XL VIII. Boek. HISTORIE. 483
dere Deenfche Eilanden (g). De Stad D.-mrzig
werde begreepen in het Verdrag van Elbing(^), welk, eindelyk, bekragtigd was. Met Musko- vie , werdt ook , eerlang, verdraagen. De Staatfche buitengewoone Afgevaardigden, de laatfte hand hebbende gelegd aan dit groote werk, keerden, eerlang, te rug, naar Holland, eerst de Huybert en van Haren, daarna Slinge- land, en eindelyk ook Vogelzank. Doch de Ruiter, die, door Fredrik den III., Koning van Deenemarke, tot den adelyken ftand verhee- ven werdt, bleef, nog eenigen tyd, met 's Lands Vloote, voor Koppenhagen, om het cog te hou- den over het naarkomen van de voorwaarden der Vrede , en kwam niet voor 't begin van Herfstmaand in 't Vlie binnen (/). Op deezs wyze werdt, na eenen feilen kryg van vyf jaa» ren, de rust herfteld in 't Noorden en in de Oostzee; waar van de veiligheid en voorfpoed des Hollandfchen Koophandels, voor een groot gedeelte, afhingen. CéO Zie liet Traft, hy Aitzema IV. Deel, U. 557.
( h) Aitzema IV. Diel, il. 569.
(,»') ÜRANDT de Ituicer, W. »02-218. ,
|
||||||
#
|
||||||
Hh z Bfi-
|
||||||
-----------------------!------------------ ———
VÄDERLANDSCHE
HISTORIE.
TWAALFDE DEEL,
|
|||
VADERLANDSCIIE
HISTORIE,
VERVATTENDE DE
GESCHIEDENISSEN
, D E R N U
VEREENIGDE NEDERLANDEN,
INZONDERHEID DIE VAN
HOLLAND,
VAN DE VROEGSTE TÏDEN AF:
Uit de geloofwaardigste Schryvers en egte
Gedenkftukkeu famengelleld, JA N WAGENAAR.
Met Flamen en Kaarten.
TWAALFDE DEEL, BEGINNENDE, NA 't SLUITEN DER JU U N-
STERSCHE VREDE, IN 'T JAAR 1648; jBvN EINDIGENDE, MET DE VREDE IN N^ NOORDEN , IN 'T JAAR l66o. |
||||||
''l-fy/S ïe AMSTERDAM, by
^JOHANNES ALL ART. M D C C X C IV.
Met Privilegie van de Ed. Gr. Mog. Heeren Staaten
van Holland en Weiïfrieiland* |
||||||
VADERLANDSCHE
|
|||||||
HISTORIE.
VYFENVEERTIGSTE BOEK.
|
|||||||
INHOUD.
I. Staat der voornaamfle Mogendheden vän Eu-
ropa , ten opzigte der Vereenigde Gewesten, na d<e Munfierfche Vrede. II. fVederzydfche klag- ten der Spaanfchen en Staatfchen. III. Twist over 't afgezonderd punt, den Koophandel be- treffende. IV. De Staaten verdedigen zig, te« gen de klagten der Spaanfchen. V. Verfchilwe- gens de opperfle magt over de Kommandery van Gemert. VI. De Ridders van Maltha zoeken, in V bezit hunner goederen, hier te Lande, her- field te worden. VII. De Baanderheeren, Ede- len en Steden van Staatsch Brabant fragten deel te verkrygen aan de Regeer'mge. VIII. Ge- zantfchap naar Engeland. Verandering in de Regeeringe van dit Ryk. IX. Doreflaar r Ge- zant van 'tGemcenebest van Engeland, inde» Haage, vermoord. Strikland kan geen gehoor krygen, by de algemeene Staaten. X. Hande- ling met Deenemarke. Verbond, en Verdrag van uitkoop wegens de Zondfche tollen, met dit Ryk geflooten. XI. Ellips de IV. zendt eenen Am- bas fadeur aan de Staaten. Verdrag van Zee- vaart met Spanje. XII. Onlusten in Frankryk. XII. Deel. A Luik- |
|||||||
% VADERLANDSCHE XLV.Boek.'
Luikfche zaaken. Handeling der Staaten aan 't
Franfche Hof. XIII. Oorfprong der Onlusten iusfchen Holland en Amfierdam in 't byzonder, en den Prins van Oranje. XIV. Raadpleegingen op de vermindering van 's Lands uitgaaven, en met naame op de vermindering van 't Krygsvolk. De Prins en de algemeene Staaten ßellen zig hiertegen. Holland befluit negenentwintigven- dels onbetaald te laaten. XV. De algemeene Staaten geeven firydige bevelen. Befiuiten tot eene bezending aan de Steden van Holland. Da Prins verandert de wet te Nieuwmegen. XVI. Hy fielt zig aan 't hoofd der bezendinge. Uit- jlag der bezendinge te Dordrecht. XVII. Zy komtteGorinchem. Te Schoonhoven. Te Gouda. Te Briele. Te Rotterdam. Te Schiedam. Te Delft. In de Steden van 't Noorderkwartier, behalve te Medenblik. TeAmfierdam en te Haar- lem wordt haar gehoor geweigerd. Zy komt te ^Leiden. Klagte van zyne Hoogheid, over Am- fierdam. XVIII. De Stad verdedigt zig. De Staaten van Holland verbieden het ontvangen van diergelyke bezendingen. XIX. De algemee- ne Staaten handelen met die van Holland over 't aamteemen van den Staat van oorloge. Staat van 't gefchil tusfchen Holland en den Prinfe. XX. De Admiraal de Witte wordt in hegtenis genomen. Gefiaakt. XXI. De Staaten van Hol' land fchryven aan de andere Gewesten. XXII. De Prins doet zes Afgevaardigden ter Verga- deringen van Holland in hegtenis neemen, en naar Loeveftein voeren. XXIII. Aanflag van zyne Hoogheid op Amfierdam. Een gedeelte der Ruitery, derwaar ds gefchikt, dwaalt van den weg. De aanflag wordt rugtbaar inde Stad. Zy fielt
|
||||
XLV.Boek. HISTORIE. 3
|
|||||
fielt zig in ftaat van tegenweer. XXIV. De
Prins fchryft aan de Regeer ing. Zy doet eene bezending aan Graavc IVilkm Fredrik. XXV. De Prins komt voor Amflerdam. De algemeené Staaten zoeken zyne Hoogheid naar den Haagé te doen keer en. XXVI. Hy fluit een Ferdrag met Amflerdam. De Bikken ontflaan zig van de Regeeringe. IFederzydfche laster. XXVII. De zes gevangenen worden geflaakt, mids zig onthoudende van de Regeèringè. XXVllL De Prins geeft reden van zynen handel, in een Ge- Jchrift., welk beflooten weggelegd wordt. XXIX. De Gewesten befluiten tot eene eenpaarige af- danking. XXX. Onderzoek, of zyne Hoogheid gearbeid hebbe, om den Staat in eenen nltiwen kryg in te wikkelen. XXXI. Hy krygt de kin- derpok j es , en ft erft. XXXII. Zyne afbeelding*. De Munfterfehe Vrede, een einde gemaakt l648.
hebbende van eenen oorlog, die, naar ~----- men rekende (1), tagtig jaaren geduurd hadt, sJ't der
ftelde de Vereenigde Gewesten , in eenen vo'or. ftaat van rust, veiligheid én vryheid, die nie- naamfte mant onder de Landzaaren beleefd hadt. 't Ge- Mogend- meenebest ontving 'er eenen nieuwen luis- ^1^. ter door, en werdt ook van zulke Mogendhe- r0pa met den, die, na 't fluiten van het twaalf jaarig Be- opzigtop ftand, nog fcheenen te tvvyfelen aan de opper- de Ver- jie eenigda
, , Gewes- (i) Men begon deeze rekening, met deii vyfden teu,na's
van Zomermaand des jaars 1568 , dag , op welken de Graaven van Egmond en Hoorne ontlialsd waren t en eindigde ze, op den zelfden dag des jaars 1648, op welken de Munfterfehe Vrede , hier te Lande , afe«- Äcmdigd werde. A %
|
|||||
4 VADERLANDSCHE XLV.Boex.
1648. fte nvigt der Staaten, zo dra Filips de IV, voor
------altoos, van allen regt op de verbonden' Lan-
fluiten den afgeftaan hadt, met een ander oog, aan-
fterffche"" §ez*en' ^e belangen van Spanje waren, federt Vrede, den oorlog met Frankryk, die nog duurde, zo ais van zeer veranderd, dat men weinig kommer hadt, voor het breeken der Vrede van den Spa<infchen kant. Maar 't leedt niet lang, of de Staaten werden in eenen oorlog ingewikkeld, met na- buuren, welker vriendfchnp zy, eertyds, fterk gezogt en hoog gefchat hadden. Doch eer wy vervolgen te veihaalen, wat deezcn kiys; voor- ging en veroorzaakte , zal 't niet oiu.ienftig zyn, dat we het oog, ter loops, gaan laaten, over den tegenwoordigen toeftand der voor- naamfte Mogendheden van Europa , en over het belang, welk de Vereenigde Gewesten by deezcn toeftand hadden, na het treilen der Miuifterfche Vrede. Frank- Van de eerfte opkomst van deezen St2at af, ryk. hadt men op geene nabmiri^e Mogendheden fterker gefteund, dan op Frankryk en Enge- land, die beide den Landen ook, nu en dan, merkelyke dienften gedaan hadden. Ook had- den zy 't beide, voorheen , van hun belang ge- rekend, Spanje, door middel van deezen Staat, afbreuk te doen en klein te houden; tot dat Groot - Britanje , vreezende, dat Frankiyk te magtig mögt worden, wanneer Spanje te zeer vernederd werdt, naliet, deezen Staat te on- derfteunen, en meer dan één Verbond floot met Spanje. In Frankryk, was ook de ftaat der zaaken derwyze veranderd, dat men, hier, wei- nig gediend was, met het gene ons voor on- deriland tegen Spanje werdt aangerekend. Frank-
|
||||
XLV.Boek. HISTORIE. 5
Frankryk hadt, van 't fluiten van het twaalf-
jaarig Beftand af, reeds toeleg gemaakt, om zig, ten koste van Spanje, uit te breiden in de Nederlanden, en, ten dien einde, een Ver- bond te fluiten, met de Vereenigde Gewesten. Doch de ontydige dood van Hendrik den IV, de minderjaarigheid van Lodewyk den XIII, en de Spaanschgezindheid, gelyk men fprak, der Koninginne Moeder ftremden de uitvoe- ring van deezen toeleg. Maarzo dra was Ri- chelieu niet in 't bewind geraakt, of men ver- anderde van maatregels. De Kardinaal bragt te wege, dat 'er een Verbond tegen Spanje gefloo- ten werdt,tusfchen Frankryk en deezen Staat, waarvan men zig, wederzyds, merkelyke voor- deden beloofde. De Staaten befpeurden nog- tans, door den tyd, dat Frankryk, Stad op Stad wegneemende in de Nederlanden, gevaarlyker nabuur voor hun ftondt te worden, dan Span- je geweest was, welks meeste magt uit afge- legen' Ryken herwaards gevoerd moest wor- den ; daar Frankryk grensde aan de Nederlan- den. Men haakte hierom, naar vrede met Spanje, vooral, na dat Fredrik Hendrik, door het veroveren van eenige Steden, de grenzen van Holland en Zeeland gedekt hadt, tegen de Spaanfche Nederlanden ; die zig beter tegen Frankryk zouden können befchermen, en zelfs eene foort van Voormuur voor deezen Staat verftrekken, wanneer men, met Spanje, be- vredigd zou zyn. Men verdroeg zig dan, met zynen ouden en verzwakten vyand, te Mutv fter, zeer tegen den zin van 't Franfche H«f, welk 'er zig, ongetwyfeld, gevoeliger over getoond zou hebben, zo 't niet, met den kryg A 3 te- |
||||
6 VADERLANDSCHE XLV. Boek,
1648. tegen »Spanje en den Keizer belemmerd geblee-
—— ven was. En, zo dra was de Vrede met den laat- ften niet getroffen, of het kyk werdt gefchud, door binnenlandfche beroerten, gereezen uit het misnoegen, welk de Prins van Condé op- gevat hadt tegen den Kardinaal Mazarin, die hem, zyns oordeels, geen deel genoeg gaf aan 't bewind. Hierdoor werdt zelfs de kryg tegen Spanje flaauwer voortgezet dan te voren. En hadt men,in Frankrijk, geene gelegenheid, om zyne gevoeligheid tegen deezen "Staat anders te toonen dan door het gedoogen der Kaape- ryenin de Middellandfche zee, tegen het Ver- drag van Zeevaart, welk, op den vyfden van Grasmaand des jaars 1646, te Parys, gellooten was O). De handeldryvende Ingezetenen der VereenigdeGewesten, met naame die van Am- fterdam, werden merkelyk benadeeld, door deeze kaperyen (£). Ook verboodt de Koning, xn Wynmaand des jaars 1648,den invoer van vreemde geweeven' Stoffen, die, by verfchei- den' overeenkomften,tusfchenHendrik denIV en deezen Staat getroffen, toegelaaten geweest was. Doch dit verbod verloor zyne kragt, na dat de binnenlandfche onlusten in Frankryk geftild waren (c). Ondertusfchen, befpeurde men, aan deeze twee ftaaltjes, hoe merkelyk de vriendfchap tusfchen Frankryk en deezen Staat verkoeld ware , federt het fluiten der Munfterfche Vrede. Omtrent het einde des jaars, werdt zelfs, in Holland, verfpreid, dat Frankryk met Spanje in onderhandeling getre- den
f O Zie het by Aitzema III. ZW j/a ... ■
£b) WiCQUEFORT Livr. II.*. 8a. &) Wicqueïort Livr. II. f. jj,.. |
||||
XLV.Boek. HISTORIE. 7
|
||||||||
den was, over een Verbond tegen deezen Staat. 2<y4s,
Doch de Refident Brasfet deedt zyn best, om -------
de Staaten te doen gelooven, dat zulks een
louter uitftrooifél ware (d). Ook vind ik niet, dat het eenigen grond hebbe gehad. In GrootBrittanje, hadt men, daarentegen, Groot-
de Vrede tusfchen Spanje en deezen Staat, met Brittaaje. onverfchillige oogen, aangezien. De verwet- ringen , die dit Ryk, federt eenige jaaren, be- roerden, gedoogden niet, dat men zig daar moeide met uitheemfche zaaken. De zaaken des Konin'gs waren, na den flag by Nazeby, waarvan wy, in 't voorgaande Boek (e), ge- waagden, meer en meer, agter uit geioopen. Zyn Leger was, andermaal, geheellyk geflaa- gen, en hy hierdoor genoodzaakt, op nieuws, in onderhandeling te treeden met het Parle- ment. Doch alzo men eikanderen niet veritaan kon, was hy genoodzaakt geweest, om zig te ftellen in de handen der Schotten, die met een Leger in Engeland gekomen waren, en hem, in 't begin des jaars 1647, overleverden aan het Parlement van Engeland, welk aangeno- men hadt, de agterftallen aan 't Schotfohe Krygsvolk,ter fomme van veertigduizend pon- den fterlings, te zullen voldoen. Het Engelsch Leger onder Fairfax, naderhand oneenig ge- worden met het Parlement, welk in beraad ge- legd hadt het zelve af te danken , maakte zig meester van den perfoon des Konings, die, fe dert, eenen tyd lang, zorgvuldig bewaard werdt. Doch, in Slagtmaand des gemelden jaars,
|
||||||||
C<Q Reib!. Hol!. 18 Decemb. 1(148. hl, 441,
CO XL D$tl, U. 3;8? |
||||||||
A 4
|
||||||||
8 VADERLANDSCHE XLV. Boek.
«É4.8. jaars, gelegenheid gevonden hebbende om te
------ ontfnappen, week hy naar 't Eiland Wight;
alwaar hy, nogtans, tegen de hoop, die hem
gegeven was, wederom, in de magt van 't Par- lement raakte, en van zyne huisbedienden be- roofd, en onder dubbele wagt gefield werdr. De Schotten, ziende, dat de Engelfchen 't ver- cjrag niet hielden, welk zy met hen gemaakt hadden, waren federt wederom met een Leger in Engeland getrokken, zonder egter iet te verrigten. De Koning zag zig, eindelyk, ge- noodzaakt, byna alles aan het Parlement toe te ftaan,wat op hem begeerd werdt. Doch het Engelfche Leger, beftuurd door Kromwei, ge- doogde niet, dat men floote met den Koning, Ook waren veele Leden van het Parlement be- dugt, dat hy zyne beloften niet houden zou, Men kwam dan tot geen verdrag. Midlerwyl, was de Hertog van Jork, 'sKonings tweede Zoon, heimelyk, uit Londen, geweken naar Holland, daar men niet zeer gediend was, met "zyn komfte. De algemeene Staaten deeden hem egter, door twee Gemagtigdcn, begroe- ten, te Hellevoerfluis. De Kolonel Bamfieïd, die hem derwaards hadt gebragt, hadt voor, den jongen Hertog, met eenige fchepen, die in de Maaze lagen, en van de zyde van 't Par- lement tot 'sKonings zyde overgegaan waren, te voeren naar Wight, om zynen Vader te verlosfen. Immers Bamfieïd verklaarde dit fe- dert. Doch fommigen hielden hem verdagt van eenen toeleg, om den Hertog, in Schot- land, voor Koning te doen uitroepen. Wat hiervan zy; de Prins vaïi Walles, oudfte Zoon des Konings, die zig, te Parys, bij de Konin- gin- |
||||
XLV. Boek. HISTORIE. r,
ginne, zyne Moeder, onthieldt, door Willem, ic$,
Prinfe van Oranje, onderrigt geworden zyn--------
de, dat de Hertog van Jork zig hier en op de
Engelfche Vloote bevondt, kwam, in Hooi- maand, insgelyks, herwaards. De algemeene Staaten booden hem hunnen dienst aan, hoe- wel die van Holland verftaan hadden, dat men zo ver niet behoorde te komen ( ƒ). De Prins van Walles liep, federt, met zyn Vloote, in zee en naar de Engelfche kusten; doch keerde, eerlang, zonder iet verrigt te hebben, in de Maaze, te rug. De Graaf van Warwik volgde hem, met de Vloote van 't Parlement (g). De Prins, eenigen onderftand van de algemeene Staaten begeerd hebbende, werdt, op het aan- houden van die van Holland, heufchelyk, af- geweezen. Ook bragten de Staaten, door ern- ftige vermaaningen, en door het uitrusten van eenige Oorlogsfchepen (A), te wege, dat de Prins en Warwik niet handgemeen raakten, in den mond der Maaze, waarvoormen, met reden, bedugt geweest was. Warwik hieldt fterk aan by de Staaten ,dat aan de Vloote, die onder den Prinfe van Walles ftondt, de havens deezer Landen onzeid werden , houdende hy de fchepen deezer Vloote voor muitelingen, om datze de zyde des Parlements verlaaten had- den. Walter Scrikland en Izaak Dor iß aus of Doreßaar, afgezondenen van 't Parlement, had- den hierop, insgelyks, gedrongen (t). Doch de
CO Refol. Holl. 33 fuly 164*!. W. 257.
fff) Refol. Holl. 30 S'pt. (5,8 Otto*. iC<^ W. 33«,3P, "50. f h Refol. Holl. 30 üept. KÏ4.8. W. 352. ff) Refol. Holl. 19, an Sept. 9, 13 Oêtoh. 1648. hl. 311, '3»», 353, 3S9* A5
|
||||
io VADERLANDSCHE XLV. Boek,
1648. de Staaten van Hulland verftonden, dat zulks
■-------met de onzydigheid, die zy beloofd hadden,
ftryden zou. Ook bewoogen zy, federt, beide
de Vlooten, om hunne kusten te verlaaten. Warwik, die zesentwintig zeilen onder zig hadt, vertrok de eerfte. Daarna , gingen de Konings fchepen, niet meer dan veertien fterk, onder zeil (k). De Pfinfen Robert en Maurits, Broeders van den Keurvorst-Paltsgraave, be- gaven zig op de Vloote, met welke zy ver- fcheiden' ongelukkige togten deeden. De Prins van Walles vertrok naar den Haage, daar hy zig eenigen tyd onthieldt (7), De Hertog van Jork begaf zig naar Frankryk (tri)* De Prins van Oranje deedt zyn best, om de alge- meene Staaten te beweegen, tot het handhaa- ven der zaaken des Konings ;doch die van Hol- land en Zeeland, ziende het Parlement zo fterk aanwasfen in magt, konden niet befluiten, zig het zelve te vyand te maaken. Men befchouw- de de zaaken van Engeland, het gantfche jaar, met dit zelfde oog, tot dat de verandering, die 'er op 't einde des jaars, in kwam, de Staaten, in't volgende voorjaar, nog eenige poogingen deedt aanwenden, om, ware 't mogelyk, den ongelukkigen Koning te redden. Portugal. Met Portugal, was deeze Staat, onaangezien het Beftand van den jaare 1640, in merkelyke onlust geraakt. De Portugeezen gedroegen zig, in Oostindie, met naame op het Eiland Ceilon, vyandelyk, tegen de onderzaaten der Vereenig- de
(*) Attzema III. Deel, II. 296.
CO Refbl. Holl. 19, 20 Nov. 1648. >/. 3&3 > 384, 387.
(ot) lUl'iN Tom. Vlll. p. 554, 555» 5^. .r.7°> 577» 586* 6ï7> 657-660, 681, £32-696. Wicquei'. livr. 11* p, 9i'97» |
||||
XLV. Boek. HISTORIE. n
de Gewesten («), onaangezien men daar reeds 164B.
wist, dat het beftand getroffen was. Van den ------
anderen kant, hadt, gelyk wy te vooren (0)
verhaald hebben, de Westindifche Maatfchap- py eenige Plaatfen in Afrika en het Eiland S. Thomé veroverd op de Portugeezen: ook wa- ren de vyandlykheden vervolgd, na dat men, in Brazil, kennis gekreegen hadt van het fluiten, fchoon nog niet van 't bekräftigen van 't Be- ftand met Portugal. De Koning deedt, hiero- ver, ernftelyk klaagen, door zynen Gezant, in den Haage (p). Doch de Staaten, van hunne zyde niet minder te onvrede, over het bedryf der Portugeezen in Oostindie, vonden onge- raaden, de Westindifche Maatfchappy tot het afftaan der ingenomen' Plaatfen te verpligten. Hierop was de opftand in S. Thomé en in Bra- zil gevolgd, die , voornaamlyk, toegefchree- ven werdt, aan de flegte gefteldheid der Ne- derlandfche Regeeringe in Brazil,welke, voor- al na 't vertrek van Graave Joan Maurits, ge- komen was in handen van koopluiden, die zig, naar men zeide, niet verftonden op zaaken van Landbeftier. De Portugeezen, die onder 's Ko- nings gehoorzaamheid zaten in Brazil, fpan- den heimelyk famen, met hunne Landsluiden, die den algemeenen Staaten onderdaanig wa- ren; en deezen ftonden openlyk op tegen de Nederlandfche Regeering, in den Zomer des jaars 1645, terwyl 'er maar één Hollandsch fchip ep 't Recif vanFernambuk lag, en kleine voor- raad van krygsbehoeften was, in de magazy- nen,
C») Zie Aitzem\ III. Deel, lil. 28 enz.
(0) XI. Deel, II. 315.
Cf) Refol. Hol», fi Mxy 1643. */. 156.
|
||||
ia VADERLANDSCHE XLV. Boek.
164.8. nen. Hunne Landsluiden onderfteunden hen,
-------met zo veel moed, dat het grootfte gedeelte'
van Brazil, zo ver het door de onzen bemag-
tigd geweest was, den Portugeezen wederom in handen viel (#). Ook veroverdenze de Sterk- te op Kaap S. Augustyn: die de onzen, te voo- ren,hadden ingenomen (>). Men zondt, op de tyding van dit verlies, in de jaaren 1646 en 1647* eenigen onderftand, vanhier, naar Fer- nambuk, die kleinen dienst deedt (Y). Graaf Joan Maurits, toen wederom verzogt geweest zynde tot de reize naar Brazil, hadt zig, hier- toe, ongenegen verklaard (f). Men twyfelde, hier te Lande, niet, of de opftand in Brazil was onder de hand bewerkt, door het Hof van Portugal Qu), fchoon Francisko de Sou/a Coutin- ho, P>rtugeefche gezant in den Haage, zulks ftyf en fterk ontkende, met verklaaring,dat de Koning,zyn meester, overboodig was, om de gewonnen' Plaatfen den Staaten te rug te gee- ven, en de muitelingen te doen ftraffen, zo ver hy ze wist te bekomen, Doch hy weigerde den Staaten, tot verzekering van 't gene hy ver- klaarde, de Bahia of het Eiland Tercera in handen te doen (lellen (V). Niet lang hierna, nam hy zyn affcheid. 't Bleek, klaarlyk, van agteren, dat zyne goede woorden enkelyk aan- ge-
C <?) Zie Aitïpma III. Deel, II. 30 enz.
( r Nottil. Zeel. 27 Nov. 11145. hl. 4Ü7.
CO Refol. Hol!. 2, 20 beo. 1645. bl. 2fi8, 311. Aitzfma
III. Decl, bl 80, 103, 205. (f) Reib!. HolIJ 3, 7, io, 11 Sept. 1647. bl. 202, 21a.
2:5. «7- 1 u Zie de Snikken in de Negotiat. Secret, touch, la Pnix de
Miitift. Tum. IV p. 53j. f v Re'.il. HoiL 14 'Sepe.,.17 Och!: i6A7. bl. sjs, 245. AiT-
ZEMAilI. Deel, b;. ;io. Wicqubf. LU:: \,p, 37-41. |
||||
XLV. Boek. HISTORIE. 13
gelegd waren geweest, om de Staaten te we- t^.
derhouden van het uitrusten eener magtige------->
Vlooce naar Brazil, waarover men, ten deezen
tyde, ernilelyk, raadpleegde (V). Ondertus- fchen, was het met de zaaken der Maatfchap- pye in Brazil zo verre verloopen, dat zy, toen de Munfterfche Vrede geflooten werdt, niet meer dan drie Sterkten in dit Gewest bezat, op het Recif, in Rio Grande en in Paraiba. De Vereeni'^de Gewesten waren, met de zwee(jetj
twee Noordfche Kroonen, Zvveeden en Dee- en Dee- nemarke , beurtswyze , naauwer of minder aemarke. naauw, verbonden geweest, naar dat hun 't be- lang van den Staat of van den Koophandel naar deeze of gene zyde bewoog. Ten tyde van 't fluiten der Muniterfche Vrede, neigden zy tot het maaken van een nader Verbond met Dee- nemarke, welk Ryk, federt eenigen tyd, meer uit nood dan uit onwil, eene andere zyde dan de Staaten gekooren hadt, in den Duitfchen oorlog; doch, merkelyk vernederd door Zwee- den, nu met de Staaten in nieuwe handeling getreden was. Zweeden, daarentegen, moedig op de voordeeleu, in verfcheiden' Gewesten, door de wapenen, behaald, en behouden, in gevolge der Osnabrugfche Vrede, gedagt, naar men 't hier inzag, te weinig aan den onder-; ftand, van deezen Staat bekomen, en gedroeg zig niet volkomenlyk naar het Verdrag van den jaare 1640. (Jok bleef dit Ryk te naauw ver- bonden met Frankryk, waarvan zig deeze Staat, door het fluiten van een afzonderlyk Verdrag met
O'. Refill. Holl. 25, 39 Oft. WS47. W. 263, 270. 16 Jan.
10, ."4 Maart 164S. l/t. q3 12. sy. Wiccjutroar J.lvr. 11. s. 115-U7. |
||||
14 VADERLANDSCHE XLV. Boek,
t<S48. met Spanje,wat losfer gemaakt hadt. Alle wel-
-------ke veranderingen den handel met Denemarke
bevorderden, tot dat dezelve, in 't volgende
jaar, zyn beflag kreeg, den Kei. Met den Keizer en de Roomfche Ryksvor- zev- ften, die, ten deezen tyde , voor 't grootfte gedeelte , 's Keizers zyde hielden, hadden de Staaten, geduurende den oorlog met Spanje * in naam, vrede gehad ;fchoon men eikanderen, ter wederzyde, dikwils, merkelyke nadeelen hadt toegebragt. Terwyl de Legers der Staaten den Duitfchen bodem betrokken, en bezetting wierpen in eenige iierke Plaatfen van het Duit- fche Ryk, en terwyl de Keizerlyke Legers, fomryds, doordrongen tot in de Vereenigde Gewesten, hadt men, wederzyds, voorgege- ven, eene ftipte onzydigheid te willen bewaa- ren, enalleenlyk zynen bondgenooten en vrien- den te willen onderfteunen. De Munfterfche Vrede veranderde de gedaante der zaaken, en 't was te verwagten, dat de Staaten, met den Keizer zo wel als met Spanje, goede vriend- fchap en nabuurfchap onderhouden zouden. Doch alzo de Staaten nog bezetting bleeven houden in fommige Ryks Steden, was 'er, ook na het treffen der Vrede, geene groote vriend- fchap tusfchen hen en eenige Ryksvoiften te hoopen. Nieuw- Filips 'Willem, Hertog van Nieuwburg, was meest te onvrede op de Staaten, die al- toos de zyde van den Keurvorst van Branden- burg, zynen mededinger naar de Kleeffche en Gulikfche nalaatenfchap, hadden voorgedaan, en nog bezetting hielden in de Stad Raveltein, die, fchoonin Brabant gelegen, tot de Gulik- fche |
||||
XLV. Boek. HISTORIE. 15
fche nalaatenfchap behoorde, en hem töege- ïé^
weezen was. Hy vorderde, na 't fluiten der —__ Munfterfche Vrede, het ontruimen deezer Plaatfei, te vergeefs, van de Staaten (#). Ferdinand , Aartsbisfchop van Keulen en Keulen.
Bisfchop van Luik, Paderborn, Hildesheimen Munfter, hadt 's Keizers zyde onder de hand begunftigd, geduurende den oorlog; hiertoe meest genoopt, door 't belang van zynen Gods-, dienst. Voor 't overige, zogt hy met de Staa- ten in goede nabuurfchap te leeven; fchoon 't. hem in den krop (lak, dat zy, federt veele jaa- ren, en nog tegenwoordig, bezetting hielden in de Stad Rynberk, die onder zyn Aartsftigt van Keulen behoorde. Na't fluiten der Mun_ fterfche Vrede, deedt hyhun, een en ander-: maal, verzoeken, dat zy Rynberk van bezet- ting ontledigen, en hunnen Bevelhebber over Maastricht belasten wilden, om hem, die in de hoedanigheid van Bisfchop van Luik, de halve HeerJykheid van Maastricht bezat, den eed van getrouwheid te doen; gelyk voormaals gefchied was. Doch zyne gezanten werden, met goede woorden, te rug gezonden (3)). Ook kreegen de Staaten, eerlang, nieuwe ftof van misnoegen tegen hem, doordien hy zig mag- tigen liet, om Anthon Gunter, Graaf van Ol- denburg, te bevestigen in den tol op de We- zer: by het heffen van welken, men zig hier zo zeer benadeeld rekende, dat men, hierom alleen, den Graaf, van de zyde der Staaten, niet
<■*) Refol. Gencr. 14, 31 Aug- 1648. by Wicoutr Prtur.
Tom. I, p. 385, 383. Cy) Relol Gener. 29 July 1648. 3, U Mg. ir.4y. by Wicqukf.
friuyti, Tem, l. p. 37y, 38c, 381. AiTZBUA UI. XW, il, a8a. |
||||
i6< VADERXANDSCHE XLV. Boek.
1643. niet hadt willen begrypen in de Munfterfche
------- Vrede, waarin hem, nogtans, de Koning van
Spanje begreepen hadt (2).
Branden- Fredrik Willem , Keurvorst van Branden- burg, burg, die, in 't jaar 1646, met eene Dogter van Fredrik Henrik, Prinfe van Oranje, ge- huwd was, fcheen, uit deezen hoofde, naauw verbonden aan den Staat der Vereenigde Ge- westen, van welken zyn Vaderen hy, inden twist met den Hertoge van Nieuwburg, over de Gulikfche nalaatenfchap, ook merkelyke dienften ontvangen hadden. Doch hy zag on- gaarne , dat de Staaten bezetting bleeven hou- den, in de Steden Wezel, Rees, Emmerik en Gennep, die hem, uit de genoemde nalaaten- fchap, waren toegeweezen. De Staaten reken- den , daarentegen, van hun belang, dat zy dee- ze Steden bezet hielden, tot zy voldaan zouden zyn, wegens de penningen, welken zy den Hui- ze van Brandenburg verftrekt hadden, en die , met den Intrest en den Intrest van Intrest, tot eene geweldige fomme, waren opgeloopen, Ook hadt de Graaf van Zwartfenburg, eerfte Staatsdienaar van Fredrik Willem, den Keur- vorst, zynen meester, van tyd tot tyd, doen neigen tot de Oostenrykfche zyde. Men merk- te hem, derhalve, na 't fluiten der Munfterfche Vrede, aan, als eenen Vorst, die, uit nood, vriendfchap hieldt met deezen Staat, en naar de gelegenheid verlangde, om zig te ontflaan van de foort van de afhangkelykheid, waarin hem de Vereenigde Gewesten, tot hiertoe, ge-
(z) Itefol. G«ner. 23 May, 14 July 1648. 5 OHob. i<54<>. h-f
Wicquff. Pteuv. Tim. I. p, 384, 3S5, 386. Zie »ok AUZE- ma UI. ütcl, tU Kjs, aüij. |
||||
XLV. Boek. HISTORIE. Tij
gehouden hadden, door het bezetten zyner 164t
fterke Plaatfen. Kort na 't fluiten der Mun---------;
fterfche Vrede, zondt hy een Gezantfchap her-
waards, om op de ontruiminge deezer Plaatfen aan te houden,en om de Staaten tot een nader Verbond met hem te beweegen. Doch alzo dit Verbond ook op zyne Pruififche, Pomerfche en Mark-Brandenburgfche Landen, en niet, gelyk de voorigen, alleen op de Kleeffchen en Gulikfchen,zou moeten zien,toonde Holland, inzonderheid, kleine genegenheid tot het zel- ve. Ook werdt het verzoek van den Keurvorst, om eenen nieuwen onderftand van tweehon- derdduizend Ryksdaalers op den Pillaufchen tol, beleefdelyk, afgeilaagen (#). De Hanze-Steden, die,eertyds veel grooter De Han-
getal uitgemaakt hebbende, nu tot op Lubek, ze-Ste- Breemen en Hamburg verminderd waren, wer- deD* den, by de Vereenigde Gewesten, aangezien als vrienden, die hun eigen belang altoos ge- - ' V zogt en gevonden hadden, by de verdragen, welken men, in de jaaren 1613 en 1614, met hen, gemaakt, en in de jaaren 1645 en 1646, vernieuwd hadt, zonder dat deeze Staat, im- mer, eenig voordeel van hunne vriendfchap hadt getrokken. Men hieldt wederzyds Refi- denten by elk anderen, die toezigt namen, op de onderhouding der gemaakte Verdragen. Doch men ondervondt, dikwils, dat de drie Steden, welken, gemeenlyk, eenerlei belang hadden, zig van de eerfte voorkomende gele- genheid bedienden, om den handel der Veree- nig-
C<0 AifzEHA TIT. Deel, hl. >6<), 270, 2R0, a8l, 397. Wifc-
f.'tF. Livr. II. p. 117, Ily, I20, 121.
XII. Deel. B
|
||||
Ï8 VADERLANDSCHE XLV. BoeiC
r Ï648. nigde Gewesten, in het Noorden en in de Oost.
ftaat maaken, op haare vriendfchap.
Musko- Met den Czaar of Grootvorst van Musko-
^- vie, thans Alexis Michaëlowitz, hadden de Ver-
eenigde Gewesten een Verbond van Koophan- del, gezogt te fluiten, ten dien einde, derwaards zendende, op het einde des voorleedsn jaars 1647, Albert Koenraadsz. Burg, Burgemeester van Amfterdam; die, kort na zyne aankomst, teNovogrod, overleedt. Zyn Zoon, Koetiraad Burg., die hem op de reize verzeld hadt, volg- de hem op, in zyne waardigheid; doch zag zig, eerlang, genoodzaakt, onverrigter zaake, her- waards te keerefi Qi). Men meent, dat zyne jongkheid hem veragtelyk gemaakt hadt, by deezen woeften Landaart (c), die, eerst in on- zen tyd, de befchaafdheid der andere Europi- fcha Volken heeft begonnen aan te neemen. Venetië. De Staaten waren , voorheen, in verbond
geweest,met de Republyk van Venetië, welk, in't jaar 1619, geflooten was, en vyftien jaa- ren duuren moest. Volgens dit Verbond, moes- ten de twee Staaten eikanderen, in geval een van beide beoorloogd werdt, met geld, onder- •fteunen; gelyk de Vereenigde Gewesten, fe- dere, meer dan eens, deeden. Ook verwier- ven zy, in den jaare i6aa, eenigen onderftand van Venetië; die egter, naderhand, agterbleef. De Regeering van Venetië weigerde, federt, den Staatfchen Gezanten den rang en titel, wel-
-C&) Refol. Gencr. it Maart, 6 Nov. 1648. hy Wicquïfor»
Preuv. Tom. I. p. 389, 390. Aitzem/v III. 0**11 tl. aiS^aa*. »7-134-
tO WicqnEFOTT Livr. II. p. 130. |
||||
XLV. Boek. HISTORIE. 19
welken men, hier, verftondt, hun toe te ko- t$4&
men. 't Een en 't ander bragt te wcge, dat de-------
vriendfchap tusfchen de twee vrye Staaten
merkelyk verkoelde. Men zondt elkanderen geene gezanten meer. De Vereenigde Staaten weigerden Venetië te onderfteunen tegen den Turk, die, in 't jaar 1646,in Kandie gevallen was: en tegenwoordig leefden de twee Staa- ten, omtrent eikanderen, in volkomen'onver- fchilligheid. Wy hebben, tot op 't laatst, uitgefteld, te Spanje.
fpreeken van de betrekking der Vereenigde Gewesten tot Spanje, en tor de Spaanfche Ne- derlanden , om dat het verflag hiervan ons aan- leiding geeven zal, tot het hervatten van den draad onzer Hiftorie. De Koning van Spanje Was, door eenen langduurigen kryg , en door den afval van Katalonie en Portugal, waaraan het verlies van een deel zyner bezittingen in Oost- en Westindie verknogt was, buiten a- dem gebragt, toen hy vrede floot met den Ver- eenigden Staat. De Spaanfche Nederlanden, die, federtvselejaaren, hettooneei des oorlogs geweest waren, en nog waren, hadden het grootfte deel van hunnen Koophandel verloo- ren, en zouden zig, voortaan, van een mer- kelyk deel hunner behoeften moeten voorzien uit de Vereenigde Gewesten, die, volgens het Munfterfche Verdrag, de Schelde geflooten mogten houden. De aanhoudende oorlog tus- fchen Frankryk en Spanje verbondt de belan- gen van Spanje en deezen Staat nader aaneen, dan zy, zonder deezen oorlog, zouden hebben können verbonden geweest zyn. Men begon eikanderen, derhalve, met andere oogen, aan Ba te
|
||||
ao VADERLANDSCHE XLV. Boek.
1648. te zien, dan te vooren. Men gedoogde, eer-
-------lang, dat *er, voor Spanje, drie fchepen, te
Amiterdam, werden ukgerust, die, zo men
zeide, tegen Frankryk, gebruikt zouden wor- den (rf). De gemoeden neigden zig, weder- zyds, tot nadere vereeniging. Doch eer 't hier- toe komen kon, moest het Munfterfche Ver- drag ter uitvoeringe gebragt worden: waarin lig nog merkelyke zwaarigheden op deeden. II. De Vrede was zo dra niet bekragtigd, of Gevol- ^e Skaten maakten gebruik van het Regt van Muniter- Opperite magt, over de Meijery van 's Her- fche togenbosch en andere deelen van Brabant in Vrede. Vlaanderen , die hun, by het derde Lid van 't Verdrag, waren afgeftaan (e). De Priesters en Monniken , die zig, terftond na het tekenen der Vrede, geileld hadden in 't bezit hunner Kerken en Kloosteren aldaar, kreegen bevel, om dezelven , binnen agt dagen, te ruimen (ƒ). Watlaater, werden de vooiïge Plakaaten, te- gen de Paapen, Monniken en Jezuiten, ver- nieuwd, by een Plakaat (g), welk niet eenpaa- riglyk was vastgefteld (A), en in Holland niet afgekondigd werdt. De inkomflon des Ko- nings van Spanje uit de genoemde Landen wer- den opgenomen, en in de fchatkist der alge- meenc Staaten gebragt. Maar in de Landen van Overmaaze, die, volgens het Verdrag, bly-
OO Refol. IIoII. 1« TJecemK 164?,. Ü. 4u.
(e) R1.T0I. Getier. 26 May 1648. by WiCQUEF. Pritsv. Tom.
I. P- 38«- (/■ Groot-P'stk,iatb. F. Deel, kol. 2.S7.
T/r) Zit Groot-Pliiknatb. I. Deel, kil, 103. Aitzema III.
JUti,.bI. 39». ('O Rel'ol. Ccricr. 15 Ap?. ifi-jy. by. WiCQi/ppt 1'reitv. Tom.
|
||||
XLV. Boek. HISTORIE. ai
blyven moeften in den ftaat, waarin zy waren, 1648.
ten tyde van het teltenen deszelfs, tot dat de ------.
tweeledige Kamer, die nog niet opgeregt was ,
uitlpj aak zou gedaan hebben over het regt tot deeze Landen; vielen , van tyd tot tyd, ver- fchillen voor, tusfchen de wederzydfche bezet- ting van Limburg ter eener, en van Valken- burg, Daalhem en "s Hertogenrade, ter ande- rer zyde, die gefchaapen fcheenen, de Vrede te zullen ftooren,zo Holland niet fterk gedree- ven hadt, dat deeze Landen van te weinig be- lang waren, dan dat men zig,om het bezit der- zelven, in nieuwe moeilykheden zou behoe- ven te fteeken (f). Men belloot, derhalve, zig aldaar niet geweldiglyk te verzetten, tegen eenige kleine ongeregeldheden , die, van de Spaanfche zyde, mogten gepleegd worden; terwyl men behieldt, 't gene men bezat. Midlerwyl, vielen 'er,terftond, van weder- Klagten,
zyde, klagten, dat het Verdrag niet werdt naar- °.ver 't gekomen. Van den kant der Staaten, zeide ?iet naa* men „ dat de Spaanfchen den Koophandel en der Mun- w Zeevaart der Vereenigde Gewesten belem- fteriche „ merden, tollen helfende op de Maaze, zo te Vrede „ Navagnein Luikerland, als te Roèrmonde; ^oor ds „ en de Franschvaarders opbrengende, in de ^n". „ haven van Oostende; fchoon de handel op 5, Frankryk, volgens het afgezonderd punt van „ 't Verdrag, vryftondt; mids men maar gee- j, ne gewasfen van Spanje derwaards voerde. „ Dat zy de Sterkten in Vlaanderen niet dee- n den flegten , en zwaarigheid maakten, om „den
O') Rclbl. (Jener, i Jan. 4 May. 24. Dtcemh. 164!!. h
Wk oPEFORT Prtny. Tom. I. f. 341 , 343 , 344. AnïSMA UI. Deel, lil. l</\. B 3
|
||||
22 VADERLANDSCHE XLV. Boek.
„ den ftroom de Zoute af te dammen. Dat
n de Koning van Spanje den Staaten geene „kennis gaf van het Verdrag, laatst gefloo- w ten, tusfchen Spanje en GrootBritanje, noch „ van de geheime punten, door den Konfta- j, bel van Kaitilie, in Engeland, beraamd. Dat „ hy de titels nog voerde van de Gewesten, j, welken hy, plegtiglyk, afgeftaan, en op wel- „ ken hy verklaard hadt, niets meer te eifchen wte hebben. En, eindelyk, dat het Hof'van jj Brusiel, Wagtendonk en eenige andere Slo- wten, Landeryen, regten en tollen van het „ O verkwartier van Gelder te koop veilde, jj, onaangezien, by het Verdrag, beftemd was, „ dat dit Kwartier, binnen zes maanden na het „ aanftellen der tweeledige Kamer . tegen de „ waarde , zou uitgewisseld worden." Men hadt ook aangemerkt, dat 's Keizers Verklaa- ring, dat hy de Vereenigde Gewesten voor goede nabuuren hicidt, wat te lang weg bleef (k\ Doch zy werdt den Staaten, eerlang, be- hahdigd. Diergelyke Verklaaring weet ik eg- ter niet, dat de Ryksvorften, immer, naar be- hooren, gegeven hebben (2): 't zy dat Filips geene behoorlyke moeite hebbe aangewend, om-
(*) Refol. Hol!. Jl Aug. 1648. U 2<JZ. PotUz W/CQteïort
Preuy. Tom. I. p. 34G. (2) In 't jaar 1654, leverde Richard, Geheimfchry
ver des Konings van Spanje, den Staaten eene Ver- klaaring over, die, door den Rykskanfclier te Ments, bezegeld was- Doch deeze Verklaaring was, gelyk uit den inhoud blykt, niet in de behoorlyke orde ge- field, en werdt, hierom , niet aangenomen- £<> Aj,t- üema III. Deel, bl. 1130. Thurjmjes Papers, Vol. II, p. 237. |
||||
XLV. Boek. HISTORIE. as
|
|||||
omze te verwerven, gelyk hy beloofd hadt; i$4s.
't zy dat hyze niet heeft können magtig worden.-------
Dit alleen is my gebleeken, dat de Staaten van
Holland, in 't byzonder, verfcheiden' jaaren na deezen, nog poogingen gedaan hebben, om zulk eene Verklaaring te bekomen (7). Van deeze klagten was, ongetwyfeld, de I'.
voornaamfte , die , welke het neemen der ^"le^" Franschvaarderen betrof. Ook Vaardigden de zinvan>t Staaten terftond iemant (3) af aan den Aarts- afgezon- hertoge Leopold, om de genomen' fchepen te ä^d rug te eifchen. Hy veitoonde den Graaven van ^uont> ^en Fuenfaldagna en Pegnaranda, met welken hy, hr!iide"i te Antwerpen , in onderhandeling tradt # dat betref- „ de handel op Frankryk, by het afgezonderd fen^e. „punt, zo vry was gefteld, als hy te vooren „ geweest was: dat de woorden te vooren „ geenszins konden gepast worden op den tyd „van den jongden oorlog, wanneer alle han- „del zonder onderfcheid belet werdt; maar „ noodzaakelyk zagen op den tyd yan ?t Be- „ftand, wanneer alle handel op Frankryk, „zelfs in Contrebande goederen, hadt vryge- „ftaan: en dat immers 'sKonings oogmerk, „ noch het oogmerk van zyne Gevolmagtig- „ den tot de Vredehandeling niet kon geweest „ zyn, de ingezetenen der Vereenigde Gewes- „ten enger te bepaalen by een Verdrag van „ Vrede,dan zy, by een Verdrag van Beftand, „ bepaald geweest waren." Doch de Spaanfchen ftemden den zin niet
toe,
(O Refol- Holl. 25 Fehr. 54 Maart 164g. bl. 29, 88, 31
'Aug. 1652. U. 399- *3 'J"'y ><'5S. M. 187« Aitzema HL Deel, U. 1130. V. Deel, bl. 3o5. £3) Sr. Joban Copes.
B4
|
|||||
24 VADERLANDSCHE XLV. Boek.
1648. toe, die, van onzen kant, aan de woordjes te
'—:— vooren gegeven werdt. Zy merkten aan „ dat „men den ingezetenen der Vereenigde Ge- „ westen, ten tyde van 't Beftand, allerlei waa- „ ren naar Frankryk hadt laaten voeren , - om „ dat de twee Kroonen toen in vrede waren; „ maar dat men nu oorlog met Frankryk hadt, , „ en dat de Koning noch zyne Gevolmagtig- ;- „den geenszins konden beoogd hebben, den -r.oz. „Staaten, by een Verdrag van Vrede,regt te
„ laaten, om hem te blyven beoorloogen, door , „ zyne vyanden van oorlogsbehoeften te voor- : V ?5 zien." Op deeze redenen, fcheenen niet veel ~-y; verzet tezyn: Pegnaranda nogtans, die 't Ver- dragzeJf getekend hadt, en zig verluiden liet, dat hy 't, ook in de moeilykfte punten, wilde doen naarlcomen, bragt te wege, dat de geno- men', fchepen te rug gegeven werden (m). Maar de Aartshertog, willende toonen, dat hy dit ontflag als eene byzondere gunst zogt te doen aanmerken, zondt hierna Louis Descortes naar den'Haage, om den Staaten aan te zeg- gen „dat men, van de Spaanfche zyde, niet „berustte in de uitlegging, die, hier, aan 't „afgezonderd punt, gegeven werdt; en zelfs „verftondt, dat de goederen van ingezetenen „ der Vereenigde Gewesten, die in een vyande- ,, lyk fchip werden gevonden, prys verklaard „ mogten worden." Door zulk eene Verklaa- ring, werdt het afgezonderd punt genoegzaam te niét gedaan. Men begreep, derhalve, dat het uoodzaakelyk was, te arbeiden aan een nieuw
dn') Refol. Gencr. 4, 21 Aug. 1643 ty Wicquefort Pran:
Tom. I. p. 34!,, 349. |
||||
XLV. Boek. HISTORIE. 25
|
|||||||
nieuw Verdrag van Zeevaart en Koophandel: 1648.
waarvan, nog in dit zelfde jaar, een ontwerp |
|||||||
gemaakt werdt; doch 't liep aan tot in 't jaar
1650, eer 'er de laatfte hand aan werdt ge- legd («). De Spaanfchen klaagden, ondertusfcben, Iv-
van hunnen kant, insgelyks, dat de onzen het ^f c°e Verdrag niet naarkwamen naar behooren. „ Zy spaan" „ hadden, zeidenze," by monde van den Raads- fchen,o- heer Pieter Stokmans, ten deezen einde, her- ver de waards gezonden n verfcheiden' Brabantfclie Staat£U* „ Geestelyken ontzet van derzelver tienden 5, en andere inkomften uit de Meierye van 's „ Hertogenbosch en van elders, welken hun „ egter, by het Verdrag, waren toegeweezen. „ Zy ftrekten het gebied der Meierye te wyd 5, uit, en zogten ook aan het Markgraaffchap w van Bergen op Zoom Dorpen te trekken, „ die tot het Kwartier van Antwerpen be- . . „ hoorden. Hunne amptenaars pleegden veel . •: „ gewelds, in deeze oorden, zig alles toeëi- „ gehende, wat zy konden magtig worden, en „ de Geestelyken aldaar met meer ftrengheid „handelende, dan de Priesters in de Veree- „nigde Gewesten gehandeld werden." De Raadsheer voegde hier by „ dat dit de weg niet „ was, om de uitwisfeling van het Overkwar- wtier van Gelder te bevorderen." Eindelyk, zeide hy „ dat de Staaten, in de Landen van „ Overmaaze , hunne eigen' Regters waren, n in ftede van de uitfpraak der tweeledige Ka- w mer aftewagten." Ds
C«) VViCQUEpoRT Livr. II. p. v.6. Arr^fA III. heel,
*'• 3.17, 34«, 34y;, 35", 351- |
|||||||
V.
|
|||||||
*6 VADERLANPSCHE XLV. Boek.
1648. Da Staaten antwoordden hem „ dat, het PtaTant" n I f Stdy\ e" wfereldIyk gebied over de
woord » M,-*leryeL hu» zynde afgeftaan, zy aldaar niets „ gedaan hadden, dan 't gene hun, volgens het » Verdrag,vryftondt. Dat de opgezetenen der „Meierye geene vreemde befcherming noch „yoorfpraak verzoeken mogten, en dat de „ Koning van Spanje zig niet te fteeken hadt, „in t gene, tusfchen deeze opgezetenen en „derzelver hooge Overheid, te doen viel. „Omtrent de andere punten, gedroeg men „zig aan de tweeledige Kamer (0)." Stok- mans keerde met dit befcbeid naar Brusfel. vJJ.« TT 0mtI]entr deezen tyd,bevondt zig ook in den ove" het ?aag* Llcentiaat Krheye, met last van den opper- Aartshertoge Leopold, als Groot meester der regt tot Duitfche orde, om de Kommandery van Gemert de Kom- te rug te eifchen. De Aartshertog verftondt* van Ge- dat ,deeze K(jmi»andery afhing van het Bal- ■en. juwfchap van de Biefin of'hooge Liefen in Lui- kerland (p). Zy werdt, ten tyde van het flui- ten der Munfterfche Vrede, bezeten door den Baron van Hondsbroek; doch was hem, ter oor- zaake van zeker gefchil met den Baljuw van deBiefen, onlangs afhandig gemaakt, en aan twee andere Kommandeurs uit de nabuurfchap te beftieren gegeven. Hy hadt zig hierop ver- voegd by den Aartshertoge, die hem aan zynen Baljuw geweezen hadt. Doch alzo hy ligtelyk voorzien kon, dat hy bier niet naar zynen zin te regt raaken zou, keerde hy zig tot de alge- meen e Staaten, welken hy vertoonde, dat Ge- O) Ref.1. Holl. 14 Oêt. irt48. il. 3«2. Wicquef. Liyr. IL
/>. 107, 108. Aitzsma III. fyel, bl. 353, 35(5, (P) lïïfc Mib-ei Oper. Dijiloin. Tom. II, p, 98B. |
||||
XLV. Boek. HISTORIE. 27
|
|||||
inert, in de Meiery van 's Hertogenbosch ge,- I(j48#
legen zynde, onder hun oppergebied behoor- -------
de; te gelyk verzoekende, door hen, in het be-
zit der Kommanderye, herfteld te mogen wor- den. Men voldeedt aan dit verzoek, en be- loofde, hem te zullen handhaaven in 't her- kreegen bezit. Dus ftondt het met deeze zaak , toen Verheye in den Haage kwam. Hy be- weerde „ dat Gemert geenszins tot de Meie- „ rye behoorde, en dat de Staaten, al ware 't „fchoon zo, over deeze Kommanderye, geen „ meer regt hebben konden, dan de Koning „ van Spanje, als Hertog van Brabant, over „ dezelve gehad hadt. Dat deeze Hertogen „nimmer hadden voorgegeven, de Komman- „ deurs der Duitfche orde te mogen ontflaan „van de afhangkelykheid van derzelver Bal- „juwen: waaruit hybefloot, dat Hondsbroek „ wederom uit het bezit van Gemert gefteld „ moest worden." De Raad. van Brabant in den Haage, over dit gefchil gehoord zynde, verklaarde, eerlang „ dat Jan, Hertog van Bra. „bant, in den jaare 1270, erkend hadt, dat „ Gemert aan de Duitfche orde behoorde, en „ dat hy 'er geen ander regt over hadt, dan „ dat van befcherminge: dat zyne opvolgers „ egter, naderhand, zig, nu en dan, als Souve- „ rainen over Gemert, gedraagen hadden ; „ doch dat niet bleek, op wat grond, zy zig „dit regt hadden toegeëigend, en of zy 't, „door koop, door verjaaring, of op eenige „ andere wyze, verkreegen hadden. Ook was „ 't niet klaar, of Gemert tot de Meierye be- „ hoorde, of niet." De zaak werdt hierop aan den
|
|||||
s8 VADERLANDSCHE XLV. Boek.
|
||||||||||||||
1648. den Hoogen Raade in Holland gefteld (q), daar
- zy lang fleepende gehouden werdr. |
||||||||||||||
VI. Ten deezen zelfden tyde, deeden ook de Rid-
De Rid. ders van Maltha nieuwe poogingen, om de ^~TS van goederen, hier te Lande, wederom magtig te zoeken in vvorden, °P welken hunne Orde oordeelde een 't bezit gegrond regt te hebben. Lodewyk Willem, hunner Prins van Portugal, Neef van Prinfe Maurits, goederen Ridder van Maltha geworden zynde, badt zig, eenisde* reec*s *n 'c iaar l6s5' volmagt doen geeven,
Gewes om deeze goederen te rug te vorderen : dochhy ten lier- flaagde kwalyk, te Haarlem, daar de Wethou- |
||||||||||||||
Ü
|
worden.
|
derichap weigerde, de goederen der S. J.ins
|
||||||||||||
Heeren, gelyk men hier de Ridders van Mal-
tha noemde, te rug te geeven. In Gelderland, hadt men 't anders verftaan, en de Ridders in ■'t bezit bevestigd der Kommanderye van Arn- hem. Ook was Nieuwmegen, door 't Hof, veroordeeld, om de Kommaridery aldaar aan de Orde weder te geeven. Walraven van Me- rode, Ridder van Maltha en Kommandeur te Arnhem, hadt, in 't jaar 1638, ook volmagt gehadt, om de goederen der Orde, geregtelyk, te rug te eisfchen; doch hy vorderde luttel, en deedt, ondertusfcheu, veele kosten, die hem niet werden goedgedaan. Maar niet lang na 't fluiten der Munfterfcbe Vrede , kwam her- waards de Souvré, Baljuw en Komandeur der Orde in Frankryk, met den titel van buiten- gewoonen Ambasfadeur. Hy gaf den Staaten kennis van zyne aankomst te Rotterdam, in Oogstmaand. Men liet hem weeren „ dat men Ctf) Rcfol. Gener. \j April iifyy. by WiCQUEF. Pnuv. Tem.
!•/». 351. AirzEMA lil. lhel, /'/. 2j)fS.343. |
||||||||||||||
XLV. Boek. HISTORIE. 29
„ gereed was, hem alle eer te bewyzen, wel ns48.
„ ke men aan Gezanten van vreemde Mo -------
„gendheden, gewoonlyk, bewees; doch hy
„moest niet vreemd vinden, dat men hier het „ regt niet erkennen kon , welk de Gioot- „ Meester der Orde over de Kommanderyen w deezer Landen voorgaf te hebben." De Sou- yré , verftoord over dit antwoord, zondt den Staaten eene fchevpe Proießatia toe, en keerde, terftond, naar Prankryk te rug. De Staaten ontvingen de Proteitatie niet: doch die van Holland , overweegende , dat de Ridders van Maltha hunnen handel in de Middellandfche zee, ligtelyk, zouden können bekommeren, droegen ter algemeene Staatsvergaderinge voor, dat het niet betaamjyk ware, een' Ge- zant van den Groot-Meester der Ridderen van Maltha, die, by alle Mogendheden van Europa, voor een' Souverainen Vorst, gehouden werdt, op zulk eene wyze, te bejegenen, en brag- ten te wege, dat men hem iemant nazondt, die hem zou aanzeggen, dat hy gehoor krygenkon, als 't hem behaagde, zonder van de voorwaar- de te reppen, waarvan te vooren gewaagd was; fchoon deeze voorwaarde, op fterk aanhouden van die van Utrecht, van de Stad Nicuwme- gen in Gelderland, en van de Stad Haarlem in Holland, gefield werdt, in het Register van de geheime Befluiten der algemeene Staaten (>). De Provincie van Utrecht bezat de meeste goederen, die der Orde van Maltha plagten toe te komen, en die, verkogt waren, of in handen # (O Refol. Gener. i, i'j Sep'\ 1648. tr WiCQin?». Pr;ay,
Tfm.i.p. 354j ;55. pv?foi, Holl.; 23. a-i Sspt. »■'. $12, 323. |
||||
3o VADERLANDSCHE XLV. Boek.
|
|||||
x«48. geraakt van zulken , die thans het voor-
—-----naarafte deel hadden aan de Regeeringe. De
Wethouderfchap van Nieuwmegen hadt de
Kommandery in haare Stad nog niet te rug ge- geven; fchoon zy, hiertoe, by Sententie van den Hove van Gelderland, veroordeeld was. En Haarlem bleef even ongezind, om de S. Jans goederen af te ftaan. Doch de Souvré was reeds vertrokken, eer men hem het genomen befluit kon bekend maaken. Hy hieldt zig zo zeer beledigd door de Staaten, dat hy hun, aan 't Franfche Hof, zoveel ondienst deedt, als hy kon. Ook zogt hy den Groot-Meester tegen hen op te ftooken. Doch deeze gedroeg zig befcheidenlyk, en vergenoegde zig, federt, met het vorderen van de belangen der Orde, door minzaame onderhandeling, in den Haa- ge CO-
vu. Men befpeurde, midlerwyl, aan alle deeze De Baan handelingen, dat de Staaten zig dagten te hand- iJnhEde haaven» in het Regt van opperfte mast, welk leenSte- zv* door de wapenen, verkreegen hadden, en den van welk hun, by de Munfterfche Vrede, afge- Staatsch ftaan was. 't Was dan geen wonder, dat zulke zoeken' Edelen en Steden, die *'er eenigen grond toe deel te meenden te hebben, deel zogten te verkrygen verkry aan dit hoogfte Regt tot de Regeeringe. Im- gen aan mers de Baanderheeren, Edelen en Steden van «erhfge Brabant' die> gedeeltelyk, door de wapenen, s * gewonnen, gedeeltelyk, met deezen Staat, in 't begin des oorlogs, vcreenigd geweest waren, vervoegden zig, in Grasmaand deezes jaars(Y)» ge-
CO AlTZRMA III. Deel, II. 283. WiCQUEFORT liyr. II. f. iro 115. CO Reiol. Hall. 23 Afril 1Ö48. bt. 134. AjroMA 10. Dtttt W. 2-,0.
|
|||||
XLV. Boek. HISTORIE. 31
|
|||||||||
gelyk zy, reeds te vooren («), gedaan had- i^g.
den, wederom, niet een Vertoog, aan de al- gemeene Staaten: waarby zy zitting verzogten in derzelver Vergadering, of, ten minfte, de vryheid, om zig zelven te regeeien, en hunne eigen' geldmiddelen te beftieren. Zy itaafden hun verzoek, met de volgende redenen: „ Dat „Bergen op Zoom en Willemflad zig nim- „ mer der Utrechtfche Vereeniginge onttrok- „ ken hadden. Dat 's Hertogenbosch deeze jj Vereeniging aangenomen en afgekondigd n hadt. Dat Breda dezelve , insgelyks, hadt n getekend, en 'er, niet dan zyn ondanks, „ en, door vyandelyk geweld, was uitgerukt: „ waarom het niet redelyk zyn zou, dat deeze n Steden, als overwonnen, gehandeld werden. „Dat de Staaten zig, by het Verdrag met „Frankryk van den jaar e 1635, verbonden w hadden , om alle Steden, die 't Spaanlche j, juk zouden afwerpen, in hun Verbond, aan „ te neemen ; tevens beloovende, dat men van n drie of vier Steden, die zig vrywilliglyk fa- n menvoegden , één Lighaam maaken zou, w welk vry zou zyn, en niet afhangen van de „ andere Gewesten." Eindelyk klaagden zy over 't opregten van den Raad van Brabant in den Haage, welk, reeds in 't jaar 1591, ge- fcbied was, en v/aardoor de Brabanders ge- noodzaakt werden, buiten hun Gewest, in Hol- land , te komen pleiten (v). De Brabanders be- loofden zig veel vrugt van dit Vertoog, alzo zy niet twyfelden, of de Prins van Oranje; die,
|
|||||||||
\
|
k) Zie ÏX. Deel. M. 34S-
vj Veuoog by Wic<jU£F. Prtuv. Tom. I. p, 948..
|
||||||||
3-a VADERLANDS CHE XLV. Boek.
164S. die, als Baron van Breda, en als geregtigd tot
-------het Markgraaffchap van Bergen op Zoom,
waarvan hy egter de bezitting, omtret deezen
tyd, by voorraad, afftondt aan de Prinfesfe van Hohenzollern (w), merkelyk belang hadt, by 't gene zy begeerden ; zou 'er de hand aanhou- den. Doch zy vonden zig, wederom, bedroo- gen. Men wees hun aan, dat 's Hertogenbosch en Maastricht, niet flegts op den Koning van Spanje, veroverd waren, maar ook op de in- gezetenen; die deeze Steden, hardnekkiglyk, verdedigd hadden. Ook toonde men hun, dat zy 't Verdrag van den jaare 1635 kwalyk te pas bragten, alzo het zelve alleen 1'prak van Ste- den , die zig vrywilliglyk der Spaanfche over- heerfchinge onttrekken zouden. Van Breda, Bergen opZoomenWillemltad, repte men niet. Doch 't bleek genoeg, dat de Staaten niet ge- neigd waren, 't getal der oppermagten van hun Bondgenootfchap te vermeerderen. Ook zou zulks het Bondgenootfchap zwakker en onaan- zienlyker gemaakt hebben, dan het was. De Brabantfche Edelen en Steden werden, derhal- ve , afgeweezen (V), zonder dat men agt floeg , op het belang, welk de Prins hadt, by hun ver- zoek. Ook vind ik niet, dat zyne Hoogheid zig bemoeid heeft, om het te doen inwilligen. Vin. Terwyl dit, in Holland, verhandeld werdt, Verande- liepen de zaaken des Konings van Groot Bri- nng der tanje7 ]angS hoe meer, te rugge. Het Leger, rinfe^n opgehitst door Kromwel, vorderde, eindelyk, Enge- in Slagtmaand, dat men hem te regt ftelde, en land. drong |
||||||
OiO Attzf.ma Iir. Deel, bl. 27».
(,*") VVjc/juHFi'RT Liyr. II. f. 75, 76. |
||||||
XLV. Boek. HISTORIE. 33
|
|||||
drong 'er, eerlang, het Parlement toe. Men 1548.
voerde den ongelukkigen Vorst, uit Wight,-------
naar 't Slot te Hurst; vandaar naar Windlbr,
en eindelyk, in 't begin des volgenden jaars, 1649, naar Londen (y). Midlerwyl, was 'er, door het Huis der Gemeenten , buiten bewilliging van het Hoogerhuis , eene Regtbank opgeregt, welke befchuldigingen innam tegen den Ko- ning. De Prins van Walles, die zig nog in den De a,se" Haage bevondt, dit droevig nieuws vernomen ™t^°cen hebbende, bewoog de algemeene Staaten, wel- zenden ken hem, op den drie-entwintigften van Louw- een bui- maand, plegtiglyk, gehoor verleenden (z), tot ange- het afvaardigen van een buitengewoon Ge- Gezant- zantfchap naar Engeland , waartoe Ädriaan fchap Pauw , Heer van Heemftede, en der Staaten der- gewoonlyke Gezant Joachimi, die thans in den waards. Haage was, benoemd werden (jt). Zy kwamen, op den vyfden van Sprokkelmaand, te Londen, kort voor dat het vonnis des doods uitgefpro- ken werdt over den Koning , dien men van hoog verraad befchuldigd hadt, zonder dac hy hadt können goedvinden, de Regtbank, voor welke hy gebragt werdt, te erkennen, of zig, voor dezelve, te verantwoorden, 's Daags voor de uitvoering van dit vonnis, hadden de Ge- zanten gehoor, by beide de Huizen, opdenagt- ften van Sprokkelmaand. Zy verklaarden, uit haame der Staaten , dat zy niet voorhadden, zig te fteeken in de byzondere zaaken des Ko- ningkryks; maar alleenlyk, uit medelyden, ver- zog-
OO Uapin Tom. VIII. p. 699. 703. 705. 710.
( z) Relöl. Gener. 23 , 23 Januar. 16^9. l/y WiCQuefuRT freuy. Tem. 1. p. 330, 311. (<i) Rcfol. Holl. z2, 23 yawlary 16+y. tl. 15, 18. XII. Deei. C
|
|||||
34 VADERLANDSCHE XLV. Boek.
|
|||||
ißty. zogten, dat men 's Konings leeven wilde fpaa-
•------- ren; waaraan zy verftonden, dat de rust van
Groot- Bricanje hing, gelyk zy aannamen nader
te doen zien, zo men goedvinden mögt, Ge- magtigden te benoemen, om met hen in by- zondere onderhandeling te treeden. De Hee- ren van 't Hoogerhuis antwoordden, dat zy, terftond, over hunnen voorflag, met het Huis der Gemeenten , wilden raadpleegen. Doch wegens dit Huis, werdt hun geantwoord, dat men, dien dag, hunnen voorflag, by gebrek van tyd, niet overweegen kon. De Gezanten, den voorflag in 't Engelsch hebbende doen overzetten, zonden dien aan 't Huis der Ge- meenten, daar dezelve nogtans, niet gelezen Karei de werdt (b~). En des anderendaags, den negenden I. wordt van Sprokkelmaand, werdt Koning Karel de I, onthalsd. jn't openbaar, door beuls handen, or.thalsd(c). Terftond hierop, verboodt het Huis der Ge- meenten, op ftraffe des doods, Karel Stuart, 's Konings oudften Zoon, voor Koning te ver- klaaren. 't Hooger- Huis werde vernietigd, en 't Huis der Gemeenten , welk den naam van Parlement aannam, verklaarde, dat de Koningk- lyke waardigheid , voortaan, afgefchaft zou blyven, als, in zig zelve „nutteloos, lastigen „ gevaarlyk ; en dat de Staat van Engeland, „ op de wyze van een Gemeenebest, geregeerd „ zou worden, zonder Hooger- Huis, door af- „ gezondenen des volks, in een Huis der Ge- De ltaa" n meenten vergaderd (//)." De algemeene Staa-
ten be- ten C4") Itelbl. IIoll. 13 MiUirt 1649. II. f,7. AlTZEMA III. Deel,
il. 2t)K. 9yo. (c) Uapin Tom. VIM. p. 718, 719, 720. ï_4) Rapin Tam. IX. ƒ>. 3,4» 5- |
|||||
XLV. Boek. HISTORIE. 35
ten beflooten, op het ontvangen der tydinge 16^;
van 'sKonings dood, den Prins van Walles, * met den titel van Koning Karelden tweeden ,zon- groeten
der verdere by voeging, den rouwe te beklaagen Kareioea en wegens zyne komst tot de Kroon geluk te Koning, wetifchen. Die van Holland begroetten hem afzonderlyk, in merkelyken getale, by monde van den Raadpenfionaris Kats ; doch zonder gelukwenfching, en op verre na zo breed niet, als de algemeene Staaten (e); in welker Ver- gadering ook voorgeflaagen was, dat men de Gezanten uit Engeland, terftond, behoorde te herroepen; doch Holland dreef door, dat Pauw alleen te rug ontbooden werdt. 't Belang van den Koophandel liet niet toe, dat dit Gewest of Zeeland de tegenwoordige Regeering van Engeland verder verftoorde (ƒ). Om de zelfde reden, werdt ook kwalyk genomen (g), dat de Predikanten van den Haage zig onderwonden, eene aanfpraak te doen aan den Prinfe van Walles, waarin zy, met fcherpe bewoordin- gen , uitvoeren tegen hen, die den Koning ter dood gebragt hadden (h). De Prins van Wal- les , die nu den naam van Koning voerde, wei- leen wy hem, voortaan, ook geeven zullen, be- fpeurde haast, dat men, in Holland, geen goed oog op hem hadt: hebbende men, hier, zynen voorflag, om de Verbonden, met zynen Va- der gemaakt, met hem te vernieuwen (/), on- be-
( e ■) Reib!. Holl. 2?, 2«; FeVr. KT49. hl. 25, 29.
(ƒ) Aitzhma Ifl. Deel, bl. 333, 374, 320I (g) Refol. Holl. 16 Feh: 1640. il. 80. Foiez euiß WiCQUE- roRi- Lhr. 111. p. 155. (/;) Zie deeze Aanïpriak by Aitzf.ma III. Deel, bl. 329. C'y foiez les Mcmoirts thez Wicoubfoht Prtnv. Tem. I. p, C a
|
||||||
/
(
|
||||||
S6* VADERLANDSCHE XLV. Boek.
|
|||||
j<?49. beantwoord gelaaten (k): doch hy wist niet,
*t oog op Ierland, daarna, door de Schotten,
tot Koning verklaard zynde, op Schotland ge- worpen ; doch eindelyk begaf hy zig, in Zo- mermaand, naar het Eiland Jernfei, daar hy zig, eenige maanden, onthieldt (/). IX. Der Staaten gewoonlyke Gezant Joachimi Por% . bleef, midlerwyl, in Engeland, zonder dat men fident " noS hadt können befluiten , hem andere Ge- van't Ge- loofsbrieven toe te zenden. Maar van het nieuw meene- Gemeenebest kwam , in 't begin van Bloei- bestvan maancj % andermaal, herwaards, als Refident, land!' in Izaak Doriflaus of Doreflaar, eens Predikants den Haa- Zoon van Enkhuizen, die zig te Londen neder- ge, ver- gezet hadt, en als een der Fiskaalen tegen den »oord. i^oning gebruikt was. Hy was maar twee of drie dagen in den Haage geweest, toen hy, op eenen avond, in zyne herberge, door vyf of zes Perfoonen , die men hieldt Schotten ge- weest te zyn (f»), onverhoeds, overvallen en vermoord werdt. Het Hof beloofde, uit last der Staaten van Holland (V), duizend guldens aan elk, die de moorders zou aanwyzen; doch zy werden nimmer agterhaald. Naderhand, verftondt men , dat de moord, door zekeren Whitford, begaan was (0). Ondertusfchen, nam hot Parlement zeer kwalyk, dat men geen fcherp onderzoek naaf de moorders deedt
(k~) Aitzrma UI- Deel, il. 365, afitf-j^o".
CO Kapin Tom. IX. p. 9, 15, 16,22. Aitzema III. Deel,
tl- yfrj, y?y. (»O Kapin Tom. IX. ƒ'. 19. fee alfo Luiuows Memoire Fnl,
1. p- 251 , 'ifiif («) Rcfol. Holl. is May i6jq. */. 12«
{v) Thuruok's Papen lol. V. p. 315. Fol. VIII. p, 348, 429,
|
|||||
\
|
|||||
XLV. Boek. HISTORIE. 37
deedt (f). Doch de Gezant Joachimi wees, 1649.
fchriftelyk, aan, wat 'er, van der Staaten zy- de, verrigt ware, om de daaders te ontdekken;
waarin het Parlement genoegen fcheen te nee-; men. Ondertusfchen, hadt hy, in zyn Gefchrift, het Parlement eenigszins erkend; 't welk hem, door eenige Leden der Staaten, kwalyk werdt afgenomen (?)• Doch het nieuw Gemeenebest werdt wel haast zo magtig, dat de voornaam- fte Mogendheden van Europa, en ook deeze Staat deszelfs vriendfchap ernftelyk zogten. 't strikiand Leedt egter nog eenigen tyd, eer men 'er, in keert, den Haage, toe befluiten kon, en Strikiand, f0""?", die zeven jaaren wegens het Parlement in den ^m^^ Haage geweest, en, al voor het ombrengen Staaten van Doreflaar, door de Staaten van Holland, gehoor op zyn verzoek, in byzondere befcherminge verwor- genomen (r) was, keerde, in den Zomer des hebben volgenden jaars, naar Londen, te rug, zonder, naar En- ter algemeene Staats vergaderinge , gehoor te geland ts hebben können verwerven; hoewel de Staaten ruS* van Holland, hierop, tot zo verre, gedrongen hadden , dat zy, op den zevenentwintigften van Herfstmaand deezes jaars, fchriftelyk ver- klaarden „ de andere Gewesten, fchuldig te zul* „len houden aan de onheilen, welken uit de „ weigeringe van gehoor aan den Refiden« n Strikiand, die behoorlyk gelast was van de „ tegenwoordige Regeeringe van Engeland, „ volgen mogten." De andere tegenwoordig zynde Afgevaardigden deeden, hiertegen, aan- tekenen , dat zy, zonder byzonderen last hun- ner (p~) Tihirloe's Papers, Vtl. I. p. 174.
ff) Aitzf.ma III. Deel, bl. 376-178, 308
(O Wol. Holl. 1 Maart, 14 May 1649. bh 34, »3t.
C3
|
|||||
38 VADERLANDSCHE XLV. Boek.
164p. ner magtigers, 't begeerde gehoor niet hadden
men, gewonnen, door den Prinfe van Oranje, om zig tegen Holland te verklaaren. Doch dee- ze weigering zette kwaad bloed in Engeland, tegen de Vereenigde Gewesten in 't gemeen; hoe zeer Strikland, in alle zyne Brieven, aan den Raad van Regeeringe, Holland veront- fchuldigde, met aanwyzinge, dat het Gemee- nebest van Engeland meer gelegen was aan de vriendfchap van Holland alleen , dan aan die van alle de andere Gewesten met eikanderen (;_). X. Wy hebben, te vooren, aangemerkt, dat de Mande. Staaten, na 't fluiten der Munllerfche Vrede,
lingmet genegen' werden, tot het aangaan van een na- market ^er Verbond met Fredrik den III, Koning van Deenemarke. Hiertoe kreegen ze gelegenheid, in de Lente deezes jaars. Korfits Ulefeld, die 't jongfte Verdrag wegens den Zondfchen tol geflooten hadt, uit Frankryk herwaards ge- keerd zynde («), floeg den Staaten een verde- digend Verbond voor, waarnaar men , ter- ftond, luisterde. Doch zig nader openende, verklaarde hy, dat de Koning, zyn meester, » /fff. ook gezind was een Verdrag van * Uitkoop we- dcmptie. gens den Zondfchen tol te maaken met de Staaten , voor tweehonderdduizend Ryksdaa- lers in 't jaar, mids men den Koning, vooraf, vierhonderdduizend Ryksdaalers verftrekte , af-
f») ReCol. Hoïl. 41 July, 7, 9 Sept. lf>4<> K lp'. 241,249.
ReCo). Gener. 27, 30 Sept. 1649. by WiCQOBFORT Preuv.'Iom, \,f, 55s, 558. Aitzema Hl. Deel, bl. 386, 387. f /<5 Tanfttoe's Papers, Vol. I. f. 113, 114, 117, n8, 120,
127. Aft. Publ. Angl. Tom. IX. P. lil. p. 118, 123. O) Re'"0'. <;ener. 29, 31 Maart 164«;. by WicquEf. Preuy.
Tam. l.p. 03»> 633. |
||||
XLV.Boek. HISTORIE. 39
afteleggen in twintig jaaren, met twintigdüi- 1549.
zend Ryksdaalers in 't jaar, die van de pennin- —— gen van uitkoop zouden ingehouden worden. Fredrik de lil. en de Staaten van Holland in 't byzonder hadden belang by zulk een Verdrag. By het jongfte Verdrag tusfchen Zweeden en Deeneniarke, was bedongen, dat de Zweeden vry zouden zyn van den Zondfchen tol. Met dit beding, deeden eenige Hollandfche Koop- luiden hun voordeel. Sommigen kogten het liurgerregt in Zweeden, en voerden, daarna, hunne waaren vry door de Zond Anderen dee- den 't bedekter, op Zweedfche naamen. Op de eene en de andere wyze, werdt de Koning verkort in zyne tollen, en meende hierom zy- ne rekening beter te zullen vinden, in een Ver- drag van Uitkoop, volgens welk, hy op eene vaste fomme zou können ftaat maaken. De Staaten van Holland neigden , insgelyks, tot zulk een Verdrag (i>). Zo als de handel thans gedreeven werdt, trokken eenige byzondere Koopluiden voordeel van 't ontwyken der Zondfche tollen; terwyl anderen, die zwaarig- heid maakten, om Zweedfche burgers te wor- den , of onder Zweedfche naamen te handelen, nimmer tegen de eerften markten konden. Maar wanneer men een Verdrag van Uitkoop floot, zou de tol, door allen, op eenen eenpaa- rigen voet, betaald moeten worden , eer de fchepen van hier vertrokken; waarvan het Land, dagt men, merkelyk voordeel trekken zou, inzonderheid, als men den Koning bewee- gen kon, om zig met eene minder fomme te ver- ge- O) Refol. Holl. 7, 30, 31 Juny 1641;. tl. 158, sog, soa.
c4
|
||||
40 VADERLANDSCHE XLV.Boek.
%6i9. genoegen, dan de Gezant gevorderd had. Men
■ ■ befloot, derhalve, ter Vergaderinge van Hol- land, zo wel een Verdrag van Uitkoop, op de voordeeligfte wyze, als een verdedigend Ver- bond te fluiten met Deenemarke. Gelderland en Friesland waren 't met Holland eens. Maar Zeeland, Utrecht en Overysfel, die geen'han- del dreeven op de Oostzee, merkten aan, dat men der Kroone van Zweeden ftof tot mis- noegen geeven zou, door het fluiten van een verdedigend Verbond met Deenemarke , en weigerden te bewilligen in de fomme, die de Koning, vooraf, gevorderd hadt. Van Gro- vabond nwSen was niemant tegenwoordig. De Afge- van Ver- vaardigden van Gelderland, Holland en Fries- dediging,land flooten egter twee Verdragen met den en Deenfchen Gezant, op den negenden vanWyn- maand (V), te weeten een verdedigend Ver-
bond, en een Verdrag van Uitkoop wegens den Zondfcheq tol, beide voor den tyd van zesen- dertig jaaren. By het eerfte, beloofde men, ei- kanderen , des noods, met vierduizend man, of met vier Ryksdaalers ieder ter maand, te zul- len byftaan, alles nogtans, zonder te kort te doen aan de Verbonden, wederzyds, met Frank- ryk, Zweeden en de Hanze-Steden gemaakt (x). De Staaten fpraken, byzonderlyk, van de Hanze-Steden, om dat zy zigaan deezen ver- bonden hadden, tot het handhaaven van de vrye Vaart op de Wezer, die, door den tol des Graa- ven van Oldenburg, belemmerd werdt. Doch de Koning van Deenemarke was vermoedely- ke
(iif^ Refol. Gener/' v> ScU. td.ics. hy WiCQiiEf. Preuy, Turn.
J. p. rtj7- Aitzemv UI. Oee\ hl. 340, 3.»!, 312. (?; Zit h.t Traft, iy Aitzeï<a UI. Üselx «. 332. |
||||
XLV. Boek. HISTORIE. 41
ke erfgenaam van den Graave van Oldenburg, ^49.
waarom men hem niet verpligten kon, iet, met-------
duidelyke woorden, te belooven,dat, in gevolg
van tyd, met zyn belang zou können Itryden. By het Verdrag van Uitkoop, werden alle fche- Verdrag pen en goederen, die uit de Vereenigde Ge van uu- westen door de Zond gevoerd werden, tolvry ^°^s verklaard, mids de Schippers alleenlyk hunne ^en Zeebrieven en Pond Ceduls toonden. Voorts, zond- mogten de Staaten vyf Oorlogsfchepen door fchen de Zond voeren, zonder den Koning daarvan to1' vooraf te verwittigen; en eene gantfche Vloot, mids zy hem, drie weeken te vooren, kennis gaven, en 't Slot Kroonenburg, met twee fchoo- ten, en met het itryken van het topzeil van de groote mast, deeden begroeten. Doch, zo men aldaar eene Deenfche Vloot mögt aantreffen, zou de groete, ter wederzyde, flegts met twee fchooten, gefchieden. Van alle andere fchepen en goederen, die voorheen niet tolvry ver- klaard waren, verbondt zig de Koning, voort- aan, tol te zullen vorderen. Ook zou hy de vuuren, tonnen en bakens, op de kusten van Jutland, Deenemarke en Schoonen, blyven onderhouden, op zyne kosten. Voor het ge- not deezer tolvryheid, zouden hem de Staa- ten , jaarlyks-, driehonderdenvyftigduizend gul- dens Hollandsen, en vooraf, op rekening, ze- venhonderdenvyftigduizend guldens doen tel- len, waartegen vyftien jaaren agtereen , vyf- tigduizend guldens jaarlyks, van de Uitkoop- penningen, zouden ingehouden gorden (y). Ulefeld keerde, onmiddelyk na Y fluiten der twee
Cy) Zie het Traft, by Aitzpma III. Deel, II. 335,
|
||||
42 VADERLANDSCHE XLV. Boek.
|
|||||
1649. twee Verdragen, naar Deenemarke (z). De
.-------Koning boodt aan, dezelven terftond te bekrag-
tigen, zendende zelfs, binnen den beftemden
tyd, herwaards Christiaan Roch, die de uitwis- feling der bekragtigingen doen zou. De Afge- vaardigden van Zeeland beflooten het Verbond van Verdediging te bekragtigen; doch omtrent het Verdrag van Uitkoop, aarzeldenze, voor- wendende, dat 'er, tegen de orde der Regee- ring e , flegts door drie Gewesten, in afzyn of weerwil van vier anderen, toe bewilligd was. Nogtans y gaven zy te verftaan, dat zy hiero- ver ftappen zouden, zo de andere Gewesten goedvinden konden , de Westindifche Maat- fchappy te onderfteunen , tegen den Koning van Portugal, tot behoudenis van 't gene de Staat nog bezat in Brazil (V)- Zweeden Midlerwyl, hadt Pieter Spiering, Refident kantzig (jer Koninginne van Zweeden in den Haage, hand"- *ast gekfeegen•> om den handel van Ulefeld te lingmet ftremmen, en reeds in Herfstmaand, gezogt Deene- het fluiten der twee Verdragen te voorkomen marke. Q^ jyj en vreesde, naamlyk, aan 't Zweedfche Hof, dat de Zweedfche Onderdaanen, door 't Verdrag van Uitkoop, van ter zyde, onder- worpen gemaakt zouden worden aan 't betaa- len van den Zondfchen tol. Laurens Kanter- fiein, Spierings opvolger, dreef ook, in den aanvang des volgenden jaars, dat de Verdra- gen, met Deenemarke gemaakt, onbeftaanbaar wa-
(z) RcTol. Gener. 11 Oclob. i6^<j. ly Wicqoef. Preuyes,
Tom- I. p. 6<n. (<*) ReP.;>l fïcner. 20 Dec. ïCty. 29 Maart 1650. ly WiO
(jon.F. Preuv. Tom- I. p. öfia, 663. (*) AiizsMA JIL Deel, il. 300.
|
|||||
XLV. Boek. HISTORIE. 43
waren, met de Verdragen, met Zweeden ge- «$£,
flooten. Harald Appelboom, die, wat laater, her- , waardskwam, fprak dezelfde taal (£*). De Han- ze Steden van gelyken (c~). Doch hunne rede- nen vonden geenen ingang. De Staaten ver- bonden, dat, Zweeden, federt eenigen tyd, te magtig geworden zynde, het evenwigt in 't Noorden bewaard moest worden, door Verdra- gen , waarby Deenemarke, wat meerder, be- voordeeld werdt. Ook waren de Hanze-Ste- den, met naame Hamburg, zo gewoon, den Staaten afbreuk te doen in den Koophandel, dat men haare redenen hier weinig gelden liet. De Verdragen werden, ondertusfchen, niet be- kragtigd, hoe zeer 'er Deenemarke op aan- hieldt. Zeeland bleef ongenegen, zo lang Hol- land agterlyk was, in 't onderfteunen van Bra- ziL Rotterdam zelf aarzelde. Ook het Kwartier van Zutfen. Overysfel was'er vierkant tegen; zo dat het werk fteeken bleef. Ondertusfchen, * voeren onze fchepen door de Zond, zonder iet te betaalen. Eindelyk, gefchiedde de bekrag- tiging, in Grasmaand des jaars 1651 (d); hoe- wel 't Verdrag van Uitkoop niet lang ftand hieldt, gelyk wy, ter zyner plaatfe, verreke- nen zullen. De Koning van Spanje, zyne betrekking tot xr.
deezen Staat, door het fluiten der Munfterfche Fiiips Vrede, zo merkelyk veranderd ziende, vondt de IV*
_- zendt eo-
8 " nen Ara- fi*) Refol. Ocner. 6 Sept. 164 g. 8 Jan. 23 Sept. 1650. by
WicoiiEF. Pnuv. Tom. 1. p. 664, 606 , 667. Aitzema Ui. Deel, il. 383 , 403. (c) Refol. Gener. 2 Nov. 1640- *}■ Wicquefort. Preuvct,
Tom. I. p, C>7i. Ait?ema III. iJeth U. 337, 405. C<0 Am.EMA III. Da!, il. 4u3, 405, 406, 470, 471, 47a,
<>54 C55. |
||||
44 VADERLANDSCHE XLV. Boek.
1649. geraaden , eenen gewoonlyken Ambasfadeur
•-------herwaards te zenden, om zyne belangen in den
basfadeur Haage waar te neemen. Men hadt, in 't eerst,
Staaten ver*Preid » dat de Graaf van Pegnaranda be- kleed zou worden , met deeze waardigheid; doch 't zy, dat het deel, welk Spanje nam inde beroerten van Frankryk, hem herwaards riep; 't zy hy kleinen lust hadt, om een Gezantfchap te bekleeden,welk, vooreerst,niet beftaanzou, dan in klaagen over 't niet naarkomen van het Munfterfche Verdrag; Antoni Brun, die, ne- vens hem, dit Verdrag geflootenhadt, kwam, in Zomermaand, in den Haage, bekleed met den titel van gewoonlyken Ambasfadeur des Konings van Spanje, die, in zynen Geloofsbrief, de Staaten zeer waardeengroote Vrienden noem- de ; fchoon de Gezant hun, in zyne eerfte aan- fpraak, alleenlyk met den naam van myne Hee- ren begroette. Zeeland en Utrecht hadden be- weerd, dat men hem, voor als nog, niet be- hoorde toe te laaten (e); doch de andere Ge- westen, vooral Holland, verftonden, dat men 't niet weigeren kon. Men deedt hem dan de eer aan, die men den Ambasfadeuren van ge- kroonde Hoofden gewoon was aan te doen (ƒ). Hande- Hy drong, in de eerfte onderhandelingen met lingmet de Gemagtigden van deezen Staat, zeer op de hen'' opregting der tweeledige Kamer, waartoe hier langzaam beflooten werdt. Voorts, kwam men met hem overeen, wegens de uitwisfeling der gevangenen, welken men van eikanderen be- ko-
(O ReCol. Oener. 5 Juny 1649. liy Wicqubf. Prcttyes%
Totn. I. p, 589. (/) Relbl. Gcner. »6 Juny lö.^y. hy Wicquef, treuv. Tem*
l. p. 590. |
||||
XLV. Boek. HISTORIE. 45
komen hadt, in de Landen van Overmaaze. 1649.
Maar omtrent het regelen van 't bezit der Gees--------
telyke goederen in deeze Landen, kon men ei-
kanderen niet verftaan. Brun vorderde, dat men de Geestelyken in 't bezit dier goederen Hete. Doch de Staaten, die 'er de hand op ge- legd hadden, wilden de uitfpraak der tweele- dige Kamerafwagten (g). Brun, ondertusfchen een' keer naar Frankryk gedaan hebbende, kwam in Wynmaand wederom in den Haage, en leverde toen den Staaten de Verklaaring des Keizers over, die in het drie-envyfiigfte Lid der Munfterfch.e Vrede beloofd was, en van wel- ke wy, te vooren, gewaagd hebben. In Slagt- maand, gaf hy hun, plegtiglyk, kennis van het Huwelyk des Konings van Spanje met Maria An- na van Oostenryk, Dogter van Keizer Ferdinand den III. en van Maria, 's Konings Zuster (Ji). Doch 't voornaamfte, welk met hem gehandeld Werdt, betrof een Verdrag van Zeevaart. Men was, hierover,federt eenigentyd, in onderhan- deling geweest, met Louis Descortes; doch Brun gaf wat meer toe, dan deeze gedaan hadt. 't Liep nogtans aan, tot op 't einde des volgen- Verdrag den jaars, eer men 't volkomen eens werdt. 't van Zee« Verdrag werdt, eerst op den zeventienden van vaart» Wintermaand des jaars 1650, getekend, enbe- fpla\e» helsde „ dat de ingezetenen der Vereenigde „ Gewesten, alomme, en zelfs in Frankryk, yy zouden mogen handelen , in alle zulke goe- „de-
r?) Reibt. Gener. 6/tag.l(>4<). t, 3 Febr. 1650 Jv Wiojubv.
Preuv. Tom. I. p. 591, 594, 598. Aitzema 111. Deel, bl. 34t, 34e. 400, 473. O) Refel. Gfiier. 16 Nny. 1649 bv Wioquef. Preuva,
■lom. 1. p. 5S4. AirzEMA UU Deel, bh '345, 379. |
||||
46 VADERLANDSCHE XLV. Boek.
|
|||||
1649. „deren, waarvan de handel vrygeftaan hadt,
------ „ voordat de twee Kroonen in oorlog waren,
„ zulke Spaanfche gewasfen uitgenomen , van
„ welken men zig zou können bedienen, te- „ gen den Koning van Spanje. Naar alle an« „ dere Landen, met Spanje in oorlog zynde, „zouden zy allerlei goederen mogen voeren, „ Contrebande waaren uitgezonderd, beftaan- „ de in allerlei wapentuig, krygsgereedfchap „ en paarden ; doch mondbehoeften bleeven „ vry. De Schippers zouden, met hunne zee- „ brieven en paspoorten , bewyzen moeten, „ in welke havens, en welke waaren zy gelaa- „ den hadden, in geval zy naar eenige vyand- „ lyke haven wilden; doch in volle zee, of op „eenige reede des Konings van Spanje, zou- „ den zy niet mogen bezogt worden, ten ware „men eenig vermoeden hadt, dat zy Contre- „ bande goederen voerden. Goederen van in- „ gezeten der Vereem'gde Gewesten, be- „ vonden wordende in fchepen, aan vyanden „des Konings van Spanje toebehoorende, „ zouden, zo wel als de fchepen, verbeurd ver- „ klaard worden ; doch vyanden goederen, „ mids geene Contrebanden zynde, gelaaden „in fchepen van ingezetenen der Vereenigde „Gewesten, zouden aan geene verbeurdver- „ klaaring onderworpen zyn. Alle de voordee- „ len, by dit Verdrag bedongen, zouden, door „ de wederzydfche onderzaaten, genooten „ worden (*)«" Met dit Verdrag, rekende men de duisterheid van het afgezonderd punt der Mun-
(•) Zie fut Tis.A. in 't Groot-Plaliaatb, I. Deel, kul. 109. «M
hy \itzema JU. Deel, H. 4 So. |
|||||
XLV. Boek. HISTORIE. 47
Munfterfche Vrede genoegzaam opgehelderd. i<j4p.
De binnenlandfche onlusten in Frankryk ——. waren, in de twee naast verloopen'jaaren , fterk XII. toegenomen. Het Parlement hadtzig verklaard, 9nJ,ust tegen 't Hof enden KardinaalMazarin. De Stad "^ Parys floeg, meer dan eens, aan 't muiten; zo ' dat de Koninginne Moeder genoodzaakt werdt, om, met den Koning, naar elders te wyken. Het Parlement van Rouan volgde, eerlang, het voorbeeld van dat van Parys, welk den Kardi- naal reeds voor vyand des Konings verklaard hadt. Doch in de Lente des jaars 1649, ver- zoende het Hof zig met het Parlement. De haat des Prinfen van Gondé tegen den Kardinaal bleef egter duuren; doch de laatfte wist het Hof te beweegen, om den Prins in hegtenis te doen neemen. In Louwmaand des jaars 1650, werdt hy vastgezet, op het Kasteel in't Bosch van Vin- cennes(£). De Vereenigde Staaten kreegen van dit gewigtig voorval kennis, door den Revi- dent Brasfet (/). Ook verdedigde de Koningin- ne Moeder, eerlang, dit vangen. in een open- baar Gefchrift. Condé werdt befchuldigd, dat hy 's Konings hoogheid gezogt badt te kwet- lèn. Onder andere byzonderheden, lei men hem te last, dat hy zynen broeder, den Prins van Conti, met geweld, zogt te doen verkie- zen , tot Medehelper des Bisfchops van Luik (m). De gevolgen van zynen handel, in dit opzigt, betroffen ook den Staat der Vereenig- de Gewesten : waarom, 't niet ondienftig zyn zal,
(*,j Wicqvkp. Livr. H. ƒ>. 83-0T. /.;,r. III. p. iC>3-t<h).
'O Relbl. Gener. 31. Jan. 165e. hy Wicquff. Praives, Tom. I. p 57,1. ( f» WiCQUtF. fjfr. III. p. iCg.
|
||||
48 VADERLANDSCHE XLV. Boek.
1649. zal, hier eenige korte opening Van deeze zaak
-------te doen.
Luikfche Het Bisdom van Luik was, federt veelejaa-
zaaken. ren, bezeten geweest door het Huis van Beie- ren , welk , naauw verbonden zynde met het Huis van Oostenryk, Frankryk, federt het ont- ftaan van den Duitfchen oorlog, veel nadeels gedaan hadt. De Kardinaal de Richelieu hadt, hierom, zyn werk gemaakt, om de Wethou- derfchap van Luik, door middel van den Abt de Moufoa, 's Konings Refident aldaar, in de Franfche belangen te brengen, of ten minden over te haaien, tot eene volkomen' onzydig- heid. En 't zou hem gelukt zyn, zo de Graaf van Warfufé, van wiens wankelen aart wy, by gelegenheid van 't verhaal van.'sGraaven van den Bergs afval van Spanje, te vooren (»),ge- waagd hebben , geen middel gevonden hadt, omden Burgemeester Ruelle, verraaderlyk, ter doen vermoorden. Dit gebeurde, in 't jaar 1637 (0). Der Franfchen aanhang verloor eg- ter den moed flegts voor eenen tyd. Hy wies , eerlang, zo fterk aan, dat eenige Kanonniken , die de andere zyde hielden, genoodzaakt wer- den , de Stad te ruimen, en naar Huy te wyken. Onder voorwendfel van deezen te herftellen > bragt de Bisfchop, in dit jaar 1649» een Leger op de been; met welk, hy 't beleg deedt flaan , voor Luik. In deezen ftaat der dingen, verzogt de Stad den Koning van Frankryk, om eenige troepen tot onderrtand, onder den Prinfe vat» Conti. Doch Mazarin, 't zy om dat hy den Hiïi-
00 XI. Thel, hl. 149, 160.
(a) Aitzema UI. Ded% W. 505 ««f.
|
||||
XLV. Boek. HISTORIE. 40
Huize van Condc zo veel gezags misgunde, 1(549.
't zy om andere redenen, bragt te wege, dat —----:
'er, op dit verzoek, geen antwoord kwam,
naur genoegen. Toen nam de Wethouder- fchap van Luik haare toevlugt tot de Staaten der Vereenigde Gewesten. De Prins van O- ranje was van gedagten, dat men, terftond, een aanzienlyk getal knegten en paarden, on- der 't gefchut van Luik, moest doen legeren. Maar de Staaten vonden raadzaamer , eenig Krygsvolk af te danken, welk, daarna, in dienst van die van Luik, zou können treeden (/>). Doch eer men 'er eenig nut van hebben kon, was de Stad aan den Bisfchop overgegaan, op den negenentwintigften van Oogstmaand dee- zes jaars. Hy ftigtte 'er, federt, een Kasteel, waardoor hy de ingezetenen in bedwang hieldt (#). Terwyl men, in Frankryk, nog belemmerd De Staa.
was met de inwendige beroerten, hadt het Hof ten zen" eenige opening gedaan tot onderhandeling met dee" ^°~ Spanje, over eene vrede tusfchen de tweeKroo- ggwoon- nen. Hierop, was de bezending van Pegnaran- ïyken da en Bmn gevolgd, van welke wy reeds, in 't Ambasfa- voorbygaan, gewaagd hebben. Van wege de deur Staaten , vertrok , in Zomermaand des jaars prank- 1Ó50 (r), naar Frankryk, als gewoonlyke Am- ryk, basfadeur, Willem Boreel, Penfionaris van Am- fterdam, in de plaats vanden Heere van Ooster- wyk, die, op zyn verzoek, ontflaagen was (O. Bo-
(/>) R.efoI. Holl. 28. 3i Aug. 11%. hl. B28, SRi.
Cj) Aitzkma UI. Deel, bt. 381, 382. Wjcqulf. Livr. UI.
p. i?o, J71. <r) AiTZRM/i III. Deel, hl. 426, 4/2, 4?«, 47r,.
CORdol. (Jener. 17 Maart 164». ty WicquepuRX Pretiy.
2qm. \. p. 292, X.IL Deel. D
|
||||
$p VADERLANDSCHE XLV. Boek;
Boreel hadt last, om het oog te houden op de
handeling tusfchen de twee Kroonen, en om der Staaten bemiddeling aan te bieden. Som- migen fpreeken van hem, als van een' zeer be- kwaam' Staatsdienaar, die, hierom zelfs, te Amfterdam, daar veele bekwaame luiden in de Regeeringe waren, en daar men, zelden , fchrandere Penfionarisfen, lang agtereen, plag aan te houden, te ligt er geloosd werdt(f). Doch anderen noemen zyne eerlykheid en opregt- heid hooger dan zyne fchranderheid («). Wat 'er van zy; de handel hadt traagen voortgang. Spanje fcheen de bemiddeling der Staaten wel niet af te wyzen (V); doch zogt ook de Vrede niet ernftelyk, en ftookte, onder de hand, het vuur der binnenlandfche onlusten in Frank- ryk. Het Franfche Hof toonde zig, daarente-^ gen, genegen, om de gefchillen tusfchen de twee Kroonen te verblyven aan de bemidde- ling der Staaten; doch gaf den Ambasfadeur Boreel, daarenboven, te kennen, dat men iet meer, van der Staaten zyde, verwagtte , de voldoening en onderftand, naamlyk, tot wel- ken de Staaten zig, by de voorige Verdragen, verbonden hadden (V). De Staaten, diedeezen eisch wel verwagt hadden, hadden Boreel ge- last, te antwoorden 5, datzy, by het Verdrag „van Compiegne van den jaare 164a, alleen- „ lyk verbonden waren, om den Koning, bin- ftnen negen jaaren na 't fluiten met Spanje, »zy-
(O W/CQnSFORT Livr. II. p. Zr.
(a) V.riev. van den Raadp. oe Witt. I. Deel, Pborr. (y) Refol. Gener. 30 Aug. 5, 17, 19 Sept. Vy WiCQuEf. Preuv. Tom. I. p. fiofi, 607, 608, 619. (•>») Voelt Wicquïfjrt Priuy. Tom. I. p. 601. |
||||
XLV. Boek; HISTORIE. 5t
$, zyne uitgefchooten' penningen te rug te gee- nj^
f) ven; welke tyd niet verftreeken was: dat zy, —— jj aan hunne verbindtenis, om den Koning met » Oorlogsfchepen te onderfteunen, reeds in 't »jaar 1625, voldaan hadden, door de uitrus- »ting onder Hautain, die den Staat een mil- »lioen zevenhonderdenzestigduizénd guldens »gekost hadt; welke fomme met den Intrest ), zo veel beliep, als Frankryk van den Staat n te eifchen hadt; vooral, als men 'er hon- ,j derdenveertigduizend guldens byvoegde, n die hier aan de Franfche Krygsoverften be- ,5 taald waren , midsgaders den beloop van }> het Vice Admiraals fchip , welk voor Ro- j, chelle gebleeven was, en van zeventien me- „ taaien ftukken , geborgen uit een geftrand j, Oorlogsfchip, én naar Calais gevoerd." Het voordraagen en aandringen deezer redenen gaf den Ambasfadeur eenig werk. Hy moest, daar- enboven, aanhouden, op vergoeding der fcha- dej die 'sKonings fchepen den Koopvaarde- ren deezer Landen, in de Middellandfche zee, aändeeden; welke ongeregeldheid, door den Koning, of bevolen , of gedoogd werdt, om dat 'er de handel der Staaten op Spanje en Ita- lië door werdt belemmerd. De fchade, die de Amfterdamfche Koopluiden hierby geleeden hadden, werdt, in 't begin des jaars 1651, op zeven en een halve millioen begroot (»). De Stad verftondt toen, dat men 'er zig met ge- weld tegen behoorde te verzetten (jy); doeh de andere Steden meenden, dat men zig in gee-
O3 Brief van het Koll. ter Ailmir. te Am!t. ly Wicquip.
ereuv. Ton. I. p. 879. (y) KefW. Hv'I. 83 Jttny 1Ö51. >/. ju. D 2
|
||||
5a VADERLANDSCHE XLV. Boek,
X649. geenen kryg fteeken moest tegen Frankryk.
wing van het Verdrag van 't jaar 1646, welk
flegts voor vier jaaren gemaakt was, tot dat men, wegens een ander en algemeen Verdrag, zou overeengekomen zyn (z). Het bemidde- len van een Verdrag tusfchen de twee Kroonen bleef toen het voornaamfte, dat Boreel te ver- rigten hadt. De Prins van Oranje hadt geoor- deeld, dat men den Spaanfchen Gezant Brun behoorde aan te zeggen, dat de Koning, zyn meester, niet vreemd vinden moest, dat men zig voor Frankryk verklaarde,volgens de voor- gaande Verbonden, indien hy niet goedvinden kon, der Staaten bemiddeling te aanvaarden. Maar Holland hadt te wege gebragt, dat de aanbieding tot bemiddeling, aan beide de Mo- gendheden, in gelyke beleefde bewoordingen, gefchied was (a). Nogtans verliepen 'er nog ver- fcheiden' jaaren, eer de Vrede getroffen werdt. Midlerwyl, raakte Frankryk inwendig een wei- nig in rust, nadat Condé en andere voornaame Staatsgevangenen gellaakt waren, en de Kar- dinaal Mazarin het Ryk verlaaten hadt; 't welk, in de Lente des jaars 1651, voorviel (&). Doch de inwendige beweegingen van Frank-
ryk betroffen deezen Staat yeel minder, dan de binnenlandfche tweefpalt, die Holland in 't byzonder, omtrent deezen tyd, ontroerde, en de Stad Amfterdam in merkelyke verlegenheid bragt. 't Zal hierom noodig zyn, dat wy, de uit-
(2) RefoL Gener. 10 'juny 1651. ly Wjcqubf. Priuv. Tein,
I. p. 88u. («) WicquEfort Liri: II. p. 178. C*) Wicquefqrt Uvr. IV. p. aa3, 2jo. |
||||
XLV. Boek. HISTORIE. 53
uicheemfche zaaken, voor eene geruime wyle, 164p.
uit onze gedagten ftellende, den oorfprong,-------
voortgang en uitflag deezer huisfelyke onlus-
ten, uitvoeriglyk, ontvouwen. Men heeft, uit het voorgaande gedeelte dee- XIII.
zer Historie, ügtelyk, können befpeuren, dat 'er, 9™~ federt verfcheiden' jaaren, nu en dan, verfchil der 011- van begrip geweest was, over zaaken van vre- lusten, de, oorloge en Regeeringe, tusfchen de meeste tusfchen Leden Van Holland, en wylen zyne Hoogheid, ,|n ^ Fredrik Henrik. Holland, zwaar belast met Holland, fchulden (c), hadt meermaalen de kosten des de Stad Spaanfchen oorlogs zoeken te verminderen, Amfter- door het verminderen der troepen, die 't Land ^™P^_ in dienst hadt. De Prins hadt, daarentegen, fc van doorgaans, fterk gedrongen, op het'aanhou- Oranje. den of vermeerderen van 's Lands Krygsmagt (<£). Holland, door 't belang des Koophandels, en door den (legten ftaat van 's Lands geld- middelen , gepraamd, hadt, meer dan eenig Gewest, geyverd voor de Vrede. De Prins verftondt, daarentegen , dat men den oorlog behoorde door te zetten; tot dat hy, eindelyk, afgemat, door de jaaren, en door de ongemak- ken zyns lighaams, en, mogelyk, gewonnen, door zyne Gemaalinne, tot de Vrede riedt (e). Amfterdam, onder de Leden van Holland, ver- re het meest draagende in de gemeene lasten, hadt groot gezag in de Vergadering van dit Gewest, en de gevoelens, waarin de meeste Le- den met zyne Hoogheid verfchüden, ernftigst, gedreeven; gelyk het belang van deeze Stad ook
O) XI. Deel, tl. 403.
CO XI. Deel, il. 235, 378. i./J XI. Deel, iU 400, 432. D3
|
||||
54 VADERLANDSCHE XLV. Boes.
|
|||||||
f649. ook meest bevorderd werdt, als het belang van
—— den Koophandel werdt voorgeftaan, door het fluiten eener veilige vrede, en als 's Lands uitgaaven, waarvan zy een groot gedeelte op- brengen moest, befnoeid werden, door ver- mindering der troepen. Sommigen hebben ge- fchreeven , dat Holland of Amfterdam in 't byzonder, door heimelyke wegen, het winnen van Antwerpen , waarop de Prins zeer gezet was, hadt weeten te belerten Qf). Doch voor de waarheid van dit fchryven zou ik geenzins durven inftaan. Ook waren de andere genoem- de verfchillende inzigten genoeg in ftaat ge- weest, om, by wyle, eenig misnoegen te ver- wekken , tusfchen den overleeden' Prinfe en de Staaten van Holland, of Amfterdam in 't by- zonder. Want fchoon de Regeering deezer Stad, in den aanvang van 'sPrinfen Stadhou- derfchap, reden meende te hebben, om zyner Hoogheid, in veele opzigten, aan de hand te gaan (g), oordeelde zy zig, hiertoe , minder gehouden, nadat zy gezag en fterkte genoeg dagt verkreegen te hebben, om, daar het be- lang van Land en Stad zulks, haars oordeels, vorderde, veilig te mogen verfchillen vanden Prinfe. En fchroomde zy, naderhand, niet, op afdanking en vrede te ftaan, hoe zeer 'er zyne Hoogheid tegen mögt zyn. In deeze ge- fteldheid der gemoeden , overleedt Fredrik Henrik. De jonge Willem, zyn Zoon en Op- volger, was 'er niet onkundig van, toen hy aan 't bewind kwam. Hy vondt de meeste Gewes- ten, (f) XI. Deel, bl. 269, 4127, 429.
• (£) XI. Dttl, il. 79. |
|||||||
XLV. Boek. HISTORIE. 55
ten, maar Holland boven al, fterk geneigd tot 1649.
vrede, 't Scheen zelfs, en misfchien geloofde ------
hy, dat men uitftelde, hem als Stadhouder van
dit Gewest te beë'edigen, tot dat de Vrede zo goed als getekend ware (K), op dat hy, eerder bevestigd zynde in zyne hooge waardigheid, geen middel vinden mögt, om de Vrede te ver- wylen. Tervvyl hy vuuriglyk haakte naar 't o- penen van den veldtogt, moest hyzien, dat hem eene geringe beweeging met eenig Krygsvolk naar den kant van Hulst kwalyk genomen werdt, door die van Holland (*'). De Vrede werdt, eindelyk, geflooten , bekragtigd en af- gekondigd: ook in Zeeland, daar hy 't langst tegenhieldt. En fchoon hy een byzonder Ver- drag gemaakt hadt met den Koning van Span- je ; waaiby hy eenige voordeden, voor zig en voor de Princesfe, zyne Moeder, bedongen hadt, verbrak Holland, terftond, één der pun- ten van dit Verdrag, welk men oordeelde , te kort te doen aan de opperfte magt der Staaten van dit Gewest (£): 't welk het onderling mis- noegen deedt aanwasfen. Hiar kwam by, dat Holland, federt verfcheiden' paren, in de ge- fchillen tusfchen Koning Karel den I, Schoon- vaders des Prinfen van Oranje, ^en het Parle- ment, of, zig flegts onzydig gedraagen hadt, of zelfs allengskens begon te neigen naar de zyde des Parlements, en thans geene gezind- heid altoos toonde , om de belangen van Karel den II. te onderfteunen; 't welk het ongenoe- gen van zyne Hoogheid, tegen de Staaten van Hol-
C6}XT. Deel, hl. 441.
<0 XI. Deel, U. 450. (*J Xr. Dctl> il. 4Sy. D4
|
||||
S6 VADERLANDSCHE XLV. Boek.
1649. Holland en tegen de voornaamfte Steden, fterk
—-----deedt vermeerderen, 't Was dan minder te ver- wonderen, dat het, langs verfcheiden' wegen toegenomen, eindelyk , ter gelegenheid van een nieuw gefchil over de afdanking van 't Krygsvolk, tot hevige daadelykheden uitborst: 't welk wy, vervolgens, omilandiglyk, ver- haaien zullen. xiv. De Staaten van Holland hadden, terftond Raad-^ na jjet afkondigen der Munfterfche Vrede, ccrT'op" begonnen te raadpleegen, op het punt der Me- ile ver- nage, of vermindering van 's Lands uitga aven: 't minde- welk redelyk was, zo, omdat veele van deeze nng van uitgaaven of nu geheel nutteloos, of, ten min- uitgaa- ^e' n'et noodzaakelyk waren, als, om dat de in- ven, komften van den Staat in 't gemeen, door de Vre- de , in eenige opzigten, waren verminderd. De algemeene Ontvanger hadt te kennen gegeven, * Confis- datby, geduurende den oorlog, uit * verbeurd- catim. verklaaringen , f brandfchattingen, § vrywaa- ' Confr'- ringen en \. vrygeleibrieven , zevenhonderd- i"c/e"'i enveertigduizend guldens plag te ontvangen, garden.- die hy gewoon was te befteeden aan de Intres- 4. Pm- ten der penningen, opgenomen door de Gene- $ oorten. raliteit, en nu te kort zou komen: te gelyk, vraagende, waar hy deeze fomme voortaan vinden zou (f). De Raad van Staate, hierop en op het gfhoord, Verftondt „ dat Staatsch Brabant, belasten „ niet langer verpligt zynde brandfchattingen vnn „ of vrywaaringen te betaalen aan de Spaan- Brabant » fchen, nu, van wege deezen Staat, zou kon- „ nen belast worden, met de gewoonlyke Ver- „ pon-
f/) Uefi)!. lloll. 25 Jwiy IÖ43> b' Wicquef. Prcur. Tom.
h p. SS»1- * |
||||
XLV.Boek. HISTORIE. 57
«pondingen op huizen en landeryen, en met 16&.
n Imposten op de middelen van verteeringe, ----—
5? mids men onderfcheid maakte, tusfchen
jjPiaatfen en Plaatfen; Breda, by voorbeeld, ■n niet zo zeer belastende, als 's Hertogen- n bosch, daar men zo veel betaalde, als in Hol- 55 land; om dat, in 't jaar 1637, beloofd was, ,5 dat de eerstgemelde Stad niet hooger belast „zou worden, dan zy, van 't jaar 1590 tot 55 het jaar 1625, gedraagen hadt: en de Meie- 55 ry ook weinig belastende, als meest uit hei- 5, land beftaande , opdat men de opgezetenen 55 niet vandaar verdryven mögt naar Luiker- n land: welke aanmerkingen, dagt men, ge- „ wigtig genoeg waren, om, hier en in Breda, j, geene zwaarer lasten te heffen, dan men 'er, „ geduurende den oorlog, geheeven hadt, tot „ dat de Vereenigde Gewesten eens zouden n zyn, om, volgens het vyfde Lid der Ucrecht- „ fche Vereeniging, de gemeene lasten, alom- n me, te heffen op eenen eenparigen voet(w)." De Staaten van Holland , 't gevoelen des Welk ge-
Raads van Staate overwoogen hebbende, oor- fchicdt. deelden , daarentegen „ dat men op de ge- "^r0^cn n wonnen' Landfchappen zo zwaare lasten van hoI- 5, leggen moest, als in Holland, daar de mid- land. w delen van verteeringe meest belast waren, „ gedraagen werden." Zy weezen aan „ dat de „ onvrugtbaarheid van den grond der Meie- „ rye wel in aanmerking kwam , als men het „Land, niet, als men de middelen van ver- „ teeringe belasten zou; dat men niet te vree- zen f "O Advys van de» Raad van Staate, by Wicqhef. Freuv.
Tom, I. p. 393, ' 1^5
|
||||
58 VADERLANDSCHE XL V. Boek,
|
||||||
1649. »teti hadt, dat de opgezetenen het Land ver-
-------n laaten zouden, om dat de arbeidsloonen ver-
„ meerderden, naar gelang dat de middelen op
„ de verteeringe zwaarer belast werden; doch n dat men, veeleer, dugten moest, dat de Hol- „ landers naar Brabant verhuizen zouden, als n men daar beter koop leeven kon, dan hier, ,5 Dat men deeze zwaarigheid niet wegnam, n als men de Lakens en Steffen, die, ten plat- „ ten lande van Brabant, gemaakt werden , n zwaarer belastte; alzo men, daardoor, de op- „ gezetenen buiten 't gebied van deezen Staat „ dry ven zou. Dat men Breda zou können ver- „pligten, om de lasten te betaalen, die, in de „ andere deelen van Brabant, geheeven wer- 5, den, mids men deeze Stad, in andere opzig- „ten, by haare Privilegien, bewaarde (»)." Én deeze redenen woogen zwaarer, dan die des Raads van Staate. Staatsch Brabant moest zig vlyen naar den wil zyner tegenwoordige Hoo- ge Overheid, en dezelfde lasten betaalen, die in Holland geheeven worden. Holland Doch hiermede werdt flegts geboet 't gene en de al- de Staat in 't gemeen, by de Vrede, verlooren gemeene jjadt. Men moest, daarenboven, 's Lands in- vermin!, komften bezuinigen, tot verligtirg van den be- deren de zwaarden ftaat der gemeene fchatkiste. De Intresten Staaten van Holland hadden, in 't jaar 1644* ï1}™}? den Intrest-hunner fchulden verminderd, van c u en' den penning zestien, tot den penning twintig; dat is, van zes en een vierde, tot vyf ten hon- derd : 't welk de algemeene Staaten, in den jaa-
(n) Refol. Holl. 18 Haart ifyy. bl. 69.
|
||||||
.
|
||||||
XLV.Boek. HISTORIE. .59
jaare ,1649, gelukkiglyk, waren nagevolgd (0). 1649.
Ter gelegenheid, dat 'er, in Blaeimaand dee- -------
zes jaars, geene uitheemfche gezanten in den
Haage waren, die den titel voerden van Ambas- sadeur , beflooten de algemeene Staaten ook, den Ambasfadeuren geene vrye wooning meer te bezorgen (/>). Ook waren 'er eenige noo- delooze Jagten en andere Vaartuigen afge- fihaft (J). Maar de zwaarfte last van den Staat, het Vermin,
Krygsvolk, bleef nog drukken. Holland alleen deriir? was 'er, in den aanvang des jaars 1649, drie ™" ^ millioen zeshonderdzestigduizendeenhonderd- vol£ zestien guldens agttien ftuivers aanfchuldig(r). De andere Gewesten ook merkelyke fommen. 't Krygsvolk van den Staat beftondt, ten tyde van het fluiten der Vrede, uit agtenzestig kor- netten paarden, behalve de Lyfwagt van zyne Hoogheid , uit twee Kompagnien beftaande; en dertig Regementen, beftaande uit vierhon- derdelf Kompagnien voetvolk. Onder deeze Regementen waren 'er vyftien van Landzaa- ten , vyf Franfchen , vier Engelfchen, drie Schotfchen en drie Hoogduitfchen. De Raad van Staate hadt toen voorgeflaagen , dat men de Ruitery , veertig man , en het Voetvolk, ten deele vyftig, ten deele dertig man, op el- ke Kompagnie , zou können verminderen, 's Prinfen Lyfwagt op haar getal laatende. Hier- door , zou men zesentvvintighonderd Ruiters , en
(o) Refill. Getier. 6 May KÏ49- h Wicquef. Preuv. Tom.
\. p. 403. (ƒ>) Refill. Holl. 1 Blay 1649. bl. log. Aitzf.ma Jli. DuK
V- 3«3- (<jj Relól. Hnll. sy, So Juny l«4«. bl. lös, IÖ8.
ir) Refol, IloJl. z OC1. 1Ö41). bl. aj)i.
|
||||
6o VADERLANDSCHE XL V. Boek.
|
|||||
1649. en agttienduizendvyfhonderdzeventig knegten
-------minder te betaalen hebben, en jnarlyks twee
millioenen vyfhonderdvierenveertigduizendeen-
honderdnegenenzeventig guldens befpaaren. Doch de Staaten van Holland oordeelden dee- ze vermindering te klein, en verftonden, dat men vyftig man van elke Kompagnie voet- volk behoorde af te trekken, de Lyfwagt van den Prinfe van Oranje , van den Stadhouder van Friesland en van den Veldmaarfchalk in haar geheel lautende. Zy ftelden hunne mee- ning den Prinfe voor, die 'er in bewilligde, na dat hy den Raad van Staate gehoord hadr. Maar de Afgevaardigden der andere Gewesten aarzelden, by gebrek van last. Holland, hier- op , geenen kans ziende, om den Staat der geldmiddelen langer buiten verwarring te hou- den, deedt de vermindering, op eigen gezag, den Overften van 't Krygsvolk, ter betaaling van dit Gewest ftaande , aanfchryvende, dat het, na den twintigften van Hopimaand des jaars 1648, niet dan volgens den voet der ver- mindering , betaald zou worden. De andere Gewesten verftoorden zig zeer over het ge- drag van Holland , het zelve uitmaakende , voor eene verbreeking van 't Verbond van Ver- eeniging; doch zy bedaarden, eindelyk, en be- willigden allen in de vermindering, door Hol- land voorgeflaagen (>). Holland De Staaten van dit Gewest zogten, vervol- dringtop gens, de wedden van veele hooge en mindere vcrmfn- Krygs- en andere Amptenaaren te verminde- ren, CO Refol. Ho!!. 24 Juny, 3, 4, •'!. 10, rtJuly 1(14«.hl. 15a»
197, iüo, 203, 209, 220, 263. AIT2EMA 111. Ijul, U. 273» 352. 353» |
|||||
XLV.Boék. HISTORIE. 61
ren; de waardigheid van Generaal der Ruite- 1649.
ry te niet te doen , als vervangen wordende,-------
door die van Kapitein - Generaal , en andere dering of
veranderingen te maaken. De Prins , Graaf ^dan" Willem Fredrik en de Raad van Staate kantten vJJIJJ zig hiertegen, oordeelende, dat men de dien- volk. ften van de hooge en mindere Krygsbevelheb- bers, geenszins, op zulk eene wyze, behoor- de te vergelden (V). De raadpleegingen hier- over bleeven , derhalve , fteeken. Maar de Staaten van Holland, die reeds verklaard had- den , dat zy de voorige vermindering, flegts by voorraad , en tot dat de Gewesten, over grooter vermindering, of over eene eigenlyke afdanking zouden overeenkomen, gedaan hadr den, vervoegden zig by den Prinfe, inBloei- maand deezes jaars, hem vertoonende, dat zy den Staat hunner geldmiddelen, onmogelyk, voor verwarring konden hoeden, zo zy gee- ne vyftig Kompagnien uitheemsch voetvolk afdankten , in de plaats van vyftig Kompag- nien Laqdzaaten , die, in den jaare 1628, voor zes maanden aangenomen, en tot nu toe, in dienst gebleeven waren. De Prins hieldt hun voor, dat zulk eene afdanking niet gefchieden kon, zonder 't Land in gevaarte ftellen, over- mids de nabuuren nog gewapend bleeven, en magtige Legers byeen trokken, omtrent de grenzen (?<)• Zy lieten zig, hierdoor, naar 't fcheen, gezeggen; doch, in Wynmaand, floe- gen ze den algemeenen Staaten en den Prinfe wederom voor „ dat men de Kompagnien Kui- „ ras-
f n Reiol. 'Hnll. 7 Aug. 164«. U. j;8 jjs, Aitzbma UI.
liest, V. ■2i)i) cj4(j, Cv) fcelól. Huil. 6 May 1643. W. ui,
|
|||||
!
|
|||||
öi VADERLANDSCHË XLV.BoEk.
|
|||||
i64% i,rasfiers, zynde eene foort van Benden van
------- „ Ordonnantie, of zwaar gewapende Ruiters ^
„behoorde te veranderen in Harquebußers,
„of ligte paarden ; dat men de Logysgeldeny „op den jongden Staat van oorloge, ten laste „der byzondere Gewesten gebragt, moest afr „ fchsffcn , en den Krygsluiden daarentegen „ de volle foldy , zynde elf guldens agttien „ftuivers ter maand, betaalen; dat men de „ uitheemfche regementen , die uit drie en „twintig, agttien, zeventien, veertien en tien „ vendelen beftonden, allen op tien vendelen „bragt, waardoor nog vyfenvyftig vendelen „ zouden afgedankt worden ; dat men vyf- „ honderdvyfentagtig koppen verminderde op „ twee-entwintig vendelen, die, te vooren* jj niet verminderd geweest v/aren, en dat „men, eindelyk, de helft, immers een groot „ gedeelte der Ruiterye afdankte ; die toch „ weinig dienst deedt, en veel kostte (v)." TJe Priris Doch: de algemeene Staaten en zyne Hoog- en de ai- heid fielden zig bier eniftelyk tegen (d'). De • genjeenë Gekommitteerde Raaden, nogtans, fchreeven ftelïen'er den Bevelhebberen der vreemde vendelen aan, idgtegen.dat zy nog twintig man van elk vendel had- den af te trekken , waardoor vyf honderden- tagtig man werden uitgewonnen. De Bevel- hebbers vielen deswege klagtig aan de alge- meene Staaten, die, den Prins, Graaf Willem Fredrik , en den Raad van Staate gehoord hebbende, verftonden Mdat men den gewoon- jjlyken Afgevaardigden van Holland ter Ver- O) Reföl. Holli 2 ÖBoi. 1649. bl, 294 enz,"
(51-5 R-tfol. Holl. 6 Oètob. 1649. bl. 303. |
|||||
xlv.boek. Historie. $$
* gaderinge der algemeene Staaten behoorde 1649*
n af te vraagen, om welke reden, zy, tot deeze ------■
„vermindering, beilooten hadden." Deezen
beriepen zig op den last hunner magtigers. De Raad van Staate oordeelde toen „ dat men „de Gekotnmitteerde Raaden vermaanen „moest, om het befluit der Staaten van Hol- land niet ter uitvoeringe te brengen, zon- der toeftemming der algemeene Staaten." Doch de gewoonlyke Afgevaardigden van Hol- land gedoogden niet, dat men, hierover, ter algemeene Staatsvergaderinge, raadpleegde , terwyl zy voorzaten. De andere Leden begree- pen egter, dat men voortgaan moest. Die van Holland begeerden , eindelyk, dat men , tot 's anderendaags, toefde, op dat zy de Gekom- mitteerde Raaden eerst nader hooren mogten. Vergeefs. De Afgevaardigden van Holland verlieten toen de Vergadering, om, in een an- der vertrek, met de Gekommitteerde Raaden, te raadpleegen. Maar terwyl zy uitwaren, nam de eerfte Afgevaardigde van Gelderland , de voorgaande week voorgezeten hebbende , de Prefidents ftoel in, vervolgde de raadpleeging, en befloot, met zes Gewesten, dat men den Staaten van Holland, en, in derzelver afzyn, den Gekommitteerden Raaden aanfchryven zou Mdat zy, op 't ontvangen van dit fchryvens, „ den last, dien zy tot vermindering gegeven „ hadden, herroepen zouden ; en zo zy dit n weigerden, gelyk wel te wagten was, zou „ men den Krygshoofden belasten, dat zy, zon- „ der op de orde van Holland te pasfen, hun- jj ne vendels voltallig hadden te houden." Da Afgevaardigden van Holland protesteerden, een en
|
||||
64. VADERLANDSCHE XLV. Boek.7
|
||||||
*649v en andermaal, tegen dit befluit, en tegen dee-
-------ze gantfche wyze van handeling (x). 't Hielp
niet. De Staaten van Holland, in Slagtmaand
wederom vergaderd zynde, bleeven aanhou- den op de vermindering; doch ftonden toe, dat zy ■> ffelyk inderdaad gebrnikelyk was , door den Raad van Staate , uit den naam der al- gemeene Staaten, gefchiedde. De Prins van Oranje bewilligde toen in de vermindering op deezen voet (jy j. 't Verfchil zou dus beilist ge- weest zyn, zo men, te gelyk, geene andere openftaande gefchillen tuslchen Holland en de andere Gewesten hadt moeten afdoen, waaraan meer werks vast was. Holland De Staaten van Holland, negenentwintig ven- belluit, dels uitheemfchen te betaalen hebbende van de negenen- vyftig, die zy gaarne afgedankt zagen, hadden vendèfs ^en ^rinfe voorgehouden, dat zy genoodzaakt onbe- zouden zyn, dezelven onbetaald te laaten, zo cjaid te de andere Gewesten langer weigerden, de af- iiaten. danking nevens hen te doen. De Prins, die de ^t^n* uitheemfchen gaarne in dienst hieldt, zogt die anderen van Holland te beweegen, tot eene onderhan- voorflag, deling met de Afgevaardigden der andere Ge- westen, hun, midlerwyl, eenen anderen voor- flag van vermindering doende, waarby de Staat nog een millioen driehonderdvyftigduizend- zevenhonderd guldens , jaarlyks, uitwinnen zou. Hy voegde 'er by, dat, zo zy in deezen voorflag bewilligden, hy zigtferk maakte, om de andere Gewesten ook te doen ftemmen in de vermindering van vyfhonderdvyfentagtig man,
(x~) Itefol. Oener. 26 OStob. 1C49. ly Wicquef. Prcuv. Tum,
I. p. <pr, J.T- Ly ) Wicquefort Livr. UU p. 138. |
||||||
\
|
||||||
V
|
|||||
XLV. Boek. HISTORIE. Cs
man, waartoe Holland, afzonderlyk, beflooten 164p;
hadt. Men moest, befloot hy , de Menage-------
alleen niet zoeken, in de vermindering van
Krygsvolk; maar in aanmerking neemen, dat 'er meer dan zestig flerke Plaatfen te bewaaren waren, en dat men zo veel volks niet afdan- ken kon, zonder een gedeelte van den Staat in een blykbaar gevaar te ftellen. Maar de Staa- ten van Holland, overleggende , dat hunne uitgaaven hunne inkomften nog verre te boven gingen, en dat men, om den Staat hunner geld- middelen te verbeteren, de vendels niet flegts verminderen moest, wanneer men de Officiers, die veel kostten, in dienst hieldt, maar geheel- Jyk afdanken; weezen 'sPrinfen voorflag en de die Hol- aangebooden' onderhandeling van de hand, en lan^nie* namen alleenlyk aan, over alles, nader tefchry- aanftaat* ven aan de Steden (z). In Louwmaand des jaars 1650, werdr nog, Holland
vrugteloos, getragt, om de Staaten van Hol- a*lt de land te beweegen , tot eene onderhandeling deriyke met de andere Gewesten. Zy vreesden , dat afdan- men, hierdoor, de afdanking dagt te verwy- king nog len: en, den Prins van Oranje, wederom ver- eenis<jn geefs, hebbende voorgehouden, dat zy tot af- l\^' zonderlyke afdanking zouden moeten komen, *-' zo de andere Gewesten weigerden , met hen overeen te ftemmen, gaven zy, eindelyk, den Gekommitteerden Raaden last, om de beflui- ten op de afdanking, te vooren genomen, voor Paasfchen, ter uitvoaringe te brengen. De al- gemeene Staaten verzogten den Prinfe, dat hy zorg
CO Rcfol. Holl. t, 3, 8, 10 üsc. 1649. W« 326. 3sy, 34"»
345. 347- Xll. Deel. E
|
|||||
/
|
|||||
66 VADERLANDSCHE XLV.Éoek.
1550. zorg draagen wilde, dat een byzonder Gewest
-------geen Krygsvolk afdankte, welk, by eede, aan
hun verbonden was. Ook fchreeven zy aan de
Gekommitteerde Randen, in zulke bewoordin- gen , dat de afdanking, tot op de naaste Ver- gadering der Staaten van Holland, werdt uit- Nieuwe gefte^ 00« *n Bloeimaand, deedt zyne Hoog- voorflag heid een' nieuwen voorflag van vermindering van zyne en afdanking, nader komende aan 't gevoelen ?°?s" van Holland; doch. hy begeerde, dat men be- looven zou , van geene verdere vermindering te zullen fpreeken, voor dat de Vrede tusfchen Frankryk en Spanje getroffen was; en dat zy dan, niet dan met eenpaarige Hemmen van al- le de Gewesten, gefchieden zou. Ook zou men moeten bewilligen , in de jaargelden , die de algemeene Staaten en de Raad van Staate den Officieren der verminderinge hadden toege- legd : voorts, in den Staat van Oorloge, die, tot hiertoe , by Holland , nog niet aangeno- men was. Doch deeze voorflag vondt geenen Viudt ingpng (*)• De meeste Leden neigden tot de geest* voorgenomen' afdanking. De Edelen en eeni- ingaog. ge steden ftemden 'er tegen. Leiden deedt, vsmTef- n*eroP» een' voorflag tot bemiddeling, die den den be- Prinfe niet behaagde. Holland kwam toen haagt den nog een weinig nader, doch vondt geene toe- Prinfe ftemming by de algemeene Staaten ; waarop "^1, de meeste Leden beflooten , zonder de alge- meene Staaten meer lastig te vallen, de voori- ge befluiten in 't werk te ftellen, en een ge- deel-
• (_a) Refol. Cencr. 3 Jan. 10 April 1650. hy Wicqubfort
Preuvei Tom, I. //. /, 43, 449. Relbl. Holl. ai Jan. 26 Maart, %, 9, 28 April 165c. II. 26, 53, 115, Hy, 123« (_b) Refol. Holl. j ,11, 12 Muy if>50. tl. 132, 135 > x38« |
|||||
XLV.Boêk. HISTORIE. 67
|
|||||
deelte van 't Krygsvolk, ter hunner betaalinge i6>>.
ftaande, met der daad onbetaald te laaten. De ■ algemeene Staaten lieten hun toen verzoeken, dat zy de afdanking nog eenigen tyd verwylen wilden ; dcch kreegen geen ander antwoord, dan dat men hun de meening der Vergadering, door de gewoonlyke Afgevaardigden in de hunne, zou laaten weeten. Men deedt hun, Holland door deezen, dezelfde aanbieding, die men geeftiast, hun* eenige dagen te vooren, gedaan hadt, en °™jjj?i' toen deeze wederom afgeweezen werdt, vaar- beiiuit digdé men, terftond, de brieven af, aan de Ka- op deaf- piteinen en Ritmeesters van 't Voetvolk en de danking Ruiterye , welke men onbetaald laaten wil- ""Jen. de ; waarby hun bekend gemaakt werdt, dat men hen bedankte voor hunnen dienst, eii dat zy op geen e verdere betaaling te rekenen had- de (c). De Vergadering van Holland fcheid- de, terftond hierna , ter oorzaake van het Pinkfterfeest. Des anderendaags, eerften Pinkfterdag, ver- XV.
fcheen de Raad van Staate, met den Prinfe van De alêe- Oranje en Graave Willem Fredrik aan 't hoofd, ^taattn in de Vergadering der algemeene Staaten, ver- geevea haaiende „ dat zy, vernomen hebbende, dat de regt ftry* j,Staaten van Holland, voor 't fcheiden der <%ebe- i, Vergaderinge, veel Krygsvolk hadden af-velen' » gedankt; ingevolge van eenen voorgaanden „last van hunne Hoog-Mogendheden, den „Kapiteinen hadden aangefchreeven, dat zy „den eed, met welken zy aan de algemeene »Staaten verbonden waren, zouden ïndagtig (O ReCol. Holl. 13, 24, 48, 39, 30 May, 3, 4 Jtmy l(55»J
» »4«, 151, 15Ö, lS8, 161, 175,177, 17«. E %
|
|||||
58 VADERLANDSCHE XLV.Boee,
|
|||||
Ï650. „zyn, en zig niet, zonder derzelver last, laa-
-------„ten afdanken." Te gelyk verzogt de Raad,
dat de algemeere Staaten den Bevelhebberen
der fterke Plaatfen, alwaar dit Krygsvolk be- zetting hieldt, wilden aanfchryven, dat zy de uitvoering van den last der Staaten van Hol- frefluiten land zouden hebben te voorkomen; voorts, te tot eene bedenken geevende, dat men op middelen be- cHiff11" h°orcte verdagt te zyn, om de rust van den de Ste- Staat te bewaaren. De Afgevaardigden der den van zes Gewesten, neigende meest allen tot het ge- Jioiiand, voelen van zyne Hoogheid, namen, hierop, met meerderheid van Hemmen, het merkwaar- dig en gewigtig belluit van den vyfden van Zomermaand, welk, door den Griffier Korne- lisMusch, opgefteld werdt, en behelsde ,5dat » men, overeenkomftig met den voorflag des » Raads van Staate, aan de Bevelhebbers fchry- enmagti- wven zou; dat men eene plegtige bezending gen zyne w zou ^oen aan fe Steden van Holland, om he^'om »dezelven te doen afftaan van het befluit tot bp de' ge- » byzondere afdanking , en dat de Prins dee- meene „ ze bezending , en de perfoonen , uit wel- rustrte »ke zy beftaan zou, zou regelen, wordende zien.' r> zyne Hoogheid, te gelyk, verzogt en*gemag- *geau~ n tigdi om alle noodige orde teßellen, en die voor- thori- n ziening te doen, ten einde dat alles ingoederus- fert' n te en vrede werde § bewaard: en inzonderheid fineert. n t gehandhaafd en vastgehouden de Unie, met \gemain- n den gevolge en aankleeven van dien, en in te- teneert. n gendeel geweerd en te gemoet getreden , dat n daartegen 20« mogen worden voorgenomen." De Afgevaardigden van Gelderland, Holland en Utrecht hadden niet bewilligd in dit Be- De Prins Üuit. Men was, in Gelderland, nogtans, mer- ke- |
|||||
f
|
|||||
XLV.Boek. HISTORIE. 69
keiyk meer op de zyde van zyne Hoogheid, 1650.
dan kort na 't fluiten der Munfterfche Vrede. —— De Wethouderfchap en Burgerye van Nieuw- veran- megen hadden toen den Prinfe, in eenepleg- *« de tige bezending, bedankt voor de moeite, wel- NjeUw! ke de Stadhouders , tot hiertoe , aangewend megen. hadden, om tot hunnent de Wet, jaarlyks, te veranderen, en verklaard, dat zy, voortaan, dit werk zelven op zig neemen, en, volgens de oude Privilegien , uitvoeren zouden. Wy hebben, te vooren (ß), verhaald, dat men, ten tyde van Prinfe Maurits , diergelyk oogmerk in deeze Stad gehad hadt; doch dat zyne Door- lugtigheid het hadt weeten te fluiten, 't Zelfde gelukte ook nu Prinfe Willem. De bezetting van Nieuwmegen eerst merkelyk hebbende doen verfterken, hadt hy zig, in Louwmaand des jaars 1649, derwaards begeven, de dienende Wethouderfchap bedankt, en eene andere ge- field naar zyn genoegen (e)- Doch deeze veran- dering verhinderde niet, dat men, van wege Gelderland, nog niet bewilligen kon, in het ge- wigtig befluit van den vyfden van Zomer- maand. Die van Holland hadden 'er zig, uit- drukkelyk , tegen verklaard. Zeeland ftemde 'er voor. Friesland, Overysfel en Groningen, insgelyks. Doch fommigen tekenen aan, dat 'er, van ieder der twee eersrgenoemden dee- zer drie Gewesten, flegts één, van het derde twee Afgevaardigden tegenwoordig waren (ƒ). Des anderendaags, verklaarde zyne Hoogheid, dat
(V) X. D>el, U. 196.
(O Aitzema m. üeel, lil. ay4, v)Kt Wicquefort Urri
IV. p. 207. - .
C/J WicQUEFORT Livr. III. ƒ). ua.
|
|||||
70 VADERLANDSCHE XLV. Boes.
1650. dat hy zig z^lv' dagt te f tellen aan het hoofd
fchap verkoor hy vier Leden uit de algemee- ne Staatsvergadering , Aartsbergen, Maureg- nault, Renswoude en Klam, en, uit den Raad van Staate, Asperen, Lukasz en den Thefau- rier-Generaal Brasfer. De Vergadering bedank- te den Prins voor zyne zorge, hem verzoeken- de, dat hy, door alle mogelyke middelen van * inehic- * overreding, de Leden van Holland wilde Ht. doen afzien van de byzondere afdanking. De Afgevaardigden van Holland hadden , in dit alles, niet bewilligd. Naderhand, zeiden zy, dat de bezending aan de Steden eene nieuwig- heid was, en niet overeenkwam met de ge- woonte der Regeeringe , daar by voegende, dat zy de Staaten van hun Gewest, terftond, befchryven wilden, wanneer men hun dezelfde redenen voordraagen kon , die men van zins was den Steden voor te houden. Maar die van Gelderland verklaarden nu , dat zy, door de tegenwoordigheid en redenen van zyne Hoog- heid, bewoogen waren, om het befluit van den voorgaanden dag, zo als het lag, aan de Staa- ten van hun Gewest bekend te maaken (g). XVI. De bezending ging dan voort. Zyne Hoog- De Prins heid en de genoemde Heeren vertrokken, op fteitztg ,jen agtften van Zomermaand, uit den Haage, hoofd gevolgd van een groot getal van Krygsover- der be- ften (Jt) ; hunnen weg eerst neemende naar zending. Dordrecht. De Regeering deezer Stad was, na |iy komt de . Cs) Refol. Gener. 5, <5, ?, firny 1^5°. h Wjcquef. Preuv.
Tom. !. p. 467, 471, 473-
(A) Aitzbma UI. Deel, U. 428. Herfl. Leeuw, bh 15 ven
den druk in FoiiOt |
||||
XLV.Boek. HISTORIE. 71
de Vrede, fterk geneigd geweest tot Menage. 1650.
Sommigen hadden, te vooren, reeds verande---------
ring aldaar in de wet gezogt te maaken; waar- te Dor-
fchynlyk, met oogmerk, om de eerst ftemmen- drecilt« de Stad van Holland te brengen tot eensge- zindheid met de algemeene Staaten en met zy- ne Hoogheid. Doch wy hebben, elders (i), ge- zien, dat zulks mislukt was. De Prins zelf hadt, in 't voorleeden jaar, de goede luiden vanag- ten, zynde agt perfoonen, aan welken en den Oud-Raad de verkiezing van Burgemeesteren ftaat, tegen den zin der Regeeringe, en zonder het Hof van Holland te kennen, naar zyn ge- noegen , veranderd (&_). Doch de Stad bleef, desonaangezien, zeer geneigd tot de afdan- king, tegen 't gevoelen des Prinfen. Men ver- leende 'er nu zyner Hoogheid en 't verder ge- zelfchap gehoor, op den negenden van Zomer- maand , in den vollen Oud-Raad. Een der Bur- gemeesteren hadt, nogtans, vooraf, verklaard, dat men dit gehoor alleenlyk toeftondt, uit ag- ting voor zyne Hoogheid, zonder eenige kren- king van de opperfte magt der Staaten van Holland, en van de vryheid van ftemminge in derzelver Vergaderinge. Het fchriftelyk voor- Voorftei ftel der bezendin^e werdt de Vergaderinge in <jen voorgelezen door Alexander van denKapelle,Hee- j^™j a[_ re van Aartsbergen, en behelsde „ dat de Staa- da«, »ten van Holland den Staat in groote ver- ,,warringe gebragt hadden, door, uit eigen „ hoofde, eenige Kompagnien Ruitery en M Voetvolk af te danken, onaangezien de'an- - de-
co XI. Deel, U. 441. CA) AiTZEMA lil. Deel, hl. 391. Wic^iiefort Lint'. IV, f' Ï6Ü. . , :
E 4
|
||||
72 VADERLANDSCHE XL V. Boek.
»dere Gewesten zig, tegen zulk een bedr^f,
n als ftrydende met de Unie, ernftelyk, hadden
» aangekant. Dat de Afgevaardigden der Stad
»Dordrecht in deeze byzondere afdanking
» hadden bewilligd, fchoon zy regt ftrydigen
vlast van de Wethouderfchap hadden ontvan-
» gen. Dat deeze onderneeming van eene en-
» kele Provincie den Prinfe en den Raad van
»Staate te bekommerder gemaakt hadt, om
» dat 'er de verbreeking der Unie , 't bederf
»van den Staat en van de Ingezetenen, en
n by gevolge de ondergang van den Hervorm-
» den Godsdienst uit te dugten was. Dat men ,
»hierom, tot deeze bezending beflooten hadt,
» aan welker hoofd de Prins zig wel hadt wil-
»len ftellen, om met zo veel te meer nadruk
»en vrugt voor te draagen, wat de voorou-
» ders, ter liefde van de belydenis der waare
» Leere, hadden willen ondergaan. Dat Wil-
»lem, Prins van Oranje, uit medelyden met
??'svolks elende, de Gewesten in de wapenen
55 geholpen, en als tot één lighaam vereenigd
55 hadt. Dat deeze vereeniging den Staat ont-
»zaglyk hadt gemaakt voor zyne vyanden,
» en geëerd by al de weereld; maar dat de eer-
55fte jaaren van de Vrede dien nu met eene
»verandering dreigden, die de rust zou ftoo-
55 ren , zo men gedoogde, dat de Gewesten
»den band braken, die hen vereenigd hieldt.
» Dat de Raad van Staate, om zulks te voor-
»komen, eenen ftaat van 't Krygsvolk, welk
»in de bezettingen vereischt werdt, aan de
„ Gewesten gezonden hadt; doch dat Hol-
»lai.d dien niet hadt willen aanneemen, wei-
pgeïnde zelfs in onderhandeling te komen,
»met
|
||||
XLV. Boek. HISTORIE. 73
|
|||||
„met de andere Gewesten. Dat hierop eene 1550.
„ byzondere afdanking van een groot deel w door eenige voornaame Leden van de Ver- „ gadering van Holland zelve, was tegenge- „ ftemd. Dat de Prins en de Raad van Staate „ hierop te raade geworden waren, om zulk „ een ongewoon gedrag, door ongewoone „ middelen, tegen te gaan; onder welken, men „ geen bekwaamer hadt können uitvinden, „ dan het doen eener bezendinge aan de Ste- „ den. Dat men niet twyfelde aan den bezwaar- „ den ftaat der geldmiddelen van Holland; „ doch dat de andere Gewesten in 't zelfde „geval waren. Dat een kryg van omtrent „ eene eeuw het Land in deezen ftaat gebragt; „doch den Landzaaten te gelyk de dierbaare „ vryheid verfchaft hadt, welke zy nu genoo- „ten. Dat men Holland verligten moest; doch „ dat de Bondgenooten hier toe, eenpaariglyk, „ behoorden te bewilligen. Ten befluite, werdt „ de Wethouderfchap van Dordrecht verzogt, „ agt te willen flaan op dit alles, onfcheidbaar „ verbonden te willen blyven aan de Unie, en „ te willen herftellen , 't gene ftrydig met de „ Unie gedaan was (/)." Op dit Vertoog kwam Ant geen ander antwoord, dan dat men 'er over woord raadpleegen zou, en 't gevoelen van de Stad- ^n.deB inbrengen, ter Vergaderinge der Staaten van r^ Holland, die, midlerwyl, befchreeven waren. Doch de bezending, zig met dit algemeen ant- woord (/) Zie deeze Prop of. welke Ook afzomlerlyk gedrukt werdt
by Aitzsma M. Detl.U. 429. Herft. Leeuw, */. is. Wio «iOJiPoRT Preiiv. Tom. L ». 480. E5
|
|||||
74 VADERLANDSCHE XLV. Boek.
1650. woord niet konnende laaten genoegen, be-
------ geerde, des anderendaags, voor de tweede rei- |
||||||||||||||||
Scherpe
aan- fpraak van A amber-
gen. |
ze, gehoor. Aartsbergen verklaarde toen» in
eene aanfpraak, die den Oud-Raad fcherp, bit* ter en onverdraaglyk voorkwam „ dat zy niet »uit de Stad zouden gaan, voordat men hun, n met duidelyke woorden , fchriftelyk , ver^ |
|||||||||||||||
n klaaid hadt, of men zig dagt te houden aan
» de Unie , van welke men zig afgefcbeiden »hadt, of niet; en voor dat de Heeren van n Dordrecht eene vaardige en wezenlyke her- „ fteiHng hadden gedaan, over 't krenken der „Unie, waaraan zy, zo wel als veele andere „Steden van Heiland, zig hadden fchuldig „ gemaakt, en waarover zy llrafbaar waren „ geworden, aan lyf en goed." Hierby voeg- de hy nog „ dat hy eene andere taal voeren, „en andere openingen doen zou, zo zy, op „ ftaande voet, geene voldoening gaven," Die gee- Doch deeze vinnige aanfpraak deedt geene |
||||||||||||||||
doet.
|
rugt vrugt altoos. De Regeering van Dordrecht
|
|||||||||||||||
antwoordde „dat zy zig zeer gebelgd hieldt,
„over de fcherpë en dreigende woorden, met „welken Airtsbergen haar bejegend hadt; „ dat zy zig, deswege, in alle gelegenheden, „ gevoelig zou toonen, en dat, voor zo ver, „ hy ook tegen de opperde magt en vryheid „ van de Provincie, en tegen de goede mee- „ning der Steden, waaruit zy beftaat, hadt „gefproken, zy, daarvan, ter naasrer Dag- „ vaart, verilag zou doen, en herftelling vor- „ deren." De Prins zogt den Oud-Raad te be- weegen , om in nadere onderhandeling te ko- men; maar men befloot, met eenpaarige Hem- men, |
||||||||||||||||
/
|
||||||||||||||||
^LV.Boek. HISTORIE. 75
men, de afgezondenen niet verder te hoo- 1550.
xen (m). |
||||||
Van Dordrecht toog de bezending naar Go- xvu.
rinchem en Schoonhoven, daar men een be- DeJ.e* fluit nam, overeenkomftig met den voorflag, komtle die in 't wezen dezelfde was, als die, welken, Gorin- men, te,Dordrecht, gedaan hadt. Van Schoon- chem, hoven kwam de bezending te Gouda, daar men *e eerst beflooten hadt haar gehoor te weigeren; hovend doch zyne Hoogheid , fommige Leden der teGouda, Vroedfchap by zig ontbooden hebbende, bragt verandering te wege in dit befiuit. Evenwel gaf men hier, gelyk te Dordrecht, flegts mon- deling en algemeen antwoord. De Wethou* Amtier- derfchap van Amfterdam hadt, midlerwyl, dam ver- twee Burgemeesters, Antoni Oetgens van IVa- datVebs- veren en Pietcr Hasfelaar, afgezonden aan den zending Prinfe, die hem, te Gorinchem (»), en niet, aldaar gelyk fommigen fchry ven, te Gouda aantrof- liiet kq' fen, en verzogten „ dat hy de moeite fpaaren m ' „-wilde van naar hunne Stad te komen, alzo „men hem, met zyn gezelfchap, als Afge- vaardigden der algemeene Staaten, aldaar, „ niet zou können ontvangen, en ondertus- „fchen, ongaarne, iet doen zou, welk mögt „ fchynen te ftryden , met de agting, welke „men zyner Hoogheid verfchuldigd was." Maar de Prins liet niet na, zyne reis te vervor- deren. In den Briele en te Rotterdam, ver-, zy trc.\t leende men der bezendinge gehoor; doch gaf, naar Biïe- inseelyks, algemeen antwoord, zie- gedraagen-leei;Roc- & de, tcrdam.
(m) Notulen, te Dordrecht gehouden , hy Wicquef. Preuv.
Tom. I. p. 47«. C<0 Propof. van zyne Hoosh. en Er. vm> Ainfl. hy AiTze^a
Ifcrlt. Letuvv. W. 23, 30. en III. Dttl, b(. 434 /j^ü |
||||||
?6 VADERLANDSCHE XLV. Bozr.
|
|||||
1650. de, tot het gene men, op de Dagvaart, ftondt
-------in te brengen. Te Schiedam , werdt alleenlyk
Komt te het zelfde geantwoord, zonder dat ik vinde,
damie"t ^at ^e bezending- aldaar, gehoord we,rdt, irt Delft', C de Vroedfchap. Te Delft, begeerde men den Prins wel, als Stadhouder, te hooren in de Vroedfchap; maar geenszins de andere Hee- ren; v/elken zelfs onthaal en huisvesting ont- zeid werdt: voorts gaf men 'er ook algemeen inde antwoord. De bezending, van hier, naar den Steden Haage gekeerd, begaf zig, kort hierop, naar Noorder- Alkmaar» en naar de andere Steden van't Noor- kwartier' derkwartier; in de meesten van welken zy, met' veele ftaatfie, ontvangen werdt: doch flegts algemeen antwoord kreeg. Te Hoorn, fcheen egter het onthaal niet te breed geweest te zyn Te Me- (V). Te Medenblik, kwam zyne Hoogheid denbiik njet? hebbende de Wethouderfchap hem haar «eHoog- antwoord, welk ook algemeen was, en zig ge- heid niet. droeg aan 't gene men, in den Haage, inbren- gen zou, te gemoet gezonden; hem, voorts» biddende, dat hy, ter oorzaake der flegte we- gen en van de kleinheid der Stad, zig de moeite niet geeven wilde, van derwaards te komen., Tweede De Vroedfchap van Amfterdam, de bezending verzoek 2jen(}e naderen naar haare Stad, befloot, an- fterdairT" dermaal, den Oud Burgemeester Jan Korne~ liszoon Geelyinky en den Prefident Schepen, Henrik Dirkszoon Spiegel, verzeld van eenen Se- kretaris, den Prinfe te gemoet zenden. Zy troffen hem aan te Edam, en boodfehaptea hem, dat hy, als Stadhouder van Holland, in Am- fterdam begeerende te komen, met alle eere, (e) WiCQUEP. Liyr. III. p. 14s-
|
|||||
XLV» Boek. HISTORIE. ff
ontvangen zou worden. Doch zyne Hoogheid i6$o.
antwoordde, dat hy 'er komen zou, met zyn -------■
gezelfchap, en in alle die hoedanigheden, met
welken hy zig bekleed vondt. Ook kwam hy *er, terftond hierna, verzoekende, nevens de andere Heeren, als Afgevaardigden der alge- meene Staaten, in den vollen Raad, gehoord te worden. Doch Burgemeesteren weigerden, den Raad te beroepen. De Prins begeerde toen aWaar gehoor, als Stadhouder; doch alzo hy tevens der be- verklaarde , dat hy zyne hoedanigheid van ^e?dins Afgevaardigde der algemeene Staaten niet dagt |ewêi- af te leggen, en voorhadt, over den inhoud gerd van zynen last, te handelen, werdt zyn ver wordt. zoek afgeflaagen. Te Haarlem, verleende men 't Zeifda der bezendinge ook geen gehoor, inde Vroed- gefchiedc fchap. Maar te Leiden, verwierf zy gehoor en JeJ?aar" antwoord, naar genoegen Q>). In 't verflag ^e Lei- deezer bezendinge, welk, den zevenentwin- den krygt tigften van Zomermaand, door Aartsbergen, zy ge- lter algemeene Staatsvergaderinge, gefchied- ^90T- de, werdt gezeid „dat fommige Steden ver ^et he- n klaard hadden, te willen blyven by de Unie; zendin- „dat anderen hiervan naauwlyks, anderen ge- ge. „heel niet gewaagd hadden; en dat men, te n Haarlem, te Delft, te Amfterdam, en te Me- „ denblik, der bezendinge gehoor geweigerd „hadt (#>" Maar drie dagen hierna, ver-De Prin» Xcheen zyne Hoogheid, in perfoon, in de Ver- klaagt, gadering van Holland, daar hy een fchriftelyk terVei> voorftel deedt, welk men , naderhand, ver- |a *™' ftondt, door den Griffier Musch, ingefteld te Holland, Zyn. overAm-
flerdam, CfO Aitzuma III. Deel, hl. 43a. Herft. I.,eeuw. Il vt,
if) ArrzuHA UI, Dtel, tl. 43$. Ilerft. Leeuw. U. ai. |
||||
i
|
|||||
f$ VADÉRLANDSCHE XLV. Boek.
iföo. zyn. Het behelsde eéne fcherpe klagte, over
—— 't gedrag der Amfterdamfche Regeeringe, „ die den Prinfe, een en andermaal, hadt doen „aanzeggen, dat men hem, in haare Stad, „ niet zou können ontvangen; en na dat zyne „ Hoogheid daar egter gekomen was, hem, „ zelfs in de hoedanigheid van Stadhouder der „ Provincie, gehoor geweigerd hadt; al 't welk „hy hieldt te ftryden met de agting, welket „ men hem verfchuldigd was, en zelfs met den „ Staat en Hoogheid deezer Provincie : waar» „ om hy begeerde , dat de Vergadering de „ Stad Amfterdam bewilligde en hieldt, tot „het geeven van behoorlyke herftelling en „ voldoening (>)•" XVIII. Dit voorftel werdt, terftond, gedrukt, en beStad onder 't volk verfpreid; zeer tegen den zin iSt^iB de* Stad Amfterdam , die, wat laater, den Staaten van Holland, fchriftelyk, vertoonde, „hoe wee 't haar deedt, dat men hadt können „goedvinden, het volk kennis te geeven van „zaakeh, die best bedekt gebleeven waren; „en dat men haar alleen, openlyk, befchul- „ digd hadt, daar de Prins , ter algemeene ^ Staätsvergaderinge , hadt verklaard , over „ verfcheiden' Steden , zo wel als over Am- „ fterdam, te onvrede te zyn. Dat deeze han- „ del haar noodzaakte te zeggen , dat zyne „ Hoogheid, het oor leenende aan eenige kwa- „lykgezinden, last genomen hadt van de al- „gemeene Staaten, om, in de Steden van Hol- land, te doen vernietigen befluiten, die, „ door
Cr") Propof. fa Aitzema li. Titel, hl 434. Herffi Lsemr.
M. 2i. Zie tok Refol. Holl. 30 Jimy 1650. tl. 187. |
|||||
XLV, Boek. H I S T O H 1 Ë. 79
„door de Staaten der Provincie,genomenwa- i6$<s.
„ren, tot verligting van derzelver geldmid- -----■
„delen. Dat hy uit den Haage vertrokken
j. was, tegen de vertoogen der Afgevaardig- „ den van Holland, die aangebooden hadden* „ de Staaten, ten eerlten, te doen befchryven« „ Dat hy, daama, in haare Stad was gekomen, „verzeld van veele Afgevaardigden uit de „ algemeene Staaten en uit den Raad van Staa- „ te, met oogmerk, om zig te ilellen tegen de „ uitvoering der gemelde befluiten van de „ Staaten, Souverainen van 't Gewest. Dat „men zyne komst, vergeefs, gezogt hebben- „ de te voorkomen, met eenpaarige ftem- „ men , raadzaam gevonden hadt, hem ge- „ hoor te weigeren, ten .ware hy zulks, als „ Stadhouder der Provincie , begeeren mögt. „ Doch dat, hy te gelyk als Afgevaardigde „der algemeene Staaten willende erkend zyn, „ men beflooten hadt, hem , in deeze hoeda- „nigheid, geen gehoor te geeven. Dat dee- „ze weigering niet ftreedt met de agting, „ welke zy den Prinfe fchuldig was, konnen- „ de zy hem, zonder verlof der Staaten van „ Holland, niet erkennen in de hoedanigheid „ van Afgevaardigde der algemeene Staaten, „ alzo zy, in den Lastbrief van zyne Hoog- „ heid, niet gevonden hadt, dat hem magt „gegeven was, om, wanneer't hem behaag- „ de, te verfchynen in de Vroedfchappen der „Steden, die, nevens de Edelen, de Souve- „rainiteit der Provincie uitmaakten. Voorts, „hieldt men zig ook verzekerd, dat de Staa- kten van Holland niet zouden goedvinden, »dat de Stadhouder, die, uit hunnen naam, 't »Ge-
|
||||
So VADERLANDSCHE XLV. Boek,
|
|||||
1650. „ Gewest beftierde, de vryheid nam, om van
-------„ Stad tot Stad te reizen, en de Vroedfehap-
„ pen, door bedreigingen, gelyk Aartsbergen,
„te Dordrecht, gedaan hadt, af te fchrikken v van het uitvoeren van befluiten , ftaatswyze „genomen. Dat, in allen geval, zulk eene be- „ zending zou moeten gelehieden aan Burge- j, meesteren, die dan konden oordeelen, of 'er „ de Raad op behoorde vergaderd te worden, „gelyk zy, in 't jaar 1630, gedaan hadden; „ wanneer hun gedrag , door de Staaten van „ Holland, was goedgekeurd (V)." Holland ' De verdediging van Amfterdam gaf den verbiedt Staaten genoegen: 't welk wel te verwagt&n vansrcïT' was» a*zo zv zo ^ra n*et byeengekomen waren,
van be- of zy namen een befluit, met meerderheid van zendin- ftemmen, waarby de gantfche handel der al- sen der gemeene Staaten in deeze gelegenheid veroor- neltz^ ^eeld werdt» en te gelvk verbooden, in het ten aan toekomende, diergelyke bezendingen te ont- de Ste- vangen, in de Steden (f). £en- Midlerwyl, was het voorftel, welk Aarts- vo^rftei bergen te Dordrecht gedaan hadt, ook, in druk,
in de ' uitgegeven. Doch 't werdt, binnen weinige Vroed- dagen, door die van Holland, insgelyks in fctmppen 0penbaaren druk, wederlegd: in welke weder- word™' ^eSgin§' onder anderen werdt aangemerkt, dat weder- men 't gevaar, welk de Godsdienst loopen zou, legd. zo 't gevoelen van Holland doorging, gantsch kwalyk te pas bragt in het voorftel; alzo de Menage en afdanking van 't Krygsvolk niet gemeens hadden, met het leezen der Heüige Schrift
(O Zie het Antw. van Amft. hy Aitzf.ma 111. Deel, l/l. 44»,
Herd. Leeuw. II. zi). Qtj ftctol. Holl. 2 Juny 1650. Il, 189. |
|||||
XLV.Boék. HISTORIE. 81
|
|||||
Schrift (k); Doch fommige Predikanten voe- 1650.
ren, omtrent deezen tyd, ook zeer uit, tegen —— het gedrag der Staaten van Holland. Jakobus Stermont, in den Haage, geklaagd hebbende op den Predikftoel, over zulken, die het bloe- dige zweet en den manhaftigen arbeid, met on- dankbaarheid, wilde» bet aaien, werdt, op bevel der Staaten, fcherp beftraft, door den Raad- penfionaris Kats (v). Hy ging egter voort met hekelen der Staaten, die, daarna, middel vonden, om hem befcheidenheid te leeren (w). De algemeene Staaten hadden die van Hul- XIX.
land, zo dra dezelven byeengekomen waren, De algc" verzogt, om, nevens de andete Gewesten, te Staaten bewilligen in het ondeihoud van 't volk van handelen oorloge, volgens de voorliegen van zyne Hoog- met d»e heid en van den Raad van Staate. Doch die T^Ho1* van Holland konden, hieitue , niet verftaan. over''t Zy deeden egter eenen nieuwen voorflag, op aannee den twaalfden van Hooimaand, zeer na komen- mt^n van de aan dien van zyne Hoogheid. Doch de Prins den Staat
" vjin oor*
vondt 'er geen behaagen in. Ook nam hy kwa- ioge<
lyk, dat de Staaten van Holland van de bezen-
ding gefproken hadden in bewoordingen, waardoor hy zig beledigd hieldt. Sedert, deedt hy zelf eenen voorflag, die verder afweek van 't gevoelen van Holland, dan de voorflag, voor deezen, door hem ingebragt. Men kwam eg- ter, van Hollands zyde, zo zeer by, dat hec verfchil bygelegd fcheen, toen het Lid der Ë,- delen van Holland verklaarde, te verftaan, dat men
C«0 Zie ArrzcMA Hsrll. Leeuw. W. 17.
(v) Refol. Holl. 29j 30 May iö^o. il. lifo.
(.w) AiTiKHA HU Deel% il. 448. Wicqueiort /.ivf, III».
p. i.)U.
XII. Deel. F
|
|||||
8a VADERLANDSCHE XL V. Boek.
TS50. men zig aan den laatften voorflag des Raads
—----- van Staate, waarin alle de andere Gewesten
bewilligd hadden , behoorde te houden. De
Steden deeden veel moeite, om de Edelen af te brengen van deeze gedagten. Doch alles was vergeefs. Men floeg verfcheiden' andere middelen voor , om de algemeene Staaten te doen veranderen ; doch met gelyken vrugte- Staat van loo2en uitflag (x). 't Verfchil tusfchen de Staa- 't gefchil ten van Holland en zyne Hoogheid, over 't tusfchen ftuk der afdankinge, was egter, tegenwoordig, en zvne van ^eni belang. Holland begeerde, dat men Hoog- twintig kornetten paarden afdankte , en de heid. vendels voetvolk , die zeventig koppen fterk waren, op zestig; die zestig, op vyftig, ver- minderde. De Prins en de Raad van Staate wilden maar zestien kornetten paarden afge- dankt hebben, endatmen, van tweehonderd en een vendels, vyf man op ieder vendel af- trok ; zo dat de Prins drieduizend Ruiters, en zesentwintigduizenddriehonderdenvyftien kneg- ten ; en Holland flegts zevenentwintighon- derd Ruiters, en een weinig minder dan zes- entwintigduizend knegten in dienst wilde hou- den. De Prins begeerde, dat men een jaargeld van twaalfhonderd guldens gave aan de Kapi- teinen der verminderde Kompagnien Ruiterye, en van duizend aan die van 't Voetvolk, mids zy zig verbonden, om den Staat, des noods, te dienen. Maar Holland wilde maar duizend guldens aan de cerften, en zevenhonderd aan de laatften geeven, zonder hen te verpligten, om
(x~) RcCol. Ocner. 09 Junv 1650. by Wir.QiiEF. Prcur. Ton.
I- p. 515. Refol. Holl. i'>) J'taty, 5, 12, 15 July i6yo. tl. 1X5, 1^4, Iy7, 205, ÏOy, 312.
|
||||
XLV.Boek. HISTORIE. 83
|
|||||
om zig dienstvaardig te houden; oordeelende ig$0.
men, hier, dat men hunnen dienst, in tyd van ■ vrede, niet noodig hadt. De Prins verltondt,
dat men de helft der LogysgeJden bleeve be- taalen ; dat de wedden der Bevelhebberen van 's Hertogenbosch , Maastricht, Breda en Sluis , op tweehonderdenvyftig guldens ; die der Bevelhebberen van Wezel, Bergen op Zoom en Hulst, op tweehonderd, en die des Bevelhebbers van Willemftad, waaronder ook Klundert behoorde , op vyftig guldens , ter maand, geregeld werden : dat de tegenwoor- dige Kolonels tweehonderd, en hunne opvol- gers honderdvyftig guldens ter maand zouden trekken; en dat men het geral der Kolonellen en Majoors der Ruiterye liete uitfterven tot op zes, en die van 't Voetvolk op twee-envyf- tig. De Staaten van Holland begeerden, daar- entegen, dat men geheel geene Logysgelden betaalde, en dat al het overige geregeld werdt* op den voet, door den Prinfe zelven, voor- geflaagen, in Wintermaand des jaars 1648 £y). Men ziet, hieruit, hoe klein een verfchil de Gewesten onderling, en Holland en zyneHoog- heid, tegenwoordig, verdeelde; doch de ge- moeden waren, door 't lang en hevig twisten, en vooral na de bezending, verbitterd tegen eikanderen. Ook was 'er, onlangs, iet voor- gevallen , welk de hevigheid nog verder hadt doen toeaeemen. De Admiraal Witte Korneliszoon de Witte, XX.
de Westindifche Maatfchappy, op de kust van D.e A<J- Brazil, gediend hebbende, was, zonder verlof ^™£ van Komef
(}0 WicquKfoMt Lbr. \\\. p. 151.
F 2 |
|||||
U VADERLANDSCHE XL V. Boek.
|
||||||||||||
i<55<3. van den Raad van Regeeringe aldaar, her-
-------waards gekomen. Terrtond na zyne aankomst,
liszoon hadt hy zig vervoegd by den Prinfe, als Ad-
wordt in mu*aal - Generaal, om verflag zyner verrigtin- hegtenis ge te doen. Maar zyne Hoogheid, by raade geno- van eenigen uit de algemeene Staaten , deedt men- hem, kort hierop, in zyne herberge, in den Haage, vasthouden, en daarna op de Gevan- Ook ee- genPoort brengen. Ten zelfden tyde, -hadt de nige Ka- Admiraliteit te Amfterdam , op last der alge- piteinen. meene Staaten, eenige Kapiteinen van. het Es- quader van de Witte doen vatten; over wel- ken , zo wel als over de Witte, Regters gefteld werden, door hunne Hoog-Mogendheden, uit alle de Admiraliteits Kollegien. De Staaten van Holland hielden dit alles voor eene blyk- baare krenking van hun grondgebied, en eene inbreuk op hunne opperfte magt in Holland. Zy fpraken 'er den Prinfe over (2); doch kree- Wat hier gen geene voldoening. De Wethouderfchap over te van Amfterdam ging verder. De Admiraliteit do<p hebbende doen vermaanen tot het flaaken der |
||||||||||||
viel.
|
||||||||||||
gevangenen , en weigerend antwoord beko-
men hebbende , deedt zy de hegtenis opbree- ken, en de Kapiteinen op vrye voeten (teilen. De algemeene Staaten , hierover , ten hoog- ite gebelgd , vertoonden den Staaten van Holland, fchriftelyk, dat zy, in 't vatten van de Witte en de Kapiteinen, niets gedaan had- den , dan 't gene zy, federt vyftig jaaren, waren gewoon geweest te doen, in diergelyke gele- genheden. Doch die van Holland antwoord- den „ dat de algemeene Staaten, geen Regts^ „ gebied hebbende binnen de byzondere Ge- |
||||||||||||
j,W8S-
|
||||||||||||
(z) Refol. Hol!, ai, 23 May 1650. W. 146, 14
|
||||||||||||
XLV.Boek. HISTORIE. 85
»westen , niemant aldaar mogten aantasten , 1550.
» zonder verlof' van de Staaten van elk Ge- —— »west, of van den Regter, die hunnen per- »foon verbeeldde. Dat de ingezetenen, vol- »gens de Privilegien, ook niet geoordeeld » mogten worden dan voor hunnen natuurly- » ken en bevoegden Regter. Dat de algemee- »ne Staaten geen regtsgebied hadden dan »over luiden van oorloge, en zulks alleen by » voorkominge, en over zaaken, derzelver be- »roep aangaande. Dat Brazil reeds geheel »gewonnen was door de Portugeezen, waar- » om de algemeene Staaten ook geen regts- » gebied hadden, op de plaatfe, daar de mis- » daad in gefchil zou begaan zyn. Dat de by- n zondere Staaten zelven hunnen onderzaaten » geene byzonderlyk aangeftelde Regters mog- »ten geeven , maar ze voor den gewoonly- »ken Regter te regt moesten (lellen. Zo »men 't, fomtyds , van wege de algemeene »Staaten, gedaan hadt, was het, met toe- » ftemminge der Staaten van 't Gewest, of „ van derzelver Afgevaardigden , gefcbiedt. 55 Dat deeze laatften hierin bewilligd hadden, » of met, of zonder last van hunne magtigers. „ Zo 't laatfte, dan hadden zy 't belang hunner »Provincie verraaden: en zo de Staaten zei. » ven hiertoe last gegeven hadden, kon zulks » niet, dan uit (lof heid, of uit onkunde, of ,, uit byzondere inzigten, gefchied zyn: in al- „len geval, hadden zy niets können doen, „ waardoor de hoogde magt der Provincie ver- n kort werdt (#)." Men liet het niet by dit ant- woord j (ff) Refol. Holl. 27 May iC^c. i/. 155.
F3
|
|||||
i
|
|||||
86 VADERLANDSCHE XLV.Boek.
|
||||||||||||
»650. woord; maar verzogt den Prins, de Witte naar
■ Rotterdam te doen voeren , en voor zynen bevoegden Regter, de Admiraliteit op de Maa-
ze, te doen oordeelen. En als zyne Hoogheid aarzelde , befloot men den gevangen', door den Prokureur-Generaal zelven, van de Voor- pootte te doen haaien: 't welk de Prins egter voorzigtelyk voorkwam, zelf bevel geevende, om de Witte wederom in zyne voorige her- berge te brengen (b°). Sedert heeft men Reg- ters over hem benoemd, en Sylla tot Fiskaal |
||||||||||||
£
|
. Doch met dit alles werdt zo lang gedraald,
t de dood van zyne Hoogheid .tusfchen bei- |
|||||||||||
de kwam: waarna hy op vrye voeten gefield
werdt. xxi. Men kan ligtelyk opmaaken, dat dit voor- De Staa- val de verbittering, over 't ftuk der Menage ten van ontftaan, niet weinig deedt toeneemen. Maar 'enden terwvl de Staaten van Holland het Krygsvolk, een'Brief d°or nen m 'c byzonder, zo goed als afgedankt, ter hun- onbetaald lieten, vonden ze geraaden, hun ge- ner ver- drag, in dit opzigt, te verdedigen in eenen dediging ßrjef ^ die den zevenentwintigften van Hooi- zesande- maand getekend was , en aan de andere Ge- ie Ge- westen afgezonden werdt. Hy behelsde „ dat ■westen. nde Staaten van Holland, van de opregting „van 't Gemeenebest af, hunnen yver voor „ den Staat, voor den Godsdienst en voor de „ Vryheid overvloediglyk hadden doen bly- j,ken, gedoogende zy zelfs, tegen het vyfde n Lid der Utrechtfche Unie , welk vordert , „ dat de regten en belastingen, door alle de „Ge-
Cf)Refol. Hol!, so, %r May iftKo. hl. 160, 163. Aiizema
111. betl, hl. 416. Wic^ukfort Livr. Hl. p. 152. (é) Refol. Holl. 27 Sept. 1650. bl. 300. |
||||||||||||
\
|
||||||||||||
XLV.Boek. HISTORIE. 87
» Gewesten , geheeven werden, op eenen
n eenpaarigen voet; dat hun Gewest, in allen »deele, zo zwaar belast werdt, dat het alleen »meer opbragt, dan alle de anderen te famen. »Dat zy, daarenboven, zwaare lommen ver- » fchooten hadden , voor rekening der andere » Gewesten, en ten dienfte van den Staat. Dat, » de ftaat hunner geldmiddelen, hierdoor, mer- » kelyk ten agteren geraakt zynde, zy, ter ge- »legenheid der Vrede, gedrongen geweest wa- » ren, om op het bezuinigen hunner inkomften » verdagt te zyn, ten zelfden tyde, nogtans, » niet verzuimende, voor het behoud van den » Staat, en het fterken der grenzen te zorgen; » die beide vergaan moesten, in tyd van vre- » de, zo wel als in tyd van oorlog, zo men de »noodelooze uiigaaven niet befnoeide. Dat »zy, nogtans, zo fterk niet op vermindering » en afdanking gedrongen hadden, of zy had- »den nog zevenentwintjghonderd Ruiters en »zesentwintigduizend knegten in dienst wil- »len houden. Dat zy , met reden, gehoopt ?, hadden, de andere Gewesten , tot eenpaa- » righeid met hen , te zullen hebben können »beweegen , doordien zy hun hadden doen »zien , dat men den Staat te gronde deedt „ gaan, als men meer Krygsvolk op de been 5, hieldt, dan men betaalen kon; doch dat der- „ zelver Afgevaardigden zelfs niet hadden wil- „ len toeftaan , dat men, by voorraad, de w Kompagnien afdankte , waartoe alle de Ge- s, westen en de Raad van Staate bewilligd had- j, den. Dat deeze weigering hen genoodzaakt 3^ hadt, te zorgen voor het helang hunner F 4 »Pro, |
||||
83 VADEïtLANDSCHE XLV.Boek,
» Provincie , en dat zy aan de Overften van
•>•> eenige Kompagnien , ter hunner betaalinge y> (taande, hadden aangefchreeven, dat ze gee- » ne verdere betaaliag te wagten hadden. Dat »'er Afgevaardigden ter Generaliteit geweest v waren, die verftonden, dat zulks aan eene. » byzondere Provincie niet vryftondt; dat zulk 55 een ophouden met betaalen eene ibort van »afdanking was, die niet dan eenpaariglyk » gelchieden moest, en dat Holland zelf zulks, » eertyds, zo begreepen hadt, hebbende, ne- » vens de andere Gewesten, den Prins en den 55 Ra:id van Staate de magt gegeven, om » Krygsvolk te ligten en af te danken. Doch n dat zy, Staaten van Holland, vertrouwden, »dat de Staaten der andere Gewesten 't ftuk » anders zouden inzien, dan hunne Afgevaar- » digien , alzo zy allen, nevens de opperfte » magt, ook de vrye bewilliging tot het hef- »fen van penningen aan zig behouden had- j) den ; behalve dat het den Prinfe en den Raad »van Staate ook niet vryftondt, buiten be- 5? williging der Gewesten, Krygsvolk te lig- »ten, of af te danken. Dat de Gewesten den, 55Raad van Staate wel toelieten, den eed van n getrouwheid te ontvangen van de Officie- „ ren; doch alleen in den naam van den Staat n en van de Gewesten, en tot weder opzeggens 3, toe. Dat de Staaten van Holland, of derzel- „ver Afgevaardigden, voor deezen, wel be- „ let hadden, dar een byzonder Gewest detroe- „pen, die het betaalde, afdankte; doch dat v dit gedaan was , om dat de afdanking ge- gfchiedde, tegen voorgaande bewilliging, of 5, ZOIÏ-
|
||||
XLV.Boek. HISTORIE. 8c>
|
|||||
»zonder dat men 'er kennis van gave aan de I(%0,
» Bondgenooten. Dat Holland , geduurende------»
» de Vrede , ten minfte , het regt behouden
»moest, welk het, midden in den oorlog, ge- » bruikt hadt. Dat het befluit van dit Gewest »tot welzyn van den Staat ftrekte, alzo het » Krygsvolk, welk men in dienst hieldt, be- »ter betaald zou worden: 't welk oorzaak zyn »zou, dat men, in geval van nood, ljgtelyk, »goede troepen zou können "bekomen. Dat » zy, eindelyk, niets gedaan hadden, waarvan » zy , vooraf, geene kennis hadden gegeven »aan hunne Bondgenooten , nadat ze 'er toe » gedrongen geweest waren, door den uiter- » ften nood, en om zig in ftaat te houden van »te können voldoen aan 't gene zy verfchul- » digd waren aan de Unie, aan welke zy ver- »klaarden onaffcheidhaar verknogt te willen » blyven (d)" Terwyl men 't antwoord op deezen Brief te XXïï.
gemoet zag, en eer men weeten kon, wat vrugt ®e Pnu* 'er van te wagten ware, nam de Prins, opge Afge-* zet, zo men meent, door eenigen, die 'er hun vaarde- eigen voordeel in zogten (4), een befluit, daar den inde 't gantfche Land en de nabuurige Vorftendom? Staat,c:i men en Staaten van gewaagden, en dat den Staat köranie;'t.. met eene gevaarlyke omkeering dreigde. Hy teerde ondernam, zonder byzonderen last, zes Afge- Raadcn vaardigden in de Vergaderingen van Holland, ™n, ^1' "'" hegtenis
(rf) Refol. Holl. 27 July 1650. hl. 225. Aitzema Hl. Dtel, neemeo, U. 438. Herlt. Leeuw. bl. 27. (4) Onder deezen, vind ik, in fommige fchriften van
deezen tyd, genoemd de Heeren van Aartsbcrgen, vat» Renswoude en van Sommelsdyk. Doch de eerfte heeft £ig, deswege, verontschuldigd. F 5
|
|||||
9o VADERLANDSCHE XL V. Boe*.
J550. terwyl de Staaten zaten, te doen vatten, en de
-------Stad Amfterdam, by verrasling, in te neemen.
't Eerfte gelukte hem; maar niet het tweede.
Doch 't beleid en de uitflag deezer gewigtige onderneemingen moet hier, wat duidelyker, ontvouwd worden. Op Saturdag den dertigften van Hooimaand,
's morgens ten agt uuren, ontboodt de Prins by zig Jakob de Witt, toen Oud-Burgemees- ter van Dordrecht, en Afgevaardigde in de Gekommitteerde Raaden, voorgeevende, hem, eer hy naar de Vergadering ging, eens te willen fpreeken. 't Was gebruikelyk, dat de Stadhouders zulks, voor den aanvang der Vergaderinge, deeden, als zy eenige zaak hadden voorgedraagen, waarop zy wenschten, dat, by de Vergadering, een belluit genomen v/erdt, naar hun genoegen. De Witt kon, derhalve , de boodfchap niet vreemd vinden. Gelyk verzoek gefchiedde ook aan Jan de Waal, Burgemeester, en aan Alben Ruil, Penfionaris van Haarlem; aan Jan Duist van Voorhout, Burgemeester van Delft, en zitting hebbende in de Gekommitteerde Raaden; aan Nanning Keizer, Penfionaris van Hoorn, en aan JSikolaas Stellingwerf, Penfionaris van Me- denblik. Zy verfcheenen, de een na den an- der' , tusfchen agt en negen uuren, in de Zyd- kamer van zyne Hoogheid; vanwaar zy, door eenen Kamerdienaar, geleid werden, naar by- zondere Vertrekken van de Koningklyke Prin- fesfe, die toen op 't Land was. Kuik van Me- teren , Luitenant-Kolonel van 'sPrinfen Lyf- wagt, nam hen, hier, een voor een, in hegte- nis, uit last van zyne Hoogheid, hen plaat- |
||||
XLV.Boek. HISTORIE. 91
|
|||||
fende, ieder in een byzonder Vertrek van de i<j5o,
tweede verdieping, onder eene wagt van drie-------
foldaaten. De Prins was geftoord op de Witt, Welke
om da», deeze de Aanfpraak van Aartsbergen, reden in den Oud-Raad te Dordrecht, met klemmen- ^L de taaie, beantwoord hadt. De Waal, Ruil, heid" Duist van Voorhout en Keizer werden , om hiertoe geene andere reden, vastgehouden, dan om dat hadt- de Prins, in de jongfte bezending, te Haarlem, te Delft, en te Hoorn, niet naar zyn genoegen, ontvangen was. Stellingwerf hadt zig laaten gebruiken, om zyne Hoogheid, uit naame van die van Medenblik, te verzoeken, dat hy zig niet derwaards begeeven wilde. Ook getuigt men, dat hy, in de Vergadering van Holland, over 't ftuk der afdankinge, eene taal gevoerd hadt, te vrymoedig voor Vorften ooren. Zo Hy geeft dra zy zaten, ontboodt de Prins den Raadpen '«rden fionaris Kats, hem belastende, den Staaten van j^jjj1 Holland aan te zeggen „dat hy, het flegt ge- Van/S „ drag van eenige Gemagtigden ter Dagvaart, „ die tweedragt zaaiden tusfchen de Steden en „ Gewesten, niet langer konnende verdraagen, „zes van de voornaamften in hegtenis hadt „ doen neemen, ten deezen einde naar den „ Haage ontbiedende vyf Kolonels Kompag- „ nien, en de wagten van 't Hof verfterken- „ de." Hy voegde hierby „ dat hy Graaf Wil- „ lem , Stadhouder van Friesland, met een n goed getal Paarden en Knegten, afgezon- „den hadt, om Amfterdam in te neemen, en „ dat hy zelf, nog dien zelfden dag, derwaards „ dagt te gaan, niet twyfelende, of het Krygs- „ volk was 'er reeds binnen (e)." Aan de al- ge' (O Refol« HoII. 30 Ju'y 1650. W. »35.
|
|||||
9* VADERLANDSCHE XLV.Boek.
|
|||||
1Ä50. gemeene Staaten, deedt hy zeggen, door den
-------voorzittenden Heere Bronkhorst, die hem naar
gewoonte was komen zien „ dat hy, uit kragte
„ van derzelver Belluit van den vyf'den van
„ Zomermaand, eenige Afgevaardigden ter
„Dagvaart van Holland hadt doen in hegte-
w nis neemen, en dat hy eenig Krygsvolk on-
„ der Graave Willem gefchikt hadt naar Am-
j, fterdam ; beide om gewigtige redenen, wel'
n ken hy hun, fchriftelyk, dagt mede te dee-
n len (ƒ)." 't Laatlle hadt hy ook doen zeggen
aan de Staaten van Holland, die, over die on-
verwagte nieuws, geweldig ontfteld waren ,
en, ziende den Haage en 't Hof bezetten met
Krygsvolk, welk , onder dekfel van naar de
fchyf te fchieten, in de duinen famen gekomen
was , terftond beflooten , voor een gedeelte,
naar huis te keeren, om, over twee dagen, de
Vergadering , die, ondertusfehen, als byeen
De ge- zynde, werdt aangemerkt, te vervolgen. De
vange- zes gevangenen bleeven onder 'sPrinfen be-r
nen wor Waaring , tot 's anderendaags 's avonds , wan-
Loev"-^ neer nv ze' onder een ^eï^ geleide van Ruite-
fteinge- ren en Knegten, deedt voeren naar 't Slot te
bragt. Loeveftein, daar zy, elk afzonderlyk bewaard
werden (g). Doch eer wy verhaalen, wat hun
verder bejeegende, moetenwe bezien , hoe 't
met den aanflag op Amfterdam afliep.
XXIII. Drie of vier weeken voor deezentyd, had-r
Aanflag ^en yerfcheiden' Haarlemfche en Amfterdam--
Hoog^"e ^ie Koopluiden brieven van Londen , van
Dant-
(f) Refol. Gener. 30 July 1650. hy WicquEfoRT Preuy. Tom.
I. p. 683. CêO Aitzsma UI. Deel, il. 444. Herfl. Leeuw. hl. 33 , 36.
Wicqubfort Lm. IV. p. 187-189. |
|||||
XLV.Boek. HISTORIE. 93
|
||||||||||
Dantzig, en van elders bekomen, waarin van 1650;
't beleg van Amfterdam, als van iet, welk te--------
genwoordigvvas, gewaagd werdt (£):. 't zy, dat heid, om
men deezen toeleg reeds zo vroeg gehad, en ^"^"L niet bedekt genoeg gehouden hebbe, of, dat „gemen, het voorneemen, om deeze Stad, nevens an- by ver- dere Steden, te bezenden, buiten 's Lands, ge- rasüng. rugt als van een beleg hebbe gemaakt; of dat men zulk een gerügt, voorbedagtelyk, heeft willen laaten loopen, om Amfterdam te ver- baazen ; of dat 'er nog andere redenen van dit gerügt geweest zyn, welken wy nu niet beden- ken können; zy, die de gelegenheid van Am- fterdam kennen, weeten, dat deeze Stad, niet door beleg; maar alleen, door verrajfing, in te neemen is, als leggende in eenen laagen en moerasfigen grond, die, op verfcheiden' wy- zen, onder water gezet kan worden, en niet» dan langs dyken en enge wegen, genaakbaar. Ook hadt zyne Hoogheid voor, de Stad, eer men 'er op verdagt kon zyn, te overrompelen. Gentillot, Majoor van een Regement Franfchen van Doitchant, was, op bevel van den Prinfe , verzeld van vyftig uitgelezen karels van ver- fcheiden' Landaart, gewapend alleen met zink- roers en zydgeweer, op den negenentwintig- ften van Hooimaand, in de Stad gekomen (!), of, zo anderen fchryven (£), en my geloof- waardiger voorkomt, dien dag, met de nagt- fchuit, van Utrecht vertrokken, om, des anderendaags , vroegtyds, aan de Reguliers Poort te zyn. Gentillot, een wakker krygsman, en
|
||||||||||
A) Holt. Merk. van 1650. il. JI.
i) WiCQtiKFOTT Livr. IV. p. i8</. |
||||||||||
£.t) Aitzbma H«(t. Leeuw. tl. 3a. III. Detl, tl. 444.
|
||||||||||
94 VADERLANDSCHE XL V. Boek.
|
||||||
1650. en bekwaam tot diergelyken aanflag, hadt
.------- bevel, om deeze Poort te bemagtigen; ware 't
mogelyk , zonder vyandlykheid te pleegen.
Veifcheiden' kornetten paarden, te Nieuw- , megen, te Arnhem en elders in bezetting leg- gende, hadden heimelyken last van den Prin-
ie, om, op den dertigften van Hooimaand, vroegtyds, te zyn voor Amfterdam, zonder dat zy wisten, tot welk een einde. De bezetting van Utrecht moest, des avonds te vooren, uittrekken, onder dekfel van de Koningklyke Prinfesfe in te haaien, en, te gelyk met de Ruitery, zyn voor de Reguliers Poort, daar Gentillot de troepen inlaaten zou, die, eer men 'er op verdagt was , het Stadhuis , den Dam en de voornaamfte Plaatfen zouden heb- ben können bezetten; terwyl de Ruitery, door ' de Stad trekkende , alle i'amenrottingen zou Wat de hebben belet. Kort hierop, zou zyne Hoog- Prins 'er hdd gevolgd zyn, om de Wet te veranderen, vo ï en Amlterdam , daardoor , tot eenpaarigheid hadt." met de andere Leden, te noodzaaken. De troe- pen hadden uicdrukkelyken last, om zig van vyandlykheid te onthouden. Zy moesten, in 't intrekken, roepen, dat zy vrienden waren, en als vrienden kwamen, en niet fchieten, al werdt 'er ook op hen gefchooten, ten ware de burge- ry het te grof maaken mögt (/). Een ge- Graaf Willem Fredrik , Stadhouder van deeite Friesland, die 't opperbevel over den aanflag terye,U1" hadt, begaf zig, den negenentwintigften, des naarÄm- nademiddags, uit den Haage, naar Abkoude; fterdam Jaar de Ruitery, begeleid door de Kolonellen, Kor-
|
||||||
(O AnzRMA III. Deel, il. 444. Hcrft. Leeuw. H. 3««
|
||||||
XLV.BoKK. HISTORIE. 95
Kornelis van Aarfens van Sommelsdyk en Fredrik, 1650.
Baron van Dona , den eerflen een' boezem- ■-------
vriend, den tweeden een' vollen Neef van den gefchikt,
Prinfe van Oranje , omtrent middernagt, van ^er". . Scherpenzeel op de Veluwe, aankomen moest. Gooi-1 * Vier Kompagnien Paarden bevonden 'er zig, land. ten befremden tyde , nevens Sommelsdyk en Dona. Doch de Ruitery van Nieuwmegen en Arnhem, die, door den Ritmeester Mom, onder den Kolonel Sommelsdyk, aangebragt moest worden, was, in Gooiland, verdwaald geraakt, en kwam , twee of drie uuren te laat , te Abkoude : wanneer 't reeds fchoon dag was (»*). 'ü ^ der moeite wel waar- Oorzaafc dig zyn , dat wy de oorzaak van dit dwaa- van dit len, waardoor de aanflag verbrod werdt, uit dwaateai mondelinge overlevering van luiden van eere, die ze, uit oude en geloofwaardige luiden, verklaarden verftaan te hebben , hier, korte- lyk, aantekenen. De wegen, op de Veluwe, en vooral in Gooiland, eng en bogtig loopen- de, waren, by nagt, voor onkundigen, moei- lyk te vinden: waarom men of een' gids noo- dig hadt, of eenig ander middel bedenken moest, om niet te dwaalen. Maar aan een' be- kwaamen gids ontbrak het den troepen; 't zy, dat men 'er zig op geenen hadt durven verlaa- ten ; 't zy, dat men 'er geenen hadt können aantreffen. Men was, hierom, op een ander middel bedagt geweest, om niet van den weg te raaken. In Gooiland, ftondt, aan den weg, dien men langs wilde , op eene afgelegene plaats,
(»O Aitzema III. Deel, W. 443. Herll. Laeuw. U. 32. W/c-
QuzroRT Ihr, IV. />. 189. |
||||
9<5 VADERLANDSCHE XLV.Boee.
1550. plaats, by Hilverfom, zeker Huis, federt, zo
-------my berigt is, afgebroken 5 doch toen bewoond
by eenen Heelmeester» Twee of drie Officiers ,
in 't opneemen van den weg, bevonden heb- bende, dat men, omtrent dit huis, het meeste gevaar van dwaalen liep , hadden deezen Heelmeester , door geld en goede beloften * bewoogen , om , des nagts na den negenen- twintigften , licht te plaatfen voor een zyner hoogfte glasraamen , voorgeevende, dat ie- mant hunner vrienden , die een' mandag be- gaan hadt, de vlugt langs deezen weg dagt te neemen, en op dit licht aangaan zou. Dus meende men 't werk, voorzigtiglyk, belegd te hebben. Maar 't werdt, dien avond, zulk bui- jig en regenig weder, en zo pikdonker, onaan- gezien de nagten , anders , in dit jaargetyde, kort en helder vallen, dat de Heel meester, vast- ftellende, zo hy naderhand voorgaf, dat nie^ mant, in zulk weder, onderneemen zou op reis te gaan, omtrent elf uuren, zyn licht wegnam en uitdeedt. De aankomende Ruitery, onder- tusfchen , nergens licht verneemende, raakte aan 't dwaalen op de Gooifche Heide , en Men kwam veel te laat, ter beftemder plaatfe. On- krygtte der dit fukkelen, kreeg men, in de Stad, be- im'ïen ri?t van den aanto8t der troepen , door den
ais van Hamburger Postbode, die, met het aanbree-
<len aan- ken van den dag, onder de dwaalende Ruite-
flag. rye geweest was, en verftaan hadt, dat zy naar
Amfterdam wilde. Mom, geen' last hebbende
om iemant op te houden, en zelf onkundig van
den aanflag , dien weinigen wisten, hadt den
Bode laaten ryden, die, eerst aan 'tPosthuis, en
toen aan Burgemeester Kornelis Bikker, Heere
van
|
||||
%LV. Böe& HISTORIE; 97
van Zwieten, kennis gaf van 't gene hy ver- «$»,;
nomeii hadt («). Men vermoedde, in 't eerst,------•
dat de Zweedfche troepen, die thans in Lui-
kerland lagen, of eenige Lotharingfchen, van welken, meermaalen , ongeregeldheden ge- pleegd waren op de grenzen * nu naar Amfter- dam kwamen, om de Stad te pionderen. Nie- niant dagt om zyne Hoogheid j of om 't Krygs- volk van den Staat (0). Burgemeester Bikker, Da JStad de eenigfte der regeerende Burgemeesteren, (hitzig die in de Stad was, zig bedienende van den ™M *" raad en hulp van den Schepen Joan Huidekoo- genweer» per, H.jere van Maarfeveen j deedt, terftond, de valbruggen ophaalen, de poorten digt hou- ^ den , 't gefchut naar de wallen fleepen, en de fchuttery en foldaaten in de wapenen ko- men. Ook werdt de trom geroerd, en volk ge- worven , ten dienfte van de Stad. In weinige ' uuren, hadt men eenige vendels geiigt* alzo veelen, vreezende voor een beleg, welk huri beletten zou hun brood te winnen, gereedelyk of voor foldaaten, of voor matroozen* op een' gaadje van tien en twintig ftuivers 's daags, dienst namen. Agt Oorlogsfchepen werden in ftaat gefteld * om het Y te befchermen 5 eenige gewapende uitleggers, in den Amftel voor de Stad, gelegd. Elk was in beweeging, om dienst te doem Eenige gilden booden vrywiüiglyk aan, tearbeiden aan de vesten (ƒ>_). De Doops- gezinden zalven yverden, voor den gemeenen welftand, en voegden zig, zo fommigen fchry- ven, gewapend, op de posten, die hun werden aan-
C»0 Aitzema TU. DctU, U. 443. Hèrft. Leeuw. il. 32.
(.0) WicqufPort l.ivr. IVi p. U)c, (ƒ>) Aitzisma IK. l)eclt il. 44.3 ,444. Hrrth Lseuw. H. jij 1J1,
Ml D FEL. G |
||||
9$ VADERLANDSCHE XLV. Boe*
|
||||||||||
aangeweezen: hoewel anderen, federt, hebben
aangetekend, dat eemge Giktebroeders uit deeze gezindheid alleeniyk tot den arbeid aan de borstweeringen gebruikt werden (q), Graaf Willem, de Ruitery midlerwyl, by-
een gekregen hebbende, was, laat op den voor- middag, langs den Amftcl, digt onder de Stad, gekomen; doch de Poort geflooten en alles in beweeging vindende, oordeelde hy niet raad- zaam , iet geweldigs te onderneemen. Gentil- lot ook, die, by tyds, voor de Poort geweest was, hadt niets durven beftaan, om dat hy Graaf Willem niet vernam. De Grsaf zondt, nogtans, eenen Brief van den Prinfe. naar de Stad, fchoon hy last hadt, om dien zelf te o- verhandigen. Zyne Hoogheid fchreef, in dee- zen Brief „ dat hy, de laatfte reize, zo vreemd „ in Amfterdam bejegend zynde, om zulks niet „ meer onderworpen te zyn, Graaf Willem, „ aan 't hoofd van eenig Krygsvolk, der- „ waards gezonden hadt, met last, om alles, al- „ daar, in rust te houden, op dat hy, door eeni- „ ge kvvalylcgezinden, niet belet werdt, voor „ te draagen, 't gene hy, ten dienfte van den „ Lande, nogte zeggen hadt (>)•" De Wethou- derfchap, den Brief gelezen hebbende, zondt, terftond daarna, de Schepens Huidekooper van MaavCeveen en Simon van der Does, in een gewa- pend Jagt, af aan Graave Willem, dien zy, aan den Amftel, digt onder de Stad, voor de Hofftede van Dirk JVuitiers, Welna genoemd, aantroffen. Maar-
en Wicqubf. Ihr, IT. p. 190. Zie ook P. de Fyne TracTn II. Deel, 'il 610. en CommeuN Amft II. Deel, bU 1130. ( r , Zie den Brief by AlTZEMA III. Deel, hl. 444. Herfl,
Lccbw. bl. 32. |
||||||||||
i6$Q.
|
||||||||||
XXIV.
Brief van zyne Hoog- heid aan de Wet- houder- schap. |
||||||||||
Bezen-
ding aan Graave Willem Fredrik. |
||||||||||
XLV.Boek. HISTORIE. w
|
||||||
Maarfeveen voerde het woord , zeggende , 1550.
^dat de Heeren Burgemeesters den Brief van |
||||||
„ zyne Hoogheid ontvangen ; doch wel ge- Vrymoe-
j, wenscht hadden , dat dezelve niet zo aan- dlge mI j, zienlyk verzeld ware geweest ; dat zy nog- Maarfe- „ tans den Raad byeengeroepen, en federt aan veen. „ de Afgevaardigden der Stad op de Dag- 5jvaart, en aan de Staaten zelven, gezonden „ hadden, om derzelver goeden raad in te nee- „ men , zonder welken , zy zig niet in ftaat ,j vonden , om den Brief van zyne Hoogheid „te beantwoorden. Midlerwyl verzogten ze, „ dat zyne Doorlugtigheid de Stad verfchoo- ??nen, en niet nader komen wilde, of zy zou- „ den genoodzaakt zyn, zig te befchermen j5 met de wapenen, die God en de natuur hun ^verleend hadden." Graaf Willem , verzet, n2ar 't fcheert, over deeze aanfpraak , zweeg 'er ftil op, waarna Maarfeveen hernam „ dat ,, hy i tot hiertoe , volkomenlyk gefproken „hadt, volgens den last van Burgemeesteren; „ doch dat hy, uit zig zelven, den Graave wel „ gantsch vriendelyk en gedienftelyk wilde raa- ,,den, teh beste doenlyk, te rug te trekken, ?, alzo hy daar niet was, zonder groot gevaar; „ dat de Stad vol was van vreemd foort van ,, luiden , dié ligtelyk iet onderneemen zou- „ den , dat zyne Doorlugtigheid fohadelyk en „ Burgemeesteren niet aangenaam zou zyn , n wordende daar binnen zulk eene taal ge- „ voerd, dat Burgemeesteren , misfchien, hoe ,, zeer tot hun leedwezen , genoodzaakt zou- „den können worden, om de uiterfte midde- „ len in 't werk te ftellen." Inderdaad, men Ee" deei hait, in de Vroedfchap , voorg^aagen , of ^ls™ G 2 men |
||||||
loo VADERLANDSCHE XLV.BoïK«
|
|||||||
1550. men den Zeedyk, omtrent de S. Antonis Poort,
niet behoorde door te iteeken; en 't haperde |
|||||||
wordt flegts aan twee ftemmen van de zesendertig,
onder jjät hiertoe niet beilooten werdt. Om 't voile water ge-te voi<joerij ijet men egter, federt, twee Hui- zen openen, en hier en daar een Polder door- fleeken 5 waardoor zo veel van 't naaste land onderliep, dat men, in 't Leger, genoeg be- greep, dat het aan de Stad liondt, de troepen, door middel van 't Water, te verde!gen * zo zy niet wilden aftrekken. Graaf Willem hadt , ondertusfehen , op de vrymoedige aanfpraak Van Maarfeveen, geantwoord, dat hy niets ge- daan hadt, dan op last van zyne Hoogheid, die hy van alles berigt geeven zou (Y). i)e Prins Terwyl de Prins over den maaltyd zat, en de Af- kreeg hy tyding van 't mislukken des aanfiags gevaar- 0p Amfterdam, die hem zo diep trof, dathy, van eAm- terftond! oprees, en zig, in zyn Kabinet, floot, flerdam zonder den maaltyd te willen voleindigen. Nie- ln den mant wist toen nog, in den Haage, hoe 't met Haage Am flerdam ftondt, zelfs niet de Afgevaardig- kennfs den wegens deeze Stad , die daar ^ebleeven Van 't waren , te weeten de Vroedfchap Dr. Frans misluk- Banning Kok, en de Penfionaris Kornelis Boont. r^rtflff8 Doch., 'snagts omtrent elf uuren, (ik verhaal ö' dit, uit eene geloofwaardige overlevering, die haaren oorfprong aan den Heere Kok zelvefl verfchuldigd is) werden deezen twee, of een van beide ten Hove ontbooden, daar zeker Heer hen verzogt te fpreeken. Zy twyfelden niet, of deeze Heer was zyne Hoogheid, en fielden vast, dat men hen, gelyk de anderen zes,
(O Aitmm* III. Deelt II. 44.1. Hcrft. Leeuw. tl. 32, }).
|
|||||||
XLV.Boek. HISTORIE. ioi
zes, in hegtenis dagt te neemen. Overleggen- i<%t>.
de nogtans, dat 'er geen middel was, om te «.-----»
ontkomen , zo de Prins beilooten hadt, hen
vast te houden, greep Kok eenen moed, en tradt ten huize uit. Doch gekomen omtrent het Stadhouders»-Kwartier, daar alle de lichten uitgedaan waren, werdt hy, in 't donker, ge- groet van eenen Heer, dien hy bezwaarlyk zien \ doch niet bekennen kon ; en die hem eerst verfchooning verzogt, dat hy hem zo laat ontbooden hadt, en daarna aanzeide, dat de aanflag op Amfterdam mislukt was, en dat de Prins, ftampvoetende van fpyt en den hoed tegen den grond werpende, zig, zonder ie- mant te willen zien, in zyn vertrek hieldt. Dit gezeid hebbende, keerde hy Kok den rug toe, en vertrok , zonder dat men naderhand heeft können te weeten komen, wie den Afgevaar- digden in den Haage deeze gewigtige tyding eerst hadt medegedeeld. Des anderendaags na de Preeke, begaf zig XXV,
zyne Hoogheid, in perfoon, op reize naar Am ®e P"n« fterdam , in raeening , om de Stad, met een v^Am langduurig beleg, te dreigen, en dus tot on fterdam/ derwerping te brengen. De twee hooge Ge- regtshoven hadden hem de reis ontraaden ; doch hy beriep zig op den last der algemeene Staaten, aan welken hy de Geregtshoven wees, zo zy veïftonden, dat men eenen anderen voet te volgen hadt (*). Ook hadt hy, voor zyn vertrek, eenen, Biief afgevaardigd, aan de Staaten der zes Provinciën , waarin hy ver- klaarde „ in gevolge van de begeerte der alge- »mee-
CO Hffol. Poll. I Ajig. 1650. U. 23?.
G 3
|
||||
loa VADERLANDSCHE XLV.Boexu
1650. j, meene Staaten , begreepen in derzelver be~
------- „ fluit van den vyfden van Zomermaand (5),
„zes Afgevaardigden ter Vergaderinge van
„ Holland in hegtenis genomen, en eenig „ Krygsvolk naar Amfterdam gezonden te „hebben (#)•" Hy verwagtte op dit fchry- ven een antwoord, waaiby, 't gene hy gedaan hadt, goedgekeurd werde, en hem de hand gebooden , tot het gene hy verder dienftig vondt, te onderneemen. Hykwam, nog dee- zen zelfden avond, te Amfterveen, werwaards Zyne Graaf Willem te rug gekeerd was. 't Land verlegen-tusfchen den Amfterveener en Ouderkerker heid. weg tot aan <jen Uithoorn toe ondergeloo- pen zynde , hadt de Heer van Sommelsdyk zig, met eenige Ruitery, geworpen in 't Huis ter Hart tusfchen Amfterdam en Haarlem (v). , Hier heënen hadt, naar 't fchynt, zyne Hoog- heid ook zynen weg genomen. Lodewyk van
Nasfau, Heer van Beverweerd, die, zo men wil , geene kennis van 'sPrinfen toeleg op Amfterdam gehad hadt, vertoonde hem, hier, 't gevaar, waarin zyne troepen zyn zouden, zo de Amfterdammers den S. Antonis-dyk, die, omtrent Jaap-Hannes, reeds gedeeltelyk, weg- gedolven was, geheel doorftaken; 't welk den Prinfe, fchryft men, dermaate ontftelde, dat hy Beverweerd, terftond, naar den Haagezondt, met last, om de algemeene Staaten te bewee- gen,
(«} Zie den Brief by Aitzema III. Deel, bU 445. Herft.
Leeuw. VI. 34. Cv) Holl. Merkur, van 1Ö50. bh 34. (5) Zie den inhoud der Befluiten van den vyfde^
en zesden van Zomermaand, hier voor bh 68. en 70. |
||||
XLV.Boek. HISTORIE. 103
|
|||||
gen, dat zy den Prius lieten verzoeken, om i^o.
af te trekken met de troepen; waartoe de Heer
van Mathenesfe zyne poogingen aanwendde
(y). 't Bezetten van 't Huis ter Hart maakte, ondertusfchen , die van Haarlem verlegen. Doch de Prins gaf aan eene bezending uit de Wethouderfchap, die hem te Amfterveen aan- trof, verzekering, dat hy 't op haare Stad niet gemunt hadt (V). De Afgevaardigden van Holland ter Gene- De alge-
raliteit, verneemende, dat zyne Hoogheid meene zig beriep op den last dër algemeene Staaten; buiten verzogten, dat deezen orde wilden Hellen, tot tot eena weering van verder onheil, en tot wegnee- bezen- ming der drukkende zwaarigheden. Doch zy ^i^ weezen 't, in 't eerst, van de hand. Des ande- J£nPnfl" rendaags nogtans, na dat Bsverweerd in den Haage geweest was, lieten zy zig overhaalen tot het befluit, om, door eene aanzienlyke be- zending, te verzoeken, dat de Prins naarden Haage te rug kwam e, de vyandly kneden deede ophouden , en den Koophandel van Amfter- dam zynen vryen loop liete hebben. Tot dee- ze bezending, werden benoemd Aartsbergen, Paats, Renswoude, Ofinga en Mulert (;y). Omtrent den aftogt der troepen , was niets beflooten , opdat, zo fommigen meenen, de Vergadering de vryheid behouden zou , om 's Prinfen bedryf te pryzen, of te laaken, nadat men den uitflag van 't beleg zou vernomen hebben. Voorts beoogde men, de Stad Am- fter-
fw) WiCQimpoRT Livr. TV. f. i<>»,
(x ) IIoll- Merkur, van 1650, hl. 34. ( jO Rcfoi. (Jener. Man. 2 Aug. iGjo. WiCQUEf. P,:arts, Tan}- I. p. 698. G 4
|
|||||
104 VADERLANDSCHE XLV.Boek,
|
|||||
ï.«5o. fterdam en de andere Steden van Holland, door
■-------deeze bezending, te beweegen, om zig te voe- gen naar de andere Gewesten, in 't ftuk der afdankinge. Maar 't voornaam oogmerk der bezendinge was, meent men, den Prinfe te be- haagen, die reeds, door Beverweerd, te ver- ftaan gegeven hadt, dat hy gaarne, met eere, in den Haage te rug zou willen zyn (Y). XXVI. Terwyl dit, in den Haage, voorviel, be- Eyne floot de Prins zelf in onderhandeling te tree- Hooi?- den5 met Amfterdam. Hy ichreef dan aan de ïeit zäf" Wethouderfchap, dat hy in de Stad begeerde te met Ara- komen. De Regeering vaardigde hierop Kor- fterdam. nelis de Graaf, Burgemeester, Simon van der Does en Nikolaus Tulp, Sehepens, en Pieter Kloek, Raad, af aan den Prinfe; die, zig nader verklaarende, zeide, dat hy, met Krygsvolk, in de Stad komen wilde, en dezelve bezet laa- ten. Die van de Stad begeerden, daarentegen, dat hy 't Krygsvolk, welk voor de Stad lag, te rug zondt. Hy verklaarde zig hiertoe gene- gen, mids men eikanderen verftonde, over de Men fluit voorwaarden. Toen ging men een en ander- een Ver- maal over en weder, en, op den derden^van mg* Oogstmaand, werdt, te Amfterveen, een Ver- drag getekend , behelzende „ dat Amfterdam, w zo wel als de zes Gewesten, bewilligen zou „ in den ftaat van oorloge, dien de Prins zou „ fragten te regelen , volgens den voorflag, „ door hem en den Raad van Staate, den vyf- „ tienden van Hooimaand, gedaan; en die, op „ den zelfden voet, blyven zou, zo langdeoor- j,log tusfchen Frankryk en Spanje duurde; v doch
O) V/lCQUEFOST Lhi: III. p. Ip3«
|
|||||
XLV.Boek. HISTORIE. 105
» doch ten langfte , drie of vier jaaren ; na 1650.
9? welken tyd , de Gewesten zig , deswege , —«*. 55 onderling , nader verdraagen zouden. Dat n de Stad toeftaan zou, dat de agterftallen aan n het Krygsvolk , door Holland in 't byzon- •jder afgedankt, betaald werden, en zorg hel- „pen draagen, dat het ook, in het toekom en- 55 de, betaald werdt, naar behooren. Dat de »Prins, begeerende in de Stad te komen, al- >j daar ontvangen zou worden , gelyk zyne w voorzaaten , de Stadhouders van Holland , » plagten ; en dat men hem , zo hy 't goed- 5, vondt, gehoor in de Vroedfchap verleenen n zou , in de genoemde hoedanigheid. Dat „ de Stad haar best doen zou , om de oude 95 vriendfchap en 't vertrouwen te herftellen, „in de Vergadering van Holland , en dat, n terftond na het tekenen deezer punten , de jj troepen zouden aftrekken, en het volk, door s, de Stad , geworven , worden afgedankt." Doch by een geheim punt werdt verdraagen, De Bik- „dat de Broeders Andries en Kornelis Bikker, j^j,0™" „ de eerfte oud en de tweede regeerend Bur- van ^lg ,, geineester, vry willig en voor altoos , af- Regee» „ ftand zouden doen van de Regeering, zon- riliee« „der dat zy egter, hierdoor, in hunne eer of n goeden naam gehoond gerekend zouden mo- „gen worden (<?)." Sommigen meenen, dat het byzonder belang van eenigen medewerk- te , om dit Verdrag, en vooral het geheim punt te doen fluiten (&), 't welk wy niet zouden dur- ven verzekeren. Amfterdam hadt reden om het
C«) Zie Aitzema III. Deel, tl. 447, n\S. Haft. Leeuw.
il- 35- (*0 W.CQiiEFORT Liy:: IV. p. tru, |
||||
lotf VADERLANDSCHE XLV. Boek,
«650. het beleg fpoedig te doen opbreekeii. De han-
—— del en 't geloof' der Koopluiden buiten 's Lands zou eenen geweldigen krak gekreegen hebben, zo het langer geduurd hadt. En fchoon men 't verdelgen der troepen in zyne hand hadt, zou het gebruiken van zulk een geweldig middel het gantfche Land, en by gevolge ook Amster- dam zelf in groot gevaar gefteld hebben, be- halve dat men het beste Weiland van Hol- land en Utrecht zou hebben moeten beder- ven, en beide deeze Gewesten op zwaare kos- ten jaagen. Men zagzig, om alle deeze rede- nen, wel genoodzaakt, om den Prinfe byna al- les wat hy begeerde toe te geeven. De Stad bedong, by 't Verdrag, niets van 't gene, waar- op zy, te vooren, zo zeer geftaan hadt, dan alleen, dat zy den Prins, niet dan in de hoe- danigheid van Stadhouder , zou behoeven te Weder- hooren in de Vroedfchap. Terwyl 't beleg zydfche duurde, was 'er een Gefchrift verfpreid, he- kster, heizende eenige punten van een Verdrag, tus- fchen het Parlement van Engeland en de Stad Amfterdam gefiooten. Doch 't bleek haast, dat het kwaadaartiglyk verdigt was, om de Wet- houders gehaat te maaken by de Burgerye (Y), die gansch geen goed oog hadt, op de tegen- woordige Regeering van Engeland. Maar te- gen den Prinfe, werden, in Amfterdam, ook veele verdigtfels uitgeftrooid , aJs, onder an- deren, dat hy voorhadt, de Bank en de rykfte Koopluiden van gereede penningen te beroo- ven , om, met dezelven , Koning Karel den II, op den Troon van Groot-Britanje, te her- fiel- 1 CO Brilt Merknr. vat 1650. M 331 4°» |
||||
XLV.Boek. HISTORIE. 107
ftellen (W): dingen , die, by de voorzigtigen, 1650,
geheel geen geloof vonden. Terftond na 't -—— fluiten van 't Verdrag met Amfterdam, keer- de de Prins naar den Haage. De troepen trok- ken , insgelyks, af. Doch de foldaaten, die de Stad aangenomen hadt, bleeven nog eenige dagen in dienst. Men was bedugt, dat zyne Hoogheid, die misnoegd bleef op de Stad, bewoogen mögt worden, om ras, wederom, te onderneem en, 't gene hem nu mislukt was. Uit deeze vreeze, fproot ook, dat men de Stad, in verfcheiden' opzigten, begon te verfterken, en de Schuttery, die voorheen maar uit vier- entwintig vendelen beftaan hadt, onder vier- envyftig vendelen verdeelde. Zelfs werden 'er twee fterke houten blokhuizen geftigt op den Amftel, die nogtans den vryen loop van 't water te zeer belemmerden, en, hierom, in ?t jaar 1654 , wederom gefiegt werden (e). De Stad bewilligde, eerlang, volgens het Ver- drag, in den voorflag van den Prinfe en den Raad van Staate, op 't ftuk der afdankinge (ƒ). De bezending van wege de algemeene Staa- ten, aan den Prinfe gelchied, vernam, op de reize, dat men met Amfterdam verdraagen was, en keerde, hierop, terftond te rug, zon- der zyne Hoogheid gefproken te hebben. Hol- land hadt den Heer van Schagen, afzonderlyk, aan den Prins gefchikt; die, te Amfterveen ge- komen, den Prins en het Leger niet meer vondt, en toen ook naar den Haage keerde (g). Op
Cd") Aitzf.ma TIT. Deel, hl. 456. Herfl. Leeuw. il. 40.
Qe*) Thurlof.s Papers, Vol. ff. p. 390, 451.
(f.S Wit'QUFFORT Livr. IV. p. U)6.
iS) Relol. Holt. 3, 4, 5, 6 /Ing. 1650. tl. 239, 240, 141.
|
||||
io8 VADERLANDSCHE XLV.Boek.
|
|||||
1550. Op deeze wyze, liep de aanflag opAmfter-
— dam af, tot klein genoegen voor den Prinfe
xxvii. en voor de Stad. De tyding van de gevange-
Iiande- nis der ZQ$ fjeeren werdt in de Steden, uit
Iing over ,, r .. ,
't ont- welken zy afgevaardigd waren, niet eveneens
flaan der opgenomen. Dordrecht nam een hertig befluit, zes §a- om den Oud - Burgemeester de Witt in vryheid ncnSe" te ^oen fte^en- Men vondt nogtans geraaden, den Prinfe te gemoet te gaan, in het aannee- men van zynen jongden voorflag op 't ftuk der afdankinge , fchoon men, te gelyk, ver- klaaren wilde, dat de Witt niets, wegens dit ftuk , geftemd hadt, dan op uitdrukkelykea Jast der Stad, die aannam hem en zynen kin- deren vergoeding te doen, wegens al de fcha- de , die hem , in zyn' perfoon of goederen, mögt worden toegebragt. Volgens dit befluit, werden de Gemagtigden ter Dagvaart gelast, de vereischte poogingen aan te wenden, tot het flaaken der gevangenen. Zelfs mogten zy zig in geene raadpleegingen inlaafcen, voor dat de gevangenen in vryheid, en in hunne voo- rige waardigheden herfteld waren. Doch toen zy in den Haage kwamen, was zyne Hoog- heid reeds naar 't Leger voor Amfterdam ver- trokken; zodat zy weinig konden uitvoeren. Ook werden zy kwalyk ingevolgd van de an- dere Steden , die , vooral nadat het Verdrag met Amfterdam getroffen was, wel zagen, dat zy zig, naar het voorbeeld Van deeze aanzien- lyke Stad, zouden moeten voegen. Delft: kwam eerst by , begeerende de vryheid van Duist van Voorhout, mids hy zig onthielde Van de Regeeringe, Hy hadt dj.t zelf 3ange- |
|||||
XLV.Bóek. HISTORIE. 109
booden, alzo hy ryk van middelen was, maar 165a,
één kind hadt, en reeds meer dan negenen--------
zestig jaaren bereikte, om welke laatfte reden,
hy , volgens de gewoonte van Delft, toch, binnen weinige maanden, van zelf, ontflaagen geweest zou zyn. De anderen volgden zyn voorbeeld. De Witt verzogt der Wethouder- fchap van Dordrecht, dat zy hem van zyne plaats in de Gekommitteerde Raaden ontflaan wilde: 't welk zy verklaarde, met weerzin, te die alle« doen, en niet, dan onder uitdrukkelyke betui- °P ^e ging, dat hy den rang behouden zou, welken gefteid hy in de Stad bekleedde, en in zyne eer en worden * goeden naam ongekrenkt blyven. Diergelyke midszig verklaaringen deeden ook de andere Steden, ™^u~ die allen gezonden werden aan zyne Hoog- Van de heid, waarna hy bevel gaf, om de gevangenen liegen op vrye voeten te Hellen; gelyk terftond ge- ringe. fchiedde (/«)• Eenige dagen te vooren, hadt de Prins aan XXVIir.
de Staaten van Holland, en, wat laater, aan De Pnnä de algemeene Staaten, een Gefchrift overge- fgn tre" leverd , behelzende de redenen, welken hem van zy- bewoogen" hadden , tot het aantasten der zes nen hau» Heeren, en tot de onderneeming op Amfter- d"» "* dam, hierop uitkomende „ dat eenige luiden," fC™riftc* welken zyne Hoogheid niet noemt „ eenen „ aanhang gemaakt hadden in den Staat, die w bekwaam was, om dien geheellyk te beder- », ven, te gelyk met de Unie en Godsdienst, „dat de algemeene Staaten, die, zegthy, de n hoogde Regeering zyn van de Landen, hem, p hierop, gemagtigd hadden , om de gefchil- „len,
<•&) Aitzema III. Dul, il. 449M53« Haft, Leeuw, il. 36,
|
||||
i i o VADERLANDSCHE XLV. Boek.
1C50. ,j len, door alle Wegen, by te leggen; dat hy,
•-------£ hiertoe , eerst zagte middelen hadt aange-
„ wend ; doch vergeefs : dat hy , eindelyk,
„ noodig oordeelende, de verderfelyke oog- „ merken der gemelde luiden tegen te gaan, „hadt moeten befluiten, om zig van eenigen „ der voornaamfte belhamels te verzekeren, „ en de Stad Amfterdam, door Krycsvolk, te „ noodzaaken, om eenige weinige Perfoonen, „ die, te vooren, belet hadden, dat hem gehoor „ verleend was , te ontdaan van de Regeerin- „ge; dat hy, tot deeze uiterfte hulpmiddelen 9 „hadt moeten befluiten, in den uiteritennood, „even als men, in eenen gevaarlyken brand, „eenige huizen om verre haalt, om eene ge- „ heele ftraat of Stad te behouden , zullende „hy anders hebben können aangezien wor- „ den, als of hy zig niet behoorlyk van eed en „pligt gekweeten hadt. Dat hy, eindelyk, dé „ byzondere punten van bezwaarnisfe tegen de „ gevangenen, niet onder de voorgaande alge- „ meene aanmerkingen , hadt können vervat- „ten; maar ten zynentyde openleggen zou (/)." welk, ge- Doch de Staaten, beide van Holland (£) en al* flootèn, gemeenen , vonden ongeraaden, dit Gefchrift wegge- teleezen, in de Vergaderingen, om de wonde, wordt °^e z*% tot geneezen begon te zetten, niet we-
derom op te krabben. Men floot het dan weg. Die van Holland ftelden 't, verzegeld, in han- den van den Raädpenfionaris Kats (/), en wy zullen hierna zien, wat 'er over te doen viel. 't Ge-
(O Zie Redenen en Motiven enz. by Wicqubfort Preuyca,'
Tam. I. p 722. Qk~) tUfol. Holl. 9, 16 Aug. 1650, U. 243, 251. Ql) AtTZEMA III. Deel, II. 449, Herft. Leeuw. Vt. 3(ï. |
||||
XLV.Boek. HISTORIE. ui
|
|||||
't Gevolg van 's Prinfen onderheeming was, ifto;
midlerwyl, het vastftellen van den Staat van - — oorloge, met eenpaarige ftemmen van alle de XXIX. Gewesten, volgens den jongften voorflag van De Ge" zyne Hoogheid en den Raad van Staate. Men beflulted befloot, vyfenvyftig Kompagnien Voetvolk tot eenen en twaalf Kompagnien Rviitery af te danken, eenpaari- uit naam van den Prinfe en den P„aad van Staa- ge£ ^a te. De vier Kompagnien Paaiden en omtrent danlüng. duizend Knegten, waarover 't gefchil geweest was, zouden niet langer in dienst hly ven, dan tot dat de Provinciën haare meening, deswe- ge, nader zouden hebben verklaard, 't welk, ten langfte, binnen zes weeken, zou moeten zyn, en zo 't dan nog niet gefchied ware, zou- den zy, met der daad, afgedankt worden. Alle wedden, gaadjen, agterftallen en andereposten, vervat in den Staat van corloge van den jaare 1621, en 't Krygsvolk, vermeld op de Staaten van oorloge van 1626en 16:27, zouden, tot den laatften van Wintermaand des jaars 1648, be- taald worden, waarna de laatfte Staat van oor- log beginnen zou. Geene byzondere Gewes- ten zouden, in het toekomende, eenige afdan- king mogen doen; maar de algemeene Staaten ,. by raade van den Raad van Staate, daarmede beworden laaten , behoudens nogtans de vry* heid der Gewesten, om te bewilligen of niet, tot onderhoud van het volk van oorloge. Doch Friesland en Groningen hadden dit beiluit niet toegefremd, dan onder voorwaarde, dat meïi alleen uitheemfche troepen afdanken zou. De Prins, wel ziende, dat de meeste Provinciën neigden tot het gevoelen van deezen twee, be- V floot
|
|||||
ui VADERLANDSCHE XLV.Boefc
x6$ä* floot 'er toe ■> doch ongaarne; en werden, hierop ,-
•-------twintig Franfche, twee-endertig Engelfche»
en drie Schotfche vendelen afgedankt (wz).
De zes wseken, binnen welken, de Gewesten
zig wegens verdere afdanking uiten moesten*
verftreeken zynde, drongen die van Holland,
zagtelyk , op de uitvoering van het befluit,
deswege genomen. Doch alzo de Prins toen
niet in den Haage was, durfde niemant de eer-
fte zyn, om Holland toe te vallen (V): wes*
halve 'er geene verdere afdanking gefciiiedde.
Demees- Midlerwyl, hadden de meeste Gewesten der»
te Ge- Prinfe geantwoord * op den Brief, dien hy hun»
westen 0p zvn vertrek naar 't Leger voor Amik'rdam ,
aan d«1 nadt toegezonden. De Staaten van Zeeland •
Prinfe,
keurden 's Prinfen bedryf goed, in alle opzig-
wegens't ten, bedankten hem plegtiglyk, en verzogten gebeur- hem, voort te gaan, in het geeven van blyken van yver voor 't welzyn van den Staat (ö)* Die van Gelderland bedankten hem r insge- lyks , zonder egter zyn bedryf volftrektelyk goed te keuren, of te mispryzen. Die van Friesland keurden 't goed , in algemeene be- woordingen. Die van Overysfel bedankten hem, wegens de moeite, die hy genomen hadt, niet twyfelende, of hy zou zeer gewigtige re-< denen gehad hebben, om zig van de zes Hee- ren te verzekeren , en de wapenen van den Staat te gebruiken tegen Amfterdarn. De Staa- ten van Utrecht fchreeven, dat zy, vernomen hebbende , wat hy , in deeze gantfche zaak* hadt
f>0 Refot. Holl. 13 Aug. irtso. hl. 247. Refbï. Gerter. 18
Aug. ifi.so. by Wjcquff. Preuv- Tom. ]. p. yi'6. (_»0 WlCQUEFORT Lhr IV. p. 201.
C »J Notul. Ztel. 14 /Ing. 15 Sept. 1650. VI. 130, 141, 155»
|
||||
XL V. Boek. HISTORIE. 113
|
|||||||||
hadc gedaan, federt verftaan hadden, dat hy »651
den algemeenen Staaten de redenen van zyn — gedrag , fchriftelyk, hadt ter hand gefield ; welke redenen, fchoon ze tot nog toe geheim gehouden werden, zy niet twyfelden > of zou- den goed en kragtig zyn; in welk vertrouwen , zy hem wel bedanken wilden, wegens de moei- |
|||||||||
-'.
|
|||||||||
te , die hy hadt gelieven op zig te neemen. Die
van Groningen fchreeven niet, om dat de Staa- ten niet vergaderd waren (/>). Op den zevenentwintigtten van Oogstmaand, 3ÉXX+,
vertrok zyne Hoogheid naar de Veluwe, om De Pritw zig met de jagt te verlustigen (#), en om 'toog naaide'' te houden op den Landdag van Gelderland , Veiuwe, die thans te Zutfen gelegd was. Hy hadt, hier- ter jage, omtrent, onlangs , den eigendom verkreegen van het Land en de Heerlykheid van Dieren« welk zeer gelegen was tot de jagt; en fommi* gen meenen, dat hy toeleg maakte, om zig, op den Zutfenfchen Landdag, uit hoofde van deeze Heerlykheid, tot eerften Edele van Gel- derland te doen verkiezen j hoewel my hier- van niets, met zekerheid , gebleeken is. In Herfstmaand, was hy wederom in den Haage (V), en in 't begin van Wymnaand of eerder, fchynt hy andermaal naar Dieren gekeerd te zyn, alzo men getuigd vindt, dat hy, op den zevenentwintigften der genoemde maand , al- daar, drie weeken, met jaagen, bezig geweest was CO- 'f Zal terftond blyken, waarom wy den-
(?) Zie ds IWeven by AiTZHMA Hl. Deel, II. 454, -455k
Ifcrft. Leeuw. bl. qft, 40. C?) Aitzrma Herflr. Leruw. bl. 3% Hf. Deel, bl. 454. fr) Aitzkma Derft. Leeuw, bl 4<j. UUMeel, bl. 456.; (O Aitzema 11/. Deel, bl, 4^6, »erft. Leeuw. bl. 40. XII. Deel. H
|
|||||||||
tU VADERLANÜSCHÉ XLV.Boési.
ï«5o« den tyd van 'sPrinfen reize, hier, zo byzon-
-------derlyk, aantekenen.
Onder- 't Verdrag met Amfterdam en 't gene 'er op
zoek of gevolgd was, vooral hetbefluit, dat geene by- zyne zondere Gewesten eenig Krygsvolk zouden hddS"t2n mogen afdanken, hadt aan den Prinfe groot deezèrT gezag gegeven, over den Oorlogsmagt van den tyde,hei- Staat, 't Was ook bekend, dat de Munfter- meiyk fcne Vrede tegen zynen zin geflooten was, en lebbe ^at nv vee* ^ever gezien zou hebben, dat de om den Staat in oorlog gebleeven was met Spanje. Som- Staat in migen hebben, hierom, geloof geflaagen aan 't eenen gene men, naderhand, verhaald heeft, dathy, oOTiogTn naamlyk, ten deezen tyde, heimelyk, arbeid- te wikke- de, om de Vrede met Spanje te verbreeken, en len met den Staat, te gelyk met Frankryk, in te wik- Spanje. fcelen, in eenen nieuwen kryg tegen Filips den IV (*)• Drie ftukken worden 'er te berde ge- bragt, om deeze gedagten te bevestigen, i. Een Brief van zyne Hoogheid aan den Graave d'Es- trades. 2. Een Brief van den Kardinaal Maza- rin aan den zelfden Graave; en 3. een Ontwerp van een Verdrag, tusfchen den Prinfe en d'Es- trades geflooten. In den Brief van zyne Hoog- heid, afgezonden door eenen Deschatnps, die 't geheim vanden Prinfe hadt, wordt d'Eftra- des verzogt „ onder dekfel van 't vorderen zy- wner agterftallen, ten fpoedigfte, in den Haa- j, ge te willen komen, daar hem de Prins zeer „gewigtige zaaken te zeggen hadt, die zyner „Hoogheid, in perfoon, betroffen («)." De kardinaal Mazarin fchryft n dat hy den Brief »vaa
|
|||||||
(f) WttQUErORT Wf. m. p. 176,
(k) D'ESTRABEs Tm. I. p. W. |
|||||||
~ï
|
|||||||
fctV.BoEK. Historie. 115
£ van den Prinfe van Oranje gezien, en aan de i6$->.
„ Koninginne vertoond hadt, die d'Estrades -------;
„ beval, terftond, naar Holland te vertrekken.
„Voorts, zendt hy den Graave volmagt, om „ met den Prinfe van Oranje te fluiten, zo hy j, hem, inderdaad, geneigd vinden mögt, om £ met Spanje te breeken: 't welk de Kardinaal ?, verklaart, zeer gaarne te zullen zien , en „ waartoe d'Estrades al zyn vermogen aan- » wenden moest (i>)." By het Ontwerp van het ontwerp Verdrag, het gewigtigfte ftuk van de drie, be- van een looft de Koning n tegen den eerften van Bloei- Jerdrag ,3 maand des jaars 1651, een Leger van tien- desWeSft „ duizend knegten en zesduizend paarden te a velde te zullen brengen, om Brugge aan te „ tasten. De Prins verbindt zig , óm, tegen „ den zelfden tyd, met tienduizend knegten „ en vierduizend paarden , Antwerpen te be- „ legeren. De Koning en de Prins belooven daö „ ook met Kromwei te zullen breeken, hun best j, te zullen doen, om den Koning van Engeland* „ in zyne Ryken, te herftellen, en den oorlog „ tegen de wederfpannelingen te vervolgen, j, Voorts, zouden zy niet fluiten met Spanje, j,dan met gemeene bewilliging." By gehei- me of afgezonderde punten was beftemd „ dat „de Koning tweeduizend paarden, by 'sPriri- jjfen Leger, voegen zou, zo dra Antwerpen ,j berend zou zyn; dat, na 't bemagtigen van „ Antwerpen en Brugge, de Legers zig ver- ö eenigen zouden, om Brusfel aan te tasten, jjterwyl 'sKonings Leger, dat op de grenzen ^van Pikardye lag, Bergen in Henegouwen iijbe-
(v) D'EwraMi Tkm. I. p. 100.
Ha
|
||||
n6 VADERLANDSCHE XLV.Boex;
|
|||||
1650. » belegeren zoü. Dat de Koning den Prins tot
»lyke magt, als zyne voorzaaten gehad had-
» den. Dat de Prins Antwerpen en het Mark- »graaffchap des H. Ryks , voor zig en zyne »erfgenaamen, behouden zou, en dat deKo- V) ning geene vrede zou maaken, voor dat dit »punt ware toegedaan. Dat de Prins vyftig » Oorlogsfchepen , in 't Kanaal, zou doen »houden , van 't begin van Bloeimaand tot » het einde van Slagtmaand, om beide den Ko- » ning van Spanje en de Engelfche wederfpan- » nelingen te keer te gaan. Dat het Verdrag »van verdeeling van den jaare 1635, tusfchen » Lodewyk den XIII. en de Staaten getroffen, » ftand zou grypen : en zo de Legers, een van » beide, Plaatfen bemagtigen mogten, die niet »tot derzelver aandeel behoorden, zouden ze » dezelven, tot op het fluiten der Vrede, be- n waaren; doel) in geval de vereenigde Legers n famen eenige Plaats innamen, zou ze terftond „ overgegeven worden, aan die ze, by't Ver- „ drag, was aanbedeeld (w)." Zodanig is de inhoud van dit gewigtig Ont-
werp. Men zou 'er ligtelyk verfcheiden' aan- merkingen over maaken können , zo deszelfs egtheid en de egtheid der twee brieven zeker genoeg beweezen ware. Doch de tyd en plaats van 't fchryven van 's Prinfen Brief en van het maaken van dit Ontwerp laaten, in den geest vau een' opmerkzaam' onderzoeker, eenige re- den van twyfel overig , aan de egtheid van bef-
(w) l'rojet de Traite dans les Mem. ric D'Estiudes T*nu h
p. 101. Corps Diplom. Tom, VI, V. I. f. 563. |
|||||
XLV.Boek. HISTORIE. 117
beide deeze ftukken. 'sPrinfen Brief is ge- 1650.
dagtekend, uit den Haage, den tweeden van------
Herfstmaand. Maar op den zevenentwintig-
ften van Oogstmaand, was hy eerst, van daar, naar Dieren vertrokken. Hy zou, derhalve, zeer fpoedig te rug gekeerd moeten zyn. Dit is egter niet onmogelyk. Zelfs weet men, van elders, dat hy in den Haage geweest is, omtrent den tyd van 't veranderen der Re- geeringe van Haarlem (#), welk, op den zevenden van Herfstmaand , gefchiedt. De Brief van Mazarin is, den vyftienden van Herfstmaand, te Parys, gedagtekend, na wel- ken tyd , d'Estrades zou moeten vertrokken zyn; wanneer hy zyne Hoogheid nog in den Haage zou hebben können vinden. Maar 't Verdrag is, ook in den Haage, op den twin- tigften van Wynmaand, gedagtekend, en op dien zelfden tyd, heeft 'er de Prins niet kön- nen zyn ; zo hy , gelyk men getuigd vindt, drie weeken agtereen, voor den zevenentwin- tigften van Wynmaand, met jaagen op de Veluwe , heeft doorgebragt: ten ware men wilde zeggen , dat dit getuigenis , niet naar de letter , moest aangedrongen worden , en dat zyne Hoogheid het jaagen wel voor een* dag of drie zou hebben können ftaaken, om een' fchielyken keer te doen naar den Haage:. waartoe hem ook de toeftand zyner Gemaalin- ne, die, op 't uiterfte, zwanger was, een be- kwaam voorwendfel verftrekken kon. 't Zou ook können zyn, dat hy, by het opftellen van X
C-O Ajtzema Herft. Leeuw. */. 4.0.
H3
|
||||
\
|
|||||
118 VADERLANDSCHE XLV.Boe^.
1650. 't Ontwerp, in perfoon, niet tegenwoordig
——- geweest was. xxxr. Wat 'er van zy , wy hebben niet konnerj
De Prins nalaaten, gewag te maaken van deeze drie wordt merkwaardige ftukken , zonder dat wy on- ziek' derneemen te beflisfen , of zyne Hoogheid, ten deezen tyde, met zulke gewigtige voor- neemens hebbe zwanger gegaan , of niet. Zeker is 't, dat hy ze niet heeft uitgevoerd. Óp den meergemelden zeveneritwintigften van Wynmaand, vermoeid van de jagt komende, gevoelde hy beginfels van koorts. Hy liet zig , des anderendaags , te water , naar den Haage voeren, daar hy, den negenentwintig- Krygt de ften , aankwam. Men vernam haast, dat hy Kinder- jje Kinderpokjes onder de leden hadt, die, poqes' door de ervaarenfte Geneesmeesters, naar de Sterft, konst, behandeld werden. Men rekende hem byna buiten gevaar, toen hy, in groote be- naauwdheid , door aanhoudende koortfen ver- oorzaakt, op Zondag, den zesden van Slagt- maand, des avonds ten negen uuren, den geest gaf, in den ouderdom van vierentwintig jaaren en zes maanden (y). Verfchii- De tyding van deezen dood, die, 's ande- lende ge- rendaags, 't gantfche Land doorklonk, verwek- dagtenz _ te verfchillende beweegingen van droefheid nendood. of vreugde in de gemoeden, naar dat elk ge- zind ware. 's Prinfen byzonderfte vrienden, al 't volk van oorloge, een groot deel der ge- meente waren troosteloos. In zulke Steden, daarentegen , daar men, onlangs , merkelyk »eende geleeden te hebben van den Prinfe, ftraal-
Cy) AiraMA III. D*h il' 4515-45!« Hcrft. Leeuw. U. 40-42.,
|
|||||
XLV.Boek. HISTORIE. n$
ftraalde veelen een heimelyk genoegen ten oo- i6$q,
gen uit. Te Amfterdam in 't byzonder, fchee- -------
nen fommigen, in den dood van den Prinfe,
's Lands vryheid herbooren te zien. De Diakens der Hervormde Kerke vonden, aldaar, in een der zakjes, in welken de aalmoesfen, onder de preeke , verzameld worden , eenige ftukkeu gouds in een papier, waarby gefchreeven ftondt, dat de gaave grooter was gemaakt, om dat 'er, in tagtigjaaren, geene blyder tyding dan die van V Prinfen dood gekomen was (z). Ook hadt men, hier, federt het beleg der Stad, zo veel kwaads gefproken van den Prinfe, dat het gemeen zelf zig niet wederhouden kon van vreugde te toonen, over zynen onverwag- ten dood, In de nabuurige Ryken, werdt 'er ook verfchillende over geoordeeld. Span- je en de tegenwoordige Regeering van En- geland ontvingen de tyding van 's Prinfen overlyden, met een heimelyk genoegen. Zelfs wil men, dat Brun, Spaanfche gezant in den Haage , die, terftond na 's Prinfen dood , naar Brusfel keerde, openlyk gezeid zou heb- ben, dat de Koning, zyn meester, in Kata- lonie, in de Nederlanden, of in Italië, die jaar, geene voordeden bevogten hadt, die eenigszins haaien konden, by het voordeel, welk hy, uit deezen dood, te wagten hadt, Maar in Frankryk was men, daarentegen, treih rig over 's Prinfen affterven ; welk zelfs, door den Kardinaal, geoordeeld werdt, niet natuurlyk geweest te zyn. Immers, men ge- tuigt, (z') Aitzema Herft. Leeuw- */. 43.
H4
[ .
|
||||
iio VADERLANDSCHE XLV.Boek,
1650. tuigt, dat hy , in openbaare gezelfchappen,
<—■■— de behendigheid prees van hun , die zig den Prins, ter regter tyd, hadden weeten kwyt te maaken (a). Doch 't fpeet hem, veelligt, te zeer, dat hy zyne bedekte oogmerken, door 'sPrinfen dood, op 't onverwagtst, verydeld zag. XXXII. Willem de tweede, Prins van Oranje, bJddin»' Wet(*r' °P ^at W^ 00^ *et Van Z^ne Per^oon"
■> °' lyke hoedanigheden zeggen , van zyne tyd- genooten , gehouden voor eenen Vorst, die,
in zulke jonge jaaren , als hy nog maar be- reikte , zynen voorouderen niet behoefde te wyken , in uitmuntende hoedanigheden. Hy was ftoutmoedig , wakker en onvermoeid , fchoon een weinig verzwakt, door zwaare lighaamelyke oefeningen , waaraan hy zeer overgegeven was : voorts , beleefd en mild, tot zo verre zelfs , dat 'er zyne byzondere zaaken om leeden (£). Sommigen meenen, dat het Engelsch Huwelyk hem ftaatzugti- ge gedagten ingeboezemd hadt (c), welken men nadeelig hieldt voor de vryheid der Ver- eeniede Gewesten. De Prins was , wyders, van lighaam wel gefchaapen, fchoon en ge- zond; doch niet zeer maatig in 't eeten, en daardoor veel aan hoofdpyn onderworpen. Hy was een groot liefhebber van jaagen , kaat- fen en andere fpelen met den bal : ook van zwemmen of baaden in koud water, en dier- ge- (an Wtc^TriRT IJvr. IV. p. 203, aso, aal.
(*") Wicquïfout Livr. IV. p. »03, (f) AimtRY Meawir p. 33a*. |
||||
XLV. Boek. HISTO RÏE. iai
gelyke vermoeijende oefeningen. ' In Hooi-
maand deezes jaars, hadt hy nog eens de koorts gehad , welke men oordeelde veroor- zaakt te zyn geweest, door onvoorzigtig baa- den, in den vyver te Ryswyk (af). Zyne laat- fte ziekte werdt toegeichreeven aan het aan- houdend jaagen, in ruw en gantsch ongunftig weder, zynde zyne Hoogheid nimmer ge- woon geweest, zyn lighaam te ontzien. Hy liet geene kinderen , maar eene hoogzwange- re Gemäalinne agter. Zyn Lyk werdt niet openlyk ten toon gefteld , zynde het aange- zigt te zeer gefchonden door de pokjes (O; maar , op den agtften van Lentemaand des volgenden jaars, in 't voorouderlyk Graf te Delft, met de gewoonlyke ftaatfie , bygezet (ƒ). My is een Affchrift ter hand gekomen van eenen uiterften wil des Prinfen , waar- by hy, by mangel van kind of kinderen, zy- ne oudfte Zuster Louife , Keurvorstin van Brandenburg, tot zyne erfgenaame aanftelt, en den Lyftogt der Koningklyke Prinfesfe, Zyne Gemaalinne , van tien , tot vyftiendui- zend , of, zo hy geene kinderen nalaaten mögt , tot twintigduizend ponden fterlings vermeerdert; de Heerlykheden Buuren, Leer- dam , Ysfelftein , Naaldwyk en verfcheiden* anderen , voor de voldoening daarvan , ver- bindende. Doch alzo dit Affchrift geen hoofd, nog dagtekening heeft, weet ik niet, hoe veel
f <0 Aitzuha UI- Deel, il. 438.
(e) /UTZKMA Ilerlt. Leeuw. U. 42* (ƒ) AlTZEMA III. Deel, bl. 552. H5
r
|
||||
ia» VADERL. HIST. XLV. Boek.
1650. veel ftaats 'er op te maaken zy. Waarfchyn-
„____lyk, moet men 't voor een Affchrift van
den onvolkomen uiterften wil houden, waar-
van wy, in 't volgende Boek, nog een woord zullen melden, |
|||||||
#
|
|||||||
. •
|
|||||||
'Vt
|
|||||||
------------—_—-
|
|||||||||
VADERLANDSCHE
HISTORIE,
ZESENVEERTIGSTE BOEK.
|
|||||||||
INHOUD.
I. Orde op de Regeer inge, na den dood van zyne
Hoogheid. De ontfiaagetC Regenten worden her- field in 't bewind. II. De Staatenvan Holland doen eene bezending aan de byzondere Gewes- ten. Geboorte van eenen Prinfe van Oranje. Graaf IVillem Fr e dr ik wordt Stadhouder van Groningen en Ommelanden. De Staat van eer- fien Edele in Zeeland vernietigd. III. De Ste- den van Holland bekomen Oktroi, totbeftelHn- ge haar er Wethouderfchap.De andere Gewesten /lellen hierop ook orde. IV. Twist over de Voog- dyfchap des jongen Prinfe van Oranje. Overeen- komst deswege. Verdrag aangaande het Mark- graaf f chap van Bergen op Zoom. V. Oproer te middelburg. Onderzoek , of de Prinfen van O- ranje de Wet, te Vinfingen en te Veere, ah Markgraaven, of als Stadhouders, befleldheb- ben. Eenige Zeeuwfche, Edelen zoeken, ver- geefs , flem in de Staatsvergaderinge te verkry- gen. VI. Aanvang der Groote Verga- DERINGE. Holland en Zeeland handelen over V aanflellen van eenen Stadhouder. Aanfpraak van den Raadpenfipnaris Keus. Friesland zoekt ds
|
|||||||||
124 VADERLANDSCHE XLVI.Boek.
de onderhandeling te ßremmen. Vil. aanmer-
kingen over de drie hoofdpunten van handelin- ge, de Unie, Religie en Militie. VIII. Gel- derlands gevoelen over de Unie en beßisßng der gefchillen. Gevoelen van Zee land, Friesland, Stad en Lande, Utrecht en Overysfel. Gevoe- len van Holland. Friesland beweert, dat men eeri Stadhouder behoort te kiezen. Vertoog der Prinfesfe Weduwe. IX. Gevoelens en beßuii der Gewesten, op V ßuh van den Godsdienst. X. Aanmerkingen over dit beßuit. XI. Gevoelens van zes Gewesten, overat punt der Militie. XII. Holland levert yer een wydhiftig Vertoog over in, en beweert de noodeloosheidvan 'taanßellen van eenen Kapitein-Generaal. Xlll. 'tVerfchil over'« beleid der Krygszaaken bemiddeld. Han- deling tusfchen Hollanden Zeeland, overat Ka- pitein Generaalfchap. XIV. Die van Staat sch- Brabant en Drente zoeken wederom, vergeefs, deel in de Regeeringe. XV. Beßuit op 't ge- beurde in "'t jaar 1650. Sommelsdyk zuivert zig, wegens den aanflag op Amßerdam. Algemeene vergiffenis, waarin hy begreepen wordt. XVI. De groote Vergadering wordt beßooten. XVII. Handeling met Portugal, wegens Brazil. Ver- drag met Sake. XVIII. Onlusten tusfchen Bran- denburg en Nieuwburg. XIX. Staat der En- gelfche zaaken. XX. Misnoegen tusfchen En- geland en den Staat. Het Parlement zendt een Gezantfchap herwaar ds, welk onverrigter zaa- ke te rug keert. XXI. Akte van 't Parlement tot benadeeling van denHollandfchen enZeeuwßhen Koophandel. Gezantfchap naar Engeland. Kats legt het Raadpenfionat isfchap neder, welk door Pauw, andermaal, aanvaard wordt. XXII. |
||||
XLVI.BoBK. HISTORIE. 155
. Handeling in Engeland. XXIII. Toerusting der
Staaten, ter zee. Ontmoeting tusfchen Blake en Tromp, voor Douvres. XXIV. De krygte- gen Engeland wordt voortgezet. Pauw raakt, by 7gemeen, in haat. Zeegevegten tusfchen As- kue en de Ruiter: tusfchen Blake en de Witte, en tusfchen Blake en Tromp. XXV. Aanßagom 'j Lands fchepen in de havens te vernielen. XXVI. Beweegingen in Hollanden in Zeeland. Oproer te Amflerdam. XXVII. Zeeland'beßuit, den Prins van Oranje te voorfchikken tot Stad- houder. Bezending van Holland, om dit beßuit te voor komm. XX VIII. Pauw ßerft. Joan de Witt wordt Raadpenfionaris. X.XIX. Zeeßag van drie dagen, tusfchenBlake en Tromp.XXX. Van Gaaien verovert en verbrandt eenige En- gelfche fchepen. Hy fneuvelt. Zeeßag voor Nieuwpoort: voor Duinkerken. XXXI. Gevegt voor Katwyk. Zeeßag voor de Maaze. Tromp fneuvelt. 's Lands Vloot zwaar befchadigd door florm. Verval van Koophandel te Amßerdam. XXXII. Binncnlandfche beroerten. erftond na 't overlyden van zyne Hoog- !<%••
I heid, beriep Joan van Gend, die, we- —— geus Gelderland , nog tot middernagt, voor- '• zitten moest, de algemeene Staaten: welken meenege" hy de onverwagte verandering, die, door dee- Staaten zen dood, in den ftaat van 's Lands Regeerin- tellen ge, gekomen was, op eene beweeglyke wyze, ee"'Se voordroeg, te gelyk vraagende, wat best, tot aendood 's Lands dienst, in deezen toeftand der din- van zyns pan, behoorde gedaan te worden. Zeker, 't Hoog. Gemeenebest bevondt zig, door dit affterven, heid* • - in |
||||
US VADERLANDSCHE XLVI.Bott.
iGso. in eenen ftaat, waarin het, nimmer, federt z*y-
-------ne opregting, geweest was. 't Was voor dee-
zen niet gebeurd, dat een Stadhouder, of
hooge Overheid, gelyk Willem de I. geweest was, aflyvig was geworden, zonder eenert Zoon van bekwaamen ouderdom, of eenen Broeder na te laaterr, aan wien men, terftond, het Stadhouder- en Kapitein-Generaalfchap op- draagen kon. Maar tegenwoordig bevondt men zig, in deeze ongewoone omftandigheid. Wil- lem de II. was overleeden, zonder Zoonen of Broeders gehad te hebben. Hy liet alleenlyk eene hoogzwangere Gemaalinne agter , en 't was onzeker, of deeze eene leevende of doo- de vfugt, en zo de eerfte, een' Prins of Priri-s fes ter weereld zou brengen. En veelligt ver- hinderde deeze onzekerheid, dat fommigeiï eenen der Neeven van zyne Hoogheid tot Stadhouder en Kapitein - Generaal voorfloe- gem De meeste Gewesten bevonden zig, derhalve , zonder Stadhouder ; het Krygs- volk zonder Kapitein-Generaal, en de mees- te Leden der hooge Regeeringe zagen zig, willens of onwillens, in de verpligting ge- bragt, om, ten minfte vooreerst, geenen Stadhouder aan te Hellen : 't welk noodwen-. dig merkelyke verandering maaken moest, in den vorm der Regeeringe. Men raadpleegde, , ter algemeene Staatsvergaderinge, tot dat het twaalf uuren floeg; wanneer de Heer Van Gend aanboodt, de Prefidents ftoel, die elk Gewest eene week bekleedt, aan Holland in te ruimen ', doch de Afgevaardigden van Holland begeerden, dat hy de raadpleeging vervolgde , terwyl zy voornamen j, 't be* flu»
|
||||
XLVt.BoïK. H I S f O R I Ë. ia?
Jïult derzelve op te maaken : gelyk gefchied- t636;
de (»• Men kwam overeen, dat men den by- i zonderen Gewesten, terftond, kennis geeven
zou van 's Prinfen affterven, hun te gelyk ver- zoekende , om nieuwen last voor derzelver Af- gevaardigden in den Haage. Ook werdt Graa- ve Willem Fredrik, Stadhouder van Friesland, den Veldmaarfchalk Brederode en allen Be- velhebberen der fterke Plaatfen, daar Staat- fche bezetting lag, aangefchreeven , dat zy goede zorg voor dezelven zouden hebben te draagen, en zig te kwyten van den eed, waar- door zy aan den Staat in 't gemeen verbonden waren (£). Doch de Staaten van Holland, die, terftond De Hee-
na 't overlyden Van zyne Hoogheid, gewoon- ren»die» lyk, vergaderd waren, hadden, voor 't groot- jfj£" fte gedeelte, byzondere inzigten op den vorm van zyne der Regeeringe; die zig, door den tyd, open- Hoog- baarden. Te Dordrecht, was* twee dagen na lieid>0»"' 's Prinfen dood, de gewezen' Burgemeester de S:!,n Witt herfteld in den Oud-Raad der Stad, en in van d« zyne verdere waardigheden (V). Delft volgde Regee. dit voorbeeld, eerlang, herftellende den Bur- rinse» gemeester Duist van Voorhout, 't Zelfüe ge- ™°ddwY fchiedde ook te Haarlem , en te Medenblik, Ve £ omtrent de Waal, Ruil en Stellingwerf. Kei- fteld. zer van Hoorn was, reeds voor 's Prinfen dood, tot Raad en Advokaat Fiskaal der Admirali- teit in 't Noorderkwartier aangefteld. Sommi- gen merken aan, dat Amfterdam, zig gemaa- '.' tig« ■O«) Wjcqiirport Livr. IV. p. 504. ,
Prei), ^'l^l'.Dmi"' 6 N0VmV' l6s/>- h Wtc^*'
CO Extr. uit het Reg. van den Oud-Raad van Dordr. m»
Ifov. iójo. t, Wjc«oaroRï fw, Tm. \. p. 739. r ***
|
|||
j*8 VADERLANDSCHÈ XL VI. Boek.
jfto. tigder willende toonen dan de andere Steden,
—----- langzaam kwam tot herftelling der Broede- ren Bikker (d). Nogtans vind ik. dat Korne- as Bikker, zo wel als de Witt, de Waal, Ruil, Duist van Voorhout, Keizer en Stellingwerf, deeze eerfte Dagvaart na 'sPrinfen overlyden reeds heeft bygewoond (e). Il, Men befpeurde , ondertusfchen, aan deeze Voorilag verandering , met welke gefteldheid , deeze
van Hoi- Steden ter Dagvaart verfeheenen. De Staaten Gen»'all- vatl H°^an^ waren 't genoegzaam eens, om de teit, om Regeering, op eenen nieuwen en vasten voet, de by- te hervormen. Doch alzo zy, hiertoe, de toe-* zondere ftemming der andere Gewesten behoefden, en tênTfebe- klem vertrouwen hadden , op. derzelver ge- fchryven woonlyke Afgevaardigden ter algemeene Staats- ïn den vergaderinge, die in de jongfte maatregels Haage. van Wyien zyne Hoogheid getreden waren, ' 1', beflooten zy, te'wege te brengen, dat 'er, uit elk Gewest, een merkelyk aantal van ande- re Afgevaardigden naajr den Haage gezonden |
||||||||
I :
|
||||||||
werdt, met last, om op de vastftelling van den
Staat, in de tegenwoordige omftandigheden , te raadpleegen -en te befluiten. In gevolge van ditBefluit, verfeheenen zy, den twaalfden van Slagtmaand, in m erkelyken getale, in de alge- meene Staatsvergaderinge, om te verklaaren, n dat zy opregtelyk voorhadden , en met der „daad toonen zouden, eenigheid , liefde, n vriendfehap, goed verftand en vertrouwe- „lyktieid, met de Gewesten onderling, te wil- „ len verwekken en onderhouden. Dat zy vas- Crf) Aitzema Herfl. Leeuw. hl. 45.
CO Refol. ilgll. 9 Nov. l6j». bh 3*4, 325» &$> 327«
|
||||||||
XL VI. .Bokk. H ISTOkl Ë. lätj
j^telyk gezind waren, den Godsdienst, zo als «y^'
„dezelve, in de Sinode van Dordrecht, vast- „ gefteld was, en thans, inde openbaare Ker- „ ken, geleerd werdt* te handhaaven.- Dat de „Unie van den jaare 1579, heiliglijk* näar- „ gekomen, en dat de Krygsmagt van den Staat ,5 aangehouden zou worden, volgens den voet, „by de Re/bluticn op de voorafgaande punten „tot de Vrede, voor deezen beraamd." Na deeze verklaaring,: verzogten ze „ dat de by- „ zondere Staaten in den Haage befchfeeven „ mogten worden, met last, om op de voor- „ gemeide zaaken, de Unie de Religie en Mi- tlitte betreffende, te befluiten; waartoe zij „zelfs hadden goedgevonden, de byzondere „ Gewesten te bezenden. Ook begeerden „ze, dat hunne goede meening,door ernftige „brieven der tegenwoordige Afgevaardigden „ ter algemeene Staatsvergaderinge, mögt on- „derfteund worden, en dat alle zaaken, den „ Staat betreffende, midlerwijl, in den tegen- „ woordigen vorm blyven mogten, tot dat „ daarop nader befluit genomen werdt ,bydePro- „ vincien (f) "In de plaats deezer laatfte woor- den , hadt men, in 't eerfte ontwerp van deezen vöorflag, gefteld, tot dat de Koninglyke Prinfss verlost zou zyn van de vrugt, diezy tegenwoordig droeg. Doch 't werdt veranderd; om dat fom- migen oordeelden, dat 'er eene foort van ver- bindtenis in lag, die zy dagten, dat men niet behoorde op zig te neemen» De vöorflag van Holland werdt niet ongunftiglyk gehoord. Ook maakte de Staaten van dit Gewest hun Werk,
C/) Rclbl. rïol'i ia Nov, 1Ö50. lil. r,j9.
XII. De ei.. I
|
||||
ïgo VADERLANDSCHE XLVI. Boek.
tk«jo. werk, om zulken onder de Bondgenooten, die
-------meest op de zyde van den overleeden' Prinfe
geweest waren, met naarae Zeeland, te win-
nen (g), geevende, by alle gelegenheden, te kennen, dat zy 't voorleedene vergeten wil- den, en loffelyk gewaagende van de verplig- ting, die de Staat hadt aan het doorlugtig Huis Holland van Oranje (Ji). Ondertusfchen, benoemden zy doet ee- tot de bezending naar Gelderland en Overys- ne bezen-^ jacoy yan Wasjènaar, Heer van Obdam, deinde" den Oud-Burgemeester van Amfterdam, Kor- ren Ge- nelis de Graaf, en Franco of Francis Ricctn, westen. Penfionaris van Purmerende; naar Zeeland, Nikolaas Ryisc/i, Penfionaris van Dordrecht, Kar el van Zyl, Vroedfchap en Schepen van Go- rinchem, en Kornelis van Zonneveld, Oud-Bur- gemeester van Alkmaar; naar Utrecht, den Heer van Brederode, Kornelis van Beveren, Heer van Strevelshoek, en Hieronimus van Be- verningk, Schepen van Gouda; en naar Fries- land en Stad en Lande, Koenraad van Beuningen , Penfionaris van Amfterdam, Willem Niewpoort, Vroedfchap van Schiedam, en Kornelis Ripperts , Geboor- Burgemeester van Hoorn (*'). Doch deeze te van Heeren waren nog in den Haage, toen de Ko- PrinTvan ningklyke P«nfes, op Maandag den veertien- Oranje, den van Slagtmaand, tusfchen agt en negen uuren des avonds, gelukkiglyk, beviel van ee- nen Zoon, die, den vyftienden van Louw- maanddes volgenden jaars, gedoopt, en Wil- lem Henrik genoemd werdt. Terftond na zyne geboorte, werden de klokken geluid. De Staa- te» (*) Refol. Holl. ii Nov. 165»- HU 331.
(A) Aitzema Heift. Leeuw- tl. 43. C') Refol. Holl. ia Nor. 1650. H. 333« |
||||
XLVI. Boek. HISTORIE. 131
|
|||||
ten vergaderden, en gaven van deeze gebpor- 1656.
te kennis aan de gewesten (£). De Prinfes,-------
Weduwe van Fredrik Henrik., fchreef, op Hy wordt
den twintigften, eenen Brief aan de Staaten den Staa" der byzondere Gewesten, waarin zy, aange [i"^, merkt hebbende, dat de fchade, geleeden by het affterven van wylen zyne Hoogheid, eenigs- zins geboet was, door de geboorte van eenen jongen Prinfe, verzogt „dat de Staaten dee- ,? zen in gedagten wilden houden, wanneer zy jj zouden raadpleegen, op de verkiezinge van „ eenen anderen Kapitein - Generaal over de „ Krygsmagt van den Staat, en van eenen „ anderen Stadhouder over de byzondere Ge- ,, westen; ter oorzaake van de gewigtige dien- j, den, door zyne voorouders, aan de Landen w beweezen (/)." Doch deeze Brief deedt het nut niet, welk de Prinfes 'er zig van beloofd hadt. Graaf Willem Fredrik, Graaf Joan Mau- Graaf rits, en de Veldmaarfchalk Brederode hadden, Wüiem reeds te vooren, hunnen dienst den algemee- Fre^nk nen en byzonderen Staaten, in onbepaalde be- sudhou. woordingen, aangebooden. En 't gelukte den der van eerften, kort hierna, tot Stadhouder van Gro- Gronin- ningen en de Ommelanden verkooren te wor- |5n cn_ den (m~). Zyn aanzien fteeg,eerlang, nog hoo ianden. ger, door zyn Huwelyk met Albertina Agnes, Hy tweede Dogter van Fredrik Henrik, Prinfe van trouwe Oranje; welk, in den Zomer des jaars 1651, pe"gter geflooten (n) , en in Bloeimaand des vol- van Fre- gen- drik
Henrik. f*) Aitzbma Herft. Leeuw, hl 43. III. D.-el, V.. 4*9, 55t.
CO Zie <#» Drief by Aitzbma Herft. Leeuw. bl. 44. (m) Uefol. Gener. "it Nov. 1650. by Wicvuefort Prcuv. Tom. I. p. 772. Aitzrma Herft. Leeuw. W. 45. lU.Di.el, bl. afii C.'O AlT2EM\ 111. Ol*lt bl. 650.
I 2 |
|||||
132 VADERLANDSCHE XLVI. Bom,
|
|||||
,1650. genden jaars, te Kleeve,voltrokken werdt(p).
•------- In Zeeland, hadt men,juist op den dag van
In Zee 's Printen geboorte, vastgefteld „dat de hoe-
wordt de'> ^111^*16^ van eerften Edele, met welke, Staat van » wylen zync Hoogheid bekleed was geweest, eerden „ enkel perfoonlyk ware, en, door de Prinfen Edel.e „van Oranje, niet geëischt kon worden, uit rigd'ver- 9 hoofde van eenig goed, welk zy in Zeeland klaard. „bezaten; dat zy hun alleen opgedragen was, „uit aanmerking hunner hooge geboorte, per- n foonlyke hoedanigheden, en gewigtige j diensten, den Staat beweezen, waarom zy „moest aangemerkt worden als vernietigd, „ niet den dood van den jongst overleeden' „ Prinfe (/>)." In gevolge van dit Befluit, werdt, door de Steden, den Heerede Knuit, de plaats van eerften Edele, welke hy, in Zee- land, beklee'dde, duidelyk, ontzeid. Hy zogt zig, in dezelve, te handhaaven, door middel van eene A&s der Raaden van zyne Hoogheid, en verfcheen in de Vergaderinge der Staaten, op zyne gewoonlyke plaatfe; doch toen hy merkte, dat men geweldige middelen gebruikt zou hebben,om ze hem te doen ruimen, bleef hy agter, nadat hy, ernstelyk, geprotefleerd hadt, tegen 't belluit der Vergaderinge. Hy raakte tevens alle de andere waardigheden kwyt, welken hem, van wege de Provincie, waren opgedraagen ^q). De tyding der geboor- te van eenen jongen Prinfe maakte gee.ne ver- an-
{*(•) Hill. Merk. van l<>52. VI. 27.
(_p, N'itn'. Zeel. 14, is, if>> Nov. 1650. il. 171, 173, t?6.
Excr.'ró de Noiul. van Wette en Racde van Vere 15 Novttlb* JÖ50. MS (f,) AuzBMA Hcrft, I.muw. l/l. 45. III. ütd, il, 4<5i>
|
|||||
XLVI.BoEK. HISTORIE. 133
|
|||||
andering in het befluit der Staaten van Zee- i55W
land ; en hieruit was, ligtelyk, te voorzien, werken zou. Ook werdt 'er, by de andere Ge- westen , genoegzaam geen agt op geflaagen (r). De bezending hadr, ondertusfchen, voort* Uitflag
gang gehad. De afgezondenen waren, alom- der ba» me, in de Gewesten, zeer beleefd en minzaam "" ^ bejegend. De verfchillen, die , tusfchen de Gewes* meeste byzondere Staaten en Holland, geweest ten, waren, fcheenen, met den dood des Stadhou- ders, geheellyk, bygelegd te zyn. De Staaten van Zeeland verklaarden, onder anderen „ dat „ zy die van Holland aanmerkten , als hunne „ oudfte en getrouwfte Bondgenooten , met ,j welken zy, in veele opzigten, dezelfde be- „ langen hadden; dat zy de bewyzen van der- w zei ver yver voor den Hervormden Gods- n dienst en voor de behoudenis der Unie, met w veel blydfchap , ontvingen , en dat zy niet j,verzuimen zouden, hunne Afgevaardigden, w met den eerften, te zenden naar den Haage, j, om, met die van Holland, voor 't openen „ der algemeene Vergaderinge, te overleggen, „ 't gene het belang der twee Gewesten in 't j, byzonder betrof (f)." De andere Gewesten gaven allen iiergelyk antwoord, en de afge- zondenen keerden, zeer voldaan, in den Haa- ge , te rug, voor het einde van Slagtmaand, De Staaten van "Utrecht alleen hadden ben geerd, dat de groote Vergadering binnen hun- ne (rl Zie RcTol. Gener. n Nov. 1650. ly Wicqiief. Preuvet*
Tom. I. p. 708. O) No tul, Zee', 17, 18 Nov. i6%n. U. i8a, 1R3, 194. Re*
fol. Gener. 25 Noy. 1650. by Wicqukf. Preuv. Tom. I, p. 74},. l 3
|
|||||
134 VADERLANDSCHE XL VI. Boek,
|
||||||||||
' 1650. ne Hoofdftad gehouden werdt} volgens het
------- negentiende punt der Unie; doch zy lieten zig,
ligtelyk, beduiden, dat dit punt alleen op dien
tyd zag, toen de algemeene Staaten nog niet gewoon waren, geduuriglyk, en in denHaage, te vergaderen (f). De vyftiende van Winter- maand was, in 't eerst, door die van Holland , voorgeflaagen, tot het openen der groote Ver- gaderinge («); doch 't liep nog tot in Louw- maand des volgenden jaars aan, eer de Staaten, in genoegzaamen getale, byeen gekomen wa- ren, om de gezamenlyke onderhandelingen te beginnen. / IH. Midlerwyl, vonden de Staaten van Holland
De Staa- geraaden , binnen hunne Provincie , orde te ten van ftenen 0p de benoeming en verkiezing der bieden JMrlykfche Wethouderfchap', en fteeds aan- den Ste- blyvende Raaden, in de (temmende en andere denOk- Steden. De Schepens plagten, alomme, door trojen ^en Stadhouder , als hoofd van 't hoog Ge- beft'eiHn- wgtshof, gekooren te worden. In veele Steden , ge haarer ftelde hy ook Burgemeesters. Doch fommigen eigene hadden, van ouds, het regt verkreegen, orn Wethou- haare eigen' Burgemeesters te ftellen. De dood erichap. ^ Stadhouders moest, hierin , noodwendig verandering maaken, vooral, om dat men nog niet gezind fcheen, eenen anderen te verkie- zen. De Staaten beflooten, derhalve, op den agtften van Wintermaand ,3dat alle Steden en „Plaatfen, het voorregt hebbende, om haare „ eigen' Wethouderfchap te beftellen, zig van „ dit voorregt, voortaan, zouden mogen be- » die"
|
||||||||||
8
|
Refbl. IIoJl. 24 Nev. 7 Dec. 1650. hl. 346 enz. 3S5 enz.
) RcCd. Genet. 25 Nov. 1^50. by Wicquef. jPtcuv, Tom* |
|||||||||
1 t' 743.
|
||||||||||
XL VI: Boek. HISTORIE. 135
» dienen, en het zelve onverbreekelyk behou- 1650.
»den. Dat Hemmende Steden in 't byzon- -------
» der, zulk een voorregt niet hebbende, haa-
»re Wethouderfchap zouden mogen beftel- »len, op zulk eene wyze, als zy, ten meesten »dienfte van de Steden, zouden bevinden te » behooren, zullende het haar vryftaan, daar- »toe , byzonder Oktroi te verzoeken aan de » Vergadering der Staaten : over 't verkenen »van welke Oktrojen, men, met meerderheid » van (temmen, befluiten zou. Zo, ondertus- » fchen , eenige Steden niet geraaden mogten »vinden, zig naar dit Befluit te voegen, zou » de verkiezing der Wethouderen, in dezel- » ven, moeten gefchieden, op haaren voorflag »of benoeming, door de Vergadering der » Staaten , of, in derzelver afzyn , door de » Kollegien der Gekomnutteerde Raaden, elk »in zyn Kwartier. Dat de Steden en Plaatfen, » geene zitting of ftem hebbende in de Ver- » gadering der Staaten, en geen voorregt lieb- st bende, om haare eigen' Wethouderfchap te n beftellen, zig aan de Staaten, of, in derzel- n ver afzyn , aan de Gekommitteerde Raaden n zouden vervoegen , die , op haare benoe- •n ming, de verkiezing zouden mogen doen. » Dat, eindelyk, alle andere Ampten van Re- ti geeringe , buiten de Wethouders - Ampten, n begeeven zouden worden, door de Staaten, ft zulken alleenlyk uitgenomen , waarvan de n begeeving bevonden werdt, voorheen, aan n andere Kollegien verbleeven te zyn ge- dweest (v)." Sedert, trokken de Staaten van Zj be. Hol- konden,
£r) Ilefol. Hol!. 8 Dec. 1650. il. 371. I4
|
||||
i$6 VADERLANDSCHE XLVI.Boek.
1C50. Holland ook het begeeven van alle hooge
Krygsampten, die de Provincie betaalde , tot |
|||||||
in andere dat van Kapitein ingeflooten , aan zig. Ook
°P^"™» beflooten ze het Recloraatfchap van 's Lands raam ge- Hoogefchoole te Leiden, op den voorflag van deeite den Akademie-Raad , en het Luitenant-Hout- van 't vesterfchap, op den voorflag van het Lid der genede Edelen, zelven te zullen begeeven, het gene Stadhou- , * ,. . ., ^n ° TT °.
der plag tot de waardigheid van Opper-Houtvester be-
te vem'g- hoorde aan zig behoudende. Aan de Lyfwagt ten,aan te paarde van den overleeden' Prinfe gaven zy, 2lSa eerlang, den naam van Lyfwagt der Staaten van Holland, regtende van de Lyfwagt te voet een' Regement op van tien vendelen. Alle gunften, vergiifenisfen en uitwisfchingen van misdaaden, die, voor deezen, door den Stadhouder, ver- leend waren, moesten, voortaan, van de Staa- ten zelven verzogt worden (w). 't Reduit op het beftellen der Wethouderen in de Steden ont- moette , alleenlyk , eenige zwaarigheid , van wege het Hof van Holland, welk oordeelde, by mangel van eenen Stadhouder, deeze beftelling te moeten doen, gelyk van ouds. Doch de Staaten verftonden 't anders (ar), en 't Hof vondt ongeraaden, zig fterk te kanten tegen den wil der Staaten; die, thans, meer dan immer te vooren, toonden, dat zy zig, als Souveraitien der Provincie, gedraagen wilden, 's Daags na 't neemen van het befluit op de beftelling der Wethouderfchap, verwierf'er Alkmaar Oktroi toe van de Staaten. Daarna Rotterdam, Delft, Gouda, Amfterdam, Schiedam: en in 't vol- gen-
(w) Reftil. Heil. 10 l)sc. 1650. bl. 376. 14, <nFe!/r. 7 dfrti
J651. bl. 74. y*. ïttf. £*) Refol. HoU, 24 Fibr. 1651. bl, 9/. |
|||||||
XLVI.BoEK. HISTORIE. 137
gende jaar, Schoonhoven, Briele, Purmerende, tgSOt
Edam , Haarlem , Leiden en Monnikendam. ———; Dordrecht en Gorinchem , in 't jaar 1652. Medenblik fchynt zig aan der Staaten alge- meen befluit gehouden te hebben, zonder, op nieuws, Oktroi te verzoeken. Alleenlyk, ver- wierf deeze Stad, in 't jaar 1660, eene uitleg- ging van een punt haarer Privilegien op 't be- ftellen der Wet van 's Lands Staaten. Enkhui- zen verkreeg, niet voor 't jaar 1666, Oktroi, en Hoorn in 't jaar 1667 (y). Men ziet hieruit, dat genoegzaam alle de fternmende Steden van Holland geraaden gevonden hebben, zig, door nieuwe Oktrojen van 's Lands Staaten, te doen ftellen, of te doen bevestigen in het Regt, om haare eigen'Wethouderfchap te beftellen. On- Opfchud- dertusfchen , gaf deeze verandering aanleiding A[ns » tot oproer in fommige Steden, met naame te Jj^ïueo Dordrecht en in den Briele : werwaards de ,„ deu Heer van Brederode en eenige andere Gemag- Briele. tigden, in Hooimaand des jaars 1651, gezon- l65i« den werden, door de Staaten (Y). Zy bevon-------"*■
den, dat men, onder dekfel van Privilegien,
verandering zogt te maaken in de Regeeringe deezer Steden, waartoe men, door famenrot- tingen, en door 't ftrooijen van fchimpfcnrif- ten, den weg dagt te baanen. Doch na dat ee- nigen der voornaamfte belhamels gevat, an- deren gevlugt waren, ftilde de beroerte, door den tyd,geheellyk(tf). TweeGemagtigden der Gil-
CO Groot-Pialigatb. IV. Deel, lil. 426, 412, 401, 406, 407,
418, 420, 422, 434» 43". SK9> 4"=, 43'j 39t> 4M. 433. 432, 428. Aitzf.ua Hl. I)tel, il. 467. fz) Refill. Holl. 12, 14, 28 jfuly, 9 Aug. iß;i. il. 367,
372, 4t6, 420, 42.V (<?) Aitzema UI. Detl, bl.651.Holl. Merk.van 1651.^.67,69«
1 5
|
||||
138 VADERLANDSCHE XLVJ.Boek.
|
|||||
i6$i. Gilden van Dordrecht, vergaderingen belegd
;
dingen beflooten en uitgevoerd hebbende, wer-
den, door 't Hof van Holland, uit Dordrecht, De apde- en drie mylen in 't ronde, gebannen (&_). In de re Ge- meeste andere Gewesten , volgde men het Selten1 voorbeeld van Holland, in het beftellen der insge-' Wethouderfchap. Nieuwmegen, welk 'er van lyks,orde ouds regt toe gehad had, nam het, met hetbe- °P het gin deezes jaars, wederom aan zig. Tiel ver- der Wet- wierf 'er Oktroi toe van 's Lands Staaten. De houder- andere Steden van Gelderland en alle de Over- fchap. ysfelfche Steden hielden zig aan het oud ge- bruik , volgens welk zy haare eigen' Wethou- ders ftelden. Zo deedt ook de Stad Groningen, onaangezien men daar eenen Stadhouder hadt. Te Utrecht werdt onverbreekelyk beflooten , dat de aanftelling van Burgemeesteren , Raa- den en Schepenen, ten eeuwigen dage, ftaan zou aan de Vroedfchap alleen, zonder dat men 't gemelde Regt immer aan iemant anders zou mogen opdraagen (c). In Zeeland, hadt men meer moeite , om de Wet te beftellen. Wy zullen, terftond, zien, wat 'er aanleiding toe gave. IV. Kort na de geboorte van den tegenwoor- Verfchi! digen Prinfe van Oranje, was 'er verfchil
vverJ?e ontftaan, over de Voogdyfchap van 't Kind, fchapdes en van ^e Heerlyke goederen, welken hem wa- jongen ren aanbeftorven. De Koningklyke Prinfes, Prinfen zyne Moeder, oordeelde, dat haar deeze Voog- dy-
(S) Regift. der Scnteiit. van den Hove, gequot. B. f. asa
verf. 230. CO Aitzema III. Deel, hl. 636, 651. Herft. Leeuw, bh 21 j9
«V Thurlve's Papers, Vul. I. f. 187. |
|||||
XLVLBoek. HISTORIE. 139
dyfchap, van regtswege, toekwame. Zy be- tßSU
riep zig op een' onvolkomen uiterften wil van-------
den Prinfe, waarin zy tot Voogdesfe benoemd van o-
was. Ook lag 'er een Codicil van wylen zyne ranj.e» Hoogheid, gemaakt omtrent het einde des j" ^ ™ jaars 1649, waarby de Lyftogt der Prinfesfe ningkiy- verhoogd was, van tienduizend, op vyftien- kePrin- duizend ponden fterling 's jaars, zo 'er kinde- fesfe> ren nableeven, en zo niet, op twintigduizend ponden, of tweehonderdduizend guldens (d): waaruit zy opmaakte, dat haar Egtgenoot haar groote agting toegedraagen hadt. Dat hy, daarenboven, groot vertrouwen in haar ftelde, bleek, dagt zy, uit een beflooten Papier Qe~), welk eerst na 'sPrinfen dood geopend mögt worden, en waarby Fredrik, Graaf van Do- na , thans Bevelhebber van de Stad Oranje, last kreeg, om dezelve, na het overlyden van zyne Hoogheid, voor de Prinfesfe, zyne Ge- maalinne, te bewaaren, en haare bevelen al- leen op te volgen. Hoewel men, in 't voorby- gaan, aanmerken moet, dat de Graaf van Do- na , die een Zusters Zoon was van de Prinfesfe, Weduwe van Fredrik Henrik, welke wy, voort- aan , kortheidshalve, Prinfesfe Weduwe zul- len noemen, zig niet veel kreunde aan de be- velen der Koningklyke Prinfesfe ; en zyner Moeije en den Keurvorst van Brandenburg, wiens onderdaan hy was, en op wiens Gemaa- lin, Oranje , volgens den uiterften wil van Fredrik Henrik, verfterven moest, meer naar de
(<?) Zie deeze Codicil Refol. Hol!, si Dcc. 1650. il. 396.
en ly Wicquef. Preuy. Tom- I. p. 782. («O Fo':;z ce Brevet aaiis Wicqiiep«8.t Prtuy. Tim, l. p./ÜU
Ml h Aitzbma Hcrft, Leeuw. il, iay. . |
||||
140 VADERLANDSCHE XL VI. Boek.
1651. de oogen zag. De Koningklyke Prinfes zogt
—— zig, federt, te vergeefs, door beleid van zeke- ren Rafaëiis, te doen ftellen in 't bezit van Oranje. Dona wist zig, door middel der Staaten des Prinsdoms, verfcheiden'jaaren te handhaa- ven in 't bewind, tot dat hy 'er eindelyk by verdrag van afftondt (ƒ). De Koningklyke Prinfes verklaarde den Staaten van Holland, dat zy haar regt tot de Voogdyfchap over haa- ren Zoon verblyven wilde aan het Hof van Holland, welk zy den uiterften wil des Prinfen zou doen ter hand llellen (g). eu de Daarentegen , beweerde de Prinfesfe We- Prinfesfe duwe „ dat de Voogdyfchap niemant toekwam Wedu- „dan haar; dat haare Schoondogter, minder- we- „ jaarig zynde , zelve eenen Voogd , of ten * Cura- n minften eenen * Bezorger noodig hadt, en *""• „ hierom geene Voogdes zyn kon; dat de ui- „ terfte wil haars Zoons , zeer onvolkomen , „ begreepen was in het Papier, welk men daar- „ voor wilde doen doorgaan, en in het opftel- „ len van welk , men geheel geene gebruike- „lykheden van Regte hadt waargenomen,,. „ zynde het zelfs zonder dag- en naamteke- „ ning: waarom het hooger niet dan eene klad- „ de, zonder kragt of gezag, te houden was." Van de zyde der Koningklyke Prinfesfe, werdfc. hiertegen ingebragt „dat haare hooge gêboor- „ te en haar Huwelyk haar moesten doen aan- „ merken als meerderjaarig ; dat het genoeg „ was , dat de Prins, haar Egtgenoot , haar: „bekwaam gekeurd hadt tot de opvoeding „hun-
(f) Wic«uïport Liyr. IV. p. 313. AlTZEMA Hl. Ike!^
(#) IUfol. H0U1 * Uic, 1650. W, $5$. |
||||
XLVLBoek. HISTORIE. 14t
Ä hunner kinderen, en tot het beftier van der- 165t,
j, zei ver goederen; en dat, uit de laatfte daaden -------j
to zyns leevens, byzonderlyk, uit het bevel aan
wden Graave van Dona, bleek, dat hy groot j, vertrouwen in haar gefteld hadr." Terwyl de twee Prinfesfe over dit punt Andere
verlchilden , deeden zig nog andere mededin- »"ededin< gers op, naar de Voogdyfchap. Filips Lodewyk afvoog- en Fredrik Lodewyk van Beieren, Paltsgraavcn dyfchap« aan den Ryn, beweerden tot dezelve geregtigd te zyn, de eerfte als een Zoon van Juliana van Nasfau, en de andere als een Zoon van Emilia van Nasfau, beide Dogters van Willem den I. Prinfe van Oranje, zynde Juliana, metFredrik den IV. Paltsgraave, en Emilia met Fredrik Kafimir , uit den tak van Tweebrugge , ge- trouwd geweest. Emanuel en Lodewyk Wil- lem, Prinfen van Portugal, gebooren uit eene volle Zuster van wylen Prinfe Maurits , die met Emanuel, Prinfe van Portugal, gehuwd geweest was , oordeelden, insgelyks, regt te hebben tot de Voogdye (A). Doch na de twee Prinfesfen , kwam niemant nader in aanmer- king , dan Fredrik Willem, Keurvorst van Bran- denburg, die de oudfte Zuster van wylen zyne Hoogheid tot zyne Gemaalinne hadt. De Keurvorstin moest, volgens den uiterften wil van Fredrik Henrik, de goederen van het Huis van Oranje erven, zo de jonggeboorene, zon-s der nakomelingen , overleedt: waarom haar Egtgenoot oordeelde, zorg te moeten draagen, dat 's Prinfen nalaatenfchap niet vervreemd, of verminderd werdt; waartoe de Koningkly- |
|||||
{JO AlTZKMA lil. üi<l, il. 4$2-46fi.
|
|||||
14» VADERLANDSCHE XLVI. Boek,
ig5l. ke Prinfes, veelligt, bewoogen zou worden,
------- door het deel, welk zy nam in de zaaken van
De Keur- Groot-Britanje. De Keurvorst voegde zig dan
vorst van by de Prinfesfe Weduwe, aanbiedende de Voog- Brauden- dyfchap op zyne eigen' kosten te willen waar- burs . neemen (f). Hy kwam zelfs in perfoon in den aanegde1S Haage , en verzogt de Koningklyke Prinfes, zyde der ernftiglyk, dat zy zig, met de Prinfesfe Wedu- Prinfesfe we en met hem, over 't ftuk der Voogdyfchap , Wedu- wilde verdraagen. Aan Lodewyk van Nasfau, Heere van Beverweerd, en aan Joan van Kerk- hoven , Heere van Heenvliet, welken hy hieldt, dat de Koningklyke Prinfes opftookten tegen de Prinfesfe Weduwe, deedt hy, in Zo- mermaand deezes jaars, door twee zyner Raa- den, van eenen Notaris verzeld, aanzeggen, dat zy zig, voortaan, niet zouden hebben te moeijen, met het geeven van raad aan de Ko- ningklyke Prinfesfe, in zaaken de Voogdy- fchap betreffende. Zy gaven, vrymoediglyk, te kennen , dat niemant hun dit zou können beletten. De eerfte voegde 'er by, dat hy, niet aan den Keurvorst, maar aan de Staaten van Holland , verantwoording van zyn gedrag fchuldig was. De tweede, wien, doorwylen zyne Majefteit van Groot-Britanje, het bewind over de Hofhouding der Prinfesfe aanver- trouwd was, verklaarde, dat hy zig op de be- fcherming des tegenwoordigen Konings ver- liet (k~). Ondertusfchen, namen de Staaten van Holland zeer kwalyk , dat de Keurvorst zig zulk een ongewoon gezag aangemaatigd hadt, bin-
(«' ) Pbbz WicquEF. Preuy. Tom. I. p. 785.
C*J 2h d', Inflnuttien hy Wicquef. Preuy, Tem» I. p. 787, 789. «n by Aitzkma III. Detl, il. 554, 555. |
||||
XLVLBoek. HISTORIE. 143
binnen hun gebied. Zy deederi 'er over klaa- «hi<
gen aan de Prinfesfe Weduwe, en gaven zelfs —-— te verftaan, dat zy, voortaan, niet gedoogen zouden, dat vreemde Vorften binnen de Pro- vincie kwamen, zonder hun, vooraf, kennis gegeven, en hunne toeftemming verworven te hebben (T). r, HeVP°f Van H?ü*nd> welk> volgens zyn Eindeiy-
Berigtfchrift, oordeelt van de gefchillen , de ke oven Voogdyfchap over minderjaarigen betreffen- een" de, hadt, op last der Staaten, de kennis van komsc' dit gefchil, reeds in 't begin deezes jaars, aan deToog. zig genomen f», en eerst getragt partyen te dyfchap. bevredigen; doch zonder vrugt. . Hierop was eene Uitfpraak gevolgd, waarby de Koningk- lyke Prinfes gehandhaafd werdt in de Voog- dyfchap , welke zy reeds aanvaard hadt. De Keurvorst van Brandenburg werdt liaar toege- voegd als Medevoogd, en de Prinfesfe Wedu- we als toeziende Voogdesfe. Doch deeze en de Keurvorst beriepen zig van deeze uitfpraak op den Hoogen Raad, daar, in Hooimaand, ge- oordeeld werdt, dat de Koningklyke Prinfes, de Keurvorst, de Prinfes Weduwe en de Palts- graaf Fredrik Lodewyk allen Voogden behoor- den te zyn (»). De Koningklyke Prinfes trok deeze uitfpraak in Revijie. Doch eer 't gefchil eindelyk beflist werdt, kwamen partyen over- een , dat de Voogdyfchap waargenomen zou worden, door de twee Prmfesfcn en den Keur- vorst, met uitfluiting van den Paltsgraave Fre- drik CO Itefpl. Holl. a9 y„ny ,rt5,. H. 34I-
f>1 Refol. Hul! 4 'jfc„. msu U. 2o< |
||||
ï44 VADERLANDSCHE XLVI.Boek.
1651, drik Lodewyk; doch dat de Koningklyke Prin-
——— fes daaraan alleen zo veel deel hebben zou ala de Keurvorst en de Prinfes Weduwe te fa- men (0). Vcrdra(r Kort na het treffen deezer overeenkomst, wegens5 werdt 'er, door de Voogden, een Verdrag ge- het Mark- maakt met den Koning van Spanje, wegens graaf- net Markgraaffchap van Bergen op Zoom, Berjtn wélk, door wylen zyne Hoogheid, afg»ftaan opZoom. was aan de Prinfesfe van Hohenzollern, met beding, dat zy *t hem te rug geeven zou, zo dra hy haar eene Heerlykheid van gelyke waarde „'.',';,' deedt opdraagen: waartoe hy Filips hadt ge- zogt' te beweegen; doch zonder vrugt (ƒ>). Nu kwam men overeen» dat de Koning, aan den jongen Prinfe, vyf honderdduizend guldens eens betaalen zou, benevens eene jaarlykfche Ren- te van tagtigduizend guldens, losbaar tegen den penning twintig (#). Het Markgraaffchap van Bergen op Zoom bleef, federt, aan de Prinfesfe van Hohenzollern (r). In 't jaar 1658 , hadden de Staaten eenig verfchil met haar, ter oorzaake, dat zyRoomfchen tot Wet- houders en andere Amptenaars aanftelde. Ook hadt zy toen de vlugt bevorderd van de Prin- fesfe Louife, Dogter der Koninginne van Bo- heeme, die den Roomfchen Godsdienst om* helsde, en eerst naar Brabant, en daarna naar Frank-
\oy>Zis bet Accoord Vy Wicqhef. Preuv. Tom. I. ƒ>. 797.
Aitzema Hl. Deel, U. 551-, 554, 555, 55*5,557* Herftelile. Leeuw. U. 123 enz. (/>) Belbl. Gener. 23 OS. 1648. 8 Ney. 1650. Vy Wicquef.
Preuv. Ti/m. I. f. ~6<$. 758. (/7) Zie hit Trmä. ly Aitzema III. Dcd, l/l. 558. en ly
WtcquRfop.t Preuy. Toni T. p. 760. Cr) Aitzkma UI. Deel, hl. 65«.
|
||||
XLVI.Boék. HISTORIE, 145
|
|||||
Frankryk, in een Klooster, vertrok. De Staa- 1651,-
ten benamen der Prinfesfe van Hohenzoliern, -------i
voor eenigen tyd, het regt tot de beftejiinge
der Wethouderfchap; doch zy werdt 'er, eer- lang, wederom in herileld (Y). De Voogden des jongen Prinfen hadden v.
grooter gefchil met de Staaten van Zeeland , Verfchil die, in navolging van die van Holland, voor- °™* tlt hadden, het regt tot het beftellen der Wethou - debeftel- derichap te geeven, of te laaten aan de Steden, linge der De Stadhouder plag, in allede groote Steden Wethou- van Zeeland, de Wet te beftellen, behalve te J™? Goes (?). In Vlisfingen en Veere, hadt hy 't, iand', als Markgraaf, niet als Stadhouder gedaan. Immers dus was het, tot hiertoe, begreepen by de meesten; hoewel 't fommigen nu anders verftonden. Doch de Staaten van 't Gewest hadden, gelyk wy te vooren gemeld hebben, eer zy nog kennis konden hebben van de ge- boorte eens Prini'en van Oranje, het Regt van eerften Edele vernietigd verklaard: en 't was wel te voorzien, dat zy ook 't Regt tot het be- ftellen der Wethouderen niet aan de uitheem- fche Voogden des jongen Prinfen zouden laa- ten. Twee Burgemeesters van Middelburg, Hen - Oproer rik Thibaup, Heer van S. Aagtenkerke, en Dok- te Mil*" tor Jan van Landsbergen, zeer geneigd tot het delbur# Huis van Oranje, arbeidden, daarentegen, om den jongen Prins te doen aanftellen, of ten min • fte voori'cliikken tot Stadhouder van Zeeland, waardoor hy, in tyd en wyle, de Wet in de Steden wederom zou können ftelien. Zy had- den , Cf) Actzeiu IV. Deel, hl, 2i1-a.ïi.
it) N0111I. Zei-I. 24 Mflurt, 2/ April ifot, tl, 82, 68,
Xll. Deel. K
|
|||||
U6 VADERLANDSCHE XLVÏ.Boéé;
s6si. den, onder anderen, te wege gebragt, dat de
r------ twaalf Kiezers, die te Middelburg een dubbel
getal plagten te noemen, waaruit de Stadhou-
der de Wethouders aanftelde, deeze benoe- ming niet deeden uit de Burgerye, gelyk ge- bruikelyk was; maaj, voor een gedeelte, uit de dienende Wethouders; op dat zulken, die 9 door wylen zyne Hoogheid, aangefteld ge- weest, en zynen Huize, meer dan fommige anderen, genegen waren, de meerderheid mog- ten behouden in de Wet. De Burgery nam dit kwalyk. En ibmmigen verzuimden niet, haas misnoegen, of op te wekken, of te voeden. Ee- nige Predikanten Ilaken 'er zig in, en voeren 'er tegen uit, van den Predikftoel. 't Graauw werdt, eerlang, zo baloorig, dat het, den zes- den van Zomermaand, aantrok op de Abtdye, daar de Staaten gewoon zyn te vergaderen, dreigende den Burgemeesteren Thibaut en Landsbergen den dood; doch deezen wisten zig, heimelyk, te bergen, en verlieten, eerlang, de Stad en de Provincie, 't Onftuimig volk koelde toen zynen moed aan het Huis van Landsbergen; daar boeken, fchilderyen, por- celein en alles vernield en geplonderd werdt, 't Zelfde lot zou het Huis van Thibaut getrof- fen hebben; zo 't niet door eenige Predikan- ten belet was. De nieuwe orde op de benoe- ming der Wethouderen werdt terftond hierop vernietigd, en deWethouderfchap, te Middel- burg, te Zierikzee ,te Gocs en te ïhoolen, ge- lyk "in Holland, gekooren, volgens Oktrojen, die elke Stad van de Staaten verkreegen hadt0 Onder- Maar met de Steden Vlisfingen en Veere zoek of hadt het een ander aanzien. De Voogden van dem
|
||||
XLVI.BoEK. HISTORIE. i4f
|
|||||
den jongen Prinfe, oordeclende, dat wylen zy- jgsti
ne Hoogheid,in deeze Steden, de Wet befteld-------
hadt als markgraaf, verftonden, dat men hun de Prin-
dit regt niet betwisten kon. De vier Steden ^'n van van Zeeland, daarentegen, niet gaarne willen- a^Wet de zien, dat twee Steden, welker Wet, dooi in vits vreemde Voogden, befteld werdt, item had'fingen en den in de Vergadering der Staaten , beweer- Yf^e\ den, dat de Pr inien van Oranje, niet als Mark- jj0llcjers graaven, maar als Stadhouders, de Wet in de 0f ai« twee Steden befteld hadden; waarom zy ze zog- Mark- ten te beweegen, tot het begeeren van Oktro- Slaven , jen, om zelven haare Wet te beftellen. De ^/fe" Pdnfesfen fchreeven, hierop, eenen Brief aan fteüen. de Staaten van Zeeland, waarin zy, omftan- diglyk, toonden, dat de Prinfen van Oranje, ais Markgraaven, niet als Stadhouders, de Wet in de twee Steden hadden befteld. Nogtans bleeven de vier Steden by haar gevoelen. De Gekommitteerde Raaden van 't Gewest, ge- last om de redenen der Voogden te onderzoe. ken , verftonden , dat dezelven 't Regt des Markgraafs, tot het beftellen der Wet in de twee Steden, geenzins beweezen. De Mark- graaven hadden hier, beweerden zy, geene an- dere regten gehad, dan welken men bevondt klaarlyk gehegt te zyn geweest aan het Leen, by brieven der hooge Overheid van den Lan- de. En zy verklaarden, niet gevonden te heb- ben , dat de Staaten van 't Gewest, by 't ver- vreemden der Heerlykheid van Veere en Vlis- fingen, zig, ten behoeve der Markgraaven uit den Huize van Oranje, ontbloot had- den van het regt om aldaar de Wet te be- lt a ftel< |
|||||
148 VADERLANDSCHE XLVI.Boêk.
ftellen («). De tegenwoordige omftandighe-
den en de heimelykc en openlyke poogingen der Staaten van Holland hielpen, veelligt, ook veroorzaaken, dat de redenen der Voogden te zwak bevonden werden byde meeste Leden. De Voogden leverden een Tegenberigt in (v), te- gen het Berigt der Gekommitteerde Raaden. Doch men verftondt, dat het eer diende tot ver- fterking, dan tot ontzenuwing van het regt der Graaflykheid. De Raadpenfionaris, Joan ds Brune, kreeg last, om, met de meerderheid, te befliüten , dat de Steden Vlisfingen en Veere „ haare eigen' Wet zouden mogen beftellen, n immers dat zulks niet van wege den jongen n Prinfe, als Markgraave, zou mogen gefchie- 5, den." De twee Steden bleeven zig kanten tegen dit befluit, weigerende eene nieuwe fchikking op 't beftellen haarer Wethouder- fchap te ontwerpen, en daar op Oktroi te ver- werven van 's Lands Staaten, Ook was men 't, in de volgende Staatsvergaderingen, niet al- toos eens met de tegenwoordige: waarom het befluit nu, door de vier Steden, doorgedron- gen, voor eerst, niet ter uitvoeringe gebragt kon worden (w). Doch in 't volgende jaar, fchikten de twee Steden zig naar dit befluit, mids de Staaten haar vryhielden van de kosten van het Regtsgeding, zo de Voogden des jon-
C«) Notul. Zeel. 27. 28, 30, 3t Oäoh. 9, 10, 15, 17 Nov.
lös«. bl. 173, 179, 18t, 198, 2"o, 207, 117, 221. Schrift. Advys der Oecomm. Rnadcn by WiCQUEP. Preuy. Tom. I. p. 803 en bv Aitzema Herd. Leeiuv. bl. 200. Cv) Zie het by Wicqukf. Preuy. Tom. ï. p. 329. en by
Aitzema Herlh Leeuw. hl. 207. (>;■ Notul. .Zeel. 2 May, 23, 25, Oei. 1^2. bl. ion, 4j8,
444.. 'WicQiiEFcfRT Livr. VI. p. 218, aiy, 220. Aitzema III. Xlttl, bl. Oio,(>n,(.1.1,612,614,625. Heril. Leeuvr. hl. 197«.«. |
||||
XLVI.BoEK. HISTORIE. 149
|
|||||
jongen Prinfen van Oranje geraaden mcgten »551.
vinden, haar, hierover, in rekten aan te fpree--------
ken (#).
De verandering, die de dood des Stadhou- Ecnigo
ders, in de Regeering van Zeeland, gemaakt %?.eu^ hadt, en vooral de verklaaring, dat dé plaats ,^e z0£ van eerften Edele gehouden vverdt voor ver- ken, te siietigd, gaf aan eenige Zeeuwfche Edelen, uit vergeefs, de Huizen van Kats, Borfelen, Boifelen van der zitting te Hooge en Tuil van Serooskerke, gelegenheid, ^ J^'de om zig te keeren tot de Staaten van Zeeland, Vergade- met een fchriftelyk Vertoog, waarin zy aan- ring der weezen „dat de Staaten van 't Gewest, oud- Staaten von 7 PP
»tyds, beftaan hadden uit drie Leden, de E- j' \
55 delen , de breedegeërfden, in wier plaats de Pre »laat van Middelburg gekomen 'was, die, na- n derhand, het eerfte der drie Leden werdt., » en de Steden. Dat aan een' Perfoon uit een „ der oude adelyke geflagten de naam van eer- n ften Edele plag gegeven te worden ; hoe- J5 wel dceze naam nooit aan eenig byzender » geflagt was bepaald geweest, en dehoedanig- „ heid van eerften Edele ook de andere Ede- „ len niet plag uit te fluiten van de Regee- „ ringe. Dat Prins Willem van Oranje hooger 5, gedagtenisie, in den jaare 1562, twee Ede- n len gerr.agtigd hadt, om de plaats van eer- „ ften Edele , voor zynen Zoon, den Graaf „van Buuren, als Heer van S. Maartensdyk, „ te bekleeden, en om, nevens andere Edelen, „op 's Lands welvaart, te raadpleegen. Dat „Koning Filips, in 't jaar 1566, kooper ge- „ worden zynde van het Markgraaffchap van » Vee-
OO De Witt ürieven V. Deel, il. 35.
\ K3
|
|||||
ISO VADERLANDSCHE XL VI. Boek,
1651. «Veere en Vlisiingen, wel veiflaan hadt, de
-------n plaats van eerflen Edele, uit deezen hoof-
»de, te mogen doen bekleeden, door ieraant
»van zynen wege; doch nimmer beoogd, de » andere Edelen van de Regeeringe te verftee- » ken. D.it zelfs, in 't jaar 1579, door deSte- »den verklaard was , dat het toelaaten van 55 eenen Gemagtigde des Prinfen van Oranje, »als eerften , niet ftrekte tot uitfluiting der w andere Edelen. Dat, naderhand, de Gemag- »tigden der eerfte Edelen niet waren toege- »laaten, dan onder uitdrukkelyke verklaa- » ring, van wege de Steden, dat zy deeze hoe- »danigheid niet hielden gehegt te zyn aan » eenig gellagt of heerlyk goed, en onvermin- » derd eens ieders geregtighdd. Dat de Ede- »len egter, federt de opkomst der beroerten, » weinig of geen deel aan de Regeeringe ge- » had hebbende, in den jaare 1615, begeerd » hadden, in hun regt tot dezelve, erkend te » worden; doch dat, hierop, ter oorzaake van »de verdeeldheid in den Staat, niets gevolgd » was. Dat de verrooners , na 't fluiten der »Vrede, de gelegenheid ryp oordeelden, om »te verklaaren, dat het nu de regte tyd was, » om het Lid der Edelen wederom te herftel- n len in den ftaat, v/anrin het oudtyds geweest 5, was ; waardoor Zeeland overeenkomen zou „ met de andere Gewesten, en ook een Lid „hebben onder de Staaten, welk zorg droeg „ voor het platte Land. En fchoon zy ver- „ ftonden, dat die regt, eigenlyk, tot de E- „ delen uit de oude flammen, zo ver die nog „ overig waren , behoorde ; verklaarden zy, 5, ten befluite, niet te zullen afkeuren , dat „daar
|
||||
XLVLBoek. HISTORIE. 151
|
|||||
„ daar by werden gevoegd eenigen uit de aan- 1651.
5, zienlykfte Ambagtsheeren, naar het goedvin--------
„ den der Staaten (y)."
Doch dit Vertoog vondt tegenwoordig zo
weinig ingang als een diergelyk, in den jaare 1615, onder het Stadhouder]yk bewind van Prinie Maurits, gevonden hadt. De Steden, de Regeering federt lang in handen gehad heb- bende , en, na den dood des jongften Stadhou- ders, merkelyk toegenomen zynde in gezag; vonden nu , minder dan voorheen, geraaden, om dit haar gezag te deelen met de Edelen, hoe oud en gegrond derzelver regt anders ock fchy- nen mögt. De byzondere en huisfelyke zaaken , met VI.
welker verhaal wy ons, eenen geruimen tyd, j,am,m^ bezig gehouden hebben, moesten noodznake- teever-°" lyk vermeld worden, op dat men te bekwaamer gaderin- zou können oordeelen, over de gefteldheid, ëe- met welke de Afgevaardigden der byzondere Gewesten verfcheenen op de groote Ver- gadering, van welker handelingen wy nu een omftandig berigt geeven zullen. De Staaten van Zeeland hadden, reeds voor Afzon-
't einde des jaars 1650, Afgevaardigden ge- {|crl7ke zonden naar den Haage, om, met die van Hol- ijng t"us. land, in afzonderlyke handeling te treeden, fchen voor 't aanvangen der groote Vergadering. Holland Men raadpleegde, in 't byzonder, over 't be- [nJ'ee^ noemen van den jongen Prinfe tot Stadhouder, ver'taan- waartoe die van Zeeland, in 't eerst, fcheenen fleiien te van ee_
nen Stad* fy) Rffiifnft. der RMJcrfch- en Edelen van Zeeland ged¥. houder» 1(152. en in ds Notul. van Zeel. il Junv j6/-,l. l/l, 119, Zit iezelve ook ty ArrzituA III. De»l, U. 615 inz. K 4
|
|||||
152 VADERLANDSCHE XL VI. Boek.
|
|||||
1651. te neigen (2); doch die van Holland beweer^
■------den 5, dat zulks, voor als nog, ontydig was;
„ dat men niet wist wat van den Prinfe wor-
n den zou, als hy tot mannelyken ouderdom „ komen mögt; dat hy een goed en bekwaam »Vorst kon worden ; doch ook de voetftap- „ pen volgen van zynen Vader, in 't gene dee- „ ze tegen de Vergadering van Holland en „ tegen de Stad Arnfterdam ondernomen hadt: „ of die van Prinfe Maurits, in den jaare 161K. „ Dat men ook niet bekwaamlyk eenen Lui- „ tenant onder hem kon ftellen, gelyk fom- ,, migen voorgeflaagen hadden; alzo deeze zig, „ geduurende 's Prinfen minderjarigheid , zo „ vast zou können zetten, dat men hem, daar- „ na , bezwaarlyk zou können doen opftaan. „ Dat de Prins den Staaten ook kleinen dank „ weeten zou , voor de eere, hem in zyne „ kindschheid aangedaan , en eerder oordce- „len, dat ze hem erfelyk toekwame." Som- migen melden, dat hierby ook, in 't hëimdyk, v/erdt aangemerkt „hoe de Prins, zo na ver- „maagfehapt met Frankryk , Groot-Britanje „ en andere Ryken, en groote goederen, hier „te Lande, bezittende, reeds magtig genoeg „was in den Vereenigden Staat, en dat hem „ nog hooger te verheffen gevaarlyk zyn zou „ voor de gemeene vryheid. Dat dit gevaar „vooral te dugten was van een' Prins, wiens „ Vader en voorgangers, onder den naam van „Stadhouder•, hadden geftaan naarde opperfte „ magt, die zy ook, zeide men, beide in 't be- „ (lieren van den Staat en van de Legers, in „hoor
O) 2.U Refol. HoH. 20 Jan. 1651. il. 31,
|
|||||
XLVI.BoEK. HISTORIE. 153
|
||||
ö hooger maate dan de Graaven van ouds , 1651.
w bezeten hadden (V)." Door deeze en dier------—
gelyke redenen, lieten de Zeeuwen zig over-
haalen, om, vooreerst, af te zien van de be- vordering des jongen Prinfen. De twee Prin- fesfen arbeidden ook te vergeefs , door baare vrienden, by de Staaten van Holland en Zee- land, om hem te doen benoemen tot de waar- digheden van wylen zyne Hoogheid. De Afgevaardigden der andere Gewesten , Aan-
midlerwyl, in raerkelyken getale, in den Haa v^den ge gekomen zynde (£), werdt de groote Ver- R3a<i. gadering geopend, op Woensdag den agttien- penfion*- den van Louwmaand. De Staaten kwamen by- ris Kat* een op de groote Zaal van 't Hof, die, voor- bedagtelyk, opgeruimd, en, niet de vendels, kornetten en wimpels , in den tagtigjaarigen oorlog, op den Spanjaard veroverd, geftof- feerd was (V). Na eene korte aanfpraak van den Heere Pïbo van Donia, die, wegens Fries- land, op zyne beurt, voorzat (W), opende de Raadpenfionaris Kats , van wege de Staaten van Holland, de Vergadering, met eene uitvoerige Rede : waarin hy „ God vooraf „ gedankt hebbende , dat deez= plegtige by- jj eenkomst gehouden mögt worden in de M zelfde plaats , alwaar , weleer , de Koning „ van Spanje afgezwooren, en de grondflagen wvan 's Lands vryheid gelegd waren, en al- „ v/aar de tekens der behaalde zege elk nog „bo-
(<0 Aitzema III. f):el, il. 4'ir. Hcrft. Leeuw. il. <;r.
(■*) Refol- Ho!l. ir>, i,Jt 30 nee. 1O50. il. 31)3, 3Ü6, 411, $1TZEMA 111. Deel, hl 4^8, ' Cc) Holl. Merk. van irtji. il. 60. ifO W1C9UEFOKI' Liyr.' V, p: 23g. K5
|
||||
154 VADERXANDSCHE XLVI.Boek.
«S51. »boven 't hoofd zweefden; vervolgens, aan-
m----- » wees, hoe de dood van Prinfe Willem van
» Oranje , den Staat gebragt hadt in eenen
» toeftand, waarin dezelve nimmer voorheen » geweest was, zynde 'er niemant van het Huis »van Oranje in leeven, bekwaam om te zyn, »'t gene de voorige Prinfen van Oranje ge- » weest waren. Dat de Staaten van Holland, » die , van 't begin der Vereeniging af, zig »treffelyk gekweeten hadden , tot voorftand » van 't Gemeenebest, hunne kasfe mildelyk »openende, en zig zelfs uitputtende, ten dien? » fte van den Staat; niet vexflaauwd waren in »hunnen yver, en, na ryp beraad, dieiiftig »gevonden hadden, dat de hooge Magten der :•> Vereenigde Nederlanden famengeroepen wer- » den, om op het vastftellen van den Staat, »in da tegenwoordige oniftandit,heden, te » raadpleegen en te beiluiten. Dat zy nu, tot » hunne ovcrgroote blydfchap, deeze doorlug- »tige Vergadering byeen zagen. Dat zy ander- «rnaal verklaarden, onaangezien eenige val- »fche en kwaadaartige ftraatmaaren, ten te- »gendcele uitgeftrooid , vastelyk gezind te »zyn, om de liefde, vriendfchap, eenigheid, »goed verftand en vertrouwelykheid, tus- »fchen de onderlinge Gewesten, te onder- » houden en aantekweeken, met woorden en »daaden. Dat zy, ten deezen einde, dienilig » oordeelden, drie hoofdzaaken vast te ftellen , 5, de Unie, Religie en Militie, welken allen drie , ï, voer het aangaan van de Vrede, waren aan- 5, gezien als noodzaakelyk , om vastgefteld, ,, en onverbreekelyk onderhouden te worden, „Dat hunne Edele Groot - Mogendheden dee- |
||||
XLVI.BoEK. HISTORIE. 155
»ze drie punten nog vast hielden, te weeten 165^
»de Unie, zo als zy, in 't jaar 1579, te U- -------
»trecht, was beflooten; de Religie, gelyk de-
» zelve, aiomine, in de openbaare Kerken hier » te Lande, werdt gepredikt, en by de Sinode »van Dordrecht, in de jaaren 16 ib en 1610, »opgehelderd was, en de Militie, gelyk de » Relölutien op de voorafgaande punten tot » da Vrede waren medebrengende. Dat in de »twee eerfte punten geene verandering geko- » men was; waarom men vertrouwde, dat, » over dezelven, geen verfchil vallen zou tus- » ichen de Gewesten. Dat het punt van de^ Mi- » litie , voornaamlyk, in beraad zou moeten » komen. Dat 'er thans diie zaaken famenlie- 5?pen, die, van den aanvang van 't Gemee- » nebest af, nooit, op zulk eené wyze, byeen » gezien waren; de Vrede, het ontbreeken van »iemaxit uit den Huize van Oranje, bekwaam »tot het bekleeden der hoogfte ampten van wden Staat, en, dat 'er, in 't laatst van den »oorlog, een Veldmaaifchalk aangefteld was, 55 om , by afwezendheid of andere beletfels 55 van den Kapitein-Generaal, bevel te voeren »over de Krygsmagt van den Staat. Dat » hunne Edele Groot - Mogendheden verfton- 55 den, dat de Raad van Staate, wien, van 't » begin des oorlogs af, 't beleid over krygszaa- •rjken aanvertrouwd geweest was, nevens den „ genoemden Velimaarfchalk en andere hoo- 5, ge Krygsbevelhebbers , behoorde gelaafen w te worden in het vol bezit van derzelver by- w zondere Ampten. Dat nogtans de Staaten 5, der byzondere Gewesten en derzelver Ge- p kommitteerde Raaden patenten zouden mo- rgen |
||||
156 VADERLANDSCHE XL VI. Boek.
» gen geeven tot verplaatfing van het Krygs-
n volk, binnen de byzondere Gewesten leg- » gende. Dat, zo men eenige vendels begeer- » de te ligten uit eene Hemmende Provincie, »de Raad van Staate, hiertoe, vooraf verlof »zou moeten verzoeken van de Staaten dier »Provincie of van derzelver Gekommitteer- »de Raaden, die de patenten zouden behoo- » ren in te vullen en te tekenen. Dat de be- »geerde vendels , hierop, terftond zouden »uittrekken, ten ware de Staaten of Gekom- »mitteerde Raaden zwaarigheid maakten, » om in 't verzotk des Raads van Staate te »bewilligen, waarvan zy, terftond, den Raad » de reden zouden moeten overfehryven; doch »zo deeze reden niet voldoende gevonden » werdt, zou men de vendels , op het twee- n de verzoek des Raads , terftond , moeten »laaten trekken, behalve wanneer zy ter be- »taalinge ftonden van de Provincie uit wel- jj ke men ze begeerde te ligten, in welk ge- » val, de bewilliging der Staaten of Gekom- » mitteerde Raaden noodzaakelyk vereis cht zou » worden. Dat men het zelfde in agt zou be- »hooren te neemen, in geval van inlegering, w doortogt en loopplaats. Dat het Krygs- wvolk, zo veel doenlyk ware, zou behooren „ gelegd te worden in en omtrent de Gcwes- „ ten , door welken het betaald werdt, ten „ welken einde, aan ieder Gewest zekere n grensvestingen zouden behooren toegewee- „ zen te worden. Dat de Raad van Staate en „ de Staaten van 't Gewest, welk deeze grens- n plaatfen toegeweezen waren , de bezettin- ögen in dezelven zouden mogen verleggen; „doch
|
||||
XLVI.BoEK. HISTORIE. 157
»doch dat de Raad van Staate zulks aan de
n gemelde Staaten zou behooren te verzoe- » ken , en de Staaten daarvan alleen kennis » geeven aan den Raad. Dat de hooge Krygs- » ampten zouden behooren begeeven te wor- » den, door de Gewesten, ter betaalinge van » welken zy Honden, en die van den bodem » of het aandeel der Generaliteit, door hunne .»Hoog-Mogendheden , de algemeene Staa- »ten. Dat het Krygsvolk eed doen moest »aan de Generaliteit en aan de byzondere » Gewesten. Dat het aanftellen van eenen »nieuwen Stadhouder en Kapitein - Gene- wraal tegenwoordig bedenkelyk gehouden »werdt, door de Staaten van Holland, die »eerder neigen zouden tot eenen vorm van n Regeeringe in Krygszaaken , gefchikt naar r> het voorbeeld van Gods oude volk, de n Jooden ; die , van den uittogt uit Egipte, »rot op den tyd der Konineen toe, nooit vaste n Rigters of Kapiteinen-Generaal gehad had- »den ; maar gewoon waren , by eiken togt, 59 een Legerhoofd aan te ftellen : welk voor- » beeld ook, van ouds en tegenwoordig, door »andere vrye Staaten, gevolgd was. Dat 7) het verkiezen van eenen Kapitein - Gene- j> raal, tegenwoordig , ook om andere rede- >? nen , ongeraaden was , zo voor den Per- n toon, dien men hiertoe zou mogen kiezen „ of voorfchikken , als voor den Luitenant, „ die zyne plaats zou moeten bekleeden, en »voor den Staat zelv en. Dat men, eindelyk, „ me?, goedvinden der Gewesten , nieuwe „ lnftruftien zou können maaken voor den n Raad van Staate , den Veldmaarfchalk en „ eeni-
|
||||
l53 VADERLANDSCHE XLVLBoé*.
|
||||||||||||
1651.
Friesland
zoekt de onder- handelin- gen te doen op- fchorten |
„ eenige andere Kollegien of Perfoonen (je)"
Na 't eindigen deezer aanfpraake, waaruit de inzigten van Holland op den tegenwoordigen Staat der Regeeringe klaar genoeg bleeken, floeg Friesland , welk andere inzigten hadt, voor, dat men de Vergadering, eenigen tyd, behoorde op te fchorten, om, ondertusfehen, |
|||||||||||
de bedenkingen der byzondere Gewesten in te
zamelen. Doch de meesten Hemden hiertegen (ƒ). Ook leverden verfcheiden' Gewesten, eer- lang, hunne bedenkingen, fchriftelyk, over, aan de groote Vergadering. Doch eer wy hier- van nader verflag doen, zal 't niet ondienftig zyn, eenige aanmerkingen vooraf te laaien gaan , over de drie hoofdpunten, welken de groote Vergadering bezig hielden. Zy betrof- fen de Unie, Religie en Militie; omtrent wel- ken, ter oorzaake van het afiterven des Stad- houders , en van het gene, kort voor zynerf dood, gedreeven en gebeurd was, eenige na- dere verklaaring, of vastftelling behoorde ge- maakt te worden. Wy hebben te vooren gezien, dat Holland,
door het fterk dringen op afdanking van 't Krygsvolk, tegen 't gevoelen van veelen, zig, by fommigen, verdagt hadt gemaakt van onge- neigdheid tot handhaaving der vereeniging met de andere Gewesten, 't Belang van den Koophandel en andere redenen van Staat had- den de Staaten van dit Gewest ook , federt veele jaaren, bewoogen, om de hevigheid te- gen («) Zie Refill. Holl. lii Jctiuar. 1651. hl. 15. Aitzema
Heift. Leeuw. hl. 52. IIf. Deel, hl. 49«. Cf) Refol. Gener. 19 Jan. tori by Wicquff. Prcuy. Temt
II. p. 11. Refol. Holl.'ij üFshr. 1651. M. 56, 60. |
||||||||||||
VII.
Aanmer-
kingen , over de /hia hoofd- punten , die op de groote Vergade- ring ver- |
||||||||||||
XLViSosK. Historie. %sg
gen de Remonftranten te ftaaken , en zelfs njji,
omtrent de Roomschgezinden veel oogluiking-------
te gebruiken, die niet verminderde na 't flui handeld
ten der Vrede; fchoon men de PJakaaten te- werden'' gen de Vergaderingen deezer gezindheden ver- teweetea nieuwd hadt. Doch deeze gemaatigdheid hadt fominigen doen vermoeden en gelooven , dat men 't, in Holland, niet ernftig meende met den Godsdienst, zo als dezelve vastgefteldwas, in de Sinode van Dordrecht van de jaaren lóitt en i£iq. Prins Willem en de andere afgezon- denen der algemeene Steden hadden, zelfs in den voorleeden Zomer, aan de Vroedfchappen der Steden te verftaan gegeven, dat, uit het verminderen van 't Krygsvolk, waarop Hol- land drong, verval in den Godsdienst te dugten was Cg). De dood van zyne Hoogheid maakte zo groote verandering in het bewind over de Krygsmagt van den Staat, dat, op dit punt, noodzaakelyk nieuwe orde beraamd moest wor- den. De Staaten van Zeeland hadden zelfs, reeds voor eenige jaaren (A), verftaan, dat men niet over vrede met Spanje behoorde te handelen, voor men, op de drie genoemde pun- ten, eenige nadere vastftellingen gemaakt hadt, 't welk nu noodzaaklyker geoordeeld werdt, om dat de Vrede niet alleen geflooten ; maar zyne Hoogheid, daarenboven, overleeden was, en de aanzienlykfte Gewesten geene geneigd- heid altoos toonden, om zynen Zoon te ver- kiezen tot zynen opvolger. De drie punten, van welken wy fpreeken, waren derhalve te ge-
(#■) Zie hier voor, */. 72.
i/i) Zie XI. Deel. tl. 411. |
||||
i<Jo VADERLANDSCHE XLVLBoek?
1651. gewigtig , dan dat men 'er tegenwoordig niet:
------ ernftelyk over geraadpleegd zou hebben.
e Unie. Het punt der Unie fcheen haast afgedaan te
zullen zyn. Zo dra de Staaten van Holland zig verklaard hadden, dat zy zig heiliglyk wilden houden aan het Verbond van den jaare 1579, fcheen, hierover, niets meer te doen te zyn, hebbende de andere Gewesten ruim zo veel belang als Holland , om zig aan dit Verbond te houden. Doch daar waren eenige duister- heden in dit Verbond, die nadere opheldering verdienden. Eene der voornaamften betraf het middel om de gefchillen tusfchen de byzondere Gewesten te beilegten; welk, zeker, onder zeven Staaten, die, ieder op zig zelven, gelyk men 't nu verftondt, de hoogfte magt bezaten, niet gemakkelyk te vinden was; zo deeze Staa- ten zelven niet, wegens zulk een middel, over- eenkwamen. Doch in het Utrechtsch Ver- bond was van dit middel niet zeer klaar ge- fproken, en- 't gene 'er nog van gezeid werdt paste kwiüyk op de tegenwoordige omftandig- heden. De gefchillen tusfchen de Gewesten, over derzelver byzondere Privilegien, vryhe- den, regten en loffeiyke gewoonten, moesten, volgens het eerße Lid van dit Verbond, door den gewoonlyken Regter, door goede mannen, of door minnelyk Verdrag, worden afgedaan: 't welk , gedeeltelyk , nog tegenwoordig ge- fchieden kon; gedeeltelyk, nimmer hadt kön- nen gefchieden ; zynde 'er geenen gewoonly- ken Regter erkend van Gewesten, die ieder op zig zelven beftouden, en onafhangkelyk waren van eikanderen. Doch by het negende Lid van het zelfde Verbond waren de gefchillen over zaa-
|
||||
XLVI.Boek. HISTORIE. 161
zaaken vanBeftand, Vrede, Oorlog en Belas- 165%;
tingen , by voorraad, onderworpen aan de ■ Stadhouders, die 'er toen waren. In het zes- tiende Lid, was verklaard, dat, over een ge- fchil, weikflegts één Gewest betrof, de ove- rigen uitfpraak zouden doen; doch de uitfpraak zou ook aan de. Stadhouders ftaan, zo 'tgefchil alle de Geweste-n aanging. In geval van duis- terheid in het Verbond zelf, ftondt de verklaa- ring aan de eenpaarige ftemnien der Bondge- nooten, en zo deezen verfchilden, moesten de Stadhouders 't gefehil beflegten. Doch deeze onderfcheiden' fchikkingen van het Utrechtsch Verbond waren,' gelyk men ligtelyk zien kan, in zig zelven niet klaar, en bezwaarlyk over- een te breogen. De gewigtigfte gefchillen zelfs werden,aüeenlyk by voorraad, verbleeven aan de uitfpraak der Stadhouderen, die 'er toen waren} en hoe ze beliegt moesten worden, na de dood deezer Stadhouderen, of wanneer 'er geheel geene Stadhouders waren, of wanneer 'er niet meer dan één was, bleek nergens. Ondertus- fchen, fcheen de eendragt onder de Bondge- nooten bezwaarlyk te können bewaard wor- den , zo men geen bekwaam middel vastftelde-, om de opkomende gefchillen tusfchen de Ge- westen te beilegten; 't welk eene der voor- naamfte bezigheden der groote Vergaderinge geweest is. In 't ftuk van den Godsdienst, het tweede <*e Reih
hoofdpunt, welk, op de groote Vergadering, &** verhandeld werdt, waren de Staaten der by- zondere Gewesten, in het Utrechtsch Ver- bond, gelaaten by de vryheid, om elk in hun Gewest, zulke fchikkingen te maaken? als XII. Deel. L zy,
|
||||
ifo VADERLANDSCHE XLVI.Boe«,
H31: zy, ten meesten dienfte der Gewesten, zouden
den, te vooren, by een byzonder Verbond, beloofd, den Hervormden Evangelifchen Godsdienst alleen te zullen handhaaven. Doch de andere Gewesten waren by hunne vryheid gebleeven, en behielden ze, by de Utrechtfche Vereeniging. In laater' tyd, was wel eens ge- raadpleegd, om den Evangelifchen Godsdienst, die toen in alle de Vereenigde Gewesten aange- nomen was, alleen te handhaaven, en geene o- penbaare oefening van eenigen anderen Gods- dienst te gedoogen (j). Doch.hiervan was nim- mer eenige algemeene Wet gemaakt. De Si- node van Dordrecht, die,in de jaaren 1618 en 1619, gehouden werdt, was zelfs niet in allen deele aangenomen, by alle de Gewesten; noch den ingezetenen in 't gemeen, door 's Lands Overheid, tot eenen regel des geloofs voor- gefchreeven. Veelen oordeelden, dat deeze on- zekerheid op 't ftuk van den Godsdienst den verfchillenden gezindheden te groote vryheid liet, en den Roomfchen in 't byzonder voet gaf, tot openlyke oefening hunner Godsdien* ftige plegtigheden. Zy verftonden, hierom, dat men eene nadere vastftelling behoorde te maaken, op 't ftuk van den Godsdienst, waar- van, derhalve, een hoofdpunt der raadplee- gingen op de groote Vergadering gemaakt werdt. en ét Wat omtrent het derde hoofdpunt, de Wlitit, Krygszaaken betreffende, meest in aanmerking kwam, heeft men, uit de eerfte aanfpraak van 4es
|
|||||
O') Zie VB. Deil, il. goj.
|
|||||
&LVLBÖEK. HISTORIE. 1Ö3
den Raadpenfionaris Kats, reeds können af- i6$u
neemen. De inzigten van Holland verfchilden,-------.
omtrent dit punt, van die der meeste andere
Gewesten. Holland zogt het opperbeleid over zaaken van oorloge, met naame over het ver- leggen van het Krygsvolk en het uitgeeven der Patenten, daartoe noodig, te brengen aan den Raad van Staate, waarin dit Gewest drie Leden heeft, en de anderen maar een, of ten hoogften twee; en aan de byzondere Staaten, elk in zyn Gewest. Men hadt, in 't voorleeden jaar, ondervonden, wat'er gebeuren kon, als de troepen verlegd konden worden, zonder dat 'er de byzondere Staaten kennis van hadden. Hiervoor, wilde men dan zorg draagen in Holland, en te wege brengen, dat zulks, voort- aan, niet kon gefchieden, zonder behoorlyke kennis. Maar de meeste andere Gewesten verftonden, dat men den Raad van Staate zó veel gezags niet geeven moest in krygszaaken, als Holland gaarne gezien zou hebben. Holland was, huns oordeels, te fterk irr den Raad van Staate. Zy wilden, hierom, een goed gedeelte van 't gezag deezes Raads overbrengen aan dé Vergadering der algemeene Staaten, waarin elk Gewest evenveel te zeggen hadt. De raad- pleegingen hierover maakten, derhalve, ook een voornaam gedeelte van de bezigheid der groote Vergaderinge uit. Omtrent het eerfte hoofdpunt, de behou- Vlir.
denis der Unie en eendragt aangaande, ver- GeWer- ftondt Gelderland * dat de gefchillen tusfchen ^J9" „ de Steden en Leden van eenig Gewest ver- over de „ bleeven moesten worden aan de uitfpraak Unit en «der byzondere Ger.egtshoven, zo de zaak beflisfing La »B-SC |
||||
ify VADERLANDSCHE XLVI.Boex,
1651. »klaarlyk tot derzelver regtsgehied behoor-
-------» de, met byvoeging van eenige Gekommit-
»teerden uit de Landfchap; doch zo de Hoven
»geen llegtsgebied bleeken te hebben, zou n de zaak , door gelyke Gekommitteerden, n met byvoeging van onpartydigen uit andere » Geregtshoven, moeten worden afgedaan. »Dat, in geval van verfchil tusfchen twee of 55 meer gewesten, het Gewest, welk zig ver- »ongelykt hieldt, zig zou bchooren te ver- „voegen aan de algemeene Staaten , die 't 55 gefchil zouden doen beilegten, door Ge- „ magtigden uit de Gewesten, welken 'er geen „belang by hadden. En dat,in geval van ver- „fchil tusichen alle de Gewesten, uit alle de „ zelven, Regtcrs behoorden gemagtigd te „worden, om de zaak,by minnenlyk verdrag „ of eindelyke uitfpiaak, af te doen (4)." Ten Ook dat zelfden dage, verklaarde Zeeland, by monde van Zee- van (jen Raadper.fionaris Adriaan Vcth, té ver- ftaan „dat de gelchillen, tusfchen de Gewes- ten ontflaande, of, door eenige Heeren uit „de Geregtshoven, of door eenige ervaaren' „en befcheiden' Heeren uit de Regeeiïnge, „hiertoe byzonderlyk gemagtig, behoorden Fries- „ beilegt te worden (/)." Hierna, vertoonden land, ^je van Friesland „dat men,om de eendragtte „bewaaren, noodwendig komen moest tot het „kiezen van eenen Stadhouder,in Gewesten, „ die 'er geenen hadden; hebbende men ook, „ by het Utrechtsen Verbond, geen ander „middel weeten te vinden, om de gefchillen (£) Aitzem« Herlt. Leeuw. W. 54. UI Titel, hl. 501.
{I) AiTztMA Her«. Leeuw. VI. *6. UI. Deel, il. 505. |
||||
XLVLBoek. HISTORIE. 165
„tusfchen de Gewesten te beflisfen, dan de- 1651.
„ zelven aan de uitfpraak der Stadhouderen ■ „ te verblyven. Dat de woorden, by voorraad,
„in het negende Lid van dit Verbond, bete- „ kenden, dat de uitfpraak der Stadhouderen by „ voorraad zou uitgevoerd worden', niet dat de „ Stadhouders flegts by voorraad gefield waren, „ om uitfpraak te doen: en dat de woorden, „nu ten tyde wezende, niet tot de Stadhouders, „ maar tot de Gewesten, die toen in 't Ver- „ bond waren, moesten gebragt worden. Dat „ de Gewesten ,die geenen Stadhouder hadden, „hierom, ten eerfte, treeden moesten tot het „ aanftellen van eenen, en dat de gezamently- „ke Stadhouders, nog tegenwoordig, de uit- „ fpraak over de gefchillen behoorden te heb- „ben, gelyk by het Verbond van altoosduu- „ rende eenigheid, te Utrecht, was vastge- „ (leid («)." In eene afzonderlyke onderhan- deling met die van Holland: hadden zy aan- gemerkt „dat, fchoon 'er thans niemant uit „ den Huize van Oranje ware, bekwaam om „ het Stadhouders • ainpt te bekleeden; men „egter, in den Huize van Nasfau, Perfoo- „ naadjen vinden kon, die met de vereischte „ bekwaamheden hiertoe voorzien waren (»)." Zy zagen, ongetwyfeld, op Graave Willem, hunnen Stadhouder. Groningen en de Omme- Stad en landen oordeelden, even als Friesland „dat Lande, „ 'er Stadhouders behoorden te zyn, tot beflis- „ fing der gefchillen; fchoon zy de woorden, „ by voorraad, en nu ten tyde wezende in de ge- „woo-
(m~) Aitzema Hcrft. ï,eeiiw. il 62. III. Dtel, il. 510.
(»J Btl'ol. IJoJl. 24 Januar. 165t. bl. 35. |
|||||
L3
|
|||||
i66 VADERLANDSCHE XL VI. Boek,
tt$i. „woone betekenis opnamen (o)." Utrecht
-------verftondt „ dat de gefchillen tusfchen de Le-
Utrecht, n den en Sieden van eenig Gewest beflist be-
n hoorden te worden, gelyk by 't Utrechtsen „ Verbond bepaald was; die tusfchen twee „ of meer Gewesten, door de anderen, welken „ buiten 't gefchil waren, en die tusfchen de „ Gewesten in 't gemeen, door drie uit de Re „ getringe en drie Regters of Regtsgeleerden, Overys- „ uit elk Gewest te benoemen (p)." Overys- fel» fel neigde zeer tot het gevoelen van Gelder- land , op de beflisfiag der gefchillen; doch floeg, daarenboven voor „ dat men een gelyk ge- „ tal van onzydige zegsluiden , nevens een w hoofd over dezelven, zou können kiezen, „ die 't gefchil, binnen zekeren beftemden tyd, en Hol- „ zou moeten afdoen (#)." De Staaten van *°d' Holland, uit de bedenkingen der byzondere Gewesten, befpeurende, dat 'er geenen waren, die het aanftellen van Stadhouders noodzaake- lyk hielden tot behoudenis der eendragt, dan Friesland en Stad en Lande, vonden geraaden hunne gedagten over 't ftuk van de beflisfing der gefchillen open te leggen in de groote Ver- gadering. Zy verklaarden „ gezind te zyn, om Mde raadpleegingen deezer Vergaderinge zo „fpoedig te doen afloopen, als mogelyk ware, n op dat, door eene bekwaame vervulling van w 't gebrek, welk, in een aanmerkelyk deel „der Regeeringe, voorgevallen was, voor al „de weereld, getoond mögt worden de vast- j, heid en zekerheid van den Staat." Zy voeg- den O) AtTZüMA Herft. Leeuw. II. 64. III. Deel, II. jia.
C/>) Aitzema Herft. Leeuw. */. 66. III. Deel, il, 514. tf) Aitzema Herfl. Leeuw. H» 86. III, Deel, II. 536. |
||||
XL VI. Boek. HISTORIE. 167
|
|||||
den 'er by „dat zulks niet gefchieden kon, t^u
„ dan door het neeinen van goede en fpoedi- .,------
„ge befluiten, regtfchaapen' uitwerkfels van
„ wysheid en eenigheid. Dat zy, ten deezen „ einde, in hunnen eerften voorflag, gewaagd „ hadden van de punten van Unie, Religie en „ Militie; doch op de twee eerften nauwlyks „hadden ftilgeftaan, om dat zy oordeelden, „ dat 'er geen verfchil over vallen zou. Dat „eenige Gewesten, met naame Friesland en „Stad en Lande, nogtans begeerd hadden, „ dat zy zig over 't beflisfen der gefehülen ver- „ klaaren zouden, te gelyk, uit het gene, des- „ wege, by het Utrechtsch Verbond, beraamd „was, beiluitende de noodzaakelykheid, om „ Stadhouders te ftellen over alle de Gewes- ten. Dat zy, Staaten van Holland, deez* „ noodzaakelykheid geenszins konden zien, al- „ zo de byzondere Gewesten, elks in den haaren, „ de opperfte magt bezaten, en, by de Unie, „ niet verkort waren in derzelver voorregten „ en vryheden, volgens welken, zy de deelen „ der hooge Regeeringe, door zig zelven of „door anderen, mogten doen waarneemen, „ naar hun welgevallen. Dat de Gewesten, ten „ tyde van 't fluiten der Unie, den Koning van „ Spanje nog niet hebbende afgezwooren, niet „konden denken, om eikanderen te verbin- „ den tot het ftellen van Stadhouderen, waartoe „zy toen nog niet bevoegd waren, hebbende „ de Stadhouders toen nog last van den Koning j „vanSpanje. Dat de beflisfing der gefehülen, „ hierom, ook flegts by voorraad, aan de Stad- „houders,die 'er toen waren, verbleeven was, 0waaruit men kon afneemen, dat derzelver L 4 „op- |
|||||
i<58 VADERLANDSCHE XLVI.Boek.
1651. »opvolgers geen zodaanig regt hebbon kon-
■-------»denw ten ware het hun, by nader befiuit,
» opgèdraagen werdt. Dat de uitlegging, die
n Friesland aan de woorden by voorraad gaf, »vierkant ftreedt met het zestiende Lid der »3Unie, waarin verklaard werdt, dat de uit- »fpraak der Stadhouderen agtervolgd zou » worden, zonder dat men zig, daartegen, van » eenige middelen van Regte zou mogen die- »nen: 't welk egter vry zou hebben moeten »ftaan, zo de uitfpraak begreepen moest wor^ » den flegts by voorraad gefchied te zyn. Dat » ook de woorden nu ten tyde wezende niet kon- » den gebragt v/orden tot de Vereenigde Ge- » westen, om dat hieruit volgen zou, dat de » Gewesten, die naderhand het Verbond zou- » den aanneemen, zig aan de uitfpraak der 9» Stadhouderen van de andere Gewesten zou- »den hebben moeten onderwerpen, zonder »dat hunne eigen' Stadhouders mede gereg- »tigd zouden zyn tot de uitfpraak: welk on- » gelyk gezag elk zou hebben afgefchrikt van »deUnie; waarom men niet vermoeden kon9. »dat de Bondgenooten hierop zouden gezien »hebben. Dat de Stadhouders ook niet vol- » ftrekt noodzaakelyk v/aren , tot beflisfinge »der gefchillen; maar dat men, hiertoe, de »voorflagen van Gelderland, Zeeland of U- „ trecht zou können volgen. Dat zy, onder- „tusfehen, verhoopten, dat de Staat, door 's „ Hemels zegen, in zo veele eendragt blyven „zou, dat men niet ligt tot uitfpraak over op- w gereezen' gefchillen zou behoeven te ko- j, men (r)." Wat laater, gaven dezelfde Staa- ten Cr) Zie Aitzema Heift, Leeuw. tl. 85. III. hul, il. 534.
|
||||
XLVI.BoEK. HISTORIE. 169
|
|||||
ten te verftaan „ dat zy het gefchil over het i<s5f,
„ aanftellen of niet aanftellen van eenen Stad- .
n houder hielden voor zuiver Provinciaal, en
„niet behoorende tot de raadpleegingen der
5, groote Vergaderinge , aan welke zy egter,
„ nevens eenige andere punten , laaten wilden
„ het beraamen van een middel , om de ge-
n fchillen tusfchen de Gewesten af te doen (V)."
Maar Friesland, vreemd vindende, dat men 't Friesland
ftuk van 't Stadhouderfchap buiten de Verga beweert
dering houden wilde (t) , beweerde, in een ^Jake
wydluftig Vertoog n dat de opregters der jykheid
55 Utrechtfche Vereeniging de Stadhouders wys- van 't
„lyk hadden gehouden, voor de beste bellis- aanftellen
;, fers der onderlinge gefchiilen , en voor de ™" Jj^_
5, bekwaamde behouders der onderlinge een- houder.
„ dragt. Dat de Vereeniging , by wege van
n Verdrag, aangegaan was , op de onderftel-
„ ling, dat 'er Stadhouders waren, en zyn zou-
„ den; van welke onderftelling men niet kon
n afwyken , zonder gemeene bewilliging van
n alle de Bondgenooten, gelyk, uit het elfde,
„ een-entmntigße en twee-entwititigfle Lid der
w Unie, bleek. Dat de Stadhouders ook dien-
5, ftig waren, tot voorkoming der al te groote
„traagheid in 't befluiten, het gewoon gebrek
,, der veelhoofdige Regeeringen. Dat het ver-
„ anderen van den ouden vorm der Regeerin-
„ge gevaarlyk was. Dat eene verbindtenis,
„ om altoos Stadhouders te (lellen, niet meer
„ftrekte tot krenking van de opperfte magt
„ der byzondere Staaten , dan de verbindte-
„nis om geen Beftand of Vrede te fluiten,
CO Aitzema Hcrft. Leeuw W. 87, «!\ lU.Deet, W.537,53«.
CO AjTZEM/i Herft. Leeuw bi. 91. Hl. Deel, l/l. 541, t5
|
|||||
ï7o VADERLANDSCHE XLVI. Boek.
|
|||||||||||
i6$i, n geenen oorlog aan te vangen, geene Ver-
-------» bonden met de nabuuren te maaken, geene
„ Imposten op te Hellen, noch de Munt te ver-
„ anderen, dan met gemeene bewilliging van „ alle de Bondgenooten. Dat men, ten onreg- wte, voorgaf, dat de Staaten niet bevoegd „waren geweest, om Stadhouders te ftellen, ,, voor het afzweeren des Konings van Spanje; j, alzo hieruit volgde , dat al wat, voor dien |
|||||||||||
„tyd, tegen den Koning of deszelfs dienaars
|
>
|
||||||||||
w ondernomen was , onwettig ware geweest,
„ de Unie zelve niet uitgeflooten : behalve, „ dat Graaf Jan van Nasfau toen reeds , op „ aanhouden der Staaten van Gelderland, door w de algemeene Staaten , tot Stadhouder van 5, dit Gewest, was beroepen." 't Vertoog werdt, wyders, beflooten, met eene verklaaring „ dat „al wat de Afgevaardigden van Friesland w hadden voorgebragt ftrekte , om den Staat „ dienst te doen; alzo zy, met fchroom en bee- „vinge, aanzagen tegen eenige veranderingen j, in de Regeeringe , die doorgaans grooter' „ veranderingen naar zig fleepten , en zelden „ wel gedydden: 't welk nu te eerder te wagten n was, om dat de Staat zig, byden voorigenRe- „ geeringsvorm, zo wel bevonden hadt; waar- „ om de Vereenigde Gewesten zig, met regt-, „ mogten te binnen brengen, 't gene van Rome „ gezeid werdt: Moribus antiquis res ßat Ra- nmana virisque (u)" Doch op dit Vertoog, werdt, myns weetens, van wege de Staaten van Holland, niet nader geantwoord. Zy za- gen klaarlyk , dat de meeste Gewesten onge- zind |
|||||||||||
i cO Zk Aitzema Hein;. Leeuw. W. 92. III. Doel, il. 5+2.
|
|||||||||||
XL VI. Boek. HISTORIE, 171
zind waren, om, vooreerst, tot het aanftellen 1651.
van eenen Stadhouder te komen; waarom zy------c-
noodeloos hielden, het Venoog van Friesland
te wederleggen. Zelfs was , omtrent deezen Vertoog tyd, een zeer eerbiedig Vertoog van de Prin- der Prin- fesfe Weduwe , waarby zy haaren Kleinzoon ^sic We* den algemeenen Staaten aanbeval, met ver- UW£r klaaring, dat zy 't gene men voor hem doen wilde, als eene loutere gunst, zou aanzien, door de Gewesten alleenlyk overgenomen , zonder dat 'er iet op beflooten werdt (V). Men arbeid- de , ondertusfchen, onder de hand, om den Prins van Oranje te doen verkiezen, tot Ka- pitein-Generaal over de Krygsmagt van den Staat. Doch 't vernaaien van 't gene hierover te doen viel zal eerst te pas komen, als wy ver- flag doen van 't gene, over het hoofdpunt, de Militie betreffende, op de groote Vergadering, gehandeld werdt. 't Liep aan tot in Hooimaand , eer de Ge- Lnatffe
westen eenige nadere bedenkingen inleverden, handeihir op het ftuk van de beflisJing der gefchillen. ^"q" Eenige Gekommitteerden hadden toen een ont- fing der werp gereed, volgens welk, de gefchillen aan gefchü- de bemiddeling of uitfpraak van een gelyk ge- len' tal van Zegsluiden uit elk Gewest, die magt hadden om, des noods, eenen opperften zegs- man te kiezen, verbleeven werden. Holland ' keurde dit ontwerp goed. Ook de vier ande- re Gewesten, op 't behaagen hunner magtï- gers. Doch Friesland en Groningen verwier- pen 't, inzonderheid, om dat de Stadhouders, die 'er nu waren, of namaals komen mogten, niet
(v) AiT«MA Hetft, tecuw. bl. 88, 89. III. Deel, II. 5J8.
|
||||
17» VADERLANDSCHE XLVI.Boek,
165 i. niet tot zegsmannen benoemd waren. Zy
-------maakten , derhalve , een nieuw ontwerp,
waarin de Stadhouders , tot vaste Arbiters of
zegsluiden, werden benoemd, 't Ontwerp van Friesland werdt, daarna, nog een en ander- maal veranderd. Holland voegde zig, eerlang, nader, naar de meening der twee Gewesten; doch begeerde het Huk der Con/ènten niet aan de uitfpraak van gekooren' zegsluiden , onder welken ook de Stadhouders zyn zouden , on- derworpen te hebben. De vier Gewesten be- willigden , in Oogstmaand, in het ontwerp van Holland, behalve in de genoemde uitzonde- ring : waarop Holland egter ftaan bleef. Fries- land en Stad en Lande veranderden ook niet van gevoelen; zo dat 'er, op dit gewigtig fluk, niets vastgefleld werdt, in de groote Vergade- ring (w). Holland befloot, eerst in 't jaar 1663, in 't ontwerp, zo als het lag, te be- willigen ; doch flegts voor zes jaaren (ar). Maar de andere Gewesten namen geen genoe- gen in deeze bepaaling van tyd; waarom 'er, ook toen, niets beraamd werdt. IX. Het punt van den Godsdienst hieldt de groo- Gevoc- te Vergadering ook eenen geruimen tyd be- Geider.1 z*8* Gelderland verklaarde, te verftaan „dat land,o'- 5?de waare Hervormde Christelyke Gods- ver 't „ dienst, zo als dezelve, in den jaare i6i9,by puntvati w(ie Sinode van Dordrecht opgehelderd was, Gods- » en tnans» 'n de openbaare Kerken deezer dienst. r> Landen , geleerd werdt, behoorde vastge- „ fteld te blyven, en, door de byzondere Ge- „ wes-
(v) Aitzema Kerft Leeuw, bh 183, 1R4, l8(5. 1Ü8, if.i).
£x) Rcibl. vau CoiifiJ. ten tyde van de Witt, il. Ö6y enz. |
||||
XLVLBoek. HISTORIE. 173
|
|||||
go westen, elks in den zynen, met de magt van iSgn
J5 '$ Land, gehandhaafd te worden, zonder te n verandering wierdt gemaakt. Dat de Pla- j, kaaten tegen 't Pausdom in kragt behoorden f, te blyven, en op 't ongebonden inkomen der j, Geestelykheid een voet van maatiging be- „ raamd te worden, zonder krenkinge der „Munfterfche Vrede (y)." Zeeland ftemde van Zew het zelfde in kragt, met by voeging „ dat de Sec-lau^' n ten en gezindheden , die van de openbaare „ befcherming uitgeflooten waren , en alleen- n lyk gedoogd werden , behoorden gehouden wte worden, in alle orde en ftilligheid; en op n geene andere Plaatfen, dan daar zy tegen- n woordig waren, te worden toegelaaten (z)" Het zelfde verzogten, ten deezen tyde, de Af- gevaardigden der Sinoden, aan welken gehoor verleend werdt, in de groote Vergaderinge. Zy verklaarden, te gelyk, te wenfchen „dat n de krytende zonden en ergernisfen, en, on- „der anderen, het fchenden van den Heiligen „Sabbath, mogten geweerd worden." Doch zy ftonden, voornaamlyk, ftil, op het weeren der Paufelyke bygeloovigheden : waartoe zy zelfs eenige middelen voorfloegen, die, groo- tendeels, uit 's Lands Plakaaten, genomen wa- ren (a). Verfcheiden' Gewesten, met naame Friesland, Overysfel en Stad en Lande, von- den genorgen in den voorflag der Predikanten: doch de Staaten van Holland zouden liever ge- zien Ct") Aitzema Herft. Leeuw. W. 55. III. Dtil, hl. 502.
(z) Aitzema Herft. Leeuw. hl. 57. III. Deel, bl. 5^. ( a) Aitzema Herft. I.semv. b>. 58, 60, III. Deel, iiU 50«;, jcój 509. |
|||||
174 VADERLANDSCHE XLVI.Boek;
|
|||||
i6sii zien hebben, dat zy, ten deezen tyde, agter-
meld hebben, 't belang des Koophandels ver- fcheiden' Steden, met naame Amfterdam, be- woogen hadt, om eenige oogluiking te gebrui- ken , omtrent de Roomschgezinden. Van den anderen kant, waren zy bedugt, dat de Predi- kanten zig, op den Predikftoel, moeijen zou- den, met zaaken van Regeeringe, en dringen op de noodzaakelykheid, om eenen Stadhou- der te kiezen, gelyk twee of drie reeds gedaan hadden: waarom zy zig verpligt vonden, oni Van hun eenig genoegen te geeven (#). De andere Fries- Gewesten, Friesland, Stad en Lande, Utrecht land, en Overysfel, verklaarden zig, op 't ftuk van Staden den Godsdienst, omtrent op dezelfde wyze, alS Unecht Gelderland en Zeeland gedaan hadden (/). Mid- en over- lerwyl, hadt Holland een befluit genomen vart ysfei. gelyken inhoud ; welk, op den zevenentwin- tigften van Louwmaand , in een befluit van alle de Gewesten, veranderd werdt 5 hoewel Overysfel, naderhand , voorfloeg , dat mett middel behoorde te vinden, om de Gewesten, die i tegen vermoeden, weigerig of agterlyk zyn mogten, in het uitvoeren der Plakaaten tegen de Roomschgezinden, daartoe te nood- zaakend): op welken voorflag, egter niets Befluit "werdt vastgefteld. Het Befluit, waarvan wy van Hol- fpreeken , behelsde eene verklaaring van de land en Staaten der byzondere Gewesten, om 5> elks in G^ves" » ^en ^aareti•>vast tehouden en, met de. magt van »en op"'t n het Land, te handhaaven den waren Christe- (>) Aitzema Herft. Leeuw, hl, 61. UU Oui, il, 509.
(cj Aitzema Herft. Leeuw. */. 62 63, 65, 86. frf) Aitzema Herft. Leeuw, il, 8fc |
|||||
XLVÏ.Boèk. HISTORIE. t?$
|
|||||||
»lyken Hervormden Godsdienst, zoalsdezel- iésu
»ve, alomme, in de openbaare Kerken, ge- |
|||||||
fleerd werdt, en door de Sinode van Dor- ftukvaa
n drecht bevestigd was , zonder te gedoogen, ^en 5, dat ooit, daarin, by iemant, eenige veran- ^lx%, 7) dering gemaakt werdt. Dat de gezindheden, n die uitgeflooten waren van de openbaare be- jj fcherming, en alleenlyk gedoogd werden , n zouden gehouden worden in alle goede orde j, en ftilte, en op geene Plaatfen meer worden j, toegelaaten , dan daar zy tegenwoordig wa- ,j ren. Dat de Plakaten tegen de Pausgezinden „ in kragt blyven en uitgevoerd worden zou- „ den, en op het inkomen der Geestelykheid ,j zulk een voet beraamd, als, zonderkrenkinge „ der Vrede, best zou können gefchieden. Dat „de Ambasfadeurs en vreemde Staatsdienaars „ verpligt zouden worden, ora, in hunne Hui- n zen , geenen dienst of Sermoenen te laaten 5, doen, in de Nederlandfche fpraake ; maar „ alleen in de taaie van hunne Heeren en Mees- „teren, en dat zy nicmant, dan die tot hun „Huisgezin of gevolg behoorden, tot dezel- w ven toegang zouden geeven. Dat de beflui- w ten op de burgerlyke Regeeringe der Meie- wrye van 's Hertogenbosch, te vooren geno- „ men , eens, kragtdaadiglyk , ter uitvoerin- » ge jgebragt zouden worden, en aldaar geen« „Baljuwen, Schouten, Sekretarisfen of Vor- v fters geleeden, dan die belydenis deeden van „ den Hervormden Godsdienst." Met dit Be- fluit, welk egter, op verre na, zo veel niet inhieldt, als de Predikanten begeerd hadden, lieten zy zig vergenoegen, en fcheidden met dankzegginge : fchoon Friesland m Stad en Lan-
|
|||||||
i76 VADERLANDSCHE XLVI.Eoek»
!65r Lande gaarne gezien zouden hebben , dat zy
____1 nog wat langer hadden aangehouden (<?)• In
Hooimaand, keerden zy nog eens weder, en
deeden een nieuw Vertoog aan de groote Ver- gadering, tegen de ftoutigheden der Papisten, aan verfcheiden' oorden (ƒ). Doch ik vind niet, dat de groote Vergadering, na den ze- venentwintigiten van Louwmaand, iet, op 't ftuk van den Godsdienst, beflooten heeft, x. Aanmerkelvk is, ondertusfchen, in dit Be- Aanmer- fluit, dat de Staaten verklaaren, den Ilervorm-
kingen ^ Godsdienst, elks in den haaren, te willen Bel? handhaaven; welk byvoeglel, naar alle waar- fchynlykheid, diende, om diergelyke ongele- genheden , als men, in de Jaaren 1618 en 1619, ondervonden hadt, in 't gevolg, te voorko- men. Sommigen hebben, naderhand, beweerd, dat de byzondere Staaten, üogts verklaard, niet beloofd hebbende, den Hervormden Gods- dienst , volgens de uitlegging der Dordrecht- fche Sinode, alleen te zullen handhaaven; hier- toe niet eigenlyk verbonden zouden zyn. Zy vernaaien zelfs, dat de Griffier, het beiluit inftellende , en het woord belooven, by het woord verklaaren, gevoegd hebbende, uitdruk- kelyken last kreeg, om het woord belooven door te haaien; alzo dit woord, door niemant der byzondere Gewesten, gebruikt was (g). An- deren hebben hiertegen wel aangemerkt, dat deeze byzonderheid niet gemeld wordt, in het Register der Staatsbeamten, en oordeelen , hierom, dat men de verklaaring der Staaten, om
(«) AiTZF.MA Hcrft. Leeuw. hl. 61, 62.
1 f) Aitzema Herit. Leeuw til. 146. (g) Public Gebed. 111. Deel, M> 210» |
||||
&LVI.BOEK. HISTORIE. \yj
om de Dordrechtfche Leer te befchermen, 165L
heefc aan te merken als eene onvolmaakte be- -------»
lofte ? die eerlyke luiden gehouden zyn naai;
te komen, fchoon men 'er hen, in Regte, niet toe zou können noodzaaken (hy Docli zy heb- ben, veelligt, alleenlyk gezien op het Regis- ter der Generaliteits-Refolutien: want, in dat van Holland, ftaat, duidelyk, aangetekend, k dat men het woord belooven begeerde geligt )? te hebben, uit de uitbreiding der Refolu'ie, % om dat het, in de Provinciale advifcn van Hol- ^ land en Zeeland, niet geftaan hadt (*)." Öe poogingen van Overysfel en van eenige ande- re Gewesten (£), om dè byzondere Staaten, door dwangmiddelen, re houden tot het hand- haaven van den Hervormden Godsdienst, be- wyzen ook genoegzaam, dat men hen, hier- toe, door het befluit van den zevenentwinrig- ften van Louwmaand, niet fterk genoeg ver- bonden rekende. Over het derde hoofdpunt van de handelin- XI.
gen der groote Vergaderinge, de Krygszaaken ^elfeT' betreffende , kwamen zo veele byzonderheden Voeieif in aanmerking, dat wy, om langwyligheid te over het inyden, alleenlyk van de voornaamften zullen pupt der gewaagen. Zy betroffen 1. het hoog gezag ^'"^ over het Krygsvolk. 2. het begeeven derKrygs- ampten. 3. het verleggen der bezettingen, en 4. de geheime verftandhouding, binnen en bui- tens Lands. Gelderland verftondt, omtrent deeze vier punten „dat de algemeene Staa- kten f/n C. v. Bynkershoek Quxtt- Tur. Publici Liir. II, Catt
XVMr. p. 322. e' (j) Refol. Holl. 3.1 Janucry KJ51. W. 30.
(k) Aitzkma Herrt. Leeuw. l/i. <>i. XII. Deel. M
|
||||
'178 VADERLANDSCHE XLVI.Boex;
1Ï51. »ten, by raade van den Raad van Staate, heï
r »te hebben , en dat, wanneer men genood- » zaakt werdt, in tyd van oorloge of andere »dringende gelegenheid, een' Kapitein- of » Luitenant-Generaal aan te ftellen, zulks, niet »dan na gehouden' raadpleeging en befluit » der byzondere Staatsvergaderingen, zou be- » hooren te gefchieden. Dat de hooge Krygs- » ampten, die, te vooren, door de algeraeene »Staaten, of door wylen zyne Hoogheid, be- » geven waren, tot Kolonel uitgeflooten, zou- » den ftaan ter begeevinge der byzondere Ge- » westen, die, deswege, Hemmen zouden, ter » algemeene Staatsvergaderinge. Dat de min- M dere Krygsampten, die , te vooren, zonder »benoeming , door zyne Hoogheid , waren » begeven , onder de Vereenigde Gewesten, »gelykelyk , zouden verdeeld worden. Dat »de Bevelhebberfchappen van fterke Plaat- »frn, gelegen binnen de Vereenigde Gewes- »ten, zouden worden vervuld, door de Staa- ft» ten dier Gewesten , op Lastbrief der alge- » meene Staaten of des Raads van Staate; zui- » lende deeze Bevelhebbers geen regt hebben, »tot het bewaaren der fleutelen, openen der n poorten of geevinge van 't woord aldaar: al »'t welke alleen aan de Wethouders der Ste- » den blyven zou. Ook zouden zy geen Regts- n gebied mogen oefenen, dan over misdaaden » begaan in den Krygsdienst. De Gouverneur- » fchappen van Plaatfen , geen' ftem in Staat ahebbende, zouden ftaan ter begeevinge der jj Vereenigde Gewesten ; de Kommandemen- „ten van zulke Plaatfen, ter begeevinge va» |
||||
XL Vi. Boek. HISTORIE, ifcj
h de Vergadering der algemeene Staaten, en i6$f.
bde Majoorfchappen, ter begeevinge van den___*-,
» Raad van Staate. Het verleggen van Krygs-
»vo!k, en 't vergaderen van Legers zou ge- »fchieden -, door de algemeene Staaten , by »raade van den Raad van Staate; mids, in »geval van 't verleggen der bezettingen, y> by tyds kennis geevende aan de Staaten 5j der Gewesten , Steden en Piaatfen , daar » zy ftonden gelegd te worden : zullende het »ook den byzonderen Staaten vryflaan , des 55 noods, eenige vendels , op hunne paten- ■n ten , te zenden van de eene Plaats naar de » andere ,, mids daarvan ook kennis geevende 9) aan de algemeene Staaten. Ook zouden de }? bezettingen, voortaan, volgens het zevende w Lid der Unie, eed moeten doen aan de Wet- n houders der Steden. Dat de geheime ver- „ (tandhouding vervolgd zou worden , by de ff algemeene Staaten en den Raad van Staate, 5,door zodanige Perfoonen, als zy, daartoe, 5, bekwaamst zou oordeelen (/)." Wat Ho!- Gevo* lands gevoelen ware over 't punt der Militie. lens det hebben wy boven gezien. Zeeland verklaarde Gewas« zig, op dit ftuk, in 't eerst, niet byzonder. teu. ï)och 't bleek, naderhand, dat de Staaten van dit Gewest niet veel verfchilden van die van Holland (ml): ook hadden zy byzonder belang, om hun gezag te bewaaren, over de Sterkten Axel, Ter Neuze en Biervliet in Staatsch Vlaanderen : waarover hun, in den jaare 1588, het opzigt aanvertrouwd was, door den Raad van
( O Aitzema Hcrft, Leeuw- *'. r,3- III. Deel, tl, 500.
(«O AjTÏEUA Hcrlt. i.eeuw. W. 75. M a
|
||||
ï*o VADERLANDSCHE XLVI.B02*,
|
|||||
ï6$i. van Staate («). Friesland hadt zig ook niet duï-
fterk , op de aanftelling van den Prinfe van Oranje tot Kapitein-Generaal (o). Stad en Lande verftondt „ dat men 't hoog gezag over „ Krygszaaken behoorde te ftellen aan de Af- „ gevaardigden ter Generaliteit , by raade der j, Stadhouderen of des Raads van Staate, be- w houdende egter de byzondere Staaten en „ Stadhouders de magt, om de bezettingen , „ in hunne byzondere Gewesten , te verleg- j, gen." Nog wilde dit Gewest bet hoog ge- zag over de zeezaaken aan de algemeene Staa- ten , by raade der Admiraliteiten, verbleeven hebben, en de begeeving der Krygsampten gefteld aan de byzondere Staaten. Eindelyk drong het ook op de aanftelling van den Prinfe van Oranje tot Kapitein- en Admiraal-Gene- raal, en op de aanftelling van eenen Luitenant in zyne ftede, wien men de geheime verftand- houding , op een redelyk Berigtfchrift, zou können toevertrouwen (/>). Utrecht meende, j, dat men 't hoog bewind over Krygszaaken B zou können ftellen aan de algemeene Staaten j, of aan den Raad van Staate, mids ftemmen- Mde, by Provinciën, en niet hoofd voor Mhoofd." Ook floeg dit Gewest voor „of wmen geen Berigtfchrift behoorde vast te n ftellen, waarop men, in tyd van nood, over B welken , ten minfte vyf Gewesten zouden „moeten oordeelen, eenen Kapitein-Gene- „ raal zou können kiezen. De vendels te voet Ben te paarde, die, te vooren, op benoeming „var*
f«) Zie AitzïMa III. l)eel, bh 525.
(0) AITZEMA Hcrft. Leeuw. W. 62. UI. Dtel, bl. 510.
(jij AtTZKUA Heift. Leeuw« W. Ö4. IU. Dul, bl. 511.
|
|||||
XL VI. Boek. HISTORIE. i8f
|
|||||
»van de Staaten - Betaalsheeren , door zyne 105t.
» Hoogheid, begeven waren , behoorden nu .— n te (laan ter begeevinge van de Staaten - Be- n taalsheeren. De overige Krygsampten, hoo- n gen en laagen , zouden door de byzondere n Gewesten begeven worden: het geeven der 5J patenten zou, op een Berigtfchrift, door de fj Gewesten te beraamen , itaan aan de alge- •n meene Staaten , of wel aan den Raad van n Staate , mids Hemmende by Gewesten , en „ niet hoofd voor hoofd : welk laatfte ook „ plaats zou moeten hebben, zo deeze Raad, „ tot het beleiden der geheime verftandhou- „ ding, gemagtigd werdt." In de overige op- zigten , kwam het gevqelen van Utrecht ge- noegzaam overeen met dat van Gelderland Qq~): met welk Gewest, Overysfel, naderhand, ook, in de voornaamfte opzigten, famenftemde; te gelyk met Utrecht oordeelende, dat men een Berigtfchrift behoorde op te ftellen voor ee- nen toekomenden Kapitein-Generaal, die egter . niet moest gekooren worden, dan wanneer ten miflfte vyf Gewesten oordeelden, dat de nood zulks vereisehte (r). Midlerwyl, hadden de Staaten van Holland, Xir.
ziende hunne meening, in twee voornaamepun- pollan(^ ten, het gezag van den Raad van Staate over eee^ Ver. Krygszaaken, en de ontydigheid van't verkiezen toog in, van eenen Kapitein-Generaal, tegen gegaan door over't verfcheiden' Gewesten, een wydluftig Vertoog jeleid ontworpen, welk, nog voor 't einde van Louw Kerygs. maand, ingeleverd werdt, Het behelsde negen zaakea. pun-
C«r) Aitzema FFerft. Leeuw. H. 66.
Qrj Aitze.UA Hult. Leeuw. U. 8ö. M3
|
|||||
i8i VADERLANDSCIIE XLVI Boek,
165i. punten, en wees aan, 1 .„ dat het beleid over
—— »zaaken van oorloge niet bekwaamlyk ge- n fteld kon worden aan de Vergadering der 5? algemeene Staaten , welker Leden in eed >? en dienst der byzondere Gewesten waren i »maar behoorde te worden verbleeven aan »den Raad van Staate, welks Leden, by ce- »j de , verbonden waren aan de Generaliteit, » en verklaard hadden, af te zullen zien van » het byzonder belang der Gewesten, waaruit r> zy afgevaardigd waren : gelyk ook het be- »wind over Krygszaaken, in den jaare 158a, » aan deezen Raad was opgedraagen , en fe- „dert door den zelven gevoerd. 2. Dat, ui£ » de oude Registers, bleek, dat de byzondere j5 Staaten en derzelver Gekommitteerde Raa- <n den altoos gezag hadden gehad, over 't ver- n leggen der bezettingen , bim;en derzelveï' »Gewesten: 't welk, met verfcheiden' voor- dbeelden, beweezen werdt, hebbende zelfs j) de Kapiteinen-Generaal de bezettingen bin- n nen de byzondere Gewesten niet verlegd y, dan als Stadhouders en Kapiteinen - Generaal „dier byzondere Gewesten; en, volgens ver- 5j fcheiden' Berigtfchriften , niet dan met K kennis van derzelver Staaten of Gekommit- K teerde Raaden : waaruit, 3. volgde , dat „ de Raad van Staate , eenig volk willend© „ ligten uit eene ftcmmende Provincie , ge- 5, houden moest zyn, zig te vervoegen aan de „ Staaten of Gekommitteerde Raaden dies 5, Provincie , en derzelver bewilliging te ver- j, zoeken. Gelyk ook, 4. dat geen Krygsvolk, „in eenige Hemmende Provincie , gelegd y mögt worden, dan met verlof en op Patent |
||||
XLVI.BoEK. HISTORIE. i8$
|
|||||
» van de Staaten of Gekommitteerde Raaden 1651;
» dier Provincie. 5. Dat, zo veel doenlyk » ware, de vendels behoorden gelegd te wor-
55 den, in en omtrent de Gewesten, door wel- » ken zy betaald werden : en 6. dat de Raad n van Staate , eenig volk willende ligten uit •n GrenspJaatfen, zulks niet zou mogen doen, n dan met verlof der Staaten of Gekommit- ïj teerde Raaden dier Provincie, ter welker »betaaling het Krygsvolk in deeze Grens- n plaatfen ttondt: 't welk beide, met egte ftuk- M ken , beweezen werdt, door de byzondere n Staaten, voorheen, dus begreepen te zyn. 7. » Dat de Krygsampten behoorden te ftaan ter »begeevinge van de Staaten of Gekommit- n teerde Raaden van die Provincie, door wel- n ke zy betaald werden; de Bevelhebberfchap- 95 pen over fterke Plaatfen, ter begeevinge der n Staaten van 't Gewest, waarin zy gelegen 5>j waren, en die over Plaatfen, onder de Gene- » raliteit behoorende , ter begeevinge der ge- „ meene L->den van de Unie: gelyk, uit ver- „ fcheiden' ftukken, bleek, der byzondere Staa- „ten meening te zyn. ö. Dat het Krygsvolk , „boven den eed aan de Generaliteit, ook ee- „ nen byzonderen eed behoorde te doen, aan „ de Staaten der Provincie , waarin het ge- „ legd werdt, en aan de Steden binnen de- „ zelve , midsgaders aan de Staaten, die „ het zelve betaalden: 't welk, met het zeven- n de Lid der Unie en met andere ftukken, be- „ vestigd werdt. En eindelyk o. dat het ver- en be- „kiezen van eenen Kapitein-Generaal thans weert d« „ onnoodig en ongeraaden ware : waaromtrent J100^®-. a aangemerkt werdt, dat 'er onderfcheid was, ^hk M 4 „tUS- aauftclle» |
|||||
i84 VADERLANDSCHE XL VI. Boe».
|
|||||
1651. "tusfchen een* Gouverneur-Generaal, gelyk de
------- 55 Graaf van Leicester geweest was , en een*
van'ee- n Kapitein -Generaal'- hebbende de magt van
neu Ka- n ^en eerften zjg uitgeftrekt over alle de Ver- Generaal. " eenigdé Gewesten, en die van den laatften r> alleen over het voet- en paardevolk, welk » de Gewesten in dienst hadden: voerende den n eerften ook volftrekt gebied over de Stad- » houders der byzondere Gewesten, den laat- 55 ften niet; alzo de byzondere Stadhouders » ook Kapiteins - Generaal waren , over het 55 Krygsvolk , in hun Gewest leggende : en n fluitende het Ampt van den eerften ook in v het Admiraalfchap over de Vereenigde G.3- 55 westen; daar de laatften het Admiraalfchap- 55 Generaal, over het volk van oorloge te wa- »ter, als een afzonderlykAmpt, en, fomtyds, »op byzonderen Lastbrief, bekleed hadden. » Dat, zo de algemeene Staaten fomtyds ook »Lastbrief verleend hadden aan een' Kapi- »tein - Generaal , deszelfs gezag alleenlyk » moest begreepen worden geftrekt te hebben »over 't volk van oorloge en de Legers, leg- »gende buiten de ftemmende Provinciën , »hebbende de byzondere Stadhouders , bin- »nen dee-ze Provinciën , het bewind over 't » Krygsvolk aldaar , by raade van de Staaten »of Gekommitteerde Raaden. Dat de alge- » meene Staaten , ziende hoe zeer Leicester 5j het ampt van Gouverneur - Generaal mis- J5 bruikt hadt, beflooten hadden, dit Ampt te p vernietigen; doch dat de Gewesten, federt, „ het gebied over het volk van oorloge , te ,5 water en te lande, hadden opgedraagen aan j, Maurits, Fredrik Henrik en Willem, Prin-? »feu
|
|||||
XLVI.BoEK. HISTORIE. 185
|
|||||
»fen van Oranje. Dat, de Vrede, daarna, 1651.
n getroffen zynde , de reden , waarom dit ------•>
jj Ampt begeven geweest was, ophieldt. Dat
»ook 's Lands Krygsmagt in zuik een' Haat » was, dat men, zelfs by opkomenden oorlog, n geenen Kapitein - Generaal behoeven zou. ,5 Dat de Veldmaarfchalk , dien men thans in »dienst hadt, met gezag genoeg bekleed was, J5 om, in zulk een geval, de Legers van den ,, Staat, als Overhoofd, te gebieden; doch zo J5 hieraan iet ontbreeken mögt, zou men hem, 5, met goedvinden der Gewesten, breeder' last „ können geeven." 't Vertoog werdt befloo- ten , met eene verklaaring „ dat de Staaten 5, van Holland, in het beweeren der voorge- j, noemde negen punten , niet op het byzon- 5, der belang van hun Gewest; maar op de egte yj gronden der Regeeringe het oog gehad had- 5, den; waarom zy vertrouwden, dat de andere ., Gewesten hunner meeninge zouden toeval- v len CO."
Doch onder deezen, was het Zeeland alleen XIIT.
met Holland eens , om het beleid der zaaken Ver/cha van oorloge te verblyven aan den Raad van Hoijand Staate. De andere Gewesten wilden 't verblee- en de ven hebben, of aan de algemeene Staaten, of meeste aan den Raad van Staate, onder voorwaarden, andere waarin Holland geen genoegen fcheppenkon, ^ïTovèr begeerende, onder anderen, Utrecht en O-'t beleid verysfel, zo veele Afgevaardigden in den Raad der van Staate te zenden, als een der andere Ge- Kryes- westen (Y), wanneer men, aldaar, niet byPro- zaakea* Vinden, maar hoofd voor hoofd, wilde blyven ftem-
(O Aitzema Herft. Leeuw. hl. 68. III. Deel, hl. 51«.
(ij Aitzema Hcrft. Leeuw. H. 75, Sü, 91, <ji, 1*3«. M 5
|
|||||
186 VADERLANDSCHE XLVI.Boek;
i6gu ftemmen. De Staaten van Holland dan, be-
——— fpeurende, dat zy 't bewind over Oorlogszaa- ken, bezwaarlyk, zouden können doen itellen in handen van den Raad van Staate, bewil- ligden, in Bloeimaand, in een Ontwerp, ge- maakt om de verfchillende gevoelens der Le- Wordt den te vereenigen. Het werdt, ten zelfden bcmid- tyde, ook door alle de andere Gewesten goed- heid» gekeurd. Alleenlyk , begeerden Friesland en Stad en Lande, dat men, in het zelve, by den Raad van Staate, ook de Stadhouders voegen zou. Ook hadt Stad en Lande nog eenige by- zondere aanmerkingen over het bezetten van Koeverden, waarin dit Gewest, met Overys- fel, verfchilde. Doch de verfchillende Leden lieten zig, eerlang, te vrede fteilen. En het ontwerp werdt in een befluit der Vergaderin- ge veranderd. Volgens het zelve „ zou het »geeven der patenten aan 't Krygsvoik, by »voorraad, en tot nader' last der gezamenly- » ke Bondgenooten, ftaan aan de Vergadering »der algerneene Staaten , met voorgaanden 55 raad des Raads van Staate , en op een Be- 57 rigtfchrift, te beraamen door de byzondere 5? Gewesten. Doch men zou geen Krygsvoik 55 uit de ftemmende Provinciën mogen ligten, 55 dan met kennis van de Staaten of Gekom- 55 mitteerde Raaden ; die , in zodanig geval, 5, de patenten zouden invullen. Ook werdt de 55 bewilliging der Staaten of Gekommitteerde 5, Raaden vereischt, om eenig Krygsvoik in „ eene ftemmende Provincie te doen trekken. „De byzondere Staaten mogten 't Krygsvoik „binnen hun Gewest, ook op eigen' patent, „ verleggen, 't Krygsvoik zou niet flegts aan |
||||
XLVI. Boek. HISTORIE. 187
„ de Generaliteit; maar ook aan de Staaten têsu
5, van 't Gewest, daar het lag, en daar het door -----_
w betaald werdt, eed moeten doen :" gelyk
ledert gefchiedde («). Men ontwierp, eerlang , een nieuw Berigtfchrift voor den Raad van Staate (v); doch daar verliepen verfcheiden' jaaren , eer het zelve beëedigd werdt. Het oud Berigtfchrift voor de Generaliteirs - Re- kenkamer werdt ook overzien, en hier en daar veranderd (w). Op den voorflag van Zeeland, ■werdt, na veele raadpleegingen, ook een Pla- kaat gemaakt, tegen de omkoopingen, en tegen het ontvangen van gefchenken , door Leden der hooge Kollegien (V). De daggelden en reiskosten van zulke Leden, in bezending gaan- de van wegen den Staat, werden , insgelyks,ge- regeld (y). Men ftelde ook een Piakaat vast op 't ftuk der Mondelinge van 't Krygsvolk (z), waarin , tot hiertoe , veele ongeregeldheden hadden plaats gehad, die nogtans , door dit Plakaat, niet geheellyk weggenomen werden. Op het begeeven der Krygsampten werdt niets vastgeileld (V) ; doch men volgde, federt, ten deezen opzigte , de gevoelens der byzondere Gewesten, die na genoeg overeenkwamen (£_). Het punt der geheime verstandhouding werdt aan
(«O Aitzema Herft. Leeuw. il. 112, 113, 114, 137, i38,
£39, 110. 141. 1,12, 143. O) Zie het in 't Groot-Ptokaatb. IV. Deel, II. 125. AitzE-
UA Herft. Leeuw. hl. 191 enz. ( w) Aitzema Herft. Leeuw- hl, 193.
C:c) Notul. Zeel. 21, 22 Maart ie>5i. II. ir, 14,22, 28
Peir. 165a. il. 32, 44. Aitzema Herft. Leeuw. il. 76, £4., 04, »43, 197. Cy~i Aitzema Herft. Leeuw. II. 147.
O) Aitzema Hurft. Leeuw. il. 145, 155,
ia) Aitzrma Herft. Lïeuw. il. 185.
£b) Public Cebedt III. Dal, tl.-316.
|
||||
188 VADERLANDSCHE XLVI.Boek,
i55i. aan de algemeene Staaten verbleeven. Doch
-------over 't verleenen van verloven aan Krygso-
verften rees gefchil, tusfchen de algemeene
Staaten en den Raad van Staate, die beide oor- deelden , hiertoe alleen geregtigd te zyn: welk gefchil nogtans onbeflist bleef (c). _, . Holland moest dus een weinig toegeeven zoekt" m '£ Punt van '* beleid over Krygszaaken, en Zeeland gedoogen, dat zulks, ten minfte vooreerst, te over- verbleeven werdt aan de Vergadering der al- tuigen gemeene Staaten; waarin dit Gewest niet meer noode- te ze§Sen nack dan de anderen'? maar in 't punt loosheid van de noodeloosheid der aanftellinge van ee- eens Ka- nen Kapitein- Generaal, waren 't de meeste Ge- pueins- westen met Holland eens, fchoon niemant zig, raaiT" hiervoor , zo rondelyk verklaard hadt. Zee- land hadt 'er, tot hiertoe, niet van gerept, en men arbeidde, onder de hand, om dit Gewest te doen (temmen, tot het verkiezen van den jongen Prinfe van Oranje tot Kapitein - Gene- raal. Friesland en Stad en Lande drongen hierop ook ernftelyk. De andere Gewesten hielden zig (til. De Staaten van Holland, be- dugt, dat, wanneer Zeeland bewoogen mögt worden, om zig by de twee Gewesten te voe- gen , de meerderheid haast voor het aanftellen van eenen Kapitein - Generaal ftemmen zou, deeden , in Grasmaand, eene bezending naar Zeeland, die, door den Heere Jakob van Was- fenaar, Heere van Obdam, Joan de Win, Pen- fionaris van Dordrecht, Willem Nieuwpoort, Vroedfchap van Schiedam, en Franco of Fran- cois Riccen, Penfionaris van Purmerende, be- kleed |
|||||
CO Aitzema Her». Leeuw. il. 14Ü, 192, 19J.
|
|||||
XL VI Boek. HISTORIE. 189
kleed werdt, en den Staaten van 't Gewest, 1651.
op den vyfentwintigften , vertoonde wdat ------
» men, in den tegenwoorcigen tyd van vre-
» de, geenen Kapitein-Generaal noodig hadt; »dat men, vooral, den jongen Prins van O- » ranje niet behoorde te verkiezen tot deeze »waardigheid, alzo de Landen, ligtelyk, zou- » den können komen in de noodzaakeiykheid, »om , geduurende zyne minderjaarigheid, »eenen anderen Kapitein-Generaal te ver- » kiezen: waartoe zy zig egter de handen ge- » bonden zouden hebben , zo zy hem tegen- » woordig reeds aanftelden. Dat men hoopte -, » dat de Vrede lang zou duuren, waarom men B den Prins ook niet behoefde te voorfchik- »ken tot Kapitein-Generaal, zynde het, daar- n enboven, redelyk, dat men den nakomelingen »de vryheid liet, om hierin te doen of te laa- „ ten, 't gene zy, naar tyds gelegenheid, zou- »den raadzaam oordeelen ; alzo zulk eene 9, voorfchikking ligtelyk aanleiding kon gee- „ven tot partyfchap en verdeeldheid in den v Staat, wanneer de Prins van Oranje, op zulk „ eene belofte ftaat maakende, in tyd en wyle, „ het Ampt, waartoe hy voorfchikt was, goed- „vondt te eifchen in omftandigheden, waar- n in de Staaten niet raadzaam zouden mogen „ vinden, om het hem op te draagen : waarby „ nog kwam, dat 'er, by alle de Gewesten, wet- w ten lagen, tegen het verleenen van het Regt n tot de opvolging in eenige Ampten, met naa- „me in het Kapitein-Generaalfchap, alzo zulk „een regt niet plag verkreegen te worden, „dan door kuipery, of gunst van aanzienlyke m Perfonaadjen , zonder dat men aanfchouw |
||||
ipo VADERLANDSCHE XLVI.BoMï
|
|||||
1651. n name op 's Lands dienst en oorbaar: waarom
------- „vertrouwd werdt, dat hunne Edele Mogend-
„ heden , in zulk eene gewigtige zaak , niets
„ beiluiten zouden , dan met gemeenen raad n van beide de Provinciën." De Staaten van Zeeland beantwoordden dee-
ze aanfpraak beleefdelyk; doch in algemeene bewoordingen. Zy beloofden hunnen Afge- vaardigden op de groote Vergadering zulk een' last te zullen geeven, dat de gemeene rust bewanrd en verzekerd werdt (jf). Doch de ver- andering in de R.egeeringe van Zeeland, dis ee- nige maanden hater voorviel (V), bragt te we- ge , dat men aldaar zo weinig als in Holland geneigd was tot het aanflellen van eenen Kapi- tein - Generaal : waarover , derhalve , op de groote Vergadering, niet verder gehandeld werdt: 't welk geheel naar den zin der Staaten van Holland uitviel, xiv. De drie hoofdpunten, die op de groote Ver- De Ede- gadering verhandeld waren, de Unie, Religie" len en en Militie betreffende , werden , hiermede , van afgedaan gerekend. De fchikkingen , wegens Staatsch het eerfte en laatfte punt inzonderheid, gaven Brabant den Staat eene andere gedaante, en bragten de en die Regeering op eenen voet, waarop men ze, rr'zoe-" nimmer te vooren, gezien hadt. 't Bleek, klaar- ken, ver- lyk, dat de aanzienlykfte Gewesten, metnaa- peefs, me Holland, door den dood des Stadhouders„ deel aan vee} meer gezags verkreegen over den Veree- gecriBM nigden Staat' dan ZX' °°lt te vooren-> genad
te "ver- hadden. De Regeering der Staaten nam eenen krygen. nieu-
f rf) Refol. Hol!. 28 April 1651. H- 208. AiTZF.MA Herffe
Leeuw. hl. 134, 136. (.c) ZU hier vwor, il, 146. |
|||||
XLVLBoek. HISTORIE. 191
hieuwen luister aan, welke fommigen, die 'er KJ51.
geen deel aan hadden, fchoon zy 'er regt toe------
meenden te hebben, zo zeer in de oogen blonk,
dat zy, ten deezen tyde, herhaalde poogingen deeden, om 'er ook in gekend te worden. De Baanderheeren, Edelen en Steden van Staatsch Brabant, die, reeds in 't jaar 1648, verzogt hadden, om deel aan de hooge Regeeringe te mogen hebben, of ten minften om zig zelven te mogen regeeren (f), vernieuwden hun ver- zoek aan de groote Vergadering , in Lente- maand deezes jaars; doch zy vonden nu zo wei- nig ingang, als te vooren (Y). De Ridderfchap en Eigen-Erfden van het Landfchap Drente, welk met de zeven Gewesten vereenigd is, en het Utrechtsch Verbond getekend heeft, had- den zig, reeds eenige jaaren geleeden, en zelfs nog onlangs, by de byzondere Gewesten, ver- voegd (Ä), en keerden zig, eindelyk, ook tot de groote Vergadering, met een Vertoog, waar- by zy begeerden, erkend te worden vooreen Lid der hooge Regeeringe. Zy fcheenen, hier- toe , thans meer bevoegd, dan te vooren, om dat zy, by eenig toeval, of door onoplettend- heid van den Griffier, daar 't op gefchooven werdt, by brieven van den zesden van Slagt- maand des voorleeden jaars, tot de groote Vergadering befchreeven waren (*_). Zy ver- fcheenen 'er ook behoorlyk gemagtigd; Doch men vondt ongeraaden, hun zitting in de Ver- P-
Cf) Zie hier voor, hl. 30.
( g ! Aitzema Hcrft. Leeuw. il. 114-111.
(h) Nottil. Zeel. 5 Meert ]6iy. bh 24. Refol. Holl. 23 Aay.
I650. W. 344. (i) Rcfoi. fïeaer. 2» 16 Meert 1651. by Wic<?uef. Pnurtt,
fom. Il, p. 308, 309. |
||||
192 VADERLANDSCHE XLVI.Boer,
|
|||||
16.51. gadering toe te ftaan. En fchoon zy bewee-
-------zen, dat zy, voorheen, als een Landfchap op
zig zelf, erkend geweest, en op de algemeene
Dagvaarten geroepen waren, werden zy, zon- der dat men goedvondt hunne redenen te we- derleggen , ililzwygens, buiten de Vergade- ring gehouden (£). Ook hebben zy, tot hier- toe , geen deel aan 's Lands gemeene Regee- ringe können verkrygen (/) , fchoon zy zig zelven regeeren, en als een onafhangkelyk Gewest op zig zelven bellaan, xv. 't Werk der groote Vergaderingé, in Hooi- Voorflag maand, raeest afgeloopen zynde, begon men vanFries- van fcheiden te fpreeken, toen Friesland voor- eene ai"* fl°e§' ^ac men» voora^» eene algemeene ver-' gemeena giffenis behoorde vast te Hellen van alles wat, vergifte- in den voorleeden jaare, by eenige Gewesten nis af te of Perfoonen, tegen anderen, mögt onderno- men. men of beQooten zyn (ni). Gelegenheid tot deezen voorllag gaf, dat de Raadpenfiona- ris Kats , voorhebbende zyn Ampt neder te leggen, het Gefchrift, behelzende de redenen, die wylen zyne Hoogheid bewoogen hadden, tot het vastzetten van zes Heeren en tot de onderneeming op Amfterdam, welk Gefchrift hy, tot hiertoe, beflooten, onder zig gehad hadt, overleverde aan de Vergadering van Hol- land, daar men in beraad lei, of men't veibran- Beduit den, of openen en leezen zou. De meeste Le- der Staa- jen neigden tot het laatfte; doch konden 't Ge- Hoiiand ^r^» n*et zonder verontwaardiging, hooren 0 l' lee- (k~) Aitzema Hard. Leeuw. il. 95-ui ITI. Deel, hl. 545««,.
COC. v. rSyNKKRSHOEK Qujeft. Jur. Pulil. Libr. U C«l» XVI. p. 117. Cm5 Rsl'el. IIoUi *4 jfufy 165t. tU 405. |
|||||
HISTOR IE. 193
|
|||||||||
XLVI.BOEK.
|
|||||||||
leezen. Het werdt, daarna, in handen van ee- ï(^r;
nige Gemagtigden gefteld , weiken oordeel- |
|||||||||
den „datmen't, fchriftelyk, behoorde te we wegen*
5, derleggen ; de wederlegging aan de groote het |e: „ Vergadering over te leveren ; de bezending ^diaa» w van Zomermaand des voorleeden jaars, aan i^ó. ,, de Vroedfchappen der Hollandfche Steden ' „ gefchied , te veroordeelen , als ftrydig met „ de orde en vorm der Regeeringe; en de Staa- *, ten der andere Gewesten te verzoeken, dat „zy.de befluiten van den vyfden en. zesden „ van Zomermaand des voorleeden jaars , ter „ Generaliteit genomen, door eenige weinige „ Afgevaardigden , ujt ontzag voor dé aan? j, zienlykheid des Prinfen van Oranje, wilden „ afkeuren , voor .onwettig en van geener „ waarde verklaaren , en te gelyk intrekken „ de afgeperfte dankzeggingen, aan wylen yy zyne Hoogheid gedaan." Eindelyk , ftelde . men ook vast „dat men, by duidelyke Refo- 5,lutie, verklaaren zou, den aanflag op Am- „fterdam en het aantasten der zes Heeren te „houden voor een' * toeleg op de vryheidj * atten- P, hoogheid en fouverainiteit deezer Provin- tatm „ cie , regelregt ftrydende met alle wetten, „ regten en Privilegien derzelve." De Staaten van Holland namen, hierop, een befluit, welk genoegzaam met het gevoelen, der Gemagtig- den overeenkwam («). Leiden alleen hadt egter geoordeeld, dat het, niet naar den ge- woonen vorm der Regeeringe, genom.en was Q>y. Voorts, vondt men geraaden, den Steden, uit
CO Ref0l.Hotl.r5, 1(5, 17, 29 Juny, 23 AKg. ißgl.'W.2»$>,
693 , 25K. 322. 451. (o) Itcfol. Holi. 23 dug. 1(151. bh 473.
XII. Deel. N
|
|||||||||
194 VADERLANDSCHE XLVI. Bobs,
|
|||||
1-651. uit welken de zes Heeren afgezonden waren,
-------fchriftelyke verklaaring af te vorderen, of de-
zelven zig, in het raadpleegen en ftemmen op
de vermindering van 't Krygsvolk, waaruit de onlusten gereezen waren, gedraagen hadden, *t Gedrag naar ^en *ast hunner meesteren, of niet. Ook der zes kwamen, van de Steden Dordrecht, Haarlem, Heeren Delft, Amfterdam , Hoorn en Medenblik, wordt verklaaringen over, waarby de zes Heeren er- keurd. kenc* werden voor trouwe Liefhebbers des Vaderlands, die, in allen deele, aan de inzig- ten hunner Steden voldaan hadden : waarop hun gedrag ook door eene verklaaring der Staa- ten van Holland , gedagtekend den drie - en- twintigften. van Oogstmaand , volkomenlyk , werdt goedgekeurd (p). De redenen van zyne Hoogheid werden ook omftandiglyk weder- legd, in eenBerigt, welk, op der Staaten naam, Onder- in 't licht kwam. Doch eer dit gebeurde, had- zoek naar den de Staaten van Holland Heikrfich, Sekreta- den op- rjs van Wy]en zvne Hoogheid , en de twee tweeGe-1 Klerken der Griffie, Hulst en Kunes, door Ge- fchriften magtigden, doen ondervraagen, en uit dezel- van wy- ven vernomen, dat de Gefchriften, genaamd len zyne ]^e(ienen en Motiven en Klagten over die yan Am- heldf" flerdam, of ten minfte het laatfte, ontworpen of opgefteld waren , door wylen den Griffier Musch; die, op den zesentwintigften van Win- termaand des jaars 1650, overleeden was (#) % waarom, veelligt, te eerder, tot het wederleg- Som- gen deezer fchriften', beflooten werdt. De Heer meisdyk van Sommelsdyk ook, verneemende dat men tragt z»g on- O) Refol. IIoll. 5, 14, 19, ao, vj Juht lo Aug. 1651. *>\
«33» ?,7(>i 394. 4°3, 414. 422- (f) Holl. Merk. ran 1650. lil. 63. |
|||||
XL VI. Boek. HISTORIE. 195
onderzoek deedt naar zyn gedrag, ter gelegen- tggf,
heid van de onderneeming op Amfterdam, -------
boodt zig, van zelf, aan, om den Gemagtig- te zuive*
den, deswege, opening te geeven (r). Hy werdt, ren> we- in 't byzonder * wegens drie zaaken befchul f J^.e digd; 1. Dat hy, in den eed van Holland zyn- neeming de, kwalyk gedaan hadt, aan 't leiden van op Am- Krygsvolk naar Amfterdam, op bevel van zy fterdam* ne Hoogheid, s. Dat hy de wallen van Am- fterdam befpied hadt, en 3. Dat hy verfprei- der was van het gerügt, dat deeze Stad een Verdrag gemaakt hadt, met het Parlement van Engeland. Op de eirfle befchuldiging, ant- woordde hy ,j dat hy, ais Kolonel, ook onder jpzynen Kapitein - Generaal ftondt, die hem, wzo hy gehoorzaamheid geweigerd hadt, we- ^gens 'c fchenden van den Krygseed, zou heb- w ben können doen ftraffen; behalve, dat zyne j, Hoogheid ook groot gezag hadt, in zaaken 2, van Regeeringe, en, in Amfterdam, alleen- „ lyk, begeerde gehoord te worden, over zaa- 5, ken , den dienst der Landen betreffende." Óp de tweede i merkte hy aan # dat hy, op be- „ vel van den Prinfë, uit den Haage, gereeden „was naar Amfterdam, inkomende, door de jjLeidfche, en wederom uitrydende, door de ï? Reguliers-Poorte, en voorts over Abkoude , „ Baambrugge , Loenen , Vreeland, Korten- whoef, Hilverfom , Leusden en Zoest, naar n Scherpenzeel, met geen ander oogmerk, dan „om den tyd af te meeten, dien de Ruitery, „ welke hy van Scherpenzeel naar Amfterdam 52geleiden moest,,tot deezen togt zou noodig 3 heb-
CO IW°l Holl. 7, Zjuly ir>$\. tl. 338, 355, N a
|
||||
ip6 VADERLANDSCHE XLVI.BóiK.
|
|||||
NS51. „hebben, zonder dat hy eenige gedagten ge*
r ■ „ den." Op de derde befchuldiging , erken- de hy jjop 't Huis ter Hart, tegen de Hee- „ ren van Haarlem , gezeid te hebben , dat „het goed zou zyn , dat 'er wat minder 55 gemeenfchap was, tusfchen de Stad Am- „ fterdam en het Parlement van Engeland ; „ daarby voegende , als men hem naar reden „ vraagde, dat de Prins hem, weinige dpgen „ geleeden, verklaard hadt, eenen Brief gezien 5, te hebben, uit Londen gefchreeven, en mel- „ dende , dat het Parlement beflooten hadt, „ Amfterdam , met tienduizend man , by te „liaan." Hy voegde hierby een verhaal van 't gene hy zeide hem van den aanflag op Am- fterdam bekend te zyn, waarin niets byzonders Hy te vinden was (*). Doch alzo hy 't voornaam wordt,op beleid van deezen aanflag toefchreef aan Graa- Zvn v"" ve Willem Fredrik, gaf zyne verklaaring aan- greepen" leiding tot den voorflag van Friesland, om eene in de ai- algemeene vergiffenis af te kondigen : waarin gemeene Sommelsdyk ook verzogt, begreepen te mogen vegiffe- worden. Men maakte een Ontwerp van zuik eene Vergiffenis ; doch Holland, de vryheid willende behouden om regt te doen , daar men 't goedvondt, fchiep 'er geen genoegen in (*). Friesland en Stad en Lande en de Rid- derfchap van Holland zelve hielden 'er nog- tans zo ernftelyk op aan, in 't byzonder vorde- rende, dat 'er de Heer van Sommelsdyk onder begreepen werdt, dat men zig, eindelyk, liet overhaalen, mids hy zig, voortaan, onthielde uit
(O Reib!. Hol!. 15 July KI5T. H. 380.
tÓ Reful. Holl. 37 July 1651. b!. «jij» |
|||||
XLVI.BoEK. HISTORIE. 197
uit de Vergadering der Staaten («). De alge- 1651.'
meene vergiffenis , zonder uitfluitinge van ie- • mant, werdt, op den negentienden van Oogst- maand, met eenpaarige ftemmeu, vastgefteld, en daarna openlyk afgekondigd. Men beloof inhoud de, by dezelve „ nu noch ooit te zullen geden- derzelve, wken aan het gene, in den voorleeden jaare, w voorgevallen was, en verklaarde, de beflui- ,5 ten van den vyfden en zesden van Zomer- j, maand des gemelden jaars voor nietig, krag- w teloos en van onwaarde, zo wel als alles wat, „ ingevolge van dezelven , verrigt en onder- ?, nomen was , waarvan de blyken en over- „ blyffels, uit de openbaare Registers, geligt „zouden worden («)•" Met welke verklaa- ring, de Staaten van Holland, zo wel als zy, die gemengd geweest waren, in 't gene, in 't voor- leeden jaar, ondernomen was, zig te vrede hiel- den. De Stad Amfterdam ontving, naderhand, vergoeding van de Staaten van Holland , we- gens de buitengewoone kosten, welken zy, in den voorleeden jaare, hadt moeten doen. Men verftondt nu , dat dezelven , ten dienfte vaa den Lande, gedaan waren , en dat men der Stad, wegens haaren betoonden yver en wak- kerheid, grooten dank fchuldig was (v). De kosten beliepen vierenvyfiigduizendvyfenveertig guldens en tienfluivers (#). Omtrent deezen tyd, werdt ook, ter Vergaderinge van Holland, be-
f «O Refol. Holl. IQ Aug. 165». hl 446.
(y, Aitzkma Herlt. Leeuw. W. 158-183, 1S4, \?,6,187, 18J,
180- III. Deel, hl. 5813-59^, 596, 5y8, ',<jsj, 600, fioi- (w) Refol. Hol'. 30 May, 26 Juny 1653. tl. 253, 316. Alf
gFMA lt(. Deel, ht. U25. O) Uefiil. Holt. 7 Dec. 1651. hl. 327. 27 Maart lfij7. hi,
'./•. Zie utk Aniili. op 't Lev. van Ue Groot. tl. 63, 64. N 3
|
||||
198 ; VADERLANDSCHE XLVI.Boek.
USSt. beflooten, eene Ordonnantie van vyftiendui-
Scheeps- en Wagenvragten , in de bezending aan de Steden van den jaare 1650, verdiend, te doen vernietigen; alzo dezelve, door den Raad van Staate, zonder kennisfe der algemee- ne Staaten, ten behoeve der Raaden van wylen zyne Hoogheid, verleend was (y). vVt De groote Vergadering werdt, hierop, den De groo- eenentwintigden van Oogstmaand , beflooten te Verga- met eene aanfpraak, die, van wege de Staaten dering van Holland , wederom door den Raadpenfio- wordtbe-naris j£atSj ge(jaan werdt. Hy merkte, in 't 00eu' byzonder, aan „dat de eensgezindheid, met j, welke zulk eene talryke Vergadering befloo- „ten was , aan 's Hemels zegen moest toege- n fchreeven worden." Voorts, vondt hy raad- zaam , uit de plaats, waar de Vergadering zig bevondt, eene zinnebeeldige herinnering op te roaaken, van 't werk, welk zy verrigt hadt. »DeKerk, ter zyde der grooteHofzaale, ver- n ftrekte, zeide hy, een zinnebeeld van 't gene „'er, ten opzigte van den Godsdienst, befloo- wten was. De opgang naar de gewoonlyke r> Vergadering der algemeene Staaten kon de w vastftelling der Unie afbeelden. De toegang Mnaar de Pleitrolle van den Hove moest de ?, fchikkingen omtrent de Regtsoefening in „gedagten brengen. De ingang der Reken- wen Leenkamer herinnerde de fchikking om- M trent de Geldmiddelen , en de gehoorzaam- „heid der Leenmannen en andere onderzaa- Bten van den Staat. De vendels, wimpels, » vlag-
(y) Refol. Hüll. 11, ia OSioh 165Ö. U. 177,
|
||||
XLVI. Boek. HISTORIE. 199
„vlaggen en kornetten waren natuurlyke af-
„beeldfels van 't gene, in Krygszaaken, be- y, flooten was. Eindelyk, kon het dak der zaa- 5,1e, gemaakt van eene foort van hout, waar- „aan" [dit zegt men] „geene fpinnekoppen j, duuren können, noch gevonden worden, in n gedagten brengen, wat 'er ware vastgefteld, „ tegen zulke Regters en Regenten , die zig „ zouden laaten omkoopen ; of, gelyk vuile n fpinnekoppen, hunne netten wyd en zyd „ uitzetten, om iet te vangen." Uit welke zin- fpeelingen, men den fmaak van deezen tyd, of van deezen Staatsman, eenigszins, afneemen kan. Hy befloot zyne Rede, met eene dank- zegging aan alle de Afgevaardigden der Ge- westen, en aanGode, die de raadpleegingen, tot hiertoe, zo merkelyk gezegend hadt. De gantfche Vergadering en andere hooge Kol* legien van den Haage begaven zig , hierop , naar de Kerke, daar de Predikant Kasper Strc jb eene plegtige Dankpredikaatfie en Gebed deedt; waarna de meeste Afgevaardigden naar huis keerden, en alle zaaken, de Gewesten in 't gemeen betreffende, wederom kwamen aan de gewoone Vergadering der algemeene .staa- ren, die, zo lang de groote Vergadering by- een was, niet gezeten hadt. Ter gelegenheid van het gelukkig eindigen der groote Verga- deringe, werdt, op den dertienden van Herfst- maand, door alle de Gewesten, een plegtige dankdag gehouden, waarop ook, alomnie] de klokken geluid, 't gefchut gelost, en andere vreugde bedroeven werdt (z). Wy
C«) Aitzema Herft, Leeuw, W. 180-191. lil.Veil, M. 60z 6jg»
N4
|
||||
2oo VADERLANDSCHE XLVI. Boek.
1651. Wy hebben ons, in 't verhaal van de han-
r------ dalingen der grooce Vergaderinge , alleenlyk
bepaald tot de huisfelyke zaaketi; doch zy hadt
zig ook eenigszins met uithcemfcheri gemoeid ,-
en de draad der gefchiedenisfe zal nu vorderen,
dat wy ook van deezen verflag doen.
XVI1 De zaaken der Westindifche Maatfchappye
Hande-" m Brazil waren, federt eenigejaaren, merke-
lingmet lyk agteruit geloopen. De Portugeezen had-
Portugal, Jen aldaar groote voordeden behaald; rerwyï
BnfzT ^et ^of van P°rtugal voorgaf, dat de opftand
in Brazil buiten 'sKonings kennis gefchied was. De raadpleegingen in den Haage op het onderfteunen der Maatfchappye hadden ook traagen voortgang. Holland aarzelde gewel- diglyk, en Friesland weigerde ronduit, iet te draagen tot de kosten (0). De Staaten van Holland hadden, eindelyk, beloofd, met Por- tugal te zullen breeken, zo de andere Gewes- ten de Verdragen met Deenemarke bekragtig- den. Doch toen men ondervondt, dat deeze Verdragen zo voordeelig niet waren voor de Landen, als men zig verbeeld hadt, vermin- derde de lust tot de uitrusting naar Brazil. De Koning van Portugal deedt, midlerwyl, zyn best, om deeze uitrusting, door handeling, te voorkomen , zendende herwaards Antonio de Sou/a de Macedo, die, in Herfstmaand des jaars 1650 , in den Haäge kwam, zonder dat men zig zyns bekreunde (£). 't Liep aan tot in Len- te-
frj) Refol. Getier. 8 OS. 164g. by Wicqupf. Prcuv. Tem.
I. p. 884 Wicquefort Livr. IV. f. 335. Aitzema III. Deela U. 007, 338, 339, 340, A'S- (b) Refol. Goner. 15 Sspt. 2 I)ec. 1650. 7, 10 Febr. iß^Tj
iv WicQiiPFORT Preuv. Tom. Lp. 887, 888, 88y. Aitiena III. Deel, bl. 438. |
||||
XLVI. Boek. HISTORIE. 201
1- •
temaand deezes jaars, eer hy in de groote Ver- 1651.
gadering gehoor verwierf. Hy klaagde , in —-~ den aanvang zyner rede, dat men, hem zo lang gehoor geweigerd hebbende, het Regt der Vol- ken gefchonden hadc, en gaf breed op van de geneigdheid van den Koning, zynen meester, om een Verbond te fluiten met de Staaten. Men vorderde Brazil van hem te rug, behalve her- ftelling van de fchade, die de Portugeezen der Maatfchappye , aan vee en vrugten , hadden toegebragt. Hy boodt, eerlang, aan, de waar- de van Brazil der Maatfchappye te zullen vol- doen, zynde, zo hy voorgaf, den Koning, zy- nen meester, buiten ftaat, de Portugeezen in Brazil te dwingen, om zig wederom te begee- ven onder de gehoorzaamheid der Staaten. iA.an de Maatfchappy zou hy agc millioenen betaalén, en agt tonnen fchats aan de arme wee- zen in Zeeland, daar men veel verlooren hadt in Brazil. Voorts, zou het der Maatfchappye vryftaan, met een bepaald getal van fchepen, handel te dry ven in Brazil, en zy zou, daaren- boven, zout mogen laaden te S. Ubes. Doch de Staaten , weetende dat hy uitdrukkelyken last hadt, om over het te rug geeven van Bra- zil te handelen, verwierpen deeze aanbiedin- gen , en beflooten de onderhandeling met hem i£te breeken (c). Hy deedt, daarentegen, zyn best, om ze fleepende te houden, en den oorlog, die Portugal dreigde , te voorkomen. Zelfs zogt hy eenige Leden der groote Vergaderin- ge, door beloften van aanzienlyke gefchenken, te
Cc^Itcfol. Gener. 2, 6, 11, 13, 14, 25 Maart 11(51, by
WicquEF. JPrcuY. Tem. I f. 8<jo, 892, 502, 904, 907, 91 *;. N'5 '
|
||||
so2 VADERLANDSCHE XLVI.Boek;
1651. te beweegen, om tot het aanneemen zyner
r-—— voorflagen te arbeiden. Doch hy deedt dit zo oabefcheidelyk, dat het Hof van Holland last kreeg , om 'er kennis van te neemen. Ook werdt iemant, van wien hy zig, ten deezen einde, bediend hadt, eerlang, door't Hof, voor zes jaaren, ten Lande uit gebannen (i). Het Beftand met Portugal ondertusfchen naar 't einde loopende, gaf men den Gezant, onder de hand, te verftaan, dat hy en de Portugeefche onderzaaten, die zig hier te Lande bevonden, best zouden doen van te vertrekken. De Prins van Portugal, Lodewyk Willem , Kleinzoon van Don Antonio, die nog regt voorwendde op de Portugeefche Kroon, zogt, omtrent dee- zen tyd, beilag te leggen op de goederen des Konings, hier te Lande. Doch de Staaten van Holland hadden geenen zin, om zig in deezen twist te fteeken \e). De Gezant ook, ziende hier niets met vrugt te verrigten, vertrok, in Bloeimaand , uit den Haage. De Nederland- fche Conful te Lisbon werdt, federt, ook t'huis ontbooden, en de Westindifche Maatfchappy kreeg verlof, om de Portugeezen, aan deeze en aan gene zyde van de evennagtslyn, als vyanden van den Staat, te bejegenen (ƒ). Doch de oorlog met Engeland, die, kort hier- na , ontftondt, was oorzaak, dat de kryg tegen Portugal niet kon voortgezet worden. Verdrag Met Salee, waren, federt eenigen tyd, ee- niet Sa- nige onlusten ontftaan (g); waarop de Staaten iec, be_ (i') P.e5'!>. der Scnteiit. van Jen Tlove, g'quot. B. ƒ. ai8.
< t ) Rflol. Holl. 2tj Maart, 7 April if'ü'. M. "66, i?<r>- (f) Iteibl. Oener. 12, 2.5 May 1651- by WicyUEFORT P-rem» Tum. I. p. rjiy. Aitzbma UI. Deel, hl. O^-byj. CO ReCol. iloli. 23 Maart 1650. il. 85. |
||||
XLVI.BoEK. HISTORIE. 203
beflooten hadden, den Kommandeur Gideon de 1^51.
iVildt, met vier fchepen, derwaards te zenden.-------
Hy floot, op den negenden van Sprokkelmaand
deezes jaars, een Verdrag, waarby men zig verbondt, elkanders fchepen niet te zullen neemen of befchadigen (Ji). De Hertog van Nieuwburg, te onvrede, dat xvitr.
de Staaten bezetting hielden in Raveftein, en, 0nj.u->tei1 reeds in 't jaar 1649 » met eenig Krygsvolk, Brandea- derwaards getoogen zynde (i), hadt zig toen burg en laaten beweegen, om te rug te trekken; doch Nieuw- in de Lente deezes jaars, eenigen onderlland burg' uit Lotharingen bekomen hebbende, zondt hy wederom omtrent tweeduizend man der- waards, te gelyk het Land van Kleeve met in- legering dreigende. De Staaten gaven, ter- ftond, bevel aan de bezettingen in deezenoord, om hier tegen te waaken, het platte Land van Kleeve tevens, op verzoek der Stenden, lee- vende*vryehoedeveileenQnde(k). De Keurvorst * fauvs» van Brandenburg , zyne erflanden in gevaar garde» ziende, viel, hierop, in Zomermaand, in 't Land van Berg, welk den Hertoge van Nieuw- burg aanbedeeld was. De Hertog en de Kleef- fche Stenden klaagden beide, over deezen nieu- wen kryg, in den Haage. De Keurvorst begaf zig, inperfoon, derwaards, meenende de Staa- ten te zullen können beweegen , om hem de hand te bieden. Doch de dood des Prinfcn van Oranje hadt den ftaat der zaaken, hier, niet wei-
(ft) Zit liet Traft. .';; 't Groot-Plakaath. I. Deel, kol. 127.
en by Aitzema Hl. Dtd. hl. f149.
CO Refol. HoU. e Maart 16.19. W- 34' '4 .?«» ir'5°- hl- 7-
(k) Reibl. HoU. 14 Maart, 20 April, 6 Mty 1651. bl. 135, »95, 2*5-
|
||||
204 VADERLANDSCHE XLVLBok.
1651. weinig veranderd. Nogtans, namen hunne
-------Hoog-Mogendheden aan de bemiddeling tus-
ichen de twee Vorften, die hun opgedraagen
was, zendende, eerlang, de Heeren vanGend, Obdam, Parmentier en Beeke naar Wezel en Dusfeldorp, daar zy, met beide de Vorften, handelden. De Vorften hielden , in Oogst- maand , een mondgefprek in 't open veld by Angeroord, en baanden hier den weg tot een Verdrag. Midlerwyl, hadt Jakob, Hertog van Koerland, voorgeevende regt te hebben op de Landen van Gulik en Kleeve , eenen Gezant naar den Haage gezonden, om de Staaten in zyne belangen in te wikkelen; doch hy vondt hier geenen ingang. De handeling tusfchen de Vorften van Brandenburg en Nieuwburg weidt, ondertusfchen, voortgezet. De Keizer, misgunnende den Staaten de eer van de bemid- deling, hadt zig ook in deeze handeling gelie- hen, en 't gelukte zynen gezanten, een Ver- drag te treffen, tusfehen de twistende Mogend- heden , waarin de Staaten niet gekend werden. Het was, den elfden van Wynmaand, te Klee- ve getekend. De Staatfche gezanten keerden, hierop, misnoegd, naar huis Ql). Maar 't wordt tyd, dat wy den afgebroken draad der Engvl- fche gefchiedenisfen wederom opvatten, alzo dez.'lven, thans, van grootbelang werden voor deezen Staat. XIX. Wy hebben Koning Karel den II, op hel Staat der einde des jaars 1649 , gelaaten in het Eiland Engel- jerfey. Doch in de Lente des volgenden jaars, ken*5 Zaa' was ky gekeerd naar Breda, alwaar de Schot- ten, f,0 Aitzema III. Deel, U. 412, 413, 646, 670-689.
|
|||||
4
|
|||||
XLVLBoèk. HISTORIE. 205
ten, met hem, in onderhandeling traden (rn). i(j5i,
Hyhadt, ondertusf'enen, Montrofe, met een Le-
ger, in Duitschland geworven, gefchikt naar
Schotland , die daar geflaagen , gevat en als een Verrader ter dood gebragt was. Dit voor- val ftremde de handeling met de Schotten, wel- ke, eerst in Zomermaand, voltrokken werdt: waarna Karel, te Scheveningen, in zee ftak naar Schotland, daar hy, in 't begin deezesjaars, gekroond werdt. Het Parlement van Engeland, misnoegd op de Schotten, hadt, midlerwyl, een Leger naar Schotland gezonden, onder 't op- perbevel van Kromwei, hebbende Fairfaix het Generaalfchap nedergelegd. Kromwei floeg de Schotten , by Dumbar , in Herfstmaand des jaars 1650. Op den zelfden dag des volgenden Jaars , raakte hy nog eens, by Worchester, flaags met 'sKonings Leger, welk ook, ge- heellyk, geflaagen werdt; waarna Karel de II. de vlugt nam naar Frankryk, terwyl de Veld- overfte George Monk zig Schotland onderwierp, 't Gezag van den Generaal Kromwei rees zo hoog, na de twee overwinningen, van welken wy gefproken hebben, dat hy, het opperbevel hebbende over de Krygsmagt van het nieuw Gemeenebest, geoordeeld werdt, den klem der Regeeringe genoegzaam in handen te hebben, fchoon hy geen' hooger' titel voerde, dan dien van Generaal (»). De voorfpoed der wapenen van 't Parlement xx.
verwierf het Gemeenebest van Engeland de 0or- agting der voornaamfte buitenlandiche Mo- fpro"g • ° / . j van hec
Senc*" inisnoe-
(m) AiTzrifA Hl. Deel, H. 411, 41a.
(«O rapin 7"»«». IX. ƒ•>. 22-47« |
||||
2o6 VADERLANDSCHE XL VI. Boei,,
|
|||||||
1651. gendheden. Doch in de Vereenigde Gewes-
ten, hadt men deszelfs gezanten, teralgemee™ |
|||||||
gen,ms- ne Staatsvergadcringe, gehoor geweigerd, zo
edTd"11" *an& z,yne hoogheid leefde. Holland alleen deezen6" na£^t ftefkst gedrongen op het erkennen der Staat. gezanten, gelyk wy reeds hebben aangetekend 5 doch de meeste andere Gewesten bleeven by hun gevoelen. Het Parlement toonde zig mis- noegd, over 't gedrag der Staaten, en deedt hunnen gewoonlyken Gezant Joachimi aanzeg- gen, dat hy, nog geene nieuwe Geloofsbrie- ven ontvangen hebbende, om met het Gemee- nebest te handelen, binnen eene maand, ver- trekken kon: gelyk hy, in den Herfst des jaars Holland l^5°f deedt. De Staaten van Holland, ver- sende geeffche poogingen hebben aangewend, ora eenen hem nieuwe Geloofsbrieven te doen toefchik- Kommis- ]cen (<,} ? hadden, in de Lente, reeds beßooten , Enge-3" tot onderhouding van het goed verftand, tus- land. fchen het Parlement en hun Gewest in 't byzon- der, naar Engeland te fchikken Gerard Schaap Pieterszoon , Raad der Stad Amfterdam, met den titel van hunnen Kommisfaris of Gemagtig- de. Hy hadt last, om de tegenwoordige Re- geering van Engeland te erkennen, en het Par- lement te vereeren met zulke titels, als hy dagt aan het zelve aangenaamst te zullen zyn. Voorts, moest hy, voor de byzondere belan- gen van Holland, zorg draagen(^). Doehdee- ze flap van Holland, gelyk hy der tegenwoor- dige (9) Refbl. Gener. i8 January, 13 OBol. 14 Noy. 1650. Vj
WiCQuEr. Preuv. Tom. I. p. $67, 568. CpJ Rel'ol. Hol). 17, 22 fan. 4 April 1650. hl. 13. 28,104.
/&. Publ. Angl. Tom. IX. P. III. p. 141, 142. THUW.tm'9 Pxpers, k-tl. I. f. 133. |
|||||||
XLVLBoek; HISTORIE. &o?
dige Regeeringe van Engeland aangenaam 1551.
was, hadt niet weinig toegebragt, om wylen -------.
zyne Hoogheid van dit Gewest, en van de
Stad Amfterdam in 't byzonder, te vervreem- den (#) : waarvan wy de uitwerkfels, reeds in 't voorgaande Boek, gezien hebben. Men hadt den Prins zelfs verdagt gehouden, dat hy, uit gevoeligheid tegen Holland, Karel den II. in ftaat hadt gefteld, om den Hollandfchen Koop- handel te ontrusten, door eenige fchepen, wel- ken de Bevelhebber der Eilanden van Scilly of de Sorlings in zee gebragt hadt (r). Doch my is geen blyk voorgekomen van de gegrond- heid van dit vermoeden. Ondertusfchen, hadt Tromp ïast gekreegen, om tegen de zeefchui- meryen van den Bevelhebber der Sorlings te waaken (*_). Maar 't Parlement fchiep, hier- uit , merkelyke agterdogt tegen de Staaten , als hadden ze voorgehadt, zig van deeze Ei- landen, die tot het nieuw Gemeenebest geagt werden te behooren, fchoon ze in de magt wa- ren van Karel den II, meester te maaken; of als wilden ze Koning Karel, onder zulk een voorwendfel, hulp toe fchikken. Schaap kreeg, derhalve, terftond last van de Staaten van Hol- land, om de Regeering van Engeland van 't waare oogmerk van Tromps togt te onderrig- ten (7). Het Parlement, de Vereenigde Gewesten Het Par«
aanmerkende als de eenigfte Mogendheid, lement door welke 's Konings party zou können on- zendteen der- fchap
(?) AiTZEMl III. Deel, hl. 412, 469.
CO Wjcqubfort Livr, V. p. 286. is) Refol. Holl. 6 Jan. 1651. */. 8. (O Nefol. HoJl. 20 dprü 1651. il. 194. |
||||
ao8 VADERLANDSCHE XLVI. Bom,
1651, derfteund worden , fchiep , uit het gedrag
------- van Holland, hoop, om deezen Staat, einde- her- lyk, geheellyk in zyne belangen te brengen.
y/aiKds. j^e Jqq^ ^es prjnfen van Oranje verfterkte
deeze hoop , en bragt het Parlement tot het
befluit, om eene bezending te doen aan deezen Staat. Olivier S. John en Walter Strikland kwamen, in Lentemaand deezes jaars 1651, in den Haage. De meeste Gewesten hadden reeds beflooten de tegenwoordige Regeering van Engeland te erkennen («). Zy werden, derhalve, met groote ïtaatfie , ingehaald; hoe- wel ecnige jongens, omgekogt, zo men zeide, door een' Paadje der Koningklyke Prinfesfe, hun met den fcheldnaam van Koningsmoorders naar 't hoofd wierpen. Voorts , verwierven zy, zo zeer waren de zaaken, hier, van gedaan- te veranderd, terftond, gehoor, in de groote Vergadering. Men benoemde, zonder uitftel, Gemagtigden, öm, met hen, in nadere onder- Oog- handeling, te treeden. Zy hadden last, om een merk van naauw Verbond met de Staaten te fluiten,, bet zelve, naauwer dan ooit te vooren tusfcnen de twee Staaten geflooten geweest was. Doch ik vind niet, dat zy zig, over de natuur van dit Verbond,, duidelyk genoeg, geopend hebben. Door den tyd, is egter gebleeken, dat men, in Engeland^ verftondt, de twee Staaten tot één famen te fmelten (y~): waartoe Kromwei meer kans meen- de te zien , na de dood van zyne Hoogheid* Doch hoe ver men hier was van het bewilligen in zulk een' voorflag, zullen wy, ter zyner plaat- fe,
(u~) Rcfol. Gener. 7, 36, 2!! Jan. 1651. bv Wtquef. Prcur.
Tom. II. p. 365. 3^8, 369. Relol. Hüll. 7 'Jan. lójjl. lil. fi. O.) lUl'iN Tom. IX. p- 4l> |
||||
XLVI.BoEK. HISTORIE. 209
fej verrekenen. Ondertusfchen, fieldende Ge- i$$u
zanten eenige punten op, die zy oordeelden in . zeiden meest uit het oud Verbond van den jaare 1495 [1496] genomen te zyn. Zy had- den 'er egter eenigen bygevoegd, volgens wel- ken, de Staaten zig verpligt zouden hebben, om de zyde van 't Parlement te kiezen tegen Karel den II; en om derPrinfesfe zyne Zuster, of den Prinfe van Oranje, zynen Neeve, te beletten, hem immer te onderfleunen. Doch de algemeene Staaten beflooten, eenpaariglyk, dat zy, welk een Verbond men ook met het Parlement maaken mögt, zig niet fteeken zou- den in het gefchil met Karel den II, of met Schotland (V). En dit befluit ftremde de han- deling; die, egter, onder andere voorwendfels, afgebroken werdt. De Gezanten, die dage- De Ge , lyks veel fchimps uitftonden van 't graauw in zanten den Haage, en van de knegts van eenige Ko- ^J?»f* ningsgezindeEngelfchen, toonden kleinen lust, graauw om lang in Holland te toeven. Prins Eduard, gefchol- Zoon desPaltsgraafsFredrikjhadthun zelfs,met den en eenigen van zyn gevolg, guiten nageroepen, lctimpt. en hunne dienaars honden genoemd. De Staa- ten van Holland, aan welken zy 't geklaagd hadden, deeden Prins Eduard, die uit den Haa- ge geweeken was, by klokluidinge, indaagen. Een zyner dienaaren werdt gegeesfeld, een an- der gebannen. Doch 't befchimpen , hoonen en dreigen der Gezanten hieldt aan, tot mer- kelyk misnoegen der Staaten van Holland en der
O) RefoJ. Gcner. ar Mxy, 23 Jimy 1651 ly WlCQUIF.
Prctc». Tom, II. p. 410, 414,
XII. Deel. O . :
|
||||||
si© VADERLANDS CHE XLVI.EoéK,
|
||||||||||||
der Afgevaardigden van Zeeland, die al dee-
den, wat in hun vermogen was, om den Ge-; zanten genoegen te geeven (x). De Wethou- derfchap van Amfterdam nodigde hen zelfs in deeze Stad , daar zy deftig onthaald wer- den. Doch in Zomermaand werden zy, door 't Parlement, t'huis nntbooden. Zy verkree- gen, op den dertigtien, gehoor van affcheid, zonder iet met de Staaten geflooten te hebben. Men fcheidde, met wederzydfche vorderingen van oude fchulden, welken men, ten laste van eikanderen, hadt openltaande. Scha?p keerde ook, in Herfstmaand, herwaards. Men hadt eerst beflooten, om Joachimi, met nieuwe Ge- loofsbrieven, wederom naar Engeland te zen- den; doch hy werdt, om zyne hoop;e jaaren, verfchoond; en overleedt, hier, in Bloeimaand des jaars 1654 (3?). S. John en Strikland, te Londen te rug gekeerd, deeden zulk verflag van hun. gezantfchap , dat men , niet lang hierna, befloot, in oorlog te treeden met de Vereenigde Gewesten. Men hadt, hier, gee- ne gezindheid getoond, tot de vereeniging der twee Staaten , op welke de Engelfchen gefteld waren. Doch om het Parlement niet te verftooren, hadt men zig gehouden by algemeene betuigingen van genegenheid , om de oude Verbonden van Koophandel te ver- nieuwen, en heiliglyk te onderhouden: waar- in de Enjelfchen zo weinig voldoening von- den , dat Jolm Thurïoe, thans Geheimfchryver der
O) Rel"0'- Ho11- '5» l8» x9 April, 1, ixAky 1651. W.190,
191,193, 213, »57. £58; „ , ., . . .. . Cy) Aitzema III. Deel, W. 637.640, 657-664, 694, 927.
Thuulok's Papers, Fol. i. p. ij6, 177, 170, 181, i8a, 1833 187, 188, 189, 190, 191, 191. Aft. Puül. Angl. Tom. IX» P' ÜLp. 144, 145, 146, 148-15«. |
||||||||||||
i6s,t.
|
||||||||||||
Zy kee-
ren, on- verrigter wake, |
||||||||||||
en doen
nadeeiig ■»erflag van hun Gezant- schap.] |
||||||||||||
/
|
||||||||||||
XLVI.BoEK. HISTORIE. au
|
|||||
der Gezanten, daarna des Raads van Staate in itsgi;
Engeland, en eindelyk van Kromwei, in ee- .. nen Brief uit den Haage , gedagtekend den
zestienden van Zomermaand , fchreef „ dat n de Staaten voor eerlyke luiden en goede na- >j buuren zouden hebben mogen gehouden n worden , zo men 'er meer niet van gewee- »ten hadt, dan duure betuigingen van vriend- n fchap, en aanbiedingen om , op den voet »van 't Verdrag van den jaare 1495 [1496], 5j met de Engelfchen , te willen handelen ; »doch dat het verblyf der Gezanten in den j> Haage gelegenheid gegeven hadt, om te » ontdekken, dat zy van den zelfden ftempel j) waren als de Schotten en Franfchen , met „ welken zy omgingen. Dat zy van deezen n geleerd hadden, hooge betuigingen te doen, j, terwyl zy niet van zins waren, meer van de- „ zelven naar te komen, dan met hun fchyn- P, baar belang overeenkwame ; waarin hy , „nogtans, vertrouwde, dat zy, voor tegen- jj woordig , hun oogmerk niet bereiken zou- „ den." Hierby voegde hy „ dat de Leden wder groote Vergadering de Krygs- en an- „ dere zaaken meenden geregeld, en den Staat „ op eenen vasten voet gebragt te hebben ; „doch dat het volk niet zeer voldaan was, n over zyne Overheden (z)." Uit dit fchryven, is af te neemen, dat de , xx^
Engelfchen zeer verbitterd waren op deezen 'IL"le" Staat, daar men nog groote geneigdheid toon- geeftee- de voor het Huis van Oranje, welk zo na met ne Me Karel den II. vermaagfch'ipt was. Men wil, dat uit,waar«
o door da
C*") Thuuloe's Papers, VtU I. p. i85. Aft.Publ.Angl.ro»;.
IX. P. lil. p. 1.J9. O a
|
|||||
ata VADERLANDSCHE XL VI. Boss;
1Ó51. S. John in 't byzonder de Aft; van 't Parle-
-------ment doordreef, die, federt, zo vermaard ge-
Holland. worden is, en ABe tot aanwas van Scheepvaart
Zeeuw- en Koophandel genoemd vverdt. Zy was den ne-
fche genden van Wynmaand gedagtekend, en hielde
handel op in „ dat geene voorcbrengfels van Azia, Afri-
En;fdi|nd n ka of Amerika in Engeland zouden mogen
j^[a_ey ngebragt worden, anders dan met fchepen,
riceid ;j die Engelfchen toebehoorden , en , voor 't
wordt. „ grootfte gedeelte, met Engelsen Bootsvolk,
jj bemand waren. Dit geerie voortbrengfels
„ van Europa in Engeland zouden mogen wor-
w den gevoerd, dan met Engelfche fchepen,
n of met fchepen van het volk, dj ar de goede-
„ ren vielen, voortgebragt, of gemaakt waren,
„ mids men dezelven niet van vreemde Plaat-
„ len; maar alleen van die, daar ze vielen en
„gewoonlyk eerst gefcheept werden, in En-
„ geland bragte. Dat geenerlei Kabeljaauw,
„ Haring of andere zoute visch , ook geene
„ Walvisfchen , Walvis chbaarden of ïraan in
„ Engeland zou mogen komen, of van daar uit-
„ gevoerd worden, anders dan met Engelfche
„fchepen. Dat dit verbod zig nogtans niet
„zou uieftrekken over Bulliosn , noch over
„ goederen , genomen by wege van fchäver-
„ haaling , noch eiudelyk o-er zyde of zyden
„ (IcfFen , te lande uit Italië gebragt, tegen
„ Engelfche waaren; welke zyde en zyden ftof-
„fen men, te Oostende, Nieuwpoort, Rot-
„terdam, Middelburg, Amfterdam, of in ee-
„nige andere Havens daaromtrent, zou mo-
„gen laad en , onder geregtelyke verklaaring,
„dut zy, tegen Engelfche waaren, gekogt of
|
||||
XLVLBoek. HISTORIE. 213
|
|||||
?, ingeruild waren C<0-" Men befpeurde, zo 1051.
dra deeze Adte in 'c licht kwam, dat dezelve, •-------
eigenlyk, ftrekte, om den Handel der Hollan-
deren en Zeeuwen op Engeland, die grooten- deels in vreemde goederen beftondt, in den grond te bederven. De Staaten, hieruit eene wisfe vredebreuk te gemoet ziende, raadpleeg- den, terftond, op het afvaardigen van een bui- tengewoon Gezantfchap naar Engeland (£_). Midlerwyl, deedt het Parlement, in Slagt- riet ver- maand, eenen ftap, die de verwydering nog leent grooter maakte, geevende Brieven van * Scha- b"ne^a, verhaaling uit aan byzondere Perfoonen, wel- veri,aa. ken men verftondt, benadeeld te zyn, door in- ling. gezetenen van deezen Staat. Terftond hierop, 'Repre- liepen twee Engelfche Oorlogsfchepen in zee, fmUe' die den Hollanderen en Zeeuwen, in korten tyd, merkelyka nadeelen toebragten (c). De De Staa- vyandlykheden der Engelfchen waren oorzaak, ten zen- dat men het buitengewoon Gezantfchap fpoe- de? een diger afvaardigde, dan anders gefchied zou gewoon zyn, alzo eenige Gewesten niet ongenegen wa- Gezant- ren, om met de tegenwoordige Regeering van ft'iaP Engeland te breeken. Doch Holland en Zee- naj>r En" land bragten te wege, dat het Gezantfchap, in sean Wintermaand, gereed was, om te vertrekken. 't Beftondt uit Jakob Kats en Gerard Schaap Pieterszoon, van wege Holland, en Patdus van de Perre, Penfionaris van Middelburg, van we- ge Zeeland. Kats hadt, kort na 't fcheiden der Kats lege groote Vergaderinge, 't Raadpenüonarisfchap hetAmpc O) Zie de A&-, by Aitzema IIT. Deel, hl. 66y.
( b) I.udlow* Menioir.'i Fol, !. p. '.r>4- Ccj Notul. Zeel. 22 Febr. 1652. hl. 34. Rapin TWi IX. p-
52. AlTZllMA III. Desi, lil. 668, bfxj, O 3
|
|||||
si4 VADERLANDSCHE XLVI. Boek,
|
||||||||
165t. van Holland nedergelegd. Hy was, na dat hem
de Staaten, op zyn aanhoudend verzoek {d), |
||||||||
penfiona- den zevenentwintigiten van Herfstmaand, ont-
ns"eder' üaagen hadden van zynen dienst, in de Ver- voor'de gadering van Holland, op de knieën gevallen, tweede eerst God dankende, dat hy hem , in zyne ge- reize, aan wigtige bediening , zo veele jaaren, bewaard Pau^ hadt, en daarna de Staaten , voor de gunst, draagen nem beweezen. De waardigheden van Groot- worde Zegelbewaarder en Stadhouder der Leenen bleef hy egter behouden. Ten zelfden dage, was, in zyne plaatfe, verkooren tot Raadpen- fionaris Adriaan Pauw, Heer van Heemftede, die dit Ampt, te vooren, nog eens, bekleed hadt. Hy liet zig, niet dan met moeite, be- weegen, om het andermaal te aanvaarden, be- geerende, eer hy den eed wilde doen w dat hy „van zyne bedryven aan niemant dan aan de „ Staaten van Holland en Westfriesland re- n kenfehap zou verfchuldigd zyn ; nimmer wvoor byzonderlyk gemagtigde Regters te „ regt gelleld worden; de Privilegien des „ Lands en der Stad Amfterdam in 't byzon- n der behouden; Brieven van befchermiüg en n fchadelooshouding verwerven van de Staa- ,j ten, en ontflaagen zyn van buitenlandfche Men uitheemfche dienften:" aan 't bedingen van welke punten te zien was , dat de Raad- penfionaris het jaar iói8 niet vergeten hadt (js). Doch de Staaten haalden hem over, tot het aanvaarden van het ampt, terwyl zy nog raadpleegden op het gene hy van hun be- geerd (d) Refol. HoU.soü/aj, l5.?»;v,so?«/iyiö5i.M,257,28jB40oi
C«> AIT2CMA III. Ht*h W. OOj, 604. |
||||||||
XLVÏ.Boek. HISTORIE. 215
|
|||||
geerd hadt (ƒ). Hy bekleedde nogtans het 1651.
Raadpenfionarisfchap , welk, na de dood des-------
Stadhouders, lastiger en tevens aanzienlyker
geworden was dan te vooren, nog geen ander- half jaar. De biiitengewoone Gezanten, Kats, Schaap XXII.
«n van de Perre, kwamen, nog voor 't einde ^3^.6" des jaars te Londen, en hadden, den negenen- oézanten twintigften van Wintermaand , openbaar ge- in Enga- hoor in 't Parlement. Kats deedt de aarsipraak, land. waarin hy te kennen gaf, dat de Staaten, zy ne meesters, overboodig waren, om een naauw Verbond van Vriendfchap en Koophandel met Engeland (e fluiten. Doch de handeling ging 1652. traaglyk voort. De Gezanten werden gewee-------
zen aan den Raad, daar zy het intrekken der
Afte van den negenden van Wynmaand, en het te rug geeven der jongst genomen' fchepen vorderden. Maar men hadt hier geene ooren «aar. De Gezanten beflooten, hierom, federt, In onderhandeling te treeden over een onder- ling Verbond van Vriendfchap en Koophan- del, uit zesendertig punten beftaande, en, zo veel de tegenwoordige tceftand der zaaken ge- hengde, gerigt naar het Verdrag van den jaa- re 1495 [1406]. Doch in 't overweegen dee- zer punten, gaven de Engelfchen, van tyd tot tyd, te veiftaan, dat zy den handel der Inge- zetenen van deezen Staat op Engeland en op de Engelfche Volkplantingen buiten Europa merkelyk dagten te befnoeijen, Ook dreeven ze, fterker dan immer te vooren, hun regt tot de visfehery in, en hunne volftrekte heerfchap- py
CH Refol. Holl. 27 Stft, a,/i 03.1651. bl.482, 501, 512,513.
O4 |
|||||
ai5 VADERLANDSCHE XL VI. Boek;
1652. py over de Britfche zeeën, begeerende dat dee-
r ze, door elk, met het ttryken der vlagge voor de Engelfche Oorlogsfchepen , erkend werdt.
Zy beweerden zelfs regt te hebben, om de Ne- derlandfche fchepen, in zee, te doorzoeken. Al het welke den onzen vreemd in de ooren klonk, en elk, hier te Lande, verfterkte in het vermoeden, dat Engeland oorlog zogt. Mea handelde over het Verdrag, tot diep in Bloei- maand, zonder iet te können fluiten. Willem Nieuwpoort, Raad in de Vroedfchap te Schie- dam, was, midlerwyl, ook in Engeland geko- men , om de gefchülen tusfchen de tv/ee Oost- indifche Maatfchappyen te vereffenen; by wel- ke gelegenheid, het voorgevallene in Amboina, 't welk al dertig jaaren geleeden was, wederom werdt opgehaald : doch men kon eikanderen niet verflaan (g). En voor 't einde van Bloei- maand, viel 'er iet voor, dat de verwydering grooter maakte. XXIII. ' De Staaten hadden , zo dra de Engelfchen Toerus- de vyandlyklieden , door het verkenen van ring ter brieven van Schaverhaalinge, en door het zce* neemen van eenige fchepen begonnen hadden, bedoelen, eene Vioot van honderdenvyftig fchepen in zee te brengen, tot beveiliging der fcheepvaart en visfeherye. De Luitenant-Ad- miraal, Maarten Harpertszoon Tromp, die 't opperbevel over deeze Vloote hadt, verzamel- de, in 't begin van Bloeimaand, de fchepen voor Scheveningen (£), en verzeilde, met een gedeelte, van daar, tot tusfchen Duinkerken en
(g) Thurlob's Papers Vol. I. p. 205. Aitzema III. beela
U. 804-710, 2V>- 74°- '^aptn Toni. IX. p. 52. (A) Uoü. Merk, vm 1652. tl. 31. |
||||
XLVI.BoEK. HISTORIE. 217
en Nieuwpoort, daar hy eenige dagen leggen ^ssi
bleef. Hy hadc last, om zig, in 't ftryken der-------.
vlagge voor de Engelfchen, welker kusten hy
myden moest, te gedraagen naar zyne befchei- denheid. Voorts moest hy de fchepen deezer Landen befchermen, tegen elk, die ze, in zee, onderzoeken, of neemen wilde, dezelven ook herneemende, als ze genomen waren (f). Het uitrusten deezer Vloote hadt de Engelfche Re- geering verder verbitterd; fchoon de Gezan- ten verzekerd hadden, dat men 't, daarmede, enkelyk gemunt hadt, op 't beveiligen der zeevaart, geenszins op het befchadigen der Engelfchen : die hierop hadden aangemerkt, dat zy, zo men over een onderling Verbond kon overeen komen, alleen, het beveiligen der zeevaart op zig wilden neemen (&): 't welk de onzen hun nogtans niet ligt zouden hebben toe- vertrouwd. De Engelfche Vloot, onder den Ontmoe- Admiraal Robert Blake, was, ondertusfchen, £"gtlls" ook in zee geloopen, kruisfende op de Engel- j^" e0 fche kusten,met vyfcig fchepen. Tromp, twee- Tromp, enveertig fchepen onder de vlagge hebbende, voor werdt, door hard weder en tegenwind, ook Douvres. derwaards gedreeven; doch hieldt eerlang af, wykende naar Cilais. Hier egter verneemen- de, dat zeven ryke Straatsvaarders, door twaalf Engelfche Oorlogsfchepen, onderzogt wer- den , en gevaar liepen van genomen te wor- den , zeilde hy wederom naar de Engelfche kust, daar hem, voor Douvres, op den negen- entwintigften van Bloeimaand , de Admiraal Bla-
CO Aitzf.ma Hl. Deel, hl. 713, 714.
(,t) AlTZEMA III. Dttl, II. 702, 7ctf. |
|||||
O5
|
|||||
si 5 VADERLANDSCHE XLVLBoe*.
|
|||||
1^52. Blake ontmoette; waarop hy, met het uitzet-
— ten zynerBoote, en met het inneemen der zei- len , uitgenomen de beide marszeils, die ter halver ftenge nedergelaaten werden , gereed- fchap maakte, om der Engelfche vlagge eer te bewyzen. Doch eer dit gefchied was, fchoot Blake twee fchooten over Tromps fchip; waar- op niet geantv/oord werdt. Maar op een' der- den antwoordde Tromp met een' fchoot, die door Blakes vlagge vloog. Blake, toen Tromp de zyde toekeerende, gaf hem de volle laag. Tromp bleef hem niet fchuldig. De Vlooten raakten in een hevig gevegt, welk vier uuren duurde , en door den nagt geëindigd werdt. Tromp miste twee fchepen; doch 't eene kwam, zwaar befchadigd , nog wederom by 's Lands De Ad- Vloote. De beide Admiraalen gaven elkande- miraaien ren de wyt van de vredebreuk. Doch Blake geeven heeft niet duidelyk durven verklasren, dat e'^*n,^e" Tromp hem eerst de laag gegeven hadt: daar wyt van verfcheiden' Nederlandfche Scheepsoverften de vrede- verklaard hebben, dat Blake den eerften aan- breuk, val hadt gedaan (/). Sommigen meenen, dat beide Blake en Tromp last hadden, om zig, om- trent eikanderen, op zulk eene wyze, te ge- draagen, dat niemant bleeke den aanvaller ge~ weest te zyn (tn). Doch de Staaten, immers die van Holland en Zeeland, hadden zo veel re- den , om den oorlog met Engeland te fchuwen, dat het niet te vermoeden is , dat zy Tromp ziük een' last zouden gegeven hebben. Ook is 'er my geen blyk altoos van voorgekomen, 't Gerügt van 't gevegt verfpreidde zig terftond door
CO Zie Ae beide Verh. Jy AiTZBMA lik Dsel, il. 711, ?13«
{mj Rapin Turn. IX. ft 53. |
|||||
XLVI.BoEK. HISTORIE. 319
door Londen; daar men riep, dat de Staaten 165a.
de Vrede met het Gemeenebest gebroken had--------■
den. De Gezanten leeden eenigen hoon van 't
graauw ; waarom het Parlement hunne woo- ning, te Chelfea, met eenige Ruiters, deedt bezetten. Weinige dagen daarna, gehoor ver- De Staat- worven hebbende in den Raad, weezen zy aan, fche GSm „ dat Tromp, buiten zyne fchuld, in 't gevegt ^"kén „ geraakt was , ten minde , dat zyn bedryf Tromp v den Staaten niet geweeten moest worden, te ver- j, die hem geenen last tot het pleegen van de fchoo- „ minfie vyandlykhejd gegeven hadden." Doch ten" daar verliepen wel veertien dagen, eer zy, van wege het Parlement, eenig antwoord ontvin- gen. Eindelyk, gaf men hun te verflaan, dat het Parlement herftelling zoeken zou van 't ou- gelyk, tot hiertoe, geleeden, en verzekering, voor het toekomende. De Staaten, kennis ge- pai!W kreegen hebbende van 't gevegt, zonden den komt.ten Raadpenfionaris Pauw , in buitengewoon Ge- «iWen zantfchap, naar Londen, om 't voorgevallene e"™.'11' met Tromp te verfchoonen, en de verfchillen, janci." door minzaame onderhandeling, weg te nee- men. Doch hy flaagde kwalyk. Het Parlement vorderde volkomen' vergoeding van de onkosten, die men, ter oorzaake der uitrustinge van de Staaten , en van 'c voorgevallene voor Dou- vres, hadt moeten maaken. 't Bleek, allenthal- ve, dat men, in Engeland, geene vrede in den zin hadt. Pauw en de andere Gezanten namen, derhalve, op den denden van Hooimaand, hun affcheid , zonder zelfs eenigen flilftand van vyandlykheden te hebben können bedingen f«). Wei-
O") Tmurloe's Papeis, VoL t. p. 207. Liidlcws MeinuirS
f«, I. p. 35<-'. Aitzema III. Deel, H. 715-721, |
||||
220 VADERLANDSCHE XLVI.Boek;
Ï652. Weinige dagen te vooren, hadt Tromp last
------- gekreegen van de Staaten, om de Engelfche
xxiv. Vloot aan te tasten, en alle mogelyke af breuk
10° wordtte ^oen. ^ok ^reeg de Kommandeur Kats, vooi-tge- die, in de Middellandfche zee, op de Franfche zet. Oorlogsfchepen paste, bevel, om tegen deEn- gelfchen aan te gaan; welk bevel, naderhand, ook aan Jan van Galen, die hen! opvolgde (V), gegeven werdt. Tromp ontmoette , onder Schouwen, op den dertienden van Hooimaand, twee fchepen, die de Gezanten herwaards voer- den. Hy opende hun zynen last, en zy moe- digden hem aan, om dien, naar behooren, uit Pauw te voeren. Nogtans werdt Pauw, federt, naar- raakt by't gegeven, dat hy den Luitenant-Admiraal hadt gemeen ZOeken op te houden, of hem het aantasten der in haat. £ngeifchen te ontraaden. 't Welk hem, by 't gemeen, in zo groot een' haat bragt, dat zyn Huis in den Haage, en het Slot te Heemftede zelf, metplondaring, gedreigd werden: op de Staaten van Holland hem, by een open- baar Plakaat, zuiverden van de aangewreeven' kladde , en in hunne byzondere befcherming namen (ƒ>). .Tromp nam, in Hooimaand, ee- nige Engelfche visfchers; doch Blake maakte zig, wat laater, meester van een groot getal Nederlandfche Haringbuizen, en zelfs van der- tien fchepen , die tot geleide derzelven dien- den. Op de tyding van deezen ramp, maakte Tromp zig gereed , om Blake aan te tasten; doch een geweldige ftorm , die den vyfden van Oogstmaand opftak , verftrooide 's Lands Vloot, die , zwaar befchadigd in de havens dee-
(i)~) AtTZF.MA III. Jied, hl. 74.7, 748.
(» Kcfol. Huil. 9,16,24/*«?. 1652.*/.331, 333>342) 37<*
|
||||
XLVI. Boek. HISTORIE. 221
deezer Landen te rug keerde. Ondertusfchen 1654;
was 'er, van wege 't Parlement van Enge- •
land, eene Verklaaring in 't licht gekomen,
waarby de fchuld der vredebreuke geheellyk gefchooven werdt op de Staaten, die, van hun- nen kant, eene diergelyke verklaaring lieten uitgaan, ftrekkende, om hun gedrag te verde- digen , en het Parlement in 't ongelyk te Hel- len. Ten zelfden tyde, beflooten ze den oorlog tegen de Engelfchen te voeren, by wege van Reterfie, of op gelyk weerom Qf), en nog eene Vloot in zee te brengen over welke de Rui- ter 't bevel kreeg; alzo Tromp, in de ongunst Tromp in van veele Leden vervallen was, federt de ont- ongunst» moeting met Blake, en het ongeluk, hem, in den jongften ftorm, overgekomen. Zelfs hiel- den fommigen hem verdagt, dat hy, uit zugt voor het Huis van Oranje, de Landen, in ee- nen oorlog met het Gemeenebest van Enge- land, hadt willen inwikkelen (>). De Ruiter, Gevegt met omtrent dertig ligte Oorlogsfchepen en ^00r agt branders, geloopen zynde naar de Hoof- mJüth den, raakte, op den zesentwintigilen van Oogst- tusfchen maand, voor Plymouth, in een hevig gevegt Askueen met den Engelfchen Vice - Admiraal, George de Rui" Jskiie, die veertig Oorlogsfchepen onder zig ter' hadt, en eerlang genoodzaakt werdt te wyken Baar Plymouth , daar de Ruiter hem ander- maal aangetast zou hebben, was hy niet, door tegenwind , belet geworden (V). Nu verge- noegde hy zig met het geleiden der Koopvaar- rfyfchepen, welken hy by zig hadt, in behou- den f/ß 7.h decze Verklaar, hy AlTZElM III. Deel, II. 7a», 735,
\'r') Tn'ip.r.oE's Papers, Vol. I. p. 253, 462. £,•) Dr U'itt ßrieve» V. üa>U U- 14. |
||||
sift VADERLANDSCHE XLVI.Boek.
|
|||||
1652. den haven. Doch, in 't begin van Wynmaand ,
-------voegde hy zig by de Vloot, onder den Vice-
Twcede Admiraal Witte Korneliszoon de Witte, die
'2e voor de Vlaamfche kust kri"st:e° ßlake en As-
BiafeeTn kue kwamen hier, eerlang, voordewind, op de witte, hem af. Men raakte flaags, op den agtften. De Witte en de Ruiter kweeten zig dapperlyk. Ook eenige Kapiteinen. Doch wel twintig anderen hadden zig uit den ftryd weeten te houden, en waren, met den nagt, die \ gevegt fcheidde , afgedroopen. Den volgenden og- tend, kwam de Engelfche Vloot wederom af op de onze, om 't gevegt te hervatten: 't welk de Ruiter ontiïedt, voornaamlyk, ter oorzaa- ke van 'svyands groote overmagt. Men ont- week den ftryd dan, en zeilde, met de Vloot, naar 't Vaderland. Doch 't leedt niet lang, of de Staaten bragten, op nieuws, eene Vloot in zee, over welke Tromp, die, in den oorlog ter zee, meer dan iemant hier te Lande, ervaaren, en daarenboven ten hoogfte bemind was by 't bootsvolk, nu wederom het opperbevel kreeg (V). Onder hem, zouden Jan Everszoon, de Witte, de Ruiter en Pieter Floriszoon gebieden. Doch de Witte bleef, door ziekte, aan land, en de Ruiter kreeg 't bevel over zyn Esquader. De gantfche Vloot beftondt uit omtrent ze- ventig meest gehuurde fchepen , welken men ten oorloge hadt uitgerust. By dezelve, had- den zig omtrent driehonderd Koopvaarders gevoegd, die Tromp tot by Kaap Lezard en Engelands einde geleiden moest. Doch op den tienden van Wintermaand, ontdekte hy de En- gel- CO Memoir. de GuiChe Introä. p. ij. |
|||||
^LVÏ.Boek. H I S t O R I Ë. Mi
|
|||||||
gelfche Vloot onder Blake, leggende tusfchen ié$ii
Douvres en Falfton, digt onder den wal. Ten-------.
drie uuren na den middag, raakten de Vlooten Zeeflag
vinnig aan eikanderen ; hoewel een groot ge- £P d* deelte der Scaatfche geen deel hebben kon aan ^.hfkust 'c gevegt. Jan Evertszoon en de Ruiter kree- tusfchen gen den meesten last op den hals; doch Tromp Blake en flondt. hun trouwelyk by. Twee Engelfche Tromp, fchepen werden veroverd. Van de zyde der Staaten, raakte Kapitein Juinbol, door zyn ei- gen vuur, meent men, aan brand, en verdronk met al zyn Volk. Tegen den avond , werdt Blake genoodzaakt te wyken naar de Theems, terwyl Tromp zee hieldt. Blake was gekwetst geworden; en dit ongeval hadt eenige wanor- de veroorzaakt, in de Engelfche Vloote (u). Des anderendaags, werdt nog een Engelsen Oorlogsfchip en een Koopvaardyfchip geno- men, door de onzen. Na 't wyken van Blake, hadt Tromp de zee ruim, om de Koopvaardy- vloot tot aan het Eiland Rhee te geleiden; van- waar hy een groot getal Straatsvaarders, wyn- en zoutfehepen, veilig, naar 't Vaderland te rug voerde (v): waarmede de Krygsbedryven ter zee, dit jaar, beflooten werden. Doch omtrent deezen tyd , kreeg men be- XXV;
rigt, dat de vyand een' toeleg gefmeed hadt, Aanfla« om, door middel van vuurtuigen, heimelyk in schepea gehuurde fchepen gemetfeld , de fcheepsmagt en Ha- van deezen Staat, in de Havens leggende, de vens des* Havens zelven , en de voornaamite Koopfte- *er Laa" den, aan brand te fteeken en te vernielen. Men yee"d^. heeft gen.
O) Rapin Tom. IX. p. 55. (VJ AlTZBMA UI. Deel, hl. 747, 748, 74g 750, 760, 76I,
ld, 764. G. Brandt Ue Ruiter, il. 31-36.
|
|||||||
»a* VADERLANDSCHE XLVI.Boek;
16^2. heeft nog een' brief, door zekeren Nikolaas ï&
—— Clerecquc, Ingenieur te Duinkerken, aan den Raad van Staate , te Londen , gefchreeven, waarby hy aanneemt, Middelburg, Vlisfingen en Veere den Engelfchen, binnen drie weeken, te leveren (w). Üok fcheenen 't de Engelfchen op den Brieie gemunt te hebben, waarvan men , ledert, in den Haage, kennis kreeg (x). De Staaten, die zig verbonden hadden, den naam des ontdekkers geheim te houden, ftelden ter- llond orde, om 't gevaar, welk hun dreigde, af te weeren. Doch hierop volgde niet na- ders : 't zy dat de Engelfchen van voorneemen veranderd waren , of, verneemende , welke voorzorg men hier droeg, vermoeden kreegen van de ontdekking, en hierom fchroomden den gevaarlyken aanflag in 't werk te ftellen (jy)« Wat laater, werdt den Staaten ook een geheim middel voorgeflaagen om de Engelfche fche- pen, door een fchuitje, welk onder water vaa- ren kon, van onderen, in brand te fteeken (z). Doch ik vind niet, dat men 't bezogt heeft. XXVI. De oorl°g f1161 Engeland verwekte, midler- Bewee- wyl, verfcheiden' beweegingen onder 't ge- pingen in meen, in Holland en in Zeeland, die, door de Holland vrjenden van het Huis van Oranje , gevoed 7«iand. werden (a). In Holland, hadden eenige Ste- " den beflooten, voortaan, geenen Stadhouder te gedoogen. Ook liet men daar 's Prinfen vlag- gen en vendels veranderen: 't welk, door 't ge- meen, (w) Thijbloe's Papers, Vol. I. p. 233.
Ixj Secr. Rcfol. Holl. 7 April 1653. I. Deel, bl. 33- (y)Refol. Hoi!, 21 Oêtob. 1652. bl. 490. G. BlUNDT de Ruiter, bl. 36. (z) Secr. ReM. Holl. 10 Maart 1653. I, Deel, U. 3, O?; Oh Wjtt Brieven V. Deel, il. 30. |
||||
XLVÏ.Böek. HISTORIE, aas
ineen, in den Haage, zo kwalyk genomen 1652.
werdt, dat fommigen beftonden, de verander--------
de burgervendels-', met hagel,boonen en erwe-
ten, aan flarden te fchieten, en met het losfen van hun geweer, by nagt,merkelyke onrust te verwekken. Ook werdt de tegenwoordige Re- geering van Holland, onder den naam van Los- vefleinfche Fa&ie, haar aangewreeven, om dat zy de zes Heeren,die,in 't jaar 1650, op Loe- veftcin gezeten hadden, voorftondt, in ver- fcheiden'fchirhpfchriften, vinnig, doorgeftree- ken (b') : waartegen, by een openbaar Plakaat, in Oogstmaand, voorzien werdt (Y). Veelen riepen, dat de Staat een hoofd ontbeerde, en, zonder Stadhouder en Kapitein-Generaal, niet beftaan kon.' Doch men wist, in Holland, middel, om de beweegingen, in de meeste Ste- den, te ftillen, of te voorkomen. TeAmfterdam Oproer zelfs, daar , in Herfstmaand, merkelyke op- te Am- fchudding verwekt werdt, door de matroozen fterdam' van 's Lands Vloote, die volle betaaling vor- derden , of niet langer dienen wilden, bediende de Wethouderfchap zig van de foldaaten, om den oproer te ftillen, die zelfs, in eenige belha- mels, geftraft werdt. Doch,terwyl de misdaa- digen gehangen werden,ontftondt 'er, uit lou- teren fchrik, zulk eene beroerte onder de aan- fchouwers, dat fommige foldaaten, bedugt voor eenen oploop, vuur gaven op de menig- te: onder welke, agt gedood en veelen ge- kwetst werden. Doch dit baarde zo veele ont- fteltenis, dat veelen, in 't vlugten, onder de voet
(b) Relol. Hol!. 3 Aug. 1652. il. 319. Aitzcma III. Dal,
lil- 739. 752. (O Groot Plakaatb. I. Dal, kol. 457. XII. Deel. P
|
||||
aa6 VADERLANDSCHE XL VI. Boem;
KJ52. voet raakten, en vertrapt of in 't water gedron«
■------gen werden. De Kapitein Kommelin,verargt,
dat hy last tot fchieten gegeven hadt, week ter
Stad uit, en werdt eerlang, openlyk, inge- daagd. Een Luitenant, Sebastiaan Ludolfvan Eizen genoemd, werdt vastgehouden. Hy be- kende, gezeid te hebben, fehlet 'er onder, heb- bende hy de opfehudding aangezien voor 't bedryf der matroozen, die de Regtsoefening kwamen ftooren. Hy zat tot in 't volgende jaar, en verwieif toen, op hooge voorfpraak, Brieven van vergiftenis (d). Maar Kommeliii werdt onbekwaam verklaard, en uit Amfter- dam gebannen (e). Doch 't bleek niet, dat men 't,met deeze beweegingen,aangelegd hadt, op het bevorderen van de belangen des jongen Prinfen van Oranje. Ondertusfchen, was 'er, ter oorzaake van de beroerte te Amfterdam, nog iet gebeurd, welk hier verdient gemeld te worden. De Regeering hadt, terftond na 't ftraffen der misdaadigen, eene foort van alge- nieene vergiffenis laaten afkondigen, voor al- len, die deel aan den oproer gehad hadden. Doch de Staaten van Holland, zulks aanzien- de als eene inbreuk op hunne Souverainiteit, aan welke alleen het regt behoort, om ver- giffenis te verkenen van openbaare misdaa- den, toonden 'er zig zeer over gebelgd. Am- ilerdam erkende, uit hoogen nood, en zon- der kwaad oogmerk, tot deezen ftap geko- men te zyn. Doch de Staaten hielden zig niet voldaan, voor dat de Stad beloofd hadt, zig, voort-
(d~) Rcfol. Holl. \6 OS. 1652. bl. 462. 3 Maart 1653. tl. 84*
(«J Air/EMA III. üatl, tl. 746, 874. Huil. Merkur. v«b 1652. tl. yl. |
||||
XLVI.BoEK. HISTORIE* aa/
voortaan, in diergelyke gelegenheid, altoos, 165s.
aan hunne Edele Groot-Mogendheden te zul--------»
len vervoegen (ƒ).
In Zeeland,verklaarden veelen zig, door het XXVIL
draagen van Oranje-linten, openlyk, voor 's De Stas- Prinfen vrienden* 't Gemeen en de Predikanten giiiand yverden hier zo fterk voor 't Huis van Oranje, befluiten dat de Staaten van 't Gewest, welken de Ge- den Prins meente, gelyk iemant, ten deezen tyde, fchreef, va« o boven 't hoofd fcheen gewasfen te zyn (g), op "n,e te den voorflag van Middelburg, in Herfstmaand, frakken een befluit ontwierpen „ dat de jonge Prins be- tot Stad« w hoorde voorfchikt te worden tot Kapitein houder. w en Admiraal - Generaal, over de Land - en „ Zeemagt van den Staat, en dat Graaf Wü- hlern van Nasfau, Stadhouder van Friesland, „ geduurende 's Prinfen nünderjaarigheid, tot j, zynen Luitenant behoorde te worden ver- „ kooren (£)." De Staaten van Holland, dit Poogif». befluit te gemoet ziende, hadden het, door ee- gen van ne bezending, gezogt te voorkomen. Op 't Ho"»nd» einde van Oogstmaand, waren Joan de Witt, uUvoe- Penfionaris van Dordrecht, Joan Huidekoper, ring van Heer van Maarfeveen, Burgemeester van Am- du be- fterdam , Jakob van Niewfiad, Schepen te Alk- fluit te maar, en Frarcois Riccen ,Perifionaris van Pur- ™°r 0* merende, naar Zeeland afgevaardigd, onder ee- nig ander voorwendfel; doch met uitdrukkely- ken last, om het befluit op het Kapitein - Gene- raalfchap te voorkomen. Terwyl de Staaten,to Middelburg, buiten gewoon, befchreeven wer- den, (ƒ) Wicoi'ïp^Rt Livr- VI. p. 334-
( g) Df Witt Brieven v. Deel, tl. tu O) Notul. Zeel. 33, 26 Aug. 5, 20, 21 Sept. 1^2. Il, 3«,
844» 3<5i. 3<>5> 393> 33*4' Aitzema UI. Deel, il, 745, |
||||
228 VADERLANDSCHÈ XLVI.Boek.
1652. den,deeden zy een' keer, van Middelburg naar
—-----VlLsfingen. Doch in hun afzyn, kwam 'er een
geweldige hoop volks byeen, voor en in de
Abtdye, daar de Staaten gewoonlyk byeenko« men. Sommigen fpraken iloute taal tegen de Hollandfche Gemagtigden, die zy daar meen- den te zullen vinden, en welken zy den dood dreigden. Ten zelfden dage, hadt men een' Tromflaager, die volk wierf, uit naam der Staaten, de trom van 't lyf gefneeden, om dat hy den Prins van Oranje niet genoemd hadt; gelykhy, daarna, met oogluiking der Regee- ringe, deedt. Men riedt den Gemagtigden, dat zy hun voorftel flegts fchriftelijk overleve- ren, en, zonder gehoord te worden, vertrek- ken zouden. Een of twee Gemagtigden zou- den hiertoe brflooten hebben; doch de Witt verklaarde,dat hy^wat 'er ook van komen mögt, zig gehertigd vondt, om alleen den last, die hun opgelegd was, uit te voeren. Hierdoor, werden ook de anderen aangemoedigd. De Wethuu- derfchap van Middelburg boodt aan, eenige Predikanten te willen beweegen, om 't graanw ftil te houden; doch de Gemagtigden lieten zig verzeilen van eenige Overften en knegten, uit de naaste bezettingen, die zig aan de deur der Abtdye plaarften, en 't grauw buiten hielden. De Gemagtigden deeden toen, 't was de vyfde van Herfstmaand, hun voorftel, vrymoediglyk (j); doch kreegen uitftellend antwoord. Zy vertrokken dan naar Veere, daar zy, by ligten dage, fcheep gingen, zonder dat hun eenige overlast aangedaan werdt. Doch hierop was het
(O De Witt Urieve» V. Deel, U. 4, «-13«.
|
||||
XLVI.BoEK. HISTORIE. ai£
het ontwerp van het befluit gevolgd, waar-
van wy reeds gefproken hebben. Zierikzee en Goes hadden 'er egter nog niet in bewiiiigd. Maar men arbeidde, ondertusfchen,om de an- dere Gewesten, met naame Gelderland en O- verysfel, zo verre te brengen, als Zeeland ge- komen was. In Gelderland, werdthet ftuk op den Landdag gebragt, voor 't einde van Herfst- maand. Maar het Kwartier van Nieuwmegen verftondt hier, dat men, voor het kiezen van eenen Kapitein - Generaal , eerst een Berigt- fchrifc voor hem vastftellen moest, met een- paarige bewilliging van alle de Gewesten. De Edelen van 't Kwartier van Zutfen en de Stad zelve begreepen, daarentegen, dat men, hoe eer hoe liever, behoorde te treeden, tot het kiezen van eenen Kapitein-Generaal. De E- delen van 't Kwartier der Veluwe verftonden 't eveneens. Doch de andere Steden van 't Kwartier van Zutfen en de Steden van 't Kwar- tier der Veluwe ftemden met het Kwartier van Nieuwmegen; zo dat 'er geen beiluit genomen werd (/<r). De Gemagtigden van Holland, ook derwaards gezonden zijnde, hadden hun best gedaan, om 't hiertoe te brengen (/). Ook fehreeven de Staaten van dit Gewest, ten dee- zen tyde, nog eenen ernftigen brief naar Zee- land, hunne Edele Mogendheden verzoeken- de „ het nader vastftellen van 't ontworpen be- w(luit, nog eene wyle, te willen verfehui- „ ven, en vooral niet te gedoogen, dat eenige „ Kerkelylce Perlbonen zig moeiden met zaa- „ken3
(*) Wu:gn»pr>»T Ihr. Vf. p, 361-305.
(>'J D* Wut Brieven V. Detl, U. iSi 20, t8.
P 3
|
||||||
»
1 |
||||||
$3° VADERLANDSCHE XL VI. Boek.
t6$&, „ ken, zo zeer buiten hunnen pligt en beroep;
!------„ 't welk zy zeer fchadelyk hielden, voor de
„ vryheid, zo wel als voor den luister en het
„aanzien der Regeeringe." De Staaten van Zeeland antwoordden , hierop „ dat zy niet „ wisten, dat eenige Kerkelyken zig ftaken in „het werk der voorfchikkinge tot het Kapi- „tein-Generaalfchap, en dat zy, in 't kort, „ Gemagtigden naar den Haage hoopten te „ zenden, om nader, met die van Holland, „te handelen." Ook gefchiedde zulks, in Slagtmaand. De Staaten van Holland benoem- den, terftond, Gemagtigden, om met de Zeeuwfchen te fpreeken. Men befpeurde haast, dat 'er, zelfs in Zeeland, geene fterke begeerte was, om 't werk der voorfchikkinge door te dryven, by de andere Gewesten. De Zeeuw- fche Gemagtigden vertrokken, zonder, des- wege, ter algemeene Staatsvergaderinge, ee- nige nadere opening gedaan te hebben (»O* Ende Staaten van Holland beflooten, op den vierden van Wintermaand, daartegen te ar- beiden, indien het, nu ofnamaals, door Zee- land , mögt ondernomen worden, en te gelyk aan alle de Gewesten te verklaaren, dat Holland nog geene reden zag, om zig, in de raadplee- gingen op het Kapitein-Generaalfchap, ver- der in te lanten (»). De Steden Vlisfingen en Veere in Zeeland namen, daarentegen, kwa- lyk, dat de Zeeuwfche Gemagtigden 't ftuk niet in de Vergadering der algemeene Staaten gebragt hadden. Dit gefchiedde, eindelyk, in Hoojmaand des volgenden jaars, tot groot ge- noe>
(»O Dr. Witt Bri'ivcn V. Deel, U. 41, 33, 45, 4S1
Cv) De Witt Ilrieveu V. Qtel, tl. 56. |
||||
XLVI.BoEK. HISTORIE. 231
|
|||||
noegen van Friesland en Stad en Lande; doch 1653.
tot merkelyk misnoegen van Holland, welk by -----—
zyn voorig befluit bleef (V). Doch 't zal hier-
na beter te pas komen , van den uitflag der handelingen over dit ftuk, breeder berigt te geeven. Onder de Gemagtigden van Holland, die, xxvill.
met de Zeeuwfchen, in Slagtmaand, gehan- DeRaads deld hadden, muntte meest uit, in bekwaam- j^10" heid en in yver tegen het benoemen van ee- pauw nen Kapitein - Generaal, Joan de W i t t , fterfc. Penfionaris van Dordrecht, Zoon van den Bur- ]°fn de gemeester Jakob de Witt, die, in 't jaar 1650, ^"d£ op Loeveftein gebeten hadt, en, federt, in zy- Raaci. ne voorige waardigheden, herfteld geworden penfio- was. De Zoon was zeer gezien by de tegen- naris« woordige Regeeringe, tot zo verre zelfs, dat hem, in Sprokkelmaand des jaars 1653, op 1653« den eenentwintigden van welke, de Raadpen- —"- fionaris Pauw overleedt (jf), het Raadpenfio- narisfehap, welkhy, terwyl Pauw laatst in En- geland geweest was, reeds hadt waargenomen, by voorraad, opgedraagen werdt: en 't leedt maar tot in I Iooimaand Qf), toen hy 'er, met eenpaarigheid van flemmen, in bevestigd werdt (r). Hy verkreeg,volgens gebruik,by 't aanvaarden zyner bedieninge , eene zöge • noemde AEtte van indemniteit van de Staaten, waarby hem vergoeding beloofd werdt voor al het nadeel, welk hem, om het waarneemen van
Co) Refol. Holl. 19 Nw. 14 Die 7(^53. lh 5.32» fia'A. Ait~.
SE MA lil- l)sel, bl. 74-y, 760. 763, 787, [',26. Qf>) Rcfol. Holl. 21, 22 lehr. 11553. *'• ^3 > 65* De Wht
Brieven V. Ii'.el. bl. 83. (f J Refol. Ho». 23 Jtity iö<!3. bl. 376.
(/J AitzsjjaIIL Dsel, bl. 78S, 787.
P4
|
|||||
/
|
|||||
235 VADERLANDSCHE XLVI.Bolk.
16*53. van zyn ampt, mögt overkomen, zullende hy
;------- ook, aan niemant dan aan de Staaten, rtken-
fchap zyner bedryven fchuldig zyn (s). De
Raadpenfionaris de Witt bereikte thans nog geene volle agtentwintig jaaren: doch hy ver- wierf zig haast zo veele agting, dat hy, van fommigen, de wysheid van Holland genoemd werdt (f): hoewel hy, by anderen, voor een' geflaagen vyand van het Huis van Oranje werdt gehouden,en hierom zeer in den gemee- nen haat was («). Hy kreeg, in den aanvang zyner bedieninge, gelegenheid, om zyne be- kwaamheid te toonen, aan het eindigen des Engelfchen oorlogs, die, met het begin dee- zes jaars, feller dan te vooren, ontfteken was, XXIX. Beide de Mogendheden hadden zig, geduu- De oor- rende den winter,bevlycigd,om haare fcheeps- Emreiand maët te vermeerderen. De algemeene Scaa- wordt ten hadden voorgeflaagen, boven de honderd- flerk envyftig fchepen, die zy, in 't voorleden jaar , voortge- grootendeels ten miniten, in zee gebragt had- den, nog honderdenvyfu'g fchepen uit te rus- ten; doch 's Lands geldmiddelen gedoogden zo veele kosten niei". Holland, welk den zwaar- ften last van den Engelfchen kryg te draagen hadt, was buiten ilaat, en ongenegen, om zig nog zwaarer te belasten. Men befloot dan al- leenlyk de Vloot,die nog zee hieldt,in goeden Haatte houden. Tromp lag, in den aanvang deezes jaars, met drie-enzestig fchepen, Voor- sche- en) ReCnl. HoH. 31 July 1653. hl. 387. (!) Du Witt Brieven V. Deel, il. 2H0. Tihibloe's Papers Val ). p. 3«4- Adt. Pohl Angl. Turn. IX. P. U. p. iy4. («i Holi. Merk. y*n 1603. W. 6. Mcmoir. cie GuiaiS
lr.tr. p. 30. |
|||||
XLVI.BoEK. HISTORIE. S33
Scheveningen. Hy hadt 'er twintig gezonden 1653,.
naar de Franfche kust, omtrent Rouan, Ro--------«
chelle en Boufdeaiïx. Op de reeden van Hol-
land en Zeeland, lagen 'er agt of negen. Agt anderen kruisten af en aan de Zond, en om- trent dertig hielden zig in de Middeilandfche zee, onder van Galen. Tromp zeilde, in 't laatst van Louwmaand , wederom naar 't Ei- land Rhee, om eenige Koopvaarders van daar af te haaien. Ook kreeg hy last, om de Rivier van Londen geilooten te houden. Doch eer hy dit ter uitvoeringe brengen kon, v/erdt hy, op den a,rrtentwintigiten van Sprokkelmaand, om- trent Portland, of dwars van S. Andries Land, " ontmoet door de Engeifche Vloot onder Bla- ke , omtrent zeventig Oorlogsfchepen fterk. Tromp hadt een gelyk getal van fchepen on- der de vlagge, by welken zig, daarenboven, omtrent honderdenvyftig Koopvaarders ge- voegd hadden, die naar 't Vaderland wilden. De wederzydfche Vlooten waren zodra niet Zeedag onder 't bereik van elkanders gefchut gekomen, van i1ric of Blake vuurde, van verre, op Tromp, uit das?"' zesendertig ponders. Tromp toefde , tot hy 3"^«" zynen vyand, tot op een' musketfehoot, gena- Tromp. derd was, gaf hem toen de gantfche laag, en, zig in der yl omkeerende, gaf hy hem de laag, nog eens, op dezelfde zyde: daarna omloopen- de, loste hy de derde laag op de andere zyde; waarop een jammerlyk gefchreeuw gehoord werdt onder de Engelfchen. 't Gevegt ging hierop hevig zynen gang. De Ruiter, Kornelh Adriaanszoon Kndk, Izaak Sweers, Poort, Klei- dyk en Regemorter gaven blyken van ongemee- ns heldhaftigheid. Kraik fchoot een Engelsch P 5 fchip
|
||||
«34 VADERLANDSCHE XL VI. Boek.
S653. ^C'UP i° den grond; doch verloor ook het zy-
------ ne. Poort fneuvelde. 't Schip van Sweers
werdt in den grond gefchooten: hy gevangen
genomen. Doch te jonden gekomen, gaf hy, goed Spaansch ipreekende , zig voor eenen Spanjaard uit, verftak zig onder 't gevolg van den Spaanfchen Gezant, en bekwam, eerlang, zyne vryheid weder. Een ander Engelsch fchip werdt, derwyze, gehavend, door Klei- dyk, dat het, onder een deerlyk gehuil van 't volle, te gronde ging. Daarentegen werdt het fchip van Kapitein de Munnik veroverd en ver- brand , door den vyand; dat van Schelte IVig- lema vloog, met al 't volk, in de lugt. De fchepen van de Ruiter, Aart van Nes en ande- ren waren zwaar befchadigd. Doch tegen den avond, zag Tromp, dat omtrent zesentwintig- van zyne Kapiteinen zig van den wind dien- den , om uit het gevegt te raaken. Ook maak- ten, ten zelfden tyde, eenige Engelfche Fre- gatten jagt op de Nederlandfche Koopvaar- ders, die, door Tromp, befchermd werden. Voor 't einde van den ifcryd, welke, tot Zon- nen ondergang, duurde, zonken, ter wederzy- de, nog verfcheiden' fchepen. De nagt werdt hefteed, aan het herftellen der geleeden' fcha- de. Des anderendaags, den eerften van Len- temaand, 's morgens ten tien uuren, werdt het gevegt hervat. De Engelfchen hadden nu 't voordeel van den wind, en 't gelukte hun eerlang, eenige Koopvaarders af te fnyden van de Vioote. 't Schip van de Ruiter werdt zo doornageld van 't gefchut, dat men het treilen, of aan een touw fleepen moest. Omtrent den avond, raakte, ook een Engalsqh fcbip inde» b_rand,
|
|||||
-
|
|||||
XLVI.BoEK. HISTORIE. 235
brand, en toen fcheidden de Viooten van el- NS53.
kandelen. Op verfcheiden' van 's Lands fche- .........-
pen 5 was nu zo groot een gebrek aan buskruid,
dat zy buiten Haat waren, om den vyand tegen te ftaan. Doch Tromp beval, dat zy zig byde Koopvaarders houden, en goed gelaat toonen zouden, als waren ze daar om dezelven te be- fchermen. Ondertusfchen, vorderde 's Lands Vloot, met de Koopvaarders, haare reize naar 't Vaderland. Zy was, met het aanbreeken van den volgenden dag, zynde den tweeden van Lentemaand , gekomen tot op de hoogte van Bevezier, toen 'er de Engelfche Vloot we- derom op afkwam. De ftryd ving, gelyk 's daags te vooreri, ten tien uuren aan. Tromp gaf, in het eerfte treifen, den Engelfchen Vi- ce-Admiraal der blaauwe vlagge de laag , en deedt hem afwyken. Doch eenigen van 's Lands Kapiteinen verlieten wederom den ftryd, ten deele uit lafhertigheid, ten deele, om dat zy hun kruid verfchooten hadden. Maar de Rui- ter , die, fchoon hy nog getreild werdt, zig in 't heetst van 't gevegt hieldt, werdt nu geheel reddeloos gefchooten. Zyn groote en bezaans mast vielen, des anderendaags, overboord, en hy moest zig laaten fleepen naar Vlisfingen. Op het einde van den ftryd, vielen den En- gelfchen nog eenige Koopvaarders in handen. Na Zonnen ondergang, geliet zig Blake, als of hy 't gevegt hervatten wilde. Tromp wagtte hem in, met klein zei]; doch de Engelfche Ad- miraal hieldt, kort daarop, af, en week naar de Engelfche kust: waarna Tromp de reis voort- zettedi, zonder door de Engelfchen vervolgd te worden. De onzen hadden, in deeze dr ie Verlies ila-
|
||||
S36 VADERLANDSCHE XLVI.Bozsi
i(553. fingen, negen Oorlogsfchepen verlooren: de
------- Engelfchen maar vyf of zes. Doch men meent,
ter we- dat zy wel tweeduizend dooden hadden, daar
-ekJa'eu men' van onzen kant' maar vyf-of'zeshonderd
' dooden telde : waaronder agt Kapiteinen. Voorts waren 'er, naar 't verhaal der Engel- fchen, wel veertig; doch, zode onzen verze- kerden , niet meer dan vierentwintig Koop- vaardyfchepen verlooren. De Engelfchen fchreeven zig de overwinning toe. Aan onzen kant, verheugde men zig, dat de meeste Koop- vaarders behouden waren. Ook gaven de Staa- ten van Holland den voornaamiten Hoofden van 's Lands Vloote aanzienlyke gefchenken, 's Lands in erkentenis der beweezen' dapperheid. De Vloot Vloot werdt, zo veel de gelegenheid toeliet, in weder ra ^aat §e^^, om wederom zee te kiezen. Doch in zee. Tromp aanvaardde nu het opperbevel over de- zelve, met grooten weerzin. Hy meende, dat de fchepen te flegt en te weinig in getal waren, om eenig voordeel te behaalen op den vyand, en verklaarde den algemeenen Staaten en den Staaten van Holland, rondelyk, dat hy de wyt niet hebben wilde van de rampen, welken hy, met zekerheid, te gemoet zag. Men beiloot, hierop, dertig nieuwe Oorlogsfchepen aan te; bouwen. Naderhand, vondt men geraaden, den aanbouw van nog dertig andere fchepen te bevorderen. Doch alzo hiertoe tyd noodig was, werdt 'er de tegenwoordige ongelegen- heid niet door weggenomen (V). xxx. Kort na het zeegevegt van drie dagen, cp Van Ga- den veertienden van Lentemaand, hadt de Kom-
fv") Aitzfm* in Deel. bh ?6&> 781, 783, /3"> 733, ?y&
Brandt de Ruiter, H. 3S-46, 47, 4Ü. |
||||
XLVÏ.Büek. HISTORIE. «137
|
|||||||
Kommandeur Jan van Galen, op de kust van 1553.
ïoskane , voor Livorno , eens merkwaardi- |
|||||||
ge overwinning behaald, over eenige Engel- len ver-
fche fchepen, onder den Kommandeur Apple- °vreb"aeij ton. De Staaten hadden , in den Herfst des een;gen voorleeden jaars, van Galen, in de plaats van Eugel« Kats, die klein genoegen gaf, het bevel opge- fche draagen over dertig fchepen van oorloge, die fchepen; in de Middellandfche zee kruisten, en hy hadt, Xw\&L\- kort na zyne aankomst op de Vloote, eene ont ■ andfche j inoeting van klein belang gehad , met eenige zee; Engelfche fchepen. Men was, federt, hier te Lande, misnoegd geweest, dat hy den vyand, die naar Porto Longone geweeken was, niet ernftiger hadt aangetast. Hy deedt dan tegen- woordig zyn best, om Haags te raaken. Zes Engelfche fchepen en een brander, federt ee- nigen tyd in de haven van Livorno bezet ge- weest zynde, kwamen, onder dekfel van agt andere fchepen en een' brander, die van bui- ten genaderd waren, op hem af. 't Gevegt was kort en hevig. In het eerfte treffen, fchoot van Galen den brand in een vyandlyk fchip, dat terftond in de lugt vloog. Daarna werden nog twee andere vyandlyke fchepen en een bran- der in den grond gefchooten: tv/ee fchepen, waaronder dat van Appleton, veroverd. De agt andere Engelfche fchepen, over welken Èodlei geboodt, hielden flegts eenig fchutge- vegt van verre , en bleeven buiten 't heetst van den ftryd; zo dat de overwinning zig vol- fcomenlyk verklaarde voor de onzen. Maar doch van Galen was, met den tweeden kogel, die ïheuveit, £n zyn fcbip kwam, in 't regterbeen zo gevaar- aan een SU/k getroffen, dat men 't hem, onder de knie, wonde* af-
|
|||||||
£38 VADERLANDSCHE XLVLBobi.
|
|||||
»<?53. afzetten moest. Hy lietzig, nadenftryd, te
-------Livorno, aan land brengen, daar hy, den drie- ent wïntigften van Lentemaand , overleedt aan de wonde. Zyn lyk werdt, eerlang, naar't Va- derland gevoerd, en te Amfterdam , in de Nieuwe Kerke, begraaven, daar men hem, op kosten van den Staat, eene pragtige Grafftede opgeregt heeft (w). Zeefhsï Engelfche Vloot, die nu onder bevel voor ftondt van den Generaal George Monk en den Nieuw- Admiraal Richard Deane, was, in Bloeimaand, poort, ook wederom in zee geraakt, en Zeeland langs gezeild, zonder 's Lands Vloot te ontmoeten. In 't begin van Zomermaand , begaf Tromp zig naar Duins, daar hy egter geene vyandly- ke fchepen aantrof. Voor Douvres, vondt hy 'er vyf, waarvan 'er drie veroverd werden. Maar de Engelfche Vloot was naar het Vlie gelievend. Tromp volgde haar derwaards ; doch vernam, op de hoogte van Walcheren , dat de Engelfchen te rug gekeerd, en niet boven tien mylen westnoordwest van 's Lands Vloo- te af waren. Hierop wendt hy 't naar de rivier van Londen, om den vyand te ondcrfcheppen. De Engelfche Vloot was vyfennegentig o£ honderd zeilen fterk, en wel voorzien van volk en gefchut: de Staatfche agtennegentig Oor- logsschepen van veel ligter foorte, en zes bran- ders. Op de hoogte van Nieuwpoort, raakten de Vlooten aan eikanderen, den twaalfden van Zomermaand, ten elf uuren voor den middag. Deane werdt, in den eerften aanval, doodge- fchooten. De ftryd was zeer geweldig, 't Schip van
(nO Aitzema W. Deel, bh 747, 7,$, 749, 750, 766,7974
luim/r dc llllitU, W> 46. |
|||||
XLVLBoEK. HISTORIE. 239
van 's Lands Kapitein, Joost Bulter, vier of vyf 1653;
ichooten onder water bekomen hebbende, viel------•
om, en zonk. De Kapitein, zwaar gekwetst
door een' fplinter, verdronk, met het geweer in de vuist. De Engelfchen weeken eindelyk; doch daarna , den wind winnende, vielen zy op nieuws aan. Toen werden verfcheiden' fche- pen, van wederzyde, zwaar befchadigd. 't Ge- vegt eindigde ten negen uuren. Een uur laater, fprong 's Lands Oorlogsfchip van Kornetts van Velzen , door zyn eigen kruid, in de lugt. Des anderendaags, werdt de ftryd, voor Duinker- ken, hervat. Tromp hadt, te vergeefs, ge- Tweede zogt, den Engellchen den wind af te winnen, en flag vooï was, door ftiïce, verre beneden hen vervallen. Duinker-. Zy kwamen dan, ten elf uuren, voor den wind, en* op hem af. Doch in 't heetst van 't gevegt, ontftondt 'er, door onvoorzigtigheid of oner- vaarenheid van eenigen, merkelyke wanorde in 's Lands Vloote. Twee fchepen vielen den vyand in handen, en verbrandden. Men ftreedt nog een uur na zon. Toen fcheidden de Vloo- ten van eikanderen. Des anderendaags zag Tromp de Engelfchen nog ; doch hy vondt veelen van 's Lands fchepen zo zwaar befcha- digd, dat hy te raade werdt, binnen de Wie- lingen te wyken. De Heer van Obdam, als Gemagtigde der Staaten, in den jongften togt, op de "Vloote , geweest zynde , werdt, by 't gemeen, befchuldigd, dat hy Tromp over- gehaald zou hebben, om flappelyk tegen de Engelfchen aan te gaan. Doch de Staaten van Holland verklaarden dit voor loutere las- tering (V). Tromp en de andere Bevelhebbers hiel-
en) Itefol. Holl. se Julf 1653. hl. irfa |
||||
S4o VADERLANDSCHE XLVI.Boek,
hielden, midlerwyl, zo ernfti;;; aan by de Staa-
ten , op het beter voorzien en verfterken der Vloote, dat men 's Lands Scheepsmagt, ten ge- tale van tagtig of negentig zeilen, in 't begin van Oogstmaand, wederom, uit Zeeland, zee zag kiezen (jy)- Karel de II. deedt, eenigen tyd te vooren, den Staaten berigten, dat hy genegen was, om zig herwaards op de Vloo- te te begeeven. Doch de Staaten van Holland bragten te wege, dat dit, heufchelyk, van de hand geweezen werdt. Zy namen zelfs, kort hierna, een befluit, dat geene hooge uithec-m- fche Perfonaadjen, buiten hun byzonder ver- lof, binnen hunne Provincie zouden mogen komen (z). De Enpelfche Vloot onder Monk hadt, mid-
lerwyl , omtrent Texel en langs de Holland- fche kust, gekruist. Tromp wendde dan den fteven derwaards, en, op denagtftenvan Oogst- maand , raakten de Vlooten aan eikanderen, op de hoogte van Katwyk. Men ftreedt tot een uur na zon, zonder' eenig voordeel van belang behaald te hebben op eikanderen. De hevige wind verhinderde , des anderendaags, 't her- vatten van den flryd: doch gaf den Vice-Ad- miraal de Witte gelegenheid, om, met zyn Es- quader, 's Lands Vloot te verfterken. Toen gaven de Staaten van Holland ook bevel, om, dien dag, tweemaal, in de Kloosterkerk, in den Haage, byeen te komen, en Gods zegen af te fmeeken, over de wapenen van den Staat (#), 't
fy") Aitzpma III. Deel, bl. 800, 811, 814, 8irt, 817-820,,
821, 822. Brandt Je Ruiter, bl. .17-53. (2) Sfer. Refol. Holl. j:i Meert 1633. I. Deel, bl. (•. Rofol.
IIoll. sy Jufy, 4 Aug. 1(153. bl. 386, 39Ö. Tuukloe's p.ipcrs Fol. I. p. 3yo, 625. fo) Hefol. Holl. (j Aug. 1C53. il. 418. ■
|
||||
XL VI. Boek. HISTORIE. 241
't welk anders , ook tegenwoordig , gewoon- 1^53.
lyk, eens ter weeke, op Woersdag, in alle de-------
Kerken deezer Landen , plag te gefchieden.
De Vlooten waren, midlerwyl, door den wind , tot voor de Maaze afgevoerd , daar Tromp tegen den avond, honderd en zes zei- len onder zyne vlagge telde. Toen wendde hy 't ftraks naar den vyand, die terftond week, en , den gantfchen nagt, van hem vervolgd werdt. Maar op den tienden, des morgens ten Zeefiryd zeven uuren, raakte men wederom daags, Y°or de voor de Maaze, op de hoogte van Ter Hei aaze' ide of Scheveningen, omtrent vyf mylen in zee. De onzen fioegen door 's vyands Vloote, en wendden 't 'er toen terftond weder in. Doch Tromp in dit oogenblik, werdt Tromp, willende van fileuveic. de hut afgaan, om orde te ftellen op 't gefchut, met een' musketkogel, door.de linker borst, in 't hert gefchooten, en viel dood ter neder. Eenigen meenden, dat hy zig, onvoorzigtig- lyk, te veel bloot gegeven hadt; zo dat Monk hem, befcheidelyk, hadt können kennen, en hierop zyne Muskettiers gelast, gelykelyk, op hem los te branden (£). 't Gevegt ging egter, in goede orde, zynen gang. Doch de fchepen van Jan Evertszoon en de Ruiter werden haast zo reddeloos gefchooten, dat men ze, uit den ftryd, en naar de Maaze, fleepen moest. Ver- fcheiden' Engelfche fchepen gingen te gron- de : een vloog in de lugt, 's Lands Vloot hadt:, tot viermaalen toe, door de Engelfche, gellaa- gen, en veele Bevelhebbers hadden zig dapper- lyk gekweeten; maar eenigen waren den ftryd ont-
(4) Verbaal van Beverninck. tl. 100.
XII, Deel. Q
|
||||
242 VADERLANDSCHE XLVI.Boeä.
id53. ontweeken, en hadden alles bygezet, om den
—~— vyand te omzeilen. Ten twee uuren na den middag, eindigde het gevegt, 's Lands Vloot zeilde naar de reede van Texel, en Monk Schnde keerde naar Engeland. Van wederzyde, fchreef ter we- men zig de overwinning toe; fchoon de En- derzyrfe. geifchen beleeden, dat zy ze duur betaald had- den. Zeker is 't, dat zy agt fchepen van oor- loge hadden verlooren. Ook telden zy vier- honderd dooden, en zevenhonderd gekwet- fteii. Van onzen kant, werden negen of tien fchepen gemist, 't Getal der dooden en ge- kwetffcen ftondt omtrent gelyk met dat der Engelfchen, die egter meer dan zevenhonderd gevangenen bekomen hadden, welken, federt, naar Londen gevoerd, en zeer hard gehandeld werden (c). Maar 't verlies van den Luitenant- Admiraal Tromp was onwaardeerbaar, aan de zyde der Staaten, en gaf den vyand de meeste ftof tot blydfchap (J). Zyn Lyk werdt, met ongemeene ftaatfie, begraaven te Delft, daar de Staat, hem ter eere, eene marmeren Graf- ftede heeft doen fügten (e). De Staaten van Holland en de algemeene Staaten hadden zy- ne Weduwe, door eene plegtige bezending, den rouw doen beklaagen, haar te gelyk ver- zekerende, dat men 's mans dienften, omtrent zyne nakomelingfchap, erkennen zou (f): ge- lyk, federt, gefcbied is. De Witte ltak , in Herfstmaand, nog wederom in zee, om eene Koopvaardyvloot te geleiden, en eene ande- re fc) Verbaal van ni;vsriNiN<;i;. il. 109, 114.
(<0 AnzEMA 111. Veel, hl. 829-834, ÜJ7- Brandt cfc Rui-
ter, hl. 54-5!!. O) R"!.il. Gcner. SaK: 16 Lima 18 Aug. 1653. Eleï?-
WYCK lle'fc hl. iiiï. U'j Rcl'ol. Hüll. !2, i;, 14, 22 Ans. i653.M.430>43M3M4'-!«
|
||||
XLVI. Boek. HISTORIE. a43
|
||||||||
re af te haaien. Doch hy ontmoette geene En- 1553,
gelfehen, fchoon deezen, met vyfcig fchepen, |
||||||||
ook op nieuws in zee geloopen waren, 's Lands >s j^nda
Vloot, in Texel te rug gekeerd, werdt, op den Vloot, negenden van Slagtmaand , van zo geweldig <joor een' ftorm beloopen, dat verfcheiden' fchepen ^waarbe» van hunne ankers en op ilrand dreeven , of fchadigA. vergingen; de overigen zwaar befchadigd wer- den ; waarom de gantfche Vloot in 's Lands havens invallen moest. De Engelfche Vloot hadt niet minder geleeden, door deezen ftorm en moest ook de zee ruimen: waarna zy, op bevel van 't Parlement, ontwapend en opgelegd werdt (g). Met dusdanig een' ramp, eindigde de zeekryg van dit jaar, die zo kostbaar, hevig en fchadelyk geweest was voor den Staat, dat alle de zeeoorlogen, te vooren met Spanje ge- voerd, met eikanderen, 's Lands Schatkist en den Koophandel, de zenuw van den Staat, nooit zulke felle neepen gegeven hadden. Te Am- Vervaï fterdam, was het verval van neering en han- van han- del zo groot, dat 'er, zo fommigen melden, ten ^d „ te_ deezen tyde, wel drieduizend huizen ledig damt (tonden. Doch anderen fpraken maar van veer- tien- of vyftienhonderd (h): waaruit de vermin- dering van den handel, in deeze aanzienlyke Koopftad, ten klaarflrcn af te neemen was. De Kapiteinen en Luitenants, die zig, in de straf o«
jongfte zeetogten, aan lafhertigheid en pligt- ver eeni- verzuim, fchuldig gemaakt hadden, werden, ge Kaps- op fterk aanhouden der Staaten van Holland ^»eneD (O* te regt gefield en geftraft. Eenigen wer- n^ den gekielhaald, offlonden, eenigen tyd, met den
fg") De Witt Brievan I. Deel, il. 37. Aitzema UI. Dtel,
il. 'ójz. Brandt ile fluiter, bl.Oi. 62. CA) Aitzbim III Otel, U. 813, 876. CÓ VtxM* Holl. 29 Aug. iC>oa. il. 463. Q »
|
||||||||
äu VADERLANDSCHE XLVI.Boeä.
1653. den ftrop orn den hals, re pronk: waarna zy, in
r1 voor een zeker getal van jaaren, in een tugt- huis gezet werden. Een' werdt de degen voor de voeten gebroken, en hy, voorfchelm, weg- gefchopt. Sommigen raakten, met eene geld- boete, vry (&j. XXXII ^y ^e gem6ene rampen des oorlogs, kwa- Binnen-' men ook oplchuddingen onder 't volk, welkj landfche in verfcheiden' Steden, gaande gemaakt werdt * beroer- om Zynen yver voor 't Huis van Oranje te too*- nen. De flegte uitslag der jongfte zeegevegten werdt aan 't misfen van een Hoofd der Regee- ringe geweeten. En elk , die het benoemen van eenen Kapitein-Oeneraal geloofd werdt tegen te ftemmen, liep by veelen in 't oog, Men befchuldigde, onder 't volk, de Sfaar.en- van Holland , dat zy 't Land aan de Engel- fchen verkogt hadden, en het Parlement fche- pen en krygsbehoeften leverden. om de Ver- eenigde Gewesten te overheerfchen (/). Doch deeze befchuldigingen, hoe weinig ingang zy vonden by de verftandigen, waren, zo wel als de beroerten, die 'er uit volgden, aangelegd om de verkiezing van eenen Kapitein - Gene- raal te bevorderen, en den oorlog met Enge- land voort te zetten (m). De Staaten van Hol- land , even ongezind tot beide, wisten hun oog- merk niet beter te bereiken, dan door het aan- dryven der hsndelrnge met Engeland, die, fe- dert eenigen tyd, begonnen was. en van welka ■wy den uitflag, in 't volgende Boek, ftaan te ontvouwen. (*) Itefol. Hol!, ta Maart 1654. II. 97. Thdrlob'ï Paper*,
f-'ol. I. P. 447. 5°7. (() Thuiil'W's Papers, Val. I. p. 314«
f«) TiiuRU'E's Papers, Vol. I. p. 253, 307. Aél, Publ. Angl.
2m. IX. P. III. p. 186, 206. VA-
|
||||
VADERLANDSCHE
HISTORIE.
ZEVENENVEERTIGSTE BOEK.
|
|||||||
I N II OUD.
I. Neiging tot vrede, in Engeland en hier te Lan-
de. Byzonder belang van Holland, om de Fr ede- te bevorderen. II. De Staaten van dit Gewest fchryven, heimelyk, naar Engeland. Misnoe- gen hierover. Antwoord van V Parlement. De algemeens Staaten fchryven, insgelyks. III. Zy zenden eenige Afgevaardigden naar Engeland. Derzelver last. IV. Verandering in Engeland. Handeling der Staatfche Afgevaardigden. De Engelfchen liaan eene Vereeniging der twee Ge- mcencbesten voor. V. Handeling met Frankryk. VI. Met Zweeden. VU. Met Deenemarke. 't Verdrag van Uitkoop vernietigd. Verbond met Deenemarke. De Staatenpolfen de Hanze-Ste- den. VIII. Argwaan op den handel der Hol- landfcheAfgevaardigden, in Engeland. DeWitt houdt geheime briefwisseling met hen. Beroerte te Rotterdam, te Vlaardingen, te Amßerdam, ie Dordrecht. te Alkmaar, te Hoorn en in den Haage. IX. Geweldige opfehudding te Enk/Bui- zen. De Staaten brengen krygsvoft in de Stad. X. Beweeging te Haarlem. XI. Beroerte in Zeeland: te Bergen op Zoom. XII. De Staaten Q 3 «*»
|
|||||||
i
|
|||||||
246 VADERLANDSCHE XLVII. Boek.
van Zeeland f'aan den Prins van Oranje voor,
tot Kapitein -Generaal. Holland belet, dat 'er op geraadpleegdwordt.XULStadenLande fchryft 'er over, aan Gelderland. Holland arbeidt er tegen. XIV. Staat der handelinge in Engeland. De Afgevaardigden krygen nieuwen last. XV. Ontwerp van een Verdrag, door de Engelfchen. Zy vorderen, dat men den Prins van Oranje van de hooge waardigheden uitfluite. XVI. Kromwei, tot Protetlor verheeven, eis cht, dat zulks, alleen door Holland, gefchiede. XVII. De algemeene Staaten befluiten tot de Vrede, mids het punt, dm Prins van Oranje betreffen' de, verzagt worde. De Vrede wordt geflooten. Inhoud van V Verdrag. XVIII. De Vergade- ring van Holland krygt kennis, dat Kromwei den Prins van Oranje, door haar, wil uit geßoo- ten hebben. Men befluit 'er toe, met meerder- heid van ßemmen. Aantekening van vyf Ste- den. V Geheim der Uitfluitinge lekt uit. XIX. Holland doet 'er opening van aan de algemeene Staaten. Vertoog der Prinfesfen van Oranje. De ASte van Uitfluiting wordt Kromwei gele- verd. XX. Aanmerkingen over de Vrede. XXI. Oordeel der Gewesten over de Uitßuiting.Scherp Vertoog van Friesland tegen Holland. Hollands Verklaaring hiertegen. XXII. VertoogvanZee- land tegen de Uitfluiting. Nieuw Vertoog van Friesland. XXIII. Holland eischt, dat alle de Gefchriften tegen de Uitfluiting geligt worden uit de openbaare Registers. Middelen om de Uitfluiting te vernietigen. XXIV. Briefwisse- ling tusfchen Kromwei en de Staaten van Zee- land. XXV. Holland verdedigt de A8e van Uit- fluiting, in esne uimerigeVerhandding. XX VI. Oor-
|
||||
XLVII.BoEK. HISTORIE. 247
|
||||||||||||
Oordeel der Gewesten over deeze Verhandeling.
Friesland fchryft 'er legen. XXVII. Ongerust- heiden voorzorg in Holland, met naame, teAtn- flerdam. Vermaaning aan de Predikanten. XXVllI. Afhandeling van eenige byzondere punten in Engeland, wegens aangehouden fche- pen in de Zond, wegens de Engelfche Oostin- difche Maatfchappye, en wegens de zaak van Amboina. XXIX. Overleggingen op het openen der Schelde. XXX. Bevcmingk en Nieuwpoort verklaaren, by eede, dat zy Kromwei de A&e van Uitfluiting niet eerst in den mond gegeven hebben. |
||||||||||||
D
|
||||||||||||
e zeekryg, tusfchen Engeland en dee- 1655.
zen Staat, die, twee jaaren agtereen, |
||||||||||||
met zo veele hevigheid, gevoerd was, bleek, '•
by de uitkomst, nadeelig te zyn, voor beide ^ de Gemeenebesten. De Scheepvaart en Koop- waarom handel van beide de volken vverdt 'er door ge- men, in ftremd en bedorven: de geldmiddelen uitgeput, Enge- byzonderlyk, hier te Lande (a), daar men ee- j^,ï nen tagtigjaarigen oorlog gevoerd hadt. De Lande, tegenwoordige Regeering van Engeland zat begint t6 ook zo vast niet, of zy kon, door eenen onge- neigen lukkigen uitflag der wisfelvallige wapenen , ™ vre" ligtelyk aan 't waggelen , en veelligt ten val raaken. 't Land was nog niet ontbloot van heimelyke vrienden des verdreeven' Ko- nings, die op gelegenheid wagtten, om hem op den troon te herftellen. De meesten waren mignoegd op de Regeeringe. Men begon Krom- wel (fl) Tiiurloe's Papers, rol. \.p. 266.
Q4
|
||||||||||||
a48 VADERLANDS CHE XL VII. Boek,
1653. wel het gezag te benyden, welk hy zig aange-
sp------niaatigd hadt; en fomrnigen vermoeden zelfs , dat deeze oorlog doorgedreeven was, om hem
klein te maaken, en te wege te brengen, dat het Leger te lande, waarin al zyne kragt be- ftondt, afgedankt werdt, onder voorwendfel, dat men de kosten, tot onderhoud van het zel- ve vereis cht, noodig hadt, om de Vloot in ifoat te houden, en den oorlog ter zee voort te zet- ten. Oolc zou Kromwei deezen toeleg gemerkt, en, van toen af, maatregels genomen hebben, om een einde van den oorlog te maaken (*£). Doch hy en allen, die zyne zyde hielden, had- den nog eer.e andere reden, om naar 't einde van den oorlog te verlangen. Zy zagen, klaar- ïyk, dat de oorlog de party des Prinfen van O ranje , in de Vereenigde Gewesten , van tyd tot tyd , fterker deedt worden; dat hierdoor ook de aanhang van den verdreeven Koning Karel den II, geftyfd werdt, en dat, zo de Prins van Oranje eens verheevcn werdt, tot de waardigheden, eertyds by zynen Vader be- kleed , al de magt der Vereenigde Gewesten gebruikt zou worden, om Karel den II. te her- ftellen. Deeze aanmerking alleen was gewig- tig genoeg, om Kromwei en de zynen ts doen verlangen naar de Vrede ; fchoon zy ze niet begeerden te fluiten, dan op zulke voorwaar- den, waarin zy volkomen' veiligheid voor hun- nen tegenwoordigen Staat en Regeering meen- den te können vinden. Byzon- De ichadelykheid van den Engelfchen kryg der be- deedt |
||||||
CO Li;nt.o\vs Memoirs Vol. 11. f. II, H. Rai-in Tot:.. IXj.
f. 50, $<i. |
||||||
XLVII.BoEK. HISTORIE. 349
|
|||||||
deedt de Vereenigde Gewesten, eenpaariglyk, i<j5
en de handeldryvenden inzonderheid, ook fterk |
|||||||
haaken naar vrede (V). Maar Holland hadt nog lang va»
eene byzondere reden, om. de Vrede te zoe- Holland, ken, dezelfde, naamlyk, waarom Kromwelen y^d/te de zynen daar naar verlangden. Men veriïondt, bevordc' hier, dat de oorlog, wat men ook in Engeland ren. voorgeeven mögt, van de Engelfche zyde, voornaamlyk, aangevangen was, om dat men zig verbeeldde, dat de Prins van Oranje, en gevolgelyk ook Karel de II. te veel vrienden hadden, in den Vereenigden Staat. Maar de meeste Leden van Holland wilden onder dee- ze vrienden niet gerekend worden. Zy helden, byna van den aanvang der Engelfche onlusten af, meer naar de zyde des Parlements , dan naar de zyde des Konings. 't Gene, tusfchen wylen zyne Hoogheid en eenige voornaame Leden, voorgevallen was, hadt de genegen- heid van veelen ook vervreemd van het Huis van Oranje; en zy, die thans, in dit Gewest, het voornaam bewind der Regeeringe hadden, deeden hun best, om den jongen Prins, voor eerst ten minfte, niet tot Stadhouder en Kapi- tein-Generaal te voorfchilcken. Zy zagen, on- dertusfchen, dat de oorlog hem, hiertoe, den weg baande Qd). 'tKrygsvolk ter zee, zowel als te lande , plag, in den naam van eenen Prinfe van Oranje, geworven te worden, en op den Prins, als op zyn hoofd, te zien (e). En 't gemeen viel ligtelyk in 't vermoeden, dat de ongelukkige uitflag der zeeftryden eenig- lyk
CO Aitzp.ma III- Deel, U. 787,789.
Ld) Thuuloe's papers, f'ol. I. ƒ>•■ 257, 25S.
£<0 Thürloe's Papus, Fol. F. p. 329. Vol. II. £, 2y-,
Q 5
|
|||||||
aso VADERLANDSCHE XL VII. Boek;
1653. !yk te wyten ware, aan het misfen van een door-
■------lugtig Hoofd der Regeeringe: waaraan het den
Landen nog nimmer ontbroken hadt. Eenige
Predikanten ftyfden 't gemeen in deeze gedag- ten. Hieruit reezen beweegingen, in fommige Gewesten, die de Staaten ligtelyk zouden heb- ben können noodzaaken tot een befluit, welk men , in Holland , voor ontydig hieldt. De meeste Gewesten waren 't, hierin, tot nogtoe, eens geweest met Holland, of hadden zig, ten minfte , niet tegen Holland verklaard, gelyk Friesland en Stad en Lande gedaan hadden. Maar Zeeland begon reeds, geperst door mer- kelyke beweegingen onder 't volk, te neigen, om zig by Friesland en Stad en Lande te voe- gen (ƒ). Gelderland, Utrecht en Overysfel, daar de Leden der hooge Regeeringe, of der- zelver vrienden , grootendeels, voorzien wa- ren met Krygsampten, die, voor meer dan de helft, ter begeevinge van Holland ftonden, zagen Holland alleen naar deoogen, en fton- den gefchapen te veranderen, wanneer Hol- land veranderde (g). En in Holland zelf, was Leiden, federt de verandering des jaars 1613, zeer gefield geweest, op het bevorderen der belangen van het Huis van Oranje. In andere Steden, zogt men de Regeeringe ook tot dezelf- de gedagten te brengen : waartoe de oorlog met Engeland gereede aanleiding gaf. Al diï konden zy, die thans aan 't roer der Regeerin- ge zaten, en de verheffing des Prinfen zogten te beletten, niet nalaaten te zien, en zy beflooten 'er
C/; Thitrlof.'s Papers, Fol I. p. 295.
rg) t)E Witt Brieven V. Dscl, W. 183. TfiueiOï's Papers, ï'oi. I. p. 329. |
||||
XLVII. Boek. HISTORIE. 251
'er uit, dat men, zo fpoedig als mogelyk wa- 1653.
re, uit den oorlog moest zoeken te raaken. Ook —— bragten zy, eerlang, te wege, dat, ter alge- meene Staatsvergaderinge , tot handeling met Engeland, beflooten werdt. 't Hoofdoogmerk deezer handelinge van de Engelfche zyde was, den Prins van Oranje buiten ftaat te ftellen, om het nieuw Gemeenebest te ontrusten. En Holland was het eenigfte onder de Vereenigde Gewesten, welk men kon aanmerken, als in- wendig gefchikt, om, tot bevordering van dit oogmerk, te hand de leenen. Wy hebben deeze aanmerkingen vooraf ha-
ten gaan, om den Leezer in te leiden, tot het verhaal van eene der gewigtigfte handelingen, in welken onze Staat ooit gemengd geweest is» en welker openbaar en geheim beloop wy nu, uit de egtfte gedenkftukken, omftandig- lyk, zuilen ontvouwen. De tegenwoordige Regeering van Engeland Men
en de Vereenigde Staaten hielden , over en krygt,!a. weder , geheim verftand in elkanders gebied, j^j"' en werden, van tyd tot tyd, onderligt van den van En_ toeftand der gemoeden, in beide de Gemeene- geiands besten (h~). De algemeene Staaten, die het op- geneigd« zigt over de geheime verftandhouding, aan ^de.01 eenige bekwaame Luiden uit de Regeeringe, en , onder anderen, aan den tegenwoordigen Raadpenfionaris de Witt, hadden opgedraa- gen , hadden , uit dezelven, reeds in Herfst- maand des voorleeden jaars , verftaan , dat Kromwei en andere voornaame luiden niet on- ge- <fc)Veibaal van Beverningk hl. 123. Sccr. R'-fol. Holl. 3
Mr.y 1O53. I. Dtcl, il, 4a. |
||||
25 a VADERLANDSCHE XL VIL Boei.
ï€s2, geneigd waren, om met de Staaten te fluiten,
»----- Zekere Gcrbier, dezelfde, meen ik, die den
aanilag der Engelfchen op de Havens en fche-
pen deezer Lauden ontdekte (V), was, met dit nieuws, herwaards gekomen. Doch zyn zeggen, waarvan hy geen behoorlyk blyk gaf, vondfi weinig ingang (&_). De Gemagtigden tot de geheime verltandhouding ontvingen hunne meeste berigten van eenen Thomas Doleman^ Luitenant - Kolonel over een Regement voet- volk in Staatfchen dienst, die zig thans in En- geland ophieldt. Hy was zeer gezien by Krom-* wel; doch zogt egter zyn e verdere bevorde- ring hier te Lande; gelyk my, uit eenigen zy- ner onderichepte brieven , gebleeken is (1% Van elders blykt, dat hy diep in de gunst van de Witt en Beverningk ftondt (m). Ook vind ?k, dat men zyn en jongen Zoon, Thomas Dole- man, naderhand , eene Kapiteins plaats ver- eerd heeft, in erkentenis van den dienst, door den Vader gedaan , omtrent de bevordering der Vrede met Engeland (»). In de Lente dee- zes jaars , hadt hy, uit George Monk , met wien hy gemeenzaamlyk omging , verftaan, dat men, in Engeland, niet afkeerig was van de Vrede: waarvan hy, zo fommigen melden, terftond, bedektelyk, kennis gaf aan de Witt en aan de andere Gemagtigden tot de geheime verltandhouding (o~). Zy bragten dit gewigtig nieuws $
(?) Zie liier voor, hl. 223.
('.*) DE Witt Brieven V. Deel, hl. 15, 16", 33, 25, 28.
(I) See Thurloe's Papers, Vul. I. p. 3^4, 432, 576. AiT«
ZIMA III. Deel, hl. 10?,$ i m~) Thurloe's Papers, Vol. VI. p. 328.
C n) Httfoi. Doli. 7 April \C%ft. hl. ioö. Dï Witt Uneven
III. Deel, «.21t. C»; vVicq-:f.f()rt Lhr. VV.p, 3-73. Thurloe's Papers, Fel,
1. p, ij?, ïOO, 338. Axjzeua lil. Dell, il. 7yo. |
||||
&LVIÏ. Boeit. HISTORIE. 253
|
|||||
nieuws , op den agttienden van Lentemaand, 1653.
jn de Vergadering van Holland, na dat zy de
Leden eerst eenen eed van geheimhouding
hadden doen afleggen. Hun voorftel kwam,
wyders, hierop uit: „ dat zy van goederhand
jjberigt waren, dat men, in Engeland, na den
n jongften zeeflag , llerke neiging getoond
„ hadt tot vrede. Dat eenigen der eerlykften
„en aanzienlykften zelfs begeerig waren om,
o,ten dien einde, herwaards te zenden; doch
n dat fommigen twyt'elden, of daartoe wel ge-
j, noegzaame geneigdheid gevonden zou wor-
w den by deezen Staat. Dat hierom der Ver-
n gaderinge te bedenken gegeven vverdt, of
w 't ook geraaden mögt zyn, deezen verkeer-
„ den waan weg te neemen, en eenen Brief
jj naar Engeland te zenden , waarby zy , die
w denken rnogten , dat deeze Staat afkeerig
w van vrede ware, beter onderrigt mogten
?J worden."
Alle de Leden bewilligden in deezen voor- IL
flag, behalve de Afgevaardigden van Leiden, De St"- die niet konden goedvinden, dat men zulk [j"jj|}5 een1 Brief, uit naum van Holland alleen, en fchry- zonder kennis der andere Gewesten, gelyk de ven, hei- meening was , liete afgaan. Maar de andere meiyk, Leden vreesden, dat zy ter algemeene Staats- T^lnd?' vergadering nog te weinig gezindheid tot vre- de zouden ontmoeten: ook, dat de brief dan niet geheim genoeg blyven zou: waarom zy beflooten , hun voorneemen, voor eerst, be- dekt te houden voor de Bondgenooten. De brief werdt, ten zelfden dage, afgevaardigd, en behelsde alleenlyk „ dat de Staaten van Hol- £, land , de» oorlog aanziende als verderfelyk j(, VOOÏ
|
|||||
254 VADERLANDSCHE XLVII. Boek.
|
|||||||||||
1653. „voor beide de volken, en voor den Gods-
■------ „ dienst, waarvan zy beide belydenis deeden,
„ vertrouwden, dat het Parlement in 't zelfde
„gevoelen zyn zou, en, nevens hen, de hand „ wel zou willen leenen, tot het byleggen der „gefchillen. Doch zo men't, tegen vermoe- den , anders begrypen mögt, zouden zy, „ ten minfte , met een gerust geweeten , het „einde deezer verwarringen van den zegen Hun „des Hemels mogen verwagten QO." Een brief der Klerken van wylen den Raadpenfionaris wordt,in pauw werdt, zegt men, met deezen brief, naar lanT'ge- Engeland gezonden. Doch hy was maar pas drukt. " overgeleverd aan 't Parlement , of men zag hem, in 't Latyn en in 't Engelsch, gedrukt, in 't licht komen, met den titel van Ootmsedig verzoek der Staaten van Holland, die 't Parlement Am- van Engeland fmeeken om de Frede (q). Het Par- woord iement fchteef egter, in antwoord op deezen Parle- Brief, aan de Staaten van Holland, en te ge- mene, lyk aan de ajgemeene Staaten „ dat men , in „Engeland, nog gezind bleef, om in vriend- „fchap te leven met de Vereenigde Gewes- „ ten, en de handeling hervatten wilde, op „den voet der voorflagen, die men, laatfte- „ lyk , aan den Heere Pauw van Heemftede „gedaan hadt (>)." Misnoe- '* Uitgeeven van den Brief der Staaten van gen over Holland en dit antwoord van 't Parlement 'tafzon- bragt, midierwyl, de maatregels, welken men |
|||||||||||
fthryven
|
in Holland genomen hadt, t'eenemaal in de
|
||||||||||
war.
|
|||||||||||
O) Sccr. Rcfol. HoH. i8 Meert 1653. I. heel, II. 7, 8, 9»
Aiizema III. Deel, bl- 804. 1 (<7J WlCQUEFORT Livr. VII. p. 375.
(rj Zie de Brieven by Ai 1 ze ma III. Dtel, bU 804, U05« |
|||||||||||
XL VIL Boek. HISTORIE. 455
|
|||||||
war. De andere Gewesten waren misnoegd, 1653.
dat Holland eene Vredehandeling aangevan- |
|||||||
gen hadt, zonder hen te kennen. Stad en Lati- van Hol-
de , in 't byzonder, keurde de handeling platland* af. De Staaten van Holland zelven hadden niet verwagt, dat men wederom gewaagd zou heb- ben van dezelfde punten , waarop de hande- ling, te vooren, afgebroken was, en vielen, derhalve, op nieuws, in't vermoeden, dat men, in Engeland de Vrede niet ernftelyk begeerde. Zy verlooren egter de handeling niet uit het oog , en gaven den anderen Gewesten, over het heimelyk afzenden des Briefs , zo veele voldoening, als zy konden (V)- Zeeland bediende zig van de tegenwoordi- De alge«
ge gelegenheid, om het vernieuwen der voo- meene rige Verbonden met Frankryk voor te flaan. j^ateiln Doch de Staaten van Holland verftonden, dat 00^ aan dit Ryk, federt veele jaaren, met inlandfche 't Parle« oorlogen gekweld geweest zynde, weinig hulp ment. tegen Engeland zou können verfchafFen. Ook zogt het Franfche Hof thans zelf de vriend- fchap van Engeland, en van de tegenwoordi- ge Engelfche Regeeringe. Men befloot dan, dat 'er geen middel was, om, met eere, uit den oorlog te geraaken, dan handeling met En- geland (*)• Ook fchreeven de algemeene Staa- ten, op 't aanhouden van die van Holland, eerlang, aan 't Parlement „ dat zy bereid wa- „ ren , om Gevolmagtigden tot de handeling ij af te zenden, zo dra het Parlement tyd en „ plaats
(•■) Secr. Refol. Hofl. o, 23. 24, 25 April 1655. I. Dal, U.
-^3. &\' 35. 3<>. Aitzkma III. Deel, b!, 80$. ■ (i) WiCQUEForr Liyr. VUL f. 376. |
|||||||
ns6 VADERLANDSCHE XLVII.B0Ë&
|
|||||
Ï6$3. n plaats zou benoemd hebben («)." Doch men
■------veritondt, in Engeland „ dat men", aKeenlyk
j, hebbende te hervatten eene handeling, die
öte vooren afgebroken was, zulks bekwaam-
„ lyk doen kon op dezelfde plaats, in Londen :
„ waaruit ten minfte blyken zou, dat de
,, twee volken niet zeer af'keerig waren van
n eikanderen."
in. De Staaten, fchoon ongezind om de hande-
Men be- ling, die naauwlyks aan 't beginnen was, ge-
iluïteeni- heellyk af te breeken , hadden egter geenen
vaardif-" *ust' om' °P ^en voet van ^e punten, .aan Pauw
den naar voorgemeld, in gefprek te treeden. Zy befloo- Engeiand ten , derhalve , niet zonder tegenkanting der t;e zen- vrienden van het Huis van Oranje (>')■> eenige Afgevaardigden , zonder titel, naar Engeland te zenden , met last, om te verklaaren ,j dat „ men nooit zou können goedvinden te taari- n delen op den voet van de punten, die, in 't „ voorleeden jaar, van de hand geweezen wa- „ ren: en verder, om te onderdaan, of men, „aldaar, ook zou willen handelen, op de pun- tten, hier, aan de Engelfche Ambasfadeurs, „ of daarna, door de onzen, te Londen, voor- 9 gcdraagen." Doch Leiden hadt zig, ter Ver- gaderinge van Holland, wederom gekant te- gen dit belluit, begeerende over geene pun- ten te handelen, waardoor de Staat zou können ingewikkeld worden, in eenen oorlog met de vyanden van Engehnd (w). Vcrfcbil Men was, hierop, ter algemeene Staatsver- ga-
00 secr- Refo'- Hüll. 2Ü, 20 April, i May 1653. LI)cel, bf.
37, 3«, Ac. Aitzkma 1H. Deel, bl. 8(6. Cv) Thumoe's Papers, l'ol. 1. fi. 257, 258. 00 Secr. Rcfol. Hoil. 24, 27 May 1653. 1. Deel, bl. 43, 44} |
|||||
XL VH. Boek. HISTORIE. &sf
gaderinge, getreden tot het benoemen der Af- 16532
gevaardigden naar Engeland. Gelderland ftem- - — de Bevcrningk uit Holland, Mauregnault uit over 't Zeeland, en Hautbois uit Friesland. Doch de benoe- Staaten van Holland in aanmerking neerren- zeWeu.6' de, dat de twee laatften, die uitftaken in zugt voor het Huis van Oranje, in Engeland niet aangenaam zouden zyii, en ondertusfchen de meerderheid der bezendinge uitmaakenj dree- ven door, dat, niet de algemeeneStaaten,maar ieder Gewest zynen eigen' Afgevaardigde hadc re benoemen. Zy benoemden ook, watlaater, Hieronimus van Beverningk en Willem Nieuw- poort (ar), die beide, na 'sPrinfen dood, en Nieuwpoort reeds meer dan eens, gebruikt wa- ren, in bezendingen en onderhandelingen, ftry- dig met de belangen van het Huis van Oranje (V). Zeeland voegde 'er Paulus van de Perreby* die nog eens in Engeland geweest was, en niet uittnunte in zugt voor dit Huis. De Staaten van Friesland, fchoon zy , ter oorzaake van de fcheepvaart der ingezetenen van dit Gewest* de Vrede met Engeland hoog noodig hadden (2), wilden egter, in 't eerst, geenen Afge- vaardigde benoemen. Doch Graaf Willem van Nasfau, Stadhouder der Provincie, be- woog 'er hen toe, hun doende begrypen, dat 'er een Afgevaardigde van hunnent wege ver- eischt werdt, om te zorgen voor de belangen van het Huis van Oranje, waarover, naar waarfchynlykheid , ook zou moeten gehan- deld O) ScCf. Refol. Holl. 7, ie, it Juni 165%. t. Üee!, i'?
50, 70, 72. Aitzema III. Deel, U. 814, 815, Blo"; £y) Zie hier voor, hl 130, 188. (_z) Thiirloe's Papers, Fol. I. p. 368. Xll. Deel, &
|
||||
358 VADERLANDSCHE XL VIL Boei.
1653. deld worden. Zy benoemden dan AllardPietsr
■ land (V). Hy bleef, tot het uiterfte, yveren voor het belang van den Prinfe van Oranje, gelyk uit verfcheiden' zyner brieven aan Graa- ve Willem van Nasfau, die nog voorhanden zyn, af te neemen is (b). Hun last. ^e Afgevaardigden hadden flegts algemee- ' nen last mede, om zig te honden aan het Be- rigtfchrift, den Gezanten van deezen Staat, in den jaare 1651, gegeven. Zy moesten, daar- enboven , goed verftand houden, met den Fran- fchen Ambasfadeur te Londen, den Heer de Neuville Bourdeaux, hem zelfs een drievoudig Verbond voorflaande, tusfchen den Koning, zynen meester, Engeland en deezen Staat: waarop, of, ten miniïen, op een Verbond met Frankryk alleen, Zeeland zeer gefield was (e)« Doch Holland bragt te wege, dat uit het ont- werp van dit laatfte Verbond geligt werden alle de punten , waardoor de Staaten zouden können verpligt worden, om oorlog te voeren tegen Engeland, in geval dit Gemeenebest niet te brengen was, tot een Verdrag met dee- zen Staat (d). Ook verftondt Holland, dat men het Verdrag met Frankryk zo niet be- hoorde te verbinden aan de handeling met En- geland, dat men met Engeland niet zou kön- nen fluiten , wanneer men niet met Frank- ryk fß) Thorlob's Papers, Vol. I. p. 266, 281, 399. Wicquef.,
Livr. VU. p. 378. (_b) Se: Tiiurloe's Papers, Vol. I. p. 583, 600, 643. Vohll. p- t33> 191. M7» 454.
(fij Refol. Oener. 5 Juny ib%%. ln 't Verbaal van Bevbr-
Nin(;k. bl. 2. Thuiuoe's Papers, Vol. I. p. 26H, aijy. («O Secr. Rclól. Huil. 7 Juny 1Ö53. /. üed, U. 51.
|
||||
XLVÏT.ËOKK. M I S T O k I Ë. 25§i
£yk floot (e). Eindelyk, bewerkte dit Gewest t6$ii
(ƒ), dat Beverningk vooraf gezonden werdt,-------.
om te beproeven, of men, in Engeland, gene-
gen zou zyn, om af te zien van den voorflag, op welken men met Pauw hadt willen hande- len (g). Ook meenden fommigen, dat hem ee- nige byzondere last van Holland medegege- ven was. Doch hy verklaarde, voor zyn ver- trek, volmondig, het tegendeel (h^). Voor 't einde van Zomermaand , was hy Veratide«
reeds te Londen, en verwierf, terftond, gehoor ring in in den Raad van Staate. Aan deezen j die flegts pn«»- uit dertien Leden beltondt, en onlangs door an * Kromwei opgeregt was («), ftondt thans het hoog bewind der Regeeringe, zynde het Par- lement, dat nu meer dan twaalf jaaren gezeten hadt, door Krom wel, aan 't hoofd vaneenige Krygsbevelhebbers en foldaaten , den dertig- ften van Grasmaand, op eene geweldige wy- ze, te niet gedaan. Hy hadt, naamlyk, ge^ merkt, dat men hem den voet zogt te ligten, en hierom beflooten, in de voorbaat te zyn (k)i Sommigen fchryven , dat Nieuwpoort en de Vertnoe- andere Afgevaardigden der Vereenigde Ge- <*e°' ^at westen , het Parlement zeer geneigd vinden- <e°jn de, tot het voortzetten des oorlogs, Kromwei gewerkt tot deeze verandering hadden aangezet (/). hebbe< Doch dit fchynt, in den eerften opflag, regel- regt CO Sccr. Refrl. Holl. 5 Jütij US5J. I. Deel, hl 49.
(ƒ) Secr. Rcfol. lloll. iy, 20 Jur.y 1653. 1. Detl, lt.7t.73,
(g , Relbl. Gener. 20 Juny 1053. in 't Verbaal van Bever«
fjINGK- il. 4.
CA) ThdiUor's Papers, fiih I. p. 280, a8r, 299..
n ) Verl>aal van J5evekninck. il. 80. De Witt Bfieved V. Deel, bl. 130, 158. C<t ) Hapcn Turn. IX. p. 59. Xi) liVUVrtts Memoiis lul. II. p. al-, R 2
|
||||
aoo VADERLANDSCHE XLVII. Boe*;
'*<553. regt aan te loopen, tegen de meeste berigten?
■■----- die ons leeren, dat Beverningk, eerst op den ze-
venentwintigften, en Nieuwpoort, van de Per-
re en Jongeftal. niet voor den dertigften van Zomermaand, te Londen, aangekomen zyn (tn) , ja dat de verandering, aldaar, reeds lang ge- ïchied was , eer de algemeene Staaten tot de bezending beflooten hadden (»). Nogtans kan ik hier niet verbergen , 't gene ik, in eenen Brief van den Heere de Witt, den agtften van Grasmaand , aan Koenraad van Beuniiigen, toen te Stokholm, gefchreeven, gemeld vind, te weeten n dat de Heer Beverningk, op den 0 zesentwintigften van Lentemaand, te Lon- j, den aangekomen was, en oordeelde, dat het wwerk, aldaar, nog wel getroffen zou wor- dden (o)." Uit ditfchryven, wordt het my, vooreerst, zeer waarfchynlyk, dat de geheime Brief van Holland, die den agttienden van Len- temaand gedagtekend was, niet door eenen Klerk van den Raadpenfionaris Pauw (/>);maar door Beverningk overgebragt is, die te gelyklast zal gehad hebben, om de gemoeden, in Enge- land, wat nader te polfen. Doch of hy, ten anderen, tot na de verandering derRegeeringe, te Londen, gebleeven zy, en of hy, Kromwei tot deeze verandering aangezet hebbende , gelegenheid gegeven hebbe , dat de Engel- fchen aan Nieuwpoort, onder anderen, iet toe- gefchreeven hebben , 't gene hy uitgevoerd hadt, moet ik, by gebrek van genoegzaam be- wys.»
Cni) Verbaal van Beverningk, tl. 7, is.
£«; Reföl. Gener. 5 Juny 1653. in 't gtta. Verbaal,*/. 2. ,
|
|||||||||
o ■) De Witt Ilrieven V. Deel, il. ioy.
/O Zie hier voor, tU 254.
|
|||||||||
XLVII. Boek. HISTORIE. 261
|
|||||
wys, onzeker laaten. Vaster gaat het, dat men, 1553;
in Holland, belang rekende by de verandering,-------
en dat men ze hieldt bevorderlyk te zyn tot de
Vrede (q). Beverningk andermaal, en uitnaam Hande- der algemeene Staaten, te Londen, gekomen, lln6 <*« gaf, in zyne eerfte aanfpraak, te verftaan, dat ^fee- 'er geen kans zou zyn, om, op den voet van vaardig» den voorQag, aan den Heere Pauw gedaan, te den. handelen. Terwyl men raadpleegde op zyn voorftel, kwamen ook de andere Afgevaardig- den te Londen. De Raad van Staate antwoord- de hun, derhalve, gelykelyk „ dat de Staaten „ voldoening van fchade, en verzekering te- „ gen toekomende verongelykingen behoor- „ den te geeven, eer men, over een Verbond „ van onderlinge vriendfchap, in onderhande- M ling treeden kon." Tevens klaagde men zeer over den hoon, dien Tromp derEngelfche vlag- ge aangedaan hadt. De Afgevaardigden her- namen „dat het misverftand, tusfchen Enge- „ land en de Vereenigde Gewesten, den Staa- „ten, hunnen meesteren, meer gekost hadt, „dan den Engelfcheu. Dat de uitrusting te- n gen de rooveryen in de Middellandfche zee „en elders noodzaakelyk geweest was ; de „ ontmoeting tusfchen Blake en Tromp toe- „ vallig , en dat Mogendheden niet gewoon „ waren, eikanderen, ter oorzaake van zulke „ ontmoetingen, voldoening te geeven, of ver- n goeding van fchade af te vorderen. Dat de „ Staaten ook geene andere verzekering voor „ het toekomende geeven konden, dan die 0 men zou können vinden , in een naauw en »vast;
Cij De Witt Brieven V. Deel, il. 13»»
R3 |
|||||
&6z VADERLANDSCHE XLVII.Boek^"
|
|||||
i$53' »vast Verbond van vrieiidfchap en onderlin-
—-— „ ge befcherming." De Engelfchen gaven hierop te verftaan „ dat de voldoening, wel- „ke zy vorderden, in zig zelve redelyk, en „zo gering zyn zou, dat de Staaten zig, des- „ wege , niet zouden können beklaagen : dat „ ook de verzekering , waarop zy drongen, „niet minder voordeelig voor de Staaten dan, „ voor Engeland zou zyn, hebbende den Gods- „ dienst en de vryheid, in beide de Gemeene- „ besten, bedekte en openbaare vyanden : te- „ gen welken men zig niet genoegzaam ver- „zekeren kon, door een bloot Verbond, hoe „ vast en naauw het ook weezen mogte (r)." De Staatfchen , begeerig om de meening der Engelfchen nader te verftaan, raakten, eerlang, in een afzonderlyk gefprek met Kromwei, die zig egter niet veel duidelyker ontdekte. Maar, 'dfclen °P den eenendertigften van Hooimaand, ver- fiaan ee- klaarde de Raad van Staate „ dat men , tot ne Coali- ^ vergoeding der geleeden' 1'chade , geena tie of fa- ^ groote fomme gelds van de Staaten begeer- gingd°er" » de' en dat de ver7<ekenng, op welke men twee Ge- » drong, beflaan zou, in eene vereeniging der meene- „twee Staaten, op zulk eene wyze, dat zy, besten voortaan, maar één volk en één Gemeene- vpor' „ best zouden uitmaaken (*)•" De Afgevaar- digden verzogten , terftond , nadere opening van de wyze , waarop men deeze vereeni- ging, die men federt, Coalitie noemde, be- greep, alzo zy niet verftonden. dat dezelve, zo de wederzydfche vorm van Regeeringe in iland
f>) Verbaal van FSEvntiNlNfJK, il. 8, io, 21)23, 29, 35.41-
VViCoiJEïor.T Ltvr, VII. p. 392. (s) Verbaal j W. 53. |
|||||
XLVII.BoEK. HISTORIE. 263
ftand bleeve, anders dan in een naauw Ver- 1553.
bond van Vriendfchap, Koophandel en onder- linge befcherming beftaan kon (ƒ). Doch de
Raad verklaarde, eerlang „dat men;van de „twee fouveraine Staaten maar eenen dagt „ te maaken, die door ééne opperfte magt uit „ peribonen van beide de volken beftaande, ge- „ regeerd zou worden, naar de onderfcheiden' j, wetten van 't een en 't ander volk (#)." De Afgevaardigden , verzet over zulk een' voor- flag , antwoordden , rondelyk „ dat zy dien ,, hielden voor ongehoord en ongerymd , en „ dat zy genoodzaakt zouden zyn, t'huis- ,, waards te keeren om verflag te doen, zo de „ Raad by dit voorilel bleeve (V)." Hierop kwam geen ander befcheid, dan dat men ver- wagt hadt, dat de Afgevaardigden , verwer- pende het middel van verzekering, door den Raad voorfteld , eenig ander zouden hebben aan de hand gegeven (w). Nogtans hadt men, Wat vol« reeds te vooren, in't vertrouwen, vernomen, doening dat de voldoening, welke men begeerde, be- wee^f ftaan zou , in het afzetten van Tromp, voor ^ef eenen tyd (V), en dat men zig, omtrent het punt der verzekeringe, te vrede zou houden, met een vast en bondig Verdrag, waarby, on- der anderen, beraamd werdt, dat drie En- gelfchen in den Raad van Staate der Veree- nigde Gewesten, en drie Nederlanders in dien van Engeland zitting zouden hebben, of, waar- by, f *) Verbaal vun Heverninck, V, 56, do.
(« ) Verbaal, hl. Hl.
Cr) Verbaal, *.'. 66. De Witt Brieven V. Deel, il. 108a
Cw) Verbaal, tl. 70.
(_x) See Thurloe's Papers, Fol. I. f. 3C7. 394.
R 4
|
||||
a64 VADERLANDSCHE XLVII. Boes.
|
|||||
•*53- by, zo dit middel niet goedgevonden werdt,
werdt vastgefteld (y). Kromwei i'cheen het punt van de verzekering ook omtrent dus te begrypen, of fprak 'er niet klaar van, in ee- nige afzonderlyke onderhandelingen met Be- Nienw- verningk (z). De Afgevaardigden, op de ver- poort en klaaringen des Raads, gelyk behooriyk was, Jongeftal meer tellende , dan op eenige byzondere ge- jjgg3™^" Iprekken, beflooten, federt, dat Nieuwpoort *aards. en Jongeftal, terftond, naar Holland keeren zouden, om den Staaten, mondeling, verflag te doen van den ftaat der handelinge, die, on- dertusfchen, door Beverningk en van de Perre, zou vervolgd worden. Nieuwpoort en Jon- geftal vertrokken, op den veertienden van Oogstmaand (ri). Midlerwyl, waren de Staaten der Veree-
nigde Gewesten, federt eenigen tyd, bezig ge- weest, met handelen aan verfcheiden' Hoven, om zig, tegen Engeland, te fterken, of om, ten minfte , dit Gemeenebest eerder tot het aanneemen eener redelyke vrede te beweegen. De handelingen met Frankryk, Zweeden en Deenemarke werden, voornaamlyk met dit oogmerk, voortgezet; waarom 't niet ondien- ftig zyn zal, hier eenig kort verflag van den ftaat en gelegenheid derzelven in te voegen. V. De burgerlyke oorlog, die, federt eenige jaa- Hande- ren^ jn Frankryk, ontfteken was, en nog duur-
Fnmk^6' de■> nadt den inwendigen ftaat van dit Ryk ryk. derwyze verzwakt, dat Spanje kans zag, om, yer-
( y ) Verbaal' VHS TIevernwgk, bl. 84.
( z . Verbaal, />/. J43. («) Veibaal, bl. 87. |
|||||
XLVII. Boek. HISTORIE. 265
verfcheiden' Plaatfen te herwinnen in de Ne- 1653.
derlanden, die, te vooren, door Frankrijk ver- ------
overd waren. In Katalonie, liep het den Fran-
fchen, insgelyks, tegen. Den Aartshertoge Leopold, in 't voorleeden jaar, Grevelingen en Duinkerken gedreigd hebbende met een be • leg; zogt Lodewyk de XIV. die van Zeeland te beweegen, om deze Steden, heimelyk, te voorzien van krygsbehoeften. Doch, op de klagten van den Spaanfchen Ambasfadeur in den Haage, was hiertegen gewaakt, door de Staaten. De Koning van Frankryk hadt, hier- op , den Staaten de twee Steden aangebooden, onder zekere voorwaarden : en men begon hier- naar te luisteren in den Haage, toen Spanje den Staaten vcrklaaren deedt, dat het aanvaarden der twee Steden uit de handen van Frankryk voor eene volkomen' vredebreuk zou gehou- den worden ; waarop de zaak fteeken bleef. Ook vielende twee Steden,eerlang,den Spaan- fchen wederom in handen. Midlerwyl, had de groote uitrusting der Staaten, in 't voorleeden jaar , ook eenige agterdogt verwekt aan 't Franfche Hof, die vermeerderde, toen Boreel, uit last der Staaten, verklaarde, dat zy gerigt was, om de fcfieepvaart der Vereenigde Ne- derlanden, tegen de rooveryen van elk, wie hy ook ware, te beveiligen. De Koning hadt, derhalve, over deeze uitrusting, doenklaagen aan de Staaten, hun te gelyk voorhoudende, dat men 't niet vreemd vinden moest, dat zy-' ne Oorlogsfchepen 't vervoeren van krygsbe- hoeften naar Spanje, waarvan de ingezetenen der Vereenigde Gewesten hun werk maakten , zogten te beletten. Ook toonde hy zig te ou- R 5 vre- |
|||||
'.
|
|||||
z66 VADERLANDSCHE XL VIL Boek.
1653. vrede, dat men gedoogde, dat ChristiaanUl-
rieh Guldenleeuw, natuurlyke Zoon des Ko- ni ngs van Deenemarke, in Holland, volk wierf, ten dienste van Spanje. Eindelyk, vor- derde hy voldoening der penningen , welken de Scaaten hem, in gevolge van het Verdrag van Compiegne van den jaare 1624, verfchul- digd waren. Doch ten opzigte van deezen laat- ften eisch, hadden de Staaten, reeds re vooren, aangemerkt, dat zy zig niet gehouden reken- den , om daaraan te voldoen (b). En de kryg met Engeland, die,kort hierna, uitborst,deedt Frankryk klaar genoeg zien, dat men't, met de uitrusting hier te Lande, niet op de Fran- fche Oorlogsfchepen gemunt hadt. De opge- vatte agterdogt verdween, terftond hierop. Ook vreesde Frankryk de Staaten niet, zo lang zy in den Engelfchen oorlog waren inge- wikkeld. Doch deeze oorlog hadt, gelyk wy reeds, in 't voorbygaan , hebben aangemerkt (V), fommigen Leden van den Staat aanleiding gegeven, om te dringen op het vernieuwen der Verbonden met Frankryk. Boreel hadt, tot hiertoe, maar last gehad, om een Verdrag van Zeevaart met Frankryk te bewerken (o") •> en, hierdoor, de rooveryen der Franfche Oorlogs- fchepen te voorkomen. Doch nu verftonden fommigen, dat men ook een Verbond met dit Ryk fluiten moest. De Staaten van Holland, overweegende, aan den eenen kant, dat de han-
f S) Aitzeua III. Deel, bl. 641-646. Wicquefoht Liyr.
V. p- 277-2«-!.
(c) Hier voor, bl. 255.
( il) Aitzf.ma III. Deel, bl. 763, 783. WiovjLEroRT Lirti
VI. f. 342-352'
|
||||
XLVILBoek. HISTORIE. 167
handeling over zulk een Verbond Engeland, 1653»
yeelligt, genegener maaken zou tot vrede, —— 't welk men, ook aan het Franfche Hof, lig- telyk merkte (e)? e"> aan den anderen, dat het fluiten van het zelve de tegenwoordi- ge Regeering van Engeland t' eenemaal ver- vreemden zou van deezen Staat, en den Prins- gezinden, hier te Lande, te veel voordeels gee- ven boven de party, die thans in Holland 't bewind in handen hadt; beflooten ter algemee- ne Staatsvergaderinge te wege te brengen, dat men Boreel alleenlyk last gave, om over een Verbond te handelen, niet om het te fluiten C/'): waarmede hy zig ook eenige jaaren bezig gehouden heeft (g), zonder dat men hem im- mer het eigenlyk oogmerk der Stauten van Holland fchynt bekend gemaakt te hebben. Ondertusfchen, hieldt hy zig ook, op last der Saaten, bezig, om de voornaamften in Frank- ryk, door gefchenken, te winnen, en agter de geheimen der Regeeringe te raaken Qi). De Franfchen, die gehouden werden, hiervan,ook in den Haage, hun werk te maaken (f), zog- ten , door hem, de Staaten te beweegen, om met Spanje te breeken ; doch hy beduidde hun, ligtelyk, dat hiertoe geene mogelykheid was (k). De handeling met Frankryk werdt, midier- VL
wyl, op verre na zo ernftig niet voortgezet, ^ a^ den, eu
f71 De Wit Brieven I. T)trt, hl. (So. (ƒ) De Wit Brieven I. Deel, >•!. it. V. Deel, II. 15. (g, Dï Wit Brieven '. Deel. il. 19, 50, <;6, 12(5, 172, 184, 279. Aitzkma III. Deel, b1. ÜÖ7, R60. UÖ De Wir Brieven I. Deel, hl. 30,-43. Lij Dr Wit Brieven I. De.it, t/l 237, 134. Ljk_ De Wit liiieven I. ZteW, il. 3y. ■ |
||||
j>68 VADERLANDSCH'E XLVII.Boek.
*6$3, als de handeling, die, omtrent deezen tyd, ook
g was. De twee Noordfche Kroonen deeden zig, ten deezen tyde, ontzien, beide van Engeland en deezen Staat; zo om dat zy de party, voor welke zy zig verklaarden, merkelyk konden fterken; als om dat de oorloogende Mogend- heden het hout, de hennip, het pek en de teer, die deezen Ryken uitleverden, volftrekt noodig hadden, tot het aanbouwen en uitrusten van Oorlogsfchepen. De Staaten hadden, hierom, reeds in 't voorleeden jaar,beflooten, de vriend - fchap van beide de Kroonen, door een plegtig Gezantfchap, te zoeken, en, terwyl de Gewes- ten raadpleegden op de benoeming der Perfoo- nen, waaruit het beftaan zou, Koenraad van Beuningen, Penfionaris van Amfterdam, naar Zweeden, en Nanning Keizer, Burgemeester van Hoorn, naar Deenemarke, te zer.den, met den titel van buitengewoone Afgevaardigden. Beide warenze der tegenwoordige Regeeringe van Holland geheellyk toegedaan. Keizer hadt, in 't jaar 1650, op Loeveftein gezeten. Van Beuningen was in bezending geweest naar Zee- land, om het befluit tot de aanftelling van ee- nen Kapitein-Generaal te doen opfchorten. Hy was fchrander en ervaaren in zaaken van Re- geeringe: voorts, bedreeven in de Filozoofie en andere deelen der geleerdheid, waardoor hy zig aangenaam zogt te maaken by de Konin- ginne van Zweeden, die voor eene liefheb- fter der geleerdheid gehouden werdt (7). Hy hadt last, om in Zweeden te vertoonen „ dat » En-
(O Wicqüefort Liyr. VI. f. 353«
|
||||
XLVII. Boek. HISTORIE. 269
|
|||||
w Engeland, den Staaten den oorlog aandoen- 1553;
„de, moest geagt worden , in eenen zeke- —— „ ren zin, gantsch Europa te beoorloogen , £ zullende dit Gemeenebest, ligtelyk, mees- j, ter van de zee worden, na dat het den Koop- n handel der Vereenigde Gewesten zou be- g, dorven hebben. Dat Zweeden hierom be- n lang hadt, om zyne wapenen te voegen by „die van deezen Staat, waartoe de Koningin, w daarenboven, verpligt was, uit hoofde der n Verdragen, in den jaaren 1640 en 1645, met „ de Staaten gemaakt (m). Dat men wel niet „ ondienstig hieldt, dat de Koningin, voor zy n zig tegen Engeland verklaarde, de Engel- „ fchen, door onderhandeling , tot vreedzaa- „megedagten zogt te brengen; doch dat zy, „ midlerwyl, zig niet ontflaagen kon rekenen j, van de verpligting, om de Staaten, met vier- „duizend man, in troepen, in geld, of in „ krygsbehoeften, by te liaan, waartoe zy zig, wby Verdrag, verbonden hadt; ten minste, „ moest zy haaren Onderdaanen beletten, den „Engelfchen te voorzien van zulke waaren, Mals dezelven, tot het aanbouwen en uitrus- tten van Oorlogsfchepen, noodig hadden." Van Beuningen was, in Oogstmaand des voor- leeden jaars, naar Stokholm vertrokken; doch hy bevondt wel haast, dat hy niet veel zou kön- nen uitregten, aan 't Zweedfche Hof; daar men niet alleen misnoegd was, over de Verdragen, door de Staaten, in 't jaar 1649, raet Deene- marke geflooten; maar zig ook te onvrede hieldt, dat men zekeren Joachim Groot-Johan, die
C"0 2ie XI. Dtel, V. 380, 388»
|
|||||
27o VADERLANDSCHE XLVII. Boek,
1653. die, met byzondere Brieven van de Koningin-
-------ne, in Holland gekomen was, om fchuld, vast«
gezet hadt, en lang zitten liet, hoe zeer men,
uit Zweeden, aanhieldt,omzynontllag(»). De Zweedfche Staatsdienaars , midlerwyl, door de Engelfchen, met hoop op merkelyke voor- deden in den Koophandel, waarby zy byzon- der belang hadden, zynde aangelokt, fchroom- den niet, te verklaaren, dat de Koningin zig, in de tegenwoordige omftandigheden , niet ver- bonden rekende, om de gemaakte Verdragen naar te komen. Ook gedoogde de Hegte ftaat der geldmiddelen in Zweeden niet, dat men,, van daar, deezen Staat onderfteunde (0). Al wat van Beuningen verwerven kon kwam uit op eene verklaaring, dat de Koningin zig, tus- fchen Engeland en deezen Staat, volkomen onzydig dagt te houden, en niet ongenegen was, om Middelaares te zyn, tusfchen de twee oorloogende Mogendheden (/>), en zelfs tus- fchen Frankryk en deezen Staat, die ook, ter oorzaake van het vervoeren der krygsbehoef- ten naar Spanje, en van de Franfche kaaperyen, die hierop gevolgd waren, eenig misnoegen hadden opgevat tegen eikanderen. Frankryk nam de aanbieding van Zweeden aan; doch zy werdt in Engeland, daar.men Zweeden mis- trouwde , en 't hoofd nog vol hadt van de voor- geilaagen' Coalitie of famenvoeging der twee Gemeenebesten, van de hand geweezen. De Staaten , die ook geenen zin hadden in dé Zweedfche bemiddeling, alzo zy beweerden,- dal
Qi) De Wit Brieven; V. Deel, il. 63, 194, 27a.
00 De Wit Brieven V. Deel, bl. 31. GO De Wit Brieven V. Deel, bh 40, i(>%»
|
||||
XLVII.BoEK. HISTORIE. 271
|
|||||
dat Zweeden, volgens de Verdragen, tot wat 1653;
meerder verbonden was, antwoordden den • Zweedfchen Gezant, dieze hun voorgeflaagen
hadt, dat zy zig, deswege, verklaaren zouden, zo dra Engeland zig verklaard hadt. Van Beu- ningen hieldt zig, tot in 't jaar 1654, in Zwee- den op, zonder iet te hebben können fluiten. ' 't Was 'er zo ver van af, dat de Koningin zig zou hebben laaten beweegen, om den Staat te- gen Engeland by te itaan, dat zy zelfs haar best deedt, om de handeling te ftremmen, die, ten deezen zelfden einde, aan 't Hof van Dee- nemarke, aangevangen was (#). Keizer was, omtrent te gelylcmet van Beu- -VII.
ningen, uit Holland vertrokken. Hy hadt last, Met De* om onderftand in fchepen te vorderen van den nemarke- Koning van Deenemarke, ingeyolge van het Verdrag van den jaaren 1649 ■> en hy vondt den Koning niet ongenegen , om aan deeze ver- bindtenis te voldoen. Ook begreep zyne Ma- jefteit ligtelyk, dat het bederf van den Koop- handel der Vereenigde Gewesten ftrekken zou, tot merkelyke benadeeling van de vaart op Deenemarke en de Oostzee, en gevolgelyk ook van's Konings tollen in de Zond. Daarenbo- ven , zou hy niet gaarne gezien hebben, dat de Staaten zig naauwer verbonden met Zwee- den, gelyk te wagten was, als hy weigerde hun by te ftaan. Hy gaf den Afgevaardigde der Staaten, derhalve, goede hoop op hulpe. Zelfs liethy zig, door hem, beweegen, om twee- entwintig Engelfche fchepen, met fcheeps- en
GO AiTZENM, m. Deel, tl. 750, 751, 752, 760, 795,865,
WiCQUiFORT Ltvr. VI. p. 353-355» L-iyn VII. p. 41a.415. |
|||||
272 VADERLANDSCHE XLVII.Boek.
i6$2, en krygsbehoeften belaaden, aan te houden in
------ de Zond (r), mids de Staaten beloofden, hem
te zullen vryhouden van het nadeel, welk 'er
hem van overkomen mögt. Het Parlement hieldt fterk aan op het ontdaan deezer fchepen , by de Deenfche Gezanten te Londen, beloo- vende zelfs een naauw Verbond te zullen flui- ten met den Koning;en zyne bemiddeling ver- zoekende, tot vereffening der gefchillen, tus- fchen de twee Gemeenebesten. Doch de Ko- ning hadt zig reeds te diep ingewikkeld met' de Vereenigde Staaten, om te können te rug treeden. Het Parlement veranderde hierop t'eenemaal van gedrag, deedt eenige Deenfche fchepen, en zelfs eenige pakkaadje der Deen- fche Gezanten in beflag neemen, en zou ook hunne perfoonen vastgehouden hebben , zo 't, door de Engelfche Schippers, die hen overvoe- ren zouden, niet belet geweest was. De ver- wydering werdt toen grooter, tusfehen Enge- land en Deenemarke. De Koning, nogtans, zyn voordeel willende doen met de omftandig- heden, waarin de Staaten zig bevonden, met het gevaar, welk hem van Engeland en Zwee- den gedreigd werdt, zo hy zig voor de Staaten verklaarde, ten breedften uit; zig, daarenboven , buiten ftaat erkennende, om te voldoen aan de Verbindtenisfen, welken hy met de Staaten ge- maakt hadt. Doch hy beoogde hiermede nieu- wen onderftand te trekken van de Staaten, zo hy beiluiten mögt, hun met eene Vloot by te ftaan. En Keizer kreeg, eerlang, last van de Staaten, om den Koning, als uit zig zelven, hoop
OO Ludlows Meuioirs, Fol. I. p. j€l*
|
||||
XL VIL Boek, HISTORIE a?$
|
|||||
hoop te geeven op eenigen onderftand, zo hy, i6$fn
van ftonden aan, de Zond floot voor de En- ——y gelfchen: gelyk hy deedt. De Staaten, federt, verklaard hebbende , dat zy hem inftonden voor de fchade, die hy van het aanhouden der Engelfche fchepen zou mogen te wagten heb- ben, maakte hy geene zwaarigheid, om der- zelver laading, terftond, te verkoopem Midlerwyl, hadt men den Koning van Dee- Het Ver*
nemarke vertoond, dat het Verdrag van Uit- drag van koop wegens den Zondfchen tol, in den jaare Uukoop 1649, met de Staaten gemaakt, hem gering we en voordeel aanbragt, en ondertusfchen de Zwee- 1649 den ten hoogde misnoegd maakte , met wel- wordt ken hy nogtans wel vrede behoorde te houden, v.er"18* terwyl hy op 't punt ftondt, om Engeland den g oorlog te verklaaren. De Staaten, die zig ver- pligt hadden , om den Koning vooruit te be- taaien, 't gene zy hem, volgens dit Verdrag, fchuldig gerekend werden, waren hierin ook, federt eenigen tyd, agterlyk geweest. Alle deeze aanmerkingen bewoogen den Koning, óm den Staaten, in Louwmaand deezes jaars J653, door zynen Refident Pieter Charïfiust de vernietiging van 't Verdrag van Uitkoop te doen voorflaan. De Staaten van Holland, die toen juist vergaderd waren, overleggende, dat dit Verdrag zeer fchadelyk voor hun geweest was, en dat zy, vooral na het uitberften des En- gelfchen oorlogs, de helft niet ontvangen had- den van 't gene zy den Koning van Deenemar- ke, volgens het Verdrag van Uitkoop, betaa- len moesten , beflooten den Refident by *t woord te vatten; doch te gelyk te bedingen, g, dat de Koning, in 't gevolg , met niemant XIL Deel. S aeeft
|
|||||
»74 VADERLANDSCHE XLVII.Bozx;
|
|||||
f*55. »een diergelyk Verdrag zou mogen fluiten,
f-------„ zonder hun de voorkeur te geeven ; dat hy
„ uitkeeren zou , 't gene hem vooruit betaald
„ was , en zorgdraagen , dat de fchepen niet n lang opgehouden werden in de Zond." De andere Gewesten , die weinig belang hebben by de vaart door de Zond, voegden zig, lig- telyk, naar 't gevoelen van Holland, en 't Ver- drag van Uitkoop werdt verbroken, by een ander, welk het Verdrag van Refcisfie of ver- nietiging genoemd werdt. De Koning hadt eg- ter daarna berouw van 't gene 'er gefchied was, en fchreef, in Grasmaand, dat hy 't Verdrag van Uitkoop gaarne in wezen wilde laaten, Doch men antwoordde hem „ dat de zaak niet „ meer in haar geheel was; dat men, op den „ voorflag van 's Konings eigen' Reiïdent , „ tot de vernietiging van 't Verdrag van Uit- „ koop beflooten , en federt maatregels geno- „ men hadt, die niet gedoogden, dat men hier- „ in wederom verandering maakte." 't Ver- drag van Uitkoop bleef, derhalve, vernietigd. Verbond Doch terwyl men 'er in den Haage over met Dee- handelde, was Keizer, te Koppenhage, bezig, ■emarke. om een nieuw Verbond te fluiten met den Ko« ning van Deenemarke. Het werdt, op den agttienden van Sprokkelmaand, getekend, en behelsde M dat de Koning van Deenemarke, „verbonden zynde den Vereenigden Staaten, „die nu, door Engeland, in derzelver Koop- w handel, ontrust werden, by te ftaan, zig ook n beledigd vondt, door het Parlement, welk „ Koopvaardyfchepen , rykelyk voorzien van n gefchut, naar de Oostzee zondt, en zelfs „ Oorlogsschepen , eonder daarvan aan 's Ko- » ning®
|
|||||
XLVÏI. Boek. HISTORIE. 275
|
|||||
?> nings Kasteelen behoorlyke kennis te gee-
» ven; daarenboven, de fchepen en goederen o van 's Konings onderdaanen aantastende en j,wegneemende. Dat hy, hierom, beflooten ?, hadt, het Verdrag van den jaare 1649 ver- $» der uit te breiden, en den Engelfchen Oor* jj logsfchepen of gewapenden Koopvaardy- „ fchepen de vaart door de Zond, van nu af, „te verbieden. Dat hy, om dit verbod klem „ te geeven , van den elfden van Grasmaand „ tot den elfden van Slagtmaand, twintig Oor- ,? logsfchepen in zee houden zou, »ig daar toe P, bedienende van de penningen, met welken w hy de Staaten, volgens het Verdrag van den j, jaare 1649, gehouden was te onderfteunen, n beloopende honderd twee - ennegentigdui- 9) zend Ryksdaalers in 't jaar. Dat de Staaten ,, hem , hiertoe , daarenboven, gelyke fomme „ zouden opfchieten. Dat de beide partyen ?7 eikanderen inftaan zouden voor alle fchade, n die hun, ter oorzaake van den tegenwoor- j, digen oorlog, mögt aangedaan worden. Dat 7, zy zig niet afzonderlyk zouden verdraagen n met het Parlement; maar eikanderen altoos „begrypen, in het Verdrag, welk zy mogten „fluiten. Dat de Staaten iemant zouden mo- j, gen aanftellen , om agt te geeven , dat de „Deenfche Oorlogsfchepen, behoorlyk, wer- j, den toegerust, en dat zy 't gene daaraan ont- j, brak van de beloofde penningen zouden mo- „gen aftrekken, of in den tyd dien de Vloot „ in zee zou moeten zyn, vinden (*)." Na 't fluiten van dit Verdrag, deedt Keizer een' keer naar
(t) Zit hst Traft, ty Aitzema IH. Dal, il. jtjo.
S a
|
|||||
276 VADERLANDSCHE XLVII.Boek,
«053. naar Holland (f); doch kwam, in Hooimaand,
-------wederom te Koppenhage. Hy zogt toen den
Koning te bcweegen, om zyne Vloot, die tot
hiertoe alleen omtrent de Deenlche kust was blyven kruisfen, by die der Staaten te voegen. Doch de Koning hadt hier geene ooren naar (u); fchoon de Staaten hem beloofd hadden, dat zy den Engelfchen voldoening geeven zou- den , wegens 't gene deezen , ongetwyfeld, t'eenigen tyde, ter oorzaake van de aangehou- den' fchepen in de Zond, van hem zouden vor- deren. Keizer kon meer niet te wege brengen, dan dat de Koning eenige Nederlandfche Koop- vaardyfchepen, door zyne Vloot, in veiligheid deedt brengen : waarna hy, de laatfte hand heb- bende doen leggen aan het Verdrag, waarby het Verdrag van Uitkoop vernietigd werdt, in Wynmaand, zyn aficheid nam, en herwaards keerde (V). Handel De Staaten der Verecnigde Gewe.-ten, te- tusfchen genwoordig inzonderheid, zig grootelyks laa- Zweeden tende gelegen leggen, aan de behoudenis der kn. " ruste *n 'l ^oorc*en•> hielden een waakend oog
over de gefchillen, tusfchen Zweeden en Poo- len , die , eenigen tyd, ongeroerd gebleeven zynde, wedsrom dreigden te herleeven, tegen den uitgang van het ■ zesentwintigjaarig Be- ftand , welk, in 't jaar 1635, geflooten was (V). Men hadt reeds voorgeflaagen, het Be- ftand te verleugen, of in eene eeuwige vrede te
fO Ster. Rcfo!, Hol!, au Maart 1653. I. Deel, tl. 9.
(u) Thum.oü's Papers, Fut. I. p. 2f>6. (v ) AirZEMK Ml. biel, hl. 750, 75R, 7(5r, 767, 780, Ü38,
041. W'CQrjRFoaT l.ivr. VI. p. 355-361. Urr, Vü,p. 410-412. 0>1 Zie KL üetl, tl. 213. |
||||
XLVILBoek. HISTORIE. 277
te veranderen, en was, in 't jaar 1652, over- 1653;
eengekomen, om hierover, te Lubek, in on- ——— derhandeling te treeden. De Staaten , die 't Beftand bemiddeld hadden , konden niet na- laaten , in de zelfde hoedanigheid, Gezanten te zenden naar Lubek. Jakob de Witt, Burge- meester van Dordrecht, en Antoni Oetgens van JVaveren, Burgemeester van Amfterdam, ver- trokken derwaards, met last, om vrede of ver- lenging van 't Beftand te bewerken (V). Doch zy keerden onverrigter zaake. Zweeden en Poolen geraakten, nog voor het uitgaan van't Beftand, in eenen oorlog , waarvan wy den uitflag, hierna, zullen moeten verhaalen. Midlerwyl , hadd de Engelfche oorlog de De Staa-
St aaten ook doen bedagt zyn, op hetvernieu- J-gJJ ^ wen der verbindtenisfen met de Hanze-Steden. Hanze- Van Beuningen , in 't voorleeden jaar , naar Steden. Zweeden vertrekkende, hadt last gehad, om in 't doorreizen, te polfen, of 'er, by deeze Ste- den , iet goeds zou uittewerken zyn. Doch hy gaf, hiertoe, flegts fteauwe hoop. „ Breemen „ en Lubek zouden," fchreef hy „mogelyk, „ over te haaien zyn, in de belangen der Ver- „ eenigde Staaten. Doch Hamburg zou zig, „ waarfchynlyk, onzydig zoeken te houden, „om, geduurende den oorlog, zynen Koopr ,, handel, te veiliger , door de Hoofden, en v verder westwaards , te können uitbreiden: „ ook de Engelfche Lakens, over Lubek, te yy voeren naar Dantzig (y )," werwaards zy, anders, met Hollundfche fchepen, plagten gè- bragt
, O) AlTZHMA III. ÏÏCcl, il. f)$2 , 781. WlCQIJFtORr Ihr*
Vii. p- 417- "
£/) De V/irr tueven V. Deel, V. 4, j, 8, 51, 54.
S 3
|
||||
«?8 VADERLANDSCHE XL VIL Boek,
|
|||||
1653. bragt te worden. En dit berigt was oorzaak,
r------dat de bezending naar de Hanze-Steden eeiit
uitgefteld werdt, en eindelyk agterbleef (z).
VUL Doch terwyl men, buitens Lands, arbeidde Amiei- aan het fluiten van Verdragen, die gefchaapen beroer^ ft°ni^cn de Engelfchen eerder te brengen tot ten, in eene redelyke vrede, floegen veelen, hier te verfchei- Lande, eenen weg in, die de Vrede verwylen den'Ste- moest, en gelegenheid geeven, tot het verder Holland "voortzetten des oorlogs. Het oogmerk fcheen egter niet, de Landen ingewikkeld te houden, in eenen kostbaaren kryg; maar te bevorderen, dat de jonge Prins van Oranje tot Kapitein- Generaal verheeven werdt. Wat weg men hier- toe infloeg, en hoe de onderneeming uitviel, zullenwe nu, omftandiglyk, vernaaien. In 't voorgaande Boek, zagenwe , dat do
poogingen van eenigen , om Gelderland te doen befluiten tot de verheffing van den Prins van Oranje , tot dien tyd toe, vrugte- loos waren uitgevallen. De Witt hadt zelfs a in Wynmaand des voorleeden jaars , ge- fchreeven aan van Beuningen, dat de Pa- troonen der vryheid, zo noemde hy zulken, die 't met hem eens waren, in die Provincie, meer en meer, de overhand kreegen, en dat 'er, zo 7 werk daar bleef 'flUle ftaan, gelyk men vertrouwde, gee- ?ie waar/chynlykheid was, dat het, in de anders Provinciën, opgeheven zou worden (d). Doch de handel met Engeland gaf, in de Lente en Zo- mer deezes jaars, den vrienden des Prinfen van Oranje aanleiding, om, fterker dan voorheen, tem
(z") WlCQUEFORT Livr. VII. p. 418. AIT2EMA III. littl^
O, D* Witt Blieven V. On'l, bl. at>, 28.
|
|||||
XLVII.BoEK. HISTORIE. 379
ten zynen voordeele, te arbeiden. De twee 1653.
Hollandlche Afgevaardigden in Engeland, Bc---------
verningk en Nieuwpoort, en de eerfte inzon- De Hol-
derheid, handelden, aldaar, zeer bedektelvk, ^°'e. niet flegts voor nitheemfche Staatsdienaars, vaardig- die zorgvuldiglyk agt gaven op alle hunne gan- den in gen; maar ook voor hunne Mede-afgevaar- Engeland digden, Van de Perre en Jongeftal (b)\ ja, zo hJ°Jj£a naderhand gebleeken is, voor de Vergaderin- dekteiy'k. gen der Staaten, in den Haage (V). Hieruit rees vermoeden in fommigen, dat Bevemingk en Nieuwpoort heimelyken last van Holland, of van eenige Leden van Holland hadden, om iet, ten nadeele van den Prinfe van Oranje, te fluiten (d). 't Gene, door de Gemagtigden van Holland tot de Engelfche zaaken, in den Haa- ge, gehandeld werdt, bleef ook, gemeenlyk, zeer geheim, en werdt, niet dan in cyfFer, aan de vertrouwdfte vrienden buitens Lands over- gefchreeven (<?). Dit gaf voedfel aan de ag- terdogt. Jongeftal werdt, in 't begin van Oogst Jongeftal maand , gewaarfchuwd „ dat hy zynen Hol- ^^un n landfchen Mede - afgevaardigden , die door- gew«ar- w trapte guiten waren, niet moest vertrouwen, fchuwd. „ en als hy met hen fprak zeer op zyne hoe- „ de zyn." De brief was ondertekend, Uwe ootmoedige Dienaar, wiens hand en hert geheel de uwen, en u welbekendzyn(ƒ'). Jongeftalhieldt, gelyk wy reeds gemeld hebben, briefwisfeling met Graave Willem van Nasfau, wien hy, on- der f b~) Tmuwü's Papers, Vol. I. p. 309, 369. Vol. II. p, 7.
(f ) Thuki.of.'s Papers, Vol. I. f. 611, 629, 655. (t/j Tiiorior's Papen, Vol I. p. 281 s 299. (e) Secr. Refoi. Hotl. 4 AprH 1653. I. Deil, H. 3a. Bi Witt Rrieven V, lied, bl. 174, 36a. if) Thuwoe's Papers, Vol. h f. 399. S 4
|
||||
»8o VADERLANDSCHE XLVII.Boejc;
|
|||||
i6$3. der anderen , in Slagtmaand, te Londen we-
r n zou ten nadeele van den Staat, of van het „Huis van Oranje:" en „ dat Beverningk, „befchonken zynde, hem geklaagd hadt, dat H hy met Nieuwpoort niet over weg kon, en ff meer genoegen fchiep in de handelwyze van „ hem, Jongeftal, dien hy altoos voor een' „ eerlyk' man zou houden (g)." Doch, veel- ligt , fprak Beverningk zo, om Jongeftal in te neemen. Hy en Nieuwpoort fchynen 't, in de voornaamfte en geheimfte zaaken, nagenoeg, eens geweest te zyn. En Jongeftal zelf fchreef, in Hooimaand des volgenden jaars, dat hy ge- haat en verdagt was, by Beverningk en Nieuw- Geheime poort beide (h). De Raadpenfionaris de Witt briefwis- rigtte ook zyne geheime brieven, dikwils, aan feiing, nun beide. Men heeft 'er nog een', met deeze de*Wit" woorden, in kragt, aan den voet: ,, Zo gy in en de » Engeland blyft, en zo 'er hoop is, dat gy in Holland- „uwe handeling flaagen zult, zal ik u een cyf- fcheAf- ^fer zentjen. Laat toch niemant uwer Mede- *igden. » afgevaardigden deezen brief zien . en draagt ,, zorg, dat gy dien niet op uwe tafel laat, op n dat geen van hun dien ooit in handen kry- » ge ("/)." 't Vermoeden, uit deezen bedekten handel gereezen, dat 'er iet broeide, ten nadee- le van het Huis van Oranje, deedt de vrienden van dit Huis de handen in een liaan, om da verheffing van den jongen Prinfe, die in 't voor- leeden' jaar niet gelukt was, met meer ernst, te bevorderen. Men bediende zig, hiertoe, van het
- Xü) Thitrloe's Papers, Fol. I. p. 600.
(ti ) Thori.ok's Papers, Ful II p. 454' (O Thuuloe's Papers, Vol. I. p. 3fy>. |
|||||
XLVILBoEK. HISTORIE. a8i
het misnoegen op de Regeeringe, welk, ter i553.
gelegenheid van den kwaaden uittlag der mees- —— te zeegevegten, onder 't volk, ontilaan was, en gevoed werdt: ook van de zugt voor het Huis van Oranje, die nog zeer algemeen was*. En men bragt te wege, of zag ten minfte nift ongaarne, dat 'er beroerten ontftonden , in fommige Steden, alzo men zig, hieruit, veran- dering in de Regeering derzelven beloofde, waarop de verheffing van den Prinfe, natuur- lyk, volgen moest (k). In Bloeimaand , hadt men, te Rotterdam, Opfchud-
Teeds eenen Leonard van Naarfin in Regte be- ^"f te trokken , over eensge woorden , welken men ^ter" hieldt tot oproer te ltrekken (/), zonder dat my gebleeken is , hoe 't geding afliep. Te te Vlaai*. Vlaardingen , werdt, wat laater, onder oog- ^lrgen» luiking of door bewerking van eenen Hoogen- hoek, Burgemeester der Stede, volk geworven voor 's Lands Vloote, op den naam van den Prinfe van Oranje; waartegen den Gekommit- teerden Raaden gelast werdt, ernitelyk, te voorzien (nt). Te Ainfterdam, zogt men, in te Am- Ilooimaand, de Tromflaagers ook te dwingen, to<ian^ om 'sPrinfen naam, in 't oinllaan, te gebrui- ken. Doch 't mislukte hier ; hoewel ik , in fchriften van deezen tyd, gemeld vind, dat de helft van 't volk, te Amfterdam, thans Prinsge- zind was, en dat de Regeering vier Predikan- ten de Stad ontzeid hadt, om datzy, openlyk, ge-
(i) Thurloe's Papers, Vut. I. p. 2fli, 307, 126, 32Q.
(O Itefol. Holl. 27, 28 May, 10 Sept. '1653. bl. 346, 35»,
504- Tiiurloe's Papers, Vol. \. p. ^47. (wOHefbi. Huil. 2(1 jfuny 1653. lil. 317. VVlcyu8Ft)HT Ihr.
Vil- p. ««O. S5
|
||||
i82 VADERLANDSCHE XLVII.Boek.
1655. gebeden hadden, voor den Prinfe van Oranje
------- (»). Te Dordrecht, daar 't gemeen zeer ge- te Dor- beeten was op de Witt, die toen nog geen isecht, ftaadpenüonaris was; fchoon de Regeering zy- ne zyde hieldt; trok de fctiuttery op, metO- ranjc-wapentjes, 't welk men hielde tot oproer te (trekken ; fchoon men 't ongemerkt door- te A;k- ëaan Me£ (O* Te Alkmaar, ontitondt, op den maar, zesden van Hooimaand, ook mérkelyke be- weeging. 't Graauw fmeet de glazen in aan 't Huis van zekeren Touwflaager, Zeeman ge- noemd, die, ten onregte, gelyk, federt, ge- bleeken is, befchuldigd werdt, touwwerk ge- leverd te hebben aan den vyand. Doch de plon- dering van 't Huis werdt voorkomen door de Rukery, die thans bezetting hieldt in de Stad (/>). Verfcheiden' andere Huizen van Leden der Regeeringe werden, ten zelfden tyde, ge- dreigd met plondering, zonder dat het tot de daad kwam. Maar op den negenden, trok een hoop wyven, onder 't geleide van Griet Piet Scheer , die zig voor Kapitein opgeworpen hadt, en van Alyd de Turfvulfler, die een ven- del droeg van oude lappen, aan een' ftok ge- bonden , naar Zeemans Lynbaan ; daar alles geplonderd en vernield werdt. De Schuttery, toen in de wapenen gekomen, bragt den woes- ten hoop fpoedig tot bedaaren. Vyf of zes belhamels werden gevat, en ter Stad uit ge- telloum,bannen (#). Te Hoorn en te Medenblik, zogt men,
(n~) Thurloe's Papers, V»l. I. p. 3x1, 328, 33t, 374..
(e) A117.RMA 111. Ditl, lil. 825. Tiiuiaoü's Papers, yU. \. p. 32O. 334. 3^4-
(/>) lïeiol. Holl. I Jiily 1653. il. ?,lt-
Cq) Refol. Holl. 12. 14, ïi July, art Aug. irtsi. il. 3<<>,
351. 37'* 4ÏS- Holl. Merk. van 1653. *'• &4» TlJURloa's P* pers, {'tl. l, p. SM, 325j J7> V-> |
||||
XLVILBoek. HISTORIE. 283
men, ten zelfden tyde, ook beweeging te ver- 1653.
wekken. Te Hoorn, werden briefjes gezaaid, •-------
waarby men de Gemeente waarfchuwde , dat
zy, van wege de Staaten, flondt gekweld te worden met inlegering (r). Doch ik vind niet, dat hier iet van belang gebeurd is. In den Haa- in rfen ge, was de Gemeente, insgelyks, zeer onrus- 1Iaa£c» tig. De fchutrery hier, in Bloeimaand, optrek- kende , toonde niet flegts haare zugt voor het Huis van Oranje, met juichen en blaazen van Wilhelmus van Nas/auwsn; maar fchoot zelfs door de vendels, om dat 'er 't wapen van zy- ne Hoogheid uitgenomen was. 't Bleef hier niet by. Ter gelegenheid, dat de jonge Prins, in 't begin van Oogstmaand, van Breda, daar hy ingehuldigd was, te rug verwagt werdt, hadt een groote hoop Haagfche jongens van 't geringfte foort zig gereed gehouden, om hem in te haaien, ten dien einde, dagelyks, optrek- kende , verfierd met Oranje - vendels , fluijers en pluimen van Oranje-papier, en met gedruk- te wapentjes van het Huis van Oranje. Ein- delyk, werdt hun de Prins, die by donker in den Haage gebragt was , des anderendaags, zynde den zevenden van Oogstmaand , voor de ven öfters van 't binnenhof, getoond, waarop zy de trompet ftaken, en een groot gefchreeuw maakten. De Staaten van Holland , hieruit meerder opfehudding te gemoet ziende , had- den den Fiskaal Komelis Boy last doen geeven , om de jongens te verftrooijen (V), gelyk hy deedt. Zekere Barbier, zig hiertegen willende ver-
Cr~) Thurloe'« Papers, V.l. I. p, »gü, 307, 309.
£0 llelöl. Huli. 7 Aus. 1653- W. 413. |
||||
284 VADERLANDSCHE XL VII. Boek
verzetten , bejegende den Fiskaal met fcheld-
woorden. Hierop volgde, dat een deel van 't tlegtfte graauw naar 't huis van den Fiskaal trok , daar de glazen uitgefineeten werden. Doch de Lyfwagt te paarde, hierop toefchie- tcnde, verftrooide den hoop (*). Nogtans werdt, ten zelfden tyde, ook diergelyke bal- daadigheid gepleegd aan de Logementen van Dordrecht en Amfterdam, en aan drie of vier andere huizen, terwyl de bewooners, en voor- al de Raadpenfionaris de Witt voor Schelmen e.n Prinfenverraaders gefcholden werden. De Regeering van Leiden hadt, zo verhaald wordt (u), den Staaten van Holland, ten zelfden ty- de, berigt, dat een groote hoop Waaien, uit haare Stad , naar den Haage getrokken was,, oin het Haagfche graauw by te ftaan. Doch veelligt werdt dit flegts uitgertrooid, om een voorwendfel te hebben, tot het ilerker bezet- ten van den Haage. Hierdoor, en door het vatten en ftrafïln van eenige handdaadigen, raakte , eindelyk , alles in rust (y). Eenige weeken te vooren , hadt de Oud-Burgemees- ter van Dordrecht , Jakob de Witt, in den Haage, eene ontmoeting gehad, waardoor hy, meer dan nog te vooren , in den haat van 't gemeen geraakt was. Van 't Binnenhof, tegen den avond van den vierentwintigften van Zo- mermaand, naar 't Buitenhof gaande, was hy aangerand, door eenen dronken Hoogduitfcher» ge-
rn P-eflil. Ho«. 8 /Ing. I*«. tl. 415. f:/} THimL'iit's Papers, fol. I. p. 391. 'f v Kefol. Moll. H, 14 /fug. 2 Sept. 1651. II. 417, 4;i, dCp»
Du Witt Brieven [. L/tel. tl. 3. V. Deel, l/l. 351, 353. An-* ZF.MA HL iHel. hl. 825, Ü2'), li27- WlCQUBPORT Ui'T. Vil, |, 381. ïhurloe's Papers, y»l. 1. p. 359, 3C2.
|
||||
XLVII.Boek. HISTORIE. 385
gehuwd aan eene waschter van de Koninginne i65%.
van Boheeme, die hem vraagde, of hy 't met —,—- den Koning hieldt, of met het Parlement. De Witt antwoordde, dat hem hieraan niet gelegen was. Voorts hoorde men den Daiticher ook zeggen, ik zal u wel leeren den Prinfe tegenj'preeken. De Witt verlaaten hebbende, vondt men hem, daarna, aan 't Logement van Dordrecht, met een mes in de hand, v/aarmede hy den Bur- gemeester, nog dien avond, het leeven dreig- de te beneemen. Kort hierop, met eenen Staa- tenbode, een' knegt van den Fiskaal Ruisch, en, zo fommigen willen (w), ook een' knegt van de Witt, die op hem paste, op den Kneu- terdyk, in woorden geraakt zynde, en weder- om 't mes getrokken hebbende, werdt hy, met fteenen, doodgefmeeten. Het Hof kreeg last, om onderzoek te doen, naar het eigenlyk oog- merk van deezen ongelukkigen (j) * doch wat men , desaangaande , ontdekte , is my niet voorgekomen. Over den manflag, werdt, myrs weetens, niemant aangefproken. Ook befloo- ten de Staaten, kort hierna „ dat elk, wiens jj perfoon of huis , geweldiglyk , aangetast ?? werdt, op de handdaadigen , met fcherp, „zou mogen fchieten, of hun, op een ige an- „ dere wyze, te keer gaan, zonder iet te ver- ?j beuren (y)." Doch de opfehuddingen, van welken wy,tot Num>
hiertoe, gefproken hebben, geleeken niet, naar heid van den geweldigen fchok, dien Enkhuizen , ten jg„"g*a" deezen tyde, onderging. Wy können, hierom, burgeriy- niet ke be-
(w') Thuiu.oe's Papers, fitl. i. f, 2^4. roenen, C-v ) Kelbl. Holl. 25 Juny \f>w. H. 313,
£y) Heul. lioJi. 8 /tug. 1Ö53. il. 415. |
||||
a8S VADERLANDSCHE XLVIÏ.B0È&.
|
|||||
1653. niet nalaaten , de aanleiding en uitflag van 't
-------gene in deeze Stad voorgevallen was, om-
ftandiglyk, te verhaalen. Oordeelt, ondertus-
fchen, iemant, van klein belang, of ontydig, den Leezer, in eene algemeene Historie, op te houden, met een uitvoerig verhaal van burger- lyke beroerten, ik zal hem, met de woorden van den beroemden Nederlandfchen Historie- fchryver Hooft (z), te gemoet voeren „das „ men, hier te Lande, de magtighfte veran- „ deringen, by aanftichting, of immers dapper „toedoen des gemeenen mans* heeft zien in- 0 voeren: dat ook heedendaags niet de minlle „konst der Steedfche regeeringe in 't hande- w len en gerusthouden der menighte beftaat; „ en dat het, hierom, geenszins onleerlyk fchy- ,, nen kan , den opgank, loop en afloop van n diergelyke beroerten, en tefFens de midde- jj len, misflaaghen, verzuymenisfen, waardoor „zy geftuyt oft geftilt, gewakkert oft onver- „ hindert gebleeven zyn , befcheydelyk voor „ ooghen te ftellen." Eene aanmerking, wel- ker gegrondheid, uit het geene 'er, voor, in en na zynen tyd, hier te Lande, is voorgevallen, overvloediglyk, bevestigd is geworden. IX. Tusfchen den Schout van Enkhuizen, Mees- Enkhui. ter Joan Mook, en de Wethouderfchap der Ste- fnVwei- ^e' was» reec*s *n '£ 3aar ^5°' merkelyk ver-
digebe-" fctiil ontftaan: begonnen, ter gelegenheid dat roerte. de Schout eenige luiden, die verklaard hadden, dat hy, fchoon gehuwd, met eene andere ge- huwde vrouwe , onbetaamlyke gemeenfchap hieldt, hadt doen vatten. Sedert, hadt hy te we-
(z)VI. Botk,M. e.47. • .
|
|||||
XLVILBoEK. HISTORIE. 28?
wege gebragt, dat zy, by Schepenen-vonnis, 1653.
gebannen waren. Zy hadden zig egter op 't Hof — beroepen, en de Regeering hadt geoordeeld, dat hy zelf zig voor 't Hof hadt te zuiveren; zig, midlerwyl, onthoudende van 't waarnee- men zyns Aropts. De last, hem hiertoe ver- leend, liep ook met Herfstmaand des jaars 1651 ten einde: waarom de meerderheid befloot, hem van zyn ampt te verlaaten (a), en Fredrik Sie- w ertszoon Lakeman, in zyne ftede, voor te Hel- len aan de Graaflykheids Rekenkamer, die nogtans zwaarigheid gemaakt hadt, om hem lastbrief te verleenen. De Staaten, ter welker kennisfe de zaak daarna gebragt was, door de Regeeringe, hadden, federt, hun best gedaan, om Mook mat de Wethouders te bevredigen; ten dien einde, Gemagtigden zendende naar Enkhuizen, die ook last hadden, om den twist, over 't inftellen der Briefjes by 't verkiezen van Burgemeesteren, by te leggen. Doch hunne poogingen waren vrugteloos geweest (F). On- dertusfchen, fmeulde 'er, binnen de Stad, een vuur van oproerigheid, welk, op den eenen- twintigden van Zomermaand deezes jaars, ten dake uitfloeg. Een' Tromflaager, hier ook, op bevel der hooge Overheid, wervende, op den naam der algemeene Staaten alleen, werdt, door 't graauw, gedwongen, den Prins van Oranje te noemen: en de Regeering hadt, hierin, oog- luikende , bewilligd; doch 't volk, hiermede niet vergenoegd, was, ten zelfden tyde, aan- gevallen op 't Huis van den Burgemeester, Wil-
(*-) Uit g<rchreeven' Bcrigten.
(*') Refcl. Uoll 20, 21 Dec. ifai. il 613, 614, 6i'j. 25 Jen.
% ft'jf. 12, 21 Maart, 6 4tig. 1652. */. 35, 46, 105, 128,325. |
||||
ï88 VADERLANDSCHE XLVII.Boek,
|
|||||
i<553- Willem Wülemszoon de Lange, die, te gelyte
------- zitting hebbende in de Admiraliteit, befchul-
digd werdt, het verkoopen van twee pryzen te-
gen te houden, die nog niet eens verbeurd ver- klaard waren. Men fmeet dan, totzynent, niet ilegts de glazen uit, maar alles werdt, van bin- nen , vernield en geplonderd. De Wethouder- fchap, voor erger bedugt, verzogt de Staater» van Holland, terftond, om eenig Krygsvolk. Men gaf, hierop, den Heere van Noordwyk„ die met etlyke vendels naar Texel moest, be- vel om tien vendels, die, by nader' last, op drie verminderd werden (Va?), behendiglyk, te werpen in Enkhuizen. Ook werdt de Veld- maarfchalk Brederode, die op zyn vertrek ftondt, om 't volk op Texel te montieren, ge- magtigd , om nog tweehonderd Muskettiers, die uit Amlterdam op Texel gekomen waren, en, des noods, zelfs de Ruitery, onder den Heere van Obdam ftaande, binnen Enkhuizen De Staa- te brengen. Te gelyk, werden de Heeren van ten- van Obdam en van der Myle uit de Ridderfchap, Holland ^e Heeren Akwyn van Halewyn, en Takob van Zen ("1611 */ ' */
Krygs Nieuwltad, uit de Steden Dordrecht en Alk-
vüik en maar, en de Heeren JoanDedel en Hugo Blok v Gemag- uit den Hove Provinciaal, gemagtigd, om, ne- ugden vens (jen Advokaat Fiskaal van deezen Hove, waards. KornelisBoy, onderzoek te doen op de bewee- gingen te Enkhuizen , de fchuldigen te doen vatten, en gevangkelyk naar den Haage te voe- ren, en zorg te draagen, dat het roepen der Tromflaageren gefchiedde, in hunne tegen- woordigheid, naar de orde der hooge Regee- iia-
(y; Refol. Holl. 24 Juny 1653. tk £U.
|
|||||
XLVII.Boek. HISTORIE. 289
|
||||||
finge. Alle de Leden der Vergaderinge ver- 1653:
bonden zig, het befiuit, waarby deeze ordege-------«j
geven werdt, geheim te zullen houden. Doch
die van Enkhuizen hadden 'er op doen aante- kenen , dat zy alleenlyk Krygsvölk, geene Ge- magtigden verzogt hadden. Ook hadt Leiden zig verklaard , tegen het afzenden van zulke Gemagtigden , als ftrydig met de Privilegien der Steden, en met die van Leiden in 't by- zonder (/). Noordwyk, te fchepe naaf Enkhuizen ver- 'tKryg$
trokken met zyne vendels, vondt, op zyne aan- vol|c komst voor de Stad, alles in rep en roere, 't ™°j * Graauw, op vermoeden of berigt van zyn oog- Weid, merk, hadt het Stadhuis ingenomen, de poor- buiten ten bezet, 't gefchut naar de wallen gefleept, geho1** en gewend tegen de naderende fchepen, die genoodzaakt werden, af te houden, en ,t eer- lang, voort te zeilen naar Texel (ƒ). 't Bleef hier niet by. 't Volk, nu meester van de Stad t ftak Oranje - vendels uit, ftelde de Wethou- ders af, en zogt Schout Mook het opperbc- wind over de Stad op te draagen. Ook werdt het Tuighuis opgebroken, een Kruidmolen omtrent de Stad van agthonderd ponden bus- kruids beroofd, en Wagthüizen en Poorten in zuip- en dobbelfchoolen veranderd (g). De Gemagtigden der Staaten, midlerwyl, ge- De 9**
komen te Alkmaar, alwaar toen reeds beginfels Senfe. beipeurd werden van de oproerigheid, die men te daarna uitborst, ftelden eenige orde op de be- Alkmaara hou-
O) Sccr. Refol. rtoll. 33 jiinv 1653. I, Deel, tl. 73.
(f ) Sccr. Reib!. Holl. 17 jfuuy 1Ó53. I. Deel, tl. 7y. ig) Holl. Merk. van 1653. tl. 58. Thuuloe's Paptrs, Fo.'j I» f' »94. *<JS* 300, 301, 307, 315, 31a. XII. Deej,. ï
|
||||||
*
|
||||||
290 VADERLANDSCHE XLVII Boek.
zCr$. houden is van de rust dier Stede. Toen ver-
i------ trokken zy naar Hoorn, daar't nog in tamely-
te Hoorn, ke rust wa?. . Doch hier vernamen zy, dat het
Krygsvolk buiten Enkhuizen ,gehouden was,
en dat zy 'er ook bezwaarlyk binnen raaken
zouden. Zy reeden egter, den zevenentwin-
tigften van Zomermaand, derwaards, denAd-
vokaat Fiskaal te Hoorn hatende , om geen
V/onku, voorwendfel tot opfchudding te geeven. Maar
voor gekomen tot aan de Kalkoven, niet verre van
£n|lhu'- de Stad, grypt een karel, die een kanne biers
heusch ' *" ^e *ianc* nacft» ^en toom aan van de Paar"
beje- den, die Halewyn en Nieuwftad voerden, ijend. te gelyk vraagende, waar wilt gy heenen ? Men antwoordde, dat dit hem niet aanging: waarop hy hervraagde, zyt gy Prinfen- ofStaaten-volk? Staaten - volk, dreef hem Halewyn toe, en hy daarop, zo zult gy niet kevende van hier gaan. Met fmyt hy de tinnen kan tegen den wagen, en trekt, al fcheldende, zyn mes; doch de voer- man , vinnig voortflaande , ontreedt den ge- weldenaar. Voor de Stad genaderd , vondt men de poorten digt, de valbrug opgehaald, en een deel volks op de wallen, fchreeuv/en- de, gy zult 'er niet binnen: vertrekt, vertrekt. De Gemagtigden verzogten, met heufche woorden „dat men hen wilde inlaaten , alzo 5,zy iet te fpreeken hadden met de Heeren, „ aan welken men hen zou gelieven aan te die- „ nen." Maar 't antwoord was, wy zyn de Hee- ren , wy zyn de Burgemeesters: wy willen u niet in de Stad hebben. Flor is Huigen, Hopman over een vendel fchutters, daarna op den wal ko- mende, beloofde, dat men de fleutels haaien, an de poort openen zou. Terwyl hy weg was, moes-
|
||||
XL VII. Boek. HISTORIE. 291
moesten de Gemagtigden nog veele fcheld- 1653.
woorden en bedreigingen hooren. Ten negen-------■
uuren des avonds, kwam hy eerst weder, om
te verzoeken, dat de Gemagtigden nog een half uurtje geduld hebben wilden. Doch zy, Keeren zig, in eene oproerigeStad, niet zonder Krygs- te r"S» volk durvende vertrouwen, zeiden, dat het ^|J,e„r reeds te laat was, en keerden naar Hoorn te gelasten rug. Hier kwamen, des anderendaags, zynde te zyn. den agtentwintigtten van Zomermaand, eeni- ge Gemagtigden uit de Wethouderfchap, Krygs- raad en Burgerye van Enkhuizen by hen, voor- baande, dat men, om de beroerte te füllen, tweehonderd man uit de ingezetenen bezoldi- gen moest; doch de Gemagtigden vonden dit ongeraaden. Sedert, vernamen zy, dat alles in de Stad haast in rust te brengen zou zyn, zo men geen Krygsvolk derwaards zondt, de Burgerhopluiden buiten de Wethouders ver- koor , en eenigen weerde uit de Wethouder- fchap. Doch niemant wilde hun de naamen der eerfte aandryveren van den oproer bekend maaken. Zy keerden, hierop, naar den Haa- ge, te rug, en deeden van 't gene hun beje- gend was verflag, cp den derden van jiooi- maand (Ä). Weinig tyds te vooren, waren 'er, op ver- De Staa-
zoek van Gekommitteerde Raaden van West- ten en friesland en 't Noorderkwartier, gedaan aan de Stadhou- Staaten en Stadhouder van Friesland, honderd Friesland koppen uit de Lyfwagt van Graave Willem, zenden het vendel Zwitfers van Graave Joan Maurits, eenig het vendel van den Majoor Groveftins, twin- Kl7gs"
J ' . volk naat
tig Textl.
C«) Secr. Refill. Holl. 3 July 1653. I. Dttl, 11, in enz,
T 2
|
|||||
♦
|
|||||
4o4 VADERLANDSCHE XL VIL Boek:
|
||||||
1653. tig of ruim twintig Muskettiers uit Franeker,
Texel aangeland: 't zy men aldaar voor de En- gelfchen bedugt ware; of dat het, om andere redenen, ware gefchied. Doch de Staaten van Holland , verftaande, dat het verleggen van Krygsvolk, uit het eene Gewest in het ander., buiten kennis der Staaten van 't Gewest, daar men 't binnen bragt, niet te wel overeenkwam, met het gene, op dit ftuk, in de groote Ver- gadering , beflooten was, gaven last, dat de gemelde manfchap, op hun patent, naar Fries- land zou keeren, ten ware zy, volftrektelyk, vereischt werdt, tot befcherminge van het Ei- land en van de naaste kusten (T). Kort hierna, werdt, op de tyding van eene voorgenomen' landing der Engelfchen, ook verftaan, dat zy 'er nog eenigen tyd vertoeven zou. Ook droeg men toen zorg, om deezen oord fterker te be- Graaf zetten (k~). Doch terwyl het Friesch Krygs- Wüicm volk nog op Texel was , begaf zig ook der- van Nas- Waards Graaf Willem van Nasfau, die, kort te geeft zie vooren ' n^ den Haage , naar Friesland ge- ookder-" keerd was (/), met zyne Gemaalinen Hofftoet, waards. en werdt 'er, met veele ftaatfie, door de ge- wapende fchutterye , ingehaald , niet anders dan of hy Stadhouder van Holland geweest ware. Hy bleef 'er, van den eerften tot den derden van Hooimaand (m). Midlerwyl, ver- wekte zyne aankomst in deezen oord groote ag-
(0 Refol. Hol'. 28 Junv. 5 7ul¥ I053- W. saß, 340.
(k) Seor. Refol. Hol!. 3 July 1653- I- Deel, bl. 91. Refol.
Holl. ? July 1OS3. *'• 343- f O Thurloe's Papers, Fol I. p. 268.
(»O Refol. Huil. 5, 21 July UÏ53. bl. 34s, 371. Secr. Ut*
fol. Holl. as July lf>53. I. Deel, bl. 97, |
||||||
*
|
||||||
XLVILBoek. HISTORIE. 493
sgterdogt by veelen, die meenden, dat hy 't (1553;
oog op Enkhuizen hadt, en dat hy 't Friesch ■ Krygsvolk binnen deeze Stad dagt te werpen, om 'er zig van te verzekeren, voor den Prinfe van Oranje, voor wien 't gemeen zig reeds openlyk verklaard hadt. Zelfs vind ik, in fom- mige berigten van deezen tyd, dat Enkhuizen Friefche bezetting hadt ingenomen («). Doch alzo de Kefolutien van Holland hiervan zwy- gen, durf ik geen' ftaat maaken op deeze berig- ten , die my, ook om andere redenen, onwaar- fchynlyk voorkomen. Ook wordt my, van goe- der hand , verzekerd , dat 'er geen Friesch Krygsvolk in Enkhuizen geweest is. De vrees voor de Engelfchen, eerlang, ver- Enkhuf-
dwynende, keerde de Friefche manfchap we- zen r.aa,t* derom, van Texel, naar huis. Te Enkhuizen, ™*^1U was 't, midlerwyl, ook een weinig aan 't bedaa- ren geraakt. De poorten bleeven open , het geroofde buskruid werdt te rug gegeven, het Tuighuis geflooten. Doch de Oranje-vendels ftaken nog uit. De tegenwoordige Regeering zogt zig te handhaaven in 't verkreegen gezag, en begeerde belofte van de Staaten , dat men geen Krygsvolk in de Stad brengen zou; wan- neer zy zig fterk maakte, om alles in rust te houden. Men vernam, ondertusfchen, dat een uit de Wcthouderfchap, zo 't heette, om zy- ne byzondere zaaken, een' keer naar Friesland was gaan doen (0) ; 't welk de agterdogt, dat. y men, in dit Gewest, iet byzonders te handelen hadt, deedt toeneemen. Sommigen fchroom- den
(n~) THtmuin's Papers, Vol- I. p. 317.
(oj Secr. Refol. Holt- 4. tt. '7 Ju'y 165*- l Deel, l/U $\ 9*» 93 > 'J(>' Thurhoe's Pap;rs, Val. I. p. 364. T 3
|
||||
594 VADERLANDSCHE XLVII.Bokk.
iS5$, den zelfs niet te zeggen, dat Graaf Willem de
;-------hand hadt, in de beweegingen van 't Noor- derkwartier (/>). De Staaten vonden, derhal- ve, geraadcn, de voorige befiuiten, by de eer- fte bekwaame gelegenheid, in 't werk te Hellen, en zig, doorKrygsvolk, te verzekeren van Enk- hnizen. Vooraf, verleenden zy, aan de Afge- vaardigden der Stad in den Haage, eene A&e, waarby verklaard werdt „dat alles, wat door „ der Staaten Gemagtigden, in gevolge der „ voorgaande befiuiten, ondernomen mögt n worden , niet zou mogen geagt worden te „ (trekken tot krenking van de Privilegien der j, Stede , welken de Staaten gezind waren te „handhaaven O?)-" De Gemagtigden, hierop, vertrokken nanr Enkhuken, deeden, op den elfden van Herfstmaand, de Stadhuisklok trek- De Stna- ken. 't Was op den middag, en 't volk kwam, tenbren- in grooten getale, voor 't Stadhuis, byeen, in ften'er, verlangen, wat 'er byzonders zou afgekondigd diVivk" worden. Deeze tyd werdt v/aargenomen, om negen ' negen vendels knegten, onder den Luitenant- vendels Kolonel Duik , met drie fchepen, derwaards binnen, gezeild (r) , in de Stad te werpen; die zig, zonder eenigen tegenftand te ontmoeten, ter- ftond, van de poorten, en van eenige andere posten meester maakten, 't Plakaat, welk, on- dertusfehen , afgekondigd was , behelsde een verbod, om zig te kanten tegen het inkomen deezer knegten (/). Teritond hierna, traden de
CP~) Thurloe's Papers, Vol T. p. _ioi, 3:9, iijn, 4^7-
' q) Secr. Refdl. Hol!. 2, 4 Sept. lös'. 1. Heel, l/l. vu, loa. Zie onk Refnl. van Cotifid. hl. 15. (r , Thurloe's Papers» Fol i. p. H7. Oj Aiizkma Hl. Üeel, H. 8;o, 826, 823. |
||||
XLVILBoÉK. HISTORIE. «95
de Gemagtigden tot het hooren van zulken, ^j.
die zig, irt den oproer, meest velgreepen had--------
den : waarvan eenigen in hegtenis genomen
werden. De Schout Mook, die ook fchuldig geoordeeld was, werdt, des nagts na den twaalf- den, in den Haage, daar hy zig onthieldt, ge- ligt, en op de gevangenpoort geleid (t). De Gemagtigden, de Regeering der Stad, eerlang, in haar gekrenkt gezag, hertleld hebbende (u), keerden te rug naar den Haage, Enkhuizen be- zet laatende. Sedert, werdt, door het Hof van Holland, onderzoek gedaan naiv de oproeri- gen,van welken veelen voortvlugtig waren(V), zonder dat my klaarlyk gebleeken is, hoe dee- ze regtspleagingen afgeloopen zyn. Mook nog- Hoe 't tans en de andere gevangenen, waaronder ook mec Floris Huigen was, werden, eerlang, op viye ^ooka1 voeten gefield. De Wethouderfchap van Enk- huizen deedt, federt, veele moeite, om Mook te beweegen, dat hy 't Schoutsampt afftondt, en zig buiten de Stad onthieldt (w). Einde- lyk, werdt, door bemiddeling van Govert van Slingeland, Penfionaris van Dordrecht, vast- gelteld, dat de Stad hem agtduizend guldens betaalen zou, wanneer hy beloofde, 't Schouts- ampt te zullen verlaaten, en zig met der woon buiten Enkhuizen te zullen begeeven (ar). Hy eischte, daarna, nog iet van de Stad, welk men
O) Sext. Refol. Hol!. 13, 28 Sept. 1653. I. Veel, hl. io3,
109. Tmmure'sPapers, Val- \. p. 390,459,465,467,471,47e. (») Tiuiri.oe's Papers, Vol. I. p. 447. "
Qv) Refol. Holl. 24, 27 Sept. 1653. hl. 510, 525. ai Febr.
I6r)i- tl. 24. (w) Refol. Holl. 4 April, 12 Juny, 31 jfuly 1654. tl. 172,
2 32, 2:0. (.*) Refol. Holl. 7 Aug. 1654. ld. 331.
T4
|
||||
sp<? VADERLANDSCHE XLVII.Boek.
1*53; men hieldt buiten deeze overeenkomst te zyn
■ (y); doch ik weet niet, hoe zulks geëffend werdt. Ondertusfchen, hadt hy zig, zo 't fchynt,
naar Overysfel begeeven, daar, eerlang, ook merkelyke beweegingen ontftonden. Die van Kampen en Hasfelt zogten hem , in 't par 1657, in Holland, te doen bevorderen tot Rent- meester der Beierlanden ; doch de Graaflyk- heids Rekenkamer maakte zwaarigheid , om Enkhuï- hem, met dit Ampt, te voorzien (z). Enkhui- zenbiyft zen was , midlerwyl, na 't inkomen van 't Staatsch. Krygsvolk en 't herftellen der Regeeringe, derwyze veranderd, dat men 't daar nu, in 't algemeen, hieldt met de Staaten (a). x 't Was nu klaarlyk gebleeken, dat de bewee- Bewêe- gingen in de Steden, en vooral, die te Enk-
ging te huizen, aangelegd waren, om den Prins van Haarlem. Qfanje te doen verkiezen tot Kapitein - Gene- raal (£). Doch, tot hiertoe, hadt geene ftem- mende Srad , deswege, eenigen voorflag ge- daan , ter Vergaderinge van Holland. Te Haar- lem alleen, was 'er toe beflooten. De fchutters hadden hier, op Kermis, die in Zomermaand valt, opgetrokken, verGerd met Oranje-lin- ten , en een Oranje- blaauw- en wit vendel voe- rende. Sommigen hadden een geopend hert op de borst, daar een Oranje-appel in ftak. De Regeering , voor opfchudding bedugt, hadt het vendel doen weehaalen. Doch de fchutters rustten niet, voor zy 't wede«- balden. Toen ging 'er een gejuich qp van Vivat Oranje, in Jh*
Qv^ Refirt. IIoll. 23 Si», 7. en 8 Oä. rrt--;. bU -547, 3-4.
(*) HrCi!. EIoll .2, 2.t tifaarl i6.S' W« ■«% 9°' (a TH'HLof.'s fa|i 's- Fl '. 1. 408 \f>) Thueloe's Vr^ts, Vol. 1. p. 449, 461. |
||||
XLVII.BoEK. HISTORIE. 407
|
|||||
[pp van Britanje en Spanje (c). De Wethou- 1653.
derfchap, 's volks zugt tot het Huis van Oxan-------
je ziende, befloot, federt „ dat men daaraan De w«.
„ behoorde te voldoen; dat Holland zelfs de f^"4^ „eerfte behoorde te zyn, om den Prins van daarPbe-~ „Oranje, ter algemeene Staatsvergaderinge, fluit den „ tot Kapitein-Generaal voor te flaan , en dat Prins tot „wel vrywilliglyk, en eer men 'er, door het Qg^jjJ „volk, of door de andere Gewesten, toe ge voor"e „dwongen werdt." De Penfionaris Ruil, de- flaan. zelfde, die, in 't jaar 1650, op Loeveftein ge- zeten hadt, kreeg last, om opening van dit be- fluit te doen, ter Vergaderinge van Holland. Doch een ander Staatsdienaar, de Witt, meen ik, bewoog hem, tot uitftellen(d). Ook vind Veran- ik, dat de Witt, op den vierentwintigften van den van Hooimaand, aan Beverningk lchreef, dat men, 2edas- te Haarlem, veranderd was van gedagt^n, en regt ftrydige befluiten genomen hadt (e). Men vondt, op deeze wyze, in Holland, xr.
middel, om de verheffing van den Prinfe van Opfchud- Oranje te verhinderen. Doch in Zeeland, viel ^"ekind" 't anders uit. Hier was ook beweeging in de Steden geweest. Te Goes, was, in Zomer te Goes» maand, door een' oploop, te wege gebragt, dat, by de gewoone verandering der Regee- ringe aldaar, eenige Prinsgezinden aan 't be- wind raakten, waardoor deeze party verre de Iterkfte werdt, hier ter ftede. Ook ftak men 'er, terftond, het Oranje vendel uit (ƒ). Hier- toe, (O Thum.or's Papers, V*l. I. p. 553, 307, 314.
C<0 WiCQirvpnRT t.ixr. VIL p. 383. (c) ThuR'.oe's Papers.' f:1. I. p 351. (f) THURlWIt's Papers, fol. '. ƒ>. i<Mt 300, 301. AlTZEMA
III. Deel, l'l. 810. Hul). Meikur. van 1653. il. 60. X 5
|
|||||
ap8 VADERLANDSCHE XLVII.Boek.
1653. toe, begeerden de fchutters te Middelburg,
■-------daar men, te vooren reeds, door fchimpfchrif-
^if^t" ten' eeni^e beweeging gemaakt hadt, ook ver-
delburg, j0^ jn Hooimaand, van Burgemeester Verbce- ke: die het Kollegie van Wet en Raad byeen- te Zierik- riep, welk 'er terftond in bewilligde. Te Zie- zee, rikzee , werden zelfs de Dogters der Wet- houderen , door 't graauw , gedwongen , om te Berden Oranje-linten te draagen (g). Te Bergen op üpZooin. Zoom zelf, op de grenzen van Zeeland, be- toonde men zyne zugt voor het Huis van O- ranje. De Prinfes van Hohenzollern, aan wie het Markgraaffchap van Bergen, onlangs, af- gedaan was, hadt zig laaten verluiden, dat zy de wapens van wylen zyne Hoogheid wilde doen wegneernen , en de haaren in de plaats ilellen. Een Apotheker, Lid der Regeeringe, hierop gezeid hebbende, dat zulks zo vreemd tiiet was, hebbende men, voorheen, de wapens des Körtings van Spanje, die Heer van 't Land was, wel weggenomen; moest lyden, dat het graauw zyne glazen infmeet, en zyne gantfche winkel vernielde. De Stad weergalmde, hierop, van 't Vivat Oranje, en de Bevelhebber, Heer van Beverweerd, hadt veel werks, om 't volk tot bedaaren te brengen (//). XII. Alle deeze beweegingen in en om Zeeland De Staa- bragten fje Staaten van dit Gewest, eindelyk, zeeland tot net befluit, om, volgens hun ontwerp van Daan den Herfstmaand des voorleeden jaars , den Prins Prins van van Oranje, tot Kapitein-Generaal, en Graaf Oranje Willem, tot zynen Luitenant, voor te flaan, ter al-
O") THt'RLOE's Papers, Fol. I. p. S39> Sfa, 364.
U>j TilUBLOC's Papers, Fol. i. p. 342, 374. |
||||
XLVII.BoEK. HISTORIE. 299
algemeene Staatsvergaderinge (**). Dit ge" 1653-
fchiedde, door den Heere Jakob Veih, die-------
toen, wegens Zeeland, voorzat, op den agten- voor,tot
twintigften van Hooimaand. De Staaten van Kapitein- Holland zogten, door gewoone en buitenge- ra®," woone Gemagtigden, onder welken ik den Heer van Obdam en den Raadpensionaris de Witt genoemd vind (£) , te wege te bren- gen dat, ter Generaliteit, niet geraadpleegd werdt, op deezen voorflag (/). Gelderland, Utrecht en Overysfel verzogten 'er ook flegts een affchrift van, en zonden 't aan de hyzon- dere Staaten. Maar Friesland en Stad en Lan- de bedankten Zeeland hertelyk (W). De Staaten Holland van Holland, uit den voorllag van Zeeland ,belet't,at nieuwen tweefpalt voorziende in de Gewesten, raad-P6e" en bedugt, dat de algemeene Staaten, veelligt, pieegd wederom komen zouden tot het doen eener be- wordt, zendinge aan de Steden, bellooten, dat zulk eene bezending, in geene Stad , zou mogen ontvangen worden. Leiden alleen hadt, in 't eerst, niet bewilligd in dit befluit; doch ver- klaarde , naderhand „ wel te können zien, dat n diergelyke bezendingen, in de tegenwoor- „ dige tydsgelegenheid , niet zonder ondienst „ van den Lande, zouden können gefchieden; „ hoewel de Stad haare vryheid behouden wil- „ de , om zulke bezendingen , in het toeko- „ mende, toe te laaten, of niet." De Staaten beflooten, nogtans, op deeze nadere verklaa- ring, ff) Noral. Zeel. 10 May 1*53. tl. 153.
(*) ïjiuhlok's Papers, Pol. I. p. 389. ( l) HelV.I. HoH. 21, 29. 30 July 1^53. W. 382, 383, 386. O) TmmioE's Papers, Fol. I, p. 35g, 375. AjTZBMA 1H. Led, l/l. is.6. |
||||
3O0 VADERLANDSCHE XLVII.Boek;
|
|||||
165J. ring, van die van Leiden te verroeken en te
——— begeeren, dat zy zig voegden naar 't gene, by
hun, op 't ftuk der bezendingen, beraamd was
en be- ^' koorts, werdt vastgefteld, een berede-
weert de neerd Vertoog in 't licht te geeven, en aan de
noode- Gewesten te zenden, waarin de noodeloosheid
loosheid en ondienst van 't aanftellen van eenen Kapi-
dienT te*n" en luitenant- Generaal, uitvoeriglyk,
vall"t beweerd werdt (0). Men wees, in dit Ver-
aanfteiieu toog , aan „ dat de Landen, tegenwoordig,
van ee- „ daar men geen Leger in 't veld hadt, ook
"kein3" " geenen Kapitein - Generaal, wiens gebied zig
Gene- » alleenlyk over de Legers te lande plag uit
r*ai. n te ftrekken, behoefden. Dat men van eenen
» Admiraal-Generaal, die zig niet op zee zou
n begeeven , ook geenen dienst hebben kon.
n Dat men ook geenen Kapitein- en Admiraal-
» Generaal noodig hadt, om wanorde en ver-
r, warring te voorkomen, en de befluiten der
53 Staaten ter uitvoeringe te brengen; alzo 'er,
»na 't houden der groote Vergaderinge, een-
j> dragt en goed verftand onder de Bondge-
ty nooten geweest was, en, federt het ontftaan
„ des Engelfchen oorlogs, de gewigtigfte be-
» fluiten, zo fpoedig als ooit te vooren, wa.-
„ ren uitgevoerd. Dat het weeren van wan-
„orde, zo men tot het aanftellen van eenen
„Kapitein- en Luitenant-Generaal befloot,
„ meest aan zou komen op Graave Willem van
„ Nasfau, die nogtans, in Friesland en Stad
„ en Lande, van welke Gewesten hy Stad-
ö houder en Kapitein - Generaal was, de ver-
„ war-
(n) Refol. Hot!. 2, sfi /lup. 11553. W-395. -155-
(o) Rtfol. Holl. 2 Atig. 1653. bl. 3';4. De Witt Bricvcij V. Uetl, bh 180, 348. |
|||||
XLVlI.BoEK. HISTORIE. 301
»warring en wanorde, welken aldaar, van tyd
»tot tyd, ontftonden, niet hadt können voor- » komen , of wegneernen : terwyl, daarente- » gen , hunne Hoog-Mogendheden, nog on- » langs, het gefchil tusfchen Groningen en de » Ommelanden , gelukkiglyk , bellist hadden. » Dat de verheffing van den jongen Prinfe en »de aanftelling van Graave Willem onder »hem, zo voor den Staat, als voor den Prin- » fe, ten hoogften ondienftig zyn zou. Voor »den Staat, om dat men nog niet wist, wel- »ke bekwaamheid God almagtig den Prinfe »zou gelieven te verkenen , en aan welke »belangen hy, in vervolg van tyd, zou kon- » nen verknogt worden ; terwyl hy, geduu- » rende zyne minderjaarigheid , geenen dienst » altoos zou können doen, en de Staat, in te- » gendeel, om zynen wille, merkelyke fchade »zou können lyden. Om welke redenen, » Zeeland en andere Gewesten ook befluiten » genomen hadden , tegen 't verkenen van 't » Regt van Opvolging in eenige hooge amp- j) ten , met naame in 't Kapiteinfchap - Gene- se raal, als waardoor de vrye raadpleegingen »der opvolgeren in de Regeeringe, buiten re- v den, aan banden gelegd werden; den hoogen „ Amptenaaren , die ligtelyk waanen zouden, „ een erfregt te hebben tot hunne waardighe- „ den, minder aanleiding gegeven, om de Re- „ geering, met behoorlyke liefde, eere en ge- „ hoorzaamheid , te bejegenen, en zelfs eene n wezenlyke meineedigheid begaan werdt, ff wel verre van dat 'er de oude vorm der Regee- 5, ringe door herfteld zou worden. Dat de aan- „ftelling van Graave Willem tot Luitenant- „Ge-
|
||||
302 VADERLANDSCHE XL VIL Boek.
» Generaal ook niet zonder ondienst van den
» Staat zou können gefchieden , alzo dit niet » alleen eene nieuwigheid zyn zou; maar ook »ftrekken tot verkleining van den Veldmaar- » fchalk , Heere van Brederode, wiens voor- » ouders veel aan den Staat verdiend hadden, » en die zelf zyn Ampt, tien jaaren agtereen, » onberispelyk , bekleed hadt, behalve , dat n het Luitenant-Admiraalfchap ter zee , te- »genwoordig , door Maarten Harpertszoon » Tromp , bekleed werdt, en Graaf Willem »ter zee geen dienst zou können doen , dan » die , met vaster beleid en meerder aanzien- »lykheid , door de hooge Regeeringe zelve, »zou können gedaan worden. Dat ook van »deeze aanftelling misnoegen en oneenigheid »te dugten was, onder het volk van oorloge, »vooral, zo de hooge Krygsbevelhebbers ee- »nig fteunfel vonden in de byzondere Ge- » westen, of by voornaame Leden derzelven-. » Dat de benaauwde Staat van 's Lands geld- » middelen niet toeliet, te denken op de aan- »{lelling van eenen Kapitein- en Admiraal- » Generaal, die eene hooge wedde plag te »trekken. Dat de aanftelling, op welke men »drong, ook voor den Prinfe van Oranje na- jjdeelig was, voornaamlyk, om dat de Luite- » nant- Generaal, die, geduurende 'sPrinfen w minderjaarigheid, 't bewind over 's Lands n Krygsmagt zou hebben, het volk van oorloge „ zo naauw aan zig zou können verbinden, „ dat men hem b&zwaarlyk zou können beWee- „ gen, om zyne waardigheid, in tyd en wyle, „ wederom af te leggen; zynde het menfchelyk j„en gemeen, dat ieimnt, die de aangenaam- ,, heid
|
||||
XLVH.BoEK. HISTORIE. 303
»heid van 't hoog bewind eens gefmaakt
»heeft, eerder Hemel en aarde beweegt, dan » dat hy 'er zig van laat ontzetten: en niet te »vermoeden, dat de Perfonaadje, dien men » met deeze waardigheid voorzien wilde , en »die, ter oorzaake van zyne hooge Ampten, » en van het Huwelyk, welk hy, onlangs, met » eene Dogter uit den Huize van Oranje, aan- » gegaan hadt, reeds zeer aanzienlyk was, » aan deeze menfchelykheid, minder dan an- f) deren, onderworpen zou zyn. Dat men, aan » eenen Perfoon willende opdraagen de magt, ï) om de gebreken, in alle hooge en mindere so Kollegien van Regeeringe en Amptenaars, 5, te herftellen , niet fcheen te bedenken, dat 5, deeze Perfoon zelf ook aan gebreken on- „derhevig was, en zyne magt, ligtelyk, zou »können misbruiken, zonder, in zulk een ge- » val, zo ter oorzaake van zyne eigen' hooge M verbeeldinge, als door aandryving van fcha- „ delyke Raadsluiden , gemakkelyk, te kon- »> nen gehouden worden, binnen de paaien n van zynen pligt: waarby nog kwam , dat „zaaken van Regeeringe niet eigenlyk be- ., hoorden onder het bewind van eenen Ka- „pitein- en Admiraal-Generaal. Dat de Staa- kten, om deeze en andere redenen, moesten „verklaaren, niet te verftaan, datmenvoort- „ ginge tot de benoeming van eenen Kapitein- „of Admiraal-Generaal, die, by mangel van „jaaren en kragten, den Vaderlande geenen w dienst zou können doen; nooit te zullen ge- „doogen, dat men eenen Luitenant- Gene- „raal aanftelde ; zig op geenerhande wyze, »in eenige raadpleegingen op ditftuk, tezul- „len
|
||||
804 VADERLANDSCHE XL VIL Boek,'
|
|||||
1653. » len inlasten, en vastelyk gezind te zyn, om,
■------„ in deezen toeftand van tyden en zaaken, by
„ den tegenwoordigen voet en orde, zo in de
n burgerlyke Regeeringe , als in 't beleid der „ Krygszaaken te water en te lande, zon- „ der eenige verandering, te blyven volhar- „ den (/>)." Men keurde dit Vertoog, welk ik meen, door de Witt, opgefteld geweest te zyn, ter Vergaderinge van Holland, goed, op den zevenden van Oogstmaand. Leiden verklaarde alleen, ook wel te verftaan „ dat men de aan- »ftelling van eenen Kapitein- en Luitenant- n Generaal, tegenwoordig, diende te myden 5 »> dat men ook, tegenwoordig, op dit ftuk, geen »gehoor in de Vroedfchappen geeven moest »aan eenige bezendingen der Staaten van n Zeeland , of der algemeene Staaten ; doch »dat men, wegens zulke bezendingen , iet n algemeens, voor het toekomende, willende »vastftellen, daarvan eerst een punt van Be- n fchryvinge zou behooren te maaken: by n ontftentenisfe waarvan, de Stad de vryheid 55 behieldt, om, in het toekomende, omtrent „ zulke bezendingen , te handelen, als zy , 55 voor den dienst van den Lande, zou goed- 55 vinden." Die van Enkhuizen, daar het nu nog wankel ftondt, verklaarden in 't Vertoog te bewilligen , op 't behaagen hunner magti- gers (?)• xiii. Terwyl dit Vertoog rond gezonden en ge« Stad en jezen Werdt in de Gewesten, arbeidde men, fchrvft aldaar, om de party des Prinfen van Oranje te fty-
O) Zb Rcfol. Itoll. 7 Aug. 1653. tl. 403.
C?) Refol. Holl. 7 Aus. 1633. W. 411. Thumoe's P&pe.li P0l.Lp.1la. ■ K -■' |
|||||
XLVILBoEk. HISTORIE. 305
ftyven. De Staaten van Stad en Lande fchree- 1653,
ven, op den vyftienden van Herfstmaand, aan------•
die van Gelderland, öm hen te beweegen, tot aan Gei-
de verkiezinge van eenen Kapitein- en Luite- <ler|anf<i mnt-Géneraal. Zy weezen aan „ dat de magt ^Jnoe- » van den Staat in de eendragt der Bondge- men van » nooten gelegen was; dat de voorouders, tot eenen »behoudenis deezer eendragt, altoos zorg ge- Kapkeia« » draagen hadden , om den Staat te voorzien t^' »van Stadhouders en Generaals; dat de onty- »dige en fmertelyke dood van zyne Hoog- » heid , Prinfe Willem, onfterfelyker gedag- »tenisfe , den Staat van zulk een doorlugtig »hoofd der Regeeringe beroofd hadt. Dat »zy geoordeeld hadden , niet te fpoedig te x » können treeden , tot de verkiezing van ee-
»nen nieuwen Kapitein-Generaal en Stadhoii- »der, inzonderheid, om dat de Staat thans 'm » den kryg met Engeland ingewikkeld was, én „ door veele andere gevaaren gedreigd werdt. „ Dat zy, hierom, op het voorbeeld van Zee- „ land en Friesland, den jongen Prins van O- j, r'anje, tot Kapitein - Generaal, en, geduuren- j, de deszelfs mi.nderjaarigheid , Graaf Willem „Fredrik van Nasfau , tot zynen Luitenant, j, voorflöegen; zo ter oorzaake van derzelver „ hooge geboorte, als van de gewigtige dien- „ ften van derzelver doorlugtige Voorzaaten, „die, met 's Hemels hulpe, den Staat van de „ Spaanfche flaaverny'e verlost, en in vrede ëri w Vborfpoed geiteld hadden : waarin zy hoop- »ren, dat hunne Edele Mogendheden met „ hen eens zouden zyn (r)" Omtrent deezen tyd,
Cr) .?« TtnjRLOE's Papers , tïil; Lp. 4511. De Wmt Brit-
Ven F. Deel. 01. 241. XII. Deel. V
|
||||
306 VADERLANDSCHE XLVII. Boek,
|
|||||
1653. tyd, liepen 'er gerügten, dat 'sPrinfen party
-------fterk toenam; ja dat reeds zes Gewesten voor
Holland \Km vvaren (ƒ). Doch de Witt droeg zorg,
hlene-' ^at Nieuwpoort, uit Engeland herwaards ge- gen. keerd, om verilag te doen, nevens den Heer van Amerongen, onder dekfel van de Staaten te beweegen* tot bewilliging in de gemeene lasten, gezonden werdt naar Gelderland, met heimelyken last, om te beletten, dat het Ituk van 't Kapitein - Generaalfchap niet op de Land- fchaps - Vergadering gebragt werdt (*)• De Raadpenfionaris hadt egter zulke berigten uit Gelderland, dat hy 't in 't werk Hellen van dien heimelyken last byna noodeloos hieldt. Ook fchreef hy, wat laater „ dat de kwalyk gezin- „den, zo noemde hy 'sPrinfen vrienden, hun „ oogmerk aldaar niet zouden bereiken, alzo ?3 de Landdag op 't fcheiden ftondt («)." XIV.' Midlerwyl, hadt de tyding der voorflagen Staat van tot de verheffing van den jongen Prinfe van den han- Oranje, die, in Bloeimaarid, van wegeKoning Engcin Karel den II, met de Ridderorde van den Kou- land, feband, vereerd was (V), en vooral, die der be- weegingen ten zynen behoeve, in verfcheiden' Steden , de Vredehandeling in Engeland een weinig te rug gezet. „ Ik vrees, fchreef Van de Perre , op den eerften van Oogstmaand , „dat het uitfteeken der Oranje-vendels de „ handeling hier eenigszins ftremmen zal (w)." En in eenen brief van den agtften, dien de Witt
fj) Thuri.ok's Piipers, Vul. I. p. 374, 551. I.udlows Me«
Bioirs Vol. I. P. 36!!. Ct) Secr. Rcibl. Hol), ao Sept. 1^53. I. Deel, il. 113. O"} He Witt Brieven 1. Deel, il. 2.18, 241, fv) Aitzema III. Deel, il- Ü24. {wj Thurloe's Papers, Vol. I. p. 373. |
|||||
XLVII. Boek. HISTORIE. 30?
Witt aan Beverningk zondt, ftondt in kragt, 1553,
5j dat hy verwagtte , met de naaste post te ver- jj neemen , dat de hindehng wederom aan 't „ (taan zou geraakt zyn , ter gelegenheid an „ den onredelyken voorflag van die van Zee- j, land wegens het Kapitein Generaalfchap j, (i), waarvan men, in Engeland, ongetwy- 8feld, kennis gekreegen zou hebben. Doch „ dat hy hoopte, dat zy hervat zou worden, n als men, met deeze post, vernomen zouheb- „ben, dat de voorflag geen' ingang'ter wee- j,reld gevonden hadt; dat Holland zig, zon- „der iemants wederzeggen, daartegen gekant jj hadt, en nog bleef tegenkanten, en dat de n andere Gewesten, die zig, te vooren, niet ö verklaard hadden , no£ op Hollands zyde jjbleeven (.r).1' Nieuwpoort en Jongefhl, op den twintig- tütw
Hen van Oogstmaand, in den Haage gekomen, poon ej» deeden, ten zelfden dage, verflag van den ftaat fö[t??* der handelinge in Engeland, en van den voor- verflag flag der Coalitie of faménvoeging der twee Ge- van, meenebesten, die niemant der Leden behaag- de. De Prinsgezinden verftonden, dat men de Afgevaardigden terftond te rugzenden, en alle handeling af breeken moest. Doch de Liefheb' bers der vryheid, gelyk zy zig noemden, de Staaten van Holland, en die 't met hen eens waren, meenden, dat men geene middelen on- he- et) TnonL<iP.*5 Papers, Pol. I. p. 383. (O De brief, wnarby de Witt de eerffe kennis aart
Beverningk van Zcelamls voorflag gegeven hadt , wat die, waaruit wy, te vooren (bl. 280.), bet onderfchriffc aangehaald lubben, en die zö geheim gehoudeu inoest worden, voor de aader« Afgevaardigden V »'
|
||||
3o8 VADERLANDSCHE XLVII.Boek.
|
||||||||||
beproefd laaten moest, om de Vrede te ver-
krygen, fchoon zy geheel geenen zin hadden in de famenvoeging; waardoor, dagtenze. dee- ze Staat onder de overheerfching van Enge- land geraaken zou (y). De Koningsgezinde Engelfchen, die zig hier te Lande onthielden, verfpreidde , ondertusfchen , allerlei verdigte tydingen van den ftaat der handelinge, om 't volk hier afkeerig te maaken van de Vrede. Onder anderen ftrooiden ze uit; dat de Engel- fchen eene Stad in Friesland vorderden, om Graaf Willem in bedwang te können houden, en dat zy begeerden, dat men hun den jongen Prins en het gantfche Huis van Oranje in han- den ftelde (z). Maar de Staaten, raadpleegen- de op het te rug zenden der Afgevaardigden verfchilden eenen geruimen tyd, over den tost, dien men hun hadt mede te geeven (#). Ein- delyk, bragt Holland ter algemeene Staatsver- gaderinge in „dat men den Afgevaardigden „last behoorde te geeven, om de voorgeflaa- jj gen' famenvoeging, met kragt van redenen, „tegen te gaan, en om, in de plaats daan-an, „ een naauw Verbond voor te flaan, ftrekken- yy de, tot handhaaving en befcherming van de „jvryheid der beide volken, tegen elk, die „dezelve, te water of te lande, zou onder- „ neemen te krenken." Doch die van Leiden hadden alleenlyk aangenomen, van het befluit tot het inbrengen van dit gevoelen verilag te zullen doen. Die van Amfterdam, Enkhuizen en Ëdam hadden 'er, niet dan op 't behaagen hun-
(3O Thürloe's Papers, Vol. I. p. 410.
(z) TAurloe's Papers, Vol. I. p. 342. (O Thurloe's Papas, Vul, I. p. 46G. |
||||||||||
1653.
|
||||||||||
Verdigte
eifchen der En- g eifchen.
|
||||||||||
Raad-
pleegiu. gen op den nieu- wen hst aan de Afge- vaardig- den in Enge- land. |
||||||||||
XL VII. Boek. HISTORI E. 309
hunner magtigers, in bewilligd (£). En.Am- 165J.
fterdam, welk thans den meesten invloed hadt -——; in de Vergadering van Holland, maakte, in- derdaad , zwaarigheid in het herzenden der Afgevaardigden , om dat Deenemarke, zo geloofd werdt, gedreigd hadt, zig, in zulk een geval, met Engeland, te zullen verdraagen (V). Men vreesde, naar't fchynt, in Deene- marke, zo wel als in tweeden (d), voor de famenvoeging der twee Staaten, die dan mees- ter van de zee zouden geweest zyn; en men dagt, hoewel ten onregte , dat het herzenden der Afgevaardigden geneigdheid tot deeze fa- menvoeging onderftelde. Holland, welk, fe- dert het Milien der inwendige beroerten, we- derom nieuw gezag gekreegen hadt ter Gene- raliteitfV), dreef, eindelyk, door (ƒ), dat de algemeen e Staaten , op den eenentwintigden van Wynmaand, overeenkomftig met den voorflag van dit Gewest, een befluit namen, om Nieuwpoort en Jongeftal naar Engeland te rug te zenden, met last om, nevens Bever- ningk en van de Perre, te bewerken, dat men van de famenvoeging afzage, en in een naauw Verbond bewilligde (g). Nieuwpoort en Jon- geftal keerden, hierop, naar Londen. De Af- gevaardigden voltrokken hunnen last, op den zevenden vanSlagtmaand, zig, in den ftyl hun- ner CO Secr. UeW. Holl. 18 Stpt. 1653. f. Deel, W. 109. TmiR*
iOE's Papers, Fol. F. p. 485. CO Thuhloe'5 Papers, 'Fol. T. p. 531, rgi. frf) De Witt Rriev-n I. Deel, hl. ij5. CO Thurloe's Papers, Fol. I. p. 6z$. Cf) Ster. Reib], Holl. 21 Otlnh. trt5s, I, J)eel, hl. 114. ig) Secr. Refol. Gen«, ai Qdo'j. irtci, j« 't Verbmil van Bi»
jrEKKlNcn, II. 165.
v3
|
|||||
I
|
|||||
jïo VADERLANDSCHE XLV1I Boek.
itf«. ner aanfpraake, zeer voegende naar feAnabap'
(h), en die geloofd werden, de handeling meest gedwarsboomd te hebben (i). Zy traden, fe- dert, met de Engelfche Gernagtigden, en voor-* al met Kromwei, in nadere onderhandeling, by welke gelegenheid, 't ftuk van de visfchery en van de opperfte magt der Engelfchen o «er de iiaauwe of Britannifche zee wederom te berde gebragt werdt. Ook werdt 'er van 't ftryken der vlagge gehandeld : 't welk de onzen aan- booden, eershalve, te willen doen; den Engel- fchen, daarenboven, op de andere punten, re- delyke voldoening geevende. Op de famen» voeging, werdt, ook van de Engelfche zyde, Engelsch niet fterk meer gedrongen. De handel fcheen omwerp dus voorwaard* te gaan, tot op den agtentwin- vaneen^ tieften van Slagtmaand, wanneer de Engelfche erdrag, Gemagtigden den onzen overleverden een ontwerp van een Verdrag , uit zevenentwin- tig punten beftaande, die gehouden werden , jrantsch niet overeen te komen, met de punten» waaromtrent men, in de byzondere onderhan- delingen, eens gefcheenen hadt. Onder ande ren, werdt, in het twaalfde punt, begeerd, uraarby ?»dat geene Engelfche wederlpannehngen in begeerd „de Nederlanden zouden gedoogd worden ; wordt, )} zelfs niet in de Steden en Heerlykheden den Prins n van den Prinfe van Oranje, of van de Prin- vanOrm- n fesfe zyneMoeder; die, zo zy'tegterdeeden, je van de n hunne Steden en Heerlykheden verbeuren \ooge. zouden : en , dat de algemeen e noch by- 5, zun-
?JP Verf,aat, M. i«r.
ft j Verbaal, tl. ?6o,. |
|||||
I
|
|||||
XLVII. Boek. HISTORIE. 311
|
|||||
„ zondere Staaten der Vereenigde Gewesten 1653.
„Willem, Prins van Oranje, Kleinzoon van-------
„ wylen den Koning van Engeland , noch ie- waardig-
„ mant van zyne nakomelingen ooit zouden h?^.ei! „ aanftellen , tot Kapitein - Generaal, Stad- mnmte' „ houder of Admiraal ; maar alle poogingen, jj die hiertoe aangewend werden, met der „ daad, tegengaan en (tuiten (/)." De Afge- Twist _ vaardigden, de punten ontvangen en overwoo- over dit gen hebbende, maakten, op verfcheiden' der- oinwerP' zelven, eenige aanmerkingen; maar vooral op het laatfte gedeelte van het twaalfde, welk zy zeiden, enkelyk af te hangen van het welbe- haagen der Staaten; waarmede men zig, in En- geland, niet hadt te moeijen, zo min als de Staaten zig hadden te iteeken, in de verkiezin- gen en aan (tellingen, die in Engeland gedaan werden. Op het eerfte gedeelte van dit punt, merkten zy aan, dat het hun onnoodig fcheen, de Prins en Prinfesfe van Oranje in 't byzon- der te noemen: verzoekende, wyders, dat dit geheele Lid uit het ontwerp geligt mögt wor- den. Nog verklaarden ze, het der-de, vijftiende en zeventiende punt, vorderende het te rug gee- ven der genomen' Schepen, het ftryken van geheele Vlooten voor een enkel Engelsch Oor- ïogsfchip, het toeftaan van onderzoek op zee, en het betaalen van eene jaarlykfche fomme voor de vryheid der Haringvisfcherye , in 't geheel niet aanneemelyk te vinden, en hetveer-, tiende, eifchende, dat de Staaten, buiten be- williging van Engeland, flegts een bepaald ge- tal van Oorlogsïchepen in de Britannifehe zee
CO Verbaal, «. 197.
V 4
|
|||||
3! * VADERLANDSCHE XLVILBokk,
Ï653. zee zouden mogen zenden, van zulk eenena-
—----- tuur, dat men Vgeenen flaaven zou durven
vergen te belooven (?»). Men tradt, hierop, in
byzondere onderhandeling , over de betwistte punten. De Engelfchen gaven, omtrent allen, vry wat toe, behalven omtrent de uitfluiting des Prinfen van Oranje van de hooge ampten van deezen Staat, waarop zy fterk gezet blee- .ven (n). Doch, geduurende deeze handeling, overleedt Van de Perre, op den veertienden van Wintermaand (V). XVI De andere Afgevaardigden, geenen last heb- Kromwei bende, om in de uitfluiting te bewilligen, fton- wordt tot den op 't punt, om de handeling af te breeken, ProuQnr en n2ix {lujs te keeren, toen zy, van wege den vcn# Raad , verzogt werden, nog eenige dagen te willen toeven (p"). Zy deeden 't, en, in deezen tusfchentyd, onderging de Pvegeering van En- geland eene nieuwe en gewigtige verandering, waardoor de Vrede fterk bevorderd vverdt. Het Parlement, vyf maanden geleeden, door Krom- wel byeengeroepen, en, in naam, met de op- perde raagt bekleed zynde, droeg, door Krom- , wel gewönnen, op den twee-entwintigflen van Wintermaand, 'deeze zelfde magt op aan den Krygsraad , waarvan hy het hoofd was. Twee dagen daarna, verklaarde de Krygsraad, dat de Regeering van het Gemeenebest, voort- aan, alleen beftaan zou, in den perfoon van Olivier Kromwei, die den titel zou voeren van
Cm") Verbaal, il. 216, 228, 234.
(«; Verbaal, tl. 240-242. AiTüEMA III, Deel, il. 855-SSlj
gr>3-yto. '(ó') Verbaal, tl. 243. I (p) Verbaal, */. 244, 246. |
||||
XLVII.BoEK. HISTORIE. 313
|
|||||
■van Prote&or of' Befchermer van Engeland, Schot- ^553,
land en Ierland, en eenen Raad van een- en- —'.—. twintig Perfoonen nevens zig hebben. Men vereerde hem, hierop, met den titel van zyne Hoogheid, en hy tradt, terftond, in 't bewind der Regeeringe Qq). De Afgevaardigden der Staaten, en Bever- De1ian.
ningk in 't byzonder, die den Protector, uit deling zynen naam, met deszelfs nieuwe waardigheid, wordt geluk gewenscht hadt (r), hervatten nu de han- hervat, deling, die genoegzaam afgebrokenfcheen. De * 54' Engelfchen voegden eenige nieuwe punten by ~ de voorigen , en vorderden, onder anderen, „dat 'er regt gedaan werdt, over de moor- se ders der Engelfchen te Amboina, zo lang Kromwei j, eenigen derzelven in 't leeven waren." Doch w°v^n men werdt, over de meeste punten, nagenoeg f^™~ eens, behalven over het punt der uitfluitinge, leenden waarop de Protector ftyf ftaan bleef, en welk, Prins van door de onzen , niet kon ingewilligd worden °.™n3e (/). Beverningk in 't byzonder, op den zesden Ult"uue- van Louwmaand, in gefprek getreden, met den Protector, over dit punt; liet Kromwei zig breed uit, over het nadeel en ongelyk, welk hy van het Huis van Oranje ontvangen hadt, daarby voegende „ dat de Regeering van En- 0 geland nooit van de Vrede met de Veree- w nigde Gewesten zou können verzekerd zyn, „ zo lang zy zou moeten vreezen, dat het op- „perbeleid over zaaken van Regeeringe en w oorloge zou können vallen, in de handen van »ie-
C«0 Ludlows Mcmoirs, Vol. I. p. 32. Rapin Tom. IX.
f. 63, 64. Verbaal, */. 252, 254. Cr) Secr. Refol. Hüll. 99 Jan. 1654. I. Deel, bl. 124. [sj Veibaal, bl. 270, 273, 279. v5
|
|||||
314 VADERLANDSCHE XLVII.Boek.
KJ54. „ iemand uit dit Huis , die zo na vermaag-
------„ fchapt was met hem, welke reeds den naam
„van Koning aangenomen hadc." Eindelyk,
zeide hy ook. „ dat 'er den Staaten zelven veel „aan gelegen was, datzy, wegens dit Huis, „ gerust gelteld werden; dat hy ook niet twy- „ felde, of dit was de meening der Staaten van „ Holland, hebbende men hem, al voor lang, „eene hunner Refolutien op dit ftuk ver- „ toond, die hartige en vrye taal fprak ; en „ dat, indien de Staaten van Holland hem be- „looven wilden, dat zy, by deeze Refolutie, „ volharden zouden , hy, om een einde van „ zaaken te hebben , zig daarmede te vrede „ zou houden ; alzo hy wel voorzag, dat het van „ te langen nafleep zyn zou, zo men onderna- „me, alle de byzondere Gewesten hierin te „doen bewilligen (*)•" Beverningk nam aan, van deeze opening kennis te geeven aan de Staaten van Holland, fchoon 't gevolg getoond heeft, dat hy 't, vooreerst, alleen aan eenige byzondere Perfoonen deedt (u~). Hy bleef in de gunst van den Protector, die Jongeftal t'ee- nemaal verlooren hadt, hebbende deezen zig, zo men zeide, onlangs, laaten ontvallen, dat de Staaten, zo 't Verdrag niet getroilen werdt, den Protector, in perfoon, den oorlog zouden verklsaren, en, ondertusfchen, met het volk van Engeland, vriendfchap houden (v). De Afgevaardigden der Staaten , ook voorgeflaa- gen hebbende, dat zy den Koning van Deene- marke in 't Verdrag wilden begrypen, waarop de
CO Vertaal, hl. 277, 2?B-
{ii) Wicyut.PoiiT IJvr. VJ[I. p. 435.
Cv) Thuri.öe'j Piipcrs, VoU U, p, 68.
|
|||||
1
|
|||||
XLVII. Boek. HISTORIE. 315
|
||||||
de Engelfchen weinig aanmerking fcheenen 1654.
te hebben, vertrokken, op den zestienden van-------•
Louwmaand, naar Holland, om van den ftaat
der handelin ge verllag te doen (w). De algemeene Staaten , dit verflag , uitge- xvil.
nomen het punt, welk de ui iluiting des Pi in- DealS*" fen van Oranje, door Holland alleen, betrof, Staaien gehoord en overwoogen hebbende, beüooten, befluiten eerlang, op den voorgang van Holland (#), tot vrede, »met den eerllen, eene wapenfchorfing, met mids'."jj; » ujiflui-ing van Deenemarke , te bewerken ; "^* •y, den Engelfchen voldoening te geeven, we- verzagt jj gens de fchepen in de Zond aangehouden ; worde. jj den Afgevaardigden, met de hoedanigheid m -/an buitengewoone Ambasfadeurs, te voor- jj zien; eenige veranderingen te doen maa- w ken, in fommige bewoordingen van het ont- » worpen' Verdrag, en vooral ook het twaalf- i)de punt, den Prins van Oranje en deszelfs jj nakomelingen betreffende, in deezer voe- 35 ge, te doen veranderen, dat allen, die ooit door •n de algemeene Staaten tot Kapitein of Admiraal* 55 Generaal, of, door de by zonderen , tot Stadkou- 55 dervaneenigbyzonder Gewest zouden bevorderd n worden, gehouden zouden zyn, dit Verdrag te y)btëtdigen(yyj Bsverningk, reeds te vooren, Bever- zeer tegen den zin van Zeeland en Friesland, ningic wederom alleen, naar Londen gekeerd zijnde, keer:. om de handeling voort te zetten, en, zo men na^Loa. Zei- den.
O) Verbaal, 11. 274» 280, aW, 1292.
{_x . Secr. Refol- H"il. 27, ao 'Jar.tuer. 1654. T. Deel, hl.
Iso, in, 122, 123. Thurioe's Paycrs, l'ol. II. p. 46, /,7, 5' > 5*. 6l~>, 71. (y; Sccr Refol. Gencr. 19, «o Ftbr. 1654. In * Verbaal \an
Hevrrm^ci:. W. ai;7j 5.99. S02, 304. Ds Wivr IJnevtc V. Vtèl, »/. e3«. ' |
||||||
-
|
||||||
316 VADERLANDSCHE XLVILBoek
zeide, met het Provinciaal advis, ■ of nog byzon-
derer last der Staaten van Holland (z_), voor- zien, vernam, eerlang, dat alle befluiten der algemeene Staaten, zelfs de geheimften, aldaar bekend waren, eer hyze bekomen hadt; heb- bende hy, klaarlyk, belpeurd, dat men zyne brieven hadt geopend , voorze hem werden overgeleverd (a). Dit, en dat men hem, die zonder last der algemeene Staaten gekomen was, niet aanzag als een' openbaar' Gezant(£•)» ftremde zyne handeling een weinig. Doch na- dat Nieuwpoort en Jongeftal, op den tienden van Lentemaand, te 's Gravezaririe waren aan- gekomen , werdt zy beter voortgezet. De Am- basfadeurs werden, met zeventig of tagtig Koetfen ingehaald, onder een gejuich der me- nigte, welke riep, Godzegene de Ambasfadeursl God zonde ons Vrede (c) / De groote uitrusting ter zee, die met het voorjaar in Engeland on- dernomen was (J), deedt de Staaten, met naa- me die van Holland, ook fterk haaken om te fluiten (V); hoewel zy, midierwyl, niet ver- zuimden , den noodigen last te geeven, tot het gereed maaken van 's Lands Vloote, en tot het bezetten der kusten (ƒ). Ook viel 'er, cpden tienden van Grasmaand, nog een gevegt voor, in 't gezigt van Livorno, tusfchen ten Engelsch en een Hollandsch Oorlogfchip. Het laatfte, ■ g.a-
(z) DE Witt nrievcn V, Deel, lil 295. Thurloe's Papers,
Tol. Jf. p. 6-.N 191. C<0 Verbaal, 61. 304. Aitzema Hf. Deel, 61. 912, 9IJ> 9'S- C*, Dr Witt Brieven V. Deel. hl. ;tru. f c") Thpri.oe's Papers, Vol. II. p. 133. C<0 "crliaal, hl. 317. (_cj Thurloe's Papers, Vol. V. p. iü, 153.
{fj S.cr. Rci'ol. floli. iy, 24, 15 Maart 1654. I. Deel, ii. 127, I28, 13,$.
|
||||||||
ï6S4-
|
||||||||
Ar.n-
ïcomst Kieuw-
poort en Joiige- flaL |
||||||||
XL VII. Boek. HISTORIE. 317
|
|||||
gevoerd door Kapitein Kat, hadt het eerftezo I(%+.
goed als veroverd, tusfchen de klippen; toen . .- het, door eenige Muskettiers des Groother- togs van Toskana, ontzet werdt(g). DeAm- basfadeurs waren vast dagelyks bezig, om het Verdrag in orde te brengen (A). Eindelyk, DeVreda werdt het, in de wooning der Ambasfadeuren, wordt geflooten en getekend, op den vyftienden van ëefio°- Grasmaand. Het beftondt uit drkëndertig^wx- ten' ten, welker .voornaamften op deezen zin uit- liepen. „Tusfchen de twee volken, zoueene Inhoud w vaste vereeniging, vriendfchap en verbind- laujiet 5, tenis zyn. 't Wederzydsch geleeden nadeel, ns* n na den agtentwintigften van Bloeimaand „des jaars 1652, zou vergeeten en vereffend j, gerekend worden. De vyandlykheden zou- j,den ophouden, in de Britannifché zeeën, „ terftond, en in de afgelegener, op zekere be- „ paalde tyden. De Krygsgevangenen zouden, y, ter wederzyde , in vryheid geffeld worden, ju Men zou elkanders vrede en vryheid be- „ fchermen tegen elk, die dezelve zou willen „ krenken. Men zou elkanders vyanden of „ verklaarde wederfpannelingen geen verblyf „ gunnen , noch dezelven , met krygs- of n mondbehoeften, onderfteunen: maar elkan- „ deren, in tegendeel, byftaan tegen dezelven; „zullende zy, in 't een of't ander Gemeene- „ best, ook niet mogen ontvangen worden, „ door iemand, van welke waardigheid hy ook „ zyn mogte, op verbeurte van de Sloten, Ste- „ den en Heerlykheden , waarin zy zouden »mo-
Or) A'tzbha TIF Dtel, hl. g2p. (é) Verbaat, II. 318-325, 326-356. AiTZÈllA lil. Veil, |
|||||
3i8 VADERLANDSCHE XLVII.Boe*.
KS54. »mogen ontvangen zyn. Scheepvaart en
—•— »Koophandel binnen Europa, en 't inloopert „ /an Oorlogsfchcpen , mee voorbehoudenis „ e^ter van de Wetten en Inflellingen der „twee G'meenebesten, zou, over en weder, „ mfhan, mids 't getal van agt niet te boven „ gaande. De oorloos en andere fchepen van „ den Vereenigdeii Staat, in de Britannifche „ zee (2), eenig Engelsch Oorlogfchip ont- „ moetende, zouden de vlag van den top van „ de mast ftryken , en het marszeil laaten val- „ len , gelyk voorheen gebruikelyk geweest „ was. Men verbondt zig, over en weder, om „ geene zeeroovers in zyne havens te ontvan „ gen , noch dezelven van voorraad te voor- „ zien. In verbonden , met andere Mogend- „ heden te fluiten , zou men elkanderen be- » grypen, zo 't. begeerd werdt. Inbreuken van „b'vzondere Perfoonen op eenig Lid van dit „ Verbond zouden, by wege van Regte, ge- „ beterd worden, zonder dat daarom het Ver- „bond zou geagt worden verbroken te zyn. „ De onderzaaten der twee Gemeenemesten „ zouden vryelyk, over en weder, mogen rei- „ zen; doch, gewapend, niet ftei ker dan veer- 5, tig man. Men zou elkanders fchepen, fchip- „pers en Koopluiden niet bekommeren, dan „ by hoogen nood. Zy zouden, by ftorm of ys- „ gang, in de wederzydfche havens, mogen in- „ loopen, zonder tol of regten fchuldig te zyn. „De
(2) Hoe ver decze Britannifche zee zig uitltrekte,
wa< , ten dien tyde niet klaar , zelfs voor kundige luiden. Zie De Witt Brieven 1. Deel, bl. 139. Of het tegenwoordig klaarer zy, weet ik niet. |
||||
XLVII.BoEK. HISTORIE. 319
» De Koopluiden zouden zig zelven en hunne 1654,
»goederen, met allerlei geweer, mogen be- n men zynde , hun geweer moeten afleggen. » üe vvederzydfche Oorlogsfchepen zouden » de Koopvaarders , eenen ftreek met hen » houdende, geleiden en befchermen moeten. » Schepen , van 't een of 't ander Gemeenebest 5, genomen, zouden hernomen , en den Eige- w naaren wedergegeven worden. Men zou n geene brieven van fchäverhaaling mogen „ geeven, dan drie maanden na geweigerd n Regt. De algemeene Staaten zouden bezor- n gen, dat 'er regt gedaan werdt, over den „ manflag in Amboina", gelyk het Gemeene- best van Engeland goedvondt te fpreeken w zo „ iemant der daaderen of medeftanderen nog n in 't leeven mögt zyn. De algemeene Stas- „ ten zouden vergoeding doen vandefchade, „ geleeden aan de fchepsn , in de Zond aan- j, gehouden , ter begrootinge van benoemde „ goede mannen : waarna de Koning van Dee- „ nemarke ook in dit Verdrag begreepen zou „zyn. Ook zou men Gemagtigden noemen, „ om de fchade te begrooten, welke men el- „ kanderen , in Oostindie, Groenland, Mus- „ kovie , Brazil of elders , mögt aangedaan „ hebben, van den jaare 1611 af, tot den agt- „ entwintigften van Bloeimaand des jaars n 165a toe; welke men, wederzyds, elkande- ,, ren vergoeden zou. Allen, die, door de alge- „meene of byzondere Staaten, tot Kapitein- w of Admiraal - Generaal, tot Veldoverfte of „ Stadhouder , zouden- aangefteld worden , 9 zouden gehouden zijn , dit Verdrag te be- „ëe-
|
||||
320 VADERLANDSCHE XL VIL Boe«:;
|
|||||
1654.. „ ëedigen. 't Verdrag zou, eindelyk, ter wb-
-------„ derzyde, binnen vyftien dagen, bekragtigd
„worden (f)" Naderhand, werden, met we-
derzydsch goedvinden, de Evangelifche Zwit-
ferfche Kantons , de Hertogen van Hoïftein
en Koerland, de Prins van Anhalt, de Graaf
van Oldenburg en de H an ze-Steden, Lubek,
Breemen en Hamburg , in het Verdrag be-
greepen (Jt).
Xviir. 't Groote werk der Vredehandelinge fcheen
De Ver- dus afgedaan. De Staaten fcheenen hun oog-
gadering mer]c bereikt, en de uitfluiting des Prinfen van
land Oranïe ontweeken te hebben. Doch daar ha-
krygt p^rde nog iets, waarvan de twee Hollandicüe
kennis, Afgevaardigden, tBsverningk en Nieuwpoort,
dat de alleen kennis hadden, 't Betrof den Prins van
dènPrins Orat!Je> wiens belang, zo Jongeftal, die ge-
vanOran- heel niet wist, wat 'er omging, nog onlangs,
je begeert aan Graave Willem van Nasfau, gefchreeven
«'tge- hadt, by't Verdrag, wel genoeg in agt geno-
hcbben!e men zou wOrden (O- John Thurloe, Ge-
heimfchryver van Staat, hadt Beverningk, voor 't aanvangen der jongfte handelinge, be- kend gemaakt „dat zyne Hoogheid, de Heer k Protector, niet zou kennen bewoogen wor- „ den, om van het twaalfde punt van 't ont- „ werp, vorderende de uitfluiting des Prinfen „ van Oranje, af te flappen , zo de Staaten „ van Holland in 't byzonder hem niet beloo- „ven wilden, 't gene, by dit punt, van alle „de
f») Z'11 Oroot Plakaatb. II. Deel, kol. 522. Aitzema III.
Heef, bl. uil!. Verbaal van IIEVEKNINGK. W. S57. (£•) Refill. Geiic-r. 17 Aug. 1654. in 't Veibaal van BavÉR;
NINGK bl 557. (.*, Thublue's Papers, Fvl. II. p. 133, 257.
|
|||||
XLVILBoEK. HISTORIE. 321
n de Gewesten gevorderd was." De Protec- 16541
tor bleef hierby, tot na het tekenen van het « Verdrag, verkl.uirende „dat hy dit, in 't by-
55 zonder , in 't gemaakte Verdrag, beoogd „ hadt, en dat vrede of oorlog hiervan af- ,, hing." Beverningk en Nieuwpoort, hem niets konnende belooven, dan dat zy den Staa- ten van Holland van zynen eisch kennis zou- den geeven (jn), fchreeven 'er terftond over naar den Haage. De brief werdt, den agten- twintigften van Grasmaand, ter Vergaderinge van Holland gelezen, door den Raadpensiona- ris de Witt, onder den eed van geheimhou- ding. Men raadpleegde, terftond, op den in- Raacï- houd. D3 Edelen openden zig niet klaarlyk, pieegiii- ter oorzaake der afvvezendheid van I.'rederode §en hieaH en Duivenvoorde. Dordrecht verklaarde zig, ovcr* rondelyk , voor 't verleenen eencr Akte van Uitfluitinge, volgens de begeerte van den Pro- tector. Haarlem, Delft en Leiden namen aan, eerst verflag te doen. Amfterdam en Gouda onderfteunden 't gevoelen van Dordrecht. Rot- terdam zou zig uiten, zo dra de voorzittende' Leden zig duidelyk zouden verklaard hebben. Gorinchem, vanwaar niemant tegenwoordig was dan van der Kolk, zitting hebbende in de Gekommitteerde Raaden , zou de Afgevaar- digden der Stad afwagten. Schiedam ftemde met Dordrecht, Amfterdam en Gouda: Schoon- hoven met Rotterdam. Briele voegde zig by Dordrecht, Amfterdam, Gouda en Schiedam. Alkmaar, Hoorn, Enkhuizen, Edam, Monni- kendam en Purmerende zouden, gelyk veelenr varï
(»0 Dcdiiéï. van 25 Ju'y 1Ö54. m de Refol. van Confkl. bh 36.
XII. Deel. X
|
||||
322 VADERLANDSCHE XLVILBoek.
van de voorzittende Leden aangenomen had-
den , eerst verfiag doen, en hunnen naderen last, ten fpoedijften, openen. Medenblik ver- klaarde zig duidelyk voor de uitiluiiing. Hier- na, werden de Leden, die zig nog niet klaar- lyk geuit hadden, verzogt, hun byzonder ge- voelen te willen zeggen, en toen verklaarden die van Rotterdam, Gorinchem en Schoonho- ven zig , irelyk Dordrecht en de vyf andere Steden. Die van 't Noorderkwartier fpraken omtrent eveneens; doch zo duidelyk niet, als deeze drie Steden. Maar die van Haarlem, Delft, en Leiden begeerden hun byzonder ge- voelen niet te zeggen (V). Men befloot toen, door eenige Afgevaardigden, den Steden , onder gelyken eed van geheimhoudinge, ken- nis te geeven van 't gehandelde, en derzelver befiuit daarop te verzoeken, tegen den eerften van Bloeimaand (o). Da zaak toen, op nieuws, in beraad gelegd zynde, ftemde het meerder- deel der Edelen voor de uitfluiting , en de Veldmaarfchalk, Heer van Brederode, de eer- fte; fchoon hy, in een tweede Huwelyk, met Loiiifa Christina van Solws* Zuster der Prinfesfe Weduwe, gehuwd, en derhalve Oud-oom was van den jongen Prinfe van Oranje (ƒ>). Dor- drecht bleef by zyn gevoelen. Haarlem, klaa- gende, dat men van deeze zaak niet eerder ge- iproken hadt, verftondt, dat men 'er opening van doen moest aan de algemeene Staaten, en zou zig nader uiten, als zulks; door de andere Leden, gefchied was. Delft hadt 'er niet te- gen, OO Re Witt Brieven V. Dtel, hl. 338.
(#j Secr. Refol. Holl. 28 April «654. j. Dcd, hl. I34.
(?) WiCQUEFORT liyr. VIII. f. 435.
|
||||
XLVII.BoEK. HISTORIE. 333
gen, dat de Akte, by eenpaarige bewilliging 15^
der Leden, doorging. Leiden verftondt, dat....... ...
men van deeze zaak eerst met Zeeland , en
daarna met de algemeene Staaten behoorde gehandeld te hebben. Amfterdam verklaarde, dat de uitfluiting, met eenpaarige ftemmen der zesendertig Raaden deezer Stad, goedge- keurd was. Gouda bleef ook by zyn gevoelen. Rotterdam zeide, dat de nood de uitfluiting vorderde, en bewilligde 'er in, mids zy met eenpaarigheid gefchiedde. Die van Gorinchem hadden hunnen Sekretaris Baxtel alleen op de Dagvaart gelaaten; die verklaarde, zig niet na- der te können openen ; maar te vertrouwen, dat zyne meesters met Amfterdam zouden ftemmen. Schiedam zeide, met eenpaarige ftemmen der Vroedfchap, tot de uitfluiting beflooten te hebben. Schoonhoven zou zig naar 't befluit der Vergaderinge voegen , mids het genomen werdt met eenpaarigheid. Briele bleef by zyne verklaaring. Alkmaar verklaarde, dat, de Vroedfchap den eed van geheimhou- ding geweigerd hebbende, de zaak alleen on- der Burgemeesteren gebleeven was, die in de Akte bewilligd hadden, mids zy met eenpaa- righeid vastgefteld werdt. Van Enkhuizen was nog niemant terug gekeerd. Edam verftondt, dat de gevergde Akte ftreedt met de vryheid van Holland, en dat het hierom beter was in oorlog te blyven. Monnikendam bewilligde in de Akte, by eenpaarigheid der Leden. Me- denblik fprak zeer driftig voor de uitfluiting. Purmerende zou zig openen, zo dra de voor- zittende Leden duidelyker geftemd hadden. Des nademiddags, werdt de raadpleeging her- X a vat,
|
||||
$94 VADERLANDSCHE XLVILBoex.
|
|||||
U654, vat, zonder dat men 't toen ved verder bren-
-------gen kon. Maar, op den vierden, 't iluk op
nieuws in overweeging genomen zynde, ver-
klaarden Haarlem, Leiden, Enkhuiztn en E- dam zig vierkant tegen 't verkenen der Akte, Alkmaar hieldt zig aan zyne voorgaande ver- Men be- klaaring. De Witt deedt zyn best, om de Le- fluit, met den tot eenparigheid te brengen , en floeg , derh^cT"toen ^ n'eC §e^u^en wilde, voor, om met de totr d'e ' meerderheid te befluiten. Doch Haarlem en Uitflui- Leiden beweerden, dat, in deeze zaak, die tinjj. verandering van Regeeiing, overgift van vry- heid, en handel over vrede betrof, geene 0- verftemming plaats hadt. Nogtans, gedoog- den deeze Steden, dat het befluit, zonder ver- dere omvraag te doen , opgemaakt werdt. 't Was toen nog maar omtrent zeven uuren des avonds; waarom de Witt vraagde, of V hunnen Edele Groot- Mogendheden ook aangenaam zyn Zou, dat hy zig voor eenen korten tyd begave naar de Vertrekkamer, en de Akte. waarin de meeste Leden bewilligd hadden, opflelde ? Veelen beltem- den dit, met woorden eu gebaarden: wairopde Raadpenfionaris, in alleryl, de Affe van Sech/fie of Uüfluiting ontwierp , die door veertien Inhoud Leden goedgekeurd werdt (#). De Staaren der /Be van Holland en Westfrieslana verklaarden, by ™n. Se~ dezelve, tot geru&tileilinge van den Heere uitflui*. Proteftor „dat zy den Prins van Oranje, of «ing. j^iemant van deszelfs nakomelingen, nimmer „ zouden verkiezen tot Stadhouder of Admi- „ raal hunner Provincie; noch, zo veel de ftem „ hunner Provincie aanging, gedoogen , daè Cj) De Witt Brieven V. Deel, tl. 540-342«
|
|||||
KL VII. Boek. HISTORIE. 3*5
|
|||||
5i,hy ooit werdt aangefteld, tot Kapitein-Ge- ^^
5, neraal over de Krygsmagt der Generaliteit -------.
3 (r)." Te gelyk , werdt beflooten, by het
overzenden deezer Akte, aan Beverningk en Nieuwpoort, te belasten, dat zy ze niet zou- den hebben over te leveren, voor zy alle poo- gingen hadden aangewend, om den Protec- tor te beweegen, dat hy zig vergenoegen lie- fe met het gene , in 't flot van 't getekende Verdrag, opaigtelyk op de toekomende Stad- houders en Kapiteins- Generaal, was vastge- fteld. Doch de Stad Haarlem deedt, op deeze Aanteke- befluiten, aantekenen „ dat zy verftondt, dat »jngen „ men van alles opening behoorde te doen "aenr°P ;, aan de andere Gewesten , immers , dat zy Haarlem „ zig niet langer aan den eed van geheimhou- Alkmaar „ dinge verbonden rekende ; dat ook de ge- Enkhui- „vorderde Akte niet kon worden verleend, ^anu „ dan met kwetfing van de vryheid en eere „ van den Staat, die, door de voorouders van „den tegenwoordigen Prinfe van Oranje, on- „ der 's Hemels zegen, gegrondvest was : waar- „ om zy 'er geenszins in kon bewilligen." Lei- den proteßeerde ook, by aantekening, tegen de Akte , als nadeelig aan de vryheid en hoog- heid van den Staat in't gemeen, en van Hol- land in 't byzonder, en hieldtzig, insgelyks, van den eed van geheimhouding ontilaagen. Alkmaar verklaarde, dat de uitfluiting van den Prinfe van Oranje, in zulke bewoordingen, als zy , op den vierden van Blosimaand , opge- maakt was, de vrye befchikking van Holland bepaalde, en onlnst cusfehen de Gewesten en on-
O) Sccr. Re rol. Hol!. 4 Bfay 1654. I. Deel, il. 136.
|
|||||
326 VADERLANDSCHE XLVII. Boek,
1654.. onder 't volk zou können veroorzaaken. Enk-
* gemeen, dat nog onlangs eenen Predikant in 't water hadt willen fmyten, om dat hy niet voor den Prinfe gebeeden hadt (/), bewilligde ook geenszins in de Akte van Uitfluitirig, en hieldt *Tempe- zig aan de * verzagting, in 't Verdrag begreepen. rament. Edam verklaarde, ook niet in de Akte te kön- nen bewilligen, ten ware de voorzittende Le- den zig eenpaariglyk voor dezelve verklaard hadden, en men ze, ook door de andere Ge- westen, kon doen goedkeuren (f). Doch alzo de meeste Leden voor het inftellen der Akte geftemd hadden, werdt zy, des anderendaags, naar Engeland gezonden. 'tGeheim Dé handeling ter Vergadering van Holland der uit- over de uitfluiting des Prinfen van Oranje bleef, flmtinge na je gejfte opening op den agtentvvintigften e c Ult" van Grasmaand, verfcheiden' dagen bedekt. Sommigen wisten alleenlyk, dat 'er, over iet gewigtigs, geraadpleegd werdt; 't welk op den eed geheim blyven moest («). Doch de Witt bevondt, dat 'er, op den tweeden van Bloei- maand, reeds iet van uitgelekt was, buiten de Vergadering. Op den vyfden, hadt 'er de gemeente eerst kennis van, die, zig, van dag tot dag , verder verfpreidende, binnen kort, de ftof werdt van het gemeen onderhoud, in fchuiten en op wagens (v). Wen verftondt, naderhand, ook, dat de Brief van B'everningk en
f.f) ThurlOF.'s Papws, Vol. II. p. 396.
f O Secr. ttcfo!. Hol). 4 May i<5{4. I. h;e", M. 137 enz. f«") See Thprlob's Pnpcrs, Pol. H. p. 2',2 , av3- £y) De Wut Utieven V. Deel, hl. 342. Aitzkma III. Deel, il, luv. |
|||||
'
|
|||||
XLVII. Boek. HISTORIE. 327
|
||||||||||
en Nieuwpoort, al vroeg, buiten de Verga- 1654.
dering gebragt was (V). —-----■ De Staaten van Holland, midlerwyl, over- xix.
leggende, of zy van 't inftellen en verzenden De Staa- der Akte opening zouden doen ter Generali- ï!n11va|} teit; verftonden de meesten „ dat de zaak de beulten „ Provincie van Holland, die aan niemant ter 'er geene „ weereld rekenfchap fchuldig was, in 't by- opening „zonder, betrof, en, derhalve, ter Generali- vm te „ teit, noch behoefde, noch behoorde geopend g^"^! „te worden." Zelfs xverdt ongeraaden ge- uteït. vonden, om 'er, met Zeeland in't byzonder, van te fpreeken. Haarlem alleen bleef dringen op de opening ter Generaliteit; doch vergeefs. Ondertusfchen, was de zaak reeds zo bekend De Prin-
geworden , dat 'er de Prinfesfen van Oranje fesf^ van onderregt werden. Zy verzuimden niet, j^oea" ter algemeene Staatsvergaderinge en ter Ver- Vertoo- gaderinge van Holland , een Gefchrift in te gen te- leveren , en die van Holland op 't ernftigst te fTe.nfld? verzoeken, dat hunne Edele Groot-Mogend- ting.Ul" heden een Befluit, welk men haar berigt hadt, ten nadeele van den jongen Prinfe van Oranje, genomen te zyn , tuch niet wilden uitvoeren (ar). De Keurvorst van Brandenburg deedt diergelyk een verzoek fy). Doch hierop volgde, vooreerst, niet anders, dan dat Beverningk en Nieuwpoort, andermaal, last kreegen, om de Akte, zo lang mogelyk ware, op te houden (2) ; hoewel men , eenige weeken naderhand , aan de Prinfesfen deedt antwoorden, dat de uitflui- ting
O") Refol. Hill, rt Junv 1654. W. 512.
fj:) Zit Aitz".ma 111. Dsel, l/l. yj8.
|
||||||||||
8
|
> Tiiubloe's Pnpers, Fol- II. f/. 272, Jl8.
5 s<-"«' Helbl. Holl. j» May 1654. I. Deel, il, 141 enz,
|
|||||||||
X 4
|
||||||||||
328 VADERLANDSCHE XLVILBoek,-
|
||||||
itf54. ting, niet uit eenigen haat tegen den Huize
ten diende van den Staat, gefchicd was (V). Midlerwyl, arbeidden de Ambasfadeurs, om
Kromwei te beweegen, dat hy van 't vorderen der Akte afzagé, of, ten minfte, by voorraad, het Verdrag bekragtigde; gelyk de algemeene Staaten, terftond, gedaan hadden (//). Doch hy liet zig, ten opzigte van het eerfte, in 't minst niet verzetten. Tot het tweede, beiloot hy, met veel moeite; doch niet dan onder deeze üitdrukkelyke voorwaarde , dat hem de Akte van Uitfluiting , binnen weinige dagen , zou overhandigd worden (V): waarop, den dertig- ften van Grasmaand, de bekragtiging des Ver- drags, in Engeland, gevolgd was (d). Kromwei Ondertusfchen , maakte het inftellen der vordert Akte van Uitiluitinge zo veele beweeging in de de Akte Vergadering der algemeene Staaten, dat het van Uit- wej faast bekend werdt in Engeland (e). Krom- uuing, wej ^ee(jt ^ hierop , den Heeren Beverningk en Nieuwpoort, op den eenentwintigiten van Bloeimaard , de Akte afvorderen. Doch zy bewimpelden 't ontvangen van zulk eene Akte nog eenige dagen : waarvan egter, in den • Haage, met zo veele verzekering geiproken werdt, dat de algemeene Staaten, eerlang, beflooten, den Ambassadeuren te belasten, dat zy hun een AlTchrift van de Akte zouden heb- ben over te zenden. Te vooren, op den agtften van
(«) Secr. Refnl. Holl. 20 Juny 1654. I. Viel, il. I5<>
Tmmum's Papers, V»l. V. p. 237. ( J) Refol. Gencr. 23 April 16*4.. in 't Verbaal, tl. 3";. ( c Deihici. in ds Refol. van Coiifid. bl. 3c;. Cd) Verbaal, W. 4- 7. r#.) Thurlok's Papers, Pof. II. p. vjij. |
||||||
,
|
||||||
XLVII.BoEK. HISTORIE. 329
van Bloeimaand, hadt Friesland een Gefchrift ,,%,
tegen Holland ter Generaliteit overgeleverd,-----
waarin de afzonderlyke handeling in Engeland
'/eer werdt afgekeurd (ƒ). Doch de Afgevaar- digden van Holland merkten 'er niets op aan, en verklaarden , nader gedrongen , dat zy 't Gefchrift niet verftonden. Die van Zeeland zeiden hierop, dat zy wel wisten, dat Holland, afzonderlyk, in Engeland, gehandeld hadt, te gelyk te kennen geevende , wat 'er geflooten ware, 't welk zy begeerden , dat vernietigd werdt. Gelderland hadt opening van 't gehan- delde verzogt. Zo deedt ook Utrecht, indien ?t de Generaliteit aanging. Overysfel was niet tegenwoordig. En Stad en Lande verzogt ook opening en herroeping der Ambasfadeuren. Den Heer prefideerenden toen met de meer- derheid beflooten hebbende, dat Holland ope- pening behoorde te doen; verklaarden de Af- gevaardigden van dit Gewest, na dat ze eikan- deren alleen gefproken hadden , niet verwagt te hebben, dat hun voorkomen zou, 't gene zy gehoord hadden; doch dat zy 'er den Staa- ten van Holland kennis van zouden geeven. Die van Stad en Lande floegen, den volgen- den dag , voor , dat men den Ambasfadeuren in Engeland behoofde aan te fchryven, dat zy den byzonderen last, die hun door Holland mögt gegeven zyn, niet zouden hebben uit te voeren. Zeeland en Friesland bewilligden , terftond, in deezen voorilag. Doch Gelder- land , Utrecht en Overysfel verklaarden zisr, by
(/; Verkl. van Fricsl. van IJ ?Ir.y 1654. Zie d. DcMici. in
tic Rcfol. van Cunfi I. £,'. 110. X 5
|
|||||
\
|
|||||
33o VADERLANDSCHE XLVII.Boik;
i(554. by gebrek van kennisfe , onbekwaam, om in
—— deeze zaake te ftemmen; terwyl zy, nogtans,
by aanhouding f om nadere opening bleeven
verzoeken (g). Maar de Staaten van Holland
eindT'V weezen ze» van tvc* tot tvc*5 af, en gaven, ein-
owrJ/'delyk, den vyfden en zesden van Zomermaand , leverd last aan de Ambasfadeurs, om, zo 't niet an- wordt. ders zyn kon, de Akte over te leveren; en ver- lof, om, op begeerte der algemeene Staaten, een affchrift van dezelve herwaards te zenden. De overlevering der Akte gefchiedde, einde- lyk, op, of omtrent den twaalfden van Zomer- maand (h); waarmede de geflooten' Vrede met De Vrede Engeland eerst haar vol beflag kreeg. Zy was , wordt reeds op den zevenentwintigften van Bloei- afgekon- maand, afgekondigd in Holland, en met eenen digd. plegtigen dankdag en eenige vreugdetekenen gevierd. Sommige Predikanten konden zig egter, by deeze gelegenheid, niet onthouden van eenige ftootelyke uitdrukkingen. Ster- mont hadt, reeds te vooren, gezeid, dat God de Achitofels en derzelver raadsluiden bejchaamd tnaaken zou, zo de Vrede niet opregt was (f), 't Krygsvolk in den Haage deedt veele vreug- defchooten, ter eere van den Prinfe van Oran- je en van Graave Willem van Nasfau. De Veldmaarfchalk Brederode, die zyne (lern tot de Akte van Uitfluiting gegeven hadt, zogt de gunst der knegten te herwinnen, door ee- nige Oxhoofden wyns, die hy hun, ter gele- gen-
r>) Of Witt Brieven V. Deel, U. 344.
f/O Srcr. Rcfol. Holl. 2rt, 22 May, 4, S.fi Jtmy 1654- f.
Deel, */. 143, r.M, 145) H7t I5c> 151. Deduét. iu de Rcfo!, van C»nfid. H. 41. (.0 ThuMoe's I'apers,'Vul, II. />. aiy.
|
||||
XLVII.BoEK. HISTORIE. 331
|
|||||
genheid van de Vrede, vereerde. Doch eeni- 1654.
gen wilden zynen wyn niet proeven \ en nie---------:
mant gaf eenig teken van genoegen, toen hy zig
by hen kwam vertoonen (&). Te Amflerdam, daar elke Predikant een geichenk van Wyn ge- krecgen hadt, werdt de dag van 1 af kondigen der Vrede , met veele tekenen van vreugde, gevierd: doch meest onder de Wethouders en die van hun afhingen. De Trompetters vin- gen hier aan, met het blaazen van Wilhelmus van Nasfauwen: 't zy zonder erg, of, zo fom- migen meenden, op byzonderen last der Wet- houderfchap, om 't gemeen te behaagen (7). Te Rotterdam, daar veele Koningsgezinde Engelfchen waren, werdt kleine vreugde ge- toond. Alleenlyk brandde men, hier, eenige pektonnen. Te Leiden, werdt in 't geheel niet gevuurd. Te Dordrecht, ftaken eenige jonge luiden de Oranje-vlag op den toorn, zonder dat de Witt, die thans regeerend Burgemees- ter was, geraaden vcndt, om ze te doen weg- neemen (in~). Aan al 't welke te befpeuren was, • hoe de Vrede met Engeland, en de voorwaar- de, waarop ze geflooten was, by veelen onder 't gemeen, werden aangezien. De Vereenigde Staaten wonnen , by deeze xx.
Vrede , alleenlyk , het ophouden der vyand Aanmw- lykheden : waaruit het herleeven des verval- klll"e" len Koophandels gehoopt werdt. Maar Krom- vrede.* wel bedong, onder andere benaamingen, ge- noegzaam al de vergoeding van fchade en ver- zekering voor het toekomende, welken hy, in 't
(*) Thi'rt.ok's Papers, Vnl. IT. p, j^-j, 2^4,
(1) Thurlde'i Papers, Pot. II. p. 2^2, 318. (rnj Thuiuoü's Papers, Vol. II. ƒ>. ajtf, 304. |
|||||
33^ VADERLANDSCHE XL VIL Boek.
1654. 't jaar 165a, en federt, gevorderd hadt, of
-------beoogd hadt te vorderen. De fchepen en goe- deren , in de Zond aangehouden, werden te rug gegeven, of betaald. Ook voldeedt men, in gevolge van één der punten van 't Verdrag naderhand, merkelyke lommen aan de Engel- fchen, wegens fchade, welke zy, federt den jaare 1611 , van de onzen toonden geleeden te hebben. Zelfs ontvingen de Erfgenaamen van hun, die te Amboina ter dood gebragt wa- ren, eerlang, eenige voldoening in geld. De vrye handel op de Engelfche Volkplantingen buiten Europa , die de onzen gaarne hadden willen bedingen, werdt hun geweigerd : en de vrye handel in allerlei waaren op Engeland alleenlyk toegedaan, met voorbehoudenis van 't gene, desaangaande, in de Wetten, Ordon- nantien en Gewoonten van Engeland, vastge- fteld was; waardoor de Akte van den negen- den van Wynmaand des jaars 1651, die ge- legenheid tot den oorlog gegeven hadt, in volle kragt bleef. Omtrent de vrye visfchery, werdt niets uitdrukkelyks bepaald, by 't Ver- drag ; doch 't itryken der vlagge bedongen; fchoon 't onzeker gelaaten werdt, of zulks, eershalve, of uit hoofde van zeker regt, zou gefchieden. Ten opzigte van de verzekering voor het toekomende, verwierf Kromwei, dat men de wederfpannelingen, waaronder Karel de II. of Karel Stuart, gelyk hem de Engel- fchen thans noemden, Prins Robert en anderen geteld werden, niet onderfteimde, en dat de Prins van Oranje of deszelfs nakomelingen, door Holland, het aanzienlykfte der Vereenig- de Gewesten, nimmer tot Stadhouder of Kapi- tein- |
||||
XLVII.BoEK. HISTORIE. 333
tein-Generaal zouden aangefteld, of bevorderd 1654.
worden: waardoor zy genoegzaam buiten ftaat ____.
geraakten, om de tegenwoordige Regeering
van Engeland te ontrusten. Al het v/eike toont, dat Kromwei, by deeze Vrede , merkelyke voordeden verkreeg (»). Midlerwyl, ontrustte de Akte van Uit- xxr.
fluiting de Vergadering der algemeene Staaten Oordeel geweldiglyk. De Heer Hautbois, die wegens der Ge" Friesland in deeze Vergadering zat, hadt, ge- ^veTda lyk wy zo even gemeld hebben, reeds op den ukflui- agtften van Bloeimaand, tegen den byzonderen üng. handel van Holland gepioteficerd, verklaaren- de denzelven ftrydig mer. de duur bevogte vry- heid en met de Unie, nadeelig voor den Prin- fe en het Huis van Oranje, en ichandelyk voor den Staat (0). Hautbois was thans de eenigfte Afgevaardigde van Friesland in den Haage, en ibmmigen vernaaien, dat hy geen' last hadt, om te doen, 't gene hy deedt (p). De andere Afgevaardigden hadden zig, met meer gemaa- tigdheid, uitgedrukt. Die" van Gelderland en Utrecht zeiden , dat zy zig nader verldaaren zouden, wanneer zy nieuwen last zouden be- komen hebben van de Staaten hunner Gewes- ten. Die van Zeeland merkten aan „ dat zy „ wel dagten, dat het geene door Holland , af- „zonderlyk, in deeze zaak, gedaan was, niet „ zou overeenkomen met het gevoelen der „Staaten van hun Gewest; doch dat zy zig, „na 't bekomen van nieuwen last, deswege, „na-
f») Wicquefort Livr. VII. p. 40Q.
(o") Verhl. van Friesl. i;i Je De.luét. van 1654. Refol. van
porifld. hl. 1 ro- (/>) WiC'iUEFORT Liyr. VIII. p. 436. |
||||
334 VADERLANDSCHE XLVII. Boek,
1554. „nader verklaaren zouden." Doch die van
«------- ikad en Lande zeiden „ dat de uitfluiting van
„ den Prinfe van Oranje, door Engeland voor-
„geflaagen, en, door alle de Gewesten ver- nworpen zynde , volgde, dat de byzondere „handeling der twee Hollandfche Ambasfa- „ deuren, buiten nood, zonder kennis en zon- „der bewilliging der andere Gewesten, on- „ dernomen, in zig zelve, nietig was, als ftry- „ dende met de Unie, en met de uitgedrukte „ bevelen aan de drie Ambasfadeurs gege- Gemgt „ ven (<?)." 't Bleef hier niet by. Men ver- dat niet fprei Jde, en 't vondt ingang by veelen, dat de Kromwei ^jtfluiting niet eerst door Kromwei voorge- Wfct en flaagen; maar 't werk was van den Raadpen- anderen fionaris de Witt en van eenige anderen , die de uit- gebeeten waren op 't Huis van Oranje, en dat eerst had- Kromwei 'er flegts in bewilligd en op gedron- iknvoor- gen hadt, om dienst te doen aan hun, die hem, geflaa- hier te Lande, wederom, zouden können dienst £en- doen (r). Op den grondilag van dit gerügt, Gefchrift deeden de Afgevaardigden van Friesland, den vanFries- agttienden van Bloeimaand, eene veel fcher- land te- per verklaaring ter Generaliteit, behelzende, gen Hol- n dat Holland gehandeld hadt, tegen de al- * n gern eene Unie met alle de Gewesten ; tegen w de byzondere Unie met Zeeland; tegen zy- „ ne eigen' verklaaringen op de groote Ver- „ gadering , en in de byzondere bezendingen n aan Zeeland gedaan , als waarin men de be- „ noeming tot het Kapitein - Generaallchap „ flegts verfchooven , en te gelyk geoordeeld „ hadt,
(17) Aitzf.ma l/r. Deel, hl. 917 enz.
ir) Aitzema UI. Üesl, W. y^o. Wicquefort Lm. Vl$l>
P -437 |
||||
XLVII.BoEK. HISTORIE. 335
»hadt, dat 'er, niet dan door alle de Gewes- k^
» ten, over behoorde beflooten te worden; en - » eindelyk ook tegen het eenpaarig gevoelen
» van alle de Gewesten, Holland ingeflooten, » die geoordeeld hadden , dat het twaalfde »punt van het Engelsch ontwerp, waarby de »uitiluiting begeerd was, volftrektelyk, ver- » worpen moest worden. Dat alle de Leden »van Holland zelfs geene kennis van dit » werk gehad hadden ; maar dat Beverningk »en Nieuwpoort het hadden uitgevoerd, door »bewerking van eenige driftige Regenten, » onder voorwendfel van eenen gemaakten en » bedrieglyken nood. Dat hiermede een blyk »gegeven was van de hoogfte ondankbaar- »heid, jegens het loffelyk Huis van Oranje, » welk zo veel bloeds geftort, zo veel goeds » verrigt hadt, ten dienlte van het Vaderland. »Dat het onredelyk en onbarmhertig was ee- »ne onnozele fpruit, dat niemant beledigd » hadt, met zyne ongebooren' nakomelingen, 7, te veroordeelen en te bederven. En ge- 55 fchiedde dit aan den groenen houte, aan den ?5 jongen Prinfe, dien men, alsGevaders, ten „ Doop geheeven hadt; wat zou aan den dorren „ gefchieden ? aan de andere Gewesten; over »welken men zig eene foort van opperfte „ magt fcheen te willen aan maatigen , om 's 5, Lunds vryheid over te geeven aan den Pro- „teftor, dien men, op gelyken grond, daar- f, na, 's Lands opperfte magt zou mogen willen ,, afftaan. Dat de Prins van Oranje ook be- w greepen was in de Unie , die, door zynen y, O ver-Grootvader, bezwooren was, en waar- n mede deeze uitiluiting ftreedt. Dat de been- n deren
|
||||
336 VADERLANDSCHE XLVILBoek»
1654. »deren van deezen Vader des Vaderlands,
-------„ deeze oorzaak van 's Lands vryheid en wel-
„ vaart, uit zyn graf, te Deli'c, wegens zulk
„ eene ondankbaarheid, wraak zouden roepen „ over het Land; maar vooral over hun, die „ ?er oorzaak van waren: en dat God, deswe- wge, ons of onze nakomelingen, gewisfelyk, „ ftraffen zou. Dat zy hierom vertrouwden, „ dat de andere Gewesten hun zouden by- „ftaan, om Holland van befluit te doen ver- „ anderen (f)." rr „ , De Afgevaardigden van Holland deeden Hollands , , fa ,. ° t? • 1 j * 1.
crnftige "un °csc' om "Ie van Friesland tebeweegen,
verkiaa- tot het intrekken dcezer verklaaring; doch al- ring te- je hunne poocingen waren vnigteloos. Zy gen het <3eec[en ? derhalve , aantekenen „ dat zy de „ verklaaring van de Meeren IVkkel en Haut- „ bois , Afgevaardigden van Friesland , hiel- „ den te zyn vol van onwaaragtige Hellingen, „ hoonende fcheldwoorden, onbefchaamde las- „ teringen en onchristelyke vloekwenfchen, „ en dat zy zig niet genoeg konden verwon- „deren, hoe men de Provincie van Holland, „ in deeze doorlugtige Vergadering, hadt dur- „ ven bejegenen , met eene taaie , die be- „ ichaafde luiden, ook in geene byzendere by- „ eenkomften , gewoon waren , tegen elkan- „deren, te gebruiken; dat zy zig, hierom, „niet verder met de Afgevaardigden vatï „ Friesland wilden inlaaten ; maar wel teri „overvioede verklaaren , dat zy niet wisten, „ dat Holland in eenige onderhandeling met' „ den Protcótor getreeden was, die de alge- „mee>;
(x) Dcdu'it. in de Refol. van Conlid. H. 112.
|
||||
XLVII. Boek. HISTORIE. 33?
|
|||||
j, meene Staaten betrof; en dat zy het tegen- 1654»
j, deel wel volmondig bevestigen konden ;-------
fy gelyk zy deeden." Hierop volgden nog ver- Friesiand
i'cheiden' tegehaantekeningen van Friesland en wil Be- Holland, waarin men 't, van wederzyde, nam, verningk niet op de Gewesten, maar op de Afgevaar- £2 digden , die 't woord voerden : Holland op p0or£ * Wickel en Hautbois ; en Friesland op den geftraft Raadpenfionaris de Witt; en vooral ook op hebbe* Beverningk en Nieuwpóort, ;die men begeer- de herroepen en geftraft te hebben. Doch de Staaten van Holland hielden de Witt en de twee Ambasfadeurs de hand boven 't hoofd, in de Vergadering der algemeene Staaten; bö- weerende, dat de eerfte niets gedaan hadt dan met last, en de twee anderen niets dan waartoe zy, zelfs als onderzaaten van Holland, gehou- den waren ; en brengende, wyders, tegen 't gevoelen van Friesland en Stad en Lande, te wegè, dat de Ambasfadeurs, nog eenigen tyd, in Engeland, gelaatén werden (7). Al dit was gebeurd, eer men, ter Generaliteit, XXIL
een Affchrift van de Akte gezien hadt. Ook had- De a,S* den de Staaten van Holland, te vooren, aan de StMlen byzondere Gewesten gefchreeven, om te klaa- bekomen gen,over 'tgene derzelver Afgevaardigden, te- een Af- gen hen, ter Generaliteit, hadden doen aaateke- fch"ft nen, en om hun gedrag, in 't weigeren der be- Aktev** geerde opening, te verdedigen; waarop egter Uitflui» die van Utrecht alleen niet gedrongen hadden, wg. dan voor zo ver 't gehandelde de Generaliteit mögt betroffen hebben («). Doch na dat de al-
(O D:Juft. in de Kefol. van ConliJ. tl. 114, 115, 117, ij.8*
Ut), UI, 123, 123, 150, Ijr, 131.
(tij Oediléi. in de Refol. v«n Confid. tl. loj,
'XII. Deel. Y
|
|||||
5X8 VADERLANDSCHE XLVII. Bos*,
ï«54* algemeene Staaten, op den negenden van Zo-
f» ' ■■ mermaand, tegen 't gevoelen van Holland, en- zelfs eenigszins tegen dat van Utrecht, befloo- ten hadden, een Affchrift der Akte, uit En- geland, te ontbieden (v), welk Beverningk en Nieuwpoort, verlof hiertoe bekomen heb- bende van de Staaten van Holland, terftond, overzonden; en nadat dit Affchrift, in de by- zondere Gewesten, overwoogen was, werdt 'er, op nieuws, ernftig tegen geyverd, door de Staaten van twee Gewesten, Zeeland (*,»') ZeeUnd en Friesland. De Staaten van Zeeland leverden levert'er een wydluftig en beredeneerd Vertoog over, een Ver- 0pgeftei(j jn befcheidene, doch ernftige be- Ä5QgiDf" woordingen ; waarin zy beweerden „ dat de nUitfluiting, door Holland, gefchiect zynde, B om de vrugten van de Vrede te bekomen, e niet hadt können gefchieden , zonder eeni- jj ge voorafgaande handeling , tusfchen den B Proteftor , die vooronderfteld werdt deeze -juitfluiting gevorderd te hebben, en de Staa- „ ten van Holland. Doch dat zulk eene han- „ deling ftreedt met de Unie, waarby het han- ~ delen over Vrede verbleeven was aan de Ge- „ neraliteit, en waarby ook het maaken van j. Verbonden met uitheemfche Mogendheden _ den byzonderen Gewesten ontzeid was. Dat: *. • jj eene handeling, die den anderen Gewesten „ zo na betrof, ten minfte, niet zonder voor-
„ gaande kennisfe der Bondgenooten , hadt nmogen gefchieden, zynde de Leden, door „de
(y~) Secr. Refill. Holl. 9 Juny 1654. in it Refol. van Ccmfiil.
(wj Notul. Zeel. ia, is, 16, 1'Jt a°> al %W' lU l&*
?57, 1GO1 iö8, 171, 173, 177« |
||||
XLVII. Boek. HISTORIE. 339
2, de Unie, zo naauw verbonden, als of zy, ii'fc
n indedaad, maar ééne Provincie waren. Dat ■ - „ Holland ook aangegaan was, tegen verfchei- 5Jden' verklaaringen, in en na 't jaar 1Ö51, „ gedaan: waarin altoos onderfteld wa*, dat „ de bevordering van den Prinfe van Oranje yilegts uitgefteld moest worden, tot bekwaa- j, mer gelegenheid. Dat het verleenen der „ Akte nog aanliep tegen de verklaaringen „ van Holland ter Generaliteit, ter gelegen- „ heid van het verwerpen van het punt uit het „ Engelsch ontwerp , waarby deeze uitflüiting „ gevorderd was; zynde dezelve toen, een- „ paariglyk, van de hand geweezen , als te >, groote onderwerping en lafhertigheid on* i,, derftellende. Dat het ook onredelyk fcheen, „een' jongen, onnozelen Prins, geböoren in „ den fchoot van deezen Staat, buiten nood, s? en enkelyk op de begeerte eener uitheem- „ fche Mogendheid , toen onzen openbaaren „ vyand, nu pas met ons verzoend * uit te flui- „ ten van waardigheden, tot het bekleeden ,j van welken, hy, ter oorzaake zyner hóoge „geboorte, groote goederen en aanzienlyke „maagen, meer dan iemant, bevoegd wasj „tot zo verre, dat Holland en alle de Bond- ij, genooten gehouden waren, volgens de U- „nie, meest door zynen Over-Grootvader he- rwerkt, hem, in dezelven, te handhaaven. „Datde Gewesten en Holland in 't byzonder „altoos verftaan hadden, dat de Staat niet in f, rust en vrede blyven kon, zonder dat men, „ tot het beleid der zaaken, gebruikte Heeren „van aanzien, onder welken, geenen nader M in aanmerking kwamen, dan de Vorften ui« . Y 2 het |
||||
34o VADERLANDS CHE XLVII. Boïifc
|
|||||
WÏ54. »het Huis van Oranje. Dat Beverningk en
jjland, zo lang zy in dienst en eed der Gene- n raliteit waren, zig niet wettelyk konden laa- j, ten gebruiken, tot het uitvoeren van eenen ,jlast, die zo regelregt aanliep tegen het oog- wmerk der algeraeene Staaten, en dat hun 0 zulk een last, ook door niemant, wettelyk, Bkon gegeven worden. Dat de nood ook niet m drong tot de Uitfluiting, zynde het Verdrag 9 van Vrede reeds getekend en bekragtigd, j^eer 'er, door Holland, toe beilootcn werdt: »of, zo, hieromtrent, vooraf, eenig verband „ mögt gemaakt zyn met den Proteftor; moest 9zulks niet gelchied wezen, zonder kennisfè w der Bondgenooten 'r maar dat 'er zulk een 0verband niet geweest kon zyn, bleek, om jp dat de Staaten van Holland, anders, zolang j, nadat het befluit tot het verkenen der Akt& ^van Sectufie genomen was, niet zouden heb-; B ben können doen aanhouden, dat de Protec- • Temp e- V)tor ^ë met de * verzagting, in het Verdrag rament n begreepen, zou gelieven te vergenoegen. w Dat men, zulk een' flap gedaan hebbende, „uit ontzag voor den Prote&or, hem, in ge- fallen van minder gewigt, veel ligter, te w gemoet zou gaan; waaruit fehande en ver- jj wyt binnens en buitens Lands te dugten was: w ook oneenigheid en twisten, onder de Leden „ der hooge Regeeringe en onder de Gemeen- n te. Dat men, voorheen, hadc voorgewend, w dat de verzagting , in 't Verdrag gevoegd, „ door de Engelfche Regeering eerst, voor- „ geflaagen was; daar, van agteren , anders w bleek : 't welk niet nalaaten kon, Holland „vw
|
|||||
HISTORIE. S4f
|
|||||||
XLVII.BoEK.
|
|||||||
^van eenigen flinkfchen handel verdagt te igfä
„ maaken. Dat de naauwe vereeniging tus- .
„ fchen Holland en Zeeland, die, van ouds,
„ onder dezelfde Graaven en Stadhouders, ge- „ ftaan, daarna, byzondere Verbonden famen „ gemaakt hadden , ook niet gedoogde, dat „ eene zaak van zo veel gewigt ondernomen „werdt, zonder Zeeland te kennen, te min- der, daar de Staaten van Holland, onlangs, „ nog zo ernitelyk begeerd hadden, dat men , „in Zeeland, niet kwame tot het benoemen „ van eenen Kapitein - Generaal, zonder hun , „ daarvan, vooraf, kennis te geeven." 't Slot van dit Vertoog was eene afkeuring der Ak- te , en een protest tegen al 't nadeel,dat er van komen mögt, benevens een ernftig verzoek, dat de Staaten van Holland hunnen misflag» ten fpoedigfle , wilde herftellen (x'). De Staaten van Friesland verklaarden zig, om diergelyke redenen, tegen de Akte, begeeren- de, daarbenevens „ dat de Prins van Oranje, Nieuw „van nu af, tot Kapitein- en Admiraal-Ge- ^e"°?ff ^neraal, benoemd werdt; dat de algemeene iau(jtn „ Staaten byzondere zorg droegen voor zyne „ opvoeding , en dat Beverningk en Nieuw- „ poort i>eflooten werden uit alle Generali- ^teits Kollegien." In 't byzonder, fchortten zy hunne ftem op, waardoor zy,op den voor- flag van Holland, Beverningk, in de plaats van Govert Brasfer, die overleeden was, tot Thefaurier - Generaal, hadden helpen bevorde- ren; tot dat hy zig, wegens het gehandeld? i»
C ?.} Dedufl:. h de Notnl. Zaal. van 1654. RyUg, hl. f,, tn in
fe ilcloi. van Confid. bl. 135. Yj
1
|
|||||||
34ï VADERLANDSCHE XLVII.Boek,
|
|||||
1654. in Engeland, zou gezuiverd hebben, naar be-
•------hooren (y~). Zy waren hierin voorgegaan ge- weest, door Zeeland, die 't, eenige dagen te vooren, insgelyks, gedaan hadt (z). XXIU. De Staaten van Gelderland, Utrecht en het Poogin. gedeelte der Staaten van Overyslel, welk thans dee^e'" te Deventcr vergaderd was, oordeelden, da,ï Gefchrif- de wederzydfche fcherpe Gefchriften en san- ten en de tekeningen geligt behoorden te worden, uit de wnteke- 0penbaare Registers, en door elk Gewest we- "infgjloIfrderom ingetrokken. Ook zogt men, ter Ver- landfche gaderinge van Holland, de Steden Haarlem, Steden te Leiden, Alkmaar, Enkhuizen en Euam te be- doen lig- weegen, om de aantekeningen, waardoor zy ffpenbaa0 Z*S> tegen het befluit der meerderheid, ver- re Regis- klaard hadden, te ligten uit de Registers van fers. Holland. Om de Stad Enkhuizen over te haa- ien , werdt aan de groote visfchery een onder- ftand van dertigduizend guldens beloofd (a), Doch de vyf Steden lieten zig, zo min als de drie Gewesten, beweegen. Zelfs kwam 'er een Mirlde- gedrukt Gefchrift in 't licht, onder den titel len om de Van Qnderregt'wg voor de Gewesten, die belang tine^te hebben hy de Üitfluiting, welk men hieldt, doof doen ver- de drie Gewesten, verfpreid te zyn, en waarin »ietigen. geraaden werdt v dat men 't gehandelde, door „ Bevemingk en' Nieuwpoort, afkeurde en van „ geener waarde verklaarde, en hen, terltond, >5 te rug ontboode: dat de Staaten der byzon- „ dere Gewesten zig , in merkelyken getale, „behoorden te vervoegen, in de Vergadering „van
(y) Derlufl:. in de Kefol. van ConfiJ. hl. 1^4-
(z) Secr. Reful. Hnll. 18 Juny lrts4. I. Deel, hl i^y. « Co) S( er R'fol. Holl. 17 Jtiay Mfa. \. Deel, bl. rs&Rcfol.
IM. 17, *o 5*«»/, 3C 'Jtilf, 1 Aug. 1(554. M* '35, 24J, 321. |
|||||
XLVn.BoKK. HISTORIE. 34$
*>van Holland, om hun misnoegen, over 't 1654*
o gehandelde, te verklaaren, en .herftelling te - „begeeren: dat elk byzonder Gewest dit eerst » doen moest, en daarna alle de Gewesten met 5j eikanderen: dat, zo deeze poogingen gee- 5j nen gewenschten uitflag hadden, de Gewes- nten overleggen moesten, of men niet, van n nu af, zou können treeden tot de benoe- sj ming van den Prinfe tot Kapitein-Generaal, w en tot de aanilelling van eenen Luitenant .55 onder hem: en dat men hiervan den Heere z, Protector , door een buitengewoon Gezant- schap, kennis behoorde te geeven, met ver- n klaaring, dat de Scaaten en de Prins zighei- „liglyk houden zouden aan 't geilooten Ver- » drag (*)•" De tweedragt onder de Gewesten, die, door XXIV.
het drukken en verfpreiden deezer fchriften, Kromwei openbaar werdt , kon niet nalaaten veel ge- fchryf: rugts te maaken in Engeland. Kromwel nam Staaten 'er gelegenheid uit , om aan de Staaten van van Ze* Zeeland, op welken hy, ter oorzaake van het land, belang des Koophandels, meest dagt te zullen vermoogen, te fchryven „ dat hy, vernomen 9y hebbende , dat eenige Perfoonen in hunne „ Provincie eene verkeerde uitlegging gaven w aan de goede oogmerken der Staaten van 9, Holland , en aan de poogingen, welken ze „ aangewend hadden, om de zaaken der twee w Gemeenebesten te brengen in den ftaat, w waarin zy, door de Vrede, gefield waren; „ zig verpligt vondt, om hun de kwaade ge- »vol-
(i~) Zie Aitzema III. Deel, Ik 93.0. Wic^cbfort iiVr»
Will? f. 442, 44 J. , V 4
|
||||
844 VADER.LANDSCHE XLVII. Boei?.
|
|||||
1654. n volgen, die deeze verdeeldheid veroorzaa-
—— „ ken kon, voor oogen te (lellen. Dat eens M nieuwe vredebreuk den kwynenden handel „ t'eenemaal bederven zou, en ten uiterite „nadeelig zyn voor de vryheid en Godsdienst „ der twee volken. Dat hem lief zou zyn, zo „zy zig hielden aan de maatregels, waardoor n de Vrede beftendig gemaakt kon worden; „ die niet lang zou können duuren, zo zy niet „ heiliglyk gehouden en uitgevoerd werdt." £nu De Staaten van Zeeland dagten , of fcheenen woord te denken , dat die van Holland den Protec- dier Staa- tor aangezet hadden , tot het fchryven van *en« deezen brief (je). Zy antwoordden 'er op v dat n zy de noodzaaklykheid en voordeden der »Vrede zeer wel kenden, en alles wat, naar » reden, van hun begeerd kon worden , zouden r> in 't werk ftellen, om dit Hemelsch gefchcnk n te bewaaren; gelyk ze in alles bewilligd had- »den, dat vereischt werdt, om het te verkry- J5 gen. Dat zulken , die zyne Hoogheid an- v ders onderregt hadden,, den ftaat van 's „ Lands zaaken niet kenden , of dien kwaad- w aartiglyk bewimpelden. Dat de verfchillen „ tusfchen de Gewesten geene uitheemfcheq ,5 betreffen , en dat zy , ter gelegenheid der- y, zelven, niets doen zouden, welk de onlangs „ vernieuwde vriendfehap tusfchen de twee „ volken, eenigszins, krenken kon." Doch men bragt deezen brief, eerlang, in de Vergadering der algemeene Staaten, met bygevoegde ver- klaaring „ dat de Staaten van Zeeland, altoos. Ä gewoon met de uiterfte openhertigheid te
»werk-
(*j Thürloe's Papers, Fol. II. ƒ>. 421, 43s.
|
|||||
XLVII.BoEK.
|
|||||||
HISTORIE. 345
|
|||||||
jj werk te gaan, jegens de Bondgenooten, zon- Ig54,
„ der derzelver kennis, zig in geene de min--------
ö fte byzondere handeling met Engeland had-
„den willen inhaten." De Afgevaardigden van Holland, zig door dit zeggen geraakt voe- lende , merkten 'er alleenlyk op aan „ dat die j, van Zeeland zig thans niet veel eers toere- 2, kenen konden , wegens hunne openhertig- j, heid, alzo zy den brief van Kromwei, dien 55 zy , in Zomermaand , ontvangen hadden , „ eerst in Oogstmaand , vertoonden ; en het n antwoord op dien brief, niet dan nadat zy „ wel wisten, dat het reeds aan Kromwei o- „ vergeleverd zou zyn (d)" Eenigen tyd hier- Wcder- na, antwoordde Kromwei aan de Staaten van a«t- Zeeland „ dat hy, in zyn eerfte fchryven, woord ,, alleenlyk het oog gehad hadt op het Ge- ^^. 5j fchrifc, v/elk Zeeland tegen Holland in 't wei. „ licht gegeven hadt; fchoon dit Gewest geen jj ander oogmerk hadt gehad , dan de bevor- 55 dering en behoudenis der Vrede. Dat de 5j rust en vryheid der twee Staaten bedekte 55 vyanden hadden , die niet nalaaten zouden, 5? maatregels in te boezemen, bekwaam om de 55 eene te ftooren en de andere te doen ver- 55 liezen, zo men 'er gehoor aan gave. Dat hy 55 zig , nogtans , geheel wat anders beloofde 55 van hunne voorzigtigheid , en dat hy hun jjgeenen beteren raad wist te geeven, dan dat 55 zy , met Holland , in vriendfchap en een- ^dragt, leefden (<?)•" De Staaten van Holland, ziende, dat zy XXV.
ver- Holland
f d~) 'Thoiuoe's Papers, Vul. II. p. 548.
(e) Aitzema Hf. Betf, il. 935. 936. WicQUEFoRl Livr. .Vlil. p. 443, 444. Y 5
|
|||||||
34<5 VADERLANDSCHE XLVII.B0EK.
|
||||||||
IÄ54. vergceffche poogingen deeden , om de drie
•------Gewesten te beweegen, tot het intrekken der
befluit, Gefchriften , tegen hen uitgebragt, kwamen,
"g',uic" eerlang , tot het inftcllen en uitgeeven eener lylf^te uitvoerige Verhandeling oï Ver klaar ing, waarin vcrdedi- zv hun gedrag, in 't verleenen der Akte van £«n. Uitfluiting gehouden , omflandiglyk verde- digden (ƒ"_). De Raadpenfionaris de Wiet hadt de voornaamfte hand gehad, in het opftellen deezer Verhandeling, en heeft 'er, by veelen, veel lofs mede ingelegd :, fchoon hy 'er meer om gehaat werdt, by anderen. Zywerdt, teritond, in verfcheiden' taaien, gedrukt, en alomme, rykelyk , verfpreid. De Hoogleeraar Antonï thyßus vertaalde ze, in 't Latyn (g). 't Voor- naamfte, welk 'er in vervat was, kwam hier- Inboud op uit: „ Vooraf, ging een kort verhaal van der De- •» 't gehandelde met Kromwei, waarin de Staa- duüie of n ten van Holland beoogden te doen zien, dat Dedara- w zy, niet dan in den uiterften nood, gedron- Holland: 5) Sen» aan ^ eene zvde ^00r Kromwel i die
waarin 't n verklaard hadt, dat hiervan vrede of oorlog
veriee- w afhing, en aan de andere, door de drift van nen der eenige Gewesten, die, met het ontydig be- Sttte van " & • ï.i
s-chfie »geefen van opening, gerügt gemaakt had«
verde- „ den van hun geheim befluit, gekomen wa-
digd „ren, tot het overleveren der Akte van Uit-
r?r^r „ fluiting, zonder welke , de Vrede niet te
e" Nar? » verkrygen was." Hierna, werdt de ftaat des
ratio gefchils, tusfehen de drie Gewesten en Hol-
FafH. land, voorgefteld, beweerende de Gewesten,
LDeel. nVooreersii dat Holland de Akte van Uitflui-
af' v ting niet hadt mogen verleenen, en ten andc-
|
||||||||
»ren,
|
||||||||
( ƒ"> Secr. Refol. TIoll. 17 Jutty 1^54» t. Deel, U. 13b.
(f) Tuuhujl's Papers, Vel. Ü. p. 549. |
||||||||
KL VII. Boek. HISTORIE. 347
|
|||||
»ren, dat, zo die Holland al vry geftaan hadt, ^^
n het nogtans behoorde agtergebleeven te zyn. -----—
„ Tot bewys van de eer/ie deezer twee ftellin-
55 gen , hadden de Gewesten bygebragt, dat jj het verleenen der Akte (treedt 1. met de Unie »jvandenjaare 1579, vorderende, dat de Ge- n westen vry en zonder vooringenomenheid j5 raadpleegden. 2. met de verklaaring der „ Bondgenooten, in de groote Vergadering des wjaars 1651, en 3. met de byzondere en f) naauwe betrekking, tusfehen Holland en Zee- n land. By deeze drie redenen hadden zy no*» „drie anderen gevoegd, die, behalven op de w Akte, ook op het Gemeenebest van Enge- f. land zagen, en wel, 4. dat het tiende Lid der jj Unie geene byzondere Verbonden met uit- „ heemfche Mogendheden toeliet: 5. dat het 5j negende Lid der gemelde Unie ook alle vrede- ,} handeling itelde aan de gemeene Bondgenoo- jj'ten, en 6. dat de Akte ftreedt met het een- j, paarig befluit der Gewesten, genomen op de „ verzagting, die, in 't flot van 't Verdrag van „ Vrede, gevoegd was." De Staaten van Hol II. Caf. land melkten, op de eerfle deezer redenen, aan „ dat elk Gewest, en , gevolgelyk, ook w Holland, op zig zelf, fouverain zynde, ge- j, lyk Zeeland ook hadt vooronderfteld; magt „ hadt, om, zonder iemants bekreun, Stad- „ houders te flellen of niet: ook om, ter Ge- „ neralkeit, te ftemmen of niet, tot de aan- „ ftelling van eenen Kapitein - Generaal ; dat y, de Gewesten en de Staaten van Holland in 't „ byzonder dit regt, zelfs in gewigtiger cele- 5, genheden, gebruikt hadden, als in 't uitflui- jijten van Filips, in den jaare 1581, en van „den
|
|||||
3*8 VADERLANDSCHE XLVII.Boek.
|
|||||
t5g+, „den Hertoge van Anjou, in den jaare 1583,
.-------„ van de Regeeringe over hun Gewest; zon-
„ der dat men hun toen hadt tegengeworpen ,
III. Cap. „ dat zulks ftreedt met de Unie." Op de twee-
de reden, zeiden ze „ dat zy erkenden, nevens
„ andere Gewesten , op de groote Vergade- ring des jaars 1651 , hunne zugt voor het „ Huis en den jongen Prinfe van Oranje ver- 5, klaard te hebben; doch dat zy, tevens, zig , „ altoos gekant hadden tegen alles , wat „ zweemde naar eenige verbindtenis tot be- _ „ vordering van den Prinfe. Ook vondt men „'t vreemd, dat zy, die nu beweerden, dat „ de Akte van Uitfluiting ftreedt met de vry- „ heid der raadpleegingen in de Vergadering „der algemeene Staaten, desonaangezien, „ ftaande hielden, dat men zig deeze vryheid, „ door eene voorafgaande verbindtenis in de „ groote Vergadering , wel hadt mogen be- IV. Cap. » neemen." De derde reden beantwoordden.
ze, met te zeggen „ dat 'er groot onderfcheid
„ was, tusfchen eenen Stadhouder aan te ftel- „len of uit te fluiten; dat, volgens de byzon- „dere Unien tusfchen Holland en Zeeland, „ het eerfte niet behoorde te gefchieden, zon- „ der dat men 'er eikanderen op hoorde; maar „ dat een Bondgenoot, by het laatfte , geen „ byzonder belang kon hebben. Dat Zeeland , „ tegen 't gevoelen van Holland , den jongen „ Prins tot Kapitein - Generaal hebbende voor- „ gefteld, zig zo vooringenomen getoond hadt» „ dat Holland geene reden zien kon, om Zee- „land, op 't ftuk der Uitfluitinge, tehooren; „ waartoe, na 't ontvangen van den brief der j, Ambatfadeuren, ook geen tyd zou geweest |
|||||
XLVII. Boek. HISTORIE. 34*
|
|||||
»zyn. Dat Zeeland, in't jaar 1584, welhadt ^54,
„können befluiten tot de opdragt der hooge -----—
„ Overheid aan Frankryk, met zo veel fpoed,
„dat Holland daarop niet eens gehoord kon „ worden." Op de vierde reden, werdt aange- v* &&* merkt „ dat het tiende punt der Unie niet „ gedoogde, dat de byzondere Gewesten Con- „foederatien of Verbonden maakten met uit- „ heemfche Mogendheden ; doch dat hier- „ mede gezien werdt op zulke verbonden, als „ de Unie zelve; geenszins, op Verdragen en „ Beloften, gelyk de Akte van Uitfluiting „was. Dat dk uit het verband tusichen het „ tiende en elfde punt blykbaar was, en door „ menigvuldige voorbeelden bevestigd kon „ worden : hebbende Holland, na 't fluiten der „Unie, in 't jaar 1579 , met Deenemarke; „ Friesland , nevens andere Gewesten , in de „jaaren 1580 en 1581, met den Hertoge van „ Alen 9; on '-> Holland en Zeeland, in 't laatst- „ gemelde jaar , met de Koningin van Enge- „land; Holland, in 't jaar 15Ö6, met den Ko- „ning van Frankryk*, en andere Gewesten, „ met andere of dezelfde Mogendheden , op „ verfcheiden' tyden , afzonderlyk , gehan- „deld en verdraagen. Prins Willem van O- „ ranje hadt zelf, nu en dan , afzonderlyke „verdragen gemaakt : veelen van welke han- „ delingen gefchied waren , zonder dat daar- „ van, vooraf, eenige opening gedaan was „ ter Generaliteit : en , fomtyds , door by- „ zondere afgezondenen , fomtyds , door die „ der algemeene Staaten , aan welke laatfte „ afgezondenen , in 't algemeen , nimmer „verbooden was geweest, te voldoen aan „de
|
|||||
35o VADERLANDSCHE XLVII.Êoek.
1Ä54. n ^e begeerten van eenige byzondere Gewes-
-----„ten, Steden of Leden." Op de vyfde reden, VI. Cep. werdt gezeid „ dat het negende Lid der Unie
„ wel vorderde, dat men geene Vrede of Be- „ ftand maaken zou dan by geraeenen raade „van alle de Bondgenooten; doch dat, hier- „mede, niet kon gemeend zyn, dat het ee- „nen der Bondgenooten niet vry liaan zou, „tot bevordering of behoudenis der Vrede, Vii.Cap. „iet over te geeven of af te ftaan.- Dat zyne
XllLCup. ^ Hoogheid , Fredrik Henrik , het ook dus
„ hadt ingezien , hebbende , reeds in 't jaar „ 1647, door den Heere de Knuit, een Ver- „ drag doen fluiten met den Koning van Span- „ je , waardoor de Munfterfche Vrede bevor- IX. Cap. n derd was." De zesde reden werdt dus we-
derlegd : „ dat het befluit, by de algemeene „ Staaten , in Sprokkelmaand, genomen, op' „ de verzagting, by 't Verdrag gevoegd, twee- „ ledig ware, behelzende, 1. dat de Ambasfa- „ deurs gemelde verzagting zouden mogeiï „inwilligen, en 2. dat zy niet verder zouden „mogen gaan. Dat het verkenen der Akte „ van Uitiluitinge , door Holland niet flreedt „met het eerfte Lid, alzo, by 't Verdrag, „ bleek, dat de Ambasfadeurs de verzagting „ hadden können inwilligen. Dat, wat heï „tweede Lid betrof; Holland den Ambasfa- „deuren ook geen' last gegeven hadt, om „verder dan de ontworpen' verzagting te „ gaan ; maar dat de Protedtor de Akte van „ Uitfluiting gevorderd hadt, en dat zy ze, „ niet dan na lang aangehouden te hebben, „dat hy zig met de verzagting v/ilde genoe- »g«9
|
||||
XLVÏLBoek. HISTORIE. 35 f
» gen laaten, hadden overgegeven. Dat zy, hier-
„ in , veel minder afgeftaan hadden, dan de „ Heer de Knuit, in het voorgemelde Verdrag, „waarby de vrye oefening van den Room- » fchen Godsdienst toegelaaten > was , in alle »de Plaatfen, die, by dit Verdrag, aan den „ Prinfe van Oranje waren afgeftaan. Ook f>, zou men niet bevinden, dat Holland ooit de „ Souverainiteit van'den Lande, afzonderlyk »van de andere GeWesten, uitheemfehen Mo- „ gendheden aangebooden hadt, gelyk, door „die van Oostergo, in 't jaar 15*17, aan En- „ geland gefchied was : hebbende zelfs ook „ Zeeland , in 't heetst van den oorlog , te- „ gen den zin der Bondgenooten , en vooral „ van Holland , twee onderfcheiden' Verdra- „ gen, met de vyandlyke Wethouderfchap van „ Brugge, geflooten. Het eerße Deel van 't gefchil dus afgehan-
deld, en naar 't oordeel der Staaten van Hol- land beweezen zynde, dat zy regt en vryheid hadden , om de Akte van Üitfl uiting te ver- kenen , kwamen zy tot het tweede. De Gewes- ten beweerden, naamlyk, in de tweede plaatfe, „dat Holland, fchoon vryheid hebbende, om „ de Akte te verkenen, zulks behoorde te heb- „ ben nagelaaten , om de volgende redenen: „ i. Om dat het verleenen der Akte ftreedt „met 's Lands vryheid; en de oppermagt der „ andere Gewesten krenkte: 2. om dat het on- derwerping en lafhertigheid onderftelde, en „den Staat by uitheemfche Mogendheden in „ kk-inagting zou brengen: 3. om dat 'er fcheu- „ ringen en verdeeldheden onder de Regen- „tea
|
||||
35a VADERLANDSCHE XLVII. Bött.
|
|||||
t6$4. »tsn en onder 't volk uit zouden ontftaan. 4,
-------„ Om dat 'er de jonge Prins van Oranje door
„ ontzet werdt van voorregten , hem eenigs-
„ zins aangebooren, en 5. om dat het de hoog- „ ile ondankbaarheid ware , tegen dit Voifte- ,/lyk Huis." Alle welke redenen', in orde, I. Capi wederlegd werden. Op de eerfte, werdt aange- merkt „ dat Holland zig wel de magt, of, als „ man 't zo noemen wilde, de vryheid beno- „ men hadt, om den Prins van Oranje tot „ Stadhouder of Kapitein - Generaal te bevor- „ deren ; doch dat dit gefchied was, om den „ oorlog , die ook de oefening der vryheid, „in veele opzigten, belet, te weeren, en vre- „ de te bekomen. Dat de Staat veele dierge- „lyke veibindende Verdragen gemaakt hadt, „ en wel, in 't jaar 1635 , met Frankryk ; „ welk Verdrag toen voornaamlyk gedreevea „ werdt, door dezelfde Gewesten, die nu zo „ klaagden, dat Holland zig aan een' band ge- legd hadt. Dat deeze klaagers , ondertus- „ fchen, den Prins van Oranje, nog een kind, „ zogten te dringen in de bekende hooge „ waardigheden , eertyds door zynen Vader „ bekleed: 't welk veel meer aanliep tegen de „vryheid, gelyk, uit zeer veele voorbeelden, „in de Nederlandfche en uitheemfche ge- „ fchiedenisfen te vinden, blyken kon." Op de H* Cap. tweede reden, werdt gezeid „ dat uit al het ge- „ handelde met Kromwei bleek, hoe zeer men „ gezorgd hadt voor de eer van den Staat, zon- „ <Lr ergens in eenige onderwerping te too- „nen. Dat het afftaan van iet, tot bekoming u van vrede, geene laagheid genoemd koa aWQS^
|
|||||
XLVII.BoEK. HISTORIE. 353
>, worden. Dat men, voorheen, vandeSpaaft- ,g5+%
„ fche Nederlanden 't vertrek der uitneem- -~\ ■ n fche knegten wel als eene voorwaarde der j, Vrede gevorderd hadt. Dat Amfterdam, in ?) den jaare 1650 , ook vry wat hadt overge- j, geven , om de inwendige vrede te verkry- ,5 gen. Dat uitheemfche Mogendheden den ?? Staat niet kleiner agten zouden, om iet dat j, enkelyk op het inwendig beftier zag." Op Hl. Cv#» de derde reden, merkte men aan „ dat de Staa- j, ten verblyd waren, dat de Gemeente in Hol- „ land , onaangezien de verkeerde poogingèn », van kwalykgezinden, 't beleid haarer hooge ?, Overheid , langs hoe meer, begon goed te „ keuren , zig aan het zelve in ftilte onder- „ werpende. Dat 'er nog wel groote oneenig- 5, heid was onder de Gewesten; doch dat hun- j, ne Edele Groot - Mogendheden hoopten , „dat dit Vertoog in ftaat zou zyn, om dezel- 5, ve te doen verminderen en ophouden. „ Dat, wyders , de meeste oneenigheden in j,deeze Landen veroorzaakt waren geworden, 5, door of om de zogenaamde Hoofden; ge- ?, lyk, ter gelegenheid der inroepinge van den „ Aartshertoge Matthias , van den Hertoge „van Anjou, van den Graave van Leicester, „ en in andere gevallen, gebleeken was; heb- j, bende den Staat nooit meer rust gehad, dan n wanneer de aangeftelde Hoofden of nog „ weinig aanziens hadden , of zo veel werks j, met Krygszaaken, dat hun geen tyd over- „fchoot, om zig, onwettelyk, te dringen in n zaaken, tot het beleid der algemeene of by- „ zondere Staaten behoorende. Dat zelfs da XII. Deel. Z „te* |
||||
I
|
|||||
354 VADERLANDSCHE XLVII.Boes,
»tegenwoordige oneenigheid, om een Hoofd,
»ja ora een ingebeeld Hoofd, ontdaan wasy ;•> en dat de Staaten der byzondere Gewesten, n door verfcheiden' banden , thans zo naauw » verknogt waren, dat men, naar reden, gee- wne verdeeldheid te dugten hadtj ten ware 5, 'er eenig geweld gebruikt werdt, dat, nog- »tans, zonder uitfteekende Hoofden, niet te „ wagten was. Dat hier nog bygevoegd kon „worden, dat men Holland, zonder reden, „ verdaet maakte van fiinkfchen handel met „ den Proteftor, alzo hunne Edele Groot-Mó- n gendheden verklaarden, voer het ontvnn- „ gen van den brief van den vyftienderj van n Grasmaand, door Beverningk en Nieuwpoort 5, afgezonden, aan nieinant ter weereld, eeni- „ een byzonderen last. bstrekkelyk op den Prin- „ fe van Oranje, te hebben gegeven, en zelfs, „ tot na het tekenen der Vrede, niet geweeten 5J te hebben , dat, door den Heere~ Protec- tor, gedrongen werdt, op de uitfluiting van „ den Prinfe van Oranje ( 3 ). Dat de inboe- »ze-
(3") Men moet , om 't gene hier gezeid wordt niet
kwalyk te verftaan, agt geeven, dat hunne Edele Croot- Mogendheden , dat is , de Vergadering der Staaten ■van Holland, verklaaren , niet voor den vyfnenden van. Grasmaand, eeuigen last, betrekkelyk op dei) Prin- fe van Oranje , aan Beverningk en Nicinvpoort gege- ven te hebben; ja voor het tekenen der Vrede , welk: op den zelfden vyftienden van Grasmaand gefchied- de , niet te hebben geweeten , dat Kromwei de uit- fluiting van den Prinfe van Oranje van Holland vor- derde. Maar fchoon de Vergadering van Holland dit niet eerder geweeten hebbe; volst niet, dat het niemant in Holland eerder geweeten heeft. Beverningk wist het 3
|
|||||
XLVILBoek. HISTORIE. 355
|
||||||
„zeming van het tegendeel eerder in ftaat 1654,*
„ was , om tweedragt onder de Gemeente te „ verwekken , gelyk , veelligt , het ontydig „dringen op de benoeming van den Prinfef „ van Oranje tot Kapitein-Generaal den Pro- „ te<5tor aanleiding gegeven hadt, om de Ak- „ te van Uitfluiting te vorderen." Op de vier- v. Capi de reden, zeide men „ dat, in eene vrye Re- „ geering, niemant, door geboorte, regt ver- „ krygt, tot het bekleeden van eenige waar- „ digheden ; maar dat de hooge Ampten, al- daar, altoos, aan de waardigften, behooren „te worden opgedraagen." Eindelyk, werdt, vi. Ca/i. op de vyfdc reden, aangemerkt „ dat, in het „ aandringen derzelve, op deeze wyze, gere- ^ denkaveld werdt, dat men den jongen Prins „ behoorde te bevorderen, uit erkentenis voor „de dienften, door zyne Voorouderen gedaan. „ Doch dat dit zo veel was, als of men de Staa- „ten aanzetten wilde, om eenen nieuwen last „ te leggen op de fchouders van een kind, om „ dat zyne Voorouders dien reeds lang gedraa- „ gen hadden. Of zo men 't opdraagen van de j, bekende waardigheden , met de eer en het „ voordeel, welk 'er aan vast is, niet aanzage „als
liet , al veel eerder , ten minfte al óp den zesden varf
Louwmaand (Zie hier voor, bl. 313 >. Is 't te vermoe- den, dat hy 't niet aan de Witt, met wien hy geheime briefwisfeling hieldt, zou overgefchreeven hebben? Is 't zelfs te vermoeden, dat de Witt., wien, van wege Hol- land, 't beleid der Engelfche handelinge opgedraagen was (Zie zyne Brieven V. Deel, bl. 206.); hem niet, terftond, eenige onderrcgting op dit netelig Huk zou hebben laaten toekomen? De Vergadering van Holland fchryft dan de waarheid; maar men moet.'er niet te veel uit bé'.hjiten. |
||||||
Z 2
|
||||||
356 VADERLANDSCHE XLVILBo***
» als een' last ; op wat grond kon men dan'
»befluiten , dat het opdraagen deezer hoo: »ge waardigheden aan de Voorouders, 't »welk voor eene eere en gunst aangezien » werdt, verpligting voortbragt, tot het be- »wyzen van geiyke gunst aan de nakome- »lingen? Dat de Heeren Stadhouders ,den »Landen merkelyke dienden gedaan had- »den, kon niet geloochend worden. Doclï » groot was ook het gezag, de eer en het voor- »deel geweest, welk zy, daarvoor, genooten » hadden, konnende het gene de Prinfen Mau- »rits , Fredrik Henrik en Willem de IL van n de Landen getrokken hadden , op twintig n millioenen guldens berekend worden ; doch r> Willem de I., dit moest men erkennen, hadt »zyn goed en bloed aan 't Vaderland opge- jjofFsrd, zonder, naar behooren, beloond te »hebben können worden. Was 't ooit tyd, » om de dienden van den Vader aan den Zoon »te erkennen, 't behoorde, na de dood van »deezen Held, gefchied te zyn. En nogtans »hadt Friesland toen al können goedvinden, w den jongen Maurits voorby te gaan , en n Graaf Willem Lodewyk tot Stadhouder aan n te ftellen; en dat zelfde Friesland durfde nu 9) zeggen, dat het gebeente van dien onvergelyk.- ,5 lyken Held wraak roepen zou, over eene zo- 95 genaamde ondankbaarheid, aan zyn Kinds- 39kinds kind getoond. Zeker, kon men den „volwasfen Maurits, zonder ondankbaarheid, „ uitfluiten ; waarom niet den tederen Wil- „lem? Hadt niet Staden Lande, nog onlangs, „dit zelfde Kind, den Zoon des jongden Stad- „houders over dit Gewest, voorbygaande, het -Sta*
|
||||
^LVÏÏ.BoBK. HISTORIE. 35?
|
|||||
»Stadhouderfchap aan Graave Willem Fre- 1^4.
« drik opgedraagen V De Gewesten, die zo » zeer op dankbaarheid drongen , benoorden, »vooral, niet te vergeeten, welke verpligting » zy aan Holland hadden; hoe Holland , 011- n der 't beleid van Prinfe Willem den Ouden, n nevens Zeeland , verfcheiden' jaaren , ge- Y) oorloogd hadt tegen Spanje; hoe Holland, » voorzigtiglyk, verhinderd hadt, dat de Lan- •n den niet onderworpen waren aan den Her- »toge van Anjou ; hoe Holland de ontwor- »pen' overheerfching van den Graave van » Leicester belet hadt; hoe Holland meer dan r, de helft gedraagen hadt van de kosten des 59 Spaanfchen krygs , en den anderen Gewes- »ten , daarenboven , nog veels millioenen 55 verfchooten ; hoe Holland , op gelyke wy- v) ze , te werk gegaan was , geduurende den J5 jongften Engelfchen oorlog ; en hoe Hol- y, land , eindelyk, om uit dien oorlog te ge- „ raaken, iet hadt afgeftaan, welk by de an- „ dere Gewesten zo hoog gewaardeerd werdt. n Weshalve , de Staaten het als eena merke- „lyke ondankbaarheid jegens Gode aanmerk- w ten, zo men, na 't ontvangen van zo veele „ gunften, nog bleeve morren. Ten beflui- „ ten, verklaarden zy, op den gelegden grond, „ alles te willen opzetten , om de Unie te w handhaaven : waarin zy hoopten , door de „ andere Bondgenooten, te zullen onderièeund „ worden." De Staaten van Holland bragten deeze XXVL
Verhandeling of Verklaaring, in vollen geta- Oordeel fa, over, in de Vergadering der algemeene der Ge* Z 1 Stoa Westen
Ä 3 «w- over J*
|
|||||
358 VADERLANDSCIIE XLVII.Boek»
|
||||||||||||||||
NJ54. Staaten (Ä); en zonden ze, daarna, aan de
Staaten der byzondere Gewesten, daar ze, in 't |
||||||||||||||||
Verklaar
ring van Holland. |
||||||||||||||||
eerst, weinig indruks fcheen te maaken. Op
den Landdag van Gelderland, werdt ze gele- |
||||||||||||||||
zen : en de drie Steden van het Kwartier van
Nieuwmegen oordeelden „ dat de Akte van Se- Mdu/ia ftreedt niet de verzagfing, in 't Ver- ja drag begreepen, en dat Gelderland, in allen „geval, niet aan de uitfluiting gehouden was." Arnhem (temde ,? dat de Prins van Oranje, voor M anderen , tot Kapitein - Generaal verkooren M moest worden, wanneer hy oud genoeg was, w om den Staat dienst te können doen , en n wanneer men dan oordeelde , eenen Kapi- tein - Generaal noodig te hebben." Doch 't befluit der meerderheid viel „ dat de Akte van „Seclufis ftreedt met de Unie van 157t;, en „met het befluit der algemeene Staaten, op. „ de verzagting, by 't Verdrag beraamd; en „ dat men den jongen Prins van Oranje niet uitfluiten; maar, van nu af, tot Kapitein- en |
||||||||||||||||
5?
|
Admiraal - Generaal, voorfchikken moest:
|
|||||||||||||||
w hem , ondertusfchen , bekwaame perfoonen
„ toevoegende , om hem in den Hervormden „ Godsdienst, en in begrippen, zyner hooge „ geboorte voegende, op te voeden (*)•" Ter Staatsvergaderinge van Zeeland, werdt, om- trent op gelyke wyze,overde Hollandiche Ver- klaaring geoordeeld. Middelburg • vcrftondt, dat men, in dezelve, gantsch ten onregte, de geheimen der Regeeringe, welken men be- hoorde verborgen te houden, weereldkundig ge-
(k*) ReCil. Holl 5 /tun- 11^54. hl, 328.
CO Ait?eha III. Deel, M. 1083, 1084. Wicquf.fort livf. VIII. p. 44U. |
||||||||||||||||
XLVILBoek. HISTORIE. 359
gemaakt hadt (&). Voorts, drong men hier ook, 1654.
op het zorgen voor 's Prinfen opvoeding (/). -------■
De Staaten van Friesland, die, onlangs, be- Friesland
volen hadden, openlyk, in de Kerken, voor fchryft den Prinfe van Oranje, te bidden (?«), deeden, 'er tegen, in dé Lente des volgenden jaars, eene weder- legging der Verhandeling of Verklaaring van Holland opftellen, die egter, meen ik (»)» niet overgeleverd werdt, ter algemeene Staats- vergaderinge, behelzende „ dat zy, met leed- „ wezen , gezien hadden , dat de zwakheid „van den Staat, in deeze Verklaaring, voor „ 't oog der weereld, opengelegd was; dat zy „zig wel wagten zouden, dit voorbeeld na te „ volgen , en hierom de Verklaaring , van „ woord tot woord, niet zouden wederleggen. „ Doch op dat hun ftüzwygen niet ten nadee- „ Ie der waarheid misduid werdt, moesten zy w verklaaren , dat zy de Verhandeling der „ Staaten van Holland hielden voor een Ge- ., fchrifc, vol van gevaarlyke inboezemingen ,, en grondregels, ftrydig met de Grondwet- „ ten van den Staat, welks ondergang daar- „uit te dngten was; dat 'er verfcheiden' te- \.f genftrydigheden in gevonden werden: ook „ eenige hoonende befchuldigingen : waar- „ door de Bondgenooten, en vooral de Staa- „ ten van Friesland zig zeer beledigd vonden, n Dat de doorlugtige daaden van hun, die de „eerfte grondflagen van deezen Staat gelegd „ had-
(k ") Notol. Zeel. 17 Nov. KÏ54. hl. 303.
( / ; Notul. Zeel. 20 Juny 1654. */. 171. OO AiTZRMA III. Deel, bl.'ittfß. Thurloe's Papers, Vol. II. p- 714. (./? j Z.s De Witt Brieven Hl. Deel, bl. 34. z4
|
||||
s5o VADERLANDSCHE XL VIL Boek,
|
|||||
vö"54. »hadden, in een valsch licht geplaatst wer?
——- „den; dat men aan derzelver goede oogmer-
„ ken eenen verkeerden draai gaf, om eenigen
„glimp te vinden, tot verdediging der Akte
„van Uitfluitinge. Dat verfcheiden' voor-
„ beelden, kwalyk te pasfe , werden aange-
„ haald; doch dat men, niet zonder veront-
„ waardiging, hadt können zien de ongehoor-
„ de ondankbaarheid, jegens de gedagtenis
„ van Willem, Prinfe van Oranje , die den
„Staat verlost hadt van de ondraaglyke flaar
„ verny , waarmede dezelve gedreigd werdt ;
„ en die, tot deszelfs behoudenis, zyne goe-
„ deren gefpild, zyne eer in de waagfchaale
„gefield, en zyn leeven opgeofferd hadt (o)."
Voorts, was 'er, al ras, eene wederlegging de:1
Verklaanng van Holland, zonder naam, in 't
licht gekomen; die, in een diergelyk fchrift,
beantwoord werdt (ƒ>).
Hoe men *n deezcr voege, werdt 'er, over de Verklaa*
'er, ia ring van Holland, geoordeeld, terwyl de ge-
laater' moeden tegen eikanderen ontfteken waren ;
ggdg0ver doch in laater' tyd, hebben onpartydiger oor-
decld" deehars verftaan „ dat de Akte van Seelüfte
hebbe. „ tweeleedig geweesr was ; dat, volgens het
„ eerße Lid, de Prins van Oranje uitgeflooten
„ werdt van de waardigheden , die Holland,
„ en vo'gens het tweede, ook van de waardig-
„ heden , die de algemeene Staaten hem op-
„ draagen konden, zo ver Holland hierin ftem-
„ men kon. - - Dat Holland, ten opzigte van
„ het eerfle, niets beloofd hadt, dan 't gene in
f») W'CQ'>iTnRT Liyr. VUT. p. 443-
(/>3 *M «fceze Schritten fyfyrzEMA III. Deel, il.iotf, 1045.
|
|||||
XLVILBoEK. HISTORIE. 361
|
|||||
5, zyne magt rtondt: ook niets meer, ten opzig- tgj»i
<n te van het tweede, om dat het niets meer —— w verbonden hadt, dan zyne ftem, en elk Ge- jj west volkomen' vryheid hadt, om, naar zyn »eigen goedvinden, te ftemmeh, in de Ver- 5, gadering der algemeene Staaten. Dat Hol- w land , desonaangezien , in 't verbinden van 5P zyne ftem , in het tweede opziet, zonder w kennis van , of raadpleeging met de Bond- „ genooten, een weinig onheusch, en niet zeer 5, vriendelyk gehandeld hadt; alzo het aan- „ ftellen van eenen Kapitein - Generaal Hol- n land alleen niet, maar alle de Bondgenoo- v ten betrof, en het regt der Broederfchap, „ welk onder zulke Bondgenooten plaats heeft, „ naauwlyks gedoogde , dat een Bondgenoot, ?5 zonder zynen Bondgenoot te hooren, af- ,, ftand deedt van zyne ftem, in eene zaak, 9, die 't Bondgenootschap aanging (#)." Maar de Staaten van Holland kenden, toen zy over de uitfluiting raadpleegden, de gevoelens hun- ner Bondgenooten zo wel, dat zy ongeraaden vonden, dezelven nader te hooren. Doch terwyl de byzondere Staaten, met XXVII.
v/oorden en fchriften , ftreeden teaen elkan °"fe~ deren. zogten eenigen nog al beweegingen te cn v0or_ verwekken onder 't volk, waaruit verandering zorg jn in de Regeeringe gehoopt werdt. In Overys Holland. fel, was 't, al federt eenigen tyd, in rep en roe- re geweest; doch wy fpaaren 't verhaal van 't gene hier voorviel, tot bekwaamer gelegen- heid. In Holland, was men ook voor opfebud- din-
({") C. v. Bynkershoek Quasrt. Juris Publ, Lttr. II. Cap. .V.
f. 210, 211,
z5
|
|||||
3Ö2 VADERLANDSCHE XLVII.Boek.
1654. dingen bedugt. De wydluftige Verklaaring der
------ Staaten, onder 't gemeen veripreid zynde, gaf
ftof tot veelerlei gefprekken, en tot eenige
fchimpfchriften. Sommigen lloegen uit , dat Holland, door het uitgeeven deezer Verklaa- ringe, het gemeen Regter gemaakt hebbende, nu ook uitvoering van het vonnis van het ge- meen te wagten hadt. Men begon voor op- fchudding, in de Steden, te dugten (r): waar- tegen, nogtans, aan verfcheiden' oorden, zorg- vuldiglyk, gewaakt werdt. Men hadt, al in Bloeimaand, tegen dat de fchuttery in den Haage optrekken zou , eenige voorzorg ge- bruikt, om de beroerte, voor welke men be- kommerd was, fpoedig te fluiten. Doch alles liep af, zonder ongeregeldheid. Men fchoot nu niet door de vendels , gelyk in 't voorleeden jaar nog gefchied was, en daar werdt geenerlei andere moedwil gepleegd (Y). Te Amfterdam, daar men, op een los-gerügt, dat Graaf Wil- lem van Nasfau, met eenige duizenden kneg- ten, van Groningen, derwaards kwam, voor eene overrompeling bedugt fcheen, werden de bezetting verfterkt, wagthuizen gemaakt, buitenwagten uitgezet, en gewapende vaar- tuigen in 't Y en op den Amftel gelegd (/)• De Staaten van Holland deeden het vendel van Graave Willem, welk zy verdagt hielden, ver- trekken uit Dordrecht (u). Ook maakten zy eenige verandering in hunne Lyfwagt, die in vier vendels verdeeld werdt, en van welke ee- nige fr) TuunLOF.'s Papers, Fol. I?. p. 519, 520.
Is) De Witt Brieven V. Deel, bl. 344. (O Thükloe's Papers, Pol. II. p. 392, 547, 577. t«j Thuri.ok's Papejs, Fol. II. p. 54». |
||||
XLVII. Boek. HISTORIE. 363
nige Overften en gemeenen , welken men
hieldt, te zeer verbonden te zyn aan het Huis van Oranje , afgedankt of verplaatst werden (y). En fchroo uiden zy niet den Afgevaardig- den van Friesland, die verftonden, dat men 't wantrouwen te veel voets gaf, te gemoet te voeren n dat zy reden hadden tot wantrouwen, 0 en dat men 't niet vreemd vinden moest, dat w zy voor hunne veiligheid zorg droegen." Ten zelfden tyde, fchreeven zy aan de Wet- houderfchap van Utrecht, die in de tegen- woordige gefchillen hunne zyde hieldt, dat vyf Gewesten, in afwezendheid van den Afgevaar- digde der Provincie van Utrecht, beflooten hadden, de bezetting van Utrecht te verfter- ken, mat oogmerk; om de Stad, in 't ftuk van Kapitein - Generaalfchap , te doen veranderen van gevoelen. Doch van dit bcfluit kwam niets. Ook veranderde de Vrede de gemoeden der ingezetenen, vooral die der Hollanderen, zo zeer, dat zy, allengskens, onbekwaamer wer- den, om indrukfels te ontvangen ten nadeele der tegenwoordige Regeeringe (w'). Holland geraakte, derhalve, inwendig in rust: waartoe niet weinig hielp, dat de Staaten den Kommis- farisfen politik , die de Sinoden bywoonden, last gaven, om den Predikanten , wel ernfte- lyk, te vermaanen, dat zy der Gemeente eer- bied , gehoorzaamheid en gunftige gedagten, omtrent haare hooge Overheid, de Staaten van den Lande, zoudan hebben in te prenten; zon- der O) Sccr. Refrl. ÏJnll. 7 Aug. 1(554- K Deel, hl. 162. AlT-
jjEma IJl. Deel, tl. iurt8. ïmjt'i.ok's Papers, fV, LU p. ggl. (_w) WicouEFuaT Liyr. VIII. f. 450. |
||||
g<J4 VADERLANDSCHE XLVILBoek,
1654. der hen egter te verpligten, om eenige byzon-
■------dere Refolutien, Edi&en of Decreeten te verde- digen (#). Eti deedt veel, om de Predikanten tot gemaatigdheid te brengen, dat de Staaten, fomtyds, eenen Predikant, die hunne Regee- ring doorftreek van den Predikftoel, in zynen dienst fchoriten, met inhouding zyner wedde : geiyk, voor twee jaaren, aan Jakobus Ster- mont, in den Haage, gebeurd was; die belof- te van beterfchap doen moest, eer hy herfteld werdt (y)> Voorts fchreef de Witt, in Herfst- maand , dat de zaaken onder de Bondgenooten zig begonden te fchikken tot gemaatigdheid, - en, in Grasmaand des volgenden jaars, dathy, in Holland, en onder de Leden der Staaten van dit Gewest, van dag tot dag, meerder famen- ftemming, overeenkomst en eendragt begon ta befpsuren (2): al het welke men als eene vrugü of gevolg der Vrede mögt aanmerken. XXVIII. Öe Ambasfadeurs van den Staat bleeven, Afhan- 'midlerwyl, nog in Engeland , handelende o- deiing Ver een Verdrag van Zeevaart, over de ver- Fh^fn' goec^ng van de fchade, veroorzaakt door het punten, aanhouden der fchepen in de Zond, in Oost-» in Enge- en Westindie en elders, en over het Verbond land-, als tusfchen Frankryk en Engeland. Het Verbond tusfchen Frankryk en Engeland werdt, voor eerst, niet voltrokken (a). Ook bleef het Ver- drag (x~) Zie Oroot-Plakïatl». III. O«'. */• 471, 472. Refol. v*n
Cojific). ten tyde van de Witt, J/ 2i(>. {y , Rcfol. Holl. 22 Maait 1651. tl. 151. 11, 2a, zyMaati
prt.5?. bl. loo, in«, 141. ' z DE Witt Uneven I. De'h tl. irti, Iv8.
(«j Verbaal van JIevïrmnck, *■'. 436» 571.
|
||||
f
|
|||||
XLVlt. Boek. HISTORIE. $6$
drag van Zeevaart onvoltooid (£). DeAmbas- 1554.
fadeurs hadden, ten opzigte van de vergoeding -----
der fchade in de Zond, verwagt, dat de Koning Vergoe-
van Deenemarke , terftond na de uitwisfeling ding ^' der bekragtigingen van 't Verdrag, zou aange- f^pen merkt geweest zyn, als begreepen in de Vrede, in de Doch de Prote&jr verftondt, dat de aangehou- Zond den' fchepen eerst daadelyk vergoed moesten ?an^e* worden, of dat men goede borg ftelde, voor de vergoeding. Men moest, van onzen kant, ko- men tot dit laatile , alzo onze handel op de Oostzee bedorven geweest zou zyn, zo Enge- land met Deenemarke in oorlog gebleeven was. De fchade werdt, eerlang, door weder- Zydfche goede mannen, geregeld op zevenenne- gentigduizendnegenhonderddrie-enzeventig pon- den tien fchellingen fterlings (O, welken de Staaten betaalen moesten; alzo de Koning van Deenemarke, die, te vooren, beloofd hadt, de fchepen en laading te rug te zulien gee- ven, nu bybragt, dat hy ook vergoeding van fchade te vorderen hadt, om dat de Engel- fchen veele fchepen van zyne onderzaaten ge- nomen hadden. Men deedt zyn best, om hem tot andere gedagten te brengen; doch 't was vergeefs: de Staaten moesten zig deeze fchade troosten. Di fchade, die de Engelfchen beweerden ge- Vergoe-
leeden te hebben van de Oost- en Westindifche ding aan Maatfchappyen deezer Landen , werdt ook, de„.E"" eer- 8elfche„
CO V.-rbaal, */. wo, 592,611.
(O Verbaal vi>n üevühninük , hl. 380, 38I!, 397,416,445,
489-501, 5°7-5'4> 5«;'. 535,52<;» WicguEfur.T Liyr. VUL. f. 45'. |
|||||
$66 VADERLANDSCHE XLVII.Boek.
|
|||||
i«54. eerlang, door wederzydfche Kommisfarisfen
■------■ geregeld. Van onzen kant, werden ook reke*
iche ningen ingeleverd van fchade, in de visfchery
firT" en v a»dcre gelegenheden, van de Engelfchen, iaPPy> ge]eeden • aizo de Staaten, reeds meer dan eens, den ingezetenen hadden aangekondigd, dat elk, die door de Engelfchen bei'chadigd was, zyne fchade, ten fpoedigften, opgeeven en bewy- zen moest (ß). Doch de Engelfche rekening overtrof de onze verre. Men kwam, eindelyk» overeen , dat de Nederlandfche Oostindifche Maatfchappy, aan de Engelfche, te rug gee- vp.xx zou het Eiland Pouleron, uitgenomen het gefchut, de Krygsbehoeften, Koopmanichap- pen en goederen; en haar, daarenboven, tag- tigduizend ponden fterlings betarden. Hierte- gen zou de Engelfche Oostindifche Maat- fchappy van alle haare eifchen op de Neder- landfche afftaan , en haar , onder den naam van in- en uitgaande regten te Ormus , of onder eenigen anderen, geenerlei lasten afvor- enaande deren. Aan de erfgenaamen van eenigen der Erfge- genen, die, in 't jaar 162a, te Amboina, tér der ter dood gebragt waren, werden drieduizendzes-- dood ge- honderdenvyftien ponden fterlings toegelegd. bragten ]?n hiermede werden alle andere wederzyd- boina ^e eu"cneri vereffend, dood en vernietigd gerekend, zonder dat men ze, om eenigerlei oorzaak of onder eenigerlei voorwendfel, we- den m, zou mogen opnaaien (e). Ter
(<0 Grrot-Plakaatb. II. Deel, kol. 539,5/12, 543.
£«) Verbaal v.ia ISeverningk, VI. 383, 432. 449, 4^1, 475d
561, 6oe-6n, 640-Ä47. WicQUFFdRT Llyt, VIII. f< 45a. Aïth zema III. Deel, II. 10*9-1082, 1156. |
|||||
XLVIÏ.BoEK. HISTORIE. 367
|
||||||
Terwyl men, over deeze zaaken, in Enge- 1554,
land , handelde, hadden eenige Engelfche-------
Koopluiden, verftaande, dat hun nu, volgens XXIX.
het Verdrag, vryftondt, alomme te vaaren, ^ande" twee fchepen uitgerust, die zy, de Schelde '|n0sp°neB op, naar Antwerpen, wilden zenden. Doch der de Staaten , geduurende den Spaanfchen oor- Schelde^ log , deezen ftroom geflooten gehouden heb- bende , door middel van de ichans Lillo en anderen, hadden, by de Munfterfche Vrede, bedongen, dat zy dit ook, voortaan, zouden mogen doen (ƒ). Alle fchepen, die uit zee kwamen, moesten, derhalve, te Lillo, ver- tollen, last breeken, en de laading, met klei- ne Vaartuigen , laaten brengen naar Antwer- pen. Doch de kosten, die hierop liepen, be- dierven de vaart uit zee naar Antwerpen, die men op Holland en Zeeland gezogt hadt te verleggen. De Engelfchen hadden, reeds meer dan eens, gepoogd, de Schelde te doen openen, en Kromwei meende het nu ook door te dryven ; doch men vertoonde hem „dat, , „ by het zeventiende punt van het Verdrag, „waarin de handel vry gefteld werdt, op be- „ geerte der Engelfche Gemagügden zelven, „ de Wetten , Ordonnantien en Gewoonten „der twee Staaten voorbehouden waren. „ Dat Zeeland , altoos , in 't bezit geweest „ was. om Regten te heffen van 't gene, „de Schelde op, naar Antwerpen, gevoerd „ werdt, met kleine vaartuigen. Dat men „ deeze Provincie dit voorregt niet benee- „ men
CO Notul. Zeel. 24 July 1654. tl. 207,
|
||||||
-
|
||||||
%m VADERLANDSCHE XLVILBoek.
|
|||||
1*34. „men kon. Dat de Staaten ook, by de Mun-
-------„ fterfche Vrede , bedongen hadden , dac de
n Schelde geilooten gehouden mögt worden,
„ en dat het niet redelyk zou zyn, noch met „ het Verdrag overeenkomen , dat men den „ Engelfchen eene vryheid gave in den han- ^ del, die , volgens de Wetten en gewoon- j, ten deezer Länden, allen anderen beno- n men was." De Proteftor liet zig overtui- gen door deeze redenen. Van de twee fche- pen , die naar Antwerpen gefchikt waren , werdt het eene ontlaaden en het andere naar elders gezonden (g). De Zeeuwen hadden ook eenige fchepen met allerlei waaren naar Engeland bevragt, in hoope, dat men de Akte van den jaare 1651 , na het fluiten der Vrede , niec ter uitvoeringe ftellen zou. Doch zy vonden zig even zeer bedroe- gen. De Akte werdt, volkomenlyk, gehand- haafd (Ä). XXX. De Ambassadeurs, nu niet veel meer te' Bever- verrigten hebbende in Engeland, verzogten i'n-^cthli ver*°^* om t'huiswaards te mogen keeren. ieefen, Jongeftal vertrok in Wynmaand (Q; zo liy uit Enge- zeide, om zyne byzondere zaaken. Hy hadt, land, te reeds in Zomermaand , aan de algemeene "* Staaten gefchreeven, dat hy geheel geene kennis van de Akte van Uitfluiting gehad hadt (k) , voor zy , in 't algemeen, bekend ge-
(#) Refol. Hol!. 54 Jxdy 1654. hl. 303. Verbaal, hl. 482,
514. VVicQtjEFoRT Livr. VIII. p. 453. AvTZfs.ua. III. Utsl, */. 5136 . 943. 1131. ( h 1 Verbaal, hl. 462-46^.
C (') Verbaal, hl 62«.
C*J Thuruie's Paper«, Vol. II. f. 34$,
|
|||||
XLVILBoek. HISTORIE. 369
|
|||||
geworden v/as. Beverningk verwierf, eer- 1554.
lang, ook verlof, om een' keer van zes of agt —»- weeken herwaards te mogen doen, en ver- trok , den vyfden van Wintermaand, naaf den Haage (7). Nieuwpoort bleef alleen in Enge- land. Beverningk deedt, niet lang na zyne Deeerft« aankomst , eene becedigde Verklaaring in de do«"11« Vergadering der Staaten van Holland n dat, feVev' »noch hy, noch iemant anders met zyn wee- klaaring, 5, ten , op eenigerhande wyze , den Heere wagens jj Proteftor in den mond gegeven hadt, dat 4e ."u" „ hy. de uitfluiting van den Heere Prinfe van die daat* w Oranje , als eene voorwaarde der Vrede, na,' dooc ,, begeeren moest; gelyk fommigen , hier te Nieuw- „ Lande , fdheenen te gelooven , en de Af- Poort» „ gevaardigden van Friesland zelven , ter Ge- ügd"" n neraliteit, te verftaan gegeven hadden (*»)." worde De Ambasfadeur hielde zulk eene Verklaa- ring , diergelyke, eenige jaaren laater, ook door Nieuwpoort, gedaan werdt («), dien- ftig, om zig te doen ftellen, in het Ampt van Thefaurier* Generaal ; waartoe hy reeds benoemd was, en waarin de Staaten van Hol- land hem , met allen ernst, zogten te doen bevestigen (0). Doch 't liep nog tot in 't jaar 1657 aan, eer zy hierin hun oogmerk berei- ken konden. De Heer van Beverningk heeft dit Ampt bekleed , tot in 't jaar 1665; wan- neer t / ) Verbaal, bl. fiijg.
(») Refol, Holl. 20 Jan. 16*5. bl. 7. AiTZEHA III. Dstt,
U. 1153. ThimiLOI'.'s Papers, Vol. III. f. 114, lió. (n) (tefol. Holl. 24 Jan. 165«. hl. 10.
(o) Refol. Holl. 19 Dec- KÏ54. bl. 453. ai, aß Jan. 11, 13
Maart, 27 Jiily 1655. bl, 10, 25, 35, 44, 260. 'i Uk. 163», *f. 330. Arrzb-MA III. Dut, bl. (ji?, 1097, 1311. XII. Deel. Aa
|
|||||
370 VADERL. HIST. XLV1I. Bobk,
,1654. neer hy "er, vrywillig, van afflondt. Hyhtr-
r—— won , allengskens , de gunst der Gewesten, welke hy, door 't fluiten der Vrede op zulk eene moeilyke Voorwaarde, verloor^en hadt, |
|||||
VA-
|
|||||
TADERLANDSCHE
HISTORIE.
AGTENVEERTIGSTE BOEK.
|
||||||
INHOUD.
I. Handeling tusfchen Spanje en de Staaten, óver
inbreuken op de Munfierfche Vrede. De twee- ledige Kamer in pand gebragt. II. Handeling met Portugal. Staat van Brazil. 't Recifen gantsch Brazil wordt, by verdrag, opgegeven aan de Portugeezen. III. Oorlog tusfchen Span- je en Engeland. Misnoegen van Frankryk op de Staaten. IV. Oorlog tusfchen Zweeden en Poolen. Bezending naar Stade. Handeling met Poolen. V'.Verbond met den Keurvorst vanBran- denburg. De Graaven van Nasfau tot Ryks-Vor- ßen verheeven. Floot naar de Oostzee. Gezant- Jchap naar 't Noorden.Vl.Staat derRegeeringa inHolland.Opfchudding teGorinchem. Tweefpalt in Stad en Lande. Oneenigheid in Gelderland: in Utrecht: in Friesland. VIL Beroerte te Goss, in Zeeland. Opßand der boeren, in Walcheren. VIII. Scheuring der Staaten van Overysfel. Zy
verven tegen eikanderen. Prins Willem Fredrik en de Wilt beflisfhn den twist, by voorraad. De Staaten van Holland doen, eindelyk, alles af. IX. De Veldmaarfchalk Heer van Brederode
ßerft. Raadpleegingen op het vervullen van dit ampt. Voorflag van Holland. Ontrouw van de Aa 2 Witts
|
||||||
37* VADERLANDSCHE XLVHI.Boe*.
Witts eerßen Klerk. X. De Gewesten zoeken
eenen Veldmaarschalk te doen aanßellen. Bever - ningk en anderen beletten 't. XI. Holland fchryft aan de Gewesten. Antwoord van Friesland Hol land beweert, dat men geenen Veldmaarfchalk noodig, en dat elk Gewest volfirekt gezag Hüft, over V Krygsvolk, ter zyncr betaalinge flaande. XII. Holland zoekt Engelands vriendjehap. Moord der Piemonteezen. Ond&rßand aan Ge- neve. XIII. Holland vermindert de intresten vat) vyfop vier ten honderd, XIV. Staat des. krygs in't Noorden. De Heer van Obdam wordt Lui- tenant ■ Admiraal. XV. De Ruiters togt naar de Middellandfche zee. 's Lands Floot onder Obdam komt voor Dantzig. Keert terug. Ver- drag van Elbing. Ferdrag met Poolen , Dant- zig en Deenemarke.. De Staaten weigeren 't Verdrag van Elbing te bekragtigen. XVI. Da Prinfes Weduwe zoekt hulp by Holland, in haa- re Foogdy/chap. XVII. Kaaperyen der Fran- fchen en Engelfchen. Schepen in Frankryk be- fiaagen. Frygelaaten. XVIII. Tweede togt van de Ruiter naar de• Middellandfchz zee. Hy neemt twee Franfche Kaapers. Misnoegen hier- over. Moedig befluit der Staaten van Holland. Verdrag met Frankryk. XIX. Gezanifchap en Vloot naar Portugal. XX. Handeling te Lis- ton. Zy wordt afgebroken, en Portugal den oor- log verklaard. Vyftien Suikerfchepen veroverd. XXI. De Koning 'van Deenemarke ßeekt zig in
den Noord/eken oorlog. Verdrag van Rot/child. XXII. Handel over V bekragtigen van "t Ver-
dragvan Elbing. Koppenhagen belegerd. XXIII. De Staaten brechen de handeling met Zweeden af, én zenden vtne Floot naar de Zond. XXIV. Zet-
|
||||
XLVIII.BoEK. HISTORIE. 373
Zceflag tegen de Zweeden. XXV. Veranderin-
gen in Engeland. De Engelfchen bekomen Duin- kerken. Kromwei ßerft. XXVI. Kolombo ver- werd. Gezantfchap naar China. Gezantfchap naar Japan. XXVII. De Pyreneefche Vrede tusfchen Frankryk en Spanje geflooten XX V11I. De Ruiter zeilt, met de Vloot der Staaten, naar 't Noorden. Haagsch Verdrag. XXIX. Ver^ dragen met Engeland. De Ruiterhelpt Nyborg bem-agtigen. XXX. 7 Verdrag van Elbing be- kragügd. Olivafche Vrede. De Ruiter bezet de Zweedfche Vloot, in de haven van Landskroon. Vrede tusfchen Zweeden en Deenemarke, te Koppenhagen geflooten. |
|||||
T^ilips de vierde, Koning van Spanje, hadt, KJ54»'
_fj na 't fluiten der Munfterfche Vrede, ee- - « nen gewoonlyken Gezant, Antoni Brun, ge- *• houden in den Haage , om zorg te draagen, £faaB. dat het Verdrag naargekomen werdt , van de fchen zyde der Staaten. Wy hebben reeds, by eene kinagen andere gelegenheid (V), aangetekend, dat 'er, oy"1"* al vroeg na het treffen van de Vrede, weder- w)"|!n*r' rydfche klagten gedaan werden, over het niet derMun- naarkomen der Voorwaarden, op welken men fterfche verdraagen was. Deeze klagten duurden nog. Vrede. Brun hadt, onder anderen, reeds voor't openen der groote Vergaderinge, in den jaare 1651, geklaagd „ dat Zeeland verzuimde, de renten „ te voldoen, die dit Gewest, volgens het „ twee-entwintigße punt van 't Verdrag, fchul- w dig was. Dat men, tecen het elfde en vier- n entwintigße punt, de Geestelyken vervolg«* <0; Hier voor, il, tl.
Aa 3
|
|||||
3f* VADERLANDSCÏIE XLVIII.Boek.
|
|||||
tCfa » de, en in hegtenis hieldt. Dat men den Bis-
55 Regtsgebied over S. Odenrode, in de Meije- j, rye van 's Hertogenbosch, en, eindelyk, dat w men naliet de tweeledige Kamer op te reg- „ten, die deeze verfchillen, en die, welken Bover 't Land van Overmaaze gevallen wa- 0 ren , reeds voor lang, zou hebben können „ afdoen , en volgens het Verdrag behoorde - af te doen (&)." Doch , na dat de groote Vergadering gefcheiden was , klaagde de Spaanfche Gezant ook over inbreuken op het Verdrag van Zeevaart. ,? De onderzaaten van „ deezen Staat bragten, zeide hy, van tyd tot „ tyd, Contrebande goederen , uit vyanden „ Land, dat is, uit Frankryk, in Spanje. Ook n befchermde men de Spaanfche Koopvaar- gj ders niet, tegen de rooveryen in de Mid- # dellandfche zee; fchoon 's Konings fchepen „dikwils de onderzaaten van den Vereenig- „ den Staat befchermd hadden." Hierby voeg- de hy „ dat de Westindifche Maatfcliappy een M Spaansch fchip genomen hadt, zonder re- 5, den , en dat men 's Konings Krygsvolk niet „ toellondt, op deeze kust aan land te komen, „ als 't 'er, by gelegenheid, op vervallen was; „terwyl de Oorlogsfchepen van deezen Staat j, de Spaanfche havens vryelyk in en uitvoe- j, ren (V)-"' Met dit laatile, werdt gezien op vier fchepen, met dertien- of veertienhonderd Napolitaanfche foldaaten, die men, in Hooi- maand
(ft) R*P>1. Gener. 12 J«n. 1651. ty Wicquefort Preuv.
Tom II. p. 325. (c; Uefol. f jener. 2 Noy. If.fi r. by WiCQirEPORT Preuv.
Tom.'11. p, 32Ö |
|||||
XLVIII.BoEK. HISTORIE. 375
|
|||||
maand des jaars 1651 , in Zeeland, gezogt 1654.
hadt aan land te zetten, om ze, van daar, met-------
kleine vaartuigen, naar Brabant te voeren.
Doch de Admiraliteit in dit Gewest hadt de fchepen , die tot voor Rammekens genaderd waren , van den wal gehouden , en genood- zaakt, in de VJaamfche havens in te loopen(rf). Van wege de Staaten, was, op de Spaanfche An-
klagten , geantwoord „ dat het agtfte en elfde woord »punt van 't Verdrag, die van Contrebande tee£ " »goederen fpraken, ftipt zouden naargeko- » men worden. Dat men den bevelhebberen »ter zee last geeven zou, om de onderzaaten » van Spanje, tegen de roovers en vrybuiters in » de Middellandfche zee, te befchermen. Dat 5, de Oorlogsfchepim van deezen Staat, die, om y, zig te herftellen , of om ververfching in te wneemen, in de havens van Spanje, inliepen, » maar maatiglyk , en zo veel, a's vereischt „werdt om de rooveryen te weeren, waren 5,uitgerust. Doch dat de Spaanfche fchepen, »welken men hier buiten de havens gebou- wden hadt, Krygsvolk hadden opgehad; welk 5,men, niet zonder verlof, binnen eens an- „ ders gebied brengen mögt. Dat de byzon- w dere Gewesten ook, op dit ftuk, zo kiesch ,j waren, dat zy niet gedoogden, dat men, „ zonder verlof iler byzondere Staaten, Krygs- J5 volk van 't eene Gewest in 't andere trek- „kendeedt. Dat men, eindelyk,wegens't ge- }> nomen fchip , den Gezant overleveren zou „ de redenen, die de Westindifche Maatfchap- »py
Cd) WicQUEFORT Liyr- V. fi. 27-/. Aitzïwa III. Deel, 14.
756. 757. 763. Aa 4
|
|||||
S?6 VADERLANDSCHE XLVIII. Boek.'
|
|||||||||||||
„ py inbragt, tot verdediging van haar ge-
„ drag (e)." Ondertusfchen, werdt de twee- ledige Kamer niet opgeregf. De Staaten ver* ftonden, dat men de gefchillen over de Landen van Overmaaze , over zekere vryheden van lasten, over de uitvvisfeling van 't O verkwar- tier van Gelder, over de grensfeheidingen in Vlaanderen, en over het floppen der Zoute, niet aan de tweeledige Kamer onderwerpen zou. Maar Spanje begreep liet anders: 't welk oorzaak was, dat het opregten der tweeledige Kamer, van tyd tot tyd, verfchooven werdt. In Herfstmaand des jaars 1652, werdt 'er eene Byeenkomst van wederzydfche Gemagtigden aangelegd te Meehelen, om de regten, die, van de Spaanfche en Staatfche zyde , in Vlaanderen en op de Schelde, geheeven wer- den , te regelen. Doch zy verrigtte weinig, om dat men eikanderen niet verftaan kon, over de wyze van handelen (ƒ). Ondertusfehen, arbeidde Don Alonfo de Car-
dstias, Gezant des Konings van Spanje in En- geland, om de Regeering aldaar op te zetten tegen deezen Staat, voordeelige voorwaarden aanbiedende, zo men zig, tegen Frankryk en de Vereenigde Gewesten te gelyk, wilde kan- ten. Kromwei luisterde ook naar zyne voor- flagen; doch, naar 't fchynt, alleen met oog- merk, om, beide van Frankryk en van deezen Staat, met welken hy in onderhandeling was, te
|
|||||||||||||
tf54-
|
|||||||||||||
Aanvang
van da zittingen der twee- ledige Kamer. |
|||||||||||||
Spanje
zoekt Engeland op te zet- ten tegen deezen Staat. |
|||||||||||||
fe~) Refol. Gener. ï Nov. 165t. hy Wicijusfort Pteayi
Tom. II. f. «8. £ƒ Aitzema III. Deel, il. 7S1. Wicqu£FORT Livr. VI.
ff 370. |
|||||||||||||
XLVni.BoEK. HISTORIE. 377
|
|||||||
te betere voorwaarden te bedingen (g). Brun 1654.
hieldt hier, desonaangezien, aan met klaagen, |
|||||||
over het niet naarkomen der Munfterfche Njeuwe
Vrede. In den aanvang des jaars 1653, drong eifchen hy fterk op het verkenen van vryheid aan de en kiag- Roomfche Geestelyken, om hier te Lande te ten vaa verkeeren , vorderende , wyders „ herftelling £p"an. ,5 van den Roomfchen Godsdienst, te Zeven- fchen „ bergen en te Lingen, en ten minfte gelyke Gezant. „ vryheid voor de Roomfchen in de Meijerye j, van 's Hertogenbosch , in het Markgraaf- „ fchap van Bergen op Zoom, in de Barony n van Breda en in het Land van Kuik, als men v hun , geduurende den oorlog , hadt toege- „ ftaan." Voorts zeide hy „ dat de Staaten j, zisr van verfcheiden' Dorpen in Brabant, „ Vlaanderen en Namen hadden meester ge- „ maakt, fchoon dezelven blykbaar behoor- „ den onder 't gebied des Konings van Span- j, je. Dat de Bevelhebber binnen Maastricht „ verblyf verleende aan de Franfche bezette- „ lingen van Diedenhoven , Rocroi en Dam- „villiers, die 't platte Land in 's Konings Ne- n derlanden afliepen. Dat de Sterkten niet ge- „ Hegt, de regten niet geregeld, de fchuldige „renten niet betaald werden. Dat men de j, Kommandery van Gemert niet te rug gaf j, aan de Ridders der Duitiche orde. Dat de, jj ingezetenen der Vereenigde Gewesten nog „op de Westindien bleeven handelen, en dat „men, onlangs, de brieven onderichept hadt, „ die 's Konings Gezanten in Engeland zon- „den naar 't Hof te Brusfel." Laatftelyk, be- weer-
(_g) Wicquefort Livr, VII. p. 400.
Aa 5
|
|||||||
3?G VADERLANDSCHE XL VIII. Boek.
|
|||||
1654, weerde hy „dat men, ten fpoedigfte, behoor-
:-------„ de te befluiten tot het in itand brengen der
„ tweeledige Kamer ; waarvan men de beflis-
„fing der opengaande gefchillen te wagten „ hadt." De Staa- De Spaanfche Magien werden, van de zyde ten kiaa- der Staaten, die gantsch ongezind waren, om gen ins- eenige vryheid aan de Roomfchen, te Zeven- fieiyki. bergen5 toe te ftaan (ß^^ rnet klagten beant- woord. Men toonde zig te onvrede , dat de regten op de inkomende goederen verhoogd waren, in de Spaanfche Nederlanden. Maar vooral ftiet den Staaten, dat men, van de Spaan- fche zyde, gedoogde, dat de Hertog van Lo- tharingen, die met Spanje in verbond ltondt, en , federt dat hem zyn Hertogdom , door Frankryk, afhandig was gemaakt, met eenen hoop Krygsvolk, in dienst van Spanje getreden was, van tyd tot tyd, de winterlegeringen be- trok, digt aan of binnen de grenzen van dee- On^cre- zen Staat. In den aanvang des jaars 1653, hadt geidhcid hy zig in de Meijerye gelegerd: waar hem de der Lo- Veldmaarfchalk Brederode , met een deel der tliaring- beZettjngeri van Heusden , 's Hertogenbosch, peiu ' Graave en Ravenftein, op 't lyf viel, den Kolo- nel Klauw, gevangelyk, met zig te rug voeren- de. Wat laater werdt de Lotharingfche Kolo- nel Snetter, te Mechelen, een Dorp by Maas- tricht, daar hy zig neder geflaagen hadt, aan- getast, en overwonnen, door den Ryngraave, Bevelhebber van Maastricht. De Spaanfche Gezant durfde 't gedrag van den Hertoge van Lotharingen niet verdedigen , en hy zelf hadï geen
(li) Rcfo!. HoM. 3 OM. 1654. tl. 3^2.
|
|||||
'
|
||||||
XL Vm. Boek. HISTORIE. 379
geen magts genoeg om den Staaten 't hoofd te 1654;
bieden; waarom hy, verdreeven van den Staat-------<•—
fchen bodem, in de Landen van Luik of van
Kleeve, zyn verblyf zoeken moeit (/). 'tLeedt niet lang , of Spanje zelf vatte agterdogt te- gen hem op, vermoedende, dat hy, onder de hand, heulde met Frankryk. De Aartshertog Leopold deedt hem, derhalve, vatten en naar Spanje voeren, daar hy, tot in het jaar 1659 toe, in hegtenis bleef (Ji). De Staaten, egtcr willende toonen, dat zy een einde der open- ftaande gefchillen zogten, booden aan, de Kwartieren van Daalhem en 's Hertogenrade, in, de Landen van Overmaaze, te willen af- fl-aan aan Spanje , tegen de Kommandery van Gemert en de Abtdyen van Postel en Huiber- gen, waarover gefchil viel; alleenlyk het Kwar- tier van Valkenburg uit de genoemde Landen voor zig behoudende. Doch de Gezant Brun, bsweerende, dat de Koning, zyn meester, ge- agt moest worden in 't bezit te zyn van deeze Landen, hadt geene ooren naar deeze aanbie- ding (/). Men was dan, eindelyk, wel genoodzaakt, Chambre
te komen tot de opregting der tweeledige Ka- ^f t^l mer, die, eerst in deezen jaare, in ftand kwam, \ediga fchoon haar Berigtfchrift (tn), reeds in Wyn- Kamer in maand des jaars 1653, ontworpen was. Men ftand se" kwam overeen, dat zy uit zestien Regters be- gt' ftaan
CO Dz Witt Blieven V. Deel, hl. Ro, 8r. Aitzi-ma III.
Deel, II. 79S, 800, 801, 'ó6<j, 870. Wicquefort f-hr. VII. p. 421 , All, itïj, A2J,-
f*") Thurioe's 1'apers, Fol. II. ƒ>. 132. Wicquefort Livr.
Viiï- p. 4.19. C l .< Aitzrma III. Dei!, il. 871, f.72. (m) Zie het by Aii/.ïma 11'. Deel, bU 1133. |
||||||
;
|
||||||
38o VADERLANDSCHE XLVIII.Boek.
té$4. ftaan zou, agt van elke zyde; beurtswyze, drie
—— jaaren, te Mechelen, en drie jaaren, te Dor- drecht, zitten, en in de eerfte plaats, de ge- fchillen over de Landen van Overmaaze ver- effenen. De Kamer kwam, in 't volgende jaar, al te Dordrecht, alzo de byeenkomst der we- derzydfche Gemagtigden, toen reeds drie jaa- ren , te Mechelen , gehouden geweest was. Van de Spaanfche zyde, hadt men gaarne ge- zien , dat zy, in plaats van te Dordrecht, in den Haage, te Haarlem, ofte Utrecht, hadt mogen zitten ; doch de Staaten vonden dit ongeraa- den (n). Brun was, ondertusfchen, op den tweeden van Louwmaand deezes jaars, over- leeden (o), en werdt, in Sprokkelmaand des volgenden, opgevolgd, door Don Eßevatt da Gamarra (p), die veele jaaren zyn verblyf hier te Lande gehouden heeft; fchoon zyne han- deling, in 't eerst, naauwlyks in iet anders be- ftondt, dan in het doen en beantwoorden der gewoonlyke klagten , over 't niet naarkomen der Munfterfche Vrede, jj Het Hof van Portugal hadt, na 't vertrek Hande- van 's Konings Gezant uit den Haage, in Bloei-
ïingmet maand des jaars 1651, niet nagelaaten, nieu- Portugai. we voorflagen tot een vergelyk te laaten doe» aan den Conful der Staaten te Lisbon. Doch alzo mzn, daarby, in plaats van te rug te gee- ven, 't gene op de Westindifche Maatfchap- py in Brazil en elders veroverd was, haar nog het weinige, welk zy daar bezat, af vorderde; wer-
fn"i Kitzt.ua III. Deel, II. 113», 1133» *'35-
(e ) Dr. Witt Brieven I. Deel, il 6.'i. Aitzema III. Dtü j II.' 1125. 'Cfj AITZE4JA III. Deel, bh 1139, iïjï, 1*33. |
||||
XLVIILBóek. HISTORIE. 381
werden deeze voorflagen van de hand gewee- 1^54,
zen. De Staaten, ten deezen tyde, den En- ——. gelfchen oorlog nog op den hals hebbende, booden den Koning aan al wat de Portugeezen reeds bemagtigd hadden in Fernambuk, mids men, daarvan, behielde het Recif en Maurits- Stad, nevens het naaste Land, tot op eene myl in den omtrek. Daarentegen, behoorde de Ko- ning , dagten ze , aan de Maatfchappy eene zekere fomme te voldoen, en haar in 't bezit te laaten van Tamarika, Paraïba, Rio Grande en Siara , alwaar weinige Portugeezen woon- den. Ook floegen ze voor, dat de ingezetenen van deezen Staat de Landen, welken zy, in Fernambuk, bezaten, vryelyk zouden mogen gebruiken, en aldaar Koophandel dry ven, en vryheid van Godsdienstoefening genieten : waartegen de Portugeezen zig van de haven van 't Recif zouden mogen bedienen , mids de Koning, jaarlyks, eene zekere fomme tot onderhoud der bezetting betaalde. Men hadt den Conful Wouter van der Hoeve, verzeld van Gysbert Rudolf van Ni dek, toen Advokaat der Westindifche Maatfchappye, met deeze voor- flagen naar Lisbon te rug gezonden, en veelen twyfelden niet, of de Koning zou 'er in be- willigen (fl). Doch de bevinding leerde haast, dat het Hof van Portugal flegts tyd zogt te winnen , en de Staaten met handelen op te houden, tot dat het zig gantsch Brazil onder- worpen hadt. Ondertusfchen , ontving men, siegte van tyd tot tyd, berigten van den deerlyken ftaatdet toe- Neder-
( l) ArrzBMA III. Dtel, tl. 975. Wj«<juij?or.T Liyr, VII. *.
|
|||||
•
|
|||||
~U VADERLANDSCHE XL VIII. Boek.
1554. toeftand der Nederlandfche zaaken in Brazil;
Iam!fch.e de hand niet aan gehouden werdt, van wege
Bnua!"1 ^en Staat. ^an leeck 'er nu groot gebrek aan
oorlogs- en mondbehoeften, en ftondt in een geduurig gevaar van de Portugeezen (r). De Maatfchappy was omnagtig, om het klein ge- deelte van ßrazil, welk zy nog bezat, te be- fchermen. Michiel van Goch, een der Raaden van Brazil, was, in den Zomer des jaars 1653, herwaards gekomen , om de elende der Ne- derlanderen in Brazil te veitoonen , middelen tot herftelling voor te flaan , en, zo men 'er hier geene ooren naar hadc, te verzoeken, dat men fchepen uitrustte , om de Nederlanders af te haaien, alzo zy 't, in deezen ftaat, niet langer houden konden, hebbende zy toen nog wel driehonderd mylen langs den zeekant in; zonder een' voet landwaards in te durven zetten (f). Doch men bleef hier nog al hoo- pen op handeling, tot dat de Cotiful, in Win- termaand, herwaards keerde, zonder iet te heb- ben können fluiten, alzo de Koning, niet flegts wegens Brazil, maar ook over Oostindie, be- geerde over een te komen Q). 'tRecif Midlerwyl, hadt men , te Lisbon, eene wordt Vloot uitgerust, die, in 't najaar, naarBrazil belegerd, onder zeil ging, en, den twintigflen van Win- termaand , de Nederlandfche Sterkten op 't Recif begon te belegeren; die, tegelyk, door een leger te lande , werden aangetast. Eene de?
(r) Notul. Zeel. 26 'jamary 1653. il. 116. Aitzbma Ui»
Deel, M. 872. -CO AirzeuA III. Deel, hl. 874- [ Cf) WidjuiFORT liyr. VU. ƒ>. 41& |
||||
XLVIII.BoEK. HISTORIE. 383
|
|||||||
der Sterkten werdt, in den eerften aanval, ver- 1654.
overd, op den vyfden van Louwmaand deezes |
|||||||
jaars 1654» eene andere, door de onzen, aan en, by
brand gefteken ; de derde Sterkte werdt, by ver- verdras» drag, opgegeven, waarby, voorts, alles afge- J^"sh ftaan werdt, wat de Maatfchappy nog bezat in Brazil, Brazil. Walter van Schoonenburg, Henrik Haaks opgege- en de Luitenant-Kolonel Sigismond van Schop- \eipaan . pe, die laatst 't hoog bewind over Nederlandsch o-eezen.U' Brazil gehad hadden , bragten de tyding van & dit verlies herwaards («) : doch ontmoetten, op hunne aankomst, zo veele klaagers over hun beleid, dat de algemeene Staaten een beiluit namen, om het doen te onderzoeken, door den Raad van Staate. Doch de Raadpensio- naris de Witt, beweerende dat Luiden van Regeeringe, in Holland, niet dan voor Hol- landfche Regters , te regt behoorden te ftaan (v), bragt te wege, dat men Schoppe, uit last der Gekommitteerde Raaden van Holland, in hegtenis nam. Schoonenbnrg en Haaks wer- den ook, op bevel der Staaten van Holland, in hunne hei berge, bewaard; hoewel de eerfte een onderzaat der Staaten van Stad en Lande was. Doch de Staaten van Holland hadden beloofd, hem aan die van Stad en Lande te zul- len overleveren, zo hy opgeëischt werdt. Mid- lerwyl, lieten ze het Hof kennis neemen van de zaak der gevangenen. Doch de algemeene Staaten kanteden zig hiertegen , beweerende, met redenen en voorbeelden , dat hun het Regtsgebied over deeze Perfoonen toekwam,' en
fa) TiiurLos'5 Papers, Fol. II. p. +Zi, 40^, 7(10.
(y) Zie Relbl. van Confid. il, ai8 tnz, Thurloe's Papers» l'el. III. f. 50, 51, 116. |
|||||||
384 VADERLANDSCHE XLVIII. Boek.
1654. en dat zy 't, voorheen, in diergelyke geval-
*-------len, dikwils, geoefend hadden in den Haage.
Van de zyde der Staaten van Holland, werdt
aangeweezen „ dat zulks, niet dan in gevallen „van eene andere natuur, of met kennis der „ Gewesten, gefchied ware: of indien 't ook. „in andere gevallen mögt ondernomen zyn, „ dat zulks als eene inbreuk op het regt der „ Gewesten moest aangemerkt worden. Dat „ de algemeene Staaten geen Regtsgebkd „hadden dan over 't Krygsvolk, en zulks al- * Pr.e- 7) *een ky * voorkoming, binnen de Veree- vett/ie. „ nigde Gewesten. En dat alle andere Perfoo- „ nen tot het Regtsgebied der Staaten van elk „ Gewest behoorden, 't zy ze 'er onderzaaten „van waren, of 'er zigflegts ophielden, voor „ eenen tyd." Doch het Hof van Holland, ea de Krygsraad zelf, door de algemeene Staaten aangefteld, vonden, onaangezien de beweegn> gen, die deeze Regtspleeging veroorzaakt hadt, niet geraaden, iet ftrengs tegen de ge- vangenen te befluiten. Schoppe alleen werdt, door den Krygsraad, vervallen verklaard van zyne verdiende wedde. Men vondt geenen ge- noegzaamen grond, om hem en de anderen aan lafhertigheid, veel min aan verraad, fchuldig te houden. Zy werden, derhalve, na eenige maanden zittens, geflaakt. 't Verlies van Bra- zil werdt, eerlang, in 't algemeen, toegefchree- ven, aan gebrek van mond- en krygsbehoef- ten: van welken men, ter oorzaake des En- gelfchen krygs, dit afgelegen gedeelte van der Staaten gebied niet behoorlyk hadt kön- nen voorzien. De Koning van Portugal floot, na dat hy meester van Braail geworden was» ecj»
|
||||
XLVIII. Boek. HISTORIE. 385
|
|||||
een Verdrag met Kromwei, waarby den En- 1654:
gelfchen merkelyke voordeelen in den Koop- <. handel werden toegeftaan. Doch dit Verdrag dekte den Koning ook, meer of min, tegen de Staaten, met welken hy klaarïyk zag, nu niet veel langer vrede te zullen können houden (x). De Proteftor was, na het fluiten der Vrede !"• ,.
met deezen Staat, behalve met Portugal, ook fana|t^ met Frankryk en met Spanje, in onderhande- gpanjeid ling gebleeven. Ieder van deeze Mogendhe- oorlog. den, die nog met elkanderen in oorlog waren, zogt hem te beweegen tot een verdrag. Ein- *555- delyk, befloot hy met Spanje te breeken, zen--------"
dende eene Vloot naar Amerika, die zig, in
Bloeimaand des jaars 1655 > meester maakte van Jamaika, welk de Engelfchen te vooren nog eens Veroverd, doch federt verlaaten had- den. De oorlog tusfchen Engeland en Spanje gaf den ingezetenen der Vereenigde Gewesten gelegenheid, om zig meester te maaken van de meeste Vaart op Spanje, die, te vooren, groo* tendeels, in de handen der Engelfchen geweest .. was. Doch van eenen anderen kant, werdt 'er Verbond de Vereenigde Staat wederom door benadeeld. ^toylii Krom wel, met Spanje in oorlog geraakt, vondt en En ge- raadzaam een Verbond met Frankryk te flui- land. ten (y). De Staaten werden wel begreepen in dit Verbond; doch flegrs als vrienden van bei- ^ ■ de de Mogendheden. Frankryk beloofde zig j, °j^k van Engeland meer hulp tegen Spanje, dan de noegd'op Staaten zouden können of willen verkenen, deezen en Staat'
Cx~) Refol. van Confi.I. hl. 214. Thuiu.of.'s Papers, Vol. TT.
f>. 703. AnzsMA TH. Deel, hl. mfi-1125, 1221, 1222. WiO- ^uefort Livr VMI. p. 456-462. (y) Zie hst hy Aitzema Hl. Üeel, lil. 1165.
XII. Deel. Bb
|
|||||
386 VADERLANDSCHE XLVIII. Boek.
1655. en was zeer te onvrede op de Staaten, om dat
------ zy, met Kromwei, geflooten hadden, zonder
den Koning, als voornaame handelende party,
in 't Verdrag, te begrypen (2). Ook hadt men, aan 't Franfche Hof, befpeurd, dat de hande- ling over een Verbond tusfchen Lodewyk den XIV en de Staaten flegts aangehouden was, om Kromwei te eerder tot vrede te doen be- fluiten: 't welk het misnoegen tegen de Staa- ten hadt doen toeneemen. 't Verbond tusfchen Koning Lodewyk en den Proteélor was, der- halve , zo dra niet geflooten, of de Franfche Ambasfadeur, Pierre Canut^ werdt t'huis ont- booden uit den Haage. In 't affcheid neemen, ontzag hy zig niet, de Staaten, van ter zyde ,te befchuldigen van ondankbaarheid jegens den Koning zynen meester, die-, gelyk hy te ken- nen gaf, deswege, niet ongevoelig was (ei). Da Staaten klaagden, van hunnen kant, over de kaaperyen der Franfche Vrybuiteren, in 't Kanaal en elders , waardoor hun Koophandel zeer geftremd werdt. Ook begon men, eerlang, in Frankryk, vyftig Huivers te heffen van elk vat, dat de vreemde fchepen, die in Franfche Havens kwamen laaden, voeren konden: eene nieuwigheid , die de Vaart der ingezetenen van deezen Staat op Frankryk merkelyk bena- deelde. De Staaten deeden 'er, vergeefs, over klaagen. De oorlog met Spanje maakte het op- ftellen van nieuwe belastingen noodzaakelyk, in Frankryk : en de Koning vondt geraaden, dezelven, zo veel mogelyk ware, te leggen op de
(s) WicQUEFORT Liyr, VIF. p. 4CO-40L
(r:) Thuoioe's Paiws, V«U IV. p, 112. |
||||
XLVIII.BoEfc. HISTORIE. 387
|
|||||
de ingezetenen der Vereenigde Gewesten s wel- 1655,
ker Koophandel hy gaarne in zyn Ryk trekken —-55 wilde, en die hem, zo hy dagt, door en na het fluiten der Munfterfehe Vrede, zo veel ftof tot misnoegen gegeven hadden * dat hy hun naauw- lyks meer behoefde te ontzien; en nog te min- der , om dat hy, na 't fluiten van 't Verbond met Engeland, hunne vriendfchap niet noodig hadt (£). Op deeze wyze, ftrekte dit Verbond , om Frankryk verder te verwyderen van den Vereenigden Staat; hoewel de veranderingen, die, federt, voorvielen, oorzaak waren, dat het misnoegen, niet dan na verloop van eenige jaa- ren , tot openbaaren oorlog , uitborst. Mastë terwyl de Staaten zo weinig verzekerd waren van Frankryk, en tot hiertoe nog geen Ver- drag van Zeevaart hadden können fluiten met Engeland , waarover Nieupoort, te vergeefs bleef handelen (V), werden zy ingewikkeld in den kryg, die tusfchen Zweeden en Poolen ont- fteken was, en waarvan wy nu de gelegenheid en aanvang gaan verhaalem Ciiristina, Koningin van Zweeden, hadt, in ÏV.
't voorleeden jaar, de Kroon afgedaan aan Oor- Karel Gußaaf, haaren vollen Neef, die, de fP™^ Zweedfche wapenen in Duitschland gevoerd oorlog hebbende, terftond toonde, dat hy nog oorlog tusfchen in den zin hadt. De Graafvan Konigsmark was, Zweeden reeds eenigen tyd, bezig geweest,, om voorbe- cnPo»>. reidfels te maaken tot het beleg van Breemen, en' welke Stad zig zo volkomen niet onderworpen hieldt aan de Zweedfche Kroon, als men 't, in dit
C*) AiTZKw* III. Deel, ft. 1232* WicQUEroRT Lr/f. VIU«
/.477, <i7!lï «:"}• ^e) Air^EMA lil. Dal, U. 1154 ent. Bb 2
|
|||||
388 VADERLANDSCHE XLVIII.Boex.'
1655. ditRyk, verftondt te behooren. Hyhadt zelfs 9
■ in den aanvang des jaars 1654, de Stad begon- nen te belegeren. Zy zondt, om ondeiftand,
aan den Keizer, aan de Hanze-Steden en aan Bezen- de Staaten der Vereenigde Gewesten : welke ding der laatften, toen nog belemmerd met den Engel- ^aate" fchen kryg, alleenlyk, beflooten, VanBeunin- «1«. " gen' Ep° Bootsma en Kniphuizen van Luisberg, als buitengewoone Afgevaardigden, naar Sta- de te zenden, om een Verdrag te bemiddelen, tusfchen Zweeden en de Stad Breemen; doch deeze bezending was vrugteloos geweest, Zweeden wilde de bemiddeling der Staaten niet aanneemen. Breemen werdt egter, in Slagtmaand, verlost van 't beleg, by verdrag, volgens welk, de beflisfing der gereezen' ge- fchillen verfchooven werdt, tot eenen ande- ren tyd (ß). 't Scheen, naderhand, dat men ge- fchil met Breemen gezogt hadt, om, onder dek- fel van het zelve, Krygsvolk byeen te brengen, zonder den mbuuren argwaan te geeven. Im- mers, toen Konigsmark, ook na 't fluiten van 't Verdrag met Breemen, zyne troepen ver- fterkte; toen men vernam, dat de Graaf van Wittenberg volk byeentrok in Pomeren , en dat de Koning zelf zig uitrustte, ter zee en te lande, twyfelde men niet meer, of 't was op Poolen , en Op de bezittingen van den Keur- vorst van Brandenburg langs de Oostzee, ge- munt (e). De Czaar van Moskovie hadt, on- langs , ook den oorlog aan Poolen verklaard, en
(«O Aitzhma III. Deel, U. 884-S91, 8y2-gci. Thurioe'3
Papsrs, Vol. Hf. p. ai. («O Sccr. Refill. Hol!. 5 May 1655. I. hes , hl. 173« D$
Witt lirieven UI. Dtil, 61, 47. |
||||
XLVIII. Boek. HISTORIE. 389
|
|||||
en zig van eenig geweer, kruid en lood voor- 1655.
zien, in de Vereenigde Gewesten. Poolen ftak,------3
daarbenevens, inwendig vol onrust; zodat dit
Ryk, nu nog van den kant van Zweeden ge- dreigd wordende, ten hoogfte noodig hadt, zig te Herken, door uitheemfche Bondgenoot- fchappen (ƒ_). Al in 't jaar 1653, was 'er eenige opening Hande-
tot een Verbond, tusfchen Joan Kafimir, Ko- Jingtus- ning van Poolen, en de Vereenigde Gewesten, p0o"en gefchied, in den Haage. Men hadt zelfs, wat en de laater een ontwerp gemaakt, waarmede Ni- Staaten. kolaas de Bie, Refident van Poolen bydeezen Staat, een' keer was gaan doen, naar zyneh Meester. Doch dit Ontwerp, te voordeelig ge- field zynde voor de Staaten, hadt geen' ingang gevonden, aan 't Poolfche Hof (g). Zy wer- den, daarna, door hun belang, genoodzaakt, om de zyde van Poolen te kiezen, tegen Zwee- den; welk Ryk, eens meester geworden van de Oostzee, hunnen handel op dezelve, door 't verhoogen der tollen, naar welgevallen, zou können belemmeren. Fredrik Willem , Keurvorst van Branden- V.
burg, bedugt voor 't verlies van zyne Staaten Verbond langs de Oostzee, floot, in Hooimaand deezes teenr m'^a" jaars, een Verbond van onderlinge befcher- denKeur- ming met de Vereenigde Gewesten, voor den vorst van tyd van agt jaaien: waarover, reeds federt ee- Brandcn- nigen tyd, gehandeld, en welk, voornaamlyk s' door Amflerdam (£), tot een beduit gebragt was
(ƒ) WicQUïpoRT Livr. VHI. p. 47ï.
(g) Aitzema UI. Deel, b>. 1098.1101. Wicquefort LivTt
yin. p. 471.
£ft) Thuiilüh's Papers, VSi. III. p. 667. Bb 3
|
|||||
39Q VADERLANDSCHE XLVIII.Boek.
|
|||||
iSSS' was (?). De Staaten beloofden ö den Keurvorst
„ de Gulikfche Erflanden , met geweld, be* ,5 twist werden, als wanneer hy, in zyne Staa- gt ten en Steden, langs de Oostzee gelegen, w werdt aangetast. De Keurvorst zou, daar- entegen, de Staaten byftaan, met tweedui- n zend man, wanneer zy, binnen den Veree- w nigden Staat of aangewonnen' Landen, wer- sten beoorloogd, en zelfs, wanneer men on- p, dername , hunne fcheepvaart te ontrusten, 5, De Staaten beloofden den Keurvorst drie- £ duizend man, in manfchap, wapenen of geld, 9i of vierduizend en meer, zo hy, in de Oost- j, zee, werdt aangevallen (#)•" Doch dit Ver- bond hieldt niet lang ftand. Terwyl 'er over gehandeld werdt, was de Keurvorst, zo men meende, reeds bezig, om zig met Zweeden te verdraagen (7): 't welk, daarna, openlyk bleek, Oordeel, zyne meening geweest te zyn. In Engeland, over het waar dit Verbond niet aangenaam was, dagt inzigt mzn, <jat; de Prinsgezinden, hier, het hadden Verbond weeten te weSe te brengen, om hunne party ' te ftyven. Doch de Witt meende „ dat he| „Verbond den Keurvorst geene gelegenheid „ gaf, om den Prinfe van Oranje, door behoor- „lyke wege, eenig het minfte voordeel toe te M brengen; en dat hy 't niet door geweld zou „ können doen, zonder het Verbond te fchen- „ den, en alle Landzaaten tegen zig te verbit- teren (m)" De (_n He Witt Brieven III. Die!, il. 82, 94. Aitzema »II.
Deel, hl. 84* enz. 1190 enz. Wicquefort Livr. Vil. p 425. (k~) Zie het Traft, hy Aitzema III. Deel, hl. 1300 enz.
(l~)Tiv. Witt dreven III. Deel, II. 68. Thurlub's I'a»
pers. Pol. !U. p 731. Vol. IV. f. 4.W- r»j) De Witt Rricvïn UI. Deel, H. 96, 99, iiz, 170.
TjiIrloe's Papers, Fol. 1(1. f. 525» <5iJ; 705. |
|||||
XLVIILBoek. HISTORIE. 391
|
||||||||
De Staaten hadden, uit voorzorg, terwylj 1655.
Konigsrnark omtrent Breemen lag, twee Veld- |
||||||||
legertjes op de been gebragt, een van agten De Staa-
vyftig vendelen Knegten en dertig kornetten ten bren* Paarden , onder den Veldmaarfchalk, Heere £egenjes van Brederode, welk langs en omtrent den Ys- te velde. fel gelegd werdt; en een van veertig vendelen Knegten en elf kornetten Paarden, onder den DeGraa- Stadhouder van Friesland , Willem Fredrik, ven van dien wy, voortaan, den naam van Prinfe fchul- Nasj"au dig zyn, zynde zyn Huis van Nasfau-Dietz, zo ^°Ry"s. wel als de Huizen van Nasfau-Dillenburg, Nas- vorften f au- Siegen en Nasfau-Hademar, in den voor- verhee- leeden jaare, tot den Ryksvorftelyken ftand, ven< verheeven geworden («). Het Legertje, over welk hy thans geboodt, diende om Delfzyl, Koeverden en de Bourtange, en zelfs Embden en Lieroord, in Qostfriesland, te dekken. Doch deeze Legertjes werden opgebroken , en 't volk naar de bezettingen gezonden, toen men vernam, dat Konigsrnark over de Elve getrok- ken was, om zig by den Graave van Witten- berg in Pomeren te voegen (0). Breed werdt, in 't algemeen, opgegeven van de magt van 't vereenigd Zweedfche Leger; doch men ver- nam , hier, uit eige berigten, dat het flegts twee-endertighonderd knegten en tweeduizend paarden fterk was (p). De Zweedfche wapenen maakten, federt, voort-
fterke voortgangen in Poolen. Warfchauw en gang der Krakauw gaven zig, terftond, over. De Ko- Zweed- • lelie wa*
mng 1UK-
f k) Aitzf.ma ITT. Deel. hl- ito8.
Co} De Witt Urieven III. Deel, hl- 81. WictjnKpoRr Livr,
IK- 1>. 480. Thurloe's Papers. Fol. III. p. 524, 530. CP) De Witt Brieven III. Deel, U. 85. Bb 4
|
||||||||
39* VADERLANDSGHE LVXIII.Boee.
|
|||||
1655. ning en de Koningin van Poolen weeken uit
——— het Ryk naar Silezie, waarna de meeste Land- penen in fchappen zig den Koning van Zweeden onder- Qolen' wierpen. Dantzig nogtans , welk onder be- fcherming des Konings van Poolen plag te ftaan, weigerde zulks (q~): waarop Karel Gus- taaf voornam, de Stad, te water, met twee- endertig fchepen, te belegeren (>). De staa- In daezen ftand der zaaken, begonden de ten rusten Staaten met ernst te denken aan het onderfteu- vToot uit nen van P°°*en: waarop de Refident de Bie, naar de van tyd tot tyd, ernftelyk aanhieldt Qs). Men postzee. befloot, in Oogstmaand, eene Vloot naar de Zond te zenden, tot beveiliging van den Koop- handel in de Oostzee: en viel, terftond, aan 't uitrusten, zonder zig te ftooren aan de Vertoo- gen van den Zweedfchen Refident, Harald appelboom , die ligtelyk bevroeden kon, dat deeze uitrusting gerigt was tegen den Koning zynen meester, welke nogtans, beweerde hy, in vriendfchap leefde met de Staaten, en ge- zind was, de gemaakte Verdraagen, heiliglyk, te onderhouden (/). Zy be- Doch terwyl de Vloot uitgerust, en eenige duiten fchepen, die eerst gereed waren, vooruit ge- buitenge- zonden werden («), vondt men geraaden, ver- tone fcheiden1 Gezantfchappen af te vaardigen naar dingen te 'c Noorden, om, ware 't mogelyk, de rust al- doennaar daar, door handeling, te herftellen. Tot de be- 'tNoor- zending naar Zweeden, werden benoemd Go- &* verd O) Thdiiloe's Papers, Vol. |V. p. 93.
■ < r j AriZKMA Hf. Deel, hl. i»2~, I2(j<;. (.r) AlTZEMA Hl. Wel, il. 1210, 1516- {J ) Aitzfma II'. Deel. H. 1210-H'.";. t2i8. Qu) De Witt ISricvt» Hl. Deel, hl. 66. |
|||||
XLVIILBoek. HISTORIE. 393
verd van Slingeland , Penfionaris van Dor- 1655.
drecht, Freclrik van Dorp, Heer van Maasdam, ■ ■ Raad in den Hove van Holland, en Jan Ts- brands, van wege Stad en Lande , afgevaar- digd in de algemeene Staaten. Naar Deene- marke werden gezonden Koenraad van Beu- ningen, die onlangs uit Zweeden te rug geko- men was (V); GodardAdriaan van Rheede, Heer van Amerongen, en Matthias van Fierfen, oud voorzittende en eerfte Raad in den Hove van Friesland. Doch de eene en de andere bezen- ding bleef opgefchort, tot in 't volgende voor- jaar. Ook liep toen eerst het gros van 's Lands Vioote in zee. Wy zullen, hierna, gelegen- heid hebben, om van haare verrigtingen ver« flag te doen. Nu leidt ons de draad der Ge- fchiedenisfe tot het ontvouwen van den ftaat der binnenlandfche zaaken, die thans merkely- ken invloed hadden op de uitheemfchen. De beweegingen in Holland, om den Prins „vr*
van Oranje te doen verheffen tot de bekende ^L^ hooge waardigheden, waren, federt het flui- ringe in ren der Vrede met Engeland, byna alomme, Holland. opgehouden (m»). Men droeg zorg, dat 'er, by de jaarlykfche verandering der Wethouderen in de Steden, allengskens, meerder op 't kus- fen raakten, die voor Liefhebbers der Fryheid, gelyk ze genoemd werden, bekend waren. Te Amfterdam, waren 'er, onlangs, verfcheiden' van deezen overleeden, te weeten, de Burge- meester Dr. Jan Bikker, Nikolaas Korver, Kor- nelis Bikker, Heer van Zwieten , en Frans Ban-
fvj WicQiiFFORT Livr, IX. p. 4S8, 489.
(_wj Thurlue's Papers, V<1 Hl. p. 2ii |
|||||
Bb 5
|
|||||
394 VADERLANDSCHE XL VIII. Boek;
1655. Banning Kok, Heer van Purmerland: en fom-
j. ,«,>- migen waren, in Louwmaand, bedugt, dat men, by de aanftaande verkiezing der Wethou- deren, eenige andersgezinden in de Regeerin- ge brengen mögt, 't Viel egter zo niet uit; daar de Witt, die, ten deezen tyde, te Amfterdain was , alwaar hy , kort hierna, eene Dogter van wylen den Burgemeester Jan Bikker trouw- de , veelligt, wel iet toe gedaan heeft (V). In andere Steden, volgde men den zelfden voet: waardoor de tegenwoordige Regeeringe van Holland, allengskens, beftendiger werdt, en binnens- en buitenslands meer aanziens kreeg. My is niet bekend, dat 'er, ten deezen tyde,in eenige Stad van Holland, merkelyke bewee- gingen befpeurd werden , uitgenomen te Go- rinchem , daar de Wethouderfchap, al federt eenigen tyd, met den Drosfaard, over hoop gelegen hadt, over 't gezag, welk de laatfte oordeelde hem, in Regts- en Regeeringszaa- ken, toe te komen, en welk hem, door de Wethouders, betwist werdt. Doch op den twee - entwintigften van Hooimaand deezes jaars, werdt 'er 't Huis van den Oud-Burge- meester van der Kolk, Schoonvader des Dros- faards, in eenen oploop, geplonderd. En 't liep nog eenen geruimen tyd aan, eer alles, door Gemagtigden uit den Hove, eenigszins, in rust gebragt werdt (j). Maar in de meeste andere Gewesten, ftondt het, ten deezen tyde, nog zeer onrustig. Gro- <"*•) Dp. Witt ISiïeven ITT. Deel, hl. 4,10,12,15,16. Tiiur-
Loi's Papers, Fol. il. p. 706. (jO Refill- Ilnll. 3 oetoh. 1654. II. j«S. 31 Juty 1655. hl.
S9t.' Thuuloe's Pipers, Pol- III. p. 447, 615, 633, CC>-. lol. VI. p. 123, 131/, 147, 165, l(tC. |
||||
XLVIILBoek. HISTORIE. 395
Groningen en de Ommelanden lagen, alfe- 1655.
dert eenige jaaren, overhoop: en hadden, op ------
't einde des jaars 1653, beflooten, hunne ge- Twecs
fchillen, door eenige Gemagtigden, te laaten fPalJin afdoen: en zo deezen eikanderen niet verftaan f^te. konden, den Stadhouder, Prins Willem Fre- drik, tot fcheidsman te kiezen (z). De Ora- melander-Heeren waren zelven'onderling ver- deeld, doordien men twee hunner hadt willen beletten , zitting te hebben op den Landdag. Sommigen, die meest op de zyde des Stadhou- ders geweest waren, hadden zig verbeeld, dat hy, in den twist, hunne ftreng getrokken zou hebben. Doch hy hadt het anders verftaan: waarop zy, van zyne vrienden, zyne hevigfte partyen geworden waren. Burgemeester Eifin- ga , die thans het meeste bewind hadt in de Stad, hieldt hunne zyde. De twee Ommelan- der-partyen noemden zig ieder het Lid der Om- melanden , en gebruikten ieder het zegel van dit Lid. Drie Gemagtigden uit de genen, die tegen den Stadhouder waren, vervoegden zig, in Len- temaand deezes jaars, in de Vergadering der al- gemeene Staaten, daar zy een fcherp gefchrift overleverden tegen hunne partyen, den Stad- houder, onder anderen, van Majefteitsfchennis befchuldigende (<?). De andere party fchreef hiertegen. Ondertusfchen, ftondt's Lands Re- geering en Regtsoefening genoegzaam (Hl, voor eenige maanden: hebbende men, ter oorzaake der gemelde gefchillen , geene Gedeputeerde Staa-
(z) AlTZKMA lil. Dt4. hl. 82S».
ie) Kefbl. Hol!. 05 Maait tßs^. tl. ins. De Witt Brieven
III. Deel, il. 33. WipouEFoRr Ityr. IX. p. w. |
||||
396 VADERLANDSCHE XLVIII. Boek..
1655. Staaten noch Regters in der Hoofdmannen-Ka-
■------ mer können verkiezen (ti). De algemeene Staa- ten beflooten, derhalve, in Bloeimaand, eene bezending te doen naar Groningen, beftaande uit agt Gemagtigden, twee uit Holland, van welken de Raadpenfionaris de Witt een was, en een uit ieder der zes andere Gewesten (Y). Zy hadden last om te raadpleegen met den Prin- fe van Nasfau, en, nevens hem, te arbeiden, om de gelchillen in der minne byte leggen. Ook troffen ze, binnen weinige dagen, een Verdrag by voorraad, in welk de Regeering der Omme- landen , het kiezen der Gemagtigden ten Land- dage , en 't begeeven der Ampten geregeld v/erdt (J). Doch de party, die tegen den Stad- houder was, dreef, dat rnen hem daarby te veel gezags gegeven hadt (Y). Ook bleef de onlust meer ofmin duuren in deeze Provincie (f). De Raadpenfionaris de Witt fchreef, in Grasmaand des jaars 1656 „ dat alle de voeler yen, dietevoo- „ ren, door en voor Prinfe Willem van Nasfau, „ en, zo V fcheen, ook uit liefde tot den Heerc n Prinfe van Oranje, tegen Holland, waren aan- „gewend, en van daar waren afgekeerd naar de „ andere Gewesten, met naame naar Friesland „ en Stad en Lande, die Prins Willem, tot hier- „toe, vergeefs, tot het aanneemen van zeker „ ontwerp van Harmonie of overeenftemming, „tus-
(>) De Witt Brieven III. Deel, U. 42.
( c) See Thuiiloe's Papers, Fol. III. p. 424,446, P52» ^53- fd) Zie Relól. Holl. 3, 4 Juny ifïss. bl. 22(5. en Aitzema III. Deel, bl. 1173-1187. 'Thurloe"s Papers , Vol. III. p. 5«ó, 594-
{ c~) Aiïzema III. Deel, bh 1152.
(fj Aitzem/s PI. Deel, bl. 1308. IV. Deel, bl. 130. Tuur«
lof.'s Papers, Fol. V. f. 567, 772. Fol. VI. p. 71). |
||||
XLVIII. Boek. HISTORIE. 397
„tusfchen de Gewesten gezogt hadt te be- 1655,
w weegen (g)." In Groningen zelf, ontftondt, ——5 in 't jaar 1657, eene geweldige beroerte, ter gelegenheid van de gewoonlyke verkiezing der Wethouderfchap. 't Huis van den Burge- meester Tjasfens werdt geplonderd. Hy zelf, zig in de Kerk gebergd hebbende, liep gevaar van 't leeven; doch werdt nog gelukkiglyk gered , door Prinfe Willem van Nasfau, die egter zorg droeg, dat, in 't verkiezen der Wet- houderen, genoegen gegeven werdt aan 't ge- meen (A). Hierop volgde, in 't jaar 1659, ee- ne bemiddeling van de gefchillen der Provincie, door de algemeene Staaten (t). In Gelderland, was ook gefchil over 't be- Oneenïgj
geeven der Ampten, tusfchen de Stad Arnhem ^d,in en de kleine Steden van het Kwartier van de {^ Veluwe, en tusfchen de Stad Zutfen en de an- * dere Steden des Zutfenfchen Kwartiers. De twee groote Steden dreeven, dat zy, hierin, ie- der zo veel zeggens hebben moesten, als de an- dere Steden van elk Kwartier te famen. De klei- ne Steden hielden, daarentegen, ftaande, dat zy elk zo wel eene ftem behoorden te hebben, als ieder der grooten. Deezen verklaard heb- bende, dat zy zig aan de uitfpraak van het Hof van Gelder, gefterkt met twee Gemagtigden uit ieder der drie andere Geregtshoven in de Vereenigde Gewesten, van Holland, Utrecht en Friesland, wilden onderwerpen, werden 'er,
(«0 De Witt Brieven III. Deel, tl. 215. Aitzema III.
Deel, II. 1.107. (/<) Aitzema IV. Deel, U. 130-133. Wicqijefort Liyri,
X. p. 5c;5. CO Zie Regiem, ly Aitzema IV. Deel, il. 472,
|
||||
398 VADERLANDSCHE XLVIII.Boes,
1655. 'er, rerftcnd, Gemagtigden gekooren. Doch
-------de kleine Steden hadden geenen zin in deeze
onderwerping; zo dat de twist onbeflis: bleef (T).
in u- In Utrecht, lag heteerfte Lid van den Staat trccht, 0Ver hoop met de Stad, welke geoordeeld hadt,
dat dit Lid, uit de geestelyke goederen, welken het bezat, eene aanzienlyke fomme behoorde af te ftaan , tot onderhoud der Predikanten 5 waartoe het eerfte Lid niet verftaan kon (f). Ook hadden de Edelen of tweede Staat den Prins van Oranje , in Hooimaand des jaars 1654, tot Stadhouder benoemd: Graaf Willem van Nasfau, die zig, ten deezen tyde, in U- trecht bevondt, kon nogtans de Stad niet be- weegen, om zig te voegen by de twee eerfte Leden der Staaten (jn). Ï11 Fries- In Friesland, was men ook tweedragtig. De land. Steden hingen geheellyk af van den Stadhou- der. Doch, onder de andere Leden, waren 'er veelen, die de zaaken, gelyk Holland, begon- den in te zien (n) : waaruit geduurig twist ont- ftondt, op de Landdagen. VII. In Zeeland zelf, veranderden fommige Ste~ Op- den. Te Goes, daar men, in't jaar 1653, in fchuddin- een' oproer, te wege gebragt hadt, dat eenige Goes f in Pritisgezinden in de Regeeringe kwamen (0), Zeeland, hadt men, in 't volgende jaar, op gelyke wy- ze, veroorzaakt, dat eenigen herfteld werden, die, te vooren, verlaaten geweest waren van hun-
(*) De Witt Brieven III. Deel, bl. 4t. AitzrMa III. Duli
II. ligt. (O De Witt Brieven III. Deel, bl. 42. Wicquefoilt Livfï
IX. f>. w f »O Thuruje's Papers, Fol. II. p. 43B, 450, 451, 479» 48»^
(aj De Witt Brieven III. Deel, bl. 42.
9} Zie hier voor 1 W. 297. |
||||
XLVlILBoEK. HISTORIE. 399
hunne Ampten (p~). In't jaar 1655, ontftondt ^ssi 1
'er wederom diergelyke beweeging, na de aan- -. r ftelling van den regeerenden Burgemeester, Bartholomeus Dankerts, tot Baljuw. Doch zy werdt, door Gemagtigden der Staaten , ge- ilild voor dien tyd (#). De Wethouderfchap beftondt hier, uit den Baljuw, twee Burge- meesters en negen Schepens. Jaarlyks ging 'er een Burgemeester af, en, het eene jaar, vier, het andere jaar, vyf Schepens. Volgens de ou- de Privilegien, moesten de opengevallen' Plaat- fen vervuld worden, door den Baljuw en aan- blyvende Regenten, uit eene benoeming van twintig der aanzienlykfte burgeren , gemaakt door den afgaanden Burgemeester, de twee Rentmeesters der Stede en twee Verkiezers, zonder dat men den Stadhouder, of eenige mindere Kollegien van Regaeringe behoefde te kennen (r): een voorregt, welk geene an- dere Zeeuwfche Steden met Goes plagten ge- meen te hebben, voor den dood des jongften Stadhouders. Dit voorregt, gelyk het de Ma - giftraatsbeftelling onafhangkelyïcer maakte, gaf ook , fomtyds, tot zorgelyke beroerten , aanleiding. Hierna, op 't einde des jaars 1656, rees 'er verfchil, over 't verkiezen van twee Rentmeesters , waarvan de benoeming tot de jaarlykfche Wethouderfchap, die, in den vol- genden Zomer , gefchieden moest, grooten- deels, afhing. De ftemmen ftaken, tusfchen de
(/>") Notul. Zeel. 16, 17 Juny 1654. II. Kfo, tfi. AlTZBMA
III. Deel, bl. 11 ia. O) Notul. Zeel. 21, 22, 28 Juny 1^5. lil. 56, 57, 58 , 60.
(r) Copye van twee Privil. gedr. te Middelb. 16J7. BoxhoRN
np RfiiGBUüR. I. Heel, tl. 40I. |
||||
400 VADERLANDSCHE XLVIII. Boek.
tö5s. de Prinsgezinden en de anderen. De eerften
------ wilden 't gefchil aan de Staaten verbleeven
hebben : de anderen aan de Vroedfchap der
Stede, daar zy de fterkften waren Qs). De bur- gers koozen party , en waakten met dubbele wagt, om niet overvallen te worden , en om het Staatsch Krygsvolk, waarmede de Stad ge- dreigd werdt, buiten te houden, Doch by ge- legenheid , dat twee Ronden eikanderen, by nagt, tegen kwamen, raakte men handgemeen. Gillis van derNisfe, Kapitein der Burgerye, werdt doorfchooten: twee Burgers werden gewond: waarvan een, Jakob Gors/èn genaamd, het be- dierf: het Huis van den Oud-Schepen Benja- min van der Steene, daar de party der Prinsge- zinden in geweeken was, werdt geplonderd(/). De Baljuw Dankerts, die 't met deezen hielde, op 't einde des voorleeden jaars, door Burge- meesteren en fchepenen, ontfehutterd, en fe- dert aangetast en ontwapend zynde door de Burgerye, was genoodzaakt geweest, zyn ampt neder te leggen C«). Zyn aanhang badt, der- halve, deeze moeilykheid veroorzaakt, omhera te doen herftellen (V). Het Hof in den Haage zondt, eerlang, Gemagtigden naar Goes, om, zonder zig aan de tegenkanting der Staaten van 't Gewest te bekreunen, onderzoek op 't gebeurde te doen (w); en eenige handdaadi- gen
CO Notnl. Zdeli y, 10, il, 15, iß, 27 Janrary, 2,3,24 Feiri
^.Maart\6s7-bt.^, o, tl, 15, 17,25 ,32, 33.35.39» 47.48» 52« (*J Doleantie van B van den Steenc gedr. \(>tf.
(jij Notul. Zeel. 21, 30, 31 Maart, 14, 16 April 1657, W4
67, f>8, 72. 73, 74, 79, 81. Cv3 Manifest der Burgerye van Goes, gedr. Middelb. 1657.
(w) Noiul. Zeel. iS Ayril, 1 May, « Jtwy, 30, 31 Jitiy, f
äug. lötf. tl, 83, 85j i»5) i°3j »°4j >°5> |
|||||
I
|
|||||
XLVIÏI. Boes. HISTORIE. 401
gen werden met geesfeling geftraft. Doch 16&
deeze beroerte veroorzaakte , dat de Staaten ----rs
van Zeeland der Stad, die eenen tyd lang van
de Staatsvergaderinge bleef, eerlang, op haar verzoek , vergunden , voortaan, vier Burge- meesters, en zeven Schepens te mogen hebben, van welken twee Burgemeesters, en drie of vier Schepens, by beurten, jaarlylcs, zouden afgaan: door welke fchikking, de Baljuw minder vermo- gen hadt, om de ftemmen te doen uitvallen naar zynen zin. Dankerts egter, uit Goes gewee- Jten zynde, nam, in Bloeimaand des jaarsi6s8, op eenen vroegen morgen, zynen flag waar; kwam, met eenigen van zynen aanhang en ee- Bige foldaaten, door de Oostpoorte, inde Stad ; maakte zig meester van 't Stadhuis, en zettede zig op zyne oude plaatfe, voorgeevende aldaar te willen leeven en fterven. Doch alzo hem by- na geene burgers toevielen, en de fchuttery, midlerwyl, in de wapenen kwam, tot voorftand der tegenwoordige Regeeringe , moest hy 't Stadhuis en de Stad haast wederom verbaten. Sedert, werdt hy in eene geldboete van vyf hon- derd ponden vlaams verweezen, en uit Goes en Zuidbeveland gebannen. De Staaten van Zee- land ftelden eenen anderen Baljuw, in zynefte- de (x~); waarna eene algemeene vergiftenis af- gekondigd (y), en de rust binnen Goes allengs- kens herfteld werdt (z). Doch tegenwoordig, in
C-r) Notul. Zeel. 6" J„ny 1658. tl. 1%.
(y) Notul. Zeel. in Dec. 1658. tl. 90. 7 Maart 1650. tl. 17.
(z) Memoriaal der Regeer, van Goes. MS. Notul. Zeel. 25,
27 AH- 5i 10, Ui 22, 23 Sept. 21, 24, id Nov. 1657. tl. rto, [il, 113, 117, 122, 125, 140, 141, 147, 140, tRF. llyl. tl. • A. 5, 23« Aitzrma IV. Deel, lil. 128. Wicouefort Liyu X. p. 5<;4. Thurlos's Papers, Vul. VI. p. 165, 166. XII. Deel. Cc
|
|||||
/
|
|||||
\
|
|||||
40» VADERLANDSCHE XLVIIÏ.Boekv
4655. ifl 'f iaar ! 655" was de verdeeldheid tusfchen
ir-—• de Leden van Zeeland zo groot, dat veele zaa- ken onafgedaan bleeven, om dat Middelburg, Zierikzee en Thoolen vierkant overiironden, tegen Goes, Vlisfingen en Veere (d). Thoo- len zelf was ook verdeeld ; fchoon zy, die, naar 't oordeel van den Raadpenfionaris de Witt, goede grondregels volgden , aldaar, tot nog toe, het onderfpit delfden (£). In 't volgende jaar, was 'er een opftand onder de Landluiden van Walcheren , die op de Dykgraaven en Heemraaden misnoegd waren (c). Doch men vindt 'er weinig van aangetekend. Na 't ftillen der beroerte, werden de Regenten, door eene bondige Akte der Staaten, tegen alle fchade, die hun, in 't vervolg, zou mogen overkomen, verzekerd (d). Sommigen Itrooiden uit, dat Holland, en in 't byzonder de Raadpenfionaris de oneenigheden in de Gewesten verwekte en aanftookte, om daardoor andere luiden, die \ nader met hem eens waren, in de Regeeringe te brengen. Doch de Witt betuigde, by alle gelegenheden , het tegendeel (e). Ondeitus- fchen, liep de tweedragt nergens hooger dan in Overysfel, daar zy reeds eenen geruimen tyd geduurd hadt, en nog niet weggenomen was. Wy hebben 'er, te vooren reeds (f), met een enkel woord, van gewaagd, en 't zal hier te pas-
O) De Witt Brieven III. Deel, bl. 42. TtJuriLor.'s Papers,
Vel. II. f>. 36t, 3Q.1- Vol. IK. p. 44rt> 44/- (b) De Witt Brieven III. Deel, bi, 74. Thuiu.oe's Paper*3
Vtl. lil- p. 544. 553. 5>J4- (c) Thurloe's P2pers, Val. V. p. 132.
(rf) Notiil. Zeel. ia Decemb. 1656. II. 123. Ce) AiTZr.Mft UI. Diel* bl. IIÖ2. §f) Bl. 361.
|
|||||
XLVilI. Boek. H 1 S f O R I E. 403
pasfe komen, dat we 'er uitvoeriger verfiag ig$£»
van doen. ■-------
De Staaten van Overysfel waren, in Gras- VUL
maand des jaars 1654, te Deventer, ten Land- <?or" dage befchreeven, om te raadpleegen, op detvparnond^ bewilliging in den Staat van oorloge en bui-'Ycbeuriug tengewoone toerusting ter zee, op het betaalen der Staa- der onderftandgelden aan Deenemarke, op de '*" va* zaaken van Portugal, op de gevolgen der Vrede ^***' met Engeland, en op verfcheiden' andere zaa- ken van gewigt, den Staat der Landen in 't gemeen betreffende. Doch in plaats van zig > hiermede, voornaamlyk, bezig te houden, ver- deelden zy zig, onderling, ter gelegenheid van een huisfelyk gefchil, ontftaan over de begee- ving van het Ampt van Drosfaard van Twen- te, welk, by meerderheid van Hemmen, op- gedragen was aan Rütgert van Haarfoke^ die, als Drost van Lingen, in byzonderen dienst was van het Huis van Oranje, en zeer gezet op de bevordering der belangen van dit Huis. Om de Steden, welken hy bedugt was, dat hem meest hinderlyk zouden zyn, in 't verkrygeö van dit Ampt, op zyne zyde, te winnen, hadt hy zyn Land-Rentmeesterfchap van Salland, ten behoeve der Steden Kampen en Zwolle, afgeftaan, en hierdoor de meeste ftemmen ge- wonnen. Doch verfcheiden' Edelen en de Stad Deventer weigerden hem voor Drosfaard te erkennen. Die 't met hem hielden vertrokken uit Deventer, daar de Wethouderfchap de be- zetting op haare hand hadt; den Landdag, zo veel in hen was, verleggende naar Kampen, m van daar naar Zwolle; terwyl de andere par- Cc 3 ty, |
|||||
.
|
|||||
'404 VADËRLANDSCHE XLVIII.Boex»
|
|||||
ï^55. ty, te Deventer, bleef vergaderen (h); daar de
—— Landdag belegd was, en, naar de orde der Re- geeringe, dit jaar, gehouden moest worden. De ver- Zo ver liep de twist tusfehen de verdeelde Staa- deeide ten, dat men de trom begon te roeren, om volk Staaten te werven tegen eikanderen, en zig zelfs van tegeiTei- ^e gewoonlyke bezettingen in de Steden dagt kand«. te bedienen, om zynen aanhang te fty ven. Doch *«»• de Staaten van Holland (*') en de algemeene Staaten zei ven voorkwamen dit, bevel geeven- de, de eerften aan het Krygsvolk, welk zy be- taalden , en de anderen aan al het ander Krygs- volk, dat het zig niet zou hebben te Iteeken in den twist, die, tusfehen de Staaten van O verysfel, ontlhan was, en der cene noch der andere partye de hand bieden. Dir bevel fcheen aan te loopen, tegen een der belluiten van ds Groote Vergadering, volgens welk, de alge- meene, noch eenigen der byzondere Staaten, geen zeggens hadden over 't Krygsvolk, in een der andere Stemmende Gewesten leggende. Ook hadden Zeeland , Friesland en Stad en Lande dit doen opmerken, ter algemeens Staatsvergaderinge , en Friesland hadt eene aantekening laaien doen, tegen het beflv.it der Vergaderinge. Doch de andere Gewesten en Holland in 't byzonder fcheenen te begrypen , dat'er, federt het fcheuren van den Landdag, geene Stanten, en derhalve geene Souveränen in Overysfel waren. Voorts, verzogt men, aan beide de partyen, dat zy hunne geworven' troe- pen wilden afdanken, en de gefchillen verbly- ven,
(h~) ThubLOB's P.-pers, Fol. IT. p. 4^2. 519«
, f i ) Relol. Holl. ia äfft. 165.1. W. 354. in <if Refbl» v*a, ConGd. il. aifi. |
|||||
XL VIII. Boek. HISTORIE. 405
|
||||||||||
ven, aan de bemiddeling der algemeene Staa- 1655.
ten. Die van Deventer, genoegzaam eens zyn- ■ - zag , welk dit Gewest thans hadt in de alge- meene Staatsvergaderinge , zouden hiertoe gaarne verftaan hebben; doch die van Zwolle hadden 'er geene ooren naar. Zelfs hielden zy Ee« d« eikanderen voor, dat het beste middel, om P?rtyetl den gereezen twist by te leggen, was het ver- p^^J kiezen van eenen Stadhouder en Kapitein-Ge- oranje neraal. Ook benoemden zy, tot deeze waardig- tot Stad- heden , op den veertienden van Wynmaand houder des gsmclden jaars 1654, den jongen Prins van ™ÏÏj? Oranje : wien zy den Stadhouder van Fries- van Nw. land, Prins Willem Fredrik, tot Luitenant toe- fau tot voegden. Men hadt die van Hasfelt en Steen- jyn« |
||||||||||
Luits-
naat. |
||||||||||
wyk, anders niet gewoon op de Staatsverga-
|
||||||||||
deringe te verfchynen, verzogt, deeze verkie-
zing te willen bywoonen. Doch 't werk was reeds verrigt, toen zy aankwamen: waarom zy zig verklaarden tegen 't gene 'er gedaan was, en veritoord te rug keerden. Prins Willem Fre- drik begaf zig, kort hierop, naar Zwolle en Kampen (/), daar hy in 't bezit trade van zytie nieuwe waardigheid. Hy keerde, omtrent den aanvang van Wintermaand, te rug naar Fries- land («). De Vergadering, die te Deventer zat, onder de hand geftyfd, door die van Holland, kantte zig, heviglyk, tegen de aanftelling der twee Pritifen («), haar gedrag verdedigende, in
Ct) Zit Rcfol. Holl. iü Sept. i6s4 II. 355.
</) TmminB's I'apers, m. II. p. 6i6, 636,648, 649,666,
S67, 682, «^3, (<&?, 715. (_m~) Thuulob's Pipers, Fol. II. p. 735.
(*J D.: Witt Brieven I. UeH , bl. 168, 188, I'j8. WiCQO«-
S»onT Livr. V/II. p. 456, 457. Aitzema UI. Veel, H. uu. JauRLos'sI'iiptfs, Fol. n. P. 663, 664.
Cc 3
|
||||||||||
4o6 VADERXANDSCHE XLVIII.Boek,
|
||||||||||
1655. in een'Vertoog, welk aan de Staaten van Hol-
-------land gerigt was. Die van Zwolle fielden 'er
Beide de een fchrifcelyk Vercoog tegen (V). De eeriten ,
partyen ^ naar ^ \yjtts oorijeei, betoonden de Fryheid |
||||||||||
gen zig
aan de Staaten van Hol laad ,
|
/*>ƒƒ<? hebben (p), zonden, in Lentemaand dee-
zes jaars, drie Gemagtigden , ü^o Hetmafi Scheele en Bernard Bentink, uit de Edelen van ' Salland en Twente, en Jcan van der Becke^ |
|||||||||
Burgemeester van Deventer, naar den Haage,
op eenen Geloofsbrief, die, uit naame der Staa- ten van Overysfel, getekend was; om ter Ver- gaderinge van Holland te klangen, over de on- geregelde verkiezing van eenen Stadhouder, die, onlangs, zo fpruken ze, ondernomen was, te^en de Privilegien en tegen een befluit der Staaten van den negentienden van Herfst- maand des jaars 1653, waarby vastgefteld was , dat zulks niet dan met eenpacrige iiemmen zou mogen gefchieden. Voorts, moesten zy der Staaten byftand verzoeken, tegen de verdruk- king , voor welke zy vreesden. De Staaten hen gehoord hebbende, oordeelden de Edelen, Dordrecht en Haarlem, dat men hun behoor- de by te ftaan, zo de andere party hen wilde noodzaaken , tot het erkennen van den Stad- houder. Amiterdam, Gouda, Schiedam, Brie- Ie, Monnikendam, Medenblik en Purmcrende voegden zig hierby. Nogtans« befloot de Ver- gadering alleenlyk de beveelen te vernieuwen, die zy, te vooren, aan 't Krygsvolk, ter haarer Jjetaaliuge ftaande, hadt laaten afgaan (#). In Bloei-
fe"! Rclbl Heil- 28 Oflfl*. 16«. hl. 397.
(/>) P" Witt liriuven lil. Deel, il 33. Thurloe's P»p€fs4 fel. III p, 115. ij} lUfol, iloll, 20 Uf.nrt 1655. hl. 65. |
||||||||||
XLVIII.Boek. HISTORIE. 4C7
Bloeimaand, kwam 'er eene bezending van de
andere party, die zig 00k de Staaten van O- verysfel noemde, aan de Staaten van Holland. De Gemagtigden waren Aclriaan Juriaanvan Haarfoltc, tot den Oldenhove, Luitenant-Ko- lonel, Rudolf van Langen, Burgemeester van Kampen, en Henrik Wolfjen, Burgemeester van Zwolle. Zy vertoonden den Staaten breed- voeriglyk „dat de Edelen en de drie Steden, »Deventer, Kampen en Zwol, de opperfte » magt van Overysiel uitmaakten. Dat 'er, te- » genwoordig , negenenzestig Edelen waren, „ die zitting hadden ten Landdage, alwaar al- »les, uitgenomen zaaken van belastingc, met »meerderheid van ftemmen, beflooten werdt. »Dat deeze meerderheid werdt uitgemaakt, „ door een' Edelman, gevoegd by de drie Ste- »den; of door vierentwintig Edelen, gevoegd » by twee Steden; of door zevenenvcertig E- „ delen , gevoegd by eene enkele Stad. Dat „ 'er , tegenwoordig , maar zaventien of agt- „ tien Edelen nevens de Stad Deventer waren, „die zig kanteden, tegen het Drosfaaidfchap „van den Heere van Haarfolte. Dat hieruit „de fcheuring van den Landdag en veelerlei „ opfchuddingen en verwarringen gevolgd „ waren , om welken weg te neemen, en de „ eenigheid te herfteüen , zy geenan beteren „raad geweeten hadden, dan den Heer Prins „ van Oranje, tot Stadhouder, en Prins Willem „ Fredrik, Vorst van Nasfau, tot deszelfs Lui- „ tenant, te verkiezen. Dat de laatstgemelde „Prins hun den weg van bemiddeling aange- wraaden hadt, om de gefchillen by te leggen; Cc 4 »doch |
||||
403 VADERLANDSCHE XLVIII. Boek.
|
|||||||
i6sS' » doch dat die van Deventer zig hiertegen en
*•----- »tegen de aanftelling van eenen Stadhouder
»hadden gekant. Dat zulk eene aanftelling,
» een punt van orde zynde, huns oordeels, by »meerderheid van ftemmen , kon afgedaan n worden. Dat zy dit alles den Staaten van n Holland wel hadden willen vertoonen, tot n hunne eigene verdediging, en nu, ten be- n fluite , verzogten , dat hunne Edele Groot- w Mogendheden hun het regt wilden doen van 5,te verklaaren, dat zy, en niet de Stad De- 5j venter , en de weinige Edelen, die zig by w dezelve gevoegd hadden, 's Lands opperfte j, magt vertoonden, ter tyd toe, dat de ver- x, deelde Leden allen wederom vereenigd w zouden zyn ; en dat zy hen wilden helpen ,, herfteilen in het Regti-gebied over Twente, „ welk die van Deventer zig aangemaatigd „hadden, bevel geevende, dat men daar niet „ Haarfolte , maar Bevervoorde , als Dros- 5, faard, erkennen zou." Zy voegden 'erby, „dat dit zou können gefchieden, door, ter 9, Generaliteit, te bewerken , het intrekken, „ van den last, aan 't Krygsvolk van den Staat n gegeven, om noch de eene noch de andere . „party te helpen (>)." De Staaten, 't Vertoog by*eg° van die van Zwolle, welken zig, midierwyl,
ging der ook by de Staaten van Zeeland vervoegd had- gefchil- den (s) , overwoogen hebbende, verftonden, len be- daarna, dat men den twist in dar minne moest ' zoeken by te leggen; wanneer de zaaken eerst herfteld waren in den ftaat, waarin zy geweest; |
|||||||
O") Zie Rc/ol. Hol!, it M/tv tn-^. W. i8o.
lf) JVtityl. Zeel. io, aö >,vy ï6^. bi, 55, 59, |
|||||||
XLVIILBoe*. HISTORIE. 409
waren, voor het ontftaan der fcheuringe: oor- 1655.
deelende zy, dat, ten minden in 't iluk der aan- -------,
ftellinge yan eenen Stadhouder, geene over-
ftemming vallen kon (*). Men bragt deeze meening in, ter Generaliceit. Doch de alge- De alge- meene Staaten oordeelden, in Herfstmaand, meene dat men, zonder zulk eene hertelling te vorde- sTta?l°, ren , Gemagtigden afzenden kon, om de ge- ^ cmlt fchillen te bemiddelen. Maar de Afgevaardig- die van den van Holland, wel bevroedende, dat zulke Holland. Gemagtigden, uit en door de algemeene Staa- ten gekooren wordende , niet zouden können nalaaten, de verkiezing des Stadhouders te be- vestigen , kanteden zig hiertegen. Üok ver- klaarden die van Deventer, dat zy zulk eene bezending niet zouden ontvangen, noch in on- derhandeling treeden met iemant, die van we- ge de algemeene Staaten afgezonden werdt (u). De tvveedragt bleef, derhalve, duuren. On- dertusfchcn bragt men 't, onder de hand, zo verre, dat de algemeene Staaten, in den aan- vang des jaars 1656, die van Overysfel bewoo- gen, Gemagtigden herwaards te zenden, met welken zy of hunne Afgevaardigden zouden können handelen. Beide die van Zwolle en van Prins Deventer kwamen toen overeen, om, tot be- Willem flisfing der gefchillen, te benoemen Prins Wil- J™ ^*f" lern van Nasfau en den Raadpenfionaris de Raa(}_l Witt(v), die, eerlang, eens werden „dat de penfio- H voorgewende verkiezing van eenen Stad- mris de whou-Wlttba-
C*) Refol. van ConfiJ. VI. 241. Thurloe's Papers, Vol. IV.
è, <to, 61. («) WicQUBFORT Lhr. IX. p. 405.
(v) Uefol. Holl. f Febr. 165t. in TfiiiRr.og's Papers, Vol. IV.
f. 4ÖÖ, 490. Djt Witt Brieven U lied, l/i, 258. £c5
|
||||
410 VADERLANDSCHE XLVIÏI.Boek,
ifj5. „ houder, zo wel ten opzigte van den Prinfe
------- „ van Oranje , als ten opzigte van den Piinfe
flisfen n van Nasfau, zou gehouden worden voor ver-
b^v"vlst» „ nietigd: dat Haarfolte ook afiland doen zou raad.001" »van net Drostampt van Twente , waartoe „ men hem hieldt te zyn aangefteid , en dac „ dit Ampt, by voorraad, zou gelaaten worden „aan den Heere van Bevervoorde," ais 't, na 'c overlyden van den jongften Drosfaard, reeds, als Verwalter, bekleed hadt. De Prins van Nssfau hadt te vooren al verklaard, dat hy, om vredes wille, afiland doen wilde van de waardigheid, hem opgedraagen : 't welk, zelfs door ecüiga Leden, die te Zwolle zaten, niet ongaarne ge- Men zien was (w). Maar de twee partyen, aange- fcpudt'er nomen hebbende , verflag te doen van deeze ïs"i nlCt uitfpraak (V)* vonden de Leden, van welken zy gemagtigd waren, met naame die van Zwol- le , ongezind, om zig aan dezelve te order- werpen. Ook hadt de Prinfes Weduwe gezeid , dat haar Kleinzoon niet van 't Stadhouder- jchap afftondt; al hadt fchoon Prins Willem afftand gedaan van 't Luitenant - Stadhouder- schap : waarom zy het aanneemen van 't Ver- drag zogt te beletten (y). De fcheuring fleep- te , midlerwyl, veelerlei nadeelige gevolgen met zig (z). Hasfelt zelf werdt, door die van Zwolle, in Bloei-of Zomermaand des volgenden jaars 1657, belegerd, en fchreef aan Amfter- dam om byftand (a). Doch toen de tweedragt op 't hoogst geklommen was, werden ze beide de
(iv) De Witt Brieven III. Heel, U. 47.
(_#) Dï Witt Brieven III. Deel, hl. 178. Aitzema ïï\ Deel, tl- »»05. ( 1O Thiirloe's Pupefs, Vel. IV. p. 514, yiS. ("Ir-1 RrCoI. H.t'.l 10, 20. 24 ju!y 16*7. M. S35, 259, 2ÖI,j £n) THt'iu.ü£*a Fspers, Vel. VI.£. 333, 336. |
||||
XLVIII.BoEK. HISTORIE. 411
de partyen moede. Zy kwamen, eindelyk, over- 1655;
een, om de gefchillen, volftrektelyk, te ver- —— blyven aan de uitfpraak der Staaten van Hol* land (J?~), die Kornclis de Graaf, Heer van Zuid- polsbroek , en den Raadpeniionaris de Witt benoemden, om, uit hunnen naam, de zaak af te doen. Zy arbeidden'er, een ige dagen, mee De Stsa- zo veel vlyt, aan (V), dat zy, eerlang, op den j™ va" agtften van Oogstmaand, eene wydluftige Uit- b^iL, fpraak deeden, die inhieldt de beflisiing der ge- eindelyk fchillen niet alleen; maar geheele fchikkingen mi«. op het beleid der Regeeringe, in de Vergade- ringe der Staaten van 't Gewest, en in de min- dere Kollegien en Ampten, De voornaamfte punten kwamen hierop uit: „dat de aanflel- jjling van Rutgert van Haarfolte tot Drost „ van Twente zou gerekend worden, als nier „ gefchied: ook de aanftelling van den Prinfe „Willem van Nasfau tot Luitenant-Stadhou- „ der. Dat het gefchil over de verkiezing van „ den Prinfc van Oranje gelaaten werdt in zy- „ ne waarde en onwaarde, en aan het oordeel „ der genen, die in de Regeeringe zouden „ zyn ,, wanneer zyne Hoogheid bekwaame „jaaren bereikt zou hebben, om de waardig- „ heid van Stadhouder te bekleeden. Dat die „van Deventer vryheid hebben zouden, om „de tegenwoordig openftaande ampten, bin- „ nen den tyd van agt dagen, te verdeelen in „twee gelyke deelen; en dat de andere party „ de keuze hebben zou van een deezser deelen, „om
fb~) Zie. Attzema IV. Deel, il. 168-178. THmu.<m's pa-
pers, fol IV. p. 470. (O D« WfTT firievcn III. Deel, hl. 397, 4*4, 408, 4J5»
.WicguEFORT Uvi, X. p. 5-tr» 545- |
||||
418 VADERLANDSCHE XLVIII. Boek.
|
|||||
W55- »om de aapten? in het zelve gebragt, te be-
~ „ geeven voor de vereeniging der twee par- „ tyen ; doch indien zy hiertoe niet kon ver-
„ liaan , zouden alle de ampten ., vyf jaaren „lang, onbegeven blyven, en het Drostampt „van Twente, uüdlerwyl, bediend worden, „ door den Heer van Bevervoorde. Dat de „ Steden Hasfelt en Steenwyk, voortaan, op „ zaaken van vrede en oorlog , verandering „ van Landregten , verkiezing van Stadhou- „ deren en opitellinge van nieuwe lasten, ten „ Landdage, befchreeven zouden worden, en „ helpen raadpleegen. Dat 'er eene algemee- „ ne Vergiffenis van al 't voorgevallene zou „ afgekondigd worden ; waarvan egter de „maakers der fchimpfehriften zouden uitge- „ flooten zyn (d)" De Geniagtigoen van bei- de de partyen onderwierpen zig aan deeze uit- fpraak, omhelsden eikanderen vriendelyk, ten teken van volkomen' verzoening , bedankten de Graaf en de Witt, en werden, door de Ge- kommitteerde Raaden , uit naame der Staaten van Holland, op de Doeie, ter maaltyd, ont- haald (f): waarna de rust, inOverysfel, ein- delyk, voor eenen tyd, herfteld werdt. Doch terwyl de tvveefpalt aldaar nog duur-
de, werden de Gewesten allen ingewikkeld, in een nieuw onderling gefchil, .-welk egter, door het beleid van Holland, tot geene merkelyke verwydering uitborst. IX. De Veldmaarfchalk , Heer van Brederode, De Veld- ter (V) Zie Refol. HoII. 16 , 17 Auf. %\ Sept. 1657. bh 301,
337. en A-tmuA IV Deel, U. 11(0-195. Thukloe's Panefij IV. VI- p. 459- Refnl. van Coi.fi I. U. 381. (e) De Witt Brieven lil. Deel, tl 413, 413, 415,
|
|||||
XLVIII.Boek. HISTORIE. 413
ter oorzaake zyner onpasfelykheid, het Veldle- 1^5,
gertje, welk, in den aanvang deezes jaars 1655,-------■
onder zyn bevel gefield was , niet hebbende maar-
konnen gebieden, hadt zig naar Spa laaten ^halk voeren, om de geneezende wateren te gebrui- {jZJjLJJ. ken, die hem, nogtans, zo veel nadeels dee- ae fterft; den, dat men aan zyne herftelling wanhoopte. De Staaten van Holland , by deeze gelegen- heid, raadpleegende, op het gene hun, in ge- val hy overlyden mögt, omtrent het begeeven of niet begeeven van de Ampten, welken hy bekleedde, zou te doen ftaan, oordeelden de RaadpeiJionaris de Witt en eenige andere Ge- magtigden der Staaten, dat men het Veldmaar- fchalksampt, in zulk een geval, moest houden voor vernietigd, en dat men, tot het Bevel- hebberfchap van 's Hertogenbosch, moest zoe- ken te doen verkiezen een' Heer , waarop Holland zig, volkomenlyk, mögt können ver- trouwen. Doch hierop was niets beflooten, by de Staaten (ƒ). Brederode zig, midlerwyl, van Spa hebbende laaten brengen naar Petershem by Maastricht, overleedt aldaar, op den dorden van Herfstmaand (g). Hy hadt het Ampt van Veldmaarfchalk, eenige jaaren , bekleed tot genoegen der Staaten van Holland, welker zydehy,terftond na den dood des jongften Stad- houders, gekooren hadt, laatende den bekrom- pen ftaat zyner huisfelyke zaaken hem niet toe, zig te kanten tegen de inzigten van hun» die thans
CO Secr. Refol. Holl. 4, 11 4ug. KT55. I. Deel, il. 21(5,
Si<;. Dr Witt Brievsn III. Veel, 01. 108. Thurlok's Papers, Vol. III p. «S9. U) ArrzEMA m. Deel, il. :io». TauRLOfi's Papers, #M>
&lp- 73'1 74& |
||||
4i,t VADERLANDSCHE XLVIII.Boeé.
k»55. thans genoegzaam 't zelfde gezag in den Staat
—:—oefenden, welk de Stadhoudeis, eertyds, ge- oefend hadden (fi). Zyn Zoon Henrik zogt, in zyne ftede, tot eerften in 't Lid der Edelen van Holland befchreeven te worden. Doch 'c Bé Prin- mislukte hem (*). Zo dra was de Heer van fenwii- Jirederode niet overleeden , of Prins Willem lem en van Nasfau en Prins Joan Maurits booden den Joau _ algemeenen en byzonderen Staaten hunnen ßaannaar ^enst aan » tot bekleedinge van het openge- dicAmpt. vallen Veidmaarfchalksampc (k). Doch het beiluit hierop werdt, ter Vergaderinge van Holland, verfchooven, tot dat het Bevelheb- berfchap van 's Hertogenbosch begeven zou zyn : 't welk, eerst in Slagtmaand, opgedraa- gen werdt aan Joan van Wynbcrgen, Heere van Oudenaller (/_). Sommigen deeden toen veel moeite, om den Heer van Sommelsdyk te doen voorzien met het Bevelhebberfchap van Sluis, welk open viel, door de bevordering van Wyn- bergen(rn')', doch de Staaten van Holland, nog gedagtig aan 't gene zy, in 't jaar 1650, ten zy- nen laste, gehad hadden, bragten te wege, dat het aan den Heere van Noordwyk opgedraa- Mert gen werdt (»). Ter algemeene Staarsvergade- haiKteit ringe, werdt, federt, gehandeld over't begee- beseeven ven van ^et Veldmaarfchalksampt, waartoe ■»au hec dQ Afgevaardigden van Friesland Prins Wil- lem (A) WjCQUEFORT Livr. IX. p- A<)(v.
(i ' Thürlob's Papers, Vol. IV, p. 204.
(i) Rcfol. HoJI. 8, 13 Sept. irtss. bl. 329, 341. Notiil. ZceJ.
iß Sept. 4 Nov. 1C55. bl. 174, 216. Aitzema IIJ. Üeel^ Mi Uli- Tncmi.oii's Papers, Vol. IV. p. 14, 15, 34, «4. i f) uk Witt Brieven III. Deel, tl. f42.
f »O Notul. Zcd. 4 Nov. 11551. bl. 216.
0*j Oe Witt Blieven Ui. Otel, il. i,\t.
|
||||
XLVIILBoek. HISTORIE. 415
lern van Nasfau aanpreezen. Doch die van 1655.
Holland verklaarden, dat hierop nog niets be---------
flooten was, by hunne Edele Groot - Mogend- zelve, ter
heden. Ook meende men, ten deezen tyde,dat alg«nee- Amfterdam , alwaar men egter , onlangs , de vergad9. Prinfes Weduwe vorftelyk onthaald hadt, ge- ringe. heel niet neigde, om Prins Willem van Nas- fau tot Valdmaarfchalk aan te Hellen (0). De gefchillen in Overysfel waren, ten deezen ty- de, in hunne kragt; en Prins Willem fcheen nog niet gezind, om af te ftaan van de waardig- heid, hem, door een gedeelte der Leden van dit Gewest, opgedraagen. Doch de raadplee- gingen op het Veldmaarfchalksampt fchynen di'n Raadpenfionaris de Witt aanleiding ge- geven te hebben, om te beproeven, of ny 'er niet toe te beweegen zou zyn. Immers, de Witt bragt te wege , dat hem en eenigen anderen Gemagtigden last gegeven werdt, om, met de andere Gewesten, te beraamen, 't gene zy, zo ten opzigte van het Veldmaarfchalksampt, als tot behoudenis en bevestiging van de een- dragt onder de Gewesten, overeenkomftig met de bekende inzigten van hunne Edele Groot- Mogendheden, dienftig zouden oordeelen (/>). De Witt en de andere Gemagtigden ontwier- Voorflag pen , kort hierop, een' voorflag aan de Ge- v»n Hol- westen, welke, door die van Holland, werdt y«tó« goedgekeurd , en behelsde 1. „ dat de alge- betrek- „ meene Staaten en de Staaten der byzonde- kelyk. „re Gewesten, uit de openbaare Registers, fügten zouden alle de fcherpe Gefchriften, „te-
O) Thurkip.'s Piipers, Fol. IV. p. 93, 95, 110, III, 113.
Qfj Ster. Rafyl. Uull. iCvNgy. 1655. I. üitt, l/l. 256.
|
|||||
f
|
|||||
4i6 VADERLANDSCHE XL VIII. Boek,'
1655. »tegen de bekende Akte van Uitfluiting in-
-------n geleverd : te gelyk beloovende , deswege,
»geen verder ongenoegen tegen iemant te
„ zuilen betoonen. 2. dat met der daad zou- » den worden vernietigd alle Refolutien, vcr- „meld in de Akte van Vergiffenisfe van den »jaare 1651, met naame die van den agttien- » den van Oogstmaand des jaars 1650, zo ge- „zeii werdt, genomen by hunne Hoog-Mo- »gendheden. 3. dat Prins Willem van Nas- „ iau bewoogen zou worden ," om afftand te »doen van. het betwistte Luitenant - Stadhou- „ derfchap van Overysfel. 4. dat gemelde Prins »"Willem, gekooren wordende tot Veld- j, maarfchalk, zig zou moeten verbinden, om „ geene andere Stadhouderfchappen of Lui- „ tenant-Stadhouderfchappen te zullen beklee- 5, den ; ja dat men, voor 't aanftellen van „ eenen Veldmaarfchalk , tot eene algemeene „Wet maaken zou, dat geen Veldmaarfchalk „Stadhouder of Kapitein-Generaal zou mo- „ gen wezen van een der Vereenigde Gewes- „ ten ; doch zo men , tegenwoordig , eenen „Stadhouder van een of meer Gewesten tot „ Veldmaarfchalk verkoos, zou hy zyne Stad- „ houderfchappen mogen behouden. 5. dat de „ Veldmaarfchalk alle Verdragen , met uit- „ heemfche Mogendheden aangegaan , en by- „zonderlyk de jongfte Vrede met Engeland, „plegtiglyk, zou moeten bezweeren (#)•" Vindt Deeze voorflag, die, federt, meen ik, onder *eeu' den naam van Harmonie, bekend CO» en Fries- "»n«- land py) Secr. Refol. Holl. s Dicemh. 1655. X.üeel, tl. 257. DJ
Witt Ilrieven Hl. Deel, hl. 14S, 145)5 161, 00 Zr* '«er vot,r» *'• 39^* |
||||
XL VIII. Boek. HISTORIE. 417
land en Stad en Lande, door Prinfe Willem van 1Ö55.
Nasfau, aangepreezen werdt (V), ter algemee- -------»
ne Scaatsvergaderinge gebragt zynde, werdt,
door Zeeland, van de hand geweezen (f). De andere Gewesten maakten 'er ook eenige zwaa- righeid in. Ondertusfchen, ftondt Prins Wil- lem van Nasfau, hoop fcheppende , naar 't fchynt, uit den voorfhg van Holland, op het Ampt van Veldmaarfchalk, het betwistte Stad- houderfchap van Overysfel af. Men wil, dat hem ook gevergd werdt, te bewilligen in de Akte van Uitfluitinge («): waartoe hy egter, geenszins, befluiten kon. Doch ter algemeene Scaatsvergaderinge, werdt, in eenen geruimen tyd , niet gerept van 't aanftellen van eenen Veldmaarfchalk. De Gewesten waren niet ge- zind, om in den voorflag van Holland te be- willigen, en verfchilden onderling; en Holland hadt geen belang, om op 't begeeven van 't Veldmaarfehalksampt aan te houden (v): hoe- wel verfcheiden' Leden van dit Gewest zig ui- terlyk zeer genegen toonden voor het Huis van Oranje, 't welk fommigen zeggen deedt, dat zy zig hunner Vryheid fchaamden (w): terwyl van den anderen kant, 't gedrag van Prinfe Wil- lem van Nasfau den vrienden van het Huis van Oranje zeer tegenftondt (pc). Voorts, warende 0nfouw raadpleegingeri op het Veldmaarfehalksampt, ^?ts e reeds eerftca
(s~) Thorlor's Papers, Val. IV. p. fity.
(t~) N)tul. Zeel. ij, 10. xi Fcbr. 165W. lil. Ij, 13, 17. Thu&-
loe's Papers, Vol. IV. p. rji. O) Thoiuoe's Papers, Vol, IV. p. 241.
(.r) Thckloks Papers, Vol. IV. p. 173, 202, aöo, 290/331;,
332, 568, 612, r.37. fw TiiöRr.ox's Papers, Vol. IV. p, 202, 2G2«
(#) Thukl'ju's Papers, VJ. IV. p. 637.
XII. Deel. Dd
|
||||
413 VADERLANDSCHE XLVIII. Boek;
|
|||||
1655. reeds te vooren, een weinig geftremd gewor-
------■ den, ter gelegenheid der ontdekte ontrouw van
Klerk Joan van Mesfen, eerften Klerk van den Raad-
ontdekt penfionaris de Witt (y~), die, federt eenigen tyd, zyn werk gemaakt hadt, om de geheimfte Stuk- ken , Brieven en Refolutien af te fchryven en te leveren aan eenen Dirk van Ruiven (2), die- de zaaken van Prinfe Willem van Nasfau, in den Haage, waarnam, en, zo fommigen mel- den, en zelfs niet donkerlyk blykt, uit het von- nis , naderhand, ten zynen laste geweezen, den Prinfe ter hand itelde , 't gene hy byzonders van van Mesfen hadt weeten te bekomen, Hierdoor was uitgelekt, 't gene, in den jaare 1654, met Kromwei, gehandeld was. Ook hadden van Mesfen en van Ruiven zig niet ver- genoegd , met het ontdekken van geheime waarheden; maar zelfs, tennadeclevandeWitt, dingen verdigt, die hem ten hoogfte ftrafbaar gemaakt zouden hebben, zo ze waaragtig ge- weest waren. Hy zou, onder anderen , door middel van Beverningk en Nieuwpoort, óen Proteftor hebben getragt te beweegen, omee- ne Vloot te zenden op de Zeeuwfche kusten, en Zeeland, daardoor, te dwingen, om Hol- land, in 't ftuk der Uitfluitinge, mede te vallen : waarna men, zelfs in Holland, Engelsch Krygs- volk brengen zou, onder eenen Engelfchen O- verftp. Ook zou hy het Haarlemsch Lymvaut hebben willen doen verbieden in Engeland, Wyders, zouden deeze twee luiden, of een van beide de Brieven van den Raadpenfiona- ris
Cv) D« Witt Brieven Hf. T>tt~. K. t«i.
('zj Secr. Hclol. Hol'. 21 , 52 Sept. i^icj, I. Dsel, bh 2Z<ï» S31 Thurloe's Pau-r», Vol, IV. ,v, ;3j 35, |
|||||
XLVIII. Boek. HISTORIE. 419
|
|||||
ris hebben gezogt te onderfcheppen , en een \$$$
koffer, waarin de geheimfte papieren bewaard men, met hunne kennis, op zyn leeven hebben toegelegd. Alle deeze dingen en meer anderen ftaan vermeld, in de Sententien van den Hove, gedagtekend den zevenentwintigften van Wyn- maand: waarby van Mesfen oneerlyk verklaard,- en voor altoos } van Ruiven, alleenlyk voor tien jaaren, uit Holland, Zeeland, Friesland, dat is , Westfriesland, en Utrecht, gebannen werdt (a~). Doch deeze ftraf werdt, by vee- len, en, zo ver zy van Mesfen raakte, ook by de Witt (£), voor veel te zagt gehouden. De zaak van 't Veldmaarfchalksampt bleef, x.
ondertusfchen, fleepen, tot omtrent den aan- Nieuwe vang des jaars 1657; wanneer de Heer Joan P00«1"- Mulert, die, wegens Overysfel, voorzat, ter benige" algemeene Staatsvergaderinge , voorftelde , Gewes- wdat de Staaten, zyne magtigers, toeftonden, ten, on» 3, dat Beverningk bezit name van het Thefau- f?"*? „ rierfchap-Generaal, in gevolge van het be- ml&T' „ fluit, welk den twintigften van Winter- fchalk te „maand laatstleeden genomen was," en waar- <i?en ver- in Friesland nog niet bewilligd hadt (c). Elk kiezeiu ftondt verwonderd, over deeze toegeevend- heid, alzo Mulert bekend was voor een' der voornaamften van die partye in Overysfel, wel- ke meest met Holland verfchilde. Ook nam hy, tot het doen van een voorftel, welk aangenaam moest
(<0 2& ile Senrent. by Aitzema Hf. Deel, tl. 1194, 1195.
( b) Ds Witt Brieven I. Deel, hl. 223. III. Deel, il. 124,
135. WiCQiiKFonT Lhr. IX. p. 499« (c~) De Witt Rrievcn UI. Deel, hl, 310. Aitzema Hf.
Deel, i/i. 1311 , 1312. T'HURLOb'ï Papers, Fol. V. p, 661* 662, 700. Dd a
|
|||||
420 VADERLAKDSCHE XLVIII. Boek.
ÏÖ55. moest zyn aan Holland, eenen tyd waar, das
—-----de Witt en verfchtiden' andere Holiandfche
Afgevaardigden afweiig waren ; 't welk de ver-
wondering vermeerderde. Doch men meende het oogmerk van dit alles te ontdekken, toen Epo Bootsma , ■ wegens Friesland zitting heb- bende ter Generaliteit, op het voorftel van Mulert, by wyze van inval, zeide „ dat het „ zeer vreemd was, dat men, over de zaak „ van het Thefaurierfchap , by meerderheid „van ftemmen, befloot, en dat men zwaarig- „ heid maakte, om het zelfde te doen, in de „ begeevinge van het Veldmaarfchalksampt, „welk zo lang open geweest was." Mulert, dit zeggen opvattende als een' volkomen voor- Ilag, lei het, terftond, in beraad. De Afge- vaardigden van Holland verzogten , dat men uitftelde, over dit iluk, te befluiten, tot dat de Staaten van dit Gewest byeen zouden zyn. Die van Gelderland verftonden , dat men Holland hierin te wille behoorde te zyn. Die van U- trecht weigerden te ftemmen. Doch Mulert be- iloot, des anderendaags, met vier Gewesten, dat men, tot het naarzien van 't Berigtfchrift voor eenen Veldmaarfchalk , eenigen uit de Vergadering magtigen zou; en daarna treeden, tot de begeevinge van dit aanzienlyk Ampt. j5ever- Beverningk, die thans zitting hadt in de Ge- iiingk en kommitteerde Raaden, was, des avonds voor anderen <jat de eerile voorflag gefchiedde, in den Haa- datrnen Se gekomen, en vernam wel haast, dat dePrin- 'er over fes Weduwe deeze zaak hadt doen leevendig befluite. maaken, uit eene boodfchap der Prinfesfe zel- ve, die hem voorhieldt, dat .men 't, ter Gene- raliteit, zo ver gebragt hadt, dat Prins Wil- lem |
||||
XL VIII. Boek. HISTORIE. 421
lern van Nasfau haast tot Veldmaarfchalk zou
verkooren worden; hem, voorts, verzoeken- de , hiertoe de hand te willen leenen, of 'er zig ten minfte niet heviglyk te willen tegenkan- ten. Doch Beverningk verklaarde, rondelyk, dat hy zulk een beiluit, uit al zyn vermogen, zou zoeken te belerten. De Gekommitteerde Raaden, thans, behalve Beverningk, de Heer van Wimmenum, de Heer van Merode, Zwa- ger des Heeren van Übdam, die, in 'c jaar 1654, in de Ridderfchap befchreeven was (ß), Oost- dorp , Meerman, Kortenhoef, Abbefteeg en Goe- ree, waren 't volkomen met hem eens. Men vervoegde zig, in vollen getale, ter Generali- teït, iprak met de Afgevaardigden der andera Gewesten in 't byzonder, en zogt, op allerlei wyzen , de Leden tot uitftel en maatiging te beweegen. De Gelderfche Afgevaardigden verfchilden van gevoelen. Doch een derzel- ven, die meest met Holland eens was, hielde door onpasfelykheid het bedde. Beverningk bewoog hem egter, naar de Vergadering te gaan, daar hy te wege bragt, dat Gelderlands meening, fchoon, volgens een befluit der Staa- ten, waarvan Friesland een affchrift vertoon- de , {trekkende tot bevordering van Prinfe Willem van Nasfau , niet duideiyk verklaard werdt. Hierop was het befluit gevolgd, welkwy boven gemeld hebben. Maar de Gekommitteer- de Raaden verklaarden, te verftaan „ dat men „ een Gewest geen Legerhoofd over 't Krygs- „ volk ter zyner betaalinge ftaande, zyns on- „ danks , vermögt op te dringen 5" daarby ver«
O'") AiTZKMft III. Deel, II- 1106.
Dd 3
|
||||
4*2 VADERLANDSCHE XL VIII. Boek.
|
|||||
%6SS. verzoekende , dat men de vastftelling van 't
Sr—— genomen befluit, nog veertien dagen, wilde uitftellen. Hiertoe liet zig een der drie Zeeuw- fche Afgevaardigden, eerst, beweegen, en de Vergadering bewilligde 'er, eindelyk, in (<?)• De Staaten van Zeeland , federt vergaderd zynde, beflooten, nog in Louwmaand, den Prins van Nasfau, Stadhouder van Friesland en Gro- ningen, ter Generaliteit voor te flaan tot Veld- maarfchalk, gelyk eerlang gefchiedde (ƒ). xj Doch de Staaten van Holland, ook in mer- Hoiiand kelyken getale byeengekomen , hadden, reeds
fchryft te vooren, verklaard, dat dit Ampt niet by o- 'er over, verftemming zou mogen begeven worden (g~). andere ^Y zonden, daarenboven, eenen beredeneer- Gewes- den Brief af aan de andere Gewesten , waarin zy «»• beweerden „ dat het aanftellen van eenen Veld- je maarfchalk over de krygsmagt van alle de „ Gewesten, tegen den zin van eenig byzon- n der Gewest, eene blykbaare inbreuk was op ,, deszelfs hoogfte magt. Dat men, tegenwoor- dig, niet alleen geenen Veldmaarfcbalk noo- „ dig hadt; maar dat men dit Ampt, zelfs „ voor altoos , behoorde te vernietigen, en „dat men, in geval van nood, het opperbe- n vel over het Leger, flegts voor eenen Veld- „togt, opdraagen moest. Dat Holland gaar- „ ne in onderhandeling treeden wilde, om dee- „ ze dingen klaarlyk te bewyzen. Doch zo men „ voort-
f» De Witt Brieven III. De tl, hl. 313 enz. Aitzesm IV.
Heel, hl. 3. Thurloe's Papers, Vol. V. p. 734, 750. F»l. VI. p. IT, 'S«
(f) Ds Witt Rrieven III. Deel, il. 327, 318, 331. Aitze*
MA IV. /)eel, bl. 3, 7. f,?) Refol- II..H. 12, 17, 23 yamaty 1657. **• 5« *°i *9> *>
Refol. v»n Confid. ik 283 , s86, a<H-, |
|||||
XL VIII. Boek. HISTORIE. 423
„voortginge met het aanftellen van eenen 14&.
„ Veldmaarfchalk, zouden de Staaten van dit —— „ Gewest de middelen, die de voorzienigheid „hun in handen gefield hadt, gebruiken, om „ de . Vryheid en Souverainiteit van hun Ge- „ west te befchermen (A)." Zy lieten 't niet by deezen Brief; maar traden, kort hierop, tot het ontwerpen van een Berigtlchrift voor het Overhoofd, welk zy, over het Krygsvolk ter hunner betaalinge ftaande, voorgaven, te wil- len aanftellen. Volgens dit Ontwerp, zou zulk een Overhoofd geen Stadhouder of Kapitein- Generaal van eehig byzonder Gewest mogen zyn, geene vreemde Mogendheid mogen die- nen , noch mogen ftaan naar het Stadhouder- fchap van Holland. Ook zou hy zyn Ampt flegts een, of ten langde twee jaaren agtereen mogen behouden (t). Wy houden ons niet op, met de overige punten van dit Ontwerp, om- dat het, ten deezen tyde, niet ter uitvoeringe gebragt, en eenige jaaren hierna, by eene ande- re gelegenheid, merkelyk veranderd werdt. Midlerwyl, kwam 'er antwoord van de Staa- Ant« ten van Friesland op den Brief van die van woord Holland, behelzende „dat men, zelfs met be- vanFries- „ williging der Afgevaardigden van Holland, Hollands „in de groote Vergadering des jaars 1651, brief, „vastgefteld hadt, dat de Krygsampten , die „ter begeevinge der gezamenlyke Gewesten „plagten te ftaan, voortaan, ook door dezel- „ ven, begeven zouden worden. Dat het „Ampt
CA) Zie den Brief in ie Refol. van Confiil. hl. 490 en ty
Aitzema IV. Deel, hl. 3. (O Zie Refol. van Confid. hl. 296. Secr. Refol. Holl, *j>
jftm, 1657. I. üeel, hl. 300. Dd 4
|
||||
424 VADERLANDSCHE XLVIILBomc.
|
|||||
löft. »Ampt van Veldmaarfchalk in 't byzonder ,
„te vooren, door de algemeene Staaten, be- „ geeven was , zelfs laatftelyk aan vvylen den „ Heere van Brederode. Dat de Gewesten, „ over alles, by meerderheid van ftemmen, be- „flooten, zulke zaaken alleenlyk uitgenomen, „tot welken by de Unie eenpaarigheid ver- „ eischt werdt, waaronder het aanftellen van „eenen Veldmaarfchalk niet genoemd was. „Dat het, hierom, redelyk was, dat Holland „zig, in dit ftuk, onderwierp aan de meeste ¥ ftemmen, en Prins Willem van Nas£m hielp „aanftellen tot Veldmaarfchalk : waarover „men ook niet weigerde, in nadere onderhan- Gal- » deling te treeden (/f)." Gelderland verklaar- «kriand de, den twaalfden van Lentemaand, dat de en Stad Brief van Holland nadeelige regels van Staat- en Lan- kunde inhieldt (7). Van Stad en Lande kwam een diergelyk antwoord als van Friesland (m)> Wat de andere Gewesten fchreeven, is my niet gebleeken. De Staaten van Holland, die nog niet verklaard hadden, dat zy Prins Willem niet met dit ampt zouden bekleëden; ja die zelfs, in hunnen vooiflag tot bevordering der ruste en eendragt, in 't jaar 1655 gedaan, gefchee- nen hadden te zeggen, dat zy 'er hem toe voor- fchikt hadden onder zekere voorwaarden; von- den zig zo fterk geperst, door Friesland en door andere Gewesten («), dat zy, in Bloeimaand des jaars \ 657 , een wydlufcig Vertoog zon- den (*) Zie den Krief by Aitzp.MA ]V. Deel, bl. 7.
(I ', Zie Aitzema IV. Deel, tl. y, 11. Thurloe's Papers, t'tl. VJ. p. BR. OO Zie AiizPMA IV. Deel, H. 9. f.nj Refoi. Huil. 14, xiälaert, aöApril 1657. bl. 58,85,1221 |
|||||
\
|
||||||||
XLVHLBoek. HISTORIE. 425
den aan de Gewesten, (trekkende, om te be- 155.5,
wyzen „ dat de Staaten van elk Gewest volko- |
||||||||
„ men gezag hadden, over het Krygsvolk ter Holland
„ hunner betaalinge ftaande, en dat de algemee- beweert, „ne Staaten geen vermogen hadden, om, by ^Jjf"f_ „ overfternrninge , zulk een Overhoofd over tig ver- „'t Krygsvolk der gezamenlyke Gewesten aan toog,dat „te ftellen, welk ook gezag hebben zou over e!Tk,.Ge" „ het Krygsvolk , ftaande ter betaalinge van ^Jcn0" „ een Gewest, weUt in de aanftelling des O- gezag „ verhoofus niet hadt bewilligd." Men be- heeft, o- diende zig, hiertoe, van de volgende redenen: £er het „ Dat de Nederlanden, voor en na dat zy on- v^fst~ r j, der de Huizen van Bourgondie en Oosten-zynerbe- „ ryk gekomen waren , afzonderlyk op zig taaihiga „ zelven befhande Souveraine Staaten waren ftaatute, „geweest. Dat zy zo waren gebleeven, fe- „ dert de Unie van den jaare 1579; by 't eerfte „ Lid van welke , elk Gewest de behoudenis „ zyner vryheden en voorregten bedongen „hadt. Dat het gezag en bewind over het „ Krygsvolk , onder de wezenlykfte deelen „ deezer vryheid , gerekend moest worden. „ Dat geen Gewest hiervan immer afftand ge- „ daan hadt , fchoon zy aan de Vergadering „ der algemeene Staaten en aan den Raad van „Staate magt gegeven hadden, om op de be- „ feherniing van den Staat te raadpleegen ; „ blyketide by de ftukken , dat de byzondere „ Gewesten, na 't fluiten der Unie, meermaa- „ len , Krygsvolk aangenomen en afgedankt „ hadden, en het Krygsvolk ook hadden doen „ zweeren aan de Staaten der Gewesten, „ waarin het gelegd werdt. Dat, uit hoofde „ van dit regt, de Bevelhebberfchappen over Dd s „de |
||||||||
426 VADERLANDSCHE XLVIII.Bobk,
|
||||||
»de fterke Plaatfen binnen een ftemmend
» Gewest, door de Staaten van zulk een Ge- »west, begeven werden. Dat de Staaten, Be- tt taakheeren , buiten dit, nog een byzonder »regt hadden over het Krygsvolk ter hunner »betaalinge ftaande , beftaande in de begee- »vinge van alle Krygsampten onder het zel- »ve, en in de vryheid om zig van het zel- » ve , of door hunne Kapiteins-Generaal , of »op eenige andere wyze , binnen en buiten » hun fouverain gebied , te mogen bedienen, »ten nutte van den Staat; behalve wanneer » het bezetting hieldt, binnen een ander ftem- » mend Gewest, aan de Staaten van welk, het »eerder en meerder gehoorzaamheid fchul- » dig was dan aan de Staaten - Betaalsheeren. „ Dat de Prinfen van Oranje de Krygsampten » wel begeven hadden , als 't Leger te velde »was, of onder vreemde vendels; doch niet, „ ten minfte niet zonder tegenfpraak, onder „ 't Krygsvolk van een Gewest, welk een* „ anderen Stadhouder en Kapitein - Generaal „hadt. Dat hieruit volgde, dat zy de Krygs- „ ampten niet hadden können begeven , als „ Kapiteins -Generaal der Unie; maar als Ka- „ piteins - Generaal der byzondere Gewesten, „ over welken zy Stadhouders waren, en in „ gevolge van het gezag, hun door de Staa- „ ten van zulke Gewesten opgedraages. Dat „de byzondere Staaten ook dikwils Krygs- „ volk buiten hun Gewest gezonden , verlegd wen gebruikt hadden, gelyk, met menigvul- 99 dige voorbeelden , beweezen werdt. Dat B Prins Maurits en Graaf Willem Lodewyk, pte gelyk, en ftaande in even hoog gezag, „het
|
||||||
•
|
||||||
XLVlII.BoEK. HISTORIE. 4a?
„ het bevel gehad hadden, elk over de Krygs- „555.
» magt der Gewesten , waarvan hy Stadhou- ------
„ der was , en dat zy zig beide, meermaalen,
» van hunne troepen bediend hadden , enkel „ op last der byzondere Staaten. Dat men het n zelfde, ten tyde van Prinfe Fredrik Henrik „ en Graave Ernst Kafimir, gezien hadt. Dat, „ wyders, Holland , op de groote Vergade- „ ring , duidelyk, eenpaarigheid gevorderd „hadt, tot de aanftelling van een' Overhoofd „ over 't Krygsvolk. Dat men het Ampt van „ Veldmaarfchalk wel bleef aanmerken, als 5, een Ampt, welk, door de algemeene Staa- „ ten, behoorde begeeven te worden; doch niet „ met gezag over 't Krygsvolk van een Ge- „ west, welk in de aanftelling van deezen of „ geenen byzonderen Veldmaarfchalk, niet „ bewilligd hadt; alzo zulks zou ftryden, met „ het regt en gezag over 't Krygsvolk, welk „ieder Gewest zig altoos hadt voorbehouden. „ Dat ook de algemeene Staaten , in dit op- „ zigt, gelyk in veele anderen, niets doen kon« n den , dan uit kragte der eenpaarige bewilli- » ging van alle de Bondgenooten. Dat de al« „ gemeene Staaten, op geenen anderen grond, ,3 voorheen , Lastbrieven aan Veldmaarfchal* „ ken verleend hadden. Of zo zulks, fomtyds, „ ondernomen was, by meerderheid van ftem- „ men, was het niet zonder hevige tegenkan- n tingen gefchied ; wanneer het regt alleen „voor de magt hadt moeten wyken. Dat „Friesland zélf aan de algemeene Staaten „ geen bewind over Krygszaaken hadt willen „afftaan, dan met beding, dat het Krygsvolk „ van dit Gewest zou ftaan, onder den Stad- „hou-
|
||||
428 VADERLANDSCHE XLVIII. Boek.
1655. »houder en Gedeputeerde Staaten. Dat hei
»aanftellen van eenen Veldmaarfchalk thans |
||||||
en dat „ o0k noodeloos was, om dat de Staat geen
gen- te~ » LeSer in 'l veld hadt' §elyk de laatfte Veld"
woordig v maarfchalk, na 't fluiten der Munfterfche geenen » Vrede , in deeze hoedanigheid , naauwlyks
Veld- w een igen dienst hadt gedaan. Dat men, in fthai'k »tyd van nood , eenen Veldmaarfchalk aan- noodig »ftellende , zulks flegts voor édnen veldtogt beeft. n behoorde te doen, zynde, uit de Historien, »kenbaar, hoe gevaarlyk een geduurig Over- n hoofd over 't Krygsvolk ware voor de Vry- j) heid. Dat andere Ryken en Staaten ook ge- » woon waren, zulke Overhoofden niet te kie- n zen, voor 't opkomen van den oorlog. Das n de Friezen, van ouds, zeer zorgvuldig ge- 5, weest zynde , om hunne vryheid te bewaa- n ren, nu den weg niet inflaan moesten, om ze, jjt'eenigen tyde, te verliezen. Dat ten min- „fte die van Holland vastelyk gezind blee- n ven, om zig te handhaaven in het regt over „ 't Krygsvolk, welks gegrondheid in dit Ver- wtoog beweerd was (0}." Dit rustig befluit der Staaten van Holland bragt de andere Ge- westen een weinig tot bedaaren (/>). Prins Wil- lem van Nasfau zelf, niet gezind om zig Hol- land geheel te vyand maaken, liet, fchoon hy, zo wel als Prins Joan Maurits, in 't voorjaar, zynen dienst, als Veldmaarfchalk, den Staaten van Holland, nog wederom, aangeboodenhadt (#), allengskens na, te dringen op zyne bevor- de-
(jej Zie <lc DeJuiïl. in i'e Rcfol. van Confiil. hl. 399 enz, en
Vy A1TZP.M4 IV. Deel, W. 14 enz. (p) Tuurloe's Papers. Fol. VI. p, 395.
(fJKelbl. Holl. « January . 13 Milert 1657. hl. 23, 55.
Tm i:r.0E's pakers, i'U. VI. p, 2, 40. |
||||||
XLVHI.BoEK. HISTORIE. 429
dering tot dit Ampt. Men meent, dat deeze 1^5.
gemaatigdheid hem den v/eg reeds gebaand-------.
hadt om het te verkrygen (r), toen hy, door
een ongelukkig toeval, aan zyn einde kwam: waarvan wy, hierna, breeder gewaagen zullen. In Oogstmaand des jaars 1658, deedt Amfter- dam een' voorflag, om eenen Veld m aar fchalk, voor twee of drie jaaren, aan te ftellen. Doch de andere Leden bleeven by het voorige be- fluit (/). Prins Joan Maurits verzogt, in Slagt- maand des zelfden jaars, nog eens, om het Veldmaarichalksampt; doch by die van Hol- land, werdt niets, op dit verzoek, beflooten (V). De Staaten van dit Gewest meenden te meer xir.
reden te hebben, om het aanftellen van eenen Hollands Veldmaarfchalk te verwylen, alzo men, uit de £°'°&m' raadpleegingen hierover , agterdogt gefchept Engeland hadt aan het Engelfche Hof; en zelfs gedree- te vriend ven, dat de opdragt van dit Ampt aan Prinfe te ho«- Willem van Nasfau de kragt der Akte van den" Uitfluiting, voor een groot deel, verydelde (ju). Men deedt dan der Regeeringe van En- geland , welker vriendfchap Holland gaarne behouden wilde, dienst met het uitftellen der begeevinge van dit gewigtig ampt. In de Len- te deezes jaars 1655, hadt men, om gelyke re- den, op een gerügt, dat Koning Karel de II. zig op 't Huis te Teilingen bevondt(v), naauw- keurig onderzoek hiernaar laaten doen ; doch berigt bekomen, dat hy 'er niet geweest was. Maar
CO WicjnEFORT I.bir. X. p. 5*2. Aitzema IV. Deel, bl. 4*.
CO Sacr. Kefol. Holl. 8 Aug. i6s5- I. Heel, bl. 605. CO Refol- Holl. 22 A'oy. 1658. bl. 343. C») ZU De Witt Brieven III. üert, bl. qj, 171. Taua- 4,of.'s Papers, Vul. III. p. 747. Vul. IV. p. 103, 104. (O Set Thürlqe's Papers, Vul, V. f. 517. |
||||
43o VADERLANDSCHE XLVIII. Boek.
1655. Maar de Hertog van Glochester, zyn Broeder,
—----wat laater, in den Haage gezien zynde, werdt
genoodzaakt, Holland te ruimen. Koning Ka-
rel bevondt zig, in Grasmaand, wederom te Keulen («')> vanwaar hy, onlangs, een togtje gedaan hadt, zonder dat men wist werwaards. Sommigen fchry ven, dat hy in Zeeland, en wel te Middelburg (V) geweest was (y~). Doch on- aangezien Holland, in 't byzonder, Engeland en den Proteétor, op allerlei wyze, zogt te be- haagen , hadt de handeling van Nieuwpoort over een Verdrag van Zeevaart traager voort- gang. De oorlog met Spanje was oorzaak, dat de Proteftor zulk een Verdrag niet fluiten kon; alzo hy den Staaten daarby vryheden zou heb- ben moeten toeftaan, welken hy hun, in dee- zen oorlogstyd, misgunde. Maar omtrent dee- zen tyd was 'er iet voorgevallen , 't welk de twee Gerneenebesten nader fcheen te zullen vereenigen , en eerlang een onderwerp werdt der handelinge van den Staatfchen Gezant Nieuwpoort. . Van de dertiende eeuwe af, hadt zig de ge- der°Wat- zindheid der Waldenzen onthouden in het Dau- deiizeninfiné, en in de dalen van Piemont. Doch op Piemont. het einde des voorleeden jaars 1654, deedt de Hertog van Savoje, die, ter gelegenheid van den kryg tnsfchen Frankryk en Spanje, een Le- ger op de been hadt, den Waldenzen in Pie- mont aanzeggen , dat zy, binnen twintig da- gen, den Roomichen Godsdienst aanncemen, of
CwO Rcfo'. HoII. 17, 63 Maart, I May 1655. tl. 51,70,164.
DE Witt litïeven III Deel. M. 21, 27, 32, 4«, 57. (xï Thuulor's Papers, fok III. p. 376. (_y~y Rapjn Tom. IX. p. 75. |
||||
XLVIII.BoEK. HISTORIE. 431
of het Land ruimen zouden moeten. De Mark-
graaf van Pianeze , eerfte Staatsdienaar des Hertogs, federt, geene kans zienda, om zig meester te maaken van de enge wegen der Al- pen , en de Waldenzen met geweld te bedwin- gen , hieldt hun voor, dat de Hertog hun vry- heid van Godsdienst toeftondt, zo zy gedoo« gen wilden, dat een gedeelte van zyn Leger, voor eenigen tyd, in hun Land trok, om zig te ververfchen. De Waldenzen, niet args ver- moedende, bewilligden hierin. Doch naauw- lyks hadden zy zes Franfche Regeinenten en twee Savoifchen en lerfchen ontvangen, of zy werden, onverhoeds, overvallen, en, voor een groot gedeelte , deerlyk omgebragt, ter- wyl hun Land aan plondering, brand en ver- woesting overgegeven werdt. 't Getal der ge- fneuvelden werdt op omtrent vierduizend be- groot (z). Eenigen ontkwamen uit de alge- meene elende, en weeken naar een ander ge- bied. Sommigen verftaken zig, in ongenaak- baare plaatfen van't gebergte, enkreegen, al- lengskens, eenige meerdere vryheid. Hunne Geloofsgenooten in het Daufiné en Langue- doc gaven kennis van hunnen jammerlyken toeftand aan de Protestanfche Zwitferfche Kantons; die aan den Proteétor Kromwei, en aan de Staaten der Vereenigde Gewesten fchreeven om hulpe (et). Kromwei fcheen ge- negen , om den verdrukten Waldenzen by te ftaan, en fchreef verfcheiden' brieven aan de Staaten, om 'er hen, insgelyks, toe te bewee- gen
CO Thiirloe's Papers, Pel. IV. p. 44*.
la) Thl'rlub's Papers., V*U III. f. 448, |
||||
43* VADERLANDSCHE XL VIII. Boek.
|
|||||
i<?55- gen CO* Doch de Staaten, reeds in vroeger'
.------ tyd ondervonden hebbende , wat het oorioo-
gen, in en omtrent Italië, voor hun inhadt, en
daarenboven belemmerd met de uitrusting naar 't Noorden, vonden ongeraaden, hunne wape- nen te gebruiken, om de Piemonteezer Dallui- Geid^er- ^2n te befchermen. Zy deeden egter eetie aan- zameiing zienlylee verzameling van penningen (2), ten voor hun, hunnen behoeve (&): de uitdeeling van welken j'er !e aan die van Geneve toevertrouwd werdt (c). Zy fchreeven ook voor hun naar Frankryk en aan den Hertoge van Savoje, en beflooten, eerlang, den Heer van Ommeren te zenden naar 't Hof van Turin (d), om, nevens George Dow- ning, Gezant van Engeland by de Protestant- fche Zwitferfche Kantons, middelen voor te Zy vor- flinn, tot bevrediging. Doch toen hy in Zwit- draagcn Ierland kwam, vernam hy, dat 'er, door be- zig, met middeling van Frankryk , reeds een Verdrag toge vau tusfcnen den Hertog van Savoje en het over- Savoje. fchot der Waldenzen getroffen was (e). De Hertog vergaf hun hunnen opftand; doch op zeer harde voorwaarden. Hy wilde egter den naam hebben, dat hy hun gunst bewees, om de
ffc") I'efol. IToll. ?o Jitly, 5 Jug. 1655. hl. af*, 301* AlT"
71MA 111. Deel, hl. 122«, 1240. Thuiuoe's Papers, Vol, III. p. 47(1. (c ) Refol. Ho!!. 2 OBoh. 23 Nov. i6?5. hl. 361. 3!>p.
(tï) De Witt Ürievcn I. Deel, hl. 212, 215, 21I}. III. Deel,
hl. ca. Cc See Thiibloe'.s Papers, Fol. IM. p. 626. Vol. VI. p. ic8',
3)0, Ö4Ü Vol, V. p s.;0 (1) Men vindt twee van deeze Brieven, in John
Mii.TONs Works, Vol. 11. p. 185, ïjip. (2) Ter fomme van twechonderdeenduizendentwee«
entwintig guldens en zeven ituivers. Zie Aitzema 111. Deel, bl. 1340. |
|||||
XLVIILBoek. HISTORIE. 433
da voorfpraak van Engeland en van de Veree- i6$j.
nigde Gewesten, die ze 'er, fchriftelyk, voor ren, verneemende, dat men 't eens geworden was, begaven zig niet naar het Hof van Turin. Da Protestantfche Kantons zouden , naar alle waarfchynlykheid, betere voorwaarden heb- ben können bedingen voor de Waldenzen; doch zy lagen, ten deezen tyde, overhoop met de Roomfche 'Kantons (ƒ), en moesten, om deeze reden, den Hertog van Savoje ontzien. Zy verzogten zelven ook hulp van de Vereenig- de Staaten ; doch de tegenwoordige toeftand der zaaken gedoogde zulks niet. De Kantons bevredigden zig ook onderling , in de Lente des jaars 1656. Niet lang hierna, fchoot men Onder- aan het Gemeenebest van Geneve dertigdui- ftand »^ zend guldens, tot verbetering der Vestingwer- Genere» ken (g). De zaak der Waldenzen, die, nog lang na deezen, beweeging maakte(£),fcheen, in 't eerst, gelegenheid te zullen geeven, tot een' naauwer Vereeniging tusfchen den Protec- tor en deezen Staat. Kromwei, als wilde hy zig, zo wel als de Koningen van Engeland voor- heen, den titel waardig maaken van Befcher- mer des Geloofs, betoonde grooten yver, om zynen verdrukten Geloofsgenooten by te ftaan* De Staaten handelden ook met hem over de middelen , welken men , hiertoe , hadt in 't werk te ftellen (i). Doch de beide Gemeen&- bes-
Cn Zie Keer. Refi.I. Holl. 17 Die. 11I55. I. Deel, H.a.67,
(•£) Aitzema KI. Deel, hl. laag enz. 1938. Wicquefor^ Lhr. IX. p. 502 £?/kó'. Thurloe's Papers, Pok V. p. 355. » '(/«) Zie Aitzema V. Deel, ". 295-302. (i) Rcfol. Huil. 5, 8, 10 Juny 1(155. tl. 230, 235. XII. Deel. Ee
|
||||
434 VADERLANDSCHÊ XLVIII.Boés;
1655. besten hadden de handen thans zo vol werks,
— '■ dat zy zig niet dieper fteeken konden in de zaak der Waldenzen. XIII. De uitrusting van 's Lands Vloote naar 't
Holland Noorden veroorzaakte zulke zwaare kosten, derfde ^at men wel noodiS hadt» °P net uitvinden
renten en van geldmiddelen hiertoe verdagt te zyn. Ook intresten hadt de Witt, federt eenen geruimen tyd, alle Tan vyf zyne kragten ingefpannen, om de renten en in- ?LuieT tresten, die Holland betaalen moest, te ver-
ten non- . , i . . . , derd. minderen van den penning twintig tot den penning vyfentwintig, dat is, van vyf tot vier
ten honderd. Eindelyk, vverdt dit weik in or- de gebragt, in Oogstmaand deezes jaars (&), zynde Leiden en Alkmaar de eenigfte Leden, die 'er, niet dan overftemd zynde, in bewilligd hadden. Holland won, door deeze verminde- ring , jaarlyks, veertien tonnen fchats uit (/);. waaruit blykt, dat dit Gewest, ten deezen ty- de, honderdenveertig millioenen aan Rente- Vrvdom- en Schuldbrieven ten zynen laste hadt. Doch men aan terwyl men, door dit middel, eene aanzienly- de Stad ke fomme in 't jaar befpaarde, moest men, aan Delft de Stad Delft, die, door 't fpringen van haaren |Pege" Kruidtoorn, op den twaalfden van Wyn- maand des voorleeden jaars, eene geweldige fchade geleeden hadt (ni) , toeftaan vrydom van verponding voor alle de huizen , geduu- rende den tyd van vier jaaren, jaarlyks be- loopende negen-entwintigduizendvierhonderd- vyf-
(*) Kefol. van Confii. tl 250. 2«, 953.
f l) De Witt Brieven lil. Deel, W. 101. Wicquefort ' tin. IX. p- 501. fff»)AnzEuA III. Qsei, bh 1107. Thurloe's Pajiers, F»fc
|
||||
XLVIII. Boek. HISTORIE. 435
|
|||||
vyfennegentig ponden van veertig grooten; en KJ5& '
voor de huizen, die van nieuws weder opge--------
bouwd moesten worden, veertien jaaren vry-
heid van verponding : vryheid van den veef- tigften penning van alle vervreemdingen en ge- regtelyke belastingen der genoemde huizen, en vryheid van den Impost op de grove waaren, voor den tyd van zes jaaren (V). De Koning van Zweeden, zyne overwinnin XIV.
£en in Pruisfen vervolgende, bemagtigde, in Staat va» Wintermaand tfeezes jaars, de Stad Elbing. ,0e°°°x,~ Men begon toen voor 't verlies van Dantzig Noor. te dugten , en men vondt, in den Haage , den. vreemd, dat deeze Stad zo lang draalde, eer zy by de Staaten aanhieldt, om onderftand. Ook maakte men weinig ftaats op het Verbond, onlangs aangegaan met den Keurvorst van Brandenburg, alzo men, zelfs uit den Zweed Branden-' ichen Refident Appelboom, vernam» dat de burgvac» Koning, zyn meester, en de Keurvorst elkan- ^m« deren verftonden (0). Aan welk zeggen men zwee- langer geen geloof weigeren kon, toen men, den. in Sprokkelmaand des jaars 1656, berigt ont- l65& ving, dat de Koning van Zweeden en de Keur- ------*
vorst zig verdraagen hadden met eikanderen.
De Staaten waren ten hoogfte misnoegd op den Keurvorst, over dit Verdrag (ƒ>); te meer, om dat zy hem, onlangs, op zyn aanhoudend Verzoek, een gedeelte der beloofde onderftand- gelden vooruit betaald hadden , en hem meer had-
f »O Rcfol. Roll. 24 Maart 1655. *'• 8S-
(0) Aitzbma III. Deel, hl. 1244. De Witt Hiievcn TIT.
tkel-, ld. ifSli, irti;, 180. Thiirloe's Papers, Vol. IV. p. 430, 431, 412, 'I4Ü, 4^9, 459- Lp) TuuuLOÉ's Papers, V*U V. p. 181;
Ee a
|
|||||
436 VADERLANDSCHE XLVIII. Boek,
|
||||||
1655. hadden aangebooden onder verband nogtans
r------van de inkomende en uitgaande regten van
Memel en de Pillauw , alwaar de Staaten be-
zetting zouden mogen leggen; en van de Vor- ftelyke inkomften en Souverainiteit der Steden van Kleeve (</). Doch eer men hieromtrent eens werdt, verdroeg de Keurvorst zig met Zwee- den. De Staaten, die reeds beflootenhadden, eene bezending te doen naar den Keurvorst-, veranderden , terftond hierna , van gedagten (V). De Keurvorst, die beloofd hadt, niets te zullen (luiten ten nadeele van deezen Staat, deedt regt het tegendeel, afftand doende van alle de Verdragen, welken hy, tegen het be- lang van Zweeden, mögt hebben aangegaan. Wyders, verbondt hy zig, den Koning van Poolen, voortaan, niet te zullen erkennen voor zynen Leenheer, maar 't Hertogdom Pruisfen ter leen te zullen houden van de Kroone van Zweeden (*). De Staaten, kennis van dit Ver- drag bekomen hebbende, beflooten de benoem- de Gezanten naar Zweeden, Poolen en Deene- marke te doen vertrekken; gelyk, in 't begin deezes jaars, gefchiedde (7). De Heer Terwyl zy uit waren, werdt 's Lands Vloot ▼an Ob- 00fc in ftaat gefield, om, met Bloeimaand, in ^™dt zee te können fteeken. Het opperbevel over Luite dezelve was vertrouwd aan Jakob van Was- nant-Ad- fenaar, Heere van Obdam, die, na den dood van pairaal. Xromp, in Herfstmaand des jaars 1653, tot Luitenant - Admiraal van Holland en Westfries- land, Cf ~) Aitw.ma III. Deel, bl. iïoq enz. U45.
(r) »E Witt Ilricven UI. Deel, bl. 207. (*) Zit het Traft, iy Aitzema III. lkel, bl. 1288. \t) AiTzaUA UI. Du!, bl. 1247, 1253. |
||||||
\
|
||||||
XLVIII. Boek. HISTORIE. 437
land, verheeven was («). De vrienden van het 1656.
Huis van Oranje hadden veel moeite aange- -------■
wend , om een' ander' te doen voorzien met
dit gewigtig Ampt, alzo zy den Heer van üb- dam hielden niet zeer genegen te zyn tot dit Huis: veelligt, om dathy, al kort na den dood van wylen den Prinfe van Oranje, verfcheiden' bezendingen hadt bygewoond, die ftrekten om den jongen Prins buiten benoeming tot de bekende waardigheden te houden Qv). Hy maakte, in 't eerst, eenige zwaarigheden in 't aanvaarden van het Ampt; hoewel hy 't, kort daarna, deedt, op dezelfde voorwaarden, als Tromp het bekleedt hadt (w). De Staaten hadden, tot verfterking van xv.
's Lands Vloote, den Vice-Admiraal de Ruiter, De Rui- met zyne onderhebbende Schepen, thuis ont- ^»togc booden uit de Middellandfche zee. Hy was, ^del- in den Zomer des jaars 1654, dervvaards ge- ïandfchc zonden, tot befcherming en geleide van eeni- zee. ge Koopvaardyfchepen. Voor Kadix gekomen, in Wynmaand, hadt hy vernomen, dat de Re- geering van Salee eenige Hollandfche Koop- vaarders aangehouden hadt. Hierop was hy naar Salee gezeild; doch 't was hem niet mo- gelyk geweest, het ontdaan der aangehouden fchepen te bewerken. In 't volgende jaar, we- derom dervvaards gekeerd zynde, en onder weg in gevegt geraakt met een' Tetuanner, en daar- na met een' Algierfchen Kaaper, gelukte het hem,
O) Refol. Holl. 3, 22 Sept. 1^53- *'• 47°. 5"fi-
(v) Zie bier voor, hl. 130, ii;8, 28».
(w) Thurloe's Papers, Val I. f. 46^, 41^7 , 471, 4S5, <j<».'
De Witt Brieven i. Deel, bl. 8. W.couifuuT Lyr, vil. f. 389. Ee 3
|
||||
438 VADERLANDSCHE XLVIII.Boek.
1655. hem, op den twee-entwintigften van Wyn-
—— maand, een Verdrag te fluiten met Abdala Ben Sid Muhantmed Ben Buker, Prins van Fez en Heer van Zuid- en Noord-Salee : waarna de aangehouden' fchepen, perfoonen en goederen ontflaagen werden. Op den hertogt, raakte hy wederom flaags met eenige Turkiche Kaa- pers, op welken hy merkelyk voordeel behaal- de. JVIet den aanvang van Bloei in aand deezes jaars, was hy in 't Vaderland te rug gekeerd (#), vanwaar hy, terftond, wederom uitliep '$ Land? naar ^e Zond. De Luitenant-Admiraal Obdam Vloot on-volgde hem, kort daarna, met het gros van der Ob- 's Lands Vloote , die in 't geheel beftondt uit tomt twee-enveertig fchepen. Obdam hadt last, om voor de Koopvaardylchepen der ingezetenen van Panuig. den Staat in de Oostzee te befchermen, en de Stad Dantzig te ontzetten, waartoe de Gewes- ten in 't gemeen, byzonderlvk Friesland, fchoon tegen den zin van Prinfe Willem van Nasfau, fterk neigden (y). Voor 't einde van Zomer- maand , was hy reeds in de Zond: vanwaar hy, te lande, naar Koppenhagen trok. Hy werdt, hier, door den Koning van Deenemarke, met de Ridderorde des Qlifants, vereerd, en keer- de, eerlang, te rug naar de Vloote, met welke hy, den zevenentwintigften van Hooimaand, voor Dantzig kwam. De Zweeden werden, hierdoor, verhinderd, in het beleg deezer S:ad. Doch weinige dagen laater, behaalden zy en de troepen des Keurvorst van Brandenburg ee- ne merkwaardige overwinning te lande op het
£x~) BiMNnT de Ruiter, ht. 70-9(5.
ly) De Wut Biicycu til. Deel, II. 24B.
|
||||
SLVÏTLBoek. HISTORIE. 435»
|
|||||
het Leger des Konings van Poolen (2), die, i6$6,
door het omflaan van eenige Edelen, welken, ■ voorheen zyne zyde verlaaten hebbende, we- derom tot dezelve waren overgegaan, in den Voorzomer, verfcheiden' voordeden op de Zweeden behaald, en op den eerften van Hooi- maand, Warfchauw hernomen hadt (a). De Keert Vloot onder Obdam hicldt zig voor Dantzig "aa!j *« tot in Wynmaand, wanneer zy naar 't Vader- ^ndf* land te rug keerde. De Pvuiter werdt, nog voor 't einde des jaars, wederom met een Esquader Oorlogsfchcpen naar de Middellandfche zee gezonden, om te kruisfen (&). De Gezanten naar Zweeden hadden , in 't Verdrag '
eerst, last gehad, om een Verdrag tusfchen dit te Eibing Ryk en Poolen te bewerken, en de belangen S^JlL van den Keurvorst van Brandenburg voor te en dee. ftaan (Y); doch na dat de Keurvorst zig met zen Staat. Zweeden verdraagen hadt, kreegen ze nieuw bevel, om een Verdrag van Koophandel met Koning Karel Guftaaf te fluiten. Zy werden eenige dagen opgehouden , te Lauwenburg, welk Zweedfche bezetting inhadt; doch tra- den , eerlang, te Eibing, in onderhandeling met den Koning van Zweeden(V), die, bezef- fende „ dat hy Poolen, welk geene fterkePlaat- j, fen hadt, niet zou können inhouden; dat de „ Czaar van Muskovie in Lyfland gevallen j, was, en Riga belegerd hieldt, fchoon zonder „ gevolg (O '•> dat de Keurvorst van Branden- burg (z~) Zie Aitzfma III. Deel, II. 1272.
(<0 WlCQITKFORT Uvr. IX. p. 528.
( bl ISrandt de Ruiter, l/l. 97-103.
(<0 7.1e hunne TnflrucT:. hy Aitzema III. lietl, (&X153, i*8p.
Cd} Aitzëma III. Deel, l/l. 1375 enz.
ió TuuJuob's Papers, Vol. V. p. 540.
Ee 4
|
|||||
440 VADERLANDSCHE XLVIII.Boer.
wburg argwaan begon op te vatten over den
ff vooripoed zyner wapenen; en dat de Staaten „ den Koning van Deenemarke tegen hem op- „ ftookten, en eene Vloot in de Oostzee hiel- den;" begon te luisteren naar de voorüagen der Staatfche Gezanten, welken, eerlang, een Verdrag met hem flooten, dat, den elfden van Slagtmaand, getekend werde (f), en eene ver- nieuwing der Verdragen van de jaaren 1640 en 1645 behelsde. De Gezanten hadden, be- halve Deenemarke, Engeland en den Keur- vorst van Brandenburg, de Stad Dantzig in dit Verdrag doen begrypen; fchöon de Stad zulks niet begeerd hadt, en het naderhand ronduit afïïoeg, ter oorzaake dat haare gelegenheid niet toeliet, dat zy zig fcheidde van den Koningvan Poolen. Ook hadden de Staaten, te vooren (g), twee Verdragen geflooten in den Hage, met den Refident van Poolen Nikolaas de Bie, en met Christiaan Schröder, Afgevaardigde van Dantzig, by welke Verdragen, de Staaten be- loofd hadden , Dantzig te zullen befchermen (Ji) : waarom zy ook, by 't vertrek der Vloote onder Obdam, eene bezetting van vyftienhon- derd man in de Stad gelaaten hadden (*'). Het Verdrag van Elbing tusfchen Zweeden
en deezen Staat vorderde , dat de beide Mo- gendheden eikanderen, in geval van nood, met de wapenen, onderfteunden. Het kon, derhal- ve, den Koning van Deenemarke niet naar den zin
(ƒ) Zie het hy Aitzpma III. Deel, hl. ,is?8.
Cf) Aitzf.ma III. Deel, tl. I&53 > 1267. Thuuloe's Papers, Vol. IV. ii. <;<?4. (A) Zie derze Traft, bï AïTzfma III. Deel, tl. iaöi>, 1285.
(,i 3 VVicijuf.fort Lhr. IX. f. 5^5, 52S. 5^7 > 532,534.S3&> |
||||||||||
1656.
|
||||||||||
Verdra-
gen met Poolen en Dant- |
||||||||||
Terdrag
msfchen
Deene
marke en
deezen
$uat.
|
||||||||||
XLVIII.BoEK. HISTORIE. 441
zin zyn (&). Hy was bedugt, dat de Staaten, I(s5<j.
uit hoofde van het zelve, verpiigt zouden ge ------.
agt worden, om de Zweeden te helpen tegen
den Czaar van Muskovie, die voorhadt, hun Lyfland afhandig te maaken, hoewel hein dee- Ke toeleg mislukte. De Staatfche Gezanten te Koppenhage hadden den Koning, volgens hunnen last (/) , gezogt op te zetten tegen Zweeden, en in Oogstmaand, een Verdrag met hem geflooten, waarby men zig verbondt, den wederzydfchen handel op de Oostzee te zul- len befchennen tegen elk, die denzelven, ter gelagenheid van den oorlog, tusfchen Zweeden en Poolen ontftaan, zou zoeken te ontrusten (m). Na 't fluiten van dit Verdrag, handelde men over eenige byzondere openftaande gefchillen («). Doch het fpoedig treffen van 't» Verdrag van Elbing, deedt den Koningvan Öeenemar- ke dugten, dat hy weinig voordeel zou können trekken van het jongfte Verdrag. De Staaten bezeften zei ven , dat zy hun oogmei k in 't Noorden niet zouden können bereiken, zo zy zig Deenemarke te onvriend maakten. Zy had- den voor, Zweeden en Poolen te bevredigen, en Koning Joan Kafimir te doen afftaan van zyne eifchen op de Zweedfche Kroon, en Kö- rting Karel Gustaaf van 't gene hy, onlangs, in Poolen en in Pruisfen, bemagtigd hadt: waar- na zy den Keurvorst van Brandenburg wilden doen herflellen in den ftaat, waarin hy voor den
(*) Thur-coe's Papers, Vol. V. p. 514. Aitzema UI. Deel,
il. 129Ü. ( I) Zie hunne Tnftmä. by Aitzema TH. Deel, il. 1145.
{.in . Zie bet Wi. by Aitzema III. Dtel, UI. I2y2.
1 i«) Aitzema UI, Dfd, il. iayo. Ee 5
|
||||
44* VADERLANDSCHE XLVIII. Boek.
1656. den oorlog geweest was. Doch dit oogmerk
1-------kon, tegenwoordig, naauwlyks anders bereikt
worden, dan door den byftand van Deenemar-
ke, welk, door het Verdrag van Eibing, af- keerig gemaakt was van 't bevorderen der in- Be Staa- zigte11 van deezen Staat. De Staaten, dit alles tenmaa- bezeffende, maakten zwaarigheid, om dit Ver- ten drag te bekragtigen. Zy vonden 'er e enige t^-T\f' duistere bewoordingen in, die ibmmige Ste- het V°r- <*en van 'c Noorderkwartier van Holland niet drag van fcheenen te können verzwelgen. Vooral, ftie- Eibing te ten zy zig aan 't woord circiter of omtrent, welk» bckrag- ^ gelegenheid van de begrootinge der regten wge11' in Zweeden, gebruikt was, en, zo zy meenden , den Koning te veel ruimte liet, om deeze reg- ten, naar welgevallen, te verhoogen. 't Ver- drag bleef, derhalve, niet zonder dat 'er veel van te zeggen viel (0), onbekragtigd van de zyde der Staaten (ƒ>), die, gelyk we boven za- gen , ook na dat het geflooten was, geene zwa- righeid maakten, om Dantzig bezet te laaten, •waardoor de toeleg des Konings van Zweeden op deeze Stad belet werdt. De Koning van Poo- len , in zyn Ryk te rug gekeerd zynde, begaf zig naar deeze Stad (q). Het niet bekragtigen van 't Verdrag van Eibing en de omwenteling van veele Poolfche Grooten veranderde den ftaat der zaaken zo zeer in zyn voordeel, dat de Keurvorst van Brandenburg, eerlang, we- derom wisfelde van partye (r), de Zweedfche zyde
(e) ThdRLOe's Pnpcrs, Ful. Vt. ƒ>. lot.
1 p De Witt Jirieven V. D??!, il. 46$. Aitzbma III. Btcli
II. u8s. Thurloe's Papers, Vul. V. ƒ>. V84' (ij) Amvëma lil. Deel, il. Ijoi.
(_r) Du Witt Brieven V.Deel,il.408,461. Aitzema IK. /Wj
il. iïÖ2. WicjoEFüitT Livr. IX. p. $29-533) 534, S35> 53^. |
||||
XLVIII.BoEK. HISTORIE. 443
|
|||||
zyde verliet, en zig begaf aan die des Konings 1656
van Poolen en der Vereenigde Staaten, welke -------
hy te vooren verlaaten hadt (V).
Terwyl de zaaken in 't Noorden nog hagche- xvr.
lyk ftonden, hadt de Prinfes Weduwe van O- De P"» ranje, voorwendende hulp noodig te hebben, ^es,)Ve" in 't beftier van de zaaken der Voordyfchap, z"^ eenige Heeren uit de Regeeringe en Geregts- hulp by hoven van Holland in haare gemeenzaamheid Holland gezogt te trekken (V): waartoe zy, by eenen ™haarf Brief, verlof verzogt van de Staaten. Doch fcha|,"y" deezen weigerden te bewilligen in haar ver- zoek , zig houdende aan een befluit van den jaare 1651, waarby vastgefteld was, dat zig geene Regeeringsperfoonen , in de Voogdy- fchap over den jongen Prinfe , zouden laaten gebruiken (»). Zeeland hadt, reeds in 't voor- zcelands leeden jaar, aangehouden by de andere Ge- voorüag westen, om een' Predikant aan te Hellen, die "mtrenl: den Prins in de beginfds van den Christelyken Voeduïge Godsdienst onderwyzen zou, en een' ander' be- Van den kwaam' Perfoon, die hem de taal, zeden, ge- jongen fchiedenisfen, regten en gewoonten deezer p"nl^_ Landen zou leeren, Doch de Staaten van Hol- ^rn"e# land hadden toen reeds verflaan, dat zy zig niet te iteeken hadden in 't gene de opvoeding van den jongen Prinfe betrof; dat zulks veel min- der behoorde tot de andere Gewesten, en dat het, iiï geval de Voogden, in dit opzigt, te kort fchooten in hunnen pligt, der hooge O- verheid van Holland alleenlyk toeftondt, hen daar-
Cf ) Thuploe's Papers, Vol, VI. p. 719.
C O De Witt Brieven III. /Jee', hl. 261. (.«)Aitzi!»m Ut. Deel. l/L 1308. Refol. v»n Cunfid. il, gö?. Thurlos's Papers, VU. V. p. a$<). |
|||||
444 VADERLANDSCHE XLVIILBoek;
|
||||||||||||||
daartoe te vermaanen en te houden (y): waar-
by de zaak , voor dien tyd, gebleeven was. Doch nu werdt de Predikant Trigland, door de Voogden zelven, aangefteld, om den Prins van Oranje, die thans zes jaaren bereikte, te onderwyzen in den Godsdienst (V). 't Was, voorheen , gebruikelyk geweest , de Prinfen van Oranje, zelfs in fchriften, die onder 't oog der Staaten van Holland kwamen, te noemen Zyne Hoogheid zonder byvoegfel; doch de Staa- ten verftonden, dat zulks, voortaan, niet meer zou gefchieden; maar dat men, de e ze woorden gebruikende, klaarlyk zou moeten doen zien, dat men ze op den Heere Prinfe van Oranje toepaste (x). De oorlog tusfchen Frankryk en Spanje, die
reeds veele jaaren geduurd hadt, en de oorlog tusfchen Spanje en Engeland, die onlangs ont- fteken was, gaf den ingezetenen deezer Lan- den gelegenheid, om den handel op Spanje voort te zetten (y). Doch dit kon niet gefchie- den, zonder dat dezelve, van de Franfche en Engelfche zyde , geduuriglyk, belemmerd werdt. De Franfche Vrybuiters namen, van tyd tot tyd, veele Nederlandfche fehepen, die voorgegeven werden Contrebande of vyandly- ke goederen te voeren. Men verklaaade vrye en vrienden goederen verbeurd, om dat zy ge- von-
|
||||||||||||||
«56.
|
||||||||||||||
XVII.
Kwellin- gen den Neder- lnnd- fchcn Koop- vaarde- ren aan gedaan door de Fran- fchen en Engel- fchen. |
||||||||||||||
(r) Notnl. Zeel. 5 BIgy 1655. M. 117. Refol. Hotl. 17 .7»
|
||||||||||||||
Liyr*
|
||||||||||||||
1655. hl. 250. Reibl. van Confid. hl. S40. WjCQUsrom Liv
IX. t. 49t. Thurloe's Papers, Vol. Ui. f. 633. (w) AtTZEMA JU. Deel, hl. 1308.
! x) RefoL IIoII. 3, 4 Blaart 1656. hl. s6. Refol. van Coui
llJ. hl. £63. (j>) Rasin Tom. IX. f. 7'i. Thurloe's Papers, Fol. VI. fi
60, 2JI.
|
||||||||||||||
XL VIII. Boek.
|
HISTORIE. 445
|
||||||
vonden werden in fchepen, die ook onvrye 1650»
goederen inhadden , volgens den Franfchen dat vyanden goed vrienden goed verbeurd maakt. De Engelfchen maatigden zig het regt aan, om de Nederlandfche fchepen , in volle zee, te onderzoeken (z). De Gezanten der Staaten, te Parys en te Londen, lieten niet af van klaa- gen over deeze ongeregeldheden ; doch zy kree- gen klagten tot befcheid. In Engeland, ftelde men het fluiten van een Verdrag van Zeevaart, van tyd tot tyd, uit. In Frankryk, hadt men reeds ontwerpen gefmeed, om zig, door het fluiten van een Huwelyk tusfchen den Koning en de Infante van Spanje, te bevredigen met dit Ryk ; waarom men minder reden vondt, om de Vereenigde Gewesten te ontzien. Doch Don Jan van Oostenryk, natuurlyke Zoon van Koning Filips, den Aartshertoge Leopold, in Bloeimaand deezes jaars, zynde opgevolgd in de Landvoogdye der Spaanfche Nederlanden (a), behaalde, in zynen eerften veldtogt, zul- ke merkelyke voordeden op de Franfchen, dat 'er de Vrede door veragterd werdt. De Franfcho Franfche kaaperyen hielden, ondertusfchen, Kaape. aan, en gingen, fomtyds, verzeld van wreed- ryen' heden , die de onzen zeer verbitterden tegen de Franfchen. Men verhaalt, dat zy eenen Schipper hadden omgebragt, terwyl hy bezig was met zyne zeebrieven op te zoeken, om ze hun te toonen. Ondertusfchen, handelde Bo- leel nog, te vergeefs, over een Verbond aan 't
Cä") Refill. Holl. 5 Dec. 1656. bl. 324.. De Witt Brieven
£11. Deel, il. 263. C«) Aitzema UI. Deti, il. IJI4- |
|||||||
446 VADERLANDSCIIE XLVIII.Boêé.
|
|||||
ifSG. 't Franfche Hof. De Koning begeerde niet dan
—-----een befchadigend en verdedigend, de Staaten
alleen een verdedigend Verbond te fluiten.
Lodewyk de XIV. en Kromwei, met wien ook over een nader Verbond gehandeld werdt, zogten beide de Staaten te beweegen, om zig tegen Spanje te verkiaaren. Doch de Staaten hadden thar.ds geen belang meer, om Spanje kleiner te inaaken, en de Munfterfche Vrede was, onder anderen, geilooten, met oogmerk, om zig te ontflaan van de naauwe verbindte- nis, die men, te vooren, met Frankryk gehad hadt. 't Verbond kon hierom noch met Frank- ryk noch met Engeland getroffen worden. De Franfchen, Engelfchen en Portugeezen zelven lieten dan niet na, den Koophandel der Neder- landeren , in de Hoofden, in de Noordzee en in de Middellandfche zee, geduuriglyk, te ont- ScTiepen rusten. De Admiraal van Frankryk , Hertog in Frank- van Vendóme, hadt zelfs, in Lentemaand dee- ïi ncOT zes )'aars' beflag doen leggen op de Nederland- fche Koopvaardyfchepen, te Toulon, welken Weder- ^ Koning nogtans, voorgeevende, dat de Ad- gelateru miraal hiertoe geenen last gehad hadt, kort daarna, ontfloeg.
xvfu. De aanhoudende kwellingen der Franfchen De Rul- hadden de Staaten doen befluiten. om de Rui- ter wordt ter te zenden naar de Middellandfcbe zee, met Tvrdddf *ast' om ^e Engelfche en Deenfche Koopvaar- landfché ^ers te befchermen; doch de Franfche, Por- zee ge- tugeefche en andere Vrybuiters, en de Turk- zonden. fche roovers inzonderheid te veroveren en op Zyn last. te brengen. De Admiraliteit te Amfterdam hadt hem ook heimelyk gelast, het onderzoe- ken der Koopvaardyfchepen door de Engel- fcheiï
|
|||||
XLVïII. Boek. HISTORIE. 447
fchen te beletten. Doch deeze last was, zeer ufttf*
tegen de Ruiters zin, naderhand, ingetrokken ,-------
door de Staaten; hoewel de Admiraliteit hem,
eerlang, eene orde toezondt, die genoegzaam met haaren eerften last overeenkwam, en Hol- land , meent men, niet kwalyk aanftondt; fchoon Zeeland zig 'er over te onvrede hieldt (jï). Ondertusfchen, hadt de uitrusting onder de Ruiter agterdogt veroorzaakt, in denSpaan- fchen Gezant Don Eftevan de Gamarra, die, wèetende , dat men over een Verbond met Frankryk en Engeland handelde, vermoedde dat men 't, daarmede, op Spanje gemunt hadt. Hy gaf 'er den Staaten kennis van. Doch men ftelde hem wel haast gerust (c). De Ruiter, op het einde van Wintermaand, Hy
in zee geloopen zynde, kreeg, den agtentwin- neemt tigften van Sprokkelmaand des volgenden 'wee jaars, jagt op twee Franfche fchepen, die hy, Kaapen tusfchen Gorgona en 't Eiland Corfica, agter- 1657. haalde en veroverde. Men kende ze, terftond, -----•*
voor Kaapers, die, voordeezen, verfcheiden'
Nederlandfche Koopvaardyfchepen genomen hadden. Doch in Frankryk beweerde men, dat het Konings fchepen waren, die eenig Krygs- volk van Toulon naar Italië zouden voeren tot verfterking van het Leger onder den Her- toge van Modena. Nogtans, konden de Fran- fchen niet loochenen, dat de twee fchepen, voor rekening van byzondere Perfoonen, wa- ren uitgerust. De Ruiter verkogt een der fche- pen te Kadix, na dat hy 'er 't gefchut afgeno- men £&) Hr*ni>t de Ruiter, hl. 103-109,
{/J WicquKFOKT Lifr. IX. f. 544. |
||||
448 VADERLANDSCHE XLVIII. Boejc;
|
|||||
1657. men hadt. 't Volk, behalve de hooge bevel-
—— hebbers was, reeds te vooren, te Barcelona, aan land gezet ; vanwaar het, met barken, naar Marfeille gevoerd werdt (d). Misnoe- D°cn '* neemen deezer twee fchepen was gen hier- zodra niet rugtbaar geworden in Frankryk, ^of over in 't Hof toonde 'er zig zeer misnoegd over op de Frank- Ruiter en op den Staat. Sommigen hielden 't ri voor eene Vredebreuk, en dreeven dat menden Sta'aten, terftond, den oorlog verklaaren moest.
De Graaf van Servien, die, federt de Munfter- fche Vredehandeling, geen vriend van de Ver* eenigde Gewesten geweest was, en, zo men zeide, groot belang hadt by de kaaperye, yver- de meest tegen de Staaten (V). Anderen, gelyk de Kanfelier , de Hertog van Villeroi en de Beflagal- Graaf van Brienne, wilden zagter gaan. 't B&- daar op fluft vjej egter ? jat men, terftond, alle Neder- Jandfche landfche fchepen, goederen en fchulden, door fchepen gantsch Frankryk, in beflag neemen zou, gelyk en goe- gefchiedde. De Koning gaf 'er den Staaten, deren, fchriftelyk, kennis van. Men was hier zeer ver- wonderd , over 't gedrag van 't Franfche Hof. 't Beflaan van fchepen en goederen fcheen te vreemder , om dat het gefchied was, zonder dat men over de Ruiter geklaagd hadt, en zon- der dat men wist, of de Staaten zyn bedryf voor hunne rekening zouden willen neemen, of niet. De Staaten van Holland waren hierom van verftand. dat men, terftond, allen handel met Frankryk verbieden, en de Franfche goe- deren, hier, insgelyks, beflaan moest. Doch dé
f<f) Rhanüt de Ruiter, il. 113, 115, n(5. De Witt Brie-
ven III. De'!, 'ut 34<> (O Tiiuuloe's Papers, VnU VI. p. 24S, 547. |
|||||
XLVIILBoEK. HISTORIE. 40
|
||||||||
de andere Gewesten lieten zig zo ver niet bren- WJ573
gen. De algemeene Staaten beflooten, alleen----------
lyk, door hunnen gewoonlyken Gezant Boreel,
te doen klaagen (f), over 't beflag: 't welk hy , met zo veele ernst en vrymoedigheid, deedt, dat de Kardinaal Mazarin hem dikwils in de rede viel, zonder dat hy 'er zig door verzet- ten liet, den Kardinaal alleenlyk te gemoet voerende, dat hy de eer hadt van tegen den Koning te fprceken. Mazarin was zo geitoord op Bo- reel, dat hy hem, in't uitgaan, onheufchelyk bejegende, en te wegebragt, dat hem, by de Koninginne Moeder, die, nevens den Kardi- naal, nog 't voornaam bewind der zaaken hadt, gehoor geweigerd werdt. De Koning hadt hem, alleenlyk, geantwoord, dat hy zyrien Ambas* fadeur, die pas vertrokken was, last gegeven hadt, em den Staaten vergoeding af te vorderen, wegens den hoon, hem, door de Kuiter, aangedaan (g). De Franfche Ambasfadeur, Jakob Augustus DeThoa
de Thou, Zoon van den beroemden Historie- y?TdeTt fchryver van den zelfden naam, kwam, tegen go^dw" 't einde van Grasmaand, in den Haage (A), voor 't en begeerde , in zyne eerfte aanfpraak „ dat «eemen $ de twee genomen' fchepen den Koning, 1? twe* n zynen meester, te rug gegeven werden; dat G epen* e de Ruiter, voorbeeldelyk , gettrafc werdt, n en dat men den Ambasfadeur Boreel last ga- n ve, om meer befcheidenheid en eerbied wvoor den Koning te betoonen, dan hy, on- „ langs,
(f) 7.U Secr. ReCol. Heil. «i April »«57. I. Deel, W.403. Ait-
«EMA IV. Veel, U 47 Thduloe's Papers, Pol. VI. p. 166. (g) Aitzema IV. Did , hl. 48-51. Thurloe's Paper», VaK
yi. p 177, iSy, 2ofi, af-7. (Ä) Thurloe's Papers, /V. VI. p. 207, 225.
XII. Deel. Ff >n
|
||||||||
v
|
||||||||
-
|
||||||||
'v
|
||||||||
45ö VADERLANDSCHE XLVIILBoes,
! l$#J „langs, gedaan hadt." Hierby voegde hy,
T—— „ dat hy uitdrukkelyken last hadt, om van „ geene zaaken te fpreeken, noch geene voor- „ (lagen te hooren , voor dat de twee fche- jupen, in eene der Havenen van Frankryk, te „rug gebragt waren." Maar de Staaten van Holland, twee dagen te vooren , reeds be- flooten hebbende , den Koning deeze foort van voldoening geenszins te geeven, ver- fcheenen, 'm vollen getale 7 in de Vergadering. Moedig ^er algemeene Staaten, zeggende „ dat de befluit j) Koning van Frankryk alkenlyk kla?gde, der Staa- „ om de billyke klagten der Staaten, over de jfn va*J „ aanhoudende rooveryen der Franfchen , en „ over het jongfte beflag, te voorkomen. Dat „de twee fchepen alleenlyk genomen waren, „om dat men geen regt zag te krygen in „ Frankryk. Dat de vonnisfen van 's Konings „Raad, ten behoeve van verfeheiden' Koop- „ luiden deezer Landen geweezen, niet wer- „ den uitgevoerd. Dat verfeheiden' hangende „gedingen niet werden afgedaan, in Frank- ryk. Dat men, wanneer dit gefchied en 't „ beflag opgeheeven ware, de twee fchepen „ te rug geeven zou, en voorts een goed Ver- „ drag van Koophandel en Zeevaart können „ maaken. Dat men, om 't een en 't ander te „ verkrygen, alle Franfche waaren verbieden, „alle Franfche fchepen beflaan en neemen „moest, ten deezen einde, de Vloot van agt- „ enveertig fchepen, welken men reeds be- „ flooten hadt in zee te brengen , met nog „twaalf fchepen verfterkende." Men liet het niet by deezen voorflag. Door gantsch Holland werdt, zonder uitftel, beflag gelegd op
|
||||
XL Vilt Boek. HISTORIE. 45:
op alle Franfche goederen, wisfelbrieven en
fchulden (?): de invoer der Franfche waaren werdt, aldaar, verbooden : men raadpleegde 'er op het bezetten der Franfche havenen (£) 4 en de Staaten van dit Gewest, verneemende» dat de Thou eenige Afgevaardigden der ande- re Gewesten, door belofte van byzondere voor- deelen, zogt te winnen, beflooten, tewegete brengen, dat alle de Afge vaardigden zig, plegtig- lyk, verbonden (/), om, in 't raadpleegen en ftemmen over de zaak van Frankryk, geen op- zigt te hebben op eenige byzondere voordee- len, die aan hunne Gewesten of perfoonen zou- den mogen toegezeid worden (tn). De algemeens Staaten beflooten, hierna,
den Ambasfadeur de Thou, genoegzaam over- eenkomftig met de meening van die van Hol- land («), te antwoorden (d). Hy bedaarde toen een weinig, en gaf hoop, dat het beflag opge- heeven zou worden, zo dra de tw'ee fchepen in eene der Havenen van Pikardye zouden aange- komen zyn. Doch men hieldt hem voor, dat zulk eene toezegging weinig of niet verfchil- de van 't gene hy, in zyne eerfte aanfpraak, gezeid hadt(p). Ondertusfchen, zagmenklaar- ïyk, dat het Franfche Hof zig een punt van eere maakte , om de Staaten den eerften flap te
(il Rcfol. Holl. 20. 26 April 1657. II. tn, 120.
(O See Thurloe's Papers, Vol. VI. p. 275. ( / ) Zie Rcfol. Holl. 15 May 1657. il. 143. (m) Sccr. Refol. Holl. 06 April, 17 May «S57. J. Deel, tl. Alt, 4S3. Aitzkm* IV. Deel, lil. 51-54. Thurloe's Papers, /ï'. VI. p. 225, 2»6".
O ) Zie Secr. Reib!. Holl. 1 May 1657. J. Deel, bl. 422.
Co) Zie het Antwoord l/y Aitzema IV. Deel, hl w,
(p) De Witt Brieven I. Deel, il. 320. IK. tief, bl. 38*.
AlfJEMA IV. Dtel, bl. 57, 5?.
'Ff a
|
||||
452 VADERLANDSGHE XLYIILBoaar;
|
|||||
*°57- te doen doen, tot bylegging van 't gereezenge-
zyn, in het te rug geevendej twee fchepen, zon- der ten minfte ftiizwygende toe te ftaan, dat zy onregtvaardiglyk genomen waren : waardoor de menigvuldige Kaaperyen der Franfchen, die nu omtrent negen jaaren geduurü, en den in- gezetenen der Vereenigde Gewesten- driehon- dexdagtentwintig fchepen gekost hadden, ge- noegzaam gewettigd werden, en anderen Mo- gendheden de weg geweezen, om den Staat, op gelyke wyze, naar hunne hand te zetten (#). Dehan- De Hoeren van Gend en de Witt, die meest FCl tr k raet ^e ^ou handelden, bleeven, derhalve , wordty volftandiglyk, weigeren, te voldoen aan 's Ko- verboo- nings eiseh. In Zomermaand, namen de alge- den, meene Staaten, onaangezien: de tegenkanting £llef. van Zeeland (r) , eea diergelyk befluit, ab fchepen8 Holland, te vooren, genoomsn hadt. De han- en goe- del op Frankryk werdt nu, door alle de Ge- deren be- westen, verbooden, en de Franfche fchepen flaagen. en goederen, alomme, in beflag genomen. ÏletFran- De moed en volftandigheid «Ier Staaten (sy fche Hof maakten het Franfche Hof gedwee. D^ Thou komtby. beloofde, op den zestienden van Zomermaand s fchriftelyk „dat het beflag, in Frankryk, op- Kgeheven zou worden, zo dra de Staaten het Bte rug geeven der twee fchepen zouden be- „loofd, en daartoe den noodigen last afge- „ zonden hebben." Hy voegde bierby „ dat j, men , daarna , aan een Verdrag van Zee- „ vaart
(?) Dr Witt rSr'evcn r. Deel, iL str-
(r) '/.ie Aitzema IV. Üetl, H rju Tuwaoft's Papers, AftJ. Vl. p- 2t-,o, art^, q'jij, 300, 305. Qtj Thurlos's Papers, Vu. VI. f 3*°» S»1» 313» IV," |
|||||
KLVIII. Boek. HISTORIE, m
„vaart zou arbeiden, en dat de ingezetenen 1657.
„van deezen Staat, midlerwyl, in Frankryk, -q „ genieten zouden alle de voorregten, welken „men, aldaar, in den jaare 1655(0» aan de „ Hanze - Steden , toegeftaan hadt. Dat da „ vonnisfen van 's Konings Raad en de Ko- „ ningklyke bevelen, betreffende het te rug „ geeven van genomen' fchepen , ftiptelyk , „zouden uitgevoerd worden, en dat men een „ fboedig einde maaken zou van de Regtsge- „ dingen , die in Frankryk onafgedaan hin- „ gen." De Staaten, in deezen voorflag, alles Verdrag vindende, wat zy begeeren konden, namen 52" del dien, gereedelyk, aan, en gaven, terftond, last ß0™Q^ aan de Ruiter, om het eene genomen fchip te rug te leveren, en het andere van de Span jaar ds, die 't gekogt hadden, wederom in te koo- pen, of zo dit, binnen drie maanden, niet ge- lukken wilde, beloofden zy de waarde van dit fchip te zullen voldoen aan den Koning. Men floot, op deezen voet, een Verdrag met den Ambasfadeur(V), welk, nogtans,in Frankryk, niet bekragtigd werdt (j>), voor dat men 'er tyding bekomen hadt, dat de Ruiter, die, mid- lerwyl, de Vrede met Salee vernieuwd hadt, vyf Franfche Oorlogsfchepen aangetast en een derzelven genomen liebbende , de vier overi- gen in de Haven van Spezza bezet hieldt, tot dat de Staaten hem last zonden om ze te ont- iiaan. Ook drong het belang van den Koop-! handel den Koning, om hec Verdrag te be- krag-
£t) Zie 't Verdrag hy Aitzema IV. Deel, M, A4.
O) Zie 't Verbaal van de Witt in de Secr. Retöl. Holl. II," M July tf>S7. I. Deel, bl rf54*5<$- t yj Thuäloe's Papers, /W. VI. f, », Ff 3
|
|||||
*
|
|||||
454 VADERLANDSCHE XLVIII.Eosk,
1657. kragtigen: 't welk egter klaarlyk bleek, nieï
na, met de Thou, in onderhandeling te komen,
over een drievoudig Verbond, tusichen Frank- ryk, Engeland en deezen Staat (V), waartoe Frankryk ^e Proteftor niet ongenegen fcheen. Doch biyft eg- Frankryk toonde , allenthalve , af keerig te ter dee- zyn van zulk een Verbond. Dit Ryk hadt, na zen Staat 't fiujten der Munfterfche Vrede, de voorige gea,ene" geneigdheid tot den Vereenigden Staat ver- looren, en oordeelde, na dat het zig met den Prote&or verbonden hadt, den Vereenigden Staat, die toch ongezind bleef om met Spanje te breeken, niet noodig te hebben, 't Verdrag van Zeevaart en Koophandel bleef ook agter. De inboorlingen van deezen Staat, die zig in Frankryk nedergezet hadden, werden genood- zaakt, lasten te betaalen, waarvan de Engel- fchen en de Hanze-Steden vry waren. In Win- termaand , verboodt de Koning den invoer van allerlei vreemde "Traan (x) , waarby de Walvischvangst deezer Landen zwaar bena- deeld werdt (y). De handel op Spanje en op de Indien (z) bloeide alleen in de Vereenigde Gewesten; doch dit werdt, beide in Frankryk en in Engeland, met afgunflige oogen, aange- zien , en was oorzaak, dat men of misnoegd was op deezen Staat, of onverfchillig omtrent deszelfs belangen (a). De Ruiter, ondertus- fchen, het verkogte fchip tegen 't herleveren der
Cw) De Witt Brieven III. Deel, U. 3fip. Aitzema IW.
Deel, tl 69. («) Zie Aitzema IV. Deel, il. 107. (7) Relhl. Hoil. 3 Dee. 165«. II. 340. f*J ThuRLoe's Papers, Fol. V. p. 3a6, 333, {<0 Wicquefort Liyr. X. p. 558-066. |
||||
XLVIII.BoEK. HISTORIE. 455
|
|||||||
der kooppenningen , wederom magtig gewor- 1557;
den zynde, zondt het naar Toulon. 'tGefchut der twee fchcpen hadt hy, reeds te vooren, te
rug gegeven. Het ander fchip, welk naar Hol- land gevoerd was, werdt, van daar, te rug ge- zonden naar Frankryk (F). De uitrusting ter zee, welke men, dit jaar, nxlx*
tegen de Franfche Kaaperyen hadt onderno- Je^ Zen*" men, werdt, federt, gebruikt, om Portugal tot den een reden te brengen (Y). Men befloot Nikolaus ten Gezanc- Hove en Gysbreckt de Wit in Gezantfchap der G*aP en waards te zenden, hen doende geleiden, door „^Por- veertien Oorlogsfchepen, onder bevel van den tü&ai, Luitenant-Admiraal, te vooren bekend by den naam van Heere van Obdam; doch onlangs verlyd met de Heerlykheid van Wasfenaar, die, uit zynen Huize, by Huwelyk, geraakt zynde aan het Huis van Ligne en Faucquen- berge, door dit Huis, aan Pieter Nooms, Am- bagtsheer van Aarlanderveen, verkogt; doch, op verzoek des Heeren van Obdam, door last der Staaten van Holland, volgens het regt van naastinge, of by overdragt van koop, we- derom, aan hem afgedaan was(aQ : waarom hy, federt, Heer van Wasfenaar genoemd is, gelyk wy hem, voortaan, ook noemen zullen. De Ruiter en de Wildt, die zig nog in de Middel- ïandfche zee onthielden, kreegen bevel, om zig, omtrent Lisbon, of elders op de Portu- geefche kust, te voegen by den Heere van Was- fenaar, die last hadt, om met Portugal te bree- ken,
(!>') "randt de Ruiter, l/l. 131, 132, 134.
Cc) S er. Relbl. Holl. 1 Aug. 1657. I. Deel, II, 543.
C/) Relbl. IIJü. 30 Nor. i6.s6. il. 317.
Ff4
|
|||||||
456 VADERLANDSCHE XLVIII. Boek:
itf57. ken, zo de Koning weigerde, den Staatende
«—— begeerde voldoening te geeven. Doch alzo Frankryk en Engeland, die zig van Portugal bediende, om Spanje, waarmede zy in oorlog waren, afbreuk te doen, ligtelyk in 't vermoe- den zouden können vallen, dat de Vloot des Staaten Portugal hierin hinderlyk zou zyn9 deedt men, te Parys en te Londen, verklaaren, dat zy alleenlyk gefchikt was, om der hande- linge met Portugal gewigt by te zetten, geens- zins , om Spanje tegen Portugal te helpen* Men verzogt, te gelyk, dat Lodewyk de XIV, en de Protector de handeling te Lisbon, door hunne tusfchenfpraak, vorderlyk wilden zyn (e), xx. De Vloot onder Wasfenaar liep , op den Wande- vyfden van Herfstmaand , in zee, en kwam, ling der 0p jen vyfentwinrigften, in den mond der •en*°u R'viers van Lisbon, ten anker. De Gemagr Lisbon, tigden der Staaten kreegen, terftond, gehoor by de Koninginne, zynde den Koning, Joan den IV, onlangs, overleeden, en door zynen jongen Zoon, Alfonfus den VI. opgevolgd. Zy vertoonden haare Majefteit „dat de Staaten, „ federt veele jaaren , hadden aangehouden, „ om vergoeding der fchade, hun, of der West-, „ indifche Maatfchappye, door de Portugee- „zen, in Brazil, Angola en S. Thomé, aan- „gedaan. Dat men, in ftede van deeze vol- „doening te geeven, de Sterkten op het Rer „ cif belegerd en overmeesterd hadt. Dat de „ Staaten wel reden hadden , om zig zelverj „ regt te doen, door de wapenen; doch voor- jj af nog eens wilden bezoeken, wat zy zou* „den
£«) Seer. Refol. Hoïl. 5, 6 OM. 1657. 1. Detlr hl. 5®,
|
||||
XLVIILBoek. HISTORIE. 457
|
|||||
„ den können te wege brengen , door min- ,$57,
n zaame onderhandeling. Dat zy, ten dien -. .*■ w einde , aanbooden , zig , met haare Maje- „ fteit, te willen verdraagen, op den voet, in ^den jaare 1648, door den Portugeefchen £ Ambasiadeur, indenHaage, voorgeflaagen, ,j volgens welken , zy begeerden, dat men „ hun te rug gave al 't Land tusfchen de Ri- „ vier S. Francisko en Siara gelegen, nevens „al 't gefchut en de kryjjsbehoeften, gevon- „ den in de Sterkten van Brarü: voorts, de „landen, huizen en erven, die de onderzaa- „ ten van deezen Staat, ten tyde van den op- „ftand in r.razil, toebehoorden, en, binnen „den tyd van zes jaaren , duizend ploeg-os- „ fen, duizend koeijen en driehonderd paar- „den. Dat de Portugeezen alle hunne fchul- „ den , met de agterltallen en intresten, vol- „ deeden , te weeten zesmaalhonderdduizend „ guldens , in gereeden gelde , binnen zes „maanden, en dertienduizend kisten fuikcr, „in dertien jaaren. Dat men, eindelyk, de „ Maatfchappy herftelde, in 't bezit der Ste- „den, Plaatlen en Havenen, op de kust van „ Afrika, van den vierden tot den dertienden „ uraad ingeflooten, benevens het Eiland S. „Thomé, en de Sterkten, door dePortugee- „ zen, federt het jaar 164a, op de Noordkust „van Afrika aangelegd." Op deezen voor- flag, begeerde men, binnen veertien dagen, antwoord, alzo de Gemagtigden verklaarden last te hebben , om terftond na verloop van dien tyd te vertrekken. Het Hof, zig zeer gebelgd houdende over den vooxflag der Ge- Ff 5 mag- |
|||||
45 3 VADERLANDSCHE XLVHI.Boek.
|
|||||
i6gf, magtigden, gaf, terftond, bevel, om de Ko-
r—— ningklyke Vloot in ftaat te ftellen, om zee te kiezen. Lisbon werdt, met dubbele wagt, bewaakt : en alle de Nederlandfche fchepen, voor deeze Stad leggende , in beflag geno- men. De Portugeefche Staatsdienaars ver- klaarden den Staationen Gemagtigden, dat 'er geene kans was, om in onderhandeling te komen, zo zy den harden eisch, dien zy ge- daan hadden , niet konden maatigen , en zig vergenoegen met de waarde van Brazil, in de plaats van 't Land zelf, welk de Koning niet magtig was hun te rug te geeven. Ook zou- den de Portugeezen aldaar, die van ouds on- der de Kroone van Portugal geftaan hadden, nimmer te beweegen zyn , om zig aan een vreemd Gemeenebest, welk eene andere taal fprak, en eenen anderen Godsdienst beleedt, te onderwerpen. De Gemagtigden hernamen, „ dat Brazil veroverd was op den Koning van „Spanje, gelyk Koning Joan de IV. zelf er- „ kend hadt, by 't fluiten van het tienjaarig „Beftand. Dat de Staaten den Portugeezen „ in Brazil hunne goederen zouden laaten be- n houden, en dat de Regeering van Portugal j, gezags genoegs behoorde te hebben over „ haare onderzaaten , om dezelven te verplig- „ ten, tot onderwerping aan 't gene regt was, „en door het belang van 't Koningkryk ge- Frankryk *> vorderd werdt." De Franfche Ambasfadeur biedt zy- aan 't Hof van Portugal, last ontvangen heb- ne t>e" bende van den Koning zynen meester, om w^Ün. een Verdrag tusfehen de twee verfchillende IllJg Hall * -° , , , , , , . , .
partyen te bemiddelen, boodt zig hiertoe, ge-
ree- |
|||||
XLVIILBoek. HISTORIE. 459
|
|||||
reedelyk, aan, deedt zelfs verfcheiden' voor- l(ss?f
flagen, en begeerde, dat de gefchillen, of in —-«. den Haage, of in Frankryk, door de bemid- deling van den Koning, zynen meester, en van den Prote&or van Engeland, of van een' van beide, werden afgedaan. Het Portugee- fche Hof luisterde naar deeze aanbieding. Doch de Staatfche Gemagtigden verklaarden, Die de dat deeze bemiddeling noodeloos was , alzo Staat- hunne meesters Brazil te rug vorderden, en ^,1!"Q* op zyn meest Angola en S. jhomé aan Por- * tugal zouden können laaten. De Portugee-
zen verzekerden , daarentegen, dat zy geen voet lands te rug dagten te geeven, en ver- der niet komen zouden, dan dat zy de begroo- ting der waarde van Brazil en 't gene men meer met reden vorderen mögt, zouden ftellen aan den Koning van Frankryk en aan den Pro- teftor. De onderhandeling hierop zynde af- De on- gebroken , fielden de Gemagtigden het twee- derhan- de punt van hunnen last in 't werk, zendende de,I"ff _ den Geheim fchry ver van Staat, Don Pedro de ^bro-" Silva , eene Oorlogsverklaring toe , die zy ken, en der Koninginne zelve zouden overgeleverd Portugal hebben, zozy, zig onpasfelyk houdende, hun j3^0"^ geen gehoor van affcheid geweigerd hadt. ^fanT" Terftond hierop, verlieten zy de Stad , en keerden ; den Heere van Wasfenaar kennis ge- geven hebbende van 't gene zy verrigt had- den; te water, naar Rochelle, en voorts, te lande, naar den Hage, daar zy, den twaalf- den van Slagtmaand, aankwamen. Friesland hadt niet bewilligd in den oorlog met Portu- gal , ten ware dezelve gevoerd werdt ten be- hoe-
|
|||||
4&> VADERLANDSCHE XLVIII.Boek;
t6s7. hoeve van den Staat in 't gemeen, hebbende
-------dit Gewest geen aandeel in de Westindifche
Maatfchappye. Ook hadden de Friefche Af-
gevaardigden beweerd, dat de andere Gewes- ten deezen oorlog niet doordry ven mogten, om dat 'er, volgens de Unie, eenpaarigheid toe vereischt werdt. Doch men hieldt hua voor, dat Friesland, ook volgens de Unie , niet weigeren mögt, den Staat byte ftaan, als dezelve aangetast werdt, gelyk, door Portu- gal, in de Westindien, gefthied was (ƒ). De Heer 's Lands Vloot, onder den Heere van Was- van Was- fenaar , midlerwyl, verfterkt geworden met ma'd^6^e ^-u^ters fehepen, en nu beftaande uit ze- vyftiea ven" °f agtentwintig zeilen, werdt in drie Es- Suiker quaders verdeeld, en kruiste op de Portugee- fchepen. fche kust, daar 't haar, in 't begin vanSlagt. maand, gelukte, vyftien fehepen te bemagti- gen uit de Portugeefche Suiker - Vloot, die, omtrent veertig zeilen fterk, uit Brazil naar Lisbon keerde. Met deezen buit, zeilde de Vloot, die gebrek aan water begon te kry- gen , naar 't Vaderland (g). In 't volgende jaar, werdt de Ruiter, nog eens, met twee- entwintig fehepen gezonden naar de kust van Portugal > zonder op deezen togt iet van be- lang te können verrigten. AUeenlyk bezorg- de hy de uitwisfeling van de bekragtiging der Vrede met Salee Qh). De Portugeezen hiel- den hunne Oorlogsfchepen binnen de havens, en Koopvaarders kwamen 'er weinigen in 't>
<ƒ) Wicouïfort Livr. X. />• 5*Sr-57i. Ait^eha IV. Zfcrf»
1/. 107-ii 6. (/r) Brandt rfc Ruiter, W. 137-14». O) Zie Aitzsma IV. Oecl, K 11& |
||||
XLVIILBoèk. HISTORIE. 461
|
|||||
't vaarwater, alzo de handel, federt het ver- tt&i
klaaren van den oorlog, genoegzaam ftil ftondt ——-? te Lisbon (f). Midlerwyl, was men, in den Haage, in onderhandeling getreden over een Verdrag, zonder iets te können fluiten. De Portugeefche Gezant, Don Fetdinando Telles de Faro, hieldt zig koeler, ziende de Staaten zig, ten deezen tyde, dieper inwikkelen in den JMoordfchen kryg (£) : waarvan wy nu den voortgang vernaaien moeten. De Koning van Poolen hadt, in Bloeimaand xxr.
des jaars 1657 , eenen merkelyken onderftand Staat van in manfchap bekomen van den Keizer (/). |„"t ' Daarentegen, hadt George Ragotski* Prins van Noor- Zevenbergen, zig verbonden, om den Koning den. van Zweeden, met eenige manfchap, te on- derfteunen (m). De Chan van Tartarye zogt hem zulks te beletten; doch hy trok egter op naar Poolen, daar zyn Leger geflaagen, en hy genoodzaakt werdt, flegts van driehonderd paarden verzeld , te rug te trekken naar Ze- venbergen. De Groote Heer, dia hem deeze onderneeming ernftelyk ontraaden hadt, be- roofde hem, hierop, van zyn Prinsdom (n). De Koning van Deenemarke, die, tot hiertoe, De k©- buiten den kryg gebleeven was (O» begon zig, n>ngVRI» in de Lente deezes jaars, te beweegen. Hy (j^ke" oordeelde dat de kans hem fchoon begon te ftee(ct »w liaan , om eenig voordeel te behaalen op de zig ia. Zweeden, en dagt hen, beide in Schoonen en
(_i) Brandt de Ruiter, M. 141-150.
C*0 An-ZEM» IV. Deel, hl, 268-272.
(O %■* 'en Traft, by Aitïf.ma IV. Deel, il. »04.
Cm) Thuulor's Papers, Vol. V!. p. 64, 67.
£»} Attzema IV. Oeel, W. 141.
£t) Tburkie's Papa«, V*l. IV. p. §8(5, foa.
|
|||||
4<fc VADERLANDSCHE XLVHï.BoÊj«
|
|||||
ttSf. en in Duitschland, aan te tasten. Doch de Sta*.
■-------ten, wien hy 'er iet van liet blyken (p), ont- rieden hem nu den oorlog. Zy zogten, fe- dert het fluiten van het Verdrag te Elbing«? welk egter nog niet bekragtigd was (#) , de Vrede in 't Noorden, door handeling, teher- ftellen; alzo zy nu met den kryg tegen Portu- gal belemmerd waren, en zig verzekerd hiet den, dat Deenemarke, zonder uitheemfche hulpe, thans niet in ftaat was, om den kryg uit te houden tegen Z we eden. Doch Fredrik de III., eenigen onderftand van de Stenden zyns Ryks bekomen en een Leger op de been gebragt hebbende, begon de vyandlykheden, met het aanhouden van drie Zweedfche fche- lïy ver- Pen •> met Zout belaaden. In Zomermaand, bindt zig eene nadere verbindtenis geflooten hebbende jiarter met deezen Staat (r)9 en zeshonderdduizend4 zenStaat* gu^ens van denzelven ter leen hebbende ont- ' vangen (Y)» trok hy over de Elve, en viel in- het Hertogdom Breemen ; doch werdt, eer- lang, genoodzaakt, te rug te keer en (7). ïen zelfden tyde, waren de Zweeden in Holftein gevallen. In Schoonen, vielen ook eenige vyandlykheden voor. Fredrichsode, bezet en verfterkt door de Deenen, viel, in Slagtraaand, den Zweedfche'n Veldoverfte, Karel Gustaaf JVrangel, m handen. De gantfche bezetting, die wel vyfduizend man fterk was, bleef krygs- Zyiï gevangen. De Koning van Deenemarke was, door
(p~) De Witt Brieven III. Deel, il. 344.
(tf 5 Aitzkma IV. Deel, II. 138 enz. CO Zie Aitzbha IV. Deel. hl. 100. ( t) Secr. Refol. Holl. 19 Oäob. ai JVoy, 1657. I. Deel, il*
564» 565- (O AitZEma IV. Deel, II. y? enz. |
|||||
2CLVIII. Boek. HISTORIE. 463
door dit verlies, geheel buiten ftaat gefteld, %6$ft
om zyne oogmerken tegen Zweeden uittevoe- -■ ren, terwyl 'er Koning Karel Gustaaf, daar- zwaar entegen, fterk door aangemoedigd werdt, om ver'ies» Poolen en Daenemarke beide afbreuk te doen. ^rfchs^ Zyn toeleg om den Weixelftroom te verlei- ode. den, en daardoor den Koophandel van Dant- zig te bederven, mislukte hem egter. Doch Togt ^ef beter flaagde de togt naar het Deenfche Ei- J^!*.™ «ITA i- 1 • * i - over t ys
land Funen, die, over t ys, in t begin van naarFu-
Sprokkelmaand des jaars 1658, ondernomen tien, werdt. De Koning, zyn Leger, byna zonder l6&' , verlies , hebbende overgevoerd , bemagtigde -* Odenzee en Nyborg. Toen toog hy, op ge-
lyke wyze, naar de Eilanden Langeland en La- land, daar hem de Stad Naskou overgegeven werdt. Van hier begaf hy zig, nog al over 't ys, naar 't Eiland Falfter, daar hy 't Koningk- lyk Slot Nykoping innam. Van Falfter toog hy, over eenen inham van de Belt, regt toe regt aan, naar Zeeland, het Hoofdeiland van eneer- Deenemarke. Hier bezette hy eerst de Stad |ng.n!lf Warburg j en ftondt op 't punt om naar Kop- eeland* penhagen te rukken (u)', toen de Engelfche Gezant Meadow zynen toeleg ftuitte, en eene Vrede bemiddelde, die, op den laatften van Sprokkelmaand , te Tostrup geflooten , en , den agtften van Lentemaand, te Rotfchild, Verdrag nader overzien en voltrokken werdt (v). Fre- van Rot-: drik de III. was genoodzaakt, verfcheiden'lchild* - Plaatfen af te ftaan aan den Koning van Zwee- den , en de beide Koningen verbonden zig, nooit
f«) Aitzema IV. Dal, il. 211-215.
'yj Zit de Traft, liy Aitzbua IV. Deel, tl. tij, 217J
|
||||
464 VADERLANDSCHE XLVIII.Boek.
|
|||||
tós3. nooit te zullen gedoogen , dat eenige vreem-
------- de Oorlogsvloot, door de Zond of Belt, in de
Oostzee kwame.
_xxii. De Staaten der Vereenigde Gewesten wa- Handei rsn njet wej tt vrecje over t|jc Verdrag. Doch bekragtL ZY konden niet verwagten, dat de Koning van
ging van Zweeden hen veel ontzien zou, zo lang zy hec Ver- nalieten, 't Verdrag van Elbing te bekragti- fcjjwjw™ gen. Ook hadden hunne Gezanten, tot hier- toe, vergeefs, gearbeid, om een Verdrag tus- fchen Zweeden en Poolen te bemiddelen. Zelfs hadt de Koning hun gehoor geweigerd , om dat de Staaten nalieten zynen Refiient te er- kennen, ter oorzaake dat hy hunne Vergade- ring , by den Koning, als geheel omgekogt en bedorven, befchreeven hadt. Doch dit ge- fchil werdt bygelegd (w~). Het Verdrag van Elbing, federt, door een groot getal van pun- ten , die men Elucidatien of ophelderingen noemde, nader uitgelegd zynde, verklaarden de Staaten , te verftaan „ dat het geen1 aan- „ vang neemen zou, dan met den dag van „ de uitwisfeling der punten van opheldering; n en dat het hen niet zou verbinden , om de „ wapenen op te vatten , tegen zulken , die „ den Koning, voor dien tyd, hadden aan- w getast," gelyk de Koning van Deenemar- ke gedaan hadt. Doch deeze verklaaring, waardoor het voornaamfte oogmerk des Ko- nings van Zweeden in dit Verdrag te leur ge- field we-rdt, moest hem ook zeer onaange- naam zyn. Hier kwam nog by, dat de Staar ten
fwl Secr. Rcfol. FIoll. i Off. 1657. I. ünl, U. 55<5. A«t
SEttA IV. liet.lt II. 146, 15a, 156* |
|||||
XLVIII.Bobk; HISTORIE. 4<*5
ten den Koning van Deenemarke, op het ein- 1&5*
de des voorleeden jaars, met zeshonderddui-------5
zend guldens onderfteund hadden. Al 't welk
den Koning van Zweeden hadt doen beflui- ten, om den Staaten voor te houden, dat hy, zo hem zyne kosten eenigszins vergoed wer- den , niet ongeneigd was tot vrede. De Staa-, ten zouden zig, veelligt, hebben laaten be- weegen, om de Vrede in 't Noorden te koo- pen van Zweeden. Doch de togt naar Funen, die kort hierop ondernomen was, deedt hen vermoeden, dat 's Konings voorflag geen ernst geweest was , en t'eenemaal veranderen van gedagten (ar). De Rotfchildfche Vrede zelve was van korten duur. De Koning van Zwee- den klaagde , dat Fredrik de III. de voor- waarden derzelve niet naarkwam, naar behoo- ren, en, in Bloeimaand, de Stenden zyns Ryks befchreeven hebbende, befloot hy den oor- log voort te zetten, terwyl hy Fredrik, met dringen op het naarkomen der Rotfchildfche Vrede , en met het voorflaan van een naauw onderling Verbond ophieldt. De Staatfche Ge- zanten ontrieden den Koning van Deenemarke dit Verbond ernftelyk, en beweerden zelfs, dat hy zig, door 't Verdrag van Rotfchild, reeds merkelyk benadeeld hadt. Karel Gustaaf bereid- Zweede* de zig, ondertusfchen, ten oorloge. Elk meen- hervac de, dat hy 't oog op Poolen hadt, of op de gj eo0£ Landen van den Keurvorst van Brandenburg, Deent die, onlangs, zyne zyde wederom verlaaten, marke, en zig , van nieuws, met den Koning van Poo^
(*) WrcQUSroRT Urn X. p. 572-554. Aitïema IV. Deilt
h. A26 en». |
|||||||
XII. De el.
|
|||||||
GS
|
|||||||
'46*6 VADERLANDSCHE XLVlïLBóz*;
|
|||||
165». Poolen, verbonden hadt (y); toen hy, zyn
--------Leger te Kiel in Holftein geicheept hebben- Koppen- de, ten tweedemaale, in Zeeland viel, en 't Ugerd. beleS floeS voor Koppenhagen. Ten zelfden
tyde , tastte Wrangel het Slot Kroonenburg aan, dat, binnen diie weeken, aan hem over- ging , op den zestienden van Herfstmaand. Maar Koppenhagen was zo ligt niet te winnen. Fredrik de III. hadt zyne meeste krygsmagt by- eengetrokken, om 'er de bezetting van de Hoofdftad zyns Ryks mede te verfterken, die zo dapperen tegenftand boodt, dat KarelGus- ftaaf zig vergenoegen moest, met het befluiten der Stad. XXIII. ^e Staaten der Vereenigde Gewesten zagen- De Staa- den voortgang der Zweedfche wapenen in ten bree- Deenemarke met verdriet. Zy vreesden vooiT ken de belemmering van de Vaart door de Zond, wan- Jing 'm« neer Zweeden hier meester werdt. De Kc- Zweed:n ning liet hun wel verzekeren, dat zy hiervoor »f- niet bekommerd behoefden te zyn ; doch zy maakten kleinen ftaat op zyne verklaaringen.
Hunne Gezanten hadden , te vooren reeds•> last gehad, om Zweeden en Deenemarke te bevredigen met eUcanderen. Doch de Ko- ning van Zweeden, zig op- Deenemarke wil- lende wreeken, luisterde naauwlyks naar hun- ne voorflagen. Zelfs hadt hy de Staaten ge- zogt te beweegen, om zig met hem te verbin- den tegen Deenemarke, en zig, daarna, niet met Fredrik den III. te verdraagen, ten wa- re hy de Zondfche tollen affchafte. Doch da Staaten lieten zig niet inneemen, door zulk een,3
(y) Zie het Traft, fy Aitzema IV. Dtcl, II. 13g.
|
|||||
fcLVm.BöÉié. HISTORIE. tff
teen' glimpigen voorflag (2). Zy bleeven, hier- t6&i
om, zelfs het bekragtigen van 't Verdrag van ------4
Elbing uitftellen ï 't welk hen verpligt zou heb-
ben, om Zweeden tegen Deenemarke te hel- pen. De Gezanten kreegen, eindelyk, verlof > om de onderhandeling af te breeken voor ee- nen tyd. Slingeland keerde herwaards. Doch Maasdam en Ysbrands begaven zig naar Wis- mar. De Staaten waren op 't punt geweest om Deenemarke met hunne gantfche Zeemagt te onderfteunen, toen de tyding van het flui- ten der Vrede te Rotfchild hen een weinig deedt ftilftaan. Doch zy hervatteden hun voorneemen , zo dra hun berigt werdt, dat de Koning van Zweeden de vyandlykheden, op nieuws, begonnen hadt. Zybeflooten, tef- ftond, Deenemarke, kragtiglyk, by te ftaan. Agtendertig vendelen knegten , onder den Zy zett- Kolonel Puchler , werden , in Wynmaand, ^n een* ingefcheept naar Koppenhagen, 's Lands n^0pi Vloot, vyfendertig fchepen fterk, geleidde penh# deezen onderftand, onder bevel van den Heere geiu Van Wasfenaar, die last hadt, om Deenemarke te helpen tegen Zweeden, en den Koophandel in de Oostzee te befchermen. Ook was hem 't verdelgen der Zweedfche Vloote onder Wran- gel, die agtendertig, of, volgens anderen, ägt- enveertig, of vier envyftig fchepen fterk was, en de Zond bezet" hieldt, heimelyk, aanbevolen (ö). 't Belang van den handel op de Oostzee, welk zo groot was, dat de fchepen van dee- Een Staat, derwaards vaarende , ten deezen ty-
C*) Secr. Refol. Hol!. ï2 J»n. 1658. I. Bul, II. &K.
(a)Seci. Rerol. Huil. 11 Sept. 1658. I. B*el, lil. 6H* Wic^oefort Livr. X. ƒ>. 584-59'• Gg 8
|
||||
468 VADERLANDSCHE XLVIII. Boek,
|
|||||
1658. tyde, gehouden werden, aan vragt alleen, wel
r te Verdienen, wikkelde dus den Staat diep in eenen kostbaaren kryg, die, in dit jaar en in het volgende, met veele hevigheid, gevoerd werdt. In 't begin van Slagtmaand, kwam 's Lands MXand"s Vloot voor de Zond, en zeilde 'er, op den Vloot agtften, door, terwyl 'er, uit de Sloten Kroo- zeiitdoor nenburg en Elzingburg, ter wederzyde deezer de Zond. engte, op Zeeland en op Schoonen, gelegen, vinnig op haar gefchooten werdt, zonder haar* die 't midden van 't vaarwater hieldt, eenige n fchade te doen van belang. Doch terftond met S|e hierop, raakte zy flaags met de Zweedfche Zweed- Vloote onder Wrangel, in 't gezigt van den fche Koning van Zweeden zelven , die zig, ten Vloote. Meezen tyde, op 't Slot Kroonenburg, be- vondt. Scherp werdt'er, van wederzyde, ge- De witte vogten. Aan de onze , fneuvelden de Vice- en Pieter Admiraal Witte Korneliszoon de Witte en Pie- Fioris- ter Floriszoon. De Luitenant-Admiraal liep zoon gjoot gevaar van te zinken, of te verbranden. iea?V Doch hy werdt, door Aart van Nes, Jan van Kampen en weinige andere Kapiteinen, zodap- perlyk, bygeftaan, dathy, die, jigtigzyndeaan de voeten, op een' ftoel voor de groote mast,in 't heetst van 't gevegt, het oog op alles hieldt, de zwaarigheid, gelukkiglyk, te boven kwam. Verfcheiden' Zweedfche fchepen en dat van Wrangel zelfwaren, daarentegen, derwyze, Scliada gehavend, dat zy den ftryd ontweeken. Drie dcr Zweedfche fchepen werden veroverd, agt in denCe"die ^en grom* gefchooten, of verbrand. De Zwee- de wyk den hadden meer dan duizend dooden: de on- »«emen. jen niet boven vierhonderd. Ook werdt 'er, vat*
|
|||||
XLVIII.BoEK. HISTORIE. 469
|
||||||||||
van onzen kant, geen fchip verlooren, dan dat i^t.
van de Witte, welk te gronde ging. Zes uuren ■ omtrent hadt de ftryd geduurd, toen de Zwee-
den weeken onder 't Slot Kroonenburg, waar- na zy in de haven van Landskroon liepen, om zig te herftellen. 's Daags na den ftryd, werden de agtendertig vendelen Landfoldaaten, te Koppenhagen, ontfeheept. Men zou de Zweed- fche Vloot, toen, ten tweedemaale, hebben aangetast; doch wind en ftroom liepen tegen, en verhinderden den toeleg (f). De Staaten beflooten , federt, nog meer Krygsvolk naar Koppenhagen te zenden , en den Heer van Wasfenaar, met de zwaarfte fchepen, t'huis te ontbieden. Doch zy veranderden, eenigs- zins, van gedagten, op de tyding, dat de En- gelfchen eene Vloot naar de Zond uitrustten, tot onderfteuning der Zweeden. Wasfenaar kreeg toen bevel, om in Deenemarke te over- winteren, en men befloot, tegen 't voorjaar, eene Vloot onder de Ruiter, tot zyne verfter- king, in zee te brengen (c). In Engeland, waren, onlangs, veranderin- xxv.
gen voorgevallen, die, in haare uitkomst, mer- rj"^J^ kelyken invloed hadden op de belangen van ^af^ deezen Staat. De Proteftor Olivier Kromwei, land. zyn gezag aan 't wankelen ziende, ter oorzaa- ke van de verfcheiden' aanflagen, die tegen zyn leeven en Regeeringe gefmeed werden (^), hadt, in den Herfst desjaars 1656, een Par-
Cï) Zie Refol. Holl. 18 Decemh. 1659. hl. 299.
CO Aitzema IV. Deel, il. 232-243, 256-164 > »72-283.
Brandt de Ruker, il. 153-15''' Thurloe's Papers, Vol. VII, p. 467. '<0 Thurloe's Papsrs , VoU VI. p. 315. Vol. VII. p. 48*
|
||||||||||
IIÖ,
|
||||||||||
ist.
|
||||||||||
Gg3
|
||||||||||
47° VADERLANDSCHE XLVIII. Bob«,
»658. Parlement famengeroepen , welk, zo hy ver-
van hem afhingen, en geene zwaarigheid zou- den maaken, om zyn gezag te bevestigen en te vermeerderen. Zyn toeleg was, zig tot Ko- ning te doen verklaaren (Y), fchoon r.iemane dan eenigen zyner vertrouwdfte vrienden wis- ten , dat hy 't hierop gemunt hadt. De Raad- penfionaris de Witt, die, omtrent deezen tyd, wederom, voor vyf jaaren, bevestigd werdt in zynen dienst (f), kennis gekreegen hebben- de, dat fommigen, hiertoe, in 't Parlement, den weg bereidden , fchreef, dat men hier geene zwaarigheid maaken zou, om den Pro- te&or , die de opperfte magt reeds in zyne handen gefteld zag, te vereeren met zulk een' titel, als men goedvinden mögt, hem op te draagen (g). 't Kwam, eindelyk, zover, dat hy, in Bloeimaand des volgenden jaars, door Gemagtigden van 't Parlement, verzogt werdt, den titel van Koning te willen aanvaarden. Doch terwyl hy 't in bedenken hieldt, werdï het hem, door zyne beste vrienden en bloed- verwanten, zoernftelyk, ontraaden, dat hy, geen hert hebbende tot het doen van een' Hap, die veelen nog meer van hem vervreemd zou hebben, de Kroon, die hem aangebooden was, affloeg (Ä); doch zig, door 't Parlement, be«? vestigen liet in de waardigheid van Proteäor (0* ße oorlog met Spanje en 't Verbond met Frank-?
CO Thurloï's Papers, Vol. VI. p. 37- 328-
if) Ketel. Holl. 30 Juh, 2, 6 Auguß. 1658. U. 201, actfj»
Ce) Dr Witt Brieven III. Deel, il. 340, 343, 373.
iä) "Fiiurï.oe's Papers, Val. VI. p. 267. £ ij Thujuoe's Papers, Vol. VI. p. 3°»» |
|||||
«
|
|||||
XLVÏII.Boek. HISTORIE. 47*
|
|||||
Frankryk veroorzaakten, federt, dat Karel de 155!!;
II. zig nader vereenigde met Spanje, en te-------
Brugge zyn verblyf kwam houden. Kromwei Duinker-
voegde , daarentegen , zesduizend man by 't j^^n Franfche Leger in Vlaanderen, welk zig, in der En_ Wynmaand des jaars 1657, van Mnrdyk, en geifchen. in Zomermaand deezes jaars, van Duinkerken N meester maakte; beide welke Piaatfen aan de Engelfchen werden overgeleverd. Men meen- de, dat de Staaten het neemen van Duinkerken gaarne zouden hebben voorkomen, zo 't niet door Zeeland verhinderd geweest was (k). De Franfchen bemagtigden, daarna, nog verfchei- den' andere Steden in Vlaanderen: 't welk, in Holland , niet zonder merkelyke bekomme- ring , vernomen werdt (7). Het Parlement van Engeland, eenige Leden, die 'er te vooren bui- ten geflooten waren, wederom ingeroepen hebbende, raakte, midlerwyl, langs hoe meer, vervuld met partyen van den Protector, waar- om hy 't, eerlang, deedt fcheiden. Hierna, Kromwcl Jecfde hy nog eenige maanden in geduurige "erfc* ongerustheid, en overleedt, eindelyk, aan ee- ne aanhoudende koorts, op den dertienden van Herfstmaand deezes jaars fjw). Zyn Zoon Zyn Richard werdt, terftond, tot zynen Opvolger |?°° verklaard; zeer tegen de gedagten van veelen, V(|jCgt en onder anderen van den Staatfchen Gezant hem op. Nieuwpoort, die , in de Lente deezes jaars, een' keer herwaards doende, aan fommigen (*) De Witt Brieven III. Deel, il. 430. ThuRloe's Pa-
pers, Vol. Vi. p. 284, 298, 301, 305, 345, 489. Vol. VII. p. 149. (./) Refbl. Holl. 5 (Mab. 1658. tl. 314.
('m') Secr. Refol. Holl. 19, 20 Sept. 1658, I. Deel, il. 6l${
pt Witt Brieven III. Dtel, hl. 459, 41S1, Gg 4
|
|||||
47* VADERLANDSCHE XLVIII. Boek.'
i6$t. gezeid hadt „ dat men Kr om wel, die, van tyd
0 korten tyd leevens , die hem nog óver- „fchoot, het gezag wel laaten zou, welk hy „ zig verkreegen hadt; doch dat het Leger j, nooit zou gedoogen, dat een van de bengels" (zo noemde hy Kromwels Zoonen) „ hem op- nvolgde («)." Richard werdt ook eerlang, door het Parlement, welk, in 't jaar 1653, afgedankt, en nu, door 't Leger, herfteld was, ontflaagen van 't bewind (0). De oneenigheid tusfchen 't Parlement en 't Leger, welke hier op volgde, baande den weg tot grooter ver- andering in de Regeeringe, waarvan wy, in 't volgende Boek, verflag zullen doen. Mid- lerwyl, was Nieuwpoort, dien men, in Enge- land , gaarne gezien zou hebben, dat niet we- derom gekeerd was Q>), nog al bezig met han- delen over een Verdrag van Zeevaart, welk, jer oorzaake van den aanhoudenden oorlog inet Spanje, niet kon geflooten worden. Ook drong hy fterk, op het intrekken der Akte tot voordeel der Scheepvaart van den jaare 1651 dq); doch zonder eenige vrugt. Voorts, klaag- de hy, zonder ophouden, over de kwellingen, die de Engelfchen den Nederlandfchsn Koop- vaarderen aandeeden (r). Daarentegen, wa- ren f«) Thurloe's Papers, Vol. VI. p. 836
(o) Thurloe's Papers, Vul. V\\ p. 8n6. IUpin Turn. IX.
f>. 80, 84, 85, 88, 89, 93, 95, 105, II?, 119. Aitzema XV. Deel, il. 131 enz. 3m enz. (p) Thurloe's Papers, Vnl. VII. p. 32, 119, 130.
Cj) Zie Rcfol. HoU. 24 Jqn. 1657. W. 29. Thurloe's Pa-
kers, Vbl. V. p. 243, 259, 309, 663. Vol. VI. p. 489. Lun* tovvs Memoirs, Vol. \i.p. 199. ( r~) AiTiEMA Hl. Deel, il. 1295 enz: IV. Veel , il. 133,
J36". Wicquefort Livr. X. p. 572, |
||||
XLVIII.BoEK. HISTORIE. 473
ren de zogenoemde Engelfche Koopluiden-A- lf558.
vanturiers , die zig , federt veele jaaren , te zet, ter oorzaake van zeker verbod van invoer der Engelfche StoiFen , welk de Staaten wei- gerden in te trekken (j), in den Herfst des jaars 1656, van daar vertrokken (*). Óok klaague de Engelfche Refident Downingover fchade hun, onlangs, door de onzen in Oost- indie aangedaan (a), en over "t uitrusten van fchepen ten dienfte van Spanje (y). Doch deeze wederzydfche klagten dienden tot voor- wendfels, om het fluiten van een Verdrag van Zeevaart, waartoe Engeland geene genegen- heid hadt, te verwylen. De zaaken der Nederlandfche Oostindifche xxvi.
Maatfchappye waren thans in bloeijenden Oostin- ftaat. Kolombo, de eenigfte Stad, die de Por- dil(:he tugeezen nog op het Eiland Ceilon in bezit zaaken- hadden , was haar, in Oogstmaand des jaars ï656, in handen gevallen, door 't beleid en de dapperheid van GerardHuift, voorheen Se- kretaris der Stad Amfterdam, die, in 't be- ftormen deezer Vestinge, het leeven verloor O). Ook hadt de Maatfchappy, te vooren reeds, poogingen aangewend, om haaren han- del te vestigen in China, welk magtig Ryk, eenige jaaren geleeden, overwe-ldigd was, door den
CO Refill. Holl. 5 Offo'/. 1655. il. 36t. 11, 12 Oiïoi. 1656.
tl. 297. (O I)F. Witt Brieven III. Deel, hl 288, 295.
. (u) Ster. Refol. Holl. 3 Auq. 1(158. I. Deel, il. 603, Ait- 2EMA IV Deel, il. 296-299, 307. (V) Refill. Holl. u, 21 Maart. 13. 20, ?s July 1658. il.
$5. 46, ifi5, 181. 186. Thurloe's Papers, Vul. Vi{ p'. 45. (w) De Witt lirieven KI. Deel, il. 374. Wicqukfurt
Liyr. IX. p. 542, 5^7. Gg 5
|
||||
474 VADERLANDSCHE XLVIII.Boes:
|
|||||
165S. den Chan van Tartarye. Aan deezen, zondt
-------de Generaal van Nederlandsch Indie, Joan
Maatfuiker, in den Zomer des jaars 1655, een
plegtig Gezantfchap, welk egter meer niet ver- wierf dan de hoop op den vryen handel in het Ryk (V). In 't jaar 1657, hadt de Maatfchap- py ook eene bezending gedaan naar Japan; doch een zwaare brand, die een groot gedeel- te van de Hoofdftad Jedo verteerde, en veele ingezetenen tot de diepfte armoede bragt , noodzaakte den Gezant, die zig binnen Jedo niet veilig oordeelde, te rug te keeren naar Nangefaki. Op een klein Eilandje by deeze Plaats, Desma genoemd, hadt de Maatfchap- py, ten deezen tyde, reeds haar Komptoir van Koophandel, na dat men haare bedienden hadt doen vertrekken uit het Eiland Firando. Keizer In het Duitfche Ryk was, onlangs, ook ver- 7eif' andering voorgevallen. Keizer Ferdinand den ïii fterft ^'» *n ^e ^ente des iaars l&57-> overleeden
' zynde , arbeidde de Kardinaal Mazarin , om
de Keizerlyke Kroon te brengen op het hoofd
van den Koning, zynen meester Qf). Doch
Leopold dit mislukte hem. In Hooimaand deezes jaars
Koning 1658, werdt Leopold, Koning van Hongarye,
van Hon tot jg Keizerlyke waardigheid verheeven (z).
wordt' Het verlies van Duinkerken bevorderde de
Keizer. Vredehandeling tusfchen Frar.kryk en Span-
xxvil. je, die , federt eenigen tyd , aangevangen
cnlii i was* -^on Jan van Oostenryk, ontflaagea
Fraiikryk zynde van de Landvoogdye der Spaanfche
Ne-
(x') Zie Niruwhiff's Gszantfch. na»r Sim. WicquefoR'?
JJvr. IX. p. 520. O ~) VVic^uEFORT T.ivr X. p. 566, {z 'j Aitzüma IV. Deel, l/l. 307, 308. |
|||||
KLVIILBoek. HISTORIE. 475
|
||||||||
Nederlanden, werdt, in den aanvang des vol- 1659,
genden jaars, by voorraai, opgevolgd, door |
||||||||
Don Louis de Benevides Carillo en Toledo, Mark- en Sp«*-
graaf van Fromista enQaracena, die, in Bloei-Je* maand, eenen ftilftand van wapenen iloot, voor eenige weeleen. Sedert , toog Mazarin, die 't voornaamfte der handelinge Hugo de Lion- ne hadt aanvertrouwd (#), inperfoon, naarde grenzen van Frankryk en Spanje, om met Don Louis de Haro de laatfte hand te helpen leggen aan het gewigtig Verdrag, welk egter, niet voor den zevenden van Shgtmaand, getekend werdt, op een Eilandje in den ftroom Biddes- foa tusfchen Andaije in Guyenne en Itum in Guipufcoa. Het is, federt, by den naam van Pyrenee/che Vrede vermaard geweest. By deeze ' Vrede , bleef Frankryk in 't bezit van een groot gedeelte van Artois, Henegouwen, Lu- xemburg en Vlaanderen (£). Ten zelfden da- Huwe- ge, werdt het Huvvelyk gellooten tusfchen Lo- Jy* '"*■ dewyk den XIV, Koning van Frankryk, en J™ Maria Thereßa, Infante van Spanje, die zig ^n xiv. ■verbondt, om, boven haare Huwelyksgifte, en de welke op vyfhonderdduizend Kroonen be- Infante groot werdt, nimmer iet, uit welken hoofde T^'P9"" het ook zyn mögt, van haare vader'iyke of moederlyke goederen te zullen vorderen. Ook zou zy, voor zig zelve en voor haare nakome- lingen , afftand moeten doen van allen regt tot de opvolging in de Kor-ingkryken, Staaten en Heerlykheden van haaren Vader : welke afftand egter geene plaats hebben zou, zo zy We-
O) De Choisy Memoir. de Louis XIV. Tom. I. p. 77.
(6) Zie 't Traft, by Aitzema JV. Deel, hl. 3*g enz, en in V Corps Diplom. Tim. VI. P. II. p. 264, |
||||||||
47$ VADERLANDSCHE XLVIII.Boek.
1659. Weduwe bleef, zonder kinderen (c). Wy te-
------- kenen deeze Voorwaarden aan, om dat zy,
naderhand , van belang geworden zyn , ook
voor de Vereeuigde Gewesten. Hec Huwe- lyk werdt, in 't volgende jaar, voltrokken (</)• En op den negenentwintiglten van Louw- maand des jaars 1661, werden de Staaten der Vereenigde Nederlanden , op hun verzoek, door den Koning van Frankryk, begreepen in de Pyreneefche Vrede (e). Van wege den Ko- ning van Spanje, waren ze 'er reeds te vooren in begreepen geweest (ƒ). XXViir. 't Liep, by gebrek van volk, aan totinBloei- DeRui- maand deezes jaars , eer de Vioot onder de ter loopt Ruiter, gefchikt tot verfterking van 's Lands naarst ^00te onder den Luitenant Admiraal van Was- j\joor_ fenaar, in zee liep. Zy badt veertig vendelen den. Landfoldaaten op, onder den Kolonel William Killegrew. De Engelfche Vloot onder Montai- gue was ook in zee gefteken, zo met reden ver- moed werdt, tot onderfteuning van Zweeden (g), hoewel men, in Engeland, voorgaf, geen ander oogmerk te hebben, dan bevordering Haagsch van vrede tusfchen de twee Koningen. De Verdrag. Staaten verklaarden , dit zelfde te beoogen, en bewerkten een Verdrag met Frankryk en Engeland (A), welk, op den eenentwintigden van Bloeimaand, in den Haage, getekend werdt(t), en de wyze bepaalde, op welke men d<a
Ce') Zie AiTZBdA IV. Deel, bl. 370. VI. Deel, bl. 389.
(<0 Aitzewa IV. Deel, bl. 704.
(«j Du Mi*tr Corps Diplom. Tom. VI. P. II. f' 34*-
(f) Aitzkma IV Deel, bl. 704.
(g-) Tiiiiuloe's Papers, Vol. VII. p. 501, 506, 53».
(k ) Dk Witt Brieven III. Deel, bl. 630.
( O 2\t bet by Aiïzema IV. Deel, Bl. 483.
|
||||
XLVIILBoBr. HISTORIE. 477
de Vrede tusfchen Zweeden en Deenemarke 165%
zou zoeken te doen fluiten , op den grond, — < mids daaruit geiigt wierdt de verbindtenis, om geene vreemde Oorlogsfchepen door de Zond te laaten. Voorts, werdt bedongen, dat de Engelfche en Nederlandfche Vlooten zig, in den tyd van drie weeken na dat de Ad- miraalen kennis van die punt zouden gekree- £en hebben , niet zouden vereenigen met de Zweedfche of Deenfche , noch eenige vyand- lykheid tegen eene van beide de Koningen be- ginnen. Te gelyk, beflooten de Staaten vier Bezen- buitengewoone Afgevaardigden Govert van ding naaf Slingeland, Penfionaris van Dordrecht, Pieter 'tNo°r* Vogelzank, Penfionaris van Amfterdam, Pieter ea* de Huybert, Sekretaris der Staaten van Zee- land, en Willem van Haren, Grietman van de Bilt, naar Zweeden en Deenemarke te zen- den , om de Vrede te bearbeiden (£). Zy ver- trokken met de Vloote onder de Ruiter, die, eerlang, de Belt inzeilende, zig omtrent het Eiland Funen met de Vloote onder Wasfenaar vereenigde. 's Lands famengevoegde Zeemagt in deezen oord beftondt tbans uit diep in de zeventig Oorlogsfchepen, benevens eenige Gal- jooten en branders, en hadt omtrent zeven- tienduizend matroozen en foldaaten op. De ftildand van wapenen, die drie weeken duu- ren moest, werdt, naderhand, nog tweemaal drie weeken verlengd (/), terwyl de Vloo- ten heen en weder zeilden tusfchen de Zond en de
£k~) Zie hunne Tnftr. by Aitzem* IV» Deel, bU 33o.
ÏO TiiuiaoB's Papers, Fol. Vil. f. 678. |
||||
478 VADERLANDSCHE XLVIII.B0È&
KJ59. de Belt. Doch in Hooimaand, ging de Heeir
------- van Wasfenaar t'zeil naar Koppenhagen, daar
de Ziveedlche Vloot lag, die, op zyne aan-
komst , terftond de wyk nam. Hier hadt hy gaarne de vierduizend foldaaten, die de Rui- ter herwaards gevoerd hadt, aan land gezet» Doch de Koning van Deenemarke wilde he£ niet toeflraan, 't zy dat hy zulks hieldt te ftry- den met den ftilfland van wapenen, gelyk het ook niet te wel fcheen overeen te komen mes het Haagfche Verdrag; 't zy dat hy, niet dan in den uiterilen nood, Staatfche bezetting be- geerde te ontvangen in zyn Ryk, uit vreezet dat hy ze, daarna, niet ligtelyk zou können loozen. XXIX. De Vloot der Staaten , niets meer te ver- Verdrn- rigten hebbende omtrent de Zond, zeilde, mes geninec de Deeniche vereenigd, in't begin van Oogst- Lnge- maand , wederom naar de Belt. Midlerwyl, werden 'er, in den Haage, nog twee Verdra- gen geflooten tusichen Engeland en deezen Staat, ftrekkende om de Vrede in 't Noorden fpoedig te bewerken (m). De Gezanten der twee Gemeenebesten arbeidden hiertoe ook vlytiglyk by de twee Koningen , die 't egte-r beide vreemd vonden , dat Engeland en de Vereenigde Gewesten gekroonden hoofden de voorwaarden der Vrede wilden vooifchry- ven , en Vlooten by der hand hadden, om hunnen voorflagen klem te geeven (»). Ook nam de Koning van Deenemarke het fluiten van
f m") Zie Aitzfma IV. Deel , II. 7,<ß , ac6- en vooral 't
Verb, vau De Witt in de Sccr. Refol. Hüll. II. Deel, bl. 38, 8«, 107. in) Zie Aitzsma IV. Dal, II. 393. Lud'-ows Msnioits*
fot. II. f. 226.
|
|||||
\
|
|||||
XLVIII.B04«. HISTORIE. #9
van den ftilftand van wapenen kwalyk (0), en
begeerde , dat der Staaten Vloot hem tegen Zweeden byftaan zou (p). Men handelde, der- halve, tot hiertoe, vergeefs over eene Vrede ($). Midlerwyl, ontftondt 'er gebrek en ziek- te op 's Lands Vloote, en onder de Engelfchen» Men fprak van een gedeelte der fchepen naar 't Vaderland te zenden. Doch de Staaten ver- ftonden , dat zulks niet gefchieden zou , ten ware men, vooraf, een gelyk getal Engelfche fchepen hadt zien vertrekken (r). Dan deeze voorzorg was noodeloos. fn Engeland werdt, ten deezen tyde, fterk gearbeid, om Karel den II. te herftellen, en Montaigue zogt deel te heb- ben aan 't werk; waarom hy, in 't begin van Herfstmaand , by gebrek van lyftogt , zo hy voorgaf, met de gantfche Vloote, naar Enge- land keerde (/). Niet lang te vooren, was de Ruiter, met 's Lands Vloote, over welke hy nu 't opperbevel hadt, voor Koppenhagen ge- komen (V)» hebbende nu last gekreegen, om den Z «reeden afbreuk te doen (u), alzo de Vre- de t'eenemaal hoopeloos fcheen (v). Hy zondt, daarna , elfhonderd foldaaten aan land. Kop- penhagen was nu, meer dan een jaar, te lande, ingeflooten geweest, door de Zweeden, en men
(o) De Witt Brie ven VI. Deel, bl. 6%.
\p) Zie Secr. Refol. Holl. i Aug. 1659. II, Deel, tl. 90. Air ze ma IV. Deel, II, 409. |
|||||||||||
f) Aitzkma IV. Deel, bl. 414, 417.
r) Secr. Refol. Holl. 10, 13 Sept. 1659. H. Deel, II. 119,
|
|||||||||||
I20.
CO Ds Witt Hrieveii III. Deel, tl. 732. VI. Deel, hl. 16b,
164. Aitzema IV. Deel, U. 414. Thurlob's Papers, fth yii. p. 731, v>7-
CO De Witt Brieven VI. Deel, N. iep.
(k) Aitzkma IV. Deal, bl. 418,
£yj Ite Witt Brisven Vi. De*l, tl, 24O.
|
|||||||||||
V
|
|||||||||||
48o VADERLANDSCHE XLVIII.Boë«
1659.. men begon 'er gebrek te krygen aan veelerlei
r-------leevensmiddelen. De Koning zogt de Veree-
nigde Staaten te beweegen , om de Stad te
voorzien van toevoer: doch zy oordeelden, dat zulks de Vrede verwylen zou, hebbende zy, onlangs , vermoeden gekreegen , dat de Ko- ning van Daenemarke den oorlog, ten hunnen kostet, dagt voort te zetten, om te herwinnen, 't gene hem, nu en voorheen, door de Zwee* den, ontnomen was (V). De Heer van Was- fenaar keerde zelfs, in Slagtmaand, met om- trent twintig fchepen, naar 't Vaderland (V). Doch de Ruiter, midierwyl, gezeild naar de haven van Kiel, daar hy een bekwaam getal Ruiters en Knegten zou inneemen, om eené landing op Funen te doen, en Nyborg te her- winnen ; keerde, eerlang, derwaards. 't Krygs- volk, ontfcheept, by Kartemunde, maakte zig meester van deeze Stad, die door de Zweeden De Rui- verlaaten was. Op Funen, kwamen eerlang ook ter zeik eenige Keizerfche, Brandenburgfche en Pool- naarFu- fche hulpbenden, waarna men gezamenlyk aan- belp'tWy- tr°k °P Nyborg, daar de Zweedfche Krygs- börgbe- magt, die op zevenduizend man begroot werdt, raagtigen. gelegerd was. Hier viel, op den vierentwin- tigften van Slagtmaand, een flag voor, waarin de Zweeden te kort fchooten, en genoodzaakt werden, binnen Nyborg te wyken. De Ruiter ten zelfden tyde, met de Vloote derwaard ge- zeild, befchoot de Stad zo hevig, met het grof gefchut van alle de fchepen, dat zy zig, den vyfentwintigften, op genade en ongenade, o- vey-
fi'.O De Witt Brieven VI. Deel, il. 170, sol*
(jcj Aiizi.MA IV. Dtel, l/l. 425. |
||||
XLVIII. Boek. H I S T O II 1 E. 481
|
|||||
vergeeven moest. De gantfrhe bezetting, uit 16&.
de beste Zweedfche troepen beftaande , biet f —— krygsgevangen. De Stad werdt, na 't overgaan, deerlyk geplonderd (y). De Ruiter overwin- terde te Koppenhagen. Midlerwyl, handelde men nog al over de ^ xxx.
Vrede in 't Noorden. De Koning van Zwee- ''Verdrag den, ziende hoe veel hem aan de vriendfchap J^L van deezen Staat gelegen ware, bewilligde, wordt nog voor 't einde van Slagtmaand, in de op- bekrag- helderingen van 't Verdrag van Elbing, onder lisd' anderen beftaande in een' Tollyst van allerlei .Zweedfche waren (z). Hierdoor werdt de Vrede bevorderd: waartoe der Staaten buiten- gewoon Afgevaardigde jfoan van den Honaart, uit den Oud-Raad van Dordrecht, federt eeni- gen tyd, ook aan 't Hof van Poolen, arbeidde (V). Doch Zweeden en Poolen beide, onge- Vrede raaden vindende , met bemiddeling der Staa- tusfchen ten, te fluiten, handelden afzonderlyk, in het Zw^dtn Klooster Oliva, by Dantzig, alwaar zy, ein- ^nn# °°~ delyk, de Vrede troffen, op den derden van 1660. Bloeimaand des volgenden jaars (£); zonder -----—j
dat van den Honaart, die last hadt om een af-
zonderlyk Verdrag te verhinderen, zyn oog- merk hadt können bereiken. By deeze Vrede, werdt, onder anderen, behoudenis van Privi- legien, zonder onderfcheid van gezindheid, bedongen , voor alle de Steden in Pruisfen, die, in deezen oorlog, door de Zweeden, ver- overd Cr) Mtzs.ua iV. Deel, il. 431-436. Hrandt de Ruiter, bU
I5B-02. (z J Zie AirzPM« IV. Deel, U. 440 enz.
(a) Aitzema iV. Deel, l/l. 484 uiz.
£ *) Zie het Traft, by Aitzema iv. Deel, il. 511,
XII. Deel. Hh
|
|||||
482 VADERLANDSCHE XLVIII.Boe*.
overd geweest waren, en nu wederom aan Poo-
len kwamen. De Staaten hadden , reeds te vooren, op het aanhoudend verzoek des Ko- nings van Deenemarke , beüooten, hunne Vloot, op nieuws, te gebruiken tot afbreuk der Zweeden (c): doch de dood van Koning Karel Guftaaf, die op den drie-entwintigften van Sprokkelmaand voorgevallen was (</), ver- anderde den (tand der zaaken niet weinig. De overleeden Koning was de voornaame oorzaak geweest van den tegenwoordigen oorlog. Zyn opvolger was een minderjaarige Zoon» Karel de XI; waarom de Koningin en de Regeering desRyks naar de vrede verlangden, en reeds met Poolen gefiooten hadden. De Zweediche Vloot egter, in zee gebragt, en daarna binnen de ha- ven van Landskroon geloopen zynde , werdt, aldaar, bezet, door de Ruiter (V); waardoor, waarfchynlyk, eenigen voqrgenomen aanflag in de Oostzee geftuit werdt. Ook ftrekte het tot bevordering der Vrede, tusfchen Zweeden en Deenemarke, die, eindelyk, op den derden van Zomermaand, te Koppenhagen, gefiooten werdt C ƒ). Frankryk, Engeland en de Veree- nigde Gewesten werden, in het Verdrag, ge- noemd als middelaars. Het Rotfehildfche Verr drag werdt 'er, ten deele, door bevestigd: in eenige opzigten, veranderd. Onder anderen, werdt Dronthem wederom aan Deenemarke afgeftaan. Ook ruimden de Zweeden hunne andere overwinningen, in Zeeland en de ver- de- f O Aitzuma IV. T)tel, il. <;ig enz.
(rf) Aitz-ma, IV. Deel. U. 512.
£() De Witt Brieven Vi. Deel, hl. 4IC
Qj S.u. RefoL Holl. 15 Mty 1660. II, Ü.ul, II. 2«,
|
||||||||||
l66o.
|
||||||||||
Karel
Gulhaf
fterft.
|
||||||||||
De Rui-
ter be- zet de Zweed- fche Vloot. Vrede tusfchen Zweeden en Dee- nemarke. |
||||||||||
BERIGT voor den BINDÉIL
J. HUIDECOPER.
te plaatfen tegen over Bladz. 96
Onderhandeling tusfchen de Afgevaardig-
den van Amfterdam en Graave Willem van Nasfau, aan den Amftel in 1650. 98 Willem de Tweede, Prins van
Oranje enz. . . . 120- De Raadpenuonaris Jacob Cats. iy8
De Raadpenuonaris Adriaan Pauw. ai4
De Kommandeur Jan van Galen. 238
De Luitenant - Admiraal Maarten
Harpertszoon Tromp. . 24a Delft van binnen, na de verwoesting, ver-
oorzaakt door 't fpringen van den Kruid- tooren in 1654. . . 434 PlETER FlORISZ. . 46c!
Aerd van Nes. , . 468
Da Vice - Admiraal Witte Korne-
lisz. de Witte. . . 468 |
||||