VADERLANDSCHE
HISTORIE.
ZEVENTIENDE DEEL,
|
|||||
fe
|
|||||
VADERLANDSCHE
HISTORIE,
VERVATTENDE DE
GESCHIEDENISSEN
D E R. N U
VEREENIGDE NEDERLANDEN,
INZONDERHEID DIE VAN
HOLLAND,
VAN DE VROEGSTE TYDEN AF:
Uit de geloofwaardigfte Schryvers en egte
Gedenkftukken famengefteld, DOOR
JAN WAGENAAR.
Met Plaaten en Kaarten.
ZEVENTIENDE DEEL, BEGINNENDE MET HET JAAR l6p8 , EN EIN*
., , ^ DlGENDE MET HET SLUITEN DER 'T JAAR I713.
|
||||||
Te AMSTERDAM, bï
JOHANNES ALLART. M D C C X C V.
Slet Privilegie van de Ed. Gr. Mog. Heeren Staaten
van Holland en Westfrtcsland, |
||||||
Bladz. f
VADERLANDSCHE
HISTO RIE
VYF-EN-ZESTIGSTE BOEK.
|
||||||
-INHOUD.
I. Gezantfchap der Staaten naar Frankryk. Ge*
zantfchap van Frankryk aan de Staaten. II. Handeling over een Verdrag van Verdeelinge der Spaanfche heerfchappye. Voorflag van Frankryk. Bedenkingen op Frankryks inzigten. Inkoudvan het eerfle Verdrag van Verdeelinge. III. Gehei- me handeling der Franfchen, aan het Spaanfche Hof. IV. Overeenkomst tusfchen Groot-Britanje, Zweeden en de Staaten. Vrede tusfchen den Kei- zer en de Porte, door de Staaten bemiddeld. Ge- zantfchap van Marokko en van Tunis. Tarif met Frankryk. V. Plakaat tegen de Engelfche en Schotfche weérfpannelingen. VI. Handeling over een tweede Verdrag van Verdeelinge der Spaan- fche heerfchappye. Misnoegen aan 't Spaan- fche Hof. Vertoog van den Spaan/chen Gezant afgeweezen. Argwaan op Frankryk. VII. Rede- nen voor en tegen het fluiten van een tweede Ver- drag van Verdeelinge. Inhoud van het zelve. Af zonderlyke tn geheime punten. VIII. Handeling om andere Mogendheden in dit Verdrag te doen treeden. Misnoegen aan 'tlVeener Hof. De Kei- zerfchen bewerken een Uiterflen Wil in Spanje, XVII. Deel. A ten |
||||||
* VADERLANDSCHE LXV.Boek.
ten behoeve van den Aartshertoge Karel. IX.
Keizer Leopold weigert in 't Verdrag van Ver- deelinge te treeden. Toefland van 't Hof van Madrid. Verzierd Verdrag tusfchen de Staaten en den Keurvorst van Beieren. X. Oorlog in 's Noorden. Verbond tusfchen Groot-Br itanje^ Zweeden en de Staaten. Vrede tusfchen Zwee- tten , Deenemarke en Holflein. XI. De Keur- vorst van Brandenburg ftaat naar de Koningk- iykewaardigheid. XII. Verandering in Engeland. ,t Oktroi der Westindifche Maatfchappye ver- lengd. XDI. De Franfche bewerken eenen nieu- wen Uiterflen Wil, in Spanje. De Koning van Spanje fterft. De Hertog van Anjou wordt voor Koning uitgeroepen, onder den naamvan Filips den V. XIV. Raadpleegingen in den Haage op de verandering in Spanje. XV. Verklaaring der Staaten aan den Koning vanFrankryk. Hande- ling aan eenige Duitfche Hoven. XVI. De Ko- ning van Frankryk fckryft aan de Staaten. Ge- heime last van den Graave van Briord. XVII. De Staaten neemen tyd om te antwoorden. Ko- ning Filips fckryft hun ook. XVIII. De Staaten zoeken te handelen over 't bewaaren der Vrede. De Franfchen bezetten de fterke Plaatfen, in de Spaanfche Nederlanden. De Staaten trekken ,er hunne troepen uit. Zy erkennen Anjou voor Koning 'van Spanje. XIX. Handeling met den Graave d'Avaux. XX. Men begint te neigen tot oorlog. XXI. D'Avaux zoekt de Staaten tot een afzonderlyk Verdrag te beweegen. XXII. De onderhandeling wordt afgebroken. Vértoog van d'Avaux. XXIII. Antwoord der Staaten. D'A- vaux keert naar Frankryk. XXIV. Verbond tus- fchen Groot-Britanje, Deenemarke en de Staa- ten. |
||||
LX V. Boek. HISTORIE.
|
|||||||
3
|
|||||||
ten. XXV. Verbond tusfchen den Keizer, Groot- •
ßrüanje en de Staaten. Overeenkomst met Zweeden. Verbond met Groot-Britanje. XXVI. De Keurvorst van Brandenburg wordt Koning van Pruisfen. Verdrag tusfchen Groot-Britanje* Pruis/en en de Staaten. XXVII. Krygsbedryven in Italië. De Franfchen bezetten Luik en eenige Plaat/en aan den Rynkant: de Staaten Keulen. XXVIII. Koning Jakob de II. fierft. Frankryk erkent den zogenaamden Prins van Walles voor Koning. Misnoegen hierover, in Engeland en hier te Lande. XXIX. Aanvang der vyandelyk- heden. Aanflag op Maastricht. XXX. Koning Willem zoekt Prins Frifo tot zynen opvolger hier te Lande te doen verklaaren. 't Mislukt. Koning Willem is onpasfelyk. Betert. Valt van "'tpaard. Krygt zwaarekoortfen. Sterft. XXXI. Zyne afbeelding en fchets zyner Regeeringe, iit Engeland en hier. Het treffen der Ryswykfche Vrede her- 1698.
ftelde de uitwendige rust van Europa, ■------ flegts voor eenen korten tyd. Men mistrouwde f*
de oogmerken van Frankryk, omtrent de fchap de* Spaanfche nalaatenfchap. De afneemende ge- Staaten zondheid van Koning Karel hieldt de Mogend- naar heden in geduurige ongerustheid, die toenam, Frfnk" toen men befpeurde, dat Frankryk in de wa-ry * penen bleef («): terwyl Groot-Britanje en de Staaten een groot gedeelte hunner troepen af- dankten. In Engeland, werdt dit doorgedree- ven,
C<0 Daniel Journal, p CLXXXIX.
A 2 |
|||||||
4 VADERLANDSCHE LXV.BoEKJ
1698. ven, zeer tegen den zin des Konings (£); en
------de Vereenigde Gewesten werden 'er toe ge-
jioodzaakt, door den vervallen ftaat hunner
geldmiddelen. Nogtans befloot men, beide in Engeland en hier te Lande, de heiftelde vriendfchap met Frankryk aan te kweeken, door plegtige Gezantfchappen. De Staaten zonden, in de Lente des jaars 1698 , de Heeren van Odyk en van Heemskerk naar 't Franfche Hof, om den Koning te begroeten wegens de Vrede: en vooral, om de Lyst der regten te regelen (e). De Graaf van Portland was, reeds te vooren, derwaards afgevaardigd, door den Koning van Groot-Britanje, met last om aan te houden op het vertrek van Koning Jakob; waartoe de Ko- ning van Frankryk egter niet verftaan kon: 't welk, in 't voorbygaan, mag doen vermoeden, dat Bouflers, of zig hiertoe niet duidelyk ver- bonden hadt (d)-, of's Konings goedkeuring op 't gene hy beloofd hadt niet hadt können ver- werven. De Graaf van Portland kwam, op 't einde van Zomermaand, genoegzaam onverrig- ter zaake, in Engeland te rug. Men wil, dat hy 's Konings gunst, gedeeltelyk, verloor, op deeze reize, hebbende den Heere Ar Houd Joost yan Keppel, Zoon van den Heere van Pallant, die, door Koning Willem, tot Graave van Al- bemarie verheevenwas, zig, in 'tafzyn vanden Graave van Portland, diep weeten te dringen in 's Konings genegenheid en vertrouwen. Ze- ker is 't, ten minfte, dat de Graaf van Portland zig, kort na zyne wederkomst uit Frankryk, ont-
(b~) Tindal Fol. III. [or XVIII ] p. 394—408.
f e) Zie Inftr. in de Ref. Moll. 19 Maart löyli. hl. 160.
(rf) Zie''XVI. Deel, II. 40c.
|
||||
LXV. Boek. HISTORIE. 5
|
||||||
ontfloeg van zyne bedieningen ten Hove, en, i<5pj.
federt, alleenlyk, in eenige gewigtige Staats- |
||||||
handelingen, gebruikt werdt (e). De Koning Gezant.
van Frankryk verzuimde, ondertusfchen, niet, fchaP Gezanten af te zenden naar Engeland en Hol- p^ankryk land. Camük d'Hofion, Graaf van Tallard, aan de werdt tot het Gezantfchap aan den Koning van Staaten. Engeland benoemd (ƒ): en, in den Haage, kwam, in Oogstmaand, de Heer de Bonrepaux , wien, op den twee-en-twintigften, openbaar gehoor verleend werdt. De Lyst der inkomende en uitgaande regten, tusfchen Frankryk en de Staaten, was nog nietgeregeld: en men kon'er eikanderen te minder over verftaan , om dat het Franfche Hof die Lyst merkelyk verhoogen wilde: waarin men , van der Staaten zyde, niet bewilligen kon (g). Omtrent deezentyü, of wat eerder, kwam II.
'er tyding uit Spanje, dat de Koning op 't fier- 9en\st* ven lag (^). Zulke gerügten waren 'er, voor- K"ni* heen, mcermaalen geweest; doch nu floeg men van Span- 'er meer geloofs aan, dan op andere tyden. je op 't Lodewyk de XIV. zondt, hierop, eene Vloot fterrvea naar Kadix; daar de Westindifche Vloot ver- ö' wagt werdt. Men meent, dat de Franfchenzig, terftond, van deeze Vloot meester gemaakt zouden hebben, zo de Koning van Spanje ge- ftorven was. Doch hy bekwam , eerlang, eenigszins. Midlerwyl, was 'er ook eene Vloot uit Engeland gezonden naar de Spaanliche kus- ten, CO TiNDAt- Vul. III. [or XVIII] *. (i47_45i,
CO Tinbal Vo'. III \ur XVIII. | p. 454. (g) teniet. Lamberti Mcnioir. Tom. XI. p. 173, 176. TlN- ÖAt Col. III- \or XV1H.] p- 454- 455- Ch) Meinoir. <Ju Cumtc d'Harrach , Tom. II. p. 12,61. ., A3
|
||||||
6 VADERLANDSCHE LXV. Boek.
169B. ten, die egter te laat kwam, om merkelyken
-------dienst te doen, indien 't de nood vereischthadt.
Koning Koning Willem, orde gefteld hebbende op de
komt Tn Regeering van zyne Ryken, die aan eenige Op- Holland, per-regters, en, onder anderen, aan den Graave van Marlborough, onlangs in 's Konings gunst herfteld, toevertrouwdwerdt, keerde, omtrent het einde van Hooimaand, naar Holland, daar hy de laatfte hand hielp leggen aan een Ver- drag over de Verdeeling der Spaanfche nalaa- tenfchap , na 't affterven van Koning Karel den IL (/), van wiens kort aanftaanden dood men zig, in 't gemeen, verzekerd hieldt. Het fluiten van dit Verdrag was het gewigtigfte, welk, dit jaar, voorviel, waarom wy, hier, kortelyk, vernaaien moeten, wat 'er het oog- merk en de inhoud van geweest zy. ïknde- Wy hebben, in 't voorgaande Boek (^»ge- ling over zien, dat Koning Willem en de Staaten, kort een Ver- na jiet treffen der Ryswykfcbe Vrede, de Kei- Ver^ee-11 zerfchen, vergeefs, hadden gezogt te bewee- ling der gen, tot eene vernieuwing van het Groot Ver- Spaan- bond, waardoor de Keizer zig van een gedeel- fche te der Spaanfche Heerfchappy verzekerd ge- fchap- zien zou hebben. Men moest, derhalve, op pye, na andere middelen bedagt zyn, om te beletten, <ie dood dat Frankryk meester werdt van deeze heer- |
|||||||||
v
den II
|
rel fchappye. Het Weener Hof hieldt ondertus-
** J. , „ .
|
||||||||
fchen, het oog op t gene in Spanje omging.
Sommigen rieden den Keizer, dat hy eenige Spaanfche Grooten moest zoeken te winnen. Doch hy verwierp deezen raad, zig verdaten- de CQ Burnbt -pul. II. p. aio. Tindal Fol. UI. [er XVHJ.}
p, «64, 465. CO XVI, Detl, U. 415. |
|||||||||
V
|
|||||
LXV.Boek. HISTORIE f
de op deKoninginnevan Spanje zelve (/), en igpf.
op de Graavinne van Perlips, die veel vermögt op haare Majefteit, naar welker raad, de Ko- ning zelf zig, doorgaans, voegde. Keizer Leo- pold hadt, om de Spaanfche nalaatenfchap over te brengen in zyn huis, een ontwerp ge- fmeed, om zynen tweeden Zoon, den Aarts- hertog Karel, over te zenden naar Spanje. De Gezant van Trier aan 't Weener Hof, hiervan kennis hebbende, ftelde voor „ dat men, ten „ zelfden tyde, eenige Duitfche troepen naar „ Spanje en naar de Spaanfche Westindien „ moest overvoeren, door middel van welken» „ men zig van de Spaanfche heerfchappyen „ zou können verzekeren, zo dra de Koning „ van Spanje zou overleeden zyn. Zy zouden, „ midlerwyl, door Koning Karel, betaald wor- „ den." Doch dit ontwerp bleef agter, om dat men geen' kans zag, om de kosten te vin- den, die op het overvoeren en onderhouden deezer troepen loopen zouden (m). Ook maak- ten Groot-Britanje en de Staaten zwaarigheid om tot het overvoeren deezer troepen de ver- eischte fchepen te leveren: 't welk men ligte- lyk begreep, niet te können gefchieden, zonder misnoegen te verwekken aan het Franfche Hof ( n ). Maar van de overkomst des Aartshertogs werdt, dikwils, gefproken met Koning Karel, die, nu en dan, hielp overleggen , op wellc eene wyze, de jonge Prins, te Madrid, leeven zon
(O Vühz l'Inftr. ia Corate d'Harüach dans fes Memoir.
Tom. I- p. 51. (m) Coiez Memoir. & Negociat. Hu Conit* d'Harjuch,
Tom. I p. loi, 138, 165, 18a, 273- , (») Memoir. du Cointe »'Hariwch, Tam. I. prVJta, 324.,
465- Tom. O. $. 98. A4
|
|||||
4 VADERLANDSCHE LXV.Boek.
|
|||||
ï6p». zou (o). Doch het Franfche Hof, de lugt
* krygende van deeze ontwerpen, vondt middel om een' fpaak in 't wiel te fteeken, niet don-
kerlyk dreigende met oorlog, ingeval de Aarts- hertog overftake naar Spanje, of zo men on- dername krygsvolk derwaards te zenden. En deeze bedreigingen waren van klem; alzo Frank- ryk , gelyk wy reeds gemeld hebben , ge- wapend gebleeven was, terwyl verfcheiden' Mogendheden hunne troepen, grootendeelds, aadden afgedankt. Doch men liet het niet by bedreigingen. Het Franfche Hof, bewust, dat de Ryswykfche Vrede, merkelyke verkoeling te wege gebragt hadt, tusfchen den Keizer en de voornaamften der Bondgenooten, zelfs tot zo verre, dat de Keizer zyne belangen aan 't Hof van Spanje zogt te bevorderen, zonder deeze Bondgenooten te kennen, gaf den Ko- ning van Groot -Britanje en den Staaten eenige opening van een Verdrag van Verdeeling der Spaanfche Heerfchappye, waarin zy zoudea können overeenkomen , zonder zig aan des Keizers bewilliging te bekreunen. Men wil» gelyk wy reeds hebben te kennen gegeven (p), dat deeze opening eerst gefchied zy, in eene heimelyke handeling tusfchen den Maarfchalk van Bouflers en den Graave van Portland (#)» Doch de Koning van Frankryk hadt 'er, na- derhand , zelf met deezen Graave over doen handelen, door twee zyner Staatsdienaaren, de Pompone en de Torcy (r). Nogtans was 'er nog
f o") Memoir dti Comte d'Harracii, Turn. 1. p, 131.
1 lp) XVI. Diel, U 400. (f j Lameiuti Memoir. Tom. I. p- 12,
(r) Memoir. du Comte d'Harrach, Tom- II. f. 51, 54'
/ïi, 120. Memoir. de M. de Torcy, Tm. 1. p. 43. |
|||||
LXV.Boek H.ISTORI E. j»
|
|||||||||
nog niets geflooten. Koning Willem zig, na 169s;
zyne aankomst in Holland, begeeven hebbende * naar 't Loo, werdt derwaards gevolgd, door
den Graave van Tallard, die, na hem, uit En- geland vertrokken was. Men handelde, hier, op nieuws, over de opvolging in de Spaanfche heerfchappye. Tallard verklaarde „ dat de Voor (lag „ Koning, zyn Meester, zou können bewoo v.an „ gen worden tot het aangaan van een Ver- Jr^nk" „ drag, waarbyjhet Koningryk Spanje, de r' „ Indien en de Nederlanden den Keurprinfe „ van Beieren zouden toegeweezen worden, „ benevens alle de overige Spaanfche bezit- „ tingen, uitgenomen Napels en Sicilië, Sar- „ dinie, hetLandfchap Guipuskoa aan deeze „ zyde van het Pyreneefche gebergte, Fonta- „ rabie en S. Sebastiaan, Final en de andere „ Plaatfen in Toskane, welken in de magt van „ Spanje waren; al het welke aan Frankryk „ komen zou, tegen eenen volkomen' afftand „ van alle verder regt op de Spaanfche nalaa- ., tenfehap. Milaan alleen zou den Aartsher- „ toge Karel toegelegd worden." Koning Wil- lem zondt deezen voorflag over naar Enge- land (V), en fprak 'er van,met eenige vertrouw- de Leden der Staaten. Men begreep, in 't ge- meen , dat de handel geheim bly ven moest, om de Hoven van Weenen en Madrid niet te zeer te ftooten. Doch fommigen waren bedugt, of het rjeden- Franfche Hof wel oprecht te werk ging, in het kingen doen van zulk een' voorflag, en of'er al reden op Frank, genoeg ware, om te vertrouwen, dat men zig f?*j m" |
|||||||||
n «gten.
|
|||||||||
•O Memoir- de M. Torcy, Tom. I. f, 51—54. Tthdai,
■ UI. t*r XVIII ] p. 4(15—46«. A5
|
|||||||||
<ïo VADERLANDSCHÊ LXV. Boek.
1 tfp8. in Frankryk, met het toegeweezen aandeel der
—— Spaanfche heerfchappye, zou te vrede houden, Daarbenevens, werdt betragt „dat Frankryk, „ Sicilië bezittende, meester zyn zou van den „ Levantfchen handel, en, door middel van Fi- „ nal en van de andere havens, den toevoer „ naar Milaan, t'eenemaal, zou können belet- „ ten: dat de Koningvan Frankryk, het gedeel* „ te van Guipuskoa, in den voorilag gemeld, „ in zyne magt hebbende, niet flegts van ver- „ fcheiden' havens aan den Oceaan meester „ zyn zou, maar ook, van deeze zyde, zo ligt „ in Spanje zou können rukken, als hy, voor- „ heen, van den kant van Katatonie, gedaan „ hadt. Ook behoorde, meenden fommigen, „ wel bepaald te worden, wat Groot-Britanje, 9, en de Staaten zouden doen, wanneer de Ko- „ ning van Spanje overleeden, en 't geval daar „ was, dat het ontworpen Verdrag zou uitge- „ voerd worden. En zo deeze Mogendheden „ flegts ftil te zitten hadden, en de uitvoering „ des Verdrags aan Frankryk moesten toever- „ trouwen, viel de vraag, welke zekerheid „ men hadt, dat Frankryk zig flipt aan het „ zelve houden zou (O?" Doch, van de an- dere zyde, waren Groot-Britanje en de Staa- ten zo ongeneigd tot eenen nieuwen oorlog, en men hieldt den Koning van Spanje te zyn in zulk een' zwakken ftaat van gezondheid, dat men, gelyk als gedreeven werdt, tot het aangaan van een Verdrag, waardoor men den oorlog dagt te zullen voorkomen; die anders onvermydelyk ontßaan moest, terftond na de dood
(j~) r.ord Sommerf". Letter 'm Tinüam Contin. VuU U^-
0>- aVIUJ. f. 4CU. |
||||
LXV.Boek. HISTORIE* n
|
|||||
dood van Koning Karel, wien men hieldt, dat 1699.
het einde van Wynmaand niet zou können be- lard werdt dan voortgezet in den Haage; dsar, inhoud eindelyk, op den elfden van Wynmaand, een va"'het Verdrag getekend werdt, tusfchen Frankryk, verdrag Groot - Britanje en de Staaten. Het beftondt, van Ver- uit vyftien Leden, welker voornaamften hier- deeiin- op uitkwamen: „ De Ryswykfche Vrede zou *>e dcr „ ftand houden. Doch, tot bewaaring der rus- f^t3"" „ te van Europa, die zekerlyk geftoord zou heer- „ worden, in geval de Koning van Spanje kin- fchap. „ derloos overleedt, en de belanghebbende pye' „ Mogendheden hunne eifchen op de Spaan- „ fche nalaatenfchap wilden doen gelden; en „ tot weering van de bekommering, die ver- „ oorzaakt ftondt te worden, zo deeze nalaa- „ tenfchap eenen Vorst geheellyjk in handen „ viel; was men overeengekomen, datdeDau- „ fyn, voor zyn aandeel van de Spaanfche „ nalaatenfchap, hebben zou de Koningryken „ van Napels en Sicilië, de Spaanfche Plaat- „ fen op de Toskaanfche kust en naaste Eilau- „ den, begreepen onder de naamen van S. Ste- „ phano, Porto Hercole, Orbitello, Telamo- „ ne, Porto Longone en Piombino; de Stad „ en het Markgraaffchap van Final, het Land- „ fchap van Guipuskoa, met naame de Steden „ Fontarabie en S. Sebastiaan en de haven van „ Pasfage; doch 't gene tot ditLandfchap behoor- „ de aan de andere zyde van het Pyreneefche » gebergte, zou aan Spanje blyven; en de toe- si gan- . {>} Secr. Ref. Holl. isSept'-iógS. VI Dttl.hl.32. KingWil-
liaiBs Letter »« Timüals Contin. y*U lil. [vr WIII.J ^.460. |
|||||
12 VADERLANDSCHE LXV.Boek;
„ gangen over dit gebergte, tusfchen Spanje en
„ Frankryk, verdeeld worden. De Kroon van „ Spanje, en de overige Ryken, Staaten enHeer- „ lykheden, tot dezelve behoorende, zouden „ komen aan den Prinfe van Beieren, oudflen „ Zoon van den Keurvorst, die Voogd over „ zyn Zoon zyn zou, in geval hem deeze „ heerfchappy, geduurende zyne minderjaarig- „ heid, ten deel viel. Het Hertogdom Mi- „ laan alleen werdt van deeze afgeflaane Heer- „ lykheden en goederen uitgezonderd, en zou „ aan den Aartshertoge Karel, tweeden Zoon „ des Keizers, worden aanbedeeld. De Koning „ van Frankryk, de Daufyn, de Keurvorst of „ Prins van Beieren, en de Keizer en Aarts- „ hertog zouden van allen verderen eischopde „ Spaanfchenalaatenfchap, plegtiglyk,afflaan. „ De Koning van Groot -Biitanje en de Staa- „ ten zouden den Keizer en den Keurvorst van „ Beieren opening geeven van dit Verdrag, „ terflond na dat het bekragtigd ware, en hen „ tragten over te haaien, om 'er in te bewilli- „ gen. Zo zy 't weigerden, zou hun aandeel „ blyven in bewaaringe der Regenten, welken „ 'er, van wege den Koning van Spanje, over „ gefield waren. Men zou, op 't overlyden „ deezes Konings, de nalaatenfchap laaten, in „ den ftaat, waarin zy was, op dat elk 'er, „ volgens de Verdeeling, by dit Verdrag ge- „ maakt, bezit van naame: waarin de tweeKo- „ ningen en de Staaten ieder der erfgenaamea. „ behulpzaam zouden zyn. Men zou alle an- „ dere Vorften en Staaten toeflaan en nodi- „ gen, om in dit Verdrag te treeden, en zy „ zouden 'er, te gelyk, waarborgen van wezen. |
||||
LXV.BoEK. HISTORIE. 13
„ Zo iemant der Vorften, ten behoeve van i<sp»;
„ welken, de Verdeeling gefchied was, met „ zyn aandeel niet te vrede mögt toonen te
„ zyn; maar dat der anderen, met de wape- „ nen, mögt willen ontrusten, zou men gehou- „ den zyn, hem met de wapenen tot reden te „ brengen." Voorts, waren 'er eenige geheime punten gevoegd by dit Verdrag, volgens wel- ken , het aandeel van den Prinfe van Beieren, den Keurvorst, zynen Vader, toegeweezen werdt, in geval de Prins overleedt, zonder kin- deren na te laaten. Ook zou het Hertogdom van Milaan, zo 't in bewaaringe mögt blyven, niet J geregeerd worden door den tegenwoordigen
Landvoogd, Prinfe van Vaudemont; maar door Prinfe Karel, deszelfs Zoon. Eindelyk, zouden de Aartshertog Karel en de Prins van Beieren in 't bezit van hun aandeel mogen tree- den , fchoon zy nog minderjaarig waren (y)." De Franfchen verfpreidden, federt, dat Koning Willem dit Verdrag van Verdeelinge eerst ont- worpen, en voorgeflaagen hadt (w). Doch volgens onpartydiger berigten, ook van Fran- Ifchen zelven (V), moet men de eerfte opening
tot het zelve fteüen op rekening van het Fran- fche Hof zelf. Maar dit ftaatkundig Hof bedoelde niets min- n*: "
der, dan zig ftipt te houden aan de letter van dit han^ee!!ne Verdrag, 't Bleek zelfs, door den tyd, dat men ïingvan 't zogt te doen dienen, om argwaan tegen den Frankryk; Ko- aan 'c
O) Secr Refol. Hol!. 2r OS. 1698. VI. Deel, tl. 40. Voitz
t on Mont Corps Diplom, 'lom. VII. A II. f, 54a. LambkrTi Memoir. Tom i. p. 12. C«0 Memoir de M. de Tordy, Tom.1. ». 42, /lx, C*J Danjüi. Journal,^. CLXXXK. |
||||
14 VADERLANDSCHE LXV.BoEK
j$98i Koning van Groot-Britanje en de Staaten te
-------verwekken, aan de Hoven van Weenen en
Spann- Madrid. De Koningin van Spanje, diegehou-
fcheliof. jen werdt geheellyk in de belangen te zyn van het Huis van Oostenryk, hadt, federt eenigen tyd, met Ferdinand, Graan van Harr ach, Am- basfadeur des Keizers in Spanje, maatregels genomen, om die van Frankryk te verydelen. De Prinfen van Hesfen - Darnrihd en Vaude- mont, die beide de zyde hielden van het Wee- ner Hof, hadden, door haar beleid, 't bewind gekreegen over Katatonie en over't Hertogdom Milaan. Doch 't was haar mislukt ■, Prins Euge- nius van Savoje te doen aanf tellen, tot Onderko- ning van Navarre. Ook moest men 't bewind over Napels laaten in handen van den Hertoge van Me- dina-Celi, uit vreeze, dat hy zig te zeer kanten zou tegen de belangen van 't Huis van Oosten- ryk , zo men hem ontfloege van deeze zyne waar- digheid. In deezen ftaat der zaaken van Spanje, zondt Lodewyk de XIV. den Markgraaf van Harcourt derwaards, met last om, ware 't mo- gelyk, te wege te brengen „ dat één der Zoo- „ nen van den Daufyn tot opvolger in de Spaan- „ fche Heerfchappye verklaard werdt, of, zo „ dit niet doenlyk ware, ten minfte te voor- „ komen, dat zy vervielen op eenen der Zoo- „ nen des Keizers," wien zybefproken was, by den Uiterften Wil van Filips den IV, Va- der des Konings van Spanje. Om deezer han- delinge gewigt by te zetten, deedt de Koning van Frankryk zestigduizend man trekken naar de grenzen van Katatonie en Navarre, vervul- lende , te gelyk, verfcheiden' Spaanfche havens, met zyne Oorlogsfchepen en galeien. Zelfs |
|||||
r
|
|||||
LXV. Boek. HISTORIE. »5
liet hy, in Oogstmaand, omtrent Compiegne,
een aanzienlyk Leger verzamelen, als ware het, om den Hertogen van Bourgondie, Anjou en Berri, Zoonen des Daufyns, de beweegingen des oorlogs te vertoonen: hoewel deeze toeftel niet naliet, ongerustheid te verwekken in den Koning vanGroot-britanje en in de Staaten (y~). De laatften, om te doen zien, dat zy eenigzins op hunne hoede waren, lieten, ten zelfdentyde, hunne troepen byeen trekken, by Arnhem, daar zy, door Koning Willem, gemonfterd werden (2). De Markgraaf van Harcourt kweet zig, mid- lerwyl, voorzigtiglyk, vanzynen lastaan'tHof van Madrid, voorüaande „dat men den Hertog „ van Anjou, tweeden Zoon des Daufyns, die „ nog jong en buigzaam was, verkoore tot „ opvolger van Koning Karel, of dat men, „ ten minfte, zorg droege, dat de Kroon niet „ viele in handen van het Huis van Oostenryk, „ welk, door zyne laatfte overwinningen in „ Hongarye, reeds veel te magtig geworden ,, was («)." Sommigen voegen 'er by, dat hy zelfs den Keurprins van Beieren, die Klein- zoon was van eeneDogter van Spanje, zou heb- ben voorgeflaagen, om Koning Karel op te vol- gen (£): 't welk zou fchynen overeentekomen met het gene, in het Verdrag van Verdeelinge , beraamd was. Doch de Heer van Dykveld ver- toonde , omtrent een jaar na deezen tyd, een Affchrift eener klagte, door Harcourt, kort na 't bekragtigen van 't Verdrag van Verdeelinge, aan
(O riANTEt. Jnuinal, p Cr.XXXIX.
O) TiNBAt. KI. UI. [«-XVUI.Ï p 472.
',«) foiez Menioir. de M. db TOitcv, T»m. Ut. »ï, 33.
O) Tikdal IM. Hl. lor XVSL1 p, 4:3,474.
|
||||
i6 VADER.LANDSCHE LXV.Boek:
-£98. aan Koning Karel overgeleverd, waarin ge-
-------waagd werdt van een algemeen gerügt, dat de
Koning van Spanje, by uiterften wil, den Keur-
prins van Beieren tot zynen opvolger verklaard hadt, en te gelyk verzogt, dat zulk eene fchik- king, die den Daufyn te zeer benadeelde, niet gefchieden mögt; of, zoze gefchied ware, her- roepen mögt worden. Men voegt'er by, dat de Franfche Ambasfadeur den Koning ernfte- lyk verzogt hadt, deeze zyne klagte geheim te willem houden (V): al 't welk, zo men 'tge- looven mag, de fchalkheid van't Franfche Hof, duidelyk, ten toon tteh. Harcourt deedt, on- dertusfchen, zyn best, om de Spaanfche Groo- ten te winnen (/). De Koningin merkte zynen toeleg, en arbeidde, om dien te fluiten: doch de tyd leerde, eerlang, dat zy verkeerde maat- regels genomen hadt (<;). IV. Midlerwyl, zogten Frankryk, ter eener, en 0ver- Groot-Britanje en de Staaten, ter anderer zy- nischen* ^e' ziS te fterJien teêen de onlusten, voor wei- Groot- ken men bedugt was, door het 11 uiten van Ver- Britanje, bonden met verfcheiden' Mogendheden. De Zweede» Staaten hadden , in Sprokkelmaand deezes Staaten. Jaars> de voorige Verbonden vernieuwd met de Kroone van Zweeden. Zelfs was men, in gevolge van een geheim punt des Verdrags, overeengekomen, om elkanders regten en be- zittingen te handhaaven, en de algemeene Vre- de vaii Europa te bevorderen, volgens de Ver- bonden van de jaaren 1681 en 1683 (ƒ). En in
(c) Vokz Lambkrti Meuioir. Tom. \.p 95,96.
^d) Meinoir. dn Comtc d'Harrach, 'um \\.p% 138. A
(e~) Tindal Pel. III [or XVIII.] p, 474. 4?5-
(7) Du MoNr Coips Diplom. 2l>«. VU. P. i>. 435» . -
|
||||
"7^
|
|||||
LXV.BoEK, HISTORIE. i?
in Bloeiinaand daaraan, kwamen de Engelfche, 1(s9^
Zweedfche en Staatfche Gevplmagtigdeninden _ , , Haage, overeen, om een drievoudig Verbond, op te regten (g): hoewel dit Verbond, voor- eerst, niet tot ftandkwam. De Koning van Frankryk handelde, ten zelfden tyde, overeen Verbond van onderlinge befcherminge, aan het Zweedfche Hof. Hetwerdt, den negentienden van Hooimaand , geflooten, voor den tyd van tienjaaren (/5). Koning Willem deedt, in 't najaar, een'keer Koning
naar Zeil, daar hyeenmondgefprekhieldt, met Willem verfcheiden' Duitlche Vorften, welken hy zogt doetee»* , ff j j I «eer naar
te ontheffen van den argwaan over de groote Dm^d^
magt van het Huis van Oostenryk, die in fom- ian& migen ontftaan was. Ook bevorderde hy, op dee- ze reize, het Huwelyk tusfchen den Roomsch- Koning Jozefus en eene Dogter van Hanover, welk, kort hierna, voltrokken werdt (i). De voorfpoed van 's Keizers wapenen in den Hon- gaarfchen kryg hadt inderdaad merkelykeagter- dogt verwekt, aan eenige Duitfche Hoven, die Koning Willem niet beter wist weg te neemen , dan door het bearbeiden der Vrede, tusfchen den Keizer en de Porte, waartoe hy en de Staaten, federt eenigen tyd, hun best deeden. De Heeren Hyende William Paget en Jakob Colyers, Gezanten des Staaten Konings van Groot-Britanje en der Vereenig- £f,'gndje de Staaten , bevonden zig thans in het Turk- vrede fche Leger, by Belgrado, en bewoogen de oor- usf chen loo- den Kei-
zer en d**
O) Dit Mont Corps Diplom. Tom. VII. P. II. p. 440. » Lamberti Meinoir. Tom. I. p. 32. ruue«
(h) Ou-Mont Corps Diplom. Tom. VII. P. II. p. 441.
Memoir. <Ui Comte d'Hahrach, Tom. II. p. 250.
CO Coiez Meiuoir. <:u Comte d'Harrach , Tu.-.i.ïl. p. a6> XVII. Deel. B
|
|||||
i8 VADERLANDSCHE LX V. Boe«.
1^98. loogende Mogendheden , eerlang, tot het be-
——1. noemen eenerhandelplaatfe, tusfchen Salanke- men, daar de Turkfchen, en Karlowitz, daar de Keizerfchen en derzelver Bondgenooten zig onthielden. Men tradt in onderhandeling, om- trent het midden van Slagtmaand, na dat men, vooraf, vastgefteld hadt, dat elk't gene hy be- zat, behouden zou (#). De Czaar van Mus- kovie en de Groote Heer flooten , eerst, een Beftand voor twee jaaren, waarby de eerfte in 't bezit bleef van Azof (/). Daarna, vverdt de Vrede getroffen , tusfchen Keizer Leopold en Sultan Muftafa , voor den tyd van vyfentwin- tig jaaren , waarby de eerfte het groot getal van Steden behieldt, welk hy, indeezenkryg, op de Turken veroverd hadt. Men tekende 1699. deeze Vrede, te Karlowitz, op den zesentwin- ,, , tigften van Louwmaand des jaars. 1699 (w)> Ten zelfden dage, werdt ook de Vrede gefloo- ten, tusfchen den Grooten Heer ter eener, en den Koning en 't Gemeenebest van Poolen en den Staat van Venetië , ter anderer zyde. De Koning van Poolen bleef in 't bezit van de Ves- ting Kaminiek: de Staat van Venetië in dat van Morea en van verfcheiden' Sterkten in Dal- matie ( n ). In alle deeze Verdragen, werden de Koningvan Groot-Britanje en de Staaten der Vereenigde Nederlanden erkend als Midde- laars. Op deeze wyze, eindigde de Turkfche kryg , die twintig jaaren geduurd hadt. Men rekende, dat de Porte, by dezelve, de beste helft
(k') TiNDAi Vol. in. [orXVHI.]^. 47a, 476 —4/3.
(1~) D'J Moni. Corps Diplom. Tom, VII. P. II. p. 446»44?« (w)Dü Mont Corps Diplom. Tom. VU. P. IL /».44a. («) Du Mont Coips Dip!. Zum. VII. /VB. f. 4*1, 453* 45*» |
||||
LXV.Boek. HISTORIE. 191
|
||||||||||
helft vän 't gene zy in Europa bezat hadt ver- 1699.
looren (0).-------- In den Zomer deezes jaars, ontvingen de Gezan-
Staaten eenen Gezant des Keizers van Marok- j^"r]£* ko, herwaards gefchikt, tot onderhouding van koenvan vriendfchap (ƒ>)• Ook kwam, ten zelfden ein- Tunis de, eenige maanden laater, in den Haage, een jn den Gezant van den Bey van Tunis , die eenig ge- 1IaaSe< fchut en andere krygsbehoeften begeerde van hunne Hoog-Mogendheden, waarna zy zigvan eene altoosduurende Vrede met hem verzekeren - konden» Doch daar verliepen nog verfcheiden' jaaren , eer men zig met hem verdroeg (gO» De Staaten waren , omtrent deezen tyd, ook in onderhandeling getreden met zekeren Jood, Boas Pingas genaamd, die te Tripoli gebooreu was , en aanboodt, tot bevordering der Vrede met Tunis , Tripoli en Algiers , te willen ar- beiden. Ook bezorgde hy, dat 'er fchryvens kwam van de Regeering van Tripoli, die zig genegen verklaarde tot vrede. Men leide den Jood vierhonderd guldens toe, voorzynemoei- te (r). Doch ik vind niet, dat 'er iet, door zyn toedoen , geflooten werdt. De Spaanfche Regeering in de Nederlanden, Invoer
in Grasmaand , den invoer van allerlei vreem- van Br*- de Lakens, Hoeden en andere Stoffen verboo- j!™1" den hebbende, oordeelden de Staaten der Ver- Viaam- eenigde Gewesten, dat de Koophandel hunner fche onderzaaten, hierby, zo veel te lyden zou heb poffen |
||||||||||
en uic-
|
||||||||||
ben, "
( o ~) Tindal Vol. III. [ of XVIII. ] p. 479.
(f 5 Refol, 6ener. Men. 24 'Juny 1699. *'• 4°4' C?) Rcfol. Holl. 3 Otc. 1Ó69. tl. 1*74, 1275. Lavmrtk Memoir. /111». I. p. 4K. (O Refoi. IlolK jg Jttly, 18 Nev. 1699. *'• 9&9> «+°- B 2
|
||||||||||
40 VADERLANDSCHE LXV.Boek;
|
|||||
1699. ben, dat zy, in Hooimaand, het invoeren van
------ Brabantfche en Vlaamfehe Stoffen, insgelyks,
voer van beflooten te verbieden. En naardemaal het grof
zout wa- en wjt Zout, op het inkomen in de Spaanfche booden. Nederlanden, ook hooger belast was, verboo- den de Staaten, ten zelfden tyde, den uitvoer van zout water naar Brabant en Vlaanderen (Y). Lyst der Met Ffankryk was, in Bloeimaand, eene over- Regten eenkomst getroffen, wegens de inkomende reg- met ten der gewasfen en waaren, die, door de inge- Fraiikryk Zetenen van deezen Staat, in Frankryk, en, door gerege . ^ pranfehen, in de Vereenigde Gewesten ge- bragt ftonden te worden (t). De HeerdeBon- repaux, buitengewoon Gezant des Konings van Frankryk in denHaage, werdt, in Slagtmaand, van daar, te rug geroepen. Sommigen willen, dat hy geoordeeld werdt te veel toegeevendheid gebruikt te hebben voor de Staaten («). De Markgraaf van Bonnac nam , na zyn vertrek , de zaaken van Frankryk waar, tot op de over- komst des Graavcn van Briord, dien de Koning, tot zynen gewoonlyken Ambasfadeur in den Haage, benoemd hadt. V. De Koning van Groot - Britanje was , federt Koning eenigen tyd, zo zeer gedwarsboomd, door ee- iwtntTn nen magügen aanhang in 't Parlement, dierterk Holland.' drong op de vermindering der Land- en Zee- magt, dat hy op 't punt fcheen om af te ftaan van de Regeeringe. Hy veranderde egter van voorneemen, en fchiktezig, met weerzin, naar 't gevoelen der meeste Leden van beide de Hui-
(j) Groot - Plakaatu. IV. Deel. II. 233, 234.
(t) Groot - Plakaatb. IV. litel, bi. 329. Uu JMont Corpt Diplom. Tom. VII. P. II. p. 462. (u) I/AMBER« Wgmoir. Tom. I. f. 108. |
|||||
LX V. Boek. HISTORIE.
|
||||||||||
21
|
||||||||||
Huizen; die hem zelfs noodzaakten, zync Ne- 169$.
derlandfche Lyfwagt af te danken, en naar Hol- |
||||||||||
land te rug te zenden (v). Hy zelf begaf zig, piakaar
in Zomermaand, ookderwaards: ennaardemaal tegen de zig, ten deezen tyde, verfcheiden'Engelfche Engel- en Schotfehe weêrfpannelingen in deeze Lan- ïïj^*0 den onthielden, 't welk met de Bredafche Vre- fche " de des jaars 1667 ftreedt; bewoog zyne Ma- weé> jefteit de Staaten, ligtelyk, om, by een open- fpanne- baar Plakaat, te beveelen, dat allen, die in En- ll:1Sen» geland voor weêrfpannelingen of voorvlugtigen verklaard waren, of nog verklaard ftonden te worden, binnen vyftien dagen, na de af kon- ging van 't bevel, uit het gebied van den Staat zouden hebben te vertrekken, zonder'er weder- om in te komen, onder bedreiging van aange- tast, en, naar den inhoud der Verdragen, ge^ handeld te zullen worden, 't Plakaat was den eerften van Oogstmaand gedagtekend (V). In Wynmaand, begaf Koning Willem , die den meesten Zomer op 't Loo en te Dieren gefleeten hadt, zig naar den Haage, daar hy den Staat des oorlogs voor 't volgende jaar hielp regelen. Voor't einde der maand, keerde hy terug naar Engeland (#). Doch 't voornaamfte oogmerk zyner reize vi.
herwaards betrof de verandering, die, ten dee- D? KüUr" zen tyde, noodwendig, vallen moest in het on- j^J*11 langs geflooten Verdrag van Verdeelinge der nerft, Spaanfche nalaatenfchap. Jozef Ferdinand , Keurprins van Beieren, wien, by dit Verdrag, Spanje, de Nederlanden en andere Spaanfche be-
Cv) TiNDAt Fol. IV. \er XVIII.] ƒ>. 481 — 19;.
C*Q Groot Plakaatb. IV. Deel, il. »93. C*J Tindal Fol. JV. |> XIX. ] p. 9, ie. |
||||||||||
sa VADERLANDSCHE LXV.Boek.
gK$& bezittingen waren toegeweezen , was, op den
•—— zesden van Sprokkelmaand deezes jaars , over- leeden, in 't zevende jaar zyns ouderdoms (y ). Men vermoedde , in 't gemeen, dat deeze on- tydige dood eene geweldige oorzaak gehad hadt. De Keurvorst van Beieren fcheen 'er zelf van overtuigd (3): en de Hoven vanWeenen en Verfailles werden een van beide verdagt gehouden van de hand gehad te hebben in dit werk. Doch zulke dingen zyn bezwaarlyk te bewyzen. De dood van den Keurprinfe, die, zelfs door Karel den II, by uiterften wil, tot zynen opvolger verklaard was (ß), bewoog, ondertusfchen , de Mogendheden, die 't Ver- drag van Verdeelinge geflooten hadden , om over het zelve op nieuws in onderhandeling te treeden, terwyl Koning Willem zig hierteLan- fTande- de ophieldt (£). De Graaven van Tallard en lin? van Portland en de Raadpenfionaris Heinfius, nieuw6™ ^e W£derom , voor vyf jaaren , in zyn ampt Verdrag bevestigd was (e), hielden 'er menig mondge^ van Ver- fprek over (d). Doch het Hof van Madrid deelin- ^reeg, zo men wil, uit het Franfehe Hof zelf, fpaanïchenaaM kennis van deezen handel, dien Koning miaaten- Willem en de Staaten, zorgvuldiglyk, hadden fchap. gezogt te bedekken. Koning Karel deedt 'er Misnoe. over klaagen, te Londen en in den Haage. De gen hier- Markgraaf van Canales, Spaanfche Gezant in over aan Engeland, drukte zig uit, in zulke fcherpe be- woor-
fy) f)AMtEL Jonrnal, p. CVC.
(2) Moinoir.'rf« Torcst, 'tum. \, p. 82. («) Mi'tnoir. nu Cómlê o'Hararch, Tom. Ti. p. 294. Me» liioir. de Toucv, 'Jom. I. p. 81. (h~\ Lamkërti Meiniir. To,n. I. p. 32.
(O Refoi. Huil. 5 ."/'"»>' l^W- bl. 702. (•O T1N0AL Vet. IV. [e/ XIX.] p. 10. |
||||
LXV.Boek. HISTORIE. 23
|
|||||
woordingen j 'c werk der Verdeelinge, onder iS^
anderen , noemende loutere Staatzugt en ver- -----> -
foei/yke gierigheid; dat Koning Willem hem het 't Hof
Ryk deedt ruimen. Don Bernardo de Quiros ^ndMa" verklaarde zig befcheidelyker, in een Vertoog, welk hy den voorzittenden Heere in de Ver- gadering der algemeene Staaten wilde overle- veren. Doch deeze weigerde het te aanvaar- den, onder voorwendfel, dat het Hof van Ma- drid den Staaten nog voldoening fchuldig was, wegens zekere onheufche bejegening, hunnen Gezant, Schoonenberg , voordeezen, aange- daan in Spanje (e). De Quiros wees, in dit vertoog Vertoog, aan „ hoe vreemd den Koning, zy- Van den „ nen Meester, waren voorgekomen de tydin- Spnan- s, gen van de onderhandeling tusfchen Enge-- ^hen „ land, Holland en Frankryk, over eene Ver- jne^en „ deeling der Spaanfche heerfchappyen: eene Haage. „ onderneeming, waarvan, zeide hy, nimmer „ voorbeeld geweest was , en die , in het te- „ genwoordig geval, geheel niet te pas kwam, „ alzo zyne Majefteit naauwlyks agtendertig „ jaaren bereikt hadt, thans in gezondheid „ herfteld was , en , fchoon nog met geene „ nakomeüngfchap begunftigd, gantsch niet „ buiten ftaat moest gehouden worden , om „ t'eenigen tyde opvolgers in zyne Staaten „ voort te brengen. Of zo 't der Voorzienig- „ heidal behaagenmogt, zyne Majefteit uit het „ leeven te rukken, zonder hem met kinderen „ gezegend te hebben ; wat uitheemfche Mo- „ gendheid kon toch regt voorwenden, om de „ op-
- *
teCO Lamrerti Mcmoir. Tom. I, p. 21, 13» :6. ?ie XVI,
B4
|
|||||
24 VADERLANDSCHE LXV.Boek.
1699. „ opvolging in 's Konings Staaten te mogen
:------ „ regelen ? De Koning hieldt onredelyk, iet
„ zulks te onderneemen, in de Staaten van an-
,j deren , en zou hierom ook nimmer gedoo- „ gen, dat men 't in de zynen deedt. Hy al- „ leen was hiertoe bevoegd , en men moest „ hem toevertrouwen , dat hy 'er de vereisch- ,'j te zorg voor draagen zou. Ook hadt hy „ vastelyk beflooten , zig te kanten tegen alle „ de Verdragen , welken, hieromtrent, door „ andere Mogendheden, mogten gemaaktwor- „ den, en uit welken een onvermydelyke oor- „ log te wagten was. Naardemaal nu Groot- „ Britanje en de Staaten een byzooder belang „ hadden , om zulk een' ramp te voorkomen, „ vertrouwde zyne Majefteit, dat zy , meer „ dan anderen, hun werk maaken zouden, om „ zulke Verdragen te doen vernietigen, zo ze „ reeds gemaakt mogten zyn, of zorg draa- „ gen, dat ze nimmer tot ftand kwamen (ƒ)." De Staa- Doch dit Vertoog deedt geen nut. De Staaten ten wei- keurden goed , dat de Heer Franfois Verbolt, teohtvan-^6 t'ians ^n ^unne Vergadering voorzat, ge-
gen. weigerd hadt, het te aanvaarden. Zy befloo- ten zelfs, geene Vertoogen van eenigen Spaan- fchen Staatsdienaar aan te: neemen, zo lang het verfchil over de bejegening van Schoonenberg niet uit den wag geruimd ware (g). Doch de Quiros , kennis van dit befluit gekreegen heb- bende , ontwierp een nieuw Vertoog , waarin hy beweerde „ dat men hem geen gehoor wei- .„ geren kon , zonder het regt der volken te „ kren-
|
|||||||||
\i
|
3 fol'Z LniBERTi Meinoir. Tom. I. p. 24.
) Relbl. Geutr. Luua. 12 03ol>. i6yg. til. 614. 'tlctns lie |
||||||||
Mwnoir. ile Lamberti Tom. 1. p. 26.
|
|||||||||
LXV.Boek. HISTORIE. z$
|
||||||||
Ï5
|
krenken, alzohy, voorheen, als Ambasfa- i59j>.
|
|||||||
deur des Konings van Spanje, erkend gewor--------;
~ den was: voorts, ernftelyk dringende op de
„ herroeping van het befluit der Staaten ( h )." Of dit Vertoog ingeleverd werdt, is my niet klaarlyk gebleeken. Doch 't is zeker genoeg, dat 'er geen antwoord op kwam ( /). Midlerwyl, werden de onderhandelingen Het
over een nieuw Verdrag van Verdeelinge, bei- Fra"fc'ie de te Londen en in den Haage, voortgezet. fpreilcT Het Franfche Hof verfpreidde, en 't vondt in- dat Ko*. gang by veelen, dat Koning Lodewyk wars was ning Lo. van den oorlog, die ontwyfelbaar te wagten dewy^ was , na 't overlyden des Konings van Spanje, oorlog wanneer de Keizer en hy eikanderen het regt zoekt. tot de Spaanfche nalaatenfchap ftonden te be- twisten. Men gaf ook voor , dat Frankryk, in geval van oorlog, zeer bedugt was voor den Koning van Groot-Britanje , die verfcheiden' Verbonden tegen den Franfchen Koning hadt weeten te fluiten, welken, ongetwyfeld, ver- nieuwd ftonden te worden , op, of zelfs voor het uitberften des oorlogs, en Frankryk veel nadeels zouden doen. Om deeze redenen , neigde de Koning, zo verfpreid werdt, ernfte- lyk , tot behoudenis der Vrede , en gevolge- lyk, tot het fluiten van een nieuw Verdrag van yerdeelinge , waarby hy zelfs van de eifchen des Daufyns op de Spaanfche nalaatenfchap zou willen afftaan, zo 't Huis van Oostenryk, ins- gelyks, uitgeflooten werdt van de opvolginge. Doch zo dit Huis, hiertoe, niet mögt können be-
f A) I'eiez Lambsrti Memoir, Tom. I. p> a3.
CO Lamberti Tom. I. p. 32, B 5
|
||||||||
ft(5 VADERLANDSCHE LX V. Boek;,
t€99. bewoogen worden, wilde men de Spaanfche
; ■ heerfchappy gaarne verdeelen, naar behooren. Men fprak , ten deezen tyde , ook fterk van den Hertog van Savoje te doen opvolgen in de Staaten van Karel den II, mids hy zyne Erf- goederen afftonde aan de Kroone van Frank- ryk. Doch dit ontwerp verdween , grooten- deels, in rook. Men maakte, eerlang, eene geheel andere verdeeling der Spaanfche nalaa- tenfchap. Sommi- Maar terwyl het Franfche Hof elk zogt te- gen hou- overtuigen van de vreedzaame inzigten des Ko« oogmer- nin£S * ^ie zi# » ze^e men » ^P' da&ü te hou"
ken van dsn aan het Verdrag, waaromtrent men over- Frankryk een zou komen ; ontbrak het niet aan fommi- verdagt. gen f die de oogmerken van Frankryk verdagt hielden. De Heer van Dykveld ontdekte , omtrent deezen tyd , dat Frankryk, al kort na 't fluiten van het eerfte Verdrag van Verdeelin- ge , argwaan deswege hadt gezogt te verwek- ken aan het Hof van Madrid , en hy bragt nu het Gefchrift te voorfchyn, welk de Markgraaf van Harcourt, ten deezen einde, hadt overge- leverd aan Koning Karei: waarvan wy, hier- voor Qk~) , gewaagd hebben. Hy beweerde, derhalve „ dat het Franfche Hof Koning Wil- ,, lem en de Staaten zogt in te wikkelen in een „ Verdrag , enkelyk ontworpen , om hen in „ flaap te wiegen: dat men, ten onregte, voor^ „ gaf, bevreesd te zyn voor Koning Willem, „ en voor de Verbonden, welken hy zou mo- „ gen fluiten , de veldflagen by Steenkerkeq „ en by Landen hadden , zeide hy , de Fran- ,, fchen ,
(*) BlaJz. 15.
|
||||
\
\
tXV.BoEK. HISTORIE. 57
„ fchen, een trots en hoogmoedig volk uit zig 1693,
„ zelf, ten overvloede, geleerd, dat zy Koning —■— „ Willem en de Bondgenooten niet grootelyks „ behoefden te vreezen. Dat zy het tegendeel „ uitftrooiden , moest ons de oogen openen, „ en dienen, om hunne oogmerken verdagt te „ doen houden." Doch deeze en diergelyke aanmerkingen bragten Dykveld , zo men wil, meer of min , in ongunst by den Koning van Groot-Britanje: 't welk hem, eerlang, van toon deedt veranderen, en de hand leenen tot het ont- werpen en fluiten van het tweede Verdrag van Verdeelinge (1). De vrees voor eenen nieuwen oorlog was vil,
de voornaamfte reden, die Koning Willem en Redenen de Staaten overhaalde, tot het maaken van dit voor«» Verdrag. Het Parlement van Engeland was {f,^"^1 ongeneigd , om de wapenen op te vatten, ten van een behoeve van het Huis van Oostenryk. Veele tweede lieden lieten zig verluiden „ dat 'er Europa Verdrag 9, weinig aan gelegen ware, of'er een Koning 3J5im£ „ uit den Huize van Bourbon of van Oosten- „ ryk op den Spaanfchen troon fteege , na 't i, overlyden van Karel den II. Een Koning „ van Spanje , 't zy hy een Duitfcher of een „ Franschman van herkomst ware , zou , zei- „ den ze , terftond , een Spanjaard worden, H en naar de Spaanfche grondregels regeeren." Doch Koning Willem en de Staaten zagen dit wat anders in. Zy zouden Spanje, Westindie en de Nederlanden liefst in de magt van't Huis van Oostenryk gezien hebben ; 't welk , zo 't door de waperten niet te wege te brengen was, ge-
C'P Lamberti T»m. I. p. 95, gö, 57.
|
||||
ft3 VADERLANDSCHE LX V. Boek;
1699. gelyk men hiertoe geen' kans zag, by verdrag,
zelf, eindelyk , genegen fcheen. „ De Kei-
„ zer , merkten ze aan , mögt goed regt heb- „ ben op de gantfche Spaanfche nalaatenfchap; „ doch 't ontbrak hem aan magt, om zyn regt „ te doen gelden. Zyne fchatkist was uitge- „ put, door den Turkfehen kryg. De Fran- „ fchen trokken , daarentegen , eene aanzien- „ lyke Landmagt, op de Spaanfche grenzen , „ byeen, en dreigden in Spanje te rukken, op „ de eerfte tyding van 's Konings overlyden : „ 't welk niemant hun zou können beletten. „ Men hadt dan reden om gehoor te geeven „ aan de voorflagen van Frankryk , welk zig „ fcheen te vrede te willen houden, met de „ Spaanfche bezittingen in en omtrent Italië „ en een gedeelte van Navarre , en de overi- „ ge Spaanfche nalaatenfchap te zullen afftaan „ aan 's Keizers tweeden Zoon, den Aartsher- Hande- „ toge Karel." Om deeze redenen , neigde Ü-g km mén tot ^er(*rag : waarin men den Keizer ook zes. Z0St te ^oen tree^en. Doch deeze vorderde, dat het Hertogdom Milaan gevoegd werdt by 't gene men hem toegelegd hadt: waartoe Frank- ryk niet verftaan kon : zo min als de Keizer kon goedvinden , dit Hertogdom té laaten aan Frankryk. Eindelyk, floeg men voor, dat de Hertog van Lotharingen, 's Keizers Neef en geheellyk in 's Keizers belangen, in 't bezit van Milaan gefteld zou worden, Lotharingen daar-? entegen afftaande aan Frankryk. Doen de Kei- zer weigerde, ook hierin te bewilligen. Nog- tans , begeerde hy de handeling niet afgebro- ken te hebbeu : maar hy verftondt dat zy ge- heim |
||||
LXV.Boek. HISTORIE. ß?
heim blyven moest, om Spanje niet te ftooten l6$^
Ook verzogt hy, dat Koning Willem en de -. ,,..
Staaten zo veel voor zyn Huis wilden zoeken
te bedingen, als mogelyk ware. De handeling
werdt dan vervolgd. Sommigen merkten aan ,
„ dat de Keizer en de Italiaanfche Vorften den
„ Paus , veelligt, zouden können beweegen,
„ om eenen Vorst uit den Huize van Bourbon
„ de bevestiging in 't bezit van het Koningk-
„ ryk Napels , een Leen van den Room-
„ fchen ftoel, te weigeren ; dat, hoe dit ge-
„ fchil ook afloopen mögt, de Paus niet zou
„ können nalaaten, zig partydiglijk te gedraa-
„ gen voor het Huis van Oostenryk, of voor
„ dat van Bourbon ; dat hierop eene Vrede-
„ breuk met den Paus en een oorlog in Italië
„ zou können volgen, dien Groot- Britanje en
„ de Staaten zig luttel zouden behoeven aan
„ te trekken, en die, ondertusfchen, voordee-
„ lig zou können zyn voor het algemeen be-
„ lang der Protestanten: behalve dat men, ein-
„ delyk , de Engelfche en Staatfche Vlooten
„ noodig hebben zou, om den twist te bemid-
„ delen («O«" En men wil, datdeeze be- Hec "■
denkingen Koning Willem inzonderheid, te lig- weeda
ter , deeden bewilligen in het tweede Verdrag ^^2,
van Verdeelinge der Spaanfche Heerfchappye, deeling«
welk, eindelyk , tusfchen Frankryk , Groot- wordt
Britanje en de Staaten, te Londen, op den &&°°<
derden, en in den Haage, op den vyfentwintig- ten*
ften van Lentemaand des jaars i?oo, getekend I700» •
werdt. By het zelve, werdt „ deRyswykfche "-----~
„ Vrede bevestigd. De Koning van Frankryk ™°jj,
0 en zejve, .,
C«) Tikdal rol. IV. lor XXX.J p. 6z~-Cs»
|
||||
3o VADERLANDSCHE LXV.Boek.
170a ii en de Daufyn ftonden , voor zig zei ven en
-------,, voor hunne nakomelingen, af van alle regt
j, op de Spaanfche nalaatenfchap , mids de
„ Daufyn, na 't affterven des Konings van
,, Spanje zonder kinderen 9 in 't bezit gefteldi
„ werdt van de Koningkryken van Napels en
„ Sicilië, van de Spaanfche Plaatfen op de Tos*
„ kaanfche kust en in de naaste Eilanden , als
„ S.Stephano, Porto Hercole, Orbitello, Te-
„ lamone , Porto Longone en Piombino ; van
„ de Stad en het Markgraaffchap Final; van
„ het Landfchap Guipuskoä, en met naame
„ van de Steden Fontarabie en S. Sebastiaan
„ en van de Haven van Pasfage, onder be-
„ ding, dat de Plaatfen, tot dit Landfchap be-
„ hoorende , en gelegen aan de andere zyde
„ van het Pyreneefche of van eenig ander ge-
„ bergte van Navarre, Alava of Biskaje, hier-
„ onder niet begreepen werden: zullende de
j, toegangen over de gemelde gebergten tus-
„ fchen Frankryk en Spanje verdeeld worden.
„ De Staaten des Hertogs van Lotharingen
„ zouden ook aan den Daufyn worden afge-
„ ftaan in de plaats van het Hertogdom Milaan,
„ welk aan den Hertoge van Lotharingen ko-
„ men zou, met uitzondering alleenlyk van
„ hét Graaffchap Bitfche, welk den Prinfe van
„ Vaudemont te rug gegeven zou worden. De
„ kroon van Spanje en alle de andere Ryken ,
„ Staaten en Landen , tot dezelve behooren-
„ de, zouden daarentegen komen aan den
v Aartshertoge Karel, tweeden Zoon van Kei-
„ zer Leopold, tegen eenen volkomen afftand
„ van alle verder regt op de Spaanfche nalaa-
„ tenfchap. Het tegenwoordig Verdrag zou,
„ zo
|
||||
kXV.BoEK- HISTORIE. 31
„ zo dra het bekragtigd was, den Keizer wor- 170*.
J, den medegedeeld, en zo hy, langer dan drie ■■
„ maanden daarna, of tot op de dood des Ko-
j, nings van Spanje , indien deeze binnen de
„ drie maanden overlyden mögt, toefde met
„ zig in het zelve te begeeven, zonden de
„ twee Koningen en de Staaten overeenkomen,
„ om het aandeel van den Aartshertoge Karel
M eenen anderen Prinfe toe te leggen. Zo de
„ Aartshertog , zonder in dit Verdrag getre-
„ den te zyn, zig in 't bezit van zyn aandeel,
„ of van dat des Daufyns ftellen wilde , zou-
„ den de twee Koningen en de Staaten hem
„ zulks, uit al hun vermogen, beletten. De
„ Aartshertog zou zig , by 't leeven des Ko-
„ nings van Spanje, niet naar Spanje, of naar
„ Milaan mogen begeeven , dan met gemeene
„ bewilliging. Zo de Aartshertog zonder kia«
„ deren overlyden mögt, zou zyn aandeel ko-
„ men op een ander van 's Keizers kinderen
„ ter zyner keure; doch nimmer op eenen
„ Roomsch-Koning of Keizer, noch op eenen
„ Koning of Daufyn van Frankryk- Men zoa
„ de Spaanithe Staaten , op 't overlyden des
„ Konings van Spanje , laaten in den ftaat,
„ waarin zy dan zyn zouden, en elk zou bezit
„ mogen neemen van het aandeel, hem toe-
„ geweezen, zonder daarin, door iemant, ge-
„ hinderd te mogen worden." Doch dit en
eenige andere punten van dit Verdrag kwamen
overeen met het gene , by het eerfte Verdrag
van Verdeelinge , vastgefteld was. In een af- Afzotn
zonderlyk punt, verbondt men zig nog „ om deriyte
„ den Koning van Spanje, zo hy't Verdrag al en gehe*-
,t niet wilde aanneeroen , het flegten van eeni- me pun"
|
|||||
/
|
|||||
ga Vx\DERLANDSCHE LXV.Boek/
„ ge fterke Plaatfen , die tot het aandeel des
„ Daufyns behooren zouden, te beletten: ook, „ dat hy 'er andere Bevelhebbers over ftelde , „ dan gebooren'Spanjaards." Voorts, was'er, een geheim punt by 't Verdrag gevoegd, waar- in beraamd werdt ,» dat Milaan, zo de Hertog „ van Lotharingen weigeren mögt, zyne Staa- „ ten tegen het zelve af te ftaan , den Keur- 3, vorst van Beieren in handen gefteldzouwor- „ den , mids het aandeel des Daufyns daarte- „ gen vermeerderd werdt met de Stad en het „ Hertogdom Luxemburg en het Graaffchap „ Chiny , of anders zou men Milaan geeven „ aan den Hertoge van Savoje , die daartegen „ de Stad en het Graaffchap Nice, de Valei „ van Barcelonette, en het Hertogdom Savoje „ aandenDaufynafftaanzou. Menftondt,wy- „ ders, den Keizer den tyd van twee maanden „ na de dood des Konings van Spanje toe, om „ zig op de aanneeming van dit Verdrag te ver- „ klaaren. Zo de Aartshertog zig naar Spanje „ of naar Milaan begeeven mögt, voor de dood „ van Koning Karel, kwam men overeen, om „ deezen Koning , des noods , zelfs door daa- „ delykheden, te verpligten, dat hy hem van „ daar deedt te rug keeren ( » )." 't Verdrag en de afgezonderde en geheime punten , van welken wy fpreeken , waren, van wege den Koning van Frankryk , ondertekend , door de Graaven van Tallard en Briord; van wege den Koning van Groot- Britanje , door de Graaven, van Portland en Jerfey ; en van wege de Staa- ten, O) Secr. Refol. Holl. 13 Sfay 17CO. VI. Deel, hl. ico.
Vmez Du Mont Corps Diplom, lom. VII. f. .II. p. 477* LAMBERT! Tem. I. f. 97' |
||||
LXV.Boek. HISTORIE. 35
ren, door de Heeren Jan van Esfen, Bürge- 170».
meester van Zutfen, Fredrik, Baron van Mee- ' de, Heere van Lier, den RaadpenfionarisHein-
fius, Willem van Nasfau, Heere van Odyk, Everard van Weede, Heere van Dykveld, Wil- lem van Haren, Grietman van de Bilt, Arnoud Lemker, Burgemeester van Deventer, en Jan van Heek, Raadsheer van Groningen, allen af- gevaardigd in de Vergadering der algemeene Staaten. Ondertusfchen waren de Staaten, niet dan met moeite, overgehaald tot dit Verdrag. Zeeland hadt, eerst in Louwmaand, bewilligd j en Holland een weinig laater (o ). Men voor- zag, naar 't fchynt,in deeze Gewesten, dat liet Verdrag, door 't Franfche Hef, wederom mis- bruikt zou worden, om agterdogt te verwekken aan de Hoven van Weenen en Madrid, gelyk de ondervinding haast leerde. Doch het gezag des Konings van Groot-Britanje was zo groot in den Vereenigden Staat (ƒ»), dat men niet naliet, eene overeenkomst aan te gaan, op welke hy zeer gezet was. 't Verdrag van Verdeelinge was zo dra niet ^*1**
geflooten en bekragtigd, of men maakte zyn .. a"de" werk om het te doen omhelzen door %de Mo' andere gendheden, die 'er eenig belang by hebben kon- Mogend- den, en byzonderlyk door den Keizer. De heden te Staaten deeden Fredrik den W, Koning van tdr°^" Deenemarke, zynde Christiaan den V, des- j^dit6™ zelfs Vader, op den vierden van Oogstmand Verdrag. des voorlaeden jaars overleeden, nodigen, tot
CO Manchesters Letters in TiwoALs Conti«. PbL IV. (of
XIX. ƒ>. 92, y5j 96. iP) Manchisters Letters in Tindal FvhlV. [*r XIX.] ƒ.90« XVJI. Deel. C
|
||||
34 VADERLANDSCHE LXV.Boek;
170e. tot de aanneeminge van dit Verdrag (#). De
-------Koningen van Frankryk en Groot-ßritanje
onderfteunden hunne poogingen. De eerfte
zogt zelfs, naar 't fcheen, het Hof van Madrid te doen bewilligen, in de gemaakte Verdeeling. Doch onder de hand arbeidden beide de Kei- zer en de Koning van Frankryk in Spanje, om elkanders oogmerken te dwarsboomen, en om Koning Karel te beweegen tot eene fchikking op de opvolging, die elk hunner hieldt beter overeen te-komen, met zyne byzondere in- zigten en belangen. Het Franfche Hof geliet zig, midlerwyl, als of het veel wilde toegee- ven, om den Keizer te doen bewilligen in 't Verdrag. De Torcy, 's Konings voornaamfte Staatsdienaar, liet zig verluiden „ dat Frank- ryk zou können aanzien, dat de Aartshertog |
|||||||||||
55
9>
|
|||||||||||
Karel, by 'sKonings leeven, overginge naar
|
|||||||||||
a, Spanje, mids de Keizer zig aan de voor-
„ waarden hieldt, waarop men, in deezen '3, togt zou können bewilligen." Zelfs zeide hy „ dat men, in Frankryk, niet zou luisteren naar de voorflagen van Spanje, zo men daar , binnen den geftelden tyd van drie maanden, befluiten mögt, om een'Fransen' Prins te kiezen tot 'sKonings opvolger; en dat men, in 't Verdrag zelf, met gemeene „ bewilliging, eenige veranderingen zou kon- 9, nen maaken, om den Keizer genoegen te „ geeven ( r )." Doch het Weener Hof draalde zeer met befluiten, zig, naar 't fchynt, meer- der voordeel beloovende van zynen handel in Span-
C jQ Lamberti Tom. I. p. 109.
(O Manchesters Letters in Tihdals Conün. FoI.'.lV. [ar,
XIX.] p. 100. |
|||||||||||
LXV.Boek. HISTORIE. 35
|
|||||
Spanje. De Koningen van Zweeden en Deene- J7oo.
marke waren ook niet gereed, om het Verdrag ■ van Verdeelinge te omhelzen, waarvan wy de
reden wel haast zien zullen. De voornaamfte Duitfche Vorften zagen den Keizer naar de oogen, en draalden, om dat hy draalde. De Italiaanfche Mogendheden en Zwitferland vrees- den voor de nabuurfchap van Frankryk, welk, by 't Verdrag, in 't bezit van Napels, Sicilië, en van de havens aan de Middellandfche zee gefield werdt. De Hertog van Savoje zelf fchortte zyn befluit op, om eerst te zien, welk een' keer de zaaken neemen zouden, hebbende hy een uitzigt op de Spaanfche nalaatenfchap, in geval de Keizer weigerig blyven mögt, om zig te voegen naar de genomen' maatregels. De Koning van Portugal was de eenigfte, die 't Verdrag fcheen te zullen omhelzen, onder ze- kere voorwaarden (j). Midlerwyl, toonden de Keizerfchen, aan Misnoe-
verfcheiden' Hoven, zig zeer misnoegd over wëeaer' het maaken van een Verdrag van Verdeelinge n0f, der Spaanfche heerfchappye, by 't leeven van over't den Koning; die zelfs, gelyk men thans ver- Verdr*St fpreidde, eene volmaakte gezondheid genoot. Ook liep 'er, ten deezen tyde, een gerügt,dat de Koningin zwanger was: van welk gerügt men zig bediende, om de onredelykheid van het Verdrag, alomme, ten breedften uit te meeten. De Keizerfchen lieten zig hierover fcherper uit, naar gelang, dat zy beter dagten te ftaan aan 't Hof van Madrid. Men befchul- digde den Koning van Groot-Britanje en de Staa-
£0 TiNOAL VU. IV. [er XIX] />. 7«—Slj
C a
|
|||||
36 VADERLANDSCHE LXV.Boek.
Staaten, van ter zyde en openlyk, dat zy zig had-
- den gefteken in eene zaak, die hun niet aan- ging, en den Huize van Oostenryk, wettigen erfgenaam der Spaanfche heerfchappye, merke- lyk nadeel deeden. Men ontzag zig zelfs niet, aan te merken, dat Koning Willem, door't aan- gaan van zulk een Verdrag, de Engelfchen in 't gemeen tot misnoegen verwekt, en zyne Regeering over hen in veragting gebragt hadt. „ De Keizer zou, zeide men, nimmer een Ver- „ drag omhelzen, welk hem af hangkelyk maa- „ ken moest van Groot-Britanje en van de Staa- „ ten. Veel eer zou hy zig laaten beweegen , „ om zig, over de Spaanfche nalaatenfchap, te „ verdraagen met Frankryk alleen:" doch dee- ze laatfte opening werdt verdagt gehouden aan 't Franfche Hof, daar men voorgaf, geene ver- andering te willen maaken in 't Verdrag van Verdeelinge, buiten kennis van Groot-Britanje en van de Staaten. |
||||||||||||
1700.
|
||||||||||||
De Kei-
zerfchen
bewer- ken een' iiitarften wil in Spanje, ten be- lioeve van den Aartsher- toge Kniel. |
De onverzettelykheid van 't Weener Hof,
in 't afflaan van 't Verdrag van Verdeelinge, kwam elk, ondertusfchen, ten hoogfte vreemd voor. Men wist, dat de Keizer, op verre na, geene zeventigduizend man in daadelyken dienst hadt. Zyne fchatkist was tusfchen de twintig en dertig millioenen guldens ten agte- ren, en de Kamer zyner Geldmiddelen zag, ter naauwer nood, kans, om de noodzaakely- ke onkosten van het Hof en het Leger te ver- |
|||||||||||
vullen, 't Gemeen geloofde, dat hy alleenlyk
hoopte op eenige gelukkige verandering des tyds, of op 't gene het bygeloof of de vleie- ry de wonderen ten behoeve van het Huis van Oostenryk plag te noemea. Doch de waare re-
|
||||||||||||
tXV.BoE*. HISTORIE. 3/
reden van het'gedrag van't Weener Hof was, i;o<»,-
dat de Koning en de Koningin van Spanje zo ge-
heellyk overgehaald fcheenen in de belangen
van het Huis van Oostenryk, dat zyne Katholyke Majefteir, in Zomermaand, eenen uiterften wil maakte ten behoeve van den Aartshertoge Ka- rel (^), dien men met een Leger naar Spanje dagt te zenden, zelfs by 't leeven van den Ko- ning (#). Na 't maaken van deezen Uiterften Wil, ant- **•
woordde Keizer Leopold eerst op den voorflag j g'0zer1(i om in 't Verdrag van Verdeelinge te treeden; weigert waarover zyne Staatsdienaars alleen zig, tot hier- te tree- toe , geuit haden. De Graaf van Harrach ver- <*en m klaarde den Gezanten der Bondgenooten aan 't *}" ^" Keizerlyke Hof, by monde, uit's Keizers naam, verde«-11 op den zeventienden van Oogstmaand „datzy- linge. „ ne Keizerlyke Majefteit onbetaamlyk hieldt, „ by't leeven des Konings van Spanje, wiens ei- „ gen Oom hy was, in eenig Verdrag te treeden „ over de Spaanfche nalaatenfchap. Dat, zo de • „ Koning, die thans zeer gezond was, enligte- „ lyk nog nakomelingen zou können verwekken, „ egter, onverhoopt, zonder kinderen overleedt, „ het Huis van Oostenryk, of, by ontftentenis „ van het zelve, de Hertog van Savoye alleen „ geregtigd was tot de opvolging, uit kragte van „ het Testament van Filips den IV, Ko'ning „ van Spanje." Tegen den Franfchen Gezant, Markgraave van Villars, in 'tbyzonder, zei- de hy „dat de Keizer niet hoopte, dat dit ant- „ woord
CO Manchkstbrs Lctt. in Tindals Contin. VuU IV. [w
2EIX.] p. 151. («O Tindal va. IV. {ar XIX.] p. 82—95.
C3 |
||||
"38 VADERLANDSCHE LXV.Boek;
i7<5ó. „ woord het goed verftand, tusfehen hem en
■- „ krenken zou. Ook verwagtte hy niet, dat „ Frankryk eenen anderen erfgenaam zou noe- „ men, veel min zig, voor 't overlyden des „ Konings van Spanje, in 't bezit tragten te „ ftellen vnn een gedeelte der Spaanfche heer- „ lykheden: waartegen zyne Keizerlyke IVlaje- „ fteit zig zou moeten verzetten-" Aan den Hee- re Jakob Hop, Gezant deralgemeene Staaten, verklaarde hy „ dat de Keizer den Koning van „ Groot-Britanje en de Staaten verzogt, gee- „ nen anderen erfgenaam te willen begunfti- „ gen; en dat hy op de duurzaamheid hunner „ vriendfchap vasten ftaat maakte (v). 't Gerügt dat de Keizer voorhadt, den Aarts-
hertog, zynen Zoon, met een Leger, naar Spanje te zenden, verfpreidde zig vast alom- me. Het Franfche Hof fchepte 'er grooten argwaan uit, en deedt den Koning van Span- je, openlyk, vermaanen,om het niette gedoo- gen; hem te gelyk verzekerende, dat Frankryk belooven wilde, zig van alle daadelykheden te zullen wagten, zo de Keizer gelyke verbind- tenis wilde aangaan («'). Schoonenberg, der Staaten Gezant in Spanje, die nu wederom toegelaaten werdt ten Hove, zynde de voori- ge gefchillen bygelegd, deedt den Katholyken Koning het zelfde verzoek, in gevolge van een befluit der algemeene Staaten, waarvan men den Spaanfchen Ambasfadeur de Quiros, die, zig eenen tyd lang te Brusfel onthouden heb- ben- |
||||||
(v5 Vniex I.AMHERTi Tem. I. p. 113,
(V) Lamb«rti Tem. I. y. 110. |
||||||
LXV.Boek. HISTORIE. &
bende, nu in den Hage terug gekeerd was, in ijroe;
Herfstmaand, kennis gaf (» EndeezeVertoo---------;■
gen, of andere redenen bragtente wege, dat het
ontwerp om den Aartshertog naar Spanje te zen- den , andermaal, ter zyde gelegd werd (y ). Maar 't Hof van Madrid was, deezen gant- ^^ vaa
fchen Zomer, in eene geweldige beweeging ge- >t Hof weest. 'sKonings ziekte, die, wat men 'er ook vim Ma- buitens Lands van verfpreiden mögt, by vlaa- drid, gen, zeer gevaarlyk werdt; de verwardfte ftaat der Geldmiddelen, de zwakheid der Regee- ringe, de partyfchap der Grooten, het mis- noegen en morren van 't gemeen gaven gele- genheid tot bedekte handelingen der verfchei- den' Gezanten, die hier verfchillende belangen van magtige meesteren te bevorderen hadden. Het Verdrag van Verdeelinge hadt een algemeen ongenoegen verwekt. De Spaanfche grootheid kon, niet zonder verontwaardiging, zien, dat uitheemfchen ondernamen , 's Konings heer- fchappyen te verdeden, en daardoor nog zwak- ker te maaken, dan zy waren. De Grooten des Ryks voorzagen, dat zy, zo dit Verdrag ftand greepe, verfteken ftonden te worden van de voordeelige Bevelhebberfchappen, welken zy, onder de tegenwoordige Regeeringe, bekleed- den. De Koning en de Koningin hielden zig hooglyk gehoond, door dit Verdrag: en lieten zig; hierom, door de Keizerfchen, ligter over- haalen, om eene fchikking op de opvolging te maaken, ten behoeve van denAartshertogeKa- rel. |
|||||||
(•O Refbl. Ccncr. turnt 26 Sept. 1700. dans LAMBERT!
Tom. I. p, II2, O) Tindal Vtl. IV. [or. XIX.] p. 95.
C 4
|
|||||||
-x
|
|||||||
4.0 VADERLANDSCHE LXV.Boek.
17«*. rel. Maar de Franfchen, geene kans ziende
om den Koning en de Koningin te winnen, |
|||||||||
De Fran- werkten heimelyk onder de Grooten, die reeds
winnen te onvre(^e waren op de tegenwoordige Regee- eenige ™ge? en z*g ligtelyk lieten beduiden „ dat Spaan- „ de Spaanfche heerfchappy, na 's Konings fche '„ overlyden, of verdeeld, en gevolgelyk ver- Grooten. ^ zwakt worden moest, of in zyn geheel bly- „ ven; en dat, in 't laatfte geval, Frankryk „ alleen in ftaat was, om de nalaatenfchap te „ befchermen, en om het Ryk te redden uit „ de zwaarigheden, waarmede het tegenwoor- „ dig gedrukt werdt; dat men, derhalve, re- „ den hadt om te wenfchen, dat zyne Maje- „ fteit eenen Franfchen Prins verkoore tot „ 's Konings opvolger, mids men maar zorg „ droege, dat de Spaanfche Kroon nimmer „ aan eenen Koning van Frankryk kwame." Men wil, dat de Markgraaf van Harcourt, reeds in 't jaar 1698, middel gevonden hadt om den Kardinaal Portocarrero, de Markgraa- ven van Monterei en Los Balbafos en andere Grooten, door deeze en andere redenen, over te haaien in de Franfche belangen (2). Men dreef deezen handel zeer in 't heimelyk: en eerlang openbaarden zig verfcheiden' partyen aan 't Spaanfche Hof, die de zaaken in groote verwarring bragten. Sommigen dreeven, dat de Koning de Koningin behoorde te verftoo- ten, en zig te begeeven in een ander Iluwelyk, welk men hoopen mögt, vrugtbaarder te zul- len zyn: terwyl anderen, gelyk wy reeds ge- meld hebben, uitftrooiden, dat de Koningin zwan-
|
|||||||||
iz) Tindal Vol. IV. lor IX.] p. 96— xor.
|
|||||||||
LXV.Boek. HISTORIE. 41
zwanger was. Anderen wederom zogten den 170»,
Keurvorst van Beieren te doen ontzetten van |
||||||||
de Landvoogdye der Spaanfche Nederlanden, Verzieri
die zy den Keurvorst van de Paltz wilden opge- Verdrag draagen hebben. Men deedt zyn best om den f^tl^ eerften in den haat te brengen by't volk, en ver- ten en fpreidde, onder de hand, een verzierd Verdrag denKeur- (a) tusfchen de Staaten der Vereenigde Gewes- Y"r.st vaa ten en den Keurvorst van Beieren, welk, reeds eiereiu in 't jaar 1698, zou geflooten geweest zyn, en waarby den Keurvorst de Spaanfche Nederlan- den , na 't overlyden des Konings, werden toe- geweezen. Het zogenaamd Verdrag behelsde ook eenige punten, die tegen 's volks vryheden irreeden. Doch men bereikte 'er zyn oogmerk niet mede. 't Gezag der Koninginne van Span- je was groot genoeg, om den Keurvorst van Beieren in 't bewind over de Nederlanden te doen bevestigen (£). Terwyl de toeltand des Konings en des x.
Hofs van Spanje Europa dreigde met eenen al- Oorlog gemeenen oorlog, was de kryg, onverwagt, ^00c^ ontfteken in't Noorden: daar hy egter, voor den/ een gedeelte, door devlyt van verfcheiden'Mo- gendheden, fpoedig en gelukkiglyk, eindigde. De Czaar van Muskovie, op zyne terugrei- ze uit Duitschland, een mondgeiprek gehou- den hebbende met den Koning van Poolen, hadt de eerfte grondilagen gelegd van een Ver- bond, om den Koning van Zweeden aan te tasten: waarin, daarna, ook andere Mogend- heden traden. De Koning van Deenemarke, ia
O) Zie het by Lamberti Tom. I. p. 115.
(.O 1.AMEER.TJ Tom, \, f. uu, 115. C5
|
||||||||
43 VADËRLANDSCHE LXV.Boek.
1700. in verfchil geraakt met den Hertoge van Hol-
-------ftein, met wien hy, te gelyk, over Sleeswyk
en Holftein, geboodt, tradt het eerst in dit
Verbond, en beloofde eenen inval te doen in Holftein, welks Hertog de zyde van Zweeden hieldt. De Koningvan Poolen verbondt zig om Lyfland aan te tasten; de Keurvorst van Bran- denburg zou in Pomeren rukken. Verfcheiden' andere Duitfche Vorften voedden de verdeeld- heid, meenende, opdeezewyze, te beletten, dat de Hertog van Hanover voor negenden Keurvorst erkend werdt. En deeze tweefpalt was oorzaak, dat de Noordfche Kroonen niet hadden können bewoogen worden, om het Verhond Verdrag van Verdeelinge aan te neemen. De uisfchen Koning van Zweeden, ziende dat men 't voor- Britnnje naamlyk °P nem gemunt hadt, zogt den Ko- Zweedei'i ning van Groot-Britanje en de Vereenigde ende Staaten aan, tot een nader Verbond, welk, Stante», eindelyk, op den drie-entwintigften van Louw- maand deezes jaars, in den Haage, geilooten werdt, voor den tyd van agttien jaaren. „ De „ voorige Verbonden werden, by het zelve, „ bekragtigd. Men beloofde eikanderen, de „ Westfaalfche, Nieuwmeegfehe en Ryswyk- „ fche Vreden te zullen handhaaven, waar- „ toe elk, des noods, zesduizend man leve- „ ren zou, of zo veel meer manfchap, als men „ onderling zou overeenkomen." By eeni- ge geheime punten, verbondt zig de Koning van Zweeden „ de twee andere Mogendhe- „ den met tienduizend man te onderfteunen, „zo zy, om het handhaaven der Ryswyk- „ fche Vrede tusfchen Frankryk en Spanje, „ in oorlog geraaken mogten. Doch men „ zou
|
||||
T.XV. Boek. HISTORIE. 43
|
|||||||
„ zou niet verpligt zyn, hulptroepen naar 1700;
„ Italië, of naer Spanje te zenden. De Keizer-------*
„ en de Koning van Spanje zouden byzonder-
„ lyk genodigd worden, om in dit Verbond „ te treeden (e)." Het werdt, niet voor 't ein- de van Lentemaand, bekragtigd ( d). Midler- wyl, werden de vyandlykheden in 't Noorden begonnen. De Poolen en Saxers rukten voor Riga: deDeenenvoor Tonningen,inHolflein. De Staaten der Vereenigde Gewesten zonden De Staa- eenige fchepen naar de Oostzee, onder den t?nj,e" Luitenant-Admiraal van Almonde; minder nog- J™ Ver- tans, om den Koning van Zweeden bytefprin- drag van gen, dan om de rust tusfchen Zweeden en Dee- Vrede nemarke te herflellen («). Ook vaardigden zy, S^f1 als waarborgen van 't Verdrag van Altona, ,jen,Dee- tusfehen den Koning van Deenemarke en den nemarke Hertoge van Holflein, den Generaal Dopft, en Hol- met drieduizend man, naar Tonningen af, tot ftein' onderfteuninge des Hertogs. De Stad hadt Zweedfche bezetting in, onder den Generaal Banier, die zig, met hulp der Staatfchen en Lunenburgfchen, zo wakkerlyk verdedigde, dat het beleg, eerlang, opgebroken werdt. De Zweeden en derzelver Bondgenooten, de En- gelfchen en Staatfchen, bombardeerden, ten zelfden tyde, Koppenhage. Ook deedt Ka- rel de XII eenen gelukkigen inval in'tDeensch Eiland Zeeland (ƒ): waarop een Verdrag van Vrede tusfchen Zweeden, Deenemarke en Hol- flein f c) Puiez du Mont Cotps Dip!. Tom. VII, P. II. p. 475.
(<Ó Sccr. Ref. Holl u May i.-oo. VI. heel, U. 100. Lam-
bert! Tom. I. p. 32, 36, 41. (O foiez Leur. deLouis XIV. nu Comte de Briord. N. X .
XXf. p 53, 106. O ) I.AMBERTI Tom. I, f. /|5 50 , 51.
|
|||||||
44 VADERLANDSCHE LXV.Boe*;
1700. ftein volgde: welk te Travendal, op den agt-
■ 1 . tienden van Oogstmaand, door bemiddeling van verfcheiden' Mogendheden, en onder an- deren van Groot-Britanje en van de Staaten der Vereenigde Gewesten , geilooten werdt. De Hertog van Holftein bedong eenige voor- deden, by deeze Vrede (g). Doch de Czaar van Muskovie en de Koning van Poolen blee- ven nog in oorlog met Zweeden. De Koning van Groot-Britanje en de Staaten deeden ver- geeffche moeite, om den gereezen twist by te leggen. De Staaten zagen niet gaarne, dat de Czaar zig meester maakte van eenige havens inde Oostzee: vooral, na dat hy zig, in zyn Ryk, had begonnen toe te leggen, op het aanbouwen van fchepen en het begunftigen des Koophandels. Ook hieldt hy zig, eenen ge- ruimen tyd, als of de twist tusfchen Poolen en Zweeden hem niet aanging. Doch eindelyk deedt hy 't momtuig af, en zogt zelfs de Staa- ten te beweegen, dat zy de Zweeden niet on- derfteunden. Hyfloeg, in Herfstmaand, het beleg voor Nerva, welk, in Slagtmaand, door Karel den XII, gelukkiglyk, ontzet werdt. Riga, dat, tot hiertoe, door de Poolen, be- legerd geweest was, werdt, ten zelfden tyde , verlaaten (4). De veldtogt in 't Noorden liep dus voorfpoedig af voor den Koning van Zwee- den , die, in eenen ouderdom van agttien jaa- ren, drie Koningen tegenftand gebooden, enze tot vrede genoodzaakt, of overwonnen hadt. Doch
(>) VoUz du'Mont Corps Dipl. Tom. VII. P. II. p. $a.
(//) Lambertc Tom. I. p. 123—158, 160—163, 164—1Ü3/ 55—258. Tinual yul. IV. [W XL\.]. p. 72—77, i»3« |
||||
LXV.Bokk. lï ISTOR1E. 45
Doch de Keurvorst van Brandenburg, fchoon 1700
ook, met Muskovie en Poolen, verbonden te----------
gen Zweeden, hadt, tot hiertoe, de wapenen XI.
nog niet opgevat. Hy hadt, federt eenigen ^rfteyuar* tyd, zyne gedagten laaten gaan op het verkry- Branden; gen der Koningklyke waardigheid, die hem, burg (laat door den Keizer, moest opgedraagen worden. ^ Men meent, dat de verheffing des Prinfen van °* °' Oranje op den Groot - Britannifchen, en die ke waar. des Keurvorsts van Saxen op den Poolfchen digheid. Troon, hem, die zeer op uiterlyke praal en grootfche titels gefield was, tot nayver ver- wekt , en hem de eerfte begeerte ingeboezemd hadt, om naar den eernaam te itaan van Ko- ning van Pruisfen (7). Hy zogt, van toen af, de gunst des Keizers, wiens zyde hy, in den jongften oorlog, gehouden hadt. Én naarde- maal hy, ten zelfden tyde, hadt moeten wei- geren , te treeden in de maatregels des Konings van Frankryk, die, hierom, niet zeer gereed zou zyn om hem voor Koning te erkennen, hieldt hy zig, te meer, op de zyde des Ko- nings van Groot-Britanje en der Vereenigde Staaten (£), met welken hy, in Oogstmaand deezes jaars, de oude Verbonden vernieuwde, en van welken hy, hierom, eerder hoopte er- kend te zullen worden in zyne nieuwe v/aar- digheid. Om dezelfde reden, vatte hy de wa- penen niet op tegen den Koning vanZweeden, welken hy wist, dat door Groot-Britanje en de Staaten onderfteund werdt(/,). Doch daar ver- lie-
(0 Memoir. de Bramtenb. p. 200.
CO Vn'ez Lettr. de Louis XIV. mi G»mte de Briord. N. IX.
•<U. f. 47, 56. CO Lamburti Ttm. h p, itfa»
|
||||
46 VADERLANDSCHE LXV.Boek.
1700, liepen nog eenige maanden, eer hy voor Ko-
—-—— ning werdt uitgeroepen. XII. Koning Willem, in Zomermaand, volgens Veran-1 gew0onte, naar Holland overgefteken zynde, in En- hadt den meesten tyd op 't Loo doorgebragt, geland, midlerwyl, het oog houdende op de handelin- gen , waartoe het Verdrag van Verdeelinge aanleiding gaf, en die, voornaamlyk, door zyn beleid, geregeld werden. In Wynmaand, keerde hy te rug naar Engeland: alwaar, in Oogstmaand, overleeden was de Hertog van Glochester, eenige Zoon der Prinfesfe Anna, na welke, de Hertogin Weduwe van Manö- ver nu de naaste Proteftantfche erfgenaam der Kroone vanGroot-Britanjegeworden was; zyn- de 'er geene hoop meer, dat de Koning, of de Prinfes Anna kinderen zouden nalaaten (jri). De Koning, op 't Loo, de tyding gekreegen heb- bende van het overlyden des Hertogs van Glo- chester , verftondt, kort hierna, dat de Prinfes Anna heimelyk berigt van dit gevyigtig fterf- geval gegeven hadt aan 't Hof van Koning Ja- kob, te S. Germain. Men fchepte hieruit ver- moeden, dat de Prinfes Anna voorhadt, de Hertogin-Weduwe van Hanover te verfteeken van de opvolginge. De Koning arbeidde, hier- om, zo dra hy in 't Ryk te rug gekeerd was, aan de vastftelling deezervoornaame zaake(«), die, in 't volgende jaar, gelukte ( o ). In Win- termaand, liep'er, teParys, een gerügt, dat men voorhadt, den Prins van Walles, die nu twaalf jaaren bereikte, met zyne toeftemming, te
(m 1 Tind.m. r<l. IV. [er XIX.] p. 69, 71, 118.
(,v) Lmiberti Meinoir. Tnvi. !■ p. 121.
(_o) A.t TiKi>AL_/Wf IV. [or Ai.i.] p. 139—21.:, 552^,
|
||||
LXV.Boek. HISTORIE. 4?
te voeren naar Engeland, daar hy in den Pro- I7oc»<
teftantfchen Godsdienst zou onderweezen wor---------.
den. Doch dit gerügt bleek, eerlang, onge-
grond geweest te zijn (p ). Het Oktroi der Nederlandfche Westindifche 't Oktroi
Maatfchappy, met het jaar 1700, ten einde JjjJJäj' loopende, werdt, in Slagtmaand, voor nog der- Maat. tig jaaren, en dus tot het jaar 1730 ingeflooten, fchappye verlengd. Ten zelfden tyde, werdt de Kamer wordt van Amfterdam vermeerderd met twee Bewind verleugd*. hebbers, te weeten een'halven Bewindhebber uit Gelderland, een' geheelen uit Friesland, en een' halven uit Overysfel ( q ). Doch de toeftand des Konings van Spanje, XIII.
wiens gezondheid fterk afnam tegen den Herfst, De Fr£n,i trok de oogen van gantsch Europa tot zig. Het ^J"etle* Franfche Hof, verftaande, dat de Keizer het eenen Verdrag van Verdeelinge niet wilde aanvaar- nieuwen den, en eenen Uiterften Wil, ten behoeve van ^rften den Aartshertoge Karel, hadt weeten te ver- denico™ werven van den Koning van Spanje, fcheen zig njng vïtt geregtigd te oordeelen, om af te wyken van Spanje- dit Verdrag, welk egter niet met den Keizer gemaakt was; en om verandering te doen maa- Icen in den Uiterften Wil van Koning Karel. De Staatfche Ambasfadeur aan 't Spaanfche Hof fchreef, van daar, op den drie - entwintig- ften van Herfstmaand „ dat dit Hof zig in „ vreemde verwarringen inwikkelde omtrent „ de opvolging; dat de Koning en de Konin- „ gin geheellyk voor het huis van Oostenryk „ waren, dat, daarentegen, de Raad van Staa- « te,
(/>) Manchesters Letcers in Tindai. Vul, IV. [or XIX. 1
C?) Groot-PMsiuub. IV. Di<l, il. m%. |
||||
43 VADERLANDSCIIE LX V. Boek.
-i;oo. „ te, blindelings en ftyfzinniglyk, arbeidde
------- „ voor den Hertoge van Anjou, zig zelven
„ vleijende, dat de Koning zig, eindelyk, ook
„ voor hem verklaaren zou. Midlenvyl, loopt, „ vervolgde hy, alles meer en meer in den war. ., Overvloed van raadpleegingen en overleggingen ; „ maar geene goede befluiten. De Koning houdt „ het bed, federt gisteren, ter oorzaake van eenen „ nieuwen overval van loop (r_)." Men kan zig, uit dit fchryven, eenigszins verbeelden, hoe't, aan het Spaanfche Hof, ten deezen tyde, ge- field ware. De Grooten, die de Franfche zyde hielden, bedienden zig van 's Konings zwak- heid, om hem te beweegen tot het tekenen van eenen nieuwen uiterften wil, ten behoeve van den Hertoge van Anjou, terwyl het Franfche Hof zig verluiden liet, dat het zig flipt zou houden aan het Verdrag van Verdeelinge. Zelfs tekenden de Koning en de Daufyn een Gefchrift, welk Burnet in handen gehad heeft (#), waar- by zy zig verbonden, geen' uiterilen wil te zullen aanneemen, die met het Verdrag van Verdeelinge ftreedt. Doch dit Gefchrift werdt, naderhandt, luttel gerekend. De Graaf van Briord kreeg ook last, om de Staaten te verze- keren , dat de Koning, zyn Meester, zig flipt zou houden aan 't Verdrag, waarin hy, op 't aanhouden des Keizers en des Hertogs van Lotharingen, geene veranderingen begeerde te maaken, dan die de uitvoering van het zelve te meer bevorderen zouden (/). De Kardinaal Por-
(O SCIIOONENBERGS Letters/« TiNDALS ColltM. JV» IV. [Of
XIX.] p. 13-1.
(s) Set Tinbal Pol. IV. \nr XIX.] p. 68. (/) Leur. de Louis XIV. eu Comtc de Biiord. N< XXX< xiLxi. p. 130, 136,140-
|
|||||
j
|
|||||
LXV.ßoEK. II ISTORIE.' 49
Portocarrero haalde den Koning van Spanje, t?Qg,
midier wyl, over, om met den Paus Innocent -----
den XII, die zeer op de Franfche zyde was,
te raadpleegen over 'tftuk der opvolginge. De Paus verklaarde den afftand der Infante Maria Therelia kragteloos, als zynde gefchied door dwang, en ftrydig met de wetten van Spanje.; en hy riedt den Koning, zynen uiterften wil te veranderen, ten behoeve der Kleinzooneii des Konings van Frankryk. Met deezé Pau-' felyke uitfpraak gefterkt; viel het den Kar- dinaal niet moeilyk, den Koning, in eenen zwak- ken ftaat van lighaam en gemoed, te bewee- gen tot het tekenen van eenen tweeden uiter- ften wil (ju), waarby Filips, Hertog yati Anjou*, tweeden Zoon des Daufyns, tot opvolger in alle 's Konings Staaten verklaard werdt (v)< Karel de If. had deezen uiterften wil getekend, op den tweeden van Wynmaand. Doch op den vyfden, tekende hy nog een Codicil, waar- by hy der Koninginne in haare keur gaf, of zy zig, na zyn affterven , wilde begeeven naar eenen zyner Staaten in Italië, of naar de Neder- landen ; over een van welken, haar, door zy- nen opvolger, de Regeering zou afgedaan worden («>). Deide deeze ftukken werden be- dekt gehouden, tot na 's Konings overlyden. Van den uiterften wil lekte egter zo veel uit, dat de Staatfche Gezant, Schoonenberg, op den eenentwintigden, wist, dat de Koning den Hertog van Anjou verklaard had tot zynen op*
O) Tindal Vit. IV. f>rXlY: p: toh-^-iofr
(v) Voicz. nu Mont Corps Diplom. Tum VII. ƒ>. II. p. 485. (w) Du Mont Corps Diplom. iom, VII. P. II. p.+Qï. k'oiïz Iamberti Tom. I. p. 191, 212, XVII. Ds el. D
|
||||
$o VADERLANDSCHE LXV.Boek;
1700. opvolger (#). In 't begin van Slagtmaand,
—— kreeg men aan 't Franfche Hof tyding, dat Ko- ning Karel wederom ingeflort was, en in doods- nood lag. De Torcy gaf ' er terftond kennis van aan den Engelfchen Gezant, Graave van Manchester, te gelyk verklaarende, dat zyne Allerchristelykfte Majefteit in de vaste verwag- ting was, dat de Koning vanGroot-Britanjehet Verdrag van Verdeelinge zou handhaaven, in- dien iemant zig tegen het zelve mögt willen kan- ten (j). Koning Lodewyk zelf fchreef, op den vierden, aan den Graave van Briord „ dat „ de herftelling des Konings van Spanje hoo- „ peloos was: 't welk hy den Raadpeniionaris „ Heinfius moest aandienen, daarby voegende, „ dat men , te Madrid , verfpreidde, dat de „ Koning eenen uiterften wil gemaakt hadt, „ ten behoeve van eenen der Kleinzoonen van „ Frankryk; doch dat zyne Majefteit hier- „ van nog geen byzonder berigt ontvangen „ hadt." Voorts, moest hy den Raadpenfiona- ris zeggen „ dat zyne Majefteit, vastelyk ver- „ trouwende.dat zyne Bondgenooten zig aan het „ Verdrag houden zouden, ook gezind was, zy- „ ne verbindtenisfen naar te komen, ondanks „ alle de aanbiedingen, welken hem mogten De Ko- » gedaan worden (s)." Doch 't bleek haast ning van anders. Weinige dagen hierna, ontving men Spanje het gewigtig nieuws van 't overiyden des Ko- ßerfc. ningS Van Spanje, welk op den eerften der maand
|
||||||
O") Schooneneero Letter in Tindals Contin. Jfc/. IV. [or
iX.1 P- IJ".
(;•) Tindai. Vo\ IV. [er XIX.] p. 133.
Qzj Lcttr. Ue J.ouis XlV. m C« Je Briord. N. XXXI. f. 14a.»
|
||||||
LXV.Boek. HISTORIE. 5r
|
|||||
maand was voorgevallen. Terftondt, werdt 'er 170*
geheime Raad belegd, in 't Vertrek van Me- ——« vrouwe de Maintenon, die 'er egter niet by was (a~); en twee dagen laater, leverde de Spaan- fche Ambasfadeur in Frankryk den Koning eenen brief over van den tegenwoordigen Regee- rings-Raad van Spanje, van welkende Kardi- naal Portocarrero het hoofd was; nevens een affchrift van den jongden Uiterften Wil van Karel den II, dien de Koning zig geheel liet voorleezen: vervolgens, verklaarende, dat hy 'er zig aan dagt te houden (£). Kort hierna, werdt de Hertog van Anjou als Koning van Spanje begroet (c). Men hadt, reeds te voo- ren, een' renbode afgevaardigd naar 't Hof van Madrid, op welks aankomst, hy ook aldaar, onder den naam van Filips den V, voor Ko- ning uitgeroepen werdt. Op den vierden van De Hér* Wintermaand, ging hy op reis naar Madrid, "'S vari daar hy, in Sprokkelmaand des jaars 1701, xrotdt openlyk, ingehaald werdt. De Hertog van onder' Orleans , eenige Broeder des Konings van den naam Frankryk, hadt, reeds te vooren, tegen den .Xan J1" Spaanfchen Uiterften Wil, geprötefteerd,om dat y%oor men, in den zelven, by vouroverlyden van den Koning Hertoge van Anjou, den Hertog van Berry,en uitgeroe» daarna, den Aartshertog Karel tot zyne Op- pen' volgers verklaard hadt, en hem en zynen Zoon, den Hertog van Chartres, die zie nader dan de laatfte geregtigd rekenden tot de Spaanfche Kroon s
f <0 Voiéz Memoir. de Tobcy, Tom. I. p. i5*r.
C») Memoir. de Toucy, lom. I. p. 149—159. Cf) Manchestsrs Letters in Tjnuals Contin. Fol. IV. [«* \i\.] f. 146, 148, D 2
|
|||||
5a VADERLANDSCHE LXV.Bobk;
i/oo. Kroon, voorbygegaan was (J). Doch ditPro-
—-— lest verhinderde 't vertrek des jongen Konings niet. Lodewyk deXlV. deedt, kort na hetzel- ve, eene verklaaring aantekenen in het Par- lement van Parys, waarby zelfs den Hertoge van Anjou, fchoon nu tot Koning van Spanje verklaard, het regt tot de Kroone van Frank- ryk voorbehouden weidt, in geval deszelfs ou- der' Broeder, de Hertog van Bourgondie, over- leedt, zonder nazaaten(«): door welke ver- klaaring , de fchikkingen, welken men, voor en na deezen tyd, gemaakt heeft tot voorkoming ' van de vereeniging der twee Ryken onder eenen Vorst, ligtelyk, zouden hebben kön- nen verydeld worden. XIV. Alle deeze veranderingen hadden, midler- Raad- wy\, merkelyken invloed op de raadpleegingen irèn^"" der Staaten in den Haage. Men was, hier, tot don Una- eenigen tyd na de dood van Karel den II, in ge, op de de verwagting geweest, dat Frankryk zig aan veran.de- het Verdrag van Verdeelinge houden zou. De Spanje Graaf van Briord hadt elk verfterkt in deeze voorge- verwagting. Zelfs hadt hy de Staaten ver- vallen, zogt, om onderftand in manfchap en fchepen, om met denzelven, denDaufyn te ftellen in de bezitting van 't gene hem, by 't Verdrag, toe- bedeeld was: en zy hadden reeds last gezonden aan de Admiraliteiten, om twaalf fchepen ge- reed te maaken (ƒ). Doch men fammelde met deze uitrusting, toen 'er, in 't begin van Wyn- maand,
(<0 Lambrrti Jfemoir. 7«». I. p. 234. TjNdal Fol. ÏVt
[pr XtX.1 p. 142—145.-
Ce) Voicz du Mon't Corps Dipl. Tom. VII. P. II. f 494« Cf) I-ettr. de Lguis XIV. t,n C. de Biiord. lf. XXX. XXXI. t' iJ'i 141«
|
||||
LXV.Boek. HISTORIE. 53
maand, tyding kwam uit Spanje., dat de Ko- i;00,
ning wederom aan 't beteren was. De Graaf ———- van Briord ontving de eerde tyding van 's Ko- nings overlyden op den elfden van Slagtmaand. Hy gaf 'er, terftond, kennis van aan den Spaan- fchenAmbasfadeur de Quiros, die zo nietover- ftelpt was van droefheid, of hy liet, van ter zyde, merken,'dat hy bedorven was, zo het Spaanfche Hof hem de agterftallen zyner wed- de niet voldeedt. Briord hernam, dat Frank- rykhem, veelligt, voldoening bezorgen zou, zo 't zig, in Spanje, fchikte, naar den zin van 't Franfche Hof: waarmede de Quiros wel half gewonnen was. Voorts begaf Briord zig naar den Raadpenfionaris Ilcinfius, dien hy 't ge- wigtig fterfgeval bekend maakte, en*nog her- haalde betuigingen deedt, dat de Koning, zyn Meester, zig houden zou aan 't Verdrag van Verdeelinge. Doch 't leedt naauwlyks eene week, of hy veranderde van toon. De Kei- zerlyke Ambassadeur, Graaf van Goè's, en hy verklaarden den Raadpeniionaris, kort na ei- kanderen , op den agttienden van Slagtmaand, de eerlle, dat zyne Keizerlyke Majefteit nimmer in eenig Verdrag van Verdeelinge bewilligen zou, de andere „dat de Koning, zyn Meester, Verktaa- „ in aanmerking neemende, dat weinige Mo- ri»g/'aa „ gendheden getreden waren in het Verdrag y'"^™** „ van Verdeelinge; dat de Keizer inzonder- ßn0rd „ heid het beftendiglyk van de hand wees, en aan den „ dat de Koning van Groot-Britanje Sicilië niet Raad- „ gaarne zien zou in de handen der Franfchen; £Jj5j „ beflooten hadt, te voldoen aan den wensch Hetafia*« „ der Spanjaarden, en hun den Hertog van j, An jou tot Koning toe te (laan. Dat zyneMa- D 3 «je- |
||||
54 VADERLANDSCHE LXV.Boéic.
|
||||||
1700. » jefteit hierby wel veel verloor; doch dat hy
—-----„ liever afftaan wilde van de voordeden, die
„ het Verdrag van Verdeelinge hem zouden
„ toegebragt hebben, dan Europa, op nieuws, „ inwikkelen in eenen zwaaren oorlog: waar- „ om hy vertrouwde, dat zyn befluit zougoed- „ gekeurd worden door de Staaten (g)." Hein- iius, verzet over deeze boodfchap, deedt den Franfchen Ambasfadeur eenige kragtige, doch nuttelooze vertooningen. De Staaten raadpleeg- den wel op Briords verklaaring, die hunne verwagting en maatregels t'eenemaal verydel- de; doch zy konden niets befluiten, voor zy 't gevoelen van Koning Willem, die nu in En- Bedsn* geland was, verftaan hadden. De voornaam- kingen i\e Leden kwamen, des avonds, wederom by- raamfter'een' om te overleggen» Of de Staat, van de
Leden verheffing des Hertogs van Anjou op den van den Troon van Spanje, ook eenig merkelyk na- Staat, deel te dugten hadt. Eenigen dagten, in 't eerst, „ dat men deeze verandering veiliglyk aan- „ zien kon; dat de Spaanfche Mogendheid de „ gedaante, welke zy tot hiertoe gehad hadt, „ behouden zou en geregeerd worden door „ eenen Koning, zonder dat eenig gedeelte jj derzelve gehegt werdt aan de Kroone van Sommi- „ Frankryk." Doch anderen merkten aan, gen zien „ dat deeze verandering gevaarlyke gevolgen gevaar in ^ hebben kon: dat de nieuwe Koning, veel- heffing " li§t' in de eerfte PIaats' vorderen zou, dat des Her- jj de Staaten hunne troepen te rug trokken uit togs van „ de Spaanfche Nederlanden; die, mogelyk, £njou. v ter. (?) Voitz Um. de Louis XIV. m C. de Briord. N. XXXIBj
ê>zw>.
|
||||||
■>
|
||||||
LXV.Boek. HISTORIE. 55
„ terftond, met Franfchen, bezet zouden wor- 1700t
„ den; dat hiermede de vermaarde voormuur-------
„ van den Staat, die, federt den tyd van Hen-
„ rik den IV, in wezen geweest was, en waar- „ in 's Lands veiligheid beftondt, vernietigd „ zou zyn. Dat men den Koophandel te Ant- „ werpen ook zou willen heritellen, 't zy langs „ de vaart, onlangs ontworpen, of langs de „ Schelde; die niet geflooten gehouden werdt, „ dan door Verdragen. Dat de Quiros, in een „ mondgefprek met Briord, waarin de twee „ Ambasfadeurs eikanderen hertelyk geluk ge- „ wenscht hadden met de verheffing des Her- „ togs van An jou, zelf gewaagd hadt van het „ heiftellen der vaart op Antwerpen , langs „ den gewoonlyken weg ter zee, zonder in- „ breuk te doen op de Verdragen, die zulks „ fcheenen te verbieden. Dat zelfs te dugten „ ware, dat men al het geld, welk uit de Spaan- „ fche Westindien kwam, naar Frankryk zou „ zoeken te doen brengen, zonder dat 'er iet „ van gevoerd werdt naar Engeland, of naar „ deezen Staat. Dat Frankryks ongenegenheid „ jegens den Staat, reeds in vroeger tyd, geblee- „ ken was, en dat de Koning zynen Kleinzoon „ ligtelyk beweegen zou, om de eifchen van „ Spanje op de Vereenigde Gewesten te doen „ herleeven. Dat de nieuwe Koning van Span- „ je, afftammende uit den Huize van Bourbon, „ altoos eene lyn ftondt te trekken met Frank- „ ryk; gelyk deDuiti'cheen Spaanfche tak van „ den Huize van Oostenryk, te vooren, eene „ zyde plagten te houden. Dat de Verdragen „ niet onverbreekelyk waren, dan voor zo ver „ zy, door de magt, onderfteund werden. Dat D 4 „ men
|
||||
56 VADERJLANDSCHE LXV.Boek.
ï7öo. „ men zelfs de Vaart op Oostindie, een der voor-
——)— „ naamite zenuwen van den vStaat, zou können „ beiemmeren; om niet te fpreeken van den „ handel op de Levant, waarby de Staat ook „ groot belang hadt. Dat de Laken wee very „ zou können bekommerd worden, door een „ Verbod van uitvoer der Spaanfche Wolle, „ die men alleen naar Frankryk zou können „ doen brengen, tot aankweeking der Fran- ,, fche Weeveryen." Zulke en diergelyke re- denen deeden elk der Leden oordeelen, dat de verheffing des I lertogs van Anjou gevaarlyk was voor den Vereenigden Staat. Raad- Wyders werdt in beraad gelegd, wat mid- pieeging ^el 'er zyn mögt, om deeze verheffing te voor- Hiidde- k°men: waartoe te minder kans fcheen, om len, om dat zy fteunde op eenen uiterften wil, en op deeze den algemeenen wensch der Spanjaarden, be- verhef- halve dat zy begunftigd werdt, door de magt voorko- van Frankryk, welk thans veel Volks op de reen. been hadt. En hierop werdt aangemerkt „ dat „ de uiterfte wil kragteloos gemaakt was, door „ het Verdrag van Verdeelinge, welk men ge- „ flooten hadt op de onderftelling, dat de Ko- „ ning van Spanje eenen der Zoonen van „ Frankryk, of den Aartshertog Karel, of „ iemant anders, tot zynen Opvolger zoukon- „ nen verklaaren: waarom men ovefeengeko- ,, men was, om het Verdrag te doen ftand „ grypen, zo maar de Koning zonder kin- „ deren overleedt, welke fcbikkingen hy ook, „ by uiterften wil, gemaakt mögt hebben. Dat „ de geneigdheid der Spanjaarden voor den „ Hertoge van Arjou niet zo algemeen was, „ of veele uit de Grooten en uit het volk wa- „ ren
|
||||||
LX V. Boek. HISTORIE. 5?
„ ren den Huize van Oostenryk toegedaan, 1700.
„ zynde het te vermoeden, dat zekere aanhang, -------:
„ onder de hand aangegroeid, zig van de on-
„ kunde, het bygeloof, of het teder geweeten „ des Konings hadt weeten te bedienen, om „ hem zulk een' uiterften wil af te dringen. P, Frankryks magt was ook zo ontzaglyk niet, „ als men meende. De jongfte oorlog hadt het „ Ryk ontbloot van volk, geld en koophan- „ del. Zo Anjou naar Spanje ging, en men, „ daar, in oorlog raakte, zou Frankryk ge- „ noodzaakt zyn, zyne meeste manfchap te „ zenden naar Spanje, welk ontbloot was van „ Krygsvolk. Hierdoor zou Frankryks magt „ zeer verdeeld worden, en, aan andere oor- „ den, kleinen tegenftand können doen. De „ Keizer, thans van den Turkfchen kryg ont- „ flaagen, gantsch Duitschland, Engeland en a, Italië hadden het zelfde belang als deeze „ Staat, en zouden, derhalve,ligtelyktreeden „ in dezelfde maatregels, om het dreigend ge- Een dei* „ vaar af te wenden." Een der Leden ver- Leden klaarde toen openlyk „ dat oorlog hiertoe het dringt °£ „ beste en gereedfte middel was. De verhef- oorloS?- „ fing des Hertogs van Anjou op den trconvan „ Spanje zou, zeide hy, den ondergang van „ den Staat, en veelb'gt van gansch Europa „ naar zig fleepen; en zo men toch vergaan „ moest, was 't nog eerlyker, op 't voorbeeld „ der voorouderen, te vergaan als dappere „ luiden, en na dat men beproefd hadt, of „ men, zig wakkerlyk weerende, den dreigen- „ den ondergang niet'zou können ontworfte- „ len. Men moest zelfs niet draalen met het ?> opvatten der wapenen; den oorlog begin- D 5 „ nen. |
||||
58 VADERLANDSCIIE LXV.BoiiC.
$730. „ nende, terwyl de wonde versch, en de ge-
... „ moeden aan 't gisten waren, en eer Frank- „ ryk tyd hadt, om op zyn verhaal te komen.'1 Anderen Doch anderen ftelden zig hiertegen. „ De willen „ Staat gevoelde , zeidenze, de fmertelyke zagter n naweeën nog der twee jongfte oorlogen. saan# „ 's Lands geldmiddelen waren byna uitgeput: „ de Staat was belast met zwaare fchulden." Men antwoordde hier op „ dat het volk, ziende „ Frankryk het Verdrag van Verdeelinge ver- „ breeken, uit billyke itoornis, veel zou wil- „ len geeven, om het Franlche Hof tot reden „ te brengen." Doch van de andere zyde werdt, wyders, aangemerkt „ dat de Engel- „ fchen, woelziek en onbeftendig van aart, tot ,, geenen nieuwen oorlog zouden te bewee- „ gen zyn: dat zy zig den ftaat van Spanje lut- „ tel zouden aantrekken, en zig, door hunne „ Vloot, en door eenige weinige manfchap, „ tegen aanvallen van buiten, genoegzaam be- „ fchermd rekenen, terwyl zy zig zouden be- „ zig houden met het aflosfen der fchulden „ van den voorgaanden oorlog, zonder zig in „ eenen nieuwen te laaten inwikkelen." Maar hierop werdt geantwoord „ dat het onder de „ Engelfchen ook niet ontbrak aan fchrande- „ re en dappere luiden, die, 't gevaar van „ eenen inval, welke den ondergang van hun- „ nen Godsdienst en Vryheid zou können naar „ zig fleepen, bezeffende, alles in 't werkzou- „ den willen ftellen, om zulk een gevaar te „ voorkomen. De Koophandel verwekte wel „ eenigen argwaan tuslchen de twee volken; „ doch een befchadigend en verdedigend Ver- ., bond met Groot-Britanje zou deezen arg- „ waan,
|
||||
LXV.BoEK. HISTORIE. 59
|
||||||||||
waan, grootendeels, doen verdwynen; voor- 170a.
al, als men ook andere Mogendheden in dit ■■ Verbond ontving. De Keizer, de Keurvor- ften van Brandenburg en Hanover en de mees- |
||||||||||
??
|
te andere Duitfche Vorften zouden 'er, on-
|
|||||||||
getwyfeld, terftond in treeden. Midlerwyl,
moest men zyn best doen, om den oorlog in 't Noorden te doen eindigen, en de Noord- fche Kroonen beweegen, om zig zelven en l, gantsch Europa te behouden, door het flui- „ ten eener fpoedige Vrede." 's Daags na 't houden deezer raadpleegin- *v.
gen, ontvingen de Staaten fchryvens uit En- ^ne der geland, waarop zy beflooten, den Koning van staaicn Frankryk, door hunnen Ambasladeur, den aan den Heere van Heemskerk, te doen verklaaren, Roning „ dat zy verwagt hadden, dat het Verdrag p*"nk. „ van Verdeeling heiliglyk zou onderhouden ryi'c> „ geweest zyn; doch nu, met de uiterfte ver- „ baasdheid, vernamen, dat zyne Allerchriste- „ lykfte Majefteit befluiten genomen hadt, „ vierkant ftrydig met dit Verdrag: dat zy „ hoopten, dat hy , zig nader bezinnende, „ blyven zou by de overeenkomst, te vooren „ gemaakt, en ten minfte den Keizer de twee „ maanden gunnen, die hem, by een geheim „ punt van het Verdrag van Verdeelinge, wa- „ ren toegeftaan, om zig, na de dood des Ko- „ nings van Spanje, nog op de aanneeming „ van dit Verdrag te verklaaren." Diergelyke verklaaring gefchiedde ook, van wege den Ko- ning van Groot-Britanje. Ook deedt menze, in den Haage, aan den Graave van Briord, die zig breed uitliet, over de voordeden, wel- ke de Staaten zelven zouden können trekken uit
|
||||||||||
6c VADÉRLANDSCHE LX V. Boe*.
|
||||
1700. uit de verheffing des Hertogs van Anjou; zonder
------- dat men geraaden vondt, met hem, hierover,
in verdere onderhandeling te treeden (Ä).
Hande- Midlerwyl, gaven de Staaten last, dat alle ling der Overften, en vooral zulken, welker onderhoo- aanattn i- r*Se man^cnaP i° de Spaanfche Nederlanden ge Duit-" la§' z*g terftond naar hunne bezettingen zou- fche den hebben te begeeven. De Heer van Obdam Hoven, werdt naar eenige Duitfche Hoven gezonden, om onderhandelingen over nieuwe Verbonden te beginnen. De Keurvorst van Brandenburg, in verwagting dat men hem, te ligter, voor Koning van Pruisfen erkennen zou, beloofde, te zullen treeden in de maatregels van Groot- Britanje en van de Vereenigde Staaten, zonder agt te flaan op het aanzoek van Frankryk, van- waar hy beleefde brieven ontvangen hadt. Ook was 'er, den eenendertigden van Oogstmaand, te Keulen aan de Spree, een Verbond gete- kend, tusfchen de Staaten en den Keurvorst (f). Andere Duitfche Vorften gaven, eerlang, ook goede hoop van zig te zullen houden aan de zyde der Zee-Mogendheden (&). XVI. Op den vierden van Wintermaand, ontvin- i)c Ko- gen de Staaten een wydluftig antwoord van Frankryk ^en Koning van Frankryk, op het gene zy hem, verde- door den Heere van Heemskerk, hadden laaten digc zig, voorhouden. De voornaamfte inhoud van dit in eenen antwoord kwam hier op uit: „ Zo de Staaten deScaa" » verwonderd fcheenen, dat zyne Majefteit tca. » zl§
f/O Secr. Ref. Holl. 27 Jan. ir, 12 Feh. 1701- VI. Deel,
fl. 144, 15Ü. Lamberti Tom. I. p. 212 — 216. (O Zij het in de Refol. Holl. 25 Sept. 1700. l/l. 431. en ia
ie Notul. van Zeel. ren 1700. lil. ii3. (£) LAMBERT! 'lom. I. ƒ. 217. 2IÜ, 220, 3Ö9.
|
||||
tXV.BoÊKl 'HrSïOHIE; 6t
„ zig hieldt aan den Uiterften Wil; zou hun- ,7oa,
„ ne verwondering haast verdwynen, wanneer -------
„ zy, met hun gewoonlyk voortiitzigt, zou-
„ den hebben nagedagt, welke verwarringen ,, het Verdrag van Verdeelinge, zo 't immer „ uitgevoerd ware, zou hebben veroorzaakt. „ Het oogmerk van dit Verdrag was de alge^ „ meene Vrede te bevestigen; maar men zou „ dit oogmerk, tegenwoordig, tegengaan, en „ eenen algemeenen oorlog veroorzaaken, zo „ men zig hieldt aan de letter. Het oogmerk „ en de woorden van 't Verdrag kwamen on- . „ derling overeen , zo lang de Koning van
„ Spanje leefde. Maar de uiterfte wil en dood „ van deezen Vorst hadden zulk een verfchü „ gemaakt, tusfchen dit oogmerk en deeze „ woorden, dat men zig aan de laatften niet „ houden kon, zonder het eerfte te niet te „ doen. De Spanjaards, begeerig om de heer- „ fchappy onverdeeld te bewaaren, begonden ; „ reeds blyken te vertoonen van de onlusten
„ die men te wagten hadt. Milaan, Napels „ en Sicilië en andere Gewesten, in de Ver- „ deelinge begreepen, ftelden zig in ftaat van „ tegenweer, zo men hen, volgens het Verdrag „ van Verdeelinge, zou willen affcheuren van „ de Spaanfche heerfchappye. Het gantfche „ volk zou zig, daarentegen , voegen naar „ 's Konings fchikkingop de opvolging, waarby „ de heerfchappy onverdeeld ftondt gelaateu „ te worden. De Keizer was in de verwag- „ ting, dat deeze fchikking ten behoeve van „ den Aartshertoge Karel zou gemaakt wor- „ dem Hy zou zig, in zulk een geval, onge- ' „ twyfeld, gehouden hebben aan den l Jiterften
„ Wil.
|
||||
fo VADERLANDSCHE LXV.BoESi
„ Wil. Doch zo men, volgens het Verdrag
„ vati Verdeelinge , den Daufyn in 't bezit „ van zyn aandeel hadt willen ftellen, zou „ men, terftond, de wapenen hebben moeten „ opvatten, en eenen oorlog aanvangen, waar- „ van men 't einde niet zou hebben können „ voorzien. Of zo de Keizer al, tegen ver- „ wagting, den Uiterften Wil afgeweezen, en „ het Verdrag aangenomen hadt, zou men „ den Hertog van Savoje bezwaarlyk hebben „ können te vrede ftellen. Veel natuurlyker „ was 't dan, dat de Koning van Frankryk zig „ hieldt aan den Uiterften Wil, ten behoeve „ des Hertogs van Anjou. Elk, die zig hier- „ tegen kanten wilde, zou als een verftoor- „ der der algemeene ruste moeten worden aan- „ gemerkt. Hadt de Koning geweigerd, zig „ aan den Uiterften Wil te houden, 't regt tot „ deSpaanfche heerfchappy zou op den Aarts- „ hertoge Karel vervallen zyn, tegen wien „ men zou hebben moeten oorloogen, zo men „ 't Verdrag van Verdeelinge wilde doen ftand- „ grypen. 't Aanneemen van den Uiterften Wil „ deedt den Staaten geen nadeel altoos. Im- „ mers, men kon zulks, voorals nog, niet „ ontdekken. Zy hadden, by 't Verdrag, niets „ bedongen voor zig zelven; maar, dit regt ,, moest men hun doen, alleen gezien op de „ gemeene welvaart. Wat fchade kon 't hun „ dan doen, dat dit Verdrag niet naargeko- „ men , en dat de gemeene welvaart, op eene „ andere wyze, bevorderd werdt ? 't Verdrag „ was alleen met bemiddelaars gemaakt. Zo „ de Keizer het aangenomen hadt, zou 't een „ ander aanzien gehad hebben. Over hem „ moest
|
||||
LXV.Boek. HISTORIE* *3
„ moest men dan klaagen, zo men reden tot 170^
„ klaagen meende te hebben. Ook zouden En- ■------9
„ geland en de Staaten, 't ftuk nader inzien-
„ de, mogclyk denken, dat het veiliger voor „ hunnen Koophandel in deMiddelandfchezee „ was, dat de Spaanfche heerfchappy onver- t, deeld bleeve, in de magt van eenen Vorst, „ die, fchoon van Franfche afkomst, het by- „ zonder belang van zyn Ryk en de eer zy- „ ner Kroone wel zou weeten te handhaaven; ,„ dan dat Napels en Sicilië, volgens het Ver- „ drag van Verdeelinge, den Daufyn aanbe- „ deeld, en met de Franfche Kroone veree- „ nigd geworden waren. Zo de Staaten den Ko- „ ning van Frankryk nog wilden verpligten, „ om zig aan het Verdrag te houden, behoor- „ denze ten minfte te können aanwyzen, op „ welk een e wyze, men dit Verdrag zou kon- „ nen uitvoeren zonder oorlog; welke Vorften „ het aangenomen hadden en handhaaven wil- „ den; wat onderftand zy, ter zee en te lan- „ de, zouden leveren, om het te doen naar- M komen. Doch niets van dit alles hadt hun „ Gezant den Koning van Frankryk bekend „ gemaakt. Hy had alleenlyk begeerd , dat „ men den Keizer nog twee maanden tyds ga- „ ve, om zig op de aanneeming van het Ver- b, drag te verkharen. Maar men beloofde zig, „ vergeefs; dat deeze Vorst het Verdrag nu „ aanneemen zou, daar hy 't, ree4s te voo- „ ren, van de hand geweezen hadt Öokkon- „ den hem deeze twee maanden tyd van be- „ raad niet gegund worden, zonder dat Frank- p, ryk zo lang uitftelde den Uiterften Wil aan •t te neemen. Maar dit uitftel zou in Spanje „ voor
|
||||
64 VADEHLANDSCÏIE LXV,Boek:
Y-o». « v00r eene weigering genomen worden: men
J^__!_., zou, daar , den Aartshertog Karel voor
„ 'sKonings opvolger verklaaren, en de Keizer
„ zou verkrygen, 't gene hy, zo lang, gezogt „ hadt, zonder het Verdrag immer te willen „ aanneemen. De Koning vertrouwde dan, „ dat de Staaten, dit alles in aanmerking nee- „ mende, niet over hem klaagen, maar hem „ eerder bedanken zouden, als die zulke aan- „ zienlyke Staaten, welken hyaan zyneKroon „ zou hebben können hegten, wel hadr'wil- „ len opofferen aan de gemeene welvaart ( /)." Geheime De Graaf van Briord, die den Staaten deezen last van brief overleverde, kreeg, te gelyk, bevel, om Briord. naauwkeuriglyk te onderftaan „ of de Staaten „ ook toerustingen maakten, te water of te „ lande; of zy den Keurvorst van Beieren, die „ hun, reeds in 't voorleeden jaar, verzogt hadt, om zeshonderdduizend Ryksdaalers „ ter leen, onder verpanding van eenige ju- „ weelen (»;), ook eenige voorilagen deeden j „ of zy ook iets voorhadden op de Indien, op ^, Kadix, of op eenige andere Stad of Haven der Spaanfche heerfchappye, en wat gebruik Il zy dagten te maaken van hun Krygsvolk in ,' de Spaanfche Nederlanden?" Voorts, moest hy de Staaten zoeken te beduiden, dat de Ko- ning, zyn Meester, geen' oorlog in den zin hadt, hen te gelyk, dringende tot diejgelyke verklaaring, alzo zyne Majefteit vermoedde, dat zy flegts tyd zogten te winnen, en dat de vrien-
Cl~) Refol. Holt. 8 Dec. iroo. II. 519. Voiez iiu$ LamEerti
Tom. I. p. 22i. Lettr. de Louis XIV. au C. de Briord» iV* XXXIV. p. 137. (w) Refol. IM. 5 Dec. l<%. l/l. lijU
|
||||
LXV.Boke. HISTORIE. 65
|
|||||
vrienden des Konings van Groot - Britanje hun 1700
best zouden doen , "om hen, tot het hervatten -------
der wapenen o.'er te haaien («). Uit alle
welke bevelen, duidelyk, te befpeurenis, dat men, aan 't Franfche Hof, diep genoeg door- drong in de kennis der belangen en inzigten van den Staat. De Regeering van Spanje gaf den Staaten, XVIL
ten zelfden tyde , met eenen beleefden brief, De Stïl!i" <w ten Hei?-»
kennis van de komst van Filips den V. tot de men t d
Spaanfche Kroon. Doch deeze Brief en die Van be- des Konings van Frankryk werden, op zulk ee- raad, om newyze, beantwoord, datmen,vo'orzigtiglyk, den Ko~
t , . * , ,a ° ï ' ning van ontweek eenig gewag te maaken van den nieu- Frankryk
wen Koning, en alleenlyk verklaarde, dat men, te ant- op den gewigtigen inhoud , eerst raadpleegen woor- moest, in de byzondere Gewesten, en met den den- Koning van Groot-Britanje, waartoe zes wee- ken tyds vereischt werdt (0) De Koning van Frankryk antwoordde , by monde, aan den Ambassadeur van Heemskerk „ dat de Staaten „ wel deeden ; dat hy hoopte dat hun befluit „ naar zynen wensen, uitvallen zou : en dat „ hy , ' ondertusfehen , gaarne medewerken „ wilde tot het gene zy zouden oordeelen tot „ hhnne meeste veiligheid te ftrekken, van „ den kant der Spaanfche Nederlanden (p)." Kort hierna , leverde de Quiros den Preüdent *"lf'P* der algemeene Staaten eenen brief over van den fcbryh nieuwen Koning zelven , den agttienden van ook aan Wintermaand , te Poitiers, getekend, en des- de Staa- zelfs ten-
O) Lettr. de Louis XIV. nu C. dcBriord. N.XXXIII. XX.XIV.
XXXV. p. lis, iö5> 170. f o) Lamberti j«k. I. ;». 227 —229. (p) J.AHEERTl 'lom. I. p. 137»
XVII. Deel. E
|
|||||
66 VADERLANDSCHE LXV.Boek.
|
|||||
ir°°f zelfs komst tot de Kroon van Spanje bekend
•-------maakende. De Prefident maakte , in 't eerst,
zwaarigheid , om zulk een brief te aanvaarden.
Hy deedt het, nogtans , eindelyk : doch hy gaf te verdaan , dat men 't niet vreemd vinden moest, zo 'er, voor eerst, geen antwoord op kwam (j). De nieuwe Koning gaf, op gelyke wyze , aan alle Hoven kennis van zyne komst tot de Kroon ; behalve aan dat van Engeland. Men verfpreidde, dat hy den zogenaamden Prinfe van Walles , te S. Germain, verzekerd hadt, dat hy, in tydenwyle, zorg draagenzou voor deszelfs belangen (r). De Frau- Midlerwyl, zogten de Staaten den Keizer, fchen die zeer geftoord was op het Franfche Hof, !ne,t tier-te beweegen tot handeling over een vergelyk.« togdom" Doch hiertoe fcheen geene kans altoos. De Milaan. Keizer verklaarde hun , in tegendeel, dat hy voorhadt» zyn regt op de Spaanfche nalaaten- fchap te handhaaven met de wapenen , en ten dien einde een Leger dagt te zenden naar Italië, om zig ten minften van Milaan , als een Ryks- leen zynde, en van de andere Italiaanfche Staa- ten te verzekeren (jr). Doch de Koning van Frankryk was voor hem gereed. Hy hadt den Prins van Vaudemont, Bevelhebber van Milaan, vveeten te beweegen , om zig voor den nieu- wen Koning te verklaaren, en Franfche bezet- ting te ontvangen, in de fterke Plaatfen van het Hertogdom. Ook trok hy de Hertogen van Savoje en van Mantua op zyne zyde. De overige Italiaanfche Vorften en Staaten ver- klaar- en^ LAMBERTr 7ff"\ I. p. »41, 242, (O Tinual Fol. IV. [orXIX.] p. 155, (_s) Lambbkti lor... £ p. ai3, 315, 3G4. |
|||||
LXV.Boek. HISTORIE. «7
|
|||||||||
klaarden , zig onzydig te zullen houden. .1700.
De Staaten, ondertusfchen, gedrongen door
|
|||||||||
Frankryk om den Hertog van Anjou te erken- XVIH.
nen, draalden nog met hunbefluit, om dat men jjjj »jj£ in Engeland draalde; en verwekten, niet zonder ken in * reden , eenig vermoeden aan 't Franfche Hof, onder- dat zy oorlog in den zin hadden. De Quiros, die jwnde- een' keer naar Brabant deedt, gaf voet tot dit ver ^vtaL moeden (*). Doch de Staaten verklaarden, in over de* Louwmaand des jaars 1701 „ dat zy niets liever middelen „ wenfchen zouden, dan, met den Graave van tot be- „ Briord, in onderhandeling te treeden, over de ™Tyj£m „ beste middelen om de Vrede te bewaaren." je# Zy herhaalden deeze verklaaring, op de tyding, 1701. dat de Franfchen in aantogt waren naar de gren----------■
zen der Spaanfche Nederlanden (u), en gaven
'er den Koning van Frankryk kennisvan. Doch men rekende zulk eene verklaaring luttel aan 't Franfche Hof, zo lang de nieuwe Koning van Spanje niet erkend werdt. Ook bleek haast, dat men de Staaten hiertoe wilde noodzaaken , eer men van eenige onderhandeling hooren wilde (V). De Keurvorst van Beieren, als Landvoogd der Spaanfche Nederlanden, Filips den V, ter- ftond, voor Koning van Spanje erkend hebben- de (w), hadt last gekreegen van de Spaanfche Regeeringe , om zig te gedraagen naar de be- velen des Konings van Frankryk (*), en was, eer-
CO Lamberti Memoir. Tom. I. p 3/59. («O ReCol. Gen er. Sabbathl 15 en 29 Jan. 170t. ly Lamsbrti Tim. I p. 370, 37L Reiol. Hol!, ij Jan. i/ot. hl. 20. Cv) Manchesters Letters mTinoai W I»'. ["r XIX.] p 174, ■*&Z£ mez Lettr- de Loi"s XIV. au C. de Briord N. XXXIV.
JCXXV. p. tög. ,75. (*) Schonïsb. Letter in Tjndal Vol. ÏV. {vr XIX.] p. 166.
|
|||||||||
E a
|
|||||||||
68 VADERLANDSCHE LXV.Boek.
ijoi. eerlang, metdeezen, overeengekomen, om,
r**—- ten zekeren beflemden dage, Franfche bezet- ting te ontvangen in de meeste fterke Plaatfen van zyn gebied , met naame in zulken., daar ■i Staatfche troepen lagen. Doch deeze overeen- " komst bleef een diep geheim. De Uverften der UeFran- Plaatfen alleen hadden)'er kennis van. De Ko- fchcnbe- ning van Frankryk hadt, reeds óp 't einde des zetten de voorieeden jaars, gezogt, de Staaten te bewee- PUatTen §en » om nun Krygsvolk te rug te ontbieden tkrSpo?h-uit de Spaanfche Nederlanden; in welk geval, fche Ne- hy hun alle redelyke verzekering wilde geeven, derian- ^at zv? van (ieezen fant ? njet zouden ontrust worden (j). Doch men hadt hier geeneooren
naar, in den Haage, Lodewyk de XI v*. moest, derhalve, om zyn oogmerk te bereiken, eenen anderen weg inflaan, die hem, door den Keur- vorst van Beieren, gebaand werdt. Hy deedt, in 't begin van Sprokkelmaand , de voornaam- fte Plaatfen der Spaanfche Nederlanden , be- zetten met Franfche troepen (s) , die, op de grenzen verzameld zynde , met ftille trom en by nagt, opgetrokken waren. De Staatfche Överften , die in eenigen deezer Plaatfen la- gen , kreegen 'er geene kennis van, dan na dat de Franfchen reeds binnen waren gekomen ; die , nogtans , voorgaven, als vrienden , te De willen leeven met de Staatfchen. De Quiros Spaan- gaf den Staaten van dit bezetten der Spaanfche fche Ara. plaatfen in de Nederlanden kennis, op den ze- geeft 'er venden van Sprokkelmaand , zeggende „ dat „ het gefchied was, om dat de Staaten had- „ den
f v) Lettr. de Louis XIV. au C.de Briord N. XX.XV* XXXVfc
XXXVII. p. 173, 180, 186. (z) l'oicz Lamberti Tom. XII. p. 98. |
|||
tXV.BoEK. HISTORIE. *?
„ den uitgefteld, den Koning, zynen Meester, ïfrti
„ te erkennen; om dat zy aan Verbonden met „ dat zy hunne Krygsmagt in de Spaanfche J£**£ „ Nederlanden verfterkten , en allerlei andere „ toebereidfels maakten ten oorloge. Zyne „ Allerchristelykfte Majefteit hadt het, ver- „ volgde hy , hierom , niet veilig geoordeeld „ voor't belang van den Koning, zynen Klein- „ 2oon, dat de Staatfche troepen langer mees- „ ter bleeven in de fterke Plaatfen van eenen „ Vorst, dien zy niet erkenden; doch hy hadt „ het Krygsvolk , welk hy dienftig gevonden „ hadt in deeze Plaatfen te doen trekken, ern- „ ftelyk bevolen , in vrede en vriendfchap te „ leeven met de troepen van den Staat ( a )." De Staaten antwoordden den Spaanfchen Ge- Ant* v zant „ dat het hun wee deedt, dat zyne Allerf: JjJjJjL „ christelykfte Majefteit hen verdagt hieldt 5 ten. „ als of zy niet met hem medewerken wilden „ tot behoudenis der algemeene ruste ; dat „ zy, op de eerfte tyding der aanneeminge „ van den uiterften wil des Konings van Span- „ je, volgens de gefteldheid hunner Regee- „ ringe, gefchreeven hadden aan de Staaten „ der byzondere Gewesten, om derzelver be- „ fluit te verdaan. Dat zy zyne Allerchriste- „ lykfteMajefteit, federt,byherhaalinge,ver- „ klaard hadden, dat zy gezind waren, al wat „ in hun vermogen was toe te brengen tot be- „ houdenis der Vrede, in welke hunne verklaa- „ ring, de Koning genoegen genomen hadt, „ hun beloovende , dat hy , zig verpligt vin- ï> den-
CO Vuiez Lamberti Tom. I. p. 374.
E3
|
||||
7& VADERLANDSCHE LXV.Boks.
|
|||||
i;oi. M dende om den Graaf van Briord , die onpas-
.----- „ felyk was, te rug te roepen , den Graaf
„ d'Avaux herwaards zenden zou, om hiertoe
„ te arbeiden. Dat zy altoos af keerig van den „ oorlog geweest waren , en hierom begeer- „ den, hoe eerder hoe liever, in onderhande- „ ling te treeden; doch dat zy, kennis gekree- » gen hebbende van de ièerke toerustingen in „ Frankryk, niet hadden können nalaaten, zig „ eenigszins in ftaat van tegenweer te ftellen ; „ fchoon hunne gezindheid om de Vrede te „ behouden onveranderd bleef. Dat zy hun- ,, ne troepen , reeds voorlang, uit de Spaan- „ fche Nederlanden zouden getrokken hebben, „ zo zy hadden können denken, dat dezel- „ ven aldaar eenigen argwaan gaven ; en dat ,y zy, voor het ontvangen van het Vertoog „ van den Spaanfchen Gezant, den Keurvorst „ van Beieren hadden verzogt, dat hy hun „ Krygsvolk wilde laaten vertrekken (£)." De Staa- jje Staaten begonden, inderdaad, na 't intrek- b\edtn~ ^en ^er Fran^c'ien m de Spaanfche Nederlan- hunne den , bekommerd te worden , dat men hunne troepen troepen , die , alomme , merkelyk minder in "" de getal waren dan de Franfchen, aldaar, zo goed Nederian-als krygsgevangen houden zou. Hierom zog- den, ten ze dezelven t'huis te krygen , eer zy zig nader verklaard hadden , op de erkentenis des Hertogs van Anjou voor Koning van Spanje. Doch de Koning van Frankryk gaf genoegzaam Zy er- te verftaan, dat hy dit niet zou gedoogen. De kennen Staaten zagen zig, derhalve, in de noodzaa- ke- er Refol. Gencr. Merc. tj Filr. 1701. II. 71. hv Lambert* To.h.1. p. 376. |
|||||
LXV.Boek. HISTORIE. ft
kelykheid gebragt om de» Hertog teerkennen, ifor,
gelyk ze, nog voor 't einde van Sprokkelmaand, ■------
deeden; met dit voorbeding alleen „ datzy, in den He*.
„ de onderhandelingen, die eerstdaags ftonden JJJ™11 „ begonnen te worden, nader verklaaren zou- VoorKÓ. „ den, op welke voorwaarden, tot behoudenis ning van „ der ruste van Europa , zy deeze erkentenis Spanje. j, deeden." Eenige weeken laater, volgde de Koning van Groot-Britanje het voorbeeld der Staaten, in't erkennen vandenHertogevan An- jou (c). Midlerwyl, waren de Staatfche troe- pen , die fommigen op twee-entwintig of drie-en- twintig Bataillons Voetvolk en eenige Ruitery berekend hebben ( J) , uit de Spaanfche Ne- derlanden getrokken , en in Maastricht en an- dere Grensplaatfen van den Vereenigden Staat in bezetting gelegd («). De Graaf d'Avaux was, reeds te vooren, in xrx".
den Haage aangekomen, voorgeevende, dathy Hande- de middelen tot behoudenis der Vrede mede- ,ins det bragt. De Staaten benoemden, terftond, Ge- „[« "de magtigden , om met hem in onderhandeling te Graave*1 treeden. De erkentenis des nieuwen Konings d'Avaux. van. Spanje fcheen den handel te moeten be- korten. Doch alzo deeze erkentenis toen nog niet in Engeland gefchied was , zogt d'Avaux de Staaten tot afzonderlyke handeling over te haaien; waartoe zy egter niet verftaan konden. De Staaten, uitgelokt door d'Avaux om zig te openen over de middelen , welken zy oordeel- den te können ftrekken tot behoudenis der al- ge- Ce) Refol. Gener. Luna 21 Ftir. 1701. ly Lambbrti Torn, «• P' 394- Tineal Vol. IV. [or XIX.] p. 189, 241. f d) Feuqi ieres Meipoir. Hill. & Milit. Tevr. X. fi. ijj. C< J I-AaiiFRTi . om. I. f, 378. E 4
|
||||
7z VADERLANDSCHE LXV.Bqbkj
170j. gemeene ruste , verklaarden , op den twee en-
-------twintigften van Lentemaand „ dat men den
Hunne M Keizer redelyke voldoening behoorde te be-
eifchen, ^ ZOrgen , omtrent zyne eifchen op de Spaan- „ fche nalaatenfchap; dat het Franfche Krygs- „ volk de Spaanfche Nederlanden behoorde te „ ruimen , zonder 'er immer wederom in te „ komen ; dat de Steden en Sterkten Venlo , „ Roermonde , Stevenswaard , Luxemburg, „ Namen, Charleroi, bergen in Henegouwen, „ Dendermonde, Damme en S. Donaas, tot „ verzekerdheid van den Vereenjgden Staat, „ behoorden gefield te worden in de bewaa- „ ringe der Staaten , die de magt behoorden „ te hebben , om 'er Bevelhebbers en Over- „ ften over te ftellen ; dat geen gedeelte der „ Spaanfche nalaatenfchap immer aan Frank- „ ryk zou mogen komen ; dat de ingezetenen „ der Vereenigde Gewesten hunne oude vry- „ heden en voorregten behouden zouden in 't „ Spaansch gebied , en dat den Franfchen al- „ daar geene voordeden boven hen zouden en die „ vergund worden (ƒ)." De Engelfche Ge- der En- zant t rfle%aiider Stanhope , vorderde , behalve seltenen, ^doening voor den Keizer , 't vertrek der Franfche troepen en verfcheiden' andere pun- ten , die de Staatfchen geëischt hadden , in 't byzonder ook de bewaaring der Steden Oost- ende en Nieuwpoort, voor zyne Majefteit van worden Groot - Britanje (g). Doch d'Avaux verwierp afgewee- deeze eifchen, als ten hoogften onredelyk. In zen. - een
(ƒ) Refol. Holl. 21 Maart i?oi. hl. 110. Volez Lambertt
lom. I. p. 403.
Cg) LAMB5RTI lom. I. $. 40C Tindal Fol. IV. [ v XIX.]
p. aifti |
|||
LXV.BoEK. II I S T Ol I E. 7$
een gefprek, welk hy 'er over hieldt met den lyoti
Raadpenfionaris Heinfius, zogt hy deezen arg- ——. waan in te boezemen, over 't gene de Engei- fchen gevorderd hadden; die, zeide hy, mees- ter zynde van Oostende, Holland en Zeeland onder bedwang zouden hebben. De Graaf van Briord, die, kort hierna, zyn affcheid nam,: toonde zig ook zeer misnoegd over de eifchen der En geliehen en Staatfchen „door welken," dagt hy „de Koning, zyn Meester, zo zeer „ gehoond was, dat de fchande, hem aange- „ daan, niet dan met bloed was uit te wisfehen.", D'Avaux, de eifchen naar Frankryk gezonden hebbende, verklaarde den Raadpenfionaris, op den tweeden van Grasmaand, dat hy, 'er geen ander befcheid op ontvangen hadt, dan dat de Koning, zyn Meester, gezind was, de Rys- wykfche Vrede naar te komen en te vernieu- wen. En dit antwoord deedt de Staaten meer neigen tot den oorlog, dan zy tot nog toe ge- daan hadden (/5). De byzondere vrienden des Konings van M^x*
Groot-Britanje in de Vereenigde Gewesten j^hi« hadden, gelyk wy te vooren hebben können te Lande befpeuren, al terftond na de dood des Konings en inEn- van Spanje, de Leden der hooge Regeeringe Selan.d' zoeken aan te zetten, tot het opvatten der wa- ^"oo?" penen. Doch de meesten neigden nog fterk tot log. • vrede. De zwaare lasten der jongfte oorlogen hadden fommigen zelfs bewoogen, om, in den Herfst desvoorleeden jaars, te dringen op eene vermindering van troepen, die Koning Wil- lem, niet dan met.moeite, hadt können be- let- te) fcAMDERTl TOS!. I. f. 408 , 409, 4IOi ES
|
||||
74 VADERLANDSCHE LXV.BoéX.
ï;ol letten (/). De Engelfchen hadden zig ook, tot
-------hiertoe, zo af keerig getoond van den oorlog
( k ), dat men, hier te Lande, met reden, vrees-
de, dat dit Ryk der gemeene zaake kleinen dienst doen zou, zo men al tot het opneemen der wapenen befluiten mögt. Doch het intrek- ken der Franfche troepen in de Spaanfche Ne- derlanden hadt de gedaante der dingen, niet weinig, doen veranderen. De StadAmfterdam, die, tot hiertoe, zeer gefield geweest was op de behoudenis der Vrede, en in deeze gedag- ten verfterkt was geworden, door den Graave van Briord, die, meen ik, voor zyn vertrek naar Frankryk, een' keer derwaards gedaan hadt (/), befloot nu, te bewilligen in het op- neemen der wapenen, zo de Koning van Groot- Britanje het Parlement kon doen befluiten, om "er den vereischten onderftand toe te verfchaf- fen (>»). Van toen af, begon men zig in ftaat van tegenweer te ftellen. Men befloot tot eene nieuwe werving te lande, en tot het uitrusten en aanbouwen van eenige Oorlogsfchepen. De grensvestingen werden, hier en daar, verfterkt en voorzien , het platte Land omtrent Lillo onder water gezet, de uitvoer der paarden verbooden (»). Voorts, fchreeven de Staa- ten om onderftand naar Engeland, uit krag- te van het Verbond van den jaare i6fö. Het Huis der Gemeenten , insgelyks, ontfteken, op de tyding van den intogt der Franfche troe- pen CO Lettr.rfe Louis XIV. au C. de Briord. N. XXVI. XXVIÖ.
|
|||||||||||||
p. 119, 113.
|
|||||||||||||
CO
|
Lettr. de Louis XIV. N. XXXVII. /,. 187.
|
||||||||||||
CO Lettr. de Louis XIV. N. XXXIX. f. 106.
|
|||||||||||||
Cm) Lamberti Tom. I. p. 379.
(yO Lamberti Tom. I. p. 378, 3-0» |
|||||||||||||
tXV.BoEK. HISTORIE. n
pen in de Nederlanden, nam hertige beflui-
ten, om de Staaten teonderfteunen, en devry- heid van Europa te handhaaven. Het Hooger- hujs tradt in dezelfde maatregels. De Koning hadt, onlangs, eene merkelyke verandering in zyne Staadsdienaars gemaakt, de Torys, in plaats van de Whigs, in 't bewind gefield, en een nieuw Parlement byeengeroepen: en hier- aan waren de befluiten tot oorlog toe te fchry- ven, welken, ten deezen tyde, by beide de Huizen, genomen werden (o). Na 't neetnen van deeze befluiten , kwam Stanhope in den Haage, met last, om, gelykelyk met de Staa- ten, in onderhandeling te treeden met den Graave d'Avaux. Doch deeze onderhandeling ftondt ftü, na xxt.
dat d'Avaux, op de eifchen der Engelfchen en D 4va^ Staatfchen, blootelyk, geantwoordt hadt, dat |ta«eii de Koning, zyn Meester, zig dagt te houden tebewee. aan de Ryswykfche Vrede. D'Avaux maakte gen tot geene beweeging meer, om de handeling voort eea& te zetten. Alleenlyk, deedt hy, onder de hand, fy£ ver- door den Zweedfchen Ambasfadeur Lillieroot, <jrag. dien men hieldt geheellyk gewonnen te zyn door het Franfche Hof, den Staatfchen voor- houden, dat Frankryk hun, veelligt, alles, of byna alles toeftaan zou, wat zy begeerd had- den, zo zy zig van Groot-Britanje en den Kei- zer wilden fcheiden, en een afzonderlyk ver- drag fluiten met Koning Lodewyk. De Staa- ten, hiernaar geene ooren hebbende, zogten een einde te maaken van de handelinge, en be-
CO TrNDAL WAV. [pr XIX.] />. iSg, l?3, iSl, 247—ij,;,,
Umberti Tm. L f. 4^0-402,409,4^ * |
||||
7d VADERLANDSCHE LXV.Boek;
é?oi. beflooten, in den aanvang van Bloeimand,
ven hadt, op zyn vertrek te ftaan, aan te zoe- ken tot eene hervatting van 't afgebroken ge- fprek , in 't byzyn van den Engeli'chen Gezant Stanhope (p ). Doch de Ambassadeur ibeweerde dat de belangen van Groot-Britanje, niet in den Haage, maar elders, verhandeld moesten wor- den, en verklaarde, eerlang, uit den naam zyns Meesters, dat Stanhope niet zou können toe- gelaaten worden by de onderhandelingen. De Staaten gaven hiervan den Koning van Groot- Britanje, terftond, kennis, en vernieuwden, te gelyk, hun verzoek om fpoedigen onder- ftand. D'Avaux toefde eenige weeken, zonder iet voor te ftellen; doch gaf, eindelyk, den Raadpenfionaris Heiniius te verftaan „ dat hy „ Stanhope toelaaten zou by de onderhande- „ lingen, mids hy niets voorfloege, uit den |
|||||||||||
• -:. ,, naam van den Koning , zynen Meester
|
i
|
||||||||||
„ wiens belangen aan 't Franfche Hof zouden
„ verhandeld worden, met zynen Gezant; by „ wien de Staaten den hunnen zouden können „ voegen." Terwyl de Staaten van deezen voorflag kennis gaven aan 't Engelfche Hof, hieldenze nog al aan by d'Avaux, om over de eifchen van Groot-Britanje, in den Haage en met Str.nhope, te handelen. En by bewilligde 'er, eindelyk, onverwagt, in, op den vyftien- Gcfprek den van Zomermaand. Men tradt, weinige tusfchen dagenlaater, in gefprek. Stanhope en de Staat- StaJhope ^cnen merkten, in 't algemeen, aan „ dat het „ Ver-
|
|||||||||||
(p) Refol. Gener. £«»< 2 May i?qi, iy Lambert! Tom. L
f*' 473* |
|||||||||||
LXV.Boek. HISTOl'I E". 77
|
|||||
„ Verdrag van Vérdeelinge geflooten was, jjhu
„ onder anderen, om den Keizer te voldoen,-------
„ wegens deszelfs eisch op de Spaanfche na- en de
„ laatenfchap, en dat men dit in 't oog hou- ^««^ „ den moest in de tegenwoordige onderhan- „ delingen." De Engelfche Gezant voegde 'er in 't byzonder, by „ dat niemant, inden „ Haage, beter weeten kon, wat den Keizer „ thans voldoen zou, dan de Keizerlyke Gezant, „ Graave van Goës, wien men, derhalve, ook „ tot de onderhandelinge behoorde toe te laa- . „ ten. Doch d'Avaux hielde zig misnoegd over ditvoorftel, zeggende „dat de Keizer niets ,* te vorderen hadt." Ondertusfchen, kreeg Stanhope, kort hierna, bevel om de onderhan- deling met d'Avaux af te breeken, zo Frank- ryk den Keizer geene voldoening belooven wil- de : van welk bevel hy den Graave, in de te- genwoordigheid van den Spaanfchen Gezant, kennis gaf (#). De overkomst van Koning Willem, die, xxn.
op den veertienden van Hooimaand; in den Deo"- Haage, aankwam (ir), maakte een einde van de %£n™' handeling met d'Avaux; die 't Franfche Hof, wordc tot hiertoe, alleen!yk fcheen aangehouden te afgebro- hebben, om het Parlement van Engeland en de kcn« Vereenigde Gewesten week temaaken, en zig, ondertusfchen, in ftaat te (lellen tot het wak- kerlyk voeren van den oorlog, in 't volgende jaar. Doch 't Parlement hadt, in 't neemen van kloekmoedige befluiteo, voldaan aan 'sKo- nings
(?) Reib!. Gcner. Venex. 13 Mey. 1701. bh 264. Bef. Ho!!.
"ä/£y I70I> W- 2°i- L.AMBERTI Tom. I. p. 4-2, 4T3, 474. 400, 4a i, 482, 483. CO TiNüAL Vol. IV. lor XIX.-] p. 34$,
|
|||||
78 VADÊRLANDSCHE XL V. Boei.
•i/o*, nings verwagting, die, hierop, naar Holland
<-------overgefteken was, om de Staaten tot het nee- men van diergelyke befluiten aan te zetten: 't welk genoegzaam bleek, uit zyne eerfte aan- fpraak aan de Vergadering der algemeene Staa- ten : gelyk, uit het antwoord der Staaten, khar- ]yk af te neemen was, dat men gezind was te treeden in 'sKonings maatregels (V). HetFran. fche Hof kon hiervan niet onkundig zyn, en Koning Lodewyk befloot, terftond hierop, Vertoog d'Avaux uit den Haage te rug te roepen. De van den Ambasfadeur nam zyo affcheid, op des zesen- Graave twintigften van Hooimaand, met een Vertoog, d'Avaux. waarjn hy aanwees „ hoe hy, in Sprokkel- „ maand laatstleeden , in Holland gekomen „ was, in de vaste hoope, dathy, naeene kor- „ te onderhandeling, zou hebben können „ overeenkomen met de Staaten, over de beste „ middelen, om de rust in Europa-te verze- „ keren; hoe deeze hoop, in hem, verfterkt „ geworden was, na dat de Staaten den Ko- „ ning van Spanje, Kleinzoon zyns Meesters, „ erkend hadden. Hieruit hadt hy afgenomen, „ dat de Staaten, voortaan, wel verzekering „ voor zig zeiven zouden können zoeken; doch „ de ongegronde eifchen van anderen niet „ zouden willen onderfteunen. Alles fchikte „ zig dan tot de Vrede. Doch de overeenkomst „ van de eifchen der Staatfchen en des Engel- „ fchen Gezants deeden vérmoeden, dat men „ deeze Vrede hoopte van de naauwe verbind- „ tenis tusfchen Groot-Britanje en de Staaten. „ Daar-
(s) VoUz Lambebti To:n. I. p. 513, 515. TikdaL Fth ÏV.
[ar XIX.J f. 34v, 330. |
||||
LXV.Boek. HISTORIE. 79
„ Daarna, hadden de Staaten verklaard, dat jjer.
hunne ver gaande eifchen niet aan betrouwen ------
, op hunne eigen' kragt, maar aan vreezevoor
l, de ovennagt van Frankryk waren toe te „ fchryven. Doch zo deeze vrees, zo lee- „ vendig uitgebeeld, in den brief, aan den Ko- „ ning van Groot - Britanje, terwyl het Parle- „ ment zat, afgezonden, wezenlyk geweest „ was; de Staaten hadden 't in hunne hand „ gehad, dezelve te verdry ven, zonder zo vee- „ Ie troepenbyeen te trekken; zonder uitheem- „ fche bondgenootfchappen, ten duurfte, te „ koopen; zonder een gedeelte van hun Land „ onder water te zetten; met één woord, zon- „ der zo groote toebereidfels te maaken, alsof „ zy eenen der zwaarfte oorlogen te gemoet „ zagen. De onderhandelingen waren, op 'e „ verzoek der Staaten, aangevangen. Zy wa- „ ren, van de Franfche zyde, nimmer ver- „ traagd. 't Stondt aan de Staaten, om 'er een „ einde van te maaken, en 'er alle redelyke „ zekerheid voor hunne Gewesten, en alle „ voordeden voor hunnen Koophandel by te „ bedingen. Doch zy hadden, daarentegen, „ ftyf geftaan op de toelaating des Engelfchen „ Gezantsbyde onderhandelingen, met geen „ ander oogmerk, dan om deeze onderhande- „ lingen te rekken , door de tusfchenkomst „ eener Mogendheid, diegeenereden hadt,om „ zekerheid te begeeren voor zig zelve. De „ Koning van Frankryk hadt egter , einde- „ lyk, toegeftaan, dat de Engelfchen enStaat- „ fchen beide, aan zyn Hof en onder zyn oog, ,, handelden, over't geene Groot-Britanje vor- „ deren mögt, Hy voorzag de nutteloosheid 1» der
|
||||
So VaDËRLANDSCHE LXV.Boek.
•ifot. „ der onderhandelingen in den Haage. Hy
------,, oordeelde, wysfelyk, dat de Engeliche Ge-
„ zaht zo dra niet zou toegelaaten zyn, of
„ men zou zig fchrander genoeg toonen, om „ nieuwe zwaarigheden uit te vinden, die den „ handel zouden können ïrremmen. Hy twy- „ felde egter, of men de Staaten ligtelyk zou „ können overhaalen, om te dringen op vol- „ doening aan den Keizer ; om deszelfs be- „ langen te vermengen' met die van den Staat; „ om zig op te wei pen totregters, tusfclien „ de Huizen van Frankryk en van Oostenryk j „ om te bem'sfen, dat Filips de IV. regt ge- „ had hadt, om de Grondwetten zyns Ryks „ te veranderen, en zyne regte erfgenaamen, „ voor altoos, van de opvolginge uit te fiui- „ ten; en datKarel de II, daarentegen, geen „ regt gehad hadt, om die erfgenaamen we- „ derom tot de opvolging te roepen, en de „ Grondwetten te herftellen, door zynen Uiter- „ ften Wil. En 't was, voorwaar, geenszins, „ te verwagten, dat zulk een wyze Staat, „ ten behoeve van het Huis van Oostenryk, „ zou hebben willen breeken Verdragen met ,, Frankryk, die, hier, als de bevestiging, en „ om zo te fpreeken, als het zegel van des- „ zelfs Souwreiniteit plagten aangezien te wor- „ den; dat men zig, ten koste der Gewesten , „ des Koophandels en der rykdommen zyner „ onderzaaten, zou hebben willen verbinden, „ om vreemde belangen voor te ftaan, weini- „ ge maanden na dat men een' gantsch ftrydi- „ gen ftap gedaan hadt, in het erkennen des „ Konings van Spanje. Doch 't fcheen, dat ,*, deeze aanmerkingen , die eertyds van ge- » wigt
|
||||
LXV.Boek. HISTORIE. 81
|
|||||||||
„ wigt gehouden werden indeezen Staat,voor i70r.
|
|||||||||
•>•>
|
|||||||||
]', nieuwer grondregels hadden moeten plaats------
„' maaken. Hy , Ambasfadeur, zou 't ver-
„ trouwen zyns Meesters misbruiken, zo hy, „ na de verklaaring, hem , door den Engel- „ fchen Gezant, gedaan, langer bleef denken, „ dat 'er eenig nut te wagten ware van verde- „ re handeling. De Staaten hadden te duidelyk „ doen blyken, dat zy zig blindelings onder- „ werpen zouden aan de gevoelens des Ko- „ nings van Groot -Britanje, dan dat men zou „ können twyfelen, dat zy niet in 't kort dier- „ gelyke verklaaring doen zouden. Zy had- „ denze reeds zo goed als gedaan, alzo zy, „ niet zonder den Engelfchen Gezant, hadden „ willen handelen. Zyn verblyf in den Haage „ zou dan, voortaan, nutteloos zyn. Hadt hy „ 't genoegen niet van de Vrede tusfchen Frank- „ ryk en den Vereenigden Staat te können be- ,, vestigen voor veele jaaren; ten minfte, hadt „ hy doen blyken, dat het den Koning, zynen „ Meester, niet te wyten was, zo deeze Vre- „ de verbroken werdt. Zyne Majefteft hadt „ zig alleenlyk, ten behoeve van den Koning , „ zynen Kleinzoon, gewapend , geenzins om „ zyn gebied uit te breiden; waartoe hy, in „ den zwakken toeftand van den Vereenig- „ den Staat, onlangs, goede gelegenheid ge- „ had zou hebbent 't welk hy, Ambasfadeur, „ veilig zeggen mögt, alzo de Staaten zelven ,, geene zwarigheid gemaakt hadden, om het „ alomme te verbreiden. Konden, ondertus- „ fchen, deeze aanmerkingen den oorlog niet „ verhinderen uit te berften; hy vertrouwde, „ dat de Voorzienigheid 's Konings wapenen XVII. Deel. F „ zou |
|||||||||
t± VADERLANDSCHE LXV. Boek.
j*>or< „ zou blyvenzegenen, en elk, die hem aantas-
,, kon van den hoon, dien men zyner vlaggehadt
,, aangedaan; dat hykon beletten, datzyneon- „ derdaanen, door Engelfche en Hollandfche „ Oorlogsfchepen, genomen werden j dat deeze ,, zelfde fchepen zyne havens kwamen peilen, „ en op Franfche vaartuigen fchooten; en dat hy „ zig meester maaken kon vanPlaatfen, die, tot „ nog toe, niet in ftaat van tegenweer gefteld ., waren: hebbende hyzig, tot hiertoe, niet ge- „ voelig getoond, over den hoon, hem aange- „ daan, op dat men niet zou können zeggen, „ dat deRyswykfche Vrede, in 'tminftepunt, „ doorhem,gekrenkt was. Ten beiluite,wensch« „ te hy, Ambasfadeur, dat de Staaten met hun „ waaragtig belang te raade gaan mogten, ter- „ wyl het nog tyd was. Zyn vertrek zou hem „ wel verbinderen, hiertoe de hand te leenen; „ doch hy sou altoos deel neemen in den wel- „ ftand van eenen ftaat, in welken hy, zo vee- „ Ie jaaren, 's Konings bevelen hadt uitgevoerd „ (/)." Te gelyk met dit Vertoog, leverde d'A- vaux eenen brief over, waarin de Koning zelf verklaarde „dat hy zynen Gezant te rug riep, „ om dat hy kleine vrugt zagvandeonderhan- „ deling, tot welke hy, door de Staaten, genó- „ digd was, en die zy dikwils hadden opge- „ fchort." Hy voegde 'er by „ dat hy, deson- „ aangezien, even gezind bleef tot bevestiging „ der Vrede, en dat het alleen aan de Staaten „ ftondt, de blyken zyner oude vriendfchap „ voor hun Gemeenebest te ontvangen («)." De
(t~) l'olez LaMBERTI Tom. I. p. 483.
(«> A'otó LAMBERTI Tom. I. f. 487. |
|||
LXV.BOÊK. HISTORIE. 8$
De Staaten, 't Vertoog van d'Avaux ontvan- t/ói»
gen en overwoogen hebbende > vonden zig ver- —-----
pligt, om het omftandiglyk te beantwoorden. XXIII.
Zy deeden 't, na dat zy, mei Koning Willem, JJJ^ midlerwyl te rug gekeerd van een togtje tot der Staa, bezigtiging der Grensvestingen, geraadpleegd teh op hadden. De zin van hun antwoord kwam,kor- hetzelve* telyk, hierop uit: „ 't Was hun aangenaam „ geweest, dat de Graaf d'Avaux, als buiten- ,» gewoon Ambasfadeur, aan hun afgezonden „ geweest was; doch zy hadden wel gewenscht, „ dat de onderhandelingen met hem van ge- „ lukkiger uitflagwaren geweesti te meer, om „ dat de vrugteloosheid dier onderhandelin- ,j gen aan hun fcheen geweeten te worden. Zy „ hadden egter, altoos, hunne opregte zugt j, tot de behoudenis der Vrede getoond: en 't j, was het ongeluk der tyden alleen toe te „ fchryven, dat zy 'er den Koning van Frank» „ ryk nog niet van hadden können overtuigen» „ Zo dra zyne Majefteit hun kennis gegeven „ hadt, dat hy zig aan den Üiterften Wil des a Konings van Spanje, niet aan het Verdrag „ van Verdeelinge dagt te houden; hadden zy „ hem de reden gemeld, waarom zy, hierop „ naar de gefteldheid hunner Regeeringe, geen „ fpoedig befluit konden neemen,tegelykaan- „ biedende > dat zy, met den Graave van Briord» „ of met iemaut anders, door zyne Majefteit „ te benoemen, in onderhandeling wilden ,, treeden over de middelen om de Vrede té „ bewaaren» Zy hadden, daarna, met den „ Graave d'Avaux, gehandeld, en, befpeu- 5, rende, dat zyne Majefteit veel belang ftel- ,» de in de erkentenis des nieuwen Konings van F s „ Span*
|
||||
34 VADERLANDSCHE LXV. Boek,
„ Spanje, haddenze hiertoe beflooten, en ta
„ gelyk verklaard, dat zy de onderhandelin- „ gen met de twee Koningen, doch met tus- „ fchenkomstvan zyne Groot- Britannifche Ma- „ jefteit, gaarne wilden vervolgen, op zulk „ eene wyze, dat men daartoe ook andere Vor- „ ften en Mogendheden toelaaten zou, voor „ zo ver men zulks dienftig zou oordeelen, „ om de behoudenis der Vrede, welke men „ zig voorgefteld hadt, zo veel zekerder te „ bereiken. Gelyk zy, door de erkentenis des „ Konings van Spanje, geen nadeel meenden „ gedaan te hebben aan de begeerde tusfchen- „ komst des Konings van Groot-Britanje, een' „ der handelende Partyen in het Verdrag van „ Verdeelinge; zo haddenze, door deezen „ ftap, ook geene kennis willen neemen, veel „ min eenige beflisfing doen van de regtvaar- „ digheid of onregtvaardigheid der eifchen van „ iemant, wie hy ook zyn mögt; noch hunne „ belangen fcheiden van de belangen der zul- „ ken, die zig, zo wel als zy, aan de behou- „ denis der Vrede van Europa lieten gelegen „ zyn. Zy hadden den Koning van Spanje al- „ leenlyk erkend, op hoop, dat deeze erken- „ tenis de onderhandelingen gemakkelykerzou „ gemaakt hebben. Hierom haddenze, ter- „ ftond, den Graaved'Avaux afgevraagd, wat „ hy hadt voorteflaan, tot behoudenis der al- „ gemeene Vrede: en toen hy geweigerd hadt, „ zig hierop te verklaaren; hadden zy en de „ Heer Stanhope hunne gedagten opengelegd, „ die grootendeels overeenkwamen. Uit dee- „ ze overeenkomst, werdt, ten onregte, be- „ flooten, dat men eer oorlog dan vrede te „ wag-
|
||||
LXV.Boek. HISTORIE. 85
„ wagten hadt. De Koning van Groot -Biï- 170r.
I, tanje hadt, dikwils, overtuigende bewyzen------3
?» gegeven van zyne zugt tot vrede. DeStaa-
„ ten waren, federt veele jaaren, met hem in „ een naauw Verbond geweest. Hy was een „ der handelende Partyen in het Verdrag van „ Verdeelinge, en de Staaten hadden, vooraf, „ verklaard, dat zy, om deeze redenen, en „ ter oorzaake der enge betrekkingen, welken „ zyne Groot - Britannifche Majefteit, daaren- „ boven, hadt totdeezen Staat, alles, wat de „ handeling betrof, met hem overleggen zou- „ den. Zyne Majefteit van Frankryk hadthun- „ ne voorflagen, tot hiertoe, onbeantwoord „ gelaaten. Men hadtze buitenfpoorig ge- „ noemd; doch noch niet aan geweezen, waarin „ de buitenfpoorigheid beftondt: 't welk gele- „ genheid zou hebben können geeven, tot het „ vervolgen der onderhandelinge. De behou- „ denis der algemeene Vrede en de zekerheid „ van deezen Staat in 't byzonder was hun „ groot oogmerk geweest, in de gantfche on- „ derhandelinge: doch 't fprak van zelf, dat „ de Vrede niet behouden kon worden, zon- „ der dat men den Keizer voldoening gave; „ wiens eifchen zo bekend waren, dat men, „ by 't Verdrag van Verdeelinge, reeds mid- „ delen beraamd hadt, om 'er aan te voldoen, „ Tot voldoening des Keizers nu, en tot hun- „ ne eigen' verzekering , hadden de Staaten „ niets buitenfpoorigs gevorderd. Zo de vrees „ hen bewoogen hadt, om iet meer te be- „ geeren tot hunne eigen' verzekering, dan „ men anderszins zou hebben mogen verwag- » ten; zy hadden reden gehad om te vree- F 3 „ zen, |
||||
86 VADERLANDSCHE LXV.Boer,
|
|||||
ij-oi. „ zen, ook naar het oordeel hunner Bondge.
—— „ nooten, die hun, terftond, voorzien hadden
„ van onderftand : en 't werdt genoegzaam „ erkend op 't einde van 't Vertoog, daar de „ zwakheid van den ftaat in zulk een klaaren „ dag gefield werdt. Haddenze kans gezien, „ om uit deeze zwaarigheid te geraaken, zon- „ der zig te wapenen; zy zouden 't, ongetwy- „ feld, gedaan hebben, konnende den Graave „ d'Avaux zelven getuigen, hoe dikwils zy de „ onderhandelingen hadden willen hervatten. „ 't Was waar, dat zy op het toelaaten des En- „ gelfchen Gezants gedrongen hadden; doch „ hierin was, in't begin der onderhandelingen, „ geene andere zwaarigheid gemaakt, dan „ over den rang. Ook zouden zy den Spaan- „ fchen Ambassadeur wel hebben willen toe- „ laaten, zo 't van Frankryks zyde begeerd ge? „ weestwas. Alle de moeilykheid, welke men-, „ daarna, ontmoet hadt, was niet door hunne „ Hoog-Mogendheden veroorzaakt, maar door „ den Graave d'Avaux alleen, dje den Gezant „ van Groot - Britanje niet begeerde toe te laa- „ ten by de handelinge. 't Was, ondertusfchen, „ niet vreemd gedagt van zyne Majefteit, dat „ zy op voldoening voor den Keizer zouden „ aanhouden ; doch nimmer hadden zy den „ minden fchyn gegeven, dat zy zig wilden „ opwerpen tot regters tusfchen de Huizen van „ Frankryk en Oostenryk, of beflisfen, datFi- „ lips de IV. of Karel de II. gelyk of ongelyk „ gehad hadden, in 't regelen deropvolginge in „ de Spaanfche heerfchappy. Frankryk zelf „ hadt, nevens Groot - Britanje en hen, niet „ lang voor de dood des jongften Konings van „ Span-
|
|||||
LXV.Boek. HISTORIE. 87
„ Spanje, geoordeeld , dat men den oorlog 1701,
„ niet voorkomen kon, zonder de Spaanfche __—„ „ nalaatenfchap zo te verdeelen , als by het „ bekende Verdrag gefchied was. En geiyk „ de Staaten zig, in 't iluiten van dit Verdrag, „, geenszins als Regters over de verichillen, „ tusfchen zulke magtigeVorften, hadden wil- „ len opwerpen; zo begeerdenze 't ook nog „ niet te doen. Zy zogten niets dan behou- „ denis der Vrede, op dezelfde grondflagen, „ die zyne Allerchristelykfte Majefteit, tevoo- „ ren, nevens hen, redelyk gekeurd hadt. Hun- „ ne erkentenis van den tegenwoordigen; Ko- „ ning van Spanje ftreedt hiermede niet, en „ behoefde niet te beletten, dat men denKei- „ zer redelyke voldoening gave. Zoo de Staa- „ ten zo wys waren, als Frankryk fcheen te „ oordeelen, moest men hun toevertrouwen, „ dat zy hunne rykdommen, niet zonder ge- „ wigtige oorzaaken, befteeden of wagen zou- „ den. Zy hadden niets gedaan, waaruit zuu ,, können afgenomen worden, dat zy Verdra- „ gen gebroken hadden, die men voor de be- „ vestiging en het zegel hunner Souverainiteit „ plag te houden. Ook wisten zy niet, wat v men hiermede zeggen wilde. Hunne Pro- „ vincien waren altoos Souverai» geweest, en „ hunne Voorouders hadden goed en bloed „ gewaagd, om de gemeene Vryheid, tegen „ uitheemiche geweldenaars, te befchermen. „ Zy zouden 't zelfde doen, zo iemant, on- „ verhoopt, hunne Souverainiteit in twyfel „ trekken, of belaagen wilde. Zy zogten hun „ gebied niet uit te breiden; maar, nevens de ,, algemeene Vrede, alleen de behoudenis van F 4 1» *
|
||||
83 VADEIILANDSCHE LXV.Boek.
„ 't gene zy bezaten, 't Smertte hun, mid-
„ lerwyl, dat de Graaf d'Avaux zo weinig „ vrugt verwagtte van de handeling, alleenlyk „ om dat de Engelfche Gezant voldoening „ voor den Keizer begeerd hadt. Zy waren 't „ hierin volkomen eens met zyne Groot -Bri- „ tannifche Majefteit; niet, gelyk men hun j, toefchreef, uit blinde onderwerping aan des- „ zelfs gevoelens; maar uit agting voor des- „ zelfs raad, zynde zy ten vollen verzekerd, „ dat hem de algemeene Vrede en het welzyn „ van den Staat diep ter herte ging. Zywensch- „ ten dan wel, dat de handeling, op deezen „ voet, voortgang hebben mögt, wanneer zy „ 'er een gelukkig einde van hoopen zouden, „ door de vlyt des Graaven d'Avaux, die, zo. „ hy al te rug keeren mögt, den Koning, zy- „ nen Meester, zou können verzekeren van „ de vreedzaame gevoelens der Staaten, en ,, dus den argwaan doen verdwynen, welken „ men, tegen hen, mögt hebben opgevat. Zy „ hadden zig, 't was waar, gewapend; doch „ niet dan na dat de Franfche troepen in de „ Spaanfche Nederlanden getrokken , en de „ hunnen van daar te rug gekomen waren: „ waardoor de Voormuur, die hun zo veel „ gelds gekost hadt, en die, naar de bekente* „ nis van zyne Allerchristelykfte Majefteit zel- „ ve, van zoo veelgewigts voor hun was, hun „ geheel nutteloos was geworden. De naau- „ we vereeniging tusfchen Frankryk en Span- je je hadt, daarenboven, bekommering in hen „ verwekt. Zy hadden, voorheen, verklaard, „ van gedagten te zyn, dat de Koning zyne „ bedry ven, naar reden en billykheid, niet naar |
||||
LXV.Boek II I S T O R IE./ 39
„ de uitgeftrektheid zyner magt, zou willen 1701.
„ regelen; doch zo men hun nu eenen oorlog —— „ wilde aandoen, zouden zy gerust zyn, dat „ zy al wat in hun vermogen was hadden in 't „ werk gefield, om dien te ontgaan. Zo, by „ toeval, iemant hunner onderzaaten 's Ko- „ nings vlag gehoond, zyne havens gepeild, „ op zyne ichepen gefchooten, of zyne onder- „ daanen geligt mögt hebben, weigerden zy „ hem geene voldoening; hoewel zy niet wis- „ ten, dat 'er iet gebeurd ware , waarop de „ befchuldigingen, die men hun, in deeze op- „ zigten, deedt, met eenigen grond, konden „ worden toegepast. Voor 't overige, waren „ zy gezind, de Verdragen, met elk en met „ den Koning in 'tbyzonder, heiliglyk, te on- „ derhouden, en om dat, in 't Vertoog, gezeid ,, was, dat het nog tyd voor hiun was, om te „ befluiten, verklaarden zy, datzy gaarne zien ,, zouden, dat de Graaf d'Avaux hier nog eeni- „ gen tyd bleef, om de onderhandelingen, tot „ behoudenis eener algemeene Vrede, waarin „ zy hunne byzondere veiligheid zouden kon- „ nen vinden, ware 't mogelyk, tot een goed „ einde te brengen: waarom zy hem, eer zy „ hem zyne brieven van affcheid gaven, dit „ antwoord op zyn Vertoog nog wel hadden „ willen ter hand ftellen (v)." D'Avaux zondt dit antwoord terftond aan D'Avaux
den Koning, zynen Meester. Doch 't werdt keert aan 't Franfche Hof, aangemerkt als eene loos- ^„k. heid van de Staaten om tyd te winnen: immers, ryk. op "
O) Rcfol. Getier, lutitt i Au?. 1701. hl. 437. by LAMBERT!
(lm, l. p. 4ü7, en in "'■ Crool-Plaksatb. V. Deel, il. (. |
||||
po VADERLANDSCHE LXV.Boek,
1701, op deeze wyze fprak 'er de Torcy van tegen
deur in Frankryk. De Koning hadt den oorlog vastgefteld, om dat hy de gantfche Spaanfche heerichappy dagt te hegten aan zyn huis. D'A- vaux kreeg herhaald bevel om zyn affcheid te neemen; gelyk hy, op den elfden van Oogst- maand, deedt. De Staaten vereerden hem met het gewoonlyk gefchenk van eenen gouden ke- ten en penning, ter waarde van omtrent zes- duizend guldens: welk hy, na eenige weige- ring, aanvaardde (w). Hy lietzynen Secretaris Barre, inden Haage: als 't ware, om de on- derhandelingen te hervatten, doch inderdaad , om, voor 't gemeen, eenen fchyn te geeven, dat Frankryk nog geenen oorlog in den zin hadt; met welk oogmerk, het Vertoog van d'Avaux ook gedrukt en in 't licht gegeven was. Doch de Staaten deeden hun antwoord ook drukken en verfpreiden (#), om hunnen on- derzaaten te doen zien, dat de oorlog, dien men te gemoet zag, noch hun, noch zelfs den Koning van Groot-Britanje, hunnen Stadhou- der, te wyten was: 't welk dienftig geoordeeld werdt, om 't volk te beweegen, tot bet gewil- liger draagen derzwaare lasten, welken de kryg ftondt te veroorzaaken. XXIV. Doch eer nog de handeling met den Graa- Frankryk ve d'Avaux afgebroken was, waren de hande- fluit Ver- jen£je Mogendheden bezig, om zig,, door ver- mefeeni- fehlen' Verdragen, te fterken tegen het na- ge Duit- derend gevaar. De Koning van Frankryk be- woog (w~) Lamberti Tom. I. p. 49Ö— 499,
(*,) Lambbrti V>m. l.p. 487, :
|
||||
LXV.Boek. HISTORIE. 91
woog den Keurvorst van Keulen en deszelfs 170».
Broeder, den Keurvorst van Beieren, tot het |
|||||||
tekenen van een Verdrag van onzydigheid. De ftheVoi-
Hertogen van Wolfembuttel en Saxen-Gotha ften' - hadden zig ook, door zwaare onderftandgel- den „het begeeren van welken," fchreef Lode- wyk de XIV, omtrent deezen tyd (?) „ het „ eerfte antwoord is, welk de Duitiche Vor- „ ften geeven op de voorflagen, die hun ge- „ daan worden," laaten overhaalen in de be- langen van Frankryk, en wierven volk uit het geld, welk hun, door 't Franfche Hof, verfchaft werdt. De Keurvorst van Beieren was ook naar Duitschland verreisd, om deKreitfen en Vor- ften over te haaien in de Franfche belangen (z). Frankryk floot zelfs een Verbond van onder- linge befcherming met den Koning van Portu- gal , voor zig zelv' en den Koning van Spanje (a). Doch de Koning van Groot^Britarije en de Vereenigde Staaten zaten ook niet ftil. Op Verbond den vyftienden van Zomermaand, werdt 'er, tusfchea door de Gevolmagtigden deezer twee Mogend- S™°£e heden, te Koppenhagen, een Verbond gefloo- peene- * ten met den Koning van Deenemarke, voor den marke tyd van tien jaaren, „ De Koning van Groot- en de „ Britanje en de Staaten beloofden, by het zei- Staatei»« v ve, den Koning van Deenemarke, geduu- „ rende den oorlog, te zullen betaalen de on- ,, derftandgelden, hem, by't Verbond van den „ jaare 1696, toegezeid, en driehonderddui- „ zend Ryksdaalers in 't jaar beloopende. De „Ko-
Cy) Lettr. de Louis XIV. au C. de Briord. Ar. XVIII. p. 90.
(•O I.'vMBiRTI Tim. I. p. 419.
(c) Vtiltz nu Mont Corps Diplom. Tom. Vffl. P. U, »,tu
TWM. Fol. IV, lor XIX.| p. j7*-JOJ. |
|||||||
9» VADERLANDSCHE LXV.Boek.
„ Koning van Deenemarke zou den Koning
„ van Groot-Britanje en de Staaten, daar- „ entegen, voorzien van agtduizend knegten, v drieduizend paarden en duizend dragonders, „ die, door de twee Mogendheden, zouden „ onderhouden worden. Doch zo de Koning „ van Deenemarke mögt worden aangetast; „ zou men hem deeze troepen te rug zenden. „ De havens des Konings van Deenemarke „ zouden, in geval van oorloge, voor alle Kaa- „ pers en Oorlogsfchepen, die geene Koop- „ vaardyvlooten geleidden, geflooten blyven." By eenige geheime punten, was beraamd „ dat „ de onderftand, door Deenemarke beloofd, „ des noods, nog met vierduizend man ver- „ meerderd zou worden; dat Groot-Britanje „ en de Staaten den Koning van Deenemarke „ èok, met al hunne magt, zouden byftaan; „ dat de Keizer tweeduizend man van de be- „ loofde twaalfduizend zou mogen ontvangen, „ en dat Deenemarke niet zou behoeven in „ den oorlog te treeden: maar met den be- „ loofden onderftand zou können volftaan (£)." De Refident der Staaten aan hetDeenfcheHof, Robert Goes,Heer vanBoukforfienburg, tekende, ten zelfden dage, ook een Verdrag van Koop- handel met Koning Fredrik (c). Behalve 't Verbond met Deenemarke, floot men, ten dee- zentyde, ook nog eenige byzondere Verdragen tot het bekomen van Krygsvolk, metden Keur- vorst van de Palts, en den Bisfchop van Mun- fter
f O Veter. Lambzuti Tom. I. p. 517« Tiw>al f«1- lY- l'r
xrx.] t>. 36c
(e) Voiez na Moni Corps Diplom. Ton,. VUL P. U. f. sa«
|
||||
LXV.BOEK. HISTORIE. 93
|
|||||
fter (</). Ook handelde men, ten zelfden ein- tw:
de, aan eenige andere Duitfche Hoven (Y): en "—i**ö op alle deeze handelingen en Verdragen hadt d'Avaux het oog gehad, in het Vertoog, welk hy, niet lang hierna, inleverde. Doch omtrent eene maand na zyn vertrek, vxxv*
werdt 'er, in den Haage, een naauw Verbond ^hea geflooten, tusfchen Keizer Leopold, den Ko- den ning van Groot-Britanje en de Staaten. „ Men Keizer, „ beloofde, by het zelve, den Keizer voldoe- ^1?01: „ ning te zullen bezorgen, wegens zyne ei- ende^* „ fchen op de Spaanfche nalaatenfchap; waar- Staaten, „ toe, twee maanden, na 't uitwisfelen der be- „ kragtigingen van dit Verbond , in minzaa- „ me onderhandelingen, zouden befteed wor- „ den: waarna, men eikanderen, uit al zyne „ magt, zou byfpringen. Onder anderen, zou „ men zig zoeken meester te maaken van de „ Spaanfche Nederlanden, om dezelven te „ doen ftrekken tot eenen * Voormuur voor * Sarris „ de Vereenigde Gewesten; van het Hertog- re. „ dom Milaan; van de Koningkryken van Na- „ pels en Sicilië; van de Eilanden in de Mid- „ dellandfche zee, en van de Landen langs de „ Toskaanfche kust, tot beveiliging van den „ Koophandel van Groot - Britanje en van den „ Vereenigden Staat. Ook zouden Groot-Bri- „ tanje en de Staaten zig van de Spaanfche „ Plaatfen in de Indien mogen meester maa- „ ken, en dezelven behouden. Men zou den „ oorlog voeren, met onderling overleg, en 3, geene Vrede of Beftand fluiten, dan geza- „ men«
(«O Zie Rerol. IIoll. aMacrt 1701. W. 68, 222., Notul.
Zeel. v«» 't jaar 1701. f/. 202, 344.
£t) Lamberti Zooi. I. p. 516, 521, |
|||||
94 VADËRLANDSCHE LX V. Böek,
j?oi. „ menlyk. Men zou de vereeniging der Fran-
„ zorg draagen, Jat de Spaanfche Westindien „ niet in de magt van Frankryk kwamen. De „ Koophandel van Groot-Britanje en de Staaten ,, zou verzekerd worden, by 't Verdrag, welk „ men zou fluiten: ook zou, daarby,denStaa- „ ten eene Barriere of Voormuur, indeSpaan- „ fcheNederlanden, worden toegeftaan. Over „ de oefening van den Godsdienst, in dePlaat- „ fen, welken men bemagtigen mögt, zou men, „ naderhand, met eikanderen, overeenkomen. „ Zo de Koning van Frankryk, of iemant an- „ ders den Bondgenooten, ter oorzaake van „ dit Verbond, den oorlog aandeedt,zou men „ eikanderen, uit al zyn vermogen, byftaan. „ Na 't fluiten der Vrede, zouden de Bond« ,, genooten in een Verbond van onderlinge be^ „ fcherming blyven, tothandhaavingderzelve« „ Alle Vorften en Mogendheden zouden in die „ Verbond worden toegelaaten. De Duitfchen „ zouden 'er, byzonderlyk, toe verzogt wor- „ den." Het werdt op den zevenden van Herfst- maand getekend (ƒ). Over- Op den zevenden van Wynmaand, fiooten eenkomst(je Gemagtigden van Groot-Britanje, in den *?et Haage, ook eene overeenkomst met den Am- den. ' basfadeur van Zweeden.' waarby, de voorige Verbonden bevestigd, en den Koningvan Zwee- den , by voorraad, tweehonderdduizend Ryks- daalers van den beloofden onderftand toege- legd werden. Ook beloofde men, nader te zul- len C-0 Poiez du Mont Corps Diplom. 2"»«. Vilt. P. t p. 8*>
LAMBEB.TI Tom. I. f, tfiy.
|
||||
LXV.Boek. HISTORIE. <>5
|
|||||
len overeenkomen, wegens de hulpe, welke 170^
men eikanderen bewyzen zou, in geval Zwee- ——— den in oorlog bleeve, en Groot-Britanje en de Staaten ook genoodzaakt werden, de wapenen op te vatten (g). Tusfchen Groot-Britanje en Verbond de Staaten, werdt, op den elfden van Slagt- tusfchen maand, insgelyks in den Haage, een naauw g^L Verbond getekend , waarby dat van Lente- en de maand des jaars 1678 en het jongfte Verbond Staaten» met den Keizer bevestigd, en beloofd werdt, dat men eikanderen, uit al zyn vermogen, by- ftaan zou, zo Frankryk toebereidfels maakte, om een' van beide de Mogendheden, met de wapenen, aan te tasten (#)• Met het Hof van Berlyn, was men ook, fe* XXVL
dert eenigen tyd, over het leveren van man- ^er^ei^* fchap in onderhandeling geweest, en deeze on- Bmndeï derhandeling Haagde te beter, om dat beide de burg Koning van Groot-Britanje en de Vereenigde wordt Staaten beflooten hadden, den Keurvorst van , °tniD* Brandenburg, in de waardigheid van Koning pruiSfea, van Pruisfen, te erkennen. De Keizer hadt, om den Keurvorst te naauwer te verbinden aan zyne belangen, hem, voor eenigen tyd, deeze waardigheid toegezeid; doch alzo men 't nog niet regt eens worden kon, over de voorwaar- den, op welken, zyne Keurvorftelyke Door- lugtigheid deezen grootfchen titel verwerven zou, hadt hy, in Slagtmaand des voorleeden jaars, zelf den naam van Koning van Pruisfen aangenomen, en op de gezondheid van Fredrik den eerflen gedronken. Sedert hadt by zig, in LOUW-
CO Supplem. au Corps Diplom. Tom. III. P. II. p. n. , <JO Supplem. au Corps Diplom. Tom. III. P.O. p. n. |
|||||
p6 VADERLANDSCHE LXV.Boek,
ifai. Louwmaand jongstleden, tot Koningsbergen,
- 't hoofd gezet (z). De Keizer was een der eer- ften, die hem, in deeze nieuwe waardigheid, erkenden. De Koning van Groot-Britanje en 1 de Staaten hadden 'er, voorheen, eenige zwaa- righeid in gemaakt, om dat men hem nu
eenen hooger' rang zou moeten toeftaan^danhy Verdrag als Keurvorst plag te bekleeden. Doch 't be- tusfchen lang, welk zy by zyne vriendfchap hadden, be- Groot- WOog hen, om hem, al vroeg, geluk te wen- igsten' ^en raet Zvne ™euwe waardigheid. Het Her- en de togdom väR Pruisfen werdt, derhalve, van nu Staaten, af, aangemerkt als een Koningkryk, door alle zulke Mogendheden, welke den Keurvorst, die, tot hiertoe, ilegts Hertog van Pruisfen ge- weest was, voor Koning erkend hadden (£). Doch 't liep nog aan tot het einde deezes jaars, eer het Verdrag getroffen werdt, waarby de nieuwe Koning zig verbondt, den Koning van Groot-Britanje enden Staaten ruim vyfduizend man te leveren, zonder dat ik vind, dat hem eenige onderftandgelden beloofd werden. Im- mers't Verdrag, welk, op den dertigften van Wintermaand, in den Haage getekend werdt (7), maakt 'er geene melding vau. Veelligt, heeft Fredrik de I. zig voldaan gerekend, met de erkentenis zyner nieuwe waardigheid. De troepen, welken hy leverde, moesten egter, volgens gewoonte, door Groot-Britanje en de Staa-
f r) Mcmoir. de Brandeb. p. 214.
Ck) Lamberti Tom. I. p. 217, 380—383.
(O VoUz du Mont Corps Diplom. Tom. VIII. AI. p. 06.
J.AMJtEtiTj Tom. I. ^. 710. Supplera. au Corps Diplom. Jwk.UJ» P. IL ƒ>. 12. |
||||
LXV.ßoEK. HISTORIE. 97
Staaten, onderhouden en bezoldigd worden, i^oï.
Voor't overige, werdt'er, in de overeenkomst, ——3 van welke wy fpreeken, ook gewaagd van het Verdrag , reeds in 't voorleeden jaar getroffen (ni), waarby de Koning van Pruisfen, op an- dere voorwaarden , beloofd hadt, agtduizend man te zullen leveren aan Groot- Britanje en de Staaten. Ook tradt hy, ten deezentyde, in het Verbond, welk, tusfchen den Keizer en deeze twee Mogendheden, geflooten was. Doch terwyl deeze twee Mogendheden zig, XXVlr.
door het fluiten van verfcheiden' Verdragen, Krygsbe. ïn ftaat zogten te ftellen , tot het voeren van j^Yaüe. den oorlog ; hadt de Keizer , reeds in Zomer- m maand , een Leger van dertigduizend man , onder 't beleid van den Prinfe Eugenius , ge- zonden naar Italië. De Prins toog door het Trentifche ; doch vondt den weg naar Verona geflooten, door de Franfchen, die, onder den Maarfchalk de Catinat, derwaards getrokken waren. De Keizerfchen, daarna, zig gelaaten- de, als of zy, by Ferrare, over de Po wilden, floegen fchielyk op weg naar Karpi, daar zy een' hoop van vyfduizend Franfchen op de vlugc dreeven , en over de Adiga trokken. Eenige weeken laater , raakten de twee Legers flaags by Chiari. De Hertog van Savoje hadt nu het opperbevel over de Franfche Krygsmagt. De Maarfchalken de Catinat en Villeroi ge- booden onder hem. De Franfchen kreegen hier andermaal de nederlaag. Prins Eugenius betrok, federt, de Winterlegering in't Hertog- dom Mantua. Doch in den aanvang des vol- gen-
C«0 ■2/« hier vo« , il, 58*
XVII. Deel. O
|
||||
93 VADERLANDSCHE LXV.Boek:
1701. genden jaars, bezetting geworpen hebbende in
■ Mirandola en Berfello, ondernam hy, Kremo- ne te overmeesteren , by verrasfin g. De aan-
flag fcheen, in 't eerst, te zullen gelukken. Hy overrompelde de Stad en kreeg 'er Villeroi gevangen. Doch de bezetting dreef 'er hem , eerlang, wederom uit: waarom hyzig, eenigen tyd, bezig hieldt, met het blokkeeren van Man- tua («). Koning Filips bevondt zig, ten deezen tyde, te Barcelona, daar hy zyn Huwelyk vol- trok , met de tweede Dogter des Hertogs van Savoje (0); die zig, daarenboven, voor eenen onderftand van vyftienduizend Kroonen ter maand , en het opperbevel over de Franfche Krygsmagt in Italië , waarby hy tienduizend man voegen zou, verbonden hadt aan de belan- gen van Frankryk en Spanje Q>). De Koning van Groot Britanje en de Staaten
bragten , dit jaar, eene Vloot in zee, onder 't
opperbevel van George Rooke; doch zy ftrekte
alleenlyk tot beveiliging der Scheepvaart. De
Franfchen hielden, alomme, Oorlogsfchepenin
de Spaanfche havens ; die voor de Engelfchen
en Staatfchen geflooten bleeven (#).
Toebe- 't Jaar 1701 liep dus ten einde met toebe-
reidfeis reidfels ten oorloge , in Engeland en hier te
ioge°0r" Lande. De Raad van Staate hadt, reeds in
Louwmaand , twee millioenen gevorderd, tot
aanvulling der magazynen in de Grensfteden;
en Holland , Zeeland en de overige Gewesten
had-
O) Danifx Journ. *. CXCIJ — CXCIV, CXCV, CXCV^
Tindal Vol. IV. [wXIX.[ /1.362—370. (o) Tindal Vul. IV. [er XIX.] p. 370. lp) Lamberti T)im I. p 416. (j; Tindal Vol. IV. [w XIX.] f. 3714 |
||||
LXV.Boek. HISTORIE. 99
|
|||||
hadden fpoedig in deezen eisch bewilligd. Kort 1701.-
hierna , waren 'er nog twee millioenen toege- » ftaan , tot verbetering der Vestingwerken , en
negenhonderd drie • enveertigduizend tweehon- derd guldens , tot eene buitengewoone uitrus- ting ter zee (V), die, federt, nogmerkflykver- groot werdt. Men hadt ook getragt, bezetting te leggen in de Steden langs den Beneden-Ryn. Doch de Keurvorst van Keulen was reeds ge- J?f F^«- wonnen, door Frankryk. Hierom nam hy, als bezatten Bisfchop van Luik , ogk kwalyk, dat de Staa- Luiken ten, in Herfstmaand, eene Sterkte hadden be- verfchei- gonnen te ftigten , op den S. Pieters berg, by den'Ste- Maastricht, op Luikfchen bodem. Wat laater, denRyn* ontving hy Franfche bezetting in Luik : en fe- de Staa-" dert, in Rynberk, Nuis, Bon, Keizerswaard, ten Ken-; en eenige andere Plaatfen langs den Beneden-len* Ryn. Doch de Staaten hadden bezetting in 't Land van Gulik gezonden, en zelfs in de Stad Keulen , die , ten deezen tyde, overhoop lag met den Keurvorst. Aan Aken werdt, federt, toegeftaan, onzydig te mogen blyven. 't Ge- drag van den Keurvorst van Keulen gaf den Keizer gelegenheid, om by Groot • Britanje en de Staaten aan te houden op het verklaaren van den oorlog aan Frankryk. Doch alzo de onderftand van Deenemarke en Pruüfen nog niet aangekomen was , vondt men zulks onge- raaden (j). De hoop tot behoudenis der Vrede verdween xxvniV
egter, meer en meer. Frankryk hadt, in Herftt- Koning maand, eenen flap gedaan, die den Koning van J?k°b ^8 Groot- jygj
O) ' amberti Tem. I p. 516.
CO Lamuïkti lom. I. p. 664, Ö74 — 684. Tt;ih II. p,
G 2
|
|||||
- loo VADERLANDS CHE LXV.BoeK.
17&1. Groot Britanje, en gevolgelyk ook de Staaten,
------- geheeliyk, van hem vervreemden, en den oor- erkent log onvermydelyk maaken moest. Jakob de II, da"mden voor^een honing van Groot - Britanje , was, Prins v.ui °P den zestienden, te S. Germain, overleeden. Walles Terftond na zynen dood , nam de zogenaamde voorKo- prins van Walles, die nu omtrent dertien jaaren EnI»lVaud.bereikte ' den "aam Van Ja^ &* HL en den
titel van Koning van Engeland aan. Men over-
leide , aan 't Kraniche Hof, of men hem zou erkennen in deeze hoedanigheid, of niet. De Koning befloot, overgehaald, zo men wil, door Mevrouwe de Maintenon , hem te erkennen. Hy hadt den overleeden Vorst, op zyn fterf- bedde, reeds beloofd, dat hy zulks doen zou, en het daarna zelfs openlyk verklaard. De Am- basfadeur der Staaten hadt hem wel voorgehou- den , dat zulks aanloopen zou tegen de Rys- wykfche Vrede. Doch hy verflondt, dat hy aan deeze Vrede voldeedt, wanneer hy Koning Jakob den III. niet onderfteunde met de wape- nen , zo lang Koning Willem leefde , en zogt zyn gedrag , in 't erkenen van twee Koningen van Groot - Britanje , te fterken met voorbeel- Misnoe. den uit de Historien. Midlerwyl, hadt Koning gsn hier- Willem, op 't Loo, kennis gekreegen van dee- over, in zen gewigtigen ftap des Konings van Frankryk, e"hierte ^en ^Y aanzag voor eene blykbaare Vrede- Lsude. breuk. Ook beval hy zynen Ambasfadeur aan 't Franfche Hof, terltond , naar Engeland te keeren , zonder affcheid te neemen. De Staa- ten gaven den Heere van Heemskerk ook be- vel , om het Franfche Hof, zonder uitftel, te verlaaten. Hy nam egter fchriftelyk affcheid van denJKóning. In Engeland, was't volk in 't
|
|||
LXV. Boek. HISTORIE. ior
't gemeen zeer misnoegd op de Franfchen, dia jr0ÏJ,
zig, zeide men, vermeeten durfden, hun eenen -------■
Vorst op te dringen. De Regeering ontving, van
alle kanten, Gefchriften van Steden en Bürgten,, die getuigden, alles veil te hebben, om's Lands Vryheid en Godsdienst te befchermen, eil den hoon, dien de Franfche Koning de Natie aange- daan hadt, te wreeken (t). Men hieldt, derhalve, van nu af, den oorlog voor onvermydelyk. Ko- ning Willem , in Slagtmaand, den ftaat van Oor- loge, voor het volgende jaar, aan 't hoofd des Raads van Staate, hebbende overgeleverd teral- gemeene Staatsvergaderinge in den Haage (o), keerde, terftond hierop, naar Engeland, daar hy . den vyftienden aankwam, en eerlang een nieuw
Parlement beriep , welk , meest uit Whigs en vrienden der Ptotestantfche opvolginge beftaan- de, volkomenlyk in 's Konings maatregels tradt, en middelen beraamde, om den oorlog wakker- lyk door te zetten (v). De Deenfche hulptroepen waren, eindelyk, in 't begin van Slagtmaand, te Hamburg aangekomen, alwaar zy, door Gemag- tigden des Konings van Groot - Britanje en der Vereenigde Staaten, ontvangen waren (ie). Maar ichoon men zig, van de zyde van Groot- xxiX»
, Britanje en de Staaten, zo wel als van de zyde Begin-
van Frankryk, toebereidde ten oorloge, fcheen fcls «jef niemant de eerfte te willen zyn, om de vyand- 7/khedei lykheden, openlyk, te beginnen. Want men omtrent kon
(O Sccr. Rcfol. IIolI. 6 /Iprll1702. VI. Deel, il. 278. Lut-
wsiiu •lom. I. p. 689 — 691. Tindal fol. IV. QorAIX.J*. I 3'5—400. C«) Lamberti Tom.l. p. 696.
f (>) Tindal Fol. W. [ur XIX. J p. 400 — 45S. LaMBULTI l Tam. . p. 69S — 702. O) LvMBiatl lom. I. p. CZ6.
G3
|
||||||
loa VADERLANDSCHE LXV.Boek.
|
||||||||||
1701. kon bezwaarlyk voor eenen aanvang van vyand-
■------- lykheden rekenen , dat een Engelsch Konings
de Ver- Jagt , in de Maaze leggende , op een Fransch
|
||||||||||
<j! e wes-
ten |
ic*"P' we^ wegerde te ftryken, met fcherp,
gefchooten hadt. Doch de Franfchen hadden |
|||||||||
eene Legerplaats doen affteeken, te Richelles,
en eenige Dorpen, onder 't Staatsch gebied ge- legen , en Dorpen van Redemptie genoemd, ver- A fterkt. Men meende, dat deezeverfterkingon- op Maas- hernomen was, ter begunftiging van eenen aan-
licht. flag °P Maastricht, van welke Vesting men zig, door heimelyk verftand met eenigen uit de be- zetting , dagt meester te maaken; doch de Ge- neraal Dopf't, die binnen Maastricht geboodt, ontdelcte 't verraaderlyk voorneemen , omtrent het einde van Herfstmaand, en deedt de hoofd- beleiders, eerlang, zwaarlykftraffen (x). Wat laater, begonden de Franfchen eene fchans op te werpen te Selzate, onder 't gefchut van Sas van Gend (j) , uit welke Vesting gefchooten werdt op de fchanfe : waarop de Maarfchalk de Bouflers niet fchroomde, beide Sluis en Sas van Gend met eene bombardeering te dreigen. Doch hiervan kwam niets (z). Kaad- ^0^ waren deeze dingen flegts voorbereid- pieegin- fels van 't gene men, tegen 't volgende jaar, gen, in van de zyde der Bondgenooten, in den zin hadt. den Iiaa- goning Willem hadt, eer hy naar Engeland te den aan- mB gekeerd was . niet de Duitfche en PÄiisfi- flaanden fche Legerhoofden, geraadpleegd, op het ope- yeldtogc.nen van den aanftaanden veldtogt, onaange- zien de oorlog nog niet verklaard was: en men was
C«) Lamberti Turn. I. p. 692, 693.
(_y) Refol. Holl. 3, JiDec. 1701. bl. 477, 50;,
\z~) i-AMBBRTi l*tn. 1. f. 712 — 715.
|
||||||||||
LXV. Boek.
|
H ISTORIE.
|
||||||||
iOj
|
|||||||||
was overeengekomen , dat Keizerswaard door .1701*
de Pruisfifche en Duitfche troepen belegerd zou —- worden. De Keurvorst van Hanover hadt aan- genomen , de Hertogen van Wolfembuttel te bevegten. Landau zou , door den Roomsch- Koning Jozefus en door Prinfe Lodewyk van Baden, worden aangetast. De Keizer hadt zig verbonden , om het Leger onder Prinfe Euge- nius te verfterken, en hem daardoor in Haat te ttellen, tot het bemagtigen van Mantua, welk nog geblokkeerd gehouden werdt. Koning Willem en de Staaten hadden , daarenboven, eene onderneeming in den zin van grooter ge- wigt, het belegeren van Kadix, beide te water en te Lande , hebbende den Prins van Hesfen- Darmftad hun uit Spanje verzekerd, dat, op 't veroveren deezer aanzienlyke Vesting , veele Spaanfche Grooten de zyde van 't Huis van Oos- tenryk kiezen zouden ( a ). Ook werden alle deeze ontwerpen, fchoon met ongelykgevolg, federt, ter uitvoeringe gebragt. Doch de Ko- ning van Groot - Britanje beleefde zulks niet. Hy overleedt, in de Lente des volgenden jaars, eer nog de veldtogt geopend hadt können wor- den. De hooge waardigheden , welken deeze Vorst, in den Vereenigden Staat, bekleed heeft, verpligten ons , om de omftandigheden van zyne jongfte ziekte en affterven, hier, be- knoptelyk, te ontvouwen. Zyne Majefteit was, eer hy uit Holland ver- xxk.
trok , overvallen geweest van eene zwaare on- Onpasft- pasfelykheid, die hem, langer dan eene maand, Jykheid bybleef; doch zo bedekt gehouden werdt, dat honing *er Willem.
"(O Tindal Fol. IV. [ or XIX. ] p. 440, G 4
|
|||||||||
lo4 VADERLANDSCHE XXV. Boek.
|
|||||
1701, 'er weinig van uitlekte (f). Men fchreef zyne
------.. ongefteldheid, die hem, gemeenlyk, na de maal-
tyd overviel, toe aan het onmaatig gebruik van
vrugten, oesters, kabeljaauw en andere fpyze, die zwaar te verteeren valt. Toen hy, in Slagt- maand , den Staat van Oorlog overbragt in de Vergadering der algemeene Staaten , hadt Bar- re , Sekretaris des Franfchen Ambasfadeurs , zig vervoegd onder de menigte , om den ftaat van 's Konings gezondheid waar te neemen. Hy zoekt Omtrent deezen tyd, verleende hy nog geduu- den jon- riglyk gehoor aan verfcheiden'uitneemfche Ge- van Nas- zanten '•> waarom veelen begonden te vermoe- fau te " den, dat hy zig flegts onpasfelyk veinsde, om doen ver- de Staaten van Holland in 't byzonder, te eer- kiezen (jer ? te doen befluiten tot het benoemen van volger"" zvnen Neef, den jongen Prins Jan Willem Fri- in zyne & > Erfftadhouder van Friesland, tot zynen op- waardig- volger in 't Stadhouderfchap van hun Gewest; heden, waarop hy fterk gezet was Qc~). Ook hadt hy Lande6 'er * reec*s *n ^en Zomer des voorleeden jaars, onder de hand, over gearbeid. Zyne poogin- gen waren zelfs aan 't Franfche Hof bekend ge- worden; en Lodewyk de XIV. toonde zig zeer begeerig, om den uitflag derzelven te weeten, In 't byzonder, zogt hy onderrigt te worden , of de Prins van Nasfau , Koning Willem op- volgende, in de waardigheden, welken deeze, hier te Lande, bekleedde, het Stadhouderfchap van Friesland en Groningen, welk hy reeds be- zat, zou können blyven behouden Cd), Doch Ko-
fi) T/NDAt toi, iv. [pr xix,] p, 409, (c) Lamberti Ton. I. p. 6<ß, f199.
Crf) Leitr. de louis XJV, au C. de Briord, N. XXI, XXV,
f. 107, 118. |
|||||
LXV.Boetc. HISTORIE. 105
Koning Willem vondt zo weinig genegenheid ^oi.
onder de Leden, om aan zyne begeerte te vol- doen, dat hy 'tftuk, eindelyk, fteeken liet, verklaarende , c'eenen dage „ dat men dan „ wagten moest tot na zynen dood, om een „ befluit te neeraen , welk j zo heilzaam zyn „ zou voor den Staat (e)." Ook bleek,nader- hand, dat zyne onpasfelykheid niet geveinsd geweest was, hebbende hy, omtrent deezen tyd, den Graave van Portland verklaard „ dat hy „ zig zo zwak bevoelde, dat hy meende, niet „ tot den volgenden Zomer, te zullen können t, leeven," daarby voegende „ dat men dit ,, niemant, voor zyn overlyden, ontdekken „ moest (f)." De gezondheid, en vooral het leeven van deezen Vorst werdt geoordeeld zo veel invloed te hebben op den tegenwoordigen ftaat van Groot -Britanje, van de Vereenigde Gewesten en van gantsch Europa, dat men 't gevaar, welk een van beide liep, zorgvuldig- lyk, meende te moeten bedekt houden. InËn- Hy geland te rug gekeerd, fcheen zyne Majefteit fchy"t te egter toe te neemen in kragten. Hy vermaak- te zig, geduurende den Winter, gemeenlyk eens ter weeke, met de Jagt, te Hamptoncourr. Doch op den vierden van Lentemaand desjaars Ifyftort 1702, van Kenfington derwaards rydende, v™^'n ftortte hy, door 't ftruikelen van zyn paard, hivekt™ ter aarde, en brak het fleutelbeen van zyne zyn reg- regter fchouder. Men bragt hem, terftond, ter 'ei- naar Hamptoncourt, daar't been gezet werdt, telbecu' door's Konings Onder-Heelmeester, Ko?>jat9 »7»a« die, ---------
f O Lamp.euti Tom. I. p. öoo.
(f) TiHOAL Fol, IV. lor XIX] p. 409.
G5
|
||||
io6 VADERLANDSCHE LXV.Boek;
Ï702. die, ten zelfden tyde, oordeelde, dat zyneMa-
:-------jefteit niet vry van koorts was, en behoorda
gelaaten te worden. De Koning verklaarde
toen, dat hy, federt veertien dagen, eenige koortfige huivering gevoeld had , en, zelfs dien morgen, met hoofdpyn, uitgereeden was. Doch alzo hy zig, des nademiddags, merke- lyk beter bevondt, keerde hy naar Kenfington, met de Koets, in welke hy, den meesten tyd, ilaapende doorbragt. Ten negen uuren des avonds, vondt 's Konings Lyfarts, Govert Bidloo* zyne Majefteit zonder koorts, en ontriedt hier- om de laating, die Ronjat dienftig geoordeeld hadt. De Koning fliep, dien nagt, zeer gerust: en, na verloop van zes dagen, fcheen hy zo. verre gebeterd, dat hy zig kleeden liet, en aan verfcheiden' uitheemfche Gezanten gehoor gaf. Doch op den twaalfden van Lentemaand, be- gonden zyne knieën zeer te zwellen, 't welk hem veel pyn veroorzaakte, en voor een kwaad voorteken genomen werdt. Hy gaf, den vol- genden dag, nog zyne toeftemming, by vol- magt, tot eenige gewigtige Akten, onder wel- ken 'er een was, waarby de gewaande Prins van Walles aan hoog verraad fchuldig verklaard werdt. Twee dagen laater, bevondt hy zig zo veel beter,dat by cte gaandery van Kenfingtonr verfcheiden' reizen , op en neder wandelde. Doch daarna in een' ftoel aan 't iluimeren ge- raakt, werdt ny, wederom, met eenige huive- Krygt ring, wakker. Hierop volgde eene koorts,met zwanre braaking en ftoelgang verzeld, die toenam, tot koonfen. 0p ^en agttienden, den laatften dag van 's Ko- nings leeven. Hy gaf toen, wederom by vol- magt, zyne toeftemming tot eene Akte, waar- by |
||||
LXV.Boeïc. HISTORIE. tof-
by elk gelegenheid gegeven werdt , om den ge- 1702,'
waanden Prins van Walles, vrywillig, af te - - zweeren. De Graaf van Albemarie hadt, in Sprokkelmaand, een' keer naar den Haage ge- daan, om de uitrusting der Vloote voort te zet- ten , en, zo men meent, ook om zig te verze- keren van eenige geheime papieren onder den Raadpenfionaris Heinfius, voor wiens leeven men thans vreesde, ter oorzaake van een zwaar toeval van kolyk, waarvan hy egter, gelukkig- lyk, beterde (g). Van deeze reize, kwam Al- bemarie te rug te Keiifington, wainige uuren voor 's Konings overlyden. Hy deedt zyner Majefteit een kort verflag van den ftaat der zaaken in Holland. Doch de Koning hoorde 't, met groote koelheid, niets zeggende dan je tire vers ma fin, dat is, ik nader aan myn einde. In den nanagt, ontving hy het Avondmaal, naar de wyze der Engelfche Kerke, uit handen van den Aartsbisfchop van Kanterbury, die, zo wel als Gilbert Burnet, Bisfchop van Salisbury, by hem bleef, tot dat hy den geest gaf. De Ko- ning fprak met verfcheiden' Engelfchen en Ne- derlanders, op zyn doodbedde, byzonderlyk met den Hertoge van Ormond, den Graave van Albemarie en den Heere van Ouwerkerk. Tenlaatfte, vraagde hy, ernftelyk, naar den Graave van Portland, die, volgens fommiger fchryven (/5), naderhand, geklaagd heeft, dat Albemarie hem , te voren , kwaadaartiglyk, buiten 's Konings tegenwoordigheid hadtwee- ten te houden , onaangezien zyne Majefteit, reeds
|
||||||
<&) LAHnERTi Tom. H. ƒ>. 64.
£«J Lamberti Tom. H. t' <>&'• |
||||||
tos VADERLANDSCHE LXV.Boek*
t;ȕ.. reeds tweemaal* om hem gezonden hadt. Nu
!—— vondt hy den Koning zonder fpraak, fchoon zyneMajefteit de lippen nog bewoog. Ook vat- te hy 's Graaven hand nog, dezelve tederlyk naar zyn hert brengende. Men zag hem, dik- wils, de oogen , verzugtende, hemelwaards Sterft', heffen. Eindelyk, ontfliep hy zagtelyk, op» Zondag, den negentienden van Lentemaand, tusfchen agt en negen uuren des morgens, in het twee-envyftigfte jaarszyns ouderdoms. Zyn lighaam, eerlang, geopend geworden zynde, bevondt men de breuk in de Ichoudergenezen; doch een gedeelte van de Longe en van het Rib- bevlies ontfteken tot verfterving toe: 't welk voor de eigenlyke oorzaak van zynen dood ge- houden werdt. Wy hebben, te vooren, aan- getekend (7), dat hy zynen Neef, den jongen Prins van Nasfau, tot zynen eenigen erfgenaam hadt verklaard. Wy moeten 'er, hier, alleen- lyk, byvoegen, dathy, by eenafzonderlyk Co- dicil, aan den Graave van Albemarie, zynen voornaamften gunfteling op 't einde zyns lee- vens, de Heerlykheid Breêvoort en tweehon- derdduizend guldens gemaakt hadt (£). Xxxi. Zodanig een' uitgang hadt Willem de III, Zyne af- Koning van Groot-Britanje, Prins van Oranje, bedding. Erfftadhouder , Kapitein- en Admiraal-Ge- neraal van Gelderland, Holland, Zeeland, Utrecht en O verysfel. Hy was altoos z wakkelyk yan lighaamsgeiteldheid geweest; doorgaans aamborftig en zwaar kugchende: welk laatfte ongemak hy, uit de kinderpokjes, gehouden hadt.
CO XVI. Deel, II. 300.
(/O Ui-'KNET Fol. u. f. ■501—304. TinSal Vel. IV. "er
XIX.j p. 444—453 |
||||
LXV.Boek. HISTORIE. io9
hadt. Doch 't gezigt ftondt hem helder en glin-
fterende. Hy hadt een breed voorhoofd, ge- kromde neus en bruin hair. Zyn gantfche we- zen was deftig en ontzaglyk. Doorgaans was hy ftil, fomber, en ernftig (/): zelden vrolyk, en ilegts by weinigen. Zyne ipraak was lang- zaam en koel: behalve ineen'veldflag, wan- neer hy vol vuurs fcheen, en alomme;op alles agt gaf. Men heeft hem, in 't algemeen, voor dapper gehouden; doch alzo hy, byna altoos, ongelukkig geweest is in veldflagen en belege- ringen , hebbende hy, behalven in Ierland aan de Böyne,geenenflag, en behalve Namen, gee- ne Stad van aanbelang gewonnen, heeft men getwyfeld, of het hem ook aan beleid en krygs- kunde gehaperd hebbe. Men getuigt, inder- daad, dat hy, meer in gezond en onderfchei- den oordeel, over perfoonen en zaaken, dan in fchranderheid van verbeelding en uitvinding hebbe uitgemunt. Zyne bedektheid en agter- houdendheid, waaraan hy zig, in zyne vroege jeugd, toen zyne woorden en bedryven, zorg- vuldiglyk, waargenomen werden, gewend hadt, maakten hem, naderhand, onbekwaam tot die gemeenzaamheid en gulheid, waardoor de Ko- ningen in Engeland («), en de Stadhouders, hier te Lande, zig by 't volk bemind plagten te maaken. Ook werdt hy ligt driftig, wanneer by tegengefproken werdt («)• Men wil, dat hem, in Engeland, die yver en bekwaamheid ontbrak, waardoor by, hier te Lande, hadt uit:
(/) N. WiTïFN Byzon der Vcf baal, ƒ. in. c. 4. MS.
fm) N. Witsen Byzonder Verbaal, f (,. c. 2. f. 12. t. 5, /. 15. e- 4. ƒ• »5- «• t- ƒ"■ 135- <■• 3- MS. (») N. VVitsbn ByzoiiUer Verbaal, f. 33. c. 4> MS.
|
|||||
f
|
|||||
iio VADERLANDSCHE, LXV.Boek;
uitgemunt; 't welk, zo fommigen aantekenen,
den Heer vanOuwerkerk, al vroeg, hadt doen vraaagen, of 't niet beter geweest ware, dat men eer bewaard en kosten gefpaard hadt? Doch an- deren merkten aaa, aat hy, in Engeland, de voortvaarendheid van eenen Fagel miste, die hem s hier te Lande, zo zeer te ltade gekomen was. Ook plag hy, in Holland, veeltyds, al- leenlykte zeggen, hoe hy tverftondt; wan- neer het door anderen uitgevoerd werdt: daar hy, in Engeland, veele dingen zelf naargaan moest ,• waartoe hy, vermids zyne fterke ge- neigdheid tot de jagt, niet altoos genoegzaa- men tyd vinden kon. Wanneer hy, ergens om verzogtzynde,antwoordde, dat hy 'teem beden- ken zou, hieldt men dit antwoord voor eene ge- noegzaame weigering (o). Hy fprak de Fran- fche, Engeliche, Hoog- en Nederduitfche taa- ien allen even goed, en hy verftondt iet van het Latyn: ook het Spaansch en italiaansch: 't welk hem bekwaam maakte, om 't bevel te voe- ren over een Leger, uit verfcheiden' volken fa- mengefteld. Hy kende den toeftand van alle Hoven van Europa in den grond; doch maakte byzonderlyk zyn werk, om de inzigten en be- dryven van het Franfche Hof gade te flaan. De konftenaaryen van dit Hof tegen te gaan was de heerfchende drift van zyn gantfche leeven. Hy vatte ligtelyk argwaan tegen iemant op, en behieldt denzelven lang; fchooh men ge- tuigt, dat hy zig nimmer vervoeren liet tot onbetaamlyke wraak. Kort na zyne komst tot de
C») N. Wittum Ryzonder Verbaal, f, in. e, 4. f. iiz. e. i%
j.l3J.£. I. f. 1{6,\. 4. US.
|
||||
LXV.Boek. HISTORIE. in
de Kroon van Groot-Britanje, fcheen hy eeni-
gen in Holland, en vooral te Amfterdam, ver- dagt te houden, dat hun 't hoofd te zeer hing naar Frankryk (/>). Hy geloofde de waarheid van den Christelyken Godsdienst vastelyk; ging vooral des Zondags, vlytiglyk, ter Kerke, en oefende zig ook afzonderlylc, in 't bidden en in 't leezen der Heilige Schriften. Doch in de uiterlyke Kerkzeden, ftelde hy zo weinig ge- wigt, dat hy, in Engeland, geene zwaarigheid maakte, om zig te voegen naar de meeste ge- bruiken der Engelfche Kerke; fchoon hy, hier te Lande, andere gebruiken gevolgd hadt, en bleef volgen. Alleenlyk, vind ik, dat hy, op goeden Vrydag des jaars 1689,verklaarde,««* te können, noch te willen vasten, en eene heime- lyke maaityd deedt. Ook weigerde hy toen, aan twaalf arme mannen, iu perfoon, de voe- ten te wasfchen: 't welk eene beftendige ge- woonte van de Koningen, zyne voorzaaten, ge- weest was. Men befchuldigde hem, hierom, in gedrukte fchriften „ dat hy een Presbyteriaan „ in zyn hert was; fchoon hy voorgaf, de Bis- „ fchoppen te willen verdedigen («?)." Zyn voorilag aan 't Parlement, om de Bisfchoppe- lyken en Presbyteriaanen met eikanderen te vereenigen, hadt hem, vind ik, in Londen al- ken , in 't eerst, wel tagtigduizend menfchen doen verliezen (r). De volftrektheid der God- delyke befluiten hieldt hy ontwyfelbaar, zien- de hy, behalve deezen , geenen grond voor het
f/O N. Witsen Byzondcr Verbaal, f. 35. c. 4. ƒ. 3-. c. 4.0fS.
(,7 ) N. WnsEN Byzoiidcr Verbaal, ƒ. p. C. 2, 3. f. 47.,c 4. ƒ. 4). c. 2. MS. (O tf» WïTSeN Byzondcr Verbaal, f. 47, c. 1. MS, |
||||
112 VADERLANDSCHE LXV.BoEfc
j;o2. het geloof in eene Goddelyke voorzienigheid.
—— Voor de Kerkelyken in 't gemeen, toonde hy kleine agting, en verklaarde zig, altoos, ron- delyk, voor 't verdraagen van allerlei gezind- Sciiets heden in den Burgerftaat f /)• Zyne Regeering *yner is, beide in Engeland en hier te Lande, veel- ringeTn ^ëf» te no°g gepreezen, ofte zeer gelaakt, Enge- naar dat men voor of tegen dezelve ingenomen landen was. De Wighs, die hem naar Engeland ge- hier te roepen, en op den Troon gezet hadden, heb- au e' ben hem, doorgaans, openlyk geroemd, als den verlosfer des volks uit de ilaaverny en van 't Pausdom; doch zy dwarsboomden hem, on- der de hand, by verfcheiden' gelegenheden, zo zeer, dat hy, by wylen, fchier wars werdt van de Engelfche Regeeringe (t), ziende, dat, men hem, onder dekfel van de gefchonden' voorregten des volks te herftellen en te beves- tigen , geheel afhangkelyk zogt te maaken van 't Parlement, 't Krygsvolk van Koning Jakob, welk eerst tot hem overgekomen was, werdt, gedeeltelyk, afgedankt zynde, kort daarna, zo misnoegd, dat het, dagen agtereen, openlyk dronk, op de Confaßevan den Pr inj e van Oranje, en t'eenemaal aan 't muiten floeg ( u ). Ver- fcheiden' Heeren verlieten de I Iofparty, om- dat, zo zy zeiden, de Koning zig niet met het Regentfchap te vrede gehouden, maar naar de Kroon geftaan hadt: 't welk ik, in 't byzonder, van den Heere Klarendon gemeld vind (v). Men
Cs~) Burnet VnU II. p' 304—307. Tjndal Pol. IV. [w
xjx.j p. 453—467.
(n N. vv'iTSEN Byzonder Verbaal, ƒ. tap. c. 2. MS.
C«) N. Witsen Byzonder Verbaal,/. 15, c. 4 ƒ. 16. c. 4* f. 44- c. 4. MS. {Vj N. Witsen N>zonderVerbaaI,/.85. c.i.f.i^.ci-^.iiS*
|
||||
LXV.Boék. HISTORIE. irj
Men wilde, in 't eerst, in de Kerken over de i7óa.
Theems, in 't gezigt van Whitehall, eenen ge- ■ . . ruimen tyd , niet bidden dan voor Willem en Maria, onze Gouverneurs. In de Koffyhuizen, fchroomden fommigen niet te zeggen „ dat men „ hier een' Koning onthalsd, een' anderen ver- i,, jaagd hadt; en dat men met den derden ook „ wel weg weeten zou." De Koning wist dit, en kende de veranderlykheid des Engelfchen volks zo wel, dat hy, f eenen dage, in Hooimaand des jaars 1689, tegen den Ambasfadeur Witfen zeide „ Mögt de Haadpenfionaris [Fagel] eens „ opzien ? Wat zou hy zeggen van de wispel- „ tUürigheid der Engelfchen ? Dikwils heb ik j, 't hem voorfpeld; dcch hy kon't niet geloo- „ ven (w)." En fchoon de gelukkige uitflag zyner onderneemingen in Ierland , en de Vre* de inzonderheid zyn gezag in 't Ryk groote- lyks beveiligde; de Torys, onder welken veele heimelyke Jakobiten fchoolen, twyfelden, eg- ter , in 't gemeen, aan de wettigheid zyner Re- geerittge , en kwelden hem , jaaren agtereen, in 't Parlement; tot dat hy hen , omtrent een jaar voor zyn' dood , in 't bewind ftelde , en een Parlement beriep, welk meest uit Torys be- ftondt; doch , kort voor zyn overlyden , we- derom vernietigd werd. De Whigs , die fter- ker voor den oorlog neigden, fcheenen toen wederom in 't bewind te Zullen geraaken , en fchikten zig, hierom, naar 't gevoelen van den Koning'; die , zo lang hy over Engeland re- geerde , vergeefs, gearbeid hadt, om de drift der
O) N. WiTsEN Öyzonder Verbaal, f. 45* e, S' f' ith & *«
JR nu c. 2. MS. XVII. Deel. H
|
||||
ji4 VADERLANDSCHE LXV.Boek.
1702. der partyen te maatigen. De Torys hebben $
------voor (x% en vooral nazynen dood, metklein-
agting van hem gefproken , en hem van wille-
keurige heerfchappye befchuldigd (7). Doch buitens Lands hadt men zulke kleine gedagten van zyn gezag over zyn Koningkryk, dat men hem Stadhouder van Engeland en Koning van Hol- landnoemde (2). En inderdaad, zyn aanzien was zo groot bier te Lande, dat men reden heeft om te twyfelen , of het immer zo groot geweest zy, in Engeland ; daar hem de hooge eernaam van Koning opgedraagen was, terwyl hy, hier, onder veel minderen titel, regeerde. Voornaame Staatsdienaars hebben aangetekend „ dat men zig, in Holland, wel gewagt zou „ hebben van hem voor te houden , 't gene „ hem het Parlement in Engeland voorhieldt:" en dat „ veele Leden van den Staat, zonder „ den adem van den Koning , onzen Stadhou- „ der, niets durfden aanvangen (#)." Doch zyn gezag was, niet terftoni , maar allengs- kens, zo hoog gefteegen. Gebooren, in gantsch ongunftige omftandigheden, hadt hy, geduu- rende zyn e minderjaarigheid , 't bewind der zaaken gezien in handen van zulken, die, zo zy geene partyen van hem en zyn Huis waren, ten minden , den blykbaarften afkeer toon- den van de Stadhouderlyke Regeeringe , die zyne Voorouders bediend hadden, en naar wel- ke hy naauwlyks nalaaten kon te ftaan. Zyne verheffing , in 't jaar 1672 , ging verzeld met eene
f x~) N. Witsen Byzonder Vetbaal, f. 124. c. 5. BIS.
(;>) Gedrag van d.' Hirtogin van Maribor. l/l, 23.
fa} .Mentor, de Iirandeb. p. 197.
(«5 N.VVir»*N B/iouder V'ei'Mal, f.Cr.c.4. ƒ.129. M«#*?
|
||||
LXV. Boek. HISTORIE. 115
eene geheele verandering in de Regeering, die
niet wettiglyk gefchieden kon , zonder dat 'er hem , voor eenen tyd , groot gezag toe gege- ven werdt, door 's Lands Staaten. Van dit gezag hadt hy zig bediend, om zyne vrienden, of zulken , die hy daar voor hieldt, alomme , op 't kusfen te helpen: die 't, federt, van hun belang , of heilzaam voor 't Vaderland reken- den , dat 's Prinfen aanzien hooger opgevy- zeld werdt , door de waardigheden , welken hy bekleedde, erfelyk te verklaaren in zyne mannelyke nakomelingfchap. In de overheer- de Gewesten , Gelderland , Utrecht en Over- ysfel, deedthyzig, naderhand, een zeer on- bepaald gezag opdraagen over de beftelling der Regeeringe. Doch ibmmigen oordeelden, al vroeg , dat hy zig van dit gezag bediende , tegen 't oogmerk , waarmede het hem opge- draagen was. De handeling over de opdragt van 't Hertogdom Gelder en 't Graaffchap Zut- fen bragt het gemeen , aan veele oorden, in 't vermoeden , dat zyne Hoogheid naar de op- perfte magt over de Landen ftondt: en 't is niet onwaarfchynlyk, dat dit vermoeden ge- voed werdt, door eenige Regenten, die zelven niet vreemd waren van de gedagten , dat de Prins meer gezags zogt. Doch zyne Hoog- heid , de opgedraagen' waardigheid van de hand wyzende, en 's Lands Staaten zelven deeden hun best, om dit vermoeden te doen verdwynen. 't Scheen egter zulke diepe wor- tels gefchooten te hebben in fommige groo- te Steden, dat men zig, federt, meerderen openlyker kantte tegen 's Prinfen vooiflagen, H 2 zig |
||||
iiS VADERLANDSCHE LXV.Bor*,
vos. zig bevlytigende , om zulke tegenkantingen ,
-------onder 't volk , te doen doorgaan , voor een
yverig voorflaan der gemeene vryheid : waar-
van 't jaar 1684 een der merkwaardigfte voor- beelden uitleverde. Ook werdt de burgery zo zeer ingenomen met deeze gedagten , dat men haar niet kon beweegen, om de hand te leenen tot eenige ongewoone verandering der Ilegee- ringe ; d'ie , alleen in kleine Steden , gelyk te Goes in Zeeland, door Krygsvolk, uitgewerkt werdt: in de meeste grooten, agterbleef. De oorlog, die, met het jaar 1689, aanving, hadt egter, gelyk doorgaans, het aanzien des Stad- houders , die nu ook tot Koning van Groot- Britanje verheeven was , doen ryzen , en het was , hier te Lande , ten hoogften top geftee- gen , toen hy , midden onder de toebereidfels tot eenen oorlog , die. haast algemeen werdt, overleedt. De tyding van 'sKonings affter- ven werdt, niet zonder ontfteltenis , ontvan- gen in den Haage. Nogtans hebben ibmmi- gen opgemerkt, dat de droefheid niet zo groot noch zo algemeen was , dan toen men , voor eenige jaaren, het affterven van Koninginne Maria vernam. Men gaf, eerlang, bevel, om, zes weeken agtereen , driemaal 's daags, t1 el- ken reize anderhalfuur, de klokken te luiden. Ook kleedden alle de Regenten zig, op's Lands kosten , in den rouw (b). Doch eenige lui- den hadden de onbefcheidenheid van te loot- ten met deeze openbaare tekenen van treurig- heid : van welken fommigen , te Rotterdam, in
|
|||||
(,*} Groet - Plakantb. V. Desi. il. as.
|
|||||
LXV.Boek. HISTORIE. ïiy
in hegtenis raakten, en een, fchryfc men , te 170e;
Amfterdam , door 't getergd gemeen , gedood ------
werdt (c). Men oordeelde, hier, dat de
overleeden' Vorst te veel aan de Landen ver- diend hadt, dan dat men zyne gedagtenis , ongeftraft, zou hebben willen laaten hoonen. Ook hieldt men hem voor zo uitmuntend in vee- Ie deugden , dat 'er geene plaats fcheen te zyn voor eenig gebrek (V) , welk hem , by 't ge- meen , in veragtinge brengen kon. Zelfs heeft Bisfchop Burnet gefchreeven , dat hy vry was van alle ondeugd , eene foort alleenlyk uitge- nomen , welke hy egter zorgvuldiglyk bedekt wist te houden. Doch deeze Schryver meldt niet, welke deeze ondeugd, of dit gebrek ge- weest zy: en 't ftaat ons niet vry, in eene zaak van zo veel gewigt, op gisfingen van anderen, te bouwen, 't Ontbreekt, voor't overige, niet aan zulken (e), die Willem den III. met Hen- rik den IV, Koning van Frankryk, en met Elizabet, Koninginne van Engeland , verge- lykende , geoordeeld hebben , dat de weder- waardigheden , met welken hy geworfteld heelt, grooter, en de misflagen, in welken hy vervallen is, kleiner geweest zyn , dan die van deeze twee Mogendheden. De Heer van Odyk hadt, reeds in 't jaar 1699, ter Verga- deringe der Staaten van Zeeland , voorgeflaa- gen , dat men den Koning, op 't Hof te Mid- delburg , een metaalen Standbeeld behoorde o»
|
|||||||
(O Lamberti-~o;«. II. 0.82.
(d) Templs Aanm. VM UoofdQ il. 955.
ie; See TiOT.U. Fol lv. [«■ XIX.] p, afij.
Hs
|
|||||||
.
|
|||||||
TIS VADERL. HIST. LXV.Boek.
i?o2. op te regten. Ook werdt, hiertoe , gene-
.-------genheid befpeurd , by de Leden (ƒ). Doch
'sKonings dood veianderde de gedaante der
dingen derwyze , dat hierom , federt , niet; meer gedagt werdt. C /) Notul. Zeel. 2 Äfoy 1699. IL 151,
|
|||||
VA-
|
|||||
VADERXANDSCHE
HISTORIE.
ZES-EN-ZESTIGSTE BOEK.
|
||||||
INHOUD.
I. De Staaten vernieuwen de Verbonden met An-
na , Koninginne van Groot- Britanje. II. Het Franfche Hof zoekt de Staaten wederom te b&- weegen tot afzonderlyke handeling. Voorflag van den Refidem Barre. Inzigten der Staaten. Amfierdam gevleid door de Franfchen. Antwoord, op den voorflag van Barre. III. Staat van 's Lands Regeeringe. Twist "tusfchen dm Koning van Pruis]Ten en den Prinfe van Nasfau, over ds nalaatenfchap van Koning Willem. De Gewes- ten bewilligen in Hollands voorflag op den vorm der Regeeringe. IV. Opfchuddingen in Gelder- land, met naams te Nieuwmegen, te Ticl en ts Bommel. De Regeering wordt afgezet. Her~ field. Andermaal afgezet. Verandering te Arn- hem en elders. V. Beweegingen in OverysfcL VI. Opfchudding in de Provincie van Utrecht. Geweldige beroerte te Amersfoort. Beweeging te Reenen. VII. Beroerte in Zeeland. De Staat van eerflen Edele vernietigd. Verandering te Thoolen, te Goes en te Middelburg. Vilt. Kei- zerswaard belegerd. De Staaten verklaaren Frankryk en Spanje den oorlog. IX. De Keizer H 4 e» |
||||||
ISO VADERLANDSCHE LXVLBo«:
tn de Koningin van Groot -Britanje^ insgelyks.
Oorlogsverklaring des Körtings van Frankryk. X. Toeleg der Franfchen , om Nieuwmegen te verrasfen. Zy trekken af Keizerswaard geeft zig over. Xl. Venlo gewonnen. Ook Stevens- waard en Roermonde. Luik ingenomen. Mar lbo- tough loopt gevaar van geligt te worden. XII. Krygsbedryvm in Italic. XIII. DeEngelfcheen Staat f che Vloot komt voor Kadix. Port S. Maria geplonderd. De Zilvervloot in Vigos veroverd en vernield. XIV. Staat des Krygs in''t Noorden. Vcrfchü met Deenemarke. Verandering in Enge- land. XV. Verbodvan alle handel met Frankryk en Spanje. Holland bewilligt, gereedelyk, in de lasten des oor logs. Verdragen met eenige Duit- fchc Vorflen. XVI. Veldtogt in Duitschland. De Pruisfifchcn veroveren Rynberk en Gelder. Marlborough belegert en bcmagtigt Bon. XVIJ. De Franjehen veroveren Tongeren. De Bond- genooten bcmagtigen de vyandlyke Linien , in Vlaanderen. Gevegt by Ekeren. Huy en Lim- burg gewonnen. XViJI. Staat des oorlogs aan 4en Donamv. Opfland in Ilongarye. Krygsbe- dryven in Italië. XIX. Verdrag met den Koning san Portugal. Zeezoaken. XX. Opfland in do Scvennes. De Bondgenoot en onderfleunen de Ca- tnifards XXI. De Hertog van Savoje kiest de zyde der Bondgenoot en. Verbond met Zwecden. Verdrag met Tunis , Tripoli en Algiers. De aartshertog Karel tot Koning van Spanje ver- klaard. X.X11. Friesland zoekt den Prins van Nasfau tot' Generaal van V Voetvolk te bevorder f en. De andere Gewesten maaken 'er zwaarig- fteid in. Zy laaten zig allen over haaien, uitgeno- men Zeeland. XXlH. Gevegt by Schellenberg, D&
|
||||
LXVLBoek. HISTORIE. 121
Donaiiwerth en Nieuwhurg gewonnen. Veld- . • -
ßag by Hochßet. De Bondgenooten bemagiigen yerfdeiden Steden. XXIV. Krygsbedryyen in de Spaanfche Nederlanden. Brugge en Namen gebombardeerd. XXV. Krygsbedryven in Italië. XXVI. Zeeflag voor Mallaga. Gibraltar ge- wonnen. XXV'11. Oorlog in Portugal. XXVllt. Verandering in Poolen. Staat des krygs in Hon- mrye. XXIX. Nieuwe beweegingen in Gelder- land, ter gelegenheid van de verandering der Jtcgeeringe. Opfc'uidding te Harderwyk. De Staaten van Holland en de algemeene Staaten fieeken zig in de Gelderfche gefchilleti. Beroer- te te Arnhem. Geweldige opjchudding te Nieuw fliegen. Beweeging te Doesburg en te Wagenin- gen. XXX. Oproer te Middelburg. e Staaten der Vereenigde Gewesten ont- 1702.
I vingen de tyding van het overlyden |
|||||||||
I.
De Srna-
ten ver- |
|||||||||
deTKonings van Groot - Britanje, te gelyk
met het berigt, dat de Prinfes Anna hem |
|||||||||
opgevolgd was, in de Koningklyke waar- nieuwen
digheid. De nieuwe Koningin werdt, ter- de ver- itond, begroet, over haare komst tot de bonden Kroon, door den Heere van Vrybergen, dernaKo_" Staaten Gezant aan 't Engelfche Hof. Zy ninginn« vaardigde , zonder uitftel, den Graaf van van Marlborough herwaards af, om de Staaten greoN te verzekeren, dat zy zig ftipt dagt te hou- den aan de Verbindtenisfen, aangegaan tus- fchen wyien zyne Majefteit en hunne Hoog- JMogendheden; en dat zy gezind was, de bui- tenfpoorige magt van Frankryk te beteugelen, beide te water en te lande. De Staaten deeden den Graave, die, op den eenendertigden van H 5 Len- |
|||||||||
122 VADERLANDSCHE LXVI.B0E&,
|
||||||||||
tjos. Lentemaand, gehoor kreeg, dezelfde betuigin-
-------gen. Ook fchreeven zy aan de Koninginne op
gelyken zin (a), en traden, federt, met Marl-
borough, die, reeds by 't leéven van Koning Willem, tot Generaal over de EngelfcheKrygs- magt te lande, aangefteld was (b), in onder- handeling , over de beweegingen van den aan- ftaanden veldtogt. Ook werden, niet lang hier- na, de Verbonden vernieuwd tusfchen Groot- Britanje en de Staaten (c), die, eerlang, een buitengewoon Gezantfchap, bekleed door de Heeren van Liere, van Dykveld en van Haren, afgevaardigden naar Engeland, om de Koningin, plegtiglyk, geluk tewenfchen over haare komst tot de Kroon (</). ■jï. Midlerwyl, oordeelde men, aan 't Franfche Het Fran-Hof, dat het overlyden van Koning Willem, fthe Hof die zo veel invloed gehad hadt op de raadplee,- nieuwe g*nSen en befluiten der Vereenigde Gewesten, poogin- de Staaten wel ligt mögt doen veranderen van j;en,oin maatregels, en doen luisteren naar de voorfla^ tle Staa- gen van een byzonder Verdrag, hun, te voo- afzon" ren, gedaan door den Graave d'Avaux. Bar- «Seriyke ré, Sekretaris der Ambasfade, was nog in den hande- Haage. Koning Lodewyk dan, geenen tyd wil- |
||||||||||
bewee-
|
lende verzuimen, om de gezindheid der Staa-
|
|||||||||
ten te toetfen, zondt deezen Geloofsbrieven
toe, als zynen Refident by den Staat. Zy wa- ren den zevenentwintigften van Lentemaand gedagtekend (e): en Barre paste, op den der- tig- («) LAMBERT! Tom. II. p. 84, 85, 87, 8S, 92.
'(* ) Tindal P'hI. IV. [ar KIX.] p. 34/. f O Groot-Plakaatli. V. Detl, tl. 415. («O Lamberti Tom. II. p. 99, iop.j Qe') LamïERTI ïem. U. f. 89. |
||||||||||
LXVI.BoEK. HISTORIE. 123
tigften, 's daags voor den Graave van Marl- 170*.,
borough, gehoor te bekomen in de Vergade---------
ring der algemeene Staaten, welken hy voor-
hieldt: „dat de Koning, zyn Meester, de aan- Voorfhg ., zienlyke Krygsmagt, welke hy op de been van den „ gebragt hadt, niet gebruiken wilde, voor hy ^1?11" „ de Staaten, nog eens, hadt herinnerd, wat zy Refident j, aan de vriendfchap van de Koningen, zyne Barre. „ voorzaaten, en aan zyne jongfte poogingen „ ter bevestiging der Ryswykfche Vrede ver- „ fchuldigd waren, 't Hadt aan den Koning „ niet gehaperd, dat deeze bloeijende Staat, „ die zoo lang gelukkig geweest was, als men „ de naauwe vereeniging met Frankryk hadt „ gehouden voor een der voornaamfte grond- „ regelen der Regeeringe; niet genooten zou „ hebben eene langduurige rust, en alle de „ voordeden voor den Koophandel, bjr de „ jongfte Verdragen met Frankryk toegeftaan. „ Ook hadt zyne Majefteit 'tverwyt van zwak- „ heid en mistrouwen op zyne eigen' kragten ,, liever geduldiglyk willen verdraagen, dan, „ om hun deezen waan te beneemen, zyne „ wapenen wenden tegen volken, die hy nog „ met genegenheid aanzag. Hy wist ook, „ dat het belang der Staaten hen noopen „ zou, om te beantwoorden aan deeze gene- „ genheid, zo dra zy dien tyd van Fryheid eens „ wederom beleeven zouden , waarin zy de „ vriendfchap van Frankryk zouden mogen aan- a, merken, als het zekerfte fteunfel van hun „ Gemeenebest. Zeker, zy waren in eenen „ ßaat van Bedwang geweest, zo lang zy een „ ttrydig gedrag gehouden hadden. Het af- „ breeken der begeerde onderhandelingen, toij, „ be-
|
||||
124 VADERLANDSCHÊ JCXVL Boekt.
„ bevestiging der Vrede, de Verdragen met
„ de vyanden des Konings van Spanje, tegen „ den Koning, zynen Meester, en deszelfs „ Kleinzoon, de heimelyke onderftand tegen „ Spanje, de vyandlykheden, in volle Vrede , „ omtrent de Franfche grenzen, het weigeren „ van een onderzoek der byzondere regten „ des Konings van Spanje en der Staaten, wa-, » ren de gevolgen geweest van deezen gedwon- „ gen toeftand. Nu de Staat wederom op zig „ zelvm ftondt; nu de geest van 't Gemeene- „ best wederom ftondt te regeeren; nu men „ alleen met het algemeen belang ftondt teraa- „ de te gaan, hadt men reden om te verwag- „ ten, dat het gedrag der Staaten de gevoe- „ lens zyner Majefteit omtrent hen regelen „ zou. Ook verzekerde hy hun, uit 's Ko- „ nings naam, dat niets hunnen Koophandel „ zou ontrusten: datzy, beide in Frankryken „ in Spanje, het vol genot hunner voorregten „ zouden behouden, en dat de Munfterfche, „ Nieuwmeegfche en Ryswykfche Verdragen , „ door beide de Koningen, zouden bekragtigd „ worden, zo zy zig op de oude en opregte „ vrienJfchap van Frankryk verlaaten wilden. „ De veiligheid hunner Gewesten, wel verre „ van belaagd te worden door zyne Majefteit, „ zou het voornaamfte voorwerp zyner zorge „ zyn, en hy zou, om dezelve in zekerheid te „ ftellen, gaarne hunnen Gevolmagtigden hoo- „ ren, of eenen Ambasfadeur herwaards zen- „ den. Zy behoefden de troepen, die op hun- „ ne grenzen byeen trokken, niet te vreezen. „ 't Stondt aan hun, dezelven tot hunne vrien- „ den te maaken, of wel geheellyk te doen » ver
|
||||
tXVI.BoEK. HISTORIE. ifig
|
|||||
9, vertrekken uit de Spaanfche Nederlanden. 170a.
„ Zo dra de Vrede beveiligd was; zo dra de----—
„ Staaten de wapenen afgelegd hadden, zou
„ de bewaaring der Spaanfche Gewesten wor- „ den toevertrouwd aan de troepen des Ko- „ nings van Spanje alleen. Een fpoedig be- „ fluit kon dan de rust herftellen in den Staat. „ Hunne Heerlykheden alleen, die nu raad- „ pleegden op het beftellen der Regeeringer „ van hun Gemeenebest, konden beflisfen, of „ zy Vrede en Vryheid te kiezen hadden; of „ in oorlog te treeden; en 't bederf van hun- „ nen Koophandel te voorzien, om uitheem- „ fche belangen te bevorderen. De tyd van „ den veldtogt genaakte : 's Konings Legers „ waren in fhat om werk te beginnen: de „ voorzigtigheid der Staaten zou hun dan, in „ den korten tyd van beraad, dien 't faifoen „ hun nog gunde, ligtelyk, doen bemerken, „ welke zyde het heil des Vaderlands en hun „ onfterfelyke roem hen moest doen kie- „ zen (ƒ>" De Refident, dit Vertoog, volgens gewoon- Aanmer-
te, fchriftelyk, hebbende overgeleverd, deedt kin«eu het, terftond, drukken en verfpreiden, op °npzi^eil hoop, dat 'er het gemeen en de Staaten af- der"staa- keerig door zouden gemaakt worden van den ten in de oorlog, en bewoogen tot een verdrag, naar tegen;.r den zin van Frankryk. En 't vertoog zou hier- omftanT* toe eigenaartiglyk geftrekt hebben, zo de Staa- dighe- ten niet te diep ingewikkeld geweest waren, den. met den Keizer en met Groot-Britanje; en zo zy
(ƒ) Rcfol. Holl. 31 Maart 170a. il. 91. Ftiez L.WiBERTr
Tefii. 11. p. 93.
|
|||||
126 VADERLANDSCHE LXVLBoek;
1702. zy zig gerustelyk hadden durven verlaaten op
■------Frankryks beloften. De beveiliging hunner Ge- westen , van den kant der Spaanfche Nederlan- den , was het groot oogmerk geweest van alle de Verdragen, welken zy, na de Ryswykfche Vrede, gellooten hadden. Zy oordeelden, dat hunne veiligheid gevaar loopen zou, zo de Spaanfche nalaatenfchap geheellyk overginge in het Huis van Bourbon; en zy hadden hier- om zorg gedraagen voor de Verdeeling deezer nalaatenfchap, by meer dan één Verdiag, met Frankryk zelfs getroffen. By deeze Verdragen, werdt Frankryk geflooten buiten de Spaanfche Nederlanden, die dus een bekwaame voormuur konden blyven voor deezen Staat. Maar de uiterfte wil van Karel den II, en dat Frankryk zig aan den zelven hieldt, verydelde deeze fchikkingen. De gantfche nalaatenfchap ftondt eenen Vorst uit den Huize van Bourbon ten deel te vallen : de Vereenigde Gewesten blee- ven onbeveiligd, van den kant der Spaanfche Nederlanden, ten ware de Staaten den Keizer voldoening wisten te bezorgen, en daardoor hunnen Staat in meerder verzekerdheid te bren- gen. Hierom ftondenze ook op deeze voldoe- ning , en te gelyk op het regt om bezetting te mogen houden in eenige Nederlandfche Steden, gelykze, na 't fluiten der Ryswykfche Vrede, onder de voorgaande Regeeringe, gedaan had- den. De Koning van Frankryk fcheen hun te wil- len ontzetten van dit regt, zendende Franfche troepen in de Plaatfen, welken zy bezet hielden , en hunne troepen noodzaakende, de Spaanfche Nederlanden te verlaaten. Hierdoor, waren zy verpligt geworden, Koning Filips te erkennen. Doch
|
||||
LXVI.BoEK. HISTORIE. 12?
Doch deeze erkentenis, gevoegd by de inlege- 1702;
ring der Franfchen in de Spaanfche Nederlan- den, ftelde, dagtenze, hunnen Staat in gevaar,
zo zy den Keizer geene voldoening bezorgden, waarom zy, te fterker, op deeze voldoening ftaan bleeven. Het Franfche Hof, niet onkun- dig van den toeftand en inzigten der Staaten , onderftelde, met veel fchyn, dat zy 's Keizers voldoening meest begeerden, om 'er hunne eigene veiligheid in te vinden; en befloot, dat zy, veelligt, van 's Keizers zyde zouden kön- nen afgetrokken worden, zo men hunnen Staat verzekerde, zonder dat de Keizer voldaan wierdt. En hieruit ontftondt de voorflag van Barre, om over de verzekering, der Gewesten, in afzonderlyke onderhandeling, te willen tree- den. Zyn gantfche Vertoog ftrekte om de Staaten, door vleijen en dreigen, hierin te doen bewilligen. Ook verzuimde hy niet, van ter zyde, te fteeken op het bedwang, waarin zy, zo hy voorgaf, geweest waren, onder de jong-< fte Stadhouderlyke Regeeringe, hun, te gelyk, bedektelyk, waarfchuwende, tegen zulk eene Regeering, waarby Frankryk, zeldzaam, zyne rekening gevonden hadt. Zelfs zogt het Fran- HetFrsu* fche Hof, omtrent deezen tyd, eenige Steden, fche Hof met naame Amfterdam, over te haaien in zyne ^jj^ belangen: 't welk egter mislukte, 't Gerügt hadt dam te" zig reeds verfpreid tot in Engeland, dat deeze winnen5 Stad afkeerig was van oorloge. Maar Willem doch ver» Buys, Penfionaris der Stad, fchreef eenen brief s naar Engeland, waarin hy het tegendeel ver- klaarde en bewees (g). Ook hadt het Vertoog van
iS) Vdez LambjlRH Tom* IL $. 86t
|
||||
128 VADERLANDSCITE LX VI. Boek.
ï?oi. van Barre geenen ingang, Men ftelde het, ter-
zant, en den Graave van Marlborough, in han- den, die met den Raadpenfionaris Heinfius overeenkwamen, dat de eerfte 'er een Vertoog tegen inleveren zou, ter algemeene Staatsver- gaderinge: gelyk, terftond, gefchiedde. De Staaten ftelden het antwoorden op het Ver- toog van Barre uit, tot dat zy den Graave van Marlborough beantwoord hadden; waarna zy, den agtften van Grasmaand, beflooten, den woord" Refident aan te zeggen „ dat hunne Hoog-Mo- der staa- „ gendheden, met vreugde, gedagten aan den te» op „ tyd, waarin zy, ten naauwfte, verbonden ^c".fi„ ■>} waren met Frankryk; doch dat zy 't geluk vnn Baf- « n^et genad hadden van altoos te mogen be- te. „ houden de vriendfchap zyner tegenwoordi- „ geMajefteit, hoe hoog zy dezelve ookmog- „ ten waardeeren. Zy hadden ook, altoos, toe- 93 gelegd op de behoudenis der algemeene Vre- „ de, mids hun Staat daarby in zekerheid ge- „ fteldt wierdt. Maar 't af breeken der onder- „ handelingen met den Graave d'Avaux, de „ onzekerheid omtrent de toegeneigdheid zy- j, ner Majefteit van Frankryk, de intogt in de „ Spaanfche Nederlanden , 't vermeerderen „ der toerustingen ten oorloge op de grenzen , „ de poogingen om de Vereenigde Gewesten j, geheellyk in te fluiten, en hun te berooven „ van hunne vrienden; dat alles hadt hen be- t, woogen, om zig ook te wapenen, om hun- „ ne vrienden te verzoeken om hulpe, en om „ zulke verbindtenisfen met dezelven aan to „ gaan, waarin men, wederzyds, befcherming „ en veiligheid zou mogen vinden. Ook za- » ge»
|
||||
LX VI. Boek. HISTORIE. 12$
„ gen zy nu , uit het Fransch Vertoog zelf, 1702,
„ dat deeze voorzorg niet nutteloos geweest —— „ was , blykende het, dat zyne Majefteit be- „ flooten hadt tot den oorlog, en alleen debe- „ kwaamheid van het jaargetyde afwagtte, om „ zyne talryke Legers werk te doen beginnen. „ Voorts, kenden ze zig niet fchuldig aan 't „ gene hun in 't Vertoog te last gelegd werdt. „ Ook zagen zy , in den tegenwoordigen toe- „ ftand der zaaicen , geene reden , om iemant „ af te vaardigen aan zyne Majefteit, ncch „ waarom zyne Majefteit hun de eer doen zou „ van hun eenen Ambasfadeur toe te zenden ; }, hebbende zy zig, tot hunne eigene befcher- „ ming en veiligheid , verbonden , in geene „ byzondere handeling te zullen treeden. Ook „ kon de algemeene Vrede , die 't onderwerp „ der handelingen zou moeten zyn , niet zon- „ der de Bondgenooten geflooten worden. Ein- „ delyk, hadden hunne Hoog-Mogendheden, „ met bevreemding, gezien, dat het gantfche „ Vertoog rustte op de onderftelling , dat zy „ nu meer vryheid van befluiten zouden heb- „ ben, dan voorheen; doch zulk eene onder- „ ftelling kon alleen zien op de dood van „ zyne Majefteit, den Koning van Groot - „ Britanje, onfterfelyker gedagtenisfe; waarin „ nogtans de Heer Refident, by gebrek van „ kennis hunner Regeeringe, zig geweldiglyk „ bedroog; alzo hy weeten moest, dat hunne „ Hoog - Mogendheden , te vooren , zo veel „ vryheid als tegenwoordig gehad hadden, om „ zulke belluiten te neemen , als zy dienftig „ hielden voor den welftand en behoudenis „ van den Staat. Zy konden wel niet genoeg XVII. Deel. I „ be- |
||||
130 VADERLANDSCIÏE LXVI.Boer.
1702. „ betreuren het verlies van eenen Vorst, wiens
—— „ wysheid , gemaatigdheid en dapperheid ge- ,, roemd zouden worden , zo lang de weereld „ ftaan zou; wiens heldendaaden en verdien- „ ften jegens den Staat nimmer zouden verge- „ ten worden, en wiens dood, hier te Lande, „ beide van de kleinften en de grootften , be- „ klaagd werdt; doch zy waren verzekerd, dat „ 's Konings raad nergens toe geftrekt hadt, „ dan tot behoudenis van Vryheid en Gods- „ dienst; en bleeven volkomen overtuigd van „ de redelykheid dier maatregelen : waarom „ zy beflooten hadden, dezelven op te volgen; „ niet af te gaan van de Verbonden, by 't lee- „ ven van gemelde zyneMajefteitgemaakt, en „ zig, ten allen tyde , van de middelen, wel- „ ken God hun in handen gefteld hadt, te be- „ dienen , tot behoudenis van hunne Vryheid „ en Godsdienst (/4)." Dit antwoord toonde zo klaar , dat de Staaten niet van inzigten ver- anderd waren, federt de dood van Koning Wil- lem, dat men nu den oorlog onvermydelyk hieldt. Ook werdt dezelve, eerlang, openlyk, verklaard aan Frankryk. Doch eer wy dit verhaalen, zal 't niet ondienftig zyn, te ontvouwen, wat'er, omtrent de vastftelling der Regeeringe , na de dood des Erfftadhouders , in de Vereenigde Gewesten, voorviel. 111 • Het overlyden van zyne Majefteit van Groot- Stwt van ftritanje hadt vyf deezer Gewesten ontzet van RegeV hunnen Stadhouder, den gantfchen Staat, van ringe,na zynen Kapitein- en Admiraal-Generaal. Deeze hoo-
(k ~) Rcfo!. Gener. Sabiathi 8 April 1702. tl. 228. ly Imu
Berti ïtm.ü- p-Si- '"'"'t Oroot-Plakaatb. V. Deel, il.52, |
||||
LXVI.BoKK. HISTORIE. 13t
hooge waardigheden waren wel, in 't jaar 1674, l703,
erfelyk verklaard , in zyne mannelyke nako- |
|||||||
melingfchap; doch hy was overleeden , zon- de dood
der ooit kinderen gehad te hebben , weshalve vanKo- niemant, uit hoofde van het befluit des jaars wMein.: 1674, regt voorwenden kon op de waardighe- den , welken hy , door den dood, ontruimd hadt. Hy hadt, dit voorziende, reeds in 't jaar 1700, gearbeid, om zynen Neef, Prins Jan Willem Frifo, die thans op de Hooge Schoole te Utrecht was, te doen benoemen tot zynen op- volger j doch zyne poogingen waren vrugteloos geweest, gelyk wy, in't voorgaande Boek (*)» hebben aangetekend. De meeste Leden der hooge Regeeringe fcheenen thans, gelyk na de dood van Prinfe Willem den II, te neigen, om de waardigheden , door zyne Majefteit van Groot - Britanje bekleed, onbegeven te laaten. De Koning hadt den jongen Prins van Nasfau tot zynen algemeenen erfgenaam gefield (£); en 't fcheen dus niet vreemd , dat veelen dagten , om hem zyner Majefteit ook te doen opvolgen , in de opengevallen waardigheden. Doch de Koning van Pruisfen , zig gronden- De Ko- de op den uiterften wil van Fredrik Henrik "in? vaft (7) , zynen Grootvader van Moederszyde , ben^«" betwistte den jongen Prinfe het regt tot'sKo denPrin- nings nalaatenfchap; welke hy zig, door zynen fe van Gezant in den Haage , geheel deedt toeëige- Ntstm nen (ni). Ook maakte hy zig, terftond, mees- op'den«. ter van de Graaffchappen Lingen en Meurs, haten. zoe-
(i~) Kaiz. 104.
(*; XVI. Deel, hl. 300.
CO £'« *!• Deel, tl. 454.
(m~) Foiez Lambeutj iitm, III. f. 96, pn,
|
|||||||
132 VADËRXANDSCHE LXVLBoek.
|
||||||
170a. zoekende zelfs zyne wapens te hegten aan 't
-------Stadhuis te Graave: 't welk hem, egter, door
Map van den Bevelhebber , belet werdt. Doch , wat
Komng iaater s nam hv in perfoon bezit van 't zoge- 1 em' naamde oude Hof in den Haage. De Prinfesfe Weduwe van Nasfau, Moeder en Voogdesfe van den jongen Prinfe , beklaagde zig by de Staa- ten over 't bedryf des Konings van Pruisfen , welk zy niet fchroomde geweldig te noemen. Ook verwierf zy, by 't Hof van Holland, een Mandement, waarby zyne Pruisfifche Majefteit voor 't zelve gedaagd werdt, 't welk hy zeer euvel opnam («). Doch hunne Hoog-Mo- gendheden , fchoon by den uiterften wil van Koning Willem, die, kort hierna, in den Haa- ge geopend werdt (o) , zo wel als voorheen, by dien van Fredrik Henrik , aangefteld tot Executeurs, zagen geene kans, om den twist, tusfchen den Koning van Pruisfen en den Prin- fe van Nasfau, die veele jaaren duurde, fpoe- dig by te leggen. Ook toonde men zo weinig gezindheid als te vooren, om den-jongen Prins te verkiezen tot Stadhouder. Men wil, dat 's Prinfen vrienden , om 's volks genegenheid te hemwaards te toetfen , omtrent deezen tyd, verfpreidden , dat hy krank , of zelfs overlee- den was, en dat men toen befpeurde , dat de naam van Nasfau nog in hoogagting was , on- Voor (lag der de Landzaaten (^>). Doch de Staaten van •der Staa- Holland waren de eerften gereed met een be- fluit,
O) Refol. Holl 29 Maart, 28 /tpri', 26 May 1702- hl. 86,
116, 212. 15, mMaart, 7 April, 20 Jnnv 1703. hl. i$\, 170, 172, 227, 231, 355. 23 &>>r, 1704. l/l. 125, Lambert» Tum. II. p. 99, 223. 1 v ) ».root Plakaatb. V. Deel, hl, 23.
(p) Lajibekti Tom. II. f. 99.
|
||||||
\
|
||||||
L XVI. Boek. HISTORIE. 133
|
|||||||
fluit, om zónder Stadhouder te regeeren. Zy 170a.
gaven 't, met onbepaalde woorden, te kennen, |
|||||||
in de Vergadering der algemeene Staaten, wer- ten van
waards zy zig, op't ernftig aanhouden van den Hol'allJ» Raadpensionaris Heinfius, in vollen getale, ver- vornuier voegden , op den vyfentwintigften van Lente- Regee- maand. Zy vertoonden hier , na een omftan- ringe. dig beklag over de dood van Koning Willem, „ dat zy geenen beteren raad wisten , om dee- „ ze zwaare wonden teheelen, dan dat de Staa- „ ten der byzondere Gewesten de handen in- „ een floegen , eene volkomen' onderlinge ee- „ nigheid, liefde en vertrouwen aankweekten , „ en, hoofd voor hoofd, verklaarden, dat zy „ zig , ftandvastiglyk, dagten te houden aan „ de gemaakte Verbonden, dezelven handhaa- „ vende, uit al hun vermogen : waartoe hun- „ ne Edele Groot - Mogendheden zig , van „ hunnen kant, volkomen gezind verklaarden, „ zullende zy liever goed en bloed opofferen, „ dan het Gemeenebest, de Vryheid en den „ Godsdienst zien verlooren gaan." Voorts , verzogten zy „ dat hunne Hoog-Mogendhe- 3, den de Staaten der andere GeWesten wilden „ nodigen tot diergelyke verklaaringe , en dat „ men van de kloekmoedige befluiten der Staa- „ ten ook kennis gave aan de hooge Bondge- „ nooten. En in geval de andere Gewesten de „ zaaken en Regeering van het Land , op de „ genoemde wyze , wilden ter herte neemen, „ twyfelden zy niet aan eene gewenschte uit- „ komst (17)." De andere Geweften, kennis De ande- van 't befluit der Staaten van Holland gekree- re Ge- gen (?) Refol. Holl. »5 Maart i;qj. W, 78.
I 3 |
|||||||
134 VADERLANDSCHE LXVI.ËoEk.
1702. gen hebbende , deeden allen diergeJyke ver-
-------- klaaringen (>) , zonder een woord van 't be-
wésten geeven der hooge waardigheden te reppen.
ceiT'ei* Alleenlyk gaven die van Stad en Lande, goed- ig, keurende, dat het bevel over de Krygsmagt van den Staat, by voorraad, opgedraagen was aan den Veldmaarfchalk, Prinfe van Nasfau- Saarbrugge , in bedenking , of men niet ten fpoedigfte behoorde uit te zien , naar een' be- kwaam Perfoon , om 't oppergebied te voeren over de Legers (V): waartoe zy, ongetvvyfeld, hunnen Stadhouder , den Prins van Nasiliu , zouden hebben aangepreezen. Doch hierop viel geene aanmerking, by de andere Gewesten» Men liet de hooge ampten , door Koning Wil- lem bekleed , onbegeeven , en de Regeering der Gewesten, die geenen Stadhouder hadden, fchikte zig, eerlang, byna op den zelfden voet, als waarop zy > na de dood van Prinfe Willem den II, gebragt geweest was. In Holland , ging dit toe , zonder eenige
inerkelyke opfchudding. De Wethouders der Hemmende Steden bedienden zig van de Ok- trojen, hun na de dood van Prinfe Willem den II. verleend , tot het beftellen der Regeerin- ge t of verwierven, van tyd tot tyd, nieuwen van 's Lands Staaten (t). In eenige Steden, met naame , te Schoonhoven (») > te Gorin- chem
( r ) Zie; ander anderen , Nottil. £eel. 25 Mcart, 3 April 1701.
tl- 55 > 58>
(/) Zie Groot-Plakaatb. V. Deel, II. 7—ly- LAMBERT!
Tom. II. />. 60-^-82.
(O Zie Groot-Plakaatb V.Dcél, tl. 722,7:3,7:1.7,729,73z, («) Re'ol. Holl. 17, 25 Aov. 1702- W. 4<)i5 5°9- nJat>- 2I Haart, 26, 28 July, 28 Sept. 20 Noy. 1703 bi, }7, 150,424,
429» 56°» 646j 655.
|
||||
LXVI.BoEK. HISTORIE. 135
chem ( v ), en te Haarlem ( w ), viel egter ee- 17«,-
nig gefchil onder de Regenten , over 't be---------
Hellen der Wet, welk , niet dan met moeite,
en, door tusfchenkomst der Staaten, bygelegd werdt. Van de zes Vroedfchappen, die, in't jaar 1692, buitens tyds, te Rotterdam, waren ontfhagen (#) > waren 'er nog drie , Herman van Zoden t Vieler de Mey en Samuel Beyer, in leeven ; die nu, met kennisfe van hunne Ede- le Groot - Mogendheden, herfteld werden (y). Zelfs werdt Adriaan Blok , in de Regeering van Schoonhoven, en Adriaan Vroefen, in de Vroedfchap van Rotterdam herfteld; fchoonzy beide , reeds federt het jaar 1672 , ontflaagen geweest waren ( z ). Doch in Gelderland , Zeeland , Utrecht en IV.
Overyslel, alwaar de Stadhouder , federt het Opfchud- jaar 1672, groot gezag geoefend, veele luiden J"^".1" uit de Regeering gezet, en veele misnoegden iand. gemaakt hadt, ontftonden , in dit en in eenige volgende jaaren , verfcheiden' zorgelyke be- roerten, van welken wy, hier, eenigberigtgee- ven moeten. De algemeene oorzaak deezer be- roerte was de begeerte van fommigen , om zig herfteld te zien in 't bewind , waarvan zy , of hunne ouders of vrienden, geduurendedejong- fte Stadhouderlyke Regeering , ontzet geweest waren: welke begeerte aanliep tegen geen min- der drift in anderen, om zig te handhaaven in 't gezag j welk hun, door den Stadhouder, was % op-
O) Rcfol. Holl. io, 18 Jan. 1703. il. a8.
Cw) Refol. Holl. 15,25 Jul/, 27^.1703. H. 384. 423*465«
(*) Zie XVI. Deel, bl. 128.
(y) Refol. Holl. 10 Au$. 1702. il, 185.
Cs; Refol..Holl. 16yüiy 1704. tl. 36g.
|
|||||
14
|
|||||
ï36 VADERLANDSCHE LXVJ.Boek.
r?o2. opgedraagen, en waarmede zy zig nog bekleed
— - vonden. De uitwerkfels deezer ftrydige driften waren niet even hevig, alomme; doch hadden gevaarlyke gevolgen, in eenige Steden van Gel- derland. De Staaten van dit Gewest, op de eerfte tyding van 't overlyden des Erfftadhou- ders, te Nieuwmegen, byeengekomen zynde, hadden , om zig te handhaaven in de Regee- ringe, op den agtften van Grasmaand, beüoo- ten „ dat de Magiftraatsbeftelling in de Ste- „ den nu gekomen was , en voortaan altyd „ blyven zou aan de byzondere Wethouders „ derzelven (ö)." Hierdoor, zouden zy, die voorheen van de Regeering ontzet geweest, of, huns ondanks, buiten bewind gehouden waren, voor altoos, verfteken geweest zyn van de gelegenheid om op 't kusfen te raaken , zo zy geen middel gevonden hadden , om de uit- voering van dit bef] uit te voorkomen , en 't volk op te wekken, om verandering in de Re- geering te begeeren en te bewerken. De ge- legenheid ontbrak hun niet, om de Gemeents- luiden en Gilden , die, van ouds, een dubbel getal plagten te benoemen , waaruit de jaar- lykfche Wethouderfchap gekooren werdt, te beduiden , dat zy zig , in dit voorregt, moes- ten doen herftellen , en de beftelling der Re- geeringe niet laaten aan de dienende Wethou* derfchap „ die, zeidemen, tot hiertoe, door „ den »Stadhouder, naar zyn welgevallen, was „ aangefteld geweest, fchoon de algemeene „ Staaten hem, daartoe, in 't jaar 1674, flegts „ voor
(e ) Landd. Reccsf. 3 AprU i?o». MS. Zit tok SCHRASSERT
Bcfthiyv. van Harderw. U. Deel, H. 167. |
||||
LXVI.BoEK. HISTORIE. 137
h, voor ééne reize, gemagtigd hadden." Men 1703,
vondt ook, gelyk doorgaans, ligtelyk ftof, om -------
't gemeen oorzaak van misnoegen te doen op-
vatten, tegen de tegenwoordige Regeering. „ Sommige Wethouders beftonden, zeidemen, „ eikanderen te na in den bloede : anderen „ waren vreemdelingen : anderen bekleedden „ ampten, die onbellaanbaar gehouden wer- „ den met het bedienen van het Wethouder- „ fchap," Sommigen werden bedraagen, dat zy zig, in de Regeering van Stad of Land, kwalyk gekweeten hadden van hunnen pligt: zaaken allen, die, vooral in oorlogstyden, als de gemeene lasten zwaarst drukken, ligte- lyk , geloofd worden van 't volk. 't Morren Verande- borst eerst te Nieuvvmegen tot daadelykheid "n& der uit. De Gemeentsluiden, welker getal twee- n-n|e^e endertig plag te zyn, waren, hier, tot op zes Nieuw- Perfoonen, uitgeftorven: welke zes, op den megen, zesden van Zomermaand, den Raad af vorder- den , dat dezelve hun getal vol maakte. Eeni- gen tyd na dat dit gefchied was, ontfloegen zy den gantfchen Raad van hunne ampten, Hel- lende , nevens de Gildemeesters, eenen nieuw- wen Raad aan, die, uit eenige oude, en voor 't overige uit nieuwe Regenten beftondt. De Burggraaf van Nieuwmegen, Jakob van Rand- wyk, hadt van zyne Burgemeesters en Raads- plaats reeds vrywillig afftand gedaan, zo dra 't getal der Gemeentsluiden vol gemaakt was. Doch de Burgemeester Willem Roukem, de Raa- , den Johan van Leeuwen, Joan Verholt en eenige anderen lieten zig bedanken, door de Gemeents- luiden. De ontflaagen' Regenten begaven zig, des anderendaags, nog wederom naar 't Stad- I 5 huis;
|
||||
138 VADERLANDSCHE LXVI.Büek.
ïfói. huis: doch zy werden verjaagd, door den Maas-
-----— fchtpper Willem Vonk en eenige anderen (V). Te
te Tiel Tiel en te Bommel, gefchiedde, op den zelf-
^n te den tyd, en omtrent op dezelfde wyze , veran- jjommei. dering ia de Regeering> Tti Tiol? hadden de Dekens der Gilden Gemeentsluiden verkooren,
die, aan 't hoofd van eene groote menigte volks, twee Schepens, Joan van Lith de Jende en Willem Kaspar Mattheus van Vinceler; en naderhand nog een' derden, LouisKreyvanger, met zwaare bedreigingen, dwongen, afïiand te doen van hunne ampten (c). r>e Staa- Terwyl de hekken der Regeeringe, in de ten van Steden des Nieuwmeegfchen Kwartiers, dus kolft? r vernan§en werden, bleeven de Wethouders Hellen dé *n ^e Steden der twee andere Kwartieren van oude Re- Gelderland, nog in 't bewind: en verleiden, in geering Hooimaand, den Landdag, die te Nieuwme- weder- gen moest gehouden geweest zyn, naar Arn- |
|||||||||
om.
|
|||||||||
hem, daar dezelve, dooreenige ontflaagen' Re-
genten van Nieuwmegen, bygewoond werdt. De nieuwe Regeering deezer Stad verklaar- de, hierop, alles, wat te Arnhem beflootenzou worden, voor wetteloos. De vergaderde Staa- ten te Arnhem zonden, daarentegen, Gemag- tigden naar de Steden des Nieuwmeegfchen Kwartiers, die van eene bende Ruiters verzeld waren, en de oude Regeering wederom her- ftelden. Zelfs was Nieuwmegen, met vyf Re- gementen knegten en drie Kornetten paarden, die op weg waren geweest naar 't Leger in Bra- bant, ft") Verbaaljder Gemeentsluiden. Bylage hl. H. Verbaal der
oude Magill, hl. 23. Oj Verb, en üeduc. voor de Magill, vail Thiel, U, 5. enz.
Scntcnt« fan J. vau Londen in J Taiy. |
|||||||||
lxvlboêk. Historie. 139
bant, op patent van de Staaten van Gelderland -f ^oï*
bezet geworden. De luiden, die de hand meest . in de verandering gehad hadden, en onderdee-
zen, Frans Romswinkel, die tot Burgemeester, en Henrik Singendonk, die tot Schepen van Nieuwmegen verkooren geweest was, werden, federt, voor 't Hof, gedagvaard; en, niet ver- fchynende, gebannen uit de Provincie (J). De herftelde oude Regeering te Nieuwmegen bleef in 't bewind, tot in den aanvang des volgenden jaars. De nieuwe, doch nu wederom afgezette Regenten, hadden, midlerwyl, een groot ge- tal van burgeren op hunne hand weeten te kry- gen, die zig, by ondertekening, verbonden had- den, tot het herftellen en bewaaren van de vóorregten der Burgerye (e). Ook wisten zy eenige Zeeuwfche Steden, met naame Middel- burg, daar nu ook verandering in de Regee- ring gevallen was, op hunne zyde te krygen (ƒ). De Gemeentsluiden van Nieuwmegen vervoegden zig ook aan de Staaten van Holland, klaagende over de geweldige herftelling der af- gezette Regeeringe, die, zo zy beweerden, volgens de Privilegien, ontflaagen geweest was: en begeerende, dat hunne Edele Groot-Mo- gendheden de gereezen' onlusten geliefden te doen beflegten, door onzydige * zegsluiden. *ArM, Zy vervoegden zig niet by de algemeene Staa-'«"* ten, om dat deezen het herftellen der oude Re- geeringe reeds hadden goedgekeurd, zig zelfs heb-
(rf) Sentent. van F. Romswinkel, II. Singendonk, R. Ver-
fthoor, W. Vonk en anderen.
(«3 2/e Onderl. Verbond en Asfociatie enz,
Cf) Extr. uit de Notul. van Raade van Middelb. van i Dec.
1702. 1« de Notul. van Zeel. van 1702. ByU * 18a« 111 26 Frtït
J70J. il, jio.
|
||||||
.
|
||||||
;
|
||||||
Ho VADERLANDSCHE LXVI.BotK,
1703. hebbende Iaaten welgevallen, dat men 't Krygs-
—— volk van den Staat hiertoe gebruikt hadt. Ook beftondt de meerderheid der Afgevaardigden ter algemeene Staatsvergaderinge nog uit lui- den, die geheellyk plagten af te hangen van Koning Willem. Doch de Staaten van Holland zelven, in aanmerking neemende, dat de oude Regeering de magt nog in handen hadt in Gel- derland , vonden, voor als nog, raadzaam, 't verzoek der Nieuwmeeglche Gemeentsluiden van de hand te wyzen (g). Doch 't leedt niet lang, of zy veranderde van gedrag. De tweefpalt hadt, ondertusfchen, eenen
naam gekreegen. Zy werdt, in Gelderland, en, zo ik meen, ook in Overysfel (/$), Pkoir jery geheeten. De oude Regenten en derzelver aanhang werden gezeid van de oude Plooi; de nieuwe van de nieuwe Plooi te zyn. De Ge- meentsluiden te Nieuwmegen, zynde allen van de nieuwe Plooi, hunnen aanhang merkelyk gefterkt vindende, begaven zig, aan 't hoofd van eene menigte volks, tegen den dag van de gewoonlyke Verandering der Wethoude- ren, zynde den tweeden van Louwmaand, naar 't Stadhuis, begeerende, dat hun de beftelling der Regeeringe werdt afgeftaan, gelykze hun, zeiden zy, van regtswege, toekwam. Men vor- derde tyd van beraad; doch deeze was niet of naauwlyks verftreeken, toen de onlangs afge- zette Regenten, door de Gemeentsluiden en burgers, met geweld ten Stadhuize inge- voerd, en in 't bewind gefteld werden. De ou-
Cp) Refol. Hüll. 24 Nov. i?oz- il. 503.
(Aj l'vuz Lstir. ds ïïasei ik 1'atot. Tom. H. N. IX. f. 6a. |
||||
LXVLBoek. HISTORIE. 141
|
|||||
oude Regenten namen toen, andermaal, de 1702.
wyk. Twee hunner, Roukéns, en Beekman, -i waren, reeds te vooren, van 't graauw, foiaa- Zy delyic, bejegend geweest, en met flyk en fteenen ^?rdt'" geworpen. De herftelling der nieuwe Regen- mèt-erT" ten werdt, daarentegen, met het luiden der ander-' klokken, het ontfteeken van vreugdevuuren en maai sf- andere blyken van uitgelaaten' blydfchap, ge- Sezet» vierd. Zelfs regtte men twee benden vrywil- ligen op, onder de zinfpreuk van reftituta Li- berias , herfielde Fryheid, die, gewapend en met ontrolde vendels, door de Stad trokken, tot befcherming der nieuwe Regeeringe (7). Te °ofc te Tiel, hadt Doktor Mattheus van Eek, in Win- Tiel* termaand des jaars 170a, ook eene Vergade- ring belegd van afgezette Gemeentsluiden en anderen. De Regeering, hiervan'kennis be- komen hebbende, hadt hem en den Deken der Gilden, Joannes Knyf, in hegtenis doen nee- men. De burgers, toen op de been geraakt, hielden geduurige byeenkomften: waaruit, in Louwmaand des volgenden jaars, eene gehee- le verandering der Regeeringe volgde. Van Eek, geflaakt zynde, werdt toen tot Burge- meester aangefteld ( k ). Midlerwyl, zogten de Staaten, die nu te Veranda
Zutfen zaten, de Regeering in de twee andere n"6!," do Kwartieren te handhaaven, en de burgery, die rin| te hier ook naar verandering begon te haaken, te Arnhem, paaijen met beloften. Doch in Louwmaand des jaars 1703, verfcheenen de Gildemeesters van Arnhem op 't Stadhuis, met twee byzondere Ver-
(i) Verbaal voor de Magiftr. il. 32. enz. LambERTI Memoir.
Tom. XII. o. a62j 265. ( k) Verbaat en Dedwäie dir Magiltc. van Thiel. bU 8. enz |
|||||
142 VADERLANDSCHE LXVI.Boek,
f702, Vertoogen, behelzende eenige bezwaarnisfen
------ tegen de Regeerihge, die men vooraf, te wil- len onderzoeken, 't Gemeen, niet voldaan met zulk een antwoord, rotte te hoop, en raad- pleegde op 't gene hun verder te doen ftondt. De Wethouderfchap, met reden bedugt voor erger, zogt zig te handhaaven in 't bewind, door middel der bezettinge, en ftelde eene Rui^ ter wagt aan, om, des nagts, de ronde te doen door de Stad. Maar de burgers bragten te we- ge, dat hun, insgelyks, toegelaaten werdt, eene wagt te houden voor 't Stadhuis, Ook be* loofden de Wethouders, dat zy zig van geen Krygsvolk bedienen zouden, dan met kennis der burgerye ; die , daartegen, verzekering gaf, dat zy geene wanorde of geweld pleegen of gedoogen zou. Al dit was gebeurd voor den gevvoonlyken Keurdag, die op den vyfentwin- tigften van Louwmaand viel. De Wethouders werden toen, gelyk men onder het Stadhou- derlyk bewind gewoon geweest was, in hunne Ampten bevestigd en van nieuws bcëedigd door den Rigter. Doch de Gemeentsluiden verklaar- denze nog dien zelfden dag ontfiaagen van hun- ne ampten: waarna zy eene nieuwe verkiezing deeden, ten deele uit oude, ten deele uit nieu- we Regenten beftaande. Doch de ouden en /ïtitoni Huigens, een der van nieuws aangeftel- den, weigerden, de Regeering te aanvaarden. De Gemeentsluiden moesten, derhalve, eene tweede verkiezing doen, om 't ontbreekende getal vol te maaken. 't Stadhuis werdt, midler- wyl, bezet gehouden door de burgers; zo dat het den bedankten Wethouderen onmogelyk was, hunne oude Pkatfen in te neemen. Ook kon
|
||||
LX VI. Boek. HISTORIE. 143
|
|||||
kon het Krygsvolk hun geen' dienst doen, ten 1702,
deele, om dat men voor een' bloedbad bedugt-------
was; ten deele, om dat de Overften, na de
dood des Kapiteins- Generaals, de Staaten van Holland, die deeze veranderingen in Gelder- land niet ongaarne zagen, meer na de oogen moesten zien. Omtrent den zelfden tyd, werdt en in de de Regeering, in de overige Steden des Veluw- overige fchen Kwartiers, insgelyks, veranderd, door de ^„ cLi- Gemeentsluiden. 't Zelfde gefchiedde, in Sprok- det-iai*}. keimaand, in de Steden des Kwartiers van Zut- fen. In Zutfen zelf, ging 't, met de verande- ring , zeer gemakkelyk toe. De dienende Wet- houders werden, uit den naam der Gilden en Burgerye, bedankt, en, terftönd daarop, voor drie jaaren, wederom aangenomen. Ook maak- te men hier een Reglement op de beftellinge der Wethouderfchap, welk, door de Wethou- ders en Gemeentsluiden, wederzyds, getekend en bezwooren werdt (/). In Overysfel, gefchiedde, omtrent deezen ^*
tyd, ook diergelyke verandering in de Regee- vs°e^ver4 ring der Steden. De Wethouderfchap van De- gefch'iedc venter hadt zig, terftönd na de dood van Ko- ook ver. ning Willem, meester gemaakt van de fleutels Ällderi"g der Stad, die, tot hiertoe, in bewaaring van 1^^. den bevelhebber der bezettinge, geweest wa- ren (?»). De Gemeentsluiden in deeze Stad, en in de Steden Kampen en Zwolle, zig ook ont- zet vindende van het regt tot de beftellinge der Wethouderfchap, welk hun , van ouds , plag toe te komen, hernamen het zelve, op gelyke wy.
f/") Vit verfcheiden' gedrukte Stukken van deezen tyd. Zit
tik Lamiserti 'lom. XII. P 215, 266, 26?, (.?0 Lamberti Tum. II. f. 94. |
|||||
144 VADERLANDSCHE LXVI.Boek.
|
|||||
/,-02. wyze , als men in Gelderland gedaan hadt,
------ en veranderden de Regeering in de drie Ste- den ( n ). Dit ging niet toe, zonder merkelyke . opfchuddingen: van welken nogtans geene by- zonderheden tot myne kennisfe gekomen zyn. Twee Burgemeesters van Deventer hadden zig hunne afzetting zo flerk aangetrokken, dat het hun, zo fommigen meenen^o), eerlang, de dood deedt. VI. In de Provincie van Utrecht, viel ook mer- Bewee- kdyke beroerte voor, met naame in de kleine I'nfv'in Steden. De Staaten van dit Gewest hadden, de van in Grasmaand des jaars 1702, beflooten, dat Utrecht, het Reglement van den jaare 1674 (j>) vernie- tigd , en de Regeèring in de Steden, voortaan, . befteld zou worden, op gelyken voet, als van 't jaar 1651 tot het jaar 1672, dat is, van de dood van Willem den II. tot op de verheffing Gcweidi- van Willem den III. gefchied was (^). Te ge be- Amersfoort, plag men, geduuurende dien tyd , Amers-te ^e Wethouders te Hellen by Lotinge van foort. de voornaamften der burgerye. Doch fom- migen, oordeelende, dat zy, op deeze wy- ze, ligtelyk, zouden können onzet worden van de Regeeringe, in welke zy zig zogten te handhaaven, dreeven, in Wintermaand, door, dat de verkiezing, even als in Utrecht, by ftemminge, gefchiedde. Eenige Le- den der Regeeringe, tegen deeze handelwy- ze geprotefteerd hebbende , vervoegden zig, in
O) LAMSERTI Tom. XII. p. 192.
toj Leur. de Tvssor de Paiot. Tom. II. iV. XXX. p. 187.
(p ) Zie XIV. Deel, bl. 327.
(O Groot Utr. Piükaatb: I. Dal, V- 177. III. Deel, bh
J06, 197.
|
|||||
LXVI.BoEK. HISTORIE» 145
in Louwmaand des jaars 1703, aan 's Lands 1702«
Staaten, verzoekende „ dat de hertelling der „ Regeeringe, voortaan, by lootinge, gefchie- „ den mögt; en dat alles, midlerwyl, mögt „ blyven in den ftaat, waarin het geweest was: „ uitgenomen, dat twee Regenten, Vader en s, Schoonzoon, belet mogten worden, gelyk te „ dienen." De Staaten fielden 't Verzoek- fchrift aan Gemagtigden, die last kreegen, om partyen, in der minne, met eikanderen, te verdraagen (>). Doch eer dit gefchieden kon, bragten de misnoegde Regenten, of eenigen derzelven de burgery in beweeging, waarin de Oud-Burgemeester, Willem Teekman, gehou- den werdt, onder anderen, de hand gehad te hebben. Pieter van Houten tnRichard Saab hiel- den, van tyd tot tyd, byeenkomften: alwaar, eindelyk, in Grasmaand, beflooten werdt, de gantfche Regeering te doen bedanken door de Burgerye, gelyk, op den zestienden,gefchied- de: terwyl de markt vol llondt van ingezete- nen , gewapend en ongewapend. Hierop volg- de eene verkiezing by lootinge van dertien uit de aanzienlykfte burgers. Van Houten, Saab, Teekman en anderen van hunnen aanhang kwamen in de Regeering. Doch in deeze ver- kiezing kwam, kort hierop, verandering, wor- dende de burgers, uit welken de kiezers ge- loot waren, en de verkooren' Regenten zei* ven, niet genoegzaam bevoegd bevonden. Men deedt dan eene nieuwe keuze, waarin Teekman en verfcheiden' anderen voorbygegaan werden» De nieuwe Regenten werden, met vliegende ven-
f r) Request van cenige Regent, van Amersf. gedrukt 17*3,
XVII. Deel. K
|
||||
14« VADERLANDSCHE LXVLBobk.
vendels en flaande trom, naar 't Stadhuis ge'
leid, en ontvingen, beëedigd zynde, van de burgerye eene belofte van getrouwheid. Doch onaangezien deeze belofte, bleef de Stad nog vol onrust, vorderende de burgerye verfchei- den' punten van de nieuwe Regeeringe, die ten deele werden ingewilligd (;). De Staaten, midlerwyl, de oude Regeeiing willende hand- haaven, booden vergiffenis aan van 't gebeur- de (t), mids dezelve herfteld werdt. Doch hiernaar hadden de nieuwe Regenten geene ooren. Van Houten, nu Schepen geworden, bragt te wege, dat de afkondiging der ver- giffenisfe, in Hooimaand, belet werdt, door de gewapende Schutterye, die zig voor 't Stad- huis geplaatst hadt. Ook ftyfde Teekman de Gemeente, met woorden, in 't afwyzen der af kondiginge. Eenige oude Regenten werden uit hunne huizen gehaald en vastgezet: ande- ren gedwongen, de Stad te verlaaten: een huis werdt geplonderd; verfcheiden' anderen de gla- zen ingefmeeten. Negen dagen duurde de be- roerte, zonder dat de Gemagtigden der Staa- ten , die, meer dan eens, met Gemagtigden der burgerye, aan 't zwarte Bergje, buiten de Stad, in gefprek traden, de ontftelde gemoe- den tot bedaaren wisten te brengen. De Staa- ten beflooten, eindelyk, tot het afzenden van eenig Krygsvolk, om de Stad in te neemen. Doch die van binnen hielden de poorten digt. De Staaten zonden, hierop, meerder aantal van voet- en paardenvolk af, welk, gefchut by zig
(O Extraft uit hit Politie-Boek van Amersf. iC April—a*
fl/rtV I70J.
(,0 £<* Groot Utr. Plakaatb. 1. Bal, il. 740.
|
||||
LX VI. Boek. HISTORIE. 147
zig hebbende, wel haast, meester werdt van 1702.
de Stad. De hoofden der oproerigen, gelyk-------
roenze noemde, werden in hegtenis genomen,
en naar Utrecht op Hazenberg gebragt. De Regeering werdt, midlerwyl, herftelcl, door Gemagtigden uit den Hove. Drie gevangenen, van Houten, Saab en Teekman, zaten tot in 't begin van Wynmaand, wanneer de twee eerften gevonnist werden, om onthalsd, de laatfte, om met het zwaard over 't hoofd ge- ilaagen, en uit de Provincie gebannen te wor- den; welke vonnisfen, te Amersfoort, in 't openbaar, werden uitgevoerd (»). Kort hierna, werdt 'er eene algemeene vergiffenis afgekon- digd: van welke, nogtans, veertien Perfoo- nen werden uitgezonderd (v). Te Reenen, Bewe- was ook eenige opfchudding ontftaan, die eg- g'ns «e ter geen gevolg had gehad. De Staaten dee- Reenen> den hier ook eene algemeene vergiffenis af- kondigen : waarna de rust in de Provincie van Utrecht herfteldt werdt (w ). De Staaten wis- ten hun befluit, op 't beftellen der Wethoude- ren genomen, te handhaaven, onaangezien de poogingen van eenigen, die zig zogten te drin- gen in 't bewind. Op deze wyze, liep het af met depoogin- Vil.
gen om de Regeering te veranderen, in de Beroerte drie Gewesten, daar de Stadhouder, federt het {jjj, jaar 1675, de Wet, naar zyn welgevallen, hadt mogen Hellen (*)• In Zeeland, daar hy, als eer-
(Jk) Sefitem. van V. van Houten, R. Saab en W. Teekman,
ttdrakt 1703. . Cv) Groot Utr. Plakaatb. I. Deel, tl. 74" f w) Europ. Merc- July—Dccemb. 1703. tl, 288—29e. C*J #« Tav.-Deel, N. 327, 35«. 3"»- K 2
|
||||
i43 VADERLANDSCHE LXVI.Boek.
170a» eerfte Edele en als Markgraaf van Veere en
--------Vlisfingen, ook groot gezag in de Regeering
geoefend hadt, ontftonden, terftond na zyn
overlyden, ook merkelyke beweegingen, 't Gemeen, opgeftookt, zo men wil, door fom- raigen, riep „ dat wylen de Koning 's volks „ Vryheden gefchonden, en een onmaatig ge- De Staac s> zag geoefend hadt in de Provincie." De van eer- Heer van Odyk, die den Staat van eerfter* ften Ede- gdele bekleed hadt, werdt, door twee Gemag veraïe- ügden der Staaten , vervallen verklaard van tjgd. ' deeze waardigheid, welke men verftondt, met 's Konings dood, vernietigd te zyn (j>). Doch hy behieldt, meen ik, zitting ter algemeene Staatsvergaderinge, welke hem, reeds voor- lang, voor zyn leeven, toegezeid was (z): fchoon verfcheiden' Leden, nog in 't jaar 1704, fterk drongen op het intrekken van zynen last (0). Het Markgraaffchap van Veere en Vlis- fingen ookzynde opengevallen, werden de Staa- ten beide door den Koning van Pruisfen en door de Prinfesfe Weduwe van Nasfau aange- zogt, om het hun toe te wyzen: waartoe zy egter niet verftaan konden ( b ). Doch terwyl men hierover raadpleegde, raakten de meeste Steden van Zeeland in roere, 't Gemeen, in de waan gebragt, dat de Regenten zig ver- rykt hadden met 's Lands penningen, en 't volk bezwaard met onbehoorlyke lasten, viel, hier en
(v) Notul. Zeel. s April 1702. U. 58. Lamberti Tom. II.
/• 94-
( z 3 Notul. Zeel. 4 Aug. 1674. II. 189.
(« 5 Notul. Zeel. 28^«». io, 13 Maart 1704. il. 47, n<5;
124, Byl. * 97. (*) Not. Zeel. 3 , 10 April 4, Ij, 15 Mfiy, 30 July, 1702.'
tl. Co, 72, 121, 135, 141, 260. |
||||
LXVLBoek. HISTORIE. 149
en daar, aan op de Pagters der gemeene mid- 1702.
delen, en op de Ontvangers en Rentmeesters-------
der buitengewoone fchattingen. Te Thoolen, Veran-
daar, zo men 't nu verftondt, Piet er Kar el de ?er'ns Bits, Heer van Koppensdamme, van wege den Regee. Stadhouder, een willekeurig gezag geoefend ring hadt, in 't ftuk der Regeeringe, werdt de eer- fte beweeging, door Krygsvolk, van wege de Staaten derwaards gezonden, fpoedig, gefluit. Doch alzo men, hier, verandering der Regee- ringe in den zin hadt, morde men zeer, on- der de burgers, over den overlast, dien de Stad leedt van de foldaaten. Ook hadt de Re- kenmeester Jakob Wouters, Heer van St. Jans Steen en * aanblyvende Raad der Stad, te we- te Thoo- ge gebragt, dat 'er een Verzoekfchrift inge- len, leverd werdt aan de Staaten, waarby eenige Pen burgers begeerden, dat orde gefield mögt wor- den op de aanftaande beftellinge der Wet; al- zo het Reglement, hierop, in 't jaar 1675, gemaakt, nu, mids het overlyden des Stadhou- ders , geene plaats meer hebben kon. De Staa- ten verftonden, dat de tegenwoordige Regee- ring van Thoolen, die in Bloeimaand veran- derd moest worden, by voorraad, nogzeswee- ken, in 't bewind blyven zou. Het Krygsvolk hieldt zig, midlerwyl, in de Stad. De Wet- houders vernieuwden zelven de Regeering, ten gewoonlyken dage, Wouters ontzettende van zyne Raadplaatfe; die zig r hierop, andermaal, met een Verzoekfchrift, vervoegde aan de Staa- ten, klaagende over 't onregt, welk hem, te Thoolen, aangedaan was. Daarna, wederom naar Thoolen gekeerd, ontftondt 'er, in Zo- mermaand, terftond na 't vertrek van 't krygs- K 3 volk, |
||||
150 VADERLANDSCHE LXVI.Boek.
1702. volk-, eene geweldige beweeging in de Stad,
------- en in 't gantfche Eiland, tusfchen den Baljuw ,
Nikolaas Duurkant, met deszelfs aanhang, en
zulken, die 't met Wouters hielden. Men viel op eikanderen aan, met gelaaden geweer: by welke gelegenheid, verfcheiden' burgers ge- kwetst en gedood werden. Op den eenentwin- tigden, werdt Wouters, door zynen aanhang, die de fterkfte was, naar het Stadhuis geleidof gedraagen. Terftond hierop, werdt 'er eene nieuwe Magiftraat aangefteld, met bewilliging der vergaderde menigte. Wouters werdt in zyne Raadplaatfe herfteld. Doch de Staaten namen 't gebeurde zo kwalyk, dat zy Wouters, die, federt, uit Thoolen geweeken was, open- lyk, indaagden, het Hof in Holland verlof gee- vende, om eenige Thoolenaars, die voor hoof- den der beroerte gingen, gevangkelyk, naar den Haage te voeren. De Wet werdt, op nieuws , veranderd , door Gemagtigden der Staaten (c). Wouters maakte zig, federt, ver- dagt, dat hy een ontwerp gefmeed hadt, om den Koning van Pruisfen te helpen aan 't bezit van 't Markgraaffchap van Veere en Vlisfin- gen, en zelfs van 't Stadhouderfchap der voor- naamfte Gewesten (d). Doch dit ontwerp ver- ie Goes, dween, eerlang, in rook. Midlerwyl, was Goes ook in beweeging geraakt. Verfcheiden' Re- genten, die, in 't jaar 1602, geweldigiyk, af- ge-
(«) Not. Zeel. to, 19 May, 13 July, Tls 19, ao July', 9
Jug. 1702. bh 71, 72, 127, 1*4, 153, 183, 184, 234, 258. 273. Éyl. * 70. * 116. * 131. * 293. Piotcst over de Criin, Proced. tegen die van Tholen, gedr. 1703. Afgeperste Vcraitw, il. 13. enz. Beiigt der Heeren 'van Tliole'n en andere S*ukken% («O Sar. Rcfol. Holl. aß Fdr. 1703. VI. Deel, bl. 341,
|
||||
LXVLBobk. HISTORIE. 151
gezeten gebannen waren («), werden, door 1702.
de burgerye, herfteld in 't verlooren bewind, ——— op den drie-entwintigften van Bloeimaand dee- zes jaars 1702. Zy hadden zig,kort te vooren, met een Verzoekfchrift, vervoegd aan de Staa- ten van Zeeland, begeerende „ door deezen, „ herfteld te worden in de Regeeringe, van „ welke zy, huns oordeels, gantsch ten on- „ regte, ontzet geworden waren." Doch de tegenwoordige Afgevaardigden van Goes had- den verhinderd, dat hierop een befluit in hun voordeel genomen was; waarop zy zig hadden laaten berftellen door de burgerye (ƒ). Se- dert, werden de vonnisfen, in den jaare 1692, tegen hen geveld, en de uitfpraak van wylen zyne Koningklyke Majefteit zelve vernietigd, door 's Lands "Staaten (g). Te Middelburg, te Mid- kwam de burgery, opgeltookt door luiden van delburg. meerder aanzien, onder welken, Daniel Fan- mus een der voornaamften was, ook op de been, in Hooimaand; befchuldigende eenige Regenten van kwaad beftier, en begeerende, dat dezelven ontflaagen werden van 't bewind , waartoe men, gedwongen, befluiten moest. Een Burgemeester, Alexander de Munck, twee Raaden, Korntlis Verfluis en Guülaume de la Palma, en vier Schepens, Pieter Pedecoeur, Kor- neli's Koiver de jonge, Michiel Verpoorte en Joan Willem Parker, werden, terftond, bedankt. De veranderde Regeering deedt zelfs, federt, op
CO Zie XVI. Deel, hl. 216, 224.
(ƒ) Not. Zeel. 28 April. so May, t, 9 Juny, 28 Aug. 1702.
II, 103, Irto, 162, I63, 175, 303.
Cf) Zie veii'ch. Siukkcn in de Europ. Merc. jfuly—Decimi.
1702. */. 101—116. |
|||||
K4
|
|||||
15a VADERLANDSCHE LX VI. Boek,
i/os. op 't verzoek van Fannius, eenige luiden in
—----- hegtenis neemen, die hem, zeide hy, op de
beurs gehoond, en nieuwe opfchudding gezogt
hadden. Doch zy werden, meen ik, eerlang; wederom op vrye voeten gefield (/£). Om- trent de verandering in de llegeering van Zie- rikzee, ten deezen tyde voorgevallen, is niets byzonders tot myne kennislê gekomen (_i). Doch van de gevolgen der beroerten, die de dood des Stadhouders, in verfcheiden' Ge- westen, veroorzaakte, zullen wy, by bekwaa- mer gelegenheid, hierna nog gewaagen moe- ten. Ondertusfchen, heeft de draad der gt> fchiedenisfe ons, hier en daar, reeds geleid tot in het jaar 1703, fchoon 'er, in 't jaar 1702, nog veel is voorgevallen, tot welks verhaal wy ons nu begeeven. VIII. De Keizer, in 't voorleeden jaar, de wape- Keizers- nen reeds hebbende opgevat in Italië, zonder ^'aar,d, iemant den oorlog verklaard te hebben, maak- legerd. 'te geene zwaarigheid, om, in de Lente deezes jaars, den kryg ook aan den Rynkant te be- ginnen , en 't beleg te flaao voor Keizerswaard, welk Franfche bezetting ingenomen hadt. Over 't Leger, welk hiertoe gebruikt werdt, hadt de Prins van Nasfau - Saarbrugge het opperbe- vel , op Keizerlyken lastbrief, alzo de Staaten, in welker dienst hy was, de vyandlykheden niet eigenlyk beginnen wilden, voor zy den oorlog verklaard hadden. Hy kwam voor de Plaats, op
(A) Nota!. Zeel. 28 Aug. 30 Nov. 1702. hl 302, 444. Ryl.
* in, 173. i=, 20 Febr. 1703. hl. 7., 81. Zie ook verleb. Refol. en Stuk keli by Lamberti Tom. XIII. p, 151, 157, 159, 162—170. Afgi'P- vcrantw. voor de Reg. van Middelt». W.27. enz, (O l'oiez LiiMii£K.ii 'lom II. 125.
|
||||
LXVI.BoEK. HISTORIE. 153
op den zestienden van Grasmaand, en maak- 1702.
te zig, eerlang, meester van het Eiland in den —— Ryn, welk nevens de Vesting legt. Doch 't beleg ging traaglyk voort, doordien de Graaf van Tallard, aan 't hoofd vaneenen hoopFran- fchen, den belegeraaren, van de overzyde der Riviere, veel nadeels deedt met fchieten (£). Terwyl het duurde, beflooten de Keizer, de Koningin van Groot-Britanje en de Staaten, den Koning van Frankryk, op een' en den zelf- den dag, den oorlog te verklaaren, en daarna de vyandlykheden, aan verfcheiden' oorden te- vens, te beginnen, 't Gefcliiedde, op den vyf- tienden van Bloeimaand. De Oorlogsverklaa- De Staa- ring der Staaten, die denagtften getekend was, J^n ver' behelsde „ dat de Koning van Frankryk, voor ,jen oor. „ lang getragt hebbende, den Staat te over- log aan „ meesteren, of in den grond te bederven, Frankryk „ dien,tot twee reizen toe, in de jaaren 1672 ?n Spar" 9, en 1688, hadt aangetast; dat hyzig, door ]ïï' „ het bemagtigen deezer Gewesten, den weg „ dagt te baanen tot de algemeene heerfchap* „ py: of, zo hy den Staat maar zo ver hadt „ können brengen, dat dezelve zig gefcheiden „ hadt van de andere Bondgenooten, zou 't „ hem, in 't overmeesteren der andere Vor- „ ften en Mogendheden, geen werk geweest „ zyn, de Vereenigde Gewesten van Vryheid „ en Godsdienst, derzelver dierbaarfte pan- ,, den, te berooven. Doch deeze toeleg was „ hem, in de twee voorige oorlogen, mislukt, „ en de Ryswykfche Vrede gevolgd op den „ jongften: by welke, Frankryk, beide aan 't Kei-
f *) Burnet Va. II. p. J23. T'KRAi. Fol.V. [w XX.] />. 104.
K 5
|
||||
Ï54 VADERLANDSCHE LXVI.Boek.
1702. „ Keizerryk en aan Spanje, veele Plaatfen, te-
1 „ gen den inhoud der Nieuwmeegfche Vrede „ overheerd, hadt moeten te rug geeven. Maar
„ 't was laatst gebleeken, dat Frankryk niet ge- „ zind was, de Ryswykfche Vrede te houden. „ De Staaten werden bekommerd in hunnen „ Koophandel. De Lyst der inkomende en uit- „ gaande regten werdt niet geregeld, dan na „ veel handelens, en veel onvoordeeliger dan „ voorheen. De ingezetenen der Vereenigde „ Gewesten, in Frankryk handelende, wer- „ den, tegen het yyftiende punt van 't Verdrag 3, van Koophandel, zoo zwaar belast als andere „ vreemdelingen. De Koning van Frankryk „ bleef egter voorgeeven, de Vrede te willen „ bewaaren, fluitende, ten dien einde, in 't „ jaar 1700, een Verdrag met Groot-Britan- „ je en de Staaten, waardoor men de moei- 3> lykheden meende te zullen voorkomen, die, „ anderszins, na 't affterven des Konings van j, Spanje, zouden ontftaan zyn. Maar hy hadt „ geenszins voor, zig aan dit Verdrag te hou- „ den. Hy zogt, in tegendeel,den Keizer haa- „ telyk te maaken aan het Spaanfche Hof, en „ bewerkte aldaar eenen uiterften wil, ten be- „ hoeve des Hertogs van Anjou. Zo dra was „ dit niet rugtbaar geworden, of de Koning „ van Frankryk hadt doen zien, dat hy zyne „ onbepaalde heerschzugt voldoen wilde: hy „ verklaarde, rondelyk, dat hy zig aan den „ uiterften wil dagt te houden, en op deeze „ wyze te voldoen aan het oogmerk, fchoon „ niet aan de letter van het Verdrag: welk „ oogmerk hy verklaarde naar zyn welgeval- „ len, niet zonder de Staaten zwaarlyk te drei- » gen,
|
||||
LXVI.BoEK. HISTORIE. 155
„ gen, zo zy zig niet naar dit zogenaamde oög- 1702;
„ merk fchiicken wilden: eene uitvlugt zo on- —— „ gehoord, dat zy geen' ftand grypen kon, „ zonder de plegtigfte Verdragen op fchroe- „ ven te ftellen. De Hertog van Anjou was, ,, hierop, tot Koning van Spanje verklaard, 3, zonder dat men eens agt hadt willen flaan, „ op de eifchen des Keizers; welker wettig- „ heid, nogtans, by het gemelde Verdrag, zo „ duidelyk erkend was, dat men hem hetgroot- „ fte deel der Spaanfche heerfchappye hadt „ toegcweezen. De Spaanfche Nederlanden „ waren, daarna, met Franfche troepen bezet „ geworden: de Staatfchen, die 'er, metbe- „ williging des overleeden Konings, in gelegd „ waren, haddenze, niet dan met veel moei- „ te, können ruimen. De Koning van Frank- „ ryk hadt het volftrekt gebied aangenomen „ over de Spaanfche heerfchappye , op den „ naam zyns Kleinzoons: 't welk nergens dui- „ delyker bleek dan in de Spaanfche Neder- „ landen, den voormuur van deezen Staat; „ die, zo men uit Spanje berigt werdt, reeds „ geheellyk waren afgeftaan aan Frankryk. ,, Men hadt een Leger naar Italië gezonden, „ het Kafteel van Luik, en de Steden in het „ Keulfche, met naame Bon, Keizerswaard en „ Rynberk, ingenomen, om de Staaten te „ dwingen tot een afzonderlyk Verdrag, en „ om zig dus, gelyk in 't jaar 1672, den weg „ te baanen tot eenen inval in deeze Gewes- „ ten; waartoe men, ook in't Hertogdom Wol- „ fembuttel, een' aanzienlyken hoop Krygs- „ volk hadt doen op de been brengen. Men „ was nog verder gegaan: men hadt zig mees- „ ter
|
||||
156 VADERLANDSCUE LXVI.Boek.
„ ter gemaakt van verfcheiden' havens in Span-
„ je, in Italië en in de Indien zelven, om zig „ dus den gantfchen Europifchen Koophandel „ toe te eigenen. Men hadt gezogt den Ko- „ ning van Portugal over te haaien, om den in- „ gezetenen van deezen Staat zyne havens te „ verbieden. Men hadt een Esquader gezonden „ naar de Indien, om de Zilvervloot, waarin de „ Vereenigde Gewesten zo veel belang had- „ den, te bemagtigen. In deezen toeftand der „ dingen, hadden de Staaten niet können na- „ laaten, zig in ftaat van tegenweer te ftel- „ len; beide te water en te lande; den beloof- „ den onderftand van hunne Bondgenooten te 3, vorderen, en zig, met den Keizer, de Konin- ,, gen van Engeland en Pruisfen, en andere „ Vorften en Mogendheden, te verbinden. „ Ook hadt de Keizer reeds een Leger naar „ Italië gezonden, tegen dat van Frankryk. 5, Hy hadt de Staaten, daarenboven, bewoo- „ gen, om by de Kreitfen te wege te brengen, „ dat dezelven hem de hand leenden, om de „ Franfchen te verdryven nit het Stigt van „ Keulen, waartoe zy ook eenige troepen had- „ den afgezonden, die egter niet dan als hulp- „ troepen zouden te werk gaan. Dus was, „ door toedoen der Franfchen, tegen den wil „ der Staaten, de oorlog alomme ontfteken. „ Zy hadden gaarne beteren uitflag gehoopt van „ de jongfte onderhandelingen met Frankryk: „ doch 't was klaarlyk gebleeken, dat deFran- „ fchen oorlog zogten: alzo zy zig fterker „ wapenden, terwyl zy van vrede fpraken; „ en toen de Staaten weigerden te treeden in „ afzonderlyke handeling, eindelyk verklaard „ had-
|
||||
LXVI.Bóek. HISTORIE. 157
„ hadden, dat 's Konings Legers in ftaat wa- i^oa.
„ ren om werk te beginnen, zo de Staaten de ■ ■ „ den aanvaarden. Wyders, hadt de tegen- „ woordige Koningvan Spanje het zelfde oog- „ merk, als de Koning van Frankryk. Deeer- „ fte hing geheellyk af van den laatiten, en de „ laatfte hadt, onder den naam des eerften, „ eene Sterkte opgeworpen onder 't gefchut „ van eene der Grensvestingen van den Staat, ,, vierkant ftrydig met de Vrede des jaars 1648, ,, en met het regt des oorlogs en der volken. „ De Koning van Spanje hadt het gedrag van „ zynen Grootvader, in allen deele, goedge- „ keurd. Goddelyke en menfchelyke wetten „ leerden dan den Staaten, dat zy, dus van al- „ Ie kanten omringd en belegerd, ja zelfs ge- „ hoond en aangetast, door Frankryk en Span- „ je beide, ook verpligt waren, zig te bedie- „ nen van de middelen, hun door God en de „ natuur verleend, tot befcherminge hitsner „ onderzaaten, en tot bewaaringe van derzel- „ ver Vryheid en Godsdienst; en gevolgelyk, ,, de wapenen op te vatten tegen de Koningen „ van Frankryk en Spanje, welken zy, by „ deezen, den oorlog aanzeiden (/).* In de Oorlogsverklaring des Keizers aan IX.
den Koning van Frankryk en aan den Hertog De K* van Anjou , werdt, byzonderlyk, aangemerkt, KoVin- dat de eerfle de Ryswykfche Vrede gefchon- gin vao den hadt, en zig meester zogt te maaken van Groot- de Spaanfche heerfchappye, tegen meer dan Bri"nie éé-
CO Zie Groot-PIakaatb. V. Deel» hl. 315. Du Mont Corps
Diplom. Tom. VUI. P. I. p. 112. Lambert! Tom. U. p. 107. |
||||
158 VADERLANDSCHE LXVLBoek.
,1702. eenen plegtigen afftand, en tegen verfcheiden'
-------Verdragen ; en dat de laatfte zig titels hadt
ren den aangemaatigd, waarop het Huis van Oostenryk
in°sge-g' Sere8°S^ W3&' Voorts, werdt'er, met ronde ]yks! woorden, in gezeid „ hoe 't weereldkundig „ ware, dat de uiterfte wil, waarop men zig be- „ riep, door omgekogte Raaden, naar den zin „ van Frankryk, opgefteld, en den Koning, „ in eenen zwakken ftaat van lighaam en ge- „ moed, en toen hy noch leezen noch ver- 9, ftaan kon, voorgelegd was (ni)" De Konin- gin van Groot-Britanje hieldt zig, in 't byzon- der, gehoond, om dat dePranfche Koning den gewaanden Prins van Walles, voor Koning van Engeland, Schotland en Ierland, verklaard, en Spanje bewoogen hadt, om hierin met hem fa- men te ftemmen. Zy verklaarden dan, om dee- ze en andere redenen, beide aan Frankryk en aan Spanje den Oorlog (o). De Staaten zon- den hunne Oorlogsverklaaring, onder anderen, terftond, aan den Koning van Pruisfen, dien zy tot gelyken ftap zogten over te haaien; doch hy, de Franfche troepen op zyne grenzen heb- bende, weigerde zulks, heufchelyk (o). Men wil, dat de Koning van Frankryk, op 't ont- vangen der drie Oorlogsverklaringen, minst verwonderd was over die des Keizers; dat hy zeer vreemd vondt, dat de Koningin van En- geland zo byzonderlyk gewaagde van de erken- tenis des Prinfen van Walles; doch dat hy ten hoog-
0») VuUz du Mont Corps Diplom. Tom. VIII P. I. p. 115«
L/SNIBERTl Tom. II. p. 114-
(u^Poïez nu Mont Corps Diplom. Tom. VIII. P. I. p. 115.
Lamberti Tom. II. p. 113. (0) Lettr. Ou Roi de Prusfe du 19 May 1702, daas Lam-
r.sftti Tem. XII. p. 19. |
||||
LXVl.BoEK. HISTORIE. 159
hoogfte verftoord was, toen men hem de Oor- i7o2.
logsverklaaring der Staaten voorgelezen hadt, _____
welke op de tafel werpende, hygezeid zou heb-
ben „ dat hy Mesfieurs de Hollandfche Koop- „ luiden nog eens berouw zou doen hebben „ van hunne ftoutheid, in 'tverklaarenvanden „ Oorlog aan zo groot een' Koning (J>)." 't Liep, ondertusfchen, tot den derden van Hooimaand aan, eer de Koning van Frankryk den oorlog aan den Keizer, aan Engeland en aan de Staa- Oorlogw ten verklaarde. Zyne Üorlogsverklaaring was verkiaa- kort, en behelsde alleenlyk „ dat de Ryswyk- j'ne.de* „ fche Vrede, geflooten in eenen tyd, waarin VaT ** „ de Koning, uit hoofde der groote overmagt Frank- „ zyner wapenen, den nabuurigenMogendhe- ryk. „ den de wet zou hebben können ftellen, een „ duidelyk bewys geweest was van zyne op' „ regte zugt, om zynen onderdaanen de Vre- „ de te geeven. Dat de Keizer, zonder eenig „ regt te hebben op de Spaanfche heerfchap- „ pyen r zig egter, federt, door 't vermeerde- „ ren zyner troepen, en door 't fluiten van „ verfcheiden' Verbonden met andere Mo- „ gendheden, vooral met Engeland en met de „ Staaten der Vereenigde Gewesten, in ftaat „ gelteldt hadt, om de Vrede van Europa te ,, ftooren. Dat men, van alle kanten, zonder „ den oorlog verklaard te hebben, de vyand- „ lykheden begonnen hadt, terwyl de Koning, „ door zyne Gezanten, aan verfcheiden' Ho- „ ven , deedt arbeiden tot behoudenis der „ Vrede, en dat deeze redenen hem bewoo- „ gen hadden, om den Keizer, Engeland en „ den
(.p) Tjndai. W. V. [er XX.] f. 51—55.
|
||||
i6o VADERLANDSCHE LXVLBoe*.
|
|||||
1702» „ den Staaten, nevens derzelverBondgenooten,
■-------„ den oorlog te verklaaren (#)." Hierop volg- de, wat laater, ook eene Oorlogsverklaaring van het DuitfcheRyk aan Frankryk en aan den Hertoge van Anjou (/): waardoor de kryg, in 't kort, algemeen werdt. X. Doch de Franfchen, die 't vreemd vonden , Toeleg^ ,jat raeil5 van 'sKeizers zyde, de vyandlykhe- fdien'om den begonnen had, voor 't verklaaren van den Nieuw- oorlog, zogten, omtrent vier weeken, voor megen te dat hunne eigene Oorlogsverklaaring in 't licht verras- kwam, zig, door verrasling, of door heimelyk verftand met eenigen uit de Stad, meester te maaken van Nieuwmegen. De Maarfchalk van Bouflers, de Franfche troepen byeengetrokken en grooten voorraad verzameld hebbende bin- nen Roermonde en Venlo, toog, aldaar, over de Maaze; terwyl de Hertog van Bourgondie van Parys aankwam, om zig aan 't hoofd van 't Leger re {teilen. De Staaten, bedugt voor een beleg van Maastricht, hadden de bezetting deezer Stad verfterkt met twaalfduizend man uit het Leger onder den Graave van Athlone, welk in Kleefsland byeengetrokken was. Het was toen te zwak, om iet tegen de Franfchen te onderneemen, waarom Athlone, te rug trek- kende , zig tusfchen Nieuwmegen en Kleeve, èp Klaarenbeek, nederfloeg; terwyl Bouflers zig te Zante legerde. Hier viel een fchutgevegt voor, tusfchen een gedeelte der wederzydfche Ruiterye, waarin de Staatfche de overhand be- haalde. Doch op den tienden van Zomermaand, brak
vlj) LtMIlERTI Tom. II. p. 208.
CO Lamsjsrti Ttm. U. p. 213, 1x4»
|
|||||
LXVLBoEK. HISTORIE. 161
brak Bouflers op van by Zante , van zins om, 170a*
tusfchen de Niers en 'c Kleeffche Woud door, ——> naar de Moolcerheide by Nieuwmegen te trek- ken , Athlone af te fnyden van deeze Stad, en dezelve, onverhoeds, te overrompelen. Doch Athlone , by tyds bericht gekreegen hebbende van 'svyands aantogt, befloot, met het Leger der Bondgenooten , te wyken tot onder 't ge- fchut van Nieuwmegen : 't welk gelukkiglyk verrigt werdt. De ruitery dekte, midlerwyl, den aftogt van 't voetvolk, en raakte, omtrent elf uuren des morgens, in gevegt met de Fran- fche paarden. Daarna, drongen's Koningshuis- troepen ook flerk in op die der Bondgenooten; en toen werdt 'er hevig gevogten , van weder- zyde. De burgery van Nieuwmegen, den vyand# die zig, midlerwyl, van de Schans Kykinckpot meester gemaakt hadt, zo digt voor haare wal- len ziende , weerde zig ook wakkerlyk , met fchieten uit de Stad. Ook werden de Fran- fchen, door eenige Krygsknegten en Burgers , tot tweemaal toe, uit de Kyk in de pot gedree- ven. De vyand deedt, daarna, eenen aanval op twee poorten der Stad; dochhy werdt, van alle kanten , uit het grof gefchut van 't Leger en uit de musketten der burgerye > zo vinnig begroet, dat de Hertog van Bourgondie gee- Zy treft* ne kans zag , om de Stad , die door een ge- ken af- heel Leger gedekt werdt, by overrompeling , te bemagtigen, waarom hy, eerlang, bevel gaf om af te trekken. De behoudenis van Nieuw- megen was van veel belang voor den Veree- nigden Staat, alzo de vyand , deeze Stad be- magtigd hebbende, ligtelyk , tot in het hert XVII, Deel. L der |
||||
i6i VADERLANDSCHE LXVI.Boek.
170a. der Vereenigde Gewesten, zou hebben können
------- doordringen. Ook wil men, dat de Stad, die
zeer liegt voorzien was Q), bemagtigd geweest
zou zyn , zo Athlone, flegts een half uur laa- ter , onder 't gefchut dier Vestinge, aangeko- men was (*), Keizers- Weinige dagen na 't mislukken deezer on- waard derneeminge , ging Keizerswaard over by ver- geeft zig (jjjg t weijj t 0p ^en vyftienden van Zomer- maand, getekend was («). De Duitfche troe- pen onder Prinfe Lodewyk van Baden, ziende het Franfche Leger , onder den Maarfchalk de Catinat, traaglyk, aanwasfen in getal, floegen, terftond hierna, het beleg voor Landau, in de Landau Neder-Elfas. De Roomsch- Koning Jozefus gewon- vervoegde zig, in Hooimaand, by 't Leger voor nen« de Stad , om 't opperbevel te voeren over 't beleg, welk tot in Herfstmaand duurde, 't Kas- teel toen ftormenderhand veroverd zynde , gaf de Stad zig over by verdrag, welk den tienden Ulmen getekend werdt (y). De Keurvorst van Beieren Nieuw- zig, omtrent deezen tyd, openlyk, voor Frank- burg ver- „^ Verldaard hebbende , overmeesterde Ulm aan den Donauw , by verrasfing, op den agt- ften (w) : waarop de nabuurige Kreitfen en Vorften , hunne troepen uit het Leger onder den Prinfe van Baden te rug ontbooden heb- bende tot hunne eigene befcherming, den Fran- fchen gelegenheid gaven tot het bemagtigen van
(O Refol. IIoll. 20 Juny 1702. bl. 245.
CO Lettr. du Conue d'Athlone dans Lamukrti Tom. II.
p. 126. Poiez aujfi ''Om. II. p. 106. Turn. XII. f. 26, 28. TiNnAL Vol. V. [oj-XX.] p. 105, 108. £«) Voiez Lambeuti 'lom. II. p. 102.
(y) Lambert; Tom. II. p. 202.
Qw) Lambert'i Tom. II. l>. 204.
|
||||
i
d
|
||||||
LXVI.Boek. HISTORIE. 163
van Nieuwburg aan den Ryn. Sedert, trokken tjcm
zy over den ftroom, om den Prins van Baden, - ■ die by Fridlingen gelegerd was , aan te tasten. Zy verdeelden zig in twee hoopen, onder den Markgraave van Villars en den Graave van Guiscard. By Fridlingen viel, op denveertien- Gevêgt den van Wynmaand , een vinnig gevegt voor, by Fri<f- met zulk een' twyfelagtigen uitflag , dat beide iiDSen' de partyen zig de overwinning toefchreeven. Zo veel was 'er van , dat de Prins van Baden de vereeniging der Franfchen en Beierfchen verhinderde ; de eerften , eerlang , noodzaa- kende, over den Ryn te rug te keeren ; waar- Trier e« na zy zig , op 't einde van Wynmaand , van Traar- Trier en Traarbach meester maakten (x). De bach ln" Keurvorst van Trier was , in Bloeimaand te |oo°™|a vooren, met Groot-Britanje en de Staaten , Fran- in Verbond getreden (7) , en hadt zig, hier- fchen. door , den haat van Frankryk op den hals ge- haald. De Keurvorst van Hanover en de Her- tog van Brunswyk-Lunenburg hadden der Ko- ninginne van Groot Britanje , wat laater, ten dienfte der gemeene zaake , ook tienduizend man toegezeid («). Qok werden, eerlang, de Keur-Rynfche , Oostenrykfche, Frankifche, Zwabifche en Opper Rynfche Kreitfen, die zig reeds onderling ter hunner befcherminge ver- bonden hadden (*a~) , in het gemeen Verbond ontvangen; waartoe ook, op 't einde van Herfst- maand, O) Daniel Journal, p. CC. Timdal Pol. V. [or XX.] p.
122—128. Lambeuti 'lom- XII. p 99. O) Voiez du Msnt Corp>Oiplom. Tom. Vïll 1.1. p. 114.
Lamberti Tom II. p 129. (2) Voiez Du Munt Corps Diplom. Tm. VIII. /».IL p, lid,
I.y\MBEBTI Tom. II p. 131.
(<0 Ou Mont Corps Oiplom. Tom. VIII, P. II, p. <fl,
L 2
|
||||||
ï64 VADERLANDSCHE LXVI.Boek.
i702t maand , de Westfaalfche Kreits toegelaaten
:___L was ( b ).
De Graaf van Marlborough, in Bloeimaand,
Maribo- nerwaac*s overgekomen , hadt zig , in 't begin rough van Hooimaand , vervoegd by 't Leger onder trekt te den Graaf van Athlone , welk nog by Nieuw- velde, megen lag , en, na 't overgaan van Keizers- waard, en door de aankomst der Engelfche man- fchap te Breda , merkelyk verfterkt geworden was. De Koningin en de Staaten hadden den Graave van Marlborough het opperbevel over 't vereenigd Leger opgedraagen. Het was nu veel fterker dan dat onder den Hertoge van Bourgondie , welk tusfchen Goch en Gennip verfchanst lag. Marlborough toog, derhalve, op den zestienden van Hooimaand, over de Maaze, zig nederflaande te Over - Asfelt, om- trent derdehalf uur van den vyand. Doch tien dagen daarna, keerde hy, beneden Graave, over den ftroom te rug; waarop de vyand, by Ven- lo , ook over den zelven toog. Marlborough trok toen regt toe regt aan op den vyand, zig, . onder weg , meester maakende van 't Kasteel te Greevenbroek, welk Franfche bezetting in- genomen hadt. Het Engelsch gefchut mid- ier wyl aangekomen zynde , vervolgde Marl- borough zynen togt, dryvende den vyand voor . zig heenen , uit geheel Spaansch Gelderland. Men wil, dat Marlborough zeer gefield was , om flag te leveren; doch dat het, doordeStaat- fche Gevolmagtigden te velde, en vooral door den Raadpenfionaris Heinfius belet werdt. Men voegt 'er by, dat deezen, verandering van Re- geer (i> L.UU1B8.TI Torn. II. p. '37, 2lo.
|
||||
LXVIBoEK. HISTORIE. 165
geeringe in den zin hebbende, fchrooniden veel 1702.
te vvaagen, op dat de ongelukken, die men al- -----■
toos te dugten hadt, hun nietmogten geweeten
worden. Zy neigden hierom , meent men , meer tot het inneemen der Steden van Spaansch Gelderland; waardoor de vaart langs de Maaze beveiligd, en Maastricht, welk nu zo goed als ingeflooten was, verlost mögt worden ( c). Venlo werdt dan , op den negenentwintigiten Venl° van Oogstmaand , berend door den Baron van ^.m' Obdam, terwyl het, van de anderezyde, inge- flooten werdt door de Pruisfifche troepen, on- der den Baron de Heide. De Prins van Nas- fau-Saar brugge kreeg het opperbevel over 't beleg ( d). De Generaal Koehoorn , onlangs eenen inval in Vlaanderen gedaan, en de Fran- fche affnydingen tusfchen de Schanfen S. Do- naas en lzabelle vernield hebbende , was , fe- dert , door den Markgraave van Bedmar, die de plaats van Landvoogd der Spaanfche Ne- derlanden bekleedde , genoodzaakt geworden ,te wyken tot onder 't gefchut van Sluis Qe). Doch nu begaf hy zig naar 't Leger voor Ven- lo , om de aanvallen te beftieren. De loopgraa- ven werden , op den elfden van Herfstmaand, geopend , zo wel tegen de Stad , als tegen de fchans S. Michiel, die , tegen over dezelve , ter linkerzyde der Maaze, legt. De fchans werdt, ftormenderhand, veroverd, op den agt- tienden. Op den vyfden dag daarna , gaf de Stad zig over> by verdrag. De Keizerlyke Ge- zant, (c) T/NHAL Vol. V. for XX.] e. 112-114.
CU) Refol. Hol!. lïjfttg. 170a. l/l 388. Qe) Lamberti Tom. II. p. 5. Tindai Vol. V. [or XX.] ft JP4' L 3
|
||||
166 VADERLANDSCHE LXVLBoeK»
|
|||||
1702. zant, Graaf van Goës, begeerde op de Staa^
field ; doch men gaf hem geen antwoord (ƒ), en Venlo bleef in de bewaaring der Staat- fchen ("g). Zo dra Venlo over was, werdt de Graaf van Novelles afgezonden , om Stevens- waard , en de Graaf van Tilly, om Roermon- Ook Ste- de in te neemen. Stevenswaard gaf zig over, Ve"ar l °P ^en tweec*en '■> Roermonde , op den zeven* euRoer- den van Wynmaand (/2). De Hertog van Bour- monde. gondie, nu te rug gekeerd naar Frankryk, hadt het bevel over het Franfche Leger gelaaten in handen van den Maarfchalk van Bouflers , die zig tusfchen Maastricht en Luik zogt neder te flaan , om de laatstgemelde Stad te dekken. Luik in- Maar de Graaf van Marlborough , op weg genomen.geflaagen naar Luik, noodzaakte de Fran- fchen, de Stad te verlaaten , en gedeeltelyk naar 't Kasteel, gedeeltelyk naar de Karthui- zers Schans , tegen over de Stad , aan de an- dere zyde der Maaze, de wyk te neemen. De Stad gaf zig terftond op , by verdrag van den veertienden van Wynmaand. 't Kasteel werdt, op den drie - entwintigften , ftormenderhand , veroverd. Men begon de Karthuizers Schans * eerst op den negenentwintigften , te befehde- ten : doch zy gaf zig , dien zelfden dag, op, by verdrag. Midlerwyl, was de Prins van Nasfau-Saarbrugge te Roermonde overleeden. De Graaf van Athlone werdt, federt, in zyne plaats, aangefteld tot Veldmaarfchaik over de Le:
f/") Lamberti Tom. II. p. 225-233.
\g~) Volez Lamberti 'lom. XII. f. t$\ \hj Lamberti Tom. II. p. 233-341. |
|||||
LXVI.BoEK. HISTORIE. 167
|
|||||||
Legers van den Staat (/). De Erfprins van 170*.
Hesfen-Kasfel, met wiens Vader, op den naam |
|||||||
van wylen Koning Willem en van de Staaten, De Prins
in Sprokkelmaand, een Verdrag geflooten was, ™n Nw waarby hy in 't Groot Verbond was getreden ^ "be_s" Qb), werdt, terftond na 't overgaan van Luik, magtgt met negenduizend man Hesfifche manfchap , fverfchei- afgevaardigd , om zig van eenige Plaatfen aan *jen' Ste" den Ryn meester te maaken. Zinch gaf zig denRyn. terltond over, blyvendede bezetting krygsge- vangen. Uit Brifak verliep de bezetting, zodra zy den aantogt der Hesfen vernomen hadt. An- dernach verdedigde zig , eenige dagen , wak- kerlyk. Doch de belegeraars , een' voordeeli- gen post hebbende ingenomen , maakten zig gereed , om ftorm te loopen ; waarop de bele- gerden verzagten in befprek te komen , en de Plaats , terftond , by verdrag , opgaven. De Prins van Hesfen zondt, hierna , tweeduizend man , om Lintz in te neemen : waaruit de be- zetting ook verliep, zonder hunne aankomst af te wagten (/). De veldtogtin de Nederlanden eninDuitsch- De Graaf
land liep hiermede voorfpoediglyk ten einde vanMarl- voor de Bondgenooten. De Hertogen van Wol- jxwough fembuttel waren, al vroeg in 't voorjaar, door v^yan" de Hanoverfche troepen, genoodzaakt geweest, geiigtte de zyde van Frankryk te verlaaten ; gelyk de worden Hertog van Saxen Gotha, federt, ookgedwon- {*oor de gen werdt te doen (m). De Hertogen van Wol- [ing"« fem- Gek'fr.
(/) I.AMBF.RTI Tom. II. p. 242— 247. Tom. XII. p. 48.
Tiotml Val. V. [orXX.] p. 116 — iiö. (k~) Zie het in de Notul. van Zeel. van 1702. Byl. IL *2, 6, CO Tindal Fol. V. [or XX.] p. 128. {m) Tinual Val V. \or XX.] p. 59. L 4
|
|||||||
ï6S VADERLANDSCHE LXVI.Boek,
170a. fembuttel vorderden , daarna , voldoening van
■.. . de Staaten, wegens de hoonende uitdrukkin- gen , ten hunnen opzigte, gebruikt, in de Oor- logsverklaring tegen Frankryk. Doch men vondt niet geraaden, hun te antwoorden («). Het Leger onder den Graave van Muriborough betrok de Winterkwantieren , in 't begin van Slagtmaand. De Graaf begaf zig naar Maas- tricht ; van waar hy de Maaze te fchepe dagt af te zakken naar Holland. Koehoorn, Obdam en andere Krygsoverften verzelden hem. Doch het Jagt, welk hen voerde, werdt, des nagts tusfchen den vierden en vyfden , overvallen door een gedeelte der bezettinge van Gelder , welk nog in de magt der Franfchen was. Een geleide van vyftig Ruiters was , juist ten dee- zen tyde, een weinig afgeweeken van den ftroom , hiertoe genoodzaakt, door den loop des wegs. 't Jagt werdt, derhalve, terftond overmeesterd. De Franfchen kenden den Baron van Obdam en den Heer van Geldermalfem , een' der Gemagtigden te velde , die beide Pas- poorten hadden , en hierop in vryheid gefield werden. Doch Mirlborough, die geen Pas- poort hadt, was hun onbekend. Hy zou, on- getwyfeld , gevangen gebleeven zyn , zo één der Engelfche Kommisfarisfen geen Paspoort gehad hadt van den Heer Churchill, 's Graa- ven Broeder, voor wien men hem deedt door- gaan. Zy kwamen allen, 's avonds, behouden in den Haage. Sommigen meenden, dat de Pas- poorten niet zouden erkend geweest zyn , zo men den Partyganger geen woord of twee in 't QOJ
(») Lambeuti Tom. II. f. 117.
|
||||
LXVI.BoEK. HISTORIE. 169
|
||||||
oor gebeeten hadt: waarop de gevangenen ont- 1703.
ilaagen waren. Vast gaat het, ten minfte, dat -----—
deezePartyganger, federt, indenHaagekwam,
en door de Staaten met eene Kompagnie be- fchonken werdt (0), In Italië, waren de Keizerfchen niet zo ge- xil.
Jukkig geweest, als in Duitschland. Koning Krygsbe- Filips was derwaards gezeild (^>) , om zig te ^^L Napels te doen inhuldigen. Daarna, ftelde hy zig aan 't hoofd van 't Leger onder den Hertoge van Vendome : die den Prins Eugenius , eer- lang, noodzaakte, Mantua, dat tot in Oogst- maand geblokkeerd gebleeven was, te verlaa- ten. Op den vyftienden, raakten de twee Le- gers handgemeen, by Luzara, daar veel volks fneuvelde, van wederzyde. De zege was twy- felagtig , alzo de nagt een einde van den ftiyd maakte. De Franfchen , fchoon verre van 't flagveld gedreeven , fchreeven zig , nogtans , de eer der overwinninge toe, om dat zy , des anderendaags , van 't Kasteel van Luzara meester werden. Ook viel hun , wat laater , Guaftalla in handen. Koning Filips keerde, na 't eindigen van dea veldtogt, naar Spanje te rug (#). De onderneemingen van Groot-Britanje en xitr,
de Staaten ter zee voldeeden niet aan de ver Toerus« wagting , welke men 'er van gehad hadt. De tineetl Staaten waren , van den aanvang des jaars af, ter zee* bezig geweest, om eene aanzienlyke Vloot in zee
O) Burnet Vol. II. p. 325. Lamberti Tam. II. p. 248.
Tindal Fol. V. [er XX.] p. 118. (p~) Foi-z Lamberti l'om. II. p. 4.
(?) Feuquieres Memoir. Hiltor. & Muit. Tom. II. p. 127.
Daniel Journ. p. CXCVIJ, CXCVIIJ, Tindal V»l. V. {.<* XX j p. I19—135.
h$
|
||||||
/
|
||||||
170 VADERLANDSCHE LXVI.Boek.
i;02. zee te brengen : op welke ook een bekwaam
,-------aantal van Zeefoldaaten ftondt ingefcheept te
worden , tot het onderneemen eener Landinge
op de kusten van Spanje. Koning Willem hadt, zo lang hy leefde, de uitrusting vJytiglykdoen voortzetten (>). Doch zyn overlyden deedt het werk een weinig vertraagen. Eindelyk, werden 'er twintig fchepen van rang in zee ge- bragt, onder't bevel van den Luitenant-Ad- miraal Filips van Almonde , die zig, in Zo- mermaand , met de Engelfche Vloote , dertig fchepen fterk , vereenigde. Zy liep, in 't be- gin van Hooimaand, uit de baai van S.H.lena, in zee ; doch werdt eerlang, door tegenwind, genoodzaakt, in ïorbai, ten anker te komen : van waar zy, niet voor den eerften van Oogst- maand, andermaal, in zee ftak. De Admiraal Rooke hadt het opperbevel over de vereenig- de Vloote : de Hertog van Ormond over de Zeefoldaaten, die op een groot getal van vaar- De ver- tuigen gefcheept waren. Men ftelde zynen eenigde koers naar de baai van Kadix , daar de gant- Engd- fche Vloot, op den drie-entwintigften, ten an- fche en jjer kwam. j3e Franfche Oorlogfchepen en de vioot ' Galeien, die in de baai lagen, weeken, terftond, komt in tot agter de puntalen. 't Bleek klaarlyk , dat de baai men 0p de Vloot geene of verkeerde berigten van Ka- gekreegen hadt van'den toeftand der Stad, die van volk en voorraad rykelyk voorzien, en be- ter verfterkt was, dan men verftaan hadt. Ook fcheen Rooke ~eer ongeneigd om te landen. Men fleer, twee of drie dagen, met beraadflaan. Midlerwyl verftondt men, dat die van Kadix hun- ne f-O Volta Lameerti torn. XII. p. 4 , 6 7,8,10,11,12,13.
|
||||
LXVLBoEK. HISTORIE. t?i
|
|||||
ne beste goederen geborgen hadden in Porto 17023
S. Maria , een open vlek tegen over de Stad, ——— op de vaste kust van Spanje. 'tBefluitvieldan, dat men dit vlek zou gaan pionderen , tegen de meening van eenigen , die oordeelden, dat men de Landzaaten behoorden te overtuigen, dat men niet kwam als vyanden , maar om hen van de Franfche overheerfching te verlosfen, en onder 't gebied van 't Huis van Oostenryk te brengen. De landing gefchiedde op den ze- Porto venentwintigften, in de Bulsbaai, digtby Porto S.Maria S. Maria, welk, nevens Rota en de veriaaten' ^?lou" Sterkte S. Katharina , ledig geplonderd werdt. Men onthieldt zig hier eenige dagen , zonder iet meer te onderneemen dan eenige vrugteloo- ze aanvallen op de Sterkten in deezen oord : waarna het Krygsvolk, gebrek aan leeftdgt beginnende te krygen, wederom fcheep ging. Rooke, niet lang hierna, tyding bekomen heb- bende , dat de Graaf van Chateau-Renaud, met eenige Franfche Oorlogsfchepen, de Spaanfche Zilvervloot veiliglyk geleid hadt tot in de ha- ven van Vigos , op de kust van Gallicie, liet zig, door de Staatfchen, overhaalen, om den lieven derwaards te wenden. De Vloot kwam De voor Vigos ten anker , op den twee - entwin- Spaan- dgften van Wynmaand , zonder, ter oorzaake fche m' van het deinzig weder, vooraf, ontdekt ge- ^eTa- weest te zyn door den vyand. Men zette, des ven van anderendaags , vyfentwintighonderd man aan Vigos land , die 't Kasteel, waardoor de vyandlyke veroverd fchepen gedekt werden, veroverden. Vyftien nielcj." Engelfche en tien Staat fche Oorlogsfchepen zeilden, hierop, de haven in. 't Flansch Oer- logsfchip de Bourbon werdt, terftond, aange- tast |
|||||
172 VADERLANDSCHE LXVLBoek.
1702. tast en bemagtigd: 't welk zo veel fchriks baar-
■■ de onder de overigen , dat Chateau - Renaud bevel gaf om de Oorlogsfchepen en Gallioenen in den brand te fteeken , op dat zy den Bond- genooten niet in handen mogten vallen. De Ëngelfchen en Staatfchen deeden hun best, om deezen toeleg te verydelen. De eerften bemag- tigden vier Oorlogsfchepen en zes Gallioenen: de laatften zes Oorlogsfchepen en vyf Gallioe- nen. De overigen verteerden, door hun eigen vuur; of werden, door de Engelfchen en Staat- fchen , in den grond geboord. De Zilvervloot hadt, naar men rekende , de waarde van om- trent twintig millioenen ftukken van agten , in goud en zilver, aan boord gehad: van welken de vyand omtrent veertien millioenen gebor- gen hadt : de overigen zes vergingen met de Gallioenen, of vielen den Bondgenooten in han- den. Van de Koopmanfchappen , die ook op twintig millioenen gefchat werden , hadt de vyand fiegts een vierde gedeelte können ber- gen. De helft van dezelven was vernield, en het overige vierde alleen tot buit gemaakt. Men raadpleegde , federt, om met de Vloot in Vi- gos te overwinteren: waartoe fommigen fchee- nen te neigen , zig verzekerd houdende , dat men, uit Portugal, zou können voorzien wor- den van leevensmiddelen. Doch Rooke drong zo fterk op het vertrek der Vloote , dat men befloot onder zeil te gaan. De Staatfche Oor-, logsfchepen kwamen , voor het einde van Slagt- maand , in de havens deezer Landen te rug. De Staaten deeden, over't vernielen der Spaan- fche Zilvervloote , eenen plegtigen Dankdag houden. Doch de Spaanfche Koopluiien in |
||||
LXVI.Boek. HISTORIE. 173
Holland, veel belang gehad hebbende by deeze i7dS;
Vloote, toonden kleine vreugde over den uitflag .« deezer onderneeminge. Sommigen zogten ver-
goeding van fchade te bekomen uit den behaal- den buit; waartoe, eerlang, hier te Lande, drie- honderd en vyftigduizend guldens gefchikt wer- den (5): doch alzo zy, gewoon op de naamen van Spanjaarden te handelen in Amerika, geen bewys geeven konden van 't aandeel, welk zy in de Vloote gehad hadden , moesten de mees- ten zig in hun verlies troosten (t). Voorts, was 'er, ter zee, niets van belang voorgevallen. Alleenlyk hadden de Engelfchen , onder den Kolonel Hamilton , het Eiland S. Christoffel op de Franfchen veroverd («). De oorlog in 't Noorden tusfchen Zweeden xiv.
en Poolen duurde nog, zonder datdevereenig- Staat des de poogingen van Groot-Britanje en de Staa- P1*® to ten de Mogendheden tot vreedzaame gedagten den.°01" brengen konden. Karel de XII. hieldt zelfs by de Staaten aan om den onderftand, dien men hem, zyns oordeels, by Verdrag, hadt toege- zeid. Doch men maakte hier zwaarigheid om aan zyne begeerte te voldoen , oordeelende hem nog te naauw verbonden met Frankryk. Ook was 't der Staaten belang niet, den oor- log in't Noorden leevendig te houden, door 't byftaan van Koning Karel. De voorfpoed zy- ner wapenen deedt hem het onttroonen des Konings van Poolen onderneemen: waarin hy, eer-
CO Refol. Holl. 24 Maart 1708. M. 156. (O Burnet l'ol. II. p. 330—333. Lamberti Tom. II. pi 249—256 Tom.XU. p. 49, 89. Europ. Merc. Jan.—J»«»/1703, tl. 70,92,99, 217. Tjnüal Vol. V. [»/■ XX.J p. 137—ijl. (_u~) Lawbertj Tem. II. p. 256. |
||||
174 VADERLANDSCHE LX VI. Boek,
|
|||||
r 1702. eerlang, flaagde. Midlerwyl, werden de Noord-
■ fche Kroonen, door deeze onlusten, belet, zig te fteeken in den oorlog tegen Frankryk, waar-
toe fommigen zig, veelligt, anders zouden heb- ben laaten beweegen. De Koning van Pruisfen zelf deedt den Bondgenooten zó veel dienst niet, als hy zou hebben können doen , zo hy niet voor eenen inval in zyne Erflanden bedugt ge- weest was (v). Verfchïi Twee Zeeuwfche Kaapers, in den Zomer met Dee- jeezes jaars % twee 0f ^t[Q Deenfche fchepen , '" komende van Bourdeaux en Kadix , genomen hebbende, deeden de algemeene Staaten, op *t ernftig aanhouden des Konings van Deenemar- ke , veel moeite , om deeze fchepen te doen ontilaan : waartoe de Staaten van Zeeland be- zwaarlyk te brengen waren. Men moest zelfs tot eene bezending naar Zeeland befluiten, om de Staaten van gedagten te doen veranderen: 't welk, zo ik meen, eindelyk, gelukte. Doch diergelyke moeilykhede-n met onzydige nabuu- ren ontftonden meermaalen , geduurende den tegenwoordigen oorlog (w). Veratide- De Graaf van Marlborough vertoefde, na 't e")lel" d e'ncn'gen van den veldtogt, nog eenigen tyd , 'in den Haage, om, met de voornaamfte Leden der Staaten, te raadpleegen op de toerustingen tegen het volgende jaar. Hy hieldt, in 't byzon- der . naauwe gemeenfchap met de Regeering van Amfterdam, diehy, ligtelyk, bewoog, tot gereede bewilliging in den Staat van oorloge. Hy
Cv) L.muPRT' Ta«' II. fi. 6—28, 14S—159, 161 —184.
,T't» mi Vol. v. \qj XX.] p. 101, 136. (w ' IVitz Uamukuti f o .72. II. p. 141, 142, 143, 144, Tom»
iU. i-30, .4», 44, 132, Jp4i '55. ijé. |
|||||
LXVI.BoEK. H IS T O R I E. 175
Hy keerde, kort hierop, naar Engeland, daar 1702,
de Koningin hem, eerlang, tot den rang van -------
Hertog verhief. Zy hadt, omtrent deezen tyd,
het Parlement vernietigd, en een nieuw befchree- 'ven, welk meest uit Torys beftondt (V), wes- halve men, hier te Lande, met reden bedugt werdt, voor eene verandering van maatregelen aan 't Engelfche Hof, die merkelyken invloed hebben kon op den ftaat der zaaken van Euro- pa. Ook leerde de bevinding, eerlang, datdee- ze kommer niet ongegrond geweest was. De Staaten hielden, op 't einde deezes jaars, XV.
zoo fterk aan by de Koninginne van Groot-Bri- Verb°d tanje op de vermeerdering haarer Krygsmagt, iiandei ° dat haare Majefteit zulks, in Louwmaand des met volgenden, voorfloeg aan 't Parlement, welk Frankryk terftond befloot, tot eene werving van tiendui- .en sPan" zend man, te voegen by 't Leger der Bondge- ^1703. nooten, mids de Staaten van hunnen kant allen ___~ ,
handel met Frankryk en Spanje ftrengelyk ver-
booden. De beide huizen van 't Parlement dron- gen zeer op deeze voorwaarde (ƒ), om dat het Franfche Hof zig, tot hier toe, van Engelfche, Hollandfche en Geneeffche Koopluiden bediend hadt, om zwaare geldfommen naar de Legers in Italië en aan den Keurvorst van Beieren in Deutschland over te maaken: welken weg men den Franfchen wilde affnydeu. De Staaten had- den nog geen byzonder verbod gedaan van briefwisfeling en handel met Frankryk, en von- den't vreemd, dat hierop, van de Engelfche zyde, zo fterk geftaan werdt. 't Belang vanden Koop-
O) Lamusrti Tem. II. p. 281— 2;r. Twoal Fol. V.
[or XX.] p. 151, 152, 170. (y) Reiol. Holl. iy Sept, i-o., il. 426. |
||||
i76 VADERLANDSCHE LXVI. Boeïé,
1703. Koophandel, de zenuw van den Vereenigden
—— Staat, hadt, in dit opzigt, zelfs in de laatfte oorlogstyden, veel door de vingers doen zien* Doch hunne Hoog - Mogendheden, thans ten naauwfte verbonden met Groot-Britanje, be- flooten, der Koninginne genoegen te geeven (V). De wisfelhandeling en allebriefwisfelingen Koophandel met vyanden van den Staat, en byzonderlyk met Frankryk en Spanje, werdt, eerlang, by openbaaren Plakaate, verboodem Ook kwamen 'er Plakaaten uit, tegen het voe- ren van Contrebande en andere goederen naar de twee Ryken. De invoer van koele en ge- brande wynen, zout, en andere Franfche en Spaanfehe voortbrengfels, gewasfen en ftoffen, met naame Papier, bereide Suiker, Siroop en Glas, werdt ook volftrekt ongeoorloofd ver- klaard, by verfcheiden' Plakaaten («). De En* gelfchen hadden, in Zomermaand, reeds op diergelyke Plakaaten gedrongen in den Haage: doch de Staaten van Holland, Zeelanden Fries- land waren 'er niet toe te beweegen geweest. Ook hielden de twee laatfte Gewesten, nog te- genwoordig, het befluit der Staaten lang tegen. Friesland bewilligde, eindelyk; doch onder voorwaarden, die zeer verderfelyk geoordeeld werden voor den Koophandel van Amfterdam. Utrecht begeerde niet alleen den invoer, maar ook het gebruik der Franfche waaren verboo- den te hebben. Doch men kwam ten laatften overeen in het algemeen Verbod, waarvan wy ge-
(2) Tindal Vol. V. [orXX. ] f. 173— 179. L/iMBEHTl
Tom. II. p. 306, 510 311. O) Groot-Plakaaitj. V. Deel, W. 340, 34.1, 345, 34?, $5«»
369. 372- |
||||
LXVI Boek. HISTORIE. 177
gewaagd hebben: welk egter niet langer duu- 17(53.'
ren zou dan e'én jaar, te beginnen met den eer-
ften van Zomermaand. De Keizer en de Ko-
ningin van Groot -Britänje deeden een dierge- lyk verbod, zonder dat zy geraaden vonden, eenige byzondere waarén te noemen; gelyk de Staaten gedaan hadden (£). Met den aanvang des jaars, vorderde de DeStaa-
Raad van Staate twee millioenen en negenhon-ten vm derdduizend guldens tot de kosten van den aan- ÏÏJÏÏJj}. ftaanden veldtogt, behalve nog vyf honderd- gen ge_ duizend guldens, tot de behoeften der Maga- reedeiyk zynen. De Staaten van Holland bewilligden, >n deias- terftond, in deezen buitengewoonen eisch. Ook ^.^Jt gavenze, eerlang hunne toeftemming tot den algemeenen Staat van oorloge. Tot het uitrus- ten van agtenveertig ichepen van rang, twaalf Fregatten, zes bombardeergaljoots, zes brand- fchepen en zes Vaartuigen voor de zieken en ge- kwetften, behalve nog drie Oorlogsfchepen tot geleide naar Portugal, en twaalf platbodemde Vaartuigen, was 'er zes millioen honderdnegen- tigduizend agthonderd vierentwintig guldens geê'ischt, waarin Holland insgelyks bewilligde (ƒ). Doch alzo de andere Gewesten niet zo ge- Zy zoe- reed waren, om hunne toeftemming tegeeven, ke" de vericheenen de Staaten van Holland, op den GewL- vierentwintigften van Louwmaand , in vollen ten tot getale, in de Vergadering der algemeene Staa- dierge- ten, den Leden, by monde van den Raadpen- lyk|hg^ fionaris Heiiifius, voorhoudende „ in welk een' te^e-" ., gevaarlyken toeftand de Staat zig bevonden weegen. „ hadt,
('-) Lamberti Tom. II. f. 340, 341, 307, 313, 315, 324.
(c) I.Mtn&Rti Tom. II. p. 326. XVII. Deel. M
|
||||
173 VADERLANDSCHE LXVLBoek.
„ hadt, op het overlyden van Koning Wil~
„ lern, doorlugtiger gedagtenisfe; hoe Holland „ toen de andere Gewesten hadt opgewekt, „ om naauw vereenigd te blyven, onderling „ goed verftand te houden, en kloekmoedige „ befluiten te neemen, tot behoudenis van den „ Staat, van de verkreegen' Vryheid en van „ den waaren Hervormden Godsdienst; hoe „ hierop een magtig Leger te velde, en eene „ aanzienlyke Vloot in zee gebragt was; en „ hoe de Voorzienigheid de wapenen van den „ Staat en die der Bondgenooten met verfchei- „ den' overwinningen gezegend hadt. Onder- „ tusfchen, vervolgde hy, moest men, om „ tot eene goede, vaste en duurzaame Vrede „ te geraaken , den oorlog wakkerlyk door- „ zetten. De vyand bereidde zig, om eenont- „ zaglyk Leger te verzamelen: welk den Staat „ zou können t'onderbrengen, zo men zig niet „ ten naauwfte vereenigd hieldt. Maar de Re- „ geering van eenige Gewesten was niet zo „ eendragtig, als wel behoorde. Hierdoor, „ liepen de gemeene zaaken agteruit: de be- „ willigingen kwamen traaglyk in, en de aan- „ deelen werden niet zo vaardig opgebragt, „ als wel vereischt werdt. Men verzuimde „ ook, in de meeste Gewesten, de troepen vol- „ tallig te houden. Sommigen hadden niet be- „ willigd, in den eisch tot aanvulling der Ma- „ gazynen: anderen hadden 'er luttel toe op- „ gebragt. Dus doende, zou men geen Vloot „ in zee, geen Leger te velde können bren- „ gen: de Magazynen zouden ontbloot bly- „ ven van gefchut en andere krygsbehoeften, 9, en de grenzen blootgefteld voor eenen „ vyand-
|
||||
LXVLBoek. HISTORIE. 179
„ vyandlyken aanval. De Staaten, van Holland,
„ dit alles bezeffende, hadden goedgevonden, „ in vollen getale, te verfchynen, in de Ver- 3, gadering van hunne Hoog-Mogendheden, „ om op meerder eenigheid in 't raadpleegen, .,, meerder vaardigheid in 't bewilligen en in 't „ opbrengen der ingewilligde fommen, aan te „ dringen. Zy wisten, dat de Regeering, uit 3, zeven oppermagtige Gewesten beftaande, „ best door overtuiging bewoogen werdt, en „ dat het voorbeeld ouder de bekwaamfte mid- „ delen van overtuiging gerekend moest wor- „ den. Zy hadden dan, om een goed voor- af beeld te geeven, in alle de gevorderde las- ,, ten bewilligd. Zy vertrouwden nu, dat de „ andere Gewesten hun voorbeeld zouden vol- „ gen, de eenigheid, de vriendfchap en het „ goed verftand bewaarende, en de gereezen* „ onlusten fpoedig nederleggende, om zo veel „ te eerder in de eisfchen des Raads van Staate „ te können bewilligen : ten welken einde, „ zy verzogten, dat aan de Gewesten mögt „ gefchreeven, en dat Gelderland en Zeeland, „ die hunne aandeden niet opbragten, mog- „ ten bezonden worden (V):" gelyk, federt, gefchiedde (e). Wy hebben van deeze poogingen der Staa-
ten van Holland, om de andere Gewesten tot het opbrengen der gemeene lasten te bewee- gen, welken, naderhand, dikwils, herhaald werden, hier, in 't byzonder, willen gewaa- gen, om dat 'er uit af te neemenis, welke ver- an-
(i) Vn'iez Lamüert Tom. II. /1.327.
(«) Notul. Zeel. *, 5, .12, 19, 27 Matot 1703. il. ioj, »2-, 132, 15t. M 1
|
||||
i3o VADERLANDSCHE LXVI Boek.
1703. andering'er, in de Regeering der Vereenigde
-------Gewesten, gekomen was, na de dood des Stad- houders , wiens werk anders geweest was, de Gewesten over te haaien tot bewilliging in, en opbrengen van de gewoone en buitengewoone kosten des oorlogs. De Staaten van Holland, het rykfte der zeven Gewesten, namen, nu 'er geen Stadhouder was, dit gedeelte van het Stad- houderlyk werk op zig: welk zy, gemeenlyk, door hunnen Raadpensionaris, lieten uitvoeren. Het ampt van Raadpensionaris verkreeg dus een nieuw aanzien, naar maate dat de Staaten van Holland meer gezags kreegen, in de Vergade- ring der algemeene Staaten. Verdra- In Lentemaand, kwamen Koningin Anna en de gen met Staaten overeen, om hunne troepen met nog !5nise twintigduizend man te vermeerderen (ƒ). Ook Vorften8 flootenze een Verdrag met den Hertoge van Hol- ftein-Gottorp: waarby deeze zig verbondt, om den twee Mogendheden twee Regementen Dra- gonders en twee Regementen voetvolk, ten haaren koste, te leveren ( g ). Wat laater, werdt met den Keurvorst van de Palts een diergelyk Verdrag getroffen. Zyne Keurvorftelyke Door- lugtigheid verbondt zig, by het zelve, tot het leveren van zesentwintighonderd knegten, ver- deeld in vier Battaillöns (/5). Met denBisfchop van Munfter, den Hertoge van Saxen-Gotha, en den Landgraave van Hesfen-Kasfel, werden, eerlang, diergelyke Verdragen getroffen (/'). Ter-
(ƒ") Vohz Lambebti Tom. II. p. 345.
(g) Du Mont Corps Diplom, 'lmn. VIII. P. I. p. 114. Lamberti Tom. II. p. 339. fJA") LAMBERTI rom. II. p. 355.
(O R-rfoI. Holl. 17, 22 Maart, 7. 14 April, 19 May 1703.
II. 142, M7, 159, 216, 224, 242, 285. |
||||
LXVI.BoEK. HISTORIE. 181
|
|||||
Terwyl men zig, op deeze wyze, in ftaat i?c3#
ftelde, om een talryk Leger. in 't veld te bren------
gen, en iet gewigtigs aan den F^ynkant te on- xvi.
derneemen, waren de vyandlykheden in Duitsch- Opening land begonnen, met den aanvang des jaars. ye^g" Meisfenheim, in 't Hertogdom Tweebrugge, m werdt, in Louwmaand, ingenomen door de Duitsch- Bondgenooten: Traarbach, door de Htsfifche land« en Staatfche troepen, in Sprokkelmaand, ver- overd; doch op de aankomst van den Graave van Tallard, die de Moezel afkwam. weder- om verlaaten. Villars, die, met een Leger van De Fran- dertigduizend man, by Straatsburg lag, floeg, fc,ien ten zelfden tyde, 't beleg voorde Kehlerichanf, ^6™^" tegen over de gemelde Stad. Zy was rykelyk Kehier- van volk; doch flegt van krygs- en mondbe- fchsmj. hoefren voorzien, en gaf zig over, by verdrag, op den negenden van Lentemaand (£). Het Weener-Hof, bedugt voor de vereeniging der Franfchen en Beierfchen, zondt, hierop, twee Legers naar Beieren, onder deGraavenSchliek en van Styrum, die eenige Steden bemagtig- den. Doch Schliek werdt, by Schardingen, ge- flaagen, door den Keurvorst, op den elfden van Lentemaand. Ook leedt de Prins van Branden- burg-Anspach eenig nadeel van de Beierfchen, waarna de Keurvorst bezetting wierp in Regens- burg, welk buiten ihat was, om tegenftand te bieden ( /). Villars, hierop, bevel gekreegen Zy tasten hebbende, om zig, het kostte wat het wilde, te de lin'en voegen by de Beierfchen, viel aan op de linien hJt^°{" der Keizerfchen, onder Piïnfe Lodewyk van aan. Ba-
(J) Europ. Mcrc. Jan.—Juny 1703. tl. 125, 127, 130, 179.
(/) TirvDAjL Pol. V. lor XX. J p. 321—327. M 3
|
|||||
i8a VADERLANDSCÏIE LXVI.Boek;
|
|||||||||||
Baden-by Stolhoffen, juist op den zelfden tyd,
als agt regementen Staatfche troepen, onder den Generaal - Major Goor, na 't verlaaten van Traarbach, by 't Leger onder den Prinfe van Baden, waren aangekomen. De aanval was he- vig. Doch de Keizerfchen en Staatfchen weer- den zig zo wakkerlyk, dat de Franfchen, met groot verlies, werden afgeflaagen, en de wyk naar Offingen neemen moesten. Villars gaf egter den moed niet op, om den Keurvorst van Beieren, die gevaar liep van door grooter magt overmeesterd te worden, by te fpringen. Het Zwarte Wald werdt, in dit jaargetyde, on- bruikbaar gehouden: en hierom zorgeloos be- waard, 't Was, ondertusfchen , de eenigfte weg, dien Viüars neemen kon, na dat hem de doortogt by Stolhoffen belet was. Hy toog dan derwaards, en 't gelukte hem, zyn Leger, by Dutlingen, met de Beierfehe te vereenigen, op den twaalfden van Bloeimaand. De Graaf van Styrum brak, terflond hierna, op met zyn Leger, van zins om zig te voegen by den Prin- fe van Baden: doch by Schemmingen over- vallen wordende, zag hy zig genoodzaakt, de wyk te neemen, onder 't gefchut van Nord- lingen («2). De zaaken der Bondgenooten liepen dus te
rugge in Duitschland ; doch aan den Beneden- Ryn en in de Spaanfche Nederlanden, diende hun het krygsgeluk beter. Rynberk, geduu- rende den Winter geblokkeerd geweest zynde door de Pruisfifche troepen onder den Graave van
e ai 3 Daniel Journal, p. CCIIJ. Tjnd.U Vol. V. [«r XXJ
$. 327, 338.
|
|||||||||||
ï7°3
|
|||||||||||
Zy ver-
eenigen zig met de Beier- fchen by Dutlhi- gen. |
|||||||||||
Rynberk
en Gel- der ver- overd, door de Pruisfi. fchen. |
|||||||||||
tXVI. Boek. HISTORIE. 183
van Lottum , gaf zig over, by verdrag, op den in-
liegenden van Sprokkelmaand («). Lottum ------3 hieldt toen ook Gelder, het gantfche jaar, ge-
blokkeerd. De Stad gaf zig niet over voor den zeventienden van Wintermaand, en werd ter- ftondmetPruisfifche manfchap bezet(o). Den Maribo« Hertoge van Marlborough, in Lentemaand, F°"gh uit Engeland zynde overgekomen, werdt al- jjonf6" les gereed gemaakt, om, onder zyn opperbevel, 't beleg te flaan voor Bon. De Stad werdt be- rend op den vierentwintigften van Grasmaand, door de Pruisfifche en Lunenburgfche Ruite- rye, onder den Luitenant - Generaal Bulau. Marlborough, Obdam , Koehoorn en andere Krygsoverften vervoegden zig, terftond hier- na, in perfoon, in 't Leger voor Bon. De Ge- neraal van Obdam oordeelde, dat hem het op- perbevel over 't beleg toekwam, en zag on- gaarne, dat het aan' een' vreemd' Generaal, den Hertoge van Marlborough, gegeven werdt Q>). De Stad werdt, op drie plaatfen, aange- tast, onder 't beleid van den Luitenant-Gene- raal Koehoorn, den Prins van Hesfen-Kasfel en den Luitenant - Generaal Fagel, die ieder twaalf regementen onder zig hadden. De loop- graaven werden geopend, op den derden van Bloeimaand, en men naderde de Stad, zonder eenig merkelyk verlies van manfchap. Op den agtften, begonden de batteryen te fpeelen. De Stad en de S:erkte aan de andere zyde des Ryns werden hevig befchooten, uit het kanon en
(n~) Lamberti Tom. TI. p. 215.
C») Lamuertc Tom.III. p. 4. TïNdal Vul. V. [er XX.]
p. MO. Qp) Miiiive ran den Griffier Fagel ven 28 Juny 1703. MS.
M 4
|
||||
i84 VADERLANDSCHE LXVI.Boek.
|
|||||
1703. en uit de mortieren. Des anderendaags, liep
barakken en andere gebouwen in brand gefte-
ken werden door de bezetting, op dat zy, on- der dekfel van den rook, te veiliger mögt kön- nen wyken naar de Stad. Doch zy werdt hier- in belet, door de wakkerheid der aanvalleren, die de Sterkte, eerlang, veroverden, en veelen der bezettelingen afmaakten, of gevangen na- men. Toen werdt de Stad, nog heviger dan te vooren, uit zeventig (lukken tevens, be- fchooten. De belegerden deeden eenen feilen uitval, waarin, van wederzyde, veel volks omkwam. Op den dertienden, beftormde de Prins van Hesfen-Kasfel de Stad, dryvende den vyand uit de werken. Des anderendaags, maak- ten de belegeraars zulk een geweldig vuur, aan alle kanten, dat de belegerden verzogten in De Stad befprek te komen, 't Verdrag werdt, op den geeft zig zestienden, getekend. En op den derden dag daarna, toog de bezetting ter Stad uit, naar Luxemburg (5). XVII. Terwyl 't beleg van Bon nog duurde, gaf Bewee- de Koning van Frankryk, oordeelende dat de fn p" Stad het nog eenen geruimen tyd zou können fchenon' uithouden, aan de Maarfchalken Bouflers en dtr Bou- ViJleroi bevel, om het beleg van de Stad en fiers en 't Kaftee! van Luik te onderneemen: doch dee- Vilieroi. zen ? bérigt ontvangen hebbende , dat Bon flegts weinige dagen langer zou können verde- digd worden, wendden zig naar Maastricht, om de troepen der Bondgenooten, aldaar byeen- ge-
C y) Dagrep;. der Beleg, van Bon. gritr. 1703. LMmlRTlTom. II»
p. 435. TiNiML Vol. V. [or XX.] p. 328 — 331. |
|||||
LXVLBoek. HISTORIE. 185
|
|||||
getrokken, te overvallen en de Stad te bom- 1-03.
bardeeren. Zy naderden, derhalve, met een —— Leger van veertigduizend man, tot omtrent Tongeren, op den vyfden van Bloeimaand. De Bondgenooten, die zig van deeze Plaats dag- ten meester te maaken, weeken, hierop, tot onder 't gefchut van Maastricht, waarna de Zy ver« Franfchen Tongeren met weinig moeite ver- overen overden. Toen trokken zy regt toe regt aan Tollge- op de Bondgenooten, die zig, onder 't bevelreu' van den Heere van Ouwerkerk, terftond, in flagorde Helden: waarop de Franfchen, fchoon ongelyk veel fterker van manfchap, te rug keer- den naar Tongeren. Na 't overgaan van Bon, floeg Marlborough, met het gantfche Leger, op weg, om den vyand van Tongeren te ver- dry ven, en Luik te dekken. De Bondgenooten, overtroffen nu de Franfchen verre in getal, waar- om deezen den llag niet alleen fchuwden,maar, op de aankomst van Marlborough, die de Jek- Veriaa- ker overgetrokken was. Tongeren verlieten, ten'twe- en naar Hannuye weeken. De Hertog, geene erom* kans ziende, om den vyand in te wikkelen in eenen veldflag, floeg zig, eerlang, niet verre van Luik, neder (r). Doch eenige weeken laater, vondtmen ge- DeBond-
raaden, de linien des vyands in 't Land van genoo Waas aan te tasten, waartoe een deel van 't ten °ver" Leger der Bondgenooten , te fchepe, naar ^vyand^ Dordrecht, afgezonden werdt. Den Baron Spar ïyke werdt gelast, eenen aanval omtrent Stekene Knien in te doen. Koehoorn zou over de Schelde trek- Vlaande- ken, en iet omtrent Liefkenshoek ondernee-ren" tnen;
CO Tindal fW. V. [er XX.] f. 331—333.
M 5
|
|||||
i36 VADERLANDSCHE LX VI. Boek.
1*03. men ; terwyl Obdam, aan deeze zyde der
- Schelde blyvende, met het ovirig deel der af- gezonden' manfchap, de linien voor Antwer- pen aantasten zou. De Franfchen hadden hier- omtrent twee vliegende Legers in't veld, een onder den Markgraave van Bedmar, en een onderden Graave van La Motte, welke by Brug- ge lag. Spar, onderrigt, dat La Motte naauw agt op hem gaf, hieldt zig, als of hy 'c op Brug- ge gemunt hadt, en floeg, tegen 't einde van Zomermaand, derwaards op weg. Doch fchie- lyk wendende, overviel hy de linien by Steke- ne onverhoeds, en overweldigdeze, vegtender- hand. Hy verloor hier egter wel twaalfhonderd man, kreeg zelf eene ligte wonde, en ontving een'fchoot op zyne goudbeurs, in welke een eenige piftool zyne dye behieldt. Koehoorn viel, ten zelfden tyde, aan op de linien aan de punt van Kallo, die, insgelyks, bemagtigd werden. Hy maakte zig, na eenigen tegenftand, ook meester van de Reduit op S. Antonishoek. De manfchap, die, onderden Generaal van Ob- dam, by Antwerpen, lag, en flegts uit der- tien Battaillons en zesentwintig Esquadrons be- ftondt, brak den zevenentwintigften van daar op naar Ekeren. Men hadt voor, de linien by Antwerpen aan te tasten, enden vyand het zen- den van volk naar Vlaanderen te beletten. Doch Obdam, verftaande dat zyne magt hier toe te klein was ; leggende den vyand , volgens een- paarige berigten, metdrie-endertig Battaillons, zeventig Kompagnien Grenadiers, en twee- endertig Esquadrons, agter zyne linien ver- fchanst; vertoonde dit aan de algemeene Staa- ten en aan den Hertoge van Marlborough. Hy wees
|
||||
LXYI.BoEK. HISTORIE. 187
wees te gelyk aan, dat hy groot gevaar liep 17034
van zelf aangetast te worden, en drong ern----------
ftelyk op vcrfterking van manfchap, die hem
geweigerd was (/). In deeze verlegenheid, Gevegt overviel Bouflers hem onverhoeds,op den der- l,y Eke* tigften, meteene groote overmagt, zyn Leger ren' van alle kanten omfingelende. Obdam, fchoon verwigtigd van 'svyands aantogt, hadt naauw- lyks tyd gehad om de pakkaadje af te zenden naar Bergen op Zoom, van zins om met zyn Leger ook derwaards te wyken. Bouflers viel hem zo fchielyk op 't lyf, en hadt de naaste we- gen zo wel bezet, dat hy genoodzaakt was door den vyand heen te liaan, 't Gevegt duur- de lang, doch in veel wanorde. Men wil, dat 'er, zo wel aan 's vyands zyde, als aan die der Bondgenooten, veel volks fneuvelde. Obdam, afgefneeden van de zynen, wendde alle moge- lyke middelen aan, -om zig wederom by dezel- ven te voegen; doch verviel daardoor, tot twee- maaien toe, onder de vyanden, die hem nood- zaakten te deinzen. Hy moest dan, eindelyk, ontwyken naar Breda, alleenlyk van omtrent dertig, zo Officiers, als ruiters en bedienden, verzeld. De vyandlyke Ruitery vervolgde hem nog tot digt onder de Stad, en nam hem vyf van zyne paarden af. Slangenburg, Hompesch en andere Legerhoofden deeden, midlerwyl, op hunne byzondere posten, allen mogelyken tegenftand, en hielden 't gevegt uit. Men ver- nam zelfs, dat de Franfchen, na 't eindigen van den ilryd, bynagt, naar hunne linien te rug
( ■) Misfiven ven üsn Generaal Obdam vm 24, 26, 28, 29
Jfc jitny 1-03, MSS, |
||||
i38 VADERLANDSCHE LXVI.Boek.
»703. rug geweeken waren , en hieruit namen de
----- Bondgenooten gelegenheid, om zig de over- winning toe te fchryven. De Franfchen roem- den 'er insgelyks op, om dat Obdam genood- zaakt geweest was , het Leger te verlaaten. In Holland, liep het gerügt, dat de Gene- raals, die 't gevegt onder 't bevel van Obdam hadden bygewoond, voortaan, niet meer on- der hem dienen wilden ; doch zy, hiervan kennis bekomen hebbende, befiooten dit ge- rügt te fluiten, en fchreeven eenen brief, den twaalfden van Oogstmaand gedagtekend , en door dertien perfoonen, zo Generaals als Bri- gadiers, gerigt aan den Heere van Obdam, waarby zy verklaarden „ dat zulk een gerugt „ ongegrond, en vierkant met hunne gevoe- „ lens ftrydig was; dat zy derhalve, het be- „ fluit genomen hadden, om hem te verzeke- „ ren, dat, verre van zwaarigheid te maaken „ om onder zyn bevel te dienen, zy hem met „ groot genoegen wederom aan 't hoofd van „ 't Leger zouden zien (*)." Ook werdt hy, by zyne te rugkomst in 't Leger, door alle de Generaals en Hoofd-Officieren, met tekenen van vreugde en toegenegendheid ontvangen («)• Hy hadt zig, kort na 't gevegt by Ekeren, be- geven naar den Haage, daar hy zyn gedrag zo wel wist te verdedigen, dat hy, eer zyne zaak nog eindelyk afgedaan was, op last der alge- meene Staaten, zyn voorig gebied wederom aanvaardde, en met lof waarnam. De uitflag van 't gevegt gaf, midlerwyl, gelegenheid tot ver-
(O Wit een AFfdirifr van 't OorrprougU-lyke. Voiez ausfi
Lam-xkiiti Tnm. II. p. 450. (_«, Misfive ven Jen Geiler. Obdam yan... Odob. 1703. US. |
||||
LXVI.BoEK. HISTORIE. 189
verfcheiden' befchuldigingen der wederzydfche 1703.
Legerhoofden. Men hadt den Heer van Ob- dam kwalyk genomen, dat hy 't Leger verlaa- ten hadt. Maar 't beleid van Bouflers, die met zulk eene groote overmagt meer moest uitge- voerd hebben, werdt niet minder veroordeeld aan 't Franfche Hof, daar men ongeraaden vondt, hem voortaan aan 't hoofd eens Le- gers te ftellen. De Hertog van Marlborough zelf liep niet vry. Men oordeelde, dat hy niet verzuimd moest hebben, Villeroi aan te tas- ten, wiens Leger, federt den optogt van Bou- flers, geweldiglyk verzwakt was £v) De Heer van Obdam , ondertusfchen , diep getroffen over 't gerügt, welk men ten zynen nadeele verfpreid hadt, en welk hy hieldt door zyne partyen misbruikt te worden, om hem in klein- agting te brengen, drong, van tyd tot tyd, op nader onderzoek en afdoen zyner zaake, die voor den Raad van Staate gebragt, doch lang fleepende gehouden werdt. Maar, in Herfst- maand des volgenden jaars, verklaarden de Staaten van Holland, tegen 't gevoelen der Steden Delft, Amfterdam, Alkmaar, Enkhui- zen en Edam „ dat zy, na een naauwkeurig „ onderzoek der befcheiden , niets ten laste „ van den Heere van Obdam gevonden had- „ den (w)." Hy verkoos egter, eerlang, niet meer* te dienen, alzo hy verwagt hadt, nevens den Heere van Ouwerkerk, bevorderd te zul- len f>) Rcfol. Holl. 22 Blaart 1704. II. 187. 26 ApU 17C9. hl.
204. Rapport van den Meere van Obdam en Remarques op zyne Memorie,geit, 1703. Lambekti Tom. II. p. 443—459. Tom.XÏU p. 161, ife. Tindal /•W. V [or XX.j p. 333 — 337. (if) Rclol. Hol). 24 Stpt. 1704. tl, 483. 5 May 1705. l>!. 225.
|
||||
ioo VADERLANDSCRE LXVJ.Boêk;
T703. len worden tot Veldmaarfchalk, waartoe hy,
r—■— door twee Gewesten, Zeeland en Overysfel, benoemd was (x ). Doch de meeste Gewesten hadden andere mzigten: en de Generaal hieldt het zyner eere te na te zyn, dat hy onder den Heere van Ouwerkerk ftaan zou. De Bond- De Bondgenooten, midlerwyl, na't gevegt genooten [,y Ekeren, hunne verfpreide benden weder- deVran- om Samengetrokken hebbende, beflooten, op fchen, nieuws, te beproeven, of de vyand, die by S. vergeefs, Job gelegerd was, zig niet tot eenen veldflag ïntewik- zou willen laaten uitlokken. Marlborough en eenen"1 Ouwerkerk trokken naar Hoogftraaten, om- veldflag. trent een half uur van de Legerplaats der Fran- lchen, terwyl Slangenburg, van Lillo opge- broken, tusfchen Ekeren en Kapelle, ftaan kwam, om den vyand, van dien kant, aan te tasten. Marlborough (leldezig, eerlang in dag- orde, op eene ruime vlakte, regt tegen over de Franfchen, en deedt vier fchooten, tot een te- ken voor Slangenburg, om den aanval te be- ginnen. Doch Villeroi fchuwde den ftryd we- derom , brak op van by S. Job, en week agter zyne linien. By deeze gelegenheid, raakten eenige Engelfche Dragonders handgemeen met eenige vyandelyke Ruiters, die, tot digt aan de linien, te rug gedreeven werden. Eenige Le- gerhoofden der Bondgenooten namen, ten zelf- den tyde, naauwe agt op den toeftand der vyandlyke linien, die Marlborough voorhadt te overweldigen: doch de Afgevaardigden te Velde en de Staatfche Legerhoofden vonden zulk
(x~) Rcfol. Overysf. 3 April 1704. MS. Notul. Zeel. 4 Sept.
1,-03. MisGven van den Generaal Oi>UAM van xy "Jan. i>j Afril Jf04. Möi, |
||||
LXVI.BoEK. HISTORIE. 19t
zulk eene onderneeming te gevaarlyk, alzo zy, 1703.
ten ergften uitvallende, de Vereenigde Gewes- ten bloot Hellen zou voor den vyand, en ten
beste flaagende, geen voordeel altoos zou gee- ven, konnende de Franfchen altyd de wyk nee- men naar de fterke Plaatfen der Spaanfche Ne- derlanden, 't Befluit viel dan, om nog eene of twee belegeringen te doen, en daarmede den veldtogt te eindigen (y ). Huy werd berend, Zy ver» omtrent het midden van Oogstmaand, en gaf zig, ovwen den vyfentwintigften, over. De bezetting bleef iiuy» krygsgevangen, om uitgewisfeld te worden te- gen twee Battaillons, die, in 't begin van den veldtogt, te Tongeren, gevangen genomen wa- en Lim* ren (s). Daarna, floeg men 't beleg voor Lim- burg, burg: dat, naauwlyks befchooten zynde, zig overgaf, op den zevenentwintigften van Herfst- maand. De bezetting bleef hier, insgelyks, krygsgevangen (a). De Staaten beflooten bezit te neemen van de Stad, en de Wethouders en Amptenaars den eed aan hun te doen afleggen (£). De Hertog van Marlborough nam dit eg- ter euvel, voorgeevende, dat zulk eene han- delwyze den Keizer en andere Bondgenooten vervreemden zou van de Staaten, en aange- zien worden als ftrydig met het Groot Ver- bond (c). Doch de Staaten verftonden 't an- ders. Zy hadden, by dit Verbond, ook eene Bar-
(O Verbaal der Cedeput. te Velde. MS. TjNdal Vol. V.
[or XX.] p 337—339- (zj Misfiven der Oedcput. re Velde van 20, 23 en 24 Augi
1703. t/SS. Lamuerti Turn. II. p. 461. ( 0 "> Verhaal der Gedeput. te Velde. U/S. Lamberti Tom. II.
f. 466. Tom. XII. p. 165. TiWMi. Vol V. [or XX. p. 339. (bj Secr. Rel'ol. Oenèr. Sahb. 15 Sept. 1703 MS.
CÓ Miiflvc dir Gtdeput. te VeUle ran 15 S.ft. 1703. MS.
|
||||
ipa VADERLANDSCHE LXVI.Boek.
1/03. Barriere voor zig bedongen, waartoe huu, on-
------ der andere Plaatfen, ook Limburg dienen kon.
Doch de Gedeputeerden te Velde verfchoo-
ven, federt, de volkomen fchikking over Lim- burg : 't welk hunne Hoog-Mogendheden zig gevallen lieten (üQ. Het Leger der Bondgenoo- ten werdt, daarna, in de Winterkwartieren ge- legd. De vereenigde Engelfche en Staatfche troepen hadden zig, geduurende deezen veld- togt, verzekerd van den Neder-Ryn, en daar- enboven de Landftreek Kondrotz in het Luik- fche geheellyk onder bun bedwang gebragt. Sommigen hadden egter grooter verwagting gehad van hunne onderneemingen: de Engel- fchen inzonderheid, die den geringen uitilag van den veldtogt toefchreeven aan de bekom- merdheid der Staaten, en aan de verdeeldheid onder dezelven: willende fommige Gewesten eenen Kapitein - Generaal verkooren hebben, terwyl de meesten verftonden, de Legers, door Afgevaardigden te Velde, te können beftieren ( e ). De jonge Prins van Nasfau, Erfftadhouder van Friesland, dien fommigen gaarne tot Ka- pitein - Generaal zouden bevorderd gezien heb- ben , hadt reeds blyken van moed gegeeven, en den gantfchen veldtogt bygewoond QQ. xviii. De Maarfchalk van Villars , zyn Leger, Staat des gelyk wy hiervoor aantekenden, met dat on- aan'den ^er ^enKeurvorst van Beieren, vereenigd heb- Donauw. bende, bleef eenigen tyd leggen, omtrent den Donauw; terwyl de Keurvorst in Tirol rukte, welk
(■(O^rcr. Rcfdl. Gen. Domin. 30 Septemt. Mart, 9 Qftoh
J701. /I/.V.S. '(r) TiNOAL Fol. V. [OT XX.] p. 340. (/") Europ. M.rc. •Ji'.ly—Deccmb. 1,-03. hl. 151.
|
||||
LXVLBoek. HISTORIE. 193
welk ontbloot was van Krygsvolk, en waar hy
zig ligtelyk meester maakte van Infpruk. De Prins van Baden, wiens Leger merkelyk ver- zwakt was, kon meer niet doen, dan op de beweegingen van Villars agt geeven, zonder hem te durven aantasten. Vendóme, die in 't Hertogdom Milaan lag, kreeg, midlerwyl, be- vel , om naar Tirol te trekken, en zig daar te voegen by deBeierfchen; doch eer dit gefchie- den kon, hadden de Tirolfche Landluiden den Keurvorst reeds wederom gedreeven uit hun Gewest. Vendóme, die 't op Trente gemunt fcheen te hebben, werdt, door dezelfde Land- luiden, die midlerwyl ook eenige geregelde manfehap tot onderlland gekreegen hadden, genoodzaakt, naar 'tMilaneefche terug te kee- ren. De Keurvorst, het Landfcbap Tirol, op Kufftein na, geruimd hebbende, was in Beie- ren gerukt, op de tyding, dat de Keizerfchen , onder Rayentlau, langs den weg van Pasfau, derwaards getoogen waren. Hy befloot, hier- op, zig meester te maaken van Augsburg; doch de Prias van Baden, onderrigt van deezen toe- leg, trok derwaards, en dekte de Stad met zyn Leger. De Beierfchen verdeelden zig, hierop, in twee hoopen: een van welken naar Donau- wert toog, terwyl de andere naar Friedburg keerde. Doch deeze Stad viel, kort hierna, den Keizerfchen in handen. Midlerwyl, was de Graaf van Styrum afgezonden door den Prinfe van Baden, om zig van een' voardeeli- gen post aan den Donauw meester te maaken. Doch terwyl hy derwaards op weg was, werdt hy tegengetrokken door den Markgraave cfUs- fon, dien hy eerst aanviel, doch die hem „ ejn- XVII. Deel. N de- |
|||||
i
|
|||||
194 VADERLANDSCHE LXVI.Boek.
|
|||||
1703. delyk, noodzaakte, de wyk te neemen. De af-
—— togt gefchiedde nogtans in goede orde, na dat het gevegt, van zes uuren des morgens tot vier uuren des nademiddags, geduurd hadt. Men wil, dat 'er de Keizerfchen twaalfduizend man in verlooren, benevens al hun gefchut en pak- kaadje. In Wintermaand, maakten deBeierfehen zig meester van Augsburg (g). De Fran- Het Franfche Leger in üe Elzas hadt, in fcben Oogstmaand te vooren, onder 't beleid van den neiTir Hertoge van Bourgondie en den Graave van fak en" Tallard, het beleg gellaagen voor Oud Brifak, Landau, welk zig, na veertien .of vyftien dagen, by ver- drag overgaf. Tallard kreeg, daarna, bevel, om Landau te belegeren, en kwam in Wyn- maand voor de Stad. De Bondgenooten, zig veel laatende gelegen leggen aan de behoude- nis deezer Plaatfe, vaardigden den Prins van Hesfen-Kasfel uit de Nederlanden af, om de- zelve te ontzetten. De Prins vereenigde zig, by Spiers, met de Paltfifche manfchap onder den Graave van Nasfau -Weilburg, en bereid- de zig, daarna, tot het ontzet van Landau. Maar de Franfchen zonden tienduizend man, onder den Markgraave van Pracontal, af, om Tallard te onderiteunen, waarna de vereenig- de magt des vyands aantrok op het Leger des Piinfen van Hesfen-Kasfel. De Graaf van Nas- fau-Weilburg leedt den eerften aanval, op den zestienden van Slagtmaand, en werdt, eerlang, genoodzaakt te wyken, met de gantfche linker vleugel des Legers, zonder dat de Prins van Heslên-Kasfel, die over de regter vleugel ge- boodt,
(g-) Tindal Fll. V. tor XX.] p. 340—344» 347«
|
|||||
LXVI. Boek. HISTORIE. 195
boodt, hem tydig genoeg te hulp komen kon. t?o3.
De vyand viel, daarna, de regter vleugel aan,--------
van vooren en van ter zyde, en noodzaakte
dezelve, insgelyks, tot wyken, na eenen hard- nekkigen tegenitand. De overwinning verklaar- de zig volkomenlyk voor de Franfchen, fchoon zy hun op veel volks te ftaan kwam. Landau, nu geene hoop altoos hebbende op ontzet, ging den volgenden dag over, by verdrag: waar- mede de veldtogt in de Elzas beflooten werdt Qï). De Keizer leedt niet alleen veel van de Fran- Öpftand
fchen en Beierfchen in Duitschland; maarzyne i^Hoa- zaaken werden ook ilerk agteruit gezet, door ^arye' eenen opftandinHongarye, die, doorhet Fran- fche Hof, en door zendelingen Van den Keur- vorst van Beieren, onder de hand, verwekt was, of gevoed werdt. De misnoegden trokken, 'm groote hoopen, aan verfcheiden' oorden, by- een, verkiezende den Prins Rdgotski tot hun opperhoofd, wien eenige onderhand , langs Poolen, toegezonden werdt. üok gaf men den Hongaaren Verzekering, dat 'er geene vrede ge- flooten zou worden, zonder dat zy, daarby, herfteld werden in het vol bezit hunner voor- regten. Het Weener-I lof vreesde ^ ten deezen tyde, ook zeer voor eene Vredebreuk met de Porte; doch de groote Heer gaf den Keizer herhaalde verzekeringen, dat hy 't Verdrag van Karlowitz, heiliglyk, onderhouden zou ( /). In Italië, was deezen Zomer luttel voorge Krvgsbe-
vallen. De Keizerfchen waren te zwak om aan- ?1'yve" vallenderwyze te oorloogen. De mislukte togtin ta 'e' naar
(70 Lamberti Tom. II. p. 598. Tindal Fot.V, [wXX.]
ƒ>• 344* 315 O') TinüAL /*<?/.' V. [pr XX.] /;. 347. N 2
|
||||
ip6 VADERLANDSCHE LXVI.Boek.
|
|||||
1703. naar Tirol verhinderde de Franfchen ook, iet
■'■ ■■- van gewigt te onderneemen. Zy iloegen 't beleg voor Oftiglia; doch werden, eerlang, genood- zaakt , de Plaats te verlaaten. Maar de fterke Vesting Berfello, lang geblokkeerd geweest zyn- de, werdt aan den Hertog van Vendóme opge- geven , by verdrag van den zevenentwintigften van Hooimaand. De Franfchen geraakten, hier- door , in 't bezit van 't Hertogdom Modena (£). XIX. Ter zee, werdt, dit jaar, van de zyde der De ver- Bondgenooten, met kleinen voorfpoed, geoor- Enèd- loogd- DeEngelfche Vloot was, inBloeimaand, fche en in ftaat, om zee te können kiezen: doch de Staatfche Staatfche hadt zig toen nog niet by dezelve Vloot bonnen voegen: weshalve Rooke bevel kreeg, zeef'm om uit te l°°Pen 5 en de Franfche kusten, op
welken men ook eene landing voorhadt (/), te ontrusten. Doch hy verrigtte niets van be- lang op deezen togt («), die omtrent eene maand duurde. Zeventien Staatfche Oorlogs- fchepen, onder den Luitenant-Admiraal Al- monde («), zig, federt, vereenigd hebbende met vyfendertig Engelfchen, onder den Admi- raal Cloudesly Shovel; ftak de famengevoegde Vloot, in 't begin van Hooimaand, in zee naar de kust van Portugal, daar men voor eene on- Verdrag derneeming der Franfchen bedugt was. De Ko- rnet den ning van Portugal, lang aangezogt van Frank- Konmg j-yjj en van (je Bondgenooten, hadt zig, einde- tugaï; tyk» verbonden met de laatften. 't Verdrag was,
(*") Daniel Journal, p. CCXJ. Tindal Fol. V. [or XX.]
p. 341. CO Rerol- Holl. az May 1703. U. 293. (;») Daniel Journal, p. CCXlJ. («) ZU zytie'jnflr. Refol. HoU. 18 May 1703. il. 2?>a.
|
|||||
LX VI. Boek. HISTORIE. 197
was, te Lisbon, getekend, op den zestienden 1703;
van Bloeimaand. De Koning verbondt zig,------•
„ om ten hoogfte vyftienduizend man te betaa-
„ len van het Krygsvolk, welk, tot het voeren „ van den oorlog in Spanje, ftondt gebruikt te „ worden, waarby hy nog dertienduizend Por- „ tugeezen voegen zou. De Keizer, de Ko- „ ningin van Groot-Britanje en de Staaten zou- „ den hem, hiertegen, jaarlyks, een millioen „ ftukken van agten betaalen, en, geduuren- „ de den oorlog, twaalfduizend oude geoe- „ fende knegten in Portugal houden, waarby „ Groot-Britanje en de Staaten in 't byzonder „ eene bekwaame Vloot zouden voegen. De „ Aartshertog Karel zou, nevens deezen on- „ derftand, in Portugal ontvangen, en door „ den Koning voor Koning van Spanje erkend „ worden: waarna hy eenige Steden in Span- je aan Portugal afltaan zou:" welk laatfte, in een der geheime punten van 't Verdrag, be- loofd werdt (V). In gevolge nu van dit Verdrag, was de vereenigde Vloot naar Lisbon gezeild. Van hier vertrok zy, eerlang, naar de Straat, en voorts naar de Middelandfche zee, tot op de kust van Valence, daar Shovel en Al- monde eene verklaaring deeden verfpreiden, waarby zy de Spanjaards nodigden om den Aartshertog Karel voor Koning te erkennen. Doch deeze verklaaring deedt geenen anderen dienst, dan dat zy de Spanjaards bewoog, om de Vloot te voorzien van ververfching en voor- raad , die met gereed geld betaald werdt. Ook nam
(o) Rcfol. Höll. 10 Ma?, 13 fuly 1703. bi. 316, 334. Fritz.
ou Munt Corps Diplom. Tm. VIÜ. />. I. p. u?.. |
||||
io3 VADERLANDSCHE LXVLBoek.
nam zy hier water in, waaraan de fchepen groot
gebrek hadden. In Herfstmaand, zeilde zy tot voor Livorno, daar zy zig eenigen tyd op- hieldt Qö). De Markgraaf van Coëtkgon,.in Bloeimaand, op de hoogte van Lisbon kruisfen- de, met vyf Franfche Ooriogsfchepen, ontmoet- te aldaar eeneEngelfche en Hollandfche Koop- vaardyvloot onder 't geleide van eenige Oor-; logsfchepen, die, na een hardnekkig gevegt, overweldigd werden. Doch de meeste Koop- vaarders hadden zig, geduurende het gevegt, ge- borgen in de havens van Portugal. De wakkere Kapitein Roemer Vlak, die op een der Staatliche Ooriogsfchepen geboodt, ontving eene wonde in 't gevegt, waaraan hy, eerlang, te Toulon overleedt. De Ridder de Saint Pol tastte, in Oogstmaand, eene Hollandfche Koopvaardy- vloot aan, die door vier Ooriogsfchepen bege- leid werdt. Drie van deeze vier Ooriogsfchepen vielen hem in handen. Ook vernielde hy om- trent dertig Koopvaarders ( q ). Te vooren , hadden vier Franlche Ooriogsfchepen de Hol- landfche Haringvloot aangetast. Vier ligte fchepen, die de Visfchers dekten, Helden zig wakkerlyk te weer: een werdt 'er in den grond gefchooten: een ander veroverd: een derde fhk, zo verhaald wordt, Atn brand in zyn eigen buskruid, en vloog met al 't volk in de lugt: het vierde bergde zig op de reede van Leith; waarna verfcheiden' buizen, door den vyand, verbrand werden (r). De Engelfchen, onder den
|
||||||||||
i;°3-
De ver-
eenigde Vloot
komt
voor Li-
vorno.
De Fran-
fchcn
tasten
twee
Koop-
vaardy-
vlooten
aan.
|
||||||||||
Zy ver-
branden eenige Haring- buizen. |
||||||||||
f/O TiNnAL Vol. V. [or XX.] p. 305—310.
(?) Oanikl Journal, p. CCXIJ. Europ. Merc. July- ctmb. 1703. hl. ic6, S72. CO Europ. Merc, 'July—Dtcemh 1703. */. 107. |
||||||||||
■De-.
|
||||||||||
LX VI. Boek. HISTORIE. 109
den Kolonel Codrington, veroverden, daarente- ^03.
gen, in de Lente deezes jaars, he: Eiland Guar- —-— deloupe op de Franfchen; doch zy verlieten 't, eerlang, na dat zy 't beroofd en verwoest had- den. Zy ondernamen nog eenige andere tog- ten in Westindie, die genoegzaam allen kwa- lyk uitvielen (f). De vereenigde Engelfche en Staatfche Vloot,
die, deezen Zomer, in de Middelandiche zee geweest was, hadt ook voor, den opftand, voorleeden jaar in Languedok aangevangen, te voeden, of leevende te houden. Men meent, dat deeze opftand zo veel invloed gehad heeft op den ftaat der zaaken van Frankryk, dat het der moeite wel waardig zynzal, dat wy/er hier een kort berigt van geeven. De vervolging der Hervormden in Frankryk, xx.
aangevangen in 't jaar i6&5, was, met het be- Opfland gin des jongden oorlogs, genoegzaam opge- ™J*Je houden; doch na 't fluiten der Ryswykfche Vrede feller begonnen, dan te vooren, vooral in de afgelegenfte Gewesten van 't Ryk, daar de luiden, door Krygsvolk, gedwongen wer- den , hunne belydenis te verzaaken, en de Roomfche, by ondertekening, aan te neemen. In de Se vennes, een Gewest in Languedok, woedde de vervolging op 't hevigst. Men ge- doogde niet, dat zy , die zig hadden laaten dwingen, tot het aanneemen van het Room- fche Geloof, heimeiyk, byeenkwamen, om ei- kanderen, door het zingen van Pfalmen, en door onderwyzingen en vermaaningen, te füg- ten. Zulke byeenkomften werden dikwils ge- ftoord,
(O TiNaAL Val, V. lor XX,] p. 330—240, 30Ö—go3,
N 4
|
||||
aoo VADERLANDSCHE LXVLSoftK»
1703. ftoord, en het byvvoonen derzelven , met de
------ galei of met de dood, geftraft. In den Zomer
des voorleeden jaars, hadt de Abt de Chaila *
een der ftrengfte vervolgeren, eenebyeen komst doen ftooren , en omtrent zestig mans- en vrouwsperfoonen gevangkelyk naar zyn Slot doen voeren. Eenigen werden, terftond, op- gehangen: de meesten bewaard, en zwaarlyk gepynigd, op dat zy hunne Geloofsgenooten beklappen zouden. Onder de gevangenen, was eene jonge Dogter, die aan zekeren Perrierver- loofd was. Om deeze en de overigen te ver- losfen, bragt Perrier omtrent honderd man op de been, die 't Slot overweldigden, den Abt en verfcheiden' krygsknegten van 't leeven be- roofden , en de gevangenen in vryheid fielden (t). Efprit Seguier, een driftig Predikant onder deeze luiden, zig gefield hebbende aan 't hoofd van eenigen der heethoofdigften, ftak, daarna, den brand in 't Slot, en verwoestte het Dorp Pont de Montvert, daar het flondt, te vuur en te zwaard. Doch hy werdt gevat, en leevende verbrand. Men regtte, te Florac, een Geregts- liof op,dat ftrenghandelde tegen de Camifards: 7,0 noemde men hier de Hervormden, om dat fommigen, Roomfchen en Hervormden, on- langs, in een der Dorpen, tegen de heffers van zeker Hoofdgeld, opgedaan zynde, hem- den , in de Landtaale Camfcs genoemd, over hunne kleederen , hadden aangedaan, om te minder ontdekt te worden («). De Heer de Ba- •iill&i Stadhouder van Languedok, en de Graaf van
(t~) Hifi. des Cunifai'.is Tom. I. p. ie$—ia5.
(»JHift. des Cnmiraiiis Tom. I. p. 126—134, 136. |
||||
LXVI.BoEk. HISTORIE» 20t
van Broglio, Bevelhebber over 's Konings troe- 1703.
'pen in dit Gewest, plaatften, federt, krygsvolk ——-. in de vlakten en op 't gebergte van de Seven- nes, en booden, daarna, elk vergiffenis aan, die zig, binnen zekeren tyd, naar zyn huis be- geeven, en de wapenen afleggen zou. Veelen, zig verlaatende op deeze beloften, kwamen uit hunne fchuilhoeken; doch werden, terftond, gevat, en in hunne deuren opgehangen. Maar deeze trouwloosheid, gelyk men 't noemde, gaf een nieuw leeven aan den opftand. Perrier bragt wederom een' hoop Camifards byeen, die zig in digte bosfchen onthielden, van tyd tot tyd op buit uitgingen, en fomtyds merkelyke voordeden behaalden op 's Konings troepen. Omtrent deezen tyd, ontftondt 'er een geest van dweeperye onder de Camifards, die zig Gods volk, hunne zaak Gods zaak begonden te noemen, en de voordeelen, welken zy be- haalden, als byzondere Hemelfche gunstbe- wyzen aanmerkten. Ook deeden zig Profeeten onder hen op, van welker zogenoemde Gods- fpraaken fommige hoofden der Camifards zig, fchranderlyk, wisten te bedienen, tot bevorde- ring hunner oogmerken, 't Getal der Camifards nam, eerlang, zo fterk toe, dat de Koning ge- noodzaakt was, een groot getal van troepen naar Languedok te zenden, om deezen opftand te dempen. De Heer Julien, die voorheen den Hervormden Godsdienst beleeden hadt, ge- boodt over deeze manfchap. Hy gedroeg zig zo voorzigtig, dat hy zig, eerlang, verdagt maakte, als droeg hy zynen ouden broederen nog te veel gunst toe. De opftand kreeg, door teil tyd, eene geregelde en gevaarlyker ge- N 5 daan-
|
||||
soa VADERLANDSCHE LXVI.Boek.
1703. daante. De Camifards werden, in eenige
f penen, dat zy dikwils de partyen van's Konings troepen, die op hen afgezonden werden, ver- floegen, en, onder 't beleid van de la Porte, Rolland, Jean Cavalier en anderen , daaden bedreeven, over welken de Koningfchen zel- ven verbaasd ftonden ( v ). De Bond- In deezen (iaat der zaaken van de Sevennes, genooten begonden de Mogendheden, die met Frank- Camifafd0 lyk '" 00rJoS waren ■> net 00g *e Aaan °P 't ge~
onder "de*ne aldaar omging. Men beiloot, de Camifards
hand. te onderfteunen. De Staaten fchikten 'er hon- derdduizend guldens toe ( w ). De Vloot on- der Shovel en Almonde kreeg bevel, om hen van eenig gefchut, wapenen en geld te voor- zien. Doch zy kwam, te laat in den Herfst, op de hoogte van Narbonne, om eene landing te onderneemen. Ook waren de Koningfchen gewaarfchuwd van hunnen toeleg, en hadden zig in ftaat gefteld, om dien te Muiten (#), De Camifirds werden, ondertusfchen, iterk aangemoedigd, door de gunst, die hun de Bond- g^nooten toedroegen (y). In Engeland en Holland waren luiden, die briefwisfeling met hen hielden, en hen, van tyd tot tyd, aanfpoor- den, om moed te houden; onder verzekering van fpoedigen byftand. Zeker Abt de la Bour- tie hieldt zig, eenigen tyd, op, in den Haage, daar
(y} Hifi. des Camifards. Tom. I. p. 137—248.
(w~) Notul. Zeel. io July 1704. bl. 280. 25 May, " J""»
J705. bl. 194, 219- (r) BiRNET W II. p. 329, 9,5(1, 392. TiNOAL Vol. V.
[or XX.] p. 313—317. Vol. VI. [or XXI.] p. 87. Hill, des Camifards. Tom, II. p. 140, 1C6. (jO Hill, des Caniilardj. 'lmn, 1. p, 354. Tom. IJ. p. 185.
|
||||
LXVLBoek. HISTORIE. 203
daar hy, onder den naam van Markgraave de 1703.
Guiscard, doorgong, en zyn best deeut, om on- —— derttand te verwerven voor de Hervormden in Languedok, onder welken, hy eenen algemee- nen opftand zogt te bewerken. Ook Ichreef hy, van hier, aan de hoofden der Camifards, dezelven vleiende met hoope op de hulp der Bondgenooten (^). De Koning van Frankryk was genoodzaakt, 't getal zyner troepen in de Sevennes, van tyd tot tyd, te vermeerderen; 't welk oorzaak was, dat zyne Legers aan an- dere oorden niet talryk genoeg zyn konden, en te ligter geflaagen werden, door de Bondge- nooten: gelyk wy, welhaast, zien zullen, 't Liep aan tot in Bloeimaand des jaars 1704, eer de Camifards zig lieten ter neder zetten, door den Maarfchalk de Villars, die den weg van gemaatigdheid met hen inlloeg, en hun, by een behoorlyk getekend Verdrag, vryheid van Godsdienst toeftondt, mids zy geene Ker- ken bouwden (0). Doch dit Verdrag werdt kwalyk gehouden. De vervolging begon , op nieuws. De Bondgenooten ontfcheepten, in den Zomer des jaars 1704, eenige troepen en wapenen te Ville-Franche, die, van daar, in kleine Vaartuigen, naar Languedok gevoerd werden. Doch de vaartuigen, door ftorm ver- ftrooid zynde, vielen den Franfchen in han- den. Ook was de party der Camifards zo zeer verzwakt, federt het Verdrag, dat zy zig rep- pen noch roeren durfde ( b ). Den
O) Uiit. des Camifards Tom. II. p. 146, 154, 271, 276.
Lammkkti lom II. p. 522. & fuiy. C"0 Hill, des Camiiards. Tom. II. p. 325.
(4, Hill, des Camiiards. 'lom. ü. f, 334, 348, 350, 361.
|
||||
234 VADER.LANDSCHE LXVLBoek.
1703. Den Prinfe van Conti, in de Lcnte des jaars
-------1703, zyn regt op het Prinsdom Oranje af-
Lode- geftaan hebbende aan den Koning van Frank-
wyk de jyjj. hadt deeze zig, terftond hierna, meester maakt zig gemaakt van de Hoofdftad, alwaar de He/- meester vormde Kerken geilooten werden, en de vrye van 't oefening van den Hervormden Godsdienst be- ik>mS" kt (O- Het Prinsdom is, federt, gebleeven Oranje. ifi 't bezit des Konings. xxi. Doch terwyl het Franfche Hof de handen Dei,'er-Voi werfcs hadt aan het dempen van den op- SavoJe" ^anc* *n ^e Sevennes, beiloot de Hertog van gaat over Savoje de Franfche zyde te verlaaten, en zig toi de te begeeven in het Groote Verbond. Hy en /ydedc-rZyne Voorzaaten plagten, meermaalen, van Dooten6" Party te wielen, wanneer zy kans zagen om daarby eenig voordeel te bedingen; en de voortgang der Franfche wapenen in Italië maak- te hem nu zo t'eenemaal afhangkelyk van Frankryk, dat hy't, met reden, van zyn belang rekende, de zyde der Bondgenooten te kiezen, om zig, daardoor, tefterken, tegen de Fran- fche overmagt. Hy handelde, heimelyk, met de Bondgenooten, van zins, zig niet opentlyk te verklaaren, voor dat de Hertog van Vendó- me zyne troepen zou te rug gezonden hebben, na 't eindigen van den veldtogt. Doch het Franfche Hof hadt middel gevonden, om zy- ne oogmerken te ontdekken. De Koning gaf, hierop, den Hertoge van Vendóme bevel, om de Savooifche troepen, die in zyn Leger wa- ren, te overweldigen en te ontwapenen: gelyk ge-
("O Europ. Msrc. jc".-~~Juny 17P3. il. 247. foitz ciusfi
LAMBERT! i O/il. XIII. j,. i2; 13, Ij.
|
||||
LXVLBoek. HISTORIE. 505
gcfchiedde. De Hertog van Savoje deedt toen 1703,
eenige Franfche Krygsvoriten, die zig binnen Turin bevonden, en den Kranichen Ambasfa- deur zelven in hegtenis neemen. Ten zelfden tyde, zondt hy het Verbond, met den Keizer, Groot-Britanje en de Staaten getekend, naar Weenen, en ontving, eerlang, Gezanten uic Engeland en uit den Haage aan zyn Hof. De Heer van der Meer bekleedde het Gezantfchap van wege de Staaten. De Hertog van Savoje verklaarde Frankryk den oorlog. Ook gefchied- de 'er, nog voor 't einde des jaars, eene Oor- logsverklaring tegen hem , van de Franfche zyde (</). De Graaf van Staremberg deedt, op 's Keizers bevel, eenen merkwaardigen togt, door 's vyands gebied, met een Leger van vyf- tienduizend man, welkhy, gelukkiglyk, ver- eenigde met de troepen onder den Hertoge van Savoje te Canelli, waardoor Piemont in vei- ligheid gefteldt werdt (e). De Koningin van Groot-Britanje en de Staa- Verboni
ten hadden, na veel handelens, op den zestien- ™et den van Oogstmaand deezes jaars, in den Haa- ^^ ge, een nieuw Verdrag geflooten met den Ko- ning van Zweeden, waarby deeze zig verbondt, „ om, zo dra de Vrede met Poolen en Rus- „ land getekend zou zyn, of eerder, indien 't „ mogelykware, den twee Mogendheden, met „ tienduizend man te onderfteunen." Ook tradt hy, ten zelfden tyde, in 't Groote Ver- bond, voor zo ver het de belangen van Groot- Britanje en de Staaten betrof, alzo hy verklaard hadt,
(/O VoUz du Mont Corps Diplom, Tom, VIII. P. I. p. 135.
(4) Tindal t'nl. V. [«;• XX.] », 340—ks-,. I<am»e«H Tmi. II. p, 54«. & faly. ■■> ' » |
||||
2o5 VADERLANDSCHE LXVI.Boek.
*;o3. hadt, zig niet te willen moeijen, met de opvol-
-------volging in de Spaanfche heerfchappy (f). Het
fluiten van dit Verdrag bragt Groot-Britanje en
de Staaten onder eene nieuwe verpligting, om tot herftelling van de ruste in 't Noorden te ar- beiden. Verdrs g Tot beveiliging van den Koophandel in de met Tri- Middellandfche zee, hadden de Staaten deii ni0lenTU" Jood %uda ^ohan-> met deu titel van * Gezant,
Algiers; afgevaardigd naar Tripoli, Tunis en Algiers, *Envoj'é. met last om eene vaste Vrede, met de Regee- ring deezer drie Plaatfen, te fluiten. Hy be- reikte zyn oogmerk, op het einde van dit eil in Lentemaand des volgenden jaars, naar ge- noegen. De Vrede werdt vernieuwd, en we- derzydsch bekragtigd (g). De Aarts- De Aartshertog Karel, in Herfstmaand dee- hertog zes jaars, te Weenen, uitgeroepen zynde, voor Koning01 Koning van Spanje, onder den naam van Ka- van Span- rel den III, maakte zig, terftond hierna, ge- je ver- reed tot de reize naar Portugal. Hy toog, te ktaard ]anc|e, naar Dusfeldorp : van waar hy den komti'n Ryn, te fchepe, afzakte, tot by Schenken- Holland, fchans, daar hem de Afgevaardigden der alge- meene Staaten 'begroeteden. Omtrent Slei- drecht, werdt hy, door Afgevaardigden uit de Staaten van Holland verwelkomd. Voorts, vervolgde hy de reize, te water, over Rot- terdam en Delft, tot in den Haage, daar hy den derden van Slagtmaand aankwam QA). Hy was
Cf) Zie Oroot-Plnkastb. V. Deel. J/.418. Lamberti Tom.11.
Cs) Groot-Plakaatb. V. li'el, hl. 420, 422, 423. Du MoNT
Corps Diplom, 'lom. VIII. P- I. P- I3<5- (_/() Europ. Mcrc. July—Dcctmi. 1703. Il, 312. LAMBERTI
Tom. II. f. 517—5"» 537—54Ö. |
||||
LXVI. Boek. HISTORIE. 20?
|
|||||
was van zins, zig, van hier naar Engeland, en 1703,
van daar, met de vereenigde Vloote, naar Lis---------
bon te begeeven; doch hy werdt, door tegen-
wind, opgehouden, tot in Louwmaand des. vol- 1704- genden jaars, wanneer hy, met een Esquader onder den Admiraal Rooke, welk in de Maa- ze lag, onder zeil ging. Hy toefde maar wei- nige dagen in Engeland; doch werdt, na dat hy in zee geloopen was, tweemaal, door te- genwind, genoodzaakt, terug tekeereo. Hy Landt te landde, eerst in 't begin van Lentemaand, te Lisbon* Lisbon. De Vloot, die hem derwaards geleid hadt, ftondt onder Rooke en Kallenberg. Het Krygsvolk, onder den Hertoge van Schomberg. De Aartshertog, dien wy voortaan Koning Ka- - rel zullen noemen, verfpreidde, terftond, eene verklaaring, waarby hy de Spanjaards nodig- de, hem te erkennen (i). Van den uitflag zy- ner verdere verrigtingen, zullen wy, hierna, beknoptelyk, gewaagen. De Staaten der Vereenigde Gewesten, raad- XXIL
pleegende over de toebereidfels tot den aan- ^aad: ftaanden veldtogt, hadden, federt eenigen tyd, ge^d'er ook hunne gedagten laatcn gaan, over de aan- Staaten, ftelling van eenige hooge Krygsbevelhebbers. °ver de De Raad van Staate hadt zelfs, in Slagtmaand aanftel- des voorleeden jaars, in bedenking gegeven, hoog^° of men niet behoorde te befluiten tot het ver- Krygsbe. kiezen van eenen Kapitein-Generaal (k): waar- veiheb- toe nog kleine genegenheid befpeurd werdt, bers" by de voornaamfte Gewesten. De Hertog van Marlborough hadt, voor zyn vertrek naair En- geland, na 't einde van den jonglten veldtogt, ook
^(OTiNDAi. rol. V. lor XX.] p. 360—361. Europ. Merc
Jan.—Juntf 1704. *ƒ. 88. 235, n76, 39a, 293. (*) Voitz Lamberti Tom. il. p. 783. |
|||||
2o8 VADERLANDSCHE LXVLBoek;
|
||||||||||
7^04. ook fterk gedrongen op het benoemen van
1—— eenen Veldmaarfchalk en van eenige Generaals
Friesland 0Ver de Ruiterye en het Voetvolk. De Staaten
dringt op van priesiand vorderden , dat hun Stadhou-
deringvander' Prins Jan Willem Frifo, tot Generaal van
den Prin- 't voetvolk, werut aangefteld, en wel in rang ie van Voor de andere Generaals, die te gelyk fton- Nasfau ^en benoemd te worden ( /). Doch de andere raaWarf' Gewesten oordeelden den Prins nog te jong, 'c voet- voor eene bediening van zo veel aanbelang; volk, fchoon zy niet weigerden, hem te bevorderen, De au de- zo ^ra nv jaaren en ervaarenis genoeg verkree- westeij gen zou heDDen, om den Lande dienst te kon- maaken nendoen(/»). De Staaten van Holland ver- 'er zwaa- klaarden , eindelyk , in Louwmaand deezes righcid jaars ^ dat zy den Heer van Ouwerkerk tot |
||||||||||
iü.
|
||||||||||
„ Veldmaarfchalk benoemden, de Heeren Slan-
„ genburg en Graaf.van Noyelles tot Gene- „ raals van 't Voetvolk, en den Graaf van Til- ,, li tot Generaal over de Ruiterye («)." Doch deeze benoeming gaf luttel genoegen. Slan-. genburg meende, dat hem 't Veldmaarfchalk- fchap toekwam, om dat hy langer dan Ouwer- kerk gediend hadt. Noyelles weigerde te vel- de te gaan, zo Slangenburg te velde ging. Salish, Dopft en Koehoorn dreigden, dat zy hun affcheid neemen zouden, om dat men hen niet bevorderd hadt. De Gewesten waren 't ook niet eens. Utrecht alleen ftemde met Hol- land, C / ) Vo'iez Lambert! Tom. XII. p. 575.
(jm) Refol. Gener, Pener. 4 Aug. Jovis 10 Aug. T.ana 11 Dec.
1702. H. 66$ , 68a, IK19. Luna 26 Maart 1703 b'. 335. Reiol. lioll. 6 April, 18 May 1703. lil. 210, 284. Secr. Ref. Holl. VJ. Deel. hl. 374. OO rtcf'ol. Getier. Lunst n% Jan. 1704. tl, 86. Ref. HoU«
SO, 22 l'eir. 1704. bl. 112, 122. |
||||||||||
LXVI.BöEK. HISTORIE. Sop
land, mids men ook dó andere Gewesten tot 1704.
eenpaarigheid beweegen kon. Maar Friesland ------>
en Groningen beweerden , dat men hunnen
Stadhouder ook bevorderen moest: waartoe Holland en Zeeland inzonderheid niet te be- weegen waren. De algemeene Staaten befioo- Bezen- ten dan, tot het doen van eene bezending naar p"^]na*i Friesland en Groningen, waartoe vier Gemag- cn oro. tigden uit de Vergadering der algemeene Staa ningen. ten benoemd werden, te weeten de Heeren Wil- lem Buys , Penfionaris van Amfterdam, we- gens Holland; Joan Èekker, wegens Zeeland; Godard van Tuil van Serooskerke, Heer van Wei- land , wegens Utrecht, en B. van Wehelde^ Heer van Sallik, wegens Overysfel (0). Zy han- Friesland delden, in Lentemaand, met de Staaten van fla« eenY Friesland te Leeuwaarden. Ook ipraken zymet ™Zr£ de Prinfesfe Weduwe van Nasfau, haarpoogen- voor, de te beweegen, om de Staaten van Friesland te doen afftaan van derzelver eisch. Eindelykj ■ -bragt men 't zo ver (p ), dat de Staaten ver- klaarden „ te vreede te zullen Zyn, zo de jonge „ Prins, van nu af, tot Generaal van 't Voet- „ volk werdt aangefteld, in rang na den Graa- „ ve van Noyelles, rhids hy dk ampt niet be- „ kleeden, noch de wedde, daartoe gefteld, „ genieten zou, voor hy den ouderdom van „ twintig jaaren bereikt zou hebben: alleen- „ lyk,zöuhy, van nu af, zitting doch geeneftem „ hebben in de gewoonlyke Krygsraaden (#)." De
(<0 Refol. Oener. Satt. 23 Feïr. 1704. W. 185.
<CP) Ongmeele Misfiv. van den Ure. van GolslinGA ami den
Hre. W. Buys ven 18 Maan 1704. (?) Relöl. Friesl. 5 Maart 1704. Poiez Lambrrti Tom Xlft/
f. 7, 8. XVII. Deel. 1 O
|
||||
iio VADERLANDSCHE LXVI.Bobk;
|
|||||||||||||
1704. De Staaten van Stad en Lande, werwaards de
-------Afgevaardigden zig, insgelyks, begeeven had-
waarin den, bewilligden in deezen rniddelweg (r). De
de ande- Afgevaardigden keerden, eerlang, terug, naar westen, den Haag (j). De Staaten van Holland, op behalve' Leiden na (*), namen genoegen in den voor- Zeeiand, flag der twee Gewesten. Die van Utrecht ins« bewiiii- geiyks • fchoon de Stad 'er zig tegen verklaar- *en" de. De drie Kwartieren van Gelderland, die onderling zeer overhoop lagen, bewilligden ieder afzonderlyk. De Staaten van Overysfel voegden zig naar die van Holland. Zeeland al- De Prins ^een weigerde te bewilligen. Men tradt egter, van den elfden van Grasmaand, by meerderheid van Nasfau ftemmen, tot de aanftelling der hooge Krygs- vordèrd bevelhebberen. Ouwerkerk werdt Veldniaar- fchalk: Tilli Generaal der Ruiterye: Slangen- burg, Noyelles en de Prins van Nasfau, op de voorwaarden, boven gemeld, Generaals van *t Voetvolk ( u ). Doch de Staaten van Zeeland verklaarden zig, ernftelyk, tegen de aanftelling Emftige dss Prinfen van Nasfau ( v ). Zy merkten aan, verkiaa- M dat het Land, in den tegenwoordigen toe - Staate" » **atl(* ^er zaa'cen» Seen' dienst hebben kon
van /.ee- m van eenen Generaal in naam alleen; maar dat land, te- „ men Overften van jaaren en ervaarenis he- gen dee- n hoefde; dat de mindere Krygsbevelhebbers |
|||||||||||||
"
|
dering.
|
or"» niet zouden können nalaaten, voor denPrin-
|
|||||||||||
„ fe eene agting te hebben, die niet overeen-
„ kwam
(r) Verbaal der 'Heeren Buys , Brkke.r enz. w» 5 Afrit
1704. MS. CO Refol. Gron. en Ommel. luna to Maart 1704,
CO Refol. der Groote Vroedfch. run 11 April 1704. BIS.
00 Refol. Gener. u Jpril 1704. tl. 387. Lamberti Tem. UI,
P- 47—51. Cv) Notul. Zetl. 10, 17, iljuny 1704. tl. 164, 175, nft»,
S56> |
|||||||||||||
■
|
|||||||||||||
lxvlboek. Historie, an
„ kwam met derzelver rang en verdienden, al
„ fchoon zyne Hoogheid, nog vooreerst, geen' 3, dienst deedt als Generaal; dat de Luitenants- ,, Generaal ook moedeloos gemaakt zouden „ worden, als zy zig een' Generaal van zo „ veel minder'jaaren en bekwaamheid boven „ 't hoofd gefteld zagen 3 dat deeze bevorde- ,, ring ook argwaan ftondt te geeven aan uie- ,, heemfche Mogendheden, die de Staat, met „ reden, behoorde te ontzien, vooral, zo 't „ eens gebeurde, gelykligtelyk gebeuren kon, „ dat het opperbevel over de Legers van den „ Staat den Prinfe, t'eenigen tyde, in handea „ viel, dat men ook agt geeven moest op de „ tegenwoordige gefteldheid der Regeeringe, „ en zig niet laaten inwikkelen in bevorderin- „ gen, dieeene brug leggen konden, toteenen ,, vorm van gebied, waartoe noch Zeeland „ noch de andere Gewesten zig gaarne zou- „ den zien wederbrengen t waaróp de Staa- „ ten van Zeeland inzonderheid te letten had- „ den, om dat de Prins van Nasfau gefteld was |
||||||||||
1704,
|
||||||||||
■>■>
|
tot erfgenaam van Koning Willem, onder
|
|||||||||
wiens nalaatenfchap behoorde hetMarkgraaf-
„ fchap van Veere en Vlisfingen, twee ftem- ,, mende Steden van dit Gewest. Dat ook, „ huns oordeels, de goede orde in de Regee- ,, ringe van deezen Staat vorderde, dat een 3, Stadhouder van eenig Gewest niet te gelyk „ ware Generaal in 't Leger. Dat zy, hier- „ om, den Prins van Nasfau niet voor wettig „ verkooren Generaal zouden können erken- „ nen, nochgedoogen, dat hem, doordetroe- „ pen, ter hunner betaalinge ftaande, eenige ,, gehoorzaamheid beweezenwerdt; en dat zy* O 2 „ zig |
||||||||||
»12 VADERLANDSCHE LXVLBoeä:
1704. „ zig door de overige Gewesten ziende behan-
„ fching, aan zig het regt behielden, om zul-
„ ke maatregels te neemen, als zy, tot hand- „ haaving hunner opperfte magt en voorreg- „ ten, en tot beveiliging en gerustheid van „ hun Gewest, zouden raadzaam oordeelen: „ waarvan de fchadelyke gevolgen nogtans „ niet aan hun, maar aan de Leden, welken „ 'er gelegenheid toe gegeven hadden, zou- „ den moeten geweeten worden (w)." Doch deeze verklaaring der Staaten van Zeeland maakte geene verandering in 't genomen be- fluit. Zy werdt alleenlyk overgenomen, en aan de byzondere Gewesten gezonden, zon- der dat 'er, myns weetens, eenig verder ge- volg op gekomen is. Weinige weeken laater, deedt de Prins van Nasfau den eed, als Gene- raal van 't Voetvolk, in de Vergaderinge der algemeene Staaten. Men deedt hem, als Stad- houder van twee Gewesten, zitten in een' flu- weelen armftoel. Doch hy leide den eed ftaan- deaf (#). XXIII. Na 't aanftellen der höoge Krygsbevelheb- Opening beren, hier te Lande, werdt de veldtogt geo- rehkogt Pend' üe Hert0# van Marlborough hadt, in
Louwmaand, een' keer herwaards gedaan, en was, met den Raadpenfionaris en eenige voor- naame Leden der Regeeringe, overeengeko- men, om dit jaar de meeste magt der veree- nigde wapenen in Duitschland te voeren, en in
(»O ReJbl. Holl. 2 Mty 1704. U »31. Notul. Zeel. 14, 2X
Apr'ü 1704. iïyltwg- bl. * 103. * na. by Lamiserti ïtm- XUfc f. 17, 19. Cr) Refol, Gcncr. Peticr. 9 May 1704. MS,
|
||||
LXVI.BoEK. HISTORIE. 213
in de Nederlanden alleenlyk een klein Leger
te velde te brengen, onder den Heere van Ou- werkerlc,welk flegts verweerender wyze zou hebben te oorloogen. Doch dit voorneemen werdt zeer geheim gehouden. Men wil, dat 'er de Franfchen geene de minfte kennis van hadden: waarom zy 'erzig niet op hadden kön- nen wapenen, 't Gefchut en de krygsbehoef- ten werden, midlerwyl, te fchepe, den Ryn opgevoerd. De Bondgenooten waren, federt het bemagtigen van Bon, meester van het be- nedenfte gedeelte der Rivieren: en om 't oog- merk deezer' beweegingen te beter bedekt te houden, gaf men voor, iet aan de Moezel te willen onderneemen. In Grasmaand, kwam Marlborough wederom in Holland, om 't op- perbevel te voeren over 't vereenigd Leger. Ter Staatsvergaderinge, werdt anders niet voor- geflaagen, dan dat men een magtig Leger be- hoorde te zenden naar de Moezel. Drie Ge- westen kantten zig hiertegen. Zeeland, in 't byzonder, beweerde, dat men den Hertoge van Marlborough geene vryheid behoorde te laaten, om de troepen te leiden werwaards hy wilde, en dat zulke afgelegen' togten, als men voorhidt, gevaarlyk waren voor den Staat. Doch na dat de Hertog verklaard hadt, uit- drukkelyken last te hebben van de Koninginne, om het Krygsvolk, welk zy betaalde, te voeren naarde Moezel, befloot men hem te wille te zyn. De Veldmaarfchalk Ouwerkerk, die Til- li en Noyelles onder zig hadt, kreeg bevel, om de troepen aan de Maaze te gebieden. Slan-' genburg werdt over de troepen aan de Moezel gefteld. Salisch zou't gebied voeren in Brabant, O 3 en
|
|||||
< ■
|
|||||
si4 VADERLANDSCHE LXVI.Boer.
en Spar en Fagel in Vlaanderen. Het veree-
nigd Leger, over welk Marlborough gebied voeren zou, trok byeen, omtrent Maastricht, De Hertog begaf zig, omtrent het midden van Bloeimaand, derwaards, en toog, aan 't hoofd van 't Leger, voort naar Keulen en Koblents. De Franfchen, die in de Nederlanden lagen, vastftellende , dat men 't op Traarbach ge- munt had, om, na 't veroveren deezer Vesting, langs de Moezel, in Frankryk te dringen, too- gen, ten getale van zevenduizend man, naar den kant van Huy, welk zy met een beleg dreigden, om Marlborough af te trekken vaii de Moezel. Doch de Hertog, 't befchermen van Huy overlaatende aan de Staatfche troepen, onder Ouwerkerk, vervolgde zynen togtnaar Koblents; doch trok, in 't begin van Zomer- maand, by Ladenburg, over de Nekker, van waar hy den Staaten fchrcef, dat hy last hadt van de Koninginne om de Keizerfchen in Duitschland by te fpringen. Zy keurden, in antwoord, zynen toeleg goed, hunne troepen te gelyk vertrouwende aan zyn beleid. Vüle- roi begaf zig, midterwyl, met het Franfche Leger, naar den Opper-Ryn, in den waan, dat Marlborough derwaards trekken zou. Prins Eugenius een mondgefprek met Marlborough gehouden hebbende te Mildenheim; kwam men overeen, dat Eugenius een Leger aan den Ryn- kant gebieden zou, en dat het Leger onder Marlborough zig zou vereenigen met dat onder den Prinfe van Baden: gelyk nog voor 't einde van Zomermaand gefchiedde. Het vereenigd Leger der Bondgenooten, ondertusfchen,voort- gerukt, floeg zig, weinige dagen laater, neder aan
|
||||
LXVLBoek. HISTORIE. 215
aan den Donauw, in 't gezigt van 's vyands 1704.
verfchanfingen te Dillingen. De Maarfchalk-------
iïArco lag, met de Franfchen enBeieifche troe-
pen , verfchanst te Schellenberg, niet verre van Donauwerth. Tusfchen hem en 't vereenigd Gevegt Leger, viel een hevig gevegt voor, op den kySchel- tweeden van Hooimaand. Eenige Engelfcbe en enberS' Staatfche troepen onder den Luitenant-Gene- raal Goor deeden den eerften aanval. Zy wer- den ingevolgd, door de Keizerfchen onder den Prinfe van Baden. Goor fneuvelde, in 't begin van den ftryd. Doch 't gelukte denBondgenoo- ten, 's vyands verfchanfingen te overmeesteren, waarna de Franfchen en Beierfchen de wyk na- men naar Donauwerth en den Donauw. Zes- tien ftukkengefchuts, alle de tenten enpakkaad- je vielen den Bondgenooten in handen, 't Ver- lies van manfchap was groot aan 's vyands zyde, fchoon de zege den Bondgenooten ook op veel bloeds te ftaan kwam. De Prinfen van Baden en Hesfen-Kasfel, de Graaf van Styrum en an- dere voornaame Legerhoofden werden gewond. Donauwerth werdt, des anderendaags, verlaa- Donau. ten van zyne bezetting en door de Bondgenoo- werth &e; ten ingenoomen. De Keurvorst van Beieren wouneu» brak op, van by Dillingen, toog over den Do- nauw , en fpoedde zig naar de Lech, om zyn Hertogdom Beieren te dekken, tegen de aan- komst der Bondgenooten (y). Marlborough volgde hem op de hielen, zen- Ook
dende den Graaf van Frife, met vierduizend Nieuw- man en twaalf ftukken gefchuts, vooruit, over U1§' de
(y) TiHD/iL VoL VI. [or XXI.] p. 3, 2S—38. Lambert*
Sof». HJ. f- 80—Stf. O 4
|
||||
%i6 VADERLANDSCHE LXVLBoek;
1704, de Lech, om in het Beierfche post te vatten.
-----~ IXieuwburg werdt-, hierop, terftond, verlaaten
van zyne bezetting, die zig naar Ingolftad be-
gaf. Men verzekerde zig van Nieuwburg. waar langs men voorraad uit Frankenland bekomen kon. Ten zelfden tyde, werdt eenige Keizer- Jyke Ruitery, onder den Prinfe Maximiliaan van Hanover, afgevaardigd naar het L?ger on- der den Prinfe Eugenius, welk zig te zwak be- vondt, om naar behooren te pasfen op de be^ weegingen van Vilieioi en Tallard, die, by de Kehlerfchans, over den Ryn getrokken wa- ren , om den Keurvorst van Beieren te onder- en ver- fteunen. De Bondgenooten maakten zig, mid' fcheiden' ]erwyl, meester van Rain, Aiche en Fridberg, Sieden, brengende den Keurvorst van Beieren, die met zyn Leger by Augsburg lag, in zulk eene eng- te, dat hy gehoor fcheen tegeeven aan devoor- flagen van een Verdrag, welken hem, door de Bondgenooten, gedaan werden. Doqh hy brak de handeling plotfelyk af, op de tyding van den aantogt der Franfche hulpe, die, onder den Graave van Tallard, voor 't einde van Hooimaand, tot by Ulm aan den Donauw, ge- naderd was. De Bondgenooten namen dit zo euvel, dat de Graayen van la Tour en van Oostfriesland, met eenige Keizerfche en Staat- fche Ruitery, afgezonden werden, om het plat- te Land van Beieren, tot München toe, te ver- woesten (2). Legering Den Keurvorst van Beieren, midlerwyl. van der we Augsburg opgebroken zynde, o?n zig met Tal- derzyd- jan} ( z") Lamiief.ti Tom. III. p. <p—93. Tindal Vol. VI, [&r
XXI.] p. 38—42. |
||||
LXVI.BoEK. HISTORIE. 217
lard te vereenigen; vonden de Bondgenooten i7^
geraaden, dat de Prins van Baden, 't beleg voor ——m fngolilad flaan zou, terwyl Marlborough en fche Eugenius, die zig, onlangs, by Donauvverth, Krygg- nedergeflaagen hadt, op de beweegingen der ™eanêD^. Beierfchen en Franfchen zouden pasfen. De nauw. Beierfchen by Lewingen over den Donauw ge- trokken zynde, toog het Leger onder Marlbo- rough ook over deezen ftroom, om het Leger onder Eugenius te verfterken. De Beierfchen en Franfchen, nu vereenigd, floegen zig neder tegen eene hoogte naby Hochftet, tusfchen Donauwerth en het Riviertje Egwaid: daar hun- ne regter vleugel, door den Donauw en het Dorp Blenheim, de linker, door het Dorp Lut- zingen, gedekt werdt. De Bondgenooten la- gen, daarentegen, min voordeelig gelegerd, alzo zy groot gevaar liepen, dat hun de toevoer zou afgefneeden worden : hebbende Villeroi bevel gekreegen, om in het Wurtembergfche te vallen, en den Bondgenooten de gemeenfchap met den Rynkant te beletten. Marlborough be- floot, derhalve , eenen veldflag te waagen, waartoe de dertiende van Oogstmaand beftemd werdt (tf). Met den ogtend, trok het gantfche L/ger Veldflag
regt aan op den vyand, die, omtrent ten negen j>y* [oï¥ uuren, 't gefchut begon telosfen, en met fchie ten beantwoord werdt. Een fmal riviertje, welk de twee Legers van eikanderen fcheidde, werdt, op Marlboroughs last, met rysbosfen, waad- baar gemaakt, en men raakte, omtrent ten een uur, eerst regt aan eikanderen. De Engelfche en
(<0 TiNDAI. Fol, VI. [«r XXI.] p. 42— *+•
os
|
||||
ei 3 VADERLANDSCHE LXVI.Boek.
|
|||||
1704. en Hesfifche manfchap kweet zig ongemeen,
r tegen 's vyands regter vleugel. De vyand weer- de zig ook wakkerlyk. De ftryd duurde lang,
met twyfelagtigen uitflag: eindelyk, werdt de vyandlyke Ruitery in wanorde gebragt, en op de vlugt gedreeven langs eene brug, die over den Donauw lag. Tallard, omringd van de vlugtelingen, werdt door de Hesfen, gevan- gen genomen. Verfcheiden' andere vyandlyke Legerhoofden vielen den Bondgenooten in han- den. Doch aan eenen anderen oord, kreegen 't de Bondgenooten, in 't eerst, te kwaad. De Prins van Holftein-Beelc, gevaarlyk gewond zynde, moest zig gevangen geeven. DochMarl- borough begaf zig, in perfoon, aan 't hoofd van eenige verfche manfchap, derwaards, en deedt den vyand wyken. Prins Eugenius hadt ïang, met twyfelagtigen uitflag, geilreeden te- gen de manfchap onder den Keurvorst van Beie- ren , die eindelyk ook beval af te trekken; doch van den Baron van Hompesch, een goed ftuk wegs, vervolgd werdt. De Bondgenooten, nu meester van 't flagveld tusfchen 's vyands reg- ter vleugel en het Dorp Blenheim, waarin nog eenige Franfche manfchap lag, nookzaakten deeztn, om zig, omtrent ten agt uuren des Neder- avonds, krygsgevangen over te geeven. Hier- !aag der mede eindigde deeze bloedige veldflag, die den ^r?n" Bondgenooten veel volks gekost; doch het Beier- " vyandlyk Leger t'eenemaal verdelgd hadt. fchen. Men wil, dat de Franfchen en Beierfchen veer- tigduizend man by deeze nederlaage verloor ren, waaronder begreepen waren omtrent vyf- duizend man, die, op den fchielyken aftogt naar het Zwarte Wald, ten deele, verliepen, ten
|
|||||
J,XVI.BoEK. HISTORIE. aT9
|
||||
ten deele, door de boeren, afgemaakt werden. ,^o^
't Getal der gevangenen van 's vyands zyde, ■------
welk hieronder ook gerekend werdt, beliep der-
tienduizend man , waaronder tivaalf honderd officiers waren. Ook waren 'er meer dan der- tig Esquadrons paarden en dragonders in den Donauw gejaagd, die grootendeels verdronken waren. Meer dan honderd ftukken gefchuts , vyfentwintig mortieren, een groot getal ven- dels, ftandaarden, keteltrommen, tenten en an- dere pakkaadje en agt kasfen met zilver, waren ' den Bondgenooten in handen gevallen. Ein- delyk, werdt het getal der dooden aan de zy- den der Bondgenooten, op vierduizend vierhon- derd vyfentagtig; dat der gekwetften op zeven- duizend vyf honderd vyfentwintig, en dat der gevangenen op tweehonderd en drie-enzeven- tig berekend (£). De nederlaag der Franfchen en Beierfchen Augs-
by Hochftet veranderde den ftaat der zaaleen burg, van Duitschland t'eenemaal van gedaante. Men ^1"'' * befloot Ingolftad, dat door den Prinfe van Ba- ^ Traar- den belegerd was, te verlaateq, en de gantfche bach, magt derBondgenooten byeen te trekken: alzo door de men vastftelde, dat deeze Stad en gantsch Beie- BoncJi-'e- ren den Keizer, haast, van zei ven, in handen vero^"' zouden moeten vallen. Ook leedt het niet lang, verd, of Augsburg, verlaaten van den vyand. verzogt den Hertog van Marlborough om zyne be- fcherming, en ontving bezetting van de Bond- genooten , die, tot omtrent Ulm voortgetrok- ken, van den Bevelhebber deezer Stad een groot
(M TE'-qimnp.s Motor. HiO. & Miüt- Tim. IT. p. 745.
(t fimi. Lauberti lom. III. p 94—103. Tom. XIII. p. 31, 33—41. Tindal i'ol. VI. \or XXI.] //. 44—58» |
||||
Sao VADERLANDSCIIE LX VI. Boek.
1704. groot getal van gevangenen ontvingen, die te
■ ■ in handen gevallen waren. Het Leger trok, hierop, verder naar den Rynkant, terwyl de Generaal Thungen, met eenige manfchap, voor Ulm gelaaten werdt, om de Stad te belegeren. De vyand was ook op weg naarden Ryn, waar- om men beilooten hadt, hem derwaards te vol- gen. Op den twaalfden van Herfstmaand, werdt de Prins van Baden afgezonden, om Landau te belegeren, terwyl Marlborough en Eugenius zig, by Kroon-Weisfenburg, nederfloegen, om het beleg te dekken. Midlerwyl, was Ulm overgegaan, by verdrag. De voorraad van Krygs- behoeften, welken men hier gevonden hadt, kwam zonderling te pas, om 't beleg van Lan- dau voort te zetten. Doch dit beleg duurde zo lang (c), dat het Leger der Bondgenooten, hierdoor, belet werdt, den vyand op te zoe- ken, en andermaal flag te leveren. Landau gaf zig niet over, voor den vierentwintigften van Slagtmaand. Midlerwyl, was de Prins vanHes- fen-Kasfel voorTraarbach getoogen. 't Kafteel werdt, in 't begin van Slagtmaand, berend, en op den eenentwintigden, voor 't eerst, be- ftormd; doch 't liep aan tot den twintigften van Wintermaand, eer de bezetting befluiten kon, de Vesting over tegeeven, by verdrag (</). De Hertog van Marlborough hadt zig , ge- duurende 't beleg van Traarbach, begeven naar Berlyn, om den Koning van Pruisien te beweegen tot het zenden van agtduizend man naar
(O Foiez Lamberti Tum. XIII. p. 34c—343.
\d~) Lambkrti Tom. III. p. 109—125. XlKDAl. Fok VI, [or XXI.] p. 58- 65. |
||||
LXVLBoek. HISTORIE. 221
naar Italië, tegen 't voorjaar, tot onderfteu- 1704.
ning des Hertogs van Savoje. Doch Koning ■< Fredrik hadt zig hiertoe niet laaten overhaa- len, dan onder uitdrukkelyke belofte, van we- gen den Keizer, deKoninginne van Groot-Bri- tanje en de Staaten, dat men hem, by het tref- fen der Vrede, wegens zyne eifchen op de Graaffchappen Neufchatel en Valengyn, ge- noegen zou doen geeven (e). Van Berlyn, vertrok Marlborough naar Hanover, en eer- lang naar den Haage, daar hy met ongemee- ne blyken van hoogagting ontvangen werdt. De gelukkige uitflag van den veldtogt in Beieren, hadt hem zo veel gezags verworven hier te Lande, dat hy, meent men, veel toegebragt heeft, om de Gewesten onderling en met ei- kanderen vereenigd te houden. De Regeering van Amfterdam zag hem inzonderheid naar de oogen: ook maakte hy vooral zyn werk, om deeze Stad, die thans den meesten invloed hadt in de Staaten van Holland en in de algemeene Staaten, naauw aan zig verknogt te houden. Hy keerde, nog voor 't einde van Wintermaand, te rug naar Engeland. Prins Eugenius hadt, reeds te vooren, het Leger verlaaten, om or- de te ftellen in Beieren. Het Leger aan den Ryn bleef onder 't opperbevel van den Prinfe van Baden (ƒ). In de Spaanfche Nederlanden, was, dit jaar, XXIV.
niet veel voorgevallen, ter oorzaake van de Krygsbe- zwakheid derwederzydfche Legeren. De Veld- £7s'en,a maarfchalk Heer van Ouwerkerk was, in 't be- fchePNe- gin
(«) Foiss Lamberti Tom. XIII. p. 343,
(Jj TiNüAi Fol. Vi. [er XXIJ p. 6}. |
||||
222 VÄDERLANDSCHE LXVI.Boek.
|
||||||
1704. gin van Zomermaand, opgebroken van by
-------Maastricht , bevveeging maakende, om den
derian- Franfehen flag te leveren. Doch zy weeken
dea* agter hunne verfchanfingen by Vasfeige, die ^ eerlang, door den Generaal Dopft, aangetast en ligtelyk overweldigd werden, fchoon hyzé niet langer dan drie uuren inhieldt, uit vreeze van overvallen te worden, door grooter magt dan hy byzig hadt, of fpoedig genoeg beko- men kon (g)- Eenige weeken laater, deedt de Baron de Trogné eenen nieuwen aanval op 'svyands verfchanfingen, die ook mislukte, ter oorzaake van het zwellen der ftroomen, de Krugge Herk en de Demer. De Generaal Spar, zig, en Naa- den tweeden van Hooimaand, met negendui- raen ge- zen(j man f Staatfche troepen , vertoonende deerd.ar" voor Bmg&e' werdt vinnig begroet, uit het
gefchut der Stad. Doch hy hadt zo dra zyne batteryen'niet gereed gemaakt, of hy befchoot de Stad heviglyk, met bomben en gloeijende kogels: 't welk zo veel fchriks baarde, dat de Regeering beiloot, de verdere vernieling van huizen en kerken, voor zeshonderdduizend gul- dens, af te koopen. Ouwerkerk toog, wat laater, over de Maaze, en bombardeerde Na- men , drie of vier dagen agtereen, op 't einde van Hooimaand, waardoor de magazynen in brand raakten, en veel fchade aan gebouwen geleeden werdt. Eenige Ruiters en knegten wierpen zig ook in 't Land tusfchen de Sambre en de Maaze, daar zy zwaare brandfchattin- gen vorderden. In de zelfde maand, maakte de Luitenant-Generaal Salisch, die in Vlaan- de-
|
||||||
Ci~) Lamberti Tom- III. p' 69—73»
|
||||||
LXVLBoek. HISTORIE. aaj
deren lag, zig meester van de fchans Bek - af, ,7e^-4
tusfchen Damme en Sluis, en daarna van de ., Izabelle-fchans, die terftond geflegt werdt (Ji).
Op 't einde van den veldtogt, beiloot de Keur- vorst van Beieren, die, na zyne nederlaag by Hochftet, naar Brusfel gekeerd was, den Heer van Ouwerkerk, die by Borgloon lag, te over- vallen, en hadt, ten dien einde, zyne magt reeds byeen gebragt, by ïhienen. Doch het Franfche Hof, bedugt voor eenen flegten uit- flag deezer onderneeminge, vaardigde Ville- roi af, om den Keurvorst te doen verande- ren van voorneemen. Hy het zig egter niet verzetten, voor dat Villeroi hem, met ronde woorden, verklaard hadt, dat hynietdagtop te trekken, zynde hem zulks, door den Ko- ning, verbooden ( f). De wederzydfche troe- pen betrokken, hierna, de Winterkwartieren, zonder dat 'er iet van belang tusfchen bei- den voorviel. De Prins van Nasfau hadt den veldtogt in de Nederlanden wederom byge- woond Ck~). In Italië, gingen de zaaken der Franfchen XXV.
voorfpoediger. De Hertog van Savoje hadt, Krygsbe* met den aanvang des jaars, de Staaten, zo wel uXi+a,t* als de Koningin van Groot-Britanje, ernftelyk, verzogt om onderftand (/). Men was, hier te Lande, genegen genoeg om hem te helpen. Ook werdt hem eenig geld overgemaakt («). Doch de zwaare lasten des oorlogs gedoogden niet,
(S) Timu. Vol. VI. [or XXU p. 66, 67.
f O Tindal Vol. VI. fjir XXI.] p. 6j. f*) LambBRTi Tom. UU p. 68. CO LAMBERT! Tom. III. p. 133. (f/j Lambert 1 Tont. Ui. p. 144.
|
||||
Ä24 VADERLANDSCUE LXVJ.Boeë,
r t?04j niet, dat men hem, voor als nog, kragtdaadk
gm ger byftondt. Hy vondt zig, derhalve, buiterr ilaat, om den vyand het hoofd te bieden, naar behooren. Vercelli, Ivrea en Verue vielen den Hertoge van Vendóme in handen. Doch 't be- leg deezer Plaatfen duurde zo lang, dat het den vyand veel volks kostte. Verue werdt eerst in 't volgende jaar veroverd (»). In Wintermaand, hadt de Hertog van Savoje, die zelf de Plaats verdedigde, eenen gelukkigen uitval gedaan, die de overgave der Stad eenige maanden ver- traagde j doch niet voorkomen kon (o). xxvi. De vereenigde Engelfche en Staatfche Vloot * Verrig- onder den Ridder Rooke en den Luitenant-' denver- Admiraal Kallenberg, was, inBloeimaand dee- eenigde zes jaars, van Lisbon onder zeil gegaan naar Engel- de Straat en Middellandfche zee, om eene fche en Landing omtrent Barcelona te onderneemen, Vi&ote 6 en Z1S van ^eeze ^tac* te verzekeren. De Prins
in de ' van Hesfen - Darmftad, die zig op de Vloote Middel- bevondt, hadt heimelyk verftand binnen Bar- landfche celona, en verzekerde de Bondgenooten van |
|||||||||
zee,
|
|||||||||
de genegenheid der meeste ingezetenen, en
van de Kataloniers in 't gemeen tot Koning Ka- rel. Doch deeze toeleg mislukte. Rooke gaf voor, anderen last gekreegen te hebben, en wilde flegts drie dagen vertoeven op de hoog- te van Barcelona. Ook werden eenigen der in- gezetenen, die van den aanilag wisten, op ver- moeden gevat. De Vloot keerde, in Hooimaand., wederom naar de Straat, en gekomen tot op de
(«) Daniel Journ. p. CCXIIT, CCXIV. Tinml Pol. VI,
lor XXI.] p. 8<J. (oj Le«r. di Mr. van der MkëR dam Lambebti Tm> Itt.
(- löo. |
|||||||||
LXVLBoEk. HISTORIE. 225
de hoogte van Gibraltar, befloot men deeze 1704. ,.
Stad aan te tasten. Agthonderd man, Engel---------
fche en Staatfche troepen, werden aan land Gibraltar
gezet, onder den Prinfe van Hesfen-Darmftad, seW<?n- die, terftond, de toegangen ftedewaards be-nen' zetten deedt. Hierop werdt de Stad opge- eischt, uit den naam van Koning Karel, en, op 't bekomen van weigerend antwoord, vin- nig befchooten, uit de Esquaders onder de Schouten by nagt,' Byng en Paulus van der Dusfen , en daarna uit de gantfche Vloote. Kapitein Whitaker, met eenige matroozen aan land geftapt, overweldigde een groot gedeelte van 'svyands gefchut: waarna de bevelhebber verzogt in befprek te komen, en de Stad, by verdrag, opgaf (ƒ>)• De Koningin van Groot- Britanje verklaarde, hierna, aan den Heere van Vrybergen, buitengewoonen Gezant der Staaten in Engeland, dat zy, met hunne Hoog-Mo- gendheden, overeenkomen wilde, wegens de behoudenis der Stad en Haven van Gibraltar (#), die, met gemeene wapenen, veroverd waren. Het Engelfche Hof fcheen dus den Staa- ten deel te willen laaten aan deeze overwinst* Doch het veranderde, eerlang, van gedagten» De vereenigde Vloot, de Middellandfche zee Zeedag wederom ingezeild zynde, ontmoette de Fran-voor fche Vloot onder den Graave van Thouloufe ,MalIasa' op de hoogte van Mallaga, en raakte 'er flaags mede, op den dertienden van Oogstmaand. De Engelfchen vielen 's vyands voorhoede en mid- deltogt aan. De Staatfchen raakten in een he- vig (p~) Lambertj Tom. III. p. 127—i}o.'
(_q") Refol. Iloli. 15 OJai. 1,0}. hl. 497, XVII. Deel. >
|
||||
22<S VADERLANDSCHE LXVI.Boek.
, 1704. vig gevegt met de Franfche agterhoede. De
------ ftryd duurde eenige uuren, en werdt, door
den nagt, gefcheiden. De Franfchen, te veel
geleeden hebbende, om 't gevegt des anderen- daags te hervatten, weeken, zwaar befchadigd, te rug, naar de haven vanToulon. Zy beweer- den, nogtans, dat zy eenig voordeel op de Bondgenooten behaald hadden. Rooke keerde, na 't gevegt by Mallaga, met het grootfte ge- deelte der Vloote, op 't einde van Oogstmaand, naar huis. De overige fchepen overwinterden in Portugal (r). xxvil. Koning Filips hadt dit Ryk den oorlog ver- Oorlog jjiaard ( zo dra de Koning de zyde van Koning tu*U°.r" Karel gekooren, en deezen in zyn gebied ont- vangen hadt. De hulptroepen, die Koning Ka- rel verzelden, waren, in 't midden van Lente- maand , ontfcheept. De Engelfchen werden, in verfcheiden' Plaatfen van het Landfchap Alen- tejo, indeververfchings-kwartieren gelegd: en de Staatfchen, onderden Heerc Fagel, de Taag op, naar Abrantes gevoerd. De Koning van Portugal hadt zig verbonden, de ruiters en dragonders onder deeze manfchap van paarden te zullen voorzien; doch de Franfche Ambasfa- deur hadt, terwyl Koning Karel, in Holland, toefde naar den wind, de beste paarden in Por- tugal weeten op te koopen', zo dat naauwlyks een derde van de ruitery en dragonders, in deezen veldtogt, van paarden voorzien kon worden. Voor 't zieke Krygsvolk, was ook geene behoorlyke zorg gedraagen. De Por- tu-
|
||||||
(r) Tindm Vol. V
p. CCXVIIJ , CCXIX. |
||||||
LX VI. Boek. HISTORIE. as?
tugeefche Staatsdienaars waren, grootendeels,
in de belangen der Franfchen. De Geestelyk- heid en 't Gemeen, die 't Huis van Oostenryk gunst plagten toe te draagen, begonden nu kwa- lyk te neemen, dat dit Huis zig met ketters, gelyk men fprak, verbonden hadt. De Engel- fche en Staatfche Legerhoofden konden zig ook bezwaarlyk verftaan, met de Portugee- fchen. Al dit was oorzaak, dat de veldtogt laat geopend werdt, en dat men 'er, in 't gemeen, geringe verwagting van hebben kon. 't Liep aan tot in 't begin van Zomermaand, eer het vereenigd Leger tot aan Santarein, aan de Taag, voortgetrokken was, daar het eenen ge- ruimen tyd leggen bleef. Koning Filips was eerder gereed geweest. De Hertog van Berwilc was, reeds in 't begin van Bloeimaand, met een Leger, in Portugal gerukt, en hadt zig van Sogura, by verrasfmg, en van Salva-tierra, by verdrag, meestergemaakt. Daarna, vero- verde by Cebreres, Pera Garcia en verfcheiden' andere Plaatfen, zonder moeite. De Gene- raal Fagel, die met eenige Staatfche troepen by Castel-branco gelegerd was, oordeelde zig aldaar niet langer veilig, en week naar Abran- tes, met twee Battaillons. Twee anderen plaat- fte hy te Sovreira Formofa, onder den Heere van Weideren, die, eerlang, door Berwik, aangetast, en, na eene wakkere verdediging, genoodzaakt werdt,zig met zyn volk gevangen te geeven. De Hertog van Berwik, toen over de Taag trekkende, vereenigde zig met eenen anderen hoop Spanjaards, onder Graave Tfer- klaas de Tilli,die, voortgetrokken tot aan Aon- ches, het gantfche omleggende Land onder P a brand-
|
||||
228 VADERLANDSCHE LXVI.Boek,
17C4, brandfchatting gezet hadt. Koning Filips,
-------zig toen aan 't hoofd van 't Leger gefield heb- bende, floeg het beleg voor Port-alegre. De bezetting, onder welke het Engelfche Regement van den Kolonel Stanhope was, werdt door de ingezetenen, gedwongen, tot het overgeeven der Stad: waarna men Gastel-Davide begon te belegeren. De Spanjaards waren tot hiertoe gevorderd, eer Koning Karel en de Koning van Portugal zig by 't Leger te Santarein hadden können voegen. Hier werdt beflooten, dat de Markgraaf des Minas, die in 't Landfchap Beyra geboodt, eenen inval in Spanje doen, en daardoor, ware 't mogelyk, de Spanjaards aftrekken zou van Castel - Davide. De Mark- graaf trok op, aan 't hoofd van vyftienduizend man, rukte in Kastilie, en maakte zig meester van Fuente-Grimaldo, en daarna van Manfeinto. Doch alzo hy niets verder ondernam, werdt het beleg van Castel-Davide voortgezet. De Plaats gaf zig, eerlang, over, en werdt, federt, zo wel als Port-alegre, geflegt. De wederzydfche Legers betrokken, hierna, de ververfchings - kwartieren. De Koningin van Groot-Eritanje en de Staaten zonden, in Hooi- maand, meer volks naar Portugal. De veree- nigde troepen trokken, in Herfstmaand, over de Coa naar Almeida. De twee Koningen, zig toen wederom by 't Leger gevoegd hebbende, dagten in Kastilie te rukken; doch zy vonden de overzyde van de Agueda, die zy, by Cas- tel-Rodrigo, dagten over te trekken, zo wel bezet, datzy den overtogt niet waagen durf- Dt Spaa- den. Het Leger onder den Hertoge van Ber- jaa.di wijj? eenige manfchap hebbende afgezonden om
|
||||
LXVI.BoEK. HISTORIE. 229»
om Gibraltar te herwinnen, was ook zo zeer 170-4.;
verzwakt, dat het, in deezen veldtogt, niets -------<
meer in Portugal ondernam, 't Beleg van Gi- zoeken,
braltar duurde vier maanden. De plaats werdt, ^reae,[^ terwylhet duurde, tefchepe,uit Lisbon, voor- te ner_ zien van krygs- en mondbehoeften. Ook ver- winnen. toonde zig een Engelsch en Hollandsch Es- quader, onder John Leake en den Schout by nagt van der Dusfen in de baai, om 't ontzet te bevorderen. De Franfchen en Spanjaards benaauwden de Plaats, te water en te lande; doch werden, eindelyk, genoodzaakt, haarte verlaaten (j). In 't Noorden, was, dit jaar, eene merk- xxvin.
waardige verandering voorgevallen. De Ko- Verande- ring vanZweeden, zyn best doende om den pns.m Koning van Poolen te doen onttroonen, was, 00en' reeds in 't voorleeden jaar, zo ver geflaagd in zyne onderneeming, dat de Troon, op eenen Ryksdag te Warfchauw, open verklaard was. Koning Augustus was, hierop, naar Saxen ge- weeken, en hadt zig meester gemaakt van de twee broeders Sobiesky, Zoonen des voorigen Konings, de oudfte van welken dong naar de Poolfche Kroon {t). Men draalde, in Poolen, met het verkiezen van eenen nieuwen Koning, tot in Hooimaand deezes jaars, wanneer Sta- niflaus Leczinski, Waiwode van Pofen, tot dee- ze waardigheid verheven, en, terftond, door Zweeden, erkend werdt. Koning Augustus, onderfteund door den Czaar, zogt zig, door de wapenen, te herftellen op den troon. Hy deedt
(O Tindal PW. VI. [<,r XXI.] p. jG—%6.
(O Tinoal m, V. iorXX.}p. 362, PS
|
||||
23o VADERLANDSCHE LXVLBoek.
1704. deedt eenen onverwagten togtnaarWarfchauw,
-------en overviel eenig Krygsvolk van Koning Sta-
niflaus aanhang. Doch Karel de XII, hem kort
op de hielen zittende, noodzaakte hem, eer- lang, naar Saxen te rug te keeren. Midlerwyl, werdt Lyfland afgeloopen door de Rusfen, die zig van Nerva meester maakten, en zelfs de wapenen overbragten in Zweeden. Maar Kalei de XII. was zo ingenomen met den toeleg, om Koning Augustus te onder te brengen, dat hyzig, met zyn Leger, in Poolen bleef ophou- den , zonder zig 't gevaar, welk zyn eigen Ryk liep, naar behooren, ter herte te laaten gaan. Hy hadt de Stad Dantzig ook genoodzaakt, hem eenige punten in te willigen, zonder dat de Staaten, fchoon hiertoe aanzogt van we- ge deeze Stad, zulks hadden können voorko- men («). Staat des De opitand in Hongarye duurde nog, wor- ooriogs, dende gevoed door het Franfche Hof, en, voor in Hon- eenen tyd, ook door de Porte. De Keizer *arye' werdt genoodzaakt, zyne krygsmagt te ver- deden , en een Leger te voeren in Hongarye: 't welk hem buiten ftaat ftelde, om een ge- noegzaam aantal van manfchap in Jtalie en in Duitschland te onderhouden. Men handelde wel over eene vrede; doch Ragotski, het hoofd der misnoegden, zou zig gaarne in 't bezit ge- zien hebben van het Prinsdom Zevenbergen, welk de Keizer niet gezind was af te ftaan. De handeling werdt dan afgebroken : de vyandlyk- heden werden hervat: en fchoon de misnoeg- den r») Tindal Fol. VI. tor XXI.] f. 92, t)j. Lambbrti
Tom. III. f>. 332—415- |
||||
LXVLBoek. HISTORIE. 231
|
|||||
den, in de meeste ontmoetingen, te kort fchoo- 1704.
ten, hielden zy egter den kryg uit, met hulp-------
van Frankryk. Ook waren zy meester van de
mynen in Hongaryen', en vorderden zwaare brandfchattingen van 's Keizers onderzaaten, welker Landen, geduuriglyk, afgeloopen en beroofd werden (v). ïerwyl de oorlog dus, aan alle kanten, ont- xxixï
fteken was, werden de Vereenigde Gewesten Verdere nog al ontrust, door inwendige beroerte, ver- bpwee- wekt federt de dood van Koning Willem, door ceuS.1" zulken, die verandering in de Regeering zog- iand, ter ten te wege te brengen, of te voorkomen. Wy gelegen- hebben, hier voor, gezien, dat, onder ande heid A*T ren, in Gelderland, in Overysfel en in Zeeland, ^"" £ de hekken der Regeeringe in 't voorleeden jaar de Re- t'eenemaal verhangen, en nieuwe Heeren op 't geeringe. kusfen geraakt waren. De bedankte Regenten De alge- van verfcheiden' Steden in Gelderland, niet meene könnende dulden, dat zy dus van 't bewind ^£* ontzet waren geworden, vervoegden zig aan de jn >t ge. algemeene Staaten in den Haage, met ernftig fchü "be- verzoek, dat hunne Hoog-Mogendheden zig wokken, hunne zaak wilden aantrekken, en te wege bren- gen , dat hun regt gedaan werdt (w). De nieu- we Regenten verzuimden niet, de algemeene Staaten, daarentegen, fchriftelyk, te onder- regten van de wettigheid hunner aanftellinge. Die van Arnhem fchreeven, onder anderen, „ dat de overleeden Stadhouder de beftelling „ der Regeering niet wetdglyk had können „ doen,
Cv) Tindal Fol. VI. [or XXI.] p. 88—pa.
O) Propoi" der Gccoimn. van Gelder), yan 26 Febr. 1703.
Lamrerti Tom. XII. p. 217. Zie ook Reib). Holl. 10 Mr.y, 12 J«/y 1703. il, 27a, 382. P4
|
|||||
232 VADERLANDSCHE LXVLBoek.
, i;o4. „ doen, dan na dat hy, daartoe, van de Wet«
■-------„ houderfchap, met toefremming der Gilden
„ en Gemeentsluiden, gemagtigd was: dat
„ men deeze toeftemming niet gevraagd hadt, „ en dat hieruit volgde, dat de oude Re- „ geering niet wettiglyk aangefteld geweest „ was. Dat het regt om de Regeering te ,, beftellen , na de dood des Stadhouders, ,,, niet kon geagt worden vervallen te zyn aan „ eenige wettelooze Regenten ; maar aan de „ gantfche Gemeente, zynde de Stad en der- „ zelver ingezetenen, al in den jaare 1233, „ door Graave Otto van Gelder, vry ver- „ klaard (#).'' Doch onaangeaien dit fchry, ven, verftonden de nieuwe Regenten geens- zins, dat zaaken, hunne byzondere huishou-. ding betreffende, behoorden tot de kennis der aJgemeene Staaten ; terwyl de oude gaarne gezien zouden hebben, dat deezen, die toen nog meest uit Afgevaardigden der oude Re- geeringe beftonden, de bellisfing der hangen- de gefchillen hadden aan zig getrokken. De algemeene Staaten hadden ook reeds befloo- ten, eene bezending te doen naar Gelderland (y); doch wilden vooraf beproeven, of de Gel- derfche Steden ook konden bewoogen worden, om Gemagtigden te zenden naar den Haage. Maar niemant, die hier ooren naar hadt. De bezending zelve deedt geen nut, om dat zy de oude Regenten eerst wilde herfteld heb- ben, om daarna op het regt tot de beftel- ling
f x~) Misfive, van 7, 21 Febr. en 1 Maart \fo%. Folez cusfi
Lamberti Tom. XII. p. 225, 227—232, en DeducL <4er Regten van Arnhem gedr. 1703. (}Q Rcfol. Holl. 15 Mr. 1703. U. 8«,
|
||||
LXVI.BoEK. HISTORIE. 233
Kng der Wet onderzoek te doen (s). 1704,
Midlerwyl, ftremde de twist onder de Re-------
genten de verpagting en invordering der ge- De Gel*
meene middelen in Gelderland , grootelyks. l^c,rlfhc De Ridderfchap van de Veluwe was, hierover, J^gereu oneens met de Steden. De Landdagen werden Genuiir- niet meer gehouden («). In 't Kwartier van tigdcn Nieuwmegen, was men ook tweedragtig, over "aar ' ™ de verpagting der gemeene middelen. In de z™fcn. Stad, lagen de Gemeensluiden zelven, onder- ling, overhoop. De algemeene Staaten, de Gelderfche beroerten, in deezen oorlogstyd, voor ten hoogfte zorgelyk inziende, deeden nieuwe poogingen, om de Steden van die Kwartier te beweegen, tot het afzenden van Gemagtigden naar den Haage; doch men ant- woordde hun „ dat de Steden de zorg der si- „ gemeene Staaten dankelyk erkenden; maar „ geenszins goedvinden konden, Gemagtig- „ den te fchikken naar den Haage, om voor „ hunne Hoog-Mogendheden te handelen van „ de gereezen' gefchillen. Zy hielden dit te 9, ftryden met het jus de non eyocando, volgens „ welk, niemant buiten zyn Gewest in reg- „, te kon betrokken worden. Ook waren hun „ geene voorbeelden bekend, dat de algemee- 9, ne Staaten immer eenige Hemmende Stad „ voor zig gedagvaard hadden. De Utrecht; „ fche Vereeniging, dié elk Gewest zyne voor- 9, regten behouden liet, bevestigde ook dit „ Voorregt. Niemant, buiten de belangheb- j, bende Steden, kon zig eenig Regtsgebied v. over
(O tlenior. der otule Regent, van Nymegen.
(e.*) FoUz LawbErti Tom. XII. f. 194, 132—-i6g. P5
|
||||
234 VADERLANDSCHE LXVI.Boek.
1704, „ over dezelven aanmaatigen, zelfs, met eer-
m------„ biedenis gezeid, hunne Hoog-Mogendhe-
„ den niet. Wilden deezen egter, tot ilisfing
„ der onlusten, op nieuws, Afgevaardigden „ naar Gelderland zenden; men zouze beleef- „ delyk ontvangen; doch om eenigen uit de „ Steden naar den Haage te fchikken, nie- Opfchnd-" mant die des §ezind was (&y 'c Gemeen
ding te was ook zo ingenomen tegen het handelen in Ilnvder- den Haage, dat men, in den aanvang deezes wyk. jaars 1704, te Harderwyk, daar deRegeering, ten deele uit oude, ten deele uit nieuwe Re- genten beftondt, niet zo dra de lugt kreeg, dat eenigen de gefchillen in den Haage dagten te brengen, of men drorjg, op den gewoonlyken Keurdag, drie nieuwe Schepens ter Regeerin- ge in, terwyl de burgers, voor 't Stadhuis, in de wapenen gekomen waren. De meeste die- nende Regenten, deeze verkiezing voor wet- teloos houdende, iloegen de hand aan den de- gen , om de burgers te verbaazen; doch men hieldt hun de tromp van 't geweer voor de borst, en deedt hen te rug wyken. De Fiskaal Greeve, zig, of de Regeering, door deeze ver- andering, verongelykt rekenende , zwaaide en fchermde met den degen onder 't volk, roe- pende oude plooi boven! Ha Sakrament! al even- ' wel oude ploot boven! terwyl de gewapende bur- gers nieuwe plooi boven! fchreeuwden. 't Kryten van vrouwen en kinderen, die voor bloedltor- ting bedugt waren, gierde hier onder. De be- roerte werdt, eindelyk, geftiid, en de nieuwe Re-
|
||||||
(*) Mifiven der Sted. Nymcg., Tliiel en Bommel van $ Off,
24 Nor. n en 15 iJec. 1703. |
||||||
LXVI.BoEK. HISTORIE.
|
|||||||
035
|
|||||||
Regenten bleeven in 't bewind (c). Te Grol, 1704.
daar men, omtrent deezen tyd, ook twee of -------■
drie oude Wethouders uit de Regeering dagt te
zetten; wisten de Regenten zig, daarentegen, door middel van vyftig Ruiters, die hun van Doesburg toegezonden werden, te Handhaven in 't bewind (</). De Staaten van Zutfen, in welk Kwartier, Iiande-
de minfte verandering in de Regeering voor- jing!? gevallen was, de Ridderfchap van de Veluwe, gg" diaea" en eenigen der oudftd Leden uit de Ridder- vru'gte- fchap des Kwartiers van Nieuwmegen drongen, loos af- ondertusfchen, zo fterk op handeling in den looP'- Haage (e), dat de Steden der Kwartieren van Nieuwmegen en de Veluwe zig, eindelyk, lie- ten overhaalen, om Gemagtigden derwaards te zenden: geenszins egter, om over de be- ftelling der Regeeringe, maar alleen om over de gefchillen tusfchen de Kwartieren onder- ling, of tusfchen de Ridderfchap en de Steden van een of twee Kwartieren, in onderhande- ling te komen (ƒ). Doch de andere party hadt geenen wil om met hun te handelen, zo zy 't ftuk der Regeeringe buiten de punten van ge- fchil begeerden te houden. Men fcbeidde, der- De Gel- halve , vrugteloos. De algemeene Staaten vor gerj,che derden, federt, nog eens, dat de Steden des 7^ ^;,. Nieuwmeegfchen Kwartiers Gemagtigden naar noegd up den Haage zonden; doch deeze Steden hielden de alge« zig zeer gebelgd, over 't gedrag der algemee 'J166"! ne
^O Refut. van een Libel, teg. de Gilden van Harderwyk.
l'oiez aus ft Lamberti lom XIII. p. 52. («O Deduftie wegens 't voorgev. te Groenlo, tl. 12—17. CO yoiez Lamberti 'lam. XIII. p. 47. 100. (f) Lamberti lom. XJIJ. p. 56—67. |
|||||||
£3<5 VADERLANDSCHE LX VI. Boek;
|
||||||||
tj-04. ne Staaten „ welk, fchreevenze, meer naar bè-
ta----- „ veelen, dan naar verzoeken zweemde." De Steden des Veluwfchen Kwartiers hadden dier-
gelyk eene aanfchryvfrig ontvangen van de al- gemeene Staaten. Te Arnhem, was men'er niet minder over geftoord. Vooral, vondt men vreemd „dat hunne Hoog-Mogendheden vor- „ derden, dat men, terwyl de onderhandelin- „ gen in den Haage duurden, geene nieuwig- „ heden zou invoeren in Gelderland; en daar- „ by verklaarden, datzy, zo 'er, binnen zeke- „ ren beftemden tyd, geen Verdrag getroffen „ werdt, zouden overleggen, wat, wyders, „ ten beste van de Provincie, diende in 't werk „ gefield te worden: 't welk, meende men, „ duidelyk infloot de aanneeming van een vol- „ ftrekt oppergezag over de Regeering der „ Gelderfche Steden." Men beklaagde zig, wyders „ dat de algemeene Staaten zo veel ,, gehoors gaven aan onrustige Luiden, die ■ „ klaarlyk toonden, wat men van hun te wag- „ ten zou hebben, zo hun de Regeering eens „ wederom werdt toevertrouwd: fchroomende ,, zy niette dryven, dat men een Hoofd'behoor- „ de aan te Hellen (g), welk de onwilliger! „ tot redelykheid zou können brengen (i)." De Staa- De Steden des Nieuwmeegfchen Kwartiers ten van hadden zig, in 't byzonder, vervoegd aan de Holland, Staaten van Holland, met verzoek, dat deezen detiee"3 geliefden te we§e te brengen, dat de afgezette meene " Regenten, ter algemeene Staatsvergaderinge, Staaten, werden afgeweezen, en dat 'er niets onderno- men. |
||||||||
Cg~) Zie Kort en Sommie* Berip;t, lil. ir.
(A3 Votez Lamberti Tom. XIII. f. 6«. |
||||||||
ï
|
||||||||
LX VI. Boek. HISTORIE. 237
|
|||||
men werdt, ftrydig met de Vryheden en Voor- 1704;
regten der Provinciën, Steden en Leden van-------
den Staat. Doch hunne Edele Groot-Mogend- befluitea
heden vertoonden „ dat Gelderland, daar de e™%er. „ gemeene middelen niet gebeeven werden ]en in*t „ naar behooren, in ftaat gefteld moest wor- werk te „ den, om de lasten des oorlogs te helpen draa- teilen, „ gen; dat men, ten dien einde, de Regeering tot be- „ ten meesten dienfte der Provincie moest her- ™ ^r „ (lellen, en hierop een ontwerp maaken, om eenUragc „ welk te omhelzen, men de oude en nieu- in Gei- „ we Regenten bewerken moest, daartoe zelfs Vertan«. „ ernftiger middelen gebruikende, zo redenen „ niet hielpen (/)." De algemeene Staaten fchikten zig naar 't gevoelen van Holland, uit- genomen Zeeland en Stad en Lande, die ver- ftonden, dat men nimmer tot ftrenge midde- len behoorde te komen. Die van Zeeland, daar Zeeland men ook, gelyk in Gelderland, merkelyke ver- JP"' zi£ andering in de Regeering gemaakt hadt, en gen d^" veelligt vreesde, t'eenigen tyde, in 't zelfde belluit, geval, als Gelderland nu was, te zullen kön- nen geraaken, beweerden, met veel ernst „dat „ niemant, die 's Lands Vryheid lief hadt, 't „ zy Regent of Burger, zulkeene overmagt in „ de algemeene Staaten, als zy Zig zelven toe- „ fchreeven, erkennen kon. Dat zy, opdeeze „ wyze, de huisfelyke zaaken der byzondere „ Gewesten, met meerderheid van Hemmen, „ zouden können beftieren, naar hun welge- „ vallen, en het minder getal, als Leenman- 3, nen of onderdaanen, handelen. Dat men zig „ be-
O') Refill. Holl. 19, 23 Maart, Sjuny, 19 Aug. 1704. &
J8|, i8tf, 295, 4io. Foiez Lambbrti lom. XSÜ, p. 68. |
|||||
238 VADERLANDSCHE LXVI.Boek.
„ behoorde te herinneren, hoe veel gerugts,
,. eertyds, gemaakt hadt eene bezending aan „ de byzondere Hollandfche Steden, by de „ algemeene Staaten beflooten , onaangezien „ zy den Stadhouder aan 't hoofd hadt, en „ alleenlyk ftrekte, om de Steden, door rede- „ nen, te bev/eegen, tot het onderhouden van „ het vereischte getal Krygsvolk ( k ); en dat „ men, in Gelderland, verder willende gaan , „ grooter moeilykheden te wagten hadt. Dat „ de Gewesten, met gelyk regt, aan elkande- „ ren verbonden waren , en dat het aan 't „ meerder getal niet vryftondt, in zaaken, 't „ byzonder beftier van eenig Gewest betreflèn- „ de, eenig oppergezag over 't minder getal „ te gebruiken (/)." 't Befluit der algemeene Staaten, die egter, reeds voorheen, verklaard hadden, dat hunne meening niet was, zig van Krygsvolk te bedienen (;«), fmaakte ook, geenszins, in Gelderland: daar 't gedrag van Zeeland en Stad en Lande, in tegendeel, he- melhoog geroemd werdt («}. Ook handelden de Ridderfchap en de Steden van de Veluwe, deezen Zomer, in den Haage, zondereenige vrugt (o), terwyl de gemeene middelen van dit Kwartier inzonderheid, door de hoogge- reezen gefchillen tusfchen de Ridderfchap en de Steden, in een deeilyk verval geraakt wa- ren. Zo
Ck~) Zie XII. Deel, II. 70. enz.
(/) Notul. Zeel. 10, 14 Jan., 10 Maan, 22 July, 4 Sept.
,1704. bl 18, 26, 1I3, 299, 357. ßyl. bl. * lüi. yoiez ausß Lmuberti Tom XIII. p. 68—73 80, <)j. (m Refol. (Jener. Sabbatlü 19 Jan. 1704. by LaMBEKTI
Tom. XIII. p. 51. (») Lanbïrti om. XIII. p. 74. 83, 85—94.
{tij Lamberïi Tom. XIII. /. Hl.
|
||||
LX VI. Boek. HISTORIE. 239
Zo ver liep hier de twist, tusfchen deeze twee 1704.
Leden der hooge Regeeringe, dat men, van we- ------
derzyde, volk wierf, om zig tegen eikanderen De Rid.
te verzekeren, en de gemeene middelen te doen deri£hap heffen, naar zynen zin. Men gaf openbaare jj"n cdee"r Waarfchuwingen uit, tegen eikanderen. Die der Veiuw« Steden gefchiedden, op den naam der Staaten werven des Veluwichen Kwartiers, die zy zig, naar 't volk te' oordeel der Ridderfchap, gantsch ten onregte fjande-" aanmiatigden, fchoon zig een Heer uit de Rid- ren. derfchap ( [) by haar gevoegd hadt. De Steden gingen nog verder. Zy deeden, op eenen Zon- dag, in Slag'mamd, twee Heeren uit de Rid- derfchap , Kafyn van der Hel, tot de Wildbaan, en Joan van Arnhem, Heer van Roozendaal, uit de Kerk te Velp, ligten en gevangkelyk naar Arnhem brengen, daar zy eenigen tyd zaten; waarna zy, op aanhouden van 't Hof, waarvan zy Raaden waren, geilaakt werden Qp ). Men befpeurde nu, indenHaage, aan zulke De Sta»-
onderneemingen, hoe groot een gezag de nieu- ^n.,va\ we Regeering in Gelderland reeds verkreegen bevredi- hadt, en hoe moeilyk het zyn zou, haar van 't gen de hewind te ontzetten. De Staaten van Holland Edelen zagen zelfs niet ongaarne, dat de Regeering 1" s^e" der Gelderfche Steden in handen bleeve van velums zulken, die, nevens hen, den tegenwoordigen vorm der Regeeringe zonder Stadhouder goed- keurden , en handhaaven wilden. Zy beflooten, hierom, te arbeiden aan het byleggen der ge- fchillen, op zulkeene wyze, dat detegenwoor- di-
O) Rcfol. Holl- 19, 25 Nov. 1704. i/. 513, 561. Secr. Uefol.
Holl. 27 iVov 1704. VI. Deel, il. 417. Prov.fiou. Verantw. >wa Dr- Willem van Loon, llylaz II. II. 31. (1) Wynand van Renesfe, Heer van Holthuizea.
|
||||
240 VADERLANDSCHE LXVI.Boêk,
|
|||||
T704. dige Wethouders in 't bewind bleeven, en men
------- eikanderen, redelyker wyze, verdroege, over
't heffen der gemeene middelen. Ten deezen
einde, deedenze eene bezending naar Arnhem, uit vier Afgevaardigden beftaande, te weeten jidriaanvander Goes, Heer van Naters en Oud* Burgemeester van Delft, Willem Buys, Pen- fionaris van Amfterdam, Bruno van der Dus/en, Burgemeester en Penfionaris van Gouda, en /zaak van Hoornbeek, Penfionaris van Rotter- dam. Zy bragten 't, na eenige handeling * met de Ridderfchap en Steden des Veluwfchen Kwartiers, zo ver, dat 'er, op den dertienden van Wintermaand deezes jaars, een Verdrag getekend werdt, waarby men overeenkwam. „ dat de Ridderfchap en Steden, wederzyds, „ de voorregten zouden bly ven bezitten, wel- „ ken zy, van 't jaar 1651 tot het jaar 1672, „ genooten hadden ; dat de verpagring der ge- „ meene middelen, door de Steden, en die „ der Kwartiers-tienden, door de Ridderfchap „ gefchied, voor deeze reize, zou ftand gry- „ pen; dat de regtspleegingen , welken men „ tegen eikanderen aangevangen hadt, en alle „ daadelykheden, van nu af, zouden ophou- „ den ( q )." 't Verdrag behelsde nog eenige punten van minder gewigt, welken wy, kort- heidshalve , voorbygaan. DeNieu- Men fcheen nu den weg gebaand te hebben, we Re- tot herftelling der ruste in Gelderland. Doch gentkeIj, alzo de oude Regenten, beide afgedankten en zig\door aangebleeven', nog al woelden, om de nieu- wen (q~) Uit een AFfcIirifc van 't Origineel Accoord. Zie ook Re«
tol'. Huil. 31 Dccemb. 1704. ih 657. |
|||||
iXVI.BoEK. HISTORIE. 241
wen t'eenigen tyde te ontzetten van 't bewind, r/o*.
en de Stadhouderlyke Regeering wederom in ------1
te voeren; waren de nieuwe Regenten bedagt een on*
op middelen, om zig te verzekeren van de peiling Regeeringe. Te Arnhem, deedt men dit» door tj0ncj t te *t aanhouden eener bende van tweehonderd handh'aa- Vry willigen; doch men begreep ligtelyk, dat ven in't zulks niet altoos en alomme zou können plaats bewind» hebben. Men floeg dan, op eenen Landdag te £utfen, in Lentemaand des jaars 1705, voor, „ of 't niet geraaden ware, tot beveiliging der 5, tegenwoordige, tegen de aanflagen der af- „ gezette Regenten, een naauw en vast Ver- s, bond van onderlingen byftand op te regten, „ tusfchen de Gelderfche Steden." De voorflag vondt ingang by veelen. Men maakte een Ont- werp van een Verbond, behelzende „ dat, in j, geval 'er eenig oproer verwekt wefdt tegeri „ de tegenwoordige Regeexing, men de op- „ roermaakers, als verftoorders der gemeene ,-, ruste, ftraffen zou, en dat de magtige Ste- 9, den de zwakken hierin behulpzaam zouderi ,„ zyn; dat de Steden elkanders voorregten 5, befchermen zouden, en niet gedoogen, dat „ dezelven, dooreenigenRegterofGeregtshofj „ buiten elke Stad, verkort werden; dat da „ Steden, nimmer by overftemming, en niet 9, dan by gemeen goedvinden, zouden beflui- „ ten tot het verkiezen van eenen Stadhouder: s, of Kapitein^Generaal; dat de Ampten van , . „ Kapitein-Generaal en Stadhouder nooit door 9, een' en den zelfden Perfoon zouden bekleed „ worden; dat hier over ook geene overftein- 5j ming zou vallen, en dat niemant tot de Re^ 9, geering der Steden ZOU toegelaaten worden t XVII. Be ei,. Q „ voot |
||||
24* VADERLANDSCHE LXVI.Boeio
1704. „ voor hy de twee laatstgemelde punten, pleg-
___L w tiglyk, bezwooren hadt; dat men,eindelyk,
l, de goederen en heerlykheden, die, federt
„ het jaar 1672, van het Gewest waren af- „ gefcheurd, wederom, ten beste mogelyk, „ met het zelve zou zoeken te vereenigen." De Afgevaardigden der Steden Doesburg, Deu- tichem, Grol, Arnhem en Harderwyk teken- den dit Ontwerp, op 't behaagen hunner magtigers en der gezwooren' Gemeenten. Doch de Steden des Nieuwmeegfchen Kwartiers en de Stad Zutfen ftelden het tekenen nog uit. Die van Nieuwmegen en Zutfen vei zogten een Affchrift van 't Ontwerp, om het der Regee- »t ver- rirjge deezer Steden vóór te houden. Doch ter- bondkomtwyl men hierop raadpleegde, werdt'er, door niet tot zuiken, die der oude Regeeringe toegedaan üand. waren, fterk gewoeld tegen het Verbond. Men hieldt den Gemeentsluiden, onder de hand, voor, dat zy, door de Wethouders dier Ste- den, welken het Ontwerp getekend hadden, in hun ampt gehoond waren, zynde de tekening gefchiedt, zonder hen te kennen. Ook ftrekte, zeide men, het Verbond eeniglyk, om de Ge- meentsluiden en Gilden te ontzetten van der- zelver voorregten, en om, met gemeene magt, de Regeering erfelyk te maaken. Kortom, men bragt zo veel in tegen het Ontwerp, dat het niet tot ftand kwam (V). Beroerte Te Arnhem zelf, fcheenen de voorftanders te Ara- der oude Regeeringe, in zo verre, de meer- hem- derheid van ftemmen te hebben in den Raad, dat
()•) Apologie der provif. Conventie door V. Swaan en W, A.
Bouweiiscli. yuiez Lamueiiti lom. XIV. p. 37, 3S. |
||||
LXVLBoek. HISTORIE. 243
dat de Burgemeester Jan van Brienen, in Zo- 1704*
mermaand hierna, voorfloeg en doordreef, dat i men de Vrywilligen behoorde af te danken:
waarna, zo vastelyk vermoed werdt, een ge- deelte der Regeeringe zou afgezet geworden zyn (j). Maar Burgemeester Willem Adriaan Boimensch, die Kolonel der Vrywilligen was, rukte deeze bende te hoop, en plaatfteze op de markt, tegen over de gewapende burgery, die hier byeengebragt was, om de verandering der Regeeringe te begunftigen. Doch de Bur- gers , geen' last hebbende tot het pleegen van eenige daadelykheid, droopen, eindelyk af, en lieten de Vrywilligen 't veld houden. Bur- gemeester van Brienen werdt, federt, van zyn ampt verlaaten, en ter Stad uit gezet. Doch na verloop van drie jaaren, kwam hy 'er we- derom binnen, en werdt in zyne waardigheid herfteld CO-
In 't Kwartier van de Veluwe, fcheen het Geweld!« zig nu tot rust te fchikken; doch te Nieuwme- *f °P- gen ontftonden, omtrent 'deezen tyd, beroer- dcingt'e ten, die de Stad in 't uiterfte gevaar bragten. Nieuw- De Afgevaardigden der Staaten van Holland, megett. op 't einde des jaars 1704, van Arnhem te r\ieuwmegen gekomen zynde, hadden de Stad vol beweeging gevonden, om de oude Regee- ring te doen herftellen. Zes afgezette Regen- ten , aan 's Lands Staaten geklaagd hebbende, dat men hen, ten onregte, van hunne arnpten ver-
O) Estradï. uit het Comm. in Politieboek van Arah. 5 Juty
I705. O ) Opr. Berigt van Dr. Johan van Brienen. Wederlege.
vnrr dit Berigt. Van Loon Nederl. Hiftoriegenn. IV. Dsil, VU 416—418. Q e
|
||||
Ê44 VADERLANDSCHE LXVLBoeö
Ï704. verlaaten hadt, waren, hierom, uit de Stad en
———het Schependom gebannen, en tweehonderd Ryksdaalers beloofd aan elk, die een' derzel- ven in handen van 't Geregtwist te leveren («). Zy hadden, midlerwyl, hunne vrienden in de Stad, die aanhang voor hun zogten te winnen, onder de Gemeentsluiden en burgers, welken, in de herbergen, onthaald, en tegen de tegen- woordige Regeeringe opgehitst werden. Een Leêrkoper, Jakobus Nagel, genaamd, die hier- in, boven anderen, yverde, en voorgaf, met de Afgevaardigden van Holland, over 't her- ftellen der oude Regeeringe, gehandeld te heb- ben, liep zo zeer in 't oog, dat men hem, kort na 't vertrek der Hollandfche Afgevaardigden, die te Nieuwmegen niets hadden können uit- voeren , in hegtenis deedt neemen. Hy zat lan- ger dan vier maanden; doch brak, op 't laatst van Grasmaand des jaars 1705, uit den ker- <-"- ker; waarna hy, op verbeurte van den hals, gebannen werdt (0). Doch 't vuur der hevig- heid was, hiermede, niet gedoofd. De af- gezette Regenten van Nieuwmegen en derzel- ver begunftigers fpanden famen met eenige Tielenaars, om, in beide de Steden, de Re- geering, gewapenderhand, te veranderen (w). Hiertoe, werdt, eindelyk, de zevende van Oogstmaand vastgefteld. Vyftig of zestig per- foonen, meest jonge luiden, met zakpiftoo- len, degens, leidekkers-hamers en ander ge- weer gewapend, kwamen te Nieuwmegen, in een herberg, byeen; trokken, van daar, tegen half
f «O Vitez Lambeuti Tom. XIII. p. 126.
(v) Turnt; van den eisch reg« J. Nagel. Byfag, N* i. tn ê^
<>v) Vif tte Infórm. Ugm Pr. Ssrvaai van Kuilenburg«
|
||||
LX.VI.Boek. HISTORIE. «45
half elf uuren, naar 't Stadhuis, dwongen zes 1704;
Regenten, met het geweer op de borst, hun--------
ne plaatfen te ruimen, en deeden den Raads-
vriend Willem van Loon, dien zy hielden, dat hun gunftig was, de plaats van voorzittenden Burgemeester inneemen. Midlerwyl, liep het gerügt door de Stad, dat het Stadhuis ingeno- men , en de Raad vermoord werdt. Men klept de klok: de burgery komt in 't geweer, rukt naar 't Stadhuis, fchiet onder de aanvallers, en doetze verftuiven, in een oogenblik. Eeni- gen werden gegreepen. De verdreeven' Re- genten namen, terilond hierna, hunne plaat- fen wederom in. Vier der gevangenen werden, nog dien zelfden avond, uit de venfters van 't Stadhuis opgehangen. Een der oude Regen- ten, D. Willem Roukens, op heeter daad ge- vat zynde, werdt, des anderendaags 's avonds, op de Plaats van 't Stadhuis, onthalsd. Ook werdt toen nog een der handdaadigen, dien men in Vrouwen kleederen betrapt hadt, ge- hangen. Van Loon weidt, naderhand, ver- laaten van zyne Raadsvriendsplaats en Burger- fchap, en onbekwaam verklaard, om eenig ampt in de Stad of het Schependom te be- kleeden. Het Hof te Arnhem, waarin hy Raad was, zogt hem egter de hand boven 't hoofd te houden, en verklaarde ham voor onfchul- dig (x). Doch hy is nimmer, teNieuwmegen, wederom in de Regeering geraakt. De Advo- kaat Servaas van Kuilenburg, die de Tielenaars opgeftookt hadt, om de nand te leenen tot de ver-
(>■) I'rnvifion. Veramw. van Or. Willem van Loon. V<At ,
misfi Lambeiv« Tom. XIV. p. 45—121. |
|||||
Q3
|
|||||
ttf VADERLANDSCHE LX VI. Boek.
|
||||||||||
verandering der Regeeringe te Nieuwmegen,
week, op de tyding van 't mislukken des aan- flags, ten Lande uit, en werdt, federt, open- lyk ingedaagd (y ). De Steden des Kwartiers van Nieuwmegen raakten, hierna, aliengskens in rust. Te Doesburg en te Wageningen, was, in 't jaar 1705, ook een opftand verwekt, ten behoeve der oude Regeeringe. Te Doesburg, was men, zelfs na 't maaken van een Verdrag, onderling handgemeen geraakt; doch de be- roerte werdt. eerlang, door tusichenkomst der burgeren van Deutichem, geftild. Te Wage- ningen, was het Stadhuis, by nagt, door eeni- ge aanhangers der voorige Regeeringe, inge- nomen. Doch zy werden 'er, door de gewa- pende Burgerye, terftond, wederom uitgedree- ven (2). Dus handhaafde zig, alomme, in Gelder-
land , de nieuwe Regeering, die, zo fommfgen meenden, onder de hand, geftyfd werdt, door de tegenwoordige Regeering van Zeeland, en met naame door die van Vlisfingen en Veere (0). Ondertusfchen, was de rust in Zeeland nog op verre na niet herfteld. Te Middelburg, was, in den aanvang des jaars 1704, eene ge- weldige beroerte ontftaan , die niet dan met veel moeite geftild werdt. De Heeren Kiezers in deeze Stad, die deel plagten te hebben in de aanftellinge der jaarlykfche Wethouderfchap, hialden zig zeer gebeJgd, dat deeze aanftelling, in den jaare 1702, gefchied was, zonder hen te ken-
Cj) Citstie van Dr. S. van Kuilenburg.
Tij Apol, iler Prol'. Cnnv. van 19 Rlr.art 1705. il. 2> 3,9.
VoiM ausfi immberti 'lom. Xlll. p. 52—56. («) Lambeiwi 'lom, II. p. 329. |
||||||||||
1704.
|
||||||||||
Beroerte
te Does- burg en te Wage- ningen. |
||||||||||
XXX.
Oproer
te Mid- delburg. |
||||||||||
LXVI.BoEK. HISTORIE. 247
kennen, naar behooren. Zy vervoegden zig,
federt, aan den Hoogen Raad in den Haage, om gehandhaafd te worden in hunne voorreg- ten. Doch de Staaten van Zeeland begeerden, dat de zaaken gelaaten werden, in den ftaat, waarin zy waren (£). De Kiezers deeden, daar- na, nog eenige vergeeffche poogingen by de Staaten en by den Hoogen Raad, om hunnen wensch te bekomen. Eindelyk, beflootenzy, een Vertoog, tot ftaaving hunner Voorregten, in te leveren aan de Regeering der Stad. Zy verfcheenen, ten deezen einde, in vollen ge- tale , op 't Stadhuis, op den zesentwintigften van Louwmaand, leverden hun Vertoog in; doch begeerden, dat 'er niet over geraadpleegd weidt, in 't byzyn van drie Schepenen, wel- ken zy hielden, ten onregte, ter Regeeringe ingedrongen te zyn. Men nam aan, hierover, te willen fpreeken: terwyl zy zig vervoegden, in een ander vertrek. Ondertusfchen waren eenige afgezette Regenten, van eenen tamely- ken hoop ingezetenen verzeld, 't zy met of zonder kennis der Kiezeren, voor 't Stadhuis byeengekomen. Eenige Vlisfingers en Veere- naars vermeerderden den hoop. Men fcheen een geweldige verandering der Regeeringe in den zin te hebben. De zaal van 't Stadhuis raakte vol volks. Men riep, dat de oude Regee- ring herfteld moest worden. De Heeren Ver- fluis, Verpoorte en Parker, te vooren ontzet van de Regeeringe,hadden zig, naar 't fcheen, door 't volk, derwaards laaten voeren. Men tradt,
(6) Notul. Zee!. 23 Maart, 30 April, 27 Aag. 1705. */. 140,
397« 355« Ityl' W. * Hl« |
|||||
Q4
|
|||||
Ü48 VADERLANDSCHE LXVI.Bqek,
»704. tradt, hierop, tot eene nieuwe verkiezing der
mede fcheenen te moeijen. Eenige Heeren wa- ren , midlerwyl, van 't Stadhuis gegaan, om de Burgery in de wapenen te doen komen: waartoe Burgemeester van den Brande, boven anderen, zyn best deedt. Veiiluis, die tot Raad en Penfionaris aangefteld was, zogt dit, daarentegen, te beletten, en bragt zynen aan- hang ook in 't geweer; zig, daarenboven, met geweld, meester maakende van eenige vendels der fchutterye. Van den Brande deedt egter eenige Kompagnien in de wapenen komen, die van de geweeken' Regenten fchriftelyken last kreegen, om met fcherp te fchieten, op elk, die hun tegenftand boodt. Men trok, hierop, van 't Huis van Van den Brande , daar de fchuttery byeengebragt was, naar het Stadhuis. Hier ftondt een vendel fchutters; welk de zy- de der herftelde Regenten fcheen te houden °, doch, fchoon des gelast, niet fchieten wilde op zyne medeburgers. De geweeken' Regem ten, de meeste manfchap by zig hebbende, deeden 't Stadhuis, welk geflootenwas, ter- ftond, beklimmen en overweldigen, verdree- ven de anderen, die omtrent drie uuren gere- geerd hadden, en namen hunne voorige Plaat- fen wederom in (c). Zy beloofden, kort hier- op, by openbaare afkondiging, tweehonderd Ryksdaalers aan elk, die eene der benoemde Viiöfingers en Veerenaars in hegtenis leverde. De
(O NotnJ. Zeel. 17, i8 Jan. 11, 14, 19 Fehr. 21 Mtuirt, vz
ffh/y 1J04'. W. 33. 49, 5Ö, 59, 70, 67, 144. »94. Byt. iU% S5i. * 70, * 90, * 324.
|
||||
LXVI.BoEK. HISTORIE. 249
de meesten van deezen weeken, federt, uit
Zeeland. Het Hof in den Haage hoorde de ge- weekenen: zeer tegen den zin der Regeeringe van Middelburg en der Staaten van Zeeland. Ook raakten fominigen, die men hieldt in den oproer gemengd geweest te zyn, in hegtenis: en onder deezen, Johan Matthifius, Raadsheer in den Raade van Vlaanderen, dien de Magi- ftraat van Middelburg, kort na de beroerte, buitenvorm van regtsgeding, de Stad ontzeid hadt, zonder dat hy hadt willen wyken. Hier- over , viel veel te doen, tusfchen de algemee- ne Staaten, van wien hy zynen last, als Raad van Vlaanderen, hadt, en de Regeering van Middelburg en de Staaten van Zeeland zelven (d). Ook werdtliy,eerlang,geflaakt («). Met Imatt Cau, Heer van Dusfen, die, wegens Zie- rikzee, ter Vergaderinge afgevaardigd was, en , geduurende de beroerte, woorden gebruikt hadt, waaraan de herltelde Regeering van Mid- delburg zig ten hoogfte ftiet, viel ook mer- kelyk gefchil. Die van Middelburg begeerden niet met hem te zitten. Hy onthieldt zig, voor eenen tyd, uit de Vergadering: doch die van Zierikzee hadden geenen wil, om hem, voor altoos, te ontflaan; gelyk Middelburg en Goes vorderden. Hierover rees zo veel tweefpalt onder de Leden, dat Zierikzee veele zaaken ftremde of tegenftemde, om dat de Heer van Dusfen niet toegelaaten werdt: 't welk duurde tot
fV) Vit verfch. gedrukte en ongedr. Stukk, de zcakyan'óen
fL.iad.sh. JJat i Hisius betref ende. (e) Notiil. Zeel. i Mcy, 2, 5, gjuny 1704. U. ao6, 236,
344j 24? l>yl> * 13$. 19 Jen. 1705. tl, 23, |
|||||
Q5
|
|||||
5.50 VAD E RL. HIST. LXVI.Boek.
tot dat men hem allengskens herftelde (ƒ).
Eenige anderen, die gevlugt waren, hebben zig nooit, federt, wederom in Zeeland dur- ven vertoonen. De rust in Middelburg werdt, midlerwyl, herfteld, na 't afkondigen eener algemeene vergiffenisfe (g), zonder dat zy, in veele jaaren, om zaaken van Regeeringe, wederom geftoord werd (/$). Maar in Gelder- land herleefde de tweedragt geduuriglyk: ge- lyk wy, in 't volgende Boek, nader ftaan te verhaalen. (ƒ) Notul. Zeel. 17, 28 July, 1 &pt. 1704. II. a$5> 3I3>
355. Ryl. il. * 187, * iy6. O) Notul. Zee'. 28 july, 11, 19 Sipt. 20 Ott. 19 Dec. J704.
hl. 312, 376, 33o, 419, 54c. Jlyi. il. * 183, * 378. Plac. der Ed. Mog. Staat, van Zeeland van 11 Sept. 1704. (/O Miez Lambemi 2vm. XIII. p. 13G—157» 172—268.
|
||||||
•
|
||||||
VA-
|
||||||
VADERLANDSCHE
HISTORIE.
ZEVEN EN-ZESTIGSTE BOEK.
|
||||||
INHOUD.
I. Raadpleegingen op den aanßaanden veldtogt.
Beweegingen aan de Moezel. Huy verkoren. Luik belegerd. Verlaaten. Huy herwonnen. De yyandlyke Linien. in Brabant, verkragt. II. Misverfland tusfchen Marlborough en de Afge- vaardigden te Velde. Zout-Leeuw gewonnen. Ook Zandvliet. Dien verhoren. III. Staat des krygsaan den Opper ryn. Keizer Leopoldflerft. Zyn Zoon, Jofefus, volgt /tem op. IV. Krygs- bedryven in Italië. Op de grenzen van Portugal. In Katahnie. Barcelona gewonnen. V. Zezzaa- ken. VI. Misnoegen op de Staaten. in Engeland. Gezantfchap denvaards. VLL Handeling om den Prins van Nasfau te ontzetten van de zitting in den Raad van Staate. VUL Infiru&ie voor de Afgevaardigden te Velde. Uitflag van 't Ge- zantfchap in Engeland. IX. Veld/lag by Ra- millies. Brabant en Vlaanderen kiezen de zyde der Bondgenooten. Oofiende, Meenen, Den- dermonde en Aath veroverd. X. Krygsbedryven aan den Opper-ryn. In Katahnie. Op de gren- zen van Portugal. In Italië. XI. De Franfchcn doen de eerfie o-pening tot eene Vredehandeling. Hei-
|
||||||
452 VADERLANDSCHE LXVILBoeic.
Heimelyke handeling met hun. XII. Eenige Ge-
westen zoeken een gedeelte der nalaat enfchap van Koning Willem te verkrygen van de erf ge ■ naamen. De Prins van Nas/au wordt uit den Raad van Staate gehouden. Hy wordt Generaal van ,t Voetvolk. Overysfel befuit, nooit eenen Stadhouder aan te ftellen. XIII. Nieuwe beroer- te in Gelderland. De Arnhemmers neemen Wage- ningen in. Uitflag der Gelderfche b.weegingetu XIV. Marlborough handelt in Duitschland. VeUiogt in de Nederlanden. XV. Krygsbedry- ven in Duitschland. In Spanje. In Italië. XVI. Onderneeming der Engelfche en Staatfche floa- te op Toulon mislukt. De Staaten helpen den Koning van Pruis f en aan "'t bezit van Neuf- Chatel. XVII. Staat der heimelyke Vredehan- deling. Mislukte onderneeming van den Preten- dent. XVIII. Krygsbedryven in de Nederlanden. Gend en Brugge verhoren. Slag by Oudenaar- den. Rysfel bemagtigd door de Bondgenooten. Gend, Brugge en andere Plaatfen herwonnen. De Veldmaarfchalk, Heer van Ouwerkerk, ßerft. XIX. Krygsbedryven aan den Opper- ryn. In Italië. In Spanje. Vrede met Tunis hekragtigd. XX. De. Prins van Oranje en Nas- fau aanvaardt het Stadhouderfchap van Gronin- gen en de Ommelanden. Hy trouwt met eene Prinj'esfe van Hesfcn ■ Kasfel. XXI. De Vrede- handeling wordt, heimelyk, voortgezet. Marl- borough verdagt. Voorafgaande Vredepunten ontworpen. Zy worden, in Frankryk, van de hand geweezen. De handeling wordt opgejchort. XXII. Veldtogt in de Nederlanden. Doornik ge- wonnen. Slag van Malplaquet. Bergen in He- pegouwm veroverd. XKÜI. Staat des krygs m Duitsch-
|
||||
IX VII. Boek. HISTORIE. fi^S
|
|||||
Duitschland. In Piemont. In Spanje en op de
grenzen van Portugal. XXIV. Verdrag van Barriere, tusj'chen Groot - Brit an je en de Staa- ten. XXV. Verklaaring van Holland en Zee- land, ten voordeek der Fr an [che vlugtelingen. XXVI. Vervolg der handelinge met Frankryk. 's Konings voorßag. aanmerkingen der Staa- ten. XXVII. Nieuwe voorßag van Frankryk. Door de Staaten van de hand geweezen. Frank- ryk neemt de voorafgaande punten aan, op één na. Gejprek aan den Moerdyk. XXVIII. Be- denkingen op Frankryks voorßag. Onderhan- delingen te Geertruidenberg. XXIX. Raad- pleegingen in den Haage. Koningin Anna fchynt voor afzonderlyke handeling te dugten. XXX. Voor/lag der Franfchen van eene ver- deeling der Spaanfche heerfchappye. Hande- ling met hun. Zy vorderen Sicilië en Sar- dinië alleen. XXXI. Antwoord der Bondge- nooten. De onderhandelingen, te Geertruiden- berg, worden afgebroken. De Franfchen wy- ten 'r den Bondgenooten. XXXII. De Staa- ten verdedigen zig, omßandiglyk. Het Kei- zerlyk Hof geeft hun den titel van Hoog- Mogenden. De zege, by Hochftet bevogten door de 1705.
Bondgenooten, hadt Duitschland ver- —-—« lost van de vreeze voor de overmagt der Fran- *• fchen en Beierfchen. Men was , derhalve, pi^gin- op middelen bedagt, om de overwinning te gen, in vervolgen, en den vyand verder in 't naauw Enge- re brengen. De Hertog, van Marlborough, te l™* "* rug gekeerd in Engeland, hadt den geheimen Lande, Raad der Konjnginae voorgellaagen, dat men, op den in aanftiwn-
|
|||||
254- VADERLANDSCHE LXVII.Boek.
1705. in den aanftaanden veldtogt, op de grenzen
van Frankryk moest zoeken in te dringen, en, den veld- ten dien einde, de Legers voeren naar den t0St. irant der Moezel. Men hadt, in Engeland, bewilligd in deezen voorflag; doch men vondt eenige zwarigheid, om 'er de Staaten, en vooral de Duitfchen in te doen bewilligen. De Staaten lieten hunne troepen niet gaarne verre van hunne grenzen trekken; en rie Duitfchen waren gewoon traaglyk te velde te komen. Nogtans, lieten de Staaten, gedagtig aan de voordeden, in den jonglten veldtogt, aan den Donauw behaald, zig, eerlang, overhaalen tot het befluit, om het grootfte gedeelte hunner Landmagt te doen trekken naar de Moezel, en, met het overig gedeelte, hunne grenzen te befchermen. Zy wisten wel, dat het Leger onder den Keurvorst van Beieren nog fterk was in de Spaanfche Nederlanden: doch zy ftelden, met reden, vast, dat hy een groot ge- deelte van het zelve naar de grenzen van Frank- ryk zou moeten doen trekken; wanneer de meeste magt der Bondgenooten derwaards ftondt gewend te worden. De Hertog van Marlborough, in Grasmaand des jaars 1705, in den Hage te rug gekeerd, hadt, derhal- ve, niet veel moeite, om den Raadpeiifionaris Heinfius en de voornaamfte Leden der Regee- ringe over te haaien in zyn gevoelen. Maar de Duitfchen te beweegen hadt meer werks in. De Prins van Baden fcheen, zo lang de Win- ter duurde, niet vreemd van Marïboroughs voorflag; maar, met het naderen der Lente, begon hy zwaarigheid te maaken om 'er de hand toe te leenen, zig beroepende op den zwak-
|
||||
LXVII.BoEK. HISTORIE. 255
zwakken ftaat zyner gezondheid, en op de l7os.>
weinige manfchap, welke hy byzig hadt. Marl- J—- borough deedt, hierop, in Bloeimaand, een' keer naar Radftad, om een' mondgefprek te houden met den Prinfe van Baden. Hy be- vondt, dat 's Prinfen onpasfelykheid llegts voorgewend fcheen : ook, dat zyn Leger, fchoon de Vorften en Kreitfen nog allen hun aandeel niet opgebragt hadden, egter taliyk genoeg was, om merkelyke voordeden te be- haalen op den vyand, zo hy 't, by de krygs- magt van Groot-Britanje en de Staaten, voe- gen wilde. De Prins liet zig, eindelyk, over- haalen, om dit te belooven. Marlborough be- gaf zig, hierop, naar Trier, waaromtrent de Engellche en Staatfehe troepen verzameld wa- ren , en daar men allerlei voorraad van mond en oorloge byeen gebragt hadt. Het vereenigd Le- Bewee- ger hadt zig nedergeflaagen by Igel, aan deeze gingen zyde der Moezel; doch trok over den ftroom, derBon<1- op den derden van Zomermaand, langs ver- fenaaü fcheiden' bruggen; en daarna, %by Confaar- de Moe-* brug, over de Saar. De Hesfen, Deenen en zei« Lunenburgers trokken, ten zelfden tyde, de Saar over, en vereenigden zig met de Engel- fchen en Staatfchen, waarna de gantfche magt der Bondgenooten voorttrok tot aan Elft, in 't gezigt van 't vyandlyk Leger , onder den Maarfchalk de Villars; die by Sirik aan de Moezel lag; doch op 't naderen der Bondge- nooten opbrak, en naar Koningsmacheren week, daar hy zig, op eene voordeelige plaats, nederfloeg, en vast verfchanste. Marlborough xvas niet van zins hem aan te tasten, maar flegts zo ver getrokken, om het beleg van Saar-Louis, welk
|
||||
&$6 VADERLANDSCHË LXVU.Boek.
s?o5« welk men in den zin hadt, te dekken. Hy
«■----.' fchreef, derhalve, brief op brief, om de Wiu>
tembergfche, Pruii-fifche en Pakfifche troepen,
en om den Prins van Baden te doen opkomen. De Staaten drongen 'er ook flerk op aan. Doch dit Krygsvolk kwam zo langzaam af, en was zo flegt voorzien van paarden en gefchut, dat men voor eenen kwaaden uitflag van den veld- togt begon te dugten. De Prins van Baden kwam zo ver als Kreutznach , daar hy ziek v/erdt, of voorgaf te worden, en 't bevel over 't Leger liet aan den Graave van Frife, terwyl hy zig begaf tot het gebruiken der baden. Men begon, van nu af, te vermoeden, dat hy door de Franfchen gewonnen was, alzo Villars geen volk afgezonden hadt om te beletten, dat hy zig met het groote Leger vereenigde. Anderen meenden, dat hy Marl borough de eer misgunde, welke deeze in den jongften veldtogt behaald hadt, en nu wederom behaald zou hebben, zo hy hem, by tyds, onderiteund hadt. Huy ver- Midlerwyl, hadt de Graaf van Gasfe, met overd eenen hoop Franfchen, 't beleg geflaagen voor goorde j-jUy^ en 't Kaf teel veroverd, op den tienden ichen. van Zomermaand , de bezetting krygsgevan- gen makende (0). De Keurvorst van Beieren en' de Maarfchaik de Villeroi beflooten, daar- na , Luik te belegeren, en de Piaatfen aan de Maaze te herwinnen, die den Bondgenooten, Zvbele- voorheen, in handen gevallen waren. Luik geren werdt, terftond, berend. De Staaten kreegen Luik. 'er zo dra geene kennis van, of zy vertoonden den Hertoge van Marlborough , hoe noodig tiet
O?} Lamderti Tom. IH. ƒ. 4Ö&«
|
||||
LX VII. Boek. HISTORIE. 257
het ware, dat hy, met het Leger, naar de Maaze 1705;
keerde, zo hy zigniet magtig genoegbevondt, ———« om den vyand eenige afbreuk van belang te doen aan den kant der Moezel. De Hertog brak dan op, met het Leger, op den zeventienden van Zomermaand, om Luik te ontzetten. Hy trok voort tot aan Trier, daar hy zevenduizend man, Paltfifche troepen, ter betaalinge van Groot - Britanje en de Staaten ftaande, in be- zetting liet. Voorts, begaf hy zig, met het gros des Legers, langs den kortilen weg naar de Nederlanden, terwyl de Keizerfche, Pruisfifche en Wurtembergfche manfchap, te laat aange- komen om dienst te doen, naar den Opperryn toog O). Villars, nu geenen vyand voor zig hebben- Zy be-
de, zondt den Keurvorst van Beieren een deel *et.ten zyner manfchap toe, vaardigde een ander deel rier* af naar de Elzas, en toog, met het gros zyns Legers, naar de Saar. De Paltfifche Gene- raal gaf, hierop, terftond, last aan den Be- velhebber van Saarbrugge, om, na 't liegten der Vestingwerken, de Plaats te verlaaten; gelyk gefchiedde. 't Bleef hierby niet. Hy ver- nielde de magazynen te Trier, die den Bond- genooten fchatten gekost hadden, flegtte, ook hier, de Vestingwerken, en verliet de Plaats, eer Villars zig nog voor dezelve vertoond hadt. De Franfchen namen 'er, terftond, bezit van. De Maarfchalk de Villars, zig ge- voegd hebbende by het Leger in de Elzas on- der de Marfin, verdreef de Keizerfohen uit de Linien by Kroon - Weisfenburg: terwyl de „;... . Ge- (4) Lawisrti Tem. III. p, 469. Tindal FM, VI. [«C
XXI. ] p. 200—206. XVII. Deel. R
|
||||
258 VADERLANDSCHE LXVII.Boek.
1705. Generaal Thungen zig, bezwaarlyk, in de Li-
------ nien van Lauterburg, wist te verdedigen (c).
Zy ver- De aankomst des Hertogs van Marlborough
Lat'k.V omtrent de Maaze hadt, midlervvyl, het be- leg van Luik doen opbreeken. De vyand, 't gefchut te rug gezonden hebbende naar Na- men , was, in alleryl, geweeken naar Tonge- ren. Marlborough, genaderd tot Maastricht, trof hier den Heer van Ouwerkerk aan, die zig, met het veldleger der Staaten, by hem voegde; waar na men befloot den vyand by Tongeren aan te tasten; doch hy week, op de aankomst der Bondgenooten, terftond, ag- Iluy her-ter zyne Linien. Men befloot toen Huy te nomen, herneemen, en zondt, ten dien einde, den Overfte Schölten, met eenige manfchap, der- waards ; terwyl Marlborough en Ouwerkerk eene kleine beweeging maakten, om het beleg te dekken. Het duurde niet meer dan vyf da- gen. De Plaats gaf zig, den elfden van Hooi- maand, over, op dezelfde voorwaarden, als waarop zy, voor twee maanden, aan de Fran- fchen en Beierfchen overgegaan was. Doch Marlborough hadt iet gewigtigers in den zin, het aantasten, naamlyk, van de vyandlyke Li- nien , die Brabant dekten. Hy vaardigde den Generaal Hompesch af naar den Haage, om de voornaamfte Leden der Regeeringe, deswe- ge, teraadpleegen. Men ftelde alles aan zyn be- leid en voorzigtigheid. 't Stuk werdt, hierop, overlegd in eenen grooten Krygsraad. Sommi- gen vonden 'er zwaarigheid in. Doch de Heer van Ouwerkerk, de Prins van Hesfen-Kasfel en de Graaf van Noyelles Hemden 'er eenpaa- - lig- (O TlNDAL Vul, VI fwXXI.1 p. 30«.
|
||||
LXVII.BoEK. HISTORIE. &s9
riglyk in toe: waarop men befloot tot den aan- 170J.
val, die, den zeventienden van Hooimand,-----.
ondernomen werdt, aan eenen anderen kant,
dan de vyand verwagtte. Het Leger, tegen De Bond- den avond, opgebroken zynde, aan verfchei- 6eno°- den' hoopen, overviel de vyandlyke Linien Jj^ragteo met het aanbreeken van den volgenden dag. deFran- De Graaf van Noyelles tastte de post by Wan- fche Li- gen aan, alwaar eene vaste brug lag over de ",e" in Geete. 't Kafteel te Wangen werdt terftond üt it% verlaaten door den vyand, en door de Bond- genooten ingenomen. De posten der Franfchen aan andere oorden werden, even ligt, over- meesterd. Het gantfche Leger der Bondge- nooten trok, eerlang. in de Linien: alwaar de Ruitery, nogtans, veel leedt van het vyandlyk gefchut. Doch Marlborough, aan 't hoofd van verfche manfchap, zynde voortgerukt, drong in op den vyand, wien 't ook niet ont- brak aan geduurigen onderftand. De regeer vleugel van de Ruiterye der Bondgenooten werdt, by Efemale , eenigzins , in wanorde gebragt; doch zig gelukkiglyk herfteld heb- bende , dreef zy den vyand terug, tusfcheni Heilisheim en Gershoven. Mirlborough, mid- lerwyl, het gantfche Leger gevoerd hebben- de binnen de Linien, fpreidde de regter vleu- gel van het zelve zig uit naar de groote Gee- te, tot voor Tienen, welk, opgeëischt zynde, terftond, overgegeeven werdt. De Markgraaf d'Abgre , die een' grooten hoop vyandlyke manfchap geboodt, veel geleeden hebbende in den eerften anval, week, eerlang, met het overfchot des Legers, over de Geete en de Dyle, en floeg zig, langs de laatstgemelde Ri- ll 3 vief) |
||||
aöo VADERLANDSCHE LXVII.Boek.
»705; vier, tusfchen llotfelaar en Wilfen, niet ver-
------ re van Leuven, neder. DeBondgenooten trok- ken, daarentegen, over de groote Geete, en legerden zig , tusfchen Rosbeek en Tienen. Doch zy braken, den volgenden dag, weder- om op, vervolgden den wykenden vyand, en bekwamen nog omtrent twaalfhonderd gevan- genen. Diest, Sichern, Aarfchot en andere Ste- den van klein belang werden, ligtelyk, vero- verd door de Bondgenooten, die, federt, eg- ter, vergeeffche poogingen deeden, om eenige posten op de Dyle te overweldigen, en den vyand in zyne voordeelige Legerplaatfe aan te tasten. Marlborough veranderde hierop van voorneemen, en deedt, om zynen toeleg te beter te dekken, den Baron Spar, die eenige Staatfche manfchap in Vlaanderen geboodt, trek- ken over de vaart tusfchen Brugge en Gend; waarna hy de Franfche Linien te Lovendeghem veroverde, en voorts aantrok op Brugge, doch hier verneemende, dat de vyand veel volks uit de bezettingen van Fransch en Spaansch Vlaan- deren geligt, en op hem afgezonden hadt, be- floot hy te rug te keeren over de vaart: in 't af- trekken , de vyandlyke werken vernielende, en 't veroverd gefchutinde vaart werpende. Marl- borough en Ouwerkerk, midlerwyl, in twee hoopen opgetrokken zynde, vereenigden zig, te Genappe; van waar zy het vyandlyk Leger na- derden: welks regter vleugel zig, midlerwyl, hadt uitgebreid tot aan het Sonien bosch, waar- door BrusfeljZO wel als Leuven,gedekt werdt(rf). Op
frf) I.AMBBBTi Tam. ni. p. 471—477. Tom. XIV. p. ia.
Tindal Fol. VI. [er XXI.J f. 207, 217. |
||||
LXVILBoek. HISTORIE. 261
|
|||||
Op den agttienden van Oogstmaand, brak if&g.
de regter vleugel van het Leger der Bondge---------
nooten op, met het krieken van den dag, trek- H-
kende, in twee hoopen, langs den engen weg ftMjVer^ van Hulpen, die, tot hunne groote verwonde- fch"«/1" ring, onbezet gelaaten was. Omtrent den mid- den Her- dag was het gantfche Leger genaderd, tot in 't tQge van gezigt van den vyand. Marlborough en Ou- Marl^o-
11 i !j i & j ^ rough en werkerk waren beide van gevoelen, dat men tIe ^fge,
hem, die de aankomst der Bondgenooten zo vaardig-
ras niet ver wagt hadt, geen en tyd gee ven moest, den der om zig te können herftellen; maar rerftond Staaten> aantasten. Doch 't gefchut was nog niet aan- gekomen; waarvan de fchuld gegeven werdt aan den Generaal Slangenburg, die, eenige andere Staatfche Overften in zyne meening hebbende overgehaald, den Afgevaardigden der Staaten zelfs vertoonde, dat de toeleg om den vyand aan te tasten onuitvoerlyk was. De Afgevaardigden ftemden, hierop, de onder- neeming af. Marlborough onderwierp zig aan hun gevoelen, fchoon met veel tegenzin. Hy klaagde zelfs, federt, in eenen brief aan de Staaten, dat zyn gezag in 't Leger thans veel minder goldt, dan het, voorleeden jaar, in Duitschland gedaan hadt. Men gaf deezen brief in 't licht: 't welk het gemeen, hier en daar, aan 't morren hielp. Te Amfterdam, be- gaf zig een hoop burgers naar 't Stadhuis, klaa- gende over de Afgevaardigden der Staaten; „ die, zeidenze, Marlborough geen gezags „ genoeg heten." Doch de Afgevaardigden verdedigden hun gedrag, eerlang, in eenen brief aan de Staaten, die insgelyks in 't licht kwam. Zy weezen aan „ dat de vyand, naar 't oordeel R 3 „ van
|
|||||
É6a VADERLANDSCHE LXVII.Boek.
|
|||||
1/05. „ van Slangenburg, Salisch en Dompré, niet
------ „ dan met het grootfte gevaar, kon worden
„ aangetast, en dat de Bondgenooten, de ne-
„ derlaag krygende, zig in de uiterite engte „ bevinden zouden, zo om dat zy, te diep in „ 's vyands Land doorgedrongen zynde, geen' „ weg met de gekwetllen weeten zouden, als „ om dat de vyand hun ligtelyk den toevoer „ zou können affnyden: kortom, dat de zaa- „ ken der Bondgenooten nog niet in zulk een* „ ftaat gebragt waren, dat men zulk eene „ wanhoopige onderneeming behoefde te waa- „gen (O"
Zout- Hierna, brak het vereenigd Leger wederom
Leeuw op, trekkende naar de Luikfche grenzen; ter- gevvon- wyl de Luitenant-Generaal van Dedem, met Kni eenige manfehap, afgezonden werdt, om zig van Leeuw of Zout-Leeuw meester te maa- ken. Hy nam de Stad, die 's vyands linien dekte, in, by verdrag, op den vierden van Herfstmaand. Marlborough deedt, daarna, de bemagtigde vyandlyke linien flegten , en Tienen ontmantelen: en trok, met het veree- nigd Leger, over de Demer, zig nederflaande by Aarfchot. Ouwerkerk, federt het gebied aanvaard hebbende, zynde Marlborough, op bevel der Koninginne, vertrokken naar Duitsch- land, maakte nog eenige beweegingen met het Leger, en trok, eerlang, over de Neete, den Graaf van Noyelles, met eenige manfehap, af- ook zendende, om Zandvliet te belegeren. Een ge- Zand- deelte der bezettingen van Bergen op Zoom en
vliet. an_ (O VoUz Lambirti Tom. in. p. 477—483, 4S5. Tom.}EV»
».54. Tu?i)AL yoL VI. [ or XXI.] p. si;—219. |
|||||
LX VII. Boek. HISTORIE. 263
andere Plaatfen voegden zig by.hem. Zandvliet 1705,
werdt berend, op den vierentwintigften van-------
Wynmaand. Vyfdagen daarna,waren 'er reeds
twee breuken gefchooten: waarop de bevelheb- ber de Plaats, by verdrag, overgaf op den negen- entwintigften. Doch geduurende het beleg van Diest Zandvliet, gelukte het den Keurvorst van Beie- Goo- ren, Diest in te neemen, by verdrag. De Plaats ren" wa* nog niet verfterkt, naar behooren; waarom zy, beftormd zynde, terftond, overgegeven werdt. Heerentals was, eenigen tyd te vooren, overvallen en geplonderd door deFranfchen. De veldtogt in de Nederlanden eindigde, met het veroveren van Diest en Zandvliet (f). De Aan (lag vyand had, in 't voorjaar, eenen aanllag ge- °Pllulst' fmeed, om zig van Hulst meester te maaken, door verrasfing. Doch men ontdekte den toeleg, ty- delyk. Benige ingezetenen, die 'er kennis van hadden, werden gevat en geftraft (g). De Keizer, t'onvrede, naar 't fcheen, over 'W*
't beleid van Prinfe Lodewyk van Baden, nood- |™£ "^s zaakte hem tot eene fchriftelyke verdediging, aan den die nogtans niet in 't licht kwam. De Prins Opper- bleef, met het Leger, te Lauterburg, tot in ryn« Oogstmaand, wanneer hy opbrak, en naar Ha- genau toog. De Maarfchalk de Villars, die 't Franfche Leger aan den Opper-ryn geboodt, zig, midlerwyl, van Kroon-Weisfenburg er» Homburg meester gemaakt hebbende, was ge- weeken naar Hagenau; van waar hy egter, op de aankomst der Keizerfchen, den Ryn over- trok Cf) Lamberti Tom. III. p. 483, 496—499. Ttm.XlV. p. 26,
33. Tinual Vo>. VI. [or XXI. I p. 219—223. Ce~) Lamberti Tom. III. p. 455- |
|||||
R 4
|
|||||
2*4 VADERLANDSCHE LXVII.Boek.
|
|||||
»705. trok by Straatsburg. De Generaal Thungen
------- volgde hem, met het Keizerlyk Leger: waar- op hy, over den ftroom, te rug keerde. De Prins van Baden, federt, in het Leger by Stol- hoffen, aangekomen, trok, insgelyks, weder- om over den Ryn, en tastte de Franfche Li- nien by Hagenau aan, op den agtentwintigften van Oogstmaand. Hy overweldigdeze, in kor- ten tyd, zonder meer dan eenen Luitenant, en zestien gemeenen te verliezen in den aanval. Van 's vyands zyde, werden 'er vierhonderd gedood, of gevangen genomen. De twee Le- gers lagen, federt, eenen geruimen tyd, op eikanderen te loeren, zonder dat het tot eenen veldflag kwam. Eindelyk, trok de vyand af naar Straatsburg: waarna de Prins van Baden zig van Drufenheim en Hagenau meester maak- te , op 't einde van Herfst- en in 't begin van Wynmaand. De Keizerfchen betrokken toen de Wïnterlegeringen, aan de linkerzyde des Rynftrooms (//). Keizer De zaaken der Bondgenooten in Duitsch- Leopoid land liepen niet voorfpoediger, ter oorzaake **erf^ van den aanhoudenden oorlog in Hongarye, TozefHs"1 en van het afilerven van Keizer Leopold, welk, volgt op den vyfden van Bloeimaand deezes jaars, hem op. voorgevallen was. Zyn oudfte Zoon 9 de Roomsch - Koning Jozefus, volgde hem, ter- ftond op, in de Keizerlyke waardigheid, en gaf voor, een einde van den Hongarifchen kryg te willen maaken, door bemiddeling van Groot- Britanje en de Staaten. Marlborough hieldt een mondgefprek met hem te Weenen, na 't einde van
(A) Tindal rul. VI. lor XXI.] p. 223—82«.
|
|||||
LXVII.BoEK. HISTORIE. 065
van den veldtogt, en ontving de fterkfte verze- 1705.
keringen van 's Keizers yver voor de gemeene —— zaak. Voorts, bezogt hy de Hoven van Berlyn en Hanover, en bewoog, op zyne te rugkomst in den Haage, de Staaten om te famen met Groot-Britanje het Leger der Bondgenooten in Italië met tienduizend man te verfterken (i). Keizer Jozefus beiloot, eerlang, de Keurvorften van Keulen en van Beieren in den Ryksban te doen: gelyk, in Grasmaand des volgenden jaars, openlyk, gefchiedde ( k ). In Italië, hadden de Franfchen, onder den IV.
Hertoge van Feuillade, Ville-Franche, Nice, Krygsbe Mirandola, Montmelian eneenige andere Plaat- i^Ue6" fen bemagtigd. Het Leger onder den Prinfe Eugenius was te zwak, om zulks te belettten. De Hertog van Savoje behieldt naauwlyks eenige Plaatfen van belang in zyne magt, behal- ve Coni en Turin. By Casfano, viel, op den zestienden van Oogstmaand, een vinnig gevegt voor, tusfchenden Hertoge van Vendóme en den Prinfe Eugenius: waarin beide de partyen zig de overwinning toefchreeven; hoewel de Prins het veld behouden hadt (/). 't Meeste geweld des krygs fcheen zig, dit op de
jaar, gewend te hebben naar Spanje en Portu- grenzen gal. De Spanjaards en Franfchen, Gibraltar, tvua"alPor" federt Wynmaand des voorleeden jaars, te wa- ' ter en te lande, belegerd hebbende , hadden zig, eindelyk, in Grasmaand, genoodzaakt ge- zien, O') Tindal Vul. VI. \pr XXI.] p. 227—225.
C*0 VoiezDu Mont Corps Diplom. Vim. VJU. AI. p.'tyl.
m-
CO Daniel Journal, *. CCXXIT, CCXXXHJ. Tinbai Vol.
VI. lor XXI. J p. 230. R5
|
||||
c66 VADERLANDSCHE LXVII.Boek.
zien, om het beleg op te breeken, en in eene
foort van geringe blokkeering te veranderen. 't Langduurig beleg van Gibraltar, waartoe de meeste magt des vyands gebruikt werdt, hadt den Bondgenooten, in Portugal, midlerwyl, gelegenheid gegeeven, om op de grenzen van Spanje in te breeken. Het Leger, welk om- trent vierentwintigduizend man fterk was, ftondt onder 't opperbevel van den Portugee- fchen Graave des Gaheas, onder wien de Graaf de la Corfonna, de Graaf van Galwai en de Ba- ron Fagel, week om week, 't gebied voerden. Men floeg het beleg voor Valencia d'Alienta- ra, welk ftormenderhand veroverd werdt, op den agtften van Bloeimaand. Albuquerque, voor 't zelfde lot bedugt, gaf zig, op den twee- entwintigften, over, by verdrag. Op't aan- houden van Galwai en Fagel, werdt, federt, beflooten tot het beleg van Badajox: doch ge- brek aan gereedfchap om bruggen te maaken, tot het overtrekken der Guadiana, deedt de onderneeming verfchuiven. Terwyl men, op deeze wyze, aan den kant van Alentejo, in Spanje drong, maakte de Markgraaf das Mi- nas gelyke beweegingen, op de grenzen van Beyra. Hy veroverde Salvaterra, en pionder- de Sarca, welk de Franfche bezetting, op zy- ne aankomst, verlaaten hadt. Doch hy werdt, eerlang, door eenen hoop Franfchen en Span- jaards, genoodzaakt, tot aan Penamecos te rug te wyken. In 't laatst van Herfstmaand, trok de gantfche magt der Bondgenooten byeen, in de nabuurfchap van Elvas, waarna 't beleg van Badajox, eindelyk, ondernomen werdt. Een Kanonfchoot, uit een oud Slot, de regter hand vaa
|
||||
LXVII.BoEK. HISTORIE. «267
van Galwai en de mouw van Fagel te gelyk 1705.
hebbende weggenomen, nam de laatfte 't be- —— wind aan over 't beleg, welk de aankomst van den Maarfchalk de Teffé met agtduizend man deedt opbreeken , omtrent het midden van Wynmaand. Fagel, misnoegd over de onee- nigheid der Legerhoofden, die hem buiten ftaat ftelde, om iet van belang te ondernee- men, keerde, kort hierna, naar Lisbon, van waar hy zig, met verlof der Staaten, te fche- pe, naar Holland begaf {m). Terwyl dit, op de grenzen van Portugal, en InK«.
voorviel, waren de liondgenooten bezig, om,talonie- van den kant van Katalonie, in Spanje te drin- gen. Koningin Anna hadt, door heimelyk be- leid van Mitford Crow (»), een Verdrag ge- flooten met eeuige Kataioniers, die, uit den naam van 't gantfche Prinsdom, beloofd had- den, Koning Karel te zullen erkennen (0). De Engelfche en Staatfche Vlooten, onder Shovel en Almonde, verzeld van vyfduizend ' man Landtroepen, onder den Graave van Pe- terborough, waren, in Zomermaand, op de Taag, voor Lisbon, ten anker gekomen. De Prins van Hesfen-Darmftad, Koning Karel, ten zelfden tyde, verzekerd hebbende van de toegenegenheid der ingezetenen van Katalonie en Valence tot zyne Majefteit, bewoog hem tot den togt derwaards, die, op 't einde van Hooimaand, met de vereenigde Vloote, on- dernomen werdt. Koning Karel, zig aan boord van
fi») TiKDAt Vnl. VI. [ar XXI.] f. 231 —S36.
C») Zie Rapport van 't geh. Comcnitté. II. üeel, Ryl. N. XLVt SLVII. tl. J03, »04. {*) yeitz Supplcm. au Corps Dip'.otn. 7"««. Dl. i>. II. f. 41. |
|||||
_i
|
|||||
c63 VADERLANDSCHE LXVII.Boek.
1705. van het Engelsch fchip de Ranelagh begeven
ir-— hebbende, tradt eerst te Gibraltar aan land; daar hy voor wettigen Koning van Spanje er- kend werdt. Van hier voortgezeild tot in de baai van Altea, werdt hy met gelyke eere ont- moet , door de ingezetenen. Ken hoop Span- jaards, in 't naaste gebergte, zig insgelyks voor Koning Karel verklaard hebbende,maakte zig, ten zynen behoeve, meester van de Stad De- nea. Op den tweeè'ntwintigften van Oogst- maand , kwam de Vloot in de baai van Barce- lona ten anker. Hier werdt het Krygsvolk ont- fcheept, zonder tegenftand, en veeleer met hulp van de landzaaten. Koning Karel tradt zelf aan land; en drong fterk op het beleg der Stad: die, zo de Prins van Hesfen-Darmftad verzekerde, door middel van het goed ver- ftand, welk hy met de ingezetenen hadt, haast veroverd zou zyn. De Engelfchen en Staat- fchen maakten, daarentegen, groote zwaarig- heid in 't beleg, met zo weinige manfchap, en J in 't naderen van den Herfst. Maar 's Konings meening werdt gevolgd, en 't beleg onderno- men. De Schans Montjuis, naby de Stad, werdt eerst aangetast, en op den zeventienden van Herfstmaand ingenomen, by verdrag. De Prins van Hesfen-Darmftad fneuvelde, voor deeze fchanfe. Toen regtte men, na 't openen der loopgraaven, zes batteryen op voor de Stad; die, uit het kanon en de mortieren, 20 hevig befchooten werdt, dat de Bevelheb-' ber, fterk aangezet door de ingetenen, be- Barcelo» üoot in befprek te treeden. De Stad ging na ge- over, by eerlyk verdrag, op den negenden van wonnen. Wynmaand. Gironne hadt zig, midlerwyl, ook
|
||||
LXVII.BoEK. HISTORIE. «169
ook aan Koning Karel onderworpen: en alle I7a5,
de Steden van Katalonie, op Rofes na, volg-------
den het voorbeeld van Barcelona, binnen wel-
ke Stad, Koning Karel, met uitbundige teke- nen van blydfchap, werd ingehaald. Na 't veroveren van Barcelona, keerde de vereenig- de Vloot naar Lisbon te rug. Vier Engelfche en twee Staatfche Fregatten bleeven te Barce- lona. Van de Vloot overwinterden vyfentwin- tig Engelfche Oorlogfchepen, onder Johan Lea- ke, en vyftien Staatfchen, onder den Schout by nagt van Wasfenaar, te Lisbon. Shovel en Almonde keerden naar huis. Koning Karel hieldt zig te Barcelona op. Een Regement Spanjaards, uit den dienst Valence,
van Koning Filips, tot dien van Koning Karel grooten- overgegaan zynde, maakte zig, nog voor 't de8ls_» einde des jaars, meester van verfcheiden' Ste- y^" den in Valence: waarop hetgantfche Gewest, op Alikante, en Penifola na, zig voor Koning Karel verklaarde. Doch de Graaf de las Tor- ras, die Koning Filips diende, floeg, eerlang, 't beleg voor San Mattheo, door welke Plaats Katalonie en Valence gemeenfchap hadden met eikanderen. De Graaf van Peterborough noodzaakte hem, nogtans, 't beleg op te bree- ken. De aantogt van den Hertoge van Noail- les, die, met agtduizend man, door Rousfil- lon, naar Katalonie trok, deedt Koning Karel befluiten, om eenige manfchap by zig te hou- den, die reeds op weg was, om Peterborough te onderfleunen. Peterborough vervolgde eg- ter zyn oogmerk, dreef den vyand voor zig heenen, en maakte zig van verfcheiden' Plaat* fen meester. In Louwmaand des volgenden jaars,
|
||||
*?o VADERLANDSCHE LXVN.Boek.
|
|||||
1705. jaars, viel 'er, by S. Iftevan de Litera, een
------- fcherp gevegt voor, tusfchen een gedeelte der
Engelfche en Staatfche bezetting van Lerida,
onder den Kolonel Wills, en eenige Franfche Dragonders en Ruiterye , onder den Ridder d'Asfsld. Wills werdt, eerlang, onderfteund, door Connyngham en Palm. Connyngham kreeg eene wonde in de buik, waaraan hy, na drie dagen, overleedt. Men wil egter, dat de vyand het meeste volk verloor. De omkee- ring van Katalonie en Valence veranderde den ftaat des krygs in Spanje t'eenemaal. Ook gaf het Hof van Portugal hoop op vaardiger on- derfteuning, dan men, tot hiertoe, hadt kön- nen verwerven (ƒ»). V. Behalve de verrigtingen der vereenigde Vloo- Zeezaa- ten in de Middelandfche zee, was 'er , dit jaar , weinig voorgevallen te water. Veele Franfche Kapers waren den Engelfchen en Staatfchen kruifers in handen gevallen, door- dien men een gedeelte der Franfche zeemagt beflooten hieldt binnen Brest. Het overig ge- deelte , welk te Toulon lag, hadt zo veel ge- leeden in den jongften fcheepsftryd, dat het buiten ftaat of ongenegen was, om zee te kie- zen ( q ). Ondertusfchen, hadt het neemen van veele vyandlyke pryzenden bedienden der Staa- ten en der Admiraliteit van Zeeland gelegen- heid gegeven, totverkortinge van 's Lands reg- ten. Vyf Steden beflooten, eenpaariglyk, gee- ne moeite te fpaaren, om de fchuldigen te on- dek-
(?) Relation Ac la Camp. eu Efpagnc en 1706. impr. vfot.
J.AMBXRTr Tom. III. r>. 517, 519 531—535' 'flNUAI. VqL Vli Ier XXI.] p. 236—269. Cf ) TiWQAi. PU. VI, [ar XXI.] p. afy.
|
|||||
IXVir.BoEK. HISTORIE. 271
|
|||||
dekken en te ftraffen. De Stad Zierikzee al- 1705.
leen kantte 'er zig tegen, beweerende, dat 'er ——— geen blyk van ontrouw was, en dat de voorige Plakaaten flreng genoeg waren, om 't kwaad, zo 't gepleegd mögt zyn, op te fpooren en te vergelden ( r ). Te vooren, was ook, by 't Kol- legie ter Admiraliteit op de Maaze, orde ge- field , om fcherper te pasfen op den uitvoer van paarden naar den vyand: welk, tegen 't uit- ( drukkelyk verbod, gefchied was (j).
De uitflag van den jongden veldtogt aan de vr.
Moezel en in Brabant hadt veel gemors ver- Misnoa* wekt in Engeland, daar een aanhang in 't Par- f^jj, lement, die allengskens fterker werdt, zeer jn En-' misnoegd was over 't beleid van den Hertoge geland, van Marlborough. Ook fchroomde men niet, openlyk, te zeggen, dat de Staaten den last des krygs lieten aankomen op de Koninginne, en dat hunne Afgevaardigden te velde de zaaken in Brabant eenen verkeerden keer hadden doen neemeh (*). De Staaten, om dit misnoegen te Gezant- doen verdwynen, en de vriendfchap der Ko fchapdSr- ninginne te behouden, beflooten, op 't eindew * des jaars, kort voor dat Marlborough naar En- geland keerde, dan Heer Willem Buys, Pen- fionaris van Amfterdam, af te zenden naar En- geland («), met last om het onderling goed verftand tusfchen de Koninginne en de Staaten aan te kweeken, en de beweegingen van den aanftaanden veldtogt, in Portugal, Katatonie, Italië en elders, met haare Majefteit, te rege- len. ' O) Vouz Lamberti Tom. XIV. fi. 15, 17.
CO Zi' Groot-Plafcaatb V. Deel, 11. 918. Cf 1 Tinhal Vol. VI. {nr XXI.] p. 285, 209, (*> Refol. IIoll. 29 Dtt. 1705. W. 595. - |
|||||
ar* VADERLANDSCHE LXVII.Boek,
|
||||||
1705. len. De algemeene Staaten hadden, op 't aan-
,• houden van die van Holland, beflooten, in 't volgende jaar, aanvallender wyze te oorloogen,
aan verfcheiden' oorden, en zig, hiertoe, uit al hun vermogen, in (laat te ftellen: waarvan de buitengewoone Gezant de Koningin ook de plegtigfte verzekeringen geeven moest (v). VFI. De Staaten van Friesland, wien 't, in 't voor- Hande- leeden jaar, gelukt was, hunnen Stadhouder, den Prins ^ns Jan Willem Frifo, onder zekere voor- van Nas- waarden, te doen verkiezen tot Generaal over fau te 't Voetvolk van den Staat, deeden, federt ontzet- eenigen tyd, hun best, om te voorkomen, dat het regt hv van ^et reët ontzet werdt, om plaats en
om in den ftem te hebben in den Raad van Staate, welks Raad van Leden gewoon zyn, hoofd voor hoofd, en niet Staate te ^ Gewesten, te ftemmen. Men moet hier aan- 21tten' merken, dat deeze Raad, in den tyd, van wel- ken wy fpreeken, beftondt uit twaalf Leden; drie wegens Holland, twee wegens Zeeland, Friesland en Stad en Lande, en een wegens Gelderland, Utrecht en Overysfel. Volgens het eerfle Lid van het Berigtfchrift voor den Raad van Staate van den jaare 1588, hadden de Stad- houders der byzondere Gewesten, ten allen ty- de, toegang, plaats en ftem in den Raad van Staate (w). En fchoon dit Berigtfchrift, in 't jaar 1651, merkelyk veranderd werd , ftondt men egter, ook toen nog, den Stadhouderen, die 'er toen waren, of namaals komen mogten, zitting en ftem- toe in den Raad van Staate (#). Men
Cv) Refol. Gener. Merc. 30 Decem'j. 1705. dans Lambert»
Tom. III. p. 767. O) Zie Groot-Plakaatb. IV. Diel, hU 120. (x J Zie Groot-I'iitluncb. IV. Dal, bl. 125. |
||||||
r
|
||||||
LXVII.BoEK. HISTORIE. 273
Men twyfelde, derhalven, niet, of Friesland en 1705.'
Stad en Lande zouden hunnen Erfftadhouder
haast zoeken in te voeren in deezen Raad. Hy
bereikte nu agttien jaaren, en ftondt, zo dra hy twintig jaaren rekende, het Generaalfchap te aanvaarden, welk hem, onlangs, opgedraagen was. Ook zou hy, volgens zyne Inftru&ie, dan eerst treeden in daadelyke bediening van het Stadhouderfchap der twee Gewesten. Te- gen dien tyd, fcheen men voor te hebben, hein ook in den Raad van Staate te doen plaats neemen. Maar de Staaten van eenige Gewes- ten, met naame die van Holland en Utrecht, verftonden, tegenwoordig, dat het zitten van den Stadhouder van Friesland en Stad en Lan- de in den Raad van Staate deezen twee Ge- westen te veel aanziens geeven zou, boven de meeste anderen. Zy merkten aan „ dat de „ twee Gewesten, in zulk een geval, vyf ftem- „ men hebben zouden van de dertien, uit wel- „ ken de Raad van Staate dan beflaan zou; „ dat ieder der twee Gewesten drie ftemrhen; „ en dus zo veel te zeggen hebben zou als „ Holland; dat zy ieder eene ftem meer heb- „ ben zouden dan Zeeland, en twee ftemmen „ meer dan Gelderland, Utrecht en Üverys- „ fel; 't welk hun fcheen te ftryden met de „ gelykheid, die onder de Gewesten, naar het „ meerder of minder aandeel, welk zy droe- „ gen in de gemeene lasten, behoorde plaats „ te hebben." Doch alzoo zy wel voorzagen, dat men den Stadhouder van Friesland en Gro- ningen , door den tyd, zou zoeken te handhaa- ven in het regt, om in den Raad van Staate te zitten, vondenze geraaden, in de voorbaat te XVH. Deel. S zyn. |
||||
s/4 VADER.LANDSCHE LXVII.Boe*.
zyn, en hem hiervan te verfteeken, eer men 't
nog gevorderd hadt. De Staaten van Utrecht beflooten, op den veertienden van Oogstmaand, „ ter Vergaderinge der algemeene Staaten, te „ verklaaren, dat zy niet verpligt waren te ge- „ doogen, noch behoudens hunne waardigheid „ konden toeftaan, dat, van wege Friesland „ of een der andere Gewesten, iemant, om „ dat hy het ampt van Stadhouder bekleedde, „ ingevoerd, of toegelaaten werdt in den Raad „ van Staate, zonder een paarige bewilliging „ van alle de Gewesten (?)." De Staaten van Holland namen, op den voorflag van Leiden, weinige dagen laater, een diergelyk bell uit. Zy verklaarden te verftaan „ dat, wanneer de ,, meeste Gewesten geenen Stadhouder had- „ den, de Stadhouders der overigen behoor- „ den geflooten te blyven buiten den Raad „ van Staate (s)." De Staaten van Friesland, kennis van deeze verklaaringen gekreegen heb- bende , hielden 'er zig zeer door verongelykt. Zy merkten de befluiten der twee Gewesten aan, als blyken van een aangemaatigd opper- gezag over de anderen, en als fteunende op gronden, ftrydig met die van den Staat, waar- van men gevaarlyke gevolgen te dugten hadt. Voorts, beriepen zy zig op de Inftrudlien van dejaaren 1588 en 1651. Doch men merkte, hiertegen, aan „ dat de eerfte Inftruft'.e, door „ de tweede, te niet gedaan was, en dat de „ tweede niet met eenpaarige bewilliging van „ alle de Gewesten was vastgefteld, hebben- de f O Voiez Lamberti Tom. XIV. p. f t '<*•
C'z) Rcfoi. Holl 12, 18 Aug. 1705. M. J49, 358. |
||||
LXVII.Êoek. tt t S ï O R I Ë. &7s
>, de Friesland en Groningen alleen in dezel- 17«^
„ ve bewilligd, op 't behaagen hunner magti- —— „ gers, en Gelderland verklaard, niet gelast „ te zyn: behalve, dat ook de Raaden van „ Staate, federt, zwaarigheid gemaakt hadden, „ om eed te doen op de Inftruftie van den jaa- ,, re 1651." Maar tegen ditlaatfte bragt Fries- land in „dat de Gewesten, in 't jaar 1671, j, eenpaariglyk hadden vastgefteld, dat de eed j, op de jongfte Inftru<ftie gedaan zou wor- „ den: gelyk federt, ook gefchied was:" waaruit zy beflooten „ dat deeze Inftruftie, it met eenpaarige bewilliging van alle de Bond« i} genooten, was goedgekeurd: en gevolgelyk, „ dat alle de Gewesten een onbetwistbaar regt „ hadden, om hunne Stadhouders ten Raade „ van Staate in te voeren." Van de andere zyde, werdt aangemerkt „ dat men nooit be- „ oogd hadt, eenig byzonder Gewest zulk eeti j, regt te geeven, als de meeste Gewesten gee- „ nen Stadhouder hadden." Doch Friesland Wilde niets weeten van zulk een heimelyk oog- merk ; maar hieldt zig aan de letter der Inftruc- tie. Ook verzuimde men niet, aan te merken, t, dat hunne Hoog-Mogendheden, reeds in 't „ jaar 1651, toen ook, gelyk nu, vyf Gewes- s> ten geenen Stadhouder hadden, by zekere „ gelegenheid, hadden verklaard, niet gezind „ te zyn, het regt der Stadhouderen, voor zo „ ver het op de Inftruftie voor den Raad van „ Staate gegrond was, eenigzins te verkor- j, ten. Misten, voegde men hierby, de ande- #, re Gewesten, door de vernietiging van het „ Stadhouderfchap, een regt, welk zy te voo- „ ren gehad hadden; zy haddeu 't zig zelven S Ä „te |
||||
q.?6 VADERLANDSGHE LXVII.Boek.
1705. -» te wyten, en zulks kon geenszins ftrekken
„ Stadhouder hadden, of'er, in 't gevolg, „ eenen mogten willen verkiezen." Ook oor- deelde Friesland „ dat men geene reden hadt „ om te dugten, dat de twee Gewesten te veel „ aanziens bekomen zouden boven de ande- „ ren, zo men hunnen Stadhouder toeliete in „ den Raad van Staate, om dat alle de Leden „ van deezen Raad zweeren moesten, dat zy „ het gemeen belang der Bondgenooten alleen „ behertigen zouden, met agterftelling van het „ byzonder belang der Gewesten, van welken „ zy afgevaardigd waren." Alle deeze en an- dere redenen werden den Raad van Staate voor- gehouden , in eenen brief der Staaten van Fries- land , die ernftelyk verzogten, dat de Raad hen in hun goed regt wilde handhaaven (a). Doch Holland en Utrecht veranderden niet van be- fluit (£). De Staaten van Zeeland waren, mid- lerwyl, op den voorgang van Goes, ook in 't gevoelen van Holland en Utrecht, overgegaan (c). 't Gefchil over dit ftuk duurde, nogtans, tot in 't jaar 1707. Wy zullen, op dat jaar, aantekenen, hoe 't beflist werdt. Vil. De Staaten der Vereenigde Gewesten had- Toebe- den, geduurende den Winter, de handen vol reidfels werfcs> met het benoemen der hooge Krygs- tanftaan- bevelhebberen tot den aanftaanden veldtogt, den veld- waarover men eikanderen niet dan met moei- wfit. te verftondt. Ook waren 'er, onlangs, zulke zwaa-
(<0 Voüz LAMüERTr Tom. XIV. f. 28
(£) Uefol. Holt. 15 Sept. 1705. il. 401. (O.Net. Zeel. 10, ij, 17. 24, 27,31 Aug. 3 Sq>t. 1705. iL 280, s88, 291, 299, 304 , 309, 313. |
||||
LX VIL Boek. HISTORIE. 277
zwaare klagten gevallen, over wanorde en ge- 1705.
brek van gehoorzaamheid, onder te troepen-----s*.
van den Staat, dat men geraaden vondt (rf),
eene geheele nieuwe Ordonnantie op de Krygs- tugt te maaken: waardoor de voórige gebre- ken, gedeeltelyk, verholpen werden (<?)• Zy werdt, den vyftienden van Lentemaand des jaars 1706, vastgefteld. Ten zelfden dage, be- i7°6' raamden de Staaten ook eene Inftruftie voor lBftruftie hunne Afgevaardigden te velde, die uit agt voorde endertig punten beftondt. Zy kreegen, onaer Afge- anderen, last „ om alleen den dienst van den vaardig. „ Staat in 't algemeen te betragten, zonder op y|j|j£ „ het voordeel of de zekerheid van het eene „ Gewest boven het andere agt te flaan. Zy „ waren ook gehouden, de hoogheid en eere „ van den Staat te bewaaren, niet flegts ten „ opzigte van de Staatfche Legerhoofden en „ foldaaten; maar inzonderheid, ten opzigte „ van den Kapitein - Generaal over de Legers „ der Koninginne van Groot - Britanje en des- „ zelfs onderhebbende troepen, wanneer de- „ zelven gevoegd waren met de troepen van „ deezen Staat. Zy moesten egter goed ver- „ ftand houden met deezen Kapitein - Gene- „ faal, en vooral ook met denVeldmaarfchalk, „ Heere van Ouwerkerk. 't Stondt, wyders, „ aan hun, het gevoelen der mindere Gene- „ raals, door den eerften Generaal, te doen „ inneemen, onder belofte van geheimhou- „ dinge. In geval van verfchil, tusfehen den „ En-
(<ORefbl. Gener. Vmtr. 27'ftir. 1706. hy Lambeuïi Tom.
IV. p. 22. O) Zie Gtoot-Placaatb. V. Veel, bl. 57. Lambert» Tom.
IV. p. 25. S 3
|
||||
2?8 VADERLANDSCHE LXVII.Boek,
|
|||||
wof. „ Engelfchen Kapitein-Generaal en den Veld-
-*-— „ Maarfchalk Heere van Quwerkerk, mogten „ zy den laatften, of den Generaal, die in zy- „ ne ftede bevel voeren zou over de Legers „ van den Staat, zulk een' last geeven, als zy „ zouden bevinden te behooren, mids zy, hier- „ in, met alle mogelyke befcheidenheid, te werk „ gingen, en van 'tbeflootene kennis gaven „ aan den Griffier van hunne Hoog-Mogendhe- „ den. Zy moesten 't gezag van den eerften „ Generaal ftyven door het hunne, en ten dien „ einde geene bevelen aan de mindere Generaals „ geeven, dan door hem. Zy moesten agt gee- „ ven, dat 'er goede krygstugt onderhouden „ werdt, en het Leger niet zonder kennisfe of „ terlof van hunne Hoog - Mogendheden ver- „ laaten (f)." Uitflag Eenige weeken voor het ftellen van zulk eene van 't orde op de Legers van den Staat, was deover- «ewoon eenkomst» in den fa™ I7°3 » met de Stad
Gezant. Luik, gemaakt, wederom, ivoor drie jaaren, fchap vernieuwd (g). Ook kwamen de Steden, eer- paar En- lang, met dé Koninginne van. Groot -Britanje, geland. overeerJj om de Paltfifche troepen, welken zy famen betaalden, tot op tienduizend man, te vermeerderen (Jt), en den kryg, dit jaar, fterk voort te zetten. De Hee* Buys, die, in Gras- maand, herwaards keerde, was tamelyk ge- flaagd in zyn Gezantfchap aan de Koninginne. Hy hadt, onder anderen, fterk gedrongen, op het voltallig maaken der Engelfcbe en Schot- fche troepen, die in de Nederlanden en elders, die«
C/) Zie Groot-Plakaatb. V. Deel, U. 66".,
Cff) Groot-Plakaath. V, Zta?, W. 425.
C*) Do Mont Corps Diplóm. Tom. VIII. P. t. f. $5-
|
|||||
LXVILBoEK. HISTORIE. &79
dienen zouden : waartoe men, terftond, aan
't Engelfche Hof, befloot. Ook was, door hem en den Heere Marinus van Vrybergen, die, als gewoonlyke Gezant der Staaten, in Engeland, bleef, het vertrek der manfchap naar Katato- nie bevorderd. Doch hyhadt, daarenboven, last ontvangen om, met het Engelfche Hof, in heimelyke onderhandeling te treden, over 't verwekken van eenen nieuwen opftand in de Sevennes, Jean Cavalier, een van de hoofden der Camifards, was, na 't onderbrengen zy- nerpartye in den jaare 1704 (/), geweeken naar Engeland en Holland, en hadt, hier, den Staaten een' voorflag gedaan, om een Batail- lon Franfche Vlugtelingen op te regten, en met dezelven over te fchepen naar Katatonie, tot onderfteuning der vervolgden, in en omtrent de Sevennes. De Staaten hadden in deezen voorflag bewilligd, en beflooten, een derde tot de kosten, die op ruim tweehonderd en veertigduizend guldens in 't jaar berekend wa- ren , te draagen, mids de Koningin van Groot- Britanje de overige twee derden opbragt ( k ), Haare Majefteit liet zig hiertoe, gereedelyk, beweegen. Men kwam zelfs overeen, om den Marlgraaye tfArfeilkr-» Gezant der Koningin« ne te Geneve , honderdduizend Ryksdaalers over te maaken, zo dra de opftand in de Se- vennes begonnen zou zyn (/): hoewel eenige Gewesten, met naame Gelderland en Utrecht, zig niet of naauwlyks hadden laaten beweegen, om
CO 2U hier vorr, hl. 203.
(*J Refol. Cïencr. Vener. 9 Jan. ï^etf. MS. Refol. Hall, 17
W-Mt 1705. il. 96, 97 , 142. C/J Relol. Gener. Joyis 25 Febr. J706. MS, s4
|
||||
s8o VADERLANDSCHE LXVII.Boek;
|
|||||
1706. om hun aandeel in deezen last te draagen («?).
- Doch daar verliepen nog eenige, jaaren , eer de Bondgenooten iet op de kusten van Langue- dok ondernamen. Voorts, is my niet geblee- ken, dat 'er van de opregting van een Batail- lon onder Cavalier iet gekomen is. Hy begaf zig, omtrent het einde deezes jaars, naar Enge- land, daar hy en anderen zyner Landsluiden, voorgeevende een Profeetifchen geest te heb- ben , merkelyke beweegingen veroorzaakten onder 't volk (#). IX. Den HeerBuys verilag van zyn Gezantfchap Opening gedaan hebbende (0), bereidde men zig, tot van den jjet 0penenvan den veldtogt. Van de zyde van i'nda Frankryk, rustte men zig ook vlytigJyk ten Neder- ftryde toe, maakende den Koning rekening, landen, om, dit jaar, meester te velde te zyn in Kata- lonie en aan den Opper-ryn, en daarenboven een talryk Leger byeen te brengen in de Spaan- fche Nederlanden, daar hy wist, dat de voor- naamfte magt der Bondtgenooten ftondt ver- zameld te worden. Tegen 't einde van Gras- maand, kwam Marlborough wederom in Hol- land: daar hy eenigen tyd toefde: waarna [hy zig, nevens den Veldmaarfchslk Ouwerkerk, dien hy te Maastricht aantrof, begaf naar het Leger der Bondgenooten, welk te Borgloon byeen getrokken was. Het vyandlyk Leger, onder den Maarfchalk van Villeroi en den Keur- vorst van Beieren, w'tdrukkelyken last gekree- gen hebbende, om eenen veldflag te waagen, toog, op den negentienden van Bloeimaaand, over
C«) Rerol. Getier. Jvyis 25 Maart 1706. MS.
f>) Tindal Voh Vil. [or XXII.] p. 370.
(o) Verbaal gehouden ïy Mr. Willem Bü\s. MS.
|
|||||
LXVILBoek. HISTORIE. 28 r
over de Dyle, en legerde zig by Tienen, aan i^of.
de westzyde van de Geete. Kort hierna, werdt —-— het Leger der Bondgenooten verfterkt met de Deenfche Ruitery onder den Hertoge van Wur- temberg, die, ter oorzaake van zeker misver- ftand, te lang agter gebleeven was. Ten zelf- den tyde, verliet het vyandlyk Leger , ook eenige verfterking van paarden bekomen hebben- de, de linien by Tienen, en floeg zig neder, tusfchen Tienen en Judoigne, anders Geldena- ken. Het Leger der Bondgenooten, haakende naar den ftryd, brak, den drie entwintigften, des morgens ten vier uuren, op, in agthoo- pen, den weg neemende naar het Dorp Ramil- lies, digt by welk, de Geete haaren ooriprong neemt, welken ftroom zy dus niet zouden be- hoeven over te trekken, om den vyand te ont- moeten. Villeroi en de Keurvorst hadden, meent men, geene kennis van de aankomst der Deenfche manfchap in 't vereenigd Leger, welk zy op verre na zo fterk niet hielden als het hun- ne, waarom zy, op het naderen der Bond- genooten , vastftelden, nog dien zelfden of den volgenden dag, flaags te zullen raaken. Mid- Jerwyl, zogt de vyand zig van het Dorp Ra- millies en de vlakte daaromtrent meester te maaken: 't welk hem gelukte. De Bondgenoo- Vcidflag |
||||||||||
ten ook genaderd zynde, raakten de twee Le-
|
millie»
|
"
|
||||||||
gers, nog dien zelfden dag, flaags, niet verre "
van het Dorp, welk eerst aangetast werdt, door den Luitenant-Generaal Schultz. Omtrent half twee uuren, begon het gefchut wederzyde te fpeelen. Ouwerkerk, die over de linker vleu- gel van 't Leger der Bondgenooten geboodt, dreef den vyand uit een voordeelige post 5 by S 5 wel-
|
||||||||||
s32 VADERLANDSCHE LXVII.Boek.
Ï706. welke gelegenheid, de Staatfche en Deenfche
;------Ruitery zig wakkerlyk kweet. Doch de bloem
der Franfche troepen, ter hulpe zynde toege-
fchooten, ftondt de ftryd langer dan een uur hagchelyk, aan de eene en de andere zyde. De Staatfche Ruitery raakte toen eenigszins in wan- orde , terwyl de Deenfche ftand hieldt. Doch Marlborough, niet twintig Esquadrons verfche paarden zynde toegefchooten, herftelde de wanorde, en bragt den vyand aan 't wyken, Schultz was, midlerwyl, met zo veel geweld, aangevallen op het Dorp Ramillies, datde vyand geraaden vondt af te trekken; doch hy werdt, in 't wyken, onderfchept door de Staatfche en Deenfche Ruitery, en afgemaakt of gevangen genomen. Toen werdt het vlugten algemeen, onder de vyand]yke ruiters en knegten; die, door de Bondgenooten, wakkerlyk vervolgd wer- den. De Keurvorst en Villeroi ontkwam het gevaar van gevangen te worden, ter naauwer nood. Verfcheiden' wagens, in 't wyken ge- broken zynde, flopten den weg, en maakten 't vlugten moeilyker. De overwinning verklaar- de zig t'eenemaal voor de Bondgenooten. Men wil, dat'er, van 's vyands zyde, wel agtdui- zend fneuvelden, en vyfenzestïghonderd gevan- gen genomen werden, 't Verlies der Bondge- nooten wordt op vyfentwintighonderd man be- rekend. Het overfchot des vyandlyken Legers, geweeken tot aan Leuven, verlietdeeze Stad, en trok voort naar Brusfel. Leuven werdt, ter- ftond daarna, bezet door de Bondgenooten (j&), (ƒ>) Feuqiïieres Memoir. Hiftor. & Milit, 3Tpw.II. p. 185,
ffj'uiv. Lamberti Tom. IV. p. ^7—75. Tem. XIV. p, 251— j53. Tjnkai. Vol. VII. [>ƒ XXU.] p. !—aa, |
||||
tXVII. Boek. HISTORIE. 283
|
|||||||
De overwinning byRamilJies deedt de mees- t70s.
te Steden van Brabant en Vlaanderen omflaan. — |
|||||||
Mechelen,Brusfel, Antwerpen, Gend, Bru£- Brabam ,
ge en verfcheiden' Steden van minder aanbe- en vaan- lang koozen de zyde der Bondgenooten, en k]^nAls riepen Karel den III. uit, voor Koning van ?yd« der Spanje en Heere der Nederlanden. Marlbo- Bcmdgo rough, hierop een' keer naar den Haage gedaan booten. hebbende, floeg, eerlang, het beleg voor Oost- Oosten- ende, welk nog Franfche bezetting inhadt: „^1^66" doch zig, na weinige dagen, overgaf, op den Dender- zesden van Hooimaand. Toen lag Meenen aan monde de beurt, welk, na de Nieuwmeegfche Vrede, vero- tot eene der fterkfte Vestingen van de Neder- verd* landen, gemaakt was. De loopgraaven wer- nen geopend, op den vierentwintigften, en vyf dagen daarna , waren de batteryen gereed. De Plaats werdt toen zo vinnig aangetast, dat zy zig, den elfden van Oogstmaand, opgaf, Dendermonde, reeds eenige weeken geblok- keerd geweest zynde, werdt, na 't overgaan van Meenen, naar de konst, belegerd, en gaf zig, op den vyfden van Herfstmaand, ook over, by verdrag, volgens welk, de bezetting krygsgevangen bleef. Aath in Henegouwen, Aatti ge» door den Veldmarfchalk Ouwerkerk , bele wonneq, gerd zynde, werdt, op gelyke voorwaarde, veroverd , op den derden van Wynmaand. Met deeze belegering, werdt de veldtogt in de Nederlanden beflooten. Het Franfche Leger, fchoon merkelyk verfterkt, door een gedeelte der troepen, die aan den Opper-ryn gediend hadden, en nu ftaande onder 't opperbevel van den Hertoge van Vendóme, die gelukkig- iyk geoorloogd had; in Italië t bleef, geduuren- 4?
|
|||||||
284 VADERLANDSCI-IE LXVILBöek.
t?o6. de alle deeze belegeringen, vast verfchanst
Hertoge van Marlborough, die, met het gros
van het Leger der Bondgenooten, de belege- ringen dekte (#). X. Aan den Opper -ryn, waren de Franfchen, Krygs- onder den Maarfchalk de Villars, beter ge-
bned'dVen fiaagd in hunne onderneemingen. Zy nood- Opper- zaakten den Prins van Baden de blokkeering ryn; van Fort-Louis op te breeken. Zy herwonnen Drufenheim en Hagenau, in Bloeimaand. Zy fielden de gantfche Palts onder brandfchatting, en bemagtigden een Eiland in den Ryn tegen over Fort-Louis: 't welk hen in ftaat ftelde, om de Vestingwerken deezer Plaatfe, die, uit kragte der Ryswykfche Vrede, geflegt waren, te hermaaken(r )• Doch de wederzydfche Le- gers in deezen oord waren te zwak , om iet van meer belang tegen eikanderen te onder- neemen. in Ka- In Spanje en in Italië, liep daarentegen het taionie •, krygsgeluk den Bondgenooten mede. Koning Filips was, reeds in Sprokkelmaand, vertrok- ken van Madrid, om den veldtogt te openen, met het beleg van Valencie en Gironne. Doch het Franfche Hof bewoog hem, ligtelyk, om in het beleg van Barcelona te bewilligen, 't Liep egter aan, tot in 't begin van Grasmaand, eer zulks gefchieden kon. De Stad werdt, bei- de te water en te lande, beflooten. Eerst werdt de fchans Montjuis aangetast, en na twee-en- tWintig dagen veroverd. Toen werdt de Stad be-
fa") BuRNET Fol. IT. p. 450—45,1. Twdal Vol. VII. [w
XXII.] p. 22—2(5. Lamdbrti Tom. IV. p. 80, 91. (O IMNUX Journal, />. CCXXXIJ—CCXXXIV. |
||||
LXVII.BoEK. HISTORIE. 285
benaderd. Een fterke Oosten-wind verhinderde 1706,
de vereenigde Vloot, eenigen tyd, het ont---------
zet te bevorderen; doch zy kwam zo dra niet
omtrent de hoogte van Barcelona, of de Fran- fche Vloot, onder den Graave van ïouloufe, zeilde terug naar Toulon; en toen beflooten de Spanjaards en Franfchen, die aan de land- zyde voor de Stad lagen, het beleg insgelyks op te breeken, op den twaalfden van Bloei- maand. Omtrent deezen tyd, was de veldtogt ook van de zyde van Portugal geopend. De °pen^gn Graaf van Galwai, onder wien Noyelles ge- Van Por- boodt, Badajox agter de rug laatende, floeg tugal; het beleg voor Alkantara, welk hy, in drie dagen, veroverde, daarna den Hertog van Berwik, die 't Spaanfche Leger geboodt, voor zig heenen dryvende; totdat hy, ongeraaden vindende 't Land dieper in te trekken, zig voor Cuidad-Rodrigo nederfloeg.. De Plaats werdt hem terftond opgegeven. Van hier, trok hy voort naar Salamanka, daar hy de tyding kreeg van het verlaaten van Barcelona: 't welk hem den weg naar Madrid deedt inflaan: werwaards Koning Filips zig, met klein gevolg, in aller- yl, begeven hadt, om de Hoofdftad zyns Ryks te befchermen : doch hy vondt zyn Leger, hier, in zo flegt een' ftaat, dat hy, met de Ko- ningin en de meeste kostelykheden, naar Bur- gos week. Zo Koning Karel, die nog te Bar- celona was, zig toen, zonder marren, naar Madrid begeven hadt, zou hy, meent men, meester van 'tRyk geweest zyn. Doch hy vondt zig onvoorzien van geld tot het doen eenerKo- ningklyke intrede, en toefde hierom zo lang te Barcelona, dat Koning Filips, nieuwen on- |
|||||
•
|
|||||
2S<f VADERLANDSCHE LXVII.Boek.
1706, dcrftand van volk uit Frankryk bekomen heb-
-------bende, van Burgos te rug keerde, en eerlang
den Graaf van Galwai tegentrok. Galwai,
onderftand uit Valence verwagtende, week, om zig met denzelven te vereenigen, af naaf Arragon. Koning Filips werdt toen wederom meester van Madrid, 't Werdt Oogstmaand, eer Koning Karel by 't Leger kwam. Sedert, lagen de wederzydfche Legers, die eikanderen omtrent evenaarden in fterkte, te loeren op eikanderen, zonder dat'er, het gantfche jaar, iet van belang tusfchen beide voorviel. De vereenigde Vloot der Engelfchen en Staat- fchen hieldt zig, den gantfchen Zomer, op in de Middellandfche zee, de Franfche het uit- loopen uit de haven van Toulon belettende, en Kartagena en Allikante noodzaakende, zig voor Koning Karel te verklaaren: hoewel bei- de deeze Steden Koning Filips, eerlang, we- derom in handen vielen. Tegen 't najaar, zeil- de zy wederom Straatwaards: van waar eeni- ge fchepen naar de Westindien gezonden wer- den: eenigen begaven zig naar Lisbon, daar zy overwinterden: en de overigen keerden naar huis (x). in Italië. De Hertog van Orleans, die nu het Fran- fche Leger in Italië geboodt, hadt, in 't laatst van Bloeimaand, het beleg geflaagen voor Turin: welk tot in Herfstmaand duurde. De Hertog de la Feuillade hadt last, om 't beleg te beginnen. DeStadfcheen, in 't eerst, verdedigd te zullen worden door den Hertoge van Savo- je
(O Lamderti Tom. XtV» p.i$Z—298. Tindal Fol, Vit
[or XXII.] p. xj—47. |
||||
LXVILBoek. HISTORIE. 287
je zelven, die zig daar binnen bevondt; doch 170«.
hy befloot, eerlang, haar te verlaaten, en zig - ... by het Leger der Bondgenooten te voegen, om 't beleg op te flaan. 't Beleg werdt, midlerwyl, voortgezet. Maar Prins Eugenius, een groot deel troepen, uit het Leger aan den Opper - ryn afgezonden, in het Veroneefche ontvan- gen , en daarmede de magt der Bondgenooten in Italië verfterkt hebbende, trok op, tot ont- zet van Turin, over de Adiga, en noodzaak- te de Franfchen, die langs deezen ftroom la- gen , te wyken agter de Mincio. Toen maakte Eugenius eene beweeging, op welke devyand niet verdagt geweest was. Hy trok over de Po, en naar 't Apennynfche gebergte. De Hertog van Orleans volgde hem op de hielen; doch fchuwde den flag. Eugenius eenige togten vooruit geraakt zynde, keerde de Hertog over Po te rug, en naar Turin, zonder de post te Stradella bezet te laaten. Toen toog Eugenius ook wederom over den ftroom te Stradella, en kwam, met het Leger, nu verfterkt met de ruitery onder den Hertoge van Savoje, om- trent Turin, tegen 't einde van Oogstmaand. Op den zevenden van Herfstmaand, raakten de Legers aan eikanderen: de vyand werdt ge- heellyk geflaagen, en de Stad volkomenlyk ont- zet, eer 't middag was. Ten zelfden tyde, werdt de Prins van Hesfen, die tot aan de Min- cio genaderd was, daar hygeenen vyand gevon- den had, op den weg naar Castiglione, waar- van hy zig meester dagt te maaken, overval- len door de Franfchen onder den Generaal Me- davi, die hem tweeduizend man affloeg, en hem noodzaakte, te rug te keeren naar de Adi-
|
||||
\
|
|||||
a38 VADERLANDSCHE LXVII.BoeiC
ï/o5. Adiga. De vyand maakte groot gerügt van dit
------ voordeel: doch 't gevolg leerde, dat de flag by
Turin van veel meer gewigts geweest was voor
de Bondgenooten. Alle de Plaatfen, die, door den vyand, in Piemont, in Montferrat en in 't Milaneefche, ingenomen waren, gaven zig, ge- willig of gedwongen, de eene na de andere, op aan de Bondgenooten. InCafal en elders, werdt de bezetting krygsgevangen gemaakt. Cremo- na, Valenza en het Kafteel van Milaan bleeven alleen nog in 's vyands handen Qt). De over- winning by Turin hadt dus genoegzaam hetzelf- de gevolg in Italië, als de overwinning by Ra- millies, in dit zelfde jaar, in de Spaanfche Ne- derlanden, gehad hadt. De Franfche kusten werden, dit jaar, met
eene landing gedreigd, door de vereenigde Engelfche en Scaatfche Vlooten, en in geduurige onrust te houden (ar). Daarentegen, deedt de Ridder Forbin, op een' kruistogt uitgeloopen van Oostende, den Engelfchen en Nederland- fchen Koopvaarderen eenige fchade. Hy tastte, op den tweeden van Wynmaand, omtrent de Elve, de Koopvaardyvloot aan, die uit deOostzee naar Holland kwam. Twee Oorlogsfchepen, van de zes die haar geleidden, werden in den grond gefchooten: een werdt 'er genomen. Te vooren hadt hy zig op de hoogte van Texel ver- toond, van waar hyegter door eenige Staatfche Oorlogsfchepen fpoedig verjaagd was (v). De
(t~) Lambertv Ten. IV. p. i58. Tom. XIV. p. 254—257.
Tino al Vel. VU. \or XXII.] p. 47—63. O) Tindal Vel. VU. [er XXII.] r. 63.
iv j Forbin Memoir. font. II. p. aoó, S07. & fuiy. DANiEt
Jüurjiai, p. CCXXXVJ. |
|||||
tXViLßoEK. HISTORIE. 289
De Franfchen hadden, dit jaar, zoveel ge- 1;«,$;
leeden, aan alle oorden, dat zy begonden te-------
haaken naar vrede. Zy hadden 'er, in den x.
nazomer des voorleden iaars, reeds eenige Eerft.e opening toelaaten doen in den Haage, door t<£ eeife middel van den Markgraave d'AUegre , die, Vrede- ïn 't gevegt by Tienen, gevangen genomen hande- was ( w ), en te Brusfel gefproken hadt met 'ms • *an Louis d' Haverskerke, Baron van Ligtenvllde, derFraa- die briefwisfeling hield met Bruno van der Dus- fcheiu fin, Burgemeester van Gouda, gelykmy, uit de eigenhandige brieven van beiden, geblee- ken is. De Raadpenfionaris Heinfius en d« Regeering van Amfterdam hadden ook kennis van deezen heimelyken handel. Heketiusy Zoon van den beroemden Geneesheer van dien naam in den Haage, eenigen tyd in Pa- ïys gewoond hebbende, was ook, onder dek- fel van zynen Vader te bezoeken, en eenige geneeskundige boeken te laaten drukken, her- waards gekomen, en liet zig, door 't Franfche Hof, gebruiken tot bevordering der Vrede- handelinge. Hy hieldt meer dan een gefprek met den Raadpenfionaris, wien hy brieven en boodfchappen bragtvan den Prefident Rouil- lé (x), die eerlang zelf, met kennisfe van wei- nigen uit de Regeeringe, in Holland kwam* en zig, op eene Hofftede van den Heere Wil- lem Nieuwpoort, tusfchen Delfc en Rotterdam * bedektelyk, ophieldt Cy). DeHeerBuys, Pen- fionaris van Amfterdam, hadt zelfs, reeds in •'t
Cw) Paiez L/iMBERTi Tom. III. pi 475.
O) Orig. Misfivc van den IUacip. HeiNsius yen 14 K»y>
t?95'
Q) Voitz Lamberti Tom. III. p. ggu
XVII. Deel. T
|
||||
29o VADEllLANDSCHE LXVII.Bork,
1706. 't begin van Herfstmaand des jaars 1705, ee-
-------nige punten ontworpen, die, door de Burge- meesters Pankras, Graafland, Witfen en de Haaze zynde goedgekeurd, door den Raad- penfionaris, den Burgemeester van der Dus- 1'en en den Penfionaris Hoornbeek van Rot- terdam, een weinig veranderd, en federt,den Engelfchen Staatsdienaaren toegezonden wer- den (z). By dit onderwerp, werdt Spanje aan Filips, en Napels en Sicilië, Milaan en ver- fcheiden' Steden in Italië, benevens alle de Spaanfche Nederlanden, aan den Aartsherto- ge Karel, toegelegd. Doch het geviel den En- gelfchen niet. De Groot-Thefaurier Godol- phin fchreef den Hertoge van Marlborough, „ dat men, in Engeland, niet zou können ver- „ ftaan tot eene vrede, waarby Spanje en de „ Indien gelaaten zouden worden in handen „ van den Hertoge van Anjou (0)," Ook was Rouillé, in Slagt- en Wintermaand, ingefprek geweest met den Raadpeniionaris, over de S:e- * Banie- den, welken men den Staaten tot eenen * voor- fe' muur zou dienen af te ftaan, zonder dat men hierover eens geworden was. Rouillé verklaar- de egter, dat de Koning van Frankryk gaarne zien zou, dat hy, of ten minfte Helvetius, on- der 't een of 't ander voorwendfel, nog eeni- gen tyd in den Haage vertoefde, om de han- deling te vervolgen (F). De Burgemeesters van Amfterdam bewilligden in 't verblyf van Rouil- lé t (z) Uit ie Authent.Minute v»n tiet Projcft. MS.
(«5 Origin. M^five v*n dat Raadp. Hkinsius van 7 Sepu
1705. (b) Origin. Misfiven v*n dm Uasdp. Heinsius v«b 6 JYQyt
5 Dee. 1705. |
||||
LXVlI.BoEK. HISTORIE. aoi
lé. Doch men vondt het, in den Haage, on-
geraaden: waarom zy 'er niet op ftaan blee- ven (V). Ook liep de heimelyke handeling toen vrugteloos af. De Franfchen lieten egteF niet na tot vrede te arbeiden. Omtrent het einde van den veldtogt deezes jaars 1706, verzogteó zy de bemiddeling des Konings van Zweeden, die, in 't begin van Herfstmaand, in Saxen gevallen zynde, Koning Augustus genoodzaakt hadt, aftland te doen van de Poolfche Kroon, en Staniflaus voor wettigen Koning te erkennen. Doch hy weigerde de bemiddeling te aanvaar- den , zo zy hem ook niet van de zyde der Bond- genooten aangebooden werdt (jf). In Hooimaani te vooren, was 'er iet gebeurd, welk, van eenen anderen kant, gelegenheid fcheen te zullen geeven, tot het hervatten der afgebroken' han- delinge. Een Heer, die zeer in 't vertrouwen ftondt van den Keurvorst van Beieren, kwam den Hertoge van Marlborough aandienen, dat zyne Keurvorftelyke Doorlugtigheid gezind was, de zyde van Frankryk te verlaaten, en alleenlyk begeerde te weèten, wat Groot-Bri- tanje en de Staaten zouden willen aanwenden , om hem te doen herftellen in 't bezit van zyn Keurvorftendom. Marlborough gaf terftond kennis van deeze opening aan den Raadpen- fionaris Heinfius, die 'er den Penfionaris Buys over fchreef, met verzoek om 'er Burgemees- teren van Amfterdam van te verwittigen (e}. Doch alzo men, hier, den Keurvorst de ver- ze-
{c~) Misfiven van Burg. GraaflaND v»n 4 tn 6 Jto». 170Ö.
Td) Tindal Pol. VII [or XXII. p. 71, 7».
(O Of'S« MisHv. vna den R,aadp. Hïinsibs van »4 Juty T^"
|
|||||
Ta
|
|||||
/
|
|||||
z92 VADERLANDSCHE LXVILBoek,
t?o6. zekering, welke hy begeerde, niet geven kon,
------zonder 't geheim van zyn' voorflag, welk hy
zorgvuldiglyk bewaard wilde hebben, te ont-
dekken, fchynt men zig, vooreerst, met hem niet verder ingelaatén te hebben. Wat laater, deedt het Franfche Hof zelf een1 voorflag tot vrede, door Gualterus Hennequin, Burgemees- ter van Rotterdam, die briefwisfeling onder- hieldt met den Heere de Chamillard. De voor- flag werdt, door den Penfionaris Buys, aan den Heere Godolphin gezonden, en btftondt in deeze zes punten: „ i. Herftelling van den „ Hertoge van Savoje. in 't bezit van alle zy- „ ne Staaten, mids de Keurvorst van Beieren, „ insgelyks, herfteld werde. 2. De Spaanfche „ Nederlanden ter belchikkinge van de Staa- „ ten, met magt om ze zelfs den Aartsherto- „ ge Karel te können afftaan. 3. Een voor- „ deelig Verdrag van Koophandel met de „ Staaten. 4. Landau aan Frankryk, in plaats „ van Brifak; nevens de Schans Kehl en de „ Schans over Hunningen, rnids de Koning „ wegens Germersheim overeenkwame met „ den Keurvorst van de Palts. 5. Erkentenis „ van Koninginne Anna, door Frankryk; welk „ zig niet moeijen zou , met het gene, in En- „ geland, omtrent de opvolging beraamd zou „ worden. 6. Indien Karel voor zyn aandeel „ Spanje, de Indien en de Spaanfche Neder- „ landen moest hebben, zou men Filips Na- „ pels, Sicilië en Milaan moeten toeleggen." De Raadpenfionaris Heinfius, die van Amfter- dam, en weinige anderen, die 't geheim be- leid der zaaken hadden, vonden niet ongeraa- den, op deezen voet, in nadere handeling te tree»
|
|||||
LXVII.BoEK. HISTORIE. soj
treeden met Frankryk (ƒ). Doch de punten
bevielen den Engellchen niet. Zy verftonden, dat men meer zorg draagen moest voor de Bondgenooten, het vertrek van den gewaan- den Prii.fe van Welles bedingen, en den oor- log flegts wakkerlyk voortzetten, om Frankryk nogvoordeeliger voorwaarden af te perfen (g). Ook (liet hun, dat men de Staaten in 't vol bezit der Spianfche Nederlanden wilde (lel- len (h): 't welk, veelligt, door de Franfchen, alleen voorgeflaagen was, om de Staatfchen tot handeling, en de Engellchen tot argwaan te verwekken. Men deedt, van onzen kant, ver- fcheiden' poogingen om hunne zwaarigheden weg te neemen (7). Doch de yverige Whigs waren zo (lerk gezet op oorlog, dat zy van geene handeling hooren wilden. „Niets dan „ ongeduld, fchreef Mylord Godolphin, kan „ ons verdecken van eene vaste en duurzaa- „ me Vrede (k)" De Staatfchen, by weiken de geldmiddelen fchaars omkwamen, vonden egter niet geraaden, de handeling andermaal af te breeken; en zagen zelfs niet ongaarne, dat zy, kort hierna, openlyker, werdt voort- gezet. De Keurvorst van Beieren fchreef twee brieven, gedagtekend uit Bergen in Henegou- wen, den eenentwintigden van Wynmaand; een' aan den Hertoge van Marlborough, en een' aan de Afgevaardigden der Staaten in 't Le-
("ƒ) Mi^five van den Penf. W. Buys san Myl. Gqdolphn
van 27 /lug. 1706. (_g) Ori^in. Letters of Myl. Godoi thin and Secr. IUiV-
IEY, in datit 3 , 2,1. 24 , 28 S'-pt. 1706. O' S. (A) Misfive van /feejJRaadp. HeÏnsius van 5 Oei. 1706.
(i) Misliven van dia Pepf. Blzïs van 28 Scp( 15 OK. 006,
(_kj Lm, front Myl. GoooLPiUN In dato 4 Otf. 1^5.. O $\ ^
|
|||||
T 3
|
|||||
494 VADERLANDSCHE LXVII.Boek,
|
|||||||
1706, Leger, waarin hy hun, uit naame des Konings
me Plaats tusfchen de twee Legers, of na dat
dezelven gefcheiden zouden zyn, tusfchen Ber- gen en Brusfel, in openbaare Vredehandeling te treeden» Doch alzo deeze voorflag flegts in algemeene woorden vervat was, antwoordden de Hertog en de Afgevaardigden der Staaten den Keurvorst uit eenen mond, dat men geene re- den hadt, om eenen goeden uitflag van de handeling te verwagten, zo zyne Majesteit van Frankryk zig niet nader geliefde te openen, wegens den voet, op welken hy gezind was in onderhandeling te treden. De Staaten, den voorflag van den Keurvorst vertoond hebben- de aan de Gezanten der Bondgenooten in den Haage, waren met dezelven overeengekomen, om 'er zulk een antwoord op te geeven (/)- Men bleef egter met de Franfchen in heime^ lyke handeling: van welke wy den uitflag, be- neden , zullen aantekenen. Het Franfche Hof deedt, omtrent deezen tyd, ook eenige poo- gingen, om Keizer Jozefus tot vrede te be- weegen, door middei van den Paus; doch men hadt, te Weenen, nog geene ooren naar de voorflagen van Frankryk (tri): en men bereid- de zig, van de zyde der Bondgenooten, tot het voortzetten des oorlogs, tegen 't volgen- de jaar. XII. '£ VerfcM over 't regt tot de nalaatenfchap Hande- van Koning Willem duurde nog, tusfchen den ling om Ko- (/) Lameeiiti Toni, IV. p. 301—301?. Hift.de la Paixd'ütr.
*. 81. (»O T'ndal Fbl. VII, [er XX0.J p. 77. Hirt, de la Pab?
d'Utr. f. 85. |
|||||||
LXVII.BoEK. . HISTORIE. 295
|
|||||||
Koning van Pruisfen en de Prinfesfe Weduwe 170g.
van Nasfau. ïerwyl men arbeidde, om het |
|||||||
te vereffenen (V), iloegen de Staaten den Ko- een ge-
ning en der Prinfesfe voor, of zy ook neigen ^eclte zouden,om een gedeelte deezer nalaatenfchap, ia9arte",t" tegen voldoeninge der waarde, aan den Staat fchapvao in 't gemeen, of aan eenige byzondere Gewes- Koning ten af te ilaan. De Koning fcheen hier luttel Wllle« tegen te hebben. Maar de Prinfes vondt het kJJgen ongeraaden. De Staaten van Holland hadden voor den te kennen gegeven, dat hua.wel gelegen ko- Staatin'c men zou, Geertruidenberg en Klundert te aan- gemeen, vaarden. Die van Zeeland waren zeer gefield ^ J™1 op het Markgraaffchap van Veere en Vlisfin- byzonde» gen. Breda, Willemftad, Steenbergen,Graave re Ge- en 't Land van Kuik zouden, meende men, westen, bekwaamlyk können gehegt worden aan den Staat in 't gemeen (0). Doch de Koning van Pruisfen wilde 't Land van Kuik niet overgee- ven Qpy. De Prinfes van Nasfau,flegtshan- delende als Voogdesfe van haaren minderjähri- gen Zoon, maakte zwaarigheid, om iet af te ftaan, ten ware zy, door alle de Gewesten, elk afzonderlyk, gedekt werdt: 't welk niet ligt te wagten was, zynde Friesland en Groningen ongezind, om iet van de nalaatenfchap, voor zig zelven of voor den Staat in 't gemeen, te verkrygen. Maar in Zeeland, werdt de ver- nietiging van 't Markgraaffchap van Veere en Vlisfmgen fterk gedreeven, door de Regee- ring van Goes, en door de. twee Steden zel- ven Cn) Refol HoH. 13 July 1705. il. 334. 16 April, 5, ig
Aug. 1706. II. 300, 507,541. (o', Refbl. Hol], ï3 Jan. 13, 20 Febr. 1706. hl. ay.64,183. (p) Vaiez Lambert! lam. VI. p, 3:6, 327, T4
|
|||||||
spS VADERLANDSCHE LXVII.Boek;
i 705. ven (q). Men hadt, hier, in 't jaar 1702, wel
■ fche Leenen, die tot de nalaatenfchap van Ko-
ning Willem behoord hadden, zulken, die, na- derhand, bleeken eigenaars deezer Leenen te. zyn, niet benadeelen zou (>). Doch, federt, hadden de Staaten van 't Gewest goedgevon- den, de Wet, in Vlisfingen en Veere, zelven te beftellen, uit eene benoeming, gedaan, door de dienende Wathouderfchap (j), zonder dat zy zig kreunden aan de Mandamcnten van den Hove of Hoogen Raade in Holland, waardoor men 't regt van den Markgraave zogt te be? waaren (f). Toen werdt, door Goes, voorge- *Domi- flaagen, dat men, uit kragte van het * opper- nUtm fte gebied der Staaten, de Steden Vfisfingen nnens. en yeere van arje Leenroerigheid behoorde te ontheffen, tegen voldoening der waarde (V), Doch de algemeene Staaten, als Executeurs van Koning Willems uiterften wil, verf tonden, dat de zaak van het Markgraaffchap in haar ge- heel behoorde gelaaten te worden, tot dat zy, door den gewoonlyken Regter, kon worden afgedaan (v). Ook kwam men, in Zeeland, tot
CO Notul. Zeel- 4, f25 Febr. 3, 10, 17 May, 12 Attg. 21
pa. 2 Du. 1706. H.5P,, b2, £3, 144, 167, 232. 275, 299» 358 ByU * 26. (O Notul. Zeel. 8 Sept. 1702. V. 312. liyl. * 272.
C-0 Notul. Zeel. 5 Jan. 5,12 Febr. 15 , '19 Maart, 17 Apr.
3, 10 May, 19 July, 17 Dec. 1703. hl. 12, 58, 71, 120. 127, 173, »01, in, Sn. 526. Byl. * 8, * 33, * "7- '4, 18, 21 Jpril 1704. il. 170, 180, 185. CO Notul. Zeel. 18 />ec. 1703. */. 527. Zie ook Rerol. Holt.
fio Febr. 6 7«»", l3 Jnh' 1704. bl. ïi2, 302, 378. C«) Notul. Zeel. 4 Fjbr. 17. o\ bl. 58.
f Cr) Refol. Holl. 29 Ahril, '3 July, 16, si, 240,71»/'. 1705. bl. o 12, 323, ^3>, 439, 477. 15 'April 1706. hl. c<)7 19 Fel*, 1707. bl. 90 24 Jan. 16 Staart- 1708. il. 19, 138. Vmezt L&MJJEB.H lom* XIV. p. 2ip-»5o. |
||||
LXVILBoEK. HISTORIE. 297
|
|||||
tot geen befluit, dan na verloop van eenige 1706»
jaaren. Het omflaan van Brabant, na den ■ - Pruisfen aanleiding, om de Heerlykheid van Turnhout te vorderen; die, uit kragte van den uiterften wil der Prinfesfe Weduwe van Fredrik Henrik, op hem verderven moest, in geval Willem de III, zonder kinderen , overleedt (w). Het vereffenen der gefchillen over de nalaatenfchap van Koning Willem werdt dus, van tyd tot. tyd, moeilyker, en bleef, door ver- - ■-' fcheiden' opkomende toevallen, nog verfchei- den' jaaren, agter. Midlerwyl, naderde de tyd, waarin de Prins De Prins
van Nasfau het Generaalfchap over 't Voet- van Nas- volk ftondt te aanvaarden. Hy zou, den vier fa«word!: den van Oogstmaand des jaars 1707, twintig derï°uit jaaren bereikt hebben. Men twyfelde niet, of den Raad Friesland zou hem, ten zelfden tyde, zitting van Staa- zoeken te doen neemen, in den Raad van Staa- te> te. De andere Gewesten, met naame Holland, Zeeland, Utrecht en Overysfel, dreeven, der- halve , nu het befluit door, waarover, reeds in 1707; 't jaar 1705, gehandeld was, en verklaarden ——1 de Stadhouders van een of twee Gewesten, wanneer de overigen geenen Stadhouder had- den, onbevoegd om in den Raad van Staate te zitten (ä). Gelderland, en, dat vreemd fchynt, Stad en Lande zelf was overgehaald geworden, om zig niet te kanten tegen dit be- fluit. Ook meende men, dat het Hof van Ber- 3yn, welk den Prins van Naiïkulaag zogt te nou-
(v) LAMnsKTi Tom. XIV. ftr VAtinêe 1707. f. 116—132.
[zj Refol. iioll, uy&g. 1707. il. 340. T -
|
|||||
co« VADERLANDSCHE LXVII.Boe*.
|
|||||
1707. houden, veel toegebragt hadt, om de Staaten
» tot zulk een' flap te doen komen. De Raad van Staate kreeg last van de algemeene Staa-
ten, om den Prins niet toe te laaten, zonder Hy nader verlof. Doch om het misnoegen, welk neemt hierover, in Friesland, en onder de vrienden bezit van van den Huize van Nasfau, ontftaan was, een raaifchap weulig te maatigen, ilondt men den Prinfe over 't toe, dat hy, zo dra hy twintig jaaren bereikt Voet- zou hebben, het Generaalfchap over 't Voet- volk. vojjj aanvaardde, en de gewoonlyke wedde genoot (?), Ook werdt hy, federt, in 't Leger by Soignies, door den Veldmaarfchalk Ou- werkerk, op last der Staaten, voor Generaal verklaard. Vier Ge- De Staaten van Overysfel waren, in het punt westen van het niet toelaaten der byzondere Stadhou- "eecen deren m ^en Raac* van Staate, eens geweest om gee- met die van Holland, Zeeland en Utrecht, in nen Stad- vertrouwen, gelyk zy verklaarden „ dat de houder n Bondgenooten ook wel met hen zouden wil» fteiien. w *en overeenkomen, omtrent de vastftelling „ der tegenwoordige Regeeringe, in de Ver- „ eenigde Gewesten." Zy hadden, naamlyk, beflooten „ nooit wederom te komen tot het „ aanftellen van eenen Stadhouder, welk „ Ampt," zo zy beweerden „ oulings, inge- „ voerd was, om dat de Hertogen, Graaven „ of Heeren deezer Landen niet altoos tegen- „ woordig waren in 't Gewest, waar over de „ Staaten, nevens hen, regeerden; waarom „ het, ten langlte, met de Muniterfche Vre- „ de, behoorde vernietigd geweest te zyn. 'e „ Ge-
(v) Lamberti lm- IV. />, 661, <6j.
|
|||||
LX VII. Boek. HISTORIE. 299
|
|||||
„ Gezag der Prinfen van Oranje hadt, zeiden 1707.
„ ze, te wege gebragt, dat men, nog na dien ------
„ tyd , Stadhouders had aangefteid. Doch
„ deeze wyze van Regeeringe, eindelyk, met „ de dood des Konings van Groot-Britanje „ zynde opgehouden, was de Staat in zyne „ volkomene en uitgeftrektfte Vryheid geko- „ men: waarin zy voorhadden, in hun Gewest, „ te volharden." De andere Gewesten, die nog geen' Stadhouder hadden, werden verzogt, diergelyk befluit te neemen (s). Ook werdt 'er, ledert, ernftelyk over geraadpleegd. Som- migen fcheenen 'er op uit te zyn, om weder- om, gelyk ten tyde van den Raadpensionaris de Witt, eene Harmonie of OvereenjiemmingtQ te doen treffen onder de meeste Gewesten, waarby men zig verbondt geenen Stadhouder aan te ftellen: doch ray is niet gebleeken, dat hierop, ten deezen tyde, iets uitdrukkelyks werdt vastgefteld. De tweedragt, in Gelderland, die nog duur- xni.
de, was oorzaak, dat men aldaar ten miniten Nieuwe diergelyk befluit niet neemen kon. Zy borst, ^oll- omtrent deezen tyd, wederom, tot hevige daa- derlm«?. delykheden uit, In de Lente des voorleeden jaars, waren, in de Kwartiers-Vergadering te IMieuwmegen, hooge woorden gerezen, tusfehen den tweeden Burgemeester Pels, enden Baljuw van Weideren. Doch deeze twist was bygelegd ( a ). Ten zelfden tyde, waren ook, in 't Ampt Brummen op de Velu we, verfcheiden'gewelde- naaryen gepleegd, hebbende de opgezetenen, hier,
Cz) Reib!. Overysl". 32 April ij-o?.
(«) LAMBEU.fi Tom. XJV, f, 209, 210,
|
|||||
300 VADERLANDSCHE LXVII.Boek.
1707. hier, de koenheid gehad, om eenige Ampts-
—— jonkers in hegtenis te neemen. Vier van dee- ze geweldenaars werden, federt, geligt, en gevangkelyk naar Arnhem gebragt. Zy raak- ten niet los, voor dat zy plegtiglyk beloofd hadden, zig voortaan van alle oproerigheid te zullen onthouden, en op zekeren dag, door het Hof te bepaalen, in de Geh oorkamer van het zelve, met open' deuren, God en 't Ge- regt , op hunne bloote knieën, om vergiffenis te komen bidden (_&). Doch de onderhandelin- gen over het uitiluiten der Stadhouderen uit den Raad van Staate gaven, in den Herfst dee- zes jaars 1707, aanleiding tot eene geweldige beroerte te Wageningen. De Stad Arnhem, die deeze uitil uiting fterk dreef, tegen de meeste Heeren uit de Veluwfche Ridderfchap, hadt, in Hooimaand, eene byzondere Kwartiers- Vergadering uitgefchreeven, alwaar dit ftuk in overweeging gebragt werdt. De Afgevaardig- den van Hfirderwyk, Hattum en Elburg wa- ren gelast, om 'er over te raadpleegen: die van Wageningen, om zig rondelyk te verklaa- ren voor de uitil uiting. Doch de Ridderfchap, oordeelende, dat de zaak niet tot de Kwar- tiers- maar Landfchaps - Vergaderinge behoor- de, weigerde in onderhandeling te treeden. Onverhoeds, waren, hierop, die van Wage- ningen der Ridderfchap toegevallen, terwyl de vier andere Steden voor de uitfluiting item- den. Men kwam egter nog tot geen befluit; maar de Gemeentsluiden van Wageningen zon^ den, des anderendaags, Gemagtigden naar Arn- hem j f t) Waarfchuwing van 'i Hof5 gedagtekend 7 Meq i;qö..
|
||||
LXVII. Boek. HISTORIE. s°*
hem, om de Afgevaardigden hunner Stad te
vermaanen, tot ftemmen volgens derzelverlast. Hierop werdt, met de meerderheid, beflooten tot de uitfl uiting (c). Doch dit befluit verwek- te merkelyk misnoegen tegen Arnhem, in de Regeering der andere Veluwfche Steden, die, federt, door Harderwyk befchreeven, afzon- derlyke Vergaderingen hielden, op 't Loo. De band der eenigheid tusfchen de Steden hier- door verbroken zynde, openbaarde de twee- dragt zig allermeest, op eenen Kwartiersdag* te Arnhem, die inWynmaand gehouden werdt, en daar vier van de zeven Afgevaardigden van Wageningen, nevens de Steden Harderwyk, Hattum en Elburg, tegen 't gevoelen van Arn- hem, dreeven, dat zekere Ampten niet dan geduurende den Landdag behoorden begeven te worden (^). Doch de Afgevaardigden van Wageningen waren zo dra niet te rug gekeerd, ofdaar ging een morren om, onder 't volk, dat zy hunnen pligt waren te buiten gegaan. De Regeering, weetende, dat dit gemor door de Gemeentsluiden verwekt of gevoed werdt, be- woog , hierop, eenigen uit Schutteryen en Gil- den , om de hand te leenen tot het afzetten der Gemeentsluiden. Ook gefchieddedit, terftond, onaangezien de tegenkanting van 't Kleêrmaa- kers - Gilde en van een groot gedeelte der S. Jo- ris Schutterye ( e ). Godard Adriaan van Isfwn, een der afgezette Gemeentsluiden, was te ge- lyk Hopman over eene bende Vrywilligen, en bragt
(O Extr. uit hit Regist. des Kwart, van de Veluwe, MfTCur,
ff July I7°7- (<.') Bcrigt van de Mngiftraat van Arnhem, l/l. l. enz. £#) Kurte en onvervtackelyk« Deduiiie, il. ». |
||||
302 VADERLANDSCHE LX VII. Boek.
1707. bragt terftond zyn volk op de been, zonder
die hem bevolen hadt, de bende te doen fchei- den. Jan Aaldm, ook een afgezet Gemeents- man, had zig, ten zelfden tyde, naar Arnhem begeven , om hulpe. De Wethouderfchap deezer Stadbefloot, hierop, twee Burgemees- ters, Willem Adriaan Bouwensch en D. R. van Basfenn, aan 't hoofd van eenige Arnhemfche Vrywilligen, met drie of vier ftukken gefchuts by zig (ƒ), af te zenden naar Wageningen, alwaar de fchutterye, midlerwyl, in de wapenen gerukt was. Die van Arnhem waren zo dra niet omtrent Wageningen gekomen, of men deedt hun aanzeggen, dat zy zig zouden heb- ben te hoeden van daadelykheden, ten ware zy geweld met geweld wilden zien keereq. 't Antwoord was, dat de Stad niets kwaads te vreezen hadt, mids men de poorten opende. Doch hiernaar hadden die van binnen geen e ooren. Digt onder de Stad, troffen de Arn- hemers een' burger-fchildwagt aan, die zy naar binnen zonden, om eenigen uit de Regeeringe te verzoeken tot handeling. De voorzittende Burgemeester Barthold Schaats, en deSchepens Joan van der Horst, Gerrit van Eede en Antoni van der Horst traden toen naar buiten, om met die van Arnhem te fpreeken. Doch men was naauwlyks byeea gekomen, of Burgemeester Bouwensch trok den degen, roepende deezen zyn V, dien wy hebben moeten. Nu zyn ze in onze migt. Straks hierop werden de Wageningers aan-
(ƒ) Autw. op het Protest van Nymcghen, il. 5.
|
||||
LXVILBobk. HISTORIE. 303
aangetast, van hun geweer beroofd, en met 1707,,
een' koetswagen te rug gevoerd naar Wage- ■< ningen, daar men de poort geflooten vondt.
Doch men plantte 'er het gelchut voor, en De Am. opende ze zig met geweld. Die van binnen hemmers hadden, midlerwyl, ook met fcherp gefchooten "eeme& op de Arnhemmers, die, in 't intrekken, twee nlna|^ huizen, uit welken gevuurd was, de glazen in. infmeeten. De gevangenen werden naar 't Raadhuis gebragt, en naauw bewaard. Schaats en Joan van der Horst werden, met de dood, gedreigd. Doch diep in den nagt, werden zy wederom tot aan de Stads Poort gebragt, van waar zy, door twee Stads Boden, uit den naam der afgezette Gemeentsluiden, van ampt en eed ontflaagen zynde, naar Arnhem gevoerd werden. Hier zaten zy flegts een etmaal, ia de Gemeentsmans - kamer, gevangen. Toen bragt men hen wederom naar Wageningen (g). Midlerwyl, vervoegden hunne bloedverwan- ten en veele ingezetenen der Stad zig, met verfcheiden' verzoekfchriften, aan de (Staaten van 't Gewest, die, eerlang, beflooten, dat de Wageningfche Heeren behoorden ontflaagen, en in hunne Ampten herfteld te worden (/$). Ook vondt men, tegen 't gevoelen vanNieuw- megen en Arnhem, geraaden, eenig Krygs- volk te zenden naar Wageningen, tot hand- haavinge van 'tbeiluit op de herftelling derRe- geeringe. De algemeene Staaten, hierop voor- af geraadpleegd , hadden verftaan , dat men eerst beproeven moest, of 'er geen minzaam ver-
(#) Verbaal overgelev. aan hunne Ed. Mos. de Staaten MS
jBcIderL I.A) Landd. Recesf. 14 «b 19 OM. 1707. |
||||
So4 VADERLANDSCIIE LXVILBoeK,
vergelykte bewerken ware ( z). Doch zy waren,
naderhand, op het aanraaden van die van Hol- land C^)i veranderd van gedagten, en gaven verlof, om eenig Krygsvolk te doen trekken naar Gelderland (/). De Staaten van Gelder- land deeden, hierop, het Regement van De- lem, uit Duitschland, afkomen naar hun Ge- west, en bedienden 'er zig van, tot herftelling der gemeene ruste (m). Ondertusfchen, waren de Wageningfche Meeren, reeds eenige wec- ken te vooren, geflaakt, en in hunne ampten herfteld. Ook waren zy, die de hand voornaam-» lyk gehad hadden in 't bemagtigen der Stad, ten lande uitgeweeken, zo dra zy de aankomst van 't Krygsvolk vernamen. Terftond hierop* werden de Vrywilligen, alomme, in de Gel- derfche Steden, afgefchaft, by een Plakaat de* Staaten ( n ). De Steden Nieuwmegen en Arn- hem werden genoodzaakt, Krygsvolk in te nee- men. In beide deeze Steden, werdt, federt, verandering gemaakt in de Regeeringe. Te Arnhem, werden wel twaalf Perfoonen uit de Wet gezet, door de burgerye ( o ). De driejaa- rige Regeering, die, in 'tvoorleeden jaar, in de meeste Gelderfche Steden, ingefteld was, bieldt ftand tot in den jaare 1717, wanneer de Wethouders, door 's Lands Staaten, van den eed,
CO ï.andd. RecesC Merair. tp Oäoi. 1717. Beiigt wegens
de Magifh. van Arnhem, U. 9. enz. (kj Refol. Holl. 21, 22 Oêtob. 1707. II. 444j 449>
CO Croot - Plakaat». V. Deel, l/. 73'
O' Rcfol. Holl. 21 Decemb. 1707* U 593.
C«) Notul. Zeel. 14 A'ov. 1, 12,19, 21 Dec. 1707. lt. 254,
079, 282, 297, 318; 312, 3'4- 16 Jm. 1708 II. \o. Zie ooi eengroot getal van egte Stukken bv Lamberti Tom, XIV. P. U» f. I—115. Fole-z ausfi Tuin. IV. p. 0ÏÏ3, 664. C<0 Laweep.ti 2'ot/i, IV. p-,öö5, 666.
|
||||
LXVII.BoEK. H I S f O R I E. 305
eed, op de driejaarige Regeering gedaan, ont- 170/,
flaagen, en voor hun leeven aangefteld werden, —- mids de openvallende Plaatfen, door de aan- blyvenden, vervuld werden, uit een dubbel getal, door de Burgery en Gilden, Gemeents- luiden of Gemagtigden, naar de gewoonte van elke Stad, benoemd (p ). Doch deeze veran- dering , waardoor de Gemeente zig hieldt ver- fteken te zyn van een gedeelte der voorreg- ten, waarin zy zig, na de dood van Koning Willem, hadt zoeken te herftellen, verwekte nieuwe opfchudding in fominige Steden, met naame te Zütfen en te Lochern: in welke laat- fte Stad, men zelfs tegen 't Plakaat der Staa- ten, wederom Vrywilligen aangenomen hadt. Maar de Staaten itelden zulke orde, dat de beweegingen haast ophielden. Sedert, kondig- Üïtfïag den zy, by Plakaat van den vierden van Win- der be" termaand des zelfden jaars 1717, eene alge- J^gI™ meene vergiffenis af, waardoor, eindelyk, de derland, rust in Gelderland herfteld werdt. In fommi- ge Steden, bleeven de nieuwe Wethouders in 't bewind: in anderen, raakten 'er de ouden wederom in: en in anderen, beflondt de Re- geering, ten deele uit oude, ten deele uit nieu- we Regenten. Doch de Gemeente, die zig alomme veel deels in 't aanftellen der Wethou- derenhadt toegelegd, zag zig, gelyk doorgaans, in diergelyke gelegenheden, door het aanftellen der Regeeringe voor het leeven, grootendeels, bedroogen in haare verwagtinge. Wy hebben den uitflag der Gelderfche beg-
roetten hier, kortelyk, willen melden, op dat wy
(/>) J. Schbassert Harderw. U. Did, W. 174, .„
XVII. Deel. V
|
||||
306 VADERLANDSCHE LXVII.Boek.
|
|||||
1707. wy 'er, naderhand, niet van zouden behoeven
gefchiedenisfen van den Vereenigden Staat in
't gemeen. XIV. Den Hertog van Marlborough, in Gras- Hande- maand des jaars 1707, in den Haage geko- Magribo- men zvncfe, oordeelden de Staaten dienftig, rough iu hem, op zyne begeerte, eenen keer te laaten Duitsch- doen naar Leipzig , om een mondgefprek te land. houden met den Koning van Zweeden, die zig meester gemaakt hadt van Saxen, en verfchei- den' der hooge Bondgenooten, voor den ver- deren voortgang zyner wapenen, bedugt deedt zyn. De Czaar van Muskovie hadt, daaren- tegen , Poolen afgeloopen, en Koning Stanis- laus genoodzaakt, naar Saxen te wyken. Madborough deedt zyn best, om Karel den XII. te beweegen, tot het verlaaten van den Duitfchen bodem. En de Koning verzekerde hem, dat Duitschland geen nadeel van hem te dugten hadt. Marlborough keerde toen, over Berlyn, naar den Haage te rug, en deedt den Staaten verflag van 't gene hy gehandeld hadt. Het Zweedfche Leger verliet Saxen, voor het einde van Herfstmaand (#). Veldtogt De Veldmaarfchalk Ouwerkerk hadt, reeds '" |je in Bloeimaand, het Leger der Bondgenooten landen", byeengetrokken omtrent Brusfel. Marlborough begaf zig, na zyne te rugkomst uit Duitsch- land, ook derwaards. De Franfchen, onder den Hertoge van Vendóme en den Keurvorst van Beieren, floegen zig, eerlang, neder te Gemblours: terwyl de Bondgenooten zig by Mel-
ff) Tindal V<tU VII. [«■ XXII.] p. 243—%f>o,
|
|||||
LXVII.BoEK. HISTORIE. 30?
Meldert legerden. De beide Legers evenaarden 1707,
eikanderen in fterkte zo na, dat men, van we- ■ ■, -,-.., derzyde, ongeraaden vondt, eenen veldflag te onderneemen. De Zomer werdt, met heen en weder trekken, gefleeten ; 't welk door den aanhoudenden regen, die in Hooi- en Oogst- maand viel, zeer moeilyk gemaakt werdt. De Bondgenooten, eindelyk van by Soignies zyn- de opgebroken, noodzaakten den vyand, van Cambron, over de Schelde, en agter zyne linien te wyken. De Prins van Nasfau, kort te vooren tot Generaal verklaard, plaatfte zig, op deezen togt, voor 't eerst, aan 't hoofd van 't Voetvolk der Staaten. Marlborough, - het Leger rykelyk hebbende doen voorzien van paardenvoeder en anderen voorraad, doch geene gelegenheid vindende, om den vyand te lokken uit zyn voordeel, keerde naar den Haage, in 't begin van Wynmaand, voor 't einde van welke, de beide Legers het veld verlieten (r). Dus eindigde de veldtogt in de Nederlan- XV*
den, zonder dat 'er iet was voorgevallen van Ipygsbe- belang. Doch aan andere oorden, hadden de oui^ch- zaaken der Bondgenooten veel geleeden. Vil- land, lars, zyn Leger in de Elzas, vroegtyds, op de been gebragt hebbende, was, in Bloeimaand, over den Ryn getoogen, en hadt de Linien by Stolhoffen overweldigd: waarna hy tot diep in Duitschland doorgedrongen was, en zig van verfcheiden' Plaatfen meester gemaakt hadt, zonder dat de Bondgenooten, welker magt hier thans zeer klein was, hem zulks hadt
CO TiNDAL Fel- VU. [#r XXII.] p. aóo—267.
V 2 |
||||
30.8 VADERLANDSCHE LXVII.Boek.
1707. hadden können beletten. Doch na dat hy last
—— bekomen hadt, om eenige manfchap te zenden naar Provence werdt de Markgraaf de Vi- vant, die een deel zyns Legers geboodt, aan- getast door den Keurvorst van Hanover, wien 't opperbevel over het Duitfche Leger opge- draagen was: by welke gelegenheid, de Fran- fchen eenige honderden gemeenen en verfchei- den' voornaame Bevelhebbers verlooren. 't Gevegt viel voor, op den vierentwintigften van Herfstmaand. Villars trok, hierna, by de Forten Louis en Kehl, terug over den, Ryn, en de Keurvorst deedt zyn Leger fchei- den (O-
in Span- In Spanje, liep het met de zaaken van Ko- je » ning- Karel ongelukkiger af. Minorka was, in den aanvang des jaars , veroverd door den Graave van Villars. Kort hierna, begaf Ko- ning Karel zig naar Katatonie, terwyl het Le- ger der Bondgenooten, in Valence verzameld, onder den Graave van Galwai, optrok, om den vyand flag te leveren. De Hertog van Berwik, die over 't vyandelyk Leger geboodt, was, op de aankomst der Bondgenooten, ge- weeken naar Montalegre, en voorts naar Al- manza, by welke laatfte Stad, op den vyfen- twintigften van Grasmaand, een zwaare flag voorviel, tusfchen de twee Legers, waarin de Bondgenooten, zig wakkerlyk geweerd heb- bende, de nederlaag kreegen. Zy verlooren 'er, zo fommigen willen, wel tienduizend man dooden en gevangenen. Drie-entwintig Bat- tail-
C») Daniel foiirn. p. CCXL, CCXLJ. Tindal Fol. VIJ,
[er XXII-] p, 23ü—242. |
||||
LXVILBobr. HrSTO.RIE. 309
taillons, Engelfche en Staatfche troepen, wer- 1^07.
den t'eenemaal vernield. Doch de hardnekki--------
ge tegenftand deezer manfchap was oorzaak
van de behoudenis der pakkaadje, die, den volgenden dag, in veiligheid gebragt werdt, De vyand vervolgde de wykende Bondgenoo- ten flaauwlyk , waardoor zy, op hunnen af- togt, kleine fchade leeden. Voorts, werdt het jaar, van wederzyde, met heen en weder trek- ken , gefleeten, zonder dat 'er een tweede flag voorviel. Maar de Hertog van Orleans, fe- dert het gebied over 't vyandlyk heir aanvaard hebbende, maakte zig meester van Reguena, Valence en Sarragosfe. Ook deedt hy Serpa in Portugal, Alcira, Meguinenza, Puicerda en Ciudad - Rodrigo, door byzondere hoopen krygsvolk, veroveren. Voor Lerida , floeg hy zelf 't beleg , in den aanvang van Wyn- maand, en werdt 'er, na verloop van eene maand, meester van. Mozella viel hem, in Wintermaand, in handen (*). In Italië,* flaagden, daarentegen, de Bond-* in itaiitj.
genooten gelukkiger. De Keizerfchen, onder den Graave van Thaun, uit Lombardye, door den Kerkelyken Staat, getoogen zynde, maak- ten zig, fchier zonder flag of floot, meester van het Koningryk Napels. Gaëta alleen boodt eenigen tegenftand, doch gaf zig, op 't einde van Herfstmaand, over, by verdrag. De Kaftee- len van Modena en Milaan v/aren, reeds in 't voorjaar, opgegeven aan de Keizerfchen ( u ). Doch
(O Daniel p. CCXXXVI— CCXXXIX. Tindal Vol. VII,
[or XXII. ] p. 203—233. O) Oanjel p. CCXL. Tindal Fol, VII, [or XXU.1 f .268-285. ' *
v3
|
||||
310 VADERLANDSCHE LXVII.Böek,
1707. Doch by de Koninginne van Groot-Britan-
•-------je en de Staaten der Vereenigde Gewesten
XVI. was, in Zomermaand, een aanllag onderno-
Onder- men 0p foulon, die egter kwalyk uitviel. De jlefËttT Zeemogendheden oordeelden deeze ondernee- gelfche ming van veel gewigt, tot beveiliging van den en Staat Koophandel van Groot - Britanje en van de ™e Vereenigde Gewesten , en tot afbreuk der opTou- Franfche fcheepsmagt. Ook hadden zy haar lon mis- ontwerp, waarop, reeds in't voorieeden jaar, Jufct. geraadpleegd was (v), medegedeeld aan den Hertoge van Savoje, die 'er de hand aan hou- den zou. Maar 't Weener-Hof, geheellyk ingenomen met den togt naar Napels, die den Engelfchen en Staatfchen tegen de borst was, tradt niet ernfteiyk in de maatregels, by de andere Bondgenooten genomen, om in Pro- vence te vallen. De Graaf van Manchester, Gezant van Groot-Britanje, en de Heer Ha- mel Bruininks, Gezant der Staaten aan 't Wee- ner Hof, deeden vergeeffche poogingen, om den Keizer af te trekken van den togt naar Napels, en volk en voorraad te doen verzor- gen, tot de onderneeming op Toulon (w), die egter voortgang hadt. Koningin Anna en de Staaten zonden eene aanzienlyke Vloot der- waards, onder Cloudeshly Shovel. De Hertog van Sav)je zoude Stad, te lande, aantasten, en door de Keizerfchen, onder Prinfe Euge- nius, onderfteund worden. Doch deeze Prins hadt bevel van 't Weener Hof, om 's Keizers troepen niet te veel te waagen. De Hertog, in
(v) Refbl. Ho'l. 11 Junj 1706. hl. 409.
(w, Sc «al Lettres 'and Mcmoirs in iTihdals Vol. VII. [flf XXII.3 p, 269—284. |
||||
LXVILBoek. HISTORIE. 311
in Zomermaand, de aankomst der Vereenigde
Vloote op de kust van Provence vernomen hebbende, toog onverhoeds over de Var, en floeg zig eerlang voor Toulon neder. Eenige Oorlogsschepen, de Var zynde opgezeild, had- den, door flerk fchieten, deFranfchenverdrte- ven uit de werken, welken zy, langs deezen ftroom , hadden opgeworpen: 't welk den overtogt des Hertogs gemakkelyker gemaakt hadt. 't Onftuimig weder verhinderde, federt, het ontfchepe'n van 't gefchut en de krygsbe- hoeften, tot het beleg gefchikt, die door de Vloote waren aangebragt, op dat 'er de Her- tog niet door belemmerd zou worden, op zy- nen fchielyken togt over de Var. 't Beleg werdtr hierdoor, vertraagd. Ook fprong Prins Euge- nius, zig beroepende op 's Keizers last, den Hertog niet by, gelyk men verwagt hadt. Mid- lerwyl, kreegen de Franfchc troepen bevel, om, van alle kanten, op te trekken, tot ont- zet van Toulon, Uit Spanje en uit Duitsch- land, kwam een goed deel volks naar Proven- ce. Toulon werdt, ondertusfchen, befchooten, uit het Leger des Hertogs, terwyl de Vloot opkwam, om de Stad te bombardeeren. Agt Franfche Oorlogfchepen werden verbrand, of reddeloos gefchooten. Doch het naderen der Franfche troepen, van alle zyden, deedt den Hertog van Savoje befluiten , tot het verlaa- ten der Stad, 't welk, op den twintigften van Oogstmaand, gefchiedde. De belegerden had- den hem , kort te vooren, in eenen geweldi- gen uitval, veel volks afgeflaagen. De ge- kwetllen, met welken hy zig, in zynen aftogt, niet belasten kon, werden geborgen op de V 4 Vlóo- |
|||||
•
|
|||||
Sï2 VADERLANDSCHE LXVH.Boek.
Vloote. 't Gefchut, welk reeds ontfcheept
was, moest wederom aan boord gebrag't wor- den, en de Vloot verliet, eerlang, de kusten van Provence. De onderneeming op Toulon Haagde dus, ten voornaamen deele, kwalyk; doch zy hadt der gemeene zaake geenen klei- nen dienst gedaan: want behalve dat men den vyand merkelyk benadeeld hadt, door 't ver- nielen van agt Oorlogsfchepen, en van meer dan honderd en zestig huizen en magazynen, voor en in Toulon, hadt men hem ook genoodzaakt, zyne Legers in Spanje en inDuitschland te ont- blooten van manfchap , waardoor hy buiten ftaat gefteld werdt, om zo veel voordeels te trekken, uit de overwinning, by Almanza be- haald, als hy anderzins zou hebben mogen hoo- pen. De Hertog van Savoje, naar Piemont te rug gekeerd , veroverde Suza, welk de Franfchen onvoorzien gelaaten hadden, in 't begin van Wynmaand. De Admiraal Shovel, naar huis keerende, hadt het ongeluk van, by de Sorlings, op een' klip te ftooten, en te verdrinken (*)• Ter zee, was, wyders, dit jaar, weinig
voorgevallen. Twee Franfche Esquaders, on- der den Ridder de Forbin en den Heere du Guai-Trouin, hadden egter den Engelfchen Koopvaarderen veel nadeels toegebragt, met kaapen (j). Forbin floeg zelfs, op 'teinde des jaars
fx") TiNDAt Pal VII. [or XXII.] p. 285—303- Daviei
*. CCXLJ-CCXUV. (y~) Fci(iB!N Memoir. Tom II. p. 229 SP fuiv. 247 & /mv.
250, 262, 266. Du Guai Trouin Memoir- p. 114. £? f">v- Danibl p. CCXLIV, .CCXLV. Tindal Vol. VII. [.«r XXU.] />• 303 > 33<5. |
||||
LXVII.BoEK. HISTORIE. 313
jaars, eenen aanflag voor op Amfterdam, wel- 1-^;
ke Stad hy, te water, wilde aandoen, en in------
den brand fteeken (2). Doch 't is twyfelagtig,
of hem deeze voorilag ernst geweest zy. Hy vondt, ten minfte, geenen ingang aan 't Fran- fche Hof. Het affterven der Hertoginne van Nemours, Kou in-
op den zestienden van Zomermaand, té Pa- 8in A"lia rys, voorgevallen, hadt Koninginne Anna en Naaten. den Vereenigden Staaten gelegenheid gege- heipen ven om den Koning van Pruisfen fterker te'den Ko- verbinden aan de belangen der Bondgenoo- "in? van ten. De Hertogin, da laatfte uit het doorlug- aan'lfbc- tig Huis van Longueville, was Souveraine Prin- z\t van'c fes geweest van Neufchätel en Valengyn, op Prins- welk Prinsdom, de Koning van Pruisfen, als dom erfgenaam van het Huis van Oranje en Cha- le[" lons, oordeelde een gegrond regt te hebben. Doch hy hadt wel dertien mededingers, de nieesten van welken in Frankryk woonden, en door het Franfche Hof gedraagen werden. Maar Koningin Anna en de Staaten ftonden 't regt des Konings van Pruisfen voor, en zonden Gezanten aan de Regeering van Neufchätel, die, eindelyk, te wege bragten, dat Koning Fredrik, in 't begin van Slagtmaand, voor Prins van Neufchätel en Valengyn erkend werdt. Het Franfche Hof toonde zig hierover ten hoogde misnoegd, dreigende Neufchätel met's Konings wapenen. Doch 't bleef by dreigen. Koning Fredrik behieldt het gerust bezit van 't aange- wonnen Prinsdom Ca). Het
£z~) FoREiN Mcmoir. Tom. II. f. s3i.
(«) Memoir. de Bnndenboure, p. 237. Tindal Fbl. X\l, iwXXÜ.J f. 304 — 3»?. |
||||
314 VADERLANDSCHE LXVII.Boek,
t?6?. Het Huis van Ooftenryk verbondt zig, ten
•----- deezen tyde, naauwer met de Kroone van
Portugal, door een Huwelyk van 's Keizers
Zuster met den Koning. Ook ging Koning Ka- rel, 's Keizers Broeder, een Huwelyk aan met dePrinfesfe van Wolfembuttel, die den Room- fchen Godsdienst omhelsde, 't welk de Prinfes van Anfpach, te vooren, door Koning Karel, ten Huwelyk verzogt, geweigerd hadt. Deeze Vorftin trouwde, eerlang, met den Keurprin- fe van Hanover (£). XVIÏ. Met de heimelyke handeling tusfchen de Staat der Franfchen en Staatfchen, was het, dit jaar, keVretT meeragterwaar(k dan voorwaards gegaan. De UndL e* Staatfchen, opgezet door de Engelfchen, had- Hnge. den verfcheiden' aanmerkingen gemaakt op het ontwerp van Chamillard, door Hennequin o- vergeleverd (V). De zaaken in Spanje, op het einde des jaars f706, wat voordeeliger voor de twee Koningen beginnende te veranderen, floeg het Franfche Hof, terftond, eenen an- deren toon. Chamillard fchreef aan Henne- quin „dat hy God dankte, dat zyn ontwerp „ niet aangenomen was; dat hy zig, voortaan, „ buiten de handeling dagt te houden, en dat „ Hennequin zig niet meer aan hem, maar „ aan den Markgraave de Torcy vervoegen 3, moest." Hennequin fchreef, federt, aan de Torcy, met kennis van Heinfius en Buys, die 't in de Vergadering van Holland gebragt had- den, dat men hier niet ongenegen zou zyn tot een mondgefprek, mids de Koning van Frank- ryk
f#) TiNDAi Vol VII. 'er XXII.] p. 309, 310.
(O Zie hier voer, hl. 292. |
||||
LXVII.BoEK. HISTORIE. 315
ryk by den voorgaanden.voorflag bleeve. De 1707«
Torcy antwoordde hem beleefdelyk (d): waar- — op beflooten werdt, Henncquin een' keer te laaten doen naar Parys, van waar hy, in Len- temaand, te rug kwam met een ontwerp van een Verdrag, hem, door de Torcy, in 't by- zyn van d'Avaux, te Verfailles, voorgezeid. Doch alzo dit ontwerp, in verfcheiden' opzig- ten, nadeeliger was dan het voorgaande («J, bleef men hier dringen op de herlmliiig, en zelfs op de verbetering van het eerfte Ont- werp (ƒ). Ook oordeelden fommigen, dat, zo men zig ftandvastig hieidt, de Franfchen, in 't kort, wel nader aan de hand komen zou- den (g). Doch de uitflag van den veldtogt dee- zesjaars, en een bedekte handel der Franfchen aan 't Engelfche Hof was oorzaak, datzy, langs hoe meer, agteruit liepen. Van 't laatfte kreeg men eerst kennis, op 't Mislukte
einde deezes jaars. Men ontdekte, dat eenige °nder- Engelfchen heimelyke briefwisfeling hielden "an"d"n met de Hoven van Verfailles en S. Germain; Preten- waarover William Gregg, Klerk der Sekretarye dem op van Staat, in hegtenis raakte, en ter dood ver- ^ch.ot" oordeeld werdt. De Sekretaris van Staat Ro- "?o8 bert Harki, die diep in de gunst der Koningin- J__l ne tlondt, werdt, by veelen, verdagt gehou- den , dat deeze briefwisfeling, niet zonder zy- ne kennis, gefchied was. Ook zag hy zig, eer- lang, genoodzaakt, zyn Ampt neder te leg- gen (d~) Misfive v«« den Penf. Buys van 17 Feh 1707.
(ej Projet de Paix de Mr. de Torcy. ;¥■'. C/5 Lettre de Mr. Hennkquin du 24e de Mars 1707. (fiO Misfive vanitcn Raadp. Hsmsiu» >'«" iö jfuny ijnj. |
||||
3i6 VADERLANDSCHE LX VIL Boek,
1708. gen (Ji). Kort hierna, kreeg men ten Hove be-
-------rigt, dat de Koning van Frankryk beflooten
hadt, den zogenaamden Prins van Walles, mee
een Vloot en Leger, naar Schotland te zen- den , om zig van dit Ryk, welk vol misnoeg- den ftak, meester te maaken. De Vloot werdt te Duinkerken toegerust. De zogenaamde Prins van Walles begaf zig, in Lentemaand des jaars 1708, derwaards, onder den naam van Ridder fan S. Joris, dienhyzig, federt, veeltyds, gee- ven liet. In Engeland en elders werdt hy, ge- meenlyfc, de Pretendent genoemd, welken naam wy hem, in 't gevolg, ook doorgaans geeven zullen. Men wil, dat de Paus hem tot deeze onderneeming eenige penningen verftrekt hadt. De Staaten kreegen zo dra geene kennis van zynen toeleg, of zy beraamden, met het En- gelfche Hof, middelen om dien te fluiten. Zy voegden eenige Oorlogsfchepen by de Engel- fche Vloot, onder George Byng, die zig, on-* verwagts, vertoonde voor Duinkerken, en 't infeheepen der Franfche troepen, voor eenen tyd, deedt opfehorten. 't Hadt egter voort- gang, na dat Byng wederom naar Duins ge- keerd was. Maar De Ridder Forbin, gebied voerende over de Vloote, die den Pretendent naar Schotland overbrengen zou, eindelyk zee gekoozen hebbende, werdt, door ftorm en te- genwind, genoodzaakt te rug te keeren naar Duinkerken. Ook waren eenigen zyner fche- pen, tot hunne fchade, flaags geweest, meg de
(ft) Burnet Vol. II. p. 482. Tindal Vo'. VII. [or XXII.1
f' 371—394, 492—4°4- Lambert» lom* V. p, 4—7. |
||||
LXVILBoek. HISTORIE. 317
de Engelfchen onder Byng. De onderneeming 1703.
op Schotland liep, derhalve, vrugteloos af, ... en de Pretendent keerde, eerlang, :e rug naar Frankryk (0- De veldtogt des voorleeden jaars was zo ge- xviil
lukkig uitgevallen voor de Franfchen, dat zy Schïk- zig gereed maakten, om, in dit jaar, het'ui- kin8"i terfte van hunne kragten te beproeven, tegen afnftaan- de Bondgenooten. In de Nederlanden, werdt den veld- een aanzienlyk Leger byeengebragt, waarover wgt. den Hertoge van Bourgondie, Kleinzoon van Koning Lodewyk, het opperbevel opgedraa- gen was. De Hertog van Vendóme llondt, onder hem, te gebieden. Aan den Rynkant, zou de Keurvorst van Beieren 't gebied voe- ren : en de vyandlyke Krygsmagt in het Dau- phiné zou onder 't bevel ftaan van den Maar- fchalk van Villeroi. De Koningin van Groot- Britanje en de Vereenigde Staaten bereidden zig, daarentegen, om den vyand, wakkerlyk , het hoofd te bieden. Marlborough en Euge- niuswaren, in Grasmaand, in den Haage ver- fcheenen, om met de Gemagtigden der Staa- ten , en vooral met den Raadpensionaris Hein- fius, de beweegingen van den aanftaanden veld- togt te regelen. Men kwam overeen, dat de meeste Duitfche troepen, die, in 't voorleeden jaar, aan den Opperryn, gediend hadden, in den tegenwoordigen veldtogt, onder Prinfe Eugenius, in de Nederlanden dienen zouden: en dat de Hertog van Marlborough, hier, we- der-
(0 FoRBiN Memoir. Tom. II- p. 297 £? fuiy. Burnet Fol.
ÏT. p. 499. Tind,\l Fol. VII. [or XXII.'] p: 405—445. D*i Piel p. CCXLVJ. Lambbrti -lom. V. p. 6—17. |
||||
3iB VADERLANDSCHE LXVII.Boee.
•1703. derom het. opperbevel hebben zou over het
-------Engelfche en Staarfche Leger; zullende den
Veldmaatfchalk, Heere van Ouwerkerk, on-
der den Hartoge, gebied voeren. Marlborough en Eugenius deeden, voor 't openen van den veldtogt,nogeen'keer naar Hanover, om den Keurvorst te beweegen, tot het goedkeuren der genomen' maatregelen: waarin zy, gehol- pen door den Graave van Regteren, die zig, van wege de Staaten, aan 't Hof van Hanover bevondt, gelukkiglyk daagden. HetLeger der Bondgenooten wcrdt, in Bloeimaand, verza- meld, te Andernach by Brusfel, en toog, van daar, naar Billingen, daar Marlborough zyn Hoofdkwartier verkoor. terwyl Ouwerkerk zig te Halle nederfloeg. De Afgevaardigden der Staaten vervoegden zig ook, eerlang, by 't Leger. De vyandlyke krygsmagt was, midler- wyl, byeen getrokken,tusfchenBergen in He- negouwen en S. Guilain, en van daargetoogen naar Soignies, niet boven drie mylen van het Leger der Bondgenooten. De Hertog vanBerry bevondt zig, in 't vyandlyke Leger. Ook hadt de Pretendent zig, na den mislukten togt op Schotland, onder den naam van Ridder van S. Joris, derwaards begeven. Krygsbe- De beide Legers maakten, federt, verfchei- dryven (Jen' beweegingen , om elkanders oogmerken l" *^ te ontdekken en te verydelen, zonder dat 'er, landen" i° ^en tvc* van eene maand, iet voorviel van Gend en belang. Doch in 't begin van Hooimaand, Brugge werdt Gend en Brugge ingenomen by verras- verioo- ßr,g^ ^oor eenige mahfchap, afgezonden uit het vyandlyke Leser. Damme en Plasfendale, insgelyks, opgtëiscbt door den Graave de la- Mot- |
||||
LX VIL Boek. HISTORIE. 319
Motte, weigerden zig over te geeven. De Her- i/oj.
tog van Marlborough hadt den toeleg des -------
vyands te laat omdekt, om dien te können
voorkomen. Het vyandlyke Leger was, ten zelfden tyde, getrokken over de Senne, en watlaater over de Dender, te Ninove. De Bondgenooten floegen zig te Afche neder, al- waar Prins Eugenius, fchielyk opgebroken van den kant der Moezel, zig met de Duitfche troe- pen by hen voegde. De Franfchen deeden, hierna, Oudenaarden berennen, om den Bond- genooten de eenigfte gelegenheid, die hun nog overfchoot, om over de Schelde te können geraaken, af te fnyden. De Stad was, kort te vooren, met nieuwe bezetting, onder den Brigadier Chanchs, verfterkt geworden, ende Bevelhebber maakte rekening, om haar tot het uiterfte, te verdedigen. Doch de vyand verliet de Stad fchielyk, op de tyding, dat het Leger der Bondgenooten, onverwagts, opgebroken van Afche, zig nedergeflaagen hadt te Lesfines, daar de Franfchen zig dagten te legeren, om het beleg van Oudenaarden te dekken. Het gantfche vyandlyke Leger floeg toen op weg naar Gavre,van zins om aldaar over de Schel- de te trekken;doch Marlborough en Eugenius, beflooten hebbende tot eenen veldflag te ko- men , volgden den vyand naar den kant der Schelde. De Hertog van Bourgondie, toen ook Slag by van gedagten veranderende, deedt zyn Leger 0ud<j- ftand houden op den weg naar Gavre, en vondt n*art,en' geraaden den aanval te beginnen. De Majoor- Generaal Rantzauw, met eenige manfchap, uit het Leger der Bondgenooten, afgezonden, om op 's vyands beweegingen te letten, en gele- gerd |
||||
«do VADERLANDSCHE LXVII.Boek;
1708. gerd agter een Riviertje, dat in de Schelde valt,
------ werdteerst aangetast. Daarna, werden béide
de Legers handgemeen aan verfcheiden' oor-
den. De Prins van Nasfau kweet zig wakker- lyk aan 't hoofd der Staatfche knegten. Ver- fcheiden' vyandlyke Regememen werden in wanorde en aan 't wyken gebragt. De ftryd duurde tot laat in den avond van den elfden van Hooimaand, en werdt,door de duisternis, gefcheiden. De vyand verliet het üagveld, dien zelfden nagt, en behieldt de meeste pakkaad- je, die veiliglyk naar Gend gevoerd werdt. De Bondgenooten bekwamen, zo men wil, wel zevenduizend gevangenen, en 't getal der ge- fneuvelden was veel grooter aan 's vyands zy- de dan aan de hunne. Het vyandlyk Leger, te Gend aangekomen, trok fchielyk voort naar Lovendeghem, en verfchanste zig, eerlang, agter de vaart tusfchen Gend en Brugge. De Bondgenooten behielden 't veld, nog twee da-^ gen na denflag, en flegtten daarna de vyand- lyke Linien, aan verfeheiden oorden in Vlaan- deren, het platte Land, tot aan Atrecht, en zelfs tot in Pikardye toe, alotnme afloopen- de. De Franfchen vielen, daarentegen, na 't bemagtigen van Roodenhuizen en Plasfen- dale, in Staatsch Vlaanderen, bemagtigden de linien by Biervliet, en liepen 't Land van Kadzand deerlyk af, waarna zy, zonder iets verder te onderneemen, naar hun hoofdle- ger , tusfchen Gend en Brugge, te rug keer- den (k). Maar
ffc)LAMBERTI Tom.V. *. I0<5—IM. TlNDAt Vol. VIII«
[*r Man.] p. 3—50.
|
||||
LX VIL Boek. HISTORIE. 321
Maar de Bondgenooten, hun voordeel wil- 1-07.
lende doen, met de overwinning, by Oude--------
naarden behaald, floegen 't beleg voor Rys- Rysfel
fel, op den dertienden van Oogstmaand. De kelt's<-'rc* Prins Eugenius en de Prins van Nasfau beren- ßondee* den de Stad, van twee kanten. Marlborough nootcn. dekte het beleg, met het gros des Legers. De loopgraaven werden, niet voor den twee - en- twintigften, geopend, en op den zevenden van Herfstmaand, werdt de Contrefcarpe aangetast en veroverd. Het Franfche Leger maakte, mid- lerwyl, eenige beweegingen, om het beleg t« doen opbreeken; doch zy vielen allen vrugte- , loos uit» De belegerden deeden verfcheiden*
uitvallen, die egter 't voortzetten der belege- ringe weinig of niet hinderden. Zelfs flaagde de vyand kwalyk, in 't onderfcheppen van een fterk geleide, welk, van den kant van Oosten- de, naar 't Leger voor Rysfel kwam. De Stad De Stad gaf zig, eindelyk, over, by verdrag, welk, £eeftƒ-'£ op den drie-ent win tigften van Wynmaand, ge- tekend werdt. Toen werdt het Kafteel aange- 't Kns- tast. Do6h 't liep aan tot den agtften van Win- tec.\l™~ termaand, eer het zig opgaf. De Staaten kree- £e y gen 'er, onder anderen, kennis van * uit eenen brief van den Prinfe van Oranje en Nasfau, die 't beleg, tot het einde toe^ bygewoond hadt. Midlerwyl, hadt de Keurvorst van Beie- ren , op den twee - entwintigften van Slagt- maand, 't beleg geflaagen voor Brusfeli doch hy verliet de Stad, op de tyding van den aan- togt der Bondgenooten onder.Marlborough en JEugenius, die zig, eerlang, ter wederzyde van de Schelde, omtrent Oudenaarden, nederfloe- XVII. DfiBfc. X gen* |
|||||
■)
|
|||||
SS2 VADERLANDSCEE LXVII.Boe*.
gen. 't Vyandlyk Leger, federt, het veld ver-
lakten hebbende, iloegen de Bondgenooten 't beleg voor Gend, welk zig, den laatften dag van 't jaar, by verdrag overgaf. Ten zelfden tyde, verliepen de vyandlyke bezettingen uit Brugge, Plasfendale en Leffinghem. De felle vorst, die kort »hierna aanving, en drie maan- den duurde, zou het inneemen deezer Plaat- fen onmogelyk gemaakt hebben, alzo de fol- daaten, zelfs in de Wintellegeringen , werks genoeg hadden, om zig tegen de ftrenge kou- de te befchermen (/). Geduurende deezen voorfpoedigen veldtogt
in de Nederlanden, overleedt de Veldmaar- fchalk, Heer van Ouwerkerk, te Rousfelaar, in den ouderdom van zevenenzestig jaaren. De Graaf van Tilly kreeg, na hem, het opper- bevel over het Leger der Staaten (ff?). Aan den Opper-ryn, al waar de Keurvorst van
Hanover wederom over 't Keizerlyk Leger ge- boodt, was niet merkwaardigs voorgevallen, geduurende deezen veldtogt. Zyn, Leger en dat van den Keurvorst van Beieren waren beide even zwak, en betrokken , na dat zy eenige maanden het veld gehouden hadden, de Win- terlegeringen , zonder iet tegen eikanderen on- dernomen te hebben (»). Maar in Italië was meer verrigt. De Hertog
van Savoje, fchoon hy, door 't ilegte weder, verhinderd werdt, vroeg in 't veld te verfchy- nen, verkloekte den Maarfchalk de Villars door
CO I-AMBERTI 7om- V. p. IO2—I48. TlNDAU ƒ'*/. VJII,
fw XXIII.] p. 51- 101.
O) TiNo/a Vul. VIII [or XXni.] p. ja.
(tl) Tindai. y»l. VIU. [er XXI1I.J 1* ia». |
||||||||||
J„"o8.
Gend,
Brugge en andere Piaaifen herwon- tfeti. |
||||||||||
ȣ Veld-
maar- fchalk O uwer- kerk fterft. XI v.
Krygsbe*-
dryven aan den Opper- ryn, |
||||||||||
«i Italië,
|
||||||||||
LXVII.BoEK. HISTORIE. 323
door eenen onverhoedfchen togt naar de gren- t7«»8.
zen van het Dauphiné, daar hy zig van ver- ------>
fcheïden' Vestingen meester maakte, en onder
anderen van Feneftrelles, welk de Franfehen, na 't Hegten van Pignerol, zeer verfterkt had- den. De Paus, Klemens de XI, werdt, wat ïaater > door de Keizerfchen , genoodzaakt, Karel voor Koning van Spanje te erkennen, en hem met het Koningkryk van Napeis te ba* leenen (e). In Spanje, Werdt de veldtogt öok laat geo- fa spatv
pend. Op 't einde van Zomermaand, floeg de je. Hertog van Orleans, die nog over 't vyandiyk Leger geboodt, bet beleg voor Tortofa, W2l- ke Stad zig, eerlang, aan hem opgaf. Ook viel hem Dmia in handen. De Engelfche Vloot onder John Lakt, eenige troepen gevoerd heb- bende voor Cagliari, de Hoofdftad van Sardi- nië, maakte zig, daarentegen, in Oogstmaand, meester van de Stad en van het gaatfche Ei- land , welk zig aan Koning Karel onderwierp. Ten zelfden tyde, werdt het Eiland Minorka bemagtigd, door den Majoor-Generaal Stan- hope, in minder dan drie weekeh. Voorts \ viel'er niets van gewigt voor, tüsfchett de twéé Legers, die in Katalonie lägen. InSlagtmaand* ondernamen de Bondgenooten Tortofa te her- winnen , by verrasfing; doch hun toeleg, ont- dekt zynde, mislukte (ƒ>).. Op den eerften van Wintermaand deezes Vr.?de
jaars, bekragtigden de algemeene Staaten een m.et Tu* Verdrag van Vrede, Scheepvaart en Koophan- Wdid, del
O) T'&dal Vol. VIII. jor XXIIl.] p. 101—103, 126—130.
(p) Lambert! Tom. V. p. 94, 162. TiNDAl. Wh VIII. I»r |
||||
S«5i4 VADERLANDSCHE LXVU.Boek.
1708. del met de Regeering van Tunis, welk, reeds
-------in 't jaar 1704, geflooten was (#).
XK. De Prins van Oranje en Nasläu was, in 't
Do Prins begin deezes jaars, getreden in 't bezit van 't yan0ran*Stadhouder- en Kapitein- Generaalfchap van Kasßu Groningen en Ommelanden, niet zonder dat aan- 'er veel twist over geweest was, tusfchen de vaardt twee Leden der hooge Regeeringe, willende het Stad- de Stad den prjns aanneemen, op het Berigt- fcTapTan fchrift van wylen zynen Heere Vader; in welk Staden Berigtfchrift, de meeste Leden der Ommelan- Lande. ^en eenige verandering gemaakt wilden heb- ben. Onder anderen, verftonden zy, dat de Stadhouder, voortaan, niet behoorde voor te zitten, onder de agt mannen, die over de wet- tigheid der Ommelander Volmagren oordeel- den. Doch een groot getal van Ommelander boeren , voor 't Landlchaps Huis vergaderd zynde, bragt te wege, dat de Stadhouder be- eedigd werdt, onaangezien de tegenkanting der Afgevaardigden uit de Ommelanden, die zig, federt, aan de algemeene Staaten ver- voegden om onderfteuning , en midlerwyl 't gerügt lieten loopen, dat zy zig dagten te voe- ren by de Gewesten, die geenen Stadhouder begeerden. De Staaten van Holland koozen, terftond, de zyde der Ommelanden. De al- gemeene Staaten nodigden de twee Leden, om Gemagtigden naar den Haage te zenden. Doch de Stad kon hiertoe niet verftaan. Wat laater, zondt zy egter Gemagtigden af aan de Staaten der byzondere Gewesten. Doch de twecfpalt bleef duuren , tot in 't volgende jaar
id) Vo'uz Du Mont Corps Diplom. Tom. VHJ. P' U p. ajO'
|
||||
LXVILBoEK. HISTORIE. 325
jaar (?•). De Staaten van Stad en Lande ver- 1708.
gaderden toen, op gelyken voet, alszy, ge--------
duurende 's Prinfen minderjaarigheid, gedaan
hadden, Da Prins moest dit aanzien, fchoon hy zig hierdoor hieldt verfteken te zyn van een der voornaamfte voorregten zyns Stadhou- derfchaps. De Ommelanden, gefterkt door 't gezag van Holland en van de algemeene Staaten, gedoogden niet, dat de Stadhouder oordeelde over de wettigheid der Volmagten tot de Landfchaps - Vergaderinge; onaangezien zulks, door zyne Voorzaaten, plag tej gefchieden. Doch men verftondt nu, dat de Staaten van Stad en Lande, regt hebbende om, na 't af- fterven van eenen Stadhouder, eenen anderen aan te ftellen of niet, ook regt hadden, om hem, op zulke voorwaarden, aan te ftellen, als zy goedvonden; zonder dat zy zig aan de vooiïge Berigtfchriften behoefden te bepaalen (j). De Prins (loot, kort hierna, op den eer- Hy ften vanBloeimaanddes jaars 1709, een Huwe- ^°"wt lyk met de Prinfesfe Maria Louifa, Dogter des prjnfesf0 Landgraafs van Hesfen-Kasfel (t~). Ter gelegen van iies- heid van dit Huwelyk, deeden de Staaten van fen Kas- Friesland hem een gefchenk van zestigduizend ^ guldens ( u ). De Prinfes Sofia Hedwigh, zyne Zuster, was, kort te vooren, iu de egt getre- den (O Pvefol. Ho!!, iö, 23 Maart, 18, 2rt April, i May, \.Nov.
1708. ''!. 13g, 154, 173, 187, iy.ï- Notnl. Zeel 15 Maart, 5 A-ril, 3 May, ig Nov. I708. bl. 8l, 108, 131, 3"» 3 4» 27 Jwty 1709. I'l- 140. CO Uit een groot i;e!a! van gedrukte Refülutien, Brie ea$
Deciuäien,«! . nilere Stukken. («) Reib!. Holl. io May 1709. il. 222.
C«) La.ubekti Turn. V, p, 21Ö—221, 484, 485.
|
|||||
X3
|
|||||
&6 VADERLANDSCHE LXVII.Boek.
1708. den roet Karel Leopold^ Hertog van Mekelen-
-------burg ( v ).
XvI# De uitflag van den veldtogt in de Nederlan-
De v're-den maakte de Franfchen begeeriger, tot het deiian- vervolgen der Vredehandelinge , die, federt deling eenigen tyd, heimeiyk voortgezet was, door heimeiyk ^en Heere van Petkum , Refident des Her- voonge. togs van Holflein-Gottorp, met wien de Tor- zet. cy briefwisfeling hieldt. De Staaten, fchoon hun 't Krygsgeluk medeliep, haakten egter „ meer en meer, naar vrede. Hunne geldmid- delen waren uitgeput. Zy vreesden, dat zy, uit Engeland, niet veel meer byitand te wagten zouden hebben. De Gewesten waren ook in- wendig en met eikanderen oneen'g. Sommigen zogten zig onder de hand te bedienen van den oorlog, om den Prins van Oranje te bevorde- ren ; waartoe, egter, in Holland en in Zeeland, kleine genegenheid befpeurd werdt. Alle deer- ze en andere redenen deeden den Raadpenilo- naris, en zulken, die nevens hem 't geheim be- leid der zaaken hadden, luisteren naar de voor- flagen tot eene famenkomst; die de Franfchen meermaalen gedaan hadden, en nog deeden (^). ïn Wintermaand, fchreef de Torcy aan Pet- kum „ dat het FranfcheHof in onderhandeling „ begeerde te treeden, op den voet van het „ ontwerp, voor omtrent twee jaaren, door ?, den Heere Henneguin overgebragt; dat men %) Spanje en de Indien den Aartshertoge laa- „ ten
(v) Notul. Zeel, 14 May 14 Jrntv 1708. hl. %Co, 171. liyh
* yo, ai Maart 1709. U. 34. IM. hl. * Ü8. (w) Lettre de. Mr. Biivs /; Mylord Marlisorough äu 21e de
fullltt 1708. Misfive van S. v. Gosu^ga van y Sept. 170K. Mis- flvcn van den ivaadptni'. HeinsJUS ven 16 en lis A'oy. 170!}. |
||||
LXVII.BoEK. HISTORIE. ga?
„ ten zou, en voor Filips alleenlykNapels en i70s.
„ Sicilië, benevens Sardinië en de Plaatfen in----—
„ Toskane, begeeren, zonder zelfs van Mi-
„ laan te willen reppen, welk men, te vooren, „ daarenboven, gevorderd had; dat menden „ Staaten, wyders, in de voornaamfte punten, ,, genoegen geeven zou, en niet twyfelde, of „ de byeenkomst zou, zo zy geheim genoeg „ bleeve, eenen gelukkigen uitflaghebben (*)." Men gaf den Hertoge van Marlborough, die toen nog in 't Leger was, kennis van deeze opening. Doch hy hadt, tot hiertoe, kleinen trek getoond, tot het aanvangen der onder- handelinge. Alleenlyk betuigde hy, by herhaa- linge, zeer te verlangen naar eene goede en verzekerde vrede. Doch het bleek niet donker- Marlbt* lyk, dat hy den Staaten 't bezit der Spaanfche r°u§h Nederlanden misgunde. Hy hoorde altoos gaar- ^e^wiT* ne, dat men fprak van Koning Karel aan dee- 0p de ze Landen te helpen: en hem ging na, dat hy Land- op de Landvoogdy vlamde, waarmede ook ™ogdy Prins Eugenius gevleid werdt, door 't Weener spLn- Hof. Doch de Hertog verklaarde, omtrent dee- rChe n<* zen tyd, aan iemant, die dit fchryft „ dat Ko derianr „ ning Karel hem, meer dan eens, de Land- deiï> „ voogdy der Nederlanden aangebooden hadt, „ zelfs by opene brieven, welken hy nog be- ?, waarde;doch dat hy, verneemendedat zulks ., den Staaten onaangenaam zyn zou (y), af- „ ftand gedaan hadt van deeze waardigheid, „ en
(v~) Copie Maniifcrite /> i Lettres de "NJ*, be Torcy da
>loc. & 27e ie Bcccmbr; 170". /ie ook Refol. Holl. 17 tVov. 1709 bl 616. '(ï) /ie lU'fol Holl. 7, 10 /*«£. 170S. hl. 516, 517. e« Si.Cf»
Ejjjrfl. Hottt 7 Juiy 1706. VI. Deel, U. 444. X 4
|
||||
5-5 VADERLANDSCIIE LXVII.Boek.
t?«;. ,, en 'er voor altoos van afftondt." Indien men
~—- my, vervolgde hy, in Holland, kt Stadkouder- fchap aanloodt) by God en op myne verdoemenis, ik zou 't van de hand wyzen. Ik weet wei, waar- van men my verdagt houdt; maar men bedriegt zig zeer, ten my tien opzigte. Ik zoek niets dan eetie goede en duurzaame Vrede, waarna ik naar mynent denk te keeren. 2a V, ondertusfehen, be- fioot hy, een Landvoogd in de Nederlanden noo- d/g ware, zie ik niet, waarom ik den Staaten- minder aangenaam zyn zou, dan een ander. Doch ik verzeker u, andermaal, dat ik ''er niet aan denke. Maar onaangezien deeze betuigingen öqs Hertogs, meenden fommigen met zekerheid te weeten, dat hy onlangs nog nieuwe opene brieven tot bet waarneemen der Landvoogdye voor zyn leeven ontvangen hadt Qz). Men ziet, hieruit, dat Marlborough zulk eene Vre- de, als den Staaten voorgeilaagen was, niet kon goedkeuren. De argwaan, dien men, iri 't Leger, zo onder de Afgevaardigden der Staa- ten , als onder de Staatfche Generaals, tegen hem, begon op te vatten, vermeerderde fterk, ten deezen tyde, en bragt ook veel toe tot hec vervolgen der liandelinge met het Franfche Hof O). yoort- Zy werdt dan heimelyk-voortgezet, in den pang der aanvang des jaars 1709. De Heer Pestershiddt, liande- ^ met kennjs van den Raadpenfionaris, een mond- Frfnk^" #erPrck met den Intendant Dernieres, te S. rjij. * Guiiain, en fchreef 'er over naar den Haage Qf). Doch
.'s' Lettre da Mr.. Pestrhs du 17c üec. i?o8.
'f a~*i Misßvj tan S. v. Go-linga van 8 S /■>. 170R. van d.11 Rafi^p. Hb n^ü s van 16 en 18 Nu/, en 30 Dl. I7p8, ( l>) LcKres d. Mr. 1't» rtiis du 28c fr Jie de Jan? 1709. |
||||
LXVII.BosK. HISTORIE. 3*9
Doch deeze onderhandeling bleef fteeken. De
Graaf vanBergeik, die de Landvoogdy der Spaan- f'che Nederlanden, uit den naam van Koning Filips, waarnam (c), hieldt ook briefwisfeling met Burgemeester van der Dusfen, die hem, in Louwmaand, een ongetekend briefje toe- zondt, in de Franfehe taaie géfteld, en woor- delyk vertaald van deezen inhoud: Myn Heer de Graaf van Bergeik gelieve ie weeten, dat, ten zy men de aanbiedingen vernieuwe, welken men voorheen gedaan heeft; naamlyk Spanje, de In- dien, Milaan, de Spaanfclie Nederlanden en '0 gene ''er meer lygevoegd is; midsgaders een voor- deelig Verdrag van Koophandel; men met eikan- deren niet vertrotnvelyk, over de andere vooraf- gaande punten, in onderhandeling zal können treeden (d). Bergeik zondt dit briefje aan de Torcy, die, hierop, den eerften van Sprok- kelmaand , uit 's Konings naam, aan den Hee- re van der Dusfen fchreef „ dat zyne Majes- „ teit den Heer Voifin benoemd hadt, om, „ op den voet, doorhem voorgeflaagen, naam- „ lyk, de aanbieding van Spanje, de Indien, „ de Spaanfche Nederlanden met het gene „ 'er bygevoegd was, benevens een voordee- „ lig Verdrag van Koophandel, in onderhan- „ deling te treeden (e)." Hiertoe werdt dan, in den I ïaage beflooten (ƒ). De Heeren Buys en van der Dusfen begaven zig omtrent het midden van Lentemaand, naar het Stryenfche Sas,
Cc) Memoires de Mr. tje Torcy. Tam. I. p. 178.
OO Copie dx üWetäe Mr. van der Duïsen. VoUz attsfi
$Ie;.noir. de Torcy, 1'oni I. p. 186. (e) Cópie de la Lettre de Mr. de Torcy a Mr van der
Biksrn (ƒ') M sfivc van den Rnadp. Heinsius van 9 Mann 1709.
X5
|
||||
3S0 VADERLANDSCHE LXVII. Boek.
UW. Sas, alwaar de Prefident Rouillé, op den naam
m i . en Vrygeleidebrief van den Heer Voifin, die den last hem opgelegd van de hand geweezen hadt(g), derwaards gereisd, hun kwam ont- moeten (K). Rouillé toonde hun 's Konings Volmagt: waarop zy, drie uuren agtereen, met hem fpraken, en dien zelfden avond, nog eens, in het Dorp Stryen, van zeven uuren tot een uur na middernagr. Twee dagen daarna, hieldt men nog een mondgefprek. Rouillé hadt een Ontwerp overgelegd, welk, by de on- zen , gebrekkelyk gekeurd werdt. Hy deedt, hierop, een' keer naar Verfailles, en Buys en van der Dusfen begaven zig naar den Haage. De Raadpenfionaris, die, ten deezen tyde, wederom, voor vyf jaaren, was aangenomen (V), deedt, vervolgens, opening vanden na- deren voorflag van Rouillé, ter Vergaderinge van Holland, en aan de Afgevaardigden tot de buitenlandfche zaaken; doch onder den eed van geheimhoudinge (k). Eenige weeken hier- na, hielden de Heeren Buys en van der Dus- fen nog twee heimelyke geïprekken met Rouil- lé te Bodegraave (f): waarin Rouillé beweer- de, dat Napels en Sicilië, vooraf, aan Ko- ning Filips behoorden toegeweezen te worden ; terwyl, van onzen kant, verftaan werdt, dat het lot deezer Ryken, niet vooraf, maar eerst by de openbaare Vredehandeling, behoorde te wor-
(#) Memoir. de M. DE ToncY, Tem. I. p. lol, 192.
(h) Memoir. de TorCy, Tom. I. p. 192 £? fuiy. (;') Rel'ol. Holl. 15 Maan 1709. hl. 128. (k) Misfive van (^. van Stuy&n en \V. Buys ven 19 Mc#rf »709. (O Misfivenyßflde »elfden van 10 en 22 Apü i^oy» |
||||
LXVILBoek. HISTORIE. 33t
worden geregeld, Men verfchilde ook over de
Barriere der Staaten, in de Nederlanden. De onzen wilden Rysfel behouden, en begeerden Doornik en Maubeuge daarenboven. Doch Rouillé vorderde Rysfel wederom, en wilde de twee andere Steden niet afftaan. Ook be- geerde hy Straatsburg niet te rug te geeven, noch Feneftrelles en Exiles te laaten blyven aan den Hertoge van Savoje. Eindelyk, was 'er ook verfchil, over het vierde punt der Rys- wykfche Vrede, waarin de onzen eenige ver- andering begeerden gemaakt te hebben, die Rouillé nog niet toeftaan kon. Op zyne vraag, wat hy nu den Koning fchryven moest? werdt hem verzogt, de redenen der Staatfchen, ten kragtigfte, te willen voordraagen, en 's Konings naderen last te begeeren. Rouillé vorderde, dat men eerst verflag deedt, en hem bekend maakte, wat 'er op beflooten zou zyn. Doch men hieldt dit verzoek te ftrekken, om tyd te winnen, en om de genegenheid der byzonde- re Gewesten te polfen: waarom het, heufche- lyk, van de hand geweezen werdt. Ook fcheid- de men, hierop, van eikanderen. Buys en van derDusfen, naar den Haage gekeerd zynde, en verflag van 't gehandelde gedaan hebbende aan den Raadpenüonaris en aan Ouiryn van Stryen, Burgemeester van Amfterda'm; befloot men, eenpaariglyk, den begonnen handel niet af te breeken, al drongen 'er fchoon de Engel- fehen op; maar Petkum nog eens af te vaar- digen aan Rouillé, om hem tot de meening der onzen over te haaien. De Staaten van Hol- land en de Afgevaardigden tot de buitenland- ene |
||||
332 VADERLANDSCHE LXVILBoek,
j7oj>, fche zaaken bewilligden hierin (tri). Petkum
—— begafzig, eenen andermaal, naar Bodegraa-. ve. Doch men kon, in de verfcheiden' ge- fprekken, die hier voorvielen, eikanderen niet verdaan, 't Geheim der handelinge was, mid- lerwyl, uitgelekt, en hadt argwaan veroorzaakt onder de Gevolmagtigden derBondgenooten in den Haage («)• Öe Hertog van Marlborough zogt de oogmerken van Frankryk verdagt te doen voorkomen by de Staaten, zig hiertoe be- dienende van Petkum zelven, die gehouden werdt de geheimen van 't Franfche Hof te ken- nen (o). Rouillé kreeg last om van der Dus- fen groote belofte te doen, zo hy te wege brengen kon, dat de Staaten zig afzonderlyk verdroegen met Frankryk (/>). Doch hiertoe was geene kans. De Leden der hooge Regee- ringe, die tot de Vrede neigden, waren nog de minften in getal. Amfterdam alleen fcheen 'er ernftigst op gefield te zyn, onaangezien Prins Eugenius, omtrent deezen tyd, een' keer derwaards deedt om de Regeering tot andere gedagten te brengen (<?). Doch de onderhan- delingen te Bodegraave liepen vrugteloos af. Rouillé klaagde, dat men zig, van den kant der Staaten, niet duidelyk genoeg verklaarde (V); doch het tegendeel was naauvvlyks te wag- ten , zo lang men zig zo vast met de Bondge- noo-
|
||||||
(«) Misfi\'0ii van Q. van Stryfn en W. Bovs van 22 en,
23 April 1709. Voiez aisfi Mcmoir. de Torcy, 'lom. I. p 22? éc. p. 2Ó"8 &c. p. 281 &c. («) Meinoir. de Torcy, Tom. I. p. 247, 266, 281,
f oj Mcmoir. de Torcy, Tom- I' />• 288, 280.
(ƒ>) M.'inoir. de Torcy, lom. I. p. 301.
(qj M.muir, de Torcy, Tun. I. p. :-,c&, 303,
(r_) M.iuuit. de Tü&cy, 'lom. I. p. 340.
|
||||||
LXVII.BoEK. H I S T O R I E. 333
nooten, byzonderlyk met Groot-Britanje, ver-
eenigd hieldt. Het Franfche Hof haakte, ondertusfchen, zo
fterk naar 't fluiten der Vrede voor 't openen van den veldtogt, dat de Koning geraaden vondt, den Markgraaf de Torcy, die met de buitenlandfche zaaken belast was, herwaards te zenden, op dat deeze, ten vollen onderregt vanden ftaat des Ryks, zelfs het te buiten gaan zyner Volmagt zou können over zig nee- men, indien hy een gelukkig oogenblik aan- treffen mögt, om te können fluiten (V). Da Torcy vertrok zonder uitftel naar den Haage, op een paspoort van den Heere Dofembrai, die hemverzelde. Te Rotterdam, vervoegde hy zig by den Koopman Senzerf, die hem geleid- de naar den Haage, en aan 'c huis gebragt van den Raadpensionaris (V), met wien Rouillé, kort te vooren, verzogt hadt, een mondge- fprek te mogen houden («). De Torcy tradt terftond in gefprek met den Raadpenfionaris, en deedt, federt, den Koning, in verfcheiden* Brieven, die onlangs in 't licht gegeven zyn (») , verflag van zyne verrigtingen in den Haage, hem, onder anderen, meldende „dat Am- „ fterdam en Rotterdam, daar men 't meest „ tot vrede fcheen te neigen, oordeelden, dat „ men ze niet zou können treffen, zo Koning „ Filips niet afftondt van Napels en Sicilië. En „ dat Marlborough, dien Frankryk gezogt ,, hadt
O") Memoir. de Torcv, Tom. Lp. 345. Voiez fon Inftiuift.
gans les ditcs Memoir. 'lom. I. f/. 350. (O Memoir. de Torcy, Tom. I. p. 367, 36S.
(«) Misfive van den Raadp. Heinsius van 30 Jpr',1 1709.
(vp Volez Memoir. de Torcy, Tom. 1£. p. 6, $0, 34j 45,'
58,62, 67, Ü6, 104, 136, 174. |
||||
§34 VADERLANDSCHE. LXVII.Boek-.
ifop, „ hadt te winnen door aanzienlyke gefchen-
J-----„ ken, zig kantte tegen de Vrede, en veel
„ vermögt by de Staaten, die egter reeds arg-
„ waan begonden op te vatten over 't gezag, „ dat Groot-Britanje zig hier te Lande hadt j, weeten te verkrygen (w)." fcelwn,- De onderhandeling met Frankrylc, die nu deling in den Haage voortgezet werdt, kon niet na- wordt o- ijkten rugtbaar te worden. De Keizer magtig- jsenbaar. de prins Eugenius en Filips Lodewyk, Graaf van Sinzendorf; de Koningin van Groot-Britanje den Hertog van Marlborough en den Heer Towns- hend, om dezelve by te woonen: waartoe dé Heeren Buys en van der Dusfen, en de Raad- pensionaris Heinfius nu ook mondelingen last: kreegen van de algemeene Staaten, en van dé Staaten van Holland. Men hieldt verfcheiden' byeenkomften; die dikwils tot diep in den nagt Vooraf- duurden (x). Eindelyk, bragt de Raadpenfiona- gaande ^ Heinfius de voorafgaande punten, over welken de"vre- men genoegzaam eens meende geworden tezyn, de ont-" ten getale van veertig, op 't papier, des nagtö worpen, tusfchen den zevenentwintigften en agtentwin- tigften van Bloeimaand; De voornaamften kwa- men hierop uit: „Men zou, ten fpoedigfie^ „ eene goede, vaste en algemeene Vrede flui- *,, ten. En om hiertoe te geraaken, Karel den „ III. erkennen voor Koning van Spanje, da „ Indien, Napels en Sicilië, met één woord „ van de gantfche Spaanfche heerfchappy, zo „ als dezelve, door Karel den II. bezeren „ geweest was, uitgenomen de Barriere der „ Staa*
(V) Meraoïr. de Torcy, Tom. tl. ƒ1.42,84,99,104, fji
\x) Fcitz Lamjjerh Tm» V. f. a(>%—26$. |
||||
LXVII.BoEK. H I S f O R ï E. 335
„ Staaten, en 't gene aan Portugal en aan Sa- t?0^
„ voje, volgens de Verdragen tusfchen de ------.
„ Bondgenooten, zou moeten worden afge-
„ flaan. De Koning van Frankryk zou te we- „ ge brengen, dat zyn Kleinzoon,de(i) Her- „ tog van Anjou, Sicilië aan Koning Karel in- „ ruimde, voor den eerften van Herfstmaand „ aanftaande. Hy zou, midlerwyl, zyn Krygs- „ volk, uit het Spaanfche gebied, te rug trek- „ ken, en den Hertog niet verder onderfteu- j, nen. Frankryk zou nimmer mogen hande- „ len op de Spaanfche Westindien; veel min „ zig meester van dezelven maaken. Straats- »j burg, de Kehlerfchans en Oud Brifak zou- „ den aan den Keizer te rug gegeven worden. „ Doch Frankryk zou Heer blyven van de „ tien Steden in de Elzas, volgens het Mun- „ fterfch Verdrag, Landau alleen uitgenomen , „ welk wederom aan den Keizer komen zou. „ Hunningen, Nieuw Brifak en Fort Louis „ zouden, voor altoos, geflegt worden. Over „ het vierde Lid der Ryswykfche Vrede, zou „ men nader befluiten, op de algemeene Vre- „ dehandelinge. Frankryk zou Koningin Anna „ voor Koningin van Groot-Britanje, en de „ Proteftantfche opvolging in dat Ryk erken- „ nen. De Pretendent zou Frankryk ruimen. „ Terre-neuve zou aan Groot-Britanje afge- „ ftaan, en Duinkerken gellegt worden. Frank- „ ryk zou den Koning van Pruisfen erkennen, « en
O ) Aantnerkelykis't, dat de Torcy en Rouillé niet
begeerd hadden, dat men Filips, in dit Ontwerp, hoo- ger' titel gave dan dien van Hertoge van Anjou /'«« Lamberïi Tom V. p. s88. |
||||
336 VADERLANDSCHE LXVII.Boek,
J709, „ en hem nimmer ftoofen, in 'c bezit van
-— i, Neufchatel en Valengyn. Aan de Staaten zou „ Frankryk overgeeven Veurne, het Fort de „ Knokke , Meenen, Yperen, Warneton, Com- „ mines, Warwyk, Poperingen, en het gene „ tot deeze Plaatfen behoorde. Rysfel , Door- i, nik, Condé en Maubeuge zouden, nevens „ de overige Spaanfche Nederlanden, dienen 9, tot eene Barriere voor den Staat. Ook ftondt ,„ zyne Allerchiïstelykfte Majesteit hun het „ Tarif van den jaare 1664 toe, zullende de i} belasting van vyftig ftuivers op 't vat, voor- j, taan, afgefchaft blyven. De Keurvorst van s, Hanover zou in deeze waardigheid erkend „ worden door Frankryk* Aan Savoje zouden 4, ExileSi, Feneftrelles en Chaumont, ook ds
„ Valei van Pragellas met het gene aan deeze „ zyde van het gebergte Genevre en van an- „ dere gebergten legt, tot eene grensfcheiding" i, tusfchen Frankryk én Piemont, worden af- it geftaan. De eifchen der Keurvorftan van a, Keulen en Beieren en eenige andere zaakeii ., zouden, op de algemeene Vredehandeling, „ overwoogen worden. De Koning van Frank- „ ryk beloofde de Nederlandfche Steden, ter- „ ftond na de bekragtiging deezer punten, té „ zullen ruimen, te weeten Namen, Bergen „ in Henegouwen en Charleroi voor den vyf- s, tienden van Zomermaand aanftaande$ Lux- „ emburg, Condé, Doornik en Maubeuge, „ veertien dagen laater; en Nieuwpoort, Veur^ 5, ne en 't Fort de Knokke, voor den vyfüen-
-, den van Hooimaand. Ook zou hy de Ves- „ tingwerken en haven van Duinkerken fleg- „ ten, binnen twee maanden* En zo dit alles „ vol"
|
||||
LXVILBoek. HISTORIE. 337
|
|||||
,, volvoerde, en de gantfche Spaanfche heer- 170p.
„ fchappy aan Koning Karel deedt afftaan,
„ zou 'er een ftilftand van wapenen zyn, tot
„ op het (luiten en bekragtigen der algemeene „ Vrede (2); waartoe de openbaare onder- „ handelingen, met den vyftienden van Zo- „ mermaand, inden Haage, zouden aanvan- „ gen O)." De Keizerfchen,,Engelfchen en Staatfchen De Tor-
toonden zig gereed, om deeze punten te teke- cy maakt nen; doch de Torcy, fchoon fommfgen ver- zwaarig- zekeren, dat hy 'er, mondeling, in bewilligd S^mT hadt (z),maakte zwarigheid in de punten,die keuen. den Hertog van Savoje en de Elzas betrof- fen , waartoe hy zeide niet uitdrukkelyk gelast te zyn. Hy begeerde, derhalve, eerst een' keer naar zyn Hof te doen, beloovende 's Ko- ning last, ten fpoedigfte, te zullen overzen- den aan Rouillé, die, ondertusfchen, in den Haage vertoeven zou ( a ). Sommigen vernaa- ien , uit den mond van de Torcy zelven, dat hy, nog voor zyn vertrek, den Raadpenfiona* ris verzekerde, dat de beraamde punten niet zouden aangenomen worden (£). Doch ik vind dit niet gemeld in de Aantekeningen, die onlangs van zyne Handelingen in 't licht gege- ven zyn. Terwyl hy uit was, werden de pun- ten gezonden aan de Gewesten en Steden, en eer-
fjÓ VoicZ LAMBERT! Tom V. p. 28?. Du"MoNT Corp. Dipl.
Tom. VIII. P. Lp. 234. Memoir. de Torcy, Tem. II. p. 188.
C2) I-AMBERTJ Tom. V. p. 288.
(a) Secr. Refol. 11*11. 28 Mcy 1709. Rcfol. Gcner. Mart,
»l May 1709. MS. (&) B0DNGBP.0KES Letters on Hiftory Vol. II. p. 88. Ca) Dit punt was het zevenendertig \ waarover, na* dethand, zo veel te doea viel. XVII. Deel. Y |
|||||
333 VADERLANDSCHE LXVII.Boek.
I?o$>. eerlang getekend door de Keizerfchen, En-
i. gelfchen en Staatfchen: die zig verbonden, dat zy 'er zig ftiptelyk aan zouden houden (c).
Zy wor- Zo dra was de Torcy niet aangekomen te den in Verfailles, of de Koning deedt den Raad ver- Frankryk gaderen. De beraamde punten werden over- yan ƒe woogen; doch zo hard en buitenfpoorig geoor- weêzMK deeld, dat men ze, eenpaariglyk, van de hand wees ( d ). De Daufyn fprak zeer yverig, tegen de onttrooning van Koning Filips. De Koning zelf verftondt, dat men den oorlog, met nieu- wen ernst, moest doorzetten. De Krygsbe- velhebbers, die zig, in de verwagting van eene kort aanftaande Vrede, inrnerkelyken ge- tale, ten Hove onthouden hadden, keerden al- len naar 't Leger. Men vleide zig, in Frankryk, dat de Bondgenooten, en byzonderlyk de alge- meene Staaten, die verdagt gehouden werden, dat zy de vredelievendheid van 't Franfche Hof misbruikt hadden, zig deswege, wel haast, beklaagen zouden (e). 's Ko- Midlerwyl, wagtte men, in den Haage, op nings be- 'sKonings befluit, welk de Torcy beloofd hadt, fluit. jn 't kom f te zullen herwaards zenden. Ook fchreef hy, den tweeden van Zomermaand, aan den Prinie Eugenius „ dat de Koning, zyn „ Meester, het ontwerp op de Vrede onmo- „ gelyk kon aanneemen (ƒ)•" Rouillé onving gelyk berigt in eenen brief aan den Raadpen- fionaris, dien hy hem, den vyfden, behan- digde, daarby voegende „ dat de Koning het „ punt
(O Lamrerti Tom. V. p. 288.
f d) Mcmoir. de Torcy , Tom- II. p. 216. & fuiv.
(e) Copie manufcr. d'ime Lettre de Paris du 7e de Juin. 1709.
(J) Folez Lambert! Tom. V. p. 2<j6.
|
||||
LXVII.BoEK. HISTORIE. 339
|
|||||
„ punt van de Elzas onmogclyk kon toeftaan; 1709.
„ en dat,zo men zig, in dit punt, aan deMun- ------.
„ fterfche Vrede wilde houden, men 't ook,
,, 't gene Savoje betrof, behoorde te doen. „ Feneftrelles en Exües wilde hy egter afftaan. „ Doch 't voldeedt hem niet, dat men de „ eifchen van Beieren en Keulen verfchoof tot „ de algemeene Vredehandeling. Allermeest „ ftondt hem egter tegen, dat men den Wa- „ penftilftand wilde opfchorten, tot dat de „ Aartshertog Karel in 't bezit der Spaanfche „ heeri'chappye gefteld zou zyn." De Raad- Ant- penlionaris antwoordde „dat de Keizerfchen, ^,0,,0^,, g, Engelfchen en Staatfchen te vooren befloo- Raad- „ ten hadden, het ontwerp aan hunne Mees- penfiona- ,, teren af te zenden, om bekragtigd te wor- "s Hein" >} den; dat dit ook reeds gefchied was, en dat „ 'er, om deeze reden, geene verandering in „ gemaakt kon worden." Het afwyzen van het ontwerp, door Frankryk, werdt, ondertus- fchen, terftond, door den Haage verfpreid (g): waarom men, eenpaariglyk, te raade werdt, Rouillé, zonder uitftel, te doen vertrekken. De algemeene Staaten, oordeelende, dat Frankryk flegts tyd zogt te winnen, en den tegenwoor- digen veldtogt, vrugteloos, voorby te zien loopen, (lelden, daarenboven, vast, dat men de wapenen, van nieuws, moest opvatten, en het Hof van Verfailles, daardoor, tot andere gedagten brengen (^). Rouillé gaf, nog voor zyn vertrek uit den Haage, te kennen, dat de Koning, zyn Meester, omtrent het flegten der Sterk-
te ■) Misfiven van den Raadp. Heinsius van 5 en 6 Juny 1709. (ft) Refol. Gener yener. 5 Juny 1709. Misflve vto hUnuj JJoog-M©^. aan ü«eoin». Kaadcn van 7 Juny 1709t Y 2 |
|||||
340 VADERLANDSCHE LX VII. Boek.
f709. Sterkten in de Elzas, veelligt, van gedagten
■ veranderen zou, zo men befluiten kon, van het punt der verzekeringe der Spaanfche heer-
fchappye voor den Aartshertoge Karel af te flappen. Doch Heinfius vertoonde hem, dat het punt der verzekeringe van Spanje geen ge- lyken hadt in gewigt met het andere punt. Men liet, daarna, Petkum en Molo, nog eens, met De han- hem fpreeken(7): doch hy verklaarde, geenen deling naderen last te hebben, en vertrok, des ande- ^Jg.' rendaags, uit den Haage (&): hebbende hy, fchort. reeds te vooren, aan den Raadpenlionaris ver- klaard , dat hy al 't verhandelde hieldt als niet gefchied (/). De Koning van Frankryk liet eenen brief afgaan aan de Landvoogden zyner Provinciën, waarin hy de fchuld van 't af bree- ken der handelinge eeniglyk gaf aan de Bond- genooten „ die hem, fchreef hy, vergden, zy- „ nen Kleinzoon te onttroonen, zyne grens- s, vestingen in de Elzas en in het Dauphiné „ te Hegten, of over te geeven, en andere „ harde voorwaarden te verzwelgen, zonder „ van hunnen kant, daar tegen, iet meer te „ belooven, dan eene Wapenfchorfing, die „ niet langer dan twee maanden duuren zou M (»)." Men bereidde zig, hierop, van we- derzyde, ten oorloge; hoewel de Torcy, door middel van Petkum, de Vredehandeling, het gantfche jaar, meer of min, leevende hieldt. De voornaamfte zwaarigheid beftondt, in het uit-
f?) Mfaflveniwi dtn Rnacïp. Heinsius van 3 Jnity 1703.
C*) Refol. (Inll 13 'ïuny 170g. CO Tin-dal Fol. VIII. [ or XXIII.] p. 207—253. (»O i'oiez Lamberti 'lom. v. />. ayp. MeiuoH'. te Tor cl, Tom. II. p. 214. |
||||
LXVILBoek. HISTORIE. 341
uitvinden van eenige redelyke verzekering, 170?;
voor het afftaan van Spanje aan Koning Karel-------
(n~). De Torcy floeg hiertoe voor Bergen in He-
negouwen, Douai enCharlemont, diedeBond- genooten zouden inhouden, tot dat aan 't Ver- drag voldaan zou zyn (0). Doch men kon ei- kanderen niet verftaan. Petkum deedt, in 't najaar v een' keer naar Frankryk. Op zyne te rug komst, in Slagtmaand, bereidde men zig, tot het hervatten der onderhandelingen, welker uitflag wy, hierna, zullen te boek ftellen. Midlerwyl, was de veldtogt in dé Neder- XXII:
landen geopend, terftond na datRouillé ver- ^eld%KE, trokken was. Het Leger der Bondgenooten, derian-6* onder Marlborough en Eugenius, trok byeen, den. omtrent Meenen. De Maarfchalk de Villars floeg zig, daarentegen, met de vyandlyke troe- pen, neder, in de vlakte van Lens, alwaar hy zig begon te begraaven. De Bondgenooten be- Doornik flooten, hierop, Doornik aan te tasten. De <j010erg?d' Stadt werdt, onverhoeds, berend, op den ze- i50ndgel venentwintigften van Zomermaand, De Prins nooten. van Oranje werdt, ten zelfden tyde, afgevaar- digd, om zig meester te maaken van S. A- mand. Mortagne werdt, insgelyks, ligtelyk veroverd. De vyand nam, daarentegen, War- neton in: welk egter, kort hierna, wederom verlaaten werdt. Doornik werdt, van drie kau- ten, benaderd, onder 't beleid der Generaals Lottum, Fagel en Schuilenburg. 't Beleg duur- de eene maand. Op den agtentwintigften van Hooi-
(ff) JTisflven van den Raaclp. Heinshts van S* Jmiy, 3, 10,
12 July. 6, 11 Aug. 11, 14 Sept 7 0£t. 1709. (,<0 Leute de Ma. de Torcy, du 33e d'iluuß 1709. Y3
|
||||
34* VADERLANDSCHE LXVII.Boek
170p. Hooimaand, was alles in gereedheid gebragt,
-------om eenen algemeenen ftorm te loopen: toen
De Stad de belegerden begeerden in befprek te komen,
geeft zig en de Stad, by verdrag, opgaven. De voor- waarden, op welken het Kasteel zou overge- geven worden, waren ook reeds ontworpen; dcch men was overeengekomen, om ze eerst naar 't Franfche Hof te zenden, ter goedkeu- ringe des Konings, die ze van de hand wees, ten ware men eene algemeene Wapenfchorfing in de Nederlanden wilde toeftaan, tot den vyf- den van Herfstmaand: waarin de Bondgenoo- 'tKas- ten niet bewilligen konden, 't Beleg .van't Kas- teel ins- teel werdt, derhalve, voortgezet, 't Liep aan gelyks. tot jn (jen aanvang van Herfstmaand, eer het zig, by verdrag, overgaf (p ).
Slag van Terftond hierop, werdt tot het beleg van Maipla- Bergen in Henegouwen beflooten. Het veree- 1liet' nigd Leger trok, op den derden, over de Schelde. De Maarfchalk de Villars brak toen op, van by Lens, om de beweegingen derBond- genooten gade te flaan. Eerlang, legerde hy zig agter de bosfchaadjen by Malplaquet; ter- ■wyl het vereenigd Leger zig tusfchen Sart en het Woud van Lagnieres, nedergeflaagen hadt. 't Hoofdkwartier der Bondgenooten was te Bla- regnies. Bergen, midlerwyl, geblokkeerd, en S. Guilain ftormenderhand veroverd zynde, befloot men den vyand flag te leveren, op den elfden van Herfstmaand, 't Gevegt begon, des morgens ten agt uuren. De vyandlyke ver- fchanfingen werden, aan veifcheiden' oorden tevens, aangetast. Zesendertig Bataillons Staatsch
C£) Lambert! Ttm. V. p. 33Ö—35?-
|
||||
LXVILBoek. HISTORIE. 343
Staatsch Krygsvolk, onder den Prins van 17c o»
Oranje en den Generaal Fagel, deeden den vyand -—- eerst wyken; doch werden, daarna, op hun- ne beurt, genoodzaakt, te keeren naar de plaats, van waar zy gekomen waren. Maar aan eenen anderen oord, werden de vyandlyke verfchanfingen overweldigd en ingehouden. Eindelyk, raakte de vyand t'eenemaal aan 't wy- ken , naar de naaste Steden, die nog in zyne magt waren. De Bondgenooten behielden het flagveld. Doch men hadt, ter wederzyde, veel volks verlooren. De gefneuvelden van de zyde der Bondgenooten werden op ruim vyfduizend vyfhonderd berekend. En 't is twyfelagtig, of'er, van 's vyands kant, meer omgekomen zyn. Marlborough, Eugenius, de Prins van Oranje en de Graaf van Tilly hadden zig onge- meen gekweeten, in den ftryd. Doch 't gemeen nam den Legerhoofden, met naame Marlbo- rough en Eugenius, kwalyk, dat zy zulk een' hagchelyken ftryd ondernomen, en zo veel wakkere manfchap op de flagtbank gebragt hadden. De flag van Malplaquet is, federt, by de krygskundigen, gehouden, voor den icherpften en gevaarlykften van den gantfchen oorlog. Het wyken des vyands naar Valenchyn gaf . Bergen
den Bondgenooten gelegenheid tot het vervol- gnou^eenne" gen der belegeringe van Bergen, over welke veroverd, de Prins van Oranje 't bevel hadt. De Loop door de graaven werden geopend, de nadernislên voort- Bondge- gezet, met kleinen tegenftand van de bele- nooten- gerden. De Stad gaf zig, eerst den twintig- ften van Wynmaand, over, by verdrag: waar- Y 4 na
|
||||
S44 VADERLANDSCHE LXVILBoek.
|
|||||
170p. na de Lside Legers de Winterkwartieren be-
-------trokken (#).
xxin. In Duitschland, viel develdtogtniet zovoor-
?taats4es deelig uit voor de Bondgenooten. Hun Leger Duksch- was zmk en ^wam ^aat in 't veld. De Keur-
land, vorst van Hanover, zig egter, eindelyk, heb- bende laaten overhaalen, om zig wederom aan 't hoofd van het zelve te ftellen, noodzaakte den vyand, die den Ryn reeds overgetrokken was, te rug te keeren, en zig agter zyne ver- fchanfingen te begeeven. Hy zondt, daarna, een goed deel manfchap over den ftroom, om in 't Franche Comté te breeken. Doch zy werdt gefluit, door de Franfchen, en, na een fcherp gevegt, op den zesentwintigften van Oogstmaand, genoodzaakt , den ftroom we- derom over te trekken, en tot aan Fryburg te wyken: waarmede de krygsbedryven aan den Rynkant beflooten werden (>). in Pie- Aan den kant van het Dauphiné en in Pie- mont, mont, was ook weinig voorgevallen, hebbende den Hertoge van Sivoje, ter oorzaake van ze- ker verfchil met het Weener Hof, welk Ko- ningin Anna en de Staaten, vergeefs, gezogt hadden by te leggen, geweigerd, te velde te trekken. De Hertog van Berwik, die 't Fran- fche Leger in deezen oordgeboodt, verfchanste zig zo fterk voor Brian^on, dathydeeze Plaats, die door de Bondgenooten met een beleg ge- dreigd werdt, volkomelyk beveiligde. De Graaf van ïhaun, die 't opperbevel over 't Le<,
O") PbüQüIERBS Mcmolf, Hiftor. & Milit. Tom. II. p. 203,
ff fah. Lakcrrti Tm. V. p. 359—375- Tinoal/»'• VHl». lor XXIII }p. 255-2X3- (O Tindal *W. VIII [o/ XXilI.J^. »83-
|
|||||
LXVILBoek. HISTORIE. 345
Leger der Bondgenooten hadt, bemagtigde de 170^
Linien van S. Maurice, verfloeg eenige vyand- ——« lyke manfchap te Conflans, en maakte zig van de Stad en 't Kasteel van Anneci meester. Hier- na werdt hy, by gebrek van voorraad, genood- zaakt, te rug te keeren over het Alpisch ge- bergte, tegen 't einde van Herfstmaand, en de Winterkwartieren te betrekken in Piemont. Een deel van 't Leger onder den Hertoge van Ber- wik v/erdt, ten deezen tyde, gebruikt, om eenen nieuwen opftand der Camifards in het Vivaretz de dempen. De misnoegden werden, in Oogstmaand, geheellyk geflaagen, en hun Opperhoofd, Abraham, gevangen genomen zynde, op een rad gelegd (j). In Spanje en op de grenzen van Portugal, >« Spanje
ïiep het krygsgeluk den vyand mede. Alikante e" op,da Tvas reeds, federt Wintermaand des voorlee- ^ Por« denjaars, geblokkeerd geweest: en in de Len- tugaL te deezes jaars, hadt een Engelsen Esquader, onder den Generaal Stanhope, vergeefs, ge- poogd, de Stad te ontzetten. Zy gaf zig over by verdrag, op den agttienden van Gras- maand (*)• Wat laater, viel 'er een fcherpge- vegt voor, op de grenzen van Portugal, tus- fchen het Leger der Bondgenooten, onder den Graave van Galwai en het Spaanfche Leger, onder den Markgraave de Bai, waarin de eer- jflen te kort fchooten. De Generaal Stanhope ondernam, in 't midden van Oogstmaand, Ka- dix te overmeesteren, by verrasfing. Doch de toeleg mislukte, by gebrek van volk, welk uit En-
(O Tinoal Vol, VIII. [o/XXIII,] «. s84—286. DaïUEL
lourn. p. CCI.V. - Cf) LAMBERT! T»m. V. *. 39.1. |
||||
346 VADERLANDSCHE LX Vil. Boek.
|
|||||
*7op. Engeland verwagt werdt, en te lang agter bleef
*—— door tegenwind. In Katalonie vielen ook twee gevegten voor, in Oogst- en Herfstmaand, waarin nogtans partyen niet veel voordeels behaalden op eikanderen. De Graaf van Sta- remberg, Balaguer bemagtigd hebbende, met hulp van eenig Krygsvolk, bekomen uit Ita- lië, toog, federt, te rug over de Segra, waar- na de beide Legers de Winterkwartieren be- trokken («). De Koning van Frankryk hadt, dit jaar,
geene Vloot in zee gebragt; doch eenige Oor- logsfchepen, onder du Guai-ïrouin, Casfart en 1'Aigle, deeden den Êngelfchen en Holland- fche Koopvaarderen, nu en dan, eenig nadeel: 't welk nogtans van zo weinig belang was, dat 'er niet zeer over geklaagd werdt (v). xxiv. De veldtogt in de Nederlanden was nog niet Verdrag geëindigd, toen 'er, in den Haage, een nieuw Groot!" Verdrag geflooten werdt, tusfchen de Konin- Britanje ginne van Groot - Britanje en de Staaten. Marl- en de borough hadt 'er, reeds in 't jaar 1706, ope- Staaten. ning van gedaan (w> Doch Karel, Burggraaf Townshend , die, in 't voorjaar, herwaards gekomen was, hadt 'er over gehandeld, en 't werdt eindelyk, door hem, en door de Gemag- tigden der Staaten, getekend op den negen- den van.Wynmaand. By dit Verdrag, welk men, in Engeland, hieldt voor een werk der Whigs Cx)t die toen het oor der Koninginne nog
(<0 Tindal Fol. VIII. [or XXIII. ] fl. 28Ö—20V Daniel
Jonrn. p. CCLV, CCLV). C v ) Daniel Jonrnal, p. CCLVIT. Tindal Vol. VIII. Ut
XXIII ] p. 297 («0 Refol. Holl. 15 May 1706. W 353. 17 Febr\ 1707. bl. 85.
^;tr) La.mkf.hti Tum. V. p. 4Ó4.
|
|||||
LXVII.BoEK. HISTORIE. 347
nog hadden, beloofden de Staaten „ de fchik- i7C$s
„ king, in Engeland gemaakt op de opvolging------«•
„ in 't Ryk, te zullen handhaaven, tegen elk,
„ die daarop eenige indragt zou willen doen. „ Ook zouden zy te wege zoeken te brengen, „ dat Frankryk de Koningin erkende en den „ Pretendent het Ryk deedt ruimen." De Ko- ningin verbondt zig, daarentegen, om te wege te brengen „ dat alle de Spaanfche Nederlan- „ den, by 't fluiten der Vrede, tot eene Bar- „ riere, werden afgeftaan aan de Staaten, die, „ in 't byzonder, bezetting zouden mogen „ leggen, in Nieuwpoort, Veurne en 't Fort „ de Knokke, Meenen, de Stad en 't Kas- „ teel van Rysfel, de Stad en 't Kasteel van „ Doornik, Condé, Valenchyn, en de Plaat- „ fen, die men nog op Frankryk zou können „ veroveren: voorts, in Maubeuge, Charleroi „ de Stad en 't Kasteel van Namen, Lier, Hal- „ Ie, na dat het verfterkt zou zyn, de ichan- „ fen de Peerei en Filips, Damme, het Kas- „ teel van Gend en Dendermonde; zullende „ de fchans S. Donaas, als behoorende tot de „ Vestingwerken van Sluis, in vollen eigen- „ dom, aan hun afgeftaan, en de fclians Roo- „ denhuizen, aan deeze zyde van Gend, ge- „ flegt worden. De Staaten zouden Bevelheb- „ bers mogen Hellen, over hunne bezettingen, „ in deeze en andere Plaatfen der Spaanfche „ Nederlanden, buiten benadeeling nogtans „ van de kerkelyke en weereldlyke regten en „ vryheden van Koning Karel den III; die „ egter niet treeden zou in 't bezit dier Neder- j, landen, voor hy^ig, met de Staaten, door „ tusfehenkomst der Koninginne, verdraagen „ hadt,
|
|||||
1
|
|||||
348 VADERLANDSCHE LXVII.Boek;
|
|||||||||||
j/op. „ hadt, op den gemelden voet." By twee af-
Overkwartier van Gelderland, geheellyk, mids- gaders een gedeelte van Spaansch Vlaanderen zouden afgeftaan worden aan de Staaten, die ook bezetting zouden houden in Luik en Huy, tot dat zy, deswege, nader overeengekomen zouden zyn met den Keizer en het Ryk (^ ). Men vindt, dat Townshend de Staaten zeer zou gedrongen hebben, om zig, by dit Ver- drag , ook te verbinden, om het Huis van Oos- tenryk te doen Hellen in het volkomen bezit der Spaanfche-heerfchappye; doch dat zy zulks, voorzigtiglyk, van de hand geweezen hadden (z). Het Verdrag werdt, eerlang, ter weder- zyde, bekragtigd (ß). Doch het Engelfche Hof veranderde, kort hierna, zo merkelyk van maatregels, dat het, in verfcheiden' op- zigten, nimmer ter uitvoeringe gebragt werdt« Ook willen fommigen, dat Townshend dit Verdrag, zonder, ja, tagen last, geflooten hadt (£). Doch wat hier van zyn moge; de bekragtiging der Koninginne hadt 'er het ze- gel aan gehangen. XXV. Der Staaten van Holland en Zeeland, in aan- Verkiaa- merking neemende, dat deeze Landen, fe- Hofiand ^ert vee*e Jaaren> toegenomen waren in wel-
en Zee- vaart, door de overkomst van veele onderzaa- ïand, ten ten des Konings van Frankryk, die, om den voordee- Godsdienst, herwaards gevlugt waren, en Pranfche veelerlei handwerken medegevoerd hadden, |
|||||||||||
f
|
1
f
|
y") We* Dü Mont Corps Dipl. Tom. VHr. p. r. fi. 24.J«.
z) BolinbrokES Letters on Hiltory, Pol. II. f. 92,
«) Lamberti 'Tom. V. p. f,64. > |
|||||||||
(*]) BoLiNGBRQKBS Letters, rtl-ll f. 88,
|
|||||||||||
LXVH.Boek. HISTORIE. 349
beflooten, ten deezen tyde, by openbaaren I?0^
Plakaate , te verklaaren, dat zy alle deeze ------->
vlugtelingen en derzel ver kinderen zouden aan- viugte-
merken, als natuurlyke ingezetenen, die Brie- Hagen. ven van Naturalisatie of inboorlingfchap zou- den können verkrygen, wanneer zy ze begeer- den (c). Doch alzo deeze Brieven hen niet bevoegd maakten, tot het bekleeden van aan- zienlykeampten, ten ware hun zulks uitdruk- kelyk vergund was, door de hooge Overheid (_d), fchynen zy maar zeldzaam begeerd, en, hier te Lande, daar het Burgerregt in de Ste- den , ook door Vreemdelingen , verkreegen kan worden, van kleine nuttigheid gerekend, te zyn (e). Dealgemeene Staaten gaven, in 't jaar 1715, egter een diergelyk Plakaat uit, als die van Holland en Zeeland, reeds te vooren, gedaan hadden (ƒ). En alzo men, in Frank- ryk, niet gehengen wilde, dat de vlugtelingen eenige goederen uit dit Ryk, hun uit kragte van Huwelyks voorwaarden, uiterfte willen of eenigen anderen hoofde toekomende, naar zig namen, geboodt men, ook hier, dat die van Frankryk geene aanfpraak altoos zouden mo- gen maaken, op de goederen der Franfche Vlugtelingen hier te Lande, 't zy uit hoofde van Huwelyks-voorwaarden, erfenis by uiter- Iten wil, of erfenis zonder uiterften wil (g): 't welk veel toebragt, om de bezitting deezer vreemdelingen in 't Land te houden. Doch de
|
||||||||
'
|
||||||||
c~) ZU Groot Plafcaatb. V. Beil, U. 73, 11R1.
d) Pbiez Suppïem. au Corps Dipl. Tom. III All. p. 76.
O 3 P'id. C. v. Bynkersiioek Quajft. Jur. pul>I. Lihr, U.j Cap. XI. p. 2Ór). (ƒ) «root-Plakaatb. V. Deel, il. 87. (jt) Crooc-Plakaacb. V. Dsei, l/l. 74. |
||||||||
35o VADERLANDSCHE LXVU.Boek,
,rop, de Vrede, die in 't jaar 1713 geflooten werdt,
------- deedt deeze wederzydfche ftrengheden gedeel-
telyk, ophouden,
xxvi. De Vredehandeling met Frankryk was, het Vervolg gantfche jaar, meer ofmin, leevendig gehou- der.han- den door brieven, die de ïorcy en Rouillé ^dinge fchreeygjj aan den Heere van Petkum, en die , Frankryk. door hem, vertoond werden aan den Raad- penfionaris ( h ). Ook hadt Petkum een' keer gedaan naar 't Franfche Hof, gelyk wy reeds gemeld hebben. Van hier, in den Haage te rug gekomen, bragt hy eenige voorflagen me- de, ftrekkende, om de drie Wintermaanden te befteeden tot handeling over eene algemee- ne Vrede, zonder dat men meer fpreeken zou 's Ko van voorafgaande punten (_i). Hy ftelde voor, nings „ dat de Koning het zevenendertigße der ont- voordag. J9 worpen' punten, waarby men verklaarde dat „ de Wapenfchorfing tot het fluiten en bekrag- „ tigen der Vrede ftondt verlengd te worden, „ mids Koning Karel eerst in 't bezit gefield „ werdt van de gantfche Spaanfche heerfchap- „ pye, niet zou können naarkomen, al hadt „ hy 't fchoon getekend. Dat de andere pun- „ ten, door de Bondgenooten, alleenlyk, wa- ,, ren voorgeflaagen, om eene Wapenfchor- „ fing te voorkomen, die de toebereidfels tot „ den naderenden veldtogt vrugteloos gemaakt „ zou hebben. Dat deeze reden thans geene „ plaats hebben kon, alzo de Winter van „ zelf ftilfland van wapenen maakte; waar- „ om men de drie Wintermaanden behoorde „ te
(/») Orig. Misflve van den Raadp. Heinsiiis van 7. 10, ia
Oilolr. 1700. {i) Misfivenö/i boven van 4» 5, 36 A'oy. j Dcc. i;og. |
|||||
/
|
|||||
LXVII.BoEK. HISTORIE. 351
„ te befteeden, om van Vrede te handelen, i7Q9,
„ zonder meer te reppen van voorafgaande-------
„ punten. Dat de Koning zig aan het wezen
„ der ontworpen' punten houden zou, en al- „ leenlyk begeerde, dat men den vorm der- „ zelven veranderde; fchoon hy, voorheen, „ verklaard hadt, dat hy hieraan niet langer „ begeerde gehouden te zyn, dan de onder- „ handelingen in den Haage duuren zouden. „ Dat hy, op deezen voet, tegen den eerflen „ van Louwmaand aanftaande, in onderhan- „ deling wilde treeden, op zulk eene Plaats, „ als men, onderling, goedvinden zou te be- „ noemen (£)." Doch deeze voorflag, ter algemeene Staats- Aamer-
vergaderinge overwoogen zynde, werdt be- k'ngen vonden, af te wyken van den voet van hande- jjjjj ^ta* linge, dien men, tot hiertoe, gevolgd hadt. Men den zei- merkte aan „ dat de voorafgaande punten, ven, „ met Rouillé en de Torcy, ontworpen zyn- „ de, de Koning alleen zwaarigheid gemaakt „ hadt, in het zevenendertigfte punt, waarom „ men, federt, gehandeld hadt over een mid- „ del, om 's Konings zwaarigheid in dit punt „ op te ligten, terwyl men, uit zynen naam, „ van tyd tot tyd, verzekering ontving, dat „ hy de overige punten toeftondt. Dat Pet- „ kum alleen naar Frankryk gereisd was, om „ de zwaarigheid, in het zevenendertigfte „ punt gemaakt, te boven te komen. Doch „ dat men nu alle voorafgaande punten van „ de hand wees, en terftond in onderhande- „ ling
(A)Memoir. dt Mr. Prtküm. MS. M«mair. di Torcy,
Turn. II. p. 274. |
||||
352 VADERLANDSCHE LXVII.Boek;
1709. „ ling van Vrede treeden wilde. Dat hieruit
:-------„ bleek, dat het Franfche Hof nog niet ern- „ ftelyk geneigd was tot Vrede; maar veeleer
„ verdeeldheid en mistrouwen zogt te verwek- „ ken, onder de Bondgenooten en in den „ Staat." Alle welke aanmerkingen overge- fchreeven werden aan de Staaten der byzonde- re Gewesten, met bygevoegde vermaaning, om den oorlog ernftelyk door te zetten, en alles in gereedheid te brengen tot het tydig openen van denaanftaandenveldtogt. De Bond- genooten werden hiertoe ook fchriftelyk aan- gefpoord: in 't byzonder, haare Majefteit van Groot-Britanje (l), die, terftond, antwoord- de „ dat zy zig verheugde, dat Frankryks on- „ trouw, eindelyk, ontdekt was:" daarby voe- gende „ dat zy, zo wel als de Staaten, gezind „ was, tot het voortzetten van den oorlog, „ en het fpoedig openen van den veldtogt: „ waartoe zy ook de andere Bondgenooten „ wilde opwekken («)." XXVII. Zo dra kreeg het Franfche Hof geene ken- Nieuwe nis van deeze befluiten der Koninginne en der voorüag staaten, of men veranderde 'ereenigzins van Frankryk.toon' De Refident Petkum ontving, in 't 1710. begin van Louwmaand des jaars 1710, een
ve deTorcy (n), behelzende „ dat, fchoon de
„ Koning, zyn Meester, niet meer verbonden „ was aan de voorflagen, doorhem, te voo- „ ren
(J) Refol. Gener. Sattathi 14 Hu. two- MS. Lambert!
Tom. V. p. 316, 459. Tindal Vol. VIII.'[or XXIII.] p. 29B— 314* O») Misfive (Je la Reise de Is Grande Bretagne du 23e dt. OU
cimhrt 1709. 00 Misfive vm den Raidp. Heinsjus yen 9 jfü'11. 171*.
|
||||
LXVII. Boek. HISTORIE. 353
„ren gedaan, zo drä dezelven, door zyne
j, vyanden, verworpen waren; zyne Majesteit „ egter, uit eene opregte begeerte naar d? „ algemeene rust van Europa, zig nog wel „ op den zelfden voet wilde verdraagen, zo „ de Vorflen en Staaten, die tegen hem in ,, oorlog waren, eene Plaats en Gevolmagtig- „ den benoemen wilden, tot het handelen o- „ ver, en tekenen van eene Vrede, welker j, voorwaarden zyn zouden 1. dat de Koning, „ terftond na het tekenen der Vrede, den „ Aartshertog Karel erkennen zou voor Ko- „ ning van Spanje en van alle de Spaanfche „ bezittingen, beide in de oude en nieuwe „ weereld, met uitfluiting alleenlyk van die „ Staaten en Landen, welken de Koning van „ Portugal en de Hertog van Savoje, by de „ Verdragen, gemaakt met den Keizer en des- „ zelfs Bondgenooten, voor zig bedongen had- „ den, en van de Plaatfen, die de Aartsher- „ tog beloofd hadt, den Staaten der Veree- „ nigde Gewesten te zullen overlaaten. Dat „ hy, ten zelfden tyde, zynen Kleinzoon al- „ len onderftand onttrekken zou, zonder hsm, „ hierna, eenige hulpe toe te zenden; zullen- ,i de hy, ter verzekeringe hiervoor, denStaa- „ ten vier van zyne Plaatfen in Vlaanderen in „ handen ftellen. Voorts, zou hy belooven, „ dat de Spaanfche heerfchappy, in en bui- „ ten Europa, nimmer aan Frankryk komen, if en dat zyne onderdaanen nimmer op de In- „ dien vaaren of handelen zouden, met zyn „ verlof, a. Dat hy zig zou vergenoegen met „ het bezit der Elzas, in gevolge der Mun- „ fterfche Vrede, Straatsburg, Kehl en Bri- XVH. Deel. Z », fak |
||||
354 VADERLANDSCHE LXVII.Boek.
17io. „ fak te rug geevende, en Landau laatende
------ „ aan 't Duitfche Ryk; ook doende flegten de
„ Vestingwerken, welken hy, langs den Ryn-
„ kant, van Bazel af tot Filipsburg toe, op- „ geworpen hadt, en den Landgraaf van Hes- „ ien-Kasfel herftellende in 't bezit van Ryn- „ felds. Voorts, zou hy den Koning van „ Pruisfen en den Keurvorst van Hanover er- „ kennen, en gedoogen, dat het vierde punt „ der Ryswykfche Vrede nader onderzogt „ werdt. 3. Dat hy Koningin Anna en de Pro- „ teftantfche opvolging op den troon van Groot- „ Britanje erkennen, Terre-neuve te rug gee- „ ven, en Duinkerken liegten zou: ook toe- „ ftemmen, dat de Koning van Engeland" [dat is, de Pretendent] „zyn voorneemen „ om Frankryk te verlaaten uitvoerde, zo dra „ de Vrede getekend zou zyn. 4. Dat hy aan de „ algemeene Staaten tot eene Barriere affïaan „ zou alle de Plaatfen, opgeteld in het tviee- „ entwintigfle der voorafgaande punten , te „ weeten Veurne, 't Fort de Knokke, Mee- „ nen, Yperen, Rysfel, Doornik, Condé en „ Maubeuge; doende voorts zyn Krygsvolk „ trekken, uit de andere Plaatfen der Neder- „ landen, welken nog voor den Koning van „ Spanje hielden, en welken den Aartsherto- „ ge in handen gefield zouden worden. Ook „ zou hy den Staaten de begeerde voordeden „ in den Koophandel toeftaan. 5. Dat hy den „ Hertoge van Savoje toeftaan zou, 't gene „ de Bondgenooten voor hem gevorderd had- „ den, mids de Keurvorften van Keulen en „ Beieren ook in 't bezit hunner goederen en „ waardigheden herfteld werden. Dat alle " » dee-
|
||||
LXVII. Boek. HISTORIE. 355
„ deeze voorwaarden zouden uitgevoerd wor- 171a,
„ den, terftond na de bekragtiging der gefloo- -----*
„ ten' Vrede, om welke te treffen, men den
„ tyd, die voor 't openen van den aanftaanden ,, veldtogt verloopen moest, befteeden zou. „ Doch zo 's Konings aanbiedingen niet aange- „ nomen werden, rekende hy zig ontflaagen van „ alle verbindten is (V)," De Heer van Petkiim gaf zig veel moeite, Verfchil
om dit ontwerp den Leden der hooge Regee- onder de ringe en den voornaamften Gezanten der Bond ^™yS" genooten fmaakelyk te maaken. Hy deedt den zei« zelfs een' keer naar Amfterdam, om, ware 't ven. moge!yk,de ftem deezer magtige Stad te win- nen. Hy hieldt hier een mondgefprek met den Penüonaris Buys. Doch hy flaagde niet, in zyn oogmerk. Men meende, hier, dat Frank- ryk te ver afweek van de ontworpen' punten, de Vrede begeerende te fluiten, zonder dat men verzekerd was, Hat de Hertog van Anjou af- ftaan zou van de Spaanfche heerfchappye. Men neigde, derhalve, fterk tot het voortzetten van den oorlog. Doch andere Gewesten, en Utrecht in 't byzonder, waren zeer gezet, op het vervolgen der Vredehandelinge. De Staa- ten van Utrecht, onder welken, zo fommigen meenden, de Franfchen heimelyk gewerkt had- den, waren zelfs in overleg, om cene aan- zienlyke bezending te doen naar den Haage, en ter algemeene Staatsvergaderinge te ver- klaaren, dat zy de kosten des krygs niet lan- ger zagen goed te maaken. Men kreeg 'er, in den
O) Copie du Plan enyoyé k Mr. de Petkum per Mr. de Tor,
ry. MS, 1'uUz ausji Lamberti Tom, VI. p> J. Z 2
|
||||
35'6 VADERLANDSCHE LXVII.Boek.
1719. den Haage, de lugt van, en vaardigde den
i-------I leer van Weideren af naar Utrecht, om zulk
eene bezending, die zekerlyk veelgerugtsmaa-
ken moest, te ontraaden. Doch zyne poogin- gen waren vrugteloos. De Afgevaardigden van Utrecht kwamen in den Haage. Maar eer zy ter algemeene Staatsvergaderinge gehoord wer- den, fprak men hen afzonderlyk, en bragt, eerlang, te wege, dat zy naar huis keerden, zonder hunnen last geopend te hebben. De voorflagen van Frankryk werden, midlerwyl, overwoogen. Men vondt zwaarigheid , om zig, omtrent het punt van den afftand van Spanje, tot na het fluiten en bekragtigen der Vrede, te verlaaten op het bloote woord van Frankryk. Ook werdt opgemerkt dat de Koning zig niet verbondt, om maatregels te beraamen met de Bondgenooten, door middel van wel- ken, zyn kleinzoon zou können verpligt wor- Menwystden, tot den gevorderden afftand. Men be- dien van floot dan, eenpaariglyk, de Franfche voorfla- de hand. gen van ^e nan(j te Wyzen. Men gaf Petkum te verdaan, dat men niet in onderhandeling zou können treeden, ten ware Frankryk zig hieldt aart de voorafgaande punten, op het zevenendertigfte na, waaromtrent men nader Nadere zou können overeenkomen. Petkum fchreef uitbie- zulks aan de TorcyQo), die, terftond, ant- ding des W00rdde „ dat de Koning, zyn Meester, zig fthêtt » begeerde te houden aan de voorafgaande Hofs. v punten, waarin men geene veranderingen „ maaken zou, dan die, door de omftancÖg- „ he-
(p "> Copie de ï* Lett« ie Mr. Petkuta 4 Mr. de Toicj <*l
21 Jany. 1710. ^IS. " . |
||||
LXVII.BoEK. HISTORIE. 357
„ heden, ten tyde der uitvoeringe, gevorderd 171«,
„ zouden worden. Zelfs zou hy, omtrent het —— „ zevenendertigfte punt, den Bondgenooten ,, zulke voorfligen doen, dathy niet twyfel- a, de, of men zou eikanderen, deswege, lig- „ telyk verftaan, zo dra men goedvondt, in „ nadere onderhandeling te treeden," waartoe hy Rotterdam, Delft, Leiden, of allerliefst den Haage verkiezen zou, daar de Raadpenfiona- ris Heinfius, de ziel der raadpleegingen, by der hand zyn kon (^). De Raadpenfionaris kreeg kennis van deezen voorflag, op den twee- den van Sprokkelmaand (V). Men befloot,te An> antwoorden „ dat, zo de Koning de overige woord „ voorafgaande punten toeftondt, men, over °^j Staa* „ het zevenendertigfte, in onderhandeling zou Fraiifcryk „ können treeden, te Antwerpen of te Brus- neemt da „ fel: waarna men, in den Haage, aan de al- vooraf- „ gemeene Vrede zou arbeiden." De Torcy ^™im fchreef, hierop, eindelyk „ dat de Koning de aan> op „ voorafgaande punten aannam, zo als ze la- één na, „ gen, op het zevenendertigfte na, waarover „ men in onderhandeling treeden zou; doch „ niet in de Spaanfche Nederlanden; maar te „ Breda, te Bergen op zoom, of in eenige „ andere Stad onder 't gebied der algemeene (,, Staaten (V)." Maar men vondt niet geraa- den, hem hierin te wille te zyn. De Staaten Men be^ beftemden,eerlang, met bewilliging der Bond- fluit te genooten, Geertruidenberg tot de handel- geertrui- plaats denl>erS f?) Reponfe de Mr, de Torcy du ap fnnv. Ijflp. NS.
(O -Misfiven van den Raadp. Heinsius yan 82 Febr. 1710. (O Leur. de Mr. l'etkum du 13 & 23e £? dt Mr. dt Torcy 4s i?e 20e $? 2.7s Fei/r. 1710. MSS. |
|||||
i
|
|||||
553 VADERLANDSCHE LXVII.Boek.
|
|||||
ï7io. plaats (0, die, op de grenzen van Holland,
------en verre van den Haage gelegen, niet zo veel
in han- gelegenheid liet tot de heimelyke handeling der
deling te Pranfchen onder de Regenten en onder 't volk (u). De Maarfchalk d Uxellcs en de Abt de Pollgnac werden, door den Koning van Frank- ryk, benoemd tot de handeling. De Heeren Buys en van der Dusfen, die, van wcge de Staaten, naar Geertruidenberg gingen, ontvin- gen de Fninfcben in een Jagt aan den Moer- dyk, en hielden hier vericheiden geiprekken met hen (v). 't Verflag, welk zy, hier van den elfden van Lentemaand, in den Haage, Gefprek deeden, liep op deezen zin : „ Dat de Gevol- met de n magtigden van Frankryk hen hadden zoe- fchen »» ^en te overtingen, dat de Bondgenooten aan den »» belang hadden, om eene afzonderlyke Vre- Moer- „ de te maaken met den Koning, hijnnen <tyIc' „ Meester, met uitfluiting van Spanje; zynde „ zyne Allerchristeiykfte Majesteit genegen, om „ zig, op de plegtïgile wyze, te verbinden, „ en zelfs eenige Steden van verzekering in „ te ruimen, tot gernstftelling der Bondgenoo- „ ten, dat hy zynen Kleinzoon, op geener- „ hande wyze, onderileunen zou. Dat zy, „ Afgevaardigden der Staaten, hierop geant- „ woord hadden, dat de Bondgenooten, naar „ 't hun toefcheen, zulk een' voorflag niet ge- „ reedelyk omhelzen zou Jen, na dat zy dien „ reeds eens van de hand geweezen hadden. „ 'tKwam hier aan op de herftelling van het „ Huis
(OLambf.rti "out. VI. p. a—io, 15. Tiniml Vel. VIII.
.£orJÓCHI.]/>. 375—379, 3«i-
' (») Memoir. ric Tocicy, lern. IJ. p. yi.
(_y) Memoir. de ïorcy, Tim. ]!.ƒ>. 2Ö7 £' fuiv.
|
|||||
LXVILBoEK. HISTORIE. a59
„ Huis van Oostenryk, in het bezit van het 1710.
„ Ryk van Spanje, waarin de Koning zynen ------
„ Kleinzoon geplaatst hadt; waarom zy wat
„ meer verwagten zouden , dan bloote belof- „ ten van zig daartegen niet te zullen kanten; „ zynde de geheele weereld overtuigd, dat ., zyne Majesteit, hiertoe, zo 't hem waarlyk „ ernst ware, veel kragtiger kon medewerken: „ gelyk hy ook hadt doen hoopen. DatdeGe- „ volmagtigden van Frankryk, zig gelaaten- „ de, als of zy niet wisten, dat de Koning j, meer beloofd hadt, dan zy nu aanbooden, j, na herhaalde fterke verzekeringen van 's Ko- „ nings opregte begeerte tot Vrede, eindelyk, „ betuigd hadden, dat het onmogelyk zyn zou, „ zyne Majesteit immer over te haaien, om „ zynen Kleinzoon den oorlog te verklaaren, „ of eenige geweldige maatregels tegen hem „ te neemen; dat het eenig middel, om Ko- „ ning Karel te toen ftellen in 't bezit der ,, Spaanfche heeifchappye, was de afftandvan „ een gedeelte derzelve aan Koning Filips, „ wien men, door het overgeeven der ICo- „ ningkryken van Napels en Sicilië, zou kon- „ nen beweegen, om het overige aan den „ A'irtshertoge af te ftaan; dat men, hierdoor „ alleen, het itorten van meer bloeds zou kon- „ nen voorkomen, en dat, gelyk het lot der „ wapenen onzeker was, de Bondgenooten zig j, zouden können genoodzaakt vinden , om „ vrede te maaken, op nadeeliger voorwaar- „ den, dan hun nu werden aangebooden. Dat „ zy, Afgevaardigden der Staaten, hierop, „ vertoond hadden, hoe zulk eene verdeeling „ ftreedt met de Verdragen, door de Bond- 24 » ge-
|
||||
§fc VADERLANDSCHE LXVÏLBger,
l/i». » genooten met eïkanderen geflooten, en zelfs
t------ „ met de voorafgaande punten, omtrent welr
„ ken men in den Haage overeengekomen was 5
„ zynde zy alleenlyk gezonden,om tehooren , ,, wat men aan te bieden hadt, in de plaats van „ het zevenendertigfte dier punten, waarover „ de Koning niet voldaan was, en hebbende „ zy geenen last, om op eenige andere zaa- „ ken in onderhandeling te treeden:" waarme- de het gefprek was afgebroken (w). XXVIII. 't Verflag der Afgevaardigden, door de Ge^ Bedsn- zanten der Bondgenooten in den Haage, en op" den door de byzondere Gewesten overwoogen zyn- voorflag de, oordeelden fommigen, dat men niet uit van ' den oorlog zou können geraaken, zonder dat Frank- meH den Hertoge van Anjou een gedeelte der ryk;- Spaan fche heerfchappyen afftondt. Die van Utrecht in 't byzonder merkten aan, dat men nog geen meester was van de gantfche Spaan- fche Mogendheid; en dat een gelukkige veld- togt zelf, fchoon men 'er al eenige Plaatfen in veroverde, gantsch Spanje en de Indien niet zou können doen vallen in de magt der Bond- genooten. Docli de meeste Gewesten verftou- den, dat de Spaanfche heerfchappyen onver- deeld behoorden te blyven. Zy werden in dee- ze gedagten verflerkt, door den Graave van SinzendoriF, die den Hertoge van Marlbo- rough en den Raadper,üonaris Hekfius een gefchrift ter hand ftelde, waarin hy, met ver- fcheiden.' redenen, beweerde „ dat Frankryks „ voorflag, om Napels en Sicilië af te ftaaa. |
|||||
(ie) yokz Lamberti Tom, VI. f, jg,
|
|||||
IXVILBoek. HISTORIE. 361
„ aan den Hertoge van Anjou, onredelyk was, i7i0,
„en vol zwaarigheden ftak, en dat'er het Huis -------
„ van Oostenryk nimmer in zou können bewil-
„ ligen." Ook werden 'er andere fchriften ver- fpreid onder 't gemeen; waarin dezelfde ftellin- gen gedreeven werden (je). Midlerwyl, hadden de Franfchen nieuwen Verdere
last ontvangen van den Koning: en hierop be handc- geerd, in nadere onderhandeling te komen ^ger" met de Gevolmagtigden der Bondgenooten: trujdë«. doch alzo Geertruidenberg hiertoe wat onge- berg, legen was, verzogten zy, dat men, nader by den Haag, en te Delft of te Leiden, byeen- komen mögt (y). Doch op dit laatfte werdt niets beflooten. De Heeren Buys en van der Dusfen keerden, den twintigften van Lente- maand, wederom naar Geertruidenberg, al- waar de Franfchen, midlerwyl, gekomen wa- ren. Men hieldt, twee dagen agtereen, ver- fcheiden' byeenkomsten. De Franfchen her- haalden hunnen jongden voorflag. Doch na dat deeze, op nieuws, van de hand geweezen was, floegen ze verfcheiden' ontwerpen van verdeeling der Spaanfche heerfchappye voor. Eerst vorderden ze Napels en Sicilië voor Ka- ning Filips: toen Arragon. Vervolgens floe- gen ze, als uit zig zelven, voor, dat men Sici- lië zou können verwisfelen, tegen de Staaten van eenen anderen Vorst, dien zy niet noem- den. Toen fpraken ze van Napels, Sardinië en de Spaanfche Plaatfen op de kust vanToska^ ne. Einde] yk, zeiden ze, dat Filips zig verge-> *) VaUz Lambhrti Tom. VI. fi. 17, 37,
y) Memoir, de Torcy, Tm. II. f. 303, |
|||||
Z§
|
|||||
$62. VADERLANDSCHE LXVIï.Bosk,
1710. noegen zou met Sicilie, Sardinië en de Plaat-
—— fen op de kust van Toskanè. Doch een der Gevolmagtigden voegde hierop, dat de ande- re , die 't woord voerde, zig verfprak, en Si- cilie genoemd hadt, in de plaats van Napels, De Staatfchen toonden zig verwonderd, dat men nog niet gewaagde van een middel van verzekering, in de plaats van het zevenender- tigste der voorafgaande punten, volgens de be- lofte des Konings. Zy voegden 'er by, dat zy, aüeenlylc hierover, en niet over een ontwerp van Verdeelinge in onderhandeling konden tree- den. De Franichen gaven, hierop, eindelyk, toe „ dat, zo men tot eene verdeeling ver- „ ftaan kon, zy de voorafgaande punten zou- „ den naarkomen, mids de wapenfchorfïng „ duurde, totophet fluiten der Vrede." Doch zy voegden 'er by „ dat zy nimmer de wapenen „ zouden können opvatten, tegen den Herto- ,, ge van Anjou." Was, beflooten ze, "t voor- gefielde niet voldoende; de. Bondgenootcn mogten vorderen, V gene zy verder raadzaam oordeelden. Met dit befcheid, keerden de Afgevaardigden wederom naar den Haage (z). xxix. De voorflagen van Frankryk werden, hier, Raad- 0p nieuws, overwoogen. Sommige Leden van pieegm- ^n §ta3t neigden zeer tot eene Verdeeling, ten " Doch de Graaf van Sinzendorff hieldt hun liaage. voor „dat Frankryk, Napels of Sicilie vorde- „ rende voor zynen Kleinzoon, meester zogt „ te worden van den Koophandel in de Mid- „ dellandfche zee, en in de Levant. Dat hier- „ door
(~) Prop»r. faitcs /><rHcs M!n. de Ia France Ie 21e &zitiis
Blais 1710. MS. LaMuerh ism. VI. p. 40, 41. j |
||||
LXVII.BoEK. HISTORIE. 363
3, door den twee takken van het Huis van Oos-
„ tenryk de onderlinge gemeenfchap zou af- „ gefneeden worden. Dat Spanje in zig zelf „ uitteeren zou, en eindelyk vervallen in de „ handen der Franfchen. Dat Frankryk, met „ dit alles, nog niet fprak van middel om de „ Bondgenooten te verzekeren van de vervul- „ liug zyner belofte. Dat men, hierom, niet „ weeten kon, of de Hertog van Anjou zig „ met de ontworpen' Verdeeling te vrede hou- „ den, en Spanje ruimen zou, of niet. Dat „ 'er zelfs op eenen plegtigen afftand van dee- „ zen Vorst zoo weinig ftaat te maaken was, „ ais op diergelyken, door Frankryk, by ver- „ fcheiden' Verdragen, federt het Pyrenee- „ fche, gedaan. Dat de Koning nog bezig was, „ in het daadelyk onderfleunen van zynen „ Kleinzoon, metkrygsvolk en wapenen, met „ geen ander oogmerk, dan om de Bondge- „ nooten te doen gelooven, dat het hem on- „ mogelyk ware, dien Vorst te verdryven uit „ Spanje, en dat hy, hierom, genoodzaakt „ was, het zevenendertigfte der voorafgaande j, punten van de hand te wyzen. Dat 'er, ein- „ delyk, maar twee wegen waren, om aan „ een gelukkig einde van zaaken te geraaken, „ of het voortzetten van den algemeenen oor- „ log, beide tegen Frankryk en den Hertoge „ van Anjou, tot dat men deezen uit Spanje „ verdreeven, en Koning Lodewyk genood- „ zaakt zou hebben, af te zien van het onder- „ fteunen zyns Kleinzoons; of het fluiten van „ eene afzonderlyke Vrede met Frankryk, en „ het voeren van den oorlog tegen Anjou al- t) leen: voor welken laatften weg, hy verklaar- „ de,
|
||||
564 VADERLANDSCHE LXVII.Boeic,
|
|||||
1710. v de, meest te neigen, behoevende men,zyns
„ over te voeren naar Katalonie, waarna men „ Anjou, in dénen veldtogt, zou können ver- „ dryven uit Spanje." Doch men merkte hier- tegen aan, dat Spanje flegts voor een geraam- te der Spaanfche heerfchappye gerekend kon worden; en dat de Spaanfche Indien, het bes- te deel dier heerfchappye, nog veroverd zou- den moeten worden, na dat Spanje gewonnen ware: 't gene geweldig veel gelds en volks zou moeten kosten (0). Konfn- De Koningin van Groot - Britanje fchreef, gin Anna midlerwyl „dat zy gaarne bewilligen zou in betTÜr » ^e maatrege^s •> welken de Bondgenooten voorafl „ zouden goedkeuren, om eene heilzaam© zonder- M Vrede te verkrygen: doch datzyverftondt» jykehan- ^ dat men ze, niet dan met geraeene toeftem- desfchen » ™n§» behoorde te fluiten, gel-yk de oorlog Frankryk » °°k zo gevoerd was, könnende, in geval en de M van een afzonderlyk Verdrag met één dei' Staaten. Bondgenooten, de overigen niet verpligt „ worden, om voor het onderhouden der n Vrede borg te ftaan, waardoor dezelve, „ terftond, op fchroeven gefield zou wor- „ den (£)." Uit welk fchry ven, kon afgeno- men worden, dat haare Majesteit voor afzon- derlyke handeling tusfcher. Frankryk en de Staa- ten bedugt was. X\X. Men raadpleegde nog, in den Hange, op Nadere den voorflag der Franfchen, toen Petkum, een* voorflag keer gedaan hebbende naar Geertruidenberg» *M "an" nieiv r«) Lambbrti 7*0»!. VI. p. 41—49»
f *5 Umberti Jw». VI. p. 49. |
|||||
LXVILBoEK. HISTORIE. 365
|
||||||||
nieuwe poogingen deedt, om Marlborough, 171»;
SinzendorfF en den Raadpenfionaris Heinfius |
||||||||
te doen bewilligen, in de aanbieding van het fchen
Franfche Hof. De Hertog van Marlborough, ™"d|^e 't zy, om dat hy Frankryk mistrouwde, of om iing det dat hy de Bondgenooten niet handelbaar ge- Spaan- noeg oordeelde (c), wanhoopende aan eenen fche goeden uitflag der handelinge, begaf zig, kort JyJjJ^ hierop, naar 't Leger in de Nederlanden. De py6( Gevolmagtigden der Staaten , Buys en van der Dusfen, waren, midlerwyl, wederom naar Geertruidenberg gekeerd, alwaar de Franfchen nufpraken van eenen aflïand van Napels en van de Plaatfen op de kust van Toskane, of van het Koningkryk van Arragon aan Koning Filips, zonder meer te reppen van Sicilië of Sardinië. Doch zyeischten tevens verzekering, Hand*. voor het naarkomen der voorafgaande punten, ,«"s Mac» van de zyde der Bondgenooten: 't welk dën over* Staatfchen, gekomen om hun zulk eene ver- zekering af te vorderen, zo vreemd voorkwam, dat zy niet fchroomden hun, rondlyk, te ver- klaaren „ dat de Bondgenooten wars waren „ van zulk eene wyze van handelen; en dat „ zy, over de voorgeflaagen' punten, eene „ juiste, duidelyke en onderfcheiden' verklaa- „ ring, van de zyde van Frankryk, verwagte- „ den, of anderzins alle onderhandeling zou- „ dèn afbreeken." De Franfchen verzogten tyd, om nog eens aan hun Hof te moogen fchry- ven. Veertien dagen verliepen 'er omtrent, eer zy den Raadpenfionaris kennis gaven, dat zy antwoord bekomen hadden, en op nieuws in
CO See Boungsrokbs Lettres on Hiftory, Fol. II. p. <%i
|
||||||||
3*6 VADËRLANDSCHE LXVII.Boek,
i?io. in befprek begeerden te komen. Zy begeer-
:—■— den, wyders, dat de Staatfche Gevolmagtig- den wedéro h naar Geertruidenberg gezonden werden: doch niet zonder last om te antwoor- den , op 't gene hun, laatftelyk, van wege het Franfche Hof, gevraagd was. De Heeren Buys en van der Dusfen, op nieuws in gefprek ge- komen met de Franfchen te Geertruidenberg , . , vonden, tot hunne groote verwondering, dat zy niets voor te flaan hadden, behalve 't gene zy, te vooren, hadden voorgeflaagen, waarop zy 't antwoord der Bondgenooten verklaarden te zullen af wagten. De Staatfchen beklaagden zig, over de kleine opregtheid van het Fran- fche Hof, vraagende, wyders, waar de verze- kering bleef die men hun, zo dikwils, en mon- deling en fchrifcelyk, beloofd had, in de plaats van het zevenendertigfte der voorafgaande pun- ten ? Zy voegden 'er by, dat de Legers in 't veld waren, en dat het hun toefcheen, dat men zig, vrugteloos, langer ophieldt met han- delen. De Franfchen hernamen, dat zy ver- fcheiden' openingen tot Vrede gedaan hadden, en vreemd vonden, dat men niets voorfloege, van de zyde der Bondgenooten. Men fcheidde dan wederom, zonder eikanderen iet nader ge- komen te zyn. Hierop werdt, in den Haage, beflooten, dat men den Franfchen, door den ReüdentPetkum, zou doen aanfchryven „dat, „ naardemaal zy niets meer voor te ftellen, en „ de Bondgenooten hun niets anders te zeggen „ hadden, de onderhandelingen vrugteloos wa- „ ren." Men was egter nog niet gezind, om dezelven af te breeken, waarom men den Hee- re Petkum uitdrukkelyk gelast hadt, van geen |
||||
LXVII. Boek. HISTORIE. 36r
bevel om te vertrekken gewag te manken. Ds 1711»;
Franfchen antwoordden hem, op den vierden -------
van Bloeimaand „ dat zy, niet nieuws hebben-
„ de voor te Hellen, de wederkomst der Af- „ ge vaardigden zouden verwagten, of om zig „ nader te openen, dan zy gewoon waren, of „ om hun hun affcheid te geeven." Doch men vondt, in den Haage, onnoodig, de Afgevaar- digden, op zulk een'voet, wederom naar Geer- truidenberg te zenden (<ƒ). Petkum gaf 'er den Franfchen kennis van, die hem fchreeven „dat „ zy zig dan gereed zouden maaken tot hun „ vertrek." Men hieldt toen de handeling voor afgebroken, Doch 't leedt niet lang, of de De Fraa- Franfchen fchreeven den Raadpenfionaris, dat fchen zy bevel ontvangen hadden, tot het doen van êeeven eenige nieuwe voorllagen, en de wederkomst nieuwe der Afgevaardigden verzogten. Men liet de te willen Heeren Buys en van der Dusfen dan wederom voor- naar Geertruidenberg keeren, tegen 't einde fl8au' van Bloeimaand. De Franfchen ftelden nu voor „ dat Koning Filips zig te vrede houden „ zou met Sicilië, Sardinië en de Plaatfen op „ de kust van Toskane." Men vraagde hun , „ of zy den Bondgenooten eenige verzekering „ konden geeven, dat de Hertog van Anjou „ Spanje en de Indien aan Koning Karel af- ,, ftaan zou?" Doch hierop kwam geen, of donker antwoord. De Afgevaardigden herna- men „ dat men langs hoe duidelyker zag, hoe „ 't Franfche Hof de handeling flegts leeven- „ dig hieldt, om 't volk den last des krygs te M ge-
(rf) Refol. Holl 29 April, 3 May 1710. MS. M ^five vim ihn
ftaadp. Heinsius van iy /lf»il, 6, 14, 17 Mcy 171». ya.i iltu 1'eult DS la B.iss&coua. yatt 29 jpiil ijio m ukäiren* |
||||
358 VADERLANDSCHE LXVII.BoEiCi
1710. „ geduldiger te doen draagen, niet uit een op-
é—— „ regt verlangen naar Vrede. Dat de Bondge* „ nooten, hierom, wel genoodzaakt zouden „ worden, tot het afbreeken der onderhande- „ lingen, die flegts zouden dienen tot het ver- „ wekken en voeden van argwaan." De Fran- fchen namen, hierop, aan, nog eens verflag te doen van 't gene 'er gehandeld was, en de Afgevaardigden keerden, ten zelfden einde, naar denHaageterug (e). Hande- Hier, oordeelde men, in eene byeenkomst ling met van <}e Gevolmagtigden der Bondgenooten, dat de Plaatfen in Toskane geenszins behoor- den afgeftaan te worden aan den Hertoge van Anjou. De Gezant van Savoje ftelde 't ge- vaar , welk Italië van zulk een' afftand te dug- ten hadt, leevendig voor. Ook zou,dagtmen, de afftand van Sicilië en Sardinië het Huis van Bourbon volkomen meester maaken van de Scheepvaart en Koophandel der Zeemogend- heden, in de Middellandfche zee. Men befloot egter "Petkum nog eens te zenden naar Geer- truidenberg, om nader te fpreeken met de Franfchen, die hem eenige hoop gegeven had- den, dat zy middelen zouden voordaan, om Koning Karel van 't bezit van Spanje en de Indien te verzekeren. Doch zyne reis werdt eenige dagen uitgefteld. Zekere du Puy van Geneve, voor deezen Onder-Gouverneur van den Prinfe van Oranje, hieldt zig, federt eeni- gen tyd, op te Geertruidenberg, daar hy, zo men meende, gebruikt werdt, om Petkums han-
CO Misfive van dt Heoren Büys en v.\n i/ER Dusssn vat*
i$ May 1710. Laüiberti Tom. VI. p. 49—55. |
||||
LXVIï.Boek. HISTORIE. 36*9
handelingen te dwarsboomen (ƒ): waarom 171«;
Heinfius deezen hadt aangezeid, dat hy, niet ■
zonder naderen last der Staaten, vertrekken
moest. In deezen tusfchentyd, ontvingen de Franfchen te Geertruidenberg, op nieuws, fchryvens van hun Hof. De Afgevaardigden toogen, op hun eerfte verzoek, zo zeer neig- de men in den Haage tot vrede, wederom naar de handelplaatfe. De Graaf van Sinzendorff wilde hen verzeilen; doch hy liet zig, door Prinfe Eugenius, beweegen, om 't voorbeeld van den Engelfchen Gezant Townshend te volgen, en den Staatfchen de handeling, voor eerst, geheellyk toe te vertrouwen. Men tradt dan , den zestienden van Zomermaand, op nieuws, in gefprek. De Franfchen verklaar- Zy vor- den „ dat zy van de Plaatfen op de Toskaan- deren, „ fche kust af Honden, en zig met den afftand sicute« „ van Sicilië en Sardinië aan den Hertoge van Sardinië „ Anjou vergenoegen zouden. Dat de Koning, alleen, „ hun Meester, allerlei redenen gebruiken zou, vo°r de» „ om zynen Kleinzoon te beweegen tot bewil- ?^S „ liging in deeze verdeeling: waartoe hy vier jou, „ maanden tyds begeerde. Doch, zo de Her- „ tog van Anjou zig, door 'sKonings redenen, „ niet beweegen liet, zou zyne Allerchriste- „ lykfte Majefteit den Bondgenooten zekere „ fomme gelds toeftaan, waarvoor hy goede „ verzekering zou geeven, te Amfterdam; kon- „ nende deeze fomme hun dienen, tot het „ voortzetten van den oorlog tegen den Her- „ toge van Anjou." Voorts begeerden zy, dat men hun opening deed« van 't gene de Bond-
(f) FoUz Lamberti Tom, VI. p. 53.
XVII. Deel. Aa
|
||||
g?o VAD^RLANDSCHE LXVILBoek.
1710. Bondgenooten, en vooral het Keizerryk verder
—— te vorderen hadden (g). Ant- De Afgevaardigden verflag van deeze nadere woord aanbieding gedaan hebbende in den Haage, op deezen verftondt men, eenpaariglyk, dat de Franfchen wande8 Bondgenooten zogten op te houden, of zyde der tot eene afzonderlyke Vrede met Frankryk te Bondge beweegen. Men befloot, vervoJgens, den Re- aooten. fident Petkum naar Geertruidenberg te zen- den , om den Franfchen te verklaaren „ dat „ 's Konings aanbieding van eene fomme gelds „ tot de kosten des krygs, in geval de Hertog „ van Anjou zig, binnen vier maanden, niet „ beweegen liet, om zig met den afftand van „ Sicilië en Sardinië te vrede te houden, niet „ kon aangenomen worden door de Bondge- „ nooten, die eene algemeene Vrede beoog- „ den, daar, uit het aanneemen van deeze „ aanbieding , flegts eene byzondere Vrede „ met Frankryk te wagten was. Dat de Bond- „ genooten, hierom, ftaan bleeven op de ont- „ ruiming van Spanje en de Indien, volgens „ de voorafgaande punten, en dat zy, zo hun „ dit. punt toegeftaan werdt, de handeling „ over de andere punten vervolgen wilden." Doch op deeze verklaaring kwam, in omtrent veertien dagen, geen duidelyk befcheid. De Franfchen gaven voor, naderen last te moeten afwagten (/{_). Eindelyk, fchreeven ze aan den Raadper.fionaris, dat zy, brieven uit Frankryk bekomen hebbende, wederom Afgevaardigden verzogten. Men vraagde hun, in antwoord, „ of zy verzekering geeven konden voor den „ af-
(g 1 Memoir. ift Torcv, Tom. II. /;. 340. SP fuiv.
(A) Lettre <it Mr. oe TäTKüM du 24 Juin. 171». |
||||
LXVIL Boek. HISTORIE. 371
„ afftand van Spanje en de Indien: alzo men, I7I«,
„ anderszins, eene nadere famenkomst voor _____
„ nodeloos hieldt." De Franfchen gaven voor
befcheid „ dat men flegts byeenkomen moest, „ en dat zy gelast waren, om de meening van „ den Koning, hunnen Meester, nader te ver- „ klaaren (/).": Elk, zelfs die van Utrecht, welken meest neigden tot het voortzetten der , handelinge, oordeelden toen , dat de Fran- fchen flegts tyd zogten te winnen, Nogtans, befloot men, de Afgevaardigden nog eens te laaten keeren naar Geertruidenberg, egtermet geenen anderen last, dan om te hooren. Zy traden met de Franfchen in gefprek, op den dertienden van Hooimaand, hun verklaaren- de, dat alle verdere handeling vergeefs zyn zou, zo zy zig niet duidelyker openden, over de ontruiming van Spanje. De Franfchen klaag- den, dat men den Koning, hunnen Meester, perfen wilde, om zig hierover te verklaaren, eer hy verzekerd kon zyn van de Vrede. Zy voegden 'er by, dat, zo de Bondgenooten be- geerden, dat zy zig naar huis begaven, men hun den dag van hun vertrek flegts voor te fchryven hadt. Eindelyk, begeerden ze nog eens te fchryven naar den Koning, beloovende het antwoord, welk zy ontvangen zouden, den Bondgenooten, terftond, te zullen mededee- len. Men vergunde hun, hiertoe, op hunne begeerte, veertien dagen tyds. Doch deeze Hevig- byeenkomst, de laatfte , welke te Geertrui- hei<* van denberg gehouden werdt, eindigde met eeni- wedprzy- ge hevigheden, van wederzyde. De Heer van laaVfte" der
(f) Lottr. da Marecb. d'Huxelles & dt l'Abb£ de Polignac
dn 98 JuUl. 1710.
A a a
|
||||
372 VADERLANDSCHE LX VIL Boek.
der Dusfen fchroomde niet, den Franfchen
te verwyten, dat zy ter kvvaader trouwe te werk gingen: waartegen- de Abt de Polignac de Staatfchen befchuldigde van ondankbaarheid jegens de Kroone van Frankryk (&). 't Leedt niet langer dan tot den twintigften , wanneer Huxelles en Polignac eenen brief lieten afgaan aan den Raadpenfionaris Heinfius, vervuld met klagten over de handelwyze der Afgevaardig- den, en eene uitvoerige verdediging van hun eigen gedrag; waaromtrent zy -zig zelfs op het oordeel der ingezetenen van Groot-Britanje en van den Vereenigden Staat durfden beroepen, 't Af breeken der onderhandelingen weeten zé den Bondgenooten alleen. Ook klaagden zy, dat men allerlei fchimpfchriften tegen Frank- ryk, ongeftraft, hadt laaten drukken en ver- fpreiden, en dat men zig niet had ontzien, de brieven, welken zy afzonden en ontvingen, te openen en te leezen. 't Slot was eene ron- de verklaaring „ dat zy zig niet vermoeijen „ wilden om eene handeling te doen aanhou- , den, welke de Bondgenooten wilden af bree- l, ken, om dat de Koning, hun Meester, zig ,, niet verbinden kon, tot het gene onmoge- „ lyk was, het veroveren van Spanje en de „ Indien op zynen Kleinzoon, in den tyd van |
|||||||||||||
byeeti-
komst te Geertrui- denberg. |
|||||||||||||
De Fran-
fchen
wyten
den
Bondge-
nooten
het af-
breekea
der han-
delinge.
|
|||||||||||||
■>■>
|
twee maanden (/)."
|
||||||||||||
Zo dra deeze brief, ter Staatsvergaderinge
van Holland , geleezen en overwoogen was, beflooten de Staaten van dit Gewest ,, dat „ men den Franfchen, door de Heeren Buys „ en
(O Lambf.rti Tom. VI. p. 55—Co. Hift. de Ia Paix d'Utr.
p. 149—168. TiNDAi m. VIII. [pr XXIII.J p. 381—401. Bü- liNGBRouRs Letters Vul. II. p. 98. (O VoUz Lamberti 'lom. VJ. f. 6a.
|
|||||||||||||
XXXII.
De SwtÊ. ten ver-
dedigen de han- |
|||||||||||||
LXVII.BoEK. HISTORIE. 373
„ en van der Dusfen, zou doen fchryven, 1710J
„ dat, naardemaal zy geen middel van ver--------
„ zekering voorfloegen voor de ontruiming deiwyze
„ van Spanje, en de Bondgenooten, zonder derB°nd- „ zulk eene verzekering, in geene nadere fee„ °0°^. „ handeling konden treeden; men berustte in ftandig- „ hunne verklaaring, dat hun verblyf tQ Geer- tyfc „ truidenberg , of in eenige andere.;'Plaats ,, van Holland, voortaan, nutteloos zyn zou." De algemeene Staaten voegden zig, zonder uitftel, naar dit befluit der Staaten van Hol- land (tw). Ook vonden zy, weinige dagen hater, geraaden , den Gezanten der Bond- genooten eene uitvoerige wederlegging van den jongden brief der Franfchen ter hand te doen dellen, die, zo wel als de brief, open- lyk, in druk kwam. Men wees, in deeze we- derlegging , aan „dat, de vyanden, federt „ eenen geruimen tyd, gezogc hebbende, in „ onderhandeling te komen , men , van de „ zyde der Bondgenooten, hierin,, niet hadt „ können bewilligen, zonder dat men, voor- „ af, eens geworden ware, over eenige pun- „ ten, die op eenen goeden uitflag der on- „ derhandelinge konden doen hoopen ; van „ welke punten het eerfte en voornaarnfte ge- „ weest was de afftand van Spanje en de In- „ dien aan Koning Karel den III. waarin Frank- „ ryk, zelfs voor de aankomst van Rouillé 3, en de Torcy, en voor het opftellen der ,, voorafgaande punten, duidelyk, bewilligd „ hadt. Dat men, hierom, geenszins vreemd „ vin-
(»0 Rerol. Gener. Bterc. 23 Julj 1710. ly LaMEE&ti Tom.
VI. f. 64. Lettre de Mrs. Buys en van dep. Dusssm au 2,1 dt *Juill. i?io. Aa 3
|
||||
374 VADERLANDSCHE LXVILBoek.
„ vinden moest, dat de Bondgenooten op
„ dit punt geftaan hadden; en dat zy volko- >} mene verzekerdheid hadden begeerd , dac „ het zou naargekomen worden. Dat de Bond- „ genooten hadden gemeend , deeze verze- „ kerdheid alleen te können vinden in het ze- „ venendertigfte der voorafgaande punten, it weïk'zyne Allerchristelyklte Majefteit niet „ had können toeftaan: waarom dit punt het „ onderwerp der onderhandelingen te Geer- „ truidenberg geworden was; in welken men „ zig voogefteld hadt, een ander middel te „ zoeken, waarin de Bondgenooten dezelfde „ verzekerdheid zouden können vinden, wel- „ ke zy zig, uit het gemelde punt, beloofd „ hadden. Dat de eerfte'vooriiag, om den „ Bondgenooten Steden van verzekeringe in „ de Nederlanden af te ftaan, niet hadt kon- „ nen aangenomen worden, om dat men zig, „ daardoor, zou hebben ingewikkeld gezien, f, in eenen afzonderlyken en onzekeren oorlog „ met Spanje. Dat de Gevolmagtigden van „ Frankryk , overtuigd, dat de Vrede alge- „ meen behoorde te zyn, zouden Spanje en „ de Indien , die Koning Filips nog bezat, j, afgedaan worden; twee middelen hadden „ voorgefteld, het een van bedwang, het an- „ der van overreeding; doch dat zy het eer- „ fte, als te hard voor Frankryk, van de hand „ geweezen hadden; en het tweede , insge- „ lyks , voor onuitvoerlyk gehouden , ten „ ware men hun een gedeelte der Spaanfche „ heerfchappye overgaf, waardoor Koning „ Füips bewoogen mögt können worden, „ om van het overige af te ftaan. Dat zy, „ ein-
|
||||
LX VIL Boek, HISTORIE. 375
„ eindelyk, verklaard hadden, dat zy zig met 171e,
„ Sicilië en Sardinië zouden te vrede hou--------.
„ den: 't welk, van de zyde der Bondgenoo-
„ ten, niet anders konnende verrtaan worden, „ dan dat Koning Filips zig dan door Frank- „ fyk zou laaten beweegen, om het overig „ gedeelte der Spaanfche heerfchappye aan „ de Bondgenooten af te ftaan; zo hadt men „ egter, eindelyk, met bevreemding, verno- „ men, dat de Gevolmagtigden van Frank- „ ryk zig hierop niet duidelyk hadden willen „ verklaaren , ja zelfs het tegendeel wilden „ fchynen te onderftellen: hebbende een van „ hun, fchoon, zo hy voorgaf, als zyne by- „ zondere meening, können goedvinden, te ,, vraagen, of men zig niet zou vergenoegen „ met een zekere fomme gelds, tot voort- „ zetting van den oorlog tegen Spanje? Dat „ de Bondgenooten, hierom, geoordeeld had- „ den, zig niet te moeten verklaaren op het „ omhelzen eener verdeelinge, voor zy Frank- „ ryks meenings nader hadden verftaan: ten „ welken einde, zy op den Heere Petkum be- „ geerd hadden, dat hy hierover fpreeken wil- „ de met de Franfchen; doch dat deezen, „ zonder zig nader aan hem te willen openen, „ verzogt hadden, op nieuws, in onderhande- „ ling te komen met de Afgevaardigden der „ Staaten; die, te Geertruidenberg gekomen, „ niet anders uit hun hadden können vernee- „ men, dan dat de eisih der Bondgenooten, „ aan 't Franfche Hof, duister en dubbelzin- „ nig gevonden was. Dat de Afgevaardigden „ hierop dien eisch nader verklaard hadden, „ daarbyvoegende, dat de Bondgenooten de A a 4 „ aan- |
||||
Z?6 VADERLANDSCHE LXVII.BoEit.
tfib. ii aanbieding van onderfhnd in geld, tot het
■ „ den aanneemen; alzo menelkandeten, noch j, over de begrooting der fomme, noch over j, de zekerheid der betaalinge , noch , ein- „ delyk? over de verzekering, dat Frankryk „ den Hertoge van Anjou op geenerlei wyze s, zou onderfteunen, zou können verftaan. Dat „ men, hieruit,zag, dat de Gevolmagtigden „ vaïi Frankryk, in hunnen brief, ten onregte, 4, onderftelden, dat de Bondgenooten allen on- „ derftand in geld, van welke natuur die ook „ ware, en met hoe veele verzekerheid de- „ zelve ook mögt gegeven wórden, van de „ hand geweezen hadden, hebbende men dee- }, zen voorflag alleenlyk geweigerd aan te nee- „ men, om dat dezelve de Bondgenooten nood- *, zaakte, tot eenen byzonderen oorlog met „ Spanje: 't welk vierkant ftreedt met hun oog- „ merk. Dat de Afgevaardigden , wyders, „ verklaard hadden, te verftaan, dat,,op de „ onderftelling, dat Sicilië en Sardinië afge- „ ftaan werden, de overige voorafgaande pun- 3, ten, zelfs het zevenendertigfte, in kragcblee- „ ven, en gevolgelyk, dat Spanje en de Indien, „ binnen zekeren bepaalden tyd, zouden over- ii gegeven worden 5 waaromtrent zy eene nette „ en duidelyke verklaaring begeerden, voor zy „ zig, op de voorgeflaagen'verdeeling, kon- den openen: waarna zy middelen voorflaan zouden, om aan een einde van den oorlog te geraaken: onder welke middelen, men ook J, rekenen mögt, dat, wanneer de Koning van M Frankryk, volgens de voorafgaande punten, „ in de noodzaakelykheid gebragt mögt wor- „ den
|
||||
XXVII. Boek. HISTORIE. 377
„ den, om zynen Kleinzoon, met geweld, van
„ het bezit van Spanje en de Indien te doen „ afftaan , de Bondgenooten hunne wapenen „ hiertoe ook zouden gebruiken, fehoon zy, „ anderszins, volgens de voorafgaande pun- „ ten, met ftilzitten zouden können volftaan. „ En dat, op zulk eene duidelyke verklaaring „ van den kant der Bondgenooten, geen an- „ der antwoord gekomen was, dan de brief „ aan den Raadpenfionaris Heinfius. 't Was „ nu, vervolgde men, onbetwistbaar, dat, zo „ lang men gehandeld hadt, de afftand van „ Spanje en de Indien het hoofdpunt der han- „ delinge geweest was, en dat de Bondgenoo- „ ten, om hierop gerust te können zyn, geene „ mindere zekerheid begeerd hadden, dan zy, „ in hetzevenendertigfte der voorafgaande pun- „ ten, meenden te vinden, 't Was niet minder „ klaar, dat de Bondgenooten Spanje en deln- „ dien* met regt, voor 't Huis van Oostenryk „ vorderden, niet flegts van den Hertoge van „ Anjou, als bezitter; maar inzonderheid van „ den Koning van Frankryk, die, tegen den „ blykbaarften afftand, en tegen de plegtigfte „ Verdragen, zynen Kleinzoon aan dit bezit ge- „ holpen hadt; zonder dat eene voorgewende „ of waare onmogelykheid hem van de ver- „ pligting hiertoe ontflaan kon. Ook moest „ zyne Majefteit zelf hiervan overtuigd zyn, „ alzo hy anders, ook eer men nog in onder- „ handeling getreeden was, den afftand van „ Spanje en de Indien niet zou hebben können „ belooven. En zou, ware het anders, een der „ Staatsdienaaren van Frankryk, met wien ,, men, hier, in 't voorleeden jaar, gehandeld A a 5 „ hadt |
||||
S?3 VADERLANDSCHE LXVILBoek,
1710. i) hadt, niet hebben können zeggen, dat Ko-
------ „ ning Filips, veeltigt, eerder te Verfailles zyn
„ zou dan %y. Uit ai 't welke volgde, dat men,
„ in de laatlte byeenkomstteGeertruidenberg, „ niets gevorderd hadt, dan 't gene, van den „ beginne af, gevorderd geweest was: 't welk, „ derhalve, in den meergemelden brief, ten „ onregte nieuw, ongehoord, onregtvaardig en „ onmogehjk in de uitvoering genoemd werdt. „ 't Was ook ligtelyk te wederleggen, dat de „ voorflagen der Afgevaardigden, als ilrydig „ met zig zelven, befchreeven werden, alzo „ zy altoos onderfteld hadden, dat de voorflag „ eener verdeelinge gefchied was, op de on- „ derftelling, dat, door het omhelzen van den „ zelven, alle de zwaarigheden in de vooraf- „ gaande punten zouden opgeligt geweest zyn. „ En fchoon men, in de laatfte byeenkomst, „ onderzogt hadt, of 'er ook eenig ander „ middel uit te'denken ware, om de Bondge- „ nooten van den afftand van Spanje en de „ Indien te verzekeren; moest dit onderzoek „ niet aangemerkt worden als een bewys, dat „ de Afgevaardigden geduuriglyk van gedag- „ ten veranderd waren; zynde zy onverander- „ lyk gebleeven by het vorderen van verzeke- „ ring voor den gemelden afftand. Ook hadt ., men, gelyk voorgegeven werdt, in 't voor- ,, leeden jaar, niet gezeid, dat men 't voor- „ een' hoon hieldt, zo de Bondgenooten ver- „ dagt gehouden werden, dat zy den Koning „ van Frankryk zouden willen verpligten, om ,, zyne magt te voegen by de hunne, tot ver- „ dryvinge van Koning Filips. Zeker, zo men „ hadt willen veranderen, de voordeden, in „ het
|
||||
LXVILBoek. HISTORIE. 379
„ het voorleeden jaar en in dit, in de Neder-
„ landen, behaald, zouden 'er bekwaame aan- „ leiding toe gegeven hebben. Men klaagde „ wel zeer, over de hardheid, die 'er gelegen „ was in het beweegen van den Koning van „ Frankryk tot het beoorloogen van zynen „ Kleinzoon; en men ftelde de hulp, die de „ Bondgenooten, hiertoe, terwyl de wapen- „ fchorfing van twee maanden duurde, zou- „ den willen bybrengen, op eene haatelyke ,, wyze, voor. Doch men vergat, te gewaa- „ gen van de hardheid, gelegen in het over- „ weldigen der Spaanfche heerfchappye, door „ zyne Majefteit. Ook zou de Koning zynen ,, Kleinzoon ligtelyk brengen können, tot het t} wedergeeven van Spanje en de Indien, zo „ hy 't maar ernftelyk voornam. Te bepaalen, „ dat de wapenfchorfing eindigen zou, zo de „ afftand niet binnen den beftemden tyd ge- „ fchiedde, hadt geene meerdere hardheid in, „ dan men, in alle de Verdragen van dien aart, „ befpeuren kon. Ook hadt men gevorderd, „ dat F-rankryk alleen, binnen den tyd der Wa- „ penfchorfinge, Spanje en de Indien zou doen „ overgeeven, om dat de Gevolmagtigden van „ Frankryk zo veele zwaarigheden gemaakt „ hadden, in het voegen van troepen der Bond- „ genooten by die van Frankryk. Vreemd „ moest het, daarenboven, voorkomen, dat „ men, in den brief, bybragt, dat Frankryk „ bewilligd hadt in alles, wat van de zyde der „ Bondgenooten voorgefteld was: daar men, „ immers, nooit had bewilligd, ia 't verklaa- „ ren van den oorlog aan Spanje, zo de gevor- „ derde afftand van de hand geweezen werdt» „ noch
|
||||
38o VADERLANDSCHE LXVII.Boek;
i?io, „ noch immereenige verzekering, in de plaats
.. „ van het zevenendertigite der voorafgaande „ punten, hadt voorgeilaagen. Men hadt, dik- „ wils, verklaard, dat Frankryk alle de voor- „ afgaande punten, op dit ééne na, aannam» „ Men hadt, in de plaats van dit punt, drie t, Plaatfen van verzekering in de Nederlanden „ aangebooden, of, eindelyk, Sicilië en Sar- „ dinie gevorderd, om den Hertog van Anjou, „ hierdoor, tot het afftaan van Spanje en de „ Indien te beweegen: en als de Afgevaardig- „ den hierop gevraagd hadden, of de overige „ punten zouden naargekomen worden, zo „ deeze verdeeling aangenomen werdt, zulk „ eene vraag aangemerkt, als eenbewys, dat „ de Bondgenooten de handeling wilden af- „ breeken; en hierop geëischt, datdeBondge- „ nooten zig te vrede hielden met de vooraf- „ gaande punten, behalve het zeverrendertig- „ fte, zonder Steden van verzekering, en on- „ der afftand van Sicilië en Sardinië. En nog „ durfde men de Bondgenooten befchuldigen „ van ftyfzinnigheid en onregtvaardigheid, om „ dat zy zulke fraaije aanbiedingen niet om- „ helsden. Doch 't bleek klaar, dat de voor- „ flag van eene verdeeling alleen gefchied was, „ om tweedragt te verwekken onder de Bond- „ genooten. Ook behelsde de brief verfchei- „ den' aanmerkingen, eeniglykftrekkende, om „ de ingezetenen van Engeland en van deezen „ Staat op te hitfen tegen deRegeeringe: maar „ men wist, daar en hier, beter dan onder fom- „ mige andere volken, dat de oorlog alleen „ gevoerd werdt, tot befcherming dervryheid, „ niet oro te hêerfchen over zyne nabuuren. „De
|
||||
LXVILBoEK. HISTORIE. 381
„ De korte tyd, binnen welken men den brief i7I0,
„ afgezonden hadt, bewees niet, gelyk men ------
„ voorgaf, dat men de Bondgenooten nietwil-
„ de ophouden; maar dat men zig, al voor lang, „ gereed gemaakt hadt, tot het af breeken der „ onderhandelingen. Ook was den Frani'chen „ Gevolmagtigden geen tyd van veertien dagen „ voorgefchreeven, gelyk voorgewend werdt; „ maai; men hadt duidelyk gezeid, dat het op „ eenige dagen meer of minder niet zou aan- „ komen. Voor't overige, wist men niet, waar „ op de Gevolmagtigden zagen, als zy klaagden „ over perfoonlyke beledigingen. Tegen de „ fchimpfchriften, waren Piakaaten uitgegeven, „ en maakers en drukkers derzelven werden „ geftraft, als men ze ontdekte. Men wist in „ 't byzonder niet van 't onderfcheppen en ope- „ nen van eenige brieven, hoewel men, vol- „ gens gebruik in de Grensfteden, niemant in „ Geertruidenberg toegelaaten hadt, dan die zy- „ nen naam aan den Bevelhebber hadtaangege- „ ven. Ten befluite, werden de Bondgenooten „ vermaand, tot het voortzetten van den oor- „ log: alzo nu duidelykgebleeken was, dat de „ vyand de Vredehandeling afgebroken hadt „ (»)." Op deeze wyze, zogten de Staaten de fchuld van 't af breeken der onderhandelingen, geheellyk, tefchuiven op de Franfchen. De Ko- ningin van Groot-Britanje gaf, eerlang, te ver- ftaan, dat zy 't gedrag der Franfchen en den inhoud van den brief aan den Raadpenfionaris Heinfius, t'eenemaal, afkeurde (o ). De Heer Marinus van Vrybergen, der Staaten gewoonlv- ke
f »O R-clbl. Holl. 14 Aur. l.-io U ,",94. Reful. G«ner. Dom,
37 'J"!j' i^'O. hy Lamiierti 'lom. VI. p. 65. C') Refol. Gener. 'Joyis 7 dun. 1-10. MS% |
||||
382 VAD E RL. HIST. LXVII.Boek,
1710. ke Gezant aan het Engelfche Hof, fchreef egter,
-------omtrent deezen tyd „dat men aldaar niet onge-
„ negen fcheen , om Sicilië, en misfchien ook
„ Sardinië over te geeven, zo men, daarvoor, „ eene algemeene Vrede, onder genoegzaame „ zekerheid, verkrygen kon. Doch dat 'er de „ Staatsdienaars niet van reppen durfden, om „ dat het Parlement, tevooren, zo fterk ge- „ yverd hadt, voor het behouden der gantfche „ Spaanfche nalaatenfchap, ten behoeve van Het Kei- „ Koning Karel (/>)." Voorts, hadt ook het Wee- zeriyk ner Hof zo veel genoegen in de handeling der Hof geeft Staaten te Geertruidenberg, dat het hun, ter ten" den*" deezer gelegenheid, den titel gaf van Celfi & po- titel van tentes, of Hoog-Mogenden (q) : waarin men, tot j loog-Mo- hiertoe, zwaarigheid gebonden hadt. De Staaten genden, beflooten, federt, den Bedienden der Keizerlyke Kancelerye, voor het toeftaan van deezen ti- tel, een gêfchenk te doen van tienduizend gul- dens (r). Frankryk alleen onthieldt den Staaten deezen titel nog, en daar verliepen nog eenige jaaren, eer men dien aldaar verwerven kon. De Gevolmagtigden van Frankryk waren, midler- wyl, op den zesentwintigften van Hooimaand, naar huis gekeerd (j). Men ontdekte, eerlang, dat zy onhandelbaarer geworden waren, ter oorzaake van eene merkelyke verandering in de hooge Amptenaars der Koninginne van Groot- Britanje; tot welke verandering, het Franfche Hof, zo gemeend werdt, heimelyk, gearbeid hadt. Wy zullen 'er, in 'c volgende Boek, na- der, van gewa?gen. (p~) Miffive v«» den Ilccre van Vrybergen van tyjuny 1710»
(■«) T.amberti To.'.v. VI. p. -6, 78.
l'r Ue'ol. Huil. ?4 July 1,-10. *-. 268.
(.f) Misflve reu den Raadj>. Heinsiu* yen $7 jfuty ï'lo.
VA-
|
||||
VADERLANDSCHE
HISTORIE.
AGT - EN-ZESTIGSTE BOEK.
|
||||||
INHOUD.
I. Veldtogt in de Nederlanden. Douai, Bethune,
S. Venant en Air e gewonnen. II. Staat deskrygs, in Duitschland. In Piemont. In Spanje en Por- tugal. SlagbySarragosfa. Slag by Villa Viciofa. 111. Verandering der hoge Amptenaaren, in Engeland. Het Franfche Hof'bedienterzig van. Keizer • Jozefus flerft. Kar el de VI. wordt Kei- zer. IV. Frankryk flaat een ontwerp van Vre- de voor, aanhetEngelfcheHof. 'tlVordt^ in denHaage, afgekeurd. Inzigten der Engelfchen en Staatfchen. De Engtlfchen handelen . heime- lyk, met het Franfche Hof. V. Veldtogt in de Ne - der landen. Bouchain gewonnen. De Prins van Oranje en Nasfau verdrinkt, ongelukkiglyk, by 't Stryenfche Sas. Geboorte van zynen Zoon, Prinj'elVillem Karel Henrik Frifo. VI. Staat des oorlogs in Spanje. Verfchil met Portugal. Noord - fche zaaken. VIL Byzondere voor/lagen van •-. Frankryk dan Groot-Britanje. Fransch ontwerp
eener algemeene Vrede. De Engelfchen dringen op openbaare handeling. Buys naar Engeland gezonden. Filips de V. flaat de Spaanfche Neder- landen af aan den Keurvorst van Beieren. VIII. Ge-
|
||||||
3§4 VADERLANDSCHE LXVIII.Boek.
Geheime voorßag der Franfchen, aan 't Engel-
[che Hof. Men befluit, te Utrecht, van vrede te handelen. Vernieuwing der Verbonden met Groot -Brüanje. Marlborough van zyne ampten yerlaaten. IX. Aanvang der Vredehandelinge, te Utrecht. Naamen der voornaamfle Gevolmag- tigden. X. Inzigten en belangen van Frank- ryk, Groot-Britanje en de Staaten. Tegenwoor- dige flaut van de Regeering der Spaanfche Ne- derlanden. XI. Handeling van Prinfe Eugenius en van den Pe.nflonaris Buys aan 't Engelfche Hof. XII. Opening derbyecnkomflen, te Utrecht. De Franfchen verklaar en hun algemeen ontwerp nader. Misnoegen over hunne verklaaring. XIII. Aanmerkingen op dezehe. Handeling over een antwoord. XIV. Eifchen der Keizerfchen. Der Engelfchen. Der Portugeefchen. Der Pruisflfchen en der Sawoifchen. XV. Eifchen der Staatjehen. Aanmerkingen op alle de Eifchen. Misnoegen der Keizerfchen. XVI. De Vredehandeling ver-. flaauwt, te Utrecht. XVII. 't Parlement van Engeland befchuldigt de Staaten. Zy verdedigen zig. Antwoord der Koninginne van Groot - Bri- tanfe. XVIII. Veldtogt in de Nederlanden. Last aan den Hertoge van Ormond. Strooperyen en Schutgevegten. Ormond maakt zwaarigheid om te vegten. Schryvens aan hem en aan de Konin- ginne. Antwoord haarer Majefleit. Qt/esnoi be- legerd. XIX. Koningin Anna dreigt, dat zy af- zonderlyk fluiten zal. Staat der geheime hande- linge, tusjchen Engeland en Frankryk. Affland van Filips den V. van "'t regt op de Franfcht - Kroone geregeld. Ook 't punt der bezet tinge van Duinkerken door de Engelfchen, X X. Aanfpraak van Koningin Anna, vervattende een critwerp der
|
|||||
\
|
|||||
LXVIILBoek:; HISTORIE. 385
der Frede. Uitwerkfds deezer aanfpraake. XXI.
Ormond zondertzig, met de Engelfche troepen, af fan 't vereenigd Leger. Hy bezet Gend ett Brugge. XXII. Nederlaag der Bondgenooten, by Denain. Douai, Qj/esnoi en Bouchain ver- looren.' 't Fort de Knokke gewonnen. XXIII. Tweede fVapenfchorfing. tusfckeh Franh-yk en Groot - Britanje. Handdmg van BoUngbroke, in Frankryk. XXIV. Vervolg der Vred&handelinge te Utrecht. Twist over de Barriere der Staaten, Voorval tusfchen de bedienden van Menager en die van den Graaye van Regtereti. Twist over Doornik. Handeling met Groot-Britanje. XXV. Portugal neemt de Wapenfchorfmg aan. De Franfchen brandfchatten Suriname, Berbice en Curagao. De Zweeden houden vulefchepen aan. Staat des krygs in 't Noorden. XXVJ. De Ko- ning van Pruis/en werpt bezetting in Meurs. XXVII. Argwaan der Engelfchen op de Fran- fchen. De Staaten beßuiten tot Vrede. Nieuw Verdragvan Barriere met Groot- Britanje. DeKo- ningvan Pruisfen flaat naar't Over kwartier van Gelderland. Italiëonzydig verklaard. XXVIII. Twist met de Franfchen, over de onderhoorighe- den der Plaatfen, welken zy zouden afflaan, en over de Lyst der Regten op de Koopwaaren. XXIX. De Engelfchen ßellen een dag tot het fluiten der Vrede. Zy, de Portugeefchen, Pruis- ftfehen , Savooifchen en Staat fchen tekenen de Vrede met Frankryk. Inhoud der Verdragen van Vrede en Koophandel tusfchen Frankryk en de Staaten. XXX. Aanmerkingen over deezc Ver- dragen. De Utrechtfche Vrede wordt afgekon- digd. XXXI. Voornaame punten uit de Verdra- gen van Groot Britanje, Porta ml, Pruisfen eti XVII. Deel. Bb Sa- |
||||
3«<5 VADEREANDSCHE LXVIH.Boek.
Savofe. XXXII. Protesten tegen''t gehandelde
te Utrecht. B'efluit van 't verhaal der Utrechl- juhe Vredchandélings. |
||||||
17io. ryo dra men, in den Haage, hadt begonnen
------- £-jt te twyfelen, aan den goeden uitilag der
Ï-. onderhandelingen te Geertruidenberg, was men
^fd'en tö raada geworden, den veldtogt in de Ne-
Veidtogt Wertenden te openen. Marlborough, Eu-
in de genius en andere Legerhoofden begaven zig,
Neder- omtrent het midden van Grasmaand, naar
landen, j^,. j>eger^ dat te Doornik verzameld werdt.
Een gedeelte der bezettinge deezer Stad, die
onder den Graave van Albemarie ftondt,
maakte zig, ten zelfden tyde, meester van
het Kasteel van Mortagne: welk, nogtans,
den volgenden dag, heroverd werdt, door den
vyand. Doch Albemarie ontweldigde het hem
andermaal, en federt werdt het, door fterker
bezetting, voor eene tweede herovering be-
DeBond-veiligd. Het Leger, van Doornik zynde opge-
penoo- broken, trok, eerlang, door de vyandlyke
ten beie« Linien by Douai, om het beleg te flaan voor
Douai. deeze Stad- Te 8elvk t0°g Marlborough, met
een deel des Legers, over de Scarpe, zig by Vitri nederflaande. Dit noodzaakte den vyand, die, reeds te vooren, ten deele naar den kant van Atrecht, ten deele naar Douai geweeken was, S. Amand, Mafchienne en andere Plaat- fen beneden Douai te verlaaten, en verder af te trekken tot aan Kameryk. Hierdoor ftondt den Bondgenooten de weg open naar Douai: welk, terftond, onder bevel der Prinfen van O- xanje en van Anhalt-Desfau, werdt aangetast. De
|
||||||
LXVIII.Boek. HISTORIE. 3S7
De Loopgraaven werden geopend, op den ij-t-j.
vierden van Bloeimaand. De belegerden dee- —— den eenen geweldigen uitval, op den zeven- den; doch werden wakkerlyk afgeflaagen, door den Prinf'e van Oranje, en met merkelyk ver- lies terug gedreeven. Van de zydederBond- genootenj iheuveldeh driehonderd man, in deeze gelegenheid. Zulke uitvallen gefchied- den 'er, daarna, nog meer dan eens, waar- door de vooïtgang der belegeringe gehinderd werdt. De Maarfchalk de Villars,zig, midler- Wyl, gefteld hebbende aan't hoofd van't vyand- lyke Leger, welk, aan verfcheiden' hoopen, irj Artois, in Henegouwen, en agter de Somme, famengetrokken was, gaf voor, de Schelde, tus- ïchen Bouehain en Denain, te willen overtrek- ken , tot ontzet van Douai. Ook deedt hy 't, eerlang, zig tusfehen Bouehain en Ribecouri nederflaandei. De Bondgenooten maakten * hierop, ook eenige beweegingen, trekkende» gedeeltelyk, over de Scarpe, en zig bereiden- de , om den vyand Üag te leveren. Doch Vil- lars fchuwde den ftryd. Men befloot, derhal- ve , het beleg van Douai voort te zetten, 't Liep egter aan, tot in 't midden van Zomer^ maand, eer men post hadt können vatten in den bedekten wegj en tot den negentienden, eer men ftorm loopen kon: die, door de be- legerden, dapperlyk afgeflaagen werdt. Maar De S'ai op den vyfentwintigfteti» verzogten zy in be- geeft 2 g fprek te komen, en des anderendaags gaven 0ïer* zy de Stad en 't Fort de Scarpe over, by eer- Jyk verdrag. De Luitenant-Generaal Hom- pesch werdt Bevelhebber deezer Vestinge, wel- Bb a kef |
||||
383 VADERLANDSCHE LXVIII.Boer,
1710. ker verovering den Bondgenooten veel volks
<-----■ gekost hadt (a).
Bethune Na't inneemen van Douai, trok het Leger
gewon- feT Bo: d^enooten wederom naar Vitri, en floeg zig neder te Villars -Brulin. De Maar- fchak de Villars, fchoon merkelyke verfter- king van volk bekomen hebbende, week, daar- entegen, agter zyne nieuwe Linien, tusfchen Atrecht en Miramont, dekkende dus Atrecht voor een beleg, welk men in den zin gehad hadt. De Bondgenooten beflooten toen, tot het beleg van Bethune, welk op den vyftien- den van Hooimaand, berend, en op den ne- genentwintigften van Oogstmaand, by Verdrag, opgegeven werdt (£). Terwyl 't beleg van Be- thune nog duurde, vielen'er nog wel ecnige fchutgevegten voor, tusfchen gedeelten der wederzydlche Legeren; doch Villars droeg ge- duuriglyk zorg, dat het tot geenen veldflag S. Ve- kwame. Op den zesden van Herfstmaand, wer- nanc en (jen Aire en S. Venant berend, door de Bond- eeiYks?5' genooten' S. Venant gaf zig, den dertigflen, over, op eerlyke voorwaarden. Doch Aire hieldt het uit, tot op den negenden van Slagt- maand (V). De vyand hadt, ondertusfchen, een gelegde der Bondgenooten, welk, van Gend, langs de Leye, opwaards trok, geflaa- gen. Da Ridder van Luxemburg ondernam ook, omtrent het einde van Herfstmaand, het Fort de Scarpe te verrasfen. Doch zyn toeleg, ontdekt zynde, mislukte. Wat eerder, hadt de Partyganger Des-Moulim gepoogd, Leuven in
C'0 Lambfrti Tom. VI. p. 96—lis.
(6) Lamüerti Tom. VI. p. 113.
(j) Lambert! Tum. VI. p. 138—12$,
|
|||||
':
|
|||||
LXVIII. Boek. HISTORIE. 389
inteneemen. Doch hy werdt, door de bur- j7ï0,
gers, met den Burgemeester van de Ven aan —■----.
't hoofd, zulks ontvangen, dat hy onverrigter
zaake aftrekken moest (ß). Kort na het over- gaan van Aire, betrokken de wederzydfche Le- gers de Winterkwartieren (e). Aan den Rynkant, viel wederom niets voor II.
van belang. De Legers waren beide nog zo £taat d?s zwak, dat zy weinig op eikanderen ondernee- j)y^sc^. men durfden. De Keurvorst van Hanover, die iand, 't Duitfche Leger gebooden hadt, kreeg 'er, eindelyk, verdriet in, ziende dat men hem te magtelüos het, om der gemeene zaake dienst te doen. De Graaf van Gronsfeld werdt, fe- dert , in zyne plaats gefteld (ƒ). In Piemont, in pie- werdt ook luttel uitgevoerd. De Graaf van mont, ïhaun zogt, te vergeefs, in het Dauphiné te dringen, en moest zig te vrede houden, dat hy den Hertog van Berwick belet hadt, het vyand- lyk Leger in Spanje, met krygsvolk, te onder- fteunen (g). In Hooimaand, vertoonde zig ee- ne Vloot van zesentwintig Oorlogsfchepen en een aanzienlyk getal van andere Vaartuigen op de kusten van Languedok, met oogmerk, naar 't fchynt, om eene landing te doen, en daar- door een' opftand te verwekken,in dit Gewest. Ook werdt 'er, eerlang, omtrent Cette, eenig Engelsch Krygsvolk ontfeheept, onder 't bevel van eenen Languedokfchen Edelman, de Ses- fan genaamd. Doch alzo de opgezetenen zig ftil hielden, was men genoodzaakt, het Krygs- volk (V) Lambf.rti Tom. V.I ft. 120—ia8.
(e~) TmiMi V' I. Via. \or XXIII.] p. 402—42«. ( O Tin-dal V*i. VJII [3;- XXIII.] p. 422. CfiJ Tinual Vol. ViII. \pr XXIII.] p. 422, 423. |
|||||
Bb 3
|
|||||
390 VADERLANDSCHE LXVIII.Boeic.
|
|||||
1710. volk wederom aan boord te doen gaan, en de
------ Franfche kusten te verlaaten (4.).
i« Span- in Spanje en in Portugal, was de kryg, nu
j? en . voordeclig, dan wederom nadeelig, uitgeval- wcuga' len voor de Bondgenooten. In Zomermaand , werdt Estadella in Arragon, voor Koning Fi- üps, ingenomen. Eenige weeken laater vero- verde de Markgraaf de Haai Mirando in Portu» ga!, ftormenderhand, Karel en Filips zig, fe^ dert, beide aan 't hoofd der wederzydfche Le- geren gefteld hebbende, viel 'er, op den ze- veneiïtwintigflen van llooimaand, een kort doch hevig gevegt voor, byAlmanara, waar- in de Bondgenooten het fïagveld behielden, De Legers raakten nog eens aan eikanderen, by Penalva, op den vyftier.den van Oogstmaand, Doch toen werden de Bondgenooten genood- zaakt te wyken. Vyf dagen laater, viel de bloe- dige llag by Sarragoslä voor, in welken de Sbg by vyand, in 't eerst, eenigvoordeel behaald heb? Sovra- bende op de Bondgenooten, eerlang, geheel- gosi'a. lyk geflaagen, en op de vlugt gejaagd werdt, Koning Karel werdt, na den ilag, met groo- te joejuiching, in Sarragosfa ontvangen. Ook deedt hy, lèdert, zyne openbaare intrede in Madrid, van waar het Hof van Koning Filips geweeken was naar Valladolid, Maar hy bleef 'er niet lang. Fiüps zig, wederom by zyn Le- ger gevoegd en eene aanzienlyke verfterking van manfchap, onder den Hertoge van Vendó- rne, bekomen hebbende, verraste de Engel? fcheii, in Briguega, alwaar de Generaal Stan- hOr
(*"i Hifi. des Camifards, Tem. II. p. 3(57. Dakiel Jouw
p. CCLX1V. |
|||||
LXVIII.BoEK. HISTORIE. 391
hope en verfcheiden' andere voornaame Le- ij f0,
gerhoofden gevangen genomen werden, 't Le- —-----
ger der Bondgenooten, onder den Graave van Slag by
Staremberg, den vyand, midlerwyl, genaderd^!11* zynde, viel 'er op den tienden van Winter- • maand, wederom een veldüag voor, by Villa Viciofa. Hier kreegen de Bondgenooten de nederlaag. Twee Battaillons Staatsch Voetvolk lieten 'er 't leeven, of de vryheid. Staremberg deedt den aftogt, met het overfchot des Le- gers, egter, zonder vervolgd te worden. Ko- ning Filips werdt, terftond na den (lag, te Sa- ragosfa ingehaald, met geene mindere toejui- ching , dan Koning Karel, weinige maanden te vooren, ontmoet hadt. Verfcheiden' andere Steden verklaarden zig, kort hierop, voor Ko- ning Filips. De zaaleen van Koning Karel wer- den geweldig agteruit gezet, door den onge- lukkigen flag, by Villa Viciofa. Het Prinsdom van Katalonie alleen hieldt zyne zyde nog : welk, nogtans, na 't verlies van Gironne, in Louwmaand des volgenden jaars, aan alle kan- ten , open lag voor den vyand (f). Zulke merk- waardige veranderingen in Spanje maakten het Franfche Hof traager tot het fluiten der Vrede, op de begeerde voorwaarden. Doch de eigen- lyke oorzaak van het afbreeken der onderhan- delingen te Geertruidenberg was de verandering in Engeland, van welke wy nu,kortelyk, ver- flag moeten doen. Van den aanvang der Regeeringe van Ko- nr.
ninginne Anna af, hadt de Leer van de voJ- Veramte. ftt-ek- r'»g dsr
(O T.amdeuti Tom, VI. p. 15S—174. TlNUAt, l'til. VIII.
(V XXIII.] p. 423—450. Damkl Journal, p- CCLXIJ— |
|||||
Bb 4
|
|||||
S5>2 VADERLANDSCHE LXVIII.Boek.
17 io. ftrekte verpligting der onderzaaten, om zig te
■----- onderwerpen aan het Koningklyk gezag, die,
hooge voorde omkeering des jaars 1688, fterk ge«
raTreri* dreeven was» wederom, merkelyken opgang ii En-' gemaakt. Inzonderheid, yverde voor deeze geland. Leer, en tegen de verdraagzaamheid der ver- fchillende gezindheden, Doktor Henrik Sache- yerell, die zig, hierdoor, gezien maakte by de Torys, welken alle gelegenheden aangreepen, om zig te herftellen in 't verlooren bewind. In Oogstmaand des jaars 1709, hadt Sacheverell gepredikt over 't gevaar van valfche broederen. 3)3 Predikaatfie kwam in 't licht, en werdt, greetiglyk, gekogt en gelezen. Doch de Whig- fche Staatsdienaars der Koninginne merkten ze aan, als voorbedagtelyk gefchied, om hen in den haat te brengen van 't gemeen. Sacheve- rell werdt voor 't Huis der Gemeenten gedag- vaard. De meeste Leden verftonden, dat hy het regt des overleeden Konings tot de Kroon, en zelfs dat der tegenwoordige Koninginne, van welke hy nogtans eerbiediglyk gefproken hadt, op fchroeven ftelde, en hierom ftraf ver- diende. Doch de Torys, die men niet onge- negen hieldt tot den Pretendent, oordeelden, dat zyn prediken veeleer lof waardig was. Ter- wyl het Huis hierover twistte, wisten fommi- gen der Koninginne in te boezemen, dat Sa- cheverell, om't voorftaan haarer voorregten, in gevaar was. Ook begeerden zy, na dat hy, by meerderheid van ft&mmen, fchuldig ver- klaard was, dat men hem zagtelyk handelen zou. Hy werdt veroordeeld, om zig drie jaa- ren van 't prediken te onthouden. Zyne berug- te Predikaatfie eu andere fchriften werden, door
|
||||
LXVIII.Boek. HISTORIE. 393
door beuls handen, verbrand (£): doch de Kq- t-,%%
ningin zag zulks met leedweezen, en 't bragt ____-
veel toe, om haar van haare tegenwoordige
Staatsdienaars te vervreemden. De Torys kwa- men, hierop, van alle kanten, voor den dag, met fmeekfchriften aan de Koninginne, waarin de ontbinding van het tegenwoordig Parlement begeerd werdt, onder verzekering, dat het vol- gende beter zou yveren, voor de voorregten __ haarer Majefteit. De Koningin, iemant tot Ko- lonel begeerende te bevorderen, tegen den zin des Hertogs van Marlborough, ontmoette, ook hierover, zo veel tegenftands, van 's Hertogs zy- de, dat zy van haare begeerte afftondt: doch naerkelyk misnoegen behieldt, tegen haaren Ge- neraal. De Torys voedden dit misnoegen. Inde Lente deezes jaars, bevorderde haare Majefteit den Hertog van Screwsbury, die ten voordeele van Sacheverellgeftemd hadt, tot Groot-Kamer- ling (/): 't welk den Groot-Thefaurier Godol- phin en anderen Whigs zeer tegenftondt. Wat / laater, werdt de Graaf van Sunderland, Sekre-
taris van Staat, verlaaten van zyn ampt. Men begon toen ook voor 't verlaaten van Marlbo- rough te dugten; en de Keizer en de Staaten vertoonden haarer Majefteit, hoe veel invloeds eene merkelyke verandering in haare Staats- dienaars hebben moest, op de buitenlandfche zaaken. Doch 't hielp luttel. Godolphin werdt, insgelyks, afgezet, het Parlement ontbonden , en verfcheiden' veranderingen gemaakt, onder de
(*) Buknet W. U. p. 552. TiNDAj. Vol. VHI. [frXXHI.3
P- 321—370.
(O Gedrag van de Hertogin van Marlb. il. z(>C. Bb 5
|
||||
394 VADERLANDSCIIE LXVIII.Boek.
|
|||||
•ï/io. de hooge Amptenaars. In 't nieuw Parlement,
— welk, kort hierop, byeengeroepen werdt, was het getal der Wighs egter maar weinig kleiner , dan dat der Torys. Men ondernam, nogtans, het gedrag der voorige Amptenaaren van Staat en van Oorloge te onderzoeken, en te beitraf- fen: men maakte eenige nieuwe fchikkingen, in fommige zaaken, om 't volk genoegen te geeven, Sacheverell en veelen, die hem gun- ftig geweest waren, werden bevorderd. De Koningin werdt zeer gevleid, in eene menigte van Aanfpraaken. Zy zelve oordeelde, dat zy, te vooren, onder de magt der Whigs geweest zynde, nu eerst, uit eigen hoofde, zou begin- nen te regeeren (w). En fommigen hadden, al voor meer dan een jaar, opgemerkt, dat zy onafhangkelyker van haare Staatsdienaars zogt te worden, dan zy plag te zyn (»). Het Het Franfche Hof hieldt, midlerwyl, een Franfche waakend oog op 't gene in Engeland omging,
Hofbe- en voorfpelde, uit de veranderingen, aldaar van" dee? voorgevallen, nieuwe maatregels, in de buiten- ze veran- landfche zaaken. Men verfpreidde zelfs, hier te iieriug. Lande, gefchriften, waarin beweerd werdt, dat Frankryk met de nieuwe Staatsdienaars reeds overeengekomen was, omtrent een Ontwerp van Vrede (o). De dood des Keizers, die, kort hierna, voorviel, bragt veel toe, om Koningin Anna, en zelfs de Vereenigde Staaten te doen neigen, tot het hervatten der afgebroken' han- delinge. De (m) Gedrag van cie Hertogin van Marlb. W- 273, 276, 28 >,
Tiniml fol.lX. [nr XXIV.j /;. 1—;?ó. Mcmoir. de 'loucv, Turn. III p. (u & fiiir. C'0 Misf. va« </«i üecre van VRvnERcEN rein 17 Juny ijlv. ;Vi'.
(,0) t'ticz Lamu£IU'i Tom, V. f, 3u.
|
|||||
LXVIII.BoEK. HISTORIE. ^5
De ftam van Oostenryk hing, in den aan- X7i9t
vang des oorlogs, aan het leeven van drie Vor- -------.
ften, Keizer Leopold, die nog niet zeer oud Kmtet
was, en zyne twee Zoonen, Jozefus en Karel; Jozefu<. de eerfte, wat boven, de andere onder de twin- c* tigjaaren oud. Leopold was, in't jaar 1705, overleeden. En op den zeventienden van Gras- 1711. maand des jaars 1711, ftierf zyn oudfte Zoon . De Koningin van Groot-Britanje en de Staaten der Vereenigde Gewesten kreegen, terftond, be- rigt van dit onverwagt overlyden. Ook werden zy beide verzogt, om hunne ernftige poogin- gen aan te wenden by de Keurvorften, dat Koning Karel, tot opvolger zyns Broeders in de Keizerlyke waardigheid, verkooren mögt worden. De Staaten voldeeden aan dit ver- zoek , zonder uitftel, in gevolge van een be- iluit, op den zevenentwintigften van Gras- maand genomen: waarby ook het voortzetten van den oorlog werdt vastgefteld (^). De Ko- ningin van Groot-Britanje nam diergelyk be- fluit: hoewel zy en haare nieuwe Staatsdie- naars , te gelyk, verftonden, dat men Koning Filips nu in 't bezit van Spanje en de Indien laaten moest: oordeelende zy, dat het even- wigt van Europa te zeer gebroken zou zyn, zo de Keizerlyke waardigheid bekleed werdt door eenen Koning van Spanje (V). Beide de Mogendheden fchreeven aan de Keurvorften, ten
O) Mi'flvc randen Env. BfUNmx van 17, 18 April 1711.
Struvii C'jrp. Hifi. Gcrm. Per. X isä. XII. t>. 4074. (#) llelbl. Ocner. Lnr.x 27 april 1711. tl. 528. en by L*H-
»iBTi Tom. VI. p. 624. Relbl. Holl. 15 May 1711. II. 231. O) BotiNGBROKi'.s Letters on Hiltory, Vol. U. p. 102. TiN-
.p.U. Vol. IX. [or XXIV.] f, 78, 7y. \ |
||||
39Ö VADERLANDSCHE LXVIILBoek,
|
|||||
\jiu ten behoeve van Koning Karel. DeKeurvor-
------- ften kwamen, in Oogstmaand, te Frankfort,
Karel byeen, en, op den twaalfden van Wynmaand,
de vi. werdt Koning Karel tot Keizer verheeven, on- geiler der den naatn van ^arei dm ^' H^ was' in '£ laatst van Herfstmaand, te Barcelona, fcheep gegaan, en, door den Vice-Admiraal Pieter-
fon, met eenige Staatfche Schepen, begeleid naar S. Pietro d'Arenas, daar hy aan land flap- te: zig voorts begeevende naar Milaan. En hier vertoefde hy, tot dat hy kennis van zyne verkiezing gekreegen hadt. Toen begaf hy zig naar Frankfort, daar hy, den twee-entwintig- ften van Wintermaand, gekroond werdt. De Keurvorften van Keulen en Beieren, door Kei- zer Jozefus in den Ryksban gedaan, en van hunne waardigheid ontzet zynde, waren van het regt tot de verkiezinge uitgeflooten ge- weest, en hadden, hierom, tegen de verhef- finge van Koning Karel, geproteßeerd (s). IV. Doch men kon, aan 't Franiche Hof, nog Ontwerp naauwlyks tyding hebben van de ziekte, im-. de" door mers n'et van ket at"fterven van Keizer Joze- Fra'nkryk fus, toen men reeds een ontwerp gefmeed voorge- hadt van eenige punten van Vrede, op welken flaagen, raen aanboodt, in nadere handeling te willen Enge" treeden met de Bondgenooten. De Torcy, die jfche Hof. dit ontwerp, op den twee-entwintigften van Grasmaand, getekend hadt, zondt het aan 't Engelfche Hof: waarmede men, eenige maan- den te vooren, eene heimelyke onderhande- ling begonnen hadt. De Graaf van Tallard, die, na 't fluiten der Ryswykfche Vrede, Am- bas-
CO Vokz Lamberti Tem. VL f. 6iZ~-66S. |
|||||
LXVIILBoek. HISTORIE. 39?
basfadeur der Kroone van Frankryk in Enge- I?1^
land geweest was, hadt rnet zig derwaards ge- , ■■ ■ nomen een Priester, Gaultier genaamd, die, na 't ontdaan van den oorlog, in Engeland ge- bleeven was, alwaar hy zig hadt weeten te dringen in de gunst des Graaven van Jeriey, voorheen Ambasiadeur aan 't Franfche Hof, wiens Vrouw Roomsen-Katholyk was. Hier hadt hy kennis gemaakt met Matthys Prior, dien den Graaf van Jerfey, en te vooren den Graaf van Portland, in hunne Gezantfchappen in Frankryk, alsSekretaris gediend hadt. Gaul- tier hieldt geduurende den oorlog heimelyke briefwisfeling met de Torcy, doch gedroeg zig, hierin, zo voorzigtiglyk, dat hy niet in 't oog liep te Londen. Op hem hadden, einde- lyk, de nieuwe Staatsdienaars der Koninginne het oog geworpen, om eene heimelyke hande- ling aan te vangen met Frankryk. Zy zonden hem, in Louwmaand deezes jaars, derwaards, met een verzoek uit hunnen naam „dat de „ afgebroken handeling met de Staaten hervat „ mögt worden, alzo zy nog te wankel zaten,, „ om eene byzondere handeling met Frankryk „ te beginnen." Men zondt hem te rug, met eenen beleefden brief aan den Graave van Jer- fey , die meer niet inhieldt, dan dat zyn voor- flag aangenaam geweest was; doch dat de Ko- ning gewigtige redenen hadt, om de handeling met de Staaten niet te hervatten, weshalve hy haare Majefteit eene byeenkomt van alle de Gevolmagtigden der Bondgenooten voorfloeg. Dit antwoord werdt te algemeen geoordeeld in Engeland. Gaultier ftak andermaal over, om 'er nader verklaaring op te begeeren. En hy
|
||||
39^ VADERLANDSCHE LXVIII.Boek.
. hy keerde ^ voor de tweede reize, naar Enge-
land , met het Ontwerp van de ïorcy, waar- van wy gewaagd hebben (*). In de handeling van^dit Ontwerp * werdt aangemerkt ,s dat de „ Koning, fchoon ten vollen in ftaat, om den „ oorlog, met roem, voort te zetten, egter „ geneigd was tot Vrede; doch dat hy, te „ Geertruidenberg j ondervonden hebbende, ,, hoe zeer zy, die thans den Staat der Veree- „ nigde Nederlanden regeerden, alle onder- j, handelingen hadden weeten vrugteloos te „ maaken, te raade geworden was, zig te ver- „ voegen aan de Engalfchem" Wyders, boodt hy aan van Vrede te handelen, op de volgende voorwaarden : „ i. Veilige Koophandel Vooï „ de Engelfchen, op Spanje, de Middellandfche it zee en de Indien* s. Een Barriere of voor- „ muur voor de Staaten, naar het welbehaagen w der Engelfchen, envrye en veilige Koophan- „ del voor de ingezetenen der Vereenigde Ge- ,, westen. 3. Opregtepoogingen, om den Bond- j, genooten van Engeland en de Staaten ge- „ noegen te geeven: en 4. byzonderlyk, om ,» 't gefchil over de Spaanfche heerfchappye „ tot een goed einde te brengen. 5. Onver* ,j wyld begin der handelinge, 't Zy met En- „ geland en de Staaten alleen, of ook met de „ andere Bondgenooten, ter keuze van Enge- „ land. 6. Aken of Luik, tot handelplaats, „ insgelyks ter keuze der Engelfchen («)." De nieuwe Sekretaris van Staat, Henrik S.John, gaf
|
||||||||||
?
|
O Memoir. de TorcV, T»m. fli. p. 20-«-4i.
«) Copie manufcr. des Propof. de la France. Zie ook Rapp.
|
|||||||||
van 't Och. Committé U. üstl, B\i. N* l. iU 1. LvMBtim
2»«. VI. p. 669. |
||||||||||
LX VIII. Boek. HISTORIE. 399
|
||||||
gaf van dit ontwerp kennis aan den Heere Ra- 1711.
hy, Gezant der Koninginne by de Staaten, in ——. de plaats van Townshend, die, onlangs, t'huis geroepen was. Raby deelde het den Raadpen- sionaris en den anderen Gemagtigden tot de Vredehandelinge mede. Men hieldt dit Ont- ï" <*«* werp, hier, voor duister en los; doch men ver-- ^.*a8° klaarde egter, zo wel als Groot - Britanje, den teutd. oorlog moede te zyn, fchoon men dit meende bedekt te moeten houden voor den vyand. Voorts, wilde men gaarne treeden in de maat- regels , welken men, gezamentlyk, dienftig zou oordeelen, tot het verkrygen van eene goede Vrede ( v ). Men hadt nu, in den Haage, ty- ding gekreegen van het affterven van Keizer Jozefus, en reeds gearbeid, om Koning Karel te doen verkiezen tot zynen opvolger. Men zag, Inzigtdu derhalve, minder reden, dan te vooren, om de|" '■-"- hem in 't bezit van Spanje en de Indien te doen f* sc^ ftellen. Eenige fchrandere Leden der Regee- fchcn. ringe hadden zelfs, voor 's Keizers dood, al begreepen, dat men, Spanje niet konnende overweldigen, gelyk, na den flag by Villa Vi- ciofa, geheel onwaarfchynlyk geworden was, wel genoodzaakt zou zyn, wilde men eens een einde van den oorlog zien, Filips in 't bezit te laaten van dit Ryk (w). Men oordeelde, der- halve , dat de Vrede nu ligter zou te treffen zyn, dan voorheen. Doch men verftondt, dat men zig egter gelaaten moest, als of men den oor- log fterk dagt voort te zetten, op dat men zo * veel
fy) Misfive van ien PenG Buys van il May ijlt. Lam«
»brti lom. VI. p. 670, 573, O74. Rapp. van 't Geh. Coaj* stiftte I. heel, tl. 3, 4. 00 Mislive yen S. v,in Güsusica ym a Jan. ijiu
|
||||||
\
|
||||||
4ó9 VADERLANDSCHE LXVIII.Boek;
»ril. veel voordeeliger voorwaarden zou mogen be-
■ Torcy werdt aangezien , als opgefteld, om En- geland te vleijen, en tot afzonderlyke hande- ling te beweegen : waaruit verdeeldheid volgen moest onder de Bondgenooten. Men meende, hierom, niet te veel moeite te können aanwen- den , om deel te behouden in de handeling, die, tusfchen de Hoven van Verfailles en Londen, begonnen was. Weinige weeken te vooren, hadt het Franfche Hof den Staaten ook nog gelegenheid willen geeven tot handeling, door den Hertoge van Lotharingen; doch alzo zy de voorflagen daartoe, van Frankryks zyde, Verwagtten, en het Franfche Hof 'er op (londt, dat dezelven, van den kant der Bondgenooten, gefchiedden, hadt deeze opening geen gevolg gehad Qx ). Midlerwyl , hadt men, van hier, de Engelfchen doen poifen, of zy tot eene re- delyke Vrede neigen zouden ? en tot antwoord bekomen „ dat men, beide in 't maaken van „ vrede en in 't voortzetten van den oorlog, j, gezind was, goed verftand te houden met it de Staaten, die egter, eenige opening zien- „ de tot handelen, de Koningin, terftond, ken- „ nis geeven moesten van het gantfche ge- „ heim (ƒ)•" Zo veel vertrouwelykheid eisch- ten zy, die, eerlang, toonden, dat zy den Bondgenooten, en den Staaten in 't byzonder niets van hunne heimelyke handelingen ver- trouwen wilden. Ondertusfchen, hadden dee- ze handelingen invloed op den welftand van gantsch
O) Misfiven van den Raadp< Hejnstus yaii 28 Maart 1711»
ven den Penf. Buys van 26 Maart, 20 Aprillen. £y) Memory wtitte» by M(t. John Drummond. MS, |
||||
JLXVIII.BcEK, HISTORIE. 401
gantsch Europa, waarom 't wel noodig zyn yiu
zal, dat wy ze, omftandiglyk, en met de ver- —^ eischte naauwkeurigheid, te boek ftellen. De Engelfche Staatsdienaars dan, 't zy zé De En-
den meesten welftand van 't Ryk zogteri, ge- piccben lyk zy voorgaven;'t zy ze, gelyk hun naging, JSmg!J heimelyk door Frankryk gewonnen waren, von- mec het den geraaden, de handeling met het Hof van Franfch* Yerfailles voort te zetten, zonder 'er, in den iÏQf- tyd van vyf maanden, den Staaten eehige ken- nis van te geeven (2). Raby deëdt een' keer raar Londen, om onderregt te worden van 't geheim. Ten zelfden tyde, werdt hy totGract- ve van Strafford verheeven; Matthys Prior ftalc, nevens Gaultieri, in Hooimaand, over, naar JFrankryk, met eenige nieuwe vöorflagen van de Koninginne, welken men voorhadt zo lang bedekt te houden > tot dat men ze, iriet weder- zydfche bewilliging, befloote te operibaaren (0). De Heer Nikolaus Menager, die, voor ee- nige jaaren, ook in den Haagé, tot eene hei- melyke handeling over de Vrede, gebruikt ge- weest was (£), werdt, daarentegen, naar En- geland gezonden, om den handel voort te zet- ten (c). De Engelfchen zogten, niet flegts Wat zy Gibraltar en Port Mahon, maar ook verfchei- zogten. den'byzondere voordeden voor hunnen koop- handel te bedingen, by eenige voorafgaande punten, die zy meenden voor zig te moeten houden, om geen'argwaan te geeven aan hiin^ ne
£2) Memoir. de Torcy, Tom. rit. p. 89.
f") Memoir ih Torcy, ''am. III. p. 40 3 fuirt "(O Memoir ds Torcï, Tom. I. p. 281. '(e) Memoir. ds Torcï, Tom. III. p. 66. XVII. Deel. Ce
|
||||
4©2 VADERLANDSCHE LXVIII.Boek.
1711. ne handeldryvende Bondgenooten, met naame
■ aan de Staaten (4), Het Groot Verbond ver- pligtte hen, om niet van vrede te handelen,
dan met gemeenen raad en bewilliging; doch zy oordeelden, naar't fchynt, dat zy aan dee- ze verpligting voldaan hadden, door de mede- deeling van het eerfte en ruwfte ontwerp van de Torcy. V. Terwyl deeze bedekte handel werdt voort- Veidtogt gezet, hadt men den veldtogt, in de Nederlan- ^ p den, geopend. De Hertog van Marlborough, landen", fchoon genoegzaam vervallen uit de gunst der Koninginne, voerde egter wederom het hoog gebied over 't vereenigd Leger. Hywas, reeds in Lentemaand, herwaards gekeerd; en men hadt beflooten, voor den vyand, in 't veld te zyn. Het vereenigd Leger werdt verzameld, omtrent de Scarpe en de Vaart van Douai, onder bevel van den Luitenant - Generaal Ca- dogan. De Franfchen trokken omtrent Kameryk en Atrecht byeen. Marlborough, in 't midden van Grasmaand, uit den Haage vertrokken , floeg zig, aan 't hoofd van 't vereenigd Leger, neder, tusfchen Douai en Bouchain, daar hy Prins Eugenius en nog eenige troepen bleef af- wagten. Doch deeze Prins werdt, door de ziekte en dood van Keizer Jozefus, langer op- gehouden in Duitschland, dan men gehoopt hadt. De Franfchen hadden zig, midlerwyl, op eeile voordeelige plaats, agter de Sanfet, nedergeflaagen. Marlborough vondt ongeraa- den, hen aan te tasten, eer hy de verwagte ver-
(7/) Rnpp. van 't Geh. Coramitté I. Diel, hl. 5—ia. Lam-
Uerti 'lern. VI. f. 6,->5—C80. |
||||
LX VIII. Boek. HISTORIE. 403
|
|||||||
verfterking van manfchap bekomen hadt. Daar 17»;
viel, derhalve, in eenige maanden, niets voor van gewigt, tusfchen de wederzydfche Legers. Het FranfcheHof, de verkiezing eens Keizers, naar welke waardigheid de Keurvorst van Beie- ren ook ftondt, willende doen uitvallen tegen de verwagting der ßondgenooten, ligtte eenig krygsvolk uit de bezettingen langs de Maaze en Moezel, tot verfterking van 't Leger aan den Opper-ryn: 't welk Prins Eugemus nog langer in Duitschland hieldt. In Zomermaand, veranderden de Legers in de Nederlanden van Legerplaatfe; en op den vierden van Oogst- maand, verraste Marlborough de vyandlyke Linien, by S. Omer. Weinige dagen laater, Bon- floeg hy 't beleg voor Bouchain. De Plaats chain g«« werdt, op den tienden, berend, door den Ge- wonnen- neraal Fagel. Villars deedt vergeeffche poo- gingen om haar te ontzetten. Zy gaf zig, twin- tig dagen na 't openen der loopgraaven, over by verdrag, op den twaalfden van Herfstmaand. De heimelyke handeling tusfchen de Hoven van Verfailles en Londen, waarvan de Staaten, om- trent deezen tyd, wederom eenige opening kreegen, was eene der voornaamfte oorzaaken, waarom, in deezen veldtogt, niets meer onder- nomen werdt. Marlborough keerde, in 't be- gin van Slagtmaand, naarden Haage, en, na een kort verblyf, naar Engeland (e). De Prins van Oranje, Joan Willem Frifo, joim
hadt zig,in 't begin van den veldtogt, ook be- Willem geeven naar 't Leger in de Nederlanden, onaan- Frifo, gezien de handeling met den Koningvan Pruis- |wgan fen,
(O TWDAl Fol. JX. lor XXIV.] p. 95—119«
Cc a
|
|||||||
404 VADERLANDSCHE LXVHLBöfct.'
171J. fefl, over de verdeeling der nalaatenfchap van
-------Koning Willem, ten zelfden tyde, fterk aan-
en Nas- gebonden, en nog niet ten einde gebragt was.
fni,^ ver- £)e Koning van Pruisfen hadt den Staaten doen ongeluk- verklaaren „dat zyne troepen niet optrekken kigiyk.itfv, zouden,,zo men hem de verfchuldigde ag- *t over- -M terftallen niet vokteede , en hem, daarenbo- vaaren ^ ven ? gggne voldoening gave, wegens zyne Stryen- » eifchen op de nalaatenfchap van Koning Wil- fche Sas.,,» lern." De'Staaten antwoordden hem beleef- delyk, en bewoogen hem, hierdoor, tot het af- zenden zyner troepen, naar 't vereenigde Le- ger. Doch de Koning befloot, kort hierna, zelf een' keer te doen naar den Haage-, tot bevor- ... - dering der vereffening van de gefehillen over de nalaatenfchap. Men was, onder anderen, -"''^ ■- oneenig, over 't bezit van Dieren, welk de Koning vorderde, en de Prins niet afftaan wil- de, zelfs niet by voorraad; waartoe egter de Staaten fcheenen te neigen (ƒ). Zyontbooden, Jbierop, den Prins uit het Leger. De Koning was, op den vyflen van Zomermaand, aan- gekomen , in den Haage. Doch de Prins hadt geantwoord, dat men zyne tegenwoordigheid in 't Leger niet misfen kon. De Koning drong, ondertu.sfch.en, zo zeer, op 's Prinfen over- komst , dat hy 'er, eindelyk, toe befloot. Men ineende, dat de Koning te fterker op deeze overkomst gefteld was, om dat hy zig van al 't yermogen, welk hy op de Staaten hadt, dagt ! te bedienen, om den Prins, die alleenlyk Stad- houder van Friesland en Groningen was, ook
tot
(f) Refnl. Genor- Jovis 2 Mart 51 Atril 1711. W. 424,
514. Rtl'ul. Heil. 17, 21 /tytil 17U. iU }75; i90. |
||||
LX VIII. Boek. HISTORIE. 405
tot Stadhouder der andere vyf Gewesten te doen 1711* '
verheien. Wat hier van zy 5 de Prins fchreef ------
den Staaten, op den negenden van Hooi-
maand, dat hy aan hunne begeerte voldoen, en naar den Haage komen zou. Maar eene onverwagte ramp verhinderde hem, zyn voor- neemen te voltrekken. Hy was op reis gegaan ; en, met zynen Stoet, op den. veertienden, gekomen aan den Moerdyk, van waar hy zig naar het Stryenfche Sas moest laaten overzet* ten. Terwyl een gedeelte van den Stoet, met de paarden en pakkaadje, aan den Moerdyk, vertoefde, tradt de Prins, benevens de Hee- ren Ferfckuur, Plettenberg en Qnno Boudewya du Tour, en eenigen van 'sPrinfen bedienden in de Veerfchuit. De koets en de paarden, die den Prins aan den dyk gebragt hadden, wer- den , ten zelfden tyde, met de fchouwe, over? gevoerd. Doch naauwlyks was de Veerfchuit halver wege gekomen, of daar ontftondt een weinig winds, van zwaaren ftortregen verzeld. De Prins befloot, hierop, met du Tour en Hilken, die hem vergelden, over te flappen in de fchouw, en, om voor den regen gedekt te zyn, in de koets te gaan zitten. De veerfchuit raakte, ondertusfchen, niet zonder groot ge- vaar, over. Maar de fchouw helde, door 't opfleeken van den wind, zo geweldig, over zyde, dat men voor omflaan bedugt was. Zy was niet verre van den overzydfchen oever ge- komen , toen de Prins uit de koets tradt, om zo veel te eerder aan land te können flappen. Doch terwyl de fchouw, door tegenwind, be- neden den fteiger vervallen, wat hooger op- ftak, wordt zy, door een' feilen rukwind, ge- Cc 3 heel |
||||
4o6 VADERLANDSCHE LXVIII.BofeK.
»ytt; heel over zyde geflaagen. De Prins, die zig,
------in 't eerst» nog aan den mast en aan du Tour
vasthieldt, werdt, door 't geweld der golven,
uit de fchouw gefmeeten, en ging terftond te gronde. Hilken, Kolonel van 'sPrinfen Lyfwagt, die in de Koets gebleeven was, liet hier insgelyks het leeven. Doch du Tour en de overigen kwamen behouden aan land. 's Prinfen Lyk werdt niet voor den negenden dag, toen 't boven kwam, gevonden, en, op den vyfentwintigften van Sprokkelmaand des volgenden jaars, te Leeuwaarden, begraaven. Hy werdt zeer betreurd, by alle de vrienden van het Huis van Nasfau. De Koning van Pruisfen zelf fcheen zo getroffen van dit onver- wagt overlyden, dat hy zig moest doen ader- iaaten. De Prins, die, federt zyne verhef- fing tot Generaal vart 't Voetvolk, in ver- icheiden' veldtogten en belegeringen, blyken van beleid en dapperheid gegeven hadt, be- reikte naauwlyks vierentwintig jaaren, toen hy, op zulk eene deerlyke wyze, aan zyn einde kwam (g). Hy liet eene Dogter en eene zwangere Gemaalin na. De algemeene Staa- ten , oordeelende, dat de Prinfes Weduwe zig, in haaren tegenwoordigen ftaat, niet moeijen kon met de vereffening der hangende gefchil- len, over Koning Willems nalaatenfchap, na- men , by meerderheid van ftemmen, een befluit, om zig, deswege, by voorraad, met den Ko- ning van Pruisfen, te verdraagen, op eenen voet, waar
(g~) Copie manufcT. de deux l,ettr it Mr. O. B. nuTou«.
4a se & . . Juill. 17U. Lambert! Im. Vi. f.. jcö— 515. TlNUAt fib IX. [er XXIV.] f. n3. |
||||
LX VIII. Boek. HISTORIE. 407
waar in zyne Majesteit bewilligde. Doch de 1711.
Prinfes kon hiertoe niet verftaan. Ook ver-------
klaarden Friesland en Groningen zig vutdruk-
kelyk tegen het befluit der meerderheid QA): welk egter ftand greep, tot dat 'er, in 't jaar 1732, een nader Verdrag van Verdeelinge ge- troffen werdt. De Prinfes Weduwe beviel, op den eerden Geboor-
van Herfstmaand, te Leeuwaarden, gelukkig- 'e.van lyk, van eenen Zoon, die Willem Kar el Henrik \^^m Friß genaamd werdt. Wy hebben hem, Karei voor weinige jaaren, zien verheffen tot de Henrik Stadhouderlyke waardigheid van alle de Ver- Frifó- eenigde Gewesten. Nu hadt de Prinfes hem, by eenen brief, waarin zyne geboorte bekend gemaakt werdt, onder anderen, aan de gun- fie en befcherming der Heeren Staaten van Zee- land aanbevolen: waarop niet byzonderlyk ge- antwoord werdt, dan dat de Staaten wensch- ten „ dat de jonge Prins, in vervolg van tyd, „ den Landen nog veele diensten doen mögt „ (*)." De Staaten van Holland vereerden hem, eerlang, meteen Lyfpenfioen van vyf- entwintighonderd guldens 's jaars, en de al- gemeene Staaten met een diergelyk van vier- duizend guldens (Je). In Spanje, liep het krygsgeluk, dit jaar, den VI.
Bondgenooten tegen. Hun Leger was, federt Staat des den flag by Villa Viciofa, geweldiglyk verzwakt, ?orI°gs en ontving, federt den aanvang der heimely ,'" pan" ke '
CO Refol. Gener. fl/art. 28 July 1711. il. 929. en iy Du
Munt Corps Dipl. Tom. VIII. P. I. p. 276. Lambkrti Tom. VI. p. 5I.5-5M- CO Notul. Zeel. 21 Sept. 1711. il. 193. Jtyl. bl. 93.
(_k) Refol. Hell. 9, i0j 11 Sept. 12 Noy.wiu il. 492 f 500,
50.1, 608. Cc 4
|
||||
4o3 VADERLANDSCHE LXVIII. Boek,
1711. ke Vredehandelinge, luttel onderfteuning uit
—— Engeland. De vyand maakte zig, in Louw- maand, meester van Gironne, en in Herfst- maand , van 't Kasteel van Venasco, de laatfte Plaats in Arragon, die nog voor Koning Karel hieldt. De Stad en 't Kasteel van Cordona viel hem, op 't einde des jaars, in handen. De Ge- neraal Starremberg hadt, tevooren, vergeefs, gepoogd, ïortofa tebemagtigen (7). DeBond- genooten fcheenen, na de dood van Keizer Jozefus, minder genegen, om den oorlog in Spanje voort te zetten, ichoon Koning Karel, al vroeg in 't voorjaar, by Koningin Anna, en by de Staaten, hadt laaten aanhouden om on- VerfcbU verwylde hulpe (m). De Koning van Portugal, riet Por- jn verfchil geraakt met de Staaten, over de tugai. vrve oefening van den Roomfchen Godsdienst in Oostindie, op Plaatfen, daar de Nederland- fche Maatfchappy meester was, gelyk te Ko~ lombo en op Ceilon; hadt zynen Gezant, den Graafvan Tarouca, gelast, hierover, met hen, in onderhandeling te treeden (n). De Staaten klaagden, op hunne beurt, dat de Koning de regten op het Zout, welk hunne onderzaaten, volgens het Verdrag van den jaare 1661, van S.Ubeshaalden, verhoogd hadt. Doch, onder dekfel van 't handelen over deeze punten, drong Taroüca op onderftand, in een Vertoog, Welk den tweeden van Lentemaand getekend was. Men ftelde hem eenige fchuldbrieven ten laste van de Staaten ter hand: een gedeelte van welken hy zig kwyt maakte, met tien ten hon-
m Dawikt. Jüuni. f. CCLXV, CCXXVIJ. Tindai VoU
TX. 1 o' XXIV.' p. 112—116. (m~) Voiez Lamderti Ton. VI. f. 518, 561.
l.s; Relol. Holl. 17 0$, lj\U tl. 54^. z»liept.iii$. W.683,
|
|||||
l
|
|||||
LXVIII.BoEK. HISTORIE. 409
honderd verlies (o). Men beantwoordde het j?ÏXf
Vertoog van Tarouca, wyders, na verloop van -------;
eenige maanden, van punt tot punt (J>). Mid-
lerwyl, Ufas Keizer Jozefus overleedeh: 't welk het Hof van Portugal van maatregels verande- ren, en, eerlang, verklaaren deedt, dat de Koning niet geneigd was, tot het voortzetten van eenen oorlog, die ftrekken zou, om eenen Keizer te helpen aan 't bezit der Kroone van Spanje. De Hertog van Savoje deedt, omtrent den zelfden tyd, diergelyke verklaaring (#): hoewel deeze verklaaringen, niet openlyk,maar in 't geheim, en aan 't Engelfche Hof, fchy- nen g'efchied te zyn. Ondertusfchen, deedenze den oorlog verflaauwen, van de zydederBond- genooten, en gaven het Franfche Hof gelegen- heid , om voordeeliger voorwaarden van vrede te vorderen. De kryg in 't Noorden, die nog duurde, was, Noord-
federt twee jaaren, ten nadeele van Karel den fche zaa« XII, veranderd. Terwyl deeze Vorst zig, in ken' 't jaar 1707, in Saxen ophieldt (r), was de Czaar van Muskovie, gelyk wy, in 't voorgaan- de Boek (s), aantekenden, in Poolen gevallen, en hadt Staniflaus, die, 's jaars te vooren, tot Koning verheeven was, genoodzaakt, hetRyk te ruimen, en Karel den XII. in Saxen op te zoeken. Sedert, verliet de Koning van Zwee- tten dit Keurvorftendom, met zyn Leger (t), en toog,
f O Lambérti Tom. VI. p. 567—$r5■ 579-, 5?o-
tp J Rclol. Gener. Sati. 11 '}uly 17'n. by Lamberïi Tem. VI. t- 57Ö Cf) Bolingi'.rokes Letters on Hiftory, Vol. \l. f. 102. (r) Zie hier voor, l>l. 229. f O Blaat 306.
(O TiNUAL Vel. VII. [07 XXII.] p. 244, 257.
C c 5
|
||||
410 VADERLANDSCHE LXVIII. Boek,
É71Ï. toog, door Poolen, naar de Ukraine, daar hy,
------ in Hooimaand des jaars 1708, flaags raakte
met de Rusfen, niet zonder merkelyk verlies,
ter wederzyde. Doch in Wynmaand, kreeg hy de nederlaag by Lfesno. En op den agtften van Hooimaand des jaars 1709, werdt zyn Leger geheellyk geflaagen, by Pultowa aan de Nieper, over welken ftroom hy, ter naauwer nood, ontweek naar Bender in Moldavië, on- der 't gebied van den Grooten Heer. Koning Augustus, die, 's jaars te vooren, in 't beleg van Rysfel, als vrywillige, gediend hadt, be- weerde nu, dat zyn afftand van de Poolfche Kroon gedwongen gefchied was, trok met een Leger naar Poolen, en deedt zig wederom er- kennen voor Koning. Karel de XII. bleef te Bender, daar hy den kryg tusfchen de Porte en Muskovie fterk aanltookce, terwyl zyn Leger, in Poolen, Saxen met eenen inval dreigde. Doch de Koningin van Groot - Britanje en de Staaten deeden een Leger verzamelen, welk dienen zou, om de onzydigheid in Duitschland , met opzigt op de zaaken van 't Noorden, te bewaa- ren (u). Het werdt, in den Zomer deezes jaars 1711, nog met eenige troepen verfterkt (v), en ftrekte toen ook, om de verkiezing van eenen Keizer te doen uitvallen, naar den zin der Bondgenooten. De Koning van Zweeden deedt, ten zelfden tyde, aanhouden, by de Staaten, om byiland, volgens de voorige Verdragen. Doch
(«") Refof. Hnll. 20 Jan. 1711. hl. 18. Tjnoal Vol. VIII.
[ of XXIII. ] D. 55, 130, 29-,, *<J7- Du Mokt Corps Diplom. jom. VIU. P. 1'. p. 247, 2"9» -54, 255» 256' 257, 258. ' V) Reibt. Gcner. Pen;r. 2 .?<-'«• Lu»* 19 jan. Üomin. 8
Mart. Lu"<t 15 Jitny 1711. 01 3, «o, 290, 742. en by Lam- isriTi 'lom. Vi, f>. 4C0, 410, 432, 457. |
||||
LXVffl.BoEK. HISTORIE. 411
Doch de Staaten, 'misnoegd op de Zweeden,
over 't neemen van veele Koopvaardyfchepen, weezen 's Konings verzoek van de hand (w). De oorlog tusfchen de Porte en den Czuar eindigde, in Hooimaand deezes jaars, met een Verdrag, waarby Azof, welk, te vooren, door de Rusfen, veroverd was, wederom aan de Porte werdt overgegeeven. Beide de Mogend- heden beloofden, zig niet met de Pooïfche zaaken te zullen moeijen. Voor Karel den XII. die verwagt hadt, in de Vrede begree- pen te zullen geweest zyn, werdt alleeiüyl: bedongen de vrye terugtogt naar zyn Ko- ningkryk ( x ). De Koningen van Deenemar- ke en Poolen verbonden zig, terftond na 't fluiten deezer Vrede, tot het beoorloogen van Karel den XII. Zy vielen in Zweedsch Po- meren, en ondernamen, eerst Straalzond, en daarna Wismar te belegeren. Doch beide dee- ze onderneemingen mislukten (y). In Gras- maand des volgenden jaars, werdt het Ver- drag tusfchen de Porte en den Czaar, door be- middeling der Gezanten van Groot -Britanje en de Staaten, te Konftantinopel, nader ver- klaard en bevestigd (s). In Hongarye, wa- ren de Keizerlyke wapenen tegen de misnoeg- den, in 't voorleeden jaar, zo gelukkig ge- weest, dat 'er verfcheiden' Steden door bemag- tigd
|
||||||
(V) Lamberti Tom. VI. p. 443—468.
(*) Voiez Corps Diplom, lom. VIII. f.h p. 2,-5. LAM- BERTI Tom. VI. p. 475—477. (y) Tindal Vol. IX. Lor XXIV.] p- H—iao« Lamberti
Tom. VI. p. 477—481. (2) Voiez Uo Mont Corps Diplom. Tem. VIII. P. I. p. 20-.
Suppleiu. Tom. IU. 1'. ü. f. 78, 79. |
||||||
412 VADERLANDSCHE LXVIII. Boek.
|
||||||||
171 i. tigd werden (0): waarop, in Bloeimaand dee-
—;----- zes jaars, eene aigemeene bevrediging tusfchen
de Keizerfchen en den Prinfe Ragotski volg-
de (*). Vil. DeEngelfehe Staatsdienaars, de heimelyke Tiyzon- Vredehandeling met Frankryk, den gantfchen dcie.. Zomer, voortgezet hebbende, zonder 'erden „en van Staatfchen eenigebyzondere kennis van.te gee- Frankryk ven (c), hadden 't, eindelyk, zo ver gebragt, aan dat Menager hun 's Konings antwoord, op Groot- je ejfciien 9 welken zy, ten behoeve van ■«"je. Qroot_Britar!je jn 't byzonder, gedaan had- den, fehriftelyk, overleverde, in 't begin van Wynmaand ( d~). De Koning beloofde „ 1. Ko- „ ningin Anna en de vastgeftelde opvolging „ tot de Kroon te zullen erkennen. 2. Een „ nieuw en billyk Verdrag van Koophandel „ met Groot - Britanje te zullen opregten. „ 3. Duinkerken te zullen flegten, midsFrank- „ ryk, daar tegen, voldoening gefchiedde. ,, 4. Gibraltar en Port Mahon te zullen laa- „ ten aan de tegenwoordige bezitters. 5. Den „ Engelichen het Verdrag van Asfiento, of „ van den Slaavenhandel, van Guinea naar „ de West-indien, te zullen doen toeftaan, op }, galyken voet, als het, tegenwoordig, door „ Frankryk, bezeten werdt. 6. De voordee- „ len in den Koophandel, door Spanje, aan „ Frankryk, of aan eenig ander volk toege- „ ftaan, ook aan de Engelichen te zullen doen |
||||||||
„ Ver-
|
||||||||
CO TiNDAl Vol. VIII. [nr XXIII] p. AST-
(b 1 l'uiz Du Mdnt Corps Dipl. Tom. VIII. P I. p. ab<),
(Ó Letters from the Ka; lof Oxford 2?July ,7 'lnp.O.S 17U.
Lett. 'hmi Macky at Dover. 9 Auf. O. S. 1711. Mi.-iivcn vanden Raadp. ITeinsius van 4 >'!>■. '6 Octrb. 1711. O) Mcinoir. de Xorcïj Tom III p. 119 & Juty.
|
||||||||
LXVIILBoek. HISTORIE. 41g
s, verleenen. 7. Het Verdrag van Asfiento, op 1711.
>, dertig jaaren na 't fluiten der Vrede , te —— „ zullen doen bepaalen; een bekwaame Plaats „ op de Rivier de la Plata, tot ververfchinge „ der Slaaven, aan de Engelfchen te zullen „ doen afftaan; hun te verzekeren in 't bezit „ van 't Eiland S. Christoffel, en hun eené „ tolvryheid van vyftien ten honderd te zul- ,, len doen trekken van de vrugten en voort- „ brengfels van Groot-Britanje, welken zy in „ Spanje zouden brengen. 8. Tot de alge- „ meene Vredehandeling te verfchuiven de „ eisch van Groot-Britanje op Terre-neuve, „ Hudfons-baai en 't gene de Engelfchen meer „ bezaten in Noord -Amerika, mids de Fran- 3, fchen het regt behielden, om óp de kust van „ Terre-neuve te visfehen en visch te droo- „ gen («)." De Sekretaris S. John gaf der Koninginne kennis van dit antwoord des Ko- nings van Frankryk, en haare Mäjefteit liet het zig welgevallen : waarop het, door de Hee- ren Dartmouth en S. John, zo wel als door Me- nager, getekend werdt. Doch Manager leverde, behalve dit antwoord, nog een Ontwerp over Fransdi van nieuwe voorafgaande punten tot eene alge- Omwerp meene Vrede. Hierin verbondt Frankryk zig "^ecre,^" „ 1. tot erkentenis van Koningin Anna en de vrede, j, vastgeftelde opvolging, 3. tot het bezorgen, „ dat de Kroonen van Frankryk en Spanje „ nimmer op één hoofd kwamen. 3. tot rede- „ lyke voldoening aan alle de Bondgenooten, „ en in 't byzonder tot herftelling van den ,, Koop-
CO Zie Rnpp. van 't Oeli. Comm II. Die!, Byl. N. IV. W.7,
LambbRii lom. VI p. 63i. |
||||
4r4 VADERLANDSCHE LXVIII.Boek.
ijtl. i, Koophandel van Groot - Britanje en de Staa-
i „ fterke Plaatfen in de Nederlanden, om ze „ tebewaaren, tot eene Barriere, tegen alle „ onderneemingen van den kant van Frankryk. „ 5. tot bewilliging in 't opregten van eene „ diergelyke Barriere, voor het Keizerryk en „ voor het Huis van Oostenryk. 6. tot het „ flegten van Duinkerken, tegen redelyke vol- „ doening, nader te bepaalen op de algemee- „ ne Vredehandeling: op welke, 7. ook de „ eifchen van alle de Mogendheden, die in „ den tegenwoordigen oorlog waren ingewik- „ keld, ter goeder trouwe, zouden overwoo- „ gen en afgedaan worden." In een afzonder- lyk punt, beloofde de Koning nog „den Her- „ toge van Savoje te zullen doen wedergee- „ ven de Plaatfen, welken hy, in den aanvang „ des oorlogs, bezeten hadt, en die nu in de „ magt van Frankryk waren, benevens zulke „ Plaatfen, als men onderling zou geraaden „ vinden (f)" ilande- De punten, die Groot-Britanje in 't byzon- ?ing van der betroffen, werden geheim gehouden. Doch tanden met net oiltwerP der punten eener algemeene Haage. Vrede werdt de Graaf van Strafford afgezon- den naar den Haage, om met den Raadpen- fionaris in onderhandeling te treeden over de- zelven (g). Omtrent de byzondere handeling tusfchen Groot - Britanje en Frankryk, moest hy alleenlyk verklaaren „ dat 'er niets gefloo- „ ten
(ƒ) Artic!. prelim. de Is part de la France, MS. Rapp. van
't Geh. Conm II Deel, Byl. N. VU. M. ar. Lambkrk Tom. VI. p 689. {g) JMi&Iive ven dm Rnadp. Heinsius van i Oft. 17z r.
|
|||||
1
|
|||||
LXVm.BoEK. HISTORIE, 415
„ ten was, welk aanliep tegen het belang der i7u.
„ Staaten; en als men hem voorhouden mögt,------
„ dat de Koningin verbonden was, niet zonder
„ bewilliging der Staaten, vrede te maaken, „ en den Staaten eene Barriere te bezorgen, „ overeenkomftig met het Verdrag van den „ jaare 1709; moest hy verzekeren, dat de „ Koningin geene afzonderlyke Vrede (luiten „ zou, en dat het belang der Staaten zelven „ vorderde, dat zy niet te zeer ftonden, op „ de flipte uitvoering van het Verdrag van „ den jaare 1709; waarin toch het Huis van „ Oostenryk en andere Bondgenooten altoos „ zwaarigheid maaken zouden." Voorts, moest hy hen vermaanen tot hetfpoedig aanvangen der algemeene Vredehandelinge, waartoe Frank- ryk nu Utrecht, Nieuwmegen, Aken of Luik voorgeflaagen hadt ( h ). Midlerwyl, hadden de Staaten, bekommerd DePen-
over den uitflag der heimelyke handelinge in ß°naris Engeland , op den voorflag van Amfterdam w"^t in de Vergaderinge van- Holland (/), befloo- naar En- ten, den Penfionaris Buys derwaards te zen- geland den (1), om een waakend oog te houden op gezoa- 't gene 'er omging; om de Koningin af te maa- dea' nen van een byzonder Verdrag, en om de on- derlinge vriendfchap en 't goed verftand met haar te herftellen en aan te kweeken. Ook om
(A) Inllr. du Comte ile Strafford du i OBobrt 1711. in 't
Rapp. van ': Geh. Comrn. É. Deel, Èyl. N. VIII. bl. 2+. tl.) Refbl Hol). 15 03. 1711. bl. 538. (1) De Heer Marinus van Vrybergen, der Staaten
gewoonlyke Gezant aan 't Engelfche Hof, was, kort te vooren, overieeden. Rejol. Gener. Mart. 6 üct. 1711, bl. if>8. ' |
||||
416 VADERLANDSCHE LXVIII.Bomc
|
|||||
'ï;ii. om haar te beweegen, tot het fterk voortzet-
«----- ten van den oorlog, in geval de Vrede niet!
kon getroffen worden, op eenen goeden voet
( k ). Hy wagtte nog op den wind te Helle- voetiluis, toen Strafford in den Haage aan- kwam, die zynen last eerst opende aan deri Raadperiiïonaris Heinfius en aan den Heere' Buys, die naar den Haage te rug óntbooden was (/). Beide vonden ze de punten, doof Frankryk ontworpen, duift-er en vol zwaarig- heid. Zo werden ze ook aangezien, in de Ver- gadering van Holland, en in die der algemeené Staaten: waarop menbefloot, Buys te belas- ten „ dathy der Koninginne kennis gave van „ 't geene hun, in 't Fransch Ontwerp, mis- j, haagde; en dat hy haare Majefteit te gelyk «, zou zoeken af te maanen van hetopenen der „ Vredehandelinge, op zulk eenen losfen voet." Ook tradt men, in nadere onderhandeling * met Strafford, die bpweerde „ dat de Konin- „ gin den last des tforlogs, welken de Bond- 9, genooten genoegzaam op haar alleen lieten „ aankomen, niet langer draagen kon, en der- ., halve vrede behoefde." Men antwoordde hem „ dat de Staaten ook vrede zogten, maat „ eene vaste, veilige en duurzaame; en dat „ men zig, met hetopenen derVredehande- j, linge, niet behoorde te verhaasten, voor „ men reden hadt. om zulk eene vrede te hoo- j, pen (w). De Engelfche Gezant gaf van dit antwoord berigt aan zyn Hof, daar Buys, mid- ler-
fk ) Inftr. voor ilen Ilccre Willem ßi'YS van 14 Off. 1711. MSi.
(/) Misfiv. v"n den OïifT. FagÉl van 21 Oclob 1712. <m) Re ol. Cencr. Sabh 34 ÜÜ. 17JI. ï-ambertj Tom, VI» p. 6pïi 6yó. |
|||||
LXVIILBoKK. HISTORIE. 417
|
|||||
lerwyl, aangekomen was, en dezelfde taaie.. i7ïU
gevoerd hadt. Doch de Koningin bleef by haar '-------
befluit. Haare Staatsdienaars hielden den Hee- De Eu-
re Buys voor „dat men Frankryks voorflag, geifchea „ flegts aanzien moest, als eene inleiding tot "n0ge"n> „ verdere handeling; op welke, ieder der baare „ Bondgenooten zyne belangen zou können in- Vrede- „ brengen; dat, in deezeinleiding, egtervol- J|ande- „ doening aan alle de Bondgenooten beloofd g' » werdt; dat zulks wel met algemeene woor- „ den gefchiedde, maar dat haare Majesteit „ niet geraaden gevonden hadt, byzondere „ verklaaring te vorderen, om dat men zig, „ te vooren, in den Haage en te Geertruiden- „ berg, by het handelen op byzondere voor- „ afgaande punten, zo kwalyk hadt bevonden. „ Dat Frankryk ook, térftond, geene byzonde- „ re verklaaring geeven zou, naar den zin der „ Bondgenooten; wanneer men, of op zulke ,, gebrekkelyke verklaaringen in onderhande- „ ling zou moeten treeden, 't welk de zaak „ van erger natuur maaken zou, dan ze was, „ of, nader verklaaring vorderen, 't welk niet s, zou können gefchieden, zonder veel tyds „ te fpillen." De Gezant antwoordde „ dat „ de aanmerkingen, welken men tegen hem „ inbragt, zouden fchynen te klemmen, zo v, de Franfchen alleenlyk algemeene voorfla- j> gen gedaan hadden. Maar hunne voorfla- „ gen waren ook duister en dubbelzinnig, voor- 99 al in opzigt van de Barriere der Staaten, „ en van de vergoeding voor Duinkerken («). j, En al werden ze flegts als algemeen aange- • „ merkt (n) Misfive van den Raadp. HEINSius van 17 Noy, 1711.
XVU. Deel. Dd
|
|||||
4X8 VADERLANDSCHE LXVIII.BoEir;
ifiu „merkt, nogtans, was't geraaden, dat
„ re Majesteit en de Staaten, daarna, in ver-
„ trouwen, zouden können overleggen, of „ 't dienftig ware, dat men in nadere han- „ deling trade, of niet." Doch men hadt,aan 't Engelfche Hof, reeds een befluit genomen: waarvan men niet begeerde af te gaan (o). S. John fchreef aan den Graave van Straf- ford „dat zy zig bedroogen zouden vinden, „ die waanden, haare Majesteit, door uitftel- „ len en konftenaryen, te doen veranderen „ van gedagten: en dat zy geen ontwerp op „ het voortzetten des oorlogs met de Staaten „ beraamen zou, ten ware deezen bewillig- „ den, in het openen der Vredehandelinge Rande. „ (p)." Van 't gehandelde met de Staaten üng der werdt het Franfche Hof, terftond, onderregt, Engel- Joe»,, den Abt Gaultier, die, na 't vertrek van over"de Menager, wederom in Engeland gekomen was. belangen Hy bragt van daar een Gefchrift naar Frank- der Staa- ryk te rug, waarby, uit naam der Koninginne, **• verklaard werdt „ dat haare Majesteit genegen „ bleef, om de Vredehandeling te doen ope- „ nen, op den voet der voorwaarden', door „ Menager getekend." Ook las men 'er in, „ dat de Staaten niets beoogden dan eene Bar- „ riere, en 't voordeel van hunnen Koophan- „ del; dat de Koning van Frankryk, hierom, „ maar hadt te verklaaren, welk eene Barrie- „ re hy hun wilde toeftaan, en dat hy de Lyst „ der Regten op de Koopwaaren van den jaa- „ re
(o") Verbaalle*, ly dtn extr. Envoyé Mr. Willem Bu«. M$4
Q') Rapp. van 't Ceii. Comm. 1. Deel, l/U 23, 24. |
|||||
\
|
|||||
LXVin.BoEK. HISTORIE. 419
„ re 1664 met hen vernieuwen wilde; in welk 17ir.
„ geval, haare Majesteit zig fterk maakte, dat-------5
„ zy hen, in het openen der Vredehandelin-
„ ge, zou können doen bewilligen." Omtrent de andere Bondgenooten, werden, in dit Ge- fchrift, diergelyke voorflagen gedaan (#). Doch Filips de 't punt van de Barriere was, onlangs, moeily- v- ftaat ker gemaakt, van de zyde van Spanje, heb- r6^™1^ bende Koning Filips, in gevolge van eene o- derfaa-6" vereenkomst tusfchen Koning Lodewyk en den den den Keurvorst van Beieren, in 't jaar 1702 getrof- Keur- fen, beflooten, de Spaanfche Nederlanden aan 5°-"™° deezenafteftaan; waarvan,eerlang, open'brie- af. ven verleend werden, te Madrid getekend, op den tweeden van Louwmaand des jaars 1712 (/), Koning Lodewyk antwoordde, derhalve, VIII.
op het Gefchrift der Engelfchen „ dat hy den Nader „ Staaten geene Barriere kon doen afftaan, J^Fran. „ dan onder de eze voorwaarde, dat de Keur- fthen™™" „ vorst van Beieren in 't bezit der Spaanfche dien men „ Nederlanden blyven zou, op gelyken voet, be»\ic „ als hy nu de Gewesten van Luxemburg en seheim> „ Namen, en de Steden Charleroi en Nieuw- den.°U* „ poort bezat. Zo deeze voorwaarde aange- „ nomen werdt, zou hy te wege brengen, dat „ de Staaten bezetting leggen mogten, in de „ fterke Plaatfen der Nederlanden; by welken „ hy nog voegen zou Meenen, Yperen en „ Veurne, met derzelver Regtsgebied, mids „ hem, daartegen, Aire, Bethune, S. Ve- „ nant, Douai en Bouchain te rug gegeven „ werden. Duinkerken zou hy flegten, tegen „ re-
ff) Z:e Rapp. van 't Geh. Cotrim. IL Deel, «f/. N. X.W.55. CO Vütz Do Mont Corps Dipl. Tum. VIII. ƒ>. I. p. aB8. Dd 2
|
||||
420 VADERLANDSCHE LXVIII.Boek
t/ii. „ redelyke vergoeding; welke hy rekenen zou
-------„ ontvangen te hebben, zo hem Rysfel en
„ Doornik, of ten minfte Rysfel alleen te rug
„ gegeven werdt. Voorts, vorderde hy, dat „ de Keurvorst van Beieren herfteld werdt, „ in zynen Keurvorftelyken rang en waardig- „ heid, en in 't bezit van de Opper - Palts: of „ zo men, hierin, zwaarigheid vinden mögt, „ zou hy den Keurvorst zoeken te beweegen, „ om de Keurvorftelyke waardigheid, nevens „ Beieren, af te ftaan aan deszelfs oudften Zoon, • „ die dan, met de oudfte Dogter van Keizer „ Jozefus, zou moeten trouwen: in welk ge- „ val, de Keurvorst alleenlyk de Spaanfche „Nederlanden, in de plaats van Beieren, be- „ houden zou. Doch indien deeze voorflagen „ ook al geen'ingang mogten vinden, vorder- „ de de Koning, dat men den Keurvorst in 't j, bezit liete van Luxemburg en Namen al- „ leen, mids de Staaten dan geene bezetting „ lagen, in de fterke Plaatfen deezer twee Ge- „ westen. Aan den Keurvorst van de Palts be- „ hoorde men, meende hy, tot vergoeding „ voor de Opper-Palts, het Hertogdom Lim- „ burg te geeven; of men zou dien Keurvorst „ zynen rang in de vergadering der Keurvor- „ ften, nevens de Opper-Palts, können laaten „ behouden geduurende zyn leeven; mids 't „ een en 't ander, na zyn overlyden, over- „ ginge aan den Keurvorst van Beieren. Zo „ de Staaten een' van deeze voorflagen om- „ trent dien Keurvorst omhelsden, zou de Ko- * Tarif. „ ning hun de * Lyst der Regten van 't jaar w 1664 toeftaan, met eenige weinige uitzon- „ deringen; en hun ontheffen van de betaalin- » ge
|
||||
LXVHLBoek. H I S T O R I E. / 43t;.
„ ge der vyftig ftuivers van't Vat. Dochzode 1711.
„ Keurvorst zig met Beieren alleen, zonder -------
,j de Opper-Palts, en met een' minder' rang
„ onder de Keurvorften zou moeten verge- „ noegen, zou de Koning den Staaten alleen- „ lyk de Lyst der Regten van 't jaar 1699 kon« „ nen gunnen. Indien, vvyders, de Staaten, „ de bovenftaande voorflagen verwerpende, „ en de Spaanfche Nederlanden willende gee- „ ven aan den Aartshertoge [dat is, aan Kei- „ zer Karel den VI.] egter de Lyst van 't jaar „ 1664 begeerden, zou de Koning hierin be- j, willigen, en zelfs te wege brengen, dat het „ geheele Keurvorftendom Beieren aan het „ Huis van Oostenryk afgedaan werdt; mids „ het Koningryk van Napels, daarentegen, „ aan den Keurvorst werdt gegeven: waarby „ de Koning voorhadt, Sicilië te doen voegen. „ Omtrent het geene den Hertoge van Savo- „ je toegelegd was, in de punten, door Mena- „ ger getekend, zou hy zyn woord houden: „ zelfs oordeelde hy, dat hem het gedeelte „ van Milaan, welk hy nog niet bezat, by 't „ gene hy reeds bezat, behoorde afgeftaan te „ worden: in welk geval, hy geene zwaarig- „ heid maaken zou, om hem voor Koning „ van Lombardye te erkennen: doch hy be- „ hoorde Exiles en Feneftrelles, als gelegen „ in het Dauphiné,aan Frankryk terugtegee- „ ven. Voorts, zoude Koning, terftond na „ het tekenen der Vrede, den Keurvorst van „ Brandenburg voor Koning van Pruisfen, en „ den Hertog van Hanover voor Keurvorst „ erkennen. Ook zou hy «aten Aartshertog, 9, dien hy als Keizer erkennen zou, de Ves- Dd 3 „ting |
|||||
o
|
|||||
422 VADERLANDSCHE LXVIII.Boek;
1711. „ ring Kehl te rug geeven; en de Sterkten op
p „ den Ryn onder Straatsburg, de werken o-
„ ver Hunningen en over 't Fort Louis, met
„ één woord, alle de werken ter regter zyde
„ der Riviere doen Hegten. Brifak zelf zou
„ hy den Keizer te rug geeven, behalve het
„ Fort Mortier, ter linker zyde der Riviere
„gefügt. Landau vorderde by, danrtegen ,
„ alleen te rug: ook dat de Keurvorst van Keu-
„ len in zyne goederen tn waardigheden her-
„ fteld werdt (Y)>"
Het ai- De Koning van Frankryk hadt zig dus by-
gemeen zonderlyk geopend, op de verzekering, hem
Ontwerp ^oov g# j0j]n gegeven, dat men zyn byzonder
fjfhen n ontwerp van de punten eener algemcene Vre-
mishaagt de, nimmer, aan de Bondgenooten vertoonen
verfchei- zou(V). Het Engelfche Hof behieldt het alleen-
den' lyk aan zig, om van deeze punten, van tyd
booten?" tot ^y ' Z0 vee*te ontctekken» a's men dien-
fligvondt, om de Bondgenooten, en de Staa- ten inzonderheid te doen treeden in de maat- regels der Koninginne. Doch de duiftere en algemeene Punten, te vooren den Staaten toe- gefchikt, werden vast verfpreid aan alle Hoven. Koning Karel ontving ze te Milaan, omtrent op den zelfden tyd, als hem zyne verkiezing tot de Keizerlyke waardigheid bekend gemaakt werdt. Hy fchreef, terftond, eenen ernftigen brief aan de Staaten, hen afmaanende van de handelinge, op zo onzekeren voet; en hen aanzettende, om ook de Koningin van Groot- Bri-
" CO 2le Rapp. van 't geh. Comm. II. Deel, Byl. N.X. il. 3<Sf
Lambbrti Tom. VI. p. 6p8. ,. Qt) Rapport I. Deel, tl. 25. |
||||
LXVIII.Boek. HISTORIE, 423
Britanje daar van af te trekken (u). Doch dee- 17».' 1
ze poogingen waren vrugteloos. Het Engel- ——> fche Hof, nu meenende verzekerd te zyn van Men be« Frankryk, drong de Staaten zo fterk, tot het fluit eS- benoemen van tyd en plaats tot de handelin- {j^ht ge, zelfs met bedreiging, dat de Koningin an- Van vre? ders genoodzaakt zou zyn, uitftel voor wei- de te gering te neemen, en zig te fcheiden van de hand«- Bondgenooten (v), dat de Staaten, eindelyk, beflooten, de Vredehandeling aan te vangen, op den twaalfden van Louwmaand des volgen- den jaars, in de Stad Utrecht (w). Frankryk hadt deeze Stad voorgeflaagen, om dat zy, zo wel als de Staaten van 't Gewest, geneigd was tot vrede. En de Staaten fchynen haar tot handelplaats verkooren te hebben, om dat zy naby den Haage was, en om dat veelen een fpoedig einde van de handeling verwagtten. Eenigen waren egter tegen 't handelen te U- trecht; fchoon 'er de Staaten van 't Gewest, zonderling, op gefield waren geweest (#). Straf- ford gaf den Gezanten der Bondgenooten ken- nis van het befluit der Koninginne en der Staa- ten, tot het openen der Vredehandelinge. De Koningin zondt rondgaande brieven af, om de belanghebbende Mogendheden te nodigen tot de byeenkomst te Utrecht. De Staaten ver- vaardigden de Vrygeleidebrieven voor de uit- heemfche Gevolmagtigden, behalve voor die des
|
||||||||||
S
|
b) Vn'iez Lamberti Tom. VI. p. 705.
■v) Misflve van den Penf. DE la BassbcouR van ao Noy* |
|||||||||
'tjril.
fw') Voiez Lamberti Tom. VI. p. 724.—728. (v) Misf. van den Penf DB la Uassecour va» ao Noy. 1711, van den Hre B. W. Ploos van Amstel van 34 Äaft Dd 4,
|
||||||||||
4^4 VADERLANDSCHE LXVIII.Boek.
171 i. des Hertogs van Anjou, en der Keurvorften
■ van Keulen en Beieren, die in den Ryksban waren (^): kortom, alles fchikte zig, tot het
openen der Vredehandeling te Utrecht, op den Vernieu- beftemden tyd. De buitengewoone Gezant wingder Buys had^ aan »t Engelfche Hof, meer niet den mei te we§e '<onnen brengen dan eene vernieuwing Groot- der Verdragen, voorheen, tusfchen den Kei- Britanje. zer, Groot-Britanje en de Staaten, geflooten. Zy werdt egter niet getekend, voor den twee- entwintigften van Wintermaand; wanneer de Staaten reeds in het aanvangen der Vredehan- delingen te Utrecht bewilligd en van hun be- fluit, door den Heere Buys, aan 't Engelfche Hof kennisgegeven hadden (z). In deeze Ver- nieuwing of Bevestiging der Verdragen, be- "eommuni loofde men wederzyds de Vrede, die, * met tonfinfu. gemeene bewilliging, geflooten zou worden, te zullen handhaaven (V). Doch men meende, dat de Engelfche Staatsdienaars, door gemee- ne bewilliging, alleenlyk de bewilliging van Groot-Britanje en de Staaten verftaan hadden; daar de Staatfchen deeze woorden pasten, op de bewilliging der Bondgenooten in 't gemeen (f). Ook melden fommigen, dat dit Verdrag van Vernieuwinge, van der Staaten zyde, niet bekragtigd werdt (c). Het was, eerst, van de Engelfche zyde, voorgeflaagen geweest (<ƒ): en
(y~) Lambkrti Tom. VI. p. 739—737.
{z) Verbaal gehouden by den extr. Envoyé MR. Willim
Biivs MS. (a~\ Zit Oroot-PInkaatb. V. Deel, U. 439, 440. Du Mont
Corps Diplom. Tom. VIII. P. I. p. 588. (i) Lambert! Tom. VI. p. 736—737.
• (c) BeUNr.BROKEs Letters on Hiftory, Vol. II. p. 12s. £<) Lett. frQm thetM of Oxford. 37 July OS. 1711.
|
||||
JLXVIII.Boek. HISTORIE. 425
|
|||||
en de bekragtiging van der Staaten zyde fchynt 171t:
alleen agtergebleeven te zyn, om dat men, in ' werden, het Verdrag van Barriere van den jaa- re 1709 niet hadt willen begrypen (e). Doch Sommi- onaangezien deeze voorbereidfels tot eene Vre- gen drin- dehandeling, verftondt men, in den Haage, 6enoP'? dat men den oorlog behoorde voort te zetten, xettep--« en Frankryk te dringen tot redelyker voor- des oor- waarden , dan men, tot hiertoe, verwagten logs. kon. Onder anderen, bleek dit uit de jaarlyk- fche Petitie of Bede, die, nevens den Staat van Oorloge, door den Raad van Staate, omtrent deezen tyd , ter algemeene Staatsvergaderin- ge, werdt overgebragt (ƒ). Ook waren'er in Engeland, die fterk rieden, tot het voortzet- \ ten des krygs. Men wil zelfs, dat de Hertog Ontwerp
van Marlborough een ontwerp gefmeed hadt, .om *e.tf om, geduurende den Winter, eenen inval te Fran^1!^ doen in Frankryk. De Franfchen fcheenen 'er te do«n. de lugt van te hebben; en zagen verfcheiden' posten uit, van waar zy het Leger der Bond- genooten zouden hebben können ophouden, of met voordeel te keer gaan. Nogtans meent men, dat Frankryk groot gevaar geloopen zou hebben van overweldigd te worden, zo dit ontwerp in 't werk gefteld was. Te meer, om dat men eenen opftand in 't Ryk te gemoet zag, zo dra het Leger der Bondgenooten zig binnen de grenzen vertoond zou hebben (g). Men wil ook, dat Prins Eugenius zeer haakte naar dee-
(t~) Misfive van den Penf. DB la Bassecouu van 7 Dec. 17H,
(/") Voitz Lamberti Tim. VI fi. 711. (g 1 BOLINGBROKES Letters on Hiiti.ry, VoU II. p. 103, 104, I06, 107, Dd 5
|
|||||
426 VADERLANDSCHE LXVIII.Boek.
|
|||||
gjrit. deezen togt. En fommigen geeven hem na,
f
met de toorts in de hand, voort te rukken tot Fer-
Marlbo- failles toe (Ji). Doch het gantfche ontwerp ver- rough dween in rook, door het afzetten des Hertogs veriaaten ^0 Marlborough, die, voor 't Hooger-Huis van zyne befchuldigd zynde, over het ontvangen van wuptea, aanzienlyke gefchenken, van. zulken, die 't Leger in de Nederlanden voorzagen van mond- behoeften, door de Koninginne, van alle zyne ampten veriaaten werdt. James Butler, Hertog van Ormond, werdt, federt aan 't hoofd geitelU van de Engelfche troepen in de Nederlan- den (/). IX. De Vblmagten en Berigtfchriften der Ge- Aanvang zanten op de Vredehandelinge, midlerwyl, d** VhC" ontworpen zynde, verfcheenen de Franfchen linge" te en een,ge Staatfchen de eerften te Utrecht, Utrecht omtrent het midden van Louwmaand des jaars 1712. 171 <2. De Engelfche en Savooifche Gevolmagtig- Pruislifche en veele andere Gezanten kwamen Naamen wat laater aan. De Gevolmagtigden des Kei- der voor- Zers waren de Graaven van Sinzendorf en Cor- (Gevoie fana en ^e ^eer Konsbruk. De laatfte over- Biagtig- leedt, te Utrecht, en werdt, door den Baron rieo". van Kirchner, opgevolgd. Van wegeFrankryk, verfcheenen de Markgraaf d'Huxelles, de Abt van Polignac, en de Heer Nikolaas Menager. De Koningin van Groot - Britanje hadt den Bis- fchop van Briftol en den Graaf van Strafford op de
f A) See Bounobroke ibid. p. lol.
(i) BURNET yol. II. p. 588, 592. TlNDAL Vol. IX. [ff
XXIV.] p. 186—103, j§7. Gedläg der Hercoginne van Marlb»
U, a36. |
|||||
LXVÏÏLBoek. HISTORIE. 427
de Vredehandeling afgevaardigd. Van wegeden ^n*
Koning van Portugal, kwamen 'er de Graaf van . Tarouca en Don Louis d'Acunha. De Koning van Pruisfen zondt 'er den Graaf van Dönhoff, den Graaf van Metternich en den Maarfchalk van Biberfiein. Van wege de Staaten, wer- den tot de Vredehandeling gemagtigd de Hee- ren Jacob van Randwyk , Heer van Rosfem , Willem Buys , Penüonaris van Amfterdam, Bruno van der Dusfen, Oud-Burgemeester en Penfionaris van Gouda, Pieter Kemp , Heer van Bomnede, Moermont en Zuidland, en, na deszelfs overlyden, op den dertienden van Wintermaand, te Utrecht (k), Kornelis van Gheel, Heer van Spanbroek en Bulkeftein; Fredrik Adriaan, Baron van Rheede, Heer Renswoude , Sikko van Goslinga, Grietman van Franekeradeel; Adolf Henrik, Graaf van Regieren, en Karel Ferdinand, Graaf van In- huizen en Kniphuizen. De Gevolmagtigden der Staaten werden aangemerkt, als Afge- vaardigden binnens Lands: 't welk de oorzaak was, dat, van wege Holland, niemant uit de Ridderfchap benoemd werdt. Sommigen hadden gaarne gezien, dat de Heer Buys in Engeland gebleeven was. Doch zyne vrienden oordeelden, dat men hem, te Utrecht, niet kon ontbeeren (/). Ook was hy, reeds op den elfden van Louwmaand, in den Haage (m). De Gezanten des Hertogs van Savoje waren de
(4) Misfive der Plcnipot. op de Vredehand- van '3 Dsc. 1712.
(/) Misfive van den Raadp. HeiNsujs van 18 Der.emb. 1712.
Van den H»e. van Wassenaar-Duivenvoorde van 18 Ütc. 17H« tn van den PenC. de la Bassecour van 22 Dcc. 17II. Qri) Reiöl. Holl. 14 Jan. 1712. il. 24,
|
||||||
423 VADERLANDSCHE LXVIII.Boek.
|
|||||||
1712. de Graaf Maf ei, de Markgraaf Solari du Bourg
m. Ments, Trier, de Palts, Saxen en Hanover, de Frankifche en Zwabifche Kreitfen, de Bis- fchop van Munfter, de Landgraaf van Hesfen- Kasfel, de Graaf van Hanau en het Kapittel van Keulen hadden ook hunne Gevolmagtig- den, te Utrecht. Alle deeze Mogendheden, Vorften en Staaten waren ingewikkeld in den oorlog, en hadden, hierom, een regtftreeksch belang, by 't gene 'er gehandeld zou worden. Van Spanje, en van de Keurvorften van Keu- len en Beieren , begeerde men geene Gezan- ten toe te laaten. Ook waren de Franfchen genoeg in ftaat, om de belangen deezer Vor- ften waar te neemen. De Paus, de Staat van Venetië en die van Genua, de Hertog van Lotharingen, de Groot-Hertog vanToskane, de Hertogen van Modena, van Parma en van Guaftalla, Zvvitferland en Graauwbunderland, fbhoon geen deel gehad hebbende in den oor- log, zonden egter ook Gevolmagtigden naar Utrecht, om hunne belangen waar te neemen op de Vredehandeling («). X. 't Zou ons te verre doen afwyken van ons Inzigten oogmerk, zo wy ondernamen, de verfchillen- en beian- de inzigten en belangen van alle deeze Mo- genrder gendheden, hier, omftandiglyk, aan te wyzen. naamfte Doch 't zal niet ondienftig zyn, op de inzigten hande- der voornaamften, Frankryk, Groot-Britanje lende en de Staaten, tot beter begrip van het beloop J^nd' der Vredehandelinge, een weinig byzonderer, a's Frank-ft11 teftaan'
ryk, Frankryk, door verfcheiden' kort op een
ge-
(#0 Hift. de la Paix d'Utreclitj f. 841.
|
|||||||
LXVIII.Boek. HISTORl E. 42^
gevolgde ooriogen, en door dè tegenfpoeden \ji%t
des tegenwoordigen krygs, vooral aan den kant adem bragt, haakte inderdaad naar vrede. Doch alzo 's Konings oogmerk, in 't opvatten der wapenen, geweest was, de gantfcheSpaan- fche nalaatenfchap te verzekeren voor zynen Kleinzoon, zogt hy, by de handeling, van dee- ze nalaatenfchap zo veel te bedingen, als hem rnogelyk ware. Hy deedt de eerfte opening tot handeling, in de jaaren 1705 en 1706, toen de wapenen der Bondgenooten, byna overal, gelukkiglyk gevoerd waren geweest. Zyne Staatsdienaars booden veel uit, om de: Bondgenooten , en de Staaten inzonderheid te beweegen tot handeling. Zy vonden, hier, de gemoederen der voornaamfte Leden van den Staat, byzonderlyk die van Amfterdam, niet ongeneigd tot vrede. Doch de Engelfche Staatsdienaars ftonden zo fterk op 't voort- zetten des oorlogs, dat de handeling langzaam voortging. De voorfpoed van de wapenen der Bondgenooten , in de volgende jaaren, bragt Frankryk, eindelyk, tot een befluit, om Spanje en de Indien over te geeven. Hierop -werdt de handeling hervat, te Geertruiden- berg , daar men alleenlyk verfchilde, over de verzekering, welke de Bondgenooten begeer- den , dat de Koning zyn woord houden zou. De verandering in de hooge Amptenaars, aan. 't Engelfche Hof, gaf den Franfchen gelegen- heid, tot byzondere handeling met de Engel- fchen. De byeenkomst te Geertruidenberg werdt afgebroken, 't Krygsgeluk liep den Fran- fchen mede in Spanje, en zy fchepten hoop, om
|
|||||
*
|
|||||
*
|
|||||
430 VADERLANDSCHE LXVIII.Boek;
«71a. om, eerlang, beter voorwaarden te bedingen
ven hadden voorgeflagen. De dood van Kei-
zer Jozefus, en de poogingen der Bondgenoo- ten ', om Koning Karel tot Keizer te doen ver- heffen , vermeerderden deeze hoop. Men hieldt, aan 't Franfche Hof, voor zeker, dat veelen der Bondgenooten Karel niet gaarne te gelyk Keizer en Koning van Spanje zouden zien- Men zag, derhalve, kans, om verdeeldheid te verwekken onder de Bondgenooten. De be- dekte handeling aan 't Engelfche Hof flaagde gelukkiglyk. De nieuwe Engelfche Staatsdie- naars volgden andere maatregels, dan de ou- den gedaan hadden. Kortom, het Engelfche Hof verbondt zig, heimelyk, met het Fran- fche, om eenpaarige maatregels te neemen, tot bevordering der algemeene Vrede. Frank- ryk ftelde zig voor, van de Spaanfche nalaa- tenfchap, zo veel als mogelyk was , te ver- krygen of te houden voor zynen Kleinzoon, én voor den Keurvorst van Beieren. Ook zogt de Koning, voor zig zelven, herfteld te wor- den , in 't bezit van eenige verlooren' Plaatfen, in de Franfche Nederlanden en elders. En om Groot - Brita'nje en de Staaten te beweegen tot het begunftigen van 's Konings oogmerken , wer- den deezen twee Mogendheden, die het diepst in den oorlog waren ingewikkeld geweest, eer- lang , eenige voordeelige beloften gedaan; die men egter intrekken of uitbreiden kon, naar dat de Vredehandeling loopen zou. Groot- De Koningin van Groot-Britanje was, voor Britanje, zy, op 't einde des jaars 1710, de Torys in 't bewind ftelde, zeer geneigd geweest, tot het voort-
♦
|
|||||
LXVIII.Boek. HISTORIE. 43Ï
voortzetten des oorlogs: doch, na dien tyd, r/rt. 1
veranderde zy t'eenemaal van gedagten. De werdt, gewonnen door Frankryk; 't zy toeleg maakende, om den Pretendent voor opvolger der Koninginne te doen erkennen; 't zy, gelyk zy voorgaven, waarlyk oordeelende, dat het Ryk vrede nodig hadt; meenden te moeten arbeiden, tot bevordering der Vrede, en, ten dien einde , in heimelyke handeling te moe- ten treeden met het Franfche Hof. De oorlog hadt Groot-Britanje, inderdaad, fchatten, en federt het jaar 1706, zo fommigen melden (o), over de dertig millioenen ponden fterlings ge- kost. De krygskosten waren, van jaar tot jaar, vermeerderd, en men rekende het volk onmag- tig, om zulk een' zwaaren last langer te draa- genQ>). Men klaagde, daarenboven, dat de JBondgenooten, en de Staaten in 't byzonder, de Koningin voor verre de meeste kosten des krygs lieten zorgen, en hun beloofd aandeel in die kosten niet opbragten. Door zulke re- denen, welken men , in gedrukte fchriften, verfpreidde onder 't gemeen, zogt men 't volk wars te maaken van den oorlog, en te vervul- len met misnoegen tegen de Bondgenooten. De Koningin zelve liet 'er zig door overhaa- len, om de hand te leenen aan 't bevorderen der Vrede. Ook zogt men haar afgunst in te boezemen tegen de Staaten, als of deezen zig te magtig zouden gemaakt hebben in de Ne- derlanden , zo de oorlog nog langer geduurd hadt,
f<0 Bolwgbrokbs Letters on Hiftory, Fol. II. f, il$.
tp ) BouNGSROKB ibid. f, 66. |
|||||
>
|
|||||
432 VADERLANDSCHE LXVIII.Boek.
* ijfia hadt, en, behalven eene fterke Barriere, niets
■ handel, welke niet bloeijen kon, zonder dien van Groot-Britanje te benadelen. De Konin- gin neigde, hierom, tot vrede, enheimelyke handeling met Frankryk, die haar gelegenheid gaf, om merkelyke voordeelen te bedingen voor den Engelfchen Koophandel, en in 't be- zit te blyven van Gibraltar en Port Mahon, waardoor zy de Scheepvaart haarer onderzaa- ten in de Middellandfche zee verzekeren, en die van andere volken belemmeren kon. De Slaavenhandel en eenige Plaatfen in Noord- Amerika zogt zy, insgelyks, te verkrygen. De belangen der Bondgenootsn fcheenen den En- gelfchen Staatsdienaaren minder ter harte te gaan, naar maate dat zy meer kans zagen, om de meesten van deeze byzondere voordeelen voor Groot-Britanje te verwerven, by 't flui- ten eener algemeene Vrede; hoewel de En- gelfche Gevolmagtigden op de Vredehande- linge, by hunne Inftruftien, gelast waren, op de voldoening van het Huis van Oostenryk, den Koning van Portugal, den Koning van Pruisfen, den Keurvorst van Hanover, den Landgraaf van Hesfen-Kasfel, den Hertog van Savoje, en ook van de Vereenigde Staa- ten aan te dringen. Doch ten opzigte van dee- ze laatften, moesten ze te wege brengen, dat hun alleenlyk eene Barriere tegen Frankryk, niet tegen Groot-Britanje, werdt afgeftaan; en gevolgelyk, dat hun belet mögt worden, bezetting te leggen in Nieuwpoort, Dender- monde, het Kafteel van Gend, en diergelyke Plaatfen: of zo zulks gefchiedde, dat de En- gel- |
||||
LXVIII.BoEK. HISTORIE. 433
gelfchen egter, altoos, van den vryen toegang i7i2t
tot alle de Nederlanden verzekerd mogten vvor-____s,
den. Ook was hun gelast, zorg te draagen, dat
den Staaten geene vryheid gelaaten werdt, om zo veelkrygsvolk, als zy wilden, te brengeninde Barriere Plaatfen, dan, in geval zy, door Frank- ryk, met de wapenen aangetast of gedreigd* xverden (#): alle welke bepaalingen aanliepen tegen het Verdrag van Barrière, in den jaare 1709, tusfchen de Koninginne en de Staaten ge- flooten (V). Voorts, moesten ze wel tragten te be- werken , dat den Staaten de Lyst der Regten van den jaare 1664 vergund, en de belasting vanvyfcigftuiversvan 't Vat in Frankryk, ver- nietigd werdt 5 doch niet, dan na dat de Barriere der Staaten geregeld zou zyn, naar de inzigten van het Engelfche Hof(Y), welk, uitliet vorde- ren van inkomende regten, in Rysfel en in an- dere overwonnen' Steden, opmaakte, dat hun Koophandel in de Spaanfche Nederlanden veel flondt te lyden,zo de Staaten volftrek*; meester bleeven van deeze Steden (f). Men mag, uit dit alles, afneemen, wat de Staaten van eene Vre- dehandeling, waarop de Engelfchen zo Veel in- vloed hadden, konden te wagten hebben. Zy hadden den oorlog begonnen, orii te en de
voorkomen, dat het Huis van Bourbon, welks Swatea» magt, federt eene halve eeuw, zo geweldig aangegroeid was, niet te geJyk in het bezit raak-
. C?? Z/«.* tiiftr. in 't RapiM van 't Geil. Comm. II. Deel,
Bjl N. XII. U. 46. (r~) Zie Iiicr voor, II. 346.
f s ) Inftr. als beven, */. 52.
O) Mis', van der. üxtr. Envoyé Buys van 15 Dec/iith tftt*
finden Ftsk. van der DussEh ran 18 Die. iju, XVJL Deel. £•
|
||||
434 VADERLANDSCHE LXVIII.Boek,
171a. raakte van Frankryk en van de uitgeftrekte
•-------Spaanfche heerfchappyen: waaronder ook de
Nederlanden, die aan hunnen Staat grensden,
en met welken zy, van ouds, als één Lighaam plagten uit te maaken, begreepen waren. Zy hadden zwaare fchatten gefpild, en zig diep in fchulden gefteken, om den kryg, tien jaarea lang, fterk door te zetten; en 't was hun en den overigen Bondgenooten gelukt, het groot- fte gedeelte der Spaanfche Nederlanden te be- magtigen, en zelfs verfcheiden' Steden, by voorgaande Verdragen, aan Frankryk afge- ftaan, op deeze kroon te veroveren. Zy had- den de Spaanfche Nederlanden, na de Mun- fterfche Vrede, altoos aangemerkt, als eenen Voormuur voor hunnen Staat, byzoriderlyk, tegen Frankryk; doch, onder de zwakke Re- geering van Karel den II. ondervonden, dat zy, door deezen Voormuur, niet genoeg befchermd werden, zo zy zig 't regt niet verwierven, om bezetting te mogen leggen in de fterke Plaat- fen. Ook was 't hun, ten tyde van Karel den II. en zelfs nog na 't fluiten der Ryswykfch© Vrede, toegelaaten geweest (»). In 't Ver- bond, welk zy, in 't jaar 1701, met den Kei- zer en Groot-Britanje, flpoten, was beraamd, dat men, met vereenigde magt, de Spaanfche Nederlanden zou zoeken te overweldigen, om den Staaten, uit dezelven, by 't fluiten der Vrede, eene bekwaame Barriere te doen af- ftaan (V), Toen Frankryk, in 't jaar 1706, de Staaten tot handeling wilde beweegen, lieten de Franfchen zig verluiden, dat zy de Staaten in
' (a) Zie hier voor» tU 68, Jb.
(,?) ik hier v»or, tl. Si' |
||||
LXVIII.BoEK. H ISTORIE. 435
in 't bezit der Spaanfche Nederlanden wilden 1712*
doen ftellen, met magt om ze zelfs den Aarts- hadden ooren naar deezen voorflag. Doch van toen af, begon den de Engelfchen argwaan tegen hen op te vatten, en hun het bezit der Neder- landen te misgunnen. . Ook werdt hun, by het Ontwerp der voorafgaande punten van den jaa- re 1709, flegts een bepaald getal van Plaat- fen in de Spaanfche Nederlanden, tot eene Barriere, beloofd (cc), zonder dat duidelyk blyke, of hun de opperfte magt over deeze Plaatfen werdt toegeftaan, of niet. Het Ver- drag van Barriere fpreekt weinig klaarer: al- leenlyk, wordt 'er in gezeid, dat men alle de Spaanfche Nederlanden zou fchikken tot eene Barriere voor de Staaten; die egter maar in eenige Plaatfen bezetting zouden mogen leg • gen, en omtrent de overigen, zig verdraagen met Koning Karel Qf). Ook hadden de Koningin Tegen- van Groot-Britanje en de Staaten, fchoon op woordi- den naam van Koning Karel, de Spaanfche se fi^ac Nederlanden, zo ver ze hun in handen gevallen jwe^ waren, doen regeeren door hunne Gevolmag- ringe dec tigden, die te Brusfel vergaderden, en geza- Spann menlyk de opperfte magt der Landen ver- 9'^ N*i toonden. Deeze Gevölmagtigden maakten, deaj"" fomtyds, zelfs verandering in de Regeering, herftellende, onder anderen, in 't begin des jaars 1709, den geheimen Raad, die, te voo- ren, afgefchaft geweest was (3). Ook was'er, ia
r«Q Zis Her voor, hl. 29a.
C*) Zit hier voor, i/l 330. 'f y 1 /je ier voor, l/l. 347. £z) Fokz JUmbsrtj Tom. V. p. 4;5—4Ïïv |
||||
436* VADERLANDSCHE LX VUL Boes.
r/12, in Wynmaand des jaars 1711, nog een nieuw
—— Reglement gemaakt op de Regeering, gete- kend door den Grame van Orrery en den Hee- re Jühan van den Berge, Gevoimagtigden. der Koninginne en der Staaten, welk, door den Raad van Staate der Spaanfche Nederlanden, aangenomen was, zo ver het met hunnen Gods- dienst en der Landen voorregten overeenkwam (jï). Doch hieruit bleek wel, dat de Staaten eenig gezag zogten in de Spaanfche Neder- landen ; maar te gelyk, dat zy Koning Karel nog voor wettigen Heer derzelven erkenden. Zy begeerden, waarfchynlyki deopperfte magt over eenige Steden, die hun tot eene Barriere konden dienen. Maar Frankryk en Groot-Bri- tanje waren 't, heimelyk, genoegzaam eens, om hun alleenlyk te doen afftaan het regt om bezetting te leggen in eenige fterke Plaatfen, welker getal zy nog meer zogten te bepaalen, dan, by het Verdrag van den jaare 1709, en by de voorafgaande punten deszelfden jaars, gefchied was. Het regelen deezer Barriere was, derhalve, één der voornaamfte punten, wel- ken de Staaten, te Utrecht, te verhandelen hadden. Hier kwam 't punt van den Koophan- del by, welken zy, gaarne, op den voordee- ligften voet, herfteld zagen, in Frankryk en in Spanje. Lodewyk de XIV. hadt hen dit, reed3 voor lang,doen hoopen. Doch zy werden 'er, onder de hand, in gedwarsboomd, door de Éngelfchen, die de Vredehandeling beftierden, Zy zogten, daarentegen, met de Éngelfchen, te
Ca) Aa.de la Paix d'Utrerht, torn. U. f. 399, Du MOKT
Soips Diplom. ïem.xm. P. U p. 281. |
||||
;
|
|||||
LXVIILBoek. HISTORIE. 43?
te deelen, in den Slaavenhandel, het Zuidzee- 171^.
fchip en andere . voordeden, welken deezen, ------
voor zig, wilden bedingen (£). Zelfs gaat hun
na, dat zy toeleg maakten, om, nevens de En- gelfchen, bezetting te houden, in Gibraltar en Port Mahon (c): hoewel my hiervan niets ge- bleeken is. Wyders, hadden zy luttel belang, om Koning Filips te doen ontzetten van de Kroone van Spanje, na dat Koning Karel tot Keizer verheeven was, hebbende zy zig, by het tweede Verdrag van Verdeelinge, in den jaare 1700,reeds verbonden, niet te zullen ge- doogen, dat de Kroon van Spanje gedraagen werdt, door eenen Roomsen- Koning of Keizer (V). Voor de voldoening hunner Bondgenoo- ten, zorgden zy, eindelyk, zo veel,als het ge- meen of hun byzonder belang fcheen te vorde- ren, of de loop der handelinge toeliet: waarin zy, gelyk fommigen, al vroeg, voorzagen (e), genoegzaam, genoodzaakt werden, de leiding der Engelfchen te volgen. De geringe verwagting, welke men, hier te KI.
Lande, van de Vredehandeling hadt, zo lang Hande- de tegenwoordige Engelfche Staatsdienaars 't ]'n.s van bewind in handen hielden, hadt de Staaten doen j£lamu befluiten, den Heer Buys, die tot Gevolmag- aan't En- tigde benoemd was, terftond, herwaards te ont- geifche bieden, om by 't openen der handelinge tegen- Ilof- woordig te zyn, en, door zyne bekwaamheid, ware't mogelyk, te voorkomen, dat de Engel- fchen (b*) Misfivcn van den Ilaadp. Heinhus van 24 A'ov. en 8
Decmb. 1711. (c) See BtiLiNGEROKE.s Letters Vol. II. p. 127, 128. (V) Zie 'lier voor, Il 31. QÓ MisßveyM den Penl'.oE la Bassecouk van 7 Dec, 1711} Ee 3
|
|||||
43n VADERLANDSCHE LXVIII.Boek.
1712. fchen zig, van 't begin af, meester der hande-
——- linge maakten. Daarentegen, zondt Keizer Karel den Prins Eugenius naar 't Engelfche Hof,met last, om fterker onderfbeuning van 't Bondgenoorfchapaante bieden, dan Keizer Jo- zefus verfchaft hadt, zo men den oorlog rustig wilde voortzetten (ƒ). Doch hy werdt koel bejegend van de Koninginne, en genoot naauw- lyks eenige beleefdheid, dan van hun , die thans buiten bewind waren (g). Ook onderftelde hy, jn 't weinige, dat hy, met de Koninginne, en met de Engelfche Staatsdienaars, handelde, altoos, dat de Keizer, volgens de Verdragen, in 't bezit van Spanje geileld moest worden: 't welk, aan 't Engelfche Hof, zeer onredelyk fcheen; en 't welk verfcheiden' Bondgenooten nimmer gedoogd zouden hebben. Hy kwam, in Louwmaand, in Engeland, en bleef 'er twee maanden: waarna hy te rug keerde, naar den Haage. Buys was, kort voor 's Prinfen aan- Hy en komst, van Londen vertrokken. De Engelfche üiiys, Staatsdienaars hielden den Prins en hem ver- ten Ho-' (^a8t' ^at zy' gecmurende hun verblyf in En- ve, ver- geland, gearbeid hadden, om de Whigs we- dagcge derom in aanzien te helpen, zig, hierroe, be- houden, dienende van middelen, die by 't Hof zeer fchandelyk geoordeeld, en den Heere Buys, voor zyn vertrek, door den Graave van Ox- ford, ïcherp genoeg, in 't aangezigt, verwee- ten werden (/$). Doch wat hy tot zyne verde- di-
(ƒ) M'»five van dm PcnT, tip. la Bassecoürvan 11 D;c. 1711.
(^) 'UNDAL Vol IX. [ar XXIV. j p. 204—207, 210. Hill,
de la Pais d'l'ire. t, ■: 2uj, 240 Lambert« Tom. VII. <t. j_4, 370—388 Mcmnir. i'.e Torcy. Tom. lil. p. 251—276. ( h M «fi-.'cn -an c!e;i llsiidp Heinsiijs vcui i8 Dccy.nb. 1711.
B:>l:nek.ukiSs Letters on lLftoryj /'Ol. U. p. 126, 127, 134. |
||||
LXVIII.Boek. HISTORIE. 439
diging inbragt, en welke byzonderheden hem
al te last gelegd werden, is niet tot myne kennisfe gekomen. iMleenlyk vindt ik, dathy befchuldigdwerdt,als hadt hy zig gemoeid met de raadpleegingen in 't Hogerhuis, en 't be- fluit van het zelve doen vallen naar den zin der Whigs (f). Sommigen meenen, dat hy, hier- in , zynen last gevolgd hadt, tegen zynen zin ("£). Doch ik vind niet, dat hy eenigen byzon- aeren last gehad heeft, dan om te ondertasten, wat 'er geheims tusfchen Frankryk en Groot- Britanje gehandeld, of geflooten was: waar- omtrent de Graaf van Oxford hem, met de fterkfle betuigingen, hadt verzekerd „ dat de „ Koningin in geene wederzydfche verbindte- „ nis met Frankryk was getreden; fchoon Me- „ nager daartoe zeer gearbeidt hadt; van de „ Engelfche Staatsdienaars begeerende, dat „ men hem flegts een enkel woord in 't oor „ byten zou (1)." Ook hadt de Gezant, in gevolge van deezen zynen last, de meeste by- zondere punten ontdekt, die Groot-Britanje, voor zig, zogt te bedingen (/); of reeds be- dongen hadt. Wy hebben ze, hier voor (m) , uit egte ftukken, opgegeven. Ondertusfchen , voorfpelde de bejegening, die de Heer Buys (;?) en Prins Eugenius zelf, in Engeland ont- moet Ci) Misfive van den Griffier Fagel Van 25 Bic. 1711.
(k) BolingbrokE ibid. p. 134 fo-ez nttsfi Memoir. de Tof cv,
Tom III. p. 137. 1Ö3, 176, «9!!, 221, 223, 236, 24Ó, 476. (O Rclbl. Gencr. Joyis 14 january 1712. MS.
(tn , Bindt. 4.12.
Qnj Misf. van den Ure van Wassenaar - Düivenvoorbi
fan 10 Nov. 1711. (1) Zyne eigen' woorden zouden geweest zyn, dit:%
iiioi fettlement un petit mot ä l'oroillc. Ee 4
|
||||
■»
|
|||||
44o VADERLANDSCHE LXVIILBoek;
1712. moet hadden, luttel goeds van de Vredehande-
------- ling te Utrecht. xii. ïerwyl de Gevolmagtigden in deeze Stad
derTv-g byeen kwamen, befpeurde men, aan verfchei- eenkom-
den' uitdrukkingen der Franfchen, dat zy zig
fteri te zelye hielden voor meesters van de handelin- ütreciit, ge. De Wethouderfchap van Utrecht, de Ei°(bhop ^ranfche Gevolmagtigden verwelkomende, hadt van Bris- verklaard, blyde te zyn, dat men zou begin- tpi. nen te handelen van Vrede: waarop Menager, half glimlagchende, gezeid hadt, Hoe! verlan- gen de Hollanders dan ook naar Frede? D'Hu- xelles ook, den Bisfchop van Bristol begroe- tende, zeide, ik geef u myn hand, en de—. Hierhieldthyop, verzwygende, zo men meen- de , het woord Frede (V): welk, 70 hy 't ge- uit hadt, te kennen gegeven zou hebben, daï Frankryk zig nog in ftaat oordeelde, om den Bondgenooten de Vrede aan te bieden. Wy- ders, fchikte men zig, om de onderhandelin- gen fpoedig te beginnen, en, ware 't mogelyk, de Vrede te fluiten, voor dat het jaargetydö toeliet, dat men den veldtogt opende. Men ontwierp een Reglement op de plegtigheden, met welken men vergaderen zou, en tot be- waaringe der ruste, onder zulk een groot ge- tal van vreemdelingen, als men te Utrecht ver?- wagtte. Men maakte eenige andere ichikkingen yan klein belang Q>> De' Franfchen en Engel- fcïien verfpreidden, midlerwyl, dat de Vrede, in Grasmaand, getekend zou zyn; doch de Ötaatfchen voorzagen niet, dat men, in zulk e e«'
(o) T.AMBüti-n r«;a Vlf. f> «/.
(»} Verbaal dsr plenipotentjar. totdüVredeli. teUuccht. Aftf»
|
|||||
LXVIII. Boek. HISTORIE. 441
een' korten tyd, den Keizer en den anderen 1712.
Bondgenooten genoegen zou können geeven 5 en waren af keerig van 't fluiten eener afzon- derlyke Vrede, waartoe de anderen neigden. De eerfte byeenkomst werdt gehouden, op den negenentwintigften van Louwmaand, in eene groote zaal van 't Stadhuis: fchoon 'er, behal- ve de Franfche, Engelfche en vier Staatfchs Gevolmagtigden, geene anderen dan die van Savoje tegenwoordig waren. De Bisfchop van Briftol deedt de eerfte aanfpraak, waarin hy de Franfchen vermaande, om hun algemeen ontwerp, duidelyker en byzonderer, te ver- klaaren: het welk zy aannamen, onder beding, dat de Bondgenooten hunne aanmerkingen daar- op ook byzonderlyk zouden inleveren (<?). De Keizerfchen, die nog in den Haage waren, vonden vreemd, dat de Engelfchen zig, van 't begin der handelinge af, gedroegen als midde- laars. Men kwam wel overeen, dat de Bond- genooten, eerst met de Franfchen, en daarna onderling zouden handelen (r); doch de Tor- cy fchreef, eerlang, aan S. John „ dat 'er „ geene genoegzaame verftandhouding was, „ tusfchen de Franfche en Engelfche Gevol- „ magtigden, te Utrecht; dat de Koning den „ zynen gelast hadt, in een volmaakt vertrou- „ wen om te gaan met de Gevolmagtigden „ der Konin ginne van Groot-Britanje, en dat „ hy wenschte, dat haare Mäjefteit den Bis- ,, fchop van Briftol en den Graave van Straf- „ ford
f?"1 Verhaal ah loven. MS.
(r) lAMKÉRTi ja»«. VU. p. 3—13. Milt. de !a Pa:x d'Utr.
j5. 24Ö, 24/. Ee 5
|
||||
442 VADERLANDSCHE LXVIII. Boek;.
£712. „ ford gelyk bevel geliefde te geeven (Y)." En
de algemeene byeenkomften der Bondgenoo- ten, in welken de Engelfchen, eerlang, het ampt van middelaars, in der daad, fchoon niet in naam, op zig namen. r»e Fran- De Franfchen hadden, midlerwyl, eene Wa- fchen penfchorfing voorgeflaagen, die van de hand reifhim geweezen W2S- Men drong hen op 't openen algemeen v2in härme meening, over ;de algemeene en Ontwerp duistere Vredepunten, door Menager gete- nader. kend, en den Bondgenooten medegedeeld, door de Koninginne van Groot-Britanje (;). Doch zy draalden met antwoorden, tot dat zy de Akte ontvangen hadden, by welke Koning Filips de Spaanfche Nederlanden afftondt aan den Keurvorst van Beieren (u). De Keizerfche en eenige andere Gevolmagtigden, onder dit draalen, te Utrecht zynde aangekomen; lever- den de Franfchen, op den elfden van Sprok- kelmaand, een ontwerp over, welk de Gevol- magtigden der Bondgenooten met zig naar hun vertrek namen, daar zy 't lazen en van dee- zen inhoud vonden: „ De Koning zou, by „ het tekenen der Vrede, de tegenwoordige „ Koningin van Groot-Britanje en de vastge- „ (lelde opvolging in dat Ryk erkennen. Hy „ zou , terftond na 't fluiten der Vrede, de „ Vestingwerken van Duinkerken Hegten, „ nüds hem daarvoor vergoeding gefchiedde. , „ S. (s~) Rapp. van 't Ceh. Comm. I. Deel, il. zS. Memoir. ds
Tokoï. 'o«. III />• 150, 250. O ) 7it hier vcor, II. +t.;. Qn j Lamberti T<,m. Vil. f. 14. |
||||
LXVIII. Boek. HISTORIE. 443
„ S. Cbristoffel, de Straat en Baai van Hud- i7i3.
„ fon, Akadia, PortRojal enTerreneuve, uit-------—
„ genomen het Fort Plaifance en bet regt om
„ aldaar te visfchen en visch te droogen, zou- j, den aan Groot-Britanje afgeftaan worden. „ Men zou, voor of na de Vrede, overeen- „ komen, wegens een Verdrag van Koophan- „ del, waarvan de voordeden, voor de beide „ volken, zo na doenlyk, gelyk ftaan zouden. „ De Spaanfche Nederlanden , die aan den „ Keurvorst van Beieren waren afgeftaan, zou- „ den tot eene Barriere dienen, voor de Ver- „ eenigde Gewesten: waarby de Koning voe- j, gen zou Veurne , Veurner-Ambagt, de „ Knokke, Yperen met deszelfs Kasfelrye, en „ Meenen met deszelfs Roede , mids hem „ daar tegen, tot eene Barriere voor Frankryk, „ werden te rug gegeven Aire, S. Venant, „ Bethune en Douai, met derzelver onderhoo- „ righeden. De Koning zou toeftaan, dat de „ Staaten bezetting lagen in de Barriere-Plaat- „ fen, ten koste van 't Land, en zo fterk als „ zy geraaden zouden vinden. Tot vergoe- j, ding voor deezen afftand en voor 't (legten „ van Duinkerken, vraagde de Koning Rys- „ fel en Doornik, met derzelver onderhoorig- „ heden De Barriere tusfchen Frankryk en „ de Staaten dus geregeld zynde, zou de Ko- „ ning hun de voordeelige Lyst der Regten „ van den jaare 1664 toeftaan, met uitzonde- „ ring alleenlyk van zes foorten van Koop- „ manfchappen, omtrent welkerregten, men „ nader overeenkomen zou, mids zy de vyf- „ tig üuivers van 't vat van de fchepen hun- „ ner onderzaaten, die uit de Vereenigde (^e. „ wes.
|
||||
444 VADERLANDSCHE LXVIIIBoEk;
„ westen, of uit vreemde Landen, in Frank-
„ kwamen, bleeven betaalen. De Koning zou „ zig verbinden , dat de Staaten en alle de „ andere Mogendheden, omtrent den Koop- „ handel op Spanje en de Indien, zouden ge- „ handeld worden, als onder de Regeering van j, Karel den II. Ook zouden de Franfchen zig, „ ten opzigte van den handel op de Spaanfche „ Indien, aan de Wetten van Spanje onderwer- „ pen. Zyne Majüfteit ftondt toe, dat alle de „ Mogendheden van Europa waarborgen blee- 3, ven voor deeze beloften. Hy beloofde, dat de „ Koning, zyn Kleinzoon, deszelfs regt op Na- „ pels, Sardinië en Milaan, zou afftaan: van welk „ laatstgemelde Hertogdom hy toeftondt dat de „ Hertog van Savoje het gedeelte, welk hem „ reeds afgeilaan was, behouden mögt; mids „ het Huis van Oostenryk daartegen afftonde „ van alle verdere eifclien op de Spaanfche „ heerfchappy, deszelfs Krygsvolk daaruit te „ rug trekkende, terftend na 't fluiten der Vre- „ de. De grenzen aan den Rynkant zouden „ gebragt voorden op den zelfden voet, als voor „ den oorlog. Onder de gemelde voorwaarden, „ vorderde de Koning, dat de Keurvorften van „ Keulen en Ijeieren, in derzelver goederen „ en waardigheden , herfteld werden: waar- j, tegen hy alle titels in Duitschland en in Pruis;- „ fen, weiken hy, tot hiertoe, niet erkend „ hadt, erkennen zou. De Koning en de Her- „ tog van Savoje zouden eikanderen te rug „ geeven, 't gene zy, in deezen oorlog, op „ eikanderen veroverd hadden. De zaaken van „ Portugal zouden, ten opzigte van Frankryk „ en Spanje, herileld worden, op den zelfden „ voet,
|
||||
tXVIILBoEK. HISTORIE. 445
„ voet, als voor den oorlog. De Koning zou 171».
„ gaarne met de Bondgenooten maatregels be---------
„ raamen, om te voorkomen, dat een en de-
„ zelfde Vorst te gelyk Koning van Frankryk M en van Spanje ware. Alle de Verdragen * „ federt het Munfterfche geilooten, zouden, „ door het tegenwoordig Verdrag, bevestigd „ worden, in alles, waarin nu geene verande- „ ring gemaakt was Cv)." Zo dra was deeze Verklaaring niet gelezen, Misfioe-
of de meeste Gevolmagrigden toonden zig zeer §|;nz°vel misnoegd over den inhoud« DeEngelfchen zei- verkiaa- ven wenschten, dat men Doornik aan de Staa- ring. ten gelaaten, en beloofd hadt, S. Venant te zullen Hegten; wanneer, dagten zy, de han- deling, in den beginne, een beter aanzien ge- had zou hebben. Zy fpraken 'er, naderhand, over met de Franfchen. Doch deezen waren zo ver van het uitbieden eeniger breeder voor- waarden , dat Menager klaagde, dat de Engel- fchen niet naarkwamen, 't gene zy hem, in Én- geland, beloofd,hadden. De Staatlichen, en Buys in 't byzonder, voerden dezelfde taal (w). Doch de Keizerfchen konden zig naauwlyks wederhouden van het maaken van fchampere aanmerkingen, op de Engelfche Staatsdie- naars (#). En inderdaad, de Verkharing der Franfchen XIir-
was zeer veel bekrompener, dan 't gene zy, £anmer' te Geertruidenberg, hadden uitgebooden, en op "£. zelfs zeive»
Cv) Refot. Hol!. 12, 20 Fe'ir. 1712. U. 77, T09. Vuje-r:
Iamükrt Tom VII. p. 2 . Rapp. van 't Geh. Cotnm. W.Deef, Bfl. N. XIII. bl. 5y. (w~) Rapp. van 't Geli Comni. I. Deel, il. 30, 31,
(*} I/ANUERTI Tum. Vil. p. »3.
|
||||
44* VADERLANDSCHE LXVIII. Boek,
1712. zelfs dan het algemeen Ontwerp, welkzy voor-
------ gaven, nader te willen ophelderen. De Keizer-
ichen zagen 'er in, dat men Karel den VI. dagt
te ontzetten van de Spaanfche heerfehappye, die hem reeds toegelegd was; en dat men hem 9 met eenen afftand van Napels en Sardinië j wil- de paaijen, mids het Ryk daartegen een ge- deelte van Milaan overgave. Van dit alles had- den ze niets gelezen, in het algemeen Ontwerp9 welk alleenlyk behelsde, dat Frankryk en Span- je, nimmer, door eenen Vorst, bezeten zou- den worden. Het regelen van de grenzen aan den Rynkant was ook nadeelig voor 't Keizer- ryk, zo 't gefchiedde, op den voet, als voor den tegenwoordigen oorlog. Den Savooifchen waren, by een afgezonderd punt van 't Ont- werp , te rug beloofd de Plaatfen, die, in den aanvang des Oorlogs^ in 's Hertogs magt ge- weest waren, en nu door Frankryk bezeten werden, benevens nog eenige anderen, om- trent welken men nader overeenkomen zouï doch, by de verklaaring van dit Ontwerp, werdt hun, tegen de wedergeeving van 't gene men op hen veroverd hadt, alles, wat zy van Frankryk gewonnen hadden, te rug gevraagd. De Staatfchen, zo zy ooit eenige verwagting gehad hadden, dat de kostbaarfte en voorfpoe- digfte oorlog, welken zy, na't fluiten derMun- fterfche Vrede, hadden gevoerd, hun de op- perde magt over een gedeelte der Spaanfche Nederlanden zou hebben verkreegen, zagen nu, dat men hen te vrede wilde ftellen, met het regt om bezetting te mogen leggen in de fterke Plaatfen dier Nederlanden, mids zy en de andere Bondgenooten, daartegen, en te- gen, |
||||
LXVIII. Boek. II I S T O R I E. 44?
gen het Hegten van Duinkerken; Rysfel, Door- i? (a.
nik, Douai en andere Vestingen, welker vero--------
vering hun zo veel gelds en volks gekost hadt,
aan Frankryk te rug gaven, 't Verdrag van Koophandel, welk hun nu aangebooden werdt, was ook, ter oorzaake van de uitzonderingen, welken 'er in gemaakt werden, zeer veel na- deeliger, dan men hen hadt doen hoopen. Ook werdt de verklaaring der Franfchen, ter alge- meene Staatsvergaderinge, en terVergaderinge van Holland, met verontwaardiging, van de hand ge wee zen (y). De Engelfchen alleen, weetende, wat hun heimelyk aangebooden was, toonden het minfte misnoegen; en zogten de andere Bondgenooten te doen gelooven, dat de Fran- fchen wel nader aan de hand komen zouden, zo men voortvoere met handelen (2). Ds Gevolmagtigden der Bondgenooten, op Hande-
de Verklaaring der Franfchen, geen ander be- ,1,n^ °^r fcheid gegeven hebbende, dan dat zy 'er, den W00rden vyfden van Lentemaand, op antwoorden zou- der Frau- den, waren, indien tusfchentyd, oneenigge- ftheVer- weest, of zy dit antwoorden, te gelyk of elk klaarin- afzonderlyk, zouden doen: en zo 't eerfte, of se' het antwoord, door de Keizerfchen, of door de Staatfchen, zou worden ingeleverd. Ein- delyk, beiloot men, dat elk zyne eifchen af- zonderlyk doen zou, en dat men dit voor een antwoord op de Verklaaring van Frankryk zou doen doorgaan, 't Was klaar genoeg, dat een algemeen antwoord, waarin alle de Gevolmag- tigden bewilligd hadden, de eensgezindheid |
||||||
(/O LAMnSRTi 7b«. VII. f>. ij.
(_x) Lamkkiui Tun. VU. p. £). |
||||||
443 VADERLANDS CHE LXVIII. Boek»
t?ii der Bondgenooten beter vertoond zou hebben.
welk zelfs uit de byzondere eifchen bleek. Zy
werden, ten beftemden tyde, ingeleverd (a).
En zo dra waren zy niet gelezen, of men zag
duidelyk, dat de handeling veel langer düuren
zou, dan rrien gehoopt hadt.
Xiv, De Keizerfchen eisehten „ alles te rug, wat
Eifcheti „ aan Frankryk, by de Munfterfche, Nieuw-
derKei- „ meegfche en Ryswykfche Verdragen, af-
zer n'„ geftaan was, benevens de gantfche Spaan-
„ fche heerfchappy, de Nederlanden daar on-
„ der begreepen, buiten benadeeliug , nog-
■5, tans, van de Verdragen, met Portugal, Sa-
„ voje, Groot-Britanje en de Staaten, gefloo-
„ ten." Zy vorderden, daarenboven „ ver-
„ goeding van fchade, den Keizer en 't Ryk,
„ door Frankryk, aangedaan; voldoening, voor
„ hunne Bondgenooten, en byzonderlyk her*-
,, ftelling des Ilertogs van Lotharingen." Zy
behielden aan zig „ het regt, om hunne ei-
„ fchen te veranderen en te vermeerderen;
„ doch booden egter aan , over dezelven.,
„ nevens de andere Bondgenooten , te wil-
„ len handelen met de Franfchén , zo dee-
„ zeri, van hunne zyde, redelyker voorilagen
„ deeden (£).
iet En- De Engelfclien vorderden „ eene duidely-
geifchen, „ ker verklaaring van de erkentenis der Pro-
„ teftantfche opvolging, in het Huis van Ha-
,, nover, en dat Frankryk niemant anders voor
„ Koning of Koningin van Groot-Britanje er-
„ ken«
Ce") Lamherti Tom. VII. p- 23—a8.
£êj Fviez Lambert» lom* VII. p, 38», |
||||
Ï.X VIII. Boek, HISTORIE. 449
,> kennen zou, dan die daartoe reeds by 't 17is,
„ Parlement genoemd waren." Ook begeer- ——- den zé „ dat zyne Allerchristelykfte Majefteit „ den Pretendent, terflond , uit Frankryk „ deedt vertrekken; dien hy nimmer eenige „ hulp, tegen de Koningin of luare opvol- „, gers, zou mogen bewyzen. Men zou, ter- ,> ftond, in onderhandeling treeden, overeea ,j verdrag van Koophandel ru^fchen de twee M Kyken. S. C'iristoffl , Terreneuve met „ Piaifance, Akadia met Port Rojal en 't ge- „ ne 'er verder toe behoorde , mitsgaders de ,4 Straat en Baai van Hudlbn en al 't Lan 1, welk ,j 'er van afhing , naar de Rivier S. Laur. as ,, toe moest aan G* oot Britanje afjjeuaan, en j, Duinkerken* met de Haven en Sluizen, ge- ,, flegt en gedempt worden, zonder immer rö ,, mogen worden herfteldi" Voorrs, vorder- den ze „voldoening voor de Bondgenooten, „ in overeenkomst met de Verbonden; erken- w tenis van den Keurvorst van Hanover; ver- ,j nietigi'g van het vierde punt der Ryswyk- „ fche Vrede, en eenige andere byzonderhe- r, den." 7.y voegden 'er by „dat zy zigj otn- „ trent eemge guniten voor' de Proreftanten in jj Frankryk , gedroegen aan het gene, zy hier- „ na, tegelyk met andere Bondgenooten, ver- ,, zoeken zouden (c)." Dt Giïvolmagtigden van Portugal vorder der Pot-
den de gantfche Spaanfche heerfchappy, voor 'upe' Keizer Karel den VI; alleenlyk eenige Lan- chen' den in Amerika, voor den Koning, hunnen Me-Stei-, begiierende, ten deele van Spunje, en
(O Vniez L>-.:-ERTi torn. VII. f. 40*
XVil. uïuhL. Ff |
||||
45o VADERLANDSCHE LXVIII.Boek.
|
|||||
i?is. en ten deele vanFrankryk (<7). Die van Pruis-
------- fen eischten „ dat de Koning, hun Meester,
der Pruis- ?, in die hoedaanigheid, erkend werdt: ook
fifchen, „ voor Prinfe van Oranje en van Neuf-chatel „ en Valengyn. Zy vorderden alle de goede- „ ren van het Huis van Chalons - Oranje van „ Frankryk te rug: ook dat Pruisfen in 't be- „ zit bleeve van de Stad Gelder en de Stad en „ Land van Erkelens." Eindelyk, begeerden ze ook eenige voordeden voor de Franfche Proteftanten, die zig , onder 's Konings ge- bied , hadden nedergeflaagen; en, gelyk de Eri- gelfchen gedaan hadden, de vernietiging van het vierde punt der Ryswykfche Vrede (e), der Sa- De Savooifche Gevolmagtigden begeerden, Y°.0Ï' „ dat het regt van zyne Koningklyke Hoog- „ heid tot de Spaanfche nalaatenfchap, onmid- „ delyk na het Huis van Oostenryk, erkend „ werdt; dat hy werdt herfteld, in 't bezit van „ zyn Hertogdom Savoje en van het Graaf- „ fchap Nice; dat hem Exiles en Feneftrelles „ en eenige Valeien, over 't gebergte Genevre „ en anderen, tot eene Barriere werden afge- „ ftaan, benevens eenige »Sterkten aandegren- „ zen van Piemont." Zy eischten nog eenige andere byzonderheden , met welken wy ons niet ophouden (f). Ook maakten wy geen ge- wag van de eifchen der verbonden' Kreitfen, der Keurvorften van Trier en van de Palts, des Bisfchops van Munfter, des Landgraafs van Heslen - Kasfel en des Hertogs van Wurtem- berg, om niet te ver uit te weiden. Alleenlyk, mer-
(J) fohz LambERti Tom. VII. p. 43.
( e j Foies Lamberti 'iom. VII p. 44, C/j Voiez LAMnERTi Tom! VU. p. 51. |
|||||
LX VIII. Boek. HISTORIE. 451
merken wy, met een enkel woord, aan, dat tja,
de Landgraaf van Hesfen-Kasfel, Vader der-------.
Prinfesfe Weduwe van Nasfau-Oranje, onder
anderen, vorderde „ dat de goederen van het M Huis van Oranje, die thans in de magt van „ Frankryk waren, werden gefield onder 't „ bewind van de algemeene Staaten, als uit- „ voerders van den Uiterflen Wille van Wil- 3, lern den III, Koning van Groot-Britan- » je(g>"
Doch de eifchen der Staatfchen, die eerst, XV.
door den Heere Buys, ontworpen waren,moe E'fchen ten wy, wat byzonderer, voordraagen. Zy fce^aal „ vorderden „ 1. Dat Frankryk, voor zig zel- „ ven en voor den Vorst of Vorften, zyne „ Bondgenooten, afftonde van alle regt op de „ Spaanfche Nederlanden , zo als dezelven, „ door Karel den II, bezeten waren, of moes- „ ten bezeten geweest zyn, ingevolge de Rys- „ wykfche Vrede; dat hy hun, ten dien ein- „ de , Luxemburg en Namen en de Steden „ Charleroi en Mieuwpoort deedt in handen 9, {lellen, om ze Keizer Karel over te geeven, 9, zo dra zy, met hem, wegens hunne Barrie- 3, re, en wegens den affland van 't Over-Kwar- „ tier van Gelder, in gevolge de Munflerfche „ Vrede, zouden overeengekomen zyn. 2. Dat „ de Staaten Meenen, Rysfel, Douai en 't Fort s, de Scarpe, Orchies, Doornik, Aire, Te- „ rouanne , Lilers , S. Venant, Bethune en j, Bouchain, met alle derzelver onderhoorig- ,, heden, zouden blyven bezitten, op gelyke „ wyze, als zyne Allerchristelykfche Majefteit „ au
{"£•) Lambbrti Tem. VII. p. 57
Ff a
|
||||
552 VADERLANDSCHE LXVIII.Boek.
1711. „ dit alles bezeten hadt. 3. Dat de Koning
„ ftaan en overgeeven Veurne en Veurner-
„ Ambagt, 't Fort de Knokke, Loo, Diks- „ muiden, Ypere, Belle, Merville, Waasten, „ Commines, Warwik, Poperingen, Kasfel, „ Valenchyn, Condé en Maubeuge, met al „ wat 'er onder behoorde; mids het hun vry- „ ftonde, over alle de Plaatfen, in dit en in „ het voorige punt vermeld, te handelen en „ overeen te komen met den Keizer, zonder „ dat ooit eenigen deezer Plaatfen, of eenig „ gedeelte der Spaanfche Nederlanden zou mo- „ gen komen aan de Franfche Kroone, of aan „ eenigen Prins of Prinfes uit den Huize van „ Frankryk. 4. Dat zyne Majefteit niet zou „ beletten, dat de Staaten bezetting hielden „ in Huy, Luik en Bon, tot dat zy, de.aan- „ gaande, met den Keizer en 't Keizerryk, „ zouden overeengekomen zyn. 5. Dat de * Tarif. ,-, * Lyst der Regten van 't jaar 1664,zonder „ eenige uitzonderingen, aan de Staaten zou „ worden toegedaan , en dat zy, ingevolge „ vau het Ryswykfche Verdrag, van 't betaa- „ len van de vyftig ftuivers van 't Vat zouden „ ontheeven worden. 6. Dat den vrienden der „ Franfche vlugtelingen in Frankryk mögt toe- „ gelaaten worden, met hunne goederen, her- „ waards te komen, en dat deeze vlugtelin- „ gen, als eigenlyke onderzaaten van den Staat, „ mogten worden aangemerkt." Hier was by- gevoegd een verzoek om vryheid van Gods- dienst, voor de Gereformeerden in Frankryk. „ 7. Dat de Koning de Staaten, als Executeurs „ der Testamenten van wylen den Koning van „ Groos-
|
||||
LXVIILBoek. HISTORIE. 453
a, Groot -Britanje en van wylen Prinfe Fredrik 1713,
„ Henrik, terftond na de Vrede, in 't bezit-------
„ ftelde van het Prinsdom Oranje, en van de
„ goederen van dit Huis. 8. Dat de Sterkten, ,, Krebhoofden en Haven van Duinkerken ge- „ flegt en gedempt werden, zonder dat, daar- „ voor, eenige vergoeding zou behoeven ge- „ geven te worden. 9. Dat het vierde Arti- „ kei der Ryswykfche Vrede tusfchen het Ket „ zerryk en Frankryk , behelzende, dat de „ Roomsch-Katholyke Godsdienst ftand hou- „ den zou, in de Plaatfen, die aan 't Ryk te „ rug gegeven werden, als vierkant ftrydig „ met de Westfaalfche Vrede, zou vernietigd „ worden." Eindelyk, begeerden ze, met al- gemeene woorden , voldoening voor hunne Bondgenooten, in overeenkomst met de Ver- bonden, aan zig behoudende het regt „ om „ hunnen eisoh te verklaaren en te vermeer- „ deren, om de eifchen hunner Bondgenoo- „ ten, die nog niet op deVredehandeling had- „ den können verfchynen, in 't vervolg, over a, te leveren, en om de eifchen hunner Bond- „ genooten in 't gemeen, verder, te onder- „ fteunen (/5)." De vergelyking van alle deeze eifchen, met Aanmer«
de verklaaring der Franfchen, toont, met eenen kinfc'e'1 opflag, hoe verre partyen nog van elkande- deeze" ren waren. In de eifchen der Engelfchen, is Eifchen byzonder opmerkelyk, dat zy, terftond, met de Franfchen, in onderhandeling willen tree- den , over een Verdrag van Koophandel: on- der (ft) Refol. HoII. 10 Maart 1712. hl. t28. Voiez LAMBEUTf<
Tfw* VU, f, 4<5. en Groat-Plakaatb. V. Heel, l/l. 441. |
||||
454 VADERLANDSCHE LXVIII.Boek.
|
||||||||||
j/is. der dekfel van welke handeling, zy ook ligte-
-------lyk over eene algemeene of byzondere Vrede
handelen konden (f). Ook zogten zy, gelyk wy
reeds hebben getoond (£), by zulk een Ver- drag van Koophandel, voordeden te bedingen, die afgunst verwekken moesten, onder hunne handeldryvende nabuuren, vooral, by de Staa- ten. Wy zien, daarenboven, dat, behalve de Keizerfchen en de Portugeefchen, niemant der Gevolmagtigden vordert, dat de Keizer ge- field worde in 't bezit der Spaanfche heer- fchappye. De Savooifchen alleen onderftellen donkerlyk, dat hy 'er regt toe heeft; doch de Engelfchen, Pruisfifchen en Staatfchen reppen 'er geen woord van. Zo zeer waren de inzig- ten der Bondgenooten verandert, federt dat Koning Karel tot Keizer verheeven geworden was. Zelfs hebben wy, te vooren ( /), aan- gemerkt, dat Portugal enSavoje, eerlang, te kennen gaven, dat zy den Keizer, ongaarne, op den Spaanfchen Troon zien zouden: waar- uit af te neemen is , dat, 't gene zy thans ver- klaarden of onderftelden, niet al te ernftig ge- meend werdt. Misnoe- De Graaf van Sinzendorf hadt deeze koel- gen der heid, met weerzin, befpeurd, en zyn best ge- fchenT daan om de Engelfchen en Staatfchen te be- weegen , tot het uitdrukkelyk vorderen der Spaanfche heerfchappye , voor den Keizer, 't welk, zeide hy, het oogmerk van het Groot Verbond des jaars 1701 en van den gantfchen oorlog geweest was. Doch men hadt 'er geene ooren
|
||||||||||
C(
|
Q Lamberti Tom. VII. p, fo.
k ) Hier voor, hl. 432. |
|||||||||
tÖ Blaiz. 409.
|
||||||||||
HISTORIE. 455
|
|||||||
LXVIII.BoEK.
|
|||||||
ooren naar gehad, en hem gepaaid met te zég- i7i2>
gen „ dat hy zig behoorde te vrede te houden, ------
„ met eene vordering van voldoening voor de
„ Bondgenooten , in overeenkomst met de „ Verbonden." De Staatfchen, en Buys in 't byzonder hadden hem aangeweezen „ dat „ Spanje en de Indien behoorden gevorderd te „ worden, door hen, die 'er onmiddelyk be- „ lang by hadden, en dat de wyze van hande- ,, len, door de Engelfchen aangevangen, niet „ gedoogde, dat zy anders te werk gingen." Sinzendorf hadt hierop gezeid, dat deeze dag dan doodelyk zyn zou, voor het groot Ferbond^ en was toen, nevens Konsbruk , misnoegd heen gegaan: 't welk de Staatfchen zo zeer fcheen te treffen, dat zy de Engelfchen over- haalden , om, nevens hen, mondeling, te ver- klaaren „ dat zy, onder de Verbonden, in „ overeenkomst van welken, zy voor hunne „ Bondgenooten voldoening begeerden, ook „ de Verbonden begreepen, die opzigt had- „ den op Spanje en de Indien ( m ):" welke woorden egter, geenszins, behoefden te bete- kenen, dat zy Spanje en de Indien, welken zy Karel hadden toegelegd, toen hy Aartshertog van Oostenryk was, nog voor hem begeerden, na dat hy Keizer was geworden. Hadden zy zulk een' meening gehad; zy konden wel klaa- rer gefproken hebben. De Franfchen, de eifchen der Bondgenoo- xv*-
ten ontvangen hebbende, beloofden, binnen ?ehVrf' weinige dagen, te antwoorden; doch (lelden ung^vei 't, vantydtot tyd, uit, en verklaarden, ein- flaauwc de- te u-
(»r:> Rapp. v;ui 't Ceb. Coinm. IL Deel, Byl. N. XIV. #/.63.
Ff 4
|
|||||||
45$ VADERLANDSCHE LXVIII.Boek,
171a. delyk , op den derugften van Lentemaand,
, „ dat zy bereid waren , op de overgeleverde „ eifchen, roet alle de Bondgenooten, in mon-
„ delinge onderhandeling te treeden; gelyk, „ in voorgaande Viedehandeiingen , en iaat- ,, fleiyk te Rysvvyk, gebruikeJyk geweest was.'* Ale deGevolmigtigdtn vonden dit vreemd < «), urgenoinen de Engeli'chen, die, reeds eemge dagen te vooren, naar hun Hof, geichreeven, hadden , dat de Franfchen wel dt eden, dat zy „ mondeling zogten te handelen, alzo 'er dana „ vermoeJelyk, zwaarigheden ontftaan zou- „ den, die den Gevoimagtigden der Bondge- „ nooten gelegenheid zouden geeven, om voor „ te liaan, dat men afzonderlyk handelde: 't „ welk, voegden zy 'er by, beter i'chyn h. b- „ ben zal, als het van hun, dan aks het van, „ ons voorgefleld wordt (0)." Doch de ande- re Gevoimagtigden verftonden, dat men, te Ryswyk middelaars gehad hadt, en hierom bekwaamer mondeling handelen kon. Zy wei- gerden dan, eenpaariglyk, anders dan fchrifte- lyk, te handelen. De Engelfchen zelven Hon- den 'er op, na eenig beraad. De Staaten na- men een bepaald befluit, om niet te blyven handelen, ten ware de Franfchen, fchriftelyk, antwoordden. De Franfchen bleeven, daar- entegen , ftyf op hun ftuk ftaan. De yver, met welken de Vredehandeling begonnen was, ver-: flaauwde hierop, merkelyk. Men hieldt nog byeenkomften; doch men deedt geen'ftap toï bevordering der algemeene Vrede. De E- gel- iehen. f«) '"crbaal air Plenipotcnt. op i?e vrede . BIS.
(o/ Rapp, van '* Qtb. Cowm. L Deel, M. z$- |
||||
LXVI LBoek. HISTORIE. 457
|
|||||||
fchen en Staatfchan hadden eenig gefprek, ï?1%,
over de Barriere, en over den Koophandel op —— de Wesindien. De eerlten vei klaarden, dat de Koningin de Staaten, in Spanje en in de In- dien, wil.ie laateu h indelen, ai.s ten tyde V3ri Karel den 11. en hun Dendermonde en Gend overgeeven, mids zy O.>ftei.de ei Nieuwpoort behieldt. Doch 't voornaarnfte . waai over men handelde, betrof het vyftiende puft van 't Ver- drag van den jaare 1709 waarby de Koningin zig verbonden hadt, den Siaaten. m >panje, zo gro-te voordeden, ten op/jgre van den Koophandel, te zulten doen totftaan, als den meest begunftijjd'.n vo.ken. Dit punt moest, meenden de Engelfchen , wat v^r/agt , en zo verklaard worden, dat het bellaan kon met het genot der byzondere voordeden, welken zy . bo'en anderen , in Spanje. zogten. Doch de S-aatfchen gaven hier omtrent niets toe. Aiieenlyk booden zy aan, omtrent den Slaa- venhandel, tot verdrag genegen te zyn, zo men verklaarde, wat met drezen handel be- oogd werdt; 't welk, van den Engehchen kant, by mangel van onderregtinge. nog niet gefchie- den kon, naar behooren. Evenwel, fton.ieri zy 'er op, dat hun die handel gel 'aten werdt; wanneer zy hun best zouden doen, om den Staaten, in Frankryk de vnordeel'ge Lyst der Regten van'ij iari f164 re bezorgen (ƒ>). Hier- by bleef het, v mr den tyn. Voorts, viel 'er, in eeniae weeken, niets voor van b«. iaog. De Franfchen maakten geenen haast, 0111 de Vre- de- f «>) Verhaal iet Plcn!poi;ejit. tot de vrc<jeh. II. 28, 59—f5,
$7—;e. M. * F* 5
|
|||||||
I
\
|
|||||||
458 VADERLANDSCHE LXVIII.Boek,
1712. dehandeling voort te zetten, te Utrecht. Zy
——— wisten, gelyk de Engelfchen, ten deezen ty-
de, fchreeven „ dat 'er, te Londen en te Ver-
„ failles, met beteren uitflag , aan gearbeid
„ werdt." Ilarlei en Gaultier kwamen, in 't
begin van Grasmaand, te Utrecht, met een nieuw
Ontwerp van Vrede, welk den Engelfchen ter
hand gefield ; doch zeer geheim gehouden
werdt. Da Engelfchen kreegen, ten zelfden
tyde, last, om niet meer te vorderen, dat den
Staaten de Lyst der liegten van 't jaar 1664
vergund werdt (#); fchoon zy 't hun, nog kort
te vooren, beloofd hadden.
Xvil. Midlerwyl, arbeidden de Engelfche Staats-
't Parle- dienaars, om hun beleid, tot bevordering der
r°n'iard Vrede, te doen goedkeuren by 't gemeen. Ten
befchui- dien einde, deeden ze fchnften verfpreiden,
iti-t de waarin 't gedrag der Bondgenooten, fcham-
Bnndge- perlyk, doorgeftreeken werdt. Doch't bleef
?ootej}' _ hierby niet. De Bondgenooten , met naame
bekTde^de Keizer, Portugal en de Staaten, werden,
Staaten, in 't Huis der Gemeenten, befchuldigd, dat
zy hun aandeel in de beloofde manfehap, op
verre na, niet geleverd hadden. „ De Konin-
„ gin hadt, zeide men, van 't jaar 1705 tot
„ het jaar 1711, vyfenvyftigduizend negen-
„ honderd drie en zeventig man, behalve der-
„ tien Battaillons en agttien Esquadrons, Kei-
„ zerlyke troepen, in Spanje geleverd, of on-
„ dei houden. De Staaten, van 't jaar 1705
t, tot het jaar 1708, niet boven de twaalf'dui-
„ zend tweehonderd man. Na 't jaar 1708,
„ had-
ïq} Rapp. van 't Ceh. Comm. I. Deel, il, 35, 36, 37» 3* >
89. LambERti lom. Vil. p. 9 — 96. |
||||
LXVIII.Boek. HISTORIE, 459
„ hadden zy in 't geheel geene troepen naar 1713,
„ Spanje gefchikt. In de Spaanfche Neder-------
„ landen, hadden zy, in alles, twintigduizend
„ agthonderd zevenendertig inan mir.der ge- ., leverd, dan zy verpligt waren. Zy hadden, „ in den aanvang des oorlogs, tot de krygs- „ kosten, zo veel opgebragt, als de Koningin; ,, doch daarna hadt de Koningin honderddui- „ zend Ryksdaalers meer betaald , dan zy „ fchuldig was. Kortom, de Staaten hadden , „ ter zee, twee derde, en over 't geheel de „ helft minder opgebragt, dan zy behoorden. „ Het verbod van Koophandel met Frankryk „ was ook niet flipt onderhouden, van der „ Staaten zyde (f)" Men leverde deeze be- schuldigingen haarer Majefteit over , en men vorderde, onder anderen, dat, by de Vrede- handeling, zorg gedraagen werdt, dat nieuw- poort, Dendermonde en't Kasteel van Gend niet in de magt der Staaten kwamen, alzo dee- ze Steden veeleer eene Barriere tegen Groot- Britanje, dan tegen Frankryk waren; ook, dat de Staaten alleen bezetting in de Spaanfche Ne- derlanden mogten leggen, wanneer zy, van den kant van Frankryk, gedreigd of overvallen wer- den met oorlog. Men klaagde, in 't algemeen, over 't Verdrag van barrière vandenjaare 1709, welk men hieldt nadeelig te zyn aan den Koop- handel en roem van Groot - Britanje; en men fchroomde niet, Townshend, die 't, zonder last, zeide men, getekend hadt; en allen, die haarer Majefteit de bekragtiging hadden aan- geraaden, voor vyanden des Ryks uit te maa- ken
|
|||||
(r) Lambbrti Tm. VII, p. 395.
|
|||||
46o VADERLANDSCHE LXVIII.Boek.
|
|||||
•171». ken (V). De Koningin, den yver der Gemeen-
.------ ten pryzende, beloofde tevens, dat zylast gee^
ven zou, om te bearbeiden, 't gene men op haar
't Befluit begeerd hadt. Het Parlement befloot, hierop, den Staa- geduurende den veldtogt deezes jaars,inde Ne- ten meer-herlanden, te onderhouden de veertigduizend der last mm ^ ^e reec|s jn >t begin des oorlogs derwaards Krygs- g€Zor|den waren, de tienduizend man, welken volk op 'er, in 't jaar 1703, waren bygevoegd, en de te leg- vyftienduizend eenhonderd agtenzeventig man, fien* die, na 't jaar 1703, waren aangenomen; mids de Staaten zo veel troepen boven dit laatstge- melde getal, leverden, als de evenredigheid! beliep van drie tegen tv/se. De Staa- De Staaten, kennis gekreegen hebbende van ten ver- 't gene, in Engeland, ten hunnen nadeele ge^ dedigden handeld Werdt, verzuimden niet, der Konin- fhndig-" ginne» door den Heere Filips Jakob van Borfeku lyk. van der Hooge, hunnen buitengewoonen Ge-r zant aan 't Engelfche Hof, te doen voorhou- den „ dat de eisch der Koninginne, dat de „ Staaten, tegen de vyftienduizend eenhon- 3, derd agtenzeventig man, zo veel man meer „ zouden leveren, als drie vyfde tegen twee „ vyfde beliep, op deeze onderftelling fteunde, „ dat zy, in den aanvang des oorlogs, beloofd „ hadden, honderd en tweeduizend man te „ zullen onderhouden, in de Nederlanden; te „ weeren, zestigduizend man in 't veld, en „ twee-enveertigduizend, in de bezettingen 5 „ waartegen Groot - Britanje maar veertigdui- „ zend man verfchaffen zou, in de Nederlan- „ den; welk getal tegen dat van zestigduizend, „ ftondt^
(*} Lambef.ti Tm. VII. p* 398-
|
|||||
tX VIII. Boek. HISTORIE. 461
,, ftondt, als twee tegen drie; dat de troepen, 171».
„ in 't jaar 1703, nog met twintigduizend man, —— „ vermeerderd waren, die, ieder voor de helft, „ waren geleverd, door de twee Mogendhe- „ den; doch dat men, ten opzigte van de 151 70* „ man, na 't jaar 1703, verfchaft door de Ko- ,, ninginne, de eerstgemelde evenredigheid we- „ derom wilde waargenomen hebben. Dat de ,, Staaten zo veele troepen op de been had- „ den, dat men hen, met geene reden, vergen „ kon, nog meer volks te leveren, ter wyl haare „ Majefteit haare troepen verminderen zou; „ te minder, daar zy, van 't begin des oorlogs „ af, meer volks hadden onderhouden, dan „ zy verpligt waren; en daar 't getal der man- „ fchap, waarover nu 't verfciul viel, maar „ drie - enveertighonderd beliep, gelyk zy met „ eene byzondere Lyst beweezen (2). Datzy, j, wyders, ook ten onregte werden befchul- „ digd, over 't niet opbrengen van hun aan- „ deel, in fchepen, manfchap en geld, inzon- „ derheid als men de magt van Groot-Britan- „ je' vergeleeke met die van den Vereenigden „ Staat. Dat de Gemeenten onderftelden, dat „ de
1 (2) Volgens deeze Lyst, ondertieldt Groot-Britaa-
j« tegenwoordig, in de Nederlanden - - 64597 maa De Staaten..........123139----- 187736 ------
Doch men beweerde nu, dat
Groot-Bi itanje maar leveren moest.....00294 man
En de Staaten - - - 127442 ——
------------.---------, 187736------
waaruit bleek, dat Groot-Britanje niet meer dan 4303
man te veel betaalde, en de Staaten zo veel te weinig. |
||||
462 VADERLANDSCHE LXVIII.Boek.
1712. „ de fchepen der Staaten geleverd moesten
------„ worden, naar de evenredigheid van drie
„ tegen vyf; doch dat men, in't jaar 1703,
„ beflooten hadt jaarlyks, wegens elks aan- „ deel in de toerustingen ter zee, overeen te „ komen. Dat, zoo men behoorlyk agt gave, „ op de fchepen, welken de Staaten, jaarlyks, „ in de Noordzee, zo wel als in 't Kanaal, en „ in deMiddellandfche zee, onderhouden had- „ den, waarvan zy een' Lyst overzonden; men „ bevinden zou, dat zy volkomenlyk aan hun- „ ne verpligting hadden voldaan. Datzy, ten „ opzigte van 't getal der troepen, onder gee- „ ne verpligting lagen, om dezelven altoos te „ onderhouden, in die evenredigheid, als zy „ ze, in den aanvang des oorlogs, onderhou- „ den hadden; hoewel, als men het Krygsvolk, „ welk in bezetting lag, mede rekende, gelyk „ behoorlyk was, zy veel meer manfchap had- „ den onderhouden, dan zy verpligt waren. „ Datzy, federt het jaar 1706, uit de Spaan- „ fche Nederlanden, flegts 15^0916 guldens „ aan inkomften getrokken hadden, voor wel- „ ke geringe fomme, zy de Vestingwerken der „ fterke Plaatfen niet hadden können onder- „ houden. Uit de Stad en Kasfelry van Rys- „ fel, met Douai, Orchies en 't gene 'er meer „ onder behoorde, zekerlyk de rykite over- „ winst uit de Nederlanden, hadt Frankryk, „ voorheen, niet boven agtmaalhonderddui- „ zend guldens Vlaamsch geld, toen twaalf 5, ten honderd minder waardig, dan het Hol- „ landsch, jaarlyks getrokken. Dat de Staaten,- ., tot den kryg in Spanje en Portugal, drie-en- „ twintigduizend agthonderd zeven man ge- „ Ie-
|
||||
LXVIILBoek. HISTORIE. 463
„ leverd hadden; fchoon zy, volgens de Ver- ,7,2.
„ dragen, maar vierduizend man leveren moes- — „ ten, en voorts den oorlog voeren uit al hun „ vermogen; gelyk zy gedaan hadden. Dat de „ Gemeenten beweerden, meer dan 1107096 „ ponden fterlings, tot buiterrgewoone krygs- „ kosten in de Nederlanden, te hebben opge- „ bragt; doch dat de Staaten, tot die kpsten, „ hadden gedraagen 65861821 guldens, en „ derhalve 53683765 guldens meer dan Groot- ,, Britanje, wanneer men ieder pond fterlings „ op elf guldens rekende; fchoon zy wel wis- „ ten, dat Groot-Britanje ook veel, in de „ krygskosten van Spanje en Portugal, hadt „ gedraagen. Dat de onderftandgelden aan „ uitheemfche Mogendheden, ook door de „ Staaten, voor derzelver aandeel, waren op- „ gebragt; immers zo ver hun vermogen, in „ vergelyking van dat van Groot-Britanje, kon „ toereiken; behalve dat haare Majefteit het „ betaalen van eenige onderftandgelden, vry- „ williglyk, op zig genomen hadt. Dat deGe- „ meenten, eindelyk, eenige verkeerde ftel- „ lingen voortbragten, raakende het Verdrag „ van Barriere van 't jaar 1700, welk Verdrag „ behoorlykgeflootenenbekragtigdwas: waar- „ om men zig aan het zelve dagt te houden, „ zonder zig te vermoeijen met het wederleg- ,, gen deezer ftellingen (f)." De Gezant van Borfelen , de redenen der De Ko-
Staaten, fchriftelyk, hebbende overgeleverdningin aan de Koninginne, ontving daarop, eerlang ,beant; een kort antwoord, in gefchrifte, behelzen Je°s[aj. de
|
|||||
{O VoUz. Lamberti TomVXl.p. ut, 408—434.
|
|||||
4<$4 VADERLANDSCHE LXVII1. Boe*;
Ifia. de „ dat men de kosten, die haare Majefteit,
------ „ in Spanje en in Portugal, gemaakt hadt, te
ten kort v laag waardeerde, dat men, onderftellende,
enfcherp.^ gelyk men deedt, dat elk draagen moest „ naar zyn vermogen, altoos zou oordeelen, „ dat Groot-Britatje te weiuig , en de Ver- „ eenigde Gewesten te veel opbragten; dat „ het Huis der Gemeenten best wist, wat het „ volk draagen kon, en dat de hsten van het „ loopende jaar gebragt waren, op den voet, „ en onder de voorwaarden , waar van den ,> Staaten kennis gegeven was, en waarin gee- „ ne verandering kon gemaakt worden." Ten befluite, werdt verklaard „ dat de Koningin „ de Vereeniging tusfchen haar en de Staaten „ aanzag, als het zekente fteunfel der gemee- „ ne zaake ; waarom zy de oogmerken van „ eenige woelzieke geesten, die deezen band „ zogten te breeken, uit al haar vermogen, ,, gedwarsboomd hadt, zullende zy, voorts, ,, de voldoening der Staaten, op de Vredehan- „ deling, bevorderen, zo ver zulks, buiten „ benadeeling haarer eigene onderzaaten, ge- „ fchieden kon («)." XVIIT. Omtrent drie maanden te vooren, hadt haa- De veld- re Majefteit den Heere Bnys verklaard (y), en, togtinde fe(jert, den Staaten gefchreeven, dat zy orde landen* Sefteld hadt, op het openen van den veldtogt. wordt De Staaten verzogren, hierop, den Prins Eu- geopend. genius, die uit Engeland te rug gekeerd was, dat by zig naar het Leger beeeeven wilde, ge- lyk hy, voor 't einde van Grasmaand, deedt. De
( u~) Paiez L«mbf.rti Tom. v II. p. 434.
(v) "erbaaJ, gehouden by tien E.vlr. Envoyé MR. WlLlEM Blu3. MS. |
||||
LXVIII.BoEK. HISTORIE. 463
De Hertog van Ormond, die 't bevel ftondt te 17,2.
voeren over de Engelfche troepen in, de Ne---------
derlanden, kwam, ten zelfden tyde, in den Last aan
Haage, en vertrok, op 't ernftig verzoek der den Her* Staaten, insgelyks, naar 't Leger (w). Hywas orgmond. gelast, met Prinfe Eugenius en de andere Ge- neraals , te raadpleegen op het openen van den veldtogt. Ook moest hy den Raadpenfionaris Heinfius verzekeren, gelyk hy gedaan hadt, dat de Koningin van zins was, den oorlog, wakkerlyk, voort te zetten (V). Doch hy was naauwlyks in 't Leger gekomen, of S. John fchreef hem „ dat hy zig in geen gevegt moest „ laaten inwikkelen, ten ware hy 'er merke- ,, lyk voordeel in voorzag." En veertien da- gen laater, kreeg hy uitdrukkelyken last „ om „ zig in geenerlei gevegt of belegering in te „ laaten;" Doch hem werdt te gelyk bevolen, deezen last zo geheim te houden, als hem mo- gelyk ware (j). De heimelyke handeling, tus- fchen de Hoven van Londen en Verfailles, was nu zo ver gevorderd, dat men, in Engeland f zulk een' ftap durfde waagen; doch men hieldt Ormonds last bedekt, of, om de Bondgenoo- ten niet te vroeg te ontrusten, of, om dat men zig niet genoeg verzekerd hieldt van Frankryk , welk misbruik van zulk een geheim zou kön- nen maaken, als het te vroeg uitlekte. Ook kon de last ligter geloochend, of eerlyker in- getrokken worden, als hy bedekt gebleeven was. Eer
(w~) Lamrerti Tom. VII. p. T14—121.
C«) 7.'e Rapp. van 't Geh. Comra. I. Deel, il. <5i. II. Dtel*
Byl. N. XXV. il. 104. ' '" ' CjO Rapp. van 't Geh. Coramitté I. Deel, II. 62,63.
XVJI. Deel. Gg
|
|||||
:
|
|||||
4^6 VADERLANDSCHE LXVIÜ. Boè«*
17 is. Eer Prins Eugenius nog by 't Leger geko-
men was, hadt de Graaf van Albemarie, aan |
||||||||||||||
Stroope- 't hoofd van eenige bezettelingen, de vyand-
ryenen ur^e hooimagäzynen, teAtrechtjin den brand fchutge- Jefteken ^). Wat laater, deedt de Majoor- vegten. Generaaj Groveftins, aan 't hoofd van vyf- tienhonderd uitgelezen' Ruiters, eenen inval in Champagne, het platte Land en de Dorpen deerlyk verwoestende (a). De Franfche Rui- tery behaalde ook, tot twee reizen toe, eenig voordeel op die der Bondgenooten. Doch, tegen 't einde van Bloeitnaand j beflooten Prins Eugenius en de Afgevaardigden te Velde, by Bouchain, over de Schelde te trekken, en's vyands Leger te doen befpieden. Ormond vaar- digde eenige Engelfche Ruitery af, om deKei- zerfchen enStaatfchen te dekken, zo zy 't, op den hertogt, te kwaad mogten krygen. Men vondt Villars in diervoege gelegerd, dat men oordeelde, hem met voordeel te können aan- tasten, 't Werdt Ormond voorgefteld, op den Ormond negenentwintigften. Hy zogt de onderneeming maakt te doen verfchuiven, tot dat hy nader berigt zwaarig- ^ Engeland zou bekomen hebben, alzo de teeea0m Graaf van Strafford, onverwagts, derwaards den gekeerd was; 't welk, zo hy voorgaf te ver- vyand moeden, onderftelde, dat 'er iets gewigtigs op aa" ,te het tapyt was. Doch men liet zig, met deeze trekken. redenenj niet paaijen. Men hadt, uit het af- zenden en ontvangen van renboden, en uit de agteloosheid van den Maarfchalk de Villars, reeds befpeurd, dat 'er iet fchool, welk men* voor
|
||||||||||||||
l
|
) Europ. Merc. ven 1712. W- 150, ijp
Lambert! Temt VU. p* 146.' |
|||||||||||||
LXVIII.BoEK. HISTORIE. 467
voor de Bondgehooten, verbergen wilde. Men i?I2.
drong Ormond dan , om zig nader te ope—'—— hen, en hy verklaarde, eindelyk, met ronde Woorden „ dat hy zig in geen gevecht of be- „ legering inlaaten zou, voor hy brieven uit ?, Engeland ontvangen hadt (2)." Vreemd vondt Prins Eugenius zulk eene verklaaring, op eenen tyd, als men den vyand, met zo veel voordeel, zou hebben können aantasten. . De Afgevaardigden te Velde, W. Hooft, t¥. DeAfg©- van Haarfolte, en P. F. Vegdin van Klaarber- vaardig. gen, fchreeven zelfs eenen uitvoerigen brief ^e\äe aan den Hertoge van Ormond, waarin zy fchryveii hem voorhielden „ dat, door zyn gedrag, hem, „ eene kans verzuimd werdt, die niet ligt we- l"«over; „ derkeeren zou." Zy voegden 'er by „dat zy „ niet vermoeden konden, dat zyn last hem i, volftrekteiyk verbonde, om in geenerlei ge- „ legenheid, hoe gunftig ook, iet te ondernee- „ men, tegen den gemeeneh vyand, te min- ,, der, daar zyn Leger, voor het grootfte ge- „ deelte, beftondt, uit troepen, die ook door ,, de Staaten betaald werden." Zy fchroom- den zelfs niet, te zeggen „dat zyn gedrag I, ftreedt, met de Verdragen j met zyne ei- „ gen' verklaaringen, met die des Graaven vari „ Strafford, en met die der Koninginne zel- ,i ve." Zy vermaanden hem „hierom, tot „ verandering van gedrag, en tot het wakker- i, lyk voortzetten der beweegingen des krygs." Ten minfte vorderden ze ,jdat hy zyne troe- „ peil zou gebruiken, om eenig beleg te dek- » ken,
(b') Rspp. van't Geb. Committé r. Deel, il. 61—68. TiN«
t>hï M. IX. lor XXIV.] p. 279—289. |
|||||
Gg 3
|
|||||
463 VADERXANDSCHE LXVIII.Boek.
1712. „ ken, en vooral, dat den troepen, die op ge-
-------„ meene betaalinge ftonden, niet belet mögt
„ worden, naar krygsgebruik, en volgens de
„ Verdragen, te werk te gaan." Eindelyk, begeerden ze „den netten inhoud en uitgeftrekt- „ heid van zynen last om niet te vegten te „ mogen verftaan, op dat men weeten mögt, „ hoe verre men zig op de Groot-Britannifche ïiy ant- „ troepen zou können verlaaten (V)." Doch woordt Ormond fchreef geen antwoord op deezen brief. Hy kon egter niet weigeren, 't beleg van Quesnoi, welk, kort hierna, ondernomen werdt, te dekken met zyn volk. Men morde, onder- tusfchen, zeer, in't Leger, over zyne agterlyk- heid. Sommigen ontzagen zig niet, te zeggen, dat de Bondgenooten verraaden werden, door de Engelfcken. Doch de Hertog hieldt zig aan zynen heimelyken last, zonder zig dit morren aan te trekken (d). De Engelfche Staatsdie- naars meenden hunne handelwyze, in dit ge- val, te können verdedigen (e), onder anderen, met diergelyke handelwyze der Staaten, die, in de jaaren 1703 en 1705, geweigerd had- den, te helpen, tot twee onderneemingen, waarop Marlborough gezet was (ƒ). Doch zy verzuimden, aan te merken, dat men, toen, in geene onderhandeling was met den vyand, gelyk nu: waarom de minfte, en vooral zulk eene groote verdeeldheid onder de Bondgenoo- ten den vyand veel voordeels over hen geeven moest
("O Rapp. van 'c Geh. Comm. II. Deel, Byl. iV. XXV. W. i°5-
Lamisp".■'' Tom VII. o. 132. {d) Rapp. van 't Geh. Comm. I. Deel, bh (38. TindaI Vol,
IX. f'«»-XXIV.] p. 292—294 Ce") BouNGBROKEbLeueis on Hiftory,/'»/, II. p. 137—144,
Cf) Zie liier voor, tU njo. en 261.
|
||||
LXVIILBoEK. HISTORIE. 46y
|
||||||
moest, op de Vredehandeling. De Staaten i;i2,
fchreeven zelven aan de Koninginne, om over -------
't gedrag van Ormond te klaagen, en om te De Staa-
verzoeken, dat de last, die hem gegeven was,ten fc,iry" mögt worden ingetrokken (g). De Koningin ^ K™ antwoordde „dat haar niets meer ter harte ningin- „ ging,dan de behoudenis van goed verftand, ne- „ en volmaakte eensgezindheid met de Staa- Ant" , „ ten. Dat zy vertrouwde, dat derzelver on- haa°gr „ gerustheid over Ormonds verklaaring reeds Maje- „ verdweenen zou zyn; en dat het, voortaan, fteit. „ maar aan hun ftaan zou, in zaaken van vre- „ de en oorlog, ééne lyn te trekken met haare j, Majesteit. Dat haar, eindelyk, vreemd ge- „ fcheenen hadt, dat de Staaten hunnen brief, „ byna op den zelfden tyd, als hy haar over- „ geleverd was, in openbaaren druk, hadden „ laaten uitgaan, even als of zy zig, meer aan „ 't volk dan aan haar, hadden willen vervoe- „ gen. Dat zy hoopte, datzulk eene wyzevan „ doen, voortaan, gemyd zou worden, kon- „ nende haare eer niet gehengen, dat zy ant- „ woord gave op brieven of vertoogen, die „ op zulk eene wyze waren gemeen gemaakt „ (//)." De brief der Koninginne, die veelen toefcheen, gefchreeven te zyn, om 't gemeen, in Engeland, in den waan te brengen, dat de verdeeldheid tusfchen haar en de Staaten niet groot was, of, dat 'er de Staaten al de fchuld van hadden,kwam egter ook, terftond, in 't licht, Ondertusfchen, hadt de verklaaring des Her- Quesnoi
togs van Ormond den Bondgenooten niet be- belegerd, let,
(5) Folcz Lamberti Tom. VII, p. 136,
(/l) faiez Lamberti Tom. VII. p. 142, |
||||||
Gg 3
|
||||||
4?o VADERLANDSCHË LXVIII.Boek.
;;ia. let, den Generaal FageJ af te vaardigen, om
,—-— Quesnoi te belegeren. De Stad werdt berend, op den negentienden van Zomermaand. Or- mond kon niet voorby, eénige manfchap, die onder zyn gebied, doch ter gemeener betaa- linge ftondt, te voegen by de troepen, onder Fagel. Doch by gaf'er, ten zelfden tyde, den. Maarfchalk van Villars kennis van, hem te ge- Jyk verzekerende, dat 'er geen man gebruik? zou worden, die, door de Koninginne alleen, betaald werdt (j). 't Beleg van Quesnoi werdt wakkerlyk voortgezet. Doch eer wy de uit- komst van het zelve vernaaien, eischt de orde der gefchiedenisfe, dat wy verflag doen van den ftaat der Vredehandelinge. XIX. De Staatfcben, te Utrecht, kennis gekree- Jj»é kq- gen hebbende van Ormonds ongezindheid, om Kingm den yyand afbreuk te doen, fpraken 'er deri Groot- Bisfchpp van Bristol oyer, die zig van alles on- Britanje kundig hieldt; doch deeze gelegenheid waar- doet den narn? om den Staatfchen te verklaren (£), ïchen te »» ^at ^' voor twee ^a§en' ft^ryvens ont-
Utrecht » vangen tiadt y^n de Koninginne, die zig be- dreigen, „ klaagde, dat hunne Hoog-Mogeudheden zq dat zy af- w qngenegen bleeven, om in haare maatregels i°kdzai' « te treeden, omtrent een ontwerp van'alge- iLten. „meene Vrede; en yoorts verklaarde, dat „ men zig niet verwonderen moest, indien zy „ oordeelde, nu volkomen' vryheid te heb- „ ben, om afzonderlyke maatregels te neé- ,, men, tot verkryginge eener Vrede, die meest „ met haare belangen overeenkwam." De; Sraat-
fi ) TiWóAt JJV. K. {ir XXïV.] p. ?ou 29S.
(*j Vcrüaai dsr Pknipot. op de VrcdeliauJ.'1ii/i'. |
|||||
\
|
|||||
LXVIILBoek. HISTORIE. 471
|
|||||||||
Staatfchen antwoordden „dat zulkeene handel- 1712.
„ wyze ftryden zou met de Verdragen." Doch ------
de Bisfchop hernam „dat haare Majesteit, het
„ gedrag, welk de Staaten jegens haar gehou- „ den hadden, in aanmerking neemende, zig „ voortaan ontflaagen rekende van alle verbind- „ tenisfen aan hunne Hoog-Mogendheden (/)." Zulk eene verklaaring, welke de Bisfchop be- tuigde te doen, op uitdrukkelyken last derKo- ninginne, verwekte, toen ze in den Haage be- kend werdt,byftere beweegingen in de gemoe- den. Men vondt vreemd, dat de Koningin de Onbe- Staaten vergde, te treeden in maatregels, die ftaan- hun nog niet bekend gemaakt waren, en die de baarlJeid Engelfche Staatsdienaars zelven, misfchien,nog openbaar niet wisten, om dat zy nog niet wisten, hoe ver met het zy 't met Frankryk zouden können eens wor- heimeiyft den, omtrent de voldoening aan de Bondgenoo- ^edra^ ten (m). Men ftondt nog meer verwonderd, geubben over'sBisfchops verklaaring, toen men, pas Hofs, veertien dagen na dat zy gefchied was, in den brief der Koninginne, van welken wy, terftond, gewaagden, las „dat haar niets meer ter herte „ ging, dan de behoudenis eener volmaakte j» eensgezindheid met de Staaten, aan welken „ het ftondt, in zaaken van vrede en oorlog „ beide, eene lyn met hun te trekken." Doch de tegenwoordige ftaat der heimelyke hande- linge tusfchen de Hoven van Londen en Ver- failles gaf den Engelfchen aanleiding, om, in |
|||||||||
5,
|
|||||||||
\ gene fchriftelyk en in 't openbaar gefchied-
de,
CO Rapp. van 't Geh. Comm. I. Deel, II. <£, 97. TiNdal
y.,i. ix. [V xxiv.] 2». 290.
CO Rapp. van 't Geh. Comm. I. Deel, II. 40, 41.
Gg4
|
|||||||||
47* VADERLANDSCHE LXVIH.Boks::
|
|||||
'1712. de, alleen eenige welvoegjykheid tebewaaren,
lyk deedt zien, dat men de Staaten wilde drin-
gen tot eene Vrede, van welke men de pun- ten, onder de hand,'met de Franlchen, be* raamd hadt. Staat der De Franfchen hadden, al in 't begin der geheime handelinge, eene Wapenichorfing begeerd van hande- jg Engelfchen: waartegen deezen vorderden, ïusfchen ^at ^un verzekering gegeven werdt, dat de Enge- Kroonen van Frankryk en Spanje nooit op 't Jaud.en hoofd van één' en den zelfden Vorst zouden Frankryk jj0men, en dathun Duinkerken zou ingeruimd worden, tot dat de Staaten zouden bewilligd hebben, in eene redelyke vergoeding aan Frank- ryk, voor het Hegten deezer Plaatfe. Over deeze punten, werdt, meer dan twee maan- den agtereen, gehandeld, terwyl Gaultier en Prior, geduuriglyk, over en weder over ita- 't Punt ken. De Engelichen vorderden, dat Koning Vanden Filips, op de zekerfte wyze, afilonde van ééne van Filips ^er tWee Kroonen» °f > van net K8t tot ^e °P"
den V. volging in Frankryk, zo hy Koning van Spanje wordt wilde blyvens of van de Spaanfche Kroon fceregeld. tegenwoordig, zo hy 't regt tot de opvolging in Frankryk niet afilaan wilde. Doch de Fran- fchen antwoordden „ dat de geëischte afftand, „ volgens de Wetten van Frankryk, daar de „ Kroon verdierf op den naasten mannelyken ,i, erfgenaam, van geene kragt zou zyn." S» John fchreef, hierop „dat men't, in Engeland 4 „ anders begreep, en dat, hierom, noodig „ was, dat Filips zig, zonder uitftel, verklaar- y> de, of hy de Kroon van Spanje, of zyn regt j, tot die van Frankryk wilde afftaan. Ver* „ koor
|
|||||
kXVIILBoEK. HISTORIE. 473
j, koor hy de Kroon van Spanje * gelyktevêr- ipia,
,, wagten was; dan moest zyn afftand van de ------
„ Franfche Kroon, geduurende de onderhan-
„ delingen te Utrecht, gefchieden. Doch zo „ hy 't regt tot de Franfche Kroon liever be- „ houden wilde; dan moest Spanje met de In- „ dien« aan den Hertoge van Savoje worden „ gegeven; en aan Filips Sicilië, de erf heer- „ lykheden van Savoje, benevens Mantua en „ Montferrat worden afgeftaan; welk alles hy „ behouden moest, al werdt hy fchoon Ko- „ ning van Frankryk, uitgenomen Sicilië, welk, ,,, in zulk een geval, behoorde te komen aan „ het Huis van Oostenryk." En deeze voor- flagen werden, door Frankryk, aangenomen. Koning Lodewyk zondt ze , terftond, naar Ma- drid , om 'er 't befluit zyns Kleinzoons op te verneemen. En men hadt thans reden, om te twyfelen, hoedanig dit befluit vallen zou. In 't voorleeden jaar en in dit, was 'er eene merke- lyke flerfte geweest, in het Koningklyk Huis van Frankryk. De Daufyn, Vader van Koning Filips, was,in Grasmaand des jaars 1711, ge- ftorven, en in Sprokkelmaand en Lentemaand deezes jaars,ftierven de Hertog van Bourgondie, oudfte Broeder van Koning Filips, en zyn oudfte Zoon, de Hertog van Bretagne, een kind van vyf jaaren (ji). De Broeder van deezen jongen Prins, de Hertog van Anjou, die naauwlyks twee jaaren bereikte, was derhalve, thans, de naafte- erfgenaam der Kroone. Doch op deezen moest Filips, 's kinds Oom, van regtswege, volgen; gelyk, door Koning Lodewyk zei ven, reeds in 't
C«) Memoir. ds TorCy, Tom. III. f. £,-<)_..
Gg 5
|
||||
474 VADERLANDSCHE LXVHI.Boek.
|
||||||||||
1712. 't jaar 1700, verklaard was (V). Evenwel, ver-
■------koor Filips het zekere, voor het onzekere. De
Torcy fchreef, den agtften van Zomermaand,
aan S. John „ dat de Koning van Spanje ver- „ kooren hadt, Spanje en de Indien te behon- „, den, en van zyn regt op Frankryk af te ftaan." Ondertusfchen, hadt het Engelfche Hof, eer het nog wist, of Filips in 't geheel zou willen kiezen, veel min wat hy kiezen zou, reeds last gegeven aan Ormond, om den Franfchen gee- Ookdat n e af breuk te doen. 't Bezettenvan Duinker- va" 't ken werdt, insgelyks, toegeftaan, door de Fian- be^etten fcfen ? m^s Ormond, ten zelfden tyde, ver- Duinker- kaarde, dat hy last hadt, niets meer, tegen keu. Frankryk, te onderneemen (^>). En op deeze en eenige andere voorwaarden, werdt 'er, in Zomermaand, een ftilftand van wapenen gete- kend , voor den tyd van twee maanden (^). XX. Doch eer deeze handeling haar vol beflag Ds Ko- nog had, verfcheen de Koningin, nu waanen- ningta <je jg yrec|e jn haare hand te hebben, fchoon ™ro0t_ dezelve ruim zo zeer in Frankryks magt was, Britanje als in de haare, in 't Parlement, op den zeven- dot aan tienden van Zomermaand; daar zy de voor- ïwarPar- naam{|;e voorwaarden van Vrede opende, om- open^ng trent welken zy, tot hiertoe, heimelyk, met van de" Frankryk, overeengekomen was. „Zy hadt, voor- J5 zeide zy, de Proteftantfche opvolging in naamfte ^ juare Ryfcen verzekerd; en 't vertrek van waarden,» den Pretendent uit Frankryk bedongen: de |
||||||||||
}■>
|
Kroo-
|
|||||||||
(») Zie hiervoor, tl. 53.
p ■ Kapp, van 't Geh. Comm. I. Deel, il. 4.1—52,54,55. n. ü'eel, lul. N. XV—XXIV. hl. 65—104. TiNDAl yol. IX. [er XXIV.] p. 244—24«' 308—323. Q~) Uu Mokt Corps Dip!. Ja/a. VIII. V. I. p. 308, 309«
|
||||||||||
LXVIILBoek. HISTORIE. 475
|
|||||
„ Kroonen van Frankryk en Spanje zouden, i?I2.
3, nimmer, aan eenen Vorst können komen: 't-------
„ welk, op de plegtigfte wyze, in beide de waarop
„ Ryken, zou worden bevestigd. Men hadt de Vrede „ reeds, over een Verdrag van Koophandel, fen°k°0"n „ begonnen te handelen met Frankryk. Hud- worden. s, fons Straat en Baai, * Newfoundland met njerre. „ Placentia, benevens + Annapolis, en het neuve. „ overige van Akadia of nieuw Schotland \Port- s, zouden aan haar afgeftaan worden. De bin- R^a1, 3, nerilandfche handel zou beveiligd worden, „ door het flegten van Duinkerken: de handel „ in de Middellandfche zee, door het bezit „ van Gibraltar en Port Mahon, met het gant- „ fche Eiland Minorka. De handel op Span- „ je zou, als ten tyde van Karel den II. en „ zo voordeelig, als met eenig volk, geregeld „ worden. Het Verdrag van den Asfiento of ., Slaavenhandel zou, voor dertig jaaren, wor- „ den geflooten. De belangen der Bondgenoo- j, ten zouden, te Utrecht, worden geregeld. ,, Doch Frankryk boodt reeds aan, den Ryn „ tot eene grensfcheiding voor 't Ryk te wil- „ len ftellen, enKehl,Brifak en Landau te rug „ te zullen geeven. De Keizer zou de Spaan- 3, fche Nederlanden mogen hebben, benevens „ Napels, Sardinië, Milaan en de Spaanfche „ Plaatfen op de kust van Toskane. Wie Si- „ cilie bezitten zou, was nog niet beraamd. 5, Met de Staaten der Vereenigde Gewesten, 5, zou 't ftuk van de ' Koophandel geregeld „ worden, zo als zy zelven begeerd hadden, „ met uitzondering alleen van eenige weinige „ foorten van Koopmanfchappen. Hunne Bar- „ riere zou bepaald worden, als volgens het „ Ver-
|
|||||
4?6 VADERLANDSCIIE LXVIII. Boek.
T7IO. „ Verdrag van 't jaar 1709, twee of ten hoog-
-—.— „ ftendriePlaatfen uitgenomen. Deeifchenvari „ Portugal, Pruisfen en Savoje hoopte zy, „ insgelyks, tot genoegen, te zullen können „ Verdienern Frankryk hadc toegeftaan, dat „ de Keurvorst van de Palts de Opper-Palts en „ zynen tegenwoordigen rang onder de Keur- „ vorsten zou blyven bezitten, en dat het „ Huis van Hanover zou worden erkend in de „ Keurvorftelyke waardigheid. De overige „ Bondgenooten meende zy ook voldoening „ te zullen können bezorgen (>)." Uitwerk- Men hadt, niets flegts in Engeland, maar fels ban- ook in de Vereenigde Gewesten, en vooral te Ter aan- Ufrecnt, zeer verlangd naar deeze aanfpraak, prn om dat men niet twyfelde, of men zou, daar- uit, ten minften in 't ruwe, können zien , wat de Koningin beoogde. Het Franfche Hof wist den inhoud deezer aanfpraake, reeds veertien dagen omtrent, voor zy gedaan werdt (O; doch de Bondgenooten kreegen 'er geene ken- nis van, voor dat elk ze weeten mögt» De Bis- fchop van Bristol deelde ze den Staatfchen, te Utrecht, mede: hun te gelyk eene Wapen- fchorfing in de Nederlanden voorflaande (*), die egter, ten deezen tyde, tusfehen Frankryk en Groot - Britanje in 't byzonder, reeds ge- flooten was (3); doch nog eenige dagen ge- heim O) TiNnAL Vel. IX. [wXXIV.] p. 323. I.AMBERTI Tom.
VII. p. 455- (s■) Rapp. van 't Geh. Comm. I. Deel, bl. 51. (<j Zie Rciol. Holl. V«» 1712. U 318. (3) De last aan denBisfchop van Bristol, om eene
Wap.Mifchorfingvoor te flaan, was, den elftien van Zo- mermaand, ouden ftyl, gedagtekend; Juist den zelfden dag,
|
||||
LXVIII.BoEK. HISTORIE. 477
heim gehouden werdt. De Gevolmagtigden 171a.
der Bondgenooten in't gemeen, en de Staat- -------
fchen inzonderheid toonden zig ten uiterfte
misnoegd, over 't gedrag van 't Engelfche Hof, welk, zeiden ze, 't bederf van Europa fcheen te zoeken, zonder zig aan de Vryheid, den Godsdienst, en het regt der volken te kreu- nen. De Staatfchen waren in de uiterfte onge- rustheid , ziende hunne belangen, omtrent den Koophandel en Barriere, geregeld door de En- gelfchen, zonder dat zy wisten, op welk een' wyze. De Bisfchop was zelfs bekommerd, dat hy te Utrecht niet veilig was, voor de woede van 't gemeen. Doch men ftoorde zig, in En- geland , luttel aan zyne vreeze, en aan 't mis- noegen der Bondgenooten. Men gaf zelfs de fchuld van 't gene 'er gebeurd was alleen aan hun, die thans aan't roer der Regeeringe zaten, ' in den Vereenigden Staat (ti). Ondertusfchen gebeurde'er meer, dat het misnoegen der Bond- genooten verder ontfteeken moest. 't Beleg van Quesnoi was, de gantfche Zo- XXT.
mermaand door, wakkerlyk voortgezet; fchoon Ormond 'er de Engelfche troepen meer niet toe ge- ]Tr" daan hadden, dan dat zy de belegeraars hiel- daThy pen dekken. Doch op den vyfentwintigften, zig van'e verklaarde de Hertog van Ormond, aan Prin- overige fe Eugenius en aan de Afgevaardigden te Vel- Leé^z?I de m0ttLa
f (O Verhaal dir Pknipotcnt. op de Vrcdehanc!. BIS. Itapp.
•van 't ( ch. Comm. I. Deel, bl. 99—101. Lawberti lom. VII. P- H7 » 149. '5°- dag, op welken, de Wapenfchorfing, die S. John,
reeds vyf dagen te vooren, getekend hadt, door de Torcy, getekend werdt. Zie kapp, van 't Geh. Comm, I. Deel, bl. 9<). II. Deel, Byl. N. XXIV. bl. «9.. |
||||
478 VÄDERLANDSCHE LXVIILBoek.
1712. de „dat Frankryk bewilligd hadt, in eenige
------„ voorwaarden van eene Wapenfchorfinge,
afzonde- ,, door de Koninginne van Groot-Britanje ge-
rcn' i, eischt; dat hy, hierom, 't beleg van Ques- j, noi niet langer kon dekken; maar zo drä „ men hem Duinkerken ingeruimd hadt, ge- „ noodzaakt zou zyn, zig, met het Krygsvolk i} der Koninginne, en niet alle de andere troe- „ pen, die haare Majesteit betaalde, af te zon- „ deren van het overige Leger, en de Wapen- „ fchorfing, openlyk, bekend te maaken (V)." Zulk eene verklaaring, hoe Vreemd in zig zelve, kwam egter Prinfe Eugenius en den Staatfchen niet onverwagt voor. Zy verzogteri vyf dagen tyd van beraad, die Ormond hun zou toegeftaän hebben, zo men 't beleg van Ques- noi hadt willen ftaaken: waarnaar niemant 00- ren hadt. Men liet Ormond dan zynen last Voltrekken, en floeg, ondertusfchen, eenen Weg in, die gefchaapen fcheen, het nadeel te zullen voorkomen, welk van de afzondering gevreesd werdt. -. Wy hebben reeds aangemerkt (m>) , dat de vreemde troepen, over welken Ormond geboodt, groo-
troepen, tendeels, beftonden uit vreemden, die, door onder *je Koninginne en door de Staaten, betaald ve" wor- werden. Onder deeze troepen, was Prins Eu- den be- genius bemind: waarom hy ze, ligtelyk, bewoo- woogen, gen hadt, om zig niet te laaten fcheiden van zig te 't vereenigd Leger, hoe zeer 'er Ormond op bv"? ver- ftaan m0St# 0rmond vreesde hiervoor, en
eenigd fchreef het den Maarfchalk de Villars. 't Fran-
Leger. fche
O) Itapp. van 't Geh. Comtn. I. Ditl, W. ?i. LAMBfiKtl
Tom. VII. p. 148.
£iv3 Bladz: iöoj 4C0«
|
||||
LXVIiLBoEK. HISTORIE. 479
fche Hof weigerde, hierom, Duinkerken te i7i2.
ruimen, zo men geene verzekering gave, dat-------
alle de troepen, op Engelfche betaaling ftaande,
zig zouden afzonderen van 't vereenigd Leger, 't Oogmerk der Engelfchen, in hunne heime- lyke handeling, fcheen dus, t'eenemaal, te leur gefteld te zyn. Doch S. John wist mid- del , om deezen (lag te verzetten. Binnen wei- nige dagen, kwam hy met de Torcy overeen, „ dat hy den Gezanten der Vorften, wier $, troepen op Engelfche betaaling ftonden, „ door de ernftigiïe bedreigingen * zou zoe- «>, ken te beweegen, om deezen troepen aan ,j te fchryven, dat zy zig zouden hebben af „ te zonderen van't vereenigd Leger, of dat ze „ geene betaaling altoos van haare Majesteit i, te wagten hadden. Dat,zo zy't Weigerden, ,, de Hertog van Ormond, met de Engelfche 5, troepen, en allen, die hem meer volgen „ wilden, aftrekken zou, en openlyk verklaa- „ ren, dat de Koningin beflooten hadt, niet „ meer tegen Frankryk te fïryden, en geene j, troepen, die't deeden, te betaalen. Dat, ,j eindelyk, de Koningin, Duinkerken in be- j,, zit genomen hebbende, terftond, overeene „ afzonderlyke Vrede, met Frankryk, in on- i, derhandeling zou treeden, en den Bondge- ,j nóoten eenen tyd voorfchryven, binnen wel- „ ken, zy zig zouden hebben te onderwerpen ,j aan de voorwaarden, die, door haaren den 5i Koning van Frankryk, redelyk gevonden j, zouden worden (#)*" Mid-
, O) Rapp- vän 't Geh. Cofflm. II* Diel, Byh N. XXVlï.
XXVWi tl. 109 , W4. |
|||||
I
|
|||||
48o VADERLANDSCHE LXVIII.Boek;
1712. Midlerwyl, was Qaesnoi, op den vierden
-------van Hooimaand, by verdrag , overgegaan (j)„
Quesiioi Prins Eugenius, voorhebbende Landrechies te
V£roverd* belegeren, deedt het Leger optrekken, op den Ormond zestienden (a). ürrriond hadt hem, te vooren zondert reec}s ? verklaard, dat hy in geene verdere on- deSBond- derneemingen deelen kon. Ook liet hy het genoo- Leger vertrekken, enfloegzig, een ftuk weg» ten- van het zelve, neder (Y). Doch hy moest, tot zyne innige fpyt, zien, dat alle de vreem-» de troepen het vereenigd Leger volgden, op één Battaillon en vier Eyquadrons van Hol- ftein, en twee Esquadrons van Walef na. De ftilftand van wapenen werdt, terftond hierna, afgekondigd, in 't Engelfche Leger, en Or- mond ontzag zig niet, den Prinfe Eugenius te laaten aanzeggen, dat hy, hiertoe, genood- zaakt geweest was, om dat het vereenigd Le- ger, buiten zyne bewilliging, was opgetrok- ken. Duinkerken werdt ook ingeruimd aan de Engelfchen (b), die, terftond hierop, met de Franfchen, in heimelyke handeling traden, over het uitbreiden van de Wapenfchorfing ter zee, en over eene afzonderlyke Vrede (c). Uybezet De Hertog van Ormond, zig niet vergenoe- gend en gende, dat hy den Bondgenooten allen byftand Pru8Se« onttrok, maakte zig, kort hierop, onvermoeds, meester van't Kasteel van Gend en van de Stad Brugge, welke twee Plaatfen de Engelfchen niet begreepen wilden hebben, onder de Bar- rie-
OO Lamberti Tm. VII. p. 155.
O.) I.AMBRRTI Tom. VII. p. l6o.
(■«3 MeinOir. de TcmcY, lom. III. p. 344..
C fr) Twdm. V»h IX. [or XXfV.j /,. 3rrJ, (O Rap('. 'van 't Geh. Goinm. I. heel,'il. 72-^82, Sj, «^ Lahbkrti Tom. VII. p. 149, 464. |
||||
LXVIII.BoEK. V-HISTORIE. 48 t
riere der Staaten. Zy niet alleen, maar de i^a»
Franfchen zelven verheugden zig, dat deeze waren (W). De Staatfche bevelhebbers van Bau- chain, Douai, Doornik, Oudenaarden en Rys- fel hadden geweigerd, Ormonds troepen in te neemen. En Prins Eugenius en de Afgevaar- digden te Velde vernamen zo dra niet, dat hy zig in Gend en Brugge geworpen hadt, of zy verfchoonden, by hem, de bevelhebbers van de Plaatfen, daar men de Engelfchen afgewee- zen hadt, ten beste mogelyk; hoewel zy hun gedrag, heimelyk, goedkeurden (e). Sommi- ge Leden der Hooge Regeeringe, hier te Lande j in 't byzonder de Stad Amfterdam (ƒ), neig- den , na deezen ftap der Engelfchen, ook wel tot eene Wapenfchorfing, voor twee maanden» Doch 't befluit viel anders, in denHaage; waar- naar Amfterdam zig voegde. De aftogt van Ormond hadt, federt, nog XXlü
andere nadeelige gevolgen voor deBondgenoo- Nedejj- ten. Villars, verfcheiden' beweegingen ge- Bondee- |
||||||||||
maakt hebbende, met het vyandelyke Leger, nooten.
|
i
|
|||||||||
als hadt hy Landrechies willen ontzetten, toog, by Dc-
op den vierentwintigften van Hooimaand, te r-ain* Sourche en te Neuville, onverhoeds, over de Schelde, en overviel den Graave van Albe- marie, dié, met eenige manfchap, by De- iiain, tusfchen Bouchainen Valenchyn, gele- gerd C<0 tlapp. van 't Geh. Comtn. I. Deel, l/K 8p, 91—93,
Mem oir. de Torcy, Tom. W. p. 377. O) Lamberti Tom. VII. p. 17J, 174, 215. TlNDAL l'o!>
IX. lor XXIV. ■) p. 383—3HÖ. (ƒ) Extr. uit rit Relöl. van de Vrncdfcb. La ÉE- 30 Jur.y%
25 'Juty '712 Befoigne van 3, 4, 12 Juny 1712. MS$, XVII. Deel. Hh
|
||||||||||
■
|
||||||||||
482 VADERLANDSCHE LXVIII.Boek.
|
|||||
ijii. gerdwas. De Bondgenooten weerden zig wak-
'------kerlyk; doch werden, eerlang, geheellyk ge-
flaagen, verjaagd, of gevangen genomen. Al-
bemarie zelf viel den vyand in handen. Mar- chienne, alwaar de voorraad van mond en oorloge voor 't vereenigd Leger bewaard werdt, werdt, weinige dagen laater, door de Fran- fchen veroverd, 't Beleg van Landrechies werdt, ten zelfden tyde, opgebroken (g). Deneder- laag by Denain en 't verlies van Marchienne hadt het Leger der Bondgenooten zo geweldig verzwakt, dat het niet meer in ftaat was, om den vyand het hoofd te bieden, of eenig beleg 't Fort de te onderneemen. Alleenlyk, gelukte het den Knokke partyganger de Rue, met een gedeelte der be- Teroverd"zettinge van Ooftende, het Fort de Knokke in te neemen, by verrasüng, op den zesden van Wynmaand (Ä). Men meende, datdeStaat- fchen, ten deezen tyde, ook voorhadden, zig meester te maaken van Nieuwpoort en DeFran- Veurne (f). Doch van deezen toeleg kwam fchen niets. Villars, nu meester van 't veld zynde, herwin- jjadt, reeds te vooren, 't beleg doen flaan voor Douai Douai, Quesnoi enBouchain, welke Steden, Quesnói, deeene na de andere, aan hem opgegeven wer- en Bou- den, op den agtften van Herfstmaand, en op chain. den vierden en tienden van Wynmaand. 't Fort de Scarpe by Douai hadt hy, reeds in Oogst- Tooten maand, overmeesterd (£). Ten zelfden tyde, gebrand- was eene party Franfchen gevallen in 't Zeeuwsch fcliat. Ei- (■/?■) Lambbrïi Tom. VII. p. ï?6—18/.
fft') Lambeiiti Tom. VII. p. 219. CO Rapp. van 't Geh. Comm- I. Deel, II. 85. LaMBBRTI
Tem. VII. p. 221. (O Daniel Journ, p. CCLXXX-CCLXXXVJ. |
|||||
LXVÜLBoEK. HISTORIE. 483
Eiland Thoolen, de Stad inneemende, en haar i^tii
eene brandfchatting van tienduizend Ryksdaa--------:
Iers afperfende. De Staaten van 't Gewest kwa-
men, op de eerfte tyding van deezen inval > desnagts, byeen, en ftelden, terftond, orde* op de beveiliging van Thoolen. Ook werdt* door gantsch Zeeland, eene verzameling van penningen gedaan, ten behoeve der arme ge- plonderde ingezetenen, 's Lands Koroptoir was * by gelegenheid van deezen inval, van ruim vyf- honderd guldens beroofd geworden (7)4 De ongelukkige veldtogt in de Nederlanden werdt, met het verlies van Bouchain, beflooten. De wederzydfche Legers betrokken, hierna, de Winterkwartieren. 't Gedrag des Hertogs van Ormond, 't be- xxiil
zetten van Gend, vanwaar men den toevoer Tweede haar 't vereenigd Leger ftremmen kon, en de JV1!'pern"^ nederlaag by Denain hadden, terftond, toer- tusMeü kelyken invloed op" de Vredehandeling. De prankryfc Franfchen drongen de Engelfchen , tot het flui- enGroot- ten eener afzonderlyke Vrede, of ten minfte Britanje; tot het uitbreiden en verlengen der Wapen- fchorfinge, die vast naar 't einde liep. S. John, nu tot * Burggraaf Bolingbroke verheeven, * fa ftak zelf naar Frankryk over, en tekende, te cwnh Fontainebleau (m), op den negentienden van Oogstmaand, eene tweede Wapenfchoifingj te water en te lande, die, tot den twee-en- twintigften van Wintermaand, düuren zoii. Volgens eene der voorwaarden van dezelve * moest de blokkeering van Gibraltar, die tot mi
(7) Notd. Zeel. 33,27 Aug. 12 Dcc. 1712; il. U4, ia?y
113. 10 Ang, 1713. bl. 159. (t'jj BoLiNGBRüKEs Letters 011 ïliftory, Fuï.~\l. p. lA'ji Hh 2
|
||||
4Ü4 VADERLANDSCIIE LXVIII.Boek.
i^i2. nu toe geduurd hadt, terftond, worden opge-
____ broken(«)« Bolingbroke hadt ooklast, om ee-
Hande- ne afzonderlyke Vrede met Frankryk te flui-
Hng van ten. doch niet zonder daarby voldoening te f 0,'ng: bedingen, voor den Hertoge van Savoje, wien Franil111 hy Sicilië, en eene goede Bardere bezorgen ryk. moest. Ook kon hy, daarna, een'tyd beftem- men, om de andere Bondgenooten , binnen den zelven, door redenen over te haaien tot bewilliging in de voorwaarden van Vrede,die, tusfchen Frankryk en Groot - Britanje, be- raamd zouden zyn. Doch hy mögt de Konin- gin niet verbinden, om de Bondgenooten te noodzaaken tot vrede, volgens het ontwerp, welk men maaken zou (o). Hy toefde eenige dagen in Frankryk; doch 't voornaamfte van 't gene hy handelde bleef zo geheim, dat het, nergens, myns weetens, volkomenlyk, uitge- lekt is (p ). AUeenlyk weet men, uit zyne ei- gen'brieven, dat men, wegens eene Akte van afrtand voor Koning Filips, en wegens de be- langen van den Hertoge van Savoje en van den Keurvorst van Beieren gehandeld hadt, en ten deele overeengekomen was (q). Midlerwyl, hadt men, hier te Lande, al terftond, iet van <leeze reize vernomen, uit een berigt, welk, door een' bediende van den Hertoge van Os- funa, fcheen opgefteld te zyn, en welk, door twee Jooden, aan den Heere Buys, in den H.age, ter hand gefteld werdt. In dit berigt, zogt
fn) Rnpp.van'tGeh. Comm.H Deel, Byl. N XXIX. H. n6.
("o ) 7M zyne Iiiltr. in't llapp. van 't Geh. Comm. II. Oeelj
N. XXXV. bU iöi. (p ! See TiNiJAL Vol. IX. \nr XXIV.] f. 4.04—4T0.
Cj) Rapp. van 't Geb. Corain. H. Dit!, Byl. XXVII. "<
ijJJ—16<3. |
||||
LXVIJI.Boek. HISTORIE. 485
|
|||||
zogt men de Staaten ook aan te moedigen, om, 171*..
gelyk de Engelfchen deeden, in heimelyke-------
handeling te treeden met het Hof van Madrid (ƒ).
De onderhandelingen te Utrecht, die eenen xxiv.
geruimen tyd genoegzaam opgefchort waren vervolg geweest, waren wederom aangevangen, fe- ^handT dert dat de aanfpraak der Koninginne, aan 't r,„g te Parlement gedaan, hier te Lande, bekend Utrecht. geworden was, en vooral na den aftogt des Hertogs van Ormond. De Franfchen drongen de Engelfchen, en de Engelfchen de Keizer- fchen en Staatfchen, om, op den voet van deeze aanfpraak, in verdere onderhandeling te treeden, over eene algemeene Vrede. Men liet zig beweegen (V). De Koningin hadt, on- der anderen, verklaard,"dat de 15arriere der Staaten geregeld zou worden, gelyk als in 'r. Verdrag van 't jaar 1709, met uitzondering van twee of drie Plaatfen ten hoogfte. Doch Twist hierover rees, merkelyk verfchil, onder de Ge- over d» volmagtigden. De Franfchen beweerden, dat gamere Rysfel hun toekwam, in vergoeding voor Duin- te^ aaa kerken, en dat hun, derhalve» boven Rys- fel , nog drie Plaatfen van de Barriere van 't jaar 1709 moesten overgegeven wordent Zy eifchten dan, dat hun Rysfel, Doornik, Mau^ beuge en Cond^ te rug gegeven werden. De Staatfchen beweerden, dat zulks de meening der Koninginne niet kon geweest zyn, die flegts van twee, of ten hoogfte drie Plaatfen gewaagd hadt. De Engelfchen ftonden toe, dat haa-
r
(r) Memorie, door de Pinto en Gabai, op 13 Sept. 17IS;,
gyergcgeeyeii. MS. CO Verbaal der Plenipot. op de Vredchand. MS. Hh 3
|
|||||
486 VADERLANDSCHE LXVIII.Boe*.
|
||||||||
haare Majesteit op geene vergoeding voor Duin-
kerken , boven de twee of drie Piaatfen, gezien hadt; meeregter, naar 't fcheen, om dat 'er de eer en het woord der Koninginne in ge- mengd waren, dan om dat zy den Staatlchen 20 veel gunst toedroegen (f). De Franfchen be- dienden zig, derhalve, van dit gefchil, welk, zo Bolingbroke fchreef, meer fchyn hadt dan wezen (o), toen hun 't Krygsgeluk in de Ne- derlanden begon mede te loopen, om de on- derhandelingen wederom op te doen fchorten, tot dat de Bondgenooten, van zelven , aan de hand komen zouden. Ook was 'er nog iet an- ders voorgevallen, welk hun hiertoe gelegen- heid gaf. Eenige bedienden van den Franfchen Ge-
zant Menager, op de tyding der nederlaage by Denain, de bedienden van den Staatlchen Gevolmagtigde, Graave van Regteren, fcham- perlyk bejegend hebbende j hadt deeze, des- wege , voldoening verzogt van den Heere Me- nager; die hem niet gegeven werdt, alzo de Franfche bedienden 't gebeurde loochenden, of anders verhaalden. De bedienden desGraa- ven van Regteren hadden, naderhand, die van den Heere Menager, in de maliebaan wandelende, in 't aangezigt geilaagen : 't welk Regteren goedgekeurd; en zelfs , met alge- meene woorden, veroorloofd hadt, hun zeg- gendei, dat hy geene voldoening van den ffeere Menager hebbende können bekomen , zy hun ge- fchil . onder eikanderen, beflegten konden. Maar Me-
CO Rajjp. van 't Geh. Corom. I Deel, II. 107, 108, jog,
II", 111, 113, 117. Lamberti Tom. VII, «.247—»43. (aj Ripp. van 't Geh. Comra, I. Dtel, lil, lij. |
||||||||
Ï712.
|
||||||||
Voorval
tusfchen de be- dienden van den Heere Menager en die van den Graave van Reg- teren. |
||||||||
LXVIILBoEK, HISTORIE. 487
Menager nam dit zo euvel, dat hij 'er den Ko- 171a.
ning, zynen Meester, over fcbreef, die, ter- —— flond, vorderde, dat men den Graaf van Reg» teren t'huis ontboode, en eenen anderen in zyne plaats flelde, te gelyk zynen Gevolmag- tigden beveelende, in geene onderhandelingen te treeden, zo lang de Graaf van Regteren te Utrecht bleeve. De Staaten, door 't gedrag der Engelfchen, geperst, om de Vrede ernfti- ger te zoeken dan te vooren, beflooten, ein- delyk op den twintigften van Herfstmaand , tegen den zin egter van die van Gelderland, Üverysfel en Groningen, den Koning van Frank- ryk genoegen te geeven, en den Graaf van Regteren niet meer te gebruiken in de Vrede- handelingc (v). De Graaf deedt, derhalve, af- ftand van de waardigheid, diehy, te Utrecht, bekleed hadt. De onderhandelingen, federt, hervat zynde, Twist
ftonden de Staatfchen fterk op 't behouden j?ver van Doornik , fchoon hun de moed gewei- oorni diglyk ontzonk, federt het verlies van Douai enQuesnoi. Hier floeg toe, dat de Franfchen, ftout geworden op hunnen voorfpoed, vor- derden , dat hun de kosten van den tegenwoor- digen veldtogt werden goedgedaan. Zy oor- deelden hiertoe geregtigd te zyn, om dat de Staatfchen, zo zy zeiden, de Wapenfchorfing en 't ontwerp van Vrede, door de Koningin- ne van Groot- Britanje, aan het Parlement voor-
* (v) Rcfo!. Holl. Sept. 1712. II. 485. si, Jan. 1713. hl. 16.
Verbaal der Plenipot. tot de Vredehand. MS. Voicz Lsmbkrti Tum VII. p. 195—215. Tom. VIII. p. 38. Itapp. van 't Oeh, Comm. I. üeel, tl. 108, 109, nö. Memoir. de Torcx» Tqm% JU. p. 407—414. 432» Hh 4
|
||||
438 VADERLANDSCHE LXVIII.Boek,
1712. voorgedraagen, van de hand geweezen , én
andering in den fhat der zaaken gegeven had-
den. Sommige Engelfchen zelven neigden, om Doornik weder te geeven aan Frankrijk. En de Graaf van Strafford fchreef, op den vier- den van Wynmaand, aan Prior, die toen in Frankryk was: zo wy willen, dat de Kikvorfchen, nevens ons, tekenen, behoeven wy hun Doornik maar te hiaten, en men kan 't hun, in zulk een geval, niet weigeren; maar ik hoop, dat gy deeze zaak kort afdoen zult (w). De ötaaten bleeven zeer gefield, op de behoudenis van Doornik en Condé; doch beflooten, Douai en 't Fort de Scarpe, Maubeuge, Valenchyn en Rysfel aan de Franichen te rug te geeven, of te laaten behouden, zo zy, hiermede, de Vrede kon- den koopen (V). Maar 't vertrek des Graaven van Strafford, die een' keer naar Engeland deedt, ftremde de handeling te Utrecht we- Ilande- derom voor eenen tyd. Hy kwam niet terug, ling over voor 't begin van Wintermaand, medebren- nieuw gende een Ontwerp van een Verdrag tusfchen Verdrag Groot - Britanje en de Vereenigde Gewesten, van Bar- waarby de Koningin den Staaten 't bezit der rieremet Barriere, ende Staaten haar de Proteftantfche Britanje. °PvoJging in Groot-Britanje verzekeren zou- den. Hy tradt, over dit Verdrag, waardoor 't Verdrag van den jaare 1709 ftondt vernie- tigd te worden, in den Haage, in onderhan- deling met eenige Gemagtigden der Staaten, welken hy verklaarde, dat de Koningin zorg draa-
( w ) Lamberti Tom. V'H. p. 249, 250.
C-v) Refol. Geiicr. Martis 4 Ott. 1712. by Lambert! Ziw. VU. p. zi8. |
||||
LXVin.BoEK. HISTORIE. 489
draagen zou, dat zy Doornik behielden. . De i7I3l.-
Staaten zonden zyn Ontwerp aan de byzondere-------3
Gewesten: doch fchreeven, midlerwyl, aan
de Koninginne „ dat zy Condé ook dienden „ te behouden, omdat Doornik, anderszins, „ van Bergen in Henegouwen zou afgefnee- „ den zyn: nog, dat zy bezetting in Dender- „ monde behoorden te mogen leggen, om dat „ Brabant en Vlaanderen, en de grenzen van „ den Staat en de Barriere-Plaatfen, door deeze „ Stad, gemeenfchap met eikanderen hadden; „ mids men voorzorg gebruikte, om de zwaa- „ righeden in den Koophandel, die hieruit s, zouden können ryzen, weg te neemen." Zy merkten hier benevens aan „ dat, zo zy de „ Plaatfen, die Karel de II. niet bezeten hadt, „ verpligt werden aan den Keizer af te ftaan, „ gelyk de Koningin begeerde; de Keizer hen „ in 't volkomen bezit van 't O verkwartier van „ Gelder behoorde te (tellen." Zy maakten nog eenige aanmerkingen, die egter genoeg deeden zien, dat zy zig, zo veel mogelyk ware, wilden voegen, naar de begeerte haarer Majesteit. Strafford hadt ook begeerd, dat de Staaten het Battaillon, welk zy nog in Gibral- tar hadden, t'huis ontbooden: waarin men hem,« terftond, te wille was (7). In deezen ftaat, was de Vredehandeling, XXV.
op het einde deezes jaars. In zaaken van oor- Portugal log, was niet veel van belang voorgevallen, ""nu de bui- pen'
OO Refol. Holl. ao, 27, 28 Apr. 1712. U. iofi, 214. 2*5.
Refot. Gencr. Fencr. 13 Febr. 1712. Lamberti Tom. VI. p. „116—334. Tom. VIII. j/, 33. TindaL Vol. IX. [or XXIV. J f. 432, 433. 454—461. Hh 5
|
||||
49o VADERXANDSCHE LXVIII.Boek,
|
|||||
i?ï2. buiten de Nederlanden, De Markgraaf de Bay
■-------hadt, in Herfstmaand, eenen inval gedaan in
fchorfing Portugal, en Campo-Major belegerd. De
•^- Portugeezen werden, hierdoor, genoodzaakt, te treeden in de maatregels van Groot -Britan- je, en de Wapenfchoifing aan te neemen, die, op den zevenden van Slagtmaand, te U- trecht, getekend werdt, voor den tyd van vier maanden(z). De Wapenfchoifing, tusfchen Frankryk en Groot-Britanje, werdt, in Win- termaand, insgelyks , verlengd , voor vier maanden, die, met den twee-entwintigften van Grasmaand des jaars 1713, zouden eindi- gen (V). Aan den Rynkant, in Italië en in Spanje, was, tusfchen de wederzydfche Le- gers, weinig meer dan eenige fchutgüvegten voorgevallen. Het Fort Filippe en Porto Her- cole vielen, in Bloeimannd, den Duitfchen in handen (f). Be Fran- Ter zee, hadden de Franfchen eenige voor- fcben deelen behaald onder den Heere Jaques de fchattén Casfurt' die' met een Esquader fchepen, van Surina- Toulon in zee gefteken zynde, de Stad en 'c me, Ber-Kasteel S. Jago, in een der Kabo - Verdfche Ha en Eilanden gelegen, overweldigde en pionderde, Curafao. jn >t {jCgjn van Bloeimaand. Daarna, deedt hy eenen inval in de Lewards Eilanden, daar de Engelfchen meester waren. In den Herfst, vertoonde hy zig voor Suriname, de Stad en 't Kasteel Paramaribo dreigende, met beleg en
(z) Du Mont Corps Dipl. Tom. VIH. P. I. p. 312. Tik-
»al Vol. IX. [or XXIV.] p. 43fi, 437- O") Lambeuti Tom. VIH. p. I. Daniel p- CCLXXXVU. (*} Daniël ƒ. CCLXXXVIJ, CCL,XX,.tVIIJ, |
|||||
LX VIII. Boek. HISTORIE. 491
en verovering. Doch men kogt het gevaar af, i7i2.
met agthonderdduizend guldens. Van Suriname, —— zeilde de Baron Mouans, met eenige fcliepen uit het Esquader van Casfart, naar de Volk- planting Berbice, welke hyeene brandfehatting van driehonderdvyftienduizend guldens afpers- te (e). Curacao werdt, in de volgende Len- te , op honderdvyftigduizend flukken van ag- ten van hem gebrandfehat (V). De Regee- ring op Suriname werdt belchuldigd, dat zy de verlterking van 't Kasteel Paramaribo ver- waarloosd, en daardoor gelegenheid tot dee- zen inval gegeven hadt. Doch de Staaten hebben haar, federt, zuiver gefchouwen. Men befloot, egter, niet lang hierna, Paramaribo in beteren ftaat van tegenweer te ftellen (e). Maar daar verliepen nog al eenige jaaren, eer 'er de hand aan gelegd werdt. De Staaten waren, in 't voorjaar aan gezogt geweest, door den Engelfchen Admiraal Wishart, om eene Vloot uit te rusten, en ze te voegen by dia der Koninginne, onder zyn beleid; doch de zwaare kosten van den kryg te Lande verhin- derden hen, dit jaar, in de uitrustingen ter zee. De Vice Admiraal Pieterfon, die zig, federt twee jaaren, in de Middellandfche zee onthieldt, werdt zelfs, uit vrees voor onlusten met de Engelfchen, tegen't najaar, van daar, t'huis ontbooden (ƒ), De
|
||||||
Cc) Daniel p. CCXC, CCXCJ Tindai Pol. IX. [or XXIV]
p, 4<ï2 Lamberti Tom. VIII. p. 191. (d) Brieven in de Europ. Merc. van Jan.—Juny 1713. II. 75,
l6->, 312. (e) Zie Groot-Pl.1lc.1atb. V. Titel, hl. 1538, 1540.
C/J Lamberti Tom. VU. p. in, 223. |
||||||
49* VADERLANDSCHE LX VIII. Boek.
if i2. De kryg in 't Noorden was nadeelig voor de
----- Hollandfche Scheepvaart. De Zweeden hiel-
De Zwee- dan , van tyd tot tyd, een groot getal vaa
den hou- Koopvaardyfchepen aan, welken zy beweer- ie^fche-5" ^en' vyanden- of Contrebande goederen in te pen aan. hebben. De Staaten deeden Vertoog op Ver- toog aan de Zweedfche Regeering, om hun- ne fchepen te rug te bekomen (g). Doch 't hielp luttel. Zy werden genoodzaakt, in 'r. volgende jaar, hunnen onderzaaten vryheid te geeven, om de geroofde fchepen en goede- ren , waar zy ze bekomen konden, aan te hou- den, en als eigen goed naar zig te neemen (Ji). De zaaken des Konings van Zweeden fcheenen, op 't einde des jaars, in zyn voor- deel te zullen veranderen. Doch zy namen Staat des haast wederom eenen nadeeligen keer. De krygs in Deenen, Stade bemagtigd, en het Hertog- 't Noor- dom Breemen onder hun gebied gebragt heb- bende, werden geflaagen, door den Generaal Graave Magnus Steenbok. Karel de XII. hieldt zig nog te Bender op , zoekende de Turken op te hitfen, tot het hervatten van den kryg tegen den Czaar: doch deeze toeleg mislukte hem. Men belastte hem zelfs, het Turksch gebied te ruimen, met zyn Volk. Hy weiger- de te gehoorzaamen, en werdt, hierop, ge- weldiglyk aangetast, door de Turken. Zyn volk, zig te weer Hellende, werdt omge- bragt (z), en hy, in Sprokkelmaand des jaars 1713, gevangkelyk gevoerd naar een huis, O) Lawberti Tom. VII. p. 612—(?::,.
(A) Zie Groot-Plakaatb. V. Heel, hl. 1653. CJ~) Fo'uz Lamberti Tom. VIII. p. 319. |
||||
LX^III. Boek. HISTORIE. 493
by Adrianopole, zonder ten Hove te mogen I7Ij,
verfchynen. De Czaar viel, daarna, in Fin- —— hnd,en bemagtigde Aboen 'tgantfche Gewest. Steenbok, den brand gefteken hebbende in Altona (4), daar, zo hy voorgaf, voorraad ver- zameld was voor de Rusfen, verdedigde zig in Tonningen, zo lang zyne mondbehoeften duur- den ; doch moest zig, eindelyk, met zyn volk, zynde de beste troepen, die Zweeden in dienst hadt, krygsgevangen geeven (k~). 't Kasteel van Meurs was, tot in 't najaar, XXVI.
bezet geweest met krygsvolk van den Staat. De Ko- De Koning van Pruisfen, beweerende regt te ""'*: ™n hebben op het gantfche Vorftendom, welk tot We"pten de nalaatenfchap van Willem den III., Ko- bezetting ning van Groot-Britanje, behoorde, hadt,fe inMeurs. dert eenen geruimen tyd, aangehouden by de Staaten, om Meurs te ontledigen van bezet- ting, alzo de Keizerlyke Kamer van Wetz- lar, voor welke, de Koning het gefchil over 't regt tot dit Vorftendom hadt betrokken, zonder iemant, van wege de Prinfesfe Wedu- we van Nasfau-Oranje, die deeze regtbank niet erkende, gehoord te hebben, bevolen hadt, dat die van Meurs den Koning, als Vorst van Meurs, erkennen en inhuldigen zouden: welk
(4) Sommigen hebben dié van Hamburg befchnldigd,
dat zy, uit afgunst over den vooripoed van die vait Altona, Steenbok tot deeze ftrengheid hadden omge- kogt. Doch deeze befchuldigers worden, bondigiyk, wederlegd, in eenen Brief, te vinden in de bibliotb. Raifonnée Tom. IX. p. 4<Sy <*) TlNIML Vt,U IX. [or XXIV.] p. 485—489. LaMÜERT»
Zun. Xlll.p. 2yi—304, 344—31?.
|
|||||
>
|
|||||
494 VADERLANDSCHE LXVIII.Boek.
1712. welk bevel de bevelhebber der bezettinge niet
•■------ hadt willen ter uitvoeringe doen brengen. De
Staaten maakten zwaarigheid, om 's Konings
begeerte te voldoen. De Landgraaf van Hes- fen - Kasfel en zyne Dogter, de Prinfesfe we- duwe van Nasfau- Oranje,fterkten de Staaten in derzelver weigering,door herhaalde Vertoo- gen. De Koning van Pruisfen befloot derhal- ve, zig zei ven te regten. Hy vaardigde, in 't begin van Slagtmaand, den Vorst van Anhalt- Desfau af, met eenige manfchap, die in kleine vaartuigen gefcheept werdt, en 't Kasteel, by verrasfing, overweldigde: waarna beide de Stad en 't Kasteel Pruisfifche bezetting moes- ten inneemen (ƒ). Het Staatsch Krygsvolk, zes Vendelen fterk , werdt in 't begin des vol- genden jaars, ter Stad uit gejaagd (m). Van dien tyd af, is de Koning van Pruisl'en in 't bezit gebleven van't Vorftendom Meurs. Doch hy overleefde deezen aanwas zyner bezittingen niet lang. Eene fleepende ziekte nam hem weg, op den vyfentwintigften van Sprokkel- maand des jaars 1713. Zyn Zoon, Fredrik Willem, volgde hem op («). XXVII. Terwyl men, te Utrecht, de Vredehande- De E"- ling fleepende hieldt, veranderde de (laat der vatten zaaken zo zeer ten voordeele van Frankryk, argwaan dat Koning Lodewyk, die, nog zo onlangs, fcheen ,
(/) Notul. Zeel. 24 A'or. I7I2. bh 192. Voiaz Lamberti
Tom. Vit. p. 571—5?5> 578—592- 'lom- VIII. p. 43. Mcmoif de Brandeb. p. 245. (_m) Refol. Hoil. »3 Ncm 21 Dei. 1712. bh 605, 652. 18,
20, 24 "fan. 1 13. bh 9,12, 16• (n) M-nioir. de Brandeb. P.- 246. Tinpai Fol. IX. lor XXIV.]
p, 462. Lambekti lernt Villi pi 43. |
|||||
..
|
|||||
LXVIÏI.BOEK. HISTORIE. 49$
fcheen, zig de voorwaarden der Vrede te wil- 17n,
len laaten voorfchryven door de Bondgenoo- -------'•
ten, nu zelfs voorflagen deedt, waaraan hy de op, tegea
Bondgenooten en de Engelfchen zelven ver- jy^*" binden wilde (0). De Franfche Staatsdienaars zogten, in de afzonderlyke handelingen met Prior en het Engelfche Hof, de voordeden in den Koophandel, op welken zy de Engelfchen hadden doen hoopen, allengskens, in te trek- ken en te befnoeijen. Zy deeden dit, om de En- gelfchen te dringen, toteene afzonderlyke Vre- de. Doch deezen, bevroedende, dat de andere Bondgenooten, en zy zelven, veelligt,naderhand, dan geheellyk ter genade van Frankryk geftaan zouden hebben, konden hiertoe niet bewilligen, 't Blykt zelfs, uit Bolingbrokes eigen' brieven, 1713. dat de Engelfche Staatsdienaars, in den Win- h ter en in 't volgende voorjaar , argwaan be-
gonden op te vatten, tegen de Franfchen, en voor hunne eigen' veiligheid vreesden. Zeg, fchreef Bolingbroke aan Prior, aan Monfieur de Torcy, dat hy Robert en Henrik (5) aan de galg helpt; en in eenen anderen brief, tnyne groete aan Monfieur de Torcy. Zeg hem, dat, zo zy zig niet voegen met haare Majesteit, zy my, misfehien, tot een * Vlugteling zullen maaken; *Refugi. doch zo ik zulks worde, beloof ik, my altoos, in Frankryk, beter te zullen gedraagen, dan de Fran- fche Vhigtelingen hier doen. Maak de Fratfchen befchaamd over hunne vitteryen. Zeker, zy han- ds- O) BouNGBROKBS Lett. on Hiflory, Vol. \\.p. 135, Mcraoir.
Se Torcy , Tom. III. p. 406. (5) Robert Harlei en Henrik S. John.
|
||||||
/
/
|
||||||
496 VADERLANDSCHE LXVIÏI.BoEk/
delen ah kraamers, of, 't gene nog erger is , als
Prokureurs (p ). De Staaten, zig, federt het fluiten der Wa-
penfchoriïnge tusfchen Frankryk en Groot- Britanje, belaaden vindende met den zwaar- ften last des krygs, en fterk gemaand wor- dende, om voldoening der uitheemfche troe- pen^), zagen zig, omtrent deezen tyd, in de noodzaakelykheid gebragt, om vrede te maa- ken, op de beste voorwaarden. Zy befloo- ten, hierom, op 't aanhoudend dringen der Koninginne van Groot-Britanje, die, einde- lyk, volkomen eens geworden was met het Franfche Hof, en Doornik voor de Staaten bedongen hadt, het Verdrag van Barriere te tekenen, waarover Strafford, federt eenigen tyd, gehandeld hadt, in den Haage (f), 't Ge- fchiedde, te Utrecht, op den dertigften van Louwmaand (j). By dit Verdrag „ werdt dat „ van den jaare 170^ te niet gedaan. DeStaa- „ teq verbonden zig, tot handhaaving der Pro- „ teftantfche Opvolginge in Groot-Britanjej „ welk Ryk verklaard werdt, na de dood der „ Koninginne, en na de dood haarer erfgenaa- „ men, te moeten komen aan de Prinièife So- „ ha, Keurvorftinne Weduwe van Hanover, ,-, en aan de Erfgenaamen deezer Vorftinne. „ Da Koningin beloofde, haar best te zullen „ doen, dat de Spaanfche Nederlanden ge- „ fchikt werden tot eenen Voormuur of Bar- » rie-
(jO) Rapp. van 't Geh. Comm. l.Deel.hl Z-,, 94,122—J303
(q) VoUz I.AMRERTI 'f')ill. VIII. p. 3—7, 9—27«
CO Coiez Lamberti Tom. VIII. p. 09—32, 34.
[tj Verbaal der Plenipotentia. totile Vrecteli. bis. |
||||||||
De Staa
ten be-
fluiteu vrede te maaken, op de beste voor- waarden. |
||||||||
Zy teke-
nen een nieuw Verdrag van Bar- riere met üroot- Britanje. |
||||||||
tXVIII.BoEK. HISTORIE. 497
„ riere voor de Staaten, die,' ten dien einde, 17t3'
,, bezetting zouden mogen leggen in Veurne, —« ,, 't Fort de Knokke, Yperen, Meenen, de „ Stad en 't Kafteel van Doornik, Bergen, ,, Charleroi, de Stad en 't Kafteel van Na- ,, men, het Kafteel van Gend, en in de fchan- „ fen de Peerei, de Filips, en Damme: zul- ,, lende de fchans S. Donaas; die geheellyk j, gehegt was aan de werken van Sluis, huri ,, in eigendom afgeftaan, en de fchans Roo- ,, deiihuizen, by Gend, geflegt worden. Zo ■„ Frankryk hun, met de wapenen, aanviel, ^, of dreigde, zouden zy hunne manfchap in „ deeze Plaatfen vermeerderen mogen, naar ,, hun welgevallen. Wyders * kwam men ,, overeen, dat Keizer Karel de VI. de Souvt- 3, rcrimteit hebben zou, over alle de Spaan- „ fche Nederlanden; die, nimmer , geheel ,, noch ten deele, aan Frankryk zouden kó- „ men. De Engelfchen zouden, ten allen ty- „ de, vryen Koophandel dry ven mogen, in ,, deeze Nederlanden en in de Barriere - Plaat- 9, fen, gelyk onder de Regeering van Koning ,, Karel den II. Tot handhaaving van dit Ver- ,, drag, met opzigt op de Proteftantfche op- j, volging in Groot-Britanje, van de eene, ,, en op het bezit der Barriere - Plaatfen, van ,, de andere zyde, zouden, des noods4 de ,, Koningin tienduizend, en de Staaren zes- ,, duizend knegten, en ieder, daarenboven, ,, twintig Oorlogfchepen leveren : welk ge- „ tal van knegten en fchepen, zo 't vereischt j, werdt, wederzyds, zou vermeerderd wor* ,, den." By een afzonderlyk punt, was bé~ XVII. Deel. Ii iaamdj |
||||
493 VADERLANDSCHE LXVIII.Boek«
1713« raamd „ dat, nademaal Staatsch- en Spaansch
-------„ Vlaanderen, derwyze, aan eikanderen paal-
„ den, dat men, in den aanvang des tegen-
„ woordigen oorlogs, eene Sterkte onder 't „ gefchut van Sas van Gend had aangetast, „ onder voorwendfel, dat zy op Spaanfchen „ bodem lag; men zorg draagen zou, dat de „ grensfcheiding in Vlaanderen beter geregeld „ werdt (*)•" Aanraer. Men befpeurde, uit dit Verdrag, welk ter- kingen ßoncj bekragtigd werdt, hoe weinig de aan- ^ei^e.et merkingen der Staaten, op het Ontwerp, door Strafford ovefgebragt, vermögt hadden by de Koninginne. Zy moesten zig verbinden, om de erfgenaamen haarer Majefteit te handhaa- ven in 't bezit derKroone van Groot-Britan- je, zonder dat men zig wilde verklaaren, wie men door deeze erfgenaamen verftondt, ge- lyk de Staaten begeerd hadden. Men hadt het zelfs kwalyk genomen in Engeland, dat de Staaten hiervan hadden gerept, alsofzy,zei- de men, haare Majefteit verdagt hielden, dat zy, hierdoor, het Huis van Hanover niet ver- ftaan zou. 't Is waar, dat zy Doornik behiel- den ; doch Condé en Dendermonde wilde men hun niet toeleggen. En zo zy immer gehoopt hadden, de opperfte magt te verkrygen, over een gedeelte der Spaanfche Nederlanden, 't veroveren van welken hun zwaare fchatten en ftroomen bloeds gekost hadt; zy moesten thans deeze hoop byna t'eenemaal opgeeven. De op-
(O Z!e Oroot-Plakaatb. V. Deel, bl. 444.. Du MoNT:Corps
Dipl. ïum. VlII. /'. I,- p. jas. Lawuërh lom. VIII. p. 34. |
|||||
I
|
|||||
£XVIII.BoEK. HISTORIE. 499
|
||||||||
opperde magt over alle de Spaanfche Neder- 171 jé
landen werdt Keizer Karel den VI. toege- -■■ . eenige O verkwartier van Gelderland verzekeren konden: welk zy zo ernftelyk begeerd hadden, en welk hun, by een afgezonderd punt van 't Verdrag van 't jaar 1709, zo uitdrukkelyk , beloofd geweest was. Doch de Koning van De Ko- Pruisfen, die de Stad Gelder ingenomen hadt, "in? ^an en bezet hieldt, vlamde op de bezitting van a™nw het gantfche O verkwartier, tegen 'tgene hy, 't Over- wegens agterftallige onderftandgelden, te vor- kwartier deren hadt van Karel den II. En men vernam, Yan Gel" in den Haage, dat de Franfchen en Engelfchen er' hem overgehaald hadden tot hunne maatre- gels, door hem het O verkwartier toe te zeg- gen («). Zyn dood, die, kort hierop, voor- viel, ftremde de handeling over dit punt, flegts voor eene korte wyle. Fredrik Willem, zyn opvolger, bleef ftyf ftaan op het bezit van 't gantfche Overkwartier. Doch de Staatfchen zagen hierin merkelyke zwaarigheid ( v ). De Koning van Pruisfen, Venlo en S. Michiel in- hebbende, was altoos meester van een' over- togt der Maaze, naar Maastricht. Men fprak, derhalve, van eene verdeeling van 't Over- kwartier, tusfchen den Keizer, den Koningvan Pruisfen en de Staaten. Doch 't kwam tot geen befluit. Ondertusfchen, bewoogen de Pruis- fifche Gevolmagtigden de Keizerfchen, te Utrecht, tot het tekenen van een Verdrag, waar- by
|
||||||||
ti~) Vuiex Lamserti Tom. VIII. p. 43, 44.
v) Verbaal der tflenipotentr op de Vietlth. USi Ii 2
|
||||||||
[
|
||||||||
5oo VADERLANDSCHE LXVIILBoek»
1713. by de Keizer zyn aandeel in het Overkwartier,
ning van Pruisfen (w). Door dit Verdrag, welk eenigen tyd geheim bleef, doch niet be- kragtigd werdt, door den Keizer; en door het nieuw Verdrag van Barriere, tusfehen Groot- 1 Britanje en de Staaten, dagt men de voor- naamfte zwaarigheden, die 't fluiten der Vre- de tegenhielden, uit den weg geruimd te heb- itaïieon- ben (#). Ruim twee weeken te vooren, was zydi3 men ook overeengekomen, om Italië onzydig ZfT' < te verklaaren, en "het krygsvolk der Bondge- ' nooten te rug te trekken, uit Katalonie, Mi- »orka en Ivika (j): waarin de Keizerfchen zei- vert, ziende het Bondgenootfchap aan 't wag- gelen of verbroken, eindelyk, bewilligd had- den (z). De Wapenfehorfing, tusfehen Frank- ryk en Spanje ter eener, en Portugal ter an- derer zyde, was, op den eerften van Lente- maand , wederom, voor vier maanden, ver- lengd. Met den Hertog van Savoje , voor ■wiens belangen de Engelfchen zeer gezorgd hadden O), werdt een ftilftand van wapenen getekend, die tot aan 't fluiten der Vrede duu- ren zou ( b ). De Engelfchen hadden hunne voornaamfte punten ook geregeld, aan de Ho- ven van Verfailles en Madrid. Filips de V, hadE
f» Poiez Du Mont Corps Dipl. Tom. VIII. P. I. p. 337.
\x~) Verban! der I'knipotent. op de Vreileliand. MS. Lam«
IRRTI Tom. VIII. p. 45—4?- (y ) Voitz Du Mont Corps Diplom, lom. VIII P. I. p. 3277
(2) Rapp. van 't Geh. Comm. 1. Deel, hl. izl. LiUibluti
fmii. VIII. p 48- 55 O Rapp. van 'c Geil. Comm. I. Deel, VI. 86, 87, 88, yai
03, 94) 95, 96. (b) Du MoNr Corps Dipl. Tom. V1H. P. I p. 3»6» 33».
|
||||
LXVIII. Boek. HISTORIE. 501
|
|||||
hadt plegtigen afftand gedaan van zyn regt op 1713;
de Kroonevan Frankryk, en LodewykdeXIV, ——• de open' brieven vernietigd, waarby hem dip regt voorbehouden was. Ten zelfden tyde, hadden de Hertogen van Berry en Orleans af- gedaan van allen eisch op de Kroone van Span- je (c). Het Asfiento-Verdrag, waarby den Engelfchen de Slaavenhandel op de Spaanfche Westindien, voor den tyd van dertig jaaren, toegedaan was, werdt, den dertienden van Lentemaand, te Madrid, getekend Qd~). De Franfehe Guineefche Maatfchappy hadt dier- gelyk Verdrag, in den jaare 1701, voor den. tyd van tien jaaren, verworven (e), welk nu vernietigd bleef. Men fpoedde zig, derhalve, met fnelle fchreeden, tot het fluiten der Vre- de, te Utrecht. De Franfchen, die verfcheiden' Steden in de XXViii,
Nederlanden verlooren hadden, welken zy, T*is' by de Vrede, zouden moeten afftaan, betwist- j?"n: ° ten, nogtans, hunnen partyen, in't handelen, fdien den grond, voet voor voet. Het meeste ge over de fchil viel over de onderhoorigheden der Plaat- Pla"fen» fen, welken men afftaan zou. S. Amand en ^eZou- Mortagne, fchoon altoos onder Doornik be- den moe? hoord hebbende, moesten 'er, meende men. tenaf- nu van afgezonderd worden. Ook wilde men ftaaD> de beste dorpen fcheiden van Yperen. De Staatfchen zagen zig genoodzaakt, hierom- trent, vry wat toe te geeven. De Lyst der Reg-
fO Du Mont Cotps Dipl. Tom. VIII. P. I. p. 3°4» 3»i,
314. 316, 324 (d ) Du mont u'j.! fufira p. 330. (O Du Mont uilj'upm p. 83. Ii 3
|
|||||
502 VADERLANDSCHE LXVIII.Boek.
|
|||||
i>i3. Regten van den jaare 1664 zagen ze ook, niet
■------ zonder uitzondering, te verkrygen, ten ware
zy Doornik afftonden, waartoe zy niet kon-
den befluiten. De Franfchen en Engelfchen waren 't, insgelyks, nog niet ten volle eens. De eerften vorderden Kaap Breton van de laat- ften: welk deezen meenden , hun , nevens Akadia of Nieuw Schotland, daar zy 't onder re- kenden, afgeftaan te zyn. Zy wilden 't egter overgeeven, zo Frankryk daartegen van do Visfchery op de kust van Terreneuve wilde af- ftaan. Doch hiernaar hadden de Franfchen en over geene ooren. De Engelfchen waren te vrede, de Lyst met de Lyst der Regten van den jaare 1664, «nopde zo ^s zv ^en Staaten aangebooden was door Koop- Frankryk. Zy bewilligden zelfs, in de verhoo- waaren. ging der regten, waarin de Staatfchen zwaarig- heid maakten; om dat deeze verhooging vier foorten van waaren betrof, drie van welken zy byna niet, en de ingezetenen der Vereenig- de Gewesten zeer veel in Frankryk bragten, te weeten Walvisch-baarden en Traan, Haring, gemaakte Suiker en Wollen ftoffen. Doch de Franfchen wilden hun zulk eene Lyst van Reg- ten niet toeftaan. Zy beloofden alleen, dat men 't doen zou, wanneer de Engelfchen de belastingen vernietigden, welken zy, na 't jaar 1664, op de Franfche Koop waaren gelegd had- den. En hiervan werdt, naderhand, een punt van 't Verdrag tusfehen Frankryk. en Groot- Britanje gemaakt, hoewel het Parlement wei- gerde , het zelve te bekragtigen. Doch dit was 't eenigfte punt niet, waarin de Franfchen de Engelfchen, op de Vredehandeling, verkloekt had-
|
|||||
LXVIILBoEK. HISTORIE. 503
|
|||||
hadden. Na 't wegruimen van deeze zwaa- i;i3.
righeid, drongen de Franfchen de Engelfchen-------.
fterk, om te tekenen, of met de Bondgenoo-
ten te gelyk, of afzonderlyk (ƒ): 't welk van
zulk een gevolg was, datzy, den dertienden
van Lentemaand, in eene byeenkomst van
de Gevolmagtigden der Bondgenooten, te
Utrecht, voorfloegen „ dat de tegenwoordige De En.
a, Vredehandeling nu veertien maanden ge- geifchen
„ duurd hadt; dat dit draalen den Bondge- J^^f"
„ nooten veel nadeels hadt toegebragt; doch bereid
„ dat dit der Koninginne van Groot-Britanje, om te
„ die 't afdoen haarer eigene zaaken verfchoG*- fluiten.
„ ven hadt, om die van haare Bondgenooten
„ te bevorderen, geenszins, tewyten was; dat
s, zy nu vertrouwen moest, dat de hooge Bond-
„ genooten de punten hunner Verdragen zo -u,
„ verre zouden voorbereid hebben, dat men
j, tot een algemeen befluit zou können ko-
„ men. Eindelyk, dat haare Majefteit hun i
„ bevolen hadt, den Heeren Gevolmagtig-
s, den der hooge Bondgenooten te verklaaren,
„ dat zy noodzaakelyk vondt, haar Verdrag
„ te fluiten; zonder uitftel, en dat zy den
„ Bondgenooten vermaande, het zelfde te
„ doen (g),"
Na deze Verklaaring der Engelfchen, dron- XXix.
gen de Franfchen hen nog fterker tot het flui- zy flo- ten eener afzonderlyke Vrede. Doch alzo hw> J*°,'" ne Volmagten flegts inhielden, dat zy over to". 8g eene
(ƒ) Verbaal rf«-PIenipot. tot de Vredeh.MS, J'ijL'zLameee.ti
Tem. VIII. p. 56—61. ££) VaUz Lambeuti Tom. VIII. p. 6.1. Ii 4
|
|||||
504 VADERLANDSCHE LXVIILBoek;
■
e; 13. eene algemeene Vrede hadden te handelen,
ke bezorgde hun haast eene andere Volmagt, hen, te gelyk, vermaanende, dat zy eenen dag vastfteüen moesten, waarop zy hun Verdrag zouden tekenen j en dat zy zulken onder de Bondgenooten, die dan nog niet gereed kon- den zyn, moesten dringen, om eenen naderen dag té bepaalen, en dan, op hunne beurt, insgelyks, te tekenen (/$). Midlerwyl, had- den de Franfchen den K'eizerfchen een Ontr werp van Vrede met den Keizer en 't Ryk be- loofd. Doch 't kwam niet, voor den elfdeq van Grasmaand, tyd, waarop de Engelfchea vastgefteld hadden, hun Verdrag te tekenen. Ook behelsde het Ontwerp verfcheiden' pun- ten , die den Keizerfchen niet behaagden ( /), De En- Maar de Engelfchen verfchooven 'er het ilui- félfchen, ten van hun Verdrag niet om. De Gevolmag-; eee-U' ^g^etf van Portugal, van Pruisfen, van Sa- fchen, voje en van de Vereenigde Staaten hadden last, Pruisii- om, ten zelfden dage als de Engelfchen, te te~ fchen, kenen. De Franfchen en Savooifche Gevolmag- fchen°en $&?P vervoegden zig, ten huize van den Bis- Staat- tchop van Briftol. Strafford begaf zig ook der- fchen te- waards. En hier tekende men een Verdrag kenen de van vrede, en een Verdrag van Koophandel ^letde tusfchen Frankryk en Groot-Britanje, en een Frankryk. Verdrag van Vrede tusfchen Frankryk en Sa- voje, des nademiddags ten twee uuren. Mid- lerwyl , hadt Strafford, ten zynen huize, doen no-
|
|||||||
(b~) Lamüfjiti Tom. vni. p. (<■>., 6$.
O) Lambeuti Tom. V1ÏI. ƒ>. 66—71, |
|||||||
i6r.
|
|||||||
LXVm.BoEK. HISTORIE. 505
|
|||||
nodigen de Portugeefche, Pruisfifche en Staat- 1713»
fche Gevolmagtigden. Derwaards begaven zig, -—— Ha de maaltyd, de Franfchen en Savooifchen en de Bisfchop van Bristol, 't Verdrag tusfchen Frankryk en Portugal werdt, des avonds ten agt, dat, tusfchen Frankryk en Pruisfen, des, nagts ten elf uuren, getekend, 't Verdrag van Vrede en 't Verdrag van Koophandel, tusfchen Frankryk en de Staaten, welken de Keizer- fchen zig gevleid hadden, dat ongeil ooten ge* bleeven zouden zyn (&), werden niet gete- kend , voor omtrent drie uuren (/) na midder- «agt Qm). Het eerfte beftondt uit negenender' tig Leden: welker voornaamften behelsden; „ dat men eikanderen zou wedergeeven de Inhoud „ fchepen, die genomen mogten worden, in van 't „ de Oost- of Noordzee, van Tefneuze in vae„ ^. „ Noorwegen af, tot aan 't einde van 't Ka* de tus- „ naai, binnen vier; van het einde van't Ka- fchen ,, naai tot aan Kaap S. Vincent, binnen zes, Frankryk „ van Kaap S. Vincent, tot in de Middelland- swaten. „ fche zee en aan de Linie, binnen tien wee» „ ken, en van de Linie af, en in alle andere „ oorden der weereld, binnen agt maanden „ na de afkondiging, of liever, gelyk men 't, „ kort hierop verklaarde, na de tekening van „ dit Verdrag. Dat men, wederzyds, weige- „ ren zou, te treeden in eenige Verdragen „ of Handelingen, tot elkanders nadeel; maar j, eikanderen daarvan terftond kennis ^eeven, „ Zul-
ft) Pbiez Lamberti Tom. VIII. #. jfii, 11S3.
£ l! Verbaal der Plcnipot. op de Viedefcnd MS. f m) Hift. de la 1'aix d'Ucr. p 430, 431. Lamberti Tomx flll. p. iéo, 161. Ii 5
|
|||||
So6 VADERLANDSCHE LXVUI. Boek.
1713. „ Zulken, welker goederen aangehouden of
■■ ■■ ■ „ verbeurd verklaard waren, ter oorzaake van „ den oorlog, zouden dezelven, uit kragte „ van dit Verdrag, wederom naar zig mogen „ neemen. De Koning van Frankryk zou den „ Staaten, ten behoeve van het Huis van Oos- „ tenryk, overgeeven alle de Spaanfche Ne- „ derlanden, zo als Karel de II. dezelven be- „ zeten hadü, of hadt behooren te bezitten, „ in gevolge der Ryswykfche Vrede, zullen- „ de dit Huis deeze Landen, volgens de orde „ van opydging in het zelve vastgeßeld, blyven >, bezitten, zo ras de Staaten, met hetzelve, „ wegens hunne Barriere, zouden overeenge- „ komen zyn; mids de Koning van Pruisf'en „ van het Overkwartier van Gelder bleeve be- „ honden, 't gene hy daarvan tegenwoordig „ bezat, te weeten, de- Stad en 't Baljuwfchap „ van Gelder, en de Steden, Baljuwfchappen „ en Heerlykheden Straalen, Wagtendonk , ., Middelaar, Walbeek, Aartfen, Afterden „ en Weel, nevens Raai en Klein Kevelaar: „ waarby nog gevoegd zou worden het Land „ van Kesfel, Erkelens uitgenomen: ook zou „ men, in het Hertogdom Luxemburg of Lim- „ burg, een ftuk Lands afzonderen, ter waar- „ de van dertigduizend Ryksdaalers jaarlyk- „ fche inkomften: welk tot een Prinsdom zou „ opgeregt worden ten behoeve van de Prinfes- „ fe van Urfins, enderzelvererfgenaamen(6). „ Lux-
(d) Wy zullen, in 't volgende LXIX. Bnek, § IV.
öader aanwyzen, waarom wen deeze Prinfesfe zo gua- "flig wilde zyn, |
||||
JLXVHLBoek.' HISTORIE. 507
„ Luxemburg en Chiny, Namen en de Ste-. ipuj
„ den Charleroi en Nieuvvpoort zouden den------
„ Staaten, ten bovengemeiden einde, overT
., geleverd worden, veertien dagen na de uit- „ wisfeling der hekragtigingen van .dit Ver- „ drag. De Keurvorst van Beieren, wien de „ Spaanfche Nederlanden opgedragen waren, „ door Koning Filips, zou daarvan weder- „ om afftaan; doch de opperfte magt en inr „ komften van Luxemburg, Namen en Char- „ leroi behouden, tot dat hyherfteld zou zyn, „ in alle de goederen, welkenhy bezetenhadt, „ voor den oorlog, de Opper - Palts uitgeno- „ men, in den rang van negenden Keurvorst, „ en in het Koningkryk Sardinië: ook, tot „ hem vergoeding zou zyn gedaan, wegens 't „ gene hy, ten opzigte van het Verdrag van „ Ilmersheim, te vorderen hadt. Nogtans., „ zouden de Steden Luxemburg, Namen en „ Charleroi bewaard worden,;door Staatfche „ troepen, en onderhouden, volgens, een Re- „ glement, daarop gemaakt, na de Ryswyk- „ fche Vrede, met den Keurvorst, als Land- „ voogd; zullende de gemelde Gewesten en „ Steden hun aandeel opbrengen, in een ,mil- „ Hoen guldens, welk den Staaten,' uit de>bes- „ te inkomften der Spaanfche Nederlanden, „ tot onderhoud van 't Krygsvolk en de Ves- „ tingwerken, zou moeten toegelegd worden. „ De Koning ftondt, wyders, aan de Staaten, „ insgelyks ten behoeve van 't Huis van Öos- „ tenryk af, Meenen, Doornik en het ge- „ heele Doorniklche, uitgezonderd S. Amand „ met, en Mortagrie zonder de onderhoorig- „ he-
|
|||||
>
|
|||||
5o3 VADERLANDSCHE LXVIIL Boek;
„ heden, mids men Mortagne niet fterkte,
„ noch aldaar eenige Sluizen maakte, 't Land „ van Antoing zou wederom aan den Prinfe „ van Espinoi komen, mids het Huis van Li- „ gne zyne eifchen op het zelve in regten ver- „ volgen mogt(«). Voorts, ftondt de Koning „ den Staaten, insgelyk voor 't Huis van Oos- „ tenryk, af Veurne, Veurner-Ambagt met „ de agt Kerfpels, 't Fort de Knokke, Loo „ en Diksmuiden, met het gene 'er onder be-* „ hoorde, Yperen met zyne Kasfelrye , en „ daar onder Roufelaar, nevens de andere „ onderhoorigheden, die, voortaan, zouden „ zyn Poperingen , Warneton of Waaften, „ Commines en Warwyk, voor zo veel de „ drie laatfte Plaatfen, en de afhangkelykheT „ den der overigen gelegen waren, aan den „ Yperfchen kant van de Leye. Op de Leye „ zou, van den mond van den Deul af', op- „ waards, geen tol betaald worden. De Spaan- „ fche Nederlanden, of eenig gedeelte der- „ zelven zouden nimmer können overgege- „ ven worden aan de Kroone, of aan eenigen „ Prins of Prinfes uit den Huize van Frank- „ ryk. De Staaten zouden den Koning we- ,, dergeeven Rysfel, met zyne gantfche Kas- „ felrye, Orchies, 't Land van La Leu, den „ burgt La Gorgue, voorts Aire, Bethune, „ S. Venant, en de Sterkte Francois, met al- „ Ie derzelyer onderhoorigheden, zullende » nog
Cn~) 7.U Refol. Gener. Jovis 8 Juny 1713, dans les A(Tt. de
hPaixtVUtr.ro»!. V. 11. 402. Du Moni Cjrps Dinl, Twi> ym. />. 1. />. 389.
|
|||||
I
|
|||||
tX VIL Boek. HISTORIE. 609
„ nogtans den Prins van Espinoi wederom ko-
„ men in 't bezit der Landen van Cifoing en „ Roubair, behoudens het regt van den Hui» „ ze van Ligne (0). De wederzydfche troe- „ pen zouden, terftond na 't uitwisfelen der" „ bekragtigingen, de afgeftaane Plaatfen rui- „ men. Doch elk zou, tot dien tyd toe, dé „ inkomften en brandfchattingen trekken vari ,, de Plaatfen, thans in zyne bezitting. Dé „ onderzaaten van beide de Mogendheden, „ zelfs de ingezetenen der Spaanfche Neder- landen werden, door dit Verdrag, aange- „ merkt, als volkomenlyk bevredigd, en iiï „ hunnen vryen onderlingen handel, eere en j, voorregten herfleld. Ampten en gunften* „ geduurende den oorlog, in de Spaanfche „ Nederlanden, begeven, zouden, in 't alge- „ meen, blyven aan de bezitters: en zaaken, >, den Roomsch-Katholyken Godsdienst betref- „ fende, aldaar blyven, zo zy thans waren, „ of geweest waren voor den oorlog» De oe- „ fening van den Proteftantfchen Godsdienst „ onder de troepen zou gefchieden, volgens „ het Reglement, vporheen met den Keur- ig vorst van Beieren, als Landvoogd, gemaakt« „ De Staatfche bezetting in Huy en Luik zou „ aldaar blyven mogen. Doch Bon zou, drie „ maanden na de herftelling van den Keur- ,, vorst van Keulen , geflegt worden. Tot „ meerder bevestiging van dit Verdrag, zou to men, na dat het voldaan zou zyn, gerekend „ wor-
. f») Vohz Aft. de In Paix d'Ütr. Tom. V, f» 480. Du Mon*
Corps Diplom. Tum. VH. P. i. p, 388* |
||||
Si o VADERLANDSCHE LXVII.Boek.
„ worden, wederzyds, te hebben afgedaan
„ van alle eifchen, oude en nieuwe, welken „ men, ten laste van eikanderen, meende te ,, hebben. En naardemaal men overeengeko- „ men was, en by de plegtigde afftanden, vast- „ gedeld hadt, dat de Kroonen van Frankryk „ en Spanje nooit zouden vereenigd worden, „ op het hoofd van een' en den zelfden Koning ; „ zo verbonden de Koning van Frankryk en 5, de Staaten zig, om nimmer iet te doen, of „ te gedoogen, welk daartoe drekken mögt. „ Frankryk zou ook geene voordeden in den „ Koophandel op Spanje en op de Indien ge- „ nieten, dan die het, ten tyde van Karel den „ II. gehad hadt, of die, te gelyk, aan alle „ andere handeldryvende volken werden toe- „ gedaan: zullende de wederzydfche onder- „ zaaten zig moeten onderwerpen, aan de ou- „ de Wetten op den Koophandel in Spanje „ en de Indien. De Koning zou zorgen, dat „ de zaaken van den Godsdienst in het Duit- „ fche Ryk gehouden werden overeenkomdig „ met de Westfaalfche Vrede. Hy dond'c toe, „ dat Rynfelds en S. Goar bleeven aan den „ Landgraave van Hesfen - Kasfel, Mids de „ Roomfche Godsdienst aldaar geoefend werdt, i» gelyk tegenwoordig, en men redelyke vol- „ doening gave aan de Prinfen van Hesfen- „ Rynfelds. In geval van onverhoopte vrede- „ breuk, zouden de wederzydfche onderzaa- „ ten negen maanden tyds hebben, om met „ hunne goederen te vertrekken. De Staaten „ begreepen in dit Verdrag Groot-Britanje en „ alle de andere Bondgenooten, die, in den » tyd
|
||||
LXVIII. Boek. II I S T O R IE. 511
„ tyd van zes weeken, verklaaren zouden, 1713;
,, de Vrede aan te neemerf: voorts, deZwit---------
„ ferfche Kantons, byzonderlyk de Proteftant-
„ fche , benevens derzelver Bondgenooten, „ met naame Neufchatel, S. Gal, Milhau- „ fen en Bienne: ook de Grifons of Graauw- „ bunders, de Steden Breemen en Embden, „ en alle zodanige Vorften, als 't hun verzoe- „ ken zouden. De Koning zou, binnen zes „ maanden, verklaaren, wie hy begrypen wil- „ de in de Vrede. Het Verdrag zou, we- „ derzyds, binnen drie weeken, bekragtigd „ worden. Ook zou men 'er register van hou- „ den, in alle de Parlementen van Frankryk, „ en in de Hoven der Vereenigde Nederlan- „ den, daar zulks gebruikelyk was." In drie Afge- afgezonderde punten, werdt nog beloofd „dat z°nder- „ de Koning van Frankryk Spanje met de ^üa" „ Staaten zou bevredigen, en deezen de „ voordeden in den Koophandel bezorgen, „ die hun, by de Munfterfche Vrede, wa- „ ren toegeftaan. Dat de Staaten het Huis „ van Oostenryk,by 't overgeeven der Spaan- „ fche Nederlanden, verbinden zouden, tot „ het naarkomen der punten, met opzigt „ op deeze Nederlanden, in dit Verdrag, „ beraamd. Dat zy ook deeze overgifte niet „ zouden doen, dan na dat Sardinië zou „ zyn afgedaan aan den Keurvorst van Beie- ,, ren. Dat Frankryk, wyders, Gemagtig- „ den zou mogen zenden , op de byeen- „ komst, die, van wege Groot - Britan je en „ de Staaten, zou aangelegd worden, tot >t het regelen der regten op den Koophan- „ del,
|
||||
Sta VADERLANDSCHE LXVIILBoek.
|
|||||
5713. „ del, in de Spaanfche Nederlanden (ƒ>)•'!
—^——• Het verdrag van Koophandel, welk vyfen- Iöhond twintig jaaren duuren zou, beftondt uit vier- van het emeert(g Leden. By het zelve, beloofde de V;fn raf Koning „ de ingezetenen der Vereenigde Ge- Koop- ,i westen niet zwaarder te zullen belasten, dan handel M zyne eigene ondefdaanen. De invoer van tusfjheii si allerlei gezouten Haring, die, by een Ar- e""JyK j, restvan den jaare 1687, merkelyk belem- Biaaten. „ merd was, werdt wederom vry gefteld. De „ zelfde ingezetenen van deezen Staat werden „ ontheeven verklaard van het Regt van rfu- „ baing,gelyk van ouds. Onder Contrebande $, waaren, werden alleenlyk begreepen aller- i, lei krygsbehoefteh, als Kanon, Musquet- „ ten, Mortieren, Petarden, Bomben, Gra- „ naaten, Saufyzen, Pekkranfen , Affuiten * „ Forquetten, Bandeliers, Buskruid, Lonten, „ Salpeter, Kogels, Pieken, Degens, Storm- „ hoedert, Heimetten, Cuirasfen, Heibaarden, „ halve Pieken, Paarden, Zadels, Hengfels „ tot degens en diergelyken: doch geene graa- „• nen, oly ven, zout noch eenige andere mond- „ behoeften; alle welken men ook naar vyand- „ lyke Plaatfen, mids niet belegerd noeh ge- „ blokkeerd zynde, zou mogen voeren. Goe- j, deren van vrienden , in vyanden - fchepen „ geläadenj zouden verbeurd, en vyanden- „ goederen, in vrienden - fchepen gelaaden^ ^, daarentegen,vry zyn. Men zou, voortaan, jj geene Confuls houden, in elkanders havens; jj doch
fjS) Zfe'.Groor-PIakaatb. V. Deelt U. 456. Do Mont Corp*
Dipl. Tum. Vlll. P. li pi 366. LandeRT! Toni, VU1. pi I2Iè
|
|||||
LXVIILBoKit. HISTORIE. 513
„ doch zo men eenige andere Amptenaars wil- \7Xi,
ti de aanftellen, zouden deezen zig moeten ——.—r „ nederzetten, ter plaatfe daar het Hof zyn „ gewoon verblyf hieldt. Men zou niet ge- „ doogen,dat eenige prys,door eenige vreem- „ de Mogendheid, op den Koning of deStaa- „ ten veroverd, in de wederzydiche Havens „ werdt opgebragt." Het Verdrag begreep nog veele andere punten, diegewoonlykin een Ver- drag van Zeevaart en Koophandel voorkomen, en het inloopen van Oorlogsfchepen, het (bran- den van Koopvaarders, de regtspleeging over opkomende gefchillen, en veele andere zaa- ken betreffen. Wy houden 'er ons niet mede op. Alleenlyk, moeten wy nog aantekenen, „ dat de Ingezetenen der Vereenigde Gewes- j, tenj by een afgezonderd punt, ontheeven „ werden van de belasting van vyftig duivers „ van't Vat, zonder datzy, in't toekomen- „ de, wederom met dezelve bezwaard zouden „ mogen worden, behalve alleen, wanneer „ hunne fchepen koopwaaren voerden, van „ de eene Plaats in Frankryk naar de ande- *, ren (<?)." Zodanig was de inhoud der twee Verdra- &xx.
gen, tusfchen Frankryk en de Staaten gefloo- Aanmër. ten, des nagts, tusfchen den elfden en twaalf- 3. den van Grasmaand. Het Verdrag van Zee- ze ver- vaart en Koophandel was zo voordeelig, als dragen. men 't, tegenwoordigj naar reden, verwag- ten kon: uitgenomen, dat het flegts aan vyf- entwintig jaaren bepaald was. Doch 't Rys- v wyksch
^(ä0.2fe Oroot-Plaktart). V. Titel, hl. ,\?o- D" Mont Corr>«
Diplom. Tum. VIH, P. J. p, i77. I^mbbrtj Tr.n. VHX. p. 143. XVII. Deel. Kk
|
|||||
•
|
|||||
514 VADERLANDSCHE LXVIII.Boek.
wyksch Verdrag van Koophandel was aan den
- zelfden tyd bepaald geweest. Ook kwam het Utrechtsen Verdrag van Koophandel genoeg- zaam met het Ryswyksch overeen. Alleen- lyk, was, op 't aanhouden van Holland (r), één punt van het Ryswyksch Verdrag uit het Utrechtsen gelaaten, waarby verklaard werdt, „ dat men zig, by voorraad, aan de Lyst van „ 't jaar 1667 zou houden, tot dat men, we- „ gens eene nieuwe Lyst, zou overeenkomen: „ doch dat, zo dit niet binnen drie maanden „ gefchiedde, de Lyst van 't jaar 1664 ftand ?) gryPen zou-" De Barriere der Staaten werdt, by het Verdrag van Vrede, niet zo voordee- lig geregeld, als men wel begeerd hadt: doch dit was, voornaamlyk, aan 't beleid der En- gelfchen te wyten. Ook verkreegen zy van 't Overkwartier van Gelder flegts een gedeelte, moetende het overige, gedeeltelyk, gelaaten worden aan den Koning van Pruisfen, die an- ders niet te beweegen geweest was, om te fluiten. Wegens 't Prinsdom van Oranje, welk zy, als Executeurs van den Uiterften Wil van Koning Willem, meenden te moeten bezitten, werdt geen woord gerept, in 't Verdrag met de Staaten. De Franfchen hadden 'er alleen- lyk over willen verdraagen met den Koning van Pruisfen, die van zyn geheele regt op het zelve, tegen de gemelde overgifte van een gedeelte des O verkwartiers van Gelder, hadt afgeftaan. Ook fprak het Verdrag niet van 't Hegten van Duinkerken, omtrent welk punt, de Koning alleen met de Koninginne van Groot-
CO RefoL Holl. io April 1713. iL 118. |
||||
LXVIII. Boek. HISTORIE. 515
Groot - Brkanje hadt willen overeenkomen. 1713.
Doch op 't verzoek om vryheid van Godsdienst lyk ook wel te wagten was geweest, nergens iets, immers niets gunftig geantwoord. De Staatfchen, last ontvangen hebbende om te tekenen, hadden zulks zeer geheim gehouden. Ook verwagtte elk, dat men op 't Stadhuis zou byeenkomen, als de Vrede getekend werdt. Doch men vreesde, door de Keizerfchen en andere Duitfche Gevolmagtigden, gehinderd te zullen worden, als men zyn voorneemen om te tekenen rugtbaar gemaakt hadt. De tekening van Frankryk en van vier der Bond- genooten gefchiedde, derhalve, onverwagt en heimelyk, aan de wooningen der Engelfchen. Met den dag, werdt de Vrede eerst bekend De Vre gemaakt, door de Gezanten, die ze getekend ^ *orJt hadden. Omtrent ten tien uuren, des mor koruligd. gens, werdt zy den volke aangekondigd, door 't losfeti van eenige ligte ftukjes, die voor 't Stadhuis (tonden. De afkondiging der Vrede gefchiedde, daarna, door 't gantfche Land (s). De vreugde was klein onder 't gemeen, en groot de verbittering tegen de Engelfche Staats- dienaars, dien 't alleen geweeten werdt, dat men zig, na 't voeren van eenen roemryken en voorfpoedigen oorlog, met eene fchande- lyke en niet zeer voordeelige Vrede, verge- noegen moest (f). D2 uitwisfeling der bekrag- tigingen gefchiedde, te Utrecht, aan de woo- ning CO Refo'- Ho11- 28 April, 17, fj, 33 sjey 1713. U. 174,
938, ?-3y. 241, 244.
(f . P»l>x LtMiiKKTi Tam.Vlli. p. iöo, löl, töa, 1Ó5 , 166,
Hill, de la Pais d'Utrecht, p. 432. Kk 2
|
||||
5i6 VADERLANDSCHE LXVIII.Eosk;
I713. ning der Franfchen, die, ten zelfden tyde, den
>• Engelfchen de Akte overleverden, waarby de Keurvorst van Beieren van de Spaanfche Ne- derlanden afftondt ( u ). XXXI. De Bondgenqoten, die tegelyk met de Staat» Voor- fchen tekenden, hadden allen ook geene re- "imtai ^en van vergenoegd te zyn. De Engelfchen ten uit de miniten , welker Staatsdienaars de gantfche yerdra- handeling beftierd hadden, rnorden over de gen van Verdragen van Vrede en Koophandel beide. Briunie ^en nacit bedongen „ dat de Pretendent nim- Pormgai', •>•> mer m Frankryk zou mogen wederkeeren; Pruisien,,, dat de Koning van Frankryk hem, noch en Sa- iemant,die de Proteftantfche opvolging zogt vo^e': 5, te hinderen, op eenigerlei wyze, behulp- „ zaam zou zyn; dat Duinkerken, met de „ haven en (luizen, geilegt zou worden, zon- „ der ooit wederom te worden herfteld: voorts^ ,, het bezit van Hudfons-baai, S. Christof- „ fel, Akadia of Nieuw-Schotland volgens „ zyne oude grenzen, met Port-Rojal of An- ., napolis, en Terreneuve of Newfoundland, „ met Placentia." Doch men hadt „ het Ei- „ land Kaap Breton en alle de anderen, in „ den mond van de rivier en golf van S. Lau- „ rens, benevens het regt om te visfchen en „ visch te droogen aan de kust van Terreneu^ „ ve, van de Kaap Bonavisto, noordwaards, „ tot aan Point Riche, aan Frankryk afge- „ ftaan (v)," 't welk veel misnoegen verwek- te , in Engeland. In 't Verdrag van Koophau? del, was wel beraamd „ dat de Engelfchen in „ Frank-
fjO Lumrputi Tfim. VIII. f. irtö—168.
(_r) l-otet Du Mdnt Curps Dipl. lern. VJH. I>. I. p*-.%}9-
|
||||
LXVIII. Boek. HISTORIE. 517
„ Frankryk gehandeld zouden worden als de 1713.
„ meest begunftigde volken, en dat zy de vyf- ------
„ tig ftuivers van 't Vat niet zouden behoe-
„ ven te betaalen;" doch men hadt, te gelyk, moeten toegeeven „ dat de Lyst van 't jaar „ 1664 geen' ftand grypen zou, voor men, „ in Engeland, de belastingen, welke, na dit „ jaar , op de Franfche Koopmanfchappen, „ waren gelegd, t'eenemaal hadt te niet ge- „ daan(w): by welk beding, Groot-Britanje zo weinig rekening vondt, dat het Parlement dit punt weigerde te bekragtigen. Men ver- ftondt, in Engeland, dat de handel op Italië, Spanje en Portugal veel voordeeliger voor 't volk was, dan de handel op Frankryk; waar- om men zig aan 't gantfche Verdrag van Koop- handel weinig kreunde (#). De Koning van Portugal bedong, tegen 't nadeel, welk hy, by den oorlog, geleeden hadt, eenige Landen in Amerika, tusfchen de Rivier der Amazoo- nen en de Rivier van Japok of Vincent Pin- fon, benevens het regt over de beide oevers der eerstgemelde Rivitre (y). De Koning van Pruisfen werdt niet alleen in deeze hoedanig- heid erkend; maar ook voor Prins van Neuf- chatel en Valengyn. Daarenboven werdt hem, gelyk wy reeds gemeld hebben, een gedeelte van 't Üverkwartier van Gelder toegelegd, Wyders, verbondt Frankryk zig tot het hand- haaven der Westfaalfche Vrede, in 't geeste- lyke zo wel als in 't weereldlyke. Doch de Ka-
O} Vohz Du Mont Corp« Dipt, Tom. VIIÏ. P. \. p. 345,
(1) TiNDAl. V<*. X. [or XXV.] p. 14, ï«;—23, 26—33, £jr) ftlee l)u Mont Corps Qipl, Ttinu VIII. P^ I, />. 35}, Kk3
|
||||
51S VÄDERLANDSCHE LXVtlI. Boetei
ï7iS, Koning van Pruisfen moest, daarentegen, af-
___L_ itaan van zyn regt op het Prinsdom Oranje
en op de goederen van Chateau - ßeliard, in 't
Graaffchap Bourgondfe. Zelfs incest hy den Koning van Frankryk verzekeren, dat deeze in 't bezit van dit Prinsdom en van deeze goe- deren niet ontrust zou worden, door of van wege de erfgenaamen van wylen den Prinfe Frilb van Nasfau, welken erfgenaamen hy aan- nam vergoeding te doen, voor 't gene zy op dit Prinsdom en op deeze goederen te eifchen hadden. Aileenlyk, behieldt hy de vryheid, om zyn gedeelte van 't Overkwartkr van Gel- der Oranje te vernoemen, en de wapens en titel van dit Prinsdom te blyven voeren (z). De Hertog van Savoje lloot de voordeeligfte Vrede; waartoe veel geholpen hadt, dat het belang der Bondgenooten, in 't byzonder dat van Groot-Britanje en van de Staaten vor- derde , dat Frankryk' geen' te zwakken nabuur hadt aan den kant van Italië. Frankryk beloof- de , hem het Hertogdom Savoje en het Graaf- fchap Nice te mg te zullen geeven, en hem te zullen afftaan de Valei van Pragelas, met de Sterkten Exiles en Feneftrelles; de Valeien van Oulx, Sezane, Bardonache en Chateau- Dauphin; waar tegen hy aileenlyk aan Frank- ryk overgeeven zou de Valei van Barcelonet- te. Voorts, werdt hem het Koningkryk Si- cilië toegeweezen, benevens het regt om op te volgen in 't Koningkryk Spanje, zo Filips de V. zonder nazaaten, overleedt. Ook werdt hy bevestigd, in de bezitting van het gedeel- te O) Voiez Dl- Mont Corps Dip!, 'iom. VIII. P. I. p. 356.
|
||||
LXVIILBoek. HISTORIE. 519
te van 't Hertogdom Montferrat, welk de Her- 1713.
tog van Mantua bezeten hadt, en welk hem,-------
reeds door Keizer Leopold, in 't jaar 1703,
toegelegd was. Eindelyk, bedong hy, dat de Prins van Monaco hem, wegens Menton en Rocabrutia, voor onmiddelyken Leenheer er- kennen zou (0). Alle welke voordeelen byna zo veel waren, als hy, op de Vredehandeling, hadt durven eifchen. Zelfs werdt hem 'tKo- ningryk Sicilië toegelegd, welk hy niet eens openlyk gevorderd hadt. De Engelfche Staats- , dienaars hadden 'er, ten zynen behoeve, fterk op gedrongen (&). Wyders, fchoon 'er fommigen aan fchynen XXXH.
te twyfelen (c), is 't egter zeker, dat 'er, van Protesten verfcheiden' kanten, geproteßeerd is, tegen 't ^Jj' gene te Utrecht gehandeld en gellooten werdt. deide te 't Is waar, dat 'er geene erkende middelaars Utrecht, waren, op de Vredehandeling, en derhalve geene Staatsdienaars, aan welken men de Pro- testen, gevoaglyk, overleveren kon: doch men rigtte zig aan de Wethouderfchap van U- trecht (d), die de meeste Protesten aannam, en daarvan Akte verleende. De Prins van Con- ti, de Hertog van Luynes en Chevreufe, de Markgraaf de Viteaux , de Roomschgezinde Prins van Nasfau - Siegen, de Graaf van Ma- tignon, de Markgraaf d'Allegre, de Gerefor- meerde Prinfen van Nasfau - Dillenburg en Nasfau-Siegen, de Markgraaf de Coudrée, de
f«) Vaïez Du Mont Cnrps Dip!. Tom. VTII. P. I. fi. 3Ä2.
(il Zh Rapp. van 't Geh. Committé 1. Deel, l/l. $6, K7, SS , 89. (O Hiflr, de la Paix d Utrecht, p. 444. {d) Lamberti Tom. \\l\. p. 170. Kk 4
|
||||
520 VADERLANDSCHE LXVIII.Boek.
1713. de Markgraaf van Aix en Chatillon en einde-
—-— lyk ook de erfgenaamen van Prinfe Jan Wil- lem Frifo protefteerden tegen 't gehandelde, wegens Oranje, Neufchatel en Valengyn. De Hertogin Weduwe van Lesdiguieres behieldt ook haar regt op de twee laatstgemelde Heer- lykheden. De Hertogen van Bourbon en van Lotharingen proteileerden tegen de vervreem- ding van het Hertogdom Montferrat. De Her- tog van Montmorency behieldt zyne eifchen op het Hertogdom Luxemburg: de Graaf van Vienne op Miolans in Savoje. De Markgraaf van Miremont leverde zelfs een Protest over, uit den naam der Gereformeerde Kerken in Frankryk, welken voorgaven, in hunne regten en bezittingen in Frankryk, te moeten her- fteld worden, volgens de oude Verdragen. Alle deeze Protesten werden aangenomen, door de Utrechtfche Wethouderfchap (<?). Doch niet dat van den Pretendent, of van Ja- kob den III, Koning van Groot-Britanje, ge- Iyk hy zig noemde, 't Was, met de post, on- der een' blooten omflag, gezonden aan de Gevolmagtigden tot de Vredehandeling , en behelsde niets byzonders (f). De Pretendent was, tendeezen tyde, uit frankryk geweeken, naar Lotharingen, daar hy zig nog eenigen tyd onthieldt. Men heeft naderhand vermoed, dat eenige Engelfche Staatsdienaars, ondanks al het gehandelde over de vastftelling der Pro,- tefhntfche opvolging in Groot-Britanje, ten dee-
£«) Voitz Riipp. au Corj-Js Diplom. Tom. III. P. II. p. 91»
92, 93, 65, 96, 97,98, ioc', ioi, 102, 103, 104, 105, ïo6;t Ï07, 108, 109. Q) Lamuerti Tom. VIII. p. 5704
|
||||
LXVIII.Boék. HISTORIE, fisi
deezen tyde, heimelyk handelden met den Abt l7i3.
Gaultier, om den Pretendent, na 't afftetven —— der Koninginne, te verzekeren van de Kroo- ne (g). Doch fommigen hebben redenen ge- geven, om dit vermoeden als ongegrond te verwerpen (/£)• De Groot-Meester der Rid- der-Orde van Maltha hadt, ook, reeds in 'c voorleeden' jaar, een wydltiftig Vertoog over- geleverd , waarby hy verzogt herfteld te wor- den, in 't bezit der goederen, die deeze Or- de, van ouds, in de Vereenigde Gewesten, bszeten hadt (/)• Doch men floeg 'er, thans, zo weinig agt op, als in voorgaande tyden, Eindelyk, hadt de Hertog van Bifacha, van we- ge eenen minderjaarigen Graave van Egmond, deszelfs regt zoeken te bewaaren, op het Vor- ftendom Meurs, in een Verzoekfchrift aan de algemeene Staaten: waarop egter niets befloo- ten werdt ( k ). Zodanig een uitflag hadt de Vredehandeling Befluit
te Utrecht, in Grasmaand. De Keizer en een van ,'1 gedeelte van het Duitiche Ryk bleeven alleen der'u! nog in oorlog, met Frankryk. 's Keizers Ge- trechu voltnagtigden onthielden zig, nog eene wyle fche tyds, te Utrecht, of in den Haage; doch keer- }^d°' den, eerlang , naar Weenen , te rug , zeer ijn™0* misnoegd op de Staaten, en vooral op de' En- ' gelfchen. De Franfcb,e, Engelfche en Staat- liche Gevolmagtigden bleeven nog te Utrecht', daar men, wel haast, Gezanten ontving van Fi-
(.?) Zie Unp|). van 't jGeh. Coram. I. Deel, II. 172, 173,
17+• l75> ï/8. (A) Memoir. de Torcv , Tom. III. p. 115—119, 230,
(i) foiez Lamiierti Tm. VII. .". 26a.
(*j AiS.dc la Paix d'Utrecht, Tom. V. p. 494. Supleill xu.
C91F,? Diplom. Tom. JII P. II. p. 115, |
||||
522 VAD E RL. HIST. LXVIII.Boek.
1713. Filips denV, die nu wederom, gelyk in den
-.-----aanvang zyner Regeeringe, door Groot-Bri-
tanje en de Staaten, voor Koning van Spanje
erkend werdt. De Engelfchen en Staatichen traden, terftond, met hen in onderhandeling over eene vrede: waarvan wy den uitflag, in 't volgende boek, vernaaien zullen. De Vrede, die de Staaten met Frankryk gemaakt hadden, ftondt wankel, zo lang de Keizer nog in oorlog bleef; en zelfs, zo lang zy nog niet met hem overeengekomen waren, wegens hun- ne Barriere in de Spaanfche Nederlanden. Ook was een Verdrag met Spanje noodig, om de geflooten' Vrede te bevestigen, naar behoo- ren. De overeenkomst met den Keizer kon de Staaten beveiligen , tegen vyandlyke onder- neemingen, van den kant van Frankryk; en 't Verdrag met Filips kon dienen, tot voor- deel of verzekerdhcid van hunnen Koophandel op Spanje en op de Indien: twee voorwer- pen , die zy, van den aanvang des oorlogs af, en door den gantfchen loop der Vredehande- linge, niet uit het ooge verlooren hadden; doch waaromtrent zy hunne oogmerken, tot hiertoe, niet naar genoegen, hadden können bereiken. |
||||||
#
|
||||||
BE-
|
||||||
BERIGT voor den BINDER.
Mr. KoENRAAD VAN HEEMSKERK,
Ambasfadeur, teplaatfen tegen over Bladz. 4
Willem Bentink, Graaf van Port-
land enz. . . . . io3 Godard van Reede, Graaf van
Athlone. . . . . 160 Gerard Kallenberg, Luitenant-
Admiraal. .... 224 Johan Willem Friso, Prins van
Oranje......406 Mr. Willem Buys, Plenipotentiaris
enz. ..... 426 Francois Nikolaas Fagel, Lui-
tenant-Generaal. . . . 470 |
|||||
"
|
|||||