VADERLANDSCHE
HISTORIE.
V E E R. T IENDE DEEL.
|
|||||
m
|
|||||
VADERLANDSCHE
HISTORIE,
VERVATTENDE DE
GESCHIEDENISSEN
DER NU
VEREENIGDE NEDERLANDEN,
INZONDERHEID DIE VAN
HOLLAND,
VAN DE VHOEGSTE TÏDEH AF:
Uit'de geloofwaardigfte Schryvers en egte
Gedenkftukken famengefteld, DOOR
JAN WAGENAAR.
Met Plaaten en Kaarten.
VEERTIENDE DEEL, |
||||
VADERLANDSCHË
HISTORIE.
|
|||||||
DRIE-ENVYFTIGSTE BOEK.
|
|||||||
INHOUD»
I. Aanvang des oor logs. Beweegingen derFranfcliè
troepen. De Groot keert te rug, uit Frankryk. IL Oorlogsverklaringen van Frankryk en Groot-Bri- tanje. Gedrag van Keulen en Munfler* ïll. De Smirnafche Floot aangetast, door de Engelfcktn, voor V verklaar en des oor logs. Toerusting der Staa- ten. IV. Verbond met den Keurvorst van Bran- denburg. V. Voorzorg in Holland', tot beveiliging der grenzen. ZeegevegtvoorSoulsbaai. VanOend fneuvelt. VI. Orfoi, Burik, Wezel y Rynberk, Emmerik, Rees en Deutichem veroverd, door da Franfchen. De Keulfchen en Munflerfchen bemag- tigen veele Plaat/en in Gelderland en Overysfel. VII. Vborßagvan de Witt. Befluit der Staaten van Holland. VIII. De Franfchen trekken ,by het Tolhuis, over den Ryn. De Staatfchen wykennaat Utrecht. Arnhem, Schenkenfchans, Knodfenburg, Zutfen en Doesburg verkoren. Merkwaardige Brief van d' Estrades. IX. Oranje trekt van Utrecht, om Holland te dekken. Rochefort neemt Amersfoort en Naarden in. Utrecht onderwerpt zig aan den Koning van Frankryk. X. Gezant- fchapaan den Koningvan Groot-Britanje. 'sPrin- XJV. Deel. A ftn |
|||||||
S VADERLANDSCHE LIÏT.Boek.
f en handeling met de Engelfchen, XI. Handeling
der Staaten met den Koning van Frankryk. De Groot raadt hen tot verdrag. Raadpleegmgen kier- ever, in de Vergaderinge van Holland. Amflerdam maakt zwaarigheid om te fluiten. Leiden dringt 'erop. XII. Zeelandflemt de handeling af. Men befluit'er toe. Amflerdam bewilligt, onder zekers bepaaling. XIII. De Prinsvan Oranje verzoekt, ook voor zig, in 't by zonder, te mogen handelen. XIV. Oorzaaken der oproerigheid in vetƒcheiden' Holland/ehe en Zeeuwfche Steden. Vonnis over Montbas en anderen. XV. befcktildigingtn der Regenten. Argwaan op de handeling met Frank- ryk. Leiden en Haarlem vorderen, dat men den. Pr in/e meergezagsgeeve. XVI. DeRaadpenflo- naris de Wilt wordt? by nagt? aangevallen en ge- •wond. Aanflag op't heven van denRuwaardvau Patten. XVII. 't Gemeen dringt de Wethouders , cm den Prins tot Stadhouder teverklaaren: eerst te Veere: tóen te Dordrecht. XVIII. Opflchud- ding te Rotterdam. XIX. Beweeging te Gouda. Te Haarlem. Te Delft. Te Leiden. Te Amfler- dam. XX. Het eeuwig Edicl wordt vernietigd. Willem de derde, Prins van Oranje, wordt Stadhouder vanHollanden Zeeland, en Ka- pitein-Generaal der Unie. XXI. Hyfchryft eenen brief, tot verontfchuldigingdertegemvoordige Re- geer inge. XXII. De Fr anflehen bemagtigen Gen- nep, Raveflein, Graave, Nieuwmegen, Creve- coeur, de Engelenflchans en Bommel. Turenne be- legert's Hertogenbosch. XXIII. Staat der verde- digingevan Holland. XXIV. Vervolg der hande- linge met Frankryk. Eisch van Lodewyk den XIV. Raadpleegingen opdenzehen. Leiden wil fluiten. Amflerdam de handeling aflreeken. De Prins |
||||
LlllBoEK. HISTORIE.
|
|||||||
§
|
|||||||
neigt kiertoe, insgelyks. XXV. Fisch van Karet
den IL Handeling met de Engelfchen^ XXVL De Staaten laaten de handeling met Frankryk eri Groot-Britanje aan den Prinfe. XXVII. Last aan de Kuiter, om "'t gevegt met de Engelfchen té /duwen. Oproer te Rotterdam. Kievit komt nieder indeezeStad. De Groot inlyfsgevaar. XX VUL Handeling tusfchen de Franfchen enEngelfcheiii De laatflen komen denPrinsvanOranjejpfeekènt XXIX. Overeenkomst tusfchen de twee Koningen. Hunne nieuwe voor/lagen aan de Staaten* Dé Groot, in verdenking geraakt byden Prinfe, wyki ten Lande uit. XXX. Handeling te Brusfel. XXXI. Landing derEngelfckeVloote, door eens ongewoone ebbe, belet. XXXII. Koever den verko- ren. Groningen ver geefsek belegerddoor de Murt- flerfchen. XXXIII. Verbondmet den Keizer. De Franfchen ver laaten 's Hertogenbosch. Nu leidt ons de draad der gefchiedenisfe
tot het verhaalen van den felften en gevaarlykften oorlog, die den Staat immer getroffen hadt; en die den zelven, in kor- , ten tyd , uit eenen tamelyken welftand , op hctVer*. 't punt van zynen ondergang , gebragt heeft, haal van De Vereenigde Gewesten hadden, veele jaa- den oor- ren , können oorlogen met Spanje , om dat lj)g '!*' zy Frankryk en Engeland, te gelyk of beurts- JJ™ * wyze , te vriend hadden ; en om dat de Duit- Groót- fche Vorften , of hunne zyde hielden, of niet J>rttatifc, in ftaat waren , om hun eenig nadeel van be- KeuJ5n lang toe te brengen. Maar, in den tegenwoor- ß"% ** digen oorlog, zagen zy beide Frankryk en En- geland , de twee magtigfte Ryken van Europa ren deezen tyd e , de wapenen tegen hen op- A 2 vat-
|
|||||||
4 VADERLANDSCHE LUI. Boek;
,^tt vatten, en hun, te water en te lande, beoorloo-
,___1 gen. Zy werden, daarenboven, aangetast, door
twee Duitfche Vorften, zonder dat zy, in 't eerst,
eenen Bondgenoot hadden , op wien zy Haat maaken konden, hunnen ouden vyand, den Ko- ning van Spanje, alleenlyk uitgenomen: by wien zig, nogtans, eerlang, de Keurvorst van Bran- denburg, en wat laater, ook de Keizer voegde, 's Lands Zeemagt, 'c is waar, was in redelyken daat gebragt; maar nimmer tegen de vereenig- de Viooten van Frankryk en Groot - Britanje ge- bruikt geweest: en't was hagchelyk, of zy nu daartegen beftandzouzyn. Maar't Leger te lan- de was zwak : de grensfteden waren flegt voor- zien, de vcstingwerken kwalyk onderhouden (a), na't fluiten der Vrede met Spanje : federt ■welken tyd, men naauwlyks anders dan ter zee geoorloogd hadt. De tweedragt der Gewesten over de bevordering des Prinfen van Oranje hadt veroorzaakt, dat men eikanderen, over 't ver- Herken der Landmagt, en over 't voorzien der grenzen, niet hadt können verdaan naarbehoo- rcn. Ook ontbrak het den Staat aan ervaaren' Krygsbcvclhebbers: waarvan eenigen, die zig, voorheen , by de Staaten hadden aangediend , ziende, dat zy, zo lang men dus oneenig bleef > niet werden aangedeld, federt, dienst in Frank- ryk genomen hadden (F). Hier kwamen binnen- landfche beroerten by, waarmede Holland in- zonderheid, eenen geruimen tyd, gekweld werdt. Al het welke den dand der dingen in zo groot eene verwarring bragt, dat de vyand in 't hert van
(«) Vit Aam. van at« Penf. Vivjfn ven 31 Shr.rt 167t- M3
{ij V.A. ÜAiuw IWt tic Cuill. 1U. ï*>,.. 11. >'. io, 81. |
||||
LUL Boek. HISTORIE.
|
|||||||
5
|
|||||||
van 't Land gerukt was, en drie geheele Gewcs- 157a.
ten van 't Bondgenootlchap afgefcheurd hadt, -----■
eer men eenige kans zag, om hem tegen teilaan.
Wonder, voorwaar! dat zo geweldig een verloop 20 fpoedigherfteld werdt, door eene vereeniging van oorzaaken, welker uitwerkzels elk, dieze- met opmerking gadellaat, bülyk ontzetten moe- ten. Wy bereiden ons dan, om den aanleg, voortr gang en uidlag van deezen kryg, omflaudiglyk en met de vereischte naauwkeurigheid, te ont- vouwen; waartoe ons zonderling te ltade zal ko-r men eene groote verzameling van ongedrukte aantekeningen, brieven en ftukken, de gewig- tigfte voorvallen van het merkwaardig jaar 1672. betreffende, Met den aanvang des jaars, begonden de Fran- Bewea«
fche troepen te trekken naar het Keuliche en het f'",pa Munfterfche fc). De Keurvorst van Keulen en de fchetrot Bisfchop van Muniter, van ouds, gebeeten op de pen. Staaten, en nu, door Frankryk, bewoogen , om de wapenen tegen hen op te vatten, fcheenen geen geheim meer te maaken va,n hun voorneer men, om zig» door middel der Franfche hulp- troepen , te helpen aan regt, welk hun, zcidenze, in den Haage, geweigerd werdt (<ƒ). In Frank- ryk, hieldt men niet op van werven, tot eene Vloot van zestig fchepen , en tot het Leger te lande, welk, zo men voorgaf, op tweehonderd- duizend man zou gebragt worden (V), In Enge- land, rustte men zig ook fterk toe, ter zee. In, beide de Ryken, poqgde men de gemaeden te ont-
(O FToll. Mcrc. van \(ljn. hl- 6. jj.
( ,iJ Mi-five van een Coriesp uit Keulen van izjüx. 1Ö72. M.%,
{e) M'.-flVe van den Amli 0e oimor aan den KMdnenf. cc Vv'nT yati ü 'Jan, lf>72. MS. A3
|
|||||||
€ VADERLANDSCHE LIII.Boêk,
1672. ontfteeken tegen de Vercenigde Staaten. TePar
------ rys, werden penningen gemunt, voerende ibm-
Scham- migen eene zon, die de dampen uit de moeras-
perepen- fen om hoog trok., metditbyfehrift: Evexi sed fa Frank- DISCUTIAM» dat is, ik Iiebze om koog getrokken; rykge- maar ik zalze wederom verfirooijen: anaereneene jnuat. maan, fchynende in de zee: waarby ftondt: Mi- hi soli obtemperat aeqjjor : datis, Myalleer, i% de zee onderdaan/g. Met de eerften, werdt op Frankryk en de Vereenigde Gewesten; met de tweeden, op Groot-Britanje gezinfpeeld (ƒ). Op het einde van Sprokkelmaand, venvagtte men reeds eene oorlogsverklaring beide van Frank- ryk en Engeland (g). Doch zy bleef nog eenige weeken agter. De Ambassadeur de Groot onder- tusfchen, geene kans ziende om iet met vrugt te handelen aan het Hof van Frankryk, keerde in't D« Groot laatst van Lentemaand herwaards. DeAmbasfa- keert uit deur Boreel bleefzig, nog eenige maanden, ont- Frankryk houden in Engeland; fchoonhy'er niet veel ver- te rug. rigten koj^ ten dienfte van den Staat. Ook keerde Joan Meerman, die, ten deezen tyde, buitenge- woon naar Engeland gezonden was (Ji), navier weeken,onverrigterzaake,terug.DeGrootdeedt, in't affcheidneemen, de crniHgfte betuigingen, w dat de Staaten, altoos, 's Konings vriendfehap, 9 op't hoogst, gewaardeerd hadden, en dat hy v in 't byzonder 's Hemels zegen bleef afimee- jj ken over's Konings oogmerken, zo ver/e niet „ ftreeden met de welvaart en't belang zyns Va- „ derlands (?')•" Hyfchreef, federt, dat de Ko- ning ff E"*ndt <1e Kuiter, ?■/. C43.
(g Mi'fi■ c van den rtinh. dr r;KOOT ven 26 Feir. 1672. MS.
(*) Sccr. Kef Holl. lüjnn. H Maart 1672. III. Dal,hl 205,147. K'.j Cojiie ii»nul«-!te it l'Haisüjjue de Mn. uu Gttuor. |
||||
LUL Boek. HISTORIE. f
ning hem geantwoord hadt „ dat hy van de Staa- 11572,
„ ten , zyne Meesters , niet fpreeken wilde j —— —« „ doch voor hem dezelfde achting hadt, als te s vooren: 't welk hy, by gelegenheid, zou doen |
||||||
wblyken(*>"
Weinige dagen na zyn vertrek, op den zeven- II.
den van Grasmaand, werdt i&w^/jGeheimfchry- ^ K^" ver der Ambasfade, die toen de zaaken der Staa- j-^nkryk ten, aan 't Hof van Frankryk, waarnam, ontboo- verklaars den by Pompone, die hem bekend maakte, dat de tien Staa> Koning den Staaten den oorlog aanzeide, om re- ten dett denen, begreepen in de Oorlogsverklaring, wel- oox °** ke, dien zelfden namiddag, openlyk, afgekon- digd werdt. Rompf vraagde, of hy verpligt zou zyn te vertrekken ? Doch Pompone antwoord- de , daartoe geenen last te hehben; maar dat hy weldoen zou van geene briefwisfeling te houden (7). Karel den II, Koning van Groot-Britanje, Jj** Ko" aan 't Parlement kennis gegeven hebbende van Groot- zyn voorneemen om de Staaten tebeoorloogen, Britanje,. werdt hun de oorlog verklaard, op den zelfden »»*ge- zevenden van Grasmaand, als zulks, in Frank-lyIi5, ryk, gefchiedde. 't Zal niet ondienftigzyn, dat wy hier den inhoud deezer twee oorlogsverklaa- ringen, beknoptelyk, te boek Hellen, De Koning van Frankryk verklaarde ., dat Inhoud
w hy , federt eenigen tyd , misnoegd geweest der 0or' „ zynde, over het gedrag, welk de Staaten der y'jjjw^, ,, Vereenigde Nederlanden, ten zynen opzigte, van Ä gehouden hadden j zyn misnoegen a zonder Furokr „ krenkinge van zynen roem , niet langer ont- '^ % veinzen kon: waarom hy, beflooten en vast- » Se~
(iï M'fi'. van den Atnli. BB Gn»OT van 45 MacTt, löp. MS.
( !) IMdiv. van Kowpï van 8 Apnl i(r]i, &'>'.
A 4
|
||||||
Ö VADERLANDSCHE LUI. Boek.
|
|||||
«J72. K gefield hebbende, hun den oorlog aan te doen,
f------ „ aan de Krygsoverften te water en te lande ber
n val , dit zyn belluit ter uitvoeringe te doen
„ brengen , te gelyk zynen onderdaanen allen „ handel met de Vereenigde Gewesten verbie- n dende, en alle vrygeleiden, ftrydig met dee- nze verklaaring, intrekkende (m)." Aanmer- ^en verwonderde zig, op 't uitkomen deezer kingen op Oorlogsverklaariiige, dat zy niet aanwees, waar- (iezelve. Jn de Staaten den Koning ongenoegen gegeven hadden, Doch 't was bekend genoeg, aat zulks meest was gefchied, door het 11 uiten van het drie- voudig Verbond, en 't gene 'er op gevolgd was. Maar alzo de Staaten hierin niets hadden gedaan, dan waartoe zy volkomen regt hadden, kondee- ze reden niet openlyk gegeven worden. Het flui- ten der Munflerfche Vrede en de twist over 't neemen van twee Franfche fchepen, indenjaare 1657 (V), Hak den Koning, gewisfelyk, ook nog in den krop. Doch alzo het misnoegen , hierover opgevat, moest geagt worden weggenomen te zyn, door het Verbond van den jaare 166%, kon men'er, tegenwoordig, niet voegzaam van ge- vvaagen. Het belasten en verbieden der Franfche Waaren mishaagde denKoning ten hoogfte; doch; hy fchynt 'er, in de Oorlogsverklaaring, niet van te hebben willen fpreeken, om dat het niet ge-^ fchied was, dan nadatFrankrykeerstdeNeder- landfche Scheepvaart en Koophandel bekom- merd en bezwaard hadt (fi). De Koning vondta hierom, geraaden, alleenlyk in 't ajgemcen te zeg-, gen, dat de Staaten hem itof tot misnoegen ge- ge- ( m) Zie TIoü Merc- van 1672. l/l. aj),
(n) Zie XII. Deel, hl. 447. (.f, Zit XllLJÜCCi, tl: 433. |
|||||
HISTORIE.
|
|||||||||
LM. Boek.
|
|||||||||
9
|
|||||||||
geven hadden, zonder iet byzonders te willen 1672.
noemen. Maar alzo hy'er byvoegde, dathy, ——- zonder zynen roem te krenken, zyn misnoegen niet-langcr ontveinzen kon, kreeg hy, federt, by veelen, den naam, dat hy eenen zwaaren en kost- baaren oorlog, enkel uitroemzugt, hadt aange- vangen (p) : fchoon hy, als men zyne Oorlogs- verklaaring , onpartydigiyk, inziet, niet zyne roemzugt, maar het misnoegen, welk hem de Staaten gegeven hadden , voor de oorzaak des oorlogs fchynt te willen gehouden hebben. De Staaten antwoordden niet op deeze Oorlogsver- klaaring ; waarin niets byzonders, ten hunnen laste, bygebragt werdt. De Koningvan Groot - Britanje gaf breeder Inhoud
opening van de oorzaaken, waarom hy, tegen fltr °or" zyne genegenheid, en gedrongen, zo hy voor- k°aaHn- gaf, door den uiterften nood, de wapenenhadt Pe van opgevat. 5, Hy hadt," zeide hy „ teritond na Groot- „ zyne herltelling op den troon , zyn best ge- Britanje, „ daan, om een vast Verbond te fluiten met de „Staaten, en het, van zynen kant, heiiiglyk, „ gehouden. Doch, al van 't jaar 1664 af, hadt „ hem 't Parlement geklaagd , dat zyne onder- „ daanen, in de Indien, voor de verojjgelykin,- „ gen en verdrukkingen der Nederlanderen , n bloot gefield waren; waarvan, door rninzaa- „ me onderhandeling, geene vergoeding te be- n komen was. Hierop was de oorlog gevolgd, „die, met cje Bredafche Vrede des jaars 1667, n geëindigd was, Doch deeze Vrede was maar n pas geflooten, of zy werdt gefchoriden door „ de Staaten, die, in plaats van een behooriyk „Ver-
(■«) ZU Tbmplh Mimor. V. 293. en vtclt c.:uU?:n.
A 5
|
|||||||||
lo VADERLANDSCHE LUI. Boek.
|
|||||
15^2. n Verdrag te maaken op den handel in Oostin-
■ „ die, voortgingen in de gewoonlyke verdruk- „ kingen des Engelfchen Koophandels aldaar.
„ De Koning hadt hun Suriname te rug gcge- „ ven, en zy weigerden den Engelfchen , die zig „ aldaar onthielden, verlof, om met hunne goe- „ deren de Volkplanting te verlaaten. Na twee „ jaaren handelens, hadt de Engelfehe Ambasfa- „ deur, eindclyk, dit verlof verkreegen; doch „men wist het, dooreen tegenbevel, vrugte- „ loos te maaken, zo dat de Engelfchen alleen- „ lyk eenigen van de armfte Huisgezinnen uit „Suriname hadden können voeren, 's Konings. „ onderdaanen waren niet flegts verongelykt ; „ maar men hadt zig niet ontzien, 's Konings „ perfoon te befchimpen , door fchüderycn , ,? gedenkpenningen en opfehriften , waarmede „ fchier alle de Steden pronkten. Men hadt, in „ den voorleden Zomer, het regt der Vlagge, „een der oudfte voorregten van 's Konings „ voorzaaten, openlyk gefchonden, en zulk be- „dryf, daarna, nog verdeedigd in den Haage» „het Koningklyk regt, daarenboven, als on- „ gegrond , ten toon Hellende , aan vreemde „ Hoven. In plaats van hem hierop voldoening „ te geeven, hadt men gezogt, den Koning van „ Frankryk tegen hem op te ftooken. Eindelyk , „ hadt men 's Konings Ambasfadeur een Papier „ willen ter hand liellen, war.rin men aanboodt „ voor 's Konings fchepen teifryken, midshy» „ hieruit, geen gevolg trok, ten uadeele van dep „ vryen handel, en den Staat tegen Frankryk „ byftoiidr. De buitengewoone Ambasfadeur, „ door hen, federt, naar Engeland gezonden, „ hadt verklaard, niet meer te können uitbieden, „ voor
|
|||||
LUI. Boek. HISTORIE. iï
M voor hy zynen Meesteren nader gefchreeven it7%m
n zou hebben. De Koning dan, wanhoopende-------
n aan eenen goeden uitflag van verdere haride-
„linge, hadt zig genoodzaakt gezien, dewape- „ nen op te neemen, en den Staaten den oorlog „ te verklaaren; gelyk hy, by deezen, deedt. Hy n verboodt, wyders, allen handel met de inge- w zetenen der Vereenigde Gewesten; aan onder- tt zaaten van den Staat, inzynRykzynde en zig n wel gedraagende, beloofde hy volkomen'vei- w ligheid voor hunnePerfoonen en goederen,wel- • w ke ook genieten zouden zulken, die, zig, om „ dat zy, hier te Lande, verdrukt werden, of uit w liefde tot de Engelfche Regeeringe, derwaards K zouden willen begeeven. Eindelyk, alzo de Ko- jj ning zig verpligt hieldt, om de Akenfche Vre- „ de te handhaaven, beloofde hy, den waaren „ inhoud en meening van het Verdrag te zullen „ onderhouden , ten ware hy tot het tegendeel „ mögt getergd worden (#)." Kort na het afkon- digen deezer Oorlogsverklaaringe, werden alle Engelfchen, die zig in de Vereenigde Gewesten bevonden, op 't fpoedigfte, t'huis ontbooden, by een openbaar bevel des Konings (r~). De Oorlogsverklaaring des Konings van Groot- Aanmer. Britanje gaf, zodrazein't licht kwam, gelegen- kng op" hcid tot verlcheiden' aanmerkingen. Doch de dezelve, gewigtigften zyn begreepen in het antwoord der Staaten, welk, eerst in 't jaar 1673, uitgegeven werdt. Wy zullen 'er, op dat jaar, den korten inhoud van melden. In 't voorbygaan, merken we üegts , met een enkel woord, aan, dat de En- gel-
■(l") Zh Holl. Merc. van 1673. jr. 23.
(r) Zie Iloll. Mtfc. van 1^74. tl. S5». |
||||
12 VADERLANDSCHE LUI, Boek,
|
||||||||||
gelfche Verklaaring of algemeene befchuldigin-
gen behelsde, welker gegrondheid of ongegrond- heid niet dan na een moeilyk en onpartydig on- derzoek blyken kon; of zulke byzonderheden , die, van den kant dex Staaten , te vooren, dik- wils, wederlegd waren. Ondertusfchen, is 'er een brief des Konings voor handen, waarin hy nog eene andere reden geeft van het opvatten der wapenen tegen de Staaten, in deeze woor- den: „De verongelykingen, my aangedaan, „ door fommigen, die, federt eenigen tyd, hec „voornaam bewind over de Regeering der Ver- „ eenigde Nederlanden in handen hebben ge- „ had, hebben my genoodzaakt tothetaangaan „ van een Verbond met den Allerchristelykften „ Koning, die dezelfde redenen van misnoegen, „ tegen hen heeft : welk Verbond geen ander „ oogmerk heeft, dan het onderbrengen der on.- „ verdraaglyke grootschheid van den Loeve- „ fteinfehen aanhang, en de beveiliging van ons „ zelven voor het toekomende, tegen diergely- „ ke beledigingen (V)." De Keurvorst van Keulen en de BLsfchop van
Muniler zogtcn, nog eenigen tyd, denfehynte geeven, dar zy zig onzyaig wilden houden. De eerfte beval, byopenbaarPlakaat, gedagtekend den zestienden van Grasmaand, dat zyn Krygs- volk en de Franfche hulptroepen zelven gecne vyandlykheden tegen ieinant zouden hebben t<? pleegen (V). De tweede, die in 't voorleeden jaar nog over een naauw Verbond met de Staaten ge- handeld hadt(V),hielätzig ook nog eene poositiL Ka-
fs") C'iSTEüiis Hirt- Verh. JSylattg. hl. 43T. Holl. Merc %an
tb?*, il, 117. See el/u LuhlcjWs Mcmoirs fW. 111. j. 20a. ( t) ZU Holl. Merc. y,n 1672. hl. yj". (»V S«cr. a«!'ol. Hol;. 0, 7 Mr. 1(171 1'A. iï'cl, tl. iu. |
||||||||||
Wri.
|
||||||||||
Byzon-
tlere re- den van den oor- log te- gen de Staaten. |
||||||||||
Gedrag
van, Keu- len en JMunfler. |
||||||||||
iM, Boek; HISTORIE. ig
■ Karel de IL was de eerfte, die de Vrede open- 1672;
!yk verbrak, veertien dagen voor hy den oorlog ■■ ■ ■ verklaard hadt. Robert Holmes, die, naar men Ut« 't hier te Lande begreep, ook de eerfte gelegen- D^fc^"" heid tot den vodtgaanden oorlog gegeven hadt, fa^en^e kreeg nu wederom bevel, om, metagtOorlogs- Smim-' fchepen en drie Kitièn, te kruisfen, op de Koop- fche vaardyvloote, die van Smirna en andere Plaat- vloot fen in de Middellandfche zee verwagt, en omtrent n0fr'de anderhali'millioen waardig gerekend werdt. Zei- oorlog lende naar het Eiland Wight, alwaar hy de Smirn- ver- feheVloot dagtte onderfchcppen, ontmoette hem klanr<* de Engelfche Bevelhebber Spragge, meteenige * Oovlogsfchepen, die, eenen tyd lang, met de SmirnlcheVloote, gezeild hadt, en aan Holmes verhaalde, dat zy wel haast zou opdaagen. Doch Holmes, den buit voor zig zelven willende hou- den , gaf Spragge geene kennis van zynen toe- leg , en liet hem voortzeilen. Holmes baatzugt was, federt, meent men, de behoudenis der Koopvaardy vloote (v). Hy tastte haar aan, op Zy wor- den drie-entwintigften van Lentemaand; doch don wiit- zy verweerde zig zo dapperlyk, dat hy, na ee- k«1yk»f- nigeuurenvegtens, afwykenmoest. Maar,den |jn^*" volgenden dag, werdt hy, met vier kloeke Oor- logsfchepen en eenig minder vaartuig, verfterkt. 't Gevegt werdt toen hervat; doch met gelyken uitflag. Na den middag, viel Holmes ten derde maale aan, omringde toen 't Oorlogsfchip van Kapitein Jan van Nes den Ouden, welk, nevens vier anderen, tot geleide der Koopvaardy vloo- te , diende; en befchoot het zo fel, dat het, na 'c fneuvelen vanden Kapitein, veroverd zynde, te gron-
(v~) Eijrnït ïtfft. fcf Ws OW« Tima, Fel. I. p. 317.
|
||||
ü4 VADERLANDSCilE LUI, Boei«
|
||||||||||
. t6f2> gronde ging. Drie of vier Koopvaardyfcheper»
-------vielen toen den Engelfchen in handen. Doch de
overigen kwamen behouden in't Vaderland aan.
De Nederlandfche Oorlogs- en Koopvaardyfche- pen hadden zig ongemeen gekweeten, inditge- OeK'jm- vegt. Doch Adriaan de Haaze > die't opperbevel mancleur hadt, was gefaeuveld (V). Men hieldt deeze |
||||||||||
ileHaaze
fneuvelt, |
||||||||||
vyandlykheid, zonder Oorlogsverklaaring, vier-
|
||||||||||
kant te ftryden met een punt der Bredafche Vre-
de , waarby, zo men wil, bedongen was, dat, in geval van Vredebreuke, geene Koopvaardyfche- pen zouden aangetast worden, dan zes maanden na 't verklaaren van den oorlog (V). Doch ik be- ken zulk een punt, in het Verdrag van Breda, niet te hebben können vinden. Het twce-ender- tigfle Lid van dit Verdrag zegtalleenlyk „ dat, „ in geval van openbaaren oorlog, geene fche- „ pen of goederen, aan de eene ofaandeande- „ re zyde, verbeurd verklaard zullen worden ; „maar dat de wederzydfche onderzaaten zes „ maanden tyd zullen hebben, om, met hunne „fchepen en goederen, uit het gebied der te- „ genpartye, te vertrekken Qf)" Doch of dit punt, by gevolge, zoveelinlluit, alsfommigen 'er uit fchynen te willen trekken, laat ik bekwaa- mer' luiden oordeelen. Anderen verhaalen, dat Karel de II. verfcheiden'Nederlandfche fchepen in Engeland aanfloeg, 't welk duidelyker ftreedt, met het gemelde punt der Bredafche Vrede. In Holland, volgde men zyn voorbeeld, de Engel- fche Koopvaardyfchepen in beilag neemende; doch
fiv") Holl. Mcrc. van ifiyi.hl.iH. P,RANr>T dcRuiter, hl.645.
[x) litJRNi'T Uiiï. of his owii Time. Vol I. p. 307. "<y j Foies Du MnNT Corps DpJoui. Tuin. VU. P, I. f. 47. AitzkMa Vi. tJUl, W. 5y. |
||||||||||
HISTORIE.
|
|||||||||
tili. Boek.
|
|||||||||
ï$
|
|||||||||
doch eenige Leden der Regeeringe bragten, eer- 1^9.
lang, te wege, dat zy wederom vry gegeven wer- -------j
den: waarop de Koning van Groot ßritanje 00k
eenige Nederlandfche fchepen ontfloeg (2). Wy- ders, wilde men , in Engeland , het aantasten der SmirnfcheVloote gaarne doen doorgaan voor toevallig, en als ware het veroorzaakt, door eene weigering van iiryken, aan onze zyde. Doch fo.m- migen verzekeren, dat 'er zo veeleooggetuigen van het tegendeel waren, dat Holmes deeze on- waarheid niet lang durfde Itaande houden (a). Karel den II. dus de vyandlykheden begonnen Toerua»
hebbende, verzuimden de Staaten nier, vlytigte ting dec doen arbeiden aan het uitrusten hunner Vloote. Staa»a. Men fprak ook van 't fterken, van Naarden, Brie- Ie, Hellcvoetfluis en Texel, en van:de grenzen der Provincie van Utrecht: doch hiervan kwam weinig. De werving te lande ging ook traaglyk voort, fchoon 'er de Raadpenfionaró de Witt ernftelyk opaanhieldt(7>). Maar't Verhond m.et den Keurvorst van Brandenburg, waarover men, federteenigentyd, gehandeld hadt, werdt, eer- lang, gellooten, en bragt niet weinig toe, om aan de zaaken der Staaten een beter aanzien te geeven. I De bevordering des Prinfen van Oranje tot iv\
Kapitein-Generaal baande den weg, tot het O ui- Hande- len van dit Verbond. De Prins deedt zyn best, j,"1*,?" m om den Keurvorst, zynen Oom, die, tot hiertoe, Vo"stev" « gefcheenen hadt, onzydig te willen blyven, te nrandea- be- burif.
(*) Rapin Tom. IX- *■ $«s. IIiundt de Ruiter, il. fits.
f*Ó ßiiRNKT HUI..of bis own Time Poi* I. p 107.
(*) Relbl. Huil. 19 Jan. 6, iCi.afFe'r.lCyt hl: yi,■)<>■, a5,
$8, 118 Aantik, van den J'tnliwi, VivuN u Jfn. 6 1'tir. }( $Mart, » Afril 1672. MS. |
|||||||||
ïti VADERLANDSCHE LUI. Boek;
tä' 2. beweegen, om zig openlyk te voegen by de Staa-
------ ten. Ook vaardigden de Staaten Godaid Adriaan
van Reede, Heer Van Amerongen, in Louw-
maand , af naar Berlyn (c), om met den Keurvorst te handelen. Zy hadden, eenigen tyd te vooren , Keulen, metKrygsvolk, in de Stad, ten hunnen kuste, geworven (<ƒ), bygeftaan (V), zo't heet- te , tot verdediging der Stad, tegen haaren Aarts- bisfchop, met wien zy, doorgaans, en ook ten deezen tyde, over hoop lag; doch inderdaad, om den Franfchen den doortogt door deeze Stad > over den Ryn, te beletten. Doch by't Verdrag , federt, getroffen tusfchen den Keurvorst en dé Stad, was bedongen, dat de Stad het vreemd Krygsvolk uit haaren dienst moest doen gaan (ƒ). De Kolonel Jozef 'Bampfrieldy die over deStaat- lche bezetting geboodt, hadt de Staaten, federt, zo geloofd werdt, fterk geraaden, om meer be- zetting in Keulen te werpen. Zelfs bragt men , eerlang, een afichrift van eenen brief te voor- fchyn, waarin hy aan den Raadpenfionaris de Witt zou gefchreeven hebben „ dat den Staaten „ veel gelegen was aan het bezetteneenerStad, „ waarin veel volks gelegd kon worden; welke, w aangevallen zynde, tegenftand zou können „ bieden, of den vyand, van agteren, aanvallen , yj zo hy voorby trok. Dat hy de poort in zyne Bmagt hadt, en kans zag, om eenen grooten „ hoop volks in de Stad te brengen, zonder dat „ 'er zig iemant tegen verzetten zou. Dat zulk „ eene
f c") Hall. Mcrc. van 1672. W. 8.
(d) Uelöl. Holl, 24 April 1671. hl. 50. '(O Natu) Zit). 1 May 39 july igSept. 24, lR OB0I1.1671.' 11 l'6, i;9_, 17s, 210. air>. C/J Mez Du Mont Corps Diplom. Tom. VII. P. I. p. i£o,' |
||||
LUI. Boek. HISTORIE.
|
|||||||
L7'
|
|||||||
n eene onderneeming Frankryks oogmerken zou
n dwarsboomen, en ftrekkentotverfterkingvan „ 't gezag der Staaten aan den Rynkant (g)." Doch ik vind niet, dat men zynen raad gevolgd heeft. Ook werdt de brief, door de Witt, ter Ver- gaderinge van Holland, voor verdigt verklaard (//). De bezetting, die reeds in Keulen lag, ruim- de, federt, de Stad (t). De Heer van Amcrongen hadt last om den handel der Staaten, in 't byltaan der Stad Keulen tegen den Aartsbisfchop, te ver- dedigen aan 't Hof van Berlyn, alzo de Keurvorst van Brandenburg met dien van Keulen in ver- bond ftondt. Doch 't voornaanifte van zynen last beftondt, in den Keurvorst, Fredrik Willem, over te haaien, om zig, ten behoeve der Staaten, en tot befcherming van zyne eigene Landen, te wapenen, en om, ten dien einde, een nader Ver- bond met de Staaten te fluiten. Opdeneerften voorilag ten deezen einde, antwoordde de Keur- vorst „ dat men, inderdaad,'t gevaar, welk den „ Staaten dreigde, moest zoeken af te weeren, 9 en, of den oorlog, door handeling, voorko- „ men, of den Staaten, op hunne kosten, by- „ ftaan met de wapenen. Dat hy, tot het eerfte, n zyn best reeds gedaan hadt, en verder wilde „ doen; doch dat hy verlangde te weeten, wel- wke voldoening de Staaten den Koning van „ Frankryk zouden willen geeven ; of zy, by „ voorbeeld, zulken, die den Koning beledigd „ hadden, wel zouden willen ftraffen ? of zy 't M verbod der Franfche Waaren wel zouden wil- den C?) Nfiïfiven van Bamphield aan den Raadp. de Wjtt v<ut
4 Decemb. 1671. MS. (1>) Refol. Holi. 9 7«». K>;j. U. 26, £<j OmtoerUe Leeuw 1. Deel, tl, 5. XIV. Deel. B
|
|||||||
ï8 VADERLANDSCHE LUI. Boek.
|
|||||
n len intrekken ? of zy wel zouden willen beloo-
n ven, dat zy den Koning niet beletten zouden , v zig te Hellen in 't bezit van 't gene hem waarlyk w toekwam ? en of zy, eindelyk, 's KoningsBund- py genooten, den Koning van Groot-Britanje en „ den Keurvorst van Keulen, wel zouden willen „ te vrede Hellen ?"' By deeze vraagen, voeg- de de Keurvorst „ dat hy zorg moest draagen , 0 dat hy geenen vrugteloozen dienst deedt, wan- n neer hy zig ftak in deezen oorlog : dat het „Duitfche Ryk , vooral, buiten den kryg ge- „ houden moest worden:" eindelyk, vraagende , „ welke hulpe de Staaten van hem begeerden ? ju wat zy hem, daartegen, van hunne zyde, aan- „ booden? en of zy hem wel immer de Steden j, zouden inruimen, welken zy, totnogtoe, be- „ zet hielden?''' De Heer vanAmerongen ant- woordde „ dat hy alleen gekomen was, om een jjnaauw Verbond van onderlinge befcherming n te fluiten. Dat de Staaten reeds fterk bezig j, waren met werven, en een aanzienlyk Leger j, in 't veld dagten te brengen: waartoe Holland s geld verfchaffen zou. Dat men zig noodzaa- jj kelyk wapenen moest, om aan de Franicheii x niet te veel vooruit te geeven ; doch dat de jj Staaten anders overboodig waren, om de ge- K fchillen, by verdrag, af te doen; waartoe zy j, wenschten, dat de Keurvorst een middel vin- n den kon. Dat de Staaten niet zouden weige- B ren te ftraffen zulken, die overtuigd werden , „ dat zy den Koning van Frankryk gehoond had- B den. Dat men 't verbod van de Franfche Koop- w manfehappen, insgelyks, intrekken zou. Dat j, 'er geene reden was, om met Groot - Britanje ju vrede te breeken: en hadt de Keurvorst van j,Keu-
|
|||||
LUI. Boek. HISTORIE. 19
|
|||||
n Keulen, wegens Rynberk , iet te vorderen van t$*r«
„ de Staaten; zy hadden ook eifchen ten zynen
n laste. Midlerwyl, was 't voor den Keurvorst
n van Brandenburg niet veilig, ongewapend te „ blyven , terwyl zyne nabuuren , de Koning n van Zweeden, de Keurvorst van Keulen, de Ä Bisfchop van Munfteren de Hertog van Bruns- „ wyk zig fterk wapenden. Zo't DuitfcheRyk ^ in den kryg betrokken werdt; was zulks den „ Franfchen te wyten, die een Verbond met den g, Keurvorst van Keulen hadden aangegaan." Bindelyk, verzogt Amerongen, uit den naam der Staaten n dat de Keurvorst, boven de troepent „ welken hy, volgens voorgaande Verbonden, j, onderhouden moest, zestienduizend man op de j, been bragt, die, voor de helft, doordeStaa- „ ten, betaald zouden worden." Men hernam , hierop „ dat de Keurvorst niet gehouden was , n hulptroepen te leveren, zo lang de oorlog niet a, begonnen was :" voorts klaagende „ dat de „ Staaten, by het fluiten van het drievoudig Ver- jj bond, niet met den Keurvorst gehandeld had- „ den, als zy, met zulk een' ouden en getrouwen „Bondgenoot, hadden behooren te handelen. n Dat zy, in het maaken van dit Verbond, hem „ niet vroeg genoeg gekend hadden, entefchie- „ lyk met Zweeden overeengekomen waren. Dat w men hem , naderhand , in dit Verbond hadt „ willen trekken, zonder hem de geheimepun- j, ten van het zelve te toonen , en zonder hem v een woord te fpreeken van onderftandgelden. „ Dat, zo men hem toen in ftaat gefteld hadt, „ om , met het geld van eene andere Mogend- „ heid, een Leger te onderhouden; men nu hulp- „ troepen genoegiZou vinden. Dat het, einde- B2 „lyk, |
|||||
20 VADERLANDSCHE LUI. Boek.
|
|||||
1672. „ lyk , verdrietig was, de zaaken dervvyze te
n den, dat de magt en het aanzien van den Keur- „ vorst te groot zouden worden:" waarmede de Witt en die 't meest met hem eens waren, niet donkerlyk, betekend werden. Doch Ameron- gen loste alle deze bedenkelykheden op, zo goed als hy kon, onder anderen, den Engellchen de wyt geevende van 't gene met Zweeden gehan- deld was. De Keurvorst, door zyn eigen belang, genoeg genoopt wordende, om den Staaten by, te liaan, tradt, eindelyk, heimelyk, in onderhan- deling over een nader Verbond, terwylhyzig, voor denFranfchen Gezant, hieldt, als of hy on- zydig dagt te blyven. In deeze onderhandeling, vorderde Fredrik Willem, dat hem, na't fluiten der Vrede , Orfoi en Emmerik zouden inge- ruimd worden , benevens den tol te Gennep, dien de Staaten, anders, nogzesjaaren, zouden heb- ben mogen heffen. Van der Staaten zyde, werdt hem alleenlyk Orfoi aangebooden, midshytoc- ftondt, dat zy Duisburg en Roeroord verlterk- ten, en inhielden , zo lang als zyde andere Plaat- fen in't Hertogdom van Kleeve zouden inhou- den. Voorts, zouden zy hem, na't fluiten der Vrede, honderdduizend Ryksdaalders doen aan- tellen (£). Doch de Keurvorst hadtgeeneooren, Vebrond naar deeze aanbiedingen.Eindelyk, werdt,op den tusfchen zesden van Bloeimaand, een Verbond geflooten, de Staa- waarby de Keurvorst beloofde „ zo dra de Staa- denKeur- »ten, binnen deVereenigde Gewesten of daaraan vorst van „ grenzende Landen , vyandlyk aangetast wer- Branden- den, te zullen op de been brengen een Leger tófr „ van C*) PuFFENDOHF deReb.Geft. Friil. Wilh, Livr. XI. §.47.
^1.626, 627. |
|||||
Lïïï.Boek. HISTORIE. zi
|
|||||
„ van twintigduizend man , waarvan hy egter i^
w drieduizend knegten en zeshonderd paarden ——i jj zou mogen gebruiken, tot dekking zynerWest- „ faalfche Vestingen. Het werfgeld en onder- n houd deezer manfchap zou , voor de helft 3 n door de Staaten, en voor de wederhelft, door n den Keurvorst, betaald worden. Het Leger „ zou, van nu af, by voorraad, geworven, en n vier maanden agtereen onderhouden worden , M al ware 't fchoon, dat de Staaten, binnen dien n tyd , niet vyaridlyk werden aangetast. De: n Keurvorst zou'er't opperbevel over hebben; n doch de Generaal over hetzelve zou zig, by „ eede, verbinden moeten, om de punten van n dit Verdrag naar te komen. De beweegingen w des Legers zouden , tusfchen den Keurvorst „ en de Gevolmagtigden der Staaten, by raade „ van den Prinfe van Oranje, als aangeiteld tot „ Kapitein-Generaal voorden aanilaandenveld- B togt, geregeld worden, 't Zou den Keurvorst. Ä vryftaan, in eene der Kleeffche Steden, met n der Staaten Krygsvolk bezet, een magazyn n op te regten." Doch van't herleveren deezer Steden, na 't fluiten der Vrede, werdt, in dit Verdrag, geen gewag gemaakt. „ Eindelyk, zou ,, mende Hertogen van Brunswyk, of, ten min- B fte, George Willem en Rudolf Augustus, zoe-> j, ken over te haaien, om zig ook te begeeven „ in dit Verbond (/):" welk eerst op den elf- den van Zomermaand door den Keurvorst, en op den eerften van Hooimaand, door de Staa- ten, bekïagtigd werdt (*»). ( / ) Zie het in de Holl. Mere. ifjy?, yan II. 5.
{!%) I'WFENUOHF W)T. IX. §. 4g. 'f, faS.
B 3
|
|||||
si VADERLANDSCHE UIL Boek,;
|
|||||||||||
i6?2. Midlerwyl, hadden de algemeene Staaten ert
■----- die van Holland in't byzonder, naar tyds gele-
V. genheid, gezorgd, voor 't verfterken en bezetten,
|
|||||||||||
Voor-
zorg m |
|||||||||||
der grenzen (»). Men maakte verandering, in
|
|||||||||||
Holland ^e bezettingen van Wezel, Rynberk en ändere,
tot der- Plaatfen in dien oord, of in 't bewind der zelven.. king en Men befloot de burgery, in verfcheiden' Steden,, cinsTde te voorzien van kruid, lood en geweer. De Staa-, grenzen. ten van Holland maakten hun werk, om de gren-, zen van hun Gewest fterker te bezetten, en de burgery der binnenfteden te doen trekken naar Plaatfen, die meer waren blootgefleld. Men hadt, alvoorlang, vernomen, datdeFranfchen, over den Ysfel, naar Utrecht zouden zoeken te ko- men; in welk geval, Holland in blykbaar gevaar gebragt zou worden (o). Men befloot, hierom, voor Holland in't byzonder te zorgen. En naarde- maal men ook vooreene landing der Engelfchen bedugt was, werdt'er eenig gefchutnaarHelle- voetfluis gebragt. Nog gaf men bevel, om de tonnen op te neemen, en fchuitjes in de plaats te leggen; ook om de kaapenen bakens aftebree- ken, en een' looze kaap op te regten, om den vyand te misleiden; ten welken einde, ook de toorens en molens , zo veel als doenlyk ware, vermomd en onkenbaar gemaakt moesten wor- den. Om de aankomende Koopvaarderste waar- fchuwen, deedt men eenige Galjoots en Loots- fchuiten kruisfen voor de zeegaten (j>). Het klei- ne Leger der Staaten onder PrinfeJoanMaurits lag, ten deezen tyde, by Doesburg aan den Ys- fel (#). De algemeene Staaten, den vyand, van . ' dag ! Ce") Zit Deductie ik Srant van Utr gea'r. lf<?%- hl 5, 6.
£0) Uit Asntek yen den Penfim. ViviE« yanyjaii ityl- MS. (^ ) Uit Asntek. \an denPenfion. VivtBN van itAfril »67a. MS, (*j Hotl. Merc. v«a 1672. (il. 33, 4<Sk |
|||||||||||
LUI. Boek. HISTORIE. è|
dag tot dag, te gemoet ziende, fchreeven eenen
bededag uit, tegen den vierden van Bloeimaand: en in Holland begon men, ten zelfden tyde, des Woensdags, weekelykfche bedeftonden te hou- den j om 's Hemels zegen over de wapenen van den Staat, en tot afwending des oorlogs, ernfte- lyk, af te fmeeken (>). In deandere Gewesten , werdt ook eenige voorzorg gebruikt, naartyds gelegenheid: met naame in Zeeland. Onder an- deren , vind ik, dat men te Veere, al federt eeni- gen tyd, ernftelyk, gearbeid hadt aan het fter- ken der vesten: waartoe niet alleen de Kerken- raad ; maar zelfs ieder Regent, om den vierden dag, verpligt werdt, de hand te leenen (J). 's Lands Vloot, over welke de Ruiter wederom
het opperbevel kreeg, raakte, gedeeltelyk, in zee, voor het einde van Grasmaand. De overi- ge fchepen volgden, in 't begin van Bloeimaand. De Ruwaard van Putten, Korneüs de Witt, was, nevens eenige anderen , wederom gemagtigd, om den zeetogt by te woonen, en hadt zig bege- ven aan 't boord van den Luitenant-Admiraal- Generaal de Ruiter. Men hadt hem, eer hy ver- trok , toezegging gedaan, dat zyn zoon hem ia 't Ruwaardfchap opvolgen zou, indien hy, on- verhoopt , fneuvelen mögt in 's Lands dienst (;). De Vloot was omtrent zevenenzestig zeilen fterk, onder welken vyfendertiggroote fchepen waren. Zy werdt, daarna, nog met agtkloeke Zeeuwfche fchepen verfterkt, en ontving, van tyd tot tyd, meerder verfterking; zo dat zy, ein- delyk, op eenennegentig fchepen en fregatten van
Cr) Ifoll. Merc. van 1672 W. 31, 43, 46.
CO Extr.u'tpeNotul v!LnWcttecnR.aci\e,iiBfa<irtl67l.AM*
£.0 Rsiel. Holl. 2, 16 /tpril, 167s. tlf ai, 77,
B 4
|
||||
*4 VADERLANDSCHE LUL Boek.
|
||||||||||
j6~2. van oorloge, behalve het minder vaartuig, be-
-------groot werdt. De Franfche en Engelfche Vioo- |
||||||||||
I faare
ilerktc
en die
«Ier Ver-
eenigde
Franfche
en En.
j^elfc ;e
Viooten.
Gevegc
voor
Sou!s-
baai.
|
||||||||||
ten , die zig reeds met eikanderen vereenigd had-
den , werden honderd en dertig zeilen fterk ge- rekend, 't Liep aan, tot den zevenden van Zo- mermaand , eer 's Lands Vloot de vereenigde vy- andlyke Viooten, van naby, in't gezigt kreeg, daar zy, in Soulsbaai, ten anker lagen. Zy fiel- den zig egter, terftond, in flagorde. 't Gevegt begon, des morgens ten zeven of agt uuren. De Ruiter viel aan op den Hertoge van Jork. De ftryd tusfehen deeze twee was hevig, en duurde |
||||||||||
twee uuren, met merkelyk verlies van wederzy-
de. De Ruwaard van Putten hieldtzig, geduu- rende't gevegt, by de bovenhut, daar een kogel, zyn hoofd digt voorby gonzende, drie der twaalf helbaardieren, hem door den Staat toegevoegd, het leeven benam, en twee of dr ie anderen, doo- delyk,kwetste. Twee jonge Heeren en eenRcgts- geleerde, van Amfterdam herkoniftig, hadden zig, vry williglyk, op 's Lands Vloote begeven , en ftreeden'er, aan't hoofd van eenige matroo- zen, op eigen'beurze aangenomen. Een der twee eerften, GerardHasfelaar, uit het Burgemeester^ lyk geilagt der Hasfelaaren gefprooten,hadt veer-, tig matroozen onder zig; doch liet, van een'ko- gel getroffen, het leeven in 's Lands dienst. De andere, Koenraad van Heemskerk, Zoon vanden Raadsheer Joan van Heemskerk, was, metvyf- tig matroozen, in de Vloot gekomen, en hragt, 'er't leeven af: gelykookdeedt de Regtsgeleer- de Joan Bergh, die agt matroozen by zig hadt» De Luitenant-Admiraal van Nes raakte, insge- lyk.s in een hevig gevegt met den Vice-Admi- raal en Schout by nagt der rppdevlagge, en ver- over- |
||||||||||
UIL Boek. HISTORIE. 25
|
|||||
overde een Engelsch Oorlogsfchip, welk egter , i^a,
daarna, door onagtzaamheid van 'c Neêrlandsch -------j
Bootsvolk, wederom verlooren werdt. Kapitein
Jan van Brakel, onder'c fmaldeel van van Nes behoorende, klampte den Admiraal der blaauwe vlagge, Montaigue, Graave van Sandwich,aan boord, en ftak, eerlang, den brand in 't vyandlyk f: hip, by welke gelegenheid, Montaigue, zig in een floep willende bergen, verdronk. Doch Bra- kels ftoutmoedigheid, die een'gelukkigen uitilag gehad hadt, werdt mispreezen, om dat hy den ge- geven last overtreden, en de blaauwe vlag aan- getast hadt, daar hy de roode beftreeden moest hebben. De Luitenant-Admiraal van Gend, die De Lui- zig gewend hadt tegen de blaauwe vlagge, werdt, ,°"lin.t" na een half uur itrydens, doorfchooten. Tegen vanQsnd de witte vlagge, meest uitFranfchefchepenbe- fheuveiv, ftaande,ftreedt de Luitenant-Admiraal Blankert; doch de Graaf van Estrêes hieldt, eerlang, van hem af; waaruit vermoeden rees, dat de Fran- fchen den ftryd fchuwden. Na't omkomen van van Gend, ontzonk zyn Esquader den moed meer of min, waardoor de Ruiter, by 't geweld der roode, ook dat der blaauwe vlagge op den hals kreeg, en in groot gevaar raakte. De Schout bynagt der roode vlagge, Joan Hermans, zonde twee branders op hem af, die, door den kapitein Filips van Almonde, zo gelukkiglyk, werden af- gekeerd, dat de eene vrugteloos verbrandde, en de andere op de vlugt gejaagd werdt. Van Nes wendde't, federt, naar de Ruiter, en hielp hem tegen de fchepen der blaauwe vlagge. 't Gevegt, De nngt den gantfehendag geduurd hebbende, mettwy- maakc. fclagtigen uitilag, werdt, eindelyk, gefcheiden de"vanR"t door den nagt, zonder dat men weet, wie-eerst gevegt, B 5 «f- |
|||||
s6 VADERLANDSCHE LïïI.Boait.,
|
|||||
1672. af hieldt. 't Verlies van volk was groot, aan de
e------eene en aan de andere zyde. MaardeEngelfchen
hadden, behalve Montaigue, wel agtcien Kapi-
teinen verlooren. Ook waren 'er verfcheiden'van hunne fchepen verbrand, of in den grond ge- fchooten. Doch ook eenigen van onze zyde. Üp den tweeden dagna'tgevegt, toendevyandlyke Vlooten reeds afgeweeken waren, keerde de Rui- ter, met 's Lands Vioote, ook naarde Zeeuwfche kusten, en kwam ten anker in't gezigt van Wal- cheren , daar hy eenigen tyd leggen bleef (u). VI. Dus hadt men, van der Staaten zyde, tot Optogt hiertoe, niet ongelukkiglyk geoorloogd ter zee. der Fran- Docn te lande, viel de veldtogt llegter uit. De Krygs- Koning van Frankiyk was, reeds voor 't einde «agc. van Grasmaand, te Charleroi gekomen, alwaar zyn Leger verzameld werdt. Van hier, zonde hy den Maarfchalk van ïurenne, met vyftien- duizend man, vooruit naar Luik en Maastricht. Tusfchen Aath en Kameryk, bleef Gasfion leg- gen , met vyfduizend man, om op de Spaanfchen te pasfen. De Koning volgde Turenne, met het gros des Legers, en vertoonde zig,, op den der- tienden van Bloeimaand, voor Maastricht, welk de Staaten rykelyk voorzien hadden van volk en voorraad, in verwagting, dat deezeStad den De Fran ■ eerften aanftoot zou te wagten hebben. Doch de fchen Koning, Mazeik hebbende duen inneemen, door ren°Or- ^en ^raave v*11 Chamilli, toogMaastricht voor- zei by, naar Nuis (V), en ondernam, op 't einde van Bloeimaand, 't beleg van Orfoi, de eerfte plaats r in O) ReM. Holl. o juay lC,-i. W. 105. BiiaNQT <Jfi Ruiter,
II. o^rt-rt/tt. Rapin 'Tjhi JX. /> 318, 311J. f v^ Holl. Moe. ran 167z, tl, 49, fö. t. A. SjliiSON Hift»
it GoJJ. Tem. II. f. 115. |
|||||
LIII.Boek. HISTORIE. 07
in deezen oord, die Staatfche bezetting inhadt. 1672.
Zy werdt, in't eerst, wakkerlyk verdedigd; doch-------
zig te zwak bevindende, om de Franfche magt te
wederftaan, op den tweeden van Zomermaand, by verdrag, opgegeven. Ten zelfden tyde,werdt Burik, B urik, door Turcnne, bemagtigd (w). De Prins Wezel, van Condé hadt zig ook nedergellaagen vóór Wezel, welke Stad, na dat hem de Lipperfchans in handen gevallen was, ook aan hem overging, op den vierden (V). Toen vverdt Rynberkop- Rynherk, geëischt, welk op den zesden werdt ingenomen. Des anderendaags , gaf Emmerik zig over aan Emmerik Condé, en Rees aan Turenne. De bezetting van en Ret«. alle de Plaatfen, behalve die van Emmerik, wel- l$e , te vooren, ter Stad uitgetrokken was (y) , werdt krygsgevangen gemaakt (s). 't Bevel over Wezel werdt opgedraagen aan den Graaved'Es- trades , weleer Ambassadeur des Konings van Frankryk by de Staaten (V). De Prins van Con- Comté dé, of eigenlyk de Heer van Beauvezé, met zes- neemt honderd man, door hem afgezonden, hadt zig, Deuti- midlerwyl,geflaagenvoorDeutichem, welk zig, ciera llu den negenden, overgaf, by verdrag, waarinde bezetting, uit vier vendels beftaande, vryenuit- togt en de gewoonlyke krygseer bedong (£). 't Franfche Leger was zo dra niet in aantogt Keulen
herwaards, of de Keurvorst van Keulen en de en Mun- Bisfchop van Munfter verklaarden den Staaten P,erver"' den oorlog, op 't einde van Bloeimaand. De deiTscwu eer-
|
|||||||||
■, hl. i,ia.
Valkenier. I. Deel, il. |
|||||||||
- (e.) Holl. M^rc. van 167». hl, 5g viz,
tb) Valkknier 1. Deel,H,434. Mcmuir. de Montbas p, |
|||||||||
34-
|
|||||||||
*8 VADERLANDSCHE Lm. Boek,
|
||||||||||||||
1671. eerfte klaagde, dat de Staaten hem Rynberk
onthielden, en onlangs krygsvolk in zynAarts- |
||||||||||||||
t«n den bisdom gezonden hadden. De andere gaf den
en r'b°eg' Staaten na, dat zy gezogt hadden zyne Ampte- jnagtigen naars en Krygsoverften om te koopen (c). Beide Enfche- deVorften voegden hunne magt byeen in West- de, Ol- faalen, vielen in Overysfel en 'm 't Graaffchap Ootmar-' Zutfen, en bemagtigden, ligtelyk, Enfchede, fum, Al- Oldenzeel, Ootmarfum, Almelo, Borkelo en Lo- meio, chem, Plaatfen allen, die buiten ftaat waren, om Borkelo, tegenftand te doen. Grol werdt, heviglyk be- oc em, booten zynde, by verdrag, overgegeven, op * den negenden van Zomermaand (4). Breêvoort voort werdt, op den agttienden, bemagtigd (e). Toen ' eischten de Vorften Deventer op, voorgeevende, Deven- de Stad wederom onder 't Ryk te willen bren- ttr» gen, waaronder zy oudtyds behoord hadt: en moedeloosheid of kwaade trouw van fommigen bragttewege, datzyzig, op den eenentwindg- Zwoi, Hen, overgaf (f). Zwol volgde't voorbeeld van Deventer. Doch ik lees, in eenen brief van deezentyd, dat, toen hier de eed gedaan werdt, door de bezetting en burgerye, wel een vyfde deel de vingers niet opftak (g). Hierop, verliepen de bezettingen uit de overige Overyslèlfche Ste- den en Sterkten, zig voegende by den Kolonel Ailua, die, met eenig volk, op de Friefche gren- K*mpen, zen iag. De Munfterfche maakten zig toenlig- tIa,c f!fk' telyk meester van Kampen, Hasfelt, Z wartlluis, Zwin' Blok- (c) Valkenier Vcrw. Europa, I. Deel, Bylaag N. 35, 36»
Il »7, 9ï- |
||||||||||||||
C C) VALKKNIER. I. Uecl, «. 438.
{O VAL,KitNiKH I. Deelt *'• 44J"
(/) Vai-kknikr I. Ded, b'. 55'j. |
||||||||||||||
Juny 167J. MS. VAt-
KEpÜEft " |
||||||||||||||
LUI. Boek. HISTORIE. 29
|
|||||||
Blokzyl,SteenwykendeKuinder. DeBenning- ifi73.
wolder- en Langakker-fchanfen zelven, verlaa- |
|||||||
ten van de Staati'che bezetting, werden,zonder flul»,
moeite, overmeesterd, door de Munfterfchen B'okzyU Cfi). 't Schielyk ontflaan der Overysfelfche Ste- ^viT de den werdt, door de bezetting van eenigen, ge- Kuinder weeten aan de Wethouders; en door deezenaan en ver- 't Krygsvolk, zonder dat men, in deezen verwar- £c*Jei<j.en' denftaat der dingen, fchuldigen en onfchuldi- c *nea* gen wist te onderfcheiden, naar behooren. Men wil, dat de meerderheid der Staaten van Over- ysfel zig, kort hierna, verdroeg met den Bisfchop van Munfter » hem aanneemende voor Heere, onder beding van vrye oefening van den Her- vormden, zo wel als van den Roomfchen Gods- dienst, en vaneenige andere punten(/). Doch ik weet niet, of op hetftuk, waaruit ditbly- ken zou, genoegzaame ftaat te maaken zy. De eerfte tyding van 't overgaan van Orfoi, Vil.
Wezel en Rynberk veroorzaakte groote onge- VoorOag rustheid in den Haage. De Gemagtigden te vel- ^ht ter de hadden, daarbenevens, gemeld, dat men voor vergade- Schenkenfchans en voor Nieuwmegen bedugt ringe was. DeRaadpenfionarisdeWitt floeg hierom, van Ho1" terVergaderingevanHolland, voor,op denagt-lsnd* ften van Zomermaand „ dat de Franfchen, van 0 Nieuwmegen meester zynde, ligtelyk, door n de Betuwe, in Holland, of over den Ryn, by „ Reenen, in 't Stigt, zouden können rukken; „dat Delft, Haage en andere Steden dan aan- n ftoot zouden lyden; dat men, hierom,' s Lands n Krygsgereedfchap en Schatkist, by tyds, in „ver-
£ft) Holt. Merc. van 1672. K. 80-84. Valkenier UDeel, bl 598.
C» J Valkenier 1. Deel, tSylöag. N. 44. U, 107, Du Munt tori'* Diplgm. ïom. Vil. P. 1. p. 907. |
|||||||
30 VADERLANDSCHE LUI. Boe*.
|
|||||
167a. x» verzekerheid moest zoeken te brengen, best
;-------„ in Amiterdam, dat iterk van gelegenheid was ,
w en de zee voor zig hadt; dat men, daarenbo-
„ ven, het Krygsvolk, welk ter betaalinge van w Holland itondt, van den Ysfelkant, herwaards „ moest doen komen, om dit Gewest te dekken; n en dat men de Vergadering der algemeene „ Staaten,niet, gelyk voorgellaagen was, naar „ Utrecht, maar ook naar Amiterdam behoor- jBefluït, r> &e te verleggen (£_)."In gevolge van een be- hierop il uit der Staaten, op deezen voorflag geno« geno- merl (/)5 werden 's Lands penningen naar Amfter- Ben' dam gebragt. Doch onaangezien men naauw- lyks kans zag,om den Ysfel, met het geringe Leger der Staaten, welk maar twee-entwintig- duizend man iterk gerekend werdt, en nu onder denPrinfe van Oranje itondt, te befchermen, beflooten de Staaten egter deeze post te ver- dedigen, en niet, dan in den hoogften nood, af te trekken (m) naar Holland: welk Gewest men, door hetinlaaten van 't water (V), en door het leggen van fchanfen op de toegangen, daaren- boven , ongenaakbaar dagt te maaken, voor den vyand (o). VIII. De Franfchen, midlerwyl, na 't inneemert De Fran- Van Emmerik, bedagt, om in 't hert van 't Land trekken te dringen,zogten, hier of daar, over den Ry» by het ' te geraaken. De itroom was, door de grootft Tolhuis, droogte van den Voorzomer, op eenige plaat- o'er den fen? waadbaar. Doch de Prins van Oranje lag Kyu* nog, (i~) Aatttek. van deezen tyd. 3ISS, . .,
(7 ) Secr. Reibt. IIoJI. 14 'Jfuny 1672. ITT. Deel, W. 2^. ''
(m) Secr, Refol. Holl. 7 Juny i6?u Hl. Deel, bl 254. (tl) Refol. Holl. 20 May 2,1$, 17, 20 Juny 1672. bU 40,4t, 74- «37- 147, IS*- Co) VALKENisa I. Deel, bj. 431, 45», .153. - ., -4 |
|||||
LUL Boek. HISTORIE. §1
nog, by Arnhem, langs den Ysfel, en hadt, igjrai
over eene fchipbrug, toegang tot de Betuwe, die, — - daarenboven, befchermd werdt, door eenig voet- en paardevolk, onder Jan Barton de Montbas, Kommisfaris - Generaal der Ruiterye van den, Staat, die de Betuwe, op drie plaatfen, tusfchen Heusfen en het Tolhuis, bezetten moest Q>). De Prins van Condé deedt den ftroom, tegen over deeze posten, bezigtigen, door Saint Abre, die, met het volk van Montbas,fchutgevegt hieldt, en daarna te rug keerde, zonder zyn oogmerk bereikt te hebben. Condé befloot toen, vanagt perfoonen verzeld, zelf de diepte der Riviere ts onderzoeken. Doch op den elfden van Zomer- maand , gekomen tegen over de eerfte post, die door Montbas bezet geweest was, vondthy de- zelve verlaaten, zo wel als de tweede en der- de , zonder dat hy 'er de reden van bevroeden kon. Voor 't naast hieldt hy, dat men ilegtsge- weeken was, om, naderhand, met te meer magt, op hem aan te vallen, als hy den overtogt on- derneemen zou. Dit gefchiedde, den volgenden dag, onder't gefchut van eenen zwaarentooren» by het Tolhuis. De Graaf van Guiche,wiens aantekeningenwy hier doorgaans volgen, reedt eerst in den ftroom, geleid door eenen Roomsch- gezindenboer, Jan Pietenzoon genaamd (j), dien, fchryfthy, dikwils, de moed ontzonk, zo dat men hem, geduuriglyk, met brandewyn , het hert fterken moest. Naderhand, raakten de Jonkers Barreveld en Bentink van Kemnade, be- schuldigd den vyand den weg over de ftroomett te
f p"ï Foltz Memoir. du Comte ie Montbas f> löifc
C?) VAUtfiNiS« l. Vul, H. 4S|. |
||||
ga VADERLANDSCHE LUI. Boek:
ïrf;2, te hebben aangevveezen, teMaaflricht, in heg-
—— tenis. Doch zy werden, eerlang, onder borg- togt, geikakt (r),zonder dat my gebieeken is, wat'er, verder, omtrent hen, voorviel. Guiche bevondt den Itroom waadbaar, op twee plaatfen; op de eene, voor agt en tien man, en op de andere, voor een gansch Esquadron naast eikanderen. Men was in de noodzaaklykheidgebragt, om de Rivier te doorwaaden; alzo 'er, ten deezen tyde, geenebrug, noch gereedfehap om 'er eene toe te Hellen, in 't FranfcheLeger was. Omtrent veer- tig man, meest Franfche edell uiden, reeden voor- uit, onder't fchieten der onzen uit den genoem- den tooren, en raakten de eerften over. Doch zy werden ontmoet van eenen grooten hoop Staatfche Ruiters, die hen eerst te rug in 't wa- ter dreeven, doch zelven, eerlang, door het grof gefchut der Franfchen, welk van eene batterye aan de overzyde op hen los brandde, op de vlugt gejaagd werden. Ondertusfchen, waren'er veele Franfchen, in 't overtrekken, gefneuveld, door- dien de paarden, verfchrikt voor 't fchieten, van 't pad geraakt waren. Guiche kreeg, nogtans, eindelyk,zo veel volks over, dat hy post vatte in de Betuwe, hebbende den Ryn ter regter-, het Dorp aan 't Tolhuis ter linkerzyde, en de Betu- we voor zig. Koning Lodewyk zelf toonde zig begeerig, om den ftroom, te paarde, te door- waaden; doch hy werdt wederhouden, door Coai- dé, wien de jigt verhinderde te water te gaan: 't welk hy, zo de Koning hem voorgegaan was, nogtans, niet zou hebben durven nalaaten (Y). De Koning bleef dan aan de linkerzyde der Ri- vieren CO Refol. f/oll. 13 Aug. 1672. hl. 107.
(j j Dß Choisv Mcmur. Tom, I. f. 13, 2Ö. |
||||
LUL Boek. HISTORIE.
|
||||||
viere. Condé, zig daarna overdenftroomheb- jc7^
bende laaten zetten , viel aan op eenen hoop . - en raakte 'er mede in een hevig gevegt, waar- in by gekwetst werdt, en te kort gefchooten zou zyn, ware hy niet bygefprongen door Guiche. Wirtz nam toen de wyk. De Franfche Ruitery raakte, eerlang, over den ftroom. Ook hadt men, nog voor zeven uuren des avonds, eene brug ge- reed gekreegen, langs welke, de knegten, ins- gelyks, aan de overzyde kwamen. Het Franfche Leger trok toen, langs den dyk, naar den kant van Heusfen, den weg inflaande naar het Dorp Eiden , by welk , twee bruggen lagen , eene houten en eene fteenen, over de vaart tusfchen Nieuwmegen en Arnhem. Doch de voortogt des Legers onder den Prinfe van Oranje, die nu nog te Arnhem was, hadt zig meester gemaakt van de fteenen brug; en de houten afgebroken. Men was bezig om ook de fteenen brug af te breeken, toen men den voortogt des Franfchen Legers zag naderen. Het Staatfche voetvolk nam, terftond hierop, de wyk , vlugtende herwaards en der- waards. De Ruitery floeg den weg op naar Arn- hem. Guiche, haar derwaards volgende, langs de overzyde der vaarte , raakte, door misver- ftand, op den weg, die, langs den Ryn, naar Wa- geningen leidt. De Prins van Oranje en Wirtz , die deeze ongewoone beweeging uit Arnhem zien konden, meenden, fchryft Guiche, dat men den Ryn andermaal dagt over te trekken , en voort te rukken, langs deVeluwe, naar'tStigt en naar Holland. De Prins en de Gemagtigden Het Le- te ger der
(i ) Meinolr. de Montïas, p. jfl.
XIV. Deel. C
|
||||||
i
|
||||||
S4 VADERLANDSCHE LUL Boek.
1572. te velde, vryheid hebbende van hunne Hoog-
Mogendheden, om , naar de opkomende gele- |
||||||||
Staaien genheid , (land te houden, of af te trekken («) 3
Arnhem" beflooten noS dien zelfden nagt op te breeken naar met het Leger, van by Arnhem, om Utrecht en Utrecht. Holland, of het laatfte Gewest ten minfte te dek- Arnhem ken. Turenne eischte, terftond hierna, Arnhem verloo- op. De Stad gaf zich over, op den veertienden, ren. \-,y verdrag, volgens weik, de bezetting krygs- Ook gevang;en bleef (y). Doch die van de fchans Knod- Knodfenburg, tegen over Nieuwmegen, welke , Schenken-°S den zestienden, overging, bedong de gewoon- fchans ea lyke krygseer (V). Van hier, rukte Turenne Does- voor Schenkenfchans, welk zig, opdeneenen- fcurg. twintigften, onder gelyk beding, overgaf (a-). Ten zelfden dage, ging Doesburg aan den Ysfel over. De Koning hadt zig, in perfoon, nederge- flaagen voordeeze Stad, op den zestienden. Zy was tamelyk verfterkt, en beter dan de meeste Steden in deezen oord voorzien van volk en voor- raad. Ook fcheen men 'er z;g, in 't eerst, te wil- len verdedigen. Doch de onwil der foldaaten en 't kermen der vrouwen was oorzaak, dat men , al fpoedig, tot de overgaave befloot. De bezet- ting bedong de gewoone krygseer, de Stad be- Zutfcn houdenis van Godsdienst en voorregten (y~). Eer geeft zig Doesburg nog over was, hadt de Koning Zutfen ook over. ^o£n berennen# j)e Hertog van Orleans deedt, federt, eenige bomben in de Stad werpen. En zo groot was de fchrik onder de weinige Wethou- ders, f«) Sixr. Refol. Hol!. 7 Juny 1671. III. Deel, il. 2^9
fv, Mcmoir. «Ie Guichs ?. 398-423. V*iKfc«|Ett I. Deel,, Bytaog. lil. 870-901. '( w) Valkenier 1. Deel, il. 471. C x ) Valkenier I. Deel, il. 476. Cyj Zie Vau;hnisr. I. Deel, tl. 43*5, 4^8. |
||||||||
S
|
||||||||
HISTORIE.
|
|||||||||
XIILBoêk.
|
|||||||||
35
|
|||||||||
ders, die niet gevlugt waren, en onder de meeste &?$,
ingezetenen, dat men de Stad overgaf, op den ——— drie-entwintigften van Zomermaand. De bezet- ting, die zig, met uitvallen, nog eenigszins te weer gefield hadt, bleef hier krygsgevangen , wordende in de Kerke opgeflooten, tot dat zy haar losgeld voldaan hadt (z). Een andere hoop Franfchen, onder den Mark- D«
graave van Aspremont, door de Betuwe, neder- ^hänfen waards trekkende, maakte zig, by verdrag, mees- en°srI^n. ter van de fchanfen Voorne en S.Andries,die ilegt Uriesgaan voorzien waren. Tiel,Kuilenburg,Buuren,Leer- over. dam, Ysfeliïein (a) en andereSteden hieromtrent, YerffCgei" niet te verdedigen zynde, namen * vrye hoede den nee-" van de Franfchen (b)\, die, door den voorfpoed menvry« hunner wapenen aangemoedigd , federt eenige hoe <te dagen , geenen anderen ftaat gemaakt hadden,Z*nd.e dan om, over Utrecht, in Holland te dringen»Vheii. en dit aanzienlykfte der Vereenigde Gewesten, * Sauvt- zo wel als de overigen, te overweldigen. ^[de' Men kan van hunne oogmerken oordeelen , ^dl»
uit eenen Brief vanden Graave d'Estrades, den ge Brief zeventienden van Zomermaand, uit Wezel, aan van den den Koning van Frankrykgefchreeven, waarin Graave hy zig, onder anderen, dus uitlaat; „ Zoeven ^str*" „ ontvang ik berigt, dat het gemeen, te Utrecht, w de wapenen opgevat heeft, tegen zulken, die „ hunne kleederen en huisraad ter Stad uit wil- „ den fchikken: ja, dat men hun zelfs van huuj- „ ne goederen beroofd heeft. In deeze Stad* „ zyn meer dan zesduizend Katholyken , wel- wker
O) Zie V/MKENtF.fc I. Deel, II. 508.
(■« ) Uit Asntek. van dciiVcifion. Vivienyim 12 7^«y 1672. MS,
(*) De«lu<Sl. der Staaien van Utrecht, gedr. K&|. il. i$« Yaiksmek t, lied, W. 4*10-^7. Ca
|
|||||||||
36 VADERLANDSCHE LUI. Boek,
|
|||||
1*7*. » ker voornaamften my bekend zyn ; die , zig
«—-— » ziende onderfteund, door het Leger van uwc
n Majefteit, niet zullen nalaaten , het overige n deel des volks te doen omflaan : het zelve » doende begrypen, dat 'er, uit Holland, gee- » ne hulp te wagten is, zonder dat men zwaa- n re lasten op zig neeme , die de Provincie in t» den grond helpen moeten. Men zal, derhal- n ve, gaarne willen handelen met uwe Majefteit, j» zo men zyne vryheid en goederen behouden 9, kan. Utrecht overmeesterd zynde, zal uwe »Majefteit Holland naar zyne hand können 3» zetten, door 't afzenden van eenige troepen, M die zig meester moeten maaken van Muiden, w waaromtrent de Huizen zyn : waarna men , „ zonder iet te vreezen te hebben, tot voor de npoorten van Amfterdam, komen kan, endee- n ze Stad zelve dwingen tot verdrag. Een an- „ dere hoop kan Woerden inneemen , en van „ daar, over Zwammerdam, naar Leiden trek- wken, welke Stad zig liever, by verdrag, zal j5 willen opgeeven, dan het omgelegen land laa- 9, ten verwoesten. - - Utrecht en de andere K, genoemde Plaatfen bemagtigd zynde, zal uwe „ Majefteit den Vereenigden Staat können ver- „ nietigen, en, in twee maanden tyds, verrigten, P, 't gene de magtigfte Vorften der wecreld niet 5, hebben können doen. - - Het inneemen van „ Utrecht fielt de Provinciën van Gelderland , „ Utrecht en Overysfel in 'sKonings magt. Fiïes- n land en Groningen können overmeesterd wor- n den , door zyne Bondgenooten - - waarna w Holland en Zeeland alleen zullen overfchie- „ ten. Holland kan ligtelyk verdeeld worden, n door het belang der Steden zelven. - - Am- „lier-
|
|||||
LIH.BoEK. HISTORIE. 37
|
|||||
„ fterdam heeft gefchil met Haarlem en Leiden, ig^s.
n over de dykaadjen en wateren. Rotterdam ■ w met Dordrecht over den Koophandel en an-
M dere dingen. - - De Steden zullen zig dan n ligtelyk beweegen laaten, tot ondervverpinge „ aan zyne Majefteit, zo men haar haare Wet- n houders, inkomften, koophandel en voorreg- „ ten laat behouden ; het belagchelyk regt op „ de zee uitgenomen, welk, door den Koning, „ naar zyn welgevallen , zal können geregeld w worden. - - De Noordhollandfche Steden „zullen Amfterdam volgen. Zeeland zal, zon- n der denFranfchenenEngelfchenkoophandel, n niet lang beftaan können. De andere Steden „ der Staaten, 's Hertogenbosch, Graave, Bre- ?, da, Bergen op Zoom, Maastricht, zullen 't „ niet houden können, wanneer de bezettingen j, niet meer betaald worden, door de groote Hol- „landfche Steden. - - Op deezewyze, zalde w Vereenigde Staat en deszelfs Regeering t' ee- wnemaal vernietigd zyn (c)." Dus fchreef d'Estrades: en't gevolg heeft getoond, dat de Koning van Frankryk niet vreemd was van dicrgelyk oogmerk; ïchoon de uitkomst geheel niet beantwoordde aan zyne verwagting. D'Estrades hadt egter te regt voorzien, dat IX-
Utrecht het niet zou können houden. Het ber- 0,»tel' gen van den besten huisraad, naar Holland, en utrecht, vooral naar Amfterdam, was aldaar begonnen, op de eerfte tyding van het overgaan van Orfoi, Wezel enRyiiberk, endeplondering, van wel- ke d'Estrades gewaagt, viel voor, op den negen- den van Zomermaand. Doch, op de maare van hej;
(O D'Estraues Tm. I. p. 4JI-
Cs
|
|||||
33 VADERLANDSCHE LUL Boek.
i6?2. het doorbreeken des vyands by het Tolhuis,
—
fteltenis der gemoeden. De Prins van Oranje,
opgebroken met het Leger der Staaten van by Arnhem, floeg zig, den vyftienden, neder on- der de Stad , langs den DaaJfchen dyk en de Vegt, en dus aan de Hollandfche zyde, onaun- gezien de Staaten 's Lands van Utrecht gaarne gezien zouden hebben , dat zyne Hoogheid zig boven de Stad nedergeflaagen hadt (<0. De aankomst van 't Leger deedt, nogtans, de verbaasdheid een weinig bedaaren. Zyne Hoog- heid verfcheen ook, des anderendaags, in de Vergadering der Staaten van 't Gewest, daar m en hem den nood der Stad en der Provincie zo lee- vendig vertoonde, dat hy en de Gemagtigden te velde aannamen, de Stad tot het uiterftetoe te verdedigen. De Prins floeg ook voor, dat men de bemuurde Waard en de vier voorrieden be* hoorde af te branden (e) : waartoe de Af ge* vaardigden der Staaten van Utrecht verklaarden niette können bell uiten, zonder naderen lastQQ, pe Prins Doch kort hierop, bragten de Afgevaardigden verlaat <jer aigemeene Staaten een belluit van den zes- om Hol- tienden , te Utrecht, waarby den Prinfé van land te Oranje belast vverdt, met het Leger, te trekken dekken, naar Holland, zonder eenige Steden, met een gedeelte van het zelve, te bezetten. Die van U* trecht hielden vergeefs aan, om eenige bezetting (g). Men verftondt, dat de Stad toch niet te houden zou zyn, en dat'er meer aan de bewaa- ring van Holland gelegen ware. Het Leger der Staa-,
(i) Refi.l. Utrecht Meercur. ,? Jmy thjz.
(<•) Deduift. der Staat, van Utreelit gedr. 1673. SU ?i S»-^
l f) Reuil. Utrecht Joyit TJ Juny 167*,
{$j Di-duliie ah toyen, H. 14.
|
||||
LUL Boek. HISTORIE. 39
|
|||||
Staaten brak dan op van Utrecht, op den agt- 1672.
tienden (Ji), en floegzig, ten zelfden dage, op-----—
vyf byzondere toegangen naar Holland, neder.
De Prins zelf legerde zig aan de Nieuwerbrugge , by Bodegrave , met drie regementen te paarde en twee te voet. Prins JoanMaurits van Nasfau bezette Muiden , met drie regementen ruiters en een regement knegten. De Veldmaarfchalk Wirtz floeg zig neder te Gorinchem, met twee regementen paarden, en twee regementen kneg- ten. De Graaf van Hoorne legerde zig aan de Goejanverwellen-fluis, met vier regementen rui- tery en een regement knegten, en de Markgraaf van Louvigni, te Schoonhoven, met twee rege- menten ruitery en een regement knegten (f). Midlerwyl was de Markgraaf van Rochefbrt, DeMarlc*
met eenige Franfche troepen , den dertienden graaf van van Zomermaand, by Ysfeloord, over den Ryn forurekt getrokken (k), met last, omzigvandeVeluwe de velu* en van't Stigt meester te maaken. Wageningen, we langs. Reenen, Wyk te Duur (lede en Amersfoort na- neemt men terftond vrye hoede van den Markgraave, Am^rs- die, op den negentienden, in perfoon, binnen ^ort,en de laatstgemelde Stad kwam: vanwaar hyhon- ,naardea derdenzestig man afzondt, om Naarden in Hol- land op teeifchen. Der Regeeringe en bezettln - ge ging hier zulk een fchrik aan, dat elk naar een goed heenkomen zogt, en de Franfchen, zonder verdrag, ter Stad in gelaaten werden. Eenige Gemagtigden der Stad kwamen, nogtans, op den twintigften, met Rochefort, te Amersfoort, o- vereen, dat Naarden zynen Godsdienst, voorreg- ten
O) Valkbnip.r F Deel, W.69C.ÄS7.
C'j Valübmer I Deel, bi. 631.
C* } CosïBbus Ilift. Verhaal, ». 163,
C4
|
|||||
4ó VADERLANDSCHE LUI. Boek
|
|||||
i«72. ten en goederen behouden zou. Maiden, opge-
" '"■ eischt door vyfFranfche Dragonders, was reeds
met Rochefort in onderhandeling getreden, toen
Prins Joan Maurits van Nasfau aldaar post vat-
tede, en de Franfchen, afgezonden om de Stede
te bezetten, noodzaakte te rug te kecren (f).
De Stad De Staaten en Stad van Utrecht, het Leger
Utrecht van den Staat hebbende zien aftrekken naar Hol-
werT • *an^' en ^en vyanc*' vanuartotuur, tegemoet
um den'5 ziende, waren in de noodzaaklykheid gebragt, Koning om met hem te verdraagen. Van hun befliüt »an hiertoe (;») gaven zy den algemeenen Staaten ïiwtoyk. kennis , op den een-entwintigften van Zomer- maand (V). Midlerwyl, hadden zy eenen Trom- petter afgezonden aan den Koning van Frank- ryk, die toen in't Leger voor Doesburg lag, en terftond vrygeleide verleende, voorde Utrecht- fche Gemagtigden, welken, zonder uitftel, aan hem werden afgezonden. Tervvylzy uit waren, vertoonde Rochefort zig, met het Leger, voor de Stad. Men tradt, terftond, met hem in on- derhandeling, bewoog hem, het Leger buiten om te laaten trekken, en liet hem toen, verzeld van honderd muskettiers, binnen. De ileutels der Stadspoorten werden hem, op het Stadhuis, overgeleverd, op den drie-entwintigften Co). Des anderendaags, keerden de Gemagtigden te rug, met berigt,dat de Koning van Frankryk vrye hoede aan 'tGewest geweigerd hadt,en begeerde, dat men zig aan hem onderwierpe. Men moest hun
f O VAr.KïN'iFR I. Deel, hl 47»-4*0.
f ra) Uelol. U-reclit Sabtiathi ,f, Jimy i(!tï. (.ti") Vallenikr I. Zktl, Bylaag. N. 45. bl- 100. n.'dufliÊ Äer Staat, van Utrecht gedr 167». bl. 16,17, en ßyl. N. 5. W.söt CO Reful. Utrecflt goris l2\ Juny 167a. |
|||||
LUI. Boek. HISTORIE. 41
|
|||||
hun dan nieuwen last geeven, om, op deezen t6?ti
voet met den Koning, te verdraagen, en be- dong, op den volgenden dag „ tegen de gevor- derde onderwerping, behoudenis van Gods- ,, dienst, Regeering en Voorregten, midsga- „ ders, dat het Gewest niet aan eenen byzon- w deren Heere zou gefchonken, en begreepen „ worden in het Verdrag, welk de Koning met j, de algemeene Staaten zou mogen fluiten (p)?* 't Stigt raakte dus geheel in de magt van Frank - ryk, wordendeMontfoort ook, op denvyf-en. twintigften, bezet met honderd en vyftig mus- kettiers (#). Het Leggen van eenen dam aan de Nieuwer- Woer-
brugge in den Rynhadt de Hollandfche Steden den en Woerden en Oudewater reeds doen befluiten, £udew*' datmenongeraadenvondt, haarte befchermen, menVrye hoe zeer zy 'er op aangehouden hadden. Zyza- hoede, gen zig, derhalve, inde noodzaakelykheidge- bragt,om ook vryehoede te verzoeken van den Koning van Frankryk. Rochefort wcrdt,op den vier-entwintigften, met eenige honderden paar- den in Woerden ontvangen (r). Des anderen- daags , zondt hy ook eenig Paardevolk in Ou- dewater. Beide, deeze Steden bedongen de ge- woonlyke vryheden (V). De ongelooflyke fpoed, met welke de vyand X.
bynadrie Gewesten, Gelderland, Utrecht en De ^taa' Overysfel, en drie Steden van Hofland, Naar- ™edob™ den, Woerden en Oudewater, overweldigd hadt, zendi ng vervulde Holland in't byzonder met verflaagen- aan de heid K°niu-
Cp) Relbl. Utrecht Pener. -JJ Jnny 167a. VALKENifial.üto/,
C?) Valkrnibr. I. Deel, bh 633.
(r) Costerus Hifi. Verb. bt. 165, T77, 178, igK, ity.
Qt ) Valkenier l ütil, u. 634 enz.
Q s 1
|
|||||
42 VADERLANDSCHE LIII.Boek.
1672. heid en fchrik. De Staaten zelven en de Raad-
------ penfionaris de Witt waren byna radeloos. De
gen van Prinfesfe Weduwe van Oranje deedt, ter Ver-
Franicryk gaderinge van Holland, verlof verzoeken, om Groot- voor naar Huis en goederen in den Haage vrye Britanje. hoede te mogen neemen van den Koning van Frankryk. Doch 't werdt haar, duidelyk, gewei- gerd (2). Ondertusfchen, neigden de Staaten zelven tot handeling. Men hadt, al terftond, en eer 'er zo veele Steden over waren, beflooten een buitengewoone bezending te doen aan de Koningen van Frankryk en van Groot Britanje, om te onderzoeken, op welke voorwaarden, men met hen zou können overeenkomen (V). Uitflag Naar Groot-Britanje, vertrokken Frangon Tee- der ke' reßein yan Halewyn, Raad in den Hove van Hol- aan Karel land, en Everardvan Weede, Heer van Dy held', den 11. uit het Lid der * Gekoorenen van Utrecht die , • Gëeli- nevens den Ambasfadeur Boreel, terftond in on- getrden. Verhandeling zogten te treeden; doch geen an- der antwoord ontvingen, dan dat de Koning, zonder Frankryk, niet met hen handelen kon. Boreel fchreef dit, terftond, herwaards over, daarby voegende „ dat men nu het oogmerk w der twee Koningen, met zekerheid, meende „ontdekt te hebben, hebbende Frankryk zig w zelven Holland; Groot-Britanje, Zeeland en de „ Hollandfche Zeefteden toegelegd (V)." Doch hierop is luttel ftaats te maaken. De Groot verv nam, naderhand, uit de Franfche Staatsdienaars » dat, volgens het Verdrag tusfchen Frankryk en Groot-Britanje,waarvan maar zes perfoonen in Frank-
(O Refol. Hell, so futiy iö>?. H. 160.
(u) Secr. Refol. Hu» 14 Juiy 1072. III. Deei, lil. a«;o.
(vj Misfiv. van den Atnb. üoreel ya?i2o,2i Jtmy 1674. ILtSi
|
||||
HISTORIE.
|
|||||||||
LUL Boek.
|
|||||||||
43
|
|||||||||
Frankryk kennis hadden, elk bezitten zou, 't tfrs,
gene hy overmeesterde (w). Voorts, ichreef Boreel ook ,, dat Karel de II. den Nederland- „ fchen Koopluiden hadt doen aanzeggen, dat „ hunne vrienden, uit den Vereenigden Staat 3 n in Engeland , willende overkomen, aldaar „ het regt van inboorlingfchap en alle andere „ vryheden genieten zouden: ook, datgeheele „ Steden of Gewesten, zig willende begeeven „onder Groot-B ritanje, de voorregten genie - n ten zouden, welken de meest begunltigde Ste- „ den en Gewesten in Engeland genooten (Y)." De Afgevaardigden naar Engeland hadden, zq ibmmigen melden, heimelyken last mede, om den Koning aan te bieden, dat men den Prins van Oranje Stadhouder maaken zou; waarop Arlington,tevooren,dikwils, gedrongen hadt, by Boreel. Dochdeeze aanbieding, zo ze anders gefchied zy, want ik vind'er niets van, in de Se- creetcRefoltitien van Holland, vondt nu geenen ingang ten Hove (y). Men hieldtde Afgevaardig- den der Staaten egter, nog cenigen tyd, in En- geland , om 't volk, welk zeer morde over den oorlog, in den waan te houden, dat men nog zogt te verdraagen (z). De Prins van Oranje handelde, omtrent dee- Hande-
len tyd, ook, in't heimelyk, met den Koning, lj*% <?e* zynen Oom y hem door Gabriel Silvius en door ^an" o^ den, Heere van Reede, eenige voorflagen doen- ranjeraet de, waarop, zyns oordeels, de Vrede met den denKo- Staat zou könnengetrofièu worden. Sommigen "in& vatï mee" Briianje.
O) Vit Asnt. #/rPenf.Vrvrefc2»'Hol» van i ,7«/y 1672. ß/SS. (x) Mistige vanden Ainh. Boreel ven 21 Juny ifrjx. MS, (yjRtiRNRT Hill: of ownvTïme. Vol- I. f. 324. £gj ajiifiv. der Oc4ep. in Engel, yau ;jo 'jfiiuy 167a. AfS. |
|||||||||
44 VADERLANDSCHE LUI. Boek,
|
|||||
meenen ontdekt te hebben, dat deeze voorflaa-
gen, in de volgende negen punten, zouden beilaan hebben: „ i. Erkentenis van 't regt der Viag- wge, alomme. 2. Honderdduizend guldens's wjaars, voor de vrye Visfchery. 3. Suriname Min eigendom. 4. Viermillioenenguldens,bin- „ nen zekere termynen, tebetaalen. 5. De Stad w Sluisin pandfehap. 6. Deopperfte magt over „ de zeven Vereenigde Gewesten voor den Prin- w fe van Oranje. 7. Mids de Koning van Groot- „ Britanje vrede maakte met den Staat; en j, Frankryk, op geenerhande wyze, meer by- „ ftondt. 3. In geval zyne Majesteit deeze voor- M waarden aanname, zou men Frankryk onaan- 5, neemelyke vredepunten moeten voorllaan, en, „ zo ze van de hand geweezen werden, verklaa- „ ren, dat zyne Majesteit niet langer zou kon- „ nen blyven oorloogen. 9. Zo de bovenftaan- wde voorwaarden omhelsd werden, zou de „ Prins zorg draagen, dat 'er andere Ambasfa- „ deurs naar Engeland kwamen, die in 's Prin- M fen belang waren, en op welken men zig zou w können verlaaten (0)." Men heeft ook een gefchrift in 't licht gegeven, op deezen handel flaande, waarin de Prins verzoekt „te mogen „ weeten, op welke voorwaarden, de Koning „van Groot-Britanje zou begeeren te fluiten w met de Staaten, zig te gelyk fterk maakende, m om deeze voorwaarden, hier, te doen inwil- „li,g-en, in fpyt van den Raadpenfionaris de „ Witt en deszelfs aanhang; zo zy niet regel- „ regt ftreeden met de grondwetten van den n Staat(#)." Doch ik beken niet te weeten, of 'er
f«) CojTiBws Hifi. Verlianl, Bvlaag. hl. 4J4.
{_b) Costerus Hifi. Verhaal, Éyiaag, U. 43°" |
|||||
LUL Boek. HISTORIE. 45
*er genoegzaame ftaat te maaken zy op de egt-
heid deezer ftukken. Meer tekens van egtheid heeft een Brief van den Koning aan den Prinfe (1), waaruit blykt, dat hy den HeervanReede gefproken,enuit hem, den liegten ftaat der zaa- ken hier te Lande verftaan hadt. Voorts, be- tuigt hy zyne genegenheid tot den Prinfe, wiens belang hy, zelfs in alle zyne handelingen met Frankryk, verklaart, in 't oog gehouden te heb- ben. Ook bedient hy zig, in deezen brief, van de fcherpe uitdrukkingen tegen den zogenaam- den Loevefteinfcheh aanhang, welken wy, by eene andere gelegenheid (V), aangehaald hebben (y),Doch deeze Briefis laatergefchreeven. Men wil, dat'er een andere op gevolgt is, afgezon- den , na dat de Prins reeds tot Stadhouder ver- heeven was, en behelzende „datde Koning „ niet twyfelde, ofhyzou den Prins, zo deeze „ zynen raad volgde, haast doen ftellen in die n magt, waarnaar zyne voorouders altyd ge- j, tragt hadden (e)." En 't gevolg zal ons doen zien, dat de Koning, ten dien tyde, zeer wel dus heeft können fchryven. Ondertusfchen, bleek het,allenthalve,dat hy,voorals nog,on- geneigd was, om zig,zonder Frankryk, te ver- draagen met de Staaten. Hierom, belloot hy, eerlang, den Hertog van Buckingham en den Graaf
f O Hier voor, il. ia.
(V) Zie Holl. Merc. yen 1672.ll, 117. CosiERUsHift.Verh.'
Byhag. il. 431. (e) Costemjs Hill. Verhaal, Bylaag. II. 433.
(1) Ik heb een Afdrukfel van deeze Brief gezien,
welk, op kosten van den Lande, gemaakt was, en waar op het woord fecreet ftondt, ten blyke, dat men den brief, in't eerst, geheim gehouden wilde hebben. Hy weidt egter, wel haast, weereldkundig. |
||||
4« VABERLANDSCHE LUI. Boek,
|
|||||
is?2. Graaf van Arlington hervvaards te zenden, om
-------te geiyk met de Staaten te handelen, en met den
Koning van Frankryk, die zig, nog eenigen tyd ,
in den Vereenigde Gewesten, bleef onthouden. XT. De bezending naar den Koning van Frankryk HanJe- werdt bekleed door Joan van Gend, Willem van
Fragfc>£t Nasfau, Heer van Odyk, enPieterdeGroot. De rok. * Afgevaardigden trokken door Reenen, welk ge- heel ontbloot was van ingezetenen, en door het Staatfche Krygsvolk leeg geplonderd; en kwa- men, den een-entwintigften van Zomermaand, op het Huis te Keppel; daar nog eene tafel en fpy- ze, doch geene bedde te bekomen waren. Hier kwamenPompone en de Louvois hun, des an- derendaags , uit naame des Konings van Frank- ryk , afvraagen, of zv last hadden, om met zynt Majesteit te handelen? Zy antwoordden „ dat zy „ van den Koning begeerden te hooren, op wat „ voet,hy met de Staaten zou willen overeen- Oponing » komen.'" De Franfche Gemagtigden herna- der Fran- men „ dat zy volmagt hebben moesten,zo men fctien. B jn onderhandeling zou treeden; dat al wat de „ Koning gewonnen hadt het zyne was, en we- derom zou moeten vrygekogt worden; dat „ men hem, daarenboven, de onkosten van ,, den oorlog zou moeten vergoeden,en einde- „ lyk zynen Bondgenooten genoegen geeven." Ook vraagden zy „ of men, om de Regeering „ te behouden, den Koning niet eenige andere „Plaatfen, in ftede der overwonnen' Gewes« „ ten, zou können afftaan?" Pompone voegde hierby „ dat men fpoedig befluiten moest tot „ handeling, zo men het uiterfte bederf ontgaan „wilde." Hy en de Louvois, toen een' keer ïiaar den Koning gedaan hebbende, bragten geen |
|||||
LUI. Boek. HISTORIE.
|
|||||||
4?
|
|||||||
ander befcheid te rug, dan „ dat de Koning niet i5;3,
n verrtondt te handelen, dan met gevolmagtig- ___—
„ den; en van de Staaten begeerde te hooren,
n wat zy hem hadden aan te bieden." De Groot DeGrooc vertrok hierop naar den Haage, om naderen last. kesr|: Hy deedt verllag, op de vyf-entwintigften, ter "aar dea Vergaderinge van Holland (ƒ), op welker raad- «TraadE pleegingen en belluiten, delpilderllegeeringe, tot ver. ten deezen tyde, byna geheellyk, draaide; en drag. gevraagd naar zyn gevoelen, verklaarde hy, „dat men een van beide belluiten moest, of f) den Staat, met de wapenen, te verdedigen, „ of zig, zo goed als men kon, te verdraagen „ met Frankryk. Dat de Koning zou können j, bewoogen worden, om de Gewesten veree- w nigd te laaten, mids men de overwonnen' Ste- „ den vrykogt, en hem de Grensvestingen, ge- „ legen buiten de Vereenigde Landen, in han- 9, den ftelde. Dat men meer bedingen zou, naar n gelang dat men meer uitboodt, en dat men, „ de handeling rekkende, 't Land zou zien ver- telooren gaan: zynde den (laat der dingen, naar „'t hem toefcheen, geheel wanhoopig, en den „ Koning, binnen een' dag of twee, te wagten „ in Utrecht,alwaar men zig van den weg naar „ Gouda en naar Amfterdam hadt doen onder- g regten." Toen de Groot uithadt, begonden Raa^i. zig de Leden te verklaaren. De Edelen, zynde pleegin- de Heeren van Maasdam en van Duivenvoorde, &n hier" zeiden n dat 'er weinig keur ware; doch dat zy, vergade- «, nevens de Groot, zouden neigen tot de han- ringe van w deling,en, mids men de vereeniging der Ge- Holland, „westen, den vryen Godsdienst en de behou- » de-
tf) Secr. Äcfol. Hel. 25 Jttny. i67a, ni, Dal, il, a^a«
|
|||||||
43 VADERLANDSCHE LIII.Boek.
|
||||
„ denis der Regeeringe bcdonge, de rest over-
„ flappen." Dordrecht verklaarde „ ook geene „ andere uitkomst te zien : doch de vyandlyk- „ heden behoorden op te houden, geduurende „ de handeling. Nogtans, wilde men de andere w Leden gaarne hooren, en 't aanzien , zo n men befloote, volmagt tot handeling te ver- n leenen." Haarlem „ zag maar twee middelen „ overig, verdediging of verdrag. Tot het eer- „ fle, was geene kans: men moest, derhalve, tot „ het tweede komen, en zonder uitflel last gee- „ven om te fluiten." Delft verklaarde zig, op gelyken zin. Leiden flemde ook, met veel drift, tot handeling „ rekenende het beterde vryheid, „ gedeeltelyk, te behouden, dan geheel te ver- „ liezen. Ook moest men de Gevolmagtigden „ tot de handeling niet binden aan eenige voor- j, waarden; maar ter Generaliteit bewerken , wdat hun onbepaalde last gegeven werdt." Maar die van Amflerdam zeiden „ dat de Afge- w vaardigden ter Dagvaart niet bevoegd waren, „om, in eene zaak van zo veel gewigt, te flem- j, men, zonder byzondere last der Steden, „datzy, hierom, eerst verflag zouden doen, Men, ondertusfehen, de Leden baden, moed te „ willen houden." Gouda zou zig voegen naar de overige Leden. Rotterdam kon niet flem- men; doch zou, op 't behaagen der Stad, alles toeflaan, houdende n het Land onmogelyk te yy befchermen, en de toegangen aan de Nieuwer- „ brugge en by Goejanverwellenfluis niet te be- „ waaren te zyn."Gorinchem voegde zig met de Edelen, verklaarende „ redekavelingen onnut, w daar de nood zo zeer drong, 't Verlies van „vryheid,Godsdienst,goed en bloed was voor |
||||
UIL Boek. HISTORIE. 4*
n geene dapperheid te houden. Men moest 167a.
2, zoeken te bedingen, zo veel men kon, en ------
„ zonder uitftel fluiten." Schiedam verklaarde,
zig te zullen voegen, zo dra de Leden eenpaarig waren. Schoonhoven zou het befluit aanzien, oordeelende „dat men het Bondgenootfchap, n de Vryheid en den Godsdienst wel verdedi- „ gen moest, zo veel mogelyk ware; doch dat „ men 'er nu geen volk toe hadt." Briel ver- klaarde zig onbekwaam om te ftemmen; doch zou openlyker fpreeken, als de Leden eenpaa- rig waren. Alkmaar durfde ook niet over zig neemen, op zulk een gewigtig punt, te ftemmen; doch vermaande de Leden moed te houden, ge- lyk Amfterdarn gedaan hadt. Hoorn kon ook niet ftemmen, zonder naderen last. Enkhuizen zou zig duidelyk verklaaren, als de andere Le- den zig zouden verklaard hebben. Edam zeide, „ dat de posten niet te houden waren; datKam- „ pen, Deventer en Zwol waren ingenomen; j, dat de Zuiderzee reeds onveilig werdt, en dat n 'er een fchip ingekomen was , waarop ver- „ fcheiden' f'chooten gedaan waren," Hemmen- de voorts met de Edelen, om zig, zonder uit- ftel , te verdraagen. Monnikendam zou zig, by eenpaarigheid, op het behaagen der Stad, ook voegen met de Edelen. Medenblik zeide „ dat „ 'er geene keur was; zynde de zaaken zo verre „ verloopen, dat zy niet konden gered worden, n en geheel wanhoopig zouden zyn, zodeFran- „ fchen doorbraken in Holland, waarom men „ zig ook voegde met de Edelen." Purmeren- de verklaarde „ dat 'er geen tyd was om rugge- „ fpraak te houden; dat, naar 't zeggen vaH de 5, Groot, het Krygsvolk aan de Nieuwerbrug- XIV. Deel. D »ge |
||||
$o VADERLANDSCI-IE LUI. Boek.
|
|||||||
„ ge zo flaauwhertig was, dat het, naar allen
D ichyn, de post niet befchermen zou; dat men „ zig, hierom, ook voegde by de Edelen." De Leden zig verklaard hebbende, werdt het fluk in nader beraad gelegd, en toen, door fommi- gen, aangemerkt „ dat 'er Steden waren, die „ zig niet konden verdedigen, en polders, wel- „ ken men niet kon onder water zetten." Daar- na , zeiden de Edelen „ dat de Leden zig dien- „ den te voegen, of aan den Haage toe te ftaan , „ om vrye hoede te verzoeken van Frankryk ; „dat men zigzelven, zyne vrouw, kinderen „ en goederen in geen gevaar moest Hellen, en „ dat zy niet aanfpraakelyk wilden zyn, voor w het nadeel, welk, door draalen, zou können „veroorzaakt worden." Die van Dordrecht verklaarden „ dat zy de vryheid lief hadden ; „ doch gcene kans zagen om ze te behouden." Zy verzogten „ dat Anrfberdam zig wilde voe- „ gen, alzo deeze Stad niet zou können be- „ houden blyven, zo de andere Steden verloo- „ ren gingen. Nu was 'er nog middel, om de „ Regeering en 't Bondgenootfchap te behou- „dcn; 't welk daarna hoopeloos zyn zou." Haarlem zou zig voegen met de Edelen en an- deren , die van verdrag fpraken, en voor zig zelven zorgen wilden. Delft zou anders {tem- men , zo Amfterdam geheel Holland was, of ge- heel Holland binnen Amfterdam beflooten. „ Nu „ hadt men den vyand voor de deur. De voor- „ naamfte Steden waren over. Men hadt, reeds „voor eenige dagen, geraadpleegd, om vol- „magt tot handelen te geeven. Sedert, was „ het gevaar nog toegenomen. Uit Engeland „ kwam niets goeds. Doch Engeland zou wel „ vol-
|
|||||||
1'oogin-
gcn der Laden, om Am- fterdam te doen bewilli- gen, in't verlee- ïien van volmagt om te fluiten. |
|||||||
LUL Boek. HISTORIE. 51
|
|||||
„volgen, als men zig met Frarkryk verdraa- 1672:
„ gen hadt. Amfterdam behoorde zig, derhal- -------.
Bve, te voegen." Leiden merkte aan „ dat
„men, alichoon Amfterdam en-enige andere „ Leden by hun gevoelen blecven, evenwel tot „een bel) uitzou moeten komen. Dat men, over * „ 't punt in gefchil, eikanderen wel niet mögt „ averftemmen, als men keur hadt; doch dat „ nood, wet brak. Dat men, weleer, zon der Am- „ fterdam en Gouda, beflootcn hadt, dcGraaf- „ lykheid aan Prinfe Willem den I. op te draa- » gen (.§)• Dat 'er geen tyd was, om ruggefpraak „te houden, zullende alles onherftelbaar ver~ „ looren zyn, zo men langer marde met belluiten. „ Dat de andere Leden zig zo wel nictverdedi- „ gen konden, als Amfterdam, welk rykelyk van „volk en krygsbehoeften voorzien was; daar de „ andere Steden gecne manfehap, kruid noch „ lood in voorraad hadden. Dat het den Ste- „ den niet mangelde aan moed, maar dat zy „ allen niet verlooren wilden gaan, om Amfter- „ dams wille." Amfterdam bleef egter by zyn Daar gevoelen. De Afgevaardigden deezer Stad boo- s^edzeniet den aan „ de andere Leden te willen byftaan, toé be- „ en in perfoon de posten te gaan befchcrmen. (luiten „ Zy vertrouwden, dat de andere Leden hun lcan« „ het ongelyk niet zouden willen aandoen, van „ zig alleen met den vyand te verdraagen, te „ minder, om dat de voorwaarden onaanneem- „ lyk waren; dat 's Lands geldmiddelen niet „gedoogden, dat men den Koning en 'sKo- „ nings Bondgenooten voldoening gave. Dat „ Engeland nog in oorlog bleef gnz." Doch Gou-
iO Z>" Vil. De*l, U- 53 5-
D 2.
|
|||||
52 VADERLANDSCHE LUI. Boek,
1672. Gouda begreep, dat men voortgaan moest met
■ handelen. Rotterdam zou zig voegen by de een- paarigheid; doch kon niet hemmen, zo lang Amiterdam niet Hemde: ondertusfchen, zou het deeze Stad geen' dag houden, zo de ande- re Steden verlooren gingen. Gorinchcm her- zeide „ dat, als de Leden by hun gevoelen Mbleeven, zulken, die eenpaarig waren, zig „ zelven moesten zoeken te behouden." Schie- dam hieldt zig by 't gevoelen der Edelen. Brie- Ie zeide „ dat de zwakke Steden zig niet be- „ fcherraen konden, als de fterken 't opgaven. „Dat men, derhalve, tot handeling komen „ moest, en van de Vryheid, Godsdienst en „ goederen zo veel bedingen, als men kon." Maar Alkmaar voegde hierop „ dat men den „ Afgevaardigden niet vergen kon, te ftem- n men, in eene zaak van zulk eenenatuur. Dat j, de voorwaarden onmogelyk waren aan te „ ncemen. Dat de Koning van Frankryk ons „ (chatten zou, en de i'chatting invorderen te ,, gelyk: en dat zy liever van de vyanden dan „ van de burgers wilden omgebragt worden." Hoorn verklaarde zig ongelast. Enkhuizen zei- de, te zullen ftemmen, als de Leden oordeel- den , dat de zaak, by overftemming, was af te doen: anders zou men wagten, tot dat de an- dere Leden zig geuit hadden. Edam ftemde met Dordrecht. Monnikendam zou zig ver- klaaren, als de andere Leden zig verklaard had- den. Die van Medenblik zeiden „ dat hunne „ Stad, aan de eene zyde, open lag; dat hunne „ burgery oproerig was, en dat zy kruid, noch „ lood, nog eenig middel van verweering had- n tien: waarom zv verzogten, dat Alkmaar zig „voe-
|
||||
LIILBoek. HISTORIE. 53
|
||||||||
„ voegen wilde." Purmerende kon niet flem- 1672.
men, zo lang de Leden niet eenpaarig waren. |
||||||||
Na deeze tweede omvraage, drong Leiden, nog Leiden
eens, op fpoedige handeling. De Groot, we- drinSc derom gehoord zynde, riedt 'er ook ernftelyk fp0edige toe. Hy herhaalde nogmaals „dat men met den hande- K Koningmildelyk handelen moest, hem Maas- üfg. „ tricht en de andere Steden buiten de Veree- ] )eGroot „ nigde Gewesten aanbiedende, tegen 't gene q01 t0St ö hy reeds in zyn geweld hadt, en hem te ge- ?> moet komende, in de kosten van den oorlog; „ mids hy de goedheid hadt van de Leden met w eikanderen vereenigd, en hun hunnen Gods- „ dienst en Regeering vry te laaten." Om Amfterdam van gedagten te doen veranderen, zeide hy „ dat de Koning van zins was, hier, f, den aanftaanden winter, te blyven, en dan „ deeze Stad aan te tasten: en dat hy 'er den ee- „ nen iteen niet op den anderen laaten zou, zo w zy hem ophieldt (fi)." Doch men kwam, ten Men deezen tyde, nog tot geen befluit. De Leden, koratno§ die zwaarigheid gemaakt hadden, om te ftem- befluf^6™ men, beloofden, des anderendaags, 's avonds, tenagt, of uiterlyk ten negen uuren, wederom in de Vergaderinge te zullen wezen, met nade- ren last hunner magtigers (/). Ondertusichen, hadden de Staaten van Zee- xir.
land, verneemende, dat men, in Holland, raad- Zeeland pleegde op handeling met Frankryk en Groot- »erklawt Britanje, een bezending naar den Haage ge- ^han-" daan, met uitdrukkelyken last, om zig tegen deling, de handeling te verklaaren, en op moedigen te- gen CO Uit Aantek. van dun Petition. Hor van 25 Juny\6?2.MS,
Qi) Uit Aam. vendsnPenüoTi. Vivien»1««i'Jjunylöjz.älS. D3
|
||||||||
54 VADERLANDSCHE LUI. Boe*»
1672. genweer te dringen. Zy kwam,den zesentwin-
—----- tigften, in den Haage, fprak met den Penfiona-
ris vari Dordrecht, Nikolaas Vivien, die toen,
in de plaats van den Raadpenfionaris de Witt, de Vergadering van Holland waarnam, en haar verfcheiden' redenen gaf, waar door de meeste Leden tot de handeling waren overgehaald. Doch de Zeeuwen bleeven de handeling af keu- Men bc- ren (ß). Des avonds, ten negen uuren of laater , fluit 'er, tradt men, ter Vergaderinge van Holland, tot ter Ver- ne!; hervatten der raadpleegingen van den voor- ~r-n Hol- genden dag, en befloottoen, inafwezendheid land, toe, der Afgevaardigden van Amfterdam, Schiedam , 3n afwe- Hoorn, Edam en Purmerende, die nog niet te zendheid rUg gekeerd waren „ om de zaaken ter Genera- fterdamn" » üte^ daar heenen te beleiden, dat den Afge- cn vier „ vaardigden aan den Koning van Frankryk Steden. n volmagt gegeven werdt, om ten beste moge- „ lyk te fluiten, zo maar de Godsdienst, Vry- „ heid en Regeering behouden bleeven." Alk- maar hadt nu ook in dit befluit bewilligd (ƒ). Men gaf 'er, terftond, kennis van aan de alge- meene Staaten, daar men, over dit gewigtig lluk, reeds eenige dagen, onder den eed van Ook ter geheimhoudinge, geraadpleegd hadt. Gelder- Genera- fand bewilligde, in't verleenen van volmagt tot ineit. ^e handeling. Holland drong 'er fterk op. Zee- land verklaarde zig ongelast. Utrecht zeide, hierin, gcenc Item te hebben. Friesland maak- te zwaarigheid. Overysfel en Stad en Lande wa- ren ri") Secr. Rero'. HoU. iC> Juny 1672. III. Deel, II. a«a. No-
tu'. Ztti. 23 Juny 13 July i'fiy— en uil A;cntek. van dtnVent. Vjvi?.n van 2fi Juny 167..'. US. en van den Peul', JSurgek.sdyk van i<) Juny Uij*. HISS. (I, Uit Aant, van den P.nf. Viwen van 26 Juny 1672. MS
|
||||
LUI. Boek. HISTORIE. §5
|
|||||
ren afwezig. Toen men tot een befluit zouko- 1Ó72,
men, weigerde Friesland, welk voorzat, het-------
zelve op te maaken. Zo deeden ook Utrecht en
Zeeland, die, de twee voorgaande weeken, hadden voorgezeten. Holland befloot, derhalve, by monde van den Heere van Duivenvoorde, tot het verkenen van volmagt (jn). Doch de Griffier Fagel weigerde dit befluit te tekenen. Nogtans, drongen Pieter Burgersdyk en Jakob van der Togt, Penfionarisfen van Leiden en Gou- da, den volgenden morgen, zofterkop het ver- trek van de Groot, dat hy, op belofte, dat hem 't befluit der Staaten nagezonden zou worden (»), op reis ging. Hy was nog niet of naauwlyks vertrokken uit Misnoe-
den Haage, toen de Leden, die den voorgaan- gen vaa den dag afwezig gebleeven waren, ter Verga-^er* deringe van Holland, wederkeerden. Sommigen eenige t jonden zig te onvrede, dat men, over zo ge- andera wigtigeen f luk, in'tafzyn van verfcheiden'Le- Leden, den, en vooral van Amfterdam, een befluit ge- °jno'ten nomen hadt. Doch Schiedam en Edam voegden befluit. zig naar't befluit. Purmerende begeerde, daar- entegen , dat de zaak wederom in omvraage ge- bragt werdt. Amfterdam verklaarde, zig niet te können uiten, op eene zaak, die reeds beflooten was; doch zou het doen, zo men ze op nieuws in omvraage wilde brengen. Hoorn voegde zig by Amfterdam. Monnikendam en Medenblik, fchoon by 't befluit tegenwoordig geweest zyn- de, verklaarden nu, wel gewenscht te hebben, dat het, in 't afzyn der vyf Steden, niet geno- men Cm) Secr. Refo!. Hol!. 2(5 Jutrj Io>2. Ui. Heel, W.-öj.Refol.
Gener- Ttomin, 26 futy -671. 's. avonds len ;;::> miren, (« ) Uit Aanfck, yan den Penf. Hop vaa 16 Jiuty 1*72. MS» D 4
|
|||||
5<S VADERLANDSCHE LUL Boek.
|
||||||
1672. men geweest ware. Doch Leiden beweerde,
—— „dat men wel befluiten mögt, in 't afzyn ee- „ niger Leden, als 'er dag en uur gelegd, en „ gevaar in 't uitftellen was. Ook hadt Vivien, Ä niet dan na voorgaande omvraage, willen be- Gewigti- „fluiten." Terwyl men raadpleegde, kwam 'er ge ty ding een briefin de Vergadering, dien morgen, ten den Lei zeven uuren, door Burgemeester Biderikwn Leiden van Leeuwen, uit Leiden gcfchrceven aan den Penfionaris Burgcrsdyk, meldende „ dat de „ Koning van Frankryk, des anderendaags, met „een aanzienlyk Leger, in Utrecht verwagt „ werdt;dathy 't Aartsbisdom van Utrecht aan „ den Kardinaal van Bouillon opgedraagen hadt; „ dat hy ftaat maakte, om de post aan de Nieu- „ werbrugge aan te tasten, en daarna op Leiden „ en den Haage aan te trekken; dat men, hier- 3, om, niet uitftellen moest, tot een befluitte „ komen." Op 't leezen van deezen brief, ont- Amftel- ftelden de meeste Leden der Vergaderinge. Am- ciamgeeft fterdam alleen, welk ook nog verst van 't gevaar iet toe. was ^ bleef hertig, verklaarende, zig gezind, om 't Land te befchermen; niet, om onuitvoerlyke voorwaarden te omhelzen. De Afgevaardigden dcezer Stad deeden *cr egtcrby,datzy zig voe- gen zouden, zo 't om een gedeelte van 't goed te doen ware. Hoorn zeide ook „ dat men alle „ manfehap, burgers en boeren, opontbieden „ en de posten alomme fterker bezetten moest." Aanmer- ïe noodiger moest dit geoordeeld worden, om kinden (jat die van Leiden aanmerkten „ dat de toegan- geden » genn^et zodanig bezet waren, dat'er de vyand ' „ niet zou können doorbreeken. Dat het op- „ ontbieden der manfehap uit beide de Kwar- „ tieren, hierom, te meer vereischt werdt. Dat „men
|
||||||
{
|
||||||
HISTORIE. 5?
|
|||||||
LUI. Boek.
|
|||||||
„ men de beste voorwaarden bedingen zou, als i6ja
„ men op zyne befcherming bedagt was. Doch ------
„ dat Frankryk, tegenftand vindende, naar geen
„ verdrag zou willen luisteren, en datzy,zo „ lang 'er hoop tot een verdrag ware, hunne „ Stad en burgery niet konden laaten overwel- „ digen. Dat zy niemant van 't platte land in „ hunne Stad hadden, en geheel geen' voorraad „ van kruid en lood. Dat zy op hunne manfchap „ niet gerust waren, en dat 'er geen tyd was tot „ lootinge. Dat de Huisluiden ook misnoegd „ waren op de Regeeringe. Dat men, om alles „ met beter orde te doen, den Kapitein - Gene - „raal meer gezags moest geeven." Die van Delft zeiden „dat zy, niet uit laf hertigheid; „ maar om dat de posten niet verdedigd konden „worden, beflooten hadden tot de volmagt. „ Dat de Leden, die nu zwaarigheid maakten, „aangenomen hadden, op zekeren tyd, behoor- - „ lyk gelast,te rug te keeren." Die van Goudn verklaarden, te ver wagten „dat zy, alle uuren, „van den vyand zouden aangetast worden; dat „ zy egter, zo men hun volks genoeg gave, in „ perfoon, hunne post zouden befchermen. „Dat zy, op een Kanonfchoot van den dyk, „ aan de Stad, drie traverfen hadden gemaakt, „en op de voorde, batteryen, bekwaam om „ gefchut op te leggen. Doch dat het, zo men „ volk gebrek hadt, nog beter was, iet te be- „dingen, dan alles te verliezen." De Edelen, toen 't woord herneemende, verklaarden zig ook vry van laf hertigheid, voorts zeggende „ dat „ 'erwelgrootefchaarsheidvan penningen was; „doch dat Frankryk zig, veelligt, met eene „ maatige fomme zou vergenoegen, en dat, in D 5 „allen |
|||||||
53 VADERLANDSCHE LUI. Boek
|
|||||
t«72. n a^en geva^ > de oorlog ook veel gelds kosten
*------ „ zou." Dordrecht, zig insgelyks van blooheid
vry pleitende, en verklaarende, dagelyks, aan
't verfterken der Stede, te arbeiden, betuigde» met leedwezen, te zien, dat 'er zo veele hevig- heid ontftondt onder de Leden. „ Men moest n zig in ftaat van tegenweer ftellen, en midler- n wyl handelen. Men moest burgers en boeren „ naar de posten zenden, waartoe elk het zyne „ doen moest; gelyk 'er reeds twee Dordfche n vendels waren uitgezonden." Haarlem fchouw- de zig ook zuiver van laf hertigheid, was bereid, zyne burgers uit te zenden, niet dan met de wa- penen in de hand te handelen, en als men de *Sonve- *upperfte magt en verdere redelyke voorwaar- rainitcit. den niet kon bedingen , zig tot het uiterfle te ver- dedigen. Leiden, toen wederom moed grypen- de, vraagde, of Amflerdam raad wist, om volk te bekomen? zonder welk, de posten, gewisfe- lyk, niet te houden waren, te gelyk, verklaar rende,zig ook te zullen kwyten, zo men voor- hadt eikanderen te helpen. Amflerdam hernam» hierop „ dat men zig, met burgers en boeren, „ verdedigen moest, en voorts wagten, tot dat „ 'er meer Krygsvolk geworven zou zyn, waar- „ mede men dagelyks vorderde, nogmaals her- „ haaiende, dat de Stad niet kon ftemmen, op wde verleende onbepaalde volmagt; doch zo y 't gevaar met eene redelyke fomme af te koo- „ pen was, zou zy daartoe ligtelyk verftaan kon- Degroo- „nen."Gouda hernam „dat'er, wat de fomme tin? der ?J betrof, geene onbepaalde volmagt verleend fo™ma» n was; dat men dezelve op tien of twaalf mil- men'£e „ lioenen begroot hadt, waarin de overwonnen* Fraiikryk n Gewesten, welken men daarmede zou vry- »koo-
|
|||||
LUL Boek. HISTORIE. 59
|
||||||||||||||
„koopen, ook zouden moeten draagen." Rot- tfya
terdam voegde hierby „ dat de Groot gevraagd |
||||||||||||||
„ hadt, of hy tot twaalf millioenen zou mogen zou wit,
.. gaan? en dat hem geantwoord was, dat het jfn toe"
|
||||||||||||||
«&
|
)p een tonne gouds of twee niet zou aanko-
|
Haan.
|
||||||||||||
»
|
„ men." Voorts merkte deeze Stad aan „ dat
,, Amfterdam aangenomen hadt, den zesen- „ twintigften, in de Vergaderinge te zyn; dat „ wegblyven voor bewilligen genomen moest 5, worden; dat men van den nood eene deugd n moest maaken, en de handeling voortzetten , „te meer, om dat 'er van burgers en boeren „ niet te wagten was, en men geen Krygsvolk „ genoeg by der hand hadt." Rotterdam en al- le de andere Leden verzogten toen Amfterdam, zig te willen voegen. Hoorn zelf, het merg van den last, aan de Groot gegeven, verftaan heb- bende, hadt het reeds gedaan, Doch die van Amßefi Amfterdam betuigden, niet te können gaan, bui- dam doee ten 't gene zy voorgefteld hadden: 't welk, ter a*nteke-
1 1- 1. /■ N ] • i"«g te- hunner begeerte (oj, zeer tegen den zin van gen de
Leiden,by het belluit ophetverleencnvan vol- verleen-
raagt tot de handeling, werdt aangetekendQp). de vol«! Leiden deedt, ten deezen tyde, een' voorüag, maP*• die geheim gehouden werdt, hierin beftaande, flJaat „ of men niet, wanneer zig te veele zwaarighe- voor, 5, den in de handeling opdeeden, voor Holland om vooi n alleen, zou können handelen, en de Groot *?°llan<\, „daartoe last geeven, 't welk, in allen geval £a„^ „ beter zou zyn, dan dat de Holländfche Ste- ien. „ den genoodzaakt zouden wezen, elk voor zig „ zelve, te fluiten." De Edelen en veele Le- den (<0 Secr. Rt-r,,;, rtoll. 2* Juny \r,?t. IH. Deel. hl. 3*4.
(p) JJit Aantek vrfji >k Pcnfc Vivien en Hi,p yai 27 Juny 167a. U/SS. |
|||||||||||||
6o VADERLANDSCHE LUI. Boek.
|
||||||||||
ï^2. den bewilligden hierin. Dordrecht hieldt het
'—— nog in bedenking. Delft meende, dat men aan
de Groot kennis geeven moest, dat 'er zulk een
voorflag gedaan was (^). Doch ik vindt niet, dat
men, hierop, tot beiluit gekomen is.
Wy hebben de raadpleegingen, op dit gewig-
tig ftuk, dus omftandigïyk, uit de Aantekenin- gen van twee of drie Leden der Vergaderinge, willen te boek ftellen, ten deele, op dat men ze zou können vergelyken, niet het gene men, des- aangaande , by anderen (r), vermeld vindt; maar voornaamlyk, om den Leezer den inwendigen toeftand van de Vergadering der Staaten van Holland, ten deezen tyde, van naby, te leeren kennen; welke kennis alleen genoeg is, om elk te doen zien, in welk een' gevaarlyken ftaat, het gantfche Land thans gebragt was. XIIT. DeGroot,den zeven-entwintigften vanZomer- De Prins maand, vroegtyds, uit den Haage, vertrokken nmfe zync*e ■> §a*'" U1 '£ doorreizen, den Prinfe van O- verzoekt, ranje,in't Leger te Bodegrave, kennis van zy- wegens nen last. De Prins zondt, nog dien zelfden nade- zyne by- middag, twee Brieven naar den Haage, aan de belan"8 algemccne Staaten en aan den Griffier Fagel. By gen, ook den eerften, fchreef hy „ verltaan te hebben , te mogen 5J dat Graave, welks Heerlykheid hem toe- hande- ökwam, op last der Staaten, van Krygsvolk Frank" » ft°ndt ontledigd te worden; waarom hy be- ry'k. »geerde, dat hem toegeftaan werdt, * vrye *fauve- n hoede te verzoeken van Frankryk: 't weik garde. w hem te' minder behoorde geweigerd te wor- „ den, om dat de Groot hem zyne volmagt ge- |
||||||||||
»
|
toond
|
|||||||||
£?) Uit Aanrek. ars loven.
(O Valkenier 1. Deel, lil. {42-650.
|
||||||||||
HISTORIE, 61
|
|||||||
LIII.Boek.
|
|||||||
„toond hadt, om met Frankryk te fluiten."
De Staaten van Holland beflooten, dat het verwerven van vrye hoede voor Graave, by oogluikinge, zou worden gedoogd (Y). En ik meen, dat men, ook ter Vergaderinge der algemeene Staaten, een diergelyk befluit geno- men heeft (/). De tweede brief luidde, van woord tot woord, aldus: M Y N Heer,
Soo aanflondtspasfeert den Heer de Groot
'alhier, die my heeft verthoont Sample authorifatie, die haar Hoog. M o g. aan hem, de Heeren van Gent en Odyk hebben gegeven, om met den Con.van Frankryk te traBeren, foo alsfy, in defe conjunclure van tyden, ten meesten dienste van de Landen, bevinden füllen te behoor en: V welk my niet weynich heeft gefarpreneert. lek meen, dat het nu mede tydt is, dat ick op myn particuliere in- ter esf en begin te denken, daarom verfoek ick UEd. haar Hoog. Mog., uit mynen naam, permisfie te vragen, om mede ymandt van mynen t wegen aart den Con. van Frankryk te fchikken, om te traueren over myne particuliere interesfen: waarop ten Jpoe- dighfie antwoordt verwagtende, blyve Myn Heek.
UE. Dienstwill. Vriendt
G. Prinsed'Orange.
Doch
(O Refol. Holl. ü8 Jtmy 1672. il. adfi.
tO W/Aanc, dei Pent'. VivibnmHüp tan 28 Juny 1*72. MSS*
|
|||||||
62 VADERLANDSCHE LUL Boek.
|
|||||||||
Doch men was, ter Vergaderinge van Hol-
. land, niet zeer gereed, om op het verzoek, in deezen brief gemeld, te belluiten. De Gemag- tigden tot de Franfche zaaken werden verzogt, der Vergaderinge, daarop, eerst, van kunnen raad te dienen («). Wat'er verder, by de Staa- ten van Holland, en ter Generaliteit, over voor- viel, is my niet voorgekomen. AUeenlyk vind ik, dat de Edelen en eenige Steden van Holland den Prinfe wilden toeftaan, wegens zyne do- meinen, te handelen. Doch Amfterdam kon, hierin, niet bewilligen (y). De Groot vondt zy- ne Mede-Afgevaardigden te Reenen; daar zy, gezamenlyk, fpraken met De Louvois en Pom- pone. De Groot was, den eersten van Hooi- maand, reeds wederom in den Haage. Doch eer wy 't verhaal zyner handelinge vervolgen, vor- dert de orde der gebeurtenisfen, dat wy de merk- waardige verandering in de Regeering, wel- ke de Staat, omtrent deezen tyd, onderging, in haare byzonderfte omftandigheden, te boek flellen. De eerfte gerügten van het overgaan der Ste-
den aan den Ryn hadden niet alleen de hooge Regeering,maar ook het gemeen, in alle Ste- " den van Holland en Zeeland, ontrust. Veelen begonden hunne beste goederen te bergen: 't welk niet flegts te Utrecht; maar ook te Haar- lem en elders, geweldiglyk, belet werdt door 't graauw,'t welk niet gehengen kon, dat de ry- ken'tLand, inden nood, verlieten, en hun al- leen voor den opkomenden last lieten zitten. De al-
(«") Refill. Holl. ;8 Juny lfi>ï. hl. 2(6'.
O) Uit Aantck. van'deii Pci üon. Vjvien en Hoi» rating Ju* tty 1(172. MSS. |
|||||||||
t6}a,
|
|||||||||
XIV.
Oorzaa- ken der oproerig' heid in de Hol- land- fche en Zeeuw- fche Stc den. |
|||||||||
Lm. Boek. HISTORIE. 63
algemeene vlagt veeier in- en opgezetenen van i(.7af
Gelderland, Overysfel en Utrecht, die met al —■——,. wat zy hadden können bergen, naar Holland af- kwamen , vervulde elk met fchrik en ontftelte- nis, en was regt in ftaat, om het gemeen te doen overllaan tot geweldige onderneemingen. Men was, gelyk doorgaans, ingenomen met Vermoe- hooge gedagten van defterkte der Grensvestin- den dat een, e-n kon zig niet verbeelden, dat zo veele *}e s,te"
§> ,' ö j' j T den door Steden overgegaan waren, zonder verraad. In verraad
deeze gedagten, werdt het gemeen gefterkt, overge-'
doordien eenigeOverften, bevel gehad hebben- ëaan wa- de in de verlooren' Steden, na't overgaan der- «"*£* zelven, in hegtenis genomen waren. Ook wer- jy^ den, wat laater. Daniel,Baron van Osfery? Ko- " . .*■ lonel van een Regement Paarden binnen Ryn- berk, en .^/a:tf«äfo- cTHinyosfa, Kapitein binnen Wezel, door den Krygsraad, gevonnist, om Vonnis onthalsd te worden, wordende den eesten te last over Os- gelegd, dat hy eenen Edelman des Bisfchops „J^'r.1^ van Straatsburg, Neef zyner Huisvrouwe, en Mom', eenen vyandlyken Trompetter, geduurende de bas. belegering van Rynberk, toegang verleend, met den Hertoge van Duras,bevel voerende in 't Fran- fche Leger, op de brugge voor Rynberk, heime- lyk gefproken, en daarna zeer op het overgeeven der Stad gedrongen hadt. De tweede werdt ver- oordeeld om laf hertigheid, en om 't verlaaten van zyne post, terwyl de vyand voor Wezel lag (w>). Montbas zelf, wien de Betuwe aanver- trouwd geweest was, werdt in hegtenis genomen, en eenigen tyd, in 't Leger by Bodegrave, be- waard. («O Zie d« Semem, by Valkenier I. Dttl, fytaeg. N. 38,
41. il. 94, ico. |
|||||
I
|
|||||
6| VADERLANDS Cl IE LUL Boek.
1672. waard. Doch hy hadt gelegenheid gevonden,
•------- om te ontvlugten naar Utrecht (x), enwerdt,
eerlang, om 't verlaaten van zyne post, om 't
verkragten zyner hegtenisfe, en om 't overloo- pen tot den vyand, gelyk zyn wyken naar U> trecht genoemd werdt, gevonnist, om in zyn beeldtenis opgehangen te worden; welke ftraf hy zelf te wagten hadt, zo men hem t'eenigen tyde, in handen kreege(j). Doch hy hieldt zig buiten 't gevaar; midlerwyl, aanbiedende, te regt te willen ftaan voor onzydige regters, mids hem veiligheid verzekerd werdt, geduurendc de Montbas regtspleeging (z). Ook verdedigde hy zig, na- ¥erde- derhand, fchoon zeer tegen den zin van zynen itgt zig. Zwager, de Groot (V), in openbaaren druk, over 't verlaaten van de Betuwe, beweerende, dathy't niet gedaan hadt dan op uitdrukkelyken last der Afgevaardigden te Velde (b~), dien hy, ten allen tyde, toonen kon (/), Zelfs fchreef hy, tot zyne verontfchuldiging, aan de Staaten en aan de byzondereSteden van Holland^),zon- der dat men goedvondt, hem te antwoorden. Wat laater, daagde hy de Heeren van Zuilen- ftein en 's Graavenmoer en de Graaven van Styrum en Flodorp, die de hand gehad hadden m zyne te regtftelling, ieder in 't byzonder, uit tot een lyfgevegt (e). Doch men liet zyne brie-
(.r) Refol. Gener. Ventr. 29 Jtily 1672. ValkenierI. Deel,
U. 419- O) Zie Je Sentent. hy Valkewpr I. Deel, N~ 42- »'• lol.
(z) Aant. van een' Regent van Djlft 30 Sept. 1672. il/5.
t«; Lettre de Mr. de Groot du $i. Decemirc 1O73.
(b) 7.ie onk Refol. Gener. Mercnr. 28 Ju y 1672.
ie; Uit Aantek. vanden Vendun. Hop van 2y Juny \C,yi.M^.
Vo-ez ausfi Memor. dn Comte de Montbas p. 17, 21, 24, aiJ. Qd) Ltttr. de Monikas p. 1. 8.
C.Ó Leur, de Montbas *. 15, 19, 21, 23.
|
|||||
k
|
|||||
LIILBoek. HISTORIE. 65
|
|||||
brieven beantwoorden , door den Scherpregter 167a.
van 't Leger, die't antwoord, door eenen Trom---------*
petter, afzondt aan den Heftoge van Luxem-
burg (ƒ). Montbas bleef nog eenigen tyd in U- trecht. Hy heeft zig, federt, onthouden inFrank- ryk, vanwaar hy herkomitig was, fchoon hy , hier, met eene eigen' Zuster van den Ambassa- deur Pieter de Groot gehuwd, en lang in Staat- ionen dienstgeweevSt was» Ondertusfehen, ver- kerkte het vatten en te regtilellen van verfchei- deu' Krygsoveriten het volk in den waan, dat de Steden, meest allen, door verraad, waren overgegaan. t Doch men vergenoegde zig niet met de Krygs- XV.
luiden alleen te verdenken van verraad. De te- De te- genwoordige Regeering werdt, genoegzaam o- fy "j^;. penlyk,beichuldigd, dat zy heulde met Frank- ge Re- ryk, waaraan zy, zeide men, 't Land verkogt gecring en verraaden hadt. De ongelukken, die den w°rdt Staat, van alle kanten, troffen, werden gewee- ^"sheïd" ten aan de agteloosheid niet alleen, maar aan en on_ de kwaade trouwe en baatzugt der Overheid, op trouw welke 't gemeen gewoon is te verhaalen de ram- befchttl» pen, die dikwils onvermydelyk zyn. De vriend- s den van het Huis van Oranje, federt lang, ge- nagt hebbende, den Prins te doen Hellen in 't bewind, welk zyne Voorzaateh hier te Lande gehad hadden, verfterkten 't volk in deeze ge- sagten ; waartoe zy gelegenheid hadden, nadat de burgers, in verfcheiden' Steden, fterker dan te vooren, hadden begonnen ter wagt te komen, 't zy tot voorkoming van plondering, die, op veelc Plaatfen, gedreigd, op eenigen, met der daad a
(ƒ) Memoir, de Montba' ?• 55.
XÏV. Deel. E
|
|||||
66 VADERLANDSCHE LUL Boek.
|
|||||
i6?2. daad, ondernomen was; 't zy, om de Steden ,
!*■----- die meest bloot lagen, te beveiligen tegen ee- nen gevreesden overval. Ook gaf het byeen- trekken der burgeren, om aan der Steden Ves- tingen te arbeiden, aan verfcheiden' oorden, met naame te Dordrecht,te Gouda en te Rot- terdam, gelegenheid, om hun, wien 't werken dik wils verdroot, misnoegen in te boezemen Argwaan tegen de Overheid. Sterk nam dit misnoegen over de toe,nadat het gemeen de lugt gekreegen hadt lin" niet van ^e aangevangen' handeling met Frankryk, Tränk • die men zeer nadeelig hieldt te zyn voor 't Va- ryk. derland. 't Huis van Jakob Sieyn, Burgemees- ter van Haarlem, werdt met plondering ge- dreigd, om dat hy gehouden werdt, den eer- ften voor/lag tot handeling met Frankryk ge- daan te hebben, in de Vroedfchap (g). Te Hoorn,viel't graauw aan op het huis van Bur- gemeester Reimer Langm'agen; doch de plon- dering werdt 'er, ten deezen tyde, noch belet, door de gewapende burgerye (//). Te Anrfter- dam, werden, op denzes-entwintigften van Zo- mermaand , de Afgevaardigden van Edam aan- getast door't graauw, naar 't Stadhuis gefleept, en gedwongen om hunnen last te openen; waar- by bleek, dat zy in de Volmagt tot handeling bewilligen mogten: 't welk hen in lyfsgevaar Eenijje bragt (V). F enige Predikanten roeiden hieron- ?reHi" der, 't volk ftyvende in de gedagten, dat vee- ftyv'en 't ,e Leden der Regeeringe den Lande ongetrouw gemeen, waren, en dat de zaaken zo ilegt gingen, om dat
Cgl Kort Verliaal van de lmrgerlyke Oproer, in Haarlem KIS,
(h ) Uit Aant. van den Petition. Htw> van 21 Jnny 167*. MO* £ O Aanuk, wegens 't gehandelde in 1671. MS. |
|||||
LUI. Boek. HISTORIE. €f
|
|||||
dat men den Prinfe van Oranje te weinig ge- n^
zags gaf. Onder de voornaamile yveraars van -. den predikftoel, telde men de Predikanten
ïhaddaïiis de Landman en Simon Simonides in den Haage, Jakobus- Borftius en Joannes Ur~ fimts te Rotterdam (Ji). Ook hadt Samuel Gm* terus, op den negentienden van Zomermaand, te Haarlem, gepredikt,dät'er, onder de Regen- ten dier Stad., verraad en kwaad beflier fchuilde:; welk zeggen hy, daarna, ondervraagd zynde,. toepaste op den Ambasfadeur de Groot, dien hy een wil .ei, op Loeveßein uitgebrocid, noem- de^). De argwaan op de Regeering en de begeer- te om den Prins van Oranje bevorderd te zien , nam zo fterk toe onder't volk, dat 'er fommige Ledenvan Holland ook ernftelyk om begonden te denken. Leiden zeide, op den twintigften, Leidt», in de Vergadering der Staaten „ dat de zaaken en Haar* jj niet wel konden gaan, zo men den Kapitein- deren*01' n Generaal geen meer gezags gave,. hem ont- dat maa iy flaande van de verpligting om zig naar 't be- d«" Pria- n fluit der Afgevaardigden te Velde te gedraa- j* "*** „gen; alzo 't Leger, onmogelyk, geregeerd gee^ M kon worden door zo veele hoofden -r en » ten jjbefluite, verzoekende, dat men hem, flegts „voor drie of vier maanden, grooter gezag B wilde opdraagen." Naderhand, floegen dee- ze Stad en Haarlem nog1 eens voor, dat men het geeven der patenten aan den Kapitein-Generaal behoorde te laatenen*). Doch daar verliepen ee- nige dagen, eer hierop iet beflooten werdt. 't Mor»
C*) verhn*l «Ier inuitcrye te Rotterd. in 1672. MS.
Cl) Kort Verhaal van de Oproer te Haarlem. JUS. O) Refol. Huil. 27 juny 1672.hl. 187- Uit Aant. van de Peuï. ,Vsw«N i'i Hup ra» so, 24,27 Ju») 1(172. MSS, E 2
|
|||||
<fê VADERLANDSCHE LïII.Boeïl'
|
|||||||||||||
't Morren en fchelden op de Regeering hieldt,
ondertusfchen, aan, onder 't volk. En gelyk de Raadpenfionaris de Witt, federt veele jaaren * 't voornaam bewind der zaaken gehad, en, meer dan anderen, den Prins van Oranje buiten de Regeeringe en hooge Krygsampten gehouden hadt, zo waren hy, zyn Broeder de Ruwaard van Putten, en allen, die van zyne maagfchap waren, of zyne zyde meest gehouden hadden, by veelen,in den haat geraakt: 't welk zo hoog liep, dat eenigen ondernamen, den Raadpenfio- naris en zynen Broeder, den Ruwaard, van 't leeven te berooven. Dit droeg zig toe, in dee- zer voege. De Raadpensionaris, op den een-en- twintigiten van Zomermaand, tot omtrent mid- dernagt, in de Vergadering van Holland ge* weest zynde, werdt, van zynen knegt, die ee- ïie brandende flambcaudroeg, naar huis geleid; doch op de Plaats, by het zogenaamde groene zoodje, aangevallen, door vier Mansperfooncn, die, 't licht hebbende uitgedaan, hem eenen houw in den hals gaven, op den grond fmeeten, en daarna nog een wonde tusfchen de fchou- ders, en eene andere tusfchen de ribben toe- bragten: ook was hem't hoofd gekneusd, door den val. De moorders, hem meenende afge- maakt te hebben, fielden 't op een loopen. Men vernam haast, wiezy waren, naamlyk, de twee zoonen van den Raadsheer van der Graaf, Pie- ter en Jakob, benevens Adolf Bonèagh en Kor- netts de Bruin. Doch Jakob van der Graaf werdt alleen gevat, en, teritond, voor 't Hof, te regt geiteld.' Hy beleedt hier „ datzy, methunvie- „ren, ten huize van den Raadsheer, die naar |
|||||||||||||
1672.
xvi. DeRaad-
pen do- li arïs de Witt wordt,by nagt,aan- gevallen en ge» wond. |
|||||||||||||
BeUente'
nis van een' der handdaa- tiigen, |
|||||||||||||
„ Delft vertrokken was, gegeten hebben
|
-
uit.. |
||||||||||||
LUI. Boek. HISTORIE. 69
|
|||||
„ uitgaande, gezien hadden, dat 'er noch liciit 1(572.
w was in de Vergadering van Holland; dat zy, ■■ „ hieruit, beflooten hadden, dat de Raadpen-
n iionaris daar nog zyn zou, dien zy uitmaak- ten voor een fchelm en Lafndverraader, en w beflooten van kant te helpen; dat de Bruin „hem eerst hadt aangetast, en dat hy, gevan „ gen, hem, met een mes, tusfchen de ichou- w ders gefteken hadt, voorts geene reden wee- v tende te geeven, waarom hy dit ftuk hadt w helpen uitvoeren, dan dat hy van God ver-. »laaten was («)." De jonge van der Graaf die ont- werdt, op 't fterk aanhouden der Staaten van ha,s<* Holland,fpoedig,gevonnist door 't Hof, welk1* hem verklaarde, begaan te hebben misdaad van gekwetfte Hoogheid, en veroordeelde, om ont- luisd te worden, met verbeurtenis zyner goe- deren. Hy ging, den negen-entwintigften, ter dood, wordende zeer beklaagd, door de vrien- den van het Huis van Oranje., die hem als een' martelaar voor de belangen van dit Huis aan- merkten. Ook werdt dé Godvrugtigheid van zynen uitgang, eerlang, in zeker gedrukt fchrift, hooglyk, gepreezen. De Staaten van Holland deeden veele moeite, om de andere handdaadi- gen inagtig te worden. Zy fchreeven'erover, aan den Prinfe, en aan de Veldmaarfchalken, op dat men 'er naar zogte, onder 't Krygsvolk. Ook deeden zy, door 't Hof, vyfduizendgul- dens belooven, aan elk, die eenen der ichuldi- gen aanbragt, mids deeze fomme, uit deszelfs goederen, betaald werdt (0). Doch zy wisten zig
fa") Sentent. in Ä HoU. Merc van 1C71. bl. 88.
in) Rsfol. Holi. 82, a3 Juny 1671. bl. 168. E 3
|
|||||
?o VADERLANDSCHE LUI. Boek;
|
|||||
1672. zig fchuil te houden, totdat het gevaar over
die Postmeester was, bleef in 't bezit van dit ampt (j>). Wat.de Wit betreft,men bevondt, dat zyne wonden niet gevaarlyk waren, en hy genas'er fpoedig van. De Vergadering van Hol- land werdt,terwylhy'thuishieldt, gemeenlyk, doorzynenNeeve,Nikolaas Vivien, Penfiona- ris van Dordrecht, waargenomen. .Aanflag De Ruwaard van Puitten, geduurende den jong- op den ften zeetogt, aan zinkingen, onpasfelyk geweest ^anWpui> zync*e > was' met verlof der Staaten {q), uit de tö.i. Vloote naar Holland gekeerd, en op den vier- entwintigften van Zomermaand te Dordrecht gekomen. Hyhadtdeeze Stad, op haar verzoek, drieduizend ponden buskruids, uit de Vloote, ter leen, toegezonden, 't welk hem, daarna, tot misdaad toegerekend werdt (/-), fchoon 't, onder bevelhebbers van belegerde Steden, zeer gebruikelyk, en nu, met overleg van de Rui- ter, gefchied was; behalve dat die van Dor- drecht overboodig waren, het kruid te betaa- len. De Ruwaard vondt, op zyne aankomst, de Stad vol beweeging, en 't gemeen geweldig tegen hem verbitterd. Men hadt, cenige wee- kentevooren,zyne beeldtenis, daar 't verbran- den der Engelfche fchepen te Chattam by ver- toond werdt, van 't Stadhuis gehaald, ver» fcheurd, de fhikken rondsom de hoofdwagt der burgeryeaen'tuitgefneeden hoofd aan de galge gefpykerd (7). Doch hierby bleef het niet. Kort na
Cp) P. A. Samson Hirt. .Ie Gm'11. III. Tom, II. p, 261.
t ,/ . Refol rioll. « j!;;iy 1Ä72. bl. Iö6. ! O fccfnl. Holt, ai 'Juny 1673. bl. aü. Ssj Vaikenizk 1. Deel, W. 6jj. |
|||||
LUL Boek. HISTORIE. 71
na zyne t'huiskomst, kwamen 'er, op eenen KÏ72.
nagt, ten elf uuren, vier onbekende perfoonen ------—
aan zyn huis kloppen ,bcgeerendehemte fpree-
ken. Men zeide hun, datïiy onpasfelyk, en niet te fpreeken was. Doch zy zogten, met geweld, door te dringen, met oogmerk, zo men vast- flelde, om hem 't leeven te beneemen. Een der huisgenooten, agteruit geloopen zynde, haalde toen de burgerwagt van 't Stadhuis: waarop de geweldenaars zig weg pakten (V). Doch de Broe- ders de Witt 1'cheenen de ramp, die hun dreig- de , llegts ontkomen te zyn, om, eerlang, in grooter te ftorten. Midlerwyljfpatte de zugt om de Regeering ,XVII.
veranderd en den Prins van Oranje verder be- ^e^T vorderd te zien, in veele Steden van Holland dwingt en Zeeland, tot hevige daadelykheden uit. 't de Wee- Volk, famengcrot inmerkelyken getale,drong houders, de Wethouders, om in deeze bevordering te be- ^nsvan willigen. Veelen,die by de verandering voor- oranje deel rekenden, roeiden hier onder, en zogten tot Stad- zig zslven, tervvyl zy voorgaven, 't belang van houderto 't Vaderland en van den Pritife te zoeken. On- ™*laa* mogelyk is 't, hier te verrekenen, wat 'er, in alle Steden, voorgevallen zy: ook zou een omftan- dig verhaal daarvan, ligtclyk, verveelen, alzo- 't gebeurde, op verfcheiden' Plaatfen, groote overeenkomst hadt met elkandercn. 't Zal dan genoeg zyn, dat wy de voornaamfte en minst bekende byzonderheden te boek üellen. Te Veere in Zeeland, werdt de Prins van O- Eerst te
ranje 't eerst tot Stadhouder verklaard, op't geeUmli aanftaan der burgerye, tegen het einde van Zo- mer- zo RiWNQT de Kuiter, l(. 681, 63j. E 4
|
||||
VADERLANDSCHE LUI. Boek,
1672. mermaand: 't zy dat de burgery hier meer
------- moeds hadt dan elders, om de Wethouders,
die door den Prinfe gefield waren, te beweegen
om zyne Hoogheid te bevorderen; 't zy dat, ge- lyk ik,in gefchreeven' aantekeningen van dee- zen tyd, lceze, fbmmige Wethouders zelven 't geineen hadden opgewekt, om 's Prinfen ver- heffing te begeeren. Men imeet, hier op den een- entwfntigften, in eenen oploop, de glazen uit,aan 't huis van Burgemeester fhysfen; hoe- wel'ttot den dertigften aanliep, eer men deO- ranje-vlag van dea tooren waaijen liet («). Daarna, Van Veere,iloeg de beweeging onder't gemeen Le hor" over, naar Dordrecht. Eenjge burgers, in den re^ c' waan gebragt, dat het magazyn der Stad liegt verzorgd was, en dat de Wethouders de fleutels verfleken hadden, op dat men 't niet merken zou; vorderden de fleutels, op't Stadhuis, o- penden en bezogten het magazyn, dat beter voor- zien gevonden werdt, dan men verwagt hadt. Dit was egter, niet zonder veel beweeging, toe- gegaan. Zeker Perfoon mengde zig onder den hoop, der burgeryeinfeherpende, dat men den Wethouderen vergen moest, van 't eeuwig E-i diel af te gaan, en den Prins van Oranje tot Stadhouder te verklaaren, zo men wilde, dat 's Lands zaaken eenen beteren keer namen (v). Dit zeggen vondtgereeden ingang by't gemeen, welk ftraks aan 't hollen raakte, onder een al- gemeen geroep van Leeve de Prins van Oranje / de duivelhaale de Witten! De burgers, die de wagt op 't Stadhuis hadden, voegden zig by 't graauw.
f u~) Exrr. uit de Notul. van Werte en Riede vsn Verc 21 ea.
30 Jmty 1672. MS. . iv) ValSïnjeil I. Dtel, li. 67?. |
||||
Lïlï. Boek. HISTORIE. 73
graauw. Men haalde de Wethouders uit hunne
huizen, noodzaakte hen, Vroedfchap te be- leggen, en te belooven , dat zy den Prins Stad- houder maaken zouden. De Burgemeester Joatt Hallingk, van agtcren 't Stadhuis willende af- gaan , werdt met een grooten byl gedreigd, zo hy weigerde te voldoen aan de begeerte der bur- gerye. Hy, en eenige anderen uit de Regering, Hopluiden en Burgerye werden genoodzaakt naar den Prinfe te trekken, en hem naar Dor- drecht te geleiden, om kennis van zaak-en te nee- men. De Prins weigerde, in 't eerst, het Le- ger te verlaatcn;doch beiloot'er eindelyk,toe, én kwam, op den negen-entwintigften van Zo- mermaand , binnen Dordrecht; daar hy , door eenige Gemagtigden uit deRegeeringe,ontvan- gen, en, tusfehen de gewapende fchutterye door, onder een algemeen gejuich, naar het Stadhuis geleid werdt, terwyl de Oranje-vlag ten tooren uitftak. Men verzont den Prins, de Stad en M.igazynen te willen bezigtigen; gelyk hy deedt: doch men repte geen woord van het Stadhouderfchap. Na de maaltyd, deedt men hem uitgeleide. Maar 't volk, wa,t anders ver- wagt hebbende, floeg aan 't morren, dat men den Prins en de burgers misleidde. Straks daar- op, vliegen eenige burgers naar'sPrinfen koets, en vraagen hem, of hy Stadhouder ware? Hy verklaart, volkomen te vrede te zyn. Wy niet, dryft men hem toe, ten zy wy uwe Hoogheid Stadhou- der zien. In eene aantekening van deezentyd, lees ik „dat de Predikant Henrik Dibbets zekeren „ Wynkooper, en, door deezen, nog tien of „ elf anderen bewoogen hadt, om, byeede,te ;, belooven, dat zy den Prins niet ter Stad uit E 5 t» zou- |
||||
?4 VADERLANDSCHE UU. Boek.
|
|||||
1672. „ zouden laaten gaan, voor zy verzekerd wa-
------- ,, ren, dat hy voldoening ontvangen hadt van
„ de Wethouderfchap; en dat het deeze luiden
„ waren, die 's Prinfen koets tegen hielden,en „ Burgemeester Hallingk, zittende nevens zyne „ Hoogheid, met den gelaaden fnaphaan op de „ borst, afvraagden , of men den Prins voldoe- „ ning gegeven hadt; dat de Prins hierop zeide, „ mannen, het zal viel gaan; voorts, verzoeken- „ de, dat men hem, tot aan de herberg de „ Paauw, daar hy gegeten had, wilde laaten „ voortryden. Dat, den Prins en de Heeren „ in de Herberg getreden zynde, de voorge- „ melde luiden, en nog omtrent twintig ande- „ ren, aangezet door den Predikant Dibbets , „ eenen nieuwen eed deeden, dat zy nicmant „ der Wethouderen uit de herberg zouden laa- „ ten komen, zonder hem den hals te breeken, „ ten ware hy tot 's Prinfen bevordering ge- De Wet- „ ftemd en getekend hadt." De Wethouders, liouders ontZet door dit dreigen, beflooten, derhalve, een^Ak- net eemvig EdifV te vernietigen, en den Prins te, waar- tot Stadhouder van Holland te ftemmen, by by de eene Akte van deezen inhoud: J'ri'is ffy ondergefchreeven Vroedfchappen, goede man • der ver-' nm mn ^Ste m bedienden van de Stad Dordrecht
Idaa.-d yerklaaren, by deezen, te cederen en renumicren worde, het eeuwig Edict: verklaarende, wegens haare Stad, fyne Hoogheid den Prince van Orangien tot Stad jiüiidrr, en confereren op hem alfucke machten s digniteyttn en authoriteyt, die J'yn Voorvaders hoog- hjfel. memorie hebben gehad en befeten. Eyndelyck mijlaan wyfyn Hoogheyt van den eed, dia gedaan had yan ha voorfz. Stadhouder fchap niet te zullen aannemen. Gedaen te Dort, den "X) Juny 1672» De
|
|||||
LUI. Boek. HISTORIE. 75
De Prins, het dwingen der burgerye ziende, t^
zeide, zig tot de Wethouders kecrende, My----------~
11e Heeren, ik beklaag u. Nogtans, aanvaardde
hy het Stadhoudèrfchap, zo ver het hem, door de Stad, kon aangebooden worden, na dat hy, gelyk de Akte meldt, van den eed ten tegendee- ïe gedaan, ontflaagen was. De Vroedfchap en Luiden van Agte ondertekenden allen de Akte: ook, naar men zegt, eenige Predikanten (w); hoewel anderen alleenlyk melden, dat 'er twee Predikanten, by het Hellen en' tekenen der Ak- te, tegenwoordig waren (x). Doch de Ruwaard van Putten, nog ziekelyk te bedde leggende, weigerde te tekenen. Men hieldt hem voor, dat Men de gewapende burgery zyn huis omringd hadt, dw'uig« en hem den dood dreigde, zo hij langer aarzel- d7enr ï10"1 de. Doch hy antwoordde, dat hem, in den laat- 00k tol ßen zeeflag zo veele kogels over V hoofd gewaaid het teka- waren, dat hy 'er geenen meer vreesde, en liever "en <*« een kogel wilde afwagten, dan dat fchrift tekenen. A*ie* Maar zyne Egtgenoote, haare jongfte kinderen by de hand houdende, badt hem, met traanen, dat hy van den nood eene deugd maaken, en zig, zo niet over zig zelven, ten minften over haar en haare kinderen, erbarmen wilde. Hy liet zig dan overhaalen, en tekende, met by- voeging van twee letters V. C. dat is, Vi Coac- tus,of door geweld gedwongen. Doch 't volk, van de betekenis deezer twee letteren, door eenen Predikant, onderregt Q), was niet te {tillen, voor
(w) Rraniit de Ruiter, hl (tyj.
(.r) Vai.kkmiïr. 1. Deel, Il (ML 'yjAantck. wegens 't voorgevallene by Je verkluz. vat.
Zyue Hougli. in 't jtet 1672. LS. |
||||
-ó VADERLANDSCHE LUI. Boek.
1672. voor hy 'er de pen doorgehaald hadt (2). 't
"■------ Werk was hiermede afgedaan te Dordrecht,en
de Prins, ondcrtusfchen naar 't Leger by Bo-
degravc, te rug gekeerd. vviii Te Rotterdam, werdt de Regeering, ten zelf- Opfcbu'd«^en dage,gedwongen,tot hetneemen vandier- dingte gelyk beiluit. Ik vind, in fbmmige aamekenin- Kotter- gen van deezen tyd, dat de beweeging hier ver- dam. Wekt werd, door Joan Kievit, voorheen Bur- gemeester der Stad; die nog in Engeland was, doch heimelyk verftand hieldt met eenige bur- gerhopluiden en voomaame burgers, en uu vol- tooide, 't gene Buat,inden jaare 1666, begon- nen hadt. De Oud - Burgemeester Herman van Zoden ook, dien men hieldt verandering in den zin te hebben, vervoegde zig, met Leonard van Naarfen (a), Willem Bastiaansz , Dominikys Roosmaale en anderen, van 't begin van Zomer- maand af, dikwils, op 't Stadhuis, om veelerlei voorflagen te doen, uit den naam der burgerye; dan eens begeerende, dat men de burgers deede werken aan de Vesten; dan wederom klaagen- de, dat het volk verdriet in 't werk kreeg, en plondering dreigde. Diergelyke bedreiging aan Regenten, die, zo voorgegeven werdt, gezeid hadden, Liever Fransen, dan Prinsch te willen we- zen, was ook, ten aanhooren van den Schepen Jakoh Gaal, gefchied,door Reinier van der Wolf, dien Gaal uitdaagde, om zulke Regenten aan te \vyzen, alzo hy verklaarde, dat ze hem onbe- kend waren. Twee Gekommitteerde Raaden, door
fa") Vu Aantck van den Psnfioili Hor. V£:i 39 juity lS;"2j
MS- Bk'vdt ile Ruifr. b'. 692. la) Zie Xfi. Dal, U. a8i.' |
||||
LUL Boek. HISTORIE. 77
door Rotterdam, met eenig geld, naar Gorin-
chem reizende, werden, door 't graauvv, aange- tast en opgehouden. Twee van de belhamels werden gevat;doch men moest ze haast weder- om ontdaan. Arend Zonnemans, Vroedfchap der Stad, verzogt, op den vierentwintigften, dat men hem toeliete, zyne Vroedfchapsplaats te mogen nederleggen, alzo hy de verkiezing van den Prinfe van Oranje tot Stadhouder noodig hieldt tot welzyn van den Lande; doch geen middel zag, om ze te bevorderen. Ook verliet hy, federt, de Stad (£). Den volgenden dag, kwam van Naarfen op 't Stadhuis, den Heeren voorhoudende, dat men vrede met Engeland hebben kon, zo men den Prins Stadhouder maak- te ; alzo de Koning van Engeland alleenlyk oor- loogde, om 's Prinfen verheffing te bevorderen. Kort hierna, vergde het volk, in grooten geta- le voor 't Stadhuis famengevlocid, den Wethou- deren eenen eed af, dat zy de Stad niet aan de Franfchen overgeeven; maar tot het uiterfte ver- dedigen zouden. Hieruit fcheen 't voor 't ge- meen , dat men argwaan hadt op de Regenten, met naame op JoanPes/'er, Adriaan Vroezen, Willem van der Aa, den Penfionaris de Groot en eenige anderen: fommigen van welken, op ftraat, aangerand, gefcholdenen gedreigd wer- den. De Groot oordeelde toen, dat de oproe- righeid te ftillen zou zyn, zo men twee of drie belhamels by 't hoofd vatte, en (hafte naar ver- diende ; doch de Regeering hadt geen herts ge- noeg, om hiertoe te bell uiten. Ook waren 'er in de Vroedfchap, die zelven haakten naar de ver-
(*} IUfül, IIoll. 10 Ju'y 167a iU «r».
|
||||
VADERLANDSCHE LUI. Boek.
|
||||||||
1672. verandering, welke men, uit de oproerigheid.
te gemoed zag. Zy duurde dan, tot den agten- |
||||||||
De bur- twintigflen, wanneer de Burgerhopluiden, Bur-
fuideo*" gcmeesters gevergd hebbende de Vroedfchap te eit'chen, beleggen, uitdrukkelyk vorderden, dat men Ge- cat men magtigden naar den Haage zondt, om, vanwe- denPuns <re de Stad, den Prins te helpen bevorderen tot L°;,j^d" Stadhouder van Holland. Doch hierop werdt.» hdpe dien dag, geen bei]uit genomen. Maar des an- bevorde- dercndaags, als. men dé Oranje-vlag vanden ren« toorcn te Schiedam, daar de Vroedfchap, Wil- lem Nieuwpoort, ookj in eenen oproer, gevat was(c), zag afwaaijen, was'er geen houden meer aan 't hollend gemeen. De Burgerhopman Jakob Vosmaar, de groote markt, met zyn ven- del, bezet hebbende, tentyde van't uitgaan der Kerke, deedt elk afvraagen, of ky Staatsch- of Prinsgezind ware? Allen verklaarden ze zig voor De Pre- Prinsgezind. Toen trok men, aan hoopen, te Bürflhi &men: ^aar ^e Predikant Borftius zig byvoeg- neemt de de, 't volk vraagende, of zy niet begeerden dat Hemmen de Prins Stadhouder gemaakt werdt? of men het Vï" 'l eeuwig Edict tiiet behoorde te vernietigen, of men " °P' den Prins niet behoorde te on t/laan van den eed, by 't aanvaarden van V Kapitein Generaalfchap ge- daan ? En toen alle deeze vraagen met een ja beantwoord waren, toog men naar 't Stadhuis , paste 't Oranje-Vendel op den tooren te kry- gen, en noodzaakte de Vroedfchap tot het nee- men van diergelyk befluit, als men te Dordrecht genomen hadt. Maar Pesfer en Vroezen had- den, te vooren, hunne ampten nedergelegd. Pesfer was ter Stad uit geweeken; doch werdt, ag-
CO Vit Aa.nt van ttn Penf. Vivien wn ï</ Juny 1672. MS*
|
||||||||
LÏILBoer. HISTORIE. ?$
agterhaald zynde, gevangkelyk, te rug gebragt, ,^A
en eenen gebeelen nagt, door de burgers, be- ------
waard op 't Stadhuis( d). Dien zelfden nagt,
moest de Vroedfchap het befluit, om den Prins Stadhouder te doen verklaaren, ondertekenen, en van de puye doen afkondigen, hebbende fommige burgers gezwooren, allen, die niet te- kenden, den hals te zullen breeken, en de hui- zen van zulken, die ter Stad uit weeken ,te zullen doen pionderen. Ook waakte de burgery, met vier vendels,de poorten geflooten, en de Ruite- ry, ontbooden tot voorkominge van oproer, buiten dé Stad houdende (e). Op den zelfden negen-entvvintigften van Zo- XIX.
mermaand, was'er ook eenige opfchudding ont- Bpwee- ftaan te Gouda. De Boeren van 't omgelegen S^f Land, misnoegd over 't inlaaten van 't water, door de groote (luizen, waren, in merkelyken getale, naar de Stad getrokken; doch lieten zig, eerlang, door een bevel van den Prinfe, en uit vrees ook voorde-gewapende burgerye,bewee- gen, om te vertrekken(ƒ). Daarna, vergader- den eenige wy ven en jongens, voor 't Huis van den Burgemeester Reinier Kam, begeerende, dat men zulk eene Akte tekenen zou,als in andere Steden getekend was. De Vroedfchap, hierop vergaderd zynde, kondigde, eerlang, der Ge- meente aan, dat men den Prins, des anderen- daags , verwagtte, wanneer men hem allen ge- noegen geeven zou. 't Volk fcheen hiermede te vrede, en vorderde, zelfs na dat de Prins in de Stad gekomen, en in de Herberg het Hart ont- haald C«0 Venaal van de Muiteryc te Rotterdam, la i6>2. MS.
te) Uit A«nt. van dtn Peul'. Hop van i July i6;f. (f) Valkemïr i. De*l, il, ó^o. |
||||
6ó VADERLANDSCHE IJII.Boek.
|
|||||||||
1672. haald was, geene nieuwe vetklaaring of' tekening
-------van de Wethoudëren (g).
Te Haarlem, was het gemeen, op de tyding
Ih«iem. ^at un^ere Steden den Prins Stadhouder ver- ' klaard hadden, ook aan 't hollen geilaagen. Ee- ne Kompagnie ruiters, door de Staaten van Hol- land, derwaards gefchikt,om de rust in de Stad te bewaaren, werdt, op het fterk aanhouden der gewapende fchutterye, door de Wethou- ders , wederom gezonden, op den dertigflen van Zomermaand. Terftond daarna, rot de menig- te famen,mompelt eerst, en begeert,eindelyk, ronduit, dat men den Prins tot Stadhouder ver- klaare. Zekere Pieter Maas haalt het Oranje- vendel uit de nieuwe Doele, dat, door Ja- kob Aalbcrtsz van Bevenvyk, eerst op het Stad- huis-toorentje, en daarna, in de plaats van den windwyzer, op 't kruis van den grooten Kerks tooren, gezet werdt. De Vroedfchap toen, in alleryl vergaderd zynde, ftemdc, terftond, tot de verheffing van den Prinfe, wien van dit be- fluit, door vier Gemagtigden, Mattheus Steyu en Willem Fabritius uit de Vroedfchap, en Bat- lliazar Koymans en Abraham Loreyn uit de Bur- gerye, kennis gegeven werdt Q/i). t>ell"t Delft raakte, ten zelfden dage, in roere. De wordt npgezetenen van Maasland en Maaslandslluis,
door die aangezetj 0f d00r zekeren Predikant, of, zoan~ j-inas- deren willen, door een Lid der Deli'tfche Vroed- land en fchap zelve (7), trokken, met den dag, ten ge- |
|||||||||
Maas-
|
|||||||||
tale
f/rl '">? Aanrek. van Hen Penfion. Hop van l \fuly 1672. Ml.
' li) Kort Verhaal van de buriserl. Onioer. in Haarlem MS.
Vil Aant. van écu Penf. Hon ven 1 'fuy 167s MS. Uit \xut> vu:: den Pent'. Uiimsvrkdyk van 1 'Juy 1672. MS. (»j Valkemer 1 Ded, il. <53.|.
|
|||||||||
LUL Boek. HISTORIE. ör
|
|||||||||||
cale van agthonderd, waaronder wel honderd i67g.
Schiedammers waren, met vliegende vendels —— en Üaandetrom, regt aan op Delft, daarzy, lands- niet fchuitjes, aan en over den wal raakten. De fluis in" |
|||||||||||
geno-
men. |
|||||||||||
Stad hadt twee vendels burgers uitgezonden,
|
|||||||||||
om de postaanGoejanverwellen-fluis te helpen
bezetten, en was hierom minder in ftaat, om deezen woesten hoop te wederf laan. De Rui- tery, haar door de Staaten tocgefchikt, hadt men ook buiten gehouden, en men durfde ze nu niet inlaaten,uit vreeze voor een bloedbad. De Visfchers en Dorpelingen, derhalve, mees- ter van de Stad zynde, bezetteden het Stad- huis , en noodzaakten de Wethouderfchap, het eeuwig Edicl af te zweeren, en den Prins tot Stadhouder te verklaaren. De Burgemeester Kornelis Onderwater, van agteren't Stadhuis af- gegaan zynde, was, terftond, vertrokken naar denHaage, om den Staaten kennis te geeven van 't gene 'er gebeurd was. De Vergadering verftondt „dat de twee vendels burgers van „ Goejanverwellen-fluis terugontboodenmoes- „ ten worden, zo dra de vier vendels zeefol- „ daateti, die men aldaar verwagtte, zouden „aangekomen zyn; dat de Ruitery behoorde „op te zitten, en dat men eenigen van de „ fchuldiglten by den kop vatten moest (£)." Doch ik vind niet, dat dit laatfte geichied zy. De Dorpelingen, tyding bekomen hebbende uit den Haage, dat de Prins reeds, ftaatswyze , tot Stadhouder verklaard was, 't welk egter nog wel twee dagen aanliep, trokken, den vol-
(Jk) Uit Aant. van d:n Penf. Hop van. I Ju'y 1671. MS,
XIV. Deel. F
|
|||||||||||
8a VADERLANDSCHE LlII.BoaK.
|
|||||
167a. volgenden dag, vergenoegd, naar huis (/),
------- Het graauw te Leiden was, federt eenige
Bewee- dagen, ook oproerig geweest, en, by verfchei-
Lekten den'gelegenheden, famengerot; doch het liep en ' aan tot den derden van Hooimaand, eer eeni- ge burgers, met zydgeweer gewapend, ten Stadhuize indrongen, en de Wethouderfchap noodzaakten, om het befluit op het afgaan van het eeuwig Edidt en op de verkiezing van den Prinfe tot Stadhouder den volke voor te ke- zen (?»). te Am- In Amfterdam, waren eenigen onder 't ge- flerdam. meen wei misnoegd en vol argwaan; doch men befpenrde'er, vooral in't eerst, geene merkely ke beweeging tot oproer. Het domme grauw hadt egter 't hoofd vol van de handeling met den Koning van Frankryk, wien fommige Re- genten de Stad, zeide men, dagten over te le- veren. Prins Joan Maurits van Nasfau, op den zeven-entwintigften van Zomermaand , door Amfterdam reizende, werdt aangerand, en voor verraader gefcholden. Drie dagen daarna, ver- klaarde de Vroedfchap openlyk, dat zy gezind was, de Stad tot het uiterfte te verdedigen, ten dien einde, den uitvoer der graanen, waaraan de vyand groot gebrek hadt, verbiedende; ten ware men borg ftellen kon, dat zy niet naar Plaatfen, door den vyand ingenomen, gevoerd zouden worden. Hierdoor werden de morren- den geftild. Ik vind niet, dat eenigen fpraken van den Prins tot Stadhouder te verheffen. Zelfs werdt de Oudburgemeester Andries de Graaf, af-
( l ) Valknier I. Deel, W. 685.
in) Vavkenler I. Ut tl, tl, Ö85. .^
|
|||||
LUI. Boek. HISTORIE. 83
afgevaardigd naar den Haage, om hierin te be- 1572.
willigen, op den eerften van Hooimaand, aan -------
den postwagen, opgehouden door 't graauvv,
welk hem dreigde te doorfchieten, om dat hy, zo de roep ging, verreisde, om de Stad aan Frankryk te leveren. Hy werdt, met moeite, geborgen, en daarna, onder een geleide van burgeren, ter Stad uit geholpen. Meer dan één oploop ontftondt'er, omtrent deezen tyd (?.'), doch ik vind niet, datzy eenig gevolg van belang gehad hebben. Maar 't zal nier noodig zyn, van ftuk tot ftuk, te ontvouwen, hoe 't befluit om den Prins tot Stadhouder te verheften,bynaopgelykewyze,als nu verhaald is, in de meeste ftemmende Steden van Hol- land, doorgedrongen zy. Laat ons, veel lie- ver, zien, hoe men tot deeze gewigtige veran- dering, ter Staatsvergadennge van Holland, beflooten hebbe. * % By 't beëedigen van 't eeuwig Edift , in den XX.
jaare i66y vastgefteld, hadden de Edelen en Eerftcr Steden van Holland en derzelver Afgevaardig- ^."yfL den ter Staatsvergadennge moeten belooven, gaderin- nooit eenigen voorflag te zullen doen, eenigs- ge van zins ftrydig met dit Edift (o). Maar de mees- Holland te Steden hadden nu beflooten,'den Prins tot niedglna Stadhouder te verheften, onaangezien het Stad- Van 't houderfchap, by het gemelde Edift, vooral- eeuwig toos, vernietigd was,in Holland. Doch alzo, Etl"* » zo ver my bekend is, geene Stad, behalve Rot- terdam, beloofd hadt, daartoe voorflag te doen ter Dagvaart, fchynen de andere Steden zig al»
<>) Valkenier '• Heel. hl. 6J7.
\j»j Ze Rcfol van Ccnfiii. ten tyiTe wx DE Witt. tl. 80I.
F 2
|
||||
H VADERLANDSCHE LUL Boek,
i672i alleenlyk vergenoegd te hebben, met het doen
------ van een verhaal aan de Staaten van 't gene 'er
was voorgevallen, en van 't gene zy, gedwon-
gen , hadden beflooten; zonder nog eenigen voorflag te doen: 't welk zy fcheenen aan te zien, als meer regelrcgt ftrydig met haaren eed. Maar Rotterdam hadt zig hiertoe verbonden , en verzogt den Penfionaris Burgersdyk van Lei- den, die, in afwezendheid van den Raadpen- lionaris de Witt en van den Penfionaris Vi- vien, de Vergadering waarnam, daarvan ope- ning te doen aan de tegenwoordige Leden; gelyk hy,op den dertigften van Zomermaand, des avonds, deedt. IIy vraagde alleenlyk „of „ men aan eenige Leden geene vryheid behoor- ?, de te geeven, om iet voor te Haan, daar zy „ verftonden 's Lands welvaart aan te hangen , „ alware 't fchooii, dat het voorfiaan daarvan Ä fireede met eenige Edittak wetten, of vast- „ gefielde befluiten?" Niemant was 'er, die niet veiftondt, waar deeze vraag, die met ja beantwoord werdt, op zage. Des nagts dan, tusfehen den tweeden en derden van Ilooi- maand, begon een der Afgevaardigden van Rotterdam eerst bewimpeld te fpreeken van 't ftuk,inde volle Vergaderinge, zeggende „ dat n hy, van wege zyne Stad, iet voor te draa- „genhadt, daar 's Lands welvaart aanhing, ,, en 't gene nogtans de eer, het geweeten en ?, de uitdrukkelyke Staatsbefluiten verbooden „voor te draagen, ten ware, hiertoe, byzon- 5, der verlof gegeven werdt." De Edelen, naamlyk de Heeren van Duivenvoorde , van Asperen en van Maasdam, oordeelden, dat men zig nader verklaaren moest. Dordrecht ftem-
|
||||
LUI. Boek. HISTORIE. 85
|
|||||
Hemde't verzoek glad af. Haarlem oordeelde, 1572;
dat men Rotterdam verlof behoorde te geeven, ——— om het voorflel te doen. Delft wilde eerst ver- ilag doen. Leiden zeide, dat men wel merkte, dat Rotterdam op de vernietiging van't eeuwig Edid zag. Toen veinsde men niet langer. Na waartoe, eenig beraad, werdt tot de vernietiging van eenpat- 't eeuwig Edid:, eenpaariglyk, beflooten(j>). uj°rfo* Men vernietigde zelfs, eerlang het boek, waar- ten in de naamen Honden van hun, die dit Edict wordt, bezwooren hadden (q): te Amflerdam, werdt het, in de Raad-Kam er, verbrand (r). Doch vreemd is, 't gene ik, in gefchreeven' aante- keningen van deezen tyd, gemeld vind „dat w Burgemeester Gillis Valkenier, 's daags te D vooren,in de Vroedfchap deezer Stad, nog „ gedreeven hadt, dat men het eeuwig EdicT: „ in wezen behoorde te laaten, en den Prins w egter tot Stadhouder aan te Hellen, of zelfs, ö van flads wege, voor te flaan, om hem tot „ Graave te verheffen: waartoe de Raaden Ni- y, kolaas Pattcras, Kornelis Geelvink, Jakob Ja- s, kobszoon HinloGpen en Kornelis Bakker ook ge- mind zouden gefcheenen hebben." Doch Hans Bontemantel, Raad en voorzittend Sche- pen, drong op de vernietiging van 't eeuwig Edid: „ welk, zo hy zeide, door den Griffier Fa- „ gel, en iemant uit AmHerdam ( hy meende „ Valkenier) uitgevonden, en den Raadpen- sionaris de Witt overdrongen was, fchoon, „Fa-
(/O Rerol. Holl. 3 July 1672. II. 212. iy Vai.kf.nifr r.
T)ccl, rtytuag N. 51. bl. 117. en ui: Aantek. "var. den Pltü >ti. Hop van 1 ;fuly 1672. MS. (q) Kefol. Huil. 8 July 1672 hl. 1.66.
(rj Uit Aant. van Schepen BontejUaniel. hl. 4yö. 31S,
F S
|
|||||
36 VADERLANDSCHE LUI. Boek.
|
|||||
1672. „Fagel, nog Penfionaris van Haarlem, het»
r „ nietigen, zo men den Prinfe geene beflisfen- „ de item in den Raad van Staate wilde toe- „ftaan: waarom, vervolgde hy, Valkenier ook „niet tegen deeze vernietiging behoorde te „ hebben: en te minder, daar de Staaten de Le- „ den,ongetwyfeld, ontheffen zouden van den „ eed." Men befloot, hierop, tot de vernieti- ging van 't Edift, en om den Prins, met een- paarigheid der Leden, tot Stadhouder te kie- zen. Doch de voorilag, om hem tot Graaf te verheffen, werdt, by de meerderheid, van de Midjga- hand geweezen (O- Amfterdam floeg, vervol- gers, tot gens, ter Vergaderinge van Holland, voor, of üelien"* msn £,eenen Stadhouder bekoorde aan te fiellen? vanden waar op Leiden aanmerkte „dat men, hiero- Printe w ver, de andere Gewesten, met welken men van. °" „ eene Akte van Overeenftemming gemaakt totJ<Stad- »hadt, eerst behoorde te kennen; dat haasten houder, „ gevaarlyk was; dat men vooral ook de Ok- „ trooijen op hetbeftellender Wethouderfchap, „ in en na den jaare 1651, aan de Steden ver- leend, niet krenken moest." Gouda voegde; zig by Leiden. Doch Andries de Graaf, Bur^ gemeester van Amfterdam, hervatte „ dat uit- „ftel 't volk verbitteren zou; dat men de zaak „ook niet ten halve doen moest; maar den „ Prinfe van Oranje, den eenigften, die tot her,, „bekleeden der Stadhouderlyke waardigheid „in aanmerking kwam, alle voorregten toe- „ftaan." Rotterdam, Gorinchem en Schoon- hoven vielen Amfterdam toe, e» de zaak werdt be~
(O Vit Aast. van Schepen Bontemantei. MS,
|
|||||
HISTORIE. 87
|
||||||||
LUI. Boek.
|
||||||||
beflooten, op 't behaagen der Principaalen; om 167a.
welk te verneemen, eenigen een'keer naar huis ■ deeden. Ondertusfchen, hadt men, reeds te
vooren, vastgefteld, den Prinfe van Oranje, ter Generaliteit, te doen opdraagen het regt over de Patenten, welk zyne voorzaaten gehad had- den (f). En op den vierden van Hooimaand, 's morgens ten vier uuren,werdt, Willem Henrik, Prins van Oranje en Nasfau, ftaats- wyze,verklaard,tot Stadhouder, Kapitein- en Admiraal - Generaal van Holland («). De tyding hiervan werdt hem, in 't Leger by Bodegrave, gebragt, door elf Afgevaardigden uit de Ver- gadering van Holland. Hy vraagde, eer hy 't Scadhouderfchap aanname, of men hem ontflaa- gen hadt van den eed, by 't aanneemen van 't Kapitein-Generaalfchap, gedaan? waarop ja ge- antwoord werdt. Toen deedt zyne Hoogheid belofte van 't Land te zullen befchermen, de rustin de Steden te zullen herftdlen, en zig, allenthalve, van eed en pligt te zullen kwyten (v). De Staaten van Holland bragten, vervol- Hy wordt gens, ter Generaliteit, te wege, dat men den ook Ka- Prins tot Kapitein-Generaal van de Unie, of o- cenaraal ver de Legers te velde en 't Krygsvolk in de Van de Generaliteits Landen, aanftelde: doch Wn gaf Unie, hem de magt over de Patenten, welke zyne voorzaaten gehad hadden, alleen tot kennelyk we-
CO Reib!. Hol!. 3 Julv i«72. hl. 242.
( u) Uil Aam van Jen Penfion. Vivibn van 3 jfuly 167t. HS.
Rcfol. Holl. 3 July i6?2< U «42. ly Valkknibr I. Deel, Byl. N. 53 bl. 11K. Zie ook Holl. Merc. van 1672. lil. 91. (y) Aantck. wetens 't gebeurde hy ile asnflell. van denPriiv
fe tot Stadh. in 1072 'VS. Aam. va« den 1'cnGon, Vivit.ii en Hop van 5 'july 1671. MSS. |
||||||||
F 4
|
||||||||
83 VADERLANDSCHE UIL Boek.
1Ö72. wederzeggen toe (w). En Friesland en Stad en
-------Lande, eenen byzonderen Stadhouder hebben- de , behielden, gelyk voorheen, het regt der Pa- tenten aan zig(V). Zyne Hoogheid, op den ne- genden, in denHaage gekomen, werdt, in den ouderdom van omtrent twee-entwintig jaaren , in de genoemde hooge waardigheden bevestigd (y), nam ,volgens gewoonte, zitting in de Raad- kamer en op de rolle van den Hove, en keer- de,nog den zelfden dag, wederom naar't Leger. Menhadt, te vooren reeds, ter Vergaderinge van Holland, beflooten, denPrinfe alleeneene en Stad- Commisfte, geene Inflru&ie te geeven (z). De houder staaten van Zeeland hadden hem, al op den laiul. e' tweeden van Hooimaand, verkooren tot Stad- houder- Kapitein- en Admiraal -Generaal van h un Gewest («). Doch 't liep aan tot den zestienden , eer zy hem, in den Haage, den eed lieten af- neemen (£). Men gaf, zo dra de Prins aange- fteld was, alomme, uitbundige tekenen van vreugde. De Oranje-vendels waaiden van de Kerk- en Stadhuistoorens. Elk was met Oranje- linten opgeichikt. Men fchoot en dronk, ter eere van zyne Hoogheid. Zelfs melden fommi- gen, dat de Raadpenfionaris de Witt, die aan zyne wonden het huis hieldt, zig gehet, als of hem
(w)Rpfol. Holt. 3 Jtlh 1671. tl. 243- by V.UKüNiEn f.
ƒ>«?,', llylaag. N. 5*. W >i7- Relbl. Gener. Vencr. 8 July
1672 Refol. Huil. ió July 1672. U. 7,05 („r) ReCil. Gciiur. Venet 8 Lwi« iü 'July 1772. «randt de
Ruiter, hl. ^93. Cy ) IUfbi. Holl. 9 July 1672. U. 270.
(z) Aast. wegens He aanltelling van <U>n Prinle, MS.
(«) A»nt van <ic Psnf. Hop rot 9 J"b- i('7*- M& Vai-
KBNJ«r I. Deel. bl. t\<)f>, O97 , 7r">- *(») Nutul. Zeel. i, 2, y Ju>y 1672. HoU. Mac. va» 167«
W. 52. |
||||
LIILBoEK. HISTORIE. 89
|
|||||
hem de tyding van 's Prinfen verheffing ver- i672é
heugde (c). — — Het eerst, welk op denPrinfe begeerd werdt, xxr.
na dat men hem zync aanitelling bekend ge- ^ï maakt hadt, was het fchryven van eenen rond- J^n' gaanden brief aan de Steden 3 tot verdediging trief, tot der vcrdagte Regenten, en tot ftilling der on- veront- geruste gemeente (d). De Prins fchreef zulk een' rc.huld5- Brief, op den agtiten van Hooimaand. In den jjè"Re.?a zelven, weet hy 't verlies der Steden, door de genten wapenen des Konings van Frankryk overwel- dsr ste* digd, voor een groot gedeelte, aan de trouw- '^n en loosheid en laf hertigheid van zulke Bevelheb- Laud. beren, Overften en Knegten, welken de voor- naamfte posten op de grenzen waaren aanver- trouwd geweest. „ Hierdoor," voegde hy 'er by,, was ontfteltenis veroorzaakt onder de in- „ gezetenen, en argwaan op de Regenten, als „ of deezen de gemeene zaaken niet ernstig „ genoeg gehandhaafd hadden : en uit deezen „ argwaan waren, in eenige Steden, zorgely- „ ke beroerten ontftaan, niet zonder fchen- „ ding van de agting en gehoorzaamheid, wel- „ ken onderzaaten aan hunne hooge en wettï- „ ge Overheden fchuldig waren. Weshalve hy, „ tot bereiking zyner heilzaame oogmerken, „ verklaaren moest, aan den eenen kant, ge- „ zind te 2yn, om de trouwloosheid en laf- „ hertigheid der Krygsluiden te ilraffen naar „ verdienste; doch ook, aan den anderen, gee- „ ne kennis ter weereld,en zelfs geen vermoe- „ den te hebben, dat eenige Regenten van „ Hol-
f $*\ Valkrnirr T. Det! W. fiy;.
(O Reibl. Huil. 4 yitly 1672. W. «3. F5
|
|||||
9o VADERLANDSCHE LUI. Boek,
„ Holland, of van de Steden van Holland zig
,, zouden hebben fchuldig gemaakt aan ver- „ raad, vcrftandhouding met den vyand, of „ aan iet anders, welk met den pligt van een" „ eerlyk' en trouw' Regent itrydig was: ook „ veroordeelde hy de oproeren, onlangs, in „ verfcheiden' Steden, ondernomen: de aan- „ leiders en begunftigers derzelven ftraf baar „ houdende in den hoogften graad, als ver- „ ftoorders der gemeene rust. Eindelyk, meen- „ de hy,dat, tegen diergelyke oproerigheden, „ behoorde gewaakt te worden, door ftrenge „ Plakaaten, aan de uitvoering van welken, „ hy, met allen ernst, de hand wilde houden „ (e)." Doch dit fchryven deedt zo veel nut niet, als men 'er van gehoopt hadt (ƒ). Men verzogt den Prins, eenige dagen laater, om een fcherp Plakaat, op zynennaam, tegen de burgerlyke oproeren (g). Doch zyne Hoog- heid , meenende, dat de beroerten haaren oor- iprong hadden, uit Burgerhopluiden en voor- naame burgers, die met geene Plakaaten te dwingen waren, kon hiertoe niet verftaan. Hy floeg, daarentegen, eene bezending voor, daar de Staaten gaarne in bewilligd zouden hebben, zo zyne Hoogheid zig aan 't hoofd hadt willen Hellen. Maar de Prins verklaarde, dat hy, naar de eene Stad gaande, ook naar de anderen zou moeten gaan, en dat hy zo lang niet uit het Leger blyven kon. De bezending bleef dan ag- ter (//). De oproerigheid hieldt, federt, aan, in
(O Zie Vaikenikr. T. heel, Bylaag. N. 54. hl. 119.
(ƒ) fiint- van 't voorgevallene in 't jaar 1672. MS. \g) Refol. HoH. 8, 11 Ju'y if-j*. il. 263, 273. ( li ) Aant. e's boven MS. Uit Aant. van den Petifiun. ViviEW en Hor van 15 jfuly 1672. MSS. |
||||
LUI. Boek. HISTORIE. 91
|
||||||
in verfcheiden' Steden. Doch eer wy 'er ver- icje,
der verilag van doen, roept ons de order der het Land in 't algemeen betreffen. 't Huis te Gennep en Raveftein, op bevel XXII.
der Staaten, ontledigd zynde van bezetting, 'j,Huis te waren, omtrent het einde van Zomermaand, Rg™!p' ingenomen door de Franfchen, welken Rave- ftej„ en itein deeden (legten, en den Hertoge van Nieuw- Graave burg, die 'er regt op meende te hebben, daar- in*cn°- na, overgaven. Watlaater, beilooten de alge- ™eepra°?r ineene Staaten ook Graave te doen ruimen (/), fChen, en met de bezetting deezer Stad die van Bom- mel en 's Hertogenbosch te verfterken. De Krygsraad der Stad maakte 'er egter zwaa- righeid in, om dat 'er de Prins van Oranje geen' last toe gegeven hadt. Doch, op het herhaald bevel der Staaten, verliet men de Stad, en trok naar 's Hertogenbosch. De algemeene Staaten, midlervvyl, berigt ontvangen hebbende, dat de Graaf' van Monterei eenige Spaanfche ven- dels naar 's Hertogenbosch gezonden hadt, be- valen den Bevelhebber van Graave derwaards weder te keeren met zyn volk (O- Hy deedt het; doch de Franfchen, die, midlerwyl, met de Wethouderfchap, in onderhandeling getre- den waren over het inneemen van Franfche be- zetting , iloegen de bezetting van Graave on- der wege, en maakten verdrag met den Bevel- hebber , die reeds, met tagtig Dragonders, in de Stad gekeerd was. By dit Verdrag, welk den vyfden van Hooimaand getekend was, werdt Graa-
(i) Vit A.int. van den Penf. Hop van 24. 25 Jmty IßT*« A/S.
ik, L't Ann. var. dm Penf. Viv.en ren's yuiy\<qi MS* |
||||||
I
|
||||||
pa VADERLANDSCHE LUL Boek.
ï6?2 Graave den Franfchen geleverd: doch de Prins
■-------van Oranje, als Heere van Graave en den Lan- de van Kuik, bedong de behoudenis zyner reg- ten en goederen (/). Turenen Midlerwyl, hadt Turenne Nieuwmegen be- bemag- legerd van de landzyde, de Waal by het Dorp "gt Gend, langs eene fchipbrugge, zynde overge- Nieuw- ttojfken^ op den tweeden van Hooimaand. De Crlvé-' Stad werdt > in den aanvang van 't beleg, wak- coeur en kerlyk verdedigd; doch toen de vyand, tot aan de En- en over de hameye, genaderd was, ontzonk j?e'en" der bezettinge de moed. Nieuwmegen werdt, op den negenden, overgegeven. De bezetting bleef krygsgevangen; doch begaf zig, voor een groot gedeelte, in vyandlyken dienst. Van Nieuwmegen, toog Turenne voor de fchans Crevecoeur, die, vyf dagen na 't openen der loopgraaven, opgegeven werdt, op den negen- tienden van Hooimaand. De Engelen-fchans, nog nader aan 's Hertogenbosch gelegen, te gelyk met Crevecoeur belegerd geweest zynde, werdt, na 't overgaan deezer vestinge, verlaa- ten van de Staatfche bezetting, en, terftond daarna, ingenomen door de Franfchen (/»). Hy Bommel, daar,opdenvier-entwintig(ten van neemt Zomermaand, ook, op 't aanhouden van een
Bommel gecjeelte der burgerye, beilooten was, den Prins |
||||||||||
s;i
|
||||||||||
van Oranje tot Stadhouder te verkiezen, werdt,
door Turenne, den veertienden van Hooimaand, opgeëischt, en op 't ontvangen van weigerend antwoord belegerd. De Stad, niet te houden zynde, gaf zig, den een-entwintigften, over by ver-
(?) Valfenikr. I. f)ccl, tl. 509-51^.
(»O Valkenier 1. Deel, l/l. 511,-531;. |
||||||||||
£.111. Boek. HISTORIE. 9g
verdrag, waarin de bezetting de gewoonlyke ifym
krygseer bedong (»). Het inneemen van Bonir —— mei bragt het Leger onder Turenne op de ui- terfle grenzen van Holland, aan deeze zyde: gelyk het Leger des Konings, te voorenreeds, aan de Noordelykfte grenzen van het Zuider- kwartier van dit Gewest, tot in Naarden, was doorgedrongen. Men verwagtte, derhalve, van dag tot dag, eenen aanval op de posten te Go- rinchem en te Muiden. Doch ïurenne verge- noegde zig, met het Huis te Loeveftein, van- waar de Rotterdamfche burgers, kort te voo- ren , verloopen waren (o), Gorinchem en Wou- drichem, alleenlyk, op te eifchen; en, op't be- komen van moedig antwoord van den Veld- maarfchalk Wirtz, den Gelderfchen bodem te verlaaten, en 't beleg te flaan voor 's Hertogen- en trekt bosch (j>). Te Utrecht, werdt ook wel ge- yoor's raadpleegd, om dieper in Holland te trekken; ™°~ doch de vrees voor 't water, welk, aan veele bosch; oorden, op 't laage land ftondt, terwyldehoo- ge wegen of dyken, met fchanfen, bezet wa- ren, belemmerde, zo men meent, de Fran- fchen in 't uitvoeren van hun voorneemen (q): om 't welke te beter te doen verftaan, het niet ondienftig zal zyn, hier, beknoptelyk, te ver- toonen, op wat vvyze, men thans voor de ver- dediging van Holland gezorgd hadt. Elk, die dit Gewest eenigszins kent, weet XXJïI.
dat het, van de Maaze tot aan 't Y of de Zui- Tegen-
jer_ woordi«
OO Waarngtig Veih. gedrukt 1(574. en Auth. Refol. Ai5i.
tnz gedr. 1073. Valkenier l Deel, H. 528-539. (o) Uit Aam. vanden Penl', ViviEN van 22 juny idji.MS.
(_p) Valkenier 1. Deel, hl 539, 540.
(.5,1 Valkbnib» I. Deel, tl. 659, 660, fiSj. CoSTERus Hill,
yerhiial, U. 209. |
||||
94 VADERLANDSCHE LüLBoebT;
1672, derzee, van verfcheiden'waters, ftroomen en
•------- rivieren doorfneeden wordt, in en langs wei- fe Staat ken, Huizen leggen, waardoor men 't afko- *J" .v?r" mend- en binnen-water of naar welgevallen loo- at van"' zen kan» of» door ^et ty*ÖS digt houden of
Holland, openen der fluizen, op 'tlaage land laaten ftaan, of loopen; wanneer Holland niet dan langs de dy- ken en hooge wegen genaakbaar is, van de land- zyde. Doch als de rivieren of ftroomen te wei- nig waters in hebben , gelyk by drooge Zo- mers, veeltyds, gebeurd, en, tegenwoordig, met der daad, gebeurde, brengt het openen of digthouden der fluizen geen water genoeg over 't land: waarom men genoodzaakt is, of 't zee- water in te laaten, of, zo de gelegenheid hier- toe niet gunftig is, de dyken, hier en daar, door te delven, wil men 't laage land doen on- dervloeijen: tot welk laatfte middel men egter noode komt, om de fchade en kosten, die 'er door veroorzaakt worden, te ontgaan. Ook was men thans op middelen bedagt, om de landen onder water te zetten, zonder dat men tot het doorfteeken van voornaame dykaadjen zou be- hoeven te befluiten. De grenzen van Holland ter linkerzyde der Maaze werden, door 't 0- penen der fluizen by Heusden, onder water ge- zet. Het land om Gorinchem liep onder, door 't openen der fluizen by Dalem, door welken het water, voor 't einde van Zomermaand, reeds fterk invloeide (r). By Schoonhoven aan de Lek, lagen ook fluizen, die dienen konden, om de Krimpenerwaard onder water te zetten, waar- over |
||||||
' (r) Uit Aanteken, ytn den Pcnfionar. V;vien yan io Jtfy
167a, MS. |
||||||
Lm. Boek. HISTORIE. 95
over, reeds in't begin van Hooimaand, geraad- i^2.
pleegd was (5). Twee Huizen, aan den Ysfel, ——- ten einde der groote en kleine Wierikken ge- legen, dienden om het laage land tusfchen den Ryn en den Ysfel te doen ondervloeijen, en zelfs het land benoorden den Ryn; wanneer de fluis te Bodegrave digt gehouden, of de ftroom afgedacid werdt; gelykaan de Nieuwer- brugge gefchiedwas (Y). De fluizen in en aan de Vegt dienden om Amlèelland en een gedeelte van Gooiland te doen onderloopert. Wy fpreeken niet van veele andere voornaame fluizen, die, meer landwaards in gelegen, ook dienen kon- den , om water op de binnen-landcn te brengen of te houden: waartoe, onder anderen, de flui- zen in Delfland langs de Maaze, reeds in 't be- gin van Hooimaand, gebruikt werden. Het Le- ger der Staaten, welk nu, op vyf byzondere toegangen naar Holland, gelegd was, hadt ock de fluizen, die, digtst aan de grenzen, opdee- ze toegangen, lagen,bezet. Van't Hoofdkwar- tier te Muiden was eenig volk gelegd aan de fluizen in den Hinderdam, en ongetwyfeldook elders aan de Vegt. Aan den Ysfel by de Goe- janverwellen-fluis, ten einde de groote Wierik- ken , was een Hoofdkwartier: ook by de fluis te Bodegrave en aan de Nieuwerbrugge in den Ryn. Schoonhoven en Gorinchem, waarby fluizen aan de Lek en Merw'e lagen, waren ook Hoofdkwartieren. Zo lang men nu meester van de fluizen was, kon menzig vandezelvenbedie- nen , om 't binnen-land onder water te zetten of
CO Uit Aam. yan den Penfion. Vjvien yen 7 fu'y if-a SIS,
\tj CysTRRus Hut. Vftthaai, U. 175, 17Ö. |
||||
$6 VADERLANDSCÏIE LUI. Boek:
ï<5~2. of te houden: om 't welk te hooger te doen
------ bevloeijen, de dyken, ook, hier en daar, werden
doorgefheeden. Al wat binnen de vyf posten
lag werdt gedekt door dezelven, en de vyanci, in Holland willende dringen, was genoodzaakt, of 't overftroomd land, daar 't waadbaar zyn mögt, te doorwaaden, of één der posten te overweldigen. Voor 't een en 't ander nu, was reden van vreeze. Het onderwaterzetten van 't laage land gelukte, aan fommigen oorden, niet zo fpoedig en wel, als men hoopte(«). Elders, Helden 'er de huisluiden zig zo heftiglyk tegen, dat men 't ftaaken moest. Die van de Ketel on- dernamen, het inlaaten van 't water, te Delfts- haven en te Schiedam, gewapenderhand, te beletten (y). Die van Waddingsveen dwongen de Afgevaardigden der Staaten, tot het tekenen eener Verbindtenisfe, om 'c Land niet onder water te zullen zetten (V). Aan den Rynkant, wisten de huisluiden, door middel van kleine gootjes, 't water van 't land in den ftroom af te leiden (#). De Landmeeter Dou berigtte den Staaten van Holland, op den twintigflen van Zomermaand, dat het water aan den Ysfel de landen nevens de wegen niet genoeg zou kön- nen dekken, terwyl Beverningk zig gehet, als of het reeds te hoog ftondt: 't welk, in fommi- ge Leden, merkelyke agterdogt veroorzaakte (j). Alle deeze zwaarigheden bragten te wege, dat het land niet zo hoog bevloeid was, als 't wel
(«) Mi.'live van zyne Hoogh. van k> Jtiny 1^72. il/5.
(y) U't Aan:, van den I'cnlion. Hoi' van 6 jfuh 1671 U/S. ivr) Uit /Vaut. vanden l'erfian. Vivien van Ktjuly 167a.iI/S. (.r) Anmtk v::n ': viiorgi-vall. in 't jaar 1672. MS. {ïj Ui Aant yan d;n Pci'ifion. lier van 20 Jun, 1672. MS, |
||||
UIL Boek. HISTORIE. 97
Wel behoorde, en hier en daar doorwaad kon f57§.
worden. Doch grooter.oorzaak van vreeze gaf,____'-
dat de posten zo zwak bezet waren. Op 't ein-
de van Zomermaand, namen die van Gouda reeds in beraad, om zig met den vyand te ver- draagen, alzo de GraafvanHoorne, die aan de Goejanvcrwellen-iluis geboodt, hun verzekerd hadt, dat hy zyn leeven wilde waagen; doch geen vierde deel van 't volk hadt, welk hy be- hoefde, om de post te bezetten* De Graaf van Merode ook, die over Spaanfche Ruiters bevel hadt, oordeelde, dat de post niet te houden zou zyn, als 'er de vyand op aantrok. Men hieldt zig in den Haage niet veilig: en op den agtentwintigften, zeiden de Heeren van Duiven- voorde en Maasdam, in de Vergadering van Holland „ dat zy de flegte gefteldheid der pos- j, ten aanzagen met bekommering 5 dat de Ste- „ den oproerig waren, en veelligt, elk voor zig 5, zelve j verdraagen zouden met den vyand; j, dat zy niet zonder gevaar in den Haage kon- „ den blyven; waarom zy verzogten, te mogen j, weeten, werwaards zy zig begeeven, of wat j, zy doen zouden (V)." Doch op deezen voor- flag viel geen befluit. Ondertusfchen,ziet men, uit dit alles, dat, onaangezien hetïnlaaten van 't Water. en 't bezetten der toegangen, Holland nog groot gevaar liep van overvallen te worden, door den vyand. Hy ondernam cgter niet door te bree- ken: 't zy dat, gelyk fommigen meenen, de aan- komst der Engeliche Gezanten hem verhinderd hebbe dieper in 't Land in te dringen; 't zy dat hy3
(z) UV Aant. van i!en Penf, Hop vm 27,28 Juny 167a.ü/3.
XIV. Deel, G
|
||||
98 VADERLANDSCHE UIL Boek,
|
|||||
1672. hy, gelyk anderen willen, niet wel onderregt
■ ' geweest zy van den ftaat der posten en der on- dergeloopen' landen (a): 't zy, eindelyk, gelyk ons waarfchynlykst dunkt, dat de tyding der Duitfche wervingen hembewoogen hebbe, om zyne meeste magt te fchikken naar den Ilyn- kant, in Duitschland. De aangevangen' hande- ling lchynt egter ook iet toegebragt te hebben, om den voortgang der Franfche wapenen te flui- ten. De orde des verhaals leidt ons nu,natuur- lyk, tot het verflag van 't gene, beide door de Staatfchen en Engelfchen, ten deezen tyde, met den KoningvanFrankryk, gehandeld werdt. XXIV. De Groot, gelyk wy reeds gemeld hebben , Verv0^ te Reenen te rug gekeerd zynde, hadt, aldaar, deling" de volmagt der Staaten, op den negenentwin- nTet b tigften van Zomermaand, vertoond aan de Lou- I'rank- vois en Pompone, en hierop was men in onder- rïk' handeling getreden. De Staatfchen verzogten, dat de Koning den Staat vereenigd, en by zy- ne Regeeringlaaten wilde. De Franfchen vraag- den ,watmen hiervoor wilde affiaanP Maaftricht? met het gene ""er onder behoort, was het antwoord. En wat, hernamen de Franfchen, begeert gy den Koning toe te leggen, voor de onkosten van den oorlog? De onzen antwoordden, dat zyne Ma- jesteit zig behoorde te laaten vergenoegen met den roem, dien hy, door zyne wapenen, behaald hadt. Daarna,kwamen ze egter tot de uitbieding van zes millioenen, en zulke Steden uit de Gene- raliteits Landen, die den Koning gelegen, en den Staaten niet hinderlyk zouden zyn: waar- op Louvois, glimlagchende, zeide „ dat 'er niet »*e
(«) Fob* Feuquiems Memoir. Hift. & Milit. Tm. I. $1 2J$.
|
|||||
LUI. Boek. HISTORIE. 99
|
|||||
„ te doen zou wezen." De Staatfchen booden, itf7a.
eindelyk, tien millioenen, nevens alle de Ge----------
neraliteits Landen: 't welk in aanmerking fcheen
te komen. Immers, men deedt 'er verilag van aan den Koning, die 'eregtergeen genoegen in nam. Men vraagde, wat zyne Majesteit toch meer begeer en kon? Waarop Louvois een Papier uithaalde van deezen inhoud: „ De Koning van Frankryk begeert, in ei- Kifchen
„ gendom 1. al wat de Staat bezit, evenveel lles Ko* „op welk eene wyze, buiten de zeven Ge- nings* „ westen. 2. Delfzyl, met twintig van de naaste „Kerfpelen. 3. Het Graaffchap en de Stad van „ Meurs voor den Keurvorst van Keulen, mids „ de Prins van Oranje fchadeloos gefteld wor- „ de, door de Staaten. 4. De opperfte magt „over de Steden Grol, Breêvoort, Ligten- „voorde en Borkelo. 5. en, eindelyk, alles „ wat gelegen is tusfchen den Ryn en Lek en „ de Spaanfche Nederlanden." Voorts eischt de Koning nog de volgende punten: „ i.Vry- „ heid van gaan en keeren, zonder onderzogt „ te worden, of eenige regten te betaalen. 2. „ Intrekking van de Plakaaten op den Koop- n handel, en herftelling van den zelven door „de Staaten, als in den jaare 1662, zonder „ dat het wederkeerig behoeve te gefchieden , „ door Frankryk. 3. Ontlasting der Franichen „vande vyftig Huivers op 't vat; en dat men „ ze handele als de meest begunftigde volken. „4. dat men, wegens de belangen der Indi- „ fehe Maatfchappye,daarna, in 't minnelyke, „ overeenkome. 5. Openbaare oefening vanden „ Katholyken Godsdienst, zo dat men den Ka- ff tholyken, in alle Steden, daar meer dan éé- G 2 „ne |
|||||
loo VADERLANDSCHE LUI. Boe«,
|
|||||
„ ne Kerk is, eene Kerk inruime; en vryheid
„ geeven, om 'er eene te ftigten, in Steden en „ Dorpen, daar mar.r ééneKerkis; dat de Pries- „ ters uit de Kerkelyke goederen onderhouden „ werden. en dat de Katholyken, ook in de „ Wethouderfchap en openbaare Ampten, wer- „ den toegelaaten. 6. Algemeene vereffening „ der gefchillen,tusichenden Koning van Dee- „nemarken en de Staaten. 7. Agt millioenen „ gouds [uitmaakende vierentwintig millioenen „ FranfcheLivrei] voorde kosten van den oor- „ log, de drie mülioenen, die de Koning nog „te vorderen heeft, daaronder begreepen. 8, „Een jaarlyksch buitengewoon Gezantfchap „ of openbaar gehoor, om den Koning te be- danken, dat hy, voor de tweede reize, het „Land aan de Staaten vvedergegeven heeft, „ onder 't aanbieden van eenen gcdenkpen- „ning, ter waarde van vyf of zes gouden pis- „ toletten, verwonende de reden deezer dank- »zegginge (_£)." In 't handelen over deeze eifchen, zeide Louvois „dat de Koning zig „ nog zou können laaten beweegen, om, van „ 't gene hy tusfehen den Ryn en Lek en de „ Spaanfche Nederlanden gevorderd hadt, de „ Betuwe af te ftaan aan de Staaten, mids men „hem, daartegen, Hete Bommel, de Bommc- „ lerwaard, de fchanfen S. Andries en Voornc, „ Crevecoeur, Loeveftein en Klundert; en dat „ Schenkenfchans en Knodfenburg geflegt, en „ Nieuwmegen ontmanteld werdt. Ook zou hy „zig, in plaats van vierentwintig, vergenoegen „laa-
C&) Cfipie «1'un Papier, ccrir ile !a liiain de Mr rm Groot
MS. Zie eot Rel"l. Gener, Fener. i July 1672. t:i Secr. Kefok Holl. I Jttly 1O72, 111. Dtel, tl. 264. |
|||||
UU. Boek. HISTORIE. joi
„ laaten met twintig millioenen Fransch geld, ,<j?s.
„ die omtrent zestien millioenen Holiandlchc ------.
„ guldens uitmaakten." Om de ryklle Gewes-
ten, en vooral Holland, te ligter, te doen be- willigen in 's Konings geweldigen eisch, merk- te Louvois aan „ dat zyne Majesteit handelde, „ met aic Gewesten, welken hem 't gevor- „ derde geld betaalen zouden, en dat hy aan „ deezen de overwonnen' Gewesten en de Re- „ geering over dezelven zou overlaaten." De Staatfchen, 's Konings eisch verdaan hebbende, bellooten, dat de Groot naar Holland, en Odyk naar Zeeland keeren zou, om nieuwen last. De Groot beloofde, binnen vyf* dagen, te rug te zullen zyn. Op den eerfien van Hooimaand, deedt hy verilag der handelinge, ter Vergade- ringe der algemeene Staaten en der Staaten van Holland (e). Doch 't liep aan, tot op den Raa(j. vierden, eer men 'er, ter laatstgemelde Verga- pieegin- deringe, omvraag op deedt. Intusfchen, was de gen op de Prins van Oranje tot Stadhouder aangefteld, \ feer1Vv"rl welk merkeJyken invloed hadt op de raadplee gäderiii- gingen der Staaten. De Edelen verklaarden ge van toen ,, dat Frankryk zo veel eischte, dat 'er Holland „ geen bieden naar was; dat men, egter, op „, de voorilagen van den zesentwintigiten van „ Zomermaand, zou können voortgaan,ofan^ ,, ders de handeling gevoeglyk afbreeken." Dordrecht verftondt „ dat men niet, dan op „ den van der Staaten zydevoorgeflaagenvoet, „ kon voortgaan met handelen, zo niet voor „ alle, de Gewesten, ten minfte voor Holland „ aK
Cc} Pffol. Gciicr. Vener. i July ityt. en uit Aantek. vtm
ien Parifiuli. Hoi» y*n i July i6/2. MS. > G 3
|
||||
los VADERLANDSCHE LUI. Boek,
1671. „ alleen." Haarlem oordeelde 's Konings eisch
■■ ook onaanneemlyk;doch begeerde, dat men de
handeling aanhieldt, mids de behoudenis der
Unie, Regeeringe en Godsdienst bedingende.
Delft meende „ dat men de geëischte punten,
„ op de beleefdfte wyze, behoorde af te flaan ;
„ doch de handeling aanhouden, ten minfte
„ voor Holland alleen: ook moest men zig be-
„ roepen opdenzwaaren eisch, dien Engeland
L'jiden w deedt:" waarvan terftond nader. Maar die
dringt op van Leiden, fchoon zy betuigden, zo noode als
ten met iemant5 tot eenige laagheid te können komen,
Frank- moesten, zeiden ze, verklaaren „ dat Frank-
*yfc- „ ryks eisch wel hard; doch, in de tegenwoor-
„ dige omftandigheden, eenigzins, te billyken
„ was;dat 'er drie dingen in aanmerking geno-
„ men moesten worden: 1. dat Frankryk reeds
„ veel gewonnen hadt, welk men niet weder
„ zou können herwinnen. 2. dat men niet wist,
„ wat 'er nog verder zou overmeesterd worden:
„ dat's Hertogenbosch, Breda en Bergen op
„ Zoom groot gevaar liepen, fchryvende de
„ bevelhebbers, dat die Plaatfen kwalyk voor-
„ zien, en niet, of bezwaarlyk te houden wa-
„ ren. 3. dat de toegangen naar Holland niet
„ wel te befchermen zouden zyn, by gebrek,
„ van water en van volk,hebbende de burgefs.
„ de posten verlaaten, terwyl de huisluiden
„ morden en moedeloos waren. Dat hulp van
„ buiten beloofd; maar nog niet gekomen was.
„ Dat 'er geen voorraad van geld was, terwyl
„ de Soldaatert en Matroozen en duizend an,-.
„ dere dingen te betaalen ftonden. Dat de
„ Landen onder lagen en geene inkomften ga-
M veru Dat 's Lands Komtoiren en de Steden
„ 't
|
||||
LHLBoEK. HISTORIE. 103
|
|||||||||||||||
't geloof kwyt waren. Dat het, daarenboven, 1673.
aan moed mangelde. Dat de vyand drie Ge- ——< westen weg hadt, en Friesland winnen kon, als hy wilde. Dat men wel wat uitlooven mögt, om de Gewesten wederom te krygen, zynde het raadzaamer een gedeelte van den Staat te beveiligen, dan alles in gevaar te ftellen. Dat 'er geene Regeering, Unie noch. Godsdienst meer zyn zou, als Frankryk eens meester werdt. Dat zyn eisch groot was: doch dat hy dien, waarfchynlyk, maatigen zou, als men voor Holland alleen handelde, 't Slot van alles was, dat zy oordeelden, dat |
|||||||||||||||
%"
|
de Groot volmagt behouden moest, om zo
|
||||||||||||||
„ veel te bedingen als hy kon, en ten beste mo-
„ gelyk te fluiten: welk hun gevoelen zy be- 3, geerden, dat in ernftige agtinge genomen „ werdt." Maar gantsch anders verftondt het Amfter- Amfterdam, wenlchende „ dat 'er nooit over «km veN |
|||||||||||||||
„ handelinge met Frankryk geraadpleegd ware. .
„ Hieruit was verwarring en moedeloosheid 'tafbreT-
|
|||||||||||||||
ontftaan. Kans tot redding was 'er nog, als ken der
|
|||||||||||||||
„ men llegts moed hiel.lt. Veel te hard was hande-
„ Frankryks eisch. En zo men floote met Frank- linge* „ ryk, zou men toch, met Engeland, in oor- . „ log bly ven, of niet dan op harde voorwaar- „ den verdraagen können. Zonder voorbeeld „ was 't, dat men iet ter Generaliteithadtdoor- „ gedrecven, tegen 't gevoelen van alle de an- „ dere Gewesten: en dat Holland, laf hartig- „ lyk, alleen zou handelen, ftreedt met deU- „ nie. Best was 't dan, de handeling, glimpig- „ lyk, af te breeken." Van Beuningen zeide , onder anderen „ dat de zaaken nog te herftel- „ len waren; dat alle de Vorften van Europa be- G 4 „ lang |
|||||||||||||||
«04 VADERLANDSCHE LUI. Boek.
1572. „ lang hadden by onze behoudenis; dat men nog
------„ met Engeland handelen kon, waartoe ons be-
„ lang ons thans fterker drong; dat Frankrykde
„ Steden der Generaliteit vorderde, om daar- ,, uit de Spaanfche Nederlanden te overmees- „ teren, en ons daarna enz." Gouda verklaar- de „ niet te können ftemmen, voor dat de Le- „ den, die naast aan de toegangen lagen, ge- „ ftemd hadden. Doch dat de Prins van Oran- „ je en de Graaf van Hoorne hadden verklaard, ., dat de posten aan de Nieuwerbrugge en aan „ de Goejanverwellen-iluis niet te houden wa- „ ren." Rotterdam „ \yas zeer bekommerd ., over de liegte gclleidheid der posten, daar't „ volk moedeloos was, en daar de burgery meer „ kwaad dan goed deedt; doch zou liever met „ den degen in de hand fierven, dan in ïlaa- „ verny vervallen. Men moest de handeling af- „ breeken, zo de Koning liaan bleeve op zynen „ eisch. Beter was 't, zig dood te vegten3dan ,, op fchandelyke voorwaarden te fluiten." Go- rinchem hieldt ook de punten nietaanneemlyk, en verftondt „ dat men zyn best doen moest, „ om de toegangen wel te bezorgen, en om „ geld te verfchaffen." Schiedam ftemde met Rotterdam; doch meende egter, dat men de handeling moest aanhouden. Schoonhoven merk- te aan , dat Louvigni geoordeeld hadt, dat de post aan de Lek wel kon verdedigd worden., ftemmende voorts met Schiedam. Briel zeide, „ dat de zaaken niet zo wanhoopig ftonden; „ dat men 't oog naar Engeland wenden moest, ,, en de handeling met Frankryk, voliïrekt, af- „ breeken." Alkmaar verzogteerst, dat Gouda zig opende, en na dat deeze Stad zig met Lei- den |
||||
UIL Boek. HISTORIE. 105
den gevoegd hadt, Ijernamendie van Alkmaar,
„ datzy niet ftaan konden ,als Leiden llapwas, ,, en Haarlem volgde ; doch als zy 't oog iloe- „ gen op zulke fchandelyke voorwaarden, oor- „ deelden zy,dat men eer het uiterfte behoor- „ de te waagen, dan dezelyen aanneemen. Die van Hoorn wenschten, gelyk Amfterdam, „ dat men de handeling nimmer begonnen hadt, j, Men moest ze, hierom, fpoedig, doch op „ de gevoeglykile wyze,afbreeken,en'tLand w wakkerlyk verdedigen: waartoe zy burgers „ en boeren en al wat in hun vermogen was „ aanbooden." Enkhuizen uitte zig, omtrent op geiyke wyze, verklaarende „ aan de Stads „ vesten te arbeiden, en daartoe ook de an- „ dere Steden vermaanende." Edam meende, „ dat men den Prins van Oranje hooren moest: „ houdende, wyders, de voorwaarden onaan- „ neemlyk." Monnikendam wilde de hande- ling nog aanhouden, en zien, of de voorwaar- den niet wat konden gemaatigd worden. Me- denblik ftemde met Monnikendam. Purmeren- de verwierp Frankryks eisch , t'eenemaal, zeg- gende „ dat het volk de Regenten dood fmy- ?, ten zou, zo zy zulke fchandelyke voorwaar- „ den omhelsden," voorts, den vierden man aanbiedende , om de posten te verdedigen. De Leden zig allen verklaard hebbende, be- iloot men 't gevoelen van zync Hoogheid in te neemen, en ondertusfehen nader te overleggen, of men de handeling zou af breeken, of aan- houden, en, zo 't laatlle, wat men verder zou uitbieden CrfY De
(,d) Vit Aant. ÄrPenf. ViviF.Nf«tIop van 4 Juty f'i.MSS.
O 5
|
||||
ic6 VADERLANDSCHE LUI. Boek,
tüfi De Prins verklaarde rondelyk, dat hy de
------- voorwaarden, door Frankryk voorgellaagen,
l>e i'rins hieldt voor onaanneemlyk. Ook zeide hy, by
F°ank- deeze gelegenheid „ dat de posten aan deNieu-
jyks " >•> werbrugge, aan Goejanverweilen-fluis en te
eisch „ Schoonhoven, wel te houden waren, zo zy
voor on- n maar wat beter voorzien waren van volkje)."
,nn' , , De Staaten van Holland beflooten, derhalve,
Befluit ?j de zaaken ter Generaliteit zulks te beleidenr
der Staa- „ dat de Groot te rug gezonden mögt worden*
wa' „ om den Koning van Frankryk te vertoonen,
„ dat zyn eisch niet kon aangenomen worden:
„ voorts, om verflag te doen, in geval de eisch
„ gemaatigd werdt, en anders de handeling af
,j te breeken (ƒ_)."
Hierop werdt, des anderendaags, geraad-
pleegd met de Groot, die geneigd icheen, om de handeling te agtervolgen. Doch de aanftel- ling van den Prinle tot Stadhouder en de over- komst der Engelfche Gezanten hadt de zaa- ken , derwyze* veranderd van gedaante, dat de lmndeling, op eene gantsch andere wyze,dan zy, door de Groot, aangevangen was, werdt voortgezet. Ook melden fommigen, dat de Groot, omtrent deezen tyd, aan Pkter Schaap, Raad der Stad Amfterdam, in den Haage, ge- zeid zou hebben „ dat hy liever fterven wilde si dan zig laaien gebruiken, om op zulk een „ voet, als Frankryk voorfloeg, vrede te maa- „ken (g)." De Franfchen zelven hadden, na- derhand, berouw, dat zy de aanbieding der Staat-
(O WMant. «fcrPenf. Vivifn en H'>p van kJuI«i6^? MSS,
(7) Uit Aant- als bmen van <■ Jufy '6?* MSS. Zie ook Secr.. Retel. Iloll. 8 'Juty 107.'. UI. Deel, il. 167. (gj Uit Aant. van Schepen HoNTMMNTSLi bU 483. BIS. |
||||
LUL Boek. HISTORIE. 107
Staatfchen van de hand geweezen hadden. Men 1^73,
vindt, dat Pompone geraaden hadt tot het om- ———- helzen derzelven; doch dat Louvois, uit by- zondere inzigten, den Koning hadt bewoo- gen tot voortzetten des krygs (/£). De Afgevaardigden der Staaten in Engeland, , XXV.
eindelyk, vernomen hebbende, wat de Koning ?f fteA'' begeerde, zonden zynen eisch herwaards over, K0n"ng^ die zeer ver ging. Hy vorderde „ 1. erkente- van „ nis zyner heerfchappye over de zee, en dat Groot- „ men, daarom, alomme, ftreeke. 2. honderd- Bruan3e' „ duizend ponden fterlings, voor de vrye Vis- „ fchery. 3. vyf honderdduizend ponden fter- „ lings,tot voldoening der kosten vanden oor- „ log. 4. Vlisfingen, Briele en Sluis, voor al- „ toos, in pandfchap. 5. Opdragt vanhetStad- „ houder- en Kapitein Generaalfchap, 't welk „ toen nog niet gefchied was, aan den Prinfe „ van Oranje en deszelfs mannelyke erven, „ mids, in geval van minderjaarigheid, Groot- ,, Britanje en de Staaten de voogden ftelden (/)." Wy gaan de overige punten voorby, om dat toch, in alles, haast verandering kwam, door de aankomst van Buckingham en Arlington, die, in 't begin van Hooimaand, in den Haage kwamen, en, eerlang, door HaUifax, wieneg- ter 't geheim des Konings niet vertrouwd was (&), gevolgd werden. De twee eerften,zig eerst hebbende doen onderregten van den ftaat der afzonderlyke handelinge met Frankryk, die hun. zeer tegen den borst was, vertrokken,terrtond daarop, naar 't Leger by Bodegrave, om met den
(/< 1 Vevnvtv.nvs ffcmoir. Hifi. &Milit. Tom l.p.ii.ni. a6j«
O) KIMfive/ter Gedep, in Engtl. van 30 'Juity i67t. MS. tij ÜUUN8Ï Col. i,p. j»5. |
||||
io8 VADERLANDSCHE LUI. Boek.
tó?2. denPrinfevan Oranje te fpreeken. Van daar,
------- begaven zy zig naar Zeist, daar de Koning van
Frankryk zig thans onthieidt.
Hände- De Staaten hadden, onder den eed van ge- ling der hcimhoudinge, beflooten, den Prins van Oranje Staaten te magtigen, om, nevens van Beuningen, Be- Engel- verningk en ScAato Gokkwga, met Buckingham fche Ge- en Arlington, in onderhandeling te treeden; zanten, alzode Heer van Dykveld, die uit Engeland te liucking. rUg gekeerd was, gezeid hadt, dat de zaaleen, Ariing. daar, niet wanhoopig ftonden.Men was gezind, ton. een befchadigend en verdedigend Verbond aan te gaan met Groot Britanje; doch gcene Gewes- ten , Steden of Sterkten over te geeven aan den Koning: ook wilde men geene jaarlykl'che er- kentenis betaalen , voor 't gebruik der zee, of voor de vrye Visfchery, hoewel men, op dit laatfte,de handeling niet wilde afgebroken heb- ben. Voor de onkosten van den oorlog, begeerde men alleenlyk eene maatige fommetoete liaan. Einclelyk, werdt ook vastgefteld, dat men (ik volg de eigen' woorden der aantekeningen , onder gemeld} de Engelfche Heeren wat [meeren zou, en eenige Liberalüeit bewyzen aan zulken, * dicr.flen.Me goede * officien zouden doenby den Prhife(f). Ook tekenen fommigen aan, dat'er, tenüeezen tyde, van wege de Stauten, rykelyk geld gcipild werdt, onder de Engellohe Staatsdienaars (tri). In 't gefprek, welk de Prins, eerst alleen, doch, daarna, in 't byzyn van Van Beuningen, Bever- riingk en Gokkinga, met Buckingham en Ar- lington hieldt, drongen zy zeer op Steden van ver-
C /) Vit Asnt. dtrVmïvn- Hmnti Vl\lM.tiYCtti5jnny iCfl.JlSS*
dm) liuRH£T ft!. I. p. 345. |
||||
LUI. Boek. HISTORIE, to?
|
||||||
Verzekerdheid. Men vertoonde hun „welke on- te/a.
„ gemakken hieraan vast waren : ook, dat 'er —■— „geene eigenlyke verzekerdheid in lag; alzo „men altoos, de Engelfche bezetting zou w zoeken te loozen; dat de eigenlyke vefze- „ kerdheid voor Engeland van den Prinfe van „ Oranje komen moest, en dat zyne aanftel- „ling tot Stadhouder den Engelfchen meer n waardig was dan twaalf Steden van verze- j,kerdheid." Waarop zy hernamen „dat 'er, jpveelligt, geen oorlog begonnen geweest zou „ zyn, zo de Prins eerder Stadhouder geweest „ ware, en dat het gemeen, op hunne aankomst „ hier te Lande, overal, geroepen hadt lang „ leeve de Koning van Engeland, en de Prins van „ Oranje!" Voorts, vraagden zy, wat men Frankryk hadt aangéooden ? waarop geantwoord werdt „ dat het,met die aanbieding, zowatta- „ liter qualiter toegegaan was; doch dat men, „eindelyk, Maaftricht, de bezetting in de „ Steden op den Ryn en Schenkenfchans hadt „ willen overgeeven; en dat Frankryk hierop „eenen eisch gedaan hadt, die geheel onaan- „ neemlykwas:" 't welk de Engelfchen toefton- den. Eindelyk, verzogt men hun „by den Koning „van Frankryk, te willen uitwerken, dat hy „ niets bedonge; maar wederom ten Lande uit „trokke: alzo hy, anderszins, eerst de Veree- „ nigde Gewesten en daarna de Spaanfche Ne- „ derlanden overmeesteren zou: 't welk ten „ hoogfte nadeelig zou zyn voor Engeland." Voorts, begeerde men „dat de Engelfchen vre- „ de maakten met den Staat, zonder iet mer- „ kelyks te bedingen, alzo zy geene reden tot „ oorlog gehad,en niets gewonnen hadden dan „fche-
|
||||||
ï
|
||||||
H2 VADERLANDSCHE LUL Boek.
»«72. „Dat de Groot^ hierom, niet gevoeglyk zou
.-------„können voortgaan met handelen. Dat de
„ Gewesten zig ook tegenzyn vertrek naarden
„ Koning van Frankryk hadden verklaard. Dat „ men den Prins mee de handeling behoorde „te laaten geworden * hem bedankende, dat „hy de zaaken reeds zo verre gebragt hadt. „Dat de Leden te vooren, uit verbaasdheid „en angst, een befluit genomen hadden * welk „men, bedaard zynde, behoorde te veran- „ deren." 't Slot was „dat, naar't gevoelen „van Amfterdam, van Gend by den Koning „van Frankryk blyven moest; dat men de „ Groot niet moest laaten keeren; dat men met „ Frankryk niet dan van wege alle de Gewes- ten handelen moest; doch de handeling ge- „ heellyk laaten aan den Prinfe en de Engel- „ fchen." Wonder was't, om te zien, hoe fpoedig al-
le de Leden Amfterdam toevielen. Haarlem erkende, rondelyk, te vooren, uit vreeze, in de volmagt tot handeling bewilligd te hebben. Hoorn en Enkhuizen alleen zouden gaarne ge- zien hebben, dat men de Groot keeren liete, en van Gend 't huis ontboode. Doch 't befluit viel volkomen overeenkomftig met het gevoelen van Amfterdam. Ook zou men aan van Gend fchryven, dat'er verandering in den Staat voor- gevallen was(j>). TerGeneraliteit, werdt dier- gelyk befluit genomen. De verandering in den Staat was te gewigtig, om geenen merkelyken invloed te hebben op de raadpleegingen der Le- den. Des anderendaags, werdt, ter Vergade- ritt-
en ) Uit Aant. van itn Pcnf. Hup van 7 Julj lf>7!>> MS. |
||||
LUI. Boek. HISTORIE. 113
|
|||||
ringe van Holland, beflooten, dat men, eers- 1572«
halve, de Groot verzoeken zou,wederom naar ——. den Koning van Frankryk te keeren (p); doch dat hy zig zou verontfcfnüdigen (q): gelyk, fe- dert, gefchiedde (f). Terwyl de zaaken dus ftonden, en men hoop XXVIL
hadt, om, door middel der Engelfchen, min De Rui- fchadelyke voorwaarden te bedingen van Frank- ter kry?* ryk, beiloot men ook, op hunne begeerte, be- 'g^!"^ vel te geeven aan de Ruiter, die thans met 's myden. Lands Vloote op Schooneveld lag, om het ge- vegt met de Engelfchen, zo veel doenlyk ware, te vermyden, de Vloot op een'verzekerde post te houden, en alleen, in geval 's vyands Vlooten iet op de Hollandfche kusten onderneemen mogten, tot afbreuk derzelven, foldaat- en zee- manfchap te gebruiken. Men had, inderdaad, uit Buckingham en Arlington, verftaan, dat de Hertog van Jork iet zou onderneemen op 'j Lands Vloote, ook op Amßerdam, misfchien door Texel (J) : en hierop floeg het laatfte gedeelte van 't bevel aan de Ruiter (t). 't Werdt hem toege- fchikt, door eenige Gemagtigden der Staaten, die, op den agtften van Hooimaand, met een Jagt, te Rotterdam gekomen, de Stad vol be- weeging vonden. De burgers, die, aan de Delft- Oproer fche poort, de wagt hadden, zagen 't jagt zo [1.5^ dra niet, of riepen, dat ""er verraaders in v/aren. Straks
(p~) Secr. Refol. Hóll. 8 July KS72. III. Deel, tl. 267.
f q') Uit Aam. van den Penfinn. Hop. van 8 July 1672. MS.
( O Uit Aanr. van den Pet flon. Vivibn van 11 July 167a.
Äff. Rdol. Huil. 12 July 1(172. bl. 274. s) Reibt. Holl. 5 'July 1672. bl. 246 Uit Astnt. van is
Pnfioii. ViviEN en Hop van 7 Ju'y 1672 MSS, (t ) JSrandt de Ruiter, W. 0415.
XIV. Deel. H
|
|||||
112 VADERLANDSCHE LUL Boek.
i«72. „ Dat de Groot, hierom, niet gevoeglyk zou
■------„können voortgaan met handelen. Dat de
„ Gewesten zig ook tegenzyn vertrek naarden
„ Koning van Frankryk hadden verklaard. Dat n men den Prins met de handeling behoorde Bte laaten geworden, hem bedankende, dat _hy de zaaleen reeds zo verre gebragt hadt. n Dat de Leden te vooren, uit verbaasdheid „en angst, een befluit genomen hadden i welk „ men, bedaard zynde, behoorde te verän- deren." 't Slot was „dat, naar't gevoelen n van Amfterdam, van Gend by den Koning „van Frankryk blyven moest; dat men de „ Groot niet moest laaten keeren ; dat men met „ Frankryk niet dan van wege alle de Gewes- „ ten handelen moest; doch de handeling ge- w heellyk laaten aan den Prinfe en de Engel- „fchen." Wonder was't, om te zien, hoe fpoedig al-
le de Leden Amfterdam toevielen. Haarlem erkende, rondelyk, te vooren, uit vreeze,in de volmagt tot handeling bewilligd te hebben« Hoorn en Enkhuizen alieen zouden gaarne ge- zien hebben, dat men de Groot keeren liete,en van Gend 't huis ontboode. Doch 't befluit viel volkomen overeen kom flig met het gevoelen van Amfterdam. Ook zou men aan van Gend fchryven, dat 'er verandering in den Staat voor- gevallen was (p ). Ter Generaliteit, werdt dier- gelyk befluit genomen. De verandering in den Staat was te gewigtig, om geenen merkelyken invloed te hebben op de raadpleegingen der Le- den. Des anderendaags, weidt, ter Vergade- rin-
Qp~) Uit Aant. van den Pcnf. HuP van 7 Julj 1672. MS.
|
|||||
\
|
|||||
HISTORIE.
|
|||||||||
LUI. Boek.
|
|||||||||
"3
|
|||||||||
ringe van Holland, beflooten, dat men, eers- 157«
halve, de Groot verzoeken zou,wederom naar ——— den Koning van Frankiyk te keeren (j>); doch dat hy zig zou verontfchuldigen (q): gelyk, fe- dert, gefchiedde (r). Terwyl de zaaken dus Monden, en men hoop xxviT.
hadt, om, door middel der Engelfchen, min De Rui- fchadelyke voorwaarden te bedingen van Frank- ter kryp£ ryk, beiloot men ook, op hunne begeerte, be- !jjv^)j\i vel te geeven aan de Ruiter, die thans met 's myden. Lands Vloote op Schooneveld lag, om het ge- vegt met de Engelfchen, zo veel doenlyk ware, te vermyden, de Vloot op een' verzekerde post te houden, en alleen, ingeval'svyands Vlooten iet op de Hollandfche kusten onderneemen mogten, tot afbreuk derzelven, foldaat- en zee- manfchap te gebruiken. Men had, inderdaad, uit Buckingham en Arlington, verftaan, dat ds Hertog van Jork iet zou onderneemen op 'j Lands Vloote, ook op Amfierdam, misfchien door Texel (J): en hierop floeg het laatfte gedeelte van 't bevel aan de Ruiter (t). 't Werdt hem toege- fchikt, door eenige Gemagtigden der Staaten, die, op den agtften van Hooimaand, met een Jagt, te Rotterdam gekomen, de Stad vol be- weeging vonden. De burgers, die, aan de Delft- Oproer fche poort, de wagt hadden, zagen 't jagt zo "?££ dra niet, of riepen, dat 'er verraaders in waren. Straks
(p~) Secr. Refo?. HÖH. 8 July KS72. UI. DeH, hl. 267.
f (?) Uit Aant. van den Penfinn. Hop. van 8 july 167t- MS.
{ r~) Uit Aant. van den Perfioii. Vivibn van 11 July 1672.
US- Kelöl. Huil. 12 Ju'y 1672. il. 1174. s) Refol. Holl. 5 July 1672. II. 246 Uit Aant. van de
Pnfioii. ViviEN en H<pp van 7 Ju'y 1672 DfSS, (t i Iïrandt de Ruiter, H. öus.
XIV. Deel. H
|
|||||||||
il* VADERLANDSCHE LUI. Boek.
Straks vielen 'er eenigen in 't vaartuig, vraa-
gende, waar de Heeren hemen wilden ? 't Antwoord was, naar de Vloote, om den Generaal de Ruiter eenen brief der Heeren Staaten te brengen. Doch dien brief wildeh de burgers leezen. Of de Hee- ren hun "t gevaar vertoonden, welk hier uit te wagten was; 't baatte niet* Zy werden gedwon- gen, eenen uit de burgers, die by eede beloof- de, den inhoud geheim te zullen houden, den brief voor te leezen. Doch hy wist den inhoud naauwlyks, of 't volk, welk omtrent de poort Was, wist dien ook, en de gantfche Stad, ins- gelyks. Men was 'er federt eenige dagen, vol argwaans geweest, over de handeling met Frank- tyk en Engeland, van welke men opening be- geerde, op 't Stadhuis. Zekere Engelschman, Reve genaamd, hadt de burgery ontrust, voor- gecvende, met Buckingham en Arlington gege- ten i en uit dezelven verdaan te hebben, dat zy volmagt hadden om vrede te iluiten; doch dat de Staaten die niet ernftelyk fcheenen te begee- ren. De Vroedfchap belloot, hierop, den Prins van Oranje te verzoeken, om te Rotterdam te komen: ook gaven zy den Staaten van Holland kennis van den toeftand der Stad, daar men, midlerwyl, het Huis van de Vroedfchap Arend Zohhlans, die ter Stad uit vertrokken was, en dat Van de Vroedfchap Willem van der Aa ge« deeltelyk geplonderd, en verfcheiden* punten van deRegeeringe gevorderd hadt, waarin zy gedwongen hadt bewilligd, op't welbehaagen van zyne Hoogheid. De punten waren „ i. An- jj dere Afgevaardigden ter Dagvaart in den „ Haage. 2. Inzigt in de Handeling metFrank- |
||||
tili. Boek, HISTORIE* 115
„ ryk en Engeland, en fpoedige vrede met En- 1*79;
„, geland. 3. Nieuwe Vroedfchap, in Zonmans ----->-»
„ plaats, te kiezen doof den Prinfe, uit een
„ drietal, door burgers benoemd, naamlyk, „ Leonard van Naarièn, Willem Bastiaansz en „ Samuel Beyer, Schepen, 4. Verandering der „ verdere Wethouderfchap, door zyne Hoog- „ heid. 5. Alle voorregten, die de Stadhouders „ ooit gehad hadden, aan den Prinfe op te draa- „ gen, zo dat ze ook op deszelfs nazaaten ver- „ fticrven. 6. Dat de Heeren Pesfer, Vroezen, „ Gaal, de Visfchen, van der Aa, Paats, de „ Groot en Voorburg in hegtenis genomen wer- „ den: die tegenwoordig waren, terfrond, en „ de afwezigen, zo dra men ze bekomen kon, „ en dat zy, noch derzelver nazaaten, tot in „ 't vierde Lid, nimmer in de Regeeringe zou- „ den mogen komen. 7. Dat dit alles onweder- „ roepelyk en zonder verwyt zou plaats heb- }, ben." In gevolge van het zesde punt, werden Pesfer, Vroezen, Gaal en Gerard Jokobszoon Visch, op 't Stadhuis, in Schepens kamer, be- waard , door de Kapiteins Egidius Groenincx en Tsbrand Tsbrandsz en eenige ichutters. Daarna, Kievit werdt 'er een brief verfpreid, door Kievit, den komtwe- negenden van Hooimaand, gefchreeven, uitliet <jerom in Jagt der Staaten van Zeeland, leggende voor * Delftshaven, en by den Boekverkooper Joan-
nes ßorßius, des Predikants Zoon, gedrukt. De fchryver klaagde, in deezen brief, over 't gene hy, voor den Prinfe,voor 't Vaderland, en tot bevordering der Vrede geleeden hadt, en beval zig in de gunst der Rotterdamfche Burgerye. pe Krygsraad beantwoordde den brief; en Kie- H 2 vit |
||||
n6 VADERLANDSCHE LUI. Boek*
1672. vit werdt, terftond, als in zegepraal, terStid
------- in geleid. Te gelyk, werdt door Rotterdam
verfpreid, dat Kievit verklaard hadt, de Land-
verraaders te zullen ontdekken, en de Vrede met Engeland in zynen zak te hebben. Doch hierop volgde niets. Zyne Hoogheid zondt, midlerwyl, eenen brief naar Rotterdam, met eenen Trom- petter, waarin hy 't vasthouden der Heeren ver- oordeelde, en 't volk vermaande tot gehoor- zaamheid. Doch 't volk morde over den brief; houdende dien voor verdigt door de Regeerin- ge, die ook, riep men, den Trompetter opge- maakt hadt. Nogtans, werden de Heeren ge- DeGroot flaakt. Doch de Groot, die, ten tyde van het raakt in afkondigen van 's Prinfen brief, in de Stad ge- ruu" komen was, werdt, nevens Vroezen van 't Stad- huis gaande, door 't graauw, opgehitst door luiden van meerder aanzien, wederom naar bin- nen gedreeven. Een uit den hoop, de Groot met een' mes gedreigd hebbende, werdt gegree- pen ;doch, ter begeerte van 't volk, kort daar- na , wederom, gellaakt. De Groot en Vroezen waren, ondertusfchen, door eenige gewapende ichutters, naar huis geleid (v). De Groot keer- de toen naar den Haage, daar hy zig nog eeni- ge dagen ophieldt. XXVIII. Midlcrwyl, waren Buckingham en Arlington, Hande- met den Koning van Frankryk, in onderhande- ling Uer jjng geweest. Doch men heeft zulke ftrydige fthfce- berigten van deeze onderhandeling, dat men zamen " naauwlyks weet, wat 'er van te gelooven zy. Som-
co Vit Aantek. der Penfionar. Vivifn en Hop van 8, 11 Jiuy 1672. MUS, Verh. van de Muiterye biiii.cn RüCKiJain MS. |
||||
LIILBoek. HISTORIE. 117
Sommigen (_w~) verhaalen „ dat Frankryk en 167a.
„ Groot-Britanje overeengekomen waren, dat ——— „ Holland niet eerder door Frankryk zou aan- m«. den „ getast worden, dan na dat Groot-Britanje in ^a°ni"s ., 't bezit gefield was van Zeeland, en dat de Frank- „ Engelfche Gezanten nu drongen,op het vol- ryk. „ brengen deezer voorwaarden." Zy voegen'er by „ dat Frankryk zig hierop zou hebben laa- „ ten beweegen, om den ontworpen inval in „ Holland te flaaken, en Woerden en Oudewa- „ ter te ruimen," welk laatfle, inderdaad, kort hierna, gebeurde (x). Ook was de Mark- graaf de Nancre, Bevelhebber van Aath, on- langs, op 's Konings last, tot tweemaal toe, voor Aardenburg geweest; doch, door de bur- gerye en kleine bezetting, geholpen door de vrou- wens en jongens,zo wakkerlyk afgeflaagen,dat hy, met merkelyk verlies,welk van fommigen wel op vyftienhonderd man begroot werdt, wyken moest (31). En men meent, dat het bemagtigen van Aardenburg, en dat van Sluis, welk 'er op gevolgd zou zyn, gefchikt was, om den weg te baanen tot het overmeesteren van Zeeland, ten behoeve van Groot-Britanje: waarop de Engelfche Ge- zanten nu verder zouden gedrongen hebben. Al het welke, zo 'tgronds genoeg hadt, ons de waare reden aan de hand geeven zou, waarom men thans niet dieper in Holland trok en de zwakke posten der Staaten aanviel. Maar an- • de-
(w) Valkenier I. Deel, II. C6t, C6t. Zn ook Temple Me- '
mor. hl- 301. f*) CosTERus Hifb. Verhaal, bl. 507.
^y) A. Peubsspn Veih. van 't beleg Aardcnb. MS, Holl»
Meru van 1672.W 63. Vaikemer 1. Ihd, H, 7ïï-'ji. H 3
|
||||
ii3 VADERLANDSCHE LIII. Boek,
|
|||||
1S72. deren fprceken geheel anders van de onderhan-
—— deling der Engelichcn, ten deezen tyde. Zy ver- haaien „ dat Buckingham en Arlington, t'ee- „ nemaal gewonnen door Frankryk, geen oog^ „ merk hadden, om Frankryk met de Staaten „ te bevredigen; maar om den knoop tusfchen „ Frankryk en Groot -Britanje nog vaster te „ leggen dan te vooren;" 't welk by 't gemeen in Engeland, en by verre de meeste Staatkun- digen van deezen tyd,gehouden werdtvierkant te ftryden met het belang van Groot-Britanje (V). Doch by dit verfchillend oordeel over de handeling der Engelfche Gezanten, zal ik al- leenlyk voegen,'t gene my, desaangaande,uic egte Hukken en aantekeningen, geoleeken is. Brie En- Op den tienden van Hooimaand, kwamen geliehen ^rie Engelfche Heeren, Sefmour, Germain en derTprins Sjlyius, den Prins van Oranje alleen in 't Leger van O- fprceken, hem eenige voorflaagen doende van ranje al- Verdrag met Frankryk en Engeland beide: waar-? !eeno op zy, ten fpoedigfte, zyn gevoelen begeerden fpreeken. ^ weeten< j)e prms verzogt de voorwaarden fchriftelyk, en gaf, midlerwyl, den Staaten, door
Van Beuningen, kennis van 't gene hem voor- gekomen was. Zo veel was, uit het gene de En- geifchen vooriloegen, gebleeken, dat men Brie], Vlisfingen en Sluis tot onderpand begeerde. Nog lieten zy zig, onder 't fpreeken, verlui- den' „ dat Engeland gerust was van zyn aan- „ deel te zullen krygen; al ware 't, dat Frank- ,, ryk den gantfehén Staat overmeesterde, zyn- „ de de twee Koningen in zulk een goed ön,- „ dep-
(.a) Durnbt Vol. I. p. 3:7. IlA?iK Tom* IX. p. 3«.
|
|||||
LUI. Boek. HISTORIE. 119
|
|||||
?, derling verftand, dat niemant twee dra gttus- 1672.
„ fchen hen zou können verwekken. Ook hadt —— „ Buckingham gezeid, de Franfchen zyn eerlykc ?, luiden; men moet met hen hßndelen.'''' De Prins fchreef, hierop, terftond, aan Buckingham en Avlington, om de voorwaarden. Qermain en Silviüs namen zynen brief mede, en Seimour vertrok naar Engeland. Midlerwyl, ontfchoot het gedrag der Engelfphen den Staaten van Holland geweldiglyk. Leiden fprak wederom van, op de fpoedigfte en beste wyze mogelyk ? te fluiten. Doch Amfterdam beweerde , dat alle Regenten, op den eed, verpligt waren, hun Gewest, tot den laatftcn man, te verde- digen O). Op het fchryven van den Prinfe aan Bucking- XXIX,
ham en Arlington, kwam, in eenige dagen, geen Nieuwe befcheid. De Koning van Frankryk was, op den overeea- zelfden tienden van Hooimaand, vertrokken ^"fchen van Zeist, en, met het grootfte deel van zyn Fraukryfe Leger, getoogen naar 's Hertogenbosch, den enQro«t» Hertog van Luxemburg gefteld hebbende tot Briwaje» Gouverneur over Utrecht en over de overmees- terde Plaatfen in Holland (f). Buckingham en Arlington waren den Koning gevolgd, en floo- ten, op den zestienden, in het Leger te Hees- wyk, eene overeenkomst met Frankryk, behel- zende „ dat zy geene Vrede noch Beftandzou- „ den maaken met de Staaten, buiten elkan- „ ders bewilliging, noch zig in eenige hande- „ hng met dezelven inlaaten, zonder'er elkan- « de-
f<0 Uit Aautek. yen At Penfion. Vivien en Hcpiwji* fuh
l«7'- MSS. $k) Valkenie* I. Bid, il. 71 *• H 4.
|
|||||
wo VADERLANDSCHE LUI. Boek.
|
|||||
1672. „ deren kennis van te geeven." Voorts, werdt
■ ' ■ het Verdrag, den twaalfden van Sprokkelmaand deezes jaars, tusichen de twee Koningen, ge- flooten, by deeze overeenkomst, bekragtigd. Eindelyk, kwam men ook overeen, wegens de voorwaarden, op welken, beide Frankryk en Groot - Britanje zig zouden willen verdraagen Voor. met de Staaten. Frankryk vorderde „ 1. Dat waarden, •>•> de Piakaaten der Staaten, verbiedende of be- op wel- „ zwaarende de Franfche Waaren, ingetrok- £en „ ken werden, en dat men, binnen drie maan- zigVet " ^en»een Verdrag van Koophandel floote, on- de Staa- 5, der anderen opzigtelyk op de wederzydïche ten ver- „ Oost- en WestindifcheMaatfchappyen. 2. O- draagen ^ penbaare oefeningvan den Roomsch-Katho- „ lyken Apoftolifchen Godsdienst, in de Ver- „ eenigde Gewesten, en onderhoud voor de „ Priefters, uit de Kerkelyke goederen. 3. Stondt „ de Koning toe, dat de zeven Gewesten ver- „ eenigd bleeven, gelyk zy geweest waren, uit- „ gezonderd 't gene volgt. 4. Afftand van al- „ les, wat de Staaten in Braband en Vlaande- „ ren bezaten, uitgenomen Sluis en Kadzand. „ 5. Afftand van Nieuwmegen, Knodfenburg a, en Schenkenfchans, met het gedeelte van Gel- 3, derland, welk, ten opzigte van Frankryk, .„ aan deeze zyde des Ryns gelegen was, be- „ nevens Bommel en de Bommelerwaard, de „ fchanfen Voorne en S. Andriess Loeveftcin „ en Crevecoeur. 6. Afftand van de Stad Graa- „ ve met het gene 'er onder behoorde, en van w de Stad en het Graaflchap van Meurs, mids „ de Staaten den Prins van Oranje fchadeloos „ ftelden. 7. Afftand aan zyne Majesteit van » het,
|
|||||
LUI. Boek. HISTORIE. 121
|
|||||
„het regt op de Steden aan den Ryn, door den 167»,
n Koning overmeesterd, en aan den Vorst van-------
„ Oostfriesland, van het regt op Embden,
j, Lieroord en de Eiler-fchanfe, waaruit de Staa- „ten hunne bezetting zouden moeten ligten. „ 8. Dat 's Konings onderdaanen, vryelyk, zou- n den mogen gaan naar, en keerenuit de Plaat- je fen, aan hem afgeilaan, zonder bezogt te „ worden, en zonder eenige regten te betaa- „ len. 9. Herftelling der Ridder-orde van Mal- „ tha, in 't bezit haarer Kommanderyen in de n Vercenigde Gewesten. 10. Den Graave van „ Benthem zouden de kinderen te rug gege- „ ven worden, die, door de Graavinne, ge- n bragt waren onder de bcfcherming der Staa- wten(a). 11. Twintig millioenen Livres voor „ de onkosten van den oorlog, waaronder be« „ greepen zouden zyn de drie millioenen, die „ de Staaten den Koning, reeds in 't jaar 1651, n betaald moesten hebben. 12. De jaarlykfche „ aanbieding , door eenen buitengewoonen „ Ambasfadeur, van eenen Gedenkpenning, ter n zwaarte van een mark gouds; in welks op- n fchrift, erkend werdt, dat de Staaten van 's » Konings hand hielden de behoudenis der zelf- de (2) Ernst Willem, Graaf van Benthem, hadt, in 't
jaar 1668, den Roomfchen Godsdienst aangenomen. Zyne Geraaalin, den Hervormden Godsdienst aanklee- vende,dien hij ook,eertyds,beleeden hadt, zondt toea zyne en haare kinderen, vyf 111 getal, herwaards, on- der de bcfcherming derStaaten; die,hoe zeer hy 'er op gedrongen hadt, tot nog toe, niet te rug gegeven wa- ren. Zie Aitzema VI. Deel, hl. 593, 594, 595, 603, 892,893,901,902. H5
|
|||||
122 VADERLANDSCHE Lm. Boek,
I572. „de vryheid, tot verkryginge van welke, 's
------ „ Konings voorzaaten ook het hunne hadden
„ toegebragt. 13. De Koning begeerde, aan de
„ aanbieding der genoemde voorwaarden, niet „ langer dan tien dagen, gebonden te zyn: ook „ niet te fluiten, zo men den Koning van Groot- „Britanje en den Ryksvorften, met Frankryk „ verbonden, geene voldoening gave." Ten befluite, gaf de Koning den Staaten keur v om „hem, in plaats van het boven gevorderde, „ af te ftaan 't gene hy reeds bemagtigd hadt, „ en nog zou bemagtigen, voor het aanneernen „ deezer voorwaarden ? benevens IVfaaftright „ en Wyk, de Landen van Dalem, Valkenburg „ en 's Hertogenrade, de Stad en Meyerye van, „ 's Hertogenbosch en de fchans Crevecoeur ; „mids de Koning dan afftonde van zyn regt „ op de Plaatfen, door hem bemagtigd, op den „ bodem des Duitfchen Ryks, welker Ves- „ tingwerken hy egter zou mogen doen fleg- „ ten. Ook zouden de Staaten hun Krygsvolk „ uit Oostfriesland moeten trekken. IVJen zou , „ daarenboven, den vryen doortogt,door Lui- „kerland, naar Maaflricht, zoeken te bedin« „ gen, mids betaalende. Eindelyk, zouden, zo „ deeze laatfte voorflag aangenomen werdt, al- „Ie de boven gevorderde punten, zelfs het „punt, den afftand van IVJeurs betreffende» „in hun geheel blyven, de punten, den af- „ftand der andere Plaatfen raakende, alleen- „lyk uitgenomen (£)." De
(h~) Condit. (bus les quelles )c Roy Tres-Clircstien confenti-.
roit a fatre la Paix. op .Slaaljn Igst gedrukt, in 1672. Rofol. tiener Joyis 11 Ju'.y 1672. Secr. Rclol. UuU. 20 'Ju'.y 167SU UU ücet,». 271. |
||||
UIL Boek. HISTORIE. 153
|
|||||
De Koning van Groot-Britanje eischte de vol- 1672;
gende punten: „ 1. De eer der vlagge, tot zo-------
„ verre zelfs, dat geheele vlooten flxeeken voor Voor-
w een enkel Engelsen fcbip, 's Konings vlagge waarden»
n voerende, inde gantfcheBritannifche zee,tot Jeaa£^
„ op de Hollandfche kust toe. 2. Verlof voor de ning va«
w Engelfchen in Suriname, om zig, een rond Groot-
„ jaar geduurende» met hunne goederen, van I5"tanje
s, daar te begeeven, werwaards zy wilden. 3. ™(^te£
n Dat zulke onderzaaten des Konings, die zig, wiide
a aan misdaad van gekwetfte Hoogheid , of aan fluiten,
„ oproerigheid, fchuldig gemaakt hadden ,voor
„ altoos, zouden gebannen worden uit de Ver-
j, eenigde Gewesten. 4. Ben millioen ponden
„ ilerlings, voor de kosten van den oorlog. 5.
„ Tienduizend ponden fterlings 's jaars, voor
w de Haringvisfchery op de kusten van Enge-
„ land, Schotland en Ierland. 6. De Prins van
„ Oranje en deszelfs nazaaten zouden * de op- * La Som
„perfte magt bezitten over de Vereenigde Ge- veraimni
n westen, zo ver zy den twee Koningen en '"
„ derzelver bondgenooten niet werden toege-
„deeld: of, ten minfte, voor altoos beklee-
5, den de waardigheden van Generaal, Admi-
„raal en Stadhouder, op zulk eene voordee-
jj lige wyze, als dezelven, door iemant zyner
j, Voorzaaten, bekleed geweest waren. f. Men
jg, zou,binnen drie maanden, een Verdrag van
w Koophandel fluiten, opzigtelykop de Indien,
53 volgens de eifchen, voorheen gedaan, en tot
j, voordeel voor 's Konings onderzaaten, han-
8 delende onder 't gebied van den Staat. 8. Tot
35<tndcrpand voor de onderhouding der ge-
£ noemde voorwaarden, zouden de Staatenden
|
|||||
124 VADERLANDSCHE LUL Boek.
i*72. „ Koning afftaan Walcheren, de Stad en 't Kas-
------ „ teel van Sluis, en de Eilanden van Kadzand,
„ Goereede en Voorne. 9. Eindelyk, hieldt zig
„ de Koning,even als die van Frankryk, maar „ tien dagen, aan deeze voorwaarden. Ook be- „ geerde hy niet te fluiten met de Staaten , dan „ na dat zyne Bondgenooten voldoening van „ hun ontvangen zouden hebben (V)." Beide deeze ontwerpen, nevens een Affchrift van de overeenkomst tusfchen de twee Koningen om niet dan met gemeene bewilliging te fluiten met de Staaten, werden den Prinfe van Oranje toe- gezonden , in eenen brief, uit het Leger te Box- tel, den zeventienden van Hooimaand, door Buckingham en Arlington, getekend, die niet fchroomden te fchryven „ dat zy deeze over- „ eenkomst gemaakt hadden,nadat zy hadden „ gezien, wat van der Staaten zyde gedaan „ ware, om argwaan te verwekken tusfchen de „ twee Koningen, als of elk hunner zyne re- „ kening zogt te vinden, by 't fluiten van een „ afzonderlyk Verdrag." Zy voegden 'erby, „ dat de Koning van Frankryk, in zo veele da- „ gen, geen antwoord bekomen hebbende op „ de voorflaagen, den Staaten, door de Groot, „ gedaan, niet dan met veele moeite, tot het „ doen van nieuwe voorflagen, hadt können „ bewoogen worden (V)." Öe Ridder Silvius bragt den Prinfe deezen brief, en zyne Hoog- heidt deelde de twee ontwerpen den Staaten me-
CO ConJit. fous les queUcsleRoydela Grande Brit. confen* titdit a faire laPaix, op Stauten lest gedrukt, in 1^72. (d) Lettre (ÄDuciungh. & Aklikgton At T} Jiiilkt 167»» |
||||
LUI. Boek. HISTORIE. 125
|
|||||
mede (e): te gelyk, egter, verklaarende „dat ,$7S.'
„ 'er niet één punt onder was, welk hy zou -------
„ aanneemen; dat men zig liever aan ftukken
„ behoorde te laaten houwen, dan zulke voor- „ waarden omhelzen; dat de Engeliche voor- „ waarden niet van den Koning kwamen, maaE „ van de Ambasfadeurs, en dat het geene zy- ,, nen Perfoon betrof, vyanden-geen vrienden- „ werk was (ƒ )." De ontwerpen in 't byzyn vandenPrinfe ge- De Prin»
lezen zynde in de algemeene Staatsvergaderin- van o- ge, werdtzyne Hoogheid verzogt, eerst zyn ge- vae"]to0nt voelen te willen uiten. De Prins v/as hiertoe tekens gereed; doch verzogt, dat vooraf, eenige Per- van arg- foonen, by hem te noemen, uit de Vergade- waan °P ring mogten gaan. De meeste Gewesten bewil- deGr00t' ligden hierin. Holland alleen maakte zwaarig- heid, bedugt, dat'er nieuwe opfchudding on- der 't gemeen uit ontftaan mögt, 't Stuk, ter Vergaderinge van dit Gewest,overwoogen zyn- de , befloot men, den Prins te verzoeken, dat hy zyne meening openen wilde aan de Gemag- tigden tot het drievoudig Verbond, of aan zul- ken, als hy zelf zou gelieven te kiezen (g). Doch des anderendaags, veranderden de Staa- ten van gedagten, en beflooten, op den voor- flag van Haarlem, op den Prins te begeeren, dathydeverdagtePerfoonen wilde noemen (A). De Prins noemde, eindelyk, de Groot (f). Men vraag-
CO ReCn). Gener. Jovh 21 July 1672.
f/) Uit Aant. van den Penf. Hnp van 20 July 1672. MS (_g) Secr. Refo). Holi. 20 July 1672. III. Deel. U. a8l. Uit Aam. van den Peiifion. Hoi' van 20 july 1672. MS. C * ) Ui! Aant der PenC Vi vien tn Hop van 21 July 1G72, MSS, O ) Kslul. Huil, 23 'July 1672. W. 33. |
|||||
tz6 VADER LANDSCHE LUL Boek;
S672. vraagde hem naar reden. Hy antwoordde,
g „ dieper in deezen zaak te treeden; doch dat „ hy meende, dat de Groot zulk een' breeden „ last van de algemeene Staaten of van die van », Holland niet gehad hadt, als zyne uitbiedin- „ gen wel geweest waren (k).* Weinige dagen hierna, vraagden die van Haarlem, of men de Groot nog niet eens nader behoorde te onder- zoeken , op het gehandelde met Frankryk (/); fchoon hy reeds verllag van zyne bezending gedaan hadt, en 'er, door de Staaten, voor be- dankt geworden was. 't Bleek, derhalve,aan 't een en 't ander, dat de tyden gevaarlyk voor hem begonden te worden (m). Ook kreeg hy hiervan zo dra de lugt niet, of hy oordeelde, dat men voorhadt, hem bloot te ftellen voor DeGroot den haat van 't gemeen. Hy week dan, kort wykt ten hierop, naar Antwerpen, geevende den Staa- Undeuit. ten van Holland en der Wethouderfchap van Rotterdam kennis en reden van zyn ver- trek, in twee brieven, die nog voorhanden zyn («). XXX. Wat de ontwerpen betreft,de Prins oordeel- Menoor- de „dat men Frankryk moest aanzeggen, dat deelt da ^ zvn ejscri onaanneemlyk was, zonder meer; °en"der " en ^at raen ^en nancM met Engeland moest
tweeW ,? leevendig houden." De Leden van Holland en
(*■) Uit Aam van den Penfinn. Vjvifn van 9.^ July 1671. MS.
(l) Rcfol Hall. 28 July ir»72. bl. 4«.
(m) Pleidooi van Ma Simcn van Miiimelgkk?t voor Mr.
Pif.ter db Gi'.oot N 5. MS. Uit Aaiit. van den Penf Viviem van 21 July 1672. MS. (n~) beraad, te Rottere! Maand. 8 Aug. 167'A. SIS. VaLKE«
nie«, t, Veel, Byl, N. 61. il. 134, 135. |
||||
Lm. Boek. HISTORIE. 127
|
|||||
en die der algemeene Staaten voegden zig al- i673.
len naar 's Prinfen gevoelen (o). Ondcrtusfchen,------
fchreevcn Halewyn en Boreel, uit Hampton- ningen
court „ dat van de handeling met Engeland ona»n- „ niets te hoopen was; en dat de Koning de neem * * „ overwinningen des Konings van Frankryk „ hieldt als zyne eigen; fchoon men 't gemeen „ diets maakte, dat Engeland vrede zogt; maar „ dat de Staaten zig af keerig van dezelve „ toonden Qp )." Uit welk fchryven, eenigs- zins, op te maaken is, hoe hagchelyk de han- del tegenwoordig ftondt. Den Koning van Frankryk, midlerwyl, ge- Hande-
keerd zynde naar S. Germain, hadden de En- ling te gelfche Gezanten zig begeven naarBrusfel,om Brusfel* met den Graave van Monterei te fpreeken. De Staaten, bedugt, dat hier iet mögt gehandeld worden, tot haar nadeel, zonden den Heer van Beuningen,inalleryl, derwaards; die wel haast vernam, dat men, fchoon ongelast, den Graaf hadt gezogt te beweegen, om zig van de Ste- den der Generaliteit meester te maaken; doch de Graaf hadt verklaard, den Staaten getrouw te willen blyven. Van Beuningen en Kornelis van Frybergen, gewoonlyke Refident der Staa- ten, teBrusfel, ook in gefprek geraakt zynde met de Engelfchen, vertoonden hun de on- aanneemlykheid der gevorderde punten: on- der anderen zeggende „dat de geëischte der- „ tig millioenen guldens aan gereed geld mo- „ gelyk in 't Land niet te vinden zouden zyn. „Dat
Co) Uit Aant van den Pfnf. Hop van 21 July 1673. MS.
(p) MnBvc van Halewyn en lïuiuiia van si J'lj 1672. ij Brandt de Ruiter, il. 70g. |
|||||
ia8 VADERLANDSCHE LUI. Boek.
1674. „ Dat ook het bezetten der Zeeplaatfen door
.■—— „ de Engelfchen den Hollandfchen en Zeeuw- „ fchenKoophandel t'eenemaal bederven zou, „ vooral, als Frankryk, gelyk men vorder- „ de, meester was van de rivieren." Ger- main zeide toen „ dat men zig wel met min- „ der zou laaten genoegen; doch niet zon- „ der Frankryk." Maar Arlington dreigde de Staaten met Engelfche troepen, en met ee- nen inval der Franfchen in Holland. Van Beuftingen keerde fpoedig naar den Haage te rug, bevestigende de Leden in de gedagten, dat 'er met handelen niet dan tyd te winnen ware (<?). Ook hadden de Staaten van Zee- land zig onlangs zo ernftelyk verklaard te- gen de ontwerpen, door Frankryk en Groot- Britanje herwaards gezonden; dat die van Hol- land , federt de aanftelling van den Prinfe, niet zo veel gezags hebbende ter Generaliteit als te vooren, zig ligtelyk lieten dry ven, daar zy, door zyne Hoogheid en door de andere Gewesten, gevoerd werden (r). De handeling met de twee Koningen werdt, eerlang, zo goed als afgebro- ken , en men bereidde zig, om, uit al zyn ver- mogen , den vyand tegenltand te bieden. XXXT. Midlervvyl, werdt Holland, niet alleen van Vourge- de Landzyde, maar ook van den Zeekant ge- *°'n;.a dreigd. Sedert dat men, uit de Engelfche Ge- Laiiding 9 1 j j ^ j TT ___
«ter £n- zanten, vernomen hadt, dat de Hertog van
Jork
(t}~) Uit Aantek. van den Pcnf. Hop van a8 jtily ifiyi. MS,
Milisve van van Beuningpn en van Vrykeruen by ISranut ile Kuiler, bh 706. (r) llefol. HoU. 21,23 Jtiy lÖ7ï. &'• »9. a8. Notul. Zee!«
13 Ju'y 167a. |
||||
LUI. Boek. HISTORIE. 129
|
|||||
Jork eenen aanflag op Amfterdam, door Texel, i$7S
in den zin hadt, was men in Holland, in ge---------—
duurige ongerustheid geweest voor eene landing, geifchen,
Tien fchepen van oorloge waren, den elfden ,loor ce" van Hooimaand, gezien omtrent den mond der "0™e Maaze (/). Doch de gantfche Engelfehe Vloot ebbe be- zeilde, kort hierop, noordwaards aan, naar let. Texel,alwaar zy, zo vastelyk geloofd werdt, eene landing dagt te doen. Maar ten dage, beraamd, om, met den vloed, in klein vaar- tuig > naar land te zeilen, bleef de ebbe, tegen gewoonte, wel twaalf uuren duuren; waarop een ftorm volgde, die den vyand van de kust dreef. De ongewoone lange ebbe werdt, van veelen, gehouden voor een wonderwerk; van de meesten, voor een zonderling gunstbewys der llemelfche Voorzienigheid (f). Wat laater, had- den de Engelfchen ook een aanflag gefmeed op Helle voetlïuis, welk, ten deezen tyde, gantsch onweerbaar was. Doch de Hertog van Buc- kingham, den Graave van Osfory de eer van dee- zen togt misgunnende, wist dien, zo men wil,. den Koning uit het hoofd te praaten. Onder- tusfchen gaf dit voorneemen,toenmen'er, na- derhand, kennisvan kreeg, den Staaten gele- genheid , om Hellevoetfluis te verfterken (ii). De Engelfehe Vloot, federt, de landing uit den zin Hellende, maakte haar werk van het kruis- fen op de Oostindifche fchepen. Het Keulsch en Munftersch Leger hadt, na xxxrr. 't Koever-
CO Refol. Huil. iij,,hi672.b!.i7i VilAant.van de Penf. denil,S^ .ViviBN ui Hop van u Jul/ 167a. MUS. ij j ItR«Niir de Ruitek, il. 6<J7. UukneT Fol. I. p, 334. {U~) BlIRNET Fol. I, p. 334, XIV. Deel. I
|
|||||
ï3o VADERLANDSCHE LIII.Boer.
1Ä72. 't bemagtigen van verfcheiden' fchanfen en
■-------fterkten, in Groningerland en Oostfriesland,
nomen, en na een' vergeeffchen toeleg om de Serkte op
^ior de ^e Bourtange in te neemen door verraad, op fchen en den twintigften van Zomermaand, het beleg Munfter- geilaagen voor Koeverden, daar de Vesting- fchen, werken zeer vervallen waren, en de voorraad van krygsbehoeften gering. Ook ging de Ves- ting ovei-jby verdrag, op den elfden van Hooi- maand. Groningen werdt toen belegerd, op den raad van den Keurvorst van Keulen (y). die Gro- De Stad was vry wel voorzien; doch de bezet- nmgea ^g^ ftaande onder't bevel van Karel Raben- ren • haiipt, Baron van Sucha, niet boven de twaalf- honderd man fterk. De Burgers en Studenten weerden zig, daarenboven, wakkerlyk. Schui- lenburg, die, voorheen, uit Groningen gewee- ken was (w), en zig nu by den Bisfchop van Munfter onthieldt, fchreef aan de Regeering der Stad, om haar tot de overgave te vermaa- nen. Dochzyn brief werdt, met verontwaar- diging , van de hand geweezen (x). De vyand vertoonde zig, den negentienden, voor de Stad, diehy, eenige dagen laater, heviglyk, begon te befchieten. Ook wierp' hy 'er veele bomben en andere vuurwerken in; doch die van binnen hadden zulke goede orde gefteld op het blus- fchen van den brand, waartoe zig de Doops- gezinden gebruiken lieten, dat 'er weinig fein- de van kwam. Ook deeden de belegerden meer dan eenen gelukkigen uitval, ontvangende, nu en
Cv") V/wkvnipr 1. heel, II. fioc.-öio.
Cw) Xlll. Deel, hl «7, 175-
(x) Rcfol. Gencr. Mart. 19 Jufy 1Ö72.
|
||||
LUI. Boek. HISTORIE. 131
|
|||||
en dan, versch volk uit Friesland. De vyand i(>7»,
hieldt, midlerwyl, aan, met fchieten, met-------
gloeiende kogels en vergiftigde vuurwerken,
tot op den zes-entwintigften van Oogstmaand, wanneer hy, geene kans ziende om de Stad te doch, bemagtigen,het beleg opbrak, waarin, meent eerlang men, van zynen kant, meer dan vyf-enveertig ^eefc™ra honderd man gefneuveld waren. Ook was zyn ten. Leger merkelyk gedund, door verloop. Men wil egter, dat de nadering der Duitfche en Bran- denburgfehc troepen hem, voornaamlyk, be- woog, tot het verlaaten van Gro.ningen. De voorfpoed der Keulfche en Munfterfche wape- nen fcheen, met dit vrugteloos beleg, de wyk genomen te hebben. De Groningers herwonnen Winfchooten, 't Huis te Wedde, de Benningk- wolder- en Langakker - fchanfen en verfchei- den' anderen, te vooren bemagtigd door de Bis- fchoppelyken. Ook maakten de Friezen, met hulp der ingezetenen, opgeftaan tegen de Mun- fterfche bezetting, zig meester van Blokzyl en daarna van de Kuinder en van de fchans op 't Heereveen (j). De Keizer en verfcheiden' Duitfche Vorsten xxxnr.
hadden, niet zonder reden, argwaan opgevat, Verbond over den voortgang der wapenen van den Ko- t"sfchei> ning van Frankryk, en van deszelfs Bondge- Leopold nooten. De Staatfche Afgevaardigden aan het en de Hof van Weenen en elders voedden deezen Staaten, argwaan. De Vorften ilooten, eerlang, ver- fcheiden' Verbonden van onderlinge beicher- mingjdievan heilzaame gevolgen waren voor den
00 VALKgNIEIt I, Dltl, il. 78(-SOI.
1 a
|
|||||
iga VADERLANDSCHE LUI. Boek,
den Staat der Vereenigde Gewesten. Keizer Leo-
poldhadt zig,reeds in Sprokkelmaand, verbon- den met den Keurvorst van Trier («), en in Zo- mermaand , floot hy ook een Verbond met den Keurvorst van Brandenburg (V). 't Oogmerk van beide deeze Verbonden was het handhaa- ven der Westfaalfche Vrede. Doch de Staaten hadden den Keizer, ook, federt eenen gerui- men tyd, aangezogt, om zig met hen te ver- binden, tot het handhaaven der Kleeffche Vre- de, in den jaare 1666, tusfchen hen en den Bisfchopvan Munfter, geflooten. Hyliet zig, eindelyk, overhaalen. 't Verbond werdt, den vyf-entwintigften van Hooimaand, in den Haa- ge, getekend. Zyne Keizerlyke Majesteit be- loofde , by het zelve „ vyfduizend Ruiters en ,, zevenduizend knegten te zullen voegen, by „ het Leger, welk toen,onder den Keurvorst „ van Brandenburg, verzameld werdt, en „ zelfs, deeze troepen, met een gelyk getal, „ te zullen vermeerderen. De Staaten zouden, „ tot de kosten, vyf-enveertigduizend Ryks- „ daalers ter maand betaalen, ingeval 'er vier- 5, entwintigduizend man werden geworven , „ en indien minder, zo veel minder, naar e- „ venredigheid. Ook zouden zy, des verzogt „ zynde, twaalfduizend knegten en agtdui- „ zend paarden voegen by het Vereenigde „ Leger (b)" Doch 't liep, door de woele- ryen
(2) Foiez Du Mont Corps Diplom. Tom. VFT P.l-p. iC'X.
Cc) Secr. Kefol Hnll. 18 Novemb. 1672. III. Deel, '<t. Vtf.
Dn Munt Corps Diplom. Tom Vil. P. I. p. 201. vuLeenbr, I. Dul, Eyl, N. 77. il. 166. Popfendorp de Rcb. Geil. FriJer. Willi. Libr. XI. §. 51. P' 63° f*) Foiez Du Mont Corps Dip'0111. Tom. VII. P. U$. acK
in Valkbmikr I. JJttl, üyl. iV. 7«. tl, i6ij. |
||||
LIILBoek. HISTORIE.
|
|||||||||||||
133
|
|||||||||||||
ryen der Franfchen, aan 't Hof van Weenen, 1672.
tot laat in 't najaar, aan, eer dit Verbond be- -------.
kragtigd werdt (c). Beide de Keizer en de
Keurvorst van Brandenburg vielen nogtans zo vlytig aan 't werven, dat de laatfte, in Oogst- maand , gereed was, om, met zyn Leger, op te breeken. Het Keizerlyk Leger werdt, te Egra in Boheeme, verzameld, en voegde zig, ten getale van vierentwintigduizend man (ß), in Herfstmaand, in 't Bisdom Hildesheim, by het Leger van den Keurvorst van Branden- burg (Y). Midlervvyl, verloste de tyding al- Het Fran- ken van de werving des Keizers en der Duit- fc!,e ï-e* fche Vorsten, de Vercenigde Gewesten van ^ ',rsekt een groot deel des Franfchen Legers, dat, na Herto- 't ligten der bezettingen uit Woerden en Ou- getibosch dewater, nnar 's Hertogsnbosch toog, daar naar We- ïurenne zig reeds nedergeflaagen hadt. Doch zal* de Stad was in zo goeden Haat van tegenweer gefield, dat zy niet fpoedig te winnen was. Ook hadt zy, zo wel als Breda, Bergen op Zoom, Hulst, Sluis en Sas van Gend, eeni- ge Spaanfche hulptroepen ingenomen. De Franfchen nu gaven voor, dat zy niets wil- den onderneemen op Plaatfen, die Spaanfche bezetting inhadden. ïurenne verliet, derhal- ve , 's Hertogenbosch eerlang, en toog, met het gantfche Leger, naar Wezel, om de Duit- fche Krygsmagt, die haast over den Ryn ver- wagt werdr, tegen te trekken: waardoor het tooneel des oorlogs gefchaapen fcheen, uit de Ne-
|
|||||||||||||
f
|
c} Uit Aanr. van den Penllin. Hop vr.n 17 Sipt. 1674. MS.
d) Uit Aant- van terT Regent van Delft Aug. 1671. Ajtt. |
||||||||||||
{*) VALKïNtfa i, Dtel, bl. 856.
13
|
|||||||||||||
134 VAD E RL. HIST. LIII.Boek.
|
|||||||
1672. Nederlanden, naar Duitschland, verplaatst te
r—— zullen worden (ƒ). Nogtans, bleef'er, in't Stigt en in de andere overheerde Gewesten, nog volks genoeg leggen, om, in den volgen- den Winter, eenen gevaarlyken inval te doen in Holland, waarvan wy den uitilag, in 't vol- gende Boek, liaan te verhaal en. (f) Valkenier I. Deel, il. 716-722 ügd
|
|||||||
*
|
|||||||
VA-
|
|||||||
VADERLANDSCHE
HISTORIE.
|
|||||||
VIER-ENVYFTIGSTE BOEK.
|
|||||||
INHOUD.
I. Haat tegen de Broeders de Witt, en tegen
den zogenaamden Loeveßeitifchen aanhang. De Raadpenfionaris verdedigt zig. Hy fchryft aan zyne Hoogheid, "'sPrinfen antwoord. II. De Ru- waard van Putten wordt gevat, en van een aan- fiag op 't keven van den Prinfe befchuldigd. Dor- drecht klaagt over de regtspleeging tegen den Ru- waard. Zyne verdediging. III. De Raadpenfio- naris legt zyn ampt neder. IV. De Ruwaard wordt gepynigd. Bekent niets. V. Zyn vonnis. Hy en zyn broeder, de Raadpenfionaris, worden deerlyk vermoord. Mishandeling der lyken. VI. Zyne Hooghield ontraadt het vervolgen der hand- daadigen. Uiteinde van drie der zeken. VII. Af* beelding van den Raadpenfionaris de Witt. VIII. De Griffier Gaspar Fagel wordt Raadpenfiona- ris. Zyne Hoogheid'wordt gemagtigd', om de rust in de Stediute herflellen, zelfs door't wrander en der Rcgeeringt. IX. Opfchudding te Rotterdam, daar de Regeering veranderd wordt. X. Bewee- ging te Delft. 'Ie Leiden. Te Gouda, XI. Te ïhrdrecht. XII. Te Haarlem, alwaar byna gee- l 4 «4 |
|||||||
ï36 VADERLANDSCIIE LIV.Boek.
ne verandering gemaakt wordt. XIII. Tegenwoor-
dige gefiddheid der Stad Amfl'erdam XÏV. Zy handelt;«in'tbyzondcr, metzyne Hoogheid. XVr. De Prins komt in de Stad. Gemor aldaar over't bewaartn der Sleutelen. Ferzoekfchrifteu, om verandering der Regeeringe te verkrygcu. Fcr- gaderingen in de Doele. Twaalf Artikelen. IFe- aerlegd. De Prins verandert de Regeer ing, V Lid der Edelen wordt, met drie Heeren« ver- meerderd. XVI. Beroerte in Zeeland. XVII. Algemeens, vergiffenis afgekondigt. Beweegin- gen ter deezer gelegenheid. Hollandsch Fcnezoen. XVIII. De Ruiter befchermt de Oostindifche Ploot. X?X. Franfche Krygshedryven, in en om Holland. Aanflagen op Naarden en IVoerden ge- mist. Zuileßein fncuvelt. Aanflag op Zwart- fluis. XX. 's Prinfen togt naar Charleroi; welk belegerd« doch haast wederom ver laat en wordt. XXI. Zorg voor Holland« by befloaten water. Last aan Koningstn-irk. XXII. Togt der Fran- fchen over 't ys. Zwammerdam en Bodegravc verbrand. XXIII. Pain &'Finverlaat depost aan ik Nieuwerbrugge. Hy wordt onthalsd XXIV. De Franfehen trekken te rug. Koever den herwon- nen. XXV. Baveegingen der Keizerfchen et: Brandenburgfehen. XXVI. Handelingmet Span- je. XXVII. Opening tot eens Fredehan deling. Wapenfchorftig afgeweezen door de Staaten. XXVi! I. De Keurvorst van Brandenburg fluit een Ferdrag met den Koning van Frankryk. XXIX. Foorflag der Zweedfchen. Antwoord der Staaten. XXX. Raadpleegingen op de Infiruc- tie, voor de Gcvolmagtigden tof de Fr edehande- ling XXXI. Bycenkomst te Keulen. Foorflag der Zweeé-
|
||||
LTV. Boek. HISTORIE. 137
|
|||||
Zweedfcfon, van de hand gewezen. XXXII.
Ontmoetingen van den gevezen Ambasfadeur de Groot. De handeling wordt gerekt. Het aanvangen en af broeken of opfehor- l(7*>
ten der handelingen met Frankryk en — ' Groot-Britanje, het aanftellen van den Prin- Haat vm fe van Oranje tot Stadhouder, Kapitein- en tecfren de Admiraal Generaal, en verfcheiden' andere Broede- gewigtige zaaken waren , ter Scaadsvergade- ren de ringe van Holland, overwoogen en afgedaan, '"'" ea zonder dat 'er de Raadpenfionaris de Witt, die genMIB. gehouden werdt, deeze Vergaderinge, federt den veele jaaren , genoegzaam alleen beftierd te Loeve- hebben, de hand in gehad hadt. Zyne won- flc!"fil,en den noodzaakten hem, het huis te houden, en can * 't beleid der zaaken te laaten aan de Leden der Vergaderinge ; die, door den nood des tyds gedwongen, andere maatregels, dan hy plag te volgen, genomen hadden. De verheffing van den Prinfe van Oranje ftrekte eigenaartig- lyk, om 't gezag, welk de Witt zig hadt wee- ten te verkrygen, te doen afneemen. Dit was't minst. Men fcheen hem wars te willen maaken van 't bewind, en hem te willen opofferen aan den haat van veelen onder 't gemeen, 't Regen- de, dagelyks, fchimpfehriften tegen zyn'per- foon en beleid. Zyn Broeder, de Ruwaard, deelde in den haat, die den Raadpenfionaris trof. De boeren van 't Eiland van Voorne had- den hem, in Hooimaand, wel zes dagen, ge- zogt, met meening om hem dood te liaan; en eenen Kommis willen vermoorden, om 4at hy, weleer, des Ruwaards knegt geweest I 5 was |
|||||
138 VADERLANDSCHE LIV.Boek.
|
|||||
1675. was (V). Op andere Regenten, die men,onder
-------den naam van Loevefleinfchen aanhang, begreeps
werde ook, in fchotichriften, vinnig uitgevaa-
ren. Hierdoor, werdt de weg gebaand tot de verandering in de regeering der Steden, die fommigen, ten deezen tydc, zogten, en dien- ftig hielden, en die van den val der Broederen de Witt werdt voorgegaan. DeRaad- De Raadpenfionaris, gewoon, de fchimp- penfiona- fehriften, die tegen hem geftrooid werden, te ris wordt veragten, werdt egter, terwyl hy het huis nog GenirT h^to getroffen door zeker Pasquil, verfpreid, vinnig ' onder den naam van Waarfchoiming aan alle bef:hul- edelmoedige en getrouwe Imvoonen van Nederland «l'gd (£), waarin hein te last gelegd werdt, dat hy ^.ver* ongetrouwelyk gehandeld hadt met zekere pen- ■Äg^ ningen, hem, zeide men, jaarlyks, tot geheime dienften en verftandhoudingen, toegelegd. Hier- over fchreef hy den Staaten van Holland, aan- wyzende „ dat er, jaarlyks, op den Staat van „ Oorloge, ten laste van Holland, uitgetrok- „ ken werdt een'post van vier-entwintigduir „ zend guldens, voor de geheime verftandhou- „ ding; doch dat, niet hy ia't byzonder, maar, „ of de algemeene Staaten, of derzelver Ge- „ magtigden tot de geheime onderhandelin- „ gen; fomtyds ook, doch zelden, de Staaten ,, van Holland, en ook, voor een gedeelte,de „ Gekommitteerde Raaden 't befchik overdee- „ ze fomme gehad hadden; dat, naar zyn bes- „ te geheugen, 't gene, met zynekennisi'e, door „ Gekommitteerde Raaden, van de genoemde „ pen-
(a~) Misßve van den Kol. Torsay van 19 jfuly 1671. MS+
BiiANiir ris Ruiter, ld. 71*. O) ad'ul. Holl. li July 1672. U. 275. |
|||||
LIV.BoEK. HISTORIE. 139
|
|||||||
„ penningen uitgegeven was, geene zesduizend i67s.
„ guldens in 't jaar beloopen hadt; en, einde---------
jjlyk, dat daarvan nooit heller noch penning,
j, door zyne handen, gegaan was." De Gekom- mitteerde Raaden bevestigden het fchryven van de Witt, verklaarende „ niet te weeten, dat hy, „ zo lang zy zitting in het Kollegie gehad had- n den, eenige penningen, tot geheime dienften „ en verftandhouding, hadt ontvangen (c)." Hy Den Raadpenfionaris werdt , daarenboven , rc^fc nagegeven, dat hy het Leger kwalyk verzorgd i]00g,n hadt. Hierover en over het punt der penningen, heid. tot de geheime dienften gefchikt, fchreef hy ook aan den Prinfe van Oranje, verzoekende, dat zyne Hoogheid hem, des aangaande, gelief- de te regt vaardigen. De Prins antwoordde al- De PrilB leenlyk „dathy niet twyfelen mögt, of de Witt an:- „ hadt zo veel zorg voor 't Leger gedraagen, woordt n als, naar tyds gelegenheid, hadt können ge- hera' „ fchieden; doch dat de menigte der dage- w lykfche bezigheden hem verhinderd hadt, n naauwkeurig naar te gaan, wat aan 't Le- „ ger zou mogen ontbroken hebben, en aan „ wien het gehaperd hadt, dat dit gebrek niet „ naar behooren mögt vervuld geweest zyn. „ Wegens de penningen, tot de geheime ver- „ ftandhouding gefchikt, beriep hy zig op de „Gekommitteerde Raaden, fluitende, einde- n lyk, met eene verklaaring, dat de regtvaar- „ diging, door de Witt van hem begeerd, be- „ ter zou können gevonden worden , uit de biy- „ ken van voorzorge,by hem aangewend Cd).n De
|
|||||||
Cc") rtcfol. FIoll. 20, 43 Ju'y \()7ï. tl. io, ï^.
(d) Zit Huil. Merc. van 1072. H, iiï. |
|||||||
140 VADERLANDSCHE LIV.Boek,
|
|||||||||||||||||
De brief van den Prinfe werdt, terftond, in "f
licht gegeven; doch deedt,om dat hyzoflaauw fprak, de Witt meer kwaad dan goed. Nog iet werdt hem, ten deezen tyde, tot misdaad toe- gerekend. Hy hadt, federt eenige jaaren, mer- kelyke fommen opgenomen tot twee en een half ten honderd, om, zeide men, de penningen te beleggen aan fchuldbrieven op 't Land, waai* van hy vier ten honderd trok, de fchuldbrieven in pand geevendevoor de opgenomen' fommen, om de intrest zo veel minder te können bedin- gen : 't welk voor eene laage baatzugt werdt uit- gemaakt. Doch hierop verdedigde hy zig, in eenen brief aan zekeren zynen Neeve, veeiligt, den Penfionaris Vivien, in deezer voege: „ Hy „had, fchreef hy, by driederhande gelegen- n beid, fchuldbrieven op 't Land in pand gege- „ven, eerst, toen hy, als Stadhouder van de „Leenen, genoodzaakt zynde, eenig Leen- ,, goed te koopen, de Heerlykheden Hekendorp» „ Snelrewaarde, Zuid-en Noord -Linfchooten „ en Ysfelveere gekogt hadt; waartoe hy een deel der kooppenningen hadt opgenomen, onder verpanding van eenige fchuldbrieven; ten onderen, wanneer hem, in den jaare 1668, aangediend werdt, dat zekere Vrouw van aan- zien aan 't Hof van Brunswyk-Lunenburg, hier, tweehonderdduizend guldens wilde uit- zetten , tot drie of mogelyk minder dan drie ten honderd in 't jaar, op onderpand van fchuldbrieven, ten laste van Holland; heb- ,j bende hy, toen, te wege gebragt, dat deeze |
|||||||||||||||||
ï<5;a
Men be-
fcliuIJigt 1i era van baatzugt in 't ver- panden van fchuld-
brieven op 't Land. Zyne
verdedi- ging- |
|||||||||||||||||
r>
|
fornme den Lande, tot twee en een half ten
|
||||||||||||||||
honderd, aangebooden werdt; doch dezelve
|
|||||||||||||||||
v>
|
|||||||||||||||||
men den gemeen-
nea |
|||||||||||||||||
9 zynde afgeikügen, om dat
|
|||||||||||||||||
LlV. Boek. HISTORIE. 141
„ nen peil der Intrest niet wilde verminderen, 167a.
„hadt hy, daarna, een gedeelte der gemelde „ fomme opgenomen, en daarvoor fchuldbrie-
„ven verpand: en ten derde, wanneer hy; 't „Land, geraaden hebbende, liever Lyfrenten „ te verkoopen dan geld op losrente of intrest „ op te neemen, om dat het van de lyfrenten „eens, zekerlyk, ontlast werdt; zei ven om- „ trent vyfduizend guldens jaarlyks aan lyfren- „ ten gekogt hadt; waartoe hy, insgelyks, eene „fomme van zeventigduizend guldens hadt „ moeten opneemen. Voorts, hadt hy nog wel „ vyftigduizeud guldens aan lyfrenten gekogt, „ om," fchryft hy „ zyne gantfche welvaart te „verbinden aan de welvaart des Vaderlands, „en, ten opzigte zyner tydelyke middelen, „ met Holland, te rtaan of te vallen, hebbende „ hy nooit iet bezeten buiten den Staatder Ver- „ eenigde Nederlanden; en, nog in deezen jaa- „re, waarin 't Land, by veele anderen, zyn „ geloof reeds kwyt geraakt was, eene goede „ fomme aan het zelve verftrekt. Alle deeze „ handeling was, openlyk, en door makelaars, „gefchied, op gelyke wyze, alszy, dooran- „deren, dagelyks, gedreeven werdt: waarom „ hy verftondt, dat men ze hem ook niet kwa- „ lyk behoorde te neemen (e)." Doch de ver- dediging van den Raadpenlionaris vondt by veelen kleinen ingang. Hy befpeurde, dage- lyks, dat de haat tegen hem en de zynen aan- wies: waarvan het vatten van zynen Broe- der , den Ruwaard, hem een nieuw bewys verfchafte. Ge-
CO Misflve v»n den Raadp. de Witt van ïo Juiy i6?i. M$* |
||||
142 VADERLANDSCHE LIV. Boek.
|
|||||
1672. Gelegenheid tot dit vatten gaf de befchuldi-
------ ging van eenen aanflag op 't leeven van den
H. Prinfe van Oranje, door Willem Tichelaar, Chi-
waard" ml'§yn van Pieishil, tegen den Ruwaard, inge- van Put- bragt, by den Hove van Holland; waarop de ten, Advokaat Fiskaal, Mr. Joan Ruisch, naar Dor- Broeder brecht gezonden was, om den Ruwaard te lig- Ra!i(fleèn-ten" ^e F^kaal, niet een Jagt voor de Stad fionaris, gekomen, vervoegde zig, op Zondag den vier- wordt in entwintigften van Hooimaand, aan 't Huis van hegtenis den Ruwaard, zonder Burgemeesters of iemant men*." ^er Wethouderen te kennen. Ook waren zy meest in de Kerke, en eer zy byeenkonden zyn, of iet befluiten, was de Fiskaal, met den Ri> waard, reeds, in eene koets, naar 't hoofd, en voorts, met het jagt, naar den Haage vertrok- ken. Men bragt den Ruwaard eerst in de Kas- teleinye van den Hove van Holland, daar hy, door Gemagtigden van den zelven Hove, on- dervraagd werdt. Tichelaar, die ook in de Kas- teleinye kwam; doch vryheid van gaan en keer- ren hadt; vertrok, daarna, naar huis, zo hy voorgaf, om nader bewys. Op den zesden van Oogstmaand , kwam hy wederom , en toen werdt de Ru waard, en, op fterk aanhouden der Regeeringe van Dordrecht, ook hy, op de Voor- pootte van den Hove ,in naauwe bewaaring ge- Dor- fteld. Midlervvyl, hadt het ligten van den Ru- drecht waard veel gerugts gemaakt. De Wethouder- klaagt fchap van Dordrecht klaagde 'er over, ter Ver- over, ter gaderinge van Holland, op den negen-entwin- Vergade- tigften van Hooimaand. „ 't Streedt, zeide zy, «"ge „ met de Privilegien der Stad, dat men eenen Holland »burger van daar haalde, om hem elders te „regt te Hellen. Ook wist zy geene reden, M waar-
|
|||||
LIV.BoEK. HISTORIE. 143
„ waarom de Ruwaard dus gehandeld werdt, 167«.
„ ten ware zulks gefchied mögt zyn, om hem ——— „rekenfchap af te vorderen van het buskruid, n welk hy haar, op haar verzoek, uit de Vloo- „te, toegefchikt hadt. Doch dit gefchiedde „ dikwils , tusfchen bevelhebbers van fterke n Plaatfen. Ook was 'er de Vloot niet door ver- „ zwakt, alzo men de eerfchooten nagelaaten „ hadt. Daarenboven, was men bereid, het bus- „ kruid te betaalen. 't Gene zekere Tichelaar „gezeid werdt, ten laste van den Ruwaard, „ verklaard te hebben, hadt geenen fchyn, en n ftondt, in allen geval, niet aan 't Hof te be- n oordeelen. Ook hadt deeze Tichelaar nog een „ vonnis ten zynen laste, volgens welk hy ,we- n gens laster, den Heere en den Schout van „Piershil aangewreeven, 't Geregt om vergif- „ fenis bidden moest. Hy hadt, daarenboven, „ eene jonge Dogter, by nagt, op't water ,ge- „ weid aangedaan. Men verzogt, derhalve, „ dat Tichelaar in hegtenis gezet, en de Ru- n waard aan den gewoonlyken Regter te rug „ gezonden mögt worden (ƒ)." 't Eerfte ge- fchiedde, federt, gelyk wy reeds gemeld heb- ben ; doch niet het tweede. Ondertusfchen, werdt bekend, wat Tiche- Willem
laar tegen den Ruwaard hadtingebragt. Hyhadt, £„£. naamlyk, verklaard „ hoehy, op den zevenden fchui- w van Hooimaand, gekomen zynde, aan 't huis di;;t den „ van den Ruwaard, om hem, over zeker ge- Ruwaard „ ding met den Heere en den Schout van Piers- ™" eaa"n. ju hil, te fpreeken, uitgefteld was, tot den volgen flag 0p 't „ den leeveo
Cf) Refo!. Hol), ap July i6yi.. U. 14. Uit Aantel), van de
Pciifijn. ViviEN en Hop yen 25 Ju'y i6?2. MSS. |
||||
144. VADERLANDSCHE UV.'Bow.
1672. „ den dag; dat hy, toen, den R uwaard, te bed-
■------„de leggende, gezien en gefproken hadt; dat
van Hen n je Ruwaard beloofd hadt, hem, in het ge-
„ ding* behulpeiyk te willen zyn; niids hy zig „ verbonde,- den Ruwaard ook zekeren dienst „ te doen; dat, Tichelaar zig hiertoe bereid ge- „toond hebbende, de Ruwaard hem, met veel „ omllags van redenen, zou hebben voorge- „ houden, dat de Prins nu Stadhouder gewor- den was, en dat men niet rusten zou, voor „ men hem Souverän gemaakt hadt; dat zulks „ bederf elyk voor 't Land was, konnende den „ Prins, ligtelyk, met de Dogter van de eene „of de andere Mogenheid, trouwen, en 't „Land aan eenen vreemden lieer brengen; „dat het, eindelyk, onder of over, buigen „ of barften moest, en het in 't Land niet wel- „gaan zou, of de Prins moest van kant. Dat „ 'er wel dertig voornaame luiden waren, die „ 't hierop hadden toegelegd ; doch dat Ti- „ chelaar 't werk moest uitvoeren, door ver- „gif, ftaaï, of fchietgeweer. Dat Tichelaar „'er zig ook, by eede, toe verbonden hadt, „ bewoogen, door eene belofte van dertigdui- „ zend guldens en 'c Baljuwfchap van Beyei- „ land. Dat de Ruwaard hem zes zilveren Du- „ka'tons op de hand hadt gegeven. Dat hy, „ hierop, ten huize uit gegaan, en, na verloop „ van agt dagen , uit wroeging, zo hy zeide, „ over de fnoodheid van 't ftuk, waartoe hy „ zig hadt verbonden, naar 't Leger by Bode- „ grave,vertrokken was, en alles aan denHee- „ re van Albrantswaard, Hofmeester van den „ Prinfe, en daarna aan den I leere van Zui- „leftein ontdekt hadt; dat hy, toen, met den »cer:
|
||||
tlV.BoEK. HISTORIE, 145
fi eerften van deezen twee * naar den Haage, \67ii
j, gereisd zynde, de zäak aan den Prinfe hadt -------
i» geopenbaard » door wien » *er 't Hof kennis
„ van gekreegen hadt (g);" Van de zyde desrRuwaards, werdt toege- Verdedi-
ftaan *,dat Tiehelaar ,op den agtften van Hooi- «inS de* *, maand » omtrent een vierdedeel uurs» met ^r<jl4 „ hem gefproken hadt; doch men beweerde, ,, dat« in dit gefprek, niet de Ruwaard » maar »» Tichelaar de voorflagen hadt gedaan, die ,» hierop uitkwamen: Eerst* hadt hy gewaagd „ van de zwaarigheden des tegenwoordigen ,* tyds» waarna hy aangebooden hadt, denRu- „ waard iet te willen openbaaren» mids 't on- ji der hem Meeve* De Ruwaard hadt hierop „ geantwoord j dat hy 't zeggen mögt » zo 'tiet .,» goeds ware,in welk geval, hy hem ook wel „ behulpelyk wilde zyn; doch was 't iets kwaads, j, dan mögt hy 't wel zwygen* zo hy 't niet 0- „ penbaar gemaakt wilde hebben. Tichelaar * „ nog eene wyle, óp belofte van geheimhou- bi ding* aangehouden, en geduurig gelykant- „ woord bekomen hebbende » was, hierop > met „ deeze of diergelyke Woorden» vertrokken, „ dewyl 't mynHeer dan niet gelieft te weeten, », zo zal ik het zwygen: ik wenscfi myn' Heer goa- „ den dag. De Zoon en Knegt van den Ruwaard, i5 aan de geopende deur van de Kamer» naauw- 4, lyks eene roede van 't bedde» ftaande* had- - j, den 't gantfche gefprek gehoord» en het* ter- », ftondj eer zy den Ruwaard of iemant geipro- », ken hadden, op deeze wyze» over verteld. „De
(g~) Verhaal van *t gêpasf. wsfehen W. TicB£W*R f» *f*«
&;orn. DB Witt geiir. ityu XIV. Deel. K
|
||||
146 VADERLANDSCHE LIV.Boek,
1672. „ De Ruwaard zelf, bedugt, dat dit gefprek*-
■ „ geeven mögt, om hem te lasteren, hadt het „ terftond verhaald aan den Sekretaris Arend 3, Muis van Holy, met verzoek, dat hy 't wilde „ melden aan den Burgemeester van 't Ge- „ regt, en dat'er op Tichelaar gelet mögt wor- „ den (//)." De Sekretaris Muis verklaarde ook, uit den Ruwaard verftaan te hebben,,, dat ze- „ kere vent, by hem gekomen zynde, hem ge- „ zeid hadt, dat zyne Hoogheid mogelyktrou- „ wen zou met de Dogtervan zekere Mogend- „ heid, fen dat men dit moest zoeken te belet- „ ten: waarop hy hem belast hadt, te zwygcn, „ alzo tiy daarvan niet meer hooren wilde; „ oT3k,datde Ruwaard hem niet kende; maar, „'daarna, van zyne hiïisgenooten verftaan hadt, „• dat hy dé Barbier van Piershil was (/)." Uit alle deeze omftandigheden byeengevoegd, meenden de vrienden des Ruwaards, klaarlyk, te können opgemaakt worden, dat de befchul- diging geenen fchyn altoos hadt van waarheid, „'t Was, zeiden ze, gantsch niet te vermoe- „ den, dat de Ruwaard een ftuk van zo veel „ ~ge,wigts Vertrouwd zou hebben aan eenen on- „ bekenden: ook niet, dat hy, in den tyd van „ een vierdedeels uurs, den boozen toeleg ont- „ dekeen hem tot den zelven overgehaald zou fl, hebben; dat hy daarna onvoorzigtig genoeg „ geweest zou zyn., om van een geheim ge- „ fprek, met iemant, dien hy vooronderfteld „ werdt, tot zynen wil, bewoogente hebben, » ken-
(ft) Conlitlerat. en Vertoog van de Huisvrouwe en Vrnudcn
Van Gönn. Di Witt, gedr. if>7a. C') Uit Aant. y«n den I'cnlioti. Hor v*it 29 Jvly 1672. D/St |
||||
LIV.BoEK. HISTORIE. 147
„kennis te geeven aan Burgemeesteren van 15-2,-
„ Dordrecht, en zelfs te melden, dat dit ge- , . . „ fprek den Prinfe van Oranje betrof: dingen, „ die hem gewisfelyk voor de fcheenen moes- „ ten fpringen, zo de aanflag tegen den Prinfe „ eens ondernomen geworden was, gelyk men „ onderflellen moest, dat hy verwagtte. By al „ 't welke,nog kwam, dat de bcfchuldiger ter „ kwaader faame ftondt, en dat 'er verfchei- „ den' vdnnisfen, over misdaaden van belang, „ten zynen laste, geweezen waren, door 't „Geregt van Piershil, en door dé Vierfchaar „ van Putten (k)" Doch alle deeze, redenen fcheenen zo veel by't Hof niet te vermoogen, dat men den Ruwaard öntfloeg uit de hegte- nis. Térwyl hy zat, werden 'er nog ändere na- Gerug- deelige gerügten van hem verfpreid, als „dat ten' we" „ hy, niet om ziekte, maar om dat hy,. door gcdtug1"' „ de Ruiter, iri zynen arm,;gekwetst was, uit op <!e „ de Vloote t'huis was gekomen; dat hy, met Vloot* „ 's Land« vyanden, en vooral met de Fran- „ fchen, niet hädt willen ftryden, en dat hy,'s „daags na den fläg voorSoulsbaai, het her- „ vatten van den ftryd belet hadt." Doch de De Rus- Ruiter verklaarde,,ten Verzoeke van den Raad- ter .vet- pcnfionaris (l), in eenen brief aan de Staaten ^lfit van Holland, den vierden van Qogstmaand ge- dagtekend „ dat alle deeze gerügten verzierd „ waren; dat hy in broederlyke eendragt met „ den Ruwaard geleefii hadt; dat de Ruwaard „ altoos veel yver getoond hadt, om d~e vyan- „ den te bevegten, en dat het hervatten van »'t
(/>•"> Confiilcr.it. en Vertoog enz.
CO Zie liKawT Ue Kuircr, W. 716. K 3
|
||||
148 VADERLANDSCHE LIV.Boek.
|
||||||||
1672 „'t gevegt voor Soulsbaai», door den wind ».be-
llet geworden was (pi).' |
||||||||
*Ir- De Raadpenfionaris de Witt, onderwyl her-
penfion^ **e^ zvnde van zvne wonden, ging, op den
xis de * eefften van Oogstmaand, den Prins begroeten,. Witt legt en met zyne uitfteekende waardigheden geluk zyn atnpt weufchen. De argwaan en haat, die 't gemeen r* tegen hem opgevat hadt,, troften hem, onder- tusfchen, zo diep,dat hy befioot, het Ampt, welk hy nu negentien jaaren bekleed hadt, ne- der te leggen, en, gelyk hem te vooren ver- gund was, zitting te neemen in den Hoogen Raad. Ten deezen einde, vertoonde hy den Staaten van Holland ,op den vierden van Oogst- maand n met welk een' yver, hy federt veele „ jaaren, de misverftanden, waaruit de tegen- „ woordige oorlog gereezen was, hadt gezogt ff weg te neemen; hoe het Gode egter behaagd „ hadt, de waarfehynlykheid van eenen aan- w ftaanden oorlog > van tydtottyd, te doen ver- j, meerderen; hoe hy, den tyd daar zynde, om „ zig in ftaat van tegen weer te ftellen, geduu- „ riglyk, ter .Vergaderinge van Holland, en wter algemeene Staatsvergaderinge, geraaden »hadt, om de grenzen te fterken; hoe, on- j, aangezien hunne Edele Groot Mogendhe- „ den zo veele en fpoedige voorzorg gebruikt w hadden, als, in een ligchaam uit zo veele Le- j,den famengefteld, mögelyk ware, de voor- zienigheid egter heilooten hadt, den Staat te Ä dompelen in de tegenwoordige zwaanghe- „den, zo fchielyk en met zo weinig tegen- n ftand, dat het de nakomelingfchap bezwaar - „]vk
C«) Zie Brandt »Ie Ruiter, il. 718.
|
||||||||
LIV.BoEK. HISTORIE. 14p
»lyk zou können gelooven. En naardemnal, i57s;
» vervolgde hy, deeze fchielyk opgekomen'
» rampen de Gemeente niet flegts vervuld hadï
» den met fchrik en ontfteltenis; maar ook mef
?;> argwaan op de Regenten, en in 't byzonder
» op hem, fehoon geen Regent maar aljeenlyk
» een dienaar zynde, naar gelang van 't be-
•>■) leid der zaaken, welk aan zyne bedieninge
»vast was, of liever, by veelen, door 'onkiUH
» de^ gewaand werdt vast te zyn; zo kon hy,
»in goeden gemoede, niet anders oordeelen,
» dan dat het blyven in deeze ,zyne bediening
» ge der gemeene zaake nadeelig zou zyn*zul-
»lende de befluiten der Staaten, opgefteld door
» zyne penne, voortaan, de vereischte aange-
n naamheid by 't gemeen en fpoed in 't uitvoe-
» ren niet können hebben. Hy verzogt, hier--
»om> eerbiediglyk, dat het den Staaten ge-
» lieven mögt,hem te ontllaan van zyn ampt,
» terwyl hy hun, op 't nederigst, dankte voor
» de gunften, hem, by vcrfcheiden' gelegenhe-
»den, beweezen, en vooral ook, om dat zy
»hem, in de jaaren 1653 en 165!], toege-
» ftaan hadden, in geval hy, t'eenigên tyde,
» zyn Ampt nederleide, zitting te mogen nee-
»men in den Hoogen Raade. Ten Aot, be-
» geerde hy, dat zyn last-om in' deezen Raa-
» de te zitten, van 't jaar 165S, mögt worden
» opgemaakt, alzo't hem fcheen eenige hardig-
» held in te hebben, fehoon't hem, en anderen,
» voor hem gegund was,. dat hy, in zulk een*
»rang, zitten zou, als of hy,, in 't jaar 1653,
»toep hy Raadpenfionaris werdt, tot Raads,-
sheer in den Hoogen Raade, ajingefteld ge-
K 3 »weest-
|
||||
150 VADERLANDSCHE LIV.Boek.
1672. „ weest was (;;)." Den Raadpenfionaris, na 't
— ' ■ doen van deezen voorflag, vertrokken zynde, raadpleegde men 'er over, in zyn afzyn. De E- delen, Dordrecht, Delft, Rotterdam en Briele verklaarden, wel gewenscht te hebben, dat de Raadpenfionaris, in zynen getrouwen dienst, hadt können volharden. De andere Leden druk- ten zig zo kragtig niet uit. 't Befluit viel, dat men hem, op de eerlyklte wyze, ontllaan zou, hem de begeerde zitting in den Hoogen Raa- detoeftaande. Op de wyze van zyn ontiïag, werdt eerst metdenPrinle geiproken, die twee of drie dagen tyds begeerde, om 'er zig over te bedenken, en daarna merkelyke verandering De Staa- maakte, in 't ontwerp der Staaten. Men voeg- d'n k'-e ^e Z'S geheellyk naar de inzigten des Prinfen hein,en (O* ftondt den Raadpenfionaris zyn verzoek gunnen toe, ontfloeg en bedankte hem eenvoudig] yk, li.em »[- en vergunde hem zitting in den Hoogen Raad, deifilo *n we^en nv eSter nimmer gezeten heeft. Ook jcnRaaj. vind ik, dat de Staaten van Zeeland zvvaarig- heid maakten, om hem hiertoe last te verke- nen (*). Sommigen hebben aangetekend, dat de Witt, kort voor dat hy zyn ampt nederlei- de, van wege den Prinfe, zou aangezogt zyn, om zig geheellyk te voegen naar de inzigten van zyneHoogheid;in welk geval, hy in 't be- wind gebleeven zou zyn; doch dat hy zulks van de hand geweezen zou hebben, om dat hy oordeelde, te zeer in den haat van 't volk ver^ vallen te wezen Qf). Maar ik heb geene ge- noeg- ,(«) Refill. Holl. 4 Aug. 1672. tl. 69.
(o) Uit Aam. der Puiion. Vivien en Hor vent,, 5, 6 Auo, 1672. MSS. v O) Nat ui. Zeel. 10 /ins 1671.
(q) P. A. Samson Hift. ito Giiill. III. Tom. II. f, 285. |
||||
JLIV.BoEK. HISTORIE. 151
|
|||||||
noegzaame zekerheid van de waarheid van dit 1677.
verhaal. |
|||||||
Midlerwyl, was de Ruwaard eens gehoord IV.
tegen Tichelaar, die, vergeefs getragt hebben- *• ™kt de, te Piershil, een Getuigichrift te bekomen, VaiT den dat hy zig aldaar eerlyk gedraagen hadt, ligte- Ruwaard lyk bevroeden kon, dat zyn bluot getuigenis, op de in Regte, voor geen genoegzaam bewys* zou Pleye te können doorgaan. Hierom hadt hy, zo geloofd *en' werdt, aangebooden, tegen den Ruwaard , ge- pynigd te worden(V). Doch deeze aanbieding, gelykende naar de aloude wyze van regtspke- ginge^ door tweegevegten, heet yzer of koud water (s), werdt, by 't Hof, van de hand ge- weezen. Nogtans, werdtin beraad gelegd, of men den Ruwaard niet feherper behoorde te onderzoeken. Men deedt, hiertegen, van zy- Zyne nen kant, een ernitig Vertoog, zeer dringen- vrienden de op de bekende eeriooshcid van den befchul- ^fcne- diger, en dat 'er, gelyk naar Regte behoorde, gen een geen blyk was van eenig Corpus delifti, dat is, Vertoog. in dit geval, dat men nog geen bewys hadt van eenige famenzweering tegen het keven van den Prinfe, veel min, dat 'er de Ruwaard aan ichul- dig ware Q). Doch 't bleek langs hoe duide- lyker, dat het Hof bedekte redenen hadt, of meende te hebben, om ftreng met den Ru- waard te handelen. - In zekere aantekeningen van deezen tyd, leest Men ver-
men dat de Ruwaard, nog maar eens tegen fPreidt, Tichelaar gehoord zynde, hem reeds van twee Ra,[waeard valschheden overtuigd, en federt, dikwils, te voor- ver- heeft uit (O Vertoog der Hui.sv.f» Vrunden van C de Witt. il. ik.
(/) Zie III. Deel, uj».
CO Vertoog, m Ampliat. hl. 16, u
K4
|
|||||||
ïga VADERLANDSCHE LI V. Boek,
|
|||||
167a. vergeefs, aangehouden hadt, om wederom te*
■------- gen hem gehoord te mogen worden (V); en uit
te bree- het zogenaamd Waaragtig Verhaal, ter verde-
*e9' diging van Tichelaar, opgefteld, zo men wil (v), door den Conre&or Hagius,blykt niet, dat zy,meer dan eens, in elkanders tegenwoordig- heid, ondervraagd zyn (w). Nogtans, hieldt men den Ruwaard in hegtenis. 't Schynt zelfs, dat fommigen hem op de Voorpootte van den Hove niet genoeg verzekerd hielden, en hier- om te wege zogten te brengen,dat hy zorgvul- diger bewaard vverdt. Immers, des nagts tus? fchen den zeventienden en agttienden van Oogstmaand, ontftondt 'er een gerügt in den De Ge- Haage, dat de Ruwaard wilde uitbreeken; en vangen- dit gerügt gaf aanleiding, om de Gevangenpoort- P00" te bezetten met burgerwagt. Maar 't gerügt zelf retmet was eerst verwekt door den Klapperman, op
Burger- uitdrukkelyken last van zekeren Heer: indien wagt. men anders ftaat maaken mag, óp geichreeven, Aantekeningen van deezen tyd, daar 't ver- haald wordt, uit den mond van iemant, die ,'t zeide van den Klapperman zelven te hebben. 't Bezetten nu van de Gevangenpoort was eene der voornaamfte oorzaaken van het ongeluk, welk den Ruwaard en zynen Broeder, kort hierna, overkwam. Tot het pynigen van den Ruwaard, werdt, vervolgens;, beflooten: en omdat'er verfchillend van gefchreeven en ge- oordeeld is, zal 't niet ondienstig zyn, uit ze- kere byzondere aantekeningen, te boek te Hel- len, hoe't zig, met deeze pyniging, hebbe toer gedraagen. Op, ■ (u) Gedenlcw. Stnlifc. weg. den muord der Witten, tl, 47.
Cv) Gedenk. Snikk. hl. ag. ƒ*/) tVaaragt. Veih. H. 17, i9. |
|||||
JJV.Boek. HISTORIE. 153
Op den agttienden van Oogstmaand » des 167s.
avonds, werdt den Ruwaard aangezeid, dat de |
|||||||
Cipier last hadt, hem, dien avond, geen eeten I>e R»»
te geeven. Hy vraagde naar reden, die de Ci- waa[1'| pier, zelf deeze boodfchap gebragt hebbende, pynLd« niet goedvondt te geeven. Hoe na, hervatte toen de Ruwaard, willen zy my morgen pynigen^ Nogtans, gaf hy geen blyk altoos van ontftel- tenis (x). Men bragt hem, den volgenden dag, in de pynkamer, daar hy niemant der Raads- luiden vondt. De Scherpregter, Jan Christiaans zoon, hem, vooraf, vergiffenis verzogt hebben- de^ wegens 't gene hy hem aandoen zou, be- geerde , dat hy zig^, gewilliglyk, in zyne han- den Helde, zyn' nagttabbaard, wambuis,hemd- rok, broek en koufen uittrekkende, zo dat hy alleenlyk een onderbroekje aanhieldt. ToenA werden hem de fcheenfehroeven aangedaan: waarop hy zeide, gy doet my alpyn aan, eer dt Heeren hier zyn. De fcherpregter antwoordde, dat hem dit belast was. De Ruwaard, op 't fter- ker aanzetten der fcheenfehroeven, ongeduldig wordende, riep, gy fchelml is my dat pyn aan- daen, ik zou u %el een klink om de ooren geeven; waarop de beul hernam, klaagt gy reeds'? 't lal ,er nog wel bet op aankomen: ik zou u hierom raa- 4en, maar te bekennen; want gy zult de pyn niet können wederfiaan. De Ruwaard zeide, hoe kan men bekennen, 't gene men niet gedaan heeft £ Toen werdt, hem, aan ieder teen, vyftigpond ge- ivigt,met een dun touw vol knoopen, vast ge- maakt, en hy, by de armen, agterover, on\ hoog gehaald, tot dat de katrollen aan elkan- de-
(,0 Aant. uit een Veriu van ten Oeurw. Ker\el. X'S,
'K 5
|
|||||||
»
|
|||||||
154 VADERLANDS CHE LI V. Boek.'
deren ftieten: waarna men hem heen en weder
ilingerde. De Raadsluiden, hierop binnen ko- mende , vergden hem belydenis af. Doch hy ver- klaarde zig onfchuldig, zeggende rekt enfcheurt my aanflukken; gyzult 'er nooit uit haaien, dat" er niet in is. Men bleef, nogtans * by aanhoudin- ge, dringen op bekentenis. ïoen fprak hy hef- tiger, daagende zyne Regters voor GodsVier- fchaar* en zeggende, dat zy zeken wel wisten* dat hy onfchuldig ware. Hierna, werdt hy, op de pynbank, uitgerekt, zyn lighaam, op drie plaat- fen, met dunne touwen vol kaoopen, gebon- den, en zyn hoofd, tusfchen vier pennen, ge- legd zynde. Doch hy bleef, tot hetuiterltetoe» zyne onfchuld betuigen (y). Men wil, dat hy, toen of wat eerder, onder't pynigen, zynen Regters de bekende verzen van Horatius (i) hebben voorgehouden. De pyniging duurde , in 't geheel, vierdehalfuur. De fcherpregter , in 't eerst gezeid hebbende dat hy den Ruwaard zwaarlyk gepeinigd hadt, verfpreidde^daarna, op last van zekeren Heer,dat de pyniging niets te
(y") Aant- uit den mond van Dr. Johan van tlakvELD, ai*
dit verhaal van den Sclierpregter zelve/i lixdt. MS,
(i) Carm. Libr. III. Od. 3. vers I.
Jußum & tenacem propoßti virtim
Non avium ardor prava jubentium , Non vultus injlantii Tyranni
Mente quatit falidä.
't welk omtrent hierop uitkomt:
„ Geen dwing'lands wenk, geen muitziek volk,
,, Geen beul, geen foltering, noch dolk, „Die op de blanke deugd hunn' haat en moordpunt wetten, „Zyn magtig, om 't gemoed eens braavcn om te zeuta. |
||||
LIV.BoEK. HISTORIE. 155
|
|||||
te beduiden gehad hadt, daarby voegende, dat i^a,
hy die, om een glas wyns, wel doorftaan wil- --------
de. Doch men heeft nog een' brief, door hem,,
aan de 1 luis vrouwe van den Ruwaard, weinige maanden laater, op zyn doodbedde, gefchree- ven, waarin hy haar vergiffenis verzoekt, we- gens 't geene hy haaren man hadt aangedaan, te gelyk verklaarende, dat hy geene pyn aan hem gefpaard hadt (2). Het Hof, geene belydenis uit den Ruwaard V.
hebbende können trekken, en egter.beflooten H^ dc hebbende, hem te veroordeelen, wist niet >wel- vervat- ke misdaad men, in zyne Sententie, zou doen len ver- ftellen. Terwyl men hier over raadpleegde, kli,ard hieldt de Griffier Adriaan Pots den Raaden voor ™nptz^,ne (V), dat 'er een voorbeeld was, dat het Hof cn ten ' iemant ter ftraile verweezen badc» zonder be- Larukuit lydenis of misdaad uit te drukken in de Senten- Eebau- tie (2}. Dit voorbeeld beilout men te volgen^ nen" en des anderendaags, werdt de Sententie op^ gemaakt; die, woordelyk, aldus luidde: 't Hof van Holt.andt, geßen ende geëxami-
neerd hebbende de ßueken ende munimenten, by den Procureur Generaal van den Jelven Hove, overge- geven, tot laste van Mr. Cornelis de Witt, v Oud-Burgetneester der Stad Dordrecht ende ß.uard van den Lande van Putten, jegenwoordègh Gevan- gen op de Voorpoorte van den f elven Ilove, midts- ga-
Qz) Geclenkw. Stukken, U. i.
(«; Gelclir. Aam. van deezen tyd. MS.
(2) In 's Lands Gefchiedenisfon, zyn my hiervan
twee voorbeelden bekend, te weeten de Senteiuien van Uitenbogaard en Trefel, in 't jaar 1619 geveld: doch deeze Seinenden waren niet van 't Hof, maar van ge- delegeerde Regters gewqezen. Zje X. Deel, bl. 374, |
|||||
156 VADERLANDSCHE LIV.Boek;
i6?z. gaden [yne examinatie ende confrontatien, als
is overgelevert, ende voorts overwoogen hebbende '£ gene ter materie dienende is, ende eenighßnts heeft mogen moveren; verklaert den [elven Gevangen vervallen van alle zyne Digniteiten ende Ampten, by hem tot noch toe bedient: Bandt hem voorts uy& den Lande van Holland ende West Vriesland', zon- der daer oyt wederom in te komen, op poene van ßvaerder flraffe, te ruymen de/elve Landen met den eerßen, ende condemneert hem in de kosten en mi- fen van Juflitie tot tauxatie ende moderatie van den voorfz. Hove. Actum by de Heeren Adriaen Pauw, Heere van Bennebroek, Prefident^ Ael- brecht Nierop, Willem Goes, Heere van Boeck' borflenburgh,Fïederick van Lier, Heere vanSoe- termeer, Cornelis Baen ende Mitchells Gool5 Raedsluyden van Hollandt ende West -Vrieslandt, ende gepronuncieert op de Foor -poorte van den [el- ven Hove, op den twintighfien AugufliJhtien hon- derd twee en tfeventigh. In kennisfc van my
A i) R. Pots.
Asiimer- I Tit üeeze Sententie, bleek genoegzaam, da£
z'nl'sT ^eK-egcers den Ruwaard niet fchuldig hielden *«iuie.en" aan de misdaad, met welke hy betigt was, al- zo hy anders zwaarer ftraf verdiend zou heb-. ben. Ook hieldt men 't daarvoor, dat zy, meer om Staatkundige dan om eenige andere redenen, bewoogen geweest waren,, om den gevangen' uit zyne ampten te zetten en ten Lande uit te bannen (b\ Doch 't leedtn|et vee- ls ( *);Bu*net W, I. p. 325.
|
||||
LIV. Boek. HISTORIE. 15?
|
|||||
ïe uuren, na 't uitfpreeken deezer Sententie, isja
of hem trof zwaarer lot, dän hem de Regters —-—1 hadden opgelegd. Men wist zelfs zynen Broe- der Joan in te wikkelen in de ramp, die hem, bereid was. En de dag liep niet ten avond, of beide de Broeders verflxekten tot een Schouw- spel, waaraan de laate nakomelingfcTïap niet zonderafgryzen gedenken kan,en waarvan wy* hier, de merkwaardigfte en minst bekende by- zonderheden, uit egte Aantekeningen, zullen verhaalen. Op Saturdag, den twintigften van Oogst- Men
maand, tusfchen agt en negen uuren des mor- leest den gens, begaven zig de Raadsluiden van den Ho- Ruwaard ve naar de Voorpoorte, om den Ruwaard de tgntign' Sententie voor teleezen. Hy begeerde, dat zulks voor. gefchiedde, ter gewoonlyker plaatfe, de rolle van het Hof. Doch men gaf hem te verftaan, dat hy, derwaards gebragt wordende, gevaar loopen zou van mishandeld te worden, door 't volk. Hy hernam, dat hy voor 't volk niet ver- vaard was, andermaal vorderende, dat men hem naar de rolle bragt. Doch men ftoorde zig niet aan zyn verzoek, en voer voort met het leezen der Sententie. Midlerwyl, hadt, vol- Ticbe- gens zeker gefchreeven Verhaal, een der Reg- laar teren (3) gezonden om Tichelaar; dien hy, in wordc een' hoek van de Kamer, daar 'tnogtans be- "n*voiic luisterd werdt, door een' der Klerken van den tegen Fiskaal Ruisch, die 't, naderhand, verhaald hem op heeft, voorliieldt „ dat de Ruwaard gebannen te hitfeu n zou worden; dat hy 't niet verder hadt kon- wnen brengen; doch dat Tichelaar nu naar w buiten gaan moest, en't volk ophitfen, om -zulk
O) Mr Aslbreebt Ni:rop, |
|||||
i58 VADERLANDSCHE LIV.Boek.
1Ä72. „ zulk een' fchelm, die den Prins hadt Avillen
.------- „vermoorden, van kant te helpen." Hierby
moest hy voegen „ dat men hem immers niet
„ los gelaaten zou hebben, zo hy den Ruwaard j,valfchelyk aangeklaagd hadt; doch dat 'er „meer aan 't fchelmftuk vast waren, welken „ men hadt willen verfchoonen (V)" En 't zal haast blyken, hoe meesterlyk Tichelaar zig naar deezen raad wist te gedraagen, Briefjes, 't Vonnis gelezen en de Raadsluiden ver- ten zelf- trokken zynde, verlpreidde zig 't gerügt van j}|nJ;. het zelve, wel haast, door den Haage; daar ftrooid. men, ten zelfden tyde, briefjens geftrooid en aangeplakt, hadt, {trekkende, om 't volk te lok- ken naar de Gevangenpoorte, voor welke ik vind, dat, omtrent half tien uuren, niet meer dan twee Burgers met hun geweer en twee Rui- ters ftonden. De affchriften van twee byzonde- re briefjes zyn my ter hand gekomen, die ik niet weet, dat ergers gedrukt zyn. Ik voeg ze hieronder (4), op dat men zou können zien, waai-
de) Omfland. Vcrli. vnn den moord der Witten. MS. (4). Het eene was een tydfehrift, dus luidende? ConuLls De wit, RVaert Van PVtten, VerraDer Van 't Lant en 's PrlnCen Want. Gaat naar 't geVangenbVls, niet Verre Van 't Groene footle , ahivaar IA baast hoon naer Sllne werCken [al ontfangen. In 't ïaer, ÄLs lau Barton en Pleter GrotW s betzllnontfnapt. Het andere ftondt, des morgens, aan de Kerkdeur,
aangeplakt, en luidde: Lucifer roept uit de Hel,
Wanneer de Witt daar komen zei. De Burgers riepen uit den Hang, Wagt hem t'avond in 11 maag |
||||
LIV.BoEK. HISTORIE. 159
waar fommigen, al vroeg in den morgen, op \dji't
uit waren. Ondertusfchen, zag men, in deeze ■ briefjes, alleen op den Ruwaard, alzo men den gewezen Raadpenfionaris, toen dezelven ge- ftrooit werden, nog niet in 't net hadt. Decz' Men lokt hadt, maar even,uit zyn' knegt, verihan, hoe den 6C" "er gerügten liepen, dat de Ruwaard gebannen ^"j* •Was, of de Dienstmaagd van den Cipier kwam penfiona- hem boodfchappen, dat zyn Broeder vry ver- ris op de klaard was, en hem terftond eens begeerde te VooN fpreeken. De Witt bevondt zig, toen, ten hui- Poons' ze van zynen Zwager, den Heere van Zwyn- drecht,op den Kneuterdyk, en tradt,'terftond^ ter deure uit, verzeld van zyne twee Klerken, Wolfen Bacherus en Reinier van Omvenaller * en van zynen dienaar,^» van derWisfel. Hy hadt, eer hy uitging, belast, dat men hem de koets nazondt, met welke hy zynen Broeder dagt af te haaien. Zyn Vader, de Rekenmeester de Witt, toen, in den tuin, bezig met leezen, en vernee- mende, dat hy vertrokken was, zonder hem te waarfchuwen, nam het hem eenigszins kwalyk, alzo hy verklaarde, dat hy hem gaarne verzeld zou hebben (d). De Witt, voor de Gevangen- poorte gekomen, vraagde den twee burgeren, die hy daar nog maar vondt, of zy niet iets ge- hoord hadden, ziende, naar 't fchynt, op het vonnis van den Ruwaard, waarop, met een ftuursch gelaat, neen geantwoord werdt. Men liet hem voorts, ongemoeid, ter Voorpoorte ingaan. De Cipier bragt hem, terftondtrby den Ruwaard (e), die zig, zo my, uitmondelinge overleveringe, berigt is, verwonderd toonde, dat
f<0 Tweejaar. Gcfehied. hl. 67.
ió Cetlenkw. Stukk. il, joj 31, |
||||
i6o VADERLANDSCHE LW.Bozti
|
|||||
i6?2. dat hy hem zag, verklaarende*, hem geenszins
r zeggen te hebben. Ook wil men, dat deBroe* ders, van toen af*begonden te vermoeden,dat 'er iets kwaads tegen hen gebrouwen werdt. _ ,' Joan de Witt was maar pas op de Poorte ge- lanr hitst komen, of Tichelaar tradt naar buiten. In 't
het volk gaan over 't buiten-en binnenhof, werdt hy, °P*°m door fommigen, ftaande gehouden, by welke tentfan gelegenheid^, hy verfcheiden'vinnige befchul- kar.t te digingen uitlmeet tegen de Witten * Doch ge- helpen, komen voor de Kasteleinye, werdt hy ontvan- gen van zekeren bekenden Ligtmis , Jonker van der Moezel in de wandeling genoemd, die hem, voorts, aan 't praaten hielp* Daarna be- gaf hy zig voor de opgefchooven' raamen der Kasteleinye, met luider ftemmen, ten aanhoo- ren van eene menigte, die^ van tyd tot tyd, aanwies,zeggende „ dat de Ruwaardsilegtsom „ de leus gepynigd was; dat men hem 't hoofd „voor de voeten hadt behooren te leggen; „ doch dat men hem alleenlyk van zyne ampteti „ beroofd en gebannen hadt, omdat de Reg- lers zo wel fchuldig waren, als hy." Daarna, 't hoofd ten vensteren uitfteekende, riep hy 't graauw toe „ dat die hond, meenende den Ru- j, waard, haast, met zynen Broedera afkomen „zou; doch dat het nu de tyd nog was, om „ het te beletten; dat men zig eerst aan deeze „ twee fchelmen wreeken, en daarna de ande- „ren.* meer dan dertig in getal, ftraffen moest." 'tGraauw 't Volk, door deeze en diergelyke redenen ft *reeft gaande gemaakt zynde, raakte aan 't roepen, Voor- ^e ß-urSers waPen! '»open! 't graauw moord! pootte, moord! verraad! verraad, ftreevende, te gelyk, naar
|
|||||
LIV.BoEK. HISTORIE. 161
|
|||||
naar de Gevangenpoorte,- en fnydende, onder 167a,
liflg* wie de eerlte zyn zou, om de Witten het ■ keven te beneemen (ƒ). De vStaaten van Holland, ten deezentyde, De Stsa-
vergaderd, om eenen nieuwen Raadpenfiona- 'en van ris te kiezen, kreegen,uitde Heeren Füips Ja- Ho!Ia^d kob van Boetfelaar, Heere van Asperen, Adriaan »'Jj ken. Bogaard en Gillis Valkenier, zitting hebbende nis van in de Gekommitteerdc Raaden, terftond,Nken- en (teilen nis van deeze famenrotting. Asperen voerde 'er orde het woord, verfraaiende, onder anderen „ dat op* „ het graauw., zo gezeid werdt, eenigen uitge- vonden had;:, om de boeren uit de naaste n dorpen naar den Haage te doen komen j" welk gerügt egter, naderhand, valsch bevon- den werdt, zonder dat ooit, met zekerheid, gebleeken is, van wien, of met wat oogmerk, het verzierd zy. De Staaten vonden, hierop, eenpaariglyk, geraaden „ de Gekommitteerde j, Raaden te verzoeken en te gelasten, de drie „ Kompagnien Ruiters," die toen alleen in dea Haage lagen, zynde een deel der bezettinge, onlangs, verlegd naar 't Noorderkwartier „ in f, de wapenen te doen komen, om, door mid- „ del derzelven., de famenrotting te doenfehei- w den, met gemoede, ware 't mogefyk, of an- ,, ders, met fchieten op de wederfpannigen." Voorts, zouden de Gekommitteerde Raaden ook bezorgen, dat de Wethouderfchap van den Haagede vertrouwdfte fchuttery, die hier zes vendels fterk was ,, in de wapenen deedt ko- M men: ook zouden ze, tot fluitinge der boe- wren, welken men hieldt in aantogt te zyn, „de
Cf) Gedcnkw. Stnltkea il. l6, 17.
XIV. Deel. L
|
|||||
i6a VADERLANDSCHE LIV.Boe*.
|
|||||
i«72. » de valbruggen doen opnaaien , en de fchra-
u „ten doen leggen aan deeze zyde der Graft,- Eindelyk, beiloot men „ zyne Hoogheid, ter-
„ ftond, kennis te geeven van 't gene 'er om- ging, hem verzoekende, ten fpoedigfte^ in „den Haage te willen komen, te gelyk eeni- „ ge Kompagnien te paarde en te voet mede- brengende (g)." Terftondt na 't neemen van dit befluit * kreeg de Ritmeester, Graaf van Tilly, fchriftelyk bevel, uit den naam der Ge- kommitteerde Raaden, door den Sekretaris, Simon tan Beaumont, getekend, om zyne ende twee andere Kompagnien Ruiters, ten fpoedig- fte, te doen opzitten; en om de Kompagnie, die thans de wagt hadt,te ftellen voor de Corps- de gaarde of Hoofdwagt der Ruitery, en de twee andere Kompagnien op de Haats. Voorts, was hem gelast, aldaar, de nadere bevelen der Gekommitteerde Raaden af te wagten (ß). Ten zelfden tyde, werdt de trom geroerd, om de fchuttery in de wapenen te doen komen. De Staaten ook, gereed ftaande om te fcheiden, hadden, op den voorikg van Amfterdam, be- flooten, allen in den Haage te blyven (/')• Een der Weinige oogenblikken, na dat Joande Witt Klerken cje Voorpoorte gekomen was, zondt hy zy- d^w-tt" "e twee Klerken naar beneden, Bacherus, om in ge- een Afïchrift van de Sententie te haaien, en vaar. Ouwenaller, om te zien , of 'er ook veel volks voor de Poorte ftondt. Bacherus, met een ont- fteld gelaat en wankelenden gang, ter Poorte uit-
Cg) Refol. Holl. 20 Aug. xffjl. U. 137. Aam. -mi <&« PcniV H(ip V«« dien zelfden dag MS. ih') Costf.Rus Hilt. Verhaal, Bylcg. tl. 4«>«
tO GeUenkw. Snikken, il. 18, 45. |
|||||
LIV.BoEX. HISTORIE, i^
uitgetreden, was maar weinige huizen voort i6j2i
geraakt, teen hem 't volk agfer na zette. Men . hadt hun diets gemaakt, dat een Klerk van den
Verraadcr de Witt, die al deszelfs geheimen wist, uit de gevangenis gekomen was. Verfchei- den' wilden den fchelm te lyve. Doch Bacherus Verhaastte zynen tred niet, waardoor 't graauw hem voorby liep, zonder hem te ontdekken. Maar eer hy met de Sententie te rug kwam, was de menigte voor de Poort reeds zo fterk aangegroeid, dat hy 'er niet doorkon. Of veel ligt, heeft de vrees hem het wederkeeren belet. j0!1M ^é De gewezen Raadpensionaris, omtrent een uur Witt iiaar hem getoefd hebbende, en verneemende, zoekt at- dat het volk fterk aangroeide voordePoorte,be- [""p^ floot, ten half elf uuren, zonder zynen broeder, te gaan. af te gaan. Doch de burgers belettend hem. Een 't Words onder anderen, van Os genaamd, dreef hem hembe- toe, hkr mag niemand uit. Hy vraagde waarom üiet, mannen? immers Weet gy wel, wie ik ben. Anderen riepen, wy hebben V geen last toe. Wat last, hernam hy, moest gy hebben? Van onzen Officier) was het antwoord. Hierop, ontftondt een geroep van fehlet! fehlet./De Klerk Ouwen- allcr trok toen Heer Joan te rug, en de deur werdt wederom toegedaan. De Witt, weder by den Ruwaard gekomen zynde, zeide, een en andermaal, ik wensehte dat ik hier van daan Was. Hoe kom ik hier nog van daan ? Kort hier- na, kwam Gerard Ameling, Bockverkooper op de Zaal van 't Hof, en Vendrig van 't Orange Manche & bleu vendel, nevens den genoem- den van Os, boven, by de Broeders. De Ven- drig nam aan, met zynen Kapitein, te over- leggen, hoe men Heer Joan best uit het ge- L a vaas
|
||||
164 VADERLANDSCHE LIV.Boee,
|
|||||||||||
vaar zou können verlosfen. Doch hy keerde niet:
te rug, door de fchuttery verhinderd 2ynde. Heer Joan onderzogt ook, of 'er geen gele- genheid ware, om ergens agteruit te geraaken. Maar de Cipier verzekerde hem, dat zulks or> mogelyk was (£). Midlervvyl, waren de zes vendels fchutters
in de wapenen gekomen, deels uit eigen' be- weeging, en deels uit last der Burgemecsteren van den Haage. Sommigen, en onder deezen,, Henrik Verhoef, Zilverfmid op de Vogelmarkt 3 hadden eikanderen fterk opgehitst, om zig te WTeeken aan de Witten. Zelfs hadt Joan van Bankhem, Schepen, en naderhand Baljuw van 's Graavenhaage, eenige Kapiteins, by eede, doen belooven, om de Witten niet in't leeven te laaten (/). Het Orange blanche &bleu Vendel 9 welk, deezen dag8 de wagt hadt, pkatste zig regt voor de Gevangenpoorte. Het witte en het Oranje-Vendel voegden zig op de Plaats: het groene en het koloinbynen- of appelbloeifel- Vendel op den Vyverberg. Het blaauwe, ge- booden door Kapitein Zacharics de Zwart, die, naderhand, nevens twee andere Burger-Kapi- teinen, tot Vroedfchap van den Haage, werd* aangefteld, vervatte de vinnigite vyanden der twee Broederen, en onder deezen, den Zilver- fmid j Verhoef, die, naderhand, verhaald heeft, dat hy zig van een Staaten-roer voorzien hadt, waarop hy twee kogels hadt Liaten loopen, en dathy, des morgens» God hadt gebeden, dat hy, tot het van kant helpen der Broederen, mögt
(k~) O-denkw. Srulik. il. iR, 3:1,33, OmtUnd. Vcrh. MS.
(tj Qmftamlijj Veihaal. JUS. |
|||||||||||
t(7*.
|
|||||||||||
DeSchut-
tery komt in't
geweer, en plaatst zig om- trent de Voor- poorte. Bitter- heid van fommi- ien, |
|||||||||||
en by-
zonder- lyk van den 2 il- verfiuid Verhoef. |
|||||||||||
V,
|
|||||||||
MV. Boek. HISTORIE. 165
mögt medewerken , of zelf omkomen. Dit 1572;
Vendel trok eerst naar deri Singel, wordende-------
ontmoet van eene Kompagnie Ruiters , die
Verhoef toetste, door het roepen van de Prins hoven/ de Witten onder ! wie anders meent, dien jla de donder : waarop zy antwoordde , dat zy t ook zo meende. Maar het blaauwe Vendel, klaagende, dat het te bekrompen ftondt op den Singel, trok, eerlang, naar het Huis van den Ryngraaf, en dus digter aan de Gevangen- poorte. De drie Kompagnien Ruiters hadden De Rui- ook post gevat. De Graaf van ïilly ftondt, "ryvat met zyne Kompagnie, op de Plaats , buiten OÜ P""" de Gevangenpoort, voorde herberg de Zwaan: de andere Kompagnie op den Kneuterdyk, en de derde op het Buitenhof. Doch de Burgers van 't Orange blanche & bleu Vendel, daar zig eerlang , het blaauwe Vendel onder ftak, plaatsten zig zo digt voor en nevens de Kom- pagnie Ruiters onder Tilly, dat de paarden zig naauwlyks beweegen konden, zonder de bur- gers uit het gelid te dringen; waardoor, van we- derzyde, nu en dan, eenig gemor outftondt (tn). ïerwyl de bürgery hier ftal hieldt, werdt Ver- hoef, eerst door den Burgemeester en Kolonel, Joan Maas, en daarna , door de Wethouder- fchap van den Haage, op 't Stadhuis, op eene vriendelyke wyze, verzogt van zyn opzet af te ftaan ; doch hy beantwoordde hunne beleefd- heid, bruskelijk, en keerde .> fcheldende, naar de Poorte te rug ( n ). Omtrent den middag, omftondt 'er een ge- Vaisch rügt gerügt,
|
|||||||||
i
|
h»D Gedenkw. Smkk, il. <;, C>, 18, IJl» a6, n> 34» H"
»j Gedenkw. Stukje, il. 6, 7, 8, y. |
||||||||
166 VADERLANDSCHE LIV.Boek.
|
||||||||
iß?«.
|
rugt onder deBurgerye, dat de Witten ontfnapt
|
|||||||
_____waren. Tien of twaalf Burgers uit het Orange
dat de blanche t& bleu Vendel kwamen, toen, boven,
Wit«» bv de Broeders\ doch gingen, terftond, weder- ontfnapt * , . raauw te ffillen, en het te verze- Waien' ten ; dat de Heeren nog op de Poort waren. Men moest, daarna, nog twintig of dertig van het ilegtfte graauw aan de kamer der Broederen faaten komen, oP dat zy ^ door hunneeigen. ooeen van zouden overtuigd worden. Ookwa ren'er Burgers, die de naaste huizen doorzog- ten , om te zien , of'er ook kans ware om door dezelven te ontvlugten. Een Metfelaar, Klapas genaamd, plaatste zig, ^«zynroer, on het dak der Poorte, van zins om los te blan- den op de Witten , als zy ergens mogten uit- jo&11 de k°S £« omtrent, zetteden de Broeders
Witt,au- 7;„ aan de tafel. Onder de maaltyd, kwam de denimi, nfeiistmaagd van den Cipier den Ruwaard zeg- wiüende W | Burgers zeer oploopend werden. » ffiX%U&f vraagdedeRuwaard ft
door de "ülen u doodflaan, hernam de Dienstmaagd L burgers , u dosn zcide toen de Ruwaard, tol ?d°p0r Jkomen, hier ten ik. Ook kwamen, tegen t
£1 e ndTvan de maaltyd, omtrent ten twee uuren, Lisch, de Fiskaal Ruisch, gevolgd vaneenige Officiers verpiigt , Bivreerye en vyf of zes Burgers, in t ver- ve, bly ■ lekDe Fiskaal, den Klerk Quwenaller en den Senaar JanvanderWisfel hebbende doen ver- tr Se", gaf te kennen, dat de Burgers daar kw£ men tot bewaaring van den Ruwaard. Hee* JcSi', toen meeaende af te gaan, weidt egt| (,) Cedenkw. Stukk. il, 18, 26, 33.
|
||||||||
LïV.Boek. HISTORIE. 167
|
|||||
ook opgehouden7door de Burgers, zeggende, 1672;
hda, mijn Heer, gy moet hier mede blyven. Ook ■■ verzogt de Fiskaal hem , nog wat te willen toe-
ven , 0111 's volks wille. Hy zag zig dan genood- zaakt te blyven. De Broeders, de Officiers no- digende tot eeten , 't welk eenigen deeden, on- derhielden ze, verder, met een minzaam ge- fprek, in welk zy, zo lbmmigen fchryven (*), genoegzaam overtuigd werden van des Ru- waards onfchuld. Na de maaltyd, fchikte de Ruwaard zig ter rust op een Ledekantje, en Heer Joan floeg den Bybel op, en verkwikte zig s met leezen in 't Boek der Regteren. — 't Oproer voor de deur vermeerderde, mid- Gerügt
ïerwyl, hand over hand. De Burgers, misnoegd, vanden dat zy, door de Ruitery, in hun oogmerk be- jfnt°gt let werden, zogten ze te doen aftrekken. Men ren naar drong, van tyd tot tyd, in op eikanderen. De den Ha*. Burgers vielen aan 't dreigen r en men ftondt g<-'- nu in vreeze voor een bloedbad, toen'erfchie- lyk een gerügt ontftondt, dat een hoop boeren in aantogt' was naar den Haage (cf) Toen be- geerden de Burgers, dat de Ruitery aftrokke, om de toegangen te bezetten ; doch deeze be- riep zig op haaren last, die haar verbondt, hier, tot nader bevel, te toeven. Twee Gekommit- Twee teerde Raaden , de Meeren van Asperen en A- G.ekoi,i- driaan van Boscheld, hielden, ten deezentyde, ™eUp!J!i- de middag-maaltyd ten huize van den Kommis den bo- de Wilde, op de Prinfen-grafc. Dervvaards be- lasten de given zig eerst twee Serjanten, Duurkant en R«'tery van Spanje , begeerende bevel aan de Ruiterye „e]{fcen om
C/O Holl. Merc. van 1672. /•/. 138.
13 > »4- h 4
|
|||||
163 VADERLANDSCHE LIV.Boek.
,1672. om af te trekken. Doch zy kreegen geen ge-
~------hoor. Wat laater, doeden twee Kapiteinen,
om de van Leeuwen en van Reenen, het zelfde verzoek,
gestehe- ^en vra:igde hun, ofzy Wildenaanneemen, de letten. Heeren, die op de Poort waren, tebefchermén tegen allen overlast. Zy beloofden 't; doch hit- ïten, te rug gekeerd, hunne vendels nog Iter- ker op, 't Gerügt van de aankomst der boeren vast vermeerderende , hielden zelfs Joan Maas en Jakob van der Hoeve, de eerlte Burgemees- ter, de andere Penüonaris van 'sGraavenhaa- ge,aan, by Asperen en Bosch veld, op het ver- zenden der Ruiterye naar de toegangen. En hierop kwam mondeling bevel aan Tilly, om den naderenden boeren tegen te trekken. Doch hy weigerde zyne post te verlaaten , ten ware het hem fchriftelyk belast werdt (r). Wat ka- ter , kreeg hy fchriftelyken last, opgefteld, door den Kom mis de Wilde , en getekend door de Heeren van Asperen en Boschvcld „ pm zyne „ Kompagnie en die van den Ritmeester Steen- „ huizen , Heere van Malden , in vier partyen „ te verdeden, dezelven Hellende aan de Wa- „ genbrugge, zynde den ryweg naar Delft; by „ de Westbrugge, ftrekkende paar Loosdui- „ nen; op of omtrent de Scheveningfche brug ,. „en omtrent het Tapythuis, flrekkende naar „ beide de Boschbruggen." Wyders , moest hy» v van tyd tot tyd, een' Ruiter of twee op „ kondfehap uitzenden, en , eenigen onraad n verneemende, terftond, kennis geeven aan de n Hoofdwagt en aan de Burgerye (O-" Til- rO Omflaudig Verh. MS. uit im mond van dei Comrais BS W/LriB. ;/) Zie Costerüs Hill, Ver!*. Bjltteg, R 427. |
||||
UV. Boek. HISTORIE. 169
|
|||||
ly, deezen last ontvangen hebbende, zeide ik ic?t.
zal gehoerzaamen; doch nu zyn de Witten doode ----—;
luiden. Ily vertrok dan^met twee Kompagnien:
de derde bleef itaan op het Buiten-Hof, de ge- woonlyke wagt houdende. , - De Ruitery vertrokken zyn de, kreegen de Ren
Burgers meer ruimte. Het blaauwe Vendel, op- gers ze"t. gehitst door den Schepen van Bankhem,om de teneikan- Witten van de Poort te haaien, trok, omtrent l1erM1 ten vier uuren, voort, tot onder de Gevangen- "J\v,°™ poorte, en mengde zig met het Orange blanche ltrn vj„ & bleu Vendel, welk daar nog post hieldt. Kort de Poort hierna werdt 'er geroepen „ dat men de Hee- te kuien, „ ren van de Poort haaien, en op 't Stadhuis „in beter bewaaringe brengen moest, tot op „de komst van zyne Hoogheid," 't Schynt, dat men nu van geen doodil aan fprak, om de goelwilligen, te eerder, de hand te doen lee- nen aan de toeleg ,. of ten minste te maaken, dat zy dien niet hinderden. Weinig laater, Men werdt 'er, door den Zilverfmid Verhoef, den fch'et eH Wapenfnyder<?<4ßg«y, den Pokmeester Adriaan de p0of- v»» Paaien, den ßeeldfnyder Kaspar de Mars, te; dsn Wynkoopcr van Dorjlen, en eenige andere Burgers, gefchooten op de deur der Voorpootte, die haast zo vol gaaten werdt, dat zy een roos- ter geleek. Nogtans^ ging zy niet open. Ver- hoef liep toen, op den raad van zekeren Koet- fier, naar 't Voorhout, by 't Leidfche Wagen - veer, onthaalende daar den Smid van zyne Hoogheid, zyns ondanks, eenige mokers, ha- mers en breekyzers. Hierop, werdt de deur, geweldiglyk, gebeukt, onder een ysfelyk drei- gen, dat men al vermoorden zou, wat men 'er binnen vondt, zo zy niet geopend werdt. De h 5 Ci*
|
|||||
ïfo VADERLANDSCHE LIV.Boe«
1672. Cipier, hierdoor vervaard gemaakt zo 't fcheen,
-------- opent, eindelyk, de deur. Straks fhüven Ver- die, ein- hoef en eenigc anderen de trappen op, naar *t •te'y1*» vertrek, daar de Broeders hun deerlyk lot wa- wordt." ren verwagtende (t). De Ruwaard lag nog op De Ru- 't Ledekant, hebbende een flaapmutsje op 't wanrd hoofd,. en een lang dasje om den hals. Zyn wordt paruik en hoed hingen aan het hoofdeinde. Heer van tLe- xr /1 j_ 1 1 5 ' » ,1 ,
dekanc Joan "uncit gekleed, met een fluweelen man-
gehaaid. tel om, aan cene tafel, aan de andere zyde van 't vertrek, leezende in den Bybel, en hebben- de eenen Deurwaarder of Bode by zig. Zo ras waren de Burgers niet binnen, of Verhoef vliegt naar 't Ledekant, fchuii't de gordynen, met beide de handen, open, en drylc den Ruwaard toe,; V'erraader, gy moet ft erven-, bidGod en be- reid u. Waarop de Ruwaard, zeer ontfteld zynde, zcide, Grienden, wat heb ik misdaan? en Verhoef wederom, gy zyt een Prin/enmoor- der, een yerraader, eenfchelm! haast u. De Ru- waard , toen opryzende, bleef eene poos zitten, met gevouwen' hadden, als iemant die bidt; terwyl één der Burgeren, met de kolf van den fnapbaan, naar hem fioeg, zo geweldig, dat de frylen van 't Ledekant tot eikanderen vielen, zonder dat egter de Ruwaard gekwetst werdt. Deez', toen de beenen van 't Ledekant llee- kendej vondt dat één der opgekomen' Burge- ren desÄcIfs water, in zyne kamennuilen, ge- maakt hadt: waarop hy, het hoofd fchuddende, zeide, ziet, wat hebben ze gedaan. Maar Ver- hoef -.mtwoovddcl, trek aan maar, 't is vooruflegis 6tn een korten tyd te doen. Toen hing hem iemant deu
(O Gcdcskvv, Stukk. il. 7, 10, 18, 19, ï©,35j 3Ö« 3?«
|
||||
L1V. Boek. HISTORIE. 171
den nagtrok om: doch men gaf hem geenen 1673;
ryd, om zyne koufen aan te doen. Met éé ie — —— onderkous aan 't linker been, wcrdt hem, tas- tende naar de zwarte bovenkous , mee eene fcherpepen, naarde keel gefteken. De gewe üe ge. zen Raadpensionaris werdt, in 't eerst, niet JT^U aangeraakt, lly vraagde dan, of men hem ook■'pei,f10na- tneendc om hals te helpen? waarop iemant zeide, mwot'ät, ja, fchelm ^verraader, dief\gy zult den eigen gang niet da f'n mi Broeder gaan. Meer Joan, toen kt tot gg,^(^"
'ne verdediging willende zeggen, kreeg zulk haan,ge- h' geweldigen flag, met de kolf van een' fnap- kweüu Ähaah, aan 't hoofd, dat 'er 't bloed uit giidsde; waarop hy, zonder te ontftellen, zyn' hoed en kalotje affigtte, en zyn' ncusdoek op de wonde Jei, zeggende, voorts,de handen over eikande- ren leggende, met een on verbleekt gelaat jmqn- fse/t, is 't om myn keven te doen;fehlet my dan tcr- flond maar onder de ynet. Verhoef belette dit eg- ter, dry ven de, dat zulke fchelmen in't open- baar fterven moesten. Den Officieren en Bur- geren, die de Broeders te vooren bewaakt had- den , en nu iet tot hunne verfchooning zeggen wilden, werdt toegegraauwd, gy zyt fchelmen, gy hebt u al mede laaten omkoopen. 't Leedt niet De Broe- lang, of men fleurde eerst den Ruwaard, dien derswor. eene bedplank naar't hoofd gel'meeten werdt, Jvi? :" onder eeii woest gejuil en getier,de trappen af. „"q^. Toen werdt hy by de keel gevac, en geileept, tot omtrent vier treden buiten de Gevangen- poort, regts af, naar den vyver toe. Midlcr- wyl, was Joan, die, onder't dringen, zyn' hoed reeds kvvyt geraakt was,zynen Broeder gevolgd, wordende by de hand geleid^door Verhoef, y/ien hy vraagde/ivowse burger, hoe gaat dit zo ? hem
|
||||
i;ri VADERLANDSCHE LIV. Boek;
\6?z. hem, ondertusfchen,. aanziende, met een ge-
tans ondernam hy x de Witt te betigten van Land- verraaderye. Doch terwyl deeze zig, kort en bondiglyk, verdedigde, begonden eenigen te roepen, dit Verhoef*zig reeds met den Raad- penfionarÜP verftondt, en deszelfs goudbeurs en uurwerk al weg hadt \ waarop Verhoef, toor- nig wordende^ Heer Joan van zig afitiet, met deeze woorden, neemt denfchelm dan, en bruid^ met hem voor den duivel. .jf en deer- Adilaun van Vaalen, Verhoef en anderen lijft
6tb°igt" den voor, de Broeders te ileepen naar de|Mp woonlyke Strafplaats, het groene zoodje, en® daar te doorfchieten: doch hiertoe hadtue woP de geen geduld. De Ruwaard, reeds onder def voet geraakt, werdt, meest door het ilaan mee de kolven der fnaphaanen, waartoe de Wyn- kooper van Ryp en zekere VleeschhouwerZo.w, en, in de wandeling, Kapitein van de Hal ge- naamd, de hand leenden, ter dood gebragt. Een bootsgezel, van een' luifel gefprongen, gaf hem, met zyn' houwer een' houw in 't hoofd en een' ander in de hand. Ook heeft Kor* nein d'Jßigny, Vendrig van 't blaauwe Vendel, hem, met zyn' degen, verfcheiden' fteeken ge- geven. De gewezen Raadpeniionaris, maar pa§ buiten de Voorpoorte gekomen, werdt, door den Notaris van Soenen-, met de piek in 't aan- gezigt gekwest. Daarop voortgeftooten, tot om- trent half weg tusfehen de Poort en 't groene zoodje, fchoot hem Jan van Vaalen, Broeder van Adriaan en Luitenant te water, met een pistool, in den nek, dat hy op de knieën neder- zeeg, Toen, Hoofd en handen hemelwaards hef- |
||||
UV. Boek. HISTORIE. 173
fende, werdt hem toegegraauwd, gy bidden! gy 167%,
om God denken! gy gelooft niet, dat'er een God is, ryen en verraaderyen (ji). Ten zeilden tyde, gaf Piettr Verhagen, Waard jp den Doll'yn en Schut- ter onder 't witte Vendel, hem, ojjet de 'kolf van den fnaphaan, zulk een'geweldigen flag op 't hoofd, dat hy ter aarde ftortte, wordende, voorts, door den Vleeschhouwer, Chrißoffelde Hf laan, en verfcheiden' anderen, afgemaakt. Het ^Lyk van den Ruwaard, toen, by dat van zy- rf^wjiri Broeder, gelleept zynde, floegen de bur- gers eene halve kring om de twee Lyken, en ichooten *er een algemeen Salvo op, welk de . lighaamen aan fleteren geilaagen zou hebben, zo niet de meefle kogels, door't nederwaards houden der fnaphaanen, uit de loopen gerold waren, eer men vuur geeven kon (y). Voorts, De Ly- werden de lyken, door 't flegtfte graauw en ee- keu wos> nige Burgers, gefleept naar 't groene zoodje, jen^y daarzy, door een Matroos, bydebeenen, aan ,)en *a^ de wip werden opgehangen, waartoe de Bur- de wip ; gers de lonten leenden. Een knegt van de post- gehan- |
|||||||||
l«
|
|||||||||
wagens, met den fluweelen mantel van Heere Sen 1
Joan wegloopende, werdt ontmoet, door den gewezen Luitenant-Admiraal, KornelisTromp, dien hy toeriep, hier heb ik de fulpen lap van den Verraadir langen Jan: waarop Tromp antwoord- de, dat is goed, mannen, zig voorts Hellende regt voor de ltraiplaats (V), 't Lyk van den Ru- waard hing, eene fport hooger, dan dat van zynenBroeder, welk, merkelyk langer zynde, met
C«) Omftamlig. Verh. MS-
O') Geilcnkw Sttikk. W. n, 12,13,14, 91. as, C$,99, 3g, *9«
C*0 (JettuKkw. Stufck, tUa», «3, ay. OtulUudig. Verb. AW.
|
|||||||||
174 VADERLANDSCHE LI V. Boek,
|
|||||||||
ttijra. met hoofd en fchouders, het fchavot raakte;
■------ De lighaamen waren toen genoegzaam naakt
uitgefchud, en reeds, met houwen en ihydeny
geweldiglyk, mishandeld, waarin, terwyl zy van alle hingen, werdt voortgegaan. Eerst fneedt men ledemaa- joan $e twee voorste vingers van de regterhand, rooH6 met welke by, riep men, het eeuwigEdiclbe- en fciian- zwooren hadt.- Men hadt de leden, die dé' ilelyk fcbaamte verborgen houdt, in den Ruwaard, mi.',han- rneteenedoodekat, hier, bytoeval,gevondenJÊf ' en in Joan, met eene oude lap of ftuk van eeftv- rozynkorf, toegedekt; doch decze clêkfels wex*A den, welhaast, weg gefmeeten« Een uit den woesten hoop zette de tanden in des Ruwaards - manlykheid, poogende dezelve af te byten; doch hy fneedtzc, daarna, af. Een ander Hok- te een oog in, v/elk hy hem uit het hoofd ge- boord hadt, luidkeels vraagende /.' of hy het wel wederom zou kunnen hsfen ? een derde fneedt den Ruwaard, omtrent de heupen, een ftuk vleesch uit het lighaam, welk hy voorgaf, met zynen vriend Tichelaar, dien avond, gebraaden». te zullen opeeten. Geduurende dit ysfelyk fchouw- fpel, vraagde iemant, Tromp ziende onder de toekykers, wat zegt 'er myn Heer Tromp van? waarop Tromp, naar 't verhaal van eenigens antwoordde, dat moet 'er nu zo medt door; doch anderen melden, dat hy, den hoed in de oogen trekkende, ftilzweeg. Ondertusfchen, geesfel- den fommigen de Lyken, met de handen, on- der ft melden der fchelmilukken, welken men Gfticr ^ den Broederen te last gelegd hadt. Een matroos |
|||||||||
van oen
IVJairoos |
fchreeuwde, dit zyn de fchelmen, die geene Vloot
|
||||||||
tegen Kromwei in zee wilden brengen; maar den
ouden Admiraal Tromp zo deerlyk vermoorden lie- ten. |
|||||||||
HISTORIE.
|
tfè
|
||||||||
UV. Boek.
|
|||||||||
ten. Die hond, wyzende op hetLyk vanjoan, 157a.
meende het den zoon, ons Keesje, oo/è te klaar en-, -------3
</ocv5 drï fWM/e hem. Evenwel zette hy hem nog af.
Maar toen de Broer van deezen fc/ielm tegen een wettig' Koning zou vegten, werde 'er wel voor ds Floot gezorgd. En nog durfde die hond niet tegen de Franfchen aan. Te gelyk eenigen der ver- fcheurde klederen over zyn hoofd zvvaaijende, riep hy, Tromp boven! de Witten onder! die 't zo %iet wil, dien fla de donder! D$ Predikant Simon De Pre* Simonides, ook onder de aanfehouwers ftaan- dikant_ de, werdt, dooreenen der beulen toegeroepen, Simoni- Domine, hangenze hoog genoeg? waarop een der onje"dc omltanderen zeide, hangt dien grootfien fchelm aan- nog een [port hooger. Maar Simonides, het af- fchou- fchuwelyk gezigt niet langer konnende veelen, wers# begaf zig naar de herberg naast de Gevangen- poort : vanwaar de Regeering van den Haage 't ftuk ook aanfehouwde. Ook ftondt 'er, ten zelfden einde, een groot getal van koetfen op den Vyverberg. Simonides deedt, des ande- rendaags , eene Predikaatiie in de nieuwe Ker- ke , in \Velke hy den moord der Broederen eeite wraake Gods noemde , verzekerende , dat de handdaadigen niet geftraft, maar veeleer be- loond zouden worden. 't Mishandelen der Lyken duurde, van vyf De ge-
uuren tot aan de fchemering, binnen welken knotte tyd, zy van genoegzaam alle de ledemaaten, 'cdemaa- vingers, teenen, neuzen, ooren en fchaamte- ^nTe^ leden, geknot werden. De ledemaaten wer- koop ge- den , zo wel als de lappen en fleteren van 't ge- veiid. waad, aan de omftanders geveild en verkogt. Een vinger goldt vyftien of twintig , een oor vyf'ntwiiitig of dertig, een teen tien il ui vers. Daar-
|
|||||||||
ï?6 VADERLANDSCHE UV. Boek;
ï6?z. Daarna, kwamen 'er twee Ruiters om deLyken
—'-----te bewaafeh: een van welken, terftond^bp 't
fchavot klom, en den Ruwaard den laatften
teen affneedt, dien aan de omftauders voor
dertig ftuivers te koop veilende (*■). Onder 't
' ombrengen en mishandelen der Broederen,
waren de kinderen van Heere Joan geborgen ,■
in 't Huis van de Doopsgezinde Zusters Koster,
op de lange graft, in den Wenteltrap , van
waar zy , des anderendaags, in flüte , naar
Amiterdam gebragt werden*
De Bur- Tegen den avond, trokken de Burgerven-
gef ven- dels ? jn goede orde, af. Het blaauwe Vendel
ken afk' nam zvn?n weS ^an8s ^en Vyverberg, voorby
het Heeren-Logement, daar toen de Heeren Tromp en Kievit in de venfters lagen, die eg- ter 't hoofd omkeerden, toen de fchutters, in 't voorbytrekken, Lang leeve de Prins! Lang leeve Tromp! riepen. Voor 't Huis van den Raads- heer van der Graaf, febreeuwde men Mevrou- \ve toe, JVy hebben uws Zoons dood gewrooketu Zy l/angen al, die 'er oorzaak van zyn. Omtrent het Huis van PrinfeMaurits, kreegen de fchut- ters Willem van der Aa, Burgemeester van Rot- terdam, in 't oog, dien zy, zo Verhoef nader- hand verhaald heeft, even als de Witten , zou- den gehandeld hebben, was hy niet, fchielyk, uit hiin gezigt geraakt. Men hadt, te vooren al, gefproken, om 't Huis van den gewezen Raadpenfionaris en nog eenigen te pionderen. Doch Verhoef en anderen wederhielden dit. Ook wilden fommigen den Rekenmeester sis Witt
Cr) Ocdenkw. S'uUk. il. li, 2?, 2«. »R, 4f, 41. Hnll. Merc»
ynii 1Ä7J. tl. 140, L.cv. van C. en J. de Witt. il. 419. |
||||
LlV.BoEK. HISTORIE. i-r
Witt te lyvè. Doeh zy vonden geene onder- 1672.
fteuning genoeg., om dit voorneemen uit te ——- voeren (ƒ). Maar omtrent half tien uuren, begaf Ver- Verhoef"
hoef, voorgeevende, in de zak van Heere Joan, ™"sut^ eenen brief aan Beverningk gevonden te heb- van de ben ; waaruit het verraad klaarlyk bleek, zig henen wederom naar de ftrafpJaats, om den vermoor- <JerBt0«i- den de herten uit het lyf te haaien , gelyk hy, eren' met veel verwoedheid , deedt. Hy zelf heeft egter , naderhand , verhaald, dat hy ze eenen jongen ontweldigd hadt. Vast gaat het, dat hy ze, terltond hierna, in de herberg van Beu- kelaar, aan eenrge liefhebbers van zyne Hoog- heid vertoonde, welken hy wist te zeggen, dat het grootfte dat van den Raadpenfionaris was. Hy gaf voor,, de herten aan den Prinfe of naar Engeland te willen zenden ; doch hy heeft ze zelf, in Terebinthyn-olie, bewaard>,ven federt-, . dikwils, vertoond (z). Omtrent den brief aan Beverningk, weet men nog, dat Verhoef, voor- geevende, desnagts, by den Prinfe, in't Le- ger , geweest te zyn ,• zig, des anderendaags, met zulk een' brief, vervoegd heeft aan't huis van den Prokureur Sterrcveld in den Haage, op hem begeerende , dat hy 'er twee Affchriften van maaken zou, die, des avonds, door een Paadje van zyne Hoogheid , zoudön afgehaald worden : gelyk gefchiedde (a). Omtrent half elf uuren, werden de Lyken,, door iemantyby fak^
(y~) G.'denkw- Stukk. !>'.• 14, 15, 34.
\z~) Gcdenkw. Stukk il. 14, 24, 26, 4t. Valkenier I. i)ed, tl. 76S. (.«) Aant tilt den mond randen Prok. Stsrrevïi.1). Mtt
XIV. Deel. M
|
||||
i?8 VADERLANDSCHE UV. Boek.
1672. fakkellicht > uitgetekend (F). Men vondt toen
-------de borst van den Ruwaard , met een dwars*
hout, gelyk men de beesten doet, opgefpalkt.
Doch 't lighaam van Joan was , met geopende borst, blyven hangen. De Staaten van Holland , kennis van 't gebeurde gekreegen hebbende i hadden 'er, terftond, over gefchreeven aan den Prinfe, het ombrengen der Broederen noemen- de eene zaak, die, voor hun en voor al de weereld * ttetes- * yerfoeilyk was, en zyne Hoogheid verzoeken- tabel. ^e, om terftond naar den Haage te komen-, en de verdere onheilen, door zyne tegenwoordig- heid, te fluiten. Ten zelfden tyde, hadden zy belast, dat de mishandelde Lyken afgenomen t>e Ly- zouden worden (f). Ook gelchiedde dit, ten ken wor- twaaif uuren des nagts, door twee dienaars van «omen " Heere Joan, twee dienaars van den Heere van en be- Zwyndrecht, en een' dienaar van-den Reken- graavsn. meester de Witt: waarby zig, uit loutere lief- de tot de vermoorde Broeders, voegden de Ad- vokaat Theophilus Neer anus, en zekere Schoen- lapper. Men bragt de lyken, onder geleide van eenige Ruiters , naar 't huis van den gewezen Raadpenfionaris, in wiens graf, in de nieuwe Kerke , Zy x des nagts tusfehenden een-en twee- entwintigften van Oogstmaand, wederom on- der 't geleide van eenige Ruiters, doch zonder dat 'er eenige vrienden by waren, ter aarde be- fteld werden ( d). De wapens der Broederen werden * federt, bedektelyk, in 's Kosters huis gebragt, met meening, om ze, ter gelegener tyd, iiaar 's Lands gebruik, in de Kerke, op te han- gen. (O Leven van C. en J. de Wnr. hl. 423.
CO Utfol. Hol). 0.0 Aue;. 1672 W. ij», >r>9-
C<0 Getlenkw. Stukk, ii, 25, 41. Omdandig Veth. MS,
|
|||||
\
|
|||||
LI V. Boek. HISTORIE» lft
|
|||||
gen» Doch 't graauw, hiervan de lugt gekree- ißj^t.
gen hebbende , viel ter deure in , en maakte ------»
zig meester van de wapens, die, terftond, ver-
nield werden (è). 's Daags na het ombrengen van de Witten» vr.
was de Prins in den Haage. De Staaten van ^vne Holland vaardigden den Heer van Maasdam he^|"nt. aan hem af, om uit hem te verneemen, welke raadt het middelen men tegen de handdaadigen zou be- vervol, hooren in 't werk te ftellen. 't Scheen, dat zy |en ''er^ neigden tot ftrengheid. Doch zyne Hoogheid algen. " bragt in bedenking, dat hetftuk, doordevoor- naamfte burgers, was uitgevoerd; tegen welken men zig, niet zonder gevaar, van ftrenge mid- delen zou können bedienen (f). Ook heeft men , federt, geheel geen onderzoek naar de handdaadigen gedaan. Aanmcrkelyk is'tegter, dat verfcheiden' derzelven een ongelukkig ein- de gehad hebben. De Schepen Joan van Bank- UireinrJe hem , in Herfstmaand , door zyne Hoogheid, Y/"1 'jrie bevorderd tot Baljuw van 's Graavenhaage , v^z. d*eft kweet zig zulks in zyn ampt, dat hij, op last Schepen van't Hof (g), in hegtenis gezet en ftrengelyk Joan vaa gepynigd werdt; waarna hy, indenjaare i63o, ^anIt" wegens menigvuldige begaam misdryven en vuile handelingen (Ji), veroordeeld werdtxom onthalsd te worden. Hy beriep zig van deeze Sententie op den Hoogen Raad, enftierf, terwyl zyn geding daar onafgedaan hing, in zyne gevangenis , op de Voor-
CO Holl. Mcrc. van 1672. U. 140. I.ccvcn van C. en J. de Witt, bl 43?.. (ƒ.) Uit Aant. van den Penf. ViviBN van 23 Aug. 167a. MSS,
Geüenkw. Stukk. tl. 46. C£) Refol. Holl. 31 July V)Dec 1672. */. 317. 616. (5 ) Zie Alt. en efsch van den Procur, Gcner. tegen Mr. /. Tan Uankhcni gedr. l6jij, M 2
|
|||||
i8o VADERLANDSCHE LIV.Boek.
|
|||||||||||
16,2. Voorpoorte, na dat hy verfcheiden'jaaren geze-
------- ten hadt (t). De Zilverfrnid Verhoef was van
den Zü- Woerden geboortig , alwaar zyne Ouders een
verfmid „jas mct zvnen naam vereerd hadden*in de Re- v cr loer
|
|||||||||||
en
|
' monftrantl'che. Kerke, welk, zo ras men er kennis
|
||||||||||
van zyn bedryf gekreegen hadt, veragtelyk, in
ftukken gellaagen werdt. Daarna verliet hy de Zilveifmids Winkel, en werdt Waard te Voor- burg , alwaar hy, zig, eerlang, aan verfchei- den'ftraatfehenderyen en andere fchelmftukken , fchuldig gemaakt hebbende, door Baljuw en Mannen van Rynland, tot openbaare geesft> ling veroordeeld werdt. Dit vonnis werdt, den zevenentwintigften van Slagtmaand des jaara 1677, te Leiden, aan hem uitgevoerd. De mees- te aanfehouwers verheugden zig* inzynefchan- dc. Eenigc Studenten hadden Vioolipeelcrs ge- plaatst, tegen over't fchavot, diezy, terwylhy geftraft werdt, wakker fpeelen lieten. Voorts, was hy voor vyftig jaaren in het Tugthuis ge- bannen (7;). Ik lees egter, dat hy, na eenigen tyd, gcflaakt zynde, met der woon naar Utrecht vertrokken is (/). Doch hoe hy daar of elders aan zyn einde geraakt zy, is niet tot myne ken- den Chi- nisfe gekomen. Maar van Willem Tichelaar, rurgyn den bclchuldiger des Ruwaards, heb ik ver- ïfj'1!"11 fcheiden' merkwaardige byzonderheden aangc- {aar. " tekend gevonden. Niet lang na 't ombrengen der Broederen de Witt^kwarn hy ten huize van den Heere van Heemftede , toen oudften Re- kenmeester van Holland, begeerende van hem het
f/) Aantck.van deezen tyd. SIS. Zit ook De Riemer's Gra-
venli. II. Deel, tl 53, 54- (,*) Verhaal dcrjullitie aan den H.Verhoef ged.teLcydciilift,
{l) Lccvtn van C. en J. de Witt, tl, 42'j, 43c. |
|||||||||||
/
|
||||||
/
|
||||||
LIV.BoEK. HISTORIE. 181
het Ampt, welk hem toegezeid was, voor den 1672*,
dienst, dien hy aan 't Land gedaan hadt. De -------
Heer van Heemftede vraagde, wie hem het Ampt
toegezeid hadtl De Heer van Zuüenßein , ant-- woordde Tichelaar. Ga dan, hernam de Heer van.Heemftede, naar den Heer van Zuiknßein, en laat die u het Ampt geen* (tri). Tichelaar kreeg, eerlang, een Ampt. Hy werdt Stedehou- der van den Heer Joan Francis van Schagen, Heere van Heen vliet, die Ruwaard van Putten geworden was, in de plaats van Kornelis de Witt. Doch Johan Boieel, Luitenant-Kolonel in Staatfehen dienst, in den jaare 1681, Ruwaard geworden zynde, gaf den Prinfe te verièaan, dat hy met Tichelaar niet te handelen wist/ en hem gaarne, met goedvinden van zync Hoog- heid, zou afdanken. Hy vraagde, te gelyk, of zyne Hoogheid zig ook iet aan deezen mensch liet gelegen zyn ? De Prins antwoordde, neen:. daarby voegende, geeft den hondnot een voet in V gat, en laat hem hopen (V). Hy werdt ook, kort hierna, om zeker misdryf, afgedankt, 't Schynt egter, dat de Prins, ook na dat hy Ko- ning van Groot-Britanje geworden was, Tiche- laar nog met een jaargeld onderfteund heeft.. Immers, ruim een jaar na 's Konings dood , in^ >. den Zomer des jaars 1703, vervoegde hy zig by Godard'Willem van Tuil vanSerooskcrkc,,Hee- re van Weiland, toen, wegens Utrecht voorzit- tende ter algemeene Staatsvergaderinge, hem zeggende ö dat hy ,van wege zyne Koningkly- „ke
(»)-A.intek. uit den mond van Sehepen Bontriuantel, die 't
hadt van den llr. van Heemftede zehen MS («) Aanr. uit den ma d van Scliepwi C Kloek.dit 't hadt ren
ieri HooiHoflk. Boreel Broeder van ilea Ruwaard. J, ISorccl. *& M3
|
||||||
i8a VADERLANDSCHE UV. Boek;
xóft, „ke Majesteit, jaarlyks, agthonderd guldens
«■—— „ ontvangen hadt,in vergelding van den dienst, „ door hem, in 't jaar 1672, aan den Lande ge- „ daan; dat de Akte, welke hy hiervan hadt, „egter maar fprak van vierhonderd guldens, „ willende zyne Majesteit niet weeten, dat hy „hem, jaarlyks, zo veel gaf." Voorts, ver- zoekende „ dat hunne Hoog Mogendheden > als „ Executeurs van 's Konings Testament, hem, „ die nu oud en behoeftig was, uit 's Konings jpdomeinen, de jaarlykfche agthonderd gul- 50 dens lieten trekken, als te vooren (o).'' Doch men kan ligtelyk denken, dat zulk een verzoek toen geen' ingang vondt, Tichelaar verviel, daarna, tot de diepfte elende. Men heeft hem, in eenen hoogen ouderdom, op krukken, in den Haage, zien bedelen, zonder dat iemant byna, die hem kende, zig zyns erbarmde. Ook fleet hy zyne dagen in geduurige ongerustheid, erkennende, nu en dan, onder vier oogen, dat hy den Ruwaard valfchelyk befchuldigd hadt, en oorzaak van den moord der twee Broederen geweest was (j>). Hy is, volgens fommiger ver- haal, in of omtrent het jaar 1714, in den Haa- ge, geftorven (q). VU. Zo veel hield ik dienstig aan te tekenen, over diDR vm ^et om'3rengen ^er Broederen de Witt, den' » waardoor men/' fchryft Burnet „ den Prin- Raad- w fe meende dienst te doen; fchoon men hem, penfiona- ^ meer nadeels toebragt, dan men ooit magtig Witu »was te herftellen. Ook fprak, getuigd hv, j, zyne Hoogheid nimmer van den moord, dan „ met
fo"> Aant. uit den mond van Hen H. ven Weiland zelyen M$«
(/>) Annt. van Mr. N. N. *fdy. AtS.
($_, H. J. Z. C. Grondig berigt van 's Lands Ongeval,W.M,
|
||||
UV. Boek. HISTORIE. 183
|
|||||||
3
|
met de uiterfte verfoeying (>)." De dood van
|
||||||
en gewezen Raadpenfionaris werdt ook be-
klaagd by veelen, die, met reden, voor voor- ftanders van het Huis van Oranje, gehouden werden (Y). Zyn vlug verftand, vaardig oor- deel , inneemende welfpreekendheid, ongeT meene fchranderheid, in 't uitvorfchen van ge- heimen (2?), en groote ervaarenis in zaaken van Staat en Regeeringe (V), hadden hem, al lang doen aanzien j voor het Orakel der hooge Staats- vergaderingen. 't Beleid der gewigtigfte onder- handelingen, over uitheemfche en binnenland- iche zaaken, werdt hem, hierom, doorgaans, toevertrouwd. Hy ontwierp de Brieven, In- ftruéfren en andere Akten van aanbelang. Hy qnderhieldt briefwisfeling met de Gezanten van den Staat aan alle Hoven, en handelde, daar- enboven, dagelyks, met de uitheemfche Ge- zanten in den Haage. De ftaat van 's Lands Geldmiddelen, was, door hem, in zulk eene uitfteekende orde, gebragt, dat de Staaten, na dat hy zyn ampt reeds neder gelegd hadt, nog op hem begeerden, dat hy hun daarvan eene fchets zou leveren (V). Hy droeg, gemeenlyk, een zakboekje by zig , voorzien met tafels, waaruit hy aanwees, op wat grond en wyze. men den Staat aan geld helpen kon, in geval van noodzaakelykheid (w). Die gefchreeven hebben, dat hy geene kennis had van den ftaat en belangen van vreemde Mogendheden, moe-, ten,
CO BURNBT Vol I. p. %»&.
(_s ) Gcdcnkw. Sml>k. ü 47.
(O D'Estbaiies Tom. IJ.«. 61,563. Tom. III.p,22, 25» 54Ê.
(«) Foicz D'I^STRAnES Turn. II. p. 167,
(u) Rcfol. HoH. n.Aug- 1672. tl. 73.
(«0 Burwüt Fol. 1. i, 220.
W4.
|
|||||||
I
|
|||||||
iß* VADERLANDSCHE UV. Boek,
\6f%, ten zytie Brieven niet hebben gelezen. TempLe
-. getuigt, nimmer icmant gekend te hebben, die deeze belangen zo wel verftondt (#). Ook is 't hem, door anderen, als een misilag toegere- kend , dat hy te veel uit der Vorften belangen redekavelde, en te ligt onderftelde, dat zy* naar hun wezenlyk belang, te werk gingen. In den jongften oorlog met Groot - Britanje, hadt hy zig zelfs op 's Lands Vloote begeven, de- zelve, eens, tot merkelyk voordeel van dea Staat, tegen 't gevoelen der Lootsluiden, met eenen ongewoonen wind, in zee brengende. Doch fommigen oordeelden, dat hem de kryg niet voegde, en dat hy 'er, uit loutere ver- waandheid , de hand aan iloeg: of, veelligt, om zyn wankelend gezag, dooreenen gelukkigea zeeilag onder zyn beleid, te herftellen (^}. Schoon hy zig wars toonde van uiterlykepraal, dikwils alleen te voet ging, en maar een' of twee knegts hieldt (V), meent men egter, dat hy niet vry was van trotsheid en heerschzugt: en dat hieruit ontftondt, dat hy de gewigtigfte zaaken geheim hieldt, en genoegzaam alleen afdeedt («). Ook paste hy veel invloed te heb- ben in de Regeeringen der Steden, welken hy, allengskens, wist te vervullen, met Luiden, die zyne zyde hielden. Zeer was hy 'er op gezet, om zyne bloedverwanten en vrienden te bevor- deren, tot eerlyke en voordeelige ampten, waarover, fomtyds, misnoegen rees, tuslcheii hem en zulkcn, die anders hooge agting voor hem
(r") Tf.mple Meroor. hl. 506.
Cv> Memoir. de Uniche 'p 77, 82, 104.
( *) Zie ISrandt ile* Ruitjr, il. 614.
l'.j üvKtiËTFcl. 1.^.31^,3:9. D'Estrades Tom, IV.*. 3Ä7.
|
|||||||
UV. Boek. HISTORIE. 185
hem hadden Cß). Voor 't overige, is hy den Va- 167a
derlande altoos getrouw gebleeven, zonder dat-------
men, wat hem ook , by monde en gefchrifte, mo-
ge nagegeven zyn, ooit ontdekt beeft, dat hy zig, door vreemde Mogendheden, heeft laaten omkoopen, omiette onderneemen, ten nadee- le van den Staat. De Prins van Oranje zelf hieldt hem, fchryft Burnet, voor eenen der grootfte mannen zynereeuwe, en geloofde, dat hy den Staat getrouwelyk gediend hadt (c). Dezelfde fchry ver noemt hem een opregt, open- hartig man, die geene konstftreek oefende, dan die van ftilzwygendheid, aan welke hydewes- reld zo gewend hadt, dat men naauwiykswist, of hy, met voordagt, of uit gewoonte zweeg (</). Doch 't gene wy, te vooren, van zyne hande- lingen met den Franichen Ambasfadeur, d'Es- trades, te boek gefteld hebben, heeft denLee- zer können leeren, dat hy, ook fomtyds, al fpreekende, zyne waare meening wist te ver- bergen. Terflondna zynen dood, werden alle zyne papieren, en zyne byzondere brieven zel- ven in beilag genomen door de Staaten, en door endooronderzogt (Y), zonder dat 'er iet in ge- vonden werdt, welk zyner gedagtenisfe oneer aandoen kon. Een der Gemagtigden tot dit on- derzoek , gevraagd zynde, wat hy in de Witts pa- pieren gevonden hadt, antwoordde, wat zouden wy gtwnden'isbbcn? niets dan esrlykheidQf). Al- leen-
(V) D'Estimdes Tom. VI. p. 155. Lettre de M«. de Groot
4u 20. May 1673. (c 1 Bitnet Vol- I. p. 321.
f rf) I'iurnrt Vol. I. ft. 220.
' (O Refoi. IIoll. 23, 25 Aug. 17 Sips. 20 Dccemb. 167».. hU I41 , Hft, yo. 104..
C/J G.Jenkw. Suikk, il. 50
M 5
|
|||||
\
|
|||||
i86 VADERLANDSCHE LIV.Boe*.
ÏÖ72. leenlyk, kan niet geloochend worden, dat hy^
**n— door eene onverzettelykheid , die fommigen grootheid van ziele (g), andere ftyfzinnigheid en wraaklust noemden (/f), al zyn gezag ge- bruikt heeft, om den Prins van Oranje, zo veel hem mogelyk ware, buiten bewind te houden, tegen 't gevoelen van alle de Gewesten en van verfcheiden' voornaame Leden van fiollandl zelven, die niet veelen konden, dat iemant, die hun gelyk ftondt in rang en geboorte, zig 't voornaam bewind der Regeeringe aanmaatig- de (f). Ook fchynt men, aan deeze onverzette- lykheid 3 een groot deel der rampen van deezent tyd te moeten toefchryven. Zy bragt hem ooi? in den haat van zulken, die 't belang van den Staat, of hunne eigen'grootheid zogten, door 'sPrinfen verheffing (It). Zy was oorzaak, dat hy verdagt gemaakt werdt van Landverraaderye en ontrouw, by't onverftandig gemeen, welk, geene paaien weetende te ftellen aan zyne woe- de, en, door luiden van meerder aanzien, eer- der opgehitst zynde dan nedergezet (J), hem aan zyn einde hielp, op eene wyze, die fom- migen heeft doen twyfelen, of de Hollanders niet wel met reden befchuldigd werden van wreedheid (m), en die de meesten, zonder on- derfcheid, heeft doen oordeelen, dat zyne ne- gentienjaarige diensten een beter lot waardig geweest waren. Zyn Vader, de Rekenmeester de Witt, ontlloeg zig wat laater, ook van zyn ampt
(g) Lettr. de Mr. de Groot <fa 12 Stpt. 1673.
(/';) Menioir- de Guiciir p- 30, 31.
£?) Huknet Pal. I. p. 221. 329. D'EstraDKS Tom. II. p, 37J,'
(A) Memoir de Ghjchk p. aifi.'
( l') Uurnet Pol. I. v. 330.
(r.) 5« Xbmple Qbfery. ut>ou the Ncthcrl. CA. IV.
|
||||
JJV.Bqek. HISTORIE. 187
|
|||||
arnpt (ß), en overleefde het ongeval, weik \6j%i '
jjynen Huize overgekomen wqs, nog geen an---------:
derhalfjaar (5).
Het deerlyk omkomen der Broederen de Witt viII.
baande den weg tot verandering in de Regee- Oe Grift ringe der Stedenx die, kort hierna, voorviel; ^rF^J doch niet zonder merkelyke opfchudding toe- ^ordt ging. De Heer van Maasdam gaf, op den twee-Raad- entwintigften van Oogscmaand, ter Vergade- penfiq« ringe van Holland, in bedenking, of fqmmige narvi* Regenten , die by 't gemeen verdngt waren, fchoon de Prins hen onfchuldig hieldt, zig niet behoorden te ontilaan van de Regeeringe (0). Doch hierop werdt toen nog niets beflooten. Midlerwyl, hadden de Staaten, op aanpryzing van zyne Hoogheid, den Griffier Gaspar Fagd> verkooren tot Raadpenfionaris, op de Inftruo tie van den jaare 1668, die den Prinfe wel ge- viel , mids men 'er by beval, dat de voornaam? fte zaaken den Stadhouder moesten bekend ge- maakt worden (p). Pagel aanvaardde het gewig? tig Ampt, na dat hy verklaard hadt „ dat hy ia „ zig niet vondt de hoedanigheden, welken , in w zynen voorzaat, hadden uitgemunt, en die dee- jpZen, fchoon hy wel gediend hadt, egterniec „ hadden konden hoeden voor de rampen, welr n keq hem waren overgekomen; dat het Ampt 2, ook veel opfpraak onderworpen was., en dik- „wils,
(>;) Vit Aant. v$n drn. PenC Hop van 27 Sept. 1672. MS.
\o) Vit Aant. van den Peul'. ViylfcN yen 22 4ug* 1672.AIS. G-ik-nkw. Stukk. W. 46. ' <>) Relbl. H»IL '8, 19 yfug. 1*72. bl. 122, 127. Aantek. vc;i
JiPenf. ViviEN en Hoi' van 16, 17,18,19, zcjtug. 167a.M$S. (5) Hy ftierf, den tiendon van Louwmaand des jaars
IÖ74; Zie 2'zvcejaan'gc Ce/c/jiedeuhfcii, bl. 67. |
|||||
i83 VADERLANDS Cl IE LIV.Boek.
|
||||||||||
167:2. n wils, zelfs by Regenten, in 't oog liep; en dat
>------ n hy bet aannam, om de Staaten te gehoorzaa-
„ men (^)." Op den voorllag der Edelen (r%
werden hem, in de plaats van zesduizend, gelyk zyn voorzaat genooten hadt, twaalfduizend gul- dens , in 't jaar , toegelegd (i). De nieuwe Raadpenfionaris, fchoonhy, voorheen,dezyde van de Witt gehouden, en zeer gearbeid hadt,; om Friesland te beweegen, tot het omhelzen der Akte van Overeenitemming (V), was, fe- dert een igen tyd, geworden een yverig bevor- deraar der belangen van den Prinlè , zonder wiens hulp, hy, zegt Temple (ii), meende , dat het Land met kon behouden worden. Ook verliet de Prins zig gehcelJyk op zynen raad, die, fchryft de Groot (V), omtrent deezen tyd » ftrekte, om zyne Hoogheid te doen begrypen, M dat deszelfs gezag niet onafhangkelyk genoeg w zyn zou, zo lang 'er gecne verandering kwa- „ me in de Regeeringe der Steden,. en zo lang „ zy, die de maatregels van de Witt gevolgd „ hadden, zitting behielden in de Staatsverga- „ deringen." De oproeren in vericheiden'Ste- den gaven, ten zelfden tyde, den Raadpenfio- naris aanleiding, om den Staaten, ók nu op 't fcheiden Monden, af te vraagen „ hoe de Ge- committeerde Raaden zig, in der Staaten af- „ zyn, omtrent deeze oproeren, zouden heb- De Ge- „ben te gedraagen?" Men verftondt, dat de kommit- (jekommitteerde Raaden zelven, desaangaan- |
||||||||||
teerde
|
||||||||||
de,
(f) Uit Aant. van dtx Pcnfion. Vivipn van 23 Aug, 1(172. ä.'ä.
(r~) Uit Aantek. van ricezen tyil. S/S
(j) tlefól. Hotl. zo Aug. 1672, il. 137.
Qtj Huroet !'ul I p- 327.
( u , Metnor. bl 290-
(jy) Leitre de 2y May 1663, ecritt £Anveru
|
||||||||||
LIV.BoEK. HISTORIE. i89
|
||||||||
de, eenigen voorflag zouden doen: die, hierop, ity%
in 't breede, verklaarden „ dat zy, ernftelyk |
||||||||
„ geraadpleegd hebbende, op eenig middel, Raade*
w om de verkeerde indrukfels,door de gemeen- oordee- „te, opgevat, tegen de Regenten, weg te nee- ^ de" „men, maar twee wegen open zagen; of de Pnns be- „ oproerigen, geregtelyk, aan te tasten, en te hoort te „ ftratlen, of den weg van zagtheid en toegee- 1Iïaüt!§ea „ vendheid met hen in te liaan. Dat de eerfte "ü"t in de w weg niet was te houden, zynde de Regters, steden, „ zelfs gefterktmet het weinigKrygsvolk, welk ze'fs^ „ in de Steden lag, niet beftand, tegen de ge- door't ' „ wapende burgery. Ook hadt men den vyand renner" n op de grenzen, die zig ligtelyk bedienen zou Re^ee- n van de gelegenheid, om eenige Steden te ver- ""ge, te „ rasfen, als hy zag, dat Regeering en Bürge- her(lel- „ ry onderling overhoop lagen : en als 't volk n eens magtiger werdt dan de Wethouders, n zou ook 't gezag der onverdagten en dat des jj Stadhouders zclven eenen onherftelbaaren n krak gekreegen hebben. Zy oordeelden ,hier- „om, eenpaariglyk, dat men den zagten weg n behoorde te kiezen, en zyne Hoogheid ver- ,, zoeken en magtigen, om alomme onderzoek n te doen naar de oorzaaken van het mistrou- n wen op de Wethouders, en de gemeente, w door redenen, te overtuigen van haar onge- n lyk; of zelfs, om, zo meifanders de rust niet „ herftellen kon, de verdagte Wethouders, op w de beleefdfte wyze, over te haaien, om zig „ te ontflaan van 't bewind, zonder de minste w krenking der Privilegien, of van den goeden „naam en faam der Wethouderen; die ook, „ hierom, niet zouden mogen geagt worden, n zig ergens in vergreepen te hebben. Dat men, »by
|
||||||||
l$6 VADERLANDSCHE LlV. Boek,
W>?é. »by Titus Livius (v), las$ hoe Pakuvius> té
r----- „ Capua, daar 't volk ^ öproerig geworden, den
„ Raad dreigde te vermoorden j gezag gekree-
„ gen hebbende van den Raad en 't volk, om „ den twist te beflisfen$ middel gevonden h;idt> j, om den Raad in wezen te laaten * en 't volk „ te (lillen; en dat zy God bidden zouden ^ dat „ het hier ook zo gaan mögt." De Staaten, de Gekommitteerde Raaden gehoord hebbende * beflooten, op óen voorflag van Haarlem, der-« zelver gevoelen den Priniè aan te dienen en zy- nen raad daarop te hooren. Doch zyne Hoog- heid vondt niet dienstig, zig te uiten. Alleen^ lyk verklaarde hy zig gereed, tot het gene de Staaten heilzaam zouden oordeelen, daarby voegende» dat hy van mcening was, dat veele Wethouders, ten onregte, verdagt werden ge- DeL1den maakt('*)- De Edelen, Dordrecht, Haarlemen vallen ^ ^e raeeste andere Steden fchikten zig, federt, hun toe. naar den voorflag der Gekommitteerde Raa- Bedenke- den. Delft en Leiden meenden, dat de veran- lykheitl bering der Regeeringe, niet dan op den ge- nügen"11" woonlyken tyd, en volgens de Privilegien, be- hoorde te gel'chieden. Leiden merkte aan „ dat „men 't meest gelaaden hadt op zulken, die, w voorheen , tegen de bevordering van den „Prinfe, geftemd hadden." Ook begeerde deeze Stad en Briele, dat zyne Hoogheid zo wel last kreege, om de Gemeente te Araffen, wanneer zy bevonden werdt, ten onregte, te opgelost klaagen, als om de Wethouders te verlaaten door den van hunne ampten. Doch de Raadpenfionaris Fagel
O) UW. XXTH. Cc.p. 2, 3.
(x~) Relol. IIoll. sh Jut;. 16-2 il. 162,1'»!. Vit Aant, d;f
Pciifi-iii. VivttN «B Hop v*n -J\ Aug. ifrji. MSS, |
||||
LIV.BoEK. HISTORIE. 191
|
|||||||||||||
Fagel merkte aan v dat de verandering der Re- «57a.
„geeringe, buitentyds, en door den Stadhou- |
|||||||||||||
„der, behoorde te gefchieden, om dathetvolk Raad-
„ anderszins niet te vrede zou zyn, hebbende P.e"fion** „ men, hier, toen het * verfoeilyk ftuk aan de l*xJ^a.' „Witten uitgevoerd werdt, voorgegeven, dat bel faia. „ de Prins te goed was, en dat men daarom 't „ werk verrigten moest, eer hy in den Haage „ kwame. Dat de voorgeflaagen' verandering „ wel aanliep tegen de gewoone orde der Re- „geeringe, mogende de Vroedfchappen zelf§ „niet verlaaten worden; maar dat het beter „ware, dit, voor ééne reize, door de vinge- „ ren te zien, dan af te wagten, dat het volk „ zelf orde ftelde. Dat zyne Hoogheid , onge- „twyfeld, befcheidelyk handelen, en de Re- „ geering zoo veel in ftand houden zou, als „ mogelyk ware. Dat 'er ftof genoeg was, om „fcherpe Plakaaten te maaken; doch dat de „tyden zulks niet gehengden, zullende het „volk maar hardnekkig worden, zo men 't „ door ftrenge middelen, dagt te verbaazen." Door deeze redenen, lieten zig de drie Steden Zyne overhaalen (y), en de Staaten verzogten en mag- ^°£%~ tigden zyne Hoogheid, by een Beiluit van den wordtge- zevenentwintigften van Oogstmaand „ om, in magtigd, „ zulke Steden, daar reeds agterdogt en gemor om« deï „ontftaan was, aanftonds, en zonder af te HeVe' „ wagten, dat de zaaken aldaar tot verdere geering „ oproerigheid voortliepen, op het verzoek van te veren- gde Burgemeesteren enRegeerderen,ofvande deren* „ Burgeren en Ingezetenen, of anders ook uit |
|||||||||||||
»
|
èi-
|
||||||||||||
CjO Vit Aaiitek. v*n d* Penfioo. Vivibn en Hor van »7 Aut.
%t7o. ms. |
|||||||||||||
ïoa VADERLANDSCHE LïV.BoeK
|
|||||||||||
1672. » eigen' beweeging, onderzoek te doen, op de
-—— „oorzaaken der agterdogt, dezelven, ware 't „mogelyk, weg te neemen, en de Wethou- n ders en Ingezetenen met eikanderen te her- „eenigen, ook, door aanwyzing van de on- „ gegrondheid der agterdogt, en door vermaa- „ ning tot fchuldige eerbiedenis aan de Wet- „ houderfcbap. Doch zo dit niet mögt willen „ gelukken, werdt de Prins ook verzogt enge-, „magtigd, om de meest verdagte Wethou- „ders, op de befcheidenfte en bekwaamfte w wyze, te beweegen, over te haaien, en des obl.ge- noociSj te 'verpligten, om zig van de Re- |
|||||||||||
'■■CU
|
|||||||||||
ggeeringe over Stad en Land te ontflaan: voort?,
,j ook, om zulke orde te Hellen, als zyne Hoog- j, heid, ten meesten dienfte van den Lande, j, zou noodig oordeelen : alles flegts voor dee- ,5 ze reize, en zonder in gevolg te können ge- jj trokken worden; ook zonder benadeelinge, „van de Privilegien, vry- en geregtigheden. v der Steden. Ook zouden de voornoemde w Wethouders,om dit ontflag, niet moogen ge- r agt worden, zig in den dienst van den Lan- n de kwalyk gekweeten te hebben, of in hun- w nen goeden naam en faam gekrenkt te zyn: Ä zelfs zouden zy, nevens hunne Huisgezin* n nen en goederen, genomen worden in deby- n zondere befcherminge van zyne Hoogheid, n met waarfchuwing aan elk, op verbeurte van jjlyfen goed, om hun, in geenerlei opzigt, „ te beledigen. Eiodelyk, werdt verklaard, dat wtot de voornoemde magtiging alleenlyk be- flooten was, op infehryven, zodanig dat de w Steden, die goedvinden mogten, zig van de- n zelve te bedienen, zulks teritond zouden mo- »Sen
|
|||||||||||
LIV.EOEK.
|
||||||||||
HISTORIE.
|
||||||||||
193
|
||||||||||
„ gen doen ; doch de Steden, die oordeelden, i6?t.
|
||||||||||
„ dezelve niet noodig te hebben , zouden 'er -------■
„ niet mede bezwaard worden, mids zy haare
„ bewilliging in dezelve, binnenagtdagen, op- n fchreeven (si)." 't Welk, nogtans, door gee- ne der Steden , dan door Enkhuizen , gedaan werdt (ö). Doch eer zyne Hoogheid , op deeze wyze, IX,
gemagtigd was , tot herflelling der ruste in de Opfchud« Steden, hadt hy reeds verandering gemaakt in Rofter- de Regeering van Rotterdam, al waar de oproe- dam, en righeid en het wantrouwen, federt het wyken verande- van de Groot naar Antwerpen, merkelyk waren J^g d« toegenomen. Eenige Leden der Vroedfchap(6), ij,^6^. afgevaardigd naar 't Leger by Bodegraave, om daar. zync Hoogheid te bedanken voor't fchryven van den Brief van den negenden van Hooi- maand (F), hadden zelfs befpeurd, dat zy den Piïufe niet aangenaam waren, alzo hy, hun, te paarde en met gedekten hoofde , gehoor ver- leend hebbende, zo dra zy uit hadden, voorê- reedt, hun, op hun verzoek, om de Stad met zyne tegenwoordigheid te vereeren., over fchou- der, toeroepende, ik heb u zo dihvils laatertzeg- gen , dat ik niet komen kon : ik kan niet komen. Sedert hadt men zyn best gedaan, om 's Prinfen gunst te herwinnen. Men vernam zo dra niet, dat zyne Hoogheid Joan Kievit * uitwisfching * Aboli. van de Sententie, tegen hem geveld, verleend "'• hadt,
(z~) RelbL Holl. %i Aug. 1(572. il. 171. Valkenier I. Detlj
Bylag- A'. Cm. bl 136. Qa) Verhaal der Muitcrye te Rotterdam. MS. (1) LUI. Boek, bl. 116. (6) Adriaan ('roezen , Cerard Gaal au Gtrard Prt»
dtnburgé XiV. Deel. N
|
||||||||||
194 VADERLAND5CHE LIV.Boek,
iä;s. hadt, of men boodt aan, 's Prinfen oogmerk, op
—— de beste wyze, te willen helpen bevorderen (V). Doch 't baatte luttel. Zo haast men, in de Stad, tyding gekreegen hadt van het ombrengen der Broederen de Witt, werdt de Schuttery in de wapenen gebragt. Twaalf voornaameBurgers, in eene herberg byeengekomen, beflooten de Regeering te doen veranderen, en vaardigden eenigen af aan Burgemeesteren, om te verzoe- ken , dat de Vroedfchap belegd mögt worden: 't welk gefchied zynde , verzogten zy, fchrif- telyk, dat twaalf Vroedfchappen, die hun, zei- den ze, verdagtwaren, afftanddeeden van hun- ne Ampten : onder deezen waren Paats en de Groot uitlandig, en nog drie anderen afwezig. Alle de overigen voldeeden, op ftaande voet, aan de begeerte der Burgerye, en den volgenden dag, zynde den drie-entwintigften van Oogst- maand, werdt'er, op den voorilag der Burge- ren, een driedubbel getal genoemd, waaruit zy- ne Hoogheid, op den vyf-entwintigften , de verkiezing deedt: onder de verkoorenen waren Kievit, Willem Bastiaansz, van Naarden, Roos- maale en anderen, die deel aan de jongfle be- weegingen gehad hadden. De plaatfen der af- wezende Vroedfchappen werden, watlaater, ook door zyne Hoogheid , uit diergelyke be- noeming, vervuld. Kievit werdt Penfionaris, in de plaats van de Groot. Doch hy bekleed- de dit ampt niat lang. De Groot fchreef, wat laater „ dat, onder de genen , die , ten dee- „ zen tyde , te Rotterdam , in de Regeeringe n kwamen , maar twee Perfoonen waren, die „ee-
f c) Vergader. 8 dag. 167z. BIS-
|
||||
ilV.ßoEß. HISTORIE. 195
6 eenig goed hadden ; daar de verlauten' Re- i^a.
„genten, te famen, meer dan drie millioenen —— „ ryk geweest waren ( d)" De Burgers, die deeze verandering bewerkt hadden , vorder- den , daarna, verfcheiden' punten van de nieu- we Regeeringe. Doch een groot getal anderen van de voornaamften der Stad kanteden zig te- gen dit verzoek, zeggende, dat zy 'er nooit in bewilligd hadden; Ook hadt het verzoek geen gevolg, en Rotterdam geraakte, allengskens, in rust («)• Te Delft, was 't graauw in beweeging ge- r x,
raakt op den negentienden van Oogstmaand, Beivse- by gelegenheid, dat 'er eenig fchietgeweer ge- 6'ns tf bragt was in twee herbergen by de Rotterdam- Di;lf:* fche Poorte, waarvan 't gemeen de reden niet bevroeden kon. Eene deezer herbergen werdt geplonderd (ƒ). 't Morren hieldt, federt, aan onderde Schutters, die, eindelyk, op den der- tigflen, een Gefchrift ontwierpen, waarby zy .> onder anderen, begeerden, dat de Regeering mögt gezuiverd worden van den Loevenfleinfchen aanhang, en niemant dan die den Hervormden Godsdienst beleedt, tot dezelve- werden toe- gelaaten. Met dit Gefchrift, trok men, van twee Leden uit de Vroedfchap verzeld, naar den Prinfe, die 't der Regeeringe van Delft toe* zondt, door welke het, van punt tot punt, we- derlegd werdt. De Vroedfchappen zagen zig egter, op het aanhouden van eenige Burger- Officieren, voorgeevende te fpreeken uit den naam
fd~) L-ttre de Mn. de Groot Jd so. Jsnv. 1073.
CO Verhaal der muiterye re Rotterdam. MS, Zie rik Vai« r.ENinn I JD;eI, *■'• 75' «M*- CO VALMNUft l. Deel, U. 739' N Ä
|
||||
i96 VADERLANDSCHE LIV.EoM;
naam der Burgerye, en door het dreigen dei-
boeren uit de Veenen, genoodzaakt, afftand te doen van hunne ampten. De Prins ftelde toen, by eenen brief, nieuwe Vroedschappen, Burgemeesters en Scbepens, zonder voorgaan- de benoeming, onder welken 'er verfcheiden' waren , die het eerlle Verzoek f chrift getekend hadden (g). De Vroedfchap van Delft floeg, omtrent het einde des volgenden jaars, ter Ver- gaderinge van Holland, voor, of 't ook geraa- den zou zyn , eenigen der ontflaagen' Regen- ten , van nieuws, te benoemen. Men gaf den Printe kennis van deezen voorilag, die verklaar- de, voor als nog, ondienftig te vinden, dat 'er in bewilligd werdt (//): dochtoen, in't jaar 1679 , diergelyke voorilag gedaan werdt, be- tuigde hy, dat hy 'er gaarne zyne tocitemming toegaf (/). Ook werden 'er, federt, eenige ontllaagen" Regenten herfleld. Te Leiden, daar men zig, federt eenigen tyd,
wakkeriyk in itaat van tegenweer gezogt hadt te ftellen tegen den naderenden vyand (/é), ontfb >ndt ook eenige bcweeging , op den dne- entwintigften van Oogstmaand; begeerende ee- nige Burgers, dat de Kapiteins, die Leden van de Vroedfchap waren , hunne Vroedfchaps- plautfen zouden nederleggen. Ook rees'er twist over't begefven eener Vendrigs-plaatfe, by welke gelegenheid, iemant in 't been gefchoo- ten werdt. Eindelyk, kwam men ook met eesi Ver-
Cg) Aatitek. van een' Regent van Delft 30, 31 /Ivg. 5 Sejê.
l6?j- MS. Zie ook Vac.icnier 1. Deel, liyL N.66. tl i^-i^y-, (h ) Rel'u:. Null. 23 Nov. 14 Dec. \f>y\\. hl »4, bf- C » J Reloi. Holl. 20. 22 Duc. 167t). tl 106$, 1070. ( * ) Valkenier I. Deel, l/l. 705, 706. |
||||
UV. Boek. HISTORIE. 197
Verzoekfchrift aan den Prinfe voor den dag(/), I(j7e.
waarby begeerd werdt, dat eenigen, die men —_— zeide Arminiaanen, of van den Loevenfieinfehen aanhang en liever Fransch dan Prinsen tezyn, ook vieest gedrongen te hebben op de handelinge met Frankryk, ja V Land aan Frankryk te hebben wil- len overgeeven, verbäten werden van hunne ampten. De gantfche Vroedfchap nam, liier- op, eenbeiluit, om de agangderverdagte Hee- ren te handhaaven; ten dien einde, den elf- den van Herfstmaand, eene bezending doende aan zyne Hoogheid. De ontftelde Burgers be- gaven zig, ten zelfden tyde, naar de Doele, alwaar een geichrift vverdt opgefteld, vorde- rende, benevens andere punten, dat de gant- fche Regeering ontflaagen werdt. Zelfs be- noemden zy tagtig Perfoonen, uit welken zy begeerden, dat zyne Hoogheid nieuwe Regen- ten kooze. Onder deezen tagtig, waren vyfen- twintig oude Regenten, die de Prins, by voor- raad, in dienst hieldt, zendende, daarna, Ael- brecht Nierop, oudftenRaad in den Hove van Holland, en Joan IVierts, Raad en Rekenmees- ter van zyne Hoogheid, naar Leiden; die, on- derzoek en verfiag gedaan hebbende, verder gemagtigd werden, om de vyf-entwiutig be- noemden Vroedfclwppen, benevens ac < overigen, die de Prins daarby itelde, den eed af te nee- men. Voorts, maakte zyne Hoogheid ook ichik- king op de verdere punten, uit den naam der Burgerye gevorderd (m). Te Gouda, vverdt een papier gefteken onder te Goo-
de *• CO Vai.kfnif.r I. Deel,"Il T4r enz-
(a) Valkwuk I. Deil, liylaag. Ni 67. il, 159,
N 3
|
||||
i93 VADERLANDSCHE LIV. Boei;,
16-2, de deur van eenen der regeerende Burgemees-
genten , welkeen men voorgaf verdagt te hou-
den , en door den Prinfe wilde doen afzetten. De Vroedfchap,_ Burgemeesters en Schepens beflooten, hierop, hunne Ampten te Hellen ter befchikkinge vanzyne Hoogheid,die,byeenen brief, zes Heeren ontiloeg3 zes anderen in der zelver plaats ilellende (»). Xj# Grooter baldadigheid werdt te Dordrecht Te Dor- gepleegd. De Burgemeester Joan Hajlingk ,ne- irecht. vens Joan Meerman, Burgemeester van Leiden, en Kornelis Geelvfnk, Heere van Kastrikum, Raad en Oud-Schepen van Amfterdam, gemagtigd geweest zynde, om de Huisluiden in de wape- nen te brengen, hadt zig, hierdoor, zo zeer in den haat van 't Landvolk gebragt, dat het on- dernomen hadt, zyn Huis te Dordrecht en nog eene wooning in Beyerland te pionderen, waar- by hy rekende, ten minste twaalfduizend guldens fchade geleden te hebben (o). De Regeering nogtans, de gunst van den Prinfe zoekende, floeg, wenige weekenlaater voor „ dat men zynerHoog- „ heid Hellebaardiers behoorde toe te voegen, „ en hem aan te moedigen, om te trouwen; of „ om, zo hy ongetrouwd ftierve, orde te (lellen w op zyne nalaatenfchap:" welke voorflag o- vergenomen werdt, door de Leden (j>). De oproerigheid onder de Gemeente nam egter , federt, zo zeer toe, dat het vendel Schutters, welk ?
fn) V«ikwiBR \. Bed, II. 75I-
O') Rcfol H«U. t6, 2? Julf 1672. il. JoS, 3«« Vit Aant.
yan den PenC. Hop van (1 /lug. 1672. MS (o) Rcf>; Holl. 11 Aug. \(>y>. IU loii. Uit Aant van dfxt
Pcnf. Hop vui 13 Aug. 1672. MS. |
||||
LIV. Boek, HISTORIE. 199
welk, in 't begin van Herfstmaand, de wagt hadt 1673,
op 't Stadhuis, alle de kusfens der Heeren aan-------
ftukken fneedt. Ook werden de wapens der Bur-
gemeesteren uit de Kerke genomen. Hierby bleef het niet. Op denvyfden,liepdeSchuttery te hoop, verklaarde alle de Heeren ontflaagen van hunne Ampten, om dat zy het eeuwig E- dift bezwooren hadden, en bragt eene bezen- ding aan den Prinfe te wege, om eene nieuwe aanf telling te verzoeken. Midlerwyl, hadt men, by een aangeplakt briefje, den dood gedreigd aan den Heer Matthys Pomp, Baljuw van Zuidhol- land 5 indien hy, in plaats van Adriaaman Bleyeti- burgiHeer van Naaldwyk? die, door den Prinfe, in de Gekommitteerde Raaden geroepen was,tot Burgemeester mögt verkooren worden. Daar- na, kwamen de Gemagtigden van zyne Hoog- heid, Nierop en Wierts, te Dordrecht: ten overftaan van welken, zeventien Leden van de Vroedfchap of Oud Raad bedankt werden (q). Te Haarlem, was, op den vierden van Hooi- TeXur*
maand, geplonderd het Huis van Askam'us van \eai) m Sypefkitii Baljuw van Brederode en Neeve van den Raadpenfionaris de Witt, op een valsch gerügt, dat de Witt zig daar binnen verfteken hadt. Veele oude flukken, den Huize van Bre- derode aangaande, werden hier vernield. Doch de plonderaars, wel drie- of vierhonderd fterk, lieten zig, na verloop van twee uuren, door omtrent twintig gewapende fchutters, verjaa- gen. Vier werden 'er gevat, die, tot op den een-entwintigften van Oogstmaand, inhegtenis bleeven; doch toen, op 't fterk dringen van twee
CO Valkenier U Deel, il. 735.
N 4-
|
|||||
/
|
|||||
aoo VADERLANDSCHE LIV. Boer.
16711. twee vendelen Schutters, het bonte en het O-
-•------ranje vendel, moesten geilaakt worden, 't Schel- den op de Regeeringe, en het dreigen van moord en plondering hieldt, federt aan,tot opdender- tigften, wanneer eenige Burgers, die, gelyk na- derhand gebleeken is, agterraad hielden met lui- den van meerder aanzien, in zekeren herberg, vergaderd zynde, op den voorilag van den Pro- kureur Picter van Rixtel, een Verzoekschrift ontwierpen , waarby eenige punten begeerd werden, welken men hieldt te f trekken, tot her- ftel van 't verval in 't beftier van de Stad en van 't Land (/•). Zes Perfoonen, die ten deelo benoemd waren, tendeele zigzelvenopgewor- pen hadden , werden gemagtigd, om dit Ver- zoekt!'hrift te behandigen aan de Vroedfehap, die gedwongen werdt, af te kondigen, dat zy de Burgery, in derzelver Voorregten, hand- haaven zou, en de overige punten verbleef aan den Prinfe. Aan doezen zondt men Gemag- tigden uit de Vroedfchap en uit de Burgerye: welke laatfle, door zyne Hoogheid, vermaand werdt tot gehoorzaamheid aan de Regeeringe , terwyl hy haar verzoek in bedenking hieldt. Voorts, werdt zy ook beftraft, om dat zy, kort te vooren, eenige Ruiters, met's Printen pa- tent, naar de Stad gezonden, geweigerd hadt te ontvangen, onder voorwendfel, dat zy eene v Sauve- Franiche * vrye hoede waren, 't Morren hieldt, guank. ondertusfehen, aan, in de Stad. Jozef Koymam, wiens Broeder, Bahliazar, naderhand Vroed- fchap werdt, zogt den Prefident Burgemeester tan Teffelen te beduiden, dat de Regenten, tot voor-
CO Valkenier I. Dul, Belaag. N, 63. ik 137»
|
||||
LIV.BüEK. HISTORIE. 201
voorkoming van oproer, zig van hunne ampten 1672.
behoorden te ontfiaan. Doch hy vorderde niet. ------
'fegen den avond vs.n den agtlten van Herfst-
maand dan , trok een grootc hoop Schutters naar de nieuwe Doele, daar vcrvvardeJyk be- flooten werdt „ 's Prinièn Ruitery, die weder- ju om voor de Stad gekomen was, in te laa- ti ten; doch te gelyk de gantfche Regeering af 5j te zetten, en cene nieuwe benoeming te doen , n waaruit men de keuze wilde laaten aan zyne „ Hoogheid." De gantfche Krygsraad werdt ook buiten bewind gefield. Veeie Burgers begaven zig, dien zelfden nagt nog, naarde huizen der Vroedfchappen, die allen, onder een groot gejuil engefpot, naar't Stadhuis gebragt, en gedwon- gen werden, hunne ampten neder te leggen. Den volgenden dag, traden vier-entwintig gemagtig- de Bürgers tot de benoeming van eenen nieuwen Krygsraad, die, op twee IC oionellen na, federt, bevestigd werdt, door den Prinfe. Men benoem- de ook een dubbel getal tot Vroedfchappen, waaronder de tweeëndertig ouden begreepen waren. Agt van de vier-entwintig Burgers bragten deeze benoeming aan den Prinfe, ter- wyl de Stad zonder Regeering ftondt. Doch de xestien overige Gemagtigden begonden, den elfden, op 't Stadhuis te vergaderen. Hun be- wind duurde egter maar korten tyd. Op den twaalfden, kwamen Nierop en Wieits, van wege den Prinfe, in de Stad, om onderzoek te doen. Veelen verklaarden zig toen rondelyk, tegen den handel der vier entwintigen. Wiens, een'keer alwaar naar zy 11 e Hoogheid gedaan hebbende, kwam, b>'na dea vyfüendeu, wederom ia de Stad, en den gfent, yolgendendag werden alle deouaeVroedfch;:p- jitl„ ,a N 5 pen, |
||||
s?02 VADERLANDSCHE LIV.Boek,
1672. pen, op Mr. Jan Evemvyn na, in wiens plaats
-------Balthazar Koymans kwam, herfteld in de Re- de Re- geeringe (f). Voorts, werden de meeste pun- *eni'nk ten van 'iet verzoe'c der Burgeren, openlyk of wordt.'Z bedektelyk, afgeflaagen, en eene algemeene vergiflènis van 't bedreevene afgekondigd (V)* Dus werdt, te Haarlem, tegen veeier verwag- ting^, byna geene verandering gemaakt in de Regeering. Sommigen fchryven dit toe aan 't beleid van den Raadpenfionaris Fagel, die, voorheen Penfionaris van Haarlem geweest zynde, veel invloed hadt in de Stad, en zyne Hoogheid ^hadt doen verftaan, dat zy volko- menlyk gezind was te treeden in de maatregels 3 welken hy voor dienstig Meldt. Eenigen uit deBurgerye bleeven nog al morren; doch alzo zy 't gezag van den Printe vreesden, raakte al- les, eerlang, in rust (V). Wy agten ondienftig, byzonderlyk te ver-
haaien, hoe 't, omtrent deezen tyd, ook 'm de meeste Hollandfche Steden (7), met het veranderen der Regeeringen , toegegaan zy. Uit de bovengemelde ftaaltjes, is ligtelyk op te maaken , op welk eene wyze, dit werk, eindelyk, zyn befiag kreeg. Alleenlyk, kön- nen wy niet voorby, kortelyk, te melden, wat, hieromtrent, te Amfterdam, voorgevallen zy» Xïlï, De Regeering deezer groote Stad hadt zig zo Tegen- yverig verklaard, tegen den handel met Frank- |
|||||||||
woordi-
|
|||||||||
ryka
C-O Valkrniïr I. Deel, Bytcag. /V. 65. Il, 140.
CO Valkenier. I. Deel, ISylaag. N 64. hl. 140. («O Kort Verhaal der Burgerl. Oproeren te Haarlem. SIS, Zie ooi Valkenier. I. Deel, il. 735. enz. (7) Te Enkhuizen en te Purmerende, is geene var»
*nder,irjg gefchied. |
|||||||||
UV. Boek. HISTORIE. 203
ryk, dat zy, in dit opzigt, geheel buiten kwaad 167a.
vermoeden behoorde gebleeven te zyn, by de-------■
Burgerye. Ook hadt men 'er3 om 't Land aan (re ge-
gereed geld te helpen, by voorraad, fchoonzeer ßeldheid tegen den zin van Dordrecht en van de West- Amfter- friefche, Steden (y), eeneMuntopgeregt, waar- <]am. in veel ongemunt goud en zilver, welk voor de Capitale Leeninge opgebragtwas, en niet zon- der gevaar naar Dordrecht kan gezonden wor- den , fpoedig tot geld gemunt werdt (V). Men hadt, daarbenevens, om de Stad, tegen den na- derenden vyand, te verzekeren, de Diemer-en Bylemer - meeren onder water gezet: de Stads- fluizen werden met den vloed geopend; de drie voornaame toegangen naar de Stad , van Haar- lem , van Amfterveen en van Muiden, waren doorgefneeden, by 't Huis ter Hart, aan den Pvertoorn, en by Jaap Hannes; en de door- fnydingen verzekerd met lchanlen. De Amilel was met eenige Uideggers belegd, en de weg ter wederzyde den Omval ook doorgefneeden en gefterkt. De boomen om de Stad werden algehakt: 't hout en de zeilen van de Zaagmo- lens naar binnen gebragt, hebbende de mole- naars zig verbonden, de molens in den brand te zullen fteeken, zo dra de vyand zig voorde Stad vertoonen zou. Het Y, het Pampus en de Zuiderzee was ook voorzien van Uitleggers 5 waardoor de Stad, aan den zeekant, gedekt was. Zestienhonderd matroozen 3 voorzien van geweer , bezetteden de voornaamfte posten langs den Waterlandfchen dyk. De Stads Wal- len, f v} Rcfbl. Hcill. $/lvf<. 17 Sept. iD'c, 1*72 11. 74, 17, 45,
Aantik. van den Pen f. Hop van i\ iept. 2 Dcc, IO72. AfJ', (.Vj Vaj.;;ïnier J. Deel, W. 704, |
||||
ao4 VADERLANDSCHE LIV.Boek,
1672. len, waaraan de Doopsgezinden wakkerlyk
•s-----werkten , werden , alomme , opgemaakt: de
Haarlemmer- en Leidfche Poort, met nieuwe
werken , van buiten gedekt. Voorraad van krygs - en mondbehoeften was overvloedig in de Stad, zelfs gehcele Fiuitfchepen met zoet water, om by nood, bier te können brouwen, en tot ander gebruik, alzo de groote droogte de meeste regenbakken ledig liet. In deezen ftaat, hadt men de Stad gebragt, toen de Prins van Oranje Stadhouder werdt (x): 't welk men aan het b<4eid en den moed der Heeren Gerard Hasfelaar, Hoofdofficier, en (8) Henrik Houfi en 'jan van de Poll, Burgemeesteren, inzon- derheid, te danken hadt(y): waarby fommi- gen ook den Burgemeester Gillis Valkenier voegen (z). 't Land was toen in grooten nood ? en men verwagtte, van uur tot uur, den vyand in 't hert van Holland. De Regeering van Amfterdam deedt, kort daarna, eene be- zending aan zyne Hoogheid, die hem, fchryft * fave- Burnet (V), de * opperfte magt over de Stad reignty. aanbbodt. Doch hy is , desaangaande , niet naarbehooren onderregt geweest, en de zaak is gewigtig genoeg, om 'er hier eenig omftan- diger verflag van te doen. XIV. Burgemeesteren en Regeerderen van Amfter- Hsare dam, terftond na 's Prinfen aanftelling, uit de SÄf" Afgevaardigden der Stad in den Haage, ver-
stande- *> b ^^ (x~) Valkenif.r I. T)d, II. 706 enz.
(y) Vervo'g op 't Loeven \an de Groot, U. /6.
(ir ViiLKKNiBii f. Deel, lil. 647.
( c) V*l \- p. &*•
'.?,) /.ie wat Temhje van de Burgemeesters Hoof?
en Valkenier ge'chree/en heeft, ia zyne Memorier, % W- 5*o> 587» 630-640. |
||||
LlV.BoEK. HISTORIE. 205
ftaan hebbende , dat zyne Hoogheid gezind ^.
was, Amfterdam in 'tbyzonder, met raad en ——— daad, by te lpringen, en tegen vyandlyke aan- lingmet vallen te verdedigen, gaven hem, in eenen be- «jen Prin leefden brief, den agtften van Hooimaand ge- oranje, dagtekend , de gelegenheid der Stad, omftan- digiyk, te kennen, onder anderen, zeggende, f, dat hunne Burgery beftond uit zestig vendels, w uitmaakende tienduizend koppen; hun Krygs- „ voik , uit twee- entwintighonderd koppen , j, behalve vier Kompagnien paarden, waäron- n der twee Kompagnien vrywilligen waren van j, de jongkheid der Stad , famen uitmaakende ,, tweehonderd en zestig ruiters, en dus, in alles, „ twaalfduizend vier honderd en zestig man." Voorts betuigden ze, een en andermaal „datzy j, zig volkomenlijk verlieten op 's Printen wys 0 beleid en edelmoedigheid , waarvan zy ver- n trouwden dat hun heil, naast God, geheellyk „ afhing." Zy voegden'er by „datzy'sPrinlén „ raad noodig hadden, in veele gewigtige zaa- „ ken, waarvan hun verftand, by mangel van „ ervaarenis, ftilftondt." Ten befluite, verzog- ten ze „ dat de Prins de Stad Amfterdam, met „ zyn bezoek, geliefde te vereeren, onderver- „ zekering , dat hy aldaar vinden zou genege- „ ne herten, die hunnen roem ftelden in onver- „anderlyk te zyn zyner Hdogheids ootmoe- „dige dienaars (£)." Te gelyk met deezen brief, of eenige dagen na't afvaardigen van den zelven , werdt de Burgemeester Henrik Hooft gezonden aandenPrinfe, met last „ om hem, ia »een
C&) Mislwe vsn Rurgcureest. enRej^erd, va» Arafl:. »an zyne
Huugh. yan S July ityt, MS. |
||||||
EoS VADERXANDSCHE UV. Boek.
|
|||||
iR^s. » een afzonderlyk gehoor , de waare gefchaa-
, n middelen open te leggen, en in 't byzonder j, 'sPrinfen raad j goeddunken en oordeel te be- B geeren over deeze geWigtige vraage , of 'er, n na dat men alles, ook goed en bloed, zou j, opgezet hebben bij de gemeene zaak , ook w eenig middel zou können bedagt worden * 5, waardoor 't gene nog in wezen was zou kon» 5, nen behouden, en verdere verderfelyke kos- n ten gefpaard worden: 't zy dat zyne I Ioog- j, heid zelve zulk een middel wist in 't werk te w ftellen, of, door zyn Vorftelyk aanzien en 5, vermogen, by zyne Koningkiyke Majefteit „ van Groot-Britanje, of op eenige andere wy- 0ze, wist uit te werken (c)?" De Heer Hooft, met deezen last vertrokken zynde, hadt, op den zeventienden, tot tweemaaien toe, gehoor by den Prinfe. Hy vertoonde hem , in 't breede „ den ftaat van de Krygsmagt en Vestingwer- „ ken der Stad , en vooral de flegte gefteltenis „haarer geldmiddelen, en het volkomen verval * Cr J-t » van haar * §eloove-" Hy verzogt, wyders,
' y' n dat de Prins zyne gedagten geliefde te laatcn „ gaan , over de wyze, waarop men 't Land „ best zou können redden, uit den tegenwoor-» „digen nood, met verzekering, dat Amfter- „ dam lyf en goed veil hadt, zo de Prins oor- „ deelen mögt, dat de Staat, door de wape- B nen , wederom te herftellen waren. Doch tt hieHt zyne Hoogheid de zaaken zoverrever* „ loopen, dat zy, niet dan by verdrag, op aan- „ neemlyke voorwaarden, te redden waren , „en
CO Èwr.wVARef.derVroedf.vaoAmlt. v*ni6July i6;s.M*">
|
|||||
LlV. Boek. HISTORIE. &>f
|
|||||
aen was het noodig , ten dien einde , hoger topt*
n waardigheden aan zyn Per/bon te doen opdraa- —— 13 gen , en zyn gezag , magt en aanzien te doen * dignï~ M vermeerderen; de ötad was genegen, daartoe, tilte^eSt 5, het haare, van goeder herte, te helpen aan- dJ b^ 5, wenden." De Prins antwoordde beleefdelyk huipzaa- op deezen voorflag, den Heere Hooft verze- me hand, kerende n dat hy zig het belang van Amfler- °? pn n dam zeer ter herte liet gaan; dat hy een' meerder „ Edelman gezonden hadt aan den Koning van gezag te w Groot -Britanje, van wiens handeling hy zig doen *p- 9 iet goeds beloofde; dat hy den Ingenieur Du &**&e°: i, Mont, met den eerften, naar Amiierdam j, fchikken zou: ook zyne gedagten laaten gaan 9 over goede Bevelhebbers, en zo 't hem ee- w nigszins mogelyk ware, zelf in de Stad ko- 5, men." De Raad of Vroedfchap nam genoegen ;n 't gene Burgemeester Hooft gehandeld hadt (J): 't welk egter niet blykt beftaan te hebben ïh eene aanbieding van de opperfte magt over de Stad, gelyk Burnet fchryft; maar in eene aanbieding van de medewerking der Stad, om den Prinfe meerder gezag over 't Land in 't ge- meen te doen opdraagen. Dezelfde Schryver meldt ook, hoe de Prins zelf hem verhaald hadt» wdat de Stad Amfterdam hem zulke aanbie- ö dingen deedt, om dat zy alles voor verloo- B ren hieldt, en de fchande van haaren onder- „ gang liever over hem dan over zig zelve wil- j, de brengen." Hy zou'er bygevoegd hebben, M dat hy zig verzekerd hieldt, dat de Landzaa- '„ ten geenen Souverain verdraagen konden, en B meer tot den oorlog zouden opbrengen om „ hun-
(V) txtr, uildtVLoT. derVroedf.vanAmft. vmiyjMytófi.MS*
|
|||||
eoS VADERLANDSCIIE LIV.Bobjc
„ hunne eigene vryheid te befchermen , dan
0 voor eenigen Vorst, wie hy ook ware. ''t n Welk hem bcwoogen hadt, om de aanbie- „ ding van Amfterdam, zonder beraad, af te n flaan (e). Dach van deeze byzonderheden, die egter zeer wel waar können zyn, vindt men niets , in de aantekeningen der Amrterdamfehe Vroedfchap. 't Liep aan, tot den twaalfden van Oogst-
maand, eer de Prins binnen Amfterdam kwam, daar hy in den vollen Raad ontvangen werdt, cn de vestingwerken en magazynen bezigtigde. De Vroedfehap befchonk hem met dertigdui- zend guldens, te korten van't gene men zyneri Heere Vader, in den jaare 1650, verftrekt hadt (f). Voorts, deedthy, vandaar, een'keer naar Muiden, Weesp, 'c Huis te Abkoude en den I linderdam , en vertrok, op den vyfticn- den, wederom naar 't Leger, beloofd hebbende, in perfoon, in de Stad te zullen komen bevel voeren, indien de vyand zig van Muiden mögt meester maaken (g). Doch kort na 'sPrinfea vertrek, begondeu eenigen toe te leggen op verandering in de Regeeringe. Twee dagen na 's Printen aanftelling, op den vyfden van Hooi- maand, hadt zekere GovertOutvorst, Koperilaa- ger en Serjant onder't vendel van den Kapitein Jakob de Graaf, zig vervoegd in Burgemees- ters Kamer, den Heere Hooft, die zig toen al- leen aldaar bevondt, met gedekten hoofde, ftou- telyk, afvraagende, hoe wen 't met de Stad yoor- hadt? Daarby voegende, dat hy, en weldriedui- zeiKi
(t~) Biip.net Vo'. t- f>. 33*5.
{1) Uit Aïiit. van Schepen '«ontemantex, il 570, 571• MS*
(ir) Valkenier. 1. Üed, tl. 711, 71a.
|
||||
XJV. Boek. HISTORIE. ao$>
|
|||||
zend met hem ongerust waren, en gerust gefield 167a;
wilden worden. Men nam in overleg, om hem, ———. terftond, agter af te leiden. Doch eenigen hiel- den 't tegen, en hy badt Burgemeester Hooft, des anderendaags, om verfchooning; zo dat de zaak geen verder gevolg hadt Q&). Sedert, was Gemor 'er gemor ontftaan, over 't bewaaren van de jn de Hemels der Stads poorten, welken men voor- Stad, gaf niet langer te vertrouwen aan 't huis der °ver 'l Burgemeesteren, alwaar zy plagten bewaard te ^Xu- worden : 't welk zo veel invloed gehad hadt op telen. Burgemeester Lambert Reinst, dat hybeiloot, by de fleutels, op 't Stadhuis, zyne nagtrust te neemen. Daarna, werdt egter goedgevonden by Burgemeesters, dat de fleutels wederom, gelyk voorheen, door eenen der Burgemeeste- ren, beurtswyze, bewaard zouden worden, ten zynen huize. Doch de Burgers, hiervan de lugt gekreegen hebbende, trokken, des avonds, in jnerkelyken getale,naar't Huis van den Burge- meester Jan van de Poll, die toen de fleutels van de Nieuwe-brugs boom in huis hadt, zyn- de de fleutels der poorten op 't Stadhuis ge- bragt. Men viel hier ftraks aan 't dreigen, zo de fleutels niet geleverd werden, waartoe de Burgemeester, eindelyk, befloot. Zy werden toen ook naar 't Stadhuis gebragt, alwaar, van deezen tyd af, tot heden toe, de fleutels van Poorten en Boomen, in eene yzeren kist, be- waard worden; van welke kist de fleutel is aan 't huis van den Prefident-Burgemeester (i) 't Ge-
<VO Uit Aant. van Schepen IVintemajjtei., M. 45». MS.
C«) Uit Aant van Schepen BuNTttMANTBL, W. 531)1 540,110, 'Valk^nib«. i, Dei!, bl. 746 enz. XIV. Deel. O
|
|||||
aio VADERLANDSCHE LIV.Boek.
|
|||||||
Gemor, om 't bewaaren der Stads fleutelen ont-
ftaan, veranderde, daarna, in eene bewee- ging, om hervorming der Regeeringe te vvege te brengen. Op den drie- en vierentwintigften van Oogstmaand, vondt men een Verzoek- fchrift aangeplakt, op verfcheiden' plaatfen der Stad, waarby, uit naam der Burgerye, gevor- derd werdt i. yy herftelling der oude Privile- ,5 gien. 2. aanftelling der Kapiteinen en Luite- n namen uit de Burgerye, niet uit de Regee- „ ringe. 3. dat geene Regenten Bewindhebbers „ waren der Oost- en Westindifche Maatfchap- n pye, volgens kunnen eed, in de Unie bejlooten. „4. Afftand der Doelen aan de Burgerye. 5. „Dat der Steden Vesten niet meer verhuurd ,, werden, en 6. dat de zesendertig Raaden uit ,5 Burgers of fatfoenlyke Koopluiden werden 5, gekooren, op dat men verzekerd mögt zyn, n dat het geld van de fchattingen aan 's Lands „getrouwen Stadhouder, of daar hy 't beveelen „zou, befteld werdt, en hy Heer ware en geen „knegt."" By dit verzoek, was eene bedreiging gevoegd ö dat men op zyn Haags huishouden zou, „ zo 't van de Heeren niet werdt ingewilligd: „ ook zou men hem, die 't Gefchrift aficheur- yi de, ten zynen tyde ^ een kogel vereeren.n 't Slot van alles was Oranje moet groot,
. De Witten zyn doot, Tot Borgers glory, . Brant ViBory. Dit "'s kort befcheyt, de Borgers houden V Landt,
De opper dieven behalen oneer en fvhandt ( k ). ■ . Ten (£) Uit ten Affthrift van het Oorfprongkelyke. US,
|
|||||||
Eenige
zoeken verande- ring in de Re- geering. Inhoud
van een Verzoek' fchrift, ten dien einde, aange- plakt, |
|||||||
LIV.Boêk. HISTORIE. 211
|
||||||||
Ten zelfden tyde, ftaken fommigen den ifyz;
luiden een briefje in de hand, welk ook te - Rotterdam, en vermoedelyk 'm meer andere en van Steden verfpreid vverdt, en, woordelyk, dus ""al?' luidde: £ ™£ raadt tfen
Voor de Liefhebbers van V Vaderlandt Prins c°t
en den Heere Gx3*L .
van Hol«
land te
PriNCE VAN OrangiEN. verkie-
|
||||||||
zen.
|
||||||||
Alfoo om onfer fanden wille, en den haet van ee-
nige quaetwillige Regenten tegen den perfoon van fyn Hoogheit den Heere Prince van Orangien, het lieve Vaderlandt bynaer in d'uiterfle ruine is ge- raekt; en dat het f ehe (naer menfchelyk oordeel) niet lichtelyk door de wapenen wederom herfielt fal können worden; te meer alfoo fyne Hoogheit daer toe geen genoeghfaeme maght ofte authoriteyt en heeft als Stadhouder; foo werden alle goede Pa- triotten verfocht (uit liefde tot het Vaderlandt) fyn Hoogheit tot Grave van Hollandt (door de magi- flraeten van de Steden, met alle beleeftheid) tt doen verklaeren: mits dat de Graejfelyke waerdig- heit by fuccesfie fal vallen op de wettige lyfserven en nakomelingen van fyn Hoogheit, die als Graven (in der tyd) binnen Hollandt füllen gehouden fyn te. reftderen. Daer werdt niet getwyffelt (om veelt gewichti-
ge redeneri), ofGodt almaghtig fal ons, door dit middel, in 't korte eene gewenschte Vrede met den Koning van Engelandt geven. Komt ook in groote ennfideratie, dat de Heer
Keurvorst van Brandenborgh (by 't voorfz. geval) O & ah
|
||||||||
ata VADERLANDSCIIE LIV.Boek.
1672. ah Oom van ßn Hoogkcit, met des tt mar dar
- -. drift, onfe fachen fat, bchertigen. God bewaerc Act Heye Vaderlandt ,
en j'yn Hoogheit (/). DeRe- ^en P™^e' kort lT"ei*°P-> door de Staaten,
geeriüg" gemagtigd zynde, tot herftelling van de rust vau Am- in de Steden, raadpleegde men, in de Vroed- fterdam j'c|iap van Anifterdam ,of men zig in deRegee- haäre" "nge handhaaven, of zyne ampten Hellen zou Ampten ter befcheidenheid van zyne Hoogheid: en op te dellen den agtentwintigiten van Oogstmaand, ten elf 'er \e' uuren des nagts, werdt tot hetlaatfte befloo- held van" ten- D°ch de Akte, hiervan ontworpen,werdt, den Piin- niet voor den vyfden van Herfstmaand, gete- fe. kend, en aan den Prinle gezonden, door den Oproer Sekretaris Dirk Schaap (tri). Terwyl hy uit was,
omtrent
vergaderde, op den zesden,fchielyk, eene ge-
he Huis weldige menigte van 't ilegtfte graauw, om- van den trent het Huis van den Luitenant - Admiraal de iiant-Ad- RLütcr5 we^ met plondering gedreigd werdt. miraaide Doch dit ongeluk werdt afgeweerd, door 'tbe- Ruiter. leid van den Burgerhopman JVesfel Smit, die zyn vendel in de wapenen bragt, en 't graauw deedt verftuiven. Ook fchooten andere vendels toe, en zekere uitlegger, daar, by geval, voor- by vaarende, haalde 't gefchut te boord: 't welk den lchiïk bragt, onder den woestenhoop. Men meende dat deeze oploop , voorbedagtelyk, verwekt was, door luiden, die, gebeeten op de Ruiter, 't graauw hadden diets gemaakt, dat hy 's Lands Vloot verraaden hadt. Doch 'zy-
CO U'1 es" Affchrift van liet Onrf,nongkt;lykc. MS.
(»1) 7Ae Lyst der XXX VI. Raad. yovr ie Hstntlv. vin Amft. fip '/ jaar 1672. |
||||
LIV.BoEK. HISTORIE. 113
|
|||||
zyne Hoogheid nam hem, zyn huisgezin en les-
goederen , daarna, in zyne byzoncere hoede («).------- Nogtans, liep hy, inWynmaand inAmfteraam
zynde, nog wederom gevaar van't leeven, wor- dende, door zekeren onbekenden, met een broodmes gedreigd (0). Maar 's daags na den Vergade, oploop voor zyn huis, kwamen'er omtrent hon- r;ng ee_ derd Burgers, meest Handswerksluiden, by- nieer een in de Kloveniers Doele in de nieuwe Doe- Burge- leftraat,die, eikanderen, met geflooten' deure, d"^. aanmoedigden, om, in deezen tyd, op het her- krygen der oude Voorregten, aan te houden, Midlerwyl, werdt'er, als by toeval, eeneme- Nieuw nigte afdrukfels van een Verzoekfchriftgevon- ^rift den onder een ftoelkusfen. Terftond klom Ger- van rit Klaaszoon Fruit, Scheepstimmerman, op de twaalf tafel, -en las het Verzoeklchrift, welk aan de Artike, Regeeering der Stad gerigt was (p ), en twaalf Artikelen behelsde: 1. „ Dat alle vcrdagte Re- „ genten zig ontlloegen van 't bewind. 2. Dat „ de Burgery herfteld werdt in haare Voorreg- n ten. 3. Dat geene Regenten, tot Sekretaris- „ (en ingeflooten, Leden zouden zyn van den „ Krygsraad. 4. Dat elk Regement zyn' eigen „ Kolonel hebben mögt, uit dat Regement ge- „koqreu, 5. Dat de Kolonellen, en niemant „ anders in den Krygsraad zouden mogen voor- „ zitten, en dat zy den Krygsraad, naar hun n welgevallen, zouden mogen famenroepen. 6'. „ Dat niemant tot Kapitein, Luitenant, Ven- 5jdrig of Serjant zou mogen verkooren wor- n den, dan die-voorheen als Adelborst gewaakt »had^
C«) I!«ANaT de Ruiter, hl, 740-745.
Co 1 Rraniit de llu;ter. *' 762.
(70 Valkïweh 1. JDeel, li. 749* 75^*
O 3
|
|||||
ai4 VADERLANDSCHE LIV.Boek.
|
|||||||||||||
1672. 5, hadt. 7. Dat de Stads Artillerymeesters uit
ir-— „ den Krygsraad mogten verkooren worden. 5, 8. Dat de Stads fleutels altoos op 't Stad- w huis bewaard werden. 9. Dat de bedieningen, 5, tot den Krygsraad behoorende, met naame 55 ook de drie Doelen, door de Leden van den 5, Krygsraad, zouden begeven worden. 10. Dat 55 geene Ampten zouden worden gegeven dan 5, aan gebooren' Burgers, of ten minsten aan „Hollanders, die zes jaaren in de Stad ge- 5, woond hadden. 11. Dat de Kollegien van j, Schepenen, Kommisfarisfen en Sekretarisfen 5, gezuiverd werden , en geen Burgemeester 5? het Schoutsampt meer bekleedde, ia. Dat de 55 Gildenkeuren en Voorregten werden gehand- 5, haafd (#)." Na 't leezen van dit Verzoek- fchrift, vraagde men, oft niet wel ingefleld wa- re? en of de Burgers niet begeerden gehandhaafd ie worden in derzelvcr Voorregten 9 't welk met fa beantwoord zynde, werdt 'er een kort gefchrift vertoond, waarby alleenlyk dit laatfte verzogt werdt. De meesten tekenden dit. Eenigen, die 't in beraad namen, liepen gevaar van mishan- |
|||||||||||||
Scherp
fchrift
tegen
zestien
Regen-
ien.
|
deld te worden (r). Ten zelfden tyde, werdt
'er een fcherp fchrift geftrooid, waarin de ver- dagte Regenten, tot zestien in getal, by naa- me, genoemd, en over 't fmeeden van't eeu- |
||||||||||||
wig Edi<5t, over 't verraaden van't Land aan
Frankryk, over 't famenfpannen om in de Re- geering te blyven, en over andere dingen, he- viglyk , befchuldigd werden. Daarentegen, kwam 'er een antwoord op het zogenaamd Bur- gOr- O'ï Zit Vaucf.nikr I. Vul, Bylaag. N. 68. hl. 151* Cc J ViLKiNiER 1. Deel, il. 750. |
|||||||||||||
Ander
gefchrift |
|||||||||||||
LIV.BoEK. HISTORIE. 215
ger-verzoek in 't licht, welk voorgaf te fpreeken, 1572,
uit den naam van de * redelyke Gemeente, beßaen--------
de in Lutherfchen, Cat/iolyken, Remonfiranten, tegen de
hefcheydene Gereformeerden en de meeste Doops- ^a.a'f gezinden, den blaauwburgsvalfchen fieyloor uitge- len# * nomen, famen uitmaakende zeven agtfle der Bur- •raifot» gerye. 't Verklaarde voorts „ dat 'er geene vet- nable. n kiezing der Wethouderen gefchieden zou, „dan op den gewoonlyken tyd, en dat men w geene andere Regeering zou gehoorzaamen jj dan de tegenwoordige, al werdt zy fchoon ,, aangefteld, door den Stadhouder," dien men zig niet ontzag, eenen Mas-Anjello en eedbree- ker te noemen (7). Doch ditfchimpen enfchry- ven,van wederzyde, hielp luttel. Vier Gemag- tigden der Vergaderden in de Doele, Doktor Abraham vanPoot,zyn Broeder Henrik,Elias Nokt en Jan Bruinetïburg traden naar 't Stadhuis (f); doch lieten zig eerst overhaalen,om het getekend Verzoekfchrift te vernietigen, en kreegen toen zulk antwoord van Burgemeesteren, dat zy zig te vrede fcheenen te houden. De Regeering hadt nu reeds vastgefteld, haare ampten neder te leggen. Ook zag men haast een' lyst in druk, vervattende de naamen der Heeren, in welker plaats, de Prins, zeide men, anderen verkie- zen zou. De Vergaderden op de Doele maak- ten eene nieuwe benoeming van Vroedfchap- pen. Doch alzo zy, hieronder, eenigen hun- ner voornaamfte hoofden geplaats hadden, bragten zy zig zelven in de gemeene veragting , an werden, derwyze, befpot, in openbaare fchimp"
CO Uit ein Affchrift van liet Oorfprongkelyke. BIS.
CO Uit Aant. van Schepen Bontemanïei, W.63U to*. il£&
O4
|
||||
ai6 VADERLANDSCHE LIV.Eoek:
|
|||||||||||
i«72. fchimpfchrifterij die men, voor hunne huizen,
■------te koop liet fchreeuwen, dat zy 't hoofd naauw-
De Prins lyks ter deure uit fteekendurfden(ii). Ookhadt
|
|||||||||||
veran
den do Regea. ring te Amfter- dain. |
|||||||||||
zyne Hoogheid, reeds te vooren, twee regee-
rende Burgemeesters, Joan van de Poll en Lam- bert Reinst, drie regeerende Schepens, tien Raaden en vyf Oüd-Schepens, by eenen brief |
|||||||||||
vanden tienden van Herfstmaand, omflaagen
van hunne waardigheden: welker plaatfen, op verzoek der Regeeringe, by eenen gelyken brief van den vyftienden, door denPrinie, ver- vuld werden. Koenraad van Beuningen en Joan- nes Hudde werden, in de plaats van Van de Poll en Reinst, aangeiteld tot Burgemeesters. On- der de nieuwe Raaden was 'er maar één, die ook door de Burgers benoemd was (y), Eenige dagen na deeze verandering, vondtmen, aan den Jan-Roodenpoorts-tooren, een gefchrifc aangeplakt, waarin de ontflaagen' Regenten, driftiglyk, verdedigd werden, en de verande- ring toegefchreeven aan den Burgemeester Gil- lis Valkenier, die, zeide men, alleenlyk be- oogd hadt, zyne vrienden ter Regeeringe in te dringen (w). Doch hierop kwam geen ver- der gevolg, en Amfterdam geraakte, eerlang, in rust. Vermeer- Zyne Hoogheid zou, na 't veranderen der deriiig Regeeringe in de Steden, het Lid der Ridder- taTd'êe' fchaP °°k gaarne met eenige Heeren gefterkt befcbree- hebben. Doch 't werdt verfchooven, ter gele- gen' e. genheid van het afzyn des Heeren van Wer- ■ ken-
ful ük Aanf. van Schepen n<m trmantel , StS. f v) Zie Lyst der XXXVI. Raaden voor ds Uandv. van Amlfc. fyv) UU cm Affchrift vap liet Oorlyrougkelyk«- MS«
|
|||||||||||
LIV.BoEK. HISTORIE. si?
|
|||||
kendam, die in Gezantfchap vertrokken was 1572.
naar Deenemarken. Ook hadden de Heeren —- van Duivenvoorde, van Maasdam, van Heen- delen vliet, van Wasfenaar en van Zevender, opden ^aI\Ho1* drie-entwintigften van Louwmaand deezesjaars, a een heimelyk Verbondfchrift getekend, waar- in zy, by adelyke eere en trouwe, beloofden , niet te zullen toeftaan, dat het Lid der Edelen, in den tyd van vier jaaren, met eenige nieuwe Heeren, buiten de Zoonen der agt tegenwoor- dig befchreevenen, vermeerderd werdt ; ten ware zy 't, onderling, eenpaariglyk, anders mogten goedvinden, 't Verbondfchrift bleef, toegezegeld, in bewaaringe van Filips de Zoe- te de Laeke van Villers, Heere van Zevender (x). Doch men hieldt zig niet aan 't eerfte lid van 't zelve , en veranderde, zo 't fcheen, na dat zyne Hoogheid Stadhouder geworden was , eenpaariglyk, van gedagten. Het afzyn des Heeren van Werkendam ftretnde ook het ver- meerderen van 't getal der Edelen wel voor ee- nen tyd; maar verhinderde het niet. De Hee- ren Wolf et t van Brederode, Heer van Brederode, Mauriu van Nas/au, Heer van de Lek, en Fre- drik van Reede, Heer van Lier, werden, op't begeeren van zyne Hoogheid, in Sprokkelmaand des jaars 1674, in de Orde befchreeven (j). > 't Bleef niet by de veranderinge der Regee- XVI.
ringe in Holland. In Zeeland veroorzaakte de B«<W oproerigheid der Gemeente ook nieuwe Wet- ^"ud houders, in verfcheiden'Steden. Huisluidenen geeveo Burgers waren, hier, al in Hooimaand, op de ook ge- beea le<»rïU-
f.r) Uit een Affchrifc van hot 0.irfpront'Icc'y!{ï. MS.
(yj Refol. Ridderfch. 20 Feto. 1674, MS, O 5
|
|||||
êi8 VADERLANDSCHE LIV.Boek,
167a. been geweest. Te Zierikzee, hadden de boeren
-------al de glazen van 't Stadhuis ingeflaagen. Daar,
&eid tot te Middelburg en te Vlisfmgen, waren deBur-
rin'g"^6" gerso°k' met Verzoekfchriften, inde weerge- Regee^r weest(«)-> dieegter, doorde Wethouders, niet ringe. naar den zin der Burgeren , beantwoord waren (a). Te Vlisfmgen, beflooten, eindelyk, negen Vroedfchappen, zig van de Regeering te ont- flaan, in welker plaats, de Prins anderen aan- ftelde. Te Veere, werdt de Regeering verdagt gemaakt by de Gemeente, door den Raad en Penfionaris honorair, Serooskerke, als hadt zy zig, in 't raadpleegen op de handeling met Frankryk, fchuldig gemaakt aan kwaade trou- we. Doch Serooskerke werdt, hierover, fcher- pelyk beftraft, door de Staaten, die de Regee- ring van Veere regtvaardigden (£). Nogtans werdt'er, in Herfstmaand, ook verandering in de Regeering bewerkt; dooreenigen uit de Bur- gerye, die 't oor van den Prinfe wisten te win- nen (V). Te Middelburg, raakte het graauw op de been, op een valschgerügt, dat deFran- fchen bezig waren met landen. Burgemeester van den Brande werdt, van eenen hoop wyven, nitzyn huis gehaald, endeerlykgeflaagen. Kort hierna, rukten de boeren gewapend ter Noord - poorte in, haalden van den Brande van 't Stadhuis, daar hy, door de Schutters, gebor- gen was, en voerden hem en de Burgemeesters LeSage, Brouwer, Vrybergen, den Penfionaris de Huybert en den Sekretaris Reigersbergen5 ge-
(~~) Valkenier I. Deel, Dy'.aag. N. 55, 56. W. 120, 122«
(#, V'ALKENIER I. UCfl, hl. C>9">, &91I.
C b; Notul. Zeel. IQ Aug. i6y2.
( c) Extr. uit ds Notulen van Wette en lUede teVere 31J1H
}y, 24 Seft. 1072. |
||||
LIV.BoEK. HISTORIE. 219
gevangkelyk, ter Stad uit, dezelven, in hun- 1672.
ne bierkroegen, bewaarende. Toen zondenze om Gemagtigden uit de Burgery, die, nevens hen, de Vermeiden, want beter naam kreegen de Heeren niet, zouden onderzoeken. Dit ge- fchiedde ruwelyk: waarna de Burgers de ge- vangenen wederom naar de Stad voerden, en*, eerlang, onder borgtogt, ontfloegen. Doch de oproerigen lieten zig niet ftillen, voor dat de Prins, die, te vergeefs, door de Regee- ring, verzogt was, in de Stad te komen (V), ook hier, eenige verandering in de Regeeringe gemaakt hadt (J). Hy kwam, ten deezen ein- de , in de Lente des volgenden jaars, in per- foon, in Zeeland (ƒ). Ondertusfchen, waren, zelfs naar 't oordeel xviï.
van zyne Hoogheid in laater' tyd, door deeze Gevoi- algemeene verandering in Holland en in Zee- §en nd,er land, veele bekwaame luiden uit het bewind riaee in" geraakt. Veele driftige en geringe luiden, die de Re- zig 's Prinfen vrienden noemden, hadden zig, geering. daarentegen, by deeze gelegenheid, ter Regee- ringe weeten in te dringen. Deezen verlooren haast al hunne agting, alzo zy kleine befchei- . denheid en geheel geen aanzien hadden. Zy re- geerden, zo getuigd wordt, zeer eenzydig, en verdrukten zulken, die de zaaken wat anders inzagen. De Prins befpeurde den misilag, waar- in hy vervallen was, eerder, dan hy kans zag, om dien te hcrftellen. Doch allengskens kwa- men zy, die te vooren den kant van de Witt ge-
C<0 Notiil. Zeel. 16 Aug. 5 Sept. 1672.
(.O V/11.KEN1KR I. Deel, tl. 755 enz. Cid- 6* J. IJbRONICh
GeorgarclioiKomacliia.
Wj Noiul. Zeel. 14, 18 April 1^73. il. 87, 91, |
||||
cao VADERLANDSCHE LIV. Boek
|
|||||
1672. gehouden hadden, tot zyne zyde over, vol-
r------gende zyne maatregels, in het wederftaan der
Franfchen en in het verdedigen van 't Vader-
land (g). Ook werden fommigen, die men bevondt, op eene onbehoorlyke wyze, in de Regeeringe gebragt te zyn, daarna gemyd. Te Gorinchem, waren eenige Vroedfchappen , door geld, aan hunne ampten geraakt: waar- over zy, federt, door den Fiskaal, in regten betrokken werden (Ji). Alge- Kort na de verandering der Regeeringe in jneene Holland, beflooten de Staaten van dit Gewest,
vergiffe- 0p 't aanhouden van Zyne Hoogheid, eene al- jtondigd. gemeene vergiftenis van al 't voorleedene te laaten afkondigen, 't welk egter, niet voorden agtiten van Slagtmaand, gefchiedde, fchoon 't Plakaat, reeds op den zevenentwintigften van Herfstmaand, getekend was (i). B y dit Plakaat, werdt de gehoorzaamheid aan de Overheden en de gewillige betaaling der gemeene lasten, ïiswes- op'ternftigst, aanbevolen (T). Doch eer't nog gingen afgekondigd was, hoewel 't reeds was vastge- denTyd fteld' viel'er, indenBrieleen te Medenblik, van 't af- nieuwe beroerte voor. Eenige Leden der Re- kondi- geeringe leeden geweld, in hunne perfoonen en gea. goederen. In den Briele fmeet men de glazen in, aan 't huis van den Burgemeester van der Pu!, zyne Huisvrouw, met llagen, mishandelende. Te Medenblik wilde het volk twee Regeerings- perfoonen dwingen, hunne ampten af te leg- gen rg) nniTNKT vi. I. p. --f>.
fjij P.eiihiui van Mei. Simon va;* MuHiEL&sesr voor Mis.
l?4£rER 11K Gu.rjor iV. 3. JAi'. (f) Uefbt. H'ill. 37 Stiit. >(i-?->. '<l. y-. (h) Zie V^KENIB«, 1. IkJ, Mjlaag» xV. iö. il. \b.\. |
|||||
LIV.BoEK. HISTORIE. 021
|
|||||
gen (/). Men onderzogt, of deeze daadelyklie- 11573,
den onder de algemeene vergiffenis begreepen ■-------
waren; doch 't beiluit viel, dat 'er regt over be-
hoorde te gefchieden, om dat zyneHoogheid, jn deeze Steden, reeds orde op de Regeeiïng gefield hadt (m). Een weinig anders liep het af, Dn'eN*. met Theophilus en Samuel Naranus, in den ™aeJ\ *n Haage, en met den Boekverkooper haak Na- beld'^ter f anus, te Rotterdam, die verdagt waren, de oorzaak« band gehad te hebben in het famenftellen, of van ze- in het verspreiden en verkoopen van zeker **r fcherp Gedigt, genaamd Hollands Penezoen, in vers. Engeland gebakken, en in Holland geopend, voor de Liefhebbers van 't Vaderland. De twee eerlten ■werden voor 't Hof gedagvaard. De Boekver- kooperwerdt, door den Hoofd-officier, buiten kennis van de bank van Schepenen, op den zeventienden van Herfstmaand, in hegtenis ge- nomen, en onder 't Raadhuis naauwkeurig be- waard. De gewezen Ambasfadeur de Groot werdt, meen ik, als de maaker van dit Gedigt befchuldigd (/;). Joachim Oudaan Franszoon, Toachini Tegelbakker te Rotterdam en vermaard Digter, oudaui ook verdagt, dat hy 't vers gemaakt hadt, Fr*1»- werdt, ten zelfden tyde, boven ontbooden. ™m Doch hy verfcheen niet: enmy is niet bekend, 0°0°^[n »* dat men hem, federt, gemoeid heeft. Hy liep, oog, nogtans, ten deezen tyde, zeer in 't oog by 't oproerig gemeen, welk, reeds op 't einde van Zomermaand, verfpreid hadt, dat hy van zins was, de Staatfche Ruitery, welke men toen buiten wilde houden, door zeker Waterpoort- je ('O Refbl. Hol!. 18 Nov. 11S72. */. 24, 27.
(tu) Uit Aam. va» den Penfion. Hoi» van iS Nov. 1IÏ71. A/.9. ,, l_z) Arrftt, waar ep fjïr.p. de Groot 2i May ï6j6,j[t!ii»rJis, AW. |
|||||
222 VADERLANDSCHÊ LIV.Boek.
i«72. je, aan de Vest nevens de Goudfche poorte,
------van welk poortje hy een' fieutcl hadt, ter Stad
in te laaten. De Boekverkooper zat wel drie
weeken in hegtenis: doch alzo de Schout geen regt bewys tegen hem hadt, en verfcheiden* Schepens hem genegen waren, werdt hy, on- der borgtogt, geilaakt (V). De zaak van den Ad- vokaat Theophilus Nseranus bleef fleepen, tot in Wintermaand des volgenden jaars. Hy be- kende, het vers uitgefchreeven; doch niet ge- maakt, of verfpreid te hebben: en verzogt, eindelyk, begreepen te worden onder de alge- meene vergiftenis: 't welk hem en den drukker Jan Franken, te Leiden, op de goedertieren voor- 'fpraak van zyne Hoogheid werdt toegcftaan, mids het op de rolle werdt afgekondigd Q>). Wat 'er, omtrent Samuel Njeranus, verder, gebeurde , vind ik niet aangetekend. Na 't afkondigen der algemeene vergiffenisfe, vielen er, op ver- fcheiden' Plaatfen, bewecgingen voor, daar on- derzoek en ftraf op volgde (q). Doch, fom- tyds, leeden ook de ontilaagen' Regenten over- last, die niet geftraft werdt. In Slagtmaand van dit, en in Sprokkelmaand van 't volgende jaar, werden de dienstboden en het Huis van de Groot, te Rotterdam, nog aangevallen (r), en meende hy te können tooneri, wie de plon- dertekens aan de dolle wyven gegeven, en be- taald hadt. Doch niemant werdt, om deezen moedwil, geftraft. Opeenige mishandelingen, ge-
Co) Verhaal der muiterye te Rotterd. MS.
(p ) Ret'ol. Holl. 11 Decemi. id?7- W. By Uit Aant. van £{» Peiiüon. Unp van 2X Maart i6>3 MS. (.?) Zie Ontroerd. Leeuw li. Deel, U. 23. Cr) Imerrog. voor 't Geregt van Kool. < |
||||
LIV.BoEK. HISTORIE. 223
gepleegd aan den gewezen Rotterdamfchen Bur- 1573;
gemeester van der Aa (V), was wel onderzoek ——~ gedaan; doch niets verder gevolgd. Daarente- gen , was een der plonderaaren van het Huis van Burgemeester Hallingk, te Dordrecht, met geesfeling, geftraft (t). Een Delftsch Burger werdt, om oproerige taaie, door het Hof van Holland, veroordeeld, om oiithalsd te wor- den (V). De ongeregeldheden werden door de vingeren gezien, of niet, naar dat zy, die ge- fteld waren, omze te onderzoeken, zig niet of al gelegen lieten zyn aan de luiden, die 'er by geleeden hadden. De binnenlandfche zaaken van Regeeringe
hebben ons lang bezig gehouden, 't Wordt tyd dat wy wederkeeren, tot het verhaal der zaa- ken van oorloge. 's Lands Vloot onder de Ruiter, in 't begin xviïT.
van Oogstmaand, nog leggende voor Goeree- De Rui* de, kreeg last, om op de t'huiskomende Oost- £" indifche Vlootetepasfen: waarop men wist, dat de Oost- de vyand het oog hadt. Zy was toen, veertien indifch» fchepen fterk zynde, gekomen omtrent de fchepen Eems, werwaards de Ruiter ook zeilde, om ^dêa haar, ware 't mogelyk, in behouden haven te haven, brengen. De Staaten van Holland waren van meening, dat de Ruiter eerder een' flag met de Engelfchen waagen moest, dan gedoogen, dat de Oostindifche fchepen hun in handen vie- len (V): doch zyne Hoogheid oordeelde, dat hy
f O Attest, en Interrog. MSS.
(t) Pleidooi van Ma. Simon van Middelceest voor Mr P.
»e G oor N. 2. MS. C'K i Seiitent. van den Hove van 2 Fe1»: 16/3. MS
(v) Secr. llelol Hvil. 5» 6, 7, u A:<g. xo>ï. Hl. Dal,
tl. 2B3, 2^5,880, 287. |
||||
P24 VADERLANDSCHE LI V. Boek;
ï*7s. hy 't gevegt eerder moest zoeken te ontwyken,
. De algemtene Staaten belastten hem, hierop, de Oostindifche fchepen te beveiligen, zonder
's Lands Vloot te zeer te waagen. Midlerwyl, waren de Oostindifche fchepen, gelukkiglyk, in de Eems geraakt, van waar zy, door de Ruiter, afgehaald en behouden in 't Vlie en in Texel binnen gebragt werden, voor 't einde van Oogstmaand (w). 's Lands Vloot ging, daar- na, wederom op Schooneveld leggen. Doch ziekte en gebrek van mondbehoeften noodzaak- ten de Staaten , haar , in Herfstmaand , in 's Lands havens te doen invallen (x). Ter zee, viel dus niets meer voor, dit jaar. Alleenlyk hadden de Hollandfche en Zceuwfche Kaapers den Franfchen en Engelfchen beide een groot getal van fchepen afgenomen (jy). XIX. Te lande, werdt ook niet veel verrigt van Fraiifche belang. De Franfche bezetting van Utrecht, drvven6' ^et ^U!S te Kroonenburg by Loenen , welk in en om Staatfche bezetting ophadt, in 't begin van Holland. Oogstmaand, hebbende ingenomen, veroverde, terltond daarna, de Huizen teLoenerlloot en te Jaarsveld, en pionderde Loenen. Omtrent het 'einde van Herfstmaand , beroofden de Fran- fchen Lopik, Leksmonde, Kapelle, Benskoop, Loosdrecht, Hilverfom en Emmenes. Waver- veen en Botshol werden, in 't begin, Abkoude , in 't einde van Slagtmaand, jammerlyk, ver- brand. De meesten deezer Dorpen hadden Fran- fche vrye hoede in. Doch men toonde 'er gee- ne
(w) IIrandt de Ruiter, il. 721-733. VaikïNIBR U Dut»
tl. aio enz. f x~) Urandt de Ruiter, hl. 757. (jO Valkenibiv 1. Deel, M. S13, |
||||
LIV. Boek* HISTORIE. aa^
ne agting voor, van 's vyands zyde: 't weljc 1672J
die van Willis bewoog, hunne vryehoede, ge--------
vangkelyk, aan den Prinfe te zenden, en de
toegangen naar het Dorp zo linal af te fteeken, en zo fterk te bewaaken, dat 'er de Franfchen niet by konden (z). Te vooren, in Wyn- nuand, hadtdevyand een fchansje, by 'sGraa- vcnland, aangetast; doch de Veldmaarfchalk, Prins Joan Maurits, van Muiden derwaards ge- trokken, dreef hem toen, en nog twee maa- ien , in Slagtmaand en Wintermaand, terug (V). Op den zesentwintigfteu van Slagtmaand, over- vielen de Franfchen de fchans by het Dorp Ameide, die den Kolonel Bamphield toever- trouwd was. Doch de bezetting verliet haare post, op de aankomst van den vyand, die lig- telyk meester werdt van de fchanfe, en het Dorp, daarna, deerlyk pionderde (f). De Veldmaar- fchalk Wirtz fchreef, dat de Franfchen, bydee- ze gelegenheid, wel veertig gevangenen naakt uitgefchud, en naar Utrecht gebragt hadden, en dat Bamphield, om 'tverlaaten van de post, van de wyven van Ameide, mishandeld was(V). Bamphield werdt, naderhand, in h'egtenis ge- nomen, en zat, tot inWynmaand des volgen- den jaars, wanneer hy, kosteloos ontllaagen werdt (d). Ook hadt hy, reeds te vooren zyn gedrag, in openbaaren druk, verdedigd (e). De onderneemingen der Staaten, onder 'tbe- AaniU- leid gen °-B
N*»rdet
C~~) Valkenier T. D:el, W. »13-851. (äJ Mkifiven van Pr. ] Maurits yan i&A'oy, 2$Dtc. 167a. h/SS. ValRknier l Déd, bl. «35. <0 Vaikknibr I. D.el, H 820. ( c) Misfive v«?; Jem Veidm. Wirtz va» 30 A*y. 167a. .1/.Ï.
(il) Vai.kenikr II. D:e', II. 177. f <0 PbUs Kelltft. & lui»s du Colon. Bampfiki.u. XIV. Deel. P
|
||||
22Ö VADERLANDSCHE LIV.Boek,
16/2. leid van zyne Hoogheid, flaagden ook, dit na-
1-------jaar, gantsch nietgelukkiglyk. De Prins onder- nam, op 't einde van Herfstmaand, Naarden in teneemen, door verrasfing, waartoe eenige be- zettelingen van Muiden en Weesp, en eenig Krygsvolk, welk, tefchepe, van Amfterdam, verwagtwerdt, gebruikt ftondt te worden. Doch de vaartuigen waren, doorftilte, opgehouden. Anderen fchryven, dat het bootsvolk onwillig was; endatmen, met veel moeite, niet meer dnn twintig man hadt können bekomen (ƒ). Midlervvyl, was het fchoon dag geworden : 't enWoer- welk den aanüag verydelde (g). InWynmaand, den. ZOgt zvne Hoogheid Woerden te verrasten; doch de Stad raakte, vroegtyds, in beweeging, op den elfden, wanneer de aanflag ftondt te worden uitgevoerd. Men fchoot, om die van Utrecht te waarfchuwen, en vuurde zo fterk van dentooren, dat hy in brand raakte, en, eerlang, op de Kerk nederftortte. Een gedeelte der be- zettinge van Utrecht onder den Hertog van Luxemburg, waarby Montbas zig bevondt (//), trok uit, om Woerden te ontzetten, en viel aan op de post van den Heere van Zuileftein aan de Grevenbrugge, tusfchenUtrecht en Woerden, terwyl de bezetting van Woerden een' uitval dcedt op de troepen onder den Prinfe, die nu voor de Stad gekomen was. Zywerdt, metmer- kelyk verlies, te rug gedreeven. Doch de post aan de Grevenbrugge werdt, in den tweeden De Heer aanval, overweldigd, door deFranfchen. Fre- van Zui- drik van Nasfau, Heer van Zuileftein, natuur- lyks
(f) Brandt de Ruiter M. 76,1.
Ce) Valkenie* ). Deel, il. C24. C'U Mt'iuoir. de Momuas p. 57. |
||||
OV. Boek. HISTORIE. 22?
lyke Zoon van PrinfeFredrikHenrik, fneuvel- ^2.
de, in deeze gelegenheid, 't Beleg van Woer- den werdt, daarna, opgeflaagen, door deFran- lefteiu fchen. De Prins keerde, met zyn volk, we- ^euvele, derom naar de post omtrent de Nieuwerbrugge, alwaar hem het Lyk van den Heere van Zuile- ftein, van Woerden, toegezonden werdt (O* De Franfchen hebben, naderhand, gefchree- ven, dat zy vyf-entwintighonderd, en de on- zen vyfduizendman, in deeze ontmoeting, ver- looren hadden. Ook meenden zy, dat men, van onzen kant, zekere post te Harmeien, die, door vyfrig Franfchen, bezet was, en hun den weg naar Woerden opende, verzuimd hadt, te bemagtigen. Voorts, hadt men de brug in 't Dorp Kameryk niet afgebroken, en onbezet gelaaten: 't welk den Hertoge van Luxemburg gelegenheid gegeven hadt, om de onzen, die langs de Kameryker Vaart lagen, van vooren en van ter zyde, te overvallen (k). In Herfst- Aanfag maand en inSlagtmaand, ondernam men Zwart- «pZwa* fluis te verrasfen: de eerfte reize te fchepe, uit Amfterdam, de tweede reize, door de Friezen, uit deKuinder en Blokzyl; doch beide deeze onderneemingen mislukten, insgelyks (/). De Prins, de Franfchen van de Hollandfche XX.
grenzen willende trekken, werdt, na 't misluk- To£t vatt keu van den aanflag op Woerden, te raade, de h^- wapenen te voeren in de Franfche Nederlanden: beid "naai doch'tgeheim van den toeleg bleef bedekt voor Charte- de I0h
(O Costbrus Hift. Vcrh. 11. 273-286. Valkenier I. Deel%
U. infi-330. C k) Fi'Uquikrss M.'imnr. Hifi. &. Milit. Tam. Il, p. 5 & fuif, Ql) Vaiuïniïr I, Deel, il. 823. P 2
|
||||
üiB VADERLANDSCHE UV. Bok;
|
|||||
1672. de Staaten (V). De posten in Holland dan,
degrave den Graave van Koningsmark toever- trouwd hebbende, verzamelt hy een Leger by Roozendaal indeBaronye van Breda, en trekt, met het zelve , in 't begin van Slagtmaand, naar Maaftricht, en, van daar, over de Maa- ze , naar de Roer , van waar hy den Graaf T*'}]?.6' van Duras de wyk deedt neemen (a). Daarna, egcr , YjQjjen|jUrg hebbende doen veroveren, op den zesden van Wintermaand, toog hy fchielyk te rug, en floeg zig, den zestienden, onverhoeds, neder voor Charleroi, daar weinig volks, en geen bevelhebber binnen was (_p ). De Graaf van Montal, die over de bezetting geboodt, en uitgetoogen was, om Tongeren te befcher- men, wist 'er zig egter, door list, binnen te werpen (j), en moedigde de zynen fterk aan , door zyne tegenwoordigheid. Men wil, nog- dochwe- tans, dat de Stad het niet zou hebben können derom houden; doch een fchielyke en felle vorst ver- wordt!6'1 hintlerde dcn Prinfe, het beleg voort te zetten, Hy verliet dan de Stad, deedt, in 'taftrekken, Binch inneemen en pionderen, en zondt toea het Leger naar de Winterkwartieren (V). Doch dezelfde vorst, die den Prins verhin-
derde, Charleroi te bemagtigen, en zyn op« togt, met een goed deel van 's Lands Krygs- magt, onder welk byna alle de Ruitery wasP gaven den Hertoge van Luxemburg gelegen- heid , fa) Rofol. Ocner. Mart. V, Kor 1672. en Uit Aant. van den
Tcnf. HnP van 15 Nov. 1672 MS. (o) Misfive van den Graave van Waldek van** Nov. 1672./>/'*. ff»; Misfive van den Raadp. Fa nu. fan 21 Dec. »672- MS. fqy Misfive j-c« Vrydf.roen uitBiusfdvan ziDec. 1672. Mï\ CO VALUKNiga 1. D:cl, bl. 8ji- «37. |
|||||
LIV. Boek. HISTORIE. 220
heid, tot het doen vaneenen inval in Holland, 1672;
die tot den wintertyd was uitgeileld, en gevaar- ——.> lyke gevolgen gehad zouhebben, zo'tweêrden vyand, by aanhouding, hadt willen dienen. Men was, in Holland, allang, bekommerd xxi.
geweest voor deezen inval, en 't Hoogheem- Zorg raadfehap van Rynland hadt, in 'c begin van Y°°T de Slagtmaand , eenige middelen voorgeilaagen, m^^an tot belcherming van Rynland by beflooten wa- Holland, ter, beftaande in het open byten van degroote by ba- en kleine Wierikken tot aan den Rvn, en van n°oien water
de onder water ftaande Mye - Polder tot in de Miert of Mydrecht, die ook open zou moeten
gehouden worden tot aan het Woerdfche Ver- laat; van waar het byten voortgaan moest, langs de kromme Mydrecht tot in deDrecht, byden Uithoorn, alwaar Amftelland begint, welk zelf op het yzen en byten orde zou moeten ftellen (Y). Voorts, hadden de Gemagtigden der Staaten van Holland, die voor de vyf posten zorg droegen, en zig te Alfen onthielden, geraadpleegd met Prinl'e Joan Maurits en den Baron Wirtz, bei- de Veldmaarfchalken van den Staat, en met den Graave van Koningsmark, Luitenant - Ge- neraal van 'tVoetvolk, overdewyze, waarop men zig, in zulk eene ongelegenheid, van't Krygsvolk zou können bedienen: waarop, be- flooten werdt, de vyf posten te befchermen* en eikanderen te hulp te komen, zo. een var» allen aangetast werde (f). Doch 't ontbrak, op verfcheiden' van deeze posten, nog aan volk en aan
(•O A'lvys van Dylcgr. en Hooglisemr. van.RynJ. van gNov*
If>7i. MS (f) Secr. nefol. Hol] 22 Nny. 1(^72. III. Diel, II. P03. UU,
A?u>ekj van c.:n ^eiiiiünar. Hup ra;: d:n zelfdsn 'U;g. US^ P 3
|
||||
230 VADERLANDSCHE LIV.Boek.
1Ä72. aan verfcheiden' noodwendigheden: ook hadt
- men 'er genoegzaam geeneRuitery, en de post. te Bodegrave, op welke de Graaf van Konings- mark geboodt, was wel naar den kant van Woer- den; doch niet binnenwaards verfterkt, alwaar zy egter zou können aangetast worden, wan- neer devyand, over 't ys, in 't Land gekomen Last des zou zyn. Koningsmark, 't gevaar biervan be- enden zeffen^e' hadt den Prins, voor den optogtnaar Graave boven, gevraagd, hoe hy zig, in zulk een ge- van Ko- val, zou moeten gedraagen ? waarop zyne Hoog- nings- hei(j ? met deeze woorden, geantwoord hadt: niar " Ah men daer v/el van verfeeckert [oude fyn, in zuleiten gevalle, fich te retireer en binnen Leyden, en de ordre van Vorjl Mauritz, ofte den Heer Veldt- marfchall Würts affte wachten (?/). Doch uit na- der ichryvens van den Prinfe, bleek, dat zyn oogmerk was, dat men Bodegrave niet verba- ten zou, dan in den uiterften nood (y): 't welk ook, by een' brief van den RaadpeniionarisFa- gel , bevestigd werdt (w). De Staaten van Hol- land vernieuwden, derhalve, hun befluit, om de post by Bodegrave te befchermen, zo lang't mogelyk ware (x). Voorts, werdt 'er ook orde gefield op 't yzen en byten, in geval van vorst: waartoe de huisluiden zouden gebruikt worden (y). Doch fommige Ambagten, gelyk dat van Zevenhoven en Noorden, hadden geen volk te misfen (z). Zelfs ontbrak het, in Amftelland, aan
(ïO Betraft uit de Tnllr. van zyne Hoogh. aan den Graave
van Knningsni' fub dato i Nov. 167?. US. (v) Motive van dtnPrinlè van Oranje van ï&Dec. i(rji.. />ƒ&,
l w"1 Mrfive yan den llaadp. F; grl yan 18 Dcc. KS72. MS.
(_x) Sccr. Refb!. Holl. ai Decemb 1672. III. Dal, tl. 312.
Mi.-.iive van hunne Ed. Gr. Mog. yan 23 Dec. 1672. MS. O) RHol. HoJl. 15 liecemb. 167a.
(;•) Brief van die van Zeveuh. en Noorden yan 17 üctsmh
1672, ÜIS. |
||||
LIV.BoEK. HISTORIE. 231
aan manfchap en gereedfchap, om 'tystebree- 167s;
ken (ß). Het Krygsvolk op de posten, met-------■
naame, op die van Bodegrave, zogt zig ook,
volgens 't berigt van de Gemagtigden der Staa- ten , met eene ongelooflyke voorzigtigkeid', te hoe- den voor den vyand, federt dat Koningsmark zig hadt laaten verluiden, dat hy naar Leiden dagt te vvyken (£). Midlerwyl, was de fchans aan het Woerd- xxir.
fche Verlaat, op den dertienden van Winter- De vorst maand (c), verlaaten van de onzen, zonder ^Land dat zy den vyand gezien hadden. Doch zy j„ gio0t werdt, naderhand, wederom bezet (V). Kort gevaar, hierna, begon het te vriezen, waarop de Her- tog van Luxemburg de bezettingen der Gelder- fche en Stigtfche Steden byeen trok, om den ontworpen inval te doen. Hy hadt, omtrent deezen tyd, eenen ftroop laaten doen, tot by het Dorp Kameryk, niet verre van Woerden, voornaamlyk, om nette kennis te kiygen van de gelegenheid des Lands in deezen oord, en zig daarvan, by den voorgenomen inval, te bedienen (/). Op en na den zeventienden van Wintermaand, vroor het zo fel, dat men, bin- nen weinige dagen, overal, over het ys kon. De Graaf van Koningsmark gaf toen, in ver- fcheiden' brieven aan de Gemagtigden der Staa- ten, te verftaan, dat men 't, met zulk weder, zonder Ruitery, niet zou können houden te- gen den vyand, zo deeze, over 't ys, als over een
fa) Brief weg. Dykgr. en Hoemr van Amftell. van 19 Dec.
1672 MS. O) 6'rVAant van tien Peul'. Hop van 23, af, De 1671. H/SS. <cj Rilol. Holl ;, f)cc. 1671.. M 79. ( d ) Misfivcn van f M. van FrostI< r van 18en 19Dec, 1O7S. Af&SV CO Costerus Hist. Veili bl- 322. P4
|
||||
233 VADERLANDSCHE LIV. Boek,
1672. een vlak veld, ten lande introk. De Mye, de
r groote en kleine Wierikken en deRyn omtrent Bodegrave lagen, op den twintigften, reeds zo
vast toe, dat men 'er te paarde over kon. De huisluiden kwamen niet op, om te byten, en 't ontbrak, in de fchanfen hieromtrent, zeer Optogt aan mondbehoeften (f). Ondertusfchen, kreeg der Fran- men, van alle oorden, tyding van den optogt der Franfchen, die allen naar Utrecht trokken. Men vernam, dat zy 't op Leiden en den Haa- ge gemunt hadden (g): uit welke laatfte Stede, drie of vier Roomschgezinde Burgers, zo ge- zeid werdt, in Utrecht gekomen waren, aan- biedende den Franfchen den weg naar den 1 Iaa- ge te willen wyzen, mids men hun de groote Kerk afftondt (h): welke tyding zo zwaar woog by de Staaten, dat men beiloot op deeze bur- gers tepasfcn(7). Ook heb ik een affchrift ge- zien van een' brief zonder naam, omtrent eene maand eerder , gefchreeven aan den Kolonel Mozes Pain & Vin, die te Bodegrave lag, hem berigtende, dat'er, dagelyks, brieven gedraa- gen werden, van Utrecht naar Holland , en van Holland naar Utrecht, door luiden, die 't, dus fpreekt de Schry ver, niet wel met het rechte * Vader- * Patria meenden , noch met Willem Wilhmfen > lind. den rechten en echten huysvarfer. Tot welk brief- draagen, zig, onder anderen, gebruiken liet zekere Timmerman van Utrecht, Jan Kees ge-
( ƒ) Misfi»»e van den Gr. van Koningsm. van 17, i?j '9> "~
l)cc. Mijl.. MSS. (#•) Mifisve van Pr. J MaUIUTS van 23 Dectmh. if>72. iUS.
Pnef van N, N uit Utrecht van 22 Vee- 1^72. MS- (A) Andere llrief uil Utrecht van 22 Dtc. 1672. MS.
ü»; Rcfoi. Holl. 25 )kc. 1(172. «L 127. Uit /Unteic. van de/i pehüou. Hop ven 25 /Mc, 1672. MS. |
||||
HISTORIE.
|
|||||||||
LIV.BOEK.
|
|||||||||
233
|
|||||||||
genaamd, die als een bedelaar gekleed ging,in ,672.-
een rok, waarvan de lappen, aan elkauderen ------.
gefpeld zynde, de brieven dekten (k). Door
zulke briefwisseling, kreeg, meende men, de vyand ook kennis van de gelegenheid van Holland. Men vernam nogtans, te gelyk, dat hy, te Utrecht, genoegzaam geen geichut hadt, zo dat hy genoodzaakt zou zyn, den inval zon- der gefchut te doen (7). De Graaf van Konings- mark, uit de aanhoudende gerngten van üen voorgenomen inval, afneemende, dathetzyne post gelden zou, fchreef, den twee-entwintig- ften, aan de Regeering van Leiden „ dat hy n last hadt, om, in geval van nood, te vvyken M naar haare Stad, waarom hy verzogt, dat Mmen orde ftelde, om zyne byhebbende man- „ fchap, fterk omtrent drieduizend knegten „ en vyftig paarden, te voorzien van huisves- n ting en turf (m)."" De Hertog van Luxemburg brak, den zeven- Zy ko-
entwintigften van Wintermaand, van Utrecht "'/,lte op, met een'aanzienlyken hoop volks, die on- äc^CT' gelyk begroot wordt: doch dien lbmmigen, met de bezetting van Woerden, die 'er zig, terftond, byvoegde, op negenduizend knegten en tweeduizend paarden berekenen ( n ). Hy trok, dien dag, tusfehen Schoonhoven en Üu- dewater door, naar Woerden. Van hier, zóndt hy'eerst ecnige Ruitery, onder Mi/ac, naarde groote Wierikken bezuiden denRyn, om te be- zoeken, of het ys van dit water ilerk genoeg .....wa-
C*) Rrief vau .... Nov 177a. MS.
(I) Raport van een' Spion van 24 Dee. tfrz- fifS.
C"i) Msfive van denGx. v^n K 'ninesm. yen 21 J>sc. 1I72. W&
t»J Costerus HUt. Verh. U 330.
P5
|
|||||||||
ö34 VADERLANDSCHE LIV.Boek.
tÄjnj, ware, om 'er met het Paardenvolk, over te kon-
r—— iien. Doch men bevondt het te zwak. Hy zelf was, midlerwyl, langs de Noordzyde van den Ryn, getrokken naar Zegveld , en voorts naar de Mye-Polder by Bodegrave, laatende de post aan de Nieuwerbrugge een groot half uur gaans ter linkerhand van zig leggen. De Graaf van Koningsmark was, op de eerfle tyding van de aankomst der Franfchen, van Bodegrave ver- trokken ; hebbende hy van de Gemagtigden der Staaten last bekomen, om, in den uiteiften nood, niet verder dan tot aan de Goudfche f luis te wyken. Doch honderd-envyftigmanuit hetRe- gement van zyne Hoogheid waren naar Leiden getoogen (o), zonder in de Stad ontvangen te zyn; waarop zynaar Alfen gekeerd waren. Aan de Goudfche fluis, ftondt Koningsmark inilag- orde, en men begon'erzig te veiichanfen, toen de vyand voor de brugge van Zwammerdam kwam: welke brug, aan den Zuidkant van den Ryn, opgehaald was, en door eenige weinige manfchap bewaard werdt. Doch deeze rnan- verbran- fchap verliep terllond. Eenige Franfchen kvva* den men, zonder moeite-, met vaartuigen, over den Zwam- ftroom, die hier open was, lieten daarna de raerdam, brugge neder, en het gantfche Leger te Zwam- merdam (ƒ>), dat van de meeste opgezetenen verlaaten was, en terftond geheel aan kooien gelegd werdt. 't Huis van den Schout, welk het aanzienlykfte van het Dorp was, werdt ook aan- gefteken: doch de vlam fcheen niette willen vatten. Immers, het huis bleef behouden. Al- le (o) Vit Aaiit. ven den Penfion. Hop. van ï8 Dee 167a- BIS*
(_p) Rcfol. Gencr. Jovis nj December 1672. |
||||
HISTORIE.
|
|||||||||
LIV. Boek.
|
|||||||||
^35
|
|||||||||
Ie de fchepen niet leevensmiddelen , welken „Jö-
rnen hier vondt, werden, insgelyks, verbrand. .------„ Van Zwammerdam, toog de vyand, den hoo-
gen Ryndyk langs, te rug naar de Zuidzyde van Bodegrave, alzo 't ontlaaten van 't weder, zynde den wind van oostelyk in westelyk, de vorst in regen veranderd, hem verhinderde, dieper in Holland te rukken. Bodegrave werdt en Bode- toen ook, op verfcheiden' plaatfen , in den grave. brand gefteken,en,op één huis na, welk te voo- rcn tot eene Roomfche Kerk gebruikt geweest was, en aan de Zuidzyde des Ryns ftondt, in de asfche gelegd. De buitenplaatlen en polder- molens omtrent deeze Dorpen werden ook al- len in brand gelleken en verwoest (cf). De Schry- vers, die 't vernielen van Zwammerdam en Bo- degrave te boek gefield hebben, uit de eerlle verhaalen, welken, ingegeven door fchielyken fchrik en ontfleltenis, gewoonlyk de dingen vergrooten boven de waarheid, lpreeken, 0111- ftandiglyk, van een algemeen vrouwenfchen- den, moorden en verbranden van weerlooze vrouwen, ftokoude mannen en onnozele kinde- ren, en van veele uitgezogte wreedheden, by deeze gelegenheid, gepleegd (V). Doch anderen, die, daarna, by de opgezetenen der twee Dor- pen zelven, onderzoek op 't gebeurde hebben gedaan, hebben niet boven de drie voorbeel- den van vrouwenfchennis können ontdekken: en niets vernomen van de onmenfchclyke wreed- heden, waarmede fommigen de Franfchen be- tigt hebben (j). Ook vind ik, in een' heden- daags ch' C(?) Costerus Hill. Verhaal, U, 330-338.
(t) Advis Melle [>. 47. 6" fuiv. Valkenikr I. Deel, i(. 3<jr, EJoll. Merc. van 1672. tl. 2iy. CO CusiïRus ililt, Verhaal, 328. |
|||||||||
236 VADERLANDSCHE LIV.Boek.
«672. daagsch'Schryver, uit overlevering van oude
•------luiden, verhaald, dat de grootfte wreedheden,
by deezen inval, gepleegd, bef taan hebben, in
het naakt uitf ehudden van eenige weinige men- fchen, die, daarna, landwaards in gejaagd wer- den; en het mishandelen van eenen kranken Metfelaar van Zwammerdam, en deszelfs on- langs verloste Huisvrouwe, van welken de eer- fte in't leeven bleef. Doch de vrouw overleedt, kort hierna, te Gouda (f). De gewezen Am- basfadeurPieter de Groot, omtrent deezen tyd, over deezen inval der Franfchen fchryvende , noemden dien eenen kleinenßroop in Holland: ook getuigd by, dat 'er, in den veldtogt des jaars 1673, in Duitschland, dagelyks, dingen ge- beurden, die niet veel verlchilden van 't gene, te Zwammerdam en te Bodegrave, gebeurd was («). XXIII. ^a 'c verbranden van Bodegrave, zou de DeKolo-vyand, op zynen hertogt naar Woerden, de 31 ei Pain p0St a;m (je Nieuwerbrugge voor de borst ge- fi,ui! had hebben: doch deeze\vas, kortte vooren, verlaat „' ,. Tr
de post vermaten door ue onzen. De Graat van lvo-
nnn de ningsmark hadt ze, toen hy naar de Goudfche Nieu- fluize week, toevertrouwd aan den Kolonel Mo- weiürug- zes pajn gj. yin<) Kwartiermeester-Generaal van de Legers der Staaten, die, zig, door het be-. magtigen van Zwammerdam en Bodegrave, ziende afgefneeden van den Graave van Ko- ningsmark, en bezettende, dat zyn Kwartier naar de zyde van Bodegrave, ilegts met eenen iaspel of Friefchen Ruiter gedekt, en derhalve niet.
(O Tcgenw- Strtat dor Vereen- Nedcrl. V. hal, bt. 149.
(. r/) Lettres Je Mr. de Groot Ju 5c jany. §: 31e üBéire 1073; |
||||
LIV.BoEK. HISTORIE. 23?
niet te houden was, te raade werdt, op 't voor- ^t}
beeld van Koningsmark zelven, de Nieuwer- - brugge te verlaaten, en de wyk te neemen naar Gouda, daar hy, met open' armen, ontvangen werdt (v). Doch dit wyken, zonder nadruk- kelyken iast van Koningsmark geichiedzynde, werdthem zo kwalyk genomen door zyne Hoog- heid, die, op den dertigften van Wintermaand, wederom, in 't Leger te Alien gekomen wasj dat Pain & Vin, terftond, gevat, en voor den Krygsraad te regt geilcld werdt. Hy werdt, op den tienden van Louwmaand des jaars 1673 , ook op 't aanhouden der Staaten van Holland, gevonnist tot verbeurtenis zyner ampten en goe- deren, en tot eene eeuwige gevangenis (w). Maar zyne Hoogheid verftondt, dat dit vonnis niet overeenkwam met de Krygsvvetten , die, in zulk een geval, ftrenger ftraf vorderden. Wirtz en de andere Leden van den Krygsraad, het vonnis, op 's Prinfen begeerte, herzien heb- bende, bevestigden het egter; met deeze ver- andering , dat men den gevangen voor 't Le- ger brengen, en met het zwaard over 't hoofd ftraffen zou. Doch zyne Hoogheid, hiermede nog niet vergenoegd, trok de zaak aan zigzel- ven , en aan eene Regtbank , uit Raadsluiden van den Hoogen Raade, den Hove en den Raa- de van Brabant, famengelleld. Voor deeze Regt- Hy bank, werdt Pain & Vin, eindelyk, gevonnist, vvor(,t om onthalsd te worden , welk vonnis, op den omhals»« drie-entwintigilen van Louwmaand , in 't Le- ger (v) Costerus Hifi. Vcrh, U. 332-337. Holl. Merc. yen
f,672. H 2(8, sar. l_sv) Holl. Mïic. vern 167:. H, 2ly. |
||||
538 VADERLANDSCHE LIV.Boek.
1672. ger te Alfen, aan hem uitgevoerd werdt (_x~).
'------- Verfchillende werdt 'er geoordeeld over dit
Aanmer- vonnis. Veelen hielden 't voer ten hoogfte
kingen rec}elyk , alzo zy verftonden , dat Pain & Vin vonnis, zyncn last flipter gevolgd, en den vyand, die, mids het ontlaaten van 't weder, nergens door- kon , den weg tot den hertogt niet geopend moest hebben (j). Doch anderen oordeelden, dat de last, aan Koningsmark gegeven, om, in den uiterften nood, naar Leiden te wyken, Pain & Vin, in gelyk geval, ook het wyken veroor- loofde , en dat de nood moest geagt worden op 't hoogst gekomen te zyn, doordien hy afge- fneeden was van den Graave van Koningsmark, en opeenepostlag, die, van den kant van Bo- degrave, wordende aangevallen, niet te houden was(z). De Groot, watlaater, fchryvende, aan eenen vriend , over de ftraffe van Pain & Vin, bedient zig van deeze woorden „ Gy ge- „ waagt van de veroordeeling van Pain & Vin. „ Men fchryft'er my ook over van Rotterdam ; „maar men voegt'er by, dat hy, ftervende, „ verklaard hadt, dat hy leedt, om dat hy zy- „ nen last hadt gevolgd : en dat Wirtz niet 0 over hem hadt willen zitten, om dat hy geen „ Pilatus zyn wilde, en onnozel bloed vergie- „ ten , om 't volk te voldoen. Ik weet niet, „ vervolgt de Groot, wat 'er van zy ; maar ik „ ben geen vriend van gedelegeerde Regters , n noch van het herroepen van vonnisfen, die „ door
C*) Refol Ho'!. 5, 11, \ijan. 1673. il. 5. 20, 23. Hol!.
M-i'c- van 1672. W. 220, 221. Valkenier !• D.el, hl. 643^ f). Deel, tl. 172. (y > UurnkT Vol. I. p. 336.
£z) CosTERUs II. 333 enz.
|
||||||
LIV.BoEK. HISTORIE. 239
|
|||||
B door bevoegde Regters geweezen zyn (a)." 1672.
De Franfchen, de werken aan de Nieuwer--------
brugge geilegt hebbende, kwamen, des avonds, XXIV.
wederom te Woerden, vanwaar het Leger, ter- ^e Ffaffl- ftond, keerde naar de Steden, daar het in be- Jg^L zetting gelegen hadt (f). De Staaten van Hol af. land beflooten, kort hierna, den arbeid aan de Voor- Goudfche Huis wakkerlyk voort te zetten (V), rJf% '* een Leger van zes- of zevenduizend knegten en ° tweeduizend Ruiters byeen te trekken, en nog zestienduizend man, burgers en huishüden, op de been te brengen. Men vondt ook geraaden, het Krygsvolk van den Staat, in dit koude jaar - getyde, te voorzien van pyrokken, yslandfche koufen en fterke fchoenen, en de Doopsgezin- den , die niet wel konden verpligt worden, om aan krygsbedryven deel teneemen, aan te moe- digen , tot het betaalen deezer pyrokken, kou- fen en fchoenen (V): waartoe mygebleekenis, dat zy zig ook , in fommige Steden , immers te Amfterdam (e), te Rotterdam en in Water- land (ƒ), gereed getoond hebben. De vorst, die 't verlaaten van Charleroi ver- Koever«
oorzaakt en tot den inval in Holland gelegen- den ge- heid gegeven hadt, gaf, aan eenen anderen wo"nefl*' oord, aanleiding tot het herwinnen van Koe- verden. Terwyl de moerasfen, rondom deeza Vesting, digt en hard bevrooren lagen, vaardigt Rabenhaupt een deel der bezettinge van Gro- ningen onder den Luitenant-Kolonel Eibergen , der-
art) Lettre de Mr. pe Groot de 23. Ikc. 1673. {!>) O1STER.US H. 330. \c) Misfive van Oasp. vsn Kinfdiot rap 11 Jan ifyz. MS,
(</,. llel'ol lloll. 11 jfr.miary 1674. f '■ ) Valkenier 1. D-el, bL 135. (f) Vaiüenür L D«i, bU 160. |
|||||
24o VADERLANDSCHE LIV. Boek;
&6?2i derwaards af, die, op den dertigftcn van Win-
r------termaand , voor de Stad kwam, en des nagts,
tusfehen elfen twaalf uuren, onder eenen dik-
ken mist, aanviel, op den buitenften wal, die eerlang overweldigd werdt: waarna de bezet- ting, die op de markt byeen getrokken was, gedwongen werdt, het geweer af te leggen, en de Stad te ruimen. Over deeze verovering van Koeverden, werdt een algemeene dankdag ge- houden, in de Vereenigde Gewesten. DcMun- fterfchen verlieten, federt, verfchciden' posten in deezen oord , die, nogtans, by gebrek van volk , niet konden bezet worden, door de on- zen (g). XXV. De Keizerfche troepen onderden Graave van Bewee- Montecuculi, die zig , in Herlkmaand reeds, gingen by Halberftad, met de Brandenbnrgfchen ver- zerfchen eenigd hadden (//), verrigtten weinig, in dit en Brnn- jaar. Montecuculi bewoog den Keurvorst, om denburg- niet regelregt in Westfaale te vallen ; 't welk fchei. ^e Munfterfchen , terftond , getrokken zou hebben uit de Vereenigde Gewesten; maar veel hooger over den Ryn te trekken , den Fran- fchen den toevoer af te Ihyden , en zig, daar- na , in Luikerland , te vereenigen met het Le- ger der Staaten, onder den Prinfe van Oranje: waarna 't, meende hy , weinig werks hebben zou, de Franfchen den bodem des Ryks, en veel!igt ook de Vereenigde Gewesten te doen verlaaten. Doch deeze raad fproot, zo fommi- gen willen, uit een heimelyk Verdrag, in't jaar 1671, tusfehen den Keizer en den Koning van Frank-
en") V, T.KtNIFR. I- ƒ)«■/, 'l. !>45-8<iI. <h~) Micfivc von den Urne van Ameriuigen van it i>?M672»
|
||||
ïJV. Roek. HISTORIE, 241
Frank ryk, gcflooten, waarby de Keizer beloofd , 67a.
hadt, in 't eerilejaar, zig niet te zullen moei- -----
jen met den oorlog tusfchen Frankryk en de
Staaten. In 't overtrekken van den Ryn, vondt men merkelyke zwaarigheden. De Keurvorften van Trier, Ments en de Palts wilden 't niet gedoogen. Zygaven voor, dat zyde Franfchen reeds op hunnen bodem hadden, en derhalve aan andere troepen geenen doortogt vergun- nen konden. De Staaten vonden, ondertus- fchcn, vreemd, dat 'er, van de Duitfche zyde, zo weinig verrigt werdt. De Prins van Oranje zelf toonde 'er zig misnoegd over (t"). 't Liep aan tot in Wintermaand, eer het vereenigd Leger in het Paltfifche over den Ryn trok; doch het keerde, na weinige dagen, te rug,en toog, eindelyk, door Westcrwald, naar VVestfaale, werwaards Turenne zig ook ylings begaf, met het Franfche Leger. De Brandenburgfchen lie- pen, nog voor 't einde desjaars, verfcheiden' Plaatfen, in Munfterland , af. De Bisfchop deedt, ten zelfden tyde, eenen inval in 't Land van der Mark, alwaar de Keurvorst, eerlang, de Winterkwartieren betrok, terwyl Montecu- culi zig in 't Bisdom Paderborn legerde (£). De Winter werdt, wyders, onder de oor- XXVI.
loogende Mogendheden, gcfleeten, tc.n deele fT™.del met toerustingen tegen het aanftaande jaarge- Spanje, tyde, ten deele met handelingen over eene Vrede en over nieuwe Verbonden; waartoe, \-an de Franfche en Staatfche zyde, geene vlyt gefpaard werdt. De Staaten en de Keurvorst van
O') Pnnwjnmr de Reb. Geft. Prid. Wilh. Libr.Xl. S> ?*♦
Sr- 82. (Ui, 662 O) Valuïnikr I. Dut, il. 855-852.
XIV. Deel. Q
|
||||
342 VADERLANDSCHE LIV. Boek,
|
|||||
US72. van Brandenburg hadden, reeds in Herfstmaand,
«*•"»—■ den Spaanfchen Gezant, Don Emanuel de Li- ra, zoeken te overtuigen, dat Spanje Frank» ryk den oorlog behoorde te verklaaren; doch de Lira hadt geoordeeld, dat zulks den Koning, zynen Meester, niette raaden ware, ten ware men zig verbonde, geene Vrede te zullen maa- ken met Frankryk, voor dat de zaaken, tus- fchen dit Ryk en Spanje, gebragt waren op den voet, als by de Pyreneeiche Vrede beraamd was (/). De Staaten zagen merkelyke zwaarig- heid in zulk eene verbindtenis, fchoon men zeer wel bezefte, dat zy van geene kragt zou zyn, voor dat Spanje Frankryk, met der daad, den oorlog verklaard hadt. Men zogt Spanje te voldoen met de belofte, dat men, niet dan gezamenlyk, met Frankryk fluiten zou. Doch hiermede was de Lira niet te vrede. Nogtans beloofde hy, dat de Koninginne Regente den invoer van alle Franfche en Engelfche Waaren en den uitvoer van krygsbehoeften verbieden zou, en hieruit zou, hoopte men, van zelve, eene Vredebreuk ontitaan («;). Doch eer 't zo ver kwame, verliepen 'er nog eenigc maanden. XXVyj Midlerwyl, arbeidde de Koning van Frank- Opening ryk ernltelyk, om den Keizer en den Keurvorst eener van Brandenburg de wapenen te doen afleggen V,rede" 00- Ook zogt hy de Staaten te doen verflaau- ling on- wen *n ^e krygstoerustingen, door den voor- der he flag eener Vredehandêlinge, die, van wegeden tnidd'j- Koning van Zweeden, als middelaar, gefchied- 3lng van de.
v*wee»
_jen (/) Vit Aanrek. van den Penf, Hop van 17 Scfi. 1672. MS,
' Pcffsnivikf Lil/r. XI- §. (ir,- p- Ö47-
C«0 Vit Aant. van den Penf. Hop van S4 Noy. 1672. i>/.S.
{jij Vit Aam. van Am Penf. Hop van 23 Sept, 1678. OIS,
|
|||||
tlV.BoEK. HISTORIE. fe4S
|
|||||
de. De Zweedfche Gezanten, Pkter Sparre en itya
Eduard Ehrmfleen, waren reeds in Frankryk
en in Engeland geweest, alwaar men hunne be-
middeling aangenomen hadt. De Staaten had- den 't te vooren gedaan. Zy kwamen -3 derhal- 73* ve, omtrent den aanvang des jaars 1673, in den Haage, te rug, om nadere voorflagen te doen. Op den zesden van Louwmaand, kreegen zy openbaar gehoor (V), en de algemeene Staaten benoemden, terftond, Gemagtigden, om met hen in onderhandeling te treeden. Zy ftelden Vooröif voor „ dat Frankryk en Groot-Britanje geneigd eener w waren tot vrede; dat zy Duinkerken tot han- J^eT „delplaats voorfloegen, en dat Groot -Britan- gce>° w je gezind was, terwyl men handelde, eenen „ ftilftand van wapenen, voor den tyd van drie „ maanden, te fluiten met de Staaten." Doch dïa «te de Staaten j zig insgelyks genegen verklaard j?«^? hebbende, om van vrede te handelen, weezen de handelplaats en den voorgeflaagen ftilftand van wapenen af (p~). Voorts, begeerden ze te weeren, op wat voorwaarden, men in hande- ling treeden wilde; want naardien de Koning van Frankryk geene reden gegeven hadt, waar- om hy hun den oorlog verklaarde, wisten zy niet, op wat voet, hymet hen zoubegeeren te verdraagen: 't welk onderftelde, dat de Staa- ten de eifchen des Konings van Frankryk van Hooimaand laatstleeden aanmerkten -? als niet gedaan. Eindelyk, ftelden ze agt andere Steden tot handelplaatfen voor, uit welken zy de keu- ze lieten aan de twee Koningen. De Koning van
C») Rcfol. Gener. Vener. 6 Jart 167%.
C/Ó Sctr. Rri'ol. Huil. 12 Jan. 1673. III. Dut, il, 31g»
|
|||||
«44 VADERLANDSCHE LIV.Boeic:
|
||||||
1673. van Frankryk gaf geene hoop,dat hyeene dee-
•■ ■ het ook niet volftrektelyk van de hand. Maar de Koning van Groot-Britanje was, ten hoogfte, misnoegd, dat men Duinkerken niet aangeno- men hadt, en dat de wapeufchorfing afgeflaa- gen was, in den Haage. De Staaten, hiervan, daarna ll^ ^e Zweedfchen, kennis bekomen hebbende, op zeke- verklaarden, den een-entwintigften van Sprok- re voor- keimaand w dat zy, vooreen jaar of langer, warden, ^ een Beftand te water met zyne Majesteit van den: die » Groot - Britanje fluiten wilden; doch zulks niet" om- n niet voor drie maanden konden doen, zon- fceisd n der dezelfde kosten te maaken, die zy zou- worden. ^ jen nieten maaken, al werdt 'er geen ftil- „ftand van wapenen getroffen." Maar Kare! de II. hadt geenen zin, om een lang Beitand te maaken met de Staaten. Ook ftondt hy 'er fterk op, dat men te Duinkerken kwame handelen. Doch, eindelyk, liet hy zig, in Lentemaand, beweegen om' uit twee van de agt Steden,door de Staaten voorgeflaagen, te weeteu Keulen en Aken, de keuze te laaten aan den Koning van Keulen Frankryk; die eerlang Keulen verkoos. Ten wordt tot zelfden tyde, werden de Gevolmagtigden tot handel- ^ Vredehandelinge benoemd. De Koning van ve*koo- Frankryk benoemde den Hertog van Chandos en ten. de Heeren Courtin en Barillon. Die van Groot- Britanje den Graaf'van Sunderland en de Hee- ren Lionel jenkins en Jozef Williamfan (<?). Van wege de algemeene Staaten werden benoemd de Heeren I3everningk en van Renswoude we- gens Holland, Odyk,fn wiens plaats egttvjoan dt
(f) BURMIT /'«/. I. f. 354.
|
||||||
/
|
||||||
LIV. Boek. HISTORIE. 245
dt Mauregnault kwam, wegens Zeeland, van if,?*.
Haren, wegens Friesland, en Joan ïibrands, ■-------
wegens Groningen en de Ommelanden (r).
Beverningk en Renswoude waren, door zyne Hoogheid, voorgeflaagen. Doch eenige Leden van Holland, met naame Amfterdam, maakten zwaarigheid, om den laatften goed te keuren, alzo hy uit Utrecht geboortig was, een Gewest, welk thans in de magt was van Frankryk (j). De Koning van Frankryk keurde Renswoude, sis zynen onderdaan, insgelyks, af: ook iprak hy, wat laater, van te Aken, en niet te Keulen byeen te komen, om dat, in deeze laatfte Stad, nog Keizer] yke bezetting lag, welke hy vernam, dat men zelfs voorhadt te verfterken. Doch na dat deeze bezetting den eed aan de Stad gedaan hadt, bleef Keulen beftemd tot de plaats van handeling (/). Ondertusfchen, waren de Staaten in de ver- XXVHI.
wagting, dat de Keizerfche en Brandenburg- DeKtur- VOt St VQ
fche troepen iet van gewigt onderneemen zou- Branden-
den, om der Vredehandelinge klem by te zet- burg fluit ten. Vooral, hadden zy vertrouwd, dat de een Ver Keurvorst van Brandenburg de Franfchen, Keul- *jra§ |"e^ fchen en Munfterfchen zou hebben genood- ning vag zaakt, om de drie Gewesten van den Vereenig- Frank- den Staat wederom te ruimen. Doch de Keur- ryk vorst begon, omtrent deezen tyd:, tedugten, dat men hem zyne eigen' Landen afhandig zou maaken. Ook kreeg hy den beloofden on- derftand niet van de Staaten, die de handen ge- flopten hielden, om dat zy niet zagen, dat de Keiu--
O") Valkrnie* TT. Del. il. 671-67*.
(1) Uit A.11U. van dn Penf, Hop. van n Maart löój« iSS..
C'J VAUttBiiiiF. II. Deel, ti- 671), CiOÓ.
|
||||
*4* VADERLANDSCHE LIV.Boek..
|
|||||
f6j$. Keurvorst iet uitvoerde van gewigt. Zyne
■ het oor zo zeer aan de vnorflagen van Frank- ryk, dat hy den Staaten eene vvapenfchorfing aanviedt. Hy liet hun voorhouden „ dat zyne „ poogingen om hun by te liaan hem mislukt t> waren, zynde den vyand verder in zyn Land „gedrongen, dan hy verwagt hadt, zig byna wvan het geheele Graaffchap van der Mark n meester gemaakt hebbende. Dat de meeste w poogingen der Staaten ook van kwaaden uit- j, (lag waren geweest. Dat men, dit voornaam- j„lyk, toe te fchryven hadt, aan de gioote j, overmagt van Frankryk, in geld, in kevens-t „ middelen, in fterke Plaatfèn en in rivieren, a Dat de Duitfehe Vorilen Frankryk meer dan „ hem begunstigden. Dat zyn Leger zeer af- jj gemat was van den jongilen togt, en onbe- ,3 kwaam zou zyn, om thans veel dienst te doen. j, Dat het hem ook mangelde aan geld, om zy- Äne troepen te betaalen, voornaamlyk, om jg dat de Staaten vier maanden ten agteren wa- „ren, met het voldoen der beloofde onder- af ftandgelden. Dat de Staaten geen Verdrag ju met Deenemarke noch met den Huize van jj Brunswyk - Lunenburg hadden aangegaan , „geene genoegzaame landmagt op de beenge- w bragt, en zelfs geen behoorlyk aantal van Ä volk in Friesland en in Groningeriand ge- w houden hadden. Dat hy verwagtte , dat zy , „terftond, vrede maaken zonden, wanneer w de Franfchen dieper doordrongen in Holland; jj dat hy, hierom, noodig hieldt, zelf ook Vre jjde, of ten minste Beltand te fluiten met p Frankryk, en dat hy hun ook aanriedt eene |
|||||
LI V. Boek. HISTORIE. 247
|
||||||
„ wapenfchorfing te treffen (V)." Men befpeur- 1673.
de, aan 't geeven van dcezen raad, ligtelyk,-------
dat'er van den Keurvorst niet veel meer te wag-
ten zou zyn. Ook floot hy, terftond hierna, eenen itiiiland van wapenen met Frankryk, tot het einde van Bloeimaand: waarop een Verdrag- volgde, den zesden van Zomermaand gedag- tekend. De Koning verbondtzig, by het zelve, den Keurvorstte zullen ftellen in 't bezit van de Steden Wezel en Rees, zo dra de Vrede, tusfehen hem en de Staaten, getekend zou zyn: waarte- gen de Keurvorst beloofde /sKoningsvyanden, op geenerhande wyze, te zullen byftaan (v). Doch lang eer dit Verdrag nog getekend was, XXIX,
en zo dra men, in den Haagc,begreepen hadt, Raad- dat het den Keurvorst te doen ware, om het jl^J"* herkrygen zyner Steden, raadpleegden de Staa- H0iiand ten,ernftelyk,of'thunnuniet,meerdantevoo- op hec ren, geraaden ware, eenen ftilftand van wape- aanvaar- nen te omhelzen. Eenige Leden van Holland ^™ °e!1 neigden hiertoe. Doch zyne Hoogheid, de raad- eener pleegingen bywoonende, deedt hen veranderen wapen- van gedagten; fchoon hy, in 't eerst, eene wapen- fchorfm-' fchorfing tot den eerlten van Zomermaand hadt ge' willen toeftaan: waarin hy daarna alleenlyk onder zekere voorwaarden bewilligde (iv). Hy hieldü 'cGevoo- hun voor n dat Frankryk, geduurende de wapen- icn van „fchorfing, de overwonnen' Plaatfen zou in- j*enlrB* „ houden en verfterken, zig op het vermeerderen ' „ zyner Krygsmagt toeleggen, en, na't eindigen „ der wapenfchorlinge, met grooter magt dan j, te vooren, vallen in de Vereenigde Gewesten. „Dit,
f«) Uil Aant. van tien PonT. Hop van 2y liUart 1673- MS.
Pl/FFENonRP de'lleb. GdtisPriJ. Willi. Vir. XI. §. \\C>,?,j.p.667. (vj Vakz Oü MuMT Corps Diplom. Tam. VII. P. I. ^".034, (•:■■) rtanrek. y«?n eeii' Regent van Delft 24 Mtiatt 1673. MS. Q4
|
||||||
)
|
||||||
a48 VADERLANDSCHE LIV.Boek.
|
|||||
1673, w Dat, midlerwyl, de Duitfche Vorilcn zig niet
------ „ zouden durven verkiaaren, en dat hier de Ge-
„ mcente flap zou worden, in het opbrengen der
„ gemeene Jasten, die, nogtans, zo zwaar zuuden „ moeten blyven,als zy geweest waren. Dathy „ zelfs flaauwmoedigheid befpeurde in zulken, „ wien 't werk van den oorlog, byzonderlyk, „aanbevolen was; dathy zulks, om zyn ge- „ weeten te ontlasten, moest voordraagen; dat „ het voor God niet te verantwoorden was, en „dat het niet goed zyn zou, dat 'er 't volk „ de lugt van kreeg, alzo 't, uit lafhartigheid, „ of uit kwaataardgheid , ontftondc. Dat hy „nagt en dag arbeidde; doch 't werk cgter, „ niet alleen, en zonder hulp, afdoen kon. " 't Slot was „ dat hy geene onbepaalde wapen- „ fchorfing zou aanraaden. Doch dat men ze, „ voor een' korten tyd, zou können' aannee- „ ;nen, mids men de gemeene zaak, ondertus- „ fchen, naar behooren, ter herte name." Alle de Leden in 's Prinfen voorftel bewilligd heb- bende , verzogt men, zyne meening te hooren, over de bepaalingen, ouder welken men de wa- penfehorfing zou mogen aanneemen. De Prins verklaarde toen „ dat zy, tot den eeriten van „ Zomermaand, zou moeten duuren, en een „weinig langer te water, tegen welken tyd, „ men zig zou können in itaat gefteld hebben, „ en ook zien, hoe de zaaken zig fehikten, te „ Keulen. Dat de wapenfchoiiing eene bloote „ ophouding van vyundlykhedeu zou moeten „zyn, zonder toevoer of toegang tot elkan.- „ deren. Dat elk, midlerwyl, zyne Plaatièn „ zou mogen veriterken; doch dat men, met ^ de Vlooten 3 niet op elkanders kusten zou |
|||||
LIV. Boek. HISTORIE. 249
n raogen komen. Dat men de vvapenfchorfing 1673.
„ &QU moeten aanneemen, als den Staat aan- ■ y, gebooden door deZweedfchen, uit den naam ^ van Frankryk en Groot-Britanje, op dat men „ den middeiaaren te meerder genoegen gee- n ven mögt; en dat men, eiridelyk, al 't ge- „ handelde, op den eed zou moeten geheim r . „ houden.''' 't Belluit viel geheel overeenkom ^,3"'"^. ifcig met den raad van zyne Hoogheid (x).Doch ten be- de middelaars zagen geene kans, om de twee willigen. Koningen te doen bewilligen in zulk eene vva- Vo°r(lng penfchorfirig. Zy floegen, in Grasmaand, voor, ^,eed> n of de Staaten niet zouden können goedviu- fchea. „den, de wapenlchorfing te doen duuren den ?7 tyd van twee maanden, te rekenen van den dag „ der afkondiging, mits zy zig, te water, itrek- „ te tot aan de Kaap S. Vincent of tot de engte ?5 van Gibraltar ? Of men, ten anderen, ook „ zou können verftaan tot eene verlenging der „wapenlchorfing, ter befcheidenheid der mid- M delaaren, in geval de twee Koningen daar- „ toe ir.ogten te beweegen zyn ? en of de Staa- „ ten , tm derden, terltond na de afkondiging „ der wapenichorfinge, hunne Kaapers zouden ,7 willen t'huis houden (j) ^" ^y voegden hier- by „ dat zy be.iugt waren, dat Frankryk dm „ Staat eenen onherftelbaaren ilag zou toebren- „ gen; dat de Prins van Condé, met eene aan- „ zienlyke magt, afkwam, en in 't hert van 't w Land zou zoeken te dringen; dat de grenzen n van den Staat niet al te wel voorzien waren" <en diergelyke redenen meer, {trekkende om de Staar
O) Secr. Rc-fo'. H >1f. 29 Haart 1^7'. III. ])?:l, M. jj3. Uit
Aaiit. van den Pem' rloi'. van 11 Mcr.r: 10/3. tf/i'. 00 <Z<> Vau.knier 11. Ik-.l, hl. 0B0. Q5
|
||||
050 VADERLANDSCHE LI V. Braue.
1673. Staaten in- hunnen voorfl.ig te doen bewilligen
-------(z). Men antwoordde hun, op den negentien- Am- den Van Grasmaand „ dat men te vrede was, T °ld n dat de wapenfchorlitig inginge van den dag |
||||||||||
een,
|
„ der afkondiging, mids deeze, binnen veer-
|
|||||||||
„tien dagen na 't fluiten, geichiedde; dat, in
„ dien tuslchentyd, geene Perfoonen of goede- „ ren, zonder vrygelcide, in elkanders gebied „ zouden mogen komen, en dat ook de Bond- „ genoocen der Staaten in de wapenfchoriïng „zouden begreepen zyn. Dat men, wyders, „ toeftondt, dat de ftüitand te water zig uit- „ ftrekte tot aan de Kaap S. Vincent of de „ Straat van Gibraltar, begin neemende, in el- „ ke Plaats, zo als, by het Verdrag van Breda, „ beraamd was, en niet ophoudende, dan vol- „ Ie twee maanden, na dat zy, op elke Plaats., „ hr.dt moeten aanvangen. Dat ook, zo dra be- „ kend zou zyn, dat de wapenfchoriïng by de „ twee Koningen aangenomen ware, al was „ fchoon de dag der afkondiging nog niet be- „paald, de Staaten hunne Oorlogsfchepcn en „ Kapers t'huis zouden houden , mids zulks „ ook van de zyde der twee Koningen gefchied- „de, en men met geene Oorlogsfchepen op „ elkanders kusten kwame. Doch 't verlengen „der wapenfchorünge, ter befcheidenheid der „ middeluaren, hielden zy voor een punt van zo „ veel gewigts, dat zy, daarover niet dan met „ nader kennis der byzondere Gewesten en hun- j0 ner hooge Bondgenooten, beiluiten konden ; „ waarop zy het duidelyk antwoord hierop „ moesten uitftellen. Zo veel konden zy egtcr » ver-
<>} f'it A«m. van it» P«)Bon. Hof mm iS /Ibril I07J. üiS.
|
||||||||||
UV. Boek. HISTORIE. 251
M verklaaren, dat zy, van hunnen kant, tot be- id-3.
j, vordering eener goede en verzekerde Vrede, — w alles wilden toebrengen, wat men van eenen w vredelievenden Staat zou können verwag- „ ten; dat zy, omdi: te toonen, over het laast- Ä genoemde punt, aan de Gewesten zouden „ fchryven en met de Gezanten hunner JJond- w genooten fpreeken, in zulk vertrouwen, dat M zy, verftaande, dat de twee Koningen tot n het verlengen der wapenfchorfinge neigden; w dat hunne Bondgenooten daarin ook bewil- „ ligden, en dat 'er eenige hoop ware op eenen -goeden uitflag van de Vredehandeling, een B antwoord aan de middelaaren geeven zou- Äden, waarn>ede dezelven zig, volkomenlyk, n zouden te vrede houden (a)." Men zag, uit dit antwoord, onder anderen, Deh«a-
dat de Staaten geen groot vertrouwen hadden de'"'S op de Zweedfchen, die men oordeelde, te zeer cena wa. in de Franfche belangen te zyn. Ook kwam 'er pen- niets van deeze handeling over eene wapen- fchorfing fchorfing. De Koning van Frankryk hadt zig ß^ccn gereed gemaakt, tot den veldtogt, en wilde de kosten, hiertoe vereischt, niet vergeefs, ge- daan hebben. Of, veelligt, is hem de voorilag eener wapenfchorfinge nimmer regt ernst ge- weest. In Engeland, hadt men 't Parlement ook bewoogen, om den Koning merkelyk te onder- fteunen, tot het voortzetten des oorlogs. De Kanfclier, Graaf van Shafstbury, hadt, bydee- ze gelegenheid, eene aanfpraak gedaan, waarin hy te pas bragt „ hoe 't Parlement, met reden, 9 geoordeeld hadt, quöddelenda es/et Carthago, „dat
£«) Zie Vaikenikr U, Uttl, M. 63».
|
||||
252 VADERLANDSCHE LIV. Boek.'
|
||||||||||
ï<73. »dat de Vereenigde Staat moest uitgerooid
——— „ worden." Ook zeide hy „ dat de Staaten van n Holland Engelands eeuwige vyanden v/aren, n zo van wege hun belang, als van wege hun- „ne geneigdheid (£)." Woorden, die regel- regt ftrekken moesten, om de Engeiichen, tot welken ze gefprooken, en de Hollanders, by wel- ken ze haast bekend werden, te verbitteren te- gen eikanderen. Ook viel men, ;terftond hier- na, aan 't uitrusten eener magtige Vloote. Doch desonaangezien zondt de Koning zyne Gevol- '■' magtigden tot de Vredebandeling, in Eloei- maand, naar Keulen, alwaar zy, eerst in de vol-
gende maand, aankwamen. De Franfche Ge- zanten waren'er, even voor hen, aangekomen, De Spaanfchen en Keizerrchen volgden hen, De Zweedfchen en Staatlichen waren 'er de eer- XXX. ^en geweest CO-
Raad- Doch eenige weeken voor dat de Staatfche p' eegin- Gevolmagtigden vertrokken, hadt men, ter Ver- gen op de gadcringe van Holland, op den vooriiag van tic voor ^en R-aadpenfionaris Fagel, geraadpleegd, over de Ge- de wyze, op welke de Initruftie voorde Ge- maRiig- volmagtigden behoorde opgemaakt te worden, di«V0t enotmens daartoe, niet eenige Leden der Ver- daan-" gadcringe behoorde te magtigen? De Edelen deüng. oordeelden van ja; doch verftonden, te gelyk, n dat 'er een uit ieder der Leden van het groa- „ te Befoigm in den Haage behoorde te biy ven „ tot agterraad; dat men al 't gehandelde ge- „ heim moest houden, en op de noodzaakely- „ke punten alleen de Staaten iamenroepen. j, Dat men, wyders, op 'c gevorderde door En- |
||||||||||
s;e-
|
||||||||||
n
|
||||||||||
(O IUp;n Tvm. IX. f> ïzk. Valkiniir II. Diel, II. 6j5»
iej Valksnier II. biel, &. 682, GU5, 6Hy, öyo. |
||||||||||
UV. Boer. HISTORIE. 1255
|
||||||
j, geland, omtrent de Vlagge, de Visfchery en ^73,
„ Suriname, in onderhandeling treeden kon; -------
„ doch dat men moest afwagten, wat de Ko-
„ ning van Frankryk eischte*, alzo deeze geene „ reden gegeven hadt van het beoorloogen der „ Staaten. Eindelyk, moest men van alles wat „'er gehandeld werdt kennis geeven aan den „Prinfe van Oranje." Rotterdam verftondt zelfs >, dat men 't beleid der gantfche handelin- „ ge behoorde te laaten aan zyne Hoogheid, „die alkenlyk drie of vier Peribonen tot zig „ zou können neemen, welken men de ftiptfte „ geheimhoudinge aanbeveelen moest." Gorin- chem ftemde met Rotterdam, en dat men zo weinige Gemagtigden by den Prinfe voegen moest, als mogelyk ware. Briele voegde zig met Rotterdam en Gorinchem; doch bedong, dat de Stad,in allen geval, niet buiten gedykt, of van den Vereenigden Staat afgefneeden werdt. Hoorn, Enkhuizen, Edam, Medenblik en Pur- nierende fremden met Rotterdam of de Ede- len. Of zig ook eenige andere Leden, op dit ftuk, verklaard hebben, vind ik niet aangete- kend. Veelligt waren zy niet tegenwoordig, alzo de Vergadering, op reces, of om hervat te worden, gefcheiden geweest zynde, maar even begonnen was, toen over deeze zaak gehan- deld werdt (</). De onderhandelingen te Keulen werden, op xxxr.
\ einde van Zomermaand, geopend, met eene Aanvang deftige aanfpraak der Zweedfche Gezanten, ^eT Vre" ftrekkende tot aanpryzing van de Vrede («). jJJJfJJ" De Keulea,
rrf) Seer. Refol. Holl. 13 April. irf7i. III. Deel, bl. 327, Vh Aam- van tien PenC Hup van ia Jfril 1673. MS. CO Valkbn!Bk II. Dtet, il. 708. |
||||||
I
|
||||||
254 VADERLANDSCHE
|
|||||||
LlV.Bosfo
|
|||||||
1673. De Staatfchen begeerde, daarna, uit de Fran-
«-------fchen, te verftaan,om welke redenen, deezcn
den Staaten den oorlog hadden aangedaan ;
doch hierop kwam geen behoorlyk antwoord.
Voorfla- 't Liep aan, tot den twaalfden van Hooimaand,
gen der eer de Zweedfchen den Staatfchen, in gefchrif-
fchen/ te' verWaar<*en » dat mm met Frankryk zou
„moeten overeenkomen, 1. wegens de vol- „ doening, welke de Koning vorderde, e. we- n gens zekere fomme gelds, voor de kosten „ van den oorlog. 3. wegens de vryheid des „Koophandels, en een Verdrag, desaangaan- n de te maaken. 4. wegens de herlevering der „goederen van de Ridderorde van Maltha." Hierby fcheenen de Franfchen ook te zullen dringen op vryheid voor de Roomschgezinden, in den Vereenigden Staat: doch de Zweedfchen hadden hiervan niet willen reppen. Tot voldoe- ning van het eerflepunt,zou Frankrykzig, naar 't oordeel der Zweedfchen, met niet minder laaten vergenoegen dan met Maaftricht en de Landen van Overmaaze, Graave en het Land van Kuik,Crevecoeur,de Stad en Meieryevan 's Hertogenbosch en de Stad en Baronye van Breda, tegen de ontruiming van 't gene de Ko- ning thans inhadt. Het tweede punt zou, meen- den de Zweedfchen ,wel können ontweeken wor- den. Omtrent het derde, zou men, huns oor- deels , den wederzydfchen vryen handel können bedingen, mids zig voegende naar de wetten, gemaakt, of nog te maaken. Over het vierde punt, zou men in der minne können handelen. En 't punt van den Godsdienst zou meh trag- ten te ontwyken. Doch Frankryk vorderde, behalve deeze punten, ook voldoening voor den |
|||||||
LIV. Boek. HISTORIE. &$$
|
|||||
Koning van Deenemarke en den Heitoge van
IMieuwburg, en ontruiming der vestingen Emb- den en Lieroord, zonder egter, hiernaar, het tekenen van een Verdrag te willen ophouden. De Koning van Groot Britanje zou, volgens de fchriftelyke verklaaring der Zweedfchen, ge- field zyn „ i. op 't ftuk der Vlagge. 2. op 't „ gene den Prinfe van Oranje aanging. 3. op wde zaak van Suriname. 4. op eene erkente- „ nis voor de Haringvisicherye. 5. op 't ftuk „ des Koophandels, met naame in Oostindie „ en op de kust van Guinea. 6. op eene ver- „ goeding van de kosten des oorlogs in geld, 5, en 7. op Plaatfen van verzekerdheid." De Zweedfchen hadden den Engelfchen hierop reeds verklaard M dat de Staaten hun, op het ?,eerste punt, voldoening hadden gegeven: dat j, omtrent het tweede, zyne Hoogheid, de Heer w Prins van Oranje zig ilegts hadt te verklaa- wren; dat men wegens het derde, alleenlyk „ hadt te onderzoeken, of 'er nog iet ontbra- M ke aan 't volbrengen van 't gene de Staaten, „ wegens Suriname, beloofd hadden; dat men, „ aan het vierde m zesde, met eene fomme gelds, „ voldoen kon, welke zy op drie of vier mil- jjlioenen begrootten: te gelyk vcrklaarende , wdatzy, zomin als de Staaten, den Koning „van Groot-Britanje voor Heer van de Zee n zouden können erkennen. Wegens het vyfdc „punt, hadden ze voorgeflaagen, dat men 't: ?3 Verdrag van Koophandel van den jaare 1667, 3, zou können vernieuwen, en omtrent den w handel op Oostindie en op Guinea , door j, Gemagrigden , overeenkomen." Wegens Keulen en Munfter, hadden de Zweedfchen ge- oor- |
|||||
256 VADERLANDSCHE LIV. Boek;
oordeeld „ dat men den Keurvorst van KeuleJi
„ RynberK laaten moest, zonder dat de Staa- „ ten eenigcn eisch hielden op dtSze Ves- „ ting, en dat men beiden den Vorften, daar- enboven, eene 1'omiiie gelds tocleide, tegen „ de ontruiming van 't genezy thans inhadden, Voorts, hadden deZweedfchen nog te veritaan gegeven, dat men de Plaatien, die Frankryk vorderde,aan Spanje zou können alïhian, mids Spanje daarentegen Piaatfen van gelyke waar- de, die nader aan de Franfche grenzen lagen, afitonde aan Frankryk. Doch de Staaten, of derzelver Gemagtigden tot het werk der Vre- dehandelinge vonden, in verfcheiden' deezer punten, nog merkelyke zwaarigheid (f). Men kwam egter, binnen weinige dagen, tot een be- ll uit op 't gene men den Zweedfchen zou ant- woorden (g). Beverningk en van Haren, met de byzondere Befluiten der vier Gewesten, Hol- laad, Zeeland, Friesland en Stad en Lande, die niet in alles overeenkwamen, gekeerd zyn- de naar Keulen , floegen, eerlang, den Zweed- fchen voor „ dat Frankryk de ingenomen'Plaat- „ fen behoorde te ruimen, en elk te hetitellen „in 't gene hy,voor den oorlog, bezetenhadt: „in welk geval, de Staaten O rlbi, Wezel, Bu- „rik, Rees en Emmerik in handen van dtn „Keurvorst van Brandenburg wilden laaten, „ en Maaftricht, met het gene 'er onder be- „ hoorde, de Landen van Overmaaze, Grol, „ Breêvoort, Lochern, Deutïchem, 's Heeren- „ berg en Ligtenvoorde, benevens het gant- „ fche
(f) Secr. Refol. Holl. 10 fuh HS73. Til- Deel, V. 33a.
U'J Secr. Relol. Holl. 2O Jut) 1673. UI. Deel, U. 3-»6»348- |
||||
Li V. Boer HISTORIE. fc§?
|
|||||||||||||
j, fche platte Land des Graaffchaps Zutfen, 157.&
w eene itreek van tweeduizend Rynlandfcbe ——* j, roeden in de breedte, langs den Ysfel, uit- „ genomen; en eindelyk ook de Stad en het £, Land van Hulst, met de onderhoorige Sterk- n ten,afïtaan aan den Koning van Spanje; die, „ daartegen, den Koning van Frankryk voldoe- 5, ning geeven zou, uit Artois of eenig ander „ gedeelte zyner Nederlanden. Dat men, wy- jj, ders, wegens den Koophandel en wegens de „eifchen der Ridderorde van Maltha, in 't „ minnelyke, wilde overeenkomen." Doch de Zeeland Heer van Odyk hadt in deezen voorflag niet be- bewilligt willigd, alzo Zeeland zwaarigheid gemaakt hadt, !er niet om Hulst over te geeven. Ten opzigte van ! * Groot -Britanje, boodt men aan „ 't ftuk der to Vlagge te willen regelen, naar het dertiende ö Lid der Bredafche Vrede, zo als men 't, te „ vooren reeds, verklaard hadt. De Staaten en fy de Prins van Oranje leefden, zeide men, in de „ volmaaktfte eensgezindheid, zo dat'er, ten „ opzigte van zyne Hoogheid, niet te handelen Ä viel. De zaak van Suriname was ook reeds „ geregeld en afgedaan. De Staaten waren, van „ ouds, in 't bezit der Visfcherye geweest, en „ zouden niet können belluiten, om 'er eenige „erkentenis voor te betaalen. Ook was't „ vreemd, dat men hun, die, driemaal agter- |
|||||||||||||
5, een, onregtvaardiglyk, beoorloogd waren
|
:
|
||||||||||||
„ door de Engelfchen, Plaatfen van verzekerd
|
|||||||||||||
„ heid afvorderde: zy hadden veeleer reden
|
5
|
||||||||||||
j, om goede zekerheid te eifchen, voor de on
y, derhouding van 't Verdrag, welk men ilui- „ ten zou; doch over dit laatfte, en over een ^ Verdrag van Koophandel, zou men elkande- XIV. Deel. R »ren» |
|||||||||||||
253 VADERLANDSCHE LIV.Boek.
1673. „ ren, in redelykheid, können verftaan. Van
-------n vergoeding van kosten wilde men niet hoo-
„ren, alzo men reeds zulk eene zwaare fcha-
wde ten onregte geleeden hadt." Nadere De Zweedfchen, dit befcheid op hunne voor- voonla- flagen ontvangen, en met deFranichen en En- Zweed' gelfchen gefproken hebbende, gaven te verftaan, fclien. „, dat men, ten minfte, Maastricht, Graave, m 's Hertogenbosch, Breda en Crevecoeur af- j, ftaan moest, zo men vrede begeerde." Doch Zeeland meende, dat men reeds te veel uitge- booden hadt, en protesteerde ernftelyk tegen 't overgeeven van Hulst. Ook hadt Rotterdam , al voorheen, ter Vergaderinge van Holland, voorgefteld, dat men in de Plaatfen, welken rnen overgaf, vrye oefening van den Hervorm- den Godsdienst behoorde te bedingen: waarin de meeste andere Leden bewilligd hadden (//). Maar de Franfchen lieten zig verluiden, dat zy niet te vrede zouden zyn, ten ware men, bo- ven de vyf Plaatfen, door de Zweedfchen ge- noemd, Nieuwmegen, Bommel, de Bommeler- waard , de fchanfen Voorne en S. Andries, en de Landftreek tusfchen Nieuwmegen en Graave overgaf. De handeling werdt, ondertusfchen » gerekt. De Staatfchen, de Zweedfchen gedron- gen hebbende, om het uiterfte te mogen wee- ten, waarmede partyen zig zouden laaten ge- noegen, ontvingen, eindelyk, tot befcheid, „ dat Frankryk ftaan bleef op Maastricht, j, Graave, Breda, 's Hertogenbosch, Creve- „coeur, met de Landen en Sterkten, die 'er 0van afhingen of toe behoorden, benevens de „Ei-
( * ) fc'i'f Aam. va;i dia Peaf. Hop yen 19 en 27 July 1673 A/S.
|
||||
LlV.BoEK. HISTORIE, É5j)
j, Eilanden en fcbanfen van Voorne en S. An* 167$.
yy dries, en een klein gedeelte Van Gelderland.
„ Ook eischten de Franfchen het Graaffchap
ö Meurs voor zeker' Duitsch' Vorst [ te wee-
,, ten, den Keurvorst van Brandenburg. ] Tot
u vergoeding der kosten van den oorlog, zou-
9} den zy zig met twee millioenen Ryksdaalers
wte vrede houden. Wegens den Koophandel,
w wilden zy overeenkomen: doch de goederen
wder Ridderorde van Maltha, of derzelver
jj waarde, moesten te rug gegeven worden. We*
ff gens de oefening van den Roomfchen Gods-
jj dienst in de Vereenigde Gewesten, zou de
ff Koning redelyke verzagtingen gedoogen. De
j, Koning van Groot-Britanje zou zig, omtrent
ff het ftuk der Vlagge, houden aan de Breda*
„ fche Vrede, mids het punt, welk 'er van fprak ,
ff werdt uitgelegd, naar zyn welgevallen. Voorts,
Ä vorderde hy twaalfduizend jakobusfen 'sjaars
j, voor de Visfchery, en een millioen ponden fter-
^ lings, voor de kosten van den oorlog: nog, den
ff volkomen afftand van Suriname, eene vaste
„ fchikking op den Koophandel in Oostindie en
ff in Guinea, en een'* Staat voer den Prinfe van "EtahUs*
ff Oranje." Wegens Keulen en Munfter, werdt femnt»
verklaard n dat zy Zwolle, Salland en Twen-
ff te, en uit het Land van Vollenhove . Zwartfluis
„ en de Kolmfchate om Deventer,benevens de
„LandftreekjbyKampen, over denYsfel, ge*
n legen, begeerden te behouden; ook Lochern,
ff Grol, Borkelo, Breêvoort en Ligtenvoorde *.
a in 't Graaffchap Zutfen; het Graaffchap Lin-
„ gén, en tweehonderdduizend Ryksdaalers in
ff geld." Zy vorderden, wyders „ vrye oefe-
n ning van den Roomfchen Godsdienst, door
|
|||||
\
|
|||||
fiêo VADERLANDSCHE UV, Bom;
|
|||||||||
„ alle de Vereenigde Gewesten, het flegten van
a de Bourtange, het ruimen van Embden eii n Lieroord en van andere Duitfche Plaatfcn, „, door de Staaten bezet: ook het wedergce« j, ven van de kinderen des Graaven van Ben- „ thcim." Doch alle deezeeifchenfeheenenden onzen zo hard (9), dat men ze, na't inneemen Van 't gevoelen van zyne Hoogheid ^ als onaan- neemelyk van de hand wees (/). De handeling vorderde, derhalve, traaglyk. De Zweedfchen toonden, meer tot Frankryk dan tot de Staa- ten genegen te zyn, terwyl deezen zig, door afzonderlyke handeling met Groot - Britanje, en door nieuwe Verbonden, zogten te fterken te- gen hunne vyanden. Terwyl de Vredehandeling dus fleepende ge-
houden werdt, was Pieter de Groot, gewezen Penfionaris van Rotterdam, te Keulen geko- men. Hy W3s,gelyk wy, in't voorgaande boek (£), gezien hebben, in Hooimaand des jaars 1672, ten Lande uit geweeken naar Antwer- pen. Hier was hy niet lang geweest, of men be- rigtte hem, dat de Graaf van Monterei onder- zoek deedt op zyn gedrag. Ook fchreef men hem, uit Holland, dat hem daar iets args ge- brouwen werdt. Hy begaf zig, derhalve, naar Luik,
f i~) Sc«. Relol. Hol!. l8,2ïSept. 1673. lll.DeelJbl.HO.enz. 338.
CO Bladz. ia«.
(9) Wy hebben de byzonderheden derKeulfche Vre-
dehandelingen, hier, uit de egtfte en gebeimfte Be- rigcen, te boek gefield. Men kan 'er uit afneemen, hoe kwalyk anderen, die van deeze Vredehandeling gewaagd hebben, onderrigt geweest zyn. Zie, in 't byzonder, Valkenier II. Deel, bl. 711 enz. Molland- febe Mercurim van 1673 bl. 121. en zelfs P. A. SamkoM Hifi. de Quill, lil. g. 20p & fuiv. . |
|||||||||
1673-
|
|||||||||
XXXII.
Ontmoe-
tingen van den gew»ztn Amba'fa- deur de Groot. |
|||||||||
LlV.BoEK. HISTORIE. a6i
Luik, alwaar hy zigophieldt, tot naden moord kj73.
van de Witten. Toen, verneemende, dat Lui-------
kerland, door de Staaten, met eenen inval,
gedreigd werdt, keerde hy wederom naar Brus- fel. Hier, verhaalde hem de Graaf van Mon- terei, hoewel 't, zo fommigen verzekeren, ftreedt met de waarheid, dat hy, door den Prin- fe van Oranje, verzogt was hem in hegtcnis te willen neemen; doch dat hy zig verzekeren kon van zyne befcherming. Hy zette zig dan, in Herfstmaand, neder te Antwerpen, alwaar hy den Winter, volgens zyn eigen fchryven, Heet,met een verkeertje, eenpyp tabak en een glas wyns,in'tgezelfchapvanX<3: Court van der iPóo7ïfc,Langewagen en Pesfer, die ook derwaards geweeken waren; zonder zig met eenige zaa- ken te moeijen. Doch in of omtrent Bloeimaand des jaars 1673, ontving hy eenen brief, met eene onbekende hand gefchreeven,'meldende, dat men in Holland verfpreidde, dat zyn Zwa- ger, Montbas, eenen aanflag op Sas van Gend gefmeed hadt, waarvan vermoed werdt, dat hy kennis hebben zou. Doch hyhieldt dit fchry- ven voor eenen trek zyner vyanden, om hem fchrik aan te jaagen, en floeg 'er geene agt op. De Graaf van Monterei, wat laater, te Antwerpen gekomen zynde, riedt hem egter ook, te vertrekken, voorgeevende, bedugt te zyn, voor last uit Spanje, ten zynen nadeele. Ily verliet, hierop, deeze Stad, den twaalfden van Zomermaand, Te .Mecjielen gekomen, vernam hy uit van der Togt, Penfionaris van Gouda, dat zyn ongeluk te wyten ware, aar* hem, dien hy zelf voor de oorzaak daarvan- hieldt. Hy reisde, wyders, in 't gezelfchap. R 3 des
|
||||
»6s VADERLANDSCHE LIV.Boait.
i«73, der Brandenburgfche en Nieuwburgfche Ge-
p naar Luik, daarhyberigt ontving, dat Mon->> terei zig verbonden hadt, om hem te doenver> trekken, of te gedoogen, dat men hem om- bragte. Van Luik, trok hy naar Aken (/), en Hykornt eerlang naar Keulen, alwaar hy, met de Ge- te Keu- volmagtigden tot de Vredehandeling, vyanden en vrienden, zonder onderfcheid, verkeeren- de, fomtyds, zyne gedagten opende, over de voorwaarden, op welken men zig, wederzyds, behoorde te verdraagen; fomtyds ook iet ver- nam uit de Franfchen, welk hy den onzen me- dedeelde : hoewel Beverningk, zyne verkeering fchuwde(«z). Onder anderen, vind ik, dathy van gedagten was, dat de Staaten Maastricht en nog eenige andere Plaats of Plaatfen aan Frankryk behoorden af te ftaan, en dat hy dit, nu en dan, in een byzonder gefprek, te kennen gegeven hadt. Ook blykt,van elders, dathy zig zo vast overtuigd hieldt van de nood- zaakelykheid om iet aan Frankryk over te gee- ven, dat hy, in eenen zyner Brieven, deeze woorden gebruikt; Si wtre P. M. croit que la Frame fasfë prefentement la Paix, en quitant tout, fans aucum eckange, il est un ignorant: & i'il en abufe Ie Gouvernement, il est un imposteur. dat is „Zo uw eerfte Staatsdienaar gelooft, u dat Frankryk, tegenwoordig vrede maaken- wde, alles zal willen te rug geeven, zonder „ iet in de plaats te ontvangen, is hy een weet- je niet: en zo hy 't, tegen zyn beter weeten , „den
CO Leur. de Mn. de Groot eer. fAlx la CliapeUc 4 Juitï.
(») Lcttr. <Ic Mfc. de Groot dt ia Sept. 1673, |
||||
LIV.BoEK. HISTORIE. 2Ó3
„den Staaten diets maakt, is hy een bedrie- 1673.
j, ger («)." Doch wy hebben reeds gezien, ------
dat de Staaten niet ongeneigd waren, om iet
afteftaan. Voorts, hadt de Groot, uit den Franfchen Gezant, vernomen, dat Frankryk met Spanje zou willen Iluiten op den voet van het Verdrag van Aken (0), en met de Staaten, wanneer men hem Maastricht en nog eene an- dere Plaats, welke egter vrygekogt zou kön- nen worden, afftondt; en deeze ontdekking verzuimde hy niet, den Staatfchen Gezanten mede te deelen (f). Doch de ftaat der dingen was, geduurende de Vredehandeling, zo mer- kelyk veranderd van gedaante, hebbende de Staaten verfcheiden' voordeelige Verdragen weeten te fluiten met den Keizer,Spanje, Dee- nemarke en Lotharingen; dat men, eerlang, hoop kreeg, om Frankryk tot redelyker voor- flagen te beweegen. Ook ftonden de Franfchen , allengskens, een gedeelte af van hunnen eisch» De Zweedfchen deeden, insgelyks, voorhagen , die nader bykwamen (^): fpreekende alleenlyk van eenen afftand van Maastricht, Graave, Hulst,Sas van Gend en de helft van de Meie- rye van's Hertogenbosch, en van eene zekere fommegelds, of iet anders, tot genoegen van den Koning van Frankryk; en ten behoeve va» Groot-Britanje, van den afiland van Suriname, van zesduizend ponden flerlings in Geld, en van voldoening aan den Prinfe van Oranje, we-
fn) Lettr. d* Mn. I>» Hroot eer. iie Cologne 8 Dsc. 1673.
(e) Lettr. du mime de 17 Avril '674. Cp) PleMiii van Mr. Suion van Mibdflgeïst voor Itfiu 1». de Groot N. 4 en 5. ä/S. («O Secr. Rekt UuU, i3 Sept. irt73. U\. Deel,iU^t 270. |
|||||
R4
|
|||||
264 VADERL. HIST. LIV.Boek.
\67$. wegens de penningen, die Karel de II. hem
-—'— fchuldig was. Ook floegenzy, op 't einde van
Herfstmaand, wederom eene wapenfchorOng
voor, waarop; Frankryk zeer gezet fcheen.
Doch hunne voorflagen vonden nog al geenen
De Vre- ingang, by de Staatfchen (r). De Vredehan-
dehande- deling werdt gerekt, tot in 't volgende voor-.
wordt Jaar' waoneer 'er *et voorviel, welk gelegen-
gerekc. heid gaf, dat zy plotfelyk afgebroken werdt.
Cr) HoII. Merc. van 1672. II. 191,tu, V/u,kbnikr JI. Dtsl.j
il. 741, |
||||||
\Uk
|
||||||
♦
|
||||||
VADERXANDSCHE
HISTORIE.
|
|||||||
VYF-ENVYFTIGSTE BOEK.
|
|||||||
INHOUD.
I. Aanßag op Sas van Gend. Maastricht ycrloo~
ren. II. Staat van Holland. De Prins van Oran- je veroverd Naarden. III. Verhondtn der Staa- ten met Deenemarke, Lotharingen, den Keizer en Spanje. IV. Krygsbedryven in Duitschland. Bon gewonnen, door den Prinfe. V. De Fran- fchen verlaaun de meeste ingenomen' Plaatfcn in de Vereenigde Gewesten. VI. De Munßer- fchen ruimen verfcheiden Steden in Overysfel. VII. Zeeßagen onder de Ruiter tegen de Fran-
fche en Engelfche Vlooten. Schade in de Indien. VIII. Vrede tusfchcn Groot - Èritanje en de Staa-
ten. Inhoud van 't Verdrag. De Vredehandeling te Keulen wordt afgebroken. Vrede met Keulen en Munßer. IX. Verbond met- Brunswyk - Lu- nenburg. Met Brandenburg. Met Dienemar- ke. De Franjehen trekken uit de overige Plaat- fen in de Vereenigde Gewesten. X. Handeling over de hereeniging der drie uverheerde Gewes- ten. XI. 's Prinfen hooge waardigheden worden erfelyk verklaard, in zyne ?nannelyke nakome- Ungfchap. Men raadt hem tot trouwen. Voor- XI 5 dce-
|
|||||||
z66 VADERLANDSCHE LV. Boek.
deeJen, hem toegevoegd. XII. Toeleg om een ge-
deelte van'tStigt aan Holland te trekken. De drie overheerde Geweiten worden met de overi- ge vier hereenigd. XIII. Zyne Hoogheid ver- fielt de Regeer ing te Utrecht. XIV. Feldlogt in Braband. Slag van Senef. Graave belegerd. XV. Krygsbedryven aan den Ryn en in Duitschland. InKatalonie. In Sicilië. X.Vl.Togt van de Rui- ter naar de Karibifche Eilanden. XVII. Ver- drag van Zeevaart met Groot - Britanje. Over- eenkomst wegens den handel in Oostindie. Han- deling met Temple. XVIII. De Prins wordt verdagt gehouden in Engeland. XIX. Frankryk verlangt naar vrede. XX. Het Hertogdom van Gelder en het Graaffchap van Zutfen wordt den Pr in f e aangebooden. Raadpleegingen hierover, in Holland en in Zeeland. XXI. De Prins wei- gert de Hoogheid van Gelder en Zutfen. Hy herfielt de Regeering in Gelderland en in Overys- fel. Schryft aan de Staaten van Zeeland. Hen- rik Kafimir wordt Erffiadhouder van Gronin- gen en Drente. XXII. Voorbereidfels tot de Vre,- dehandeling te Nieuwmegen. De Prins krygt de pokjes. Herfielt gelukkiglyk. XXIII. DeVeld- togt wordt geopend. Limburg verhoren. Binch gewonnen. XXIV'. Staat des Oorlogsin Duitsch- land. XXV. Krygsbedryven in Rousfillon en in Sicilië. XXVI. De Staaten verklaar en Zweeden den oorlog. Zy voegen een ige fchepen bydeDeen- fche Vloote. XXVII. Water mood in Holland en in 'Friesland. De Prinfes Weduwe van Frcdrik Hen- rik fierfi. XXVIII. Wicquefort gevangen. Hy wordt gevonnist. Hy ontvlugt. XXIX. De Groot wordt in regtes befchuldigd. VrygeJproken.XXX. |
||||
LV.Boek. HISTORIE. 267
Kar el de II zoekt de Vredehandelingte doen ope-
nen. Eenige Gezanten komen te ISiemvmcgen. Terwyl de Vredehandelingte Keulen flaau- 1673-
welyk voortging, werden de toerus- ~~ tingen ten oorlooge, in Frankryk, in En- J?£e„ " geland en in de Vereenigde- Gewesten, te tre|{ken water en te lande, wakkerlyk, voortgezet, te velde. De Koning van Frankryk verfcheen eerst in 't veld, aan 't hoofd van een aanzien- lyk Leger, met den aanvang van Bloei- maand. 't Leger lag toen omtrent Kortryk. Terwyl het gemonfterd werdt, broeide 'er Aanflag een aanflag, om Sas van Gend te bemagti- °P M* gen, door verraad. Launai, een Franschman q^ jn Staatfchen dienst, hieldt heimelyk verrtand met Robert de Cerceau, Heer van Renchamps; die over de Sterkte S. Antoni geboodt, en dien hy zogt te beweegen, om tot het overleveren van Sas van Gend mede te werken. Doch Cer- ceau hieldt Launai zo lang op, tot dat de be- zetting van Sas van Gend merkelyk verfterkt was, door den Veldmaarfchalk Wirtz, waarna hy alle onderhandeling met hem affneedt (a). De aanilag op Sas van Gend liep dus te niet. De Koning van Frankryk, eerst een gedeelte Ma.u- van zyn Leger hebbende doen trekken naar ,richt■'•** Hulst, als hadt hy 't op deeze Stad gemunt ge- ëCT<J* had, voerde zyne ganfche magt, in Zomer- maand, op't onverwagtst, voor Maastricht, welk hy,kort te vooren, door den Graave van Montal, die in Luikerland lag, hadt doen be- rennen. De talryke bezetting deezer Stad hadt den
C«Q Vaikemsr n. Bul, il. 256^64, |
||||
268 VADERLANDSCHE LV. Boek,
1673. den Franfchen veel nadeels gedaan; hun, nu en
r----- dan, den toevoer affhydende (£), waarom de
Koning raadzaam vondt, zig van deeze Stad,
en daardoor van zyne overwinningen in de Ver- eenigde Gewesten te verzekeren. DeStadftondt thans onder 't bevel van den Kolonel Fariaux, zynde den ouden Ryngraave, in Louwmaand deezesjaars, overleeden. Voordat zy befloo- ten was, hadt men 'er nog een Regement Ita- liaanen, uit Limburg, vveeten in te krygen. Doch het was nog geene driehonderd man fterk. Ee- nige dagen daarna, »kwam 'er nog eenige man- fchap binnen. De belegerden deeden twee uit- vallen,in den aanvang van 't beleg, die geluk- kiglyk flaagden. Daarna, deedt de Koning, vly* tiglyk, arbeiden aan de batteryen, affnydingen en loopgraaven, en begon de Stad, den vyftien- den van Zomermaand, te befchieten, waar me- de dagelyks aangehouden werdt. Op den ne- gentienden, werdt, voor 't eerst, ftorm geloo- pen op een buitenwerk, daar, zo men wil, vyf- tienhonderd Franfchen omkwamen. Ditftormen werdt, daarna, meermaalen, hervat, en, door die van binnen, wakker! yk afgekeerd. Nogtans, maakte de vyandzig, eerlang, van eenige wer- ken meester. In den wal, werden verfcheiden' breuken gemaakt,door 't grof gefchut,en aan de Tongerfche Poort cene van tien roeden Ds Stad breed. De Stad was ook plat gefchooten, en eaat de Geestlykheid, Wethouderfchap en Burgcry ovcr' drongen den bevelhebber zo fterk tot de over- gaave, dat hy'er, eindlyk, toe beiloot (c)- 't • Vev-
fJ) TtoII. Merc. vu* 1*72. il. 9y, 123, 143.
{c) V/lLKÏ.NltR li. Met, tl. 3^2-jliJ.
|
||||
LV.Boek. HISTORIE. e6g.
Verdrag werdt getekend, op den eerften van KJ73;
Hooimaand (V). De bezetting bedong de ge- -------•
woonlykc krygseer. Doch de Koning wilde
niet toeflaan j dat de Geestelyke gebouwenen goederen in de Stad beftierd en bezeten wer- den, anders, dan door de gezindheid, die ze ge- fügt of gegeven hadt. Na 't bemagtigen van Maastricht, verdeelde de Koning van Frankryk zyn' Leger in drie hoopen, een van welken, on- der denMaarfchalkdesHumieres, op de bewee- gingen der Spaanlchen pasfen zou: een andere, onder den Markgraave van Rochefort, werde naar het Trierfche gezonden: met den derden, toog de Koning naar Lotharingen, alwaar hy zig nederfloeg. De Prins van Condé zelf, die onlangs in Utrecht gekomen was (e),trok met een goed gedeelte der Franfche Krygsmagt, welke in Brabantgelegenhadt, naar Rysfel, om de overwinningen van Frankryk, aan deezen kant, te deldcen. 't Jaargetyde verliep, zonder dat de Franfchen eenig ander beleg onderna- men, in de Nederlanden (ƒ). Veelen verwonderden zig over de gemaa- Reden
tigdheid van Frankryk, te meer, om dat de Ya*rom Franfchen en Engelfchen, te Keulen, breed fCehg™11" hadden opgegeven van hun voorneemen, om niets ven den kryg fterk door te zetten, en, in de eerfte derson- plaats , Breda aan te tasten. Doch de Groot, dernee-. die, in deezen tyd,te Keulen was, fchryft het "/^Je."1 ftaaken der verdere onderneemingen in de Ne- derian- derlanden toe aan een heimelyk gefprek van den. denZvveedfchen Gezant, Graan van Tolt, met den
CO Zie het hy Valkbnirr II. Deel, Djlaag N. 16. il. 36.
('J Valkknier II Deel, tl. 238. ifj Valkbnjïr. il. DcU, il. n(j-3ii. |
||||
±70 VADERLANDSCHE LV. Boek*
«J73. den Koning van Frankryk, dien hy voorhieldt,
------ »dat de Koning, zyn Meester, genoodzaakt
g zou zyn te breeken met Groot * Britanje , zo
wzyne Majesteit van Frankryk geene paaien n ftelde aan zyne overwinningen," Maastricht was toen nog niet over. En de Groot verhaalt, dat Lodewyk de XIV. den Zweedfchen Ge- zant zyn Avoord gaf, dat hy, na 't veroveren van Maastricht, geen nieuw beleg ondernee- men zou. Hy voegt'er by, dat deeze afïpraak, zelfs voor de Engelfchen, bedekt bleef (g). Wat hiervan zy, zeker is 't, dat de Koning van Frankryk, kort na 't bemagtigen van Maas- tricht, aftrok met zyn Leger. II. Het platte Land van Holland, nog onder wa- Stnat van ter ftaande, verhinderde deFranfchen zeer, in Holland. ilunne aanflagen op dit Gewest. Zy hadden, reeds te vooren, eenig Krygsvolk, onder de Hertogen van Enguien en Luxemburg, van U- trecht, over Hilverfom, gezonden naar Mui- De Fran. derberg. Hier hadden ze eene hoogte aan den fchen zeekant, tusfchen Naarden en Muiden, inge- neemen nomen • by dezelve, eene doorfnyding gemaakt hoogte m ^en dyk' en daarin eene fluis gelegd, door by Mui* welke zy het water, beoosten de Vegt op'tland derberg ftaande, zogten af te tappen in de Zuiderzee. kn' Doch zy bedagten niet,dat de onzen, door de Uitermeerfche fluis, of met het doorfteeken
van den Vegtdam, zo veel waters uit de Vegt, ten lande inlaaten konden, als door de nieuwe flnis,afgetapt werdt. De vyand hadt, daaren- boven , de Vegt en andere waters en vaarten omtrent Utrecht geflopt en toegedamd, deflui- zen
(*) Lcttt. <k Ma. »E Groot c:t.ds Citegie 2§jcuß.i(}i*
|
||||
LV.Boek. HISTORIE. a?t
|
|||||
zen ook toehoudende, op dat Holland gebrek ifyt,
aan bovenwater krygen, en 't land dus droog heid, om het, door middel van *ï zeewater, onder te houden. Ook veroorzaakte het ftil- ftaand opperwater zo groot een ftank in en om Utrecht, dat men 't, eerlang, zynen vryen loop wederom geeven moest. In Zomermaand, zogten de Franlchen,diete Muiderberg lagen, Muiden te naderen en in te neemen; doch het grof gefchut, van Amfterdam derwaards ge- bragt, en dat der Uitleggeren op de Zuiderzee en in 't N aarder-Meer, vernielde hunne wer- ken , die zy egter, des nagts, wederom herftel- den, tot dat zy, eindelyk, door 't aanhoudend he- vig fchieten,genoodzaakt werden, Muiderberg te verlaaten (/?). Midlerwyl was op den voor- Verlaa- flag van Amfterdam, de arbeid aan de fchan- 'en ze fen, die Holland dekken moesten, vlytiglyk, weder* voortgezet. Onder anderen werdt in de plaats van de verlaaten post aan de Nieuwerbrugge, de kleine Wierikken verfterkt, meteene aanzienly- ke fchans van vier bolwerken: ook werdt, agter degrooteWierikken, digtaande Nieuwerbrug- ge , een Sterrefchans gelegd. De fchanfen aan de Goudfche fluis en aan liet Woerdfche Ver- laat werden, insgelyks, in beteren ftaat gefield. Alles was genoegzaam gereed, in Oogetmaand. Alleenlyk, bevondt men toen, dat de grond der Sterrefchans en der fchanfe aan de kleine Wie- rikken wat te laag was: waarom men last gaf, om den zelven op te hoogen (V). Op deeze en dier- ge- f *■) Valk*nibr II. Deel, W. 048-258.
C O Vir Amt van dan Penf Hop van 15 ?»V, 8^<tf.l^"(. #* Cour««» H^.-V«ha*l,H. 3'öä. * " ^ '* |
|||||
£7* VADERLANDSCHE LV. Boek;
11573. gelyke wyze, oordeelde men Holland bchoorlyk
■------ verzekerd, tegen eenen vyandlyken inval.
Da Prins De Prins van Condé,ondertusichen, met een
viHi^O- jjee} jes Franlchen Legers, van Utrecht, ver- beieren: trokken zynde, gaf den Prinfe van Oranje fchoo- Kawdan. ne gelegenheid, om Naarden te belegeren. Het Leger der Staaten was, te Raamsdonk, byeen- getrokken; doch, op de tyding van eene voorge- nomen'landing der Engelfchen, gedeeltelyk, naar de kusten gezonden: van waar het Krygs- volk, geene Engelfchen verneemende, weder- om , naar Raamsdonk gekeerd was. Zeven Re- gementen, ook, ingefcheept, om, door Holland, naar Friesland gevoerd te worden, kreegen, on- der weg, bevel a om teAmfterdam of te Muiden te blyven leggen. Midlcrwyl, hieldt de Prins den vyand onzeker van zyn oogmerk, doende Bommel befchieten,door eenige Uitleggers, die op de Waale voor de Stad lagen, en Graave be- rennen, door vyftienhoncierd Ruiters. Ook meende de Hertog van Luxemburg, dat men 't op ééne deezer Piaatfen gemunt hadt: waarom hy vyf- of zesduizend man afzondt naar Tiel, zo dra hy vernam, dat Oranje van Raamsdonk op- gebroken was. Doch zyne Hoogheid was, door Loon op 't Zand, naar Werkendam; voorts, o ver de bruggen te Hardinksveld en te Schoonhoven, naar Alfen en verder door Ouderkerk getrokk en. Hierna werdt het Leger, des nagts na den vyfden van Herfstmaand, in een fchrikkelyk onweder,. met ichuiten, over de Vegt gezet: waarna 't zig in 's Graavenland nederfloeg. Den volgenden dag, werdt Naarden berend, en zo dra 't gros des Legers ende Regemcnten, te vooren, naar Friesland gefchikt, voor de Stad gekomen wa-,. ren*
|
||||
LV.Boek. II ISTORIE. 273
|
|||||
en, heviglyk, befchooten. De Contrefcarpe 1^73^
en een Ravelyn, daarna, aangetast en over--------
vveldigd zynde, gaf zyne Hoogheid bevel, om
eenen algemeenen Itorm te loopen. Doch de be- „fj®,' ,„
,1 T • «f j geelt ziß legerden wagtten dien niet af, maar gaven de over.
Stad op, by verdrag, op den twaalfden van
Herfstmaand (£). De Franfche Bevelhebber, Filips de Procé, Heer du Pas, werdt van zyn krygsampt verlaaten, om dat men oordeelde, dat hy de Stad te ipoedig overgegeven hadt: doch hy verdedigde, eerlang, zyn gedrag, in openbaaren druk (/). Hy kreeg, daarna, verlof, om in Graave te dienen; alwaar hy gefneuveld is (t]i). Geduurende 't beleg van Naarde 11, voor welke Stad, 's Lands meeste krygsmagt gebragt was, hielden fommigen 't Land te zyn in zulk een groot gevaar, als het, in deezen gantfehen oorlog, geweest was, indien de vyand, de be- zettingen van Gelderland, Overysfel en 'tStigt byeengetrokken hebbende, 't ontzet hadt on- dernomen. Doch de fchielyke overgaave der Stad deedt dit gevaar verdwynen (V). Maar onder 't woelen der wapenen, hadden j„
de Staaten niet verzuimd, zig, door nieuwe Hande- verbindtenisfen, te lèerken, tegen deovermagt Hng der van Frankryk en Groot-Britanje. Willem van Staate» Haren, Grietman van de Bilt, was naar Zwee- ^0(c)r. den gezonden (0), tervvyl Simon van Beaumont, den. Sekretaris der Staaten van Holland, aan 't Hof van Koppenhagen, handelde, 't Oogmerk was, de
tb") Valkenier II. Deel, bl, 480-495.
(/) Memorie of Verlia.il enz. ga/r. 1674. (m . Daniel fournal Jj Louis Xtv. p. c i, C n ' Cos > er'us bl. o,~6. (O Zie ïynu Inilr. in de Se«. Hefol. Moll. 25 Xi:, »571«
lil. Deel. bl. .76. Üiy. Deel. S
|
|||||
a74 VADERLANDSCHE LV. Boek.
|
|||||
1073. de twee Noordfche Kroonen te beweegen tot
r------- een Verbond, welk Groot-Britanje, inzonder- heid, tot vreedzaame gedagten brengen moest. Doch Zweeden was te diep ingewikkeld met Frankryk, om naar de voorflagen der Staaten VeTdra» te lmsteren (ƒ>)• Allcenlyk, hadt men, den twee- van den van Bloeimaand 3 in den Iiaage, een Ver- Koop- drag getroffen met ditRyk,waarby eenigepun- handei ten van Koophandel geregeld werden (q). Maar Zwee- met Deenemarke, llooten de Staaten een Ver- den, bond van onderlinge befcherming, welk, op Verbond den twintigften van Bloeimaand, te Koppenha- meiDec gen,getekend werdt. „ De voorige Verbonden uemarke. ^ wercjen, by het zelve, bevestigd, doch men „beloofde eikanderen merkelyk meer onder- „ ftand. Christiaan de V. verbondt zig, om de „ Staaten, met zesduizend knegten en vierdui- „ zend paarden, te onderfteunen, en nog met „ veertig Oorlogsfchepen, te vooren beloofd. „ De onderftand te lande zou, des noods, met „ een gelyk getal van knegten en ruiters, ver- „meerderd worden. Doch de Staaten moes- „ten het werfgeld, en een groot deel van het „onderhoud deezer troepen bekostigen. By „nader beding, werdt egter verftaan, dat de „ Koning van Deenemarke, tegenwoordig, al- „leenlyk twaalfduizend man en twintig Oor- „ logsfehepen vaardig houden zou, en dat de „ Staaten, in ftede van geld, goede Obligatien „ zouden leveren. Doch zo eenige nabuurige „Mogendheid [naamlyk, Zweeden] haare wa- „ penen voegen mögt by die der vyanden van „de
(«") Valkenier II. Deel, H. löt.
(_?) Vvitz Uu Mönt Coryj Diplom. Tom, VII. P. !• ?• ««•
|
|||||
LV.Boek. HISTORIE. *?$
„ de Staaten,en Deenemarke, daardoor, nood- ns7s,
„ zaaken, met der daad, deel te neemen in ■■ ■ 5, den ooriog, zouden de Staaten de beloofde ,, penningen, in baaren gelde, moeten op- „ brengen (V)." Wat laater, verbondt zig de Hertog van Lotharingen, die, door den Koning v . . van Frankryk,in den jaare 1670, vanzynLand met den beroofd was: „om den Keizer, den Koning van Hertog« w Spanje, en de Staaten, met drieduizend Rui- va" Lot. w ters by te ftaan; waartegen deeze Mogendhe- harinË*» ,, den beloofden, hem negenduizend Ryksdaa- wlers ter maand te zullen betaalen, de twee w eerften in geld, en de Staaten in Obligatien „ op Holland en Westfriesland." Men trof dit Verbond, reeds in 't begin van Hooimaand; doch het kreeg zyn beflagniet voor Wynmaand (ƒ), wanneer de Staaten ook eene nadere over- eenkomst getroffen hadden, met den Keizer en met de Kroon van Spanje,. De Zvveedfchen hadden, om Frankryk te be- Verbond
haagen,federt eenigen tyd, hun werk gemaakt, met do» om den Keizer af te trekken van de zyde der Keizer, Staaten (*): doch Leopold beloofde, by de overeenkomst, van welke wy Ipreeken „ dege- „ meene zaak te zullen blyven voorftaan, on- „ aangezien de Keurvorst van Brandenburg een '„ byzonder Verdrag met Frankryk gemaakt „ hadt. Hy verbondt zig om een Leger van n dertigduizend man op de been te zullen hou- „ den, tot de kosten van welk Leger, de Staa- „ten vyfenveertigduizend Ryksdaalers ter „ maand
("e) lAiiez Do MoMTC'irps Dip'om. Tom. VII. P. I p 323.
(*; Foiez Dir Moni Orp« Diplom, lom. VU. p. I, p 235, 944- '^tMNU» II. Deel, Bylang. N. XI. M. «3. vO Secr. Reib). Gcijcr. 15 May 1073. Vaussnjbu II. Lh U
il. »7, *tó. ' S a
|
||||
a?6 VADERLANDSCHE LV.BoEKr
1673. „ maand zouden draagen, en daarenboven hun-
' -—'— ,?ne landmagt, tot veertienduizend, of", zo 't „ mogelyk ware, tot twintigduizend man ver- n meerderen." Men lloot deeze overeenkomst, op den dertigften van Oogstmaand, in den Haa- ge (u): alwaar, ten zelfden dage, een Verbond van meer gewigt getroffen werdt, tusfchen den Koning van Spanje en de Staaten. Verbond De laatfteu hadden, van den aanvang des wet oorlogs af, Spanje gezogt te beweegen, om zig Spsnje. njet {-e vrede te houden met het verleenen van onderftand aan de Staaten; maar om den oor- log openlyk te verklaaren aan Prankryk. Som- migen oordeelden zelfs, dat Spanje den oorlog zou hebben können voorkomen, zo 't alleenlyk verklaard hadt, de zyde der Staaten te willen houden (y). Om het zo ver en verder te bren- gen , was Adriaan Paats, toen Vroedfchap van Rotterdam,inBloeimaand des voorleeden jaars, gezonden naar 't Hof van Madrid (w). Doch Spanje fcheen niet te willen breeken met Prank- ryk , ten ware de Staaten zig verbonden, 0111 geene vrede te maaken, voor dat de zaaken herbragt waren in den ftaat, waarin zy, by de Pyreneefche Vrede van den jaare 1659, waren gefield. De voorfpoed der Franfche wapenen, de overlast, dien 'er de Spaanfche Nederlanden van begonden te lyden,en boven al hetbemag- tigen van Maastricht deedt het Spaanfche Hof nu een weinig veranderen van gedagten, en een Verbond fluiten met de Staaten, voor den tyd
f«) Vn'riz Dü MOMT Corps Diplom. Tom. VU. P. I. p. 241.
\v) Lertr ile Mr dj "root ecr.d'Anvtsh 3 1 Jwiv 1673- (w) Refel. Geiier. Sabb. o Lttna 1% Agni 1672. Holl. Mcie". yin 1672. bl, 43. |
||||
LV.Boek. HISTORIE. 277
tyd van vyfentwintig jaaren, waarb'y Spanje be- iéj%.
loofde „ in openbaaren oorlog te- zullen tree- ..- ,5 den met Frankryk. De Staaten verbonden
j, zig, daarentegen, geene vrede met Frankryk „ te zullen maaken, voor dat zyne Katholyke „ Majesteit heriteld ware in het bezit der Plaat- J5 fen, hem, federt de Pyreneefche Vrede, be- „ nomen door Frankryk, ten ware men 't, on- i} der/ing, tot bevordering der Vrede, anders ge- „raaden vinden mögt." Voorts, beloofden de Staaten „ Maastricht, met het gene 'er onder „ behoorde, met naame het Graaffchap van „den Vroenhove, te zullen afftaan aan Span- ne." Byeen afzonderlykpunt, verbondt Span- je zig ook „ om in oorlog te treeden met den „Koning van Groot - Britanje, zo deeze zig, „ door geene zagte middelen, mögt willen laa- ,5 ten beweegen, tot het fluiten eener rcdely- 5j ke vrede (V)." Terftond na het treffen van Spanje dit Verbond, maakte de Graaf van Monterei en Frank» gereedfehap, om Frankryk den oorlog aan te jTkaver' doen: die, den zestienden van Wynmaand, o- eik.mde« penlyk, verklaard werdt (y), ten welken dage, rep den ook de vyandlykheden op de grenzen begon- oorlog, nen werden. De Koning van Frankryk ver- klairde, drie dagen laater, den oorlog, insge- lyks aan Spanje (z). Paats bleef aan 't Hof van Madrid, tot in 't jaar 1675: wanneer hy, in Herfstmaand, te rug keerende, zig van zy- ne Vroë'dfchaps plaats te Rotterdam verba- ten vondt. Doch zyne Hoogheid, die 'er hem van
f.r) Serr. Refo' Hill 18 Sept '673. III Dsel, M 370 enz»
Ptxiz Dn Mont Corps D!pl«m. Tnm. VU. P 1 p. 240. (.y) Valkknikr 11- Deel, hl. 592. {.Zj Du Mont Corps Uiploin." fuut. VU. P. I. p. 245s S 3
|
||||
ft75 VADERLANDSCHE LV.Boek,
|
|||||
,573. van ontzet hadt, herftelde'er hem wederom
____1 in, kort na zyne te rug komst (a).
IV De vrees voor de Franfche overmagt was ee-
Krygsbe- ne der voornaamfte oorzaaken geweest van het «iryvenin fluiten van alle deeze Verbonden, Het Huis Duitsch- van Oostenryk in 't byzonder rekende het van zyn belang, dat Frankryk geen'verderen voet kreege, in de Nederlanden en in 't Duitfché Ryk. De Keizer begon, hierom, in Zomer- maand, zyn Leger wederom te verzamelen on- der den Graave van Montecuculi; die last hadt, van Bgra in Boheeme, te trekken naarden Ryn- kant. Doch Montecuculi was, niet voor 't ein- de van Oogstmaand, in ftaat, om op te bree- ken met het Leger, welk,in verfcheiden' hoo- pen,trok naar Neurenberg, en, vandaar, her- eenigd, naar Miltenburg, in't Bisdom Wurts- burg, digt by welke plaats, Turenne, met de Franfche Krygsmagt, zig hadt nedcrgellaagen. Tusfchen de twee Legers, vielen verfcheideri' fchutgevegten voor; doch 't kwam tot geen hoofdtrefifcn. Turenne brak, eerlang, op, en legerde zig by Mariendal. Montecuculi, 't Stigt Wurtsburg ,insgelyks, verlaatende, kwam, in 't midden van Wynmaand, te Frankfort, en voor't einde der zelfde maand, te Koblents aan. Turenne was, omtrent ten zelfden tyde, tus- fchen Heidelberg en Manheim, over de Nek- ker, getrokken in 't Paltfifche, alwaar hy zig nedergeilaagen hadt (F). Bon be- Midierwyl, hadt de Graaf van Monterei ee- jegerd ni„ Krvgsvolk verzameld. Ook hadt de Prins boorde ö -** va^ f«) Tweejaar. (Jefcbi.d. tl. yty.
i*J VAl&KMlEE. II. »ttlt U. 4JI, 5SSi 636.
|
|||||
LV.Boek. HISTORIE. syp
van Oranje zig, op 't einde van Herfstmaand, i^j.
begeven naar 't Leger der Staaten, te Roozen--------.
daal. De Spaanfche troepen vereenigden zig, Bondgo«
eerlang, te Heerentals, met de Staatfchen. no"te"» Zyne Hoogheid, wien 't opperbevel over dit °g{ Jes8" vereenigd Leger opgedraagen was, trok, ter- Prinfen fiondt, aan 't hoofd van het zelve, by Venlo, van O- over de Maaze, en voorts, door Gulikkerland, ranJe* in het Keulfche, zig te Bruel nederilaande. Monteciiculi,daarna,den Bisfchop van Wurts- burg, die met Frankryk in verdrag ftondt, o- vergehaald hebbende, om hem doortogt te ver- kenen (c), en vervolgens den Ryn te fchepe .zynde afgezakt, tot omtrent Keulen, maakte zig meester van Nuis, Andernach en eenige andere Plaatfen. Oranje, Rynbach veroverd hebbende, voegde zyn Leger, met den aan- vang vanSlagtmaand,by het Keizerlyke: waar- na het vereenigd Leger 't beleg iloeg voor Bon. Zyne Hoogheid kwam, den zevenden, in per- foon, voor de Stad, en voerde, federt, het op- perbevel over't beleg. De loopgraaven geopend zynde, naderde men de Plaats fpoediglyk. Ook werdt zy vinnig befchooten. Op den elfden, Kontogs« werdt één der buitenwerken veroverd, by wel- m»rk ke gelegenheid, de Graaf van Koningsmark fneu- fn«uve1*» velde. Men hadt hem, eenigen tyd te vooren, te Maaslandsfluis, kwalyk bejegend, uit haat, naar 't fchynt, over 't verlaaten der post by Bodegrave, op 't einde des yoorleeden jaars. De Prins hadt 'er zeer op gedrongen, dat men de fchuldigen opzogte en f trafte (d). Doch wat hier-
CO Feuquihrïs Memoir. Hift. & Milit. Tmu I. p. 141.
iAi Keïul. Hoil. 9 Aug. 1675 H 67. S 4 |
||||
<s3o VADERLANDSCHE LV. Boek,"
|
||||||||
hierop volgde, is my niet voorgekomen, 's
Daags na 't omkomen van Koningsmai k, tra- den de belegerden in befprek, en gaven de Stad op, by verdrag (e). Hierna betrokken de Le- gers de Winterkwartieren. De Keizerlchen Hoe- gen zig, in en om Bon en in Gulikkerland, ne- der : de Spaanfchen en Staatichen toogen, by Roermonde, over de Maaze, naar de Steden , uit welken zy getrokken waren. ïurenne, ver- geefs gepoogd hebbende, Bon te ontzetten, maakte zig, daarna, meester van eenige Plaat- fen, en betrok toen de Winterlegeringen in het Trieriche, in Bourgondie en in Lotharingen (ƒ). In de Spaanfche Nederlanden en op de gren- zen van Frankryk, vielen, na dat de Koningen van Frankryk en Spanje eikanderen den oorlog verklaard hadden, dit jaar, niet dan eenige fchut- gevegten en ftrooperyen voor (g). Men ver- wagtte de voornaamfte gevolgen der nieuwe Vredebreuke, niet voor het volgende jaar. De Verbonden der Staaten met den Keizer
en met de Kroone van Spanje, en de optogt der Keizerfchen en Spaanfchen en des Prinlen van Oranje naar den Rynkant noodzaakten den Ko- ning van Frankryk, de meeste Steden, welken hy,indeVereenigde Gewesten,veroverd hadt, nog voor 't einde des jaars 1673, wederom te ruimen (k~). De bezetting van Woerden kreeg allereerst bevel, om deeze Stad te verlaaten, en naar Utrecht te trekken; 't welk egter niet gefchiedde, voor dat de Stad de plondering, mei
f <0 UeCol. Gcner. Dfcrcur. t" Nov. 1873.
(f) Valkenier 11. Deel, bl. 585-619.
(g) Valkenier II. Deel, bl. (i17-'>ia-
{Ji) Fbuquieres tdenjoir. iiift. & Muit. Xo«. I. p, iia»«^
|
||||||||
Bon
geeft zig
over. |
||||||||
V.
De Fran- fchen verlaateu •«Je mees- te over- wonnen' Steden, 5n deVer» cenigde Gewes- ten: al$ Wocr« den, |
||||||||
LV.Boek. HISTORIE. £>Sï
met welke zy toen nog gedreigd werdt, voor 1^3.
vyftien - of zestienduizend guldens, afgekogt —— hadt. De Franfchen verlieten Woerden, op den zevenden van Slagtmaand, des morgens; en in den nademiddag, werdt de Stad voorzien van Staatfche bezetting (*')• 't Huis te Harmelen , ten zelfden tyde, verbaten zynde van de Fran- fchen, werdt, insgelyks, ingenomen, door de onzen. Stoupa, Bevelhebber van Utrecht, ook Uiredit, last gekrcegen hebbende, om de Stad te verlaa- ten, vorderde vyf tonnen gouds van de Regee- ring, zo zy niet begeerde, dat Utrecht verbrand en verdelgd werdt. Men vertoonde hem ,, dat „de Srad, terwyl zy onder de heerfchappy „der Franfchen geftaan hadt, reeds zeer veel „ hadt moeten opbrengen aan den Koning; dat „ zy thans ook ontbloot was van haare rykfte „ingezetenen, die met hunne goederen naar „elders waren ge vlugt (£), en dat het haar, „ hierom, onmogelyk was, te voldoen aan den „ eisch des Bevelhebbers." Doch deeze Ver- toogen hielpen luttel. Men moest, eindelyk, vierhonderdenvyftigduizend guldens belooven, waarvan honderdduizend Ryksdaalers, in ge- reeden gelde, moesten opgebragt worden. De Vroedfchap ging, in perfoon, door de Stad, om de Gemeente te vermaanen, tot het vol- doen van haar aandeel in deeze fomme, by we- ge van Leeninge tegen zes ten honderd in't jaar. Stoupa verzekerde zig van eenigen der voor- naamfte Burgeren, tot dat hem de beloofde fomme betaald was. Op den drie-entwintigiten van
CO OsTERfVJ hl. 378-3^3.
Qj Z,k Valkemeu 11. Deel, il. 33, 332, 504.
S 5
|
||||
a§2 VADERLANDSCHE LV.Boek
van Slagtmaand, toog de Franfche bezetting
ter Stad uit. Stoupa leverde den Heeren de iieu- tels der poorten wederom ever,eer hy vertrok. Zy werden, terftond na den uittogt der Fran- fchen,geflooten. 't Oranje vendel waaide,hier- op , ftraks, van den Doms-tooren. Elk verfcheen, op ftraat,met Oranje-linten enftrikken,enmen zondt, zonder uitftel, eenige Heeren af, om den Prinfe van Oranje het Stadhouderfchap van 't Gewest aan te bieden. De Domkerk, die, zo dra de Stad zig overgegeven hadt, door den Kardinaal van Bouillon,den RoomfchenGods- dienst toegewyd, en federt, met beelden en al- taaren, veifierd geworden was, werdt nu, door 't graauw en de jongens, ontbloot van alle fie- raaden, die, nevens eenige fchildwagtshuisjes, voor 't Stadhuis, in den brand gefteken wer- den. Ook werdt, nogdeezen zelfden nademid- dag, door den Predikant Gentman, gepredikt in de Domkerke, daar men, des morgens, de misfe hadt zien doen. Tegen den avond, trok de Staatfche bezetting, onder den Graave van Hoorne, ter Stad in, zondereenigen eed te doen aan de Staaten van 't Gewest (7). De Graaf van Hoorne deedt, twee dagen hierna, de Vroed- fchap vergaderen, welke hy aanzeide, dat hy alle de Leden derzelve, op een fchriftelyk ver- zoek der Burgerye, en om beroerte te voorko- ken , fchorfte in hunnen dienst. Eenigen fpra- ken hiertegen, onder anderen vraagende, hoe veertig of vyfiig perfoonen de burgery vertooma kondm? Doch Hoorne herhaalde zyn zeggen, en
<7) Mtmor. van. 't g*pasf. te Uiwplit in den jaarc 1673. gii
«ytikt 1679. tl. 43. |
||||
LV.Boek. HISTORIE. 283
|
|||||
en vertrok: den Leden der Vroedfchap, die nog 1673.
op "t Stadhuis bleeven, daarna doende aanzeg- gen, dat hy begeerde, dat zy naar hunne huizen gingen Qm ). Ten zelfden dage, kwamen te U- trecht vyf Gemagrigden deralgemeene Staaten, te weeten ^Joan Geclvink, Heer van Kastrikom, de Raadpensionaris tfagél, Willem van Krommon, B. Gemmenich en Scato Gohkinga, die de fchor- fing, door den Graave van Hoorne gedaan,be- vestigden (V), alleenlyk eenige weinige Regen- ten , by voorraad, hertellende, om zaaken, die geen u.tltel lyden konden, waar te neemen: waartoe ook agt Burgerhopluiden werden aan- gefteld. Sommigen twyfelden, of de algemee- ne Staaten regt hadden tot zulk eene verande- ring, alzo zy Utrecht, noch te vooren, metde wapenen verdedigd, noch tegenwoordig, door de wapenen herwonnen hadden (o). Doch men verftondt het anders, in den Haage. De ande- Amers- re Sngtfche Steden, Amersfoort, Wyk te Duur- (°°"' ftede. Reenen en Montfoort, werden, ten zelf- rjuuriie- den tyde, van de Franfchen verlaaten. In Hol- de, Ree- land, ruimden zy,behalve Woerden, Oudewa- nen en ter, Ysfelftein, Viane, Heukelom, Aspcren en Mom-, Leerdam; welke Steden vrye hoede ingenomen oudewa. hadden van Frankryk: doch dit belette niet, ter, Ys- dat zy, of fommigen derzelven, nog zwaare feiftein, brandichattineen betaalen moesten, eer zy van Xir'"e' den vyand werden verlost: of, anders gedoo- io"m As. gen, dat zy geplonderd werden. In Gelderland, peren en ver- Leer-
Cu«) Memor. van 't gepasf. te Utrecht in drn jaare 1673. f- daiBj drukt 167g. il. «fv Verhaal van de verander. Regeer, te U-
trech: in 1674. MS.
(n ; Sec. Rcfol. Gener. SaUê'M 18 Nuv. i6;i. Groot II». PiaUaatb. I. Dort, bl III.
Qoj Lettr. tle Mr. de üroot de 5 Bk, 1673. |
|||||
2S4 VADERLANDSCHE LV.Boek.
|
|||||||||
verlieten de Franfchen Hattum, Elburg, Wa-
geningen, Harderwyk, Bommel en Doesburg. De Sterkte Crevecoeur, en de Engelen- en Or- tenfehans by 's Hertogenbosch werden ook ver- woest en geruimd. In Overysfel, raakte Kam- pen , daar egter een aanmerkelyk getal van hui- zen verwoest werdt, vry van Franfche bezet- ting. Met al dit Krygsvolk, welk op de Moo- kerheide verzameld werdt, floeg de Hertog van Luxemburg, in Wintermaand, naar Frank- ryk op weg. De Spaanfchen onder den Oaave van Monterei, gevoegd met eenige Staatfche nianfchap, onder den Graave van Waldek ver- zameld, zogten hem te onderfcheppen. De Prins van Oranje zelf vervoegde zig, ten deezen einde, na't veroveren van Bon, naar 't vereenigd Leger. Men trof den Hertog aan, omtrent Maastricht; doch hy hieldt ziginzyn voordeel, en verdeelde zyn Leger, eerlang, in de gemel- de Stad en in eenige omgelegen' Steden Q>). 't Vertrek der Franfchen uit de meeste Ste-
den , te vooren, in de Vereenigde Gewesten, veroverd, veroorzaakte zo groot eene bekom- mering in den Bisfchop van Munfter, dat hy, insgelyks, te raade werdt, eenige Plaatfen te ruimen, eer 't jaar nog ten einde liep. Hy was, na dat de Keurvorst van Brandenburg zig ver- draagen hadt met Frankryk, genoodzaakt ge- weest het Bnmdenburgsch gebied in Westfaa- le te verlaaten, omtrent het midden van Bloei- maand. Ransdorf, die de Munfterfche en Keul- fche troepen geboodt, floeg toen op weg naai; Fries-
f p") Zie Meinor. van 't qepasf. te Utrecht in 1673. Valke-
HTF.11 II. Deel, il' 5171 633-Ó62. ÜUANOr de Ruiter, W. 8;w< Wo. |
|||||||||
1673.
Hattum,
Elburg, Wage- ningen, Hanier- wyk, Bommel en Does- burg; ook Kampen. |
|||||||||
VI.
Munlter-
fche Krygsbe-
dryven. |
|||||||||
LV.Boek. HISTORIE. 285
|
|||||
Friesland, en bemagtigde, eerlang, het Slot 1673;
Gramsbergen, welk, door eenige bezettelingen-------j
van Koeverden, bewaard werdt. Prins Joan 't S!oe
Maurits van Nasfau, die 't bevel voerde over ^ra™** de Staatfche Krygsmagt in deezen oord, deedt yeJ-fJa- hem, nogtans, kort hierna, naar Ootmarium, ren. en, eerlang,naar Steenwyk, te rug keeren. Se- dert, vielen 'er eenige fchutgevegten voor,met wedërzydsch nadeel. In Hooimaand, floeg Ra- De benhaupt 't beleg voor de nieuwe fchans, en " jj-J""8 veroverde ze, op den agttienden, ftormender- gewon- hand. ïen zelfden tyde, zogt Prins J oan Mau- ncn. rits Zwartfluis in te neemen door verrasfing; doch de vyand was op zyne hoede, waardoor de toeleg verydeld werdt. De Munflerfchen hadden ook eenen dam gelegd in de Overysfel- fche Vegt, waar door Koeverden veel overlast van 't water leedt. In deezen toefland, vernam men, dat de Bisfchop in aantogt was naar de Plaatfe. Men belloot, hierom, langs verfchei- den' wegen, aan te trekken op den dam, en dien, met geweld, door te fleeken. Doch eer dit befluit ter uitvoeringe gebragt werdt, ont- ftondt 'er, op den eerften van Wynmaand, zulk een felle flormuitden oosten, dat de dam door- brak ; waardoor verfcheiden' vaartuigen met vyandlyke manfchap, tot het beleg van Koe- verden derwaards gezonden, naar Zwol te rug gedreven, of omgellaagen werden Qj). Dit on- geluk benam den Bisfchoppelyken den moed, om iet mscr te onderneemen. Hier kwam't ver- DeMmw trek der Frarifchen by, welk de Munflerfchen fterfche« bewoog, ook Steenwyk,Meppei en eenige an- rsu™£" de- wyks
(?) Valkenier II. Deel, il. 372-389, 5?C-;;8s.
|
|||||
c.26 VADERLANDSCHE LV.Boek.
1672. dere Plaatfcn in Ovei ysfcl en Drente te mimen
------(V). De belegering en verovering van Bon,wel-
Moppeit ke hierop volgde, deedt den Keurvorst van Keu.
«n «mie- ien en fcn Bisfchop van Munfter, eerlang, da fen. oorenleenen naar een Verdrag, waarover, fe- dert eenigen tyd, gehandeld was (7); doch welk, eerst in de Lente des volgenden jaars, gelloo- ten werdt. Zodanig een aanzien hadt de oorlog te lan-
de , op het einde deezes jaars. Nu vordert de orde des verbaals, dat wy, beknoptelyk, ont- vouwen, wat'er, dit jaar, merkwaardigs, ter zee, voorgevallen zy, en welk een' uitllag de poogingen der Staaten, tegen de vereenigde Vlooten vanFrankryk en Groot-Britanje, ge- had hebben. Vil. Terwyl 's Lands Vloot,vroeg in "t voorjaar, Brand- gereed gemaakt werdt, raakte, te Amfterdam, ft'K^rte bekere Engelschman, Joan Frafer genaamd, èïuu'~ in hegtenis; die, buiten pyne, beleedt, door, voornaameluiden in Engeland, gehuurd te zyn, om 's Lands fchepen, toen nog onttakeld leg- gende , in den brand te fteeken : waarop hy ge- blakerd en geradbraakt werdt. Een zyner mak- keren , Willem Madcr, eenige jaaren laater, te Rotterdam, in hegtenis geraakt zynde, werdt, 's Lands insgelyks, met de dood geitraft (f). In 't begin Vloot vanBloeimaand, was de Vloot, uit tagtig zei- 2^|n len beftaande, in ftaat, om zee te kiezen. Ook liep zy, kort hierna, uit. De Ruiter hadt 'er wederom het opperbevel over: en Tromp, die, door den Prinfe herfteld was in de waardigheid van
(,-) Vaik»1"ER II. Dtel, hl. CiSti.
, ( s) Vuhz, Du Mont Corps Dipl. Tom. Vil. P. I. f. «33. ■ ((,) Huil. Werc. van 1677. W. 232. |
||||||
;
|
|||||
LV. Boek. HISTORIE. aS?
van Luitenant-Admiraal onder het Kollegie te 1^3.
Amilerdam, was, op uitdrukkelyken last van -------
zyne Hoogheid, met de Ruiter verzoend. Men
hadt eenige zinklchepen by de Vloote gevoegd, welken men voorhadt op den Theems in den grond te booren. De Vloot zeilde, terftond» derwaards; doch een zwaare mist hieldt de zinklchepen op; waardoor de toeleg mislukte. Toen keerde de Ruiter, wederom, met de Vloot, naar Schooneveld, daar van Beuningen en Mau- regnault, als Gemagtigden van zyne Hoogheid, by hem kwamen. De Vloot werdt, federt, nog met vcrfcheiden' fchepen verfterkt, en vondt zig,eindelyk, in ftaat,om de vyandlyke Vloo- ien , welken men, op den eerften van Zomer- maand, in'tgezigt kreeg, flag te leveren. Doch ftilte, van hevigcn ftorm gevolgd, verhinderde A 't gevegt eenige dagen. Op den zevenden, raak- RaakrJr
ten de Vlooten eerst aan eikanderen. De ver- fl«&s f eenigde Vloot der Franfchen en Engelfchen be- v^t 'ü ftondt uit weinig min dan honderdenvyftig zei- e^n- I len, onder welken, men tusfchcn de tagtigen geifche negentig groote fchepen van oorloge geteld Vlooien. hadt. De Vloot der Staaten was, daarentegen, niet fterker dan twee-envyftig fchepen van oor- loge, twaalf fregatten, veertien advysjagten en vyfentwintig branders; in alles, omtrent hon- derd zeilen. Omtrent ten een uure na den mid- dag, ving de ftryd aan, tusfchen het witte Es- quader onder den Graave d'Estrées en dat van den Luitenant-Admiraal Tromp. Wat laater, raakte de Ruiter en Bankert in een hevig gevegt met Prinfe Robert en Spragge. 't Gelukte de Rui- ter , een merkelyk getal van vyandlyke fchepen af te fnyden van het gros der Vloote. Doch hy ver-
|
|||||
£88 VADERLANDSCHE LV.BoEK?
vervolgde ze niet, om Tromp by te ftaan, die
zig, ten deezen tyde, in groot gevaar bevondt, en de Ruiter zo dra niet zag aankomen, of hy riep, tegen 't bootsvolk, mannen, daar is beste- vaêr, die komt ons helpen. Ik zal hem ook niet ver- faßten; zo lang als ik adem kan fcheppen. Ook hieidt de vyaiid, kort na de Ruiters aankomst, af van Tromp. Voorts, werdt 'er, van weder- zyde, met ongelyke hevigheid, gevogten, naar dat men den wind mede of tegen hadt. Ver- fcheiden' Franfche en Engelfche fchepen, in al- les omtrent veertien in getal, werden in den grond geichooten, of verbrand. De onzen ver- looren alleenlyk eenigebrandfchepen ,dievrug- teloos verbrandden: dodi geene fchepen van oorloge. Ook hadden zy weinig dooden : doch onder dezelven, den Vice-Admiraal Schram en den Schout by Nagt Vlug. Onder de Franfchen en Engelfchen, waren, zo veel men weet, gee- ne Vlag-officicrs gefneuveld. De nagt hadt het gevegt gelcheiden. Doch 's Lands Vloot lag, des anderendaags, nog buiten de banken, en in dezelfde zee, daar zy gevogten hadt. De En- gelfchen roemden nogtans op de overwinning. Doch zy en de Franfchen waren verileken ge- worden van hun oogmerk, welk was, zo men wil, eene landing te doen op de Hollandfche kusten («). 's Daags na den flag,fchreefde Lui- tenant-Admiraal Tromp eenen brief aan zyne Zuster, waarvan my een woordelyk Affchrift ter hand gekomen is. In deezen Brief, iteekt de aart des zeehelds zo blykbaar door, dat ik vertrouw, den Leezer geenen onaangenaamen dienst
|
|||||
C «O Brandt 4e Ruiter, II. 768-810.
|
|||||
LV.Boek. HISTORIE. 289
dienst te zuilen doen, met hem hier, letterlyk, 1673.
in te voegen. Dus luidt hy: ■■ Beminde Suster,
Gisteren hebben wy den dans aangegaan, en heli
Gods fy gelooft gefondt, en hebben ons hart eens weder opgehaelt als Keuringen. Ik ben op tnyn vier- de Schip , de Comeetftar, en meene van daeg een Iravin dans te dans/en. Wykrygen de Franfen foo aen 't kopen, dat fy debramfeils en alles byfetten, en foo het van daeg foo voortgaet, foo 'hoop ik dat ulier vrienden en ons gebedt verhoort fal zyn, en dat wy van de tyranny verlost zuilenworden. Adieu. Couragie.'tSalwaerachtigwel gaen. 8 Juuy 1673. C. Tromp.
Vyf dagen na'tgevegt, was 's Lands Vloot,
die, ondertusfehen, met eenige fchepen, ver- fterkt geworden was, wederom in ftaat, om den vyand 't hoofd te bieden. Ook ging zy, ter- ftond hierna, onder zeil, om de vereenigde Franfche en Engelfche Vlooten op te zoeken. Men raakte, andermaal, flaags, op den veer- Tweed« tienden van Zomermaand, 't Schip van den Gevegc. Vice - Admiraal Sweers, vooruit gezeild, ver- viel in een hevig gevegt met Spragge en den Vice-Admiraal der blaauwe vlagge, werdt zeer reddeloos gefchooten, en genoodzaakt af te houden. De Ruiter, daarentegen, met Prinfe Robert in gevegt geraakt, deedt de vyanden wyken. Bankert hadt het gemunt op den Graa- ve d'Estrécs; doch kon niet regt met hem flaags raaken. 't Gevegt, welk minder hevig geweest was dan het voorgaande, werdt wederom ge- fc h ei den door den nagt. Den volgenden dag, XIV. Deel. T zag
|
||||
290 VADERLANDSCME LV.Boek.
t«;s. zag men gcenen vyand meer, en vernam, eer-
~i----- lang» dat de vcreenigde Vlooten, onder wel- ken veelc ontredderde fchepen waren, naar de rivierc van Londen waren gekeerd, 's Lands Vloot kwam toen wederom ten anker op Schoo- neveld(y). Tromp bcfchuldigde Sweers, daar- na, van iafhertighcid, om dat hy,in 't jongde gevegt, ge weeleen was. Doch daar kwamen zo veele verklaaringen in zyn voordeel, dat zyne Hoogheid de zaak in ftaate hieldt, en Sweers, ondertusfehen, zyn ampt behouden liet (w). Met het begin van Hooimaand, ging 's Lands
Vloot onder zeil naar de Engelfche kusten, en vertoonde zig voor Harwich, de vyandlyke Vlooten, die midlerwyl de Rivier de Theems hooger op geloopen waren, ten ftryde uitdaa- gende. Doch zy kwamen niet in zee. De Rui- ter befloot, hierom, en om dat 'er een zwaare ziekte begon te ontitaan op 's Lands ichepen, te rug te keeren naar de Maaze. Voor 't einde van Hooimaand, liepen de vyandlyke Vlooten egter in zee. De Ruiter, hiervan berigt beko- men hebbende, zeilde ze te gemoet. Doch zy hielden af, en feheenen 't gevegt te willen ont- wyken: 't welk de Ruiter nogtans aanzag voor een' ftreek, om hem af te trekken van de Zeeuw- {chekust. Hy ging,hierom, wederom op Schoo- neveld leggen. Ook verftondt men, daarna, dat 'er een groot getal Landfoldaaten op de vyandlyke Vlootengefcheept was, met welken men,ongetwyfeld, eene landing zou onderno- men hebben, wanneer men 's Lands Vloot hadt kon-
(y) BttANDT de Tuitcr, hl. R11-C19,
(w) (WANDT d« Ruiter, hl. «21-887. .
|
||||
LV. Bcek. HISTORIE. 291
|
||||||||
können aftrekken van onze kusten. De veree- 1673
nigdeVIooten vertoonden zig, in 't begin van — |
||||||||
Oogstmaand, op de kusten van Holland, om De
welken te bezetten en te voorzien, de Gekom- ^*v',^, mitteerde Raaden de noodige zorg gedraagen ten ver_ hadden. De Franfche en Engellche fchepen toonen zeilden tot aan de Helderen Texel, zonder er- z'g ™°r gens te landen. De Ruiter was hen gevolgd, Texel. tot voor Scheveningcn, daar de Prins van O- ranjeaan zyn boord kwam; op wiens raad,be-> flooten vverdt, den vyanden ilag te leveren. Men was,ten deezen tyde, bedugt dat de ver- eenigde Vlooten, die niet te rug kwamen, hoo- ger op zeilen mogten, om de Oostindifche fche- pen te onderfcheppen. Ook viel baareen enkel fchip, dat van het gros dert'huiskomcnde Oost- indifche Vioote afgeraakt was, in handen. De Ruiter, gedimrig, zo veel hem wind en weder toeliet,noordwaards aan ftevenende, kwam eg- ter, niet voor den tvvintigften, in 't gezigt van den vyand, omtrent de Helder en Kykduin. Hier Zeedag raakten de VJooten, den volgenden morgen, ™or . omtrent half negen uuren, aan eikanderen. De y m onzen hadden 't voordeel van den wind. Ban- kert, die den voortogt hadt, viel aan op 'tEs- quader van den Graave d'Estrées. De Ruiter raakte,met den middeltogt, ineen fchrikkelyk gevegt tegen Prinfe Robert. Tromp, de agtër- hoede geleidende, itreedt tegen de blaauwe vlagge onder Spragge omtrent drie uuren ag- tereen, zonder eenige gekwetften te bekomen. De Ruiter zelf en verfcheiden' anderen fpraken van diergelyk geluk, welkdegodvrugtigentoe- fchreeven aan de kragt der gebeden, die, ge- duurende 't gevegt, in alle kei ken van Holland, ï a, met |
||||||||
29* VADERLANDSCHE LV.Boek.'
1673. raet ongemeene beweegenis der gemoederen,
------werden uitgeftort. D'Estrées en Prins Robert
begonden eerst te wyken: waarna de -Ruiter
Tromp te hulp kwam, tegen 't Esquader van Spragge, die, overgegaan in een'floep om van fchip te veranderen, jammerlyk verdronken was, doordien de floep in den grond werdt ge-. fchooten. Prins Robert toen de Ruiter ge- v volgd zynde, werdt 'er zo grouwelyk gevogten, dat men weinige voorbeelden van diergelyke zee- flagen gezien hadt. Tegen den avond, zag men twee of drie Engelfche Oorlogsfchepen zinken. Van onzen kant, werdt niet één fchip gemist. Doch beide de Vlooten waren zwaar befcha- digd, en de Engelfche zo zeer, dat zy, met den nagt, die een einde van den ftryd maakte, iiaar haare kust te rug zeilen moest, oin zig te herftellen. Behalve Spragge, hadden de En gel - fchen verfcheidcn' Kapiteinen verlooren. Van onzen kant, waren de Vice-Admiraalen Jan de Liefde en lzaak Sweers en ook ettelyke Kapi- teinen gefneuveld. De Engeli'chen fchreeven zig, in gedrukte verhaalen , de overwinning toe, waarover,ook hier te Lande, een daukdag ge- houden werdt. Wat laater, kreeg men, by ge- rügte, tyding, dat de Engelfchen eenigeOost- indifche fchepen, by het Eiland S.Helena, ver- overd hadden (#). De Ruiter ontving, hierop 5 last, om den vyand, op zyne kusten, op te zoe- ken ; doch de aanhoudende ftormwinden ver- hinderden hem, iet te onderneemen tot afbreuk der Engelfchen ofFranfchen. rVIenbefloot,der- halve, de Vloot te doen fcheiden: 't well«-, nog
^*) ZU Oiitf. Lesmv III. De4, iL 15.
|
|||||
>
|
|||||
LV.Boek. HISTORIE. 293
nog voor't einde van Herfstmaand, gefchied,- 1Ä73.
de 0<). -------»
In de Indien, hadden de onzen, in 't voor- Schade
leeden jaar en in dit, ecnige fchade geleeden, ™ "?a waarvan men onlangs tyding gekreegen hadt. nueD De Sterkten Trinquenemale op Ceüon en S. Thomas op Koromandel waren, in Wynmaand des voorleeden jaars, op de Nederlandfche Oostindifche Maatfchappye, veroverd, door de Franfehen, die, in Lentemaand deezes jaars, ook Curacao zogten te> verrasfen, doch onver- rigter zaake te rug keeren moesten. Ook was het Eiland Tabago, in Wintermaand des voor- leeden jaars, door de Engelfchen, veroverd. En maakten zy zig, wat laater, meester van het Eiland S. Helena (2). Doch deeze kleine voordeden konden het VUL
nadeel niet op weegen, welk Engeland, tendee- Aanvang zen tyde, leedt by den oorlog met de Staaten; Juw!^ die 't Parlement en 't volk zeer begon tegen te ]itl~ > ftaan (V), en, tot het voortzetten van welken, tusfehea men'noode beüuiten kon, eenigen nieuwen last Groot- op zig te neeraen. Ondcrtusfchen, konden de Pj1"^* ©nderftandgelden, welken Karel de IL van Staaten. Frankryk ontving, niet toereiken, om de kos- ten van den oorlog goed te maaken: 't welk hem ook wars maakte van den kryg. Hierby kwam het befluit van Spanje, om Engeland den oorlog aan te doen, welk, fchryft Temple, meer dan iets anders, mede werkte, om den Ko- ning te doen haaken naar vrede. De Engelfche Staatsdienaars,die meest tot den oorlog geraa- den
fv) Urandt il" Ruiter, U 1120-875.
(.z ) Ontr. Lpciiw III. Deel. l/l- 14, 15, '6. t7, 77-
la) Aa«, van een Regent van Delft ea Afril vij%. MS, '
|
||||
294 VADERLANDSCHE LV.Boek,
1673. den hadden, begonden zig ook huns raads te
— te dugten(F). Zy rieden,hierom, den Koning, dat hy Tempte wederom naarden Haage zondt, om over eene byzondere Vrede mat de Staaten te lla ndelen (Y). De Graaf van Arlington ver- voegde zig zelfs by den Markgraave del Fresno, Spaanfchen Gezant te Londen, hem aanzetten- de, om de Staaten en den Prins van Oranje over te haaien,tot het begeeren van de Vrede, en tot het aanbieden van zekere fomme aan den Koning,welke hy wederom aan den Prirrféuit- keeren zou, in voldoening van 't gene deeze te vorderen hadt van de Kroone van Groot- Britanje (ß). De Staa- De Staaten kreegen fpoedig berigt van 's ten fchry-Konings gezindheid tot vrede, en, zig te over Ten 1?" bezwaard vindende met den oorlog tegen Frank- den &o- , , ° 7.
ttïm' van ryk, waren zy gereed, om den centen open-
Groot- baaren ibp te doen, tot het verkrygen van de Ikkanje. yreje met Groot-Britanje (e), 't Volk in't ge- meen neigde, hier, ook fterk tot Verdrag met de Engelfchen. Zelfs vernam men, dat de Klas- fis van Walcheren heimelyk bezig was, of reeds ondernomen hadt, brieven te fchryven aan den Aartsbisfcbop van Kanterbury en aan den Bisfchop van Londen, tot bevordering der Vre- de : 't welk de Staaten van Zeeland egcer aanza- gen voor zulk eene groote voorbaarigheid, dat zy't deeze Klasfis en allen anderen Klasfen van dit Gewest, uitdrukkelyk, deeden verbieden( ƒ)„ Maar
(£) Tcmplr Meranr. M. 578.
( cj Tkmplk M mor. U. 080. (rf niIRMr.T Vol •• f- i/U'.
(e Seir Rein'. ilttU. a*: Scpt. KÏ73. III. Bed, Tl 333.
ify Nutol. Zeel. 8, 14 >»ƒ. 16/3. U. i<>4> 117. |
||||
HISTORIE. 295
|
|||||||
LV.Boek.
|
|||||||
Maar de algemeene Staaten zonden den Ko- 167$.
ning van Groot-B ritanje eenen wydluftigen------
brief toe, gedagtekend den vyf-entwintigften van
Wynmaand, waarin zy, opgehaald hebbende, wat'er, van hunne zyde, gedaan ware, om het onderling misverfland weg te neemen; zo wel voor als na het uitberften van den oorlog; en hoe ook de Heer Prins van Oranje alle beden- kelyke wegen ingeflaagen hadt, om hen in de vriendfehap zyner Majesteit,te herf tellen, zig zeer beklaagden „ dat de oorlog bleef duuren , „ ook na dat'sPrinfen belangen en de hunnen „ een en dezelfden geworden waren." In 't by - zonder weezen zy aan „dat zy den ftempel „van den Gedenkpenning, waarover zyne Ma- w jesteit zig, in zyne Oorlogsverklaring, mis- „noegd getoond hadt, reeds te vooren, had- „ den doen vernietigen; dat zy den Koning ook , w wegens Suriname, voldoening hadden aan- „ gebooden; dat zy van Beuningen naar Enge- w land gezonden hadden, om een Verdrag te „ maaken wegens de Indien; dat zy 't punt van „de vlagge ook, tot genoegen van zyne Ma- jesteit, hadden willen afdoen; datzy, zelfs na „ 't omftaan van den oorlog, buitengewoone „ Gezanten hadden afgevaardigd; doch dat n men deezen, te Hamptoncourt, in verzeke- v ring gehouden, en hun gehoor geweigerd hadt. „ Al 't welke en 't aanhouden des oorlogs hen, „ zeiden ze, eindelyk, genoodzaakt hadt, ver- n dedigende Verbonden aan te gaan met het j, ailerdoorlugtigfte Huis van Oostenryk; die , „ gewisfelyk, van gevolg zouden zyn, en, uit n hoofde van welken, Spanje den oorlog reeds g aan Franlcryk verklaard hadt. Eer egter het; T 4 „kwaai |
|||||||
296 VADERLANDSCHE LV.Boek.
|
||||||||
1673. „kwaad ongeneeslyk werdt, wilden zy zyne
-------„Majesteit wel aanbieden alle voldoening,
n welke hy ,naar reden, begeeren kon; en alzo
w eene algemeene Vrede, tegenwoordig, zeer „ bezwaarlyk te treffen zou zyn, zouden zy w zig zeer gelukkig agten, zo zyne Majesteit „ zig kon laaten beweegen, tot bet fluiten van „ een byzonder Verdrag, en weder keerde tot n de gevoelens, waarin zy hem, voorheen, „ met vreugde, gezien hadden: in vast vcr- 0 trouwen, dat de verzoening, eens te wege „ gebragt zynde, duuren zou, voor altoos (g)." Men vernam, eerlang, dat deeze Briefden Ko- ning weinig aanflondt. Ook meenden fommi- gen „ dat hy zo nedrig niet moest ingefteld ge- „ weestzyn, indien hy gefchreeven was, om 't „ Parlement de onregtvaardigheid des oorlogs „ te doen zien; of zo men 'er den Koning door ,, wilde vermurwen, moesten 'er minder ver« „ wytingen in zyn geweest (T)." Doch hoe de brief ook, in Engeland, opgevat mögt worden; de algemeene geneigdheid tot vrede gedoogde niet, dat men hem onbeantwoord liete. *s Ko- 'sKonings antwoord was, den zeventienden ",np van Slagtmaand, getekend. Het behelsde eene woord uitvoerige wederlegging van al wat de Staaten, ter hunner verdediging, hadden aangevoerd. Onder anderen ftondt de Koning wel toe „ dat „hy,nade verheffing des Prinfen, ernfliger „ gedagt hadt op 't herftellen der Vrede; doch „ hy beweerde tevens, dat zyne poogingen, in „ weerwil ven den Prinfe, verydeld waren ge- |
||||||||
» wor
|
||||||||
Cg~) Zie den Brief by Vaikenif.h. II Deel, bt, 74^.
(Aj Lettre de Ma. m Gitoor Au 24 de A'ov. 1673. |
||||||||
LV. Boek. HISTORIE. 297
„ worden, door den Loevefteinfchen aanhang; 167%
„datmen, te Keulen, niet dan afzonderlykè -----—
„ vrede gezogt hadt; dat de Pnns van Oranje
„hem nimmer eenige voorilagen hadt gedaan, „ en dat de Staaten zelven nog niet dan aige- n meene betuigingen van geneigdheid tot vre- „dedeeden." Ten befluite, vermaande hy hen „ tot het opftellen van redelyke en byzon- n dere voorwaarden, en hy beloofde elk te doen „ zien, dat hy de gevoelens van r.gtinge en n vriendfehap, welken zyne Voorzaaten den „ Vereenigden Staat hadden toegedraageu , „ gereedelyk, hernecmen kon (/)." De Staaten beantwoordden 'sKonings brief, Wcder-
niet voor den negenden van Wintermaand, zig a?r" , voornaamlyk bezig houdende, om te doen zien, jur°staa- dat de Koning, zonder zyne eer te krenken, ten. een afzonderlyk Verdrag met ben aangaan kon, alzo Frankryk zulks, reeds in Zomermaand ócs voorleeden jaars, hadt gezogt te doen, en zy- ne Majesteit geene grooter verpligting a;;n Frankryk hadt, dan Frankryk aan hem reken- de te hebben (k). Te gelyic, zonden de Staa- ten aan den Spaanfchen Gezant de voorflagcn over, welken zy den Koning van Groot-Britan- je wilden doen, om de Vrede te verkrygen, hierop uitkomende ö dat zy hem twee millioe- Hunne n nen guldens zouden betaalen, en 't punt der a}rb;e- „ Vlagge regelen naar zyn genoegen, mids men mi' n elkanderen, over en weder, herltelde in 't „bezit der Piaatfen, welken men eikanderen, „geduurende den oorlog, buiten Europa, be- „no-
(.1 ) 7ie den Urief ir Valkenier '*. Peel, tl. 756.
(,/cj Zie den Brief iH' Valkvnieh II, lieil, il. j6u X5
|
|||||
.
|
|||||
öp3 VADERLANDSCHE LV.Boek.
1673, „ nomen hadt." Doch de Koning hieldt dit
den handel in de Indien regelde; den Engel-
fchen vryheid gave, om uit Suriname te ver- trekken ; en, niet zonder byzonder verlof, op 1674. de Engelfche kusten, kwame visfchen. De
!------ Staaten lieten den Koning ook, door den Mark- graave del Fresno, voldoening, wegens den
handel op de Indien en 't punt van Suriname, aanbieden; doch te gelyk verklaaren, dat zy niet afftaan konden van de vrye Visfcherye. Zelfs fchreeven zy hem, den vier-entwintigften van Louwmaand des volgenden jaars, eenen beleefden brief, waarin zy aanbooden „ i.het j,Verdrag van Breda vanden jaare 1667, en „ dat van Zeevaart van den jaare 166'd te wil- w len vernieuwen en bekragtigen, en het negert* n tiende punt van het eerfte zo te willen ver- n klaaren, dat geheele Vlooten, zo wel als en- „ kele fchepen, voortaan, in de Britannifche n zeeën, ook voor een enkel Konings fchip, „ ftryken zouden. 2. binnen drie maanden na M't iluiten der Vrede, gemagtigden te benoe- „ men, tot het regelen van den handel in de n Indien. 3. den Engelfchen vryheid te geeven^ n om uit Suriname te vertrekken. 4. Nieuw }) Nederland af te ftaan aan den Koning, zon- n der daarvoor iet, in wisfeling, te ontvangen. w 5. Hem zulk eene aanzienlyke fomme te be- „ taaien, als de Spaanfche Gezant, uit hun- „ nen naam, aangebooden hadt (/)." Door deeze aanbiedingen der Staaten, werdt de
(f) Zit VAtKi-wiBR II. Deel',Bj lang. 2V.XXH. tl. 68, Twee^
jaar. Gdchicd. H. ja. |
||||
LV. Boek. HISTORIE. 299
|
||||||||
de Koning fterk bewoogen om te fluiten. Doch ty.
hy vondt niet geraaden, hiertoe, der Staaten - Gezanten naar Londen te laaten komen, gelyk
de Staaten, by nader fchryvens van den zesden van Sprokkelmaand, hadden aangebooden (ni): alzo men vreesde, dat zy zig van 's volks mis- noegen bedienen mogteu, om beter voorwaar- den te bedingen, dan hy begeerde toe te ftaan. En deeze bedenking hadt het befluit om Tem- ple naar Holland te zenden voortgebragt. Doch eer hy vertrok, gaf de Markgraaf del Fresno hem te verftaan, dat de Vrede, te Londen, zo wel als in den Haage, gellooten kon worden, hebbende hy, daartoe, volmagt ontvangen van de Staaten. Temple en eenige andere Gemag- De Vre Je tigden des Konings traden, hierop, in gefprek wordt met del Fresno: in drie byeenkomsten, werdt 8e(loo_ alles geregeld (»), en de Vrede tusfehen Groot- Britanje en de Staaten, te Westraunfter, gete- kend , op den negentienden van Sprokkelmaand. I Iet Verdrag behelsde ilegts twaalf punten, be- Voor- halven cen geheim punt, waarby men beloofde, naamfta elkanders vyanden geenen den minften onder- inho"d ftand te zullen verleenen. De byzonderften wa- verdrag. 1 ren het vierde en tiende. By het vierde, verbon- den zig de Staaten „ om alle hunne fchepen en n vloote, voor een of meer Konings fchepen, „ die zyne M.ijesteits wimpel voerden, of het n zeilde genoemd, te doen groeten, met het „ ligten van den topwimpel van de groote B mast, en het laaten vallen van het topzeil; n in de zee, die zig uitiïrekt van de Kaap Fi- |
||||||||
nnu
|
||||||||
(m~) Tweeja.ir. Gefcliicd. U. 53.
(»3 Templb Muinor. W. 2Ü3 eiz. |
||||||||
Soo VADERLANDSCHE LV.Boek.
|
|||||
„ nis terra, tot voor 't midden van 't punt, gc-
„ naamd Staaten Land in Noorwegen." Jn het tiende, beloofden de Staaten „ den Koning „ twee millioenen guldens te zullen betaalen: „ een vierde terilond, en de overigen drie vier- „ den binnen drie jaaren, ieder jaar een gelyk „ gedeelte." Naderhand, nam de Prins van Oranje deezedrie vierde deelen, zynde vyftien tonnen fchats, over van Koning Karel, en vor- derde ze in, van de Staaten: daar zy langzaam voldaan werden (o). De Staaten van Holland beflooten, eerst in't jaar 16-9, hun aandeel, in deeze fchuld, te betaalen: daarvoor over- neemeude fchuldbiieven, ten laste van zyne Hoogheid loopende, welken zy beloofden, bin- nen drie jaaren, te zullen aflosfen (ƒ/). De an- dere Gewesten voldeeden hun aandeel, nog laater. Voorts, werdt den Engelfchen vryheid vergund, om uit Suriname te vertrekken. Men verbondt zig, eikanderen te zullen herftellen in 't bezit van de Piaatfen, welken men eikan- deren, geduurende den oorlog, buiten Europa öf elders, ontnomen hadt. Men beloofde, Ge- magtigden aan te ftellen tot het 11 uiten van een nieuw Verdrag van Zeevaart, terwyl men dat van den jaare i663, zo wel als de Brednfche Vrede,in kragt liet (q). Het Verdrag werdt, terftond, ter wederzyde, bekragtigd, en de Vre- de, daarna, in Engeland en hier, openlyk, af- gekondigd (f). De Franfche Gezant, Markgraaf de
O") N"t»1 Z?eh t<; Maan i68t. W. a«.
'/>"! MeW. "»Il s8 jipril, nH.wJtilyifyQ. M. S54 • *r,3. ?<><;,
. (?ï fnitz Aftc« At |3 paix ric NiiiKg.' Tom. U f, boC. Twee-, jjiik Gcfi-liMd hl 'fi- fc r j Tivtctaar. C&fehieil. II. 62, (>%.
|
|||||
JLV.BoEK. HISTORIE. 301
de Ruvigni,hadtzich veel moeite gegeven, om 1^74.
het lluiten der Vrede te voorkomen (j); doch------->
vrugteloos. Men vindt,dat de Koning 'er hem
kennis van gaf, zo dra zy getekend was, en dat hy'erop zeide „ dat 't gene gedaan was niet te „ herdoen ware; doch dat de Koning, zyn mecs- n ter, geene zwaarigheid maaken zou, om hem „ zyne belangen in handen te Hellen, indien j, hy beiluiten kon de algemeene Vrede te be- „ middelen, na dat hy zyne byzondere Vrede „ gemaakt hadt." Men voegt 'er by, dat de Koning deezen voorilag, met blydfchap, om- helsde^). Zeker is 't,ten minde, dat hy zig, kort hierna, als middelaar tusfchen de oorloo- gende Mogendheden, aanboodt(w): welke aan- bieding, door Frankryk en door de Staaten, ge- reedelyk. aanvaard werdt (v). Niet lang na 't fluiten der Vrede tusfchen De Vre-
Groot-Britanje en de Staaten, werdt de Vrede- «jehan- handeling te Keulen,plotfelyk, afgebroken. Zy K^u"fat€ was, tot hiertoe, ileepende gehouden, tendee- vvordc Ie, doordien de Franfchen weigerden, met den afgebro« Hartoge van Lotharingen, te handelen, en zy- ken* nen Gezanten Paspoorten te verkenen; ten dee- le, om dat men't, allengskens, meer op het fluiten van byzondere Verdragen tusfchen de oorloogende Mogendheden, dan op het bevor- deren der algemeene Vrede begon toe te leg- gen. Frankryk wist zelfs de zaaken derwyze te bdeiden, dat 'er, in Wintermaand des jaars 1673, een
f O Bmrnf.t Pot. I. f>. $f,6. Twcejaar. Gcfchled. U. 5®. Aft^s
«Je la P.iix de N>m??. Turn. I. p. 6qo- ( / ) ItlltlNET Pol I. p. 367.
Oj *tits üct la Pa:x de Nimeg. Tom- I. ?, I.
CO H«i'UJ Tom. IX fi. 35a, 359. |
||||
S02 VADERLANDSCHE LV. BoekJ
een Verbond van onderlinge Verdediging ge-
ilooten werdt, tusfchen Karel den XI, Koning van Zweeden, en Fredrik Willem, Keurvorst van Brandenburg (w): waardoor men den aanhang des Keizers dagt te zwakken. Doch dit oog- merk werdt niet bereikt, alzo de Keurvorst, eerlang, wederom andere inzigten kreeg. De Zweedfcheu drongen, midierwyl, te Keulen, nog al op eene wapenfchorfing. Doch de voor- flagen, welken zy verder deeden, waren zo voor- deelig voor Frankryk en voor Groot-Britanje, welk toen nog niet met de Staaten bevredigd was, dat men 'er niet in bewilligen kon (#)• De Staaten hadden, gelyk wy boven zagen, Frankryk de Stad en 't Land van Hulst en een gedeelte van't Graaffchap Zutfen aangebooden. Doch de Franfchen vorderden veel meer. De ZTveedfchen en eenige anderen meenden, dat zy zig met Maaftricht, Breda, en 's Hertogen- bosch, of met Nicuwmegen en de Bommeler- waard, zouden hebben laaten genoegen (y). Maarzoveel wilden de Staaten niet afftaan. In Sprokkelmaand deezes jaars, kwam de Zweed- fche Gezant Sparre in den Flaage, 'om de Staaten te beweegen tot de Vrede, of ten minfte tot ee- nen ftilirind van wapenen. Doch alzo men toen tyding ver wagtte van de geflooten' Vrede met Groot-Britanje, vondtzynvoorftelte minder in- gang (z). Weinige dagen voorzyne aankomst, was 'er ook, te Keulen, iet voorgevallen, welk ge- legenheid gaf tot het af breeken der handelinge. De
(«O foteDö Mont Corps Dipl. Tom. P. Vir. />. 24"".
(x) Valkenier II. Drei, bl. 731-742. (y ) Lette /Ie Mr. ob Groot du 1. At Sept. 11*73« t-ïj Twecjaar. Uefohied. */. 8y enz. |
||||
LV.Boek. HISTORIE. 303
De Keizer liadt Prins Willem van Furftetnberg, ^^
die gehouden wcrdt, voor den voornaamflen —— aanftooker van dentcgenwoordigen oorlog, en zig nu, als Gezant van den Keurvorst van Keu- len, op de Vredehandeling bevondt, met ge- weld, doen vatten, en naar Bon voeren; daar hy naauw bewaard werdt. Veertien dagen laa- ter, hielden de Keizerfchen, te Keulen, ook eenige vaten met Fransen geld aan, welk voor Brandewyn aangegeven was. 't Een en 't ander ontftak den Koning van Frankryk zo zeer, dat hyzynen Gezanten bevel gaf, om niet voort te gaan met de Vredehandeling, zo lang Prins Willem van Furftemberg vast gehouden werdt. De Zweedfchen zogten den Keizer te bewee- gen, om Furftemberg te flaaken; dochLeopold hieldt hem fchuldig aan misdaad van gekwetfte Hoogheid tegen den Keizer en't DuitfcheRyk, en liet hem, derhalve, in hegtenis. De Fran- fche Gezanten te keulen kreegen, hierop, last, gedagtekend den zevenentwintigften van Len- temaand, om naar huis te keeren, gelyk zy, kort hierna, deeden. Voor hun vertrek, lever- den ze den middelaaren een gefchrift over, waar- by zy den Keizerfchen de fchuld gaven van 't at'breeken der Vredehandelinge, als die, door het vatten van Prinfe Willem, het regt der vol- ken gefchonden hadden. De Staatfehe Gevol- magtigden gaven den Zweedfchen ook een Ge- fchrift, waarbyzy, voor eerst, verklaarden, geen deel te hebben aan 't gene omtrent Prins Willem gebeurd waf e; doch ook, ten ande- ren, beweerden, dat het vatten van deezen PiinfedenFranfchen geene genoegzaame reden |
||||
$o4 VADERLANDSCHE LV.BoeR.
|
|||||||||||||||
ï<574. gaf, tot het afbrccken der handelinge (a).
------Doch de Frar.fcüeil bleeven by hun gevoe- len, en de algemeene Vredehandeling te Keu- len liep gcheellyk te niet. Vrede De Staatiche Gevolmagtigden hadden 'er , |
|||||||||||||||
tiufchen
ue Staa- ten en |
|||||||||||||||
nogtans,den tyd niet vrügteloos gelleeten. Zy
trollen 'er, den twee - entwintigften van Gras- |
|||||||||||||||
tien nis- maand,door bemiddeling der Keizerfchen, ce-
fchop ne byzondere Vrede mee den Bisichop van Mun- |
|||||||||||||||
van
Munfter. |
|||||||||||||||
fter ; die, beipeurende, dat Frankryk de han-
|
|||||||||||||||
den langs hoe meer vol vverks kreeg, en, door
de Keizerfchen en Staatfchen te geJyk overval- len wordende, den oorlog moede geworden was. Ook hadt de Kolonel Rabenhaupt, onlangs, Nyenhuis overweldigd, welke Plaatsegter, wat laater, herwonnen werdt, door de Munfter- fchen (f). Doch de vyandlykheden hielden op, na't fluiten van de Vrede, die, eerlang, be- kragtigd werdt (V). De Bisichop verbondt zig, by dezelve „ tot het te rug geeven van alle „ Landen, Heerlykheden en Wooningen, wel- „kenhy, geduurende den oorlog, veroverd „ hadt." Voorts, werdt het Kleeffche Verdrag van den jaare 1666 bevestigd, en de Graaf van Bentheim in de Vrede begreepen (V). De Keurvorst van Keulen hadt de Staaten, reeds voor 't einde des jaars 1673, doen aanzoeken tot een byzonder Verdrag. Doch men kon 't niet eens worden, over de voorwaaiden(V),De Keur- vorst fc) Twerjsar. OCchied. tl. 8«;-ia3. Buknet Vul. I. ƒ>. 354*
Tkmi'le Mcmor. l/l 59'. (_£J Twïijaar. Gcfcbied. il. is+.
{ c) ie lui. Moll. 4 May i(->7\- U. \f\.
(V/J f-'okz Uu Mokt Corps Diplom. ZW«. VII« AI. ƒ1.259»
Twitjaar. Oe'chièU. tl. 125. itj Valkehieii 11. Hal, tl. 73J1«
|
|||||||||||||||
tV. Boek. HISTORIE. gog
vorst wilde niet toeftaan, dat de Keizerfchcn, 1^74.
nevens hem, bezetting hielden in Bon. Ook —w.—- vorderde hy, dat hein Rynberk en 't Graaf- fchap Meurs overgegeven werden, boven vier- honderdduizend kroonen, tot voldoeninge der kosten van den oorlog. Eindelyk, begeerde hy, dat men den Roomfchen vrye Godsdienstoefe- ning gave in Overysfel. Doch de Staatfchen floegen alle deeze punten af, uitgenomen dat van Rynberk, welk men hem wilde afftaan, mids hy daarentegen affland deedt van alle zy- ne eisfehen op het Graaffchap Meurs. De han- ,„^®en deling bleef, hierop, eenigen tyd fleepen (ƒ_), ,je Scaa. tot dat de Keurvorst, om gelyke redenen als ten en zyn Bondgenoot, de Bisfehop van Munfter, ein- denüeun. delylc, bewilligde in een Verdrag, welk, op den K°"[e™a elfden van Bloeimaand, te Keulen, getekend, en federt bekragtigd werdt. De Keurvorst be- loofde, by het zelve „ alle Plaatfen te zullen te „rug geeven, welken hem, geduurende deri „ oorlog, in handen gevallen waren. De Staa- „ ten ftonden, daarentegen, af van al het regt, „ welk zy, uit eenigen hoofde , zouden mogen „ hebben op de Stad Rynberk (g)." Op deeze wyze, hadden zig de Staaten, in IXé
dit voorjaar, weeten te ontflaan van drie vyan- Verbond den, Groot-Britanje, Munfter en Keulen. Nog met de lieten zy 't hierby niet, met handelen. Op den Hcrtu" twintigften van Zomermaand, werdt, te Zelle, |e^j!n een Verbond geilooten tusfchen den Keizer, wyk-Lu- Spanje en de Staaten ter eener,en George Wil- uenburg, lern en Rudolf Christiaan, Hertogen van Bruns- wyk-
(f) Tweej.'.ar. Gcfchied. tl. 15c.
{$) Voiez Dn Monr Corps Dplom. Tom, VII. P. I. f,
t<J2. Twctj. Oefcllied. H, Ij6, XIV. Deel. V
|
||||||
3o6 VADERLANDSCHE LV.Boek.
i*-4. wyk-Lunenburg, ter anderer zyde: waarby de
—— laatften zig verbonden, om vierduizend rui- ters, agtduizend knegten, en duizend dragen - ders op de been te zullen brengen; van welken de eerften tweeduizend ruiters en vierduizend knegten onderhouden zouden (A~). Eenigemaan- en met den°laater (i), flooten de drie Mogendheden fe," ßis" een diergelyk Verbond met den Hertoge Ernst Sn Os- Augujlm, Bisfchop van Osnabrug, die vyftien- »■brug. honderd paarden, drieduizend knegten en vyf- honderd dragonders beloofde te zullen op de been brengen, welken, op gelyken voet, zou- Verbond den onderhouden worden ( i). De Keurvorst met den van Brandenburg zelf, bedugt, datZweeden, Keur" welk zig ten oorloge begon toe te rusten, eenen SS V£n inval in Pomeren mögt doen, keerde wederom denburg. tot de maatregels, van welken hy, in 't voor- leeden jaar, afgeweeken was, en floot, op den eerden van Hooimaand, te Keulen op de Spree, een Verbond met den Keizer, Spanje en de Staaten, tot bevordering eener goede, vaste en aleemee'ne Vrede. De Keurvorst beloofde, „vvfduizend ruiters, agtduizend knegten en "duizend dragonders op de been te zullen brengen, en voor de helft te zullen onder- * houden, zullende de wederhelft der kosten P gedraagen worden, door de drie andere Mo- gendheden, die zig, daarenboven, verbon- w den den Keurvorst te hulp te zullen komen, P zo hy, in eenigen zyner Landen, werdt aan- rh-) VoUz Du Mont Corps DWom. Tom. Vïl.P.l.p. aßj.
(i;Dj Munt Corps Diplom. Tom. VU P. X. p- 285. <0 Den zescntwiuiigtlen van Louwmaand des jaar*
1675- |
||||
LV.Boek. HISTORIE. 307
|
|||||||
„getast (k~). Eindelyk, werdt, op den tien- 1674.
titn van Hooimaand, een nader Verbond ge- |
|||||||
flooten, in den Haage, tusfehen den Keizer, Nader
^Spanje en de Staaten ter eener, en Christiaan Verb'",J den V, Koning van Deenemarke, ter anderer k,,,,;^ zyde, waarby de laatite beloofde „ vyfduizend van oee- j, ruiters, tienduizend knegtcn, en duizend dra- nemarke. 5, gondcrs te zullen gereed houden; tot het on- derhoud van welke manfchap, veertiendui- „ zend Ryksdaalers ter maand betaald zouden „ worden, door Spanje en de Staaten, ieder n voor de helft. Ook zouden deeze twee Mo- j, gendheden, tot het werf- of aanritsgeld dee- ö zer troepen, eenhonderd en zeventigduizend ?5 Ryksdaalers overmaat ken (/)." Alle deeze Verbonden, gefield tegen die, wel- Be Franw
ken Frankryk, van zyne zyde, geilooten hadt, fc!;cn itonden gefchaapen, eenen algemeenen oorlog r"ini£'u in Europa te veroorzaaken, ten ware de Mo- Arnhem« gendheden, ter wederzyde, tot eene fpoedige Thiel, vrede, belluiten mogten, waartoe, nogtans, na Nieuw- 't af breeken der onderhandelingen te Keulen, Sie.!e"' iveinig hoop fcheen. De Koning van Frankryk, burg en geene kans ziende, om de overwonnen' Ste- Duwen,. den in Gelderland langer in te houden, wan- neer de Keizer, Spanje en de Duitfche Voriien op hem af komen zouden, hadt, reeds te voo- ren, bevel gegeven, om alles, wat hy op den Vereenigden Staat veroverd en nog ingehou- den hadt, op Maastricht en Graave na, te ver- laaten. Ook gefchiedde dit, in Gras- en Bloeit maand. De Franfche bezettingen ruimden toen Zut-
C* ) Aftes ile Ia Pa;x de Nimeg. Tim, I. ?. tw,
i.i) Actes de la Pjix ds Niiiiep Tom. I. p. C»c>, V 3
|
|||||||
3ö8 VADERLANDSCHE LV.Boëk;
|
||||||||
1674. Zutfen, Arnhem, Tiel, Nieuwmegen, Kuilen-
—— burg en Buuren, de meeste van welke Plaatfen, nevens het platte Land, welk 'er onder behoor- de , zwaare brandfchattingen moesten opbren- Oofc gen. De fchanfe Voorne en S. Andries werden WeCel, 00^ veriaaten en geflegt. Zelfs Wezel, Rees , Ëmmè- Emmerik, Schenkenfchans, Rynberk en Nuis rik, werden ontledigd van Fransen Krygsvolk. De Sehen- Koning bevondt, dat hy zo veele Steden niet £e"' inhouden kon, en tegelyk een genoegzaam aan- Rynberk u^ van manfehap in 't veld te brengen. De Keul- en Nuis. fche bezetting, die in Deventer lag, hadt, eet DeKeul- de Vrede met den Keurvorst geilooten was, fthen en twee-enveertigduizendRyksdaakiers aan brand- fchen er' fchatting bedongen, en hierop de Stad geruimd, veriaa- De Munlïerfche troepen verlieten de Overys- tcnOvor- felfche en andere Plaatfen, uit hoofde van het ysfel. Verdrag (jii). Zulke gevolgen hadden, terflond al, de Verbonden der Staaten met verfcheiden' uitheemfche Mogendheden, en de Vrede met den Bisfchop van Munfter en den Keurvorst van Keulen. X. Doch de Koning van Frankryk en de twee Hande- Duitfche Vorften hadden nog maar een begin deliere^- gemaakt van het ruimen der ingenomen' Ste- niging den, in Gelderland, Utrecht en Overysfel, toen der drie men, ter Vergaderingevan Holland, raadpleeg- °v" de, op welk eene wyze, men deeze drie Ge- Gewet- westen ■> voortaan, hadt aan te merken. Om dee- ten met ze raadpleegingen te beter te verflaan, moeten do vier wy de zaaleen, van wat hooger, opnaaien. overi- Weinige weeken na dat de drie Gewesten in 's
|
||||||||
««Afga
|
||||||||
(«O Tweejaar. CcfchieJ. il, 141. Valksnieu I» D:i!> K»
8^9-1115. |
||||||||
LV.BoEK. HISTORIE. 309
|
|||||||
's vyaiids magt vervallen waren, hadt men, ter 1674,.
Vergaderinge van Holland, beilooten „de zaa- |
|||||||
„ ken ter Generaliteit zulks te belciden, dat de vaardig-
„ Afgevaardigden van Gelderland, Utrecht en de" dcr „ Overysfel, by voorraad, op de beleefdfte en hesrde „ befcheidenite wyze, uit de algemeene.Staats'- Gewe.i- „ vergaderinge en uit de andere Gcneraineits tso wa- „ Kollegien, mogten geweerd worden: of wel,*' ^ü,tde „ onder de hand, te wege gebragt, dat deeze ij,eitsr" „ Afgevaardigdenzigjvrywilliglyk, en zonder, Kollegi, „daartoe, eenig befluit der Staaten af te wag- en «e- „ten, uit de Vergaderingen, hielden («)."wetrt1. Die van Gelderland hadden, toen, verzogt,op dit ftuk, met Gemagtigden van Hollana, in on- derhandeling te mogen komen. Doch Holland weigerde zulks heufchelyk. Ter algemeene Staatsvergaderinge, werdt, wat laater, een be- fluit genomen, overeenkomirig met den voor- llag van Holland (0). En federt onthielden de Afgevaardigden der overheerde Gewesten zig uit de Generaliteits Vergaderingen (j>). Doch toen deeze Gewesten, op het einde des voor- leeden jaars, begonden verbaten te worden van den vyand, kwam in overweeging, of, en op welk eene wyze, men ze, wederom, in 't Ver- bond van Vereeniging, aanneemen zou. De utrecht Staaten van Utrecht hadden, den tweeentwin- verzoekt tigilen van Slagtmaand, aan de algemeene Staa- ^ed1ero,m ten gefchreeven „dat de wapenen van den Staat, ,"„.',. „ in zo verre, gezegend geweest waren, dat de den inde tf Franfchen de Stad Utrecht verlaaten, en het Unie. »Ge-
'f«) Refol. H»l|- 4 Aug. 1672. é/. y%.
C»5 Refol. Geiler. J<ais sy Sept. \G?t. £p) Tweejaar. Qefefaied. U. 1, 3, VaUSENIEU ïl. Bed. gal. Hul). Merc. van 1C71. II. 140. V3
|
|||||||
310 VADERLANDSCHE LV.Bok.
1674. „ Gewest in zyne vryheid herfteld hadden; das
------- „ zy Afgevaardigden aan den Prinfe van Üran-
„ je hadden gezonden, om hem het Stadhou-
w ilerfchap op te draagen,en dat zy, voorhun- „ ne Afgevaardigden, wederom zitting en rang n verzog ten in de Generaiiteits Vergaderingen.'* n 1(i Gp '£ ontvangen van deezen brief, was, ter ïiièegin- Vergaderinge van Holland, op den voorflag gen hier- der Edelen, en onder den eed van geheimhou- ovcT, ter dinge beflooten „ 't ftuk met kennislè van zy- Verfade- ^ ,;e Hoogheid ter Gcneraliteit zulks te belei- van Hol- »den, dat 'er Gemagrigden der algemeen© had, „ Staaten naar Utrecht gezonden werden, om „ alle Regenten, by voorraad.. in derzclver be- „ dieningen, te doen ftilftaan; om de oproe- „ ren te weeren; en om onderzoek te doen cp w den itaat der geldmiddelen van 't Gewest.'* Voorts, werdt ookaangemerkt „dat men,daar- n na, met Gelderland en Overysfel, zou moe- „ ten ipreeken, en dat men, ter deezer gele- n genheid, in gedagten diende te houden, dat n Holland tusfehen Gelderland en Utrecht be» ,, flooten lag; waaromtrent wel eenige nader ?) ordevereischt werdt." Eindelyk, werdt goed- gevonden , den brief van die van Utrecht, voor- eerst , aan een' zyde te leggen (<?). Hierop volg- de het afvaardigen der Gemagtigden naar U- trecht, en het fchorfen der Regeeringe aldaar, waarvan wy, hiervoor (r), kortelyk, gewaagd hebben. De Raadpensionaris deedt van 't ver- rigtte, omftandigiyk, verflag, ter Vergaderin- ge van Holland, op den dertigften van Slagc- maand,
'"f") ttefol. Holl. il Noy. 167* III Heel, W. 3SI0. Uit Aan^
ven tien Pcof. Hor van 24 Nty, 1673. AiS.
f; BI. ïS>
|
||||
LV.Boek. HISTORIE. 31t
|
||||
maand, vcrhaalende ,, hoe de Gemagtigden, 16-4.
„te Utrecht gekomen zynde, Burgemeesters ------•
„ en Vroedfchappcn der Stad, in der Staaten
„ Kamer, ontbooden, en hun den last der al- „ gemeene Staaten geopend hadden; waarop „zy begeerd hadden, eikanderen te mogen „ fpreeken: 't welk, heufchelyk , geweigerd „ zynde, hadden zy beloofd, ftil te zullen zit- „ ten. Diergelyke belofte hadden ook de te- w genwoordig zynde * Gekooreneu gedaan: * Gej?'- „ de Wethouderichap van Amersfoort, insge- &ccrdcn- „lyks. Voorts, was 'er, door de Gemagtig- „ den, by voorraad, eenige orde gefteld op de „ ontvangst der gemeene middelen. Zy had- „ den het gemeen en de Kerk zeer ingenomen „ gevonden tegen de Regeeringe, en waren nu „bezig, met het onderzoek van den flaat der M geldmiddelen en van het beftier der Klooster- „ goederen. Zy hadden het Verdrag gevonden, „ welk de Stad met den Franfchen Intendant „ Robert gemaakt hadt, volgens welk, zy vier- „ honderdenvyftigduizend guldens in geld , „en tweeduizend malder koorens moest op- „ brengen; eene algemeene vergiffenis afkon- digen; dehuwelyken, voor Priesters gelloo- „ten, beftendig verklaaren, en den Room- „ fchen gelyke vryheid gunnen, als dezelven, „ te Amfterdam, genooten. De Franfchen be- „ loofden, geene fchade te zullen doen aan „dyken noch (luizen, en zouden twintig Per- „foonen tot gyzelaars mogen medeneemen, „ die, gelyk bleek uit een'brief, welken deGc- „ magtigden in handen kreegen, toen reeds van » Arnhem naar Rees gevoerd waren. Einde- 9 lyk, befloot de Raadpenfionaris, dat men, iß V 4 jjde
|
||||
312 VADERLANDSCHE LV.Boek.
|
|||||
iÄf4» n ^e eerfte plaats, orde moest Hellen, ten min-
------- „ Ite, by voorraad, op de beilclling van 't ftraf-
„fend Regt in 't Stigt, en ten anderen op do
n Geldljgtiog, tot voldoening der Franfchen; ,, 't zy by fchattiug, of op eenige andere wy- 5,ze (V)." Ook werdt, hierop, federt, zekeie voet beraamd (/). Wyders, tradt men in be- raad, over deeze drie punten. i. Of men't Stigt, welk toen alleen geheellyk van Franfchen ont- lcdigd was, wederom in 't Verbond van Ver- eeniging zou aanneemen ? 2. Of men ook een gedeelte van 't platte Land van 't Stigt aan Hol* land trekken zou? 3. Wat rang dit Gewest,ou- der de andere VereemVde Gewesten, zou heb- ben? Doch eer, hierop, een eindelyk befluit kwam, gaf men zyner Hoogheid, den Prinfe van Oranje, een nieuw blyk van hoogagringe, in de opdragt van het Erf Stadhouderfchap en •het Erf - Kapitein - en Admiraal - Generaalfchap aan zyne mannelyke nakomelingen, waarvan wy, hier, de gelegenheid moeten melden. XI- De Stad Haarlem, bewoogcn, zo fommigen Hasriem aatitekenen Qi), d(jor den Raadpenfionaris Fa- fa™e™ gel,die veel invloed hadt op de Regeeringdee- 'si'rinfen zer Stad, floèg, op den drie-entwintigflen van hooge Louwmaand, ter Vergaderinge van Holland, waardig- voor ^ ^at »er federt het jaar 1650, eene greor erftivk *>te venvydering ontdaan was, tusfehen het l>eboort » Huis van Oranje en de Staaten. Dat de Ka- te w- j,iiing van Engeland, te rug geroepen zyr.de kiaaren ^ jü Zyn j^yjj ? Zynen Neef den Staaten hadt >ri zyne „ aan,- (j) Vit Amt. ymi (ie» Peul'. Vtiv van 30 TCov. lf?i- MS.
t t ï Uit Aant \nn dm Pcnf. Hop van 19 Jan- i''74« Hiß' ((O Ueftlir. Aanr. vni) diCïsn lyd. Lettre de Mn. fiï Caooï. 4a ayjtë Jrniy. 1674. |
|||||
.»
|
|||||
LV.BoÉK. HISTORIE. 313
„aanbevolen. Dat de Koningklyke Prinfes, tfy*
„ op haar vertrek, haaren Zoon den Staaten, —.....—
„insgelyks, aanbeveelende, eene Akte beko- manne-
„men hadt, dat de jonge Prins zou aangeno^ !>''"''_'V „ men worden tot een Kind van Staat, en ^'Aa' „door de Staaten opgevoed worden. Dat de „opvoeding verwaarloosd was, ondanks de „ poogingen van Engeland, de Prinfesie Wc- „ duvve en Brandenburg. Dat men, in 't jaar „ 1664,in oorlog geraakt was met Engeland, „ en veel verlooren hadt; 't welk, door den „ brand van Londen en den togt op Ühattairj, „wederom, eeuigszins, herfteld geworden * „was. Dat Frankryk, daarna, genegenheid „ getoond hebbende tot den Staat, de zaaken „ zulks beftierd waren, dat deeze Landen in „ de gedaante van een volftrekt Gemecnebest „ werden geregeerd, en men afweeke van de „oude Regeering, onder de Prinfen van O- „ ranje. Dat Frankryk den Staat, in den jaa- „ re 1671, met oorlog gedreigd hebbende, „ veelen dien oorlog hadden willen voorko- „ men, of eenen Kapitein-Generaal aanftcllcn: „ doch dat de Leden eikanderen niet haddea „ können verltaan, en dat het Land, hierop, „ in eenen jammerlyken ftaat vervallen was. „ Dat men toen eerst gezien hadt, dat deeze „Staat, zonder uitfteekend Hoofd, niet kon „ geregeerd worden. Dat Venetië en Genua „ hunnen Doge of Hertog hadden, en dat En- „ geland zelf, een Gemeenebest geworden zyn- „de, eenen Prote&or hadt aangefteld. Dat „ de Staat, geen uititxekend Hoofd hebbende, „ in veele oorlogen met Engelaad, Zweecien , o Peenernarke en Portugal yervallen was. Dar, V'5 »de |
||||
314 VADERLANDSCHE LV.Boek.
1674. „de Stad Haarlem, dit alles in ernflige aan-
------- „ merking hebbende genomen, dienftig gevon-
„ den hadt, voor te liaan, of 't niet best zou
„ zyn, dat men vastftelde, dat, zyne Boog- je heid trouwende en mans oir nalaatende, dit „ hem, in het Kapitein-Generaalfchap en Stad- Men be- n houderfchap, zou opvolgen." Zo dra was fluit hier jeeze voorllag niet gefchied, of de Edelen ver- Verg»de' klaarden zig gereed , om 'er op te befluiten, als ring van de andere Leden gereed waren. Dordrecht be- Hoiiand. tuigde den voorflag gaarne gehoord te hebben. Delft durfde wel over zig neemen , om 'er in te bewilligen, op de oude groïidilagen. Leiden was, insgelyks, genegen tot bewilliging. Ara- fterdam zou verflag doen. Die van Gouda, ins- gelyks , fchoon de voorflag hun zeer behaagd hadt. Alle de andere Leden verklaarden ook , dat hun de voorflag aangenaam geweest was. Enkhuizen, Monnikendam en Medenblik zei- den, dat men Haarlem bedanken moest (v). Op den tweeden van Sprokkelmaand, werdt, by de Edelen en Steden, eenpaariglyk, befloo- ten „ het Stadhouder -Kapitein- en Admiraal- „ Generaalfchap over Holland en Westfries- n land op te draagen aan den Prinfe van Oranje „en deszelven wettige mannelyke nakome- n lingenj en de zaaken ter Generaliteit zulks „te beleiden, dat aldaar diergelyk befluit, ten „ opzigte van het Kapitein- en Admiraalfchap- „ Generaal der Vereenigde Nederlanden, ge- Betten. „nomen werdt (w)" Eenige Leden hadden, kiujjw by't neemen van dit befluit, nog*wel eenige be-
(v) üit kmt. randen Peur. Hop ym 21 Jtm. »ft>4 /W.
(ic^ R;fol. Huil 2'. Jan- 2, 3, t-'e'-r. \b~\. hl. «s, 3t> 4P* TwpêjMr. Gefchied. M tl. O'rott-PiaiUJib. lil. Bal, ü. isj*
|
||||
LV.Boek. HISTORIE.
|
|||||||
315
|
|||||||
bedenkelykheden ingebragt, betreffende den 1674.
Godsdienst van den opvolger, en hoe 't gaan ------
zou,wanneer hy hooger waardigheid buiten's vaneend
Lands bekleedde: meenende fommigen, dat |jen!'e" men moest vastftellen, dathydehooge Ampten hier te Lande, in perfoon, behoorde waar te neemen. Doch deeZte bedenkelykheden maak- ten geene verandering in het genomen befluit. Delft meende ook, dat men, van nu af aan, behoorde te zorgen voor de Voogdy der roin- derjaarigen Printen, en vast te ftelTen dat dezel- ven tot kinderen van Staat zouden aangenomen worden (V). Doch hierop viel ook geen beüuit. Oe Prins Men gaf den Prinfe, terftond, kennis van de jf??1. opdragtvan'tErfftadhouderfchap. ZyneHoog- v,otuler" heid nam 'er genoegen in, en ging 'er ieder der Kapitein. Leden van Holland, in't byzonder, voor be- enAJmi- danken. Zeeland hadt, ten zelfden dage, een rr,al Ge' diergelykbeiluit als Holland genomen (jy). Doch r' de Afgevaardigden van dit Gewest en die van Friesland fielden, daarna, voor, dat de woor- den tnannelyke nakomelingen eenige duisterheid inhadden, en of op de nakomelingen van den Prinfe in'teerfteLid, of ook op de verdere af- rammelingen van hetzelve konden gepast wor- den. Men verklaarde, hierom, federt,, dat j, men verllondt, het Stadhouder-Kapitein- en „ Admiraal - Generaalfchap op te draagen aan „ den Prinfe en deszelfs mannelyke Kinderen, „ Kinds-kinderen, Descendenten en verdere na- „ komelingen(s)." Zelfs zeiden Delft en Rotter- dam Cr) #?* Aam. van den Ponfi.m. Hop. van a /VV. i6'4- V.T.
iy) Twraejaar. Gefelii'ci. tl. 7r. Gr'mr-plakantb- "I £«'» il. 125. Zie nok Noriil. Zeel. vc) Jen. 2, 3 Far. 1674 W. <>f>» 71. i?) Twücjtar. Gclcüicd. «', 73,. |
|||||||
8i6 VADERLANDSCHE LV.Boek.
1674. dam „ dat de meening was, een eeuwig Edict
-------■ n te inaaken van eene altoosdmirende * inllui-
tinelufii. n ting van het Stadhouderfchap (0)." Voorts ,
hadden de Staaten van Zeeland üc* opdragt van het Erfftadhouderfchap ook uitgeitrekt over de Stad Briele en het Land van Voorne, wel- ken , in de opdragt van hefc Erfftadhouderfchap van Holland, niet onderfcheidelyk genoemd waren, om dat men ze daar hieldt tot Holland te behooren (f). Doch dit hragt te wege, dat die van Briele en Voorne eene afzonderlyke opdragt van het Erfftadhouderfchap deeden: waarin zy verklaarden, van ouds, tot Holland behoord te hebben en nog te behooren (V). En hiermede mögt men rekenen, het oud gelchil, of deeze Stad en Landftreek op zig zelven be- ftonden, of een deel van Holland of van Zee- land waren, afgedaan te zyn. Utrecht vo!gdea eerlang, Holland, in de opdragt van het Erf- ftadhouderfchap, en, wat laater, ook Gelder- land en Üverysfel. De algemeens Staaten lie- ten ook niet na, den-Prinfe het Erf-Kapitein- en Admiraalfchap-Generaal derVereenigde Ne- Men derlanden op te drangen (/). Wat laater, werdt, ïiVhoo»'- °P ^en voorflaS der Edelen, ter Vergadering© 'neid tof van Holland, beilooten, zyne Hoogheid, ern- trouw«n. ftelyk, tot trouwen te raaden „alzo men ver- „ ftondt, dat dit het middel moest zyn, om de; „ regte vrugten te trekken van de heilzaam«; K belluiten op het Erfftadhouderfchap." Ook gefchiedde deeze aanxaading, federt, uit den naanj
(«; Vit Aanr. ven den Petition. Ilnp va» & Fchr. l(>7\, MA
•' h ftdol. Ilo'l. 15 i-'iir. itya.lil. ii/. CO GioöfaCiïikaatb. l'I. Deel, il 116. idj Gr'uOt-PTatMib. Uli Gul, hl. «7. |
||||
LV.Boek. HISTORIE. 317
|
|||||||
mam en door Gemagtigden der Staaten (ƒ). 1674;
En om den Prins te meer tot trouwen aan te |
|||||||
moedigen,floeg Amfterdam voor, dat men zy- Ontheft
ne Hoogheid behoorde te ontheften van eene jJ|J£ vali fchuld van twee millioenen guldens, welken dee- fChuid ze Stad aan Prinfe Willem den IL geleend van twee hadt, dezelve brengende ten laste van Holland. mUUoe- De Edelen bedankten Amfterdam hertelyk voor nen' den voorllag, en voegden 'er zig, in allen dee- le, naar. Andere Leden bewilligden 'er een- voudiglyk in: eenigen alleen, wanneer 't met eenpaarigheid gefchieden kon. Doch Leiden en Schiedam verftonden, dat de kommerlyke ty- den zulk eene mildheid niet gehengden. Even- wel , werdt 'er toe beilooten (g). De Stad Am- fterdam kreeg, door dit belluit, meer verze- kerdheid voor haare fchuld, dan zy te vooren gehad hadt, alzo zy de Heerlykheden van den Prinfe, welken'er voor verbonden waren, nooit geregtelyk zou hebben können aantasten, zon- der groot misnoegen te verwekken. Zeeland vereerde zyne Hoogheid, ten deezen zelfden tyde, met driemaislhonderdduizend guldens in rentebrieven, die egter niet voor 't volgende jaar werden opgemaakt (/5). De Oostindifche De Oost* Maatfchappy gaf, wat laater, ook een merk- 'ndifche waardig blykvan agtinge voor zyne Hoogheid, j^ha"" hem en zynen mannelyken erfgenaamen toe- iegc hem ftaande een drie-endertigfte van alle haare uit- een dne- deelingen (f). Alle welke bewyzen van gunst «ndertlg. eu u;rfjeft,
(f) Refol. Holl. 10 Maart 1Ö74. U. 66. ««res-
tA') Refol. Holl. 20, 24 Maart 1O74. bl. 92, inö.
(li ) Nntul.Zeel. 13,3.3rfpril 1674.bl,()o.\c>7 '**Jan- 1I75 W.ft.
(»' ; N'.tul Zeel. 30 May. 1674. W. i'iï en uit Aatu. van den
Peiif. II ,p van «o, ao, ^4. Maart, 17 Jt:l? if>7«. MS, Gelclr. fint. v*u dei-jen tyd. Twesjiiar. Ceicltistt. W. ny. |
|||||||
3i8 VADERLANDSCHE LV.Boek.
|
|||||||
1Ä74. en erkentenis het aanzien en gezag van den
Prinfe hoog deeden 172011. |
|||||||
lingeu Doch de wyze, waarop de overheerde Ge-
t0%i\ westen, eerlang, wederom ontvangen werden
Toeiee *n 'c Verbond van Vereeniging, bevorderde 's om een Pi'infen gezag ook grootelyks. De Staaten van gedeelte Holland toonden groote genegenheid, om een van 't gedeelte van 't Stigt aan Holland te trekken. HoHand" Men hadt> tetwj} (le Franfchen hier meester te trek- waren, eenige Stigtfche Dorpen onder Holland ken. doen verpagten (k). Doch de Afgevaardigden Zeeland van Zeeland verklaarden rondelyk, dat men zig te" n*et een'v0et Lands van 't Stigt zou hebben af gen." te neemen, of zy wilden vorderen, dat hun Brie- Ie en Voorne te rug gegeven werden. Fries- land en Stad en Lande begeerden ook, voortaan , rang te hebben, voor de overheerde Gewesten. Doch Zeeland ftelde zig hiertegen, insgelyks Staat des (7). De groote vraagwas,ofdedrie Gewesten, gcfchiis. van den vyand verlaaten zynde, moesten ge- agtworden, van zelve, wederom geraakt te zyn in den llaat en rang, waarin zy te vooren geweest waren; of, dat zy de voorige voorreg- ten t'eenemaal verlooren hadden? 't Laatlte fcheen hard,en kwam gantsch niet overeen met: het gemeene Regt der volken, volgens welk, zelfs Steden, van den vyand verlaaten worden- de, den zelfden flaat envoorregten hernecmen, welken zy,te vooren, bezeten hadden. Doch zo men flegts toeftondt, dat de drie Gewesten niet alle de voorregten van het Verbond van Vereeniging verlooren hadden, fcheen 't, dat men hun ook niet van eenigen ontzetten kon, zyn-
(fc) Refo'. Hul!. «8 July 1671. II. 51.
( Ij Uit Aatiu v«it dt» P.nf. Uw vatt 24 Maart KS74. US%
|
|||||||
LV.Boek. HISTORIE. 319
|
|||||||||||
zynde 'er zo weinig reden om hun eenigen, als f674.'
om hun allen te beneemen. Het eerfte, zynde -------
het gevoelen van Zeeland, fcheen, derhalve,
de reden aan zynezyde te hebben. Men i'cheen <3en Gewesten alle voorregten te moeten laaten behouden,om datmen geen regt hadt, om hen van alle voorregten te ontzetten (*»). Den Ilnsd- Raadpenfionaris Fagel en eenige andere Ge- Poging magtigden der Vergadering van Holland, we- ^00^°* gens de herflelling van Utrecht in 't byzonder heid. in onderhandeling getreden zynde 'met zyne Hoogheid; bleek klaar genoeg, dat de Leden, en vooral Haarlem en Amfterdam, gaarne het gedeelte van 't Stigt, welk binnen de Sterkten. lag, aan Holland zouden getrokken hebben; zo- om de fluikeryen der gemeene middelen van Holland te beter te können weeren, als om meester te zyn van 't afkomend water. Doch 's Prinfe* |
|||||||||||
zyne Hoogheid,zyn gevoelen openende, over
|
len»
|
e"
|
|||||||||
de drie punten, die, op de herftelling van U-
trecht, in aanmerking kwamen («), verklaarde, in 'tbreede„ 1. datmen 't Gewest, met geen jj regt of reden, buiten 't Verbond houden kon. „ 't Was den ingezetenen leed, dat de zaaken M zo verre verloopen waren. De Stad Utrecht n hadt, toen 't Leger van den Ysfel kwam, in „ 't eerst, wel geen volk willen inneemen, en, „daarna, hiertoe beflooten hebbende, zwaa» „ righeid gemaakt, om de voorfteden te ver- „woesten; doch, op 't vertrek van 't Le^er „naar Holland, egter geklaagd, dat zy ver- „ laaten werdt. Zy hadt, daarna, aan den Ko- „ning
O) Vtd. C. v. Bynkïrshokk Quseft. Jur. pub). Lifo; LC*p.
SVI. p. i,h. ^ J C») Hf Uv voor, */. 31a.
|
|||||||||||
Sao VADERLANDSCHE LV.Boek.
1674. r> mnS van Frankryk gezonden, en hem de flen-
„mogelyk alleen veroorzaakt, dat 'er de Fran- „ fchen wat vroeger binnen getrokken waren, „dan zy anders gedaan zouden hebben. Jn „ Holland-, waren ook wel Steden,die zig, op' „ de aankomst van den vyand, niet ten beste „ verdedigd zouden hebben. Iiy belloot, der- „ hilve, dat men Utrecht by 't Verbond van „ Vereeniging laatcn moest. 2. Wyders, kon „ men, zyns oordeels, het Stigt, met geen regt, „ eenig Land afneemen. Het belang, welk „ Holland hierby hebben mögt, gaf geen Regt, „ en God zou, wegens zulke onregtvaardig- „heden, het Land, ligtelyk, {traliën. Nog* „ thans, verllondthy, dat men wel eenig regt „ op de wateren zou können bedingen, en d& „ Sterkten behouden, fchoon men den grond, „ daar zy op Honden, aan 't Stigt Hete. 3. Ein- 5,dclyk betrof het punt van den rang, welk „by voor het tederite hieldt, niet alleen het „Stigt, maar ook Gelderland en Overysfèl, „en zou hy, daarover, gaarne eerst de aan- Gevoe- „ merkingen der Leden hooien." De Edelen, len dtr den Pi'inl'e voor zyn praadvis bedankt hebben- Edelen, ^e, veryaar(jen zig, pp 't eerße punt, volko- menlyk, in 't gevoelen v: nzyne Iloogheid. Zy merkten aan „dat Utrecht, niet door kwaad- „ willigheid, maar lchielyken fchrik, overge- „ geven was: 't welk anderen Steden ook zou „ hebben können gebeuren, zo de vyand haar „ genaderd was. Üok h.adt men, in Holland, bc- „ flooten, met Frankryk te handelen, en eeni- „ ge Generaliteits Plaatfen af' te ftaan, om de „ zeven Gewesten wederom vereenigd te kry- ' '»gen-
|
||||
LV. Boe«. HISTORIE. 321
|
|||||
„ gen.'' Op het tweede punt, riemden zy ook 167^
met den'Prinfe „mids Holland behielde de Nieu- ——« j, weriluis, den Hinderdarn en de fchanfen aan 5, de Wierikken en het Woerdfche Verlaat, met j, vryen toegang derwaards over den Stigtfchen „ bodem; en daarbenevens 't regt bedonge,om ö het water te mogen inlaaten, de verfchillen, „ deswege vallende, onderworpen maakende fe aan deu Hove van Holland. Maar van 't Stigt j, iet te vorderen, om dat het ons wel gelegen jj komen zou, hielden zy een kwaad voorbeeld M te zullen zyn voor Friesland en voor Stad en 5, Lande, die, op gelyken grond, Zwartiluis, „de Kuinder en andere Plaatfen van Overys- „ fel zouden können begeeren. Over 'tftuk der „gemeene middelen, zou men, met Utrecht „ en de andere overheerde Gewesten, onder de „ hand, door tusfchenkomst van zyne Hoogheid, „ können overeenkomen." Op het derde punt, waarover zyne Hoogheid zig niet hadt gelieven te uiten, oordeelden ze „ dat men den overheer- „ den Gewesten hunnen ouden rang behoorde „ te laaten behouden." Alle de Steden fchik- Beden- ten zig naar 't gevoelen van de Ridderfchap: kingen hoewel fommigen byzondere bedenkingen in- ™°eee" bragten. Dordrecht gaf in overweeging „ of anaere „ men Utrecht niet buiten 't Verbond behoor- Leden. „ den te houden, töt dat het in ftaat zyn zou, „ om zyn aandeel in de gemeene lasten op te „ brengen: ook, of men de gemeene midde- w len aldaar niet behoorde te verhoogen, om „ het vertrekken uit Holland naar 't Stigt te „ voorkomen: en om het aandeel van Utrecht „ in de gemeene lasten te können verzwaaren: «alzo dit Gewest, naar gelang daarvan, meer XIV. Dmu X »in- |
|||||
3*a VADERLANDSCHE LV.Boek.
1674, »inkomften hadt dan Holland, konnende men
—— „ daar jaarlyks op negen tonnen fchats, of een „ millioen guldens rekenen." Leiden merkte aan „ dat men de grensfcheiding van Holland „ en 't Stigt wel een weinig zou können ver- ,5 fchikken, tot voorkoming« van 't fluiken der „gemeene middelen." Amfterdam, Rotter- dam, Alkmaar en Hoorn meenden „dat men ,5 de gemcene middelen, volgens de Unie, be- hoorde te brengen op eenen eenpaarigen Befluic. „ voet." 't Beiluit der Vergaderinge viel „ dat „ men Utrecht, en ook Gelderland en Overys- „ fel wederom in 't Verbond, en op den ouden ,5 rang ontvangen zou, en dat men aan 't Stigt „ zou laaten volgen de Landen, die 'er, van nouds, onder behoord hadden, uitgenomen de „Sterkten, op Stigtfchen bodem leggende, „ over welken, de opperfte magt,zotenopzig- „ te van de Verpagtinge als van het Regtsge- „ bied, aan Holland zou blyven behooren: ook „ zou men den reyen toegang derwaards over „den Stigtfchen grond bedingen (0)." De zaak, naderhand, door den Raadpeiilionaris, in de volle Vergadering der algemeene Staaten gebragt Q>), en over dezelve aldaar nader ge- raadpleegd zynde, namen eerst de Staaten van Holland een naauwkeuriger en nader beiluit op dit ftuk, op den tweeden van Sprokkelmaand, hierop uitkomende: „ dat Utrecht, en ook Gel- „derland en Overysfel, zo dradeezetweeGe- „ westen van den vyand verlaaten zouden zyn, »op
(o) Secr. Refol. Huil «a Jan. i AV. >4 maart 1674- Hl.
Deel, hl. 411, 414, 423. int Aamek. van den Penf. Hop van J4 Jan. if<7.\. tVS. O) Rïfol. Gïuct. Luna J9 Jan. 1674. Twecj?ar. Ccfchie4|
hl. i.
|
||||
*
|
|||||
LV.Boek. HISTORIE. ,323
„op hunnen ouden rang, in 't Verbond van ig?J^
„ Vereeniging, zouden aangenomen worden; - „ dat aan de gemelde Gewesten ook wederom „zouden volgen alle de Landen en Plaatfen, „ welken, voor deezen, onder dezelven be- hoord hadden, uitgenomen, dat de * opper- ** s!my*. „ fte magt, met de_ gevolgen en aankleeven rmmtdu £ daarvan ■» over het'Land pf de plaatfe, op „ welke,. de Provincie van Holland en West- „ friesland eenige Sterkte of Sterkten gelegd „hadt, aan deeze Provincie verblyven zou, „met alles j wat binnen de wallen^ graften en „vestingen van gemelde Sterkten beflooteit „ was, zullende de Provincie van Utrecht niet „vermogen, binnen de honderd roeden van „hetuiterfte deezer Sterkten, eenige huizen * „ gebouwen of plantaadjen aan te leggen, of „ iet aan 't gene 'er tegenwoordig ftondt te her- „ ftellen ofte veranderen; al het welke de Pro- vincie van Holland ^vryelyk, zou mogen doen „ flegten. Dat ook de Provincie van Holland „vryen heen- en wedergang naar en van dé £ gemelde Sterkten behouden zou over den „Stigtfchen bodem j en datzy* tot haare ver- dediging, de Landen, onder Gelderland en „ Utrecht gelegen, zo wel en zo vry als haare „ eigen' Landen, zou mogen onder water zet- „ ten. Dat de gefchillen, betreffende de Lan- „den en Polders, die met of over Holland „ uitwaterden, of in gevolg zouden mogen uit- „ wateren, ter eerfter aanleg behoorende tot „ de rcgtbank van Dykgraave en Heemraaden, „by gebreke of hooger betrek, zouden moe* „ ten gebragt worden voor den Hove van Hol- land. Dat, wyders, de weggenomen Hinder- X 2 „dam
|
|||||
324 VABERLANDSCHE LV.Botid.
„ dam in de Vegt, in welks plaats, nu de il ui«
„ te Muiden gelegd was (2), nooit zou mogen „hermaakt worden, noch, daar dezelve eer- ,?tyds gelegen hadt, noch, op eenige andere „ plaats; en dat Holland, hiervan en van al het „ voorgaande behoorlyke Akte bekomen heb- •„ bende, de Stigtfche Plaatlcn, die thans on- n der Holland gebragt waren, aan de Provincie „ van Utrecht laaten zou. Al het welke de Af- w gevaardigden der Staaten van Holland last |
||||||||||||||
1674.
|
||||||||||||||
?>
|
kreegen , ter Generaliteit en daar 't ver-
|
|||||||||||||
der behooren zou, ter uitvoeringe te doen
»brengen (#)." Doch eer, hierop, iet verder, ter Generaliteit,
beflooten vverdt, drong Holland by de andere Gewesten fterk aan, dat zyne Hoogheid gemag- tigd mögt worden, om de Regeering in'tStigt, en daarna ook in Gelderland en Overyslel te ver- anderen (r). 't Volk hadt > in deeze Gewesten, zo wel als in Holland en Zeeland, misnoegen op- gevat tegen eenige Regenten, die zig te zeer ge- houden hadden aan de maatregels der voorgaan- de Stadhouderlooze Regeeringe. Men vondt, derhalve, raadzaam, dat ook, in deeze Gewes- ten, (4) Itcfol. Hol!. 3 Febr 1674. bl. 39. Tweejaar. Gefchicd.
n. 4.
(r) Refol. HoU. 3 Febr, 1674. il. 3> Tweejaar. Gefchicd.
il. 15- -(2) Dit was, in 't voorleeden jaar 1673, gefchicd,
op den voorilag van Amfterdam, en op 't fierk aan- raaden des Prinfen van Oranje , die den Staaten ver- toond hadt, dat men zig, anders, niet van 't over- vloedig Lekwater ontlasten kon. Uit Aantek. van den 1'enf. Hop van 2S Maart 1673. MS. Zia ook Refol. HoU. 83 Sept, 20, ai üec. 1672. bl. 33, uo, 114., 9 Febr. ao Maart, 13 April 1673. bl. 25, 56, 3. |
||||||||||||||
De a1ge-
jneene Staaten befluuen tot As herftel. ling der over- lieerde Gewes- ten. |
||||||||||||||
LV.Boek. HISTORIE. 325
|
|||||||||
ten, de verandering gemaakt werdt, welke Hol- 1674,
land en Zeeland hadden moeten ondergaan.------
Ook dagtmen, mogelyk, in Holland, dat de
nieuwe Regeering van 't Stigt, ligter dandege- ichorfte, bewilligen zou in de voorwaarden, op welken, men de Provincie wederom wilde aan- neemen in 't Verbond. Wat 'er van zy; de al^ gemeene Staaten namen, hierop, en op den twist, tusfchen Friesland en Utrecht, over den rang, en over de herftelling der drie Gewesten in 't Ver- bond, eerlang een befluit, by welk, 't gefchil over den rang verbleeven werdt aan zyneHoogT heid en aan Prinfe Henrik Kafimir, Stadhouder van Friesland; die, federt, overeenkwamen, dat Utrecht den rang voor Friesland behouden zou, gelyk van ouds. Doch eer dit gefchil nog be- llist ware, hielden de twee Gewesten, beurtSr wyze, rang, van vier tot vier weeken. Wyders 3 raamden de algemcene Staaten „dat de drie w Gewesten niet wederom in de Unie zouden „ ontvangen worden, voor dat zy ze , van „nieuws, bezwooren hadden; waarna de be- lastingen, waarmede zy en de vier andere „ Gewesten eikanderen mogten bezwaard heb- „ ben, op een' eenpaarigen voet, gebragt zou^ „ den worden. Ten opzigte van het regt van „ opperfte magt over de Sterkten op Stigt- „ fchen bodem, en van de andere punten in 't „ befluit van Holland begreepen, gedroegen „ de algemeene Staaten zig, geheellyk, aan dit „ befluit. Ook verklaarden zy, dat Friesland, 'v en Stad en Lande, op hunne kosten, eene „ fchans zouden mogen leggen op Rooveen in „ Overysfel, en over dezelve, als mede ovci; |
|||||||||
b de Qmmerfchans, hetregt van opperfte mag
|
|||||||||
■"
|
|||||||||
32« VADERLANDSCHE LV.Boek.
*#4« »en van vryen af- en toegang bebcuden. 't
^w—- „ Onderhoud van alle deeze Sterkten zou al- „ leen komen ten laste van de Gewesten, die „ ze geftigd hadden. De Landen, op welken j, in Holland eenige penningen waren geligt, B zouden niet onder de beheering der drie Ge- j, westen komen, voor dat deeze fcbulden wa- „ ren afgelost. Gelderland en Overysfel zouden „Holland gerustftellen, wegens de bezitting „ der Visfcherye in de Zuiderzee en in hetZwar- „ te water. Ook zouden de drie Gewesten zig ,, verbinden, om den anderen vier het verdie- n pen van den Ysfel en Nederryn en het onder n water zetten of houden der moeren in Over- „ ysfel, tot afbreuk van den vyand, nimmer „te zullen beletten. Binnen 's jaars, na 't ein- n digen van den tegenwoordigen oorlog, zou- „ den de zeven Gewesten elkanderèn leveren „ eenen netten ftaat hunner inkomsten in goe- „de tyden, waarnaar men, onderling, elks „aandeel in de gemeene lasten regelen zou: „doch zo men eïkanderen, deswege, binnen „ zes maanden, niet mögt können verilaan, „ zou de beflisfing van 't gefchil gelaaten wor- „den aan zyne Hoogheid; die ook een'rede- „ lyken tyd ftellen zou, binnen welken, Gel- „deriand, Utrecht en Overysfel hunne agter- „ ftallen aan de Kollegien ter Admiraliteit zou- „ den moeten voldoen. Aan Stad en Lande zou- den, om de getrouwe dienften van dit Ge- „ west in den tegenwoordigen oorlog, twee „ plaatfen in den Raad van Staate, in plaatfe „ van ééne , worden toegedaan : waartegen n Gelderland maar ééne plaats in dien Raad Zy mag- hebben zou, in plaatfe yan twee. Eindelyk, » mag-
|
||||
LV. Boek. HISTORIE.
|
||||||||||
ort
|
||||||||||
„ magtigden de algemeene Staaten zyne Hoog- \6f^
n heid, tot bet veranderen der Regeeringe in - |
||||||||||
„ 't Stigt en in de twee andere Gewesten, mids tigen zy-
„ de ontilaagen' Regenten, hierom, niet ge "e Hoog. „ oordeeld werden, in hunnen goeden naam en het^er- „ faam gekrenkt te zyn, noch ook van de an- »nderen „ dere zyde ontheeven van de verpligting, der Re- „om in regte te verfchynen, zo zy zig, er- &:™%f „gens in, vergreepen mogten hebben: alles ze^.en# „ egter. voor deeze reize alleen, zonder in ge- n volg.te können getrokken worden, en zon- „ der benadeeling der Privilegien (f)." In gevolge van het laatfte gedeelte van dit XIII.
befluit, begaf de Prins zig, inde eerfte piaatfe, **; PrI'M naar Utrecht, daar hy,opden zes-entwintigileii Retee. van Grasmaand, eene geheele nieuwe Regee- rinpevan ring over 't Land en over de Stad aaniklde. De 't Stigt. Heer Joan van Reede, Heer van Renswou- de, werdt tot Prefident der Staaten en negen- de Lid der * Gekoorenen, die anders maar * Ccëït- agt in getal plagten te zyn, aangefteld. Ook geerden*. ftelde de Prins eenige Edelen in de Orde der Ridderfchap, die, te gelyk,hunne Krygsamp- ten behielden: 't welk niet te wel met de ge- woonten der Provincie overeenkwam. Doch hy verklaarde, dat het niet in gevolg zou getrok- ken worden. Voorts, maakte zyne Hoogheid een geheel nieuw Reglement op de Regeeringe van 't Land en de Steden: welk, terftond (/)» Staatswyze, goedgekeurd, vastgefteld en beëe- digd werdt. By dit Reglement, werdt aan den Stadhouder in der tyd verbleeven - i. de aan- »M-
(.?) Refill. Gener. föner 20 April 1674. TweejanrfSefib. bh 9.
(O Zie ook Muuor. van 't gepasf. te UaetUc gedrukt 167;*». H, 55, X 4
|
||||||||||
328 VADERLANDSCHE LV.Boe«:
TÄ7+. ,j ftelling zonder benoeming van het eerfte Lid
------ „ der Staaten, zynde dat der Gekoorenen :die>
„om de drie jaaren, afgaan zouden moeten*
„ zo zy niet bevestigd werden. 2. liet vermo- „ gen, om nieuwe Leden in de orde der Rid- „ derfchap te befehryven, of tot vermeerde- „ ring van 't getal der befehreeven' Edelen, of „tot vervulling van de plaatfen der afgeftor- „ venen, insgelyks, zonder eenige voorgaande „ benoeming. 3. de aanftelling van Burgemees- „ teren en Schepenen der Steden, uit de be- „ noeming van een dubbel getal. 4. de jaarlyk- „ fche verlaating of bevestiging van de Vroed- „ fchappen der Steden en de vervulling der „ opengevallen' plaatfen, zonder eenige voor- „ gaande benoeming ;gelyk zulks, zegt het Re- „ glement, van onbedenkelyke tyden af, tot „ op het jaar 1610, hadt plaats gehad. 5. de ver- „ kiezing van Schouten en Hoofdofficieren ia „ de Steden, van de Maarfchalken ten platten „ Lande en van den Sekretaris der Staaten, „ insgelyks , zonder voorgaande benoeming, „ en zonder iemants wederzeggen. 6. het regt,. „ om zulken, die, door de Leden der Staaten, „op hunne beurt, afgevaardigd werden in de „ Generaliteits Kollegien, aangenaam of on- aangenaam te verklaaren, zonder gehouden „te zyn, daarvan eenige i"den te geven. 7. „ de verkiezing van een' Preiident, Advokaat- „ Fiskaal, Prokureur-Generaal of Griffier var* „ den Hove van Utrecht, uit de benoeming „ van een driedubbel getal. 8. de begeeving- „ van alle Proostdyen, en van de Kanonifyen % „die, in de zes zogenaamde Staaten maan- dden, openvielen, "zullende de andere Deka-. ^nyet*
|
||||
HISTORIE.
|
||||||||
LV. Boek.
|
||||||||
3^9
|
||||||||
„ nyen en Kanonifyen, niet zonder des Stad- 1674.
„houders bewilliging, mogen vervreemd wor--------
j, den: ook zou hy het volkomen belchik heb-
„ ben, over de inkomsten der Vikaryen. o. „ Eindelyk, het regt van beflisfinge der gefchu- „len, die, onder de Leden van den Staat, n mogten ontftaan, en die, op geene andere „ wyze, waren af te doen (V)." De Regeering van Utrecht, op deeze wyze, veranderd zynde, werden de Afgevaardigden der Staaten weder- om in de Generaliteits - Vergaderingen toege- laaten, na dat zy voldaan hadden aan de voor- waarden, op welken hun dit vergund was. Mid- lerwyl, hadden de nieuwe Staaten van Utrecht, terftond na hunne aanftelling, zyne Hoogheid verkooren tot Erfftadhouder van hun Gewest, op den voet, vervat in 't Reglement, by hem gemaakt (v). Zo dra Gelderland en Overysfel van den vyand verlaaten waren, werdt de Re- geering aldaar, alleenlyk by voorraad en dooi* Gemagtigden, veranderd (w). Doch, in 'c be- gin des volgenden jaars, toog zyne Hoogheid, in perfoon, derwaards, om nader orde te ftellen. Terwyl men dus arbeidde, om de van een ge- XIV.
feheurde Gewesten te hereenigen, verwagtte A1»e- men.met het voorjaar, en vooral na het af- ™e\"s breeken der Vredehandelinge te Keulen, de reidfe's uitwerkfels van de verfcheiden' Verbonden , ten oor-- door de Staaten, eenigen tyd herwaards-, ge- 1oë!-- floo-
(u') Rpfol. Gener. Ftner. so April <f>->. Refbl. U;rcc!it Jo-
vh ',| doril 1^174 Twoejiar Gei'chied. bh f en', (vj Vethaal van de vcrand- der iUz uring'.' van (_'t cht in
»074. MS. l^wj "ïweejaw. Gefchietl. M. \&z. Valksnier I'. #«V>/. 8ao..
|
||||||||
S3o VADERLANDSCHE LV.Boek.
|
|||||
1Ä74. Aooten. Ook vernam men, aan alle oorden,
-------niet dan toebereidfels ten oorloge; in Deutsch- land , in Frankryk, in Spanje, in de Nederlan- den, inZvveeden,inDeenemarke, en waar niet al. 't Is ons oogmerk niet, den loop van den algemeeuen oorlog, die, in dit en in eeiuge vol- gende jaaren, in Europa gevoerd werdt, uit- voeriglyk te vernaaien, fchoon 'er onze Staat of groot belang by hadt, of met der daad in ge- mengd was. 't Zal genoeg zyn, de voornaam- fte Krygsbedryven te lande,die,naast by huis, en onder't beleid van zyne Hoogheid, den Piïn- fe van Oranje, voorgevallen zyn, ftukswyze, te verrekenen, en den aanleg en uitval des oor- logs, in afgelegcner Gewesten, alleenlyk ter loops, aan te roeren. Veld- De Graaf van Montcrei begon, met het voor- V^z1' 'in jaar,een Leger te verzamelen, in Brabant. De rabam. prjns van Coridé trok in Bloeimaand, insge- lyks,te velde, en iloeg zig eerlang neder, om- trent Gemblours. DeMaaifchalk de Bellefonds, geleidende de troepen, die in de Steden van den Vereenigden Staat gelegen hadden, en om- trent Wezel verzameld geweest waren, floeg Ook naar Brabant op weg, zig, in 't voorttrek- ken, meester maakende van de Stad Eikelens» en van de Slooten Argenteau en Navaigne aan De Prins de Maaze. De Prins van Oranje, het Leger der van O- skaten, ten zelfden tyde, omtrent Bergen op komt in Zoom, hebbende doen byeentrekken,begaf zig, 't Leger, omtrent het midden van Bloeimaand, in Perfoon, derwaards: en trok, eerlang, naar Duffel by Mcchelen, van zins, om zig met de Spaanfche Krygsmagt te vereenigen. Eenige Keizerlyke. manfehap onder den Graave de Souches, te •Duu-
|
|||||
LV.Boek. HISTORIE.
|
|||||||
»int
|
|||||||
Duuren byeengebragt, toog, in Zomermaand, 1674.
doorLuikerland, daar zy zig van Dinant ver----------
zekerde, naar Namen, en vereenigde zig, eerst
in Hooimaand,met het Spaanfche en Staatfche Leger,die nu, niet verre van Leuven, fiimcnr getrokken warenden eerlang,onder 't beleid van den Prinfe van Oranje, optrokken, om den Prins van Condé, die toen, agter den üroora Pieton,die, by Charleroi, in de Sambre valt, verfchanst lag, tot eenen veldflag uit te lok- ken. Dochhy hieldt zig binnen zyn voordeel (x). 't Vereenigd Leger, welk vier-enzeventig- duizend man ïterk gehouden werdt, belloot toen, op te breeken, en zig voor Binch of ee- nige andere Stad neder te liaan, om den Prins van Condé, die, zo men wil, niet meer dan vyftigduizend man onder zig hadt, te noodzaa- ken tot het vcrlaaten zyner verichanfingen. Op siag van den negenden van Oogstmaand, legerde de Senet. Prins van Oranje zig by het Dorp Senef; van- waar hy, den elfden, wederom opbrak, met oogmerk, om hooger op te trekken tot tus- fchen Mariemont en Binch. Souches hadt den voortogt met de Keizerfchen. De Staatlichen volgden, onder den Graave van Waldek, by wien Oranje zig bevondt. De Spaanichen had- den de agterhoede, onder den Graave van Mon- terei. De togt was niet zonder groot gevaar, ter oorzaakeder enge wegen, welken men door moest. De Prins van Condé, dit van eene hoog- te befpied hebbende, belloot, het vereenigd Leger te volgen, en op de agterhoede der Spaanfchen aan te vallen: 't welk hem zo wel ge-
O) Tweejaar. Cefcliied. */. i;.j, 158, 176^230, S50.
|
|||||||
3.^2 VADÉRLANDSCHE LV.Boek;
1674. gelukte, dat hy dezelve geheellyk in wanorde
.-----.. en aan 't wyken bragt. De Prins van Oranje
verzuimde niet, haar drie Battailjons uit de ag-
terhoede van 't Staatfche voetvolk te bulpe toe te zenden ; doch deeze werden ook op de vlugt gejaagd, gedood of" gevangen. Cond é, hierdoor aangemoedigd, belloot met al zyne magt, aan te vallen op de Staatfche troepen, welken hy de flegtften oordeelde. Het fchutgevegt veran- derde toen, tegen zyne verwagting, in eenen volkomen veldßag, waarin de Prins van Oran- je zig, zelfs naar 't oordeel des Prinfen van Condé, wakkeilyk kweet, doende, met drei- gen, belooven en liaan, zyn best, om zyne wy* kende benden aan't (taan tekrygen, engeeven- de zyne bevelen, midden in 't gevaar, met de hooglte voorzigtigheid en kloekmoedigheid, 't Oevcgt was hevig, van wederzyde, en duurde nog twee uuren na zonnenondergang,by't liehe der maane; waarna het, door den nagt, ge- fcheiden werdt. Men meent, dat'er, weder- zydsch, omtrent evenveel volks gefneuveld was, welk, aan den een'en den anderen kant,op zes- óf zevenduizend man begroot werdt. Beide de partyen fchreeven zig de overwinning toe: de Bondgenooten, om dat zy 't veld gehouden hadden, zynde Condé, des nagts, terug ge- beerd naar zyne voorige Lcgerplaatfe; en de Franichen, om dat zy de meeste ïhndaardea., vendels'en gevangenen badden bekomen. Ook hadden zy, in den aanvang van 't gevegt, ge- legenheid gevonden, om de meeste pakkaadje der Bondgenooten te bemagtigen. Beide in prankryk en in Brabant, werdt te Dcum Lau étwm gezongen, over de uitkomst van dun ■ vekk
|
||||
LV. Boek. HISTORIE. 333
veldflag. Doch de onzydigften oordeelden, dat 1674.
men 'er, wederzydsch, kleine reden toe haat ( r). -------
Oranje zogt, tedtorid, gelegenheid, toteenen
nieuwen veldflag. Doch Condé bleef in zyn voordeel,zigvergenoegende met de beweegin- gen der Bondgenooten gade te liaan; de Steden, door Frankryk, te vooren, in de Spaanfche Ne- derlanden, veroverd,te befchermen, en eenen inval in Frankryk te beletten (Y). De Prins van Oranje fchreef de onvoordeehge uitkomst van den iiag by Senef toe aan de laf heftigheid van Souches, die zig, dagt hy, zo liegt gekvveeten hadt, dat hy hem door den kopgefchootenzou hebben, was hy niet wederhouden geweest, door de agtinge voor den Keizer (0). 't Beleg van Oudenaarden, in Herfstmaand Oude-
ondernomen door de Bondgenooten, lokte Con- garden dé, voor eenen korten tyd, uit zyn voordeel. ® jj" Oranje deedt toen zyn best, om de Bondgeno- door'de ten over te haaien tot het waagen van eenen Kond^e« tweeden veldflag. De Spaanfchen bewilligden, »'-»o^n. Doch Souches bleef weigerig: waarop zo groot Verlaa« eene oneenigheid ontftondt, onder de Leger- ten- / hoofden, dat de Keizerichen de Loopgraaven verlieten, en hierdoor te wege bragten, dat het beleg van Oudenaarden moest opgebroken wor- den (b~). De Staaten hadden, in den voorzo- De Prtnj mer, reeds voorbereidfels doen maaken, om van. l)' Graave te belegeren, en in Herfstmaand, werdt l^ai de Stad berend, door den Generaal Raben- voor haupt. Gratve.
(y) Danif.l Journal de Louis XIV. p. CXVIf. FßUQiiiFRas
Metnoir. Hifi. & Milir. Tom. (. p. 350. T-j-ui U p- lo&fuiv. O ) Twecj.w. Gefdiied. U. asn-i^o, 281,808. Tb'mi'lk
f.-ieuior. II. 322-320. ta) Buknkt Vol. I. p. %r/,
C*) T««PtK Mïiuöx l/l. n<3, Tvyeejiar Gsfsïi, U. 305 «-*.
|
||||
334 VADERLANDSCHE LV.Boek.
1674. haupt. 't Beleg vverdt flaauwelyk voortgezet,
------ tot dat de Prins van Oranje, in Wynmaand,
be Stad in 't Leger voor de Stad kwam. 't Schieten en
gaat o- ftormen was toen,eenige dagen, zo hevig,dat de Stad, daar men ook reeds groot gebrek aan mondbehoeften hadt, zig, den zes-ent wintig- llen, by verdrag, opgaf. De bezetting werdt Huy in* naar Charleroi geleid. De Prins van Oranje gcBo- deedr, na 't overgaan van Graave, eenige man- fchap vereenigen met de Spaanfchen; door welken, Huy in Luikerland ingenomen werdt* op den tweeden van Wintermaand (c): waarna het Leger der Staaten de Winterkwartieren be- trok. De Prins keerde, in Slagtmaand, naar den Haage. Van den Franfchen kantj werdt, hier- omtrent, niets meer ondernomen (jf). De Stad Amilerdam, bezeilende, in hoe veel gevaars, zyne Hoogheid zig, in den flag by Senef, be- vonden hadt i iïoeg, kort na den zelven, ter Vergaderinge van Holland, voor, of men den Prins niet belioorde te verzoeken, dat hy zig» voortaan,zo veel mogelyk ware,buiten gevaar hieldt, alzo den Lande veel gelegen was aan de behoudenis van zyn leeven (V). En de Staaten namen een befluit > overeenkomftig met deezen voorflag (ƒ). XV. Aan andere oorden, waren de wapenen der DcFran- Fninlchen, dit jaar, gelukkiger geweest dan in b'maati- ^e Nederlanden. De Hertog van Navailles, in gen het' Lentemaand,in 'tFrancheComtégeruktzynde, hadt
f e"- Dwfi. Jflurrtil de Louis XtV. p. CXVIJ.
r d~) Tw."]'««r. i.Llchkd. il. 198, 594-301, 322-336» 14"» Temi'LE M'inor bl 332. (O Tweejaar. Oefchied. il 2R2. ijj Reit»!. Holi. 17 Aug. 167*. il. 83«?» |
||||
LV.Boek. HISTORIE. $$$
hadt zig reeds van eenige Plaatfen meester ge- «^j.
maakt, toen de Koning vanFrankryk, hem in ——- Bloeimaand derwaards volgende, aan 't hoofd van Franche een aanzienlyk Leger, het garüche Graaffchap Con»é- bemagtigde: waarna hy naar zyn Ryk keerde (g). Turenne, in Lentemaand, Gcmiersheim aan Krygsbs-, den Rvn veroverd hebbende, raakte, op den «^y ven in zestienden van Zomermaand, by Semtzlieim, land. flaags met het Keizerlyk Leger, onder den Graan Kaprara, waarby zig de Hertog van Lotharingen gevoegd hadt; en verhinderde de vereeniging van Kaprara en de Lotharingers, met de troepen onder den Hertoge van Bournon- yilk. Ook viel hem Seintzheim in handen. Op den vierden van Wynmaand, floeg hy de Kei- zerfchen onder de Hertogen van Lotharingen en Bournonville, nog eens, by Hinsheim. Doch zy vereenigden zig, eerlang met het Leger, welk de Keurvorst van Brandenburg, federt dat hy zig, van nieuws, met den Keizer en de Staa- ten , verbonden hadt, op de been hadt gebragt en leverden Turenne, andermaal, llag by Mul- hauzen, op den negen-entwintigften van Win- termaand. De Franfchen behaalden hier egter wederom de overwinning, en vervolgden hun voordeel, in Louwmaand des volgenden jaars , wanneer 't hun gelukte, de Keizerfchen en Brandenburgfchen te verdry ven uitdeElfas(^). In Rousfillon, was de kryg ook begonnen, tus- in Kata-
ichen de Franfchen en Spanjaards. De laatften lotlie» be-
fgO Tweejaar. GcfcWed. W. 131-134. 146-153. Daniïi. Jour-
nal de Louis XIV. p. CXI f. (A) Tweejaar G.fcli U. 161, «81-194., »*■»» 3«'-il6,Jltt,
39«,4>J2. D,\r*-Rt Journal «1? Loi.i. XIV. o. CXIH-CXV„ CXIX. FgotjititRïs M«iiwr. Hitt. & Milit. Turn. IL f. 16, 2.0, zt,. |
||||
336 VADERLANDSCHE LV.BoË*.
|
||||||
1674. bemagtigden het Kasteel van Bellegarde, in Zo*
■-------mermaand. Doch omtrent dien zelfden tyd,
wetden zy, door de eerften, genoodzaakt, het
beleg voor het Kasteel Los Bagnos op te bree- in Sicilië, ken (i). Nadeeliger gevolgen hadt de opltand der Stad Mesüna, tegen de Spaanfche Regee- ring aldaar. De Kranichen roeiden hieronder, en voorzagen de oproerigen van Krygsbehoef- tcn, die, met eenige fchepen onder den Mark- graave van Falavoir, derwaards gevoerd wer- den. De Spanjaards werden genoodzaakt, een groot deel hunner Krygsmagt uit Katatonie te trekken,om ze tegen deMesfiueezen te gebrui- ken : waardoor de Franfchen gelegenheid kree- gen, om zig verder uit te breiden in dit Land- 1'ehap (k~). De Zweeden, opgehitst, door Fraak- ryk, tegen den Keurvorst van Brandenburg, bragten, tegen 't einde des jaars, ook een Le- ger op de been. De Keurvorst van Brandenburg en de Deenen hadden zig, al vroeger, tegen Zweeden gewapend (7). Doch zy ondernamen niets, voor den aanvang des volgenden jaars. XVI. Ter zee, viel, dit jaar, weinig voor. De Fran- De llui- fcncri hielden hunne Vlooten t'huis, na dat de naaTd'e' Vrede tusfehen Groot - Britanje en de Staaten ge- Franrche troffen was. Maar de Ruiter, nu, door zyne Karibi- Hoogheid, aangefteld tot Luitenant-Admiraal • n^dè^1* Generaal ff»), hadt in bedenking gegeven, of't gezon. n'et geraaden ware, iet te onderneemen op de dtn. Franfche Karibifche Eilanden-, Martenique, Guar-
(7) Twecjaac Gcfch. */. 177,143. Daniel Journal/». CKVHJ.
(A) Tweijnar. Gcfcll. W. «yc-ii/j, 321, 34*> 370. Dam«1 Journal p CKIX. (O Tw.tjaar. Gefcli. il. 1G3, iy-|,S'y. 36Ä.
(.mj IiRANüT de Kuiler, W, 8x5. |
||||||
/
|
||||||
>
|
|||||
LV.Boek. HISTORIE. 337
Guardeloupe,de Granades en Nantes, en hier- 1674.
toe was, federt, beflooten by de Staaten. Ruim ------.
vyftig fchepen van oorloge en eenige mindere
vaartuigen werden in zee gezonden, onder de Ruiter , die, na verfcheiden' tegenfpoeden, Martinique in 't gezigt kreeg, op den negen- tienden van Hooimaand. Doch de Franfchen, meer dan eene maand te vooren, wegens het oogmerk deezer uitrustinge, gewaarlchuwd, waren op hunne hoede. Men zondt, nogtans, eenige manfchap aan land, onder den Kolonel Uitenhove, om de Sterkte de Culfac aan te tas- ten: doch zy werdt, met groot verlies, afge- ilaagen. De onderneeming op Martenique mis- Hy lukt zynde, zag men ook geene kans, om de keer} on* andere Eilanden, met voordeel, aan te doen, ^'f101 en bcfloot, derhalve, te rug te keeren naar 't te rug. Vaderland, daar de Vloot, op 't einde van Herfstmaand, wederom aankwam (»). Tromp Landing hadt, in Zomermaand te vooren, eene Lan- ?p Belle* ding gedaan op het Eiland Belle-isle, aan de kust van Bretagne. De Graaf van Hoorne be- gaf zig, aan 't hoofd van een goed getal van Landfoldaaten, naar de Stad; doch hy vondt ze zo wel verfterkt, en voorzien, dat hy haast wederom aftrok, en naar de Vloote keerde; door welke niets verders, op de Franfche kus- ten , ondernomen werdt (0). Een ysfelyk onweder van donder, blikfem, Zwaare
wind en regen veroorzaakte, op den eerden ftorm* van Oogstmaand, eene geweldige fchade door gantsch Holland. Doch nergens woedde het zo he-
O) ISrandt de Ruiter, il. 396-906. Tweejaar. Gcfchied.
il. 32 3 enz. Oj ïw.ejaar. Gefcüicd. hl. 236-14«;, 372, XIV. Deel. V . -
|
|||||
338 VADERLANDSCHE LV. Boek.'
1674. hevig, als te Utrecht, daar de Domkerk inftort-
■------ te, en verfcheiden' toorens en kerken zwaar
befchadigd werden. De vreemde uitwerkfels
van de donder en van de rukwinden, in dee- zen vervaarlyken ftorm, zyn, breedvoerig, by anderen, te boek gefield (p ). Xvii. Decze ramp, komende by de algeraeene e- ling "der lenc*en ^es oorlogs ■> deedt de Staaten der Ver- Staaten1 eenigde Gewesten te fterker haaken naar vrede, in Enge- waartoe 3 federt de Vrede met Groot-Britanje, h»d. en federt dat Frankryk de bemiddeling deezer Kroone aanvaard hadt,de weg gebaandfcheen; doch zy hadden, tot hiertoe, den Keizer niet können overhaalen, om den Koning van Groot- Britanje voor middelaar te erkennen, zynde hy meer genegen, om deeze eer den Staat van Venetië op te draagen(^r). Ondertusfchen, ver- zuimden de Staaten niet, een buitengewoon Ge- • zantfchap af te zenden naar Engeland, zo dra de Vrede bekragtigd was. Het werdt bekleed, door de Heeren van Reede, van Beuningen en van Haren, die, in 't laatst van Bloeimaand, te Londen, aankwamen. InHooimaand, be- gaven zig ook derwaards Joan Corver en Gillis Sautyn, Oud-Schepens en Raaden van Amfter- dam, Samuel Beyer, Penlionaiïs van Rotter- dam , Andries f an Vosfe, Penfionaris van Enk- huizen, Pieter Dumlaar, Oud - Burgemeester van Middelburg, en Middel Mkhieïfen, Sche- pen van Vlisüngen, die, door de algemeene Staaten,gemagtigd waren, om over een Ver- drag van Zeevaart te handelen (V): 't welk, nog-
(p) Valkenier II. Dal, 11. 1046.01z. Tweejaar. Cefchied.
**. 280. fq) Tweejaar. Gefchi6a. U. 310. Qrj Twïtjaar. Csic)u«J> H- 176, i$7' |
||||
LV.Boek. HISTORIE.
|
|||||||||
239
|
|||||||||
nogtans, niet voor den elfden van Winter- 1Ö74,
maand,geflooten werdt. By het zelve, werdt, '1 onder anderen, vastgefteld „ dat goederen van Verdrag
„vrienden, in een vyandlyk fclSp gelaaden, van Zee* ,, verbeurdverklaaring onderhevig, en vyan-viart* n den goederen, in een vrienden -fchip gelaa- „den, daarentegen, vry zouden zyn, mids „ geene Cóntrebande zynde (i)" Wegens den O vereer*, handel opOostindiein'tbyzonder,kwam men, komst in Lentemaand des volgenden jaars, overeen, j^0!1"-. Ä dat eene der twee Maatfchappyen, oordee- de" op „ lende door de andere beledigd te zyn, haare Oostin- 0 toevlugt niet terftond tot de wapenen zou die* „, mogen neemen; maar eerst regt verzoeken „byde Mogendheid, onder welke de Maat- „ fchappy ftondt, die geoordeeld werdt de ver- w ongelyking begaan te hebben; welke, hierop, „ Gemagtigden ftellen zou, die 't gefchil, bin- ^, nen drie of uiterlyk vier maanden, zouden „ moeten afdoen (*)." Doch eer men 't, met Hande- deeze handeling, zo verre gebragt hadt, was ,ins van de Ridder William ïemple naar Holland ge- J^JjJ6 zonden, om, in gevolge der aanbiedinge des Haagé! Konings, te arbeiden aan de algemeene Vrede (V). Hy kwam, in Hooimaand, in den Haage (y), fprak met den Raadpenfionaris Fagel, en ont- dekte wel haast,dat men,hier, in 't algemeen, geneigd was tot vrede, mids den Bondgenooten, by dezelve, redelyk genoegen gegeven werdt. Daarna begaf hy zig naar 't Leger der Staaten, om-
CO Zie Groot-Plakaatb. III. Deel, tl. 352. Du Wont Corps Dipl. Tom. VU. P. I p, a82, zuj, 325.
CO Zie Holl. Mere. van 1675. U. 161. Tweeja*r. GefcliietL */. tm.
O) BURNKT Fol. I p. J97.
(v) Tweejaar. Gefchicd. */. s33, 301.
y 2
|
|||||||||
34o VADERLANDSCHE LV.Boek;
|
||||||||||||
om den Prins van Oranje te polfen. Doch hy
■ kon deezen niet te zien krygen, voor dat de veldtogt geëindigd ware, waaruit vermoed werdt,dat zyne Hoogheid nog niet zeer neig- de tot vrede (w). Ook maakten de meeste Bondgenooten (laat, op 's Prinfen begeerte , om in den oorlog te volharden, tot dat men ee- ne redelyke vrede bedingen kon. En verfchei- den' hunner Gezanten verklaarden, fchryft Tem- ple „ dat hunne Meesters zig niet in de tegen- „ woordige Verbonden begeven zouden heb- „ ben, zo zy geen volkomener vertrouwen ge- „ fteld hadden op de eer en regtvaardigheid „ van den Prinfe, dan op het gewoon beleid „der algemeene Staaten, vooral, in 't gene n uitheemfche handelingen en Verbonden be- n trof(V)."DeZweedfchen, die te Keulen als middelaars gehandeld hadden, arbeidden, dit gantfche jaar nog, aan verfcheiden' Hoven, en vooral in den Haage, om de oorloogende Mo- gendheden te beweegen tot de Vrede. Doch de Staaten en derzelver Bondgenooten hielden hen, met reden, verdagt van te naauwe ge- meenfchap met Frankryk. Hunne werving en wapening verfterkte dit vermoeden, en 't leedt niet lang, of hun inval in Pomeren deedt hen de hoedanigheid van middelaaren t' eenemaal verliezen (y). Zyne Hoogheid, na 't einde van den veld-
togt, in den Haage gekomen zynde, tradt, ter- ftond,met Templein gefprek,over 't werk van de
f «O Thmple Memor. il. 300315, 3151-322.
f x) Tfmple Memor. tl. S36. (yj TWeejaar. Gcfchicd. tl. 200-222, 282, 326, 3ä6"3<>7»
2«i*-3S»3« Tm»«.b Mtmor. tl, 341. |
||||||||||||
1674.
|
||||||||||||
Vertrou-
wen der Bondge- nooten op deti Prinfe •van ()- ranje. |
||||||||||||
De
Zweed-
fchen
maaken
zig ver-
dagt.
|
||||||||||||
XVHT.
De Prins fpreekt metTem- |
||||||||||||
LV.Boek. HISTORIE. 341
de Vrede, welke hy, tot nog toe, hoopeloos 1674;
ftelde, om dat Frankryk niet zou können be- |
|||||||
woogen worden, om zulke Plaatlen in de Spaan- ple.over
fche Nederlanden aan Spanje te rug te geeven, Jjjjj^ die de Vereenigde Gewesten zo zeer zouden be- vrede, veiligen, als zy, by de Pyreneefche Vrede, be- veiligd geweest waren. Doch hy gaf, daarbe- nevens, teverftaan, dat het den Koning van Groot-Britanje weinig werks zou behoeven te kosten, om Frankryk hiertoe te noodzaaken, zo hy zig naamver verbinden wilde met de Staa- ten. Temple gaf zynen Meester kennis van dee- ze opening, die, ten Hove van Londen, daar men nog diep ingewikkeld bleef met Frankryk, aangezien werdt als een blyk van 's Prinfen on- gezindheid tot de Vrede. Arlington, Osfery Ailing- en Silvius deeden, kort hierna, een' keer naar ton kon»t Holland, in fchyn om hunne vrienden te be- ^eT'den zoeken; doch inderdaad, om den Prins van O- prinS te ranje te beweegen, tot bewilliging in eene vre- hande- de, op de voorwaarden, die Frankryk goed- len- vinden zou toe te ftaan. Arlington fprak, hier- over, meermaalen, in 't heimelyk, met zyne Hoogheid. Ook klaagde hy, by deeze gelegen- heid, dat men, in den Haage, onlangs,gehoor gegeven hadt aan eenigen, die oproer in Enge- land wilden verwekken (V). Een Broeder van Zyne den Heere Howard, gewoon briefwisfeiing te **?°g* houden met Abraham van Wkquefm, Refident w^rdt fn van den Koning van Poolen en Minister van de Engeland Hertogen van Brunswyk-Lunenburg, in den verdagt Haage, hadt zig, in 't begin van den oorlog, ?*hou- herwaards begeven, en zynen dienst eerst den yddt h* Raad- gemsen-
.£*.} Tbmplb Mcnior. tl. 343-.14S». Y3
|
|||||||
34* VADERLANDSCHE LV.Boek.
1674. Raadpenfionaris de Witt, en daarna den Prin-
—__ fe van Oranje aangebooden, beloovende, hora
fchsp niet alleen te zullen voorzien van heimelyke be-
met de rigten uit Engeland; maar hem ook eenen aan-
een°air." nanS m 'c ^Y^ te zu^en bezorgen, daarhy, ee-
daar, ne Landing onderneemende, om den Koning te noodzaaken, tot het beroepen van een Parle- ment, zeer veel dienst van zou können trekken. By Howard,voegde zig Pitter dft Moidin, be- diende van den Graave van Arlington. En deezen twee voorzagen den Prinfe, door Wic- quefort, federt,van het Hof- enStaat-Nieuws, welk tot hunne kennis kwam. Doch deeze han- del werdt ontdekt, na't fluiten der Vrede. Wil- liamfon, na't afbreeken der Vredchandelinge te Keulen, door den Haage reizende, bewoog Wicquefort, om hem de brieven van Howard ter hand te ftellen; waaruit men eenige zaaken ontdekte, die vry wat argwaan veroorzaakten op den Prinfe van Oranje. Howard raakte in hegtenis: ook zekere Castairs, die, in 't jaar 1672, van Rotterdam naar Schotland gezeild was, met oogmerk, naar 't fcheen, om aldaar eenen opftand te verwekken, en't gemeen, hier- toe, te voorzien van de noodige Krygsbelioef- ten. By deezen, vondt men een Gelchrift, zo donkerlyk opgefteld, dat 'er de argwaan tegen den Prinfe door gevoed werdt, hoewel zyne Hoogheid,hier naar gevraagd zynde, verklaarde, dat dit Gefchrift alleenlyk zag, op het werven van eenige Regementen in Schotland, waartoe de Koning verlof gegeven hadt (a). Maar du Möu- ' Jin bleef hier zo zeer in de gunst, dat Holland, eex-
<*) Iurwet /V. I. p, 540, J74» 375»
|
|||||
!
|
|||||
LV.Boek. HISTORIE. 343
eerlang, verftondt, dat Jiern zestienhonderd gul- 1674.
dens 'sjaars, uit de Secreete Correspondentie- ■ werdt ny, in 't jaar 1676, tot Gouverneur van Suriname aangefteld (£). Arlington zogt nu zyne Hoogheid te beweegen tot eene belofte, om den Koningvan Groot-Britanje by te ftaan, tegen alle vvederfpannelingen, binnen en buiten 't Ryk, en hem alle zulken te ontdekken, die deel aan de jongfte beweegingen gehad hadden. Doch de Prins weigerde zulks, volftandiglyk. Zelfs wilde hy zig in geene heimelyke Vrede- handeling inlaaten, op den voet, dien Frank- ryk voorgellaagen hadt. Men wil, dat Arling- ton hem ook eenige hoop gaf op een Huwelyk met de Prinfesfe Maria, oudfteDogterdesHer- togs van Jork: doch dat hy, hierop, geant- woord zou hebben, dat "er zyne zaaken nog niet naar ftonden, om op eene Gemaalin te denken. Ar- lington keerde,kort hierna, wederom naar En- geland (/). De Koning van Frankryk, zig en zyn Ryk XIX.
ook zwaar gedrukt vindende door den last des Frankryk oorlogs, en bedugt, dat de Koning van Groot- naar v^ Britanje, die egter, ten deezen tyde, nog een' de. jaarlykfchen onderltand van honderdduizend ponden fteiiings van hem trok (V), door 't Par- lement genoodzaakt mögt worden, om zig te- gen hem te verklaaren, begon, tegen 't einde deezes jaars, door bewerking van Colbert, die zig, zo men wil,bediende van 'sKpnings mln- naares, Madame de Montefpan, aan wier Neef zy-
(f) Secr. Refi.I. H"ll. 24 Maart 1676. III. Dtel, II. 53?*
f.O TiMPL". Menior. U- 359.
\4) lUrm Tm. IX. p. 35'y. Y4
|
||||
•344 VADERLANDSCHE LV. Boek.
|
|||||||||||
1674. zyne Dogter getrouwd was (Y), fterk tot vrede
-------te neigen: doch meest tot eene byzondere met
de Staaten; waartoe eene heimelyke onderhan-
deling werdt aangelegd, tusfchen den Graave d'Estrades en eenen gewezen Penfionaris van Maastricht, die alles, wat hem d'Estrades fchreef, vertoonde aan den Raadpenfionaris Fagel (ƒ). Ook floeg de Koning, in Winter- maand, de Stad Breda voor, om van vrede te ''^'.nren handelen (g). Midlerwyl, hadt de Prins van van'de Oranje, die alle afzonderlyke vrede van de hand voor- wees, met Fagel geraadpleegd, over de voor- waarden, waarden, op welken, men eenc algemeene Vre- waarop fe zou konnen treffen, en zy waren overeen- zou kon- gekomen „ dat de Koning van Spanje behoor- nen flui- » de te trouwen met Mademoifelle van Or- ten, „leans, aan welke de Koning van Frankryk |
|||||||||||
n de veroverde Plaatfen in de Spaanfche N
|
e-
|
||||||||||
„ derlanden tot eene Bruidfchat zou afftaan:
„ en dat de Koning van Groot-Britanje, voor ,j zyne goede diensten, in 't bewerken van de „Vrede, op deeze voorwaarden, beweezen, „ tweehonderdduizend ponden fterlings genie- „ ten zou." Zulk eene Vrede zou, meende men, veilig voor Spanje en de Staaten, eerlyk voor Frankryk, en voordeelig voor Groot-Britanje zyn. Ook fchreef 'er Temple, terftond, over, aan den Koning, zynen Meester. Doch men hadt, aan't Hof van Londen, kleinen moed, om den Koning van Frankryk, tot het afftaan van Plaatfen, die hem, by de Akenfche Vrede, wa-
C<0 Fruquiehes Memoir. Hifi. & Milk. Tom. I. p. 27.
fÓ Temple Meinor. bh %6%.
' £|Ó Aftes ile lu Pais deNimeg. Tam. I. p. 2. Tweejasi Ge* fieliied. il. 389, |
|||||||||||
HISTORIE.
|
||||||||||
LV.Boek.
|
||||||||||
345
|
||||||||||
waren toegewcezen, over te haaien (/;). 't Jaar 1(774.
verliep, derhalve, zonder dat zig nog eenige-------■
gegronde hoop tot vrede opdeedt.
Midlerwyl, arbeidde de Raadpenfionarïs Fa- XX.
gel om den Prinfe meerder gezags te doen op- * °üëin" dragen in eenige Gewesten, met naame in Gel- |!" 'Pr°™ derland. ZynBroeder, Nikoïaas Fagel, was,te fe" van Nieuwmegen, in de Regeering, te gelyk,met Oranje Willem van Hoekelum, beider Zwager, die zeer niecr S«- gezien was in de Stad. Koenraad'Klerk, Schoon- rio';n op_ zoon van Van Hoekelum, was Sekretaris der drangen. Staaten van 't Kwartier, en ging voor een'man van verftand en van eere. Deeze hieldt, op den raad van den Raadpenfionaris, die, onlangs, met verlof van de Staaten van Holland (i), een' keer naar Gelderland gedaan hadt, de Ridderfchap van 't Kwartier voor „ in welk een' n liegten ftaat, de geldmiddelen van 't Gewest „ geraakt waren door den oorlog, en hoe veel n voordeels men zou können vinden in de be- „ feberming van den Prinfe, indien 't hem be- „ haagen mögt, de oppe.rfte magt over Gel- derland te aanvaarden." Men wil zelfs, dat hy aan fommigen te verdaan gaf „hoe men, n hierop, fpoedig diende te beiluiten, zo men n van Holland niet voorgekomen wilde worden." In de Stad, fpraken van Hoekelum en Nikoïaas Fagel dezelfde of diergelyke taal. In de twee andere Kwartieren, werdt de voorilag den Le- den ook fmaakelyk gemaakt,door eenigen. De Edelen neigden 'er eerst en gereedst toe. Doch om 'er op te beiluiten, moest men eene Land- lchaps
C/O Trmme Memor. il. 363 enz.
Q j lUiul. Hüll, y May 1674. U. 46. V 5
|
||||||||||
.
|
||||||||||
S4ö VADERLANDSCHE LV. Boek.
|
|||||||||||
I(574. fchaps - Vergadering befchryven, waartoe de
na 't vertrek der Franfchen, ilegts by voorraad , waren aangefteld, buiten byzonder verlof van zyne Hoogheid, als door de algemeene Staaten tot het beltellen der Regeeringe in Gelderland gemagtigd zynde, niet bevoegd geoordeeld 1675. werden (k). De Stad Nieuwmegen den Prins -------om zulk verlof verzogt hebbende, magtigde
De Prins Zyne Hoogheid, den tweeden van Louwmaand
de'5Stad ^es Jaars I<^75 » deproyifiorteete Regeering dee-
Nieuw- » zerStad, om, over eenige zaaken, die zy zei-
megen ,, de, den dienst van Gelderland te betreffen ,
"ra 'ƒ. „ de Ridderfchap en Gemagtigden tot de pro-
teWbe"er 0 vifionecle Regeering in de andere Steden van
fchryven. »'t Kwartier te mogen famenroepen, om, met
„ eikanderen, te belluiten,'t gene zy, ten dien-
„ fte der Provincie, zouden mogen noodig ag-
„ ten, en om daarover, des noods, ook te mo-
„ gen raadpleegen met de andere Kwartieren,
„ uit welken, dtproviftoncch Regeering van Zut-
„fenen Arnhem, insgelyk, gemagtigd wer-
„ den, om de Ridderfchap en Steden van elk
De pre ■ v Kwartier te mogen vergaderen (f)." De Kwar-
vt/ioneeie tieren, terltond hierna, byeengekomenzynde,
ring* van en °P z"'§ zelven en onderling geraadpleegd
Gelder- hebbende, namen, op den negenentwintigften
land van Louwmaand, een eenpaarig belluit „ om
j™*!1 • » ^en Prinft van Oranje , en deszelfs mannely-
f.f hetm" w ^e nakomelingen, uit erkentenis zyner uit-
Hertog- „ Iteekende dienflen, de hooge Regeering des
•lom üei- n Vorstendoms Gelder en des Graaffchaps Zut-
|
|||||||||||
»
|
fen
|
||||||||||
(£") Ge'cbr. Aantck. van Weezen tycl.
(_l) Xwecjiar. GUtliieif.Jl. 413. ' |
|||||||||||
i
|
|||||||||||
LV.Boek. HISTORIE. 347
|
|||||
n fen aan te bieden, onder den titel van Her- 1675.
n toge van Gelder en Graave van Zu/fen." Voor- -------
af,hadt men, in de byzondere Steden, de Gil- der en
den en Gemeenten gepolst op deeze verande- ''" ring in deRegeeringe,die'er, eenpaariglyk,zo fc"ap ik meen, in bewilligd hadden. ïe Arnhem, was Zutfea zulksgcfchicd,opdenvoorllag van den Hoog- op. fchout, Alexander Bentink (tri). Men gaf den ^y"e_ Prinfe, des anderendaags, kennis van dit be- he(|a fluit te Zuilenftein, werwaards hy vertrok- pleegt ken was, om zig met de jagt te verlustigen. De raad met aanbieding der nieuwe Hoogheid was hem aan- de ^nde" genaam; doch hy vondt niet geraaden , ' de- westeB. zelve te aanvaarden of af te liaan, voor dathy de gedagteu der andere Gewesten, hierop, zou hebben verftaan. Hy verzogt deezen dan, om hunnen raad (»), en hieldt zig, midlerwyl, te Zuilenftein, te Amerongenen te Dieren, bezig met jaagen. De I leeren, die hem verzelden , dronken, dikwiis, over de maaltyd, de gezond- heid van den Hertoge van Gelder; waarop het gantfche gczelfchap befcheid deedt. Eene en- kele reis, werdt de gezondheid ingefteld van den Graave van Holland; doch dit fcheenzyne Hoog- Utrecht heid kwalyk te neemen (0). De Staaten 's Lands "adt van Utrecht waren 't eerst gereed, met hun be- ïïj™ ie fluit, welk, den zevenden van Sprokkelmaand, be'kfvim genomen was, enftrekte,om den Prinfe 't aan- Gelder te vaarden der hooge Regeeringe van Gelder en aanvaar- Zutfen aan te raaden. Zy gaven'er zyne Hoog- * heid, terftond, kennis van, door vier Gemag- tigden, Pieter Rofa, Zwager van den Raadpen- fio-
(m") Verbaal en wsaras;r. Ven. gedr IIaageljoQ>Byl.ïïhU.3U
(.« ) Tweciair Gelthied. il. /it4-420.
(») üeicli. Aaatek. van Ueozsn tyd. |
|||||
348 VADERLANDSCHE LV.Boeit.
|
||||||||||
fionaris Fa gel, uit de * Gekoorenen , Karel Val-
kenaar , Heer tot Valkenaar - Dukkenburg, Joan Nelleßein, Burgemeester van Utrecht, en den Sekretaris der Staaten, Jonathan van Lugten- borgh Qp ). In Holland, begon men, niet voor den negenden van Sprokkelmaand, te raadplee- gen op 'sPrinfen voorilag. De Edelen oordeel- den, dat zyne Hoogheid de aanbieding der Staa- ten van Gelderland aanvaarden moest. Dor- drecht ftemde met de Edelen. Maar Haarlem verklaarde „wel gewenscht te hebben, dat „ men, over zulk eene zaak, niet hadt behoe- „ ven te raadpleegen. Ook moest men, voor- af, zien, op wat wyze, de eene Provincie „ afhing van de anderen, en of zy de magt wel „hadt, om haare Souverainiteit af te ftaan. „ Men kon, dagt deeze Stad, den Prinfe niet „raaden, eene waardigheid te aanvaarden, „ waardoor zyn Staat niet verbeterd werdt. 't „ Was beter , Stadhouder dan * Opperheer „deezer Landen te zyn. De Prins, den ftaat „ der geldmiddelen in Gelderland willende her- „ ftellen, zou zig den haat van 't volk op den „ hals haaien, en zo hy 't niet deedt, de ande- „ re Gewesten doen lyden. Gelderland, zig aan „ Frankryk onderworpen gehad hebbende, was „ ook niet veel te vertrouwen. Haarlem hadt „ altoos veel genegenheid getoond voor zyne „Hoogheid; doch moest nu verklaaren, zul- „ken voor'sPrinfen beste vrienden te houden, „ die hem rieden, de aanbieding der opperfte „ magt over Gelderland van de hand te wyzen." Delft merkte aan „dat, Holland, Zeeland en (p~) Twecj. Gefcliisd. */. 4SJ.
|
||||||||||
• Geëli-
geerden.
Raad-
pleeging ia Hol- land. Gevoe- len der Edelen en' der Steden Dor- drecht, Haar- lem, |
||||||||||
* Souvr-
rain. |
||||||||||
Delft,
|
||||||||||
LV.Boek. HISTORIE. 349
|
|||||
j, Utrecht den Prinfe aanzienlyke waardighe- ,^5;
w den, goederen en gefchenken hebbende aan- ,,« „gebooden, Gelderland ook wel deedt, dat
„het zig dankbaar toonde, en, niets anders „ hebbende, de Opperfte magt afftaan wilde ; „ doch dat Haarlem, te regt, tot het afflaan dee- „ zer aanbiedinge, wilde geraaden hebben. Dat „ Willem de I. de opperite magt over Holland „ en Zeeland, op 't ernftig aanhouden van de „afgevaardigden der Steden, hadt aangeno- „ men (g): doch dat 'er, na zynen dood, on- „ der.de drie volgende Stadhouders, niet meer „ van gerept was. Dat eene der voornaamfte „ Steden (V) zyne Hoogheid, in den jaare 1672 , „ kort na dat hy Stadhouder geworden was, „ de opperfte magt over Holland aangebooden „ hadt; doch dat men 'er Arlington en den Ko- „ ning van Groot-Britanje over ondertast hadt, „ die 't aanneemen derzelve hadden ontraaden. „Dat, eindelyk, de meeste Vroedfchappen „ van Ddft, ook nu, geoordeeld hadden, dat „ men den Prins raaden moest, de aanbieding „van Gelderland af te flaan." Leiden ver- Leident ftondt „ dat alle nieuwigheden gevaarlyk wa- „ ren. De Prinfen van Oranje hadden zig, al- toos, met de waardigheid van Stadhouder, „ te vrede gehouden, en 't was te hoopen, dat „zy 't, ook in gevolg, zouden doen. Zyne „ Hoogheid zou meer gezag en gunst by 't volk „hebben, als Stadhouder, dan als Scuverain. „ Het opleggen van belastingen, welk dan zyn „ werk zyn zou, maakte de Staaten meer of „ min gehaat by de Gemeente. Men moest, „hier-
C?) Zit VII. lied, tl. 51a.
O) 2it hier voor, bl, ao?. |
|||||
350 VADERLANDSCHE LV. BoekJ
„ hierom, den Prinfe raaden, voor zyne eige-
., gene veiligheid, te zorgen, 's volks gunst en „agtingtebewaaren, en zig niet verder uit te „breiden." Amfterdam zeide „dat men zyne „ Hoogheid bedanken moest, dat hy 't gevoe- „len der Staaten hadt begeerd te weeten, hem „ voorts raadende, af te zien van het opper- „ gebied over Gelderland." Die van Gouda merkten aan „dat 'er, in de Unie, iet was, „waarop de Staaten van Utrecht, ook in 't „jaar 1583, gedrongen hadden (V), en 't welk „ hem deedt twyfelen, of de cene Provincie „ haare Souverainiteit wel mögt overgeeven, „zonder de andere te kennen: doch deeze „ Stad zag anders geene reden, om den Prins „ te raaden tot weigering. Daar was groot „onderfcheid, tusfchen de Souverainiteit van 'n Gelderland en die van alle de Gewesten. Zy „voegde zig, hierom, met de Riddderfchap.1' De Stad Rotterdam verklaarde „dat zy zig „ met de andere Leden voegen zou, zo men „ tot eeneenpaarigbefluitkomen kon: zo niet, „ dan moest zy eerst verflag doen. Anders, „ftemde zy met de Ridderfcbap." Gorin- chem zeide „ dat men 't aanneemen der opper- „ fte magt over Gelderland den Prinfe ontraa- „ den moest,en, deedt hy 't egter, dan moest ö men 't gezag eens Hertogs van Gelder on- |
|||||||||||||||||||||
i*75.
|
|||||||||||||||||||||
Am ft er -
dam, |
|||||||||||||||||||||
Gouda,
|
|||||||||||||||||||||
Rotter-
dam, |
|||||||||||||||||||||
Goriti-
chcra, |
|||||||||||||||||||||
Sehij-
tl»m,
Schoon-
hoven i |
|||||||||||||||||||||
„
|
n
|
derzoeken." Wat Schiedam ftemde, vind ik
|
|||||||||||||||||||
niet gemeld, in de aantekeningen, welke ik hier
volge; doch fommigen vernaaien, dat deeze Stad zig voegde met de Edelen (V). Schoonhoven verklaarde zig,insgelyks, voor de aanranding, ge-
f O Zie VU. Deel, il. 514.
(.O Twecjaar. Gel'cüied. l/l. 451.
|
|||||||||||||||||||||
LV. Boek. HISTORIE. 351
|
||||||
gelyk de Ridderfchap „ om dat groote Huizen 1^75.
„toch, doorgaans, groote titels begeerden, -------5
n en de Graaven van Nasfau, wel tweehonderd
„ jaaren, over Gelder geregeerd hadden: ook, „ om dat de geldmiddelen, Regtsoefening en „ Regeering van Gelderland verbetering vor- „ derden." Briele voegde zig hierby. Alkmaar Briela, merkte aan „dat het volk, liefst, met eenen Alkmaar, jjfchyn van vryheid, gemompt werdt. Nog- „tans, zou deeze Stad zig voegen naar de „ meerderheid, en naar 't welbehaagen van den „Prinfe." Hoorn ftemde voor de aanraading. Hoorn, Enkhuizen, daarentegen, voor het afraaden, Eniihui* zeggende „ dat Gelderland zyn eigen voordeel zeD' „ zogt, en een' vergulden pil ingaf, waarvan „ de bitterheid verborgen was. 't Weigeren „was, hierom, voorzigtigst, hoewel men zig „ gaarne aan den Prinfe gedraagen wilde." E- E dam, dam voegde zig by de Ridderfchap: Monni- j^0""1" kendam, by Haarlem; doch op 't welbehaagen ^"de™' van den Prinfe. Medenblik was 't met de Ede- blik en len eens, en Purmerende gedroeg zig aan 's Purme- Prinfèn genegenheid (u). Atinmerkelyk was,rende- dat de Steden, die meest voor de verheffing van den Prinfe geyverd hadden, gelyk Haar- lem , Leiden, Enkhuizen en anderen, nu 't aan- vaarden der opperfte magt ontrieden; en dac de Edelen, wier luister, meer of min, verdoofd werdt,onder eene eenhoofdige Regeering, en zulke Steden, die voorheen fterkst op de be- houdenis der onaf hangkelykheid en hoogheid der Gewesten hadden geftaan, gelyk Dordrecht, Rotterdam en Hoorn, nu voor de aanraading ftera-
|
||||||
(#) Gtfv.li. AantcU. van cJeezcn tyd.
|
||||||
352 VADERLANDSCHE LV.Boek.
1675. (temden (y). Sommigen tekenen aan, dat van
r—- Beuningen, toen aan't Engellcbe Hof in Ge- za.ntfcb.ap, kennis gekreegen hebbende van de opdragt der Hoogheid van Gelderland aan den Prinfe, gezeid zou hebben „dat de vryheid „van den Staat in gevaar was, zo men geen' „ haast maakte met het iluiten der Vrede (w)" De Prins Tervvyl men, ter Vergadering van Holland, verkisart raadpleegde, hadt men 's Prinfen meening zoe- verfchü- ken te oiidertasten, door den Raadpenfionaris, lig, die voor beicheid bragt, dat de zaak den Prin- fe onverfchillig was, en dat hy, hierom, zyne
byzondere genegenheid niet melden kon. Men gaf zyner Hoogheid, toen, by eenen Brief, kennis van 't verfchillend gevoelen der Leden, zonder 'er eenig befiuit uit op te maaken (V). Raad- Weinige dagen laater, ontving de Prins eenen p!eegin. diergelyken Brief uit Zeeland, vervattende,
leeiand. hisgelyks, de verfchillende gevoelens der Ste- den van dit Gewest, begreepen in de befluiten van den vyftienden en zestienden van Sprok- kelmaand. Men hadt hier, in 't raadpleegen over 's Prinfen voorftel, welk, door den Raad- penfionaris de Huybert, in 't afzyn van den Heere van üdyk, gedaan was (j), in 't breede overwoogen, welke redenen Gelderland, naar allen fcbyn, hadden overgehaald, tot het op- draagen der hooge regeeringe aan den Prinfe, die, meende men, zyn konden „ hoop om, door „het aanzien van den Hertoge, hun aandeel „in
Tv) Se«. Refol. Hol!. 9 Febr. if>75- TH. Deel. V. 434.
(m>5 I'ufpsndorf de Heb. Gelt.Frider. Wilb. Libr. XIII. §. 66. p. «21.
( x~) Oefcb. Aantek. van deezen ty.I.
(y ) C« V. A. Samscin Hill, de Guülaum. III. Tom. III. f. 3v«". 331. |
||||
LV.Boek. HISTORIE. 353
|
|||||
n in de gemeene lasten te doen verminderen,
w en de grenzen des Lands beter te zien verde- „ digen, tegen de Duitfche Vorsten," Maar hiertegen werdt aangemerkt „ dat Gelderland 9 geene magt hadt, om de hooge Overheid af jj te ftaan ; dat zulk een werk ook fchadelyke n gevolgen naar zig fleepen zou, en bewee- fi ging en onrust veroorzaaken in den Staat, f, zullende Gelderland , waarfchynlyk , altoos ff woelen, om de andere Gewesten mede on- jj der eene eenhoofdige Regeering- te bren- j, gen , tervvyl deeze Gewesten zig , met alle n magt, tegen Gelderland verzetten zouden. v Ook kon men Gelderlands aanbieding niet M voor goed keuren, zonder gelyke aanbieding „ te doen , en zyne Hoogheid te verkiezen n tot Graave van Zeeland. Men behoorde , f, vooral, in agt te neemen , hoe dit werk , w by den genieenen man, zou opgenomen ,, worden ; ook , dat, onder eene eenhoofdi- M ge Regeering , den Koophandel de rug in- „ gereeden werdt, de Wisfelbanken hun ge- „ loof verlooren , en de Oost- en Westindi- „ fche Maatfchappyen onveilig ftonden. Ein- „ delyk, waren 'er ook groote zwaarigheden „ te voorzien, in't ftuk deropvolginge: want, „ fchoon de zaaken , onder 't opperbewind „zyner Hoogheid, al wel gaan mogten, hadt „men, nogtans, te dugten, dat de nazaaten, „ van eenen anderen inborst zynde , 't Land „ zouden können ftorten in merkelyke o'nge- „ legenheden." Ondertusfchen, waren de La- den der Staaten niet eens , wat men den Prin- fe behoorde te antwoorden. De Huybert, die den eerften Edele vertoonde , hadt uitdïukke- XIV. Deel. Z Jy. |
|||||
354 VADERLANDSCHE LV.Boek,
|
|||||
1575. lyken last van zyne Hoogheid , om zig niet te
■-------uiten (s). Middelburg wilde zig niet ver-
Middel, klaaren , voor men 't gevoelen van Holland
kiam'z^é vernomen nac^t< Doch Zierikzee en Goes hiel- niet d.ii- den dit niet overeen te komen met 'sPrinfen delyk. vooiilcl, waarby 't gevoelen van elk Gewest gevraagd was , en niet vooronderfteld, dat de Gewesten , onderling , zouden raadpleegen. Middelburg ftemde toen „ dat men den Prinfe j, de redenen tot aanraadinge en afraadinge 3 „ in gefchrifte , behoorde over te zenden." Doch de andere Leden begeerden, dat Mid- delburg zig duidelyker openen zou. Midler- . wyl, verklaarden zy zclven zig ronder. Zie- ïeiTvrn r^zee ftemde tot afraading „ alzo 't zeer te be- Zierik- » zien zou ftaan, of de Unie wel gedoogde, dat zee, n een der Gewesten ftondt onder eene byzon- n dere eenhoofdige Regeeringe, terwyl de an- B deren, Staatswyze, geregeerd werden. Ook n was de naam van eenen Oppervorst, federt w de afzweering des Konings van Spanje, haa- „ tclyk geworden by de Gemeente, daar de „ Prins j als Stadhouder , hooglyk geagt en n bemind was , en zelfs , in deeze hoedanig- „ beid, de voornaamfte deelen der opperfte w magt oefende, fchoon zy den Staaten der M byzondere Gewesten , in eigendom , bleef n toebehooren : waarom men zulken voor 's w Printen beste vrienden hieldt, die hem rie- n den, de aanbieding van Gelderland af te „ilaan, en daarentegen de oude en loftelyke w Regeering deezer Landen te handhaaven. " Goes
(«") Lettre du Piincc d'Orange dans J*mson Hin. de Gitil!,
Hl. Tum. lil i'. 3W, |
|||||
LV.Boek. HISTORIE. 555
Goes was volkomenlyk in 't gevoelen van Zie- 1^5.
rikzee , en herhaalde dezelfde redenen , daar-. —— byvoegende ,} dat de bloote titel van Hertog Goes, „ of Graaf den Prinfe geen meer gezags gce- 5, ven kon, dan hy reeds hadt j dat de ingeze- p3 tenen , onder den zoeten naam van yryheid, s ook veel meer tot de gemcene lasten zou- „ den willen opbrengen , dan zy , onder ee- „ nen Oppervorst, zouden willen doen ; ge- v lyk de voorige tyden geleerd hebben ; dat 0 Gelderland , voorgaande, de andere Gewes- ?) ten zou fchynen te trekken , om zig, insge- M lyks , te begeeven onder eene eenhoofdige „ Regeering ; doch dat dit met zou können n gefchieden , zonder veel onrust te veroor- n zaaken : dat het ook eene ondankbaarheid „ jegens God zyn zou , zulk eene Regeering 5j te veranderen , die nu , door de oudiieid en n door 's Hemels zegen , zo zeer bekragtigd ?> was." Thoolen , daarentegen , prees Gel- Tlioo-; üerland „ over 't aanbieden der hoogc Regee- len, j, ringe aan den Prinfe , als een blyk van er- j, kentenis zyner uitffceekende verdienften , ea n van zorg voor de veiligheid van 't Gewest j, in het toekomende. Ook raakte deeze op- „ dragt der Unie niet, alzo Gelderland moest n aangemerkt worden , als een overwonnen „ Gewest. De andere Gewesten hadden, der- j, halve, geene reden, om zig te ftooten, aan „ 't gene Gelderland gedaan hadt, en Thoo- j, len zou den Prins wel können raaden , toe „ het aanvaarden der opgedraagen' Hoog- ö heid." Doch op dit avis van Thoolen werdt, door fommigen , aangemerkt, dat Gelderland Bier kon gehouden worden voor een overwon- ' Z 3 nen |
||||
358 VADERLANDSCHE LV. Boek.'
|
|||||
1675. ,, Prinfe , op de vaste en gezegende gronden
- ,, der tegenwoordige wyze van Regeeringe , w nooit ophouden , maar eeuwig duuren zou-
„dcn." Wyders , riedt men hem „de aan- „ bieding der hooge Regeeringe van Gelder- „ land af te flaan , naar het loftelyk voorbeeld n van Gideon, wien Izraël, door hem, uit de „ flaaverny der Midianiten, verlost, diergelyk w eene aanbieding gedaan hadt (£}." xxi. Midlerwyl, was zyne Hoogheid, ziende de De Prins voornaamfte Steden van Holland neigen , om wyst de ]iem het aanvaarden der opperfte magt van Overheid Gelderland te ontraaden, en befpeurende, dat van Gel- «ïen argwaan hadt begonnen op te vatten , te- detland gen zyneu perfoon en inzigten , op den vyf- van de tjenden van Sprokkelmaand , reeds vertrokken ** naar Arnhem , met oogmerk om de aangeboo- den' waardigheid van de hand te wyzen , en
de Regeering van 't Gewest te herftellen. De Raadpenfionaris Fagel verzelde hem. De Rid- derfchap en Steden van 't Gewest, hier , te- gen den twintigften, byeengekomenzyndc, be- dankte de Prins hun hertelyk, voor het blyk van agting en vertrouwen , welk zy hem getoond hadden , in de aanbieding van het Hertogdom en Graaffchap : waarna hy dezelve, heufche- lylc, afwees. Doch 't Erfltadhouder- Kapitein- en Admiraal- Generaalfchap , welk hem , den volgenden dag, opgedraagen werdt, aanvaard- Hy her- de hy, dankelyk. Hyherftelde, hierop, het Heit de Geregtshof van Gelder, nam zitting opdeRol- I< egee- je en 5ragt daarna, de Regeering der Provin- nng van ' ö ' & ^ ft) Noinl. Ze\. t6, 14.. 1*, trt Fcl'r. 1675. II. 80,Si, 8fc
t/, 9F. Tweijaai. GefchitU. iL 4a3-4Jl. |
|||||
LV. Boek.
|
HISTORIE. 355>
|
||||||
cie en der byzondere Steden in eene nieuwe 167$..
en geregelde Orde. „ De Raaden, Burgemees---------
„ ters en Schepens zouden, voortaan , aange- dit Ga-
„ fteld worden door den Erflbdhouder , in de west» w meeste Steden , gelyk Nieuwmegen , Boni- wmel, Zutfen , Doesburg, Deutichem, Lo- p, chem, Grol, Arnhem, Harderwyk, Wage- n ningen , I Iattum en Elburg, voor den tyd w van drie jaaren ; in Tiel alleen , voor den n tyd van een jaar. De Gemeensluiden , te n Nieuwmegen, Bommel, Zutfen, Doesburg, „ Arnhem en Harderwyk , zouden voor hun y, leeven dienen : doch de openvallende plaat- „ fen ook vervuld worden , door den Erfftad- „ houder. Alle deeze aanftellingen zouden ,j gefchieden , zonder voorgaande benoeming. „ De andere Ampten , als het Burggraaffchap „ des Ryks van Nieuwmegen, de Landdrost- „fchappen van Zutfen en de Veluwe , de „ Amptmanfchappen , Rigtcr- en Scholtamp- ,j ten en diergelyken , die , te vooren , niet w door de Stadhouders alleen, begeven waren, n zouden , voortaan, alleen en zonder voor- „ afgaande benoeming , door den Erfftadhou- j, der , begeven worden. Ook zou hy de Se- „ kretarisfen der Kwartieren en der Steden „ aanftellen. De begeeving der buitenland- „fche Kommisfien in de ,Generaliteits-Kolle- !>? gien en in de Oost- en West-indifche Maat- „ fchappyen zou, insgelyks, aan den Erfilad- „ houder flaan : die ook de volftrekte beltel- „ ling over de Krygsmagt der Provincie , en „de beflisfing der gefchillen tusfchen de Le- ,5den en Kwartieren hebben zou." In gevol- ge van dit Reglement, werdt de Regeering Z 4 van,
|
|||||||
36b VADERLANDSCHE LV.Bos*.
|
||||||
»575. van Qelderland gefield door zyne Hoogheid,
-------die, kort hierop , ten zelfden einde , naar
ca ft, Overysfel vertrok. Hier, werdt, na 't ftellea
üverys- der Wethouderen in de Steden , den tweeden fcJ» van Lentemaand, insgelyks , een Reglement op de Regeering vastgefteld, volgens welk „ de ,5 Wethouderfchap in de Steden Deventer» „Kampen, Zwol, Hasfelt en Steenwyk, jaar- 5, lyks , verkooren zou worden door de Ge- wmeentsluiden, in elke Stad; welke Gemeents- v Tuiden, voor de verkiezing der Wethouderen, „ hun eigen getal zouden moeten vol maaken. „ Doch de Erfftadhouder in der tyd zou het „ regt hebben om de keuze, zo van Gemeents- „ luiden als van Wethouders , goed te keuren j, of te verwerpen ; en , in 't laatfte geval •, pjzelf anderen mogen aanftellen. In de an- j, dere Stedekens der Provincie , zou de Wet- n houderfchap gekooren worden , op den ou- j, den voet. De Drostampten, Landrentmecs- „ terichappen, Ontvangerfchappen , Schout- „ fchappen en diergelyken zouden , door den jj Erfftadhouder, alleen en zonder eenige be- j,noeming, begeven worden: doch de buiten- „Iandfche Kommisfien en het Griffierfchap „ der Staaten zou hy begeeven uit eene benoe- „ ming van een viertal. Eindelyk, zou de be- ,, Helling over 't Krygsvolk en de beflisfing der „ gefchiilen tusfchen de Leden, hier, ook ftaan „ aan den Erfftadhouder ( c}." De Priiw Op deeze wyze, raakten de drie overheerde bedankt QCWcsten , eindelyk, veel meer onderworpen MB van aan ^et Stadhouderlyk gezag, dan zy, ooit te VQO-
|
||||||
(#) Zie Twe»jaar. Gtfcliied. Il 4,59-470«
|
||||||
LV.Boek. HISTORIE.
|
|||||||
3<fi
|
|||||||
vooren, geweest waren: waaruit bleek, dat 167s.
zy, eenigzins, als herwonnen, aangemerkt en behandeld werden. De Prins hadt, op den zelf- V.recht den dag, dat hy de aanbieding van de hooge vo°r Regeering van Gelderland van de hand wees, r^ hiervan kennis gegeven aan de Staaten van U- trecht, welke hy, tevens, bedankte, voor de blyken van agting, die zy hem, in 't geeven van hunnen raad, betoond hadden, hebbende hy, zo hy verklaarde „ met groot genoegen, „ gezien, dat zyn voorflag onder hen geen' „ argwaan verwekt had, gelyk in andere Ge- „ westen, daar men hadt voorgegeven, dat „ hy, door den tegenwoordigen oorlog, niet „ dan zyne eigen' grootheid gezogt hadt (*/)." Maar den Staaten van Zeeland fchreef hy, den Zy agttienden van Lentemaand, op eenen geheel f™!l''"e anderen zin. De Staaten eerst, voor hunne ge- ^k? van nomen moeite, bedankt hebbende, verklaar- zeeland. de zyne Hoogheid „dat, onaangezien zyne „ poogfngen altoos geflrekt hadden, om den „ Staat te redden uit de rampen, waarin de- „ zelve, federt vier-entwintig jaaren, verval- „ len was, en by deszelfs vryheid en voor- „ regten te bewaaren, hy, zelfs uit de avlfert t, van eenige Leden van Zeeland, met groote „ fmerte, hadt vernomen, dat men andere ge- „ dagten van hem hadt: waardoor, ook in de „ Gemeente, een argwaan verwekt was, als „ of hy 't op het verkrygen van de * opperfte * Souye. n magt over de Landen toegelegd hadt; en »*«"'«*• „ daardoor, op het wegneemen der vryheid, „ het verbannen van den Koophandel, het „ flao-
(rf) Zk Twecjaar. Gefcfiipd. H. 474'.
Z 5
|
|||||||
3&> VADERLANDSCHE LV.Bgb*.
|
||||||
1575. van Qelderland gefteld door zyne Hoogheid,
■------- die , kort hierop , ten zelfden einde , naar
e» m Overysfel vertrok. Hier, werdt, na 't ftelkn
€>verys- der Wethouderen in de Steden , den tweeden **» van Lentemaand, insgelyks, een Reglement op de Regeering vastgeiteid , volgens welk „ de 5j Wethouderfcbap in de Steden Deventer, 5, Kampen, Zwol, Hasfelt enSteenwyk, jaar- 55 lyks , verkooren zou worden door de Ge- „ meentsluiden, in elke Stad; welkt: Gemeents- 5, luiden, voor de verkiezing derWethouderen, 55 hun eigen getal zouden moeten vol maaken. 55 Doch de Erfltadhouder in der tyd zou het 5, regt hebben om de keuze, zo van Gemeents- „ luiden als van Wethouders , goed te keuren 55 of te verwerpen ; en , in *c laatfte geval •, J5 zelf anderen mogen aanftellen. In de an- 5, dere Stedekens der Provincie , zou de Wet- 55 houderfchap gekooren worden , op den ou- 5, den voet. De Drostampten, Landrentmees- 55 terfchappen, Ontvangerfchappen , Schout- ,, fchappen en diergelyken zouden , door den „ Erfftadhouder , alleen en zonder eenige be- 5,noeming, begeven worden: doch de buiten- „landfche Kommisfien en het Griffierfchap 55 der Staaten zou hy begeeven uit eene benoe- „ ming van een viertal. Eindelyk, zou de be- „ ftelling over 't Krygsvolk en de beflisfing der 5, gefchillen tusfehen de Leden, hier, ook ftaan ,5 aan den Erfftadhouder ( c)." I>e Prins Op deeze wyze, raakten de drie overheerde bedankt Gewesten , eindelyk, veel meer onderworpen teVvaa aan ^et Stadhouderlyk gezag, dan zy, ooit te VQtV
|
||||||
(*) Zie Twe»jaar. Gcfdiictl. il 459-470»
|
||||||
LV.Boek. HISTORIE. tfi
|
|||||
vooren, geweest waren: waaruit bleek, dat 1675.
zy, eenigzins, als herwonnen, aangemerkt en behandeld werden. De Prins hadt, op den zelf- Utrecht den dag, dat hy de aanbieding van de hooge vo°r Regeering van Gelderland van de hand wees, r'^en hiervan kennis gegeven aan de Staaten van U- trecht, welke hy, tevens, bedankte, voor de blyken van agting, die zy hem, in 't geeven van hunnen raad, betoond hadden, hebbende hy, zo hy verklaarde „ met groot genoegen, „ gezien, dat zyn voorflag onder hen geen' „ argwaan verwekt had, gelyk in andere Ge- „ westen, daar men hadt voorgegeven, dat „ hy, door den tegenwoordigen oorlog, niet „ dan zyne eigen' grootheid gezogt hadt Qd)" Maar den Staaten van Zeeland fchreef hy, den Zy _ agttienden van Lentemaand, op eenen geheel [™!]'"e anderen zin. De Staaten eerst, voor hunne ge- <jie van nomen moeite, bedankt hebbende, verklaar- Zeeland, de zyne Hoogheid „ dat, onaangezien zyne „ poogingen altoos geflrekt hadden, om den „ Staat te redden uit de rampen, waarin de- „ zelve, federt vier-entwintig jaaren, verval- „ len was, en by deszelfs vryheid en voor- „ regten te bewaaren, hy, zelfs uit de avïfett „ van eenige Leden van Zeeland, met gro< >te „ fmerte, hadt vernomen, dat men andere ge- „ dagten van hem hadt: waardoor, ook in de „ Gemeente, een argwaan verwekt was, als „ of hy 't op het verkrygen van de * opperfte * Souye* ^ magt over de Landen toegelegd hadt; en rainitei*> „ daardoor, op het wegneemen der vryheid, „ het verbannen van den Koophandel, het „ Aqo-
(rf) Zit Twecjaar. Gefchied. hl. 472.
Z 5
|
|||||
362 VADERLANDSCHE LV.Boek.
„ floopen der Indifche Maatfchappyen, het
„ verzwakken van 'c geloove der Wisfelban- „ ken, en het vernietigen der Schuldbrieven, „ loopende ten laste van de Landen. Tot wel- ,, ke /laatelyke en boosaartige vermoedens, hy, „ zyns weetens, nimmer eenige reden gege- „ ven hadt. Zy, die, voorheen, 't bewind der „ Regeeringe in handen gehad hadden, had- „ den hem willen uitfluiten van de waardig- „ heden , door zyne voorouders , zeer ten „ dienfte van de Landen, bekleed; en 't gene „ zy hem daarvan nog als eene gunst laaten „ wilden, dervvyze, bepaald, dat hy buiten „ Haat gefield was, om 's Lands oorber te be- „ tragten naar behooren. Men hadt hem de ,, Voorregten, die altoos aan zyne byzonde- „ re goederen gehegt geweest waren, gezogt „ te beneemen. Al wat tot zyne kleinigheid „ en verdrukking ter hand genomen werdt, „ doopte men, vast, met den naam van voor- „ flaan der Vryheden en Voorregten van de Lan- „ den: terwyl de zogenaamde Voorftanders „ der Voorregten en Vryheden llegts Voor- „ ftanders van hunne eigen' grootschheid en „ aanzien waren, zig verheiten boven hunne „ medeburgers, en zig, op allerlei wyzen, „ drongen in 't bewind, de Regeering der Ste- „ den fchikkende naar hunnen zin, zonder „ veel agt te geeven op Privilegien. Hy hadt „ zig, daarentegen, tot het begin van den te- „ genwoordigen oorlog toe, alleenlyk tot ly-- „ den en verdraagen moeten fchikken; maar „ daarna getoond, dat hy zyn goed, eer erj „ lecven niet te waardig hieldt, om 't Land by ., zyne viyheid, voorregten,koophandel,zee- 5, vaart
|
||||
LV.Boee. HISTORIE. 3Ó3
„ vaart en middelen te bcwaarcn., Wien kon
„ vergeeten zyn, hoe zeer veele Regenten, „ toen 't, in den jaare 1672, aankwam, op „ voorftaan van de Vryheid en den Gods- „ dienst met goed en bloed; beilooten en ge- „ tragt hadden, op zeer fchandelyke voor- „ waarden, te verdraagen met den vyand, en „ hoe zy, die meest gefnoefd hadden van „ 't voorlïaan der Vryheid, de voorbaarig- „ ften waren geweest, om een Verdrag te flui- „ ten, waardoor Godsdienst, Vryheid, Voor- „ regten en alles, opeens, verlooren geweest 9, zoudeivzyn? Wien was onbekend, hoe hy, j,, zig verlaatende op de gunst des Almagtigen, ,, deeze fchandelyke onderhandeling, zo veel „ in hem ware, hadt tegengelproken en belet, „ fchoon hy, door 't aanhouden van den oor- „ log, in zyne eigen' goederen, voor zo ver „ dezelvcn in andere Landen gelegen waren, 3, meer leedt, dan iemant van 's Lands inge- „ zetenen. Elk wist, dat, toen de vyand, „ daarna, onder de voorwaarden der Vrede, 5, wilde doen ftellen,dat hem de opperfte magc „ der Landen zou afgeflaan worden, hy zig „ even fterk gekant hadt, tegen zulk eeneVre- „ de. 't Was, daarenboven, openbaar, hoe „ hy, in den jaare 1672, toen de Burgery, „ misnoegd op haare Regenten, dezelven allen „ veranderd wilde hebben, zyn best gedaan „ hadt, om de gereezen' onlusten te ftillen, „ zonder zig te willen bedienen van deeze ge- „ legenheid, om meerder gezag te verkrygen, „ 't welk hem, anders, zeer ligt te doen ge- „ weest zou zyn. Zou hy de Souverainiteit i, dan nu zoeken; daar hy ze afgefiaagen hadr, „ toen,-
|
||||
3^4 VADERLANDSCHE LV.Boek.
1675. „ toen ze hem aangebooden werdt, en geen
■------„ meerder gezag begeerd, toen hy 't, ligte-
„ lyk, verkrygen kon? Zo hy, door het aan-
„ neemen der Souverainiteit van Gelderland j „ de andere Gewesten hadt willen opwekken, „ om hem diergelyke opdragt te doen; kon hy „ ze, immers, aanvaard hebben, zonder de „ Staaten, deswege, vooraf', te raadpleegen. „ Hy wenschte, hierom, we) te weeten, wel- „ ke daad hy, onweetende, begaan mögt heb- „ ben, waardoor hy zulk een' argwaan ver- „ wekt hadt. De Leden hadden hem dienst „ gedaan, met hem te raaden naar hunne „ waare meening, en hunnen raad met rede- „ nen te bekleeden; maar hy beklaagde zïg „ alleen, dat men hem, by 's Lands goede „ ingezetenen, bezwaard hadt, met haately- „ ke vermoedens. Immers, hadt hy de aair- „ bieding der Gelderfchen, zonder aarzelen, „ en eer hy den brief der Sraaten van Zee- „ laftd ontvangen hadt, van de hand gewee- „ zen, onaangezien hy, tot het tegendeel, ge- „ raaden was, door zeer veele Leden der an- „ dcre Gewesten. Ook hadt hy nooit genegen- „ heid tot zulke waardigheden gehad: en hy „ kon den Staaten verzekeren, dat zyn afkeer „ daarvan nimmer veranderen zou. Voorts, „ twyfelde hy, of 't voorbeeld van Gideon „ wel genoeg op hem paste, 't Ware, zeker, ., te wenfehen, dat al het volk zig zo gedroe- „ ge, dat het den naam van Gods Folk, met „ regt, draagen mögt. Maar men hadt, „ voorheen, doen zien, dat men op die er- „ fenis des Heeren zo veel ftaats niet maakte, ,, toen men kon goedvinden, de drie Gewes- >* ten,
|
||||
LV.Boek. HISTORIE. fa
„ ten, die nu zo gelukkiglyk tot het Verbond
„ herbragt waren, over te geeven aan eenen „ vyand, die een' Godsdienst beleedt, ftrydig „ met den waaren Hervormden: minder zwaa- „ righeid maakende in zulk een' afftand, dan „ men nu argwaan hadt opgevat tegen hem, „ om dat Gelderland hem de waardigheid van „ Hei tog en Graave wilde opdraagen, onder „ beding, dat hy dit Gewest by de Unie be- „ waaren zou. Uit zulk een gedrag, mögt „ men veeleer dugten, dat eens zou können „ bewaarheid worden, 't gene Gods Woord ,, van 't Huis Gideons getuigde, dat, naam- „ lyk, de kinderen Izraels niet dagten aan den „ Heere hunnen God, die ze gered hadt van de „ hand aller hunner vyanden van rondsomme, en „ dat zy geene weldaadigheid deeden by den Hui- „ ze Jerubaals, dat is Gideons, naar al het goed, „ dat hy by Izrael gedaan hadt: te meer, om „ dat hy, hiervan, ten aanzien van de dien- „ ften zyner voorouderen, ook in Zeeland, \, zulke leevende blyken ondervonden hadt. „ Doch hy hoopte, liever, dat God zyne goe- „ de inzigten verder zegenen zou; en dat de „ kwalykgezinden , door den tyd , genezen „ zouden worden van de verkeerde indruk- „ fels, welken zy opgevat hadden: terwyl de ,5 genegenheid , die verfcheiden' goede Re- „ genten en veele goede ingezetenen hem toe- „ droegen, hem nooit zou doen verflappen, „ in den yver, om den Staat wel te doen. „ Op alles hadt hy zig wat breeder moeten „ uitlaaten, om dat hy bevonden hadt, dat „ beide de briefen het befluit der Staaten van f, Zeeland, met de verfchillende gevoelens der „ Le-
|
||||
]66 VADERLANDSCHE LV. Boek:
|
|||||||||||
„ Leden, door den druk, gemeen gemaakt
„ waren, en aan kwalykgezinden gelegenheid „ gaven, om 't volk in te boezemen, dat zelfs „ eenigeRegenten argwaan tegen hem hadden „ opgenomen (e)." 's Prinfen brief werdt ook gedrukt, en open-
lyk verkogt. Doch fommigen werden, door den zelven, geheel tegen 't oogmerk van zy- ne Hoogheid, verfterkt in de gedagten, dat hy naar de opperfte magt geftaan hadt (ƒ): 't welk zo ver ging, dat men 't der Gemeente, by monde en gefchrifte, meer en meer, in- drukte; waarom, by de Staaten van Holland, eerlang, ernftelyk en op ftraft'e des doods, ver- booden werdt, te zeggen ofte fchryven, dat zyne Hoogheid ftondt naar de Souverainiteit: alzo zy zulke gerügten hielden te flrekken tot oproer, en om de Gemeente onlustig te maa- ken in het draagen der lasten, welken zy ge- noodzaakt waren haar op te leggen (g): welk verbod den luiden den mond fnoerde. De Ridder Temple, die zig, ten deezen
tyde, in den Haage, ophieldt, verbaalt „dat „ fommigen, uit het werk van Gelderland, in „ der daad opmaakten, dat de Prins Staatzug- „ tig was, en op de oppermagt der andere Ge- „ westen toelei; dat anderen oordeelden, dat „ zyne jonge Raadsluiden hem diergclyke ge- „ dagten in 't hoofd gebragt hadden, en dat „ 'er, eindelyk, ook waren, die meenden, dat „ da
(e~) Zie Tweejair. Gercliieri. il. 473-478.
f/) Gcfhr. Aaiit. van dfczcn ty.l. P. A. Samson Hift óa Guill W. Tom. /IJ. p 371, 41,1. 4tf>. (i;') Zie Groot-PIiikaail). UI ü.el, U. 524. Twcejaar. Gei 'fJutd. lil. ï-6.
|
|||||||||||
W?5-
|
|||||||||||
De Staa-
ten van Holland verbie- den te zegden of te fchry- ven, dat de Prins naar de Souve- rainiteit flondt. |
|||||||||||
Aanmer-
kingen van Tem- ple,over de op- dragt der oppirtte maiit van Gelder- land aan den Piin- fe. |
|||||||||||
LV.Boek. HISTORIE. 367
„ de Prins de Staaten flegts hadt willen pol- I($7$.
., fen, en zelfs de eer behouden van hunne —— „ aanbiedingen afgeflaagen te hebben." Hy „ voegt 'er by „ dat het eerfte vierkant ftreedt, „ met het openbaar gedrag en de geduurige „ betuigingen van den Prinfe, die de Souve- „ rainiteit, hem door Frankryk aangebooden, „ afgellaagen hadt, en altoos verklaarde, dat „ een fouverain Vorst 's Lands Koophandel „ en te gelyk de grootheid en 't vermogen van „ den Staat bederven zou. Dat het ook geene „ jonge Raadsluiden alleen waren, die den „ Prins hadden geraaden, de opperfte magt „ over Gelderland te aanvaarden : dat nie- „ mant twyfelde, of de Raadpenfionaris Fa- „ gel hadt 'er in bewilligd: en dat Beverningk „ zelf hem gezeid hadt, dat hy den Prinfe „ hadt geraaden het Hertogdom van Gelder „ te aanvaarden. Zyns oordeels, moest dit „ werk, voomaamlyk, toegefchreeven wor- „ den aan de Gelderiche Edelen; die, op dee- 3, ze wyze, hun Hof zogten te maaken by „ den Prinfe, om tot krygs- en andere bedie- „ ningen bevorderd te worden. Doch, belluit „ hy, of de Prins dit met oogluïkirigt aanzag, „ of zelf, of, door zyne vrienden, de zaak be- „ vorderde, en met hoedanige inftruftien of oog- „ merk, kan ik niet zeggen (/£)." Naderhand, heeft men, noch in Gelderland noch in eenig ander Gewest, gefproken van opdragt der ïioogite magt aan den Prinfe van Oranje. In Sprokkelmaand deezes jaars, was de jon- prjnï
ge Prins, Henrik Kafimir, aangefteld, tot Erf- Hendrik ßiKJ- Kafimir
m Tüiirte M«n»r, il. jöC-jöj, Wwdt
|
||||
363 VADERLANDSCHE LV.Boek.
|
|||||||||
ftadhouder van Groningen en de Ommelanden
en van het Landfchap Drente, door de Staa- ten van beide deeze gewesten (f). Na 't eindigen van den jongften veldtogt,
begon men, gelyk wy, te vooren, zagen, ern- ftiger dan voorheen, te fpreeken van vrede. Frankryk zelf werdt den oorlog moede, be- dugt, zo men meende, voor eenen opftand onder 't gemeen, wanneerde Bondgenooten, gelyk 't voorneemen was, een' inval in 't Ryk zouden doen (T). En deeze kommer was niet ongegrond. Frankryk ftak, thans, vol mis- noegden, over de zwaare lasten, die de oor- log veroorzaakte. In Gras- en Hooimaand des voorleeden jaars, hadden die van Guienne, Languedoc, Dauphiné en Provence, zig on- derling verbonden hebbende tot handhaaving hunner oude Privilegiën; met welken, zy 't op- leggen van veele nieuwe lasten hielden te ftiy- den; een Verbond geflooten, met de ftaatcn en met de Kroone van Spanje; waarby hun befcherming en onderftand beloofd werdt (7). En in deezen jaare, ontftonden 'er verfehei- den' gevaarlyke opfchuddingen, te Bourdeaux, te Nantes, te Rennes, en op verfcheiden an- dere Plaatfen van Frankryk: waarover de Ko- ning, eerlang, eene zwaare ftraf oefende (ni). 't Was dan geen wonder, dat hy vrede zogt. Midlerwyl, hadden de Staaten Breda tot han- delplaats afgeweezen; doch daarna Hamburg, en
|
|||||||||
1675.
Erfftad-
houder van Gro- ningen en Dren- te. XXII.
Voorbe- reidfels tot de al- gemeene Vrede- liande- ïing. |
|||||||||
f O Tveejasr. Gefchied. II. 478.
(k) Teaiplc Memiir. il. 3^1. il) Secr Rpf.i'. fioll 20 Jtily irt?s- W Deel, hl. 4«J Dl»
Mont Curps Dipimn- Tom. V[l. p. i p 277. (w) Twcejaar. Gefchied. tl. 575-5«3, 709, 777. |
|||||||||
tv. Boek* HISTORIE. $éf
en wat laater, Meurs, welk onzydig verklaard ify§i
Was, voorgeflaagen. Maar Lodewyk de XlV. * hieldt deeze Plaats onveilig, als gelegen in
het Dui:fche Ryk , en den Prinfe van Oranje toebehoorende. Van de zyde van Groot -Bri- Nieiw- tanje , werdt toen Nieuwmegen voorgefteld : »negen waarin beide Frankryk en de Staaten, en eer- ^r^acn. lang ook de overige Bondgenooten genoegen deiplaots namen (»). Men tradt, teirtond, tot het vastge» benoemen van Gevolmagtigden , om over de fteld« Vrede te handelen» Frankryk f ehikte , tot dit werk, den Hertog van Vitry, in wiens plaats , nogtans , daarna , de Maariehalk d' Estrades kwam , benevens de Heeren Colbert én Joa.t Antoni de Mémes, Graan d"Avaux. Der Staaten Gevolmagtigden waren dezelfden, die tot de Keulfche handeling benoemd waren geweest , te weeten, van Beverningk, ödyk, van Haren en Ysbrands. De Koning van Groot- Britanje, als bemiddelaar der Vrede, magtigde John Berkeley , den Ridder Tenaple en Lionel Jen- kins. Doch daar verliep nog een geruime tyd , eer men in onderhandeling tradt. Frankryk wilde zyne Gevolmagtigden niet afzenden , voor men Prins Willem van Furftemberg in vryheid gefteld , en 't geld , te Keulen aange- houden , te rug gegeven hadt. Ook ftonden Koning Lodewyk en de Zweeden fterk , op het fluiten eener wapenfehorfinge. Doch gee- jien van deeze voorafgaande punten konden , door de Bondgenooten, ingewilligd worden (o). Ter-
t*) Aftes de la Pix de Niffteg. Tom. f p. 10, 15.
<>) Aétes Je !a Paix iie Nimeg. 'l\m. !. p- «1, S<5- Twee«
foir. GclcliieJ. U 3yo, 3ji, 407-412, 545- T.-MPLE Mji»<« *.. l7»-38r. XIV. Deel. . -Aa
|
||||
tfo VADERLANDSCHE LV. Boek,
1675. Terwyt de hoop tot vrede nog flaauw was ,
-—— btfreidde men zig, wederzydsch, tot den veld- De Prins fogt. Doch alle zaaken van gewigt bleéven , van Orw- met fen aanvang van Grasmaand , zo goed als deKiafer-rtuftaan , ter gelegenheid van de onpasfelyk- poirjes. heid des Prinftn van Oranje, die, ten deezen Doch tyde, de Kinderpokjes kreeg, welken zynen Va- herftck feY s omtrent in gelykeiï ouderdom, doodelyk Aïfig? geweest waren. Doch "de Zoon herftelde zo lyk, van. fpoêdig en gelukkig, dathy, ddn negentienden , reeds wederom in 't openbaar verfcheen. Tot lof vän'den Heere Willem Bentink, Drosfaard van Lingen efi Kamerheer van zyne Hoogheid, wordt aangemerkt, dat hy , nagt en dag , by 't bedde van den zieken, was, hem alles, wat hy begeerde , met eigen' hand , aanreikende, tot zo verre, dat zyne Hoogheid, naderhand, verklaarde „ niet te wee'ten, of* Bentink geilaa- „ pen hadt of niet; maar wel, dat hy, in zes- „ tien etmaalen , niet hadt geroepen , zonder , n door deezen trouwen dienaar , vaardiglyk , 5, beantwoord te worden." Doch de Prins was näauwlyks herfleld , of Bentink ftortte in de zelfde ziekte, en genas, met 'veel grooter ge- vaar, fchoon fpoedig genoeg, om zyne Hoog- heid nog wederom te verzeilen in't Leger (p). De Prins kreeg, hierom, en uit andere oorzaa- ken, zo groot eene agting voor deezen Heere, dat hy hem, fchoon buiten Holland gebooren, in 't volgende jaar , zelfs voor den Heere van Voorfchooten, dien men gaarne den voorrang gegeven hadt, in de Orde der Ridderfchap be- fchryven dcedt (#). De
(/») Templk Momor W. 373 enz. Twee.iaar.Cefchieel. il 5«*..
f 11) Uit vetfdi. SUlbl. en Scukken , m Kidiknctiap Umä- |
||||
LV.EoEk; HISTORIE. m
De Koning van Frankryk begaf zig, in Bloei- ^$.
maand, naar t Leger, over welk by denPrinfe-------
Van Condé het opperbevel hadt opgedraagen. xxiir.
Twee andere vliegende Franfche Legers ilon- Openil,8 den onder Crequi en des Huniieres. In Len- ^togt, temaand te vooren, hadt de Graaf d'Estrades, die , kort hierna , tot Maarfchalk van Frank- fryk, verheeven werdt > zig meester gemaakt van het Kasteel van Luik. Crequi bemagtigde Dinant, op het einde van Bloeimaand. Hui ging, weinige dagen laater, over aan den Mark- graave van Rochefort. Een ander gedeelte van öe tfrsrt- Conde's Leger was, midlerwyl j gezonden om fetten bé. Limburg aan te tasten. De Prins van Oranje l*'££i!* maakte , terftond , zyn werk , om deeze Stad Im te ontzetten, 't Leger der Staaten, te Roozen- daal verzameld zynde , was , van daar, opge- broken en getoogen naar Duffel. Het Spaan- fche Leger, hieromtrent, byeengebragt, door Kar cl de Gurrea ctArrdgon en de Borgtet, Herzo- ge van Villa HermoJ'a, die denGraave vanMon- terei, onlangs , opgevolgd was , in de Land- voogdye derSpaanfcheNederlanden (r), was, midlerwyl, ook in beweeging geraakte De Prins van Oranje , voorttrekkende tot ontzet van Limburg, was reeds by Mülheim over de Roer gekomen , toen hy vernam * dat de Stad zig, zes dagen na het openen der Loopgraa- ven, op den een-entwintigften van Zomer- maand , overgegeven hadt aan den Hertoge van Enguien, die zigj daarna, wederom voeg- de by den Prinfe van Condé, en met hem Bra- bant introk. Oranje volgde het Franfche Le- * ger#
CO Tweejoir. Gtfcükd. tl. 511, 51«.
Aa %
|
|||||
\
|
|||||
%7i VADERLANDSCHË LV.Coek,
|
|||||
1^75. ger, trekkende, by Roermonde, over de Maa>
<*—— ze , en voorts na den kant van Diest. Ds Legers naderden eikanderen, tot op twee my- len , en 't lcheen tot eenen flag te zullen ko- men : doch Condc fchuwde dien : en 't jaar- getyde verliep , zonder dat 'er iet van belang meer voorviel. De Legers vergenoegden zig , met agt geeven op elkanders beweegingen, en eikanderen het aantasten en veroveren van Oranje Steden te beletten. Nogtans, gelukte het den fceemt Prinfe van Oranje , Binch in te neemen , op Uinchiu. den een - endertigften van Oogstmaand. De Stad werdt, teiftond, geflegt; doch, door de Franfchen, wat laater, wederom bezet en ver- fterkt. De Franfchen deeden, dit jaar, twee invallen in 't Land van Waas, daar zy rykely- ken buit maakten. De onzen wierpen, in Herfst- maand , bezetting in de Stad Hasfelt, in Lui- kerlalid , waarna de wederzydfche Legers de Winterkwartieren betrokken (j). XXIV. 't Geweld des algemeenen oorlogs hadt zig „ Staat (jjt jaar ^ meest aan andere oorden vertoond. io"s°\!i' ^et i^eizerlyk Leger onder den Graave van Duitscli- Montecuculi, Filipsburg dreigende te belege- land, ren , werdt over den Ryn tegengetrokken , door den Markgraave de Turenne , die, eeni- ge Plaatfen hebbende ingenomen , zig op den oever dier Riviere nederfloeg. De twee Le- gers deeden hier eikanderen veel fchade, door Tiirentie 't hinderen van den toevoer. Turenne , eerst foeuveic. voortgetrokken tot by Saltsbach , werdt, van eene hoogte , op welke de Keizerfchen gele- gerd CO Twetjaar. Gercli'c«l. U- $56, 567, 57^, 617-^30, 71$-
ps.'i, 774. Tkmi'iB M;mor. */. jfo, j>a. |
|||||
LV.Boek. HISTORIE. 373
gerd waren, door eenen Kanonkogel, die, ie- 1075.
mant den arm weggenomen hebbende, hem te-------
gen de borst ftuitte, zo fel getroffen, dat hy 't,
terftond, beftierf (j). De Koning van Franke ryk verloor aan hem eenen zyner bekwaamfte Legerhoofden. Ook verwekte zyn dood, die op den zeven - entwintigften van Hooimaand voorviel, zo veele ontfteltenis in 't Franfche Leger, dat het, terftond daarna, over den Ryn te rug toog. Montecuculi volgde den vyand op de hielen , viel hem in de agterhoede , en lloeg hem een goed deel volks af. Sedert, vielen'er verfcheiden' fchutgevegten voor, tus- fchen de Keizerfchen en Franfchen, met we- derzydsch nadeel. De Hertog van Lotharin- gen en George Willem , Hertog van Bruns- wyk-Lunenburg, in't begin van Oogstmaand, te Straatsburg, over den Ryn, getrokken zyn^ de , floegen 't beleg voor Trier. Crequi, ge- komen om de Stad te ontzetten, werdt ge- heellyk geilaagen. Trier ftondt het beleg, ee- ne geheele maand , door , en ging, niet voor den zesden van Herfstmaand , over, by ver- drag. Condé, 't gebied over't Leger van Tu- renne op zig genomen hebbende, hadt Monte- euculi, kort te vooren, genoodzaakt, 't beleg van Hagenau- op te breeken : ook werdt de Markgraaf v;ui Baden - Durlach , wat laater , gedwongen , de Stad Sabern, die hy belegerd hadt, te verlaaten ("#.), D&
(t~) Tempif. Mentor. */. 390.
Cü~) Fkuquikre* Mrinuir. Hift & Mi'it. Tim. It p. 3». Da-
piM. Jeurimi de LoaisXIV. p, CKXl. ÏWL-cjaar. Gefchi.-d, i/l. ?SÄ. 561. 56J, 635-641, 660,667-703, 729, 733. Tiu'u fciiiuar, tl 3V3-3V6. |
|||||
A%. 3
|
|||||
374 VADERLANDSCHE LV.Boek.
1675. De Graaf van Schomberg , die 'c Franfcha
—-----Leger in Rjeusfillon geboodt, overmeesterde XXV. aldaar verfcheiden' Plaatfen, en onder ande-
Krygsbe- ren Bellegarde f Welk hem, den dertigften van ïlpuffil-11 Hooimaand, in handen viel (y). ion en in Ook liep het Krygsgeluk den Franfchen, in
Sicilië. Sicilië, mede. De Spaanfchen hadden 't beleg gefiaagen yoor Mesfina, en de Stad, doorhon- ger en elende, tot op 't uiterfte gebragt, toert 'er ontzet van Frankryk kwam, onder den Her- toge van Vivonne, die, eerlang, den eed van getrouwheid , in den naam van den Koning , zynen meester, van de ingezetenen ontving.' De Stad Augusta in Sicilië werdt, in Herfst- maand , ook veroverd door de Franfchen. De Prins van Monte Sarchio, wat laater, afgevaa» ren van Napels naar Mesiina , geraakte in ge- vegt met de Franfchen, welk gefcheiden werdt, door eenen hevigen ftorm , waarby de laatfteri verfcheiden' fchepen verlooren (i;>). XXVI. De Zweedfche Gezanten waren, te Weenen
De /-wee- en in den Haagc , nog bezig om tot vrede te c!en val- raac}en t toen het Koningklyk Leger, welk, fe- Itamden- dert eenigen tyd, onder den Generaal •, Karel burgfche Gustaaf Wrangel, verzameld was , den der- kandeu. den van Louwmaand, optrok, in Marks Land viel, en zig van verfcheiden' Brandenburgfchq
Plaatfen , zelfs tot digt aan Berlyn toe, mees- ter maakte. Daama , trok Wrangel in Agter Portieren , alwaar de meeste Plaatfen zig aan hem onderwierpen. Karel de XI. lloot, ten zelfden tyde , een Verbond met den Hertoge van
Cv) Tw:rjaar. GtrcVed. VI. 652, 71».
Iwj Tweija»r. üd'chicU. i/J. 51? , 583 » c53 » 7» » 743* 7*5» 74*5. |
|||||
V
|
|||||
LV.Boek. HISTORIE. 375
van Holftein, met den Hertoge van Brunswyk- 1675.
Lutienburg te Manöver, en met den Keurvorst —:— van Beieren. De Keurvorst van Brandenburg, De Staa. daarentegen , in Lentemaand, te Klecve, een ten ver- mondgefprek gehouden hebbende met den Naaren Prinie van Oranje, begaf zig, in Bloeimaand, ^Tim' in perfoon naar den Haage , en bewoog de zweï. Staaten, ligtelyk, om Zweeden den oorlog te <jen. verklaaren , 't welk, op den vyftienden van Zomermaand, gefchiedde (V). Hierop volgde eene Oorlogsverklaaring van Zweeden aan de Staaten , gedagtekend den zesden van Kooi- maand. De goederen der ingezetenen van den Staat werden in bellag genomen , in Zweeden. Waartegen te Amfterdam een bevel uitkwam, om de Zweedfche goederen, aldaar, ook op te geeven ter Sekretarye (j). Midlerwyl, was De Bran- de Keurvorst van Brandenburg , met een aan- !?e.nbu£g* zienlyk Leger , opgetrokken tegen Wrangel, b^,f"n " en 't was hem gelukt, drie Zweedfche posten mCrke!y-' op de Havel te veroveren. Ook bemagtigde ke voor- hy de Stad Ratenauw; tastte , daarna , het deelfa Zweedlche Leger, welk hieromtrent lag, aan, ^veee. op den agt-entwintigften van Zomermaand, en den. behaalde 'er eene volkomen overwinning op. De Staaten hielden eenen plegtigen dankdag , over deeze zeege. De Keurvorst, zyne over- winning vervolgende, rukte voort in Meke- lenburg, en regt op Wismar aan, omtrent wel- ke Stad , hy zig nederiloeg. De Koning van De Staa- Deenemarke, insgelyks in de wapenen geraakt ten voe" zynde, hadt den Hertog van Holftein gedwon- |g"ige gpO, fchepen
(*) Zie Tweejw. Gefchied. U. 607.
(y) Zie .Tweejaar. Ccfchied. l/t. 703,704, Aa 4
|
||||
Sr<5 VADERLANDSCHE LV.Boek;
|
|||||||
1675. gen, van het Verbond, metZweeden gemaakt,
aftegaan. Ook bragt hy eenige fchepeninzee, |
|||||||
•>y di waarby de Staaten eenigen anderen voegden,
P*en" onder den Kommandeur Binkes. Deenemarke Deeiié- verklaarde Zweeden den oorlog, op den twee- marke den van Herfstmaand. Rostok werdt, eerlang, verklaart bezet by de Deenen. De Brandenburgfchen den aor- veroverden Wallin , ftormenderhand ; doch Zweeden. werden, wat laater, genoodzaakt, 't beleg voor Verfchei-'Karelflad op te breeken. De Bisfchop van den'Ver- Munfter, ook, voor eenigentyd, metdenKei- bondeii. zer ^ ^ en federt met Spanje en met de Staa- ten (öt) , in Verbond getreden zynde, hadt een Leger verzameld, welk, met eenige Branden- burgfche troepen vereenigd, in Breemen viel, en verfcheiden'Plaatfen bemagtigde. JoanFre- drik, Hertog van Brunswyk-Lunenburg te Ha« nover, verliet, omtrent deezen tyd, het Ver- bond met Zweeden , en trof een Verdrag mes Deenemarke, Brandenburg en Munfter, waar- by hy beloofde, in den tegenwoordigen oorlog tegen Zweeden, onzydig ie zullen bïyven (ß). Doch hy floot, daarna , een byzonder verde- digend Verbond met den Bisfchop van Mun- fter (c) : in gevolg van welk , hy, eerlang , ook deel nam in den oorlog tegen Zweeden. • De ftaat der zaaken tusfehen Zweeden en Bran- denburg veranderde zeer ten voordeele vanden, laatften, -tegen 't einde van den vcldtogt (</)* De
(z'j Du M 'NT Corps Diplom. Tm. VTI. P. f. p. Z5&>
ia) Tweejaar. ©elchicd. bf. 717. Du Mohf Corps Dipi. Tom Vir. P. i. p. 308.
(t) D" Mint Corps D;pIotn. Tom. VII. P. I. p 305, 3' &• (O Di» Mout Coips D'rilomi Te»». VU. P. U p- Jï*. fd ) Twee-jaar. <3eich. */ 482, 4V5-5IOj5^, 544.j6o6»M£ $50,'660, /Oi-709, 733-,-43«
|
|||||||
\
|
|||||||
tV. Boek. HISTORIE. 377-
De Keurvorst veroverde Wolgast. De Dee- ^g.
Hen bemagtigden Wismar en Ribnits: en Ka- ——$ relftad werdt, in 't begin des volgenden jaars, veroverd door de Bondgenooten, die egter, kort te vooren, 't beleg van Stade hadden moeten opbreeken (e). Holland en Friesland, die zo veel te draa- xxvn.
gen hadden in de lasten des oorlogs, werden, Waters- in Slagtmaand, bezogt, met eenen gevaarly- ^fa^jn ken Watersnood , veroorzaakt door eenen en Frie9, noordwestelyken ftorm, die, des nagts tus- iand. fchen den vierden en vyfden, opftak. 't Wa- ter , ingevallen by de Helder, rukte een ituk van Huisduinnen af, al 't Land tusfchen Wie- ringen en de Zype overftroomende. By Hoorn, ging de zecdyk door, waardoor verfcheiden' dorpen onderliepen. Ook braken 'er gaten in den dyk tusfchen Muiden en Naarden, die, toen de Pranfchen hier nog lagen, zeer omge- wroet was. Te Amiterdam, ltondt het water tot aan de waage op den dam, en fpoelde o- ver den nieuwen dyk. De Ydyk, tusfchen Haarlem en deeze Stad , bezweek, omtrent het Huis ter Hart. Het doorgaan van den S. Aagtendyk zette een groot deel van Water- land onder. In Friesland en in Overysfel, werdt ook veel fchade geleeden , door het doorbreeken der dyken (ƒ). Op den agtften van Sprokkelmaand, was, Feuw-
te Leiden, het eerfte eeuwfeest der oprigtin- frest dei ge van 's Lands Hooge Schoole aldaar, pleg- Hooge tiglyk, gevierd , in de tegenwoordigheid des ^Lel* Prin- dW
CO Tweejaar. Gefthicd. il. 71J5-774. Memoires 4c Brauilcb.
f, !49-"l.
(f) ïwccjaar. Gelchled. U- ri'o.
Aa 5,
|
||||
§78 VADERLANDSCIIE LV.Boek.
|
||||||||||||||||
Prinfen van Oranje, die zig, met een jagt,
van Zuileitein, derwaards hadt doen bren- gen (£). De Prinfes Weduwe van Fredrik Henrik
overreedt, in den Haage, op den agtften van Oogstmaand, in den ouderdom van drie- cn- zeveutig jaaren (Ji). Zy was, fchryft T.emple, eene trouw van zulk een groot ver ft and, ah ik 'er immer eene gekend heb. Ook roemt hy haar, over haare fpaarzaame en deftige hofhou- ding (j). Doch alle haare tydgenooten hehlen zo gunftig niet van haar geoordeeld. lcmant, die, naar zyn eigen getuigenis, bekend was voor een' vriend en dienaar van het huis van Oranje ,(£), heeft zelfs durven 1'chryven „ dat de Prinfes Weduwe van zulk eenen „ werkzaamen aart was, dat zy liever kwaad „ gedaan zou hebben dan ledig geweest zyn, „ en dat, als zy maar meesteres blyven kon, „ het haar om 't even was, wie 'er door ver- „ ongelykt wierdt (/)." De Hertog van Lotharingen, die twee jaa-
ren ouder was, overleefde haar omtrent zes weeken, dervende, midden in 't gewoel der wa- penen, op den agttienden van Herfstmaand. Hy liet het recht op zyne verlooren' goederen zynen Zoon, Prinfe Karel, na: die zig hielde aan de Verdragen, welken, onlangs, met deia ouden Hertog, gemaakt waren (;«). Men wil, dat hy, kort voor zynen dood, tot zulk eenen laa-
|
||||||||||||||||
ï«;5.
|
||||||||||||||||
Doo:l der
Pnnfesfe Weduwe van O- nuije. |
||||||||||||||||
De Her-
to;: van;
Lutba. rinjjeu fterft. |
||||||||||||||||
( g~) Tweoiaar. Gefcliicd. il. 420.
(\> V Tw'i.v jaar Gï i'cliied. lil. 714. (/) Tbuixk Me mor. il. 398. l kj fei.-? McmoT. de fivicit«. Liyr. Cl ) Tit nmir. de G'-iRHü l.ivr- II. f. (m) Tivecjaar. Gelvtml. il. 718 |
||||||||||||||||
H. p.
|
ao§5
|
|||||||||||||||
LV. Boek. HISTORIE. 379
hagen fhat, vervallen was, dat zyn gantfche 1675..
Hofftoet, in een' Edelman van de Stal, een' ——-• Kamerling en een' jongen beftondt (V). Abraham van Wicquefort, van wien wy, xxVHT.
hiervoor (o), gewaagd hebben, werdt, op den Wicqie- vyf-entwintigften van Lentemaand, in denllaa- f°" ge, in hegtems genomen, en, terftond, op de g'J'Jim- Voorpoorte van den Hove gelegd, Sommigen ^n. hebben aangetekend, dat hy gevat werdt, om dat hy de oorfprongkclyke brieven, door Ho- ward, uit Londen, herwaards gefchreeven, niet toonen kon; hebbende hy dezelve, gelyk wy te vooren gemeld hebben, ter hand gefield aan den Engelfchen Sekretaris Wiiliamfon, en daardoor gelegenheid gegeven, tot eenig mis- noegen, tusfchen den Koning van Groot-Bri- tanje en den Prinie van Oranje, zynen Nee- ve (ƒ>)• Zeker is 't, ten minfte, dat zyne Oorzw- Hoogheid oorzaak was, dat Wicquefort ge-, ken zy. vat werdt: hebbende den Prinie den Staaten "erheg. yan Holland aangediend „ dat hy eenige fcha- tcms' „ delyke flreeken en geheime briefwisfeling in „ fyfer, beide binnens en buitens Lands, van „ Wicquefort ontdekt hadt; die ook met En- „ geland verftand hadt gehouden, tot nadeel „ van den Staat, en elders dingen geopen- „ baard, die tot eene gantfche omkeering van „ 't Land dienen konden." De Prins hadt, hierom, geoordeeld, dat het Hof, naar ge- moede, over den gevangen vonnisfen moest. Ondertusfchen, maakte dit vatten veel ge- rugts onder de uitheemfche Staatsdienaars (</), wel-
f«0 Tempi.e Mc mor. U 397. C«J Bi 141. (ƒ3 Bubnet Vol. T. p 174, 975.
CSj Kefol. Holl. 2S ifaart 1&75'. il. 47.
|
||||
3Go VADERLANDSCHE LV.Boek.
|
||||||||||
1675. welker fommigen oordeelden, dat men hierin
... . het regt der volken gefchonden hadt, alzo de gevangen, in den Haage, gehouden werde voor een' Refident van den Koning van Poo- len, en voor een' Minister der Mertogen van Brunswyk-Lunenburg. Maar de Staaten van Holland en de algemeene Staaten verilonden , dat hy, zynde een gebooren Hollander, in den jaare 1665, niet in Poolfcheii dienst ge- treden was, dan met uitdrukkelyk voorbeding, dat hy aan het gevvoonlyk Regtsgebied der Staaten zou onderworpen blyven. Hy was, daarenboven, van 't jaar 1666 af, in byzon- deren eed der algemeene Staaten geweest, van welken hy, als vertaaler van geheime papie- ren, eene jaarlykfche wedde getrokken hadt. De Staaten van Holland hadden hem ook tot Hifloriefchryver van Holland aangefteld: uit al het welke men beiloot, dat hy, met reden, Ze voor 't Hof te regt gefield was (r). Doch zy- vrienden ne kinderen en vrienden leverden, eerlang, bewce- twee Vertoogen in, waarby zy beweerden, ren, dat ^ ^ nv ^ fcnoon een gebooren onderzaat der «eerf" » Staaten van Holland, zig het Regtsgebied Regtsge- » dier Staaten hadt mogen onttrekken , ea bied over „ overgaan in dienst van uitheemfche Mogend- |
||||||||||
hem
keefc. |
||||||||||
„ heden; dat de Staaten hun Regtsgebied wel
|
||||||||||
„ voorbehouden hadden, toen hy zig als Re,-
„ fident van Poolen aangaf; doch niet, toen „ hy, als Minister van de Hertogen van Bruns- „ wyk - Lunenburg , erkend werdt: waaruit ,, zy beilooten, dat hy, ten minite in dee~ « ze
(r) Uu Amt- ren den Penf. Hop van.. Sleur! 4675. $&
'iWi: jaar. Ctfdiieii. U, 530 enz. |
||||||||||
LV.BoEE, HISTORIE. 38*
|
||||||||||||
ze laatfte hoedanigheid, vry was van der ,<s^;
Staaten Regtsgebied; dat men hem, wy- ------.
ders, ontilaagen badt van den eed, aan óa
Staaten gedaan, toen hy, in 't jaar 1665, |
||||||||||||
">
|
||||||||||||
>>
|
Reiident van Poolen werdt, en ichoon hy,
|
|||||||||||
federt, ook den Staaten gediend hadt, en
„ van hun beloond was, kon hy, hierom, niet „ geagt worden, aan hun onderworpen te zyn ; „ maar alleen aan zyneuitheemfchen Meesters; „ dat hy, eindelyk, niet befchuldigd werdt, „ dan met dingen, die tot zynen pligt, als „ uitheemfche Staatsdienaar, behoorden, of „ die hem»-.ten minfte, niet ftrafbaar maak- „ ten voor den Regter ( s ).s' Wicquefort zat, Wy tot den zesden van Slagtmaand, eer hy zyn *"*~tot vonnis ontving. Toen werdt hy, door den eeuwige Drost van 't Hof, van de Poorte gehaald, en gevange- tusfehen twee Staaten Boden naar de rolle ge- nis «r- leid, daar hy tot eene eeuwige gevangenis ver- ^°£j. weezen werdt. De misdaad, hem te last ge- legd, beftondt, voornaamlyk, in het houden van brief wisfeling buitens Lands, ook, door omwegen, met vyanden van den Staat, en in het uitvorfchen en overbrieven van de gehei- men der Regeeringe, op veelerlei wyze (V). Hy werdt, na 't hooren van zyn vonnis, we- Hy ont* derom naar de Voorpoorte gebragt; daar hy j"'mt va!t zat, tot op den elfden van Sprokkehnaand des „'Jl°ori
£ L 11-1 1 poorte.
jaars 1679; wanneer hy, met behulp van de
dienstmaagd des Cipiers, ontihapte; met een
wagen op Leiden, voorts naar Utrecht, en
over Arnhem en Nieuwmegen, naar 't Hof van
liruns-
(j) Zie Tw^ejsar. Ocfchied. Il 51% enz.
CO S.cr. R. (VI, Holi. sa Aav. 1675. III, D.-eL li. «13, &t Twetja»r. GeftWed. tl. 78* enz. |
||||||||||||
%U VÄDERLAfcDSCHE LV.BoÊfe
jüS^j Brunswyk Lürienburg, te Zelle5 vertrok, daar
------- h y tot Raad der Hertog en .werd t aan gefield (u)i
Van hem heeft men eene Hißorie der yeres-
'nr'gds Nederlanden van eenigé jaaren, in de
Ffanfche taaie opgefteld, en gedeeltelyk nog.
Ongedrukt. Doch zyn werk, de Ambdsfadeur,
heeft hem nog meer vermaard gemaakt, on-
:der de Staatkundigen. Kort na zyne önt»
koming, verzogten hy* en de Hertog van
1 Jrunswyk-Lünènburg, zyn Meester j voor hem %
.om wederlevering zyner papieren.. Doch men
helloot, hier, geene verandering te maaken in
... *t'Vonnis, over hem geveld (Vt Hy overleed«
joi '. ■•'. ril 't jaar 1682, na dat hy, 's jaars tevooren,
-. ■ met verlof 'der Staaten, vöpr een' korten tyd /
• in Holland geweest was (V). In 't jaar 1680,
"...... . werdt zyn Zoon, die den zelfden naam voer-
" -,' de als hy, in de hoedanigheid van Secrettea
•'•a Commhfaris des Hertogs van Brunswyk-Lunen-
burgï door de algemeene Staaten, erkend (#)<•
XXIX. ' Het vatten van Wicquefort bragt ook den
DeGfoot gewezen Ambasfadeur Pieter de Groot in eeni-
duarden Be moc'te- Hy was, na 't bedaaren van de
FJstamU hevigheid der' tyde-n, door tusfchenfpraak van
in .rekten den Heere van Odyk, by den Prinfe, die ver-
bürok- klaarde, niets tegen hem te hebben (y), we-
'brts'0Ve* <&wm in Holland gekomen, en woonde nu in
hoóriyk den Haage. Doch terwyl hy buitens Lands
fchryyen zworf, hadt hy veele Brieven gefchreeven aan
|
||||||||||
e
keu,
|
pree- Wicquefort, waarin hy zyne gedagten, over
|
|||||||||
ver-
C«") Holt. Mcrc. van 't jaar 1679. W. 119.
C v ) RcM. Hol!, zó April. 1679 /■/. 51«*.
i. %•) Vuliz I.'avenisl" fur la 2 Edition d' fort AmbnsudeiiTi
C'.J Kei il Holl. s<5 Af/rit i6fy. U. 533.
{yj Leur. '-' t'-lR- "s GiUioi' Au 3e Njv. 5c Dts, 1673.
|
||||||||||
LV.Boek. H I S T O R I Ë. 383
verfcheiden' zaaken, dën Staat en Regeering fsfê.
deezer Landen betreffende , vrymoediglyk , —■-*>• opende. ' Verfcheiden' van deeze brieven wer- den, kort na dat Wicquefort zyn vonnis ge- kreegen hadt, den Staaten van Holland ver- toond, door den Raadpenfionaris Fagel. Men vóndt geraaden, om ze den Fiskaal, Mr. Joan Ruïsch, in handen te Hellen, met last, om het Regt der hooge Overheid tegen de Groot waar te neemen, zo als, in goede Juftitie, zou be- vonden worden te behooren (V). De Groot \verdt, eerlang, gedagvaard voor 't Hof, en, verfcheenen zynde, befchuldigd over onbe- hoorlyk ichryven aan Wicquefort, en over on- behoorelyke onderhandelingen te Keulen, we- gens 't werk der Vrede, met vreemde en zelfs met vyandlyke Ambasfadeurs: om welke be- dryven, de Fiskaal vorderde, dat hy verklaard werdt, misdaad van gekwetfle Hoogheid be- gaan , en lyf en goed verbeurd 'te hebben. Doch de Groots Advokaaten (want zyne zaak werdt, in een gewoonlyk geding, bepleit) Weezen, uitvoerigiyk, aan, dat hy niets ge- fchreeven of gehandeld hädt, welk den naam van misdaad verdiende (a): waarop hy, door 't Hof "Kynte Hoogheid en liet Hof, den zevenden ^leeki van Wintermaand des jaars 1676, vrygefpro- eni vry* ken werdt van de befchuldiging (f). Hy over- HyfterfK leedt, omtrent anderhalfjaar hierna, op zyne Hofftede, buiten Haarlem, den tweeden van Zomermaand des jaars 1678 (V). Onder Wic- que-
(z) Spct. RfTol. Hnll. ia Nov. Jf>7*- VI. Deel, U 526.
(ß) PlLydcmy van Mn. Pirier ds Groot MS. en vee!«; an-
dere papieren. (Jt} Huil IVferi. van 1676. il. 217.
(cjHoll. ÏM-'C van 1678- bl agt,. Vo'iez fon tloge tlem
l'jUilUasiaJcm- 4t WiCyiJjafuRT T»m II. f. 454. |
||||
3^4 VADERLANDSCHE LV.BOËK,
|
|||||
1475. queforts papieren , was ook gevonden eena
—-----Akte, waarby Marinas van Crommon, wegens
Zeeland zitting hebbende ter algeineene Staats-
vergaderinge, bekende, aan hem fchuldig te zyn veertienhonderd zevenenzeventig guldens en negentien duivers, vooreene zilveren ver- gulde Toilette, door Wicquetbrt, aan Croni- mons Huis vrouwe vereerd, uit aanmerking van cenige dienften, welken Crommon den Vor- igen van Brunswyk en Lunenburg gedaan hadt: doch welke vereering Crommon verklaarde, niette willen aanneemen, noch ook zyneHuis- vrouw verpligten, om dezeive af te (laan; wes- halve hy, by handtekening, beloofde, dat hy 't beloop daarvan, ten allen tyde, aan Wicque- fort voldoen zou. Doch men hieldt dit werk verdagt, ter Vergadering van Holland , en zogt, by Zeeland, te wege te brengen, dat Crommon uit de Vergadering der algemeene Staaten geweerd werdt (d), zonder dat my klaarlyk gebleeken is, hoe deeze zaak afliep. XXX. Tegen 't einde van den veldtogt deezes jaars De K.0- 1675, waar het verhaal van alle deeze byzon- Groot-'* derheden ons een weinig afgebragt heeft, wend i ISritartje de de Koning van Groot-Biitanje nieuwe poo- arbeiiit, gingen aan, om de oorloogende Mogendhe- «* het den tot vreedzaame gedagten, en tot het ope- der'o"- nen der onderhandelingen te Nieuwmegen te de.hai.- beweegen, Hy fchreef, ten dien einde, aan de delingen Koningen van Zweeden en Ueenemarke. Ook over de ZOgt jlv ^en Keizer over te haaien, tot hetilaa- re e' ken van Prinfe Willem van Furitemberg, waar- naar Frankryk het openen der Vredehandelin- ge
(«0 Sccr. Ecfol Holl. aa #«><• 1675. UI. 0$cl, ». 527.
|
|||||
i.V. Boek. HISTORIE. tf$
ge verfchooven hadt. Doch de Keizer hadt 167$,
hier geene ooren naar. Eindclyk, haalde hy
den Bisfchop van Straatsburg, Broeder van
Piinfe Willem , over, om op den Koning van Frankryk te begeeren, dat hy den aanvang der Vredehandelinge, niet langer, geliefde te ver- fchuiven ., ter oorzaake van zyns Broeders ge- vangenis (e), 't Verzoek van den Bisfchop, en vooral het aanhouden van den Koning van Groot- Britanje bragt Koning Lodewyk tot het befluit, om zyne Gevolmagtigden naar Nieuw- megen te zenden QQ ; doch daar verliepen nog eenïge maanden, eer dit befluit ter uitvoe- ringe gebragt werdt. De Vrede tusfchen Frank- ryk en de Staaten was niet moeilyk te treilen , federt dat Lodewyk de XIV. genoodzaakt ge- worden was, genoegzaam alles, wat hy op de Staaten veroverd hadt, wederom te verlaaten : en federt dat beide de Mogendheden overeen gekomen waren, om aan de wederzydfche on- derzaaten de vrye Visfcherye toe te ïlaan (g): 't welk byna als een begin van het ophouden der vyandlykheden kon worden aangemerkt. Doch tusfchen Frankryk en Spanje was groo- Verfchil ter verfchil. De Spaanfchen wilden alles ge- 'ende m" bragt hebben in den ftaat , waarin het by de o'^er^e Pyreneefche Vrede gefield geweest was. Zy voor- oordeelden , dat Groot-Britanje en de Staaten waarden zo veel belang hadden, als zy, om de Vrede c|erVrc'' op deeze voorwaarden , te doen iluiten , alzo e" de Spaanfche Nederlanden niet genoeg bevei- ligd (O A&. de la PMx de Niurg. 7b«. I. 1>. 42-
<Ó Tweejiar. Gcfdiied. tl. ;i3, 757-;65. Templb Mvmor. U- 4>y. Ce) Twicjaar. Gcfchlcdt *'• *;» > 7U. XIV. Dr.el. Bb
|
||||
386 VADERLANDSCHE LV.Boek.
KJ75. ligd waren, by de Akenfche Vrede. De Fran-
... 1 i. fchen ftonden, daarentegen, op de punten der Akenfche Vrede, en op de behoudenis van het Franche Comté , ten ware men , in deszelfs plaatfe, eenige Steden in de Spaanfche Neder- landen of elders wilde afftaan. De Koning van Groot-Britanje was't, nagenoeg, eens, met den Koning van Frankryk. Ily verftondt, dat men zig aan de Akenfche Vrede hadt te hou- den , mids Frankryk Aath , Charleroi en Ou- denaarden afftondt tegen Aire en S. Omer, en het Franche Comté niet te rug gave , dan in verwisfeling. Hy wilde zig, in zulk een geval 3 verbinden , tot het handhaaven der Vrede, en een vast Verbond fluiten met de Staaten , tot beveiliging der Spaanfche Nederlanden. Ook zou hy zorg draagen , dat de Prins van Oran- je in 't bezit bleeve van zyne goederen in het Franche Comté , onaangezien dit Graaffchap aan Frankryk werdt afgeftaan. Doch de Prins, hierover met Temple in gefprek geraakt, ver- klaarde „ dat hy het Franche Comté, met het „ gene hy daar bezat, wel aan Frankryk laaten „ wilde, zo men, daartegen, Doornik,Rysfel, „, Douai en Kortryk aan Spanje te rug wilde „ geeven." Temple hieldt hem voor, dat men 't Huis van Oostenryk ook niet te magtig maa- ken moest. Doch zyne Hoogheid hernam „ dat j, hiervoor geene vrees was, ten ware men bui- j, ten de Pyreneefche Vrede ginge, in welk 99 geval, doch niet eer , hy zo goed Fransch w zou zyn, als hy nu Spaansch was (//)." Jenkins Zo ftondt het met het werk der Vrede, op het en de ein- (_h) Temple M.raoir. tl, 401 inz.
|
||||
LV.Boek. HISTORIE. 387
|
||||||||||||
einde deezes jaars , wanneer de Koning van jg7g,
Groot-Britanje, de handeling, als middelaar, wil- |
||||||||||||
lende voortzetten, den Ridder Jenkins afzondt Staatfche
naar Holland, met last, om zig, zonder uitftel, te Gev°i- begeeven naar Nieuwmegen, werwaards Tem- ^f j£. ple hem fpoedig volgen moest. Jenkins kwam, vemingk in 't begin van Louwmaand des jaars 1676, in en van den Haage , en nam , op den agtften, de reis j^arsn aan naar Nieuwmegen. De Staatfche Gevol- N™ue^!e magtigden, Beverningk en van Haren, volg- megen. den hem , den twintigften (i) , en waren de l6?(im eerflen van de Gezanten der oorloogende Mo- ___Ij
gendheden , die op de handelplaats aankwa-
men. Temple bleef nog eene wyle in den Haa- ge , om de Paspoorten voor de Gevolmagtigden af te wagten , die allen , aan hem gezonden, en, door hem, goedgekeurd zynde, aandeby- zondere Gevolmagtigden, uitgeleverd moesten worden. Doch Jiy vondt, in de Paspoorten , Verfehlt, door Frankryk herwaards gefchikt, twee voor- over de naame gebreken, die het openen der onder- ^spoor" |
||||||||||||
ten.
|
||||||||||||
handelingen te Nieuwmegen, eenen geruimen
tyd, vertraagden. Zy gaven den Gevolmagtig- den geene vryheid , om , op eigen Paspoort, * renboden af' te zenden aan hunne byzondere * ceu- Hoven : 't welk men , tot het beter voortzet- riert, ten der Vredehandelinge , volftrekt noodzaa- kelyk hielde. Ook werdt den Hertog van Lo- tharingen zyn gewoonlyke titel niet gegeven , ter oorzaake dat Frankryk voorgaf een regt te hebben op dit Hertogdom, waarvan men, nim- mer te vooren, hadt hooren gewaagen. De Ko- ning hadt den overleeden Vorst altoos Hertog ge*
(ƒ) IIoll. Merc. yan 1676. tl s.
Bb 2
|
||||||||||||
3S8 VADERL. HIST. LV.Bofcft,
15*6 genoemd , en met den naam van Broeder ver-
«•—-— eerd. Doch hy noemde den tegenwoordigen Hertog ilegts Prins Karel en Neef. Alle de Bondgenooten, de Keizer, Spanje en de Staa- ten, waren 'er zeer op gefield, dat de Hertog zynen gewoonlyken titel kreeg. DeOostenryk- ichen verklaarden, dat, zo zulks nietgefchied- de, de Vredehandeling gecnen voortgang heb- ben zou. De Koning van Groot-Britanje zogt dien van Frankryk te beweegen tot toegeeflyk- heid. Doch het Franfche Hof bleef onverzette- lyk. Men merkte de Vredehandeling, derhalve , aan, als byna afgebroken, eer zy begonnen was. Ruvigni, Franfche Gezant te Londen, floeg, eindelyk, een' middehveg voor, welken hy vertrouwde , dat den Bondgenooten genoegen geeven zou ; hierin beflaande , dat de Koning van Groot-Britanje, als middelaar, alle de Paspoorten geeven zou , en de titels Hellen , naar zyn welgevallen (k). Van Beuningen zelf oordeelde , dat de Staaten , zyne Meesters , hiermede te vrede zouden zyn. Ook verklaar- den zy, naderhand, dat zy 'er, van hunne zy- de, in zouden können bewilligen ; doch dat 'er hunne Bondgenooten niet van hooren wilden, pe Vre- jyQ Vredehandeling bleef dus > teroorzaakevan ling'blyft ^ gefchü over de Paspoorten , drie geheele opge- maanden , opgefchort (/) : terwyl beide de ichort. partyen zig gereed maakten , tot het openen van den veldtogt. (*) Att. de la Paix de Nimeg. Tom» I. f, 88, 94, 97, 99 j
jot, 10'. il) Tkmple Mamor. U. 441-419. |
|||||
VA«;
|
|||||
VADERLANDSCHE
HISTORIE.
|
|||||||
ZES-ENVYFTIGSTE BOEK-
|
|||||||
INHOUD.
I. Togt van de Ruiter naar Sicilië. Zeeflagen.
De Ruiter fneuvelt. Nederlaag by Palermo. II. De Franfchen veroveren Condé en Boiichain. Oranje belegert Maastricht. Verlaat de Stad wederom. III. Staat des Oorlogs in Duitsch^ land. Krygsbedryven in 't Noorden. Kajana gewonnen, en wederom verhoren. IV. Aanvang der Vredehandelinge te Nieuwmegen. Inzigtcn en belangen van Frankryk, het Huis van Oostcn- ryk, Zwecden, Deenemarke, Brandenburg etk de Staaten. V. De Franfchen zoeken de Staat- fchen te bewecgen tot afzonderlyke handeling. Hun gefprek met Tempte. VI. De uitgefirekt- heid van den onzydigen grond buiten Nieuwme- gen geregeld. Orde tot behoudenis der ruste in de Stad. Verfchil over den titel en rang der Keurvorflen. Vil. Frankryk handelt met Mun- ßer en Hanover. Temples voorßag afgeweezen. Opening van Beverningk. De Prins wordt, in blaauwboekjes, befchimpt. VIII. Argwaan der Franfchen. Gefprek tusfehsn denPrinfe enTem- j)le. IX. Overlevering en onderzoek dei Volmag-- Bb 3 un% |
|||||||
3po VADERLANDSCHE LVL Boek.
ten •> te Nieuwmegen. X. Verdere onderhande-
ling tusfchen den Prinfe en Temp/e. GeJ'prek tusfchen Tetnple en den Raadpenfionaris Fagel. De Prins verklaart zig tegen eene afzonderly- ke vrede. Ontwerp van Koning Karcl den II. XI. Staat der handelinge, te Nieuwmegen. We~ derzydfche eifchen. XII. Valenchyn en Kamc- ryk veroverd, door de Franfchen. S. Omer be- legerd. Slag by Mont-Kasfel. S. Omer verho- ren. Ook S. Guilain. Charleroi vergeefs bele- gerd, door den Prinfe. XIII. Krygsbedryven in Duitschland. In Katalonie. In 't Noorden. XIV. Tabago verhoren. Schade in Groenland. Ver- drag met Algiers. XV. Kerkelyke onlusten, in Zeeland en in Holland. XVI. Twist tusfchen Groningen en de Ommelanden. XVII. Moeite te Deventer. Beweeging in Friesland. XVIII. Oostfrief che onlusten. XIX. 't Parlement in En- geland dringt op oorlog met Frankryk. De Fr an - fchcn ßaan een lang befland voor. Zy haftdelen afzonderlyk, met de Staatfchen. XX. Huwelyk van den Prinfe van Oranje met de Prinfesfe Maria , Dogter des Hertogs van Jork. Arg- waan hierover opgevat, by fommigen. XXL Verbonden met Groot - Britanje. Bevorderen de Vrede niet. Verbondmet den Keurvorst van Bran- denburg. XXII. Gend, Tperen en Leuven vero- verd door de Franfchen. Oproer aan den Zaan- kant. XXIII. Voor/lag dcsKonings van Frankryk, tot vrede. Handeling der Staaten in Engeland. XXIV. Wapen fchorfing voor zesweeken. XXV. Voorval, welk de Vrede byna hopeloos maakt. Nieuw Verbond met Groot- Britanje. De Prins trekt naarst Leger. XXVI. De hoop op vrede |
||||
LVLBoek. HISTORIE. 391
|
||||||
herkeß. Loos beleid der Franfchen. XXVII.
De Vrede tusfchen Frankryk en de Staaten wordt getekend. Inhoud der Verdragen van Vrede en Koophandel. XXVIII. Veldjlag by S. Denys. Aanmerkingen over den zelven. XXIX. De Vrede tusfchen de andere oorloogende Mogend- heden wordt, insgelyks, gefloatet!. XXX. Aan- merkingen over den{uitflag derVredehandelinge, ten opzigte van Frankryk, de Bondgenooten en de Staaten. Spanje , de handen te vol werks hebbende 167$,
aan het dempen van den opftand in Sici- —.—■ lie, hadt de Staaten , reeds voor eenen ge- Topt van ruimen tyd , aangezogt, om eenige fchepen de Rm' te hulpe. De Staaten hadden , hierop , in 3"^" den Zomer des voorleeden jaars, beflooten, de Ruiter, met agttien Oorlogsfchepen en ee- nige mindere vaartuigen , te zenden naar de Middellandi'che zee. Hy was, in Oogstmaand, uitgeloopen ; doch niet voor 't einde van Herfstmaand , gekomen voor Kadix , daar hy brieven vondt van de Koninginne Regente, hem vergende , te zeilen naar Ivika , en Don Jan van Oostenryk , die , federt eenigen tyd, ten Hove in ongunst geweest was, van daar af te haaien , en naar Sicilië te voeren. Doch eer hy dit verrigten kon , hadt Koning Karel, die , nu volle veertien jaaren bereikt hebben- de, de Regeering, inperfoon, aanvaard hadt (0), Don Jan wederom ten Hove ontbooden. De Ruiter kreeg, derhalve, nieuwen last van 't
00 Twecjaar. Gcfchicd. */. 744.
|
||||||
Bb 4
|
||||||
392 VADERLANDSCHE LVI. Eoex;
1676. 't Mof, om op Don Jan te wagten. Doch dee-
-------ze fchreef , eerlang , dat zyne reis moest op-
gefchort blyven, om ziekte. De Ruiter ver-
zeilde toen naar Sardinië, en kwam, eerst te- gen 't einde van Wintermaand , te Melasfo in Sicilië aan. Van hier vertrok hy, federt, naar de zuidzyde des Eilands, van meening om daar te pasfen op de Franfche Vloote , die, van Toulon , in zee geftoken zynde , op den agt- ften van Louwmaand deezes jaars, tusfehen Slag tus- de Eilanden Stromboli en Salino, flaags raakte fchen met de Ruiter. De ftryd duurde tot aan zon- li^^Sa?" nen ondergang , wanneer men een grooï Uno. ' Fransch Oorlogsfchip zag zinken. Te vooren, waren 'er verfchciden' Franfche branders in den grond gefchooten. Voorts, hadt men ei- kanderen merkelyke fchade gedaan aan fche- pen en fcheepswant. Montefarchio, daarna, met negen Spaanfche fchepen , by 's Lands Vloote gekomen zynde, helloot men, het ge - vegt met de Franfchen , welker Vloot veel fterker was dan de vereenigde Spaanfche en Staatfche, te ontwyken, zo't mogelyk ware, en naar Palermo te zeilen ; doch alzo de wind dit niet toeliet, keerde de Ruiter , eerlang , wederom naar Melasfo. Midlerwyl, was de Franfche Vloot, het gantfche Eiland Sicilië omgezeild hebbende , gekomen voor Mesiina. De Ruiter , toen geene kans ziende , om hies meer dienst te doen met 's Lands fchepen , die ook , alleen voor den tyd van zes maanden , beloofd waren aan Spanje , befloot, naar 1 Vaderland te keeren. Doch de Markgraaf van Villa Franca, Onderkoning van Sicilië, zogt hem van dit befluit af te trekken. De Ruiter liet
|
||||
LVI. Boek. HISTORIE. 393
Ket zig, eindelyk, beweegen, om ten minfte i^s.
vooraf eens te Napels aan te zeilen: en ont- ■
ving, onder weg, fchryvens van den Prinfe
van Oranje, waarby hem belast werdt, nog niet te rug te keeren. Hy zeilde hierop voort naar Napels, daar hy den Onderkoning bewoog, eenige Hongarifche Predikanten, die op de ga- leien zaten, in vryheid te ftellen (T). Van Napels, keerde hy naar Palermo, en, eerlang , met de Spaanfehe Vloote vereenigd, naar Melasfo. Toen werdt beflooten, naar Mesfina te zeilen, en iet op deeze Stad of op Augusta te onderneemen. Doch hiervan kwam niets, alzo de Franfchen te zeer op hunne hoede waren. Maar op den twee-entwintigften van Tweede Grasmaand, raakte de vercenigde Vlooten, in "*&}*** 't gezigt van den berg Etna, flaags, met de van'deu Franfchen, onder den Heere du Quesne. 't Ge- berg Ee- vegt begon, ten vier uuren na den middag: 1». en werdt terftond zeer fcherp, tusfchen de wederzydfche voortogten. Doch de Spaan- fchen hielden zig zeer agterlyk. De ftryd hadt DeRuï- naauwlyks een halfuur geduurd, toen de Rui- terwonft ter, ftaande op 't Zonnedek, geraakt werdt S^wetos. van een' kogel, die hem het voorfte gedeelte van den linker voet wegnam, en de twee py- pen van 't linker been, pas boven den enkel, aan ftukken ftoeg. Hy ftortte, hierop, van 't Zonnedek, zeven voeten ben eden waard, zon- der zig egter merkelyk te bezeeren door den val. 't Gevegt ging, ondertuslchen, zynen gang. De Spaanfchen mengden 'er zig, eerlang, in, en
CÄ) BnAMOT <le Ruiter, M. qu-;6.j. VoUz ausji Memuïr. dit
Omte de Forbin Tem, 1. f. >2. Bb 5
|
|||||
/
|
|||||
394 VADERLANDSCHE LVI.Boek.
|
|||||
1675. en 'c gelukte den vereenigden Vlooten, de
.------ Franfche te doen afhouden en de wyk nee- De Fran- men. Men vervolgde ze, tot agt uuren des fche avonds: waarna 's Lands Vloot, in de baai van '°°[ Siragosfa, oudtyds Siracufa, ten anker kwam. De Koning van Spanje hadt de Ruiter, kort te vooren, vereerd met den titel van Hertag en met een jaargeld van tweeduizend dukaa- ten. Doch hy kreeg, meent men, nimmer kennis van deeze gunst. Zyne wonden fton- De Rui- den, in 't eerst, redelyk; doch op den vierden tcrflerft, of vyfden dag na den llag,werdthy,door eene koortfe, overvallen, die hem dermaate ver- zwakte, dat hy, den negen-entwintigften van Grasmaand, des avonds tusfchen negen en tien uuren, binnens boords, in de baai van Sira- Neder- gosfa, overleedt. De Spaanfche en Staatfche lang der Vlooten, federt naar Palermo gezeild, raakten, vereenig- fen eerften van Zomermaand, in een nieuw fenVbv°* gevegtmet deFranfchen, en leeden merkelyk Palermo, verlies aan fchepen en bevelhebbers (V). On- der anderen, werdt, even voor 't eindigen van den flag, de Vice-Admiraal de Haan door- fchooten. Hierna, werden 's Lands fchepen, te Palermo, agter de moelje gelegd. In Oogst- maand, vertrokken ze naar Napels, van waar zy, eerst naar Kadix, en, eindelyk, in Slagt- maand, naar 't Vaderland keerden : alwaar zy, door ysgang genoodzaakt geweest zynde in Engeland in te loopen, niet voor 't einde van Louwmaand des jaars 1677, aankwamen. Het Lyk van den Admiraal de Ruiter werdt naar Amfterdam gevoerd, en, op 's Lands kos- ten, Cc) VWSZ, -D'ESTRADES T.Hh VII. f. 10.
|
|||||
LVI. Boek. HISTORIE. 395
ten, ter aarde befteld, in 't Koor der Nieuwe ks76.
Kerke, daar hem, eerlang, een treffelyk Ge---------.
denkteken van marmer opgeregt werdt, in
welks opfchriften, zyne kundigheid in 't fluk van zeeoorlogen, zyne dapperheid, trouwe en geluk, hooglyk, geroemd worden (d). Ook hebben vreemden hem genoemd den grootllen Zeeoverfte zyner eeuwe, en den trouwften dienaar, dien eenige Staat immer hebben kon (e). De Veldmaarfchalk Wirtz, in den Zomer wïrtz
des jaars 1674, zyn ampt nedergelegd heb- ileifu bende, en, met der woon, vertrokken zynde mar Hamburg (f) , overleedt aldaar, in 't begin van Grasmaand deezes jaars 1676 (g). Te lande, werdt de veldtogt des jaars 1676", jj.
van de Franfche zyde, geopend met het be- De Ko- leg der Stad Coudé in Henegouwen, welk, in "«ngraa Grasmaand, ondernomen werdt. De Koning F™'-^ vanFrankryk kwam, in perfoon, voor de Stad, condé " die, binnen zes dagen, overging, op den ze- en Loa- ven-entwintigften. Toen floeg de Hertog van chaia» Orleans, die Crequi onder zig hadt, het beleg voor Bouchain. De Prins van Oranje, het Le- ger der Staaten gevoegd hebbende by dat der Spaanfchen , onder den Hertoge van Villa Hermofa, legerde zig, eerlang, in 't gezigt des vyands. Men verwagtte toen eenen beflisfen- den veldüag. Ook fchryven ibmmigen, dat de Franfchen dien zogten; doch dat hy, door den
(<0 Brandt de Ruiter, U. 565-1014. Hol!. Mete. y«s 1676«
bl. 30. m, an, ist- (e~) Trmplt) Memor. Il 420. (f) Tweejaar. Gefeliiecl II. 174. (.ff) Muil. «\ltffc, y&n 1(76. il, 69. |
||||
396 VADER.LAND5CHE LVLBqex.
den Prinfe van Oranje, ontweeken werdt (ßy.
Anderen meenen, dat de Prins gereed genoeg was om te liaan, doch wederhouden werdt, door de Spaanfchen ; of dat, mogelyk, de Franfchen en de Bondgenooten beide den flag fchuwden(/). Wat 'er van zy, de Bondgenoo- ten, die 't voornaamlyk gemunt hadden op het ontzetten van Bouchain, bereikten hun oogmerk niet. De Stad gaf zig over, op den twaalfden van Bloeimaand: waarna de Koning wederom naar Frankryk keerde, 't bevel over zyn Leger laatende aan den Maarfchalk van Schomberg (£). Het vereenii;d Leger trok, federt, in 't Land
van Aalst; daar 'teene poos leggen bleef. Mid- lerwyl, viel 'er, nu en dan, een fchutgevegt voor, tusfchen de twee partyen. Doch, in 't begin van Hooimaand, brak de Prins op, trek- kende, over Halle, naar Nivelle, en voorts mar Maastricht, welke Stad hy voorhadt den vyand te ontweldigen. Hy lloeg 'er zig voor neder, op den zesden. Doeh daar verliepen eenige dagen, eerhy de Stad fterk genoeg aan- tasten kon, by mangel van gefchut, welk lang- zaam aankwam. Toen men 't eindelyk beko- men hadt, werdt Maastricht hevig belchooten en beftormd. De Prins van Oranje en de jon- ge Ryngraaf, wien 't bevel over de Plaats, welk zyn Vader eertyds gehad hadt, was toe- gezeid, waren de eerlten in 't aanvallen. Doch de belegerden weerden zig, met geene minde- re dapperheid, onder de Calvo, die de bezet- ting (/i) Oaiwel Journal, p. CXXIV.
£ «5 Tf.MPLR Memor. hl. 4^5, .166.
{k) Moll. More, van i6j6. bl, Gi-64, 7SI-&8.
|
||||
LVLBoek. HISTORIE. 397
|
||||||||
ting geboodt, in plaajfe van den Maarfchalk 1675*
ü'Estrades. De belegeraars vermeesterden, ■■ niet zonder zwaar verlies, vericheiden' bui-
tenwerken; doch die van binnen verzuimden niet, van tyd tot tyd, nieuwe affnydingen te maaken, en hierdoor den Prinfe van Oranje nieuw werk te verfchafren (/). In eenen der aanvallen, werdt zyne Hoogheid, ligtelyk, ge- kwest in den arm (ni). Wat laater, ontving De jonge de Ryngraaf een gevaarlyker wonde, omtrent Ryngraaf het regter fchouderblad, waaraan hy, kort daar- ',euvelt* na, overleedt. Hierop ontftondt eene zwaa- re ziekte in 't Leger, die, zo fommigen fchry- ven, meer volks wegnam, dan de geduurige aanvallen. De Prins van Oranje hieldt het eg- ter uit voor de Stad, tot op het einde van Oogstmaand; doch toen, verneemende, dat Aire vcrt de Maarfchalk van Schomberg, die, midier- looren. wyl, Aire hadt doen inneemen door des Hu- mieres (n), in aantogt was, om Maastricht te ontzetten, befloot hy tot het opbreeken van 't beleg. De veldtogt in de Nederlanden eindig- »t Beleg de hiermede, van wederzyde (o). De Prins van fchreef het verlaaten van Maastricht voornaa- ^aas- melyk toe aan gebrek van volk, zynde de ,r,lchdc Duitfche hulpbenden niet opgekomen, gelyk 0pge- men verwagt hadt. Ook begon hy, fchryft brokeoi Temple, van toen af, te wanhoopen aan eenen gelukkigen uitflag van den oorlog, ter oorzaake van de onzekere en traage belluiten der
(7 3 Vojez D'Estradks Turn. VII. p, 146, iSï.
(»O Refol. Holl 27 July iö;ö. bl. 27«. (kJ Voitz D'Estbades Tom. VII. p. 131. O j Holl. Merc. van i6t6.U. 61,79,102, 131, 134, l55, &Ö2. Daniel Journal, p. CXXV. |
||||||||
\ '
|
||||||||
y
|
||||||||
393 VADERLANDSCHE LVI.Boek.
|
|||||
der Duitfche, en van de zwakheid der Spaan-
fche Bondgenooten (o). De Franfchen waren zeer bekommerd geweest voor 't verlies van Maastricht. De Ambasfadeurs des Konings op de Vredehandeling te Nieuwmegen fchreeven, den een-entwintigften van Oogstmaand, aan Pompone: n Zo de Staaten Maastricht in- n neemen , zullen ze onhandelbaar worden , „ en zig niet meer bekreunen met de Vrede- ,, handeling, ten ware, om de Spaanfchen te „ doen herkrygen, 't gene zy , in den oorlog, „verloorenhebben(p)" En denagt-entwintig- iten: „ Indien myn Jrleer de Prins van Oran- ge hier het hoofd ftoot, zal zyn gezag af- ,, neemen in den Vereenigden Staat, en hy zal n zig niet zo fterk kanten können tegen het 5, voortzetten der Vredehandelinge , als hy, „ tot hiertoe gedaan heeft (q)" Men kan, derhalve, ligtelyk,befeffen, dat de tyding van het opbreeken van 't beleg hen zeer verheugd heeft (f). Het vereenigd Leger hieldt het veld nog eenigen tyd, zig eerst te Waveren, en daarna tusfehen Tienen en Leuven nederflaan- de: doch het werdt, in 't midden van Wyn- maand, naar de Winterkwartieren gezon- den (j). Terwyl Maastricht nog belegerd was, deedt
een Franschman van herkomst, die in 't Land van Voorne woonde, den Franfchen Gezan- ten te Nieuwmegen eenen voorllag, om den Brie-
(o) TEMPr.K Memor. W. 4fïfi-}68.
(p) D'Esiuades Turn. VII. p. 1(14. {,1 j D E TR/\r>ES Turn. VII. p, 179. Qr) Viï:z D'Estrm>es Tom. VII p. 184, 187. , (sj tloll. Meic. yan 167Ó. bU 176, 112. |
|||||
LVLBoek. HISTORIE. 399
|
|||||
Briele , Willemftad en Geertruidenberg te be- ie?6.
magtigen. Men lchreef 'er over aan den Ko-------■
ning ; doch hy kon geen gebruik maaken van
deeze opening, alzo hy geene fchepenhadt, omtrent de kust van Holland (f). In Duitschland, was de kryg, dit jaar, zo III.
fterk niet voortgezet, als het voorgaande. Het *jtaa^ Keizerlyk Leger ftondt nu onder het bevel ,ogs "^ van den Hertoge van Lotharingen, het Fran- Duitsch. fche onder dat van den Hertoge van Luxem- land. burg, zynde den Prinfe van Condé, onder voorwendfel van onpasfelykheid, gekeerd naar Frankryk. De Hertog van Lotharingen, zyne troepen, in Bloeimaand, by Lauterberg, heb- bende famengetrokken, iloeg, in Zomermaand, het beleg voor de fterke Vesting Filipsburg, welk, tot over 't midden van Herfstmaand, duurde, wanneer de Plaats zig, by verdrag, opgaf (V). Hierby bepaalden zig genoegzaam de krygsbedryven van eenig gewigt in Duitsch- land ; die, over 't geheel, zo weinig ten voor- deele van de Keizerfchen waren uitgevallen, dat zy zig wederom genoodzaakt zagen, de winterlegeringen te betrekken, aan de regter zyde des Rynftrooms (V). Maar de Bondgenooten Haagden, beide ter Krygsb«^
zee en te lande, gelukkiger, in hunne onder- dryjen neemingen tegen de Zweeden. In 't voorjaar, door- hadden de Brandenburgfchen de Zweedfchen den. geflaagen in 't Eiland Wollin, welk zy gezogt hadden te herwinnen. Daarna bemagtigde de Keur-
co n'EsTKADES Tom. VII. p 144, 171. Co) D'lisTRAOïs Tm. VII. p. *>$. Ho't. Merc. van l6j6.
iL 22, r-5- f>7i *3, 107.111, 139, 163, i8o, 202. 0'> TKMPts Meiaor. l/l. 4öy. |
|||||
4oo VADERLANDSCHE LVI.Boek.
iC75. Keurvorst Anklam, en blokkeerde Stettyn,
■-------tegen 't einde des jaars. De Deeniche. en
Staatfche Vlooten deeden den Zvveeden ook
merkelyke afbreuk. De Staatfche fchepen Honden onder 't bevel van den Luitenant- Ad- miraal Tromp. De Deenfchen onder den Ad- miraal Niels Juki. Zy veroverden verfcheiden' Zweedfche Üorlogsfchepen: zy bemagtigden het Eiland Gotland, en raakten, in Zomer- maand, tweemaalen in gevegt met de Zweed- fche Vloote, onder den Ryksraad Knies: de eerfte reize, met kleine 1'chade van wederzy- de; doch de tweede reize, met merkelyk na- deel aan de zyde der Zweeden. Krues vloog in de lugt met zyn lchip: waarna de Zweed- fche Vloot op de vlugt gejaagd, en, tot onder 't Liedt van Stokholm, vervolgd werdt. Ver- fcheiden' vyandelyke fchepen raakten toen op ftrand. De overwinning viel voor, op den elf- den van Hooimaand. Tromp, die, in 't voor- leeden jaar, door den Koning van Groot-Bri- tanje, Baron gemaakt was (w), werdt, na dee- zen voorfpoedigen zeeilag, door den Koning van Deenemarke, tot den Graaven-ftand ver- heeven, en met de Ridder-orde van den Oli- fant vereerd. Op 't einde des jaars, viel 'er, by Malmoe, nog een fcherp gevegt te lan- de voor, tusfehen de Zweeden en Deenen, waarvan de uitilag onzekerder was. Immers, beide de partyen lchreeven zig de overwinning toe (x). De Boadgcnooten oorloogden ook gelukkiglyk, in 't Stigt Breemen , welk zy den
(v; Twetj. pefebicd. U f,i«.
(*) Huil. Merc. v«n lö;ó. VI. 57, 50, U4j K?> Hï> l<>5i
184, jy5, 20;;, «2. |
||||
LVI. Boek. HISTORIE. 401
|
|||||
den Zweeden geheellyk ontweldigden (j). t676.
De Kommandeur jakob Binkes, die zig, — -
met eenige Staatfche fchepen, omtrent de Kajana Franfche Volkplantingen in Westindie, ont- ^ewo"- hieldt, bemagtigde, in 't begin van Bloei- w^deer"iu maand, het Eiland Kajana, en behaalde, daar- verloo- na, in deezen oord, nog eenige andere voor- ren. deelen op de Franfchen (z~). De Graaf d'Es- trées hernam egter Kajana, op den een-entwin- tigilren van Wintermaand (a). Ten einde des jaars, mögt men mogelyk rekenen, dat de voordeden en nadeelen, behaald en geleeden door de twee groote Verbonden, het Fran- fche en het Duitfche, aan verfcheiden' oorden, eikanderen omtrent evenaarden. Frankryk hadt drie Stederï gewonnen in de Spaanfche Nederlanden , en Maaftricht zien verlaaten. Doch Zweeden hadt, daarentegen, wederom veel verlooren, te water en te lande. De wisfelvalligheid der wapenen, geduuren- IV.
de den tegenwoordigen veldtogt, hadt mer- aanvang kelyken invloed op de Vredehandeling te dehandè- Nieuwmegen, die eindelyk begonnen was. In linge te 't midden van Bloeimaand, terwyl het Fran- Nieuw» fche Leger in optogt was, en de Prins van O- meßen* ran je ook gereed, om te velde te trekken, ont- ving Temple, op 't onverwagtst, de begeerde Paspoorten voor de Gevolmagtigden des Her- togs van Lotharingen, uit Frankryk, waarin de gevorderde benoemingen van Hertog en Broe- der gebruikt waren (i>). Alle de Paspoorten wer-
O) D'Estrai'Bs Tam. VI( p. 148.
( ■■ ) Hq.1. Meic i«n i6y<ï. M. Z2?,, 153, 190. , C<0 Oanifl lourn.nl p CXXVIJ. ijoll. Mcrc. yon lfy? tl. 76. {■l>, Vaiez A&. <lc I» Paix de Niryea. Tom. lp. no, 1 j'i, 113. XIV. Deel. Cc
|
|||||
4ca VADERLANDSCHE JE.V1.Boe«;
|
|||||
1676. werden, hierop, voor het einde der maand*
-------uitgevvisfeld. Doch eenige .Gezanten der Bond- De Pas- genooten bewoogen de Staaten, om nieuwe worden Pa;P00rten te begeeren voor den Hertoge van uitgewist Nieuwburg en andere Vorflen, die zig nog in f«id. het Duitfche Verbond zouden mogen bcgee- ven. Maar Temple wees aan, dat zulk een onbepaald verzoek niet redelyk ware, heb- bende den Koning, zynen Meester, zig al- leenlyk verbonden, om Paspoorten te leveren voor de verfehillende partyen, te vooren ge- noemd; niet onbepaaldelyk voor allen, die naderhand zonden mogen genoemd worden. De Staaten veranderden, hierop, van gedng- ten, verzoekende alleenlyk Paspoorten voor den Hertoge van iMieuwburg, die Temple be- loofde, te zullen bezorgen, 't Stiet, ondertus- fchen, den Bondgenooten zeer, dat de Staa- ten niet ftyver geftaan hadden, op Paspoorten zonder bepaaling. Sommigen hunner Gezan- ten in den Haage drongen'er zo fterk op, dat één der Leden van den Staat hun afvraagde, ofzy 't dan toegelegd hadden om hen, door 't graauw, te doen verfcheurenl uit welk zeggen alleen, klaar genoeg te befpeuren was, hoe zeer men hier verlangde naar vrede (c). D« Fran- |sja 't uitwisfelen der Paspoorten, begaven de basf.!^m' Gevolmagtigden van Frankryk, die, reeds ee- deurko- nen geruimentyd, te Charleville, getoefd had- men te den (d), zig naar Nieuwmegen, daar zy allen Nieuw- drie aankwamen, voor 't einde van Zomer- megeii. maan(j Qey Temple vertrok, den agtften van Hooi-
(O Tp.mpi.e Memor. tl 411-434.
(<i) Tkmpie Memor. \l. 41'. (O Ü'Kstrmies Tam. VII. p. 1. Huil. ftlcrc. van 1&76.
il. 1.7. |
|||||
LVI. Boek. HISTORIE. 493
Hooirnaand, ook, uit den Haage, naar dehan- X676.
delplaats; doch de Keizerfche, Spaanfche en ____'*±i
andere Gevolmagtigden bleeven nog eenige
maanden agter. 't Liet zig aanzien, dat de Inzigtëtt Vredehandeling, die* genoegzaam eeniglyk, der 00f* afhing van den uitflag des oorlogs aan veele Mogend- oorden , van langen duur zyn zou. De belan- hedenop gen en inzigten der handelende Mogendheden de Vre- verfchilden te zeer, om eene fpoedige vrede «feinde- te können verwagten. Frankryk toonde zig ^"f :v '" 2eer genegen om te fluiten, en hadt, voor 't Frank- aanvangen van den veldtogt, den Hertoge van ryk» Lotharingen de Paspoorten toegeftaan, die zo lang geweigerd geweest waren. De Franfche Gezanten waren,na de Staatfchen, de cerften te Nieuwmegen* Doch men wist aan 't Fran- fche Hof wel, dat de Keizer en Spanje niet zouden willen fluiten, dan op voorwaarden, die zy zelven niet verwagten konden, dat de Koning van Frankryk zou willen toeftaan, zo hy 'er niet, door eenigen merkelyken tegen- fpoed zyner wapenen, toe gedrongen werdt. De geneigdheid tot vrede, welke de Franfchen vertoonden, ftrekte, derhalve, voornaamlyk, om den een' of den anderen der Bondgenoo- ten, en byzonderlyk de Staaten, te beweegen tot afzonderlyke handeling. Met zulk een in- zigt, begaven ze zig naar Nieuwmegen, toen *er, behalve de Engelfchen, nog geenen dan StaatfChe Gevolmagtigden waren, hoopende deezen, ligter dan eenige anderen, te zullen beweegen .tot een byzonder verdrag, en, daar- door, het vertrouwen onder de Bondgenoo- ten, en de kragt van 't Bondgenootfchap te Stullen, verbreeken. Het Huis van Oostenryk, Hat ln| Cc 3 daar- |
||||
404 VADERLANDSCHE LVI.Boejs,
|
|||||
1675. daar^i^gen, tot hiertoe, verlooren hebbende
■-------by den oorlog, hoopte op eenen beteren uit- ban Oos- flag vanden tegenwoordigen veldtogt, en toon- renryk, ^e z^ hierom, gansch ongeneigd tot het voortzetten der Vredehandelinge. Beide de Keizer en Spanje deeden hun best, om alleaf- zonderlyke handeling te ftremmen. De Spaan- lchen vleiden zig, dat het belang, welk Groot- Britanje hadt, by de behoudenis der Spaan- fche Nederlanden, het Parlement, en, einde- lyk, den Koning zei ven beweegen zou, om den voortgang der Franfche wapenen te ftui- ten, en met de Staaten famen te fpannen, tot het verkrygen van eenen voormuur voor de Vereenigde Gewesten, waarin de veiligheid van den Staat, en gevolgelyk ook van Groot- Britanje, geoordeeld werdt, gelegen te zyn. Jtwee- De Zweeden, fchoon zy ook veel by den oor- ^«n» log geleeden hadden, verlangden egter, ern- ftelyk, naar vrede. Frankryk was te afge- legen, en niet magtig genoeg ter zee, om hun merkelyk te onderfteunen: waarom zy hoop- ten, hunne rekening beter te zullen vinden by een verdrag, dan by 't voortzetten des oorlogs, In 't handelen over eene algemeene vrede, zouden, dagten ze, de voordeden en nadeelen der twee partyen, tegen eikanderen, in de weegfchaal, gelegd worden, en in zulk eene gelegenheid, kon Frankryk hun merke- lyken dienst doen, door iet af te ftaan, om Decne- hen iet te doen te rug krygen. Doch de Ko- ïnsrke, njflg van Deenemarke en de Keurvorst van feure eii Brandenburg,wien 't geluk der wapenen,mer- kelyk, medegeloopen was, neigden fterk tot het voortzetten des oorlogs. Zy merkten de Zwee-
|
|||||
LVI.Boek. HISTORIE. 405
Zweeden aan, als zwak en inwendig verdeeld, 1676,
en vleiden zig, dat zy hen, in den tegenwoor- ——— digen veldtogt, zouden können verdryven uit Duitschland. De Staaten, eindelyk, zogtcn deStaa- de Vrede ernftelyk. De oorlog ftremde den ten* koophandel, daar 's Lands welvaart aan hing, en hadt, federt eenige jaaren, 's Lands geld- middelen zo geweldig gedrukt, dat men naauw- lyks wist, hoe men ze langer in orde houden zou. 't Invoeren van nieuwe, of 't verhoogen der oude belastingen kon bezwaarlyk gefchie- den, zonder vrees voor oproer, waarvan men , zelfs in Wynmaand deezes jaars, bevinding hadt, ter gelegenheid van 't verhoogen der wynpagt, en 't vergen van eenen eed om niet te (luiken, van wynkoopers en tappers (ƒ). Men hadt dan, hier te Lande, gewigtige re- denen, om naar vrede te haaken; doch men. durfde zyne Bondgenooten zo ligt niet ver- laatenen te minder, om dat men noch Frank- ryk, noch zelfs Groot - Britanje zo zeer durf- de vertrouwen, dat men van een van beide zou hebben willen afhangen, na 't fluiten der Vrede. Alle deeze verfchillende inzigten en, belangen moesten de Vredehandeling moeilyk maaken. Uier kwam nog by, dat de Koning van Groot-Britanje, die, door eenigen, ver- zogt was, de uitfpraak der hangejide gefchil- len op zig te willen neemen, uitdrukkelyk ver- klaard hadt, niet dan als middelaar te willen handelen, zynen Gezanten beveelende, niet tï gedoogen, dat de uitfpraak over eenig ge- fchü aan hem verbleeven werdt. De onderv harn.
(ƒ) Huil, Merc. van 1676., tl. 1130.
Cc 3
|
||||
4o6 VADERXANDSCHE LVI.Boek.
|
|||||||
1676. handelingen te Nieuwmegen fcheenen dus, al-
den, terwyl het groote werk der Vrede, of voortgezet, of vertraagd ftondt te worden, door den uitflag der wapenen, in de volgende veldtogten (g). v- Colbert en d'Avaux, die, eenige dagen voor fchen™11 ^'Estrades, te Nieuwmegen geweest waren,
zoei<cti hadden, inheteerfte bezoek, den Staatfchen de s^ant- Gcvolmagtigde Beverningk reeds te verftaan, fciien^c gegeven „hoe gemakkelyk de Staaten, zyne genoot » Meesters, de oude genegenheid des Konings af.-o'n- »van Frankryk zouden können herwinnen, deriyke „en verbindtenisfen met hem aangaan, die lyinde- ^ 0p je wederzydfche belangen gegrond wa- *'në" „ren." Zy hadden 'er bygevoegd „dat '§ „Konings genegenheid alleenlyk veranderd „was, ter oorzaake van het liegt beleid der ~ genen, aan welken de Staaten, voorheen, „'sLands Regeeringen 't bewind der zaaken „ hadden toevertrouwd (ji).n- De Koning gaf hun herhaalden last, om op denzelfden voet voort te gaan. Zy fchroomden zelfs niet te zeggen „dat de Koning gaarne gezien hadt, „ dat de Staaten den Prins van Oranje, fchooti „ ter gelegenheid van eenen oorlog tegen zy- „ne Majesteit, hadden herfteld in de hooge „waardigheden, waarvan de aanhang zyner „vyanden hem gezogt hadt te verfteeken; „dat hy, opregtelyk, wenschte, dat deeze „waardigheden altoos in zyn Huis blyverj „mogten, en dat hy gaarne medewerken'wil- «j4e
|
|||||||
(.i) T»mpl» Metnof H. 43a «.431;.
Oj D'ESJHABSS lipè. VU. f. &
|
|||||||
LVLBoek. HISTORIE. 407
|
|||||
„ de, om 's Prinfen beftendige grootheid te 167S.
n bevorderen (/)." Kortom, zy fpaarden gee- ——.. ne beleefde woorden, om de Staaten en den Prins van Oranje te vleijen (k), en hierdoor •den weg te baanen, tot de afzonderlyke Vre- de, welke zy zogten. Klaarlyk bleek dit ook, uit het gefprek, welk Hun ge-
d'Estrades end'Avaux hielden met Temple,zo !f ??" 1 i i*t- « oen L.n-
dra deeze te Nieuwmegen aangekomen was. g^fcben
Na dat de Franfchen eerst breed hadden op- Arabas- gegeven van de hooge agting, waarin Temple foleur ftondtby den Koning, hunnen Meester, hiel- ^en!Ple» den zy hem voor „ dat hy ftaat maaken mögt, j, op 's Konings gereedheid om vrede te flui- »ten; doch dat men, met geene reden, ver- 5, wagten kon, dat hy alles te rug zou geeven, „ wat hy gewonnen hadt: dat zy ook zeer wel w wisten, hoe fterk de Staaten naar vrede ver- langden; doch dat de ftyfzinnigheid en de n buitenfpoorige eifchen hunner Bondgenoo- j,ten hen, veelligt, noodzaaken zouden, in 5, den oorlog te volharden, zo 't groot gezag „ van den Prinfe van Oranje, hierin geene 5j verandering maakte. Dit woog zo zwaar by „alle de Bondgenooten, dat dezelven, ge- „ reedelyk, bewilligen zouden in de voor- „ waarden, welken de Prins geliefde voor te „flaan. En was 'er geen beter middel, om „ een goed einde van alles te zien, dan dat „ zyne Hoogheid, heimelyk, met Frankryk o- „ vereenkwame, wegens de voorwaarden ee- „ ner algemeene vrede; naar welke heimely- Mke
Qi) D'Estrades Tam. VII. p. Kt.
(Aj S'£«toab£S Tom. VII. f. 86, ae«, Cc 4
|
|||||
4oS VADERLANDSCHE LVLBoeï."
1676. »ke overeenkomst, men, daarna, de zaaken,
■<-----win den loop der handelinge, zou zoeken te
» fchikken, konnende den Prinfe gebruik maa-
» ken van de bekende geneigdheid der Staa- »ten tot vrede, om fpoedig een einde van » zaaken te krygen, of ten minftcn, om eene nafzonderlyke vrede te treffen, wanneer de »redenlooze eifchen der Bondgenooten het »treffen eener algemeene vrede verwylen, of » onmogelyk maaken mogten. De Keurvorst »van Beieren hadt, eertyds, ook zulke hei- »melyke maatregels genomen met Frankryk, »naar welken, alle de handelingen, te Mun- »fler, gefchikt werden, terwyl de Keurvorst »voortging, openlyk, te handelen met de „ Bondgenooten. Aan deezen handel, was hy »de grootheid van zyn Huis en de onder- »ftand, welken het, federt, van de Franfche »Kroon ontvangen hadt, verfchuldigd ge- » weest. En zo de Prins van Oranje dit voor- » beeld, te Nieuwmegen, volgen wilde, zou »hy zig zelven en zynen Huize diergelyke »voordeden bezorgen können. Men wilde »hem zelfs, ten opzigte van zyn byzonder „btelang, open' kaart geeven, en zulke voor- zwaarden laaten ftellen, als hy goedvondt. „ En fchoon zy gelegenheid hadden, om den „Prinfe deeze voorflagen, door anderen, te „laaten doen; wilden zy zig, hiertoe, liever. „ bedienen van Temple, dien zy wisten dat 's „ Prinfen vertrouwen hadt, en die, zo hy dee- „ ze zaak ter hand neemen wilde, zo groot. Äeejie rekening, als hy goedvondt, maaken „ kon op de edelmoedigheid van den Koning, Ähunnen Meester.'* Tem-
|
||||
LVI.Boek. HISTORIE. 409
|
|||||
Temple antwoordde ,} dat hy den Koning 1675,
„ van Frankryk en hun verpligt was, voor de ------
„goede gedagten, welken men van hem op- Tempies
n gevat hadt, en voor 't vertrouwen, dat men aiu' „ in hem ilelde« Doch de Koning, zyn Mees- woor * „ ter, hadt zynen Gezanten belast, eene alge- „meene, geene byzondere vrede te bevor- „ deren; waarnaar egter zulk eene heimelyke „ overeenkomst met den Prinfe van Oranje „ gelyken zou. In 't bewerken van zulk eene „ overeenkomst, zou hy, derhalve, zonder w 's Konings uitdrukkelyk bevel, niet können „ treeden. Ook wilde hy hun wel rondelyk „ belyden, dat zyne poogingen hiertoe vrug- „ teloos zouden uitvallen. De Prins was zo „ zeer geneigd tot vrede, als de Staaten. De „ zwakheid van Spanje, de verdeeldheid des „Duitfchen Ryks en andere redenen, te be- „ kend, om opgehaald te worden, drongen „ 'er hem, kragtiglyk, toe. Ook wist zyne „ Hoogheid wel, dat de Vrede tusfchen Frank- „ryk en de Staaten niet moeilyk te treffen „ zou zyn. Doch de zwaarigheden lagen by „ Bondgenooten, die de wapenen hadden op- „ genomen, om de Staaten te befchermcn, „ en aan welken zy beloofd hadden, geene „ afzonderlyke vrede te zullen maaken. Ook „ hing 's Prinfen eer aan de onderhouding dier n Verbonden, en fteunden de Bondgenooten „meer op zyne Hoogheid, dan op eenige- „ openbaare Staatsbeüuiten. De Prins kon „ „derhalve, tot geene afzonderlyke handeling „ verftaan. Doch wist men eenig middel te „ vinden, om, zonder krenking van 's Prin- M fen eer en met genoegen der Bondgenoo- Cc 5 „ten* |
|||||
4io VADERLANDSCHE LVI.Boek.
|
|||||
ityê. »ten, een einde te maaken van deezen oor-
-------j, log, hy hieldt zig verzekerd , dat zyne
„ Hoogheid , hiertoe , gereedelyk ftemmen
„ zou: terwyl hy even vast geloofde, dat de „Prins nooit, dan door de uiterfte rampen „des oorlogs, of door geweldige inlandlche „beroerten, zou können bewoogen worden, „om de Bondgenooten te verlaaten, en een „ afzonderlyk verdrag aan te gaan. Ook zou „ men, met aanbiedingen van byzondere „voordeden, door wien zulks ook gefchie- „ den mögt, luttel by den Prinfe te vvege kon- „nen brengen, zullende hy liever zien, dat „men twee of drie Steden in de Spaanfche „ Nederlanden meer te rug gave aan den Ko- „ning van Spanje, dan dat men hem alles jjtoeftondt, wat hy, voor zig zei ven, in 't „ Prinsdom Oranje en in 't Franfche Comté, „zou können begeeren." Hy befloot, met te zeggen „dat hy den Prinfe egter gaarne „verflag doen wilde van hun voorilel; doch „ dat zyne Hoogheid zig niet verder aan hem „of aan iemand gedraagen zou, dan hunne „redenen hem overtuigden, hebbende hy oor- „ deels genoeg, om zig zelven teraaden, en „zynde hy ook gewoon, zig daarop te ver- „ laaten, fchoon hy den raad van anderen „niet ongaarne hoorde (/)." De Franfchen befpeurden ligtelyk, uit Temples antwoord, dat hy de man niet was, om hen te helpen aan eene afzonderlyke vrede met de Staaten» D'Estrades bediende zig, daarna, van zeke- ren (l) Tpmuk Mcmor. tl. 440-447. ycrgil, D'Esmades T/m,
Vli. f. 40, 46 & J'uiv. |
|||||
LVI.Boek. HISTORIE. 411
ren Maastrichtenaar, die met den. Raadpen- i^s.
Jionaris Fagel briefwisfeling hieldt, om den-----—■»
Prins, door de aanbieding van byzondere voor-
deelen, over te haaien tot het bewilligen in een, afzonderlyk verdrag (jn). Doch zyne Hoog- heid toonde zig, zo als hem Temple befchree- ven hadt. Na dat de eerde en plegtige bezoeken tus- vit,
fchen de aangekomen' Gezanten waren afge- Verfchil legdj tradt men tot het regelen van eenige uj lfr. dingen, die de onderhandelingen over de Vre- ftrett- de moeften voorgaan, 't Eerst, dat in aan- heidvaa merking kwam, was de uitgeftrektheid van den dc».«n- onzydigen grond, buiten Nieuwmegen. De U^a Stad zelve was voor onzydig erkend, zo dra buiten zy tot handelplaats verkooren geweest was. Nieuw- Doch men verftondt, dat de Gezanten zig niet me£en» altoos binnen de Stad konden opgeflooten hou- den; maar zig, fomtyds, met wandelen of ryden, buiten dezelve, behoorden te können verlustigen: waaruit volgde, dat men den on- zydigen grond, tot een (tuk wegs buiten de Stad, moest uitftrekken. De Engelfchen hadden , al voor eenigen tyd , voorgeilaa- gen, dat deeze onzydige grond zig zo ver behoorde uit te ftrekken, dat 'er het Graaf- fchap Meurs in begreepen was. De Staaten hadden hierin bewilligd (jï). Doch de Fran- fchen begeerden, niet meer dan twee uuren gaans rondsom de Stad onzydig te verklaa- ren, en nog wel onder dit beding, dat zy aldaar brandfehattingen zouden mogen hef- fen |
||||||||
tö
|
TVmplb M^tnnr-. U. 447.
Aft. d« la Pax At Nime£. Tam, I. f. 477, 4?*»
|
|||||||
4 ia VADERLANDSCHE L VI. Boek;
|
|||||
x<j;ö fen (o). De Staaten wilden wel toeftaan, dat
•-------de onzydige grond niet vvyder uitgeftrekt
werdt, dan Frankryk geraaden vondt (J>);
maar vorderden dan ook , dat deeze grond tusfchen de Waale en Maaze bepaald bleeve, en dat 'er de brandfchattingen ophielden: of zo dit niet gefchieden kon, wilden zy de onzy- digheid bepaald hebben binnen de wallen van Nieuwmegen (q~). DeFranfchen zagen uit laat- fte, en zelfs het bepaalen der onzydigheid tusfchen de twee ftroomen ongaarne, voornaa- melyk, zo men wil, om dat hun, hierdoor, de bedekte verftandhouding met de Holland- fche Steden moeilyker gemaakt werdt: wel- ke verftandhouding zy egter noodig hielden, om de ingezetenen, door middel derzelve , meer en meer, te doen neigen tot eene byzon- dere vrede. Maar om deeze zelfde reden, zog- ten de Staaten den onzydigen ^rond te bepaa- len (V). Van de brandfchattingen wilden de Franfchen ook niet afftaan. 't Stuk bleef, der- die, eia halve, eenige maanden, onafgedaan. In Louw- deiyic, maand des volgenden jaars, kwam men eerst wordt overeen» dat de onzydigheid zig flegts tot op èen half uur buiten de Stad uitftrekken zou, en dat, in dezelve, begreepen zouden zyn de Dorpen Weurd, Beuningen, Hees, Neder- bosch en Hatert, het Landgoed van Meer- wyk, en de Dorpen Upbergen, Beek, Ooy, Perfingen en Erlikom. Deeze grond werdt met paaien afgetekend, op welken gefchree- ven
C») D'Estr/ues Tom- Vir. *. 6.
ipj Refbl. Hüll. 8 Jiily lrt76 hl. 2C?. (?) D1l*T«nt}'s Tom Vil. p. 77, Mi. (/•j Xeuple Meuior. il, 424. |
|||||
LVLBoek. HISTORIE. 413
|
|||||
ven ftondt, in 't Fransch, Neutralité, en, in ,<j7$,
't zogenaamd Neêrduitsch, Neutraliteit, of . Onzydigheid ($). Doen terwyl 't gefchil over den onzydigen °rde tot
grond nog onafgedaan hing, ontwierpen de „-^j"^0" Engelfchen eene orde, ftrekkende om de rust 0peub«h en het genoegen te bewaaren, onderzo groot re ruste, een gezelfchap van verfchillendeu Landaart, tsNienw- als, eerlang, binnen Nieuwmegen, ftondt by- me£en* een te komen, en waaronder, in de enge en ongelyke ftraaten van eene Stad, die niet bo- ven de tweeduizend huizen bevat, en by an- dere gelegenheid, ligtelyk, merkelyke moei- lykheden zouden können voorvallen, 't Ont- werp der Engelfchen ftrekte, derhalve, om den ftoet der Ambasfadeuren te bepaalen, om orde op 't myden en wyken der rytuigen te ftellen, en om, in geval van gefchil tusfehen de bedienden van twee byzondere Ambasfa- deuren, de wyze van regtspleegen te rege- len (i). Alle de Ambassadeurs bewilligden, eerlang, in dit Reglement. De Franfchen al- leen maakten 'er eenige zwaarigheden over, en hielden 'er zig niet in allen deele aan, fchoonzy den naam niet hebben wilden, dat zy 't van de hand geweezen hadden («). Voorts, kwam in overweeging, of men den VerfchH
Keurvorsten het regt laaten zou, om Gevol- °.ver den magtigden naar Nieuwmegen te zenden met ^1^ den titel van Jmbasfadeur. Zulks was hun, op Gevol- de magtig- O) Aft de la Paix de Nimeg. Tom. I. p. 48t, 483, 484.
O'Kstuades Turn. VU. p. sart Templb Memnr. bl. 4srt. (O Aft de la Paix de Nimeg. Tom- 1 p. 487, 488, 503.
(u) Temw.s Memof. lil 448-451. D'Esikaues Tem. VH.
(. fa, <>3, yo. |
|||||
414 VADERLÄNDSCHE LVI.Boik;
1676. de Munsterfche Vrcdehandeiing, toegeftaan:
.------behalve, wanneer zy meer dan eenen Gevol- genvan magtigde afzonden, in welk geval, het hoofd Keurvor- jer bezending alleen den eernaam van Am- Helto" basfadeur voeren zou, en met den titel van gm. Excellentie of Doorlugtigheid bejegend worden. De Engelfchen beflooten deezen voet te hou- den te Nieuwmegen. De Keurvorst van Bran- denburg zondt hier> eerlang, twee Atnbasfa- deurs; doch de eerfte derzelven werdt alleen- lyk, in deezen rang * erkend, door de Engel- fchen. De Franfchen volgden hun voorbeeld. Ook eenige anderen, Doch fommigen gaven den beiden Gezanten gelyke eer. De Herto- gen van Lotharingen, Nieuwburg en Bruns- wyk-Lunenburg beweerden, daarna, dat zy hunnen Gezanten ook den titel van Ambasfa- deur mogten geeven. Men fleet veel tyds, met het onderzoeken van dit gefchil: dat eg- ter onbeflist bleef. De Gezanten der Herto- gen kwamen, eindelyk, te Nieuwmegen, zon- der in den rang der Ambasfadeuren erkend te worden, dat is, zonder den titel van Excel- lentie, het eerfte bezoek van de andere Am- basfadeuren , en de hooger hand aan 't huis van dezelven te ontvangen. Daarna, ontfton- den 'er nog eenige gefchillen over den rang, tusfehen de Keizerichen, de Franfchen, de Spaanfchen, de Zweedfchen en Deenfchen (y), met het verhaal van welken, wy ons niet zullen ophouden. Mid-
(v) Temple Memor. II. 458, 482. AH, <Sj, 53T, 537.
D'E-strades Tom. VII. p. 9, 16, 4SI Ach de Ja Paix ri» Nimtg. Ttm, 1. f, 311 fi? faiy, 364 Sf fuh'. , |
||||
L VI. Boek. HISTORIE. 415
|
||||
Midlerwyl, viel 'er te Nieuwmegen, niets i6><f.
voor van gewigt, welk tot de algemeene Vre- —— de betrekking hadt. De Gezanten der Bond- Vil. genooten bleeven agter, zo lang de veldtogt F™"^,' duurde : waardoor de onderhandelingen ge- heimeiyk ftremd werden: konnende de Staatfehen zig met den nog niet laaten beweegen tot afzoilderlyken Bisfchop handel, waarop de Franfchen flerk gezet wa- ftg"^„n* ren. Nogtans, fleeten 'er de Franfchen den mert<]en tyd niet in ledigheid. De Koning, hun Mees- Hertoge ter, bediende zig van hun, om eenen heime- van Ha- lyken handel voort te zetten met den Bisfchop nover* van Munfter, dien hy wederom zogt af te trek- ken van 't Verbond, of ten minfte te beweegen tot onzydigheid. Doch deeze toeleg gelukte niet. De Bisfchop vondt zyne rekening beter, by den oorlog met Zweeden. Hy hieldt de Franfchen,het gantfche jaar, op met handelen, en zogt, meende men* te gelyk van Frankryk en van de Staaten, onderftand te trekken in geld (w). Doch de Franfchen ontdekten, einde- lyk, zyn oogmerk, en braken de handeling af. Met den Hertog van Hanover, handelde Frank- ryk, insgelyks, over een Verdrag van onzydig- heid (V): doch dit werdt ook niet voltrokken. Midlerwyl, verkeerden de Franfchen, En- Tempi«
gelfchen en Staatfehen, waarby, in Oogst- ^den- maand, deZweedfchen kwamen, gemeenzaam- fc"gn lyk, met eikanderen te Nieuwmegen. Temple oranjes nam, t'eenigen tyde, de gelegenheid waar, om ontwerp den Franfchen het ontwerp van Vrede voor vanVre- te houden, welk de Prins van Oranje, voor devoor* eeni-
Cw) D'EüTpAhKs Tr.m. Vir. p. 30, sa, 82, 91, 99, 104,
lor;, 107, m, lis, i.|S, 15«, i6y, lex;, 21Ó, 217, 3J5. i*~) D'ElTKAMS 2"««. Vil. J>. JOJ, I33, 2Sp.
|
||||
4ió VADERLANDSCHE L VI. Boek,
|
|||||
1*76. eenigen tyd (y), gemaakt hadt, en volgens welk,
-
verwonnen' Plaatfen in de Nederlanden tot ee~
ne Bruidfchat,aan den Koning van Spanje, ten 't welk Hu weiyk gegeven moest worden. Doch de Fran- zy van fchen hadden geene ooren naar deezen voor- de hand j|ag^ ^ Mademoifelk was, zeiden ze, zonder zulle ^\* „ eene aanzienlyke Bruidfchat, eenen Koning „ waardig; en Spanje, de Akenfche Vrede ge- „ fchonden hebbende, moest de nadeelen draa- „ gen, die 'tzigop den hals gehaald hadt (V)." Bever- Beverningk, daarna, met een' hunner in ge- ningks fprek geraakt, en, zo zy dagten, wat befchon- opcning, jjpjj en (jaarcj0ür Wat los van tong geworden afzender6- zynde, liet zig in deezer voege uit: „ Men lyke n moest vrede maaken. Zyne Meesters en hy vrede, „verlangden 'er driftiglyk naar. Zy hadden ,, niets meer te vereffenen met Frankryk, en „ konden, een afzonderlyk Verdrag gemaakt „ hebbende, het Ampt van middelaars be- „ kleeden. De Koning van Frankryk behoor- „de overtuigd te zyn, dat alle redelyke lui- ,, den in de Vereenigde Gewesten, liever met n hem dan met het Huis van Oostenryk, ver- n bonden zouden willen zyn. De Prins van O- „ranjewasvan 't zelfde gevoelen. Hywist zelfs, „dat, toen de uiterfte nood, waarin de Fran- » fche wapenen de Vereenigde Gewesten ge- n bragt hadden, de Staaten hadt gedrongen, w om hem meer gezags op te draagen dan zy- „ ne Voorzaaten iramer hadden gehad , de „Spaanfchen zulks, metfnierte, hadden aan- „ gezien. Hy wist, dat zyn welftand en die „der
OO LV. Roek, hl. 344-
{z) D'En«iiiDEs Tom, VII. f. u8.
|
|||||
LVLBoëb. H t S T O R I E. 41?
|
|||||
w der Staaten afhing van eene volkomen' eens- ityffj
ff gezindheid met Frankryk. Ook zou't, na ------j
w 't fluiten der Vrede , nietmoeilyk zyn , den
,, band veel enger te maaken, dan hy immer te „ vooren geweest was. Maar om hiertoe te „ geraäken , hing 'er hunne eer beide en hun „ belang aan , dat zy hunnen Bondgenooten, w die hen behouden hadden , redelyke voor- j, waarden bezorgden. * De Franfche Gezant antwoordde hierop, Anr-
„ dat deeze Bondgenooten de wapenen alleen- woord „ lyk hadden opgevat, op hoop van, ten kos- vau «j6* j, ten der Staaten, eeriige merkelyke voofdee- Franfche „ len te behaalen op Frankryk, fchoon de uit- Gezaa- n komst, in geenen deele , beantwoord hadt ten. n aan hunne verwagting. Dat de Staaten zig „ van de goede gelegenheid, die hun voor- „ kwam , bedienen moesten ; de vriendfchap „ van Frankryk herwinnen , en zig niet zo „veel laaten gelegen zyn aan 't bevorderen „ der belangen van zulken , die geene zwaa- n righeid maaken zouden, om de Staaten te „ verlaaten, zo zy 'er hunne rekening by von- „ den." Beverningk, toen den Franlchen Ge- zant omhelzende , betuigde te wenfchen „ dat „ zy fpoedig goede vrienden mogten zyn : n daarby voegende , dat zulks het belang was „ beide van Frankryk en van de Staaten (0)." Hy fprak dus, toen men, met reden, verwagt- te , dat het beleg van Maastricht haast ftondt opgebroken te worden , en toen men , langs hoe klaarer, begon te zien , dat 'er met den oorlog niets te winnen was voor den Staat. Ook
C.O D'Esthadis Tom. VH. ƒ.141, i<58, r;4- .'..-
XIV. Deel. Dd
|
|||||
4i8 VADERLANDSCHE LVI.Boïz,
|
||||||||||
1676. Ook was hy, onlangs, in den Haage ge-
——— weest (Ji), en waarfchynlyk wel onderregt van Invloed de gezindheid der Staaten. Omtrent veertien vaa't ver-dagen na dit gefprek, welk, veelligt, van Be- lasten vanverningks kant, konftiger belegd was dan de Maas- Franfchen merkten, werdt het beleg van Maas- de VrediLtócfa opgebroken , en dit voorval hadt mer- hande- kelyken invloed op de Vredehandeling. Men ling. vernani, terftond hierna , dat ée'n der Spaan- fche Gevolmagtigden , eerstdaags , te Nieuw- megen, verwagt werdt (c). Temple beloofde ook, nader met den Prinfe van Oranje te zul- len fpreeken, over't bevorderen der Vrede (d). Maar de Franfchen gaven te verftaan, dat de Koning , hun Meester, ziende hoe traag mei> ware om de handeling voort te zetten , lig- telyk, zou kunnen befluiten , om hen te rug. te roepen. Temple gaf hiervan kennis aan de Staatfchen , die 't hunnen Meesteren toe- De Staa- fchreeven (e). De Staaten , lang gedrongen ten be- door de Franfchen , om hunne Bondgenoot«» fluiten de aan te maanen tot het afzenden van Gevolmag- hande- tigden naar Nieuwmegen (ƒ) , namen toen „ lingen ook op aanfchryvens van wege den Koning ■voort te van Groot-Britanje, den agt-entwintigften van zetten. Herfstmaand, een befluit, om de onderhande- lingen aan te vangen, met den eerften van Slagtmaand , 't zy de Gevolmagtigden hunner Bondgenooten , op dien tyd, te Nieuwmegen waren, of niet (g): van welk belluit de Fran- fchen » |
||||||||||
t&) n'EsTRADKS Tom. VIT. p- 83.
(e) D'EsTfUDES Turn. VlU p.187, 156, 1^9. (<i) D'Estrades Tm. VII. p. 236, 237. f ej Temple Memor. il. 474. vcrgel. D' Estrabes T»m» VIII. p- S(,. Temple Mcmor. U. 4Öï.
|
||||||||||
is)
|
Art, «1« la Piix de Niraeg. Tom. I. p. 532.
|
|||||||||
LVI.Boek. HISTORIE. 419
fchen, door Temple, kennis kreegen (h~). De i6?6>
Prins van Oranje , bedugt, zo men meende, ■* dat het verlaaten van Maastricht de Staaten ,
en vooral die van Holland: welken, tegen den twee-entwintigften van Herfstmaand, Honden te vergaderen , te fterk mögt doen neigen tot een byzonder Verdrag met Frankryk , hadt zig, in alleryl, naar den Haage begeven (*), en te wege gebragt, dat men alleenlyk belloo- te tot het beginnen der handelinge * met den eerden van Slagtmaand* De liegte uitflag van f> e Pr!a 's Prinfen onderneeming op Maastrieht hadt, * ör dt, 1 ondertusfchen, fommigen aanleiding gegeven , L,!aak"w* om zyne Hoogheid fchamperlyk door te ftry- bj6 Jes * ken in blaauwboekjes en fchotfchriften , waar- fchimpi, mede 't gemeen in Holland, welk driftiglyk haakte naar vrede (k), en in den waan gebragt was * dat zy, door den Prinfe, tegengehouden werdt, zig gaarne aazen liet ( /). Voor opftel^ Ier van verfcheiden' deezer Gcfchriften werdt gehouden zekere Joannes Rotte, man van kran- ke herfenen; doch die, byvlaagen, blykenvan goed verftand gaf. Somtyds , hadt hy zelfs brieven gefchreeven aan de Staaten , dezelven vermaanehde , op hunne hoede te zyn > tegen den Prinfe. Hy raakte , omtrent het einde deezes jaars, te Amfterdam, in hegtenis. Zy- ne Huisvrouw en Vrienden * luiden Van ver- mogen , gelyk hy zelf ook was, bragten toen te wege, dat hy, by 't Geregt, als krankzinnig aangemerkt, en hun in handen gefteld werdt, om,
(ff) O'ESIRADEl Tom. VII. p. itf, SO£.
(ij D'Estradïs Tom. Vil. p. 204, «5.
C*J D'EsiRaoes Tom. VII. p. 3. tt ) u'KsjRaosï Tem. VII. p. 239. Dda
1
|
||||
42o VADERLANDSCHE LVI. Boes.
tf,?6 om, voortaan, opgeflooten en bewaard te wor-
tot in 't jaar 1691, wanneer hy, op zyn ver-
zoek, geflaakt werdt, onder voorwaarde, dat hy zig, voortaan , van fchryven onthouden, en zig niet buiten de Stad zyner wooninge be- geeven zou , dan met kcnnisfe der Wethou- derfchap (n). Zyn fchryven tegen den Prinfe hadt, ondertusfchen, cenigen indruk gemaakt op de onkundige menigte , en 'sPrinfen vrien- den , met naame de Raadpenfionaris Fagel , deelden in den haat, dien fommigen tegen zy- fty zendt ne Hoogheid durfden doen blyken (0). Al iemant 't welk van zo veel gevolg was , dat de Prins **" Joan Pesiers, zynen Sekretaris , naar Nieuw- tje1*" meêen zendt, om d'Estrades in 't byzonder te kennen te gee'ven , dat hy ten hoogfte ver- langde naar een fpoedig einde van de Vrede- handeiing , en wenschte te verftaan , op wat voet, zyne Majefteit van Frankiyk zou begee- ren te lluiten. Doch d'Estrades antwoordde n dat hy niets hadt voor te flaan , maar gaar- w ne hooren zou , welke opening de Prins van „ Oranje zou willen doen." Sedert, werdt de handeling, tusfchen den Prinfe en de Fran- fchcn , agtervolgd, door middel van Pesters en van den Heer van Odyk. Sommigen meen- den , dat de Prins, ten deezen tyde, te vrede geweest zou zyn, om met Frankryk te iluiten 9 zo men Maastricht, al ware 't zelfs na 't lieg- ten f »O Refo!. Holl 6 Febr. »4 Maart, xy Julr, \<)Scpt 1 ö?*,
1674. W 45. vso. <>i, 23,541. Tweejaar. Géfchied. bl, 515, 6-v- Hoil. Mcrc. vatuf-jn. lil 217. itin 1677, H. 93 «/»*. (n) Refal. Hult. 4 /Ing. ïfiyr. bl 58}.
t«J D'ESIRAÜtS T'JIH. Vil. f. 2(il'.
|
||||
LVI.Boek.' HISTORIE. 42 r
|
|||||||||||
ten der Vestingwerken , aan de Staaten hadt is/dï
willen te rag geeven (ƒ>). Doch hiervan is —-----
my niets klaaiiyk gebkcken.
IMaar terwyl de Franfchen, teNieuwmegen, VIJI-
arbeidden, om de Staaten te beweegen tot by- j?^Ffnn* zondere handeling, waartoe het opbreekenvan vermoe. 't beleg van Maastricht mi nieuwe hoop gaf, den, dat krcegcn zy fterk vermoeden, dat de Staaten de St»a- in byzondere handeling getreden waren met ""nder- Zweeden. De Zweedfche Ambasfadeur Joan lyt t raet Paulyn Olivenkrants hadt zig, eer hy te Nieuw- Zwee- megen kwam, lang opgehouden in den Haage, den> en men hadt d'Estrades, vandaar, gemeld, ffjjjjjj dat hy met de Staaren handelde. Benedi&m delen.* Oxenßiern, de andere Zweedfche Gezant, toef- de ook, eene geruim i poos, te Utrecht. Tem- ple verzekerde egter de Franfchen, dat'er niets byzonders met Zweeden gehandeld werdt (q). Vast gaat het, ten minfte , dat 'er niets weidt gefiooten. Ook verdween de argwaan op de> Zweedfche Gezanten , terllond na dat zy te, Nieuwmegen waren aangekomen. Na't eindigen van den veldtogt, hadt Tem- Gefprefc
ple , te Zoestdyk , een mondgefprek met den vauTem- Prinfe van Oranje f r), die zig zeer beklaag- j?le J":c |
|||||||||||
de , dat hy 't beleg van Maastricht hadt moe- fe
|
van
|
||||||||||
ten opbreeken: 't welk, dagt hjf, niet gefchied Oranje,
zou zyn , zo de Keizerfchen , met bcpaalder te Zoeat« oogmerken , aan den Rynkant, geoorloogd ü^ hadden; zo de Vorften van Brunswyk Lunen,- burg hein het beloofde aantal van troepen had- den geleverd , en zo de Spaanfchen beter os~ O") D'Estradf.s TamVW. p, 286, 09S. 307, 3«.
Cj) ll'EsTRABr» Tom. Vil. p. <j$ , 101, 121, IS?, l6oa {ßj Q'JtHKABEs 'lm, VII. />■ i5i. 272.
Dd3
|
|||||||||||
422 VADER.LANDSCHE LVI.Boek.
1676. de op het betaalen van hun Leger gefteld had-
«»>— den. Temple hadt hem ook niet veel goeds te zeggen van den voortgang der Vredehan- delinge te Nieuvvmegen „daar, zeidehy, de jj voornaamlte partyen , Frankryk en Spanje , 5, nog, zo ver als ooit, verfchilden van elkan- „ deren , willende Frankryk alle de gevvon- „ nen' Plaatfen behouden , en Spanje al het n verloorene te rug hebben : waarom hy van j, meening was , dat de oorlog alleen de vre- „ de zou moeten maaken ; wanneer de eeae 0 of de andere party , of boven maate ver- v zwakt, of, om eenige andere reden , den „ oorlog moede geworden zou zyn." De Prins fcheen niet vreemd van deeze gedagten. Hy verklaarde „ niet te gelooven , dat de Staaten „ zouden können bewoogen worden , om lan- „ ger in den oorlog te yolharden , zo de aan- „ rtaande veldtogt wederom kwalyk daagde. jj Ündertusfphen , kon hy niet loochenen, dat „ de goede uitilag van denzelyen , yoornaam- „ lyk % zou afhangen van het beleid der Ho- 9 ven van Weenen en Madrid :" waarop hy, nogtans, weinig fcheen te vertrouwen. Tem- ple bediende z'g van de gefteldheid s in welke hy den Prins vondt, om hem de heimelyke overeenkomst, met Frankryk , van welke wy boven (.?) gewaagd hebben , voor te Haan , niet verzuimende te fpreeken van de voordee- len, welken zyne Hoogheid zig, daaruit, naai' 't voorgecven der Franfchen, zou mogen be- looven : waarop de Prins hernam ^datd'Es- „ trades eenen weg uitgevonden hadt, om „hem, hierover, te doen fpreeken j door den f, Ilaad-
(j) Madz. 407.
|
||||
LVI.Boek. HISTORIE. 423
» Raadpenfionaris Fagel; doch dat hy'er reeds 1675,
» genoeg van gehoord hadt; dat zy hem wei- — » nig kenden , die hem zulke voorllagen dee- » den , en dat men flegts een middel uitvin- » den moest, om zyn eer te bewaaren, door't 9j voldoen van Spanje ; waarna Zyn byzonder .» belang het iluiten der Vrede geen uur zou „doen uititellen (/)." Temple , te Nieuwmegen te rug gekeerd , ix
verhaalde de Franfchen van dit gefprek zo Aan- veel als hy raadzaam vondt, en zweeg, of be- komsr wimpelde het overige (»). Ondertusfchen, f^eidea* kwamen 'er, van tyd tot tyd , eenige nieuwe Gezan- Gevolmagtigden derBondgenooten, te Nieuw- ten te megen, aan. In Slagtmaand, verfcheenen'er Nieuw* de Deenfche Gezant Justits Hoëg, en de Bran- me^en* denburgfehen Ckristoffel van Somnitz en Wer- ner Wilhelm Blaspeil: in Wintermaand , een der Spaanfchen 'Gezanten, Don Pedro de Ron- jquillo, en, in Louwmaand des volgenden jaars, Frangois Udalrik , Graaf van Kinsky , een der Keizerfchen (v). Doch de hoofden deezer twee laatfte Gezantfchappen bleeven nog, ee- nen geruimen tyd , agter. De Staatfchen , ondertusfchen , ongeduldig wordende , over 't verwylen der Vredehandelinge, lieten zig , beide in den Haage en te Nieuwmegen , ver- luiden , dat de Bondgenooten geene onder- ftandgelden te verwagten hadden tegen den aanftaanden veldtogt, zo zy eenen oorlog, aan- gevangen om de Staaten te helpen , tot vol- doeninge van hunne byzondere heerschzugt of be-
(O Tïmpls Meniw. tl 470-471.
0<Ó D'KsTRAOïs Tom VII. p. £17, a6j, 314.
{.y J Aéi, de ia Paix de Nimeg. Tom, I, p, 24a, 244, 346.
Dd 4
|
||||
424 VADERLANDSCHE LVI. Boek,
|
|||||
1676, belang , verder voortzetten wilden , en zo zy
■-------het ernftig aaiivangen der Vredehandelinge lan-
OveHe- ëcx verwylden. Men kwam dan, eindelyk,
vering op 't laatst van Slagtmaand, tot het overle- en on- veren der Volmagten , die de Engelfchen , derZwe als mic*delaars > ontvingen , en daarna aan de derzyd- verfchillende partyen ter hand Helden , om fche Vol- onderzogt en goedgekeurd te worden. Doch magten. dit onderzoek gaf' nieuwe ftof tot gelchil. De Franfchen hadden maar eene aanmerking op de Volmagt der Staatlchen , die , in dezel- ve , last kreegen, om te handelen van Vrede , op de yoordeelt'gfle voorwaarden voor den Staat z 't welk, dagten ze, 't gellootene op fchroeven Helde , als de Staaten , daarna, oordeelen, mogten , dat het voordeel van den Staat niet genoeg in agt genomen was (w). Dcch de Staatlchen hadden veel meer te zeggen op de Volmagten der Franfchen en Zweedfchen , in, welken, het aanneemen der wapenen doordee- ze twee Mogendheden , breedvoeriglyk , ver- dedigd werdt. Ook ftondt hun tegen, dat, in de Franfche Volmagten , gewaagd werdt van 's Paufen bemiddeling, welke zy nimmer hadden. aangenomen, noch konden aanneemen (#,)•. Veilcheiden* andere dingen werden 'er in be- rispt (y), met welken wy ons niet ophou- den. Beverningk, dien Temple den bekwaam- ften Ambasfadeur noemt, welke hem immer ontmoet was, hadt, op het uitvinden van deeze tegenwerpingen, zyn verftand geipitst, voornaamïyk , zo men dagt, om de handeling te
(w) D'EstRadks Turn. VU. p. 37a.
O; S-cr. Rel»]. Huil. »8 Nov. 1676. III- Deel, M. 568.,
(,>'} 1-'..:ï,u Aft- iie i* Pïix ilc Nimeg. Tom. 1. p 233»
|
|||||
LVLBoek. HISTORIE. 425
|
|||||
te rekken , tot dat 'er meer Gezanten zouden 1676.
aangekomen zyn. üok gelukte dit. Men twist- -------
te lang- over de Volmagten, zonder eikande-
ren te können verltaan : eindelyk, werdt men 't eens , dat de Engelfchen, als middelaars , eene algemeene Volmagt ontwerpen zouden , waarin alle de partyen genoegen zouden moe- ten neemen. Dit gefchiedde, federt. Doch de Engelfchen droegen byzondere zorg, dat , in decze Volmagt, niet van 'sPaufen bemidde- ling gerept werdt (z). 't Jaar 1676 liep, met decze kibbelingen , ten einde. De Prins van Oranje , geene kans ziende, X.
om , op eene eerlyke wyze, uit den oorlog te "e^ere geraaken ; zo de Koning van Groot-Britanje \tia^ zig niet, naamver dan tot nog toe gefchied üng T was , verbondt met de Staaten ; befloot zyne »n den uiterfte poogingen aan te wenden , om hem Ha"^» hiertoe te beweegen. Hy ontboodt dan Tem- denlMn- ple wederom by zig, in den Haage, tegen den re van aanvang des volgenden jaars , hein vraagende, Orangen of hy iet naders wist van de gedagten van den *'-,u!>le* Koning , zynen Meester, over V werk der Frede ? 16771. Tcmpie antwoordde „ dat zyne Majefteit, ------i
„ vermoedende , dat zyne Hoogheid nog niet
w regt vredesgezind was , en niet hebbende n können verneemen , op wat voet, Frank- w ryk zou willen verdraagen , beilooten hadt, n de handeling aan te zien , en zig te houden i3 binnen de paaien , die hem, door zyne hoe- n danigheid van middelaar , voorgefchreeven m werden." De Prins hernam \, dat zulks 0 zeer koel fcheen, daar 't in 's Konings magt „itondt,
|
|||||
425 VADERLANDSCHE L VI. Boek.
|
|||||
1677 „ ftondt, vrede te maaken , als hy 't begeer-
—■— „ de. Wat hem aanging, hy verlangde 'er ook „ naar, zo om dat de Koning haar dienftig ö hieldt voor hun beider belang, als om dat de „Staaten de Vrede niet fiegts voor voordee- „ lig, maar voor volftrekt noodzaakelyk aan- „ zagen. Dit zou hy aan niemant dan aan den „ Koning en aan Temple zeggen willen ; want n zo de Franfchen het wisten, zouden zymoei- „ lyker voorwaarden vorderen. De Keizer en „ Spanje neigden nu minder tot vrede , dan „ op 'c einde van den jongften veldtogt, ter „ oorzaake van de verandering der Staatsdic- „ naaren , aan deeze twee Moven. De Staa- „ ten alleen verlangden naar vrede, en hy zou „ 't altyd eens zyn met de Staaten ; doch hoe n men aan vrede geraaken zou , voor den aan- „ ftaanden veldtogt, wist hy niet; ten ware „ de Koning, zyn Oom, lust hadt, om die te n doen fluiten ; in welk geval, hy verlangde n te weeten, op welke voorwaarden zyne Ma- „ jefteit geloofde of begeerde, dat dezelve zou n können geflooten worden : en hy beloofde, n zyn best te zullen doen, om 's Konings oog- „ merken te bevorderen, zo ver het, eenigs- n zins , met behoudenis van zyne eere en vati w het belang zyns Vaderlands, gelchiedenkon, n al 't welk hy verzogt, dat ïernple den Ko- w ning, zynen Meester, wilde overfchryven ," gelyk deeze aannam (^). DeRï*d- ^ Twee dagen laater, met den Raadpenüona- pcnüo- rjs pagei jn gofprek geraakt zynde , gaf Tem- Fasrcl P*e te vefft;um ■> dat men den traagen voort- {preekt gang der Vredehandelinge, gedeelfidyk, toev fchry-
|
|||||
LVI.Boek. HISTORIE. 427
|
|||||
fchryven moest aan het kibbelen der Staat- t(,77.
fchen, over de Volmugten. Doch Fagel, een — ernflig en treurig gelaat aanneemende, zuide, tnetTem- ö dat hy, noch de Staaten, noch den toeitand pie,ovec n hunner zaaken kende , zo hy waande , dat £J^ ^ zy de Vrede niet ernflelyk begeerden. Zy j^bdd B hadden ze zell's volltrekt noodig, en zou derVrede n den , teiltond , in onderhandeling getreden ™0f da „ zyn , zo de Franlchen maar eenigszins aan: Staate,k w neemdyke Volujagten hadden overgeleverd. Ä Zelfs wilden ze niet Haan op 't gene hunne n Bondgenooteu vorderen zouden : ja hy kon j, nier. verzekeren , dat zy geene afzonderlyke w vrede zouden fluiten." Dit laatfle., hervat- te Temple , was een fluk van zo veel gcwigts, dat men V zig mg wel eenjaar op bedenken zou. i)och Fagel antwoordde „ dat men 'er reeds j, genoeg op gedagt, en eindelyk bevonden j, hadt, dat 'er geen andere raad overfchoot. „ De Staaten waren veel aan Spanje verpligt. Yi Die Kroon hadt zig in den oorlog geileken, w om hen, en te gelyk de Spaanlche Ne- „ derlanden te behouden. Doch zy hadden „ Spanje ook geenen kleinen dienst gedaan , ?? drie jaaren , om Spanjes wille , volhardende „ in den oorlog , zonder dat 'er iet van ge- n wig:, tusfehen Frankryk en hen , te veref- „ fenen bleef. Zy hadden zig verpligt, om, „ in den aanftaanden veldtogt, zo veel volks j, byeen te brengen , als zy , in den laatften , „ byeen gehad zouden hebben, zo de Bondge- „ nooten hun woord gehouden hadden. Doch ., de Spaanfchen droegen geene zorg , dan om j, hun te doen zien , dat zy bellooten hadden > ja te vergaan. De Vloot was , zonder betaa- |
|||||
/pR VADERLANDSCHE LVI. Boek,
|
|||||
xfj?. „ ling , uit Sicilië te rug gezonden. De Staa-
t------„ ten kreegen geen geld , voor de mondbe-
„ hoeften , die zy , den voorleeden Zomer ,
„ naar de Spaanfche Nederlanden gezonden B hadden. Men hadt voorgegeven , Magazy- n nen van deeze mondbehoeften te zullen op- „ regten, tegen den volgenden veldtogt; doch „ hy was verzekerd , dat men geen één Ma- „ gazyn vinden zou , welk van de Spaanfchen w verzorgd was. De Staaten hadden hun voor- w gellaagen , dat zy zo veel volks in dienst „ moesten houden , als zy betaalen konden , „ en genoeg was , om de Steden te bewaaren ; w en dat de Prins , met het Leger der Staaten, n alleen te velde trekken , en alle belegerin- „ gen van belang beletten zou : doch hierop w was geen antwoord gekomen. Zy hadden „ den Keizer verklaard, dat de Spaanfche „ Nederlanden maar een , of ten langiten w twee jaaren zouden können bewaard worden, „ zo hy zyn Leger niet naar Frankryk zondt * „ of ten minfte de Franfchen noodzaakte tot „ eenen veldflag, en daarna de Winterkwar- n tieren betrok , aan de linkerzyde des Ryns. „ Maar men lcheen , te Weenen , de Spaan- „ fche Nederlanden zo weinig te agten , als „ men hier Hongarye deedt; en de vette Ürec- „ ken, ter regter zyde des Ryns, ftonden de« w Duitfchen troepen beter aan , dan de ver- w woesten in de Elzas. In den aanftaanden „ veldtogt, zouden twee of drie fterke Grens- w plaatfen in de Spaanfche Nederlanden , b^ m gebrek van Magazynen , moeten verlooren „ gaan , zonder dat de Prins het -zou können £ beletten , zynde de Legers der Staaten en> » Spaan-
|
|||||
LVI.Boek. HISTORIE. 42^
» Spaanfchen veel te zwak , om den Fran-
» fchen llag te leveren , of eene Stad te ont- » zetten. En als Kameryk , Valenchyn ea » Bergen in Henegouwen over waren, zou- » den de andere Steden wel volgen moeten. » Ook konden 's Prinfen vrienden niet lyden, »dat hy alleenlyk te velde trok , om Steden »te zien verliezen , en misfehien wel alle de 53 Spaanfche Nederlanden , door de misflagen » der Spaanfchen zelven ; die evenwel, zo » weinig als 's Prinfen vyanden buiten 9 en »'s Prinfen benyders binnens Lands , nalaaten » zouden , zyne Hoogheid te befchuïdigen. »Ondertusfchen , konden de Staaten van n Frankiyk alles krygen , wat zy begeerden , n byzonderlyk , Maastricht te rug , een goed » verdrag van Koophandel, en zo veele voor- » deelen voor het Huis van Oranje , als zyne » Hoogheid zou können verlangen. D'Estra- » des fchreef, hierover, van week tot week, » dringende op een afzonderlyk verdrag : daar ?? hy , Raadpenfionaris, wel noode toe komen n zou; doch men was'er, meende hy, genoeg- •» zaam, toe gedwongen. Ook kende hy nie- JB mant in Holland , die niet van dezelfde ge- n dagten was. Hy hadt, met Temple , ge- „ fproken , als met een' goed' vriend, niet als w met een' Ambasfadeur, en hem de fterkte en ö zwakheid van den Staat, onbewimpeld, ver- „ toond. Gaarne zou hy nu weeten, wat Tem- yy ple dagt, dat de Staaten doen moesten, om „ zig te redden uit de zwaarigheden , waarin m zy, door den oorlog, gedompeld waren (£)." ltl3
f*) Tsm-is Memur. il. 4ES -4114. |
|||||
■
|
|||||
43o VADERLANDSCHE LVI.Eoes.
K577. 't Is niet moeilyk te merken, datditgefprek^
--------waarin de zaaken der Staaten, op 't nadeeligst,
Oogmerk vertoond werden, konlliglyk, aangelegd was,
«f rek om TeraPle uittelokken, tot het voorilaan van eenige hulp, van de zyde van Groot-Britanje, Temnles Doch de ichrandere Arabasfadeur antwoordde, voorzig- voorzigtiglyk „dat hy zig onbekwaam hieldt, fciidd' » om raac* te ëceven aan iemant, die 't be-
dang der Staaten zo wel begieep:" voorts, vrsagende „ wat "er van de Spaanfche Neder- n landen worden zou , zo de Staaten zig afzon- Weder- » derlyk verdroegen met Frankryk ? Waarop Fa- anuvoord ge^ hernam n dat deezen toch , in een' veld- van Fa- ;) togt of twee , verlooren zouden zyn. Ka* 6el' „meryk, Valenchyn, Namen en Bergen zou- „ den , geloofde hy , in den aanmaanden Zo- „ mer , veroverd worden ; waarna de groote „ binnenlandfche Steden zig niet eens zouden „ zoeken te verweeren , Antwerpen en Oost- „ ende uitgenomen : omtrent welke Steden , „ men , veelligt, diergelyke maatregels zou „ können neemen , als de Franfchen , in den „jaare 1667, aan zynen voorzaat, den Raad-» „ penfionaris de Witt, hadden voorgeflaagen." Verder Maar, hervraagde Temple, hoe, denkt gy, zul' gefprek lm de Staaten met Frankryk moeten leeven , na tu sfchen ^at fc Spaanfche Nederlanden verlooren zullen zyn ? Zullen zy niet geheellyk van Frankryks genade moe- ten afhangen ? Nooit, antwoordde Fagel toen, zouden wy om eene afzonderlyke vrede denken, z« wy kans zagen , om de Spaanfche Nederlanden te behouden door de wapenen. n Doch zo deezen „ toch moesten verlooren gaan , best was 't , „ dagt hy , dat dit gefchiedde door de Vrede, ,, die 't Land niet uitputten noch den Prinfe „ fchan-
|
||||
LVI.Boïk. HISTORIE. 431'
|
||||
»fchande aandoen zou. Na 't verlies der 1677.
jj Spaanfche Nederlanden , zou men de Fran- —— „ fchen doen begrypen , dat het hun belang „ meer was, den Vereenigden Scaat te behou- „ den dan dien te vernietigen. Hachelyk was » dit wel; doch men hadt geene keur meer , »en lang genoeg, vergeefs, gehoopt, dat de „ Spaanfchen betere orde op hunne zaaken „ ftellen , en dat de Keizerfehen iet van be- „ lang uitvoeren zouden aan den Rynkant. „ Ook was hy , voor zig zelven, altoos, van Fageïs „ gedagten geweest , dat Groot - Britanje , op <)0ft- m „ den eenen of den anderen ftap van Frank- ™**^a „ ryk, hu flil zou geroepen hebben; en, zo ve > ont. „ de Éngell'chen de helft der Spaanfche Ne- dekt zi< „ derlanden konden laaten verlooren gaan ; nadïr- „ dat zy egter, met geene goede oogen , zou- ff den hebben können aanzien , dat Frankryk „alles overheerde , en zig ook , tot groot ag- „ terdeel des Engelfchen Koophandels in de ff Middellandfche zee, meester maakte van ge- „ heel Sicilië. Twee jaaren, hadt de Koning „ van Groot - Britanje de Vrede reeds in zyne „ hand gehad. Frankryk was in geen' ftaat, „ om hem de voorwaarden , welken hy rede- „ lyk oordeelde , af te il aan , of om in oorlog ff te blyven, als Groot- Britanje zig wilde voe- „ gen by de Bondgenooten. Dit maar eenigs- „ zins te kennen te geeven, mids het inFrank- „ ryk geloofd wierdt, was genoeg om de Vre- „ de te wege te brengen. VanBeuningenhadt, „al voor lang, op gelyken trant, gefproken „aan het Engelfche Hof, en aangebooden, n dat men den Koning van Groot - Britanje , n voor * fcheidsraan over de voorwaarden *A»-kit*r* »der
|
||||
432 VADERLANDSCHE LVI.Boek.
1677. » der vrede, wilde aanneemen: doch alles was
------ » zo koel aangehoord , dat men zig , einde-
» lyk , wel genoodzaakt zag , om tot byzon-
»dere handeling te komen. De wonde was
» ongeneeslyk geworden. Wel wist hy , wat
» Temple meende , met de vraage , hoe men 't
» met Frankryk maaken zou , na dat de Spaan-
nfche Nederlanden ver koren zouden zyn ? Doch
»Frankryk zou dan't oog, veeliigt, naar Ita-
n lie , of naar Deutschland , of wel naar En^
» geland wenden, eerder dan naar den Ver-
»eenigden Staat, 't Was Frankryks belang
»niet, den Staat te overheerfchen; wel, dien
x, van zig af hangkelyk te houden , en Gods-
w dienst en Regeering , in den zelven , vry te
. »haten. In zulk een' toeftand alleen , kon
n Frankryk dienst trekken van de fcheeps-
n magt deezer Landen , die 'er niet meer zyn
j, zou , als de grootfte Steden , overheerd ge-
w worden zynde , in geringe Vislchers Plaat-
M fen veranderd zouden zyn. De Koning van
„ Frankryk hadt hun Land gezien , en kende
n het, en zeide, federt, by alle gelegenheden ,
M dat hy hen liever tot Vrienden begeerde , dan
„ tot Ünderdaancn. Maar genomen , dat het
„ verlies van den Vereenigden Staat verknogt
„ was aan dat der Spaanlche Nederlanden ,
„ zo was 't nog best hun verderf zo ver te
„ verfchuiven , als mogelyk ware , en liever
„ des nagts te vergaan, dan des middags te.
v vooren (c)."
T«mp!e De Raadpcnfionaris Fagel fprak deeze laat-
gceitden fle redenen, met meer drift, dan de zwakke
Prime ftaat |
|||||
CO Tümblk Mcmor. il. 494-49"!.
|
|||||
fc.VI.B0EK. HISTORIE. 43$
ftäat zyner gezondheid, toen, fcheen te ge- ks;;,
doogen. Weshalve Temple 't gefprek afbrak,-------
zeggende „ dat deeze zaaken niet tusfchen hen ketitii*
„ beide konden afgehandeld worden." Hy ™" ^' gaf 'er, federt, den Prinfe kennis van, die ^eTi'* verklaarde, het fluiten eener afzonderlyke vre gei- de te zullen verhinderen, zo lang als hem mo- gelyk ware. Doch hy hadt byna zo liegte ver- wagting als Fagel van den aanftaanden veld- togt, en herhaalde, nogmaals, dat de Koning van Groot-Britanje de Vrede maaken kon, voor 't aanvangen van den ftryd. Temple fchreef alles over aan den Koning, en voegde 'er by, wdat de Prins van Oranje de Staaten niet „zou können wederhouden van het lluiten n eener afzonderlyke vrede, zo de Koning zig „niet dieper in dit werk itek, dan hy, tot „ nu toe, gedaan hadt." Oe Koning antwoord- de „ dat de Gezanten der Bondgenooten de „ Leden van het Parlement zo fterk ophitften „tegen de Vrede (</), dat hy 'er niet meer „ toe kon arbeiden, zonder 'er, vooraf, door n de Staaten , openlyk, toe genoopt te wor- „ den." De Prins en Fagel waren 't eens, dat van Beuningeu, ten deezen einde, den Koning een fchriftelyk Vertoog doen zou: gelyk, fe- dert, gefchiedde («). Doch de Prins vraagde Temple, ten zelfden tyde, wederom ,of hy niet wist, welke voorwaarde» van vrede de Koning» zyn Meester, by zig zeken, beraamd hadt? Tem- ple verklaarde van neen; doch meende, dat zyne Hoogheid, om tyd te winnen, zig, des- WS'
f J) FoUz Aft. de Ia P.iis de Nirncg. Tom. \\. p. a8yju, (<>, yeiez Act. üe la P.iix i!e Nimes;. T„m. II. p, 31e. XIV. Deel. li e
|
||||
434 VADERLANDSCHE LVLBozx.
|
|||||
i<>77. wege, wel eerst, zou können openen. De
——- Prins, zig een weinig bedagt hebbende, her- 'sPrinfcn nam toen „dat, zo de Koning eene fpoedige valiWdeP »Vrede begeerde te maaken, zulks, op den voor- »voet van cl*e van Aken, behoorde te ge- wasrden „ f'chieden. Dat men geene andere verwisfe- eener si- n Ifng behoefde voor te flaan, dan die van Vredene »^ath en Charleroi, voor Aireen S. Omer. „Dat, hiermede, alles, wat tusfchen Frank- „ryk en Spanje openftondt, zou afgedaan „ zyn. Dat de Keizer Filipsburg flegten en te „rug geeven zou; dat de Franfchen Maas- tricht, insgelyks na 't flegten der Vesting- „ werken, den Staaten zouden inruimen, en B dat de oorlog, hiermede, voorbygedreeven „zou zyn, gelyk eene vlaag, die zwaar/n „ Itorm gedreigd, doch kleine verandering Ä op het aardryk te wege gebragt hadt." Tem- pie merkte hierop- aan „ dat zyne Hoogheid „ niet verklaardt hadt, hoe 't met Lotharingen „ en het Franche Comté gaan zou." Doch de Prins hernam „ dat zulks, by de Akenfche „ Vrede, beflist was. Frankryk hadt nooit „ regt voorgewend op Lotharingen, dan voor „ zo ver het geftaan hadt onder den overlee- „ den Hertoge, van wien de Koning meende „ verongelykt geweest te zyn. 't Franche Com- „ té moest, volgens de Akenfche Vrede, aan „Spanje blyven. Op deezen voet kon men „ vrede hebben , zo 't zyne Majeiteit van „ Groot- Britanje begeerde; zo niet, dan moest „de oorlog voortgaan, en de voorzienigheid Ily ver- „ de zaaken beilegten." Di Prins befloot, Waart dat, wat Fagel of anderen Temple oute. I!5.\,era' »voorhouden mogten van eene afzonderly- |
|||||
LVI.BoEK. HISTORIE. 435
|
|||||
„ke vrede, dezelve niet zou geflooten wor- \6yy.
„ den, zo lang hy leefde, en in ftaat was, om--------
„ het te beletten. Hy wist ondcrtusfchen wel, tej-en ee.
„dat het, terftond na zynen dood, gefchie- ne afzon- „den zou, ten ware anderen daartegen ge- verlJe* „liefdente voorzien: waartoe, mogelyk, nie- „ mant meer reden hadt, dan de Koning van „ Groot-Britanje." Temple verhaalde, daar- na, aan den Raadpenfionaris, hoe fterk de Prins zig tegen de afzonderlyke Vrede ver- klaard hadt: waarop Fagel zeide „ dat hy 'er „ zo noode toe komen zou als zyne Hoogheid; „ doch dat de Prins zelf 'er toe gedwongen „ zou können worden, door het liegt beleid „ der Bondgenooten, door den kwaaden uit- „ llag van den aanftaanden veldtögt, en voor- „ al, door binnenlandfche beroerten , waar „toe men, te Amflerdam, reeds neiging be- speurd hadt, om dat de Vredehandeling M zo traaglyk voortging." Hy voegde 'er by, „ dat zyne Hoogheid de Landzaaten te wel „ kende, om zig fterk te kanten, tegen der- „ zelver genegenheid (ƒ)." Wy hebben dee- ze gefprekken , dus uitvoeriglyk , willen te boek ftellen, om dat 'er de eigenlyke groad der handelinge uit blyken kan, en om dat zy eene fchets behelzen van de voornaamfte voor- waarden, op welken,daarna, de Vrede gefloo- ten werdt. Na verloop van eenige weeken, 9"'*819 kwam 'er nader befcheid uit Engeland. De Ko- nf„sgs °jn ning fchreef aan Temple „ dat hy kans zag, Groot- „ om Frankryk te brengen tot eenen afftand Bmanje. „van
(f) Tfwit.e MemoF. U. yfi"-P7. Foitz ausfi D'Estbabe«
Tun. Vlii. f. 6a. E e a
|
|||||
43« VADERLANDSCIïE LVI.Boek,
t&7?- »van Aath, Charleroi, Oudenaarden, Con-
—— - j) dé en Bouchain, tegen Kameryk, Aire en „ S. Omer." Temple gaf hiervan kennis aan , den Prinfe; doch zyne Hoogheid verbleekte, toen hy Kameryk hoofde noemen, verklaaren- de, wyders, dat men alles wagen moest, en de Spaanfche Nederlanden liever door de wapenen zien verhoren gaan, dan door zulk een Verdrag. Temple keerde, eerlang, wederom naar Nieuw- megen (g). XI. Hier was, midlerwyl, uit verfcheiden'ge- Staat der fprekken tusfehen Berkelei end'Avaux, geblee- hande- ^en' ^at ^e Engelfchen zeer bevreesd waren , Imge, ie voor een afzonderlyk verdrag, tusfehen Frank- Nieuw- ryk en de Staaten (Ji): waarvan zy vermoeden »negen, gekreegen hadden, uit de heimelyke onder- handelingen, welken de Franfchen, van tyd tot tyd, hielden met Beverningk (f), dien zy, zo wel als van Haren, hielden geneigd te zyn, tot een afzonderlyk verdrag (k). Van den an- deren kant, hadt ïemples lang verblyf in den Haage , en zyne geduurige gefprekken met den Piinfe en met den Raadpenfionaris ook agterdogt verwekt in de Franfchen, die fterk verlangden, naar zyne wederkomst te Nieuw- megen (/). De handeling was niets gevorderd, in zyn afzyn. De meeste tyd was gefleeten, met ontvangen der aankomende Gezanten ; met plegtige bezoeken, en met kibbelen over kleinigheden. Onder anderen, was men lang on-
(g~) Temple Meinor. U sn^^ip, 5»*\';3t.
^'h^ JJ'EsiRADSS Tom. V!II. p. 13,45 i K»5«
(/) Trmple Memor. il. 507, 516. ( kj D'Estiudes Tom. vil. p, 367, (/^ D'üsiraoes Tum. VIII. i>. a8. |
|||||
*
|
|||||
LVI.Boek. HISTORIE. 437
|
|||||
oneenig geweest, over de plaats der handelin- »677.
ge, waartoe, eindelyk, eenigc vertrekken op ■ 't Stadhuis geichikt werden (m). De Franfchen meenden, dat Temple zeer in zynen fchik was, met alles, wat de Vredehandeling ftrem- de, en dat hy, om het Parlement te behaagen den voortgang van den oorlog wenschte (n), De heimelyke onderhandelingen, tusfchen d'A- vaux en Beverningk, van wege de Staaten, en tusfchen d'Estrades en Pesters, van wege den Prinfe van Oranje, werden, ondertusfchen, voortgezet (o), en men begon reeds te geloo- ven, dat deeze onderhandelingen, op eene afzonderlyke vrede tusfchen Frankryk en dq Staaten, zouden uitkomen. De openbaare handelingen werden ook ver- Eifch;a
volgd. Omtrent het midden van Sprokkel- jjer w=- maand, begonden de byzondere Ambasfadeuvs ^"^/0- de eifchen hunner Meesteren, ten laste vaa gendhe- elkanderen, over te leveren aan de middelaars, den, ten De Franfchen vorderden van den Keizer en '!?te yan van den Keurvorst van Brandenburg alleenlyk, * Jm ** dat de Westfaalfche Vrede herftelden naarge- komen werdt: van Spanje, welk eerst de Vre-, de gebroken hadt, begeerden zy alles te bo* houden, wat zy, in den tegenwoordigen oor-, log, op dit Ryk veroverd hadden: van de Staa- ten eischten zy niets; maar boaden hun, in tegendeel, hunne vriencHchap en de vernieuw wring van een verdrag van Koophandel aan (j?)* Van den anderen kant, vorderde de Keizer, das
C;») Tbmplu Meiimr. :•/. 51^-25.
C n i D'P.sTnAnts Tom Vl'll. p. ioS.
( e> [) lisiu.Mjxs Tum. Vin. p, 115, !4r, 164, 229.
iPJ Artss üe.l* pMi* de Niineg. Tc;n.U.fi 35,41,45,51, 58.,
|
|||||
433 VADERLANDSCHE LVI.Eoek.
dat Frankryk hem, het Ryk en zynen Bond-
genooten alles te rug gave, wat in deezeu oor- log veroverd was, en daarenboven vergoe- ding deedt van de geleeden' fchade. De Spaan- fchen eischten ook alle de verlooren' Steden te rug, benevens vergoeding der fchade, hun, door Frankryk, federt den jaare 1665, aan- gedaan (<? ). De Staaten vorderden van Frank- ryk Maastricht wederom, en voldoening aan zyne Hoogheid, voornaanilyk, wegens het Prinsdom Oranje, welk, na 't ontihian van den oorlog, verbeurd verklaard was, door den Koning van Frankryk; die deszeifs inkoniften gtfehonken hadt aan den Graave d'Auvergne, wiens Markgraaffchap van Bergen op Zoom de Staaten, insgelyks, verbeurd hadden ver- klaard (/•). Voorts, begeerden zy een goed verdrag van Koophandel te ïluiten, met af- ftand van alle de eifchen, welken de een te- gen den ander' nóg mögt open hebben. De groote fchade, welke zy geleeden hadden,wil- den zy opofferen aan de Vrede, mids men hun- nen Bondgenooten voldoening gave (i}. De eifchen, welken Zvveeden en Deenemarke en derzelver Bondgenooten tegen eikanderen in- brasten, kwamen, kortelyk, hierop uit, dat de eerften, boven vergoeding van geleeden' fcha- de , alles te rug begeerden, wat zy, in deezen oorlog, verlooren hadden, en de laadien, al wat zy gewonnen hadden behouden wilden, zonder van vergoeding van fchade te willen hooren (/), De
(q~) Acl's ''s la P»ix de Nimeg. Tam. II. l, 5, 9.
(r) Vuiet Damfl Journal p. CXI. (* ) Aétes de la 1'aix de Nimeg. Tom IT. f. S4, 26. (n ACh-s de la Paix de Nimeg. ï'w». H- t- ", »4» «9« S'i37> 42» 46» 52» 57- |
|||||
<
|
|||||
LVLBoEK. HISTORIE. 439
|
|||||||||
De Hertog van Lotharingen hadt zyne eifchen ifyp
op Frankryk ook aan de middelaars overgele----------
verd («j; doch men liet ze, eenigen tyd, ver-
zegeld, om dat de Franfchen verklaarden, nog geene eischen van den Koning, hunnen Mees- ter, tegen den Hertog ontvangen te hebben. Ondertusfchen, was, aan het groot verfchil tusichen de meeste handelende Mogendheden, ligtelyk, te befpeuren, hoe verre de algemee- ne Vrede nog te zoeken ware (y). Terwyl men, te Nieuwmegen, met het o- XTT.
verleveren en onderzoeken deezer eifchen , *)e Frsn* bezig was, hadt Frankryk den vekltogt,vroeg- ^"g. tyds, geopend , en Kameryk en Valenchyn ren va- doen berennen, in 't begin van Lentemaand, lenchyu, De loopgraaven voor Valenchyn werden be- gonnen , tusichen den negenden en tienden, en de Stad werdt genoodzaakt, zig over te gee- ven, by verdrag, welk,op den zeventienden, getekend was (w). De Koning, die 't beleg van Valenchyn, in perfoon, bygewoond hadt,be- gaf zig, na 't overgaan der Stad, naar't Le- ger voor Kameryk, welk zig, insgelyks, op- en k«. gaf, na een beleg van negen dagen, op den meryk.- vyfden van Grasmaand. De bezetting was ge- weeken naar 't Kasteel, welk zig egter, twaalf dagen laater, insgelyks overgeeven moest. Midierwyl, hadt de Hertog van Orleans 't be- ^y beIe" leg geflaagen voor S. Omer. De Prins van O- oS. S' |
|||||||||
ranje, die, op de eerfte tyding van de bewee-
|
Oranjo
|
||||||||
gin-
O) Adtes ds Ja Pa'x de Niuieg. Tom. II. p. 65, 66, (>7
68, 69, 71. (y)T«MPU! Memor. II. 535-577. IIoll. Merc. yea 1(578.
il. ic-jo, 2j enz. (w) D'Es irades Tom. VIII. p. 183, »24. Ee 4
|
|||||||||
44° VADERLANDSCHE LVI.Boek,
|
|||||
1*577. gingen der Franfchcn, het Leger der Staaten,
"-------te Bergen op Zoom, byeengetrokken hadt,
frckt te was te laat gereed, om Valenchyn of Käme-
velde. j-y^ te ontzel:ten- doch belloot, regt op S. O-
mer aan te trekken, en eenen veldiiag te waa-
gen, tot ontzet dcezer Stad. De Hertog van
Orleans, eenig volk gelaaten hebbendein de
Loopgraaven voor S. Omer, trok, met het
overige deel zyns Legers, op, om den Prins
van Oranje te ontmoeten. De Hertog van
Luxemburg voegde zig, onderweg, byhem,
met een goed getal troepen uit 's Konings Le-
siag by ger. ïe Mont-Kasfel, raakten de Legers Haags,
j^0'u" en werdt 'ei', eenen tyd lang, dapperlyk ge-
se' flreeden, van de eene en de andere zyde..
Doch, daarna, geraakte een gedeelte van der
Staaten voetvolk in wanorde, en aan 't wy-
ken. Oranje herftelde egter de wanorde fpoe-
diglyk, en meer dan eens. Doch de vyand
werdt hem, eindelyk, te magtig. De Prins
deedt, tevergeefs, zyn best, om de wykende
regementen te doen Italhouden. Hy werdt,
eindelyk, genoodzaakt, den ftroom te volgen,
en den vyand het llagveld te laaterj. Doch
gekomen, aan de agterhoede des Legers, dié
nog ftand gehouden hadt, deedt hy, met de
zelve, eenen aftogt, waardoor hy veel roems
behaalde , hy de kiygskundigeu. 't Gevegt
by Mont-Kasfel was voorgevallen, op den
elfden van Grasmaand. De Franfchen fchry-
ven, dat zy 'er tweeduizend man in verloo-
ren, en dat 'er van de S.taatfche zyde., drie-
S. Oï&tT duizend omkwamen (V). S. Omer hieldt heft,
na
( x~) Fïi-ifniBEs Memo«. Vj-% Si Müic T«m. IJ, p, 51, Da-
niel jouraat p, CXXiX. / |
|||||
LVI.Boek. HISTORIE. 441
|
|||||||||||||||
na deezen ongelukkigen flag, niet langer uit, 1677.
dan tot den twintigften van Grasmaand, wan- |
|||||||||||||||
neer de Stad, by verdrag, opgegeven werdt geeft zig
(V). De Koning keerde toen naar Frankryk, over* en het Franfche Leger werdt in de verver- fehingskwartieren gelegd. Van deeze gelegen- charle- heid bediende zig zyne Hoogheid, breekende, roi ver- tegen 't einde van Hooimaand, op, met het geefs be- Leger der Staaten, en, eerlang, het beleg de0g0errd'e„ flaande voor Charleroi. Doch de Hertog van Pnnfe. Luxemburg was hem, met het Franfche Leger, op de hielen, gevolgd, en noodzaakte hem, Charleroi, voor de tweede reize, te verlaaten, op den veertienden van Oogstmaand (z). Hierna, viel 'er niets van gewigt meer voor, in de Spaaniche Nederlanden. Alleenlyk , S. Gui. maakte des Humieres, in Wintermaand, zig 1™J* meester van S. Guilain («). De veldtogt dee- door do zes jaars was zeer gelukkig geëindigd voor Fran- Frankryk. 't Bemagtigen van Valenchyn, Ka- &'•>«. meryk en S. Omer hadt de Spaaniche Neder- landen beroofd van alle hunne Grensvestingen aan de landzyde, op Namen en Bergen in He- negouwen na, die, ligtelyk, in eenen volgen- den veldtogt, konden veroverd worden. Aan den zeekant, werden ze alleenlyk befche-rmd, door Nieuwpoort en Ooitende. Het overig gedeelte der Spaanfche Nederlanden beftondt uit groote binnenlandfche Steden, die zig ze- Kerlyk overgeeven zouden, als de Franfchen zig voor dezelven vertoonden. Doqh Spanje |
|||||||||||||||
fclieea
TEMPI«
|
|||||||||||||||
QO Holl. Merc. van 1677. W. 7-50.
(2) I)"Estrai>ks Tom. IX« p- 73, 99,110, 115. |
|||||||||||||||
W^ni'.-r. W. «.(Ï.H- Holi. Mcrc.ua> 1677. £.'. i8,7,i8iJ [i>l,.
|
|||||||||||||||
\a) Holl. Merc ran 1677. W. «i*
Ee5
|
|||||||||||||||
442 VADERLANDSCHE L VI. Boek.
i<5;7, fcheen weinig aandoening te hebben van dit
-------gevaar, zig verzekerd houdende, dat Groot-
Britanje en de Staaten niet zouden können ge~
doogen, dat Frankryk van alle de Nederlanden meester werdt (/i). XIn> Het Keizerlyke Leger onder den Hertoge Staat /es van Lotharingen, met het voorjaar, weder- ooriu^s om, over den Ryn getrokken zynde, begaf ™. . zig naar Mets, met inzigt, om deeze Stad en landSC " daarna Lotharingen te herwinnen. Crequi lag in deezen oord, om een waakend oog op den Hertoge te houden. Ook viel'er, in Zomer- maand , een fcherp gevegt voor, tusfehen de twee Legers. Doch wat laater, werdt de Her- tog verzogt, zig te willen voegen by het Le- ger onder den Prinfe van Oranje, om Char- leroi te helpen winnen. Hy trok dan naar den Maaskant. Maar Crequi belette hem den overtogt dier Riviere. Ook fneedt hy hem, geduuriglyk, den toevoer af, hem, eerlang, noodzaakende, te rug naar de Elzas, en by Koblents wederom over den Ryn te trekken. De Hertog van Saxen-Eifenach, die in de El- zas gelegen hadt, was, kort tevooren, ook genoodzaakt geweest, over den Ryn, naar Duitschland te keeren. By Kokesberg, viel, op den agtften van VVynmaand , een hevig fchutgevcgt voor, tusfehen de Keizerfchen en Franfchen. Crequi maakte zig, weinige da- gen laater, meester van Fryburg (<:). in Kata- Aan den kant van het Pyreneefchc Geberg- leiiie, tCj waS5 jen vierden van Hooimaand, een fcherp
(i~) Templ« Mcronr hl. 533-S38.•
(c) Holl. r.Ietc vu» 1677. ti. i9c-i85, 240-243' Dan«1
Juuia. p. CaXX. |
||||
LVLBoEK. HISTORIE. 443
fcherp gevegt voorgevallen, tusfchen de Fran- 1677.
fchen onder den Hertoge van Navailles en ——— de Spaanfchen onder den Graave van Monte- rei, waarin de laatften het veld behouden had- den ; doch wederzydsch merkelyke fchade ge- leeden was (öQ. Doch zo zeer als het krygsgeluk den Fran- en jn .t
fchen medeliep,zo zeer liep het hunnen Bond- Noor- genooten, den Zweeden, tegen. Zy waren, den. in Zomermaand, genoodzaakt geworden, het beleg van Christiaansftad, welk zy voorhad- den, uit den zin te zetten. In Hooimaand, 'werdt hunne Vloot geflaagen, door de Veree- nigde Deenfche en Scaatiche Vlooten, onder 't bevel van den Luitenant-Admiraal Willem Bastiaanszoon. By Landskroon, viel, omtrent den zelfden tyd, een veldflag voor, tusl'chen de Zweeden en Deenen, van welken de uit- komst onzekerer was. Maar in Noorwegen, behaalden de Deenen vericheiden' merkwaar- dige voordeden op de Zweeden (e). Stettyn, eenige maanden geblokkeerd geweest zynde, door den Keurvorst van Brandenburg, werdt, in Zomermaand, geweldiger aangetast, 't Leedt egter tot in Wintermaand, eer de Stad zig, by verdrag, opgaf (ƒ> De Graaf d'Estrées , na 't herwinnen van xiv.
Kajana, in Wintermaand des voorleeden jaars, TaWago voortgezeild zynde naar het Eiland ïabago, ver!o(>" raakte aldaar, in Lentemaand, in een hevig ren* gevegt met den Kommandeur Binkes. Ver- scheiden' van 's Lands fchepen werden in brand ge-
(«O Huil« Merc. van xGjj. II. 103-201,
C .") Holl. Mcrc. van 1677. il. i6--'7<;. C/J Hol!. Mcrc. van 1077. tl. s.;9-iól. |
||||
444 VADERLANDSCH5 LVI.Boek
t677. gefchooten , of vergingen , door hun eigen
-------- vuur. 't Schip Kruiningen, gevoerd door Rsm-
men Vlak, was, door twee Franfche fchepen,
waaronder dat van d'Estrées zelv' was, aan- getast. De Kapitein, zig ziende in gevaar van veroverd te worden, vraagde naar de kruid- hoorens: doch die zo ras niet könnende be- komen, deedt hy den Konftapel een tonnetje buskruids op 't dek brengen. En ftraks daar- na , zag men den brand opgaan, agter de mast. 't Schip van Vlak en dè twee Franfche fche- pen vloogen, eerlang, in de lugt. Doch 't fcheepsvolk bergde zig, ten minile gedeelte- lyk (g). D'E^trdes werdt, eindelyk, genood- zaakt , het Eiland te verlaaten, en, met mer- kelyke fchade, te rug te keeren. Hy hervatte den aanllag, in Slagtmaand, en toen gelukte het hem, de Sterkte op het Eiland te verove- Cïnker- ren. Binkes en verfcheiden' anderen kwamen, fiieuvtlt. by deeze gelegenheid, ongelukkiglyk, aanhim einde (/$_). Eenigen tyd te vooren, hadt d'Es- Schadc in trees zig ook van eenige Sterkten der Staaten, Groen- jn Zuid-Amerika, meester gemaakt ( i). De Franichen hadden, onaangezien de Visfchery wederzydsch vrygcfleld was, in Hooimaand, in Groenland, verfcheiden' Walvischvangers bemagtigd, eenigen van welken verbrand wer- den , terwyi anderen een zwaar rantfoen werde afgeperst (£). Overeen- in Herfstmaand , bekragtigdea de Staaten feum« eeq rg~) Uil de hcëeiligd Verklaar, van asu Marroozc. v*.i 2%
Qaob. 1677. MS. !*"i n'RsTUADïS 'fox. VIII- p. 31!. Huil. Mrc. mi «v,
il. 7«8, 2«3. (.0 [)«nisl Journal p CXXX'J.
^ '■: j iiu.1. ;4crc. y«x 1677. pi. 2^y.
|
||||
LVLBoek. HISTORIE. 44g
een Verdrag, onlangs gemaakt met de Regee- ja77;
ring van Algiers, waarby de losprys der Slaa- . 't gene dezelve voorheen plag te beloopen(/_). Siers* Doch terwyl de Vereenigde Gewestenge- XV. kvveld werden met uitheernfchen oorlog, had- Kerkeiy- den fommigen ook met inwendige onlusten te i"uestj!£" ftryden. In Holland en Zeeland, lagen de Ker- keïyken, onderling en met de Regeering, over hoop. Men begon, federt eenigen tyd, de Predikanten, die der Leere van Coccejus toe- gedaan waren, en die zig, onder de voorige Stadhouderlooze Regeering, in de gunst der Overheeden hadden weeten in te dringen, in fommige Steden, met den nek aan te zien, en buiten de aanzienlykfte flandplaatfen te wee- ren, of te houden. Zulken, daarentegen, die der Leere van Voetius aanhingen , en altoos voor ongemeene vrienden en goedgunners van het Huis van Oranje hadden willen gehouden worden, begonden, terltond na 's Prinfen ver- heffing, moed te fcheppen, en hunnen par- tyen onbefchroomder onder de oogen te zien. Sommigen hunner, die, voorheen, om oproe- rig prediken, gelyk het toen genoemd werdt, uit de Steden gezet waren, verwierven nu vry- heid van zyne Hoogheid, om 'er wederom in te komen, en hunnen dienst waar te neemen, gelyk te vooren. 't Eerfte was, onder ande- ren, aan Abraham van den Velde, voorheen Predikant te Utrecht, gegund (m). De Staa- in Zee* ten van Zeeland hadden, aj in 't jaar 1675, *•»*> eeue
|
||||||
('O Holl. Mcrc. van 1677. W. 229.
y/i) Tiveejm. GtlcliietL il, giß. |
||||||
44* VADERLANDSCHE LVLBoek.
ittf. eene orde beraamd , tot behoudenis der ruste
------in de Kerke, meest ftrekkende, om den voor-
ftaanderen van Voetius Leere genoegen te gee-
ven , hoewel de andere party geene°reden van klaagen fcbeen te hebben, dat zy, eenigszins, ftrengelyk gehandeld werdt («). Zelfs, oor- deelden vcden , dat de Staaten , onder voor- wcndfel van de rust te bewaaren, den nieuwen Leeraaren de hand boven 't hoofd zogten te houden. Zyne Hoogheid, in Lentemaad des volgenden jaars, ter gelegenheid, dat 'er eene Predikants plaats , te Middelburg, opengeval- len was , de Klasfis van Walcheren , fchrifte- lyk, vermaand hebbende, by 't vervullen der- zelve , zorg te draagen tegen de nieuwighe- den ; was 't egter gebeurd, dat het zogenaamd Collegium Qualificatum, beftaande uit Afgevaar- digden der Wethouderfchap en den Kerken- raad , waaraan , hier , 't verkiezen der Predi- kanten ftaat, een beroep uitgebragt hadt op Wilhelmus Momma, Profesibr der Godgeleerd- heid in den Ham , die verdagt was , nieuwig- heid te leeren.Doch de Klasfis hadt geweigerd, dit beroep goed te keuren , zeer klaagende , dat men zo weinig agt geilaagen hadt op het fchryven van zyne Hoogheid. Het Kollegie beweerde egter , dat het beroep wettig was , zo lang de Klasfis geeue redenen gaf, waarom't moest afgekeurd worden. De Wethouderfchap van Middelburg onderfteunde het Kollegie, en men ftelde orde om Momma te haaien. De Prins fchreef aan Momma te Ham , en asn de Wethouderfchap van Middelburg , een en an- des-
(«) Twcf jaar. Gtfchieii. il. O02.,
|
||||
LVI.Boek; HISTORIE. 447
dermaal, om de zaak niet verder door te zet- 167t.
ten, voor hy 'er zelf nadere fchikking op ge- ——^ maakt hadt. De Kiasiis drong hierop insge- lyks; doch, befpeurende, dat de Burgerkrygs- raad zig in de zaak mengde, hieldt zy zig met langer veilig binnen Middelburg. Momma was, ondertusfchen, overgekomen; en men maakte gereedfehap om hem te bevestigen en op den predikftoel te brengen. De Prins, toen voor Maastricht leggende, fchreef, hiervan verwit- tigd , fcherpe brieven aan de Wethouderfchap, aan 't Kollegie, en aan Momma,ernftelykver- biedende, met de voorgenomen' bevestiging voort te vaaren. Maar de Krygsraad en veele voornaame Burgers begeerden het tegendeel op de Wethouderfchap, zo men de .Stad niet vol oproers zien wilde. De bevestiging ge- fchiedde derhalve, twee dagen hierna, op den negentienden van Hooimaand. Momma, dien de Wethouderfchap, op zyn verzoek, beloofd hadt, te zullen befchermen, zo hem, over dit werk, eenigleed overkomen mögt,tradt,dien zelfden dag nog, op den predikftoel, onder eenen geweldigen toeloop van de aanzienlyk- ften en van 't gemeen O). Doch de Prins nam dit zo euvel, dat hy de Klasfts beval, naar de orde der Kerke, te handelen, tegen zulken, die oorzaak deezer ongeregeldheid geweest waren. De Klasfis, toen te Vlisfingen zitten- de , dagvaarde het Kollegie aldaar. Doch de Wethouderfchap van Middelburg wilde niet gedoogen, dat ie mant uit haare Stad, te Vlis- iingeti, voor de Klasfis verfcheene. De Klasfis voer
( O Vit sen" Briu v»n Mddelb. yen io ,?«/>• ifi7<J. il/S.
|
|||||
*
|
|||||
448 VADERLANDSCHE LVI.Boek;
|
|||||
X677. voer egter voort, met de zaak, kerkelyk, af
--------te doen. De Middelburgfche Predikanten, die
Mommas beroep rneesc bevorderd hadden,
Van der Waayen en de Mey, werden uit de Klasiis gezet. De Mey, die Momma beves- tigd hadt, werdt gefchorst in zynen dienst en zelfs in 't gebruik des Avondmaalt. Twee Dia- kens werden ook, in hunne dienden, gefchorst. Aan Momma werdt gefchreeven, dat men hem voor geenen Predikant erkende; maar hieldt, voor eenen huurling. In deezen ftaat, blee- ven de zaaken tot dat de Prins, in 't laatst van Slagtmaand, te Middelburg kwam. 't Kolle- gie, hem komende begroeten, kreeg tot be~ * Faöie. fcheid, dat hy den * aanhang te Middelburg was komen dempen, en, toen 't zig verantwoorden wilde, dat zulks hier de tyd noch de plaats was. Den Burgerhopluiden werdt, door zyne Hoog- heid, voorgehouden, hoe hem ter oore geko- men was, dat zy zig in kerkelyke zaaken geße- ken, en de Klasfis moeilykheid aangedaan hadden: en als zy verklaarden, de Kiaslis te hebben willen befchermen, hernam de Prins, dat hy heter onderregt was (p). Voorts , kwam hy in de Vergadering der Staaten, op welke zyn gezag zo veel vermögt, dat men, terftond, befloot „ Momma af te zetten, en den Prins „ te magtigen, om zuiken, uit de Wethou- „ derfchap.van Middelburgen uit het Kolle- ,, gie, welken men bevondt, de voornaame „ oorzaaken geweest te zyn van het beroep „ van Momma en van de onbehoorlyke in- „ dragt op het regt der hooge Overheid, in „ den
f ^) Vit e:n Brief van Middelb. van 5 ec\ 1676. MS.
|
|||||
LVI.Boek. HISTORIE.
|
||||||
x den perfoon en waardigheid van den Heere tg77.
yy Stadhouder , te ftraffen met afzetting of ^ ., ?? fchorfing in hunne dienften." Doch de Stad Middelburg hadt, gelyk men ligtelyk denken kan , niet bewilligd in dit befluit. 't Werdt egter uitgevoerd, door den Prinfe, die merke- lyke verandering maakte, in de Wethouder- fchap en Krygsraad van Middelburg ; Mom- ma buiten beroep liet, en Van der Waayen afV zette, en fchriftelyk beval, de Stad en gantsch. Zeeland te ruimen. Doch deMey, naar men toen zeide , in ftilte , fchuldbekentenis ge- daan hebbende voor zyne Hoogheid, bleef in dienst (#). Voorts, magtigde de Prins de Klasfis, de nieuwe Wethouderfchap van Mid- delburg en de protestecrende Broeders van het Kollegie , om tot een nieuw beroep te tree- den (f). Momma, een jaargeld bekomen heb- bende tot zyn onderhoud, begaf zig, met der woon, naar Delft, daar hy , in Herfstmaand deezes jaars, overleedt (s). Zyne Hoogheid hadt, te Middelburg zynde , op de Staaten van Zeeland begeerd , dat men hem , als eerfteii Edele , en van wege de Steden Vlisfingen en Veere , twee ftemmen toeftondt in de Staaten van Walcheren» en dat Middelburg, wederom, gelyk van ouds , ééne f tem hadt; waarin ter- ftond bewilligd werdt. Geduarende de Stad- houderlooze Regeering, hadt Middelburg twee ftemmen gehad , en Vlisfingen en Veere ieder eene ; zo dat 'er toen vier ftemmen geweest wa-
(f) Uit een' Brief van MUldelb. van l« Dec. 1676. MS,
( r ) NotuI.Zctl. Zïjuny 1, s. 4, «;,7. 8,11 Dec- '«76. «-99,15$, 1*0,162,165,168,170,183. Holl. Mcrc.van If7<« >/, 233-34$. {s) Holl. Merc. yan 1677. tU 210. XIV. Deel. Ff
|
||||||
•»:
|
||||||
45o VADERLANDSCHE LVI. Bos.*,
1677. waren , die nu wederom op drie gebragt wer-
-------den (*). De Kerkelyke onlusten verminder-
«n in den , federt, allengskens, in Zeeland. Maar
Holland, te Enkhuizen, in Holland, was, in 't midden des jaars 1675, ook vry wat moeite ontftaan , over't beroepen van eenen Predikant. Eenige Leden der Gemeente booden den Kerkenraad; een Verzoekfchrift aan, waarby zy begeerden ,. dat niemant beroepen werdt, dan die vreemd was van de nieuwigheden, welken thans, door fommigen, gedreeven werden. Doch de Wet-» houderfchap beide en de Kerkenraad namen het inleveren van zulk een Verzoekfchrift eu- vel op. De tekenaars werden op 't Stadhuis ontbooden , en fcherpelyk beftraft. Maar zy f ervoegden zig aan zyne Hoogheid , met een veel dringender Verzoekfchrift: en de Prins vóndt goed, die van Enkhuizen te vermaancn 9 tot het voldoen der verzoekeren («). Doch hoe't, verder, met deeze zaak, afgeloopen zy , is niet tot myne kennisiè gekomen. Te Am-. fterdam , daar men voor diergelyke moeilyk- heden vreesde , hadt de Regeering, in Louw- maand deezes jaars 1677, den Kerkenraad be- woogen, tot het neemen vaneen befluit, waar- by verklaard werdt „ 1. dat 'er geene wezen- wlyke verfchillen waren onder de broeders. j, 2. dat men zig zou hoeden van alles, wat w de eendragt zou können ftooren. 3. dat men „ niet zou voorgeeven, de zaaken , over wel- w ken men verfchilde , te houden van zulk w een gewigt, als of 'er de zaligheid aan hing» B4. dat men zig zou wagten van onfehrrf- f> tuur-
f t~i Notul. Zeel. 10 T)ec. ifyC. VI. I7</.
(«O Twee-jaar, GeCcbied. Ui 79J» saz* |
||||
LVLBoek. HISTORIE. 451
|
|||||
?7tuurlyke fpreekwyzen. 5. dat men in'tbe- t6?f.
n roepen van Predikanten , agt geeven zou op-------
7? zuiken, die van eenen vreedzaarnen aart wa-
n ren. en 6. dat men zuiken. die tegen deeze j,, punten misdeeden, eerst broederlyk vermaa- j, nen zou , om alle verwydering voor te ko- wmen (v)" Men heeft, van dien tyd af tot he- den toe, deeze punten den Kerkenfaad, bydes- zelfs verandering of vernieuwing, en voor't be- roepen van een' Predikant, geduuriglyk voor- gelezen, 't welk zeer veel toegebragt heeft tot behoudenis der ruste in deeze volkryke Stad ; welke ook, aan andere oorden, door het voor- zigtig beleid der Regeeringe , onaangezien de verfcliillen, in 't ftuk der Leere, bleeven duu- ren, allengskens, herfteld en bevestigd werdt. Doch in de byzondere Gewesten, met naa- xvi.
me, in Stad en Lande, Overysfel en Friesland, Oniusten hadt ook de hooge Regeering, federt verfchei- «jsfchcnj den' jaaren , onderling overhoop gelegen ; ge- „/^"^Jg lyk wel te wagten was, na dat de aanftelling omme- van zyne Hoogheid tot Stadhouder der aan- landen, zienlykfte Gewesten , en tot Kapitein- en Ad- miraal - Generaal van den Vereenigden Staat , de algemeene Regeering van den zelven in ee- ne geheel andere gedaante gebragt hadt. In Stad en Lande, was de twist, reeds in den jaare 1672, en terftond na dat Groningen van den vyand verlaaten was, begonnen. De Re- geering der Stad hadt toen twee Ommelander- Heeren, Jonkheer Ozebrandjan Rengers, Heer van Slogteren, en Henrik Picard ,o$ fterk ver- moeden , dat zy, geduurende het beleg, hei- raa-
C»0 Holl. Jslcrc. van iC-rf, tl. 93.
Ff*
|
|||||
452 VADERLANDSCHE L VI. Boek.
nielyk verftand gehouden hadden met den
vyand, in hegtenis genomen. De laatfte was, na dertig weken zittens , wederom geflaakt ; doch de eerfte , fcherpelyk onderzogt zynde, en geen verraad beleeden hebbende , egter vastgehouden. De Ommelanden, den handel der Stad aanmerkende als eene blykbaare ver- kragting hunner voorregten , vorderden vol- doening, en wilden langer geene gemeene Ver- gaderingen houden met de Stad , zo dezelve geweigerd werdt. De Stad boodt aan, een gelyk getal van Regters, uit en door de beide Leden van 't Gewest, te doen magtigen, om over Rengers te zitten , en den Ommelanden al de gerustftelling te geeven, welken zy, im- mer te vooren , gehad hadden , om veilig te können Vergadering houden in de Stad. Doch de Ommelanden begeerden volftrektelyk , dat Rengers op vrye voeten gefteld werdt. On- dertusfchen, werden 'er geene Landfchaps- Vergaderingen gehouden , tot merkelyk agter- deel van het gemeene Land , en van de Pro- vincie in 't byzonder. De Ommelanden ver- voegden zig , eindelyk, aan de Vergadering der algemeene Staaten, met verzoek „ dat w dcezen , gelyk voorheen meermaalen ge- j, fchied was, Gemagtigden geliefden af te „ zenden , tot bylegging der gereezen' ge- „ fchillen." Men beiloot hiertoe , op den ze- ventienden van Sprokkelmaand deezes jaars 1677. Zyne Hoogheid werdt verzogt, de Ge- magtigden in perfbon te willen verzeilen , en met zyn hoog gezag te onderfteunen. Doch Friesland hadt, in dit bell uit, niet bewilligd, ver-
|
||||
LVI.BoEX. HISTORIE. 453
verftaande, dat men, vooraf, behoorde te be-
proeven , of de gefchillen niet, door den Prin- le Henrik Kafimir, Stadhouder van 't Gewest, in der minne, waren by te leggen. De bezen- ding ging egter voort. De Prins van Oranje en de Gemagtigden der algemeene Staaten deeden , den tweeden van Lentemaand , eene uitfpraak , by voorraad , volgens welke , den „ Heeren der Ommelanden , te Groningen , „ vryen in- en uitgang toegeftaan , de Land- „ fchaps - Vergaderingen hervat, en Rengers „ geflaakt moest worden , mids hy zig, tot j, naderen last, onthielde binnen zyne Heer- „lykheid Slogteren." Doch de Stad wei- gerde zig te fchikken , naar deeze uitfpraak.. Ten zelfden tyde , was 'er verfchil ontftaan, over 't verleenen der Patenten» De Prins van Oranje , eenige Regementen willende trekken uit de Gewesten van Friesland en Groningen , tot verfterkiug van het Leger van den Staat ,. hadt hiertoe Patenten verleend , zonder de Staaten of den Stadhouder deezer Gewesten te kennen , en deezen , zig hierdoor in hunne voorregten verkort rekenende, hadden gewei- gerd, het Krygsvolk te laaten uittrekken. De algemeene Staaten verklaarden zig voor den Prinfe van Oranje. Zo deeden ook de Omme- landen. Doch de Stad hieldt, in dit gefchü,_ de zyde van haaren Stadhouder, die gehou- den werdt, ook hierom, in de overige gefchil- len , te fterker te hellen , over de zyde der Stad. In Grasmaand , vervoegden de Omme- landen zig , met een nieuw Vertoog, aan de algemeene Staaten, waarby zy, behalve't ont* F f 3 AaS |
||||
454 VADERLANDS CHE JL VI. Boek.
1677, flag van Rengers , verfcheiden' andere punten
—— vorderden, die van ouds, tusfchcn de Stad en de Ommelanden, betwist waren, en weiken zy nu , ten nadeele van de Stad 3 beilist wilden hebben. Onder anderen , eischten zy drie ftemmen, tegen de cene item der Stad 3 op de Landdagen , vryheid van 't Stapelregt voor de Ommelanden , en regt om ten platten lande te mogen brouwen. Ook begeerden zy , dat de boonen , waarby de Wethouderfchap da- Stad gekooren werdt? gezonden werden aan den Heere Stadhouder, of aan de algemee- ne Staaten , en dat de Gilden te Groningen wederom herfteld werden , in 't bewind der Regeeringe. 't Bleek hieruit klaar genoeg, dat men verandering zogt, in de Regeeringe der Stad. De algemeene Staaten, ernftig aan- gemaand door den Prinfe van Oranje , om een einde te maaken van de onlusten in Stad en Lande, en geenen-wil hebbende, 'omzig, te- gen die van de Stad , te bedienen van ftrenge middelen, beflooten , eindelyk, op den eer- ften van Zomermaand „ dat de Stad zig, bin- n nen veertien dagen , aan de uitipraak hun- n ner Gemagtigden zou moeten onderwerpen , „ of dat de Ominelauden , anders, geregtigd w zouden zyn , om , in zaaken van Regee- Ä ringe , Geldmiddelen en Regtsoefening , „ huis op zig zelven te houden. " Doch de Stad niet alleen , maar de Stadhouder, Prins Henrik Kaiimir, hieldt dit bell uit te ftryden met de Vryheid en Hoogheid van 't Gewest , weigerende den laatften , de hand te leenen tot het in ftand brengen en houden eener af- zon- |
||||
HISTORIE.
|
|||||||||
LVLBoEK.
|
|||||||||
455
|
|||||||||
Konderlyke Regeeringe der Ommelanden ; die rfj-,
egtcr eenen aanvang nam. Maar de Stad ver- - „ booit naaren ingezetenen , deeze afzonderly- ke Regeering , in eenigerlei opzigt, te erken- den. De Verpagting van 's Lands middelen geichiedde , ondertusfchen , op aanfchryving van den Heere Stadhouder , beide in de Stad ,en in de Ommelanden. Doch de Regecring der Ommelanden verboodt, eenige betaalin- gen te doen aan de Ontvangers dar Provin- cie. De Stadhouder geboodt het tegendeel, by herhaalde Plakaaten. Die van de Omme- landen zig, door den Stadhouder, die de magt over 't Krygsvolk in handen hadt, gehinderd vindende in hunne afzonderlyke Regeering , vervoegden zig, wederom, aan de algemeene Staaten, klaagende beide over den Stadhou- der en over de Stad. De Regeering der Stad zogt, daarentegen , heul by de Staaten van Holland , zendende zelfs Gemagtigden naar de byzondere Steden, om deezen te bewee- gen tot het voorftaan haarer belangen. Doch de Staaten van Holland waren nunietgefchikt, om zig te kanten tegen 't gevoelen der alge- meene Staaten, gefterkt, gelykhetwas, met het hoog gefteegen gezag des Prinfen van Oran- je. Men befloot dan , ter algemeene Staats- vergaderinge , ook met volkomen' bewilliging van Holland, op den derden van Oogstmaand, dat de Stad zig naar de uitfpraak van zyne Hoogheid en de verdere Gemagtigden zou heb- ben te gedraagen (yt). De beide partyen zon- den, (w) Reful. Holl. 5. «4,31 July 1C77. il iii-i?,z,Vi,n^.
Tintul. Zeel 1«, iTjuly 1*77. II. 79,')". Zit ook Stornier Vetr fegal gafrvii 1677. m tfoll. Mcrc. ien 167a. hl. >j%-ijj. Ff 4
|
|||||||||
456 VADERLANDSCHE L VI. Boek.
den, hierop, wederom, Gemagtigden naar den
Haage, welken, lang en breed, handelden met zyne Hoogheid , die hun , eindelyk , deezen tweeledigen yoorilag deedt „ dat men zig, we- n derzydsch , voegen zou naar de voorgaande „ uitlpraak ; of alle verfchillen te niet doen , „ door eene algemeene vergiffenis, waaron- der ook Rengers begreepen zou zyn. De Gemagtigden der Stad namen aan, van deezen voorflag , die , op den vyf- entwintigften van Wynmaand , ter algemeene Staatsvergaderin- ge, goedgekeurd werdt, verflag te doen (V). Zy keerden , eerst in Louwmaand des jaars 1678, te rug in den Haage, en op den Zes-en- twintigften, werdt beflooten „ dat de Omme- Ä lander-Heeren en derzelver bedienden vrye- n lyk in en uit Groningen zouden mogen gaan: B ook zelfs de opgezetenen der Ommelanden , w ten ware zy eenige misdaad begingen in de w Stad ; dat Rengers op vrye voeten en in w zyne eer en goederen herfteld zou worden, jj zonder dat egter , wegens 't gene hem over- M gekomen was , immer iet tegen de Stad zou 5j mogen ondernomen worden ; dat de afzon- „ derlyke Regeering in de Ommelanden zou j, ophouden, en dat de Stadhouder beide de „ Leden der Staaten befchryven zou , om de 5, Regeering van 't Gewest, voortaan , te be- „ ftellen, gelyk van ouds (y)." Na dit befluit der algemeene Staaten , f chikte men zig , ter wederzyde ; doch 't liep nog aan tot in Slagt- maand,
r«) Zit HoJI. Mttc. van i«77. *'• «07-410.
O'5 2w IUcu«il vanAuthent. Stukkan. gedr. 1677. en IIoB. liet. ytn «S78. */. 7~'J' |
||||
LVI.Boek. HISTORIE. 457
rnaand , eer alles , ter Staatsvergaderinge van 1077.
Stad en Lande, geregeld werdt (g), ------■
In Overysfel, hadt de beweegiag minder ge- XVÏL
volg. Zy bepaalde zig binnen Deventer. De Moeite Gemeentsluiden , oordeelende, dat het Regie- te De- ment op de Regeeringe, door den Prinfe van venier' Oranje , in den jaare 1675 , gemaakt, ftreedt met de Privilegiën der Stad , hadden , zonder agt te flaan op het fchryven van zyne Hoog- heid, de Magiitraat, in deezen jaare 1677, ver- kooren en doen beeedigen , zonder 's Prinfen goedkeuring op hunne verkiezing af te wagten, maakende zy , zo zy zeiden» gemoedshalve , zwaarigheid, om het Reglement van den jaare 1675 , tegen de Privilegien , naar te komen. Zy zonden zelfs een Vertoog aan den Prinfe , waarin zy hun gedrag verdedigden. Doch zy- ne Hoogheid deedt de zaak fpoedig af. Hy beval Burgemeesteren van Deventer , de Ge- meentsluiden , die zwaarigheid maakten, om het Reglement .van 't jaar 1675 naar te ko- men , van hun ampt te ontilaan , voor reden geevende , dat, gelyk hy niet gezind was , het regt, hem , by dit Reglement, opgedraagen, af te flaan , hy ook niemand wilde dringen, om zig, tegen zyn gemoed, met de Regeeringe te bemoei- jen. Op 't ontvangen van deezen last, wer- den twee - entwintig Gemeentsluiden ontflaa- gen , en in derzelver plaatfe , anderen gekoo- ren , die geene zwaarigheid maakten , om zig naar 't Reglement te voegen («). In
(*) ReFol-Holl. SAug. 1678. «.557. Holl, M:rc, ven 1688.
M. 37:1. (a ) DediHÏlie A?t Gemeente vim Deventer sijlr-, 1C77. tn Iloll«
Ifcrc. ytrn 1677. W. 154-158. Ff 5
|
||||
458 VADERLANDSCHE L VI. Boek.
iC77, In Friesland , was , reeds omtrent den aan-
_------vang des jaars 1673, merkelyke beroerte ont-
Bew«- ftaan. 't Gemeen hadt, hier en daar, gewei-
^iag iu cjige verandering gemaakt in de Regeeringe laad!" c'er Steden ■> en fcheen zeer gebeeten op de Vorftinne Weduwe van Nasfau, en op haaren Zoon, den jongen Stadhouder (£). Eenige misnoegden , waaronder ook luiden van aan- zien waren, hadden zig, hierop, vervoegd aan de algemeene Staaten , en aan den Prinfe van Oranje, welken Gemagtigden zonden naar Friesland, die te wege bragten, dat de bemid- deling der zweevende gefchillen werdt opge- draagen aan Gemagtigden der algemeene Staa- ten en aan zyne VorfielykeDoorlugtigheid den Stadhouder en Raaden van den Hove van Fries- land. Deezen maakten, federt, een Reglement op de Regeeringe; doch eenigen, te onvrede, zo fommigen dagten , dat zy buiten 't bewind gehouden werden , klaagden, daarna, dat dit Reglement, in verfcheiden' gewigtige punten, verbroken of kwalyk onderhouden werdt (c). Hieruit rees, eerlang, zo groot een tweefpak, in de Provincie , dat 'er een geruime tyd ver- liep , eer alles wederom in rust raakte. XVHI. Tusfchen de Vorftinne Weduwe van Oost- Oostfrie- friesland en de Stad Embden , was wederom lus'eu°"" merkelyk gefchii ontftaan. De Vorftin hadt eenige Schattingen uitgefchreeven, en 9 om de- zelven te innen, zig bediend van ccnig Krygs- Vülk , welk in Munfterfchen dienst was. Do Stad Embden en de Stenden van Oostiïiesland ver-
fO Kriif uit Leeuw, van 26 ücc 1672. Quäa Styl. HS.
CO Reiu\. Holi. ia Maärt t. ^ritiOyä. t(. Uy, 166. HoW, Jltrc, vm 1678. */. 2. |
||||
LVI. Boek. HISTORIE. 459
|
|||||||
vervoegden zig , hierop , volgens gewoonte , 1677.
|
|||||||
aan de algemeene Staaten , die , reeds in 't
yoorleeden jaar , ten behoeve der Stenden en der Stad , aan de Vorftinne gefchreeven had- den ; doch zy begeerde, dat de Staaten 't ge- fchil tusfchen haar en de Stenden beilisfen lie- ten , door den Keizerlyken Gemagtigde, Grati- ye van Windischgrats. De Staaten , hiernaar geene ooren hebbende, deeden, in Grasmaand deezes jaars, eene bezending naar Oostfries- land ; die egter , vrugteloos , te rug keerde. De onlusten borsten, eerlang, tot daadelykhe- den uit. De Munfterfchen kwamen , te Lier, nestelen, en lcheenen 't oog te hebben op Lieroord , daar Staatfche bezetting lag. De Keizer gaf, daarna , bevel, dat de Munfter- fchen Oostfriesland zouden hebben te ruimen. Doch zy kreunden zig aan 's Keizers bevelen niet (d). En de Staaten hadden hun Krygs- volk thans te noodig, dan dat zy zig, gelyk te yooren wel geichied was , van een gedeelte van het zelve zouden hebben können bedienen, om Oostfriesland te zuiveren van vreemde knegten. Terwyl de Vrcdehandeling te Nieuwmegen xix.
traaglyk voortging , deedt de Spaanfche Ge- Met Huis zant in Engeland, DonBernard de Salmas, zyn < er Ge- best , om eenige Leden van 't Parlement op te fne|lt'2a llooken , tegen Frankryk : 't welk , gevoegd geiand" by de poogingen, die de Prins van Oranje, in zodtt den aanvang deezes jaars , hadt aangewend , dfn K°- om den Koning van Groot - Britanje te bewee- j}!.^'* gen , dat hy zig meer liete gelegen leggen aan tüt 09c. de
C O Hüll. Mecc. ymi 1677. II. 15S- iCl , 239, 24«,
|
|||||||
4<fo VADERLANDSCHE L Vf. Boek,,
JS77_ de behoudenis der Spaanfche Nederlanden ,
,------1 zo veel kragts hadt («}, dat het Huis der Ge-
fc>g met meenten den Koning, in Grasmaand, verzogt*
Frankryk. „ dat hy een befchadigend en verdedigend „ Verbond wilde fluiten met de algemeene „ Staaten , tegen den geweldigen aanwas der „ magt van Frankryk , en tot behoudenis der „Spaanfche Nederlanden (ƒ)" Doch Karel de II, nog naauw verbonden met Frankryk, nam dit verzoek , welk hy voor een inbreuk op het voorregt der Kroone Meldt, zo euvel , dat hy 'er het Huis, een en andermaal, over Frankryk beftrafte (g). De Koning van Frankryk , Uns Be" fc^ugt» dat ^e van Groot - Britanje, hoe zeer iland3 ' in zyne belangen, de drift des volks niet voor. zou können wederllaan, 1'chreef hem, terftond na 't veroveren van Valenchyn » Kameryk en S. Oraer „ dat hy, eenen afkeer hebbende van „ 't vergieten van Christen bloed , bereid was ,5 een Beftand voor eenige jaaren te fluiten, zo 't Welk »Zweeden hierin bewilligde (/£)•" Doch dee- reer«' ze aanbieding werdt, te Nieuwmegen, aange- wgang zien, voor eene al te grove konstftreek, om de vindt. Engelfchen flap te maaken , en om den Bond- genooten 't herwinnen van 't gene zy verloo- ren hadden te beletten. Beverningk zelf, hoe- zeer hy de Vrede zogt, fprak 'er , op dee- ze wyze, van. „ Ook was, zeide hy, 'c be- w dingen van de toeftemming der Zweeden de „ regte weg , om het fluiten van 't Beftand te »ont=.
f O TrmplR Memor. il 539.
(f) Art. de la Paix de Nimeg. Tornt II. p> 271., Raj>i&
Tom. IX. p. 380. (g) hunner Fol, I. p. 406, 407.
\,M) Huil. M:rc, vm 1677. il' Su |
||||
LVLBoek. HISTORIE. 4ÓÏ
|
|||||
„ ontwyken, al hadden 'er fchoon de Bond- i6??~.
,, genooten in bewiligd. Behalve , dat de-------
„ Spaanfche Nederlanden, van grensvestin-
„ gen beroofd, ligtelyk, onder of na 't Be- „ ftand, zouden können overvallen, en de „ overwonnen' Steden, geduurende het Be- „ ftand, zo volkomen Fransch gemaakt worden, „ dat men ze, 't zy door de wapenen of door „ verdrag , veel bezwaailyker zou können „ herbrengen, onder het gebied der Kroone „ van Spanje (ï)." In de afzonderlyke hande- ^zo"" ling, welke hy met de Franfchen hieldt, hadt Jj^g hy, reeds te vooren, te verftaan gegeven „ dat tusfcheti ,, 'er niets overfchoot, dan eene byzondere deFrsn- „vrede te fluiten, zynde 'er toch geenemo- ^clien eli „ gelykheid, om de verfchillende belangen j£jj*£ „ van alle de ftrydende partyen te vereeni- „ gen." Sedert, was hy naar Arnhem geweest, om met den Raadpenfionaris Fagel te fpree- ken (k). De Franfchen, midlerwyl, den Prin- fe van Oranje, door Pesters, in 't heimelyk, kennis hebbende doen geeven, dat zy genegen waren Maastricht weder over te leveren aan de Staaten, en een goed Verdrag van Koop- handel met hen te fluiten (7); was men, in 't midden van Grasmaand , in onderhandeling getreden over zulk een Verdrag. Beverningk hadt 'er een Ontwerp van gemaakt, waarover hy, met de Franfchen en Engelfchen, han- delde. De Franfchen maakten 'er geene mer- kelyke zwaarigheden over, en alles fchiktezig, meer en meer, tot het treffen eener afzonder- lyke CO Temple Memor. tl.540-54a.
l*J D'Estbades Tom. VIII. f>. 171, 1^,
Oj O'üstraues Turn, V1U. f, 24}.
|
|||||
462 VADERLANDSCHE L VI. Boek.
1.677. lyke Vrede tusfchen Frankryk en de Staaten
------ Qn). De Franfchen verzuimden niet, te ken- nen te geeven, dat de Staaten meer voordee- len in den Koophandel te wagten hadden, wan- neer zy tot eene afzonderlyke Vrede befloo- ten, dan wanneer zy, te gelykj voor hunne Bondgenooten fprecken wilden: 't welk veel Woog by de handelende Gewesten, en vooraf by Holland en Zeeland (»). De Sekretaris der Staatfche Gevolmagtigden,//^ft, een Am- flerdammer, hieldt den Franfchen ook voor, „ dat het toeftaan van een voordeelig Ver- j, drag van Koophandel de regte weg was,om „ de Stad Amfterdam en de overige Leden „ van Holland te verpligten, dat zy den Prins ., van Oranje noodzaakten, om in eene afzon- „ derlyke Vrede te bewilligen (0):" 't tvelk Iigtelyk geloofd werdt, en hen gemakkelyker maakte, in 't handelen over zulk een Verdrag. Doch de byzondere handeling over het Prins- dom Oranje ontmoette grooter zwaarighcden, aan de zyde van Frankryk. De Prins vorder- de , dat men hem herftelde in 't bezit van die Prinsdom, en in verfcheiderr' inkomften err regten, waarover, te vooren,verfchil geweest was. Frankryk wilde het Prins-dom te rug gee- ven, in dien ftaat, als de Prins het,- voor den oorlog, bezeten hadt, en hieldt 'sPrinfeneisch voor onredelyk. Doch de Franfchen, bedugt, dat de twist hierover den handel met de Staa- ten llremmen mögt, verfchooven, eindelyk* heft
Cm) D'EsTRrtüES Tam. VlU.p. 272 TEMriE M.'mor. il Sil-
in) D'Estrades Tom. VlU. p. 237, Tuv IX. P> 4> n<i lifi, 14;. rp3> '99' 3'4. (,») U'EsxRADE* Tam, IX. f, ijït |
||||
LVLBoEK. HISTORIE. 4^3
|
|||||
het afdoen van 't gefchil over 't Prinsdom , tot «5*7.
betere gelegenheid (j> ). -------
De algemeene Vredehandeling ging, mid- 's T'snfen
lerwvU nog al flaauwlyk voort. De Gezanten Nunciu* fleeten een goed deel van den Zomer, met Nieuw. het maaken van aanmerkingen op elkanders raegenj eifchen (#)» die de meesten fchrifcelyfc inle- verden: waartoe de Kranichen niet te bren- gen waren. Omtrent den aanvang van Zo- mermaand , verfcheen de Nuncius van den Paus, Aioifius Bevilaqua, Patriarch van Ale- xandrie, te Nieuwmegen, om de Vrede tus- fchen de Roomfche Mogendheden te bemid- delen : doch de Gezanten der Proteftanticheil hielden in 't geheel geene gemeenfchap met hem (r). Ten zelfden tyde, kwam ook de en ver- Spaan ich e Gezant , Markgraaf de Los Baïba- fcheiden f os, op de Vredehandeling (s). Enwatlaa- a]}dsT* ter de Bis/dop van Gurk, hoofd der Keizer- mzl°ê. fche,en de Graaf Antonius, hoofd der Deenfche den. Gevolmagtigden (/). Het antwoord, welk de »Staatfche gaven op den eisch of voorflag der Franfchen, beftondt in een ontwerp eener by- zondere Vrede tusfchen Frankryk en de Staa- ten , behoorlyk uitgebreid , en in Leden ver- deeld (0), en Temple verhaalt, dat men't, in Hooimaand, over dit ontwerp, reeds zo ver eens was, dat Beverningk zig, als middelaar, tusfchen Frankryk en de Bondgenooten, ge- droeg, f pï Aftes de h Pite ds Niraejr. Tom. V. p. irft D"Esta-
brs Tom. VI». p. ic.15, 177, 276 Tum. IX. p. s, >?„. C<?) Aftts de la Paix de Nimeg. Tm. II. p. 9- fif faiy. Ir; TfMPi.F Memor. b>. 544. (') Tsmi.r Moinor il «46. (/j TrmplE Mwnor. !>!• $(<$. t«; A-fcc Aft. ue ia P.ii* Ue Ni'nwg. Tem, I! p, 137 fffuiv |
|||||
•
|
|||||
4?4 VADERLANDSCHE LVI.Bofcki
Wfr. droeg , en de laatften zelf drong , om te flui-
--------ten (y).
XX. De Prins van Oranje, zeer ongeneigd, tot
be Prins het maaken van een byzonder Verdrag met van Frankryk, zou, omtrent deezen tyd, gaarne Oranje een> j.eer naar Engeland gedaan hebben , on- voo?, der anderen , om den Koning te beweegen , een" teer tot een nader Verbond met de Staaten ; doch naar En- <}e Koning liet hem weeten , dat hy beter zou geland te ^oen aan get uitfl:eiien Zyner reize , tot dat de Vrede gemaakt was (iv). Sedert, ondernam zyne Hoogheid het beleg van Charleroi , dat vrugteloos opgebroken werdt. Dit voorval hadt merkelyken invloed op de Vredehande- ling. De Deenfche Gezanten hadden niet ge- fchroomd te zeggen , dat de Prins van Oranje al zyn gezag kwyt zou zyn in Holland, en ge- noodzaakt worden te bewilligen in eene fchandelyke frede, zo dit beleg mislukte. De Spaanfchen zeiden „ dat de Prins alleen oorzaak geweest jj was , dat men den Franichen geen' flag ge- ?, leverd hadt." De Staaten fchooven , daar- entegen , de fchuld van het mislukken deezer onderneemingen op de Spaanfchen en Lunen- burgfehen ( x ). Ook vermeerderde, omtrent deezen tyd , de agterdogt op Spanje fterk by de onzen. Men meende , dat dit Ryk in by- zondere onderhandeling getreden was met Frankrykjj, en Beverningk verklaarde , aan ie- mant, die 't den Franichen te Nieuwmegen aanbragt „ hoe hy zig ten volle verzekerd „ hieldt, dat Spanje nog , gelyk voor zestien »jaa-
Cv) Templr Meinor. il. 547.
(w) ÏSMPI.E Memriir. tl. MOj 5ï5» (#5 D'Estuaues Turn, IX. f, 11c, lij |
|||||
LVLBoËK. HISTORIE.
|
|||||||
46S
|
|||||||
jj jaaren, toeleg hadt, om zig meester te rnaa- iß;?,'
j, ken van de Vereenigde Gewesten (j)." Men----—
verwagtte , derhalve , het Muiten der Vrede
tusfchen Frankryk en de Staaten, van dag tot dag, wanneer het vertrek van Temple naar En- geland de handeling, voor eene wyle, ftremde. En toen men hem nu, eindelyk, met een Ont- werp der Vrede, te gemoet zag, vertraagde de reis van zyne Hoogheid, die, na 't eindigen Hy. v""t van den veldtogt, insgelyks , een' keer naar ^»ardsT Londen deedt (z), het fluiten der Vrede, we- derom , voor eenige maanden. De Prins hadt twee voornaame oogmerken, Oog-
in zyne reize naar Engeland; het eerfte be- mer*f trof den Staat in 't gemeen, het ander raakte lï\ltt zynen perfoon in 't byzondcr. Hy zogt, met den Koning van Groot -Britanje, de middelen te beraamen, om eene verzekerde vrede te Ver- krygen (0), en hy hadt, daarbenevens, be- flooten, de Prinfes Maria, üogter des Her- zogs van Jork, voor zig, ten Huwelyk te ver- zoeken, 't Laatfte fcheen hy te willen laaten voorgaan, eer hy van 't eerite dagt te reppen (£). Men hadt, nog onlangs, geiproken van een Huwelyk, tusfchen zyne Hoogheid en de Prinfesfe van Radzivil (c> Doch de Prins hadt, al in de Lente des voorleeden jaars, zy- ne gedagten begonnen te vestigen op de Prin- fesfe Maria, en de Gemaalin van den Ambas- fa~
(y~) n'HsTRAi)"s 7*8;». IX. p. 135.
C2 ) Trmpi.ï Meinot II. $(,y, r («j Sfcr. Raul. Hell. &, ij 08ai. 1(577. III. Deil, f/, (fop, (jM.
rh) I'(!»iinbo«f da Ribuj Gefh FriU. Wilh. Ufr. XV. f.
4l. p. p.}7.
(.f ) D'Estkades Tt'M, VI!I. f. 1C7, lyr.
XIV. Deel. Cï
|
|||||||
466 VADERLANDSCHE LVI.Boek;
$677. fadeur Teniple, met Brieven aan den Koning
------ en aan den Hertoge, afgezonden, waarby hy
verlof begeerde, om de Prinfes te mogen ko-
nten opwagten, na 't eindigen van den veld- togt, die toen flondt begonnen te worden. Mevrouw Teniple hadt ook last gehad , 0111 te verneemen naar den aart en neigingen oen Prinfesfe , en om den Prinfe daarvan verflag te doen (f/): gelyk, federt, gefchied was. Doch de reis des Prinfen bleef uitgefteld, tot over het midden van Wynmaand deezes jaars, Zy verwekte, zo dra zy rugtbaar werdt, groo- te agterdogt in de Gezanten derBondgenooten, te Nieuwmegen. Ook wisten de Franfchen niet, wat zy'er van denken zouden. De on- derhandelingen bleeven, ondertusfehen, opge- . fchort (/). De Prins werdt, minzaamlyk, be- jegend , in Engeland. Doch de Koning be- geerde eerst van de Vrede, en daar na van het Huwelyk te handelen. De Prins verftondt het regt anders, en fchoon hy, fchryft Teni- ple , op het eerfte gezigt, zeer ingenomen geweest was, met de Prinfesfe, zou hy te rug gekeerd zyn naar Holland, zonder haar ten Huwelyk verzogt te hebben, zo de Ko- ning ftyf hadt blyven ftaan op zyn gevoelen. Doch Temple, of de Lord Danby (ƒ), of beide deeze Heeren bewoogen den Koning tot Hy verandering. Het Huwelyk werdt toen, bin- trouwt nen weinige dagen, voltrokken (g): tot klein met de ge- (V") TtMPr.ï Memo'. W. 45a-43f,>
f, O D'ëstrad",s Tom- IX. p. »59,845, SGf>, 271. ff) Büknet Fol. I. p 4oH-4to. (g) Refol. Hell. II Kay. IÖ77, */. 487, 49t. IrMPLE M«
«or. U. 57« -575. |
||||
LV1. Boek. HISTORIE. 46/
|
||||||
genoegen, zo men dagt, van Frankryk (fi)\ ityj,
hoewel de Franfchen, op verzekering van den denen, vastftelden, dat zy 'er niets nadeeligs Maria, van te dugten hadden (f). Terftond hierna, des Her- traden de Koning van Groot-Britanje en de iogs van Prins van Oranje in onderhandeling, over de J°rk« voorwaarden der algemeene Vrede. Zy kwa- "y k.omc men , na eenig verfchil, waarin de Koning Koning1 meest voor, de Prins meest tegen Frankryk vnn yverde, overeen, dat de Vrede, op deeze Groot- voorwaarden, behoorde geflooten te worden: Bmanie „ dat al wat van den Keizer en het Ryk, van in een * ., de Vereenigde Staaten en van den Hertoge on:werp „ van Lotharingen, gewonnen was, aan ieder eener al- n deezer Mogendheden , te rug gegeven zou Pe™ee"e „ worden ; en aan Spanje de Steden Aath , v ^ Charleroi, Oudenaarden,Kortryk,Doornik, „ Cohdé, Valenchyn, S. GuiJain enBinch: en „ dat de Koning de toeftemming van Frank* ?) ryk, de Prins die van Spanje zou zoeken „ te bezorgen." De Koning zondt, terftond, iemant naar Parys, met last, om te vernee- men, ofzyne Majefteit van Frankryk, in zulk eene Vrede , zou können bewilligen. Doch deeze gaf uitftellend, en, eindelyk, onbepaald antwoord. Met Franfche Hof wist, wyders, HetFran. de handeling met het Engeifche te rekken, fche Hoi tot in 't volgende jaar, op de voorzigtigile ?ekc,?e wyze , nooit meer dan dene zwaarigheid te- nng 0v« vens voorftcllende , en geduurig klaagende, dit om- over de koelheid des Konings van Groot -Bri- werp. tan-
Cff) [titr.fjT,T Fol. I. p. 4fo.
£<"J »'lisruAUiis Tom. IK. p. afy, «93.
|
||||||
Gg a
|
||||||
4*>8 VADERLANDSCHE LVI. Boek.
|
|||||
t67?. tanje, die, om eene enkele Stad meer of min-
■—----der, in oorlog fcheen te willen treeden. De
Franfche Ambasfadeur te Londen haalde zelfs
Karel den II. over, om het Parlement, welk gefchaapen ftondt den Koning te dringen tot oorlog met Frankryk, te verfchuiven tot in 't begin des volgenden jaars ( k ). Ook ver- ilaauwde 's Konings yver om Frankryk tot vre- de te noodzaaken, volgens de voorwaarden tusfchen hem en den Prinfe beraamd , door den tyd, geheellyk. ïn He'.. Ondertusfchen , was de Prins , met zyne !and. vat- Gemaalinne , naar Holland gekeerd , in de mlee°m" vaste verzekering, dat de Koning, zyn Oom, argwaan Frankryk den oorlog verklaaren zou, zo het op, over Franfche Hof de voorwaarden van Vrede, wel- 'sPrinfen ken men, onderling, beraamd hadt weigerde hlT'0' te aanvaarden (/). Zyn Huwelyk hadt hy, zo dra het geilooten was, den algemeenen Staa- ten en den Staaten van Holland bekend ge- maakt , en 'er hunne goedkeuring op verzogt, die hem, terftond, overgefchreevenwerdt(m). ïemple tekent egter aan, dat fommigen, in Holland, en vooral te Amfterdam, argwaan zogten te verwekken, over 's Prinfen Huwe- lyk, als of het gevaarlyk ware voor de vryheid van den Vereenigden Staat. Hy noemt de ag- terdogt tegen het Engelfche Hof, hieruit ont- ilaan, ongeneeslyk, en hy voegt 'er by, dat men zelfs zo veel vertrouwen op den Prinfe niet hadt, als hy verdiende (n). Van elders blykt,,
(J) TVMT'LK Mr mor. W. .W-584.
(/ Tpmi'i » Mem'»r " *>*"■
('ii) Muli. Mtrc. van 1C77 bl 2I3- 28t, 225".
(tij ÏKMi'tE Maimr. U. iS4»
|
|||||
LVLBoek. HISTORIE. 469
|
|||||
blykt, dat, te Amfterdam en te Rotterdam, 1677.
thans, redenen gevoerd werden, die de Raad------.—
penlionaris Fagel verklaarde te houden voor
oproerig. Ook hadt, zo hy verzekerde, d'Es- trades, aan iemant te Amiterdam, die 'er veel gerugts van maakte, gefchreeven, dat de Prins alleen de vrede tegen hieldt (0). De Raadpenfionaris Fagel was, op fterke
aanpryzing van zyne Hoogheid, na 't eindigen der vyf jaaren van zynen dienst, in den Zomer deezes jaars, wederom voor vyf jaaren, aan- genomen. Hy feheen zig bezwaarlyk te laaten beweegen , om in de bediening te volharden : en hy bedong het jaargeld van vierduizend gul- dens, hem reeds in't jaar 1672 toegezeid, in geval hy beiluiten mögt, zyn ampt neder te leggen : waartoe hy de vryheid aan zig be- hieldt (ƒ>). De Koning van Frankryk, vastgefteld heb- XXI*
bende, de Staaten te brengen tot cene afzon- ond"!"* derlyke Vrede , wist hiertoe geenen anderen bande- weg , dan zig te verzekeren van den Koning ling van Groot-Britanje, door eenen jaarlykfchen tusfeben onderftand in geld, tot op het fluiten der Vre- <^Grk0^ de. Men tradt, hierover dan, op het einde Britanje. deezes jaars , in onderhandeling (#). Doch Verbond Karel de II, die, ondertusfchen, de hoedanig- «"»fchen heid van middelaar bewaaren moest, droeg ^"„ü zorg, dat deeze onderhandeling bedekt bleef, en de Zelfs floot hy, om eenigzins te voldoen aan Staaten. de aflpraak met den Prinfe van Oranje, en ,<s78> vooral, om zyn Parlement genoegen te gee- vcn,
00 Rctbl. Hol!. 28 Maan i67?. U. r/)<).
CP-J R'fol. lloil. 11 Maart, 3 Jtily 1Ö77. ll- 46» l"°'
(jj Rapin Turn, IX, p. 385.
Gfi 3
|
|||||
470 VADERLANDSCME L VI. Boek.
167G. ven, door zynen Ambasfddeur Laura;s Hydc,
maand des volgenden jaars, een Verbond met de Staaten, waarby men beloofde .ö elkande- Bren te zullen byipringen, om eenc algemee- aiie Vrede te bewerken, op voorwaarden, dat „Frankryk Charleroi, Aath , Oudenaarden, „Kortryic, Doornik, Condc, Valenchyn, S, „Guilain, het Hertogdom Limburg, de S;ad „ BincH , en de Plaatien , die , na S. Guilain, „ nog raogten veroverd worden, aan Spanje te „ rug zou geeven, nevens alles, wat in Sicilië „ overmeesterd was; doch het Graaf 'fchapBour- „ gondie, of hetFranche Conité, zou aan Frank- „ ryk blyven. 't Gene Frankryk op de Staaten ,, veroverd hadt zou aan hun, en Lotharingen „ aan den Hertoge wederom gegeven worden. „ Met Zweeden, zou men een Beftand zoeken „ te doen fluiten: en aan de Vrede met Kien „ Keizer, van nu af, arbeiden. Doch de Ko- „ ning van Frankryk zou de Steden in Sicilië „ mogen inhouden, tot dat men 't, met Zwee- „den, eens zyn zou, over de voorwaarden „der Vrede. De Koning van Groot -Britanje „ zou Frankryk en Spanje zoeken te beweegen _ tot eene Vrede , op de gemelde voorwaarden, „ en voor eerst xot een Beftand voor drie maan- „ den, waartoe hy Frankryk zou zoeken over Bte haaien, zo dra Spanje beloofd hadt, de - Vrede te zullen fluiten, op den beraamden Vrugte- „voet (O'" D°ch dit Verbond werdt niet loosheid be- |
||||||
fr) Socr. Rcfol. Holt, tl jan. n Fehr. 1(7?.. IV. J) el. M.
t. 7. Zie nuk tl.'l). M'.'ic van 1676. il. iy. tri At't. de Ja ^ai^ de N.ni-g. lom. il. p. 332. |
||||||
uVLBoek. HISTORIE. 471
bekragtigd (.s). Ook fchcen het weinig te kon- 1678.
neu toebrengen, tot bevordering der Vrede,------
vooral, om dat 'er niet in bepaald was, hoe van het
veel volks de Koning van Groot-Britanje en de "l7t''° Staaten op de been brengen zouden, om Frank ring dar ryk en Spanje te noodzaaken, tot het aannee- vrede, men d?r beraamde voorwaarden: hoewel zulks, Nsder iedert, gefchiedde, by een Verbond, in Len- Ver- temaand daarna, teWestmuniter, geflooten (V). bond« Doch, by dit Verbond, beloofde men ookniet, eenen aanvallenden kryg te zullen voeren; maar eikanderen alleenlyk te zullen verdedigen, wanneer men aangevallen werdt, en den aan- valler den oorlog te zullen verklaaren, twee maanden na dat men daartoe van den aangeval- len' verzogt was. Daarenboven, was de Ko- ning van Groot-Britanje, zelfs ten tyde van het iluiten van het eerlte Verbond, in heimelyke onderhandeling getreden, met den Koning van Frankryk, die hem zes millioenen Lwes, jaar- lykSj voor den tyd van twee of drie jaaren, be- loofde, zo hy zyne belangen wilde blyven aan- kleeven, en de Staaten en den Prins van Oranje beweegen, om niet te ftaan op het te rug gee- ven van Doornik («). Ondeitusfchen, bedien- de de Koning van Groot- Britanje zig van het Verbond met de Staaten , om het Parlement te doen gelooven, dat hy oorlog in den zin hadt. Ook begon hy, eerlang, eene werving van dertigduizend man , waartoe het Parle- ment O) Ncünciat i.'KComterVAvAiJxTiOT: V.p. iw.Edit.äeParis.
CO Poicx Act. de 'a Paix de Nimeg. Tom. 11. e. 35+. &OUSSET Uccu'1. Tom XIX. p. 4M ('O Rai'im Tom. Ia. f. 3»5 & fuiv. |
|||||
Gg 4
|
|||||
47* VADERLANDSCHE L VI. Boek.*
x^8. ment hem een hoofdgeld hadt toegedaan (y).
— Te Keulen aan de Spree, werJt, op den agt- Verbond ften van Lentemaand, een nieuw Verbond van Keur-6" onderlinge befcherming gefiooten, tusfehen de vorst van Staaten en den Keurvorst van Brandenburg, Elanden- welk egter eerst flandgrypen zou, na 't einde burg. van den tegenwoordigen oorlog, en dan tien jaaren duuren. Doch by een byzonder Lid van dit Verbond, ftondt de Keurvorst den Staa- ten Schenkenfchans , waarover voorheen ge- fchil geweest was, in vollen eigendom, af. Ook kwam men overeen , om de oude gefchillen overdelloefyzerfche fchuld eneenige anderen, tegen eikanderen, vereffend te rekenen, of* binnen kort-, in der minne, af te doen (w). XXTI. De Koning van Fraukryk, weetende hoe hy Opening met Groot-Brkanje ftondt, trok, in 't begin ™n,den van Sprokkelmaand, naar zyn Leger in Lotha- ringen. Älen meende, dat hy 't, op Namen of Bergen in Henegouwen, gemunt hadt. Het Spaanfche Leger lloeg, derhalve, op weg, om D* Fraa- deeze Steden te dekken, DochLodewyk toog, fchsn onverhoeds, dwars door 't Land naar Vlaan- rcnov deren, en fioeg zig neder voor Gend, dat, Cend, buiten ftaat, om eenigen tegenlland van be- Yperen jarjg te doen , op den negenden van Lente-, enLeeu- maantj5 oveJ-jTing. 't Kasteel werdt, drie da- |
||||||||||
V*
|
||||||||||
gen daarna, opgegeven. Van hier, trok het
Franfche Leger voor Yperen, dat, met het Kasteel, op deu zesentwintigften, bemagtigdt werdt (#). De Stad en 't Kasteel Leeuwe in Bra-
!*-.-) K*fiN Tam. IX. fi. 39s, 393.
fw) Relal. Uo|l. at Maart 1679. il 439. Ou Mont Corps
JjH'loin Tom. VU P. I. p. 343. (: ) He l Merc. >*.■■■ ie?S. il. 43^4. Burnkt V»U L p. 41a«, |
||||||||||
LVI.Boek. HISTORIE. 473
Brabant werdt, op den vierden van Bloeimaand, 1678.
ingenomen, by verrasfing, door de bezetting -------
van Maastricht (y). In Lentemaand, te voo-
ren, hadden de Kranichen, bedugt, zoibmmi- gen meenen, dat Groot-Britanje zig, eindelyk, zou fteeken in den oorlog ( z ), ol'om, by 't ilui- ten der Vrede, met te meer reden, het behou- den der Steden in de Spaanfche Nederlanden te bedingen, hunne troepen getrokken uitMes- lina, en gantsch Sicilië verlaaten; doch op 't einde van Bloeimaand, veroverden zy de Stad Puicerda in Katatonie (0). In de Lente dcezesjaars, was'er, in de Zaan- Oprosr.
landfche dorpen , eeue byftere beroerte out- a"n Ata ftaan, die gevaarlyke gevolgen gehad zou heb- ,.3an3tn" ben, zo zy niet, by tyds, door het Krygs- o\er\le volk van den Staat, geftild geworden was. De nieuw Staaten van Holland, in aanmerking neemen- Turf de, dat de turf, in dit Gewest, met ongelyke tomiav maat van manden of tonnen, gemeten werdt, hadden, in Lentemaand, bevolen, dat zy, voortaan, alomme, met tonnen van ééne grootte, naar de Leidfche gemaakt, zou ge- meten worden (#). Hiernaar was de Verpag- ting der turf, in Grasmaand, gefchied. Doch 't gemeen, nadeel rekenende by deeze veran- dering , morde 'er over, aan verfcheiden' oor- den. Maar te Oostzaandam, iloeg het ge- weldiglyk aan 't hollen, op den agttienden van Bloeimaand, aanvallende op het huis van den Sekretaris Jan van der Steng, die de ïuriim- post
O) Holl. Merc. van i<7K. II. f/S.
(;: J TcMPL« Wcnmf. il fin?. («O Huil. Märe, van if^A bl. 6d , <)8. « <L'J-).Z't CJtwt-P.uUaïib, Hl Diel, U. Ï31. |
||||
474 VADERLANDSCHE L VI. Boek.
ï«?8. post inzamelde. Kerst, werden hier de glazen
■------ uitgefmeeten; waarna de woede, eenige uuren,
bedaard fcheen. Doch in den avond, vloog
het graauw wederom naar 't huis, welk, toen, deerlyk, geplonderd, en van alles, welk men, in deezen tusichentyd, niet hadt können ber- gen, beroofd werdt. 't Pionderen duurde , den gantlchen nagt, zonder door den Stedehouder des Baljuws van Kennemerland, met eenige dienaars, van Haarlem, derwaards gezonden, te können belet worden. De Regeering van Oostzaandam , bedugt voor verder onheil, kon- digde , des anderendaags, op eigen gezag, af, dat men, aldaar, voortaan, de turf, gelyk van ouds, met manden, niet met de nieuwe ton- nen, meeten zou. Doch dit, gedaan om 't volk te ftillen, maakte de baldaadigheid verder gaande. De Regeering, riep men, was nu de klem hvyt. En 't was thans de regte tyd, om meer pagteti afgefchaft te krygen. Men maak- • te zig meester van de nieuwe tonnen, die ver- brand, of in (tukken geflaageh werden. Een Burgemeester der Piaatfe, Menden Jocfamsz Kat genoemd, den naam hebbende, dat hy deel in Pagtery en maar pas turf met de oude maat opgedaan hadt, werdt ook met plonde- ring gedreigd; doch hy Hilde de menigte, met bier en tabak, daar zy zig, tot diep in den nagt, mede vrolyk maakte. Eenigen hadden Dirk Jan Tymenszoon Schotvanger een Oxhoofd wyns afgedwongen, die, met tabak gemengd, gul- ziglyk, te lyve geilaagen werdt. 't Graauwa hierdoor verder aan 't raazen geraakt, f treeft naar de Westzyde van Zaandam, daar 't Huis van
|
||||
LVI.Bcek. HISTORIE. 475
van den Onder-Sekretaris, Simon Ooslerhoorn, 1678-
die ook verfchejden' Imposten ontving, niet------>
ilcgts geplonderd, maar gedeeltelyk afgebro-
ken werdt. De plonderaars vertoonden eenen ouden gczegelden brief, geroofd, zo men meende, uit het Komptoir van den Sekretaris aan de Oostzyde, weiken brief men zeide, last van zyne Hoogheid te behelzen, om de Papten en Pagters uit te rooijen. De Baljuw van Blois, tot wiens Regtsgebied Westzaan- dam behoort, e,n de Stedehouder des Baljuws van Kennemerland hadden, ondertusfchen, te wege gebragt, dat 'er, aan ieder zyde van Zaandam, eenige manl'chap geworven was , waardoor de ingezetenen tegen plondering be- veiligd werden ; doch zy begeerde zig niet, tot bcichermers van Pagters en Pagters-bedicn- nen, te laaten gebruiken. Ook werden'er, fe- dert, nog vericheiden' huizen van zulke lui- den geplonderd, in 't gezigt deezer geworven' manl'chap, fomrnigen van welken 'er zelfs de hand toe leenden, 't Vuur van oproer was, midlcrwyl, voortgeflangen naar de naaste Dorpen, Wormer , Wormerveer , Westzaa- nen, Asforielft en Krommenye, en 't pion- deren hadt vier of vyf dagen geduurd, toen twee vendels Knegten3 door de Staaten van Holland en den Prini'e van Oranje, te fchepe, riaar Zaandam gefchikt, de rust fpoedig her- ilelden. ïen zelfden tyde, waren 'er Gemag- tigden der Staaten gekomen, die, teiftond, bevel gaven, om de turf met de nieuwe ton- rsen te meeten. Agt of tien oproerigen , mans en wyven, werden in hegtenis genomen, en npr
|
||||
VADERLANDSCHE LVI.Boek.
|
|||||||
47<>
|
|||||||
t5;ü. naar den Haagc gevoerd: alwaar vier mans ter
liiig vervvcezen werden. De fchade,by de pion- dering geleeden, werdt, naderhand, van we- ge de Staaten begroot, en den befchadigden goedgedaan (c). De oproerigheid, aan den Zaankant, duslpoedig en gelukkig geftildzyn- de, Uoeg niet naar andere Piaatfenover,en het meeten met de nieuwe turftonnen bleef, federt, in Holland, in gebruik. XXIII- De vooripoed der Franfchen in de Neder- De iio- landen en de heimelyke handel met Groot- Frinitryfc Britanje deedt den Koning van Frankryk be- vsrMaart, fluiten, tot eetie openlyke verklaaring der op wac voorwaarden, op welken alleen, hy gezind was voar*. de Vrede te fluiten. Hy deedt deeze verklaa- ity de nnS den Gezanten derBondgenootenteNieuw- Vrede megen overleveren, op den vyftienden van l>e^e«rtte Grasmaand. Volgens dezelve, begeerde hy, fluiceii. ^ voldoening voor Zvveeden en den Hertoge „ van Gottorp; voor den Bisfchop van Straats- „ burg, die van zyne Landen en goederen „ beroofd was, en voor deszelfs Broeder, „ Prinfe Willem van Furftemberg. Omtrent ., den Keizer en het Duitfche Ryk vorderde „ hy, dat de Verdragen van Westfanle her- „ fteld werden en in kragt bleeven. Ook „ eischte hy Filipsburg te rug, waartegen hy „ Fryburg zou overgeeven; of zo men Filips- „ burg behouden wilde, begeerde hy te bly- „ ven in 't bezit van Fryburg. Aan Spanje „ zou hy teruggeevcn Charleroi, Limburg, „ Binch3
r c~) Rcf.il. Holl. 2T, 2<! Uav, ai Jtiny i^,"9- '*'-< s57,> *&*»
;|i, l)«ll. Merc. van K/T&. il. too-.^. |
|||||||
LVI.Boek. HISTORIE. 477
„ Binch, Aath, Oudenaarden,Kortryk,Gend 1678;
„ en S. Guilain, van welke laatfte Plaats, nog-------
„ tans, de Vestingwerken geflegt zouden wor-
„ den. Aan welke Plaatfen de SpaanicheNe- „ derlanden, zyns oordeels, eenen bekwaa- „ men voormuur hebben zouden, waarop „ Groot -Britanje en de Staaten zo zeer ge- ,, drongen hadden. Daarentegen," begeerde „ hy te behouden alles, wat hy op vSpanje, in „ deezen oorlog, veroverd, en tegenwoordig „ in bezit hadt, met naame, het Franche „ Comté, Valenchyn, Bouchain, Condé,Ka- „ meryk en het Kamerykfche, Aire, S. Omer, ,, Yperen, Warwick en Waasten of* Warne- y, ton, Poperingen, Belle, Kasfel, Barry en „ Maubeuge. Voorts Charlemont of Dinant, „ mids Spanje, in geval van den afftand van /, Dinant, den Bisfchop van Luik en den Kei- „ zer genoegen gave. Aan de algemeene „ Staaten zou hy, boven de voordeden, hun, „ by 't Verdrag met Spanje, toe te ftaan, „ Maastricht wel te rug willen geeven, en daar- „ enboven een Verdrag van Koophandel met 3, hen iluiten , volgens het ontwerp , welk „ daarvan reeds gemaakt was. Prins Karel ., zou hy in 't bezit van Lotharingen herftel- " 3, len, onder ééne deezer twee voorwaarden , „ van welken hy hem de keur liet: of, dat „ deeze herftelling gefchiedde, in volkomen* „ overeenkomst met de punten der Pyrenee- „ fehe Vrede, of dat Nancy aan Frankryk „ blyven zou, nevens de opperlte magt over „ den weg, van de grenzen der Elzas en van. 9, die van Frankryk, naar Nancy,en vanNan- |
||||
VADERLANDSCHE
|
|||||||||
LVI. Boek.
|
|||||||||
473
|
|||||||||
»«?8. „ cy naar Mets,Biifak en het FrancheComté.
-------„ Voorts, zou de Koning hem Toul afftaan:
„ waartegen hy Longwik behouden zou, mids
„ daar voor geevende een Prevoostfchap van „ gelyke waarde, in een der drie Bisdommen „ Mets, Toul of Verdun. De Koning beloof- „ de, eindelyk, zig aan alle deeze voorwaar- „ den te zullen houden, tot op den tienden „ van Bloeimaand; doch langer niet ( d~)." Ook werden zy het ontwerp,waarnaar,federt, de Vrede, tusTchen de oorlogende Mogendhe- den, geregeld werdt («). De Staa- Doch alzo zulks niet dan na verloop van ce~ ten zen- njge maanden gefchiedde, begonden de mees* «en hui- te Steden van Holland, vooral Amfterdam , tenge- fterk te neigen tot het voltrekken der afzon- woonen derlyke Vrede met Fraukryk (ƒ_), waarover, Gezant federt eenigen tyd, gehandeld was. De alge* eeisiid. *' meene Staaten en de Prins van Oranje zelfs, zien- de den Koning van Groot -Britanje zo traaglyk komen ten oorlog, en misfehien onderregtvan zyne heimelyke handeling met Frankryk, be- iïootcn, dat men biertoe zou moeten komen. De Staaten egter, voor't laatst, willende be- proeven , wat 'er van JZngeland te hoopen wa- re, zonden, inden aanvang van Bloeimaand, derwaards Didcrik van Leeuwen van Leiden, ter- wyl Joan Boreel naar Brusfel werdt afgevaar- digd', om den Hertog van Villa Hermofa over te haaien > tot bewilliging in de voorwaar- den Jv'mirjj. Toiit. II. p. 369. Holl. Merc. van 1678. il. 74.
(ir) Tkmpu' Memor. tl. 59c CO Tkmple Jleiuor. il. 5B7, 590, 595. |
|||||||||
LVI. Boek. HISTORIE. 479
|
|||||
den van vrede , door Frankryk voorgeflaagen ,g7 j;
(g). Zo dra van Leeuwen van Leiden te Lon- -------
den aangekomen was, vervoegde hy zig by Zyne
den Ridder Temple, die nog niet wederge- hande- keerd was naar Nieuwmegen, hem vertoonen- ^*" de „ dat het den Staaten zeer tegenftondt, „ de Vrede te fluiten op zulke geringe en on- n veilige voorwaarden ten aanzien der Spaan- „ fche Nederlanden , als Frankryk voorfloeg ; j, en dat zy, zo de Koning van Groot - Britan- „ je in den oorlog hadt willen treeden , wan- „ neer Frankryk weigerde of uitftelde te be- „ willigen in de voorwaarden , door zyne Ma- „ jeitcit en hen beraamd , zekerlyk, de wape- ,, nen niet zouden hebben zoeken af te leg- „gen. Doch dat het beleid van Groot-Bri- „ tanje , l'edert, zo onzeker en ongeiladig ge- w fcheenen hadt, dat men , in Holland , arg- „ waan hadt opgevat, dat de Koning heime- „ lyk eens was met het Franfche Hof; waar- „ om de meeste Leden der Staaten dagten , „ dat hun niets overfchoot, dan zig , zo ras 5, het mogelyk ware, te verdraagen met Frank- n ryk ; te meer, alzo het Franfche Leger nu „ de Stad Antwerpen begon te naderen." Hy voegde hier egter by , als uit zig zelven „ dat j, hy geloofde, dat de Staaten zig zouden hou- „ den aan het Verbond, onlangs geflooten, zo w de Koning vastftelde , terftond , den oorlog w te verklaaren aan Frankryk." Temple deedt van dit gefprek verflag aan den Koning , en hy verklaart, twyfelagtig geweest te zyn , of zyne Majefteit tot den oorlog bellooten zou heb-
' Cs) Sccr.Refo!. Holl. 3, 4 May i6;8. Ut. Deel, H. 4S>*t'
|
|||||
43o VADERLANDSCHE LVLBobk;
|
||||||||||||||||||||
hcbben, of niet. Doch een voorflag in 't Par-
lement, om den Koning geen geld toeteftaané voor hy 't volk , wegens eenige bezwaarnisien op 't ituk van den Godsdienst, genoegen ge- geven hadt, aan de eene zyde, en de tyding* dac Beverningk naar Gend verreisd was , onï eene wapenfchorfing voor zes weeken te be- werken, aan de andere, deedt den Koning be- ll uiten , om de Vrede te laaten treilen , op da voorwaarden , die Frankryk hadt voorgellaa- gen. Hy verklaarde, derhalve, aan Temple 9 „ dat, naardcmaal de Staaten vrede begeerden „ te maaken , op de Franfche voorwaarden ? ,, en Frankryk hem geld aanboodt, om zyne „ bewilliging te verkrygen, tot het gene hy „ niet beletten kon; hy geene reden zag, waar- „ om hy het aangebooden geld niet aanvaarden „ zou." Dus werdt men 't, tusfehen Frank- ryk, Groot-Britanje en de Staaten, eens over de voorwaarden, op welken men eene algemee*' ne Vrede zou können fluiten. Men kreeg 'er haast kennis van te Nieuwmegen. Doch deEn- geli'che Gezant Jenkins weigerde de beraamde voorwaarden voor te liaan aan de Bondgenoo- ten. Ook waren deezen , met naame Spanje 3 Deenemarke en de Keurvorst van Brandenburg zo misnoegd over 't beraamen van zulke voor- waarden, dat hunne Gezanten, uit eenen mon- de , verklaarden , dezelven nimmer te zullen aanneemen (<$). Midlervvyl, hadt Beverningk , in 't begin
|
||||||||||||||||||||
1678
|
||||||||||||||||||||
De Ko-
jihtg ver-
klaart, in ♦ie Vrede, t>i> de I-'raufche voor- waarden, te bewil- lii',eu. |
||||||||||||||||||||
Misnoe-
gen der Jiotidgä- iiootcu. |
||||||||||||||||||||
XXIV.
Wapen-
fchor-
|
||||||||||||||||||||
van Zomermaand, in
|
't Franfche Leger t&
Wet- |
|||||||||||||||||||
Rapiii Tom. IX. p. 39*1
|
||||||||||||||||||||
(70 Tzmple Mcmor il. 495 -rtoi,
|
||||||||||||||||||||
LVI.Boek. HISTORIE. 481
|
|||||||
Wetteren, eenen ftilftand van wapenen ge- i<j;&
ilooten met den Koning van Frankryk, voor |
|||||||
den tyd van zes weeken, binnen welken tyd, fi»g.
de Staaten de Bondgenooten zouden zoeken voor ze* te beweegen, tot het aunneemen der Voor- wce ^1* waarden, omtrent welken zy met Frankryk waren eens geworden; doch de Koning hadt Voor- deeze wapcnlchorfing niet willen toeftaan, dan waarden onder uitdrukkelyk beding „ dat de Staaten erze ve' „ hunnen Bondgenooten alle hulp tegen Frank- „ ryk weigeren zouden, zo zy, binnen den „ beltemden tyd, de voorwaarden niet aan- „ namen." Voorts hadt de Koning beloofd» „ den Staaten altoos zulk een' voorinuur in „ de Spaanfche Nederlanden te zullen toe- „ ftaan, waardoor zy zig, genoegzaam, be- „ veiligd zouden rekenen. Zelfs wilde hy na 't „ fluiten der Vrede, en na 't herflellen derou* „ de vriendfehap , zulke maatregels nevens „ hen beraamen , waardoor hunne vryheid, „ voor altoos, zou können in zekerheid ge- „ fteld worden ( /):" welke laatfte belofte ge- houden werdt, bedektelyk, te ftrekken, om de party te vleijen, die meest voor de Vrede y verde, en onder welke, veelen in 't vermoe- den geraakt waren, dat de Prins van Oranje naar grooter gezag ftondt, dan men hem, be- houdens 's Lands vryheid, kon toeftaan. Ook was 't waar, dat zyne Hoogheid de Vrede, op ■de Franfche voorwaarden, zo lang tegenftondt, als hem mogelyk ware ( k ). Doch de aanbie- dingen des Konings van Frankryk werden, zo dr*
f i') Mn!!. Mcrc. van T^fi. tl. iir,-ï2l.
(&jTïmpls Mentor, il. 604. XiV. Deel. Hh
|
|||||||
482 VADERLANDSCHE LVLBoekS
|
||||||||||
167g. dra zy gefchied waren, met den druk gemeen
r—— gemaakt, en eerst door Holland, en daarna, door de andere Gewesten, verfpieid (7): waar- op de algemeene geneigdheid tot vrede, der- wyze, toenam, dat de Prins van Oranje gee« ne kans meer zag, om dezelve te fluiten. De Staat- Te Nieuwmegen, arbeidde men, geduuren- fchen de de wapeiiichorfing, om de Gezanten der zoeken Bondgenooten over te haaien, tot het aannee- cenoo" men beraamde voorwaarden. Spanje werdt ten'te" eerst, eenigszins, aan 't wankelen gebragt. Doch bewee- de Keizerfchen, Deenfchen en Keur-Branden« gen tot burgfchen lieten zig uit, in bittere verwytin- vrede. gen tegen (je Staaten, die, zeiden ze, hun de voorwaarden der Vrede zogten voor te fchry- ven, en op te dringen, en kleine zorg droe- gen voor den Hertoge van Lotharingen, wiens belang de Bondgenooten in 't gemeen, nog- tans, hadden aangenomen te verdedigen ( m % De Staatlichen Hoorden zig luttel aan deeze verwytingen, en droegen weinig zorg voor de voldoening van Bondgenooten, die den oorlog wilden aanhouden, om dat ze 'er voordeel by vonden, of uit verhoopten. AUeenlyk, maakten zy hun werk, om Spanje, welk, uit onvermo- gen, niet langer oorloogen kon, eenige vei- ligheid te bezorgen in de Spaanfche Neder- landen : 't welk ook tot hunne eigene beveili- ging ftrekte (»). XXV. " Men verwagtte, derhalve , dagelyks, het |
||||||||||
welk de
|
' lhuten der Vrede tusfchen Frankryk, Spanje en
|
|||||||||
de
(O Hol!. Mcrc. van 1678. IL iifi.
!m) AH «Ie ia Paix de Nimcg. Tom. IL f 2,3« HoU. Mcrcj ye.n 1678. il. 122-121;. C») TfiirifiE Mciuur. M. 60*. |
||||||||||
LVI. Boek. HISTORIE. 485
|
|||||
de Staaten (0), en 't Verdrag der Staaten 1678.
v^as op 't punt van getekend te zullen wor- ------•
den, toen "er iet voorviel dat gefchaapen Vrede,
ftondt, het gantfche werk in duigen te doen °P'tPunt fpatten, en den oorlog, met meerder hevig- booten" heid, dan dezelve, tot hiertoe, gevoerd ge- tc zuilen weest was, te doen voortzetten. In de voor- woeden, waarden, tusfehen Frankryk en de Staaten be- genoeg- raamd, was vastgefteld, dat de Koning van ^JjL. Frankryk eenige Steden in de Spaanfche Ne- ioos derlanden aan Spanje te rug geeven zou. maakt. Doch men hadt verzuimd te bepaalen, bin- nen welken tyd, zulks zou moeten gefchie- den. De Franfchen onderftelden, by zig zel- ven , dat zy 'er niet toe gehouden waren, voor dat Zweeden voldoening zou hebben ont- vangen. De Staatichen verftonden , daaren- tegen , dat het, terftond na het bekragtigen der Vrede, behoorde gedaan te worden. De Spaanfche Gezant, Markgraaf de Lös Bal- bafos, pas Voor het tekenen der Vrede met de Staaten, gelegenheid gevonden of ge- maakt hebbende , om de meening der Fran- fchen, op dit punt, te weeten, vernam haast, hoe zy 't begreepen, en gaf'er, terftond, ken- nis van aan Beverningk, die 't zynen Mees- teren overfchreef. De Staatfchen kree<*en hierop last, om de Vrede niet te tekenen, voor dat de Franfchen zig verbonden hadden, om de Plaatfen te ruimen, terftond na 't be- kragtigen des Verdrags. Doch de Franfchen bleeven beweeren, dat Zweeden voldaan moest zyn,
CO Secr. Refol. Holl. aa, af5, 27 7"ny 1678, Vi.Btd, K,
Hij a
|
|||||
4S4 VADERLANDSCHE ■ LVLBoek;
1378. zyn, eer zy eenige Stad konden afftaan (p~).
*•—-•—?t Hof van Londen kreeg, terftond, kennis van dit gefchil, en fcheen ten uiterfte gebelgd, over 't gedrag der Franfcheh. De Hertog van Jork zeide, dat Frankryk niet opregt te werk ging, in 't bevorderen der Frede, en gewisfelyk dong naar de algemeene Heeijchappy. Hy voeg- de 'er by, dat niemant deezen heerschzugtigen toeleg fluiten kon, dan de Kuning, zyn Broeder. De Deenfche, Brandenburgiche en andere Ge- zanten, die zigüi Engeland onthielden, dee- den hun best, om dit vuur aan te ftooken, en de Koning befloot, eerlang, van Leeuwen van Leiden te verzoeken , dat hy een' keer naar Holland wilde doen, en de Staaten ver- zekeren, van zyne gezindheid, om de geno- men' maatregels tegen Frankryk uit te voe- ren, uit al zyn vermogen. Van Leeuwen van Leiden vertrok, in Hooimaand, herwaards. Templc keerde, ten zelfden tyde, uit Enge- land , te rug, en werdt, in den Haage , van niemant met meer blydfchap ontvangen , dan van den Prins van Oranje, die hoop kreeg, of om den oorlog voort te zetten, of om be- ter voorwaarden van Vrede te bedingen, dan die, waarin de Staaten bewilligd hadden. Nieuw Ook tradt Temple, terftond, in heimelyke Verbond onderhandeling met de Afgevaardigden der tusfchea Staaten van Holland, die meest voor de Vre- r.ritanje de gevverd hadden, en bragt het, in wei- en de nige dagen, zo verre, dat 'er een befluit by Staaten de Staaten genomen werdt (jf), om, te famen 0)n met (p) Sccr. Refol. Uoll. s8 Juny 1678. IV. Deel, hl. 110.
C?) Refol. MfiH. IQ July 1S78. U. 318. Aiï. de la Paix de Ninicg. 'Som, II, f, 509-J37. Templb Mcuior. */. 606-S12. |
||||
LVLBoek. HISTORIE. 485
met Groot-Britanje, den oorlog tegen Frank- i^>
ryk voort te zetten »ingeval de Franfchenniet,------
voor den elfden van Oogstmaand , verklaar- Frankryfc
den, dat zy de Steden in de Spaanfche Ne- |eb'00t' derlanden ontruimen zouden , terftond na 't 5 * bekragtigen der Vrede. Overeenkomftig met. dit bell uit werdt, den zes • entwintigften van Hooimaand, in den Haage (>), een nieuw Verbond getekend tusfchen Groot - Britanje en de Staaten (s). Men gaf den Franfchen, te JNieuwmegen, terftond, kennis van dit Ver- hond: doch zy beweerden, in meer dan één fchriftelyk Vertoog, dat zy geene Plaatfen overgeeven konden , voor dat men hunnen Bondgcnooten, denZweeden, voldoening ge- geven hadt (t). Elk was dus, op eenen tyd, dat men de DePrini
Vrede zo goed als geflooten gerekend hadt, "*„ »t ïn de verwagting van eenen feilen en lang- Leger. duurigen oorlog. De Prins van Oranje, die zyne maatregels geheellyk verydeld hadt ge- zien, greep nieuwen moed, en vertrok, "nog voor 't einde van Hooimaand, naar 't Leger der Bondgenooten, om Bergen in Henegou- wen te ontzetten. De Hertog van Luxemburg hieldt deeze Stad, federt eenigen tyd, geblok- keerd, en het begon 'er reeds fchaars om te komen, met den leeftogt. Tienduizend En- gelfchen, overgefeheept naar Vlaanderen, hadden last, om zig te voegen by 't Leger der Bondr
O) Secr. RefoT. Hol!. 96 July 1678. IV. Deel, il. 135-
(Ó Zit Hi>II. M?rc ven l^/rt- hl. 157. tn yeortU Du MON^ Oirps Diplom Tom VjJ. ƒ>, r. f,. 348. CO üoil. More, van 1678. U. iéc-'o^. |
|||||
Hh4
|
|||||
4S6 VADERLANDSCHE L VI. Boek,
|
||||||
1678. Bondgenoooten. De Prins van Oranje hadt be-
»
behoudenis van Bergen, het uiterfte te waa-
gen («)•
XXVI. Midlerwyl, fpaarden de Franfchen, in De Ko- Engeland en in den Haage, geene moeite, Croot^" om verandering te vvege te brengen in het üriiaiije jongfte Verbond tusfehen Groot-Britanje en zendt ie- de Staaten. Doch de Staaten verklaarden , ïiiant (jat ze 'er zig flipt aan dagten te houden. De Haage T Franfchen, met eere en voordeel uit den oor- snet ee'12 log zoekende te raaken , bewoogen, derhal- frood- ve, den Koning van Groot-Britanje, om ze- **■?• keren Du O w, eenen Franschman in Zweed- lïoop tot fchen dienst te Londen, af te vaardigen naar "vrede den Haage, met brievan aan den Ambasfadeur jheriee- Temple , waarby deezen gelast werdt, zig ■»en doet. terj|-oncj naar Nieuwmegen te begeeven , en de Zweedfchen, van 's Konings wege, te o- verreeden, om toe te liaan, of zelfs te ver- zoeken, dat de Koning van Frankryk het ont- ruimen der Steden, en gevolgelyk het fluiten der Vrede, om hunnen wille, niet langer uit- ftelde : in welk geval, zyne Majefteit van Groot- Britanje hun verzekerde, dat hy de krag- tigfte middelen aanwenden zou, om Zwee- den, in 't bezit der verlooren' Steden en Lan- den, te herftellen. Du Cros kwam, maar vyf dagen, voor den tyd, binnen welken, Frank- ryk zig, op het ontruimen der Steden, ver- klaaren moest, in den Haage. Temple, de Raadpenfionaris Fagel, en elk, die, met den Piïn-
|
||||||
(«P TïMrLR Menior. W. (f12,613.
|
||||||
LVI.Boek. HISTORIE. 4S7
|
||||||
Prinfe van Oranje, de Vrede uit den zin be- 167t
gon te zetten , ftondt verbaasd , op 't hoo- —— ren van zyne boodfchap, die hy, terftond, aan de Afgevaardigden der Hoilandfche Ste- den bekend maakte. Hy voegde 'er by, dat de Koningen van Frankryk en Groot- Britan- je volkomen eens waren, over de voorwaar- den der Vrede, en dat Temple, te Nieuw- megen, brieven vinden zou van den Engel- fchen Gezant te Parys, vervattende de byzon- derheden, welken tusfehen de twee Koningen beflooten waren (v). Straks hierna, begonden de Leden van Hol- De Fran-
land, en de Staaten in 't gemeen wederom te fchen ge- neigen tot vrede. Zulken zelfs, die meest d.raagen voor den oorlog geyverd hadden, zagen , aan dekteiyk, 't beleid, welk men in Engeland hieldt, dat dat mm', 'er, op 't Verbond met den Koning van Groot- teNieuw- Britanje, niet te bouwen ware, en dat men m;"gcn,' zig wel genoodzaakt vondt, met Frankryk, voortzet- te lluiten. Temple, drie dagen voor den tyd, ten des binnen welken, de Franfchen de ontruiming oortogs der Steden in de Spaanfche Nederlanden moes- tc ge" ten toeftaan , te Nieuwmegen gekomen zyn- z£tt de , vondt elk aldaar nog in de vervvagting van den voortgang des oorlogs. Want, fchoon de Zweedfchen, op aanfehryvens uit Enge- land, het verzoek aan de Franfchen, waar- toe Temple hen overhaalen moest, reeds voor de overkomst van Du Cros, gedaan hadden; waren de Franfchen egter niet verder geko- men , dan. dat zy beloofd hadden, de Steden te
CO Tempus Mcmor. U. 614-616.
Hh4
|
||||||
>.
|
||||||
4H8 VADERLANDSCHE LVLBoek.
|
|||||
1678. te zullen ontruimen, ingeval de Staaten zig
—-----verbinden wilden, om, terftond daarna, Ge-
magtigden te zenden, met welken men zou
overeenkomen, wegens de middelen, om Zwee- den in het toekomende voldoening te bezor- gen : waarop de Staatfchen verklaard had- den , dat zy zulk eene verbindtenis niet kon- den aangaan, en dat de oorlog onvermyde- lyk was, zo de Franfchen zig, binnen den beflemden tyd, niet ronder openden : doch deelzen hadden betuigd, geenen naderen last te hebben. Men ftelde dan, te Nieuwme- gen, den oorlog zeker. Te meer , alzo men 'er tyding kreeg, dat Bergen meer en meer benaauwd werdt; dat Bruslël ook voor een beleg vreesde, en dat de Maarfchalk van Schomberg de Stad Keulen dreigde. De Ge- zanten der Bondgcnooten vleiden zig reeds, met het gene zy zo lang begeerd hadden, het voeren , naamlyk, van den oorlog , in ge- rneenfehap met Groot-Britanje. Niemant hun- ner kon vermoeden, dat de Franfchen kreu- ken zouden, in een punt, welk zy zo lang en hevig betwist hadden (w~). kiaaren" Eindelyk, verfchecn de tiende van Oogst- zig, on- maand, dag, die gefchikt was, om der wee- ver- reld aan te kondigen , of zy eene fpoedige wagts^ vrede, of eenen langduurigen oorlog te wag- fluiten' ten hadt' Joa" Boreel, eenigen tyd, nevens der Vre- Everard van Weede, Heer van Dykveld, aan <ie, 't Hof te Brusfel, gehandeld hebbende, om den Hertog van Villa Hermofa te beweegesi
tot
(w) Tïmpls Memor. tt- Cirfiy*
|
|||||
HISTORIE.
|
||||||||||
489
|
||||||||||
LVLBoek.
|
||||||||||
tot bewilliging in 't ontwerp der Vrede (#), 1678.
en , onlangs, door de Staaten , zynde gezon---------
den naar Nieuwmegen ; vervoegde zig , des
morgens vroeg , aan de wooning der Fran- fche Ambasfadeuren, die, eenigen korten tyd , met hem gefproken hebbende , zig allen drie naar de Staatiche Gevolmagtigden begaven , aan welken zy verklaarden „ dat zy last ont- 5, vangen hadden, om de ontruiming der „ Steden , zo als zy begeerd was , toe te w ftaan , en om de Vrede te tekenen ; doch w dat zulks j dien ogtend nog , gefchieden „ moest." De Staatfchen ftonden verbaasd , op deeze boodlchap : immers , zy geheten zig 20 (y). Doch veelen meenden, inderdaad, Hun zig niet genoeg te können verwonderen , over !^s be het fchrander beleid , welk de Franfchen , in deeze gantfche handeling , hadden gehouden. Zy hadden , van den beginne , vastgefteld , niet in den oorlog te volharden , wanneer de Koning van Groot-Britanje den Bondge- nooten toeviel, en hierom, heimelyk en open- lyk , hun werk gemaakt, om dit te voorko- men. Zy deeden herhaalde betuigingen van hunne geneigdheid om vrede te maaken, en behaalden, ondertusfchen, in den eenen veld- togt na den anderen , nieuwe voordeden in de Nederlanden. Hierdoor, door het aan- bieden van voordeelige voorwaarden van een byzonder Verdrag , en door het verwekken of
(O Huil. Mcrc. van 1678. W. 3y-'j5. Aftes de la Paix O/t
Nimi'g. Tom. II. p. 425 & J'uiy. l>'5 TsMfiE hiuiior'. Ut fciy5 fa°. |
||||||||||
Hh 5
|
||||||||||
4$)0 VADERLANDSCHE LVI.Boek.
1678. of aanftooken van argwaan in Holland , over ------- het Huwelyk en de mzigten des Prinfên van
Oranje , maakten zy de Steden zo driftig naar
vrede, dat zy 't, op 't einde der handelin- ge, wel waagen durfden, op voldoening aan Zweeden te dringen , eer zy de Steden in de Spaanfche Nederlanden zouden behoeven te ruimen. Dus wisten zy de JBondgcnooten in den waan te brengen , dat de oorlog , zeker- lyk, voortgaan zou, waarom niemant hunner maatregels nam , om het fluiten der Vrede op eenc andere wyze, te voorkomen. Zy ver- klaarden zig , eindelyk, niet voor den laatften dag , voor het fluiten der Vrede, en toen wil- den zy 't terftond doen, op dat de Staat- lichen geenen tyd hebben zouden , om hun- nen Meesteren te fchryven , en naderen last te ontvangen. Hun oogmerk om te fluiten bleef zo bedekt, dat 'er niemant vermoeden van hadt, voor het oogenblik , waarin zy 't ver- klaarden (2). . rXevS e D,e ,byee"konf 'usfehen de Franfchen en
tusfehen Staatfchen duurde omtrent vyf uuren (*) : Frankryk in welken tyd , de ontworpen' punten , van en de nieuws, ovcrwoogen en betwist werden ' Men woXe- ZerdI het' ?,ldc]yk ' eens ' beide over een
tekend. y,erdrag van Vrede en van Koophandel, tus- fehen I<rankryk en de Staaten. De Verdragen werden, teritond, in 't net gefield , om, nog dien zelfden avond , getekend te können wor- den. Men gaf 'er kennis van aan de Engel- fchen,
O 5 Tk.mple Mfinor. hl. 655.030.
( «, Art. de la Paix deNiaieg.' Tem. II. p. 5J8.
|
||||
LVLBoek. HISTORIE. 491
|
||||||||||
fclien , en boodt aan , dezelve, als midde- 1678.
laars, te willen begrypen in de Verdragen ; -——. doch zy , alleenlyk gelast zynde om eene al- gemeene Vrede te bemiddelen, weigerden deel te neemen , in eenige afzonderlyke over- eenkomften ( b ). De Franfchen en Staatfcheft kwamen , des avonds , wederom byeen , ert de Verdragen van Vrede en Koophandel wer- den, op den zelfden tienden van Oogstmaand, tusfciien, «lf en twaalf' uuren des nagts, door de wedefzydfche Gevolmagtigden , ten huize der FranLnen, getekend (f). Het Verdrag Voor. van Vrede belkmdt uit een-entmutig Leden, naamite By het agtße „ werden de Staaten herfteld, lnh°u^ „ in het bezit van de Stad Maastricht, met verdrag n het Graaffchap van dtn Vroenhove , en in van Vte> 9) de Graaffchappen en Landen van Valken- de, jjburg, Daalhem en 's Hertogenrade, met de „ Dorpen van Redemptie, Banken van S. Ser- w vaas , en 't gene meer van de Stad Maas- tricht afhing." Doch volgens het tiend» Lid „ zou de Koning van Frankryk het ge- „fchut en de krygsbehoeften uit de gemel- j, de Stad mogen naar zig neemen. De Staa- jj ten verbonden zig , tot het bewaaren ee- „ ner flipte onzydigheid , omtrent de vyan- j, den van Frankryk. Ook beloofden zy, 't „ Verdrag te zullen handhaaven , welk , tus- „ fchen Frankryk en Spanje , itondt gefloo- w ten te worden. Zy zouden den Graaf van „ Auvergne, Kolonel in Franfchen dienst, |
||||||||||
,her-
|
||||||||||
(b~) Tf.mplb Menior. U. 620
{t j Hott. Mctc, van \bfi. il. 1Ö5.
|
||||||||||
4s>2 VADERLANDSCHE L VI. Boek.
|
|||||
i«;8. »herftellen in 't bezit van het Markgraaf-
j« „ fchap van Bergen op Zoom , welk , ter „ gelegenheid van den tegenwoordigen oor- „ log , door hen , aangeüaagen en verbeurd „ verklaard was." Hiertegen verbondt zig de Koning van Frankryk, by een afgezonderd punt „ den Prins van Oranje, terftond na 't w bekragtigen der Vrede , te zullen herllel- n len in 't bezit van het Prinsdom Oranje, „ en in de Landen , hem toebehoorende, in „Frankryk, in 't Franche Comté, Charolois, „ Vlaanderen en andere Landfchappen , on- „ der 't Gebied zyner Majefteit behoorende , „ midsgaders , in alle Regten, Gebruiken en w Privilegien, in zulk een' ftaat en op gely- „ ke wyze , als hy ze bezat, voor hy 'er van j, ontbloot werdt, ter gelegenheid des tegen- „ woordigen oorlogs (<f)." De andere pun- en van ten behelsden niets byzonders. Het Verdrag d« van van Koophandel en Zeevaart, welk vyf- en- Koop- twintig jaaren duuren moest, behelsde agt- tndtrtig punten , en was , wederzydsch , zo voordeelig gefteld, als immer gebruikelyk geweest was. By het zevende punt, was be- dongen „ dat de wederzydfche vrye handel n niet door eenige byzondere Previlegien of n Oktrojen zou mogen belemmerd worden , „ en dat de handelende Mogendheden elkan- ö ders Onderzaaten geene meerder regten of '„ tollen zouden mogen doen afvorderen , dan n hunne eigenen." Doch, in een afgezonderd pum
Cd) A&. de la Prx de Nimeg. Tom. FI. p 59°- Groot-Hav
ksMtb. Hl. Deel, U. j6o. lioJl. M.tc. van 1678. tl. 195. |
|||||
LVLBoEK. HISTORIE. 493
punt, werdt verklaard „ dat de Ingezetenen ^g*
B der Vereenigde Gewesten , met hunne fche- ^
„ pen in Frankryk handelende , het gewoone
B vatgeld van vyftig Huivers van 't vat, op de
„ vreemde fchepen gelegd, zouden gehouden
B zyn te betaalen : nogtaiis , niet meer dan
a eens, en op het uitgaan , en zo zy zout ge-
„ laaden hadden , zouden zy , met de helfte,
„ te weeten vyf entwintig Huivers van 't vat,
„volilaan können. Voorts, was bedongen,
w dat de Staaten , gelyke belasting willende
j, leggen op vreemde fchepen , 't welk hun
w vryftaan zou, omtrent de Onderdaanen
jj van Frankryk , niet verder zouden mogen
>? gaan , dan Frankryk ging, ten opzigte der
„ hunnen (e)." Beide de Verdragen werden],
binnen den beftemden tyd, behoorlyk, be-
kragtigd.
Doch op den vierden dag na dat zy gete- XXVIIIj
kend waren , viel 'er iet voor, welk, voor Veidflag veelen, de gedaante eenèr vredebreuke hadt. by s* °** De Prins van Oranje, met het Leger der "y3t Bondgenooten, op den tienden van Oogst- maand , opgebroken zynde van omtrent Brus- fel, was , den veertienden , gekomen tot by de Abtdye van S. Denys, in 't gezigt van het Franfche Leger , onder den Hertoge van Lu- xemburg , insgelyks, in aantogt, om het ont- zet van Bergen in Henegouwen, welk nog geblokkeerd was, te beletten, 't Hoofdkwar- tier CO Refol. HoII. 12 Aug. 1678. i/. 3^5 enz. Aa. delaPa'S
ih Nimeg. Tom. Hl. f. <ïoo. Groot-Plakaath. Wl.Otel, M.368. Hol], Msrc. van 16,7s. tl. 201. |
||||
494 VADERLANDSCHE LVI.Bosk.
1678. Óer des Hertogs , in de gemelde Abtdye ,
____werdt, terftond, aangetast door de Staatfche
dragonders , die van het voetvolk onderlteund
werden. Hierop volgde een hevig gevegt, welke zes uuren duurde , en door den nagt gefcheiden werdt. De Franfchen fchryven , dat de Prins van Oranje eerst afweek (ƒ). De onzen verzekeren , daarentegen , dat de Hertog van Luxemburg het flagveld, zelfs in eenige wanorde, verliet. Zeker is't, dat'er, van wederzyde, veel volks verlooren werdt. De Prins hadt zig, geduuriglyk , bevonden in 't heetst van den ftryd , en was eens op 't punt geweest, om gewond of gevangen te wor- den , zo Henrik van Nas/au , Heer van Ouv/er- kerk, eenen Franschman, die op hem af kwam, niet, met een pistoolfchoot, van 't paard ge- ligt hadt. (g). Veelen maakten rekening , om 't gevegt, des anderen daags , te hervat- ten ; doch in den ogtendftond kreeg zyne Hoogheid tyding van de Staaten dat de Vre- de getekend was. Hygaf'er, terftond, ken- nis van , aan den Hertoge van Luxemburg : waarna de twee Legerhoofden eikanderen , in 't open veld , kwamen omhelzen , en geluk- wenfchen met de Vrede (/£). Op den negen- tienden , werdt 'er , in 't Leger voor Bergen , een Verdrag getekend , waarby het verlaaten deezer Stad, en het wederzydsch ophouden der
(f) Daniël Tourna!, 0. CXXXIU.
( g ) Relbl. Huil. 19 Aug. 1678. lil. 305- M'sfive der Staate«
van Zeel. van 15 Sept. 1678. in de Notul. il. 254. Huil. MerS» ym 10,73. bl- 160-184. fluRNET Volt I« (' 423- C/ijTEMPLE MsJiior. Il, 633.
|
|||||
«
|
|||||
LVI.Boek. HISTORIE. 495
der vyandlykheden geregeld werdt ( f), waar- 167t.
na de Legers van eikanderen fcheidden (£). — ' - Doch het waagen van eenen hagchelyken
veldilag , drie dagen na 't fluiten der Vrede , gaf, binnens en buitens Lands, veel ftof tot geiprek. Da Franfchen geloofden , dat de Prins van Oranje wist, dat de Vrede gete- kend was, eer de Legers aan eikanderen raak- ten (/).' Anderen meenden, dat de Markgraaf de Grana de brieven der Staaten , tyding brengende van de geflooten' Vrede, 's daags voor den flag , onderfchept en agtergehouden hadt (»O- Wat. ?er van zy, zyne Hoogheid, misnoegd over het onverwagt fluiten der Vre- de, verliet het Leger ylings, en keerde naar den Haage , van waar hy zig naar Dieren begaf, om te jaagen. Terftond na het tekenen der Vrede, tus- XXIX.
fchcn Frankryk en de Staaten , maakten de Bewee- Staatlichen , te Nieuwmegen , hun werk , om {f0n08re"n de Vrede tusfchen Frankrylc en Spanje te bè- tegSn de middelen : waarmede de Engelfche Gezant Vrede Jenkins zig niet moeijen wilde. De Gezan- pisrc,hlï. ten der Bondgenooten, met naame die van e"nSpaya, Deenemarke en Brandenburg, deeden, daar- ;e, entegen, hun best, om de Spaanfchen de Vrede , op de voorwaarden , welken de Staa- ten bedongen hadden, te ontraaden. Zy hiel- den ■ (O Aft. de Ia Paix Je Nimeg. Tam II. p 67».
(ij Foll. Merc. van 11*78. W 184-188. -( l) Negociat. du Comte d'Avaijx Tom. I. />. 10. F.Jit, de Paris. Dawel Journal p. CXXXfJI. FguQUisras Mem. Hilt. & Milit. Tom. I. ƒ/. 152. Tom. II. f. 57. («O Tempi.e Memor. il. 635.' |
||||||
-
|
||||||
,
|
||||||
496 VADERLANDSCHE LVI. Boek,'
i KJ78. ^en hun voor » dat de Staaten , tegen hunne
. .------ „ eigen' eer en belang , gehandeld hadden x
n in het fluiten eener afzonderlyke Vrede.
„ Dat de Spaanfche Nederlanden niet be- n fchermd konden worden , zo men geene be- „ tere voorwaarden , dan die Frankryk , tot w nog toe aanboodt, voor dezelven , liedon- „ ge. Dat Frankryk niet anders bedoelde , „ dan het Bondgenootfchap te verzwakken , B door het fluiten van afzonderlyke Verdra- j, gen , om Spanje , verlaaten van zyne Bond- „ genooten , daarna , met te meer voordeel , „ te können aantasten. Dat de Spaänfcheri n op geenen byftand hunner Bondgenooten „ zouden können Haat maaken , wanneer zy „ dezelven handelden , op zulk eene wyze , „ als zy en de andere Bondgenooten nu van „de Staaten behandeld waren." De Spaan- fchen , door deeze redenen , meer of min , aan 't wankelen gebragt, werden verder we- derhouden van te fluiten, door eenen nieu- wen eisen der Franfchen op het Graaffchap Beaumont en de Stad Bouvignes , waarvan , tot nog toe , niet gerept was. De Staat- fchen hadden, derhalve, te Nieuwmegen, de handen vol werks aan 't vereffenen der ver- fchiflendc belangen der Franfchen en Spaan« fchen («). Ongefta- Dus itondt het met de handeling te Nieuw« disiieid megen, toen de Heer Hyde, uit Engeland, T?" het in den i laage kwam , om , uit naam des Ko- En„eiana.nings van Groot-Britanje , te klaagen, over het
|
|||||
C«) Tèmple Mcmoi. tl, 6,\ï,
|
|||||
fcVL Boek. HISTORIE. ty?
het tekenen van een byzonder Verdrag, tus- 167%
fchen Frankryk en de Staaten, en om te drin--------*
gen op de uitvoering van het Verbond van
Hooimaand laatstleeden, alzo.de Koning van Frankryk Bouvignes en Beaumont vorderde, welken hem, by dit Verbond, niet waren toe- geweezen. Wyders, begeerde Hyde, dat de Staaten het Verdrag v?.n Nieuwmegen onbe- kragtigd lieten, en» te gelykmet Groot-Bri- tanje, in oorlog traden tegen Frankryk. De Staaten, de Prins van Oranje en ieder een itonden vei'fteld, over de ongeftadigheid vart het Erlgelfche Hof; doch men vondt ongeraa- den, om eenige verandering te maaken in de genomen' maatregels (0). Ook bleek, door den tyd, dat de voorllag van Hyfle alleenlyk gefchied was, om het Parlement, welk lang op den oorlog tegen Frankryk hadt gedron- gen , in den waan te brengen, dat de Koning hiertoe, eindelyk, insgelyks, beflooten hadt. De boodfehap van Hyde bragt egter zo veel te wege, dat eenige Leden van den Staat zig misnoegd toonden tegen Beverningk, om dac hy het tekenen der Vrede hadt voortgezet, zonder den Staaten eerst kennis te geeven. Dit misnoegen, Hydes voorllag, en het ontfehee- pen der Erlgelfche troepen in de Spaanfchë Nederlanden maakten de Spaanfchen traager om in verfcheiden' punten van 't ontworpen Verdrag met Frankryk te bewilligen. De Fran- De frtn» fchen werden, daarentegen, vry wat gemak- ^" kelyker, en kreegen, eerlang, last, om al ven'te'e- les fcUil snet
(*) AA. ds la Pa;x de Nugtg, Tm. H. f. 6Zi, 68ji
.XIV, Deel, li
|
||||
493 VADERLANDSCHE LVLBoex;
1678. les wat tusfchen de twee Koningen nog te ver-
—— effenen ftondt te verblyven aan de uitfpraak Spanie der Staaten Q>). Dit middel hadt de beoog- Suuuen ^e uitwer!cing' m den Haage. De Staaten llit. beflooten, terftond, het Verdrag, met Frank» fpraair- ryk gemaakt, te bekragtigen, 't welk uitge- fteld was, zo lang men de Vrede met Span- je nog onzeker hieldt (#}» die, eindelyk, op Vrede den zeventienden van Herfstmaand;, te Nieuw - tusfchen megen, getekend werdt. „ Frankryk gaf, by «Tspan-* »dezelve, aan Spanje te rug de Steden Char- je. „leroi, Binch, Aath, Oudenaarden en Kort- „ryk, die, reeds by de Akenfche Vrede,
„ aan Frankryk waren afgeftaan , benevens' w Limburg en het Spaansch Land van Over- n maaze , Gend met zyn toebehooren, de „ Sterkte Roodenhuis en 't Land van Waas, „de Steden Leeuwe en S. Guilain, mids de „ Vestingwerken deezer laatfte Stad eerst ge- „ liegt werden', en de Stad Puicerda in Ka- tatonie, allen in den tegenwoordigen oor- log bemagtigd. Frankryk bleef, daarente- „ gen, in 't bezit van het Graaf'fchap Bour- „gondie, in 't gemeen het Franche Comtë „ genoemd, en van Valenchyn , Bouchain , „Condé, Kameryk en het Kamerykfchc, Ai- „re, S. Omer, Yperen, Warwyk en Warne- „ ton of Wansten op de Leye, Poperirigen , „Belle, Kasfel, Bavaien Maubeuge. Spanje „zou, wyders, Charlemont behouden, en „Dinant daartegen aan Frankryk doen af- „ ftaarv
(p ) Aft. de la Paix cie Niineg Tem. II. p. 72*.
|
||||
LVI. Boek. HISTORIE.
|
|||||
»ftaan. Eindelyk, werden de Pyreneefche i<s?j.
»en Akenfche Verdragen bevestigd, in al- ------s.
»les, waarin, by dit Verdrag, geene veran-
» dering gemaakt was, en in 't byzonder, „ verklaard, dat partyen niet zouden begree- » pen worden eenig nieuw regt verkreegen of „ verlooren te hebben , boven 't gene in de 5, gemelde Verdragen was uitgedrukt Cr)." Het tekenen der Vrede met Spanje werdt, terftondt, gevolgd van de uitwisfeling der be- kragtigingen van de Verdragen tusfehen Frank- ryk en de Staaten. Doch de Vrede, tusfehen Frankryk en Zweeden ter eener, en den Kei- zer , Deenemarke, Brandenburg en de ande- re Bondgenooten ter anderer zyde, fcheen nog verre te zoeken te zyn. De Keizerfchen, Deenfchen en Brandenburgfchen toonden zig ten hoogfte verftoord op de Spaanfchen en Staatfchen, en fcheenen alle gedagten tot vrede uit den zin te zetten CO« Ook duurde de kryg, in Duitschland en in 't Noorden, nog eenen geruimen tyd, met ongelyken uitflag C*). De Staatfchen bragten, midlerwyl, te wege, dat de onderhandelingen, te Nieuwme- gen, hervat werden. De Koning van Frank- ryk handelde ook, onder de hand, met den Koning van Deenemarke, en weigerde eeni- ge byzondere Ryks-Vorften te begrypen in de Vrede met de Staaten geflooten. De Her- Lothi- tog van Lotharingen, ziende het Bondgenoot- "erdrang fchap zig met
C r) Aftes de la Pais de Nimeg. Tom. II. f. 71g. Hol).
Sklera van i6yi. tl. 261. (O TfcMH.it Mernor ■ il. 65*. 11) Hoil. Mac, van 1C73. il. aiR-260, li 3.
|
|||||
$oo VADERLANDSCHE LVI. Boek;
|
|||||
.1678 fchap verbroken , was wel genoodzaakt zig
------- met Frankryk te verdragen, verkiezende 3
Frank- eerlang, dat gedeelte van den tweeledigen
ryk> voorflag, hem gedaan, volgens welk, Nan- cy aan Frankryk bleef (u). Maar met den Kei- zer fcheen Frankryk niet te können overeen- komen: 't welk oorzaak was, dat de bekrag- tiging van het Verdrag met Spanje lang ag- terbleef. Doch een inval in de Spaanfchs Nederlanden, waardoor het vetfte deel van Vlaanderen deerlyk verwoest werdt, nood- zaakte Spanje, cindelyk, tot het bekragtigen Vrede der Vrede. Toen beiloot ook de Keizer t» tusfehen fluiten. Temple kwam, in 't begin des vol- den Kei- geïKjen jaars, te Nieuwmegen, om het Ver- Frank- drag tusfehen den Keizer en Frankryk te be- ryk; middelen. Het werdt, op den vyfden van Sprokkelmaand, getekend. Fryburg werdt, by het zelve, aan Frankryk; Filipsburg aan den Keizer afgeftaan. Voort, werdt'er de West- faalfche Vrede in bevestigd en de Bisfchop van Straatsburg en Prins Willem van Fur- ftemberg in hunne goederen en eere herfteld. De Keizer beloofde, den laatften te ontflaan uit de hegtenis, zo dra de Vrede bekragtigd zou zyn (v). «wfcben Ten zelfden dage, werdt, insgelyks op den den Kei- Voet van het Westfaalfche Verdrag, de Vred* £er en tusfehen den Keizer en den Koning van Zwee- éeuT" ^en geteken^ (tv), en tusfehen de Koningen va:j Frank-
(« ) Acle de la Paix de Niincg. Tem. I. p. 4-Ss. ioi, 41t
(y) Afta de Ia Paix de Nime?. Turn. XV. X'X p. 405, 4«i
Qw) Afiljs de la P»ix de Nimcj!, Tam, lil. p. 441, 44,6* |
|||||
LVI.Boek: HISTORIE. sei
|
||||||||||
Frankryk en Zweeden ter eener, en George 167t.
Willem en Rudolf Auguftus , Hertogen van |
||||||||||
Brunswyk-Lunenburg, ter anderer zyde (x). tusfeheu
Den Bisi'chop van Munfter, Christoffel Ber- ^r^nit- Kard van Galen, op den negentienden van zw^m Herfstmaand des jaars 1678, overleeden zyn- ctiBnuis- de (j), floot zyn Opvolger, Ferdinandyan Fur- wyk-Lu- flemberg, op den negen-entwintigften van Len- nenbj|rs? temaand des volgenden jaars, ook een Ver- fnTl^. drag van Vrede met den Koning van Franke ryk, ryk en met den Koning van Zweeden (z): by Zweeden het laatfte , ftondt hy alles aan Zweeden af- j^1"11' wat zyn Voorzaat, in Breemen en Verden, veroverd hadt, tegen honderdduizend Ryks- daalers voor de kosten van den oorlog, 't Liep langer aan, eer de Vrede met Deenemarke en Brandenburg getroffen werdt («). Einde- tuschen lyk, floot men ze, eerst tusfehen Frankryk en ££nkr Zweeden ter eener en den Keurvorst van Bran- zwe'ed«n denburg ter anderer zyde, te S. Germain en en Brm- Laye, op den negen-entwintigften van Zomer- denburg; maand (£); en op den tweeden van Herfst- p^.en maand, te Fontainebleau, tusfehen Frankryk iy]it en Zweeden ter eener en Deenemarke ter an- Zweedem derer zyde, by welke twee Verdraagen, men en Dee- eikanderen herftelde in 't bezit van 't gene nemarke» men, geduurende den oorlog, op eikanderen ver-
|
||||||||||
O) Aftes de Ia Paix da Nimeg. Tom. II- ?. 567.
ly') Holl. Mcrc. yan 1(17%. hl aji.
tz) Aétts de Ia Paix de Nimeg. Torn. IV. P. Lp. 379,339,
395. Ca') Teuple Memor. II. 604.
C*5 Du Mont Corps Diplom. Tem. VII. P. I. *. 40t. Aéï.
Je U Pais Ue Nimeg. Toni. IV. p. v/>. |
||||||||||
Iï 3
|
||||||||||
502 VADERLANDSCHE LVI.Boek.
|
|||||||||||||
1678. veroverd hadt (c). Deenemarke en Branden-
*------ burg, die 't meest teruggaven, bedongen egter
eenige lommen gelds, voor de kosten van den
oorlog. Beide deeze Mogendheden badden in 't voorjaar, aangehouden by de Staaten om onderftand s doch men hadt hun verzoek , nisfchen heufthelyk, van de hand geweezcn (</). Doch enDec? ^e twee Noordfche Koningen iboten, op den neraai ke zes-entwintigften, te Lunden in Schoonen, nog af?.on- een Verbond van Verdediging (e), waarbys deviiyk,ea ün(jer anderen , het voorgaande nader ver- ZweVden 'daard en bevestigd werdt. Eindelyk, werden, en de op den twaalfden van Wynmaand, te Nieuw- Siaatea. raegen, een Verdrag van Vrede en een an- der van Koophandel en Zeevaart geilooten , tusfehen Karel den XI Koning van Zweeden en de Staaten der Vereenigde Gewesten (ƒ): waarmede de byna algemeene 'zes- of zeven- jaarige oorlog een einde nam, en het Chris- tenryk, voor eenen tyd, aan rust raakte. XXX. Frankryk, welk deezen oorlog, allereerst, Ann tier- aangevangen, en, onder 't handelen over de k'">ge" Vrede, met zo veel behendigheid en geweld, uiifltg voortgezet hadt, behaalde 'er het meeste voor- der Vre- deel by. De Koning breidde zyn gebied ver- dehande- ^er uit in de Spaauiche Nederlanden, op wel- |
|||||||||||||
opzigtc
|
" ken nY *anS net oog gehad hadt, en lloot de
|
||||||||||||
Vrede, op de voorwaarden, welken hy zelf
|
|||||||||||||
van
|
|||||||||||||
Frank- voorichreef, toen hy, niet zonder zyn Ryk
ryH» in grooter gevaar te Hellen, dan te vooren, zou
(e") Acte ile lil Pais deNii»«g, Tom. IV. p. R54» 5<%.
(../; R'fi.I. H»i'. =» Haait «"jry. hh 4*4. 425- ( e ) icl-s <le Ij P.-^x rif N'tiieR. 'fnm. IV. p- 57I5. (ƒ_) Actes de la I>aix de Nimtg, Tom. IV. p. 651, 678. |
|||||||||||||
LVLBoEK. HISTORIE. 503
zou hebben können volharden in den oorlog. 1573.
En fchoon hy Spanje eenige Grensvestingen —— te rug geeven moest, bedong hy ., hiertegen, voordeels genoeg, om dat hy 'er de Staa- ten door bewoog, tot eene afzonderlyke Vrede, die het Bondgenootfchap verbrak, en Spanje en alle de andere Bondgenooten , eer- lang , noodzaakte, om te bewilligen in de voorwaarden, welken Frankryk voorgeflaagen hadt. Het gantfche Graaffchap Bourgondie of Franche Comté werdt Spanje , insgelyks , ontweldigd , en Frankryk bleef zelfs in 't bezit van Fryburg , ter regter zyde des Ryn- ftrooms. Het Huis van Oostenryk en Span- de Hond- je inzonderheid leedt, derhalve , 't meest genoo- by deezen oorlog. Zweeden zag zig, door ten» ^1 den tyd 3 grootendeels , herfteld van de ge- leeden' fchade. Deenemarke , Brandenburg, Munfter en de andere Bondgenooten moes- ten zig te vrede houden , met de onderftand- gelden , welken zy getrokken hadden , en met de geldfommen, welken hun, by ver- drag , werden toegelegd : doch deezen kon- den , vermoedelyk, de kosten, welken zy hadden moeten draagen , niet goedmaaken. De Keizer verloor zo veel by den oorlog , als Frankryk op het Ryk veroverd hadt, be- ftaande in de Vesting Fryburg en den vryen toegang van Brifak derwaards. De Hertog van Lotharingen, van zyne Bondgenooten ver- baten zynde , moest Nancy aan Frankryk af- flaan. De Staaten der Vereenigde Gewesten de Staa- alleen , die 't eerst waren aangetast, door ten. Frankryk, Groot-Britanje , Keulen enMun- I i 4 lier |
||||
•
|
|||||||
504 VADERLANDSCHE L VI. Boek >
ter tevens ; die , naderhand , nog met Zwee-
tten in oorlog geraakt waren ; die zig, by den eerden optogt van Frankryk , op 't punt van hunnen ondergang gebragt gezien hadden, en die zelfs met kleinen voorfpoed hadden ge- oorloogd tegen Frankryk ; llooten zulk eene voordcelige Vrede , als zy , in zulke omftan- digheden, zouden hebben können verwag- ten. De Koning van Frankryk , zig genood- zaakt gezien hebbende, de Vereenigde Ge- westen te verlaaten , in de jaaren 1673 en 1674 , ruimde hun ook, by de Vrede, Maas- tricht wederom in , de eeniglte Stad, welke hy van hun ingehouden hadt, en hy ftondt hun een Verdrag van Koophandel toe , ruim zo voordeelig, als het laatfte, welk zy, in ee- nen tyd van Vrede , met hem gemaakt had- den. Tot zulk eene Vrede, baanden hun den weg de afzonderlyke Verdragen , welken zy, eerst met Groot - Britanje , en daarna met Keulen en Munfter, hadden weeten te flui- ten , en vooral, de Verbonden , met den Keizer , met Spanje , met den Keurvorst van Brandenburg , en met andere Duitfche Vor- ften gemaakt; waardoor Frankryk zo veele vyanden tevens op den hals kreeg, dat hy geene kans zag , om het lang tegen dezelven uit te houden. De voorfpoed van de wape- nen der Bondgenooten tegen Zweeden deedt den Staaten ook merkelyken dienst. Waarby, veelligt , nog kwam de vrees , dat de Koning van Groot - Britanje , dien Lodewyk de XIV , door het verleenen van merkelyke onderrhnd- gelden , op zyne zyde hadt weeten te trek- ken, |
|||||||
LVI.BoEK. HISTORIE. 505
ken, eindelyk, genoodzaakt zou worden, zig
te fteeken in den oorlog , die, in zulk een ge- val , ten hoogile vcrderfelyk zou hebben kön- nen worden voor Frankryk. Alle deeze om- ftandigheden werkten famen , om de Staaten te helpen aan eene Vrede , welke hen verloste van eenen oorlog , die , ter oorzaake , voor- naamlyk, van de zwaare onderftandgelden , welken zy den Bondgenooten hadden moeten opbrengen of belooven , en van de geweldi- ge toerustingen ter zee , zeer fchadelyk voor de Landen geweest was; behalve, dat ook de drie overheerde Gewesten veel geleeden had- den van den vyand. 't Eenige genoegzaam , dat op deeze Vrede te zeggen viel, was , dat zy geflooten werdt, buiten bewilliging der Bondgenooten. Deenemarke en de Keurvorst van Brandenburg , die hunne rekening meest vonden by 't voortzetten des oorlogs , na- men dit den Staaten , inzonderheid , kwalyk. Ook kon 'er Spanje weinig tegen hebben , om dat de Vrede tusfehen dit llyk en Frankryk zo goed als getroifen was , eer de Staaten de hunne ïlooten , en volkomenlyk getekend , eer het afzonderlyk Verdrag der Staaten be- kragtigd werdt. £n aan de andere Bondge- nooten rekenden de Staaten zig zo naauw niet gehouden , dat zy , om hunnen wille alleen , langer zouden volhard hebben in eenen oorlog, die den Landen zo vcrderfelyk was. Ook waren zy aüeenlyk verbonden, om, niet zon- der kennis van Deenemarke en Brandenburg , in onderhandeling over eene Vrede te tree- den |
|||||
'
|
|||||
5c6 VAD ER L. HI ST. L VI. Boek
den Cg); geenszins, om niet te fluiten, zon-
der derzelver bewilliging. Zelfs twylFel ik zeer, of zy den Keurvorst van Brandenburg nog wel zo veel beloofd hadden. Hun onver- mogen bragt hen , derhalve , in de noodzaa- kelykheid om eene afzonderlyke Vrede aan te gaan. Immers , wy zullen, in 't volgende Boek , hen zelven han gedrag, op deezcn voet, meer dan eens, hooren verdedigen. fg") l'niez Du Mont Corps Diplom. Tan. Vir. P. I. p,
aó.8 , 275. |
|||||||
*
|
|||||||
BE-
\
|
|||||||
BERIGT voor den BINDER.
De Luitenant-Admiraal-Generaal Willem
Joseph van Geïnd, teplaatfen tegen over Bladz. 24
Willem de derde, Prins van Oran-
je enz. . ... 86 KoRNELis de Witt, Ruwaard van
Putten. . ... 142 Jan de Witt, Raadpenfionaris. 148
De Broeders de Witt overvallen op de
Gevangenpoorte, in den Haage. 170 Tacoe de Witt. . , 186
Adriaan Bankert. . 288
Cornelis Evertsen. . 288
IsaacSweers. . . 292
De Ambasfadeur Pi e ter de Groot. 382
De Luitenant - Admiraal - Generaal M1-
CHIEL ADRI AANSZ. DE RUITER. 394
|
||||