OTMB^HBW—«^P
|
|||||
VADERLANDSCHE
HISTORIE.
ZESTIENDE DEEL.
|
|||||
VADER.LANDSCHE
HISTORIE,
VERVATTENDE DE
GESCHIEDENISSEN
DER NU
VEREENIGDE NEDERLANDEN,
INZONDERHEID DIE VAM
HOLL AN D,
VAN PE VROEGSTE TYDEN AF!
Uit de geloofwaardigfte Schryvers en egte
GedenMukken faraengefleld, DOOR
JAN WAGENAAR.
Met Plaaten en Kaarten.
ZESTIENDE DEEL, KEGINNENDE IN 'T JAAR löoO , EN EIND!«
GENDE MET DE RYSVVYICSCHE VRE- DE, IN 'T jAAR 1697. |
||||||
Te AMSTERDAM, by
^JOHANNES ALL ART, M D C C X C V.
ölet Privilegie van de Ed. Gr. Mog. Heeren Staate^
van Holland en IVestfriesIanch |
||||||
s
|
||||||||
VADERXANDSCHE '■
HISTORIE.
EEN-EN-ZESTIGSTE BOEK.
|
||||||||
INHOUD.
I. De Staaten verklaaren Frankryk den Oorlog»
Verbieden allen handel met dit Ryk. II. We~ derzydfche Oorlogsverklaringen van Frankryk en Spanje. De Staaten werpen bezetting in Luik. Gevegt by Walcourt. Franfche Linien by Gend veroverd. III. Krygsbedryven in Duitschland. De Bondgenooten bemagtigen Rynberk , Ments, Bon en andere Plaat/en. Staat des Turkfchen Oorlogs. Krygsbedryven in Katalonie. IV. Groot Verbond tusfehen den Keizer en de Staaten. Aanmerkelyk afgezon- derd punt. V. Vreugde hier te Lande over de krooninge van Koning IVillem. Handeling met hem , wegens V uitrusten eener Vloote. Kosten van de toerusting des voorleeden jaars. Koning IVillem verklaart Frankryk den Oorlog. Lode- wyk de XIV. doet het hem , insgelyks. VI. Buitengewoon Gezantfchap naar Engeland. Deszelfs handeling aldaar. Inbreuk der Engel- fchen op de jongfie Overeenkomst. Verdrag om den handel op Frankryk te beletten. Verdrag ■op het herneemen van Scheten. Aanvallend en XVI. Deel. A ver'. |
||||||||
-■;**..
|
||||||||
VADERLANDSCHS LXI.Boek.
WW eer end Verbond. Vrugtelooze poogingen om
ctnig voordeel voor den Koophandel te bedin- gen in Engeland. Groot - Britanje treedt in ,t Groot Verbond. VII. Krygsbedryven in Ier- land. Aanßag der Franfchen op Suriname mis- lukt. Zy bemagtigen S. Euflatius. Prins Hen- rik Kaftmir wordt Vddmaarfchalk. Antoni Heinftus Raadpenßonaris. VIII. Verfchil over de verkiezing van Schepenen te Amßerdam , in het afzyn des Stadhouders. De Stad begeert, dat zy door V Hof gefchiede. Verfcheiden Le- den kanten zig hiertegen. IX. Twist of een Raadsheer van 't Hof te gelyk in den Oud- Raad van Dordrecht zyn kan. X. Verfchilvan de Stad Amßerdam met den Graave van Port- land , over 'sGraaven regt om onder de Ede- len van Holland zitting te neemen. Misnoegen van Koning Willem op Amßerdam. XI. Ver- toog der Edelen tegen Amßerdam. De Stad verdedigt zig. Koning Willem vordert, dat hem de 'Nominatie van Schepenen van Amßer- dam toegezonden wordt. Amßerdam weigert het. XÏI. Het Hof geeft de Nominatie, onge- opend, te rug. De Stad verdedigt haare Pri- vilegien , byzonderlyk dat van 't jaar 1581. Haare redenen vinden geen ingang. XIII. Zy komt een weinig by. Bedreiging der Edelen. Voorflag der Stad, tot bemiddeling. Voorßag der Edelen. Nieuwe voorßag der Stad. Haa- re uiterße aanbieding afgeweezen. De dienen- de Schepens worden ontflaagen verklaard. Am- fier dam protesteert. XIV. De Vroedfchap be- ßuit toe te geeven. De Nominatie wordt den Staaten overgeleverd 3 die ze naar Engeland zin-
|
|||||
1
|
|||||
tXI.BoEK. HISTORIE. %
zenden. Koning Willem doet 'er de 'Verkil-
zing uit. XV. Onlusten in Overysfel, tus- fchen de Ridderfchap en de Steden. XVI. Ver- fchü tusfchen de Staaten en den Stadhouder 'jan Stfld en Lande , wer V begeeven van eens Kompagnie Paarden. XVII. Haagfcheby- cenkomst. Spanje neemt het Groot Verbond aan. XVIII. Veldtogt in de Spaanfche Ne- derlanden. Gevegt by Namen. Slag by Fleu' ry. Verraad te Sluis ontdekt. XIX. Zeeflag voor Bevefier. Van Brakel en Dik fneuvelen. XX. Krygsbedryven in Ierland. Slag aan de Boyne. XXI. Stadt van den Oorlog in Duitschland en tegen den Turk. XXII. Krygs- bedryven in Katalonie. De Hertog van Sayo- je verlaat de zyde van Frankryk. Treedt in 't Groot Verbond. XXIII. Geweldige Oproer te Rotterdam. XXIV. Opfchudding te Haar- lem. XX V. Beverningk fterft. Schets van zyrt' aart en bedryf. Frankryk hadt zo dra den Staaten , op 't itfg:
einde des voorleeden jaars, den oorlog-------1 niet verklaard (ö) , en de vyandlykheden , t.
in de Meierye van 's Hertogenbosch, en in Ds Srai" de Baronye van Breda , met het branden van EÏJen" verfcheiden' Dorpen , tegen hen begonnen, den ooi, of zy zogten zig , zo veel de gelegenheid toe- log aan liet, in flaat te Italien , om 't geweld , welk Fr*nk" hun dreigde , af te keeren (b). 't Liep nog- ry tans aan tot in de Lente deezes jaars, eer zy ge-
co XV. Deel, U. 4-16. Oj Refol. Huil. 17Ü«. 23 D:c. bl. f74. A 2
|
||||
VADERJLANDSCHE LXLBoek:
|
|||||
ï68p« gereed waren met eene Oorlogsverklaaring te-
------gen Frankryk, die, den negenden van Len- temaand , gedagtekend was. Zy behelsde , „ dat de Koning van Frankryk, in den jaare „1672, hadt können goedvinden, hun, ter- „ wyl zy in Vrede en Verbond met hem fton- „ den, en buiten ftaat waren, om zulk eenen „ magtigen Vorst te wederitaan, onverwagts, „ te overvallen, met eenen feilen Oorlog, „ die den Staat op 't punt van zynen onder- „ gang gebragt hadt. Dat de Staaten, in dee- „ zen wanhoopigen toeftand , in aanmerking „ neemende , dat de Koning verklaard hadt, „ alleenlyk de vermeerdering van zynen roem „ te zoeken, door de wapenen, en, fteunen- „ de op de regtvaardigheid hunner zaake en „ op den byfhnd des Hemels, den moed niet „ hadden opgegeven , maar onder 't wys be- „ leid van zyne Hoogheid , den Heere Prinfe „ van Oranje , alles hadden opgezet, om den „ waaren Hervormden Godsdienst, de Vry- „ heid en het lieve Vaderland , tegen zulk „ een onregtvaardig geweld , te befchermen : „ tot dat, na 't vergieten van veel onnozel „ bloeds , en na dat 's Lands Ingezetenen „ veele ongehoorde wreedheden van de Fran- „ fchen geleeden hadden , de Vrede des jaars „ 1678 gevolgd was , op deezen verder- „ felyken Oorlog. Dat de Staaten de Ver- „ dragen van Vrede , Koophandel en Zee- „ vaart, toen te Nieuwmegen gellooten, hei- „ liglyk onderhouden hadden ; doende , ter- 5, ftond, vernietigen de Piakaaten , waarby ., de Franfche waaren , handwerken en ge- j, was-
|
|||||
LXI.Boek. HISTORIE. 5
,, wasfen hooger belasr geweest waren , en
„ verdraagende , fHlzwygens , verfcheiden' „ verongelykingen , hun , na 't fluiten der „ Vrede , aangedaan door Frankryk. Dat „ de Koning van Frankryk ook wel hadt af- „ gefchaft de buitengewoone belastingen, ge- „ legd op den Koophandel en Scheepvaart „ van den Staat; doch dat zyne bevelen, op „ veele Plaatfen , flegts voor een gedeelte , „ ter uitvoeringe waren gebragt. Dat hy , „ federt, ook den Koophandel van den Staat, „ op veele Plaatfen, in en buiten Europa , „ bekommerd hadt, door zyne Üorlogsfche- „ pen ; zelfs de fchepen van den Staat dwin- „ gende, zig te laaten onderzoeken, endezel- „ ven , in volle Vrede , aantastende en be- „ vegtende. Dat hy de handwerken en Vis- „ fchery deezer Landen, door nieuwigheden, „ hadt belemmerd , onder ydele voorwendfels „ en tegen de Verdraagen; devertoogen, die, „ daartegen , van der Staaten zyde , dikwils, ,, gedaan waren, met verontwaardiging, van „ de hand wyzende , en den Staatfchen Ge- „ zanten de eer weigerende , welke hun , al- „ toos, plag beweezen te worden. Dat hy, „ eene fchrikkelyke Vervolging begonnen heb- „ bende tegen zyne Gereformeerde Onder- „ daanen , de ingezetenen van deezen Staat, „ die zig , alleen tot het dryven van hunnen „ handel, in Frankryk , hadden nedergezet, „ mede onder deeze Vervolging begreepen , „ en met banden en andere ftrengheden be- „ let hadt, dat Ryk te verlaaten , fcheidende „ de vrouwen van de mannen, de kinders van A3 , de |
||||
6 VADERLANDSCHE LXI.Boek
„ de ouders ; en de Confuls van den Staat
„ zelven wreedelyk mishandelende. Dat hy,
„ kort na de Vrede, de wapenen voerende
„ omtrent de grenzen , de Staaten genood-
„ zaakt hadt, om zig , te water en te lande,
„ met zwa-are kosten , gewapend te houden ,
„ terwyl hy hen , met zoete woorden , en
„ zelfs met aanbieding van Verbonden , ge-
„ zogt hadt in flaap te wiegen : of als zy, tot
„ bewaaring der Nieuwmeegfche Vrede, naar
„ andere Verbonden ftonden , hun dreigende
„ met eenen oorlog. Dat hy, in volle Vre-
„ de, beflag hadt doen leggen op de fchepen a
„ goederen en Perfoonen der ingezetenen van
„ deezen Staat: ook de fchepen derzelven
„ doende aantasten en veroveren ; tegen den
„ inhoud der Verdragen , waarby den weder-
„ zydfchen onderzaaten zes en negen maan-
„ den tyds vergund werdt, om zig, in ge-
„ val van Vredebreuk , te bergen met hun-
„ ne fchepen en goederen. Dat hy zelfs de
„ Schippers en bootsgezellen hadt doen per-
„ fen, om hun geloof te verzaaken, hen, ten
„ deezen einde , in hegtenis houdende. Dat
„ hy, eindelyk, verfcheiden'Dorpen, onder
„ 't gebied van den Staat, hadt doen plon-
„ deren en plat branden , eer nog de Oor-
l, logs verklaaring afgekondigd ware. Dat hy
„ geene andere reden tot deeze Oorlogsver-
„ klaaring hadt voorgewend, dan eenige bui-
„ tengewoone toerustingen der Staaten, van
9, welken zy niemant reken fchap fchuldig wa-
,,-ren , en die zy hadden noodig geoordeeld,
„ ter hunner eigene befcherminge, en om
„ niet
|
||||
LXI.Boek. HISTORIE.
|
|||||||
'/
|
|||||||
„ niet wederom , door Frankryk , welks toe- xm%
„ leg hun niet onbekend geweest was , over- ■ „ vallen te worden , terwyl zy zig weerloos
„ bevonden : alles, onaangezien zy den Ko- „ ning verzekerd hadden , dat zy zig , met „ de verkiezing van eenen Keurvorst van „ Keulen, niet zouden bemoeijen; gelyk ook „ niet blyken zou, dat gefchied ware; ichoon „ zy zig ongehouden rekenden , om van hun „ gedrag , in dit opzigt, reden te geeven aan „ Frankryk. Dat zy van Frankryks kwaade „ voorneemens tegen deezen Staat allen goe- „ den Ingezetenen hadden willen onderreg- „ ten , om elk te doen bezeffen, wat men „ van deeze Kroone te wagten zou hebben , ■ 5, zo haare voorneemens eens konden uitge- „ voerd worden; daar de Vorst zyne eige- 5, ne Gereformeerde Onderdaanen wreedelylc „ vervolgde , en zyne Geloofsgenooten zel- „ ven , in de Steden en Landen , die zig ter „ goeder trouwe aan hem onderworpen had- „ den, handelde, ftrydig met de beloften, by „ de Verdragen gedaan. Dat elk , hierdoor, „ moest bewoogen worden, om, nevens hen, „de hand te flaan aan 't verdedigen van den „ Godsdienst en van de Vryheid : in welke „ verwagting , zy de wapenen ook zouden „ opvatten , en den Koning van Frankryk „ den oorlog verklaaren ; gelyk zy deeden , „ by deezen." Wyders, verbooden ze hun- z ver_ nen ingezetenen , eenige krygs- of mondbe- bieden hoeften , uit deeze of uit andere Landen, te allenhan- voeren naar Frankryk. Ook zou zulks, door ^e_l ™et geene vreemden , uit deeze Landen , mogen ri£* A4 ge- ' |
|||||||
8 VADERLANDSCHE LXI.Boek.
iöJp. gefchieden. Waaren van Contrabande, waar-
r •••'• logsgereedfchappen verklaarden te verftaan , zouden ook voor goeden prys gehouden wor- den, zo zy, door onzydigen of vrienden, ge- voerd werden naar Frankryk. De Bevelheb- bers van 's Lands Oorlogsfchepen kreegen last, om alle fchepen, naar Frankryk willende, en op welken eenig vermoeden vallen mögt, aan te houden , en te onderzoeken : mids zig, in alles , naar de Verbonden en Verdragen , ge- draagende. Ook werdt verbooden, hier te Lan- de , eenige verzekering te doen op goederen, den Onderdaanen van Frankryk toebehoorende; of op fchepen en goederen , die derwaards ge- voerd werden. De Kollegien ter Admiraliteit zouden vonnisfen, over de overtreedingen van ditPlakaat (c). *!• Lodewyk de XIV , niet vergenoegd met ^klaart z*£ ^en Keizer en de Staaten ie vyand gemaakt
den oor- te hebben , verklaarde , in Grasmaand , ook log ran Spanje den oorlog, voor reden hiervan gee- Spanje, vende , dat de Landvoogd der Spaanfche Ne- derlanden deel gehad hadt, in de ondernee- ming des Prinfen van Oranje op Engeland; en dat de Spaanfchen , nog dagelyks , hun werk maakten , om dien Prins te beweegen , dat hy Engeland in oorlog hielp tegen Frankryk (</). Doch in Zomermaand des voorleeden jaars , was 'er , omtrent Alikante, reeds eene ont- moe-
(cj Refol. Holl. 5 Maart tdfy. II. 148. Vo'iez Du Mont
Corps Diplom. Tom. VII. P. II. p 213 en IIolI. Merc. van 1(189. il. i'4- {dj ZU Holl. Merc. van iriSo hl. iCu
|
||||
LXLBoek: HISTORIE. jf
|
||||||
moeting voorgevallen tusfchen de Franfche nS8,;
en Spaanfche Oorlogsfchepen : waaruit opge--------
maakt werdt, dat Frankryk verfchil zogt met
Spanje (e). In de Oorlogsverklaaring van Ka- Spanje rel den II, Koning van Spanje , die hierop , aan in Bloeimaand, volgde , werdt den Koning ï'rank- van Frankryk het flaan naar de algemeene ry " Heerfchappye, met ronde woorden, te last ge- legd (ƒ). Kort te vooren, was 'er reeds eene Oorlogsverklaaring tegen Frankryk uitgeko- men , op den naam van den Landvoogd der Spaanfche Nederlanden (g) : welke waardig- heid thans bekleed werdt, door Don Francisco Antonio de Agurto , Markgraaf van Gastanaga^ Opvolger van den Markgraave van Grana <, die, op den twintigften van Zomermaand des jaars 1685, overleeden was (A). De Staaten waren, reeds in den aanvang De Staa-
deezes jaars 1689, door den Spaanfchen ten *«« Landvoogd, aangezogt geweest, om onder- ^l^g' ihnd. Doch 't liep tot in Zomermaand aan, in Luik. eer 't Leger der Staaten gereed was , om iet te onderneemen , in de Spaanfche Nederlan- den. Midlerwyl, hadt de Graaf van Flodrof, Bevelhebber van Maastricht, Staatfche be- zetting weeten te brengen in Luik. De Fran- fchen, in Slagtmaand des voorleeden jaars, reeds bezetting in I Iuy geworpen hebbende, (/), hadden den Prins en Bisfchop van Luik, in
CO Ho". Merc. van 1G88. W. iTy-127.
(ƒ) Zie Holl. Merc. van 1689. il. 163.
CO Zie IIoll. Merc. vun i6(>y. il. 17t.
\h) Holl. Merc. van 1 r>8f>. il 241.
;<J Nejociat. du Comte d'Avaux, Tom. VI. p> 3i!<
|
||||||
A 5
|
||||||
lö VADSRLANDSCHE LXL Boek;
tófy. in Spfokkelmaand daarna , genoodzaakt, om
------'t Kasteel van Luik te laaten fpringen , en on-
zydigheid te belooven. Wat laater, hadden
zy eenige Krygsbehoeften en anderen voor- raad gekogt, te Luik, die zy, van daar, naar Bon dagten te voeren. Doch Flodroff hadt eenige Manfchap uitgezonden, om deezen voorraad te onderfcheppen. De Franfchen, de onzen gewaar geworden zynde , toen zy pas buiten Luik gekomen waren , weeken .we- derom naar binnen. Flodrofffchreef, hierop, een' brief aan de Burgemeesters der Stad , waarby hy den Franfchen voorraad in beflag nam, en voor goeden prys verklaarde. De Burgemeesters beweerden, dat zy deezen voor- raad niet overleveren konden , zonder de on- zydigheid te breeken, welke zy zogten te be- waaren. Ook verklaarden ze, dat de waaren, buiten hunne kennis , gekogt, en in de Stad terug gebragt waren. Doch Flodroff hieldt zig niet te vrede , met dit antwoord. Hy vorder- de , dat men hem aanweeze , waar de Fran- fche voorraad geborgen ware , en dat men de Dragonders , die den zelven binnen Luik ge- bragt hadden , in hegtenis name , of hem de poorten opende , op dat hy zig beide van de Dragonders en van den voorraad zou mogen meester maaken. Hy liet het niet by deezen eisch ; maar vertoonde zig, op den tweeden van Grasmaand, met een groot deel der bezet - tinge van Maastricht, in de voorftadvan Luik; daar hy dreigde te zullen blyven leggen , tot dat men hem voldoening zou gegeven heb- ben. De Regeering van Luik verliet toen de on-
|
||||
LXI.Boek. HISTORIE. ii
|
|||||
onzydigheid. De Franfche voorraad werdt, i68<k
onder de Keizerfchen , Staatfchen en Luike- ———> naars , verdeeld. De Bisfchop en 't Kapittel koozen de zyde der Bondgenooten openlyk. In de Stad , werdt Staatfche bezetting ont- vangen. Men herbouwde 't Kasteel, en be- fchermde, met behulp der Bondgenooten , de zwakke Steden en het platte Land des Bis- doms, tegen de iïrooperyen en brandfchattin- gen der Franfchen Qk). Het Leger der Staaten , onder den Veld- Het Le«
maarfchalk George Fredrik , Prins van Wal- |er der dek, wien , naar gewoonte, twee Afgevaar- „"da^n' digden te velde waren toegevoegd, trok, ein- den Prin. delyk, in Zomermaand, omtrent Judoigne of fe van Geldenaken in Brabant, byeen. Het was ver- Waldek, fterkt met een gedeelte der manfchap , die in yÏÏJjg*8 Engeland geweest was , en met omtrent vyf- duizend Engelfchen , onder Joan Churchill, nu verheeven tot Graave van Marlborough , behalve , dat de Spaanfchen een goed getal Ruiters, by't vereenigd Leger, gevoegd had- den. De Franfchen hadden, hieromtrent, ook een Leger byeengebragt, onder den Maar- fchalk d'Humieres , die zig, aan de Haine, hadt neergeflaagen. Doch de veldtogt ver- liep , zonder dat 'er iet van merkelyk belang voorviel. AUeenlyk, overviel de voorhoede Gevegt des Franfchen Legers , op den vyfentwintig- byWaI' ften van Oogstmaand, omtrent agthonderd court Staatfche knegten , die 't Dorp Forgé bezet hadden , om de voederhaalers te dekken. De kneg-
C*) Holl. Merc. yan i6ßy. Il, 1(15,175.
|
|||||
VADERLANDSCHB LXI.Boek;
|
||||||
tS4$>. knegten weeken , al vegtende, tot by Wal«
r------ court, in'tGraaffchapNamen, hebbende, mid-
lerwyl, de gantfche magt des vyandlyken Le-
gers op den hals gekreegen. Doch 't Leger der Bondgenooten , eenige dagen te vooren , over de Sambre , getrokken zynde, dreef den vyand te rug , naar zyne Legerplaats. De Franfchen rekenden zelven , in deeze ontmoe- ting , vierhonderd dooien en driehonderd ge- kwetsten gekreegen te hebben. Van de zyde der Bondgenooten, was de fchade klein ge- weest. De bergagtige Landftreek gedoogde niet, dat men den vyand vervolgde : doch men behieldt het flagveid, tnt 's anderendaags. Eenige Franfche krygskundigen hebben 't be- leid van d' Humieres , in deeze gelegenheid , zo zeer afgekeurd, dat zy geoordeeld hebben, „ dat men nimmer van 't gevegt by Walcourt „ behoorde te fpreeken , dan om te voorko- „ men , dat men 't ooit navolgde (/)." QP den zesden van Herfstmaand, deedt d' Humie- res , uit dertig ftukken , fterk fchieten op het Leger der Bondgenooten. Maar deezen weer- den zig zo wakkerlyk, dat zy den vyand, met merkelyk verlies , deeden vvyken van de hoog- Franfche te , waarop hy 't gefchut geplant hadt. De Linien Markgraaf van Gastanaga overmeesterde, hy Gend ^oxt hierna , de Linien , die de Franfchen ,
vtrovera. Qnder den Heere Qaho ^ by Qend ^ hadden opgeworpen. Hy deedt ze, terftond, flegten ;
doch zy werden , na zyn vertrek , in Wyn- maand, herfteld , door den vyand , die de Lan-
|
||||||
W) FiU-jquiERES Meuoir. Hiftor. & Millt. T«m< II. f, 63.}
|
||||||
IXLBOEK. HISTORIE. *£
Landen , onder 't Fransch gebied , in. Vlaan- ie»jc
deren , gelegen , hierdoor , beveiligde tegen de ftrooperyen der Bondgenooten (?»)• Hier-
na , betrokken de wederzydfche Legers de Winterkwartieren. Doch de veldtogt in Duitschland was^roe- IIL
ger begonnen en gelukkiger uitgevallen. De Kryga* Keurvorst van Brandenburg , gefterkt met foedry- Munfterlche troepen, en met de Staatfche ^en. m- manfchap onder den Generaal Aylua, hadt la"£sc ' aangenomen , de Plaatfen langs den Ryn van Fransch Krygsvolk te zuiveren. Den Keizer en 't Ryk den Koning van Frankryk , reeds in Grasmaand , den Oorlog verklaard hebbende ; waren'er nog drie Legers op de been gebragt, het Keizerlyke, onder den Hertoge van Lotha- ringen , en die der Keurvorflen van Beieren en Saxen. Ook zogten de Ryksvorften de Zwitferfche Kantons tot byftand te beweegen : hoewel zy hier kwalyk flaagden , hebbende Frankryk middel gevonden, om de Kantons te doen befluiten tot onzydigheid ( «). Doch eer dit gebeurde , hadden de Brandenburgfche en Staatfche troepen , onder den Veldmaar- fchalk Schoning , niet verre van Meurs, een Fransch geleide, dat naar Rynberkwilde, ge- heeliyk, geflaagen , op den elfden van Lente- maand. Lin, Nuis en andere Plaatfen in dee- zen oord werden , daarna , ligtelyk , bemag- tigd , door de Bondgenooten. Rynberk gaf J^{|* zig er *
C»0 Tjndal Contin. ef Rapin Vul. I. [or XVI. ] p. 399.
Holt. Mcrc. van i6öv. hl. 175 - 17Ö, 180. Danihi. Journal, p. CLH CO Zit IIoU. Merc. van 1089, hl. 180-205.
|
|||||
r
|
|||||
14 VADERLANDSCHE LXI.Boek.
|
|||||||||
1689. zig aan hun over, op den veertienden van
------- Bloeimaand , en werdt met Staatfche en Bran-
Ments, denburgfche bezetting voorzien. Keizers-
Bon en waarcj werdt, op den vyfentwintigften van Piaatfen Zomermaand , ook ingenomen, by verdrag, gewon- In 't begin van Hooimaand, toog de Keurvorst nen, van Brandenburg voor Bon: doch deeze Stad, door de weike eene tferke Franfche bezetting in hadt, |
|||||||||
noocen.
|
'' hielde het langer uit. Zy werdt, in 't eerst,
|
||||||||
hevig befchooten; doch op "t einde van Oogst-
maand , begon 't beleg wat te verflaauwen, doordien de Keurvorst een deel manfehap ge- zonden hadt naar Ments , welk , federt het midden van Hooimaand, belegerd geweest was, door de Keizerfche, Beierfche en Saxi- fche troepen , en , na eenen hevigen ftorm , die een groot getal der belegeraren het lee- ven kostte, overging, op den negenden van Herfstmaand. De Hertog van Lotharingen trok toen ook voor Bon. 't Beleg deezer Ves- tinge werdt, federt zyne aankomst, zo fterk voortgezet, dat zy, in 't laatst van Herfst- maand, hevig beftormd zynde, zig, eindelyk, op den twaalfden van Wynmaand , by ver- drag, overgaf. De Franfchen onderden Maar- fchalk van Bouflers hadden, in Oogstmaand , de Vesting Kocheim op de Moezel veroverd. Na 't overgaan van Bon , werdt de veldtogt aan den Rynkant beflooten (o). 't Leger des Keizers zou meer hebben können verrigten in deezen oord , was het fterker van manfehap ge-
(o) Huil. Mcrc. ven »53y. tl. 207-239, Djnibl Journ. ?*
CLlil .CI.1V. |
|||||||||
LXI.Boek. HISTORIE. 15
|
|||||
geweest. Doch Leopold hadtzyne meeste magt ____m
noodig , in den kryg tegen de Turken ; die, 1689.
federt het jaar 1684, met redelyken voor-Staat de» fpoed, gevoerd was. De Keizerfchen hadden, "futk- in de volgende veldtogten , de meeste Plaat- JJ" fen van Hongarye veroverd : de Aartshertog Jozefus was, in 't jaar 1687, tot Koning van Hongarye gekroond , en , in 't volgende jaar, bemagtigden de Keizerfchen Peter - Waradyn, Belgrado en andere Steden (p). De Prins Lodewyk van Baden , die, in deezen jaare, het Keizerlyke Leger in Servië en Moravie geboodt, floeg de Turken, by Jagodin en by Nisfi, en maakte zig wederom van verfchei- den' Steden meester (^). Midlerwyl hadden de Staaten, in Zomermaand , berigt ontvan- gen, dat het Franfche Hof onophoudelyk woel- de , om de Porte tot een befchadigend en ver- dedigend Verbond over te haaien (r). Lodewyk de XIV. hadt, na 't verklaaren Krygsbei
van den oorlog aan Spanje, den Hertog van »Iryve» Noailles, met een Leger, gezonden naar Ka- in K«* talonie; daar Koning Knrel de II. geen volk lome* hadt können te Velde brengen. Noailles floeg, in Bloeimaand, 't beleg voor Kampredon , welk, eerlang , aan hem overging. Doch de Hertog van Villa Hermofa kwam, in Oogst- maand , voor de Plaats, die, nevens het Kas- teel Roqua, wat laater, geflegt en verlaaten werdt, door de Franfchsn. Anders viel 'er; dit
(p) IIrijs Hift. do ','Emp Tem. lil p. 24S, 34?.
Cl) lloll. Merc. rnn iCmy. kl 219 -".';.;.
Cr) S«tr. Rifol. Geiier. Lunab Juiy i6i!<j. tVS.
|
|||||
16 VADERLANDSCHE LXLBoek
|
|||||||
1689. dit jaar, niet voor, in deezen oord (.?)• De
-------Piemonteefche Dalluiden ondernamen , in
Oogstmaand, eenentogt, uitZwitferland, naar
de Valeien , uit welken zy verdreeven waren. Doch de Hertog van Savoje, met Franfche magt gefterkt, tastte ze aan by't Meir van Ge- neve, en dreef ze naar Zwitferland te rug (t). Ook was reeds, door ibmmigen , voorzien , dat deeze togt kwalyk flaagen zou, gelyk my, uit zekere gefchreeven' Aantekeningen van dee- . zen tyd, gebleeken is. IV. Onder dit woelen der wapenen aan alle zy- Verbond den 3 arbeidden de Staaten der Vereenigde ïï![cï? Gewesten aan een vast en naauw Verbond, zeren'de met zulke Mogendheden , die , even als zy , Staaten, belang hadden , om zig te kamen tegen de nader •' oogmerken des Konings van Frankryk. Zy hcnd;wf hadden, federt eenigentyd («), den Heer Ja- Verbond kob Hop, Penfionaris van Amfterdam, gezon- ^enaamd. den naar 't We ener- Hof, om over zulk een Verbond te handelen met den Keizer (v). Het werdt, te Weenen, geflooten, op den twaalf- Inhoud den van liloeimaand. De Keizer en de Staa- van hec ten beloofden , by het zelve „ den Koning zelve. ^ van franke t met vereenigden raad en „ kragten , te zullen beoorloogen, ter zee en „ te lande ; geene vrede te zullen maaken, „ dan met gemeene bewilliging ; noch, voor- „ dat alles herfteld ware in den ftaat, waarin |
|||||||
,, IIV.I9
|
|||||||
r.0 Daniel Journal, p. CL1V. Holl. Mcrc. van iGSg. Ui
164 - iCifi, (r 1 llo'l. M^rc. van 1689. hl. f(^ö-ifig.
(u) 8cr. Refol. Getier- IS /Ifiril Iö8y BIS.
\j) Secr. iulbl. Holl. 127 May 1683. V.Dsel,U. 043.
|
|||||||
LXI.Boek. HISTORIE. i?
|
||||
„ het, door de Westfaalfche en Pyreneefche jggp.
„ Vreden, gebragt was geweest. Na 't fluiten-----^
„ der Vrede, zou'er, tusfchen den Keizer en
„ de Staaten, een altoosduurend Verbond van „ onderlinge befcherming , tegen de Kroone „ van Frankryk en derzel ver aanhangers, ftand „ grypen. De gefchillen over de grenzen , „ die, in vervolg van tyd, tusfchen de Bond- „ genooten , ontftaan mogten, zouden, by „ minnelyke overeenkomst, tusfchen weder- „ zydfche Gevolmagtigden , worden byge- „ legd. De Keizer zou de Kroon van Span- „ je ; de Staaten die van Groot- Britanje no- „ digen , om in dit Verbond te treeden. En „ zou men 'er den Hertog van Lotharingen, „ dien men , in 't bezit zyner Staaten , zou „ zoeken te herilellen, insgelyks, in ontvan- „ gen." Voorts, was 'er een afzonderlyk punt by dit Verbond gevoegd , welk, nader- hand, gewigtige gevolgen gehad heeft, en hier- om verdient, dat wy 't, van woord tot woord, uit het Latyn overgezet, hier, invoegen: „Na Aanmer- „ dat, (dus luidde het) uit den naam van kelykaf, „ Frankryk , in verfcheiden' Hoven en Plaat- H^n' „ fen , openlyk veifpreid is , dat, onaange- punu „ zien den plegtigen afftand, men gezind is, • „ in geval de Katholyke Koning zonder wet- „ tige nakomelingen overlyden mögt, de op- „ volging in de Spaanfche Heerfchappy, door „ geweld en wapenen., voor den Daufyn , te 5, verzekeren ; te gelyk , niet donkerlyk doe- „ lende op de verheffing van den gemelden „ Daufyn, tot Roomsch Koning; zo hebben „ de Heeren algemeene Staaten dar Veree- XVI. Deee. B „ nig- |
||||
jB VADERLANDSCHE LXI.Boek.
1689. „ nigde Nederlanden, in aanmerking neemen-
de , hoe veel afbreuk aan de gemeene zaa- |
||||||||||||||||
n
|
||||||||||||||||
ke , en hoe veel nadeel aan de onderlinge
rust en welftand, door 't een en 't ander „ van deeze twee oogmerken, zou worden „ toegebragt, by dit afzonderlyk punt, welk „ van gelyke kragt zyn zal, als of 't in 't Ver- |
||||||||||||||||
bond zelf ware ingevoegd , wel willen be-
looven : Vooreerst, dat zy , zo de tegen- woordige Koning van Spanje ('t welk God genadiglyk verhoeden wil ) zonder wetti- ge nakomelingen , mögt overlyden , zyne Keizerlyke Majefteit of deszelfs erfgenaa- |
||||||||||||||||
„ men , tot het verkrygen en bezitten der op-
„ volginge in de Spaanfche Heerfchappy, en „ in de Koningkryken, Gewesten, Landen en „ Regten , daartoe behoorende , op welken „ hy een gegrond regt heeft, zullen helpen „ enfterken; hem, in deeze bezitting, tegen „ de Franfchen en derzelver aanhangers , die „ zig , regelregt of door omwegen , zouden „ mogen kanten tegen deeze opvolging,'uit „ al hun vermogen, bevestigende, en zulken, „ met geweld, keerende, die zig, hiertegen, „ met geweld - zouden willen verzetten. Ten „ anderen, zullen zy de Keurvorften des Ryks, „ hunne Bondgenooten , zoeken te beweegen „ om den doorlugtigften Koning van Honga- 9, rye, Jozefus, oudften Zoon der Keizerly- „ ke Majefteit, ten fpoedigfte, tot Roomsch- „ Koning te verkiezen ; en zo men , van de „ zyde van Frankryk, toeleggen mögt, om „ deeze verkiezing, door bedreigingen of „ door de wapenen, te verhinderen, zullen |
||||||||||||||||
» zy
|
||||||||||||||||
IXI.Boek. HISTORIE.
|
||||||
„ zy, om dit te weeren, der Keizerlyke Ma- i<$8j>;
„ jefteit, insgciyks, allen byftand toebrengen. —— „ De Kroon van Engeland zal ook verzogt „ worden, om in dit afgezonderd punt tetree- „ den. Gedaan te Weenen, den twaalfden „ van Bloeimaand 1689 (w)." 't Verbond, waarvan wy fpreeken, kreeg, daarna, toen'er ook andere Mogendheden in traden, den naam van het Groot Verbond. Doch daar verliep nog eenige tyd , eer dit gebeurde. De Kroon van Engeland werdt 'er eerst toe overgehaald. Vooraf, was 'er egter meer dan een Verdrag gellooten, tusfchen deeze Kroon en de Veree- nigde Staaten. Doch om de gelegenheid hier- toe Avel te verftaan , moet men zig den ftaat der zaaken in dit Ryk, terftond na de verhef- fing van Koning Willem en Koningin Maria, kortelyk, te binnen brengen. De Prins van Oranje hadt den Staaten der v.
Vereenigde Gewesten, op den zelfden twee- Koning entwintigften van Sprokkelmaand , op welken Wll'em by tot Koning verklaard was, kennis gege- fteaeat,:eileU ven van zyne verheffing ; doch hun, te ge- kennis ïyk, verzekerd „ dat deeze nieuwe waardig- van zyne „ heid geenszins verminderen zou de zorg komsttot „ en genegenheid tot de welvaart van hun- Vg„ roon „ nen Staat, welken hy altoos gevoeld hadt." Groot- Hy voegde 'er by „ dat hy zig zelfs bekwaam Briunjev „ vondt, om de ampten , die hy in hunnen „ Staat bekleedde, tot meerder dienst en „ voordeel van de Landen te zullen können „ waar«
Of) VoUz Du Mont Coips Dipl. Tom. VII. P> Hf* aaa«
|
||||||
B 3
|
||||||
&6 VADERLANDSCHE LXI.Boek.1
i6$9i M waarneemen. Ook zou hy zyn best doen,
——— „ om het goed verftand , tusfchen zyne Ko- „ ningkryken en de Vereenigde Nederlan- „ den , te doen aangroeijen en beftendig wor- „ den , en eene onverbreekelyke vriendfchap „ en verbindtenis met dezelven onderhou- „ den, tot verzekering der wederzydfche ruste , „ en tot beveiliging en handhaaving van den „ waaren Protestantfchen Godsdienst (#)•'* Uit dit fchry ven , was klaarlyk te befpeuren , dat Koning Willem niet gezind was, de amp- ten, welken hy in deeze Gewesten bekleed- Vréugde, de , af te leggen , gelyk men wil, dat eeni- deswege, gen hier te Lande zig verbeeld hadden. On- hier te dertusfchen , toonde men , over de verheffing - van den Erfftadhouder van Vyf Gewesten , groote tekenen van vreugde. De algemeene
Staaten fchreeven, deswege, eenen plegtigen dankdag uit, tegen den dertigften van Len- temaand. De dag der Krooninge werdt hier ook gevierd. Te Haarlem , te Amfterdam , in den Haage en elders , gaf men , met het losfen van 't gefchut, met het ontfteeken van vreugdevuuren , met het opregten van praal- boogen en andere blyken van blydfchap, zyn genoegen , over deeze ongemeene gebeurte- nis, te kennen (y~). Doch de verandering in Engeland gaf den Staaten gelegenheid tot ge- De Staa- wigtiger werk. Zy hadden , reeds in Louw- ten zeu- maand , de Heeren Nikolaas Witten , Burge- den bui- mees. f K ) Refol. Holl. 2 Maart 1689. */. 145. Zis ook Holl. Merc.
van tfi?g. il. 1«. (y) R«fi>l. Holl. jJpril 16E9. W.2ili Holl. Merc. ytmivt^
il. 31 • 34- |
||||
LXLBoEK. HISTORIE. «f
|
||||
meester en Raad der Stad Amflerdam, van i6g$;
Odyk en van Dykveld gezonden naar Enge--------
land (z)f met de hoedanigheid alleen van bui- teng»
tengewoone Afgevaardigden : en naardemaal woone ik in ftaat gefield ben, om van 't beloop en den vaardig. uitflag deezer buitenge woone bezendinge , uit den naar de Aantekeningen en Papieren van den Heere Enge- Witsen zelven , naauwkeuriger verflag te lancl* doen , dan tot hiertoe gefchied is, kan ik niet voorby, daarmede, hier, eenige bladzyden te vullen. De Prins van Oranje , eer hy nog tot Ko- Hunne
ning verheeven was , dienftig geoordeeld heb- ^'"te- bende , dat de Staaten hem eenige buitenge- j^* " woone Afgevaardigden toefchikten , om over den tegenwoordigen toeftand der zaaken met hem te handelen , hadt daartoe de drie ge- noemde Heeren voorgeflaagen, die, terftond, door hunne Hoog - Mogendheden , aan zyne Hoogheid werden afgezonden. De Prins hadt den Heer van Dykveld, die hem reeds te voo- ren veel dienst gedaan hadt, noodig in Enge- land. De Heer van Odyk hadt zyne Hoogheid, voor zyn vertrek , verzogt, dat hy, over- fteekende naar Engeland, hem niet in Holland laatcn wilde. Doch Witfen , die zig niet dan niet moeite hadt laaten overhaalen tot dit Ge- zantfchap (a), begreep in't eerst niet, waar- om hy 'er zo byzonderlyk toe benoemd was ; hoewel hy, in Engeland zynde, wel haast ver- ftondt,
(s) Misfive van den Ambasfad. van Citteus van T| ,7«??»
ïfiüc,. MS« O) N, WiTSEN Hyzonder Verbaal der Deputat, en Ainbasf,
£8 1689. /• 1 en*' MS' B'3
|
||||
as VADERLANDSCHE LXI.Boek.
ï6S9. ftondt, dat zulks gefchied was, om aldaar ee-
[ ne vertooning van eensgezindheid te maaken tusfchen zyne Hoogheid en de Stad Amfter-
dam (£). De last der Afgevaardigden , die alleen aan zyne Hoogheid hieldt, was den agt- ften van Louwmaand getekend. Zy kwamen, na 't doorllaan van eenen zwaaren ftorm , te Harwich, en fpraken den Prins, op den agttien- den , te Londen, 't Eerst dat zyne Hoogheid *JerK"., hun vraagde was , wat zegt men nu tot uwent ? zoggen & '* nu we^ dat gy my dit werk geraaden hebt ? van zyne Hadt men 't zo goed wel genomen ? Nogtans , ïloog- hadt hy , toen reeds, zo veel bevinding van heid-, de veranderlykheid der Engelfchen , dat hy 'er deeze of diergelyke woorden byvoegde, 't Is hier nu Hofanna ! maar V zal, veelligt, haast kruist hem, kruist hem, zyn ( c ). Wei- nige dagen laater , begeerde zyne Hoogheid, dat 'er ook Afgevaardigden der Admiralitei- ten naar Engeland kwamen , om over de be- grooting der Vloote te handelen. Odyk dreef dit fterk door, tegen 't gevoelen van Wit- fen , die verftondt dat de Sekretaris de Wildt alleen dit werk wel af kon ( d) ; en in Sprok- kelmaand kwamen de Heeren van Katwyk , Turk , de Wildt, Godin en Krap , wegens de Admiraliteiten te Londen aan ( e ). Zy blee-, ven 'er tot in Grasmaand , en keerden toen, onverrigter zaake , naar huis, voornaamlyk , zo
($") N. Witsen Byzondar Verbaal, f. II. c.$. ƒ. ij. c. a.
f. 2i. e. 2. ƒ• 40. e. 2. MS. (.cl N. Witsen Byzonder Verbaal, ƒ. J. c.z, 3. MS. ( <0 N Witsen Byzonder Verbaal, f. 8. e. a. MS, He) Huil. Mcrc. va" ioiiy. il. 123, |
||||
LXLBoek. HISTORIE. *s
|
|||||||
zo Witfen geloofde, om zig niet gehaat te maä- i<58p;
ken door het ftaan over een Verdrag , waarby ———• het punt van den rang tusfchen de Engelfche en Staatfche Zeeoverften , ftondt bepaald te worden: over welk punt, terwederzyde, lang en hevig, getwist was (f); gelyk wy terilond zien zullen. De Heeren Witfen, Odyk en Dykveld vor- DeStaat-
derden den Prinfe, zo dra hy tot Koning ver- fchen heeven was , den onderftand af, dien 't Ryk j^"11 den Staaten , volgens het Verdrag van Len- ning °,",. temaand des jaars 1678 , verfchuldigd was ; deiftand waarop, eerlang, het afzenden van vyfduizend »f. man onder den Graave van Marlborough volg- de. Zy drongen, wyders, op het overzenden «" vol-' van geld tot voldoening der zwaare kosten, JJjJjf hier te Lande , gemaakt tot den Overtogt. ten ops" Men leverde van deeze kosten , al zeer fpoe- den dig , eenen Staat over aan 'sKonings Gemag- Overtogt tigden: waarvan wy niet ondienftig agten, hier Stallen, een kort uktrekfel in te voegen: Onkosten op de Vloote, aan den Staat, s3 Fe-
bruary 1689, in rekening gebragt ƒ2,288,464: - :-
Verdere onkosten , tot 22 Maart 1689. - - 189,616: - :- Verlies van twee fchepen. 59,500: - : -
Lyftogt, Paardevoeder, za-
dels, ftalling enz. - - 186,000:--: Huur van Transportfchepen. 1,245,000: - :- Huur
|
|||||||
C/) N. Witjen Byzomler Verbaal, ƒ. 6<j. c. 4. lUS.
|
|||||||
B4
|
|||||||
ê4 VADERLANDSCHE LXI.Boek,
Huur van Transportfchepen
op. de rivier. - - 60,000: - : ~ Lyftogt gekogt by 't weder-
invallen der Vloote. - - 175,000: - :- Lootsgelden en gehuurde
Lootlën. ... ^ 500: - : *. Huur van dertig Vaartuigen,
tot ontfcheeping van't voet- volk : waarvan 'er zes ver- looren zyn. - 47,880: - : - Hoofd traftemen ten, enz. - 161,989: 6:8
Artillery- Hospitaal- en an-
dere onkosten - - 85,612:19:8 Franfche Vlugtelingen onder
de Officieren. - - 77,364: - '•- Binnenlandfche fcbepen , tot
vervoering van't Krygsvolk. 66,960: - :.- Inlegering van het zelve. - 89,624: s :-
Wagens. - - - 169,911: - :-
Inkoop van Paarden , op zee
verlooren. ... 81,264: - :: Uitgaaven aan 's Konings
Stoet, Troepen enz. - 250,000: - : - Ruitery en Dragonders. - 391,430:13:6
Voetvolk. - - - 531,205:19:0
Aanritsgeld en andere on-
kosten op het overneemen en vervoeren van vreemde Troepen, enz. - - 1,100,000: - :- /7>3°i>322: ^HO-
De (l) Uit een Affcbrift van't Oorfprongkelyke. Zie ook
zulk een' Staat, in Tindals Contin. c/Rai>in, Fol. I. [ or XVI. J p. 207. waarin nogians verfoüeiden' mlsflto gen zyn. |
||||
HISTORIE.
|
|||||||||
LXLBoEic.
|
|||||||||
•S
|
|||||||||
De Afgevaardigden hielden fterk aan by den i68>:
Koning op't voldoen deezer kosten, hem voor- ———« houdende , dat men den oorlog hier niet zou die na können voortzetten, noch 's Lands Vloot in zee jrtnsdraa houden , zo deeze fchuld te lang onvoldaan fchi^dtL bleeve (g). De Koning betuigde, wel, by alle gelegenheid „ dat hy en 't Ryk de hoog- „ fte verpligting hadden aan den Staat, die „ goed en bloed voor hem gewaagd hadt. " Hy gaf zelfs te verftaan „ dat hy , in Enge- „ land , liever alles wilde laaten dryven , en f, naar Holland te rug keeren , dan dat hy 3, den Staat zou zien verlooren gaan (Ä)." Ook hadt hy , in zyne eerfte aanipraak aan 't Parlement, reeds gedrongen op voldoening van der Staaten verfchot, en op onderfteu- ning der Vereenigde Gewesten tegen den Ko- ning van Frankryk CO. Doch hierop volgde, behalve het afzenaen der vyfduizend man , alleenlyk, een befluit van het Huis der Ge- meenten , om den Staaten zeshonderd duizend ponden flerlings voor hun verfchot toe te leg- gen, 't Leedt nog meer dan vyf maanden , eer men de middelen vastftelde ; waaruit men deeze penningen vinden zou (£). Midlerwyl, werdt 'er een gedeelte van de fchuld over- gemaakt op rekening ; en daar verliepen om- trent (^ N. Witsen Byzonder Verbnal, f. 37. c. 4 /1/5.
(A)N. Witsen Byzonder Veiba.il, /. 34. col. 1. ƒ. 3». eol. 2. MS. (ij Zie zyne Aanfpr. in\de IJoll. Mcrc. van ifii?y. tl. 129. ï2 Maart ■
(£) MisfiveArextraord. Gedeput.vaii ——------- i68y. lUSl
1 Afrll
•PiNBAt Fol. I. [er XVI.] p. 307, 383. |
|||||||||
26 VADERXANDSCHE LXI.Boek.'
|
|||||
ist?, trent drie jaaren , eer alles afbetaald was (7).
------- . Onder dit draalen , werdt, over de uitrus-
Rmde- ting en begrooting eener famengevoegde Vloo-
's'uHus-te ' §enandeld met 's Konings Gemagtigden. ten ee- ' ^en kwam haast overeen , over het getal der »er ver- fchepen , die men , van de eene en de andere c:nt;;de Zyde , in zee brengen zou. Doch daar rees Verschil Sroot ver^cml over den rang , in welken men, over den m den Krygsraad der vereenigde Vlooten , rang, zou ftemmen. De Engelfchen beweerden dat hun Admiraal niet ilegts bevel behoorde te hebben over den onzen , maar dat alle hunne Ovcrften voor de onzen zouden zitten en ftemmen in den Krygsraad ; zo dat de minfte Engelfche Kapitein rang voor onzen Admiraal hebben zou. De Staationen verftonden, daar- entegen , dat onze Admiraal eerst ftemmen zou , en dus , gelyk men 't in Engeland be- grypt, rang hebben na den Engelfchen ; daarna , de Engelfche Overften en Kapiteins ; voorts de Staatfchen , in derzelver rang ; en eindelyk, de Engelfche Admiraal, volgens de gewoonte daar te Lande, alwaar hy, die laast ftemt, den eerften rang heeft. Of, zo dit niet goedgevonden werdt, zouden de Staatfche Kapiteins eerst ftemmen , daarna de Engel- fchen: voorts, de Staatfche tweede Admiraals, daarna de Engelfche tweede Admiraals, dan de Staatfche , en eindelyk de Engelfche Ad- miraal. Nog floeg men voor, dat, zo de Le- den van den hoogen Krygsraad , die alleen uit
f/) Uit verfcheiJen' Misfiven van dtn Alllbasf. VAN ClTï£K$
VO!i i.Cij, iGyij, It'191 SU lC)Jl2. MUS,
|
|||||
LXI.Boek. HISTORIE. 2?
uit Engelfche en Staatfche Hoofd - Officiers «58$;
beftaan zou, niet eens mogten können wor- den, de Kapiteins zouden worden ontbooden; die alleen zouden fpreeken, zonder de Vlag- Officiers te hooren. Doch deeze voorflagen werden van de Engelfchen verworpen. Men wisfelde, over dit punt van den rang, ver- fcheiden' fchriften Cm"): men Qrak 'erover met den Koning , die de zyde zyner Engel- fchen hieldt. Men zogt den Heer Bentink te beweegen , om zyne Majefteit te doen veran- deren van gedagten : doch hy weigerde zig , niet het ftuk van den rang, 't welk hy vodde- ryen noemde, te moeijen. Dykveld yverde 'er ook flaauwlyk in. Odyk fprak 'er naauwlyks van , om dat, fchryft Witfen , 'j Konings wil hem eene wet was (»). Witfen alleen ftondt zo Iterk op het Hemmen by beurten, dat hy'er zig 's Konings ongenoegen door op den hals haal- de. Doch hy merkte zyne zugt voor de eere van den Staat aan als een parel aan zyne Kroon (o). Hy kon, nogtans, zyne twee Medeaf- gevaardigden niet doen veranderen van gedag- ten. Op den negenentwintigften van Gras- maand , werdt 'er eene Overeenkomst gete- kend , waarby 't ftuk van den rang, genoeg- zaam naar den zin der Engelfchen 3 bepaald werdt. Voorts , werdt 'er in beflooten „ dat Overeen- f? hunne Majefleiten vyftie-, en de Staaten komst „ der- we*en'
. C»0 Vit dl Papieren van Bürgern. WrrsitN, en zyn Byzond.
I frbaal , ƒ. 54. c. 2. ƒ. 61. c. 2. ƒ. 64. c. 2. ƒ. 70. c. 1, * f«) N. Witsbn Byzonder Verbaal, ƒ. 94. c. 3. flK.
C»J ti. Witsbn Byzonder Verbaal, /'. 22 j. e. 2. MS. |
||||
ft8 VADERLANDSCHS LXI. Boeä
16S9. « dertig Oorlogsfchepen in zee zouden bren-
-------„ gen , bö nevens eenige Fregatten en Bran- de ramen- w ders; dat deeze Vlooten zig, zo dra mo- yJo°fÊde « gelyk , zouden vervoegen ter pfoatfe door *'' „ den Koning te benoemen; dat zy in drie „ Esquaders zouden worden verdeeld , van „ welken het eerfte gebruikt zou worden in „ de Middellandfche , het tweede in de Ier« „ fche zee en 't Kanaal, en het derde van de „ Hoofden tot Yarmouth in Engeland , en „ Walcheren in Zeeland ; dat elk Esquader „ beide uit Engelfche en Staatfche fchepen „ zou beftaan , en dat de Engelfche Admiraal „ het opperbevel over de vereenigde Vloo- v ten hebben zou: dat de pryzen verdeeld „ zouden worden naar 't getal der fchepen , „ welk ieder in de Vloot hadt, en dat, over „ 't ftuk der pryzen , zou geoordeeld worden „ door het Kollegie ter Admiraliteit, waar „ onder het Oorlogsfchip , welk den prys ge- „ maakt hadt, 't zy in Engeland of in den Ver- „ eenigden Staat, t'huis hoorde: of zo de prys „ door beiderlei Oorlogsfchepen gemaakt was, „ door het Kollegie, waarvan de fchepen, die 't „ meeste gefchut voerden, afhingen." 't Gene omtrent den rang vastgefteld was, kwam hier- op uit: „ dat de Krysraad beftaan zou uit de „ wederzydfche Vlagofficieren in gelyken ge- „ tale; doch in geval van verfchil, zouden 'er „ de wederzydfche Kapiteinen worden byge- „ voegd : dat de Engelfche Opperbevelheb- „ ber altoos voorzitten zou , en, benevens „ de Hoofd-Officieren en Kapiteinen hunneü, „ Majefteiten, het hooger einde van de ta- |
||||
LXI.Boek. HISTORIE.
|
|||||||||||||||||||
a§
|
|||||||||||||||||||
fel bekleeden. Dat zaaken, perfoonen, die
alleen in dienst van eene van beide de Mo- gendheden waren, betreifende, geoordeeld zouden worden door een' Krygsraad , uit Officiers van deeze Mogendheid beftaande ; doch zaaken , betreifende perfoonen , die beide de Mogendheden dienden , door een' |
|||||||||||||||||||
5>
|
|||||||||||||||||||
\61}-.
|
|||||||||||||||||||
ï»
|
|||||||||||||||||||
55
55 |
Krygsraad, uit beiderlei Officieren famenee-
fteld (py s |
||||||||||||||||||
't Verfchil over den rang, welk het teke-
nen deezer overeenkomst eenige weeken ge- ftremd hadt; maar vooral het draalen van het Huis der Gemeenten met het vastftellen der middelen , waaruit het aanzienlyk verfchot der Staaten zou können gevonden worden , bragt te wege , dat de Staaten ook draalen moesten , met het uitrusten der dertig Oor- logsfchepen. Ook was Koning Willem, die egter, in Grasmaand , de Staaten vermaand hadt tot deeze uitrusting (q), reeds eenigs- zins in ftaat, om de onderneemingen van Frankryk te fluiten ; alzo de Vloot, door Koning Jakob verzameld , tot zyne zyde was overgegaan. Zy ftondt nu onder 't bevel van den Admiraal Herbert, die , op de Ierfche kusten kruisfende, den elfden van Bloeimaand- ilaags raakte met de Franfche Vloote , onder den Graave van Chateaurenauld , welke on- derftand naar Ierland bragt. Doch 't gevegt duurde niet zeer lang , en veroorzaakte, van we-
(pj Uit Papieren van den Hcerc WrTSEN. MS. Voicz muß
Ou Mont Corps D-pioui- Tom. VU. P. u. p, 222. ?"%£ Uï) Zit zjut UisRvo in de Iloli. Mmc". ren 168;. II. Hu
|
|||||||||||||||||||
3o VADERLANDSCHE LXI.Boek.
i«8g; wederzyde, kleine fchade (>). Weinige da-
-------gen hierna , kwam 'er, op 't fterk aanhouden
Koning der Staaten (;), eene Oorlogsverklaaring van
Wil'^m Koning Willem tegen den Franfchen Koning den Fran' *n 'ü licht : waarin deeze befchuldigd werdt , fchen „ dat hy 'sKonings Bondgenooten en vrien- Koning ?J den, den Keizer en den Staaten , den Oor- den oor- ^ jog verklaard hadt ; dat hy zig van de „ Visfchery van Newfoundland hadt gezogt „ meester te maaken ; dat hy zig in 't bezit „ hadt gefield van eenige Engelfche Volk- je plantingen , in Amerika ; dat hy de Engel- „ fchen, ook in Europa, zeer gekweld, hun „ het Regt der vlagge betwist, en, eindelyk, „ veele Engelfche Protestanten in zyn Ryk „ wreedelyk vervolgd hadt: om alle welke re- „ denen, hem de oorlog werdt aangezeid (f).n * urrta- D°cn LodewykdeXIV. bleef Koning Willem , uur. dien hy * Overweldiger van Engeland noemde , Lodewykgeen antwoord fchuldig. Hy verklaarde, ee- de xiv. nige weeken laater „ dat hy den Prinfe van hem Ins-*»» 0ranJe » reec^s v0°riang •> den oorlog zou
gelyks. * ,» aangezeid hebben , hadt hy niet gevreesd, „ hem te zullen vermengen , met de getrou- „ we onderdaanen van zyne Britannifche Ma- „ jefteit; noch geduuriglyk gehoopt, dat alle „ eerlyke Engelfchen , wederkeerende tot „ hunnen pligt, waarvan zy , door de aan- „ hangers des Prinfen van Oranje , waren af- » ge-
(r) Tindal Vol. I. lor XVI. ] p. 354.. Holl. Merc. van
l6fic). il. 2.39, Hs« (jp ) N. WrisKN nyzond. Verb«a', f. 41. c. 3. ƒ ";8. c. t. MS,
(Ó BlIRNBT Vol. II. p. 13. TlNUAt. Vol. I. [w XVI.] fj
350. Holl. Merc. yan 1ÖÜ9. hl, 134.
|
||||
LXI.EÓEK. HISTORIE. 31;
|
|||||
„ gebragt, dien Prins, uit Engeland en Schot- j<ssj>.
„ land , zouden hebben helpen verjaagen. —■—■ „ Doch nu, vernomen hebbende, dat de „ Prins van Oranje hem den oorlog verklaard „ hadt, beval hy al zynen onderdaanen , de „ Engelfchen en Schotten, begunftigers van. „ den Overweldiger der Koningkryken van 6 „ Engeland en Schotland , vyandeiyK te beje- „ genen («>" Zo dra deeze Oorlogsverklaringen gefchied vT.
waren , verwagtte men eenen feilen zeekryg. De bm"" Koning Willem hieldt, hierom , van tyd tot ^oclnó tyd, aan by de Staaten, op de uitrusting hun- Afge- ner Vloote. Doch deezen maakten, hierme- vaardig- de, nog geenen grootenhaast, ten deele, om den CT dat hun verfchot nog niet voldaan werdt, ten ^reecnan" deele, om dat zy eerst een nader Verbond worden wilden fluiten met Groot-Britanje. Hiertoe , »t bui- en om den Koning en de Koningin , met hun- tens€" ne komst tot cie Kroon , geluk te wenfchen , Ambas- gaven zy den titel van buitengewoone Ambas- fadeurs fadeurs aan de Heeren Alexander Schimmelpen- aange- ning van der Ooye, Heere van Engelenburg, ft * Witfen , van Odyk, van Citters en van Dyk- veld; van welken de vier laatften reeds in En- geland waren. De Koning hadt, terftond na zyne verheffing , begeerd , dat de Afgevaar- digden met den rang van buitengewoone Am- basfadeurs werden vereerd, en de Staaten had- den 'er, zonder uitftel, toe beflooten. Wit- fen zou , als de eerfte in de Ambasfade , nu het woord hebben moeten voeren. Doch alzo hy
O) Zie Hoil. Werc. van 1682. il. 149, |
|||||
31 VADERLANDSCHE LXI.Boek;
ï«J8p. hy genoegzaam niets van 't Engelsch verftondt,
■ 't Fransch niet volkomen f prak, en een weinig fchroomagtig was, hadthytewegegebragt, dat
de Heer van Engelenburg, wegens Gelderland zitting hebbende ter Generaliteit, tot eerften in de buitengewoone Ambasfade werdt aange- fteld; waarby ook de gewoonlyke Atnbasfadeur Oogmerk van Gitters gevoegd werdt ( v ). 't Groot oog- deezer merk deezer Ambasfade was het aangaan van een Ambasfa- befchadigend en verdedigend Verbond , waar- de- van men , reeds in Lentemaand , hadt begon- nen te fpreeken met den Koning (w). Doch
de onderhandelingen deswege werden ver- volgd , na dat de Ambasfadeurs, in 't begin van Zomermaand , eene pragtige intreede ge- daan , en openbaar gehoor by hunne Maje- Verfchü {leiten gehad hadden (#). Twee voornaame over 't zwaarigheden deeden zig op in de handeling , gelyke- ^jg >t flujcen van 't Verbond lang ftremden. loogetT De Engelfche Gevolmagtigden, ( want de Ko- en vrede ning moeide zig, ten minflen in't eerst, luttel fluiten. met dit werk , om den zynen geen ongenoe- gen te geeven (y) ; vorderden, dat men ge- lykelyk oorloogde en niet dan gelykelyk vre- de maakte ; en dat men, geduurende den oor- log, alle fchepen, die op Frankryk handelden, zonder onderfcheid , wegname , en voor goe- den prys verklaarde. Doch beide deeze voor- waar-
f r") N. W'TSEN Byzonder Verbaal, f. 30. c. 4. ƒ". 31. c. Ij
f 41. e. 3 ƒ B°- c 3- MS. ' (nO N. Witsen Byzonder Verbaal, ƒ 41. col. l. MS. e x ) N. Witsen Byzonder Verbaal, ƒ. Ü6. c. 4. f. 87. e. %{
.-'.loj. c 4 niZ' MS.
(j) N. Witsen ßyzondcr Ver baat, ƒ. 106. * 4* &Ä. |
||||
lxlbóe*. Historie. 33
waarden vielen den onzen hard te verzwel-
gen. Zy merkten , omtrent de eerfte, aan* „ dat men, geiykelyk oorloogende, vooraf , „ diende te bepaalen , hoe veel manfchap elk „ tot den gemeenen oorlog zou behooren te „ leveren , alzo 't niet redelyk ware, dat „ Groot-Britanje , zo veel magtiger dan on- „ ze Staat, en om welks wille de Staat zig „ eigenlyk den oorlog op den hals gehaald s, hadt (ä) , eéngelyk, of minder getal van „ volk te velde bragt: en, zo men niet dan „ geiykelyk vrede maaken mögt, zou Groot- „ Britanje zo lang können oorioogen als men 4, 't daar goeddagt, of'er zyn belang in vondt* „ terwyl onze Staat verpligt zou zyn , zig uit „ te putten om Groot-Britanjes wille; en oiv „ dertusfchen de gunftigfte voorwaarden ee- „ ner afzonderlyke Vrede van de hand te wy- „ zen." De Ambasfadeurs, metnaameWit- fen en van Citters, konden hierom bezwaar- lyk bewilligen in deeze voorwaarde, (a). Zy fpraken 'er, meer dan eens, over met den Ko- ning , die 'er ftyf op ftaart bleef: 't zy dat hy voor niet meer dan redelyk in zig zelf hieldt, dat Mogendheden , zo naauw verbonden, zig niet naar elks byzonder welgevallen ontfloe- gen van den last des gemeenen krygs : 't zy dat hy, gelyk Wits gn aanmerkt (b), zig zehin op den troon van Groot-Britanje (lagt te handhaaven, door /iet geld en het volk der Staa~ ten ;
(*) N Witsen Byzmider Verbaal, ƒ- 129. t 4. il/i»
C<0 N. WiTsem Byzonder Verbaal, /'. I05. c. 1. f. 115.1 (*) N. Witsen Byzonder Verbaal, ƒ. '37. *. 1. US.
XV!. Deel. C
|
||||
34 VADERLANDSCHE LXI.Boek:
, 1689. ten; en hen zo lang in oorlog te houden, als Frank-
■------ryk Koningjakob zou willen onderfteunen.
De tweede voorwaarde, vorderende dat men
nee°meü ' alle fchepen , die op Frankryk voeren , zelfs van aller- van vrienden en onzydigen , en evenveel wat lei fche- zy 00k inhebben mogten , neemen en prys Frannkr°vPk verklaaren zou , ftiet den onzen niet minder, handelen. Zy voorzagen , dat zulks Zweeden en andere de. handeldryvende volken , die buiten den oor- log bleeven , ten hoogfte verbitteren zou , en merkten 't aan als vierkant ftrydig met de Verdragen, die met eenigen deezer volken geflooten waren. Doch 't bleef een ftokregel by de Engelfchen , alle zeilen blank tefpeelen, zonder, zig te kreunen aan 't gene by de Ver- dragen bepaald was. De Staaten zelven had- De En- den hier bevinding van. 't Was, by de jong- reifchen fte Overeenkomst van Grasmaand laatstlee- doeu in- denj uitdrukkelyk vastgefteld, dat van de op- breuk op sebragte pryzen geoordeeld zou worden door oVeTèSde Admiraliteiten, onder welken de neemers komst, behoorden , 't zy in Engeland, of hier te Lan- de. Doch alle de Franfche pryzen , die , in Portsmouth en elders , door Staatfche Oor- lo*sfchepen, werden opgebragt, werden, on- danks de herhaalde Vertoogen onzer Ambas- sadeuren , in Engeland , geoordeeld ; en , zo Witfen aantekent, dikwils, op verdigte Over- dragten, door Engelfchen benaderd ( c> On- der de menigvuldige voorbeelden , my hier- van f e") N. Witse* Bvzonder Verbaal , ƒ. "«• «« 4- /• «7» <«'
3. ƒ. 119. c. ï. f. i". c. 4. ƒ• 130. c. 4- /• '3*« <■ 3- /• »35.
e. 3. ƒ. 135- c' 4' ƒ• «40. c. 1. MS- |
|||||
■
|
|||||
LXLBoek. HISTORIE. $5
van in zyne aantekeningen voorgekomen, n$8$;
meldt hy byzonderlyk, dat hy zig eene onge- —— looflyke moeite gegeven hadt, om Kapitein Wildfchut van Rotterdam met zyn' prys vry te krygen , zonder iet te hebben können ver- werven , dan dat de Graaf van Nottingham ten laatfte gezeid hadt, men zou zien, of de zaak by te leggen ware ( d). En als men dee- zen Staatsdienaar voormeldt, hoe zulk eene handelwyze aanliep tegen de Verdragen , en tegen de pas geilooten Overeenkomst, ant- woordde hy , volgens deeze zelfde aanteke- ningen „ de Wetten zyn, hier, boven de Ver- „ dragen: de Koning maakt Verdragen; doch „ hy kan ze niet tegen de Wetten maaken. „ Hier is eene Wet, dat wy alle fchepen, die „ wy in onze havens vinden , aldaar aanhou- „ den en te regtftellen können (e)" En dee- ze Wet werdt uitgevoerd, ook omtrent fche- pen van onzydigen en vrienden (ƒ). DeStaat- fchen , gewoon eenen gantsch anderen voet te houden , in tyden van oorlog, ftelden zig ernftelyk tegen het beraamen eener voorwaar- de , waardoor zy zig, by Verdrag , verpligt zouden hebben, geene fchepen op Frankrylc handelende te ontzien. Engelenburg en Dyk- veld lieten zig 't eerst overhaalen tot bewilli- ging. Odyk , fchoon wegens Zeeland afge • zonden , viel hun by, om dm Koning, fchryfe W1T s en , te vlei/en (g). Doch Witfen zelf en
f rf") N. Witsen Ryzondcr Verbad, /. 134. e. 1. £fS.
(O N. Witsen Hyznniler Verhaal , /. I«a. c. 3. MS,
(f) N. Witsen Byzondcr Verbaal,/. 173. c. 4. MS.
ig') N. Witsen liyzjiider Verbaal,/. 13a. e. 3. DIS.
C 3
|
||||
jS VADERLANDSCHE LXI.Bo**
jfii9, en van Otters maakten nog zwaarigheid. De
eerfte hadt, reeds te vooren , ondervonden , |
||||||
Koning dat hy zyne Majefteit, over 't ftuk der Zee-
Wiliem vaart, bezwaarlyk, tot andere gedagten bren- 'trlnee°P §en ^on » want hem'ter gelegenheid dat men
men van zeker fchip , welk Teer gelaaden hadt, ver- al wat op beurd verklaaren wilde, hebbende voorgehou- Frankryk jen ^ fat Teer geene contrebande was ; werde vaart' zyne aanmerking zot genaamd, met byvoe- ging „ hoe 't wonder ware, dat hy niet beter „ wist; doch 't bleek klaarlyk, dat de Zeelui- „ den geene Staatkundigen waren (/5)-" Ook dreef de Koning fterk, dat men alle fchepen Deernen moest, wat zy ook naar of uit Frank- ryk voerden (i). Hy drong Witfen, in Oogst- maand , fterk om te tekenen ; fchoon hy , te gelyk , erkende , dat men geen regt hadt om onzydige fchepen prys te maaken. Maar 't moest, zeide hy, nu zo zyn. 'tfPas * droit dit *def'êor- Canon (£). De Ambasfadeur hadt, onder- jjj, "'' tusfehen , den Raadpenfionaris (a) om raad gefchreeven , die hem vermaande het tekenen niet langer uit te ftellen. Hy befloot 'er dan , eindelyk, toe, ziende hoe 't hier te Lande ge- field ware, en hoe bezwaarlyk men iet tegen den zin van Koning Willem doorzetten durf- de. Hynam, daarenboven, in aanmerking, dat, zo 't Verdrag langer ongeflooten blee- ve , de zaaken in Engeland in de war loopen zou-
Ch') N. WiTsEif Byzonder Verbaal, ƒ- 37. e. 9. MS.
CO N. Witsen Byzonder Verbaal, ƒ. 117. s. 4. JUS. (ijN. WrrsBN Byzonder Verbaal, f. 161. c. 3. SIS. (2") Heinfiuj •, van wiens aanftelling wy beneden
£ §. VU ) ujeldiug maaken «uilen.
|
||||||
LXI.Boek. HISTORIE. 37
|
|||||
zouden , en de Koning het mogelyk te kwaad tfSfi
krygen. Van Citters bleef egter nog weigejig.-------
„ Men zou ons, zeide hy, verfoeijen, ent'ee-
„ nigen tyde voor fchelmen verklaaren , om „ het tekenen van zulk een Verdrag." Odyk en hy kreegen hooge woorden. Men kwam, op den twee- of drie-entwintigften van Oogst- maand, byeen, om het Verdrag tot verfa'marmg yan den Aandel op Frankryk, geiyk het genoemd werdt, in orde te brengen. Doch van Citters verfcheen niet in deeze byeenkomst (/). 't Verdrag Verdrag werdt nogtans, naderhand , door *,usfc£e™ hem ondertekend. Het behelsde eene Ver- nicnn? £ bindtenis, niet alleen om Frankryk met ver- de Sat- cenigde kragten te beoorloogen ; maar ook ten, om t»m niet te gedoogen, dat 'er, door de we- ^e° hïn" derzydfche ünderzaaten, eenige Koophandel F^ar%yk gedreeven werdt op dit Ryk. „ En naarde- tebeiei- „ maal, dus luidde het Verdrag, ook ver- tea, „ fcheiden' andere Mogendheden met Frank- ,, ryk in oorlog waren, en haaren onderzaa- „ ten den handel met dit Ryk reeds verboo- „ den hadden, of haast zouden verbieden, zo w was men ook overeengekomen , om niet „ toe te laaten, dat de onderzaaten van andere „ Mogendheden eenigen handel deeden op ,,, Frankryk: zullende de waaren, welken men „ derwaards brengen mögt, door de Oot- „ logsfchepen of Kaspers des Konings van „ Groot-Britanje en der Staaten , vryelyk, „ genomen , en, door de bevoegde Regters, „ voor
CO N. Witjen Ryzonder Verba*!, f 152. c. 4. f. 15$. «1
U f> «54« c 1, a. ƒ. 165. c. 1. ƒ. 167- irty. MS. C3
|
|||||
33 VADERLANDSCHE LXI.Boek.
|
||||||||||
„ voor goeden prys verklaard mogen wor-
•„ den (w)." De befchadigende en verdedi- gende Verbindtenis werdt, op den vierentwin- tigften, in 't net gebragt. Het bovengemelde Verdrag, het Verdrag over de vereeniging der Vlooten van Oogstmaand laatstleeden , en de Verdragen van 1667, 1674, 1675 en Lente- inaand 1678 werden 'er in bevestigd. Voorts, beloofde men ,, elkanders bezittingen en Ver- ,, dragen , tegenwoordigen en toekomenden, „ te zullen handhaaven , en geene Vrede , „ noch met Frankryk , noch met eenige an- „ dere Mogendheid , te zullen maaken, dan „ gezamentlyk , en met gemeene bewilliging. ,, Ook zou men , ten fpoedigfte, overeenko- „ men , wegens 't getal der Oorlogsschepen ,, en troepen , die de eene en de andere Mo- „ gendheid zou behooren te leveren (»)." Men onderfchreef dit Verbond , eerst op den derden van Herfstmaand , wanneer van Cit- ters, uit hoofde van onpasfelykheid, wederom afwezig was; fchoon hy daarna getekend heeft. Witfen tekende niet dan met veel ontroering, zo ah , fchryft hy , myne beevende hand getui- gen kan ( o ). En dus werdt het belang van den Staat, veel naauwer dan ooit te vooren , ver- bonden aan dat van Groot-Britanje. Voorts, werdt 'er , op den twee - entwintigften van Wyn-
|
||||||||||
168«).
Aanval-
lend en verwee- ren d Ver- bond ge- tekend.. |
||||||||||
Overeen-
komst , |
||||||||||
fm) Du Mont Corps Dip!otn. Tom. VII. P. II. p> ai8.
Holl. More. van ifiKo. b'. 143. (») Uit een Affclirift va» 't 0urfprongk°lyke, undtr Wit«
sïns rapieren. Voiez amft Du Mont Corps Diplom. Tum, VU, P. IT. p. *?rt. (juj N. Witsen Byzonder Verbaal, f. 174. c. 1, 2. MSt
|
||||||||||
LXLBoek. HISTORIE. J$
Wynmaand (3}, eene overeenkomst getrof- i68p.
fen, tusfchen de twee Mogendheden, wegens —-----
het herneemen van fchepen , door den vyand wepens
genomen , behelzende „ dat zulke fchepen , hct her" „ door een' Kaaper hernomen wordende, eer vanTchs „ zy, in vyandlyke havens, of binnen de be- pen „ fcherming eener vlagvoerende vyandlyke „ Vloote , gebragt waren , aan den eigenaar „ te rug gegeven zouden worden ; mids dee- „ ze een vyfde van de waarde voldeede aan „ den herneemer, wanneer't fchip flegts twee „ etmaalen genomen geweest was , eer het „ hernomen werdt; doch een derde, indien „ het twee etmaalen in 'svyands magt was „ geweest, en binnen vier etmaalen herno- „ men wefdt; en de helft, zo het, vier et- „ maaien in 'svyands handen geweest zynde , „ daarna, op de voorgemelde wyze , herno- „ men was. Doch zo eenig fchip , door een „ Oorlogsfchip , hernomen werdt, eer het in „ eene vyandlyke Haven of Vloote gebragt „ ware , zou de eigenaar alleenlyk een agtfte „ deel van de waarde betaalen , welk , tus- „ fchen den Koning en de Staaten , verdeeld „ zou worden. De hernomen' fchepen zou- „ den , door een gelyk getal van luiden, we- „ dezyds te benoemen, gewaardeerd worden. „ Of zo deezen eikanderen niet mogten kon- „ nen
O) Du MoNT plaatst (Corps Diplom. Tom. VII. P.
IL p. 301,) deeze overeenkomst, ten onregce, op het jaar 1601. Men vindt , over den inhoud van dit en diergelyke Verdragen , eenige aanmerkingen by den Prefident van Bynkershoek , Orwst, Jur. publ. Libr. I. Cap. IV, V. c4
|
||||
4<9 VADERLANDSCHE LXI.Boek,'
1689. „ tien verftaan, zouden de eigenaars ofdeher-
—— „ neemers de fchepen op prys moeten fielt i, leB; wanneer het der andere partye vry zou „ ftaan, dezalven , tot den gefMden prys , 5, naar zig te neemen. Zo iemant der Bond- „ genooten deel begeerde aaji deeze overeen- „ komst, zou hy 'er, op dezelfde voorwaar- „ den , in ontvangen warden (p). Koning Willem floot, omtrent deezen tyd , ook een Verbond met den Koning van Deenemarke , waarby deeze beloofde , hem zevenduizend man, oude ervaaren troepen, te zullen byzet- ten (^). 't Wegneemen der gefchillen tus- fchen Koning Christiaan den V. en den Her- toge van Holftein, waartoe de Staaten ook hadden gearbeid, hadt den weg gebaand tot het fluiten van dit Verbond (r). De buiten- gewoone Ambasfadeurs bleeven nog eenigen tyd aan 't Engelfche Hof. Koning Willem hadt den Staaten , reeds in Zomermaand , in er- kentenis van dit Gezantfchap , den Graaf van Pembroke, als buitengewoonen Ambasfadeur toegezonden. Hy toefde hier , tot in Wyn- maand , en werdt toen , door den buitenge- * Ewtjé. woonen * Gezant, Thomas van Berkelei, Burg' graave van Dur ski, opgevolgd ( s ). De Mark- graaf van Albyville , Gezant van Koning Ja- kob , hadt zig hier nog opgehouden , tot in Bloei-
r>) Zie Rofol. Hol. o Bec. i«8o. il. 61 f>. Noiul. Zeek
van 1689. U 27C). Groot- Piakaatb. V. Deel, U. 395. (?) Dh 1V}ont Corps Dipl. Tem. VII. P. II. p. 237. HpU,
Mörc. van 10K9. il. iftd. C'J Holl. Merc. van 10*9- tl. 205-207.
(s) Holl. Merc. van iö8o. il, 147-143. _
|
||||
r
|
|||||
LXLBoek. HISTORIE. 41
Bloeimaand; wanneer de Staaten hem bevalen, 1689;
het Land te ruimen: gelyk hy deedt (*).-------
De buitengewoone Gezanten der Staaten, pe s»aat»
in Engeland handelende , hadden de gelegen- fchen heid waargenomen, om Koning Willem te on- zoeken demsten, of'er ook kans zou zyn, om de in- H^t trekking der nadeehge Akte vanden jaare 1651 voordeel te verwerven. Doch zyne Majefteit hadt hun voor den te verftaan gegeven, dat het nog geen tyd Koot», was, om hier van te reppen («). En federt bedinge" bleek niet donkerlyk , dat de Koning onge- jn Enge- zind was, om den Staaten, in dit opzigt, ge- land. noegen te geeven. Hy lagchte, fchryft Wit- fen , als men hem iprak van het vernietigen der gemeld© Akte, en verklaarde't vooronmo- gelyk (v) j zo dat wel haast openbaar werdt, dat 'er, voor den Koophandel der Vereenig- de Gewesten , niets altoos zou te bedingen zyn, in Engeland. Zo ver zelfs ging, tegen- woordig , de afgunst der Engelfchen , dat de Nederlandfche Kooplieden , die zig in Enge- land hadden nedergezet, klaagden , dat zy nooit zo kwalyk gehandeld waren als nu (w). Een gering verzoek om den vryen invoer van het Delftsch Porcelein werdt van de hand ge weezen (x). De Engelfche Staatsdienaars ver-
r CO Holl. Merc. van 1689. tl. 473.
28 Mav
C<0 Misüve der extraord. Ambnsf. van 7 7'">y
N. Whsen ByzondT Verbaal, ƒ. 9. c. ,\. f. 54. c. 3. ƒ. 55. e. 4. ƒ. «:S. e. 3. MS. O 3 M. WiTs«N Jijzorider Verbaal, f. ui. c. 1. f. is3. c 2. a/s.
(w) N. WrTSEN Ityzonder Verhaal,/. 178. e. 2. MS.
C*J N. Witsen Kyzonder Verbaal, /. 163. c. 3. BIS. Re* ff'1. Gr.-.ir, 5 Aug. i6iiu. |
|||||
44 VADERLANDSCHE LXI.Boek.
1689. verklaarden ronduit, dat zy den onzen geene
toeftaan (y ). Ook waren zy allen , op Hali- fax na, naar 's Konings eigen zeggen , onzen Staat ongenegen (z). Zyne Majefteit hadt ee- nigen Nederlandlchen fchepen , in Pleimouth leggende, het ha vengeld kwytgefcholden: doch men deedt het hen, desonaangezien, betaalen, zeggende „ dat de Koning geen regt totdeeze „ kwytfchelding hadt (0)." Men gaf dan den moed op, om de Engelichen te doen verande- ren van maatregels. Ook was'er, al vroeg in 't voorjaar, uit Holland, gemeld , hoe Leden van den Staat zelven gezeid hadden „ dat het „ nog geen tyd was, om op Vryheid van Koop - „ handel in Engeland te ftaan : 't Ryk moest „ eerst in rust zyn (£)." Schade Ondermsfchen , zou 't, naar men 't in Hol- ï" de" land en Zeeland inzag, wel zeer te wenfchcn, del ten en met onredelyk geweest zyn , dat men , m deezen dit Ryk, eenig voordeel voor den Nederland- tyde ge- fchen Koophandel hadt können bedingen : al- leeden. zo (jezeive f om de belangen Van den Koning en van 't volk, thans veel te lyden hadt. Een groot getal van Koopvaardyfchepen was in Frankryk aangehouden, om dat men, verpligt zynde den toeleg op Engeland, zo lang als 't mogelyk ware , geheim te houden , de Schip- pers niet hadt können waarfchuwen (V). Men liet
Cr) N. Witsen Ryaonder Verbaal , /. '4V c. 2. RIS,
('ar) N. Witsen ISyzonder Verhaal, f- 116. c. a. il/.V. f«j N. Witsen Byzonder Verbaal, /. i3o- c. 2. SIS. | ft) N. Witsen Byzinder Veibaal, ƒ 66. c. 1. MS. (O N. WlTShN liyzonder Venaal, ƒ. 5*- «• *• Ms* |
||||
LXLBoek. HISTORIE. 43
liet de Nederlandfche Koopvaarders in Plei- i6l},
mouth maanden wagten naar Convoi, terwyi ——.< de Engelfchen , het opperbevel over de Vloo- te hebbende, hunne eigen' fchepen geleidden, naar hun welgevallen. De fchade, die de Ne- derlandfche Koopluiden, door dit toeven, lee- den, werdt op twintigduizend guldens 's daags begroot. De Engelfche Koopluiden moesten, 't is waar , ook , fomtyds, naar Convoi wag- ten, en men rekende, dat Londen, hierdoor, vyftig tonnen gouds verlooren hadt. Doch de Ambasfadeur Witfen fchroomde niet, Koning Willem zelven te verklaaren , dat de fchade , die Amfterdam uit dien zelven hoofde hadt ge- leeden, wel tien millioenen beliep (V). Onder- tusfchen, hadt deeze Stad, op zyn aanhouden, het Parlement eenig geweer verkogt uit haar Magazyn , waaraan thans groot gebrek was in Engeland. Doch deeze dienst werdt ook nog misduid van fommigen , verwytende Hamden den Ambasfadeur, dat de Stad te veel voor dit geweer bedongen hadt («)• Terwyi de buitengewoone Ambasfadeurs Onzydi-
zïg nog in Engeland ophielden , viel 'er iet £e fche' voor, waarover zy met de meeste Engelfche pfe"n£rp k Staatsdienaars verfchilden van begrip. Ver- vaarende icheiden' Hamburger en andere Ryks fchepen, worden uitgevaaren naar Frankryk , voor dat de Kei- V0OT zer aan dat Ryk den oorlog verklaard hadt, f^s ver» wa- idaard.
f O N' Witsïn Byzinder Verbaal, f. ti8- c. 3. f. 146. c.
I. f. 147. c. 4. ƒ. 14t). c. I. ƒ. 153. c. I. f. lijo. c. I. ƒ. aio. e. «• n/s.
CO N. Witsen Byzonder Verbaal, f, Cu. c. 3. f. 68. c.2.
/. ui. c. 1. MS, |
||||
44 VADERLANDSCHE LXI.Boe*;
I68p. waren in Engeland opgebragt. Men onder-
, e«----zogt, of deeze fchepen verbeurdverklaring
onderhevig waren, of niet. DeAmbasfadeurs,
immers Witfen en van Citters , verftonden dat men ze behoorde te ontflaan (ƒ). Zo begreep het ook Nottingham. Doch de meeste Engel- fche Staatsdienaars waren van andere gedagten. Ook zyne Majefteit. Men ftelde dan vast, deeze fchepen voor goeden prys te verklaaren. De Koning wilde het zo , fchryft Witfen : het moest zo zyn. Doch de Zweedfche en Deen- fche fchepen, die in't zelfde geval waren, wer- den vrygegeven, mids'er, alleenlyk, de vyan- delyke goederen uit geligt werden (g). Maar kort na dat de Engelfchen deeze fchepen vry- gegeven hadden , verklaarden zy eenige Hol- landfche goederen , in onzydige fchepen uit Frankryk komende, verbeurd, om dat de han- del op Frankryk verbooden was, hier te Lan- de ; terwyl zy Engelfche goederen, in dezelf- de fchepen, vry gaven, om dat dezelven, zo 't heette, gelaaden waren, voor dat .het Parle- ment in den oorlog tegen Frankryk bewilligd hadt (<4). De bui- De moeilykheid , die deeze en diergelyke tenge- ongeregeldheden den buitengewoonen Gezan- Ambajfa- ten veroorzaakten , deedt fommigen van hun * deur« immers d«n Heere Witfen, fterk verlangen keeren om t'huiswaads te keeren. Ook zag de Ko- aaarhuis- njng niet gaarne , dat zy langer in Engeland toef-
CO Sact. Reib!. fiener. Jnvis 8 Sept. tfi8g. MS. (g) N. WnsBN Byzonder Vcrbsïl, ƒ. i8j. t. a« ƒ. i8Ss f. i MS. CAj N. Witsin Bysoniler Verbaal, ƒ. aoi, c. 2, ËfS* |
||||
LXI.Boek. HISTORIE. 45
toefden. De Heer van Dykveld bewerkte, der-
halve , door brieven aan den Raadpenfionaris, dat de Staaten van Holland een befluit namen om hen te rug te ontbieden, eer zy nog ver- lof om te mogen kéeren van hunne Hoog- Mogendheden verzogt hadden: 't welk een weinig aanliep tegen de gewoonte. Zy namen affcheid van hunne Majesteiten, in 't begin van Wynmaand; doch daar verliepen nog eeni- ge weeken, eer zy op reis gingen. Zy kwa- men niet voor het einde van Slagtmaand in Holland aan ($). De Koning hadtWitfen, eer hy vertrok, Baron willen maaken: en de Heer Bentink hieldt fterk by hem aan, dat hy dee- ze eer wilde aanneemen: doch hy, bedugt, dat zulks hem afgunst verwekken mögt in Am- fterdam, weigerde het volftandiglyk (i). Zelfs floeg hy eene andere aanbieding af, die hem, door den zelfden Heere, uit 's Konings naam, gedaan werdt. Koenraad van Beuningen, Oud- Burgemeester van Amfterdam, van wien wy, in 't voorgaande gedeelte deezer gefchiede- nisfe, zo dikwils, gewaagd hebben, was, in den Herfst des jaars 1688, ter gelegenheid van eene zwaare fchade, by de Aktien geleeden, zyner zinnen byfter geworden (4). Hy be- kleed* CO Refol. Genar. 3 Deê. x/189» N. Witsen Byzond. Ver-
kaal, ƒ. (60.c. %.f. ijji.c a /. 114. t.4. f. aas. c. 3, 4. MS. (*) N. WlTSEW Byzonder Verbaal,/". 191, «,, }. f. 197. c«
a. ƒ. aio. (. 2, f. 217.1. 1. MS. (4) D v. HooGSTBAATENs Leven van J. Oudaan.
W. 39. Zie ook de Zendbrieven van den Hr C v B. waarin dunlelyke blyken var/ zyne krankzinnigheid, #n va-n derlei ver oorzaak te bekeuren zyn. |
||||
46 VADERLANDSGHE LXI.BosKf
|
|||||
1689. kleedde de waardigheid van Curator van 's
-—— Lands Hooge fchoole te Leiden. En deeze wil- de men Witfen opdraagen, met oogmerk, zo . hy dage, om hem tot een hoofd der Voetiaa- nen op te werpen, tegen den Heere van Be- verningk, die ook Curator was, en de Cocce- jaanen begunftigde. Doch, onaangezien 'er eer en voordeel vast ware aan deeze waardig- heid, en fchoon de Koning zelf by hem aan- hieldtom ze te aanvaarden; wees hy ze van de hand, om dat hy verftondt, dat men nie- mant om ziekte van zyn ampt behoorde te ont- zetten , en dat de Heer van Beuningen ligtelyk wederom zou können beteren (7). Op deeze wyze, liep dit buitengewoon Ge-
Groot- zantfchap af, waarin zulke zonderlinge Ver- Britanje dragen met Groot-Britanje gellooten waren. 'Tver-1" ^e Engelfchen zouden gaarne gezien hebben , bondtus- dat de Staaten ook getreden waren in het feiien Verdrag tusfehen Groot-Britanje en Deene- den Kei. marke, waarvan wy boven (ct) gewaagden; Staaten^ d°cn n*eroP waren de Ambasfadeurs niet ge- last geweest (n). Ook hadt de Graaf van Nottingham, terftond na het tekenen der be- fchadigende en verdedigende Verdragen, ver- klaard, dat hunne Majesteiten geneigd waren te treeden in het Verbond, welk, in Bloei« maand, tusfehen den Keizer en de Staaten, was opgeregt(o). De Keizer, die te vooren ver-
en N. Witsbn Tiyzonder Verbaal, f. 102. e. 4./'. 191. e^ 4 ƒ. 1 «7. c. 3. MS. (>») Bladz- 40. ;<h) N. Witsbn Hyzondet Verbaal, f. 185. e. 4. ƒ, 187.
4. MS. . Q e') Zie hier voor, bl.16.
|
|||||
LXI.Boek. HISTORIE. 47
verklaard hadt, dat hy Koning Willem niet i68p.
erkennen zou, zo hy Frankryk den oorlog niet-------
aandeede,en zig niet met hem verbonde Q&),
was gezind om hunne Majesteiten in 't Ver- bond te ontvangen. De Staaten ftonden 'er fterk op. Doch de buitengewoone Ambasfa- deurs vertrokken, eer dit werk in orde ge- bragt was. De Heer Hop, die 't Verbond met den Keizer te Weenen geflooten hadt, kwam ?er, in Slagtmaand, mede in Engeland, en de Koning werdt 'er in ontvangen, op den twin- tigften van Wintermaand (q). Midlerwyl, hadt Koning Willem een deel VIT;
zyner zorgen befteed, om Ierland tot onder- Krygsbe* werping te brengen. De Graaf van ïyrconnel j„ ^ hadt, federt den aanvang van Koning Jakobs iand. Regeeringe, 't bewind over dit Eiland m han- den gehad, en het tot hiertoe, bewaard in de onderdaanigheid aan den onttroonden Vorst, die, in Lentemaand deezes jaars, onder 't ge- leide van eenige Franfche fchepen, derwaards overgefteken, en te Kingfale gelapd was. De Graaf d'Avaux verzelde hem, als Ambasfa- deur des Konings van Frankryk. Koning Ja- kob floeg, niet lang na zyne aankomst, 't be- leg voor Londonderry: 't welk zig voor Ko- ning Willem verklaard, en Engelfche bezet- ting ingenomen hadt. 't Beleg duurde, tot in Oogstmaand ; wanneer de Stad, die, door honger en elende, tot op het uiterfte gebragt was,
O1 N. Witsen Byzonder Verbaal, ƒ. 58. e. 1. ƒ. 174. ei
2. MS. Misfive van den Hecre Witjen aan Bürgern, van Amit. van ff April i«8y. MS. (?) Du Mowr Corpi Diplom. Tom. VII. P. II. f. 241,
|
||||
48 VADERLANDSCHE LXLBoekJ
1889. was, gelukkiglyk, ontzet werdt. Doch behal-
in Ierland, die 't met Koning Willem hielden. *t Was, hierom, noodig, dat 'er meer Krygs- Volk gevoerd werdt naar dit Ryk: 't welk, tot hiertoe, niet hadt können gefchieden, omdat men goedvondt de Engelfche en Staatfche Oorlogfchepen, die dit Krygsvolk zouden hebben moeten geleiden, te laaten kruisfert voor Brest, om de vereeniging der Franfche Vloote, onder den Grame van Tourville, ge* deeltelyk te Brest, gedeekelyk te ïoulon leg-* gende, te beletten: doch zy, op 't einde van Hooimasmd, door tegenwind of ander toeval, van voor Brest, verftrooid geraakt zynde, was het Tourville gelukt, zyne Vloot in deeze Haven te verzamelen. Sedert, liepen de En- gelfche en Staatfche fchepen naar de Ierfche kust, om de Landing van 't Leger onder den gewezen Maarfchalk van Schomberg, die nu met den titel van Hertoge vereerd was, te be- gunftigen. Tourville was ook derwaards ge- zeild, om de uitvoering van dit oogmerk te beletten. Doch Schomberg landde gelukkig- lyk, te Bangor in 't Graafichap Downe, op den drie entwintigften van Oogstmaand. Haast onderwierp hy zig het gantfche Noorden van Ierland, en floeg zig, eindeiyk, neder by Dun- dalk. Het Leger van Koning Jakob lag by Drogheda. Doch 't jaargetyde was te verre verloopen, om iet meer te onderneemen: wes- halve, de beide Legers, in Slagtmaand, de Winterkwartieren betrokken. Koning Willem fchikte, omtrent deezen tyd, eindeiyk, ruim |
||||
LXI.DoEK. -H-rSTOR IE.
|
|||||
dertig Staatfche en vyftien Engelfche Oorlogs- .jtfFp»
fchepen , tot eenen kruistogt naar de Middel- —■—■ landfche zee (f). Te water, was, anders, dit jaar, niet veel Mislukte
voorgevallen. De kruisfende Oorlogsfchepen jan(1pg alleen waren, nu en dan , in gevegt geraakt fchei/op met den vyand: doch 't was tot geenen zeeflag Surina- gekomen (s ). Eenige Franfche Oorlogsfche- me. pen , hét Eiland S. Christoffel op de EngeL- ichen veroverd hebbende, zogten zig,, ia Bloeimaand , meester te maaken van de Sterk- te in de Staatfche Volkplanting Suriname. Tien fchepen , den ftroom opgedreeven , be- magtigden 's Lands uitlegger ,. het Wapen van Amfterdam, en wierpen, daarna, eenige bom- ben op de Vesting. Doch zo dra waren zy niet gekomen , onder het bereik van derzelver gefchut, of zy werden zulks begroet, dat zy genoodzaakt werden, de ankers te kappen, en af te dry ven met de ebbe. De Heer Fmngoii van Aarsfen, Heer van ChatÜlon, tweede Zoon van den onlangs vermoorden Gouverneur der Volkplantinge , by mangel van volk, zelf het: gefchut laadende en losfende, werdt, ter deer zer gelegenheid , ongelukkiglyk gewond in *t aangezigt, en aan beide de handen , van wel- ken hy twee en drie vingers verloor (;). De zy j>e- Franfchen , Suriname verlaatende , maakten magdgea zig, eerlang , meester van het Eiland S. Eu- St- .Eu- itatius. Doch in't volgende jaar, werden hun ftauus* S.
O) TiNDAl Pot, I. lor XVI. ] p. a<58-3*<ï. Holl.Merc. van
ï68y. hl 08,-114,4 I2y, 150-154, 157, 15», (O Fürbin Memoir. Tom. I. p. 29?, 300. CO Hüll. JMcrc. y*n iöSj. tl. i>fi, 100, 101. XVI. Deel. D
|
|||||
5© VADËRLANDSCHE LXLBoek.
M89. S. Christoffel, St. Euftatius en verfcheiden*
digd, door de Engelfchen («).
Dood In Oogstmaand deezesjaars, overleedt Paus van Paus innocent de XI, die , mogelyk meer dan ie- detTxi!" mant zyner voorzaaten, geagt geweest is, on- der de Protestanten ; welken ligtelyk van hem geloofden, dat hy, fchoon ongeleerd, als heb- bende , in zyne jeugd, het Leger gevolgd, een voorbeeldelyk vroom leeven geleid hadt. Zyn haat tegen Frankryk, en't begunftigen van de- zelfde zyde, die de Protestantfche Mogendhe- den hielden, hadt gelegenheid gegeven tot het «eggen , hoe 't wenfchelyk ware geweest voor de Roomfche Kerke , dat de Paus Katholyk gewor- den ware, en Koning Jakob Protestantsch. Het Franfche Hof tekende voordeel by 'sPaufen dood , en beloofde zig meer gunst van den Kardinaal Pietro Ottobom , een' Venetiaan, die Innocent opvolgde , onder den naam van Alexander den VUL Aan deezen ftondt Frank- ryk , eerlang, de vryheid der Wyken af. Avignon was hem , reeds te vooren, inge- ruimd (v). Print Da algemeene Staaten hadden , in Zomer- Henrik maand, op aanpryzinge van Koning Willem,
Kafimir jen p^ns Hendrik Kafimir , Stadhouder van Prtmfvaa Friesland en Groningen (w), en den Prins van NasfaH. Nasfau Saarbrugge, welke laatfte reeds Hoofd der
f«1 Refol. Holl 3 Jan. iffpi. il. 7. Holl. Merc. van \6fy>.
V. 2.-;:. (v) TiNPAl- Vol. I. [or XVI.J p. 4^. Huil. Merc. v*n
1689. lil. ?81-286. (w) Reffll. Holl. 8, y, 22, 45 Juny iófy. bt. 3T9. 333,
S44> 315" |
||||
LXLDoek. HISTORIE. 51
|
|||||
der Ruiterye eft Bevelhebber van 's Hertogen- 1689;
bosch was, aangefleld tot Veïdmaarfchalken
over de Legers van den Staat (#). Prins Ka- Saa*-
fimir was, kort te vooren, te Londen geweest, -^j$J om zig by den Koning tot dit ampt aan tepry- tot Veid- zen. Doch fómtnigen tekenen aan, dat hy'er nisar zeer koel ontvangen was (y). Den Penfiona- 'cMken ris ten Hove, die 't Ampt van Raadpenfionaris "Jjjj8' van Holland, by voorraad, waarnam, op den vierentwintigften van Lentemaand, overleeden zynde ; werdt de Heer dntoni Heinfius, feil- A«tonl fionaris van Delft, met dit gewigtig Ampt, Heinfius vereerd, op den zcvenentwintigften van Bloei- §"*"!* maand. Hy hadt het ook, eerst, eenigen tyd, penfio- by voorraad, bekleed. Doch Koning Willem üaris van hadt hem den Staaten zo ernflelyk aangepree» Holland, zen, dathy, welhaast, in't Ampt bevestigä werdt (a). Men gaf hem dezelfde Inftrir&ie en Wedde, als waarop de overleeden Raadpen- fionaris Fagel gediend hadt. Op 'sKoniïigs aanpryzing, bekwam hy» kort hierna, ook'het Groot - Zegelbewaarderfchap en 't Stadhouder- fchap van de Leenen (<z). Het afzyn des Stadhouders, federt den over- VlUt
togt naar Engeland , hadt, in Holland , om- verfchtf trent de herfielling der: Regeeringe , eenige yjïïu* moeilykheden veroorzaakt, die hier verdienen zingjer te Schep«-
(#) Holl. Merc. van rC?,t). hl. 377, ar>8.
1 y N. Wit.'EN öyzoiuler Verbaal > ƒ. ao. c. 1,3. f. 96.
t 5. MS. C2) Refijl. Huil. 24, a<>, 31 Maart ai Aptll S2, 27 May
«j, 25 Jiiny ifitSj. il 138 , 192 , 197, 4:4, 4*4. 3»°. 33*. »t'>. 35'- (<*; Rcfol. Hol». 14 , 19 Jitly 1%, **, <jvi. 4Jj. Hol!.
Merc. van löBy, il. 47«.' D ft
|
|||||
'
|
|||||||
52 VADERLANDSCHE LXI.Boek;
i«89. te boek gefteld te worden. De Burgemeesters
en Raaden van Amfterdam, naar ouder ge- |
|||||||
"en v*n woonte , op den agtentwintigften van Louw-
dam in't maant*» gemaakt hebbende eene Nominatie afzyn des van veertien Perfoonen, waaruit de Stadhouder Stadhou- zeven Schepens kiezen moest, die, op den jk"- tweeden van Sprokkelmaand , moesten beè'e- weigert digd worden; hadden, alzo de Stadhouder zig dezelve toen in Engeland bevondt, raadzaam geoor- te doen, deeld , de Nominatie te zenden aan Prefident en zendt en Raaden in Holland , met verzoek om , in fchrift 'l afzvn ^es Stadhouders, de verkiezing uit der No- dezelve te doen. Zy oordeelden het Hof hier- minatie toe gemagtigd te zyn , by verfcheiden' Privi- naar En- 'legien , in de vyftiende en zestiende eeuwe, geland. aan ^ g^ gefchonijen. en onder anderen, by een van den derden van Louwmaand des
jaars 1581 , op den naam van Koning Filips den II. gegeven (£), luidende „ dat de Ver „ kiezing van Schepenen , uit een' Nominatie „ van veertien Perfoonen , ftaan zou aan den „ Stadhouder, en, in deszelfsafzyn, aan die „ van den Raade in Holland." , Ook hadt het Hof zig , dikwils , van dit regt bediend, en, zelfs te Amfterdam , in 't jaar 1564 , tefwyl de Stadhouder , de Prins van Oranje , afwe- zig was, de Verkiezing van Schepenen ge- daan. Doch tegenwoordig maakten Prefident en Raaden zwaarigheid , om aan 't verzoek van die van Amfterdam te voldoen , eer zy, deswege , den hoogwyzen raad des Prinfen van Oranje hadden ingenomen. Het Hof zondt,
(*) Zit Handv. van Amft. hl. 76,
|
|||||||
LXI.Boek. HISTORIE. 53
zondt., buiten kennisfe van die van Amfter- 1689.
dam , een Affchrift der Nominatie naar Enge- - land. In Lentemaand, ontving de Schout der waaruit Stad eerst een'brief van zyne Hoogheid, toen Koning reeds verheeven tot Koning van Engeland, Willem waarin de Verkiezing van Schepenen befloo- 5|.e ^.er' ten was. Zyne Majefteit hadt zig egter mis- doet." noegd getoond tegen den Heere Witten , om dat hem de Nominatie niet regtftreeks van Amfterdam toegezonden geweest was. Doch Wkfen hadt de Regeering verdedigd. Men fchertfte nogtans , met hem , over dit werk, in Engeland ; en de Heer Bentink, fchoon hy 't wél wist, weigerde hem te zeggen, wie Schepens gemaakt waren. De Koning zelf hadt Witfen , ter deezer gelegenheid, voor- gefteld , of hy niet zou können geraaden vin- den een' keer naar Holland te doen , om de luiden te Amfterdam in 't regte fpoor te be- waaren ; en de Heer Bentink zeide „ dat het „ zo met Amfterdam niet gaan kon , en dat „ men geene vrienden ten halve kon wezen.,? Doch Witfen bleef in Engeland. De Koning was, ondertusfchen , twee der benoemden , die geflipt, en hem door Witfen aangepree- zen waren, met voordagt, voorbygegaan (c). Het lang agterblyven der Verkiezinge zou merkelyke verwarring hebben können veroor- zaaken in deeze groote Stad, zo de Regeering derzelve zig niet vervoegd hadt by de Staaten van Holland , en van dezelven verlof verwor- ven, CO N. Witsf.n ByzonderVerbaal, f. 30. e. 1. ƒ. it. '■ '><•
f. 84- c- »• ƒ.3<5. c. t, 4. ƒ. 38. c t. ƒ.41. e, 3. f. 19t. e. o. MS. D3
|
||||
54 VADERLANDSCHE LXI.Boek.
»689. ven , voor de dienende Schepens en onderge-
■
volharden , tot dat de verkiezing gefchied zou
zyn ( d~). De verkooren' Schepens werden,
naderhand, beëedigd r om den gewoonlyken
De Stad tvd uit te dienen. Doch Burgemeesters en
nader- Vr°edfchappen , geenen zin hebbende om de
liand, dat Nominatie, voortaan , te zenden , aan zyne
deStaatenMajefteit van Groot - Britanje, die, federt zyne
het Hof Verheffing, andere belangen, en, veelligt, ook
^ervUl£" andere inzigten gekreegen hadt, leverden, te-
k'n opleg-ëen *^en W" ^er naaste veranderinge in de Re-
gen, geeringe, op den vyfden van Louwmaand des 1690. Jaars l6y° ' een n*euw Vertoog in ter Verga-
____1 deringe van Holland , waarby zy begeerden,
„ dat de Staaten bet Hof wilden opleggen en
„ belasten , de verkiezing van Schepenen te „ doen , in afwezendheid des Stadhouders, „ of anders de regeerende Burgemeesters hier- „ toe magtigen : gelykzy , daartoe, gemag- »j tigd geweest waren , by 't Oktroi van den „ jaare 1650." Voor reden van dit verzoek gaven zy „ dat de Nominatie van Schepenen, „ op den agtentwintigften van Louwmaand, „ de. beëediging , op den tweeden van Sprok- „ keimaand , gefchieden moest, volgens de „ Privilegien ; welken zy verpligt waren te „ handhaaven : en dat deéze tusfchentyd te „ kort was , om de Nominatie naar Engeland De Staa- „ te zenden." De Staaten, 't verzoek gehoord ten hebbende , meenden 'er niet op te können be- flui-
fd') ReM. Hall. i FeW, 1689. il. 85. en in äc Ho!l. Mer?.
van eiat jaar, il. 273. |
||||
LXLBoek. HISTORIE. 55
|
|||||
fluiten, zonder 'sKonings gevoelen te hebben 1690.
ingenomen. Men fchreef 'er dan over, naar-------
Engeland. Midierwyl, hadt de Stad verklaard, fcbryven
datzy in geene gemeene lasten bewilligen zou, ^°v^a, zo lang men haar niet handhaafde, by haare geland. Privilegien. De andere Leden verzogten de Afgevaardigden van Amfterdam eenen keer naar huis te willen doen, om, ware 't mpge- lyk, de Regeering te brengen tot andere ge- dagten. Zy deeden 't; doch bragten voor De Stad befcheid „ dat zy niets hadden können ver- wil in „ werven. Dat Burgemeesters en Vroedfchap- faes*"„ „ pen geene reden vonden, om de gedaane draagen, „ Verklaaring in te trekken, en oordeelden, zo men „ nimmer herftei of voldoening te wagten te J"arhn,et „ hebben, zo zy ze nu niet verkreegen. De p][lw-™* „ andere Leden gaven wel voor, dat het nu gien „ ontydig en nadeelig voor 't Gemeen ware hand- „ hierop te dringen; en dat men, veeleer, haaft' „ nevens de andere Bondgènooten, bedagt „ moest zyn, om Frankryk af breuk te doen, „ en dit hoojrhertig Hof kleiner te maaken; „ doch 't uitvoeren van zulk een oogmerk, ja „ 't overwinnen der geheele weereld was der „ Regeeringe van Amfterdam zo dierbaar „ niet, als de behoudenis en handhaaving „ haarer Privilegien. Zy bleef dan, nogmaals, „ verklaaren, dat zy in geene buitengewoo- „ ne lasten dagt te bewilligen, voor men haar „ voldoening gave op haar Vertoog. Zy „ verzogt alle de andere Leden, een' keer ,. naar huis te; willen doen, om naderen last „ op dit Vertoog te haaien; op dat de gemee- „ ne verdediging niet verzuimd mögt wor- D 4 „ den. |
|||||
5<S VADERLANDSCHE LXI.Böbk.
iityc „ den. Zy moest 'er byvoegen, dat zy geens-
r—— i, zins voorhadt, hét regt des Stadhouders te „ krenken; maar dat zy het, in tegendeel, j, niet minder, ja meerder dan iemant, ge- „ zind was voor te ftaan." De andere Leden oordeelden, nogtans, dat men, op liet Ver- toog van Amfterdam, niet beflniten kon, voos men 't gevoelen van den Stadhouder verftaan De RW- hadt. De Ridderfchap en Edelen verklaarden, dïffchap }ï met leedwezen, te zien, dat het verzoek kant zig ^ ^jj^ jQie jjg Lecjen geen meeT invloed ge- verzoek " ^ad hadt op de Heeren van Amfterdam.
van Am- ,, Zy konden niet zien, hoe men,op hetVer-
flerdam. „ toog deezer Stad, befluiten kon, zonder den
• „ Stadhouder te hebben gehoord. Men zou
„ zulks niet doen, omtrent eenig minder Lid,
J „ zelfs niet, omtrent eenen byzonderen Per-
„ foon: immers, zy zouden 't, in hunne Or-
„ de, nier können doen. Wilde Amfterdam,
„ ondemisfchen, alles in de war laaten loo-
„ pen; 't zou ter verantwoordinge deezer
„ Stad ftaan: doch zy zouden, eindelyk, ne-
„ vens de andere Leden, op middelen bedagt
., moeten zyn, om zig zelven te behouden,
Ook ds »» en Amfterdam tot reden te brengen." De
andere andere Leden voegden zig met de Ridder-
J,eden. fchap. Sommigen zeiden „dat zy van 't g»-
„ beurde reeds verflag gedaan hadden, en dat
„ hunne Steden, eenpaariglyk, verftonden,
„ dat men, over 't Vertoog van Amfterdam,
„ niet verder raadpleegen moest, voor men
„ de bedenkingen des Stadhouders gezien
„ hadt 0>" " Doctt
O) Rcfol. Holt ia, «2 Maart lö(/o, lil, io&i 150. Zie 9uk
Jloll. Merc von ifnjo, il. 6»ii. |
||||
LXLBoek. HISTORIE. $7
Doch terwyl de twist over dit ftuk, allengs- t$©;
kens, heviger werdt, was Amfterdam nog, over twee andere punten, in gefchil geraakt IX.
met de overige Leden, en met den Stadhou- Hale* der. Kornelis Teereftein Van Halewyn, Dor- Raa(fs- drechtenaar van geboorte, en thans Raadsheer heer in in den Hove van Holland, plag zo fommi- den Ho- gen getuigen, diep te ftaan in de gunst des ve>worJt: tegenwoordigen Stadhouders , die , behalve jjjjj, cv^ met wylen den Raadpenfionaris Fagel, met Dor- niemant vertrouwelyker omging , dan met drecht Halewyn. Ook wordt hy befchreeven als een' ver*00" man van groote bekwaamheid en van ftrenge ren" zeden (f). Deez' was, by de jongfte verkie- zing van Schepenen te Dordrecht, in Herfst- maand des voorleeden jaars , benoemd en verkooren tot Schepen. Ook hadt hy bezit genomen van dit Ampt; doch was 'er, ter- ilond, wederom van ontflaagen. Hierna, be- «1 be- weerde hy egter een Lid te können blyven weert,te van den Oud Raad der Stad, waarin hy, door Jj^oud! zyne verkiezing tot Schepen, geraakt was, en Raaj te gelyk het Ampt van Raadsheer in den Ho- deezer ve te blyven behouden. De Stad Amfterdam, Stad, en oordeelende, dat zulke twee ampten onbe- £*j£ ftaanbaar waren met eikanderen, hadt 'er, op <]enHo. den drie-en twintigften van Wintermaand, een ve te Vertoog tegen gedaan, ter Vergaderinge van können Holland; beweerende, dat zulks aanliep, te- ^1^"." gen het tweehonderd eenendertigfte Lid der ^m kant ïnftructie voor beiden de Hoven, en tegen der zig hier- Staaten verklaaring op het zelve, in den jaare tegen. 1644
CO Burnet Vol. I. p, 3ï8, 3«9'
D5
|
||||
58 VADERLANDSCHE LXI. Bokk.
i6oo. 1644 gedaanten verzoekende, dat de Raads-
—-—> heersplaars van den Heere van Halewyn mögt verklaard worden open gevallen te zyn (g). Ant- Doch die van Dordrecht, federt het jaar 16**4, woord wanneer Muis van Holy aldaar buiten bewind van Dor- geraakt was ■> gantsch anders gezind geworden drechu zynde dan te vooren (K), deeden hiertegen, eerlang, een Vertoog: waarin zy aanmerk- ten „dat de Inftruftie voor de Hoven, in dit „ opzigt, nooit in gebruik was geweest; dat „ de Leden altoos veele beleefdheid, in dier- „ gelyke zaaken, voor eikanderen gebruikt „ hadden; dat men, ten minfte, zig nimmer „ hadt gefteken in de byzondere huishou- „ ding van eenige andere Stad; dat iemant, „ tot zeker ampt verkooren wordende, de „ hoedanigheid van Edelman of Vroedfchap, „ welke hy te vooren gehad hadt, niet plag „ te verliezen; maar daarin erkend, en, ook „ na 't afleggen van zyn ampt, wederom aan- „ genomen te worden. Dat men voorbeelden „ hadt van Raaden in de Hoven, die, te ge- „ lyk, in de orde der Ridderfchap befchree- „ ven, en Vroedfchappen der Steden geweest „ en gebleeven waren. Dat de hoedanighe- „ den van Raadsheer in den Hove en Vroed- „ fchap eener ftemmende Stad te minder on- „ beftaanbaar konden gekeurd worden, om „ dat de Staaten zelven, over 't veranderen „ van Wetten en Piakaaten, gewoon waren „ te
(g~) Refol. Hall. 2* Decemh. 1689. hl. 6*4. Zie ook HoU.
Mtrc. van irtgo. tl. 275. C*J Uit gel'chreeven Aantekeningen.
|
||||
LXI. Boek. HISTORIE. 59
„ te raadpleegen met de Hoven; eP om. dat 1Ó99.
„ het bedryf der Vroedfchappen dtr huis- ------•
„ houdinge van elke byzonderé Stad aanging.
„ Dat, eindelyk, de meeste Afgevaardigden „ ter Vergaderinge der Staaten 't Regt be- „ dienden in hunne byzonderé Steden; waar- „ uit bleek, dat zulke twee hoedanigheden „ niet onbeftaanbaar geoordeeld werden met „ eT:kanderen. Om alle welke redenen, zy „ verzogten, dat de Inftruftie van de Hoven „ en't voorheen gebeurde, hiertoe betrekke - „ lyk, mogten worden naargezien, en van de „ bevindtenis van 't een en 't ander verflag „ gedaan ter Vergaderinge der Staaten: om ,, hierop een befluit te neemen, naar behoo- „ ren (Q." Ook gefchiedde dit naarzien, fe- dert ; 't welk; van dit gevolg was, dat de Heer van Halewyn zyne Raadsheersplaats behieldt Ook bleef hy in den Oud-Raad te Dordrecht, en werdt, eerlang, van wege deeze Stad, af- gevaardigd in de Vergadering der Staaten van Holland, en uit dezelve , in de Verga- dering der algemeene Staaten. Doch toen be- floot hy, eindelyk, zyne Raadsheersplaats, vrywilliglyk, neder te leggen (£). Hangende dit gefchil, ontftondt 'er nog x.
een, welk de Stadhouder, niet minder dan D« H«ï dit, aanging. Hy hadt, terftond na zyne ^'"jT verheffing op den Troon van Groot-Britanje, totC&a! eeuigen zyner gunftelingen, welken met hem ve van wa- Portland
ti) Refor. Holl. 5 Jtmuqrij 17 Ffir. \6$o. il. 10, 76. Zit
ooi (loll. Merc. van iftyo *' l. i,k) Rtfol. Huil. 26 sfprU, ifiyi. U. 336. |
|||||
'
|
|||||
6o VADERLANDSCHE LXI.Boek:
|
|||||||
i6po. waren overgefteken, befchonken met eeramp-
— ten en waardigheden. Henrik van Nas/au, Beer |
|||||||
veriiee- Wn Omverkerk, Zoon van Lodewyk van Nas-
neomt ^au' Heere van Beverweerd, werdt tot 'sKo- dsama' nings Groot - Stalmeester, en, eerlang, tot zittingin Generaal van 's Konüigs Ruiterye , Willem <ie Sma- Henrik van Nas/au, Heer van Zuileßein, tot Holland Groot-Stalmeester der Koninginne, verhee- ven. Doch Willem Bentink, 's Konings hert- vriend, werdt één zyner geheime Raaden, eerfte Edelman zyner bedkamer, en, eerlang, Baron van Circencester, Burggraaf van Fal- cünberg en Graaf van Portland (/). De Heer Bentink, deHeerlykheid van Drummelen, by Geertruidenberg, en federt die van Rhoon verkreegen hebbende, was, van het jaar 1676 af, befchreeven geweest, in 't Lid der Edelen van Holland, en nu vernam men, dat hy, binnen kort, herwaards ftondt te komen, en ongetwyfeld zitting te neemen , in de Verga« dering der Staaten van dit Gewest. Sommi- gen twyfelden, of hy hiertoe bevoegd ware: en die van Amflerdam in 't byzonder oor- deelden van neen. De Graaf van Portland kwam, op den agttienden van Louwmaand, in denHaage: en twee dagen laater, verfcheen hy in de Staaten van Holland. Ten zelfden Die van tyde, leverden de Afgevaardigden van Am- Amrter- fterdam een befluit hunner Vroedfchap, op w^rèrf" ^en twaa^en genomen, ter Vergaderinge o- d«: hy ' ver, waarin verklaard werdt „dat, Burgemees- Mertoe », ters CO TiNDM. Vel. -\. [nr XVI. }p U4, »45, 149, 17U
Holl. Merc. van 16C9. W. iy, 20. |
|||||||
LXLßoEK. HISTORIE. 6t
„ ters den agtbaaren Raad hebbende aange- rfpo:
„ diend, dat de Heer ßentink, Graaf van-------
„ Portland, alle uuren, uit Engeland verwagt oube-
„ werdt, en, naar alle waarfchynlykheid, zit- voegdis.
„ ting neemen zou, in hunner Ed. Gr. Mo-
„ gend. Vergadering; men hadt goedgevon-
,, den naar te zien, wat, hieromtrent, in
„ vroeger tyd, voorgevallen ware, en hierop
„ bevonden hadt, dat de Staaten, in 't jaar
„ 1586, befiooten hadden , dat niemant ia
„ hunne Vergadering verichynen zou, die in
„ eed of dienst was van iemand anders, dan
„ van wien hy ter Dagvaart was afgezonden.
v„ Dat Holland den Heer Henrik van de ,Ka-
., peile toe Rysfel, in den jaare 1655, gezogt
„ nadt .te doen weeren, zelfs uit de Verga-
„ dering der algemeene Staaten, om dat hy
„ gehouden werdt voor een befchreeven Lid
„ der Ridderfchap van Kleeve. Dat die van
„ Holland, nog in den jaare 1663, poogin-
„ gen hadden gedaan , om de algemeene
„Staaten te doen belluiten, dat niemant,
„ in vreemden eed of dienst zynde, zou toe-
„ gelaaten worden, in derzelver Vergaderin-
„ ge. Dat, hierom, de Graaf van Portland ,
„ als zynde in dienst en eed eener uitheem-
„ fche Mogendheid, en hebbende 't Regt van
„ inboorlingfchap en zitting in 't Parlement in
„ Engeland verkreegen, onbevoegd was, om
„ zifting te neemen ter Vergaderinge van Hol-
„ land (m)"
Doch
O) Extr. uit dt Refol. der Vroedfch. van Amfard. ra» ia
Jtmuary 1690. |
||||
fcj VADERLANDSCHE LXLBätt!
1C90. Doch de Heeren van de Ridderfchap en an-
—— dere Leden toonden zig ten hoogfte verwon-
De Rid- derd, over deeze V'erklaaring der Stad Am-
enrEjap fterriam* Zy merkten aan „ dat de Graaf van
fcn we- « Portland zyne Majefteit van Groot -Britan»
derieg- „ je verzeld hadt, in eenen togt, die, met
«en 't „ kennis en volkomen' toeftemming van den
Venoog w Staat, ondernomen was, en waarvan de
sfaV „ goede uitflag geoordeeld werdt te moeten
„ ftrekken , tot beveiliging van den Staat,
„ den Godsdienst en de Vryheid. Dat zy,
„ hierom, verwagt hadden, dat de genoemde
„ Graaf, van zulk een' togt te rug keerende,
„ met alle beleefdheid en dankbaarheid, zou
„ zyn ontvangen geworden in der Staaten
„ Vergaderinge: doch dat zy, daarentegen,
„ met de uiterfle bevreemding, hadden ver-
„ nomen, dat men hem uit de Vergadering
„ weeren wilde, om dat hy, door zyne Ma-
„ jefteit, tot de Graaflyke waardigheid be-
„ vorderd was. Dat, van ouds, onder den
„ adel en krygsluiden deezer Landen, zeer
„ gebruikelyk geweest was, zig in vreemden
„ Krygsdienst te begeeven ; maar nimmer
„ was verdaan , dat de waardigheden van
„ Hertoge, Graave, Ridder of eenige ande-
„ ren, welken zy, door trefïèlyke daaden,
„ mogten verkreegen hebben, hen oribe-
„ voegd maakten, om de voorregten te be-
„ zitten, welken zy, voor hun vertrek uit
„ deeze Landen, bezeten hadden. Dat zulks,
„ in het tegenwoordig geval, te minder be-
„ hoorde plaats te hebben, om dat de togc
„ naar Engeland , voor geenen vreemden ,
„ maar
|
||||
LXI.Boek. HISTORIE. £3
«,, maar voor eenen togt der Staaten zelven
„ te houden ware; en dat zyne Majefteit van „ Groot- Britanje, als Kapitein- en Admiraal- „ Generaal der Vereenigde Gewesten, en als „ Stadhouder van Holland, eene zeer naau« „ we betrekking hadt tot deezen Staat: kon- „ nende ook zulke waardigheden, als de Graaf „ van Portland verworven hadt, zeer ftrek- „ ken, om het onderling goed verftand, tus- „ fchen andere Mogendheden en deezen Staat, „ aan te kweeken. Wyders, Was de Refolu- „ tie der Staaten van Holland van den jaar- „ re 1586 niet in gebruik gebragt, ten op- „ zigte van hun, die gewoonlyk ter Dagvaart „ verfcheenen; zynde, onder dezelven, dik- „ wils, zulken geweest, die in eed en dienst „ van anderen waren, of aan anderen, zelfs „ aan uitheemfchen, hulde en manfehap ge- „ daan hadden: waarom men moest oordee- „ len, dat deeze Refolutie zag op tyden, zeer „ veel verfchillende van de tegenwoordigen ; „ of, gelyk men 't, in 't jaar ió^ö, fcheen „ begreepen te hebben, alleen gepast moest „ worden op Staatsdienaars, niet op afgezon- „ denen ter Dagvaart, in welken zin alleen, „ zy nog in gebruik was: behalve, dat zy „ ook niet toepasfelyk was op de Edelen, die, „ uit eigen' hoofde, ter Dagvaart kwamen ; „ daar de Refolutie alleen fprak van zullcen, „ die, door iemant, ter Dagvaart werden ge- „ zonden. Nog moest men onderfcheid maa- „ ken, tusfehen uitheemfchen, die,invreem- „ den dienst zynde, ter Vergaderinge zoij- ., den willen verfchynen; en zulken, die, „ reeds
|
||||
64 VADERLANDSCHE LXI.Boek;
„ reeds gewoon aldaar te komen, zig in eed
„ en dienst van anderen begaven. De verde- „ re Refolutien, welken die van Amfterdam „ aanhaalden, betroffen de Vergadering der „ algemeene Staaten, tusfchen welken en die „ der Staaten van Holland, groot onderfcheid „ was. 't Voorbeeld van den Heere Henrik „ van de Kapelle toe Rysfel kwam te minder „ te pas, om dat die Heer, nog lang na dat „ Holland gezogt hadt hem te weeren, ter „ algemeene Staatsvergaderinge verfcheenen „ was. Ook hadt men de Hee-ren van Deefe/t, „ van Twikkelo, en van Preustingen, wegens ,, Overysfel, ter algemeene Staatsvergade- „ ringe, en in de Admiraliteit toegelaaten, „ fchoon de eerfte onder de Stenden van „ Keulen, de tweede onder die van Benthem, „ en de laatfte onder die van Munster be- „ hoorde en befchreeven werdt. De Heeren „ van Kreitingen en van Palflerkamp waren in „ Zutfen en Gelderland befchreeven geweest; „ fchoon de eerfte ook onder de Stenden van „ Munster; de andere onder die van Kleeve „ behoorde. De Heer van Sa/Uk, hoewel twin- „ tig jaaren onder de Stenden van Munster „ befchreeven geweest zynde, was een Lid „ der Ridderfchap van Overysfel geworden. „ In Friesland en in Stad en Lande, werden „ verfcheiden' Heeren, die ook onder de „ Stenden van Oostfriesland behoorden, tot „ de Regeeringe toegelaaten. In Holland zelf, „ ftondt het elk, gevolgelyk ook die van de „ Regeeringe, vry, Leenen van verfcheiden' „ Mogendheden te bezitten, en desaangaan- jj d§
|
||||
tXI. Boek* HISTORIE. 65
|
|||||
ja den eed en hulde te doen. Ook zou men be- &$*,
„ vinden , dat verfcheiden' Edelen , alhier T ■ i? den. De tegenwoordige Meer van Obdam „ was, verfcheiden' jaaren agtereen , onder „de Stenden van Bentheim, befchreeven en ,j verfcheenen. Men zag dan geene reden, „ waarom den Oraave van Portland zitting „ en ftem ter Dagvaart geweigerd zou wor- if den , en verzogt Amfterdam , zig hierin te }, voegen met de andere Leden." Doch dit Amfter- verzoek hadt zo weinig ingang , dat de Af- dam Pr0' gevaardigden deezer Stad, ziende dat Port- '"'é^de land met der daad zitting nam ter Vergade- Z{ti,-ng ringe, zig gelast verklaarden , om daartegen , des Gr«t- op 't ernftigst, te protesteeren ; gelyk zy dee- £en van den. In de aantekening, die hiervan gemaakt '^ werdt, merkten zy deeze zitting aan „ als „ influitende eene volftrekte verandering der „ Regeeringe, en eene omkeering van derzel- „ ver grondflagen , waaromtrent geene over- „ ftemming geleeden kon worden. Ook hiel- „ den zy voor nietig en van onwaarde alles , „ wat, in 't byzyn van den Graave van Port- „ land , in de Vergadering der Staaten, ge- „ handeld en beflooten zou worden : en om t „ by de nakomelingfchap , den naam niet te „ hebben, dat zy, in de toelaatinge des Graa- „ ven , bewilligd hadden, zeiden zy uitdruk- „ kelyken last te hebben , om uit de Verga- „ dering te vertrekken, zo lang de Graaf vaa „ Portland dezelve zou by #oonen, laate.nde „ aldaar alleenlyk den Penfionaris der Stad * >, om te hooren en te zien." De Edelen en XVI. Deel. E all« |
|||||
66 VÄDERLANDSCHE LXI.Boek,
|
|||||||||||
1689. alle de andere Steden behielden zig het regt ,
-------om tegen dit Protest en deeze aantekening
zulk een' Protest en aantekening te doen , als
zy zouden te raade worden ( « ). En terftond hierop , verlieten de Afgevaardigden van Am- hunnen Penfionaris, |
|||||||||||
Dvadeze
b'
|
|||||||||||
de Verga-
dering. Misnoe-
gen van K:>ning Willem op die van Am- fterdam. |
|||||||||||
Mr. Kornelis Bors van IVavemi, alleen in dezel-
ve laatende blyven (o). De Koning van Groot-Britahje; midlerwyl,
kennis bekomen hebbende van de zwaarig-- heid, welke die van Amfterdam maakten, bei- de om den Graaf van Portland ter Dagvaart toe te laaten, en om de Nominatie van Sche- penen over te zenden naar Engeland , toonde 'er zig niet weinig misnoegd over. Hy hadt den Graave vari Portland last gegeven , om 't verfchil over dé Nominatie te vereflenen3 door 't voorflaan vari zekeren middelweg , waarvan hy niet gezind was af te gaan. Doch dit nam zyn misnoegen niet weg op die van Amfterdam. Klaarlyk, zou dit misnoegen kön- nen beweezen worden, uit zekeren brief, door zyne Majefteit, den twintigften van Louw- maand , 't zy ouden of nieuwen Styl, want dit blykt niet, uit Whitehall, geichreeven ; aan den Graave van Portland (^>) ; zo men geene reden hadt , om de egtheid van deezen brief ( 5 ) verdagt te houden ( q ). Doch 't is ge-
f li") Rcfo!. Tlolt. 20, 58 Jan. ifjgo. */. 31, 49.
(*)' Hnll. Merc. vnn l6c;o.,K 0.0. (p) Zit Costerus Uiftor. Vethaal ByUag'n il. 4.40. '\<I) iJw Vutimus van den Hove van eeue Mklive van Wil'ei» don Ifl; gedr. 1731). il 4 enz. f 5) Dy de redenen , in het Fidimus van der, Hove
ver-
|
|||||||||||
LXt.BoEK. HISTORIE. 67
genoegzaam af te neemen , uit eenen anderen ^o;
van ontwyfelbaare egtheid, met 's Konings —1—- eigen' hand, aan den gemelden Graave ge- fchreeven, en den tienden van Louwmaand ouden , of den twintigftén nieuwen ftyl, uit Kenfingron , gedagtekend. In deezen brief, die in 't FranÄch gefteld was, gebruikt zyne Majefteit, onder anderen , deeze woorden : f, Tot hiertoe gefchreeven hebbende * komen j^ „ de brieven van den tienden, uit Holland. f^len „ aan. De kwelling, die de Heeren van Am- Granve „ fterdam u willen aandoen Ontflaat nlleen uic van Pon- „ het kwaad hert, welk zy my toedraagen , lind« „ en valt my ten hoogfte verdrietig. Ik hoop, ,, dat gy ze te boven zult komen , en dat „ de andere Steden u de hand zullen bieden. „ Zo de zaak van de verkiezing der Scheper „ nen afgedaan wordt, volgens den middel- ,, weg , dien ik u bekend gemaakt heb, en „ die de eenigfte is, welken ik gedoogen wil, „ be-
vermeld , die elk onzydige aan de egtheid van deezen
brief moeten doen twyfelen , zal ik nog voegen , 'dat iiien , omtrent deezen tyd, iemant, in 't Kasteel van Milaan , gevangen hait, by Wien een pakket gevon- den werdt, met verfcheiden' Afdrukfels van eenen zo« geiaainden Brief des Konings van Groot-Britan je aan den Graave van Portland, in byzondere omflagen, ge- rigt aan eenige Koopluiden van Amftendam. De ge- vangen beleedt , dat hem dit pakket ter hand gefteld was, door de Franfchen, om't op de Noordfche Post te beftellen. Zie Etiropifcbe Mercurius van January —•• Maart »6oo. bl. 206. 't Is zeer te vermoeden , dat deeze br'cf dezelfde geweest zy, welken men, nader- hand, als iets byzonders, onder de Bylaagen van Co8- TSRus Verbaai, in 't licht gegeven heeft, E 2
|
||||
«8 VADERLANDSCHE LXI.Boeä.
|
|||||||||||||||||||
„ begeer ik, dat gy 'er in begreepen zult zyn,
„ Op geenen anderen voet, wil ^kmy verdraa- „ gen (?•)." Ook werdt, federt, te gelyk over de zaak des Graaven van Portland, en over die der Verkiezinge van Schepenen, gehandeld. De Edelen leverden , den vierentwintig-
ften van Louwmaand , een wydluftig Vertoog ter Vergaderinge van Holland over : waarin zy zig zeer beklaagden „ dat Amfterdam ge- „ weigerd hadt, in buitengewoone lasten te „ bewilligen, zonder der Vergaderinge tyd „ te laaten, om , op het Vertoog deezer |
|||||||||||||||||||
Iöpo.
|
|||||||||||||||||||
XI.
Wydluf-
tig Ver loog der Edelen tegen de Stad Am- fterdam , otfer de Verkie- zing van Schepe- nen ei over de zaak des Graaveii van Pon- land. |
|||||||||||||||||||
»
|
Stad, betreuende de verkiezing van Sche-
|
||||||||||||||||||
penen , te raadpleegen. Dat men , in dit:
Vertoog , geoordeeld hadt, dat de Nomi- natie niet naar Engeland behoorde gezon- den te worden , onaangezien zyne Maje- fteit, voor deezen , dikwils , fchoon bui- ten de Provincie zynde, de Verkiezing van Schepenen der (temmende Steden , en zelfs die van Amfterdam, uit overgezonden'No ~ minatien , gedaan hadt: ja , onaangezien, nog binnens jaars, de Regeering deezer Stad, by 't overlyden van twee der verkoo- ren' Schepenen, de Nominatie van een dub- bel getal, tot twee reizen toe , naar En- geland gezonden hadt. Dat de Staaten ook alle zwaarigheden , die , uit het verwylen der Verkiezinge, konden ontftaan, voorko- men hadden, door hunne Refolutie van den tweeden van Sprokkelmaand des voorlee- „ den
|
|||||||||||||||||||
•>•>
|
|||||||||||||||||||
il
|
|||||||||||||||||||
5'
|
|||||||||||||||||||
\r~) '7Jc VicHmus van t"cn Hove van etnc Wisß»s v»n Willen«
'<t*a III. gedr. 1739« tA to. |
|||||||||||||||||||
LXI. Boek. HISTORIE. 69
„ den jaars, waarby de dienende »Schepens
„ in dienst werden gehouden, tot dat de nieu- ,, wen zouden verkooren zyn ; doch dat die „ van Amfterdam , desonaangezien , dingen „ van verfchillende natuur aaneen hegtende, „ geweigerd hadden , in buitengewoone las- „ ten te bewilligen , zo lang men hun, in 't „ ftuk der Verkiezinge van Schepenen , geen „ genoegen gave ; zonder zelfs te willen ge- „ doogen , dat men , hierop, vooraf, de ge- „ dagten van zyne Majefteit van Groot -Bri- „ tanje inname , en andere Steden nodigende, „ om , in diergelyke gelegenheid, insgelyks, „ haare Privilegien voor te ftaan, onder belof- „ te van dezelven te zullen byfpringen. Dat „ zy, hierdoor, der Vergaderinge de handen ,, gebonden , en dezelve buiten ftaat gefteld „ hadden , om op de befcherming en verze- „ kerdheid van den Staat te raadpleegen en te „ befluiten. Dat zy , wel verre van, op de „ ernftigfte vermaaningen der Leden, de Ver- „ klaaring te ligten, nog eene aantekening ,, hadden laaten doen, tegen de zitting van „ den Graave van Portland, die de Edelen „ hielden voor een wettig Lid hunner Orde, „ en dien zy niet meenden , door de ftemme „ van een enkel Lid der Vergaderinge , te ,, können ontzet worden van de Voorregten , „ welken hy daadelyk bezat. Ook vonden d« „ Edelen , niet gewoon zig te moeijen met de „ llegeeringe der Steden, ten hoogfte vreemd, „ dat eene Stad zig ftak in 't gene hunne Or- ,, de betrof. Niet minder badt het hun ver- „ wonderd , dat die van Amfterdam verklaar-d E 3 M had- |
||||
70 VADERLANDSCHE LXI.Boek,
1690. „ hadden , alles , wat, in 't byzyn van den
- „ Graave van ï'ortland , gehandeld werdt, te „ zullen houden voor nietig en van onwaarde,
„ nietfehroomende dus voor regt te verklaa- „ ren iet, waarin zy verfchilden van alle de „ andere Leden der Vergaderinge , en zig „ aanmaatigende , alleen uitfpraak te doen, „ over de wettigheid van de raadpleegingen „ en Refolutien der Staaten. Amfterdam „ mögt ook, meenden zy, niemant in deVer- „ gaderinge laaten , enkelyk om te hooren en „ te zien ; alzo de Afgevaardigden eed ge- „ daan hadden, om ook te helpen raadpleegen „ en befiuiten. Wat hun, Edelen, aanging, „ zy waren gezind , al verliet Atnfterdam „ fchoon de Vergadering , dezelve be blyven „ bywoonen, en zig daarin te kwyten van „ eed en pligt. Ook zagen zy 'c. gedrag der „ Amfterdammeren aan , als ftrydig met de „ oude gronden der Regeeringe, en in de te- „ genwoordige gelegenheid des tyds0 op't na« „ deren van den veldtogt en van de toerus- „ tinge ter zee, ten uiterfte gevaarlyk , wil- „ lende zy geene fchuld hebben aan de ram- „ pen , die hieruit zouden können gebooren „ worden (0-" De Stad Doch't leedt niet lang , of die van Amftcr- verdedigt (jam verdedigden hun gevoelen , omtrent de voeler?," onwettigheid der zittinge van den Graave van over de Portland , in een fchriftelyk Vertoog , welk zaak da ter Vergaderinge ingeleverd werdt. Vooraf, ver-
(j) Deduftic van de IUdderfchap en Eileli in de Ho)l. Mcrc.
ytm 1690. fl. 20. |
||||
IJQ.Boek. HISTORIE. 71
verklaarden zy egtcr „ dat zy niets hadden i6go.
„ tegen den perlbon des Graaven." Voorts —— verhaalden ze „ hoe zy op den Raadpenliona Craaven „ ris Heinfius begeerd hadden , dat hy den ™n 1>orti „ Graaf wilde be weegen , om geene zitting ^cu' ,, te neemen ter Vergaderinge ; doch dat, „ hunne poogingen vrugteloos zynde uitgèval- „ len, zy genoodzaakt waren geweest, omzig „ openlyker te verklaaren. "• Wyders , blee- ven zy nog al dringen op de letter der Refo- Jutie van den jaare 1586 , die zy eene Grond- wet der Regeeringe noemden. „ Deeze Re- „ folutie vorderde, zeidenze, dat niemant ver- „ fchcenc ter Staatsvergaderinge van Holland, „ die in eed of dienst was van ietnant anders, „ dan van wien hy ter Dagvaart gefchikt was. „ Tegen deeze wet, was niets ingebragt, dan „ dat dezelve niet- toepasi'elyk ware op de „ Edelen in 't gemeen , noch op den Graäve y, van Portland in 't byzonder ; en dat zy , in „ allen geval, nimmer aangenomen , noch in „ gebruik gebragt was. Huns oordeels, fprak „ de Wet algemeen, en zag op allen, die ter „ Dagvaart kwamen , niemant uitgezonderd, „ ook de Edelen niet, die, volgens de Refo- „ lutie van den jaare 1581, welke zy zelven „ eene Grondwet genoemd hadden , niet ter „ Dagvaart verfchynen mogten, dan daartoe „ uit hun Kollegie gemagtigd zynde. De Wet „ van 't jaar 1586 zag ook, niet alleen op „ Staatsdienaars, maar op allen, die ter Dag- „ vaart kwamen ; want, fchoonmen, inlaa- „ ter'tyd , geraadpleegd hadt op hettqelaa- „ ten van Staatsdienaars of Amotenaars ter E 4 „ Ver- |
||||
7a VADERLANDSCHE LXI.BoBïJ
itffla. „ Vergaderinge ; volgde hieruit niet, dat ee-
„ ne ouder Wet, die algemeener fprak , niet „ algemeener zou behooren genomen te wor- „ den. Ook gaf't geene verandering, dat de „ Graaf van Portland , voor deezen , zitting ., gehad hadt; de Wet van 't jaar 1586 floot „ dien Heer buiten de Vergaderinge, federt „ dat hy in uitheemfehen eed en dienst ge- „ treden was. De Gefchiedenisfen leerden, „ dat men 't, zelfs in Engeland, dus verftaan „ hadt. Daar hadt men Heeren uit het Parle- „ ment geflooten , om dat zy den Keizer hul- „ de en eed gedaan hadden. En deeze Staat „ zelfwas, nog in 't jaar 1688, van verftand „ geweest, dat Doktor Gilbert Burnet niet „ meer onder de opperfte magt van Engeland „ of Schotland behoorde, nadat hy, hier, het „ regt van inboorlingfchap en burgerfchap „ verworven hadt. 't Gene, nu en dan, tegen ,, de Refolutie van den jaare 1586, gepleegd „ was, zagen zy aan als misbruiken en over- „ treedingen , welken de natuur der Wet niet „ veranderden. Ook hadden de Staaten van „ Holland , wier gevoelens en handelwyzen „ hier alleen in aanmerking kwamen, nog in „ 't jaar 1663, getoond , dat zy voor de on- » derhouding deezer Wet zorgen wilden. Ten „ onregte , fchreef men der Regeeringe van „ Amfterdam, die de oude Wetten wilde „ handhaaven, toe, dat zy haar byzonder ge- „ voelen tot eene Wet zogt te maaken. De „ nieuwigheid en verandering werdt gezogt, „ niet door Amfterdam, maar door de andere „ Leden, ter gelegenheid dat de Graaf van „ Port-
|
||||
LXLBoEK. HISTORIE. ?J
„ Portland buiten,? Lands het regt van inboor- i<Spa».
„ lingichap en deel aan de hooge Regeerin- „ ge verkreegen hadt. Die van Amfterdam w hadden zig ook niet aangemaatigd, over de „ wettigheid van der Staaten raadpleegingen, „ te bellisfen, maar geoordeeld, dat zy dee- „ ze wettigheid best bewaarden, als zy, door „ 't verlaaten der Vergaderinge, daar de Graaf „ van Portland, als een aangenaam Lid, aan- „ gemerkt werdt, toonden, geen deel altoos „ te willen hebben aan dit werk. Ook kon- „ den zy niet begrypen, met wat oogmerk, „ de lofFelyke daaden van zyne Majesteit van „ Groot - Britanje en van den Graave van „ Portland werden opgehaald, nevens het „ uitfteekend belang, welk deeze Staat hadt „ by den togt naar Engeland. Moest dit al- v les erkend, beloond, vergolden worden; „ Amfterdam was 'er zo genegen toe, als ie- „ mant der andere Leden; doch meende niet, 9, dat deeze erkentenis gelegen ware in ie- „ mant in de Vergadering van Holland zit- „ ting te verkenen, die 'er anders van zou „ uitgeflooten geweest zyn. 't Kwam hun, „ wyders, ook vreemd voor, dat men de zit- „ ting des Graaven noemde eene behoudenis „ van zyn voorig regt; daar hy immers niet ,, in de Staaten van Holland gezeten hadt, „ federt dat hy een Lid van 't Parlement van „ Engeland geworden was, dan tegenwoor- „ dig. Zy beflooten dan, dat zy de toelaating „ of zitting van den genoemden Graave nog ,? bleeven houden voor onwettig, en bui- p^ ten voorbeeld, met verklaaring , dat zy Eg „ daar«.
|
||||
74 VADERLANDSCHE LXJ. Boek.
i5<po. „ daaraan geen het minfte deel hebben wil-
■-------„ den (ty
Koning Doch terwyl men, over dit punt zo zeer
Willem yerfchilde, kwam 'er fchryvens van Koning d« CAm. Willem aan de Staaten van Holland, uit Whi- fierdani tehal, den zeventienden van Louwmaand, hem de gedagtekend, vvaarby zyne Majesteit verklaar- Nouiina- ^e dat f^ verzoek van die van Amfterdam, tic ''an
Schepe- " om ^e verkiezing van Schepenen te laaten
nen toe- „ gelchieden door 't Hof, hem zeer onver-
zcjido. n wagt voorgekomen was. Hy hadt tegen-
„ woordig geen' tyd om te onderzoeken, of
„ de Privilegien van deeze Stad zo flipt en
„ duidelyk fpraken, als,men voorgaf; doch
„ nooit zou hyiets onderneemen, ftrydigmet
„ de Privilegien van den Lande, of van eenig
„ byzonder Lid. Hy rekende zig, in tegen-
„ deel, byeede, verpligt, om dezelven, uit
., al zyn vermogen, voor te liaan en te hand-
„ haaven. In de verkiezing van Schepenen te
■„ Amfterdam te laaten op den voorigen voet,
>, zaghy, ondertusfehen, tot nog toe geene
„ andere zwaarigheid, dan dat men of den
„ tyd der Nominatie een weinig zou moeten
j, vervroegen, of de afgaande Schepens een
„ weinig langer in dienst laaten. Hierby
„ kwam, dat het zeer waarfchynlyk ware,
„ dat de Steden hadden afgeftaan van de flip-
„ te onderhouding van zulke Privilegien,
„ waarby de verkiezing van Schepenen, in 't
„ afwezen van den Stadhouder, gefield werdt
„ aan
CO Juftificftie der fultemie van Amft. m ds Holl. Me«.
yen i6yo. bl. 26. |
||||
LXI.Boek. HISTORIE. 75
„ aan 't Hof: om dat de Staaten, in den jaa- %^,
?, re 1674, den Hove uitdrukkejy'ic verboo- ■■■— .- „ ge te moeijen. Hy meende dan, dat Bürge- „ meesters en Vroedfchappen van Amfter- „ dam, deeze redenen overwoogen hebben- „ de, geene zwaarigheid meer maaken zou- „ den, om hem hunne Nominatie toe te zen- „ den, mids, volgens de Refolutie van den „ tweeden van Sprokkelmaand desjaars 1689, „ de Schepens en mindere Regtbanken in „ dienst bleeven, tot dat de verkiezing ge- „ fchied ware (?/)." Na 't leezen van deezen brief, toonde ver- De Le-
fcheiden' Leden genegenheid, om zig te voe- ^en tk:r gen naar den inhoud. Doch Bors van Wave- jjngf1 C ren, Penfionaris van Amilerdam , nam den neem*n brief over, om 'er verllag van te doen. Te esn t-e- gelyk, verklaarde hy, gelast te zyn, om, by fl"lr» voorraad, en behoudens de voorgaande aan- ^omfti'' luigingen, in de tegenwoordigheid des Graa- met \<T ven van Portland, te raadpleegen ter Staats- Koningi vergaderinge. Terwyl hy een' keer naar huis beScenC deedt, bekleedde de Sekretaris Joan Huidcko- per tan Maarfeveeu zyne plaats (v); die, op den zevenentwintigften, nog geenen last hadt, om zig op 's Konings brief te uiten, De Raad- penfionaris Heinfius drong de Vergadering zeer, om op den brief te befluiten, onder an- deren , zeggende „ dat de Nominatie van „Schepenen, den volgenden dag, moest ge- „ maakt
O) Zie rfccze M'ifivc 'm de Holl. Merc. van Kfyo, W. 35.
Cv) Rtlöl. iioü. 2,- 2cn. 1690. bl. 4«, |
||||
76 VADER LANDSCHE LXI.Boer;
1690. „ maakt worden; en dat de Edelen bedugt
■
„ nadeele van den Stadhouder, aan 't Hof zou
„ zenden: waarom zy oordeelden, datdeVer- „ gadering, nog heden, op 's Konings brief „ behoorde te befluiten." Ook gefchiedde dit, terftond, en viel het befluit „dat Amfterdam „ de Nominatie van Schepenen tot het doen „ der verkiezinge behoorde te zenden aan „ zyneMajesteit, mids de Schepens, die te- „ genwoordig dienden, in dienst bleeven,tot „ dat de verkiezing gefchied ware: alles zon- „ der nadeel der Privilegien." Doch Alkmaar, Hoorn en Enkhuizen, zig ongelast verklaard hebbende, hadden in dit befluit niet bewilligd Amtier- (V). De Penfionaris Bors van Waveren, des tisinWyfc anderendaags, te rug gekomen zynde, toonde sevoe" Z*S misnoegd , over 't neemen van dit be- ien, fluit, en verklaarde zig ongeneigd, om zynen last te openen, zo 't niet zo geheellyk vernie- tigd werdt, als of het, nimmer te vooren, ge- nomen geweest ware. De andere Leden be- willigden hiertoe eindelyk, en toen hernam Bors van Waveren „dat zyne Meesters zig „ verpligt hielden hunne Privilegien voor te „ ftaan, en hierom bleeven by hun voorig „ gevoelen." De Edelen zeiden „dat zy ook „ geene reden zagen, om van gedagtentever- „ anderen." 't Befluit van den voorigen dag werdt, derhalve, hervat, en door alle de Le- den goedgekeurd. Purmerende alleen was niet Dt Le- tegenwoordig. In dit Befluit, was, onder an- (Je-
tw) Rcfol. Holl. 37 Jan. 162e« |
||||
JLXLBoek. HISTORIE.
|
|||||||
71
|
|||||||
deren, aanmerkelyk, dat het Privilegie van , ..„^,
den jaare 1581, door die van Amfterdam by- 1690 gebragt, werdt verdagt gehouden, als gege- donfchy- ven zynde op den naam van Koning Füips, "e" "n door Piinfe Willem van Oranje, op eenen tyd, ^"dam-" als deeze reeds door den Koning in den ban rGha Pn- gedaan; en als, door de Stad Edam, reeds Plegien een Oktroi op de beftelling haarer Wethou- kraßte- derfchap van de Staaten verworven was: be- kotulè», halve, dat dit Privilegie eerder de gedaante cener Ordonnantie hadt, als alleen verleend zynde by voorraad, waarom ook die van Am- fterdam geene zwaarigheid gemaakt hadden, om'er van af te gaan; by 't ophouden der Stad- houderlykeRegeeringe, in den jaare 1650, de verkiezing van Schepenen niet Hellende aan 't Hof, maar zelven Oktroi verzoekende, tot liet beftellen hunner Wethouderfchap. Wy- ders, oordeelden de Leden „dat men, in 't „ ftuk van Privilegien, onderfcheid maaken „ moest, tusfchen de wezenlyke deelen en „ omftandigheden derzelven. 't Overgeeven „ van het doen der Nominatie was hier het „ wezen van 't Privilegie: de nette tyd, waar- ,,. op deeze Nominatie of de Verkiezing uit „ dezelve gefchieden moest, flegts,eene om- „ Handigheid, die,, by verwisfeling van ty- „ den, of om goede redenen, verandering ge- „ doogde: gelyk ook, by een Privilegie vatï „ Hertoge Filips van den jaare 144p, geraamd „ was, dat de Nominatie, twee dagen voor „ de verkiezing, gefchieden zou, en nader- ., hand, by een Privilegie van Vrouw Maria it van den jaare 1476 [1477], deeze tyd, op » vyf
|
|||||||
f 3 VADERLANDSCHE LXLBoe*»'
1690. „ vyf dagen was bepaald geworden." DePen-
------- fionaris van Amfterdam behieldt, ondertus-*
ichen, voor zyne Meesters, het regt, om te-
gen deeze Refolutie zulke aantekening te doen, als zy zouden bevinden te behooren (#). XII. De Staaten, midlerwyl, tot den zevenden Die van van Sprokkelmaand gefcheiden zynde, had- Amtier- jen rjors van Waveren en Huidekooper zig, den den" °P ^en dertigften van Louwmaand, vervoegd Move aan 't Hof van Holland, met eenen brief van weder- Burgemeesteren en Vroedfchap van Amfter- oin hun. (jam, waarin de Nominatie van Schepenen ge- minatie Aooten was, met verzoek „ dat Pr efident en aan. „ Raaden, ohaängezien de Refolutie van de „ Ridderfchap en andere Steden, die Amfter- „ dam voor nietig en van onwaarde hieldt, „ uit dezelve , de Verkiezing geliefden te „ doen, óvereenkomftig met de Privilegiën, ■ „ welke zy gehouden waren té händhaaven." Doch eer zy den Brief wilden overgeeven, be- geerden zy te weeten of het Hof aan hun ver- zoek voldoen zou. Hierop werdt, ernftelyk* geraadpleegd: zelfs in de tegenwoordigheid des Preïidents Adriaan Paauw, Heere van Ben- nenbroek, die, eenigen tyd onpasfelyk geweest zynde, in zyn nagtgewaad, verfcheenen was* 't Hof Vyf Heeren oordeelden, dat men de verkie- weigert, z[ng behoorde te doen: agt verftonden, dat miaT de raen zi§ naar ^e Re^utie der Staaten be-»
verkie hoorde te gedraagen. 't Befluit, naar 't ge- zins,' te gevoelen der meerderheid opgemaakt, werde docn,?n aan die van Amfterdam. medegedeeld , wel-
geeft de ken> (t) Refol. Ho!!. 28 Jan. iltyo.
|
||||
LXI.Boek. HISTORIE. 79
|
||||||
ken, nogtans, genaden vonden, den brief, t6g&
waarin de Nominatie beflooten was , agrf 't |
||||||
Hof te overhandigen; doch zy ontvingen dien, Nomina-
des anderendaags, ongeopend te rug (ƒ). tie ""S1-" Burgemeesters en Vroedfchap van Amfter- -°j£ e
dam verzuimden niet, wederom eene Verde- De Stad diging op te ftellen van hun gevoelen, die aan verde- de Steden rondgezonden, en, op den zeven- di£[ h.aa- den van Sprokkelmaand , ter Vergaderinge wje„ van Holland, overgeleverd werdt. In dit Ver- en by-' toogj weezen ze aan „ dat de Privilegien, hun zsnder- „ oudtyds verleend, de verkiezing van Sehe- ]yk ''at „ penen ftelden aan Stadhouder en Raaden, w „ die famen verdaan moesten worden één i58u „ Kollegie uit te maaken: waarom ook, nog „ tegenwoordig, alle Mandementen en Provi- „ fien van den Move, op defi naam van Stad* „ houder en Raaden, verleend werden. Hier- „ uit nu volgde, dat de Prefident en Raaden, „ in afzyn van één der Leden, den Stadhou- „ der, naamlyk, de verkiezing zo wel ver- „ mogten te doen , als zy 't Regt handhaaf- ,, den. En ftrekte dit geenszins tot vermin- „ dering van de voorregten des Stadhouders; „ die begreepen moesten worden, bewaard te „ zyn, als die van 't Hof, welk hem tot zyn „ Hoofd hadt, bewaard werden." Wyders- werden de redenen wederlegd, waarmede de Edelen en andere Leden der Vergaderinge de Privilegien van Amfterdam hadden gezogt verdagt te maaken. „ 't Privilegie van den „ negenden van Louwmaand des jaars 1581 „ was
f«) Holl. Merc. van iCjo, II. 44;
|
||||||
So VADSIILANBSCIIE LXI.Bobk*
„ was gegeven, voor de afzweeringe van Ko~
„ ning Filips , die , eerst op den zesentwin- „ tigften van Hooimaand des gemeiden jaars, „ gefchied was (V); en ftondt, hierom, nog „ met reden op ''s Konings naam. In Winter- „ maand daarna, hadt Amfterdam* by 't af- „ liaan der Voldoeninge, nog uitdrukkelyk „ bedongen, dat alle Privilegien in kragt biy- „ ven zouden, zulken alleen uitgenomen , „ die, geduurende de beroerten, van Alva of „ deszelfs opvolgeren, tot op de Gendfche. „ bevrediging, verkreegen waren («), waar- „ onder het Privilegie in gefehil niet kon ge- „ rekend worden. Prins Willem de I, on- v fterfelyker gedagtenisfe, aan wien de Staat „ zyne vryheid en de behoudenis zyner Hoog- „ heid en Geregtigheden, grootendeels, ver- „ fchuldigd was, wist ook zeer wel, wie voor' „ zyntn Souverain, ten tyde van 't verleeneri „ van 't gemelde Privilegie, gehouden werdt, „ en zou zulks, voor die van Amfterdam, im- „ mers niet hebben willen ontveinzen; noch „ den Koning, als Graaf van dit Gewest heb- „ ben willen erkenden, zo dezelve, alreeds, „ van deeze waardigheid vervallen geweest „ was. Zeer vreemd was 't ook, dat men, om „ dit Privilegie te verzwakken, gewag maak- „ te van den Ban van dien Vader des Vader- „ lands, als ware 't om 's Prinfen wettig ge- „ zag in Holland, daardoor te verminderen; „ daar toch weereldkundig was, dat die Ban, » by,
(z) Zit VII. Deel, U. igU
(*) ZU VH. D*4, U, 37*, |
||||
LXI.BoEK. HISTORIE. «i
„ by hooge en laage Overheden, en by 's Lands
„ Ingezetenen in't gemeen, altoos gehouden „ was, voor nietig en van onwaarde; en aan- „ gezien, als voortgekomen van de kwaade „ Raadsluiden des Konings; tegen welken , „ en niet tegen den Koning zei ven , men, in „ den beginne, de wapenen opgenomen hadt: „ waarom ook het Oktroi tot de opregtinge „ van 's Lands Hooge Schoole, in den jaare „ 1574, op 's Konings naam, verleend was „ (6). 't Privilegie van't jaar 1581 kon ook „ voor geene Wet of Ordonnantie, noch der- „ halve voor herroepelyk gehouden worden: „ naardien'er de woorden gunnen, oclrojeeren, >, accordeeren , en dat wel uit zonderlinge gratis „ en faveur, in gevonden werden , die alleen „ in Privilegien voegden : en fchoon men , „ in 't flot van dit Privilegie , ook het woord „ Ordonnantie las , zag dit alleen op zulken , „ aan wien 'c Privilegie niet verleend was, en „ die gelast werden , zig daarnaar te voegen. „ Men was, in 't jaar 1650, ook niet afgegaan „ van dit Privilegie, dan voor zo ver toen. „ by mangel van eenen Stadhouder, die van „ Amfterdam, zo wel als de andere ftemmen- „ de Steden , 't Regt hadden behouden , om „.hunne eigene Magiftraaten te beftellen : in „ andere opzigten , en byzonderlyk in opzigt „ van den tyd der benoeminge, verkiezinge „ en
(6) Die begeerig is, de redenen, w»armedcdievia
Amftïfdara het Privilegie vtn den jaire 1581 verdedig- den , nader bevestigd te zien , leezc C. V. Kyhkers» koek Qusfl: Jurispubliei, Libr. II, C»p. I. f. \tj% XVJ. Deel. F
|
||||
«a VADERLANDSCHE LXÏ.Böek.
ïópo. „ en beëediginge der Schepenen , waren de
■ „ voorgaande Privilegien in volle kragt ge- „ bleeven. En toen , in 't jaar 1672, zyne ,, Hoogheid, de Prins van Oranje, tegen woor- „ dig Koning van Groot-Britanje , tot Stad- „ houder verkooren werdt, was hem geen „ ander regt opgedraagen, dan om de Wet „ in de Steden te beftellen , volgens de Privï- „ legien, welken hy, zelfs by eede, beloofd „ hadt, te zullen handhaaven. De Staaten „ hadden wel, in't jaar 1674, den Hove de „ kennis van zaaken van Regeeringe beno- „ men. Doch in de Refolutie, ten deezen „ einde ingefteld , was wel uitdrukkelyk ver- „ klaard , dat de Staaten hiermede niet voor- „ hadden, eenige verandering te maaken in „ de Regeeringe , Privilegien of Voorregten „ des Lands of der Steden. De onderfchei- „ ding, tusfchen het wezen en de omftandig- „ heden van een Privilegie, voldeedt hun ook „ niet. Zy werdt, in de Privilegiën zelven, „ niet gevonden , en , in dat van Vrouwe „ Maria van den jaare 1476 [1477], ftondt „ duidelyk, dat het, van punt tot punt, moest „ naargekomen worden. Ook was 't, zonder „ voorbeeld, dat men goedvonde , den tyd „ der jaarlykfche Magiftraatsbeftellinge te „ veranderen , om dat men juist tegenwoor- „ dig geene voldoende reden aan al de wee- „ reld geeven kon , waarom deeze tyd en „ geene andere , by de Privilegien, vastge- „ ileld was. 't Was waar , dat die van Am- '„ fterdam, voor 't jaar 1689 , niet begeerd j, hadden, dat de verkiezing van Schepenen n ge,'
|
||||
LXI.BoEic.* HISTORIE. 83
„ gefchieden mögt door 't Hof; maai hiertoe ufpw
„ was ook geene gelegenheid geweest, zynde. ■■ „ den Stadhouder, voor dien tyd , nooit zo „ verre afwezig geweest, dat de verkiezing „ niet binnen den beftemden tyd gefchieden „ kon» In 't genoemde jaar , hadt het Hof, „ buiten kennis van de Stad, een affchrift der „ Nominatie naar Engeland gezonden : de „ verkiezing was, vervolgens, gefchied en er- „ kend ; doch niet, dan na dat de Staaten de „ dienende Schepens in dienst gehouden had- „ den , onverminderd de Privilegien der Stad„ „ voor het toekomende. Ook hadt de Stad zel- „ ve, by gelegenheid dat twee Schepens, bin- „ nens jaars , overleeden waren, de Nomina - „ tie van een dubbel getal naar Engeland ge- „ zonden; doch de verkiezing van zulke Sche- „ penen was , by de Privilegien , aan geenen „ jutten tyd bepaald. De llidderfchap en de „ Afgevaardigden der andere Steden verklaar- „ den wel, dat het overzenden der Nomina- „ tie naar Engeland, welk men hun nu afvor- M derde, niet zou ftrekken tot vermindering „ der Privilegien ; doch zulk eene betuiging, „ die met de daad zelve tegengegaan werdt, „ nam de krenking der Privilegiën niet weg , „ die , in eene daad, ilrydig met de duidely- „ ke letter der Privilegien, gelegen was. Bur- „ gemeesters en Vroedfchap hadden de diep- „ fle agting voor de Hoogheid van der Staa- „ ten Vergaderinge ; doch in de Privilegien» „ aan hunne Stad gegeven , hadt Vrouw Ma- „ ria , als Prins van den Lande , zelve ver- n klaard, dat dezelven, noch door haar, noch Fa „ door
|
||||
«4 VADERLANDSCHE LXI.BoEirr
|
|||||
s?po. « door haare nakomelingen, zouden mogen
—— „ verminderd of gekrenkt worden. Het on- „ derwerp van dit Privilegie betrof ook den „ vorm der Regeeringe , waarin , volgens de „ Refolutie van denjaare 1581, geeneover- „ ftemming viel. Ook was, in de Refolutie „ van den agtentwintigften van Louwmaand, „ eene merkelyke ongeregeldheid op te mer- „ ken, zynde dezelve aileenlyk genomen door „ de Afgevaardigden ter Dagvaart, zonder „ dat dezelve rugfpraak gehouden hadden , „ met de Vroedfchappen der Steden : ook „ waren die van Purmerende, by 't neemen „ deezer Refolutie , niet tegenwoordig ge- „ weest. Men verwagtte dan van de billyk- „ heid der andere Leden van Holland en „ Westfriesland , dat zy wel zouden willen „ medewerken, tot handhaaving van de on- „ betwistbaare Privilegien der Stad Amfter- „ dam (£)." Haare Doch dit Vertoog vondt geenen ingang ter Tadenen Staatsvergaderinge. Alle de andere Leden vinden verftonden, dat Burgemeesters en Vroedfchap geen' in- van Amfterdam, in * gehoorzaaminge der •*"ƒ<•• voorgaande Refolutie , de Nominatie zouden ikntie. hebben over te zenden naar Engeland. Ook hieldt men 't daar voor , dat eenige uitdruk- kingen, in het Vertoog van Amfterdam, regt- ftreeks aanliepen tegen de Hoogheid, Vry- heid en Geregtigheid van der Staaten Vergade- ringe. Doch 't neemen van een eindelyk be- fluit
f S) Deduftie van Bnrgem. en VroedfciRp v*n AiiiftcrJ, >'n rf*
lloll. M«re. van 1650. H- 45 enz. |
|||||
LXI.Boek. HISTORIE. »5
fluit desaangaande werdt, tot nader beraad, nSpo:
verfchooven (c). -1 De Afgevaardigden ter Dagvaart, federt, xlIf«
eenpaariglyk verklaard hebbende, dat hunne £™ Steden de genomen' befluiten goedkeurden, komt een en hen deswege bedankt hadden ; begonden weinig die van Amfterdam een weinig te veranderen by. van g;sdagten. De Ridderfchap, die 't meest tegen hen yverde, vraagde den Penfionaris Bors van Waveren, op wat voet de Sehepens t die met den tweeden van Sprokkelmaand moesten afgegaan zyn, in dienst gébleeven waren? En toen hy antwoordde „ dat zulks op gelyken „ voet gefchied was, als in de andere Steden, „ daar nog geene verkiezing was gedaan," „ hernamen de Edelen „dat deeze gevallen niet Bedref- „ gelyk ftonden. De andere Steden hadden s^gäet „ haare Nominatien naar Engeland gezon- Edelen< „ den: 't welk Amfterdam tot hiertoe gewei- „ gerd hadt. Men hadt dan te wagten, dat „ alles, wat, thans, door Schepenen, verrigt „ werdt, door hunne Edele Groot-Mogend- „ heden, voor nietig en van onwaarde zou „ verklaard worden. Zy konden 't regt niet „ bedienen, dan uit den naam van den Sou- „ verain, die hen, niet langer, dan tot den „ tweeden van Sprokkelmaand, gemagtigd „ hadt." Dit antwoord verzette den Penfio- naris. Ook maakte het merkelyken indruk op de Regeeringe van Amfterdam , die eenige Afgevaardigden uit de Vroedfchap (7) naar . den,
CO Refol. H<»U. 7 Fehr. 1690.
Q7) De Heeren Jakob Bortel, Jan de Fries, Fran- F 3 foi* |
||||
$6 VADERLANDSCHE LXI.Boe«;
1Ä90. den Haage zondt, om, ware 't mogelyk, 't
** gefchilin der minne af te doen. Zyverichee- nen egter nog niet in de Vergaderinge. Men
begeerde op den Penfionaris, dat hy hen hier- toe, en tot het doen van eenige voorflagen wilde beweegen. Doch hy verklaarde, geenen naderen last te verwagten. De Edelen floegen hierop voor „dat men de aangebleeven' Sche- „ pens en derzelver bedryf, terftond, voor ., onwettig verklaaren moest." De Steden van 't Zuiderkwartier, Delft uitgenomen, bewil- ligden in deezen voorflag. Briel was afwezig. Delft verftondt, dat men de Amfterdamfche Heeren ter Vergaderinge behoorde te nodi- gen, en hun daar de bondige redenen voor de genomen' befluiten doen voorhouden, door den Raadpenfionaris. De Steden van 't Noor- derkwartier begeerden, dat de Penfionaris van Amfterdam de andere Amfterdamfche Hee- ren nog eens ginge fpreeken, met verklaaring dat, zo deezen geen? voorflag tot bemidde- ling deeden, zy, eindelyk, ook den last haa- rer Principaalen zouden moeten uiten, die, gelyk zy wel vooraf zeggen konden, weinig of niets van 't gevoelen der Ridderfehap ver- fchillen zou. Arafter- De Raadpenfionaris Heinfius, des anderen- dam doet daags, met de Meeren van Amfterdam, ge- een1 drie- fpj.Qkej-j hebbende, hadt hen, eindelyk, be- ledigen * n * , -jj voorflag, woogen , om eenen voorflag tot bemidde- tot be- ' lingte doen, die hierop uitkwam: „ Dat hun-
„ ne
f oh de Pïcq en Kornelis Kloek, benevens den Penfio-
naris Bors van Waveres. |
||||
LXLBoek. HISTORIE.
|
|||||||
*T
|
|||||||
„ ne Edele Groot-Mogendheden, als Souve- 1690,
„ rain, voor deeze reize, zelven de verkie- ------■«
„ zing van Schepenen, uit de gemaakte No- midde-
„ minatie, zouden doen; of, datzy, op den liofr „ Koning van Groot - Britanje, als Stadhou- „ der, zouden begeeren, dat hy hen hiertoe, „ voor deeze reize, verzogt, buiten deszelfs „ benadeelinge; of, dat zy zyner Majesteit „ van al 't voorgevallene kennis zouden gee- „ ven, deszelfs gevoelen daarop verftaan, en „ ondertusfchen alles laaten, in den Staat „ waarin het ware." Heinfiusdeedt, hiervan, terftond, verflag ter Staatsvergaderinge, Bors van Waveren voegde 'er by „ dat, zo de Le- „ den, in deezen voorflag, geen genoegen „ namen, zyne Meesters verzogten, met Ge- „ magtigden uit hunner Edele-Groot-Mag» „ Vergadering, in onderhandeling te komen." De Ridderfchap vondt geenen der voorüagen Voorflaj van Amfterdam aanneemelyk. „ Het aannee- deJ £- j, men daarvan zou, zeide zy, aanloopen te- ™* „ gen de Refolutie van den agtentwintigften „ van Louwmaand , en de agting van den „ Souverain ten hoogfte krenken. Liever be- „ hoorde de Raadpenüonaris Heinfms, als een „ byzonder Perfoon, den Amfterdarnmeren „ voor te flaan, dat zy, in afwezendheid van „ den Stadhouder, hunne Nominatie zon- ,y den aan de Staaten, als Souverain; dat zy, „ daarnevens, zulke verzoeken deeden, als „ zy- zouden goedvinden; doch dat de Staa- „ ten de vryheid behouden zouden, om met „ de Nominatie te handelen , naar welgeyal- }j len." Men begreep ligtelyk, dat zy dan, F 4 door |
|||||||
38 VADERLANDSCHE LXI.Boek.
|
|||||
tgpo. door de Staaten , naar Engeland gezonden
i-------zou worden, en waarfchynlyk was dit de mid- delweg , volgens welken, Koning Willem aan den Graave van Portland verklaard hadt, de Eenige zaak te willen afdoen. Tot eene onderhan- Heeren deling met Gemagtigden, kon de Ridderfchap y1 d^ niet verftaan, oordeelende zulks te flryden deringé met de eere der Vergaderinge. Maar de Le- fpreeken den kwamen, eindelyk, overeen, datdel ke- rnet die ren va„ Bkiswyk, van Delft, van der Dusfen, van öerdun1 Gouda»tan Gend, van Enkhuizen, en de Raad- ' penfionaris Heinfius, in de hoedanigheid van byzondere Perfoonen, den Heeren van Ara- fterdam, in eene der Vertrekkameren van de Staaten, zouden gaan fpreeken. Bors van Wa- veren gaf te kennen, dat zulks eerder aan 't huis van Heinfius, als een' derden perfoon, behoorde te gefchieden. Doch de Ridderfchap merkte zo dra niet, dat hy eenige zwaarig- heid maakte, of wilde aan 't ftemmen, over de gantfche zaak. Zy kreeg, terftond, gevolg van Dordrecht en Haarlem. Maar Bors van Waveren, zig nog by tyds bedenkende, be- gaf zig naar de wooning der Heeren van Am- fterdam, die zig, op zyn verzoek, in eene der Vertrekkameren, vervoegden, en met de voor- die by genoemde Heeren in gefprek traden; doch hunnen niet van hunne voorflagen waren af te bren- voorfl*g gCn# De Vergadering hiervan onderrigt ge- Wyven; worden zynde, floeg de Ridderfchap voor, „ of men niet, ziende dat Amfterdani naar „ geene billyke voorflagen luifterde, beflui- „ ten moest, tot het afzetten der Schepenen, „ en tot het wetteloos verklaaren van alles, „ wat
|
|||||
LXLBoek, HISTORIE. 89
i, wat zy, na 't uitgaan van den tyd hunner i6p<x
„ bedieninge, gedaan hadden of doen zou- ——~ „ den: alleenlyk, om der Stad, zo veel rao- „ gelyk ware, te gemoet te komen, haar nog „ drie of vier dagen tyd van beraad geeven- „ de, of zy zig naar 't welbehaagen der Staa- „ ten wilde voegen, of niet." Eenige Leden bewilligden in deezen voorflag. Delft, Briele en eenige Steden van 't Noorderkwartier ver- fchooven hunne verklaaring, tot dat, op dit ftuk, by" hervatting, geraadpleegd zou wor- •#«. den, waartoe de vyfentwintigfte van Sprok ßmpiie* keimaand beraamd was. De Amfterdamfche doch Heeren, een' keer naar huis gedaan hebben- daarn* de, waren, des morgens van dien dag, met ernen den Raadpenfionaris, in gefprek getreden, JJSJ» en hadden hem een' vierden voorflag gedaan, doen, hierin beftaande „ dat men de Nominatie zou „ overzenden aan de Staaten van Holland, „ met duidelyk verzoek, om, uit dezelve,de ,, verkiezing te doen. Dat de Staaten egter „ met de Nominatie naar welgevallen zou- „ den mogen handelen, onder deeze twee „ voorwaarden: 1. dat alle Vertoogen, Re- „ folutien, Proteftatien en Aantekeningen, „ voor en tegen, met naame de Refolutie „ vanden agtentwintigften van Louwmaand, „ uit de Registers van Holland, geligt, en 5, dat, daaruit, nimmer, eenig gevolg getrok- ,, ken zou worden, ten nadcele van de Stad „ Amfterdam: 2. dat men, van nu af, byon- „ verbreekelyke Refolutie , zou vastftellen, „ dat men, in het toekomende, by zodanig „ eene afwezendheid des Stadhouders, die F 5 » niet
|
||||
$o VADERLANDSCHE LXI.Boek|
|
|||||
ttyo. » niet toeliet, dat de verkiezing, op zynen tyd,
r „ gefchiedde, de Nominatie zou mogen zen- „ den aan het Hof van Holland, en zo dit
„ Hof, onverhoopt, zwaarigheid maaken, „ mögt, om de verkiezing te doen, de zeven. „ eerst benoemden voor verkooren zouden die min- „ mogen gehouden worden." Doch deeze ^er voorflag, ter Vergaderinge van Holland zyn- dan de overgebragt, fmaakte den Leden minder voor. dan de drie voorgaanden. De Edelen zeiden
gaanden. hierom „ dat, naardemaal Amfterdam agter- „ uit liep, en geen einde van de zaak zogt, „ zy by hun voorneemen bleeven, om 't be- „ dryf der Schepenen onwettig te fchouwen." Alle de andere Leden voegden zig met de Edelen. Delft alleen zeide, zig 's anderen- daags eerst te zullen openen: en toen ftemde deeze Stad ook met de Ridderfchap. Doch eer 't befluit opgemaakt werdt, floeg Delft voor, dat de Raadpenfionaris den Heeren van Amfterdam, nog eens, behoorde af te vraa- gen, of zy 'e uiterfle van hunnen last geopend Uiteifte hadden? De Penfionaris van Amfterdam hadt, aanbie- midlerwyl verklaard „ dat zyne Meesters be- ding van w jgjj Waren, om te raadpleegen op de bui- dam.er' » tengewoone lasten, 't welk tot hiertoe ge- „ weigerd geweest was, midsmen't ftuk der „ Nominatie tegelyk afdeede; alle Refolu- „ tien, met naame die van den agtentwintig- „ ften van Louwmaand, en alle aanteke- „ ningen, voor en tegen, ligtte uit de Regis- „ ters, en alles, ondertusfchen, liete in den „ ftaat waarin het was." Doch dit vondt ook geenen ingang. De Raadpenfionaris fprak , daar-
|
|||||
LXI.BoEK. HISTORIE.
|
|||||
daarna, op 't aanhouden van Alkmaar en 1690.
Enkhuizen, nog omtrent een uur, met die —— van Amfterdam: en bragt toen voor befcheid, dat de jongde voorflag van den Penfionaris het uiterfte was van hunnen last. De Leden Zyword* verklaard hebbende, ook niet verder te kon- "^we- nen komen dan zy gekomen waren, fchoot 'er zen* nu niets overig, dan het beftuit, op den voor- flag der Edelen, op te maaken (d). Men ver- De Ver- fchoof dit egter tot den agtentwintigften, en ?a(1«''ng toen werdt, door de Vergadering, verftaan en J"jj"tt verklaard „dat, naardemaal Burgemeesters nende „ en Vroedfchap van Amfterdam niet naar- Schepen« „ kwamen de Refolutie der Staaten van den 'e ho"* „ agtentwintigften van Louwmaand, zy zig 0n"fla °.or „ ook niet konden bedienen van de magtiging gen, en „ tot het aanblyven van Schepenen-, met het derzei- „ gene'er aan vast was, ingevolge der Reib- ^er be_ „ lutie van den tweeden van Sprokkelmaand wrey„e.oor „ desjaars 16Ö9; buiten welke, de Schepens \0Qi,' 9, van den voorleeden jaare geen regt, magt „ of gezag hadden , om hun ampt te blyven „ waarneemen; dat zy, derhalve, gehouden „ werden voor ontflaagen, en alles wat zy, na „ deezen, zouden verrigten, voor nietig en „ van onwaarde, zonder dat daarop, in of „ buiten regte, eenig vervolg zou mogen ge- „ daan, of toegelaaten worden: van al 't wel- „ ke men Burgemeesteren en Vroedfchap, en „ Schepenen van Amfterdam zou kennis gee- „ ven, den Schout der Stad te gelylc belasten- „ de, deeze Refolutie te doen agtervolgen. „ Ook
(«O Zie Holl. RIerc. van ifyo. hl, 7<J-8o.
|
|||||
fz VADERLANDSCHE LXI.Boek;
itfjx». „ Ook zou men een affchrift derzelve zenden
—— „ aan zyne Majesteit van Groot -Brkanje, als „ Stadhouder van dit Gewest, met verzoek, „ dat dezelve zyn Stadhouderlyk gezag wil« „ de in 't werk ftellen, om de Relblutie van „ den agtentwintigften van Louwmaand te „ doen agtervolgen, en alle verdere verwy- Amfter- M deringen te voorkomen (e)." De Penfio- tiatér't' par's van Amfterdam protesteerde wederom te
gen deeze Refolutie , dezelve verklaarende voor onwettig, en zynen Meesteren het regt voorbehoudende, om daartegen, in tyd en wyle Zulke aantekening te laaten doen, als zy zouden geraaden vinden. Hy verhaal- de egter nog „ dat zyne Meesters neigden , „ om over de gemeene lasten in onderhande- ,, ling te treden, zo de Staaten de Schepens ,, van 't voorleeden jaar in dienst houden wil- „ den tot den tyd der veranderinge, en de „ voornaame zaak afdoen, binnen den tyd van „ zes maanden." Doch deeze opening werdt, zo wel als de andere voorflagen, van de hand geweezen, en de jongde Relblutie ter uitvoe- ringe gebragt. XIV. Te Amfterdam, werdt, terftondt, Vroed- De meer- fchap belegd, om te overleggen, wat verder derhcid tfi ^Qen fl.on(jt. De meesten, ziende geene Vroed- kans, om de Leden van Holland te doen ver- fchap b». anderen van gedagten, en dugtende voor de fluit toe verwarringen , die , uit de uitvoeringe der ÜJf*»« iongfte Refolutie, te verwagten waren, be-
ven , en J o . o » , der Staa- gonden te neigen tot het omhelzen van den
mid-
|
|||||
C<0 Refol.. Huil. 28 Mr. 1690.
|
|||||
LXI.Boek. HISTORIE. $>$
|
|||||
xniddelweg, die, van wege de Staaten, voor- J^,
geflaagen was. Eenigen verftonden egter, dat , men zyne ftreng vasthouden , en afwagten ten voor. moest, wat 'er van komen mögt. Toen men flag aan aan 't ftemmen ging , verklaarden zig, van de te nes- zesendertig Raaden , negentien voor de eer- men* fte ; twaalf voor de tweede meening; vyf wa- ren afwezig, 't Befluit werdt dan, naar 't ge- voelen der meerderheid , opgemaakt. Bürge-? meester Nikolaas Witfen begaf zig, in 't be- gin van Lentemaand, naar den Ilaage; hieldt, eerst alleen, en daarna, verzeld van de andere Amfterdamfche Afgevaardigden , een mond- gefprek met den Raadpenfionaris Heinfius, en met den Graave van Portland : welk van dit gevolg was, dat Bors van Waveren en Huidekooper, op den elfden , gevraagd zyn- de , of zy in de gemeene lasten begeerden te be- willigen P antwoordden „ dat het werk der „ Schepenen, vooraf, moest afgedaan wor- „ den; dat zy bereid waren, hunne Nomina- „ tie aan de Staaten over te leveren, mids al- ,, Ie Refolutien en Aantekeningen , deswege „ genomen en gemaakt, uit de Notulen gelige „ werden: " in welke voorwaarde, de Leden, terftond, bewilligden. Ten volgenden dage, De No- werdt de Nominatie ter Vergaderinge over- minatic geleverd (ƒ), met verzoek, dat de Staaten ^e0nrdstaa. den Prefident en Raaden van den Hove wil- teu gcie. den lasten , de verkiezing van Schepenen uit verd. dezelve te doen. De Staaten beflooten, hier- zy zen' op „ de Nominatie te zenden aan zyne Ma- ^ "^ ?j J8" geland.
ifi Zie Holl. Mcrc. ran 169a. */. Cl, te; |
|||||
$>4 VADERLANDSCHE LXLBomö
|
|||||
*<Si>o. ,, jefteit van Groot-Britanje, om uit dezelve,
■ „ als Stadhouder van dit Gewest, de verkie- „ zing te doen. Midlerwyl, zouden de Sehe-
„ pens van voorleeden jaare en de onderge- „ fchikte Regtbanken in hunnen dienst vol- „ harden , tot dat de verkiezing van nieuwe „ Schepenen gefchied zou zyn ; behoudens, „ dat, hierdoor , aan de eene zyde , de Pri- „ vilegien van Amfterdam niet zouden geagt „ worden verkort te zyn , noch daaruit eeni» „ ge gevolgen getrokken worden , tot nadeel „ van dezelven; en dat, aan de andere zyde, „ zyne Majefteit van Groot-Britanje , daar- „ mede ook niet zou begreepen worden ge- „ krenkt te wezen in de voorregten , hem als „ Stadhouder van dit Gewest toekomende , „ noch daaruit eenig gevolg getrokken , tot „ benadeeling van dezelven : alzo de Staaten „ onveranderlyk bellooten hadden, zyne Ma- „ jefteit, in deeze voorregten , en de Stad „ Amfterdam, in derzelver Privilegien , vol- Koning „ komenlyk, te handhaaven (g)." In gevol- Wiiiera ge van (jj,- Gefluit, werdt de Nominatie Ko- dier- "frg Willem toegezonden , door de Staaten, kiering Hy deedt 'er , terftond , de verkiezing uit: vit» die , naar ouder gewoonte , in eenen befloo- ten Brief, den Schout der Stad toegezonden werdt. Op de Nominatie waren gefteld Fran- cis de Vlcq , Mr. Dirk Munter , Mr. Frangois de Vroede, Mr. Fredrlk Dankerts, Mr. Nikolaas Korver, Mr. Nikolaas Six, Mr. Ellas Coyma/is, Mr. KoenraadBurg, DaiiïdHochepïed, Mr. Joan Blaauw,
(£) Refol. IIoU» J3 Maart ißjp. II. ie».
|
|||||
HISTORIE.
|
|||||||||||
LXI.BOEK.
|
|||||||||||
95
|
|||||||||||
Blaauw , Jan van Oosterwyk , Jan Commelin , «$90;
Jacob Schot en Mr. Joris de Waan. Uit dee--------•* j
zen, verkoorzyneMajefteit, totSchepens, de
Vicg , Munter , de Vroede, Dankerts, Kor- ver, Six en Blaauw. Te gelyk , fchreef hy *■ aan de Staaten „ dat hy niet twyfelde , of zy deswege w zouden goede redenen gehad hebben , om aan de „ hem de Nominatie niet te laaten toekomen , Staaten. „ door de Regeering van Amfterdam ; maar „ ze hem zelven toe te zenden ; dat hy, hier- „ om , niet hadt willen nalaaten , de Verkie- „ zing uit deeze Nominatie te doen ; fchoon „ hy anders ook gaarne zyn Stadhouderlyk „ gezag zou gebruikt hebben , om der Staa- „ ten Refolutie te handhaaven. En gelyk hy „ vastelyk vertrouwde, dat de Staaten de ver- „ eischte zorg draagen zouden , voor de be- „ houdenis zyner Stadhouderlyke voorregten ; „ zo wilde hy zig ook een' voorftander too- „ nen van de Privilegien der Stad Amfterdam; „ en om, niet alleen de Regeering, maar „ ook de burgery, het voordeel deezer Pri- „ vilegien te beter te doen genieten , zou hy „ niets liever zien, dan dat ze hem allen, zo „ verre de Regeering en ook de goede bur- „ gery en ingezetenen raakten , werden toe- „ gezonden (/5)." Doch ditlaatfte gebeurde niet, en was ook niet te verwagten, 't Ver- fchil over de Nominatie van Schepenen en over de zitting des Graaven van Portland was, hiermede, volkomenlyk, vereffend. De Stad Amfterdam bewilligde, eerlang, in de gemee- ns i * ) ZU d«£« Misfive in äe Ho!!. M«c. van 1690. W. 83.
|
|||||||||||
j>6 VADERLANDSCHK LXI.BozxJ
Ï690. ne lasten. Haare Afgevaardigden , Witfen ,
ris en Secretaris, woonden , op den zevenen- twintigften van Lentemaand , de Vergadering by , in de tegenwoordigheid des Graaven van Portland, die, kort hierop, zyn affcheid nam , en te rug keerde naar Engeland (*). Met de Nominatie van Schepenen van Amfterdam , werdt, naderhand, van jaar tot jaar, zo lang Koning Willem leefde , gehandeld op gelyke wyze , als in deezen jaare gefchied was (k). De andere Steden zonden ze zelven aan den Koning. Wy hebben den afloop deezer gefchillen ,
wat omftandiger , willen te boek ftellen , om dat het verhaal daarvan den opmerkenden den inwendigen ftaat van 's Lands Regeeringe , en de voorregten , belangen en inzigten van den Stadhouder , van de Edelen en van de Steden deezes Lands nader kan doen kennen ; welke kennis regtfchaapen' Liefhebbers des Vader- lands altoos gehouden hebben, voor eene dej nuttigften, die uit 's Lands Historie te haa- ien zyn. xv> Terwyl deeze twist in Holland duurde, wa- Onhmen ren 'er, ook in andere Gewesten , eenige ver- in Over- deeldheden in de Regeeringe ontftaan , van ysfei ms- wei|cen Wy hier een kort verflag doen moeten. Ridder- In Overysfel, lag de Ridderfchap overhoop fchap en met de Steden , die zig , naar 't oordeel der Ede-
f O Bnll. M°rc. vnn 1690. il. 8*.
(*) Z'e fttlbl. H01I. 30 'Jfna. i6f»r. tl. 7*. en, «p de V0|i
jende jaaren, tot 170» toe, omtrent den zelfden ty<S. |
||||
LXi.BoEp; HISTORIE. 97
Edelen, te veel gezags hadden aangemaatigd,
over de belastingen op de middelen van ver- teeringe, zonder het Lid der Ridderfchap ge- kend te nebben naar behooren. Ook hadden de Edelen nog eenige andere punten van be- zwaarnisfe tegen de Steden. De Koning van Groot-Britanje, Stadhouder van 't Gewest, kennis Van de oneenigheid bekomen hebbende, magtigde de Heeren Hutöert Roozeboom , Tee- reftein van Halewyn en Nikolaus Kan, RaadsJui- den in den Hoogen Raade, in 't Hof en in den Raade van Brabant, om dei gefchillen, by be- middeling of beflisfing,af te doen. DeGemag- tigden, in Sprokkelmaand, de Steden verwit- tigd hebbende van hunne äanflaande komftè; begeerden deezen eerst een Affchrift te zien Van derzelver last, op dat zy weeten mogten, in hoe verre, zy zig daarnaar hadden te voe- gen. De Gemagtigden maakten hierin zwaa- righeid, en bepaalden, in eenen tweeden brief» den tyd hunner overkomfte nader. De Ste- den Deventer, Kampen en Zwolle beklaag- den zig toen, in eenen brief aan Koning Wil- lem, zeer Over de handelwyze der Ridder- fchap , die haare bezwaarnisfen voor zyne Ma- jesteit gebragt hadt, buiten kennis van de Steden. Te gelyk, verzogten ze, dat zyne Ma- jesteit haar wilde handhaaven by haare voor- regten, welker behoudenis haar, ook by het Reglement van den jaare 1675, was toegezeid. Ook hadt zyne Majesteit daarin verklaard, dat hy zig niet belasten wilde met de ken- nisfe van eenige Provinciaale zaaken, die hier- om nog minder tot eenigen zyner Gemagtig- XVI. Deel G den |
||||
5>8 VADERLANDSCHE LXI.Boek;
dëfl fcheéh te behooren. De Koning ant-
woordde, vooreerst, niet op dit fchtyven5 doch berigtte den Steden j terwyl derzeiver brief nog onder weg was, dat de drie Gemag- tigdéhj die hunne reis tot hiertoe verfchoo- ven hadden 9 in 't kort, ftonden te komen. Ook kwamefi zy,in 't begin van Grasmaand, te Zwolle aan. Hier hoorden zy de Riddeffchap 5 en belastten, terftond daarna, de Steden op derzeiver b'ezwaarnisfen te antwoorden, bin- nen driemaal vierentwintig uuren,dentusfchen beide komenden zondag daaronder begreepem De Steden, hiertoe geene kans ziende, of meer genegen, om de gefchillen, buiten de Gemag- tigden, op den Landdag, af te doen, floegen zulks derRidderfchap voor; die hiernaar gee- ne ooren hadt. Toen pröteßeerden de Steden tegen alles, wat verder gehandeld zou wor- den , en fchreeven andermaal eenen klaagly- ken brief aan den Koning, die zelf, by voor- raad , eene uitfpraak deedt over de hangen- de gefchillen, gedagtekend uit Whitehally den vyfentwintigiïen van Grasmaand ; waar- by belast werdt „ dat de gemeene middelen $, zouden geheeven worden, op den ouden i, voet, zonder dat de Burgemeesters der Ste- ,, den, ondereenigerlei voorwendfel, eenige „ meerdere lasten Zouden mogen vorderen: of „ zo zy zulks dienftig oordeelden, zouden zy, j, deswege, een ontwerp moeten leveren aan ty 's Konings Gemagtigden, door bemidde- M ling van welken * men nïet de Ridderfchap* fj hiernaar eene Ordonnantie beraamen zou« j, en in geval meßt elfeandereri niet mögt kon- 9f neis'
|
||||
ixi. boek. Historie. &
$, nen verftaan ^ zou dé beflisftng blyven aan i6$*i
„ Zyne Majesteit. Voorts , zouden de Ste- —iw „ den, voor Herfstmaand deezes jaars oüderi ^, ftyl, antwoorden moeten, op de bezwaar- „ nislen der Ridderfchap (f)." Door deezë uitfpraak by voorraad , werdt de ftaat der geldmiddelen van 't Gewest buiten verwarrin- ge gehouden: Doch of en hoe degefchillen ; tusfchen de Ridderfchap en de Steden, ein- delyk, beliegt geworden zyn, is niet tot my- ne kennisfe gekomen. Van minder belang was het gefchil, welk, xvi ,
reeds in 't voorleeden jaar, tusfchen de Staa* VerfcMf. ten van Stad en Lande en den Stadhouder <feSg**f van 't Gewest, Prinfe Henrik Kafimir van ten en" Nasfau, ontftaan was; doch haast gefmoord den Stad- werdt. De Kompagnie Paarden van den Rit- Kouder meester Nyeveen, ftaande ter betaalinge vari van Stld Stad en Lande, was, in Grasmaand des voor- ae, ovêt leeden jaars, op Patent der algemeene Staa- 't begee- ten, getrokken uit dit Gewest naar Deventer, v?" ee- en van daar naar Kalkar, Zante, en eindelyk "^Kom- naar't Leger voor Bon; omtrent welke Plaat- padden, fen, zy gebleeven was, tot in Herfstmaand, foafzyn' óp den twaalfden van Welke, de Ritmeester des Sta(1" överleeden was. Eenigen tyd hierna, trok o°"^e" deeze Kompagnie haar 't Leger der Staaten, vallen, in de Spaanfche Nederlanden, daar zy, te vooren, geweest was. Zy lag toen te Genap- pe. Prins Henrik Kafimir kwam hier Ook, eer- lang, en begaf de opengevallen' Ritmeesters- Plaatfe. De Staaten van Stad en Lande, bier-
(JXZie lioll. Merc. ren 1630. tl. 84-91, Gz
|
||||
toe VADERLANDSCHE LXI.Boek}
i$9o. hiervan kennis bekomen hebbende, oordeel-
—— den, dat Prins Henrik de paaien zyns gezags overfchreeden hadt, om dat hy niet by 't Le- ger geweest was, ten tyde van 't openvallen der Plaatfe, en om dat de Kompagnie, toen de Ritmeester overleeden was, aan den Ryn, onder 't opperbevel van den Keurvorst van Brandenburg, gediend hadt. Zy beflooten dan, de Plaats zelve te begeeven, en gaven Prinfe Henrik kennis van dit befluit. Zyne Doorlugtigheid antwoordde, op den twaalf- Redenen den van Wintermaand, uit Leeuwaarden „ dat houders.' » h? zi§» terftond na. 't ontvangen van zy-
„ nen last als Veldmaarfchalk, en na 't af- „ leggen van den eed, begeeven hadt naar 't „ Leger van den Staat, zig aldaar kwytende „ van zyn beroep in den Veldtogt, welk hy ,, niet meende, door het afzyn van eenige „ weeken, eenigszins, verzuimd te hebben; „ dat hy, ten tyde van het overlyden van den „ Ritmeester Nyeveen, wel niet te Genappe , „ maar nogtans in de Spaanfche Nederlan- „ den geweest was, bezig in 's Lands dienst; „ dat 'er nimmer beflooten was, deeze Kom- „ pagnie te leenen aan den Keurvorst van „ Brandenburg; maar dat zy, nevens de an- „ dere troepen van den Staat, geftaan hadt „ onder haare eigen'Overften, en zig, daar- „ na, op Patent van den Prinfe van Waldek, „ hadt moeten begeeven naar het Hoofdleger, „ in de Spaanfche Nederlanden. Zyne Door- „ lugtigheid befloot, derhalve, dat hy, in 't „ begeeven der genoemde Ritmeesters - Plaat- „ fe, niets gedaan hadt, dan waartoe hy be- „ voegd
|
||||
LXI.Bork. HISTORIE, ioi
„ voegd was en vertrouwde van de billyk- i<jp»j
„ heid en edelmoedigheid der :Staaten , dat ■ „ zy, zyne<redenen gezien hebbende, veran-
„ deren zouden van gedagten, en zulk een „ befluit neemen, als meest met de behoude- „ nis zyner agtinge overeenkwame." . Het Redenes antwoord, welk hier, vanwege de Staaten der Sla*? van Stad Groningen en Ommelanden, op teDk kwame, was den tweeden van Louwmaand gedagtekend. Zy merkten,in het zelve, aan, „ dat, 't gene zyne Vorftelyke Doorlugtig- „ heid bun geliefde te kennen te geeven, van „ zyn afzyn om den last van Veldmaarfchalk „ te ontvangen; van zyn verblyf in 'de Spaan- „ fche Nederlanden , fchoon niet te Genap- „ pe; en dat de Kompagnie van Nyeveen den „ Keurvorst van Brandenburg niet zou ge- „ leend geweest zyn, huns oordeels, hetge^ „ fchil niet raakte. Zy redeneerden uit een „ ander beginfel, en leiden tot een' grond- „ ilag, dat het begeeven van alle krygsamp- „ ten, als een wezenlyk deel der opperfte „ magt, alleenlyk behoorde aan de Staaten „ van den Lande, ten ware men duidelyk; ,, toonde, dat en hoe verre dezelve van dit ,. hun regt waren afgedaan. Naardemaal nu „ zyne Vorftelyke Doorlugtigheid verklaard „ hadt de begeeving der Ritmeesters-Plaatfe „ alleenlyk te hebben gedaan, uithoofde van „ de magt, hem, door de Staaten, byzyne „ Inftruftie, verleend, kwam alleen in beden- „ king, wat deeze Inftruétte inhieldr. Vol- „ gens het vyftiende Lid derzelve , ftondt s> aan den Stadhouder het begeeven der Plaät- G 3 „ fen |
||||||
■>;
|
||||||
I
|
||||||
td* VADERLANDSCHE L&I. Boe^
}€$?. n fen van Ritmeesteren, Kapiteinen, Luitq-
J-^-. „nants, Kornets enVendrigs, die in't veld „ waren opengevallen, mids hy zelfs daarby f, tegenwoordig ware. Maar zyne Vorstelykè „ Doorlugtigheid was niet tegenwoordig ge- „ weest op den Duitfchen bodem, daar de ,, Kompagnie lag, toen de Plaats open viel; „ 't welk genoeg was, om te doen zien, dat j, de voorgaande befluiten der Staaten op re- „ den fteunden ; waarorn zy vertrouwden, „ dat zyne Vorftelyke Doorlugtigheid zig de ,, begeeving der Plaatfe, ingevolge van dee- ,, ze befluiten, 'door de Heeren van de Om- ,, melanden gedaan, zou laaten welgevallen „ (m)" Ook meen ik, dat de Prins zig 'er naar gevoegd heeft. Immers , ik vind niet, dat dit gefchil eenig verder gevolg heeft ge- had, xvii. Dochj na dat wy ons, dus lang, binnen^ ^snvang Lanc}s hebben opgehouden, wordt het tyd, fche ajly"- ^at vvv tot ^e uitheemfche en oprlogszaaken een- wederkeeren. Keizer Leopold, zig in Bloei- ïwmsr. maand des voprleeden jaars, met de Staatent tegen Frankryk verbonden hebbende (»), hadt, federt, deRyks-Vorften en Stenden, te Augs- burg befchreeven, kragtiglyk opgewekt tot den oorlog (a). Ook zogt men meer Mogend- heden te doen treeden in dit Verbond. Groot- Britanjewerdt 'er, gelykwyboven zagen(j!>)» het eerst toe overgehaald, in Wintermaand des
(m) Zit Ro'1 Merc. van 1690. il. 93-9?.
. 1 n ' Zie bier v»Oi. il- i<>. (öl ZU Huil. Merc van li&fj. il. 453 enz. iff) Biedt. 46. |
||||
PCL Boek. HISTORIE. 103
des jaars £689. Doch men befloot ook, om- itg<$
trent deezen tyd, eene Byeenkomst aan te
leggen in den Haage van Gevolmagtigden der
Bondgenooten, op welke de zaaken, die 't ge- meene Bondgenootfchap betroffen, overlegd en geregeld werden. De uitheemfche Gevol- magtigden begonden hier aan te komen, met het begin deezes jaars, en op den zestienden van Lentemaand, werdt de Byeenkomst ge- opend in de Treves - kamer, die voor eene on- zydige plaats gehouden werdt. Hier verfchee- nen, eerlang, Gevolmagtigden des Keizers, en der Vorften en Stenden , die 's Keizers zyde hielden, teweeten, die der Keurvorften van Ments, Keulen, Beieren,Saxen,Brandenburg en de Palts; die des Hertogs van Hanover ; die des Landgraafs van Hesfen-Kasfel; die des Hertogs van Wolfenbuttel; die der Stenden van Gulik en Berg, en die van den Bisfchop van Luik. Voorts, de Gezanten van Span- je, Groot-Britanje en Savoje: behalve de Ge- volmagtigden van de Staaten der Vereenigde Gewesten , zynde de Baron van "\Vasfenaar- D ui venvoorde , den Raadpenfionaris Hein- Tuis , de Heeren van Odyk, van Dykveld en eenige anderen (?)• De Koning yan Spanje spsnfs tradt, op den zesden van Zomermaand, in 't necmc groot Verbond: en Fiktor Amadeus de II, Her- ^boad tog van Savoje, niet voor den twintigften van aanr. u•* Wynmaand (r). On-
(?) Bl'rnet ViA, II. p. 78. Holl. Merc. van ißyo. tt.
< f folez Du Munt Corps P.iplom. Tbin. VII. £. II. i. G4
|
||||
io4 VaDERLANDSCHE LXI.Boek.
löj)«. Ondertusfchen , was de veldtogt deezes
■------jaars, ter oorzaake van de ongereedheid der
XVIII. Hoogduitfchen , van de zyde der Bondge-
▼«fderf noocen' *aat geopend e" ongelukkig uitgeval- veidtogt *en' Óe Staaten hadden gaarne Koning Wil- in de lern gezien aan 't hoofd van hun Leger, welk Spaan- [n Brabant ftondt verzameld te worden; doch derfar* ^ hac^ zi§ verontfchuldigd, ter oorzaake van den, den toeftand van Ierland, alwaar zyne tegen- woordigheid hooglyk vereischtwerdt. De Prins van Waldek kreeg dan 't opperbevel wederom, over's Lands krygsmagt te lande. De Koning van Frankryk hadt zyn Leger in de Nederlan- den gefteld onder 't bevel van den Maarfchalk, Geve« Hertoge van Luxemburg. Maar eer hy nog by Na. te ve\^e kwam, viel 'er, niet verre van Namen , ^6"' op den vierden van Grasmaand , een gevegt voor, tusfchen eenige vyandlyke manfchap uit de bezettingen van Filippeville , Dinant en Charlemont, en een gedeelte der Spaanfche bezettinge van Namen benevens agthonderd Staatfche knegten, onder den Kolonel Franfois Nikolaas Fagel; waarin de Bondgenooten mer- kelyke voordeden behaalden op de Franfchen (j). Doch dit voorfpoedig begin des veldtogts werdt, eerlang, van den ongelukkigen flag by Fleury gevolgd. De Hertog van Luxemburg, zyn Leger te S. Amand gemonfterd hebben- de , trok van daar op, om den Prins van Wal- dek flag te leveren; terwyl d'Humieres, raet een klein Veldleger, den Markgraaf van Gas- tanaga, die zyne benden, byGend, famenge- trok- |
|||||
CO Holl. Merc. ven 1690. il. 168.
|
|||||
LXLBoek. HISTORIE.
|
|||||||
105
|
|||||||
trokken hadt, werk geeven zou. Waldek hadt la^
het Leger der Staaten verzameld te Wavere, ■ vanwaar hy, verneemende, dat Luxemburg op weg was naar de Sambre, opbrak naar de Pieton, een' kleinen Stroom, die by Charle- roi in de Sambre valt; langs welken, hy zig nederfloeg, om op de beweegingen des vyands te pasfen. Op den negenentwintigften van Zo- mermaand, zondt hy den Luitenant-Generaal van Weïbnum, met de Ruitery, vooruit om kennis re nemen; die, dien dag, tot aan 't Dorp Mellé, voorttrok. Waldek volgde hem, met het gros des Legers, zig nederflaande, omtrent eene Plaats, Óieval blanc genaamd. Ondertusfchen, was het Franfche Leger, niet Slag hy verre van 't Kasteel Froimont, tusfchen Na- Fieury. men en Charleroi, over de Sambre geraakt; en een gedeelte van het zelve floeg den der- tigften reeds op weg naar den kant van het Dorp Fieury, toen het, door den Graave van Flodroff, met eenige Ruitery vooruit gezon- den , ontdekt werdt. In 't Leger der Staaten, hadt men ook kondfchap van den togt der Franfchen, en reeds meer dan één teken ge- geven , aan Flodroff, en aan den Graave van Berk, die hem verzelde, om te rug te keeren. Doch deeze bevelen werden langzaam naar- gekomen : 't welk den vyand gelegenheid gaf, om Flodroff en Berlo, in 't aftrekken, op de hielen te zitten, en tot tegen de linker' vleu- gel van 't Leger der Staaten, welk toen, ge- deeltelyk, in flagorde ftondt, te rug te dry- ven. De Graaf van Berlo fneuvelde, in deeze gelegenheid. De Franfchen bleeven, tot 's a- G 5 vonds |
|||||||
io6 VADERLANDSCHE LXI.Boes.
i<5po. vonds toe, by Fleury, in flagorde ftaan; doch
——- keerden toen, naar hunne voorige Legerplaats, by Villaine, te rug. Waldek, fchoqn merke- lyk zwakker van volk dan Luxemburg, zag zig genoegzaam in de noodzaakelykheid ge- bragt, om eenen veldflag te waagen; zo hy't platte Land en de zwakfte Steden van Spaansch en Staatsch Brabant niet ten prooi je laaten wilde, voor den vyand. Poch men vondt ge- waden, vooraf, van Legerplaats te verande- ren , en meer waters te zoeken. Des anderen- daags's morgens, zynde den eerften van Hooimaand, kreeg men in 't Staatfche Lege? berigt, uit eenen overlooper, dat Luxemburg gezind was te (laan. Maar wat laater, bood- fchapten twee verfpieders, die van beide de partyen geld trokken , en beide de partyen verrieden, dat de Franfchen bezig waren, om over de Sambre te rug te trekken. Deeze ty- ding hieldt den Prins van Waldek in onzeker- heid, en deedt hem befluiten, zig ftil te hou- den , tot dat hy wist, wat de vyand in den zin, hadt. Wat laater, vernam men, dat het gant- fche Leger der Franfchen aantrok op het Staatfche, welk toen, in twee Linien, nevens het Dorp Fleury, gefchaard fïondt. De reg- ter vleugel der eerfte Linie ftondt onder be- vel van den Prirife van Nasfau - Saarbrugge, den Luitenant-Generaal tfflubuy en den Prin- fe van Birkenfield: de middöltogt en linker yleugel onder den Prinfe van Nasfau, Stad- houder van Friesland, de Luitenant-Gene- raals Aylua en van Weibnum: de tweede Li- nie pnder den Luitenant-Generaal Helwig. |
||||
J.XI.B.ÓW. HISTORIE. 107
De Legerplaats der Staatfchen rees, zagte- kj^©.
iyk,naar de regter zyde: 't welk, meent men, —— den Hertoge van Luxemburg gelegenheid gaf, pm de linker vleugel zyner Ruiterye, met welke hy, van ter zyde en van agteren, op het Staatfche Leger dagt in te vallen, te ver- bergen voor 't gezigt der onzen. Immers,het Franfche Leger was zo geplaatst, dat de lin- ker vleugel van het zelve aantrok op de lin- ker vleugel van het Staatfche; terwyl 's vyands regter vleugel voorby toog, om van ter zyde en van agteren aan te vallen: gelyk gefchied- de. De Ruitery der linker vleugel van het Staatfche Leger werdt toen, gedeeltelyk, in wanorde gebragt: doch, eerlang, bygéfpron- gen door de regter vleugel, die den vyand in de zyde viel, en wakkerlyk te rug dreef, 't (Gevaar van 't voetvolk der linker vleugel deedt de regter vleugel, nogtans, wederom keeren. Maar 's vyands regter vleugel, ondertusfchen, bok in 't gevegt geraakt zynde, werdt 'er he- yig gefchooten, van alle kanten. Het Staatsch yoetvolk kweet zig dapperlyk. Menigte van manfchap fneuvelde, terwederzyde. De vyand verloor een groot getal van Overften. Den ïlryd zes uuren geduurd hebbende, beflooten de Staatfchen af te trekken: 't welk, voor een gedeelte, al vegtende, langzaam en in goede orde, gefchiedde, tot op de hoogte van Mei- 1£, daar 't Leger te vooren, hadt gelegen. Doch eenige Regementen van de linker vleu- gel, die meest geleden hadt, namen de wyk jaaar Charleroi, daar het overgebleeven voet- volk |
||||
ïog VADERLANDSCHE LXLBoek;
i<Sj)o. volk van den middeltogt, en een gedeelte van
—. De Fianfchen vernagtten op het flagveld, en fchrecven zig dus de eer der overwinninge toe, die hun egter veel volks gekost hadt. Van 't getal der gefneuvelden in deezen flag heeft men, nimmer, zekere kennis können krygen. De Franfchen fchry ven, dat 'er, van de zyde der Staaten, zesduizend ; van hunnen kant, drieduizend man in omgekomen zyn. De on- zen willen dat het verlies, van wederzyde, omtrent even groot geweest is. De fterkte der Legeren wordt ook ongelyk begroot. De Franfchen willen, dat zy eikanderen in getal niet veel ontloopen hebben, en ieder omtrent dertigduizeud man haaien konden. De onzen fchryven, daarentegen, dat het Franfche Le- ger meer dan veertigduizend ; het Staatfche niet boven vyfentwintigduizend man fterk geweest is. De vyand zelf was overtuigd, dat het Staatfche voetvolk zig wakkerlyk gekwee- ten hadt. Doch op 't gedrag onzer Ruiterye viel minder te.roemen. Men verhaalt, dat de Hertog van Luxemburg, van deezen flag fpreekende, plag te zeggen „ dat de Prins „ van Waldek altoos aan de Franfche Rui- „ tery behoorde te gedenken; gelyk hy het „ Staatfche voetvolk nimmer vergeten zou." De Staaten fielden, ondertusfchen, fpoedig orde, op de verfterking van hun Leger. Zy bewoogen den Keurvorst van Brandenburg, om 'er zyne krygsmagt mede te vereenigen, gelyk, in 't begin van Oogstmaand, gefchied- |
||||
LXLBobk. HISTORIE» 109
de (t). De Franfchen hadden, in den flag by 1690:
Fleury, ook zo veel geleeden, dat zy, be- ge Dorpen in Brabant en Vlaanderen, in dee- zen veldtogt, niets meer ondernamen (?/). De wederzydfche gevangenen in den flag by Fleury bleeven lang zittten, om dat 'er, op 't losfen derzelven, nog geene overeenkomst gemaakt was. Dit gefchiedde eerst, in Win- termaand. De Koning van Frankryk en de Staaten kwamen toen overeen, te Bouillon, werwaards Jakob, Vryheer van Wasfenaar en Heer van Öbdam, afgezonden was, over de uitwisfeling en het losgeld der krygsgevange- nen (v). In Grasmaand, was een heimelyke toe- Verraad
leg ontdekt, om Sluis aan den vyand te Ie- teS'uj** veren, en eenige Zeeuwfche Eilanden, ne- ont e vens Kadzand, onder brandfchatting te bren- gen , of af te loopen. Hoofdbeleider van dee- zen flinkfchen aanflag was Jakob Maru'net, Franschman van herkomst en Oud-Schepen te Sluis. Hy hadt ook eenen Kórnelü Rodandsz, Schipper te Sluis, in den aanflag weeten in te wikkelen. Daarna zogt hy Antoni Regnaulty Franfchen Schoolmeester aldaar, aan zyne koorde te krygen; doch deeze gaf 'er den Be- vel-
C *) Zit vsrf. Bricvfn en Verhaalen in dt Huil. Merc- van
ïrtpo. M. 167-100,131,13!». Tindai. Fol. tl. [crXVir.]p. 83.55. Daniel Journal, p. CLVIU-CLX. Feuquieres Mem« Htsr.&Milit. Tum. 1. p. 157, 187. Tom. II. p. 64. (u) Zie Holl. Merc. van i6yo. lil. 334, 335.
(r) Oroof-Plakaatb. JV. Deel, il. 167. Vme% eu'ß Du
Mont Corps Diplom. Tom, VU. P. II. p. S77. Holl. Merc. van löyo. tl. 521. |
||||
iiö VADÊRLANDSCHE L&.BOEfc:
itf$b. velhebber van Sluis kennis van. Martineè
—----, werdt betrapt, met een' brief by zig, aan derf
Heere de Louvois, waarin hy den toeleg o-
pende. Doch deeze brief was, door Regnault, gefchreeven en met Martinets naam onderte- kend : 't welk deeze op hem begeerd hadt, op/ dat hy zyfle hand, daarna, zou können ont- veinzen. Roelandsz raakte ook in Hegtenis. Martinet en Roelandsz werden te regt gefïeld voor den Krygsraad. Martinet werdt veroor- deeld, om geworgd en gevierendeeld; Roe- landsz om gehangen te worden: welk von- nis, op den zestienden van Bloeimaand, werdt uitgevoerd. Regnault, die't ftuk uitgebragt hadt, verwierf een jaargeld van driehonderd guldens van de Staaten. De Luitenant-Kolonel Palmen de Kwartiermeester Bollaarts, verdagt' van kennis gehad te hebben aan 't verraad y werden, in Wynmaand daarna, zuiver gefchou- wen, en in hunnen goeden naam herfteld (yt)i ^ XTX. De vereenigde Engelfche en Staatfche Vioo- Zeeffag ten waren 9 djt jaar, ook ongelukkig geweest.' de Fran- De Staaten, in 't voorleeden najaar, den Se- iche en kretaris der Admiraliteit te Amfïerdam de de vcree- Wildt gezonden hebbende naar Engeland, oni ni?rehEn" met Koning Willem over de uitrusting der en Staat- Vloote te Raadpleegen (rf), hadden maar der* fche tig Oorlogsfchepen uitgerust: éenigen varf Vlooren, welken, onder bevel van den Vice-Admr- op <je raai Gekin Evertfin^ Broeder van Korneliis vang.e- Evertfen, nevens eenige Engelfchen, deKo- vcfier. ningk-i (w) Holl. Mcrc. van ißgo. W 97-104.
( *) Zit Refnl. H,.ii. 25 Qttoi. j Deeimf. i68<j. ÏU $6$t Sil, 4 Jan. 1C90. H. 60 |
||||
tKlftott. HISTORIE. iit
ningklyke bruid van Spanje, Män'a Anna, Dog-
tervanFilipsWillem, Keurvorst van de Palts, in't voorjaar, geleid hadden naar Ferol, zig daarna bezig houdende met kruisten in de Straat: terwyl de overigen, onder 't bevel van den Luitenant-Admiraal Kornelis Evert- fen, zig voegden by de Engelfche Vloote, on- der den Admiraal Torrington, die in Duinslag; doch fedért verzeilde naar S. Helena. Om hem op te zoeken, was de Franfche Vloot, bnder den Graave de Tornville, op den drie? entwintigften van Zomermaand, van Brest, in zee gefteken. 't Liep tot in 't begin van Hooimaand aan, eer de Vlooten in elkanders" gezigt kwamen. De Èngelfchen enStaatfchen beflooten, terftond, flag te leveren. Evertfen geleidde de voorhoede der Vereenigde Vloo- ten; de middeltogt ftondt onder den Admi- raal Herbert. De Admiraal Torrington ge- böodt de agterhoede. Op den tienden, 's mor- gens ten negen uuren , begon Evertfen het* gevegt, op de hoogte van Bevefier, tegen derf Voortogt der Franfche Vloote. Het duurde drie uuren. Toen hielden de Franfchen af. Evertfen kon hen niet vervolgen, ter oorzaa- ke van de ftilte. Ook belette de zelfde ftilte den Vlooten het fcheiden. De itryd werdt dan hervat. De Franfchen, ziende dat Torring- tón niet opkwam, drongen in op het agterfte fmaldeel van den voortogt onder Evertfen. Toen werdt 'er fel gevogten, van wederzyde, tot's nademiddags ten vyf uuren, 't Esquader onder Evertfen werdt deerlyk befchadigd: foyna alle de fchepen reddeloos gefchooten. Groot.
|
||||
It2 VADERLANDS CHE LXI.Bofitó
1590. Groot was ook, gelyk men denken kan, 't ge-
------- tal der dooden. Jan van Brakel en Jan Dik,
Van Bra- Schouten by Nagt onder de Kollegien van de
Dirkeiheu-Maaze en van 'ü Noorderkwartier, lieten hier velen. 'f teeven- Ook fneuvelde de Kapitein Adriaan Noordhei. 't Schip van Kapitein van der Goes9 masteloos gefchooten zynde, werdt by den vyand veroverd. Twee andere Staatfche fche- pen, geheel onbekwaam om dienst te doen, werden, na den flag, op bevel van Evertfen, Vernield. Nog vier zwaar befchadigde Oor- logfchepenen een brander zyn, daarna, ver- ongelukt, of den vyand in handen gevallen. Doch's Lands fchip de Maaze, gevoerd door Kapitein Snel, tusfchen Reye en Hastings, aan ftrand geraakt, en door de Franfchen over- vallen zynde, ontkwam hunne handen; en werdt, flegts ééne mast meer ophebbende, behouden in Goeree binnen gebragt. De Fran- fchen vervolgden de onzen en de Engelfchen, tot op de hoogte van Douvres. De vereenig- de Vlootenbergden zig, grootendeels, op den Theems. Dochverfcheiden' reddelooze Staat- fche fchepen werden, door de onzen, ver- nield, op dat zy den vyand niet in handen vallen zouden (y). De ongelukkige uitflag van deezen ftryd werdt, beide in Engeland en hier te Lande, den Graave van Torrington ge- weeten, die zig, byna geheellyk,buiten 't ge- vegt gehouden hadt (Y). Ook werdt hy, te Lon-
f y) Misfiven van den Luit. Admir. Evertsen van U en 17
jfuly \(u)o. MSS. (z~) Extr. Jouw. van den Luit. Arfm. Evertsen. MS. Zit
otk Rclbl. Holt. 20 July löyo. U. jo5. |
||||
LXLBoEK. HISTORIE. 113
Londen komende , terftond, naar den Tour njp«.
gezonden. De Franfchen fchreeven , dat zy-------
geheel geene fchepen verlooren hadden. Zy
gedroegen zig, na deeze overwinning , als meesters van de zee , deeden , eerlang, eene landing op de Engelfche kust, die egter geen gevolg hadt, en benamen den Engelfchen, Hollanderen en Zeeuwen een groot getal van Koopvaardyfchepen. Koningin Maria , die , terwyl Koning Willem in Ierland was , de Re- geering van Engeland in handen gehad hadt, zondt, terftond na den flag by Bevefier , den Heer Herbert naar den Haage , om de Staaten aan te moedigen , tot het herftellen en ver- fterken hunner Vloote ; waartoe zy , van zel- ven, genoeg gezind waren. Torrington werdt, eerlang, te regt gefteld ; doch van wangedrag zuiver gefchouwen (0), en ontflaagen (b). Sedert, viel 'er weinig voor, ter zee. Alleen- lyk, werdt's Lands Oorlogsfchip, de Kathari- na , gevoerd door Kapitein Jan van Genderen, die eenige Koopvaardyfcheepen naar S. Ubes geleidde , op den negenden van Wynmaand, door drie Franfche Oorlogsfchepen , aangetast en veroverd ( c). De fchade, in den ongelukkigen (lag by Be- XX.
vefier geleeden, werdt ten deele geboet, door Kryp»- de bedrr-
wv ven m
Ierland.
C<0 Mi'fiven van den AmbssC van Otters van TJ jfuly
r' //"■?• '\ Oec. ifgi. MSS. van den Sccr. J. ds Wildt van 18 Aug. 1690. MS. {t>) Zie de Brieven en Verhaal, in de Holl. Merc. van 1699»
il. 100-213. Pokbin Memoir. Tom. 1. p, joo. Tindal PoL iL [ or XVII. ] p. ï5 - 47. Daniel Journal, p. CLV, CL Vi. (cj Europ. Merc. OHot, — Dtc. 1690. bi. 07.
XVI. Deel. H
|
||||
U4 VADERLANDSCHE LXLBom.
i«9d. de overwinning , die Koning Willem, 's daagt
—----na den zelven, behaalde in Ierland. Zyne Ma-
jefteit, in Lentemaand , een nieuw Parlement
bycengeroepen hebbende , hadt zig , voor 't eerst, bediend van een middel, zeer gemeen in Engeland, om, door onthaal en giften, Le- den in 't Huis der Gemeenten te doen kiezen naar zynen zin («?). De party der Whigs, die hem op den Troon geholpen hadt, was by hem verdagt geworden (0), federt dat zy zwaa- righeid gemaakt hadt , om zyne inkomften , ruim genoeg , en voor zyn leeven , of voor een merkelyk getal van jaaren , vast te ftellen. Ook zogt zy, in andere opzigten, den Koning naar haare hand te zetten. Men wil, dat ee- nigen deezer partye , eenige jaaren te Am- fterdam gewoond hebbende , geduurende de Regeering der twee laatfte Koningen , in dee- ze Stad , veel gehoord hadden van 's Konings korzelen en heerschzugtigen aart, en dat zy, hierom , te ligter , vreesden , dat hy , zo wel als verfcheiden' der voorgaande Koningen, eene willekeurige wyze van regeeren zou zoe- ken in te voeren : 't welk hen bewoog , om hem , in veele opzigten, kort te houden (ƒ). De party der Torys hadt. daarentegen, altoos hooge gedagten van 't Koningklyk voorregt gehad. Koning Willem vondt, derhalve, ge- naden , eenigen van deczen te doen verkie- zen tot Leden van 't Huis der Gemeenten , op
C<n TiNt^L l'ul. I. [orXVI.] p. »gf,.
(e ) rtrkf van Anti. »e. Vüye van i(> Die. O. S. iffoo,
CO TiNuM. 1'oL 1. [er XVI. j f.452, 453.
|
||||
LXLBobk. HISTORIE. ïi$
óp dat zy hem mogten können dienen tegen de iè$§;
Whigs , op welker vriendfchap hy luttel ftaäts —^— meer maakte (g). Ook werden j kort na dat het Parlement byeerjgekomeu was, 's Konings ïnkomften, voor den tyd van vier jaarèn, vast- gefteld (/&)• Doch de voorflag om Koning Jakob ar' te zweeren werdt verworpen j door- dien de Torys deezen Vorst nog heimelyk genegen waren ; fchoon zy voorgaven, dat dé Whigs, zo de voorflag ingang vondt, de gant- fche Regeering wederom in hunne handen ge- field zouden zien (*'). Ondertusfchen, hadt de Koning het Parlement reeds bekend ge- maakt , dat hy voorhadt, naar Ierland ovef te fteeken. De Whigs toonden kieinen zin in' deeze reize. „ Zy vreezen," fchreéf de Ko- ning aan den Graave van Portland „ my te ,, zullen verliezen , eer zy hunnen wil geheel- „ lyk van my gehad hebben (k)." De Regee- ring werdt, in 's Konings afzyn , gefteld in- handen van de Koninginne, by eene Akte van; 't Parlement (7). In Zomermaand, begaf des Koning zig naar Ierland , daar de Hertog van: Schomberg , reeds wederom , eenige Steden én Sterkten bémagtigd hadt (tn ). Zyne Ma- jefteit landde te Karrikfergus, in 't Noorden' van 't Eiland , op den vierentwintigften. Ko- ning Jakob hadt Zig gelegerd längs de Rivier; éi.
. (f) Zie 's Konings brief aan den Graave van Portland, gtJTt
E73ï- hï. n. C.A) TiNDAt Fol. I. [orXVl.) p. 499.*' ,
(i) Tindal Fol, I. {or XVI. j p. 50.,-»^.
Ik,) Zie den Brief boven aangehaald, tl. u.'
(I) Zie lloll. Merc. van 1690. il. 130
(.»O Hoil. Mêrc. van i6yo. W.a<4-2l</
H 2T
|
||||
ii6 VADERLANDSCHE LXI.Boek.
1690. de Boyne ; doch trok over den ftroom te rug,
_____op de aankomst van eenige- Ruitery en Dra- gonders , onder den Generaal Majoor Heere van 's Graavenmoer. Koning Willem kwam , op den zevenden , te Dundalk , met zyn Le- ger. Hier werdt overlegd, of men den vyand flag leveren zou ; daar 's Graavenmoer fterk toe riedt, beweerende, dat Koning Jacob ilegts een hadvol volks by zig hadt ( n ). Den tien- den , bezigtigde Koning Willem het vyandlyk Leger , van eene hoogte , en liep toen groot gevaar van een Kanonfchoot, die hem 't vel sug ton van de regter fchouder wegnam. Maar den vol- de Hoy- genden dag , raakte het Leger , gelukkiglyk, ne- door de ondiepten der Riviere , en voorts in een hevig gevegt met dat der Franfchen en Ieren , onder Koning Jakob. Koning Willem plaatste zig, eerlang, aan 't hoofd van eenige Staatfche troepen 3 en viel aan op 's vyandy linker vleugel. De Luitenant - Generaal van Ginkel, die over een gedeelte deezer troepei' geboodt, werdt eerst, door eenen grooten hoop Ieren , aan 't deinzen gebragt; doch , onderfteund door eenige Engelfchen, moedig- de hy zyn volk zo fterk aan ten ftryde, dat de vyand op zyne beurt aan 't wyken raakte, en eerlang , met zwaar verlies , op de vlugt ge- llaagen werdt. 't Gantfche Leger van Koning Jakob onderging het zelfde lot. De zege ver- klaarde zig t'eenemaal voor Koning Willem : die geen grooter verlies geleeden hadt, dan dat van den Hertoge van Schomberg, zynde dee-
(«) Tindal Pul. H. [er XVII. ] p. 8.
|
||||
LXI.Boek. HISTORIE. 117
|
|||||
deezen, reeds in den aanvang des gevegts , 1699.
door eenige Lyfwagten van Koning Jakob ,------
onverhoeds, overvallen en gedood. Doch zo
dra was het Leger van den onttroonden Vorst niet aan't wyken gebragt, of hy zelf floeg den Koning weg op naar Dublin, begaf zig, eerlang, naar Jakob Waterford, en ftak wederom over naar Frank- ^twe" ryk , neemende zynen intrek te S. Germain en naar Laye, welk Paleis Koning Lodewyk hem , tot Frank- zyn verblyf, afgeftaan hadt. De overwinning iyk. aan de Boyne baande Koning Willem den weg tot de verovering van Drogheda, Kork en Kingfale. Doch Limerik werdt, lang , ver- geefs , belegerd. Na 't einde van den veld- togt, begaf zyne Majefteit zig te rug naar En- geland. De Franfche troepen waren, onder- tusfchen , geweeken uit Ierland ; daar de aan- hangers van Koning Jakob, aan kleine hoo- pen verdeeld, zig , voortaan, meest met rop- veryen ten platten Lande ophielden ( o ). In Duitschland , viel, dit jaar , niets voor XXI.
van belang. De verkiezing en Krooning van s">*t den Aartshertoge Jozefus tot Roomsch-Ko- jdocs- °.or* ning, die in Louwmaand voortging, hadt de onLch- toerustingen ten oorloge , eene geruime wyle, land en vertraagd. Hierop , volgde de dood des Her leRen togs van Lotharingen, die op den agttienden £*nj van Grasmaand voorviel. De inhuldiging van den Keurvorst van Brandenburg, als Hertog van Pruisfen, die, door den Koning van Groot- Bri-
CO Hurnst Vol. II. p. 4r-*;a. Tindai f'ol. IT. [ar XVII. ]
f. «0-17, 20-as, 47?74. DaniSl Juiirn. p. CLVJ, CI<Vlj. Holl. Merc. var. ïGjjo. U.216-235, 2351-248. H3
|
|||||
ii8 VADERLANDSCHE LXI.Boek,
ij^ja. Britanje, ook met de Ridderorde van de Kou-
weegingen, insgelyks. Waarby nog kwam, dat de Keurvorst van Saxen, in 't begin vaä Qrasmaand, verklaard hadt, dat hy geen' man naar den Rynkant dagt te zenden, zo de Kei- zer hem niet handhaafde, in 't gerust bezit der Saxen - Lauwenburgfche erfenisfe: 't welk zo laat gefchiedde, dat de Saxifche troepen, niet yoor diep in Zomermaand, in 't veld verfchee- nen QO» De Keurvorst van Beieren kreeg s na de dood des Hertogs van Lotharingen, het opperbevel over 't Keizerlyk Leger. Het Fran- fche in deezen oord werdt, door den Daufyn, gebooden. Beide de Legers pasten zo fcherp pp elkanders beweegingen, dat 'er, van we- derzyde, niets dan eenige fchutgevegten tus- fchen de ftrydende partyen ondernomen wer- den : tot dat de naderende Winter de troepen noodzaakte, het veld te verlaaten (<?). De veldtogt tegen de Turken en tegen den Graa- ye van Tekeli was, dit jaar, ongelukkiglykuit- gevallen voor de Keizerfchen. Prins Lode- wylc van Baden werdt geflaagen in Zevenber-? gen; waarna Nisfa, Widin, Belgrado en Lip- pa den Turken in handen vielen. Kanifcha was, te vooren, ingenomen door de Keizeiv fchen (r). XXiï. In Katatonie, was, in 't voorjaar, door hei- Erygsbe- >' rn^ fp~) Hol!. Merc. van 'Gpo. tl. 154-ï«7.
fa) Danirl Jnurnal, P- CLX. Holl. Merc. van 1C90. U,
949. %i<)- T1N11AL Fol. II. [orXVii. ]p. 93-98. oS Hbi's Hifi. de l'Empire Tam. ui. p. 347. HoII. Mer$
V*n 1690. il. »88? 308, ' ~ |
||||
LXI.BoEK. HISTORIE. 119
|
|||||||
melyk beleid der Franfchen, eenen opftand 1609.
verwekt, die van gevaarlyke gevolgen geweest |
|||||||
zou zyn voor Spanje , zo de opgezetenen ty- dry ven
dig genoeg onderlleund geweest waren, door |n 'p*' den Hertoge van Noailles; alzo de Hertog van Villa Hermofa, niet voor Oogstmaand, in 't veld verfcheen. Nu waren de muiters, door eenig Spaansch Krygsvolk, te onderge- bragt, en Noailles maakte zig alleenlyk mees- ter van eene Vesting van klein belang, eer Villa Hermofa op de been kwam. De veld- togt eindigde hiermede, in deezen oord (7). Viktor Amadeus de II, Hertog van Sovo- De He*-
je, hadt, federt den aanvang des ooiiogs, eene *°S Yan foort van onzydigheid bewaard, hoewel hy ^t\vu. meest helde over dezydevan Frankryk. Doch, ^ zyde door den tyd, befpeurende, dat het Franfche van Hof hem in eene genoegzaame afhangkelyk- Fr*|l1'' heid zogt te houden, leende hy ooren naarry ' de voorflagen, die hem, van wege den Keizer en de Kroone van Groet-Bikanje, gedaan werden, en liet zig, eerlang,beweegen, om Frankryk den oorlog te verklaaren. Hierop volgde de verlosfmg en vryheid der Piemon- teefche Dalluiden, door toedoen des Konings van Groot-Britanje en der Staaten die, reeds in 't voorjaar, gearbeid hadden , om deeze hunne Geloofsgenooten, met geld en krygs- behoeften, te onderlleunen (f). Der Staaten Kommisfaris van der Meer, ,die zig thans te Ge-
O) Tinmi. Vol. II. [et XVII.] p. y8. Europ. Merc. Ja*
AXury— Aluatt lrtyo. l/l. ir,-j. (O Secr. Raio!, üener. Luua 6 Rfcrlis 7 Ft l/r. iC'jO. MS$t H4
|
|||||||
120 * VADERLANDSCHE LXI.Boek."v
1Ä90 Geneve en daaromtrent ophieldt, hadt het be-
—— leid over deeze onderfteuning («), De Pie- monteezen, eerlang, met den Hertoge ver- zoend , namen , gereedelyk , de wapenen op tegen de Franfchen , die, onder den Heere de Catinat, by Salufes , flaags raakten tegen den Hertoge. Catinat behaalde hier de overwin- ning , en veroverde, daarna, Salusfes, Savil- lana , Villa Franca en andere PJaatfen. Ook viel hem Suza, federt, in handen. Het gant- fche Hertogdom Savoje , op Montmelian na, zoekt on- was, midier wyl, veroverd door S. Ruth. De dcrftand Hertog van Savoje, wien de Keizer, uit hoof- by de ^ «je van zynen eisch op het Koningkryk van Staaten; Cyprus } den tjtei van Koningklyke Hoogheid toegeftaan hadt, zig in deeze engte bevinden- de , zondt den Graaf de la Tour , eerlang , naar den Haage , om onderftand te verzoe- ken van de Staaten. Ook deedt de Gezant, ten zelfden einde, een' keer naar Engeland. Koning Willem en de Staaten flooten , eer- lang , een Verdrag met den Hertoge (?), waar- by hem dertigduizend Ryksdaalers ter maand beloofd werden , twee derde door de Kroone van Groot - Britanje , en een derde door de treed in Staaten te betaalen (V). Sedert, tradt deHer- *t Groot t0g 00k in 't Groot Verbond; gelyk wy boven Verbond. , ^ ree(js hebben aangetekend. De Graaf de K la ( u~) Scer. Reib'. Gener. 54 Jnly tfigo. MS Misfive van den
Comra A. van dbr Meer uit Turin den 11 April ifiyi. MS. (v ) Zie Notul. *ceJ. tan löpü. tl. 144. Secr. Refol. Cener.
Joyh o Nov. 1690. MS. (w) Holl. Mere. van 1690. hl m-iü?, 317. TjNDAI Voi.
II.forXVH. ] p- 74.83. BüRNST Vol, II. p. 64. (*) Bladz, 103.
|
||||
LXILBoek. HISTORIE. 121
la Tour was de eerfte , die , in de hoedaanig- 169»,
heid van Gezant des Hertogs van Savoje, in ■ den Haage verfcheen. Van deezen tyd af, hebben de Staaten de vriendfchap met dit Vor- ftendom gezogt te onderhouden. Wyders had- den de Staaten, ten deezen tyde, ook Ver- bonden geflooten, met den Koning van Dee- nemarke, en met Karel, Landgraave van Hes- fen (y ). Ook waren zy met George Willem, Hertog van Bronswyk-Lunenburg , overeen- gekomen , om het Krygsvolk, welk hy hun verfchaft hadt, nog tot den laatften van Gras- maand des jaars 1691, in dienst te houden (e). En deeze overeenkomst werdt, in 't volgende jaar, wederom vernieuwd (0). Holland , welk, by de tegenfpoeden der XXiii.
Bondgenooten, in dit jaar, aan alle oorden , Gewei- gefmaakt , meer dan de andere Vereenigde *j£ °ep' Gewesten te lyden hadt, werdt, in twee voor- R0tter- naame Steden , ook nog bezogt met gevaarly- dam. ke inwendige beroerten, die, fchoon zy, niet klaarlyk , gelyk veele voorgaanden , haaren oorfprong fcheenen te hebben, uit eenigen haat tegen de Regeeringe in 't gemeen , even- wel bystere gevolgen gehad zouden hebben , zo zy niet, door't beleid en de wakkerheid der hooge en mindere Overheid, by tyds, ge- ftild geworden waren. Wy können hierom niet voorby , den oorfprong en afloop deezer be-
OO No tul. Zeel. van 169^ W. 590, in.
C* ) Refol. Moll. 21 April 10 May 1690. tl. 171, ijo. No. tul. Zeel van 1690. tl ixK. (0) Notul. Zeel. van 1691. W. 113. |
|||||
H5
|
|||||
1*2 VADERtANDSCHE LXI.Boek;
«Sjo. beroerten, alhier, kortelyk, té boek te ftel-
entwintigften van Oogstmaand, de wagt hieldt onder 't Stadhuis te Rotterdam, een half an- ker wyns te vertèeren hebbende, hadt, om- trent tien uuren, eenigen uitgezonden, om het te haaien; die, in 't wederkeeren, aange- tast werden, door drie broeders van der Steen, Pagters van de Wynen en 't Gemaal, verzeld van twee deurwaarders en twee oppasfers, by 't gemeen, kraaijers of verklikkers genaamd. Men raakte , hierop , handgemeen, en de degens der fchutteren uit de icheeden: een der oppasferen, die den Tromflaager 't vaat- je van de fchouder wilde iigten, werdt, door eenen der fchutteren, doodgefteken. De Pag- . ters en deurwaarders begaven zig toen naar 't huis van den vSchout der Stede, Mr. Jakob van Zuilen van Nieveld^ daar zy van den man- flag befchuldigden Komelis Kosterman., Wyn- kooper, die, nog dien zelfden nagt, van de wagt komende, gegreepen werdt. Men ver- geleek Kostermans degen met de wonde des dooden: men ondervraagde den gevangen, yeele reizen, en hy beleedt, eindelyk, 't feit, op den elfden van Herfstmaand. Hy werdt, hierop, veroordeeld, om onthalsd te worden, 't Vonnis werdt uitgevoerd, op den zestien- den, onder een'geweldigen toevloed van volk, morrende, dat hy onfchuldig leedt, en 't ftuk, flegts uit vreeze voor de pynbank, bekend hadt. 't Geviel, dat de fcherpregter, ontfteld, jneentmen, uit verwagting van oproer, 't hoofd.
|
||||
LXLBoek. HISTORIE. 123
koofd niet niet den eerften flag af hieuw; maar Kjp©,.
zes of zeven reizen toeßoeg, eer hy 't van 't in den waan van de qnfchuld des lyders. Ook ïiep 'er, des anderendaags, een gerügt, dat de Tromflaager, die, Kosterman te ftout ver- dedigd hebbende voor de regters, ook vast- gezet was; uit een gat of venfter van 't Stad- huis, geroepen hadt, hge Kosterman onfchuldig ter doodgebragt, en hy de man ware, die den Oppasfer doorfleken hadp. Hierop rot het graauw 't Hul? te hoop, en ftreeft naar 't huis van den Pag- van deij ter Pieter van der Steen ,dat, eerlang, beftormd ?aß™r en deerlyk geplonderd werdt, zonder dat de ufn ^ Burgemeesters, die de trom alomme hadden WOrdt doen roeren, een genoegzaam getal van ge- gepion. wapende fchutters, om de beroerte te fluiten, d?I(k hadden können op de been krygen. De Bui« gemeester Willem Bastiaansz. Scheepers, ver- zeld van den Sekretxtis Emmanuel van fVelfenes, en van eenige burgers, deedt egter, omtrent middernagt, de plonderaars, die nu hun zat gewoed hadden, het huis ruimen, fchoon zy dat van den Schout ook met plondering ge- dreigd hadden. De Pagters, des anderen- daags, verreisd naar den Haage, bragten te wege, dat 'er drie Kompagnien Ruiters naar Rotterdam werden gefchikt, die, eerlang, door honderd en zestig knegten, werden, af- gelost, 't Morren en fcheiden op den Schout, Wien de fchuld van alles gegeven werdt, hieldt, ondertusfchen, aan, onder 't graauw: '| welk de, Wethquderfchap bewoog, tot het |
||||
124 VADER.LANDSCHE LXI.Boek.
1Ä90. afkondigen van een fcherp verbod tegen al-
:-------lerlei moedwil en famenrotting , geftaafd met
eene bedreiging , dat men vuur zou doen gee-
ven op de muiters , zo zy niet, met gemoe- de , tot bedaaren te brengen waren. Ook werdt elk , die eenig geroofd goed onder zig hadt, belast het zelve den eigenaar wederom te laaten toekomen. Envondtmen, federt, hier en daar , eenig huisraad van kleine waar- de , daar briefjes aan gehegt waren , melden- de dat het aan Van der Steen behoorde. Maar 't fchelden op den Schout hieldt aan. Men ftrooide en plakte fchotfchriften door de Stad, waarin hy lelyk doorgeftreeken , en met de 'tGraauwdood gedreigd werdt. Dit duurde, tot den wil den vyfden van Wynmaand , wanneer de Schout, fehnre uit ^en Haage t'huis komende , aan de Poort, opgewagt werdt, door een deel geboefte , dat hem bloedhond! en moor der van Kosterman! toe- fchreeuwde. Eene groote menigte volks, hier- op te hoop loopende, verzelde den Schout tot aan zyne wooning, werwaards, ondertusfchen, de foldaaten getrokken waren , om hem en 't huis te befchermen. Doch 't graauw langs hoe meer aangroéijende in getal en ftoutheid , be- floot de Regeering, den Schout te verzoeken, dat hy zig , om 't volk genoegen te geeven , wilde ontflaan van zyn ampt: 't welk hy eg- ter weigerde. Toen 't wat laater werdt, ver- toonde hy zig op de ftoep, zoekende het graauw , met woorden , te doen vertrekken. Vergeefs. Met het vallen van den avond, zag rnen eenigen het mes trekken : anderen met ftee»
|
||||
LXLBoek. HISTORIE. m$
fteenen werpen op'de foldaaten, die, hierop, 169&
verklaarden, last te hebben om met fcherp te graauw antwoordde, dat de foldaaten zehen van daar zouden gaan, of men zou 't hen leeren doen. Toen kreegen de foldaaten bevel, om een' fchoot over de hoofden heen te flaaken: waar- op 't werpen met fteenen veel heviger aan ging. Maar als'er, ten tweede maale, gelast Defot- werdt met fcherp onder den hoop te fchieten daaten waardoor eenigen doodelyk gekwest werden, fchieten ftoof de woeste menigte naar de wallen: van- /err#0tt" waar zy twee (lukken gefchuts haalden, kee- rende het een de ftraat op naar deVischmarkt;. het ander fchuins naar de Leuvenbrugge. Een 'tGraauw derde ftuk werdt naar de overzyde der Leu- lost een venhaven, over des Schouts deur, gefleept, J?"k g«. met kogels, oud yzer en ftraatfteenen gelaa- dce foJ_op den en los gebrand op de foldaaten, die, met daaten. den eerften fchoot, verftooven. De Burge- meesters hadden, midlerwyl, enige vendeien fchutters in de wapenen doen komen: aan 't hoofd van eene van welken, de Heeren van Zoelen, Scheepers en Danen, met den Pen- fionaris Beyer en den Sekretaris Welfenes, den Schiedamfchen dyk langs trokken; doch ter halver wege tusfchen het Gemeene Lands Huis van Schieland en de Leuvenbrugge ftaan bleeven. Scheepers en Welfenes traden toen vooruit naar 't gefchut, om nog eene proef te neemen, of 't graauw zig, met woorden, wilde laaten ftillen. Doch de Burgemeester kon, door den drang van 't volk, niet hee- nen
|
||||
f26 ViDERLANDSCHË LXI.B0E&
«590. nen komen* Welfenes was voorby gelaaten,
' begeerde? 't Antwoord was, wy willen de fol- daaten uit de. Stad, en den Schout in handen heb- ben* Ook moet de fchuttery niet nader komen, of wy zullen 'er cp los branden. De Sekretaris met dit befcheid te rug gekeerd zynde, zag nie- mant der Heeren kans, om de fchutters een' voet Verder te doen zetten: 't zy dat zy be- vreesd waren voor 't gefchut, of zo weinig als 't graauw gezind waren, om den Schout te befchermen. Men fchoot dan, den gant- fchen nagt, op 't huis van den Schout, die, met den ogtendftond, in foldaaten-gewaad, nevens de foldaaten, ter poorte uittrok, 't Graauw kreeg zo dra de lugt niet van 't ver- trek der foldaaten, of't ftuk, waaruit merr den gantfehen nagt gevuurd hadt, werdt, van de overzyde, gebragt, tot regt voor de deur D„ des Schouts, die terftond aan flarden werdt Schout* gefchooten. Toen ftoof de menigte ten huize ,lllis in, daar alles verfcheurd, in ftukken geflaa- cMon- £en»' en ten venfteren u,t gefmeeten werdt.
derd, en Ten negen uuren des morgens, was 't huis ten gron- reeds ledig geplonderd. Toen ging men aan ie toe 't af breeken van 't gebouw, daar die dag en Itffbr°" de volgende aan befteed werden, zonder dac men zig rust gunde, voor dat het huis geheel geflegt was. Midlerwyl, was'er, des nagts, een hoop mans en wyven famengetrokken voor 't Stadhuis, daar zy 't ontflag van den Trom- flaager.en van eenige andere gevangenen be- geerden, en te wege bragten. Ten tien uuren des'
|
||||
LXLBoêk, HISTORIE* &?
|
|||||
des morgens, toog dit gefpuis naar 't Spin- t9ßt
huis, daar men ook gedwongen werdt, eenï-
ftreefde naar des Schouts tuin buiten de Stad ;• alwaar een pragtig fpeelhuis om verre gehaald, en boomen en wyngaarden vernield werden* 't Stuk, welk voor des Schouts deur geftaan hadt, werdt, daarna, op een gerügt, dat 'er wederom ruiters en foldaaten in aantogt waren, geüeept naar de Delftfche Poorte* en met oud yzer en ftraatfteenen gelaaden, om 't Krygsvolk te keeren. Ook hreldt men De de poorten digt. Omtrent elf uuren, deedt Schout de Regeering afkondigen , dat het Schout- *°T«m ampt open, en de Prefident-Schepen, ^tf-amptver» kob 'Beyer, by voorraad, aangefteld was, om laaten. het te bekleeden. Eenige dagen laater, werdt het aan J. M. de Braauw , Heere van de Ketel, opgedraagen. Ondertusfchen, mom- pelde men nog van 't huis van zekeren Sche- pen te willen pionderen. Ook dreigde men^ net rouwwapen der Dógter van det» gewe- zen Schout uit de Kerke te haaien, waarom het, uit last der Wethouderfchap, werdt weg- genomen. Voor 't huis van den Schepen, werdt een vendel fchutters geplaatst, die be- loofden , het te zullen befehermen, al zou 't ook koppen kosten, 't Graauw bedaarde dan, allengskens. Ook werden 'er eenigen, ver- dagt van 't vuur der oproerigheid eerst te hebben aan-geftookt, om den Schout den "voet te ligten, gegreepen en naar dèn Haage gevoerd, daar zy voor 't Hof te regt fton- deiï
|
|||||
ï23 VADERLANDSCHE LXI.Boek.
den (F). Men vindt ook, dat eenige belhamels,
in vrouwen- of matroozen-gewaad vermomd, aan rykelyker onderkleederen gekend werden voor anderen, dan zy zig uitgaven: waaruit vermoeden rees, dat haat tegen den Schout, en tegen eenige anderen uit de Regeeringe den jongften oproer verwekt hadt. De Pen- fionaris der Stad, Sebastiaan Scheepers, die ook Kapitein was over een vendel 1'chutters, befchuldigd of verdagt, dat hy zig, int't ftil- len van den oproer, kwalyk gekweeten hadt van zynen pligt, vondt, eerlang, geraaden, zig fchriftelyk te verdedigen, by de Staaten van Holland (c). Het Hof, Gemagtigden gezonden hebbende, om zig, wegens den op- roer te doen onderregten, was ook niet te wel voldaan geweest over 't gedrag der Wethou- derfchap (d). Ook werdt Koning Willem, in Lentemaand des jaars 1691, gemagtigd, om de Regeering in haar aanzien te herftellen, door de bekwaamde middelen : waarop hy geraaden vondt, in Wynmaand des jaars 1692, zes Vroedfchappen te ontflaan; en in derzelver plaats anderen te verkiezen (e). Wat'er, ondertusfchen, van de oorzaak dee- zer opfchuddinge zyn moge, het vatten van eenigen hadt, toen nu de woede bedaard, de Schout, die, federt, nog voor den Hoogen Raa-
|
||||||
(») Secr. RofoL Huil. 19, 24« 28. OHob. i6go. V. Deil,
tl. 381, 391. Refol. Holl. 55 OM. 1, 2 Ntv. 1690. W. 48*, 498, 504. 6 Maart 13 April 1691. il. 167, 168» 33a. Cc) Rcfol. Holl. 6 Maart 1691. il. 169.
C^J Rcfol. Holl. ai Maart 169I. il. 257.
C«J Refol Holl. io Aug. 170a. il. 385.
|
||||||
LXLBoEK. HISTORIE; ta§
Raade te regt ftondt (f), van zyn ampt ver- 1690.'
laaten was, reeds zo veel fchriks gebragt in de —— overigen $ dat de rust in de Stad, eerlang, vol- komenlyk, herfteld werdt (g). Te Haarlem, ontftondt, msgelyksj indee- XXIV.
ze zelfde Wynmaand, eene beroerte, die nog- Opfchud- taris zo ver niet ging , en fpoediger gefluit tiafrUm. werdt. De Wethouderfchap hadt hier^ laat-1 ilelyk in Hooimaand , tot bewaaring der bur- gerlyke welgefchiktheid , en om ongemak van brand te voorkomen, het rooken van tabak, op de ftraat, op wagens en in fchuiten , en binnens huis , op gevaarlyke plaatfen , ver- booden , op eene boete van zes guldens , voor elk , die 'er op betrapt werdt. Maar 't gemeen floeg deeze keur in den wind 4 en övertradt ze dagelyks. De Schout, Adriaan Bakker , de keur willende handhaaven , tast- te , op den drie - entwintigften van Wyn- maand , eenen jongeling aan , die langs ftraat tabak rookte , vorderde hem de boete af, en toog hem, toen hy ze weigerde , den rok uiti 't Graauw , dit aanziende voor eene merkely- ke belediging , loopt in groote menigte te hoop , en naar 't huis van den Schout, die gedwongen werdt * den rok te rug te geeveri t en te gelyk eenige boeten, den luiden , te vooren , wegens 't overtreeden der keure op het tabak rooken, afgevorderd, 't Bleef hier niet
Cf) Refol. Holl. irt Haart i5yi. W. »42.
(g) Waarave- Verhaal enz. eerfle en fit-ede Deel, gedrukt
tfs>io. Zie ook Europ. Mire* Oaob.-------Dectmi. »690. W. jftr
Sil «55'
XVI, Dêèl, i
|
||||
130 VADERLANDSCHE LXI.B02K.
kSj)* niet by. Men fprak van 't huis te willan plon-
ten , en ander geweld gepleegd. Men dreig- de ook eenige andere huizen der Regenten met plondering. Sommigen riepen, dat'er nu kans ware , om de Zoutpagt en andere lasten afgefchaft te krygen. Doch de fchuttery, by tyds in de wapenen gebragt, plaatste zig voor de huizen , die 't grootfte gevaar liepen, en ftuitte den opftand. Den vyfentwintigften , des morgens vroeg, ontving men een geheel Regement Voetvolk, omtrent zevenhonderd man fterk, en eenige Ruitery in de Stad. De komst deezer manfchap , bragt den fchrik zo zeer onder 't graauw , dat niemant meer kik- ken durfde : twee der oproerigen, midlerwyl, gegreepen zyhde , werden met geesfeling ge- ftraft: twaalf anderen , die geviugt waren , openlyk ingedaagd. De burgery werdt, door de Staaten van Holland en door de Wethou- derfchap der Stad , voor de betoonde wakker- heid , by openbaare afkondiging, gepreezen en bedankt (/$). XXV. Op den dertigften van Wynmaand, over- Dood van ieedc, 0p de Hofftede Lokhorst of oud Tei- uingkT "ngen > een ^em uur van Leiden, de ver-
maarde Staatsman en Ambasfadeur Hieroni- mus van Beverningk, in den ouderdom van zesenzeventig jaaren. Hy hadt zig, na 't flui- ten der Nieuwmeegfche Vrede en des Ver- drags met Zweeden in den jaare 1679, ont- flaa-
(A) Refol. Holl. 25 OiWi. 1 Novemh. ifxjo. II. 48« . 499 ,'
Rurop. Mvrc. OU»t, — LHcsiuh. 1.190. il, 91-93. 155-Ij?» |
||||
LXI.Boek. HISTORIE. 13*
flaagen van allerlei Staatsbewind, en een ftil i#$$
leeven verkooren ; waarin hy zig meest met —•—• het kweeken van uitheemfche plantgewasfen bezig hieldt. Sommigen getuigen 3 dat hy Sche„ altoos wel geflaagd was, in de handelingen, van zy« die hem werden toebetrouwd. Doch hiervan nen aars moet de Vredehandeling te Keulen uitgezon- ji™J?•* derd worden ; die, voor een groot gedeelte, * mislukte. Hy was fchrander ,.' arbeidzaam , vaardig en vlug van oordeel. Sommigen mer- ken alleen zekere oneenpaarigheid in zyn ge- drag aan, als een gebrek ( i). By zyne Huis- vrouwe , Joanna Ie Gillon , hadc hy nimmer kinderen verwekt. Hy was te Gouda gebooren. Zyn Grootvader , Joan van Beverningk , een Edelman uit Pruisfen, was hier te Lande ge* komen met den Graave van Hohenlo , in den jaare 1575, en trouwde , eerlang , eene Dog- ter van Dirk Lonk, Burgemeester van Gou- da : welke hem eenen Zoon baarde , Melchior van Beverningk genaamd , die daarna Kapi- tein over eene Kompagnie Knegten in Staat- lichen dienst, en Bevelhebber der Kasteelen Argenteau en Dalem geworden is. Hy was aan Sibilla Standen, Dogter van Leonard Stan- den, Bevelhebber van Knodfenburg, gehuwd. Uit welk Huwelyk , Hieronimus van Bever- ningk voortgekomen is. Wy hebben , in 'f voorgaande gedeelte deezer Historie, zo dik- wils, gelegenheid gehad , om van hem te ge- waagen, dat het noodeloos zyn zal, deezeij groot
£;) WicquiroRT Ambasfad. Tom» II, p> 44»
l 2 |
||||
132 VADERL. HIST. LXI.Boek.
Ttfyo« grooten Staatsman , hier, nader te doen ken«
■ begraaven, in eene Kapel, oudtyds de yzeren Kapel genaamd ; doch door hem van marmer herbouwd. Zyne bloedverwanten hebben hem, hier, een deftig Latynsch Graffchrift, in toets- fteen gefneeden, opgeregt (£). (.*) fvis?. Railf Diftion. Art. JlEVEnmttfiK (Jei/Sino} Eu-
fop. Blèrt, QB'ih. — Dtamb. Iö8y. AA j><5. |
||||
VADERLANDSCHE
HISTORIE.
TWEEEN-ZESTIGSTE BOEK.
|
||||||
INHOUD.
ï. Staat des oorhgs, in Europa. Misnoegen der
Noordfche Kroonen. Zweeden biedt den Staa- ten zytie bemiddeling aan. II. Koning Willem doet een keer naar Holland. Loopt gevaar'op de Maaze. Zyne aanfpraak aan de Staaten en Bondgenooten. Verdrag met Brunswyk- IVol- fembuttel. III. De Franfchen veroveren Eer- gen in Henegouwen. Zy bombardeeren Luik. Gevegt by Leuze. De Legers fcheiden. IV. Staat des oor logs ter zee. De Luitenant - ad- miraal Tromp flerft. Aanflag der Franfchen op de Smirnajche Vloote. Gevegt met iwse Algierfche Kaapcrs. Jan Bart overvalt de Haringhuizen. V. Krygsbedryven in Ierland. VI. Veldtogt in Duitschland. In Hongarye. In Katalonie. VII. De Staaten onderfieunen den Hertog van Savoje. De Franfchen vero- veren verfcheiden Plaatfen in Piemont. Com yerlaaten. Carmagnola herwonnen. Montme- lian verhoren. VIII. De Keurvorst van Beie- ren wordt Landvoogd der Spaanfche Nederlan- den. Gezantfchap naar Spanje. Naar Zwit- 1 3 /er- |
||||||
134 VADERLANDSCHE LXII Boek.
fertand. IX. Verdrag van Koophandel met
DecrHrnarke. Dood der Heeren van Amerongcn en van Sommefsdyk. X. Toerustingen der Staa- ten. Afgunst tegen de Nederlandfche Heeren, in Engeland. Het Franfche Hof zoekt Koning Jakob , met een Leger , naar Engeland te voe- ren. Zyne verklaaring. Vereeniging der En- gelfche en Staatfc/ie Vloot en. XI. Zeeflag tus- fchen La Hougue en Barfleur. Verdere ontmoe- tingen ter zee. XII. Koning Willem trekt té velde. De Koning van Frankryk belegert en verovert Namen. V Kasteel geeft zig , insge- lyks, over. Gevegt by Steenkerken. Verraad in "'t Leger der Bondgenooten. Diksmuiden en Veurne bezet. Charleroi gebombardeerd. Huy byna verhoren. XIII. Aanflag op het keven van Koning Willem, ontdekt en gcfiraft. XIV. De Hertog van Hamver wordt tot negenden Keurvorst verheeven. XV. Krygsbedryven in Duitschland. De Staaten zoeken de Vrede tus- fchen den Keizer en de Porte te bemiddelen. Verdrag der Staaten met den Keizer van Ma- rokko. XVI. De Hertog van Sawje valt in het Dauphiné. Trekt te rug. XVII. Aard- beeving. Geboorte van eenen Prins van Beieren. De Prins van Waldekfierft. XVIII. Gewel- dige beroerte , te Goes , ontflaan uit den twist over de verkiezing der Rentmeesteren. Men vernieuwt de Wet, tegen de begeerte van Ko- ning Willem. Krygsvolk voor Goes gezonden. Men houdt het buiten. XIX. De toegangen naar de Stad worden bezet, 't Krygsvolk rukt naar binnen^ De Regeering wordt veranderd. Verj'cheiden Regenten gevat en gevonnist. XX. |
|||||
L
|
|||||
LXII.Boek. HISTORIE. 135
|
|||||||||||
Inkoud der Vonnisfen ten hunnen laste. XXI.
De veroordeelden verzoeken brieven van ver- giffenis van Koning Willem. Zyne Majes- teit maakt eenige verandering in de Vonnisfen. XXII. De veroordeelden wrden ter Stad uit ge- leid. Zy worden, allengskens, herfield. XXlil. Simon van Halewyn , Burgemeester van Dor- drecht , over heimelyken handel met de Fran- fchen , veroordeeld tot eene altoosduurende ge- vangenis/e. 't f^aar 1690 was, voor de Bondgenooten , 1690.
alomme , behalven in Ierland , onge---------
lukkiglyk naar 't einde geloopen. Dec l
|
|||||||||||
Staat van
den oor- |
|||||||||||
Franfche wapenen waren voorfpoedig ge-
|
|||||||||||
weest , beide ter zee en te lande , en de "0cg' ^
nieuwe Bondgenoot, de Hertog van Savoje Europa, zelf, hadt 'er de nadeelige uitwerkfels van ' ondervonden. De Turken en de Graaf van Tckeli hadden ook merkelyke voordeden be- haald , op de Keizerfclien. De Koning van Mjsnoe. Groot - Britanje en de Vereenigde Staaten had- pen der den , daarbenevens , door 't belemmeren der Noord- Vaarte op Frankryk , de Noordfche Kroo- £ha nen en de Stad Hamburg tot misnoegen op0^2" verwekt («) : 't welk te wege bragt, dat Staaten, de Koning van Zweeden de twaalf Oorlogs- fchepen , die hy den Staaten beloofd hadt, t'huis hieldt. De Koning van Deenemarke ging verder , en befloeg eenige Hollandfche Koopvaardyfchepen in de Zond (£) ; om dat men
(*) Refo). Ho«. 9 Fe'f. 1691. tl. 84.
lij Refól. Holl. 30 Jan. 169t. U. 08. I4
|
|||||||||||
i$6 VADERLANDSCHE LXII.Boek.
l6&o men eenigen der zynen , op Frankryk hande-
—■----- lende , in Zeeland opgebragt hadt. Men hadt
reeds , voor eenigen tyd , den Heer van Ha-
ren naar Zweeden , en den Heer van Ame- rongen naar Deenemarke gezonden , om de twee Kroonen te beweegen, tot het aanneemen van 't groote Bondgenootschap tegen Frank- ryk , en om de verfchillen over den handel af te doen. Doch deeze bezendingen bragten kleine vrugt voort (c). Zulke moeilykhe- den , gevoegd by de jongfte rampen des oor- logs , deeden yeelen oordeelen , dat de Bond- genooten , en de Staaten inzonderheid, ten deezen tyde , zouden verlangen naar vrede ; daar 't Franfche Hof niet ongenegen toe ged- weest zou zyn , zo het 'er , wederom , gelyk voorheen , eenige voordeden by hadt können De Ko- bedingen. De Zweedfche Gezant, Graaf van ~lllg Yan Qxenßiern , reeds in 't voorjaar , den Staaten Haatten de goede dienften zyns Meesters hebbende Staaten aangebooden , tot bevordering der Vrede met zytie be- Frankryk (üf) , kreeg, omtrent het einde van piiddeiingjer, veldtogt, last, om den Bondgenooten voor. ,s £onjngg bemiddeling tusfchen Frankryk en hen aan te bieden. Hy deedt het aan de Staaten, op den zevenentwintigften van Wyn- maand («). Doch de Staaten antwoordden» dat zy hierin niet konden treeden buiten be- williging hunner Bondgenooten \ welker Ge- zan-
(O &* W- Mc'C' vi» 1^90. tl 310. Europ. Herc. Jen.
-—re Maart 1690. hl. toi.
(.«O Europ. Merc. Jan.------- Macn ïfigo. H. •;<)■
(ej Rcfol. Holl 1 thv. 1690, il. 498. Aft. de la Pai* J»
JlyswicU Tom. 1. ?. 2.
|
||||
LXÜ.Boek. HISTORIE. t$7
zanten zy 'er,terftond, kennis van gaven (ƒ_). 16991
De Koning van Zweeden deedt den zelfden 1 den , alwaar zyne Gezanten een diergelyk ant* woord ontvingen (g). De voornaamfte Bond- genooten oordeelden de tegenwoordige gele- genheid nog te ongunftig, om eene Vrede- handeling te beginnen. De Keizer hoopte op eenen beteren vcldtogt tegen de Turken; en Koning Willem kon geene voordeelige voor- waarden verwagten, van de zyde van Frank- ryk, en uit het Hof van S. Germain, daar Ko- ning Jakob zig onthieldt; zo lang hy Ierland niet geheelyk overmeesterd hadt. Hy befjoot, hierom, een' keer naar Holland te doen, de Haagfche byeenkomst te vereeren met zyne tegenwoordigheid, en orde te Hellen tegen den aanftaanden veldtogt in de Spaanfche Ne- derlanden, Hy vertrok van Kenfington, op den zes- ii-
tienden van Louwmaand des jaars 1691. Doch ^°,ng eer hy te Margate kwam, daar hy dagt fcheep ^oe^èen* te gaan, ftak'er zulk een felle wind op, uit keer raar den Oosten, verzeld met vinnige vorst, dat Holland, hy befloot te rug te keeren. Na verloop van l69u eenige dagen, hernam hy egter de reize, af- fteekende van 's Gravefend, op den zesen- twintigften, onder 't geleide van twaalf Oor- logsfchepen, en met eenen aanzienlyken Hof- ftopt by zig. De Koning kwam, eerst op den der- tig-
C/J Refol. Gciifr. Lutia 30 OSob. ifigo.
ig) Misfive van den Ambasl'. van CittBRS van r\ DUr. |*yo. MS. Holl. Mejc. vqn 1690. */. 337. |
|||||
I5
|
|||||
139 VADËRLANDSCHE LXlï . Boek;
fffpt. tigften, met ftormagtig weder, in 't gezigtdër
------ Hollandfche kusten, en tot anderhalve myle
van Goeree, daar de oever dik met ys bezet
was, behalve, dat het mistig weder de landing ESmÜi gevaarlvkmaakte, met groote fchepen. Maar dn» op ' de Koning, wars van de zee, befloot het Jagt de Maa- te verlaaten, enzig, in een floep, aan land ze. te laaten zetten. De Hertog van Ormond, de Graaven van Portland, Devonshire, Dor-
fet en Monmouth, en de Heeren van Ouwer- kerk en Zuileftein verzelde hem. 't Boots - volk zelf fchroomde voor den togt met de floep; doch de Koning was 'er op gefteld ge- weest, 't Was twee uuren na den middag, toen zyne Majesteit uit het Jagt tradt. Twee andere floepen volgden hem. Omtrent agt of negen uuren des avonds, befloot men, op 't gezigt der vuurbaake van Goeree, de floepen aan den grond te zetten: doch men kon, mids de donkerheid en 't mistig weder, den wal niet vinden. De Koning, midlerwyl, den be- klemden bootsluiden moed infpreekende, vraagde hun, of «y bevreesd waren te flervea, in zyngezelfchap (A')9 De Stuurman, Simon Janszoon Harteyeld, waagde, eindelyk, uit de floep te flappen, en raakte, met vallen en op- ftaan, te Goeree, aanland; daar hy, ten te- ken zyner aankomste, een musketfchoot flaa- ken en fterker vuuren liet. Nogtans, bleef zyne Majesteit, den gantfchen nagt, op het water, en werdt, nevens zyn gezelfchap, niet voor dat de dag aanbrak, met wagens, van boord
('O Tindal Vol. H, [«• XVII.] p. isa.
|
||||
LM. Boek. HISTORIE. ig$>
boord gehaald, en aan land gebragt. Hy toef- tfyti
de drie uuren, in eene armelyke Visfchers wooning, opftrand; enkeerde, toen't weer bedaard was, omtrent tien uuren, wederom naar de floepen, die hem, kort na den mid- dag, bragten i.*n de Oranje-Polder, tegen over den Briele. Van hier, wergt het hoog gezelfchap, met koetfen , afgehaald naar Hondsholredyk, daar zyne Majesteit, dooree- nige Heeren, begroet werdt. Hy vertrok, nog dien zelfden avond , naar den Haage. Hier deedt hy eene openbaare intrede , op De Ro- den vyfden van Sprokkelmaand; waartoe "ingdoet men, federt eenigen tyd , eenen pragtigen ""££« toeftel van eerepoorten, zegeboogen, zin- intrede nebeelden en opfchriften vervaardigd hadt. in <kn Ook werden 'er, terwyl de intrede gefchied- Haage. de, verfcheiden* fraaije vuurwerken afgefte- ken. Vesle ingezetenen van den Haage ga- ven ook,met het fterk verlichten hunner woo- ningen, en op andere wyzen, openbaare te- kens van vreugde, over 's Konings behouden' aankomst (i). Zyne Majesteit verfcheen, kort Zyne hierna, in de hooge Kollegien, in den Haa- aan ge, welken hy voorhieldt „dat hy, toen hy, ^naaj: „ de laatfte reize, affcheid van hun nam, Staaten, „ hun bekendgemaakt hadt, hoe hy van zins „ ware, over te fteeken naar Engeland, om, „ met de hulpe, hem verleend door de Staa- „ ten, dit Ryk te redden uit de rampen, „ waarmede het gedreigd, of reeds gedrukt „ werdt. Dat de Voorzienigheid zyne poo- M gin-
(O Earop.Merc. Jon.—— l/aaft i6g\.lii. 110-147.
|
||||
i4o VADERLANDSCHE LXÏÏ.Boek.
tspr« 9» gingen ook in zo verre gezegend hadt, dat
«------- „ het volk hem de kroon der drie Ryken hadt
„ aangebooden, welke hy hadt aangenomen,
„ niet uit onmaatige ftaatzugt, des mögt „ God hem getuige zyn, maar om den Gods- „ dienst, den welftand en rust der drie Ry- „ ken te bevorderen, en de Bondgenooten, „ vooral de Staaten, te beter te können by- „ ftaan tegen de Franfche overmagt. Dat „ hy wel gewenscht hadt, dit eerder te heb- „ ben können toonen; doch dat de ftaat zy- „ ner zaaken in Ierland zulks niet hadt wil- „ len gehengen. Dat Ierland nu in beter' toe- „ ftand gebragt was: 't welk hem hadt doen „ befluiten, om herwaards over te fteeken, „ niet flegts om met de hooge Bondgenoo- 3, ten te raadpleegen, over de beweegingen „ van den aanftaanden veldtogt; maar ook, „ om zyn beroep van Kapitein Generaal we- „ derom waar te neemen." Hy befloot, wy- ders, met eene betuiging van de hoogfte ge- negenheid voor deezen Staat, hoopende hy, „ dat de Voorzienigheid hem tot een werk- „ tuig gebruiken zou, om de rustin Europa „ en de verzekerdheid van deezen Staat te „ herftellcn: waarna hy zyn hoofd, gerus- „ telyk, nederleggen zou." Zyne aanfpraak werdt, beleefden eerbiedig, beantwoord (Je). en aan de Wat laater, begaf zyne Majesteit zig naar Bondgc- de byeenkomst der Bondgenooten in den Haa- nooten, ge, die nu, met meer luister, geopend werdt, liaae' doordien de Markgraaf van Gastanaga, Land- voogd Cz) 2/;Eiirop. Merc. Jan. —— Decemb. 1691. N, 147-149,
|
||||
LXII.Boek. HISTORIE. 14t
voogd der Spaanfche Nederlanden, de Keur- tsgi:
vorften van Beieren en Brandenburg , de -------
Hertog van Brunswyk - Wolfernbuttel, de fche bjr-
Landgraaf van Hesfen-Kasfel, en een aanzien- fen' lyk getal van andere Duitfche Vorften zig om 00k, in perfoon, derwaards begeven hadden (f). Koning Willem, in deeze byeenkomst, verfchynende, wees aan „dat het blykbaar „ gevaar, waarin de Bondgenooten zig thans „ bevonden, klaarlyk toonde, welke misfla- „ gen zy, te vooren, begaan hadden. Hy „ behoefde dan, zeide hy, niet veele redenen „ te gebruiken, om hen te doen zien, dat zy, „ voortaan , beter' en gepaster' maatregels „ zouden moeten neemen. 't Was, in de om- „ Handigheden, waarin men zig tegenwoor- „ dig bevondt, geen tyd meer van raadplee- „ gen, maar van uitvoeren. De vyand was „ meester van de voornaamfte Sterkten, die „ ten voormuur voor de gemeene vryheid ,, plagten te verftrekken. Haast zou hy zig „ al 't overige onderworpen hebben; zo de „ geest van verdeeldheid, traagheid en ei- „ genbaat langer heerschte, onder de Bond- „ genooten. Elk behoorde zig, integendeel, „ verzekerd te houden , dat zyn byzonder „ beläng onder het algemeen belang begree- „ pen ware. Ook hadt men te doen met ee- „ nen magtigen vyand, die gefchaapen ftondt» „ Steden en Volken te doen zwigten voor 't „ geweld zyner wapenen. En 't was ydelheid , 9, geroep en klagten en nuttelooze aantuigin- ,» gen
fï) Zie Eirop. Merc. ^tfn,—-Maart 1691.U. 151,186,
|
||||
142 VADERLANDSCHE LXII.Boek,
„ gen te doen tegen blykbaare onregtvaar-
„ digheid. Niet de befluiten van eenen on- „ vrugtbaaren Ryksdag, niet de ongegronde „ hoop van deezen of genen Staatsdienaar; „ maar krygsknegten, magtige Legers en ee- „ ne fpoedige en naauwe vereeniging van al- „ Ie de kragten der Bondgenooten moesten „ hier 't werk uitvoeren, £n deeze kragten |
||||||||||||||||||||
iiSpr
|
||||||||||||||||||||
tegen den vyand
|
||||||||||||||||||||
moest men.
|
zonder uitllel,
|
|||||||||||||||||||
?■>
|
te velde brengen, zo men zyner overwin-
|
|||||||||||||||||||
ningen paaien (tellen, en hem de vryheid
„ van Europa, welke hy reeds onder 't juk „ hieldt, uit de handen wringen wilde. Wat „ hem, Koningvan Groot-Britanjc, aanging; ,, hy wilde zyn aanzien, magt en perfoon „ niet ipaaren, om met hen, tot zulk een regt- „ vaardig en noodzaakelyk einde, mede te „ werken. In de aanftaande Lente, zou men „ hem, aan het hoofd van de verecnigde Le- „ gers, zyn Koningklyk woord, welk hy hun „ thans plegtiglyk gaf, zien waar maaken (ot).'* Men wil, dat 'sKonings redenen zo veel in- druks maakten op de gemoederen der Bondge- nooten , dat men befloot, tweehonderd twee- en twintigduizend man te velde te brengen, tegen Frankryk. Van deeze manfehap, be- loofde de Keizer twintigduizend man te zul- len leveren: Groot-Britanje twintigduizend: Spanje ook twintigduizend, in de Nederlanden alleen: de Vereenigde Gewesten vyfendertig- duizend: de Hertog van Savoje, met Milaan, twintigduizend: de Keurvorst van Beieren agt- tieii-
O") Tinbal Vul. II. O XVII.3 p. iaa. |
||||||||||||||||||||
Delïond«
genoo-
ten be- fluiten eene aanzien- lyke magt op de been te bren- gen. |
||||||||||||||||||||
1
|
||||||||||||||||||||
LXII.Boek. HISTORIE. 14^
|
||||
tienduizend: de Keurvorst van Saxen twaalf- t^,;
duizend: de Keurvorst van Brandenburg twin-......... —
tigduizend: de Keurvorst van de Palts vier-
duizend: de Landgraaf van Hesfen agtdui- zend: de Zwabifche en Frankifche Kreitfen tien- . duizend: de Hertog van Wuitemberg zesdui- zend : de Prins Bisfchop van Luik zesduizend: de Bisfchop van Munflar zevenduizend en de Hertogen van Lunenburg zestienduizend. Doch Groot-Britanje en de Vereenigde Ge- westen moesten een goed getal deezer troe- pen betaalen; welken de Duitfche Vorften, niet zonder daarvoor merkelyke onderftand- gelden genooten te hebben, hadden willen op de been brengen. Deeze twee Mogend- heden droegen, derhalve, den meesten last van den oorlog («). De Staaten hadden, daar- enboven, federt het jaar i683, een Regement Paarde van George Willem, Hertoge van Brunswyk- Lunenburg, in dienst gehad (V)- En Verdrag in Bloeimaand deezes jaars 1691, kwamen ze met de met Rudolf Augustus en Antoni Ulrich, Her- ÏÏ^^L togen van Brunswyk-Lunenburg-Wolfembut- Bruns. tel, overeen, dat deezen een Regement te wyk- paarde en twee Regementen te voet in hun- woifera^ nen dienst zouden laaten. Ten deezen zelfden butte1, tyde, tradt AnfelmusFranciskus, Keurvorst van Ments, ook in 7t Groot Verbond Qo). Doch terwyl men, in den Haage, raad- UT.
pleegde op het wederftaan van Frankryk, en Pe FraB*
'ter fchonbe.
On Tinoai Vol. il. [«• xvii.] p. U5. lederen
Co3 Voitz Du Mont Corps Diplom. Tom. VII. P. II. p.
242. (?) Fakz Du Mümx Corps Diplpna, Tom, VH. P. ü. *,
«84« |
||||
Ï44 VADERLANDSCHÈ LXII.Boe«;
»tfpi. terwyl Koning Willem naar 't Loo getrokken
-------was, om zig, eenige dagen, met de jagt te
Bergen verlustigen, was de Markgraaf van Bouflers^
gouwen.' aan * hoor*d van 't Franfche Legerj in 't veld verfcheenen, en hadt Bergen in Henegouwen berend, op den vyftienden van Lentemaand. De Prins van Bergues voerde, hier, het bevel over de bezetting!, die uit zesduizend man, meest Duitfche troepen, gerekend werdt te beftaan. Zes dagen hierna, kwam de Koning van Frankryk zelf in 't Leger voor Bergen. De arbeid aan de Loopgraaven en aan 't droog maaken der moerasfen om de Stad werdt, le- dert, wakkerlyk, voortgezet. De belegerden deeden hun best ook, door menigen uitval, om den vyand, in 't voortzetten der nader- nisfen, te hinderen. Doch, op den eerften van Grasmaand, hadthy de graft gevuld ge- kreegen van een onvolmaakt hoornwerk aan de zuidzyde der Stad, omtrent de Barlai- montfche Poort. Hier werdt, heviglyk, ftorm geloopen: en fchoon de belegerden den vyand, rustiglyk, affloegen, gelukte het deezen eg- ter, eindelyk, post te vatten op het hoorn- werk. Koning Willem was naauwlyks op het Loo gekomen, of de tyding van het beleg van Bergen riep hem, van daar, te rug naar den Haage. Het Leger der Bondgeuooten was bezig, om byeen te trekken, te Halle in Brabant, tusfchen Brusfel en Bergen: en Ko- ning Willem fcheen beflooten te hebben, om' zig, aan 't hoofd van het zelve, te ftellen, en Bergen te ontzetten. Hy zondt egter den Prins;. van Waldek vooruit naar Halle, daar hy zy- ne?'
|
||||
LXILBöEk. HISTORIE. ,^45
ne Majefteit moest afwagten. In't Leger voor 169t.
Bergen , kreeg men haast tyding van 's, Ko- —— nings voorneemen, en zette, hierom, het be- leg fterker voort. Men fchoot niet flegts he- vig op de Stad 5 maar wierp 'er ook een groot getal van bomben in , die zwaare fchade , aan huizen en kerken , veroorzaakten. Koning Willem , den Prinfe van Waldek kort gevolgd zynde , kwam , den vierden van Grasmaand , te Halle , by 't Leger , welk op vyfcigduizend man begroot werdt. Doch hy was genood- zaakt , te toeven tot den elfden, by gebrek van wagens en karren , tot het vervoeren vah 't krygsgereedfchap en de pakkaadje : Welken de Spaanfchen verzuimd hadden , by tyds , te bezorgen. De belegerde Stad werdt, midler- wyl, zo hevig aangetast, dat de burgers, door de Priesters gaande gemaakt, op de been raak- ten , en den Bevelhebber het overgeeven der Stad afvergden. Vergeefs, hieldt hy hun voor, dat het ontzet voor de deur«, en de Stad ligte- lyk, agt of tien dagen , te houden was* Zy dreigden, eindelyk, de Poorten te zullen ope- nen , en hem en de bezetting den vyand ta zullen overleveren. Hy werdt dan gedwon- gen , te gedoogen , dat men de trom floeg » om in befprek te komen , op den agtften , des avonds. De Brigadier Fagel, Kolonel over een Staatsch Regement, welk in Bergen lag, hadt zyn best ook gedaan, om de burgery van gedagten te doen veranderen : doch zy- ne poogingen waren vrugteloos geweest. De Bevelhebber, nog al hoopende op ontzet, begeerde , toeft men nu in befprek getreden XVI. Deel, & was 3 |
||||
146 VADERLANDSCHE LXII.Boek.
|
|||||
itfpi. was, tien dagen tyds om uit te trekken ; doch
--------men wilde hem flegts twee dagen toeftaan.
De Stad De Stad werdt dan overgegeven op den zelf-
«aatover,den agtften van Grasmaand. De bezetting, by Ver- alle krygseer bedongen hebbende , trok , op *■*' den tienden , ter Vestinge uit. Koning Wil- lem kreeg, terftond, de tyding van't Verdrag, waarby Bergen zig opgegeven hadt, en, gee- ne kans ziende , om de Stad , voor den tien- den , te ontzetten , deedt hy 't Leger weder- om fcheiden , en keerde te rug naar den Haa- ge, daar hy nog eenige dagen vertoefde: waar- na hy de reis naar Engeland aannam. Hy liep , den drie-entwintigften, uit de Maaze, in zee, en was den volgenden dag reeds te Londen (<ƒ). Halle Eenige weeken na 't veroveren van Bergen , geflegt. toogen de Franfchen naar Halle , daar zy de Vestingwerken , welken de Bondgenooten aan deeze Stad hadden begonnen te maaken , Heg- ten deeden (r). De Le- Koning Willem vertoefde geene drie wee- gers trek- ken in Engeland. Hy ftak , den elfden van ken we Breimaand, wederom, uit Harwich, in zee, ▼eld"1 te kwam , den volgenden dag, in de Maaze, en nog voor middernagt in den Haage aan (j). Van hier , deedt hy een togtje naar 't Loo, de Graaven van Solms en van Marlborough VOOr-
tf-) Burnet Vol. II. p. ?«. Tindal Vol. II. \or XVIÏ.j t. 127-130. Brieven, Verhallen enz in de Eunp. Merc. AprH
--------7«»y '<5yi. hl. 4-31» 37. Frmquieres Meiuoir. Hift. &
Mille. Tem. I. p. e.(S>.
(f) Daniel Jonrn. p. CLXII. Europ. Merc. Apil——— Juny 1691. hl. 116.
(j) EuroP Merc- AtrU ~-----3""y lC3l' "-I86» «7« TlN'' fcAL Vtl. II. {w XVil.j p. 160.
|
|||||
LXII.Boek. HISTORIE. 147
|
|||||
vooruit zendende , om alles, tegen zyne aan- 1C9U
komst in 't Leger , gereed te maaken. Ook ■■ kwam hy , den tweeden van Zomermaand, in
't Leger, welk toen, twee uuren boven Brus- fel, byeengetrokken was, en dagelyks aan- wies in getal. De Maarfchalk van Luxem- burg , die , na 't vertrek des Konings van Frankryk , over 't vyandlyk Leger geboodt, hadt zig by Enguien nedergeflaagen. De twee Legers trokken , federt, van de eene Leger- plaats naar de andere , zonder dat 'er iet voor- viel van belang. Alleenlyk , hadden de Fran- ]?? FnuA fchen , onder den Markgraave van Bouflers , bombw- Luik, door bombardeeren , zoeken te dwin- dcerea gen tot de overgaave. Doch eenige manfchap Luik. uit het vereenigd Leger, en eenig Duitsch Krygsvolk ontzetteden de Stad. De Koning van Groot-Britanje zogt, midlerwyl, onder het heen en weder trekken , den Hertog van Luxemburg uit te lokken, tot eenen veldflag; doch deeze hadt, meent men , flipten last , om 't Leger niet te waagen , zo 't gevegt maar eenigszins ontweeken kon worden. Ook gedoogde de gefteldheid der Landftreeke niet, dat men hem , zyns ondanks , noodzaakte tot flaan. Een beleg te onderneemen, en daar- door den vyand te verpligten , om zyn voor- deel te veriaaten , was , insgdyks , ondoen- lyk , alzo de Spaanfchen geene zorg gedraa- gen hadden , om magazynen op te regten , en de voorraad rondsom de Steden meest ver- teerd was. De Hertog van Luxemburg hadt, fchjn! ondertusfchen, ook groote reden, om den flag ontwy- te fchuwen j alzo de Bondgenooten, zo hy de ken den K a neer- veidfl»Sl |
|||||
143 VADEPXANDSCHE LXII.Boek.
1691. neêrlaag gekreegen hadt, tot voor de wallen
--------van Parys, zouden hebben können doordiïn-
dien de gen. De Zomer verliep , derhalve , zonder
nooterf' dat 'er iet van belang voorviel. Koning Wil- ïogten. lem verliet het Leger, welk toen by Aath lag, op den zeventienden van Herfstmaand , na dat hy de Vestingwerken van Bcaumont hadt doen (legten. Hy begaf zig eerst naar Brer'a, en toen naar 't Loo, daar hy zig nog eenige dagen ophieldt. De Prins van Waldek , nu 't opperbevel over 't Leger in handen hebben- de , was , terftond na 'sKonings vertrek, op- gebroken; van zins, om zig te Cambron, tus- fchen de beek van Leuze en die van Catoire, neder te flaan. Van dit voorneemen kreeg men haast berigt in 't Franfehe Leger, welk Gevegt ook, terftond, op weg lloeg. De regter vleu- by Leu- gCl van 't Leger der Bondgenooten, en 't ze* grootfte gedeelte der Paarden van de linker vleugel was reeds tusfehen de twee beeken gekomen, toen Luxemburg de troepen van 's Konings Huis en een goed getal Paarden deedt aanvallen op de agterhoede van 't Le- ger onder den Prinfe van Waldek. De optogt der Franfchen was voor de Bondgenooten be- dekt gebleeven , ter oorzaake van eene dikke mist. Zy werden, derhalve, onverhoeds, aan- getast , op den negentienden van Herfstmaand. De Graaf van Tilly, die de agterhoede ge-, boodt, ftelde zig egter wakkerlyk te weer ; doch de Franfehe ruitery bragt hem haast ia wanorde. De Generaals Ouwerkerk en Ob- dam , die het beekje reeds waren overgetrok- ken, keerden, hierop, met eenige manfehap» te
|
||||
LXII.Boek. HISTORIE. My
te rug, om Tilly te onderfteunen. Toen njgr.
werdt 'er hevig gevogteh , van wederzyde ,------.
tot dat de verfche manfchap onder Ouwerkerk
en Obdam ook aan 't wyken gebragt werdt. Doch Ouwerkerk deedt de ruitery ftand hou^ den , en viel, op nieuws, aan op den vyand, die , bedugt voor het keeren van 't voetvolk der Bondgenooten, en niet gezind om den flag algemeen te maaken , befloot, af te trek- ken : 't welk egter, in haast en wanorde, ge- fchiedde. Zodanig een' uitflag hadt hét ge- vegt by Leuze , waartoe , zo ibmmigen mee- nen , de onvoorzigdge optogt van den Prinfe van Waldek gelegenheid gegeven hadt. Men wil, dat 'er, van de zyde der Bondgenooten, omtrent duizend , van de Franfche zyde, om- trent vyfhonderd man, in dit gevegt, gefneu- veld zyn (t). Doch de Franfchen begrooten het getal hunner dooaèn en gekwetsten op niet meer dan vierhonderd («_). Hiermede eindigde de veldtogt, in de Spaanfche Neder- landen : waarin Koning Willem , fchoon hy 't jóngfte gevegt niet bywoonde , egter , meer , dan eens , gevaar zyns leevens geloopen hadt. * Onder anderen, hadden de Franfchen eens een ftuk gefchut zo net weeten te ftellen op een* boom, waaronder zyne Majefteit zig bevondt, dat de boom geveld werdt, een oogenblik na dat de Koning van plaats veranderd was. Ook hadt
(O Lettres of Mr. John Pulteney. MSS. in TrNDALS VoU
II. [ur XVII.] p. 194-nyS. Brieven en Vcrh. inde Europ. Mcrc. jfuiy-------■ Sept. tóyi. W. 173-138. Fruquierss Memoij,
«Wift, * Milit. Tom. h p. 416. Tom. II. f, ja,
C*J Uanibl Journal, p CLXII.
K 3
|
||||
i5o VADERLANDSCHE LXII.Boek.
|
|||||
1(591 hadt de vyand iemant omgekogt, om een*
-------wagen met bomben in 't Leger der Bondge-
Gevaar ^ nooten aan brand te fteeken en te doen fprin-
™nn. . ' gen, 't welk, zo 't gebeurd ware, groote ont- een'1 \m- üeltenis en verwarring veroorzaakt, en dea geu met Franfchen gelegenheid gegeven zou hebben ,; bomben, om de Bondgenooten , met voordeel, aan te» tasten. Doch men ontdekte 't vuur nog in tyds op den wagen , die uit het magazyn ge- ileept werdt, waardoor de fchade klein viel (v). In 't eerst, meende men , dat de brand in den wagen , niet door verraad, maar by ongeluk , of door onvoorzigtigheid , veroor- zaakt was geweest. Doch men bevondt, na- derhand , dat 'er een Franschman handdaadig aan was. Hy werdt gevonnist, om , half ge- Konïng WOrgd zynde, verbrand te worden (w). Ro- keert' nnig Willem , in Wynmaand , van 't Loo, in r«ar En- den Haage gekomen zynde , deedt, voor zyn geland, vertrek naar Engeland , den Staat van oorlo- ge, voor het volgende jaar , opmaaken door den Raad van Staate, ftak , den agtentwin- tigften , uit de Maaze , in zee ; landde , den volgenden dag , te Margate , in Kent, en kwam , nog dien zelfden avond , te Londen te rug ( * ). Het Leger onder den Prinfe van Waldek floeg zig, na 't gevegt by Leuze, ne- der te Cambron , dat der Franfchen , by Har- lebeek. Hier bleeven ze leggen tot in Wyn- De Lc. maand , in 't begin van welke , de Hertog vaa
(v) Tmiwt V»l\\. [erXVn.J p. 198, 199.
Qie) Europ. Merc. July — üeft. ïfiyi. M. 197, 1Ä8. ( * ) Tino/m. Vai. II. [•» XVJi.] j».ai8. Etirop. Mcrc. Oflei. — Dcctmh. lityi* «.58, 65. |
|||||
LXILBoek. HISTORIE. *5*
|
|||||
van Luxemburg de Winterlegeringen betrok, itfjt;
De Prins van Waldek deedt toen het Leger der —— Bondgenooten ook fcheiden, op den zeventien gers den. De meeste troepen werden, in de Spaan- fchei"en* fche Steden en in Lutkerland , de Engelfchen in Breda, Bergen op Zoom en 's Hertogenbosch gelegd (y). Ter zee , fcheenen de Franfchen , zo wel IV.
als te lande, voorgenomen te hebben, dit Sta" dw jaar, geenen flag te waagen. De Staaten had- ^zm. den , om zig te beter van bootsvolk te kön- nen voorzien , in Louwmaand , de vaart naar Groenland en naar 't Westen en Oosten ver- booden (2). Ook hadt Koning Willem , in den Haage zynde, te wege gebragt , dat het opperbevel over 's Lands Vloote , voor den aanftaanden togt, den Luitenant-Admiraal Tromp was opgedraagen : doch deeze over- I>e Lul- leedt te Amfterdam , na eene kwynende ziek- ienant{ te , op den negcnentwintigften van Bloei- xromp maand ; wordende , weinige dagen laater , te derft. Delft, in de Grafftede zyns Vaders , byge- zet ( a ). De wederzydfche Vlooten raakten, dit jaar , in geen gevegt. De Franfchen had- Aan flag den 't inzonderheid gemunt, op het verove- der Fran- ren der Engelfche en Nederlandfehe Koop- ^"J* vaardyvloote , die, in den Zomer, van Smir- nafche na verwagt werdt; en kruisten lang, langs de Koop. Ierfche kusten. De vereenigde Oorlogsvloo- vaardy. ten bevonden zig ook hieromtrent, tot be- vlome» fcher-
00 Enrop- Merc. Oliob. — Decemi. 1691. II. $U
(2) Groot Plakirtb. IV. Dttl. U. 21a, ajrt. Ca) Europ. Mera. Jan.— Maart '1691. tt, 151. jlpril-^ Jmy l6yl, il. 121, 1/4. K 4
|
|||||
15» VADEttLANDSCHE LXILBoek,
|
|||||
ïffpi. fcherming der Koopvaardye , en om de Fran^
r Smirnafche Vloot, midlerwyl, door tegen-
wind , eenige weeken langer dan men gedagt hadt, op zee, gefukkeld hebbende, liep, on- der 't geleide van vyftien Oorlogsfchepen, op den dertienden van Hooimaand , in de baai van Kingfale , in Ierland , zonder de vyand- lyke Vloot, die, nogtans, weinige dagen eer- der , op deeze hoogte , geweest was, te heb- ben aangetroffen. De vereenigde Vlooten , onder de Admiraalen Rusfel en Almonde , geen naarrigt van de Smirnafche fchepen heb- bende können bekomen , waren, ten deezen tyde, ook verre van Kingfale. Men ftelde eg- ter nu orde , om de Koopvaardyvloot van Kingfale af te haaien , en naar huis te gelei- «lie be- den: gelyk gefchiedde. De Hollandfche Smir- hpuden naasvaarders , zesentwintig zeilen fttrk , kwa-i t huis men s 0p (jen dercien en vierden van Oogst- maand , onder 't geleide van eenige Oorlogs- fchepen , behouden in Texel binnen, 't be- lchermen der Koopvaardye was , derhalve, de eenige nuttigheid , die de Staaten thans trok- ken van hunne Vloote. De Franfchen wa- ren tot geenen zeeflag te krygen (£). Ook viel 'er verder niets byzonders voor , te wa- Geveüt ter. Alleenlyk , was £en Staatsch Oorlogs- met twee fchip, op 't einde van Grasmaand , omtrent ^ie^heKaap S. Vincent, flaags geweest met twee aapers' Kaa- ( h ~) Sommier Verbaal en Krv:sr. Rrtbl op de Viootc Juaf
-*-Aug >6yt. <Wf,y Timiml Vol. II. [«"XVII. 1. p. joj. Eu* ïüp. Mcrc. July—Sept. 1691, ril. 21, 130. |
|||||
LXILBoek. HISTORIE. 153
|
|||||
Kaapers van Algiers, daar men de Vrede met tg9ti 1
deezen Staat, federt eenigen tyd, wederom .. , ■» verbroken hadt. De Turken waren wakker- lyk afgeflaagen: doch het Staarfche fchip, ruim twintig dooden en gekwetsten gekree- gen hebbende, en zwaar befehadigd gewor- den zynde door 't fchieten, was, in 't begin van Bloeimaand, te Kadix ingeloopen, om zig te herftellcn (t). De Franfche Kaper, Jan DeFran« Bart, voorheen, een flegte visfcher te Duin- [che kerken (d), deedt, ten deezen tyde, den Ne Ta"gjj derlandfchen Koopluiden merkelyke fchade. bvervait' I Iy liep, in Hooimaand, met eenige fchepen, de Ha- uit de haven van Duinkerken, in zee, en tast- »«gbui« te, op den tweeden van Oogstmaand, 's Lands zeu* Haringbuizen aan; van welken 'er agt of ne- gen verbrand werden: na dat het Oorlogs- schip , welk tot geleide der buizen diende, door den Ridder de Forbin, overmeesterd was. Tweehonderd andere buizen, hooger op leg- gende te visfchen, bergden zig, by tyds, voor de Franfche Kaapers, in de havens van Enge- land en Holland ( c ). In Ierland, werdt de veldtogt deezes jaars, V.
gelukkiglyk, begonnen en ten einde gebragt, Krygsbe- door den Luitenant-Generaal Baron van Gin- 'lrvven kei, die 't hoog bevel voerde over de Engel- |"ntj," fche Krygsmagt. Hy vericheen, niet voor Zomermaand, in 't veld; maakte zig, ter- flond, meester van Ballymore, en floeg, daar- na, (c~) Etirop. Merr, At>ril-Jur,y 169I. hl, IOO.
"(<?) fftuisiN Meinoir. Tum. I. p. jjïo. Cej Europ. M.TC. July-Stjit. 1G91. tl. 71, 129. F0RU1M
#lemoir. Turn, 1. /. 314- & 5
|
|||||
f54 VADERXANDSCHE LXII. Boei?.
lg9x. na, 't beleg voor Athlone; welke Stad, ftor-
van II ooimaand. De Hertog van Wurtemberg
en de Graaf van Nasfau - Saarbrugge haddeij zig, in deeze gelegenheid, wakkerlyk, ge- kweeten. Saint Ruth, die 't Franiche en ier- fche Leger geboodt, hadt geene kans gezien, om Athlone te ontzetten. Ginkel trok, daarna, aan op den vyand, die by 't Kasteel Agrim gelegerd was. Hier viel, op den twee - entwin- tigften, een bloedig gevegt voor. De vyand- 'yke ruitery werdt, na twee uuren vegtens, geheeliyk in wanorde gebragt, en op de vlugt gejaagd. Het voetvolk volgde, wykende naar de hoogte van Kikommondon, daar het, te vooren, gelegerd geweest was. De zege ver- klaarde zig t'eenemaal voor den Generaal Gin- kel, die, nogtans, een groot deel der eere gaf aan kouvigny, en aan de Franfche Prote- Ihntfche Ruitery, welke een gedeelte zyns Legers uitmaakte. De vyanden zélven reken- den, dat zy drie- of vierduizend man, on- der welken Saint Ruth zelf was, in deezen ilag, verlooren hadden (ƒ). 't Gevolg van den zelven was het bemagtigen van Gallowai en Limerik: waarmede de ierfche kryg een einde nam (g). In Wynmaand des jaars 1692, werden Koning Willem en Koningin Maria, door het Parlement van Ierland, voor Ko- ning ("ƒ■) Misfiven van den Amhasf. v/in Cittfus vam -J§ Mactri
yr j/uly ifc'ji. SISS. DANiri Journ. p. CLXUJ. ' aj MMivsn van den Amüaif. van Citteas van \\ Qiïett |
||||
LXILBoek. HISTORIE. 155
ning en Koningin van dit Ryk, erkend en ^u
verklaard. De Baron van Ginkel, aan wiens ~—-«. beleid en moed de onderwerping van Ierland, grootendeels , toegefchreeven werdt, was , ondertusfchen, door Koning Willem, verbeer ven tot Graaf va» Athlone en Baron van Jgn'm. Ook werden hem, door het Parlement van Ierland, eenige Landeryen toegeweezen; hoe- wel hem het regt tot deeze gifte, naderhand, betwist werdt. Kouvigny werdt Graaf van Gallowaï (/£). De veldtogt aan den Ryn flaagde beter vi.
voor de Franfchen; fchoon 'er niet veel voor- Veld- viel van belang (/). Zy zogten zig, eerst, ^^'jj door verraad, meesrer te maaken van Ments; {^dsc ' doch de toeleg werdt tydig ontdekt. Toen bemagtigden zy Altsheim, vyf of zes mylen boven Ments gelegen; van waar zy afweeken naar Kreutsnach. Het Keizerlyk Leger on- der den Keurvorst van Saxen, van den an- deren kant, by Manheim, over den Ryn ge- trokken zynde, werdt, door de Franfchen, -die, by Filipsburg, over den zelfden ftroom naar de regter zyde toogen , genoodzaakt, te rug te keeren: 't welk nogtans zo fpoedig niet gefchieden kon, of de Franfchen hadden zig reeds meester gemaakt van Pfortzheim, in het Markgraaffchap van Baden-Durlach. De verovering deezer Stad gaf hun gelegen- heid, om het Hertogdom Wurtemberg onder brand-
CA) Bi-RNHT Val. TT, p. 77!-8a. Tïnüal Pot. TT. [orXVir.] f. irtn-igo, 336. Eiircp. Mrrc. July-Sept. 1691. tl. 3-23,
il' -114, 135.141. Oaob.-üec. 1691. U. 3-IO.
(O Daniel Journal, p. CLXIV. |
||||
15« VADERLANDSCHE LXII.BoekJ
Mfoi. brandfchatting te zetten. Met het bemagtigen
zen oord, en met het ftroopen door 't platte Land van Gulik, beflooten de Franfchen den tegenwoordigen veldtogt in Duitschland. De Keizerfchen voerden minder uit, ter oorzaa- ke van den dood des Keurvorsts van Saxen, die, op den twee - entwintigften van Herfst' maand deezes jaars, voorgevallen was (£_). Maar in Hongarye gingen de zaaken des Kryssbe. Keizers voorfpoediger. De Turken werden, dryven jn Oogstmaand, by Salankemen, geflaagen, "4rye.n" ^oor ^en P™fe Lodewyk van Baden, en ver- looren, zo men wil, wel vyf- entwintigdui- zend man, op het flagveld. De Keizerfchen lieten 'er omtrent agtduizend. 't Zou Leo- pold toen ligt gevallen hebben, vrede te maa- ken met den Sultan, waarover men, eenen tyd lang, gehandeld hadt. Doch hy hadt be* flooten, zig van gantsch Zevenbergen mees- ter te maaken, en ondernam, kort hierna, 't beleg of de blokkeering van Groot- Waradyn; welk niet voor de volgende Lente overging. Ook oordeelde de Keizer, dat hy, na 't on- derbrengen van Ierland, door de Engelfche wapenen, den kryg tegen Frankryk wel op Koning Willem, de Staaten der Vereenigde Gewesten en de verdere Proteftantfche Bond-*- genooten mögt laaten aankomen: 't welk hem te fterker bewoog, tot het voortzetten des oor*
f*"1 Tindal Vol. II. O XVII.] p. 413. Europ. Merc. April
't- Jwiv 1631. hl. I4<3. Jii/jr — Stft, 1691. tl, 122, I21g |
||||
LXII.BOEK. HISTORIE. 157
oorlogs in Hongarye. Men wil zelfs, dat by 1691.
geloof floeg aan zekere voorzegging, waar- ——— by hem de overmeestering van Konilantino- pel beloofd was. Ook verhaalt men, dat hy, zeer ingenomen tegen 't gene hy voor Kette- rye hieldt, zig ligtelyk liet diets maaken , dat hy de Ketters alleen moest laaten oorloo- gen tegen Frankryk, om dat hy 'er dan altoos by won, wie van beide de partyen ook ver- liezen mögt (/). Doch op zulke vertellingen is luttel ftaats te maaken. De Hertog van Noailles, die 't Frarsfche Krygsb*.
Leger in Katalonie geboodt, zondt, in Hooi- ^ai*. maand, een gedeelte van het zelve naar Cer- lonie, tagne, om Urgel te belegeren. De bezetting deezer Plaatfe beftondt uit vyftienhonderd man, die zig egter, agt dagen na 't openen der loopgraven, krygsgevangen overgaf. Het Hof van Madrid fchikte, hierop, den Hertoge van Medina Sidonia, die over de Spaanfche troepen in Reezen oord bevel voerde, merke - lyken onderftand toe. Doch de Spaanfche Veldoverfte, opgetrokken om Prato Melo aan te tasten, hadt de fpyt van zyn meeste man- fchap te zien verloopen. Ter zee, gelukte; het den Spanjaarden niet beter dan te lande. Zy konden niet beletten, dat de Maarfchalk d'Esftrées, in Oogstmaand, Barcelona en A- likante bombardeerde: waardoor deeze twee; Steden veel fchade leeden (#;). 't Be-
f/) Burnet Vol. II. p. 8ï, 83. Letters of the Lord Pagets
in Twdals Fol II. [er XVII] p. 214, ais. Cm) Daniel Journ. f, CLXIIJ, QLXIV. TiKA» VtU Urn
£»r XVlI.jp. aoo- |
||||
Ï58 VADERLANDSCHE LXH.Boek.
|
|||||||||
\69i. 't Begin van den vcldtogt in Italië was niet
minder nadeelig voor de Bondgenooten ge- |
|||||||||
VH. weest. De Staaten, te vooren, beloofd heb-
De Sta». bencje j jen Hertog van Savoje, flegts voor derfteu- zes maanden, met tienduizend kroonen ter «en den maand te onderfteunen, beloofden hem nu, in Hertog Bloeimaand, deezen zelfden onderftand, zo van S*- jang je tegenwoordige oorlog duuren zou (n). geld.ineC -De Koning van Groot-Britanje deedt hem ge- lyke belofte. Doch de Hertog trok kleine nuttigheid van de penningen, die Koning Willem en de Staaten opbragten ; welken , in plaats van gebruikt te worden tot betaa- linge van eenige regementen Franfche vlug- telingen en Dalïuiden, door hen, die 'er 't be- wind over hadden, tot gantsch andere einden, befteed werden. Hierdoor, werden de zaaken des Hertogs van Savoje vry wat te rugge ge- De Fran- zet. De Catinat, vroeg in 't veld verfcheenen fchen zynde, bemagtigde Villa Franka, en de Sterk- ve.-ove- ten Montaiban en S. Aufpicio. Nica zelf ging fchei- ' aan hem over, by verdrag, op den zesentwin- ckn* tigften van Lentemaand, 't Kasteel verdedig- Piaatfen je zig, nog eenige dagen; doch werdt zo 1,1 Pie" vinnig aangetast, door de Franfchen, dat het, op den tweeden van Grasmaand, ook een eerlyk verdrag floot met den vyand. Ter- ftondt na' 't overgaan deezer Plaatfe, toog francais Eugenius, Prins van Savoje, Zoon van Eugenius Maurits, Graaf van Soislbns, naar 't Weener - Hof, om onderftand. De Her-
|
|||||||||
(») Pbtet, Do Mout Corps Uïplom. Tm. VII. P U. £»
|
|||||||||
LXILBoek. HISTORIE. 159
Hertog zelf begaf zig, ten zelfden einde, naar mfjt;
Milaan. Doch de Spaanfchen en Duitfchen
kwamen traaglyk tot een befluit, om zig de
zaaken van Italië, met ernst, aan te trekken. De Catinat bemagtigde, ondertusfchen, de eene Plaats na de andere. Villana en Carmag- nola vielen hem, in Bloei- en Zomermaand, in handen. Koning Willem en de Staaten, de zaaken des Hertogs van Savoje, met leedwe- zen, ziende te rugge loopen, vonden raad- zaam, eenige bedreeven' Krygsoverften naar Piemont te zenden, die ook last hadden, om zorg te draagen, dat de ondcrftandgelden dee- zer 'twee Mogendheden behoorlyk befteed werden. De Hertog van Schomberg, een dee- zer Legerhoofden en Zoon van den geweezen Maarfchalk, die in Ierland gefneuveld was, op den agttienden van Zomermaand, te Turin zynde aangekomen, vondtde zaaken zeer wan- feoopig. Coni was belegerd, door den Mark- {traavc van Feuquüres. La Hogueth hadt de toegangen naar de Valeie van Aosta bemag- tigd; waardoor hem de weg naar Vercelli en 't Milaneefche open ftondt. Turin werdt met eene bombardeering gedreigd, en 't Hof hadt zig reeds van daar begeven naar Vercelli; daar men veiliger dagt te zyn. De Hertog van Savoje lag, met zyn klein Leger, agter de hoogte van Montcallier, zonder iet te on- derneemen. Doch de komst van Schomberg bragt beweeging in 't Leger. Hy riedt den Hertog, Catinat aan te rasten, en Coni van Pruts« voorraad te voorzien, 't Laatfte werdt on- genius dernomen , door Prins Eugenius , die, op noo,d- deuzaakt
|
||||
Nfo VADERLANDSCHE LXII.Boba:
|
|||||
t 1691. den togt denvaards, zo veel verfterking vaft
-------- manfchap ontving, dat de Franfclien te raade
deFran- werden, 't beleg der Stad op te breeken, met
fthe;> zo veel fpoed, dat zy eenig gefchut en krygs- verlaa" behoeften agterlieten. Men wil, dat dit be- ten, teg? te§en den zin van Catinat, op uitdrulc- kelyk bevel van de Louvois, ondernomen ge- weest was. Zo dra was 't beleg van Coni niet opgebroken, of la Hoguette verliet de Valeie van Aosta; en Catinat, die by C uïgnan lag, week naar Villa novo d'Asti, Feuquieres , met tweeduizend man, afzendende naar Cx- zal, tot verfterking der Franfche bezettinge aldaar. Schomberg, daarna, orde gefield heb- bende op de voldoening van 't Krygsvolk, welk, uit de Engelfche en Staatfche onder- ftandgelden , betaald werdt; en het Leger des Hertogs van Savoje verfterkt geworden zynde, met agttienduizend man Duitï'che troe- pen onder den Keurvorst van Beleren, wer- den de Franfchen, wel haast, genoodzaakt, over de Po te rug te trekken, zonder dat Ca- tinat zig liet inwikkelen, in eenen veldilag. Men beiloot dan, eenigén der verlooren' Plaat- Hy her- fen aan te tasten. Prins Eugenius floeg hes wint beleg voor Carmagnola, op den zevenentwin- Carmag- j-igften van Herfstmaand, en bemagtigde de Motu- Stad, in elf dagen tyds. De Markgraaf van reeiian Hocquincourt, die over eenige Franlche man- veroverd fchap in Savoje geboodt, hadt, ten zelfden door de t^e ^ >t t,eieg geflaagen voor Montmelian , fchea. welk, door de Stad, maar weinige dagen, doch door 't Kasteel, tot in Wintermaand, doorgeftaan werdt. De Bondgenooten befloo- |
|||||
LXII.Boek. HISTORIE, 161
ten, terftond, vyftienduizend man, door de i5pr,
Valeie van Aofta, te zenden, om Montmelian -------
te ontzetten. Doch zy veranderden, federt,
van gedagten, en ontbooden deeze manfchap terug, om, met dezelve, Catinat aan te tas- ten, in zyne verfchanfingen. Maar toen dit niet voortging, werdt 'Cr Carmagnola mede bedwongen. Catinat verliet, midlerwyl, Fos- fano, Savillana en Salusfes , vvykende naar Pignerol, daar hy de tyding kreeg, dat de Piemonteefche Dalluiden, geholpen door ee- nen hoop Franfche vlugtelingen, hem drie- duizend man, gezonden om hunne Valeien te verwoesten, hadden afgeflaagen. Hy begaf zig, federt, naar 't Leger voor 't Kasteel van Montmelian; dat, geen ontzet te gemoetzien- de, zig, eindelyk, op den eenentwintigden van Wintermaand, overgaf. De veldtogt in Italië vverdt hiermede beflooten. De veran- Innpcent dering, die het verlaatenvan Coni, in de zaa-; de SUL ken der Bondgenooten, te wege hadt ge- pj£™ bragt, hadt merkelyken invloed gehad op de verkiezing van eenen nieuwen Paus, zyn- de Alexander den VIII, op den eerften van Sprokkelmaand deezes jaars, overleeden. 't Conclave hadt tot geen beiluit können ko- men , zo. lang de Franfche wapenen voor- fpoedig waren, in Piemont. Doch na 't op- breeken van 't beleg van Coni, vereenigden de Keizerfchen en Spaanfchen zig, in weer- wil van den Kardinaal d'Estrées, een' Fransch- man, om den Kardinaal Pignatelli, een' Na- politaan , te verkiezen tot Paus , die den XVI. Deel. L naam |
||||
tfo VADËRLANDSCHE LXILBcfet.
|
|||||
1691. naam van Itmocem den XII. aannam (0).
■------- Maximiliaan Emmanuel, Keurvorst van
VII. Beieren, wiens togt naar Piemont zo merke -
DcKeur jyke verandèring te wege gebrast hadt, in de Eren" zaaken des Hertogs van Savoje, werdt, in worde Wintermaand deezes jaars, door den Koning Land- van Spanje, aangefteld tot algemeenen Land- voogd V00gd Zyner Nederlanden, in de plaats van s". den Markgraave van Gastanaga. Hy kwam, fche Ne- eerst in Lentemaand des volgenden jaars, fe derian- Brusfel; en Gastanaga keerde, kort hierna, den' naat Spanje •(>): Karel de II, zyne Neder- landen ziende bloot gefield voor de Franfche overmagt, was, al federt lang, bedagt ge- weest, om de Regeering over dezelven in an- dere handen te ft ellen. Men wil, dat hy de Landvoogdy eerst aan Koning Willem aan- gebooden hadt; 't zy als Koning van Enge- land, of als Stadhouder der meeste Veree^ nigde Gewesten; doch zyne Majesteit, dug- - tende, dat de Roomfche ingezetenen der Spaahfche Nederlanden zig niet zouden wee- ten te vlyen onder eerie Protestantfche Re- geering, zou deeze aanbieding van de hand geweezen, en het Spaanfche Hof den Keur- vorst van Beieren voorgeflaagen hebben; tïie, oorlogszugtig van aart, zig zou können ge-
Co~) HunnET m. II. f, n- nANisi Journal, />. CLXf,
CUM. TiNn/iL t'ol.'U. [»rXVH.]p,aoo—ais. Enrop.Merc. r,än> liMart 1691. ii. ;30-^32, 77 . 9'-^9f'' i«»—'7>» »73- il 30.;f5_55,,iT)5^-iiii oa. — Decemb. 1691. U 18 —S9,
(p) Enrop. Mei*. OH.— Dscemh. i«9J- * »85. Jan. ■—
Maart 1692. 1)1. its6. Afrit—Ja«} 1692. W. 78. |
|||||
iXII.BoEk. HIST'ORI E. 163
gedugt maaken in de Spaanfche Nederlanden, 1691.
daar de voornaamtèe ftoel des oorlogs ftondt
te zyn. Ook kon hy deeze Gewesten, uit zyn
Keurvorftendom, voorzien van geld en man- fchap. Eindelyk, hadt hy, van wege zyner Gemaalinne, eeneDogter des Keizers en der Keizerïnne Margareet, Infante van Spanje, ook eenig uitzigt op de opvolging in de Spaan- fche heerfchappye, zo Karel de II, gelyk te wagten was, zonder kinderen overleedt. Alle welke redenen den Keurvorst van Beieren be- kwaamer dan iemant anders fclieenen te maa- ken tot de Landvoogdye. liet Spaanfche Hof gaf, hierom, gehoor aan den voorflag van Koning Willem; doch kon niet befluiten, om den Keurvorst de Landvoogdy aan te bieden: gelyk hy niet van zig verkrygen kon, om ze te verzoeken, 't Werk haperde, derhalve, ee- irigen tyd, voor deeze zwaarigheid. Einde- lyk , deedt de Keizer den eerden voorflag aan den Keurvorst, die den zelven, terftond, aan- nam (q*). Hy hadt zig, in Grasmaand dee- zes jaarSj reeds begeven in het Verbond, welk*, in 't voorleeden jaar, tusfchen Groot- Britanje en de Staaten, gellooten was (r~). De Gezant- Koning van Spanje hadt zynen Gezant, Co- fch»p lomma, in 't voorjaar, uit den Haage, naar "aar. Engeland gezonden, en Don Francisco Ber- sPanle* nardo de Quiros, tot zynen buitengewoonen Gezant by de Staaten, benoemd. De Staa- ten f<?) Börnbt Vul. H. p. 84. TiNDAt Vel. II. [er XVH.1
f. ai7- (O Refol. 11*11. W April iCyi. W. |i<j. L a
|
||||
ï64 VADERLANDSCHE EXIL Boek.
i«9t. ten vonden, daarentegen, op het einde dee-
■ zes jaars, geraaden, den Heer van Citters, die zo lang Ambasfadeur in Engeland geweest
was, te zenden naar 't Hof van Madrid (f); daar hy den Heere van Heemskerk opvolgde , van wien de Staaten zig, eerlang, bedienden , om de Vrede te bemiddelen, tusfchen den Keizer en de Ottomannifche Porte (f). De Ambasfadeur van Citters bleef egter, na dat hy tot de Ambasfade naar Spanje benoemd was, nog eenen geruimen tyd, in Engeland. Gciint De Staaten hielden thans ook eenen buiten- der Staa- gewoonen Gezant by de Zwitferfche Kantons, Zwitter- waartoe ^e Heer Pieter Valkmier verkooren Und. was. Zyne voornaamfte bezigheid beftondt, in het waarfchuwen der Zwitferfche Regee- ringe, tegen de aanflagen der Franfchen, die zig, zo men meende, na 't bemagtigen van Savoje, ligtelyk, van Geneve of vän Zwitfer- land zelf zouden können meester maaken. 't Oogmerk deezer waarfchuwinge was, de Zwit- fers te beweegen, om zig te voegen by de Bondgenooten, en de Franfchen te helpen ver.*- dryven, uit Italië. Doch de Franfchen, zig hieromtrent reeds genoeg vyanden gemaakt hebbende, gaven den Italiaanfchen Mogend- heden en den Zwitfers goede woorden, en bewoogen ze, daardoor, om ftil te zitten. In Zwitfcrland, werdt, beide aan den Keizer en
(O Secr. ttefol. Hall- |R, 20 Decemt. 169t. V. Deel. U.
4*Sv 486. Enrop- Merc. Jan. — Maart 1601. tl. 100. OM. — Oec. 169t, hl. 188. C<> Refo/. Hall, »8 Frir. 1691. hl. 95. , ,
|
||||
\
|
|||||
LXH.BoEK. HISTORIE. 165
•en aan den Koning van Frankryk, werving 1691.
toegeftaan («). -------
De Heer van Amerongen vertoefde nog, Ix«
in zyn Gezantfchap aan 't Hof van Deene- '„" ag marke: alwaar't hem, eindelyk, gelukte, te Koop_ helpen fluiten een Verdrag van Koophandel handel by voorraad, tusfchen den Koning van Groot- metDee- Britanje en de Staaten der Vereenigde Ge- j^™"" westen ter eener, en den Koning van Deene- marke ter anderer zyde. Het werdt, op den dertigften van Zomermaand , te Koppenha- gen, getekend, en behelsde „dat de weder- „ zydfche fchepen en goederen, wegens aan- „ gedaane of voorgewende fchade, niet zou- „ den mogen bekommerd worden. Dat gee- „ ne vyandelyke goederen, in Deenfche fche- „ pen, zouden mogen gelaaden worden, om „ van de eene Franfche Haven naar de ande- „ re te worden vervoerd. Dat de Engelfche „ of Nederlandfche Oorlogsfchepen , eenig . „ Deensch fchip ontmoetende, zig zouden „ gedraagen, naar het twintigfte Lid van het „ Verdrag van Koophandel, tusfchen de Kroo- „ ne Zweeden en de Staaten der Vereenigde „ Nederlanden, opgeregt. Dat, tot voorko- „ minge van lorrendraaijeryen, aan niemant, „ in Deenemarke , Burgerbrieven verleend „ zouden worden, dan aan die, by eede,be- „ loofden, ten minfte tien jaaren agtereen, „ met hunne huisgezinnen, in dit Ryk, te ,, zullen komen woonen. Dat alle kaaperyen, „ langs
f«) Europ. Mcrc. Jan. —Maart irtyi. H. 39 enz. 178 «WC*
April — Juny 1691. tl. 73 enz L3
|
|||||
i66 VADERLANDSCHE LXII.Boek.
|
|||||
1691. „ langs de Deenfche kusten of in de Deen-
—-----„ fche baaijen en havens, geweerd zouden
j, worden." By deeze punten, waren, tot
opheldering van eenigen derzelven, nog ee- De Heet nige andere punten gevoegd (y). De Heer meroA- van Amerongen ftierf, maar ruim drie maan- gen n" den nahet fluiten van dit Verdrag, te Kop- itetft. penhagen, op den negenden van Wynmaand. Zyn Lyk werdt, te fchepe, herwaards ge- voerd, en in de Kerke der Heerlykheid Ame- rongen, in 't Stigt van Utrecht, begraaven. Hy was de Vader van den Generaal van Gin- kel, thans Graave van Athlone, van wiens krygsbedryven in Ierland wy, hiervoor, ge waagd hebben (w). Dood Doch in dit jaar, waren, hier te Lande, Luite-8 no8 an(^ere luiden van naame overleeden. Wy
r.ants- hebben reeds gemeld van het affterven van Generaal den Luitenant-Admiraal, Kornelis Tromp. ™" De Luitenant - Generaal der Ruiterye van num én Weibnum overleedt ook, aan eene beroerte, AJiua in Sprökkelmaand, in den Haage. Hy was, fchoon Roomsen-Katholyk, tot zynen dood toe, Bevelhebber van Breda geweest. Wat laater, ftierf de Luitenant-Generaal Ailua, die zig, op de jagt, door't vallen van 't paard, en van gevaarlyk, in 't hoofd, bezeerd hadt (V). De den Heer Heer van Sommelsdyk, oudfte Zoon van den Va"SdT gewezen Landvoogd van Suriname, en Ma- es y ' joor in 't Regement te paarde van den Graa- ve O) Zie Groot -Ptokaatb. IV. 7)tH, tl. 1345. Du MüHT
C< rps Dip'crn. Tom. Vil. ƒ>. II. /;. 591. , («0 Europ. Mcrc. f)Hhh.—hecem». ifigt. il. 51, »37* iXy Europ. Mcre. jfan. — Ment 1691. U. 165, 188.
|
|||||
LXILBoek. HISTORIE. 167
|
||||||
ve van FlodrorF, overleedt, in Slagtmaand, 1691.
aan de kinderpokjes (3;). De Heerlykheid van -----:—
Sommelsdyk verftierr, doorzyn overlyden, op
zynen broeder, den Heere van Chltillon. In do Vereenigde Gewesten en in Engeland, X.
was men, geduurende den Winter en het vol- T®erus* gende voorjaar, vlytiglyk, bezig, om zig, ^nr8zeeae ter zee en te Tande, toe te rusten. Koning entelan- Willem bereidde zig ook, om, by tyds, her- da, inde waards over te fteeken, en den veldtogt in de Yer*e* Spaanfche Nederlanden by te vvoonen. Doch wfsten.C" voor zyn vertrek uit Engeland , ontblootte 1692." hy, tot veeier verwondering, den Graaf van ■ ■ ■ Marlborough van zyne meeste waardigheden. 't Gemeen maakte verfcheiden' gisfingen, o- Afgunst ver de oorzaaken deezer ongenade. Doch in En- veelen meenden, dat de Graaf zyn ongeluk «eland te wyten hadt, aan de vrymoedigheid, met ™™Ne* welke, hy den Koning kennis hadt gegeven derinni- van het misnoegen, welk de Engelfche Groo- fche ten hadden opgevat, over de byzondere gunst, Heeren* met welke zyne Majesteit bejegende een' of twee Nederlandfche Heeren: hy meende den Graaf van Portland en den Heer van Zuile- ftein(s), die, naderhand, Graaf van Roche- fort werdt (0). Zeker is 't, ten minfte, dat veele Engelfchen, reeds in 't begin van Ko- ning Willems Regeeringe (£), zulk een' arg- waan (j) Europ. Merc. Ocldh. — Decetnb. if>«)i, M. 137.
O) Tinimi VnU tl. [»rXVII.] /). 244.
Ca) TiMiML yu UI. [o/ XVIII. }p. CS.
(b) N. WirsKN Byzoiiiler Vertaal, f. »9. c. ?. f. %fi. c. 'i
f. 38. e. e. f. 54. c. A.f. !!y. t. %. f. <;«. c. 4. /. iua. c. 3. /', 105.^.4./. I07.C3»/. 170. c. 3, f. 2(6.f.*. ÜJS. |
||||||
L 4
|
||||||
168 VADERLANDSCHE LXII.Boek.
1692. waan hadden opgevat tegen de Nederlanders,
.-------dat iemant, in 't Huis der Gemeenten, hoo-
rende gewaagen van 't gevaar, welk de En-
gelfchen van de Franfchen en Ieren gedreigd werdt, vermaande „dat men, hierby, ook „ niet vergeeten moest te zorgen tegen 't ge- „ vaar, welk men van de Nederlanders te „ dugten hadt (c)." Doch fommigen meenen, dat Marlboroughs ongenade aan andere oor- zaaken moet toegefchreeven worden (d). Wat 'er van zy, de Graaf werdt, kort hierna, in de Tour gezet, en niet dan onder borgtogt van vier luiden van aanzien en vermogen ge- flaakt («). Midlerwyl, was de Koning, op den vyftienden van Lentemaand, van Har- v/ich, in zee gefteken naar Holland, verzeld door de Graaven van Portland en Athlone, en door verfcheiden' andere Heeren. Hy land- de, den volgenden dag, in de Oranje - Polder, en kwam, nog dien zelfden avond, in den Zyne Haage (ƒ). Eenige dagen hierna, verfcheen yerkiaa- j^ ? jn ^ Vergadering der algemeene Staaten, de Iura- welken hy verklaarde „dat hy, orde op de ten.' ,, zaaken zyns Koningkryks gefield hebben- „ de, ten fpoedigfte herwaards gekeerd was, „ om zyne bedieningen van Kapitein -Gene- „ raal, Admiraal en Stadhouder, wederom, „ waar te neemen. Dat hy, om den tegen- „ woordigen oorlog, door eene fpoedige vre- „ de, te doen eindigen, zo veele troepen, „ als
(O Tindal Vol. I. [tr XVI.] p. 379. Not. O).
Crf) Gedrag der Hertoginne van Marlboroiigh. il. 45. f O Tindal Vol. II. Ur XV|I.] a. 335-
C ƒ) Tindal Vul, H. j> XVII. J /. B49.
|
||||
LXII.Boek. HISTORIE. 169
„ als hy uit zyne Ryken misfen kon, hadt i<Sj».
„ doen infcheepen, naar de Nederlanden. —— „ Dat de Engelfche Vloot, reeds voor een ge- „ deelte , in gereedheid gebragt was , en dat „ hy , met 's Hemels hulpe , eenen goeden „ uitflag verwagtte van de vereenigde zee- „ magt van Groot - Britanje en de Staaten. " Hierna , benoemde zyne Majefteit de hooge Bevelhebbers der Vloote van den Staat. Wil- lem Bastiaansz. Scheepers werdt Luitenant-Ad- miraal , onder 't Kollegie op de Maaze. De Vice - Admiraal Filips van Almonde werdt Luitenant - Admiraal, onder't Kollegie te Am- fterdam ; en de Graaf van Styrum werdt Lui- tenant-Admiraal, onder't Kollegie in Fries- land (g ). Zekere Thomas White hadt, om- trent deezen tyd , een werktuig uitgevonden, met welk men veertig kanonkogels, in den tyd van een uur, gloeijend heet maaken kon, bin- nen fcheepsboord ; waarna men 'er zig, dagt hy , van kon bedienen , om fchepen in brand te fchieten. Hy diende zyne uitvinding den Staaten van Holland aan (h) : doch ik weet niet, of men 'er gebruik van hebbe gemaakt, of niet. Doch terwyl men , in Engeland en hier te Toeleg
Lande , arbeidde , om twee magtige Vlooten van 't in zee te brengen ; broeide 'er, aan 't Fran- *'rR"fch< fche Hof, een toeleg, om Koning Jakob, met j(on}n« een Leger Franfchen , over te voeren naar jnkob, Engeland , en in 't bezit zyner Ryken te her- meteen ftel- Le*er'
Cg~) Europ. Mcrc. Jan-----Maan 1C92. U 195-107.
CA) Refol. Hol. ai April 31 Blay 1*592. U, ajj > 33W
L5
|
||||
i7o VADERLANDSCHE LXII.Boex.
|
|||||
169%. ftellen. De onttroonde Vorst hielde nog hei-
------- melyk verftand , met verfcheiden' luiden in
over te Engeland , die , misnoegd op de tegenwoor-
DaaTÊn- dige R-sg^nng > aangenomen hadden , zytie geland.' onderneeming te begunftigen , en zig dagten te bedienen van 't afzyn van Koning Willem , en van de overfcheeping van een goed deel der Engelfche Landmagt naar de Nederlanden. Ook is , naderhand , niet donkerlyk , geblee- ken , dat 'er , ten zelfden tyde , aan 't Fran- fche Hof, een toeleg gelmeed was, om Ko- ning Willem , terwyl hy den veldtogt in de Spaanfche Nederlanden bywoonde , van 't lee- ven te berooven : waarop de landing in En- geland ftondt te volgen ; welk Ryk , meende men , in de eerfte verbaasdheid , die de ty- ding van 'sKonings dood veroorzaaken moest, ligtelyk , zou können overmeesterd worden. Geragt, Een Priester , Parker genaamd , over en we- hier_van der reizende , bragt, volgens de geregtelyke VJ?rci(1'verklaaring van zekeren Kapitein, Blairs, den aanhang van Koning Jakob , welke men nu Jakobiten noemde, berigt, „ dat deeze Vorst, „ met dertigduizend man, zou onderfteund „ worden, door den Koning van Frankryk, „ en zelfs, met dertigduizend man daaren- „ boven , zo de weêrfpannigheid der Engel- „ fchen zulk een' onderftand vorderde. Dat „ hy reeds op weg was naar Normandye, „ daar eene Vloot gereed lag , om hem over Verkiai- ^ te voerelli" Tegen den aanvang vanBloei- KonJDgB maand , zondt Koning Jakob eene gedrukte Jakob. Verklaaring naar Engeland , waarin hy kennis gaf van zyn voorneemen , en zyne getrouwe on-
|
|||||
LXILBoek. HISTORIE. 171
onderzaaten aanmoedigde, om de hand te ^,.
kenen tot zyne herftelling. Onder anderen, — 1 1 beklaagde hy de Engelfchen zeer , dat zy zig, door de verklaaring des Prinfen van Oranje , zo fchandelyk hadden laaten misleiden , en dat zy een erfelyk Koningkryk verkieslyk ge- maakt hadden , zyne ontkoming uit de han- den zyner vyanden , verkeerdelyk , aanmer- kende , als eenen afftand van de Kroon. Hy gewaagde ook van de tegenwoordige zwan- gerheid der Koninginne , welke hy, kort te vooren , zynen geheimen Raaden in Enge- land , met eenen brief, bekend gemaakt hadt, dezelven, te gelyk, verzoekende, over te ftee- ken naar Frankryk , om by de verlosfing haa- rer Majefteit tegenwoordig te zyn. Eindelyk, beloofde hy de vreemde manfchap, met wel- ke hy over ftondt te komen , te rug te zullen zenden, zo dra hy, in 't gerust bezit zyner Staaten, herfteld zou zyn (/). De Franfche oe prïn. Vloot, onder den Graave van Tourville, was fche byeengebragt, te Brest in Bretagne , en vier- V1°<" euveerug fchepen van oorloge fterk (£)• Ko- ^°erd' ning Jakob hadt zig vervoegd naar de Kaap Jagt. la Hougue in Normandye, aan 't hoofd van een Leger van twintigduizend man , uit Fran- fchen , Engelfchen , Schotten en Ieren be- ftaande. De Jakobiten hielden heimelyk ver- ftandop de Engelfche Vloote onder den Admi- raal Rusfel. Tourville kreeg, in Grasmaand, last,
(O Zie decze Declaratie, in de Europ. Mare. /pril—j[itn,y
iGiji. U. 120 (*) Daiiiw. Journal, p> CLXIV. |
||||
*jra VADERLANDSCHE LXII.Boek:
i«92. last, om deeze Vloot aan te tasten, eer de
'r------ Staatfche Vloot, die nu gereed ftondt om uit te
loopen , zig met dezelve zou können vereeni-
gen. De landing zou , onderftelde men , ten zelfden tyde, of kort hierna, te veiliger, kön- nen ondernomen worden. Midlerwyl, hiel- den de Jakobiten zig gereed, om, aanverfchei- den' oorden in Engeland, beweegingen te verwekken, ten behoeve van den onttroonden Koning. Maatre- Koningin Maria, op welke, in 't afzyn des «els van Kouings, 't bewind der Regeeringe rustte, ont- ginne"" boodt» zo dra zv kennis kreeg van de voorge- Maria. nomen landing , drie Regementen voetvolk , die in Staatfchen dienst waren , te rug naar Engeland. Zy deedt eenige verdagte perfoo- nen in hegtenis neemen, en verzekerde zig van de trouwe der voornaamfte bevelhebberen haa- rer Vloote. 't Stormagtig weder verhinderde, ondertusfchen, het uitloopen der Franfche, en de vereeniging der Engelfche en Staatfche Vloo- ten, tot in Bloeimaand, wanneer de gelegenheid De Fran- gunftiger werdt, voor den Graave van ïourvil- fcha " Ie. Hy ftak dan in zee, met eenen westelyken Vloot wind, om de Engelfche Vloot op te zoeken en loopt uit. aan te tasten (/). De Staat- De Staatfche Vloot, onder den Luitenant-
fche Admiraal van Almonde , zesendertig fchepen V1°e°^jetvan oorloge fterk, was, ondertusfchen, eerst sägtet door ftorm, en toen , door den westelyken de Engel- wind, belet geworden, in zee te loopen. Doch fche. dg wind 9 eerlang , oostwaards zwaaijende , voer-
CO Tindal Vol. II. [w XVII. ]£. 249 — »67. |
||||
LXII.Boek. HISTORIE. 17s
voerde haar , in korten tyd , naar 't Kanaal, tgfu
daar zy zig gelukkiglyk vereenigde met de En- gelfche Vloote, onder Rusfel, terwyl dezelfde wind Tourville te rug hieldt. E>e tyding van de vereeniging der twee Vlooten ontftelde de Jakobiten in Engeland zeer : doch ze werdt, des anderendaags , wederfproken ; waarop zy iemant afzonden naar Frankryk, met berigt, dat de Vlooten nog niet vereenigd waren. Men wil, dat Tourville toen eerst bevel kreeg, om Rusfel flag te leveren. Doch het Franfche Hof werdt, naderhand, zo volkomen verzekerd van de vereeniging der twee Vlooten, dat dit bevel wederom ingetrokken werdt. Een weinig te laat, egter. De vereenigde Vlooten hadden de Franfche reeds opgezogt, en flag geleverd, eer Tourville den last ontving, om 't gevegt te fchuwen (w). De Admiraal Rusfel was , met de vereenig- xr.'
de Vlooten , uit de baaije van S. Helena, on- Zeeihg der zeil gegaan , op den agtentwintigften van tusfchea Bloeimaand. Met het aanbreeken van den vol- p|„ /** genden dag , kreeg men de vyandlyke Vloot Hougue in 't gezigt, omtrent zes mylen van de Kaap en Bar- Barfleur. 't Gevegt ving egter niet aan, voor fle«. tien of elf uuren: wanneer het voorfte Ésqua- der der Franfche Vloote, met een gedeelte der Staatfche fchepen, onder den Vice - Ad- miraal Gerrit Kallenberg, die den voortogt hadt, flaags raakte. Daarna, begon de ftryd, tusfchen hetvyandlyk Hoofd -Esquader onder Tourville , en dat der vereenigde Vloote »on- der Ci»; Tim*«, na. 11. [«f xvn.] p. 267. Ma. 0% |
||||
174 VADERLANDSCHE LXII.Boi«.
iffpa. -der den Admiraal Rusfel, die den vyand , na
■» vegtende , vervolgde. Tegen zes uuren des avonds , raakten de Engelfche blaauwe vlag tegen de Franfche blaauwe vlag in een hevig gevegt: welk , door de mist en donkerheid t gefcheiden werdt. 't Bleef, den geheelen nagt, -itil; doch met den ogtend van den dertigften van Bloeimaand , blies de wind wakker op , uit den Oost- Noord - Oosten. De vereenigde Vlooten, zig toen, omtrent de hoogte van de Kaap LaHougue, bevindende, zagen de Fran- fche Vloot omtrent twee mylen van zig, en Smaakten 'er , terftond , jagt op. Doch eene fchielyk opkomende ftilte was oorzaak , dat de Vlooten niet aan eikanderen raakten. Des anderendaags , 's morgens omtrent agt uuren, kreeg Rusfel, onder den wal, wederom eeni- ge Franfche fchepen in 't gezigt: die hy ter- ■>•' ftond vervolgde en agterhaalde , en van wel- ke drie groote Oorlogsfchepen, waaronder het Admiraalsfchip van den Graave van Tourville r ......:, was , benevens twee Fregatten en drie min
dere vaartuigen , veroverd en verbrand wer-
den. De gevangens, welken men hier bekwam, getuigden , dat *et, in 't gevegt van den ne- genentwintigften , nog vier of vyf Franfche Oorlogsfchepen gebleeven waren. Op den De.Vjr" eerften van Zomermaand, werden nog vyf of vloiften zes Franfche fchepen , op den zelfden wal , behaalen vernield en verbrand : waartoe ook eenige 4e tege. -Staatfche Branders verbezigd werden. De overwinning hadt zig dus volkomenlyk voor de Bondgenooten verklaard , die de Franfche Vloot
|
||||
LXHBOEK. HISTORIE. ï?s
Vloot op de vlugt gejaagd , en haar merkely- 169%:
ke fchade toegebragt hadden , zonder zelven - één fchip verlooren te hebben. Doch deeze
overwinning werdt, voornaamlyk , toege- -fchreeven aan de overmagt der vereenigde Vloote, die omtrent tagtig fchepen fterk was ; daar de FranfChe, naar 't getuigenis van den Admiraal Rusfel zelv', geen vyfcig fchepen haa- ien kon, en, volgens 't gene wy, hier boven, uit FranfChe Schry vers, hebbeta aangetekend, uit niet meer dan vierenveertig fchepen van •Oorloge beftondt. 't Gevegt was gefchied , in 't gezigt van Koning Jakob, : die zig op "Kaap La Hougue bevondt, en den Koningvan 'Frankryk kennis 'gaf van de nederlaage. Be- nige fchepen der Staaten waren merkelyk be- fchadigd geworden in 't gevegt. 't Schip dt zeven Provinciën , gevoerd door Efert de Lief- de , was zo lek gefchooten, dat het naar Ports- inouth moest opgezonden worden, 't Schip Amfierdum , waarop Rorntiistan der Zaan ge- boodt, was, met veertig fchooteh , dooma- geld. Voorts, was 't verlies aan manfchap klein op 's'Lands fchepen («). De zege werdt egter niet vervolgd , gelyk men verwagt hadr. De toeleg om eene landing in Frankryk te doen, die kort hierna ontworpen werdt, ver- dween in rook. Ook wil men , dat de Admi- raal Rusfel niet voldaan was, over den last, die
C«) SommferVerbaa^vanelc Expeditie >.n iCgi, MS. Ziioe«
de Brieven van Rusfel, Almonde, van der gaan, Sehey, Slhrv- vcr enz.' it ile Europ. Merc. April — Junviïg^.-'bl. 174 -ij;«f. Daniii Joufn.^, CI.XIV. Fwuum Mcnuir. jW.l f, jaj; 83<- |
||||
j76 VADERLANDSCHE LXII. BoekJ
ig92, die hem , uit naam der Koninginne, werdt
ge bragt, dat 'er niets meer ondernomen werdt tegen de vyandlyke Vloote ; die, eer- lang , in de Havens van Frankryk, werdt op- gelegd : waarna de Franfche Kaapers zig voor- zagen van het bootsvolk der Vloote , en den Engelfchen , Hollanderen en Zeeuwen veel nadeels toebragten ter zee (o). Maar Koning Jakob moest den togt naar Engeland geheel- lyk uit den zin zetten, en keerde , zo dra hy kennis van den volkomen uitflag des gevegts gekreegen hadt, te rug naar S. Germain , al- waar zyne Gemaalin, den agtentwintigften van Zomermaand , van eene Dogter beviel. Het Leger, welk gefchikt was om hem te ver- zeilen , werdt, gedeeltelyk, gelegd, langs de zeekusten van Normandye en Bretagne , en gedeeltelyk gezonden naar de Spaanfche Ne- Verdere derlanden (^»). Ter zee, viel, wyders, dit ontmoe- jaar, weinig meer voor. In Oogstmaand, wer- tingen ^en twee Oorlogsfchepen , gevoerd door de ter zee. j£apiteinen Van der Zaan en Taalman, en die- nende tot geleide der Koopvaardyvloote van S. Ubes, na een hardnekkig gevegt, door drie Franfche Oorlogsfchepen , omtrent Kaap Le- zard veroverd (^). Ook tastten vier Fran- fche Oorlogsfchepen , op den negentienden van Slagtmaarid , even buiten 't Kattegat, het Staatsch
(o) Bu&net PéL II. p 91-95. TiNDAl f/U. II. [o'XVII.]
p. a68, 2815. (ƒ>) Europ. Mcrc. Oäob. — Dtctmb. 169a. il. 171, 17».
(Y) Europ. Merc. july — Sept. 1691. tl. aao. Forbiu Meiu.
Tom. I. p. a37« |
||||
LXÏï.Boek. HISTORIE. tj?
|
|||||
Staatsch geleide aan, welk de Koopvaardy- njp9;
vloot, uit de-Oostzee, herwaar ds voerde. De Negen of tien Koopvaardyfchepen vielen den vyand in handen. De overigen, meer dan zes- tig in getal, kwamen behouden in Texel bin- nen (r). Op 't einde van Wynmaand, was 'er, indenHaage, eene overeenkomst getroffen, tusfchen den Koning van Spanje, den Koning van Groot-Britanje en de Staaten: waarby men zig verbondt, om eene famengevoegde Vloot te fchikken naar de Middeiandfche zee, tot welke ieder der Bondgenooten zestien iche- pen van oorloge leveren zou (Y). Midierwyl, was de veldtogc in de Neder- x?r.
landen, van de Franfche zyde,inBloeimaand, De Ko- geopend, met het beleg van :Namen. De'pïfj,rViv Stad werdt berend, op den vyfentwintigften. belegert De Koning van Frankryk verfcheen zelf in 't. Namen. Leger, en deedt den arbeid aan de loopgraa- ven zo fterk voortzetten, dat hy, binnen vier dagen, in ftaat was, om de buitenwerken der Stad, naar den kant der S. Nikolaas-Poor- te, aan te tasten en te overmeesteren. Het Leger der Bondgenooten was, ondertusfchen, reeds in 't begin der maand, tusfchen Ander- lech en Dilbeek, byeengetrokken. Koning Koning Willem voegde zig, eerlang, aan 't hoofd Willem van het zelve, en trok 'er mede naar den kant 'rekt»niee van Leuven, op de eerftetyding, dat de vyand ger d*"f naar uondge-
(rl Europ. Mcrc. OSo'i. — Dtcemb. tfigj. tl. 154.
(O Uu Mout Corps Diplom. Tom. Vil, P. IL ƒ>. 320. XVI. Deel. M
|
|||||
j;5 VADERLANDSCHE LXII.Boek.
|
|||||
i6j>t. naar Namen getoogen was (/). De Hertog
— - van Luxemburg, die 't beleg dekte, met een «ooten, Leger van zeventigduizend man, trok den te velde. Bondgenooten tegemoet, en floegzig, aan de zuidzyde van de Mehaigne, neder, terwyl de Bondgenooten, tot aan de noordzyde van deezen ftroom, waren genaderd. Koning Willem maakte zig meester van alle de pos- ten op de Mehaigne, aan zyne zyde, terwyl Luxemburg, aan den anderen kant van den ftroom, een of twee Dorpen verfterkte. De Legers overtroffen eikanderen niet veel in getal, wordende dat der Bondgenooten, ten hoogfte, gerekend op vyfenzeventigduizend man. De Keurvorst van Beieren, nu de Land- voogdy der Spaanfche Nederlanden aanvaard hebbende, bevondt zig ook in 't Leger; en was, nevens den Koning van Groot-Britan- je, bedagt, op middelen, om Namen te om> Namen zetten. Doch de tegenwoordigheid des Ko- gecft zig nings van Frankryk , en de vlyt des Heeren ow* van Vauban was oorzaak, dat de Stad zig, agt dagen na 't openen der loopgraaven, o- vergaf, op den vyfden van Zomermaand. Toen werdt het Kasteel, aan de andere zyde der Sambre gelegen, aangetast; of liever twee Sterkten, welken bemagtigd moesten worden, eer men zig meester kon maaken van 't Kas- teel . Eene deezer Sterkten, het Fort William, of Koekoom genaamd, was, in den voorlee- denjaare, eerst opgeworpen, door Koning Willem. De andere, het Duivels-Huis gehee- ten,
(O Bwop. Merc. April—Juny iöt/ï. il. 140,
|
|||||
LXILBoek. HISTORIE. 179
|
|||||
ten, was een verfterkt huis, welks werken ^j.
zig naar den kant der Maaze uitftrekten. . Dit —— laatfte werdt eerst aangetast. In 't Leger der Bondgenooten, maakte men, ondertusfchen, gereedfchap, om over de Mehaigne te trek- ken , en den Hertoge van Luxemburg flag te leveren. Men floeg, ten deezen einde, ver- fcheiden' bruggen over den ftroom: 't welk niet gefchiedde, zonder veelen knegten het leeven te kosten. De negende van Zomer- maand werdt, eindelyk, gefchikt, tot den veldflag. Doch de geweldige regen, die 's nagts te vooren viel, ftremde de uitvoering van dit gewigtig voorneemen. Ook hieldt de regen verfcheiden' dagen aan , waardoor de Mehaigne zo hoog zwol, dat 'er geen over- komen aan was, zynde de gemaakte bruggen byna allen weggefpoeld. Midlerwyl, was het Twee Duivelshuis bemagtigd, op den dertienden van Sterkten Zomermaand. Toen werdt het Fort William rveenr#lo°" aangetast, dat, door honderd en vyftig man, on- der den Stigter Menno van Koehoorn, vvakkerlyk, verdedigd werdt. Koehoorn werdt gekwetst, in 't af keeren van eenen vinnigen ftorm op de Sterkte, die, niet voorden drie-entwintigften, byeerlyk verdrag, werdt opgegeven. Eeui- ge, dagen te vooren , waren de Legers langs de Mehaigne in beweging geweest. De Graaf van Athlone en de Heer van Ouwerkerk had- den zig zelf, aan 't hoofd van eenen hoop paarden, begeven over den ftroom, om kond- fchap te haaien. Doch zy keerden te rug, Het Kas- zonder dat 'er iet verder voorviel. Na 't ver- "el vatl overen van 't Fort William, werdt het Kas- ^™ M 2 teel 6
|
|||||
i3® VADERLANDSCHE LXII. Boa^
169a. teel zelf aangetast, en van verfcheiden' batte*
------- ryen hevig befchooten. De Prins van Barbae
ook gon geboodt op 't Kasteel: en fommigen heb-
Frank"" ben hem verdagt gehouden, dat hy heulde met ryk " de Franfchen: hoewel anderen zynen goeden naam verdedigd, en beweerd hebben, dat hy de Vesting, wakkeriyk en eerlyk, befchermd hadt. Tusfchen den negenentwintigften en. dertigften, werdt 'er zo fel gevuurd op 't Kas- teel , dat de vyand, die reeds tot aan den be- dekten weg genaderd was, zig in ftaat vondt, om, met den dag, de gemaakte breuke te be- klimmen : gelyk gefchiedde. Terftond hier- op, verzogten de belegerden in gefprek te komen, en 't Kasteel werdt opgegeven, op den dertigften van Zomermaand («). De be- legering van Namen en deszelfs Kasteel kost- te den Koning, naar de begrooting der Fran- fchen zelven, vyfendertighonderd man, be- halve de jgekwetften en zieken, die een aan- merkelylï getal uitmaakten (v). Nograns, werdt de verovering deezer aanzienlykfte Ves- tinge der Spaanfche Nederlanden gehouden voor eene der loffelykfte daaden van Koning Lodewyk, die, onaajigezien het zwaar ver- lies, welk hy,.voor La Hougue, op zee, ge- leeden hadt, toonde magts en moeds genoeg te hebben, om Namen te overmeesteren, 111 't gezigt van het Leger der Bondgenooten. De Bondgenooten, daarentegen, en Koning Wil-
fa) Lettres from James Vernon Efq. h Tinbals Comin.
Tol II. [or XVII,] p. a88 — 2*1- Kuiup. IM«ic. Afril—j!un/ Itljl. H. 19'!----2(5.
tv} Danibl Journal, p. CLXV.
|
||||
LXU.Boex. HISTORIE. i8i
Willem in 't byzonder werden van veelen be- tsoa.
rispt. Men oordeelde, dat zyne Majesteit lie- ——• Ver wat veel moest gewaagd nebben, dan ge- doogd, dat Namen hem Voor zyne oogeri ontroofd werdt (V). Doch, veelligt waren zy, die zo oordeelden, niet naar behooren onderregt van de gelegenheid der wederzyd- fche Legeren, én van de gefteldheid des Lands- en der ftroomem Zeker is't, dat het zwellen der Mehaigne, door den aanhoudenden regen, het aantasten des vyands, Wien men, zelfs na *t overtrekken der riviere , niet dan langs enge Wegen, zou hebben können naderen, ten hoogfte moeilyk gemaakt hadt. De Stad Namen was, daarbenevens, fpoedig overge- taan: en 't Kasteel kon niet Wel ontzet wor-
en, om dat het aan de oveirzyde der Sam- bre gelegen was. Mogelyk, hebben deeze of diergel yke redenen Koning Willem bewoo- gen, om eenen gevaarlyken veldflag te fchü- wen. Lodewyk de XIV, na 't inrieemèh Van Na- Betfee.
men, te rug keerende naar VerfaiUes, liet het g'ngen bewind over zyne krygsmagt in de Nedérlan- Ier w'" den, in handen van den Hertóge van Luxem- fc^Lê« burg, die zig, eerlang, op eene voördeelige geren» Legerplaats, tusfchen Ènghien en Steenker- ken, m Henegouwen, néderflöeg. Het Leger der Bondgénootén, daarentegen, getrokken naar Melle, zogt zig van Bergen in Hene- gouwen meester te maaken , by verrasfing; doch deeze toeleg mislukte, door dé Wakker- heid 03 Tindal Pot. II. [orXV.II.] p. »93.
MS
|
||||
i8a VADERLANDSCHE LXII.Boek.
1692. heid der Franfchen. Van Melle, toog het
»-■ ■ Leger naar Genappe; van daar naar Halle, en, by de laatstgemelde Stad, over het ri- viertje de Senne. Hier werdt het Leger ver- fterkt, met agtduizend man Hanoverfche troepen, in gevolge van een Verdrag, in 't Leger by Melle, op den dertigften van Zo- mermaand , tusfchen den Koning van Groot- Britanje, de Staaten en den Hertoge van Ha- nover, geflooten (V). Koning Willem, zig, hier, niet verre van het vyandlyke Leger, bevindende, en berigt ontvangen hebbende van de gefteldheid der Franfche Legerplaat- fe, vondt geraaden, den Hertoge van Luxem- burg aan te tasten. Öpden derden van Oogst- maand dan, 's morgens vroeg, trok hy op, van by Halle, en kwam, ten negen uuren, in 't gezigt van den vyand , dien hy gelegerd vondt, agter eenen hoogen berg, met hout en heggen bezet. De Hertog van Wurtem- berg, die de voorhoede van 't Leger der Bond- genooten geboodt, kreeg last van Koning Willem, om zig van deeze hoogte meester Gevegt te maaken. Hierop begon het gevegt, omtrent i>ySteen- ten tien uuren. Doch kort na den middag, Iterkea. wer(jt de ftryd eerst algemeen, op eenen en- gen grond, met hoogten en kreupelbosch be- zet. Wurtemberg kweet zig wakkerlyk, dreef den vyand te rug van de hoogte, en bemag- tigde eenige ftukken gefchuts. Hierop, nader- de het voetvolk van 't Leger der Bondgenoo- ten,
(xl Voipx Du MjifiT Coips Diplom. Tm, VII. e. Ik
(• 316. |
||||
UüI.Boek. HISTORIE. 183
ten, en toen werdt 'er zo geweldig gefchoo- 1699,
ten, uit beide de Legers, dat 'er, ter weder- —— zyde, veel volks fneuvelde. De Ruitery der Bondgenooten kon weinig dienst doen, op Zulk een' enge en ongelyken grond, die den vyand agter hoogten en heggen dekte. Bou- flers, die twee of drie uuren van 't vyandiyk Leger geftaan hadt, ondertusfchen, toege- fchooten zynde, vuurde zo tterk op de Bri- gade van Fagel, dat dezelve,byna geheellyk, vermeldt werdt. De Engelfchen leeden egt?r meest in den ftryd, en Koning Willem zelf bevondt zigin geduurig gevaar; doch, tegen yt vallen van den avond, gaf hy bevel om af te trekken, 't flagveld en vyf of zes kleine ftukjes gefchut laatende in de magt des vyänds £y). Men rekent, dat 'er, van de zyde der Bondgenooten, meer dan tweeduizend man gefneuveld waren , en drieduizend gekwetst of gevangen genomen. Volgens eene nette Lyst, naderhand, door Koning Willem, ge- zonden aan de Staaten, waren 'er van het Staatfche voetvolk alleen veertienhonderd ze- ventig gedood en zestienhonderd twee en 6e» gentig gekwetst geworden (z). Onder de ge- fneuvelden, waren veele Overften van naa- me, inzonderheid Engelfchen. Doch de Fran- fchen hadden weinig minder volks, en veele Juiden van aanzjen yerlooren (£). ^yfchree- ven
O) Zie den Brief van Hen Hcsre van Dy*ve|ld in de Euroj},
pltc.Jiily—Sept- i6y?. lil 76. (.2) Keful. Huil. 11 Seit. ißyi. K. 7«3- _. „„
{'fi) BuRntfr Ful. II; p. 97. Ö4N1EL Jowrn. p. CLXV.
M 4
|
||||
i84 VADERXANDSCHE LXU.BgèkU
|
||||||||
itfoa. ven zig egter de overwinning toe, om dat zy
't flagveld behouden hadden. Doch zy zou- |
||||||||
Verra»^ jen, meent men, gevaar geloopen hebben,,
Lese" l zo ^e Hert°g van Luxemburg niet, van tyd. derßond^ tot tyd, onderregt geworden was van de voor- genoo- neemens en beweegingen der Bondgenooten, ten ge- ^oor fen Ridderde Millevoix, bediende van den ra c' Keurvorst van Beieren: wiens flinkfehe handel, ontdekt geworden zytide, eerlang, met de galge geftraft werdt (£). Hy was 't, meen ik, die, kort na dat hy ontdekt geworden was, door Koning Willem, genoodzaakt werdt, ee- nige verkeerde berigten, wegens het oogmerk der Bondgenooten, over te fchryven aan der» Hertoge van Luxemburg: waardoor deeze, voor eenen tyd, in onzekerheid gehouden, of misleid werdt (V). Op den zevenentwin- tigften van Oogstmaand, viel 'er een gevegt van minder belang voor, by Selein, tusfchen een deel der bezettinge van Huy en een deel der Franfehe bezettinge van Namen , van welke laatfle, veele Uverflen en gemeenen fneuvelden, of gevangen genomen wer- den (<ƒ). DeBond- . De beide Legers waren, na 't gevegt by genoo- Steenkerken, geduurig veranderd van Leger- jftten P'aat^e' zonder Haags te können raaken. Int Diifsmui- den aanvang van Herfstmaand, werdt dat der den en Bondgenooten verfterkt, door een goed ge- Veurne. tal ( i') Tindal Fol. II. [er XVII. ]p. aj)4—«99 Europ. Merc.
jfule—Sept. \(>i):. bl 75—103. 'C\ Phiez\PruiiVMR.*3 Mem'ir. Hist. & IMiiit. Tom, i. p%
16'j fS fiiiv. Tom. II. p- 76 & fuiv. (</)£ufl>p. Mcic. 'Julj — Stpt. 169a. U, 104,
|
||||||||
tXIL.ßuEK. HISTORIE. 185
tal Engelfche troepen, die tot de voorgeno- itf$»,
men' landing in Frankryk gefchikt geweest-------i
waren $ doch nu, te Ooilende en te Nieuw-
poort, ontfeheept werden. De Bondgenooten wierpen, federt, bezetting in Diksmuiden en Veurne, waarop de Franfchen het oog ge- had hadden. Omtrent dien tyó, was 'er een gevegt voorgevallen, tusfehen eenige Duit- fche troepen, die omtrent Luikerland lagen en eenige Franfche, onder den Markgraave d'Harcourt, waarin de eerften te kort fchoo- ten, en op de vlugt gejaagd werden. De Le- gers lcheiden beide voor 't einde van Herfst-1 maand, ter oorzaake van het ongunftig jaar- getyde. Koning Willem begaf zig, over Bre- da, naar 't Loo. De Franfehen onder Bou- ilers zogtsn zig, in Wynmaand , meester te maaken van Charleroi* Zy wierpen een groot getal van boniben in de Stad, meenende haar, hierdoor, te dwingen tot de overgave («). Doch die van binnen ftonden dit geweld, en Charte, het iiaaken van agttienduizend kanonfehoo- roi pe- ten, wakkerlyk, door. Op 't einde des jaars, 5°™]!**" zogt de vyand zig ook meester te maaken van uuy '^ Huy; en hadt de voorfteden reeds bemag- na ver- tigd, toen de Keurvorst van Beieren, een looien, deel Krygsvolk uit de naaste bezettingen by- eengetrokken hebbende, de Franfchen nood- zaakte, de Plaats te verlaaten (ƒ). Hierby bepaalden zig de Krygsbedryven deezes jaars, in
O") D\Mim Journal p. CLXVT.
(O Jiurnp. Metc. July — Sept. Ißf)5. */. 817—319. 03.--
Vlcan'i. l6gi. tl. 76—Bi. I45 — I<17iïW — »03. Tw»AlW. PI.[<wXVH.]/. 311—,ij/
|
|||||
JM 5
|
|||||
i06 VADERLANDSCHE LXII.Büejc.
1Ä92. in de Spaanfche Nederlanden. Koning Wil-
——— lern, van 't Loo naar den Haage gekeerd zyn- de, en aldaar tyding gekreegen hebbende va« den aanflag op Charleroi, was,in alleryl, ver- trokken naar Brusfel, daar hy niet langer dan één etmaal vertoefde. Toen keerde hy we- derom naar den Haage, en, bet gewoonlyk affcheid genomen hebbende, begaf hy zig, den vyfcntwintigften van Wynmaand, in de Oranje - Polder, fcheep; landde den agtentwin- tigften te Yarmouth, en kwam, den dertig- Hen, te Kenfington, te rug (g). Xin. Hyhadt, geduurende deezen veldtogt, Aanfl»g groot gevaar zyns leevens geloopen, hebben- vfn?s °* ^e zekeren Franschman aangenomen, hem, lceven: in 't Leger, van kant te helpen: doch 't ver- raad was, gelukkiglyk, ontdekt en geftraft, Wy hebben, te vooren reeds (i), in 't voor- bygaan, aangemerkt, dat het Franfche Hof, ten tyde van de voorgenomen' landing in En- geland, eenen aanflag gefmeed hadt, om Ko- ning Willem van 't leeven te berooven, en, hierdoor, de Herftelling van Koning Jakob gemakkelyker te maaken. 't Was deeze zelf- de aanflag, die in deezen Zomer ontdekt en geftraft werdt, en 't zal der moeite wel waar- dig zyn, hier, uit de egtfte befcheiden, te verhaalen, wat 'er van aan den dag gekomen zy. BartMomeus de Liniere, Ridder, en Heef van Grandval, geboortig van Liniere in Pi- kar-
, (g-) Tivdal Vol. II. [er XVII.] p. 338. gurop. Mcrc, 0^
»}.—Dcrem'i. l6y2. H, 77, O?, OÜ, (h) illadz, 170. |
||||
HISTORIE.
|
||||||||||
187
|
||||||||||
LXII.Boek.
|
||||||||||
kardye, en Kolonel van een Regiment Dra- l6
gonders, in Frani'chen dienst; en zekere An- _ thoni du Mont hadden zig, zo zy naderhand be- leeden, reeds in 't voorleeden jaar 1691, door eenige voornaame luiden aan 't Franfche Hof, laaten beweegen, om Koning Willem, terwyl hy op 't Loo ter jagt, of in 't Leger in de Spaanfche Nederlanden was, van kant te hel- pen. Du Mont hadt toen de wyze, op welke men de aanilag ftondt uit te voeren, fchrifte- 3yk, ontworpen, enGrandval hadt,zo hy, na- derhand, beleedt, dit ontwerp vertoond aan gefmccd den Markgraave de Louvois , een' der voor- Jo0.r naamlte Franfche Staatsdienaaren, die Grand- p!™^ val verklaard hadt, dat hy hem nader fpreeken Hoveiia* wilde, over zaaken van aanbelang, welken, gen., zo deeze meende, den aanflag betreffen zou- den. Doch Louvois overleedt, kort hierna, en 't ontwerp viel in handen van zynen Zoon en Opvolger, den Markgraave van Barbe- fieux, die zig genegen vondt, om het ter uit- voeringe te doen brengen. Mevrouw de Main- tenon, weleer eene van 's Konings minnaa- resfen, bewilligde 'er, insgelyks, in, en de Hertog van Luxemburg kreeg last, om 'er 't oog over te houden. Barbefieux hieldt Grand- val voor, dat men reden hadt, om te vermoe- den , dat de Prins van Oranje zynen overleeden Vader, Louvois, hadt doen vergiftigen, en dat hy, hierom, de dood verdiend hadt. Voorts, waren Grandval, du Mont en zekere Par- Beleid ker, Kolonel van Koning Jakob, met Barbefieux van dea en Pafarel, Thefaurier van oorloge, in Frank- "lvel>. *yk overeengekomen „ dat Graniyal en Par- „ker
|
||||||||||
\
|
||||||||||
m * VADERLANDSCHE LXÏLBoEfc
1692. „ ker zig, met vyftienhonderd paarden, zou-«
*-s— „ den vinden aan de hoofdwagt van 't Leger „ onder den Hertoge van Luxemburg; dat ,> du Mont zig, ten zelfden tyde, in 't Le- „ ger der Bondgenooten vervoegen zou, en 7i zyne Majesteit doorfchieten, terwyl hy de „ wagten bezogt; dat de twee anderen hem, j, hierop, zouden komen byfpringen, met „ hunne Ruiterye, na dat du Mont hun eerst „ zou verwittigd nebben van den tyd, waar- „ in hy den aanflag dagt uit te voeren." Na \ maalcen van deeze aftpraak, hadt Barbe- fieux aan Grandval tagtig gouden Louifen ter hand gefield, benevens eenen brief aan den Hertoge van Luxemburg, waarby deezen be- last werdt, de vereischte Ruitery aan Grand- val te bezorgen. Grandval en du Mont wa- ren, hierop, in Herfstmaand des voorleeden jaars, verreisd naar Meenen. Hier waren zy van eikanderen gefcheiden, Grandval naar 't Franfcbe Leger, en du Mont, met een' vrye- reisbrief van den Bevelhebber van Meenen, naar Gend vertrekkende. Sedert, hadt Grand- val, dag en nagt, op de wagt geftaan, tot nä 'tgevegt by Leuze, zonder iet van du Mont vernomen te hebben, die ondertusfchen, ver- reisd was naar 't Hof van Hanover, alwaar hy, zo fommigen melden, eene bediening hadt. Grandval was, eindelyk, ook naar Pa- rys gekeerd, en hadt, van daar, den gant- fchen Winter, met kennis van Barbefieux, foriefwisfeling over den voorgenomen aanflag gehouden, met du Mont. Men kwam toen overeen, om 't ftuk, welk, in den voorlee- dea
|
||||
LXII.BoEK. HISTORIE. 189
|
|||||
den veldtogt, gemist was, in den tegenwoor- 169%.
digen uit te voeren. Du Mom, midlerwyl, ——— dugtende voor 't gevaar des aanüags, en mee- DuMont, nende, met het ontdekken daarvan, meerder ^"éij" voordeel te zullen behaaien, dan met het uit^ x^f 0„' voeren; liet zig, deswege, een weinig uit te- penbawt gen William Dutton Colt, buitengewoonen Ger 'er iet zant der Kroone van Groot - Britanje, byden .vt*nH'0*w Hertoge van Hanover; die niet verzuimde, van h,. dit gewigtig nieuws over te fchryven naar npver. Engeland. Men gaf, hier, zo veel agt op dit berigt, dat men naar middel uitzag, om den flinkichen toeleg nader te ontdekken. Fredrik Albert van Leef date , Roomschgezind , was, voorheen, Kolonel geweest in Staatichen dienst; doch hadt dien, uit misnoegen, ver- daten , en bevondt zig thans te Londen. Van deezen, op wien geen arg vermoeden vallen kon, befloot men zig te bedienen, om Grand- vals fnooden aanflag nader te ontdekken. Men De aas- zondt hem dan heimelyk, naar Parys, daar tag hy, in Lentemaand deezes jaars, aankwam; wor.dt wel haast kennis maakte met Grandval, en ontdekt, agter 't geheele geheim van den aanflag raak- te. Grandval, zeker, fprak veel te los van zulk een' gevaarlyken toeleg. Bürnet fchryft (/), dat de Oudheidskenner Morel, Proteftantfch, en ongezind om van zyn geloof af te gaan, tot in grasmaand deezes jaars, |n de Baftilje gezeten hadt; doch nu gellaakt zynde, gevalliglyk, ineeneen dezelfde koets met Grandval, naar S. Germain, eu van daar te
(o n; 11. pi. $)<v
|
|||||
i(jo VADERLANDSCHE LXII. Boek;
tégs, te rug gerceden was. Dat Grandval niet al-
■ ■ leen zeer vertrouwelyk mat Koning Jakob ge- fproken; maar ook, tegen Morel, dien hy niet kende, loffelyk, gewaagd hadt van den aanflag tegen Koning Willem, onder anderen , zeggende „ dat 'er een toeleg in til was, waar- „ over gantsch Europ? verbaasd zou ftaan, „ alzo de Prins van Oranje geene maand „ meer leeven zou." Morel fchreef dit zelf aan Burnet, en zyn berigt moest de agterdogt, dien men, aan't Ëngelfche Hof, tegen Grand- val, hadt opgevat, doen toeneemen. Lcef- dale, midlerwyl, beloofd hebbende, de hand te zullen leenen, tot het uitvoeren van den toeleg, befloot men, du Mont, uit Ilanover, te ontbieden, in 't Land van Raveftein, ge- lyk, onder anderen, gefchiedde, r>:et eenen brief van den twaalfden van Bloeimaand. Grandval en Leefdale waren, ondertusfchen, reeds te vooren, van Parys, vertrokken naar Bergen in Henegouwen, daar zy, eenen tyd lang, vergeefs toefden naar Chanlah , alge- meen' Kwartiermeester van 's Konings Leger, die nu aangenomen hadt, met drieduizend paarden, wagt te houden, als de aanfiag zou uitgevoerd worden. Zy beilooten dan voort te reizen naar 't Land van Raveftein, daar Grand- val du Mont befcheiden hadt. Men zou den weg derwaards neemen over Brusfel, en door de Mcierye van 's Hertogenbosch. Leefdale, derhalve, zynen flag willende waameemen, om Grandval in't net te Lokken, ontboodt een' zynerbroedw'ren, uit Delft, naar Brusfel, en gaf. doordeezen, den Graave van Athlone, |
||||
LXILBoek. HISTORIE. 191
|
|||||
die toen hieromtrent te velde lag, kennis van mgat
Grandvals voorneemen. Athlone zondt, ter---------■
ftond, tien Ruiters naar Eindhoven, wer- Grand-
waards Grandval en Leefdale, ondermsfchen, Y*1» ce* verreisd waren. Zy werden hier beide vast- hoofdbe- gehouden, en naar 's Hertogenbosch gebragt leideren, Du Mont was, ondermsfchen, ook derwaards wordt gevoerd: 't zy vrywillig of gedwongen, want 8evat* dit vind ik niet duidelyk vermeld. Grandval fpeelde, in 't eerst, den onfchuldigen; doch toen hem gevraagd werdt, of ky du Mont ook kende? ontzonk hem de moed. Na 't over- gaan van Namen, bragt men de drie gevan- genen naar 't Leger by Genappe. Grandval •werdt, hier, in yzeren boeijen geflooten. Du Mont was, in 't zelfde huis, in de bewaaring van den Provoost, ongeboeid, met drie of vier foldaaten by zig. Doch Leefdale werdt, terftond, genoegzaam op vrye voeten gefteld. Men kon hieruit reeds afneemen, wie voor den fchuldigften gehouden werdt. Grandval Werdt eerst te regt gefteld, voor eenen Krygs- raad, waarvan de Graaf van Athlone voorzit- ter , en de Heeren van 's Graavenmoer, vafi Dykveld en eenige Engelfchen en anderen Le- den waren. Grandval beleedt, van zelven en ^y be, ongepynigd, de voornaamfte omftandigheden kent dea van den aanflag, welken wy, hier boven, toeleg, meest uit zyne bekentenis, te boek hebben gefteld. Doch 't gevegt by Steenkeiken ftrem- de de regtspleeging, voor eenige dagen. In Enbe. deezen tuslchentyd, beriep Grandval zig, te- fchuidigc geniemant, die, inde gevangenis, met hem f**be", fprak, op den last, dien Barbeüeux hem ge- hyU*'r ac ge- hem toe
|
|||||
ips VADERLANDSCHE LXÏÏ Boeit.
|
|||||
«&>*. geven hadt: en-als hem, hierop te gemoet
- gevoerd werdt „ dat Barbefieux, ongetwyfeld, bewoo. u ontkennen zou, , hem immer zulk een' last
«en hadt. ^ gegeven te hebben," hernam hy : Zo zal ik 't hem, metJchriftvan zyne eigene hand, bewy- zcn, welk ik iemant van myne vrienden heb toe- vertrouwd, die 't aan geen mensch dan aan my leveren zal. Ook weet niemant dan ik, onder men Hy het berust. Grandval ontving, eindelyk, zyn wordt vonnis, om gehangen, en, nog half leeven» ^llbnz^ c^e ' SeoPenc* en gevierendeeld te worden. *c' Welke ftraf hy, met eene ibort van hardvog- tigheid, onderging, op den dertienden van Oogstmaand. Kort voor zyn einde, fchreef hy een briefje aan Juffrouw Jure, te Parys, waarin hy haar verzogt „ dat zy den Aarts- „ bisfchop van Parys wilde bekend maaken, „ dat het gehoorzaamen der bevelen van den „ Heere de Barbefieux hem het leeven kostte." Wat du Mont betreft, hy verzogt vergiffe- nis van zyne Majesteit, omdathy, zo lang, kennis gehad hadt van den aanllag, zonder dien ontdekt te hebben. Ook beval de Krygs- raad hem den Koning aan, als een voorwerp van genade, inzonderheid, omdathy, te Hanover, reeds iet hadt geopenbaard, waar- door men eerst agter 't geheim gekomen was. Ook meen ik, dat hy vergiffenis verwierf. Maar Leefdale, die Grandval in'c net gelokt hadt, behoefde geene vergiffenis. Het vonnis van Grandval werdt, terftond, met den druk gemeen gemaakt,' en fchoön 'er Barbefieux, Parperel, Chanlais en anderen, zelfs Koning Jakob, fchandelyk, in ten toon gefield wer^ den,
|
|||||
LXII.BoRK. HISTORIE. .193
den , heeft het Franfche Hof zig zulks nimmer irjps.
aangetrokken, noch eenige poogingen gedaan, ■■■« om deeze kladde af te wisfchen (£_). De Keizer, de gunst der voornaamfte Duit- xiv.
fche Vorften , meer en meer , zoekende te De Her- winnen ; op dat zy hem , in den kryg tegen t0S van de Turken en tegen Frankryk , mogten by- Han'?vef ftaan ; hadt, in de Lente deezes jaars , Ernst negen.- Augustus , Hertoge van Hanover, de waar denKeur- digheid van negenden Keurvorst aangebooden, vomvec- zo hy zig van alle verbindtenis met Frankryk h8ven* ontflaan , en hem of den Bondgenooten van Krygsvolk voorzien wilde. De Hertog hadt ooren naar deeze aanbieding.' Men kwam overeen , dat de Hertogen George Willem en Ernst Augustus den Keizer, voor den tyd van twee jaaren , met zesduizend man , en, daar- enboven , met vyf honderdduizend Ryksdaa- lers eens zouden onderfteunen , in den kryg tegen de Turken ; v/aartegen de Keizer de Keurvorftelyke waardigheid aan Ernst Augus- tus en deszelfs mannelyke nakomelingen be- loofde ( /). Doch de meeste Keur- en andere Vorften kantten zig zeer , tegen de invoerin- ge van eenen negenden Keurvorst. De Keur- vorst van Brandenburg , die met een e Dog- ter des Hertogs van Hanover gehuwd was, en
(*") Euro». Mere. April— Juny inj», tf. ui, 14s. Julf
— Stpt- Iffyi. W. 107- n». Lert. fron James Vernon Esq. m Tindais Contin. Pol. II- [or X^K. j p. 309.ji<. See al f' p. 310-301. in de Sent. van Grandval, in de P.urop. Merc. Julj •— Sept. ißva. hl. 111. C/J Poltz Du Mont Corps Diplomat. Tvou VU. f. IU.
XVI. Deel. N
|
||||
194 VADERLANDSCHE LXILBowc.
1692. en de Keurvorst van Saxen waren , in 't eerst,
■ 1 - de eenigften onder de Keurvorften, die den Hertoge hunne ftem gaven (m). Het Fran- fche Hof ftelde allerlei konftenaaryen in 't werk , om 's Hertogs verheffing te voorko- men. Sommige Vorften dreeven , dat, door het opdraagen der Keurvorftelyke waardig- heid aan den Hertoge van Hanover, die Lu- thersch was , het evenwigt, in het Keurvor- ftelyk Kollegie , te zeer zou overhellen naar de zyde der Protestanten : waarom men nog een' tienden Keurvorst van den Roomfchen Godsdienst behoorde te kiezen, 't Bleef hier niet by. Verfcheiden' Ryksvorften verbonden zig , om den Hertog van Hanover , nimmer , voor Keurvorst te erkennen , en vernieuwden dit Verbond, nog in 't jaar 1695 (»). Mid- lerwyl hadt het Keurvorftelyk Kollegie, reeds in Wynmaand deezes jaars 169z, toegeftaan, dat de Hertog van Hanover tot Keurvorst mögt verheeven worden ; hoewel men de wy- ze zyner toelaatinge in het Kollegie nog iti beraad hieldt. Hierop werdt de Hertog , in Wintermaand , door den Keizer , plegtiglyk, in de nieuwe waardigheid bevestigd. Doch 't liep nog tot na 't fluiten der Vrede aan , eer hy in 't Keurvorftelyk Kollegie werdt toegelaaten. Ondertusfchen, ftrekte zync verheffing zeer tot ftyving van de zyde der Bondgenooten , tot welke hy , in deezen jaa- |
|||||
(»O Mi»moir. de Brandeb. p, 199.
r») PVicz Du Mont Corps Diplom. Tom. VII. P. II. pi
m> 351.
|
|||||
fJOL Boek. HISTORIE. \%
re, geheellyk , was overgegaan (o), ifipa.'
Van weinig nadruk waren egter , ten dee-
zen tyde , de Krygsbedryven aan den Ryn XV.
geweest. De Bondgenooten hielden 'er twee ?rïgs" kleine Legers, onder den Landgraave van Vgnrfn Hesfen en den Markgraave van Bareith. Het Duitsch«* Franfche Leger ftondt onder bevel van den land. Maarfehalk de Lorges , die , in Herfstmaand , beiloot, den Ryn over te trekken , om de Duitfchen , welken, onlangs, aan de linker zyde dier Riviere gekomen waren , te nood- zaaken tot den hertogt. Zy vielen hem in de agterhoede , by Spiers; doch hy noodzaakte hen, eerlang, te wyken, en vervolgde toen zy- nen togt over den Ryn. De Franfchen fchry- ven , dat de Bondgenooten , in dit gevegt, vyf honderd man verlooren hadden. De Lor- ges maakte zig, nog voor 't einde van Herfstr maand , meester van Pfortsheim , in 't Mark^ graaffchap van Baden. De Hertog van Wur- tenberg , die de Plaats hadt gezogt te ont- zetten , werdt geflaagen en gevangen geno- men. De vyand maakte zig , daarna, van nog twee of drie Steden meester. De Land- graaf van Hesfen'hadt, midlerwyl, het beleg geüaagen voor Ebernburg , in de Palts ; doch de Lorges, van over den Ryn te rug gekeerd , noodzaakte hem , de Stad te verlaaten , op den agtften van Wynmaand (j>). In Winter- maand (o) Burnet Vol. II. p. 83. Tindal Vol. II. lor XVII. ]
p. 31°. 33'f Eurup. Merc. Óitol/. —Decemb. 1692. tl. 45 — 58 ,181 — 185. fp) Daniel Journal, p. CLXVr, GLX'VII. Europ. Merc;
yuty — Stpt.ifoz, pi, 20J Oètob. — Dcc, 1652. tl. a.7-^. N 2
|
||||
196 VADERLANDSCHE LXil. Boek»
|
|||||
KJ92. maand daarna, belegerden de Franfchen, onder
■------- den Graave van Tallarä, de Stad Rheinfelds ,
tusfchen Koblents en Ments, aan den Ryn, ge-
legen. Doch de Plaats werdt zo wakkerlyk verdedigd , en de Landgraaf maakte zo veel fpoeds, om haar te ontzetten , dat Tallard zig genoodzaakt vondt, tot het opbreeken van 't beleg, op den tweeden van Louwmaand des volgenden jaars (#). Staat des De flaauwe veldtogt in Duitschland werdt, Ooriocs jn 't gemeen t toegefchreeven aan den yver garye. des Keizers, om den kryg tegen de Turken voort te zetten. Doch in Hongarye werdt, dit jaar , ook luttel uitgevoerd. Beide de Le- gers lagen te loeren op eikanderen, zonder dat het, tusfchen hen , tot eenen velchlag kwam. Doch Groot - Waradyn was aan de Keizer- fchen overgegaan, op den vyfden van Zomer- De Staa- maand (;■). De Koning van Groot - Britanje te» trag- en de Vereenigde Staaten hadden , federt ee- tan da nigen tyd, hun werk gemaakt, om de Vrede tusfchen tusfchen den Keizer en den Grooten Heer te den Kei- herftellen , op dat de Keizer al zyne magt zou zeren de können wenden tegen Frankryk. Twee Am- Porte te basfadeurs , ten deezen einde , van wege het len. Engelfche Hof, afgevaardigd naarKonftan- tinopel, waren , de] een na den anderen, overleeden. De Staaten vaardigden , hierop, in Herfstmaand , den Heer van Heemskerk, die zig thans aan 't Weener - Hof onthieldt, af
fq~) Danwl Journ. f. CLXIX, Europ. Merc. dt. — lkci
Ifxj*. tl. 186—iyo. '
{r) Europ. Merc. /tpril—Juny 1691. w. aiy. |
|||||
LXILBoEK. HISTORIE. I57
af aan de Porte , met last, om den Grooten
Heer de bemiddeling des Konings van Groot - Britanje en der Staaten zyne Meesteren voor te flaan. Hy deedt, in 't begin van Wyn- maand , zyne openbaare intrede te Belgrado, daar de Vizir zig toen bevondt. Voorts , reisde hy naar Adrianopel, daar 't Hof zyn verblyf hadt ( s ). Sommigen willen, dat hy, door 't Hof van Weenen, bewoogen was, om de bemiddeling der Staaten voor te flaan , op zeer nadeelige voorwaarden voor de Porte , te weeten , dat Kaminik en de Ukraine , ne- vens Podolie, Moldavië en Walachie, aan den Koning van Poolen ; Zevenbergen aan den Graaf Tekeli en den Keizer ; en Achaie en Livadie aan den Staat van Venetië zouden afgeftaan worden. Men voegt 'er by , dat de Ottomannifche Staatsdienaars, gewonnen door Frankryk , om de Porte te doen volharden in den oorlog, zeer in hunnen fchik waren, met deezen voorflag : en dien , door 't gantfche Ryk , deeden verfpreiden , om 't gemeen te doen zien , dat men geene vrede verkrygen kon , dan op fchandelyke voorwJtarden ; en dat de oorlog, derhalve , noodzaakelyk was. De Engelfche Gezant Paget, die , kort na Heemskerk, van't Weener - Hof, aan de Por- te werdt afgezonden , floeg , zo men wil, de bemiddeling van den Koning, zynen Meester, voor , op aanneemelyker voorwaarden , te weeten , dat elk behouden zou 't gene hy be- zat, (O Enrop. Merc. July~-Sept. i6ya. tl. 145. 0BK—Dtc
165a. U 43, 11 j— IV). N 3
|
||||
io8 VADERLANDSCHE LXIÏ.Boeé;
i«92. zat, én dat Kaminik alleenlyk geflegt zoü
«-------worden. En men meent, dat de Porte ge- noodzaakt zou geworden zyn tot de Vrede * zo deeze aanbieding bekend geraakt was on der 't gemeen , welk , reeds voorlang., wars geweest was van eenen on gelukkigen oorlog» Doch de Vizir hieldt de aanbieding des Engel- fchen Gezants bedekt, en verfpreidde , loos- lyk , dat zy met die des Heeren van Heems- kerk overeenkwam : 't welk te meer ingang vondt, om dat men, hier, niet onkundig was van den grooten invloed , dien Koning Wil- lem hadt op de Staaten der Vereenigde Ge- westen: De oorlog bleef, derhalve*, duuren. Men riedt, federt, den Koning van Groot - Britanje , dat hy , in plaats van Gezanten naar de Porte , eene Vloot zou zenden naar de Middellandfche zee , om den handel der Fran- fchen op Turkye te beletten: 't welk, meende men , het Turkfche Hof haast zou doen ver- anderen van maatregels , en zulk eene bewee- ging verwekken onder 't gemeen , dat men de Vrede niet langer zou durven van de hand wyzen (2). Verdrag De Staaten hadden , midlerwyl j tot verze- aer Staa- kering van hunnen eigen handel in de Mid- ien met dellandfche zee , in Hooimaand deezes jaars , dl" Kn'" een Verdrag getroffen met Mulei Ismael b Marokko»Keizer van Marokko, waarby het Verdrag van Vrede van den jaare 1684 vernieuwd en bekragtigd werdt. De Staaten bedongen •, .; -._. daar. ' (O BuSNïT 'Fol. II, p. $3, 99- T.'NBAU JW.II. [wXVH*
|
||||
LXILBoek. HISTORIE. 199
|
|||||
daarbenevens, dat zy de Nederlandfche flaa- i6ps.
ven, die nog onder 't gebied des Keizers ge- ' vangen mogten zitten, of eenigen derzelven zouden mogen losfen , tegen zeshonderd en zeventig guldens ieder , of tegen vierhonderd en twintig guldens, en eenen moorfchen Haaf daarenboven : doch hieronder zouden niét be- greepen zyn de flaaven , die , na 't fluiten der genoemde Vrede van den jaare 1684, genomen waren , zullende dezelven allen, zonder los- geld fchuldig te zyn, terftohd, op vrye voeten moeten gefteld worden ( u ). .In Piemont, was het Leger der Bondge- XVI.
nooten nu merkelyk fterker dan dat der Fran- „g ,'£" fchen : waarom Catinat, in deezen veldtogt", savoje niet dan verweerenderwyze oorloogde. Het valt in Franfche Hof, nu overeengekomen met den het Dan- nieuwen Paus Innocent den XII, zogt, door finé* middel van deezen , den Hertog van Savoje af te trekken van het Bondgenootfchap , en tot het fluiten eener byzondere Vrede te be- weegen. Doch deeze toeleg gelukte , voor eerst, niet. De Hertog , zig bedienende van de gelegenheid , viel, in Hooimaand , aan 't hoofd van twintigduizend man , in het Dau- finé, daar hy zig meester maakte' van eenige Sterkten, en 't platte land , deerlyk, afliep. Daarna trok hy over de Durance , en floeg het beleg voor Ambrun , welke Stad hy , in negen dagen , bemagtigde. Hier vielen hem twintig ftukken gefchuts, en een groot deel gelds
f«) Mex duMont Corps Diplomat. Tom» VII. P. II. f*
N 4
|
|||||
coó VADERLANDSCHE LXJI.Bomm
1S94. gelds in handen. De Hertog van Schomberg
■ gnodigde , uit naame van Koning Willem, alle de ingezetenen van deezen oord, by eene openbaare afkondiging , om zig voor hem te verklaaren , hun verzekerende , dat zy , met geen ander oogmerk , in Frankryk gerukt wa- ren, dan om den Adel in zynen ouden luister, de Parlementen in hun voorig gezag , en het volk in hunne regtmaatige Privilegien te her« ftellen. Hy beloofde zelfs den Geestelyken zyne befcherming. Alleenlyk, zogt hy te we- ge te brengen , dat het Ediét van Nantes we- derom herfteld werdt: alzo , fchreef hy , de Koningen van Engeland zig , eertyds , ver- bonden hadden, om het zelve te doen hand- haaven. En deeze verklaaring was van dit ge- volg , dat eenige Protestanten, die hunner be- lydenisfe waren afgegaan , nu tot dezelve we- derkeerden. Het Leger toog , van Ambrun, naar Gap , dat zyne poorten opende voor Prinfe Eugenius, en terftond brandfchatting beloofde. Grenoble en Lions fidderden reeds , voor het naderend Leger der Bondgenooten. Hy trekt Doch de ziekte des Hertogs van Savoje , die M rug. de Kinderpokjes kreeg , en de tweefpalt on- der de Legerhoofden , noodzaakten den Veld- heer tot den hertogt. Het platte Land werdt, op den zelven , deerlyk afgeloopen , geplon- derd en verwoest: de vestingwerken van Am- brun werden geflegt, en hiermede de veldtogt beflooten. De Hertog van Savoje herftelde fpoedig van de pokjes, doch hy verviel, na- derhand , in eene koortfige ziekte, waarvan hy
|
||||
HISTORIE. 2or
|
|||||||
LXILBoek.
|
|||||||
hy langzaam beterde (y). In Katatonie, werdt, 169a
dit jaar, niets uitgevoerd. De Franfchen von- —— den werks genoeg, aan andere oorden, en de Spanjaards hadden lust noch magt, om iet te onderneemen (w). Op den agttienden van Herfstmaand, des XVIT.
»ademiddags, omtrent half drie uuren, ge- A.ardbc voelde men, in de Nederlanden, in Frankryk, Ying* in Duitschknd, en zelfs in Engeland en Schot- land, eeneaardbeeving, die omtrent twee mi- nuuten duurde, en op de eene plaats zwaar- der was, dan op de andere; doch nergens ee- nige fchade van belang veroorzaakte. De Hui- zen'in Holland werden fterk bewoogen. Te Amfterdam, fchuddeden eenige toorens zo geweldig, dat de fpeelklokken, eenige rei- zen , klepten, 't Stadhuis zelf bewoog zig, meer of min. De fchepen, in 't Y leggende, werden opgeligt: het water in de graften be- roerd. Doch eer men alles ter dege kon opmer- ken , hieldt de beweeging t'eenemaal op. Dee- ze aardbeeving viel ook, gelyk doorgaans, voor, by zeer ftil weder (x). Omtrent twee maanden te vooren, waren 'er ysfelyke aard- bevingen gevoeld , in de Eilanden Sicilië en Maltha: en zelfs op het Eiland Jamaika in A- jnerika, waardoor de Stad Port-Royal groo- te fchade geleeden hadt (y). De
(y") BuiiNET VoU II. p loo. TiNDAi Vtl. II. [w XVII. 3
(. sart. Danifl Tournal, p. CLXVJ. O} Tindal Vol. II. ', orXvn.] p. 33«. \x j Europ. Merc. Juh—Sept. i<5q2- W. ai> OO TiNBAl rik III.'|> XVilI. ]/>. 33», N5
|
|||||||
so* VADERLANDSCHE LXII.Boek;
i&a. De Keurvorftin van Beieren beviel, op den
-------agtentwintigften van Wynmaand , te Wee-
Oeboor- nen, van eenen Prins; doch overleedt, in 't
te vin kraambedde, op den vierentwintigften van Prins van Wintermaand (z). Zy was, gelyk wy reeds Beieren» by eene andere gelegenheid, hebben aange- tekend, de Dagter van Keizer Leopold en van Margareet, Infante van Spanje. Haar jong- gebooren' Zoon werdt, derhalve,aangemerkt, als de naaste erfgenaam der Spaanfche heer- fchappyén, in geval Karel de II, zonder kin- deren, overleedt. Zyne geboorte hadt dus merkelyken invloed op den toefland der zaa- ken van Europa: gelyk ons 't gevolg deezer gefchiedenisfe, nog nader, leeren zal. De Prins Op den negentienden van Slagtmaand, o- van W»i- verleedt ook, op zyn huis te Arolfen, in 't ßerft. GraafTchap Waldek, de Prins George Fre- drik, Veidmaarfchalk over de Legers van den Staat, in den ouderdom van drie-enzeventig jaaren («). Hy werdt gehouden voor een' man van een gezond oordeel en van groote ervaarenis, beide in Staats- en in Oorlogszaa- ken: doch hy was, genoegzaam altoos, on- gelukkig geweest in den krygi. Ook hadt men hem, zo fommigen willen, nimmer van man- fchap en Oorlogsbehoeften voorzien, naar behooren. 't Krygsvolk in 't gemeen hieldt hem voor eenen ongelukkigen Veldoverfte, en deeze waan was zo diep geworteld, dat zy- ne onderneemingen, ter oorzaake daarvan, min:
(z) Europ. Merc. Oïïob. — Deccm'i. 1^92. U. 150, 190.
(.■«) Earop. Merc. Odo'j. — Dsumb. ifiyï. tl, 15.1, |
||||
LXILBoEK. HISTORIE. 203
|
||||||||||
minder Haagden, dan zy anders, veelligt, kjj^
zouden gedaan hebben (b). |
||||||||||
De Stad Goes in Zuidbeveland was , dit XVlit.
gantfche jaar, vol opfchudding geweest, ter Gewei- oorzaake van de verkiezing van Rentmeeste- ro|rtee^ ren: waarover, in vroeger tyd, meermaa-Goesi len, hevige gefchillen gereezen waren. Wy hebben, in 't voorgaande gedeelte deezer Ge- fchiedenisfen, meer dan eens, van deezen tweefpalt gewaagd (c). 't Zal dan der moei- te wel waardig zyn, dat wy, ook hier, den oorfprong en afloop der tegenwoordige beroer- te, omftandiglyk, te boek ftellen. De Regeering te Goes was thans in twee Twee-
omtrent gelyke partyen verdeeld ; waarvan {P*\ia de eene party, beftaande uit den Baljuw, Kor- jreerina nelis Eversdyk, den Burgemeester, Ferdinand aldaar* Gruward, en eenige Schepens, gehouden werdt, meest te yveren voor de behoudenis of ver- meerdering van het gezag des Konings van Groot - Britanje, als Erfftadhouder van Zee- land ; terwyl de andere party, beftaande uit .den Burgemeester Adolf van IVesterwyk en ee- nige Schepens, werdt aangezien, als of zy, voorwendende de Privilegien der Stad te wil- len handhaaven, inbreuk zogt te doen op het wettig gezag des Erfftadhouders. Beide dee- Twist ze partyen zogten hunne ftreng in de Regee- over d* ring te fterken, en, ten deezen einde, de l^™' jongfte keuze der twee Rentmeesteren, die, VanRent. in Wintermaand des jaars 1691, gefchieden meeste- moest,ren«
|
||||||||||
(i) BrjRNKT Val. I. f). .118.
CO Zie XII. Veel, bl. 2<j7, 398, |
||||||||||
204 VADERLANDSCHE LXH.Boe*.
1692. moest, te doen uitvallen naar hunnen zin.
- Doch, toen de ftemmen werden opgenomen, bevondt men, dat de Baljuw Eversdyk, de Burgemeester Gruward en nog vier Schepens (i) Kornelis köpfen, die reeds als Rentmees- ter in dienst was, tot beftierenden, en Lukas van Beisfelaar, in de plaats van Jan Tard, tot toezienden Rentmeester gekooren hadden (jf): terwyl Burgemeester Westerwyk en nog vyf Schepens (2) den Oud-Burgemeester, Niko- iaas Eversdyk, tot beftierenden, en Joan van der Hüle, tot toezienden Rentmeester, had- den benoemd. Dus waren 'er, ter wederzyde, zes ftemmen, zo men de ftem van den Bal- juw mede rekende, gelyk, federt eenige jaa- ren, gebruikelyk geweest was. Doch Wes- terwyk en de zynen beweerden, dat dit ge- bruik aanliep tegen de Privilegien, volgens welken, de Baljuw, by den meesten gevolge en accoorde van Burgemeesteren en Schepenen, Rent- meesters kiezen mögt: 't welk zy zo verklaar- den , dat zyne ftem niet; maar alleen de mees- te ftemmen van Burgemeesteren en Schepe- nen gerekend moesten worden. Zy vorder- den, hierom, dat de Baljuw de Perfoonen, door hen, met zes tegen vyf ftemmen, be- noemd , voor Rentmeesters verklaarde. Doch de
(«O Nntul. Zeel. art Maart 1691- hl. 116.
(1) Te weeten, Jakob Nollens, Joan van Dorth Janszoon, Antoni Nollens en Joan van Dortb Jakobs- zoon
(2)N»amlyk, Gerard ferberg, Adriaar, Evers*
tfyk, Kaspar Ronduscb, IVilkin (Vestboek eu Jakob Lei Jekker.
|
||||
HISTORIE. 205
|
||||||||
LXII. Boek.
|
||||||||
de Baljuw, dit weigerende, floeg, daarente- ^g^,
gen, voor, dat men, om dit en de andere ge- ——, fchillen onder de Regenten by te leggen, of elk eenen Rentmeester verkoore, of de zaak by lootinge afdeede, of aan de Staaten ver- bleeve, of door den Stadhouder, by raade van den Hove, lieten beflisfen. Doch Wester- wyk vondt geen genoegen, in deeze voorfla- gen, dringende by aanhoudinge, op het be- eedigen der Rentmeesteren, door hem en de zynen, benoemd, eneindelyk, verklaarende, dat zo de Baljuw langer weigerig bleeve, hy, en die't met hem eens waren, zei ven de be- eediging zouden doen, gelyk ook, in 't jaar 1656, gefchied was. De Baljuw hernam, dat dit voorbeeld niet te pas kwam, als zynde toen, tegen de aantuiging van den Baljuw en vyf Schepens, en tegen 't gevoelen der Ge- kommitteerde Raaden en der Staaten zelven, loutere kragt en geweld gepleegd. Wyders, verboodt hy Westerwyk en de zynen, 't be- eedigen der Rentmeesteren te onderneemen. Doch Westerwyk, zig hieraan luttel ftooren- Burge- de, belastte den Bode, Eversdyk en van der meester Hille te gaan haaien. De Baljuw geboodt hem, Wes«*- daarentegen, Lopfen en van Beisfelaar op 't d^zynen Stadhuis te brengen. Maar Westerwyk her- beêedi- zeide, dat de Bode hem zou hebben te ge- gen de hoorzaamen, of zyn ampt verbeuren. De Bal- Rent* juw en de zynen, betuigende, dat hun geweld doo"6"* aangedaan werdt, traden, hierop, ten Stad- henbe- huize af. Twee Schepens en de Sekretaris neeraé. Joan van Westerwyk, Broeder des Burgemees- ters, beëedieden toen Eversdyk en van der- HU-
|
||||||||
■!
|
||||||||
2o5 VADERLANDSCHE LXII.Boex,
ïCp2. Hille, als Rentmeesters. Da Baljuw, deBur-
—— gemeester Gruward en vyf Schepens deeden, op den tweeden van Louwmaand deezes jaars, den Burgemeester Westerwyk aanzeggen, dat hy de twee oude Rentmeesters in dienst zou hebben te laaten; en den twee nieuwlings aangeftelden, dat zy zig geenerlei Rentmees- terlyke dienften zouden hebben te onderwin- den : doch zy floegen geen agt op deeze be- De Bal- velen. De Baljuw vervoegde zig, federt, aan ju w keert de Staaten van Zeeland (V) en aan zyne Ma- Kunlnc Jeste" van Groot-Britanje, als Stadhouder, Willem, ernftelyk klaagende over rt ongelyk , welk hem, zyns oordeels, aangedaan was, en be- geerende, dat de twee zogenaamde Rent- meesters buiten bediening gehouden werden. Koning Willem , die toen op 't Loo was , fchreef aan deWethouderfchap der Stad, om nader berigt, en ontving antwoord van beide de partyen: waarin elk zyne zaak, op 't voor- deeligfte, voorftelde. Westerwyk deedt, mid- lerwyl, een gedrukt Gefchrift verfpreiden, waarin zyn gedrag verdedigd werdt, als ge- . ':', grond op de Privilegien (ƒ_). Ook bragt hy, zo de Baljuw voorgaf, te wege, dat zig een groot getal burgers op 't Stadhuis vervoeg- de, met een verzoek, dat de gefchillen, bin- De bur- neh de Stad, mogten afgedaan worden. Mees- gery ver- ter Wilkm de Braiiw, die, in deeze gelegen* ïtiaartzig ^eid, het woord voerde voor de Gemeente, verklaarde ook, dat zy de aanftelling der twee Rent-
(e) Rcmoiiflr. van Mr. C- Eversdyk van 26 Blaart 1C91,
(f) Boiger.ycke Onderrichtinge tnz.
|
||||
LXII.Boek. HISTORIE. 207
Reritmeesteren, door Westerwyk en de zy- 1694.
jien, volkomenlyk, goedkeurde: 't welk, daar- |
||||||
na, ook door Hoofdmannen en dekens der Wester«
Schutterye, gefchiedde. Wat laater, werden wyk* ook door beftelling van Westerwyk, de Bur- ger-Officiers vernieuwd en veranderd, tegen den zin van Gruward en de Schepens die 't met den Baljuw hielden. Ook klaagde de Baljuw, dat men hem verfcheiden' moeilykheden aan- deedt, alleenlyk om dat hy verfchilde van Wes- terwyk. Men mompelde zelfs, onder 't volk, van eene geweldige verandering in de Regee- ring, zo de aanftaande keuze niet naar Wes- rerwykszin uitviel. Koning Willem befloot, K0pjng eindelyk, in Zomermaand , den Prefictent Willem Huibert Roozeboorn en den Raadsheer Iman begeert, Kauw te magtigen, om kennis te neemen van j," g'lJe de geichillen te Goes, en te gelyk van de Pri- wahou- viiegien der Stad, op welken Westerwyk en der- de zynen zig beriepen. Ten zelfden tyde, fchap, verklaarde hy, te hebben goedgevonden, dat *jy voo« men de gewoonlyke verandering der Wet uit- aanbfy» ftelde, tot dat hy 't verflag deezer Gemag- ve. tigden zou gehoord hebben. Men ontving deezen brief, te Goes, op den vierentwin tigften van Zomermaand, juist den dag, waar- op de verandering der Wethouderfchap plag : te gefchieden. Men befloot, terftond, de vernieuwing der Regeeringe uit te (tellen. Doch eene groote menigte volks, voor en op 't Stadhuis famengevloeid, drong, zo Wes- terwyk en de zynen, naderhand, verklaar 'den, de Wethouders voort te gaan, met liet werk j
|
||||||
ao8 VADERLANDSCHE LXII.Boek.
|
|||||||
1592. werk, waartoe zy byeengekomen waren: ge«
lyk, eindelyk, urn meerder onheil te voor- |
|||||||
Men ver- komen, en buiten benadeeling van het regt de»
nieuw Graafelykheid, des Stadhouders en der Stede, op dei"' gefctiiediie. De naamen der verkooren' Hee- gewaon- ren werden, terftond, aan 't gemeen bekend lyken gemaakt : welk 'er zeer vergenoegd over 'yd* fcheen, en ftillekens naar huis ging. Maar Koning Willem kreeg 'er zo dra geene tyding van, of hy toonde'er zig zeer over gebelgd. Hy bevondt zig, toen, in het Leger by Genap- pe, enbefloot, eerlang, eenig Krygsvolk te zenden naar Goes, om de nieuwe Kegeering Koning aldaar, met geweld, te verzetten. Het Re« Willem gement van den Kolonel Kauw kreeg heime- zendt lyken last, om van Vliifingen en Veere af te voikfnaar fteeken naar Sas van Gend, en zig, van daar, Goes, nevens agt Kompagnien van het Regement van den Kolonel Klaubergen, te water, te be- geeven naar Goes, om aldaar te vertoeven, tot naderen last. De Patenten waren door Koning Willem, en, laager, door zynen Se- kretaris Konßantyn Huigent, getekend, op den zeventienden en agttienden van Hooi« maand. 't Liep egter aan tot den dèrtienden van Oogstmaand, eer dit Krygsvolk, in fche- weik pen, de Stad naderde. De Burgemeester, bimcn Mattheus Evérsdyk, kreeg 'er de eerfte zeke- de Stad re kondfchap van , en deedt, terftond, de den U Stads Poorten en de havenboom fluiten, en wordt, twee vendelen fchutters in de wapenen ko- men, die zig omtrent het Stadhuis plaatften. Voorts, de Wet op den eed hebbende doen ft-
|
|||||||
LXII. Boek.
|
HISTORIE.
|
||||||||
20£
|
|||||||||
famenkomen , gaf hy haar kennis van 't gene 1691;
hy voorgenomen en verrigt hadt. Ten half - Luitenant - Kolonel Alexander de Mauregnault en eenige andere Overften der Regementen van Kauw en Klaubergen , hun de patenten des Konings vertoouende , en begeerende , in gevolge van dezelven , met het Krygsvolk, welk nu geleid werdt door den Luitenant - Kolonel en Kommandeur Zuidland, en reeds aan 't hoofd lag, ingelaaten te worden in de Stad. De Burgemeester bragt deeze patenten ook in de Vergadering , verzoekende te mo- gen weeten , wat, in deeze gewigtige gele- genheid , ten meesten dienfte en tot handhaa- vinge van de geregtigheid der Stad , behoorde gedaan of gelaaten te worden. De Vergade- Ernflïg ring , den Burgemeester Eversdyk voor zyne befluk goede voorzorge bedankt hebbende , ver- ller ^etJ klaarde , eenpaariglyk , op den Burgemeester f^0hape " Gruward en den Schepen Joan van Dorth Ja- twee ' kcbszoon na „ dat zy , voor zyne Majefteit Ledea „ van Groot - Britanje , als Stadhouder, zo luteen*i „ veele eerbiedenis en onderwerping betoo- „ nen wilden , als hy zou können begeeren ; „ doch dat zy niet minder verpligt waren , „ de Privilegien en Geregtigheden der Stad „ voor te ftaan en te handhaaven. Dat de „ Stad Goes dit regt inet de andere ftem- „ mende Steden van Zeeland gemeen hadt, „ dat zy geen Krygsvolk behoefde te ont- „ vangen, dan op Patent van de Staaten van „ Zeeland. Dat Goes en gantsch Zuidbeve- XVI. Deel. O „ land, |
|||||||||
aio VADERLANDSCHE LXII.Boek.
*(5p2. „ land, in denjaare 1577, in gevolge van de
------„ Gendfche Bevrediging , zig begeevende on-
„ der 't bewind van Prinfe Willem , onfter-
,, felyker gedagtenisfè, nog een byzonder be- „ ding hadden gemaakt, van geen Krygsvolk „ te zullen inneemen , dan in tyden van „ nood , ten koste van de gemeene zaake , „ en met kennis en bewilliging van de Wet- „ houderfchap \ die , zeifs in zulk een ge- „ val, de Stads fleutels zou blyven bewaaren. ,, Dat zy wel vertrouwden , dat zyne Maje- „ fteit niet voorhadt, deeze manfchap , an- „ ders , dan ten koste der gemeene zaake , te „ doen dienen; doch dat blykbaar genoeg „ was, dat de nood thans niet vorderde , dat 3, dezelve gelegd werdt binnen Goes. Dat „ deeze Stad geen gevaar altoos liep van vyan- „ den van buiten , en dat zy de gantfche „ burgery en gantsch Zuidbeveland tot ge- „ tuigen riepen , dat de ingezetenen zelven 3, altoos gehoorzaam geweest waren aan de „ bevelen der hooge Overheid en der Wet- „ houderfchap ; zo in 't gewillig opbrengen „ der gemeene lasten, als in het trouw voor- „ ftaan en befchermen van den Godsdienst, „ de Vryheid en de wettige Regeeringe des „ Vaderlands. Dat, by hen en hunne voor- „ ouders, altoos hadt plaats gehad eene die- 3, pe hoogagting voor den geheiligden Per- „ foon zyner Majefteit; doch, te gelyk, een „ edelmoedig voorneemen , om de voorreg- „ ten der Stad te handhaaven. Dat de inge- „ zeteiwn en de Regeering , veele jaaren » ag'
|
||||
tXILBoBK. HISTORIE. *iï
„ agtereen , in onderlinge rust en eendragt 169a
„ geleefd hadden ; dat 'er, in den voorlee- -------
„ den jaare , wel eenige onrust ontdaan was,
>, voornaamlyk ter oorzaake van de verkie- „ zinge van Rentmeesteren; doch dat, des- „ onaangezien, de jongfte verandering der „ Regeeringe , volkomenlyk volgens de Pri- „ vilegien , en tot groot genoegen der bur- „ gerye, was gefchied. Dat de Wethouder- „ fchap ook bereid was , om zig, ten allen „ tyde , te verdedigen , tegen elk , die, in 'c „ ftuk van de verkiezing der Rentmeesteren, „ of in eenig ander opzigt, mögt meenen „ verkort te zyn. Dat zy , nimmer hebben- „ de afgeftaan van het voorregt , om geene „ manfchap te ontvangen , dan op de voor- „ genoemde voorwaarden , vertrouwen moes- „ ten , dat de Patenten tot de inlegering van „ het Krygsvolk , welk thans voor de Stad ,, lag , looslyk , van zyne Majefteit verkree- „ gen waren , zonder dat men hem , voor- „ af, van het voorregt der Stad Goes onder- „ regt hadt. Dat zy, hierom, beflooten had- „ den , de begeerde inlevering, ten platten „ Lande zo wel als in de Stad , ten beste mo- „ gelyk, van de hand te wyzen, en de Poor- „ ten en havenboom , ondertusfchen , digt „ te honden. Dat zy egter te veel liefde „ voor de burgerye hadden, om zig, voor als „ nog , in de wapenen, tegen het gemel- „ de Krygsvolk , te verzetten ; in die ver- „ wagting , dat de Poorten en boom niet ge- „ weldiglyk zouden aangetast worden: doch O2 „dat |
||||
ai<t VADERLANDSCHE LXII.Boek.
t6'9i. „ dat zy van dit gewigtig voorval, terftond ,
■ i - „ kennis zouden geeven aan de Gekommit- „ teerde Raaden en aan de andere goede Ste- eden van Zeeland , met verzoek om onder- „ ftand , tot handhaaving van het goed regt „ der Stad , en tot voorkoming van het w-> „ terfte bederf van dezelve en van gantsch „ Zuidbeveland (g)" Van dit befluit, welk, terftond , der Gemeente bekend werdt ge- maakt , werdt ook den Officieren , die de Pa- tenten vertoond hadden , binnen de Hoofd- poorte , kennis gegeven , door drie Gemag- tigden uit de Regeeringe , Westerwyk , de Brauw en Rondvisch , die , te gelyk , ernfte- 3yk, verzogten, dat men, hoe eer hoe liever, de Stad en het Eiland wilde ruimen ; in welk geval, men hun , zo zy des behoefden, eeni- ge nooddruft wilde laaten toekomen. Mau- regnault antwoordde „ dat zy voor de aan- „ gebooden' nooddruft bedankten ; doch voor „ 't overige v/isten , wat last zy hadden, dien „ zy gehouden waren , naar te komen. 'J Voorts , begeerden zy een Affchrift van 't bev fluit der Regeeringe, welk hun ter hand ge- field werdt. XIX. Het Krygsvolk , federt, aan land getreden De toe- zynde , bezette alle de toegangen naar de gangen §ta(j s en bebolwerkte de poorten , van bui- Stad wor-ten » met kaders •> wagens en ander gereed- den be- fchap, leevende, voorts , zo eenigen verze- zec. kerden, ten platten Lande , op krygsmans be- fchei-
(£) Extrnft uit de Notul« Yan Goes van Wouis*. 13 Ang,
l6y2. puit franéum. |
||||
LXILBoek. HISTORIE. eis
fcheidenheid. De Wethouders, niet kon- itfps,
nende gedoogen, dat de knegten, die de Stad ------—
zelve , voor een gedeelte , betaalde, hunne
goederen ten platten Lande roofden en ver- nielden , hadden nü de Brauw en Westerwyk gemagtigd, om , deswege , te klaagen aan de andere Steden ; doch de Stad was , 's daags na de aankomst van 't Krygsvolk , reeds zo naauw beflooten , dat 'er niemant uit kon , zonder gevaar. Men was dan genoodzaakt, De Wer- den brief, dien de Gemagtigden zouden over- houder« gebragc hebben, af te zenden met den Bo- ^Lt de Mispelblom , die , langs eenen heimelyken aan \& weg, over de Stads graft, zwom, en den be- anriete legeraaren ontflipte. De burgery begon, on- Steten, ddrtusfchen , wel baast, ongeduldig te wor- den over 't beleg : de Veldftukjes , die op de wallen ftonden, werden met fchroot gelaa- den. Men begeerde verlof, om los te mo- gen branden. Die van buiten gedoogden niet, dat men uit de Stad ginge , om leevensmid- delen. De melkflers werden , door gewapen- de burgers , ter poorte uit geleid , en dee- den haar werk , onder een gedujirig fchelden en dreigen, van wederzyde. De burgers, met Westerwyk aan 't hoofd , een' post op den buitenüugel hebbende ingenomen , om den weg naar de Stad , ten minden ergens , open te houden , werden, op den vyftienden van Oogstmaand, zo vinnig aangevallen , met dreigen , door eenige vendels knegten , dat zy, eindejyk , naar binnen wyken moesten : al 't welk niet toeging , zonder een geweldig O 3 ge- |
|||||
/
|
|||||
ai4 VADERLANDSCHE LXII.Boek:
|
|||||
169*. gefchreeuw, van de wallen, en op den fingel,
—-----van lang leeve de Koning van Engeland; maar
de duivel haak den Baljuw! Men hadt egter ,
tot hiertoe, nog niet gefchooten op eikande- ren. De Regeering en de burgery fcheenen , Docf, ondertusfchen, eenpaariglyk, beflooten te heb- zonder ben, het uiterfte af te wagten. Men fchreef, vrugt andermaal, om hulp aan de Steden. Doch deezen fielden Goes in 't ongelyk , of hadden geen hert, om zig tegen zyne Majefteit te ver- zetten. Men vaardigde dan eenen brief af, .aan den Kuning zelven , die den eenentwin- tigden van Oogstmaand gefehreeven, en, door de Regenten , op twee na, door de drie Pre- dikanten , door de Officiers der Schutterye, en door de Dekens der Gilden, ondertekend was , en waarby het aftrekken van 't Krygs- volk werdt verzogt. Doch ik vir.d niet, dat 't Krygs« deeze brief beantwoord werdt (i_). 't Be- volk leg der Stad duurde niet langer , dan tot dea komt in vierentwimigften. Het Krygsvolk, toen, naar de Stad. ,t fcnynt ? naderen last gekreegen hebbende van zyne Majefteit, trok ter poorte in , en bezette de Stad, en 't Stadhuis in 't byzon- Ook der. Kort hierna , kwamen de Gemagtigden twee Ge- van ^en honing , Roozeboom en Kauw , bin- den'van nén Goes, om naar alles onderzoek te doen. syne Ma- Zy ontbooden , onder anderen , de Dekens jefteit. der Gilden , die den brief aan Koning Wil- lem ondertekend hadden , en deezen ver- klaarden hun „ dat zy deeze ondertekening „ hadden gedaan , voor hun zelven., en niet „ als
(A) Copie van een Brief uit Zcdand ge ir. 1692.
|
|||||
LXII.Boek. HISTORIE. ai5
„ als Gemagtigden hunner Gilden ; dat zy iöpsj
„ de Heeren , op den vierentwimigften van ■ „ Zomermaand, niet hadden gedwongen, om.
„ de Regeering te vermaaken \ doch dat zy „ 't volk wel op de been hadden gezien , en „ wel wisten , dat de meeste burgers de ver- „ andering begeerden ; dat zy de Wethouder- „ fchap niet hadden geuoodzaakt, de poor- „ ten voor 't Krygsvolk te fluiten ; doch dat „ hun wel bekend was, dat zulks , naar den „ zin van de mcesten uit de Gemeente , was „ gefchied ; dat zy , eindelyk , zelven niet te „ klaagen hadden over den Baljuw ; maar dat „ anderen , dikwils , over hem hadden ge- „ klaagd." Hierna , magtigden de Staaten van Zeeland zyne Majefteit, den twee entwin- tigften van Herfstmaand , om de zaaleen , te Goes, volkomenlyk, ten einde te brengen (j) '- waarop- volgde eene geheele verandering in de De Re» Regeering , waardoor Westerwyk en de zy- geering nen buiten bewind raakten , en. eerlang ook wordt de voordeelige ampten , welken zy bekleed Jeï(}i" hadden , by Akte van Koning Willem , aan anderen begeeven werden (&). 't Bleef hier niet by. Zyne Majefteit zondt de twee Ge- magtigden , tegen 't einde van Wynmaand , andermaal, naar Goes , met last om de {luk- ken van het onderzoek , door hen gedaan of nog te doen, te ftellen in hinden der tegen- woordige Regeeringe , om , volgens dezel- ven %
CO Nottil. Zeel. 19., 2a» »4 Septem*. löya. II. 195, ao2Ï,
367,171. (.*J Zie Notul. Zeel. van 1693. *'• iai» O 4
|
||||
2i<5 VADERLANDSCHE LXII.Boek.
|
|||||
1692. ven, de fchuldigén in regten te betrekken :
-1 rnids de Prefident- Schepen , Joan vanDorth Janszoon , in deeze gelegenheid , de bedie- Twee ning van Baljuw waarname. Terftond hier- Oud- na, werden de Burgemeester en de Sekreta- Burge- ris Westerwyk , de Burgemeester Matthéus «m^ver" Eversdyk, de Burger- Officiers Joan van der fcheiden' Hille en Jau tferkat , en Martinm Bdsfdaar andere in hegtenis genomen , en nuauw bewaard. Perfoo ]\jen ftelde hen te regt, voor Burgemeesters den ge°r' en Schepens van Goes. Zy werden allen , in va:, te Slagtmaand , gevonnist, de Oud -Bürge mee s- iegt ge ter Westerwyk , om onthalsd ; Eversdyk, de field, en Sekretaris en vanderHille, om met het zwaard jjlftr7ffen over 'c hoofd geflaagen en gebannen ; Verkat, veroor- om gegeesfeld en gebannen, en Beisfelaar, om deekl. alleenlyk gebannen te worden. Alle de goe- deren van de Burgemeesters Westerwyk en Eversdyk , en de helft der goederen van den Sekretaris en van der Hille werden verbeurd . verklaard. Uit het voorgaande gedeelte van 1 dit verhaal, heeft men reeds können afnee- men , wat deezen luiden , als misdaad, te last gelegd werdt. 't Zal egter niet ondienftig zyn, den inhoud der Vonnisfen, hier, kortelyk, te melden. XX- De twee Westerwyken en Eversdyk , en de Befchut- Burgemeester Westerwyk in 't byzonder, wer- fe'n'hun" ^en befchuidigd „ dat zy , in plaats van , op aen laste. » het aanfchryvens van Koning Willem , de „ verandering der Regeeringe op te fchor- „ ten, met die gehoorzaamheid , welke alle „ Regenten aan zyne Majefteit, als Erffhd- 55 hou-
|
|||||
LXII.Boe*. HISTORIE. 217
„ houder van't Gewest, fchuldig waren; de 1693.
„ Wet, op den vierentwintigïten van Zo- -------
„ mermaand jongstleeden , vernieuwd had-
„ den, voorgeevende, daartoe gedrongen te „ zyn geweest, door de beweeging der ont- „ ftelde Gemeente. Dat zy egter de famen- „ rotting der menigte wel zouden hebben kon- „ nen beletten; doch dat zy zulks verzuimd „ hadden. Dat de Burgemeester Westerwyk, „ in tegendeel, van 't Stadhuis getreden, 't „ volk hadt opgehitst: onder anderen zeggen- „ de: Mannen, nuhebtgynogeencMagiflraat: „ morgen zult gy 'er geënt hebben. Ik héb de 5, Privilegien, met hand en tand, willen vast- „ houden. Nu de brief van den Koning gekomen „ is, kan ik niet langer. Ieder van u mag nu „ toezien: en , de Baljuw heeft onze Privile- 9, gien aan den Koning of aan Odyk weggege • 5, ven, ofverkogtj dat wy en onze kinderen lang s, beklaagen zullen. Ik zal nu afgaan, en niet „ meer aankomen, en dan zult gy van zulk een ,, volk geregeerdmoeten worden. Ik beklaagde s, Stad, en alle arme luiden. De Komptoi- j, ren zullen moeten fiilflaan. Wy zullen niet » mogen ontvangen, noch uitgeeven. Wat zul- „ len nu de arme luiden doen? Wederom, Man- „ nen, 't is gedaan, wy zyn al onder de jlaa- j, verny gebragt, daar ik zo lang voor gevreesd „ heb. Zo gy tut de Wet niet vermaakt, zyt gy „ uwe Privilegien kwyt. Daar is nu geen Wet „ meer. Staat my dan hy, vrienden. Ik zal u 9, ook niet verlaat en, al zou men my, infiuk- ?■> ken, van een f deuren. Dat, hierop, alleen- O 5 „lyk, |
||||
ai8 VADERLANDSCHE LXII.Boejc:
„ lyk, een verward geroep gehoord was van
„ wy willen de Wet vermaakt hebben. Dat „ Westerwyk, wyders, toen zyne Majesteit „ Krygsvolic naar de Stad gefchikt hadt, de „ aanftootelyke Refolutie, om het zelve daar „ buiten te houden, hadt opgefteld, endoen „ verfpreiden, zo wel als twee brieven van „ de Steden van Zeeland, waarin het afzen- „ den der genoemde manfchap werdt uitge- , kreeten voor eene daad van openbaare (, vyandelykheid, waardoor het regt en de , vryheid der Stad gefchonden en verkragt , werdt; alles, onaangezien hy zelf erkend , hadt, zyne Majesteit te houden voor den , afzender der manfchap, wiens gedrag hy , zig dus niet ontzien hadt, op de oneerbie- , digfte en haatelykfte wyze, ten toon te , ftellen; hebbende hy zelven bekend, dat , hy den Bode Mispelblom belast hadt, den , eerften brief aan de Steden, aan alle Lief- , hebbers, voor wat nieuws, uit te deelen. , Dat hy ook, op den dag, toen de man- , fchap voor de Stad gekomen was, 't ge- , fchut op den Kattenberg hadt doen bren- j gen, den omftaanderen toeroepende, wy , zullen 'er 't Krygswlk wel buiten houden. Dat , hy, daarna, gefproken hadt van fchietm* , en van de boeren te hulp te willen roepen: , ook zeggende, toen één der Overften be- ,, lastte vuur te geeven, fehlet vry: hierfia ik. ,, De Koning heeft geene magt om te beveelen, 't , gene gy beveelt. Dat men, eindelyk, ook , eene overeenkomst gemaakt hadt; om de „ amp«
|
||||
HISTORIE. 219
|
|||||||
LXILBoEK.
|
|||||||
„ ampten van Regeeringe altoos te houden iep«;
„ onder luiden van Wcsterwyks aanhang: 't -------■
„ welk ftreedt met de Privilegien. Alle wel-
„ k© dingen werden aangemerkt, als ftrek- „ kende tot oproer, en tot krenkinge van het „ regt der Overheid, in en aan den Perfoon „ en waardigheid van zyne Majesteit, als Erf- „ fladhouder, en door de Staaten byzonder- „ lyk gemagtigd, om onderzoek te doen, „ op de buitenfpoorigheden, hier ter Stede „ begaan: waarom men verllondt, dat zy, „ in een Land, daar 't Regt gehandhaafd „ werdt, niet konden geleeden worden." Van der Hille en Verkat werden, byzonderlyk, befchuldigd „dat zy de trom hadden doen „ haaien en roeren, om de burgery in 't ge- „ weer te doen komen. Van der Hille ver- „ fchoonde zig, met den last van den ßurge- „ meester Westerwyk: doch deeze ontken- „ de, hem eenigen last gegeven te hebben. Ver- „ kat was ook, volgens het vonnis, op het „ Stadhuis geweest, om de vermaaking der „ Wet te helpen doordryven. Ook hadden ,,. hy en anderen, aldaar, ten dien tyde, wvn „ gedronken, en vry gelag gehad, " op Stads s, kosten." Doch alzo zyne Majesteit verftaan hadt, xxr.
dat de Vonnisfen niet zouden uitgevoerd wor- De Von. den, voor ze hem vertoond waren, en hy, nUfj" daaromtrent, zulke nadere orde zou hebben ntar Et> gefield, als hy, -tot bereücinge van het heil- geland zaam oogmerk der Staaten, zou bevinden te gezotv- behooren; beflooten. Burgemeesters en Sehe- den* pens-
|
|||||||
220 VADERLANDSCHE LXII.Boek.
|
|||||||||||||||||
NSps. pens van Goes, de Vonnisfen den Koning,
\> ■ die nu reeds naar Engeland gekeerd was, toe te zenden, met eenen beleefden brief, den vyftienden van Slagtmaand gedagtekend, waarin zyne Majesteit bedankt werdt, voor de goede zorge, by hem aangewend, om de |
|||||||||||||||||
Ver-
zoek-
fchrift
der
Schutte-
rye en
Gilden
aan zyne
IVIaje-
fteir.
|
rust te Goes te herftellen. Hierby was een
Verzoekfchrift gevoegd van de Officiers der Burgerye en de Dekens der Gilden, waarin zy verklaarden „ dat geene braavè burgers; „ maar een deel flegt volk alleen, op de ver- „ maakinge der Wet, in Zomermaand laatst- „ leeden, gedrongen hadt; dat deburgery, „ in Oogstmaand, op bevel der Wethouder- |
||||||||||||||||
„ fchap, in de wapenen gekomen was, na
„ dat de poorcen en boom reeds geflooten „ waren; datzy, eindelyk, genoegzaam gee- „ ne fchade of overlast van 't Krygsvolk ge- it leeden hadden, maar dat 'er de Stad, in „ tegendeel, wel van gevaaren was." 't Slot was een verzoek „ dat zyne Majesteit eene „ algemeene Vergiffenis in de Stad geliefde „ te laaten af kondigen, waarby het voorge- „ vallene in deezen jaare werdt aangemerkt, „ als niet gefchied." Alle de gevonnisten zel- venbeflooten, weinige dagen laater, by zeer ootmoedige fmeekfchriften, Brieven van Ver- giffenis en uitwisfching van misdaad te ver- zoeken van zyne Majesteit. De Burgemeester Westerwyk verklaarde, in 't byzonder „dat hy, van jongs op, de hoogfteagting en ge- |
|||||||||||||||||
De ver-
oordeel- den ver- zoeken brieven van Ver- giffenis van den Koning. |
|||||||||||||||||
„ negenheid voor zyne Majesteit gehad heb-
n bende, tot zyn leedwezen, bekennen |
|||||||||||||||||
moest,
|
|||||||||||||||||
•>•>
|
|||||||||||||||||
LXII.BOEK. HISTORIE. zat
„, moest, dat hy zig, door de verfchillen in «?<>&;
„ de Regeeringe te Goes, hadt laaten ver- .■ „ voeren totdaaden, die, met deeze agting, „ en met zyne verpligting jegens den Ko- „ ning, niet overeenkwamen. Dat hy egter „ nooit het verfoeilyk oogmerk gehadt hadt „ van's Konings gezag en vooiregten te wil- „ lenkrenken; maar dat het begrip, welkhy „ van de Stads Privilegien hadt, en de yver „ voor 't gemeen belang hem tot uiterften had- „ den doen vervallen. Dat hy de zaak, van „ agteren,inziende, wel gewenscht hadt, dat „ hy zig gehoorzaamlyk hadt gevoegd naar „ de begeerte van zyne Majesteit, en de ver- andering der Wet, in Zomermaand, uitr „ gefteld. Dat hem ook leed deedt, dat hy ,, 's Konings Patenten niet genoeg geëerd, en „ het Krygsvolk buiten de Stad gehouden „ hadt; welke zyne ongehoorzaamheid eg- „ ter geenszins aan eenig inzigt, om zyne „,Majesteit te hoonen; maar,, insgelyks, aan „ zyne bevatting van de Privilegien der Stad „ moest toegefchreeven worden. Dat hy zig „ ook beklaagde, over het afvaardigen der „ haatelyke brieven van den veertienden en „ zestienden van Oogstmaand. Dat hy al „ het gemelde niet zogt te verfchoonen; ,,, maar dat hy 'er, inderdaad, berouw van „ hadt, en van de ontferming en groötmoe- „ diglieid van zyne Majesteit vergifiènis, voor „ zig en de andere veroordeelden, hoop- p, te te erlangen; vertrouwende hy, dat de „ Koning zon gelieven in aanmerking te nee- e, men, dat de vergeeving zo veel te roem- „ waar-
|
||||
aas VADERLANDSCHE LXILBoek;
ï<5£a. »> waardiger zyn zou, als de misdaad groo«
——- „ ter geweest was. Hy, zyne Ouders, Vrouw, ,, Kinderen en Vrienden fmeekten en baden ,, dan, met de diepfte deemoedigheid, dat ,, de Koning, naar zyne beroemde goeder- „ tierenheid, hem, na eene gevangenis van „ vyf weeken, 't bedreevene, barmhertiglyk, „ geliefde te vergeeven, en, ten dien ein- ,, de, de vereischte Brieven aftevaardigen." Te gelyk, verzogt hy, met eenen brief, en zyne Huisvrouw en Vrienden, in peifoon, de guiiftige voorfpraak van de Gemagtigden van zyne Majesteit: aan welken hy, by her- haalinge, betuigde, hoe wee hem deedt, dat hy zyne Majesteit beledigd hadt. „ 't „ Was hem," lchreef hy „in zyne jeugd, „ ingegeven, zyne Majesteit lief te hebben, „ waartoe hy, naderhand, door weldaaden „ hem, door middelvan den Heere van O* „ dyk, toegebragt, nog verder verpligt ge- „ worden was. 't Smertte hem , hierom , „ te meer, dat hy zyne Majesteit gehoond „ hadt, endatzy, [Hegerften], eikanderen, „ door hunne byzondere twisten, zo ver- „ re hadden gevoerd , dat het belang en „ de voorregten van zyne Majesteit had- „ den moeten lyden, en dat zelfs zyne Ko- „ ningklyke Perfoon niet onaangeraakt ge- „ bleeven was: welken hoon hy niet beter „ noch anders wist te heelen, dan door ee- „ ne bede om vergeevinge te voegen by ee- „ ne opregte bekentenis (3)." Westerwyk, ver-
C 3 ) Men heeft, veele jaaren na deezen, een an-
der \.
|
||||
LXILBoek. HISTORIE. 223
verdriet krygende in de gevangkenis, als heb- ttpm
bende nu, meer dan vyf weeken, onder de bewaaringe van drie fchildwagten, gezeten in een gat daar men gewoon was de groot- fte fielten te plaatfen, zogt ook voorlpraak by de Staaten (/), en by fommige byzondcre Leden der hooge Regeeringe van Zeeland. De tegenwoordige Wethouderlchap van Goes ftondt den gevangenen geene verligting al- toos toe, zig beroepende op de orde des Ko- ningi en der Gemagtigden , welke laatften hen , wederom, aan de Regeering der Stad weezen, als aan welke zyne Majesteit hunne zaak veibleeven hadt. Westerwyks boeken, papieren en goederen waren, ondertusfchen, in bellag genomen; ook de papieren van zy- nen broeder, den Sekretaiïs, en van den Burgemeester Eversdyk. De Westerwyken vreesden zeer, dat het vonnis alleeniyk ver- 2agt, en niet geheellyk vernietigd zou wor- den; en deeden hun best, om dit te voorko- men. Ook beweerden ze, dat zy, onderzogt zynde, geantwoord hadden, in de verwag- ting,datmen hen, in een gewoonlyk Regts- geding, zou ontvangen hebben, geenszins kon-
(0 Notul. Ziel. (5 Dectmt. ißpi. il. 83g.
tier Smeekfchrift in 't licht gegeven, welk veel verder
ging, al 't gebeurde aan verkeerde zugt ora in de Re- jreering te blyven toefchreef, en de regcvaardigheid der Vonnissen, met ronde woorden, erkende Men zeide , dat dit fmeekfchrift den gevangenen, eerst, ter ondertekening voorgelegd, doch door hen van de hand geweezen was. Zie het agter Costerus Histo- risch Verhaalt Bylaagen, bl. 45s. |
||||
sr*4 VADERLANDSCHE LXII. Boek;
*6pa. konnende vermoeden, dat men, op hunne
ben gebouwd. Zy hielden, daarenboven, de
meeste Regters voor hunne partyen, en voor vrienden des Baljuws, en zouden ze, zeker- lyk, gewraakt hebben, zo zy hadden gedagt, dat men hem aan 't lyf zou hebben willen ko- men. Doch nu zy gevonnisd waren, fchoot 'er, meenden ze, niets overig, dan vergifte- nis te verzoeken, 't Liep eenige weeken aan, eer 'er antwoord kwam, uit Engeland. Ein- delyk, ontving de Wethouderfchap van Goes eenen Brief van den Koning, te Whitehall, den zestienden van Wintermaand, gedagte- Koning kend. Zyne Majesteit keurde de Vonnisfen Wiiiem g0ed ? als naar de regten en wetten van Zee- nlee vet *anc^ geweezen zynde: doch verhaalde, te ge- audering tyk «dat de veroordeelden hem ootmoede- in de * „ lyk om vergiffenis en om vernietiging der vonnis- n vonnisfen verzogt hadden:" daar by voe- gende „ dat hy, aan de eene zyde, wel ge- „ negen zou zyn, om in dit verzoek te be- „ willigen; doch, aan de andere, in aanmer« „ king genomen hadt, dat de Staaten , in ■»■ ,, Herfftmaand, op hem begeerd hadden, „ dat hy zyn Stadhouderlyk gezag gebrui- „ ken zou, om zulke voorziening te doen , y, als hy, tot den meesten dienst van den Lan- „ de, en tot de rust der Stad. Goes in 't by- „ zonder, zou bevinden te behooren: waar- „ om hy niet hadt können befluiten, om ee- „ ne volflrekte vernietiging van de Vonnis- „ fen toe te ftaan. Maar dewyl de Staaten „ had-
|
||||
LX1Ï. Bobk.
|
HISTORIE. 22$
|
||||||
to hadden betuigd , hun aangenaam te zul- i6<jt.
9, lenzyn, zo'er, indeezen, eenige gemaa- ■
„ tigdheid kon worden gebruikt', wa» hy te
3, raade geworden , om de Vonnisfen, zo j, ver Adolf Westerwyk , daarby , veroor- „ deeld werdt, om onthalsd, Mattheus Evers- „ dyk , Joan Westerwyk , en Joan van der 3, Hille, »m met het zwaard over 't hoofd 9, geflaagen, en Jan Verkat, om gegeesfeld „ te worden : ook , zo ver , daarby , hunne j, goederen verbeurd verklaard waren, te „ laaten onuitgevoerd. Doch men hadt, ter •„ bevordering van de ruste der Stad, arde „ te ftellen , dat Adolf en Joan Westerwyk, „ met de eerfte gelegenheid , vervoerd wer- *, den naar 's Hertogenbosch , om aldaar, „ op hunne eigene kosten, waartoe , de „ Regeering een gedeelte hunner goederen „ fchikken moest, op eene verzekerde plaat- „ fe, bewaard te worden ; hun* voorts, bo- 5, ven de kosten der Regtspleeginge t opleg- >, gende zodanig eene geldboete , als de Reg- „ ters, naar de gelegenheid van de midde- j, len der twee Broederen , zouden billyk », vinden. De overige inhoud van alle de „ Vonnisfen moest in zyn geheel blyven, „ en kon, met den eerften, uitgevoerd wor- „ den O2)«" De Wethouderfchap van Goes , deézeö jjxïï.
brief ontvangen hebbende , hieldt den in- Dê ge« tlOUd vange-
neu wqj> (m~) Autli-Misdv^n, Refnl., Sentem..*i*. gedrukt tt Roth
ï6y3- Waajagrig Veriiaal «•«, gtdi. ijwu
- XVI« Dïiiu P
|
|||||||
£i6 VADERLANDSCHB LXII.Boek,
i6gn. houd bedekt, en zag om naar bekwaame ge-
-------legenheid , om dien , met de minfte bewee-
den ter ging van 't volk , ter uitvoeringe te bren-
j'ad uj| gen. Op den dertigften van Wintermaand , levoer . wer(jen twee Vaartuigen afgehuurd , een op Bergen op Zoom , en een op 's Hertogen- bosch, die, buiten de Stad, by de fehans aan 't hoofd moesten gaan leggen , en aldaar na- deren last afwagten. Midlerwyl, hadt men verfpreid, dat de Koning eene algemeene vergiffenis zou laaten afkondigen, waarin ook de gevangenen begreepen zouden zyn. Doch 't afhuuren der twee Vaartuigen ver- wekte eenige agterdogt, onder de ingezete- nen. Des nagts ten elf uuren, werdt eerst rugtbaar, dat de gevangenen naar de fchaus gebragt zouden worden , om aldaar de be- velen zyner Majefteit te veritaan. Straks hierop, ftreefde eene groote menigte volks naar de gevangenis , om den Heeren het laat- ile Vaarwel toe te roepen. Niemant wis"t, wat men voorhadt, zelfs de gevangenen niet. De Predikant Joan Leidekker bragt dit droe- vig nieuws eerst aan den Vader van Evers- dyk , die, terftond, in onmagt viel, en bui- ten Haat was , om zynen Zoon te gaan zien. Groot was ook de ontftelrenïs, onder de naast- beftaanden der andere gevangenen. Men bediende zig van 't Krygsvolk , om dezelven uit den kerker te haaien , en naar buiten te leiden. De Burgemeester Eversdyk , eerst op de markt verfcheenen , kon geen woord fpreeken ; maar wees met de hand naar den fcemel , en werdt, met eenigen der anderen, on-
|
||||
LXILEoEK. HISTORIE.
|
|||||||
227
|
|||||||
onder't zugten en fchreijen der ingezetenen, 1693.
naar buiten gebragt. De Westerwyken blee- ------
ven lang weg, doordien de Huisvrouw van
den Burgemeester, hem in de gevangenis zynde komen vinden , aldaar, in zwym ge- vallen was , en wederom bekomen zynde , haaren man niet van 't lyf was te fcheuren , hoe zeer de Overfte of de Soldaaten haar dreigen of fchelden mogten. Toen zy , e'm- delyk , agter van het Stadhuis, door een eng ftraacje , op de markt gekomen waren , ging 'er een algemeen gekerm op , onder 't volk , welk , hoorende den Burgemeester , zyne Vrouw , die hem agterna liep en aan 't lyf hing , vermaanen tot onderwerping aan Gods wil, terwyl hy haar, voor eeuwig, vaar wel zeide , zig niet van fchreijen onthouden kon. Westerwyk zig toen naar de menigte wenden- de , Mytie lieve burgery , zeide hy , vaarwel in eeuwigheid ; héb ik iemant verongelykt, ik ben een mensch , vergeef het my ; gelyk ik elk van u yergeeve. Dit lyden treft my en u , over eem regtvaardige zaak; maar naardien ik by geenen Regler op aarde gehoor heb können krygen, be-> roep ik my op Christus Regterftoel, daar zy , niet meer dan gy en ik , verfchoond zullen wor- den. Weinig meer kon hy zeggen, of de Ma- joor , een Duitfcher , dreef hem voort en ter poorte uit. Zyne Huisvrouw verzelde hem ; geduuriglyk roepende , dat zy met hem ß&r- ven wilde. Ook werden hy en de anderen , tot aan de poorte , gevolgd van de burgery, 4ie » nog van de wallen , vaan wel, myne He- Pa w
|
|||||||
fls8 VADERLANDSCHE LXII.Boëk;
löp« ye Heeren riep , tot dat zy , met ftokflagen,
m
pas buiten gekomen , vraagde den Majoor ,
waar men met hem keen wilde ? waarop deeze 5 zo verhaald wordt, onbefcheiden genoeg , antwoordde , men zal u ophangen , en alle de Holland/ehe duivels , die zig tegen den Koning durven Jhllcn, met u. In de fchans, werdt den gevangenen de inhoud van 'sKonings brief be- kend gemaakt. Hierop traden ze in de fche- pcn. De Westerwyken werden naar 's Her- togenbosch: de anderen naar Bergen op Zoom gevoerd , en op deeze wyze , uit Holland , Zeeland en Westfries land, gebannen. Sehet p zynde , riep Westerwyk Eversdyk nog vaar- wel toe ; daarby voegende „ dat hy hoopte , „ dat zy eikanderen , in de eeuwigheid, zou- „ den wederzien ; en niet twyfelde , of zy „ zouden daar meer regt vinden , dan hun „ hier gegund was." Heden , beiloot hy , « V onze, morgen hunne beurt, 't Vertrek der ge- vangenen herftelde de rust in de Stad, allengs- kens. Het Krygsvolk bleef 'er , egter , nog eenigen tyd. De ftrengheid, welke men dien- ftig geoordeeld hadt, om de Regeering der Stad te brengen op zulk een' voet, als Ko- ning Willem begeerde , werdt langzaam ver- geten onder de ingezetenen ; die , voor het grootfte gedeelte , wel met de gebannen' Hee- ren gediend geweest waren , en, in de fmeek- fchriften aan den Koning, alleenlyk fchuld fcheenen te bekennen , om dat zy hoopten , op eene algemeene vergiffenis, zonder eeni- |
||||
LXII.Boek. HISTORIE. 029
ge uitzondering («). Wyders , werden de «jp^
gebannen' Heeren ook nog in merkelyke geld- - boeten ver weezen. Zelfs waren eenige af-
gezette en afgegaane Schepens, die hunne zyde gehouden hadden , gebreukt, naar ge- lang hunner middelen. Eversdyk zat, om- - trent een jaar, te Bergen op Zoom '9 wan- neer hy , van Koning Willem , eerst voor vier maanden , en, naderhand, zonder bepaa- ling van tyd , verlof verwierf, om wederom binnen Goes te komen. Maar de twee Wes- Zy wor* terwyken werden , niet voor Oogstmaand des den' al" jaars 169^, geflaakt. Zy moesten zig egter ^*' onthouden onder 't gebied der Generaliteit, uerftelt® en begaven zig naar Bergen op Zoom , met der woon. In 't begin des jaars löyo, ver- wierven zy verlof, om zig , den volgenden Zomer , in 't Eiland Zuidbeveland , te mo- gen onthouden; welk verlof, naderhand, ver- nieuwd werdt. In Grasmaand des jaars 1702, na 't overlyden van Koning Willem, ontvin- gen zy eerst eene Akte , die egter, reeds in Slagtmaand des jaars 1609, gedagtekend was, waarby hun toegelaaten werdt, wederom t» Goes te mogen komen woonen: alwaar zy, zo wel als Eversdyk, eerlang , wederom in de Regeering geraakt, en in hunne gekrenk- te eere herfteld zyn, Doek van der Hille was,
(n) Zie Verfcbeiden' Refol., Bcievea , Verhaal, en andere
Stukk. in de Eiirop Merc- van July —Sept. 1691. il. i«j—.
Iy8. Ottob. — Decemb. ifiya. bl. 204 — 114. en 'm de Bylaag.
#» Costerus Hill. Verhaal, il. 445 , 450. |
|||||
V 3
|
|||||
230 VADERLANDSCHE LXII.Boek.
itfjw. was, geduurende zyne ballingfchap , over-
-------leeden ( o ).
XXIH. Weinig tyds na de verandering der Regee-
Simon ringe te Goes, in den jaare 1692, raakte Mr. van Ha- ßimon van Halewyn , Oud-Burgemeester van OiTayn' Dordrecht, en Broeder van Mr. Kornelis Bürge- Teereftein van Halewyn , . in merkelyke on- tneesier gelegenheid. Hy hadt zig , gelyk hy zelf, l™ For' naderhand , verklaard heeft, kort na 't ge- handsit veS£ by Steenkerken , begeven naar Duitsch- leime- ' *and en Zwitfciland, om den ftaat der Duit- lyk, met fche grenzen tegen Frankryk te onderzoe- i%!!tan' J{en ' cn v00raI oni 'Jen Meer ctAmelot, Am- oveTde basfadeur der Kroone van Frankryk in Zwit- Vrede, ferland , te ondertasten , omtrent het oog- merk van den Koning , zynen Meester , op 't iluk der algemeene Vrede. Hiervan on- derrigt zynde , zou hy, zo hy dagt, bekwaa- mer zyn , om zig, in zaaken van Regeerin- ge , ten beste des Vaderlands , te kwyten van zynen pligt. Doch alzo hy deeze reis , zon- der kennisfe van Koning Willem en van de hooge Regeeringe , ondernomen hadt, be- kwam ze hem kwalyk. Hy fprak met d'Ame- lot, te Solothurn. Men kwam overeen, dat d'Amelot hem 's Konings gedagten zou laa- ten weeten op 't ftuk der Vrede , en voor- al ook over 't punt der Grensfteden in de Spaanfche Nederlanden , tot verzekering van IÄ93- den Staat. In Louwmaand des volgenden ■ jaars , vervoegde zig by Halewyn , in den Haa-
Co) Rcquest der brlfd. Regent. vanOoes, Byltige, inie^w
Wf. Merc. July üicemb. ïjot. 01. 102 —iuy. |
||||
LXII.Boek. HISTORIE. 431
Haage , een Franschman, Robert de Pille of
de Piles du Plesfis genaamd, en door d'Ame- lot gezonden , om hem af te vraagen , op wat voet de Staaten Vrede begeeren zouden ? Ha- lewyn hieldt hem voor, dat zulk eene vraag niet overeenkwam met de afïpraak met d'A- melot, die aangenomen hadt, hem 's Kö- rtings gedagten hierover te laaten weeten. Du Plesfis verklaarde hem , wat laater, dat het Franfche Hof zig niet openen kon, voor men den uitflag van de handelingen des, Graaven d'Avaux , in Zweeden , vernomen hadt. Hy bleef, oudertusfchen , in Holland , ïpreeken- de , van tyd tot tyd, met Halewyn , in den Haage, te Dordrecht, en elders. Halewyn hadt hem , zo hy zeide , onder anderen , een Ontwerp voorgehouden , volgens welk , men den Koning van Zweeden moest tragten te beweegen , om zyne bemiddeling den Koning van Groot-Britanje en deezen Staat voor te flaan. Doch 't voorhouden van zulk een ontwerp werdt, door Halewyn , ernflelyk , ontkend. Voorts , bediende du Plesfis zig van de gelegenheid, om Halewyn , die hem een nieuw gebouw vertoonde , welk hy, te Abbenbroek , welks Heerlykheid hem toe- kwam , timmerde, eenig geld aan te bieden. Doch Halewyn hadt, op deezen voorflag , geen agt gegeven , of dien , zo hy zelf, na- derhand , verklaard heeft, duidelyk /*van de hand geweezen. Du Plesfis bekwam, federt, last van 't Franfche Hof, om hem twintigdui- zend Ryksdaalers te mogen belooven, zo hy Dordrecht beweegen kon , om den anderen P 4 Le-
|
|||||||
1
|
|||||||
*3* VADERLANDSCHE LXII. Bobk.
Kfpj. Leden der hooge Regeering voor te gaan,
—— in het toeftemmen van een Ontwerp , waar- op de algemeene Vrede volgen zou. Ook fchreef du Plesfis, op den negentienden van Sprokkelmaand, naar Frankryk „ dat men 't „ Ontwerp, welk hem Halewyn voorgehou- ,> den hadt, niet voorflaan moest, voor men „ de gemoeden in den Vereenigden Staat „ bereid hadt, om het te aanvaarden. Dat „ men , ten dien einde , zulken, die 't mees- # te gezag hadden in den Staat, de kwaade „ gevolgen van den oorlog, voor de Gewes- „ ten in 't gemeen , en voor elk Gewest in ,, 't byzonder, onder de hand , moest voor- „ houden. Dat men eenige luiden moest zoe- „ ken te winnen , om den eerften ilap te ,, doen , en den anderen , ftoutelyk , voor te „ gaan. Dat hiertoe geene bekwaamer' wa- „ ren , dan de twee Broeders Halewyn, die „ aanzien en kennis van zaaken hadden. Dat „ Dordrecht, de eerfte ftem hebbende, on« „ der de Steden van Holland, luiden , die „ wat befchroomder waren , zou können dek- „ ken, tegen den haat van zulken, welken de „ Vrede niet aanftondt. Dat men , de Broe- ., ders Halewyn gewonnen hebbende , met ., hen behoorde te overleggen , welk een' „ voorflag men ter algemeene Staatsverga- 3, derinee doen moest, tot bevordering der „ VredS Dat de voorflag, door de Gewes- „ ten overgenomen, en in de Vergadering „ van Holland gebragt zynde, terftond, door „ Dordrecht, zou worden goedgekeurd , op ,, dat andere Afgevaardigden hunnen Princïpaa- |
||||
LXILBoEK. HISTORIE. 25 %
„ hn mogten berigten, dat Dordrecht de be- i<jp$;
„ middeling van Zweeden reeds aangenomen - „ 't belang zyner bloedverwanten, zou trag- „ ten te winnen, en beide de Halewyns mees- „ ter maaken in Dordrecht." Wat vroeger» fcadt du Plesfis ook naar Frankryk gefchree- . ven „ hoe Simon van Halewyn hem gezeid „ hadt, dat de vereenigde Vloot met dertig „ fchepen zou verfterkt worden." In deezen ftaat, was de handeling tusfchen Hy «1
Halewyn en du Plesfis, toen de Gekommit- |ekere. teerde Raaden, op eenig vermoeden, ver- mr^s^e"e fcheiden' luiden, die, in den Koning van Span- wieu hy je, inden Haage, t'huis lagen, in hegtenis gefpro- deeden neemen. Halewyn kreeg hiervan ken- ken hadt, nis te Amfterdam, en fchreef, uit vreeze dat j^"gt"e. men ook naar du Plesfis zoeken en den be- njS gCÜ0. dekten handel ontdekken mögt, deezen een men. briefje, met eene gemaakte hand, om den Franschman te waarfchuwen. Doch deeze zorg was ydel. Du Plesfis werdt gevat, en op de Voorpoorte van den Hove gebragt, daar men zig ook, eerlang, van Halewyn ver- zekerde. Du Pleslis, voor Gemagtigden uit den Hove gehoord zynde, beleedt „dat hy ,-, over't werk der Vrede, heimelyk, met Hale- „ wyn; doch met niemant anders gefproken y, hadt." Ook werdt zulks niet geloochend, door Halewyn, die, egter, niet •■"tolde toe- ßaan dat hy "er aan misdaan hadt CjO, alzo by
C/O Seor. Refol. Holi. 14 May 1693. V. üsel, U. 543.
P 5
|
||||
«34 VADER.LANDSCHE LXII.Boek.
i<5p3. by de Oorlogsverklaaring, alleenlyk, zulke
■ deele van den Staat ftrekten, verbooden wa- ren, daar hy niets dan 's Lands welftand hadt Zyne _ beoogd. Ook verklaarde hy vernomen te heb- verdjdi- [,en ?jdat de Raadpenfionaris Heinfius aan 81Dg* „ fommigen ontdekt hadt, hoe het Franfche „ Hof, na 't overgaan van Bergen in Hene- „ gouwen, aanzoek tot vrede hadt ïaatert „ doen, in den Haage." En de Raadpenfio- naris, hierover gevraagd, door die van den Hove, hadt het wel niet willen bekend ftaan, doch het ook niet uitdrukkelyk geloochend. Naderhand, erkende hy 't, in de Vergadering van Holland, met ronde woorden, daarby voegende, dathy'er, volgens gewoonte, al- leen kennis van gegeven hadt aan zyne Ma- jesteit van Groot-Britanje, als Stadhouder: •waaraan hy meende niet misdaan te heb- ben Qq). Voorts, wees Halewyn aan „ dat „ de Raadpenfionaris, toen 'er over 't ver- „ meerderen der gemeene zeemagt, met dertig „ fchepen van oorloge, geraadpleegd werdt, ,, nimmer, ter Staatsvergaderinge, maarflegts M aan hem in 't byzonder verklaard hadt, dat „ Groot-Britanje zyn aandeel in deeze ver- ,. meerdering niet zou willen draagen:" 't welk hy een blindhókken van Holland noemde. Hy voegde^hierby „ dat hy, ziende dat men, „ langs dé"n gewoonlyken weg, niet tot ken- „ nis van den ftaat der zaaken komen kon, „ in overleg genomen hadt, om naar Enge- „ land
Cf) Se«. Reful. Huil. 14 M.r: 1^93. V. Dtel, H. 54t.
|
||||
LXII. Boek. HISTORIE. 235
„ land te gaan, en by de Leden van 't Par-
„ lement te ondertasten, of men daar gezind „ ware, om zig, nevens den Staat, fterker „ te kanten tegen Frankryk, en dus eene goe- „ de vrede te verkrygen. Dat hyditzyn oog- „ merk bewyzen kon, met brieven, door ver-! „ fcheiden'Engelfchen, gefchreeven aan zy- „ nen Broeder, dien hy egter niets van zy- „ nen handel met de Franlchen geopenbaard a, hadt; en onder anderen, met eenen brief „ van den Graave van Portland, gefchreeven „ in zulke wanhoopige bewoordingen, als of „ alles verlooren was. Dat hy te Dordrecht, „ den eerften voorflag gedaan hadt, om 's „ Lands Krygsmagt te vermeerderen , en „ meer dan iemant geyverd, om den uitvoer „ der Graanen te beletten; waaruit, zo hy ., dagt, zyne begrippen over 't belang des j, Vaderlands waren af te neemen. Dat,wy- „ ders, de noodzaaklykheid der Vrede hier- an uit bleek, dat Holland alleen, in dit jaar, „ elf miliioen tot de buitengewoone kosten i, des krygs opbrengen moest, en dat zulks „ nog niet toereiken kon, om Frankryk te „ wederftaan naar behooren. Dat de ingeze- 3, tenen van Groot - Britanje het zesde deel „niet opbragten van 't gene hier te Lande- ,,' gedraagen werdt: 't welk den Koophan- „ del, eerlang, van hier, naar Engeland dry- „ ven zou. Dat de Engelfchen hierop altoos „ gedoeld hadden, en, onder de Regeering „ van den tegenwoordigen Koning, nog doel- „ den, hebbende men niet alleen de nadeelige „ Akte, ten tyde van Kvomwel gemaakt (j), „ niet
(#■) ZU XII. I)al> hl. ai t.
|
||||
fcS« VADERLANDSCfIE LXIJ.BoekJ
1693, 5» niet ingetrokken, gelyk men ons hadt
5——• „ doen hoopen; maar onlangs nog verfchei-
„ den' andere voorflagen gedaan, in 't Par-
„ lement, die ten hoogfte fchadelyk v/aren
e „ voor den Nederlandfchen Koophandel, zon-
„ der dat men zig te binnen bragt, hoe veel
„ men aan den Byftand van deezen Staat ver-
„ fchuldigd ware. Ook zou, zo Amelot hem
„ gezeid hadt, de Staat zekerlyk ongelukkig
„ worden, zo de zaaken, door oorlog, tot
„ een uiterfte kwamen; alzo dezelve dan,
„ of van Frankryk, of van Groot-Britanje,
„ afhangkelyk zou moeten worden. Alle wel-
„ ke redenen hem, meende hy, regt gaven,
,j om, door onverbooden', fchoon bedekte
„ wegen, te arbeiden tot eene goede Vrede,
„ op eerlyke voorwaarden."
Wegens zyn voorneemen, wanneer hy, uit
Zy« du Plesfis, de geneigdheid van 't Franfche
■vournee- Hof tot zulk eene Vrede zou hebben verno-
roen. men ^ verklaarde hy ,, dat hy daarvan ope-
t% ning gedaan zou hebben aan de Regeering
„ van Dordrecht, op dat deeze de zaak in
„ de Vergadering van Holland zou können
„ doen brengen, om 'er, ten bekwaamen ty-
2yne „ de, op te raadpleegen." Wyders, ver-
vrymoe- ZOgt hebbende vrymoediglyk te mogen fpree-
y'oor 't"1 'cen' ze^e ^y «datiemant, die eerlyke mid-
Hof. ?» delen aanwendde, tot bekominge eener
„ goede Vrede, zo weinig misdaadig was,
„ dat men hem, veeleer, een beeld behoorde
„ op te regten. Hy fchroomde niet zulk ee-
„ ne handeling aan te vangen, zelfs niet ge-
„• vaar zyns leevens, en was liever dood,
„ da»
|
||||
UU.Bouic. HISTORI È. as?
|
|||||
„ dan dat hy langer zien zou, dat men de «s?g,
„ luiden, hier, goed en bloed deedt geeven, -—<—* », om dobbe dobbe dob en fan f art te fpeelen * ,, voor den Koning van Engeland." Men deedt hem, dit gezeid hebbende, een wei- nig buiten liaan, en las hem, daarna weder- om binnen gekomen, de woorden, welken men uit zynen mond opgefchreeven hadt, voor, hem vraagende, of hy ze niet hadt ge- fprokcn. Hy antwoordde „dat hy niet net „ wist, welke woorden hem, in de hitte zy- s, ner verdediging, ontvallen waren; maar „ dat zyne meening geweest was, te zeggen „ dat hy liever fterven wilde, dan zien, d;& ), men het bevorderen der Vrede door eerlyke „ middelen voor misdaad hieldt." Het Hof, de beide gevangenen gehoord Hy
hebbende , veroordeelde Halewyn tot eene wordt altoosduurende hegtenisfe, en verklaarde zy- jj?'6601 ne goederen verbeurd. Doch de fententie duurei,. werdt, op last der Staaten (/), eerst naar 't de ge- Leger by Tienen gezonden , aan Koning van re- Willem, om te verneemen, of zyne Maje- ms(evw fteit, in fommige bewoordingen, ook eenige <>eei,|, veranderering begeerde gemaakt te hebben 5 maar hy liet dit geheellyk aan de Staaten van Holland, die 't wederom verbleeven aan 'c Hof, welk niet veel verandering maakte. Ko- ning Willem hadt ook geoordeeld, dat het vonnis te zagt was, naar gelang van de mis- daad (j). Doch ik weet niet, dat hy fterk ge- droh-
fO Secr. Relbl. Holl. 18 Juny 169». V. 0«f, M. <;4s.
CO Secr. Relul. Holl. 30 'juny 15 Julv 1693. V. Deel, W. 54«, SSl. Relol. Holl, PB J»ly JÖQJ, Misfive VWl 39m« 6ft; Jïft. Vßn a> 3HV 1633. #*'•
|
|||||
238 VAD E RL. MIST. LXII.Boek,
1693. drongen heeft op verzwaaring. Du Plesfis
—— werdt veroordeeld, om, geduurende den oor- log , gevangen te zitten, en daarna 't Land te ruimen. Beide de Vonnisfen werden uitge- fproken, op den eenendertigden van Hooi- maand (V). Halewyn werdt, eerlang, gevoerd naar Loeveftein, daarhy zat, tot in 't jaar 1696, wanneer hy ontfnapte uit de hegtenis, en naar Suriname toog, alwaar hy zyne dagen geëin- digd heeft. Zyne goederen bleeven, midler- wyl, onder bewind der Regeeringe van Dor- drecht^). Wat du Plesfis aangaat, die ook op Loeveltein gezet v/as; hy werdt, na 't fluiten der Ryswykfche Vrede, gefiaakt, in Wyn- maand, des jaars 1697 (w~); hebbende hy zig, geduurende zyne hegtenis, bezig gehouden met het famenftellen van een Leeven der Schil- ders, welk, federt, in't licht gegeven werdt. De Heer Kornelis Teereftein van Halewyn, Broeder van den Oud-Burgemeester, op ver- moeden, dat hy iet wist van zyns Broeders oog- merken, in verzekering genomen zynde (V), werdt, na verloop van eenige maanden, op vrye voeten gefield. De Huisvrouw en Dog- ters van den Oud-Burgemeester hadden veel moeite aangewend,om zyne zaak in een gewoon- lyk Regtsgeding te doen bepleiten (f). Doch haar verzoek was van de hand geweezen. f «O SenteiJt. Vim ('en Hove ever Mr. S v. Halewyn en R.
ilc Pi'le du Plesfis gedr. 169^. en VcrJch. gcfchJ'. A.iiitck. van deta::n tyd' (v) Refbl. Huil. f> Febr. 14 May 1*94. U. 40, 15?,. si
felr- 36 Maart 17 Julv 'Ö98. hl «2, 183, 314. , (w ) RelöL HtilCs Ot'lol/. if'97- W- ^9- (*} Sccr. Ucfol. "Hol/. 15, 28 Jnly 1^93. V. Deel, »Aj
•'\yj Vit verfch, Rcqiicsten aan den Hove van Holland.
VA-
|
||||
VADERLANDSCHE
HISTORIE.
|
|||||||
DRIEËN-ZESTIGSTE BOEK.
|
|||||||
INHOUD.
L Vddtogt in de Spaanfche Nederlanden. Veur-
ne, Diksrnuiden en Huy verhoren. De Frann [che Linien veroverd. Aanßag op Luik. IL Slag van Landen. Charleroi verharen. III. Zeegevegt omtrent Kaap S.Fincent, Holland- fche Wahischvangcrs veroverd. S. Malo ge- bombardeerd. IV. Verdrag met Zweedcn. V. Krygsbedryven in Duitschland. In Hongarye. In Katalonie. In Italië. VI. Beginfds eener Vredehandelinge. Voorßag, van wege Frank- ryk, in Engeland van de hand geweezen. VIL Ver fch il over de aanflellinge van eenen eerfitn Veldmaarfchalk, waartoe de Hertog van Hol- fiein- Pioen ver koor en wordt. VIII. Rrygsbe- dryven te water. Landing by Brest. Dieppe, Havre de Gr ace en Duinkerken gebombardeerd. Jan Bart herneemt eene Franfche Graanvloot. IX. Veldtogt in de Spaanfche Nederlanden. Huy herwonnen. X. Krygsbedryven in Duitsch- land In Italië. In Katalonie. XI. Verdrag met de Hertogen van Brunswyk - Wolfembattel. Q- Upin% m vrede, jan de zyds rm Frankryk. XJL
|
|||||||
»40 VABKRLANDSCHE LXIII. Èoek;
XII. Verfchil met den Koning van Deenemar-
ke bygelegd. De Keurvorst van Keulen Wêfdt Bisfchop van Luik. XIII. Kerkelyke Gefchil- len, in Holland. De Staaten fiellen orde op de, vrede der Kerken. XIV. Maria, Koningin yan Groot-Britanje, ßerft, XV. Veldtogt in de Spaanfche Nederlanden. De Stad en V Kas- teel van Namen veroverd door de Bondgenoo- ten. Braave aftogt van den Pr in f e van Vau* demont. Diksmuidtn en Deinze beriagtigd, door de Franfche.n. Zy bombardeeren Brusfel, XVI. Eenige Franfcke Zeeßeden , door de Bond genooten , gebombardeerd. Krygsbedryven iu Katalonie. Aan den Rynkant. In Hongarye. In Italië. XVII. Vernieuwing van het groot Verbond. Onlust met Spanje. Koning Willem maakt zynen Uiterfien Wil. XVIII. Hande- ling aan het Zweedfche Hof, tot bevordering der algemeene Vrede. Nader yoor/lag van den . Graave d Avaux. Zweeden weigert den Kei- zer en den Staaten onderßand. Verdere han- deling met d' Avaux. XIX. Geweldige oproer te Amfierdam, ter gelegenheid van zekere keu- re op 't begraaven. XX. Prins Henrik Kofi- mir van Nasfau flerft. Zyn jonge Zoon, Jan Willem Fr i/o, volgt hem op in zyneStadhouder- fchappen. XXI". Samenzweer ing in Engeland ontdekt. De Franfcke Magazynen te Givet yerbrand. Calais en S. Martin gebombardeerd. Jan Bart verovert eene HollandJ'che Graan- vloot. XXII. Veldtogt in de Spaanfche Neder- landen. In Duitschland. In Hongarye. XXIIL Krygsbedryven in Katalonie. XXIV. Nadere »pening tot eene Vred&handéing* van de Ff an- |
||||
LXliLBoEk. HISTORIE. 24*
|
||||||||||||||
fche zyde. Argwaan op het Franfche Hof
XXV. De Franfchen handelen, bedektelyk * aan 't Ilof van Turin. De Hertog van Savojt fluit een geheim Verdrag met Frankryk. Men begint openlyker te handelen, 't Verdrag wordt, te Turin, getekend. XXVI. Handeling met den Keizer en Spanje. Verdrag van Onzydig- heid in Italië. XXVII. Het Oktroi der Neder- landfche Oostindifcht Maatfchappyc wordt ver* nieuwd. |
||||||||||||||
L
|
||||||||||||||
odewyk de XIV. hädt zyne Krygsmagt, 1693.
in de Spaanfche Nederlanden, zo zeer |
||||||||||||||
vermeerderd, dat zy, in 't begin van den veld- I.
togt des jaars 1693» dte der Bondgenoo'tëii ye'dtogi omtrent de helft te boven ging. Ook begaf s|,aa°. hy zig, eerlang, zelf aan 't hoofd van het fche Ne- Leger; zo dat elk in de verwagting was van derian- eenige gewigtige onderneeminge , van de d-n* zyde der Franfchen. Bouflers hadt zig, in Veurne Louwmaand, zonder moeite, meester gé- enpik»- maakt van Veurne en Diksmuiden (et): in mmde™ welke twee Steden, de Bondgenooten, on- xeL°° langs, bezetting geworpen hadden. De Ko- ning van Groot-Brïtanje, deezen Winter, veel moeite gehad hebbende in Engeland, met het tegengaan der partyen van 't Hof, die zig, in 't Parlement, allengskens openly- ker begonden te vertoonen, keerde, niet voor/ Grasmaand, naar Holland, om den veldtogt |
||||||||||||||
m
|
||||||||||||||
C<0 DANtEt Journil, f, CLXV1J.
XVI. Deel. Q
|
||||||||||||||
342 VADERLANDSCHE LXHLBoek;
|
|||||
KJ93. in de Nederlanden by te woonen. Hy land-
■-------de, op den twaalfden, in deMaaze, en deedt,
eer by na 't Leger vertrok, nog een' keer
naar 't Loo. Midlerwyl, waren de Bondge- nooten byeengetrokken, omtrent Leuven , daar zy Brabant dekten, tegen de ondernee- mingen der Franfchen, en den Koning van Frankryk, eerlang, tot het befluit bragten, om naar Verfailles te keeren. Hy zondt zelfs een gedeelte zyns Legers, onder den Dau- fyn en Bouflers, naar Duitschland: het ove- rige en grootfte gedeelte bleef in de Neder- landen, onder den Hertoge van Luxemburg, die zig te Meldert nedergeflaagen hadt. De bezetting van Charleroi fneedt den Franfchen hier, dikwils, den toevoer af: doch de beide Legers fcheenen vastgefteld te hebben, hun- ne Legerplaatfen zo lang in te houden, als mogelyk ware. Koning Willem, zig, midler- wyl , gefteld hebbende aan 't hoofd van 't Le- ger der Bondgenooten, nam de gelegenheid, dat de Franfchen naar den Maaskant waren DeFran- opgebroken, waar, om den Prins van Wur- fche temberg, met een gedeelte des Legers, te y^a zenden naar de Linien, tusfchen de Schelde verd. endeLeije, tot aan den Zeekant by Duin- kerken toe, opgeworpen door de Fran- fchen, om de Landen en Plaatfen , door hen in deezen oord veroverd, te dekken. Ook gelukte het den Prinfe, deeze Linien te overweldigen, op den agttienden van Hooi- Tiily ge- maand. Van den anderen kant, was de Graaf Augen. van Xilly, opgetrokken met de Luikfche man- fchap, tot verfterking van het Leger der Bond-
|
|||||
LXItl. Boek. HISTORIE. 243
Bondgenooten, op den veertienden, onder- 1693;
fchept, door den Hertoge van Luxemburg,' derd man en al de pakkaadje, te wyken naar Maaftricht. De Hertog floeg, hierna, 't be- Huy ver leg voor Huy: 't welk Koning Willem bewoog, looren. om, met het Leger der Bondgenooten, op te trekken tot ontzet der Plaatfe. Doch hy was naauwlyks tot aan Tongeren toe genaderd, of hy vernam, dat Huy zig overgegeven hadt, by Verdrag, op den drie - entwintigften van Hooimaand. De Hertog van Luxemburg was Aanflajs van Huy getoogen naar den kant van Luik, op Luik. om deeze Stad te noodzaaken tot onzydig- heid. Hyhadt vrienden in Luik, die eenen aanhang maakten, om zyne oogmerken te be- vorderen. Doch Koning Willem wierp eeni- ge regementen voetvolks in de Stad, waar- door de maatregels der Franschgezinden ver- broken werden. Maaftricht, welk, federt, zo wel als Luik, met een beleg gedreigd werdt» werdt, insgelyks, voorzien van meerdere be- zetting. Doch 't Leger der Bondgenooten was, hier- lt.
door, zo merkelyk verminderd in manfehap, Bewce- dat de Hertog van Luxemburg, die geene be- jjênr8te"ee legering in den zin hadt, de gelegenheid Legeren, waarnam, om hun flag te leveren. Men re- kende, dat het Franfche Leger nu vyfender- tigduizend man fterker was dan dat der Bond- genooten, die zig by Neerhespen, tusfehen Tienen en S. Truyen , hadden nedergeflaa- gen. Het Franfche Leger, van den kant van Luik derwaards trekkende, werdt haast ont- Q 2 dekt-,
|
|||||
:>
|
|||||
244 VADERLANDSCHE LXIII. Boek;
1693. dekt, door Koning Willem en den Keurvorst
—— van Beieren, die te paard gefteegen waren, om de beweegingen des vyands, in perfoon, waar te neemen. Men lei toen in beraad, of men over de Geete te rug trekken, of den vyand afwagten zou. De meeste Krygsbevel- hebbers ftemden voor het eerfte, uit aanmer- king van de groote overmagt des Franfchen Legers. Doch Koning Willem neigde om den vyand af te wagten, zo om dat hy meende eene voordeelige Legerplaats te hebben uit- gekooren, als om dat hy, te rug trekkende , de agterhoede des Legers blootftelde voor den vyand, en de meeste weerlooze Brabant- fche Steden hem ten prooije liet. De regter- vleugel van het Leger der Bondgenooten ftrek- te zig, van Wangen op de Geete, uit tot aan Neerwinden, 't Gros van 't voetvolk en de linkervleugel der paarden lag tot aan Dor- mal. De Stad Leeuwe dekte de agterhoede. 't Vlek Landen en het Dorp Neerwinden werden fterk bezet. Tusfchen Landen en . Neerwinden, lag 't veld open; waarom Ko- ning Willem, in den nagt na den agtentwin- tigften van Hooimaand, in alleryl, eene Li- nie deedt opwerpen , die de twee Plaat- fen aaneen hegtte, en 't gros des voetvolks dekte. Doch deeze Linie hadt kleine fterk- te, gemerkt den korten tyd en de weinige manfchap, die 'er toe befteed was. Ook wil men, dat Luxemburg, den volgenden dag, de Legerplaats der Bondgenooten bezigtigen- de, gezeid zou hebben, nu geloof ik, dat Wal- dek dood is. De Prins, van Waldek was, naam- lykt
|
||||
LXIII.Boek. HISTORIE. 245
lyk, altoos gehouden, voor zeer fchrander in «f53,
het uitkiezen der bekwaamde Legerplaatfen; „ en Luxemburg fcheen te oordeelen, dat Ko-
ning Willem en de mindere Legerhoofden, in het betrekken der tegenwoordige Leger- plaatfe, getoond hadden, dat zy dit werk zo wel niet ver Honden, als Waldek gedaan hadt (£). Met het aanbreeken van den volgenden dag, Slag van
zynde den negenentwintigften van Hooimaand, Landen, was Luxemburg genaderd, tot onder 't be- reik van 't gefchut der Bondgenooten, welk, terltond, begon te fpeelen op den vyand, die 't geweld van het zelve, tot omtrent zes uuren in den morgen, moediglyk , door- Hond. Toen wendde hy 't naar de Linien der Bondgenooten, en deedt, omtrent ten agt uuren, de posten te Landen en te Neer- winden, hevigïyk, aantasten. Deeerftepost, die de fterkffce was, werdt dapperlyk verde- digd , in 't byzyn van Koning Willem, door tcnige Engelfche manfehap, geholpen door de Deenfche, onder Prinfe Fredrik, en door de Scaatlche, onder den Brigadier Fagel. Ook werdt de vyand, hier, na een fcherp gevegt van twee uuren, met merkelyk verlies, af- geflaagen. Doch beter gelukte hem de aan- val , op de post te Neerwiuden, die, met ee- ne merkelyke verfterking van versch volk, ondernomen werdt. Koning Willem hadt zig, na dat de Franfchen te Landen afgeweezen wa-
(■£) Tindal VoL II. [w XVII. j f. 416. Nvt. (i>
Q3
|
|||||
e
|
|||||
t\6 VADERLANDSCHE LXI1I. Boek.
1693. waren, derwaards begeven. Ook werdt Neer-
Beieren. Doch de overmagt der Franfchen
was hier zo groot, dat zy, eerlang, de post overweldigden, en tot binnen de Legerplaat- fe der Bondgenooten doorbraken. De Hano- verfche Ruitery werdt eerst aangevallen en verftrooid: daarna de overige. Toen viel de vyand het gros des voetvolks aan, van voo- ren en van ter zyde. De Keurvorst van Beie- ren, zig overweldigd ziende, week over de Geete, daar hy de verftrooide manfchap ver- zamelde, om den aftogt der overige te dek- ken. Koning Willem, zig gefteld hebbende aan 't hoofd van eenige Engelfche Ruiterye, met welke hy de regter vleugel dagt te onder- fteunen, kon niet beletten, dat de Staatfche paarden, hier, in wanorde en aan 't wyken gebragt werden. De Koning, den flag ver- looren geevende, befloot, eindelyk, ook af te trekken, wykende-, met het overfchot des Legers, niet zonder veel moeite,over de brug te Neerhespen, 't Gantfche Leger was nu in wanorde gebragt. Veelen der vlugtenden wer- den in 't water gejaagd, en verdronken: welk lot de Graaf van Athlone, ter naauwer nood, ontkwam. Het Engelsch voetvolk, geleid door den Luitenant - Generaal Talmasd, trok, in tameiyke orde, af; doch een gedeelte daar- van week heel tot aan Breda, eer het zig vei- lig rekende voor de vervolging des vyands. De Bondgenooten verlooren zestig ftukken gefchuts, negen mortieren, en omtrent ze- venduizend man, in deezen veldflag ; doch |
||||
LXIII.BoEK. HISTORIE, itf
|
|||||
geene luiden van naame dan den Graaf van l6 3Ï
Solms, die, aan eene wonde, in 't gevegt be- *2 komen, overleedt. Sommigen willen, dat de Franfchen tweemaal zo veel volks en daar on- der een groot getal van voornaame Krygsbe- velhebberen verlooren hebben. Doch de Fran- fche Schry vers zelven begrooten hun verlies, op meer niet dan zes-of zevenduizend man. Het Leger der Bondgenooten werdt, kort na den flag by Landen, verfterkt door de man- fchap,die, onder den Hertoge van Wurtem- berg, naar Luik gezonden geweest was. De vyand hadt zo veel geleeden in den flag, dat de Hertog van Luxemburg niets ondernam , voor dat het Leger onder Bouflers, van den Rynkant, te rug gekeerd was, en zig met het zyne vereenigd hadt. Toen floeg hy 't beleg chatie- voor Charleroi, welk zig wakkerlyk verdedig- roi ver- de, en zig, eerst zesentwintig dagen na het jVerd, openen der loopgraaven, by verdrag, over- F°^|_ e gaf, op den elfden van Wynmaand. Het plat- fchen. te Land omtrent deeze Vesting was zo kaal gegeten, dat 'er geen Leger zou hebben kön- nen beftaan; waarom het ontzet agterblyvert moest (c). Ook was Koning Willem reeds naar Holland vertrokken, eer het beleg van Charleroi ondernomen werdt. Hy bewoog de Staaten, in Wynmaand, tot een bell uit, om vyfcienduizend man aan te werven, tegen den volgenden veldtogt. Ook vondt men geraa- den,
Cr) FflüQiriERES Memoir. Hifi. & Milit. Tom. I. p. irt8. O"
fuiv. Tom. II. p. 88 & fuiv. Daniel Journal, p. CLXVIJ. CLXIX. Tiniml V»l tl. [« XVII.] p. 412 — 423. ISurbk: V»(. 11. f. 112.
Q4
|
|||||
24S VADERLANDSCHE LXIII.Boek.
|
|||||
t*p3. den, 's Lands zeemagt merkelyk te verfter-
!—— ken. Koning Willem, langer dan eene maand op goeden wind gewagt hebbende, ftak, ein- delyk, op den zevenden van Slagtmaand, uit deMaaze, in zee, en tradt, den volgenden dag, te Harwich, aan land (öQ. De beide Legers in de Spaanfche Nederlanden hadden, Verdrag reeds te vooren, het veld verlaaten. In Hooi- H'et maand deezes jaars, was 'er, op den naam wegens ^es Konings van Spanje en der Staaten der de brand. Vereenigde Nederlanden , een Verdrag ge- fchatüii- flooten, met de Staaten van Doornik en het Sen* Doornikfche: waarby deeze zig verbonden, om meer dan agthonderdduizend guldens, we- gens agterltallen der brandfchattingen federt den aanvang des oorlogs, te betaalen (e). III. De veldtogt in de Nederlanden was niet Zeege- gelukkig uitgevallen voor de Bondgenooten; d€Shoo' die3 ter zee, geenen beteren fpoed gehad had- te van den. De Engelfche en Staatfche Vlooten Kaap S. waren, by tyds, in zee gefteken, en kreegen Vincent, eerlang, last om de Koopvaardyvlooten van beide de volken te geleiden en te beveiligen. De Engelfche Admiraal George Rook zonder- de zig, in Zomermaand, met drie-entwintig Engelfche en Staatfche Oorlogsfchepen , af van het gros der Vloote, om een groot getal Koopvaardyfchepen, naar verfcheiden' ha- vens in Spanje, en naar de Levant te gelei- den. Een fterke voorwind bragt hem, eer* lang, op de hoogte van Kaap S. Vincent, daar
(rf) TinriAL Vul. H. [<>r XVII. J p. 448.
Ie) Du Munt Corps Diplom. Tomv VII. P. II. p. aay.
|
|||||
HISTORIE. 249
|
|||||||
LXIïLBoMC.
|
|||||||
daar hy eerst een gedeelte en daarna de gant- 16931
fche Franfche Vloot onder den Graave van ■=-----
Tourville, tagtig zeilen fterk, in den mond
liep. Men hieldt, terftond, krysraad, en be- iloot, op 't aanhouden van den Vice-Admi- raal van der Goes, 't gevegt te fchuwen, en den vyand, in de haven van Faro, S. Lucar of Kadix, te ontwyken. Doch omtrent zes uuren in den avond van den zeventienden van Zomermaand, haalden de Franfche Admiraal en Vice-Admiraal der blaauwe vlagge drie van de agterfte en miqst bezeilde Staatfche f diepen in, met twee van welken, gevoerd door de Kapiteinen Schryver en van der Poel, zy, terftond, in een hevig gevegt raakten, welk vyf uuren duurde. De twee Staatfche Kapiteins floegen eerst tegen elf, en daarna . tegen zeven vyandlyke fchepen; doch wer- den," eindelyk, overmand zynde, genood- zaakt, zig over te geeven. Zy hadden zig zo lang en hardnekkiglyk geweerd, dat de Fran- fche Admiraal den Kapitein Schryver, nader- hand, vraagde, of hy een mensch ware, of een duivel? De Franfchen zogten zig, midlerwyl, meester te maaken van de Koopvaardyfche- pen, die hun, ten getale van omtrent dertig, in handen vielen. Doch omtrent vyftig ande- ren werden, ten deele, door den vyand ver- nield, ten deele, door 't fcheepsvolk zelf in den grond geboord, op dat 'er de Franfchen #ig niet mede verryken zouden. Rook was, ondertusfehen, met bet overfchot der Oor- logs-en Koopvaardyvloote, gezeild naar Ma- tlera, en van daar naar de havens van Ier- q 5 land, |
|||||||
25ö VADERXANDSCHE LXIII.Bobk:
1693. land, alwaar hy, omtrent het midden van
------- Oogstmaand, te rug kwam. Tourville volg- de Rook niet naar Madera; maar hieldt de Spaanfche kusten in geduurige onrust, ver- brandende verfcheiden' Engelfche en Holland- fche fchepen, in de havens van Mallaga, Ali- kanten en andere Spaanfche Plaatfen in deMid- dellandfche zee. Tegen 't uitgaan van den Herfst, keerde hy te rug naar Toulon, heb- bende, in deezen togt, der Engelfche en Hol- landfche Koopvaardye groot nadeel toege- ïloiland- bragt (ƒ). In Hooimaand, hadden drie Fran- feh«Wai-fche Oorlogsfchepen en een Kaaper van S. visch- jvialo zig meester gemaakt van agtendertig ve"o"S fcfiePenJ in Holland, op de Walvischvangst, verd.- uitgezonden. De fchade, die de Kaapers van S. M»io S. Malo den Engelfchen en Staatfchen Koop- «ebom- vaarderen, van tyd tot tyd, aandeeden, bragt deerd ^e B°ndgenooten tot het befluit, om dee- door de ze Stad te bombardeeren: 't welk, tegen 't Bondge- einde van Slagtmaand , ondernomen werdt. nooten. Vyfentwintig bombardeergaljoots en eenige andere vaartuigen vertoonden zig voor de Stad, die, vier dagen agtereen, gebombar- deerd werdt; waardoor egter ilegts weinige huizen en een gedeelte van de Stads muur om verre raakten. Sommigen fchryven, dat men zig, om de Stad te befchadigen, ook bedien- de , van een dier vuurwerken, welken helfchen genoemd werde»» en die Gianibelli, voor ruim
C ƒ) Sommier Verbaal van de Expeditie in 1695. lifS. For*
bin Memoir. Tom. I. p. $39. Daniel Journal, f. CLXXJ/U TiHD/it, Fol, II. C»r XVII] p. ^^7~4J5« |
||||
LXIILBoek. HISTORIE. 251
ruimeene eeuw, hadt uitgevonden, om Par- 1693;
mas fchipbrug over de Schelde te vernielen -------;
(g). Doch men merkt aan, dat dit vuurwerk
in S. Malo thans geene andere fchade deedt, dan dat het den meesten huizen de glazen infloeg, eenigen van dak ontblootte, en an- deren deedt waggelen. De Ingenieur, die 't beftier over dit vuurwerk hadt, zig niet fpoe- dig genoeg hebbende können bergen, kwam, ongelukkiglyk, aan zyn einde (hy Sedert het jongfte Verdrag met Zweeden Verdrag
van den jaare 1691, hadden deStaatfche Oor- met logsfchepen verfcheiden' Zweedfche Koop- f^e' vaarders genomen, die op Frankryk handel- den. Karel de XI. vorderde, deswege, ver- goeding (t). 't Liep aan tot in Slagtmaand, eer, ffalraven, Baron van Heierea, der Staa- ten Gevolmagtigde aan 't Hof te Stokholm, met den Koning overeenkwam, dat men hem zekere fchepen en goederen te rug geeven, of 't beloop derzelven, in geld, vergoeden zou (£). In Duitschland, waren de Franfchen, vol- v.
gens hunne gewoonte, dit jaar , wederom Krygs- vroeger in 't veld verfcheenen, dan de Bond- bedry genooten; die een Leger, onder den Keur- Duitsch- vorst van Saxen, den Landgraaf van Hesfen land, en den Prins van Baden, byeentrokken. De Mark-
ff") Zie VIII.UM, il- 70.
< h) Daniïl Journal, p. CLXXHJ, CLXXIV. Tindal V«U
II [«; XVH. ]. p. 4öö. (i) Refol. Huil. 1 Jtily i Aug. Il5y3. W. oin, 359.
(k) Notul. Zeel. ym 1692. il ia?, ftiez Du MwaCorm
Ü.pluui. Tv». VU. t. 11. f. 33*. |
||||
tfr VADERLANDSCHE LXIII.Boek;
»$93. Markgraaf van Chamilly toog, omtrent het
i—— midden van Bloeimaand, te Filipsburg, over den Ryn, en berende Heidelberg, zonder eenigen tegenftand ontmoet te hebben. De Maarfchalk de Lorges volgde hem op de hie- len, met een groot deel des Franfchen Le- gers, welk onder den Daufyn ftondt. De Stad werdt, terftond, ingenomen, op den twintig- ften, en 't Kasteel gaf zig, den volgenden dag, over, by verdrag. De Lorges dwong, daar- na , den Prins van Baden, om van Legerplaats te veranderen. Drie dagen laater, zogt hy de Nekker over te trekken, om hem op nieuws aan te tasten: doch de Prins noodzaakte hem , met verlies van duizend, of, volgens de Fran- fchen , van vier- of vyfhonderd man, te rug te keeren. Het Wurtembergfche werdt, fe- dert, deerlyk, afgeloopen, door de Fran- fchen. De Daufyn, zig daarna aan 't hoofd van 't Leger gefteld hebbende, bezogt we- derom, of 'er kans ware, om den Prins van Baden, met eenig voordeel, aan te tasten. Doch de Prins hadt zig, te Heilbron aan de Nekker, zo voordeelig gelegerd, dat hy niet dan met het uiterfte gevaar kon aangevallen worden. Ook liet hy zig niet lokken uit zy- ne verfchanlingen. De Daufyn keerde, in Oogstmaand, reeds wederom naar Verfailles. Voorts, viel 'er, in Duitschland, niets meer voor van belang, geduurende den tegen woor- ïn Hou- digen veldtogt (/). De kryg tegen de Turken gtfye» , was, (n Daniel Journal, p. CLXIX, CLXX. Tinbal Vul. II.
i»t XVII. ] f. 4ïj—4/5. |
||||
LXIILBoEK. HISTORIE, s^
was, dit jaar, ook flaapwelyk gevoerd. De i«j?3i
Keizerlchen bemagtigden eene of twee Ves- tingen van klein belang. Doch hunne onder-
neemingen op Belgrado en Peter-Waradyn mislukten (jn). De Maarfchalk van Noailles, die 't Fran- in Kat»;
fche Leger in Katalonie geboodt, üoeg, op 't lonie» einde van Bloeimaand, het beleg voor Rofes, welk, ten zelfden tyde, te water, door den Graave d'Estrées, benaauwd werdt. De Plaats ging, agt dagen na 't openen der loopgraa- ven, over, by verdrag. Hierby bepaalden zig, dit jaar, de krygsbedryven in deezea oord («). Maar m Italië viel meer te doen. De Her- en in
tog van Savoje, van zyne fleepende ziekte ge- I»1^ nezen zynde, ftelde zig aan t hoofd van een Leger, welk dat van den Maarfchalk de Ca- tinat verre overtrof, in manfchap. Men be- floot, eerlang, de Franfchen te verdry ven uit Savoje en Piemont, en zig, ten dien einde, meester te maaken van Pignerol en van Ca- fal. Cafal werdt, eenen tyd lang, geblokkeerd gehouden. De Hertog maakte zig, ftormen« derhand, meester van de fterkte S. George, en floeg, daarna, met het gros des Legers, het beleg voor Pignerol. De Sterkte S. Bri- gitte, die deeze Stad dekte, werdt eerst aan- getast en veroverd; doch deeze overwinning kostte den Bondgenooten zo veel volks, dat men, federt, niet wist, of men 't beleg van Pi-
ftn) TTeiss Hift. de t'Empire', Tam, III. f, 24^
(jij Üanikl Journal, p. Cl.XX. |
||||
254 VADERLANDSCHE LXIII.Boek;
i5p3. Pignerol voortzetten , of de Stad alleenlyk
------ bombardeeren zou. Terwyl hierover beraad-
flaagd werdt, trok Catinat, eene merkelyke
verfterking van volk bekomen hebbende, op, door de valeije van Suza; 't welk den Hertog zo bevreesd maakte voor Turin, dat hy, ee- nige bomben hebbende doen werpen in Pigne- rol , en de Vestingwerken van S. Brigitte heb- bende doen fpringen, opbrak met het Leger, enzig, omtrent het einde van Herfstmaand, by Marfaille nederfloeg. Catinat trok ook derwaards, en hier viel, op den vierden van Wynmaand, een veldflag voor, waarin de regter vleugel van 't Leger der Bondgenoo- ten, onder den Hertoge, en de middeltogt, onder Prinfe Eugenius, de Franfchen, tot drie maaien toe, deeden deinzen. Doch het vyandelyk voetvolk viel dat der Bonrigenoo- ten, daarna, aan , van ter zyde en van agte- ren, en bragt het, eerlang, in wanorde aan 't wyken. De Hertog van Schomberg, de Engel- fche manfchap aanvoerende ten ftryde, kreeg hier eene wonde in de dye, waaraan hy, na weinige dagen, overleedt. 't Gevegt duurde omtrent vier uuren. De Franfchen behielden het flagveld, fchoon zy zelven erkenden, dat de zege hun op veel bloeds te ftaan kwam; doch 't verlies was merkelyk grooter, aan de zyde der Bondgenooten. De blokkeering van Cafal werdt, terftond hierna, opgebroken. Ook namen de Franfchen verfcheiden' Sterk- ten in, die door de Bondgenooten verlaaten waren, en in welken zy veel buits bekwa- men. |
||||
LXIILBoé*. HISTORIE. 453
men. Dus ongelukkig liep de veldtogt in Ita- i6<)Sj
lie ten einde (0). Doch terwyl de Franfche wapenen, dit jaar, VI.
overal, beide ter zee en te lande, voorfpoe- j***ln* dig geweest waren, werdt Frankryk inwendig nee'vre" gedrukt, door eene aanhoudende duurte der dehande- leevensmiddelen, veroorzaakt, door een dub- Kng. bel misgewas van graanen, en eenen zeer fchraalen Wynoogst. De Koning deedt zyn best, om de elende der behoeftigen te verlig- ten, zo veel hem mogelyk ware. De ver- maarde Jan Bart geleidde eene Vloot fche- pen, in Zweeden en Deenemarke met Kooren bevragt, veiliglyk, in de havens van Frank- ryk. Doch't gebrek was, aan veele oorden, zo groot, dat menigten van menfchen ftier- ven van honger, 't Volk in 't algemeen haak- te, derhalve, naar vrede. De Koning zelf deedt eenige poogingen, om 'er de Bondge- nooten toe over te haaien (jp), op voorwaar- den, welke hyredelyk hieldt. In hooimaand, fchreef hy aan den Graave d'Avaux, die thans, van zynen wege, handelde aan 't Zweedfche Hof, op wat voet hy voorhadt zig te verdraa- gen, met alle de Mogendheden, die met hem in oorlog waren, en byzonderlyk, met den Keizer, en het Duitfche Ryk (q). Ook waren de Keizer en de Koning van Spanje, door den
{o ) Fïuqweres Metnoir. HiA. Sc M"it. Tom. II. p. 10a.
Danibi. Journal, p. CLXX—CLXXIJ. Tindal Vul. II. Tot XVIT.]6. 45.5—42^. Cf) «ufiNKT ftU II. p. 110, ut. Tindal Val. H. [w
JfVU.]?- 43«.
Cj) Aa. del» Pais de Ryswick. Tom. Lp. 33,
|
||||
45<5 VADERLANDSCHÉ LXIII.BoEK?
"idy3. den tegenwoordigen Paus, Innocent den XIL
—-----• reeds voor eenigen tyd, vermaand, om vre- de te maaken met den Koning van Frankryk '9 hoewel deeze vermaaningen vrugteloos waren, uitgevallen (r). Doch Lodewyk de XIV. liet het hierby niet. Hy bragt te wege, dat de Deenfche Gezant te Londen last kreeg van den Koning, zynen Meester, om den Koning van Groot-Britanje een ontwerp eener alge- meene Vrede voor te flaan, welk hierop uit- Voorflag kwam. „ De Westfaalfche en Nieuwmeeg- van wege }^ fchQ Verdragen zouden onderhouden wor- ryk.U" « den: de Koning van Frankryk zouRofes, „ Belver, en al wat hy, in deezen oorlog, „ meer in Katatonie veroverd hadt afftaan „ aan den Koning van Spanje. Om in de Ne- „ derlanden eenen voormuur te maaken, die „ den Staaten alle ongerustheid beneemen „ mögt, zou hy Bergen in Henegouwen en „ Namen te rug geeven, in den ftaat, waar- „ in deeze Steden tegenwoordig waren, en „ Charleroi doen (legten. Ook wilde hy het „ Verdrag van Koophandel met de Staaten iy herftellen, op den voet van dat vanNieuw- „ megen. Huy zou den Bisfchop van Luik „ worden ingeruimd, dien men, uit het plat- „ te Land van Luxemburg, ook vergoeding „ bezorgen zou, voor Dinant en Bouillon. „ En op dat de Staaten, of eenige andere „ Mogendheden niet bedugt mogten zyn , dat „ de Koning voorhadt, de grenzen zyns ge- „ bieds uit te breiden naar den kant der Ne- » der-
C r^Aft. de la P»ix de Ryswkk. Tom. I. j». 13, 16, 21.
|
||||
LXIILBoek. HISTORIE. 257
|
|||||
„ derlanden, ftondt hy toe, dat de Neder- 1593.
„ landen, in geval de Koning van Spanje, ------■
., zonder kinderen, overleedt, bezeten wer-
„ den, door den Keurvorst van Beieren, mids „ de Keizer hierin, insgelyks, bewilligde." Omtrent Groot Britanje, hadt de Koning van Frankryk , die Jakob den II, tot hiertoe, voor wettigen Koning gehouden hadt, zig nog niet verklaard: doch de Deenlche Gezant maak- te zig fterk, dat de Koning, zyn Meester, middel zou vinden, om Groot-Britanje te doen begrypen in de Vrede: 't welk, fchoon 't niet duidelyk gezeid vverdt, klaar genoeg bleek, niet te können gefchieden, zonder dat Frank- ryk Willem en Maria erkende voor Koning en Koninginne: alhoewel d'Avaux zig, om- trent deezen tyd, aan 't Zweedfche Hof, ver- luiden liet, dat de Koning, zyn Meester, ee- nige voldoening verwagtte voor zyne Britan- nifche Majefteit, waardoor hy Koning Jakob verftondt; daarby voegende, dat Frankryk zelf niets van Engeland te vorderen hadt, dan het wedergeeven der veroverde Franfche Plaatfen in Amerika (s_). De voorilag des Deenfchen Gezants, van welken wy fpreeken, gefchied- de in Wintermaand (/), en derhalve, na 't einde van den tegen woordigen ongelukkiger! veldtogt. Evenwel vondt hy geenen ingang aan 't Engelfche Hof. De Koning oordeelde, ïf™* in dat Frankryk vernederd moest worden, om de unfvtn rust van Europa te verzekeren, en hoop de hand te g^we*-
zen. f,O VoUz LambkrVi Memo'r Tom. I. p. i.
(/) Act. de la Paix de Rjiwkl; Tom. 1. f. $<j, XVI. Deel. R
|
|||||
258 VADERLANDSCHE LXIII.Boek.
|
|||||
»693. te op eene gunstige verandering van den on-
p Nederlanden inzonderheid beter mogten kön- nen beveiligd worden, tegen de toekomende onderneemingen van het Franfche Hof. De voorflag des Deenfchen Gezants werdt, der- halve , van de hand geweezen («). In de Ver- eenigde Gewesten, zou men 'er meer ooren naar gehad hebben, zo het gezag van Ko- ning Willem zo groot een' invloed niet ge- had hadt op de raadpleegingen der Staaten; die, gewisfelyk, in de aanbiedingen van Frank- ryk, alles vonden, wat zy, in de tegenwoor- dige omftandigheden, begeeren konden. Ook moesten zy en Koning Willem zig, nader- band, met min voordeelige voorwaarden van Vrede , genoegen laaten. Ondertusfchen , hadt men, in den Haage, beflooten, zig, niet zonder zyne Bondgenooten, te verdraagen met Frankryk (v). vn j\a 't overlyden van den Prinfe van Wal- Vetfchii ^^ eerften Veldmaarfchalk over de Legers de Ge-" van den Staat, was men, eenen tyd lang, in westen, beraad geweest, over de vervulling van dit over de aanzienlyk Krygsampt. Sommige Gewesten, «anfiel met naame Friesland en Stad en Lande, had- f'enen'an den verwagt, dat Prins Henrik Kafimir van eerften Nasfau, die, in 't jaar 1689, tot tweeden Veld Veldmaarfchalk aangefteld was, volgens ge- f'hTk bruik, tot den rang van eerften Veldmaar- ichau, fchaIk zou opgeklommen zyn. Doch de mees- te f«) Tindal Vul. H. [orXVU.] p-436.
(y) Rcfol. Ueli. ao llny ïöjtx« il. iyi. |
|||||
LXIII.ßoEK. HISTORIE. 259
|
|||||
te Gewesten begreepen, dat men , hierdoor, 1S93,
aan Friesland en Stad en Lande , van welke------:
twee Gewesten Prins Henrik Kafimir Stad-
houder was , te veel gezags geeven zou over de Krygsmagt van den Staat. Men beiloot dan , op den zevenden van Herfstmaand , ter algemeene Staatsvergaderinge, met meerder- heid van ftemmen , en tegen de uitdrukkely- ke verklaaring van Friesland, den Hertog van waartoe Holflein - Pioen , in de plaats van den Prinfe de Her- Van Waldek, aan te ftellen tot Veldmaarfchalk tog van (#) : waaruit klaarlyk bleek, dat men voor- Holftein- hadt, deezen den rang toe te ftaan , boven ve°.en den Prinfe Henrik Kafimir. De Staaten van kooren Friesland , zeer te onvrede over dit befluit, worde zonden Gemagtigden naar den Haage, om 'er over te klaagen , midsgaders , over de werving van vierduizend Zwitfers , van drie Regementen te paarde en van een Regement Dragonders , door de algemeene Staaten , on- langs , ondernomen , zonder behoorlyke be- williging der Gewesten. Zy hadden zelfs last, om te verklaaren, dat Friesland niet gezind Was , in eenige gemeene lasten te bewilligen , ZO deeze bezwaarnisfen niet werden weggeno- men. Ook moesten ze bekend maaken, dat de Staaten van Friesland den Hertog van Holftein - Pioen , die nooit in 's Lands dienst geweest was, niet voor wettigen Veldmaar- fchalk erkennen , noch gedoogen zouden , dat hem , in deeze hoedaanigheid , eenige wed-
C«0 Refol. HöUf 17 Stpe. 1693- W 415.
R 2
|
|||||
2«o VADERLANDSCHE LXIII.Boek;
|
|||||
i#s3. wedde , op den Staat van Oorloge, betaald
—— wierdt Qe). Doch de poogingen van Friesland
waren vrugteloos. De Hertog behieldt het
Veldmaarfchalkfchap , en den rang , dien de
Vorst van Waldek bekleed hadt. De algemee-
ne Staaten verklaarden , om die van Friesland
eenig genoegen te geeven, in de Lente des jaars
i6y5 „ datzy, voortaan, tot geene belastin-
„ gen befluiten zouden , voor 'er, door de
„ Gewesten, volgens de Unie, behoorlyk, in
„ bewilligd was: en dat zy, door 't aanftellen
„ van den Hertoge van Holftein - Pioen tot
„ Veldmaarfchalk , niet beoogd hadden , iet
„ omtrent den rang der Veldmaarfchalken te
„ beflisfen (3?).
VUL jn Engeland en in de Vereenigde Gewes-
r^dfeis ten » was men geduurende den Winter en
ten 00T- het volgende voorjaar , bezig met het maaken
loge, in van toebereidfels , tot den aanftaanden krygs-
Engeiand tQgj ter zee en te iande. Koning Willem
en ier* hieldt, in den aanvang des jaars 1694 , te
1694. Londen, een mondgefprek met den Prinfe van
L Baden , die een' keer naar Engeland gedaan
hadt. Hier-werden eenige beweegingen van
Koning den veldtogt geregeld (V), De Koning, daar-
Wiiiem na , eenige verandering gemaakt hebbende ,
tomt jn je Amptenaars der Kroone , ftak , volgens
w*«ds. zvne Jaar'ykfche gewoonte , in 't midden van
Bloeimaand , wederom , over, naar Holland,
land-
en) Itefot. Gencr. lumt, /\ Jan. 1094- M. 9. ?ecr- Refol. Fficsl. 22 Sept. 1693. by Costbrus Hift. Vcihaal , Bylü4t£* bl. 4S5- (v) Refol. Hol. s.6 maart 1^95- */. 128.
(«j Tinbal Val, 11. [or XVli.] p. 467. |
|||||
LXIILBoek. HISTORIE. 261
landde, den zeventienden , in de Maaze , en 1594,
kwam , nog voor middernagt, in den Haage -----—
aan. Weinige dagen daarna, begaf hy zig naar
't Loo, daar hy zig, eenigen tyd, met de jagt, verlustigde (0). De vereenigde Engelfche en Staatfche Vloo- Kryjrsbe-
ten waren , dit voorjaar , eerder in zee geile- dryven ken , dan men den veldtogt in de Spaanfche tä water' Nederlanden hadt können openen , onaange- zien eenige Oorlogsfchepen , onder Frangois Whukr, die eene Koopvaardyvloot geleidden naar de Straat, in Sprokkelmaand , veel ge- leeden hadden in eenen ftorm , van welken . zy, op de hoogte van Gibraltar, beloopen wa- ren, 't Schip van Wheeler was zelf te gron- de gegaan, en verfcheiden' andere Oorlogs- en Koopvaardyfchepen geftrand : welk lot, on- der anderen, twee ryke Hollandfche Koop- vaardyfchepen getroffen hadden. Maar twee Staatfche Oorlogsfchepen hadden zig, geluk- kiglyk , gebergd , in de haven van Kadix. Doch de fchade, aan de Engelfche fchepen geleeden , was fpoedig geboet: hebbende den Koning last gegeven , om de fchepen , die cp flapel ftonden, in alleryl, af te timmeren (V). De vereenigde Vlooten , derhalve , by tyds, in zee geraakt zynde ; zogt men de Franfche Vloot te befluiten , in de haven van Brest, en toen dit niet gelukken wilde , uit te lokken tot eenen zeedag. Doch de vyand ontweek den ftryd , en zeilde naar de Middellandfche zee,
C«1 TinnAL Vol. II. [> XVIT.] p. i7i.
C-iJ Tindal Vol. II. lor XVH.^p. 4'ió. R 3
|
||||
fiÖ2 VADERLANDSCHE LXIIï.Boek.
1694. zee , alzo Koning Lodewyk beflooten hadt,
Spanje te wenden. De Engelfche Admiraal
Rusfel volgde hem derwaards , met het groot- fte deel der vereenigde Vloote , terwyl eeni- ge fchepen uit dezelve een getal van vyfen- vyftig Franfche Koopvaarders , die in Ber- tram baai lagen, overvielen , en grootendeels vernielden ; de twee Oorlogsfchepen , die de- zelven geleidden , jaagende tot digt onder de klippen, alwaar zy, wat laater, verbrand wer- Landisig den. Doch negenentwintig Engelfche en ky Brest. Staatfche Oorlogsfchepen, daarna , onder den Admiraal Berkelei, uit de vereenigde Vloote, afgezonden , ondernamen eerst Brest, en toen eenige andere Franfche Zeehavens te bom- bardeeren , met min voorfpoedigen uitflag. Het vereenigd Esquader, verzeld van een groot getal ligte Fregatten , Branders , Bom- bardeergaljoots en eenige andere Vaartuigen , kwam , den zeventienden van Zomermaand , ten anker, tusfchen Bertram baai en Kama- ret, een' kleinen uithoek in den mond der riviere van Brest, terwyl de Franfchen , uit verfcheiden' Sterkten langs den oever, vin- nig vuur gaven op de naderende fchepen. 't Voorneemen was , hier te landen : waartoe een Zoon van Revixit van Naarfen , Vroed- fchap van Rotterdam , al federt drie jaaren , eenige voorflagen gedaan hadt (c). Doch de vermaarde Ingenieur Vauban hadt Brest, op '$Konings last, zo wel verfterkt en voorzien , dat
(p) Ißt veifthciden' van zync eigenhändige Ericvcn.
|
||||
LXIII.Boek. HISTORIE. 263
dat men , de gelegenheid der Plaatfe nader
onderzoekende , in twyfel ftondt, of men de onderneeming niet behoorde te laaten vaaren. De Engelfche Generaal Talmasch , die de Landfoldaaten geboodt, dreef egter fterk , dat men de Plaats behoorde aan te tasten. Vauban hadt, kort te vooren, den Koning van Frankryk gefchreeven „ dat zyne Maje- „ fteit voor Brest niet bekommerd behoefde „ te zyn ; dat de verwelffelsonder 't Kasteel „ de kragt der bomben konden wederllaan ; ,, dat hy negentig mortieren en driehonderd „ ftukken gefchuts , op bekwaame plaatfen , „ gefteld hadt, dat alle de fchepen buiten 't „ bereik der vyandlyke bomben lagen ; dat „ het Krygsvolk in goeden ftaat was , en „ beftondt, uit vierduizend man geregelde „ troepen , driehonderd Edelluiden en drie- „ honderd bombardiers : waarby , nog on- „ langs , een Regement Dragonders gekomen „ was." Maar ïalmascli was , zo fommigen fchryven , in den waan , dat 'er, in 't geheel geene troepen in Brest lagen. Men ondernam dan de Landing, op den agttienden van Zo- mermaand. Om dezelve te begunftigen , zeil- den agt Engelfche en Staatfche Oorlogsfche- pen de baai in ; die vinnig befchooten werden uit de vyandlyke mortieren , van de batte- ryen 3 die men, te vooren, niet ontdekt hadt. De Markgraaf van Carmarthen, die 't bevel over de agt i'cheepen hadt, bleef den vyand niet fchuldig met fchieten. Talmasch was , midier wyl, met omtrent negenhonderd man , geland : doch werdt wel haast te rug gedree- R 4 ven
|
||||
i6\ VADERJLANDSCHE LXIII.Boek,
|
||||||
1694. ven naar de boots, die, grootendeels, met de
raakten ; zo dat de knegten of gevangen, of gedood werden. Talmasch zelf kreeg hier eene wonde in de dye , waaraan hy, na ver- loop van weinige dagen , overleedt. Weinig meer dan honderd man kwam 'er te regt van de negenhonderd , die geland waren. De Oor- logsfchepen , die ook omtrent vierhonderd man verlooren hadden , werden genoodzaakt, wederom zee te kiezen. Een Staatsch Oorlogs- fchip van dertig Hukken , aan den grond ge- raakt zynde, viel den vyand in handen. Men fchreef het mislukken deezer onderneeminge toe , aan het uitlekken van dezelve, eenige maanden voor zy in 't werk gefteld werdt: 't welk den vyand op zyne hoede hadt doen zyn (d). Dioppe, De vereenigde Vlooten zeilden , eerlang, Ha vre de van ßres(: naar Dicppe , dat, op den twee- en Duiker- drie-entwintigften van Hooimaand, gebombar- ken g»- deerd werdt. De brand , die , aan verfchei- bombrj- den oorden , ontftaan was , noodzaakte de deird, ingezetenen , en de bezetting zelve , de Stad Bondal te verharen; die, meent men, ligtelyk, zou nootcn. hebben können vermeesterd worden , zo de aanvallers geweeten hadden , wat 'er omging. Nu moest men zig te vrede houden met het verwoesten der meeste huizen, die egter meest van hout 'gemaakt waren , en eerlang van ge- bakken fteen herbouwd werden («}. Van Diep-
f rf) ItimNET Vol. II. 0. 130. TlNPAL Vol. II. [or XVII. J
p, *71 — 177. Daniel Journal, p CLXXVH, (V) Tindal Vol, II. [orXVJI.jp. 477. Daniel Tourna),
p. CLXXVIII. |
||||||
>
|
||||||
LXIII.BoEK. HISTORIE. 265
|
|||||
Dieppe , zeilde de Vloot naar Havre de Gra- x(5j?4,
ce , waarin ook een goed getal van bomben -------
geworpen werdt; hoewel de harde wind het
naderen der bombardeergaljoots , meer dan eens , belettede. Men wil, dat hier niet bo- ven de twintig huizen verbrand werden. In Herfstmaand, ondernamen de vereenigde Vlooten het bombardeeren van Duinkerken : 't weik egter mislukte. Twee Vuurfchepen werden , by deeze gelegenheid , vrugteloos , en het eene, zelfs met merkelyk verlies aan de zyde der Bondgenooten , gefpild. Het bom- bardeeren der Franfche Zeeplaatfen , welk den gantfche Zomer duurde , hieldt de kusten in geduurige onrust. Veelen hielden deeze wyze van oorloogen voor te wreed en onmenfehe- lyk ; doch anderen verftonden , dat de Fran- fchen, door het bombardeeren van Genua, en door het afloöpen van geheele Landftreeken, die onder brandfehatting zaten, verdiend had- den , op zulk eene wyze, te worden aange- tast (ƒ). Agt Staatfche Oorlogsfchepen, eene Graan- jan Hart
vloot, die , uit de Oostzee , naar Frankryk hemeen* wilde , veroverd hebbende , werden , den ne- penef gentienden van Zomermaand, op de hoogte Graan- van Texel, aangetast, door zes Franfche Oor-vtoot. Jogsfchepen , onder Jan Bart, wier 't geluk- te , drie Staatfche fchepen te overweldigen , de overigen te doen wyken , en de Koopvaar- dyvloot, veilig , te brengen in de havens van Duin-
( f) TiNDAt rol. II. O XVII. ] *. <!,■«, 4-0. Daniei
Jou.imI, p. CLXXVI1!. R5
|
|||||
266 VADERLANDSCHE LXIII.Boek.
|
||||||
i6j»4» Duinkerken, Havre de Grace en Dieppe (g).
«■—— De Veldtogt in de Spaanfche Nederlanden IX. werdt, dit jaar , laat geopend , en eindigde, Veldtogt zon(jer dat 'er iet voorviel van belang. Het Spaanfche Leger der Bondgenooten , leggende omtrent Neder- Mont S. André , beitondt uit eenendertigdui- landen, zend paarden en Dragonders, en eenenvyf- tigduizend knegten , behalve nog omtrent ze- venduizend man , die , onder den Graavt Thiant, by Gend lagen. Het Franfche Le- ger , onder den Daufyn, was omtrent zo fterk in manfchap ; doch fcheen ongezind , om uit de Legerplaats omtrent Huy op te trekken, zo lang de Bondgenooten by Mont S. André bleeven leggen. Den voorraad om Huy, ein- delyk , verteerd zynde , zag de Daufyn zig , in Oogstmaand, genoodzaakt, om van Leger- plaats te veranderen. Koning Willem werdt, by tyds, onderrigt van 's vyands oogmerk , brak voor hem op , en maakte zig meester van een' voordeelige post op de Pieton , die de Markgraaf van Harcourt dagt in te neem en ; doch alzo hier ilegts voeder voor vier dagen te bekomen , en de vyand midlerwyl opgebro- ken was , vertoog hy, eerlang , naar Nivel- le , en van daar naar Lesfines. Een groote hoop Ruitery en knegten , onder den Keur- vorst van Beieren , afgezonden om zig mees- ter te maaken van een' overtogt over de Schel- de , welken flroom Koning Willem dagt over te trekken , om daarna , zo men meende, het be«
C/ ) Daniel JoaroaJ, p. CLXXVUI.
|
||||||
•
|
||||||
LXIII.Boek. HISTORIE. 267
beleg te flaan voor Duinkerken; vondt, tot KJ94.
zyne verwondering , dat de Franfchen reeds getale van dertigduizend man , hy Port d'Es- pierres , zo wel verfchanst hadden, dat men geenen kans zag, om hen , met hoop van voordeel, aan te tasten. De Daufyn hadt het Leger, in zes dagen, doen.trekken, van Vig- namont, over vyf rivieren, tot aan Pont d'Es- pierres , met zo veel fpoed en orde , dat dee- ze optogt voor een zyner roemrugtigfte be- dryven gerekend wordt. Hy verloor egter een groot getal van paarden : doch het dekken van Fransch Vlaanderen , daar de Bondgenoo- ten ten minfte de Winterlegeringen betrokken zouden hebben , boette dit verlies rykelyk. Ook was Lodewyk de XIV, zo verheugd o- ver deezen togt, dat hy 'er de Legerhoof- den en foldaaten, Regement voor Regement, over bedankte, in eenen brief, die voor 't hoofd van 't Leger gelezen werdt. De Dau- fyn bleef, federt, met het gros des Legers, leggen omtrent Kortryk, en zondt manfchap af, om Yperen, Meenen, S. Wynoksbergen, Veurne en Duinkerken te befchermen. Ko- DeHer- ïiing Willem , ziende dat 'er niets te verrig- tog van ten viel in Vlaanderen, deedtHuy, in Herfst- Hoiftein- maand , belegeren , door den Hertoge van ve'r°^"ert Hoiftein-Pioen.' De bezetting week terftond Huy. in 't Kasteel, welk hevig befchoten werdt, en zig , tien dagen na 't openen der loopgraa- ven , overgaf, by verdrag , welk den agten- twintigften getekend werdt. Hiermede ein- dig- |
||||
*
|
|||||
268 VADERLANDSCHE LXIII.Boek,
1694. digde de veldtogt in de Nederlanden (//). Ko-
■ ning Willem , eenige weeken op 't Loo en in den Haage gefleeten hebbende, keerde, in
Slagtmaand, naar Engeland te rug (*")• X. In Duitschland , was ook luttel voorgeval- Krygsbe- jen# j)e Keizerfchen , onder den Prinle van
DuJMch- Badcn» lagen omtrent Heilbron. De Lorges, !and; met het Franfche Leger , over den Ryn ge- toogen zynde, fcheen hem flag te willen le- veren , doch Prins Lodewyk trok hem te ge- moet : waarop hy afweek naar Wislok , over den Nekkar toog , en 't platte Land in deezen oord deerlyk afliep. De Keizerfchen maak- ten zig , federt, meester van Wislok, na een fcherp gevegt, waarin driehonderd Franfchen en half zo veel Duitfchen fneuvelden. De Lorges trok, daarna, wederom over den Ryn- ftroom te rug. De twee Legers lagen toen, eenen geruimen tyd, te loeren op eikande- ren , zonder iet te verrigten. Eindelyk , too- gen de Keizerfchen ook over den Aroom. ■De Franfchen braken , op de eerfte tyding hiervan , op , en toogen naar Landau. De Prins van Baden volgde hen op de hielen , tot aan Weisfenburg toe , zig , onder weg , van verfcheiden' kleine plaatfen in den Elzas mees- ter maakende. Men verwagtte nu eenen veld- flag , of , ten minfte , dat de Keizerfchen de Winterlegeringen aan de linkerzyde des Ryn- ftrooms zouden betrokken hebben. Doch gee»
(A) FnrQiHERES Mcmoir. Ilift. & Milit. Tom. I. p. 222*
«'/>> 433- Daniel Journ. p. CLXvVI , CLXX^II. TiNDAi rol. tl. [er XVII.] p. 480-18». CO TlNfML Vol. 11. [ur XVII.] p. 41)4.
|
|||||
LXIÏI.Bobk. HISTORIE. aS9
geen van beide gebeurde. De Keizerfchen , 1(594.
eenige Magazynen des vyands , en 't paarden - voeder , in deezen oord , bedorven, en eenen
grooten buit van vee bekomen hebbende, keer- den, na weinige dagen,,over den Ryn te rug: waarmede de veldtogt in Duitschland een einde nam (&). In Piemont, werdt even weinig uitgevoerd, in Italië,
De Bondgenooten , in plaats van , gelyk men gedagt hadt, Cafal te belegeren , vergenoeg- den zig , met het inneemen van de Sterkte S. George. De Dalluiden behaalden eenig voor- deel op de Franfchen , in de valeijen van Pra- gelas en S. Martin , en deeden eenen inval in het Dauphiné. Wyders , viel 'er niets voor, hier omtrent. De Koning van Franlcryk hadt, reeds in 't voorleeden jaar, kort na den flag by Masfaille , voorflagen tot eene afzonderlyke Vrede laaten doen aan den Hertoge van Sa- voje (/): die dezelven, openlyk, van de hand geweezen hadt; doch, desonaangezien, inhei- melyke onderhandeling bleef met het Franfche Hof. Aan welke onderhandeling voornaamlyk werdt toegefchreeven , dat 'er , met het aan- zienlyk Leger der Bondgenooten, in Italië, niet meer verrigt werdt (>«)• Doch terwyl de Franfchen , in Italië, daar »> Kat*
zy zwakst waren , den Hertog van Savoje , loni3' door onderhandeling, zogten te brengen tot *ene afzonderlyke Vrede, zogten zy, in Ka- ta- co Tindal Pol. II. [er XVII.] p. 487. CO Ad. «Ie Ia Paix <ie Ryswick, Tom. I. *, 25, %%% L»0 Tindal W. U. [»r XVII. ] p. t$6. |
||||
ä7o VADERLANDSCHÊ LXIII.Boek.
1694. talonie , daar zy de meeste magt hadden , den
------Koning van Spanje tot vrede te noodzaaken,
door de wapenen* De Maarfchalk de Noail-
les trok , in Bloeimaand , over de Ter, langs welke , de Spanjaards, onder den Hertage mit Escalone, gelegerd waren. Hier viel, op den zevenentwintigften , een bloedig gevegt voor, waarin de Spanjaards te kort fchooten , en ge- noodzaakt werden te wyken. De Franfchen floegen, daarna, 't beleg voor Palamos, welk zig, den tienden van Zomemaand , op den elfden dag na 't openen der loopgraaven , aan hun overgaf. Toen werdt Gironne belegerd, en , nog voor 't einde der maand , ingeno- men, by verdrag. Ostalrik, eene kleine Stad met een Kasteel op den weg naar Barcelona, werdt, in Hooimaand, overmeesterd door No- ailles , die , federt, te rug gekeerd , het be- leg floeg voor Kastelfollit ; welk in drie da- gen , aan hem overging , op den agtften van Herfstmaand. Escalone hadt, midlerwyl, Os- talrik belegerd , en de Phats zo vinnig aan- getast , dat de Franjche Bevelhebber, de la Reintcrie, reeds in befprek getreden was over de voorwaarden der overgave, toen de aan- komst van Noailles de onderhandeling deedt af breeken, en de Spanjaards noodzaakte, de Stad te verlaaten. Barcelona was nu de ee- nigfte fterke Stad in Katatonie-, die nog in de handen der Spanjaarden was ; en deeze werdt thans gedreigd met eene belegering , te water en te lande. Doch de Engelfche Ad- miraal Rusfel, die , gelyk wy te vooren heb- ben aangetekend , met eene Vloot Engelfche ca
|
||||
LXIII.Boek. HISTORIE. sjn
en Staatfche Oorlogsfchepen, naar de Mid- 1694.
dellandfche zee gezeild was, verhinderde de —— uitvoering van deezen toeleg. De Franfche Vloot, onder den Graave van Tourville , bleef in de haven van Toulon leggen. De vereenigde Vloot overwinterde te Kadix, en hieldt de Franfche beflooten, in de Middel- landfche zee : 't welk gelegenheid gegeven hadt, tot het ontrusten der Franfche zeeha- vens, langs de kusten van Bretagne en Nor- mandye («). De Bondgenooten waren, dit jaar, aan de XI.
meeste oorden, wederom ongelukkig geweest, Verdra6 of hadden de zwaare kosten, tot de uitrustin- Heno" gen ter zee en te lande vereischt, byna ver- pen van geefs, gefpild. De Keurvorst van Saxen, die Bruns- den Bondgenooten twaalfduizend man hadt *?*' bygezet, was in Bloeimaand deezes jaars ge- i^atU treden in 't Groot Verbond ( o ). De Koning van Groot-Britanje en de Staaten hadden, ten zelfden tyde, een nieuw Verdrag gefloo- ten, met Rudolf Augustus en Anthon Ulrich, Hertogen van Brunswyk-Wulfembuttel, waar- by deezen zig verbonden hadden, den twee Mogendheden nog tweeduizend man te leve- ren , boven de drieduizend, die zy reeds van hun in dienst hadden. De twee Mogendhe- den hadden ook beloofd, de Hertogen te zul- len onderfteunen, in het voorftaan hunner eifchen op de Huizen van Zeil en Hanover. Doch
f») Tmn/a Vol. FT. for XVII.] *. 443', 484-486. Daniel
Jouin. p. CLXXIV-CLXXVI. C«J Relul, iloll, 16 Juuy 1694, W. «fa.
|
||||
2?2 VADERLANDSCHE LXI1I. Boek.
|
|||||||||||
1694. Doch by een afzonderlyk punt was verklaard,
■ dat de Kroon van Groot - Britanje tot gcenen daadelyken byftand gehouden zou zyn, en
flegts haar aandeel in de tweeduizend, niet in de drieduizend man, voldoen Q>). Met den Landgraave van Hesfen-Kasfel, was men ook overeengekomen, om de drie regemen- ten, welken men van hem in dienst hadt, nog eenigen tyd in dienst te houden (^). Delast des krygs werde, derhalve, langs hoe zvVaar- Algemeetijjgj. voor de Staaten, 't Gemeen begon, hier gen Snäar en *n Engeland, ook te morren, dat men Vrede. ' groote Legers onderhieldt, die flegts fchee« nen te dienen, om eeaige maanden te velde te leggen, in 't gezigt des vyands, zonder dat 'er iet merkwaardigs voorviel. De gemoe- den neigden, derhalve, allengskens tot vrede. Frankryk was ook zot'eenemaaluitgeput, door de lasten des krygs, aan zo veele oorden te- vens, dat de Koning, op 't einde des jaars, zynen onderdaanen , op nieuws , deedt hoo- Opening pen , dat hy de Vrede zogt. Zelfs zondt hy van da eenige luiden van aanzien af, om heimelyk |
|||||||||||
Frankryk.
|
te onderdaan , op wat voorwaarden , de Kei-
|
||||||||||
'zer of de Staaten zouden te beweegen zyn ,
tot het fluiten eener afzonderlyke Vrede. De vStaaten vaardigden Gemagtigden af naar Maastricht, daar de afgezondenen van 't Fran- fche Hof hun te kennen gaven , op wat voet, zy de handeling zouden willen beginnen. Doch men
(p) Voiez Du Mont Corps Diplom. Touu VII. P. II. pi
* il) K-cfu!. "o"- i riir- lC94' H- 3Ö» |
|||||||||||
HISTORIE. 273
|
|||||||||
LXIILBoek.
|
|||||||||
men vondt de Franfche Volmagten zo be- 11594.
paald, dat de byeenkomst, terftond, afge- ■ broken werdt. De Franfchen gaven, daarna,
voor, dat zy nimmer iemant afgezonden had- den, om voorflagen van vrede te doen, en dat zulks flegts voorgegeven werdt,, van de zyde der Bondgenooten, om 't volk in den waan te brengen, dat de oorlog op 't einde liep, alzo Frankryk, alomme, aanzoek deedt tot vrede. Midlerwyl, werden 'er, in Enge- land en hier, verfcheiden' Gefchriften ver- fpreid, waarin beweerd werdt, dat de voor- waarden van Vrede, door Frankryk voorge- flaagen, niet veiliglyk, konden aangenomen worden. Men bereidde zig ook, van weder - zyde, tot het voortzetten des krygs (>). In Frankryk, ftelde men ongewoone middelen in 't werk, om penningen te vinden, en onder anderen een hoofdgeld, welk, tot zes maan- den na het fluiten der Vrede, geheeven zou worden, en waarvan niemant, zelfs de Prin- fen niet verfchoond bleeven (*). De Staaten der Vereenigde Gewesten wa- xil.
ren, vooreenigen tyd, wederom in gefchil Verfchii gemkt met den Koning van Deenemarke, ™et.dei> over 't aanhouden en neemen van wederzyd- Van ofe« fche fchepen (V). De Koning hadt, hierop, nemar- in den aanvang deezes jaars, eenige Holland- ke, byge' fche Koopvaardyfchepen in beflag genomen, le£d* onder voorwendfel, dat zy onvrye goederen voer-
|
|||||||||
(r) TtNDM, Val. II. O XVri,] p. 482, 488-494.
(s) Daniel Jmirna', P- Ci.XXiX. (O Refól. HüU. i July 1693. U. 246. XVI. Deei,. S
|
|||||||||
274 VADERLANDSCHE LXIU.Boek.
|
|||||
itfjw. voerden. Men hadt, daarna, ook vierender-
—— tig Deenfche fchepen, hier te Lande, aange- houden, onder verklaaring, datzy niet ont- fiaagen zouden worden, zo lang men de Hol- landfche fchepen, te Koppenhagen, ophieldt. De twist zou hooger geloopen zyn: doch? de Keizer, de Koning van Zweeden en de Keurvorst van Brandenburg bemiddelden, eerlang, een Verdrag, tusfchen de twee Mo- gendheden , welk in Bloeimaand getroffen werdt, waarna de fchepen wederzyds werden vrygegeven Qï). De Keur- De Prins en Bisfchop van Luik, in den varst van aanvang deezes jaars, overleeden zynde, deedt Keulen het Franfche Hof zyn best, om den Kardi- Bisfchoo naa* van Bouillon te doen verheffen tot dee- vanLuik. ze waardigheid: 't welk, zo 't gelukt ware, de zaaken der Bondgenooten in deezen oord zeer zou hebben benadeeld. Doch het groot- fte gedeelte van 't Kapittel verkoor den Keur- vorst van Keulen; het overig gedeelte den Groot-Meester der Duitfche Orde tot Bis- fchop , die beide de bevestiging- van het Wee- ner-Hof en van den Paus zogten te verkry- gen. De eerfte werdt, door den Koning van Groot-Britanje en door de Staaten, gedraa- gen: de andere was Schoonbroeder des Kei- zers. Men vreesde, dat hun dingen naar den Bisfchoppelyken myter tweedragt verwekken zou tusfchen de Bondgenooten zelven: doch de dood des Groot-Meesters, die federt voor- viel , deedt deeze vrees verdwynen. De Paus en
CO ReM. HoU. m> May i<fy5' W« >f?i
|
|||||
LXIII.Boek. HISTORIE. 275
|
||||||||
en de Keizer verklaarden zig toen beide voor 1694.
den Keurvorst van Keulen, die, kort hierna, in 't Bisdom van Luik, bevestigd werdt (v). De Hervormde Kerk van Holland was nog XIII.
niet in volkomen rust geraakt. De gefchillen Kerkeiy- tusfchen de aanhangers van Voetius en Coc- £-ChïHeï» cejus, die reeds eenige jaaren geduurd had- ia Hol- den, en door de voorzorge der hooge Regee-l««!» ringe, eenen geruimen tyd, in bedwang ge- houden waren, fcheenen nu, van nieuws, he- viger dan voorheen, gedreeven te worden. Sommige Predikanten zouden zelfs met on- gaarne gezien hebben, dat de Hellingen hun- ner partyen openlyk veroordeeld geweest wa- ren. Zy meenden Koning Willem op hunne zyde te hebben, fchoon de Staaten van Hol- land al neigen mogten tot gemaatigdheid. Doch zy bedroogen zig. De Staaten, ge- Ds Sua. raadpleegd hebbende met zyne Majesteit van ten be- Groot-Britanje, als Stadhouder, beflooten, j^j" ' op den agttienden van Wintermaand „ dat Weg toe „ de Hoogleeraars en Predikanten zig hou- vrede in „ den zouden aan de gewoonlyke Leer der «^Kerkc« „ Hervormde Kerken , vervat in den Cate- „ chismus, de Belydenisfe en de Regels der „ Nationale Dordrechtfche Sinode; niets „ fchryvende of leerende, welk daarmede „ ftreedt, en met eikanderen, in Broederly- „ ke eendragt, verkeerende, zonder elkan- „ deren, by de Regeeringe, by de Ledemaa- „ ten der Gemeente, of by anderen, eenigs- 9, zins, verdagt te maaken. Dat zy zulke pun- - |
||||||||
„ tenft
|
||||||||
£>)'T'N»AL VttU II. [o? XVII.] p. 479.
S 3
|
||||||||
2?ó VADERLANDSCHE LXIII. Boek.
1694. „ ten, die de Dordrechtfche Sinode onbe-
■■ „ niet zouden voorgeeven te zyn van zulk ,, een gewigt, dat, zonderdezelven, de Schrift „ niet wel noch genoegzaam ter zaligheid „ zou können verftaan worden: doch zig, „ omtrent deeze punten, gedraagen naar de „ byzondere Kerken-ordeningen. Dat zy zig 3, .van ongewoone en onfchrifcuurlyke fpreek- s, wyzen zouden onthouden: ook van zulke „ toepasfingen der Profeetfien, die misnoe- „ gen en opfchudding zouden können ver- „ oorzaaken: of, zo iemant het tegendeel „ overkwame, zou hy zulk eene verklaaring ,3 by zyne woorden moeten voegen, waaruit 3, bleek, dat hy niet afweeke van de Leere ,, der Hervormde Kerke. Dat de Hoogleer- „ aars, in 't byzonder, zig zouden wagten „ van voorftellingen, die den Studenten aan- „ leiding zouden können geeven, om de ver- „ borgenheden des Christelyken Geloofs te 3, behandelen naar de regels der Filozoolie, „ en alles te verwerpen, waarvan de reden „ niet zo duidelyk voorkwam, als van enkel „ natuurlyke zaaleen; alzo, hierdoor, 't Ge- • „ loof eerlang fchipbreuk lyden, en de Kerk „ in de uiterfte verwarring geraaken zou kon- „ nen. Dat men, in het beroepen van Pre- „ dikanten, alleen zou zien op Perfoonen, „ die ftigtelyk in leer en leeven, en van een' „ gemaatigden en vreedzaamen aart waren. „ Dat alle deeze punten den Hoogleeraa- 2, ren en Predikanten 2ouden voorgehou- ?» den worden, op dat ze 'er zig naar gedroe- » gen
|
||||
LXIII.Boek. HISTORIE. 277
„ gen (w).n Van dit Befluit werden Afdruk' 1694.
fels gezonden aan alle Overheden en anderen, ——- die iet, in 't beroepen van Predikanten , te zeggen hadden; en last kreegen, om, zo veel mogelyk ware, de hand te houden aan de ftipfte naarkominge van het zelve (#). Se- dert , bedaarde de hevigheid der twistende par- tyen, allengskens. De gemaatigdheid en vreed- zaamheid, de weg tot bevordering geworden zynde, kwamen veelen Leeraaren bekoorlyker voor, dan zy plagten. In Zomermaand deezes jaars, was de Raad-
penfionaris Heinfius, wederom, voor vyf jaa- ren, aangenomen, tot het gewigtig ampt, welk hy bekleedde: op dezelfde voorwaarden, wel- ken hy, voorheen, bedongen hadt (y~). Terwyl men, in Engeland en hier te Lan- XIV.
de, nieuwe toebereidfels ten oorloge maakte, ^aT!a» tegen de volgende Lente, werdt Koningin L""^, Maria, die Groot-Britanje, verfcheiden' jaa- Groot- ren agtereen , in 't afzyn van den Koning, Britanje haaren Gemaal, loffelyk geregeerd hadt, o- fterft- vervallen van dé kinderpokjes, die haar, bin- t69*' nen weinige dagen, uit het leeven rukte, op den zevenden van Louwmaand, ten een uur des morgens, in het drie-endertigfte jaar haars ouderdoms. Zy werdt, in Engeland,en zelfs in de Vereenigde Gewesten, van grooten en kleinen, opregtelyk betreurd. De Koning was zo getroffen van naaren dood, dat hy, ver- fchei-
r*0 Refol. IIoll. 18 Deern1'. 1694. il. 59?.
f"*) Groot-Plakaatb. iV. Deel, hl S.U. CyJ Refol. Hall. lü Juny 1694. tl. 22S. S 3
|
|||||
»
|
|||||
Ê?8 VADERLANDSCHE LXIIÏ.BoekJ
|
|||||
189$. fcheiden'weeken, buiten ftaat was, om zig
De Prinfes Anna was, federt eenen geruünen tyd, in de ongunst gevallen van den Koning, en van de Konüiginne, haare Zuster; doch zy verzoende zig, terftond na de dood der Koninginne, met den Koning (a). Sommigen fchry ven, dat de Graaf van Portland de ee- nigfte was, die deeze verzoening zogt tegen te houden. Ook wil men, dat zy flegts uit- wendig geweest is, en dat zyne Majesteit zig nimmer bekommerde, dat aan de Prinfesfe eenige wezenlyke blyken van agtinge betoond werden (£). En deeze koelheid fchynt eender eerfte grondflagen geweest te zyn van den af- keer , dien de Prinfes, in laater' tyd, op den Troon van Groot-Britanje verheeven zynde, van den Koning en van 's Konings maatregels en vrienden betoond heeft. Koning Het affterven en de begraafenis der Konin- Wiiiem ginne, en het regelen der Regeeringe van fteekt o- Groot ..Britanje, in 's Konings afzyn, hieldt Holland! z'/ne Majesteit langer in Engeland op, dan men verwagt hadt. 't Liep aan tot diep in Bloeimaand, eer hy herwaards overftak. Hy landde, den vierentwintigften, in de Oranje- Polder, en kwam nog dien zelfden avond, in den Haage (c), van waar hy zig, na een kort verblyf (j), begaf naar het Leger der Bond-
C«0 Bbmust Vol. II. p. 136. Tindal Vol. H. [w XVII.]
ft. soo—k04. Ca) Tinual Vol IT. [er XVFT.] p. 510.
C*) Ocdrag van de Hertogin van Marlbour. II. Il8 , 119.
(e) TiNiMt VuL III. lor XVIII. 1 f. 6<j.
{<!) llefol. iloll. aö May ïGpj. tl. 220.
|
|||||
LXIII.BoEK. HISTORIE. 279
|
|||||||
Bondgenooten, welk toen, te Gend, byeen- 11*95;
getrokken was,, |
|||||||
Men was nu overeengekomen, om het Le- xv-.
ger in de . Spaanfche Nederlanden in tweeën ^"^f te verdeelen, en dus den vyand onzeker te veidtogc houden van 't gene men dagt te ondernee- in de men. De Krygsmagt van Frankryk overtrof, ffi™^ hier, die der Bondgenooten niet meer: 't j^tan-8" welk, in den jongften veldtogt, duidelyk, ge- d«n. noeg gebleeken was. Ook hadt Lodewyk de XIV, in Louwmaand deezes jaars, zynen grootften Veldheer, den Hertog van Luxem- burg, verlooren. Hy was opgevolgd, door den Maarfchalk de Filleroi, die in Krygskun- de verre beneden hem gefchat werdt. Ko- ning Willem hadt, hierom, geoordeeld, dat de gelegenheid thans gunftig was, om een be- leg van aanbelang te onderneemen. De Bis- fchop van Munfter was, in Lentemaand, ook in 't Groot verbond getreden , en hadt zig aan den Keizer, den Koning van Groot-Bri- tanje en de Staaten verbonden, om, boven de drieduizend man, die hy den Ryke reeds verfchaft hadt, nog vierduizend man op de been te brengen, en of naar den Rynkant, of naar de Spaanfche Nederlanden te zenden (e). Het Leger der Bondgenooten, verfterkt met deeze manfchap, overtrof dat des vyand» verre in getal. De Franfchen hadden, om hunne Nederlanden te dekken, nieuwe Li- nien opgeworpen, tusichen de Schelde en de
Ce) Kefol. Holl. »7 Sept. 1C9S. */. 400. P'fl'-z Dw M«MT
Curps Diplom. 2bm. VII. P. U. p. 337. s4
|
|||||||
^o VADERLANDSCHE LXIIL Boek.1
|
|||||
1695. de Leye; 't welk de Keurvorst van 'Beieren,
-—— jn Grasmaand, vergeefs, gezogt hadt te be- letten (ƒ). Doch de Bondgenooten hadden een gewigtiger werk voor. Hun Leger werdt, eerlang, verdeeld, en floeg zig, gedeeltelyk, tusfchen Thielt en Deinze, in Vlaanderen, gedeeltelyk, op den weg van Brusfel naar Den« dermonde, in Brabant, neder. Het eerfte deezer twee Legeren ftondt onder bevel van den Koning zelven, die den Prins van Vau- demont onder zig hadt: het ander onder dat van den Keurvorst van Beieren, onder wien de Hertog van Holftein-Pioen geboodt. Aan de Mehaigne , lag ook nog eenige Branden- burgfche, Luikfche en Staatfche manfchap, onder den Baron de Heide en den Graave van Berlo. Het hoofdleger des vyands onder de Villeroi lag by Leuze. Bouflers was, om- trent de Sambre, gelegerd, en Montal hadt zig, met eenige manfchap, nedergeflaagen, tusfchen Yperen en het Fort de Knolcke, om agt te geeven, op de beweegingen van den Majoor-Generaal Elkmberg, die omtrent Diks- Bewee- muiden lag. In 't begin van Zomermaand, gingen ^ort na (jat Koning VVillem in 't Leger by derzvd" Deinze gekomen was, trok Bouflers over de fche Le- Sambre, naar den kant van Fleury, terwyl geren. Villeroi over de Schelde toog, om den voor- raad langs de linkerzyde deezer Riviere te verteeren. Koning Willem beval, hierop, den Graave van Athlone, met eenige Ruitery, uit het Leger onder den Keurvorst van Beie- ren, grj Dahiki, Journal; f, CLX-XIX,
|
|||||
LXIII.BoEK. HISTORIE. a8ï
ren, te trekken naar het Graaffchap Namen, „^,
om op de beweegingen van Bouflers te pas- _.., ^j fen. Tot verfterking van dit Leger, zondt hy, in de plaats van de Ruitery onder Ath- lone, eenige Ruitery uit zyn eigen Leger derwaards, onder den Markgraaye de la Fo- rest, terwyl hy zelf opbrak met zyn Leger, en zig byBekelaar nederfloeg. Van hier,zondt hy eene party uit op kondfchap, die twee vyandlyke partyen aantastte, en tot onder de wallen van Yperen wyken deedt. Villeroi zelf toog over de Leye, agter de Linien tus- fchen Meenen en Yperen, hebbende tien- duizend man van zyn Leger afgezonderd, tot verfterking van Bouflers, die nu tot aan Pont d' Espierre was voortgetrokken. Koning Wil- lem , den dertienden van Zomermaand , te- gen den avond, 's vyands Linien bezigtigd hebbende, vondt Villeroi, agter dezelven, zo veilig gelegerd, dat hy ongeraaden vondt, hem aan te tasten. Nogtans, geliet hy zig, ais of hy 't van zins ware, op dat hy den vyand onzeker zou houden van zynen waa- ren toeleg, en beweegen» om zyne meeste magt herwaards te trekken. Ten deezen zelf- den einde, trok ook de Keurvorst van Beie- ren over de Schelde, en floeg zig neder te Kerkhoven, by Hauterive, tegen over de nieuwe Franfche Linien, tusfchen de Schel- de en de Leye, binnen welken, Bouflers ge- noodzaakt werdt te wyken. Weinige dagen laater, deedt de Koning het Fort de Knok- ke aantasten door den Hertoge van Wurtem- btrg', bevel voerende over de manfehap, die s 5 by |
|||||
>
|
|||||
s3i VADERLANDS CHE LXÏIÏ.Eoe£ï
ï(?95. ^y Dikstnuiden lag, en over eenige andere,
>-——uit 's Konings Leger, derwaards gezonden. De Keurvorst van Beieren deedt ook eenen loozen aanval op de nieuwe Linien. Men maakte nog andere beweegingen, om den vyand te misleiden, terwyl de rrianfchap die aan de Mehaigne lag, en met welke, de Graaf Van Athlone zig, eerlang, vereenigde, be- vel kreeg, om naar den kant van Namen te trekken (g). BeBoitd- Tot hiertoe , hadt Koning Willem zynen genoo- toeleg bedekt gehouden, en 'svyands magt, «reiT'6' grootendeels, gelokt naar eenen kant, op Nauicn. welken hy niets in den zin hadt. Doch tegen 't einde van Zomermaand, kreegen de Hei- de en Athlone bevel, om Namen te beren- nen. Aïhlone, verilerkt inet de Brandenburg- fche manfchap, lloegden weg op naar Char- leroi, en liet den vyand nog in onzekerheid, of men't op deeze Vesting gemunt hadt, of op Namen. Koning Willem, zyn Leger, mid- lerwyl, te rug gevoerd hebbende tot aan Rou- ielaar, trok, van een fterk geleide verzeld, naar den Maaskant. De Heide, aan 't hoofd der Staatfche en Brandenburgfche manfchap, legerde zig, tusfchen de Maaze en de Sam- bre, voor Namen, op den derden van Hooi- maand. Een andere hoop volks, de Plaats aan de zyde van Kondrotz befluiten willen- de, kon 't niet uitvoeren, voor dat Bouflers, zig , met eenige regementen Dragonders , ge-
rg") T/N'iAt Vol. ir. [or XVII ] p. <)d~99. FeuquiSre*
hkm.nr. Hist. & iMiia. lom, i. p. 2'JO, 447. |
||||
LXIILBoek: HISTORIE. S83
geworpen hadt in de Stad, die, kort hierop, 1695;
door het Leger onder den Keurvorst van •-----
Beieren, zo wel als het Kasteel, van alle zy-
den, beflooten werdt. Koning Willem , on- dertusfchen, ook voor de Stad gekomen, ver- deelde de Legerfteden; die, ter oorzaake van de gelegenheid van Namen aan de Maaze en Sambre, in drie hoofdkwartieren beftonden» De Koning lag, langs de Sambre en Maaze, naar den kant van Brabant, hebbende onder zig drie-entwintig Bataillons en honderd en twintig Esquadrons, onder Holftein-Pioen, Athlone, Obdam, Tilly, de la Forest, War- fufé, de Huybert, Itterfutn, Salisch^ Fagel en andere Overften. De Keurvorst van Beieren lag, tusfchen de twee rivieren, naar de zyde van Henegouwen, met vierentwintig Batail- lons en twintig Esquadrons, onder de Spaan- fche en Beierfche Veld-Overften, den Gene- raal Koehoorn en den Majoor - Generaal van Brandenburg. Langs de Maaze, in Kondrotz, of naar de Luikfche zyde, lagen de Heide, Berlo en andere Brandenburgfche en Luik- fche overften, met tien Bataillons en zestig Esquadrons onder zig. De drie kwartieren hadden gemeenfchap met eikanderen , langs drie bruggen, eene op de Sambre, en twee op de Maaze, van welke laatften, de eene bo- ven, de andere beneden de Stad lag. Na 't affteeken der Legerfteden, werdt het bosch vanMarlagne, gedeeltelyk, om verre gehou- wen , om de toegangen naar 't Leger te flop- pen. Toen arbeidde men aan de verfchanfin- gen, onder bevel van den Generaal Koehoorn. Djfc?
|
|||||
■
|
|||||
»94 VADËRLANDSCHE LXïïÏ.Boek;
169$. De Graaf van Athlone en de Graaf van Berlo
'm toogen, ten zelfden tyde, met de meeste Rui- tery naar de Pieton, om den voorraad aldaar te verteeren, tegen de aankomst des vyands. De Hertog van Wurtemberg hadt, midler- wyl, het Fort de Knokke verlaaten, en zig gevoegd by het Leger te Roufelaar, welk Ko- ning Willem, naar Namen vertrekkende, ge- laaten hadden onder 't opperbevel van den Prinfe van Vaudemont, die, op de tyding dat de Maarfchalk van Villeroi eenige man« fchap afgezonden hadt naar den Maaskant, ook eenige Bataillons , onder den Majoor- Generaal Ram/ai, den Graave van Nasfau en den Heere Cutis, naar Namen fchikte , tot verfterking van 't Leger der Bondgenoo- ten (Jï). Gelegen. De belegerden ftelden zig vast in ftaat, om heid der de Stad en 't Kasteel, gehouden voor de fterk- werkerf **e Vestingen der Nederlanden, te verdedi- van de gen tot net uiterfte. De Fianfchen hadden , Staden't federt dat Namen in hunne magt geweest Kasteel. was, de Vestingwerken der Plaatfen merke- lyk verbeterd, de gebreken herftellende, die eertyds gelegenheid gegeven hadden, dat bei- de het Kasteel en de Stad hun ligter in han- den gevallen waren: doch alles was, vol- gens hun beftek, nog niet voltooid, toen de belegering begonnen werdt. De Sterkte Koe- hoorn in 't byzonder hadt eene zwakke zy- de, naar den kant van de Sambre en van de Stad. Voorts, was de Vesting van krygs- en mond»
CO Tindal VU. Hl. [#rXVm.] f. $9 —102,
|
||||
LXIII.Boek. HISTORIE. a8g
mondbehoeften, voor eenige maanden, voor- 1695.
2ien. De bezetting werdt op twaalfduizend man gerekend. Zy ftondt onder den Graavc ian Guiscard, een' er vaaren' bevelhebber. Doch Bouflers hadt zig ook in de Plaats ge- worpen, gelyk wy reeds gemeld hebben. Ook bevondtzig, in dezelve, de bloem der Fran- fche Ingenieurs, Konftapels, delvers en bom- bardiers. Men ftelde, hierom, vast, dat het beleg veel volks kosten, en van langen duur zyn zou. De verfchanfingen voltrokken zyn- de, begaf Koning Willem zig naar het Kwar- tier van den Baron de Heide: van waar men de nadernisfen befloot te beginnen tegen de S. Nikolaas-Poorte der Stad. De Loopgraa- ven werden, den elfden, geopend, zonder merkelyke verhindering. Des anderendaags begon het grof gefchut te fpeelen van twee bat- teryen, terwyl de arbeid aan de Loopgraaven voorfpoedig voortging (*'). De Maarfchalk van Villeroi, ondertusfchen, De Fran>
vernomen hebbende, dat de Prins van Vau- fchen demont een goed deel volks afgezonden hadt Jjj £? naar 't Leger voor Namen, befloot, te Kort- het Le- ryk en te Harlebeek, over de Leye te trek- ger der ken, en hem aan te tasten. De overtogt ge- fJ°ndge- fchiedde, op den dertienden van Hooimaand, "m°reut terwyl Vaudemont zig in flagorde ftelde tus- de Leye, fchen Grammen en Kaneghem. Doch een ge- deelte van 't vyandlyk Leger was op weg ge- flaagen naar Kordes, zo 't fcheen, tot ont- zet van Namen; en een ander gedeelte trok voort
• CO TiNüAt V*l III. [»rXVÜlJf. H*—io<5.
|
||||||
. V-
|
|||||
a%6 VADERLANDSCHE LXIH.Boek;
1Ä95. voort tot aan de rivier de Mandel, zo dat
fc—— Vaudemont nog onzeker bleef van 's vyands toeleg. Hy bleef hierom daar hy was, alleen- ïyk agtgeevende op de beweegingen der Fran- fchen, die zig, midlerwyl, meester maakten van de Sloten te Ingelmonfter en te Molen- beek , en 's avonds, voor een gedeelte, ver- fcheenen, in 't gezigt der linker vleugel van 't Leger der Bondgenooten. Vaudemont ver- anderde toen een weinig van ftandplaatfe, en befteedde den nagt, om eene verfchanfing op te werpen, rondsom zyne Legerftede. In deezen ftand, vervvagtte hy den vyand: die, tweemaal zo fterk in getal, den veertienden, op hem aantrok, en Montal afzondt, om ag- ter 's Prinfen Leger post te vatten, en des- zelfs agterhoede aan te tasten, terwyl Ville- roi, van vooren, op den Prinfe inbreeken U.flve zou. Maar Vaudemont, onderrigt van Mon- sfiogc tals toeleg, vondt geraaden te wyken. Hy van den gaf dan bevel, om de verfchanfingen, aan van"Vau- allekanten» te voltooijen, en uit het gefchut tlcmonc van de linker vleugel, geduuriglyk, te vuu- ren op den vyand, op dat men niet waanen zou, dathy van zins ware, af te trekken. Ten zelfden tyde, deedt hy 't gefchut van de regter vleugel afvoeren naar Deinze, zo hei- melyk, dat 'er de vyand niets van gewaar werdt. 't Voetvolk maakte voorts zulke be- weegingen, die 't oogmerk van Vaudemont verborgen hielden door Villeroi, tot dat het gantfche Leger geweeken was, zonder dat het de vyand gemerkt hadt. Vaudemont en Wuï-
|
|||||
LXIII.Bqek. HISTORIE. 287
Wurtemberg bleeven langst op de Legerfte- kjsj.
de, verzeld van eenen kleinen hoop paarden:-------
en toen zy, eindelyk, ook aftrokken, werdt
Villeroi eerst gewaar, dat hy misleid was. Hy deedt zyn best wel, om de agterhoede des Prinfen van Vaudemont te flaan. Doch hier- tegen was zulke goede zorg gedraagen , dat de aftogt in orde gefchiedde, zonder dat de agterhoede iet leedt van belang. Vau- demont trok voort, tot onder de wallen van Gend, daar hy veilig was. Onder 't trekken, voorzag hyDeinze, en daarna ook Nieuw- poort van meerder bezetting. Hy lei veel eers in met deezen aftogt (Jk)9 waardoor hy, zo Koning Willem fchreef, beter getoond hadt een1 bedreeven Veldheer te zyn dan hy 't, door 't winnen van eenen Veldflag, zou heb- ben können toonen (ƒ). 't Beleg van Namen werdt, midlerwyl,'t Beleg
voortgezet. De belegerden deeden twee ofvïn Na^ drie uitvallen, met kleine vrugt. Doch op den ™°"dt agttienden van Hooimaand, vielen zy uit, voortge« met twaalfhonderd paarden en vier Esqua- ze^ drons Dragonders. Zy deeden de belegeraars eerst wyken uit eene onvoltrokken' Reduit, ter regter zyde der brugge over de Maaze, opgeworpen; doch werden, eerlang, met ver- lies van tweehonderd man, te rug gedreeven naar de Stad. De belegeraars hadden niet minder geleeden. De Loopgraaven nu, tot op een musketfehoot van de Kontrefcharpe, zyn-
.(* ) IVitz Daniel [mirnal, p. CLXIX.
ii) TiMBAiPoi. ui. [«xYui.jp. 106—uu
|
||||
•288 VADERLANDSCHE LXM.Boeiu
zynde voortgezet, begon men ftorm te loo*
pen. De belegerden weerden zig wakkerlyk; doch moesten, eindelyk, wyken. 't Gevegt, waarin , van de zyde der Bondgenooten, twaalfhonderd man verlooren werdt, duurde om,rent twee uuren. Hierna begon men de Stad nog van verfcheiden' andere kanten te naderen, met delven: 't welk de belegerden bewoog, den brand te fteeken in de woonin- gen onder de Stad. Men begon, eerlang, te fchieten op de werken voor de S. Nikolaas- Poorte, uit agtien ftukken. De zwaare re- gen, die, ten deezen tyde, viel, veragterde het beleg merkelyk. Doch op den zevenen- twintigften, was men in ftaat, om het bolwerk van S. Nikolaas te beftormen; en vermees- terde den bedekten weg van het zelve, door de wakkerheid van het Engelsch en Staatsch voetvolk, welk zig hier kweet, zonder weêr- gade. Ten zelfden tyde, maakte de Keur- vorst van Beieren zig meester van eenige pos- ten tusfchen de Sambre en de Maaze. Zelfs floeg hy eene brug over de Sambre, en ver- overde, onder 't geduurig fchieten der Fran- fchen, de Abtdy van Salfines, een' post van merkelyk belang; waardoor, daarna, 't be- leg van 't Kasteel gemakkelyker gemaakt werdt. Ook viel hy, hier, eerlang, aan op Vaubans Linie, die de buitenwerken van 't Kasteel omringde; en veroverde een reduit, eenige batteryen en de Linie zelve, met verlies van flegts tweehonderd man, dooden en gekwctften. Koning Willem, die den aan- |
||||
LXIII.Boek* HISTORIE. atk*
*
val aan de zyde van 't Kasteel bygewoond KI95.
hadt, keerde daarna wederom naar de loop- -jr-.r- graaven voor de S. Nikolaas - Poorte , welker buitenwerken hevig befchooten werden. Ook werden 'er veele bomben in geworpen , die eene geweldige uitwerking deeden. Eenige Engelfchen en Staatfchen, onder Cutts en De- éem , beftormden een deezer werken , op den tweeden van Oogstmaand , en maakten zig meester van de tweede Kontrefcharpe. 't Ge^ De Stad fchut hadt, ten deezen tyde , zulke wyde ga« breuken gemaakt, dat alles tot eenen aïgemee- 07er* nen ftorm vervaardigd werdt, toen de Graaf van Guiscard de Stad opgaf, by verdrag , welk, den vierden van Oogstmaand, getekend werdt. De Franfche bezetting week, hierop, in 't Kasteel, welk, terftond hierna, werdt be- legerd («)• De Maarfchalk van Villeroi, geenen kans DeFran-
ziende , om den Prinfe van Vaudemont, ee- £chen . nige meerdere afbreuk te doen , hadt, mid- genüfks" lerwyl, Montal, met eenige manfchap , ge- iiiuiden " zonden , om Diksmuiden iti te neemen. De en ücin- Majoor-Generaal Ellemberg geboodt over de ze« bezetting deezer Plaatfe, die flegt verfterkt; doch overvloedig van volk voorzien was. Zy werdt niet meer dan zesendertig uuren verde- digd , en toen opgegeven , by een fchandelyk s verdrag , op den agtentwintigiten van 1 Iooi- rnaand getekerad , volgens welk , de bezet- ting krygsgevangen bleef. Twee dagen laa ter»
. O) ÏJWML Fol TIJ, [or XVIH.] p. 113-ue.
XVI. Deel. T
|
||||
ö5o VADERLANDSCHE LXÏÏI.Boer.
|
|||||
i(5p5. ter , gaf Deinze zig over op befcheidenheid ;
------- zonder dat 'er één fchoot op gedaan was. De
bevelhebbers van Diksmuiden en Deinze wer-
den eerst verdagt gehouden van verraad; doch, geregtelyk onderzogt zynde , alleenlyk fchul- dig bevonden aan laf hertigheid , die Ellem- berg met de dood boeten moest. O - Fand, Bevelhebber van Deinze , werdt uit den dienst gejaagd. Vaudemont zondt aan den Maar- fchalk van Villeroi, om de bezettingen , die krygsgevangen gemaakt waren , te mogen los- fen , volgens het Kartel, tusfchen de oorloo- gende Mogendheden opgeregt. Doch de Fran- ichen hielden zig thans niet aan 't Kartel, 't welk zy meermaalen geweigerd hadden te doen, wanneer zy 'er voordeel in zagen. Vil- leroi , orde gefield hebbende tot het flegten der Vestingwerken van beide de Steden , toog over de Leye en de Schelde, naar den kant van Ninove , voorgeevende Namen) te wil- len ontzetten. Vaudemont, eenige verfter- king van volk uit het Leger voor Namen be- komen hebbende , volgde hem op de hielen, Doch 't bleek, eerlang, dat hy een ander oog- Zy bom- merk hadt. Het Franfche Leger vertoonde bardee- zig , den dertienden van Oogstmaand , voor ren lirus- Brusfel, welke Stad Koning Lodewyk belast *"el' hadt te bombardeeren , uit weêrwraak , over het bombardeeren van S. Malo en andere Zeeplaatfen van Frankryk. Brusfel werdt dan, twee nagten en eenen dag , gebombardeerd , en met gloeijende kogels befchooten , waarna het Leger aftrok naar Enghien. De fchade, in |
|||||
LXÜI.BOEK» HISTORIE. 491
de Stad veroorzaakt * werdt op eenige millioe- «£$,
den berekend («). ■-------
Koning Willem deedt, oudertusfchen , 't De
beleg van 't Kasteel van Namen , vlytiglyk , Bondge- voortzetten. Men maakte Loopgraaven tegen nooten de Sterkte Koehoorn : men wierp eenige nieu- beleg£- we batteryen op, in de tuinen en bolwerken ^"st|el der Stad , van welken vinnig gevuurd werdt Van Na« op de Sterkten , die 't Kasteel dekten, 't Ma- men, gazyn van het Duivelsch Huis iprong in de lugt. Bouflers ondernam ,. met zyne Ruitery, door het Leger der Bondgenooten , te ontwy- ken uit de Plaatfe ; doch hy vondt alle de toe- gangen zo wel bezet, dut hy genoodzaakt was, den uitflag van het beleg af te wagten. De belegerden deeden , nu en dan , eenen uitval: doch werden, gemeenlyk, met verlies, terug gedreeven. Villeroi, midlerwyl, na "t bom- bardeeren van Brusfel , eenige verfterking van manfchap uit het Franfche Leger in Duitsch- land bekomen hebbende , was voortgetrokken tot aan Fleury , tot ontzet van 't Kasteel van Namen. Vaudemont, zig vereenigd hebben- de met de manfchap onder den Graave van Athlone , en ook eenig volk onder den Pria- fe van Hesfen van den Rynkant hebbende be- komen , legerde zig , te Mazy , zo voordee- lig , dat Villeroi, fchoon veel flerker van volk , hem niet durfde aantasten. Koning Willem , de zorg voor 't beleg aan den Keur- vorst van Beieren en den Hertoge vanl Hol- ftein-
00 TlMOAL Val. HL \m XVIII.] p. 120 * 185. EV.NIE»
Journ. p. CLXXX, CLXXXl. T 3
|
|||||
*■
|
|||||
292 VADERLANDSCHE LXIII.Boek:
«595, ftein - Pioen hebbende opgedraagen , begaf zig
. naar het Leger te Mazy. Men verwagtte nu, van dag tot dag , eenen veldflag. Doch Vil-
leroi fleet den tyd met heen en weder trek- ■ ken , zonder dat 'er meer dan enkele fchut- gevegten , tusfchen de Franfchen en de Bond- genooten , voorvielen. De dertigfte van Oogstmaand was beftemd tot eenen algemee- nen ftorm , waartoe Koning Willem driedui- zend Granadiers afzondt naar de vesting. Met het aanbreeken vlajden dag werden de Sterk- ten Koehoorn en Terra Nova hevig befchoo- ten , en toen men de breuken groot genoeg 't wordt oordeelde, deedt de Keurvorst de Vesting opge- opeifchen , door de Graaven van Hoorne en ëischt, Portland , die den vyand bekend maakten, n dat de Maarfchalk van Villeroi, drie dagen „ in 't gezigt van 't Leger der Bondgenooten „ gelegen hebbende , zonder eenen veldflag ,, te waagen , geweeken was naar de Mehaig- „ ne ; dat 'er, derhalve , geen ontzet te hoo „ pen was ; dat zyne Keurvorftelyke Door „ lugtigheid , genegen zynde om het leeven „ te fpaaren van zo veele braave krygskneg* „ ten aan de eene en de andere zyde , den ,, Graave van Guiscard een eerlyk verdrag „ wilde toeftaan, zo hy 't Kasteel wilde over- „ geeven ; doch dat hy hem flegts een vier- „ dedeel uurs tyd van beraad geeven kon." Men deedt Guiscard verflag van deeze bood- fchap : doch alzo 'er omtrent een uur verliep, zonder dat hy antwoord zondt, braken Hoor- ;ie en Portland de handeling af. 't Schieten b*-
|
|||||
f
|
|||||
LXIII.Boek. HISTORIE. 293
|
|||||
begon op nieuws , heviger dan te vooren. 1695;
Toen werdt 'er ftorm geloopen op Terra No- va en de Sterlete Koehoorn, te gelyk. Veel
volks fneuvelde 'er, in deeze gelegenheid. De aanvallers verlooren wel tweeduizend man, en onder deezen verfcheiden' voornaame Over- ften. 't Verlies der belegerden was niet bo- ven zeshonderd man geweest. De belege- raars hadden zig egter van eenige buitenwer- ken meester gemaakt, en befteedden den vol- genden dag , om zig in dezelven te verfchan- i'en , en alles tot eenen tweeden algemeeneti ftorm te bereiden. De Graaf van Guiscard , op den eerften van Herfstmaand, eenen wa- penftilftand begeerd en verworven hebbende , tradt, terwyl dezelve duurde , op de breuke, en boodt aan , de Sterkte Koehoorn te willen opgeeven by verdrag : doch men antwoord- de , dat hy niet dan over 't geheele Kasteel zou können handelen. Hy hernam , dat de Maarfchalk van Bouflers over 't Kasteel ge- boodt, dien hy eerst kennis van deezen voor- llag zou moeten geeven. Bouflers befloot, hierop , ook tot de handeling; doch vorderde tien dagen tyds , om ontzet af te wagten : 't welk hem platuit geweigerd werdt. Men en, by kwam egter , nog dien zelfden deg , overeen, verdrag, wegens een verdrag , welk, den volgenden °™TQf' dag , getekend werdt, beide door Bouflers en Guiscard , en volgens welk , 't Kasteel, den vyfden , den Bondgenooten moest ingeruimd worden : gelyk gefchiedde. Doch Bouflers Bouflers was pas buiten 't Kasteel, of hy werdt gevan- wordt in gen genomen , door den Heere van Dykveld, vcrZüke- T 3 op |
|||||
294 VADERLANDSCHE LXIII.Boek,
|
|||||
l$9$t op last van den Koning van Groot - Britanje,
------- in weêrwraak over het vasthouden der bezet-
ring ge- tingen van Diksmiiiden en Deinze , tegen het
nomen, gemaaijte Kartel. Men bragt hem te rug naar Namen , en van daar naar Maastricht, en be- jegende hem allomme met veele beleefdheid en agtinge. Doch hy bleef maar weinige da- gen in hegtenis. De Koning van Frankryk beloofde de bezettingen van Diksmuiden en Deinze te zullen flaaken , zo dra de Maar- wederom fch^k op vrye voeten gefield zou zyn : 't geflaakc. vvelk, terftond hierna, gefchiedde. Op deeze wyze , liep het beleg van Namen af : waarin de wapenen der Bondgenooten geenen gerin- gen roem bevogten hadden. Ook werdt het beleid van Koning Willem hooglyk gepree- zen , zynde het bemagtigen van Namen, fe- dert , altoos gerekend, onder de doorlugtig- fte bedryven van 'sKonings leeven. De be- roemde Opper-Ingenieur Koehoorn hadtook zyn deel van de eer der veroveringe eener Vestinge, welker voornaamfte werken hyzelf3 voorheen, aangelegd en opgemaakt hadt. Men hieldt, hier , eenen openbaaren dankdag over 't veroveren van Namen , en gaf allerlei bly- ken van vreugde. Doch de kosten van 't be-= leg deezer Vestinge waren geweldig hoog ge- loopen. Ook oordeelden de algemeene Staa- ten , eerlang , dat men vier tonnen fchats of meerder fchikkén moest, tot herftelling der Vestingwerken (o). De Maarfchalk van Vil- le-
' f*) Refol. Hol!. 15, 2ä Seft. 1695, II, 373, 384« 19 Sept,
tC«j6. U. 355. |
|||||
LXrn.BoEK. HISTORIE. 395
|
|||||
leroi, het overgaan van 't Kasteel van Namen «5^5,
vernomen hebbende , brak terftond op van by roi , over de Sambre , zig voorts begeevende naar de Linien , by Bergen in Henegouwen. Koning Willem, het opperbevel over 't Leger der Bondgenooten , den Keurvorst van Beie- ren in handen gefield hebbende , vertrok naar Dieren en 't Loo , om zig, volgens zyne ge- woonte , met de jagt te vermaaken. Daar- ^on-mg na , in den Haage , den Staat van oorloge , Willem voor het volgende jaar , geregeld hebbende, keert keerde hy , in Wynmaand , naar Londen te n"r ^11" rug. De beide Legers hadden , reeds voor 't ße an * einde van Herfstmaand , de Winterkwartieren betrokken (/>). Te water, was , dit jaar , niet veel van be- XVI.
lang voorgevallen. Groot Britanje en de Staa üe.y.er" ten hielden twee Vlooten in zee : de eene , vioote* onder den Admiraal Rusfel, dekte de Spaan bombar- fche Zeelieden in Katalonie ; de andere hieldt «leeren zig in en omtrent de Hoofden op , met het pen,éjeh bombardeeren van S. Malo , Duinkerken en zeefte- * Calais; 't welk nogtans weinig gevolg hadt. den. Sommigen tekenen zelfs aan , dat de fchade , door dit bombardeeren veroorzaakt, het dui- zendfle deel niet beliep van de kosten , die, tot het uitrusten der Vioote en der bombar- deergaljoots , befleed~ waren (q). Doch dit bombardeeren hieldt egter de kusten in ge- duu-
O) TlNDAL Vel- VU. [> XVIII.] p. IÏ5—I4I, 145. ü> I
KlEfc Journal, p. CL\XX.
Cf) Dawiei. Journ. pi CLXXXUJ. T4
|
|||||
4p6 VADERLANDSCHË LXIH.Boe*.
■ ièp5. duurige onrust. Ook waren de Bondgenoo-
—:— ten , dit jaar, tot aan en door de Straat van K be- Gibraltar, meester van de zee. De Franfchen dryven moesten den toeleg op Barcelona vaaren laa- in Knta- ten , zo lang Rusl'el op de kust van Katalonie lonie; kruiste. Ook viel 'er, in deezen oord , niets voor te lande. De Markgraaf van Gastanaga maakte eenige beweeging, om Palamos te be- legeren : doch de Hertog van Vendome nood- zaakte hem , eerlang , de Plaats te verlaaten. Verfcheiden' Engelfche Oost- en Westindi- fche Koopvaardyfchepen vielen , in 't najaar, den Franfchen in handen. De fcbade , die de Engelfche Maatfchappyen hier by leeden, vverdt op eenige millioenen Fransch geld gere- kend (f). a»n" den Aan den Rynkant, lagen de wederzydfche Rynkant; Legers , deezen gantfchen veldtogt door, te loeren op eikanderen , zynde beide de Kei- zerfchen onder den Prinfe van Baden en de Franfchen onder de Lorges te zwak , om iet met voordeel op eikanderen te onderneemen, Ook hadt de Lorges een groot gedeelte zyns Legers afgezonden naar de Nederlanden, tot onderfteuninge van den Maarfchalk van Vil- leroi : waarna de Prins van Baden den Land- graaf van Hesfen , met een' diergelyken hoop volks, tot verllerking van het Leger voor Namen afvaardigde. Hierdoor bleef de magt der beide Legeren aan den Rynkant omtrent in Hon- even groot (s\ £)e veldtogt in Hongaryewas, «aTe* dit f O Tindal Val. III. (V XVIII. ] p. 142—144. Daniel
Journal. />, CLXXJCIf. CLXXXtI[. 'CO Tindal Fel. III. [cf.XVHr.] p. 141. |
||||
LXIIÏ.Boek. HISTORIE. s#
dit jaar , ongelukkig geweest voor de Keizer- 1695:
fchen, die, in Herfstmaand, door de Turken, —— omtrent Lagos, geflaagen werden: waarna dee- zen verfcheiden' fterke Plaatfen op den Keizer veroverden (j). Maar in Italië viel geen Veldflag voor ,in .^,
fchoon het Leger onder den Hertoge van Sa- voje dat der Franfchen onder den Maarfchalk de Catinat zeer verre overtrof in getal. Doch de Hertog floeg , in Zomermaand , het beleg voor Cafal, welk, reeds eenen geruimen tyd, geblokkeerd geweest was. Ook werdt de Plaats, op uitdrukkelyken last des Konings van Frank- ryk, opgegeven, by verdrag , op den eerften van Hooimaand. Men bedong egter, dat zy, geheellyk ontmanteld , den Hertoge van Man- tua te rug gegeven zou worden. Het over- geeven van Cafal, dat het beleg ligtelyk nog lang zou hebben können doorftaan , vooral, om dat het Leger der Bondgenootenflegt voor- zien was van 't gene tot het hevig aantasten der Vestinge vereischt werdt, gaf veel ftof tot gefprek, onder 't gemeen. Veelen oor- deelden , dat de vereenigde Vloot onder Rus- fel , die thans voor Toulon kruiste , de Fran- fchen genoodzaakt hadt, voor hunne eigen' kusten te zorgen, en verhinderd, Cafal te ont- zetten. Doch anderen waren van gedagten, dat Koning Lodewyk , den Hertog van Savo- je zoekende af te trekken van de zyde der Bondgenooten, deezen ftap gedaan hadt, om hem
£0 Heiss Hill. dcl'Emp. Tom. III. p. 247.
T5
|
||||
e93 VADERLANDSCHE LXiII.Boek.
|
|||||
itfpj. hem hiertoe te verpligten (u) : de gegrond-
,-------heid van welke gedagten , eerlang, door de
uitkomst, bevestigd werdt.
XV I. Het Groot Verbond , in den jaare 1639 , Vernieu-tegen Frankryk, geflooten, werdt, in deezen va"ghet ïaare ' ky P^e8"ge handtekening, wederom Groot vernieuwd, eerst in Oogstmaand, door de Ge- Verbond, volmagtigden des Keizers en der Staaten , op de byeenkomst der Bondgenooten in den Haa- ge , en daarna , door den Bisfchop van Mun- fter (v) , door den Keurvorst van Hanover, door den Keurvorst van Beieren , door den Keurvorst van Brandenburg, door den Koning van Spanje, door de Hertoginne Weduwe van Lotharingen , door den Hertoge van Savoje, door den Hertoge van Brunswyk - Lunenburg- Zell, en door den Koning van Groot - Britan- je (w). In Lentemaand des jaars 1696, tradt de Keurvorst van Keulen ook, van nieuws, in 't Groot Verbond. Ook begaven zig , in het zelve, een weinig laater , de Frankifche en Zwabifche Kreitfen (x~). Men befpeurde , hieraan , dat de Bondgenooten in 't algemeen nog van zins bleeven , om zig te kanten tegen de oogmerken van Frankryk, welken menhieldt te (trekken , tot verbreeking van het evenwigt van magt, in Europa. Onlust Met het Hof van Spanje , ontftondt, tegen met 't einde des jaars , eenig gefehil, ter gelegen- Spanje, heid, f>) TiwiAL Vul. III. forXVlir. ] /> 14*. Daniel Journ.
f, CLXXXII- (v3 Zie Nowl Zeel. van 1695. hl. 39.
(w) Voiez uu Mont Corps Diplomat. Tom. VII. P. II« pi
353. 354. 355, 356, 357, 35«. ?5°, 3<5o> 3631 SfiS' (zj Do Munt ubifupra, p. 36Ö, 367.
|
|||||
LXIILBoek. HISTORIE. 099
heid , dat de Heer van Sckoonenberg , een Jood
van afkomst, en buitengewoone Gezant des Konings van Groot- Britanje, waarneemende de zaaken van den Vereenigden Staat by Koning Karel den II, in een' brief aan den Konftabel van Kastille, gefchreeven, by gelegenheid dat zyn Sekretaris om fchuld vastgezet was , eeni- ge uitdrukkingen gebruikt hadt, welken men hieldt te ßryden niet den eerbied, dien hy aan zyne Majefteit verfchuldigd was. Men hadt hem, hierop, belast, Madrid te ruimen, binnen zes dagen: zelfs was hy, kort hierna, op 's Ko- nings last, ter Stad uit geleid. De Staaten wa- ren te onvrede over deeze behandeling, en be- flooten, geene Gefchriften van eenigen Spaan- fchen Gezant te ontvangen, noch op eenig voordel, welk hy doen mögt, te raadplee- gen (;y). Doch Schoonenberg werdt, eerlang, naar fommiger verhaal, wederom toegelaaten te Madrid, mids men hem , terftond daarop, t'huis ontboode (z) : hoewel ik niet vind dat dit gefchiedde. Het onderling misnoegen ver- dween, nogtans, meer ofmin, na dat de Am- basfadeur van Citters, in 't volgende voorjaar, in Spanje, aangekomen was. Men hieldt egter, te Madrid , nog aan met klaagen , over 't le- veren van Krygsbehoeften aan den Koning van Marokko ; waarover, al federt eenjge jaaren , geklaagd geweest was (0). Ko-
(y~) Refol. ficner. Mart. 18 Oäob. 1695. U. 600. Refol. Holl.
I Dcc. 1605. hl. s2rt. (z) Bynkbiishokr du Juge Cowpent. des Amlmf trad. par
Birbcyrsc CA. XIX. §. l\\. p. i%<). Vohz ausfi Mcmoir. & Ne* gociac Secret, du Comtc d'HARRACH Tom. I. p. 586 & fuiv. (a) Refol. Holl. ig JJectmb. lö^a. l/l, 843. ai Sept. iO Oof.
Iftoö. il. 3ay, 537, |
||||
VADERLANDSCH& LXIII.Boek.
|
|||||||||||||||
góo
|
|||||||||||||||
t*95. Koning Willem , zig, na 't affterven zyner
--------Gemaalinne , vindende zonder kinderen , oor- |
|||||||||||||||
Koning
Willem ir.aaluzy nen uiter- ften wil, en fiele den jon- den Prins Frilb van N;;sfau ioc zy- nen erf- genaam. |
deelde, eer hy, dit najaar, wederom naar En-
geland keerde , geraaden , zynen uiterften wil te maaken ; gelyk hy , den agttienden van Wynmaand , in den Haage, deedt. By dee- zen Uiterften wil , ftelde hy, uit kragte van het Oktroi der Staaten van Holland van den vyftienden van Zomermaand des jaars 1673 , tot eenigen en algemeenen erfgenaam van alle zyne goederen , Leen en alhdiaal, by eigen* handfehrift , aan zynen Neef, den Prins Frifo |
||||||||||||||
van Nas/du, otldflen Zoon van den Prinfe Kafimir
van Nas/au, tegenwoordig Stadhouder van Fries- land ; aan zig behoudende , om hm zulke Fbog- den toe te voegen , als hy , naderhand, geraaden vinden zou. Tot uitvoerders van deezen uiter- ften wil, benoemde zyne Majefteit de alge- mecne Staaten. Voorts, werdt dezelve, naar Landsgebruik. beflooten , vertoond aan eenen Notaris, die, in een Orfchrift, door den Ko- ning, en door de Heeren Willem, Graave van Portland , en Willem van Schuilenburg , als ge- tuigen , ondertekend , verklaarde , dat het geflooten Papier 'sKonings uiterften wil ver- vatte ( b ). De voorflag tot bevordering der algemeene
Vrede, door de Kroone van Zweeden, uit den naam des Konings van Frankryk, voor eenigen tyd, gedaan, was, aan de eene zyde, nog niet goedgekeurd door Frankryk, en aan de andere, nog
r&; VoitZi Du Mont Corps Diplom. Tota. VII. /'. II. p.
|
|||||||||||||||
XVIII.
Hande- ling aan hec Zwecd-
fche Hof, |
|||||||||||||||
363-
|
|||||||||||||||
LXni.BoEK. HISTORIE.
|
|||||||
301
|
|||||||
nog niet aangenomen door de Bondgenooten ; j6$s.
die , gelyk wy reeds gemeld hebben , niet dan ------■
met'cmderlinge bewilliging , van vrede konden tot be-
handelen. Nogtans , waren de Bondgenooten v.ovf^' niet zo af keerig van de Vrede , dat zy onge- ™£me», neigd zouden zyn gebleeven , om , door be- ne vre- middeling van Zweeden , in nadere handeling «Ie. te treeden, 't Geluk der wapenen was hun, in de meeste veldtogten, meer tegen dan mede geloopen, en zy zagen, eindelyk, dat het veel werks inhebben zou , 't gebied van Frankryk te brengen tot de paaien , welken , by de Py- reneefche Vrede , aan het zelve gefield wa- ren , gelyk hun oogmerk fcheen geweest te zyn , in den aanvang des oorlogs. Doch in den voorilag , van wege Frankryk gefchied , was niet gewaagd van de belangen van Ka- ning Willem ; en 't was , derhalve, nog twy- felagtig , of Frankryk hem voor Koning van Groot-Britanje zou willen erkennen ; welke erkentenis de Bondgenooten noodig hielden, om de Vrede beftendig te maaken. De ope- ning tot vrede , aan 't Zweedfche Hof ge- fchied, werdt, derhalve, agtervolgd, uit naa- me des Keizers , die, door de Graaven van Kinski en IVindisgratz , aldaar, op den twaalf- den van Louwmaand , hadt doen begeeren. „ dat Frankryk zyne oogmerken verklaarde , „ omtrent de voldoening en belangen des te- „ genwoordigen Konings van Groot - Britan- „ je ; en daarbenevens toeilondt, dat Zwee- „ den den Bondgenooten , by een egt Af- „ fchrifc , kennis gave van de voorflagen, uit ,> naam des Konings van Frankryk, gedaan , „ of
|
|||||||
202 VADERLANDSCHE LXilf.BoEKi
|
||||||
;i<!95. >■> of ten minfte verzekerde , dat het oor*
- „ fprongkelyke deezer voorflagen, door den „ Ambasfadeur van Frankryk getekend , aan
Nader » 't Zweedfche Hof, bewaard werdt," De voorflag Graaf d' Avaux , kennis van 's Keizers begeer- van den te gekreegen hebbende , antwoordde „ dat i'Avaux » ^e Allerchristelykfte Koning niet voorhadt, „ zig te bedienen van eenige overeenkomst, „ voor dat alle de Bondgenooten eens gewor- „ den waren, en in de Vrede bewilligd hadden 5 „ dat hy , hierom , toeftondt, dat de Bond- „ genooten verklaarden , dat de voorwaarden ,, des Verdrags, fchoon men 'er, wederzyds, „ in bewilligd mögt hebben , van geene kragt „ zyn zouden , voor dat de Prins van Oran- j, je voldoening ontvangen zou hebben , zo „ ten opzigte van zynen perfoon , als van de „ Kroone van Engeland ; dat de Koning van „ Zweeden den Bondgenooten ook belooven „ kon , dat de andere voorwaarden , waarop „ men de Vrede zou treffen , van geene kragt ,, zyn zouden , zo den Prinfe van Oranje en „ den Ryke van Engeland , daarby , geen „ genoegen gegeven werdt (c)." Doch de „ Keizer en de Staaten vonden dit antwoord nog te bewimpeld, om 'er zig, gerustelyk, op te können verlaaten. Men verfpreidde , om<- trent deezen tyd , een Gefchrift, welk voor- gegeven werdt, uit den naam des Konings van Frankryk, overgegeven te zyn aan de Hoven van Zweeden en Deenemarke. Het behelsde eene verdediging van de voorwaar- den |
||||||
£0 Act. de Ia PaiK de Ryswlck, Tok. I. p. 44, 46,
|
||||||
LXIII.BoEK. HISTORIE. 303
den tot Vrede , door Frankryk voorgeflaagen. 169s*
Ook werdt 'er, rondelyk, in onderfteld „ dat -----—
5, men den Prins van Oranje voor Koning
„ van Engeland erkennen , en de Verdragen „ van Vrede en Koophandel, met de Staaten „ gemaakt, vernieuwen en bevestigen zou." Doch alzo d' Avaux en Bonrepos, Franfche Gezanten te Stokholm en te Koppenhagen , ontkenden , dat dit Gefchrift van hun was voortgekomen (</_), bleef men nog onzeker van de eigenlyke oogmerken des Franfchen Hofs. De Keizer en de Staaten, die meest aan D« Kei« 't Hof van Zweeden handelden , drongen Ko- gerende ning Karel den XI , het gantfche jaar , op het bègeerea verleenen van den beloofden onderftand van onUer- zesduizend man , en het opbrengen der man- ft»nd vsn fchap , welke hy, als Ryksvorst, verpligt ge- Zee- honden werdt, te leveren. De Graaf van Sta- en* ttmberg , Keizerlyke Gezant, en Walraven , Baron van Hekeren , Gezant der algemeene Staaten , leverden verfcheiden' Vertoogen in, hiertoe (trekkende. Doch de Koning ant- woordde „ dat hy zig alleenlyk verbonden die g^- „ hadt, tot herftelling der Westfaalfche en wei^erd „ Nieuwmeegfche Vrede ; dat deeze herfiel- wordr' „ ling , door het verleenen van den begeer- „ den onderftand , eer vertraagd dan bevor- „ derd ftondt te worden ; dat deeze onder- '„ ftand den Bondgenooten ook niet veel „ voordeels zou können doen , zynde dezel- „ ven genoegzaam in ftaat, om den last vari „ den tegenwoordigen oorlog te draagen 5 „ dat
CO Art, de Ia I'aixde Ryswick, Tm. I. f, 47.
|
||||
3Ü4 VADERLANDSCHE LXIII.Boe*;
„ dat hy, daarenboven , reden hadt, om te
„ klaagen over het nadeel, welk zynen han- „ deldryvenden onderzaaten was toegebragt, „ door de Oorlogsfchepen der Vereenigde „ Staaten , die hem wel vergoeding van fcha- „ de aangeboden ; doch tot hiertoe niet ge- „ daan hadden : dat hy liever wilde arbeiden, „ tot herftelling der Vrede , waartoe Frank- „ ryk geneigd fcheen , begeerende alleenlyk, „ de beflisfing van eenige punten , welken de „ Bondgenooten gaarne vooraf geregeld za- „ gen , uitgefteld te hebben , tot de algemee- „ ne byeenkomst van alle de Bondgenooten ; „ dat hy, eindelyk, den Bondgenooten te be- „ denken gaf, of 't hun niet raadzaamer wa- „ re , zyne bemiddeling te aanvaarden , dan „ langer te dringen op den geringen onder- „ ftand , welken zy van hem begeerden ; ,, om welke reden, hy hun verklaarde , dat ai hy met hen wilde overeenkomen , over „ de billykfte en bekwaam fle middelen , ora „ de Westfaalfche en Nieuwmeegfche Vre- „ de , ftiptelyk te doen naarkomen («). 'f Verder kon men 't, dit gantfche jaar, niet brengen , met handelen aan het Zweedfche Hof. De Bondgenooten nogtans , oordee- lende , dat zy de konftenaaryen van Frank- *yk niet genoeg mistrouwen konden , von- den geraaden , nader verklaaring te vorderen van Koning Karel , of hy de Westfaalfche en Nieuwmeegfche Verdragen, geheellyk en zon, der
(O /ft. de ia Ta-'x de Ryiwick , Turn. I. p. 6l , Ö4, Cäs
94, 78. |
||||
LXIILBoek. HISTORIE. 305
der uitzondering, dagt te doen herftellen. itf9$.
Men handelde, deswege , met den Graave -----—
d'Avaux, die, in Sprokkelmaand des jaars Verdere
i6y6, te verftaan gaf „dat men den Koning, hantle- „ zynen Meester, geene nadere verklaaring a'/uaux ,, der gedaane voorflagen behoorde te ver- „ gen, voor dat de Bondgenooten zei ven ver- „ klaard hadden, of zy gezind waren, de „ Westfaalfche en Nieuwmeegfche Verdra- ,, gen, in hun geheel, te herftellen." Hy voegde 'er by „ dat zyne Allerchristelykfte „ Majesteit zig hieldt aan de verklaaring, „ voor deezen gedaan, en de bemiddeling „ des Konings van Zweeden, zuiverlyk en „ eenvoudiglyk, aannam : dat hy, verzekerd y „ dat deeze hem geene nadere verklaaring zou. „ afvergen, dan die hy van de Bondgenoo- „ ten zou hebben weeten te verkrygen, toe- „ ftondt, dat niet alleen de Verdragen van „ Westfaale en Nieuwmegen zouden ftrek- „ ken tot een' grondflag van het Verdrag, „ welk men ftondt te fluiten; maar daaren- „ boven, dat de Koning van Zweeden, zo „ dra de Bondgenooten hem de zelfde ver- „ zekeringen gegeven, en hem voor midder „ laar aangenomen zouden hebben, de ver- „ eifchte middelen zou mogen uitvinden, om „ de Vrede beftendig te maaken, begeeren- „ de zyne Allerchristelykfte Majesteit geene „ andere veranderingen gemaakt te hebben „ in de Verdragen van Westfaale en Nieuw- „ megen, dan die de Koning van Zweeden ., zelf bekwaamst oordeelen zou, tot be- XVI. Deel. V „ ves- . |
||||
*o6 VADERLAJ> S*
1696. „ vestiging der gemelde Verdragen (ƒ)."
■------De handeling over de Vrede aan het Hot van
Stokholm bleef, hierby, eene poos fteeken,
tot dat Frankryk, wat ïaater, eenen naderen ftap deedt tot bevordering van een algemeen verdrag: waarvan wy, hierna, verilag zul- len doen. XIX. Terwyl de Vereenigde Gewesten nog diep Gewei- ftaken in den last des uitheemfchen oorlogs, roer teP en ziS' t0t ^ertoe» nog niet "an fl^UWe
Aratter- hoop tot vrede opdeedt, ontftak 'er, met den
dam. aanvang deezes jaars, eene geweldige bin- nenlandfche beroerte, in de gróote Stad Am- fterdam, dje verderfelyke gevolgen gehad kon hebben, zo zy niet ipoedig en gelukkig, geftild geworden was. De naaste oorzaak of gelegenheid deezsr beroerte houdt men ge- weest te zyn zekere Keur op het begraaven, die den gemeenen man onfmaakelyk was, en 't graauw aan 't hollen hielp: hoewel fommi- gen vermoed hebben, dat luiden, die veran- dering in den zin hadden, 't graauw hebben opgeilookt tegen de Regeeringe * zig, hier- toe, bedienende van deeze Keure, op hoop, dat de beroerte aanleiding geeven mögt, om eenigen te doen ontzetten van 't bewind; waartoe men dagt, dat zyne Majesteit van Groot-Britanje, als Stadhouder, de hand wel zou willen leenen, Doch ik heb, tot nog toe, geenen genoegzaamen grond voor dit vermoe- den können ontdekken. De aanleg en uitflag der
(ƒ) Aft. de laPaix de Ryswitk. Tem. I. p. 8y, 92. Bür-
det f'vi. II. p. ijs». |
||||
LXIII.BoEK. HISTORIE. 30?
der beroerte ftaat ons, nogtans, hier, korte- tfjtf.
lyk, te ontvouwen. De Staaten van Holland, om een gedeel- Gelegen«
te van de kosten des oorlogs te vinden, on- ijeidtoc langs, eene nieuwe belasting gelegd hebben- ^ de op het trouwen en begraaven (g)» vonden die van den Geregte van Amfterdam gena- den, op datdeeze last te ligter vallen mögt, de overdaad en pragt der begraafenisfen te bepaalen, en het groot getal der onbeampte bedienaaren der begraafenisfen, hier ter Ste- de Aanfpreekers genoemd, merkelyk te ver- minderen, derzelver beroep maakende tot eenAmpt, welk, voortaan, door Burgemees- teren, zou begeven worden, 't Getal der Lyk- en Lantaarndraageren vondt men, ins- . gelyks, goed te bepaalen. Ook zouden dee« zen, voortaan, Amptenaars zyn. Men be- iloot, vier Kommisfarisfen en twaalf Hoofd- luiden over de Aanfpreekers en Draagers aan teftellen, van welke Hoofdluiden altoos één de begraafenis bedienen zou, behalven een* of meer Aanfpreekers, naar de plaats en tyd, waarin het Lyk ter aarde gebragt werdt. \ Loon der Hoofdluiden, Aanfpreekers en Draagers was naauwkeuriglyk geregeld. Al- le deeze en veele aridere byzonderheden wa- ren vervat, in eene uitvoerige Keur, die, den tienden van Louwmaand, afgekondigd werdt, om met den eenendertigden in te gaan. Doch voor, en vooral kort nä 't afkondigen dêê-
Ctf) Zie Groot-Phkstatb. IV- Deel, tl. qo$%
Va
|
||||
308 VADERLANDSCHE LXIILBoek.
|
|||||
tHjM^ deezer Keure, ontftondt 'er veel gemors on-
r-
fpreekers, die buiten dienst geraakt waren,
en door derzelver vrouwen. Sommigen van welken den Heeren, aan derzelver huizen en op ftraat lastig vielen, om het intrekken ee- ner Keure, die hun zo veel nadeels deedt. Ook meent men, dat de Regeering, eerlang, te raade werdt, alle de Aanfpreekers in dienst te houden, en hun Akte te verkenen: hoe- wel hiervan niets openlyk verklaard is. Vee- Ie aangeftelde Aanfpreekers zelven waren mis- noegd, om dat zy, volgens de Keure, in éé- ne beurs arbeiden moesten. Ook nam het gemeen kwalyk, dat den onvermogenden, of zulken, die goedvonden hunne lyken van buu- xen te laaten draagen, belast werdt, hiertoe Ade voorde armen, ter Sekretarye, te komen verzoeken. Anderen vonden ook vreemd, dat hun devryheid benomen werdt, om Aan- fpreekers en Draagers, diezy kenden en goed- keurden, te gebruiken. Sommigen klaagden, dat het Loon der Aanfpreekeren te hoog ge- field was. Die 't meest gebeeten waren op de Regeeringe, fmaalden, dat het den Heeren flegts te doen was, om nieuwe Ampten te be- geeven te hebben, ten nadeele der Gemeen- 'tGraauwte. 't Bleef niet by morren. Men rotte, rot fa- by hoopen, famen, op en omtrent den Dam men' en voor het Aalmoesfeniershuis, daar de Kom- misfarisfen en Hoofdluiden hun Komptoir hiel- den. Een der Hoofdluiden werdt, hier, den agtentwintigften van Louwmaand, aangerand, door 't graauw, en genoodzaakt te wyken. Maar
|
|||||
LXÏII.Boek. HISTORIE. 30$
Maar op den dertigften, 's daags voor het i<j$6.
ingaan der Keure, liep het graauw, in groo- |
||||||
ten getale, te hoop naar den Dam, fchelden- rukt naar
de op de afgaande Burgemeesters, die de denDam- Keur hadden helpen maaken. De Hoofdlui- den en Draagers leeden ook last, omtrent het Aalmoesfeniershuis. Men vreesde, met reden, voor erger beroerte, tegen den vol- genden dag, op welken, voor 't eerst, vol- gens de Keure, ftondt begraaven te worden. De foldaaten, die gewoonlyk hier ter Stede in bezetting leggen, kreegen, nog dien zelf- den avond, bevel van Burgemeesteren, om, tegen den volgenden morgen, aan de Hoofd - wagt op den Dam, voor 't Aalmoesfeniers- huis, en elders, in 't geweer te verfchynen. Doch 't optrekken der foldaaten deedt, op Dingsdag den eenendertigden van Louw- maand, eene menigte van kwaadaartigen en nieuwsgierigen te hoop loopen naar de Plaat- fen, daar zy post hielden: vooral naar den Dam, die, ten negen uuren, reeds zo vol ge- propt was van allerlei flag van volk, dat de Heeren, ter naauwer nood, op 't Stadhuis ge- raaken konden. Ook was de gantfche Stad in beweeging. Karels, jongens en vrouwvolk trokken op, gewapend met puthaaken, lui- wagens, bezems, fchorteldoeken aan ftokken gebonden, en veelerlei ander geweer, en trommelende, met talhouten, op bier- en bo- tervaten. Men vertoonde fpottelyk Lykftaat« fien, in 't gezigt der foldaaten, omtrent het Aalmoesfeniershuis, op den Dam, en aan andere hoeken der Stad. Aan 't Stadhuis, V 3 hadt |
||||||
giö VADERLANDSCHE LXIII.Boue
|
|||||
1606. hadt men brieven geplakt, waarby het te Huus
■------ gefteldt werdt, om terftond te können be-.
trokken, worden: uit welke baldaadigheid,
vermoed werdt, dat'er, onder de beweegin- gen over de Keure , een hejmelyke toeleg 1'chool, om de llegeering te veranderen, wel- Dc Wet- ke nogtans geen gevolg gehad heeft. De Wet- houder- houderfchap, 's daags te vooren, reeds be- fchap flooten hebbende, eene fcherpe Waarfchu- welnig' WU1S a^te kondigen tegen famenrottingen en toe. oproer, vonden nu geraaden, zulks te ver« fchuiven, en, om 't gemeen tot ftilftand te brengen, bekend te maaken, dat de Keur op het begraaven, voor den tyd van zes weeken, zou opgefchort worden: 't welk een gewel- dig gejuil verwekte onder 't graauw, waaron- der een groot deel vreemd bootsvolk gemengd was, en welk, eerlang, grootendeels,van den 't Graauw Dam aftrok naar 't Aalmoesfeniershuis, daar dryttde de raazerny, nu gaande geraakt, de eerfte foukaien gevaariyije uitwerkfels hadt. Men viel hier viugt! de foldaaten aan, met fteenen, zo hevig, dat zy, eens, zo men meent, met los kruid, en eens met fcherp gefchooten hebbende onder 't grauw, eerlang, met agterlaating van een gedeelte van hun geweer, op de vlugt ge- dreeven werden, 't Schieten met fcherp, waardoor eenigen uit den hoop gekwetst en gedood werden, deedt de woede wakkeren. De woeste menigte ftreeft, de Leidfche Straat op, naar de Heeren-Gragt, tot voor het Huis van den Burgemeester Jakob Boreel, wien men dwaaslyk dreef opiïeller der Keure te zyn, om datzy, door zynen Zoon, den Se- kre-
|
|||||
LXIiLBoEK. HISTORIE. 311
kretaris, Bahhazar Borcd, ondertekend was. i(tf;
Eenigen uit den hoop drongen, terftond, in huis, doch lieten zig, met goede woorden,
beweegen, om te rug te keeren. Midlerwyl, was een vendel foldaaten , onder Kapitein Spaaroog, derwaards getrokken van den Dam. Ook naderde eene groote menigte volks het Huis, van alle kanten. Spaaroog vermaande den hoop, meer dan eens, om zig weg te maaken; hun verzekerende, dat de Keur, Waarover men morde, vernietigd was. Doch 'c graauw, hiertegen aandruifchende, fchreeuw- de, dat men hen bedroog, drong in op de foldaaten, en fmeet hun met fteenen, zo ge- weldig, dat zy last kreegen, om, eerst met los kruid, en toen met fcherp, te fchieten on- der den hoop. Twee nieuwsgierigen raakten, by deeze gelegenheid, ongelukkiglyk, om 't leeven. Spaaroog en vier van de zynen, 't zydgeweer hebbende getrokken, kwetften en doodden ook eenigen der muiteren: waarop de menigte, met fteenen, ftokken en mesfen, zo verwoed, aanviel op de foldaaten, dat deezen, eerlang, op de vlugt gedreeven wer- den. Toen werdt de deur van het huis des Piondsrt Heeren Boreel, met een' lantaarnpaal, op den het Huis Vloer geloopen. De woeste menigte ftreefde r1" doea mar binnen, en vernielde, in korten tyd, al meeft« *t kostbaar huisraad, welk zy hier vonden, Boreel, en welk, door de wyven en jongens, in 't water gedraagen werdt. 't Graauw gedoogde niet, dat iemant zig met den buit verrykte. Alles, tot zilverwerk toe, werdt verbryzeld en in de graft gefmeeten. De Burgemeester V 4 hadc |
||||
312 VADERLANDSCHE LXIII.Boek.
1696. hadt zig, by eenen der buuren, geborgen.
-------Een deel der Burgerye, midlerwyl, in 't ge- weer gekomen zynde, dreef de plonderaars , die nu hier hun zat gewoed hadden, met dat van kleine moeite, ter deure uit. Doch zy bega- den Ka- ven zjg? terftond hierop, naar't huis van den SpjjjJ. Kapitein Spaaroog, ftaande op de Reguliers - oog, graft, daar alles, met geen minder drift, ge- ffchonden, vernield, en in 't water geworpen werdt. Men begon zelfs aan 't afbreeken van 't huis: en dreigde ook dat van den Bur- gemeester de Haaze. Doch de woede werdt gefluit, tegen den avond, door de fchutte- rye, die, 'm. den agtermiddag, met alle ven- delen , in 't geweer gekomen was. De Wet- houderfchap hadt, midlerwyl, alomme, doen bekend maaken, dat de Keur op 't begraaven geen' voortgang hebben zou, maar vernie- tigd was. Doch 't graauw, nu verlekkerd op 't pionderen, hervatte den woesten toeleg, en dar des anderendaags. 't Huis van den Engel- van den fchen Konlul Jozef Kerby, dien men uitmaak- ^"gel" te voor eenen vinder van nieuwe belastingen Konlul (O* en veelligt ook van de Keure op 't be- Kerby. graaven, werdt, 's morgens vroeg, eer nog de fchuttery op de been gekomen was, aan- gevallen en geplonderd. Het houtwerk en de vloeren van 't gebouw werden deerlyk ver- nield. Wyn en bier ftroomde door de kel- der, (1) Hy hadt het middel op het trouwen en begraaven
eerst uitgevonden, en verwierf hiervoor, eerlang , een jaargeld van vyfiienhonderd guldens, geduutende zyn leeven. ZïsRefol, Hall, o Oftob. ïopy. bl. 1114. |
||||
LXIII.BoEic. HISTORIE. 313
|
|||||
der, en werdt van de woedende wyven, met 169$.
de muilen opgefchept, en te ly ve geflaagen. 't Pionderen duurde hier niet meer dan ander- halfuur: wanneer't graauw zig begaf naar 't Huis van den Oud-Burgemeester deFries ,wé[k met gelyke verwoesting gedreid werdt. De Vroedfchap, midlerwyl vergaderd zyn- Defchut«
de, deedt bekend maaken, dat alle eerlyke tery en burgers, behalve zulken, die in de wapenen "! ^mi- waren, zig naar huis zouden hebben te be- gen ko- geeven; alzo men genoodzaakt was, en goed- m?" op gevonden hadt, geweld met geweld te kee- de hcm* ren. Ookftecgen, eerlang, eenige jonge lui- den, uit de voornaamfte geflagten der Stad, en voorgegaan door de Heerea Burg, Hinloo- pen, Six en Huidekooper, te paarde; met den fabel in de vuist door de Straaten rydende, om famenrottingen te beletten, 't Graauw, voor 't Huis van den Heere de Vries geko- men, liet zig, in 'teerst, met wat geld, ftil- ien: doch hieldt, daarna, zo onbezuisd aan om meer, dat de fchutters, hier, midlerwyl, famengetrokken, den hoop, met fchieten en ilaan, verdreeven. Zo ging 't ook elders. Doch een gedeelte van 't geboefte begaf zig, eerlang, naar de S. Antoni's breeftraat, 't Huis van den Heere Pinto, by 't gemeen den De op-* ryken Jood genaamd, aanvallende , en begin- looPeiJ nende te pionderen. Duidelyk bleek nu, dat *jn°"de' het den fielten om buit te doen was, alzo Pin- wordt ge» to, die, nevens zyne vrouw, toen, in den ftuit,ain Haage was, geen deel altoos hadt aan de Keu- 'c Hui? re op 't begraven. Doch de burgery, fchie- ™" Pin" iyk toegefehooten, {tuitte hier de woede, viel V 5 ter |
|||||
Sr4 VADERLANDSCHE LXIIÏ. Zomi
1696. terdeurein, fchoot, hieuw en floeg onder
■■ zynde, omtrent dertig gevangenen, welken meest allen gekwetst waren, agter liet. Do Jooden ftonden hier der burgerye trouwelyk by. Menhadt ook, alomme, de valbruggen opgehaald. Het Gilde der Turfdräageren, zig vrywilliglyk hebbende aangebooden, om den opftand te helpen ftillen, ftondt op den tenigea Dam, gewapend met halve pieken. Met den deT avond, raakte alles in rust, en ten zes uuren ren wc*. wer^en twee ^er gevangenen, by toortslicht, den ge- uit een van de venfteren der Waage, opge- ftraft. hangen. Drie anderen leeden, des anderen- daags, dezelfde ftraffe. Men deedt fcherp onderzoek naar de fchuldigen. Doch het Re- gement Lyfwagten, welk uit den Haage naar de Stad gefchikt, en reeds, tot op twee uu- ren, aan dezelve genaderd was, kreeg bevel, om te rug te keeren, alzo men den oproer hieldt geftild te zyn. Men geboodt, op zwaa« re ftraffe, dat elk, die eenig geroofd goed onder zighadt, zulks zou hebben te brengen in handen van den Schout. De fchuttery bleef riog eenige dagen in de wapenen: ook de vry- willige Ruiters. En op den vierden van Sprok- kelmaand , werden nog zeven plonderaars met de galge geftraft. De beroerte was hier- mede geheellyk bedaard. De Keur op het be- graaven bleef vernietigd. De Vroedfchap deedt, eerlang, aan de Schutters, in erkente- nis der betoonde trouwe, eenen zilveren ge- denkpenning uitdeden (Jt). Op
C'0 Zk Opiocrvsm Amfteidam, gedrukt i?oa^ |
||||
LXHI.Boek; HISTORIE. 315
|
||||
Op den vyfentwintigften van Lentemaand, i<sp&
overleedt, te Leeuwaarden, aan eene borst- ——H kwaaie, Henrik Kafimir, Prins van Nasfau, xx. Stadhouder van Friesland, Groningen en Da°°'f Drente, en een der Veldmaarfchalken van \™nfe den Vereenigden Staat (/). Zyn jonge Zoon, Henrik JoAN Willem Friso, volgde hem op, Kafimir, in zyne Stadhouderfchappen, onder de Voog- dyfchap van deszelis Vrouwe Moeder. Naauw- en van lyks twee maanden laater, ftierf, op het O- **ne ranje-woud, by Leeuwaarden, de Prinfes Al- hoeder, bertina Agnes, Dogter van Fredrik Henrik en Moeder van Prinfe Henrik Kafimir (k). In Engeland, was, in den aanvang deezes xxf.
jäars, eenen aanflag ontdekt, tegen 't leeven Samen- van Koning Willem, en om Koning Jakob, ?weerinS die met eene Franfche Vloot in 't Ryk ver- J"nd ^* wagt werdt, op den Troon te herftellen. De aekc. Jakobiten hadden hiertoe voorbereidfels ge- maakt, terftond na de dood der Koningïnne Maria. Zy handelden met Koning Jakob, en met het Franfche Hof, welk hunne maatre- gels fcheen goed te keuren. De Herpeg van Èenvik, natuurlyke Zoon van Koning Jakob, fiak, in Sprokkelmaand, over naar Engeland, om met de Jakobiten te raadpleegen. Hy keerde, na een kort verblyf, te rug naar Frankryk. Na zyn vertrek, beraamde men tyd en wyze, om Koning Willem van kant te helpen. Doch weinige dagen voor de uit- voeringe, werdt het verraad den Graave van Port-
, O' ) Eurnp. Merc. Jan.—Maart Irtgö. IL aa8.
t*j Eutup. Mcrc. /Ifiil—'juny 1636. W. 324. |
||||
3i6 VADERXANDSCHE LXIII.Boek:
1696. Portland ontdekt, door twee der famenge-
•------- zwoorenen; en daarna , door een' derden.
Midlerwyl, hadt Koning Jakob zig vervoegd
te Calais, wagtende op tyding uit Engeland; om, zo zy hem gunftig ware, terftond, on- der zeil te gaan. Doch de ontdekking van 't verraad, het naarfpooren, vatten en ftraffen van verfcheiden' fchuldigen , en vooral het tekenen van eene algemeene Verbintenis, door 't gantfche Ryk, om Koning Willem te handhaaven op den troon van Groot -Britan- je, verbrak t'eenemaal de maatregels van Ko- ning Jakob, die, eerlang, naar S. Germainte- rug keerde (f). Midlerwyl, hadden de Staaten eene Vloot in zee gebragt, onder den Vice- Admiraal Gerard Kallenberg, en een goed deel Krygsvolk gefcheept, met welk men Koning Willem zou onderiteund hebben, zo de Lan- ding ondernomen geweest ware: Doch de vrees voor dezelve verdween fpoedig. Men hieldt, hier te Lande, eenen plegtigen dank- dag, over 't ontdekken deezer iamenzwee- ringe (m). DeBond- De maar der ontdekkinge van 't verraad genoo- kwam zo dra niet in de Spaanfche Nederlan- branden" ^en' °*" ^e ^r*ns van Vaudemont en de an-
He Fran- dere Legerhoofden beflooten, den vyand den fcheMa-voorgenoomen inval in Engeland, met eene gazynen, onderneeming van belang, betaald te zetten, seGivet. -Qe Qraaf van Athlone en de Luitenant - Ge- ne- (/) Notul. Zeel. 7 Maart 169S. il. 43. Tiniml Vri. ITT. [or
XVill. ]-p. ifcy—230,2^1—344. Danikl Jown,^. CfJCXXiJJ, (vi j ftulol. UuU. 83 Mfturt i6y6. ii, 154. |
||||
LXIILBoEK. HISTORIE. 31?
neraal Koehoorn trokken, den dertienden i6p6;
van Lentemaand , met veertig Esquadrons-----—
Ruitery en dertien Bataillons knegten uit Na-
men. Athlone berende Dinant: doch Koe- hoorn begaf zig naar Givet, daar de Fran- fchen een aanzienlyk magazyn hadden* De Plaats werdt, terftond, met bomben en gloeijende kogels , befchooten , waardoor het magazyn , wel haast, in brand raakte. Een hoop knegten ftreefde toen ter Stad in , met toortfen in de hand , zettende alle de pakhui- zen en een groot getal van kazernen en bur- ger wooningen , ligter laage , in brand , zon- der , in deeze ondernëeminge , meer dan tien man te verliezen, 't Verbranden van Givet viel voor, op den zestienden van Lentemaand. Wat laater , werdt Calais gebombardeerd , Calais en door eene Engelfche Vloote , onder den Ad- S.ivianin miraal CloudesMy Shovel. De Stad raakte , op ffh?m\ drie of vier plaatfen , in den brand : doch de bardeer fchade was klein («). De vereenigde Engel- fche en Staatfche Oorlogsfchepen onderna- men , in Oogstmaand, eene landing op Bel-is- le, Rhee en andere Franfche Eilanden hierom- trent. S. Martin , op Rhee gelegen , werdt gebombardeerd; en fchoon het nadeel, welk men den vyand hierdoor aandeedt, geen' naam hebben mögt, hieldt men de zeekus- ten van Frankryk egter in geduurige onrust, noodzaakende den vyand, zyne kragten tever- deelen. De beroemde Jan Bart, nu tot Rid- Ba" ver- der r») Daniil Jonmal, f. CLXXXIV. TiND/iL Vul. III. O
«VIII.] f>. 245,04«. |
||||
jtf VADERLANDSCHÈ LXIII.Boek;
1696. der verheeven, viel, van de andere zyde, in Zo-
mermaand, aan op de HoüandfcheGraanvloot, |
||||||
overt ee- die uit de Oostzee kwam, veroverde de Fregat-
kndfche ten' ^e dezelve geleidden, en nam of vernielde Gmn-1 een merkelyk getal Koopvaardyfchepen Qi). vloot. Wyders, viel 'er, ter zee, niets voor, in dit xxil. jaar. In de Spaanfche Nederlanden, verwagtte ir.eIde°ët men eenen fl^uwen veldtogt. De Hertogen Spaanrchevan Brunswyk en van Zeil hadden zig welver- Neder- bonden , om den Koning van Groot- Britanje, landen. en den Staaten wederom vierduizend en twee- Dirtsch- duizend man te leveren (j>). Doch deeze on- land en derftand hielp luttel. Verfcheiden' der oorloo- in Hon- gende Mogendheden begonden fterk te neigen garye. tot Vrede. De Koning van Groot-Britanje kwam , niet voor 't midden van Bloeimaand , jn Holland (q~) ; voor welken tyd , de Fran- fchen onder den Maarfchalk van Villeroi, reeds in 't veld verfcheenen waren. De Bondgenoo- ten trokken, eerlang, ook op. Doch beide de Franfchen en de Bondgenooten werden , door gebrek van geld , belet, iet tegen elk.mdereii te onderneemen. Men vergenoegde zig, we- derzyds , met het onderhoud voor zyn Krygs- volk te zoeken op 's vyands bodem; waarmede het jaargetyde verliep, zonder dat'er iet, tus- fchen de twee Legers , voorviel. Op gelyke wyze, ging het aan den Rynkant, daar het Keizerlyk Leger, door den Prinfe van Baden, en het Franfche, door den Maarfchalk de Choi-
Co~) Daniel Joiinutt, p. CLXXXIV. Tindal Vq\ III. [or
XVIII ] p. »«6—764, O; Zie Notul. Ztel. van ifaf*. il. an?. tf j Kciól. üciiet. Peiur, 18 May i5j&. tl. 36';. |
||||||
LXIILBoek. HISTORIE. 319
Choifeul, gebooden werdt. De Keizerfchen ißp£4
zogten , in Wynmaand , Filipsburg te belege----------
ten ; doch 't werdt hun belet, door de Fran-
fchen (>). In Oogstmaand, liep de Franfche Kolonel de Iß Croix bet platte Land omtrent Keulen af. Ook toog hy over de Maaze, ftafc den brand in de Voorftad van S. Leonard te Luik, en nam Hüy in, by verrasfing; daar hy de bezetting over de kling deedt fpringen , en vier der voornaamfte burgeren , tot zekerheid voor de brandfehattingen, gevangen nam (j). De veld^ogt tegen de Turken was niet voor- ipoedig geweest voor de Keizerfchen , die , by Ollatsch flaags geraakt , zo veel nadeel geleeden, als gedaan hadden (*)* Doch de Czaar van Muskovie , Peter Alexwitz , ver- overde , in Hooimaaud , de Stad Azof op de Turken (ü). In Katalonie , viel, op den eerften van Zo- XXlir.
mermaand , een gevegt voor , by Ostalrik , Krygsbe- tusfehen het Franfche Leger , onder den Her- ?ryen toge van Vendame, en de Spaanfche Ruite- lonie?*' ry , vier- of vyfduizend paarden fterk , onder den Landgraave van Hesfen-Darmftad. De Spaan fchen werden eerst aangevallen , door de Franfche Ruitery , en fielden zig wakker- lyk te weer ; doch toen, naderhand* ook het vyandlyk voetvolk op hen aantrok , werden zy genoodzaakt te wyken tot onder 't gefchut hun-
fO TiNn/a Vol. Hl. l'oj-XViil.] p. 248—254. Daniel
Journal, p. CLXXXIV, CLXXXV. CO Danikl Journal, p CI.XXXV. («) Hriss Hill, de ('Empire, Tom. UI. *. 217. Zuj Euioi). Mite. Juiy — Sept. 1696, W. i^y, |
||||
3*o VADERLANDSCHE LXIII.Boek.
1Ä96. hunner verfchanfingen. De Franfchen vervolg"
h------* den hen ; doch werden zulks ontvangen , daü
zy op hunne beurt te rug moesten. De Spaan"
fchen verlooren , volgens hun eigen verhaal» niet boven de driehonderd man ; volgens da* der Franfchen , wel zeven - of' agthonderd» onder welken de Graaf van Tilly was. Van de Franfche zyde , bleeven 'er honderdenvyf tig of tweehonderd (v). De Koning en de Koningin van Spanje waren, omtrent deezen tyd , zeer onpasfelyk , en 't gerügt liep , dat zy beide vergiftigd waren. Doch zy werden , eerlang, herfteld; hoewel de Koning zo zwak bleef, dat men, van tyd tot tyd, zyn einde ver- wagtte. Het Franfche Hof was, meent men, verheugd over zyne tamelyke herftelling, om dat het zig thans onmagtig vondt, tot het voe- ren van eenen oorlog , waartoe de eifchen des Daufyns op de Spaanfche Heerfchappye gelegenheid zouden gegeven hebben. Doch de Koninginne - Moeder van Spanje , Maria Anna van Oostenryk, was, op den zesentwin- tigften van Bloeimaand , te Madrid overlee- den. De Bondgenooten , welker zaak zy al- toos ernftelyk voorgedaan hadt, verlooren veel, by haaren dood. Het Spaanfche Hof veranderde , federt, merkelyk , van maatre- gels o). XXIV. Ondertusfchen , viel de aanhoudende oor- Nadere log Frankryk zo lastig, dat Koning Lodewyk, openiug aan. O) Danibi. Journal , p. CLXXXV. TiND/a Fel. III. [»ƒ
XVIII ] p. «53. (»O TiNDAl, Vil, III. [or XVIII. ] p. 254, 26Ö» , |
|||||
*
|
|||||
LXIILBoëk. HISTORIE. 321
aangezet, zo men wil, door Madame de Main- 1695.
tenon (a), oordeelde, ten minrten eenige jaa- — .!■ ren, vrede te behoeven, om eenigszins op zyn verhaal te komen. De Koophandel van zyn vreS* Ryk was t'eenemaal vervallen. De Gemeente hande- was uitgeput, en de manfchap geweldiglyk ge- 1,n«» fmolten, in eenen kryg, die, aan zo veele oor- l*n feh den tevens, gevoerd werdt. Middelen om «de 'sKonings ledige Schatkist te vullen waren 'er naauwlyks. 't Verkoopen van veele nieuwe Arapten , waaruit men veel voordeels gehoopt hadt, bragt luttel op : alzo zig langs hoe min- der koopers opdeeden. 's Konings gezondheid nam ook af met de jaaren , en hy toonde , al- lengskens , fterke genegenheid tot ftilte en af- zondering. Alle deeze omftandigheden neig- den hem tot vrede. Zelfs befloot hy, terwyl d'Avaux aan 't Hof van Stokholm arbeidde, om den Koning van Zweeden tot middelaar te ontvangen, een' vertrouwd' perfoon te zenden naar den Haage , die , door Frangois Molk , Koopman te Amfterdam en Keiident van Poolen , fchrander en bekwaam tot bedek- te handeling , gebragt werdt by eenige Le- den der algemeene Staaten , welken , eer- lang , toeftonden , dat de Heer van Dykveld een mondgefprek hieldt, te Maastricht, met Frangois, Heer van Caüieres (y~), over ee- nige voorafgaande punten , die den weg toe de Vrede zouden können baanen. Callieres maak-
(.r) Votez Feuquirres Memoir. Hift. & Muit. Tam, L v
O) Lamukrti Meuioir. Tam. I. p. ii, XVI. Deel. X
|
||||
jas VADERLANDSCHE LXIII.Boêk.
i5p5. maakte hier te zyn , eer nog Koning Willem,
-------dien men af keeriger hieldt van de Vrede ,
. overgekomen was uit Engeland. Het Fran-
fche' Hof hadt, federt het mislukken der laat- fte onderneeminge op Engeland, beflooten , zig , vooreerst, niet meer te laaten gelegen zyn aan de herftellinge van Koning Jakob ; maar Koning Willem vóór Koning van Groot- Britanje te erkennen. Callieres hadt egter uitdrukkelyken last, zulks niet te doen , voor dat men , over de andere voorwaarden der Vrede , zou overeengekomen zyn. De Staa- ten , die geene reden altoos hadden , om in den oorlog te volharden , zo Koning Willem erkend werdt, ontvingen de Franfche voor- ßagen heufchelyk ; doch gaven , gelyk meer- maaien te vooren, te verftaan , dat zy niets fluiten konden , zonder hunne Bondgenooten. Gallieres ftondt toe , dat zy de voorwaarden der Vrede , van punt tot punt, mededeelden aan hunne Bondgenooten ; en dat men niets voor vastgefteld zou houden , voor dat zulks gefchied ware. Men tradt dan in nadere on- derhandeling. De Staaten vorderden eenige voorafgaande punten , in welken Callieres, in 't eerst, fcheen te bewilligen ; doch waar- op hy , naderhand , eenige uitzonderingen Argwaan begon te maaken. Dit baarde vermoeden , op het dat men , van de Franfche zyde, flegts van Fnnfche Vrede fprak , om de Bondgenooten week te maaken en te verdeelen (z). De handeling bleef,
C«) Tihbal F»h III. lor XVHI.jp. &j9-?sj.
|
||||
LXIir. Boek. HISTORIE. 323
|
||||
bleef, derhalve > den gantfchen Zomer, flee- i<jp6*.
pen. Ook ontdekte zig het oogmerk der ■ Franfchen klaarder, na dat men in 't zeker be- ugt werdt, dat de Vrede tusfchen den Ko- ning van Frankryk en den Hertoge van Sa- voje, op eenen goeden voet ftondt: 't welk den ftaat der zaakèn vaii gedaante veranderen deedt. Het Franfche Hof was, den gantfchen voor- xxv.
leeden Winter , in heimelyke onderhandeling Hedekie geweest met het Hof van Turin , zoekende ,h.antlf" den Hertog over te haaien tot eene afzonder- i'"fn.e lyke Vrede. De Maarfchalk de Catinat, die fchen 't Franfche Leger in Piemont geboodt, dreef met het deezen handel bedektelyk ( a). De Paüfelyke !_lof.vaa en Venetiaanfche Gezanten begunftigden zy- unIU nen toeleg, alzo hunne Meesters verlangden naar een einde van den kryg in Italië , en naar 't vertrek der Duitfche troepen. Het over- gaan van Cafal, op zulk eene onverwagte wyze , hadt reeds argwaan verwekt onder de Bondgenooten ; die, federt, meer en méér, bevestigd werden in 't vermoeden , dat 'er iet ïn til was, tusfchen Frankryk en den Herto- ge. De Engelfche Gezant Galwai gaf den. Koning , zynen Meester, kennis van \ gene hy opgemerkt hadt. Doch de Hertog ont- kende volmondiglyk, dat hy in eenige onder- handeling ware, van meening , zo men wil 9 om eerst de onderftandgelden te ontvangen , welken de Koning van Groot-Britanje en de Soa-
■
<«) Daniel Journal, f. cLtXXVt
X 2 |
||||
3*4 VADERLANDSCHE LXIII.Boeit>
«596 Staaten hem beloofd hadden. Sommigen fchry-
-------ven , dat deeze Vorst zeer gefteld was op het
vullen zyner Schatkist, zelfs geduurende den
oorlog ; en dat hy, ten deezen einde , 't geld in zyn gebied, zesmaal zo hoog als het we- zenlyk waardig was , hadt doen ryzen. Ook vertoonde hem zyne Geestelykheid , dat de Kettery in Piemont fterk toegenomen was , federt dat hy het Groot Verbond hadt om- helsd. De Koningvan Groot-Britanje en de Staaten hadden hem, inderdaad, overgehaald, om de Dalluiden te herftellen in derzelver Voorregten , en om hun plegtiglyk te verze- keren van eene volkomene vryheid van Gods- dienst. Hierby kwam nog, dat de Keizer en de Koning van Spanje zeer agterlyk waren , in het voldoen der onderftandgelden aan den Hertoge. Van den anderen kant, deedt de Catinat hem zeer voordeelige aanbiedingen, zo hy tot eene afzonderlyke Vrede befluhen wil- de. Hierby voegde de Maarfchalk bedreigin- gen, in geval zyne voorflagen van de hand ge- weezen werden. De Hertog begon , derhal- ve , te luisteren naar 't gene hem aangebooden werdt. Doch alzo men over de Vrede niet bek vaamlyk handelen kon te Turin , daar de Engelfche Gezant Galwai de treden van het Hof met loodcn fchoenen naarging; befloot de Hertog, tegen 't einde van den Winter , in Bedevaart, zo 't heette, met klein gevolg, te xeizen naar de Lieve Vrouwe van Loret- te , daar de handeling agtervolgd werdt. Gal- wai , die den Hertog kende voor meer ftaat- . kua-
|
||||
LXIILBoEK. HISTORIE. 325
|
||||||||||
kundig dan Godsdienftig , hieldt het oogmerk 1696;
deezer reize verdagt: en zyn argwaan ver- meerderde , toen de Hertog zyn verzoek om 't Hof naar Loretto te mogen volgen aflloeg. Hy verzuimde niet, Verfpieders af te zenden naar Loretto, die naauwkeuriglyk letten moes- ten op alles , wat 'er omging ; doch niets van den heimelyken handel ontdekten (b). De £>e Her- Hertog , fchoon fterk gedrongen om te flui- tog van ten , van wege den Paus en den Staat van Savoje Venetië , aarzelde nog eene wyle : tot dat de ™lfL_ behendigheid van 't Franfche Hof, of van den haaid tot Maarfchalk de Catinat een middel uitvoiföt, de ver- om hem tot eene verhaaste tekening van het haaste ontworpen Verdrag over te haaien. De aan- v^rTeei? flag op het leeven van Koning Willem en de heime- voorgenomen inval in Engeland werden , aan lyk Ver- 't Franfche Hof, gehouden zo wel belegd te £ra& raec |
||||||||||
zyn , dat men niet twyfelde , of 't een en 't
|
ryk.
|
|||||||||
ander zou gelukt, en Koning Jakob haast op
den troon van Groot - Britanje herfteld we- zen. Kort voor t ontdekken van 't ontwor- pen verraad , zondt het Franfche Hof, of de Maarfchalk de Catinat, want dit blykt niet klaar, een' perfoon van aanzien Haar Loretto, die den Hertoge van Savoje ftout- moediglyk verzekerde „ dat men , even voor „ zyn vertrek , tyding gekreegen hadt van „ het ombrengen van Koning Willem; dat „ zyne Hoogheid wist, hoe deeze Vorst de „ ziel en het leeven plag te geeven aan het „ Groot
(*) Tindal Fok III. l'tr XVIII.] p. 85i~asS.
x3
|
||||||||||
3*6 VADERXANDSCHE LXIII.Boek.
„ Groot Verbond , welk , met zynen dood ,
„ ongetwyfeld , ftondt te vervallen ; dat hy „ hierom wel zou doen van voor zyne by- „ zondere belangen te zorgen, en de voor- „ waarden van Vrede te omhelzen , welken „ hem , uit loutere agting voor zynen per- ,, foon , van Frankryks wege , werden aange- „ booden." De Hertog ftondt verzet, over 't gewigtig nieuws , welk men hem bekend mankte. De Franschman merkte het, en ver- volgde met een erhftig en onvertfaagd gelaat, „ dat hy , hierop, befcheid verwagtte , op „ ftaande voet. " De Hertog begeerde een half uur tyd van beraad : 't welk hem toege- ftaan werdt. Hy begaf zig hierop alleen , en nam , toen de beftemde tyd verftreeken was , de voorgeflaagen' punten aan (V). Hy werdt, volgens dezelven , herfteld in 't bezit van al- les , wat hem , geduurende den oorlog, be- nomen was , door Frankryk. Pignerol zelf moest hem , fchoon ontmanteld , worden in- geruimd. Voor de kosten des oorlogs zou de Koning hem vier millioencn goeddoen, hem voorts, op eigen kosten , byftaande met agtduizend knegten en vierduizend paarden. Wyders , zou 'er een Huwelyk worden aange- gaan , tusfehen Lodewyk , Hertog van Buurgon~ die , Zoon van den D.aifyn , en Maria edel- heid , Dogter des Hertogs van Savoje , die eene bruidfehat van tweehonderdduizend gou- den kroonen ontvangen zou j, doch de helft van
(«) Iamberti Memoir. Tost, 1. f. i3 %
|
|||||
/
|
|||||
LXIII.Boek. HISTORIE.
|
|||||||
%n
|
|||||||
van deeze fomme zou verrekend worden,. te- usg&
gen 't gene Frankryk den Huize van Savoje------
fchuldig was, uit hoofde van de bruidfchat
der Hertoginne; en de andere helft zou de Koning den Hertoge kwytfchelden (d). Door deeze overeenkomst, waarvan de Paus en de Staat van Venetië waarborgen waren, werdt de Hertog van Savoje geheellyk in de Fran- fche belangen overgehaald, en van de zyde der Bondgenooten afgetroond. De Hertog 't Ver- vondt nogtans geraaden, de handeling met **£ Frankryk, nog eenigen tyd, bedekt te hou- heLl8 den, zelfs voor zyne eigen' Staatsdienaars. De Markgraaf van S. Thomas alleen werdt in 't geheim gelaaten. Hy toog, na dat de Hertog van Loretto naar Turin gekeerd was, dik- wils, vermomd, naar Pignerol, om met den Graan van Tesje, Bevelhebber deezer Plaat- fe, nader te fpreeken. De Catinat zelf ver- voegde zig ook dik wils, onbekend, derwaards. Het geduurig afzyn van den Markgraave var* S. Thomas veroorzaakte egter nieuwe agter- dogt. Men kreeg, door den tyd, aan 't En- gelfche Hof, de lugt eenigzins van 't gene te Loretto gehandeld was. Koning Willem gaf 'er Galwai kennis van; en deeze fprak 'er den Hertoge over, die nog ontkende, dat 'er iet geilooten was. Hy vreesde zeer voor 't misnoegen der Bondgenooten , zo lang hy niet volkomenlyk verzekerd was van den by- ftand der Franfchen. Ook diende hy aan 't verlaaten van de zyde der Bondgenooten ee- . ' \" nc 00 Tindai. Vol. Hl. Ut XVIII ] p, afi«..
x4
|
|||||||
328 VADERLANDSCHE LXIII.Boek.
ne verw te geeven, waardoor zyn gedrag, meer
ofmin, kon gebillykt worden voor 't oog der weereld. Men kwam, eerlang, heimelyk over- een , dat de Catinat zyne magt verzamelen, en op Turin aantrekken zou, in allen fchyn, als of hy deeze Stad dagt te bombardeeren: waarna de Hertog, als 't ware gedrongen door den gevaarlyken ftaat zyner zaaken, eerst openlyk zou fchynen te luisteren, naar de voorflagen van 't Franfche Hof. Omtrent den aanvang van Zomermaand dan, zag men de Catinat, met een Leger van vyftiendui- zend man, van 't gebergte van Savoje, afzak- ken naar de vlakten van Turin. De Hertog zondt, hierop, alle zyne troepen naar de vas- te Plaatfen zyns gebieds, om, zo hy voor- gaf, dezelven te verdedigen tegen de Fran- fche overmagt. Ten zelfden tyde, deedt hy de troepen der Bondgenooten te velde trek- ken, by Montcallier, daar zy zig verfchan- ften, en van waar zy, van tyd tot tyd voor- deelige fchutgevegten hielden met de Fran- fchen. In 't Franfche Leger, wist niemant dan de Catinat, hoe de zaaken ftonden met den Hertoge. De andere Legerhoofden von- den 't, derhalve, vreemd, dat men niets on- dernam , met zulk een talryk Leger. Sommi- gen fchreeven 'er zelfs over, aan den Koning, en klaagden ernftelyk over 't beleid van den Maarfchalk. Maar de Koning antwoordde, dat de Catinat zynen last volgde, en dat de tyd zyn oogmerk haast nader ontdekken zou (<?), Ter-
CO Tindal Pot. Hl, [or XVI», J f. s5a— afa.
|
||||
LXHI.BoEK. HISTORIE. 329
Terwyl het Franfche Leger te Rivalte lag, 1696.
fchreef de Catinat eenen brief aan den Her- —— toge , gedagtekend den zesden van Zomer- Men be- maand , waarin hy hem nogmaals aanboodt 8int °" „ alles wat de Koning hem in deezen oorlog fe'hL™ „ ontnomen hadt, mids den Franfchen een delen. „ vrye doortogt naar 't Milaneefche gelaa- „ ten werdt, eii de Koning Nice en Ville- „ Franche inhieldt, tot dat de algemeene j, Vrede getroffen zou zyn. Doch de Hertog „ zou de inkomften genieten van het Graaf- „ fchap Nice : en indien hy zyne wapenen „ voegen wilde by die des Konings, om , „ door eenen inval in 't Milaneefche, den „ Spanjaard te noodzaaken tot vrede , hadt „ hy nog meer voordeden van Frankryk te „ wagten." De Maarfchalk van S. Thomas antwoordde , des anderendaags „ dat de Her- „ tog den voorflag, hem gedaan, zou me- „ dedeelen aan zyne Bondgenooten; doch dat „ hy oordeelde , 's Konings agting onwaar- „ dig te zyn , zo hy zig kon laaten bewee- „ gen , om de wapenen op te vatten , tegen „ den Keizer en den Koning van Spanje in 't- „ Milaneefche (ƒ)." Midlerwyl, onderzogt de Hertog, welke voordeden hy, in zulk een geval, van Frankryk zou te wagten hebben. De Catinat fchreef, hierop, eenige weeken laater „ dat de Koning hem Pignerol zou „ afilaan , zo hy zig voegen wilde by zyne „ Majefteit, om de Vrede of Onzydigheid „van
(/} Aft. de !* r»i* de Ryswick. Tonu I. p. ijo, 1J2.
X5
|
||||
33P VADERLANDSCHE LXIII. Boek.
i6$6. » van Italië te bevorderen. Ook zou men
------„ een Huwelyk fluiten , tusfchen den Herto-
„ ge van Bourgondie en de Prinfesfe van Pie-
. , „ mont. Doch deeze voorflagén ," fchreef de looze Krygsman „ waren te byzonder en „ te gewigtig, dan dat 'er de Bondgenooten „ des Hertogs kennis van zou gegeven wor- „ den, gelyk omtrent de voorgtanden ge- „ fchied was (g)" Ondertusfchen, was men overeengekomen , om 't gene in deezen laat- ften brief voogeflaagen was , insgelyks , te ontdekken aan de Bondgenooten. 't Was nu, oordeelde men , tyd, dat de handel rugtbaar werdt, eer het jaargetyde verder verliep. Doch op dat men het antwoord der Bondge- nooten , zonder gevaar, zou können afwag- ten, werdt 'er , in Hooimaand , op 's Her- togs voorflag, eene wapenfchorfing gefloo- ten , die , tot aan 't einde van Oogstmaand duuren zou (6). De Hertog zondt de Fran- fche voorflagén aan alle de Bondgenooten, toonende , in de brieven , die dezelven ver- zelden , dat ze hem niet kwalyk behaagden. Ook hadden zyne Gezanten last om aan alle de Hoven te vertoonen 't gewigt der redenen, die hem gehoor deeden geeven aan de voorfla- gén van Frankryk (7). De meeste Bondge- nooten keurden zyne afzonderlyke handeling met Frankryk af. Ook vonden zy ondienilig, ' dat (g j Aft. de la Paix de Ryswick, Tm. 1. p 133.
( Ä ; /<et de la Pa'x de liyswkk , Tom. 1. p. 135. Daniel
Jouin. p CLXXKv). ( O AA, do la Pix de Ryswick, Tovu I. p. 136, 138, 142,
»43» '4J>> «ÖJ- |
||||
LXm.BoEK. HISTORIE. 33*
|
|||||
dat men , voor Italië alleen , een Verdrag van icc,§.
Vrede of Onzydigheid floote. Zelfs deeden -------,
zy den Hertoge voordeeliger voorflagen dan
hem van de zyde der Franfchen gedaan wa- ren , onder anderen van een Huwelyk tus- fchen zyne Dogter en den Roomsch-Koning. Doch de Franfchen , die dit wel voorzagen , hadden hem , hierom , tot eene heimelyke overeenkomst, overgehaald, eer zy de hande- ling rugtbaar gemaakt wilden hebben, 't Ver- 't Afzon. drag , welk , in flilte , te Loretto getroffen detiyk was , werdt, eindelyk , te Turin , geflooten 'JjSJjX en getekend, op den negenentwintigften van Turin g* Oogstmaand, en eerlang, ter wederzyde, be- tekend. kragtigd (£). De Hertog hadt alle de onder- ftandge.lden, uit Engeland, op Livorno en Genua, overgemaakt, nog niet in handen ge- kreegen , toen de Vrede getekend werdt. De Engelfche Gezant Galwai hadt zig van om- trent dertigduizend ponden flerlings aan Wis- felbrieven meester gemaakt, van welken hy zig, naderhand, bediende, om het Krygsvolk , welk federt in 't Milaneefche gelegd werdt , te voldoen ( /). Doch fommigen willen, dat Koning Willem den Hertog van Savoje nog een gedeelte der beflaagen Wisfelbrieven liet ontvangen (/»). In 't Leger der Bondgenoo- ten , werdt, midlerwyl, geraadpleegd , of -~ men den Hertog ook met geweld zou kön-
nen .....'■
(*) VnUz Dn Mont Corps Diplom, Tom. VII. P. II. p. 368»
571. A£i. «Ie ia Paijt de Ryswick. Tom. I. s. 157. (/; TlNMAL Pol. III. [orXVlll.]p. aöi, t»0 Lamueaii Memoir, Tan, I. j>.a,
|
|||||
33* VADERLANDSCHE LXIII.Boek:
1696. nen noodzaaken, om de Franfche zyde weder-
overen , en den Hertog zelv' in verzekering te neemen. Doch deeze voorflagen werden van de hand geweezen. Ook was de magt der Bondgenooten te gering , in vergelyking van de vereenigde magt der Franfchen en des Hertogs («). XXVI. De wapenfchorfing, die met Oogstmaand ■Hande- ten einde liep , werdt tot den vyftienden van den Kei- Herfstmaand verlengd (o), in verwagting dat xeT en * de Bondgenooten, immers de Keizer en de Spanje. Koning van Spanje zig zouden laaten bewee- gen , om een Verdrag van Onzydigheid met opzigt op Italië te fluiten , waartoe de Her- tog hen , door redenen, zogt over te haaien: doch zyne poogingen waren vrugteioos. De Bondgenooten trokken vast naar 't Milanee- fche , welk den eerften aanftoot te wagten hadt: en de Hertog van Savoje , dien men, in deezen zelfden veldtogt, aan 't hoofd der Bondgenooten, en aan 't hoofd van derzel- ver vyanden zag , volgde hen op de hielen , tegen den tyd van 't einde der Wapenfchorfin- ge. Hy hädt zig verbonden , om zyne magt by die van Frankryk te voegen , tot het te wege brengen der onzydigheid van Italië. Vaientta Ook hieldt hy zyn woord. De vereenigde belegerd. Franfche en Savooifche troepen floegen , eer- lang , 't beleg voor Valentia in 't Milaneefche. De Hertog hadt, in naam , het opperbevel over
(ttS TrNOAt Vol. Hl. {or XVITl.] p. 261, 262.
(O Daniel Journal, £. CLXXXVi. |
||||
LXIH.Boek. HISTORIE. 333
over de belegering , die hy ook ernftig genoeg i<jps,
voortdreef, alzo men overeengekomen was , .« dat alle de Plaatfen , welken , met gemeene
wapenen , veroverd werden , in zyne magt blyven zouden. Doch de Maarfehalk de Ca- tinat hadt heimelyken last van den Koning, zynen Meester , om 't beleg niet verder voort te zetten, dan overeenkwam met het belang van Frankryk , welk den Hertog van Savoje niet gaarne magtiger hadt, dan het reeds was. Catinat tastte , derhalve, de Plaats aan de fterkfte zyde aan , en rekte 't beleg zo lang, als hy kon. De bezetting , uit Duitsch en Spaansch Krygsvolk en Franfche Protestanten beftaande , weerde zig wakkerlyk. Veertien dagen na 't openen der loopgraaven , waren de belegeraars nog niets gevorderd van be- lang , fchoon zy reeds tweeduizend man ver- looren hadden ; wanneer men , op 't onver- wagtst, berigt kreeg, dat de Markgraaf van Verdrag Leganez, wegens het Spaanfche Hof, bewil- van On- lïgde in de onzydigheid van Italië (p). De zvdi6- Keizer volgde het voorbeeld van Spanje. Het Jj"^ Verdrag van Onzydigheid tusfchen deeze itaiie. twee Mogendheden en den Hertoge van Sa- voje werdt, op den negenden van Wynmaand, te Vigevano , getekend , en door den Koning van Frankryk, eerlang, bekragtigd (#). De Markgraaf van Leganez , Landvoogd van Mi- Man , verdedigde het fpoedig aanneemen der on-
O) Tim)«. Vol. III. lor XVIH.] fi. 253, 264.
(q) Voiez Du Mont Corps IXplomat. Tom. VII. ƒ>. ft, fi 375, Aft. de la Pais de RyswicK , Tom. I p. 174. |
||||
534 VADERLANDSCHE LXIII.Boe^
i<$5>5 onzydigheïd , met den uiterften nood , die *<•
ftooten in 't gemeen veritonden , dat de nood zo groot niet was, als men zig verbeeldde. Ook zou de zwaare regen , die , terftond na 't fluiten van 't Verdrag, viel, den vyand, on- getwyfeld , genoodzaakt hebben , tot het op- breeken van 't beleg. Doch dit was niet te voorzien. Het Verdrag van Vigevano maak* te een einde aan den oorlog in Italië , die zeé jaaren geduurd hadt. Pignerol werdt, in ge- volge van het Verdrag van Turin, geflegt, en den Hertoge van Savoje te rug gegeven. De Prinfes van Savoje , die nog maar tien jaaren bereikte , werdt, eerlang , naar Frank- ryk gevoerd. Doch haar Huwelyk met den Hertoge van Bourgondie werdt, niet voor het einde des volgenden jaars, voltrok- ken (j). Wy hebben de handeling met den Herto-'
ge van Savoje , en het fluiten der byzondere Verdragen van Turin en Vigevano , een wei- nig omftandiger, willen verhaalen, om dat 'er - de weg tot de algemeene Vrede , over wel- ke men , voor dien ty3 , nog niet ernftig gehandeld hadt, door gebaand werdt. Het Franfche Hof trok merkelyke voordeden uit deeze Verdragen. De Koning, ontflaagen van de zwaare kosten des Italiaanfchen oorlogs, kreeg de handen ruimer, om de Bondge- noo-
_ CO V(Mz Sa Lettre dans les Aft. de la PaK de Rywick.'
%m. I. p. '77' CO Daniel Journal, p. CIXXXIX.
|
||||
fcXIÏI.BoËK. HISTORIE. m
Booten , aan andere oorden , aan te tasten , i^a.
en, door de wapenen, te dringen tot ee- —— ne Vredehandeling , welker beloop en uit- komst wy , iii 't volgende boek , zullen ont- vouwen. Koning Willem , verdriet gekreegen heb- XxvrL
bende in den flaauwen veldtogt deezesjaars, ™"ing hadt het Leger, in Herfstmaand , reeds ver- ke^m laaten , en zig , volgens zyne gewoonte , be- naar En- geeven naar Dieren en 't Loo , om te jaagen. geland. De Hertog van Zeil verzelde hem hier, en op een reisje naar Kleeve, daar hy van den Keurvorst van Brandenburg Koningklyk ont- haald werdt. Hy keerde , in Wynmaand , eerst wederom naar den Haage, ftak, den veertienden, in zee naar Engeland, en kwam, twee dagen daarna, te Kenfington aan. 't Parlement, eerlang byeengekomen zynde , verftondt, uit den Koning, dat 'er eeni- ge opening tot Vrede gedaan was, van de zyde van Frankryk ; doch werdt, te gelyk , vermaand, om niet dan met de wapenen in de hand van vrede te handelen : en deeze vermaaning vondt zo veel ingang, dat het Huis der Gemeenten fpoedig bewilligde , in den vereischten onderftand voor het volgende jaar (*)• De vereenigde Oostindifche Maatfchappy Het Ok-
deezer Landen , die nu omtrent eene eeuw »oi der in ftand geweest was, dreef haaren handel ^"'L'"' flog, met zulk een' voorfpocd , dat andere Macatf Ry- fchap-
CO TiNDAU M, JU. [tr XVIII.] f, WO**
|
||||
3S$ VADERLANDSCHE LXIII. Boeit.
i€j& Ryken en Staaten , hierdoor opgewekt, meer
------- en meer , toeleiden , op het uitbreiden van
pye hunnen Indifchen handel, en op het opreg-
wordt ten van nieuwe Oostindifche Maatfchappyen, ofeüwd. waarin veele ingezetenen der Vereenigde Gewesten deel namen. Ook wisten eenigen middel te vinden , om zelfs met de fchepen der Maatfchappye goederen naar Indie te zenden , en van daar te ontvangen, op hal- ve , of meerder of minder winfte : 't welk gelegenheid gaf, dat de fchepen te zwaar bekaden , en de pryzen der waaren , bei- de in Indie en hier, te zeer gedrukt wer- den. De Bewindhebbers hielden , derhal- ve , omtrent deezen tyd , aan by de algemee- ne Staaten , op het handhaaven van het Ok- troi der Maatfchappye , welk , met den jaa- re 1700, ftondt te eindigen, en waarvan zy te gelyk ook vernieuwing verzogten. En hunne Hoog - Mogendheden beflooten , in Lentemaand , het Oktroi der Maatfchappye , welk reeds verfcheiden' reizen verlengd ge- weest was , wederom te verlengen voor den tyd van veertig jaaren, die met het jaar 1740 ten einde zouden loopen («). Doch de afkondiging van deeze verlenging van 't Oktroi gefchiedde niet voor Oogstmaand des jaars 1698, wanneer de algemeene Staaten, te gelyk , het handelen op Indie, op halve, of meerder of minder winfte, verbooden. Ook mögt niemant en vooral geene zeevaa- ren-
(«) Cioot-PIakntb. IV. Deel, tl, 13*5.
|
||||
LXIILBoek. HISTORIE. &£
rende luiden zig in dienst van vreemde Mo-
gendheden of buitenlandfche Oostindifche Maatfchappyen begeeven, om met derzel- ver fchepen naar Oostindie te vaaren, of op Oostindie te handelen. Eindelyk, werdt ook het deel neemen in buitenlandfche Oost- indifche Maatfchappyen verbooden (V) Men hadt, met dit verbod, het oog op de nieu- we Engelfche Oostindifche Maatfchappy, die, omtrent deezen tyd, opgeregt werdt (w). Doch het is nimmer onderhouden, naar behooren. Ondertusfchen, waren de Be- windhebbers der Nederlandfche Oostindifche Maatfchappye, op het einde des jaars 1696, overeengekomen, dat zy, voor den tyd van nog vier jaaren , voor 's Lands inkomende regten van alle waaren, welken de Maat- fchappy in deeze Landen bragt, en voor de uitgaande regten van de Peper , Nagelen , Nooten, Foelie en Kaneel, en van de waaren en mondbehoeften, welken zy zelven naar In- die voerden, betaalen zouden driemaal hon- derd vierenzestigduizend guldens, in 't jaar. De helft van deeze fomme werdt aan 't Kol- legie ter Admiraliteit te Amfterdam betaald: een vierde aan 't Kollegie in Zeeland, en een agtfte aan ieder der twee Kollegien op de Maaze en in 't Noorderkwartier. Doch Friesland en Stad en Lande hadden niet be- willigd in deeze overeenkomst (*), veelligt, fv") Oroot-PJakaatb. IV. Dal, hl. 1316.
(w) TiHOAL Vol IU.[orXvllI] 0.411. («Ó Groot-PJacaatb. IV. Deel, l/l. 1339, 133I« XVI. Deel. Y
|
||||
338 VADERL. HIST. LXIII.Boek:
,69$. om dat deezen Gewesten geen deel toege-
^—legd werdt van 't gene de Maatfchappy, voor inkomende en uitgaande regten, op-
bragt.
|
|||||
YA-
|
|||||
VADERLANDSCHE
HISTORIE.
VIER-EN-ZESTIGSTE BOEK.
■ *
INHOUD.
I. Pervolg der handelitige aan 't Zweedfche Hof,
tot bevordering der Frede. Koning Willem oordeelt, dat men, onder bemiddeling van Zwier den, in onderhandeling behoort te treeden. De Staaten befluiten 'er toe. De Keizer, insge- lyks. II. Verfchil over de Plaats der handelin* ge. 't Huis te Ryswyk wordt 'er toe benoemd. Gelegenheid van dit Huis. III. Inzigten en be- langen van Frankryk , den Keizer en het Duitfche Ryk, Spanje, Groot-Britanje, da Staaten en Zweeden. IV. Regeling van het uiterlyke der handelinge. Wapenfchorfing voor- geflaagen. V. Opening der byesnkomßen te- Ryswyk. VI. Eifchen der Keizerfchen en Duitfchen. Eifchen der Spaanfchen. WH. aan- merkingen der Franfchen op de eifchen der Bondgenooten. Oogmerken van Frankryk. VIII. Feidfogt, in de Spaanfche Nederlanden. De Franfchen veroveren Aath. IX. Zybemag- tigen Barcelona. X. Franfche Krygsbedryve/t in de Westindien. Holland/ehe Koopwardy- yloot veroverd, door du Guai-Trouin. XI. Y a stm
|
||||
340 VADERLANDSCHS LXIV. Boek;
Staat der zeezaaken, in Engeland en hier.
XII. Staat van Poolen. De Keurvorst van Saxen wordt Koning. Invloed zyner verkiezin- ge op de Vr edehandeling. XIII. De Czaar yan Muskovie doet eene reis , door Duitsch- land, Holland en Engeland. Oefent zig, te Amfterdam in't Scheepstimmeren. XIV. Ver~ volg der Ryswykfche Vredehandelinge. Ont- werp der Engelfchen en Staatfchen. Algemeen ontwerp der Franfchen. XV. Aanmerkingen der Spaanfchen. Aanmerkingen der Keizerfchen en der Ryks - Gezanten. De aanbiedingen der Franfchen voldoen den Duitfchen niet. XVI. De Franfchen zoeken met eenigen der Bondge- nooten, afzonderlyk, te fluiten. De Spaan- fchen neigen V toe. Uiterfte last der Keizer- fchen. Nadere voorflag der Franfchen. Zy ft el- len eenen bepaalden tyd, om te fluiten. XVII. Bekommering der Keizerfchen. XVIII. Ge- heime handel van den Maarfchalk de Bcuflers en den Graaye van Portland. Koning Jakob zoekt de Roomfche Vorflen te winnen. Hy pro- testeert tegen de Frede. Hoe Frankryk hemt voortaan, zou aanmerken. Koning Willem neigt, om te fluiten. XIX. De Keizerfchen Hoeken 't te doen verwylen. Redenen, die de Staaten tot Vrede neigen. XX. Voorflag der " Keizerfchen. pas voor 't fluiten der Vrede. De Ryswykfche Vrede tusjchen Frankryk ter eener, en Spanje, Groot - Britanje en de Staa- ten ter anderer zyde wordt getekend. Inhoud yan 't Verdrag tinfehen Frankryk en de Staa- ten. Verarag van Koophandel en Zeevaart. XXI, Verdrag van Vredt, tusfeben Frankryk \ en |
||||
LXIV.BoEK. HISTORIE. 341
|
|||||||||
en Groot-Britanje, en tusfchen Frankryk en
Spanje. XXÏI. De gevhigte Franfche Her- vormden zoeken, te vergeefs, eenig voordeel te bedingen by de Vrede. Stilßand van wape- nen met het Keizerryk. XXIII. Staat des krygs in Duitschlanden in Hongarye. Vrede tusfchen het Keizerryk en Frankryk. Inhoud van 't Ver- drag. Zwaarigheid in het vierde punt van het Zehe. De Staaten zoeken het te doen veran- deren. Vergeefs. Oogmerkvan Frankryk-met dit punt. XXIV. Handeling over eene vernieu- wing van het Groot Verbond. XXV. Verfchei- den Gevolmagtigden proteßeeren op de Vrede- handeling, en onder deezen de Graaf'vanEg- mond'9 wegens zyne eifchen op Gelder, Zut- f en enz. Antwoord van het Hof van Gelder- land. Misnoegen van den Vorst van Oostfries- land op de StadEmbden. XXVI. Aanmerkin- gen over den uitflag der Ryswykfche Vrede- handelinge, ten opzigtevan Frankryk, van de Bondgenooten, en in 't by zonder van den Kei- zer en het Duitfche Ryk, van Spanje en yatt de Staaten. |
|||||||||
Aan 'tZweedfche Hof, werdt, deezen gant- 1696.
fchen Zomer, gehandeld, over 't gene ------* de algemeene Vredehandeling bevorderen kon. r«
De Graaf d'Avaux hadt, eindelyk , toe- JJ*^£ geftaan, dat men de Westfaalfche en Nieuw- 'tzweed-. meegfche Verdragen hieldt tot eenen grond- fcheHof, flag van het aanftaande Verdrag van Vrede, lot be- en dat men 'er zelfs eenige veranderin- v-°rdjjgr gen, tot beter bekragtiging derzelven, in vifde. |
|||||||||
Y 3 maak-
|
|||||||||
342 VADERLANDSCHE LXIV.Boek;
Kjps. maakte, mids de Koning van Zweeden dèe-
-------ze veranderingen goedkeurde. Karel de XL
hadt den Keizer en de Staaten, federt, ver-
maand, tot het aanvaarden zyner bemidde- linge op deezen voet; doch de Graaf van Starrenberg en de Baron van Hekeren hiel- den , van tyd tot tyd, aan om nadere verklaa- ring van de byzondere veranderingen, wel- ken men, in de twee Verdragen, zou willen toelaaten; onderzoekende, daarbenevens, of men den Hertog van Savoje , die toen nog niet openlyk met Frankryk verdraagen was» en vooral den Hertog van Lotharingen, voor wiens belangen, by de twee Verdragen, niet naar behooren gezorgd was , in de aanftaan- de Vrede, zou willen begrypen. Maar hier- op kwam geen duidelyk antwoord. Men be- geerde , dat de Koning van Zweeden zig voor- af verbonde tot de handhaaving van 't gene *er, in't gevolg, gellooten zou worden. Doch hy antwoordde, dat hy, hiertoe, reeds van zelf, en uit hoofde der voorige verbindtenis« fen, verpligt was. Men verzogt toen, dat Frankryk, by uitgedrukte Akte, de herftel- ling der Westfaalfche en Nieuwmeegfche Ver- dragen, op de voorgeflaagen'wyzè, beloof- de. Maar d'Avaux kon hiertoe niet verftaan (a). Midletwyl, was het geheim Verdrag tusfchen den Koning van Frankryk en den Hertog van Savoje rugtbaar geworden: 't welk de Bondgenooten, en met naarae de Staa- ten (#) Aft. <le la Taix de Ryswick, Tom. I. p. 55, 101, i*o,
S13, 118, 125. |
||||
LXIV.BoEK. HISTORIE. 343
|
||||||||
ten der Vereenigde Gewesten deedt verande- itfo«.
ren van gedagten, en neigen tot het aanvaar- |
||||||||
den der bemiddelinge van Zweeden. De Heer Voorflag
van Dykveld, die met Callieres handelde, ™™~
hadt, nog in Oogstmaand, gedrongen op Staaten
eene uitdrukkelyke verklaaring des Konings aan de
van Frankryk „ dat men de Westfaalfche en F*">-
„ Nieuwmeegfche Verdragen niet alleen leg- fchen'
„ gen zou tot een' grondflag der handelin-
3, ge; maar dat ook te rug gegeven zou wor-
„ den alles wat, door middel van de zoge-
„ naamde Hereenigingen, federt de Nieuw-
„ meegfche Vrede, gehegt was aan de Fran-
„ fche Kroone ; en dat de Bondgenooten ,
„daarenboven, hunne verdere eifchen, op
„ deVredehandeling, vryelyk, zouden mo-
„ gen voordellen en aandringen." En Cal- Ano
ïiereshadt, eindelyk, zulk eene Verklaaring ™00*d
beloofd, met deeze uitzondering alleen „dat ^len^
„ Straatsburg te rug gegeven zou worden,
„ in dien ftaat, als het was, toen Frankryk,
„ het in bezit nam ; dat men daaraan geene
s, nieuwe Vestingwerken zou mogen maaken,
„ en dat de Godsdienst aldaar blyven zou
„ op den tegenwoordigen voet." Koning Wil- Koning
lern, kennis van deezen voorflag gekreegen Willem
hebbende, verftondt „dat, zo Straatsburg ^^^'
„ te rug gegeven werdt in den ftaat, waarin 0TI^T *
„ Frankryk het in bezit genomen hadt, en zo bemid-
„ Frankryk afftondt van de twee andere pun- deling
,, ten, de Vestingwerken en den Godsdienst ^wee-
„ betreffende , men aan de hooge Bondge- den be-
„ nooten opening , behoorde te geeven van hoorde
„ den ftaat, waarin de Vredehandeling thans » hande*
Y A se-len ,vaa
1 4 *» &e vrede.
|
||||||||
344 VADERLANDSCHE LXIV.Boek.
|
|||||||||||
iep«. „ gebragt ware, en met dezclven overeen
r ■ „ middelinge van Zweeden, en het beraa- „ men van plaatfe en tyd der byeenkom- ,, fte." De bewindsman van Frankryk in den Haage, 't zy de voorgenoemde Mollo (£) of een ander, gaf, hierop, den eerften van Herfstmaand, zyn woord, dat zyne Aller- christelyklle Majesteit van de twee punten, wegens Straatsburg geëischt, afftaan, en de De Sraa- begeerde verklaaring geeven zou. De alge- ten bc- meene Staaten namen, derhalve, op den der- |
|||||||||||
fluiten
'er toe. |
|||||||||||
den , een befluit, overeenkomftig met de mee-
|
|||||||||||
ning van zyne Majesteit van Groot-Britanje
(c). Zydeeden, federt, bun best, om de Bondgenooten , en vooral den Keizer over te haaien, tot het aanneemen der bemidde- Be Kei- linge van Zweeden. Doch Leopold maakte, *« hierin, nog merkelyke zwaarigheid. „ Callie- monitt ^ res jiacjt ^ zeicje hy 9 nog maar aangebooden beden!6 >» de Hereenigingen der Kameren van Mets
„ en Befan§on, niet die der Kamer van Bri- „ fak te rug te zullen geeven. Ook wilde „ raen den Hertog van Lotharingen flegts „ herftellen in den ftaat, waarin hem de „ Nieuwmeegfche Vrede gefteld hadt: 't „ welk onbillyk fcheen. Het ongelukkig Ver- „ drag van Nieuwmegen hadt, daarenboven, „ den voormuur in de Nederlanden kwalyk „ geregeld gelaaten; hoewel zyne Keizerly- v ke
' O") ZU Met voor, hl. 3*1.
f c) ilcfol. Gener. Luntt 3 S-pi. 1696. chns les A&. de h
Paix de Uv=wick, Tom. I. p. i»y. |
|||||||||||
LXIV.BoEK. HISTORIE.
|
|||||||
345
|
|||||||
„ ke Majesteit de verbetering hiervan den t696.
„ Koning van Spanje aanbevolen liet. Alle -« „ deeze dingen, en vooral de volkomen' her-
„ ftelling des Hertogs van Lotharingen moes- „ ten geregeld worden, eer men byeenkwa- „ me, om van vrede te handelen. Doch zo „ Zweeden zig verbinden wilde, om het Ver- „ drag van Westfaalen, tot op het * affcheid * Recesf, „ van Neurenberg toe, in zyn geheel te doen „ herftellen; weigerde hy niet, in onderhan- „ deling te treeden, onder bemiddeling des „ Konings van Zweeden: en meende hy, dat „ men zig van geene bekwaamer Plaats dan ,, Aken zou können bedienen, om te handelen „ (J).v De Koning van Groot -Britanje en de De En- Vereenigde Staaten, ondertusfchen, met reden, geifchcn vastftellende, dat Frankryk, na 't herftellen f"hesnta*c" der ruste in Italië, zyne meeste magt wen- haaien den zou naar Duitschland, en naar de Spaan hem o- fche Nederlanden , hielden fterk aan by 't ver- Weener-Hof, op bet aanneemen der bemid- l697' delinge van Zweeden. Zy deeden den Kei- * zer, onder anderen, op den agtften van
Louwmaand des jaars 1697, voorhouden, „ dat men, eindelyk, met Cailieres eens ge- „ worden was, over alle de punten, die „ Frankryk, voor den aanvang der hande- „ linge, zoutoeftaan, uitgenomen 1. over „ de wyze, op welke Frankryk Willem den „ III. voor Koning van Groot-Britanje be- ,, hoorde te erkennen, en 2. over den ftaat, „ waar«
(<?) Aü de Ia Paix de Ryswick, Tom. I. p. 204,
Y5
|
|||||||
S4®~ VADERLANDSCHE LXIV. Boek.
„ waarin Luxemburg behoorde terug gege-
„ ven te worden; doch dat Koning Willem, „ onlangs, verklaard hadt, dat hy genoe- „ gen zou können neemen , in den middel« „ weg, laatftelyk, door Frankryk, voorge- „ flaagen, tot oplosfinge der zwaarigheden, „ in het eerfte punt: dat de Staaten ook oor- 3, deelden, dat de zwaarigheden, in beide „ de punten, zeer wel zouden können weg- „ genomen worden ; dat Callieres zig ver- „ wonderd getoond hadt, over de nieuwe „ bedenkingen van het Weener-Hof, en ge- „ zeid, dat ze den Koning, zynen Meester, 9, niet minder vreemd zouden voorkomen; „ dat zy hierom zyne Keizerlyke Majesteit „ ernftelyk verzogten, afïïand te willen doen „ van deeze bedenkingen, op dat 'er het „ werk der Vrede niet door agteruit gezet „ wierde; maar zyne Gezanten ten fpoedig- „ fte te willen zenden naar den Haage; daar „ men tyd en plaatfe der byeenkomfte ftondt „ te beraamen (e)." Dit verzoek, 't gevaar, waarmede Duitschland gedreigd werdt (ƒ), en veelligt ook de vrees, dat Groot-Britanje en de Staaten zig afzonderlyk met Frankryk verdraagen mogten, woogen zo veel op den Keizer, dathy, eerlang, bewilligde in de be- geerte der Bondgenooten, op de onderftel- ling, dat het aanilaande Verdrag, door Zwee- den , gehandhaafd zou worden (g). Men boodt
|
||||||
(O Aft. de Ia Pa'x de tlyswick, Tom-1. p. 4SI.
CO tWez Aft delaPaixdeRyswick, Tom. I. p s.u. {gj Acl.de la Pa;x de Ryrwick, lom, I. f.224, 128. |
||||||
LXIV.BoEK. HISTORIE. 347
boodtdan, in Sprokkelmaand, uit den naam 1697.
des Keizers, des Konings van Groot-Britanje aan, die terftond aanvaard werdt (Jt). De naaste zaak, die nu in overweeging II.
kwam, was het benoemen eener Plaatfe tot Verfchfl de handeling. De Keizer zou gaarne gezien £*" de hebben, dat men, in Duitschland, te Aken, Üïïn- te Ments , of te Frankfort byeengekomen deiinge. ware. De Staaten en de meeste Bondgenoo- ten ftonden, daarentegen, op het verkiezen van eene Plaats in den Vereenigden Staat. Veelen waren van gedagten, dat de keuze, op Maaftricht, Nieuwmegen of Breda, val- len zou. Doch omtrent het einde van Louw- maand , hadt men, van Franfche zyde, den Haage voorgeflaagen (*): waarin de Keizer geen genoegen nam (£). Ten zelfden tyde, hadt Callieres geweigerd, eene Verklaaring te geeven van 't gene hy en d'Avaux, reeds in 't voorleeden jaar, van Frankryks wege, hadden uitgebooden , als voorwaarden der Vrede. De Keizer nam hieruit gelegenheid, om op nieuws te aarzelen in het voortzetten der Vredehandelinge, weigerende te bewilli- gen, in de verkiezinge van den Haage. Ook vreesden anderen, dat de Franfchen te veel ïnvloeds zouden hebben op de handeling, zo dezelve gehouden werdt in eene Plaats , daar de Staaten vergaderden, en daar de Franfche Ge-
Ca") Aft. de lï Paix de Ryswick, Tom. ï.p. 28R, 301. (O Sccr.Refol. Holl. 25 Jan. 161)7. VI- Oeil, il, u ik) Aft. de iaïaixdeRyswick, Tom. ï.p. 315. |
|||||
I
|
|||||
343 VADERLANDSCHE LXIV. Boek.
1697. Gezanten met de Leden der hooge Regeerin«
— ge verkeeren konden. Callieres, deeze zwaa- righeid willende voorkomen, ftelde voor, dat de Gezanten der Bondgenooten, in den Haage, daar zy waren, zouden können bly- ven; dat de Franfche Gevolmagtigden zig te Delft zouden onthouden, en dat men, op ee- ne Plaats, tusfchen beide gelegen, byeen zou komen, om te handelen. Hierin bewilligde men, van de zyde der Bondgenooten, met een- Wanrtoa paarige ftemmen. Ook werdt kort hierna vast- hat Huis gefteld, dat men byeen komen zou op het tcJtVl Huis van Nieuwburg, omtrent een musket- luicrnd6' fcn00t van het Dorp Ryswyk, tusfchen Delft wordr. en den Haage, gelegen, en geftigt door Fre- Geie- drik Henrik, Prinfe van Oranje. Dit Huis genheid werdt, in 't gemeen, het Huis te Ryswyk ge- van dit noemd, en behoorde den Koning van Groot- Hub. Britanje in eigendom toe (f). Het was zo be- kwaam, tot de tegenwoordige Vredehande- linge, als of het 'er, voorbedagtelyk, toe ge- bouwd ware. De toegang derwaards is door eene fteenen Poort, ftaande aan eene Vaart, over welke eene brug legt. Door deeze poort komt men in eene Laan, met hoog geboom- te bezet: voorts aan eene andere poort, ge- bouwd in den hoogen voormuur, die den voorhof van 't gebouw affluit. Het Huis heeft eenen breeden opgang in 't midden ; doch men kan 'er ook binnen komen, door de twee vleugels, aan de eene en de andere zyde. In het zelve, zyn, ter wederzyde eener groote zaa»
00 f1*"»" F»l. III. [orXVIII.} f. 341;
|
||||||
LXIV.BoEK. HISTORIE. $49
zaale, twee aanzienlyke Kamers, agter ei-
kanderen. Agter de Iaatfte van dit paar Ka- meren, heeft men twee Vertrekken aan elke zyde, en dus vier in 't geheel: en nog verder is, in 't midden van 't gebouw, eene groote • Kamer, die op de tuinen agter 't Huis uitziet. In deeze laatstgemelde Kamer , kwamen de Ambasfadeurs des Konings van Zweeden, als Middelaar, byeen. Ook reeden deezen al- leen , door de fteenen poorten, naar 't Huis , en traden, langs den grooten opgang, naar boven: doch men hadt, ten wedereinde van 't bosch, nog eene brug over de vaart ge- legd, en aan elke zyJe der poorte in den voormuur, een' doorgang in deezen muur ge- maakt: langs welken weg, de Ambasfadeurs der Bondgenooten en die van Frankryk naar 't Huis reeden: waarin zy kwamen, door de twee vleugels, ter wederzyde van den groo- ten opgang. De Ambasfadeurs der Bondge- nooten , van den Haage komende, reeden naar, en traden in 't Huis van de regter zy- de, en vergaderden, in de twee Kamers ter Tegter zyde der groote zaale, zig van de twee vertrekken agter dezelven bedienende, om te fpreeken met de Middelaars, wier Kamer digt aan deeze vertrekken kwam. De Ambas- fadeurs van Frankryk, die van Delft kwamen, reeden naar, en kwamen in 't Huis van de lin- ker zyde, en maakte het zelfde gebruik van de Kamers en Vertrekken, die ter linker zyde der groote zaale waren (m). Doch eer wy over- gaan, C«) Pviez Aft. de la Paix de Ryjwick, Tom. II. Avttt, f, JJ.
|
|||||
1
|
|||||
350 VADERLANDSCHE LXIV.Boei«
|
|||||
i6(j7. gaan, tot het verhaal der gewigtige Ryswyk-
------- fche Vrèdehandelinge, zal 't niet ondienftig
zyn, dat wy de byzondere eifchen, inzigten
en belangen der voornaamfte handelende Mo- gendheden, vooraf, beknoptelyk, ontvou- wen, m. De Koning van Frankryk hadt, tot hier- Schets toe, voorfpoediglyk geoorloogd, en was, fe- zi>c«n"en ^ert ^et ^u"en ^er Vfede in Italië, in ftaat
belangen gefteld, om den Bondgenooten in Duitschland van de en in de Spaanfche Nederlanden, meer af- v»or- breuk te doen, dan voorheen nog hadt kon- Mo"end- nen ge^cni"e^en> Desonaangezien , verlangde heden op h£t Franfche Hof, ernftelyk , naar vrede. deRys- Men fchreef dit verlangen, in 't gemeen, toe, wykfche aan den flegten ftaat van 'sKonings geldmid- hande- delen, aan 't verval van den Koophandel in ling: én 't Ryk* en aan de zigtbaare vermindering der wel van manfehap, in zulk een' algemeenen en aan- dc-n Ko- houdenden oorlog: gelyk wy, boven, reeds te Frank-*" bennen gegeven hebben. Het Hof zag niet ryk. " ongaarne, dat men, in 't gemeen, dus oor» deelde. Doch fommigen, die dieper meenden gezien te hebben in de geheime oogmerken van Lodewyk den XIV, verftonden, dat de af- neemende gezondheid des Konings van Span- je alleen hem zo begeerig maakte , om de Vrede te doen fluiten. Men twyfelde niet, of hy hadt voor, zig, na 't affterven van Ka- rel den II. meester te maaken van de Spaanfche Heerfchappye. Doch hiertoe fcheen kleine kans te zyn, zo lang hy in oorlog, en het Groot Verbond in ftand ware. Maar wanneer de kragt van dit Verbond eens verbroken zou zyn
|
|||||
LXIV.BoEK. HISTORIE. 351
zyn door de Vrede; zou hy, op de eerfte
tyding van het affterven van Karel den II. en eer nog de Bondgenooten gereed zyn kon- den, om hem tegen te ftaan, de wapenen können voeren in Spanje en in de Spaanfche Nederlanden. Hy boodt, hierom, voordee- liger voorwaarden aan, dan men reden hadt te verwagten, in den tegenwoordigen nadee- ligen toeftand van de zaaken der Bondgenoo- ten, en hy verbeterde zyne aanbiedingen, naar gelang van het toeneemen der onpasfelyk- heid des Konings van Spanje. Zelfs wil men, dat hy meer nog zou hebben uitgebooden, indien alle de Bondgenooten hunne ftreng zo fterk getrokken hadden als de Keizer («), Doch wat hier van zyn moge; Callieres hadt, reeds op den elfden van Sprokkelmaand, in de tegenwoordigheid van den Heere van Dyk- veld, een Gefchrift overgeleverd, aan den Ambasfadeur van Zweeden , waarby , van wege, en in gevolge eener volmagt van den Koning van Frankryk, beloofd werdt „dat „ de Verdragen van Westfaale en Nieuw- 9, megen ten grondflag der aanftaande onder- „ handelingen zouden ftrekken; dat Straats- , burg te rug gegeven zou worden, in den ', ftaat, waarin het, door Frankryk, in be- „ zit genomen was; ook Luxemburg, Ber- „ gen in Henegouwen en Charleroi, in den v ftaat, waarin deeze Steden zig tegenwoor- „ dig bevonden: en daarbenevens, de Plaat- „ fen
(O Tindal Vol. III. [orXVIU. ]?• 341 > 342« La^EBRII
fclèüioir. Tuin. I. f. I, II. |
||||
552 VADERLANDSCHE LXIV.Boek;
1697. " **en m Katalonie, die, na 't fluiten der
—---- „ Nieuwmeegfche Vrede, veroverd waren,
„ in den Haat, waarin zy waren ingeno-
„ men. Dat Dinant m^t het Kasteel, ook „ in den ftaat, waarin het bemagtigd was, „ aan den Bisfchop van Luik zou worden te „ rug gegeven. Dat de Hereenigingen, fe- „ dert de Nieuwmeegfche Vrede gedaan , „ zouden vernietigd, en Lotharingen te rug „ gegeven worden , op den voet van het „ Nieuwmeegfche Verdrag (0)" Doch over de meening deezer aanbiedinge viel, nader- hand, eenig gefchil, op de Ryswykfche Vre- dehandeling: gelyk wy, in 't vervolg, ftaan te melden. Wyders, hadt Koning Lodewyk de zorg voor zyne belangen op de Vredehan- deling toevertrouwd, aan drie Gevolmagtig- • den, te weeten Nikolaus Augustus de Harlai* Ridder, Heere van Bonneuil, Lodewyk Ver- jus, Ridder, Graave van Crecy, en Francois de Callieres, Ridder, Heere van Callieres: van welken de laatfte het volkomen geheim der handelinge, en 't grootfte deel in zyns Mees: ters vertrouwen hadt. Van den De belangen der Bondgenooten ftreeden Keizer met die van Frankryk: en vooral die des Kei- £ ,het zers; die zelf het oog hadt op de Spaanfche nalaatenfchap, na 't afflerven van Koning Ka- rel den II. Hy zogt, hierom, het Groot Verbond in ftand te houden, en de Vrede- handeling te verwylen, en deedt, daarna, zyn best, om het fluiten der Vrede te voor- O} Aü. deli I'aixde Ryswick. Tbm. l.p. aCö,
|
||||
LXIV.BoEK. HISTORIE. 353
komen. Ook hadt hy eene byzondere reden,
om de Bondgenooten aan te zetten tot den kryg, alzo hy op 't punt ftondt, om een Ver- bond te fluiten met den Czaar van Musko- vie, waarby deeze zig verpligten zou, om den Grooten Heer uit al zyne magt te beoor- loogeru Daarenboven hoopte hy den Koning van Poolen over te haaien tot een diergelyk Verbond. En beide deeze Verbonden moes- ten, dagt hy, den Turk haast noodzaaken tot vrede; waarna hy de handen ruim heb- ban zou, om Frankryk te beoorloogen. Ds onderhandeling met de Opper- en Neder- Rynfche, Prankifche, Bejerfche, Zwabifche en Westfaalfche Kireitfen, om zes-, en des noods twaalf-duizend man op de been te bren- gen, ftondt ook op eenen goeden voet: al 't welke den Keizer, fterker dan iemant der Bondgenooten, deedt neigen tot het voort- zetten des oorlogs Q>). Hy drong, hierom, op de Vredehandehng, zeer op het weder- geeven der Plaatfen in Duitschlaud, die Frank* ryk zig, na 't fluiten der Westfaalfche Vrede, hadt doen toewyzen , door de Kamer van Brifak. Ook vorderde hy den volkomen af- ftand van Lotharingen, de herftelling van den Keurvorst van de Palts in alles, wat hem, by de Westfaalfche Vrede, toegeweezen was, buiten benadeeling van het regt der HertQ« ginne van Orleans; en, eindelyk, ook ver- goeding van fchade voor de Rynfche, Fran- ki-
O) Tjnd/l m. Hl. [ar XVIII.] ?. 34'.
XVI. Deel. Z
|
||||
354 VADERLANDSCHE LXlV.BoEif.
W97. kifche en Zwabifche Kreitfen (#): alle welke
:------eifchen de Vredehandeling geweldiglyk ver*
traagden. De Keizerlyke Ambasfadeurs op
de Vredehandeling waren Alexander , Graaf yan Kaum'tz, Graaf Henrik Joan van Straat- man en Joan Fredrik , Vryheer van Seilern. De zes Kreitfen, boven genoemd, waren 't eens met den Keizer, en deeden hun best, om de Staaten der Vereenigde Gewesten te beweegen tot onderftand (V). De Keur- en andere Vorften des Ryks hadden belang, om op de Vredehandeling gekend, en in de Vrede begreepen te worden Qs). De Keurvorst van Keulen, die thans ook Prins en Bisfchop van Luik was, begeerde vergoeding van fchade, hem, geduurende zyne onzydigheid, aange- daan ; en wedergeeving der Plaatfen, welken hem benomen waren. In 't byzonder, vorder- de hy het Hertogdom Bouillon, welk hem door Frankryk onthouden werdt, te rug, en proteßeerde, eerlang, openlyk, tegen 't gene 'er, tenzynen nadeele, te Ryswyk, zou ge- flooten worden (f). De Hertogin Weduwe van Lotharingen vorderde herftelling van haa- ren onmondigen Zoon, Leopold, in 't vol be- zit van zyn Vaderlyk erfgoed (»): welk, by de Nieuwmeegfche Vrede, gedeeltelyk, in de magt van Frankryk, gebleeven was. Allede genoeiide Ryks-Vorfien en Stenden hadden hun-
f17") A<ftdc!aPaixdeRyswick, Tom.1.p. »04,349.
(r) AR. ilelaPnixdeRyswick > Tuin-hp ■ i\ 1.
f.Q Adt.de la Paix de Ryswick, Tom.hp.355,
(f) Aft.dclal'aixdcltyswick, Tom.hp. 186, 233,359.
(«) Aêt.dclapai*i!eRyswick| Tom.hp.ZM,374,411«
|
||||
LXIV.BOEK» HISTORIE. 355
hunne Gevolmagtigden ook op de Vredehan- 169J.
deling. De Hertog van Savoje zelf, fchoon ■■■ nen Gezant. Doch hy hadt 'er niets te verrig- ten, dan zorg te draagen, dat hy in de aan- ftaande Vrede begreepen werdt (V). De Koning van Spanje hadt geene reden, Van den
om de Vrede te fchuwen. Hy kon niet dan Koning nadeel verwagten van 't aanhouden des oor- ™n . logs, en de Koning van Frankryk boodt hem panj * zulke voordeelige voorwaarden aan, dat hy ze niet beter zou hebben können begeeren. Hy hadt, derhalve, alleenlyk, agttegeeven, dat hem alles weder ingeruimd werdt, wat het Franfche Hof zig, by wege van hereeni- ging, hadt doen toewyzen, na het fluiten der Nieuwmeegfche Vrede. Men leverde hiervan Lysten over aan den Zweedfchen Ambasfa- deur (m>) , en de twist over deeze Lysten was het voornaamfte, dat tusfchen Frankryk en Spanje te vereffenen ftondt* De Gevolmag- tigden der Spaanfche Kroone op de Ryswyk- fche Vredehandeling waren Don Francüko Ber- nar do de Quiros, Ridder van S. Jakob, en Lo- dewyk Alexander de Scockärt, Graave van Ti- remont en Baron van Gaasbeeke. De Koning van Groot - Britanje hadt geen Van den
ander balang by de Vredehandeüng, dan het Koning bezorgen van voldoening aan de Bondge- ™n nooten, en het regelen van eenen Voormuur Br™,0^, in
* *
fr) Afï. de-'a Paix de Ryswick, Tom. I. p. 183, 184.'
(vjj Acft. d« U Paix JcRyiwick, Tem hp,245, )(>• |
|||||
Z a
|
|||||
356 VADERLÄNDSCHE LXIV.Boek:
i69}. in de Nederlanden (x). De belofte, dat Frank-
—— rykhem, by 't fluiten der Vrede, voor Ko- ning erkennen zou, was reeds gefchied. Cal- lieres hadt zig, nevens den Heere van Dyk- -véld, op den tienden van Sprokkelmaand, begeven naar de wooning van den Heere Ja- " ' '7 &qb Boreel,~die, wegens onpasfelykheid, zy- :n'fe kamer hieldt. De Zweedfche Ambasfadeur, Baron van Lillieroot, hadt zig ook derwaards vervoegd: en toen hadden Boreel en Dyk- veld, in de tegenwoordigheid van Callieres, •verklaard „dat zy overeengekomen waren, „ dat de Allerchristelykite Koning, indien de „ Vrede geflooten werdt, en ten tyde van „ het tekenen derzelve, den Prins van Oran- „ je voor Koning van Groot- Britanje erken „ nen zou:" en Callieres hadt deeze verklaa ring bevestigd, uit den naam van den Koning, zynen Meester (y). Wyders, hadt Koning Willem, als Prins van Oranje, ook herftei- ling in't bezit van dit Prinsdom te vorderen, uit kragte der Nieuwmeegfche Vrede. Hy - badt de zorg voor zyne belangen en voor dia des Ryks toevertrouwd aan drie Gevolmach- tigden, Thomas, Graave van Pembrokc, E- duard, Burggraave van Villün en Jozef Wil- Uamfon; Ridder. De Graaf van Pembroke was, fchryvenfommigen (V), een man van groote geleerdheid en uitmuntende deugd. In't byzonder, was hy bedreeven in de wis- kunde: 't welk hem een weinig dor en afge- trok-
(x) Tïndal Vol. III. [pr XVIIT.] t>. H47.
(yj Afl. de la Paix de Ryswick, Tom. I. f. aÖ3.
fZ~) OuuNKT Pol. II. p. l'jij.
|
||||
tXIV.BoEK. HISTORIE. 357
trokken van bevattingen, en hierdoor een i^.,
weinig onbekwaamer maakte tot de onder- handelingen van Staat, dan hy anders zou ge-: :~;. rt weest zyn. Doch zyne overige goede hoedanig- heden verwierven hem, daarentegen, weder- om de agting van elk, die met hem ver- keerde. 1 . De Staaten der Vereenigde Gewesten, ein- Van de
delyk, hadden het zelfde belang, als Groot- Staaten Britanje, by de Vredehandeling, de voldoe- der,Vjr' ning hunner Bondgenooten, in 't byzonder jvjedfr-6 de erkentenis van Koning Willem, voor Ko- landen. ning van Groot-Britanje; en de regeling van eenen bekwaamen * Vbormuur voor den Staat, • Bar* in de Spaanfche Nederlanden. Voor 't ove- rttr** rige, hadden zy de vernieuwing der jongfte Verdragen van Koophandel te begeeren; die het Franfche Hof, reeds van zelf, beloofd hadt(ö). Men ontmoette, derhalve, niet vee- Ie zwaarigheden, in de onderhandelingen tus- fchen Frankryk en de Staaten. De laatften hadden, tot Gevolmagtigden op de Vrede- handelinge, benoemd Antoni Heinfius, Raad- penfionaris van Holland; Jakob Boreel, Oud- Burgemeester van Amfterdam , Everard van Weede, Heer van Weede en Dykveld, en Wil- lem van Haren, Grietman van de Bilt. Doch Boreel, die een zwak lighaam hadt, overleedt, geduurende de handeling, op den eenentwin- tigden van Oogstmaand, in den ouderdom van agtenzestig jaaren (£). Karel
O") Aft. de Is Paix «Ie Ryswick, Tom. tl. ♦. 8*.
(.*) Europ. M«c. VUI. Dtd, hl. k7. |
||||
$& VADERLANDSCHE LXIV.Boek,
itfp/. Karel de XL Koning van Zweeden, was
-------voor bemiddelaar der Vrede erkend ; doch
Vanden hy ftierf, voor het openen der byeenkomfte
van" te R-yswyk> op den vyftienden van Gras- Zwee- maand (O- Zyn Zoon, Karel de XII. die ien. niet meer dan vyftien jaaren bereikte, volg- de hem op. De Regeering van 't Ryk ftondt, geduurende 's Konings minderjaarigheid, aan de Koninginne - Weduwe en aan eenige Raa- den. Doch deeze verandering hadt geenen invloed altoos op den ftaat der Vredehande- linge. De Koninginne - Weduwe vaardigde, terftond, brieven af naar alle Hoven: waar- by zy te/ verftaan gaf, dat de Regeering van Zweeden, getreden zynde in de maatregels vanden overleeden Koning, beflooten hadt, het middelaarfchap te behouden, en de Vre- dehandeling voort te zetten (d): gelyk, fe- dert, gefchiedde, Wyders, hadt de Kroon van Zweeden, voor zig zelve, ook herftel- iing te verwerven in het Hertogdom Twee- brugge, welk Frankryk zig toegeëigend hadt, als afhangende van het Bisdom van Mets. Doch deeze herftelling was aan Zweeden al- voor lang toegezeid (e). De Ambasfädeurs, door de Kroone van Zweeden benoemd, tot het bekleeden van 't Middelaarfchap, waren Karel Bonde, Graaf van Bkernce, en jyikelaat, Baron van Lillieroot: welke laatfte egter 't voor- naam beleid der handelinge hadt. Doch
:. . • (O Europ. Merc. VIII Deel, il. 257.
f d) Tindal Vol. III. Ut XVIU.] p. 347.
^O Voiez Aét.ddaPux de Ryswick» Tom. I. p, 5$
|
||||
LXIV.BoEK. HISTORIE. 359
Doch eer men in onderhandeling tradt, 1697.
werden 'er eenige zaaken geregeld, die 't werk —— bekorten konden: waartoe de Baron van Lil- Iv- lieroot zeer zyn best deedt. Men ontwierp {fne^ja eene algemeene Volmagt, voor alle de han- eenige delende Mogendheden. Men ftelde vast, dat byzon- de byeenkomften, zonder plegtigheden, zou- rierhe- den gehouden wordenj dat de titels, die de ^"'j1]61 eene of de andere Mogendheid zig zou mo- aèr han-0 gen aanmaatigen, in geen gevolg zouden ge- deiinuen trokken worden, al ware 't fchoon, dat 'er betref- geene aanmerking op gevallen ware; en dat fcuile* de handelende Gezanten vry briefwisfeling zouden hebben met hunne Meesters, ten wel- ken einde, den Gezanten oningevulde Paspoor- ten ter hand gefield werden, met welken zy de renboden, veiliglyk, konden afzenden. Ook weidt het Reglement op den omiïag en ftoet der Gezanten en het gedrag van derzelver be- dienden, welk, voorheen, op deNieuwmeeg- fche Vredehandeling, beraamd was, met ee- nige veranderingen, goedgekeurd en vastge- fteld (ƒ). De Keurvorst van Beieren zou gaarne ge- Voorfhg
zien hebben, dat men, van de zyde van Zwee- van ee,,e den, eene ftilftand van wapenen hadt voor- ^or-" geflaagen (g). En fommigen melden, dat de fin^ Franfchen zulk een ftilitand gaarne met de Staaten zouden hebben willen fluiten (Ä); hoe-
ff) Aft. de Ia Paix de Ryswick, Tom. I. p. mg. *5<;. jrte.
Tom. 11. p. 2, 5, 13, ly. Tindal Vul. III. [nr XVII.] V • M7- „
(g) Aft. de Ia Paix de Ryswick, Turn. 1. p. 335»
(h) TiNDAt VvU III. [e/ XV1I1.] p. 34<>, 3Ö8. Z 4
|
||||
$6ó VADERLANdsCHÊ LXIV. Öoé*;
itfsjr. hoewel de uitkomst, eerlang, fcheen te toonen,
i0------dat het Franfche Hof, zyn voordeel willende
doen met de Vrede in Italië, de Bondgenoo-
ten, en Spanje inzonderheid door de wape- nen zogt te noodzaaken tot verdrag. De voorflag van eene Wapenfchorüng hadt der- halve geen gevolg, V. De meeste Gezanten der handelende Mo- Opening gendheden te Delft en in den Haage zynde
derkby\ aangekomen, omtrent het midden van Gras- ften °t<r rnaand, oordeelde Lillieroot, dat het tyd Ryswyk. werdt, om de byeenkomst te Ryswyk te ope- nen, waartoe de Keizerfchen zig reeds be- reid verklaard hadden, 't Haperde ilegts aan de goedkeuring der Franfchen van een' Lyst der Hereenigingen, door de Spaanfchen over- geleverd (z). Eindelyk, werdt de negende van Bloeimaand vasrgefteld, tot het aanvangen der onderhandelingen, op 't Huis te Ryswyk. De Z\veedfche Ambasfadeur Lillieroot begaf zig de eerfte derwaards, in den nademiddag, fydende, in eene Koets met zes paarden, door de middelpoorten van 't gebouw, en treeden- de, langs den grooten opgang, naar de Ka- mer, die voor de Middelaars gefchikt was. Kort hierop, volgde de Baron van Preilmeyer, Gezant van den Keurvorst van Beieren: toen de Gevolmagtigden der Staaten, Boreei, Dyk- veld en van Haren: voorts, de Keizerlyke Ambasfadeurs, Kaunitz, Straatman en Sei- lern: hierna de Spaanfchcn, de Quiros en Tire-
(7) Aét. de Ia Paix dcKyswiclc, Tom. I. f, 351, 35», 353*
554- |
||||
LXIV.Boek. HISTORIE. 361
Tiremont: wyders , de Gevolmagtigden van Kjpjr;
Groot -Britanje , Pembroke en Villiers : en ------
toen de Gezanten van Keulen , Luik, Keur-
Saxen, Keur - Brandenburg, Lotharingen, de Frankifche Kreits en Wuitemberg. Alle de Gezanten der Bondgenooten zaten in Koet- fen, met zes paarden befpannen , behalve den Gezant van Lotharingen , die flegts twee paar- den voor zyne Koets hadt. Zy reeden allen, door de opening in de muur, ter regter zy- de van de groote Poort, en kwamen door den ingang der regter vleugel van 't gebouw, in de Kamers, welken men hun toegefchikt hadt. Omtrent een half uur, na dat de Ge- zanten der Bondgenooten op 't Huis te Rys- wyk gekomen waren , verfcheepen aldaar de Franfche Ambasfadeurs , Harlei, Crecy en Callieres, in Koetfen met zes paarden. Zy waren gereeden , door de opening in den muur ter linker zyde der groote Poorte , en vervoegden zig in de Kamers , die hun , ter linker zyde van de groote zaal des gebouws, werden aangeweezen , door den Heere Roo- zeboom , Agent der algemeene Staaten , die hen en alle de andere Gezanten , by derzel- ver aankomst op 't Huis, ontvangen hadt. Doch deeze plegtigheid werdt, naderhand , agtergelaaten ( k ). In de eerfte byeenkomst, welke flegts drie uuren duurde, werden de Volmagten aan den Middelaar overgegeven. Ook regelde men eenige plegtigheden, die niet
f*) Aft, He la Paix de RyswicV, Tem. ü. Avtrt. p. IV,
|
||||
352 VADERLANDSCHE LXIV.Eom
1697. met gemyd konden worden. In de volgende
fa; — byeenkomst, den elfden van Bloeimaand, wer- den de Volmagten der Bondgenooten uitgewis- feld, tegen die van Frankryk. Ook kwam men overeen , dat ieder Gezantfchap met niet meer dan ééne koets , met zes paarden , twee paadjes en twee lakeijen, te Ryswyk komen zou. Men befloot ook, voortaan, alleen des Woensdags 's morgens , en des Saturdags 's na- middags , byeen te komen. De twee volgende byeenkomften werden alleenlyk befteed, met het verder regelen van eenige plegtigheden ; over welken men eikanderen te ligter ver- ftondt, om dat men het voorbeeld der Nieuw- meegfche Vredehandelinge voor zig hadt (/}. I Iet Reglement, welk men maakte, tot voor- kominge van wanorde , werdt, daarna, goed- gekeurd en bevestigd, door hunne I loog - Mo- gendheden (»?). V/. 't Liep aan tot den twee - entwintigften , eer Eiiciien de Keizerfchen hunne eifchen of voorflagen der Kei- tot vrede , uit den naam van den Keizer en eifuui^ van 'f RvIc» aan den Middelaar overleverden, fchen. " Zy vorderden „ alles te rug , wat, federt de „ Westfaalfche Vrede en 't affcheid van Neu- „ remberg, van 't Ryk vervreemd was , by- „ 'zonderlyk , de Vesting Fryburg, in haaren „ tegenwoordigen ftaat: ook de Paltfifche „ Landen en goederen , waarvan de Herto- „ gin van Orleans volkomen afftand zou moe- „ ten
t.n TtNDAt Vol. UT. [w XVIIf.] p. 34R.
Cm) Refo!. Gener. Mercur. ia 7":!y 1<>V7« Jansjes A«. <3ä la l'aiX de Ryswick , Tom. II. i>. \*7- |
||||
LXIV.BoEK. HTS TORI E. 563
„ ten doen : nog alle de goederen der Duit- 1697.
„ fche Orde, welken in Frankryks magt wa- ——■ „ ren: wyders, Dinant en Bouillon, voor den „ Bisfchop van Luik; Brii'tk en Filipsburg, „ in den tegenwoordigen ftaat, voor den Kei- „ zer ; midsgaders , Hagenau , Weisfenburg „ en Landau ; en eindelyk voldoening voor „ alle de Stenden en Kreitfen des Ryks , met 3, naame voor de Rynfche, Frankifche, Zwa- „ bifche en Westfaall'che Kreitfen , die veel 3, van 't Franfche Krygsvolk geleeden had- „ den ( » )." De Gezanten van Lotharingen, Keulen en Luik , Trier , Wur tem berg en an- deren gaven, ten zelfden tyde en federt, hun- ne eifchen op Frankryk over (o ). Doch ee- nige Duitfche Gezanten begeerden , dat het Ryk , en niet alleen de Keizer genoemd werdt in de Volmagt der Franfchen. Ook maakten zy eenige aanmerkingen op de voorflagen der Keizerfchen , die , hier en daar , de voorreg- ten der Vorften een weinig te na fcheenen te komen (/>) : en Keur-Brandenburg in 't byzonder begeerde, dat Frankryk met hem eene afzonderlyke Volmagt wisfelde, alzo hy, in de algemeene Volmagt des Konings van Frankryk , niet met naame genoemd was (#). Ondertusfchen, hadt Lillieroot onderzogt, of de Keizerfchen verftonden , dat men een Af- fchrift hunner voorflagen overgave aan de Fran-
co« ) A&. de Ia Paix de Ryswick, Tom. II. p. a8. ( o 1 Act. de lx Paix ds Ryswick, torn. II. p. 42, 44, 87x *5t, l6l. 195, 201.
(p ) Aél de la Paix de Ryswick, Tom. II. p 49, 55»
Cj?) Act. de ia I'aas de Ryiwick, Tom. II. p. 6j. |
||||
g^4 VADERLANDSCHE LXIV.BoejcJ
|
|||||
x697' Franfchen ; waartoe zy , eindelyk , bewillig-
■
haast billyker antwoord geeven zou, dan men,
uit den eerden voorflag van dit Hof, kon op- Eifc'aen maaken (>), De Spaanfchen gaven hunne s^a voorflagen tot vrede over , op den zevenen- fchen." twintigften , vorderende de wedergeeving van een groot getal van Plaatfen in Katalonie en in de Nederlanden , die , federt de Pyreneefche Vrede, bemagtigd waren door Frankryk (j): op den voet van welke Vrede , men de zaaken EifcTien gaarne herfteld gezien zou hebben. Twee der staar- dagen te vooren , hadden de Staatfchen hunne voorflagen gedaan : waarby zy niets, dan een Verdrag van Vrede en Koophandel, en in 't algemeen voldoening voor hunne Bondgenoo- ten vorderden (*). vif« De Franfchen , de voorflagen der Keizer- Ainmer- fcnen en Spaanfchen overwoogen hebbende , derVran- vonden zeer vreemd, dat men zo verre af- fchen op week van de punten, door Callieres, den tien- de ei- den van Sprokkelmaand , overgeleverd («) ,• Bondce" en °P ^en voet van we^en » ^e byeenkomst
Booten, te Ryswyk begonnen was. Zelfs fcheenen zy ongezind tot het wedergeeven van Straats- burg en Luxemburg , beweerende dat zy , of * etfuiva- deeze Steden, of iet * van gelyke waarde had- Unt. den uitgebooden. En Boreel en Dykveld had- den , inderdaad , verklaard aan den Baron van Lillieroot, dat Callieres, zo dikwils als men van
f r") Ad de la Paix de flyswick, Tm. II. p. Ct.
(O Art. de!a Pax de Hvswick, Tor,!. II. p. fi6. ( t) Aci. do la Paix de Ryswick, Tom. II. p. 8S. C»j Zit lucr voor, hl. 35U |
|||||
LXIV.BoEK. HISTORIE. 365
van de wedergeeving van Straatsburg fprak, 169?:
altoos daarby gevoegd hadt, of iet van gelyke
waarde , ter keuze van den Keizer ; en , in 't
handelen over de wedergeeving van Luxem- burg , hadt hy ook altoos gezeid, of iet van gelyke waarde , door Spanje voor te flßan , tet keuze van Frankryk. Doch 't was, van de an- dere zyde , ook zeker, dat de Bondgenooten , zo dikwils Dykveld hun verllag deedt van 't gehandelde met Callieres over deeze punten , altoos geantwoord hadden „ dat zy de we- „ dergeeving van Straatsburg en Luxemburg „ begeerden , en nimmer over iet van gelyke „ waarde zouden können handelen:" van welk antwoord Dykveld, geduuriglyk , verllag ge- daan hadt aan den Heere van Callieres fv). Dit punt en verfcheiden' diergelyken fchee- nen de Vredehandeling te zullen vertraagen. Doch de Franfchen , willende weeten , waar- op zy te rekenen hadden, gaven den Baron van Lillieroot te verfiaan „ dat zy niet koti- „ den antwoorden op de voorflagen der Kei- „ zerfchen en Spaanfchen , voor dat deezen „ nader verklaard hadden , of zy zig begeer- „ den te houden aan de punten , den tienden „ van Sprokkelmaand beraamd , en , door „ den Heere Ambasfadeur van Zweeden , in „ de hoedanigheid van Middelaar, te boek „ gefield ; dan of zy van deeze punten af- ,, ftonden ?" De Keizerfchen en Spaanfchen antwoordden, als uit eenen mond „ dat zy „ zig begeerden te houden aan de punten „ van
O) A<ft. de U Paix de Rysvvick, Tvw. I. p SÖ4 , 266.
|
||||||
$66 VADËRLANDSCHE LXIV.BoeïT?
„ van den tienden van Sprokkelmaand, zo ver
„ dezelven een gedeelte hunner voorflagen uit- j, maakten (w)." Doch de Franfchen, dit antwoord te duister vindende , verklaarden , rondelyk „ dat zy niets zouden könnentoe- „ ftaan, dat buiten de Nieuwmeegfche Vrede s> ging s ot* buiten de Westfaalfche , zo verre „ dezelve , door de Nieuwmeegfche , ver- „ nieuwd geworden was ; dat het, derhalve, „ tegenwoordig , alleen aankwam op de uit- ^, voering van het Nieuwmeegfche Verdrag * „ waarin zy geene andere uitzondering zou- „ den können toelaaten, dan die ontftondt, „ uit het gene, federt dit Verdrag, warevoof- „ gevallen ; of uit zaaken , die de tyd en de „ omftandigheden hadden doen veranderen van „ gedaante." Zy voegden 'er by „ dat zy ge- „ reed waren om , op deezen voet, terftond, ,, in eene redelyke onderhmdeling te treeden." De voorflagen der Staatfchen behaagden den Franfchen beter. Zy verklaarden zig genegen , om , volgens dezelven , terftond , over een Verdrag van Vrede, Koophandel en Zeevaart, met hen , te handelen (#). De Keizerfchen en Spaanfchen fielden, daarna, ontwerpen op * over het eerfte Lid van een Verdrag van Vre-« de Qy) , die , naar 't oordeel der Franfchen , te verre afweeken van de Nieuwmeegfche, en hierom den loop der Vredehandelinge fcheenen te moeten fluiten. De
rw) Aft. <lc la Pais de Ryswrcf;, Tom. TT. p. t02,103, Ï04.
(.r J Act d- la Pas >le Ityswick, 'ihm. II. p. rt4. 115- (y) Act. d; la Pais de Ryswiek, Tuin. tl. f/, 115, 110, Il Sj I*«, ijl. |
||||
LXIV.BoEK. HISTORIE. 367
De Koning van Frankryk, midlerwyl be- 1^7.
fpeurd hebbende , dat men , van de zyde der-------
Bondgenooten , de zaaken zogt te herbrengen Oogme^
in den ftaat, waarin zy , by de Westfaalfche 'en .des en Pyreneefche Vreden , gefteld geweest wa- va°ninss ren , befloot, om deezen toeleg te verydelen, Frauk- en eene Vrede te verwerven naar zynen zin , ryk. den veldtogt, beide in Katalonie en in de Spaanfche Nederlanden, by tyds , te openen, en zig , terwyl de Bondgenooten , te Rys- wyk, week gemaakt, of gehouden werden , van eenige Steden meester te maaken. Hy hadt, daarenboven, voor, den Prins van Con- ti te doen verkiezen tot Koning van Poolen. Koning Joannes Sobiesky was, in Zomermaand des voorleeden jaars , overleeden : en daar hadden zig , ten deezen tyde , reeds verfchei« den' mededingers tot de Kroone opgedaan. Doch de Franfche Ambasfadeur , Abt van Po- lignac, hadt veele ftemmen weeten te win- nen voor den Prinfe van Conti, die, tot Koning verheeven zynde , gefchaapen ftondt, de belangen van Frankryk te bevorderen, ten nadeele van die van het Huis van Oos? tenryk, Terwyl deeze handel in Poolen gedreeven vi.11,
werdt, bragt Lodewyk de XIV. zyn Leger, Vcidtóg« in de Spaanfche Nederlanden, zó vroeg te in de velde, dat de Bondgenooten , eerst eenen ge- ^"n-, mimen tyd na hem , gereed waren. Koning deriaim Willem was, niet voor 't begin van Bloei- den, maand, in Holland gekomen (s) ; daar eeni- ge f,?) TiMMt Val. IN. [erXVlfl.] />. J-pi
|
|||||
•
|
|||||
363 VADERLANDSCIIE LXIV.BoEKr
JI5P7. ge onpasfelykheid hem verhinderde, fpoedig
_____genoeg te vertrekken naar het Leger. De
Duitfche troepen kwamen ook traaglyk aan,
DeFr«n- By't Franfche Leger, bevonden zig drie Maar- fchenbc fcbalken, Vüleroi, Bouflers en Gttinat: doch legeren (je laatfte , als de ervaarenfte , hadt het op- Aath' perbevel over de belegering van Aath , die , omtrent het midden van Bloeimaand, onder- nomen werdt. Vauban diende ook in 't beleg. Vüleroi en Bouflers hielden 't oog op de be- weegingen der Bondgenooten. Op de eerfte tyding van het beleg van Aath, begaf Ko- ning Willem zig naar het Leger der Bondge- nooten in Brabant, en hieldt een mondge- fprek met den Keurvorst van Beieren , wien hy verklaarde , dat hy niet gezind was, eenen man te waagen , om eene Stad te ontzetten , die de Franfchen toch met de Vrede zouden moeten te rug geeven. Ook vondt hy 't be- leg van Dinant, welk hy ligtelyk zou hebben können onderneemen , terwyl Catinat voor Aath lag, t'eenemaal ongeraaden ; alzoBrus- fel, in zulk een geval, bloot gelegen zou heb- ben voor de aanflagen van Vüleroi en Bou- flers. Hy maakte zig alleenlyk meester van eene voordeelige Legerplaatfe, op welke de vyand het oog gehad hadt : zonder, in dee- zen korten veldtogt, iet te onderneemen. De Stad Maar Aath , dat zig flaauwelyk verdedigde , Reeft zig ging , twaalf dagen na het openen der Loop- uveN graaven , over , by verdrag , op den vyfden van Zomermaand (ö). Voorts, werdt'er niets
(O Danifl Journal, p. CLXXXV1I. Tiwdal Fol.lll. j>
XVUi.J p. 3»V-'3l<« |
||||
LXIV.BoEK. HISTORIE. $fy
niets ondernomen in de Spaanfche Nederlan- is^j
den, geduurende de Vredehandelinge. De . Koning van Groot-Britanje en de Staaten kwa- men, ten deezen tyde, overeen met den Her- toge van Holftein-Gottorp, om de drie rege- menten, welken zy van hem in dienst hadden, nog eenigen tyd, in dienst te houden (b). Maar in Katalonie, floeg de Hertog van ik,
Vendóme, weinige dagen na het overgaan Barcelo«- van Aath, het beleg voor Barcelona, beide na l'elï' te water en te lande. Hy hadt egter geen verovenj volks genoeg, om de Stad t'eenemaal in te door d» fluiten. De belegerden hielden, derhalve, ge- Fnw- meenfchap met den Graaye van Velatko, On- fchen* derkoning van Katalonie, die een klein Le- ger op de been bragt tot ontzet. De bezet- ting was tienduizend man fterk, en ftondt onder bevel van den Prinfe van Hesfen - Darm- ftad, die, na 't omhelzen van den Room- fchen Godsdienst, door het Spaanfche Hof, met het Bevelhebberfchap over Barcelona, vereerd geworden was. Ook verdedigde hy de Vesting wakkerlyk, deedt verfcheiden' ge- lukkige uitvallen, en betwistte den vyand den grond, voet voor voet. Vendóme fchreef, eindelyk, aan den Koning, zynen Meester, dat hy 't beleg fchandelyk zou moeten op- breeken, zo men hem geen meer volks toe» zondt. Hierop werden hem eenige troapen toegefchikt, die in Languedok en Provenca gelegen hadden, De Plaats werdt toen hevi- ger £i) RefoL Holi. 18, a(ï July 1657. */. 305, gij.
XVI. Deel. Aa
|
||||
370 VADERLANDS CHE LXIV.Böek.
ttyj. ger aangetast, dan te vooren. Het Legertje
» onder Velasko werdt overvallen en gellaagen. De vyand, de buitenwerken der Vestinge
kng hevig befchooten hebbende, maakte zigy eerlang, meester van den bedekten weg; en wat laater, van een bolwerk; waaruit hy, reeds meer dan eens, verdreeven geweest was. Toen lieten zy eene myn fpringen, onder een ander bolwerk, welk zy, insgelyks, bemag- tigden. Van deeze twee bolwerken, op wel- ken Vendóme batteryen opwierp, werdt de Stad zo hevig gebombardeerd en befchooten, dat het Hof van Madrid , eindelyk , bevel zondtaan den Prinfe van Heïfen - Darmftad, om de Stad op te geeven, by eerlyk verdrag, welk, den tienden van Oogstmaand, getekend werdt. De Prins hadt nogtans zo veel eers ingelegd niet het verdedigen van Barcelona, dat hy, kort hierna, tot Onder-Koning van Katalonie verheeven werdt. Het inneemen van deeze aanzienlyke vesting bevorderde de Vrede kragtiglyk. De gemeenfchap tusfchen Spanje en Italië was, hierdoor, afgefneeden. Het Spaanfche Hof luifterde, derhalve, meer dan te vooren, naar de voorflagen des Konings van Frankryk (c). X, Doch de Franfchen vergenoegden zig niet, Fraufche met het aantasten der Spanjaarden, in Kata-
Krygsbe-ionie en in de Nederlanden: zy hadden, in incest- '£ voorjaar, op kosten eener Franfche Maat- indie.CS" fchappye, eenige Oorlogsfchepen in zee ge« bragt,
(e~) Danisl Journal,?. CLXXXVJJ. Tinbal W. Hl. f>-
XVJH.] p- *gf-353» |
||||
LXIV.Boäk. ft TS T 0 R I E. %f%
bragt, die» onder 't bevel van den Heere de t^t
Pointh, gezeild waren naar Amerika, om de - Spaanfche Westindifche Vloot te veroveren. Pointis, te S. Domingo gekomen, werdt ver- fterktmet eenige fchepen, en met een groot getal van BoekatHen of Vrybuiters, die zig, hier, by hem voegden. Midlerwyl, hadt de Spaanfche Vloot de Havana reeds bereikt, weshalve Pointis befloot, naar Kartagena te zeilen, en zig van deeze voornaame Stad der Spanjaarden in Zuid-Amerika meester te maa- ken. Voor de Plaats gekomen, vondt hy de gelegenheid om te landen zo gevaarlyk, dat hy eerst twee Sterkten aantastte en verover- de: waarna Kartagena zelf, te water en te lande, belegerd werdt» De Stad, niet tydig genoeg onderfteund wordende, gaf zig, eer- lang, over, by verdrag, op den vyfden van Bloeimaand. De Franfchen hadden bedon- gen, dat hun al het goud, het zilver en de edel-gefteenten der Ingezetenen zouden ge- leverd worden. Doch men wil, dat het groot - fte gedeelte van de fchatten, reeds voor her. beleg, naar afgelegen oorden , landwaards in, gevoerd ert verweken was ; zo dat hier minder buits behaald werdt, dan men gehoopt hadt. Pointis zelfheeft dien egter op agt mil- Koeneri kroonen begroot. Kartagena, niet te houden zynde, werdt, kort hierna, ver- daten. Pointis verviel, op de terug reize, onder een Engelfche Vloot, veel talryker tfan de zyne; doch hy omzeilde ze, gelukkig- lyk. Ook ontweek hy, daarna, een Engelsen fis^uader, onder den Kommandeur Nom's, Aa a. welk |
||||
3*2' VADERLANDSCHE LXlV.Bosic;
16*7. welk in S. Jans baai lag; en op het einde van
m,-----■ Oogstmaand, kwam hy, behouden, te rug in
de haven van Brest. De Engelfche Vloot ver-
loor, daarentegen, haare meeste manfchap, in Westindie, door ziekte; en voerde niets uit, op deezen togt, behalve dat zy eenige Franfche Volkplantingen afliep en verwoestte. De Markgraaf van Nesrnond, die 't bevel voer- de over zes Franfche Oorlogsfchepen, verover- de, in Oogstmaand,zesryke Engelfche Koop- vaarders. Ook hernam d'Iberville de Sterkte Nelfon, in Nieuw Frankryk, na 't veroveren van drie Engelfche fchepen; een van welken De Fran- in den grond geboord werdt (d). Doch de fchen be-Engelfchen leeden alleen niet ter zee, otn- ^agti" trent deezen tyd. De Heer du Guai-Trouin hadt Holland- z*g» i° Grasmaand, meester gemaakt van de fche HoÜandfche Koopvaardyvloote, die van Bil- Koop- boa kwam, na 't bemagtigen van drie Oor- v?ootY~ logsfchcPen? die deeze Vloot geleidden («). De Baron van Wasfenaar, Heer van Star- renberg, 't bevel voerende over deeze Oor- logsfchepen, werdt, by deeze gelegenheid , zwaarlyk gewond en gevangen genomen. Zy - ne dapperheid, in dit gevegt getoond, wordt, in de /aantekeningen van du Guai-Trouin zei ven, hooglyk geroemd. Na dat hy geneezen was, werdt hy den Koning aangebooden, die hem, met veele tekenen van agtinge, ontving (ƒ). XL 't Gemeen was zeer misnoegd, over 't be- S»m der leid C<n Daniel Journal, f. CLXXXVIJ. TWDAl Vê. III. [er
XVI Ji.] p. om—,ir,8. CODambl Jonmil, p. CI.XXXVJ. if) Ov GUAi-Taouw Mewoir. f.4<S—55. |
||||
LXIV.BoEK. HISTORIE. tff
leid der zeezaaken, vooral in Engeland, daar itpfi
de Koning zelf geene zwaarigheid maakte om -■■ onbedreeven was. De Admiraal Rusfel werdt, £en • in boven anderen, befchuldigd; en men riep, iandfë« in Engeland en hier, te fterker om vrede, hier. naar gelang dat de Franfchen, die voorheen, voor de Engelfchen en Staatfchen hadden moeten onderdoen, magtiger en gelukkiger werden, in den oorlog ter zee (g). De ver- eenigde Staaten hadden, midlerwyl, in Hooi- maand, beflooten nog agttien Oorlogsfchepen aan te bouwen (ß). De voorfpoed der Franfche wapenen, in xir.
de Westindien, in Katalonie en ïn de Spaan- Staat vat» fche Nederlanden, zou den Koning van Frank- l'ooleiu ryk in ftaat gefteld hebben, om de Bond- genooten te noodzaaken tot eene vrede naar zynen zin, zo 't hem, met de verkiezing van eenen Koning van Poolen, niet geheellyk bui- ten zyne gisfing gegaan ware. Polignac hadt den Koning, zynen Meester, verzekerd, dat de Prins van Conti, zekerlyk, de meeste ftem- men winnen zou, zo hy zig, in perfoon, naar Poolen begave. De Koning deedt, derhalve, eene Vloot uitrusten, te Duinkerken, die den Prins van Conti naar Dantzig voeren zou. Doch eenige Engelfche Oorlogsfchepen hiel- den de Franfche Vloot lang beflooten in de haven. Midlerwyl, hadt de Poolfche Adel haast gemaakt met de verkiezing, ende Kroon ge-
fff") Tindal VoL Itl. lor XVUI.] p. 358}
C*y JLefoi. Ho«. tOjtilyiOvï. M. jig. |
|||||
Aa 3
|
|||||
$74 VADERXANDSCHE LXIV.BoEiu
t«97. genoegzaam te koop geveild aan de meestbie-
*—-----denden. De Primaat van Poolen y verde voor
den Prinfe van Conti. De Keizer deedt zyn
best, om Prins Jakob, Zoon van den overlee- den Koning, te doen verkiezen tot zyns Va- ders opvolger. Verfcheiden andere mededin-» gers werden openlyk genoemd. Doch fommi- gen waren in heimelyke onderhandeling ge- treden, met Fredrik Augustus, Keurvorst van Saxen, die, eerlang, bewoogen werdt, tot het verlaaten van den Lutherfchen en het aanneemen van den Roomfchen Godsdienst. Voorts, deedt hy zyne troepen trekken naar dè Poolfche grenzen: hy fpilde agt millioe- * nen onder de Poolfche grooten, en beloofde hun de bevestiging van alle hunne Privilegien,
zo zy hem verkooren tot Koning. Ondertus* fchen, wist niemant, dat hy eenige gedagten ' hadt op de Kroone van Poolen. In de Lente deezes jaars, deedt hy eene reis naar Wee- nen, voorgeevende, dat hy aldaar eenige fchikkingen maalcen moest op den oorlog in Hongarye. Ook verfpreidde men,dat hy, dee- zen Zomer, 't bevel voeren zou, over 't Kei- zerlyke Leger aldaar. Doch hy verliet het Weener - Hof, onverhoeds, zynde 'er, tusfchen den Keizer en hem, zo men voorgaf, eenig misverftand ontftaan , waarvan niemant de reden bevroeden kon. Hy ftelde zig, daarna, aan 't hoofd zyner troepen, en verwekte, in 't eerst, merkelyke agterdogt in den Keur- vorst van Brandenburg. Doch toen men hem, daarna, door Silezie, zag trekken naar de Poolfche grenzen, befpeurde men duidelyker, waar
|
||||
LXIV.BoEK. HIST O R I E. 375
•waar hy 't op gemunt hadt. Weinige dagen i«p^
voor den tyd, tot de verkiezinge gefchikt, —— verklaarde hy zig een' mededinger naar de Kroon. De Keizerfchen koozen zyne zyde. De Franfche party was egter de fterkfte by de De Keur- Verkiezing: doende aanhang der andere me- vorst van dedingeren, ziende dat zy, voor zig zei ven, ^d'ttot te kort fchooten, voegden zig allen by dien Koning van den Keurvorst van Saxen, die, kort hier- van Poo- op, voor Koning uitgeroepen werdt De Pri- |cn vor_ maat gaf, terftónd, kennis aan 't Franfche koore"° Hof van 't gene 'er voorgevallen was, fterk dringende op de overkomst van den Prinfe van Conti, die van krygsbehoeften, en voor- al, fchreef hy, van geld rykelyk voorzien moest zyn. Doch de Keurvorst van Saxen was voor hem gereed. Zyn geld en Krygsvolk waren by der hand. Het Hof van Weene« gaf hem getuigenis van zyne aanneeming van den Roomfchen Godsdienst. En terftónd na dat hy verkooren was, trok hy voort, met zyn Leger, naar Krakau. Kort hierna, werdt hy gekroond, in fpyt van Frankryk, en tot groote vreugde van de Keizerfchen.- Doch zyne onderzaaten in Saxen zagen zyne ver- heffing ongaarne. Veelen vreesden, dat hy zyne erflanden uitputten en bederven zou, om zig te handhaaven, in de nieuwverkree- gen' waardigheid. Zulken ook, wien dePro- teftantfche Godsdienst ter herte ging, voor- fpelden zig weinig goeds, uit den afval, ge- ïyk zy't noemden, van eenen Vorst, wiens Huis een der oudfte en fterkfte fteutifeien der Aa 4 Her- |
||||
g;6 VADERLANDSCHE LXIV.Boek:
i«9?. Hervorminge geweest was. Doch 't gevolg
ner Vreeze. De nieuwe Koning van Poolen toonde wel haast, dat hy vry was van byge- loovigen eerbied voor de Geestelykheid, en dat men geene vervolging van hem te, wagten hadt. De Prins van Conti ftak, eindelyk, in zee, en kwam voorDantzig: alwaar men eg- ter niet gedoogen wilde, dat hy, anders dan met klein gevolg, aan land tradt. Hy ver- zeilde, derhalve, naar Marienburg, daar hy, door de hoofden van zynen aanhang , ont- vangen werdt. Men zogt hem over te haaien, om af te ftaan van het geld, welk hy mede gebragt hadt, en beloofde, hem, in 't kort, met eene aanzienlyke magt, te zullen onder- fteunen. Doch hy hadt hier geene ooren naar, ten ware men, vooraf, een bekwaam getal volks byeen bragt. De nieuwe Koning deedt, midier wyl, eenige troepen aantrekken op de weinige manfchap, welke de Prins van Conti medegebragt hadt, en die ligtelyk verftrooid werdt. De Prins, eindelyk, geene kans zien- de, om meester te worden van de Kroon, keerde, tegen 't najaar, onverrigter zaake, naar Duinkerken te rug. Koning Fredrik Au- gustus werdt, terftond, erkend door den Paus, die, meer dan iemant, ingenomen was met Invloed zulk een' aanzienlyken nieuvvbekeerde. De iieerer .Koning van Frankryk verlangde fterker naar verkie- vrecje ? (jan hy gedaan zou hebben, zo hy den de gVre«P PfUls van Conti hadt können doen verheffen iiehande» op den troon van Poolen; in welk geval, hy itog« den |
||||
LXIV.BoEK. HISTORIE. $77
|
|||||
den Keizer veel fpels zou hebben können be- 169?:
rokkenen in Hongarye (t). Doch het Fran- ------3
fche Hof wist zig, eerlang, zelfs van de ver-
kiezinge van den Keurvorst van Saxen tot Ko- ning van Poolen, of liever van deszelfs over- gang tot den Roomfchen Godsdienst te be- dienen, om. tweedragt te verwekken in het DuitfcheRyk: gelyk wy, ter zyner plaatfe, zullen melden. Een ongemeen voorval bragt, midlerwyl, XTir.
veel toe, om Fredrik Augustus te bevestigen De(jj!a" op den troon van Poolen. Peter Alexowitz, j[™ ie us" Czaar van Muskovie, zig, door het bemagti- doetee- gen van Azof, de vaart naar de zwarte zee ne reis, geopend hebbende, hadt, federt, beilooten, do(?r de Scheepvaart in zyn Ryk aan te moedigen, Ja„d en de woeste zeden zyner Onderdaanen, in Holland veele andere opzigten, te befchaaven en te en Eng«, verbeteren. Zyn voorneemen was, de Wolga ,aud* en de Don te vereenigen, door een' gegraa- ven' vaart, langs welke, hy allerlei fcheeps- behoeften zou können doen voeren naar A- zof; daar hy werven dagt aan te leggen, be- kwaam tot het aanbouwen eener Oorlogsvlpo- te, van welke hy zig, in tyd en wyle, zou können bedienen tegen de Turken. Doch al- zo zyne onderdaanen onbedreeven waren in de fcheepsbouwkunde, befloothy, inperfoon, naar Holland en Engeland, te reizen, en zig daar te laaten onderregten in deezen konst, en in andere weetenfchappen, tot de zee- vaart behoorende. Hy vaardigde, eerlang, een
P) Tl.NO.tt FW. III. [«r XVIII.] p. 359—262, 3(56.
Aa 5
|
|||||
3?8 VADERLANDSCHE LXIV.Boek;
«fp7. een Gezanrfchap af aan de algemeene Staaten,
-------welk eenige punten, den Koophandel betref- fende, hadt te regelen, en, daarenboven, hei* melyk, onderftaan moest, of men hem ook zou willen byfpringen, in den ontworpen oor- log tegen den Turk. De Gezanten waren niet lang weg geweest, of de Czaar volgde hen, in onbekend gewaad, en flegts van twee of drie dienaars verzeld. Hy onderhaalde zyne Gezanten fpoedig, en deedt, federt, de reize, in hun gevolg. In Pruisfen, ontdekte hy zig aan den Keurvorst van Brandenburg , der- waards getoogen, om een waakend oog te houden, op 't gene 'er, ter gelegenheid der verkiezinge van eenen Koning van Poolen, zou voorvallen. De Czaar nam ook deel in deeze verkiezing, bedugt, dat een Koning naar den zin van Frankryk, ligtelyk, vrede maaken zou met den Turk, om hem den oor- log aan te doen: waardoor zyne uitgeftrekte oogmerken gedwarsboomd, of verydeld zou- den worden. De Franfche party was fterkst, in Litthauwen. De Czaar gaf, derhalve, be- vel, om een Leger uit zyn gebied te voeren naar de grenzen van dit Gewest, en 'er, op de eerfte fyding van eenen binnenlandfchen kryg in Poolen, in te rukken. En men wil, dat de vrees hiervoor Poolen in rust hieldt, en den nieuwen Koning op den troon beves- tigde. De Czaar , zyn reis voortzettende , kwam, in Oogstmaand, in Holland, daar zy- ne Gezanten, terftond, gehoor verwierven, by de algemeene Staaten, zonder dat 'er, zo veel my gebleeken is, ten deezen tyde, > iet met
|
||||
LXIV.BoEK. HISTORIE. 379
met hen geflooten werdt. Wat laater, hieldt 1597.
de Czaar een mondgefprek met Koning Wil---------
lem, te Utrecht. Terwyl hy in Holland was, Hy oe-
oefendehy zig, te Amfterdam, in het Scheeps fe"jf zi5* timmeren met eigen'handen, zonder, op de RQrfam timmerwerf, anders dan Pieter genoemd te in het " willen zyn. De Czaar en zyne Gezanten ver- Scheeps-. toefden hier, tot in 't begin des volgenden tlul!ne~ jaars. Toen ftak dit aanzienlyk gezelfchap reu* over naar Engeland, daar het, tot in Bloei - maand, verbleef. De Czaar keerde wederom naar Holland; doch hieldt 'er zig nu maar ruim veertien dagen op. Hy nam, van hier, zyncn weg naar Weenen, daar hy, eenen ge- ruimen tyd, dagt te blyven. Doch eenige flinkfche handel ten Hove van Muskou, be- lleken door de Prinfesfe Sofia, zyne Zuster, riep hem fpoediger naar huis, dan hy yerwagt hadt. De beweeging was, egter, voor zyne te rugkomst, t'eenemaal geftild. Doch de meeste fchuldigen werden, met de dood, ge- ffcraft. Esnigen werden, zo men wil, door den Czaar, met eigen' hand, onthalsd (Ji), De byzonderheid van zulk eene reize verdien- de wel, dat wy 'er, hier, in 't voorbygaan, van gewaagden, 't Vervolg deezer Gefchie- denisfe zal ons gelegenheid geeven, om meer- maaien van deeze.n beroemden Vorst te fpree- ken. Nu eischt de orde des Verhaals, dat wy tot de Ryswykfche Vredehaodeling we- derkeeren. De
(f) Burnüt Vol II. p. 107. Trun/a l'el. III. [w XV^iJ.]
f 3O2—iöö. Memoir. <ic ürarii'.cU. i?, a«5. |
||||
SÜo VADERLANDSCHE LXIV. BöÈitf
|
|||||
1697. De Franfche Gevolmagtigden hadden, ge-
------- lyk wy, te vooren, verhaald hebben, gewei-
xiv. gerd te antwoorden op de eifchen der Kei-
Vervolg zerfchen en Spaanfchen, die meer vorderden, wyUfehe* ^an ^ ^e Nieuwmeegfche Vrede vastgefteld Vrede- was. Ook fcheen hun de wyze van handelin- Tiande- ge by punten, die, door de Keizerfchen en linge. Spaanfchen, begonnen was, veel te langwy- lig. De Keizerfchen begeerden, derhalve, op het einde van Zomermaand, dat de Franfchen zelven een algemeen Ontwerp van een Ver- drag zouden maaken, gefchikt naarde pun- ten , waarover men, voor het openen der by- eenkomfte, eens geworden was. Lillieroot, aan wien deeze voorflag gefchiedde, ant- woordde „ dat de Franfchen mogelyk weder- „ om alleen van de Nieuwmeegfche Vrede „ zouden willen fpreeken." Doch de Keizer- fchen hernamen „ dat zy dan aangaan zouden, „ tegen de vooraf vastgeftelde punten, en de „ Vredehandeling eerder fchynen af te bree- „ ken, dan voort te zetten." De Spaanfchen bewilligden, eerlang, ook in den voorflag der Keizerfchen. Aath was verlooren: Barcelona belegerd: 't welk de Spaanfchen handelbaar- der maakte. De Gevolmagtigden der Keizer- lyke en Katholyke Majesteiten hielden, nu en dan, een mondgefprek met d© Franfchen, die aannamen, een ontwerp van een Verdrag te zullen maaken; doch zy verklaarden, te ge- lyk „datzy daarin niet zouden können gaan „ boven de Nieuwmeegfche Vrede; fchoon „ zy, onder 't handelen,veclligt, eenige pun- „ ten deezer Vrede zo zouden verklaaren, „ dat
|
|||||
LXlV.BoEK. HISTORIE. 3^1
„ dat niemant hun, met reden, zou kon- ,69?.
„ nen befchuldigen, dat zy den Bondgenoo----------
„ ten geen genoegen hadden gezogt te gee-
„ ven (/). Terwyl de Franfchen arbeidden aan een Geru£:
Ontwerp van een Verdrag met het Keizerryk <kt de en met Spanje, handelden zy, dagelyks, met ^?"^ a{* de Staatfchen, en met eenige andere Bondge- zw,der. nooten, zo vertrouwelyk naar 't fcheen, dat lyk mee 'er een gerügt ontftondt, dat de Staatfchen, dePran» onder de hand, geflooten hadden met Frank- jj''"^ ryk: 't welk egter, door deezen, plat uit ont- hadden, kend werdt (m). Zo veel was 'er egter van, dat de Staatfchen, op den zevenden van Hooi- maand, een Ontwerp van een Verdrag had- den overgeleverd, welk den Franfchen niet kwalyk behaagde. Het kwam genoegzaam o- Ontwerp vereen met het Nieuwmeegfche. Eenige pun- van Vre- ten , die thans niet te pas kwamen, waren 'er <je> d°or uitgelaaten: eenige anderen waren 'er bj'ge- fCehena*^ voegd, en onder deeze laatften, was 'er één, Engei- waarby vergoeding begeerd werdt van de fcha- fchen den, die Frankryk den Staaten hadt aange- ?v,er!\e* daan, door het beflaan en verbeurdverklaaren ever ■ van veelen fchepen, Koopmanfchappen en an- dere goederen, voor de aankondiging des oor- logs (n). Weinige dagen laater, gaven ook de Engelfchen een Ontwerp van Vrede over aan den Middelaar, welk geene byzonderheden behelsde. Alleenlyk, werdt 'er de flipte uit - voe-
f I") A&. <Ie la P.Vxtle Ryswirk Tom. II. p. i,t8,i49,iS>
... O) TiNiML VU. W. [fir XVIII. ] f. 367. (r; ) Act. Uc ij Paix 4« Ityswuk, 2V». II. p. 174, |
||||
3Öi VADERLANDSCHE LXIV.Boê*;
IÄ97. voering in begeerd van het afgezonderd punf
------- der Nieuwmeegiehe Vrede , betreffende heg
Prinsdom Oranje O). Doch met de Engel-
fchen en Staatfchen viel weinig te handelen, dan 't gene de Vrede, tusfchen de andere Alge- Bondgenooten enFrankryk, betrof. De Fran- mecn fehen leverden, op den twintigften van Hooi- Onwerp maand, een Ontwerp eener algemeene Vre- feben?"* d£ overi waarby zy „ de Verdragen van Mun« „ fter en Nieuwmegen tot een grondflag lei- „ den van het tegenwoordig Verdrag; doch „ op zulle eene wyze, als deeze twee Verdra- ai gen famengefmolten waren in dat van „ Nieuwmegen, welk, derhalve, zou wor- „ den aangemerkt, als beide de Verdragen „ vervattende, en geagt worden, woordelyk* r „ in het tegenwoordig Verdrag ingevoegd te t, zyn, zulke punten alleenlyk uitgenomen,
„ waaromtrent, in het tegenwoordig Ver- „ drag, verandering gemaakt werdt. De her- „ eenigingen, na de Nieuwmeegfche Vrede * „ gedaan, door de Kamers van Mets en Be- „ zan?on, en door het Opper-Geregtshof van „ Brifak,zouden vernietigd worden. Straats- 5, burg zou, of ontmanteld te rug gegeven „ worden, of, in plaats van deeze Stad, zou „ Frankryk Frybnrg en Brifak afftaan aan 9, den Keizer. Hunningen en de brug aldaar „ over den Ryn gelegd zouden geflegt wor- „ den: ook de werken, aan de overzyde van '„ dien ftroom, by Fort Louis en elders. Kehl „ en Filipsburg zouden worden terug gege« „ ven»
(O Aft. de!» Püix de Ryswick, Tom. II. p. I??»
|
|||||
♦
|
|||||
LXIV. Boek. HISTORIE. 3^
„ ven, mids de Vesting werken van Filips- 169^
„ burg, ter linker zyde des Rynsftrooms ge- ----—
„ maakt, geflegt werden. De Hertog van
„ Lotharingen zou herfteld worden, in de „ Staaten, die Hertog Karel, zyn Oud-Oom, „ voorden jaare 1670, bezeten hadt. Nan- „ ei, Bitsch en Homburg zouden hem, ge- „ flegt, te rug gegeven worden. Voor 't o- „ verige, zou men zig, ten opzigte van Lo- „ tharingen , houden aan het Verdrag van „ Nieuwmegen. Trier zou den Keurvorst „ worden ingeruimd. De nieuwe werken „ van Mont-Royal en Traarbach zouden „ geflegt worden. Doch de werken van Saar- „ Louis, welke Plaats Frankryk begeerde te „ behouden, zouden in den tegenwoordigen „ ftaat blyven. De Keurvorst van de Palts „, zou, in zyne bezittingen, volgens de West- „ faalfche Vrede, herfteld worden, en 'sKo- „ nings Schoonzuster, de Hertogin van Or- „ leans, alleen zulk een gedeelte van d.ezel- „ ven genieten, als haar, volgens de Ryks- „ wetten, toekwame. Het Verdrag, in 't voor- „ leeden jaar, geflooten met den Hertoge van „ Savoje, zou geagt worden, van woord tot „ woord, in het tegenwoordig Verdrag, be- „ greepen te zyn. De Kardinaal van Furftem- „ berg zou, in zyne goederen en voórregten, „ met naame in het Bisdom van Straatsburg „ en in de Abtdye van Staveio, herfteld wor- „ den. Aan den Koning van Spanje zouden „ Bergen, Charleroi, Kortryk en Aath, in de ti Nederlanden, en Rofès, Gironne en Bel- „ ver, in Katalooie, terug gegeven worden. „ ZtÏÏs
|
||||
r
|
|||||
3$4 VADERLANDSCHE LXIV.Boek;
\6o7. „ Zelfs Luxemburg en 't Graaffchap Chiny,
*■----- „ ten ware men eikanderen, over iet van ge-
„ lyke waarde, verftaan kon. Zo 'er verfchil
n tusfchen de twee Koningen viel over de „ grensfcheiding, zou de uitfpraak daarvan „ verbleeven worden aan de Staaten der Ver- „ eenigde Gewesten. Dinant zou den Prinfe „ van Luik te rug gegeven worden, in den „ ftaat, waarin het was, toen Frankryk het „ in bezit nam. De Koning van Spanje zou, „ daarentegen, het Eiland en de Sterkte Pon- „ za inruimen aan den Hertoge van Parma. „ Zweeden zou, uitdrukkelyk, in dit Verdrag , „ begreepen zyn: en verder alle zulke Mo- „ gendheden, welken men, wederzyds, noe- „ men zou, voor de uitwisfeling der bekrag- „ tigingen, of binnen zes maanden daarna." Het ontwerp, welk men zig voorbehieldt, te vermeerderen, met eenige algemeene of by- zondere punten, behelsde, voorts, de gewoo- ne Leden van een Verdrag van Vrede (^>), De Franfchen verftonden, dat het overeen- kwam met hunne eerften voorflag van den Zy wit- tienden van Sprokkelmaand: en, voorgee- ïen daar- ven(je> onredelyk te vinden, dat zy altoos ge- voor1*" bonden zouden blyven aan de voorgeflaagen* eenen voorwaarden, terwyl het den Bondgenooten bepaal- vryftaan zou, dezelven te aanvaarden, of den tyd njet. verklaarden zy, by 't overleveren van iHi zvü. ^un ontwerP» dat zv z*g met langer aan het
' zelve verbonden zouden rekenen, dan tot het einde van Oogstmaand, naastkomende (q), D§
(* ) Act. de 1» Palx He Rysw;clt Tnm- II. p- 213.
[4) Ai'k. (ie UPaix iie Rysw.«k,7b«. II. f, 9jQ, |
|||||
LXlV. Boek. HISTORIE. 385
De Keizerfchen en Spaanfchen namen , on- 169/.
dertusfchen, gantsch geen genoegen in het ——m Fransch Ontwerp. De laatften waren, in wei- XV. nige dagen , gereed, om 'er hunne aanmer- DeKei" kingen tegen in te leveren. „ 't Kwam hun, "snaan. „ zeiden ze, voor, dat het Ontwerp, gedeel* fchen „ telyk , een antwoord was op hunne voor- neemen „ flagen, welk de Franfchen, tot hiertoe, ge- '«geea j, weigerd hadden te geeven. In dit opzigt, fsj}9-^ „ zouden zy 't dan beantwoorden. In 't al- ^anmer- „ gemeen, hielden ze 't Ontwerp af te wyken kingen „ van den voorflag van den tienden van Sprok- jjer „ keimaand. Kortryk en Aath moesten te rug f^^' „ gegeven worden , met derzelver Kasfelcyen „ en 't gene 'er verder van afhing : de Piaat- ,, fen in Katatonie, op zulk eene vvyze, als ,,- zy , by hunne voorflagen, begeerd hadden. „ Van iet anders , in de plaats van Luxem- ,, burg, konden zy niet hooren fpreeken. ,, Wegens de hereenigingen , hadden zy , te „ vooren, lysten overgegeven, uit welken, al- „ leenlyk, zevenentagtig Plaatfen waren uit- j, gemonfterd , door de Franfchen. Zy ver- ,, trouwden, dat men nu geene zwaarigheid ,, maakte , om ook deeze Plaatfen te rug te 9, geeven. De gefchiüen over de grensfchei- t, dinge konden, geduurende de Vredehan- „ deling, wel afgedaan worden, Hetgefchue „ en de wapenen , in Luxemburg gevonden, „ behoorden te rug gegeven te worden , om #, dat de Stad ingenomen was , voor het ver? „ klaaren van den oorlog. De Hertog van Par? „ ma kon zig, zo hy regt op Ponza oordeel« „ de te hebben, vervoegen aan zyne Katho- XVI Deel. B b „ ly- |
||||
S86 VADERLANDSCHE LXIV.Boek;
1697. „ lyke Majefteit, die hem goed regt zou doen.
„ hoorden , tegen eikanderen , vereffend ge- „ rekend te worden , en de fchade vergoed , „ die Frankryk den onderzaaten van Spanje , „ tegen de wetten des oorlogs , hadt toege- „ bragt O)." Aanmer- De Keizerfchen waren, met hunne aanmer- kingen kingen op het Franfche Ontwerp, niet gereed, zerfchen voor ^en vy^en van Oogstmaand. Zy oor-
' deelden „ dat het, in 't Latyn , moest opge- „ fteld geweest zyn , en dat men byzondere „ Verdragen maaken moest, met ieder der „ Bondgenooten, die in den oorlog waren „ ingewikkeld geweest. Men behoorde ook „ het Duitfche Ryk en den Keizer niet van „ een te fcheiden ; maar te vejrklaaren , dat „ men met den Keizer en het Ryk in onder- „ handeling getreden was. De Westfaalfche „ Vrede was wel begreepen in de Nieuw- „ meegfche , zo ver de Jaatfte geene veran- „ dering gemaakt hadt in de eerfte ; doch zo „ ver dit gefchied ware , was 't noodig * dat „ het tegenwoordig Verdrag geichikt werdt, „ op den voet van beide de Verdragen , en „ niet op den voet van het Nieuwmeegfche „ alleen. Straatsburg moest te rug gegeven „ worden , met het voorregt, welk het eer- „ tyds hadt, van, naamlyk, alleen en onmid- „ delyk, af te hangen van het Roomfche Ryk. „ De Keurvors»; van Trier moest niet alleen n in de Stad Trier, maar ook in alle zyn e „ an-
(r) Ac?, de la Paix de Ryswick, Tom. II. p. 353,
|
||||
tXIV.BoEK. HISTORIE. $?
„ andere voorregten , ten opzigte van het
j, Aartsbisdom van Trier , het Bisdom var» „ Spiers, de Abtdy van Prumen en de Proost- „ dy van Weisfenburg herfteld worden. Bri- „ fak en Filipsburg behoorden te rug gegeven ,, te worden , in voldoening van een gedeelte „ der fchade , door den Keizer en het Ryk, „ geleeden , in den tegenwoordigen oorlog , „ en wel met alle de Sterkten en werken , ter „ wederzyde des Rynftrooms. Het Huis van „ Lotharingen moest, in 't volkomen bezit „ van dit Hertogdom, herfteld worden. Naar« „ demaal de Dogters van de Palts verftekeo „ waren van de Vaderlyke erfenisfe, by ver- ,, fcheiden' inftellingen en gewoonten van het „ Paltfifche Huis, kon de Hertogin van Or- „ leans niet geagt worden , eenig regt te heb« ,, ben op de nalatenfchap van den Keurvorst, „ haaren broeder. De Keizer wilde het Huis „ van Savoje herftellen , in alles , wat aan „ het zelve , by de Westfaalfche en Nieuw- „ meegfche Verdragen , was toegedaan. Zo „ men den Adel en de Geestelykheid van der* „ Elzas in derzelver regten herftelde , zou „ de Keizer ook , in eene behoorlyke herftel- ,, ling van den Kardinaal van Furftemberg, „ en van de Kanonniken , die zyne zyde ge- v volgd hadden , geene zwaarigheid maaken. „ 't Gene , in het Franfche Ontwerp, den „ Koning van Spanje betrof, lieten de Keizer- „ fchen gaarne aan de overweeging der Spaan- g, fchen; doch zy zouden zig altoos kanten, a, tegen eene overgifte van Luxemburg aan >, Frankryk , wat 'er ook mögt tegen afge« Bb a „ ftaan |
||||
388 VADERLANDSCHE LXIV.Boek:
i«P7. „ ftaan worden. Het Hertogdom van Bouil-
•------„ Ion behoorde , zo wel als Dinant, te rug
„ gegeven te worden aan den Keurvorst van
,, Keulen , als Bisfehop van Luik. Voorts, „ moest ook de Grootmeester der Duitfche „ Orde (i) herfteld worden in de Kommande- „ ryen, bezittingen en regten, door Frankryk v op hem veroverd. Aan het Huis van Wur- „ temberg , en byzonderlyk aan den tak van „ Montbeliard moest te rug gegeven worden , „ 't gene dit Huis in den Elzas plag te bezit- „ ten. Ook moest Frankryk belooven , gee- „ ne verandering te zullen maaken , omtrent „ de Ryksleenen in Italië. Ten befluite , be- „ hielden de Keizerfchen ook aan zig het „ regt, om nieuwe erfchen te voegen by dee- „ zen , en de voorllagen , die de Franfchen „ verder doen mogten , te beantwoorden naar „ behooren (f)." Aanmer- De Gezanten der Keurvorften en Vorften kingen des Duitfchen Ryks , vastgefteld hebbende , der Ryks-üit eigen hoofde, met de Franfchen te hande- ^"an* len, waarop de Keurvorst van Brandenburg in 't by zonder zeer gezet was , hadden , een ige dagen voor de Keizerfchen, hunne aanmerkin- gen op het Frahfche Ontwerp ingeleverd. Zy verfchilden niet veel van die der Keizerfchen (#); welken zelfs, naderhand, behoudens de byzondere bedenkingen , welken zy op eenige wei-
C s ■) Aft. de h Pa'x de Ryswick , Tom. II. p. S93.'
( *) VaUz Aft. de la Paix de Ryswick, Tom. il. p. 275. ( 1) Zie zyne eifclien , in de Afl(s d» la Paix de
fatwci , Tom. II. p. 375. |
||||
LXIV.BoEK. HISTORIE. 389
|
|||||
weinige punten hadden , door de Ryks Gezan- 1697.
ten, werden goedgekeurd («_). , . -------
Oogstmaand , voor 't einde van welke , de De Fratt-
Keizerfchen en Spaanfchen zig verklaaren fcheo ie« moesten op het aanneemen of afwyzen van verf" het Franfche Ontwerp , was meer dan half ^ler Ja„ verloopen, toen de Franfchen den Baron van de her- Lillieroot een' Lyst overleverden van de eenigde Plaatfen in 't Ryk , welken Frankryk zig , by P',a!l"€? wege van hereeniging , toegeëigend hadt, en wetten * nu gezind was , af te ftaan. Zy beloofden , zy terug by deeze Lyst „ de Stad en het Hertogdom geeven, „ Tweebrugge te zullen ftellen in de magt willeB* „ des Konings van Zweeden, om 'er het zelf- „ de genot van te hebben, welk hy 'er van „ zou hebben getrokken, voor de hereeniging „ met het Bisdom van Mets van den jaare „ 1680. De Kasteelen en Graaffchappen van „ Valdensz, eenige goederen van den Hui- „ ze van Hanau - Ligtenberg , de Landen van „ Mark , Marmontier en Ochfenftein, de „ Heerlykheden van Oberftein , Salms en „ Langeftein , het Slot Lutfelburg , de Heer- „ lykheden Altheim en Ottweiler zouden al- „ len aan de regte eigenaars te rug gegeeven „ worden. Ook zou de Hertog van Wurtem- „ berg, in 't bezit van Montbeliard, Blamont „ en Chatelot, en de Keurvorst van de Palts „ in 't bezit van de Stad Germersheim her- „ fteld worden (v)." Doch deeze Lyst vol- Zy voT- deedt den Keizerfchen niet. Zy ftelden'er een t]o-1 dsn op, Keizs>
f») A&- de 11 Paix de Ryswick, Tom- II. p. 3.17>34©! 342.
(v) Act. iie la faix de ßyswick, Tom. II. p. 381. Bb 3
|
|||||
390 VADERLANDSCHE LXIV.Êoéei
* t«9^ op, waarby zy veel meer Plaatfen vorderden (w)>
:-----— De Franfchen beloofden, desonaangezien, zig
ifchen te zullen houden aan de Lyst der Keizerfchen,
^Sli uitgenomen alleenlyk in opzigt van de Plaat- fen in de Elzas , welk Landfchap zy verklaar- den gehegt te zyn aan de Kroone van Frank- ryk (#). XVf. Doch zo veel voldoehing kreegen de Kei- P* Fran" zerfchen niet op de aanmerkingen , die zy op zoeken net F^nfche Ontwerp van Vrede gemaakt afzon- hadden, en die fommigen der Bondgenooten deriyk te zelven onredelyk vonden. De Franfchen * fluiten befpeurende , dat de Spaanfchen niets van em der '* g^ig1 hadden ingebragt tegen hun Ontwerp, Bondge- noorden zig luttel aan de aanmerkingen der iiooten. Keizerfchen, en deeden, federt, hun best, om met de voornaamfte Bondgenooten afzonder- lyk te verdraagen : waarna het hun niet moei- lyk vallen zou , eenige Plaatfen aan den Ryn- kant te behouden , welken zy reeds verklaard hadden , te rug te willen geeven (j/). Zy maakten dan een nieuw Ontwerp van Vrede met Spanje afzonderlyk , waartegen de Spaan- fchen een ander Ontwerp opftelden (z): en 't verfchil tusfchen de twee Ontwerpen was zo groot niet, of het kon ligtelyk vereffend wor- den. Men hadt, federt eenigen tyd , om de Vredehandeling te bekorten , beflooten , niet meer fchriftelyk, maar mondeling te hande- len , te Ryswyk. De Franfchen hadden zig han*
(w") Aft. 'Ie laPaix de Ryswick , Tom. II. p. 383.
f #") Aft. de la Paix de Ryswick, Tom. II. p, 402.
CiO Tindal Vél. Hl. Ut XVIII. ] p. 371.
\z) Aft. de la Paix de Ryswick, Tom, III. p. 1, 18. ,'
|
||||
LXIV.BoEK. HISTORIE. ®t
|
|||||||
handelbaarder gedraagen, na dat zy tyding i<5?r.
gekreegen hadden van de verkiezing des Keur- Doch deeze zelfde tyding bragt te wege , dat de Keizerfchen hunne ftreng fterker trokken dan voorheen : 't welk de Engelfchen , de Staatfchen en de Spaanfchen zelven ongaarne zagen. De laatften verlangden, inzonderheid, De om , op de Franfche voorwaarden, te fluiten, Spaan- na dat men, op't einde van Oogstmaand, ken- nceig"n nis gekregen hadt van het verlies van Barcelo- 'er toe. na (ö). Doch dit verlies maakte kleinen in- druk op de Keizerfchen en Duitfchen , die de maand verloopen lieten , zonder den Fran- fchen veel nader te komen. Op den dertig- Uiterfte ften, leverden zy hunnen uiterften last, ge- |?s^ der lyk zy fpraken , over, verklaarende , by den JyJteT zelven, uit den naam van den Keizer en vän het Keizerryk ,, dat zy zig hielden aan de „ herftelling der Westftalfche en Nieuwmeeg- „ fche Vrede , zo dikwils , door Frankryk, „ aangebooden ; dat zy Straatsburg , met de „ Baljuwfchappen daaronder behoorende , „ aannamen, znllende men, omtrent het fleg- „ ten eeniger Vestingwerken , zulke voorfla- „ gen doen , waarin beide de partyen genoe- „ gen zouden können neemen. Dat het ver ' „ nietigen der Hereenigingen van Mets, Be- „ zancon en Brifak eene afgedaane zaak zou „ gerekend worden , 't zy de Plaatfen , in de „ overgegeven' Lysten , gemeld waren , of „ niet: doch 't verfchil over de, tien Steden „ in
O) TiNDAt VolU], [w XVIII.] f.374.
Bb 4
|
|||||||
r
/ |
|||||||
S9* VADERLANDSCHE LXIV.Boek.
iêty. „ in de Elzas zou aan de uitfpraak van on-
„ ter voldoeninge van Lotharingen , weder-
„ zyds , nadere voorflagen doen en hoorert n zou. Dat de Kerk en het Kapittel van Luik „ vertrouwden , dat zyne Allerchristelykfte „ Majefteit hen in het bezit hunner onbe- „ twistbaare regten zou herftellen. Dat men „ de overige punten in gefchil, in den ver- „ deren loop der handelinge , zou können ,, vereffenen (#)." De Baron van Lillierooc werdt ernftelyk verzogt, de Franfchen te wil- len beweegen tot het aanneemen deezer voor- flagen : doch de tyd was te kort, om dit te De Pran. doen, voor't einde van Oogstmaand. Ook fchen was het Franfche Hof, op de tyding der ver- Straatj- overmge van Barcelona , welke men verwagt- burg niette » dat Spanje driftig maaken zou om te flui- afilaan, teil, veranderd van gedagten, en niet gezind, fchoon Straatsburg over te geeven : 't welk het ge« voorente wigügfte was » waarvan de Keizerfchen , in hadden' hunnen jongfteli voorflag , gewag gemaakt aange- hadden. De laatfte dag van Oogstmaand was, booden. derhalve , zo dra niet verloopen , of de Fran- fchen leverden den Ambasfadeur van Zweeden een Gefchrift over, gedagtekend den eer- ften van Herfstmaand , waarin zy te kennen Hnn gaven „ dat de gezegende uitflag van den te- nadere w genwoordigen veldtogt, den Koning , hun- voorflag. i9 nen ivieester , wel billyke oorzaak fcheen „ te geeven , om de aanbiedingen tot Vre- „ de , voorheen gedaan , te beengen ; en dat „het
C>) Aft. de la Pais de Ryswick Tom. IIL p. 35.
|
||||
LXIV.BoEK. HISTORIE. 393
„ het einde van den tyd , by hem beraamd,
„ om zyne voofige voorflagen aan te neemen, „ hem ook in volkomen'vryheidliet, omnieu* „ we voorwaarden te vorderen. Nogtans wik „ de hy zig van de voordeden, in den tegen* „ woordigen veldtogt verworven , niet bedie* „ nen, dan om de Vrede, zo veel fpoediger, „ te bevorderen , en in zyne voorflagen gee- „ ne verandering maalcen, dan in die punten , „ welken, tot hiertoe, de algemeene rust ver- „ hinderd hadden. Hy ontfloeg den Keizer, „ hierom , van de zorg der keuze tusfchen „ Straatsburg of iet van gelyke waarde , en „ ftelde vast, deeze Stad voor zig te behou- „ den , dezelve , met het Kasteel, en het ge- 8, ne'er, ter linkerzyde des Rynftrooms, on-
„ der behoorde , voor altoos , hegtende aan „ de Kroone van Frankryk ; doch de onder- „ hoorigheden van Straatsburg , ter regrerzy- 9, de der riviere gelegen, wilde hy overgeeven
,, aan hun, die 'er regt op hadden. Fryburg, v Brifak , Filipsburg en de Vesting Kehl zou- „ den aan 't Ryk te rug gegeeven worden. „ Omtrent Lotharingen zou men zig houden, „ aan den voorflag , te vooren gedaan. De „ Sterkten , door den Koning , ter regter zy- ?, de des Rynftrooms , opgeworpen , zouden „ geflegt, de bruggen , welken hy over de „ riviere hadt doen leggen,, afgebroken wor- 5, den, behalve alleen dat gedeelte der brugge „ van 't Fort Louis, welk, uit de Elzas, naar „ dat Fort leidt. Doch hiertegen vorderde „ zyne Majefteit, dat de brug van Filipsburg, „ insgelyks, afgebroken , en de Sterkte , ten U b 5 „ein-
|
||||
594 VADERLAKDSCHE LXIV.Boek:
jt<Sp7. „ einde deezer brugge , aan de Franfche zyds
■ „ opgeworpen, geflegt werdt; zo dat deRyn, „ voortaan , het Duitsch en Fransch gebied
£ van een fcheidde, en de toegang naar Frank- „ryk zo wel geflooten werdt, als die naar „ Duitschland. Voorts, wilde zyne Majefteit „ Barcelona aan den Koning van Spanje te „ rug geeven , zo dra de Keizer en 't Ryk „ bewilligd zouden hebben , in den afftand „ van Straatsburg. In de voorwaarden , aan „ Spanje voorgeflaagen , maakte zyne Maje- „ fteit geene verandering. Alleenlyk, ver- „ wagtte hy , dat de Katholyke Koning niet „ dringen zou op de behoudenis van eeni- „ ge Dorpen , in de Kasfelrye van Aath, die „ zyne Majefteit alleenlyk begeerde , om de „ gemeenfchap tusfchen Doornik en Condé „ open te houden , ten nutte van den Koop- „ handel der eerstgemelde Stad , en tegen „ welken hy afftondt van alle de voordeden, „ welken hy , uit de verovering van Aath, „ zou hebben können trekken. Doch alzo „ 't niet redelyk ware , dat zyne Majefteit „ altoos alleen verpligt bleeve, om zyne be- „ langen op te offeren aan de algemeene Zy ftei- „ Vrede , verklaarde hy, dat, zo zyne vyan- len eenen^ den, langer dan tot den twintigften van naderen ^ Herfstmaand , uitftelden, zyne aanbiedin- fluiten!tC *t Sen te omhelzen , hy de vryheid aan zig „ behieldt, om daarna nieuwe voorwaarden „ te vorderen : in welk geval, de rampen „ des oorlogs alleenlyk zouden können ge- „ weeteri worden aan hun , die niet met zy- „ ne
|
||||
LXIV.Boek. HISTORIE. 39$
|
|||||
\, ne Majefteit wilden medewerken, om'er een 169?;
3, einde van te maaken (c)." ——s De Keizerfchen ftonden verbaasd , over Xvu.
deezen nieuwen voorflag der Franfchen , in Bekom- eenen tyd , dat Spanje , week gemaakt, door mering het verlies van Barcelona, fterk neigde om te £" fluiten. Zy zagen ligtelyk, dat de aanbieding fCi,en J om Barcelona te rug te geeven , alleenlyk ge- over den fchied was, om Spanje over te haaien tot een naderen byzonder Verdrag. Zy wisten , dat hieraan ]j°°p„jj. de verbreeking hing van het Groot Verbond ; fChen. alzo Groot-Britanje en de Vereenigde Gewes- ten genoegzaam gereed waren om te fluiten. Vooral, ontfchoot hun, dat de Franfchen hun naauwlyks drie weeken tyds lieten , om zig te verklaaren : 't welk hun te moeilyker vallen moest, om dat zy nu Straatsburg zouden moe- ten misfen, welk hun, te vooren aarigebooden geweest was. Ook hoopten zy op eenen voor- , lpoedigen veldtogt aan den Ryn, daar het Keizerlyk Leger dat der Franfchen overtrof in manichap , en hierom aanvallender wyze begon te oorloogen. Al dit bragt de Keizer- fchen in merkelyke verlegenheid. De Gezan^ ten der Keurvorften en Vorften vonden zig, insgelyks, bedremmeld : vooral, na dat men berigt ontving , dat de Vrede met Spanje , Groot-Britanje en de Staaten zo goed als ge- flooten was , hebbende Koning Willem , in een geheim gefprek in Brabant, daaraan de laatfte hand doen leggen. Doch dit verdient een weinig byzonderer ontvouwd te worden. Ter-
[O Aa. de Ia Pais ilc Ryswick, Tem. til. f. 47.
|
|||||
396 VADERLANDSCHE LXIV.Boek.
|
|||||
i6$?» Terwyl de Vredehandeling te Ryswyk
-------traaglyk voortging, vondt Koning Willem ,
XVtll. die zig toen in 't Leger der Bondgenooten ,
hanteii!? *n ^raDant» hevondt, geraaden, den Graaf vamkagvan Portland te doen treeden in eene heime- Maar- lyke onderhandeling met den Maarfchalk de fchaikde Bouflers, over eenige zwaarigheden , die 't Eouflers fluiten der Vrede verhinderden, en van wel- Craave ken de voornaamfte Koning Jakob betrof, van Port- Koning Willem was nu wel verzekerd, dat de Jana, tot Koning van Frankryk hem, by't fluiten der rlnVOdde Vrede , voor Koning van Groot - Britanje er- Vredef kennen zou ; doch hy wist nog niet, op welk eene wyze, men, aan het Franfche Hof, Ko- ning Jakob zou aanmerken ; en zo lang hy dit niet wist, was 't niet veilig, te fluiten met Frankryk. De Jakobiten in Engeland hadden zig, eenen geruimen tyd, gevleid met de hoop, v , dat Koning Willem niet zou erkend gewor- den zyn , al trof men fchoon de Vrede met Frankryk. Doch toen zy deeze hoop begon- den op te geeven, waanden ze nog, dat Ko- ning Willem de Kroon flegts bedingen zou voor zyn leeven, en dat dezelve, na zyn overlyden, wederom op Koning Jakob, of op deszelfs nakomelingen verfterven zou. Maar ook hierin bedroog hen hunne verwagting. Konin-» Koning Jakob , ondertusfchen , befpeurende» lakob* dat Frankryk ongezind , of buiten ftaat was , zoekt de om hem te herftellen, hadt de Roomschge- Uondge. zinde Vorften onder de Bondgenooten, door en vooral rec*enen 5 gezogt over te haaien , om zyne zy- deR00m.de te kiezen. Immers men hadt, reeds voor fchifi op eenigen tyd , meer dan één Gefchrift ver- "— fpreid |
|||||
LXIV.BoEK. HISTORIE. 397
fpreid op zynen naam, waarin beweerd werdt, 1697.
„ dat het belang van den Godsdienst inzon----------
„ derheid de Katholyke Vorften beweegen zyne zy-
„ moest, om zyne herftelling op den Troon de te „ van Groot -Britanje, by de Vredehandeling, CIU „ te bewerken ; ja dat de Protestantïche Vor- „ ften zelven reden hadden , om hierin famen 9, teftemmenmet de Katholyken (</)." Doch deeze Gefchriften vonden geenen ingang. Ko- ning Jakob hadt ook ernftelyk aangehouden, om eenen Gezant te mogen zenden te Rys- wyk : doch 't was hem , door de Bondge- nooten , eenpaariglyk , ontzeid , en de Fran- fchen zelven hadden 'er niet fterk op ge- ftaan, verzekerd, dat de Vredehandeling gee- nen voortgang hebben kon , zo men dit den Bondgenooten , en vooral Koning Willem wil- de vergen. Het Franfche Hof gaf evenwel , openlyk , voor, dat de Koning den onttroon- den Vorst niet verlaaten; maar met Engeland, welk buiten de Vrede geflooten ftondt te wor- den alleen in oorlog blyven zou. Doch dit voorgeeven ftrekte nergens anders toe, dan om de Jakobiten, welken men zou können noodig hebben , in geval de Vrede niet getrof- fen werdt, te vleijen, en om de tegenwoor- dige Regeering van Engeland te fterker tot vrede te doen neigen. Koning Jakob, onder- tusfchen, afgeweezen te Ryswyk, hadt, reeds in Zomermaand , een Gëfchrift doen uitgaan , waarin hy zig beklaagde „ dat de Prins van „ Oranje hem van zyne Kroone beroofd hadt; „ doch
(*) Fftez Act, de ia Pafx de Ryswick, Tm. I, £.413,451.
|
||||
393 VADERLANDSCHE LXIV.Boek?
'1697. „ doch dat de liefde tot zyn volk , hierom,
•-------„ niet verminderd was in zyn hert; dat hem
„ ten onregte naarging , dat hy een heimelyk
Ily ver- „ Verbond geflooten hadt met Frankryk. Hy klaart w verklaarde, op zyn Koningklyk woord, dat n°°v ee' » ky nóóit eenig Verbond met deeze Kroon, bond mét « en vee* "^11 noS een Verbond tegen Bond- i rankryk „ genooten, die in den tegenwoordigen oor- geQooten^ log gemengd waren , hadt geflooten. Hy l.e heb' „ herhaalde zyn verzoek aan de handelende „ Mogendheden, om tot zyne herftelling te ar- „ beiden, en hy verzekerde hun, dat de Vre- „ de beftendiger zou zyn , als hy ze , na zy- „ ne herftelling, bekragtigde, dan ze zou kun- „ nen wezen, wanneer ze bekragtigd werdt, „ door eenen Prins , die geen regt op de j, Kroon hadt, en wiens kinderen zelfs waren „ uitgeflooten van de opvolging , by de zoge^ ,, naamde fchikking, welke, na zyne indrin- Hy pro- i> ging, gemaakt was. Doch naardemaal hy mteert „ befpeurde , dat de Bondgenooten voor- tegen da ^ hadden , deeze indringing des Prinfen van Vrede. ^ Oranje te ftellen tot eenen grondflag der „ Vrede , moest hy, tegen alles, wat 'er *ururt>a " met ^en * m^n§er geflooten zou worden ,
teur, ' ■>, op 't kragtigst, protesteeren: gelyk hy , by „ deezen , deedt, houdende het zelve voor „ nietig en van onwaarde , en verklaarende, „ dat noch hy , noch zyne opvolgers daaraan „ eenigszins verbonden zouden gerekend wor- „ den £0-" Doch dit Gefchrift werdt, te llyswyk , niet ingeleverd ; maar flegts , door den
(f) Vn'iav Act. de la Paix 4e Rysvyick. Thpi- II. p> 404«
|
||||
LXIV.BoEK. HISTORIE. 399
|
|||||
den druk , verfpreid onder 't gemeen. Men t^97i
floeg 'er geheel geen agt op , onder de Bond-----—-.
genooten. Koning Willem hadt egter groot
belang, om zig te verzekeren aangaande de inzigte van Frankryk omtrent Koning Jakob , en hiertoe diende de geheime handeling tus- fchen Bouflers en Portland, die, in Hooimaand of eerder , aangevangen was. Twyfelagtig is 't, wie van beide verzogt hebbe in hande- ling te komen : alzo fommigen zulks van Bou- flers , anderen van Portland verhaalen. Vier- maalen waren zy byeen geweest: en de laat- fte reize, waren zy , uit het open veld, daar zy eikanderen ontmoet hadden , geweeken naar een huis in de Voorftad van Halle, ■ ■daar fchryfgereedfchap klaar ftondt, endaar, in een uur tyds, verfcheiden' punten op 't papier gebragt werden , waarin , fchryven fommigen , de Gevolmagtigden te Ryswyk misfchien , in geen jaar , zouden hebben kon- nen overeenkomen. De Graaf van Pordani onderzogt „ hoe Frankryk zig omtrent Ko- „ ning Jakob zogt te gedraagen , en of 't wel „ mogelyk zyn zou , deezen te onderfteu- „ nen , na dat men Koning Willem erkend „ zou hebben ? " Bouflers antwoordde „ dat Bouflerj „ zyne Allerchristelykfte Majefteit niet zou verklaart „ können bewoogen worden , om zig,, open- £oe „ lyk , en by 't Verdrag van Vrede , te ver- ,(™fnrf „ binden , dat hy Koning Jakob niet meer jacob, „ befchermen zou ; doch dat hy, onder de voor- „ hand , wilde belooven , hem geenen onder- 'aan • ,„ ftand te zullen bewyzen , noch Koning ^ tce „ Willem , ter zyner oorzaake , eenigszins, merkeu.- „te
|
|||||
400 VADERLANDSCHE LXIV.BoERi
i6p7. „ te zullen ontrusten. Zelfs zou hy Koning
.------ „ Jakob verzenden van 't Hof , en naar
„ Avignon of naar Italië doen vertrekken."
Doch hy vorderde daartegen „ dat Koning „ Willem aan de Gemaalinne van Koning j, Jakob vyftigduizend ponden fterlings in 't ,, jaar deedt betaalen ," zynde deeze fomme haar te vooren beloofd geweest, na dat Ko- ning Jakob , die nu , ten opzigte des Engel- fchen volks , reeds als dood kon aangemerkt worden , zou overleeden zyn. Men bewillig- de , van wederzyde , in deeze punten (f), die, door Boufiers en Portland, getekend wer- den. Koning Willem verliet, kort hierop, het Leger, en vertrok naar Dieren, den Graaf van Portland zendende naar den Haage , met be- rigt, aan de byeenkomst der Bondgenooten , Koning >, dat hy , ten opzigte van zyne belangen, en Willem M van die zyner Koningkryken , zo verre toom 7.1$ m eens geworden was met Frankryk , dat het om'me't »> fluiten eener algemeene Vrede , hierom, Frankryk „ niet langer behoefde verwyld te worden : «e fluiten. n waarom hy de andere Bondgenooten en „ den Keizer in 't byzonder , op 't ernftigfte, „ vermaande tot het aanwenden van al hun „ vermogen, om dit grootewerk tot een fpoe- „ dig einde te brengen (g). " Sommigen willen, dat, in de handeling tusfchen Boufiers en Portland, ook de eerfte grondflag gelegd werdt van het Verdrag van Verdeeling der , ■ « Spaan« {ƒ) Veia A&. del» Paix Ue Ryswick, Ton. III. 1>. 172.
Ig) rtURNBT Pot. H. p. 200---202. TlNUAi F»U III. [*4
XVilI.] p, 375 — i77-
|
||||
LXIV.BoEK. HISTORIE. 401
|
|||||
Spaanfche heerfchappyen (/£) , waarvan wy , 1697.,
hierna , zullen moeten fpreeken. Doch hier-----=—~
van is my geen duidelyk blyk voorgekomen.
De boodfchap des Graaven van Portland xix.
veroorzaakte nieuwe beweeging onder de DeKeï- Keizerlyke en Ryks- Gezanten , die de Vrede "r(£hen met Spanje, Groot-Britanje en de Staaten het fleuaj. nu zo goed als geflooten hielden. Zy gaven ten der zig egter veel moeite, om het tekenen der- Vrede zelve te beletten , of te doen verwylen. Zy te doetl vermaanden de Spaanfchen , om zig niet te J^P' laaten vergenoegen met iet van gelyke waar- de , in de plaatfe van Luxemburg : waartoe zy meenden , dat de Franfchen hen zouden zoeken te beweegen (i). En op den elfden van Herfstmaand, leverden zy den Staatfchen een Gefchrift over , waarin zy vertoonden, „ dat de Staaten der Vereenigde Gewesten „ zig , by het Groot Verbond , verpligt had- „ den , om niet te handelen van Vrede , veel „ min vrede te fluiten , dan met gemeene „ bewilliging; dat men egter, tegenwoordig, „ vernam , dat de Staaten , nevens Engeland 9, en Spanje, hunne Verdragen met Frank- „ ryk zo ver gebragt hadden , dat 'er niet „ meer dan het fluiten en tekenen aan ont- ,j brak , onaangezien de Keizer en het Ryk „ geenszins zo verre gevorderd waren , kon^ ?, nende zy nimmer eene verzekerde en eer- ?, lyke Vrede fluiten , op de voorwaarden , „ tot hiertoe , door Frankryk aangebooden, „ Dat
.(//) TiNDiL Fol. Hf. [ur XVflt.] p. 377.
<_ i) Ait. de la I'aix de Uyswick , Tom. III. p. 83
XVI. Deel. Cc
|
|||||
402 VADERLANDSCHE LXIV.Boek.
t697. „ Dat hunne Hoog-Mogendheden zig ligte«
____ „ lyk zouden können herinneren , dat de
,,.,/• „ Keizer en het Ryk niet in de * vooraf-
toairês. „ gaande punten hadden willen bewilligen , „ dan onder verzekering van de Gevolmag- „ tigden van Engeland , Spanje en den Staat, , dat men zyn best doen zou , om by het ], Verdrag zelf te bedingen , 't gene aan de „ voorafgaande punten ontbrak , en 't gene , „ nogtans, tot eene goede Vrede in 't Duit- fche Ryk, vereischt werdt. Op deeze ver- " zekeringen , was men , federt, van wege " den Keizer en 't Ryk , in onderhandeling " getreeden : doch Frankryk hadt, in zyne " laatfte veklaaring, de voorafgaande pun- " ten den bodem in geflaagen , en de zaaken " der Bondgenooten , en vooral die des Kei- ", zerryks gefteld in erger ftaat, dan zy ooit " te vooren geweest waren. Nogtans , twy- 'l felde men niet , of hunne Hoog-Mogend- ' heden , zig herinnerende hunne verpligting " en het gemeen belang der Bondgenooten, '* zouden, nevens den Keizer en het Ryk, '' blyven dringen op het voldoen der voor- " afgaande punten. Doch zo Frankryk , te- " gen alle verwagting , hiertoe niet mögt wil- " len verftaan, en zo Spanje, zyne getrouwe " Bondgenooten verlaatende, eene afzon- " derlyke vrede mögt willen fluiten , werden " hunne Hoog - Mogendheden , uit den naam " der Keur-en andere Vorften desDuitfchen " Ryks, gebeden, dat zy verklaaren wilden , " of het Ryk zig zou können verlaaten op ", hunnen wezenlyken byftand , in gevolge " „ van |
||||
LXIV.floEK. HISTORIE. 403
„ van het Groot Verbond, op da: zy, van lXs97.
„ hunne zyde, zouden mogen befl uiten , tot ____
„ de bekwaamfta middelen om den oorlog
„ met ernst door te zetten ; en om ook an- „ dere Mogendheden, die belang hadden by „ de rust van Europa, hiertoe over te haaien. „ Van de zyde der hooge Bondgenooten, „ kon men de Staaten verzekeren , dat, be- „ halve de troepen der yyf verbonden' Kreit- „ fen , op den voet van zestigduizend man, p, daar onder begreepen die van Beieren , „ welke de zesde uitmaakte, en van welke „ thans vierduizend man in daadelyken dienst „ waren; zonder ook de troepen van den Kei- „ zer en van de andere Bondgenooten dea „ Ryks , die nog niet getreden waren in het „ gemelde Verbond der Kreitfen , mede te „ rekenen; zyne Keizerlyke Majefteit en de „ andere Rykskreitfen hun aandeel in het al- „ gemeen Ryks-Leger zouden opbrengen: „ welke magt gevoegd zynde by de poogin- „ gen , welken de andere gewapende Staaten „ zouden willen aanwenden , Legers zou uit- „ leveren , in ftaat om voordeelige ondernee- „ mingen te doen, aan den kant des Duit- „ fchen Ryks. En zo zyne Britannifche Ma- „ jefteit en hunne Hoog - Mogendheden het „ zelfde befluit neemen wilden tot voortzet- „ tinge des oorlogs , tot dat men Frankryk „ gebragt zou hebben tot naarkominge der „ voorafgaande punten, waarop men eene „ zekere , eerlyke en algemeene Vrede zou s, können bouwen , twyfelde men niet aan ee- „ nen goeden uitflag der vereenigde poogiu- Cc a „ gena |
||||||
404 VADERLANDSCHE LXIV.Boek^
|
|||||
1697. „ gen : weshalve, de Gevolmagtigden van.
-------„ hunne Hoog - Mogendheden in 't byzonder,
„ gebeden werden, het befluit hunner Heeren
„ en Meesteren hierop > fchriftelyk, te willen
„ verklaaren (£)."
Redenen, Wat antwoord , op deezen voorflag, van
dia de wege hunne Hoog - Mogendheden , gegeven
Staaten w/>rdt 9 en 0f 'er wei eenjg antwoord op kwa-
docnnei- me » zou ^ n^ct k°nnen verzekeren. Doch
getu de uitkomst leerde , binnen weinige dagen, dat de Staaten niet gezind waren , om in den oorlog te volharden. Koning Willem was voldaan , en geneigd tot vrede. De Staaten hadden geenen lust om , ten behoeve hunner Duitfche Bondgenooten alleen , in den oor- log te blyven. Ook was 'er weinig ftaats te maaken op de belofte , van wege het Ryk ge- daan , om talryke Legers op de been te bren- gen. De ondervinding van vroeger' tyd en van den tegenwoordigen oorlog zelve hadt geleerd, dat de Duitfche hulp traaglyk by- kwam. Wat Spanje betreft; aan dit Ryk werdt alles wederom gegeven, wat 'er, in den tegenwoordigen oorlog , op veroverd was, en meer daartoe ; zo dat het in beter' ftaat ge- raakte , dan het, by de Nieuwmeegfche Vre- de , gebragt was. De Staaten werden voor- zien van eenen beteren voormuur in de Spaan- fche Nederlanden, dan zy, by de Nieuwmeeg- fche Vrede , gekreegen hadden , en hadden , hierom ook, reden om te fluiten met Frank- ryk. En deeze Kroon ftondt te gereeder veel aan
C*} Act. de Ia pajx de Ryswick. Turn. ID. p, 86,
|
|||||
LXIV.BoEK. HISTORIE. 405
aan Spanje af, om dat men , ten deezen ty- 1697:
de , Koning Karel naauwlyks eene maand lee--------•
vens meer toefchreef: na wiens overlyden,
Lodewyk de XIV. bckwaamer gelegenheid hebben zou , om zig van een gedeelte zyner Staaten meester te maaken , als hy met ee- nigen der Bondgenooten afzonderlyk gefloo- ten , en de kragt van 't Groot Verbond daar- door verbroken hadt; of als hy den Keizer hadt genoodzaakt, tot eene Vrede naar zy- nen zin. De noodlottige twintigfte van Herfstmaand x*«
yerfcheen eindelyk, en de Spaanfchen , En- ^«riie" geliehen en Staatfchen maakten zig gereed doen nog tot het tekenen der Verdragen , waarover eenen men , reeds te vooren , eens geworden was. voorfla?» Doch op het punt dat dit ftondt te gefchie- JJft'JJJ den , dceden de Keizeifchen nog eene uiter- ten der fte pooging , om het fluiten deezer Verdragen Vrede. te voorkomen. Zy begeerden op de Staat- fchen „ dat zyde Plaatfeii, die Frankryk, in „ ftede van Straatsburg, aangebooden hadt* „ moesten doen vermeerderen , zo veel mo- „ gelyk ware; byBrifak, Fryburg, Kehlen „ Filipsburg , doende voegen Landau , Fort- „ Louis, Mont-Rojal en Saar-Louis ; ook „ verbetering der voorwaarden voor Lotba- ,, ringen verwervende. Dat zy den tyd , tot „ het fluiten der Vrede , tusfehen den Kei- „ zer , het Ryk ( Lotharingen daar onder be- „ greep en) en Frankryk , moesten doen ver- „ lengen, tot den eerften van Slagtmaand „ aanftaande. Dat zy eenen wederzydfehen „ ftilftand van wapenen moesten zoeken te Cc 3 „ be- |
||||
4o5 VADERLANDSCHE LXIV.Boek.
1697. r> bedingen , mids Frankryk , terftond , zyne
—— „ troepen te rug trok van den ontwyfelbaa- „ ren Ryksbodem ; geene andere troepen der- „ waards zondt; noch zelfs naar de Ryks- „ grenzen , die in 't bezit van Frankryk wa- „ ren , en mids alles in den tegenwoordigen „ ftaat bleeve, zonder dat men eenige nieu* „ we werken opwierp , of eikanderen eenig „ nadeel toebragt (/)." Doch de tyd was te kort, om over dit alles thans beding te maaken. De Spaanfchen , Engelfchen en Staatfchen vonden ongeraaden , den beraam- den dag voorby te haten gaan, zonder te fluiten. De Vrede, De AmbasfadeuïS der voornaamfte hande- tusfchen lende Mogendheden waren , op deezen ge- Frankryk wjgtjgen dag , vergaderd, op 't Huis te Rys- enSpanfè wvk- Die van Spanje , Groot - Britanje en de Groot- 'Staaten hadden vasrgefteld , te tekenen ; doch Urkanje zy verfchilden , onderling, welk van de drie en de gereedgemaakte Verdragen eerst zou gete- ter^nde- ^end worden. Eenigen verftonden , dat het Ter7.yHe, Verdrag met Spanje , waarover men eerst wordt se- eens geworden was , ook eerst behoorde ge- tekend. te]{end te worden. Doch de Franfchen be- geerden , 't Verdrag met Spanje niet te teke- nen , voor zy die met Groot-Britanje en met de Staaten getekend hadden. Ook maakten de Engelfchen zvvaarigheid , om hun Verdrag eerst te tekenen. Men twistte hierover , eene korte wyle. Eindelyk , booden de Gevol- magtigden der Staaten aan , hun Verdrag eerst te
CO Aft. de Ia paix de Ryswick, Tooi' UI. p. 10%
|
||||
LXIV.BoEK. HISTORIE. 407
te tekenen; gelyk zy, omtrent een uur na 1697.
midiernagt, deeden. Omtrent ten twee uu- ——— ren, tekenden de Engelfchen, en ten drie uu- ren de Spaanfchen. Alle drie de Verdragen werden, ter wederzyde, getekend, in een klein Vertrek des Middelaars , agter de Kamer der Franfche Ambassadeuren Cm'). Het Verdrag tusfehen Frankryk en de Staa- Verdrag
ten vervatte , behalve de gewoonlyke punten ^;in Vre" van een Verdrag van Vrede en Vriendfchap , fchg„ de volgende byzonderheden : „ De Graaf Frankryk „ van Auvergne werdt herfteld in 't bezit van en de „ het Markgraaffchap van Bergen op Zoom , Staaten. „ welk de Staaten , geduurende den oorlog , „ verbeurd verklaard hadden , om dat de „ Graaf Kolonel der ligte Paarden was, in „ Franfchen dienst. Pondicheri, welk de „ Nederlandfche Oostindifche Maatfchappy „ bemagtigd hadt, zou der Franfche Maat- „ fchappye wederom ingeruimd worden. Zo ,, het tegenwoordig Verdrag , onverhoopt, „ gekrenkt mögt worden , door eene Vrede- „ breuke tusfehen de twee Mogendheden , „ zouden de wederzydfche Onderzaten ne- „ gen maanden tyds hebben , om met hunne „ perfoonen en goederen te vertrekken , wer- „ waards zy wilden. Het jongfte Verdrag „ van den jaare 1679 , tusfehen Frankryk en „ Brandenburg, zou in volle kragt herlteld „ worden. Het Verdrag met Savoje, in 't „ voorleeden jaar , gemaakt, werdt by dit „ Verdrag bevestigd. De Koning van Zwee- „den
£»0 Ad. de Ia Paix Je Uyswick. Tom. III. f. xoi.
Cc 4
|
||||
4o§ VADERLANDSCHE IXIV.BoEfc?
|
|||||
i6t>7. „ den werdt uitdrukkelyk in het zelve begree-
-——„ pen, en voorts ook zulke Vorften en Staaten, 3i als de Koning van Frankryk , binnen zes „ maanden na de uitwisfeling der bekragtigin- „ gen, noemen zou. De Staaten benoemden, „ van hunne zyde , de Koningen van Groot- „ Britanje en Spanje , en alle hunne andere „ Bondgenooten , die , binnen zes weeleen na if 't uitwisfelen der bekragtigingen, de Vrede „ zouden aanneemen: voorts, de dertienZwit- „ ferfche Kantons , en in 't byzonder de zes „ Evangelifchen, nevens den Staat van Geneve „ en de Steden Neufchatel, S. Gal, Milhau- „ zen en Bierme , de Graauwbunders, en de „ Steden Breemen en Embden ( n )." De Ko- ning van Frankryk benoemde, daarna, den Paus en alle de Italiaan fche Vorften, den Koning van Portugal, Zwitferland en deszelfs Bondgenoo- ten. Doch de Staaten verklaarden, te können aanzien , dat de Paus in de Vrede begreepen werdt; doch niet dan als weereldlyk Vorst in Italië (o). Verdra? Ten zelfden dage , werdt 'er ook een Ver- vanKoop- drag van Koophandel en Zeevaart getekend , handel en tusfchen Frankryk en de Staaten , voor den nfrchm ^ van vyfentwintig jaaren, waarby de zaa- Frankryk ken herfteld werden op den voet, waarop zy, en de voor den oorlog , beflaan hadden , en onder Staaien. anderen bedongen „ dat de ingezetenen van „ den
(«■) PS'uz Du Mont Corps Diplom. Tom.VII. All. f.3«r,
Aft de laPaix de Ryswick, Tom. UI. p. 102. Groot-Plakaatb. IV. Deel. tl. 305. te) Refol. Oener. Mtrcur 8 Jaiimry 1698. il. 15. dans lu>
lié. Je la Paix de Ryswick, Tom, IV. y. '262. |
|||||
kXIV.BoE*. HISTORIE. 40p
„ den Vereenigden Staat, nergens in Frank- ,^9??;
„ ryk , zwaarder belast zouden worden , dan ------
„ de Franfche onderdaanen en burgers der
„ Plaatfen zelven. In 't byzonder , zouden „ zy allerlei Levantfche goederen , beide met „ hunne eigen' en met Franfche fchepen, naar „ Marfeille en andere Plaatfen in Frankryk „ mogen brengen , zonder het regt van twin- „ tig ten honderd, welk op deeze foort van „ goederen gelegd was, fchuldig te zyn. Ook „ zouden zy allerlei gezouten Haring mogen j,, brengen in 't Fransen gebied , onaangezien „ het verbod van den jaare 16Ü7, welkhier- „ mede vernietigd werdt. In 't betaalen der „ regten in Frankryk, zou men zig, by voor- „ raad , houden aan de lyst van 't jaar 1667 ; „ doch zo men , binnen drie maanden , niet „ wegens eene nieuwe lyst, overeenkomen „ kon, zou die van 't jaar 1664 ftand gry- „ pen. De wederzydfche Onderzaaten mog- „ ten vryelyk handelen op Plaatfen van elkan- „ ders openbaare vyanden , behalve in Con- „ trabande waaren , onder welken egter geene „ Leevensmiddelen begreepen werden. Goe- „ deren van beiderlei Onderzaaten, in vyand- „ lyke fchepen gevonden wordende , mog- „ ten, over en weder , prys verklaard wor- „ den : daarentegen moesten vyanden goe- „ deren , in fchepen van Franfchen of Ne- ,, derlanders gelaaden , wederzydsch, worden „ vry gegeeven. Men zou, voortaan, geene „ Coniüls van eikanderen ontvangen. Doch „ zo men goedvinden mögt, eenige Refiden- £, ten , Agenten , Kommisfarisfen of anderen Cc 5 5, aan |
||||
410 VADEPvLANDSCHE LXIV. Boek.
1697. „ aan eikanderen te zenden, zouden zy ver«
*• — „ pligt zyn , zig, ter gewoonlyke verblyf-
„ plaatfe van het Hof, op te houden." Voorts
werden , by een afgezonderd punt „ de Inge-
„ zetenen der Vereenigde Gewesten onthee-
„ ven van de betaaling der vyftig iluivers van
„ 't vat, die, in Frankryk, van vreeraJe fche-
,, pen gevorderd werden (p )." Beide deeze
Verdragen werden, ter wederzyde , bekrag-
tigd , naar behooren , en de Vrede werdt, op
den vyftienden van Wynmaand, in den Haage,
en weinige dagen laater , in Frankryk , open-
lyk, afgekondigd (^).
xxi. By het Verdrag van Vrede , tusfchen Lo-
Verdrag dewyk den XIV, Koning van Frankryk, en
uSïWillem den UI' Koning van Groot-Britanje,
Frankryk verbondt de eerfte zig „ om den laatften in
en Grooc- „ 't bezit van deszelfs Ryken en Staaten , op
Bricanje. }) geenerlei wyze , te zullen ontrusten ; de
„ heimelyke aanflagen en muiteryen, die er-
„ gens tegen hem zouden mogen ontftaan ,
„ geenszins , te zullen begunftigen ; doch ie«
„ mant, die hem in 't gerust bezit zyner Staa-
„ ten zou willen ftooren, eenigen onder-
„ ftand te zullen bewyzen. Koning Willem
„ deedt van zjmen kant, gelyke belofte aan
„ den Koning van Frankryk. Voorts , zou
„ men eikanderen te rug geeven , 't gene
„ men , in den jongden oorlog , op elkande-
„ ren
(£) Voiez Tin Mokt Corps Dip'omat. Tom. VII. P. II. p,
-S?s Gtoot-Placaatl). 1^. Deel, bl. 315. Act. ile la Paix de Ryswick. Tam. III. f'- Ho. (?) 4<ft. ile Ia Paix de Ryswick, Tom, III. p. 456 . 460..
Gruot-Plakaaib. ÏV. Deel, bl. 314. |
|||||
'
|
|||||
LXIV.BoEK. HISTORIE. 411
„ ren veroverd hadt. Omtrent het Prinsdom ns$7.
„ van Oranje, zou het afgezonderd punt der ■ „ Nieuwmeegfche Vrede van kragt blyven , ,, en ftiptelyk uitgevoerd worden , en Koning „ Willem herfteld in dit Prinsdom en des- 9, zelfs aanhoorende goederen en geregtighe- „ den , zo als hy dezelven bezeten hadt, ge- „ duurende den oorlog , die met de Nieuw- „ meegfche Vrede geëindigd was (r)." Van *t gene 'er, verder, tusfchen Bouflers en Port- land \ geflooten was , las men niets in 't Ver- drag. Alleenlyk getuigde de Baron van Lillie- root „ dat de Engelfche Ambasfadeurs hem, „ uit naame van den Koning , hunnen Mees- „ ter , verklaard hadden, dat het jaargeld van 5> omtent vyftigduizend ponden fterlings , of „ van zulk eene fomme , als , by Akte van 't „ Parlement onder 't groot Zegel, zou be- „, vonden worden beloofd te zyn aan de Ko- „ ninginne Maria d' Este, voortaan, overeen- „ komftig met de gemelde Akte , betaald zou „ worden (O " In het Verdrag van Vrede tusfchen Frank- verdrag
ryk en Spanje , werdt „ de wedergeeving van Vre- „ beloofd van Rofes , Gironne en Belver , en de tus" „ van alle andere Plaatfen in Katalonie , op p^'k „ den Koning van Spanje veroverd , federt en Spau- „ het fluiten der Nieuwmeegfche Vrede , met je. „ naame van de Stad Barcelona en de Sterk- ,, ten , daarby behoorende. In de Nederlan- „ den,
fr~) fo'ur Du Mqnt corps Diplom. Tom.Vtl. P. II. £.399.
/#. <le ia Paix dè Ryswick. Turn- Hl.fi. 175. [f) ï'oiez Aiit, <is Iji l»<ii$ Ue llyswitU» ïvm. I\l.fi.-ij2. |
|||||
1
|
|||||
4» VADERLANDSCHE LXIV.Boek;
„ den , zouden aan Spanje te rug gegeven
„ worden Luxemburg en 't Graaffchap Chi- „ ny , Charleroi, Bergen in Henegouwen , „ Aath en Kortryk , allen in den ftaat, waar- „ in zig deeze Plaatfen tegenwoordig bevon- „ den ; doch van de Kasfelrye van Aath zou >, Frankryk behouden eenige Dorpen , by 't „ Verdrag genoemd , benevens het Gewest „ van Henegouwen , zo ver het, by het te- „ genwoordig Verdrag , niet werdt afgeftaar» „ aan Spanje. Voorts , zouden alle Plaatfen t „ die Frankryk zig , federt de Nieuwmeeg- „ fche Vrede, by wege van hereeniging kz&t „ toegeëigend, aan Spanje te rug gegeven „ worden , volgens de lyst daarvan door de „ Spaanfchen overgeleverd , met uitzonde- „ ring alleenlyk van twee - entagtig Plaatfen , „ genoemd in eene lyst, door de Franfchen „ opgemaakt, en gehegt aan het tegenwoor- „ dig Verdrag , wordende de nadere regeling „ der grenzen , wederzyds , verbleeven aan „ de uitfpraak der algemeene Staaten. Di- „ nant zou aan den Bisfchop en Prins van „ Luik te rug gegeven worden door Frank- „ ryk , en het Eiland Ponza, door Spanje , „ aan den Hertoge van Parma f O«" Voorts, was 'er , by ieder der drie Verdragen, een af- gezonderd punt gevoegd, waarby aan den Kei- zer en het Ryk tyd verleend werdt, tot aan den eerden van Slagtmaand , om de Vrede te omhelzen. De
CO Vmez Dn Mont Corps Diplom. Tom. Vil- P. II. p. 40*«.
Ace ilela lUix de Ryswitk, Tom. lil. p. ai3. |
||||
LXIV.BoEK. HISTORIE. 41a
|
|||||
De Hervormden, die, voor eenige jaaren, t^gg
uit Frankryk, verdreeven, en naar Duitsch-------*
land, Engeland en Holland geweeken waren, xxii.
hadden zig veel moeite gegeven, om, by het De f*~ fluiten der Vrede, in hunne bezittingen, her- Pranfcha fteld te worden. Zy (leunden, in 't byzon- Her- der, op de voorfpraak van Koning Willem, vormden die zig voor hunnen Befchermer verklaard zoeke" hadt, en die, zo zy dagten, nimmer met *jL&~ Frankryk fluiten zou, dan onder beding, dat eenig' hun het vry genot hunner goederen en de voordeel vrye Godsdienstoefening in hun eigen Vader- te heä*n' land wederom zouden worden toegeftaan. De ^„iJn Franfche Predikanten hielden verfcheiden'By- derVie-' eenkomsten te Londen, en fchreeven, 't gene «Ie* in dezelve beflooten werdt, over aan Pieter Jurieu, een' der voornaamfte gevlugte Predi- kanten in Holland. En deeze vervoegde zig by Koning Willem, in perfoon, die, eerlang; de Staatfche Gezanten bewoog, om, over da herftelling der Hervormden, te fpreeken mee de Franfchen. Doch Koning Lodewyk reken- de zig gehoond, door zulk een' voorflag, wel-; ken hy hieldt aan te loopen tegen het Opper- gezag, welk hem over zyn eigen Ryk toe* kwam. Men fpraker, derhalve, niet verder van. In 't begin van Herfstmaand, kwam 'er een fmeekfchrift der Franfche Hervormden in 't licht, welk aan den Koning gerigt was («O» doch het deedt geene vrugt altoos, 's Daags voor 't fluiten der Vrede, deeden de Prote- ftantfche Bondgenooten nog een Vertoog, ten be-
en) FoUg Acti de la Paix de RyswicU, Tom. III. p. 512, |
|||||
4H VADEHLANDSCHE LXIV.Boek.'
iSp/. behoeve der Franfche Vlugtelingen : welk ,
—— door den Graave van Pembroke , aan den Ba- ron Lillieroot werdt overgeleverd (y). Maar 't maakte geene verandering in de maatregels van 't Franfche Hof. De Vrede bragt zelfs de zaaken der Hervormden in Frankryk in erger' ftaat, dan zy te vooren geweest waren. Het Hof kreeg meer gelegenheid , om hen te ver- volgen , dan men , geduurende den oorlog , geraaden gevonden hadt (h>). Het eenige , dat men , ten voordeele der Franfche Her- vormden , bedong, was de vryheid, voor zul- ken , die op Engelfche fchepen genomen ge- weest waren, en voor vier Predikanten uit het Prinsdom Oranje. Doch Koning Willem be- loofde, daartegen, vyftig Ieren, gevonden op Franfche fchepen , in vryheid te zullen Hel- len (#). De Kei- Het tekenen der drie Verdragen werdt, zerichca volgens gebruik , gevolgd van de gelukwen-- noe™" **cmngen der wederzydfche Gevolmagtigden. ovef 't Doch de Keizerlyke en Ryks - Gezanten waren fl uiten der'er zo misnoegd over , dat zy den Baron van Vrede. Lillieroot vergden , uit hunnen naam , te ver- klaaren „ dat deeze de tweede reize was , dat „ men eene afzonderlyke Vrede gemaakt hadt, „ met uitHuitinge van den Keizer en het Duic- „ fche Ryk : en dat de Stenden des Ryks, „ welker ligtgeloovigheid men zo zeer mis- „ bruikt hadt, zig in 't gevolg wel wagten * n ZOU-
O) A<ft Je Ia Paüc de Ryswick, Tom. TH. p. p*.
. (w) Bürnet Vul II. p, soj. Tindal Fol. Hl. [of XVI1M f. »86. * k (*j Ad de Ia Paix de Ryswick, Tom. III. p, 173, 174,
|
||||
LXIV.BoEK. HISTORIE. 415
|
|||||
„ zouden van op nieuws in een bondgenoot- «597»
„ fchap te treeden." De Spaanfche Gevolmag---------.
tigden , en Don Francisko Bernard de Quiros
in 't byzonder, verfchoonden zig, rnet te zeg- gen „ dat zyne Katholyke Majefteit hun, voor „ lang, last gegeven hadt, om de tekening „ van het Verdrag, op de voorwaarden, door „ Frankryk voorgeflaagen , niet langer te ver- „ wylen; en zo zy deezen last hadden naarge- „ komen , zou Barcelona niet ingenomen ge- „ weest zyn. Dat de Quiros, op het aanhouden „ der Keizerfchen, de tekening der Vrede hadt „ uitgefteld , en hierdoor den Franfchen gele- „ genheid gegeven, om zig van zulk een gewig- „ tige Vesting meester te maaken : 't welk de „ Franfche Gevolmagtigden iïouter taal hadt „ doen voeren, en hem in gevaar gefield, om „ zynsMeesters gunst te verbeuren (y~)" De StiNhnd Keizerlyke en Ryks - Gevolmagtigden geen' van %™- kans ziende om te herdoen , 't gene gedaan £eno™- was, bewilligden , in eenen ftilftand van wa- ten, met penen tot den eerften vanSlagtmaand, waartoe het Kei- de Spaanfchen , Engelfchen en Staatfchen de zerIïlc« Franfchen , die tegenwoordig geen talryk Le- ger in Duitschland hadden, ligtelyk , hadden overgehaald , op den twee-entwintigften van Herfstmaand (z). Men gaf van de wapenfchorfinge kennis, *fjl\'
in de Legers aan den Rynkant. Dcch eer de try^ \n Prins van Baden deeze tyding ontving , hadt Duitsch- liy zig meester gemaakt van de Vesting Ebe land en ren- in Hon-
garye. O) TirniM. VoU III. lor XVIIT. ] p. 37P.
(«3 AöLflela l'»ixde Ryiwitk, Tom. UI. p. 274, 277.
|
|||||
4i6 VADERLANDSCHE LXIV.Boek;
ï«97. renburg, welke, by verdrag, overging, op den
■-------zevenentwintigiten ( a ). Weinige dagen laa-
ter, kreeg men, in den Haage, berigt van den
veldflag by Zenta in Hutigarye, waarin de Kei- zerfchen, onder 't beleid van den Prinfe Euge- nius van Savoje, een'volkomen'overwinning behaald hadden op de Turken. De meesta Janitfers waren geiheuveld in 't gevegt, en de Groote Heer, die zig, in perfoon, aan 't hoofd zyns Legers, gefield hadt, was het uiterfle ge- vaar , ter naauwer nood, ontkomen. De Czaar was ook tamelyk voorfpoedig ten deezen tyde, in zyne onderneemingen tegen de Tartaaren. Doch de Keizerfchen beklaagden zig zeer, dat men deeze gunftige tydingen niet kreege , dan na dat de drie Mogendheden zig verdraagen hadden met Frankryk. De Staat van Venetië en Poolen , daar 't nog vol onrust was , kon- den egter zo weinig uitvoeren tegen den ge- meenen vyand , dat de Keizer genoegzaam al- leen belast bleef met den Turkfchen oorlog , die hem zo geheellyk hadt uitgeput, dat hy , fchoon 'er eene Wapenfchorfing met Frankryk geflooten ware, niet ongaarne zag, dat de Vre- dehandeling , te Ryswyk , door bemiddeling van Groot-Britanje en de Staaten, werdtvoort- gezet (è). De Vre- De voornaamfle verfchilien , die tusfehen dehanJe- (jen Keizer en Frankryk nog te vereffenen «ïjf „""" ftonden, betroffen de tien Steden in de Elzas, den Kei-die, by de Wettfaalfche Vrede, gefield waren zer ca on- O) Daniel Journal, p. CLXXXVFJ.
(*; Tindal Fol. lil. [wXVill. ] j>. 387 — 389.
|
||||
LXIV.BoEK. HISTORIE. 41?
|
||||||
onder befcherming des Konings van Frankryk; 1697.
doch over welken, deeze zig, naderhand, het |
||||||
regt van Opperheerlchappye hadt aangemaa- Frankryk
tigd : waarom de Keizerfchen verftonden, dat wordt de Steden in derzelver oude voorregten be- gg,0."8*" hoorden herfteld te worden (c). Men was 't ook niet eens, over 't gene de Hertogin van Orleans op de Paltfifche nalaatenfchap te vor- deren hadt ( d~). Verfcheiden' andere Ryks- Vorften hadden , daarentegen , eifchen op Frankryk, met naame de Hertog van Lotha- ringen (e). De Keurvorst van Keulen klaagde zelfs, in't begin van Wynmaand, dat de Fran- fchen de Wapenfchorling verbroken hadden , en tusfchen de Sambre en de Maaze in Lui- kerland getrokken waren (f). Doch 't ge- wigtigfte openftaande gefchii betrof de Stad Straatsburg , die de Franfchen volftrektelyk begeerden te behouden; waarom de Keizer- fchen alleenlyk zogten te wege te brengen , dat hun iet meerder , dan tot hiertoe aange- booden was , in de plaatfe, werdt afgeftaan. De Frankifche en Zwabifche Kreitfen waren 'er byzonderlyk op gezet, dat Fort Louis in den tegenwoordigen ftaat overgegeven werdt (g). Ook zogten de Hervormden in Straats- burg eenige meerdere verzekering voor de vrye oefening van hunnen Godsdienst: en de Bian-
ca O Aft. de Ia Paix de Ryawick , Tom. II. fi. 407, [433, 49":» 5«o-
(rf) Aéï. de la Paix de Ityswick , Tom. III. p. 6e.
(O Aft. de la Paix de Ryswick , Tom. lil. p. 281, 487,
»94- ,
(f) Aa. de la Paix de Ryswick , Tom. III. p. 306, 363,
(g) Aft. de Ia Paix de Ryswick, Tom. III. p. 3704
XVI. Deel. Dd
|
||||||
410 VADERLANDSCHE LXIV.Boekj
i«97, Brandenburgfchen onderfteunden hen hierin
«——> Chy Doch de Franfchen lieten zig geenevan deeze dingen beduiden. Zy verklaarden flip- ten last te hebben , van welken zy niet het al- lerminfte durfden wyken. Alleenlyk, ftonden zy aan zulken onder de Bondgenooten, die nog geen bevel ontvangen hadden om te teke- nen , zes weeken tyds toe (*). Ondertus- fchen , waren de Keizerfchen , in aanmerking neemende , dat Frankryk Brifak en Fryburg » Plaatfen , die tot de Keizerlyke Erflanden be- hoorden , in de plaats van Straatsburg, wil- de afftaan ( k ) , eindelyk , met de Franfchen overeengekomen , over een Verdrag van Vre- de , tusfchen den Keizer en 't Ryk ter eener, en Frankryk ter anderer zyde , welk , op den dertigften van Wynmaand, vier uuren na mid- dernagt, in de Kamer der Middelaaren , op Verdrag 't Huis te Ryswyk , getekend werd. By het van Vrede ze]VCj wer(jen n de Westfaalfche en Nieuw- het°Ke™ »> meegfche Verdragen bekragtigd, zo ver zerryken „ zy, door het tegenwoordig Verdrag, niet Frankryk. n veranderd werden. De Hereenigingen, be- „ greepen in eene Lyst, wederzyds goedge- „ keurd , werden vernietigd verklaard. Al- „ Ie plaatfen buiten de Elzas, door Frankryk „ bemagtigd , zouden te rug gegeven wor- „ den. Doch de Koomsch- Katholyke Godsdienst „ zou , in alle Plaatfen , welken, volgens dit be- „ ding , te rug gegeven moesten worden, blyyen „ m
(Ä) A<:t. de la Palx de Ryswick, Tom III. p. 378, 384.,
(«) Aft. Je la P.iix de Ryswick, Tom. IV. p. 11. C*i Twdal Vul. III. l«r XVJIJ.] f. 38a, 390. |
|||||
X
|
|||||
LIV. Boek. HISTORIE. 419
„ in den flaut, waarin dezelve tegenwoordig
„ was. Trier zou aan den Keurvorst van „ Trier; Germersheim en alle andere Plaat- „ fen in de Palts aan den Keurvorst van de „ Palts ; het Hertogdom Tweebrugge aan „ den Koning van Zweeden, als Paltsgraave „ op den Ryn en Graave van Sponheim en „ Veldents ; de Kommanderyen der Duit- „ fche Orde aan den Bisfchop van Worms , „ als Groot - Kommandeur; Dinant aan den „ Bisfchop en Prins van Luik; Montbeliard „ aan den Huize van Wurtemberg te rug ge- „ geven worden. De eisch der Hertoginne „ van Orleans zou, geregtelyk, beliegt wor- „ den ; doch , hangende 't geding , zou de „ Keurvorst van de Palts haar, jaarlyks, hon- „ derdduizend Rynfche guldens uitkeeren. „ De Huizen van Baden , Nasfau, Hanau en „ Leiningen zouden , in hunne bezittingen, „ volgens de Nieuwmeegfche Vrede , of vol- „ gens de Lyst der vernietigde Hereenigin- „ gen , herlteld worden. Straatsburg , met „ al wat 'er van afhing ter linkerzyde des „ Rynftrooms , werdt aan Frankryk afge- „ ftaan. Frankryk ftondt, daarentegen, de „ Vesting Kehl af aan den Keizer en 't Ryk, „ en beloofde de andere Sterkten , in de Ei- „ landen des Ryns opgeworpen , te zullen „ (legten. Aan den Keizer en het Huis van „ Oostenryk werden te rug gegeven de Stad „ Fryburg met de Sterkten, daar en elders, in „ het Zwarte Wald , of in het overig gedeel- „ te van de Brisgaw , onlangs opgeworpen ; „ en Oud Brifak met de Sterkte ter regter Dd 3 „ zy« |
||||
420 VADERLANDSCHE LXIV.Boek:
1897; ■>•> zy^e des Rynftrootns; blyvende de nieu-
. „ we Stad en de Sterkten ter linkerzyde der „ Riviere in de raagt van Frankryk. Filips-
„ burg , met de werken ter regterzyde des „ Ryns, zou aan den Keizer en 't Ryk te rug » gegeven worden , behoudens het regt van j, het Bisdom van Spiers , uit hoofde van het „ vierde Lid der Nieuwmeegfche Vrede. „ Doch de werken ter linkerzyde der Rivie- „ re , en de brug over dezelve , zouden ge- j, flegt worden. De Koning van Frankryk „ zou de werken over Hunningen en Fort „ Louis , ter regterzyde des Ryns opgewor- „ pen , de nieuwe werken van Traarbacb en „ de Vesting Mont-Rojal op de Moezel doen „ (legten. Ook zouden de nieuwe werken „ van Kernburg en Eberenburg geflegt, en „ de eerfte plaats aan den > Huize van Salm ; „ de tweede aan den Huize van Sikkingen te „ rug gegeven worden. De Hertog van Lo- •„ tharingen zou herfteld worden in 't bezit „ van dit Hertogdom , op gelyke wyze , als „ Hertog Karel het zelve , in den jaare 1670, „ bezeten hadt; in 'tbyzonder, zouden hem „ de Stad Nancy en de Kasteelen Bitsch en „ Homburg te rug gegeven worden. Doch „ de Vesting Saar • Louis en de Stad en Voog- „ dy van Longwy zouden aan Frankryk bly- „ ven : hoewel Frankryk , in de plaats van „ Longwy , eene andere Voogdy, in een der „ drie Bisdommen , Mets , Toul of Verdun „ gelegen , aan Lotharingen afftaan zou. De „ Koning van Frankryk bedong een' vryen „ doortogt voor zyne Legers over de Lan- „ den
|
||||
LXIV.BoEK. HISTORIE. 4*1
„ den des Hertogs van Lotharingen. De Kar- 1697.
„ dinaal van Furftemberg zou herfteld wor- ■ „ zigte van het Bisdom van Straatsburg, als „ van de Abtdye van Stavelo, De Landgraa- „ ven van Hesfen-Rynfelds zouden ook in 't „ bezit der Vestinge Rynfelds en des Neder- „ graaffehaps Katzenellebogen herfteld wor- „ den, behoudens nogtans het regt van den „ Landgraave van Hesien-Kasfel. De Vrede „ van Turin, in den voorleeden jaare geiloo- „ ten, werdt in het tegenwoordig Verdrag; „ begreepen. Ook werdt, byzonderlyk, be- „ dongen , dat de Keurvorst van Branden- „ burg alle de voordeden der tegenwoor- „ dige Vrede genieten zou (/)." De overige punten van het Verdrag waren algenieeneiv Het werdt, behalve door de Keizerfchen err Franfchen, door de Gevolmagtigden van yer- fcheiden' Keur- en andere Vorften , Kreitfen en Steden des Ryks, terftond, getekend. Doch Zwarïg- de Gevolmagtigden der meeste Proteftantfche heil,.in. Vorften maakten zwaarigheid in de tekening, p"™",,' om dat, by het vierde punt, beraamd was, t jt ver- dat de Roomsch - Katholyke Godsdienst, in drag, de Plaatfen, die door Frankryk terug gege- ven werden, blyven zou in den ftaat, waar- in dezelve tegenwoordig wos; alzo zy, op dit ftuk, niet gelast waren. De Keizerfchen Hoe- gen voor, dat men , of binnen zes weeken zou können verklaaren, of men de Vrede be- geer-
f») Vuiez DüMont Corps Diplom. JTo.-n. VH. P. II. J>,4U*.
Act. de 1» Piix.de ßyswick, 'lom. IV. p. 13, Dd3
|
||||
43a VADERLANDSCHE LXIV.Boek.
1697. geerde te tekenen of niet; of dat men dezel-
—— ve tegenwoordig zou können tekenen, mids de Vorften het regt behielden, om het gete- kende te bekragtigen of niet. En de Fran- fchen bewilligden in deezen voorflag. De Wurtembergfche en Wetteravifche Gezanten verkooren 't laatfte. Doch anderen verfchoo- ven de tekening, of weigerdenze plat uit («). Zy beweerden „ dat men hen, met de invoe- „ ging van dit punt in 't Verdrag, looslyk, „ verfchalkt hadt, dat, door het zelve, hun- „ ne Geloofsgenooten verfteken werden van „ het regt tot verfcheiden' Kerken, die, fe- „ dert de Franfche overheerfching , ingeno- „ men waren , door de Roomschgezinden; ,,. dat dit aanliep tegen de Religions - Vrede „ van den jaare 1555; tegen het Verdrag van „ Westfaale; tegen de voorafgaande punten „ der tegenwoordige Vrede, en tegen hunne ,, Vertoogen vanHooimaand laatstleeden («)•" De klagten over de handelwyze der Kei- zerfchen , die, op den naam van den Kei- zer en van 't Ryk, met de Franfchen , ge- fproken hadden en overeengekomen waren, zonder de Ryksgezanten gekend te hebben, werden wederom vernieuwd (0). Men be- geerde, dat het Verdrag, in dit opzigt, ver- anderd werdt, voor dat men 't bekragtigde. Men deedt zyn best, om de Zweedfche Am- bas- (») Aft. de la Paix de Ryswikk, Tom. IV. p. 107, Hß, 141,
»43- »fa«
( « ) Foiez Aft. <le la Paix de Ryswick , Tam. II. p. 137. Ce j Mt. de la Paix de Ryswick, Tim. lVt p. »3i, 197» |
||||
LXIV.BoEK. HISTORIE.
|
|||||||||
4*3-
|
|||||||||
basfadeurs hiertoe te doen arbeiden, waartoe 1697.
te meer hoop fcheen, om dat de Koning van |
|||||||||
Zweeden, als Hertog van Tweebrugge, het De Stas-
punt in gefchil ook niet bekragtigen wilde. 'eu *?*" De Staaten zelven zogten het punt te doen p*"t t" ligten uit het Verdrag, of ten minften in zo doen verre te doen veranderen en maatigen, dat vernn- daaraan naderhand geene verkeerde uitlegging ie„rep' m gegeven mögt worden. Doch de Franfchen fc^en' antwoordden „ dat zulks onmogelyk ware, weigeren „ alzo zyne Majefteit van Frankryk, in ver- 't. „ fcheiden' Plaatfen, welken hy nu ftondt.te „ rug te geeven, Kerken hadt doen bouwen, „ en met inkomften voorzien; welke Kerken „ zyn gemoed en eer niet toelieten, dat uit- „ gerooid , of van inkomften beroofd wer- „ den. Dat dit egter genoegzaam alleen plaats „ gehad hadt in de Palts, en dat de Koning „ niet voorhadt, ten aanzien van den Gods- „ dienst, eenige verandering te maaken in „ de Westfaalfche Vrede; gelyk hy, tot hier- „ toe, in de Plaatfen, welken hy ftondt te „ rug te geeven, en in de Elzas zelve, den „ Proteftantfchen Godsdienst niet belet hadt. „ Dat, fchoon hy den Katholyken Godsdienst „ begeerde gelaaten te hebben in den ftaat, „ waarin dezelve tegenwoordig was, hy eg- „ ter niet dagt te verhinderen , dat de Pro- „ teftantfche Godsdienst daarnevens geoe- „ fend en voortgezet werdt; zynde het hun, ,., Ambasfadeuren , hertelyk leed, dat men, „ hier en daar, aan 's Konings oogmerk „ eene verkeerde uitlegging hadt gezogt te Dd 4 „ gee- |
|||||||||
424 VADERLANDSCHE LXïV.Boek.
(697. „ geeven Q>)." 't Bleek, klaarlyk, dat Frank-
------ ryk, in dit opzigt, niet van gedagten zou ver- anderen. Koning Willem fcheen 'er zeer ge- ftoord over , en deedt uitdrukkelyk protcflce- ren tegen dit gedeelte van het vierde punt der Vrede met het Ryk (q). De Proteftant- fche Vorften en Stenden bekragtigden ook de Vrede niet, dan met voorbehoudenis van hun regt op het gene, by dit punt, zonder hen te kennen, en tegen hun gevoelen, afgeftaan was (>). Oog- Het punt, welk Frankryk, dus behendig- merk van lyk, in 't Verdrag hadt weeten te doen voe- Fran.k~ gen, en welk men, naderhand, zo ftyfzinnig- punt." tyfc» doordreef, ftrekte, inderdaad , om de Roomschgezinde en Proteftantfehe Vorften te verdeden. Ook wil men, dat het Fran- fehe Hof dit voomaamlyk beoogd hebbe in het dringen op dit punt, opdat 'er te minder gelegenheid zyn zou tot het fluiten van een nieuw Groot Verbond, wanneer de tyd eens gekomen zou zyn, om de eifchen des Dau- fyns op de Spaanfche nalaatenfchap de doen gelden. Men hadt, van de Franfche zyde, de eerfte opening'van zulk een punt gegeven aan de Gevolmagtigden van den Keurvorst van de Palts, met welken men, onder dek- fel van de brandfchattingen te vereffenen, in zeker afgelegen Dorp, bedektelyk gehandeld hadt,
fp~) Refill, r.cncr. Jnyis 18 Novemb. 1697. Aft. de Ia Paix
de Ryswick, Tom. IV. p. 187. (j) Ttnu/iL Pol III. { or XVIIT ] p. ?9o, syl. (O Ad. de la Pj;x de Ryswitk, Tom. IV. p. 164, 1971 3»c
|
||||
LXIV.BoEK. HISTORIE. 425
hadt. De Keurvorst, die onlangs in eenen 1^7.
Proteftantfchen ftaat opgevolgd was, beleedt.-------
zelf den Roomfchen Godsdienst, en yverde
fterk voor zyne belydenis. Hy bewilligde, derhalve , gereedelyk, in een punt, welk hem gelegenheid gaf, om dezelve te handhaa- ven, in alle zulke Plaatfen, welken hem, by de Vrede, ftonden afgeftaan te worden. 13e Keizerfchen gaven 'er ligtelyk hunne ftem toe. Zy wilden niet minder yverig fcbynen dan de Paltfiichen, voor 't belang van den Roomfchen Godsdienst, fchoon zy, om den Proteftantfchen Vorften genoegen te geeven, nu en dan, fpraken van, in 't ftnk van den Godsdienst, te blyven by de Westfaalfche Vrede: waarvan dit punt afweek. En zo dra was de Vrede, te Ryswyk, niet getekend, of de Franfchen deeden, zo men verzekert, onder de hand, hun best, om de Duitfche Vorften op te hitfen tegen; eikanderen: den Proteftantfchen voorhoudende, dat het vierde punt der Ryswykfche Vrede aanliep tegen de Westfaalfche, het fchild hunner vryheid; en den Roomsch - Katholyken, dat de Westfaal- fche Vrede te voordeelig was voor de Prote- ftanten: waarom men het vierde punt der Rys- wykfche Vrede, voor alle dingen, moest hand- haaven (j). Men zag, zelfs al terftond na't fluiten der xxtv.
Vrede met het Ryk , de uitwerkfels deezer Hand?-" verdeeldheid. De Koning van Groot-Britanje lin~ °p'* hadt zie, in 't laatst van Herfstmaand, naar Lo°' °'
°' ' , ver eene het
CO Lambbrti Memoir. Tom. I. p. n-
Dd 5
|
||||
ep.6 VADERLANDSCHE LXIV. Boer.'
|
||||||
1697. het Loo begeven, werwaards hy, door ver-
— - fcheiden'Gezanten der Bondgenooten , ge- Yemien- volgd werdt. Hier werdt, in 't heimelyk, wing des gehandeld over de bekwaamde middelen tot Ver-06" verzekering der Vrede, die Spanje, Groot- bonds» Britanje en de Staaten, kort te vooren, ge- flooten hadden met Frankryk. Men fprak van een Verbond van befchadiging en verdedi- ging, tusfehen de tegenwoordige Bondgenoo- ten , of eigenlyk van eene vernieuwing des Grooten Verbonds. Doch men kon toen tot geen befluit komen. De Koning van Groot- Britanje en de Staaten waren 'er egter zeer op gefteld. De Spaanfche Ambasfadeur Don Francisco Bernardo de Quiros hadt zelfs last, om in zulk een Verbond te treeden. Doch na het tekenen der Vrede met het Ryk, was 'er zulk eene verdeeldheid ontilaan, onder de Roomfche en Proteftantfche Bondgenoo- ten , dat men de gelegenheid te ongun- ftig oordeelde, om van een Verbond te rep^ pen. Ook zou 'er naauwlyks tyd geweest zyn, om het te voltrekken. De Duitfche Ge- volmagtigden ylden allen naar huis. De Graaf van Kaunitz in 't byzonder, tot Ryks-Kan- ielier verheeven zynde, verlangde om bezit te neemen van zyne nieuwe waardigheid. Men moest dan de Duitfche Gevolmagtig- den laaten vertrekken , en het ontworpen Verbond, voor eene wyle, uit den zin zet- ten CO- De |
||||||
f»") Tindal Vol. III. [ar XVIII.] f 38p« Lamurti Me«
moir. Tun. i. f. 11 > ia. |
||||||
LXIV.BoRK. HISTORIE. 4a?
|
|||||||
De vier byzondere Ryswykfche Verdra- 1697;
gen waren niet getroffen geweest, zonder |
|||||||
dat 'er, volgens de gewoonte op diergelyke XXV.
algemeene Vredehandelingen, door verfchei- v^r' , den' Gevolmagtigden Protesten waren over-,Qevol. geleverd, tot behoudenis van het waar ofmagiig- gewaand regt hunner Meesteren, op goede-denpm- ren of Heerlykheden, die in de magt blce-^fr<?a ven van eenigen der handelende Mogendhe- yrede« den. De Hertog de la Tremouilk, afkomftighande- uit eene Dogter van Fredrik , laatften Ko-ii"g» tot ning van Napels, beweerde geregtigd te zyn ™°jj* tot dit Koningkryk («). De Hertog vai%u„ner Mantua vorderde vergoeding van de fchade,eiichen, hem, in zyne Staaten van Mantua en Mont- ferrat, toegebragt, geduurende den oorlog (v). De Hertogin van Brunswyk Lunenburg uit den tak van Wolfembuttel oordeelde ge- geregtigd te zyn op twee Kanonikale Pre- benden in de Elzas, onder het Bisdom van Straatsburg (w). De Keurvorst van Hano- ver voorbehieidt zig het regt, welk zyne Ge- maalinne hadt op het gene der Hertoginne van Orleans, uit de Paltfifche nalaatenfchap, zou toegeweezen worden, na dat deeze Her- togin , zonder nadere erfgenaamen s zou over- leeden zyn (#). De Keurvorst van Keu- len , als Prins en Bisfchop van Luik, beweer- de geregtigd te zyn op Charlemont en op het Her-
(u) Ac>. de Ja Paix de Ryswick, Tom. II. p. 315 328.
( jO Aft. de la Paix de Ryswick, Turn. IV. p. Iïi- (w) Mt. de la Paix de Ryswick, Tom. iV. p, 12Ö, 133; (x) Act. de Ia Paix de Ryswick, lm- IV. p. 170;
|
|||||||
448 VADERLANDSCHE LXIV.Boek;
1697 Hertogdom Bouillon. Ook verftondt hy regt
na 't fluiten der Vrede, in bezit genomen had- den Qy*), De Hertog van Luxemburg, af- komftig, zo hy beweerde, uit Lodewyk van Luxemburg, Graave van S. Paul en naasten mannelyken erfgenaam van Sigismond van Luxemburg, die, in 't regt van deszelfs Broe- der, Wenzelaus, Hertoge van Luxemburg, opgevolgd was, beweerde regt te hebben op dit Hertogdom, 't welk, zyns oordeels, on- vvettiglyk, door de Hertogen van Bouigon- die, bezeten geweest was (z). Nog andere eifchen werden 'er voorgebragt, zo tegen het Duitfche Rylc, als tegen de Kroonen van Frankryk en Spanje. Doch de Franfchen deeden, eerlang, een algemeen Protest aante- kenen, tegen alle de Protesten, welken, ge- duurende de Vredehandeling, gedaan waren, of gedaan zouden worden (0). Het oog- merk deezer Hiftorie gehengt niet, dat wy van alle deeze Protesten, en van de gronden, waarop dezelven fteunden, uitvoeriglyk, ge- waagen. Doch wy können niet voorby, wat breeder, te fpreeken van den inhoud van twee Protesten , die den Staat der Vereenigde Ge- westen, in 't byzonder, betroffen. De Vorst In het Verdrag van Vrede, tusfchen Frank- van Oost- ryk en deezen Staat, op den twintigften van friesland Herfst- |
||||||
(y) Aft. de !a Paix de Ryswick, Tom, II. p. 347> Tom. iV«
p. iYo,in, iör, 191, iy2, 19!, Iy4. 27°> *7*> 342- (2 ) Act. de la Paix He Kyswick, 7'om. III. p. 307, 311. («.) A&. de la Paix de Ryswick, Tm.lV.p,H26. |
||||||
LXlV.BoEK. HISTORIE. 41p
|
|||||
Herfstmaand getekend, was, onder anderen, i6p?j
de Stad Embden begreepen geweest (#): welke Stad gelegen was op den bodem des "eemt Duitfchen Ryks, en van ouds plag te ftaan J^^» onder de befcherming der Vorften van Oost- <ien zjg friesland (c), die zig zelfs, door den tyd, in de wilden doen aanmerken, als of hun de opper- v"de fte magt over de Stad toekwame. Doch wy ™t"at hebben, op menigvuldige plaatfen van het voo- hadc rige gedeelte deezer Hiftorie, getoond, dat doen bo-. Embden, federt eene eeuw , eer mögt geagt 6rypeo» worden te ftaan onder de befcherming van de Staaten der Vereenigde Gewesten, dan on- der die der Oostfriefche Vorften. 't Was, derhalve, niet vreemd, dat deeze Stad op de Staaten begeerd hadt, haar in de Vrede te doen begrypen; gelyk gefchied was. Doch alzo de Keizer en 't Ryk nog met Frankryk in oorlog waren, toen deeze Vrede getekend werdt, vonden de Keizerfchen onbehoorlyk, dat Embden , fchoon onder 't Ryk behoo- rende, zig hadt doen begrypen in eene vre- de , die, buiten bewilliging van 't Ryk, ge- maakt was (V). Christiaan Fredrik, Vorst van Oostfriesland, oordeelde zelfs, dat hierdoor zyn regt van opperfte magt gekrenkt was. Hy deedt, derhalve, op den vierden van Slagtmaand, en dus na het fluiten der Vrede met het Ryk, een Protest inleveren , waar- by 4iy verklaarde „ ten hoogften onbehoor- „lyk
(>) Zie liier voor, il. 408.
ff) Zie VIII. Deel, «.418.
IJ) Foiez Aft. Ut laPaixde Ryswick, Ttm. IV. p. jaS-
|
|||||
36o VADERLANDSCHE LXIV.Boek.
KJ97. 5» lyk te vinden, dat Emb Jen zig, zonder
„ Vrede ; dat hieruit zou fchynen te vol-
„ gen, dat deeze Stad vry en onafhangke-
„ lyk was, daar zy van hem, haaren Vorst,
„ afhing, uit hoofde van de hulde, welke
„ zy hem fchuldig was, en zelfs nooit onder
„ de Hanze - Steden was gerekend; waarom
„ het haar niet vryftondt, Verbonden aan te
„ gaan. Hyprotefieerde, hierom, op de ern-
„ ftigfte wyze, tegen dit bedryf der Stad
„ Embden, om welk te verfchoonen, men
„ niet kon zeggen, dat deeze Stad ook by-
„ zonderlyk begreepen geweest was in de
„ Nieuwmeegfche Vrede : alzo dit was ge-
„ fchied, geduurende zyne minderjaarigheid,
„ en geheel buiten kennis van de Vorftinne,
„ zyne Vrouwe Moeder." Men nam zyn
Protest aan, en hieldt 'er aantekening van in
de Registers der Ambasfadeuren van Zwee-
den Qe), zonder dat ik vind, dat 'er iet op
geantwoord werdt.
De Oaaf Prokopius Frar/cois, Graaf van Egmond, die
van Lg- zjg thans te Atrecht, ouder 't Fransen gebied,
Brotes- onthieldt, vondt ook geraaden, in 't begin
teert, tot-van Wynmaand, en dus na^'t fluiten der Vre-
behou. de tusfchen Frankryk en de Stansten, een Ver-
denis t00g aan je Ambasfadeurs van Zweeden te
™" et doen overleveren, waarin hy beweerde, regt
welk hy te hebben op de Hertogdommen Gelder en
voor- Gulik: op de Graaffchappen Egmond, Zut-
fen,
Q O A«. t* !a Pais de Ryswick, Tem. IV. f. I35> IJSV
|
||||
HISTORIE. 43t
|
||||||||
LXIV.BoEK.
|
||||||||
fen, Meurs, Hoorne, Buuren, Leerdam, en xCyji
op de Heerlykheden Mechelen , Ysfelftein,--------
Weerd, Ameland, Bielt, Beierland en anderen, peft te
meest gelegen onder 't gebied van deezen Staat. heb^fn Filips, zyn Vader, hadt den zelfden eiseh dfr/zVc- reeds gedaan op de Nieuwmeegfche, en Lo-fen'en dewyk, zyn Grootvader, dertig jaaren vroe-verfchet- ger, op de Munfterfche Vredehandeling (ƒ): ï*en' , doch zonder vrugt. Lodevvyk was, te voo-T,e"crnyt * ren, om het aanneemen van den titel van Her-Wer te' toge van Gelder en Graave van Zutfen, uit Lande* de Staaten des Konings van Spanje, verban- nen, en hadt zig, vergeefs, verdedigd, op het einde des jaars 1643. Lodewyks Vader, Karel, die een Zoon was van den beroemden Lamoraal, Graave van Egmond, te Brusfel onthalsd in den jaare 1568, was in den Haa- ge geweest, om in 't bezit zyner goederen in Holland herfteld te worden , zonder iet te hebben können verwerven. En desonaange- zien vondt de tegenwoordige Graaf van Eg- mond geraaden, zyne oude eifchen te ver- nieuwen , op de Ryswykfche Vredehandeling. Hy vertoonde „ dat Jan de I, Graaf van „ Egmond, gehuwd geweest was met Maria, „ Dogter van Jan, Heere van Arkel, en van „ Joanna van Gelder, die eene Dogter was „ van Willem, Hertog van Gulik en van „ Maria, Dogter van Reinoud, Hertog van „ Gelder en Graave van Zutfen en van So- „ fia, Erfdogter van Mechelen. Dat Joanna „ va»
|
||||||||
Cf) Zie XI. B;t'.t il. 410.'
|
||||||||
432 VADERLANDSCHE LXIV.Boek:
i6o7, « van Gelder twee Broeders hadt gehad,
___L „ Willem en Reinoud, die beide, na elkan-
„ deren, Hertogen van Gulik en Gelder ge-
„ weest; doch zonder kinderen overleeden „ waren : waarna derzelver nalaatenfchap „ verdeeld was geworden , onder de nako- „ melingen van Joanna van Gelder, zynde „ twee Zoonen haarer Dogter Maria, Ar- „ noud en Willem van Egmond, die beide, „ door Keizer Sigismond, met Gelder en „ Zutfen, verlyd werden; onder beding, dat „ de laatfte deeze Heerlykheden eerst bezit- „ ten zou, wanneer de eerfte, zonder kin- „ deren, overleedt. Arnoud, daarna, zyne „ Heerlykheden verpand hebbende aan Ka- „ rel, Hertoge van Bourgondie, overleedt, „ zonder de pandpenningen volkomenlyk ont- „ vangen te hebben. Hertog Karel maakte „ zig egter meester van Gelder en Zutfen. „ Adolf, Zoon van Arnoud, ftierf kort hier- „ na , en Karel Zoon van Adolf, die, fe- „ dert, door de Staaten, tot Hertoge van „ Gelder en Graave van Zutfen , beroepen „ werdt, overleedt, zonder kinderen na te „ laaten. By zynen dood, verviel het regt, „ welk hy op zyns Vaders nalatenfchap. ge- „ had hadt, op het nageflagt van zynen Oud- „ Oom, Willem, die, te gelyk met Arnoud, „ Karels Grootvader, met Gelder en Zutfen, „ verlyd geworden was: en dit nageflagt was „ de ongelukkige Lamoraal, Graaf van Eg- „ mond, uit wien, de tegenwoordige Graaf, „ in eene regte lyn, afftamde : want Lamo- M raal,
|
||||
LXIV.BoEK. HISTORIE. 433
s, raal was een Agter - kleinzoon van Wil- it97i
5, lem , den Broeder van Arnoud van Eg- j, Adolf van Egmond door zynen Vader ont- 9, erfd geweest zynde , Karel, zyn Zoon , ,, geen regt op de Grootvaderlyke goederen ,, hebben kon, dan waren ze, zo veel eerder, j, op Willem van Egmond vervallen geweest. ?, De Koningen van Spanje , als opvolgers „ der Hertogen van Bourgondie , konden ,, geen regt altoos hebben op Gelder en Zut- ,, fen , om dat de pandpenningen niet ten j, volle betaald waren , en om dat 't gene on- „ betaald gebleeven was, met de verloopen ,, Intrest tot heden , zeer veel meer dan het ,, betaalde gedeelte beliep. En de Staaten van „ Gelder en Zutfen hadden 'er even weinig „ regt op , alzo zy geen grooter regt verkry- „ gen konden, dan Filips de IV. hun hadt „ können afftaan. Op het Graaffchap Eg- „ mond en de andere Heerlykheden , bo' „ ven gemeld, bleek het regt des Graaven „ nog duidelyker. Willem, Broeder van Ar- „ noud , hadt het Graaffchap Egmond en „ andere goederen voor zyn aandeel ver- „ kreegen : onder anderen Arkel, Ysfelftein, „ Ameland en Mechelen. Verfcheiden' zy- „ ner nazaaten waren met Erfdogters ge „ trouwd geweest, die hun veele goedereu „ hadden aangebragt, als Meurs, Hoorne, „ en andere Heerlykheden. Doch van alle „ deeze goederen bezat de tegenwoordige „ Graaf van Egmond niets. Gelderland en XVI. Deel. E e „ Zut- |
||||
434 VADERLANDSCHE LXIV.Boek:
1697. „ Zutfen waren verdeeld, tusfchen den Ko-
r „ ning van Spanje en de Staaten, 't Graaf- „ fchap Egmond was in de magt der Staa- „ ten van Holland. Meurs was den Prinfen „ van Oranje toegevoegd. De Bisfchop van „ Luik hadt zig in 't bezit van Hoorne ge- ., fteld. Kortom , alle de Heerlykheden van „ den Huize van Egmond waren in vreem- „ de handen geraakt. De Graaf hoopte eg- „ ter, dat de gelegenheid hem tegenwoordig „ gunftig genoeg zyn zou , om in 't bezit zy- „ ner voorouderiyke goederen , of van ande- „ ren van gelyke waarde herfteld te zullen „ worden , of zo hem dit mislukte , zou hy, „ onder de befcherming van den grooten Ko- „ ning , in wiens gebied hy zyn verblyf ge- „ nomen hadt, zig zo zoeken te gedraagen , j, dat hy , zelfs door zulken, die oorzaak van „ zyn ongeluk waren , eer beklaagd dan be- „ fchuldigd zou worden (g)." Doch op dit Vertoog , welk , in verlcheiden' voornaame deelen , ligtelyk , te wederleggen zou zyn , II« Hof kwam, in eenigen tyd, geen antwoord. Ein- vin Gei- delyk ? leverde het Hof des Vorftendoms Gel- der levert ^ en ^es Graaffchaps Zutfen, op uitdruk- ken-Pro- kelyken last van de Staaten deezes Land- test in, fchaps, een Tegen - Protest over, welk, den tegenden dertigften van Louwmaand des jaars 1608, Gar"ge getekend was, en flegts in 't algemeen be- numd.C" helsde „ dat zekere Ghilkt, zig noemende „ afgezonden van den Graave van Egmond , „ eene
O) Aa. da Ia Tai* de Uy.wicfc , Tm. III. p. 337, 338t
»54» 357« |
|||||
LXIV.BoEK. HISTORIE.
|
|||||||
435
|
|||||||
„ eene Verklaaring en Protest hadt ingele- i&97;
„ verd , vervattende eenen ongegronden eisch .;
„ op Gelder en Zutfen ; zonder dat deeze
„ Ghillet, in zyne voorgewende hoedanig-
„ heid, op de byeenkomst te Ryswyk , er-
„ kend geweest was; en zonder dat zy ook
„ wisten , dat 'er van zulk een' eisch eenig
„ gewag was gemaakt, in de Munfterfche
„ of Nieuwmeegfche Verdragen. Dat zy ,
„ hierom , de overgeleverde Verklaaring en
„ Protest nietig en van onwaarde verklaar-
„ den , uit den naam der Staaten van Gel-
M der en Zutfen , zonder dat zy , voor te-
„ genwoordig, konden goedvinden , de re-
„ denen te wederleggen, die in de Verklaa-
„ ring vervat waren: welke ook eene opfta-
„ peling van misllagen, zo ten opzigte van
„ het regt, als van de gebeurde zaaken, en
„ eene menigte van tastelyke onwaarheden
„ behelsde (<£)•" Voorts, vind ik niet, dat
'er eenige agt geflaagen werdt, op de eifchen
des Graaven van Egtnond. Ook meen ik, dat
dit Huis, in de volgende algemeene Vrede-
handelingen , nagelaaten heeft, de meesten
deezer eifchen te vernieuwen : waarom het
my niet ondienftig fcheen , dat 'er , hier ,
voor *t laatst, wat uitvoeriger , van gewaagd
werdt.
De Vredehandeling, midierwyl, geëindigd Konirg
zynde , begaf Koning Willem zig, na 't re- Willem
celen van den Staat van oorloge voor 't vol- kee"
ö - naar Ei gen" geland.
CS) Aótes de U Paix dt Ryswkk, Tom. IV. p. 275, 276, |
|||||||
43Ó VADERLANDSCHE LXIV.Boek;
i<Sp?. gende jaar, op den drie - entwintigften van
•------ Slagtmaand, naar Engeland, fcheep, en land- de, den vierentwintigften, te Greenwich. Twee dagen laater , werdt hy , met groote toejuichingen, ingehaald te.Londen (z). De meeste uitheemfche Gezanten verlieten Hol- land ook, voor het einde des jaars 1697 ; zynde de bekragtigingen van alle de Ver- dragen toen ,. wederzyds , uitgewisfeld. Ee- nigen namen openlyk affcheid van de Staa- ten , die den Koning van Zweeden, met ee- nen brief, bedankten , voor zynen loffely- ken yver , in het bemiddelen der Vrede be- toond (#). XXVI. Zodanig een uitflag hadt de Ryswykfche Aanmer- Vredehandeling , welker beloop wy, wat om- oveTd ftandiger» hebben willen ontvouwen , ook Ryswyk. ze^s m °Pzigt van 't gene * daarby , voor fche Vre- Spanje en het Duitfche Ryk, bedongen werdt, dehande- om dat dit, gedeeltelyk , den grond gelegd linge; heeft tot de volgende oorlogen, in welken de Staaten zig , meer om het belang hunner Bondgenooten , dan om hun eigen belang, hebben moeten mengen: weshalve, de naauw- keurige kennis van de zaaken der Bondge- nooten moet geagt worden , nader dan zy plag, te behooren tot onze Vaderlandfcha xo ten op- Historie. Frankryk , hoe veel het ook af- zigievnn ftondt aan het Duitfche Ryk, en vooral aan. Frankryk, je Kroone van Spanje, bereikte egter het voor-
CO Titoal Vot. III. [orXVITT.] 0.393; (i) Relol. Gener. Vener. 13 üiccmb, I0ji7» dansjes A&. de la i'aix de Ryswick , Tom, IV. p. ïjs. |
||||
LXIV.BoEK. HISTORIE. 437
voornaamfte gedeelte zyner oogmerken, by rf97,
het fluiten der Vrede. Het Groot Verbond .... werdt verbroken, en de grondflag gelegd tot tweedragt onder de Bondgenooten, door het vierde punt der Vrede met het Ryk; waar- by bedongen werdt, dat de Roomsch-Ka- tholyke Godsdienst, in de Plaatfen, die overgeleverd werden, blyven moest in den ftaat , waarin dezelve tegenwoordig was. Pignerol en Brifak, van ouds gehouden voor de fleutels van Italië en Duitschland , werden wel te rug gegeven ; doch Frankryk hadt, daarentegen, in 't Verdrag met den Hertoge van Savoje , eenen vryen doortogt naar 't Milaneeiche bedongen , en ftigtte , eerlang, de Vesting te Feneftrelles, die, in de plaats van Pignerol, diende, om den Hertog van Savoje in bedwang te houden. Aan den Ryn- kant, bleef de Koning in 't bezit van Straats- burg , en van de Sterkten, ter linkerzyde der Riviere opgeworpen, of bemagtigd. De afftand van Luxemburg en Barcelona aan Spanje deedt veelen vermoeden, dat Koning Lodewyk geen voorneemen hadt, om eenen nieuwen oorlog te beginnen, na 't affterven van Karel den II, tot voorftand van het regt des Daufyns op de Spaanfche nalaatenfchap; naardien, zo hy zulks in den zin gehad hadt, Barcelona hem den weg naar Spanje geopend zou hebben, en het inhouden van Luxem- burg den Spaanfchen den onderftand uit Duitschland zou hebben afgefneeden, of moei- lyker gemaakt. Doch de uitkomst leerde an- Ee 3 ders |
||||
f
|
|||||
43S VADERLANDSCHE LXIV.Boek.'
i<j#. ders, binnen weinige jaaren. De Koning
■ van Frankryk vondt middel, om zyne ei- fchen op de Spaanfche heerfchappye te hand-
haaven met de wapenen , onaangezien hy, by de Ryswykfche Vrede, zo veele aanzien- ]yke Steden aan Spanje te rug gegeven hadt. 't Was 'er , derhalve, wel verre van af, dat de Franfche Ambasfadeurs het belang van den Koning , hunnen Meester , uit het oog ver- looren zouden hebben, op de Vredehande- ling, hoewel zy 'er, ten dezen tyde , zelfs in Frankryk, onder 't gemeen en onder lui- den van oorloge, openlyk, van befchuldigd als ten werden (/). De Bondgenooten waren, daar- opzigte entegen, kwalyk gellaagd, in het voornaam ^annddee oogmerk, welk zy, by het aangaan van het nomen: Groot Verbond, gehad hadden, welk ge- weest was, het gebied van Frankryk te her- brengen tot de paaien, waarin het, by de Westfaalfche en Pyreneefche Verdragen, be- flooten was geweest. De meeste Veldtogten waren ongelukkig voor hun uitgevallen. De gemeene fchatkisten waren, alomme, ledig. Engeland en de Vereenigde Gewesten inzon- derheid werden zeer gedrukt in den Koop- handel , en leeden zwaare fchade ter zee. Het Duitfche Ryk bleef nog ingewikkeld in den Turkfchen oorlog. De Bondgenooten waren, derhalve, wel genoodzaakt, zig te vergenoegen met eene Vrede , waarby over • 't geheel weinig meer bedongen werdt van Frank-;
CO Tindal Fut. III. [pr XVII!,] j>. -93.
|
|||||
LXIV.Boëk. HISTORIE. 439
Frankryk, dan by de Nieuwmeegfche Vre- %6gj,
de was toegeftaan. De Keizer en het Duit---------•
fche Ryk verwierven egter 't minst, om dat met naa-
zy langst draalden met fluiten. Dit kostte rae van. hun Straatsburg, welk zy , naar alle waar- ^"en^" fchynlykheid, anders zouden hebben können het Duit- te rug krygen. Aan Spanje werdt het meest fcheRyk; afgeftaan by de Vrede, om dat de Koning ya,lSPia' van Frankryk, voorhebbende de Bondgenoo- je' ten te verdeeleu en tot afzonderlyke Ver- dragen te beweegen , voordeelige aanbiedin- ge doen moest aan eene Kroon , op welke hy merkelyke eifchen hadt, en van welke hy, in tyd en wyle, 't zy door handeling of door de wapenen, ligtst, te rug krygen kon, 't gene hy nu te veel mögt fchynen afgeftaan te hebben. De Koning van Groot-Britanje, van ingewikkeld in den kryg, om dat hy zig ^root" anders niet zag te bevestigen op den troon, Bntanje' vernoegde zig, dat hy, door Frankryk, erkend werdt, by 't fluiten der Vrede, en dat Koning Lodewyk zig, in algemeene be- woordingen , verbondt, om Koning Jakob niet verder te onderfteunen: om niet te fpree- ken van de byzondere overeenkomst, ten na- deele van den onttroonden Vorst, getroffen (ni). Eindelyk, moeften de Staaten der Ver- en van de eenigde Gewesten zig te vrede houden, om Staaten. dat het Ryswyksch Verdrag hen in geen' er- ger ftaat ftelde, dan zy, federt het fluiten der Nieuwmeegfche Vrede, geweest waren. Het
|
|||||
(»O Zit hier »uor, H. 3<;si
|
|||||
440 VADÊRLANDSCHE LXIV.Boek;
I(yp» Het belang van Koning Willem, hunnen
.__1 Erfftadhouder, of het belang van den Pro-
teftantfchen Godsdienst, die gevaar liep in
Engeland , en waaraan ook het belang van deezen Staat verknogt was, hadt hun den jong- ften oorlog op den hals gehaald. De Vre- de bevestigde Koning Willem op den troon van Groot - Britanje , en beveiligde hierdoor den Proteftantfchen Godsdienst in Engeland; en den Vereenigden Staat te gelyk, meer of min. In zo verre, bereikten, derhalve, de Vereenigde Staaten hun oogmerk, op de Vredehandelinge. Voor 't overige, hadden zy niets van Frankryk te vorderen, of te wag- ten , dan de herftelling van een voordeelig Verdrag van Koophandel en Zeevaart, waar- toe, van de Franfche zyde, gereedelyk, be- willigd werdt. De oorlog met den Turk al- leen verhinderde de algemeene Vrede des Christenryks. De Keizer verlangde egter zeer, om 'er een einde van te zien. En het Franfche Hof hadt, na het fluiten der Ryswykfche Vrede, geene dringende reden meer, om de Porte, tegen het Duitfche Ryk, te onderfteu- nen. Ook zou de ftaat der Franfche geldmid- delen , die herflelling behoefde , zulks be- zwaarlyk langer hebben können toelaaten. De groote Heer vreesde ook voor eenen opftand onder 't gemeen, welk misnoegd was, over den ongelukkigen uitilag van den jongden veldtogt. Beide de oorloogende Mogendhe- den omhelsden, derhalve, de gelegenheid, welke hun aangebooden werdt, om , onder bemiddeling van Groot-Britanje en van de Staa-
|
||||
LXIV.BoEK. HISTORIE. 441
Staaten, van vrede te handelen (V). Dit ge- l(<o7.
fcbiedde, in 't volgende jaar, te Karlowits, ------
inSlavonie, alwaar, eindelyk, de Vrede ge-
ilooten werdt, op den zesen twintig ften van Louwmaand des jaars 1699 (o). Doch wy zullen, in 't vervolg deezer Historie, gele- genheid hebben, om hiervan nader te gewaa- gen. . Terftond na 't fluiten der Vrede waren de Staaten bedagt geweest op het te rug zen- den der uitheemfche troepen, welke zy in dienst gehad hadden QO- Ook beraamde men al ras eenen voet met Frankryk op het we- derzyds vryftellen der Visfcherye, Koophan- del en Scheepvaart (#)• Over eene nieuwe Lyst der regten op de Koopwaaren in Frank- ryk, werdt ook, federt, lang gehandeld: ten welken einde, de Heeren Willem Nieuw- poort, die dé helft van 's Lands gemeene middelen te water, eenige jaaren, in Admo- diatie gehad hadt, en P. van Rosmaale naar Frankryk werden afgezonden. Zy bleeven 'er tot in 't volgende jaar, zonder iet te können fluiten (r). Ook vielen 'er, in 't kort, ver- anderingen voor, in den Haat der zaaken van Europa, die gelegenheid gaven tot eene fpoe- dige en algemeene verbreeking der Ryswyk- fche Vrede. C») TiNDAi. Vol. IJl. OrXVIM.] p. 388.
(_o ) Heiss Hilf. del'Empire, Tom. Hl. p. a,j8. (p) Refol. IIoll. 3 Octob. \(>y?. hl. ai?. (<fi Reib!. Holt. 10. 12 OS. 1Ö97. tl. 4«8, 486. (Ó Rcfol. IIoll. 9 Ocfob. 1097. U. 462. 15 Jan, 13 Maart %6 May 1698. LI. 14, 141, 25t!, 436. |
|||||
XVI. Dekt.. Ff BE-
|
|||||
BERIGT voou ben BINDER,
Jak ob V-E RH eye, Rsadpcnfionaris
van Zeeland. Teplaatfen tegen over bl. i Jakob Hop, Raad en Thefaurier Ge-
neraal. . . . . i6' Ni kol aas Witsen, Burgemeester
van Amiterdam. . . ro De Luitenant - Admiraal Gelein
EvERTSEN. . . . IIO
HlERflNIMUS VAN BevERNINGK,
Raad en ïhefaurier Generaal. . 130
De Luitenant- Admiraal Kornelis
Tromp. . . . 150 De Generaal Menno van Koe
HOORN. . . . «294
Hendrik Kasimir, Prins van Nas-
fau, enz. . . . 314 Het Huis te Ryswyk. . . 348
|
|||||||
V
|
|||||||