaaren, op '^none- de vrye neering , voor Zeeuwfche rekening, dekt. gevaaren hebbende , werdt nu gebruikt tot een'Kustbewaarder, door de Staaten. Hywas, voorheen, in vyandlyken dienst geweest, en, voor eenige jaaren, van Amfterdam, waar hy gewoond hadt, met een breed getuigichrift der Franfche Kerke, te Vlisfingen gekomen. Sedert hadt hy geduurige briefwisfeling gehou- den met den vyand , en eindelyk, met Col- lart , den aanflag op Vlisfingen ontworpen. De veertienden van Oogstmaand was gefchikt tot de uitvoering. La Motte, in zee zynde, hadt zig, in fchyn, laaten neemen, door de Duin- kerkers, en was van zins, met vyf wel beman- de Fregatten, te Vlisfingen, in te loopen, en de Stad , daar men op geen verraad verdagt was, te overweldigen. Om geen kwaad ver- moeden te geeven , hadt hy 't gerügt laaten loopen, dat hy drie vyandlyke pryzen geno- men hadt, en te Vlisfingen opbrengen ;zou. Doch hy en zyne Duinkerkers werden in zee ontmoet, door het Esquader van Joan Evert- fen, die hem noodzaakte, te Oostende te ha- venen. Dit veragterde den aanflag, die-, 's daags ï
£/) Aitzema ir. Deel, il. 342-35°» 353"35G-
|
||||
038 VADERLANDSCHE XLIII.Boek.
i«35. daags na dat hy zou uitgevoerd geweest zyn,
—-— uitlekte. Een Kajuitwagter van La Motte, 't geheim aan boord ontdekt hebbende, maakte zig t'zoek te Oostende, en begaf zig, vandaar, over Sluis, naar Vlisfingen, daar hy alles uit- bragt (&). La Motte, uit het wegblyven van den Kajuitwagter, of uit nadere berigten, be- fluitende, dat zyn voorneemen ontdekt was, liet het vaaren, en hieldt zig, federt, meen ik, aan 'svyands zyde. Krygshe- De Oostindifche Maatfchappy , den handel dry ven in der Portugeezen in de Indien, zo veel moge- Oostm- jyjj Ware, zoekende te belemmeren, zondt, nu en dan, eenige fchepen naar Goa, die de ha- ven geflooten hielden , en de Portugeefche fchepen befchadigden. Zulk eene Vloot was, in dit jaar, van Batavia , ook derwaards ge- zeild. Zy raakte, voor Goa, in gevegt met ee- nige Portugeefche fchepen, die haar egter, met het vallen van den mgt, voor het grootfte ge- deelte, ontfnapten (T). III. De Zweeden oorloogden, dit jaar, met be- Staat der teren voorfpoed, dan in den jongften veldtogt.
Zweed- ^y wejgerden nu verbonden te maaken met de ken in Duitfche Staaten , op dat zy zig, te vryer, Duitsch- van derzelver Landen zouden mogen bedic- laud. nen. Zy hadden drie Legers in 't veld, een onder Banier aan de Elve, een onder Herman TFrangel, aan de Oder, en een onder Alexan- der Lesle. aan de Wezer. Banier, by Werben, over de Elve getrokken zynde, en zig by Hal- le f t~) Brieven van N. Reigprsbcrcen van 25 Aug. en 1 Set>t.
1616. 'm 't Verv. op 't Leev. v»n He iJroot. tl. 1)8, 8y. Zie tok Van dem Sandp, XIu. Iluck, H. lyij. <J') Cummelim Frederik Henrik I. Veel, l/l. 278.
|
||||
XLIII. Boek. HISTORIE. »39
Ie hebbende nedergeflaagen , noodzaakte den tg3gt
Keurvorst van Saxen uit Pommeren te rug te ■ keeren. Kniphuizen en Lesle floegen de Kei- zerfchen in Westfaale. Wrangel befchermde Pomeren. In Lotharingen , werdt Gallas ge- flaagen , door Hertog Bernard van Weimar. Daarentegen, maakte de Keurvorst van Saxen zig meester van Maagdenburg. Doch Banier leverde hem flag by Witftok, op den vierden van Wynmaand, en behaalde eene volkomen* overwinning. Daarna, verdreef hy de Keizer- fchen uit Turin gen, en leide zyn volk hier en in de nabuurige Gewesten in de Winterlege- ringen (m). Ondertusfchen, waren de Zwee- den, dit jaar, in Frankryk en hier te Lande, nog al bezig, om den Koning en de Vereenigde Staaten tot onderftand te beweegen. In Gras- maand, flooten ze een Verdrag met Frankryk, welk nogtans niet bekragtigd werdt. De Zweedfche gezant, Pieter Spiering, kwam, in Wynmaand, in den Haage, om onderftand te verzoeken. Doch hy vorderde luttel (»). Kort Verdrag te vooren, hadt men, hier, een Verdrag ge- j»etden maakt met den Keurvorst van Brandenburg, ^rs-van die zig verbondt, aan deezen Staat, wegens Bmnde'n- agterftallen, eenhonderdzevencntwintigduizend burg. guldens te zullen voldoen. De Staaten be- loofden , daarentegen, de Brandcnburgfche Lan- den te zullen befchermen, zo veel hunne gele- genheid toelaaten zou, dezelven, midlerwyl, houdende als onzydig (0). Wil-
Cm> Aitzema II. Deel, bl. 379. Piffknuorf Zweedfche
Hill. U 686. (b) Aitzema II. Deel, M. ^79-582. j>5 zie Aitzema II. bcel, bl. 336. |
||||
a4o VADERLANDSCHE XLIIT.Boek.
1536. Willem , Landgraaf van Hesfen, door de
-------Keizerfchen, genoodzaakt, met zyn Leger, te
De Mes- wyken uit zyn Land, kwam, in Herfstmaand,
fen trok- jn perfoon 9 jn den Haage, om te onderftaan, 0e"st.m of hy zig , met oogluikinge der Staaten , in friesland. Oostfriesland zou mogen legeren. De Prins van Oranje fcheen tot bewilliging in dit ver- zoek te neigen. Maar de Staaten, of eenigen derzelver ten minfte zagen niet gaarne Le- gers omtrent hunne grenzen. Ook hieldt de Landgraaf, dien men, van hier, met eenige penningen, onderfteund hadt, zig, deezen Win- ter en 't volgende voorjaar, elders in Duitsch- land, op met zyn Leger, tot dathy, voorgee- vende genoodzaakt te worden door de Keizer- fchen, in Oogstmaand, afzakte naar Oostfries- land , daar hy zig nederfloeg. De Stenden des Landfchaps flooten, door bemiddeling der Ge- magtigden van deezen Staat, een Verdrag met hem, waarby hy zig verbondt, het Land, bin- nen zes maanden, wederom te zullen ruimen. Doch hy ftierf, weinige dagen na het fluiten van dit Verdrag, te Lier, op den eerften van Wynmaand. En de Landgraavin, Emilia Eli- zabet, die de Regeering toen aannam, maak- te geene rekening, om Oostfriesland zo ras te verlaaten (/>). Hände- De Staaten, den voorfpoed, dien de Keizer- lingmet jyfce wapenen, in 't voorleedenjaar, in Duitsch- denKei- ^d, gehad hadden, in aanmerking genomen hebbende, zonden, vroeg in 't voorjaar dee- zes jaars 1636, Foppius van AUzema naar Weenen, om den Keizer tot het bewaaren ee- ner
C/O Aitzema II. Deel, ». 338, 3*1, 413, ^«..jSi.
|
||||
&LÏII,Boes. HISTORIE. sff
ner flipte onzydigheid te beweegen : waartoe i$j<fc
zy zig, van hunnen kant, insgelyks, verbin- ——— den wilden Qf). De Koningin van Boheeme hadt Aitzema ook gelast, haare zaaken in 't Ryk te vorderen* Ook moest hy, van wege den Prinfe van Oranje , onderftaan , of zyne Keizerlyke Majefteit dien Prins met het Graaf- fchap Meurs zou willen beleenen, en voorts verlof geeven , om zyne goederen, onder 't Ryk gelegen , zynen vrouwelyken beide en mannelyken erfgenaamen, by uiterften wil, te mögen nalaaten. Aitzema fcheen, in 't eerst, wel te zullen flaagen, in zyne handeling. De onzydigheid werdt hem genoegzaam beloofd (V). Ook fprak men van Meurs tot een Vor- ftendom te willen verheffen, ten behoeve van Fredrik Henrik ; die 'er zig mede vereerd hieldt j hoewel fommigen hier te Lande meen- den , dat hy geene gunden behoorde te ont- vangen van den Huize van Oostenryk. Doch de Spaanfchen wisten een' fpaak in 't wiel te fleeken, ten Keizerlyken Hove. De Franfche Gezant Charnacé toonde zig, ook hier, mis- noegd over de handeling met den Keizer. Ait- zema keerde, in de Lente des jaars 1637, te rug, zonder iet geQooten te hebben (V). De Raadpenfionaris Pauw bleef nog in IV.
Frankryk : daar fommigen hem verdagt hiel- ^aüw den, dat hy zig, door gefchenken, liet over- ji^nd vmi haaien, om de belangen des Konings meer ter 'iiuad- her- penfion*»
(q') Zie de ïnftruftie by Aitzema Ir. Deel, il. jra.
f O kefol. Moll. 20, at Nov. 15 I)ec. 1636. hl. 226, 243.
CO Aitzkma II. Deel, il. 312-315, 338, 410-412^ 433,
$>3-5<>2. XI. Deel. Q
|
||||
448 VADERLANDSCHE XLIII.Boek.
1636. herte te neemen, dan met den dienst deezer
—----- Landen beftaanbaar was (7_). Ook waren 'er,
risfchap in Holland veelen, die hem het gezag misgun-
tad. den' welk hy ziS' door middel van zyn ampt,
hadt weeten te verkrygen («). ; De vyf jaaren , voor welken men hem, tot Raadpenfionaris, aangenomen hadt, liepen vast naar 't einde. Veelen, die, te voor en, Kats tot dit Ampt hadden willen bevorderen, arbeidden nu, om Pauw, met het einde van deeze vyf jaaren, van het zelve te verlaaten. Hy was niet onbe- wust, dat 'er tegen hem gewoeld werdt, en ver- zogt , hierom, by brief op brief uit Frankryk , werwaards nu Willem van Lier , Heer van Oosterwyk , als gewoonlyke Gezant, gezon- den was (j>), te rug te mogen keer en. Doch zyne partyen wisten te wege te brengen, dat zyne herroeping, van tyd tot tyd, verfchoo- ven werdt. Amfterdam hadt zyn best wel ge- daan, om hem te doen herroepen. Doch de • ftem deezer Stad hadt het alleen niet können overhaalen. Ook verftondt de Prins, dat Pauw noodig was in Frankryk(V). 't Bleek, eerlang, klaarlyk, dat men voorhadt, hem van 't Raad- penfionarisampt te verlaaten, onder voorwend- fel, dat men zynen dienst aan 't Franfche Hof *"' niet ontbeeren kon. Hy befloot, hierom, aan de eer te blyven, en zelf voor zyn ampt te bedan- ken; gelyk hy, in Lentemaand, deedt. Men nam de dankzegging aan, bedankte hem we- der-
(O Zie Vcrv. van 't Leev. van de Groot, hl. Si.
Qu ) Aitzema II. Deel, hl. 31IS. (y ArrzEMA II. Deel, il. 334. («0 Rcfol- rtoll. ;iO, 31 Maart 27 Sept. 3 Off. 10, 2L Ctt 3Ä
fhc IÖ35. bU 54, 1Ö8, 174, aio, 22». |
||||
XLIIL Boek. HISTORIE. #4$
derom, en gaf hem, terftond hierna, verlof, t6$6,
om herwaards te keeren. Al dit gefchiedde, -----—.
met overleg van den Prinfe (x). 't Liep egter
aan tot in Herfstmaand, eer Pauw uit Frank- ryk te rug keerde (y). Ondertusfchen, hadden Jakob de Staaten van Holland, op den vierden van Kats Zomermaand, Mr. Jakob Kats, Penfionaris van ^°ar£' Dordrecht, in de plaats van Pauw, met een- penfion* paarige ftemmen, verkooren tot Raadpenfio- ris. naris, voor den tyd van vyf jaaren. Hy ver- zogt, by 't aanvaarden van dit Ampt, naar welk hy, wederom (z), verklaarde, op geenerlei wyze, geftaan te hebben, dat de Staaten, vol- gens hunne gewoone goedgunftigheid, hem, na 't eindigen der jaaren van zynen dienst, met eenen anderen bekwaamen ftaat, wilden voor- zien. Ook hadt hy eenige bedenkingen op zyn Berigtfchrift, welken hy, nu öfter gelegener tyd, met de vereischte eerbiedigheid, begeer- de te mogen openen; om daarop der Staaren onderregting te mogen ontvangen. Men be- loofde hem, na 't afleggen van zynen dienst, eene plaats in den Hoogen Raade. Voor 't waarneemen van het Raadpenfionarisfchap., in de plaats van den Heere Pauw, wer- den hem tweeduizend guldens toegelegd (a). Zyn Berigtfchrift (&) werdt, eerst in Lente- maand des jaars 1641, wanneer hy voor nog vyf jaaren aangenomen werdt, vernieuwd en VaSt-
C-r) Refol. Holl. 12, 14 Blaart 30 April 29 May 1636. W.53» P4> 57= "a> *23.
(y ) KkPvI. Holl. 20 Sept. 1Ó36. hl. 190.
(zyzie hier voor, hl, 143. '
(ö) Refol. Holl. 4, 7 Jüny 2, 9 Avg. 1636". hl. I2Ü> 13J,
173. 178. AiTZ'MA II. Deel, il. Jt8, 319.
tO ZU het by Aitzema H. Oetl, hl. yn. |
||||
*4* VADERLANDSCHE XLIII.Boek;
/636. vastgefteld (c). Tegen 't einde deezer tweede
» dienst gehouden (d). 't Befluit der Staaten van Holland, om niemant dan een' gebooren Hol- lander tot Raadpanfionaris te verkiezen, was, reeds voor eenige jaaren, te niet gedaan, op verzoek der Staaten van Zeeland, die, insge- lyks , de Hollanders verkieslyk hadden ver- klaard , tot Raadpenfionarisfen van hun Ge- west (e). Hooge De Staaten 's Lands van Utrecht hadden , Schooi te in Sprokkelmaand deezes jaars, beflooten, de Utrecht Doorlugtige School, die, door de Stad, veel- opgeregt. j.^ ^ 0p (jen voorgang van Amfterdam, voor omtrent twee jaaren, opgeregt was, tot eene
Hooge Schoole des Landfchaps te verheffen (/). Zy werdt, op den zeventienden van Len- temaand , ingewyd, en is, federt, zo vermaard geworden, dat zy de Hollandfche Hooge Schoole te Leiden naar de kroon gefteken heeft. Sommigen hebben getoond, dat de Vroed- fchap van Utrecht, reeds in 't jaar 1580, voor- flagen gedaan hadt , ter Staatsvergaderinge van 't Gewest, tot het opregten eener Hoo- ge Schoole ; doch dat zulks , ter oorzaake van de tegenkanting van eenigen uit de Re- ge eringe, en daarna, ter oorzaake van de ver- deeldheid in den Godsdienst, in 't begin der volgende eeuwe , tot op deezen tyd toe, ag- tergebleeven was. De inkomften der gemeene Vrou-
O) Rcfol. IIoU 16, iB, 19, 20, 26 Maart 1G41. W. 72.,
74» «4-
(O Kefol. Holl. 16 Juny 1646. W. 227.
t*j Refol. Holl. 10 Sept. — 2 Oüoi, 4-Z3ÜiC, 1631. W. 132,
»3*. I55> «4-3« Jan. 1632- W. 17. CO Groot tJtr. pjakaatli. III. Dul, hl. 436.
|
||||
XLin.BoEK. HISTORIE. 24$
Vrouwen-kloosteren, eertyds aan de Stad afge- i6$<k
ftaan, werden tot onderhoud der Hooge Schoo- Ie gefchikt (g). De Utrechtfche Hooge Schoo-
le was nu de vierde in de Vereenigde Gewes- ten: Holland, Friesland en Groningen waren Utrecht reeds voorgegaan. Te Harderwyk in Gelderland, was, in 't jaar 1600, ook wel ee- ne Hooge School opgeregt, door de Staaten van 't Kwartier der Veluwe: doch alzo dit Kwar- tier de kosten der Hooge Schoole niet kon draagen, was zy, wel haast, deerlyk vervallen, 't Liep aan, tot in 't jaar 1647, eer zy, door de Staaten van 't Gewest, herfteld, en tot ee- ne Provinciaale Akademie verheeven werdt (Ji). By deeze vyf Hooge Schooien, heeft men 't gelaaten, in de Vereenigde Gewesten. Zee- land en Overysfel hebben , nimmer , Hooge Schooien opgeregt. De Westindifche Maatfchappy hadt, federt V.
het bemagtigen van Fernambuk, niet verzuimd, Ye"lg* zig verder uit te breiden in Brazil. Zy zondt, d"r§«,"st. in den jaare 1630, eene Vloot derwaards, on- iiidifcÜe der Adriaan Janszoon Pater, die, in Herfst- Ma« maand des volgenden jaars, in de Bahia, flaags fc,^ppye raakte met den vyand, en ongelukkiglyk ver- m taz' brandde, met zyn fchip (7). Men deedt, fe- dert, in verfcheiden' togten, in dit Gewest, den vyand, aan fchepen en goederen, merke- lyke afbreuk. Ook bemagtigden de Vlooteti der Maatfchappy e verfcheiden'Steden, die ge- meen- te O A. Duakf.nborch Rcdev. over 't Ectiwf. der Uta Hooi ge Schoole. hl. iS, ?5, jrt, 1*9, 37, 39. (,hj Landd. Uecesf. 1 Jurri 1647. t O J- UE Laat VUI. Btek, il. 240. |
||||
«45 VADERLANDSCHE XLIII.Boes.
1856. ineenlyk verwoest en verlaaten werden (&). In
meester gemaakt van Pariba, eene Landftreek
in Brazil, welkerHoofdftad, Filippeagenoemd, federt, den naam van Fredrik- Stad, kreeg (/). Curafao Curagao, een klein Eiland, omtrent de kust van mee< d Terra Firma gelegen, was, in Hooimaand te ' vooren, overmeesterd (m~). Men hieldt dit Ei- land voor eene winst van groot belang, om dat men, van het zelve , de icheepvaart des vyands belemmeren kon, en 'er Katoen, Ta- bak , Gengber en andere vrugten winnen. Ook ftelde men, van hier, terftond, orde, om het behoorlyk te verfterken («). De Regeering op Fernambuk floot, in 't volgende jaar, een ver- drag met de Braziliaanen , welker meesten, door 't beleid en de dapperheid van den Kolonel Christoffel Artifchofshj, waren te ondergebragt (0). Artifchofsky raakte, in de jaaren 1635 en 1636, meer dan eens, flaags met denvyand; en behaalde geduuriglyk merkelyke voordee- len op hem. Het grootfte deel van Brazil nu overmeesterd zynde , vondt di Vergadering- van negentienen , hier te Lande , raadzaam, eenige meerdere manfchap derwaards te zen- den , en 't opperbewind van het Landfchap Graaf, eenen man van aanzien op te draagen (ƒ>). Graaf Joan
(£) CoMMELiH Frccler. Henr. I. Deel, II. i3o.
( / j Rel'ol. Holl. 22 FAr. 1635. hl. 20. J. DE Laat XI.
Hoek, hl. 4.16, /147 (»0 .?• de Laat XI. Boet, il 432- Couuehn Freilr. Henr.I.
Deel, bl. lyfl. C») Refol. Holl. 19, 23, 27 Febr. y, 29 Maart 1635. tl. 16, .
32. 25, 37, 51- (0) \< he Laat Xlf. Roti, W. 454 ettz.
(_p 1 Commklin Fredr. Henr. I. Deel, bl. 829, 244» Van
W.:< S/uNiit XIV. Ui*k, M. iS,}, 19S. |
||||
XLIII.Boek. HISTORIE. 14*
|
|||||||
Joan Maurits van Nasfau boodt zig hiertoe 163*;
aan. De Maatfchappy droeg hem de Land- |
|||||||
voogdy van Brazil op (q), voor den tyd van ]om
vyf jaaren, op eene wedde van vyftienhonderd Mna!it* guldens ter maand, en eenige andere voordee- fa*"Wordt len (r). Hy begaf zig, inWynmaand, fcheep, Land- nevens drieduizend knegten, en landde , in voogd Louwmaand des jr.ars 1637, op de reede van ™.a Ur*' Fernambuk. Terftond na zyne aankomst, be- \'ci7, reidde hy zig, tot eenen togt tegen den vyand.---------
In Lentemaand , overweldigde hy de Sterkte
Parafen^ en floeg de Portugeezen, die zig hier- omtrent gelegerd hadden. Toen onderwier- pen zig, wederom, een merkelyk getal van Bra- ziliaanen (V). Graaf Joan Maurits, orde gefteld s. Geor* hebbende op de Regeeringe, zondt, in Zomer- ge Dei maand, eenige fchepen naar de kust van Gui- Mhla «*• nea, om de Sterkte S. George Del Mina te be- wonneB» magtigen, 't welk, in Oogstmaand, gelukte (*). Na de wederkomst deezer fchepen in Brazil, overmeesterde hy, voor 't einde des jaars, nog eene Landftreek in deezen oord: 't welk hem den weg baande tot de onderneeming op de Bahia(«), in de Lente des jaars 163!.!; dienog- tans kwalyk flaagde. De Landvoogd hadt geen volks genoeg by der hand , om den toevoer naar Olinda te beletten (v). Artifchofsky, midlerwyl, herwaards gekeerd, werdt, op 't ein-
C?) Kefbl. IIoII. iR Sept. 1636. hl. i8B.
(r~) Zie Aitzrma II. Deel, il. 352.
(O C. VtM.Lx.vs ilc Rebus aeltis in Brafilia p. 61, 64. Ei.
in Ott. i6so. (O Bakl/eus p. 89, 97.
(«5 Van den Sande XIV. Doek, il. 203 e:iz, Iïarlavs p.
aifi & fcqq. O} BAKLiEUS p. Ü.Ï-I46.
Q4
|
|||||||
*4« VADERLANDSCHE XLIII.Boek,
|
|||||
1^37. einde des gemelden jaars, in ftaat gefield, om
ït-----een Regement van zestienhonderd man op te
regten : waarmede hy, eerlang, naar Brazil,
onder zeil ging (V). Doch hier gekomen, raak- te hy in gefchil met den Landvoogd, die hem verliet van zyn ampt: waarna hy wederom naar Holland keerde (#). VI. Na het fluiten van het jongfte Verdrag met De Ko Frankryk, was elk in de verwagting, dat de
ïïafir*™ oor*°g ^er'c zou voortgezet worden, in de «draagt y'K Nederlanden. Lodewyk de XIII., Fredrik iienPrin- Henrik, door eerbewyzen, willende noopen, fe van o- om zig, hierin, naar zyne gewoonte, wakker- titeften *yk ' te 'cwyten » vondt, op aanraading van Zyne* Charnacé, goed, den Prinfe, wien 't onlangs Hoogheid gemist was, tot Ryksvorst verheeven te wor- PP« den, in 't begin deezes jaars, den titel op te draagen van Son Altesfe,o£Zyne Hoogheid,inte plaats van Son Excellence, of Zyne Doorlugtig- heid, welken hy en zyne Voorzaaten, tot hier- toe, plagten te voeren, en welke, door den tyd, te gemeen geworden was. De algemeene Staa- ten beflooten, hierop, terftond, den Prins, voortaan, Zyne Hoogheid te noemen, en boven de aanfpraaken en brieven, doorlugtige, hoog- gebooren Forst en Heer (f). Eenigen vonden 't vreemd, dat de Franfche gezant, die de Staa- ten, flegts, Vos Seigneuries, uwe Heerlykhe- den, en Mesfieurs, myne Heeren noemde, den Prinfe, hunnen Stadhouder, den titel gaf van Son Altesfe, of Zyne Hoogheid. Doch zy hiel- den, («O MT7T.ilA II. Dttl, hl. 538, 539.
( ,tó lUia/EOS p. 172 ff fcqq. f Y) Zk Refol. Huil. 1+ 'Jen. 1Ö37. hl. 4. Notul. Zee!, ij
fthr. 1637. ii'. 5. |
|||||
XLIH.BoEK. HISTORIE. 249
den, dat zulks gefchiedde, om Fredrik Henrik ^37.
in te neemen, en te doen ftaan naar een gezag,-------.
welk met zulk een' titel overeenkwam; waar-
voor hy zig dan eenigszins verpligt zou moe- ten rekenen aan Frankryk, en te ligter beflui- ten, om Frankryks belangen te bevorderen. Immers Charnacé ging voor eenen uitfteeken- den vleijer by veelen, en ibmmigen verhaalen, dat hy den Prins fmaak zogt te doen krygen in de opperfte magt over den Vereenigden Staat (2). Doch hiervan is my niets, met ze- kerheid, voorgekomen. Vaster gaat het, dat de Staaten van Holland niet wel te vrede wa- ren op hunne Gedeputeerden ter Generaliteit; die , in het toekennen van den opgedraagen titel, te werk waren gegaan, zonder rugge- fpraak met hen te houden. Zelfs werdt hieruit gelegenheid genomen, tot het ontwerpen van een Berigtfchrift voor de Gedeputeerden. Men befloot, nogtans , den Prins geluk te wen- fchen, met de nieuwe eere. Doch hy, niet onkundig van 't gene 'er, op ditftuk, omge- gaan was in de Vergadering, gaf te verdaan, „ dat zulks onnoodig zyn zou; alzo hy, na 't „befluit, hierop, by de algemeene Staaten, „ genomen, reeds in 't bezit was van den op- „ gedraagen titel:" V welk, fchyft iemant, die deezen tyd beleeft heeft, een zeernadruklyk antwoord was (a). Weinige dagen na dat men den Prinfe den De Prins
titel van Zyne Hoogheid hadt toegekend, be- wordt tot flooten de Riddeifchap en Edelen van Holland g^® hem van II0I-
Cz) Aitzbma H. Deel, hl. 417-419.
(a) Brief van N. Rcigersb. in 't Vcrv. op 't Lev. van II. de
IfftUOT, II. y.|. Q5
|
||||
»5o VADERLANDSCHE XLIII.Boek.
1637. hem tot eerfte Lid van hun Lighaani te ver-
-------zoeken; welke eer hy, insgelyks, aannam. De
land vor- Staaten van Holland hiervan, door den Raad-
koorcn. peniionanS? kennis gekreegen hebbende, von- den verfcheiden1 Leden vreemd, dat de Edelen Mg, in de Acte deswege gemaakt, aanmerkten, als vertoonende het platte land van Holland (b~). Hierover was, reeds voor eenige jaaren , ter gelegenheid der i aadpleegingen over de herftelling der Verpondingen, gefchil geweest, willende de Steden toen niet erkennen , dat het platte land , door de Edelen , vertoond werdt (c). Doch, gelyk 'er toen geene beflis- iing op gevallen was, werdt ook nu elk in zyn voorgeeven gelaaten onverkort. De Prins van Oranje , dus tot eerften Edele van Holland verheeven, trok haast al het gezag aan zig van het voorftemmend Lid der Staatsvergaderin- ge van dit Gewest, brengende te wege, dat men , eerlang, verfcheiden' Heeren , ook Krygsoverfcen befchreeve in de Ridderfchap, die geheellyk afhingen van zyne Hoogheid (ß). Ook bekwamen de Edelen , na deezen tyd, verfcheiden' Ampten en Kommisiien, die de Steden zig, te vooren, plagten toe te voe- gen. Fredrik Henrik was, byzonderlyk, be- voegd geweest, om in het Lid der Edelen be- fchreeven te worden, federt hy, in den jaare 1612, door aankoop, eigenaar geworden was der Heerlykheid van Naaldwyk (e), uit hoof- de van welke , hy ook den titel voerde van Erf
f S~) Refül. IIoll. 5 Febr. \(>zy. bl. 17.
(O Refol- Holl. 27 Jn'y 1617. bl. 187, l8fl.
( </) AlTZEMA lf. Deel, bl. 4ty.
Qej üüHDHOEVBN lil. 148. Zie ook X. Die!, bl, ai«
|
||||
XLIII.Boek. HISTORIE. 251
Erfmaarfchalk van Holland: welke waardigheid I(53r.
de Heeren van Naaldwyk, oudtyds, plagten-------.
te bekleeden (f). Doch in Oogstmaand dee-
zes jaars 1637, gaf zyne Hoogheid te verftaan, dat hem niet onaangenaam zou zyn, dat hem ook de . Heerlykheid van 's Graavenzande en Zandambagt, door de Staaten, in koop werdt afgedaan (g): waartoe, na veel overlegs, al- zo de Staaten, eertyds, hadden vastgefteld, geene Domeinen te vervreemden , egter, in Grasmaand des volgenden jaars , beflooten werdt (Ji). 't Bezitten van zulke aanzienlyke Heerlykheden gaf den Prinfe een byzonder regt, om onder de Hollandfche Edelen be- fchreeven te worden ; en wanneer zulks ge- ichieddej kon men niet nahtaten, hem de eer- fte plaats in te ruimen. Terwyl men dus yverde om den Prins te Vil.
eeren, verzuimde men niet, te raadpleegen o- Opening ver den aanftaanden veldtogt. Men lelde in ^jj^ beraad, of om Gelder te belegeren; of om in v Brabant te rukken , en Antwerpen of Breda aan te tasten ; of om eenen inval te doen in Vlaanderen, en het beleg te flaan voor Hulst. Sommigen fpraken ook van het beleg van Duinkerken. En voor dit laatfte gevoelen, ver- klaarde zig ernftelyk de Franfche Gezant Char- nacé, beloovende, dat de Koning, zyn meester , de Staaten met vyfduizend knegten en zeshon- derd paarden zou byftaan, en hun de Plaats", zo zy gewonnen werdt, overlaaten, fchoonzy, by 't Verdrag van den jaare 1635, den Koning was
(f") ZU IXT. Deel, hl. 548.
fgORefol. Holl. 12 Aug. 1637. W. 144.
ii.) Rd'ol. Holl. i, 2 Apil 1S38. W!» hl*.
|
||||
as* VADERLANDSCHE XLIII.Boek;
1637. was aanbedeeld. Men befloot dan, eindelyk,
------- Duinkerken aan te tasten. Zyne Hoogheid
deedt de vereischte Vaartuigen gereed maa-
ken, om het Leger der Staaten, welk nog veer- tienduizend knegten en drie - endertig kornet- ten paarden fterk was, in te fcheepen. Graaf Henrik Kaiimir bleef, met eenige manfchap, te Nieuwmegen. Een deel van 't voetvolk, onder Hauterive, hadt bevel, om voor de Plaa- te ten anker te komen : een ander deel, onder Graave Willem van Nasfau, te St. Anna, en het derde, onder Morgan, te Bergen op Zoom. De Ruitery en 't gefchut werdt, te Gorinchem , geicheept. De algemeene zamelplaats was voor Rammekens gefteld. De Prins vertrok, den ze- venden van Bloeimaand, uit den Haage. De, Vloot werdt, op de reize, van eenenzwaaren ftorm beloopen ; doch kwam, zonder eenige fchade van belang geleeden te hebben, om- trent den befremden tyd, voor Rammekens: daar men op eenen gunftigen wind moest bly- ven wagten. Ondertusfchen, hadt ook de vyand zyne krygsmagt byeen getrokken. De Kardinaal Infant en Prins Thomas floegen zig, met een groot deel derzelve, neder in 't Land van Waas. De Markgraaf de Vellads trok naar den kant van Grevelingen : Balen^on naar Bergen in Henegouwen , alwaar Picolomini, die "uit de Landen van Gulik en Berg (*') op- ontbooden was , zig, met hem, vereenigen moest, om de Franfchen, die, onder den Kar- dinaal de la Valetta , afkwamen , en 't beleg voor Landrechies geflaagen hadden, te keer te gaan,
(_ï).Zie Aitzema II. Deel, il. 444,
|
||||
XLIILBoek. HISTORIE. 253
gaan. Voor Rammekens , hadt men nu drie KÏ37.
weeleen, vrugteloos, gewagt op eenen gunfti- gen wind, toen de Prins, ziende den vyand in Zyne aantogt, om hem de landing te beletten, be- P°j?" floot, in de plaats van Duinkerken, Breda aan te ^gen^ tasten. Hy geeft dan Graave Henrik last, om ïkeda. van Nieuwmegen te trekken naar Teteringen, riaby Breda, en zig, daar, en in degrootewild- baan te verfchanfen. Op den twintigften van Hooimaand, ging hy zelf onder zeil van voor Rammekens, landde, met het Leger, te Ber- gen op Zoom, en trok, van daar, voort naar Roozendaal, daar hy zig nederfloeg. Des an- derendaags, toog hy regt op Breda aan. Graaf Henrik was 'er, twee dagen eerder, gekomen. Terftond, werden de Legerplaatfen verdeeld, en alle toegangen bezet. De Prins zelf floeg zig neder, te Ginneken, tusfehen het Masten- bosch en de Aa, over welke, terftond, twee fcliipbruggen gelegd werden. Des anderen- daags , hadt men de Legerfteden reeds in ftaat van tegenweer gebragt, en kort daarna , ge- hegt aan eikanderen (k). De Kardinaal Infant, midlerwyl, vernomen hebbende, dat het Le- ger der Staaten te Bergen op Zoom geland was, keerde te rug naar Antwerpen, trok daar over de Schelde, en voorts naar de Baronye van Breda, alwaar hy zig, een uur van 'tStaat- fche Leger, by Rysbergen, nederfloeg. De Prins ,deedt het Leger verfterken met eene graft, die agt voeten diep was , en twaalf breed. Het laage land , rondsom het zelve, * werdt
(£) Rtemoir. de Fredcr. Henri f. coo-2C(5. Aiïzema ll.üiel,
/-450, 451- |
||||
254 VADERLANDSCHE XLIILBóés.
i<?37. werdt onder water gezet, door 't opftoppen
------- van de Aa en van een ander riviertje, hierom- trent , met al het welke men, tot diep in Oogst- maand , bezig was. De Stad werdt, daarna, he- vig befchooten. De belegerden , ten zelfden tyde, uitgevallen zynde, werden, met verlies, te rug gedreeven. De Kardinaal Infant, gee- nen kans ziende , om het beleg op te flaan, vondt raadzaam, door eene andere ondemee- ming, den Prins, ware't mogelyk, af te trek- ken van Breda; en brak eerlang op van Rys- bergen, den weg inflaande naar Heusden, als wilde hy deeze Stad aantasten. Maar de Prins zondt hem Stakenbroek, met de meeste Rui- tery en vierduizend knegten, agter na, om op ■Dj, zyne beweegingen te letten. De Kardinaal In- Spaan- fant, eenen vergeeffchen aanval gedaan heb- fchen be- bende op de Voornerfchans, trok, federt, o- magtigen ver ^g Maaze, voor Venlo, welk zig, op't en- H oer." kei gezigt van den vyand, uit loutere vreeze , monde, terftond, overgaf, op den vyfentwintigften van Oogstmaand. Roermonde volgde, negen dagen laater, het voorbeeld van Venlo, na dat het zig, nogtans, eenigszins, verdedigd hadt. Nikolaas van Brederode , die binnen Venlo gebooden hadt, werdt voor den Prinfe gedag- vaard; doch hy verfcheen niet, en week, fe- dert, naar Keulen. Eenige andere hoofden der bezettinge maakten zig insgelyks t'zoek: waar- uit men vermoeden kreeg, dat de vyand hei- melyk verftand met hen gehouden hadt (7). Ook werden Brederode en de Jager, die ins- ge-
(/) Memoir. de 1'rcder. HQuri p, 206-210. Aitzesia U.Dal*
Til. 45i"4iö. |
||||
XLIII.BoEK. HISTORIE. 25$
|
|||||||
gelyks voortvlugtig was , federt, door den ig37.
Krygsraad, gevonnist tot de dood (/»). |
|||||||
Midlefwyl, werdt Breda, van vier kanten, 't Beleg
benaderd. De Prins was, volgens Zynegewoon- vanBre- te, dagelyks, in de loopgraaven _(«), het volk Jj^JjJ aanmoedigende tot den arbeid. Eindelyk, ge- zet. raakte men aan den voet der Gontrefcarpe van een groot hoornwerk, welke, ondermynd ge- worden zynde, haast verlaaten werdt van-den vyand. Terwyl men bezig was, met het dem- pen der graft van het hoornwerk, werdt Char- nacé, die, fchoon Ambasfadeur van Frankryk, een Regement Franfchen in Staaten dienst ge- hoodt, met een musketkogel, doodgefchooten. In 't aantasten van het hoornwerk, werden de onzen, meer dan eens, wakkerlyk afgeflaagen. De Prins beval, hierom, dit werk te ondermy- nen; gelyk gefchiedde. De mynen, die twee in getal waren, voltooid zynde, en haare wer- king gedaan hebbende, werdt het hoornwerk aangetast, en de vyand van het zelve gedree- ven tot in de graft der Stad; daar eenigen ver- dronken. Tweehonderd bleeven 'er op de plaats: omtrent zo veel werden gevangen ge- nomen, 't Verlies van onzen kant was klein. Graaf Willem , naderhand, een ander hoorn- werk, op gelyke wyze, aanvallende, werdt, met merkelyk nadeel, afgeflaagen. 't Zelfde gebeurde Graave Henrik, die zig, van eenen dam, welken de vyand bezet hieldt, zogt mees- ter te maaken. Eindelyk, geraakte men, op twee plaatfen, tot aan de. graft der Stad, die vyf-
,£*0 Aitzi'.ma II. Diel, tl- 4^7.
*<[ «O Zie Rel'ol. Holl. II Sept. 1637. il. 160,
|
|||||||
i$6 VADERLANDSCHE XLIII Boek,
i6zj. vyftien roeden breed, zeven of agt voeten diep ,
------- en met water gevuld was. Men viel, terflond ,
aan 't maaken van gaanderyen, zynde zulk ee-
ne breede graft niet, met rysbosfen te dempen* Nogtans was men, met de gaanderyen, maai? tot op twee derde deelen van de graft gevor- derd , toen de Prins bevel gaf, om het overige te vullen. Dus kwam men, onder een hevig, fchieten van binnen en van buiten, eerlang, aan den wal der Stad, die, op twee plaatfen, ondermyod werdt. De mynen waren zodra niet voltrokken, of de belegerden verzogten in be- DeStad fprek te mogen komen. Des anderendaags, geeft zig zynde den zevenden van Wynmaand , werdt •ver. jiet Verdrag getroffen. De bezetting bedong de hoogfte krygseer, en toog, met meer dan vyfhonderd wagens en zes ftukken gefchuts, naar Mechelen en Lier. De Godsdienst werdt in de Stad geregeld op den zelfden voet als hy, in 't jaar 1625 , geregeld geweest was. Dus werdt Breda, welk, by veelen, voor onwin- baar gehouden werdt, veroverd: en deeze ze- ge ftelde den Prins in 't bezit zyner Baronye, waarvan hy nog geen genot gehad hadt. Het Leger vertoefde nog eenigen tyd hieromtrent, om de verfchanfingen te (legten, en de befcha- digde werken der Stad te hermaaken. Doch in 't begin van Slagtmaand, betrok het de Win- terkwartieren , en Zyne Hoogheid keerde naar den Haage. Sommigen hebben aangetekend, dat'er, van onzen kant, in 't Beleg van Breda, veel minder volks gebleeven was dan men ge- waand zou hebben. Men rekende maar agt- honderdenvyftig dooden en dertienhonderd |
||||
XLIII.BOEK. HISTORIE. 257
gekwetften. Daar waren drie • entwintigdui- «537.
zendeenhonderdenzestig Kanonfchooten op de -------
Stad gedaan, en driehonderdentwintigduizend
ponden buskruids verbruikt (0). Het Franiche Leger , onder den Kardinaal Franfche
de la Valette, Landrechies, na een beleg van ^rye^ie- vier weeken , hebbende ingenomen , bemag- ryve ' tigde, daarna, Maubeuge en la Chapelle. De Kardinaal Infant hadt zig, na 't inneemen van Venlo en Roermonde, met zyn Leger, bege- ven naar Henegouwen, om la Chapelle te ont- zetten. Doch de Plaats was, voor zyne aan- komst , reeds opgegeven. De beide Legers bleeven, federt, leggen, zonder iet meer té verrigten. La Valette, Landrechies en la Cha- pelle wel bezet hebbende, keerde, met 'sKo- nings heir, in 't najaar, naar Frankryk. Mau- beuge, eene Stad van kleine aangelegenheid, werdt verlaaten (£)* De Luitenant - Admiraai Füips van Dorp, be Lüi-
deezen Zomer , met 's Lands Vloote, op de ?"*""' Vlaamfche kusten gekruist hebbende (^), was, ^1'™1 omtrent het begin van Wynmaand, met de van zyn meeste fchepen, by gebrek van mohdbehoef- Arapt ten, in de zeegaten ingevallen. Doch alzo hy v«1m- zulks zonder last gedaan hadt, werdt het hem tcn' kwalyk genomen, in den Haage. Ook was hy, gelyk de meeste Bevelhebbers ter zee, ten deezen tyde, in de ongunst van 't volk geraakt. Zyne Hoogheid fchynt hem , iusgelyks, niet genegen geweest te zyn. Immers hy werdt, niet'
(e) AlTZEMA II bul, hl. 467.
(_p) Memoir. de Freder. Henri p. 210-220. Aitzema II. Dut,
II. 456-466. (q ) Rcfol. IIoII. 24 Maart 4, 25 /Ipril 1637. il. 50, 63, f$t
XI. Deel. R
|
||||
258 VADERLANDSCHE XLIII.Boek.
1637. niet lang na zyne komst in den Haage , ver-
laaten van zyn ampt, welk toen, door den Prin- |
||||||
Mtiarten fe , op aanpryzing der Staaten van Holland,
zoon""" aan ^en Vice-Admiraal, Maarten Harpertszoon Tromp Tromp, opgedraagen werdt f>). 't Beveiligen wordt der kusten was hoognoodig, ten deezen tyde. Luke- De Duinkerkers namen geduurig de Haring- mlcaa^d* en Vischfchepen weg. Maaslandsfluis alleen verloor 'ér tien in dit jaar, en men rekende uit, dat dit Dorp, federt het jaar 1631, meer dan tweehonderd fchepen , ieder , met de uitrus- ting, vyfduizend guldens waardig, was kwyt geraakt (j). VIII. Sedert het fluiten der Vrede tusfchen Span- Om:e- je en Groot-Britanje, in den jaare 1630, was noesen de vriendfchap tusfchen Karel den I. en dee- tusichen zen gtaac merkelyk verkoeld. De naauwe ver- Britanje bindtenisfen, in de jaaren 1634 en 1635, met en dee- Frankryk aangegaan , ftaken de Engelfchen, zsnStaat. insgelyks, in den krop. De Koning nam 'er zelfs gelegenheid uit, om zynen onderdaanen een Schipgeld op te leggen, waaruit, zo hy voorgaf, eene Vloot zou onderhouden wor- den , om de Engelfche kusten te dekken tegen 't gevaar, welk haar, door her Verbond tus- fchen Frankryk en deezen Staat, gedreigd Gefcliil werdt (V). Daarbenevens, verllondt hy, dat over de 'er eene Vloot vereischt werdt, om de heer- heer- fchappy over de zeeën, die Groot-Britanje om- fchappy jjuggQ. te verdedigen, 't Gefchil over deeze heerfchappy, die de Engelfchen Koningen zig plag-
(r)Refol. Holl. I, 5, 7, 9, ir>, 17 Oiïo'i. ity, tl. 178,
183, 184, 18«, 192» 10*. Aitzema II. Ikcl, tl, 483, 484. (j) AiTZüMA U. Ded, tl. 485. (f) Uapin Tom. VU. p. 44;', 452. |
||||||
XLIII.Boek. HISTORIE. 259
plagten toe te fchryven, was, onlangs, weder- KJ37,
om leevendig geworden. Joannes Seldcnus, een ------
Engelsehtnan, hadt het regt zyns Konings voor-
gedaan, in een Boek, Mare claufum, of ge floa- ten' Zee genoemd, in 't jaar 1635 uitgekomen, en gerigt tegen een werk van Hugo de Groot, welk, reeds veele jaaren, onder den naam van Mare liberum, oïvryeZee, het licht gezien hadt. Seldenus Boek maakte zo veel gerugts, dat 'er de Staaten van Holland kennis van namen. Ook vereerden zy den Advokaat, Dirk Graswin- kel, die 'er eene wederlegging op fchreef, met een jaargeld van vyf honderd guldens, ter tyd toe , dat zy gelegenheid zouden vinden, om hem te bevorderen («). 't Regt der Opperheer- fchappye over de Zee werdt, midlerwyl, fterk gedreeven in Engeland. Het Huis der Ge- meenten hadt, al van 't jaar 162» af, geklaagd, dat men dit regt zo goed als verloor en hadt, door het verwaarloozen der zeernagt des Ko- ningkryks (v). De Koning dan, om te doen zien, dat hy zig in dit regt wilde handhaaven, hadt, in Bloeimaand des jaars 1636, de vis- fchery op de Engelfche, Schotfche en Ierfche kusten verbooden, en te gelyk verklaard, dat hy eene Vloot dagt uit te rusten, om hun, die, zyns ondanks , de gemelde kusten bevisichen wilden, zulks te beletten; en om de visfchery zyner vrienden en bondgenooten te befcher- men (V). De Hollanders en Zeeuwen, onaan- gezien dit verbod, op de kusten van Groot- Bri-
'■-■■**.
(«) Refol. Hol!. 2t en 22 ütc, 1635. bl. 234. 18 Jan. 7. A-
prit lrtßy. H. 3 , 83. (v) IUpin Tom. VII. ƒ>. 3S7.
(dÓ IUpin Tont. VII. *. 45s. R 2.
|
|||||
*
|
|||||
2Öo VADERLANDSCHE XLIII.Bóer,
1037. Britanje visfchende, werden, door de Engel-
—— fche Vloote, aangetast, en genoodzaakt, der- tigduizend guldens te betaalen voor de vrye Visfchery, in het tegenwoordig getyde. Ee- nige Engelfche Grooten hadden, twee jaaren te vooren, de Haringvisfchery ter hand geno- men; doch alzo zy 'er niet dan fchade by had- den , verdroot hun die handel haast (pc). An- deren Koopvaardyfchepen der Ingezetenen van deezen Staat, by ongeluk in Engelfche Havens vervallende , werden ongewoone reg- ten afgevorderd (y). De Staaten, niet onbe- wust van het fmeulend misnoegen aan 't En- gelfche Hof, hadden , in de Lente des jaars 1636, Kornetts van Beveren, Heer van Stre- velshoek , naar Engeland (z) gezonden, om 'sKonings gunst te herwinnen en een nieuw Verbond met hem te fluiten (jï). Naderhand, kreeg hy last, om ook over \ iluk der Haring- visfcherye te handelen (b~). Doch deeze bezen- ding was vrugteloos. Men hadt, aan 't Engel- fche Hof, te groot een' argwaan opgevat, over 't Verbond met Frankryk, en over de verdee- ling der Nederlanden, by het zelve beraamd. De Graaf van Ar ondel, ten zelfden tyde, her- waards gezonden, om de zaaken van de Palts te vorderen, bragt, in zyne aanfpraak, te pas, dat de Koning, zyn meester, eene Vloot uit- gerust hadt, om zyn regt over de vier zeeën te hand-
f *) Reib!. Holl. 15 Sept. 1/534. bl. R8.
(y) Reib!. HoU. 19 Sept. 4 Ott. 1636. hl. iRy, 203. Attzr-
ma II. Deel, bl. 163, 164, 305-307, 401,402. Rapin Tom. VII. p. 455* fzj Refol. Holl. ay Jan. 6 Maart 1^36. hl. 8, 45.
C« ) Zie zyne Inflruflie by Aitzhua II. Deel, H. 307.
(*) Uefyl. Holl. 6 'jfuuy 17 §c£t, lójC bl, 13a, 216.
|
||||
XLHI.BoEK. HISTORIE. &6t
handhaaven. Doch de Staaten van Holland, 1637.
bedugt, dat men het zwygen op zulk eene aan- bedienden zig van de gelegenheid , om den Gezant, naderhand , te kennen te geeven, ,, dat Koning Jakob ook, voorheen, van zulk M een regt gewaagd hadt; doch dat men niet „ waanen moest, dat Holland het zelve erken- ,5 nen zou." Joachimi ook, herwaards gekeerd , om verflag van den ftaat der zaaken in Enge- land te doen (i), gaf genoeg te verftaan, dat men het voorneemen des Konings , om zig meester te maaken van de visfchery, met magt, zou moeten te keer gaan. Des zondt men, te- pen 't najaar, eenige Oorlogsfchepen naar de Engelfche kusten, tot beveiliging der visfche- rye (V). Karel de I. liet niet na, het Schipgeld en een Ton- en Bakengeld te doen heffen van onderzaaten en vreemden; doch hy verwekte, hierdoor, groot misnoegen onder zyn volk, welk, in 't gemeen, verftondt, dat de Koning, buiten bewilliging van 't Parlement, geene nieuwe lasten opleggen mögt. Hy moest dan, om 't volk eenig genoegen te geeven, wel veel gerugts maaken van zyne opperfte magt over de Britfche zeeën Cf)- 0°k deedt hy,ten dien einde, in 't jaar 1637, teWoolwich, een kost- baar Oorlogsfchip timmeren , welk de Souve- rain genoemd werdt (g). Doch de onlusten tus-
(c} Refol. tlnll. a\ Ajir'ü 163(5. U. 102.
(rfj Rcfol. Hol!. 14 //pril 12 Jutiy 22, 25t 27 Nov. 163(1« hl. 102, 13S, 139, 228, 229, 232. ( e j Aitzema l!. heel* */. 310, 311, 408. CÓ Refill. Holt. 24 Maart 1637. hl. 49. \fi /IrrzEMA II. l)'elt il. 419, 49a. &3
|
||||
aÖ2 VADERLANDSCHE XLIH.Bokk.
|
|||||
1637. tusfchen hem en 't volk, federt, toeneemen-
------- de, vondt hy zig niet in (laat, om zyn voor- gewend regt, behoorlyk, te verdedigen. Duitfche De Duitfche kryg was, dit jaar, flaauwlyk Kryas- gevoerd. Banier werdt genoodzaakt te wyken za aken. van ^y forgau , daar hy zig nedergeflaagen hadt. De Keizerfchen maakten zig , federt, meester van Voor- Pomeren. De Zweedfche gezant Spiering hieldt vlerk aan, om onder- ftand by deezen Staat. Ook verwierf hy nu en dan iets; doch weinig (Ä). De deerlyke Hon- gersnood, die in de Palts geleeden werdt, drong veele verarmde Opgezetenen , om herwaards af te zakken. De fterkften werden gebruikt in Dood des het beleg van Breda (i). De Keizer Ferdinand Keizers. ^ [j_ was ^ 0p ^en Vyfentwintigften van Sprok- kelmaand deezes jaars, overleeden, en opge- volgd door zynen Zoon, Ferdinand den III., die, kort te vooren, tot Roomsch-Koning ver- heeven was. IX. Tusfchen de algemeene Staaten en de Staa- Twist ten van Holland, was, ten deezen tyde, ge- l" rche" fchil ontltaan , wegens het Regtsgcbied over ineene6 Psrf>onen, in eed of dienst zynde van hunne Staaten Hoog - Mogendheden; by gelegenheid, dat ee- cn de rjige Raaden ter Admiraliteit, te Amfterdam, Staaten jjj perfoon, gedagvaard waren voor het geregt land.over deezer Stad , en geweigerd hadden aldaar te A'lm'ira- verfchynen. De algemeene Staaten verfton- üteits den, dat de Raaden ter Admiraliteit aan nie- zaaken. mant dan aan hun verantwoording fchuldig waren, en verklaarden ze vry van misdaad. Die van
CA) Refol. HoII. 17 Mr. 1638, il. 12. Aitzema II, Dtcl,
11. V», Cf) Aitzema II. Peel, il. 503, 503,
|
|||||
XLIII.Boek. HISTORIE. 263
van Holland verdedigden, daarentegen , 't 167,7.
Geregt van Amfterdam. En Zeeland ftemde -------
met Holland (k). Doch alle de andere Gewes-
ten vielen hun tegen. Men befloot de zaak te verblyven aan zyne Hoogheid. Doch Holland toonde hiertoe kleine genegenheid (/). Ook weet ik niet, dat 'er, ten deezen tyde, eenige uitfpraak op gedaan werdt. Zie hier, onder- tusfchen , waaruit het gefchil ontftaan was. Men was, thans, in Holland, gebeeten op de Admiraliteit, ter oorzaake van het verpagten van het vierde deel der * gelei- en verlofgel- * Onveo- den, welk, federt eenige jaaren, ingevoerd (tn), Hn. e" en Holland, en vooral Amfterdam zeer tegen tccn en' de borst was: gelyk 'er ook de meeste Leden van Zeeland klein behaagen in fchiepen («). Drie Raaden ter Admiraliteit, in Zomermaand, deeze Verpagting, te Amfterdam, hebbende tragten te doen, waren 'er, geregtelyk, in be- let. De twist, hierover gereezen, was van ge- volg. In 't begin des jaars 1639, deeden de al- gemeene Staaten eene bezending aan de Vroed- Ichap van Amfterdam, voornaamlyk ftrekken- de, om de Stad te doen bewilligen, in het we- derom opregten van een opperst Kollegie ter Admiraliteit, volgens eén' voorflag , onlangs gedaan door zyne Hoogheid. Voorts, zogt men de Stad ook over te haaien, om de Ver- pagting van het geheele middel der gelei en verlofgelden en het opregten eener Maatfchap- pye
(*") Notul. Zeel. id , 3° OSoh. i Nov. 163;. hU aiti, »3*.
CO AlTZF.MA II. fitcl, U. <sttf-490.
O'ij AiTzF.MA ir. Deel, hl. 413, 505, 553.
C'O Notul. Zeel. 2'j july 1638.'«. 163. |
|||||
R 4
|
|||||
atf4 VADERLANDSCHE XLIII.Boek.
|
|||||
t63?. pye van * Verzekering toe te ftaan. De Vroed-
------- fchap nam deeze bezending kwalyk, en hieldt
* Atftt- ze niet wel overeen te komen met de oude ge-
rantte. woontef \ Was, naamlyk, zeldzaam gezien, dat eene byzondere Stad , van vvege de alge- meene Staaten , bezonden werdt. Ook bragt men 't antwoord op den voorflag hunner Hoog- Mogendheden ter Vergaderinge van Holland in. Men meent, dat die van Amfterdam vrees- den, dat de Prins zig, doormiddel van de al- gemeene Staaten, te veel gezags zogt te ver- krygen , over de byzondere Gewesten. Im- mers , men bewilligde niet in den voorflag. De Prins, die gemaatigd van aart was , liet ook na, dien fterk te dryven. Nogtans is 't niet onwaarfchynlyk, dat, uit dit gefchil, het ongenoegen tusfchen zyne Hoogheid en die van Amfterdam ontftaan is, waarvan men, in laater' tyd , en zelfs na 's Prinfen dood , ge- vaarlyke gevolgen gezien heeft. De Westin- difche Maatfchappy lag ook met de Admirali- teit overhoop , wegens bet regt over de bui- ten, op zee veroverd. En naardemaal zy, zo wel als Amfterdam, gedraagen werdt, door de Staaten van Holland; ftyfde dit byzonder ge- fchil het gemeen misnoegen onder de Gewes- ten (o). Wind« Omtrent deezen tyd, werdt, in Holland, en bundel in byzonderlyk, in de Steden Haarlem, Leiden, !n°H^[n Amfterdam, Alkmaar, Hoorn en Enkhuizen, land. fterke windhandel gedreeven in bloemen, met naame in tulpen. Klein en groot hielde zjg met deezen handel op. De prys der tulpen werdt, door
(?) Aitzema II. Titel, II 489, 504, 505, 593-<5c2.
|
|||||
XLIII.BoEK. HISTORIE. 265
door de ftreeken fommiger handelaaren , ge- i^7.
weldig hoog opgejaagd. Men befteedde, voor-----—
eene bloem van tien aazen, eerst vyfennegen-
tig, daarna negenhonderd guldens: een pond geele kroonen werdt, eerst om twintig of vier- entwintig, en eene maand laater, om meer dan twaalfhonderd guldens, verkogt. Doch hier- - op volgde, in de Lente deezes jaars, zulk eene geweldige daaling, dat veelen buiten ftaat ge- raakten , om de bloemen, welken zy in voor- koop befproken hadden, te ontvangen. Hier- uit reezen regtsgedingen, in de byzondere Ste- den, die zig vervoegden aan de Vergadering der Staaten ; alwaar men kleine genegenheid toonde, om op zulk eenen ydelen handel regt te laaten doen (/>). Sedert, verviel de lust om tulpen te koopen, t'eenemaal. Ook waren de meeste handelaars luiden geweest van klein vermogen, die, door hoop op winst bekoord, hun gewoonlyk beroep verlaaten hadden, om, zonder geld'van belang aan te leggen, fpoedig ryk te worden: 't welk zo ver ging, dat 'er, in zekere Stad van Holland, wel voor tien mil- Jioenen guldens aan bloemen zouden verhan- deld zyn (#). Menhadt, ter Staatsvergaderinge van Holland, reeds in overleg genomen, om eenen Impost te leggen op de bloemen. Doch de fchielyke daaling deezer koopmanfchap maakte, dat men 't uit den zin ftelde (r). De Koning van Frankryk zondt, in de plaats X.
van Charnacé, den Markgraaf d'Estampcs,m VerdraS Slagt Frnr,k-
O") Zie Grnot-P!«ka.ith. Fl, Peel, kol. asfa. _vu
Cf) Rcgilt. van de pryzen der üloeinen, getlr. 1637« Aitzb- J
MA II. iJeel, hl. «i.03, f,04. (rj ju-:.,i. höh. f, <!% 1637. w. 34,
11 5 |
||||
z66 VADERLANDSCHE XLIII.Boek.
t<6%7. Slagtmaand, herwaards , om het jaarlyksch
-------Verdrag wegens den aanftaanden veldtogt te
fluiten. Dit gefchiedde, op den zeventienden
van Wintermaand. De Koning verbondt zig, om de Staaten, in 't volgende jaar, met twaalf- honderdduizend guldens , te zullen ondersteu- nen : waartegen de Staaten beloofden , een magtig Leger in 't veld te zullen brengen, om iet van gewigt te onderneemen, waarvan egter 't geheim alleenlyk aan den Prinfe van Oranje, en aan iemant, van 's Konings zyde hiertoe te benoemen, vertrouwd zou worden (f). Ten zelfden tyde, was Godefroi, Graaf van Estra- des , door den Kardinaal de Richelieu , naar Engeland gezonden, om Karel den I. te bewee- gen, dat hy de Spaanfchen met geene fchepen wilde byftaan, in geval zyne Majefteit van Frankryk en de Vereenigde Staaten iets mog- ten onderneemen, in Vlaanderen (V). Doch Ka- rel weigerde rondelyk zig hiertoe te verbinden («). En dit was de reden, waarom men weder- om van den togt naar Duinkerken moest afzien. Raad- D'Eftrades, uit Engeland herwaards over- piecgin- gefteken , beraamde, op 's Konings last, met gen op zvne Hoogheid, den Prinfe van Oranje, de üaanden" beweegingen van den aanftaanden veldtogt. veldtogt. Men kwam, al vroeg in 't volgend voorjaar, i63». overeenj dat het Franfche Leger, onder den ——— Maarfchalk van Chatillon, Kameryk, Namen, Grevelingen of S. Omer zou aantasten : terwyl de Prins, met de Krygsmagt der Staaten, Ant-
Cs~) Zie AtTZEBiA II. Heel, il. 455, 491.
CO Jiiftruft. da»* le' Leur. Ju Comte n'EsTRABRS Tam, I. p. i.' (aj Leur. tiu Couite n'Iisi'RAn. Turn. I. p. ia. |
||||
XLlII.BoEK. HISTORIE. 267
|
|||||
Antwerpen , of Hulst, of Damme belegeren ttfjtt.
zou (V). De Koning beloofde, kort hierna, S. beleg voor Antwerpen flaan zou (V). Ook maakte zyne Hoogheid , van toen af, toe- bereidlels, tot het beleg van Antwerpen (V). De Kardinaal Infant, vermoedende, waar
men 't, van de Franfche en Staatfche zyde, op gemunt hadt, zondt Prins Thomas naar Duin- kerken en Graaf Jan van Nasfau naar Kameryk. Hy zelf bleef te Brusfel, om van daar het oog op alles te houden, zendende des Fontaines en Sfondrato, met eenig voet- en paardenvolk, af, om zig omtrent Lier neder te liaan. De Mark- graaf van Lede hieldt zig te Roermonde. Elk hadt bevel, zig vaardig te houden, om te trek- ken , daar 't de nood vereifchen zou. De Markgraaf van CMtillon kwam, in Bloei- De Pan-
maand, met het Franfche Leger, voor S. O- fch;nbe- mer. De bezetting deezer Stad werdt, eer zy leger°" beflooten kon worden, door Prinfe Thomas, met duizend man verfterkt. De Prins van Oranje, het Leger der Staaten Onder-
hebbende doen verzamelen omtrent de Voor- p0ejf,?f nerfchans, gaf bevel, om, van daar,tefchepe, Hreenrj|c af te zakken naar de Zeeuwfche Stroomen (y). voor-" In de Franfche Gedenkfchrifteir zyner Krygs hadr, bedryven , die , naar alle waarfchynlykheid , **"l5t»te onder zyn oog, opgefteld, en, naderhand, door re°negeJf hem zelven , nagezien zyn, wordt verhaald, Amwer- dat hy van zins was, Hulst aan te tasten; doch pen. dat
Cv) Mptnoir, tle Fred'.r. Henri p. S2i.
(.wl DEsTRAt». Tom I. p. 13.
(x j D'E.iTkaii. Tom. I, p. ai.
(y) Akiiwiir. iiu Frolcr. Henri p. 221 22s.
|
|||||
»68 VADERLANDSCHE XLIII. Boek;
|
|||||
i(538. dat de Gemagtigden der Staaten hem bewoo-
■i gen , tot eene onderneeming op Antwerpen (z). Maar d'Eftrades gewaagt van een gefprek met den Prinfe, welk, in verfcheiden' opzig- ten, merkwaardig is, en onder anderen ook, indien men 'tgelooven mag, 's Prinfen gezind- heid tot het beleg van Antwerpen, klaarlyk, Oorzaak bewyst. Richelieu hadt aan d'Eftrades ge- van 's fchreeven (a), hoe hem, uit Amfterdam, be- nieuw" "St was' ^ac ^e Spanjaards, aldaar, driehon- misnoe- derdduizend ponden buskruids hadden doen gen op koopen; die, door beleid van eenen Koopman die vnn en Agent des Konings van Deenemarke, Mar- j^L cellus [oïMarceüs] genoemd, naar Antwerpen, ftonden gezonden te worden. D'Eftrades, den Prinfe hiervan verwittigd hebbende, ver- ftondt „ dat 'er zyne Hoogheid reeds kennis „van hadt, en den Wethouderen vanAmfter- „ dam hadt aangefchreeven, dat zy den Koop- „man moesten aanhouden, en te regt ftellen." Doch den volgenden dag, wederom ontboo- den zynde by den Prinfe, zou, naar zynjver- haal, zyne Hoogheid, in toorn ontfteken, en- den hoed op de tafel werpende, gezeid hebben , „dat die van Amfterdam eenen uit de Wet- „ houderfchap aan hem afgezonden hadden , „met berigt, dat zy, Marcelis ontbooden en „ gehoord hebbende, hadden verftaan, dat hy „ geene kennis hadt van 't gene men uit hem n weeten wilde ; dat hy Agent van den Ko- w ning van Deenemarke was, wegens den han- „ del op de Oostzee: wilde men dien af bree- „keni
f z") Metnoir. de Freder. Henri p. 221, 2*3.
(<Ó D'ESTiiAii. Tam. I. p. a.6. |
|||||
XLIILBoek. HISTORIE. sty
„ken; men hadt zig flegts te verklaaren, en .
„ hy zou, terftond , de reis aanneemen naar 1638. „ Deenemarke. Hy erkende egter , tiendui- n zend Ryksdaalers geleend te hebben aan ze- „ keren Byland; doch hy betuigde niet te wee- -»ten, wat gebruik deeze van dit geld gemaakt, »en of hy 'er, gelyk men zeide, buskruid en „geweer voor gekogt hadt, 't welk in zekere „ vier fluiten gelaaden was. Voorts, hadt „men Byland zelv' gevat en ondervraagd, „die geantwoord hadt, dat de burgers van w Amfterdam regt hadden , om alomme han- „del te dry ven; dat hy honderd Koopluiden „noemen kon, die de Antwerpenaars bedien- j, den; dat hy 't ook deedt; dat de Koophan- del niet moest belemmerd worden, en dat „ hy, zo men, om winst te doen, door de Hel „ vaaren moest, het verbranden zyner zeilen „ in de waagfchaal ftellen zou. Op zulk eene „ verdediging , was Byland onfchuldig geoor- „ deeld , en ontflaagen." D'Eftrades voegt hierby „ dat de Prins zeer misnoegd was, over „ 't gedrag van Amfterdam, en den Luitenant- „ Admiraal Tromp, terftond, last gaf, om de „vier fluiten, in Texel, aan te houden, en „niet dan op zyn bevel te ontdaan. Gy ziet, zou hy wyders, tegen d'Eftrades, gezeid heb- ben „hoe veel gedulds men oefeneu moet, met w deeze plompaarts van Koopluiden. Ik hebgee- 0,11e groot er vyanden dan de Stad Amfterdam; Pi maar kryg ik Antwerpen eens; ik zal haar zo 0 laag vernederen; dat zy zig nimmer wederom fj zal können opbeuren (£)." Uit dit Verhaal, ge- fchree-
|
|||||
(i) D'Fstiud. T*m. I. f. 27*29.
|
|||||
a7o VADERLANDSCHE XLIII.Boek.
1Ä38. fchreeven, terwyl zyne Hoogheid, voor Dor-
——— drecht, zeilreede lag, naar Kallo, fchynt men te mogen opmaaken, dat de Prins zynen zin gezet hadt, op 't bemagtigen van Antwerpen, 't Gebeurde met Marcelis en Byland voor de Wethouderfchap van Amfterdam is opgefierd met eenige onwaarfchynlyke omftandigheden: waarom het verhaal daarvan my, in allen dec- le, niet geloofwaardig voorkomt. Zo veel is 'er van, dat het, in deeze Stad, niet ontbrak aan Koopluiden, die den vyand, tegen 's Lands Plakaaten, voorzagen van Krygsbehoeften (V), welken op Antwerpen gefcheept werden. Doch of zulks, door de Wethouderfchap, onder oog- luiking, gedoogd werdt, om dat men voor ver- mindering des Koophandels bedugtwas, wan- neer Antwerpen gewonnen zou zyn, 't welk men, door het voorzien deezer Stad, zou heb- ben willen voorkomen, zou ik niet durven ver- zekeren. Xl# De togt naar Antwerpen werdt, midlerwyl, Onder- ondernomen. De Veldmaarfchalk, Graaf Wil- neeming lem van Nasfau, kreeg last, om, met zesdui- op Ant- zencj mani fcheep te gaan, zig naar Bergen op werpen, ^oom, en voorts naar Lief kenshoek te begee- ven, en van daar, over 't Land van den Doel, naar den dyk van Kallo, daar hy post vatten moest. De Prins zou, ten zelfden tyde, met het gantfche Leger, naar Bergen op Zoom ko- men , van waar hy den weg te lande naar Ant- werpen neemen zou, zo dra hem berigt werdt, dat Graaf Willem zig van den dyk. en van nog
C c ) Zte Aitzfma II. Deeli tU 596.
|
|||||
(
|
|||||
XLIILBoEK. HISTORIE. 071
|
|||||||
nog eene of twee Plaatfen , digter aan Ant- 1638.
werpen, verzekerd hadt (d). |
|||||||
Op den negenden van Zomermaand, ver- De Veid-
trok Graaf Willem , van de Voornerfchans, ™f>r- te fchepe, naar Bergen op Zoom, daar de Prins ^j? hem nog vondt, op den dertienden. Hy begaf Willem zig toen, van daar, naar Lief kenshoek, van- vat pose waar hy 't volk over de ondiepten voerde, va* le Kaïlo. den Doel af, tot aan den dyk van Kallo, waar zy, nat en vermoeid, aankwamen, zonder te- genftand ontmoet te hebben. De Reduit Sta- broek werdt, terftond hierna , overweldigd: ook de Schans Kallo, die, zo wel als Stabroek, door Graave Willem, verfterkt werdt. De Prins hadt hem, te vooren, gelast, na 't be- magtigen van Kallo, verder voort te trekken, en ßlokkersdyk en Burgt in te neemen. Doch hy hieldt zig in en omtrent Kallo , op zeker vermoeden, dat de vyand, in grooten getale, in 't Land van Waas, byeentrok. De Prins was hierom genoodzaakt, te Noordgeest en te . Wouw te blyven leggen. Graaf Willem zondt,
midlerwyl, naar 't Leger, om volk en krygs- behoeften. Doch dit kon hem zo fpoedig niet toegefchikt worden, als hy gehoopt hadt. De Markgraaf van Lede was, ondertusfehen, aan drie oorden, aangevallen op de verfchanfingen .:...» van Graave Willem, die hem wakkerlyk hadt afgeflaagen. De onderftand, dien hy verzogt Hywykt, hadt, was nu op weg, toen hy, berigt gekree- jnwmior- gen hebbende, dat de vyand hem, den volgen- j£*te den nagt, eenen geweldigen aanval bereidde, zyne verfchanfingen, op 't onvoorzienst, ver- liet, C«0 Mcinoir. de FreUer. Henri p. 223-245.
|
|||||||
a7* VADERLANDSCHE XLIII.Boek.
«638. liet, en naar Liefkenshoek week. De aftogt
-------- gefchiedde, in groote wanorde. Ook floegen
de Spaanfchen Graave Willem wel tweedui-
zend man af, en onder dcezen, zyn' eenigen Zoon , Maurits, een' jongeling van groote hoop. Al 't gefchut bleef in den loop, en zo veele vaartuigen, dat den eigenaaren der zel- ven, daarna, tot boetinge hunner fchade, door . de Staaten van Zeeland , negenenveertigdui- zendvyfhonderd guldens werden toegelegd (et). En 't gene fpytigst was, men vernam, fe- dert , dat de berigten, die deezen fchielyken aftogt of vlugt, gelyk de Prins dien noemde, veroorzaakt hadden , louter verzierd geweest waren, om den onzen fchrik aantejaagen. Ook werdt men onderrigt, dat de vyand, omtrent Kallo, niet boven agtduizend man byeen ge- had hadt: doch dat Picolomini, met de Kei- zerfchen , op last van den Kardinaal Infant, De togt tot by Lier genaderd was. De Prins van O- op Ant- ranje, zyne onderneeming op Antwerpen t'ee- werpen nemaal verydeld ziende , vondt geraaden, by Oaakb "Bergen °P Zoom, op gunftiger gelegenheid te blyven wagten (ƒ).
S.Oraer Picolomini bleef niet lang omtrent Lier;
vèriaa. maar voegde zig, eerlang, by 't Leger onder
ten. Prinfe Thomas. De famengevoegde troepen
noodzaakten Chätillon tot het verlaaten van S.
Omer, welk meer dan zes weeken belegerd
, geweest was.
Des nagts na den vyfden van Hooimaand,
over-
(>) Norul. Zeel. 9 Jlec 163S. hl. 250.
(ƒ) Memoir. de Frcrter. Henri /(.225-230. Aitzpma H. htil-,
M' 535» *,$<<• HooFTS Brieven N. 587, 5«». bU 438, 439. |
||||
XLIÏI.Boer. HISTORIE. «73
overviel Sfondrato. de Staatfche Ruitery te ißjä*
Wouw; doch hy werdt, door de wakkerheid • lies, terug te wyken Q). . De Prins, na 't gebeurde by Kallo, geraaden J^fff; gevonden hebbende , het Leger met eenige trek" manfchap uit de bezettingen te verfterken, voor hadt dertig vendelen voetvolks verzameld, te Geld«*i Gorinchem, die hy, federt, hooger opzondt* om, nevens de troepen onder Graave Henrik, zig omtrent Gelder neder te flaan. De Fran- fche Gezant hadt, hiertoe, ernftelyk geraaden * en beloofd j dat de Koning zyn meester * mid* lerwyl, ook eene Stad van belang zou aantas- ten , om de vyandlyke'Legers af te houden van Gelder. De Prins brak zelf op met het Le- ger van omtrent Bergen op Zoom, trekkende * voorby 's Hertogenbosch tot aan Ysfum, al^ waar hy vernam, dat Graaf Henrik zig reeds te Pont hadt nedergeflaagen* Doch hier ont- dekten zig verfcheiden' zwaarigheden , in 't voorgenomen beleg van Gelder. De Stad was fterk bezet, en omringd van moerajfen, die« in het tegenwoordig jaargetyde, het naderen" der Stad fchier onmooglyk maakten. De Kar- dinaal Infant en eenige Keizerlyke troepen on* der Lamboi waren in aantogt. Al dit bewoog den Prins tot het befluit om het beleg te ftaa- ken. Doch, in zyne Gedenkfchriften* wordt verhaald, dat de Gemagtigden der Staaten, oordeelende het onverantwoordelyk, dat 'ef niets verrigt werdt met het Leger, hem dee- den veranderen van befluit» Mea floeg zig däft XS) Aitzema II. Detl, ht. 531?.
XI. De Et. $
|
|||||
n
|
|||||
274 VADERLANDSCHE XLIH.Boek.
1S38. neder voor de Stad. Graaf Henrik werdt ont-
-------booden van Pont, om zig, nevens den Prinfe,
te komen legeren. Doeh zyn gefchut bleef in
den kleigrond zitten, en viel den Kardinaal In- fant, die, midlerwyl, by Venlo, over de Maa- , ze gekomen was , ongelukkiglyk, in handen. In het gevegt, welk, by deeze gelegenheid, voorviel, werden Don Emmanuel van Portu- gal en Graaf Frits van Nasfau, Ritmeesters on- der de Staatfche benden, gekwetst en gevan- gen genomen. Het vyandlyk Leger fioeg zig, hierna, neder aan de andere zyde van Gelder, wordende dus, door de Stad en door het water de Niers, van het Leger der Staaten afgefchei- Hy ver- den. Vyf of zes dagen, bleef men in deezen laat de ftaat, waarna, in 't Leger der Staaten, befloo- Stad* ten werdt, op te breeken van voor Gelder, en naar den kant van Rynberk te trekken: 't welk gefchiedde, zonder dat de vyand eens onder- nam , de agterhoede der onzen te vervolgen. Den Kardinaal Infant, daarna, wederom over de Maaze getoogen zynde, en zig, langs dee- zen ftroom, hebbende nedergeflaagen, brak de Prins ook op van by Rynberk, en legerde zig by Graave. ïerwyl de beide Legers hier lagen, vielen 'er, van tyd tottyd, fchutgevegtenvoor, De Le- tusfchen de wederzydfche Ruiterye. De Kardi- gers naai Infant brak eerst op, en leide zyn volk, tys- fcheiden. fc[jen Roermonde en Stevenswaard, in de Win- terkwartieren , nadat zyne Ruitery het Slot Ker- pen by Keulen bemagtigd hadt. Het Leger der Staaten betrok de Winterkwartieren, omtrent het midden van Wyn maand (K). Zo-
(ä) Memoir. ile Freder. Henri *. 231-348. Aitzema II«
|
||||
XLln.BoEK. HISTORIE. 675
Zodanig was de uitflag van den veldtogt in |<jjj,
de Nederlanden: waarin beide de Franfche en hadden. De Franfchen bemagtigden egter, in Krygsbe* Herfstmaand , Chatelet. Doch omtrent den- dr?ven' zelfden tyd, dreef hen een fchielyke fchrik tot het opbreeken van 't beleg van Fontarabie in Biskaje, voor welke Stad, de la Force omtrent drie maanden gelegen hadt. Da Aartsbisfchop van Bourdeaux hadt, daarentegen, veertien Spaanfche fchepen genomen, of vernield (*)• Ook waren de Zweedfche wapenen, gelukkige lyk, gevoerd in Duitschland. Banier dreef Gal- las uit Voor-Pomeren, en Hertog Bernard floeg de Keizerfchen, onder Joan Gortz, by Brifak, waarna hy zig meester maakte van deeze Ves- ting. De Paltsgraaf, Karel Lodewyk, die zig, dit jaar, ook wederom begon te beweegen* werdt, door de Keizerfchen, gejaagd uit Mep- pen in Munfterland, waarvan hy de Heerlyk- heid, kort te vooren, door aankoop, verkree- gen hadt. Sedert, legerde hy zig in het Kleef- fche (£). De Spaanfchen hadden, in dit jaar, eenen Aanflag
aanflag gefmeed om Maastricht te venasfen. op Maai« Zy hielden heimelyk verftand met eenige in- tricht* gezetenen, en men was overeengekomen, dat zekere Brouwer, wiens huis aan de Vesten ftondt, eenen heimelyken doorgang in het zei* ve , voor de Spaanfche foldaaten, zou doen maa-
O') Memoir. de Freder. Henri p, 046. Aitzema II. Deelt
(*) Metnoir. de Freder. Henri p. 231?. PuPFKNDDtüf Zweed-*
fche Hill. H, ?w, AiTZKMA Ilt Deel, il. 530, gjl, j$3» 569> 58Ö. |
||||
n?6 VADERLANDSCHE XLIII.Bokk:
KJ38. maaken. Doch de toeleg werdt, bytyds, ont-
-------dekt. Eenige Geestelyken, aan welken het voor- genomen verraad, in de Biegt, beleeden was, verzuimd hebbende, het zelve aan te brengen, werden, deswege, met de dood geftraft (ƒ). XII> In Slagtmaand, viel 'er een zeegevegt voor, Zeegfr tusfchen zeventien Duinkerker- en vyl'tien vegt. Staatfche Oorlogsfchepen. De vyand was van zins , den onzen de Haringvisfchery te belet- ten. Doch deeze ontmoeting noodzaakte hem, te rug te keeren. Nogtans waren de Staatfche fchepen, in deeze gelegenheid, en vooral door een' ftorm, die 'er op volgde, ook derwyzege- havend , dat zy binnen loopen moesten , om zig te herftellen («). De Ko- De Koninginne Moeder van Frankryk, ee- ninginne nige jaaren in Brabant hebbende gefleeten, Moeder jcwara ^ jn Oogstmaand deezes jaars , onver- Frankryk wagts, herwaards, onder voorwendfel van de komt in wateren te Spa te willen gaan gebruiken («). Holland. £)e Prinfes van Oranje, haar, te 'sHertogen- bosch, hebbende aangetroffen, verzelde haar, tot in den Haage. Zy bezogt, federt, de voor- naamfte Hollandfche Steden , en werdt, al- omme, maar in 't byzonder te Amfterdam, met veel ftaatfie, ingehaald. Naderhand, wederom, mar den Haage gekeerd, verzogt zy der Staa- ten bemiddeling, tusfchen den Koning, haa- ren Zoon, en haar. Men zondt, hierop, de Knuit naar, Frankryk, om te onderftaan, wat . il<*- men, (O Refbl« Ho"' 2° Sept. 1633. U. 67. AlTOTMA II. Dltl,
U. S7I-S74« Verv. van 't Leev. van de Groot, il. 175. (ot, Mcmoir. de Freder. Henri f. 348. Aitïema & Dut, K' 5M*
C»j Memoir. Je Freilcr. Henri {>, 236.
|
||||
XLI1I. Boek. HISTORIE. 277
|
|||||
men, hierin, by den Kardinaal en by den Ko- h^S.
nïng zelven, zou können uitwerken. Doch hy ■ vernam haast, dat men, ten Hove, nog onge- zind was, om zig met de Koningin -en derzel- ver Spaanschgezinde günitelingen, gelyk men ze noemde, te verzoenen. Zy onderiiondt, fe- dert , of men haar ook in Engeland zou willen ontvangen : en fchoon men haar, van daar, geen gunftig antwoord liet toekomen, vertrok zy egter derwaards. Doch zy bleef 'er niet zeer lang. Eindelyk begaf zy zig naar Keulen (0)» "ajr uit" daar zy, van elk verlaaten, in groote armoede, wn e* en, volgens fommiger verhaal, in 't Gasthuis, overleeden is, op den derden van Hooimaand des jaars 1642 (p). De Knuit, die, om de zaak der Koninginne XIII.
Moeder, naar Frankryk gezonden was, hadt ^g^"5 geenen last, om lterk aan te houden op den ge Frank- woonlyken jaarlykfehen onderftand. Men ryk. vond dit vreemd aan 't Franfche Hof, en gaf klaarlyk te verlraan, dat men geneigd was, het Verdrag, deswege, in 't voorleeden najaar, gemaakt, te vernieuwen. De Staaten zonden, eindelyk, eene fchriftelyke onderregting op dit ftuk aan de Knuit; doch't liep aan, tot in 1639. Lentemaand des volgenden jaars, eer 't Ver- ——— drag vernieuwd werdt; waarby Frankryk, we- derom , twaalfhonderdduizend guldens aan deezen Staat beloofde (j). Willem van»Lier, Heer van Oosterwvk, der Staaten gewoonly- ke Gezant aan 't Franfche Hof, tekende dit Ver-
CO AnzEMA II. heel, W. mo^i.
f PJ Commbun Fre4rik Henrik 11. Deel, tl. 18. Aitzema IL
J)cel, hl. 851. C j) AiTjäEJM II. Deel, U. 604, 605. s3
|
|||||
»78 VADERLANDSCHE XLIILBoek,
rfi3p. Verdrag, uit hunnen naam. Doch men heeft
!—-— reden om te gelooven, dat de Knuit, die, mid- lerwyl, wederom herwaards gekeerd was, de voornaamfte hand in het zelve gehad hadt (r), Ook fchreef de Groot „ dat de Prins van G- „ranjc, thans, beter dan tevooren, overeen- „kwam met den Kardinaal de Richelieu, die, w voegt hy 'er by,*om deeze eenigheid uit te 5, werken, der Prinfesfe, uit 's Konings naam, „aanzienlyke gefchenken gedaan hadt (*)•" Men kwam, wyders, overeen, dat de weder- zydfche Legers zig, met den aanvang van Bloeimaand, te velde begeeven zouden , om iet van gewigt te onderneemen. Opening De Franfchen, onder den Maarfchalk de la van den Meilleraie , trokken op, omtrent den beftem- De Fc'an- ^en tv(*» ^en we§ ingaande naar S. Omer; doch fciienbe- daarna, veranderende, naar 't fcheen, van ge- legeren dagten , legerde men zig voor Hesdin, eene Hesdin. piaats van klein belang, in Artois. De Prins van Oranje hadt het Leger der Staaten omtrent de Voorneifchans doen verzamelen, vanwaar tóen, bekwaamlyk, of, te fchepe, naar den kant van Vlaanderen, kon afzakken, of, te lande 3 opwaards trekken, om ist op Gelder, Venlo, of andere Plaatfen aan de Maaze te ondernee- mea. Daarentegen was' de Kardinaal Infant, die den Graaf van Fuentes, met agt- of negen- duizend man, onder zig hadt, getrokken naar, de grenzen van Frankryk. De Graaf van Fe- ria hadt zig omtrent Diest nedergeflaagen, en de Markgraaf van Lede hieldt zig in 't Over- kwam (r} Zie Vorv. op '\ Lreven va» »Ie Groot. SA lofi,
tó Zis Veiv. eu 't Lceven v«n de Crapt. «• 20Ö» |
||||
XLIILBoek. HISTORIE. a;p
kwartier van Gelder : van welk Gewest hy . i<säj.
Stadhouder verklaard was, uit den naam des ------»
Konings van Spanje.
De Prins , van de Voornerfchans vertrok- Bewee-
ken met het Leger, met voorneemen om Hulst fingen aan te tasten, kreeg, tot voor Dordrecht af- fcFredrik gezakt zynde, berigt, dat Feuquieres , het bë- Hemik. leg van Diedenhoven ondernomen hebben- de , door Picolomini, geheellyk, geflaagen was : waarop hy, 't beleg van Hulst uit den zin ftellende, belloot te Filippine aan land te Hap- pen , om den vyand naar Vlaanderen te lok- ken, en 't inneemen van Hcsdin te bevorde- ren. Het Leger kwam hier aan, op den zeven- tienden van Zomermaand. De Graaf van Fe- ria trok ook, terftond, derwaards. De Kardi Hesdin naai Infant zelfwas genoodzaakt, eenige man- ëaaIovef« fchap te fchikken naar Vlaanderen: waarna Hesdin , ligtelyk , bemagtigd werdt door de Franfchen. Maar de Prins, geenen kans zien- de , om iet met voordeel te onderneemen in deezen oord, voerde het Leger, te water, naar Bergen op Zoom, van zins, om van daar, te lande, voort te trekken naar Gelder, en zo hem 't belegeren deezer Stad belet werdt, te Ryn- berk, wederom fcheep te gaan, den Ryn en de Waale af te zakken, en Hulst te belegeren, eer Feria derwaards te rug gekeerd kon zyn. Zy- ne Hoogheid vertrok dan , den derden van Oogstmaand, van Bergen op Zoom, en kwam, na verloop van eenige dagen, te Rynberk. Doch hier gekomen, bevondt hy het jaargetyde te verre verloopen, om Gelder te belegeren. Hy belloot dan wederom fcheep te gaan, den Ryn S 4 af
|
|||||||
,
|
|||||||
*8ö VADERLANDSCHE XLIII.Boek,
|
|||||
%6z$. af te zakken met het voetvolk, en naar Vlaan-
e-— deren te keeren, werwaards hy Stakenbroek, met de Ruitery , te lande, vooruit gezonden hadt. Hy vertrok van Rynberk, op den derden van Herfstmaand ; doch ftilte en tegenwind hielden hem negen dagen op, eer hy, by de fchans S. Anna, drie uuren van Hulst, voet aan land zetten kon. Dit fukkelen op 't water hadt den vyand tyd gelaaten, om, van Venlo, met groote dagreizen , te trekken naar Ant- werpen, en van daar, langs eene fchipbrug q- ver de Schelde, naar Hulst, een uur van weike Stad hy zig nederfloeg, juist op de plaats, daar de Prins zig gelegerd zou hebben. Het Leger der Staaten was toen genoodzaakt, in de Kruis* polder ftil te houden. De Kardinaal Infant bleef te Selzate, van waar hy de fchanfen Moervaart en Nasfau, die Hulst dekten, voorzag van be- zetting. Doch't leedt niet lang, of zyne Hoog- heid, den toeleg op Hulst verydeld ziende, brak op uit de Kruispolder, voerende de troe- pen , te water, naar Bergen op Zoom, en van daar, in de Winterlegeringen, in 't begin van. Wynmaand (*). yjym Dus was de veldtogt deezes jaars wederom DsSpaa'n- geëindigd, zonder dat 'er iet noemenswaardigs fthe ' in verrigt was. Maar ter zee hadt de Staat, on- Viootiti jjgj 't'beleid van den Luitenant-Admiraal, wigeast Maarten Harpertszoon Tromp, gelukkiger »nover- geoorloogd. De Koning van Spanje, bezig met \wpeu. het uitrusten eener magtige Vloote, die her- waards ftondt gezonden te worden, wagtte, om.
(O Memoir. de Breiter. Hei« f. 250-256, »581 AlTZS.HV
fcOfsl, l/l. 606j 625'627, |
|||||
XLIII. Boek. HISTORIE. 281
om dezelve naar behooren in ftaat te ftellen,
eenige behoeften van Duinkerken. Dertien Oorlogsfchepen, drie Fregatten en zeven Koop- vaardyfchepen waren, in Sprokkelmaand, uit- geloopen, om deeze behoeften te voeren naar Spanje. Tromp, op de kusten kruisfende, hadt meer niet dan elf fchepen onder zyne vlagge. IVogtans tastte hy de vyandlyke fchepen aan, en lheedt 'er twee af van de overigen, die al- len naar binnen gejaagd werden («). In Hooi- maand, ligtte hy duizendenzeventig Spaanfche foldaaten, uit drie Engelfche fchepen, die de- zelven, te Kadix, hadden ingenomen, om ze, te Duinkerken, aan land te zetten. Men klaag- xle hierover, van wege deezen Staat, aan het Engelfche Hof; doch de naauwe verbindtenis- fen met Frankryk waren oorzaak , dat deeze klagten weinig ingang vonden. Tromp , on- dertusfchen, verfterking van fchepen bekomen hebbende, bleef den gantfchen Zomer kruis- fen, in en omtrent de Hoofden, op de Spaan- fche Vloote, die, eindelyk, eenigen toevoer uit Vlaanderen hebbende ontvangen , uit de Corunha in zee ftak. De eerfte tyding van de fterkte deezer Vloote kreeg de Prins uit Frank- iyk (V). Doch kort hierop werdt hem, van Brusfel, alwaar hy een' bediende der Sekreta- rye, door gefchenken , gewonnen hadt, het gantfche oogmerk der Spaanfche toerustinge, omftandiglyk, overgefchreeven: en onder an- deren, dat de Admiraal last hadt, geenen flag te
H.*5Öp.Refi)1' IIü"' *5 Fehr' l6W' **■ u' Aitzeua II. Dft(„
iy) ü'Estkad. Tm, J. f, 3f,. |
||||||
*8a VADERLANDSCHE XLIII.Boex.
|
|||||
1639. te waagen, maar in Duins in te loopen, alwaar
—^— de Engelfchen hem ontvangen zouden (w). Op deeze berigten, werdt terftond geraadpleegd, over het verfterken der Staartene zeemagt, Tromp, zyne Vloot verdeeld hebbende, hadt maar twaalf fchepen byzig, toen hy de Spaan- fche Vloot, zevenenzestig zeilen fterk, op den zestienden van Herfstmaand, by Bevezier, 'm 't gezigt kreeg. Hy befloot egter fchutgeveg- ten te houden met den vyand, tot dat hy meer- der fchepen by zig gekreegen zou hebben, en bragt hem zo veel fchade toe, dat de Spaan- fche Admiraal, Don Antonio d'Oquendo, last gaf, om naar Duins te loopen; gelyk gefchied- de. Maar Tromp, federt, nog zeventien fche- pen onder de vlagge gekreegen hebbende, be- zette den vyand in Duins, van zins hem, op deeze reede, beilooten te houden, of, zo hy uitkwame, flag te leveren. De Engelfche Ad- miraal Pennington kwam Tromp , terwyl hy hier lag, uit 'sKonings naam, aanzeggen, dat hy zig van vyandlykheden, op de kusten van Groot-Britanje, zou hebben te onthouden» Doch de Staaten, in aanmerking genomen heb- bende „ hoe veel 'er hun aan gelegen ware, n dat den Spanjaarden het geduurig overvoe- „ ren van Krygsvolk naar Duinkerken belet „ werdt, te meer, om dat het hun nu gemak- „lyker gemaakt werdt, door de Engelfchen, „ die hun vry verblyf in de havens en op de „reeden van Groot-Britanje begonden toe te „ftaan, en zelfs fchepen verhuurden (tf);" fw) D'Estrad. Tam. I. p. 40, 41,
C*J Rei'ol. Holl. 13 May 1639. «, icy. |
|||||
XLIII.BOEK. HISTORIE. 383
belastten hunnen Luitenant - Admiraal , de
Spaanfche Vloot aan te tasten, zo zulks, met hoop van eenen voorfpoedigen uitflag , zou können gefchieden , zonder eenig opzigt te ïieemen op de plaats, waar zy zig bevundt, noch op de perfoonen, die hem, hierin, zou- den willen hinderlyk zyn. Midlerwyl, ftelde men, alomme, orde, tot het uitrusten van Oor- logsfchepen. Die van Amfterdam kweeten zig, meer dan gemeen, in het fpoedig verzamelen van fchepen, volk en voorraad. De Oost- en Westindifche Maatfchappyen deeden 'er 't haare toe, en , in 't begin van Wynmaand, hadt Tromp reeds omtrent zeventig fchepen onder de vlagge. Der Staaten gezant Joachi- mizogt, ondertusfchen, den Koning van Groot- Britanje te beweegen, om de Spaanfche Vloot uit Dnins te doen vertrekken. Doch men hieldt hem met duistere en uitftellende antwoorden op. Tromp, eindelyk, zig in flraat bevindende, om den vyand met voordeel aan te tasten, be- iloot hiertoe , op den eenentwintigden van Wynmaand. De Vice-Admiraal, Witts Korns- liszoon de Witte, kreeg last, om op de Engel- fche Vloot, die de Spaanfchen fcheen te willen befchermen, te pasfen. Alles werd gereed ge- maakt tot den aanval: doch 't kwam tot gee- nen algemeenen zeeflag. D'Oquendo, befpeu- lende dat het den onzen ernst was, liet de an- kers kappen, en de meeste fchepen digt naar de kust loopen; daar veelen aan fpaanderen ftieten. De Vies - Admiraal Joan Evertfen Taakte egter in een hevig gevegt met den PorT t-ugeefehen Admiraal; wiens fchip, in brand gefcb.QQt.en zynde , verteerde, Het.overfchot der
|
|||||
<.
|
|||||
a84 VADERLANDSCHE XLIII.Boe*.
i^3j). der vyandlyke Vloote bergde zig, onder het
—— dekfel van een' dikken mist, uit Duins, en liep voort naar Douvres; doch keerde, eerlang, by nagt te rug, en kwam, met den Admiraal d'O- quendo, behouden te Duinkerken. Verfchei- den' fchepen waren, midlerwyl, den onzen in handen gevallen , op welken groote buit ge- vonden werdt. Doch 't zuiver overfchot van denzelven beliep meer niet dan honderdvier- endertigduizendvierhonderdnegenenzestig gul- dens tien Huivers en twaalf penningen. On- dertusfchen, hadt deeze geweldige uitrusting zwaare fchatten gekost, 't Gelukken van dee- ze onderneeming werdt, voornaarnlyk, toege- fchreeven aan den ongelooflyken fpoed waar- mede Tromps Vloot, met omtrent zestig fche- pen, verfterkt werdt: zynde hiertoe, in alles, weinig meer dan veertien dagen befteed. De dapperheid van Tromp en de Witte werdt, van wege de algemeene Staaten , door treffe- lyke gefchenken, erkend (j). Maar Karel de I. rekende zig zeer gehoond, door het aantas- ten der Spaanfche Vloote, op zyne kusten. Doch de gemeente in Engeland, den Koning verdenkende , dat hy te zeer helde over de Spaanfche zyde, fchynt 'er niet rouwig om ge- weest te zyn. Ook meende men, dat de Ka- ning , om geen meerder misnoegen te verwek- ken onder 't volk, de Srteanfche Vloot, door zyne fchepen, niet hadt willen doen befcher- men (2). Te-
(y) Reibt. Holt. si Stpt. 4 Oil. a Nat. 6 £>tc. J619. tb
i&2, 198,199,217,231. Memeir. de Freder. Henri f« 25^ 961. Aitzema II. Deel, U. (109-61$, 6yä-7tn# (?) AlTZUMA II, Dscl, II. Qi?,
|
||||
axlILBoüK. HISTORIE. &$
Te gelyk met de Vloote, die in Duins werdt 1^39.
aangetast, was, uit Spanje, naar Westindie,-------
onder zeil gegaan eene diergelyke , onder Don Krygsba-
Jïerdinando Mascarenhos, Graat'de la Torre, die ^ve,n|n last hadt, Brazil te herwinnen. Graaf Joan ^ *"n" Maurits hadt, federt den ongelukkigen togt naar de Bahia, niet verzuimd, den vyand af- breuk te doen, en, in 't voorleedenjaar, Kor- netts Jol, bygenaamd Houtebeen, met eenige fchepen , gezonden naar de Havana, om de Zilvervloot te veroveren: 't welk hem egter, ter oorzaake van de lafhartigheid en het mis- verftand der zynen, mislukt was (a). Doch de tyding van de uitrusting in Spanje noodzaakte den Graaf, om zig op zyne hoede te houden, en de Sterkten in Brazil te voorzien van volk en voorraad. De Spaanfche Vloot, midlerwyl, veel geleeden hebbende door 't weder, w^s ge- noodzaakt in de Bahia in te loopen, om zig te herftellen, daar zy, tot in Slagtmaand deezes iaars, toefde, waarna zy in zee ftak, en zig, in Louwmaand des jaars 1640, zestig zeilen fterk, vertoonde vootTdmarika, welk, door de on- zen , voor eenige jaaren, veroverd was. Graaf Joan Maurits hadt meer niet dan eenenveer- tig fchepen byeen können brengen, die, onder 't beleid van Willem Kormliszoon Loos, iteags raakten met de Spaanfchen, die 't gevegt fchee- nen te fchuwen, eerlang Noordwaards afdree- ven van de onzen, en geheel verftrooidraak- ten. Doch de onzen hadden zig ook zo kwalyk gekweeten , dat drie Scheepshoofden onbe- kwaam verklaard, en verfcheiden' anderen in geld-
j» J)ARi.4tu3 t!e Reb. in Brsfllia gcR. p. 153 V faf.
|
||||
ü26 VADERLANDSCHE XLIII.Boe|5
«f39. geldboeten verweezen werden. Te lande, flaag-
.-------de men gelukkiger, tegen de Braziliaanen en
Portugeezen, die zig vereenigd hadden ^ om
de landing der Spanjaarden te begunftigen j doch grootendeels verflaagen werden (b~). xv De Zweedfche wapenen bleeven, dit jaar» Diiitfche voorrpoedig, Banier, in Louwmaand, over de
Krygs- Elve getrokken, floegde Saxifchen, by Dres- xaaken. den , en daarna de Saxifchen en Keizerfchen by Chamnits en Branditz. Sedert, te rug ge- keerd over de Elve, behaalde hy eenige voor- deden in Boheeme. Doch Hertog Bernard van Weimar was, midlerwyl, op den agttienden van Hooimaand, te Nieuwburg aan den Ryn, overleeden, niet zonder vermoeden van ver- giftigd te zyn, door de Franfchen; die zig, ter- ftond hierna, door omkooping, meester maak- ten van zyn Leger, en van de Plaatfen, door hem, in de Elzas bemagtigd, met naame van Brifak, waarop zy zeer gefield geweest waren, zonder dat hy 't hun, by zyn leeven, hadt wil- len inruimen. De Keurvorst van de Palts, naar Engeland verreisd om onderiïand, tot het by- eenhouden van 't Weimarfche Leger, waaro- ver hy 't gebied dagt te aanvaarden, werdt, in Wynmaand, door Frankryk te rug keerende, aangehouden, en in 't Bosch van Vincennes vastgezet. Hy werdt, niet dan met veel moei- te , door voorfpraak van deezen Staat , ont- flaagen (c). De Staa- ïusfchen den Aartsbisfchop van Breemen en
■ (&) ïïammvïP- 265-292, 300.308, 312. CoMMEtiN Fredet
Henr. V, Deel, hl 83 enz. (c) PurrsHuORF Zweedfche Hill, il, 703, AiT2EMA U« #*«'*
U. 617. A•; :, |
||||
XLIILBojsr. HISTORIE. 287
|
||||||
en de Stad, was gefchil ontftaan, over het in- 163$;
voeren van den Lutherfchen Kerkdienst in de |
||||||
Domkerke , waarvoor de Aartsbisfchop yver- ten bo-
de, terwyl de Stad beweerde, dat zulks, vol- middelen gens een oud Verdrag, niet gefchieden mögt. £?i?iig« Partyen de bemiddeling des Konings van Dee- Breemen. nemarke en der algemeene Staaten verzogt heb- - bende, Werdt Willem Boreel, Penfionaris van Affifterdam, van hier, gezonden naar Stade, alwaar de twist, in Wynmaand, door een Ver- drag , werdt bygelegd (d). De algemeene Staaten, ondervindende, dat Titel en
'er, van tyd tot tyd, zwaarigheden reezen, o- ranSd« ver den rang en titel, die hun, dooruitheem- .J^JjJJ? fche gezanten en Mogendheden , gegeven ten gerew •werdt, en over de plegtigheden, met welken geld. men, hier, vreemde gezanten behoorde te ont- vangen, beraamden, hierop, in Slagtmaand , eene breede orde. Zy verftonden, onder an- deren , dat hun de rang toekwam na de Konin- gen en den Staat van Venetië; doch voor de Keurvorften, Vorften en Stenden van 't Chris- tenryk. Ook ftelden ze vast, dat men hen, in aanfpraaken en opfchriften, den titel van Hoog- Mogende Heeren en Uwe Hoog-Mogendheden be- hoorde te geeven. De Ambasfadeurs van Ko* Hingen en van den Staat van Venede zouden, door den Prinfe van Oranje, of, in deszelfs af- zyn , door eenigen der Staaten ingehaald en begeleid, en drie dagen, op kosten van den Staat, onthaald worden, 't Reglement vervatte ver- fcheiden' andere byzonderheden, welken wy, kortsheidshalve , voorbygaan. Men fprak , om-
fd) AiTZEMA II. Dttl,hU 609, 648-551.
|
||||||
*88 VADERLANDSCHE XLIILBoer;
|
|||||||||||
Ï639. omtrent deezen tyd, ook van het aanftellen van:
•------eenen Ceremoniemeester of Inleider der Gezan- ten. Doch Friesland fterade hiertegen, om kos- ten te fpaaren. Ook heeft men 'er, federt, niet van gerept (f). |
|||||||||||
De Prin-
fes van
Oranje
bevalt
van een'
tweeden
Zoon,
die biti-
jieu eene
maand
©veilydt.
XVI.
Toebe- reidfeh tor den volgen- den veld- toet. |
Den dertigften van ■ Slagtmaand, beviel de
Piinfes van Oranje van eenen tweeden Zoon (ƒ). De Prins verzogt de Koningen vanFrank- ryk en Groot-Britanje tot Gevaders over 't kind: waartoe, in Frankryk, met moeite, be- floo'en werdt. Doch het kind ftierf, op den negenentwintigften van Wintermaand. Het was, door den Predikant Rivet, op 't Hof, zonder naamgeevinge, gedoopt (g). De zege op de Spaanfche Vloote, in Duins $
behaald, gaf beide aan Frankryk en aan dee- zen Staat gelegenheid , om hunne Krygsmagt te verfterken, en den vyand, wien 't verlies zyner fchepen en manfchap zwaar drukken moest, tegen de volgende Lente, nieuwe af- |
||||||||||
breuk te doen. Zyne Hoogheid hadt den Kar-
dinaal van Richelieu beloofd, Damme en Brug- ge , en verfcheiden' fchanfen in Vlaanderen te zullen aantasten, zo de Koning van Frankryk den Staat de penningen wilde verfchaffen, die , tot het werven van twaalfduizend man, en tot zes maanden foldy voor dezelven , vereischt werden , en de Kardinaal hadt hem, hierop, fchriftelyk , beloofd , vyftienhonderdduizend guldens, in 't volgende jaar, te zullen fchieten 1540. (£). Men bereidde zig, dan, in Frankryk en ------- hier CO Aitzejny II. Dcsl, liK'623, 667.
f/) Refol. Hüll. 2 bec. irt.Tj. tl. 229. (ff)AiTzEMA ir. Deel, hl. 6ï<i- (A) AiizSüiA 11. D*el, l/l. 628, fep» |
|||||||||||
XLIII. Boek. HISTORIE. 389
|
|||||
hier te Lande, tot den veldtogt. De Prins, het 1Ö40.
Leger der Staaten tot op twee entwintigdui- ■ zend man voetvolk verfterkt hebbende, ftak
'er, omtrent den tienden van Bloeimaand, me- de af"van Dordrecht, naar Rammekens; van- waar hy Stakenbroek, die, ondertusfchen, met de Ruitery, te Bergen op Zoom gekomen was, last gaf, om over te fteeken naar Filippine, al- waar hy ook, eerlang, met het gantfche Leger aankwam. Graaf Willem van Nasfau toog, op 'sPrinfen last, met vyfduizendknegten,, voor- uit, naar Stampershoek en Moerkerken, daar hy zig nederfloeg, in 't gezigt der vyandlyke fchanfen, S. Job en S. Donaas, om den toe- voer naar 't Leger te beveiligen. De Prins brak, terftond hierna, op, met het Leger, en trok naar Asfenede, een halfuur van Sas van Gend. De vyand hadt zig , ondertusfchen, gelegerd langs de Vaart, die van Sas van Gend naar Gend loopt. De Kardinaal Infant bevondt zig, in perfoon, te Gend. Don Filips de Silva was naar de grenzen van Frankryk gezonden, om een zwak Leger, onder den Maarfchalk van Chä- tillon, het hoofd te bieden: terwyl Lomboi, met de Keizerlyke troepen, de Hertog van Lo- tharingen, met zyn volk, en Bek, met het ge- ne hy in Luxemburg verzameld hadt, de mees- te magt der Franfchen, die, onder den Maar- fchalk de la Meilleraie, tot aan Charlemont, doorgedrongen was, zouden tegenftaan: 't welk ■ hun, in zo verre, gelukte, dat zy de Franfchen een weinig te rug deeden wyken. De Prins Vrugte- van Oranje ontving hiervan de tyding, te As- looze fenede, en befloot, zonder tydverzuim, aan „«mTn« XI. Deel. T te. |
|||||
S9o VADERLANDS CHE XLIII.Boek.
i«4». te trekken op Brugge, welk hy van zins was
- aan te tasten, eer de Graaf des Fontaines, die, op Brug- Van de Vaart by Sas van Gend, derwaards, op 8& weg geflaagen was, de Stad bereikt kon heb- ben. Doch Graaf Henrik Kafimir, met zes- duizend knegten en tien kornetten paarden , vooruitgezonden, naar Brugge, raakte, na 't bemagtigen van een Slot, het Hollandsch Huis genoemd, in een fcherp gevegt met de vyand- lijke troepen, die, van alle kanten, derwaards getoogen waren, in zo grooten getale, dat zy- ne Hoogheid, die reeds opgebroken en Graave Henrik gevolgd was, ftil hieldt, op de heide by Maldeghem, en den Graaf met zyn volk te rug ontboodt. De onderneeming op Brugge liep hiermede te niet. Zy zou, meent men, gelukt zyn, zo Graaf Henrik, voor 't aanbree- ken van den dag, voor de Vaart naar Brugge hadt können zyn, of zo hy, terwyl het Hol- landsch Huis aangetast werdt, eene brug gelegd hadt over de Vaart; 't welk hem, toen hy't, na 't bemagtigen van 't Hollandsch Huis, on- derneemen wilde , geweldigerhand , belet werdt. Het gros des Legers floeg zig, federt, te Maldeghem neder. De Ruitery werdt te Adeghem gelegd (t). DeFran- Terwyl het Leger hier lag, floegen Chätil- fchen ba- Ion en Meilleraie, hunne troepen famenge- legcren Voegd hebbende , het beleg voor Atrecht, 't Atrecht. weUx ^en Kardinaal Infant bewoog, zyne mees- te magt derwaards te zenden , tot ontzet der Stad. Des Fontaines en Sfondrato bleeven in Vlaan-
(O Memoir. de Freder. Henri p. afii-aCS. Aitzema II. Dtelu
li. 67a, 673. |
||||
XLIILBoek. HISTORIE. ooi
|
||||||
Vlaanderen. Zyne Hoogheid, ten zelfden ty- i^o.
de, berigt gekreegen hebbende, dat de vyand-------
op Breda loerde, zondt Hauterive, Bevelheb-
ber der Stad, met veertig vendelen voetvolks, derwaards, om op hem te pasfen. De Prins on- derzogt, federt, in perfoon, de gelegenheid van Gend; doch vondt ze onbekwaam, om iet, met voordeel, tegen deeze Stad, te ondernee- men. Hy wierp dan 't oog wederom op Hulst, ?"!st ?•" en, van Maldeghem getoogen naar Asfenede, Jet eea zondt hy Graaf Henrik, met vyftien vendelen beleg, knegten en twaalf kornetten paarden, naar Fi- lippine, met last, om, vandaar, af te fteeken naar de S. Anna fchans, alwaar hy Hauterive, met de bovengemelde veertig vendelen, vin- den zou : waarna zy , hunne magt verdeeld hebbende, de fchanfen Moervaart en Nasfau, die Hulst dekten, moesten aantasten. De laat- Defchtn» fte fchans werdt bemagtigd, door Hauterive; Nasfa» doch Graaf Henrik, reeds op weg naar Moer- f^m' vaart, keerde, op eene tyding, dat de vyand, in merkelyken getale, in deeze fchans, byeen- getrokken was, fchielyk te rug, zonder de Plaats aan te tasten. De Prins, midlerwyl, met het Leger, te S. Anna, geland, vondt zynen last flegts ten deele verrigt. Hauterive, fe- dert, uit misverftand, verzuimd hebbende, ze- keren Reduit, 't Kwaadpeer äs gal genoemd, in te neemen, werdt Graaf Henrik, een'dag laa- ter, derwaards gefchikt; doch de vyand was toen zo magtig geworden, dat de Graaf, met merkelyk verlies, afgeweezen werdt. Hy zelf Graaf werdt gekwetst, in deeze ontmoeting, en o- He"ri* verleedt, aan de wonde, agt dagen laater, in «jiJjf«. Ta" de |
||||||
\
|
||||||
öp2 VADERLANDSCHE XLIII.Boek,
1640. de S. Anna Schans, op den twaalfden van
——— Hooimaand (&). Ook fneuvelden alle de Hop- luiden en de meeste mindere bevelhebbers. De vyand hadt, insgelyks, vry wat volks ver- looren. Des Fontaines hadt zig, ondertusfchen, zo vast begraaven, te S. Jans Steen, in *t ge- zigt van Hulst, dat Fredrik Henrik zynen toe- leg op deeze Stad, geheellyk, uit den zin Hel- len moest. De fchans Nasfau werdt, kort hier- na , wederom verlaaten. De Prins fcheepte het Leger over naar Bergen op Zoom, en voer- de het, vandaar, naar den Maaskant, tot om- trent Graave. Sedert, toog hy voor Gelder, en: dreigde de Stad met een beleg, welk egter, _ ter oorzaake van den zv/aaren en aanhouden- den regen, geftaakt werdt. Het Leger trok, met veel moeite, en, dikwils ,.tot aan den mid- del, door 't water, tot aan Rynberk. Des Fon- taines was, ondertusfchen, te Venlo gekomen: *t welk den Prins deedt befluiten, om weder- om naar Graave te keeren, vanwaar de troe- pen , omtrent het einde van Herfstmaand> in de Winterlegeringen gelegd werden. Doch vier nieuwlings geworven' Regem enten wer- den afgedankt. Dus vrugteloos liep deeze veldtogt ten einde, door veifcheiden' onver- wagte toevallen. De Franfchen hadden be- Atrecht teren voorfpoed gehad. Atrecht was, op g«ato- den negenden van Oogstmaand, aan hun o- vef' vergegeven (/). Zeezaa- De Luitenant - Admiraal Tromp kruiste,
ken' deezen Zomer, naar gewoonte, langs de Vlaam- fche
C*) Aitzp.ma H- Deel, IL 704.
(O Memoir. ile Freder. Henri p. 268-277. AiTZEMAlIt Dt:l%
tl, 703, 70O, 728. |
||||
XLHLBoek. HISTORIE. 993
|
||||
fche kusten. Hy nam eenige vyandlyke Koop- KJ40.
vaardyfchepen en drie Koningklyken, en be- —!— veiligde de Haringvisfchery. Doch 't was hem, by gebrek van fchepen, niet roogelyk ge- weest, de Haven van Duinkerken volkomen- lyk bezet te houden , waardoor veroorzaakt was, dat de vyand, met eenige fchepen in zee geloopen zynde , verfcheiden' Koopvaardy- fchepen , toebehoorende aan Ingezetenen van deezen Staat, inzonderheid Straatsvaarders , wier herwaardskomst onzeker was , en die doorgaans vuile en traag bezeilde fchepen voerden, genomen hadt (*«). De nadeelen, welken men eikanderen ter zee hadt toege- bragt, waren egter van klein belang ge- weest. Het Stadhouderfchap van Friesland, Gro- XVII,
ningen en Drente opengevallen zynde, door Zyne den ontydigen dood van Graave Henrik Ka- ^8^, fiiTiir , oordeelde de Prins van Oranje , dat Graaf hem de gelegenheid gunftig was, om het Stad- Willem houderlyk bewind te bekomen, over alle de FredriIc Vereenigde Gewesten. GraafWillemFredr-ik, /™^X Broeder van Graave Henrik, ftondt ook naar stadhou- het Stadhouderfchap der drie Gewesten, en derfchnp hadt den Prins en Brinfesfe van Oranje ver- vauFries, zogt, om Brieven van Vóorfchryving aan de 1*nd». Staaten van Friesland en Groningen. Doch ^en "en" hy hadt uit hun antwoord befpeurd , dat hy Dreint, zyne Hoogheid zelve tot zynen mededinger hebben zou. Hy begaf zig dan, in alleryl, naar Friesland , daar zyne en zyns Broeders vrienden het voornaamfte bewind hadden. De Prins.
int') IUfol. Holl. 2* %/muary 1641. 11. 14.
T3 |
||||
tj4 VADERLANDSCHE XLIILBoe*.
|
|||||
1Ä40. Prins bragt, van den anderen kant, te wege,
——dat 'er, op den eerften van Oogstmaand, Ge- magtigden der algemeene Staaten werden be- noemd , om zynen peribon den Staaten van Friesland en Groningen aan te pryzen. Kort hierop, droegen die van Drente het Stadhou- derfchap van hun Gewest den Prinfe van O- Graaf ranje op. Doch de Staaten van Friesland had- Wiiiera den, den derden van Oogstmaand, en dus eer Fredrik de Gemagtigden der algemeene Staaten te Stadhou- Leeuwaarden zyn konden, Graaf Willem Fre- der van * drik tot zyns Broeders opvolger verkooren. Fries- De Gemagtigden, op hunne aankomst te land. Leeuwaarden , het werk vindende afgedaan, begaven zig, terftond, naar Groningen, daar fterk voor den Prinfe , en voor Graave Wil- lem gearbeid werdt. De meesten neigden tot Graave Willem. Doch de twist, die, eenigen tyd herwaards, tusfchen de Stad en de Om- melanden, ontftaan was, bragt fommigen aan 't wankelen. Verfcheiden' Wethouders der Stad waren bedugt, dat de Ommelanden voor den Prinfe ftemmen zouden, zo de Stad zig voor Graave Willem verklaarde, en dat dit hun te veel voordeels geeven zou boven de Stad, by 't afdoen der gefchillen; die, ge- meenlyk , bemiddeld werden , door de alge- meene Staaten ; in welker Vergadering , de Prins groot gezag hadt. Maar eenigen bleeven Graave Willem genegen, met naame de Bur- gemeester Eifinga, die na vermaagfchapt was met Sohnius, Geheimfchryver van Graave Willem. Sohnius en Oostheim, 's Graaven Hof- meester , werdt nagegeven , dat zy kwalyk fpra-
|
|||||
XLIII. Boek. HISTORIE. sftf
|
||||||
ipraken van Prinfe Fredrik Henrik, om 't 1(j4(,.
gemeen tegen hem in te neemen ; onder an- _____
deren, zeggende, 't welk egter, by onparty-
digen, zeer ongegrond geoordeeld werdt(»), w dat hy niet zuiver was in den Godsdienst, „ en den Paapfchen te veel begunftigdc ; en „ dat het gevaarlyk zou zyn voor 's Lands „Vryheid, zo alle de Gewesten onder eenen „ Stadhouder ftonden." Vast gaat het, ten minfte , dat Oostheim , naderhand , in den Haage komende , bevel kreeg, om niet ten Hove, of in 't gezigt van den Prinfe te ver- fchynen. Ook werden hy en Sohnius, eerlang, uit 's Graaven dienst , ontflaagen. 't Liep , ondertusfchen, aan tot in Wynmaand, eer de Staaten van Stad en Lande tot een befluit kwa- men. Men fcheen, in 't algemeen, te verwag- ten, dat die van de Ommelanden, onder wel- ken fterk gewerkt was, voor den Prinfe; die van de Stad, voor Graave Willem, ftemmen zouden. Doch de meeste Wethouders hadden zig heimelyk en met eede, zelfs buiten kennis van Eifinga, verbonden, om den Prins te kie- zen. De Staaten, op den negenden van Wyn- De Prins maand, vergaderd zynde, ftemde de Stad Prins van O. Fredrik Henrik, tot Stadhouder. De Omme- £"J* landen, fchoon zy eerst verklaard hadden, ge- hetrvan reed te zyn tot de ftemminge, moesten nog Grom», wel twee of driemaalen raadpleegen , eer zy gen en zig met de Stad vergeleeken. Kort hierna, Dreme« zonden ze Gemagtigden naar den Haage, om den Prinfe het Stadhouderfchap aan te bieden: 't welk, op den eenendertigden, gefchiedde. Zyne
C *) 7.U Vcrv. op 't Lcev. van d* Groot. U. 259.
T 4
|
||||||
V
|
||||||
S9* VADERLANDS CHE XLIII.Boek.
1640. Zyne Hoogheid begaf zig, in Slagtmaand,
1-------naar Groningen en Drente, om zig, aldaar,
voor Stadhouder te doen erkennen, 't Regt
tot de opvolging in deeze waardigheid werdt, ten zelfden tyde, opgedraagen aan zynen Zoon, Prinfe Willem, die hem op de reize verzelde. Eer hy uit den Haage vertrok, hadden de al- gemeene Staaten hem ook vereerd met het oppcrbevelhebberfchap over Wedde en Wes- Misnoe- tervvoldingerland. Doch dat het zyne Hoog- £en' ter heid gemist was, tot Stadhouder van Fries- Reieueu- ^anc^ verkooren te worden, verwekte eenig heid" misnoegen, tegen zulken, die, hem, hier, in omftaau. den weg geweest waren. Den Heere fjTaha, wegens Friesland , zitting hebbende ter alge- meene Staatsvergaderinge, werdt nagegeven, dat hy, in 't niet bewilligen tot de bezending naar de twee Gewesten, aangegaan was tegen 't oogmerk van de Staaten, zyne meesters: ook zou hy zig hebben haten ontvallen, dat Graaf Willem Stadhouder zyn zou; men deede, wat men wilde. Doch hy verdedigde zig, we- gens 't een en 't ander, tot voldoening der Ver- gaderinge. Van de andere zyde, Minen Graaf Willem Fredrik en zyne Vrouw Moeder, die van eenen grootmoedigen aart was, ook zeer ter herte, dat die van Groningen en Drente hem voorby gegaan waren (o). Doch de Graaf werdt genoodzaakt, zyn ongenoegen te fmoo- ren. Men gaf, eerlang, het Regement, welk zyn Vader geworven en zyn Broeder laatst ge- booden hadt, aan den Graave van Solms, en hy
CO Aitzema II. Dal, il. 706, 707, 702. Memoir. de Fr«&
der. Henri p. 277. |
||||
XLIII.BoEK. HISTORIE. 297
|
||||||
hy herwon de gunst der algemeene Staaten en hS**.
zyner Hoogheid niet, voor dat hy deezen het - Regt tot de Opvolging in het Stadhouderfchap
van Friesland, met bewilliging der Staaten van dit Gewest, hadt afgeftaan. Zo dra dit gefchied was, boodt men hem de hand, tegen een groot getal van misnoegden in Friesland, die in 't Regt tot de vrye Magiftraatsbeftelling begeerden herfteld te worden; welke nu aan Graave Willem gelaaten werdt (ƒ>)• Men meent, dat de Prins van Oranje te fter- xvni.
ker gezet was op het bekomen van het Stad- Uuweijk houderfchap der drie Gewesten , om dat 'er, f^Sfc^ federt eenigen tyd, eene Huwelylcshandeliiig den jon- op het tapyt was geweest, tusfchen zynen ^a Wm- Zoon, Prinle Willem , en eene Dogter van fcwll,B* Groot-Britanje , welke te eerder fcheen te ^«Saf zullen flaagen, als de jonge Prins het Stadhou- dej Ko- derfchap van alle de zeven Gewesten, na't over- ningsvao lyden zyns Vaders, te wagten hadt; alzo men Groot- niet verzuimd hadt, Koning Karel in te fcher- nani& pen, dat aan deeze waardigheid de naam niet; maar de magt en 't gezag der hoogfte Over- heid verknogt was (q). De eerfte opening tot deeze Huwelykshandeling was, voor ruim twee jaaren , gefchied , door de Koninginne Moeder van Frankryk, die te gelyk Moeder was der Koninginne van Groot-Britanje. De ongelukkige Vorstin zogt, hierdoor, den Prins van Oranje te winnen, en 't was, veelligt, éé- ne van de redenen, waarom men haar, hier te Lande , met zo veele ftaatlie, ontvangen, hadt,
C/O Aitzf.m* li. T>>el, hl. 731-^36, 717. 748, 750.
UJ Aitzkma II. Deel, W. ?V Ts
|
||||||
■\
|
||||||
ap8 VADERLANDSCHE XLIÏÏ.Boek.
1640. hadt. Zy deedt, federt, naar Engeland gereisd
zynde, den eerften voorflag tot dit Huwelyk, aan den Koning en de Koninginne (r)\ die derwyze gehoord werdt, dat zyne Hoogheid, eerlang, befloot, Joan van der Kerkhoven, ge- zeid Polyander, Heer van Heenvliet, naar En- geland te zenden, om 'er nader over te hande- len. Hy flaagde, boven verwagting. Want daar men, in 't eerst, flegts ftaat gemaakt hadt, op eene verbindtenis met de tweede Prinfes- fe, die in 't jaar 1635 gebooren was (V), ont- ving de Prins, in 't begin van Wintermaand, berigt, dat de Koning bewilligd hadt, in een Huwelyk met zyne oudfte Dogter Maria, die reeds tien jaaren bereikte (ï). De algemeene Staaten en de Staaten van Holland kreegen 'er terftond kennis van. De Prins deedt hun by- zonderlyk verklaaren „ dat hy, door de derde „hand, kennis gekreegen hebbende, hoe zy- „ne Majefteit van Groot-Britanje niet onge- „ negen zou zyn, om zig met zyn Huis te ver- „ maagfchappen , den Heer van Heenvliet „ afgevaardigd hadt naar Engeland, om 's Ko- „ nings meening nader te verftaan ; dat hy, „ federt, verzekering van 's Konings goede „ genegenheid hebbende bekomen, zig verder Ähadt doen onderrigten van den Godsdienst ,, der jonge Prinfesfc, en bevonden hadt, dat zy, „ gebooren en opgevoed was, in den waaren n Christelyken Hervormden Godsdienst, zo „ als dezelve, hier te Lande, by openbaar gezag, „geoefend werdt; dat hy nu, tervvyl de zaak n n°S
Cr) AiTZHMA II. Deel, U. 545, Sil.
( J) A'izBMü l|. Deel, hl. V>2?, 709. {t j M»moir. de FreJer. Henri ß. »77. |
||||
XLIILBoek. HISTORIE. 299
„nog in haar geheel was, dienftig hadt ge- 164»,
w oordeeld , den Staaten daarvan kennis te-------.
„geeven, met verzoek, dat men een plegtig
jjGezantfchap benoemen wilde, om het Hu- jjwelyk, uit der Staaten naam en uit den zy- „ nen, te verzoeken." De algemeene Staaten, en die van Holland in 't byzonder, hun hoog- fte genoegen in het voorgenomen Huwelyk betuigd hebbende , verkooren, op 's Prinfen voorflag, Joan Wolfard, Heer van £rederodey Francis van Aarfens, Heer van Sommelsdyk, en den Heer van Heenvliet, nevens der Staa- ten gewoonlyken Gezant, Joachimi, tot het plegtig Huwelyksverzoek (u). De drie eerften gingen fcheep, op den eerften van Louwmaand des volgenden jaars, en werden, in Engeland gekomen, ftaatelyker dan naar gewoonte, ont- vangen. By de Huwelyksvoorwaarden, over Inhoud welken men haast eens was, werdt het Hu- der f *n- welyksgoed der Prinfesfe, op veertigduizend ^oor- ponden fterlings eens, en haar lyftogt, op waarden, tienduizend ponden jaarlyks, vastgefteld. Ook werdt bedongen, dat zy haaren Godsdienst, naar de wyze der Engelfche Kerke, zou mo- gen oefenen (v): waaruit men, in 't voorby- gaan, ziet, dat het gene zyne Hoogheid, te vooren, wegens den Godsdienst der Prinfesfe, hadt doen verklaaren, in geen' te engen zin moet opgevat worden. De jonge Prins toog zelf, in Grasmaand, naar Engeland («'), be- ge-
C«0 Refol. Genen Mercur. 12 Deeemb. 1640. MS. Refol.
Holl. 12, 19, 22 Dec. 1640. lil, 271, 279, 285. Aitzema U. Deel, bl, 709. • (jO 7At Aitzema II. heel, bl. 711. ivj Refol. Holl. 21 Maart iy 4-Jiril 1641. i>l. 77, 99.
|
||||
Soo VADERLANDSCHE XLIII.Boek,
1640. geleid door den Luitenant-Admiraal Tromp,
— ■ heid van het Huwelyk met de Prinfesfe Maria werdt, op den twaalfden van Bloeimaand, vol- trokken. Prins Wiilem keerde, in 't begin van Zomermaand, wederom herwaards. Zyne Ge- maalin volgde hem eerst, in de Lente des jaars Oott- 1642 (V). Karel de I. die de onlusten tusfchen mark van fem en fet Parlement, van tyd tot tyd, zag Karclta toeneemen , zogt, door dit Huwelyk , den <Ht )\a- Prins van Oranje, en gevolgelyk ook de Staa- weiyk. ten der Vereenigde Gewesten nader aan zyne belangen te verbinden, en, v/are 't mogelyk, af te trekken van de naauwe vereeniging met Frankryk ; alwaar, inderdaad , kleine tekens van genoegen, over 's Prinfen verbindtenis met Groot-Britanje, getoond werden (y). Doch de aanzienlykheid deezer verbindtenisfe was redens genoeg, om 'er den Prins toe te doen befluiten; die, uit hoofde van 't verfchil in den Godsdienst, om geene Franfche Vrouwe voor zynen Zoon hadt können denken, waartoe, hem, anderzins, zo men meent, geene voor- naame gelegenheid ontbroken zou hebben (z). Men raadpleegde, federt, dikwils, ter Verga- deringe van Holland, om Prinfe Willem, ter gelegenheid van zyn Huwelyk, een aahzien- lyk gefchenk, of reëel compliment, gelyk het genoemd werdt, te doen. Sommigen hadden hieromtrent veel uitgebooden. Doch de Vroede fchap-
Cx~) Mfmoir. de Freder. Henri p. 278-280, 301, 302. Air«
ZEMA II. Deel, hl. 750, 814. (jO Aitzéma II. Deel, l/l. 771. Verv. op 't Leev. van «Jq
Groot. il. aS2. Qz ) Aitzema II. Deel, H, 705, 771. Vwv. op 't Leev. vtK
H. de Groot. tl. s8o. |
||||||
•
|
||||||
i
|
||||||
...... - ...
|
||||||||
XLIII.Boek. HISTORIE. 301
fchappen der Steden toonden zig zo gereed
niet (a). In Wynmaand des jaars 1643, was men nog tot geen befluit gekomen (b), en ik heb niet können vinden, dat 'er, by 't leeven van zyne Hoogheid , verder over gehandeld is. Voor 't einde des jaars 1641, werdt nog een Huwclyk geflooten, tusfchen Enno Lode- wyk, Zoon van Ulrich, Graave van Oostfries- land, en Henrietta Katharina, jongfte Dogter van Prinfe Fredrik Henrik (V). De Graaf be- loofde, tot onderftand van dit Huwelyk, twee enveertigduizend guldens 's jaars te zullen be taaien , en na zyn affterven nog agtduizend guldens 's jaars. De Prins zou zyne Dogter honderdduizend guldens eens ten Huwelyk geeven. De lyftogt der Prinfesfe werdt, op agttienduizend, en, in geval van hertrouwin- ge, op twaalfduizend guldens jaarlyks vastge- ■fteld. 't Grootfte deel der penningen, welken de Graaf beloofde, zou, uit de inkomften der Ampten van Embden en Lieroord, betaald worden. Ook werden de Graaflyke Sloten te Embden en te Witmond aan de Prinfesfe, ter wooninge, afgeftaan (d). De Prins van Oran- je gaf den algemeenen Staaten kennis van dee- ze voorgenomen' egtverbindtenisfe (e), te ge- lyk verklaarende , dat hy zyne kinderen niet dagt uit te trouwen, zonder hen te kennen. Doch die van Embden zagen dit Huwelyk niet gaarne. Zy merkten het aan, als nadeelig voor
f«) AlTZHMA II. Deel, tl. 749, ?<;o, 815.
(*) hef«]. ITnlI. 2 08n». 1643. hl 314. £c ) Notul. Zeel. 2 ftecemh, 1641, bl. 393. f rf) Zie de Huwelyksvooiwaarden hy Aitzema II. Deel, *>.303. (O Relbl. HoU. 27, »e» Novsmb. 1641. Il, 316, 321. |
||||||||
1540.
|
||||||||
Ander
Huwelyk gefloo- ten, ttiü- fchendeu Zoon des Graaven vanOost- f'riesland en eene Dogter des Priu- frn van Oranje. |
||||||||
3oa VADERLANDSCHE XLIII.Boek;
«f40. voor de vryheid, die zy, nu, zolang, onder - de befcherming der algemeene Staaten, ge- nooten hadden. Ook is het nimmer voltrok-
ken. De wederzydfche belangen veranderde» derwyze, dat, toen het Paar huwbaare jaaren bereikt hadt, de Graaf met eene Graavinne van Barby, en de Prinfes met eenen Vorst van Anhalt trouwde (f). XIX. De flegte uitflag van verfcheiden' veldtog- Inzipten tenj federt dat Frankryk in een openbaar be- Fraiifthe fcna^gend Verbond getreden was met deezen Hof. Staat, baarde argwaan aan 't Franfche Hof. Men was, daar, niet onkundig, hoe veelen, hier te Lande, begonden te vreezen, dat Frank- ryk, grooten voortgang maakende in de Spaan- fche Nederlanden, voor den Vereenigden Staat ruim zo gedugt zou worden, als Spanje geweest was, en men vermoedde, dat deeze vrees wel oorzaak zyn mögt van het verflaau- wen des krygs, tegen den gemeenen vyand. De handel met Spanje, die meer verfchooven dan afgebroken was, verfterkte de Franfchen in het vermoeden , dat men hier haakte naar Vrede of Beftand. De Prins van Oranje hadt, tot hiertoe, wel fterk geyverd, om den kryg voort te zetten : doch het Huwelyk van zy- nen Zoon met eene Engelfche Prinfesfe deedt veelen denken, dat hy de belangen begon aan te kleeven van een Hof, welk voor veel te Spaanschgezind gehouden werdt. De Kardi- naal de Richelieu nogtans, belang vindende D . by 't voortzetten van den oorlog mét Spanje, Thuiiie- bewo°g de" Koning, om den Heer de laThuil- CO Aitzkma II. Deel, tl. 8oï, 805.
|
|||||
/
|
|||||
XLIII.BOEK. HISTORIE. 303
kris herwaards te zenden, met heimelyken 1640.
last, om tegen de handeling met Spanje te ar--------
beiden. Voorts, moest hy den Prins van O- «e kom»
ranje zoetelyk vertoonen, hoe kwalyk hy vol- J1^" , daan hadt aan het Verdrag met den Kardinaal fällst. gemaakt, noopens de beweegingen van den jongften veldtogt, en zig bedienen van d'Es- trades, om 's Prinfen goede luimen te leeren kennen en waarneemen: zyn werk maakende, om 's Prinfen oogmerken, welken hy zeer be- dekt wist te houden, wel te doorgronden. Vooral, moest hy tragten te ontdekken, of de Prins eenige heimelyke neiging hadt, tot een Verdrag met Spanje. De Prinfes van Oranje, die gehouden werdt, veel vermogen te hebben op haaren Gemaal, moest hy zeer vleijen, zon- der egter eenige laagheid te vertoonen. D'Es- trades kreeg, naderhand, bevel, om haar, uit 's Konings naam, eenige juweelen te veree- ren , die vyftigduizend guldens gekost hadden (g). Het Berigtfchrift van de la Thuillerie (Ä) behelsde nog andere byzonderheden , welken wy, kortheidshalve, voorbygaan. Hykwam, in Slagtmaand, in den Haage, wordende aan de Hoornbrugge, niet door zyne Hoogheid, gelyk voor deezen gebruikelyk geweest was, maar door den jongen Prinfe Willem ontvan- gen (t). Hy tradt, terftond, in onderhande- ling over een Verdrag, wegens den aanftaan- den veldtogt, waarover ook, door d'Eftrades, die, in Louwmaand des volgenden jaars, her- 1641. waards keerde, met den Prinfe gehandeld ——-? werdt.
(«O D'Esthab. Tom. I. p. 58.
(b) ZU het ly Aitzema II. Deel, W. 7jff,
CO AlTOMA II. Vttl, il, 7»».
|
||||
304 VADERLANDSCHE XLIII.Boek.
|
||||||||||||||
ii^r. werdt. Men kwam toen overeen, dat de Prins
------- zig op de Vaart tusf'chen Gend en Brugge ne-
derfluan zou, zonder eene belegering te onder-
neemen, terwyl de Koning van Frankryk Ai- |
||||||||||||||
Verdrag
met Frank- iyk. |
re of Arien zou aantasten (k). Doch by het
jaarlyksch Verdrag, welk, te Parys , op dea veertienden van Sprokkelmaand, geflooten |
|||||||||||||
werdt, kwam hierin eenige verandering. De
Koning en de Staaten beloofden, elk een Le- ger van twee-entwintigduizendvyf honderd man. te velde te zullen brengen. De Koning zou eene Plaats van belang' belegeren, en het Leger der Staaten zou Gelder, Hulst, Antwerpen, of eene Plaats van gelykë aangelegenheid aan- tastexi. Voorts zouden zy de penningen, met welken de Koning hen, dit jaar, onderfteunen- zou, en die nu op twaalf honderdduizend pon- den begroot werden, alleenlyk beiteeden, tot onderhoud van buitengewoon krygsvolk, welk reeds geworven was, of nog geworven zou worden (7). In gevolge van dit Verdrag, bereidde men
zig, om den veldtogt te openen, met den aan- vang van Bloeimaand. Het Leger der Staaten trok byeen te Lithoojen. De Prins, den agt- ften, uit den Haage vertrokken zynde, werdt, onderweg, van eene ziekte aangetast, die hem, omtrent drie weeken , te Buuren , ophieldt. Daarna, monfterde hy het Leger , welk uit vyftienduizend knegten en vierduizendvyf- honderd paarden beftondt. Hy verdeelde het in drie hoopen, en brak 'er mede op, den zes- den (*} D'Estkat). Tom. ï. p- V).
(/j ZU bet Tiatt. by Aiïzema II. Deel, H. 771.
|
||||||||||||||
XX.
Opening
van den veldtogt. |
||||||||||||||
De Prins
van O- |
||||||||||||||
XLÏII.Bóek. HISTORIE. 305
den van Zomermaand, trekkende, langs de Maa- , i64I.
?e, naar het Huis te Gennep, welk de Kardinaal --------
Infant, in 't jaar 1635, ingenomen, en federt ranje ba-
merkelyk verfterkt hadt. De Prins floeg, ter- ^ge" ftond, het beleg voor dit Huis, zig verzeke- ^enneP* rende van het Slot Middelaar, tot dekking ee- ner brugge, welkö hy, over de Maaze, gelegd hadt. De gelegenheid der Plaatfe, in eenen moerasfigen oord, noodzaakte zyne Hoogheid, om zyne Legerfteden zo wyd uit te ftrekken, dat het gantfche Leger vier mylen wegs be- floeg. Terwyl men aan de affnydingen arbeid- de , was het vyandlyk Leger genaderd ; tot te- gen over Venlo, alwaar des Fontaines,' die over het zelve geboodt, eene fchipbrug deedt leggen over den ftroom, welke hy, met nog ee- ne andere, van Roermonde derwaards gebragt, de Maaze afvoerde , terwyl hy, met het Le- ger, langs de rivier aan den Brabantfchen kant, aantrok op het Leger der Staaten voor Gennep. Doch tot aan Zandbeek genaderd zynde, zondt hy tweeduizend man af, om zig heimelyk in Gennep te werpen, 't Gelukte deeze manfchap, eenige onvoltrokken' werken, die hun in den weg lagen, te bemagtigen; doch Lodewyk van Nasfau, Heer van Beverweerd', deedt hen, eer- lang, verhuizen, uit hun voordeel. Het vyandlyk Leger brak, daarna, op van Zandbeek, en floeg i zig wederom tegen over Venlo neder. De Prins,
zig behoorlyk verfchanst hebbende voor Gen- nep, deedt, terftond, op twee plaatfen, aan de ioopgraaven arbeiden, en de Plaats befchieten > vaji vier kanten tevens. Moeilyk viel het werk aan de Ioopgraaven. Een derzelven, eindelyk, tot aan de graft, voortgezet zynde, hadt meü XI. DsKi,, V de |
||||
'
|
|||||
&6 ^VABERLANDSCHE XLÏII.Béifc.
■i t<J»i. dé-'-giaft'f die door' het water de Niers gemaakt
—----- wefdt,by nagt, reeds ten deéle, gevuld met
rysbosfen > toen de belegerden een' dam in de
Niers doorftaken, waardoor 't water, met zulk een geweld, in dëgraft liep, dat 'er de rysbos- / fen, in een' oogenblik,: door weggevoerd wer- den. Ook werdt den Graave van Solms belet, eene brug te Haan over de graft. D'Eftrades, wieh de Prins het Regement knegten van den Hertoge van Candale gegeven hadt (w), on- dernam <, iwat laater; door middel eener fchip- brugge, over de graft te geraaken; doch dit mislukte, insgelyks. Maar Hauterive, op '&'Pnnfen last, onderftaari hebbende, eene brug te .leggen, aan eenen anderen oord, hadt het gehik, daarover te geraaken, en zynebrug, in korten tyd, te verfchanfen. Sedert, wierp men nog eene andere brug over de graft, ver mees- terde de Contrefcarpe, en dreef de belegerden van eenen dam , dien zy verlterkt hadden: waarna de Kolonel Eerentreiter een hoornwerk beaóagtigde, welk eene der voornaamfte fterk- üeVeid- ten der Vestinge was. In 't ondermynen der maar- bolwerken, welk hierop volgde , ontving de fcbaik Veidmaarfchilk, Graaf Willem van Nasfau, WHtetf een' musketfchoot in den buik, die niet doode- van nV %¥ was» fchoon de Graaf, in 't volgende jaar, ftuOerh. te Orfoi, overleedt ( i ) : waarna het Veld- maarfchalksampt, aan Joan Wolfard, Heere van
O) D'ßsTRAu. Tom. I, p. 38.
(1) Hy was een Zoon van Graave Jan van Nasfau,
en van Magdalena , Grnavimie van Waldek. Jan van Nasfau de oude , Broeder van Willem, Prinfe van Oran- je , was zyn Groot -Vnder: Joan Maurits, Landvoogd van Brazil, zyu balv« Droader, van Vaders «yde. |
|||||
&Lin.BoÉK. HISTORIE. 30^
vnn Brederode , die met Anna, Zuster van 164t.
Gräave Willem , gehuwd was, opgedraagen -------
werdt (»). Dus ilondt het met het beleg van Gennep
Gennep, toen de vyand verzogt in onderhan 8eeftziC deling te komen. Men floot het Verdrag, op ov den zevenentwintigften van Hooimaand. De bezetting bedong twee veldftukken, en werdt, met haar geweer en pakkaadje, naar Venlo be- geleid. Het Leger der Staaten hieldtzig, na 't overgaan der Plaatfe, nog vel vier weekerl bezig, met het herftellen der Vestingwerken, die geweldiglyk befchadigd waren; en met het Hegten der JLegerfteden en fchanfen (0). De Maarfchalk de la Meilleraie, die over beFraa-
hetFranfche Leger geboodt, hadt, midlerwyl, fchen be- bet beleg geflaagen voor Aire in Artois, eene Tj^8 Plaats aan de Leye, van groot aanbelang voor de Franfchen, om dat zy den weg naar Vlaan- deren opende. Zy hieldt het twee maanden, Waarna zy, by verdrag, overging, op den ze- venentwintigften van Hooimaand. Kort te vooren, hadden de Graaf van Sois- XÏt.
fons en de Hertogen van Bouillon en van Gui- f)i^"ef] i*e, uit misnoegen op de Regeering van Frank- la"'Ir tjf iyk,,eenig volk geworven; waartoe hun, door Franlc- den Keizer en door den Koning yan Spanje, ryk. geld verftrekt was. Lodewyk de XIII. zondt, derhalve; den Maarfchalk van Chätillon, met een Leger, naar den kant van Reims, om hun het hoofd te bieden. Lomboi, midlerwyl, zig, met eenigë Keizerlyke troepen, gevoegd heb- bende by dén Graave en de Hertogen, viel 'er,; . „,, niet C») Aitzema ir. Detl, U. 84Ü, ïïöfi.
(.»5 Reib!. Itoll. 31 July 1641. bl. 194. Meinoir. de Fredefc
Httiti p. 280-392. Aitzbma II. Did, il, ;8i-7ü4. V *
|
||||
3o8 VADERLANDSCHE XLIII.Boek.
i<?4i. niet verre van Sedan, een hevig gevegt voor,
-------waarin Chiitillon de nederlaag kreeg; doch de
Graat' van SoifTons verloor het leeven, door
een' Piftoolfchoot. De Hertog van Bouillon maakte zig, federt, meester van Joncheri; doch deeze Plaats werdt haast hernomen door den Koning; waarna de Hertog, met den Koning in onderhandeling getreden zynde, een Ver- drag (loot ; waarby de voorige onlusten in 't vergeetboek gefteld werden (ƒ>). Men hadt, aan 't Ff anfche Hof, reeds by tyds, berigt ge- had van den heimelyken handel des Hertogs van Bouillon met den Spanjaard, en de laThuil- lerie was gelast, den Prinfe van Oranje, dien men vertrouwde geene kennis te hebben van 't gene, door zynen Neeve, gebrouwen werdt, deswege te waarfchuwen Qq). De algemeene Staaten keurden zynen handel met Spanje ook zo kwalyk , dat zy hem 't bevel over Maas- tricht ontnamen; welk, federt, aan den Graave van Solms, Broeder der Prinfesfe van Oranje, opgedraagen werdt (r). Terwyl Koning Lo- dewyk zig te Joncheri ophieldt, hadt het Le- ger van den Kardinaal Infant, onder Bek, zig tusfchen dat van den Maarfchalk de la Meil- leraie , welk nog omtrent Aire lag , en de grenzen van Frankryk nedergeflaagen, waar- door den Maarfchalk de toevoer werdt afge- fneeden. Hy zag zig, hierom, genoodzaakt, op te breek en met. het Leger, en naar de gren- zen van Pikardye te wyken. Bek nam deeze ge-
fp~) Meuioit. de Freder. Honri p. 29?-2<}.i.
(tj) Zit de Inftruct. by AiiZF.MA 11. iteei, hl. y^, (O A-iizKMA li. Peel, bl- ■/%£>. Vuv. vsn 't kecv. van <te Giuot, bt. 2y,v |
||||
XLIILBóek. HISTORIE. 309
|
|||||
gelegenheid waar, om zig in de Legerplaats, kï^i.
die door de Franfchen verlaaten was, voor Ai- -------
re, neder te flaan. Hy herwon deeze Stad, in lick
Slagtmaand," zonder hierin, door de vereeni&- ^-rwhit de magt der Franfchen, te können verhinderd lre' worden. De Franfchen vermeesterden egter la Basfée, tusfchen Rysfel en Atrecht, en ver- woestten het platte land van Viaanderen en Ar- tois, aan veele oorden (/). Lens en Bapaume vielen hun ook in handen (/). Het Leger der Staaten was, in 't begin van Het Le-
Herfstmaand, opgebroken van by Gennep, en g« der te Nieuwmegen ingefcheept, om naar Vlaan- ^1™1**1 deren gevoerd te worden. De la Thuillerie na°|, hadt hierop fterk gedrongen, alzo een inval in viaamle- Vlaanderen de beweegingen der Franfchen, ren ge- in en omtrent Artois, onderfteunen moest. De Vücrd* Prins meende het Leger, in drie of vier dagen, van Nieuwmegen, te können voeren naar Fi- lippine; doch aanhoudende tegenwinden brag- ten te wege, dat hy eerst op den zevenden dag voor Rammekens, en des anderendaags te Fi- lippine kwam. Midlerwyi, was desFontaines, van over Venlo ? naar Vlaanderen te rug ge- trokken, en te Selzate aangekomen, op den zelf- den tyd, als het Leger der Staaten tot aan As- fenede voortgetrokken was. De voorgenomen togt over de Vaart tusfchen Gend en Brugge werdt, hierdoor , wederom onuitvoerlyk ge- maakt. De Prins deedt de Ruitery egter, tot aan Boukhoute voorttrekken ; een gedeelte van welke eene fcherpe ontmoeting hadt met een'
f O Mcmoir. de Fuder. Henri «. so*, ays.
(/ ) Aiïzema II. Deel, bl. 778. V *
|
|||||
jio VADERLANDSCHE XLIII.Boek.
iftir. een' hoop vyandlyke paarden, onder Don Art'
■—■— dreas Cantelmo. Het voetvolk floeg zig te As- fenede neder. Doch het flegte weder en de herfstziekte onder de troepen noodzaakten zy- ne Hoogheid, het Leger wederom fcheep te doen gaan te Filippine, en naar Bergen op Zoom te voeren, met den aanvang van Wynmaand: Het he- voor * Q^Q van welke, al het volk naar de trekt da Winterlegeringen gezonden werdt. Het vyand- Winter- lyk Leger onder des Fontaines, welk laatst, te kwartie- ■yyilryk, by Antwerpen, gelegen hadt, werdt ook, ten zelfden tyde, gefcheiden («). xxll. De uitflag van den kryg te lande hadt dus, Zeezaa- ten minften in Vlaanderen, niet beantwoord Jren. aan de gemeene verwagting; en 't vermoeden vermeerderde, dat men, inderdaad, niet zeer geneigd was, om Frankryk gelegenheid te gee- ven, tot het voortzetten zyner overwinningen in de Nederlanden. Ter zee werdt, dit jaar, ook weinig verrigt. Een groot getal van Am- fterdamfche Koopluiden was, in Louwmaand, den algemeenen Staaten klagtig gevallen, o- ver de kleine zorg, die voor 't beveiligen der zeevaart gedraagen werdt, met verzoek, dat de Haven van Duinkerken, dit jaar, wederom, gelyk voorheen, met een bekwaam aantal van Oorlogsfchepen, bezet mögt worden. De Staa- ten van Holland hielden hierop ook zo ernftig aan, dat Tromp, in Grasmaand, bevel kreeg, om , na 't overvoeren van den jongen Prinfe naar Engeland , met eenige fchepen, op vier iyk gelaaden' Westindischvaarders, die uit Bra- zü
(«) Mejrnir. de Frcder. Hsnri p. 295-299- Aiïzïma W
fytl, il. 7B4, 785- |
||||
XLIILBoek. HISTORIE. 311
zil verwagt werden, te kruisfen, en voorts den 1641.
vyand alle mogelyke afbreuk te doen. Men 1-«—■ nam, omtrent deezen tyd, eénige fchepen, die de Duinkerkers óp de Franfchen veroverd had- den, en die, nu door de Staatfchen hernomen zynde, by de Admiraliteit deezer Landen, geoordeeld werden, den onzen, geregtelyk- en geheellyk, toe te komen (V). Voor 't overi- ge, werdt'er weinig uitgevoerd ter zee. Doch de verandering, in 't voorleeden jaar, in Por- tugal voorgevallen, gaf, hier, gelegenheid, tot het uitrusten eener VJoote, die gefchaapen fcheen, den vyand meerder afbreuk re zullen doen; fchoon zy, gelyk by de uitkomst bleek, kleinen dienst deedt. Men hadt, in dit Ryk, een algemeen mis- Vennd*.
noegen opgevat tegen de Spaanfche Regeering, ""g in en, eindelyk, door beleid van weinige Groo- P0"»^» ten, aangezet en onderfteund, door den Kar- dinaal de Richelieu (V) , in Wintermaand laatstleeden, den Hertog van Bragance, wien men oordeelde, nader dan Koning Fib'ps, ge- regtigd te zyn tot de Kroon, onder den naam van Joan den IV', voor Koning uitgeroepen, 't Volk was hem, terftond, toegevallen, en Fi- lips de IV, die thans ook met den opftand in Katalonie de handen vol werks hadt, was bui- ten ftaat, om zig, in 't verlooren gezag, in Por- tugal, te herftellen. Al wat in Oost- en West- indie, eertyds, door Portugal, bezeten, en nu onder de magt van Spanje was, verklaarde zig, eerlang, voor Koning Joan, die, om zig in zyn nieuw
(y) Aitzema ir. Deel, »l. 7/56-752.
(.*) Uk CllOlSV filcmuir. Tom. I. p. 4/, v4
|
||||
3M VADERLANDSCHE XLIILBoek.
IÄ4I. nieuw gebied te bevestigen , niet verzuimde,
den , met last, om een Verbond te fluiten met deezen Staat. Doch men hadt, hier, op de eerfte tyding van de omkeering in Portugal, en op berigt, dat men in Frankryk gereedfchap maakte, om den nieuwen Koning, met eenige fchepen, te onderfteunen, reeds geraadpleegd, om eene Vloot naar Portugal te zenden , tot afbreuk van den vyand, en aanmoediging van Joan den IV ; die, niet flegts in Frankryk , maar ook aan 't Hof van Groot - Britanje, voor Koning van Portugal erkend werdt. Terwyl men met het uitrusten der Vloote bezig was, kwam, in 't begin van Grasmaand, in den Haa- ge, Trißan de Mendoca Furtado, Ambasfadeur van Koning Joan den IV. Men erkende hem , terftond, in deeze hoedanigheid, en tradt, ver- Tienjaa- volgens , met hem in onderhandeling. Men ri? Bc floot, den twee-entwintigften van Zomer- ftand met maand f een Beftand van tien jaaren, met hem, „inefe. opzigtelyk op Oost- en Westindie, en op al- ryk. Ie andere Landen des Konings , welken het tegen den Koning van Spanje hielden: welk Beftand , in de Indien , beginnen zou, een jaar na de tekening van dit Verdrag, of zo- veel eerder , als men 'er aldaar kennis van kreege. Elk zou, midlerwyl, vredelyk, blyven bezitten, 't gene hy tegenwoordig bezat, voor- al , zou de Westindische Maatichappy haare bezittingen in Brazil en elders behouden; doch de Portugeezen zouden, aldaar, met hunne eigen' fchepen, van bekwaame grootte en be- boorlyk toegerust ten oorloge, mogen hande- len, onder betaalinge van dezelfde regten, als |
||||
XLIII.BoEK. HISTOR'I E.' 313-
den ingezetenen van deezen Staat werden af- 1041,-
gevorderd. De Staaten zouden den Koning,
op hunne eigen' kosten, byftaan, met vyftien
fcliepen, en vyf Fregatten: en hem, daaren- ' boven , een geiyk getal van fchepen en Fre- gatten verhuuren, waarby hy, in Portugal, nog tien of meer Gallioenen voegen zou: en deeze■■ vereenigde VJoot zou gebruikt worden, om den Koning van Spanje afbreuk te doen (V). Voorts , werdt den Ambasfadeur ook verlof gegeven, om een Regement te voet en een te paarde te werven, die naar Portugal gevoerd werden, en goeden dienst deeden. Ondertus- fchen , was de verandering in Portugal by elk, hier te Lande, niet even aangenaam ge- weest. De Oost- en Westindifche Maatfchap- pyen vonden meer voordeels by den oorlog met Spanje, dan zy van Beftand of Vrede met Portugal meenden te können verwagten. Ook daalden, met den aanvang der handelinge met Portugal, de Aktien der Oostindifche Maat- •' fchappye van vyfhonderd op vierhonderd en vierhonderdenveertig ; en die der Westindi- fche Maatfchappye van honderdentwintig op honderdenveertien ten honderd. Veelen hiel- den ook verdagt, dat de Ambasfadeur flegts last hadt, om van Beftand, niet om van Vre- de te handelen, als was, hieruit, na 't uitgaan van 't Beftand, nieuwe kryg te wagten. En deeze en andere bedenkingen hadden zo veel invloed op de Vergadering van Holland, dat men , aldaar, zeer fchoorvoetende kwam tot het befiuit, om de Vloot naar Portugal in zee te
(■O Zie liet Trakt, ty Aitzf.ma II. Deel, bh ?55 enz,
v5
|
||||
SU VADERLANDSCHE XLIII.Boek.
|
|||||
M^i.'-te brengen fy"). Arnoud Gyzels geboodt 'er
-------over, als Admiraal. En Michiel Adriaanszoon
Men de Ruiter, man van geringe afkomst, doch van
zendt ea- ongemeene bekwaamheid en moed, van de niar Por' laagfte fcheepsbedieningen , tot Kommandant tug«!. op een' der kruisfers opgeklommen zynde , werdt nu tot Kapitein en Schoutbynagt aange- fteld. 't Liep aan , tot diep in Oogstmaand, eer de Vloot in zee ftak. Eene maand laater, kwam zy eerst op de kust van Portugal. De Portugeefche en Franfche Vlooten waren toen , van daar, verzeild naar de Straat. Gyzels ver- deelde , federt, de zyne in drie hoopen, en zeilde naar Kaap S. Vincent, om de Portu- geefche Vloot op te zoeken, en zig met dezel- ve te vereenigen : waarna men eerst in ftaat oordeelde te zullen zyn, om den vyand, met Scheeps- voordeel, aan te tasten. Doch op den vierden ftryd by van Slagtmaand, raakten de Staatfche fchepen Kaap s. alleen, omtrent Kaap S. Vincent, in gevegt, Vincent. met negen Gallioenen, tien Duinkerlcfche Ko- nings Schepen en vyf Fregatten. De ftryd was. hevig, tusfchen eenige fchepen. Doch behal- ve de Ruiter, Gerrit van Lemme en Jan Solaas, waren 'er byna geene Kapiteinen, die zig be- hoorlyk kweeten van hunnen pligt. 't Schip van Solaas werdt geheel reddeloos gefchoo- ten.. Dat van Van Lemme zonk : waarnamen ge- naden vondt, te wyken, en te rug te keeren na de rivier van Lisbon ; voor welke Stad, de Portugeefche Vloot ook wederom lag, ter- wyl de Franfchen naar huis gezeild waren. De
f>') Refol. Holl. 19, 20, 25, 16, 27 April, 2, n, 18 Mjy^
9'Juh 1641. il. 99, 104, ui, 113, 114, 115, ia*, 140, 1461, 156, 15?» AtTZBMA U Detl, H. 730, 753, 754, 2oS. |
|||||
XLIILBoek. HISTORIE. 315
De Koning deedt zyn best, om de Vloot hier liSfii
nog eenigen tyd op te houden, en daarna, te gelyk met de zyne, den vyand wederom aan- tasten. Doch men toefde flegts eenige dagen. Midlerwyl, kreeg men berigt, dat de vyand, in 't jongite gevegt, ook twee fchepen ver- looren hadt, en nu wederom, met zevenen- twintig zeilen, in zee was. Men befloot, hier- op, naar 't Vaderland te keeren; 't welk eg- ter , ter oorzaake der aanhoudende ftormen, niet voor den vierden van Louwmaand des vol- genden jaars , gefchieden kon. Het onweder bleef duuren, na dar men in zee gefteken was. De Vloot raakte t'eenemaal verftrooid ; doch kwam, eenige weeken op zee gefukkeld heb- bende, behouden, in de havens deezer Lan» den, te rug (z). Eenige maanden voor de verandering in Por- Verovo-
tugal, hadt Graaf Joan Maurits Jol of Houte- ritu-en ia been, met eenentwintig fchepen, gezonden naar Afr,ka' de kust van Afrika, alwaar 't hem gelukte, de Stad Looandadi S.Paulo, in Angola, te veroveren, in Oogstmaand des jaars 1640. Wat kater, be- magtigde hy het Eiland S. Thomé, daar hy, eerlang, overleedt. 't Slot en de Stad Maran- hao in Brazil werden, ten zelfden tyde, door Ligthart overweldigd (a). Doch de omkeering in Portugal deedt de vyandlykheden in Brazil ophouden, alzo de Ponugeezen aldaar Koning Joan toevielen (b~). De
f*") O. Brandt I.eeven van de Ruiter, II. 8^15. Aitzïma.
II-' beef, M/831. O) iWLiEus p. K42, 3,|H, 37/). CoMMSiiiN Freiiei. Iliur.
II. Deel. bl.'ho, 12^. 1 (*) EAIU..KUS p. t}?. |
||||
3i6 VADERLANDSCHE XLIII.Boek.
|
|||||||||
De Oostindifche Maatfchappye hadt, in den
aanvang deezes jaars, de Stad Malakka vero- verd op de Portugeezen , na een langduurig beleg. Ook waren haar de Stad Kolombo en ee- nige Sterkten op het Eiland Ceüon in handen gevallen (V). Op den negenden van Slagtmaand, was,
binnen Brusfel, aan eene fleepende koortsziek- te , overleeden de Kardinaal infant, Ferdi- nand, Landvoogd der Spaanfche Nederlanden. De Koning hadt , by eenen beflooten Brief, Don Francisko de Melo, den Mark- graaf de Velade, den Graaf des Fontaines en eenigen anderen aangefteld, om, in geval van 't overlyden van den Kardinaal Infant, het be- wind over Staats- en Oorlogszaaken, by voor- raad, te aanvaarden. Don Franciiko de Melo, die in de eerfte plaats genoemd was, hadt egter 't voornaamfte gezag in de Regeeringe (dj. Ook werdt hem, kort hierna, de Landvoogdy opgedraagen (e). De argwaan , hier te Lande, by groot en
klein, opgevat, over den voortgang der Fran- fche wapenen in de Nederlanden, was nu zo zeer toegenomen , dat zyne Hoogheid zel- ve den Kardinaal de Richelieu in bedenking gaf, of 't niet geraaden zou zyn, 'sKonings magt, in 't volgende jaar, meest te gebrui- ken , in Katalonie of in Italië, terwyl het Leger van deezen Staat den vyand, in de Ne- derlanden, werk geeven zou (ƒ). De Kardi- naal (O CoMMELiN Freder. Henr. II. Deel, l/l. m.
(«0 Aitzkma II. heel, W. 785 enz. C«) Mctiioir. do Freder. Henri p. 301. (ƒ; Inftr. de MunCeign. Ie l'rincc d'Orunge dans D'Estraiw.
Tora, I. p. Cj. |
|||||||||
164.1.
Malakka
€11 Ko-
Jombo
gewon- nen. XXIII.
De Kar- dinaal Infant fterft. Don Francis- ko de Melo volgt hem op in de Land- voogdye. |
|||||||||
Argwaan
teeen Frank- fyk. |
|||||||||
XLIII.BOEK. HISTORIE. s»7
naai ftemde in 'sPrinfen raeening, en haalde ijj^»;
'er den Koning ligtelyk toe over. De Prins —£— hadt hem ook eenen aanflag op Majorka en Minorka voorgefteld, die met eene vereenig- de Vloot moest ondernomen worden. Doch in deezen voorflag werdt niet bewilligd, alzo Ko- ning Lodewyk zyne fchepen noodig hadt, tot de ondernceming op Italië of Katalonie (g): waartoe , terftond , gereedfchap gemaakt werdt. Met de toebereidfels tot den aanftaanden Bewee-
veldtogt, hier te Lande, werdt, daarentegen, «"'e*11 niet veel gehaast. In Louwmaand des jaars Graave™ 1642 , kreeg men tyding, dat de Graaf van Gue- yanCu»- briant, gebiedende over het Leger, welk, wel- briam. eer, onder den Hertog van Weimar, geftaan Iö42* hadt, en in Franfchen dienst overgegaan was (A), eenigen tyd, met het Zweediche Leger, welk nu, zynde Banier overleeden, door Leo1 nard Torften/ion, gebooden werdt, voor Wol- fenbuttel, gelegen hebbende, naar den Ryn- kant getoogen was, om, over deezen ftroom, naar de Spaanfche Nederlanden te trekken. De Graaf van Everßein, die over een ige Hesfifcha manfchap geboodt, hadt zig by hem gevoegd , Terwyl dit vereenigd Leger op weg was naar den Rynkant, hadt de Prins van Oranje, om den togt te verhaasten, en te minder overlast van de troepen te dugten te hebben , op de grenzen van deezen Staat, eene brug over den ftroom doen leggen , by Wezel. Guebriant toog 'er over, op den dertienden van Louw- maand , f/O D'EnTHAn. Tom- I. p, 6%.
f'O Zit hier vnor, VI. jSC«. |
||||
$*£ VAPERLANDSCHE XLIILBoEfc
jtfya. maand, maakte zig, daarna:, meester van Of-
——— dingen, in t Stigt Keulen, en floeg Lomboi, die, met de Keizerlyke troepen, by Kempen lag; waarna hemNuis, Duurenen verfcheiden* Slooten in. deezen oord in handen vielen. Hy leide zyn volk, in de Landen van Keulen en Gulik , in bezetting (O» tot dat 'iet Jaarge- tyde hem toelaaten zou, zynen togt te vervol- gen. De Prins '* ^'eP aan töt ^et e^nc^e van Bloeimaand, eer
•winOran- de Prins van Oranje in 't veld vericheen ^ aan je trekt te 't hoofd van 't Leger der Staaten, welk, weder- veide. om, by Litii en Lithoojen, famengetrokken was^ fthen*an" ®on Francisko de Melo was vroeger te vtlde herwin- getrokken, en hadt het geluk gehad, van Lens ncujjcns en la Basfée te herneemen, en een Leger Frau- en la fchen, onder den Maarfchalk van Guiche, te Basfée. ^zn, waarna hy zig, met het Leger onder den Graave des Fontaines, die by Tienen lag, om op de beweegingen des Prinfen van Oranje te waaken, vereenigd hadt De Prins, toen ftaat maakende, dat men voorhadt, Guebriant, die by Nuis lag, aan te tasten, riedt hem, naar Or- dingen te keerenj terwyl hy, met het Leger der Staaten, naar Orfoi trekken zou, om daarna beide de Legers famen te voegen, én den" vyand, zo 't noodig gevonden werd, met ver- eenigde magt, aan te tasten. De Kardinaal de Richelieu hadt den Prins, door d'Eftrades, tot deezen togt doen verzoeken (£), en te gelyk een' wisfelbrief van honderdduizend guldens1 herwaards gefchikt , om zyn verzoek ingang te
ri) Memoir. de Freder. Henri p, ioy-301. Aitzsma VU
titel. tl. «27, «30, B3I- t*) D'Esirao. Tom. I. p, <5y, 73* |
||||
XLIII.Boek. HISTORIE. 319
|
||||||
te doen vinden. Doch d'Eftrades zondt den 164«.
wisfelbrief te rug, met verklaaring, dat hygeen * geld noodig gehad hadt, om de zaaken, hier, naar wensch, te doen uitvallen (/). Ook brak -1 zyne Hoogheid op, van de Voornerfchans, op
den zeventienden van Zomermaand, zynde den vyand , reeds te vooren, getoogen naar den kant van Roermonde , alwaar hy eene fchipbrug gelegd hadt, over de Maaze. Het Leger der Staaten kwam, op den zelfden dag, te Boetbergen , tusfchen Rynberk en Orfoi, als de Graaf van Guebriant te Ordingen we- derkeerde. Twee fchipbruggen werden over den Ryn gelegd, eene te Orfoi, en eene te Ordingen , opdat de twee Legers zig, langs eene van beide, in geval van nood, fpoedig Zouden können famenvoegen. Het Leger van Guebriant.werdt, uit dat der Staaten, voor zyn geld, voorzien van allerlei voorraad. De Le- Gevegt gers bleeven, omtrent drie maanden, in dee- j"snf^e^. zen ftaat, zonder dat 'er iet van belangvoor- graaft„ viel. Alleenlyk, agterhaalde de Ryngraaf Fre- eenige drik, Kolonel te paarde in Staaten dienst, aan $pa»n- *t hoofd van eenige Ruitery, twaalf vendelen ^jjg™*0" voetvolks , ontbooden naar 't Spaanfche Le- ger , uit de bezetting van Gelder; die, gedeel- telyk , verflaagen , gedeeltelyk , op de vlugt gejaagd werden. Doch eenige vyandlyke Rui- tery deezen knegten te hulp gekomen zyn- de , werdt de Ryngraaf gevangen genomen; maar, na twee dagen, zyn losgeld betaald heb- bende, geflaakt. By deeze, of by eene dier- Do jonge gelyke gelegenheid , werdt de jonge Graaf Grasfvau van Nas**"
|
||||||
(O D'Estrat). Tom. I. p. 74, 75.
|
||||||
Sao VADERLANDSCHE XLIlLBoBK.
|
|||||
1642. van Nasfau - Saarbrug, die verloofd was aan
■——■— eene Dogter van den pas overleeden' VeM- Saarbrug maarfchalk Graave Willem, zig wat te bloot fneuveit. gegeven hebbende, en afgefneeden zynde van zyn volk, in den rug gefchooten, dat hy 't be- ftierf (in). Sedert, trok Don Francisko de Me- lo wederom naar de grenzen van Frankryk, terwyl des Fontaines zig tegen over Venlo le- gerde. Guebriant brak, insgelyks, op van by Ordingen , en floeg zig by Nuis neder. De voorraad raakte op in deezen oord, 't welk de Legers noodzaakte , van plaats te veranderen. De Prins van Oranje voerde het Leger der Staa- ten ook, eerlang, naar de Meiery van 'sHer- togénbosch te rug, en legerde zig, in Herfst- maand , by Oosterwyk. De Graaf des Fontai- nes volgde hem op de hielen, en ging by Diest en Heerentals leggen. Zyn vertrek gaf" Gue- briant gelegenheid, om , na 't bezetten van Nuis, Duuren en Kempen, veilig, over den Ryn, te rug te keeren, en de Winterlegerin- gen in Duitschland te betrekken. Het Leger der Staaten fcheidde, kort hierna, in 't begin van Wynmaand (n). Oorzna- De veldtogt was dus, genoegzaam met ];en vnn heen- en weder trekken, ten einde geloopen. den ga- j)a prins hadt egter het genoegen gehad, dat uitfla" nv het Leger onder Guebriant gedekt hadt, en des veld- de Spaanfche Legers, onder Don Francisko de fogts. Melo en des Fontaines, belet, zig te vereeni- gen met de Keizerlyke troepen ( o) , onder Hartz-
(»O Aitzeva II, Deel, Ij!. Bfifi-
( w ) Mcinoir. ;le I?redi:r. Hsnri p. 307-312. Aitzema IF. Drtit
bl. !,2.s , li^a , II49. 11 ) Inftr. (!c Monfdgn. !e Prince d'Oiwge rlers n'EiTWf.fSi
Tom. I. ƒ>. 76. 1 |
|||||
XLIII.Boek. HISTORIE. 3ai
Hartzfeld in de Neder-Palts, gelyk hun oog-
merk geweest was. Voor 't overige, was het Leger der Staaten te zwak geweest, om iet van belang te onderneemen. Men hadt zelfs, in gevolge van het jaarlykseh Verdrag, in Len- temaand, met de la Thuillerie, in den Haage, geflooten , waarby de Koning van Prankryk deezen Staat wederom twaalfhonderdduizend ponden toegezeid hadt, drieduizend man of dertig vendelen te voet gevoegd by de troe- pen onder Guebriant (p): 't welk het Leger der Staaten nog zwakker gemaakt hadt. De gerügten, die men, deezen Zomer, hier ge- kreegen hadt, dat Richelieu in de ongenade des Konings van Frankryk vervallen was, maakten den Prins van Oranje ook flauwer tot onderneemingen , waarvan de voordeelige uitflag, ligtelyk, misbruikt zou können wor- den, door eene meer Spaanschgezinde Regee- ringe in Frankryk. Hier kwam de voorge- flaagen' en aangevangen' Vredehandeling by,. en de bezwaarde ftaat van 's Lands geldmid- delen ; zo dat het aan geene oorzaaken ontbrak van het verflaauwen des oorlogs te lande. Ter zee , was ook niet voorgevallen van belang. De Staaten hadden zig, by 't jongfte Verdrag met Frankryk verbonden, om, van Grasmaand af, dertig Oorlogsfchepen te doen kruisfen langs de Vlaamfche kusten, tot voorby Ca- lais (j); doch ik vind niet, dat 'er iet door ver- ligt werdt, tot afbreuk van den gemeenen vyand. De Staatfche Vloot ftrekte, veelligty eenigs-
(ƒ>) Zie Aitzema II. Deel, il. 825, 839, 830.
Q ) Aitzp.ua II. Deel, il. 829. XI. D E E T-. X
|
||||
Saft VADERLANDSCHE XLIII.Boek.
|
|||||||||
eenigszins, tot ftyving van de party des Ko-
nings van Groot- Britanje tegen die van het Parlement, welk eene Vloot, onder den Graa- ve van Warwik, in zee hadt (f). De onlusten in dit Ryk waren nu uitgeborften tot eenen openbaaren binnenlandfchen oorlog, waarin zig deeze Staat ook, meer of min, mengen moest: waarom het hier de regte plaats zal zyn, om de oorzaaken deezer onlusten, kortelyk, aan te wyzen. Karel de I. was aan de Regeering gekomen,
vervuld met hooge gedagten van het Koning- lyk voorregt; welk zyn Vader zo ver gezogt hadt uit te ftrekken , als hem mogelyk ge- weest was. Men kan naauwiyks twyfelen, of de Zoon zogt een willekeurig gebied in te voe- ren (O» en in genoegzaame onafhangkelyk- heid van 't Parlement te heerfchen: 't welk het volk in 't gemeen hieldt te ftryden met den aart der Engelfche Regeeringe : waarom ook de Parlementen, welken de Koning, om geld te bekomen, in den aanvang van zyn gebied, van tyd tot tyd, bye en riep, eerder arbeidden aan het herftellen der misbruiken, dan aan het on- derfteunen van hunnen Vorst: 't welk deezen dermaate verbitterde , dat hy het eene Parle- ment voor, het andere na fcheiden deedt (?), en eindelyk in 't begrip viel van zig, zonder tusfchenkomst van Parlementen , te voorzien vart geld. Zyne Staatsdienaars vonden toen verfcheiden' nieuwe middelen uit, om geld te be-
Cr) Aitzema If. Deel, U. 8?ö.
(O Kapin Tom. VII. p. s.61, 2«4, 285, 337, 350. T*9i
vru. p- 257.
40 &AP1N Tem. VII. p. aiii, 317, 403, 433« |
|||||||||
1649.
|
|||||||||
XXIV.
Oor- fpTong der on- lusten , tusfchen den Ko- ning en het Par- lement van Groot- Britanje. |
|||||||||
XLIII.Boëk. HISTORIE. jij
bekomen, 't Volk werdt bezwaard met onge-
woone lasten, die te harder drukten, om dat 'er 't Parlement niet in bewilligd hadt (j>). Het Schipgeld, het Ton- en Bakengeld-in 't byzon- der veroorzaakten een algemeen misnoegen, vooral, doordien het ten fcherpfte werde in- gevorderd (w~). De Parlementen, die nu en dan befchreeven werden, verzuimden niet, te klaa- gen over deeze en andere nieuwigheden. Zy verwierven ook , doorgaans , goede beloften van den Koning; doch de vervulling bleef ag- ter. Zelfs deedt de Koning eenige Leden van 't Huis der Gemeenten, die zig wat te ernftig tegen de misbruiken in de Regeeringe gekant hadden, terwyl 't Parlement nog byeen was, in den Tour zetten: 't welk als eene blykbaare fchending van de voorregten des Parlements werdt aangemerkt (x~). Behalve deeze redenen van misnoegen, hadt 'sKonings gedrag in zaa- ken van Godsdienst ook eenig gemor verwekt by veelen ; welk gevoed werdt door zulken, die den Koning ongenegen waren. Men maak- te hem, hoewel ten onregte, naar 't fchynt (jy), verdagt, dat hy het Pausdom wederom zogt in te voeren (2). Hy werdt, met meer grond, be- fchuldigd, over 't vervolgen der Presbyteriaanen of Puriteinen (ä), die, om dat zy de Kerkelyke Regeering van Aartsbisfchoppen en Bisfcbop- pen afkeurden, door de voorftanders der Bis- fchoppen, en door de Bisfchoppen zelven, wel-
f v") Rapin Tom. VII. p. art,), 3ß2, 358» 453, 426, 547.
Cw) Rapin Tom. VII. p. 389, 395, 3915, 52s.
(x Rapin Tom. VII.p. 403, 534.
(_y~) Puiez Rapm Tom. VIII. p. ^fy.
(2) Rapin Tom. Vil- p. 439, 446.
{_ K ) Rapin Tun. VII. p. 273, 397.
X a
|
||||
$H VADERLANDSCHE XLIII.Boek.
1643. welken tevens de grootfte voorftanders van
—— 's Konings volftrekt gezag waren, by den Ko- ning waren bedraagen, als vyanden zyner Re- geeringe. Veelen van deeze vervolgde Puritei- nen weeken toen naar Amerika, en naar Holland in grooten getale, werwaards zy de Laaken- weevery te rag bragten (&), die, eertyds, uit de Nederlanden, naar Engeland vertoerd was; zig nederflaande, te Leiden, te Amfterdam, te Rotterdam en elders. Karel de I, bezettende, dat zyn gezag grootelyks hing aan dat der Bis- fchoppenj zogt de Bisfchoppelyke Regeering, door Jakob den I, in Schotland ingevoerd, aldaar, te bevestigen, door het invoeren der Engelfche Kerkgewoonten ; en begaf zig, in perfoon derwaards, in den aanvang des jaars 1633 (V). Sedert, zondt hy de Engelfche Kerk- dienst- en Gebedeboeken naar Schotland, met bevel, om ze, openlyk, in gebruik te brengen. Doch deeze nieuwigheid veroorzaakte eenen opftand in Schotland: daar men een Verbond floot, by den naam van Covenant bekend, om zig, by de oude Kerkgewoonten, te handhaa- ven; en de wapenen aangreep, tegen elk, die iemant, hierin, hinderlyk wilde zyn (d). De Koning, eenige jaaren zonder Parlementen ge- regeerd hebbende, zag zig, ter oorzaake der be- weegingen in Schotland, met den aanvang des jaars 1640 , in de noodzaakelykheid gebragt, om een nieuw Parlement te doen befchryven. Hy begeerde van het zelve kragtigen byftand tegen de Schotfche wederfpannelingen. Doch men
(70 Uapw Tbm. VIII. p. 144.
Cc) RaPIN Tom. VII. p. 415, 4f>I. 475-
ld) Rann Tom, VU. p. 482, 5™>> 5°ö.
|
||||
XLIII.Boek. HISTORIE. 305
men maakte geenen haast, om hem te wille te
zyn. 't Parlement werdt dan wederom ge- fcheiden (/). Men tradt in onderhandeling met de Schotten; doch eer men 't eens kon worden» werdt de Koning, van verfcheiden' kanten» gedrongen om een nieuw Parlement byeen te roepen, welk de herftelling der bezwaarnisfen met zo veel yver ter hand nam, dat de voor- naamften, in de jaaren 1640 en 1641, werden weggenomen (ƒ), hebbende den Koning vast- gefteld, byna alles in te willigen, wat hem ge- vergd werdt. In Oogstmaand des jaars 1641, werdt de Vrede met de Schotten getroffen (g). Doch veelen meenden, dat ze, van 'sKonings zyde, niet gehouden zou worden. Ook maak- te men weinig ftaats, op de vergunde herftel- ling der bezwaarnisfen. Karel de Lhieldt, ook van zynen kant, het Parlement verdagt van flinkfche oogmerken , en zogt zig, uit dien hoofde, ten deezen tyde, door het Huwelyk zyner oudfte Dogter, met den Zoon des Prin- fen van Oranje, te fterken met de vriendfchap der Vereenigde Gewesten (&), gelyk wy, te vooren, verhaald hebben. De geweldige op- ftand in Ierland, die hierop volgde, vervreem- de den Koning en het Parlement, meer en meer, van eikanderen. Veelen hielden voor zeker, en de Ieren zei ven ftrooiden uit, dat de Ko- ning de hand in deezen opftand hadt (j). Men meen-
(O Ra>>:n Tom. VI. p. 5»2, 528, 533.
{fj Rapin Tu-». VIII. p. 2, ao.
( g ; IUpin Tom VIII p. 59.
(U) Zie vctfchcMcn' Blieven bj Lui>t,ow Mewirs. I-U. III. p,
O) K-AfiN ïo;;i VlU. f>. 121, 214.
|
|||||
X 3
|
|||||
346 VADERLANDSCHE XLIII. Boek.
1(542. meende, dat hy, hierdoor, het Parlement wil-
:------ de noodzaaken, om een Leger op de been te
brengen, aan 't hoofd van welk, hy in ftaat zou
geweest zyn, om het Parlement naar zyne hand te zetten. Doch de Koning verklaarde , ge- heel vreemd te zyn van diergelyke oogmer- ken. Het Parlement was egter op zyne hoede, en drong den Koning, eerlang, om te bewil- ligen, in eene algemeene werving van Krygs- volk, waarover het Parlement bevelhebbers ftelde (k~). Ook hadt de Koning reeds moeten toeftaan , dat het tegenwoordig Parlement , niet dan met bewilliging van beide de Huizen, zou mogen gefcheiden worden. Men zag nu niet anders dan eenen binnenlandfchen oorlog te gemoet. De Koning, de gunst en byftand der Vereenigde Staaten zoekende, zondt zyne Gemaalin naar Holland, in de Lente deezes jaars 1642, als ware het, om de jonge Prinfesfe her- •waards te geleiden (/). Het Parlement deedt ook eenige poogingen , om deezen Staat te winnen. Het riedt den Koning niet flegts, in Zomermaand deezes jaars, tot het fluiten van een naauw Verbond met de Vereenigde Ge- westen, ter befcherminge van den Protestant- fchen Godsdienst (»;); maar het hadt, reeds te vooren , aangebooden , de Vloot onder den Graave van Warwik te voegen by de Staat- fche, en dezelve tegen de Duinkerkers te be- fchermen; doch men maakte hier weinig ftaats op deeze aanbieding (V). De
(*) Rapim 7"««. VIII. p. saö & fuiy.
C l ) Rapin Tom. VIII. p. 226. O«) Rapin Tom. VIII. p. 335. (.•;) AlTZEMA XI. bc tl, tl. SjCi. |
||||
XLIILBoek. HISTORIE. 327
|
|||||
De Koningin van Groot-Britanje, den ne- 104s.
genden van Lentemaand, te Hellevoetfluit aan-------
land getreden zynde, werdt, aldaar, door den XXV.
jongenPrinfe, en in denBriel, doorzyne Hoog- D.e *°" heid zelve , ontvangen, en, van Maaslands- "ft"gin Huis, te lande, begeleid naar den Haage. De Groot- algemeene Staaten begroetten haare Majefteit, Brkar.ja hier, in vollen getale; doch dekten zig, ter- ^n" ™ ■wyl zy haar aanfpraken (0). Zy bezogt, ver- ° an volgens, de voornaamfte Steden Delft, Rot- terdam , Haarlem en Amfterdam. Men bewees haar, alomme, veeleer, vooral te Amfterdam, daar zy, met fcheepsftryden en pragtige ver- tooningen , onthaald werdt (ƒ>). Al deeze om- flag kon dienen , om het eigenlyk oogmerk haarer reize te verbergen, voor de oogen van 't gemeen; welk zig egter ontdekte, door den tyd. De Koning hadt haar verfcheiden' juwee- Geheim len van de Kroon in handen gefteld, van wel- jj°8m«* ken zy zig bedienen moest, om wapenen en n*Mt krygsbehoeften, in Holland, te koopen, ter- wyl hy zig meester dagt te maaken van Huil; alwaar deeze voorraad van oorloge ontfeheept zou worden. Ook verkogt of verpandde zy een gedeelte deezer juweelen te Amfterdam (q), en voorzag zig, aldaar, van eenige krygsbehoef- ten, die, ten mintte voor een gedeelte, geluk- kiglyk, te Burlington, aankwamen, alzo 'sKo- nings aanflag op Huil gemist was (r). De Ko- ningin bediende zig, tot bereiking haarer oog- mer-
f e) Zie Refol. HoII. u S/aart 1Ö41. W. 5+, 55.
(>) Meuioir. tle Frctter. Henri p. 302-305. Ait7Ema II. Dal, tl. «13-817 (j) Li'uiow Meinoirs Fol. I. p. 33, Cj. iÓ Rahn Tem. VIII. p. a3o, a8i, a8a, 387, 3J4, 357. x4
|
|||||
328 VADERLANDSCHE XLIII.Boek.
1Ä42. merken in Holland, veel van den Heere van
—— Heenvliet, dien de Koning eene Engelfche Ba- rony, in vergelding, fchonk (s). Ook waren 'ér anderen, die haare Majefteit, met pennin- gen, onderfteunden (2). Het Parlement hadt, midlerwyl, allen, die zig hadden laaten ge- bruiken , om eenige juweelen van de Kroon te vervreemden, voor vyanden van den Staat ver- klaard. (O Letter front ]ttmyn to Digliy in Ludlows Memoire. Fol.
III. p. 3f>9' (2) Ik vind, in eenen Brief van Mylord Jermyn aan
Mylord George Digby , in Oogstmaand des jaars 1646, uit Frankryk, gefchreeven, eene foort van rekening der penningen, in Holland ontvangen, die, woordelyk over- gezet, dus luidt: Te Rotterdam, van de Burgemeesters geleend 400000
Nog van de bank te Rotterdam - - 25000 |
||||||
in alles van Rotterdam 425000
Door Mr. Sandys geleend van de bank teAm- fterdam .... 84500
In den Haage, van Fletcher - - 126000
Nog van den zelfden - - - 40000
In den Haage van van Cyren, door den Heer W. Boswel - - - 9000
Van myn Heer Despernou ... 230000
Van Webfter, op de hangpaarlen, volgens drie Obligatien, fatflen - - 100000
Nog van hem - 43200
Nog van hem, en door hem , federt, geleend 70000
Van myn Heer Wicquefort - - 70000
Van den Heer Karel Herbert - - 20000
Vau Collimore, te Antwerpen - - 64000
in alles guldens 1281700
De zes robynen van den keten, by Webfter fielaaten, voor omtrent - - 20000
Aan Webfter .... 20000
Ann den Prinfe van Oranje - - 3000.00
Htè LuDÏ.óWs Meiueirs Vol, III. p. 304. |
||||||
XLIII.Boek. HISTORIE. 329
klaard. De oorlog was derhalve onvermyde- kj42.
lyk. Het Parlement ftelde 'er zig toe in ilaat.-------
De Koning rigtte zynen Standaard op, te
Nottingham, en trok, aan 't hoofd van eenige manfchap, in Herfstmaand, naar Walles. De Prinfen Roben en Maurits, Broeders des Palts- graafs, begaven zig, uit Holland, naar Enge- land, om den Koning, hunnen Oom, te die- nen. Ook hadt de Koningin, met bewilliging des Prinfen van Oranje, verfcheiden' bevelheb- bers en knegten , die deezen Staat dienden, bewoogen, om naar Engeland over te fteeken (Y). Het Leger, door het Parlement, op de been gebragt, werdt onder bevel van den Graa- ve van Esfex gefield. Het raakte meer dan eens flaags met Prinfe Robert, die merkelyke voordeden behaalde op den Graave van Esfex. Ook vielen 'er , aan verfcheiden' oorden des Ryks, gevegten voor, tusfchen de Koning- fchen en Parlementfchen, of Kavaliers en Rond- hoofden, gelyk men ze, fchimpswyze, noemde, met ongelyken uitflag («). De Koning floeg zig, in Wynmaand, neder by Oxford, terwyl het Leger van 't Parlement by Londen lag. De Zy keen Koningin bleef in Holland, tot in Louwmaand te rn* des volgenden jaars, wanneer zy van Scheve- "ei^nd.'1" ningen onder zeil ging, begeleid, door tien b Oorlogsfchepen ; doch een geweldige ftorm verftrooide de Vloot, en noodzaakte haar, na verloop van eenige dagen, wederom te Sche- veningen voet aan land te zetten. Zy hieldt zig toen nog eenige weeken op, in den Haage. Doch
(OArrzüMA II. IMel, bl. 842, «47. Kapin Tom. VIII.
p. :.öa. C«y Uapin Tom, VUI. p. 7,7", 37»i 'jßr-jSy. x 5
|
||||
S3o VADERLANDSCHE XLIII.Bosk.
|
|||||||||||
164». Doch de Luitenant-Admiraal Tromp voerde
-------haar , in Lentemaand , gelukkiglyk, naar de
Engelfche kust; van waar zy, te lande, voort-
trok naar jurk, alwaar de Koning zig toen ont- hielde (V). |
|||||||||||
XXVI.
Sirik-
land wordr, c'oor *t Parle- ment, raar den Hange ge zonden. Zyiie bood- i'c'sap. |
Terwyi de Koningin nog in Holland was,
kwam herwaards Walter Strikland* Schildknaap* afgezonden aan de algemeene Staaten, uit den naam van beide de Huizen des Parlements. Hy verzogt, in 't begin van Herfstmaand, open- baar gehoor. William Boswel!, 'sKonings Re- fident, kantte zig hier ernllelyk tegen. Ook werdt hy alleenlyk door Gemagtigden ge- hoord. Hy vertoonde hun „ dat de onlusten, „gereezen tusfehen den Koning en 't Parle- „ ment, van gelyken aart waren, als die, wel- |
||||||||||
n eer, tusfehen Spanje en deezen Staat, waren
„ ontftaan; waarom het Parlement gaarne een „ naauw Verbond fluiten zou , met de Ver- „eenigde Gewesten. Voorts, klaagde hy o- „ver 't leveren van Krygsbehoeften aan den „ Koning, waartoe, zeide hy, de Heer Dighy9 „ om hoog verraad uit Engeland geweeken, „met kennis van den Prinfe van Oranje, de „ hand geleend hadt (w). Hy verzogt, derhal- „ve, dat het verbod, deswege gedaan, beter „ naargekomen, en de onzydigheid volkomen- „lyk bewaard mögt worden." Strikland moest lang wagten naar antwoord, alzo men het, des- wege, niet eens kon worden, met die van Hol- land, 't Kwam niet, voor den eertten van Slagt- Atii- maand. De algemeene Staaten booden toen woord hun- (v~) Memoir. de Freder. Henri p. 312-314. A112EMA II. ütth
il. 877, 878. Qwj RciuJ. Holi. <j, iv Sept. 164a. «. 316, ai3. |
|||||||||||
XLIII.Boek. HISTORIE. 331
|
||||||||
hunne bemiddeling aan, tusfchen den Koning ,<542i>
en 't Parlement, en verklaarden, na 't herllei- |
||||||||
len der voorige cenigheid, zig nader te willen der alge-
openen, over 't aangaan van een Verbond met meene Groot-Britanje. Op de klagten, antwoordden Staaten* zy anders niet, dan dat zy verbod gedaan had- den van d'eene of de andere partye, met wa- penen of manfchap, uit deeze Landen, te on- derfteunen. Doch de Staaten van Holland had- Welk den in dit antwoord niet bewilligd; maar het "<« gelaaten in zyne waarde of onwaarde. Zy be j^jjjï6" greepen, dat men erkend moest hebben. „ dat wordt f „'er, te vooren, eenige uitvoer van manlchap door die „ en krygsbehoeften gelchied was , fchoon van H<>1" n buiten kennis der Regeeringe; ook moestlan • „ men , huns oordeels, beloofd hebben, dat n men, hiertegen, voor het toekomende, zorg- „ vuldiglyk waaken zou, en eene flipte onzy- „ digheid tusfchen den Koning en 't Parlement 5, onderhouden (V)." Zeeland was 't, in ditop- zigt, genoegzaam eensmet Holland (31). Het Koopbelang drong beide deeze Gewesten, om het Parlement te ontzien; welk eene Vloot in zee hadt, die hunne fcheepvaart zou hebben kön- nen belemmeren. Maar anderen hielden, dat Holland te zeer neigde, over de zyde van het van die Parlement. Ook hadden de Staaten van dit Ge- Gewest west, onlangs , Gemagtigden gezonden naar pjj^j* den Briel, die, aldaar, twee fchepen, met menu krygsbehoeften naar Engeland gefchikt, aan- hielden. Doch een van de twee was voor re- kening van 't Parlement belaaden. Uit een der- de CO Reib). Holl. 17, 19 SepK 6 Of-tol. 1Ö41. tl. a&j,
*33. 271- 00 IUmn T»m. VIII. />. 396, S97» 396« |
||||||||
;,
|
||||||||
332 VADERLANDSCHE XLIII.Boek.
1642. de fchip, werden zeventig tonnetjes buskruid
i____1 geligt, waarna men het vertrekken liet. Men
was bedugt, dat deeze krygsbehoeften, voor
een gedeelte ten minfte , uit 's Lands Maga- zynen, gekomen waren. Doch of deeze vrees gegrond bevonden werdt, is my niet geblee- ken. Voorts, werden 'er ook eenige beiluiten genomen, ten nadeele der bevelhebberen, die volk naar Engeland bezorgd hadden. De yver van die van Holland , om 't vervoeren van krygsbehoeften ten behoeve des Konings te beletten, werdt, ondertusfchen,doorStrikland> uit den naam van 't Parlement, met openlyke dankzeggingen, erkend (2). De Prins van O- Hoo% ranje onderfteunde, daarentegen, den Koningy heid "on met merkelyke fommen. Ook hielden de mees- derfcunt te Leden der Regeeringe 's Konings zyde , «lenKo- fchoon zy, voornaamlyk ter oorzaake der te- lliag' genkantinge van Holland, nog niet bewoogen konden worden , om hem openlyk te onder- fteunen, hoe zeer 'er de Koningin op aanhieldt. Haar heimelyke handel hier te Lande werdt, eerlang , rugtbaar , uit eenen onderfchepten brief aan den Koning, die, eerst in Engeland, en daarna, hier, verfpreid werdt. Van deezen brief (a), en van verfcheiden' fchimpfchriftert en blaauwboekjes bediende men zig, hier, om Karel den I. niet alleen, maar den Prins van O- ranje zelven, by veelen, in kleinagting te bren- gen. Doch de Engelfche zaaken hebben ons, reeds lang genoeg, bezig gehouden, 't Worde tyd, dat wy ons keeren tot andere gebeurte- nis-
(a) Refil, Holl. ti, ij, f7, 23 Se;t. 11 OU. 1642. il. a»,
225, 22>'. 238 , l'i>J.
{/ij Zie tien zalven 'by Auzlma II. D;d, Id. 84A
|
||||
XLIII.BoEK. HISTORIE. 333
|
|||||
nisfen, die, insgelyks, invloed hadden, op het t^a.
belang van deezen Staat. -------
De Franfche wapenen werden, dit jaar, ge- xxvit
lukkiglyk, gevoerd in Katatonie en in Rous- Voor-
fillon, onder 't beleid van de la Meilleraie en A'oeddcr
de la Mothe Houdancourt. Perpignan viel den ??"".
n j ui j • «enenin
eerllen in handen, na een o^leg van drie Katalo-
maanden. Ondertusfchen, was er, in de Len- nie en ia
te deezes jaars, wederom eene famenzweering K-ousfil- ontdekt, tegen den Kardinaal de Richelieu.,on' De Markgraaf van Cinq- Mars was 'er hoofd- bekider van. De Hertog van Bouillon hadt 'er zig, insgelyks, laaten inwikkelen. Cinq-Mars boette den toeleg met den hals. Bouillon bxagt 'er 't leeven af, door de voorfpraak van zynen Oom, den Prinfe van Oranje (b): doch hy was genoodzaakt, zyne Stad Sedan af te ftaan aan den Koning. De Kardinaal overleefde het Ver- drag, welk deswege gemaakt werdt, naauw- lyks twee maanden. Hy ftierf, te Parys, op den De Kar- vierden van Wintermaand (<•). De Koning be- finaal de zogt hem in zyne ziekte, en beklaagde hem ee- J^j nigszins; doch toonde zig, daarna, niet treurig f^ft. over zynen dood. Hy hadt het Ryk, eenigejaa- ren herwaards, genoegzaam alleen geregeerd, doende den Koning befluiten, 't gene hy goed- vondt (d). Men was, hier te Lande, bekom- merd , dat zyn dood merkelyke verandering inaaken zou, in de maatregels van 't Franfche Hof (e). Doch de Kardinaal Julius Mazarin volg-
CO D'Estkat). Tom. T. p. 67, j-i, 72, 77, 78, 79-85, 83. Aitzi-.ma II. 23«/, K. 85<5-8«5. />//>/ i /v
CO Relbl. Holl. 13 Dec. 1642. il. 331. Aitzema II. Deel,
il. 852, 853-
(I-) Meinoir. de Freder. Henri p. 314. ( O Refol. Holl. ij, 1(5 I)ec.i(n%. tl. 330, 340. lfjM,ï€-\3. |
|||||
334 VADERLANDSCHE XLIII.Boes.
1642. volgde hem op in zyne bedieninge, en in 't be-
------- zit van 's Konings gunst. En deeze was zo diep
doordrongen van de grondregels zyns voorgan-
gers, dat de ftaat der zaaken in Frankryk ge- noegzaam dezelfde bleef (ƒ), zo lang de Ko- . ning leefde. Men heeft nog eenen Brief van ' hem, in Sprokkelmaand des volgenden jaars, aan den Prinfe van Oranje gefchreeven, waar- in hy zyne Hoogheid van zyne duurzaame ag- ting verzekert (g). JJe Heer van Oosterwyk , der Staaten ge-
Verdrag WOonlyke Gezant in Frankryk, floot, den der- Frank- tigften van Lentemaand, te Parys, het gewoo- rjk. ne jaarlyksch Verdrag met den Koning: waarby den Staaten wederom twaalfhonderdduizend ponden werden toegeftaan. De Koning en de Staaten verbonden zig, elk een Leger van drie- entwintigduizend of vyfentwintigduizend man te velde te zullen brengen: waarboven de Staa- ten nog dertig Oorlogsfchepen, op de kusten van Vlaanderen , zouden onderhouden (h). Midlerwyl, hadt men, hier, op 't aanhouden der Staaten van Holland, de vendelen van twee- honderd op honderdenvyftig, van honderden- vyfcig op honderdentwintig, en van honderd-, entwintig op honderd koppen verminderd. D'Eftrades , herwaards gekomen; om de be- weegingen van den aanftaanden veldtogt te be- raamen, toonde zig te onvrede over deeze ver- mindering, meenende, dat men nu zo veel volks niet zou können te velde brengen, als het voor- leeden jaar. Doch die van Holland toonden hem aan»
(ƒ) 7Ae Aitzf.ma ir. Deel, il. 922.
(g) D'EsTRAi). Tom I. 0. Br;. (A) AirzKNrt II. nul, W. 882. |
||||
XLIILBoek. HISTORIE. 335
|
|||||
aan, dat de afgedankte hoofden niet inderdaad ,^.3.
onder de vendelen geweest waren; waaruit zy ■
beweezen, dat de Krygsmagt van den Staat op
den zelfden voet blyven, en, alleenlyk, min- der kosten zou (/). Men was hier nog bezig met de toebereid- XXVIIL
fels tot den veldtogt, toen men berigt kreeg, Dood dat Lodewyk de XIII, Koningvan Frankryk, dewyk*" op den veertienden van Bloeimaand, overlee- dcnXilI. den was. Men ftelde vast, dat deeze dood mer- Koning kelyke verandering te wege brengen zou, in Y.an . de gemeene zaaken van Europa. Da Daufyn, „"" " die zynen Vader, onder den naam van Lode- Zynzoon wyk den XIV, opvolgde , bereikte nog geene Lode- vyf jaaren. De Regeering was, geduiirende Jjp* *• zyne minderjaarigheid, toevertrouwd aan de ^(|X* Koninginne Moeder, eene Dogter van Spanje, heiüop. Gaston, Hertog van Orleans, eenige Broeder des ovefleeden' Konings, die nimmerde maat- regels van Richelieu goedgekeurd hadt, werdt algemeene Stedehouder der Regente en Hoofd vari den Raad van Regeeringe. Doch de Kar- dinaal Mazarin was een Lid van deezen Raad. En de Koninginne Regente verklaarde hem, nog voor't einde des jaars, tot eersten Staats- dienaar : 't welk de voornaame reden was van het voortzetten des oorlogs, en het vertraagen der Vredehandelinge. Het jongfte Verdrag, met Frankryk geflooten, werdt, op der Staaten verzoek, door de tegenwoordige Regeeringe, fcekragtigd (£). Don Francisko de Melo was, reeds geduu- Slag by
ren- Rocroi.
CO AtrzzuA II. Deel, il. 8Rï, 8jx5.
(*) Rei'ci. Holl. 15 july 1643. H. ai8. Aitzema U. Diel,
Ut 984.
|
|||||
336 VADERLANDS CHE XLIII.Boek.
1(543. rende de ziekte van Lodewyk den XIII, in 't
■ veld verfcheenen, zig laaiende verluiden, dat hy, zo dra de Koning overleeden ware, in Frank-
ryk zou rukken. Ook deedt hy 't, indedaad (f). Doch de Hertog van Enguien leverde hem flag, by Rocroi, op den negenden van Bloeimaand, en behaalde eene volkomen' overwinning op hem, veroverende al het gefchut, de vendels De Prins en pakkaadje van den vyand. De Staaten be- van o- flooten, zig te bedienen van de verlegenheid, ranje jn Welke de Spaanfche, door deeze nederlaag, Hul«metgebragt waren. Zyne Hoogheid verzamelde een bc- het Leger der Staaten by de Voornenfchans, leg. en voerde het, vandaar, op den negentienden van Zomermaand, naar de fchans S. Anna, by Hulst. De toeleg was de fchans Nasfau aan te tasten, en daarna, 't beleg voor Hulst te (laan. Doch Don Andreas Cantelmo, by wien zig 't overfchot der troepen, ontkomen uit de neder- laag by Rocroi, gevoegd hadt, was, midler- wyl, getrokken naar de fchans Nasfau: 't welk Welk den aanflag op deeze fchans verydelde. Den- nier. Hertog van Enguien , na de overwinning by voort- Rocroi, 't beleg geflaagen hebbende voor Die- &K' denhoven aan de Moezel, vondt de Prins ge- raaden, het ontzet deezer Stad te verhinderen, door het ophouden van den vyand in Vlaan- deren. Hy vertrok dan, met het Leger, te fche- pe, naar Filippine. 't Voetvolk werdt te Asfe- nede, de Ruitery te Boukhoute gelegd. De vyand hadt zig, ten zelfden tyde, nedergeflaa- gen, te Selzate, om de Vaart, die van Sas van Gend naar Gend loopt, te dekken. Beide de Le-
(0 AiTZBiiA II. Deel, W. 891.
|
||||
ÈLIltBoÉK.
|
||||||||||
H t S f Ö R I E. 33f
|
||||||||||
Legers bleevèn in deezen ftaat leggen, tot dat ,164g.
men tyding kreeg van het overgaan van Die- |
||||||||||
denhoven , welk den Hertoge van Enguien, Dieden-
den tienden van Oogstmaand, opgegevenhoVefl werdt. De Prins brak, kort hierna, op, met aan'de het Leger, en voerde het, te fchepe, van Fi- Frnn- lippine, naar Bergen op Zoom; daar hij het fchen. Voetvolk in de ichepen liet, terwyl de Ruitery te Wouw gelegd werdt, De Spaanfchen trok- ken, ten zelfden tyde, van Selzate naar Ant- werpen , zig nederflaande in de Voorfteden. Sedert vielen 'er, van tyd tot tyd, gevegten voor, tusfchen gedeelten der wederzydlche Ruiterye, met ongelyken uitflag. In een dee- Gevegt, zer gevegten, gaf de jonge Willem, die, fe waarin de dert eetiigen tijd, tot Generaal der Ruiterye, i°n£e verheeven was, de eerfte blyken van dapper- zoon va'n heid. Een Ritmeester, Krak genoemd, hadt zyne zyne Hoogheid opening gedaan van eenen aan- Hoog- flag, om eene vyandlyke wagt van twee kor- hei^," de netten paarden te verflaan, of, zo dit misluk- Jyken te, hen, en veeiligt een gedeelte des vyandly- van dap- ken Legers, in eene hinderlaage te lokken. De perheld Prins liet zig den voorflag gevallen, en gaf zy- geeft* nen Zoon, verzeld vanStaienbroek,denGraa- ! ve van Styrum, en andere Overften, 't bevel over de hinderlaage, die, op eene heide, agter een ig geboomte, gelegd werdt. Krok , met tweehonderd paarden, vooruitgereeden , ont- moette de twee Spaaniche kornetten, en dreef- ze, tot aan de vyandlyke Legerplaats, te rug. Straks daarop, raakte het Leger in beweeging: Cantelmo zelf ftygt te paarde, en beveelt Don jfan de Borgia, de onzen, die nu aan 'twyken XI. Deel, Y ge- |
||||||||||
33« VADERLANDSCHE XLIII. Boek.
«643. gebragt waren, te vervolgen, zelfs tot voor de
-------poorten van Bergen op Zoom. Krok, naar 't
fcheen , in wanorde, aan 't vlug ten flaande,
lokt de Borgia , eerlang , in de hinderlaage, daar hy, verfchrikc op 't gezigt onzer Ruite- rye, eerst ftil houdt, en toen beweeging maakt, om te wyken. Maar de jonge Prins, Staken- broek vooruit gezonden hebbende, om hem den weg af te fnyden, terwyl Styrum hem op zyde zou aantasten, valt hem zelf in den ftaart, en vervolgt hem, uit al zyne magr. Vyf honderd Spaanfche Muskettiers, afgezonden om de Rui- tery te onderfteunen, werden, grootendeels, gedood ; de meeste Kapiteinen , zo van dit Voetvolk als van de Raitery, gevangen geno- men, benevens een groot getal van gemeenen. Borgia zelf viel de onzen in handen. In 't we- derkeeren, werdt Prins Willem begroet, door zynen Vader, over de behaalde zege, die op den vierden van Herfstmaand voorgevallen was. De veldtogt liep, met deeze ontmoeting, ten einde. Het Leger der Staaten betrok de Winterkwartieren , nog voor liet einde van Herfstmaand (»»)• Duitfche Het Leger onder de Graave van Guebriant Krygs- befteedde een groot deel deezes jaais, met heen zaaken. en wecjer trekken door Zwaben, zonder iet te verrigten van belang. Eindelvk, toog het we- derom over den Ryn in de Elzas, werwaards het, door de Beierïchen, gevolgd werdt. Gue- briant , daarna, eenige verfterking uit Frank- ryk bekomen hebbende, keerde te rug over den
(»O Reib!. Holt. 17 Sept. 1643. 11. 278. Memoir. de Frc-
v. Henri p- 315-3iy» AitzBma li. Deel, II. yjo 1,17. |
||||
XLIII. Boek. HISTORIE. 339
den ftroom, en floeg het beleg voor Rotweil. . 1Ö431;
Hy fneuvelde in dit beleg. Ook werdt zyn Le- —— ger deerlyk geflaagen door de Beierfchen. De Zweeden behaalden, daarentegen, onder Tor- ïtenilon en Koningsmark, eenige voordeden in Boheeme en Poolen («)« • -. De binnenlandfche oorlog duurde nog in ^1^'
Engeland, en beide de partyen verlooren of' ^JïïJgjJfJ wonnen 'er by, naar dat de krygskans liep. De Enge. Koning en de twee Huizen des Parlements han- land. . delden ook, over eene bevrediging; doch zonder vrugt. Het Parlement floeg wederom voor, dac men zig met de Vereenigde Gewes- ten behoorde te verbinden (0 ). Doch dit ge- fchiedde meer om de genegenheid van Hol- land en Zeeland te winnen, dan om dat men verwagt zou hebben, dat 'er iet van worden kon , zo lang de naauwe gemeenfchap met Frankryk duurde. In den Haage, vielen geduurige klagten voor Klagten
van Boswell, 's KoningsRefident; en van Strik- van Bcw land, afgezonden van 't Parlement. De eerfte ^0™ nam kwalyk, dat, hier ergerlyke fchriften, ^m\ t \n over de Engelfche beroerten, verfpreid wer- den Haa- den, waarin de Koning in 't ongelyk gefteld ge« werdt. En, zeker, zyn gedrag tegen de Pres- byteriaanen , die,' in gevoelens en Kerkgs- woonten, na overeenkwamen met de Gere- formeerden deezer Landen, hadtveelen, hier, tegen hem ingenomen. Zelfs verzogten de Zeeuwfche Predikanten, die van brieven van voorfchryving der Staaten van Zeeland voor- zien r»D PuFEiroofip ZweeJrche Éfltf»:M 730. Attzsum I?. »<•?/,
i/. 043. \ CO Rapin Tom. VIII. p. 405.
Y 3
|
||||
34o . VADERLANDSCHE XLIII.Boek.
|
|||||||||
1643. zien waren, de algemeene Staaten, niet lang
hierna, den bedroefden toeftand der Kerken in Engeland en Ierland ter herte te willen nee- men: welk verzoek, in kragt, uitkwam, öp eene aanpryzing van de zaak des Parlements Strlkland te8en ^en Koning. Men beloofde Boswell, te- befchni- gen het drukken te zullen waaken. Wat Strik- digt den land betreft, hy toonde zig nog al te onvrede , Prinfe dat men den Koning, vanhier, metkrygsbe- ranje- 't hoeften, voorzag; en fchroomde niet, in zeker weilt zeer ingeleverd Vertoog, wederom te zeggen, dat euvel zulks met kennis van den Prinfe van Oranje ge- genomen fchiedde: 't welk, ter algemeene Staatsverga- w deringe, zo kwalyk genomen werdt, dat fom- migen zyn gefchrift een fmaadfchrift noem-
den, en voorfloegen, hem, deswege, gereg- telyk te vervolgen. Men befloot, hem in de Spreekkamer te ontbieden, daar hem ge- vraagd werdt, of hy last gehad hadt van 't Par- lement, om den Prinfe van Oranje te befchul- digen. En toen. hy zulks ftaande hieldt, vor- derde men hem blyk af van zynen last. Hy be- weerde on gehouden te zyn, om dit blyk te too- nen, alzo hy, te vooren, algemeene Geloofs- brieven overgeleverd hadt, op welken men hem hadt gehoord. Nogtans, toonde hy ze- keren last, door twee Klerken van 't Huis der Gemeenten getekend, waarby hem bevo- len werdt, te klaagen „ dat twee fchepen, „ uit de Duinkerkfche Vloot, onder Engel- „ fche Konings vlaggen, gezeild waren naar „ Engeland , met byzondere toelaatinge van 9i den Prinfe van Oranje." Doch dit blyk vol- deedt den Staaten niet. Zyn Gefclirift werdt dan
|
|||||||||
■i '.
|
|||||||||
XLIIL Boek. HISTORIE. 341
dan voor valsch verklaard, en men vondt ge- 1Ä43.
raaden, geene anderen van hem te ontvangen, ■
voor dat 'er nieuw befluit op genomen werdt
(ƒ>). Doch hy vervoegde zig, federt, aan de byzondere Staaten, met naame aan die van Hy vex' Holland en Zeeland (#), daar hy beter ontvan- by H«t^ gen werdt. Uit de Vergadering van Holland, land en werden de Afgevaardigden van Dordrecht, Z«l«nd, Leiden, Amfterdam en Hoorn gemagtigd tot de Engelfche zaaken (r). Strikland wist zelfs te wege te brengen, dat 'er, ook ten behoeve van 't Parlement, voorraad van oorloge ge- fcheept werdt naar Engeland: waarover de Koning, in een' Brief van den elfden van Bloei- maand, aan de algemeene Staaten klaagde. Doch Strikland viel, daarentegen, in Slagt- maand, klagtig by de Staaten van Holland, dat de Admiraliteit te Rotterdam, een fchip, met gefchut voorzien, aan eenen bewindsman des Konings, verkogthadt (5). Men was hier, inderdaad, bekommerd, over de wyze, op wel- ke men zig, tusfchen den Koning en 't Parle- ment, gedraagen moest, zolang men niet wist, wie de magtigfte ware. Hier kwam 't, onder anderen j van daan, dat men zo lang draalde, met het befluit, om een buitengewoon Ge- zantfchap naar Engeland te zenden, 't welk, door Holland eenige maanden tegengehouden zynde (*), in 't begin des volgenden jaars, voort-
(p) Refol. Höll. 27 April i, 5, 6, 7, 8 13 , 15 M*y «»43.
*'. 135. '43. ISO, 151. i«8, r,59, 165, 173, 176. (_q) Notul. Zeel. 19 Blaart 1644. W. ii<j. 2 August. 1645,
U- 354. (r)Ilefol. Holl. 20 May 1643. bl, 181.
(I) Refol. Holl. 27 Nor. 4 Dec. 1643. 14. 362, 374.
CO Ueibl. Holl. 32 May 1643. M. 186.
Y3
|
|||||
\
|
|||||
342 VADERLANDSCHE XLIII.Boek.
|
|||||||
id43. voortgang hadt. In Oogstmaand, was hier ook
aangekomen Hugo van der Burg, door de ver- |
|||||||
Een bonden' Katholyken in Ierland, her vv aards ge-
lersch zonden. Doch men vondt niet geraaden hem tfgev/ee- te hooren. Men deedt hem zelfs aanzeggen, zta, dat hy de Vereenigde Gewesten, binnen vier dagen, zou hebben te ruimen («).
« Over de onveiligheid der zee, was, dit jaar, Xxx' wederom fterk geklaagd. De kaaperyen der
Premien Duinkerkeren deeden den onzen veel l'chade. tot aaS' £e Luitenant Admiraal Tromp lcruifte wel op moedi- de Vlaamfche kusten; doch hy kon niet belet- gini^ der ten, dat de Duinkerkers, by donkere maan of Kruistog- andere gunftige gelegenheden, zyner Vloote ontflipten. Ook hadt hy te weinige fchepen onder de vlagge : 't welk, door Holland en Zee- land, geweeten werdt aan de andere Gewesten, die zeer agterlyk waren, in het opbrengen van hun beraamd eetal van fchepen. Men befloot, hierom , in Wynmaand, de kruistogten van byzondere Perfoouen aantemoedigen, door het btlooven van aanzienlyke maandgelden en pre- mien ■> die gevonden zouden worden , uit het middel op het Zout, uit het middel van het Ge- neraliteits klein Zege.1, en vooral uit den ophef van een ten honderd van alle inkomende, en een half ten honderd van alle uitgaande goe- deren. Sedert, werden, in Zeeland, door by- zondere Perfoonen, vier fchepen uitgerust, om te kruisfen. In Holland , namen de Wethou- ders 't werk by der hand. Te Amfterdam, wer- den agt fchepen in zee gebragt. Te Rotterdam een. In 't Noorderkwartier ook eenigen. Doch de
OO Aitzema II. Diil, II. 877-980, joi, 925-<>j6.
|
|||||||
XLÏIL Boek. H I STQ R I E. 343
de Zeeuwfche krliisfers deeden den meesten 164.3.
dienst (>). |
|||||||
Men was-, dit jaar-, in de byzondere Gewes- Raad-
ten, fterk bezig geweest, met hetopftellenvan pieegin- Réögtfchriften voor de gewoonlyke Afgevaar- ^"gce^ digden ter algemeene Staatsvergaderinge. In ven van den aanvang van den Vereenigden Staat, plag- Berigt- ten de algemeene Staaten niet te vergaderen, fchrlft^ dan wanneer zy befchreeven werden, door den —"aar-" Raad van Staate. Doch ten tyde van den Graa- digden ve van Leicester , vondt men geraaden, tot ter Gene- vermindering van hst gezag des Raads van raliteu- Staate, waarvan hy het Hoofd was, de Ver- gadering der algemeene Staaten te verande- ren in eene geduurig zittende Vergadering. Sedert, begon deeze Vergadering meer aan- ziens te krygen dan eenige andere: welk, na 't fluiten van 't Beftand, nog merkelyk toenam. De Afgevaardigden der Gewesten deeden vee- Ie zaaken af,: zonder byzonderen last van de Staaten, door welken zy afgezonden waren. Sommigen zaten, jaaren agtereen, eer zy t'huis ontbooden werden: anderen voor hun lceven: al 't welk hun aanzien ryzen deedt. En naar- demaalzy, gemeenlyk, gekooreh werden, op asmpryzing der Stadhouderen, die hun ook, dikwils, eerlyke en voordeelige dienlten kon- den doen opjraagen, waren zy,veeltyds,naau- wer dan de byzondere Staaten verbonden met de Stadhouders, en gewoon hun zeer naar de oogen te zien (V). De byzondere Staaten had- den, nu en dan, ondervonden, dat men, ter; Ge*
Cv) AiT.TCMA IT. I)e:!t hl. pon, oi8-U22.
0<O AirzKMA U. üeetjM. 911', * |
|||||||
344 VADERLANDSCHE XLIILBoe*.
»j543. Generaliteit, befluiten nam tegen hunne mee-
-------ning; en nu, veelligt, zo veel reden als ooit,
om te vreezen, dac zulks , omtrent de Engel-
fche zaaken , en omtrenc de aangevangen' Vre- dehandeling,gefchieden mögt. Hierom, fchynt men, in't byzonder tegenwoordig, gezet'ge- weest te zyn, op het ontwerpen van Berigt- fchriften voor de Afgevaardigden ter Genei a- liteit. In Holland, was .men 'er eerst gereed mede. In Gelderland, werdt het, door het Kwartier van Nieuwmegen, eenigen tyd, te- gengehouden : doch het ontworpen Berigt- fchrift, werdt, hier, eerlang, vastgefteld, en door de Afgevaardigden ter Generaliteit be- ëedigd. In Zeeland, waren de Steden gene- gen, tot het inftellen van een Berigtfchrilt; maar de Heer de Knuit, die den eerden Edele vertoonde, belette, dat 'ereed opgedaan werdt. In 't Stigt, werdt het ook door de Gekoore- nen en Edelen tegengehouden; fchoon de Stad 'er zig voor verklaard hadt. In Friesland, wa- ren Oostergo en Westergo voor, de Zeven- wolden en de Steden tegen een Berigtfchrift. In Stad en Lande, zogt elk zyne Hoogheid te behaagen: waarom hier niets beflooten werdt (#_). Hoe men 't,in Qverysfel, begreep, vind ik niet aangetekend. Doch van elders blykt, dat de tegenwoordige gefleldheid van dit Ge- west (y) de meefte Leden voor een Berigt- y°or* fchrift moest doen neigen. By het Berigtfchnft Inhoud voor de Afgevaardigden van Holland vastge- van het fteld, werden deezen verbonden „ de Unie „ van,
C*) AtTZRM^ U. Deel, bh 8y$>.
• Oj Z'e AiTSSMA il. Deel, ik gl\. |
||||
XUILBoek. HISTORI E. 345
n van Utrecht, en 't gene , wyders, by ftaats* i<j43,
n wyze befluiten der Gewesten, aan de Ge-—----.
„neraliteit verbleeven was, niet te buiten te Beri«-
„ gaan ; de bevelen der Staaten van Holland fehiift „ en Westfriesland te agtervolgen j te zor- jf^fj;£. „ gen, dat, zonder uitdrukkelyken last der ge- fche Ge- „ melde Staaten, ter Generaliteit, niet ge- depuceer- nhandeld werdt van 't gene.de Hoogheid, pe"Ier. „ Privilegien, geregtigheden en loffelyke ge- tJ"e „ woonte der gemelde Landen aanging ; niet w in eed of dienst te zyn van iemant, dan van „ de Staaten of van eenige Leden derzelven; n niet te handelen , zonder last der Staaten , „ van vrede, beftand, oorlog, verdragen met „ andere Mogendheden , van algemeene of „ voornaame Oktroijen, waarby Holland „ zou können benadeeld worden, van 't aan- „neemen of afdanken van Krygsvolk , van ^.Gezantfchappen van aanbelang, van 't ftuk „ der Munte, van dat der Convooijen en Li- jp centen en 't fluiten of openen derzelven , n van 't verleenen van vergiffenis van mis- „daaden tegen den Staat begaan, van kwyt- n fchelding van Verbeurdverklaaringen , noch „van andere wigtige ftoffen, den Staaten van ,, den Lande betreffende, en ten deele by de' „Unie, ten deele by andere gelegenheid, aan „ de byzondere Gewesten voorbehouden. Zy „ moesten, in tegendeel, den Staaten of der- „ zei ver Gekomrnitteerde Raaden terflond „ kennis geeven , wanneer zulke zaaken op „ het tapyt gebragt werden: voorts, geene „goederen ter Generaliteit verkoopen of „ belasten, dan na voorgaande Petitie des ,, Raads van Staate en daarop gevolgde be- Y 5 „ Wil- |
||||
34<S VADERLANDS CHE XLIII.Boek;
„ williging der Staaten: de inkomften der Ge-
„ neralkeit laaten onder bewind van den ,j Raad van Staate; geen Regtsgebied aan zig „ neemen, zelfs niet by Gommisfie of'Delegatie, „ over zaaken, tüsfchen perloonen, die bin- „ nen de Vereenigde Gewesten woonden, „ voorkomende; maar dezelven, voor zo veel- „ ze de Generalkeit aangingen , wyzen aan „ den Raad van Staate, of'aan de Kolieken „ ter Admiraliteit; zaaken, Waarin Revifie ver- „ zogt werdt, alleenlyk uitgenomen: zy moes- „ ten geene uitvoering van ■ vörmisfen, by ee- i, nige Generaliteits Kollegie» of Regters ge- „ weezen, beletten: voorts, den Staaten ken-. „ nis geeven van 't gene ter Generalkeit voor- 5, viel; goed verftand met dezelven houden, ,, of in derzelver afzyn rriet derzelver Gekom- „ mitteerde Raaden, en in zaaken, het Land* ,, in 't gemeen of do Provincie Jn 't byzonder. ;, betreffende , met -niemant anders , dan- na> „ alvoorens ^hunnen pligt by de Staaten of Ge- „ kommittearde Raaden gedaan te hebben: ook „ geene inbreuk doen op de Berigtfchriften van j, den Raad van Staate en Kollegien ter Admi- „ raliteit." Op deeze ert weinige andere pun- ten, waren de Afgevaardigden wegens Holland gehouden den eed te doen (2). De Edelen had- den zig ernftig Verklaard tegen het vastftellen van dit Berigtfchrifc. En de Heer van Mathe- iies, wegens Holland zitting hebbende ter Ge^ neralkeit, weigerde, rondelyk, den eed af te leggen. Da andere Afgevaardigden deeden dien
(xO '/U Groot-Pikkaart», 'lil. Deel, H. 89. en AiTz;Etw IJ.
littl, il. ijic. ■ .;
|
||||
XLIILBoek. HISTORIE. 347
|
|||||
dien egter, en ik, meen, dat hy, federt, al- i643,
toos gevorderd en afgelegd is. Wy hebben'-------
te langer op het ontwerp en op den inhoud
van dit Berigtfc'arift ftilgeftaan, om dat 'er de natuur onzer Regeeringe en de Hoogheid der byzondere Gewesten uit af te neemen is. Nu liaan ons, .voor 't iluiten van dit boek, nog eemge byzonderheden te melden, dï& niet zo bekwaamlyk , in het voorig gedeelte der Ge- fchiedenisfe, hebben können ingelyfd worden. De traagheid der byzondere Gewesten, in 't XXXI.
opbrengen van hun aandeel in de gemeene las- Tmg- ten, bleef, federt eenige jaaren, de gemeende y„fcu^ oorzaak van> onderling misnoegen onder de den' Ge- bondgenooten. De Raad van Staate was, reeds westen in den jaare ,1638, door de algerneene Staaten, in >roP- gelast, om Gelderland, door geregtelyke mid- ^-'|^ delen, tot het voldoen eenigeragterftalkn, te aandeel noodzaaken. Men. maakte, ten zelfden tyde, in <iei;e-- ve^l werks, om dit Gewest te doen bewilligen meere in een algemeen Plakaat op den ophef der ge- lasteu' meene middelen over alle de Provinciën : waartoe de Gelderfchen niet te brengen wa- ren. De drie Kwartieren van Gelderland ver- fchilden ook, onderling, over het aandeel, dat elk hunner in de gemeene lasten te draa- gen hadt, waarover zyne Hoogheid, eindelyk, uitfpraak deedt, in Bloeimaand des jaars 164 a: welke uitfpraak nader verklaard werdt, in Louwmaand des volgenden jaars, en in Gras- maand des jaars 1644 (a): doch met dit alles werden de gefchillen nog niet volkomenlyk bygelegd. Met Utrecht, Friesland en Overys- fel,
(a) AlT/.fMA II. Dc,el, H. 532, 552, 551, 824, «57, 974.
|
|||||
348 VADERLANDSCHE XLIII.Boek.
|
||||||
i«43 fel, was men ook nog oneenig, over het aan-
—— deel in de gemeene lasten en het voldoen ee- niger agterftallen. Ook hadt men, in Fries- land , de handen vol werks, aan het vastftellen van eenen bekwaamen vorm van Regeeringe en van de wyze van ftemminge tot Gemagtig- den op de Landfchapsvergaderinge (&), waar- van Wy, reeds by eene andere gelegenheid, in 't voorbygaan, gewaagd hebben. Op't einde desjaars 1641, deedt de Generaliteits Reken- kamer verflag van den ftaat der afrekeningen met de byzondere Gewesten, die verre van vol- „ komen waren (c). In het Gewest van Stad en ^Tfc' Lande, duurde de twist nog, tusfchen de Srad Gronin- en <*e Ommelanden. De algemeene Staaten gen en hadden, reeds in 't jaar 1638, Gemagtigden <te Om- derwaards gezonden, om de gefdiillen by te rnoian- leggen. Ook deedenze 'er wederom , gelyk meermaalen voorheen, eene uitfpraak op. Doch men hieldt 'er zig niet aan. Die van de Old-amp- ten, over welken de Stad byzonder Regtsge- bied oordeelde te hebben, hielden de zyde der Ommelanden, waaruit veel moeite rees met de Stad (d). In 't jaar 1640, werdt eene nieuwe uitfpraak gedaan, door Regters, van wege de algemeene Staaten gemagtigd; doch zy was zo vrugteloos, als de voorigen. Nadat men den Prins van Oranje tot Stadhouder gekooren hadt, ontftondt 'er een ander gefchil, ter gelegenheid dat die van de Stad Burgemeefter Eifinga, die zo fterk voor Graave Willem geyverd hadt, tot
fb} Aitzc'ma ir. Deel, II. 532-534i 58«'586. 591 > &>7i
731-736, 7*?<- (c) AitzkMA If. Deel, hl. 7II1.
(<Q Zie ßcwys v»u de Vryheid der Oldainptcn. gtdt% 1(140.
|
||||||
«1
|
||||||
XLIïLBoEic. H I S t O R I E. 349
tot een Lid van der Hoofdmannen-Kamer, ge-
kooren hadden , waartegen de Ommelanden zig ernftelyk verzetteden. Doch de Gemag- tigden der algemeene Staaten hielden hem de hand boven 't hoofd. De Stad, door den tyd, meer gezags winnende, beiïöndt, in Sprok- kelmaand deezes jaars 1643, het Landfchaps- Huis, met Krygsvolk, te doen bezetten, en den Overfte te belasten, dat hy aan fommigen uit de Ommelanden den ingang zou hebben te weigeren. Ecnigen wisten egter, tegen de uit- komende Boden indringende, in de Vergade- ring te raaken. Men noodzaakte Beemd Koen- der s van Helpen, die, wegens de Ommelanden, zitting hadt ter Generaliteit, afftand te doen van deeze zyne waardigheid. Doch 't geweld, door die van de Stad, by deeze gelegenheid, gebruikt, werdt zo hoog genomen , door de Ommelanden , dat zy de Landfchaps ■ Verga- deringen in de Stad weigerden by te woonen. Ook ftonden de algemeene Staaten den Om- melanden, by voorraad, toe, buiten de Stad en afzonderlyk byeen te komen; gelyk zy, twee of drie jaaren agtereen, deeden. De Majoor, Adam Heerd, die 't Landfchaps-Huis bezet ge- houden hadt, werdt, onder een geleide van foldaaten, naar den Haage gebragt; doch haast op vrye voeten gefield, 't Gefchil werdt ein- delyk, in Sprokkelmaand des jaars 1645, be- flist, door zyne Hoogheid en Gemagtigden der algemeene Staaten. Doch de Stad verklaar- de, zig niet te können onderwerpen aan dee- ze uidpraak (<?). Wy zullen, hierna, aanteke- nen , O) ArrzEMA II. Deel, iL 51a, 56a enz. 665,702,717,76t),
f98, jcj>, y7g. Hl, üul, bl. 65. |
||||
350 VADERLANDSCHE XLIII.Boek,
f«43. nen, hoe 't verder met deeze zaak afliep. On-
-------dertusfchen , merkten onpartydigen aan , dat
het Gewest van Stad en Lande te beklaagen
was, om dat het maar twee Hemmen hadt; als waaruit volgde , dat men eikanderen , ter Landfchaps- Vergaderinge , niet kon over- ftemmen, en de minfte gefchillen tusfchen de Stad en de Ommelanden onafgedaan moes- ten blyven. Men zou , naar fommiger oor- deel , dit gebrek in den ftaat der Regeerin- ge hebben können verbeteren , als men het Landfchap Drente by zig genomen , en aan het zelve eene derde ftem ten Landdage ge- geven hadt, waartoe te meerder reden fcheen, omdat, uit oude bewysftukken, bleek (ƒ), dat Groningen op Drentfchen grond gelegen was (g)- Doch Stad en Lande heeft nimmer können goedvinden , het opperst gezng over de Provincie met eenig ander Landfchap te deelen. XXXII. De Hesfifche troepen , die zig, gelyk wy Oost- te vooren verhaalden, in den jaare 1637, *n friefcbe Oostfriesland, hadden nedergeflaagen, blee- zaaken. ven ,gr ^ nQg eenjge jaaren. £)e Landgraavin hadt, ondertusfchen, eenen flilftand van wa-
penen geflooten met den Keizer, en men vrees- de * hier, dat zy vrede zogt, en veelligt de ingenomen' Plaatfen den Keizerfchen zou o- verleveren. De Koning van Frankryk en dee- ze Staat zogten haar de Vrede met den Kei- zer, op 't kragtigst, te ontraaden; en zy be- diende zig van de gelegenheid, om in Oost- fries-
CO ZU IT. Deel, il. 154, 228.
(g) Zie Vcrv. op 'c Leeven van de Groot. 11. 15.9.
|
||||
XLIILBóEK. HISTORIE. 351
friesland te blyven, zo lang zy zig, naar dee- 1643.
zen raad, gedroeg. De Stenden van Oostfries------—
land drongen, in den Haage, fterk op de ont-
ruiming, zynde de inlegering ilegts voor zes maanden vergund; doch men wees hen aan de Landgraavinne , die verklaarde , niet te können vertrekken, zo lang de reden, waar- om zy zig in Oostfriesland gelegerd hadt, nog ftand greep. Zy voer, oiidcrtusfchen , voort, in haaren heimelyken handel met den Keizer, en verwekte, hierdoor, zo groot een' argwaan, dat fommigen, in Herfstmaand des jaars 1638, voorfloegen, om haar, te Gro- ningen, alwaar zy zig toen onthieldt, in ver- zekering te neemen. Doch deeze argwaan ver- dween, door den tyd, geheellyk. De Land- graavin, een Verdrag met Frankryk gellooten hebbende (fi), hervatte de vyaridlykheden te- gen de Keizerfchen en Spaanfchen. Zy voeg- de , eerlang , een deel haarer troepen by die van Ouebriant, gelyk wy, te vooren, heb- ben aangemerkt, terwyl het overig deel in Oostfriesland bleef. In 't jaar 1639, waren'er Gemagtigden van den Graave en van de Sten- den van Oostfriesland in den Haage gekomen, om over de ontruiminge en over eenige ande- re punten te handelen, welke handeling, in 't volgende jaar, hervat werdt. De algernee- ne Staaten deeden, in't jaar 1642, eerst uit- fpraak (f), over de wyze, waarop het Land- fchap zou moeten befchermd worden; volgers welke uitfpraak, het gezag over 't Krygsvolk ver-
CO Zie het ïy Aitzema II. Detl, il. 645. <0 Zie dezelve by Aitzema II. Detl, tl. 819. |
|||||
,
|
|||||
352 VADERLANDSCHE XLIII.Bóérj
verdeeld werdt, tusfchen den Graave en dë
Steaden. Doch de Stenden namen 'er geen genoegen in, alzo zy, ter oorzaake van het Huwelyk, welk tusfchen den Zoon des Graa- ven en de Dogter des Prinfen van Oranje ge- flooten was, alles , wat van de algemeene Staaten kwam, verdagt hielden. De ver- fchillen over dit en andere punten bleeven , derhalve , duuren. In Lentemaand des jaars 1643, kwamen de Gemagdgden van den Graa- ve en de Stenden wederom klaagen in den Haage , over de Hesfifche inlegering, die , in plaats van zes maanden, nu reeds zes jaa- ren geduurd hadt. Men deedt, deswege, ver- toogen aan de Landgraavinne , welke goede woorden gaf; doch, desonaangezien, de ge- woonlyke brandfchatting , in Oostfriesland , ten fcherpfte, deedt invorderen, 't Klaa- gen hieldt dan aan, tot dat de Graaf van Oost- friesland , in Zomermaand des jaars 1644, twee kornetten paarden en negen vendelen knegten, afgedankt door de algemeene Staa- ten , met goedvinden van zyne Hoogheid , doch buiten kennis der Regeeringe, in zy- nen dienst nam, en naar Aurik zondt. De Landgraavin, toen befpeurende, dat men toe- leg maakte, om haar het Landfchap te doen ruimen, trok al haare magt aldaar byeen ; 't welk den Keizerfchen te fchooner fpel gaf. Ook verfterkte zy Jemmingen in ReiderJandj Da Stad Embden en eenigen uit de Ridder- fchap begonden vast argwaan op te vatten, o- ver 't werven van den Graave, en waren be- dugt, dat hy, de Hesfilchen verdreeven heb- ben- |
||||
XLIILBoek. HISTORIE. 3g3
bende, hen t'eenemaal onder de knie zou 1^43;
zoeken te krygen. De algemeene Staaten, ö- .—-— vereenkomftig met den zin van zyne Hoog- heid , lieten der Landgraavinne weetcn, dat 2y 't verfterken van Jemmingen , met gee- na goede oogen, zouden können aanzien. Doch Frankryk en Zvveeden hielden de zyde der Landgraavinne. Ook zagen de Staaten van Holland Ëmbden niet gaarne geheellyk on- der 's Graaven magt. Men zondt dan Ge- magtigden van hier naar Oostfriesland , om de zaak, door onderhandeling, by te leggen. Midlerwyl, raakten de Hesülche en Graaft} ke knegten, nu en dan, handgemeen; niet zon- der verlies van de eene en de andere zyde. De Gemagtigden der Staaten bemiddelden, eindelyk, den twist, in Wynmaand. 's Graa- ven manfchap, reeds tot tweeduizend aan- gegroeid, werdt op agthonderd verminderd. De brandfchatting der Landgraavinne , die , federt eenigen tyd, geweldiglyk verhoogd was, werdt op elfduizend Ryksdaalers ter maand vastgefteld. Voorts, zou 'er, tus- fchen de Hesfen en Oostfriezen, een ftilftand van wapenen zyn tot den laatften van Len- temaand des jaars 1645; die, daarna, tot den laatften van Sprokkelmaand des jaars 1646, verlengd werdt. De Graaf en de Stenden drongen, ondertusfchen, geduuriglyk aan op de ontruiming der Hesfifchen (I); die eg- ter niet gefchiedde , voor dat de Vrede, in Duitsch-
(k") AlTZEMA II. Deet, il. 530, 155.';, 644, 737, 818 gtl,
822, 869, 8j4, 970, lc.02. III. Deel','U' 4l> Vis lt>3- XI. Deel. Z
|
||||
354 VADERL. HIST. XLIII.Boek.
«S43. Duitschland en in de Nederlanden , herfleld
uitflag der gewigtige handelinge over deeze
Vrede zal de hoofdftof zyn van het volgen- de Boek. |
||||||||
1
|
||||||||
V A-
|
||||||||
VADERLANDSCHE
HISTORIE.
VIERENVEERTIGSTE BOEK.
|
||||||
I N H O IJ D,
I. Aanleiding tot de Munßerfche Vredehandeüng,
Handeling der Franfchen, in den Haage. Ver- dragmetFrankryk. Verbond van Borgtogt. De Franfchen verzoeken vrye "Godsdienst - oefening voor de Roomschgezinden. II. Greveüngen be- legerd, door de Frajifchen. Fredrik Henrik verovert Sas van Gend. III. Opfland der Por- iugeezen, in Brazilen op S. Thomé. GraafJoan Maurits keert te rug uit Brazil. Togt naaf Kambodia. IV. Gezantfehap naar Engeland. Keert, vrugteloos te rug. 't Parlement klaagt ''erover. V. Zyne Hoogheid dringt op vermeer- dering van Krygsvolk. Holland kant 'er zig te- gen. VI. Onlusten in't Noorden. Gezantfehap naar Zweeden en Deenemarke. Toerusting ter zee. Verdrag met Deenemarke. VII. Verdrag met Frankryk. De Franfchen winnen Mardyk en Borbourg. Aanßag op Antwerpen mislukt. VIII. Krygsbedryven der Franfchen. Tweede toeleg op Antwerpen verydeld. Hulst veroverd. Mardyk verhoren. IX. De Spaanfchcn zoeken de Staaten aan, tot byzondere handeling. Titels en rang der Gevolmagtigden op de Vrede hande- Z 2 ling. |
||||||
356 VADERLANDS CHE XLIV.Boek*
ling. X. Zyne Hoogheid flremt het vertrek der
Staatfche Gevolmagtigden. XI. Staat van de verfchillende belangen der handelende Mogend- heden te Munfler en te Osnabrugge. XII. Voor- bereidfels tot de Munflerfche Vredehandeling. De Staatfche Gevolmagtigden komen te Mun- fler. XIII. Gerügt eener afzonder lyke handelin- ge, tusfchen Frankryk en Spanje, argwaan op zyne f/oogheid. XIV. Handeling te Munfler, over een liefland. De Franflehen zoeken de han- deling te flremmen. Hunne twist met de Staat- fchen. Byzondere handeling van de Knuit. XV. De Prins trekt te velde. Verdrag wegens Ant- werpen. Fenlo vergeefs belegerd. XVI. Gevegt tusfchen een Staatsch Oorlogsfchip en zeven Duinkerkers. XVII. De Keurvorst van Bran- denburg trouwt met de oudfle Dogter van den Prinfèvan Oranje. XVIII. De Prins wordt zeer zwak. Hy raadt tot vrede. Hyflerft. Zymtiter- fle wil en kinderen. XIX. Zyne afbeelding. XX. Willem de tweede wordt Kapitein- en Ad- miraal-Géneraal. Verfchil over de op dr agt van V Stadhouderfchap van Holland en Zeeland. XXI. Beweegingen te Dordrecht. XXII. Ver- volg der Vredehandelinge. De Staatfchen zoe- ken Frankryk en Spanje te bevredigen. Handel van Servien, in den Haage. De Prins zendt krygsvolk naar de grenzen. XXIII. Ontwerp der Vrede tusfchen Spanje en de Staaten. Ver- bond van Borgtogt met Frankryk. XXIV. Ver- volg der Handelinge, te Munfler. De Fr anflehen houden het tekenen der Vrede tegen. Inval in ds Landen van Overmaazc. XXV. De Munfler- fche Vrede wordt getekend. Inhoud van V Ver- dragvan Vrede. Afgezonderdpunt, wegens den Koop-
|
||||
.......■ . ""
|
|||||||||||
XLIV.BoBK. HISTORIE. «57
Koophandel. XXVI. Aanmerkingen over het
Munfterfche Verdrag. XXVII. Dyzondere Ver- dragen , tusfehen den Koning van Spanje en het Huis van Oranje. XXVill. Misnoegen von t Franfche Hof, over 't fluiten der Vrede. Scherpe aanjpraak van de la Thuülerie. Holland ont- werpt 'er een antwoord op. XXIX ^ Zeelanden Utrecht weigeren het Munfterfche Verdrag te' bekragtigen. Verdediging van het fluiten der Vrede, zonder Frankryk. XXX. Verfchil over het vyfenveertigfte/>««/ van '* Verdrag.XXXh De Gewesten befluiten, met vyf'flemmen, tot het bekragtigen der Vrede. Utrecht bewilligt 'er, eindelyk, toe. De Vrede wordt afgekon- digd. XXXII. Zeeland neemt de Vrede aan. XXXIII- Schets van 7 gene 'er, te Munfler en te Osnabrugge, verder gehandeld en geflöß- ten werdt. |
|||||||||||
D
|
|||||||||||
e heimelyke Vredehandeling te Turn- NÏ43.
hout, tusfehen de Spaanfche« en dee---------
|
|||||||||||
zen Staat, in den jaare 1636, zynde afgebro- *•
ken («), hielden de Spaanfchen aan by den ^Im«* Paus, Urbaan den VIII, dat hy den Koning de Mnn- van Frankryk tot vreedzaame gedagten wilde fterfche beweegen. 'sPaufen Nuncius deedt 'er, ter- Vrede- flond, eenige opening van aan 't Franfche Hof, j^0" en, in Grasmaand des gemelden jaars, kreegen 'er de algemeene Staaten kennis van, door den Franfchen Gezant Charnacé, die te gelyk ver- klaarde, dat de Koning, zyn meester, den Nun- cius aangezeid hadt, niet zonder zyne Boad- («O Zit hier rooi', II. 2j<5.
|
|||||||||||
JS8 VADERLANDSCHE XLIV.Boek.
genooten van vrede te können handelen. Bei-
de Lodewyk de XIII. en de Staaten toonden zig egter genegen, tot het hervatten der Vre- dehandelinge ; waartoe de Stad Keulen be- noemd werdt (b). Men vondt, ondertusfchen, zo veele zwaarigheid , in het geeven en ont- vangen van Vry geleibrie ven (c), dat de by- eenkomst te Keulen, hierdoor, eenen geruimen tyd, werdt uitgefteld. In de Lente des jaars ÏÓ38, werdt voorgeflaagen, dat men , te Ham- burg ofteLubek, tusfchen den Keizer en Zwee- den, in 't byzyn van eenen bewindsman van Frankryk; en te Keulen, tusfchen den Keizer en Frankryk, in 't byzyn van eenen bewinds- man van Zweeden, handelen zou (d). Ook be- gon men, federt, de onderhandelingen, 's Pau- len Gezant Gimtti woonde ze by. Doch alzo het werk traaglyk voortging, verdroot hem, eindelyk, langer, te toeven, te Keulen Qe~). De opibind in Katalonie en in Portugal deedt Filips den IV, daarna, zo fterk haaken naar vrede , dat hy Frankryk aanzogt tot een by- zonder Verdrag. Volgens een der voorwaarden van het zelve, zouden de Staaten verpligt wor- den , om Brazil af te ftaan aan Spanje. Doch de Kardinaal de Richelieu wees de onderhande- ling af, voorgeevende, dat de Staaten niet te beweegen zouden zyn, tot den gevorderden af- ftand, en dat de Koning niets fluiten zou, zon- der zyne Bondgenooten te begrypen in 't Ver- drag. (J) Aitzema II. Deel, il. 325, 32(5.
(c ) Aitzema II. Deel, l/l. 400, 411, 413. (d) Aitzkma II. Veel, hl. 578. (O Negotwr. Secret, pour I/i Paix Je Munlter & d'Osnalir,
Tem. I. p. 221J. |
||||
XLIV.BoEK. IT ISf ORIE. 35<*
drag. De Franfche Gezant Claude de Mesmes, i5+y;
Graaf dAvaux, te Hamburg, in onderhande---------
ling getreden met Zweeden, over 't gene men,
als. voorwaarden van de aanftaande algemeene Vredehandeling, zou .hebben te vorderen, floot, aldaar, op 't einde des jaars 164<, een Verdrag met 's Keizers Gemagtigde, Koenraad van Luntzow, waarby men, wegens 't ftuk der Vrygeleibrieven , overeenkwam , en Munrter en Osnabrugge in Westf'aale, tot Plaatfen der al- gemeene Vredehandelinge, vastftelde. De Re- geeringe van Zweeden gaf haare toeftemming, terftond, aan dit Verdrag. Doch Keizer Fer- dinand de III. draalde eenen geruimén tyd, eer hy 't goedvondt te bekragtigen. Hy deedt het egter, eindelyk (f). Men noemde twee Plaatfen tot de handeling, om dat de Zweeden 'sPaufen bemiddeling niet aangenomen had- den , en de Paus ook niet goedvondt te hande- len met Mogendheden, die zig van de gemeen- fchap zyner Kerke hadden afgezonderd. Men kwam, hierom, overeen, dat de Zweeden en de Protestantfche Ryksvorften, te Osnabrugge, en de Roomsch-Katholyken, te Munfter, by- eenkomen zouden. De algemeene Staaten kree- gen, door den Geheimfchryver ßras/a, die de zaaken van Frankryk in den Haage waarnam, by tyds, kennis van de beraamde fchikkingen. Ook werden zy verzogt, Gevolmagtigden te willen zenden, op de algemeene Vredehande- ling (g). Doch het geheele volgende jaar ver- liep , zonder dat men, hier, desaangaande, eenig be-
CO Aitzïma II. heel, h!. 759-7f>ï.
Cff Relbl. IIoN. 2c Sept. 1641. bl. 252. Zie out AlTZEMA
II. Deel, W. 855. z4
|
||||
%6o VADERLANDSCHE XLIV.Boek.
^543. befluit nam (A). Ook kwamen de vereischte
-T----- Vrygeleibrieven niet herwaards, voor den aan- vang deezes jaars 1643. Men tradt toen, teral- gemeene Staatsvergaderinge, tot het raadplee-, gen op de benoeminge van Gevolmagtigden, en tot het ontwerpen van een Berigtichrift- voor dezelven. Doch alzo het Franfche Hof geenen grooten haast maakte, met het afzenden van Gevolmagtigden, fchoon rnen den Zwee- den beloofd hadt, dat zy, in Hooimaand, te. Munfter, zouden zyn, werdt, ook hier, dit gantiche jaar, niets afgedaan (T). J)e Klasfis van Walcheren, verneemende, dat, by, de Staa- ken van .Zeeland , geraadpleegd werdt op de Vrèdehandelinge, hadt, te voor en al, verzogt, datbunne Edele Mogendheden geliefden te zorgen , dat 'er niets vastgefteld werdt, ten nadeele der Hervormde Leere; en voor be- fcheid bekomen, dat men, hierop, reeds naar behooren gelet, en vragtbaarlyk bellooten hadt (£). Midlerwyl, hadt de Keizer deKreitfen en Ryksvorften befchreeven te Frankfort, om al- daar eenige voorbereidfels te maaken,. tot de algemeene Vredehandeling. Op deeze byeen- komst, werdt zeer getwist, of men ieder Ryks Lid op de Vredehandeling toelaaten zou, of niet. De Keurvorftèn beweerden, dat men hun alleen de Vredehandeling behoorde toe te ver- trouwen. De Gemagtigden der Kreitfen en Ryks-Steden hielden, daarentegen, ftaande, dat
f 7;">Refol. Hüll. SO Jan. 16*2. W. 31. 'j~'
(O Refol. Holl. 13 Fehr. 12, 31 Maart, 17, «5 April, 11, 13 Mar , 13, 25 July 1643. hl. 33, 62, 104, 10(1, 119, 132, J70, 17-1, 172, 20^,214. AiTZF.MA II. Deel, hl. JIH4. (*j Nenil. Zeel.-9 Jtfiy 1^3'. */.-24r. |
||||
XLIV.BoEK. HISTORIE. 36i
dat zy, in eenen handel, waarby zy zoveel be- 1643.
lang hadden, behoorden gekend te worden(7).-------
De byeenkomst te Frankfort, die tot in 't vol-
gende jaar duurde y ftrekte meer tot vertraa- ging dan tot bevordering der algemeene Vre- dehandelinge. Nogtans, dreeven de Leden des Ryks, geholpen, door Frankryk en Zweeden, eindelyk, door, dat men hunne Gemagtigden, op dezelve, toeliet (nt). Ondertusfchen, waren, tegen 't, einde des De Ge-
jaars 1643, in den Haage aangekomen Claude voimag- de Mesmes, Graaf d'Avaux, en AbelServien, "^nen Graaf 'de la Roche, Gevolniagtigden van Frank- Frankryk ryk op de Munfterfche Vredehandeling («). begeevcn Zy werden, met veelë ftaatfie, ingehaald, waar- *jjj5 "*ar op d'Avaux zonderling gezet was,hebbende hy Munfter-; zelfs, onder de hand, laaten verzoeken, dat de klokken geluid, en de fchuttery in de wapenen gebragt mögt worden, gelyk te Rotterdam ge- fchied was; hoewel dit, door de Wethouder- fehap van den Haage, heufchelyk, werdt af- geflaagen. Maar de jonge Prins kon niet voor- by, hen, met een groot getal van koetfen, te gaan ontmoeten buiten den Haage (0). Zy hadden last, om de Staaten aan te maanen, tot het zenden van Gevolmagtigden naar Munfter, en om vooraf eenige punten te beraamen, wel- ken tot bevordering der Vredehandelinge zou-, den können dienen. In't byzonder, handelden. "u®re zy,
C /) Nc.eotiat. Secret. Tom. I. p. 365. Tom. II. P. I. p. ic6.
(»O Negoti.it. Secret. Tom. I. p. 246, 277, 28y3 3<H> 327,
Tom. II. P- I. p. 119. 127, 132. fn) Menioir. ile Freder. Henri p. 319. Aitzema II. Deel.
il. «86. f o) Brief van N. Reigersk. in 't Verv. ep 't I-eev. van de
JJroet. */. 349. 2 5
|
||||
3& VADERLANDSCHE XLIV.BoEsi
|
|||||
KT43. zy» eenen geruimen tyd , over een Verbond
-------tusfchen Frankryk en deezen Staat, waarby
ling in men zig verpligten zou, om eikanderen borg.
den Hr.a- te ftaan f voor de onderhouding van de Vrede
ge' of het Beftand, welk men met Spanje zou flui-
1644. ten« 0°^ raadpleegden ze niet den Prinfe van
_____Oranje , en met eenige Leden der Regeerin-
ge, over de beweegingen van den aanftaanden
veldtogt. De titel en rang, welken men aan de Gevolmagtigden van deezen Staat op de Vre- dehandeling dagt te geeven, kwam, insgelyks , in overweeging; doch desaangaande werdt niets uitdrukkelyks vastgefteld. Maar 't jaarlyksch Verdrag van onderltand werdt, op den negen- entwintigften van Sprokkelmaand, geflooten in Verdrag den Hage. Lodewyk de XIV. verbondt zig, met in het zelve, by raade der Koninginne Regen- Frank- ^ te ^ om je Staaten, dit jaar, met de gewoon- ten?' deii n 'y'ce twaalf honderdduizend ponden, te on- aanftaan- „ derfteunen. De beide partyen beloofden, den veld- w wederom, een Leger van drie - entwintigdui- tORt* n zend of vyfentwintigduizend man te velde „ te zullen brengen, tegen het midden van 5) Bloeimaand ten langfte. Voorts, zouden „ de Staaten dertig Oorlogsfehepen onderhou- n den op de Vlaamfche kusten, en 's Konings „ Legers den vryeiï' overtogt laaten, te Maas- „ tricht, over de -Maaze, en te Wezel, over Verbond ^ den Ryn O)." Het Verbood van * Borgtogt to"tmef w^' °P ^en eerften van Lentemaand, geQoo- Frr.nk- ten. Men beloofde by het zelve „ geen Ver- ryk. „ drag met Spanje te zullen fluiter. , dan met * Cm' ü gemeene bewilliging. Zeifs zou de een den rmuie, ^ han„
Qj ZU Aitzv.ma II. Dtel, II, yCo.
|
|||||
XLIV.BoEK. HISTORIE. 363
»handel met Spanje niet meer dan de ander 1*44.
» mogen verderen. Men zou elkanders belaü- ——• n gen op de Handeling, wakkerlyk, voorftaan, „en in 't byzonder de voordeden, welken n men in den oorlog bevogten hadt, zoeken „ te behouden. Zo de Vrede of het Beflrand, yy welk men fluiten mögt, van 's vyands zyde „ gefchonden werdt; of zo 't Beltand ten ein* v de liep, zonder verlengd te zyn, zou men , „ gelykelyk, den oorlog wederom beginnen," Wyders', verklaarden de Staaten , federt „ te 55 houden voor ingevoegd in dit Verdrag, dat, »zo de Koning Vrede maaken mögt, en de r> Staaten alleenlyk Beftand, hy zig verbondt« n om, twee jaaren voor 't uitgaan van 't Be- n ftand, de verlenging van het zelve te bevor- » deren, of, na dat het geëindigd zou zyn, in » openbaaren oorlog te treeden met Spanje; n waarna men geene Vrede fluiten zou, dart » met wederzydiche bewilliging ( q )." Doch de Regeering van Frankryk maakte zwaarig- heid, om in dit punt, zynde het negende in ge* tal, te bewilligen. Omtrent dit Verbond vart Wa»m« Borgtogt, viel iet byzonders voor, welk hier <|eSPMn- verdient gemeld te worden. Men kreeg, irr Affchrfft Zomermaand, kennis, dat de Spaanfche Ge- beko- volmagtigden op de Vredehandeling een af- men. fchrift van het zelve, zo zy voorgaven, in Hol- land, hadden weeten te bekomen. Ten zelf- den tyde, verftordt men ook, dat iemant vier- duizend Ryksdaalers getrokken hadt, om het jongde Verdrag met Zweeden , waarvan wy nier-
en) Zie Aitzbma TT. Deel , bl. 9fn, NFSótfat. S:crct Tom. I. l>. Ij,S. To:n. II. P. I. p. uk.. |
||||
3^4 VADERLANDSCHE XLIV.Boek,
U^, hierna zullen gewaagen, mede te deelen, daar
■' den werdt, terftond, verzogt, hierop onder- zoek te doen (r); doch wac zy ontdekten, vind ik niet aangetekend. Weinige dagen na het fluiten van dit Verbond, vertrokken de Fran- _, fche Gevolmagtigden naarMunfter. Voor hun verzoel« vertrek, deeden ze, by monde van den Graavt;
vryheid d'Avaux, ter algemeene Staatsvergaderinge., van een verzoek om vryheid van Godsdienstoefe- Gods. njng voor ,je Roomschgezinden deezer Landen, voor de *n byzondere huizen (Y). Doch de Staaten na- Roomscii men dit verzoek zeer euvel, in de tegenwoor- sezindcn.dige omftandigheden. Te meer, om dat het voordraagen van het zelve den Gezanten, in byzondere handelingen met der Staaten Ge- magtigden, ernftelyk, ontraaden was. Ook ant- woordden hunne Hoog-Mogendheden „dat „ zy geheel niet gezind waren te voldoen aan „ het gedaan verzoek; maar in tegendeel, door „vernieuwing der voorige Plakaaten, dagten „ te waaken tegeu de toeneemende ftoutighe- „den der Pausgezinden ; die zig niet verge- „ noegden , met hun geweeten in ftilheid te - „voldoen; maar, op verfcheiden' Plaatfen, „ openbaare ergernis gaven, Kerkelyke Re- „ geering invoerden, en , in hunne gebeden „ zelven, toegenegenheid toonden tot den Ko- „ ning van Spanje, een' erfvyand deezer Lan- den (0>" Op deeze wyze, werdt een ver- zoek, f O ïlcfol. Holl. 20, 22 Jtmy 164,}. W. 155, 158.
(j) Negntiit. Secret. Tom. I. p. 193.
t) Aitzi'Ma Vredcli.inil. lil. j-s. Aitzema If. D"l, IL c/ij. Negutiat. Siitrst. Tom. I. /;.'338-341. /"</?». 11. /'. i. fh 3*i, iy7. |
||||
XLlV.BoEK. HISTORIE. fä
|
||||||||||
zoek, gefchied, voornaamlyk, om den Paus en «F44.
\ier Franfche Geestelykheid genoegen te gee- >•> ven, door de Staaten, afgeflaagen. Men vrees-
den , met reden > onder het gemeen en de Predi- kanten , hier te Lande, ruim zo veel misnoegen te zullen verwekken, door het inwilligen van het zelve, als men, aan het Franfche Hof, o- ver het afwyzen, ftondt op te vatten. Onder- tusfchen, leide het doen van dit verzoek, welk Servien niet goedgekeurd hadt, den eerften grond der verwydering, tusfchen hem en d'Avaux, die, de gantfche Vredehandeling door, geduurd heeft («). Ook veroordeelde de Kardinaal Mazarin het verzoek , welk d'A- vaux gedaan hadt. Hy verftondt, naamlykj n dat het den Roomfchen geen voordeel doen „ kon, en de zaaken des Konings, ondertus- 5, fchen , merkelyk benadeelen zou ; alzo de n Staaten en de Prins van Oranje zelf van „ maatregels zouden moeten veranderen, om ^zig niet verdagt te maaken, als of zy 't, in 5, dit ftuk, met Frankryk eens waren (v)." Kort na 't vertrek der Franfche Gezanten ir.
naar Munfter, tradt zyne Hoogheid, eerst met Opening |
||||||||||
de la Thuillerie, en daarna, met d'Eftrades, in
|
veldtogt.
|
|||||||||
onderhandeling, over de beweegingen van den
aanftaanden veldtogt. Men kwam overeen , v dat de Hertog van Orleans, die over 't Fran- ,, fche Leger geboodt, in Bloeimaand, in w Vlaanderen rukken , en Grevelingen aantas- ^ ten zou ; dat de Staaten, om dit beleg te be- # vorderen, dertig Oorlogsfchepen, onder be- „vel
(«) Vo'ez. Ncgotiat. Secret. Tom. I. p- 75-109, 205.218. Tom»
II. P. I. p. 123-114. i8ü' iy'J. 2'M. P. II. p. 5, IQ, 31,55, 77. (_y) Megoiist. Smet. Tom. H. P. 1. p. ïyj. |
||||||||||
366 VADERLANDSCHE XLIV.Boek
1644. „vel van den Luitenant-Admiraal Tromp,
■ 'n op de kusten zenden zouden, die de toe- n voer derwaards zouden beletten : dat het
„ Franfche Leger, uit Zeeland, van mondbe- j, hoeften voorzien zou worden , en dat het w Leger der Staaten, ten zelfde tyde als het „ Franfche , in Vlaanderen trekken, en Sas „van Gend belegeren zou." 't Liep aan tot den tweeden van Zomermaand, eer de Ruite- ry, de wagens en 't gefchut, te Gorinchem, werden ingefcheept. Twee wegen waren 'er maar, om voor Sas van Gend te komen. Mea moest, te Filippine, voet aan land zetten, en, van daar, door Asfenede, by Selzate, over de Leye trekken; of, men moest landen, in de Oostenryks Polder, gelegen in eenen oord, die, door middel van de Huizen in Sas van Gend, onder water gezet was; om, van daar, by laag water, over 't ondergeloopen land, te komen op den dyk, die van Hulst naar Sas van Gend leidt. Men verkoos deeze beide wegen tevens. De Veldmaarfchalk Brederode trok naar den laatflen , met tien Regementen voetvolk en agttien kornetten paarden, onder den Ryngraa- ve. Zyne Hoogheid volgde hem, langs den eerften, met het gantfche Leger. Men zou ei- kanderen ontmoeten, te Selzate. Doch Brede- rode zag geenen kans, om over 't ondergeloo- pen land te geraaken: 't welk den Prins, die reeds naar Selzate op weg was, noodzaakte, om zig neder te flaan te Asfenede: terwyl Bre- derode , wederom fcheep gegaan, over Filip- De Fran- pine, te Boukhoute kwam. Midlerwyl, was de fchen be- Hertog van Orleans voor Grevelingen getrok- legeren ^en ^ eenen aanvang maakende van 't beleg dee-
|
||||
XLIV.BoEK. HISTORIE. 367
deezer Stad. De Spaanfchen, onder den Graa- 1644
ve van Ifemburg , hadden zig nedergeflaagen-------
langs de Vaart tusfchen Sas van Gend en Gend, Greve-
om den Prins den overtogt te betwisten; ter- linSen« wyl Don Francisko de Melo, met een ander Leger, by S.Wynoksbergen lag, om het over- gaan van Grevelingen te beletten. De Prins dan, om Ifemburg van Legerplaats te doen veranderen , toog, met zyne troepen , naar Maldeghem, twee uuren van Brugge, als ware hy van zins geweest, de Vaart tusfchen Brugge en Gend over te trekken; voorts de gelegen- heid van Brugge doende bezigtigen , als hadt hy 't oog gehad op deeze Stad. Ifemburg brak, terftond hierna, insgelyks op, legerde zig, een half uur van Brugge, aan de Vaart naar Gend, met een gedeelte van zyn volk, en zondt het overige naar S. Wynoksbergen, om de Fran- fchen tegen te ftaan, laatende alleenlyk eeni- ge troepen by Sas van Gend leggen , onder den Graave van Megen. De Prins befloot, De Prhw hierop , fpoedig en by nagt, naar de Leye van. °* te rug te trekken , en 't beleg te flaan voor "^n»at Sas van Gend, eer 't hem, door den vyand, sas van belet kon worden. Doch hy werdt van den Gend. aanbreekenden dag overvallen, eer hy zyn kon, daar hy zig dagt neder te flaan. Hierdoor, werdt de aanflag veragterd. Om dien egter te bedekken, zo veel mogelyk ware, gaf de Prins, die nu tot by Asfenede genaderd was, aan de Regeering deezer Plaatfe te verftaan, dat hy voorhadt, des anderendaags , te Filippine , fcheep te gaan met het Leger. Ook hadt de Veldmaarfchalk Brederode. die met eenig volk te Maldeghem gebleeven was, last, om, niet lang
|
||||
3^8 VADERLANDSCHE XLIV.Boék.
i?44 lang na 't vertrek van zyne Hooghfid , den
—-----weg naar Brugge in te flaan, en, met het bran- den van eenige boeren-huizen, en op andere wyzen, zo veel gerugts te maaken, dutde vyand in den waan gebragt werdt, dat het gantfche Leger derwaards in aantogt was : 'c welk zo wel gelukte, datlfemburg, den gantfchen nagt, onzeker bleef, wat men, van de Staatfche zy- de, voorhadt. Met den dag, vervoegde Bre- derode zig by den Prinfe, die toen bevel gaf, om, den volgenden ragt, den togt naar de Leye voort te zetten, en de fchanfen langs deezen Hy wim ftroom» gelykelvk, aan te tasten. De fchanfen ëehiga Ter Donk en Roonhuizen en de Zandfchans fchanfen. werden, terftond, beniagtigd. De fchans S. Angelo, wat laater. De Prins j toen meester van den overtogt, voerde het gantfche Leger over de Leye, in eene ruime vlakte, alwaar hy zig in flagorde ftelde. De fchanfen tusfchen Roon- huizen en Sas van Gend werden, hierna, of verlaaten van den vyand , of ligtelyk ingeno- men. De fchans S. Steven alleenlyk, die van eene breede graft voorzien was, werdt, te ver- geefs, aangetast, door Brederode. De Prins, midlerwyl, voortgetrokken tot aan Selzate, ■welk maar een Kanonfchoot vän Sas van Gend legt, maakte zig gereed, tot het beleg deezer Plaatfe , waarin de Graaf van Megen zig nu met zyn volk geworpen hadt. De Legerftedeft verdeeld zynde, begon men het Leger te ver- fchanfen. In de Oostenryks Polder, waaruit ds vyand Sas van Gend van volk zou hebben kön- nen voorzien, werdt ook eenige manfchap ge- legd. Doch terwyl men met deezen arbeid be- zig was, tooglfemburg, met al zyne magt, naar Lan*
|
||||
XLIV. Boek. HISTORIE. 3S9
Langèrbragge, een half uur van Roonhuizen, 16445
aan de overzyde van de Moervaart, die, by ——• Roonhuizen, in de Leye loopt. Don Francisko de Melo voegde zig hier, eerlang, byhem, en, zig ziende aan 't hoofd van een talryk Leger, befloot hy aan te trekken op den Prinfe van Oranje, en Sas van Gend te ontzetten. Hy flaat zig dan neder te Riemen, een' goeden ka- nonfchoot van Brederodes Legerplaatfe. De Prins voer, ondertusfchen, voort met zig te verfchanfen , laatende eene tweede graft del* ven, die, zo wel als de eerfte, tot op twaalf voeten , verbreed werdt. Men arbeidde ook aan de Loopgraaven, en Brederode maakte zig meester van twee fchanfen, Blomble en S. Pieter, welke nader aan Sas van Gend lagen. Op den dyk, die van Asfenede naar't Sas loopt, werdt eene battery van zes halve ftukken op- geworpen. Langs deezen dyk, begon men de nadernisfen naar de graft eener Contrefcar- pe, op den kant van welke, de belegerden een werk hadden , waaruit zy, met tweehonderd man, op onze arbeiders vielen, dezelven dry- vende tot aan onze linten, van waar de vyand, nogtans , met verlies , te rug gejaagd werdt. D'Eftrades deedt, daarna, eenen aanval op het vyandlyk werk, dat, kort hierop, verlaaten werdt. Men raakte, federt, langs twee brug- gen, over de graft, en bemagtigde een groot gedeelte van de Contrefcarpe ; by welke ge- legenheid, verfcheiden' van de onzen gekwetst werden, en onder anderen de Bevelhebber dei- Timmerluiden , die eene wonde aan de hand kreeg, terwyl de Prins hem by den arm hieldt, en met hem fprak. D'Eftrades maakte zig, ver* XI. Deel. Aa vol- |
||||||
tfo VADERLANDSCHE XLIV.Boek.
1644. volgens , meester van een ander werk, welk
1------- de vyand op de * glooijing der Contrefcarpe
•Gkcfo opgeworpen hadt. Coligni bemagtigde een
diergelyk weik; waarna de onzen tot op den kant van de graft der Plaatfe gevorderd wa- ren. Om over deeze graft te geraaken, deedt de Prins, terftond, aan twee gaanderyen ar- beiden : doch terwyl men hiermede bezig was, ontftondt 'er, by nagt, zulk een vreeslykeftorm uit den Noordwesten , by nieuwe maane en fpringvloed , dat alle 's Prinfen werken onder water gezet werden. De foldaaten waren niet weinig verzet, over dit ongduk. Maar de Prins, des anderendaags, tot over de knieën, lobbe- rende door 't water, fprak elk nieuwen moed in; en binnen vier dagen, was defchade, die 't water veroorzaakt hadt, geboet. Daarna, werdt een der gaanderyen t'onbruik gemaakt, door het fchieten der belegerden ; doch men Sts van herftelde ze, in eenen dag. In deezen ftaat der Gend belegeringe, verzogten die van binnen in ge- geefc zig fpre|£ te komen. Men kwam, binnen weinige uuren, overeen, op den vyfden van Herfst- maand. De bezetting bedong de gewoonlyke krygseer, twee ftukken gefchuts en een' mor- tier, en werdt, op den zevenden, begeleid naar Gend. Op deeze wyze, werdt Sas van Gend veroverd, in den tyd van eene maand, en in 't gezigt van het vyandlyk Leger. Men hieldt zig nog eene maand hieromtrent op, om deves- tingwerken te herftellen , en de Legerfteden te Hegten: waarna de Prins het Leger weder- om fcheep deedt gaan. De Ruitery werdt te Bergen op Zoom ontfcheept, en trok, van daar, naar de Winterlegeringen. Het voetvolk werdt, te
|
||||
XLIV.BoEK. HISTORIE. 371
|
|||||
te water , naar de Wïn:erlegeringen gevoerd «^j
(w). Ondertusfchen, was ook Grevelingen den —— Hertoge van Orleans in handen gevallen (V). In de Westindien waren, federt de omkee- m-
ring in Portugal, merkelyke veranderingen j^or- voorgevallen , ten nadeele der Maatfchappye. tUgeezen De Portugeezen en Braziliaanen van Marig in Brazil nao ftonden op tegen de Nederlandfche Re ^nops. geeringe, in den jaare 1641. Ook vielen de lhom»» opgezetenen van S. Thomé, aangehitst, door eenige Portugeezen, van Lisbon derwaards ge- zeild, in 't volgende jaar, af van de Staaten. De togt, dien Henrik Brouwer, midlerwyl, van Brazil naar Chili, ondernomen hadt, waarin hy eo;ter kwalyk Haagde Qf), waséénedervoor- naamfts oorzaaken, waarom Graaf Joan Mau- rits zig niet magtig genoeg vondt, om den af- val der Portugeezen te voorkomen (V). Ook hadt hy, reeds meer dan eens, verzogt,.naar Holland te rug te mogen keeren (a): waartoe de Westindifche Maatfchappy , om kosten te fpaaren, insgelyks, fterk neigde (b). De Graaf. Graaf eindelyk, in Wynmaand des jaars 1643 , last -l?"1 • of verlof ontvangen hebbende, om te mogen j,eertnt" vertrekken, ging, in Bloeimaand des volgen- rug uk den jaars, onder zeil (c), en kwam, in 't begin Brazii. van Oogstmaand, in den Haage(<Q. De Vloot, dia
(«O Memnir. de Freder. Henfi p, 322-3441 Aitzema II, Dul,
il. 97<), 1006-ior.y. f*) Aitzbma II. Heel, hl. y8t. Qy) CoiiMïiiN Freder. Henrik ir. Val, ''t. r^r*. (zj IlAiiL^irs de Ueb. in Brafilin goft. p. 403, 4"5i 41g, 43a,, C<Ó BakljSus p. 401. (6) Aitzhma II. Deel, hl. gou (cj HAnLiUUS p. 494, 531. £«0 Aitzema II. Deel, il. yog, 981, Aa a
|
|||||
37* VADERLANDSCHE XLIV.Boex,
WJ44. die hem overgevoerd hadt, bragt zesentwintig
*"" ■■ tonnen fchats voor rekening der Maatfchap- pye en van byzondere Perfoonen mede (e). Hy maakte kleinen haast, om naar 't Leger te gaan, alzo hy hier geenen hongeren rang hadt dan dien van Kolonel van een Regement voetvolk, daar hy, inBrazil, Kapitein-Generaal gedweest Hjr was. Hy verkreeg, kort na zynen terugkomst, wotclt een kornet Paarden , by ontheffing van een rianteóe- Staatsbefluit van den jaare 1624, volgens welk, moraal der niemant twee hooge Krygsaropten tevens be- Jluiterye. kleeden mögt; en 't leedt niet lang, ofhywerdt, in de plaats van den wakkeren Stakenbroek, die omtrent deezen tyd overleedt, tot Luite- nant-Generaal der Ruiterye verheeven (ƒ). Toguiaar De handel der Oostindifche Maatfchappye Jtarabo- op Kambodia hadt, omtrent deezen tyd, ook dia. geenen kleinen krak gekreegen , ter oorzaake van eenig misverftand, tusfchen de Regeering aldaar en de bedienden der Maatfchappye. De Koopluiden Regemortes en Broekman werden wreedelyk vermoord, en twee fchepen aange- tast en in beflag genomen. De Oppergezagheb- ber van Nederlandsch Indie, Antoni van Die- men , rustte, hierop, vyf fchepen uit, die, in Grasmaand deezes jaars, van Batavia onder zeil gingen, en, in Zomermaand, op de Rivier van Kambodia , in een hevig gevegt raakten met de krygsmagt des Konings, die langs den oever gefchaard ftondt; en met eenige galeijen, die zig op den ftroom onthielden (g). Doch de ge-
( e") Reib!. Holl. 12 /lag. 1644. !>l- 2t9-
' (ƒ') Refill. Holl. 22 Sept. 1644. U. 242. Aitzema II. Deel, VI. 981. (ü) CoMMELiN Freder. Henr. II. Derf, U. 574.
|
||||
XLIV.BoEK. HISTORIE. 373
|
|||||||
gevolgen van dit gevegt vind ik niet aange- 1644;
tekend. |
|||||||
In Engeland, hielden de vyandlykheden nog IV»
aan tusichen de Koningfchen en Parlement- M*z™' ichen, zonder dat zig de kans des krygs vol- «itn een komenlyk verklaarde, voor de eene oir' de an- Gezant- dere partye. Beide zogten ze zig, midlerwyl, ^pEn# van krygsbehoefcen te voorzien uit deeze Lan- g"and n' den. Doch de Ooriogsfchepen van deezen Staat om de onder zogten de fchepcn , op welken vermoe- Vrede den viel, en bragten ze in Holland en Zeeland «usfchen op, daar 'er 't oorlogstuig uitgelostwerdt. Ver- n^^»e icheiden' fchepen , voor 't Parlement belaa- parie- den, trof dit lot: 't welk oorzaak was, dat de ment te Ooriogsfchepen van 't Parlement zjg niet ont- bemiddor zagen, vyandlykheden te pleegen op de kusten en' deezer Landen, 's Konings fchepen in de zee- gaten aan te tasten, en zelfs fchepen van on- rierzaaten van deezen Staat te bezoeken, en op te brengen , op vermoeden of bevinding, dat zy den Koning krygsbehoeften toevoer- den. Hierover, vielen, van wederzyde, klag- ten (£). Strikland, geen gehoor konnende ver- werven ter algemeene Staatsvergaderinge, ver- voegde zig, meer dan eens, in de Vergaderin- pe van Holland, daar men hem goede woor- den gaf, en zig langs hoe genegener toonde tot het Parlement, zelfs gedoogende, dat hier , ten behoeve der verdrukte Hervormden in Ierland , penningen verzameld werden , die in handen van 't Parlement werden gsfteld (i). De
CA) Rcfol. Holl. 13, 23 Atiril 15, 22, Vf Juty r,, 13 /fv{S
l(n\. l/l. 99,115,171. >oo, 196,211. AirzEMA n./Jeel, Cr/. tjKu (O Relol. Holl. 2rt Jan. 5. 12 Feit- 21 Jimy, u July 1644p
l/l. \'j, 28, 41, isö, löö. Ai'iZEMA II. Deel, W. 983, Aa 3
|
|||||||
374 VADERLANDSCHE XLIV.Boek.
WJ44. De Spaanfche Gezant in Engeland arbeidde,
------ ten deezen tyde, by 't Parlement, om het tot
bevordering van 't ontzet van Grevelingen,
welk nog niet overgegaan was, te beweegen (*) y doch zyne Vcrtoogen vonden weinig' in- gang. Men hadt genoeg te doen met de bin- nenlandfche zaaken, en vreesde, veelligt, ook het misnoegen van Holland en Zeeland: welk de Koning onlangs reeds verwekt hadt, door het vryftellen van den uitvoer van Wolle en Lakenen voor alle volken, daar zulks, te voo- ren, alleen plag te gefchieden, door de Maat- fchappy der Koopluiden- Avanturiers te Lon- den, die, hier te Lande, met niemant dan met die van dezelfde Maatlchappye handelden. Doch de Londenfche en Hollandfche Maat- fchappyen hielden beide de zyde des Parle- ments: 't welk den Koning tot het belluit ge- bragt hadt, om derzelver byzonderen handel te krenken. Ondertusfchen, blykt uit dit alles, dat de verwarringen in Groot-Britanje deezen Staat ook in merkelyke moejelykheden begon- den in te wikkelen. Men belloot, hierom, tot het afzenden van een buitengewoon Gezant- ichap derwaards. Het werdt bekleed, door Wil- lem Boreel, Heer van Duinbeeke, Westhove , Ambagtsheer in Domburg, .Raad en eerften Penfionaris der Stad Amfterdam ; Joan van Rheede, Heer van Rensvvoude, en der Staaten gewoonlyken Gezant Joachimi. Zy hadden last, om te beproeven, of zy de gefchillentus- ichen den Koning en de beide Huizen van hei- Parlement konden bemiddelen: tot een' grond- flag
(*) Refol. Holl. 1$ >// JÖ44. U. i(j5.
|
||||
XLIV.BoEK. HISTORIE. z?5
flag van welke bemiddeling zy leggen moesten i^^,
den Godsdienst en de Regtsoefening , bene- ——— vens de behoudenis der voorregten beide van den Koning en van het Parlement (/). Zy Hamid kwamen, in Louwmaand, te Londen, en dee- dcr Go- den, federt, verfcheiden' reizen naar Oxford, zallt6U* daar de Koning zig ophieldt. Hy fcheen niet ongezind, om der Staaten bemiddeling te aan- vaarden. Doch het Parlement toonde hiertoe minder genegenheid. Het liieidt de Gezanten, immers Boreel en Renswoude, voortegroote vrienden van den Prinfevan Oranje, die, dagt men, te na verbonden was met den Koning, om onzydig genoeg over de gefchillen te kön- nen oordeelen. Ook wist men, in Engeland, wel, dat de Vergadering der algemeene Staaten, ter oorzaake van het gezag, welk 'er de Prins van Oranje in hadt, meest, neigde over 's Ko- nings zyde. Hier kwam nog by, dat de party der Independenten of Onafhcngkeïyken, die ver- andering in de Regeering en in den Godsdienst zogt, en waarvan Olivicr Krotpwel, Lid van 't Huis der Gemeenten, eerlang, het hoofd werdt, fterk begon te worden in 't Parlement; waarom men daar zyne rekening,niet vinden kon, by eene bemiddeling, die beoogde den Godsdienst en 's Konings gezag onveranderd te laaten. In Hooimaand , 'hadden de Gezanten het eerfte openbaar gehoor in 't Parlement (rn). Zy han- delden , midlerwyl, over eenige zaaken, den vryen Koophandel en Scheepvaart betreffen- de. Doch hunne bemiddeling werdt by 't Par- Ie- CO Zit Je Inftniftic by Aitzbma II. 73«/,*il. 983,
im) Refol. Holi. 3«> 'July 1C44. il. 303, Aa 4
|
||||
27$ VADERLANDSCHE XLIV.Boek.
|
|||||
1Ä45. lernent niet aangenomen («)• De Heeren Bo-
■—— reel en Renswoude toefden in Engeland, to£ Zy kee- jn Bloeimaand des volgenden jaars, en keerden te"owUgr ïoen °nverrigter zaake herwaards. De Koning her. bleef, tot op hun vertrek, beweeren, dat het waards. aan hem niet gehaperd hadt, dat der Staaten Met Par- bemiddeling niet aangenomen was. Het Par- Waag? lement» zig zelf hiertegen willende regtvaar- overhun digen, gaf Strikland last, om, ter algemeene gedrag. Staatsvergaderinge, in 't breede, te vertoonen , „ dat men het buitengewoon Gezantfchap n hieldt voor een bewys van vriendfehap van „ deezen Staaf; doch dat 'er niets mede uitge- a rigt was , doordien de Gezanten zig mees „ Konings- dan Parlements gezind getoond „ hadden, hebbende zy veele weeken te Lon- j, den geweest, zonder zig aan 't Parlement te „ vervoegen , en daarna een Gelehrifc doen „ overleveren, welk niet in behoorlyke orde „opgefteld was , waarom men 'er, flegts by v monde, op geantwoord hadt; dat zy zig ver- „ volgens wederom begeven hadden naar Ox- „ fard , en op eenen tyd , dat de Graaf van „ Esfex aan 't hoofd van een aanzienlyk Le- „ger derwaards in aantogt was, hem tegen „ getrokken waren, met witte vaanen voor „zig, hem zoekende te beweegen tot vrede; „dat zy, door den Graave, naar 't Parlement y, geweezen zynde, met dezelfde witte vaanen, n gereisd waren naar Londen , daar hunne zon- „derlinge intrede ligtelyk oproer zou heb- „ben können verwekken, vooral naardien zig „on-
f*0 IUP4N Tom. VIII» p, 513, AUZWIA II, Ttecl, il. 970,
ttßi-'jl>3, 1010. |
|||||
XLlV.BoEK. HISTORIE. 377
„onder hunnen Stoet luiden bevonden, die
„ anders niet in de Stad zouden "hebben dur- wven komen; dat zy, toen eerst, zynde zes „ maanden na hunne eerfte aankomst, het Par- „ lement erkend hadden voor het gene het was ; „ doch zig , midlerwyl, door hun gedrag en „ partydig fchryven herwaards , zo verdagt n gemaakt hadden, dat men, hierom, en om „ dat 'er Schotland ook in gemoeid was, hua- „ne bemiddeling niet hadt können aanvaar- „ den." Strikland begreep alle deeze redenen in eene wydluftige Verklaaring, die hy ter al- gemeene Staatsvergaderinge dagt in te leve- ren. Gelderland, Holland en Friesland Hem- den ook, dat men hem geen gehoor moest wei- geren. Maar de vier andere Gewesten aarzel- den. Ook bragt men te wege, dat Graaf WiL- lem Fredrik , Stadhouder van Friesland, den Afgevaardigden van dit Gewest aanfchreef, dat zy 't gehoor hadden af te ftemmen. 's Ko- nings Reiident Boswell hadt, reeds te vooren, verklaard, dat zyn meester 't. verleenen van gehoor, in deeze gelegenheid, vooreene vre- debreuk zou aanzien. Strikland moest zig dan vergenoegen met het overleveren zyner Ver- kiaaringe aan de Staaten van Holland (0), die- 'er een groot geheim van maakten. Doch. S:rikland zondt ze, eerlang, naaf Zeeland, en. naar de andere byzondere Gewesten. Zy kwam^ wel haast, in 'tEngelsch en in 't Nederduitsch, in openbaaren druk Q>). Midlerwyl, waren de Koning en 't Parlement, te Uxbridge, in onder- han-
X°) Refnl. Holl. >7 July rrus. bh 174.
Op) AnZKMA III. Ü^el. U. 35-41. Aa 5
|
||||
378 VADERLANDS CHE XU V. Boek.
ï<545. handeling geweest over eene bevrediging,
— De oorlog begon, derhalve, wederom, zo dra het jaargetyde zulks eenigszins gehengde. Tho- mas Fairfax kreeg, in de plaats van den Graa- ve van Esfex, het opperbevel over het Leger van 't Parlement. Kromwei geboodt over de Ruitery. 's Konings Leger werdt geheellyk geflaagen by Nazeby , op den vierentwintig- iten van Zomermaand. Hy zeil* werdt genood- zaakt, de wyk te neemen naar Walles (g). De Koningin hadt zig, reeds in 't voorleeden jaar, aaar Frankryk begeven, onder 't geleide van eenige Oorlogsfchepen van deezen Staat, haar, door den Prinie van Oranje, toegefchikt (>). V. Den veldtogt des voorleeden jaars, met de Zyne verovering van Sas vanGend, voorfpoediglyk
hetdS" geëindigd zynde, floeg zyne Hoogheid, ai in drüigtop Wintermaand, voor, dat men het krygsgelnk vermeer- behoorde te vervolgen, en eene nieuwe ligting deriug te doen van tienduizend knegten, waartoe een j^y„s_ millioen en • omtrent negenentwintigduizend volk. guldens vereis cht werden. Ook begreep de Prins, dat men^met deezeligting,allenmogely- ken fpoed maaken moest, alzo men 't volk, en voor al de Overiten meest uit Duitschland zou moeten hebben , alwaar de vyand ook, door Lamboi, dèedtwerven, en gefchaapen fcheen, de meeste en beste manfehap te zullen weghaa- len, zo men, van onzen kant, geenen haast maakte (Y). De meeste Gewescen neigden wel ,-!-,,. tOt
(f~) Rapin Tem. Vin. p. 54«, 548.
Cr) Rapin Turn. Vin. p. 49?.
i' j Memtir. de Frcder. Henri p. 344.. Aitïbma II. üiiii
|
||||
XLIV.BoEK. HISTORIE. c79
tot de werving. Doch Holland verftondt, dat 1645.
men, in de eerfte plaats, denken moest, om het -— onderiteunen der Kroone vanZweeden, diewe- Holland deroni in oorlog geraakt v/as met Deenemarke, kant zig en fchepen en manfchap van deezen Staat ver- .j"#te" zogt hadt. 't Zal noodig zyn, eer wy verder gaan, den ooriprong van den twist tusichen de twee Noordfche Kroonen, en de reden, waar- om deeze Staat geraaden vondt, zig in den- zelven te tteeken, kortelyk, aan te wyzen. De voorfpoed der Zweedfche wapenen in VI.
Duitschland hadt den Koning van Deenemar-, pn]u«« ke, al federt eenigeijähren, in de oogen gelte- ^oor- ken, en bewoogen, om zig naauwer te verbin-, den, den met den Keizer; met wien hy., in 't jaar 1629, tot klein genoegen van deezen Staat, vrede gemaakt hadt. De toeleg was,, de Zwee- den te verdry ven uit Pomeren. Daarenboven, hadt Koning Christiaan de IV, federt eenige jaaren, goedgedagt, -ai wat uit Zvveeden naar Pomeren ging <j met verfcheideu' tollen , te bezwaaren. De Zondfehe tol in't byzonder was, over't in 't jaar 1643, zo geweldig verhoogd, datmen, verhoo- in Zweeden , een heimelyk befluit nam, om^^VcL zig, met geweld, te verzetten, tegen deeze tollen. nieuwigheden ^ en eenen inval te doen in Hol j flein. 't Befluit werdt uitgevoerd, in den vol- genden Winter. De Zweeden veroverden ver- fcheiden' Steden, in Hohtein, in Jutland en in Schoonen, eer de Deenen gelegenheid had- den, om op hunne, befcheriiiing.verdagt te zyn. De Regeciing vnn-Zweeden-hadt de Staaten der Vereenigde Gewesten, teiftond na 't uit- berften van den k^g, doen verzoeken, om eenigc Qorlogsfchepen j doch men kon 't, des- wege, |
||||
38o VADERLANDSCHE XLIV.Boeic,
ï<545# wege , ter algemeene Staatsvergaderinge ,
------- niet eens worden. Holland, daar de, Ooster-
fche Koophandel ook zwaar gedrukt werdt,
door de verhoogde Zondfche tollen (Y), zou gaarne gezien hebben, dat men den Zweeden , vaardiglyk, hadc bygeftaan. Doch de andere Gewesten waren zo fpoedig tot geen befluit te brengen. Lodewyk de Geer, bewindsman van Zweeden, hadc nogtans, in de Lente des jaars 1644 , niet bewilliging der Regeeringe , van byzondere Pcrfoonen in Holland en Zeeland, omtrent dertig maatige fcheepen weeten te be- komen , die Gottenburg hielpen ontzetten; doch verhinderd werden, de Zweeden over te voeren naar Funen, en, eerlans;, naar 't Vlie te rug keerden (»). Maarten Thyszoon, Equi- pagiemeester in Zeeland, hadt het opperbevel over deeze fchepen gehad (V). Hy bleef, fe- dert, in Zweedfchen dienst, werdt door de Ko- ninginne edel verklaard, en met den naam van Anker helm vereerd (w). De Staaten van Hol- land lieten zig, midlerwyl, veel gelegen leg- gen, aan het krenken van Deenemarke. Zy hadden, al voor lang, gedrongen, op eene na- dere verbindtenis met Zweeden (x~), die, in 't jaar 1640, getroffen werdt (y). Volgens deeze Verbindtenis, moest men eikanderen byftaan , tegen eik, die den Koophandel der Bondgenoo- ten zogt te verdrukken, 't welk, voornaamlyk, zag
CO z<e Rero1- Ho11- IO J"'v 164.1. w. 2ort. C«) Puffendobf Zweediche Hifi. tl. 734. Aitzema IU
heel, tl. IJ47-949* (v') CoMMEuMi Frcder. Henr. ft. Drei, hl, i^rt. fw) Verbaal van den extr. Amba-U" Jac»b de Wilt. UI. 6". . fx~) AltzKMA II. Deel, hl. 634, 684-61)0. £ƒ j Zk Ucc Traift. by futzt.i*A U. heel, tl, (*j\. |
|||
XLIV.BoEK. HISTORIE. 381
zag op Deenemarke. En 't was uit kragte van i^j.
deeze Verbindtenis, dat Zweeden onderftand ------
gevorderd hadt van deezen Staat. Men hadt,
reeds in 't jaar 1639, een Gezantfchap gefchikt naar Deenemarke, om 't ftuk der Zondfche en Gelukftadfche tollen te vereffenen (2). Doch men kon eikanderen niet verftaan (a). Twee jaaren laater , was 'er een ander Gezantfchap afgezonden, met gelyken uitflag. De Koning bleef beweeren ., dat hem vryftondt, in zyn „ gebied, lasten te heffen, naar zyn welgeval- „ len; dat elke Mogendheid dit regt hadt, en „ dat de Staaten zelven inkomende en uitgaan- w de regten vorderden van de meeste Koop- n manfehappen. " Men antwoordde hierop , van der Staaten zyde „ dat 's Konings tollen P, van eenen anderen aarc waren dan de inko- w mende en uitgaande regten deezer Landen; w dat deeze regten alleen werden geheeven, n als de waaren in- of uitgevoerd werden, en wdefchepen, gevolgelyk, hunnen last gebro- w ken hadden , doch dat de Koning tol vor- w derde, zonder dat de fchepen last braken." De handeling was hierop afgebroken, na dat de Koning eenige voldoening beloofd hadt aan deezen Staat (£): waarop egter geen ge- volg kwam. Daarna, werdt de bemiddeling tus- fchen Spanje en deezen Staat, die, kort te voo- ren, aansjebooden was door Koning Christiaan; in den Haage, van de hand geweezen (c): en men hadt, langs hoe meer, genegenheid ge- toond , (z ) Attzf.ma II. Deel, bl. (Tag enz.
Ca 1 AirzEMA II. Deel, bl. 701, 720. (b) Aitzema II. Deel, bl. 788-796, «65. (e) Aitzfma II. Dal, bl. 799, 836. |
||||
382 VADERLANDSCHE XLIV. Bosse,
«545. toond, tot het houden der verbindtenisfe met
------- Zweeden; hoewel de Refident Spiering, mid-
lerwyl, vergeefs aanhieldt, om onderfland in
geld (rf). Men vreesde, veelligt, datZweeden niet in den zin hadt, Deenemarke aan te tas- ten, en zag geene noodzaakelykheid, om da jonge Koningin, in den Duitfchen kryg, ver- der, te onderfteunen. Doch de inval in Hol- ftein veranderde den ftaat der zaaken (/). Hol- land oordeelde toen, terftond, dat men de ge- fchillen tusfchen Zweedeu en Deenemarke moest tragten by te leggen, door een buiten- gewoon Gezantfchap, en gedoogde, gelyk wy boven zagen, dat de Geer fchepen uitrustte, en bootsvolk aannam, in Zweedfchen dienst. De Staa- Men befloot tot het afzenden van een dubbel »en zen- Gezantfchap naar 't Noorden. Jakob de Witt, den Ge- Oud-Burgemeester van Dordrecht, Andries "ar" Bikker, Oud-Burgemeester van Amfterdam, en Zweedeu Kornelis van Stavcnisfe, Raadpenüonaris van en Dee- Zeeland, werden benoemd om naar Zweeden nemarke. t3 reizen. Gerard Schaap, Burgemeester van Amfterdam, Aibert Sonk, Oud-Burgemeester en Hoofdfchout van Hoorn, en Joachim van Andrèe, eerfte Raad in den Hove van Friesland , waren tot het gezantfchap naar Deenemarke Hun last. gefchikt. Beide de gezantfehappen hadden last, om de Vrede tusfchen Zweeden en Deenemar- ke te bemiddelen, en, te gelyk, by Koning Christiaan, aan te houden, op de herftelling der bezwaarnisfen over 't verhoogen der Zond- fche tollen, welken zy, op den voet van 't Erf- ver-
(</) Rcfol. Hol!, f-. 7 Aug. 2, 4 Octnb. 1643. bi. 458, 3i»d
MQ. Aitzkma I'. Deel. hl, ü^-R-iq, »65, 908. («) Rel'ul. Huil. 4 />*r. 11 Ma*rt 1644. W. »5, |a, |
||||
XLIV.BoEK. HISTORIE. 383
verdrag, te Spiers, in't jaar 1544, geflooten,
moesten fragten te brengen. En in geval een Verdrag tusfchen de twee Kroonen en deezen Staat getroffen werdt, moesten ze, tot verze- kerdheid van het zelve, een Verbond van Borg- togt zoeken te fluiten, tegen die gene der drie Mogendheden, door v/elke, het Verdrag zou gekrenkt worden (f). Tot geleide der gezan- ten en eener groote Vloote van Koopvaardy- fchepen, in 't Vlie zeilreede leggende, hadden de Staaten omtrent veertig fchepen van oor- loge uitgerust, over welken, de Vice-Admiraal Witte Korneliszoon de Witte, als Admiraal, geboodt (g). Elk gezantfchap begaf zig op een byzonder fchip, en de gantfche Vloot liep, in Hooimaand des jaars 1644, urt het Vlie, ïn zee. Aan 't rif van Schagen, begaf het fchip, welk de gezanten naar Deenemarke op hadt, zig naar de Zond. Het Zweedfche Gezantfchap zette koers naar Gottenburg, om, van daar, te lande, voort te trekken naar Stokholm. Doch op de hoogte van Gottenburg gekomen zyn- de, vondt men deeze haven, op nieuws, bezet met eenige Deenfche fchepen , die zwaarig- heid maakten, om de Staatfche gezanten doortogt te verleenen naar de Stad. 't Werdt hun, nogtans, na verloop van eenige dagen, toegelaaten. De gezanten naar Deenemarke werden ook eene wyle opgehouden, door da Deenen. Zo veel agterdogt hadden deezen op- gevat over de talryke Oorlogsvloot der Staa- ten; die, federt, in de Zond bleef kruisfen, doch
(f) rnflr. van 25 Juay 1644. en Serr. Inftr. van den zclfiits
ékig. MSS. Zit mik Aitzkm* II. Deel, H. y47-ySO. (,#) ftefol. tiener, Saifothi 4 Juny 1A44, |
||||
384 VADERLANDSCHE XLIV.Boek.
|
|||||
164S. doch zonder eenige vyandlykheid te pleegen.
-------Men vondt de beide Kroonen niet ongezind,
Verflas: om der Staaten bemiddeling te aanvaarden.
humier j)ocn de Zweeden, vernomen hebbende, dat
Verriß tl ii-
pen in 't de onzen van zins waren, de byzondere belan-
Koor- gen van deezen Staat ook tot een punt der han-
den, delinge te maaken, gaven hun, niet donkerlyk, te verftaan, dat Deenernarke de bemiddeling van de hand wyzen zou, zo dra men daar be- merkte, dat de Staaten hun eigenbelang, ten minden onder anderen, beoogden, in de han- deling. Ook zogten ze de onzen te beduiden, dat de Staaten hunne wapenen voegen moes- ten by die van Zweeden, zo zy Deenernarke, in 't ftuk der tollen, tot reden wilden brengen. Men zou hiernaar, van onzen kant, zeer ge- luisterd hebben, zo 't van de Zweeden verzogt geweest ware; om dat men, in zulk een geval, ook eenig voordeel zou hebben können be- dingen van deeze Kroone , over welke men, zo wel als over Deenernarke, in 't ftuk der tollen, te klaagen hadt. Doch de Zweeden myd- den, voorzigtelyk, hiertoe eenig eigenlyk ver- zoek te doen. Zy vertoonden den onzen, al- leenlyk, dat de Staaten zelven belang hadden by het beoorloogen der Deenen; die hun, be- halten in 't ftuk der tollen, ook, onlangs,door 't verbieden des Koophandels op Zweeden, ftof tot misnoegen gegeven hadden. De Staat- fchen zouden, daarentegen, gaarne gezien heb- ben, dat de Zweeden met Deenernarke in oor- log gebleeven waren, tot dat men met Chris- tiaan den IV. overeengekomen was, tot ge- noegen van deezen Staat, zonder dat dezel- ve zig liet inwikkelen in eenen nieuwen kryg; doch
|
|||||
XLIV.BoEK. HISTORIE. 385
doch zy befpeurden, door dentyd, klaarlyk, i^s,
dat de Zweeden hiertoe niet te brengen zou- -----«
den zyn. Ook werdt hun het Verdrag van den
jaare 1640 voorgehouden, waarby men zig, tot het byftaan van Zweeden, verbonden hadt: waarop zy niets te zeggen wisten, dan dat men niet tot het opvatten der wapenen komen moest, voor men beproefd hadt, hoe ver men Deenemarke, door minnelyke tusfchenfpraak, brengen kon. 't Geheele jaar verliep met dee- ze handeling, zo wel te Stokholm, als in Dee- nemarke ; daar de Staatfche Gezanten den Ko- ning, door de nabyheid der Staatfche Vloote in verlegenheid gebragt, hadden weeten te brengen tot het aannemen van de bemidde- ling der Staaten en des Konings van Frankryk; die, voordeel verwagtende van den voortgang der Zweedfche wapenen in Duitschland, de la Thuillerie naar 't Noorden gezonden hadt, om een fpoedig Verdrag tusfchen de twee Kroo- Tien te bewerken. Doch de Zweedfche Raaden gaven , klaarlyk, te verftaan, dat zy zo ver niet dagten te komen, zo de Staaten niet voor- af verklaarden, wat byftand Zweeden van hun te verwagten zou hebben, wanneer 't Verdrag met Deenemarke niet tot onderling genoegen getroffen werdt. De onzen beloofden , hier- op, met algemeene woorden, dat men zig ftipt dagt te houden aan 't Verdrag van den jaare 1640. Doch alzo de Zweeden duidelyker ver- klaaring vorderden , beflooten Bikker en Sta- venisfe, op 't einde des jaars, een' keer her- waards te doen en naderen last te haaien. On- dertusfchén was men overeengekomen, om in Louwmaand des jaars 1645, tusfchen Kolmar XI, Deel. Bb en |
|||||
,
|
|||||
386 .VADERLANDSCHE XLIV.Boek.
en Christianopel, grensfteden van Zweeden
en Deenemarke, in onderhandeling te treeden over een Verdrag tusfchen de twee Ryken , onder bemiddeling van Frankryk en deezen Staat. De gezanten naar Deenemarke ge- fchikt, en de Witt, die te Stokholm geblee- ven was , begaven zig derwaards. Terwyl deeze onderhandelingen duurden (Ji), kwamen Bikker en Stavenisfe , in 't laatst van Louw- maand , uit Zweeden, te rug, den Staaten be- rigtende „hoe de Koningin hun te kennen ge- w geven hadt, dat zy met Deenemarke fluiten „ kon, zo zy van 't Verbond, in den jaare 1640, „ met deezen Staat, gemaakt, wilde afgaan; „ doch dat zy te gelyk in bedenking gaf, of 't „niet beter ware, by dit Verbond teblyven, „ en zig niet dan op eenen eenpaarigen voet „ met Deenemarke te verdraagen." Men kreeg dit befcheid uit Zweeden, terwyl men raad- pleegde over eenen aanftaanden veldtogt, waar- mede het op Antwerpen, of ten minften op Hulst aangelegd was. De Staaten van Holland draalden,"hierop, met bewilligen in de voorge- flaagen' werving, en weigerden, eerlang, ron- delyk, in eene nieuwe ligting te ftemmen, zo lang men niet vastgefteld hadt, eene Vloot uit te rusten naar 't Noorden, om Deenemarke, in 't ftuk der tollen, tot reden te brengen. De Prins van Oranje, vreezende zyn oogmerk te lande te zullen misfen, hieldt het befluit tot de uit- rusting ter zee lang tegen. De andere Gewes- ten waren van zyn gevoelen. Doch Middel- burg (A) Verbaalen van de extraord. Ambasf. naar Zweeden ea
Kteenem. In de jtaren 1G44 en 1645. «BS» Zie ook Aitzbma M» lied, bh 993-1002. |
||||
XLIV.BoEK. HISTORIE. 337
burg en Zierikzee in Zeeland ftemden niet Hol- 1645,
land tot de uitrusting, die, van Amfterdarn en - Van de Steden van 't Noorderkwartier, fterkst, gedreeven werdt. Frankryk vermaande daar- entegen de Staaten, by monde van den Kolo- nel d'Eftrades, ernftelyk, tegen den kryg met Deenemarke. Doch Holland trok zyne ftreng zo fterk, dat zyne Hoogheid zelf, eindelyk, zag, dat 'er geen Leger in 't veld zou te bren- gen zyn, zo de uitrusting niet voortging. Men Toerus- befloot, eerst in Grasmaand, den gezanten in ün£ ter 't Noorden last te geeven , om de hoedanig- "hóé™ heid van middelaars af te leggen. Men bragt VaU eene Vloot in zee van omtrent vyftig fchepen; Zwee- men wierf vyfduizend knegten, ten behoeve den. van Zweeden: waarna de Staaten van Holland eerst bewilligden , in de voorgeflaagen' ver- fterking van het Leger te lande (f). De Vloot der Staaten, over welke Witte Korneliszoon de Witte wederom bevel hadt, in de Zond ge- komen zynde , onthieldt zig van alle vyand- lykheden; doch bragt den fchrik zo zeer in de Deenen (k), dat Christiaan de IV. zig liet o- verhaalen tot het fluiten van een Verdrag met deezen Staat, welk, op den dertienden van Oogstmaand , te Christianopel , getekend werdt. De Koning verbondt zig, by het zelve, Verdrag £ in den tyd van veertig jaaren , wegens den met Dee- „ tol in de Zond, niet meer te zullen vorde- nemarke. „ren, dan by zekere Lyst, met wederzydfche „ toeftemming , ontworpen , was vastgefteld." Ook beloofde hy n alle goederen , hoe ge- «, naamd,
CO AiTzEM.1 I!'. Deel, f'1. 2, ||'
C*) Puffendokf Zweedfchc Hill. !l. <r\6, Commelin Fredeii
Henrik il. Deel, lil. 181. Bb 2
|
|||||
•
|
|||||
383 VADERLANDSCHE XLIV.Boêk,
|
|||||
„naamd, vryelyk, door de Zond te zullen ka.
„ ten voeren. De tol in Noorwegen zou ge- „heeven worden, op den zelfden voet, als in jj 't jaar iöa8 beraamd was, tot dat, hierop, „ tot wederzydsch genoegen, een nadere voet n zou gevonden worden. En zo men elkan- „ deren, omtrent den Gelukftadlchen tol, te j, Hamburg, niet verftaan kon, zouden de in- ?, gezetenen der Vereenigde Gewesten daar- aan, van nu af aan, vryzyn(/)." Ten zelf- den dage, werdt ook de Vrede tusfchen Zwee- den en Deenemarke getekend; waarby Koning Christiaan genoodzaakt werdt, een aanmerke- lyk deel van zyn gebied aan Zweeden af te flaan (jn). Zweeden en deeze Staat ftonden ei- kanderen borg voor de onderhouding van bei- de deeze Verdragen (V), welken men, met re- den, vreesde, door Deenemarke, niet langer te zullen gehouden worden, dan het gevaar, waarin het Ryk, door de Zweedfche wapenen en door de Staatfche Vloote, gebragt was, duuren zou. Ook toonde Koning Christiaan, al haast, dat hy zig niet ftipt dagt te binden aan beloften , welken hy voorgaf, hem, onregt- vaardiglyk, afgedwongen te zyn (o). Hy zondt, na verloop van eenige maanden, een' lyst der tollen in Noorwegen herwaards, die veel ver- fchilde van die van den jaare 1628; fchoon zy- ne Amptenaars voorgaven dat ze 'er volkomen- lyk mede overeenkwam : waarom deeze lyst, door de algemeene Staaten, openlyk, verwor- pen. f l") Zie het Traft hy Aitzema Hf. Deel, hl. 13.
f«) Zie Aitzf.ma lil. heel, hl. 19. Cu) Zie AiTZEMA III. Med., VI. 15. Vi'Cileliand. hl, !po» V») Aitzema III. Deel, hl. 18. |
|||||
XLIV. Boek. II I S T O R I E. 389
|
|||||
pen werdt (J>). Het Verdrag met Deenemar- iff4S.
ke ftondt, derhalve, wankel, kort na dat het ——» geflooten was, en men moest, in 't volgende jaar , wederom tot handeling komen. Chris- tiaan de IV. zondt Korvüz Uhkfeld naar den Haage , die , na veel onderhandelingen, van zynen kant, voornaamlyk, aangelegd, om de Zweeden hier gehaat te maaken (q), eindelyk, op den twaalfden van Sprokkelmaand des jaars 1647, een Verdrag wegens den Zondichen tol floot, welk , gelyk het voorgaande, veertig jaaren duuren moest (r). Koning Christiaan overleefde het fluiten van dit Verdrag naauw- lyks een jaar. Hy (lierf, op den agtentwintig- ften van Sprokkelmaand des jaars 1648 (O; wordende, door zynen Zoon, Fredrik den Hl, opgevolgd. Met Frankryk, werdt, op den tienden van VIT.
Lentemaand des jaars 1645 , het jaarlyksch VordraS Verdrag van onderftand vernieuwd , op den ^"„k- voorigen voet (V). Doch op den twintigften ryk. van Grasmaand, werden nog driehonderddui- zend ponden , boven de gewoonlyken twaalf- honderdduizend , bedongen. Men verbondt zig, van onzen kant, om eene Plaats van be- lang aan te tasten (u). De Prins hadt het oog op De veld- Antwerpen, en, ten dien einde, het voetvolk togt doen byeen trekken, te Dordrecht, en de Rui- wordc tery, te Tilburg, tegen het midden van Bloei- SeoPeiK' maand. Een deel van \ Leger, onder den Veld- maar-
O) Zie AlTZEMA II). Ded, H. \y.
il) Aitzfma nr. Deel, W lort, 107, 1315-140.
f O Ziehet !>y Aitzf.ma UI. Uod, bl. 177.
(O A1T7.F.MA ril. im, id. 249.
1 O 2U liet by Aiizkma III. Deel, bl. 43.
(«; AlTïEMA 111. Deel, bl. 44- j
Bb 3
|
|||||
3po VADERLANDSCHE XLIV.Boek.
1645. maarfchalk Brederode, begaf zig, vervolgens,
« van Dordrecht, naar Rammekens , en van daar, naar Sas van Gend en Wachbeek. Hier,
overmeesterde Brederode eene fchans, die de Moervaart dekte. Zyne Hoogheid , midler- wyl, met het gros des Legers, te Bergen op Zoom gekomen, vondt raadzaam, zig by Bre- derode te voegen, alzo de vyandlyke Generaal Bek zig, te Moerbeek, digt by den Veldmaar- fchalk, nedergeflaagen hadt. Hy doet dan het Leger fcheep gaan; zet te Sas van Gend voet aan land, en trekt, ten zelfden dage, tot Sek zate, een uur van Brederode. Om Bek te doen veranderen van Legerflede, toog de Prins, fe- dert, naar Oost-Ekelo, en voorts naar Mal- deghem , daar hy zig verfehanfte. Maar Bek bleef onbeweegd te Moerbeek leggen, laatende den Hertoge van Lotharingen de zorg over, voor de Vaart tusfchen Gend en Brugge (v). Ds Fran- Ten deezen tyde, werdt de Vesting Mardyk fchen by Duinkerken ingenomen, door den Hertoge winnen van Orleans, tervvyl de Luitenant - Admiraal en Bou'- Tromp, in 't Scheur leggende, de fchans Hou- bourg. * ten-Wambuis befchoot (»'). De Hertog trok „ van Mardyk, voor ßourbourg, welk hem, insge- lyks, binnen weinige dagen, in handen viel. De vyandlyke troepen, onder Picolomini en Lam- boi, hielden zig, midlerwyl, digt by Duinker- ken, verfterkende de vaarten, welken van daar loopen naar S. Wynoksbergen. Ündertusfchen, morde men, hier te Lande, dat 'er, met zulk een magtig Leger, als de Prins thans onder zig hadt,
Cv) Memoir. de Freder. Henri;;. 346-348, AlTZEMA Hl. Ueel,
iL tic. C w ) AlTzeMA III. Dtel, il, üÉ« |
||||
XLIV.BoEK. H IS TOR IE. 391
|
|||||
hadt, zo weinig uitgeregt werdt. En dit mis- ig^
noegen hadt, meent men, zo veel indruk op -----—
zyne Hoogheid, dat hy den toeleg op Antwer- Aanflag
pen, waarvan de uitflag, ter oorzaake:vande opAnf nabyheiddes vyands, zeer hagchelyk'was, be- JJ^jS^ floot in 't werk te ftellen; hoewel anderen ge- oordeeld hebben, dat hy, buiten dit, zeer ge- zet Was op het bemagtigen deezer Stad*, en» uit deezen hoofde, wel veel waagen wilde, om haar te winnen. Hy breekt dan op van Mal- deghem , met voorneemen, om te Yzendyke fcheep te gaan; tusfchen Hulst en Antwerpen te landen, en zig, aldaar, meester te maaken van de fchans Veerenbroek. Doch toen het Le- ger te Yzendyke kwam, ondervondt men, dat de fchepen, die de troepen vervoeren moesten, ftilte en tegenftroom gehad hebbende, aldaar nog niet waren aangekomen. Midlerwyl, kreeg Bek kennis van 'sPrinfen voorneemen, en be- gaf zig, met een deel zyner magt,' in alleryl, naar Veerenbroek. Hierdoor werdt de; gaht- fche toeleg verydeld. -De Prins, ongeraaden vindende te landen, in 't gezigt van een vyand- lyk Leger, keerde van Yzendyke naarMälde- ghem, en eerlang naar Oost-Ekelo te'fug (ac). De Hertog van Orleans, na 't inneemen van Vin.
Bourbourg, naar Parys te rug gekeerä zynde* Krygsbe- hadt het bevel over het Franfche Leger gelaa- der Fran- ten aan de Maarfchalk de Gasfion en Rantjatt, fChen. die verfcheiden' Steden langs de Leye inna<- men ; tot aan Meenen doordrongen , en ,zig nederfloegen langs de Vaart tusfchen jGend en Brugge. Zy hadden, vooraf, den Hertog van Lot-
CüO Mcmoir. de Freder. Henri p. 34" .350,
Bb 4
|
|||||
35Js VADERLANDSCHE XLIV.Boek.
x&lS' Lotharingen, te Halteren, zo onverhoeds over-
■■ vallen, dat hy genoodzaakt was, met zyn Le- ger , naar beide deeze Steden de wyk te nee-
De Prins men- De Prins kreeg liiervan kennis, terwyl hervat hy op 't punt ftondt, om iet gewigtigs te on- den toe- derneemen. Hy veranderde hierop van gedag- Antwe - ten' en nervatte den toeleg op Antwerpen. Hy pen, " befloot, terftond, op te trekken naar Gend» Onderweg, hieldt hy een mondgefprek met. de Franfche Legerhoofden, die aannamen, na 't bemagtigen van Meenen, te Deinze te ko- men; daar de Prins zig by hen voegen zou, om vervolgens 't beleg voor Antwerpen te flaan. Om den vyand te misleiden, toog de Prins over de Yaart tusfchen Gend en Brugge te rug ; doch des anderendaags, keerde hy weder, floeg den weg op naar de Leye, en legerde zig te Ooidóiik, terwyl de Franfchen zig te Deinze legerde. Beide de Legers, daarna over de Leye getrokken zynde , floegen zig neder langs de Schelde. De voorhoede van 't Leger der Staa- ten begaf zig zelfs over de kleine Schelde, en legerde zig in een Dorp aan de andere zyde. Doch ten zelfden tyde, waren Picolomini, Bek en de Hertog van Lotharingen , met hunne troepen, te Gend gekomen, om de Franfche - en Staatfche Legers te wederftaan. De Prins begeerde toen, dat de Franfchen flegts vyf of zes dagen byeen bleeven, tot dat hy zig, voor Antwerpen, zou hebben nedergeflaagen. Doch zy , voorwendende , bedugt te zyn , dat de vyand de Steden herneemen mögt, welken zy langs de Leye bemagtigd hadden, weigerden zo lang te toeven aan de Schelde. Zy boodcn alleenlyk aan, zig eenen dag te willen ophou- den, |
||||
XLIV.BoEK. HISTORIE. 3<>3
|
|||||
den, tot dat de Prins het gantfche Leger over ^5,
de groote Schelde gevoerd zou hebben. Doch - terwyl deeze zig hiertoe gereed maakte, begon de vyand zig , in merkelyken getale, te ver- toonen aan de overzyde der Rivier.e. Men vuurde, van onzen kant, hevig, om hem te doen wyken; by welke gelegenheid, Bek in de fchouder gekwetst werdt. 't Gelukte den Prin- fe, het Leger te voeren over den ftroom. Doch die an- alzo de Franfchen langs de kleine Schelde leg- «ïermnai gen bleeven, moest men den toeleg op Ant- vetydültl werpen opgeeven. De Prins befloot dan, Hulst W°V' aan te tasten. Hy trok, in alleryl, naar Loke- Huist ren, en, van daar, over den ftroom de Durme, woulc naar Steeken, twee uuren van Hulst: binnen belaserJ» welke Stad, die zeer fterk gemaakt was, de vyand, ondertusfchen, drie regetnenten kneg- ten geworpen hadt. Het Leger bleef ilegts eenen nagt te Steeken, en vertoonde zig. des anderendaags , zynde den vyfden van Wyn- maand, voor Hulst (31). Terftond hierna, maakte Brederode zig Breder©.
meester van de fchans Nasfaii en van eenige de .wlnt andere fchanfen. Moervaart werdt, insgelyks, ^"j^^ bemagtigd, en weinige dagen daama, de fter- ke fchans Spinola, opdendyk, die naar Vee- renbroek loopt. Terwyl men zig verfchanfte voor Hulst, fioegen Bek en de Hertog van Lotharingen zig neder , tusfchen Zwyndrecht en Burgt, twee fchanfen aan de Schelde. Hulst werd benaderd van twee kanten, van de fchans Nasfau, en van den riyk, die van S. Jans-Steen naar de Stad loopt. Men befchoot de Plaats van vier
. QO Mcmoir. de Freder. Ilcuri p. :-,f,n.-i/>.
Bb 5 |
|||||
394 VADERLANDSCHE XLIV.Boek,
1645. vier batteryen, en maakte zig, eerlang, mees-
-------. ter van de Contrefcarpe. Eene der gaande-
ryen, met welken men over de graft dagt te ko-
men , werdt vernield , door eene vyandlyke bombe, die te gelyk verfcheiden' Officieren en gemeenen hetleeven nam. Toen deedt de Prins de graft, met rysbosfen, vullen, waarna men aanviel op twee bolwerken te gelyk, met zulk een' gewenschten uitflag, dat die van binnen Hulst verzogten in befprek te komen, 't Verdrag, geeft zig waarby de Stad zig opgaf, werdt den vierden over. van Slagtmaand getekend. De bezetting be- dong twee ftukken gefchuts, een mortier en de gewoonlyke krygseer , en werdt naar de Le- gerftede van Bek geleid. De Franfchen meen- den , dat de Prins van Oranje genegen zou ge- weest zyn, om de vrye oefening van den Room- fchen GodvSdienst toe te ftaan, binnen Hulst; doch dat het hem, voornaamlyk, door de Staa- ten van Holland, belet was (V). 't Bemagtigen van Hulst was van veel belang voor den Staat. Men hadt Hu gelegenheid, om brandfehatting te vorderen van het Land van Waas, en van het platte land omtrent Gend en Dendermon- de. Ook ftondt de weg naar Antwerpen meer D M e - °Pen ^an *e vooren- 's Daags na 't overgaan fpui- ° '" der Stad, zondt de Prins Graaf Willem Fre- fchans drik van Nasfau, Stadhouder van Friesland, gewon- met drieduizend knegten en twaalf kornetten nen' paarden, om de Moerfpui-fchans, drie uuren van Hulst, te bemagtigen: 't welk, in agt of tien dagen, gelukte. De Kolonel Ferents nam, ten zelfden tyde, de fchanfen S. Katherine en S. Markus in, en eenige andere kleine fchanfen, die al*
(2) N:gotiat. Secret. Ttm. II. P. II. p. 188, S17?
|
||||
XLIV.Boek. HISTORIE. 395
|
|||||
allen geflegt werden. Graaf Henrik van Nasfau, ,<s45i
Zoon van Willem Fredrik, bekwam het bevel ____.
over Hulst. De veldtogt liep, hiermede, ten
einde. Het Leger werdt, van de &. Anna fchans, te fchepe , naar de Winterkwartieren gevoerd (V). Op 't einde des jaars, maakten de Spaan- DeSpsan- fchen zig, by verrasling, wederom meester van fchenhcr. de Vesting Mardyk en van de fchans Houten- Mardyk. Wambuis (&). In Oogstmaand, te vooren, was 'er, in den Verbond
Haage , een Verbond van vryen Koophandel ™£t de geflooten tusfchen deezen Staat en de Hanze- steden". Steden, Breemen en Hamburg * voor den tyd van vyftien jaaren (V): welk Verbond, in't vol- gende jaar, ook met Lubek vernieuwd werdt (d). Den Heere van Duivenvoorde, Groot-Ze- Kats
gelbcwaarder van Holland, in de Lente deezes wordt jaars, overleeden zynde, werden de twee giroo- ^ ro°J" te Zegels, door de Staaten, den Raadpenfio- waarden naris Kats in handen gefteld, die 't Ampt van Groot-Zegelbewaarder, federt, bekleedde (e). De beweegingen der wapenen, in de Neder- IX.
landen, in Duitschland, in Katatonie en in Ita- ^e lie, ftremden, dit jaar, de Vredehandeling, die, jij£'*" te Osnabrugge en te Munfter, begonnen was, ZOeken 't Krygsgeluk liep den Keizerfchen en Spaan- de Staa- fchen tegen, aan verfcheiden' oorden: 't welk ten te ha- hnnnepartyen onhandelbaarder maakte, fchoon ^e|l™ het hen fterker deedt haaken naar vrede. Fi- Zündere lips de IV, reeds lang buiten adem gevogten, h»nde- zogt ^&'
O) Mornoir. de Freder. Henri p. 356-3(12. AitzsmaIIL Dcdt
il. til-8r>' (_b ) ÄiTZEMA II. Deal, hl. 87.
(O Zie ArTZEMA III. Deel, 01. 63. (d) Aitzema Vredebaml. 61. 194. (.e) Befoi. Huil. n iUciy 1645. *.'. m. |
|||||
396 VADERLANDSCHE XLIV. Boek;
1645. zogt zelfs de Staaten der Vereenigde Gewes-
-------ten te beweegen tot een byzonder Verarag..
Een Kapufyner Monnik, gekleed als een Krygs-
man, gehoor verworven hebbende by den Prinfe van Oranje, terwyl hy voor Hulst lag, toonde hem volmagt, om de gefcbillen tus- fchen Spanje en deezen Staat te vereffenen. De Prins f telde hem uit, tot 's anderendaags, en toen boodt de Monnik zyner Hoogheid ver- fcheiden' voordeden aan, indien hy wilde ar- beiden tot de vrede, 't Stuk van den Gods- dienst zelf werdt ruiterlyk van den Pater ge- handeld. Doch de Prins , de aangebooden' voordeden voor zyn' perfoon en huis afgefla- gen hebbende, wees hem aan de Staaten; tea zelfden tyde, d'Eftrades doende te voori'chyn komen, uit het naaste vertrek, waarin hy hem verfteken hadt, op dat hy hooren zou, wat men den Prinfe aanboodt, en op welkeene wyzehy't affloeg. De Monnik, te laat belpeurende, dat men met hem jokte, hereischte zynen Geloofs- ,.: brief, en vertrok (f). Te vooren, was 'er nog eens een Geestelyke in den Haage geweest, om diergelyken voorflag te doen; doch hy was , insgelyks, afgeweezen (g). De Spaanfchen ga- ven egter den moed niet op, om de Staaten te beweegen tot byzondere handeling. De Maar- schalk van Kastel - Rodrigo , die Don Francisko de Melo, in Wynmaand des jaars 1644, opgevolgd was, in de Landvoogdye der Spaanfciie Nederlanden (Ä), zondt verfchei- den°
(ƒ") ISasnage Tom. I- p. II. Ncgotfat. Secret. Tom. II. /'. II.
(g) Neonat. Secret. Tom. II. P. U p. I7;>.
(ij C'jMiituN Fredar. Htur. U. üed, 1>L »70. |
||||
XLIV.BoEK. HISTORIE. 397
|
||||||
den' Perfoonen herwaards, om heimelyk te on- 1645.
derftaan , of de Prins en de Staaten neigden-------
tot verdrag (t). Zelfs fchreef hy, in Winter-
maand , eenen beleefden Brief aan de Staaten , waarin hy aanboodt, byzondere Gemagtigden te willen zenden naar den Haage (£). Doch men verkoos niet, dan te Munfter te hande- len; daar de Franfchen en Middelaars, reeds eenen geruimen tyd, vergaderd geweest wa- ren (0- Hier en te Osnabrugge werden, midlerwyl, De titels
de onderhandelingen voortgezet; fchoon de en ian§ Staatfche Gevolmagtigden nog niet naar Mun- vo'ma^ fter vertrokken waren, 't Eerst, dat men be- tigdenop gon te regelen , betrof de titels en rang der de Vre- tyzoadere Gevolmagtigden , en de plegtighe- jjclaade. den, met welken men eikanderen zou hebben jen^geT te ontmoeten. De Koning van Frankryk hadt regeld, den Gezanten van deezen Staat den titel van Excellentie of Doorlugtigheid, tot hiertoe, niet willen toeflaan. Doch alzo 't zyn belang was, de Staaten in oorlog te houden met Spanje, op dat hy zyne overwinningen in de Spaanfche Nederlanden, te beter, zou können voortzet- ten , befloot hy, eindelyk, hen, door beleefd- heid en titels, in te neemen. Hy beloofde, in Lentemaand deezes jaars, dat hy hunnen Gevol- magtigden op de Munflerfche Vredehandeling den titel van Excellentie zou doen geeven, en de hooger hand, als zy zyne Gevolmagtigden zouden komen zien; die hun zelfs het eerfte be-
O") Negotint. Secret. Tom. II. />. II. f. 155, 157, 159, 171,
I76, lyo. Qk ) y.h deezen Brief in de Negotint. Secret. Tom, I. p. i\6~, (.0 Ajtzkma Vredehanil. W. 214, 215. |
||||||
*
|
||||||
398 VADERXANDSCHE XLIV.Boek;
1645. bezoek geeven zouden, in PJaatfen, daar zy
—:-----laatst zouden aankomen (m). Het voorbeeld van Frankryk werdt gevolgd, door de andere
Mogendheden , onder welken, de Regeering van Zweeden zonderling kiesch was op 't ftuk der eerbewyzen. Met de Keurvorften en ande- ren , vielen ook gefchillen over dit ftuk, welken egter, door den tyd, beflist of bemiddeld wer- den (n). X* Toen men't, hieromtrent, genoegzaam eens Raad- was, begon men met ernst te denken, aan het
pieegin- afvaardigen der Gevolmagtigden van deezen he"af- Staat, naar Munfter: alwaar men hun, inden vaanü- Zomer deezes jaars, reeds eene aanzienlyke gen van wooning gereed gemaakt hadt (0). Men hadt, Gevoi- 00jc ai eenjge maanden, aan hun Berigtfchrift derf van gearbeid 5 doch het vastftellen van het zelve deezen was, geduuriglyk, tegengehouden door Zee- Staarnaaf land; daar men veel voordeels trok uitdenoor- Munfter. ]0g? ^oor middel der kaaperyen, en uit dee- zen hoofde af keerig Was van de vrede. Ein- delyk, kwam men, in Wynmaand, tot vast- ftelling van het Berigtfchrift (p). Te gelyk, werdt beflooten, dat men de handeling te Mun* fter zou tragten te beleiden tot vrede, tus- fchen Frankryk en Spanje, en tot Beftand, tusfchen Spanje en deezen Staat: waarin alle de Gewesten, ook zulken, die meest tot den oorlog neigden, eenpaariglyk, bewilligd had- 1646. den (jf). 't Liep egter aan, tot in Louwmaand
■------- des (m~) Aitzema Vredehand. II. 181, 18a. Aitzema III. Deel,
il. 3. (») Poiez Ncgotiat. Secret. Tom. II. P. I. p. 15, 21, 2^,34.
P. 11. p. iö, 33, 34, 40, 56. C<0 Negotii'.t. Secret. Tom. I. p. 3^9.
f p~) Zie het by Aitzema III. Üeel, il, 51.
iqj Aitzema Vredehand. il. 20a.
|
||||
XLIV.BoEK. HISTORIE. 399
|
|||||
des volgenden jaars , eer de Gevolmagtigden 1640,
naar Munfter op reis gingen, De Prins van O- - ranje , die nog gantsch niet gezind was tot Zyne
vrede, zag hen noode vertrekken* Doch de J"1^8" Franfchen hadden 'er fterk en by aanhoudinge ft"mc op gedrongen (r). Hy verzogt hierom d'Eftra- hu« ver- des „ den Kardinaal Mazarin aan te zeggen, trek. „dat men hem niet dringen moest, om de Ge- „ volmagtigden der Staaten zo fpoedig te doen „vertrekken; alzo hy 'er wel meester van zyn „kon, zo lang zy in den Haage waren; maar „wanneer zy eens te Munfter zouden geko- „men zyn, zouden ze, fchreef hy, af'zonder- „ lyk, met Spanje fluiten, in fpyt van Frank- „ryk en van hem (*)•" Na de aankomst der Gevolmagtigden van deezen Staat te Munfter, kreeg de Vredehandeling aldaar een nieuw leeven, en begon de Vereenigde Gewesten na- der te betreften. Doch eer wy 't beloop derzel- ve ontvouwen, zal 't niet ondienftig zyn, hier een beknopte fchets van de voornaamfte ver- fchillende belangen der handelende Mogendhe- den in te lasfen. De oorlog hadt nu, in Duitschland, omtrent X!.
dertig jaaren , in de Nederlanden, meer dan ^Ml ^11 tweemaal zo lang, geduurd, en den voornaam- {y,iiïea* ften oorloogenden Mogendheden fchatten ge- de beian- kost. 't Was, derhalve, geen wonder, dat de «en der meesten haakten naar vrede. Doch dit verlan- ¥ndntlen" gen was fterkst in zulken, die 't meeste nadeel ~ndll£ geleeden hadden by den oorlog, gelyk de Kei- ,jen, té zer en Spanje. Frankryk en Zweeden, die de Mniift« wa_ en teOs-
( O Negotiat. Secret. Tom. II. P. II. p, 105, 139, 156, iü8, nat>rug-
*34* 23V O~) Ü'JisiBAi). Tim. I. p. 93, |
|||||
400 VADERLANDSCHE XLIV.Boejc.
1646. wapenen, in verfcheiden'Gewesten, met mer-
-------kelyken voorfpoed, gevoerd hadden, begeer-
ge; met den wel vrede, mids hun daarbygelaaten werdt,
iitttne 't gene Zy gewonnen hadden, en 't gene zy nog daarenboven dagten te bedingen: waartoe hun- ne partyen bezwaarlyk befluiten konden. Dit ftremde de Vredehandeling, die, door den tyd, geheellyk, geregeld werdt, naar den onzeke- ren uitflag des oorlogs, welken men, nu hevi- ger, dan flaauwer bleef voeren, onder 'c han- delen over de Vrede. De Vereenigde Gewes- ten zelven begeerden, in 't eerst, de Vrede niet even fterk, om dat zyne Hoogheid, de Prins van Oranje, meer neigde tot het voortzetten van den oorlog. Holland alleen dreef den han- del voort, en de gunftige voorwaarden, wel- ken Spanje aanboodt; de argwaan, dien men begon op te vatten over den voorfpoed van Frankryk in de Spaanfche Nederlanden ; de fchaarsheid van 's Lands geldmiddelen, en de toeneemende zwakheid des Prinfen van Oran- je deeden, eindelyk, alle de Gewesten en zy- ne Hoogheid zelve befluiten tot de Vrede. Spanje en de Vereenigde Staaten flooten een afzonderlyk Verdrag , welk gelegenheid gaf, aan den eenen kant, tot het fpoediger fluiten eener vrede tusfchen den Keizer en Zweeden, en tusfchen den Keizer en Frankryk, en aan den anderen, tot het afbreeken der Vredehan- delinge tusfchen Frankryk en Spanje, die nog eenige jaaren in oorlog bleeven. Spnnje. De ^ryg •> &xt gantsch Christenryk beroer- de , was eerst begonnen, tusfchen Spanje en den Vereenigden Staat, die beide belang had- den, om eens de wapenen af te leggen, en ee- ne
|
||||
:
|
|||||
XLIV.BoEK. HISTORIE. 401
ne beftendige vrede te fluiten. Spanje was, fe- 164«.
dert eenige jaaren, in groote engte gebragt.-------;
De Vereenigde Staaten hadden, na 't uitgaan
van 't Beftand, den oorlog weeten te houden buiten hunne grenzen, en, onder 't beleid van Prinfe Fredrik Henrik, den Koning verfchei- den' fterke Plaatfen, in Brabant en Vlaande- ren, afhandig gemaakt. De Franfchen hadden, insgelyks, een aanzienlyk gedeelte van 'sKo- nings Nederlanden , gelegen aan de grenzen van Frankryk, overmeesterd. In Italië, inKata- lonie en in Rousfillon, hadden zy Filips den IV. ook merkelyke afbreuk gedaan. De Portugee- zen waren tegen hem opgeftaan , en hadden den Hertog van Bragance tot Koning uitge- roepen, die, door Frankryk en door den Ver- eenigden Staat, onderfteund werdt. 't Verlies van Portugal fleepte het verlies naar zig van een gedeelte der Indien, welk voorheen onder 't gebied van Portugal behoord, en waaruit Spanje, federt dat Filips de II. zig de Portu- geefche Kroon hadt toegeëigend , merkelyke voordeden getrokken hadt. Het onderhouden van verfcheiden' Legers en Vlooten hadt 's Ko- nings fchatkist t'eenemaal uitgeput, en zy werdt fchaarfelyk voorzien uit de rykdommen der Indien, die, fomtyds, den onzen in handen gevallen waren, en dikwils, uit vreeze voor vyandlyke ontmoetingen, lang toefden onder wege: 't welk den Koning, meer dan eens, in groote verlegenheid gebragt hadt. Hy hadt, derhalve, dringende redenen , om de vrede met Frankryk en met den Vereenigden Staat, die hem de meeste afbreuk gedaan hadden, ernftelyk, te begeeren. Ook kreegen zyne Ge- XI. Deel. Cc vol- |
|||||
40» VADERLANDSCHE XLIV.Boek.
ïiJ4<5. volmagtigden te Munfter, eerlang, last, om
■ op de beste wyze met beide of met een van beide te fluiten, 't Volflaagen verlies zyner
Nederlanden, die, van den eenen kant, door Frankryk, van den anderen, door de Staaten , benaauwd werden, ftondt voor de deur. Hy kon ligtelyk voorzien, dat hy ze kwyt zyn zou, wanneer Frankryk Duinkerken en andere zee- havens, en de Staaten Antwerpen en de Schel- de bemagtigd zouden hebben; waarop men 't, van wederzyde , aangelegd badt. Hy zogt, hierom, ten fpoedigften, uit den oorlog te ge- raden: en geenen kans ziende, om, te gelyk met Frankryk en de Staaten, of met Frankryk afzonderlyk te fluiten , haalde hy de Staaten over tot een byzonder Verdrag, en geraakte, hierdoor, in ftaat, om den oorlog, nog eenige jaaren, uit te houden tegen Frankryk. Zyne Gevolmagtigdrri tot de Vredebandeling waren Don Gaspar de Bracamonte en Gusmari, Graaf van Pegnaranda, en Antoni Brun, Ridder en 's Konings Raad in de Nederlanden, die de be- kwaamfte was van de twee, en byzonderlykzyn ■werk maakte, om de gunst der Staatfche Ge- volmagügden te winnen en te behouden. Te vooren, was de Savedra ook, van 'sKonings wege, te Munfter geweest; doch hy bleef 'er niet tot het befluit der handelinge. De Ver- De Vereenigde Gewesten hadden, na zulk ceni?de eenen langduuiïgen en kostbaaren oorlog, ook Gewei- pg^gjj ^ om vrede te begeeren. Het Verbond, welk hen, in 't jaar 1579, eerst hadt famenge- vóegd, was, federt veele jaaren, begroeid en bevestigd. De vryheid, om welke zy zo lang geftreeden hadden, weidt alomme erkend, en zou
|
||||
XLiv.Bofefci Historie. 403
zou ook, ontwyfelbaar, by de handeling,door
Spanje, erkend worden. Dus fcheen 'er geene reden, orn langer te volharden in den oorlog, die, zou hy niet eeuwig duuren, eens, met eene billyke en veilige vrede, eindigen moest* Men zag nu Spanje, door de wapenen van dee- zen Staat en van Frankryk, en door andere op- gekomen' rampen, zo laag vernederd, dat de kans fchoon ftondt, om voordeelige voorwaar- den te bedingen van eenïn hoogmoediger* vyand, en zelfs de Plaatfen te behouden, die men, voor en na het fluiten van het twaalfjaa- rig Beftand, op hem veroverd hadt. De fchat- kist van den Staat was uitgeput, en Holland* welk meer dan de helft draagen moest tot de kosten des oorlogs, die twee-entwintig millioe- nen jaarlyks beliepen, was boven de honderd en veertig millioenen guldens ten agteren ge* raakt, waarvan rente betaald werdt; en daar- enboven , nog dertien millioenen fchuldig (/)» 't Gene uit de overwonnen' Steden in 's Lands fchatkist kwam, reikte niet of naauwlyks toe, om de bezettingen in dezelven te onderhouden« Hier kwam nog by, dat men de oogmerken van Frankryk, meer en meer, verdagt hieldt. Men vreesde , dat Lodewyk de XIV, ondef dekfel van Spanje afbreuk te doen, voorhadt zyne overwinningen voort te zetten, naar de grenzen van deezen Staat , voor welken hy dan ruim zo gedugt zou worden, als Spanje immes geweest was. Hy hadt reeds een aanmerkelyk gedeelte van Vlaanderen, Artois, Henegou- Wen en Luxemburg bemagtigd, en bediend« CO Wk^uifoRT Llyr. I, pi 50»
Cc *
|
||||
404 VADERLANDSCHE XLIV.Boek.
1646. zig, jaar op jaar, van den byftand der Staaten,
------ om nieuwe overwinningen te doen, in de Ne- derlanden. Men begon meer gevaar te zien in deeze nabuurfchap, dan men voorheen gedaan hadt, en men begreep, allengskens, dat het belang van den Staat vorderde, een Verdrag- te fluiten met Spanje, waardoor de Spaanfche Nederlanden, zo ver ze niet in de magt van Frankryk geraakt waren, een Voonnuur blee- ven, tusfchen Frankryk en deezenStaat, en de Franfche wapenen, zo ze immer tegen de Ne- derlanden rnogten gevoerd worden, zo wyd als 't mogelyk ware, hielden van de grenzen der Vereenigde Gewesten (r). Alle deeze redenen moesten de Staaten doen befluiten om de hand te leenen tot het bearbeiden eener algemeene Vrede. Ook woogen ze, en de laatfte inzon- derheid, zo zwaar by hen, dat zy, toen de oog- merken van het Franfche Hof zig, in den loop der handelinge, klaarder begonden te ontdek- ken , niet fchroomden, afzonderlyk te fluiten met Spanje, fchoon zy zig verbonden hadden , zulks niet te zullen doen, dan met bewilliging van Frankryk. De Gemagtigden, die zy, na veel raadpleegens, tot de Vredehandeling be- noemd hadden , waren Barthold van Gend , Heer van Loenen en Meinerswyk, wegens Gelderland ; Joan van Mathenes, 'Heer van Mathenes, Riviere, Opmeere en Zouteveen, en AdriaanPauw, Ridder, Heer van Heemfte- de, eerfte voorzittende Raad en Rekenmees- ter der Graaflykbeid van Holland , wegens Holland; Joan de Knuit, Ridder, eerfte en ver- too-
|
|||||
(») Relbl. Gener. Vcnor. 19 Af ril ifyjr, HS.
|
|||||
XLIV.BoEK. HISTORIE. 405
toonende den adel van Zeeland, wegens Zee- tg^t
land; Godardvan Rheede, Heer van Nederhorst,------
wegens Utrecht; Frangois van Donia, Heer tot
Hinnema in Hielfum, wegens Friesland; Wil- helm Rippcrda , Heer te Hangelo , wegens Overysfel, en Adriaan Klant totStedum, Heer van Nitterfum, wegens Groningen en Omme- landen. Alle deeze Heeren waren, wegens de Staaten van hun Gewest, gewoonlyk afge- vaardigd in de Vergadering der algemeene Staaten in den Haage: waaruit beflooten werdt, dat de Prins van Oranje merkelyken invloed hebben zou op de Vredehandeling. Voorts, hieldt men, aan 't Franfche Hof (v_), Mei- nerswyk, de Knuit, Nederhorst en Ripperda voor af han gelingen van zyne Hoogheid ; fchoon Meinerswyk, onder deezen, gehouden werdt, meest genegen te zyn tot de Vrede. Mathenes en Pauw waren, gelyk het Gewest, waaruit zy afgezonden waren, fterk gezet op vrede. Delaatfte, in 't byzonder, werdt aan- gezien , als geheellyk gekant tegen de belangen van den Prinfe van Oranje; 't zy dat hy hier- toe bewoogen geworden was, federt dat zyne Hoogheid te wege gebragt hadt, dat hy van 't Raadpenfionarisfchap ontflaagen werdt; 't zy dat hy zig voegde naar de neiging der meeste en aanzienlykfte Leden van Holland, die, fe- dert eenigen tyd , andere maatregels volgden dan de Prins gaarne zou hebben zien in 't werk Hellen. Donia neigde ook zeer tot de Vrede, en Klant werdt gehouden voor een' man van klei- •«
Oj'/o'«: Negotiat. Secret. <5e Munfler Tom. lil. f. ip.
Cc 3
|
||||
4o5 VADERLANDSCHE XLIV.Boek.
W46. kleine bekwaamheid , en gefchikt om zig te
•pp------voegen naar de meesten.
Beide Spanje en de Vereenigde Gewesten
hadden groot belang by 't gene 'er, te Mun- fter en te Osnabrugge, tusfchen de andere oor- loogende Mogendheden, gehandeld werdt. Zy hadden zig beide gemengd in de gefchillen, die, reeds voor veele jaaren, zo over de op- volging in de nalaatenfchap des Hertogs van Gulik en Kleeve, als, ter gelegenheid der ver- kiezinge van Fiedrik, Paltsgraave aan den Ryn, tot Koning van Boheeme, in Duitschland en in de aangrenzende Gewesten, ontftaan wa- ren. Spanje hadt zig, in deeze gefchillen, ge- voegd aan de zyde des Keizers, en der meeste Roomsch- Katholyke Vorften en Stenden des Duitfchen Ryks. De Vereenigde Staaten had- den, daarentegen, nevens Frankryk en Zwee- den, de zyde gekocren, die zig voorheen ge- kant hadt, of nog kantte tegen den Keizer en die 't inet hem hielden; beftaande uit den Palts- graave, Zoon des verkooren Konings van Bo- heeme, den Keurvorst van Brandenburg, den Landgraaf van Hesfen-Kasfel, eneenige ande- re Leden des Keizerryks. Men moet dan, ten minften, een ruw begrip hebben van de by- zondere belangen deezer twee partyen, om de natuur der Westfaalfche Vredehandelinge, be- hoorlyk, te bevatten, en te verdaan, wat deel beide Spanje en de Vereenigde Gewesten in dezelve hadden. ien Kei- De Keizer, Ferdinand de 111, neigde fterk ttt. . tot vrede , federt dat de Franfchen en Zweer den de wapenen, met voorlpoed, gevoerd had- den, in Duitschland. De Zweeden waren zelfs, on-
|
||||
XLIV.BoEK. HISTORIE. 40?
onder 't beleid van Torftenfon , doorgcdron- i^g.
gen tot in de Oostenrykfche Eiflanden , die .... - Ferdinand, uitgeput als hy was van geldmid- delen, bezwaarlylc, zag te befchennen. Ook wist hy, federt eenigen tyd, geenen onderftand te bekomen van de Ryksleden, die 't met hem hielden, dan om dat hy voorgaf, dat dezelve gebruikt werdt, om de rust in Duicschlard, ten ipoediglten, te herftellen. Waarby nog kwam, dat veele Ryksleden misnoegd waren op den Keizer, dien zy hielden, hen in eenige voor- regten , met naame ook in de vryheid van Godsdienst, verkort te hebben: 't welk hen te traager maakte , ofn hem te onderileunen. Voorts leide hy toe, om. de Kroon van Bohee- me, waarom zo bloedig geoorloogd was, in zynen Huize, erfèlyk te doen verklaaren. Ook hoopte hy, by de handeling, herfleld te zullen ■worden, in 't bezit van de meeste Plaatfen, die hem, door Frankryk en Zweeden, afhan- dig gemaakt waren, Hy hadt zyne belangen vertrouwd aan drie Gevölmagtigden, Maximi- lïaan* Graave van Trautmansdorf; Joan Lo- dewyk* Graave van Naffau-Dietz , en Izaak Volmar, Raad van den Aartshertoge Ferdinand Karel. De Vorften en Stendën, die 't met deri Kei- DeRyks-
zer hielden, begeerden, by de Vrede, of her- vorden, fteld te worden,.in 't gene hun, door Frank- die't met ryk en Zweeden, afhandig gemaakt wns, of Jjemhjie}" bevestigd, in 't gene hun, ter belooriing van byzouder den dienst, dien zy den Keizer gedaan hadden, was opgedraagen, en in 't gene zy zig, door de wapenen, verkreegen hadden. Allen vorder- den zy ook, dat de vreemde troepen en daar- Cc 4 on- |
||||
4o8 VADERLANBSCHE XLIV.Boek.
1646. onder ook die van deezen Staat het Ryk ruim-
—r— den. De Hertog van Beieren in 't byzonder Beieren, zogt zig te handhaaven, in 't bezit van de Üp- en per-Palts, en in de waardigheid van Keurvorst, die hem, door den Keizer, was opgedraagen.
Saxeu. -De Keurvorst van Saxen begeerde bevestigd te worden in 't bezit van de Lausnits en van 't Aartsbisdom Maagdenburg, hem door den Kei- zer gefchonken. Ook vorderde hy Leipzig te rug, welk hem, door de Zweeden, ontno- men was. Frank- Van den anderen kant, werden, door Frank- ryk. ryk en Zweeden, en door de Leden des Duit- jfchen Ryks, die hunne zyde hielden, ook hoo- ge eifchen gedaan. Frankryk en Zweeden bei- de wilden alles behouden,. wat zy, door de wa- penen, gewonnen hadden; en maakten gewel- dige rekeningen van de onkosten des oorlogs, tot welken zy voorgaven, eers- en pligtshalve, verbonden te zyn geweest. Van Spanje vor- derde Frankryk , behalven een gedeelte van Rousüllon, een aanzienlyk deel der Nederlan- den , welk eenige jaareri herwaards bemag- tigd was. Van den Keizer, eischte Lodewyk de XIV. de Elzas en de drie Bisdommen, Mets, Toul en Verdun, die van ouds onder 't Ryk plagten te behooren. Ook begeerde hy zig het Hertogdom Lotharingen , by wege van ver- beurdverklaring , toe te eigenen, om dat de Hertog, dien hy als zynen Leenman aanmerk- te , zig verbonden hadt met Spanje. Eindelyk, zogt hy ook eenige zeeplaatfen in Italië, die hem reeds in handen gevallen waren , te be- Zwct- houden. De Zweeden vorderden gantsch Po- üi,lm meren, in welk Gewest zy zig, tegen den zin des
|
||||
XLlV.BoEK. HISTORIE. 409
|
|||||
des Keurvorstten van Brandenburg, die 'er Her- i^^g.
tog van was, hadden nedergeflaagen. Daaren- —— boven , begeerden zy, dat het Aartsbisdom Breemen en de Bisdommen Verden , Halber- ftad, Osnabrugge en Minden weereldlyk ver- klaard, en hun toegeweezen werden; waarte- gen het Huis van Brunswyk-Lunenburg, welk ragt hadt op deeze Vorftendommen, zig ern- ftelyk kantte. De Paltsgraaf Karel Lodewyk, De Pai«r die van zyne vaderlyke goederen en van de pwrfK** waardigheid van Keurvorst beroofd was, be- deewy£~ geerde herfteld te worden in beide. Doch alzo deeze waardigheid aan 't Huis van Beieren ge- hegt, en de Palts onder verfcheiden' Vorften verdeeld was, hadt het geene kleine moeite in, hem voldoening te bezorgen; 't welk, zonder de crnflige poogingen van Frankryk en Zwee- den, nimmer gelukt zou zyn. De Landgraavin Hejfen- van Hesfen - Kasfel begeerde de Plaatfen, dje Kasfe». zy, in Oostfriesland, in Westfaale en aan den ïlyn, ingenomen hadt, niet wederom te rui- men, voor men haaf voldaan hadt,. wegens de kosten des oorlogs, en herfteld in 't bezit der Landen, haar door den Landgraave van Hes- fen - Darmftad afhandig gemaakt. Het oud ge* fchil over 't regt tot de Gulikfche en Kleef- fche nalaatenfchap, welk, voornaamlyk, tus- fchen de Vorften van Brandenburg en Nieuw- burg , gedreeven was, werdt ook op de Vre- dehandeling gebragt; doch aldaar niet afge-t daan. Wy maaken geen gewag van de belan- gen van veele byzondere Vorften en Stenden, om dat zy, of van weinig gewigt zyn, of ge- heel geene betrekking hebben, tot de Historie der Vereenigde Gewesten. . AUeenlyk, moeren Cc 5 wy
|
|||||
410 VADERLANDSCHE XLIV.Boek.
|
||||||
164.6. WY noS melden, dat Lodewyk, Graaf van Eg-
.11 i -. mond, zig te Munfler vervoegde, beweerende, regt te hebben, tot het gantfche Hertogdom Gel- der en 't Graaffchap Zutfen (w). Hyhadt, we- gens dit zyn Reijt, in Wintermaand des jaars 1643, te Londen, daar hy woonde, eene verklaaring ge- daan , voor Notaris en getuigen (ar). Doch ik meen niet, dat hy, te Munfler, gehoor ver- wierf. Na 't fluiten der Vrede, fehreef hy ee- nen Brief aan de algemeene Staaten, waarin, hy zig Hertog van Ge Ire en Graaf van Zutfen noemde; doch men gaf dien den brengeren te rug, als den Graaf van Egmond niet kennen- de, in zulk eene hoedanigheid (y). Midcfe- De Koning vao Spanje en de Vereenigde laars op Staaten handelden, doorgaans, zonder midde- tle Vre- laar; doch tusfchen Frankryk ter eener, en den dettande- Keizer en Spanje ter anderer zyde, weidt, door *? bemiddeling van den Paus en van den Staat van Venetië,, gehandeld, te Munfler. Ook handel- de men, teOsnabrugge, tusfchen den Keizer, bet Ryk en Zweeden, door bemiddeling van den Staat van Venetië. De Gevolmagtigden der Vereenigde Gewesten hielden zig gemeen- Jyk te Munfler ; doch die van den Keizer, Frankryk en Zweeden reisden, dikwils, over en weder, tusfchen Munfler en Osnabrugge, en befcheidden eikanderen ook wel te Lenge- rieh, welk tusfchen de twee gemelde Steden telegen is (2). Wy hebben noodig geoordeeld,
eeze fchets vau de verfchillende belangen der han-
(v) Negotiat. Secret. Tbtn. III. fi. p3-
C.t) Pvtez vSuiip'em. <ek Corps Qi(i]. Tam. II. P. I. f. 311.
( y) AlTZF.MA lil. Dell, bl. 274.
C«5 Negotint» Secret. Tom, h p. 38c
|
||||||
>
|
||||||
XLIV.BoEK. HISTORIE. 411
handelende Mogendheden vooraf te laaten «546.
gaan, om den Leezer het gewigt der West- -------
faalfche Vredebandelinge, eenigszins, te doen
begrypen. Wy keeren ons nu tot een byzon- der verhaal van het beloop dier Vredehande- linge, zo ver zy de Vereenigde Gewesten be- troffen heeft. De Staaten hadden, reeds lang voor 't af- XII.
vaardigen der Gevolmagtigden naar Munfter, VV™J!°" vastgefteld, geen Verdrag aan te gaan met den [„' d^ns vyand, dan waarby de Hoogheid en Vryheid Haagetot van den Lande erkend werden (a). Ook hadt de de Mui*' Kardinaal de Richelieu den Printe van Oranje, *ter[Pha al in 't jaar 164a, doen voorhouden, dat men, j,ande-" met Spanje fluitende , alles, wat men bezat, ung, moest tragten te behouden (£). Op deeze twee punten, en op 't gene 'er, by goeden gevolge, uit afgeleid kon worden, hieldt men, derhal- ve, voornaamlyk, het oog, in het beloop deï handelinge. Zeeland hadt, reeds voor lang, verftaan (c)y en in't voorleeden jaar, begeerd, dat men, voor 't aanvangen der handelinge, . .... ftaatswyze , behoorde te befluiten „ tot het „ handhaaven van den Hervormden Gods- 5, dienst, zo als dezelve, by de Dordrechtfche j,Sinode van de jaaren 1618 en i6it/, was w vastgefteld ; tot het onderhouden der U- „trechtfche Vereeniging van den jaare 157^, „en tot aanhoudinge van een bekwaam aan- j, tal van Kryggvplk, geduurende de Vrede of «het
|
||||||
fa) Aitzeha n. Heel, tl. 8R5. Vreileliand. il. 165.
(VO lnftruft. dans (es Mem. du Conue dT.ftnules. Tom, 1.
P- 85. (O Notu). Zee). 19 Nn-emb. 1643. ik 367. 18 Maart 1644.
il, M5' |
||||||
412 VADERLANDSCHE XLIV.Boek.
1646. j>het Beftand, welk men fluiten zou." Doch
,-------de Gewesten konden 't, over deeze drie pun-
ten, niet eens worden. Holland, in 't byzon-
der, maakte zwaarigheid, om zig, hierop, ui- terlyk, te verklaaren. De algemeene Staaten fielden, hierom, alleenlyk, by voorraad vast, w den Christelyken Hervormden Godsdienst, 5, zo als dezelve tegenwoordig geleerd werdt, „ te zullen handhaaven ; de Utrechtfche Ver- 5j ceniging, zo ver zy kon naargekomen wor- „ den, te zullen onderhouden, en het Krygs- ., volk , naar gelegenheid en toeftemming der „ Gewesten, by raade van zyne Hoogheid, te „zullen vermeerderen of verminderen (</)." Voorts , werdt 'er , met den aanvang deezes jaars, een Bededag uitgefchreeven, om 's He- mels zegen te verwerven, over de Vredehan- DeStaat- deling (e). De Gevolmagtigden der Staaten, fche Ge- eikanderen te Deventer befchéiden hebbende, volmag- vertrokken, van daar, op den elfden van Louw- komente maan(*» en kwamen, ten zelfden dage, aan, te Munfter. Muniter. De Keizerlyke en Franfche Gevol- magtigden gaven hun het eerfle bezoek, en den titel van Excellentie, die hun ook van de Spaanfchen niet geweigerd werdt (ƒ). Men tradt, daarna, tot het onderzoek der Volmag- tcn van Spanje en van deezen Staat, en de Spaanfchen booden aan, de hunnen, die niet voldoende gevonden werden (g) , naar het goedvinden van hunne Hoog-Mogendheden, te
C<0 Ref'jl« Goner. Vetter. 16 Nov. 1(146. BIS. Aitzema ISi*
Deel, il. 4«;. Vicileh.mcl. il. 198. (<•) Aitzema III. heel-, hl. yfi.
(./5 Negotiat, Secret, 'lont- UI. p. 17, i3, yj6. Aitzema.
\ririt'/i. il. %%i. {gj Nutul. Zeel« 9 dptit 1646. il. uj. .
|
||||
XLIV.BoEK. HISTORIE. 413
te zullen doen veranderen, gelyk federt ge- 1646.
fchiedde (/?)• Men fcheen het toegelegd te ——« hebben, om de Staatfchen, door beleefdheid en toegeevendheid, over te haaien tot een af- zonderiyk Verdrag: waartoe ook, gelyk wy, hier voor (i), gemeld hebben, de Markgraaf van Kastel-Rodrigo, federt eenigen tyd, onder de hand, in den Haage, gearbeid hadt. Doch terwyl men hiermede bezig was, werdt XIII.
rugtbaar , dat de vSpaanfchen het Franfche Geiugt Hof ook tot afzonderlyke handeling zogten te ^" eena beweegen, op hoop, dat zy, daar, of by de deriyke Staaten , ilaagende , de twee bondgenooten, hande- die hun de meeste af breuk deeden, verdeelen Jjngtns- zouden. De eerfte opening hiervan was, reeds [^? . in Grasmaand des jaars 1644., gedaan, door den eii^Span- Venetiaanfchen Gezant, Aloifio Contarini, aan je. den Graave d'Avaux (&). Naderhand, ging hy verder, en fprak, eindelyk, van een Huwelylc tusfchen Lodewyk den XIV. en eene Dogter van Spanje; aan welke, of Vlaanderen alleen, of de Spaanfche Nederlanden tot eenen Bruid- fchat zouden gegeven worden, tegen een' af- fland van Katalonie. De Spaanfche Gevolmag- tigden te Munfter hielden zig egter nog zeer geflooten op dit ftuk (7). De Kardinaal Maza- rin hadt grooten zin in den voorflag. Hy be- greep, dat Frankryk zyne grenzen naar de Ne- derlanden, eerder dan naar den kant van Span- je, behoorde uit te breiden. Doch hy voorzag, Jigtelyk, dat zulk een voorflag, rugtbaar wor- den« (70 Aitzema III. Desl* II. 117-120. Vredeh. il. 216-221.
CO tl. 3y6.
C/ij NegorUt. Secret. Tom. II. P. I. p. 1$.
QÓ N*'j<Kiac. Secret. Tom. II. P. U. f. 35, 119, 14/j,
|
||||
414 VADERLANDSCHE XLIV.Boek.
1Ä46. dende, agterdogt verwekken zou, in de Ver-
i- eenigde Staaten; waarom hy zogt te wege te brengen, dat dezelve, van den kant van Span- je , gedaan werdt (>»). Doch de Franfche Ge- volmagtigden op de Vredehandeling zagen geenen kans, om deezen voorflag den Engel- fchen en Staaten fmaakelyk te maaken (n). Ma- zarin ftelde hun voor, dat men de Staaten en den Prins van Oranje moest doen bewilligen, in de ontworpen' verwisfeling van Katalonie tegen de Nederlanden, door hun Antwerpen af te ftaan: welk hy, in 't eerst, den Prinfe in 't byzonder, wilde doen opdraagen, mids dee- ze het van Frankryk ter leen hieldt. Doch om- trent dit laatfte, veranderde hy, fedeit, van gedagten, oordeelende, dat de Staaten, hier- uit, te groot een' argwaan zouden opvatten, tegen hunnen Stadhouder. Nogtans befloot hy, in Louwmaand deezes jaars, d'Eftrades naar den Haage te zenden , met last, om 'er den Prinfe, heimelyk, en, in 't vertrouwen, over te fpreeken, en te ondertasten, of hy'er ooren naar hadt (o). Ook meende de Kardinaal de Staaten te können doen begrypen, dat zy be- lang hadden by de uitvoering van dit ontwerp; waardoor, gaf hy voor v hun Regt van opper- „ fte magt over de Vereenigde Gewesten, bei- „ de door Frankryk en Spanje, erkend zou „ worden, en zy, voortaan, geenen oorlogzou- „ den te dugten hebben: zynde de nabuurfchap wmet Frankryk thans niet gevaarlyker, dan in „ 't jaar 1635; toen de Staaten zelven befloo- „teü
(nt~) Nuntiat. Secret. Tom. III.p. 14, 21-27, 32.
( n ) Negotiat. Secret. Tom. III. p. 27.
(,*) Neuotiat. Scere:. Tom, lll.p. 32, 43, 49, 50, 51 ( 5»»
|
||||
XLIV.BoEK. HISTORIE. 41$
|
|||||||
„ten hadden, de Nederlanden te deelen met 164&
„ dit Ryk (ƒ>)." Doch eer d'Eftrades nog naar |
|||||||
Holland vertrok, hadt de Prins, van elders, Zyne
kennis gekreegen van de heimelyke ontwerpen P??*" eener byzondere handeling, tusfchen Frankryk krygt >w en Spanje; en 'er, terftond, over gefchreeven kenni* aan d'Eftrades (#); die, omtrent het midden van. van Sprokkelmaand, in den Haage gekomen, den Prinfe het ontwerp der verwisi'eling van de Nederlanden tegen Katatonie, in 't geheim, openbaarde. Zyne Hoogheid geliet zig, als of 't hem niet kwalyk geviel, vorderende zelfs, dat men 'er te Munfter niet van repte; gelyk hy 't ook, omtrent veertien dagen, bedekt hieldt voor de Staaten (V). Zo ftondt het met deezen handel, toen de Pauw en
Gevolmagtigden, Pauw en de Knuit, van Mun- £e Knuh fter herwaards gekeerd, verhaalden „hoe hun, £g£ren „door de Franfchen, in 't vertrouwen, geo- waardi n penbaard was , dat de Spaanfchen de voor- vanMu». „ waarden der Vrede met Frankryk en met de j*er „ Staaten gelaaten hadden aan de beflisling of d^™*" n bemiddeling der Koninginne - Regente van g^ „Frankryk (f)." Vreemd fcheen zulk eene toegeevendheid. Doch de Spaanfche Staat- kunde beoogde, hierdoor, tweedragt te ver- wekken tusfchen Frankryk en deezen Staat, daar men, ligtelyk, bevroeden kon, dat Frank- ryk zyn eigen voordeel nader dan dat der Staa- ten behertigen zou, zo 't beraamen van de voor-
(p) Ncfotiat. Secret. Tom. III. p- 56, 106.
($) Negotiat. Secret. Tim. III. p. fti.
(r) N'.-gotiat. Secret. 7««. IU. p. na, 113.
C*) Notul. Z«cl. 6 Meatt 1646. VU Ö3. AlTZBMA Vrcie»
k'.sni. U. aa2.
|
|||||||
4i6 VADERLANDSCHE XLIV.Boek.'
|
|||||
i«4Ó. voorwaarden der Vrede aan de Koninginne ge-
------- laaten werdr. Ook verwekte dit nieuws eene
byftere ontfteltenis, in de Vergadering der al-
Openine gemeene Staaten (f): die vermeerderd werdt, vin zync toen zyne Hoogheid, den agtentwintigften Hoog- van Sprokkelmaand, den Staaten bekend maak- "eid« te „ hoe hem , uit Frankryk was berigt, dat „ 'er een Huwelyk op handen was , tusfchen „Koning Lodewyk den XIV. en de Infante „ van Spanje , op voorwaarden, dat Koning „ Filips de Nederlanden, die onder hem flon- ,5 den, binnen drie weeken, aan Frankryk af- jj Maan zou; dat Frankryk, daarentegen, Ka- „ talonie aan Spanje te rug zou geeven, en dat „ beide de Koningen de opperfte magt der „ Vereenigde Gewesten zouden erkennen. " Voorts, zeide hy „ dat de Koninginne-Re- „ gente van Frankryk de gedagten van de al- „ gemeene Staaten hierop verzogt te mogen „ verftaan." De Prins hadt, 's daags te vooren, den Raadpenfionaris Kats, en, kort daarop, den Staaten van Holland reeds kennis gege- ven van dit gewigtig nieuws, met byvoeging, dat hy 't van den Kolonel d'Eftrades verftaan Argwaan hadt (u): en 't hadt den argwaan van dit Ge- op den west niet weinig vermeerderd, dat men, over Prinfe. eene zaa]c van zo vee] belang voor den Staat, met den Prinfe alleen, gehandeld hadt (>).
Doch toen men, ter algemeene Staatsvergade- ringe , 's Prinfen hoogwyze bedenkingen op den voorflag der Koninginne-Regente ver- zogt hebbende, vernam „ dat hy begreep, dat „men
CO Ncgotiat. Secret. Tom. III. p. 81, 82, 8i, 84» «3«
CO Aitzema 111. Deel, H. 120, 121. Vredehimd. l/l, 222., (y) Negotiat. Swrret. Ttm. III. j>. 123, 123. |
|||||
fcLlV. Boek. HlSfÖttlE. 41?
j, men 'er in behoorde te bewilligen, mids aan ig^é»
5, deezert Staat, uit de Spaanfche Nederlanden t —■—<+ j, werdt afgeftaan * 't gene aan den zelven, by j,'c Verdrag van den jaare 1635, toegewee* „ zen was (V)"', werdt de argwaan tegen zy* ne Hoogheid , ook by de andere Gewesten * ontfteken. Men mompelde zelfs, onder 't volk, n dat Spanje de Vereenigde Gewesten ook aß- „ (laan zou aan Frankryk; dat alles reeds hei^ „melyk was vastgefteld t, dat de Konitiginne» Ä Regente , ilegts om welftaans wille , ute •„ fpraak doen zou; en dat zyne Hoogheid van „alles geweten en den- heimelyken handel ,, begunftigd hadt (#).": Ter Staatsvergade- ringe , fprak men van zig ten fpoedigfte te verdraageü met den Koning van Spanje , die voordeelige Voorwaarden aanboodt. De ont-'' fteltenis flöeg over naar Munfter 5 daafdeFratp. ,].:": fchen hun best deeden, om al wat 'er van dé ,-,. ■..; verwisfeling der Nederlanden'tegen Katalonien en van het Huwelylc des Konings van Kranfe- ïyk en der Infante van Spanje verfpréid was» te doen aanmerken, als losfe gerügten, waar- op men gëenen ftaat maaken moest. AlleeUlyk vonden zy zig verlegen, met het gene de Prins Van Oranje , desaangaande , in 't openbaar^ verklaard hadt (j). Doch hierop, zeide d'Es* trades „ dat zyne Hoogheid, die, federt ee- „ nigen tyd , ohpasfelyk in -'t hoofd geweest ^was, hem niet wel gehoord, of kwalyk ver- ),ftaan moest hebben, alzo hy* op verre na, ; »™
(«0 Aitzema TH. Deel, II. ui.
(*) Ncgotiat. Secret. Tom. Hf, p; ii%i.ïiy, 128, 110.
, Xy) Ncgniiat. Secret, Tom. Ijl, #'.123. Aitzïma lil. üeeh il. iai. Vrcdehand. lil. 125. .-.;i XI. Deül. Dd
|
||||
4i8 VADERLANDSCHE XLIV.Boek,
tt4<5. „zo breed niet opgegeven hadt van den voor«
!-------„ flag, die zo veel onrust veroorzaakte (z)."
Op deeze wyze, zogt men het gelieft! ontwerp
van den Kardinaal Mazarin, welk, federt, door Contarini, aan de Staatfchen, ontvouwd weidt O) > te bewimpelen. De Prins van Oranje toonde ook minder genegenheid, om het te be- vorderen. Zelfs de Franfche Gevolmagtigden te Munfter hielden het voor onuitvoerlyk (Z>), en 't verdween, allengskens, in rook: tot zo verre zelfs, dat een voornaam Staatsman, ee- ltige jaaren laater, fchreef, zeer wel te weeten, dat de Nederlanden, gedunrende de Munfter- fche Vredehandeling, nimmer aan Frankryk Deagter- waren aangebooden (V). Ook verminderde de doge te- agterdogt tegen zyne Hoogheid, en eenigszins Hoog- te§en het Franfthe Hof» na dat de Koningin- heid ver- ne-Regente de beflisfing of bemiddeling der mindert, hangende gefchüjen, haar door Spanje aange- hooden , beleefdelyk afgeflaagen , en dezelve daarentegen, aan Koning Filips, haaren Broe- der , opgedraagen hadt (d); die ligtelyk be- greep, dat de Vereenigde Staaten, hierin, niet zouden können bewilligen. Men boodt dus, van wederzyde, veel uit in fchyn; terwyl men, van wederzyde, beoogde, de Staaten te ver- vreemden van de party, waartoe men vreesde, dat zy te fterk mogten neigen. De voorflag van Spanje bleek, door den tyd, klaar genoeg aari-
(z ) Aitzesia III. Deel, bl. 96, 101. .,
(«) Negotiat. Secret 7"«;«. Ji/. p, 107. (i) Negotiat. Secret. Tom. UI. f. u7, 141,153. AitzINa Vrcdehand. */. 225. Cc) Dr Witt Kricven IV. Deel, bl. 582. t<0 Negotiat. Secret. Tm. UI. f. 105, 108, 10», iu, uli |
||||
XLIV. Boek. HISTORI E. 4*9
aangelegd te zyn, om de Staaten te beweegen, itf4B.
tot een afzonderlyk verdrag, |
||||||
Ook was men, terftond na de aankomst der xiy.
Staatfche Gevólmagtigden te Munfter, in on- ™J*J tderhandeling getreden over een Beftand, op Munfteï den voet van dat van den jaare 1609. Doch de over e?tt Franfchen deede'n hun best, om deezen handel Beftand. te ftrenimen. Ook klaagden zy den Middelaa- ren, dat de Spaanfchen een byzonder verdrag zogten te fluiten met de Staaten. Zelfs hielden zy deezen verdagt van te neigen tot-zulk een verdrag. Doch hunne Gevólmagtigden ver- klaarden, ineen gefprekmét de Franfchen, in 't begin van Grasmaand ^ dat zy geene reden „zagen, om voor een afzonderlyk verdrag be- « dugt te zyn, en dat de Staaten hadden vast- w gefteld, niets te (luiten zonder Frankryk (e)." Maar deeze verklaaring nam de agterdogt niet weg. De Franfchen geloofden zelfs, dat de Spaanfchen de onzen, door gefchenken, zog- ten te winnen, om de hand te leenen tot een byzonder verdrag. Aan Pauw en de Knuit peStaat* zouden, zo hun berigt was, ieder honderddui- JjJJJj?' zend kroonen beloofd zyn(/). Zy waren beide tUdert te Munfter wedergekeerd, in 't begin van Bloei- vêrda&s maand: wanneer de Graaf van Pegnaranda den J>y de gezamenlyken Gezanten eene volmagt zyns j™^ Konings vertoonde, waarby de Staaten voor vry erkend werden. De Spaanfchen hielden toen, op nieuws, aan, op het fluiten van een byzonder verdrag, niet verzuimende, de on- zen te verfterken in den argwaan , dien men reedd
CO Negotii. Secret. Tom. JU. />. 40, 58, t>7, ieg. 144'
C/3 Negotiat. Secret. Totii.M.p. »4?s 03^». Dd s
|
||||||
4»o VADERLANDSCHE XLIV.Boe*;
|
|||||||
1645. reeds hadt opgevat, over den voorfpoed der
Franfchen in de Nederlanden. De Franfchen, |
|||||||
Poogin- daarentegen , arbeidden in den Haage en te
FrTn- 6r fünfter, om zulk een verdrag te voorkomen , ichen om zig beroepende op de beloften der Staaten van den han- niöt dan met onderlinge bewilliging te zullen jjf1 te fluiten. Doch de Spaanfchen booden, zelfs op eminen,den raad der Middelaaren, zo veel uit, dat de onzen aan 't wankelen gebragt werden. Zy verwierpen egter den ftürtand van wapenen, die hun, door de Spaanfchen, werdt voorge- flagen (g). De afzonderlyke onderhandelingen gingen, ondertusfchen, haaren gang, hoe zeer 'er de Franfchen zig aan (lieten (A). Zelfs beraam- de men, eerlang, omtrent zeventig punten, die in 't Verdrag, tusfchen Spanje en de Staaten, zouden moeten komen (t), en die, heimelyk, naar den Haage gezonden werden, om door de Staaten te worden goedgekeurd (£). De Fran- fche Gevolmagtigden kreegen 'er egter haast kennis van. De onzen hadden hun, te vooren, een affchrift van deeze punten geweigerd, voor- wendende w dat zulks niet voeglyk gefchie- x den kon, ten ware zy ze, te gelyk, aan hun- 19 ne Meesters zonden, 't welk zy niet gezind w waren te doen, zo lang het Verdrag tusfchen „Frankryk en Spanje zo ver niet gevorderd n was, als het hunne; op dat ze, uit den Haa- »ge, voortgezonden wordende naar de by- n zon'
(#) Aitzbma III. Deel, tl. 126. Vredcliand. bl. 231. 250
35'' 253.
(Ä) Negotiat. Secret. Tom. III. f. 170, 179, 193, 197, 198,,
309, 21«;, ii8, 219. (.f) Zie dezelven in de Negotiat. Secret. Ttm. lil. />. 435» «
ty Aitzkha Vredeh. bl. 234 enz. (*; AlTZEUA III. Ulli, il. II o.
|
|||||||
XLIV.BoEK. HISTORIE. 4aï
„ zondere Gewesten, geene nieuwe bewee- 1646.
n gingen maaken mogten; die het openen van ? „ den veldtogt, ligtelyk, zouden können ftrem-
„ men." Men hadt den Franfchen, daarenbo- ven, in 't heimelyk, berigt, dat Pauw en de Knuit voorhadden, de punten op te houden, tot dat de Sp;anfchen volkomen gemagtigd zouden zyn, om te fluiten ; wanneer zy, mees- ter blyvende van de handeling, het werk kort zouden können af doen; terwyl eenigen hunner Medegemagtigden, onder dekfel van byzon- dere zaaken, een' keer naar huis zouden doen, om de Gewesten tot fpoedige bewilliging in de beraamde punten over te haaien, 't Ontfchoot den Franfchen, derhalve , ten hoogfte , dat de punten reeds verzonden waren. Zy beklaag- Zy Wai- den 'er zig, ernttelyk, over, tegen de onzen, gen »vet daartoe gelegenheid neemende, uit de gerug f^en!"" ten, die de Spaanfchen verfpreidden, dat het Verdrag met de Staaten reeds getroffen was; dat het zyn beflag hebben zou, zo dra de laat- fte Volmagt uit Spanje zou aangekomen zyn, en dat het Leger der Staaten wel te velde ge- trokken was ; doch niets zou uitvoeren. De Ant- Staatfchen antwoordden „ dat zy de punten joord » verzonden hadden, om dat hunne Meesters f(!£9nt"t'' » hun, onlangs , rekenfchap hadden afgevor- n derd van 't gene zy , tot hiertoe , met de n Spaanfchen gehandeld hadden ; dat zy niet „ wisten , wat last hun verder gegeven zou „ worden, na dat de Spaanfchen ten volle ge- j) magtigd zouden zyn; doch, ondertusfchen, » verzekeren konden , dat hunne Meesters , w noch zy, de verbindtenis, met Frankryk aan- 0 gegaan, immer zouden breeken ; dat de Dd 3 »Spaao: |
||||
4fia VADERLANDSCHE XLIV.Boek
1646. ?5 Spaanfchen verfpreiden mogten, 't gene zy
-------»goedvonden ; doch wel haast ondervinden
» zouden , dat de Prins van Oranje hen niet
» dagt te fpaaren." Weder- De Kranfchen,. verder met hen in gefprek antwoord geraakt, hielden hun voor „hoe zy, in 't ze- S*nran'»!cef' berigc waren' dat Pegnaranda hun, in
%casa- „ t handelen over de punten van een Verdrag,
„ waarvan het eerfte inhieldt, dat zy geza-
» meiilyk met Frankryk verftonden te moeten
„ verdraagen , hadt voorgehouden , dat hy
» met dagt, dat zy op die punt zouden blyven
» Haan , wanneer zy anders hunne rekening
»by de handeling vonden, en zagen , dat
59 Frankryk niet luisterde naar een redelyk
»verdrag; dat vyf hunner hem, federt, had-
»den aangezeid, dat de Staaten geen deel al-
» toos neemen zouden in het belang, welk
„ Frankryk hebben mögt, in de zaaken van
„ Italië, Katatonie, Portugal, of ergens anders,
» buiten de Nederlanden; en dat zy uitdruk-
»kelyken last van het Hofgekreegen hadden,
» om zig hierover , ten hoogfte , te beklaa-
„ gen." De Staatfchen, met naame Pauw en de
Knuit, fcheenen een weinig verzet, over dee-
ze klagte. Zy raadpleegden, een en andermaal,
afzonderlyk, wat zy er op antwoorden zouden,
VerVia- en gaven, eindelyk , voor befcheid dat de
wder »Staaten "immer iet fluiten zouden, zonder
fchen,dat » Frankryk; dat zy zig heiliglyk zouden hou.
menzig »den aa« de gemaakte Verdragen; doch dat
aan de »het hun, Gevolmagtigden, niet toeftondt,
SSf »den zin deezer Verdragen te verklaaren, 't
teniaen n welk men aUeen yan huMe Meesteren vej> Fraakryk » wa§ten moest." De Franfchen hernamen,
»da?
|
||||
XLIV.BoEic. HISTORIE. 4*3
|
||||||||
„dat Gevolmagtigden , gezonden om, uk igjjg.
„ kragte van zeker Verdrag , te handelen , |
||||||||
„ wel behoorden te weeten, wat dit Verdrag houden
w inhieldt. Dat de Staaten zig, in 't jaar 1634, *al* „ verbonden hadden , om niet te lluiten met ^ "e „ Spanje , voordat men Frankryk voldoening meening » gegeven hadt; dat, onder de belangen van dier Ver- n Frankryk, toen ook de zaaken van Pigne- bjndte- „ rol , Valteline en Lotharingen begreepen ,s e „ waren ; dat het Verdrag van 1635 dat van „ 1634 bevestigde, en dat zy zelven over de „ zaaken der Indien handelden, en dus hunne „eigen' belangen ook verder uitftrekten, dart n tot de Nederlanden. " De Staatfchen , dit gefprek zoekende af te fnyden, begeerden tyd, om de voorige Verdragen nader te onderzoe- ten. Eenigen hunner, die de Franfchen hiel- den meest tot hen genegen te zyn, verzeker- den hun, dat de Staat nimmer de Verbonden ichenden zou; en dat de eenige zwaarigheid, die men te dugten hadt, was, dat de byzondere Gewesten zig ontdaan zouden van de kosten des oorlogs, en Frankryk alleen met dezelven belast laaten (7). In de onderhandelingen, die, De Statt- federt, gehouden werden, drongen de Staat- ^" fchen , geduuriglyk , op de bekragtiging van d"^ het negende punt van 't Verdrag van 't jaar fehen tot 1644, volgens Welk, Frankryk, vrede gemaakt bekragti- hebbende, terwyl de Staaten alleenlyk Beftand ging van geflooten hadden, zig verbondt, na 't uitgaan ™%?~ van 't Beftand,^den oorlog te hervatten. Zee- pU„t dea land hadt, ar voor eenigen tyd, fterk gedree- venWgt ven, vani644
<£0 Ncgotiat. Secret, Tm. Hl. p. 221, 223,
Dd 4
|
||||||||
4M VADERLANDSCHE XLIV.Boi^
\fy6. ven, dat men hierop ftaan moest (m). Doch,
.«rsssr de Franfchen hadden geenen zin in deeze be- kragtiging: waarom de meeste tyd, met klaa-? gen over elkanders behandeling, gefleeten werdt. De onzen verklaarden, eindelyk „dat jj zy den Spaanfchen uitdrukkelyk hadden aan- „ gezeid, dat zy zig geen afzqnderlyk verdrag. v belooyen moesten; " waarmede de Franfchen zig, eenigszins, genoegen lieten (»). Qok ar- beidden de Staatfchen, federt, eenen geruimen tyd, aan de bemiddeling van een Verdrag tus- fchen Frankryk en Spanje; hoewel hunne poo- •gingen vrugteloos uitvielen (V). Midlerwyl, werden de byzondere onderhandelingen met de, Spaanfchen fterk voortgezet. Eer 't jaar ten ein- de liep, was het ontwerp van 't Verdrag zo ver tot volkomenheid gebragt, dat 'er naauwlyks meer dan fluiten en tekenen aan fcheen te ont- breeken, De Franfchen, die niet nalieten een waakend oog te houden op deeze onderhande- lingen, kreegen, van tyd tot tyd, eenig berigt van 't gene 'er in voorviel, en hielden niet op, HetFran- van klaagen en befchuldigen (/>). Het Hof van fche Hof Frankryk befloot zelfs de brieven, van Madrid onder- naar Munfter gaande, te onderfcheppen, te o- fcheptde penen> en affchriften van dezelven te verfprei- fchebrit» <*en; om, ware 't mogelyk, mistrouwen te ver- yen, wekken, tusfchen de handelende partyen (q). Doch
.
(m~) AitzFma Vredelund. hl. 202.
(O Negjjtiat. Secret. Toni. III. p. aS4, 246% 247, 348.
fo) Negotiat. Secret. Turn. UI. p. 553, 265, 304, 340, 364.
380. (f) Negotiat. Secret. Tom. III. p. 262, Z7f>, 279, 284, 29*
391. AiTZCMA Vredeh. &'• 244. Cj) Negotiat. Secret. Tom. III. p. 231» 241?, 24?! «51, j£ï,
|
||||
&LIV.BOEK. HISTORIE. 425
|
|||||
Doch deeze en diergelyke ftreeken bereikten I(<;4$.
het einde niet, welk men 'er zig in voorftelde. ——w De Spaanfchen gaven, van hunnen kant, breed op van den ftaat van hun byzonder Verdrag met de Vereenigde Gewesten, om de ingezetenen hunner Nederlanden, die fterk naar vrede ver- langden , te vleijen , en om de Franfchen te kwellen. Ook zogten zy, door middel van de Knuit, den Prins en Prirïfesfe van Oranje te beweegen, om de laatfte hand te doen leggen aan het Verdrag. De Knuit hadt, over eenige Byzon- byzondere zaaken, den Prinfe betreffende , <jc'e haa- reeds eenigen tyd , gehandeld met de Spaan- ^Kim]} fchen, die zyner Hoogheid aanzienlyke voor- over <]e' deelen beloofden. Ook meende men, dat de znnken Knuit den Prins hadt ingefcherpt, dat Frank- jes Pdn- ryk geene vrede zogt. Omtrent het einde van ^t^ 't jaar, kwam men met de Spaanfchen wegens de Indien overeen; zo dat het Verdrag toen op een' zeer goeden voet ftondt (r\ Doch 't wordt tyd, dat wy, Muniter en de Vredehandeling, voor eene wyle, verlaatende, naarfpooren, hoe. 't zig, ondertusfchen, met de zaaken van oor- loge, toedroeg. De Prins van Oranje, fchoon merkelyk ver- XV.
zwakt door de jaaren en door de ongemakken Zyne des oorlogs, hadt egter, met den'aanvang des S,™*" jaars, fterk gedrongen op het beraamen van riadcto« middelen, tot het fpoedig openen van den aan- het ope- ftaanden veldtogt; v/aarvan de gelukkige uit- nen van (lag, zo hy verhoopte., der Vredehandelinge ^"'eld" gewigt zou byzetten. Frankryk riedt hiertoe . ook
.(• O Negotiat. Seaet. Tam. III. f. 308, 305), J30 , syC,
*$">3!>3- _• , Dd5
|
|||||
42(5 VADEPvLANDSCHE XLIV.Boek.
1646. ook ernftelyk, begeerende, het jaarlyksch Ver-
■------- drag fpoedig te fluiten, en boven dengewoonen
eenen buiténgewoohen onderftand beloovende
(}). Doch de Staaten van Holland dreeven, in't eerst, dat men in 't geheel geenen onderftand van Frankryk behoorde te vorderen (V), en zig ten fpoedigfte te verdraagen met Spanje. Zy lieten zig egter daarna beweegen, om te bewil- ligen in een Verdrag met Frankryk, welk, in Grasmaand, buiten hunne kennis, te Parys, ge- tekend was. De Koning beloofde den Staaten , by het zelve , den gewoonlyken onderftand van twaalf honderdduizend ponden , die, na- derhand, met nog driehonderdduizend ponden verhoogd werden (*/). Tromp ftak, hierop, in Bloeimaand, in zee, om op de Vlaamfche kus- Hy trekt ten te kruisfen. Zyne Hoogheid, fchoon zie- re veWe. kelyk, trok, zeer tegen den zin der Prinfesfe ( v ), in 't begin van Zomermaand, naar 't Le- ger, welk, in fchepen, voor Dordrecht, lag. Hy was verzeld van zynen Zoon, Prinfe Wil- lem, en hieldt zig, eenen geruimen tyd, op, te Breda, zonder iets te onderneemen. Hy hadt het oog op Antwerpen; doch zwakheid van lighaam en geest, of andere heimelyke oorzaa- ken verhinderden hem, zyn befluit in 't werk te ftellen. De Franfchen, die Kortryk bele- gerd hadden, zagen het ftil leggen van 't Le- ■ ger der Staaten aan met ongeduld. D'Eftrades boodt den Prinfe , uit naam der Koninginne, drieduizend paarden aan, voor den tyd van tien da-
CO N<*gotiat. Secret. Tom. III. p. 124, 145, (zj Neyotiat. Secret- Tom. UI. p. 147. f «3 ZU AiTZFMA III. Deel, UI 123, 101. Vitdeli. U. 2?£j f V) Negotiat. Secret. Tom. III. p, 23G. |
||||
XLIV.BüEK. HISTORIE. 427
dagen, tot den aanflag op Antwerpen, op Brug- ^6.
ge , of op eenige andere Plaats van belang: ——, en de Prins verwierf'er, eerlang, nog driedui- zend knegten nevens. Zyne Hoogheid en de Verdrag Gemagtigden te velde (w) Linden, Lintelo, wegens Wimmenum, Ruisch, Andries Bikker, Her-^wer* berts, Vosbergen, Rheede, Andrée, Ysfel- muiden en van Zanten beloofden , daarente- gen, by cene fchriftelyke Aéte, te Breda, den elfden van Hooimaand, getekend, dat, indien Antwerpen gewonnen werdt, de Roomschge- zinden, aldaar, de vrye oefening van hunnen Godsdienst behouden zouden. Doch byeen ge- heim punt werdt verdraagen, dat zy 'er niet meer dan vier Kerken zouden hebben (V). De Prins , wel bevroedende , dat deeze belofte, die, buiten byzondere bewilliging der Staaten, gefchied was, en den Godsdienst betrof, den meesten kwalyk zou aanftaan, verbondt de Ge- magtigden , om 'er een diep geheim van te maaken. Doch de Staaten van Holland dron- Misnoe- gen den Heer van Wimmenum, om het hun {j^jy" te ontdekken (j), en toonden 'er zig, zo wel als die van Zeeland, zeer misnoegd over. Zelfs meen ik, dat Holland en Zeeland de punten, die te Breda geflooren waren, naderhand, wei- gerden te bekragtigen. Voorts ftak het Leger, op den twaalfden van Hooimaand, naar Filip- pine over. Zyne Hoogheid toog, insgelyks, derwaards. De beloofde Franlche troepen HètLo- voegden zig by 't Staatfche Leger (?:); waarna gerregt |
|||||||||
men w.e,m«
uu. |
|||||||||
(«O Negotiat. Secret. Tom. III. p. 343.
C*) Zie Aitzema Vreilehand. U. 24R. , (y~) ReCil. HoM. 27, aij July 164.6. U. 157, 25S. I?) Negotht. Secret. Tom. UI. p. 317. |
|||||||||
428 VADERLANDSCHE XLIV.Bobk.-
1^46. men voorttrok naar den kant van Antwerpen,
.—-----zonder egter iet van belang te venigten. AI-
leenlyk, werdt de fcfians Molenfteeg by Gend,
en het Slot te Teemfche bemagtigd, in 't be- gin van Oogstmaand. Ook namen Jan Evert- fen en Jan Willem Kabeljaauw, Bevelhebber van Lieikenshoek , de fchans het Boerengat in; vanwaar zy Antwerpen zeer zouden hel> ben können benaauwen. Doch die van de Stad zonden 'er eenige v/elbemande fchepen op af, die de onzen noodzaakten , de fchans te ver- laaten. Ook ruimde men het Slot te Teemfche eerlang. Het Leger, op verzoek der Franfchen, nog eenigen tyd in Vlaanderen getoefd heb- bende (0), werdt, omtrent het midden van Herfstmaand, te fchepe, naar Bergen op Zoom gevoerd, en toog, van daar, in 't begin van Wynmaand, naar Venlo, welk met een beleg Venio gedreigd werdt. Ook begon men de Stad he^ vergeefs vig, en zelfs met gloeijende kogels, te befchie- bdegeril ten. Doch alzo zy weigerde zig op te geeven, werdt 'er, eenige dagen, gearbeid aan de loop- graaven ; maar men yondt het jaargetyde te verre verloopen, om de Stad te bemagtigen; weshalve het beleg opgebroken, en hetKrygs- volk. nog voor 't einde van Wynmaand, naar Oorm- de Winterlegeringen geleid werdt (V). Veelen ken van verwonderden zig, dat 'er, in deezen veldtogt, den (leg- van de Staatfcbe zyde, zo weinig verrigt was. flaèvin ^e Frznfchen 'n 'ü byzonder hadden zig ge- ticü veld- vleid , met het aantasten, of bemagtigen van togt. Antwerpen, door den Prinfe, en zy fchreeven het
C/O Refol. Hol!, it Sept. i^rt. H. 393.
(i) AiTyr.UA III. /)cct, til. 96, i«,, 101, 108, 107, I0ÜS 109, 110, ui, 113, 113. |
||||
XLIV.BoSK. HISTORIE; 449
het misfen van den aanflag op deeze.Stad, 1646.
voornaamlyk , toe aan zwakheid van geest , waardoor hy, zeiden ze, fchier tot in 't gezigt cier Stad genaderd zynde, vergeten hadt, dat , , iiy gekomen was, om haar aan te tasten (c). Anderen meenden, dat eenige Gewesten, met naame Holland , oordeelende, dat men reeds genoeg tterke Steden te bewaaren hadt, de be* weegingen van het Leger hadden weeten te ftremmen. Ook zou de Stad Amfterdam voor het winnen yan Antwerpen bedugt geweest zyn,, uit vreeze dat de Koophandel, dien zy deezer Stad onttrokken hadt, eens wederom derwaards keeren mögt. Eindelyk, verftonder» foramigen , dat het aantasten van Antwerpen de gantfche Spaanfche magt derwaards gelokt, en den Fratifchen, die reeds fterk genoeg wa- ren in de Nederlanden, ruime gelegenheid ge- geven zou hebben, om alles wat zy wilden weg ieneemen: 't welk.zyne Hoogheid, wysfelyk, hadt willen voorkomen. Zo verfcheiden fprak jaen van de oogmerken van deezen veldtogt< De Prins zelf, in den Haage verwelkomd wor> .dende, zeide, 't is my leed, dat 'er., deezen Zomer , niet meer uitgevoerd is; maar't is. yrede Qd). De Franfchen hadden, ondertusfchen, eerst
Kortryk , daarna ,S. Wynoksbergen en Veur- ne , en eindelyk ook Duinkerken bemagtigd (e): 't welk hen, op het einde des jaars, onge- negener maakte, om met Spanje te fluiten, dan zy in den beginne geweest waren. Zy meen- den, dat de Prins van Oranje het winnen van Dum«
Cc} Rasnarp. Tim- I. p. M,
|
||||||||
t
|
i) Aitzkma iri. Deel, U. 109, 1131
I) Ahüsma UU Dtel} Ui IJJ. |
|||||||
43o VADERLANDSCHE XLIV.Boek;
164$. Duinkerken, door den togt naar Venlo, hadt
-b=— willen verhinderen (ƒ); 't welk nogtans mis- lukt was. xvi. Ter zee was, dit jaar, luttel voorgevallen. Gevegt, Alleenlyk, was 's Lands Kapitein Klaas Juin- tusfchen bol, eene Vloot Franfche Koopvaardérs' her- Suatsch waarc^s geleidende, op den tweeden van Sp'rok- Ooriogï- kelrnaand, voor de Maaze, flaags geraakt met fchip en zes Duinkerkers: en den Vierden, met zeven, zeven Vinnig was dit gevegr. Juinbol kreeg meer kers. dan nonderd fchooten door zyn fchip. Al zyn want en rondhout raakte genoegzaam aan ftuk- ken. Ook hadt hy zeven dooden en zesentwin- tig gekwetften. Zelf bekwam hy eene wonde in 't vleesch, daar hy luttel gevaars in ftelde; gelyk my, uit zynen eigen' brief, den zevenden van Sprokkelmaand, van voor de Helder, aan zyne Huisvrouwe gefchreeven, gebleeken is: 't welk ik hier te Haver melde, om dat fommi- gen aantekenen, dat Juinbol, in dit gevegt, omkwam (g). De Duinkerkers hielden, ein- delyk, af. Vier Koopvaardérs vielen hun in handen. Juinbol werdt, op zyne terugkomst, in erkentenis der betoonde dapperheid, ver- eerd met een' gouden gedenkpenning, waar- op , aan de eéne zyde, 't gevegt, en aan de an- dere , het wapen der Admiraliteit verbeeld Mondt. Juinbol begaf zig, federt, naar Rot- terdam, alwaar hy, volgens de verklaaring der Heelmeesteren, aan de wonde, in 't gevegt be- komen , op den vyfden van Louwmaand des jaars 1647, overleeden is (h). Voor (/) Ncgotiat. Secret. Tom. III. p. 303, 345.
(#) CoMMELiN Fi'eder. Henr. II. Deel, U. 205. Q/i) Uit vcrfcheiden' lirieven en Stukken, ender is r:gk$iP> van Ke.pt. Juinuol berustende. |
||||
XLIV.BoEft. HISTORIE. 431
Voor 't einde deezes jtfars, werdf, in den 164$.
Haage, een Huweiyk geflooten én voltrokken, —--'—*- tusfchen Fredrrk Willem, Keurvorst van Braii- XVII. denburg, en de Prinfesfe Lmife^oudfte Dog- Huweiyk ter van zyne Hoogheid Fredrik Henrik; waar- ^anurd.en over, al federt eenigen tyd; gehandeld was-'(O- vorst Van De Hüwelyksvoorwaarden werden, op den ze- Branden- venden van Wintermaand, getekend (k), en burS «»et de trouwplegtigheden, ten zelfden dage, vol- de oudfte trokken , hebbende de Staaten vän Holland, van8o_r op 't verzoek van zyne Hoogheid, de onder- ranja, trouwden ontflaagen van de verpligting, óm de gewoone Kerkgeboden vooraf te' laaten gaan (l). Men meende, dat dit Huweiyk, zo wel als de voorige verbindtenisfen van 'sPrin- fen kinderen met Groot - Britarije en met den Huize van Oostfriesland, hoewel de laatfte nimmer voltrokken werdt, verfcheiden' Ge- westen kwalyk behaagden; als oordeelden ze, dat Vorften 4 wier Landen grensden aan 't ge- bied van deezen Staat; gelykOostfriesland, en het gebied van den Keurvorst van Branden- burg, federt dat hem een deel der Kleeffche en Gulikfche nalaatenfchap aanbeftorven was, deeden; zig, niet zonder oogmerk, verbonden met den Prinfe van Oranje; die ook, dagten eenigen, byzondere redenen hebben moest, om zig met deeze Vorften, of metzulken, die zo magtig ter zee waren als Groot-Britanje, te vermaagfchappcn (tri). Doch vän deéze beden- kingen , zo ze al in eenigen mogten opgeko* men
CÓ Aitzfma in. Deel, il. ioö.
( *) Zie dezelven by Aitzema III. Deel, tl, Ï45,
CO Refol- Holl. 6 ])tc. i<54rt. «. 350.
Qm) NegMiat. Secret. Tem. lil. p. 37p.
|
||||
4ja VADERLANDSGHE XLIV.Bösri
|
|||||
164Ä. men zyn, werdt niets openlyk vermeld. Ook
—— heeft de bevinding, ledert, geleerd, dat de .:■'■• Staat zo wel voordeel als last gehad heeft, van de Huwelyksverbindtenisfen der Prinfen en " Prinfesfe uit den Huize van Oranje. XVIIF Na 't voltrekken van hec Huwelyk * waar- De prins vari WY Ipreeken, nam 's Prinfen zwa!cheid..za wordt zeer toe, dat men aan zyne herfteliing begon ztser te wanhoopeq. Hy fukkelde, den gantfchen zwIa6' winter, aan de koorts, die zig, by vlaagen, ' verhefte. Ook overviel hem, van tyd tot tyd , eene zwakheid van ver-ftand, die hem verhin- derde te arbeiden aan zaaken van Regeeringe. Hy hadt, in Hooimaand des voorleedenjaars, te Breda zynde,-reeds verklaard,.dat een eer- lyk en voordeelig Verdrag roet Spanje nies Hy randt ongeraaden was («): en nu vermaande hy, ge- toc vre- duuriglyk, tot vrede, zynde in deeze gedagten «Ie. gebragt of verfterkt, door de Prinfesfe, zyne Gemaalinne, welke de Franfchen hielden, doos
De jonge Spanje, gewonnen te zyn (V). De jonge Prins, Pr!ns op wien de Ampten zyns Vaders verderven diiarente'- moesten, toonde zig, daarentegen, geneigd tot i-en, tot het voortzetten des krygs, zynde hy, al vroeg* hetvooit- in'den waan gebragt * dat zyn gezag en zynein* zetten jjoniften, in tyd van vrede * al te zeer befnoeid loa*!,01 zouden worden, en dat de Staaten den klem der Regeeringe , geheellyk , zouden aan zig trekken. Doch de Staaten, vooral die van Hol- land , de ftem zyner Hoogheid hebbende, dee- Dood den te ernftiger arbeiden tot verdrag. 'sPrin- tan Pi in fen ziekte nam, ondertusfchen, zo zeer toe, dat' hy,
fa) Rerol. Ho'h 16 .Juh l6iK. hl. 2<tf.
(0) Negotiai. Secret. Tom. Hl. p. 2B2 , 355. Memoiri slu Coaice dt üuicue lntrsd. p. 12, 14. |
|||||
XLVI. Boek. HISTORIE. 433
hy, op den tienden van Lentemaand, eene ge- i^j.
weldige verheffing van koorts gekreegen heb- -------
bende, door de Geneesmeesters, genoegzaam, feFredrfH
opgegeven werdt. De algemeene Staaten en de ÏIenrik* Staaten van Holland kwamen, hierop, des an- derendaags, in merkelyken getale, om affcheid te neemen van den ftervende Prinfe; die poo- gingen deed om te fpreeken; doch naauwlyks eenige verftaanbaare rede kon uitbrengen. De Predikant Goedhals, die den Prins, dikwils, bezogt hadt, en meende zyne belemmerde fpraak beter dan anderen te können verftaan, verklaarde, uit het gene zyne Hoogheid den Raadpensionaris Kats zeide, gevat te heb- ben „dat hy de Staaten dankte voor de eer, „ die hy en de zynen, tot hiertoe, van hun ge- booten hadden; dat hy het Land getrouwe- „lyk gediend hadt; doch nu niet meer ver- 5, mögt; en dat hy het Land, Gods* Kerk en M zyn eigen Huis en maagfchap den Staaten „aanbevolen liet." 't Welk, als dé laatfte woorden van zyne Hoogheid, in de Registers der Staatsbefluiten van Holland, werdt aan- getekend Cp). De Prins, vervolgens met hand- tasting affcheid genomen hebbende van de Staaten, lag nog te zieltoogen, tot op den veertienden; wanneer hy, des morgens om- trent vyf uuren, zagtlyk ontfliep (^_), in het vierenzestigftë jaar zytis ouderdoms. Het lyk werdt, op kosten van het fterfhuis, den tien- den van ßloeimaand, te Delft, in 't Graf van Prinfe Willem, Vader van zyne Hoogheid, met
f/O Refol. ttoll. it Maart 1647. il. 69.
(_q) Refol. Ilöll. Ij Maart wji>, il. 71. AlTZBMA 111. Bttl, H. iüi, 102, 157, 158 ins. XI. Deel. Ee
|
||||
434 VADERLANDSCHE XLIV.Boek.
|
|||||
1Ä47* met veele ftaatfie, bygezet (f). Weinige da-
-----— gen te vooren, was 's Prinien uiterfte wil,
. Zyn ui- gemaakt in 't jaar 1644 (/), doch onlangs, bij
èn^Wnde- ^°^ct^ een weinig veranderd, in 't byzyn van ren, "" Gemagtigden der algemeene Staaten, geopend (/). Hy hadtzynen eenigen Zoon, Willem, en, by deszelfs vooroverlyden, zonder wetti- ge kinderen, zyne oudfte Dogter, Louifa, nu Keurvorftinne van Brandenbuig, tot zyne ee- nige erfgenaamen verklaard. Aan deeze Dog- ter , maakte hy tweehonderdenvyfcigduizend guldens, en eenhonderdenvyfugduizend aan ieder der drie overigen, Albertina Agnes,, Hen- rietta Katharina en Maria. Aan zyne Gemaalin, de Prinfesfe Amelia van Solms, had hy, by zyn' uiterften wil, eenen Lyftogt van vieren- twintigduizend guldens , jaarlyks , gemaakt, benevens het gebruik der Huizen te Ryswyk en in den Haage in 't Noordeinde. Doch by zyn Codicil, kort voor zynen dood gefield, hadt hy haar jaarlyksch inkomen nog merkelyk vermeerderd. De nakomelingen van Graave Willem Lodewyk van Nasfau waren niet wel te vrede, over 's Prinfen uiterften wil, alzo, volgens dien van Prinfe Maurits, in geval 'er geene mannelyke erven van Fredrik Henrik nableeven, de goederen van den Huize van O- ranje op hen verfterven moesten; daar, vol- gens de fchikking van wylen zyne Hoogheid, de Keurvorstin van Brandenburg en derzelver . * kin-
(r) ArrzEMA III. Deel, bl. 174. Negntiat. Secret. Tom. IV.
?• 334«
(s ) Zie liet TcfUin. by Aitzema II. Deel, 4/. 977. Voiez
ttiu/i Slipnlcm. au Corps Oiplom. Tom- II. P. I. p. J05. CO Refol. Huil. s May 1647. W. ioö.
|
|||||
XLIV. Boek. HISTORIE. 43s
kinderen hun voorgetrokken werden («). Ook HS47;
zyn deeze verfchiüende uiterfte willen, in laa- ■ fchen de Vorftelyke Huizen van Brandenburg en Nasfau. Fredrik Henrik liet geene wettige kinderen XIX.
na dan de genoemde vyf, eenen zoon en vier Zyn«1 Af« dogters. Doch hy hadt ook eenen natuurlyketi be*ldinS' Zoon, Fredrik van Nas f au, Heer van Zuileftein, Kolonel van een Regement knegten in Staat- lichen dienst. De Prins overleedt, met den roem, dat hy het magtig Spanje, waartegen zyn Va- der zig naauwlyks hadt können verdedigen, en welk zyn Broeder, alleenlyk, eenige merkely- ke afbreuk gedaan hadt, eindelyk, zo laag hadt helpen vernederen, dat het den Staat ernftelyk en by herhaalinge aanzogt om vrede, en gun- ftiger voorwaarden uitboodt, dan men zig, ee- nige jaaren herwaards, zou hebben durven be- looven. Zyne tydgenooten hielden hem voor den uitfteekendften Krygsheld zyner eeuwe. Hy evenaarde, dagt men, of overtrof zynen Broeder, die, in de konst van oorloogen, te gelyk zyn meester geweest was, in beleid en voorzigtigheid, en in onbezweeken' ftandvas- tigheid. En dat hy, federt de naauwe verbind« tenisfen met Frankryk, met naame in den laat- ften tyd zyns leevens, verfcheiden' veldtog- ten deedt, zonder veel te verrigten, moet, mogelyk, eerder als een uitwerkfel zyner die- pe Staatkunde aangemerkt, dan aan zyne toe- neemende zwakheid van verftand en kragten toegefchreeven worden. In zaaken van Regee- rin-
O) AlTZÏMA [II. Ültl, il. 1-4.
Ee %
|
||||
436 VADERLANDSCHE XLIV.Boek,
1647. ringe, heeft hy zig zo gemaatigd v/eeten te
■ gedraagen, dat hy, in 't gemeen, bemind en geagt werdt; tot dat zyne fterke begeerte tot
het voortzetten des oorlogs, en zyn heimelyke handel met het Hof van Frankrijk hem een weinig verdagt maakten by fommige Gewes- ten; vooral, by de voornaamfte Steden van Holland, die, door den Hegten ftaat van 's Lands geldmiddelen, en, door 't belang des Koophandels, geperst werden tot vrede. 'C Stuk van den Godsdienst werdt, door hem, ook altoos met gemaatigdheid behandeld. Hy hield zig, wat zyn' perfoon betrof, by de o- penbaare Kerke; doch hadt een' afkeer van de vervolging, die, eer hy aan 't bewind kwam , verwekt was tegen de Remonftranten. Ook verwierven dezen, onder zyne Stadhouderly- ke Regeeringe, in veele Steden, de vryheid van Godsdienstoefening, welke zy nog tegen- woordig genieten. Veele Wethouders, die niet vreemd waren van hunne Leere, werden, door hem, op 't kusfen geholpen; veele ande- ren, die, te vooren, van hunne ampten verlaa- ten waren, herfteld: hoewel hy altoos verftondt, dat de goede Staatkunde niet toeliet, de voor- naamften der genen, die, ten tyde zyns Broe- ders, uit het bewind geraakt waren, onder wel- ken, de Groot uitftak, van nieuws, deel aan de Regeeringe te geeven; immers niet, zon- der dat zy eene foort van fchuldbekentenis deeden. Omtrent de Roomschgezinden, ge- bruikte hy zo veele toegeevendheid, dat men in Frankryk in den waan viel, dat hy hunner Leere heimelyk toegedaan was (v); fchoon hier-
(r} Negotiat. Secret. Tom. II. P. II. p. 188.
|
||||
XLIV.BoEK. HISTORIE. 437
hiervan nimmer iet het minfte gebleeken is. ig^.
Wat zyne perfoonlyke hoedanigheden betreft, ------
hy was, in de kragt zyns ouderdoms, fchoon,
gezond en fterk van lighaam. Alleenlyk was hy, fomtyds, onderhevig aan de jigt (w). Hy hadt, naar, men getuigd vindt, een goed ver- ft and, en een doordringend oordeel. Voor- zigtig was hy, en by wyle langzaam in 't be- fluiten, zeggende dikwils, als hy zekere ont- werpen goedgekeurd hadt,<&« men zig nog eens beflaapen moest,eer men ze tekende (x~). Doch als hy eens vastelyk beflooten hadt, was hy wak- ker en onverzettelyk in 't uitvoeren. Hy oe- fende eene ftrenge krygstugt, en vorderde ee- ne flipte gehoorzaamheid aan 't gene hy bevo- len hadt. Hy was edelmoedig en milddaadig; niet fpaarzaam in 't pryzen van braave daaden, en gemeenzaam omtrent luiden van verdien- ften, zelfs omtrent vreemdelingen. Hy han- delde zyne vyanden heufchelyk, en bewoog hen, daardoor, dikwils, om zyne gunst te zoe- ken. Nimmer verliet hy zyne vrienden, hoe zeer hun 't geluk ook mögt tegenloopen. Hy was, gelyk zyn Vader, doorgaans, bedekt, en niet ligt te doorgronden. Ook vertrouwde hy zig aan niemant, dien hy niet lang en dik- wils beproefd hadt. Vleijery vond by hem geene ingang. Hy zogt zyne eigen' groot- heid en die van zyn Huis, op zulk eene wyze, dat ze hem van zelve fcheen t'huis te komen, en begeerde ze niet, als ze hem verdagt of on- bemind zou gemaakt hebben. Hy verlustigde C'-O Aitzbma III. Deel, hl. 25-3, 606.
£.10 D'Estradus Tom. I. p. 56. Ee3
|
||||
438 VADERLANDSCHE XLIV.Boek.
|
|||||
ï*4jr. zig, als hy niet te velde was, dikwils, in boek-
-------oefeningen, en droeg gemeenlyk, een' be-
knopten Cafar, in 't Latyn, by zig. Ook hadt
hy eene diepe eerbiedenis voor Prinfe Willem, zynen Vader, wiens nagelaacen' fchriften hij, naarftiglyk, gelezen hadt (y~). Hy voerde de woorden Patriaque Patrique, dat is, Aan ?nyn Vaderland en aan myri Vader,tot zyne zinfpreuk; als wilde hy hiermede te kennen geeven, dat zyn beleid en wapenen den Vaderland e en der gedagtenisfe zyns vermoorden Vaders toege- wyd waren (z). Kortom, Fredrik Henrik, óia zélf 't fpoor zyns Vaders gevolgd hadt, liet zy- nen Zoon, Prinfe Willem, een treffelyk voor- beeld agter, en bleef by de meeste Landzaaten lang in loflyke gedagtenis, wordende het wei- nige, welk men in hem mispreezen hadt, uit veeier geheugen gewischt, door de herinne- ring zyner menigvuldige diensten en uitmun- tende hoedanigheden. XX. Hy was zo dra niet overleeden, of, ter Ver» Willem gaderinee der algemeen e Staaten, werdt over- Prinsvan & ö c»_ P. , - .
Oranje, woogen, or t niet geraaden ware, in gevolge
wortitKa-der voorgaande Befluiten, het Kapitein- en pitein en Admiraalfchap Generaal over de Land- en Zee- A i '" magt van den Staat, zonder uitftel, op te draa- nmai gen aan zvns Hoogheid, Prinfe Willem, over de federt, in 't gemeen, den tweeden van Krygs- dien naam geheeten. De Heer Ripperda hadt Iterf s. a« 1eec*s ^r*e ^aSen voor 's 3P^*i"fen dood, ge-
' vraagd, of men, hiertoe, niet terftond na dat
zyne Hoogheid overleeden zou zyn, behoorde
te
fy^lD'EsTPAi"-« Tom* T. p. 4^, 55, 5<5.
(_z f/\iiis»RV Moinoir "." 3,1c 3fja> 3O6. Cojumklin Eccven vs» l'rtti. Ikm il. biel, il, .214. |
|||||
XLIV.BoEK. HISTORIE. 439
|
|||||
te komen. Doch die van Holland hadden toen 1647.
nog ontydig geoordeeld, deswege, eenig be---------
fluit te neemen (ß). Nu bewilligden de Af-
gevaardigden van Gelderland terftond in den vooril ag, uit kragte der voorige befluiten van dit Gewest. Holland insgelyks. Zeeland, de voorige belluiten wegens de opvolging in hun- ne waarde laatende, droeg, uit naame der Staaten van dit Gewest, het Kapitein-en Ad- miraalfchap op aan Prinfe Willem: Friesland en Groningen niet, dan op 't behaagen der Staaten deezer Gewesten. De ftemmen van U- trecht en Overysfel vind ik niet gemeld. De Prins deedt, ten zelfden dage, den eed, in de gewoone Vergaderinge, aan handen van Ge- magtigden der algemeene Staaten, op Inftruc- tie, alreeds gemaakt, of nog te maaken (£_) : welk byvoegfel, op begeeren der Staaten van Hol- land, in den eed werdt ingelast (c). Ter Staatsvergaderinge van Holland, werdt Verfehü
wel terftond beflooten, het Stadhouderfchap "I^m van dit Gewest ook op te draagen aan zijne van »t Hoogheid. Doch eer men den Lastbrief hier- stadhou- toe opmaakte, vond men dienftig te onder- <<erfchap zoeken, of wylen zyne Hoogheid dit Ampt, ]^"d ° op eenige InfiruSiie^ bekleed hadt, en op wel- zeeland ke; midlerwyl, belastende, dat de depefchen aan zyne van het Hof, alleenlyk op den naam van Pre- ^°.°&~ fident en Raaden, zouden uitgegeven worden. Men draalde, naar 't fchynt,met dit werk, om dat men 's Prinfen geneigdheid, op 't ftuk der Vredehandelinge, eerst begeerde te ondertas- ten. C a") Refill. Holl. ii Maart 1647. *'• 7°-
(h~) A'Tzkma III. I)eeh il. 172, 173.
(.«v Refill. Huil. 14 älacrt 1647. *'• 7l> 7~'
Ee A
|
|||||
44Q VADERLANDSCHE XLIV.Boek,
ten. Doch zyne Hoogheid, zig terftond ver-,
klaard hebbende, dat hy gezind was, het oog- merk der Staaten te bevorderen, fcheen 'er geene reden te zyn, om de opdragt van het Stadhouderfchap langer te verfchuiven. Ver- fcheiden' verhinderingen veroorzaakten egter, dat het lang agter bleef. Eerst, verzogt Zee- land, de opdragt te gelyk met Holland te mo- gen doen, op gelyken Lastbrief, als, in den jaa- re 1625, aan wylen den Prinfe verleend was. Doch die van het Noorderkwartier vonden hierin zwaarigheid, alzo, in deezen Lastbrief, Zeeland, na Holland, en voor Westfriesland genoemd was, 't welk zy niet gedoogen wil- de. Nog was, te vooren, in de opdragt van het Stadhouderfchap over Briele en Voorne, by verzuim, 't Land van Voorne gefteld voor de Stad Briele: 't welk nu veranderd moest worden. Doch dit vondt kleine zwaarigheid, Met Zeeland, alwaar egter, terftond, het regt van eerften Edele, onder de gewoonlyke voor-, behoudingen (V/), aan den Prinfe was opge- draagen (e),was men langer bezig. De Staaten van dit Gewest verftonden, dat de Briel en 't Land van Voorne tot Zeeland behoorden. Ook begeerden zy maar eenen Lastbrief gegeven te hebben, voor Holland, Zeeland en Westfries- land (jQ, waartoe die van Holland, en vooral Hoorn, Enkhuizen en Medenblik, die eigen- lyk Westfriefche Steden waren, niet verftaan konden. Men raadpleegde hierover, van tyd tot tyd, Holland meende, dat men, twee Last-* brie?
(rf) Zk Vin. Deel, II. 4Ö1.
(e) Noru!. Zeel. V) April 1647- M* Oh L C/J.NotiiI. Zeel. 20 April 1647. K, yy. |
||||
XLIV.BoEK. HISTORIE. 441
|
|||||
brieven verleenende, een' voor Holland met t^7,
Westfriesland, en een' voor Zeeland, 't gefchil-------
over den rang affneedt. Doch Zeeland liet zig
dit niet beduiden. Midlerwyl, vertrok zyne Hoogheid uit den Haage. De opdragt van het Stadhouderfchap werdt, het gantfche jaar, ver- fchooven (g). Ondertusfchen, werdt ook eene Hy be- Inftruftie ontworpen, door die van Holland, komt welken, ziende die van Zeeland gezind tot uit- Laabncf ftellen, eindelyk, op den twintigften van Win- ^ e,"" termaand, den Prinfe den eed afnamen en Last- zeeland brief gaven, als Gouverneur, Kapitein Generaal afr<>« en Admiraal van Holland en Westfriesland, Brie- derlyk. Ie en Voorne. Doch hy bekwam geene Inftruc- tie, hebbende Gekommitteerde Raaden, het vastftellen derzelve ondienftig geoordeeld Qi). Zeeland befloot toen ook den Prins, op byzon- deren Lastbrief, tot Stadhouder van dit Ge- west aan te ftellen: ten welken einde, in Louw- maand des volgenden jaars, Gemagtigden her- waards kwamen : op den twee-entwintigfterj van welken, de Prins, voor 't eerst, in den Raad en op de Rolle van den Hove, zitting nam (f). De Lastbrief van Zeeland werdt, eerst Byzon- op den negentienden van Grasmaand, gedagr Verheid, tekend (£). Hy kwam genoegzaam overeen LastWe? met die van Holland, uitgenomen in 't Regt ven,we- van vergiffenis, welk Zeeland niet gewoon is, ge»s den ß"e!e en
dg) Nowl. Zeel. 20 Ju'y, 231 24 dug. 9, 13 Dcc. 1647. hl. Voorne.
164. 175, 178', i8r, 292, 301;. C&) Reib!. IIoll. 15, 2i, 29 Maart 8, 10, Il , 12 ytpril
13 Sfyy 24, 27 Juny 6, 8, 9 /lug. 30 O'd. 13, \f< Nuv 16, 17, 18, 19, 20 iiec. 1647. W. 73, 74, 7*i> 79» 8(i,9!» 92, 04» VS, 97» 1», »4i* 144, 175, «77> »?8. 274, 190, 291, 292, ??o. 3Ji, 314» 3I7j Si«» 3«f>- (/) AitzKma III, Deel, il. 217.
{k) Noful. Zeil 2 yen. 5 Fcbr. 28. /fpril 1648. il. 5, 33. 143;.
E s
|
|||||
44* VADERLANDSCHE XU V. Boek,
1Ä47. den Stadhouderen te verleenen. Voorts, is
=----- aanmerkelyk, dat, gelyk de Staaten van Hol- land Lastbrief gaven, voor Holland en West- friesland met den Briele en Foorne, wefende gele- gen en behoorende aan Holland; de Scaacen van Zeeland, om hun regt op Briele en Voorne te handhaaven, Lastbrief verleenden, voor Zee- land met den Briele en Foorne, wefende gelegen en behoorende aan ZeelandQ); welke byzonderhe- den my, in geene voorgaande Commis/ien der Stadhouderen, voorgekomen zyn. De Staaten van Holland ftelden zyne Hoogheid ook tot Groot-Houtvester aan, en deeden hem nu het reëel Compliment van honderdduizend guldens (m): waarover tnen, federt eenige jaaren, ge- raadpleegd hadt («), In Bloeimaand des jaars 1647, was hy tot Stadhouder van Gelderland aangenomen, op een Berigtfchrift, welk hy beëedigd hadt (o): Utrecht, Overysfel en Gro- ningen namen den Prinfe, omtrent deezen tyd, ook den eed af, als Stadhouder (/>). En in Len- temaand des jaars 1648, werdt hy, doorde al- gemeene Staaten, op eene wedde van driedui- zend guldens, aangefteld tot Stadhouder der Landen van Óvermaaze (^). Zy gaven hem, insgelyks, het Stadhouderfchap van Wedde en Westwoldingerland (>). Ook haddenze hem, al te vooren, het regt gefchonken, om vergiffe- nis-
CO VI. Memnriaaflj. Rolland ƒ. 10, so.
O) Refol. Holt. 15 Jan. 18 July irt48. il. 7, 251. inj Zie hier voor, bl. 300. (.<?■) Zie liet hy Anzsiii III. Deel, hl. vß. Qpj AirZEMA JII. Deel, lil. 174, '7-V (?) lieful. IIoll. 3 Maart 1048. W/54. Aitzejm III. Detl.
il. 246. *
(r) Rsfol. Ccner, s8 Fteb. 1G48. by Wicquef. Prena. p. 237,
|
||||
XLIV.BoEK. HISTORIE. 443
r.isfen te verleenen in de Stad en Lande van 1647.
Maastricht (s). Uit al het welke blykt, dat—— men, om ftryd, de gunst van zyne Hoogheid zogt te winnen. Ondertusfchen, is ten hoog- ften opmerkelyk, dat de Prins niec werdt ont- vangen tot Stadhouder van Holland, dan na dat de vrede met Spanje zo goed als geflooten was; en dat het Verdrag te Munfter getekend werdt, niet meer dan agt dagen, na dat hy in den Hove zitting genomen hadt. Hy bereikte, toen zyn Vader overleedt, naauwlyks eenen- twintig jaaren. Driftig en oorlogszugtig van aart, als hy was, mögt men 't een ongeluk voor hem rekenen, dat hy aan 't bewind kwam, in eenen tyd, dat de Landen vrede noodig had- den, en fterk naar vrede verlangden. De Staa- ten en hy verfchillende inzigten hebbende, ontftondt 'er, tusfchen hem en eenige voornaa- me Leden, eerlang, een misnoegen, welk ge- wigtige gevolgen naar zig fleepte. Men zag, in Herfstmaand des jaars 1647, XXI.
reeds eenige beginfels van ongenoegen tegen B.ewee- de Regeeringe te Dordrecht. Joan Walen, wel- g£j>f n te eer Advokaat voor den Hove van Holland, drecht. en daarna voor den Geregte van Dordrecht, hadt zig, federt eenigen tyd, met der woon, derwaards begeven, onaangezien hem, te voo- ren, de Stad ontzeid was. Hy hieldt 'er heime- lyke byeenkomlten, ten zynen huize, in wel- ken , hy de burgers ophitfte , tegen de Regee- ringe. Ook fchreef en ftrooide hy eenige fchrif- ten, om't volk verder gaande te maaken, en tot daadelykheid te vervoeren. Zyn bedryf ver- wek-
CO Rêfo1- Hoi!. 30 Jan. 1(54?. W. 39,
|
||||
444 VADERLANDSCHE XU V. Boeit.'
|
|||||||
iä47. wekte, eerlang, zo veel opfchudding, dat het
waards te zenden, die de klagten der Burgerye hoorden, en de zaaken in rust bragten. Doch Walen, die zig fchuil hieldt, werdt openlyk ingedaagd, en, niet verfchynende, op den hals, gebannen uit Holland, Zeeland, Friesland en Utrecht, met verbeurdverklaring zyner goe- deren (/)• Het Hof trok zig deeze zaak alleen aan, die anders ook tot den (Stadhouder fcheen te behooren, om dat zyne Hoogheid, Prins Willem, nog niet in de Stadhouderlyke waar- digheid bevestigd was. XXII. Het werk der Vredehandelinge, tusfehen Vervolg Spanje en deezen Staat, was, midlerwyl, wak- der Mun.jjgj.jyjj voortgezet. Tot hiertoe, was men meest Vrede^ bezig geweest, met van Beftand te handelen : 't hande- zy dat men, hiertoe, in den beginne, meest Hng. neigde; 't zy dat de Staaten van Holland, die merkelyken invloed op de handeling hadden, in 't eerst, alleenlyk fpraken van Beftand, om wylen den Prins en eenige byzondere Gewes- ten te ligter over te haaien tot de handeling. De punten, in den voorleeden Zomer, naar den Haage gezonden, liepen alleen uit op een Beftand; welk, volgens den voorflag der Spaan- fchen, twaalf of twintig jaaren duuren zou. Doch alzo de Koning van Frankryk, by aan- houdinge, weigerde, zig te verbinden, om, na 't eindigen van 't Beftand, den oorlog te her- vatten, wanneer hy vrede gemaakt hadt met- Spanje; begon men de gedagten van een Be- ftand |
|||||||
("O Sentent, van ilen Hove tegen Mr. Johan Walen vaa j>
Feir. 1648. gedr. 1648. Aitzïma JU. lied, bl. 305. |
|||||||
XLIV.BoEK. HISTORIE. 445
ftand te laaten vaaren, en niet dan van vrede 1647.
te fpreeken. Men hieldt het veel roemrugti---------
ger voor den Staat, dat men den Koning van
Spanje verpligtte, by verdrag van eeuwige Vre- de , afftand te doen van alle Regt op de Landen, dan dat hy zulks, gelyk te vooren gefchied was, alleenlyk doen zou, by verdrag van Beiland. De Staaten van Holland drongen deeze reden zo fterk aan, in de Vergadering der algemeene Staaten, dat men eenpaariglyk befloot, de by- zondere Gewesten, door brieven en bezendin- gen, over te haaien, om in het handelen over eene eeuwige Vrede te bewilligen («). Ook ftemdenze'er, eerlang, allen in, Zeeland alleen uitgenomen (v). Holland floeg, federt, voor, dat de zes Gewesten, de ontworpen' punten van Beftand in Vredepunten veranderen moes- ten. De vyf andere Gewesten bewilligden hier- in , en Zeeland zelf eindelyk, mids men zig voor- af onderling verbonde■ den Godsdienst, de U- trechtfche Vereeniging en 't ftuk van 't Krygs- volk te zullen handhaaven, volgens den voor- flag, voorheen gedaan, door de Afgevaardigden van dit Gewest (w). Doch de andere Gewesten verklaarden zig, hierop, niet naar genoegen van Zeeland (x). Nogtans, werdt de verwis- feling der punten van handeling, eenpaarig- lyk, vastgefteld (y). Men arbeidde, federt, te Munfter, niet meer aan een Beltand; maar aan eene
C«) Aitzema III. Deel, bl. 174.
fv> 7.ii Aitzema Vredthand. bl. 25H-262.
00 Zie hier voor, VI. 4U.
(x) Notul. Ze!. 17, 20, 21 Sept. 5 OU., 3 Nov. 1646. bl.
36a, 274, 286. 304, 348. Aitzema Vredehand. bl. 263. OO Zie 't Ontwerp deezer Verwisf. in de Negotiat, Secret,
Tom. lil. p. 467. |
||||
44<S VADERLANDSCHE XLIV.Boek.
|
|||||
j«47. eene eeuwige Vrede, en kwam, nog in Win-
------ terrnaand des jaars 1646, wegens verfcheiden'
De punten van belang, de Indien, de Mejjerye van
Spaan- 's Hertogenbosch, en de Landen van üvermaa-
Swac- en ze betreffende, genoegzaam overeen met de fchen ko Spaanfchen. De punten, over welken men eens men ge geworden was, werden, door de wederzydfche noei:- Gevolmagdgden, behalve door den f leere van overeen Nederhorst, by voorraad, getekend (z). 't wegens Voltrekken der handelinge werdt, alleenlyk, «ie Vre- verfchooven, om dat de onzen verklaarden, depun- niet re können fluiten, zonder dat Frankryk en Spanje zig insgelyks verdroegen («). Ook ver- zuimden de Franfchen niet, by alle gelegenhe- den , in den Haage en te Munfter, te vertoo- nen,-dat zulks, uit hoofde der gemaakte ver- De onzenbindtenisfen, niet mögt gefc!iieden(£). 't Ont- zoeken werp van een Verdrag tusfchen Frankryk en Frnnkryk Spanje was, eindelyk, in den aanvang deezes re" bevre-eJaars» *n ^aat geragt» om aan de Staatfchen,
dijen. als middelaars tusfchen hunnen vriend en hun- nen vyand, vertoond te worden (c). Doch 't werk deezer bemiddelinge was zo vol zwaarig- heid, dat men 't, na veele vergeeffche poogin- gen , eindelyk moest laaten fteeken (i). Frank- ryk, nog al voortgaande, met het vervolgen zyner overwinningen, aan verfcheiden' oor- den, fchoon niet met zo goeden uitilag, als in >/• de (z~) Zie Aitzp.ma Vredëband. hl. 2<)4, 300.
da) AirzKM« III. Deel, bl. 126-135, 136. Vredehand. W»
164, 272. (4) Zie de Pronof. van Brasfet en do la Thiiillerie In de Pfew
gotiat. Secret. Tam. III. p- 445 en Aitzëma Vredehand. iL 373 enz- ( c) Neïotiat. Secret. Tom. IV. p, 3.
(d) Negotiat. Secret. Tom. IV. p. 104, lotf, 120, 129, 157;
ii<i, 205, 207, «24, 240, 3<ji, 421. |
|||||
XLlV.BoEK. HISTORIE. 447
de voorleeden' jaaren, hadt te minder ooren i<$47.
naar voorflagen tot vrede, die, van den Spaan- -------
fcben kant, en zelfs van den kant der midde-
laaren, redelyk geoordeeld werden. Ook toon- de Spanje minder geneigdheid tot vrede met Frankryk op nadeelige voorwaarden, naar ge- lang, dat de hoop tot het fluiten van een by- zonder Verdrag met deezen Staat toenam. De Spaanfclien vleiden zig zelfs met de hoop van, na het treffen van zulk een Verdrag, een naauw Verbond van onderlinge befcherming te zullen können fluiten met de Staaten en met den Keur- vorst van Brandenburg (Je); 't welk hen te min- der deedt vreezen voor Frankryk. Ook hadden de Franfche Gevolmagtigden te Munfter vast- gefteld, niet met Spanje te verdraagen, dan na 't fluiten van een nieuw Verbond van Borgtogt met deezen Staat (ƒ'); waardoor zy het nadeel, welk zy van een verbond tusfehen Spanje, de Staaten en Brandenburg te dugten hadden, meenden te zullen können voorkomen. Aan dit Verbond van Borgtogt werdt, vlytiglyk, van de Franfchezyde,gearbeid. Servien kwam, met Servien het begin van Louwmaand, van Munfter in doet een' den Haage, om he^t te doen fluiten. Ook klaagt *jg"£"" de hy, in zyne eerfte aanfpraak, zeer, over de ge# Staatfche Gevolmagtigden te Munfter, die, Zynhaa- zeide hy, den Spaanfchen hoop gaven tot een del **- afzonderlyk Verdrag (g). Hy zag, in 't byzon- daw' der, op den Heere Pauw , die't zig ook aantrok, en daarna eene fchriftelyke verdediging van zyn
(O Voitz Ncgotiat. Secret. Tom. IV. p. 103.
(f) Notiil. Zeel. 14 Dccemb. 1646. il. 3ju Negotiat. Secret. Tem. I.V. p. 3. Ctf) yoeiti Negotiat; Secret. |
||||
443 VADERLANDSCHE XLIV.Boek;
Ï647. zyn gedrag ter algemeene Staatsvergaderinge
------- overgaf (Ä). Ook hielden de Staaten van Hol- land hem en Mathenes de hand boven 't hoofd: hunne handelwyze, te Munfter, in allen dee- le goedkeurende (*'). Servien gaf zyne aan- fpraak, terftond, te drukken, terwyl hy zig ge- belgd hieldt, dat men , van den Spaanfchen kant, iet in 't licht liet komen. Zelfs vorderde hy, dat de Staaten van Holland het verfprei- den van zekeren Spaanfchen voorflag voorkwa- men. Men deedt'er, op zyn aanhouden, onder- zoek na, by zekeren Drukker, daar men juist de Aanfpraak van Servien op de pers vondt, die,terftond,werdt weggenomen (£). Wat laa- ter, leverde hy nog een Gefchrift over; waar- in hy Pauw en dé Knuit, met naame, befchul- digde. Den eerften, in't byzonder, als hieldt hy heimelyk verftand met de Spaanfchen, en als hadden deezen hem, door gefchenken, ge- wonnen (£). Doch Servien was zo dra niet van Munfter vertrokken, of de Spaanfche Gemag- tigde, Filips Ie Roy, begaf zig, insgelyks, her- waards, om zynen handel te ftremmen (ni). Holland kantte zig lang tegen het Verbond van Borgtogt (n). Midlerwyl, vaardigde Servien, uit den Haage, een' Brief af aan de byzondere Gewesten, Holland uitgenomen, waarin hy de redelykheid en noodzaaklykheid van het Ver- bond f S) Aitzema Vredehand. W. 312.
< f O Refnl. Holl. 14 Aug. 1647. by Aitzema Vredeh. VU 329. (A) Refol. Holl. 24, 26 Jan. 5 flor. 1647. W> 24, 25, 29,
37. Aitzema III. Deel, VI. 197. (7) Notul. Zeel. 19 Febr. 1647. VI. 50. Wicqubf. Tom. I.
Preuves, p. 264, 267. Qni) Aitzema Vredehand. VU 277, 299.
r«') AiT7EMA III. Deel, VU 156, 157. Vredehand. il. 298»
gi7 enz. |
||||
XLIV.ÉbEk. H I S f Ö R I É. 449
bond van Borgtogt poogde te bewyzen (0). igtfi ,
Doch deeze Brief werdt, zo men wil, door den « Spaanfchen Gevolmagtigden Brun , in open-
baaren druk, beantwoord (£). Servien hieldt, cndertusfchen, ook aan, op het openen van den veldtogt, vraagende, of de Staaten den gewoonlyken onderltand van Frankryk niet begeerden te ontvangen. Doch Holland ftem- de hiertegen , beweerende , dat men genoeg voldaan hadt aan 't gene men Frankryk fchuldig was (#). De meeste Gewesten, vooral Gel- derland, drecven, ten deezen tyde, dat men Spanje moest verpligten tot den affland van het Overkwartier van Gelderland, welk men verftondt niet van de drie andere deelen van dit Gewest te können gefcheiden worden. De Prins toonde zig ook geneigd, om het Over- kwartier te vereenigen met den Staat; doch hy begreep, dat het door de wapenen gefchieden moest. Msar men riedt hem, hiervan niet te reppen by die van Holland; daar men van gee- nen veldtogt hooren wilde (r). Noctans deedt De prini zyne Hoogheid , den elfden van Grasmaand, wi' w den Staaten van Holland, door den Raadpen- ve °* fionaris Kats, aanzeggen „ dat de zaaken thans „ verward ftonden in Europa ; dat men, van 5J alle kanten, volk wierf; dat hy bedugt was £,voor de onderneemingen van eenige vreem- „ de Legers, op de grenzen van deezen Staat, »en
(ol l'okz Ncpoti.it. Secret. Tom. IV. p. 87, 314. Aitzema
Vredehand. tl. 31 • (p) Negotiat. Secret. Tom. IV. p. 93. Aitzema Vredehand.
hl. 3'4j y->o. (ij~) Refol. r.ener. 12, 14, 17 April 20, 21 May \f1\7. M. S,
/ITZEMA 1)1. Titel, l.l. 174.
O) AnzFMA lil. D -1,1/1. 173. Vredeliand. tl. a&y, 30».
XI. Deel. Ff
|
||||
45o VADERLANDSCHE XLIV.Boek.
|
|||||
Ï647. „ en dat de goede Staatkunde vorderde, dat
- „ men zig wapende, terwyl het de nabuuren „ deeden. " Hy voegde hierby „ dat hy zig
„ verpligt vondc, den algemeenen Staaten te „ raaden, tot het voltallig houden hunner troe- „ pen; doch dat hy 't niet hadt willen doen, „voor dat hy 'er den Staaten van Holland Holland »kennis van gegeven hadt." Men bedankte jkamzig den Prins voor zyne oplettendheid; doch ver- werte- zogt hem „ tegenwoordig van geen werven te sen* n fpreeken; op dat de Spaanfche Gevolmag- „tigden de opregte inzigten der Staaten niet z „ mogten mistrouwen." Doch zyne Hoogheid Hoog- deedt hun, in 't begin van Bloeimaand, ander-
hcid maal, verklaaren, „hoe hem berigt was, dat 2fndtec'„de Aartshertog Leopold Willem," die jmr de den Maarfchalk van Kastel - Rodrigo, on- grenzen, langs, in de Landvoogdye der Spaanfche Ne- derlanden , was opgevolgd „ een Leger in „ Vlaanderen verzamelde ; waarom hy niet „hadt können nalaaten voor de grenzen te „ zorgen, zendende, naar den kant van Hulst, „zes kornetten paarden en twintig vendelen „knegten, nevens eenige ftukken gefchuts, „ welken hy van Dordrecht hadt doen ko- „ men." De Staaten , bedugt, dat de Prins zig ongevoellyk inwikkelen zou in den veld- togt, waarop, door Servien, fterk gedrongen werdt (V), verzogten hem ernftelyk „dat hy „ de troepen te rug wilde ontbieden, alzo men „ niets te dugten hadt van de Spaanfchen, die „ gerust waren op de verzekering, hun, van de „Staatfche zyde, gedaan, dat men, dit jaar, „niet te velde komen zou." Doch hy ant- woord-
O) y*üz Ncgotiat. Secret. T»m. III. f- 303.
|
|||||
XLlV.BoEfc. HISTORIE. 4gt
|
|||||
woórdde wdat hy, zynen last, als Kapitein- «047;
„ Generaal, hebbende van de algemeene Staa-
„ ten, verpligt was te zorgen, voor de grenzen:
„ doch zo dra de algemeene Staaten ander be- n vel gaven , en de Spaanfchen nalieten, ag- „terdogt te veroorzaaken, zou hy de troepen „ te rug ontbieden (*)." Dit gefchiedde ook federt. Filips la Roy, die nog, wegens Span- Stiizwy- je, in den Haage was, deedt,ten deezen tyde, sende een' keer naar Brusfel; den Aartshertoge Lee- JJïS^" pold berigtende, dat men, hier, genoegzaam fing," itüzwygende, bewilligd hadt, om, deezen Zo- mer, niet te velde te trekken. Voorts, bragt hy, ten gevalle van Holland, te wege, dat de vyandlykheden ter zee, van de Spaanfche zy- de, insgelyks, geftaakt werden (,«). Alles fchikte zig dus tot vrede. Het ont- XXHL
werp der Vredepunten was, gelyk wy gemeld Het <"* hebben, te Munfter, getekend, door de we- yfede derzydfche Gevolmagtigden , behalve door Wordtg*r den Heere van Nederhorst, die verftondt, dat tefcend. men, zonder Frankryk, zo ver niet gaan mögt (i>). De Hertog van Longueville, eerfte Ge- volmagtigde van Frankryk , befloot hieruit, dat Pauw en de Knuit niet alleen; maar de mees- te Staatfche Gevolmagtigden omgekogt wa- ren door Spanje. Ook fneedt hy, kort hierna, alle gemeenfehap af met Pauw (V): die, zo wel als de Knuit, in den haat verviel van 't Franfche Hof, om dat zy, naar het oogmerk van
(O Refol. Holl. n April 9, 13, 20, *i, «5 May 1(547. *'
96, 109. in, 115, 116, 122. O) Refol. (iencr. Sahhaihi 29 'Juny 1647. V» S. AlTÄMA
III. Deel, U. 175. Vrtdeliancl W. 322. Cv") Negoriat. Secret. Tom. IV. p. 70, 71» 76
Öó Ntgotiat Secret. T»m. JV. p. 80, 84.
Ff a
|
|||||
452 VADERLANDSCHE XLIV.Boek;
|
|||||
KJ47. van Holland, neigden tot afzonderlyken han-
—-----del met Spanje , en zig, door het Franfcha
goud, niet bekooren lieten (x~), om van maat-
regels te veranderen. Na het tekenen van het ontwerp der Vredepunten, was 'er, voor de Staatfche Gevolmagtigden , zo weinig te ver- rigten te Munfter, dat zy, in den Zomer, al- len van daar vertrokken (y). De Heer van Mei- nerswyk alleen, in de Lente, een' keer naar Gelderland gedaan hebbende , kwam ipoedig te Munfter te rug : doch vertrok, eerlang, wederom van daar. Verfcheiden' begaven zig naar den Haage ; daar men , eindelyk, met Servien , overeenkwam , wegens het Verbond Verbond van Borgtogt (z) , welk, tot hier- van florg- toe, ongetekend gebleeven was, om dat men togt met 't? van Frankryks zyde, te algemeen begeerde. ^™ ' Het behelsde „ dat Frankryk, terftond, in „ oorlog treeden zou, met Spanje, den Keizer 5, en alle andere Vorften uit den Huize van „ Oostenryk, zo deezen den Vereenigden Staat „ eerst, met de wapenen, mogten aantasten : wdat de Staaten het zelfde doen zouden, zo „de Koning eerst aangetast werdt, in eenig „deel van zyn tegenwoordig gebied, Pigne- „rol, Rousftllon, Lotharingen en de gewon- „ nen' Plaatfen in de Nederlanden daaronder „ begreepen: ook Katalonie, in geval de Ko- „ning, aldaar, binnen dertig jaaren, welken „ het Beftand, met opzigt op dit Gewest ont- ,, worpen , duuren moest, werdt aangetast. „ Met
(*■) Vnkz Ncgotiat. Secret. Tom. IV. p. 151.
(j5 Negodat. Secret. Tom. IV. p. 120. \z) Refoi. Gensr. .|, 9, U, 13, 15» 161 •?) l8>«» a6> a8 Jsly 1C47. JU. S. |
|||||
XLIV.BoKK. HISTORIE. 453
„ Met dien verftande nogtans, dat men, van 1647.-
„ wederzyde , niet tot eene vredebreuk zou--------
„ behoeven te komen, dan na dat men, eenigen
„korten tyd, beproefd hcdt, of de gereezen' „ onlusten , niet door zagte middelen, waren w by te leggen. Voorts, beloofde de Koning, ,, zynen Bondgenooten niet te zullen byftaan, n tegen de Staaten; noch de Staaten den hun- „ nen, tegen den Koning. Findelyk zou dit „ Verdrag alleenlyk van kragt zyn, nadat de „ Vrede te Munfter, tusfchen de Kroonen van „Frankryk en Spanje, zou zyn geflooten (a)" De wederzydfche Gemagtigden tekenden dit Verbond van Borgtogt, op den negenen twin- tigften van Hooimaand. Servien, die terftond hierop naar Munfter keerde (b~), meende, door dit Verbond , Spanje af keenger gemaakt te hebben van een afzonderlyk verdrag met de Staaten , en , daarentegen , genegener , om Frankryk genoegen te geeven. De Staaten, die, in allen gevalle, den Borgtogt van Frank- ryk oordeelden noodig te hebben, tegen de on- • derneemingen van het Huis van Ooitenryk , moesten zig , om dien te bekomen, wel een weinig voegen naar de inzigten van het Fran- fche Hof. Ook oordeelden ze, dat hun byzon- der Verdrag met Spanje reeds zo verre ge- vorderd was, dat zy 't fluiten konden als.zy wilden. Doch dit laatfte ontfchoot hun een weinig. De
(a) Zie liet Vertu van Guarantie bv Aitzema III. Deel, M,
203. Vredcliand. U. $26. en in de Ncgotiat. Secret. To«, IV. f- 373- O) Nejotiit. Secret. Tem. IV. p 146.
Ff 3
|
||||
454 VADERLANDSCHE XLIV.Doek.
|
|||||||||
i<$4?. De Staatfche Gevolmagtigden allen, in
Oogst- en Herfstmaand, wederom te Munfter |
|||||||||
XXIV. gekomen zynde (c), vonden de Spaanfchen
dThan^ vee* koeler, dan ZV tot hiertoe gefcheenen had- dciingets^en. 't Verbond van Borgtogt fcheen hun de Munfter. hoop te beneemen op een verbond van onder- De linge befcherming met de Staaten en Branden- fch*n bur8 ' waaraan ZY' terft°nd na 't fluiten der fchynen Vrede, zonden gearbeid hebben. Zy weezen, te rug te derhalve, de nieuwe Voorflagen der Staatfchen , loopen. wegens het Overkwartier van Gelder en de Meijery van 's Hertogenbosch, terftond van de hand (d), en geheten zig ook, als of zy met Frankryk zo gereed niet verdraagen zouden, als zy te vooren hadden voorgegeven te willen doen. De Franfchen bedienden zig van hunne koelheid, om hen, by de Keizerfchen en midde- laars, te bedraagen, als oorzaaken van 't ver- wylen der Vrede (e); waarvoor men, tot hier- toe, de Franfchen meer dan de Spaanfchen ge- De S»t- houden hadt. Doch de Vereenigde Staaten ten nood- lieten zig niet te leur ftellen door Spanje. Zy «akeu vernamen zo dra niét, dat men, te Munfter, ï*n te fcheen te rug te loopen, of zy ontbooden zyne Hoogheid in den Haage, en raadpleegden met hem, op het openen van den veldtogt. De tyding hiervan deedt de Spaanfchen, terftond, van toon veranderen , en Pauw en de Knuit keerden, kort hierna, wederom naar den Haa- ge , om den uiterften last van hunne Hoog-Mo- gendheden tot het fluiten der Vrede te gaan haaien (ƒ>. Zo |
|||||||||
<0 Ncgotiat, Secret. Tom. IV. p. 152,
(O Aitzbma III. Deel, hl. 205. £e) Negutiat. Secret. Tom. IV. p, 164. C/3 Aitzema III. Deel, il, aoj. |
|||||||||
XLIV. Boek. HISTORIE. 455
Zo dra waren zy niet wedergekeerd te Mun- itftf.
fter, of het Verdrag met Spanje werdt zo ver——— gebragt, dat 'er naauwlyks iet aan ontbrak. De De Fran- Franfchen alleen hielden het fluiten nog tegen, j"che" beweerende, dat het, te gelyk met hen, be- h°tute£e hoorde te gefchieden ; gelyk zy verklaarden nen der niet zonder de Staaten te zullen fluiten. Zy Vrede begeerden zelfs , dat van deeze hunne ver- te6en« klaaring aantekening gehouden werdt, in de Registers van den Staat. In Wynmaand, be- gaven Pauw, de Knuit en Klant zig nog eens naar den Haage, om veiflag te doen (g). Mei- nerswyk en Ripperda deeden een' keer naar huis \ zo dat 'er maar drie Staatfchen, Mathe- nes, Nederhorst en Donia, te Munfter, blee- ven (Ji). Doch op het einde van Slagtmaand, keerden ze allen in deeze Stad te rug (ï): met zig brengende den uiterften last der algemeene Staaten, die den vyitienden gedagtekend was. Men hadt beflooten, 't Verdrag te tekenen, na dat men eerst nog eenige poogingen zou heb- ben gedaan, om Frankryk met Spanje te be- vredigen. Doch Zeeland hadt, hierop, doen aantekenen, dat men niet buiten de voorige be- fluiten van zig aan de Verdragen met Frankryk te houden behoorde te gaan. Utrecht en Fries- land deeden omtrent gelyke aantekening (k). Met dit befluit, keerden de Gevolmagtigden naar Munfter. De Franfchen, nu het fluiten van een afzonderlyk verdrag, tusfehen Spanje en
(g~) Refol. Gener. si, aa- Oiïoh. 1(147. M. S. Zie ooi An*
ZEMA Vreilchiind. bl. 333. Cé) Negotiat. Secret. Tom. ]V. p. 169, 173.
CO Negotiat. Secret. Tom. IV. p. 194..
(*J Refol. Gener. l'ener. 15 Nov. i<»47. M. S. Negotiat.
Stet«, Tom- IV. p. 4DI. Aitzrma VreJeli. U, 447. Ff 4
|
||||
4$6 VADERLANDSCHE XLIV.Boejc.
1647. en de Staaten, op handen ziende, deeden al
■■■ . mende zelfs in bedenking, om, ten opzigte van Lotharingen, meer toe te gceven, dan zy tot hiertoe hadden willen doen (V). Doch hunne poogingen waren vrugtejoos. De meeste Ger westen hadden vastgelleld , afzonderlyk, met Spanje te fluiten, zo men Frankryk niet bren- gen kon tot een verdrag met Spanje, welk men redelyk oordeelde; waartoe men, voor 't laatst, nog in Wintermaand en langer, zyn best deedt (tb). DeFranfchen fpraken, eindelyk, van hun- ne verfchillen met Spanje te willen onderwer- pen aan de uitfpraak der Staaten en des Prin- fen van Oranje. Men hadt deeze verfchillen nu tot vyf punten gehragt; waarvan het punt van Lotharingen het voornaarnfte was. Doch de Spaanfchen hadden geenen zin, in den voor/- flag derFranfchen : die, veelligt, ook nietern- flig gemeend was («). Daarenboven veritori- den de meeste Staatlche Gevolmagtigden en vooral de Staaten vau Hqlland, dat het aan- neeintn van deezen voorflag de vrede verwyld zou hebben. Men wees dien dan van de hand. De Spaanfchen en Staatfchen regelden, mid- lerwyl, alle de punten des Verdrags (e). Men kwam, onder anderen, overeen, dat de Lan- den van Overmaaze in 't bezit zouden blyven van hun, die ze, ten tyde van 't fluiten der Vre- de, bezitten zouden. De Spaanfchen zogten zig, door
Cl . Refol. Cener. 15, iR Januar. 1Ö48. SI. S. Ncgotiat. Sc-
«ret 7*oi«. IV. p. 202, 208. (Vb) Sfmimicr Rapp. y.in cJc Plenipotent. in datis 12 Feir. en
8, o. i" Sept. K'ifi. UI. S. Nejjotiat. Secret. Tom. IV. p. iij6. Cit) Vuicz Negoiiat. Secret. ?'0/V/._IV. p, 120, 157, IÜ8, 427.
Wïcqijefoiit Livr. I. /'. 58. t«) Aitzsma Vrcdehand. il. jijg,
|
||||
XLIV.BoEK. HISTORIE. 457
|
|||||||
door openbaare PJakaaten, Verklaaringen en 1647,
andere geregtelykehandelingen, in 't bezie der- |
|||||||
zelven te ftellen ; doch de Staaten, of zyne Inval iB
Hoogheid gaven den Ryngraave bevel, om, ^J^' met eenige Ruitery en knegten, in deeze Lan 0/er. den te rukken, en zig van 't bezit derzelven maaze. te verzekeren, eer de Vrede getekend werdt. ;,,,., Ook deedt hy 't, in 't begin van Louwmaand, 16415, en de begeerte naar vrede liet den Spaanfchen, - • die nogtans, omtrent Namen en in 't O verkwar- tier van Gelder, veel volks op de been had- den , niet toe, hem te verdry ven. Het Verdrag van Vrede, eindelyk, in twee XXV.
taaien, de Franfche en Nederlandfche, opge* DeVre- fteld en vergeleeken zynde, werdt, op dender- fc\,en tigften van Louwmaand, te Munfter, getekend, spanjecn door den Graave van Pegnaranda en Antoni deezen Brun van de Spaanfche zyde, en door zeven stta" der agt Gevolmagtigdeu van de zyde der Staa- ^end^ ten, hebbende den Heere vanNederhorst,dien Neder-* de Franfchen hielden, zeer tot hen genegen te zyn hor« (*), tot het laatfte toe, geweigerd te tekenen (ƒ>), weigert voor reden gevende „ dat de Gevolmagtigden, w door hunBerigtfchrift en eed, verbonden wa<- w ren ,behoorlyk,agtteneemen, op het Verdrag, w in den jaare 16.J4, met Frankryk geflooten; w dat het befluit der Staaten van den vierden w van Hooimaand des jaars 1647 wel belastte, ff afzonderlyk , met Spanje , te verdraagen; n doch alleenlyk, wanneer Frankryk aarzelde , „ of te rug tradt ; dat hy oordeelde, dat de j, Franfchen zulks njet deeden, en dat 'er de „ Spaanfchen veeleer verdagt van gehouden ?, moes-
O") Aitzema III. Deel, il. a<ti, a>ja.
£*3 Wicquei'ort Ambasfad. Tom. I. />. 779, Tom% H. p. so*.
Ff $
|
|||||||
45» VADERLANDSCHE XLIV.Boek.
1Ö48. »moesten worden: waarom hy befloot, beter
. . - „ tekende ; konnende de Provincie van U- „trecht zulks tyds genoeg doen, nadat de an- wdere Gewesten de Vrede bekragtigd zouden „ hebben Q)" Doch deeze redenen klemden rnUond niet op de overige Gevolmagtigden. Zy te- van 't kenden het Verdrag, welk negenenzeventig pun- Verdrag. jen behelsde , uitloopende op deezen zin : I. »'De Koning van Spanje erkent de algemeene
»Staaten der Vereenigde Nederlanden, ne- »vens de Landen en Steden, met dezelven »verbonden , voor Vrye en Souveraine » Staaten en Landen , op welken hy, noch »zyne nakomelingen niets eifchen, noch im- »mer zullen eifchen; en verklaart zig, dien- »volgende , gezind , om met dezelven eene n eeuwige Vrede te fluiten , op de nabe- II. » fchreeven' voorwaarden. De vrede zal goed,
»trouw en onverbreekelyk zyn, te water en »te lande, en voor alle wederzydfche onder- in, r, zaaten. Elk zal behouden en gebruiken, 't n gene hy tegenwoordig bezit, zonder daarin
n op eenigerlei wyze, te mogen geftoord wor- y, den: zullende dus aan de Staaten blyven de „ Stad en Msijery van 's Hertogenbosch, de Stad „ en 't Markgraaffchap van Bergen op Zoom, „ de Stad en Barony van Breda, de Stad en w't Land van Maastricht, met het Graaffchap 5, van den Vroenhove, de Stad Graave en 't Land „ van Kuik, Hulst en 't Baljuwfchap van Hulst „en Hulfter-Ambagt, Axeler-Ambagt, be- » zui-
(j) ftefbl. Gener. Vtnet. 13 Mutrt 164$. MS. AiT2IUA
Vfedcliand. l/l. 351. |
||||
XLIV.BoEK. HISTORIE. 45?
»zuiden en benoorden de Geule, de Sterkten, 164S.
» die zy tegenwoordig hebben, in 't Land van .-------
»Waas, en alle hunne andere bezittingen in
» Brabant, Vlaanderen en elders; doch 't Land »van Waas, behalve de genoemde Sterkten, » zal aan den Koning blyven. De drie Landen »van Overmaaze , Valkenburg, Daalhem en »'sHertogenrade, zullen blyven in den ftaat, » waarin zy tegenwoordig zyn: en de gefcbil- . cham- »len, die 'er over mogten ontftaan, Verzon- brr mi- »den worden aan eene * tweeledige Kamer; partie. » waarvan onder nader. De wederzydfche on- iv. »derzaaten zullen goed verftand en vriend- »fchap onderhouden , en famen koophandel »dryven, te water en te lande. De vaarten V. n handel op Oost- en Westindie zal gehand* » haafd worden, volgens de Oktroijen, daar- » op bereids gegeven, of nog te geeven: tot »verzekering van welken, zal ftrekken het „ tegenwoordig Verdrag, waarin ook zullen »begreepen zyn alle Mogendheden en Vol- „ ken, met welken de Staaten, of de Oost- en „ Westindifche Maatfchappyen , uit derzelver „ naam , binnen de paaien van derzelver Ok- „ troijen , in vriendfchap en verbond ftaan: „ zullende beide den Koning en de Staaten in „ bezit blyven van 't gene zy, in Oost- en „Westindie, in Brazil, en op de kusten van „ Azia , Afrika en Amerika bezitten ; daar- M onder begreepen de Plaatfen , den Staaten, „federt het jaar 1641, door de Portugeezen, „ontnomen, en zulken, die zy, zonder kren- „ king van het tegenwoordig Verdrag , nog „zouden mogen verkrygen. De Bewindheb- Äbers en bedienden der Oost- en Westindi- » fche
|
||||
46o VADERLANDSCHE XLIV.Boek.
Xótf. » fche Maatfchappyen mogen vryelyk komen
------- t) en handelen , in alle 's Konings landen in
r> Europa. De Spanjaards zullen blyven by
n hunne vaarten in Oostindie, zo als zy de- » zelven nog hebben, zonder zig verder te mo- » gen uitbreiden. Ook zullen de Ingezetenen » der Vereenigde Gewesten zig onthouden n van de Kastiliaanfche Plaatfen, in Oostin- VI' » die. In de Westindien, zal men zig, ter we- »derzyde , onthouden van te handelen op » Plaatfen, die met Sterkten of Logien van de » eene of de andere der handelende Mogend- » heden bezet zyn, daaronder begreepen de »Plaatfen in Brazil, die de Portugeezen den »Staaten, federt den jaare 1641 , ontnomen » hebben, en die zy nog bezitten, zo lang de- » zelven in de magt der Portugeezen zyn zul- »len , zonder dat egter, door dit punt, het »voorgaande, eenigszins, zal mogen gekrenkt VIL »worden. De tegenwoordige Vrede zal, bin-
» nen de paaien van het Oktroi der Oostindi- » fche Maatfchappye , beginnen een jaar na »het tekenen derzelve; en een halfjaar, na » dien tyd, binnen de paaien van het Oktroi »der Westindifche Maatfchappye. Doch zo » men, binnen de gemelde paaien, eerder kenr » nis mögt gekreegen hebben van de gefloo- »ten' Vrede, zullen de vyandlykheden, van » dien tyd af, ophouden. Ook zal de fchade » herfteld worden, dien men eikanderen , al- » daar , na verloop van het gemelde jaar en VIII. jj half jaar, mögt aandoen. Men zal elkanders
» onderzaaten niet zwaarer belasten dan zynen „eigenen, en die der Vereenigde Gewesten in 9 't byzonder zullen ontheeven blyven van ze,- j,kere
|
||||
XLlV.BoEK. HISTORIE. 461
»kere twintig ten honderd, die de Koning, 1*54j.
»ten tyde van het twaalf jaarig Beftand, ge- ———
»vorderd heeft. Men zal, buiten de grenzen ix,
» van zyn gebied, van de doorgaande goede-
» ren , geene inkomende noch uitgaande reg-
»ten vorderen. De wederzydfche onderzaaten X.
» zullen de oude tolvryheid genieten , gelyk
» voor 't begin des oorlogs. De handel over en XL
» weder zal niet mogen belemmerd worden.
» De Koning Zal de tollen op den Ryn en xn,
» Maaze, die, voor den oorlog, onder de Ver-
» eenigde Gewesten behoord hebben, terftond,
»doen ophouden: ook den Zeeuwfchen tol;
»mids de Staaten van Zeeland ten hunnen
» laste neemen de jaarlykfche renten, die, voor
»het jaar 15^2, op deeZen tol gevestigd zyn.
» 't Zelfde zal ook, door de eigenaars der an-
»dere tollen, gefchieden. Het wit gezooden xili,
» Zout, uit de Vereenigde Gewesten in 's Ko-
» nings Landen komende, zal, aldaar, niet
» booger dan het grof Zout belast worden. Ook
»zullen de Staaten 'sKonings Zout niet hoo-
» ger dan hun eigen belasten. De Schelde, de XIV.
»Vaarten van het Sas, het Zwin en andere
»zeegaten, daarop uitkomende, zullen, van
»de zyde der Staaten , geflooten gehouden
„ worden, 't Gene in en uit de Havens van XV,
f) Vlaanderen gevoerd wordt, zal, door den
n Koning, even hoog belast worden als het
„ gene in en uit de gemelde zeegaten gevoerd
»wordt, door de Staaten, belast wordt: over
»welke evenredige belasting men nader ver-
w draagen zal. De Hanze-Steden en de Veree- XVI,
K nigde Gewesten zullen, in 't ftnk van den
ö Koophandel, in Spanje en in de Spaar.fche
»Ry-
|
||||
46» VADERLANDSCHE XLIV.Boek.
i«4ft. » Ryken en Landen, gelyke voorregten en vry-
-------» heden genieten. Ook zullen de ingezetenen
XVII. » der Vereenigde Gewesten, in dit opzigt, de
» zelfde voorregten genieten, die, laatitelyk,
»aan die van Groot-Britanje verleend zyn.
XVIII. » De Koning zal zulken, die, van der Staaten
»zyde, onder zyn gebied, overlyden, eene
XIX. »eerlyke Begraafplaats toefchikken. 'sKo-
n nings onderdaanen, in der Staaten gebied » komende, zullen zig, in 't ftuk van den Gods- » dienst, ftil en zediglyk gedraagen moeten, » zonder , met woorden of daaden , e enige » ergernis te geeven. 't Zelfde zal ook, van de »ingezetenen der Vereenigde Gewesten , in »'sKonings Landen komende, moeten waarge- XX. » nomen worden. Men zal geene Koopluiden,
»Schippers, Matroozen, noch derzelver fche- » pen of goederen mogen aanflaan, onder voor- »wendfel van daarvan tot 's Lands dienst ge- „ bruik te maaken. Alleenlyk zal het aanhou- ,j den van Perfoonen of goederen, volgens den „gemeenen loop van Regte, en, uit hoofde „ van fchulden of verbindtenisfen , vryftaan. XXI. r> Men zal eene Chambre mipartie of tweeledige
n Kamer opregten, beftaande uit een gelyk j, getal van Regters, wederzyds te (lellen, en „ zitting houdende in de Nederlanden, beurts- „ wyze , onder 's Konings en der Staaten ge- „bied: welke Regters, volgens een beëedigd „ Berigtfchrift, uitfpraak doen zullen, over „ zaaken , betreffende den handel der weder- „zydfche onderzaaten, de belastingen, weder- „zyds te heffen, en het niet naarkomen, of „ krenken van dit Verdrag, in Europa: zullende n hunne vomiisfen ter uitvoeringe moeten ge- wiegd |
||||
XLIV.BoEK. HISTORIE. 463
»legd worden, door den gewoonlyken Reg- 1648.
»ter der Plaacfe, daar de inbreuk gefchied is, -------
r> of daar de verbreeker zig ophoudt, ten lang-
•n fte, binnen zes maanden, na dat de Regtet r> daartoe zal verzogt zyn. Zo eenig vonnis XXII. n geveld ware , zonder dat partyen zig ver- » weerd hadden , zal het niet mogen uitge- ?? voerd worden. Ook zal men geene Brieven ■py van Marque of Schaverhaaling verleenen »mogen, dan met kennisfe vanzaaken, en in v> gevallen , waarin zulks , naar Keizerlyken ?> Regte, toegelaaten is. Men zal, met geen XXIIL ?> merkelyk getal van fchepen en volk van oor- »loge, in elkanders havens mogen komen, dan » by ongelegenheid van ftorm; zonder byzon- v>der verlof. De Eigenaars van goederen, die, XXIV. i) ter oorzaake van den oorlog , aangeflaagen » of verbeurd verklaard zyn, zullen, op eigen v gezag» en uit kragt van dit Verdrag, weder- 5)om in \ bezit derzelven treeden mogen, on- y, aangezien ze , voorheen , verpand, wegge- „ fchonken , of op eenige andere wyze ver- 5, weemd mogten zyn ; behoudende de oude ?5 eigenaars het regt, om deeze goederen, of „ de renten , door den Fiskaal, in de plaats ,j derzelven, gevestigd, te mogen verkoopen, n zonder daartoe byzonder verlof te behoeven. „ Al 't welk ook plaats hebben zal, ten voor- XXV. 5, deele der erfgenaamen van wylen den Hee- w re Prinfe Willem van Oranje, zelfs met op- „ zigt op de regten uit de zoutpannen van het n Graaffchap Bourgondie , en de Bosfchen „daartoe behoorende: en op de goederen en XXVI. nregten, gelegen in de Graaffchappen Bour- wgondie en Charolois , zullende alles, wat, »vol-
|
||||
4o> VADERLAfrDSCHE XLIV.Eoêk.
i6tf. " volgens de Verdragen van den negenden vatl
-------» Grasmaand 1600 en van den zevenden van
v> Louwmaand 1610, moest wedergegeveit
»worden, en bevonden wordt, nog niet we- » dergegeven te zyn , ter wederzyde, weder- XXVir. n gegeven worden. Ook zullen hieronder be->
» greepen zyn de goederen en regten, die, na » 't uitgaan van het twaalf jaarig Beftand, door n den Hoogen Raade van Mechelen, toege» »weezen zyn, aan wylen Graave Jan van » Nasfau; of die hy, op eenige andere wyze, tfXV'IlI.» verkreegen heeft. En aangaande het pleitr
•» van Chatel-belin, by 't leeven van den ge- n melden Prinfe van Oranje, voor den Hoogen n Raade te Mechelen, aangevangen, is ver- ;) draagen , dat, terftond, afftand gedaan zat » worden van alle de goederen, door den Pro- ?>kureur- Generaal, in het gemelde pleit, ge* » vorderd; die, door de erfgenaamen van den 5j gemelden Prinfe , zullen können aanvaard, »en vry en onbekommerd bezeten worden ? >j mids de genooten' vrugten , tot op de be- 55 kragtiging van dit Verdrag, aan de gemeene XXiX. „fchatkist blyven. Daar men zwaarigheid
5, maakt, om de goederen, die te rug gegeven )j moeten worden, te rug te geeven, zal de ge- wwoonlyke Regter den kortften weg inflaan, •kxx. » om zulks te doen uitvoeren. De Ingezete-
„ nen der Vereenigde Gewesten, zig in 's Ko- „ nings Landen ophoudende, zullen zulke Ad- j, vokaaten, Prokureurs en andere diergelyke „ Amptenaars gebruiken mogen, als zy geraa- kxXI. „den vinden. 'Zo de Fiskaal eenige goederen
„ verkogt heeft, zullen zy, aan welken dezel- w ven moeten uitgekeerd worden , zig te vre- |
||||
&LFÏ.ÉOÈK. H ï S f Ó R I Ë. 4^
?>de moeten houden met den Intrest van den 164$.
» prys , tegen den penning zestien in 't jaar.-------
» Doch Äö de verkooping gefchied mögt zyn, XXXIt.
'n ter voldoeninge van eenige deugdelyke to fchuld des ouden eigenaars , zullen zy , of t1} derzelver erven , de góéderen , binnen eéh »>j jaar na de tekening van dit Verdrag, tot den >j verkoopprys, wederom mogen naar zig nee- 5) men. Alleenlyk zal zulks niet mogen ge- xxxiIL >5 fchieden , omtrent verkogte Huizen in de >> Steden , alzo het onderhoud en de verbete- • >> ring aan dezelven, niet dan met veele moei- jjtè, zou können gefchat worden. Doch de xxxiV. »verbetering van andere verkogte goederen, 55 waarvan 't vefkoopen vry geftaan heeft, j, zal, in geval van herneeming, door den ge- j, woonlyken Regter, moeten gefchat worden, >, en de gronden en erven, voor 't beloop dee- j, zer fthattinge , verbonden blyven ; zonder ,, dat 'er egter het Regt van Retentie tegen zal }, können gebruikt worden. Verzweegen' goe- XXXtf. M deren , door den Fiskaal niet aangeflaagen 5, zynde, zullen, Van nu af, ftaah ter befchifc- ;?kinge van den eigenaar. Boomen, afgehou^ xxxvj» P, wen na 't fluiten van dit Verdrag, of die, te'n 5, dage van bet fluiten, nog op den grond ge- diegen hebben, zullen, onaangezien zy ver- j, kogt mogteh zyn , aan den ouden eigenaar w blyven. De vrugren, hüüren, pagteii en in- XXXVIL 5, komften Van goederen , die te rug gegeven „ moeten worden , verfcheenen zynde na de w dagtekening van dit Verdrag, zullen, voor 't „ gebeéle jaar , den eigêriaaren voleen. DcxxxviII. j, huuren vah Verbeurdverklaarde of aangete- kende goederen , fchoorf voor veele jaafeft XI. Deei« Gg „ge- |
||||
4<><S VADERLANDS CHE XLIV. Boek.
|
|||||
1648. » gemaakt, zullen begreepen worden te ein-
■-------»digen, met het jaar na de tekening van dit XXXIX. „ Verdrag. De verkooping van zulke goede-
»ren , gefchied zynde na 't fluiten van dit XL. »Verdrag , wordt nietig verklaard. Te rug »gegeven' Huizen van byzondere Perfoonen, jj of die nog te rug gegeven moeten worden 55 zal men, niet boven anderen, bezwaaren XLI. » met inlegeringe. Men zal niemant beletten
n van woonplaatfe te veranderen, mids hy de XLII. »regten, daartoe ftaande, voldoe. Zo men,
» op Plaatfen, die te rug gegeven moeten wor- » den , met behoorlyke kennis , eenige Ves- »ting- of andere openbaare werken mögt ge- »maakt hebben, zullen de eigenaars derzel- „ ven zig moeten vergenoegen met de waarde „ derzelven, naar de fchatting van den ge- XLIII. „woonlyken Regter. De goederen van Ker-
n ken , Genootfchappen en andere Godsdien- „ ftige Gefügten in de Vereenigde Gewes- ten , welken afhangen van Kerken of Ge- „ nootfchappen onder 's Konings gebied , zul- „ len hun te rug gegeven worden, zo ze niet ■n verkogt zyn, en zo ja, zullen ze zig, met den „ jaarlykfchen Intrest van den verkoopprys , „ tegen den penning zestien, moeten te vrede „houden, 't Zelfde zal aan 's Konings zyde XLIV. »worden waargenomen. Men zal den Prinfe
„ van Oranje voldoening geeven , wegens de „ intresten van eenige partyen , die hy niet „ mögt bezirten; doch hy zal in 't volkomen „bezit blyven van de goederen in Hulfter- „ Ambagt en elders, hem, onlangs, by Ok- „ troi der algemeene Staaten , opgedraagen, „ zonder dat men , uit kragt van het tegen- M woor-
|
|||||
XLIV.BoEK. HISTORIE. 467
»woordig Verdrag, iet daarvan zal können te igfa
r> rug vorderen. De Verdragen van den agt---------1
»ften van Louwmaand en den zevenentwin- XLV.
»tigften van Wintermaand des jaars 1647, in »den naam van den Prinfe van Oranje ge- » maakt, zullen van dezelfde kragt zyn , als » of ze , woordelyk, in dit Verdrag ftonden »ingevoegd , onaangezien eenige bepaalingen »in dit Verdrag, daarmede ftrydig: welke be* » paalingen men verftaat, in zo verre, te niet »te doen. Zy, aan welken eenige goederen XLV!« » moeten te rug gegeven worden, zullen vry »zyn van 't betaalen der renten en lasten, » daarop gevestigd , en verfcheenen , terwyl » zy dezelven niet hebben gebruikt: en zo al- »,1e hunne goederen verbeurd verklaard, of » aangetekend geweest zyn, zullen zy ook vry »zyn van 't voldoen der algemeene en per- » foneele lasten, die zy, midlerwyl, mogten » fchuldig geworden zyn. Voor goederen , XLVII. »die tot dykaadjen verkogt of overgegeven » zyn, zal niet meer dan de opftallen hereischt »mogen worden , nevens Intrest tegen den » penning zestien van het geld, welk daar op » mögt gefchooten zyn. Verbeurdverklaarde XL VUL » goederen, waarover partyen den Regter ge- „ kend , en wettelyk gepleit hebben, zullen » niet mogen hereischt worden, dan door den » gewoonen weg van regten. De Koning ftaat XLIX. „ af Van't regt vanRedemptken van alle andere » regten h welken hy hebben mögt, op de Stad »Graave en den Lande van Kuik, voorheen »in pandfchap bezeten, by wylen den Prinfe n Willem van Oranje , en aan Prinfe Mau- Gg a „ritSs |
||||
4(58 VADERLANDSCHE XLIV.Boek;
«548. » rits , in eigendom , afgeftaan, door de at-
• -■ »gemeene Staaten der Vereenigde Nederlan-
n den, als Souverainen der gemelde Staden Lan- L. »de, in den jaare i6n. Ook ftaat hy af van n zyn regt op de Stad , Graaffchap en Heer- „ lykheid van Lingen , en op de Steden en „ Heerlykheden van Bevergarde en Kloppen- „ burg, die allen in 't bezit van den Huize van „ Oranje blyven zullen , volgens de Brieven „van Verly en anderen van de jaar en 1546, Li. „ 1548 en 1578. De Koning en de Staaten
„zullen, elk in de zynen, den Wethouderen „ en Geregten in de Steden en fterke Plaatfen , „ die, volgens dit Verdrag, aan de eigenaars „ moeten te rug gegeven worden, tot oefening „van regt en goede regeeringe, last geeven. Lil. „ Het O verkwartier van Gelderland zal, tegen
„de waarde, worden uitgewisfeld : waarover „ de tweeledige Kamer , binnen zes maanden „ na het bekragtigen van dit Verdrag , uit- LIII. „ fpraak zal moeten doen. De Koning verbindt
„ zig, de onzydigheid, goede nabuurfchap en „vriendfchap tusfchen den Keizer, het Ryk „ en de Heeren Staaten, die ze van hunnen „ kant belooven, te zullen uitwerken; by den „ Keizer binnen twee, en by het Ryk, binnen „twaalf maanden na het bekragtigen van dit „Verdrag." Keizer Ferdinand de III. beves- tigde dit Lid van het Verdrag, voor zo veel het hem betrof, op den zesden van Hooï- maand (r). Doch dat het, federt, ook door de Vorften en Stenden des Duitfchen Ryks be- krag-
' (O Zié 's Keizers Verklsar. ly Conringius de Finib. Isnp,
üeria. Libr. II. C»y. XXViU. p. 777' |
||||
XLlV.BoEK. HISTORIE. 469
kragtigd geworden zy, is my niet gebleeken. KJ48.
Zeker is 't, ondertusfchen, dat de Vereenigde - Gewesten zig, na deeze verklaaring des Kei-
zers, hebben aangemerkt, als ontflaagen van alle oude onderhoorigheid aan 't Keizerryk; gelyk wy reeds, by eene andere gelegenheid» getoond hebben (5). Het Verdrag gaat, op deeze wyze , voort : „ Roerende verbeurd- Liv. » verklaarde goederen en vrugten , vervallen »voor 't fluiten van dit Verdrag, zullen niet »te rug gegeven worden. Ook zullen de * LV. » roerende eischregten, die, voor den geroel * As.te* m den tyd, ten behoeve van byzondere fchul- #*£ » denaars , kwytgefcholden zyn , van weder- »zyde, uitgedaan blyven. De tyd van den LVL »oorlog, genomen van den jaare 1567 tot » aan het twaalf jaarig Beftand , en van den » uitgang van dit Beftand, tot op het fluiten » van dit Verdrag, zal niet gerekend worden, »om iemant te verkorten of te benadeelen. » Die, geduurende den oorlog, naar onzydige LVII. » Landen, met der woon , vertrokken zyn , » zullen mogen te rug keeren, woonen waar j5 zy willen, en de vrugten van dit Verdrag 9, genieten. . Men zal, in de Nederlanden , LVIIL ?, geene nieuwe Sterkten noch Vaarten maa- n ken, waardoor men eikanderen zou können jj fluiten of weeren. Het Huis van Nasfau en LIX. p, Graaf Jan Albrecht van Solms, Bevelhebber 5j van Maastricht, zullen niet aanfpraakelyk • ,, zyn , wegens fchulden , door wylen Prinfe „Willem van Oranje, gemaakt, van den jaare „1567 af tot zynen dood toe. Inbreuk op dit LX» »Ver-
(ƒ> Z'i V. Viel, U. 8*3.
Gg3
|
||||
47o VADERLANDSCHK XLIV.Boek.
KÏ48. »Verdrag, door byzondere Perfoonen , zal
. » moeten gebeterd worden , ter plaatfe daar
»zy gefchied is, en men zal, deswege, niet
»tot het herneemen der wapenen komen ; » maar , by openbaare weigeringe van regt, » alleen Brieven van Marque of Schäverhaa- LXI. »ling verkenen mogen. Onterfenisfen, ge-
» fchied uit haat van oorloge, of om oorzaa- »ken, waaruit de oorlog ontftaan is, en die » daar van afhangen, worden nietig verklaard. LXII. n j)e wederzydfche onderzaaten zullen be-
»kwaam zyn, om van eikanderen te erven, »zonder, of volgens uiterfte willen, naar de LXIII. »gewoonten der Piaatfen. Alle krygsgevan-
» genen zullen , zonder losgeld, ontflaagen LXIV. »worden. De betaaling van de agterftallen
»der brandfchattingen zal geregeld worden, » door hen, die, ter wederzyde, het opper op» LXV. » zigt over dezelven hebben, 't Gene, geduu-
» rende de handeling , voorgedraagen of aan- » getrokken is, zal niet, tot voor- of nadeel »van iemant, mogen uitgelegd worden; maar »elk blyven in het regt, waarin hy, door dit LXVI. » Verdrag, gefield of gelaaten wordt. De we-
»derzydfche onderzaaten zullen genieten de p voordeden van het vyftiende Lid van het v geëindigd Beftand , en van het tiende Lid j) van 't Verdrag van den zevenden van Louw- 55 maand des jaars 1610, zo verzy ze nog niet LXVH. j, genooten hebben. De grenzen in Vlaande-
,5ren zullen, naar behooren, geregeld worden. LXVIII.» De Koning zal doen flegten de fchanfen om-
„trent Sluis, te weeten §. Job, S. Donaas, jjStejre-fcbans, S. Therefe, §. Fredrik, 3. »Iza-
|
||||
XLIV.BoEK. HISTORIE. 471
„ Izabelle, S. Paulus en de Reduit Paapenmuts; |g4g.
„en de Staaten de twee fchanfen in 't Land —— „van Kadzand, Oranje en Fredrik, de twee „ op het Pas, de fchans Spinola op Kieldrecht, „ en alle de fchanfen aan de Oostzyde van de „Schelde, uitgezonderd Lillo." Doch, in dit punt, werdt, naderhand, op den vyfden van Bloeimaand, eenige verandering gemaakt. Men kwam toen overeen „ dat de Staaten de fchan- „ fen op Kadzand en het Pas niet zouden fleg- „ ten ; maar alleenlyk , die aan de Oostzyde „ van de Schelde, uitgenomen Lillo. Ook zou „ de Koning de fchanfen S. Job, S. Donaas en 5, S. Izabelle ongeflegt laaten, en daarentegen, „boven de genoemden, de fchans de Paarle „ (legten (V)." „ Men zal eikanderen de Re- LXIX. „ gisters, Brieven en Stukken, die men, aan- „ gaande elkanders Landen , Steden of Inge- „ zetenen , in zyne magt heeft, getrouwelyk „ overleveren. De Stad Sluis zal haar Water- Lxx« „ regt behouden. De dam by S. Donaas, die- LXXI. „ nende tot ftopping van het water de Zoute, „ zal weggenomen, en een Sas in de plaats ge- „ legd worden. In dit Verdrag, zullen begree- LXXIL „pen zyn allen, die men, wederzyds, voor, „of drie maanden na de uitwisfeling der be- „kragtiging, benoemen zal; en benoemen de „Staaten, by voorraad* den Landgraaf, Sten- „ den en Landen van Hesfen- Kasfel, den Graaf „en 't Graaffchap van Oostfriesland, de Stad „ Embden, en de Hanze - Steden, met naame „Lubek, Breemen en Hamburg." Sedert benoemde ook de Koning, van zyne zyde, « den
&f) Ait?ema Vretleh. W, 3Ï1.
Gg 4
|
||||
47* VADERLANDSCHE XLIV.Boek,
ï543. »den Keizer, den Koning van Bobeeme en
-------n Hongarye , den Aartshertog Leopold Wil-.
?Jlem, 's Keizers Broeder, zelfs in de hoedaa-
r> nigheid van Groot - meester der Duitfche v orde , de Aartshertogen zyne Neeven , de v Keurvorften , Vorften , Stenden en Leden v des Dunfchen Ryks , de Graaven van 01- iy denburg en Swartzburg en de Hanze - Steden LXXIIl.r (uy> n De Graaf van Flodrof wordt heriteld
»in het Huis van Leuth, mids men, tusfchen »de tekening en bekragtiging van dit Ver- »drag, overeenkorne, wegens het onderhoud 5? der bezettinge en het flegten der werken, jj door den Koning, aan dit Huis gedaan maa- n ken." Doch naderhand werdt beftemd „ dat jj de werken geflegt zouden worden en het n Huis te rug gegeven , zonder 'er bezetting LXXIV. „ op te, laaten (v). 't Gellootene in Winter-:
5, maand 1646, raakende Rut gar Huigens, voor 55 zyne Huisvrouwe Anna Margareta van n Str aaien, zal van gelyke kragt zyn, als of het a „WQordelyk, in dit Verdrag, begreepen ware, LXXV. „ Men zal, wederzyds, zyne magt gebruiken s
w om de zee en rivieren vaatbaar en veilig te maa- v ken, en van roovers, loopers en ftroopers, J^XXVI. „ te zuiveren. Men zal niets doen, noch ge-
n doogen, ftrydig met het tegenwoordig Ver- „ diag; en zo 't gefchieden mögt, zulks, ter- „ ftond , doen heteren : waarvoor de Koning „ zig zelven en zyne Opvolgers verbindt, zo 5, wel als de Staaten ; met afftand van alle w wetten en gewoonten, daarmede ftryden- nd^
f«) AiTZMM Vrcileh. tl. 381.
C v j Ai tzema Vrcdeh. hl. 38^ ,
|
|||||
-
|
|||||
XLIV.BoEK. HISTORIE. 473
|
||||||
»de. 't Verdrag zal, wederzyds, binnen twee 1648.
»maanden of eerder, bahoorlyk, bekragtigd ------
» worden : en zullen , van dien tyd af, alle LXXVII.
» vyandlykheden ophouden. Ondertusfchen ,LXXVIL1. n zullen de zaaleen, wederzyds, blyven in den'. » ftaat, waarin zy, ten tyde van het tekenen » van dit Verdrag, geweest zyn. Na 't uitwis- LXXIX. n felen der wederzydfche bekragtigingen, zal „dit Verdrag, alurnme, daar't behoort, wor- „ den afgekondigd : waarna alle daaden van n vyandfehap zullen ophouden (V)-" By dee- Afjre- ze punten, was nog een afgezonderd punt ge 2ondercl voegd, opzigtelyk op den Koophandel, welk genaden" buiten het Verdrag gelaaten was, om dat men, Koop- tot op het laatfte toe, gehoopt hadt, de vrede handel, tusfehen Frankryk en Spanje te zullen getrof- fen zien, wanneer het niet, of naauwlyks noo- dig geweest zou zyn. Het behelsde „dat de » ingezetenen der Vereenigde Gewesten , in »hunnen handel en vaart op de Landen van » onzydigen of vrienden, niet zouden ontrust »worden , om dat de Koning van Spanje, » met deeze Landen, in vyandfehap was. Al- »leenlyk, zou het hun nietvryftaan, verboo- » den' waaren derwaards te voeren; zullende 55 zy , uit eenige Havens des Konings , naar »vyandlyke Havens, zeilen willende, alleen- »lyk, met hunne Paspoorten, behoeven te be- wwyzen, welke waaren zy inhebben, zonder » onderzogt te mogen worden: gelyk ook, in jj volle zee, geheel geen onderzoek plaats zou „heb-
(«O Z(« de uitgaave vnn het Traft, van Mtinft. in twee tas-
tet) jiy de Wed. en Erv. H. J. van tfouw gedr. 1648t en 'tn 't CfOat-PlaUaatb. I. üsil, kol. jij. |
||||||
Gg$
|
||||||
474 VADERLANDSCHE XLIV.Boek.
|
||||||
1Ä48. ,j hebben. Op Frankryk in 't byzonder, zo« de
■ y, handel mogen gedreeven worden , gelyk te gooren, mids men geene voortbrengfels van
yy Spanje derwaards bragt. Doch zo 't gefchie- „ den mögt, zouden zulke waaren alleenlyk „verbeurd, en de overigen in 't zelfde fchip „ vry zyn. Voorts , werdt den onderzaaten „ van Spanje , in gelyke gevallen , dezelfde „vryheid toegeftaan (*)." Dit afgezonderd punt fcheen zeer voordeelig voor deezen Staat, alzo 'er de handel op Frankryk, naar men 't hier in zag, door vry gefield werdt, zelfs in contrebande of verbooden' waaren, gelyk aller- lei krygsbehoeften, en, in fommige geval- len , ook veelerlei mondbehoeften gerekend werden. XXVI. Wy hebben den inhoud van het Munfterfche Aanmer- Vredeverdrag wat wydloopiger ter nederge- overTet ^e^» oni dat wy noodig oordeelden, te doen Mun- zien, op welk eene wyze, men, ten laatften, fterfche een einde gemaakt heeft van de menigvuldige Vrede- verwarringen en verfchillen, ontftaan, uit den verdrag, jangduuj-jgfl-en en felften inlandfchen oorlog, die mogelyk immer gevoerd is. By't Verdrag, waarvan wy fpreeken, werdt niet alleen de vry- heid en opperfte magt der Vereenigde Staaten, erkend en bevestigd, om welken alleen, men, veele jaaren, in oorlog gebleeven was; maar ook de gereedfte weg ingeflaagen, om den twist over wederzydffche verbeurdverklaarin- gen en benaderingen van allerlei goederen , die gedeeltelyk in de gemeene lehatkist ge- bleeven , gedeeltelyk verkogt en vervreemd wa-
|
||||||
f.r) Zit Aitzbua Vrede und. iL Z5i'
|
||||||
XLIV.BoEK. HISTORIE. 475
|
|||||
waren, ten beste mogelyk, by te leggen; om 1^,3.
de befchadigden, naar reden, te herftellen in ------*•
de verlooren' bezittingen, en om de grenzen
te regelen van een nieuw Gemeenebest, welk, onder de rampen en gevaaren des oorlogs op- gegroeid zynde, nu, eindelyk,zynen volkomen wasdom gekreegen hadt. Het Munfterfche Ver- drag herftelde de Vrede zo geheellyk, en het wederzydsch belang verbondt de handelende Mogendheden, federt, zo naauw aan eikande- ren, dat de Vereenigde Staat, nimmer, nader- hand, de wapenen gevoerd heeft tegen het Huis van Oostenryk. Ook hadt men, in dit Verdrag, zo wel gezorgd voor de byzondere belangen van voornaame Perfonaadjen, dat 'er geene reden fcheen, om te dugten, dat zy zig immer zouden kanten , tegen de maatre- gels , by het zelve, genomen, om de Vrede duurzaam, of, gelyk men't uitdrukte, eeuwig te maaken. Om al het welke klaarlyk te doen zien, het Verdrag verdiende , in zyne byzondere deelen, omftandiglyk, ontvouwd te worden. De belangen van het Huis van Oranje wa- xxvii,
ren, in verfcheiden'punten van het Munfterfche ?JZ"I!" Verdrag, voor anderen, in 't oog gehouden, dragen"" De zorg voor dezelven was, voornaamlyk, den doorFre- Heere de Knuit, die 'sPrinfen Perfoon, als **Hen- eerften Edele , in de Staaten van Zeeland, ^,^" vertoonde, aanbevolen geweest, die 'er, reeds Pn,,^' in den Zomer des jaars 1646, over handelde, vanOnn- te Munfter. Doch de Heer van Heemftede ie > met hadt ook deel aan de onderhandelingen , die ,e",{"* deswege gehouden werden: 't welk ze, meer Spanje qf min, verdagt maakte hy de Pranfchen; die, gefloo-' niet ten.
|
|||||
476* VADERLANDSCHE XU V. Boek.
W4R. niet zonder reden , vreesden , dat de Spaan-
------fchen alles doen zouden wat zy konden, om
den Prins van Oranje voordeel te doen vinden
by de Vrede. Ook was men 't haast eens, over de meeste punten , die in 't Verdrag werden ingevoegd , en waarby de Prins herfteld werdt in 't bezit der goederen, gelegen in de Graaf- fchappen Bourgondie en Cnaroïois, in het goed van Chatel-belin, en in 't gene Graave Jan van Nasfau, na 't uitgaan van 't Beiland, door den Hoogen Raade te Mechelen, toegeweezen was : en bevestigd, in 't bezit der Heerlykheden van Graave en den Lande van Kuik en van Lingen met het gene 'er toe behoorde, en der goederen in Halfter-Ambagt (y). Doch men handelde, daarbenevens , nog over een byzonder Ver- drag , waarby de Prins nieuwe voordeden be- dong. Men meende, dat de Knuit, in 't eerst, Venio of Roermonde, voor zyne Hoogheid, vorderde, doch dat de Staaten van Gelderland, oordeelende deeze Steden tot hun Gewest te behooren, zulks ongaarne zouden gezien heb- ben (V). Men kwam, cindelyk, op den agtften van Louwmaand des jaars 1647, overeen „ dat wde Koning Prinfe Fredrik Henrik de Heer- „ lykheid Montfoort by Roermonde, die „ Graave Henrik van Wirtemberg toebehoord „ hadt, en nu, door den Hertoge. van Aarfchot, „ bezeten werdt, benevens de Heerlykheid „ Turnhout in Brabant, afftaan zou; de eerfte w van welken vyfentwintigduizend, en de an- }) dere twaalfduizend guldens , jaarlyks, op- „ bragr.
(v) Zie het Miinftersch Traft, Art. XXV. XXVII. XXVlIL,
XLtV. XLIX. L. LIX C*0 Negotiat. Secret. Tutu. III. p, 335. |
||||
XLlV.BoEK.' HISTORIE. 477
»bragt. Aan de Prinfesfe, zyne Gemaalinne, 1641,
»werde de Stad en Heerlykheid van Zevert------->
» bergen afgeftaan. Doch alle deeze Heerlyk-
» heden zouden ter leen gehouden worden var» n den Koning; en, van wege den Prinfe, werdt »beloofd, dat de Roomsch-Katholyke Gods- » dienst, aldaar, in den zelfden ftaat zou bly- n ven, als zig dezelve tegenwoordig bevondt. » De Prins ftondt hiertegen alle zyne eifchen »en regten, op goederen, gelegen in deSpaan- »fche Nederlanden, af aan den Koning; die » nog beloofde, hem te zullen bezorgen de helft 5) in het Markgraaffchap van Bergen op Zoom, n die der Prinfesfe van Hohenzollern, door wden Raade van Brabant in den Haage, toe- ^, geweezen was j wordende dé wederhelft be» jj-zeten door den Prinfe van Oranje zei ven; ^, wiens Graaf fchap Meurs de Koning ook zou -w doen verheffen tot een Hertogdom , leen- w roerig van het Duitfche Ryk; daaraan heg- w tende een nabuürig Landgoed , welk tien- 2,duizend guldens, jaarlyks, opbragt (ä).'* Doch de dood van Prinfe Fredrik Henrik, die, kort na het fluiten van dit Verdrag, voorviel, igaf gelegenheid tot eenige veranderingen in het zelve. Prins Willem floot, den zevenen- twintigften van Wintermaand des jaars 1647, een nieuw Verdrag met den Koning; waarby -deeze beloofde „ de inkomften van Montfoort wte zullen verhoogen tot op twee - endertig- wduizend guldens, en in plaats van Zeven- w bergen alleen, Zevenbergen en Turnhout (&), „te
Ca") y.ic 't Verdrag ty AitïKma Vrcdeh. il. 358. Wxcquef.
jfiiHf, J. Preuves p. aas. £*) fvtez Suppiera,'«« Corps Diplom. Tim. II. P. I. f. $67.
|
||||
tfg VADERLANDSCHE XLIV.Boê*.
1648. »te zullen afftaan aan de Prinfesfe Weduwe*
-------n Tegen de helft van het Markgraaffchap
„ van Bergen op Zoom, beloofde zyne Hoog-
»heid, gelyk ook reeds by het voorgaande » Verdrag gefchied was , aan den Koning af „ te (laan zyn regt op de Heerlykheden Diest* „ Sichern en Scherpenheuvel, Meerhout en „ Voorst i Herftal, Grimbergen en Waasten» „ en op het Huis van Oranje, teBrusfel. Voorts „werdt, ook in dit Verdrag, vastgefteld* dat j, de Roomfche Godsdienst, in de Heerlykhe- „den Montfoort, Turnhout en Zevenbergen, „blyven zou in den ftaat, waarin hy tegen- „ woordig was. Ook zou dit Verdrag geene „ kragt hebben dan na het uitwisfelen der be- „ kragtigingen van het algemeen Verdrag van „ Vrede, tusfchen den Koning en de Staaten „ (c)." Wy hebben, te vooren, gezien, dat bei- de de Verdragen, met denPrinfe van Oranje ge- maakt , volgens het vyfenveertigfte Lid der Mun- fterfche Vrede , van gelyke kragt gehouden werden, als of zy, woordelyk, in het algemeen Verdrag, waren ingevoegd. Doch dit Lid werdt niet bekragtigd, voor dat 'er eene mer- kelyke Verandering in gemaakt wasi waarvan wy, terftond, nader verflag zullen doen* Nu vervolgen we ons afgebroken verhaal. XXVIII. Eemge dagen na dat de Gevolmagtigdeii vafl De Staat. Spanje en van deezen Staat, den Heere van fche Ge- Nederhorst uitgenomen, het Verdrag, teMun- iSd!ng' fter' êetekend hadden, werdt het door de on- doen, in zen overgebragt naar den Haage. De Heer van
CO Zit dit Verdrag by Aitzhma Vreileliand. */. 360. lp
WlCQülFORT Turn. I. Preaves p. 233. en voural in 't C«M Di|ilom. Tom. VI. P. I. f. 4B7. |
||||
XLIV.BoEK. HISTORIE. 479
|
|||||||
van Donia bleef alleen nog te Munfter. De i«48.
Gevolmagtigden vertoonden den algemeenen |
|||||||
Staaten ^hoe zy, vergeefs gepoogd hébbende, den H»a-
„Frankryk en Spanje te bevredigen, einde- *je> ver* „ lyk, gekomen waren tot het fluiten van een degge*n „afzonderlyk Verdrag; waartoe zy, by vet- nooten* „fcheiden' Befluiten van hunne Hoog-Mo-Vrede. „ gendheden, des noods, gemagtigd waren." Voorts decden zy verflag van de fchikkingen niet de Spaanfchen gemaakt, op het fpoedig bekragtigen en naarkomen van het Verdrag; waartoe zy verzogten, dat hunne Hoog-Mo- gendheden, insgelyks, de vereijchte orde ge- liefden te ftellen. Eindelyk, zeiden zy wver- „ nomen te hebben, dat de Heer van Neder- „ horst reeds eenige fchriften in 't licht gege- ten hadt, vervattende de redenen, welken „ hem bewoogen hadden, om het Verdrag niet „ te ondertekenen; welke fchriften zy verzog- „ ten ,dat hun in handen gefield mogten wor- dden, om hunnen Hoog-Mogendheden, daar- „op, naar beliooren, te dienen; waartoe zy „zig, eeds- en amptshalve, verbonden reken- „ den (d)" Ook beantwoordden zy, federt, den Heere van Nederhorst, in openbaaren druk (e). Hy fchreef 'er een wederantwoord tegen (j), welk ik niet weet, of wederlegd werdt. , Doch eer de Vrede van der Staaten zyde Mlsnoe-
bekragtigd werdt, deeden zig verfcheiden' 8en *an, zwaarigheden op, die, vooraf, uit den weg fC"ej^ï ge-
Crf) Refol. Gener. Jovis 13 Feh: ifyS. M. S. AiTZBMaVre-
dahand. lil. 352-:i54- Negotiat. Secret. Tom. IV. p. 423. O) Vekz Negotiat. Secret. Tom. IV. p. 4(53.
C/J Refol. Gener. Vener. xj Maart 1648. M, S, Negotiat.
Secret. Tom. IV. p. 466. |
|||||||
%Hq VAlDËRLANDSCHE XLlV.BoEsr;
ï(548. geruimd moesten worden. De Franfchen warefi
—------ zeer misnoegd, over 't fluiten eener afzonder-
över de- lyke Vrede. De Koning zelf fchreef 'er over
zelve. aan de Staaten, te kennen geevende „ dat hy £ vertrouwde, dat de Gevolmagtigden dit . „ Verdrag geflooten zouden hebben zonder fo hunnen last, en dat zy 't, als ftrydende met „ hunne meermaals vernieuwde Verbindte* „nisfen, nimmer bekragtigen zouden (g)" Scherpe De la Thuillerie, deezen Brief ter algemeene aanfpraak staatsvergaderinge overleverende, op den vier- Thuiiie-* ^en van lentemaand, voegde 'er eene aan- rie. fpraak by, waarin hy den Staaten, fcherp ge- noeg , verweet „ dat zy hunne verbindteniy- „ fen gekrenkt, den trouwften Bondgenoot „ van hunne Staat verlaaten, en al wat Frank* „ ryk, tot bevordering der v/elvaart en groot- „ heid van den zelven,in 't werk gefield "hadt* „ met de hoogfte ondankbaarheid, betaald „ gezet hadden." Voorts, gewaagende van het Huwelyk der Infante van Spanje en van de "ontworpen' verwisfeling der Nederlanden * noemde hy 't een en 't ander „ konstftreeken $j van Spanje, om de bondgenooten te verdee- „len, en om de magt en nabuurfchap van „ Frankryk, welk altoos zyn woord gehouden, ,, en de grootheid van deezen Staat gezogt -*""-;;' „ hadt, verdagt te maaken by de Staaten." Hy • befloot met te zeggen „ dat den Staaten • de ..." „handen gebooden waren^en dat zy 'tgefloo-» „ten Verdrag niet bekragtigen konden, zon- jyder de verbindtenisfen te breeken, die zy, „ met
, Cg-) l'olez Ncgotiit. Secret* Tom. IV. p. 425. Aitzema Vre-'
tlchaiid. ** 355- |
||||
&LIV.ÉOEK.
|
||||||||||||
HISTORIE.
|
||||||||||||
481
|
||||||||||||
•^met den Koning, zynen meester, hadden 164».
„aangegaan; zonder de verpligting, die zy |
||||||||||||
„ aan hein hadden, te krenken, en zonder aan
„de goede gedagten , welken men van hun- 4 •„ne trouwe en vroomheid hadt, te kort te
„doen (£)." De Staaten vonden ongeraaden, r::? orh op zulk eene bitie aan'fpraak te antwoor- ,_.'.!. ..„* den. De gezant, die nog hoopte, dat hy de Hyv^ bekragtiging zou können voorkomen, verzogt, -fjr twee weeken laater, andermaal, gehoor: en jtaanäe toen, voorwendende, dat. de voorflagen, van gefchillea de Franfche zyde, te Munfter, gedaan, veel- 'usfchen ligt, niet naar behooren, overgebragt waren g„"kar^k in de Vergadering der Staaten, boodt hy aan, aan deJÖ j, dat de Koning, zyn Meester,, oud Lotharin- uitfpraak „ gen zóu afftaan aan Hertoge Karel, mids de der Staa- „ Vestingwerken der fterke Plaatfen geflegt, dee"'z°]j" j, en, onder deezen afftand, niet begreepeh re voor." ,) werden het Graaffchap Clermont, Stenai en waarde. „Jametz, die, nevens het Hertogdom Bar, „ en 't geen van de drie Bisdommen * Mets, „ ïoul en Verdun, afhing, zou Vereenigd bly- 55 ven met de Kroone van Frankryk. De overige „ punten, betreffende de bezetting in KazaT, „het onderfteunen van Portugal, het Beftand „ voor Katatonie, en de onderhoorigheden „ der gewonnen' Plaatfen in de Spaanfche ig, Nederlanden, beloofde hy te onderwer- „pen aan de uitfpraak van de Staaten en van „ den Prinfe van Oranje, mids dezelve ge- 5,fchiedde, voor het bekragtigen der Vre- C*)Refol. Gener. Mercur. 4 Maart 1648. M S. Negotii.
jftcret. Tvm. IV. p. 4*6 AlTZEHA VrtUeh. tl. 35e., n n r XI. Deel Hh
|
||||||||||||
4«2 VADERLANDS CHE XLÏV.Boek.
.W4!. „ de, 'tusfchen Spanje > en, -deezen Staat getrof-
~------„fen<0."
Watmen, De Staaten van Holland, deezen voorflag
hierop, gehoord hebbende, veiftonden, dat men, op m" 'c denzelven antwoordende, behoorde aan te der Itaa- nier^en »dat, een Verdrag tusfchen Frankryk ten van, »en Spanje zynde van het hoogfte gewigt Holland, „ voor deezen Staat, men onderftellen moest, behoorde J? t|at de Gevolmagtigden al wat in hun ver- woorden. » mögen was 'n 't wer^ gefteld hadden, om ' „ het te Wege te brengen; doch dat alle hunne .'" . jj poogingen, tot hiertoe, ydel geweest waren, „ en dät men, zelfs naar 't oordeel der Mid- : .. ,,'delaare'n, geen meer vrugt verwagten kon ■ ■ : 55 van de poogingen, die zy, in 't gevolg, zou- w den mogen aanwenden; dat de Graaf Ser- 5avien, hier, verzeke/d hadt, dat de Vrede „tusfcheit Frankryk en Spanje geflooten zou ' „ zyn, vierentwintig uuren na dat men we- 5, gens het Verbond van Borgtogt zou zyn j, overeengekomen; dat de Staat oordeelde „ volkomenlyk voldaan te hebben aan 't gene „ men aan Frankryk verfchuldigd was; dat het w Verdrag tusfchen Spanje en deezen Staat, „geflooten zynde, niet herroepen kon wor- ,5 den jdat de Staaten egter gezind bïeeven om 5,hun best te doen, tot bevrediging der twee 5, Kroonen ; dat zy * in" den tegenwoordigen „ftaat der zaäken, de aanbieding van onder- ,, werping, door den Gezant gedaan, niet aan- ,5 vaarden konden, als zynde gefchied onder ,5 eene voorwaarde, die niet nalaaten kon, de ,jzaa-
CO RefnI. Gener. Mirt. 17 Maart f648. M. S. NegotiaU
Secret. Turn, IV. f. 42S. Aitïema Vredehand. il. 3<5a. |
||||
XLfV. BöéK. HISTORI El' 483
|
|||||
^zaaken, tot merkelyfc nadeel van den Staat» i<fcj».
nlangfleepende te houden; dat zy, nogtans» ——* ^aannamen, de voorgeflaagen' uitfpraak te ,j doen, mids 'er de bekragtiging van 't gene £ reeds beflooten was niet door verhinderd j, noch uitgefteld wierd (£). Op deeze wyze» fprakendie van Holland; doch de andere Ge- westen verklaarden zig niet; waarom de la Thuillerie, ook op zynen tweeden voorflag-, geen antwoord ontving (/). Ook waren de Gewesten nog gansch niet XXIX.
eens. over het bekragtigen van 't géflooten vyf G* Verdrag. Gelderland, Holland, Friesland, O- £e^)n verysfel en Groningen fteriiden voor 't bekrag- tot j,cc tigen. Doch Zeeland en Utrecht vonden 'er bekragti- zwaarigheid in. De Staaten van Zeeland na- gei' «j« men kwalyk, dat de Knuit het verdrag gete- ^fSw kend hadt tegen hunnen zin, en tegen dieri des de. Printen van Oranje, wiens perfoon, als eerfte Zeeland Edele van Zeeland, door hem, verbeeld werdt en U- (m). Ook zeiden ze „ dat de Staaten „ verpligti^jr^ kZynde eene algemeene vrede te doen flui- het. £ ten, en Frankryk daarby voldoening te be- Redenea >, zorgen, geene vrede, zonder Frankryk, van Zee* >, fluiten mogten. " Hunne Afgevaardigen land* ter algemeene Staatsvergaderinge verklaarden zelfs, op den eenendertigden van Lentemaand» wdat de verpligting, die men aan Frankryk ^hadt, zeer groot was ; waarom men gehou- jjden was, dezelve te erkennen, door'een ern- jj ftig bearbeiden van de Vrede, tüsfchen ), Frank-
f*~) Itefol. Getier, tutti 23 Mnaft rfyf». M. S. ArrmiA
VrcdehanH. lil. 3(14 enz Ncgotiar. Secret. Ttm. IV. f. '4iy. (') Aitzrma Viedcili. W. 167. . 1 . _ (»Ó AlTZEMA Vredch. tl. 36« en-. Hh *
|
|||||
484 VADERLANDSCHE XLIV.Boe*.
|
|||||||||
«S48. „ Frankryk en Spanje; dat zulks niet gefchied
-------„was, naar behooren; dat men, midlerwyl,
„ fprak van een Verdrag te bekragtigen, welk
„ men, niet zonder Frankryk, behoorde ge- „ flooten te hebben, en te minder, om dat men „voor de onderhouding van het zelve, nu „geenen anderen waarborg hadt, dan het „ woord en zegel van den Koning van Span- „ je, dat is, van eenen vyand, met wien men „ in fchyn verzoend was; doch die, inderdaad, „ onverzoenlyk bleef. Dat de geflooten' Vre- „de nutteloos was voor deeze gewesten, om „ dat de Franfche en, Spaanfche Legers de „grenzen van den Staat toch ontrusten zou- „ den, zo lang dé twee Kroonen in oorlog „bleeven; dat deeze oorlog den Koophandel „ en Scheepvaart ook ftremmen zou; dat men „ zig hierom hoeden moest voor het onvoor- „ zigtig bekragtigen van een Verdrag, welk, „niet zonder ondankbaarheid en onregtvaar- „digheid, getekend was." Voorts vorderden |
|||||||||
j. •
|
|||||||||
ze, dat men het Verdrag zelf in verfcheiden'
punten veranderde, en aan de Spaanfchen ver- klaarde „ dat de Staat zig dagt te handhaaven „in het bezit der Landen van Overmaaze, en „niet verftondt, dat de tweeledige Kamer uit- „fpraak deedt over het regt tot deeze Lan- „ den. Qok moest men, huns oordeels, de Plaats „ bepaalen, daar deeze Kamer zitten zou, en „ de grenzen des wederzydfchen gebieds in „Vlaanderen en elders regelen naar vermo- „ gecu,, Het punt raakende het (legten der it Sterkten in Vlaanderen moest ook veranderd „worden: gelyk, federt,ook gefchied is. De w Keizer moest den Staat verzekering geeven „van
|
|||||||||
XLIV.BoEK. HISTORIE". 485
|
|||||
„ van de onzydigheld des Keizerryks : en 't ge- ïó&i
ne in het afgezonderd punt wegens de ver-------—-
„ booderi' koopmanfchappen gezeid was moest
„ nader verklaard worden («)." In deezer voe- ge fprakendievan Zeeland, aan welken deKnuit- zo veel ongenoegen gegeven hadt, door het tekenen van 't Verdrag, tegen hunnen last, dat men, vetfcheiden' jaaren agtereen, en, zo ik meen,tot zynen dood toe, van tyd tot tyd, ter Dagvaart, raadpleegde, om hem, deswege, voldoening te doen geeven (0). Wat Utrecht Redenen betreff de Staaten van dit Gewest weigerden ™n U- k Verdrag te bekragtigen, zo lang hun niet ger bleeken was, dat dé Stäatfehe Gevolaiagtigden de verèischte poogingen hadden aangewend, om Frankryk en Spanje te bevredigen. Zy keurden goed, datNederhorst, hun Gevolmag- tigde, geweigerd hadt, het Verdrag te on- derfchryven (ƒ>). Doch de redenen, welken deeze gegeven hadt van zyne weigering, wer- den, gelyk wy reeds gemeld hebben, door de andere Gevolmagtigden, in openbaaren druk, omftandiglyk, wederlegd. Zy wee- Verdedl. zen aan „hoe zy, reeds eens geworden met Gins '* „ Spanje, alle poogingen aangewend hadden, teenl v"£ ,, om de twee Kroonen ook onderling te ver- een af- „eenigen; dat de Franfchen hunne bemidde- zonder- „ ling wel aanvaard hadden; doch te gelyk be- |j* Ve*" „geerd, dat zy niets flooten met Spanje, zo ultea „ zy bevonden, dat hunne bemiddeling de ge- „ wensch-
O") Notul. Zcol. 12 April 1(148. bl. 123. Refol. Genw. Mart.
31 Maart irt.i«. M S Zl' ook Aitzsma Vretleh. */. 366. 371. (o) Notiil. Zeel. 1 May 20 Juny 15 Sept. 21, SS, NtiyetiA.
1648. bl. 140, 2H, 263, 346, 357. 25 Mëari 19 Juny 13 Dee* lÖ4r), tl. 97 , 136, aso- 2.4'Nov. 1Ö54. lil. 381, ■ ttyßie Aikema Vretleh. bl. 373. Hh 3
|
|||||
486 VADERLANDSQHE XLIV.Boek,
„wenschte uitwerking niet hadt, De Spaan-
„fchen hadden, daarentegen, gevorderd, dat „men niet uitftelde te tekenen een Verdrag, „ waaraan niets ontbrak, dan deezeuiterlyk- „ heid. Zelfs haddenze betuigd, dat zy nergens „aan gehouden wilden zyn, en andere maat- „ regels neemen zouden, zo men het tekenen „ langer verfchoove. Hierop, hadden de on- „ zen hunne uiterfte vlyt aangewend, om par- „ tyen, wegens 't (luk van Lotharingen, welk „de ineeite zwaarigheid inhadt, met elkande- „ ren, te vereenigen. De Franfchen, zig. ge- „ laatende te luisteren naar hunne voorilagen, „ haddeng nogtans, verklaard, niets te können „ fluiten, zonder uitdrukkelyken last van het „ Hof, om welken te bekomen zy veertien da- „ gen tyds verzogt hadden. De Spaanfchen „ hadden zig verftoord getoond, over dit uit- „ftel, dreigende te breeken: en 'er eindelyk, „ niet in bewilligd, dan onder deeze voor- n waarde, dat het Verdrag tusfchen Spanje en „ deezen Staat, binnen veertien dagen, die „met den dertigften van Louwmaand eindig- den, zou getekend worden, 't zy de open-^ „ ftaande gefchillen tusfchen de twee Kroonen „vereffend waren, of niet. Hierop nu was de „tekening, ten beftemden dage, gevolgd ; die „ niet langer uitgefteld kon worden, ten ware „men, om Frankryks wille, akoos in oorlog „ wilde blyven (#),". Maar dat de Staaten hier- toe geenszins verpligt gerekend konden wor- den, hadden die van Holland, al overlang, be- weerd , aanwyzende „ dat het Verdrag van den „jaare 16.34, waarby de Staaten zig verbon- dden (j) VkUz Wicquhfüet; Tm, I. Pftuytt p.'atty.
|
||||
XLIV. Boek. H W & T O R I .£.# 487
„den hadden, te volharden in den oorlog, 164BJ
„flegts voor zeven> jaaren gemaakt was, die, —— „ met het jaar 1641, geëindigd waren; dat het ■ „Verdrag van den jaare 1635 de Staaten al- „leenlyk verbondt, om, binnen de Nederlan- , .^ „den, teoorloogen, en dat,tot dat de Span- . ■.::;■•<?■ „ jaards daaruit verjaagd zouden zyn; geens- -iiai „zins, om te helpen tot de overwinningeir, „dié de Koning van Frankryk, in Italië, in „Spanje of elders ^zoubëgeeren te doen. Dat „ het verdryven der■ Spanjaarden uit de Ne- „ dêrlanden nu hoopeloos was, en, 4e Staaten, „niet verpligt zynde, om, ten gevalle van „Frankryk, in andere Gewesten, te oorloo- „ gen;, daar de Koning zig voorbehouden hadt, „ Vreäe of Beftänd te mogen maaken, zonder „ bewilliging der Staaten % deezen niet verbon- „ den konden geagt worden, om te volharden ,3,iri' eenen oorlog, waarby zy geen belang . „ korideh rekenen. Dät hét Verdrag van het ' u:»v „ jaar '1644 wel vorderde, -dat; men elkanders „belangen-,' met kragt, öftderfteunén zou: „doch dat 'zulks alleen gepast moest worden „op belangen , die meri.met elkarideren ge- j-i{ „meen hadt, en van welken, in 't*Verdrag
„van 't jaar 1635, gefproken was; alzo 't ; „Verdrag van den'jaare 1644, alleenlyk ge- -./ „maakt zynde om uit den oorlog te geraaken, ,, eerder ftrekken zou, om dien te vereeuwi- „ gen, zo de Staat, volgens het zelve, ver- „pligt was* om in oorlog te blyven , totdat „Frankryk, wegens alle zyne eifchen , ook „ buiten de Nederlanden, voldaan zou zyn (V)-" De
ir ) WlCqUEFORT Uvï* Iv p. Jjfi, ^. ;f
Hh 4
|
||||
483 tfADERLANDSCHE XLIV.Boek.
|
||||||||
16484 De S:aaten van IJïrecht fdieenen genoegzaam,
overtuigd, door de redenen , voornaatnlyk |
||||||||
Utrecht door Holland aangedrongen, dat men, des
zig te Hood»s,.afzonderlyk,met Spanje, fluiten mogtj
laaten doch: zy-twyfelden alleen, of de Staatfche Ge-
overliaa- voltnagti^den, by de eene en de andere Mo-,
leji. gendlieidj. wel behoorlyk gearbeid hadden tot.
byleggïng-der gefchülen. Zy begeerden dan,
deswege; nader onderregt, te worden. Doch,
die van Holland beweerden adat de Vrede
,5 geflooten was , ingevolge van herhaalde
„ eeupjarige Beiluiten van alle de Gewesten ^
,ydut nien, het Verdrag bekragtigende, deeze
5, Belluiten ajleenhyk ter uitvoeringe bragt, en
5, dat die van Zeeland ten muitte geene reden
„hadden van aarzelen, daar het Verdrag»
5, door hunnen Gem;)gtigde welven , getekend
,, was (Y)." . . ■
xxx. Doch terwyl Holland, boven de andere Ge-
Verfcliil westen, drong op het bekragtigen van het.
over het \^erdrajr in 't gemeen, was 'er egter e?én punt
wertigfte m dlt Verdrag, welk de Staaten yan dit Ge-
Lid van west, volftrektelyk, weigerden te bekragtigen.
liet Ver- Dit punt" was het vyfenveertigße, behelzende.
draff' d6" de bevestiging der twee Verdragen, in den
*'q twee Jaare- '^47' gemaakt, met de Prinfen van O-
Verdra- ranje,. Fredrik Henrik en Willem. Men vondt
gen der het vreemd, dat Zevenbergen, volgens deeze
Prmfen twee Verdragen, gehouden werdt, als een
ranje " Leen van den Koning van Spanje; daar men
verltondt,. dat deeze Heerlykheid tot Holland
behoorde. Ook nam men kwalyk, dat, aldaar,
de oefening van den Roomsch - Katholyken
Gods-
|
||||||||
(O IVjgquefort Liyr. II. f. <5ö.
|
||||||||
XUV. Boek. HISTORIE. 489
Godsdienst toegelaaten was; waarover de Staa- if#t
ten alleen te befchikken hadden (f),-;:-Men be- ■„„ „1.
geerde dan, het Verdrag, zelfs van Hollands
wege, niet te bekragtigen, dan , onder deeze
verklaaring, in welke de algemeene Staaten
bewilligden „ dat men niet verftondt, by het welk n».
w gemelde vyfenveertigße., of by het voor- der ver-
„ gaande viere?iveertigfie Lid van het Verdrag, kla"£
n ergens in bewilligd te hebben, welk de op-
„permagt van den Vereenigden Staat, of van ^«y
w eenig Gewest in 't byzonder, of de orde op
„den Godsdienst en het bewind,der, Geeste- .yizia
5, lyke goederen, by de Gewesten, vastgefteld,
„ eenigszins zou können benadeelen («)•'• Dip
Spaanfchen lieten zig deeze verklaaring, die
voor 't uitwisfelen der wederzydfche bekragti-
gingen gefchiedde, federt, welgevallen,.en 't
leedt niet lang, of de Staaten van Holland
verftelden de Regeering te Zevenbergen, de
Roomschgezinde Wethouders van hunne amp-
ten verlaatende. Ook deeden zy den Priester,
die aldaar, geduurende.den oorlog, openbaa-
ren dienst gedaan hadt, de Plaats ruimen (V).
Midlerwyl, dreef Holland, dat men» by ge- xxxr.
brek van eenpaarigheid, met meerderheid van De Ge-
fternmen, befluiten moest tot de bekragtiging westen
van het Verdrag, welk, in gevolge yan een-, befluiteJ:>
paarig genomen' Staatsbefluiten ; getroffen, (jammen
was (w). Op den vierden van Grasmaand ,^ tot het
werdt zyne Hoogheid verzogt, de Vergade- bekragti-
rine gen ,der
w Vrede. (?) Aitzema VredeJ». */. 357« 358, 3<52.
,.(aj Ilefol. Gener. Feuer. (1 Maart 1(548. M. S. Zie Aitze- ma Vredeh. bl. 381. O) Kefol. Holl. 30 'jfmiy 3 Au£. 1648. 11. 169, 267. Wic-
VöïfORT Livr. II. p.yi. (w) Aitzema Vredehand. bl. 360. -....■
Hh 5
|
||||
4pö V^BERLANDSCHÊ XLIV.Boek.
i«48, ring der aigemeene Staaten te willen bywoo-
■ nen, alwaar 'hem, in de eerfte plaats, zyn ge-
voelen, op dit ftuk, werdt afgevraagd. Hy antwoordde „'dat de zaak te gewigtig was, „om, byn meerderheid van ftemmen, te wor- -c» ■<''■>■' „den afgedaan; maar hy riedt de raadpleegim
T"j' •- »gen %$ of tien dagen uit te ftellen, op dat „ die van Zeeland en Utrecht nog eens verflag ,ymqgteri doen, en, met.nieuwen last te rug utrecht n keereB.',, Doch die vdn: Utrecht verklaar- volgt zig den, da£rZy; g&én uitftel begeefden, en gaven Werby* é?noeS te Veälään, dat zy zig niet kanten zou- den tegen« éèn -Beflüit tot bekfagtiging, al Werdt -bè$ fóhoon, op ftaände voet, genomen. Hollands diebefpeurende,, drong ernftelyk op het opnèemen der ftemmen $ en het vormen van eeri Befluit. Maar de Knuit, die, wegens Zee- land, ter Vergaderinge voorzat, weigerde een Befluit op re maaken, welk ftreedt met de mee» ning vah'zyn Gewest. Hy ftondt dan zyite plaats af aan Amslis van Boekhorst, Heere van Wimmenum., die, de voorgaande week, we- gens Holläridi voorgezeten hadt; en deeze,de :,:;: - ftemmenophéémendé, béflooc, met vyf Ge- westénj'föt'het' bekragtigen der Munfterfcha ;:,j ..; Vrede-, 'Hy deedt 'er by j, dat men, volgens jj den raad z.ynef Hoogheid, den Afgevaardigd :^den van Zeehvid ige o£ tien dagen tyd:gee<r ■ n ." fiveti mögt'. <öhi naderen last tè haaien, na
'" „ welkeh1 ty#, i de Staaten hun laatfte en alge-
" ,-meene Befluit neemen zouden (af)." De
' Staaten van Holland deedea, tot ontlasting
w -tf' van
' C*5 Réfol.! (iener. Seili. '4 Apr. 1Ö48..}?': .WicqJJWt Toth
If freuvet. p, aio. -;i .ii I.....:.:. / •-..' ; :. |
||||
*
|
|||||
XLIV.BoEic. HISTORIE. 491
van den Heere van. Wimmenmn, federt, eene i^
verkläaring, dat hy het opmaaken van dit ge- -----—
wigtig beliuit, buiten zyne beurt, op hunnen
»itdrukkelyken last, gedaan hadt.(j). Die van Utrecht verklaarden, hierop,, den tienden * „dat zy wel gewenscht hadden, dat de Vrede „ tusfchen de twee Kroonen,te gelyk met deer „ze* getekend wasj alzo zy altoos van ge-r „voelen geweest waren, dac men, te Mun- ,yfter, niets, zonder Frajikryk,'behoorde te „ fluiten; doch dat zy, de onheilen, die uit.de „ verdeeldheid der Gewesten t£' dugten ' w& „ren, willende voorkomen,, -zig niet langer :-/?; „begeerden te kanten, tegen de bekragtigipg - ■ ' ,j van het Munfterfche Verdrag (2)." . Zy gerr'^!t,v; fchiedde ook^ eerlang, door zes Gewesten, en ;,V_ j-j tnt de uitwisfeling der bekragtigingen, werdt de vyftiende van Bloeimaand vastgefteld, 1 De wederzydiche , Gévoimagtigden begaven zig^ fegen.dien dag, naar Munfter.. De uitwisfeling De (>e- gefchiedde, aldaar, zeer plegtiglyk* op de kiagti- groöte zaal van 't Stadhuis, in 't gezigt eener- ^°;^en talryke menigte. De eed werdt,door de Staat- ujtgeWiS* fchen, gedaan,met opfteeking der. twee voorite feid. vingeren van de regterhand. De Spaanfchea' leiden de regterhand op het Evangelie, waarop een zilveren kruis geplaatst was, en hieven ze, daarna,op, naarden Hemel. Op den volgeuden DeVrcde dag, werdt de Vrede, openlyk, af g'ékondigd, J» M»m- te Munfter (V). Zo dra men 'er inden Haage £"ƒ"?" tv-
O) Befol. Holl-T JfiriL 1648. il, n8. .* , .1
(,2)Rc!öl Utrecht 31 Maart [10 April} ïfyS. hy Wk'quff.
Tnpi. I. Preuv. p 212. en bv AitzEMa Vrcdehaml. ld. 373. ÏUfol. Getier.. Joris 16 , 17 4prü \&efi. MS. r»3 Mifliven yan 19' May »641; hy WicwrroaT Tonu L.
ffeyy p. 213. |
|||||
49» VADERLANDSCHE XLIV.Bomk,
IÄ48. tyding van kreeg, werdt in beraad gelegd, of
■------ men ook hier geene orde behoorde te itellen,
tot het afkondigen derVrede, en het naarko-"
men der punten van 't Verdrag; doch Zeeland kantte zig hier, nog al, tegen. De Knuit, dié juist wederom Voorzat, ftondt zyne plaats an- dermaal af aan den Heere van Wimmenum, die, met zes f temmen, befloot, dat de Vrede., a'lom'me, in de Vereenigde Gewesten, en in he6 aanhoorjg gebied van den Staat zou worden afgekondigd, op den vyfden van Zomermaand aanftaande (b~). Dei* De Franfche Gezant de Ia Thuillerie, die* Thmiie- na 'j befluit tot de bekragtiging, op den vrer-
z-yi»1 af-"" ^en van Grasmaand genomen, al terftond, van fcheid. toon veranderd was, en verklaard hadt, dat dé Koning, zyrr meester, niet gedoogen kon, dat de gefchillen, welken hy met Spanje hadt, geoordeeld werden,door zulken,die hem geen woord gehouden hadden, noch beantwoord ■ ' aan de goede gedagten, welken hy, voorheen, "van de opregtheid hunner oogmerken gehad hadt; nam, zo drahy hoorde, dat de uitwisfe- ling te Munfter gefchied, en de.dag tot de af-: kondiging vastgefleld was, zyn affcheid van de Staaten, pp den drie-entwintigften van Bloeimaand; zonder dat hy de gewoone eet* in 't uitgaan en vertrekken, begeerde te ont- vangen ; Koewei hy 't gefchenk, welk de Staa- ten gemeenlyk den uitheemfchen Gezanten geeven, aanvaardde. In de byzondere gefprek- ken, diehy, voor zyn vertrek, voerde, hieldfc hy
f*) Relol. Gcner. DJartis ij May. 1648., by 'Wicquefürt;
Tom. I. Preuv, p. 216. |
||||
XLIV.BofeK. HISTORIE. 493
|
|||||
hy zig zeer te onvrede. „De Koning, zyn 1648.
„meester, zou, zeide hy, niet nalaaten,------*
„zig gevoelig te toonen, ter gelegener tyd."
Ook ontveinsde hy zyn misnoegen niet, in de aanfpraak, waarmede hy affcheid nanv van de Staaten. Hy verklaarde, dat de Koning, voortaan, zyne bevelen geeven zou aan Bras- fet (c),alshadt men geenen Ambasfadeur meer van Frankryk te wagten gehad. Ook vertrok hy, kort hierop. En van' toen af werden de Staaten, in Frankryk, niet meer als vrienden van deeze Kroon5 maar, als in de belangen van Spanje zynde, aangemerkt (jf). - De algemeene Staaten hadden , ondertus- XXXIÏ. fchen, goedgevonden eene bezending te doen Zeeland aan die van Zeeland (e), om hun te vertoonen, ^J^aT dat zy niet byzonder konden zyn , in eene zaak, waarin de andere Gewesten noch konden noch wilden aarzelen; en dat zy alleen geenen oorlog voeren konden tegen Spanje» terwyl de andere Gewesten in vrede waren (ƒ). En deeze redenen hadden,eindelyk, zo veel kragt, dat zy, op den dertigften van Bloeimaand, een befluit namen, welk hierop uitkwam: ,^Dat, De Staa-i „ alhoewel verfcheiden' redenen hen bewoo- "J" van r> §en, om de Vrede niet te bekragtigen, noch Jest neé- wte gedoogen , dat dezelve, in hun Gewest, men.ein- » werdt afgekondigd; zy liogtans oordeelden, deiyk, da „dat zy zig niet belasten moeden met het Vrede »verwyt, welk men hun zou können doen, aan* „ als
' O) Rcfol. Gener. SM. 43 May irt/iii. hy Wjcquff. Tom.
\.J>reuv p. 28rt.
' CO WicquVfort -Vvi: II. p. Bi.
( e) Relbi. Gener- Lunic so Apr. Imia 4 May 164g. M. S.
if) Zie Aitzema VreUsh bl. 3^4.
|
|||||
494 VADERLANDSCHË XLlV.BpEtt«
1Ä48. „ als of zy de inwendige rust geftoord hadden *
*^----- „ terwyl men aan de Vrede van buiten arbeid-
Bde; dat zy, hierom, toeftonden, dat de Vre-
j)de, ook in Zeeland, afgekondigd werdt» „terwyl zy bleeven betuigen, onfchuldig te n willen zyn aan de verwarringen en rampen, yy die den Staat, door dit afzonderlyk Ver- „drag, gedreigd werden; willende zy, doof „deeze hunne infehikkelykheid, geenszins, „goedkeuren de handelwyze der algemeene „ Staaten, nog verfeheiden' befluiten, by hen, £y h °P ^ ftuk, genomen (g)." In deezer voege, wordt * itemde Zeeland eindelyk ook tot de Vrede, die *
iiuTe'vér-0? ^en gemelden vyfden van Zomermaand« eènCgdo alomme, afgekondigd werdt. Vyf dagen daar- èewes- na, hieldt men eenen plegtigen Dankdag. Ook tcii, *fp-Werdt, met fchieten, vuuren en branden van kondigd. pe^tonnen> m de meefte Steden, groote vreug- de bedreeven. Doch in gantsch Zeeland werdt niet gevuurd. Ook niet, dat opmerkelyk is, te Leiden, in Holland (Ji). Sommige Predikan- ten fpraken ook, ter gelegenheid van den Dank- dag , flaauwlyk van de voordeden der Vrede i 't zy om den Prins van Oranje te vleijen,gelyk • e enige dagten, of om andere redenen. Een , hunner ging zelfs zo ver, dat hy eenige plaat- fen der Schrift, die op God zagen, paste op denprinfe; hem hooglyk verheffende, om dat * ■ hy de Munfterfche Vrede hadt gezogt te be- letten (Q. Zo gering waardeerden deeze lui- den (g) Notul. Zeel. 30 Mey W. 164.8. W. 165. hy WiCQUEF. PrtuVi
p. 219 en Aitzema Vredehand. */ 375. (A ) Rcfot. Gener- Fener. 22 May 1648e M. S. AlTZSMA IM
Deel, U. 272 en Vredch. hl. 383, 384. (<j WiCQüEFORT Lirr. II. p. 74, 75,
|
||||
XLIV. Boek. HISTOR I t. 495
den eene Vrede, waarby de rust herfteld, en ffa$,
de gemeene vryheid bevestigd werdt. ■
Eer wy dit Boek befluiten,zal 't noodig zyn, xxxill.
beknoptelyk aan te tekenen, hoedanig de uit Korte (lag geweest zy der overige .handelingen , in fchew Westfaale. De handeling tusfchen Frankryk ^atl 'c, en Spanje werdt, terftond na het treffen der ferder Vrede tusfchen Spanje en deezen Staat, zo geflooten goed als afgebroken. De Koning van Frank- werdt,te ryk zag geenen kans, om zulke voordeelige Mlll,ften voorwaarden* als hy begeerde, ,te bedingen van Spanje. En Filips de IV. was ook minder gezind, om zig met Frankryk te verdraagen, na dat hy de Vrede getroffen hadt met de Ver- eenigde Gewesten. De Hertog van Longuevil- le keerde, derhalve, vanMunfter, naar Frank- ryk , terftond na het fluiten der Vrede tusfchen Spanje en deezen Staat. D'Avaux, die zig on- mogelyk verdraagen kon met Servien, werdt, wat laater, t'huis ontbooden (£). Servien bleef" rog te Munfter, om aan 't Verdrag met den Keizer, welk de Spaanfchen, uit al hun ver- bogen, zogten te ftremmen, te arbeiden, 't Liep aan tot den vierentwintigften van Wyn- maand, eer dit Verdrag getekend werdt. Ten zelfden dage, werdt ook, te Osnabrugge, de Vrede geflooten, tusfchen den Keizer, den Ko- ning van Zweeden en het Duitfche Ryk. En deeze twee Verdragen, inzonderheid het laat- fte,zyn, federt, als Grondwetten van het Duit- fche Ryk, aangemerkt geworden. De Staat- fche Gevolmagtigden hadden ook , meer of min, gearbeid, aan het Verdrag van Osna- brug-
W) WlCQUIFORT Uvt. II. f. 6l.
|
||||
?495 VÄDERLANDSCHE XLIV.Bgèé,
1K48 brugge (O?en zdü, aan dat van Munfter, tot
- ,,:.- met welken de Vereenigde Gewesten vriend- fchap onderhielden, of verbonden warenj Waaróm het dienftig zal zyn, kortelyk, te mel- ..ƒ den, wat 'er* op beide Plaatfen , geflooten werdt. By het Verdrag van Munfter (m), werdt
aan Frankryk afgeftaan het Regt van opperfte raagt, over de drie Bisdommen,Mets,Toul en Verdun; het Regt, welk de Keizer hadt,opPig- nerol, op Brizak, op de Opper- en Neder- Elzas, Suntgau en de tien Ryks - Steden, in de Elzas gelegen, benevens het Regt om bezetting te leggen in de Vesting Filipsburg. De Koning gaf, daarentegen, dei vier Woudfteden, Ryn- feld, Sekkingen, Laufenburg en Waldshut, nevens eenige anderen, aan den Huize van Oostenryk te rug. Ook verbondt hy zig tot de betaaling van drie millioenen ponden tournois, aan den Aartshertoge Ferdinand Karel. De Keizer bedong luttel by dit Verdrag. Alleen- lyk deedt hy, in een punten van het zelve, Boheeme behendiglyk rekenen onder zyne Erflanden: en wordt dit punt gehouden voor den voornaamften grond, waarop zyne opvol- gers, federt, hun Erfregt op dit Koningryk gevestigd hebben. Maximiliaan, Hertog van Beijeren, werdt bevestigt in 't bezit van de Opper-Palts, en van de waardigheid van Keur- vorst, hem, te vooren, opgedraagen door den Keizer. De Paltsgraaf, Karel Lodewyk, wiens Land,
(O Sommier Ranort van den Heere van Ifeeinft. in catis ï.7
en 18 April 1647. /7/. S. Aitzema Vredeb. il. 378. (*} Voicz Corp? Diplom. Tom. VI. P. li p. 450 & Huis»
Hill, de l'Empire Tom. Vil. p. 7. |
||||
XLIV.BoEK. HISTORIE. 497
Land, onder verfcheiden' Vorften, verdeeld x
geweest was, werdt in 't bezit van de Neder- Palts herfteld. Ook werdt, ten zynen behoe- ve, een agtfte Keurvorftendom ingefteld, door den Keizer en het Ryk. De Hertog van Wir- temberg en andere Vorften kreegen hunne verlooren' goederen te rug. De Landgraaf van Hesfen-Kasfel werdt, byzonderlyk, be- greepen in de algemeene vergiffenis, en ge- field in 't bezit der Abtdye van Hirschfeld, en eenige andere goederen. Ook werden hem zeshonderdduizend Ryksdaalers in geld toege- legd , en de gefchillen tusfchen de Huizen van Kasfel en Darmftad geregeld. Eindelyk, wer- den de Keurvorften, Vorften en Stenden des Duitfchen Ryks herfteld in hunne voörreg- ten, met naame in het Regt van ftemmen, o- ver gewigtige zaaken, het Ryk betreffende: welk Regt ook den Vryen Steden werdt toe- geftaan. De Bourgondifche Kreirs werdt voor een Lid des Ryks verklaard, na dat de gefchil- len tusfchen Frankryk en Spanje, begreepen in dit Verdrag , en voornaamlyk Montferrat en Pignerol betreffende, zouden bygelegd zyn. Doch Filips de IV. protesteerde tegen deeze Vrede, en byzonderlyk tegen dit punt; begee- rende, dat zyhe Bourgondifche Erflanden een Lid des Ryks bleeven, Onafhangkelyk van de bellisfing der gefchillen met Frankryk (»). 't Is aanmerkelyk, dat de Staaten der Vereenig- deGewesten, door geene van beide de voor- naame handelende Mogendheden, in dit Ver- drag, begreepen werden. Ver-
(/>) Corps Diplom. Tom. VI. P. I. f, 464,
XI. Deel. Ii
|
||||
498 VADERLANDSCHE XLIV.Boek.
1643, Verfcheiden' voornaame punten van het zel-
-------ve waren ook begreepen in het Verdrag van
en te Os- Osnabrugge (0), tusfchen het Duitfche Ryk en
mbrug- Zweeden s raet naame de punten, welken de huizen van Beijeren, de Palts en Hesfen-Kasfel betroffen, die zelfs, klaarst en omftandigst, in 't Verdrag van Osnabrugge , ter nedergefteld waren. De verliezen, door de Huizen van Ba- den, Nasfau, Hanau en verfcheiden'anderen, geleeden , werden ook, by dit Verdrag, ge- boet. De Keurvorst van Saxen bekwam het Vorfterdom Querfurt en de Baljuwfchappen van het Burggraaffchap van Maagdenburg. De Pasfaufche Vrede werdt niet alleen bevestigd, maar de Vryheid van Godsdienst, by dezelve» den Lutheiïchen toegeftaan , ook uitgebreid tot de Gereformeerden. Aan de Kroon van Zweeden werden afgeftaan Voor- Pomeren , met het Eiland Rügen, en in Agter-Pomeren, de Steden Stettyn, Garts, Dam, Golhau, het Eiland Wolin, met de Rivier de Oder, en de zeeboezem, het Frischhaf genoemd', om al het zelve ter Leen te houden van het Ryk: voorts de Stad en Haven van Wismar, met het Regt, om aldaar bezetting te houden. Einielyk , werdt het Aartsbisdom Breemen en het Bisdom Ver den weereldlyk verklaard, en aan de Kroo- ne wan Zweeden ter Leen opgedraagen. De Konin?in bedong, daarenboven, vyf millioe« nen Ryksdaalers, tot voldoening van haar Krygsvolk. Doch alzo de Keurvorst van Bran- denburg , ten behoeve van Zweeden, van zyn regt
(«) VoUz Corps Diplom. Tom. VI. P. I. ƒ>. 46;. & llZVi
Hill, de l'Erap. Tom. VU. p. Oi. |
||||
XLIV. Boek. HISTORIE. 499
regt op Voor-Pomeren hadt moeten afftaan, 1648.
werden, in vergoeding hiervan, de Bisdommen------
Halberftad en Minden, weereldlyk verklaard
zynde, aan hem opgedraagen. Ook werdt hem het Regt tot de opvolging in het Aartsbisdom Maagdenburg, welk ook weereldlyk verklaard was, verzekerd. Eindelyk, werdt bedongen, dat Zweeden hem het overig deel van Agter- Pomeren zou inruimen. Adolf Fredrik, Her- tog van Mekelenburg-Schwerin, ontving ook vergoeding voor Wismar, welk aan Zweeden afgeftaan was. Het Huis van Brunswyk - Lu- nenburg, insgelyks, afftand gedaan hebbende: van zyn Regt op Maagdenburg, Breemen en Halberftad, verwierf, daarentegen, het Regt, om, beurtelings, op te volgen in het Bisdora van Osnabrugge, met de Katholyke Bisfchop- pen, die, van tyd tot tyd, zouden verkooren worden. Het Verdrag vervatte veele andere byzonderheden , welken wy, kortheidshalve, voorbygaan. Alleenlyk tekenen wy aan, dat de Staaten der Vereenigde Gewesten, van we- derzyde, in het zelve, begreepen werden. De Paus Innocent de X. protesteerde openlyk tegen beide de Verdragen (p~), om dat 'er het liegt dei- Kerke zeer by benadeeld was. Doch men ftoor- de 'er zig niet aan, in 't Ryk, De Westfaalfche Vrede werdt ter uitvoeringe gebragt, in verre de voornaamfte punten, en men beroept 'er zig nog tegenwoordig op, als op eene der voor- naamfte Grondwetten des Keizerryks. De Vereenigde Gewesten trokken ook voordeel uit de Westfaalfche Vrede, voor zo ver de gren-
00 Voiez Keiss de l'Etnp. Tem. VII, p. 213,
|
||||
500 VADERL. HIST. XLIV.Boek.
grenzen van hunnen Staat, naar den kant van
Duitschland, door dezelve, in rust geraakten. Doch alzo de gefchillen over de nalaatenfchap des Hertogs van Gulik en Kleeve en eenige anderen , by dezelve , niet geregeld waren, bleeven zy nog bezetting houden, in de Steden Wezel, Emmerik, Kees, Orfoi, Gennep en Rynberk. Maar Oostfriesland, alwaar de Hes- fen dus lang gelegerd geweest waren, werdt, eenen geruimen tyd na het treffen der Vrede (jj) , van dezelven verlaaten. (j) Zie Aitzcma Hl. Deel, il. 48Ö.
|
|||||
ft
|
|||||
\ /
|
|||||
BERIGT voor den BINDER.
Fredrik Henrik, Prins van Oran-
je enz. te plaatfen tegen over Bladz. a De Kaart der Scheepstogten naar Westin-
die. , . 13 Andries Bicker. . . 50
De Luitenant-Admiraal Pieter Pie-
terszoonHein. . . 68 Ambrosius Spinola. . 195
Ernst Kasimir, Graaf van Nasfau
enz. . . . 150 Isabella Clara Eugenia, Infan-
te van Spagne. . . 181 Henrik Kasimir, Graaf van Nasfau
enz. . . . aoa De Veldmaarfchalk Willem, Graaf van
Nasfau. . . . 306 Johan de Knuyt, Ridder en repre-
fenteerende den eerften Edele van Zee- land. . . . 424 Philips de Vierde, Koning van
Spagne. . . . 435 -> H58 't Beëedigen der Munfterfche Vrede. 490
|
|||||