1
|
||||||
VADERLANDSXDHE
HISTORIE.
AGTTIENDE DEEL.
|
||||||
m
|
||||||
VADER. LANDSCHE
HISTORIE,
VERVATTENDE DE
GESCHIEDENISSEN
D E R. N U
VEREENIGDE NEDERLANDEN,
INZONDERHEID DIE VAN
HOLLAND,
VAN DE VROEGSTE TYDEN AF:
\
Uit de geloofwaardigfte Schryvers en egte
Gedenkftukken famengefteld, DOOR
JAN WAGENAAR.
Met Plaaten en Kaarten.
ACTTIENDE DEEL, |
||||||||||
BEGINNENDE MET HET JAAR I7I3, EN EIN-
r^Tfc^ Dl GENDE MET HET SLUITEN VAN ^iyvtfV HET VERDRAG VAN SEVILLE, |
||||||||||
IN "1 JAAR I?29.
|
||||||||||
#%
|
||||||||||
Te AMSTERDAM, £\'
JOHANNES ALLART. M D C C X C V.
$fe? Privilegie van de Ed. Gr.'Mag. Heeren Staate»
van Holland en Ifestfriesland. |
||||||||||
VADERLANDSCHE
HISTORIE.
NEGEN-EN-ZESTIGSTE BOEK.
INHOUD. t
t. De Vredehandeling met den Keizer te Utrecht
wordt afgebroken. Gezant/dop naar en van Fratlkryk Vrede tusfchen Spanje en Groot Bri- tanje. II. Verdrag over de regten, in de Spaan- fche Nederlanden. Verbond met Bern en met Craauwbunderland. Vrede met Algiers, Tunis en Tripoli. Berbice verandert van eigenaars. Noordfche kryg. Oorlog in Duitschland en in Spanje. III. Vrede van Radflad en Baden tm- fchen den Keizer, het Keizerrijk en Frankrijk. IV. Hand ling der Staaten met Spanje. Moei- lykheden in dezelve. De Vrede met Spanje worde getekend. Inhoud van "t Verdrag. V. Vrede tus- fchen Spanje en Portugal. Handeling in Frank- ryk. De Staaten weigeren* den Hertog van Sa- yoje te handhaaven in 't bezit van Sicilië. Zy willen Ooflende niet ruimen. VI. De Koningih 'van Groot ■ Britanje fier ft. George de I. wordt Koning. Hy dringt op 't (legten van Duinker- ken. VIL Verfchil met P ruh f en over de tollen 9p de Maaze. De Koning werpt bezetting ift lier flat Andere onlusten met het Hof van Ber- /y«. De Gewesten dringen op vermindering vatt XVilL Deel« A Ktyfr |
||||
2 VADERLANDSCHE LXIX. Boek.
Krygsvolk. VITI. Aanvang derhandelin ge over
de Barriere. Eisch der Staaten. van de hand g&r weezen. IX. Tegenwoordige ßaat der Reges- ringe over de Spaanfche Nederlanden. Na ere uitbieding des Keizers. Byeenkomst te Antwer- pen. X. Gelderland zoekt een deel van t Over- kwartier te bekomen. Ontruiming van Luik, Huy en Bon gevorderd. Hevige twist tusfrhen de Keizer fchen en Staaifchen. XI. Handeling o- ver een Verdrag van Koophandel in de Spaan- fche Nederlanden. De Keizer neemt bezit van Luxemburg en Limburg. X11. Buit. ngewoon Ge- zantfehap naar Engeland. Op/land in Engeland en Schotland , ten behoeve van den Pretendent. Voorzorg der Staaten, Zx onderjhunen Koning George. De Pretendent fchryft hun. Landt in Schotland. Wyktwederom van daar. XXliL Dood van Lodewyk den KIV. Koning van Frankryk. Lodewyk de XV. volgt hem op. De Hertog van Orleans wordt Regent. Invloed d»ezer verande- ringe op den ßaat van Europa. XiV. Men dringt, aan V Franjche Hof, op "t weigeren van onderfland aan den Pretendent- X V. Vervolg der handelinge over de Barriere. Twist over Ven- lo en Stevènswaard. en over de grensfcheiding in Vlaanderen. De Keizer fchen trekken pi Brugge, Aalsten andere Steden. Nadere voor/lagen van ,tWeener-Hof. XVI. ,t Verdrag van Barriere wordt getekend. Inhoud van het zelve. XVII. Aanmerkingen daarover. XVIII. Onlustenmet Keur-Palts, wegens Limburg, en met Keur- Keulen,wegens Luik, Huy en Bon. De Staat- fche bezetting wordt uit Bon verdreeven. Over- eenkomst met den Keurvorst van Keulen. XIX. Verfchümet Pruisfen , over 't Regtsgebiedint Over'
|
||||
LXIX. Boek. HISTORIE. $
Overkwartier. XX. Handeling in Spanje. Rip-
per da wordt derwaar ds gezonden. XXI. Zweed- fche Kaaperyen. Vloot naar de Oostzee. Mis- noegen van den Czaar van Muskovie. XXII. Onlusten met de Porte. Met Marokko. XXIII. Stormwind en Sterfte onder 't Rundvee. XXIV. Plakaat tegen 't ontvangen van verbooden' ge- fchenken. Verfchil over 't zitten van Albemark onder de Edelen van Holland. XXV. Geheime opening van een Verbond tusfchen Frankryk, Groot-Britanjc en de Staaten. Gefprek van den Hertog van Orleans 7net den Ambasfadeur Buys. Inzigten der twee Ryken. XXVI. Be- fluit der Staaten op deeze opening. Nader ge- fprek tusfchen den Hertoge en Buys. l^uLVll. Voorflag van de onzydigheid der Oostenrykfche Nederlanden, van de hand gewezen. XXVIJI. Verbond van vernieuwing der voorigen , tus- fchen Groot - Britanje en de Staaten. George del.fluit een Verdedigend Verbond met den Kei- zer. Men zoekt 'er de Staaten in te doen tree- den, "t Gelukt niet. Voorflag van een Verbond met Frankryk. XX J X. Turk feite oorlog. Gefchil- len met Spanje. XXX. Twist tusfchen det Czaar en de Stad Dantzig. De Staaten wor- den 'er mede gemoeid. De Czaar komt in Hol- land. XXXJ. Oneenigheid onder de Gewesten. Staat der Landmagt. Gedagten om eenen Stad- houder aan te /lellen. XXXII. Buitengewoo- ne Vergadering der Staaten, in den Haage, Voorflag wegens de Posteryen. Vermindering van Krygsvolk bejlooten. Belasting op de Obli-< gatien. |
|||||
A 2 ZQ
|
|||||
VADERLANDSCHE LXIX. Boek.
|
||||||||||||||||||
1713. rWo dra was de Vrede, te Utrecht, niet ge-
|
||||||||||||||||||
& j tekcnd,
|
of de Keizerlyke Gevolmagtig-
|
|||||||||||||||||
I.
|
||||||||||||||||||
de, Graaf van Sinzendorf, geen' last hebben-
d*\ nT" ^e om te ^u^ten» vertrok naar Weenen, mis- üng, te" noegd op het Engelfche Hof en op de Staa- tsrecht, ten. Zyn amptgenoot, de Baron van Kirchner, tusfchen bleef nog eenigen tyd, te Utrecht, in onderhan- zc'r e^cl" deling, met de Engelfchen en Staatfchen, die Frank- den Keizer met Frankryk zogten te bevredi- ryk. gen (V). Het Franfche Hof deedt nieuwe voor- wordtaf- flagen; doch eischte zo veel, datdeEngelfchen, |
||||||||||||||||||
gcbro.
ken, |
||||||||||||||||||
en inzonderheid de Staatfchen ongeraaden von-
|
||||||||||||||||||
den , den Keizer en 't Ryk zo laag te helpen
vernederen. Ook wil men, dat Mevrouw de Maintenon, die veel vermögt op Koning Lo- dewyk, hem, eerlang, bewoog, tot het doen van aanneemlyker voorflagen. Doch Kirchner, nu geen bevel hebbende dan om te hooren, volgde, omtrent het midden van Bloeimaand, den Graaf van SinzendorfF, naar Weenen. Som- migen vernaaien, dat hy voor zyn vertrek, ee- ne geheime onderhandeling hadt men den Ge- volmagtigden des Keurvorsts van Beieren, die nu te Utrecht aangekomen was: in welke onder- handeling hy hem, zeer in 't geheim, een Hu- welyk zou hebben voorgeflaagen, tusfchen den Keurprins en eene der Aartshertoginnen Dogte- ren van Keizer Jozefus. Men voegt 'er by, dat de Keurvorst dir Huwelyk, tendeezentyde, van de hand wees (F); hoewel het, naderhand, vol- trokken is. De ( <0 Refb). HoH. 18 May 1713. M. 240.
(Ó Lambëuti Tom. VIII. p. 163—165. TlNDAL Po(, X«
1*t XXV.] p. is. |
||||||||||||||||||
LXIX.B0EK. HISTORIE. 5
|
|||||
De Staaten, raadpleegende, terftond nahet 1713.
bekragtigen der Vrede, op het afvaardigen ee- wierpen het oog op de Heeren Buys en Gos- fchaP linga, die deezen last op zig namen: doch, "*" eB niet voor Louwmaand des volgenden jaars, op Franic- reis gingen (c). Midlerwyl, hadt men zig, by ryk, den Koning, wegens het agterblyven van dit Gezantfchap, verfchoond, in eenen beleefden brief, die heufchelyk beantwoord werdt. Ook wagtte de Koning niet, met het afvaardigen van eenen gewoonlyken Gezant aan de Staaten, De Heer Pieter Antoni de Chateauneuf \ Mark- graaf de Castagnere, verfcheen, in deeze hoe- danigheid , in den Haage, in Herfstmaand (V). Midlerwyl, werdt, te Utrecht, de Vrede Vrede
getekend, tusfchen Spanje en Groot - Britanje, ^fchen en tusfchen Spanje en Savoje. De Engelfchen enGroot- hadden, reeds voor meer dan een jaar, in ge- uritanje." heime onderhandeling geweest, met het Hof van Madrid. De Groot - Thefaurier, Graaf van Oxford, hieldt, federt dien tyd, geduurige briefwisfeling met Don Manuel Menezes de Gil- lingham, een'Iersch Roomsch-Katholyk, die naar Madrid gezonden was, om deeze hande- ling te dry ven. De Graaf van Lexingtoti, die wegens Groot-Britanje, aan 't Spaanlche Hof zyn verblyf hieldt, was niet onkundig van de heimelyke handeling, die meest op den Slaa- venhandelzag;doch hyliet 'er Gillingham me- de geworden. En 't gelukte deezen, 'r. Verdrag van Asfiento te fluiten, op den zesentwintig- ften
(O Verbaal der cxtr. Arnbasf. W. Buys en S. v. Gosun-*
O. MS. {J) I,AMBERTI Tem. VJII p. I9I—I93. A 3
|
|||||
6 VADÊRLANDSCHE LXIX.Boek.
ften van Lentemaand. Den volgenden dag,
werdt de Vrede getekend, te Madrid, tus* 'fchende twee Ryken. Doch om 't Verdrag meer gewigts by te zetten, zondt men 't naar Utrecht, daar't herfchreeven, en op nieuws getekend werdt, op den dertienden van Hooi- maand (c). Eilips de V. verbondt zig, by het Zelve „ om den handel op de Spaanfche West- „ indien, en in 't byzonder den Slaavenhandel i, „ zo lang het Verdrag van Asiiento duuren „ zou, te weeten, dertig jaaren, noch aan de „ Franfchen, noch aan eenig ander volk te „ vergunnen. Gibraltar, zonder eenig grond- „ gebied naar de Landzyde, het Eiland Mi- „ norkä, en in 't byzonder Port iM'ahon wer- „ den aan Groot - Britanje afgeftaan. Sicilië „ zou aan den Hertoge van Savoje; doch, by „ mangel van rnarinelyke nakomelingfchap, „ wederom aan Spanje komen. De Koning van „ Spanje beloofde, den ingezetenen van Ka- t, talonie algemeene Vergiffenis, en bedong, „ dat die van Guipuscoa op ïerreneuve zou» „ den mogen blyven visfchen; zo zy hun regt „ daartoe bewyzen konden (ƒ)." 't Liep aan 'tot den negenden van Wintermaand, eer het Verdrag van Zeevaart en Koophandel, tus- fchen de twee Ryken, te Ucrecht, getekend werdt (g). Het was, in meer dan één opzigt, mdeeliger, dan men in Engeland verwagt had: waarom het, niet dan met moeite, werdt aan- genomen, in 't Huis der Heeren. In 'tHuis der
f«") t.AMBERTi Tma, VItl. p. 375.
(f) l'Vicz Du Mont Corps Dipl. Tom. VIIT. P. I. p. sgj.
CsJ ^°'c~ D" lv*ONT Corps Dipl. Tem. VUL i>. I. p. 409,
|
||||
LXIX. Boek. HISTORIE. 7
der Gemeenten, hadt het Hof thans de meer- 1713,
derheid (/&). |
||||||||
De Vreae tusfchen Spanje én Savoje was, vrede
op den zelfden dag als de Vrede met Groot tusfchen Britanje, getekend, te Utrecht. „HetKoningk- Spanje „ ryk Sicilië, met de Eilanden, die 'er van af ?" iavo' „ hingen, werdt, by dezelve, afgeftaan aau „ Victor Amadeus den II., Hertoge van Sa- „ voje, die, kort hierop, den titel van Koning f, van Sicilië aannam. Ook werdt hy bevestigd „ in 't bezit van 't gene hem, van het Hertog- „ dom Montferrat, in 't jaar 1703, door Kei- „ zer Leopold, afgeftaan was. Eindelyk, werdt „ hy erkend, voor wettigen Opvolger in :,t Ko- „ ningkryk Van Spanje, in geval Filips de V. „ zonder nakomelingfchap, overleedt (t)." Weinige dagen laater, kwamen de Engel- 11.
fchen en Staatfchen, by voorraad, te Utrecht Verdrag (/.-), overeen „ dat de regten op de koopwaa J^Jo"« „ ren,die,in de veroverde of afgeftaane Plaat- deReg- „ fen der Spaanfche Nederlanden, gevorderd ten in de „ werden, niet zouden te boven gaan de reg- Spaan- „ ten, welken men, aldaar, in het jaar 1680, ^^0* „ gevorderd hadt. De ingezetenen van Groot- den. „ Britanje en van de Vereenigde Gewesten „ zouden ook het regt van * doortogt blyven * Tratißt, „ genieten, en dit regt zou op de Koopwaa- „ ren, aan welken het gegund was, niet bo- 7,- „ ven de twee en een half ten honderd mogen ./
5, verhoogd worden. De inkomende regten,
„ op waaren, uit de andere Spaanfche Neder- „ lan-
(/(_) TlNMt Vol. X. [or XXV.] p. 164—1(5-. LAMBERT!
toni. VIII. p. 4<(4- (i) Voicz Du Mont Corp? pip]. Tom. VIII. ƒ>. I. p. 40t» £k) Verbaal dn 1'ienipoi. op de Vrcdehand. Ma. A4
|
||||||||
4
|
||||||||
8 VADERLANDSCHE LXIX. Boek.
t?l$' » landen, in deezen gevoerd wordende, zou-
—— „ den blyven afgefchaft: ook zouden de uit« „ gaande regten, welken men gevorderd hadt „ vanwaaren, die, uit de Nederlanden, naar „ de overwonnen of afgeftaane Plaatfen, ge« „ voerd werden, insgelyks afgefciuft, en van „ waaren, die, uit de Nederlanden, 't zy o- „ ver de veroverde PJaatfjn of niet, naar Franfc- „ ryk, of naar andere Landen, gevoerd wer« „ den, maar eens geê'scht worden. De regten „ op de Verteeringe zouden dezelfden zyn op „ de waaren van beide de volken, en men zou „ gelyke vryheid hebben, ora zyne waaren te „ veilen en te verkoopen: ook zouden ze niet „ hooger mogen zyn, dan voor de verovering, „ Doch over't Convooigeld zou men, onder- „ ling, nader overeenkomen (/_)." Eenige maanden laater, ftonden de Staaten 't bewind over de ontvangst der inkomende en uitgaan- de Regten in de Spaanfche Nederlanden, welk zy, federt de verovering, aan zig gehouden hadden, af aan den Raad van Staate, te Brus» fel (»?). Verbond -->e Staaten waren, al federt eenen geruimen met liern tyd, in onderhandeling geweest, met het Kan- en met tnn van Bern, over een Verbond van onder- tmndtfv" lin8e befcherming, en over een Verdrag, tot land/" het leveren van agt Nieuwe Bernfche Vendels, by de zestien, welken de Staaten in dienst had- den, 't Verbond was, reeds in Zomermaand des voorleeden jaars, in den Haage, getekend. Doch
CO S/J Gfoot-Plakaatb, V. Deel, II. 1615, 494 A&. de \%
Paix d'Utiet'ht, Tom. IV. p. 556. Do Munt Corps i)iplofl»i Tem. Vin. /'. I. p. 400. (ar) at Grooi-Plakaatb. V. Dul, W. Jfcq.
|
||||
LXIX.BoEK. HISTORIE. p
Doch 't Verdrag wegens het leveren van man- 1713,
fchap werdt niet tot volkomenheid gebragt , Verbond ook nog nader bekragtigd werdt («). Een diergelyk Verbond en Verdrag werdt ook, weinige dagen na het tekenen der Utrecht- fche Vrede , met de Graauwbunders gefloo- ten (0). Door zulke Verdragen , zogten de Staaten Vrede
zig te verzekeren , tegen eenen onverwagten "F A1* aanval te Lande. Den Koophandel hunner in- Tu,lis' en gezetenen in de Middellandfche Zee en Levant Tripoli, beveiligden zy , omtrent deezen tyi , of wat eerder , door drie byzondere Verdragen van Vrede en Scheepvaart, met de Regeeringen van Algiers, Tunis en Tripoli, volgens wel- ken , aan alle de Koopvaardyfchepen , die zig voor Kaaperyen der Turken behoeden wilden , byzondere Paspoorten verleend werden, wel- ken , naar de verheid der reizen , flegts voor eenen bepaalden tyd, van drie tot agttien maan- den, gebruikt konden worden, Aan de fche- pen der Oost - en Westindifche Maatfchippyen alleen werden Paspoorten verleend, vuor eenen ombepaalden tyd (ƒ>). Wy hebben, in't voorgaande Boek (#), ge- DeVoifc.
wa^gd van de brandfchatting, door een fransch Plat"mJJ Esquader, onder de Casfart, den Staatlichen vecrrabr!_ce Volk derevan
eig.naars r>) ïtefol. Holl. 17 Juny 1713. tl. 174. Vniez Du M nt Tam. VIII P.l. p. 300, 302, 415 Rousset Re Ucil, lom. I. P 445
, (,) Zie Gront-Plak atb. V.Deel, W. 492. Du Mont Corps
Jpi.. ■ III. P I. ,". 386 (_p) Zit Groot-l'akaatb. V. Deel, tl. 449, 452, 454, 1613.
{2j $Vil. Üeti, til. 491.
|
|||||
A5
|
|||||
lo VADÉRLANDSCHE LXÏX.Boeé,
Volkplantingen in Westindie , en onder ande-
ren Berbice afgeperst. Deeze Volkplanting was, laatftelyk, in't jaar 1703, door de West- indifche Maatfchappye, onder welker Oktroi zy lag , ten onftetfiykeri Errleen , opgedraagen aan Abraham van Peere, Schepen en Raad te Vlisfingen , wiens voorouders haar , omtrent vyfenzeventig jaaren te vooren , eerst hadden aangelegd. De fomme , voor welke Berbice, in 't voorleed«n jaar , was gebrandfchat, was maar gedeeltelyk in de Volkplanting betaald i doch men hadt den Franlchen een' Wisfelbrief van omtrent honderd twee-entagtigduizend gul- dens , ten laste van Joan en Komelis van Peere * Raaden en Oud Burgemeesters van Vlisfingen, en, voor een merkelyk gedeelte, eigenaars der Volkplantinge , voor het onbetaalde, ter hand gefield. Maar deezen weigerden , zig te ver- binden , voor de voldoeninge van den Wisfel- brief. De Franfche Gevolmagtigden te Utrecht en de Markgraaf de Chateauneuf in den Haa- ge, hielden ilerk aan, dat de Staaten de Broe- ders van Peere zouden noodzaaken , tot het voldoen van den Wisfelbrief (>) ; waartoe eg- ter geen middel was, indien zy raadzaamer oordeelden , de gantfche Volkplanting over te laaten voor de Franfchen , gelyk zy deeden. D2 Staaten zouden egter niet gaarne gezien hebben , dat de Fianfchen zig zo veel verder naar Suriname hadden uitgebreid (V). 't Leedt tot in den Herfst des volgenden jaars , eer de Franfchen , met vier Amfterdamfche Kooplui- den ,
00 Rc-fol. Holt. 10 Jany 171%. W. 287.
1 .) ! Veibaal der PlenipOC. oy de Viedelianu. MS. J.AMBEim
Ivm. VIK. p. jy4. i<yj- |
||||
iXIX.ÉoEK. HISTORIE. li
|
||||||
den, Nikolaus en Henrik van Hoorn. ArnoldDix ipifr
én PicterSchuurmans, overeenkwamen, datdee--------*.
Zen den Wisl'elbiïef, met honderd en agtduizend
guldens, betaalen , en daarvoor den eigendom der Volk^lantinge bekomen zouden. Ookwerdt zy hun, iedert, door de erfgenaamen van Abra- ham van Peere , opgedraagen. Zy hebben , eenige jaaren laater, hun eigendom in de Volk- planting aan eene Maatfchappy van deelgenoo- ten afgeftaan, voor agtmaalhonderdduizend gul- dens. Sedert, is de handel aldaar meikelyk roe- genomen. En na 't jaar 1732, wordt Berbice, omtrent op dezelfde wyze als Suriname, gere- geerd. Ook levert deeze Volkplanting, gelyk Suriname, meest fiüker uit. De Wcstindifche Maatfchappy heeft zig verbonden , de Slaaven te leveren, die, in beide deeze Volkplantingen, gebruikt worden (t). De Noordfche kryg duurde nog , niet zon- De Staa-
der dat 'er de fcheepvaart van den Vereenig- 'en wor" den Staat vry wat by leedt. De Zweeden niet g*"'^"" "flegts , maar de Deenen , namen verfcheiden' 0m deel Hollandfche fchepen, onder voorwendfel, dat te nee- *zy voorraad voerden naar Tonningen , welk ™eu toen belegerd was. De Koningin van Groot- Noord- ïkitanje en de Staaten deeden eenige vergeef- fchen ïche poogingen , om de oorloogende Mogend- oorlog, heden te bevredigen. Men zogt hen , daaren- tegen , te beweegen, om de eene of de andere Zyde te kiezen. De Koning van Deenemarke in *t byzonder ftondt fterk op de handhaaving van 't
{■O Not. Zeel. 4, 20, nScpt. 3714. bl. 15s', 16:!, 174. Zit
tok Gróor-Plakaatt). V. Deel, il '1541,1553. Tegenw. Staat der Vereen. Nederl. I. Deel. lil. 5.52 enz. £amberti 'lern. VIII |
||||||
■
|
||||||
12 VADERLANDSCHE LXIX.Boek.
1713. 't Verdrag van Travendal, waartoe zig beide de
! Engelfche Hof hadt hier geene ooren naar: ea de Staaten konden 't niet doen, zonder Groot- Britanje, welk thans meer totondeifteuningvan Zweeden dan van Deenemarke geneigd fcueen. Midlerwyl, deeden de Staaten , door hunnen Gezant Rumpf, aanhouden by het Zweedfche Hof, om herievering der genomen' fchepen. Zy fchreeven zelfs verfcheiden' brieven aan den Zweedfchen Raad ; doch zonder eenige vrugt (0). Voort- In Duitschland , werdt de oorlog ook voort- gang des gezet, na 't af breeken van de handeling te U- Duitsch- trecnt met ^e Keizerfchen (V). Prins Eugenius tand, geboodt over 't Keizerlyk Leger, welk zig, by Filipsburg, nederfloeg. De Maarfchalk de Vil- lars legerde zig , met de Franfche krygsmagt, aan de andere zyde des Rynftrooms, van te- gen over Filipsburg, tot aan Spiers; dekkende dus het beleg van Landau, welk door den Maarfchalk de Bezom ondernomen werdt. De Stad gaf zig, in Oogstmaand, over. Keizers- lauteren was, reeds in Zomermaand, veroverd door de Franfchen, die, eerlang, 't beleg floe- gen voor Fryburg, welk, in Slagtmaand, aan hun opgegeven werdt. In Spanje, liep het krygs« Spanje. geluk den Keizerfchen, insgelyks, tegen. De Keizerin, die te Barcelona was, verliet de Stad, De Graaf van Staremberg ging fcheep, met de meeste Duitfche Troepen. Terragona onder- wierp zig aan Koning Filips. Doch de Staaten van
(V) Not»'. Zee?. 3 Aug. 1713. tl. 149. Lamberti Tem, VJJ,
p. $07— 3>8, 357— 344. fy) ymex Lamberti Tom. VIII, f, 271 — 884, |
||||
LXIX.BoEK. HISTORIE. t%
|
|||||
van Katalonie, die te Barcelona byesngekomen 1713.
waren, beilooten zig te weer te ftellen. De Stad-------
werdt belegerd, en ftondt het beleg door, tot
in Herfstmaand des volgenden jaars, wanneer zy, eindelyk, overging. Gantsch Katalonie, welk reeds, geduurende het beleg van Barce- lona , voor een merkelyk gedeelte, overmees- terd was, onderwierp zig toen t'eenemaal aan Koning Filips. De Eilanden Majorka en Ivika, waar nog eenige Duitfche troepen lagen, wer- den, niet voor den Zomer des jaars 1715, tot onderwerping gedwongen (w). De Kataloniers, die van hunne voorregten beroofd werden, be- klaagden zig allermeest over de Engelfchen, die hen, van 't jaar 1705 af, tot opftand aan- gezogt, en hun hulp beloofd hadden; en nu, in den uiterften nood, de handen van hun af- trokken (V). Doch hetEngelfcheHof hadt, by de Vrede met Spanje, behoudenis van voor- regten voor de Kataloniers bedongen, en merkte hen, om dat ze zig niet onderwierpen, na dien tyd, aan, als wederfpannigen, die de hulp der Koninginne onwaardig waren. Maar eer 't met de zaaken des Keizers in Hï»
Spanje zo verre verliep, en na dat Landau, in deehanj*e. Oogstmaand des jaars 1713, overgegaan was, ïingtu*- hadden de Staaten, op verzoek van den Graa- fchen ve van Strafford, deKeizerfche en andere Duit- denKei- fche Gezanten, in den Haage, byeengeroepen, p"n"J u om hen te vermaanen, tot het hervatten der w^at Vredehandelinge. Strafford verklaarde, dat de hervat. Koningin van Groot-Britanje het Franfche Hof hier-
(w~) Lmmfrrti Tom. Vin, />. 285 — 28!?. Daniel Journ,
f. CCCIJ-CCCVJ, CCCX-CCCXXJ.CCCXXIIJ, CCCXJiIV. £*) *i* K-app. van 't Geh, Curam. I. Dssl, tl. 165—179. |
|||||
14 VADERLANDSCHE LXIX.Boek,
-,7i3. hiertoe bewoogen hadt. Doch de Keizerfchen
•-------betuigden, dat hun uitdrukkelyk verbooden
was, zig met iet, dat de Vredehandeling be-
trof, te moeijen. Eenige andere Duitfche Ge- nanten lieten zig, met moeite, beweegen,om aan hunne Hoven verflag te doen van 't gene hun voorgefteld was. Doch de Keizer, fchoon genoeg geneigd tot Vrede, begeerde geene middelaars, en vooral de Eiigelfchen niet. Ooi? was hy bedugt voor eenig nadeel in zyn gezag, als de Ryksvorften, afzonderlyk, handelden met Frankryk. Hy gaf, hierom, gehoor aan de opening van den Maarfchaik de Villars, die, geduurende het beleg van Fryburg, aan Printe Eugenius hadt laaten vraagen, of 'er geen kans ware, om famen een mondgefprek te houden , en een einde van den oorlog te maaken. Prins Eugenius hadt van deezen voorflag kennis ge- geven aan den Keizer, die hem volmagt toe- zondt, ommetVülars te handelen. Men kwam, op den zevenentwintigften van Slagtmaand voor 't eerst, byeen, te Radftad, op een Slot des Markgraafs van Baden (y _). De Vredehan- deling tusfchen de twee Legerhoofden werdt, 1714. hier, heimelyk, voortgezet (V), in Sprokkel- ------ maand des volgenden jaars, wanneer Prins Eu- genius op fchriftelyk verzoek van Villars, zig, andermaal, derwaards begaf (V):, en op den zesden van Lentemaand, werut de Vrede tus- Vredc fchen den Keizer en Frankryk getekend. „De van Rad» js Verdragen van Westfaale, Nieuwmegen en Had met ^ RySWyk werden gelegd tot een' grondflag „ van
O) Lambf.rti Tom. VIII. p. 288, 289, 230,
Qz) TiNOAL Pot. X. 1 or XXV. j p. 104. \a) Lambert« 'lom. VIII. p, 5y.i1 |
||||
LXIX.BoEK. • HISTORIE. 15
„ van dit Verdrag. Frankryk beloofde, Bri- ,7,4.
„ fak en Fryburg aan den Keizer, en de Ves- —.— „ ting Kehl aan den Keizer en 't Ryk te zul- den itej- „ len wedergeeven; de Sterkten onder Straats- zer« „ burg, tegen over Hunningen, en elders, o- „ ver of in den Ryn, te zullen flegten; Bitsca „ en Homburg te zullen ruimen. Voorts, „ ftondt de Koning toe, dat de Keizer traut „in 't bezit der Spaanfche Nederlanden, zo „ als Karel de II. dezelven bezeten hadt, of, „ volgens het Ryswykfche Verdrag, hadt moe- „ ten bezitten, mids de Koning van Pruisfen „ bleef behouden, 't gene hy, in 't Overkwar- „ tier van Gelderland, bezat. Ook mogten da „ Staaten der Vereenigde Nederlanden den „ Keizer de Plaatfen overgeeven, welken „ Frankryk hun, ten behoeve van 't Huis van „ Oostenryk, afgedaan hadt: doch Meenen „ en Doornik niet, voor dat de Vrede met „ den Keizer en het Ryk bekragtigd was, en „ de andere Plaatfen, zo dra zy, wegens hun- „ ne Barriere, zouden overeengekomen zyn „ met zyne Keizerlyke Majefteit. De Keizer „ liet, daarentegen , Landau aan Frankryk. „ Hy beloofde de Keurvorften van Keulen en „ beieren in 't bezit hunner goederen en waar- „ digheden- te zullen herftellen: ook werdt „ beraamd, dat, in tyd van vrede, geene „ bezetting gehouden zou worden , binnen „ Bon. De Koning van Frankryk erkende, van ,, zynen kant, den Hertog van Brutiswyk-Ha- „ nover voor Keurvorst. Ook beloofde hy, „ den Keizer te zullen laaten in 't gerust bezie ?, van Napels, Milaan. Sardinië en de Plaat- „ fen op de kusten vanTo^kane; alles, 7,0 ver „ hy
|
||||
iß VADERLANDSCHE LXIX.Boek.
1714. »> hy 't tegenwoordig bezat. Eindelyk, kwam
------ ,j men overeen, om ten fpoedigften over eene
„ Vrede, tusfchen Frankryk en de Keurvor-
„ ften, Vorften en Stenden des Ryks, in on- „ derhandeling te treeden (b)." Ook gefchied- Vrede de dit, eerlang, te Baden in Zwitfcrland. De van Ba- Keker hadt volmagt weeten te verkrygen van c'en ™etj de Leden des Ryks, om, in derzelver naam, zetenV te handelen en te fluiten. Eenige gevolmag- Keizer- tigden van wederzyden regelden, hierop, de ryk. punten van het Verdrag, in overeenkomst met die van het Verdrag van Radftad, zo ver dee- zen het Keizerrylc betroffen. Toen alles gereed was, begaven Prins Eugenius en de Maarfchalk de Villars zig naar Baden (c), en tekenden de Vrede tusfchen den Keizer en 't Ryk ter eener en Frankryk ter anderer zyde, op den zeven- den van Herfstmaand (d). Wy gewaagen niet byzonderlyk van den inhoud, om dat dezelve genoegzaam met dien van het Verdrag van Rad- ftad overeenkwam. IV. De Vrede tusfchen den Keizer en Frankryk De Staa- bevestigde, vooreen merkelyk gedeelte * de U* ten han- trechtfche Vrede, tusfchen Frankryk en de Staa- te'" ten. Doch deeze Vrede ftondc nog wankel, zo fiparije. lang men van de zyde der Staaten, niet ver- draagen was, met Koning Filips. De Vrede tusfchen Groot - Britanje en Spanje was, gelyk wy gezien hebben, al voor de Utrechtfche, ge- troffen, zynde de Engelfchen, eenen geruimen tyd
O) Vohz Du MofcT dorps Dip!. Tom. VIII. P. I.p. 4159
Groot-P aiuaib. V. i<eel bl. 405. (O LAMBERT! Tom- VIII p. 613 —620.
(rf) l'ni-x Di' Munt Corps Dipl. lom. VW. P. fc f. 43$
Rousset RemeU, Tom. I, p. 1. |
||||
LXIX.BoEK, HISTORIE. i?
tyd te vooren, in heimelyke handeling ge- l7l^
weest, met het Hqf van Madrid. Doch de -
Staaten, die niet dan openlyk met Spanje wil-
den handelen, hadden de Spaanfche Gevolmag- tigden niet willen erkennen, zo lang zy Ko- ning Filips niet erkend hadden: 't welk, niet Voor 't fluiten derÜtrechtfcheVrede, gefchied was. Doch toen deeze Vrede op 't punt ftondt van te zullen getroffen worden, hadden de Staaten Paspoorten verleend voor den Hertog van Os/una en den Markgraave de Montekorie, die, na 't fluiten der Vrede, in de hoedanig- heid van Gevolmagtigden van Filips den V, Koning van Spanje, te Utrecht kwamen, en met de Engelfchen en Staatfchen in onderhan- deling traden (e). De Vrede met Groot-Bri- tanje werdt terftond getekend. Doch de onder- handelingen tusfchen de Spaanfchen en Staat- fchen duurden, omtrent een jaar. Men Wist, Moel- in 't eerst, naauwlyks, op welk een' voet men lykfae^ett deeze onderhandelingen zou aanvangen, in- !nd^ezè zonderheid, met opzigt op 't ftuk van .den jj*"6" Koophandel, die den Staat zeer tér herte ging, en voor welken men geenen anderen grondflag hadt, dan het Verdrag van Münfter, welk fchraal fprakvandit Huk, benevens het Ver- drag van Zeevaart van den jaare 1650. Ook merkte men haast, dat de-Spaanfchen niet ge- doogen zouden, dat de ingezetenen van den Vereenigden Staat handel dreeven op de Spaan- fche Westindien, waarorhtrent, zy eenig voor- regt gegeven hadden aan de Engelfchen, by ?c Verdrag van Asfiento: fchoon men gaarne dé vry-
CO Verbaal ütr Plenipot. tot de VrecUh, MS.
XVIII. Deel. B
|
||||
iÜ VADERLANDSCHE LXIX.Boek.
17-14. vryheid bedongen hadt, om ten minden een
fchip 's jaars te zenden naar de Zuidzee. De Staaten hadden, daarenboven, voor de erfge- naamen van Willem den III, Koning van Groot - Britanje , drie jaarlykfche renten ter fomme van honderd en vyftigduizend guldens, te vorderen van de Kioone van Spanje, voor Welken, de tollen op de Maaze, in 't O ver- kwartier van Gelderland, de tollen op de Schel- de , te Antwerpen, en de inkomften der Kroo- ne uit de Westindien, byzonderlyk, verbon- den waren. Doch de genoemde tollen ftonden nu van eigenaar te veranderen, en 't viel den Spaanfchen hard, zulke merkelyke jaarrenten, uit de andere inkomften der Kroone, te vol- doen, te meer, daar zy de bezittingen moes- ten afftaan, om welken te behouden, de fchuld, die 't Huis van Oranje te vorderen hadt, groo- tendeels, gemaakt was. Voorts, maakten zy ook zwaarigheid in 't voldoen der agterftallen, die de Admiraliteiten, federt veele jaaren, van de Kroon te vorderen hadden, 't Punt der U- trechtfche Vrede, welk de Prinfesfe van Ur- fins betrof, veroorzaakte ook merkelyke moei- te. Deeze Prinfes hadt haaren ftaat en goede- ren te Rome verlaaten, en zig begeven naar Madrid, daar zy, terwyl Filips in Italië oor- loogde , der Koninginne, aan welke de Regee- ring was toevertrouwd, merkelyke dienften ge- daan hadt. In erkentenis van deeze dienften, hadt de Koning haar het Hertogdom Limburg, een der Spaanfche Nederlanden, opgedragen (ƒ'): welk Hertogdom nu ftondt te komen aan het
(f) Refü!. Hol!. 2$ Miv, 17 Jany, 21 Jnly 1713- *A 245 =
»Bi, 354-. Vei-ba.il der Plenipot. op Vredehand. MS. 1'oUi jLAMB&RTi Tom. VUL f, j£6. |
|||||
*
|
|||||
LXIX. Boek. HISTORIE. 19
het Huis van Oostenryk. Doch om de Prinfes 1714,
fchadeloos te ftellen, hadt Filips zig niet wil- ------
lert verdraagen met Groot Britanje, zonder
tebedingen, dat haar het gemelde Hertogdom, of eenig ander goed in de Nederlanden, welk dertigduizend Ryksdaalers, in 't jaar, opbragt, werdt afgeftaan. Zelfs hadden de Franfchen, by een der punten van de Utrechtfche Vrede, bedongen, dat de Staaten der Prinfesfe een goed uit de Nederlanden, welk zo veel 's jaars opbragt, zouden doen opdraagen. De Staa- ten, nogtans, in aanmerking neemende, dat het Hertogdom Limburg van kleinen omtrek was, en dat zelfs de inkomften van het zelve, na die van Siiezie, reeds in 't jaar 1703, door den tegenwoordigen Keizer, aan hun verpand waren, voor eene jaarrente van honderd en twintigduizend guldens, fpruitende uit pennin- gen, hem verftrekt; hadden de voorzichtigheid gehad van, in het Utrechtsen Verdrag, te doen ftellen, dat zy der Prinfesfe een Land zouden doen afftaan, niet in Limburg bepaal- delyk, maar in Luxemburg of Limburg. Ook floegen zy nu voor, dat men dit Land in Lu- xemburg behoorde te vinden. De Spaanfchen verklaarden, dat zy zig met het Graaffchap Chiny, in Luxemburg, zouden te vrede hou- den. Doch de Keurvorst van Beieren, die dit Graaffchap moest blyven bezitten, zo lang hy niet in zyne waardigheden en goederen her- fteld was, wilde 'er niet van afftaan. De Staat- fchen booden aan, borg te blyven voor den af- ftand van Chiny aan de Prinfesfe (g). Doch de Spaan-
(äO Refot. Holl. 25 Aug. 7 OBob. i5 Nov. 7 Ute 1713, &
421, 301, 557, 593. 2a, t-i 'jiinj 1714. tl, 84«, B »
|
|||||
1
|
|||||
20 VADERLANDSCHE LXIX.Boek;
1714. Spaanfchen waren hiermede niet voldaan. Alle
niet fluiten kon met Spanje (fi). De Staaten hadden zig, ten laatfte, vervoegd aan den Ko- ning van Frankryk (/), met verzoek, dat hy hun de hand bieden wilde, tot bevordering van hun Verdrag met Koning Filips (k). Doch de Spaanfchen, die zelf onderling oneenig wa- ren, lieten zig verluiden, dat hun Hof niet onder voogdye ftondt van dat van Verfailles. 't Bleek, eindelyk, klaarlyk, dat men niet flui- ten kon met Spanje, voor het tekenen der Vre- de te Radftad. 't Gefchil over de zaak der Prin- fesfevanUrfins was, met bewilliging van Frank- ryk , gebragt op de handeling te Radftad, en , van daar, op die te Baden, alwaar men 'thoop- te af te doen: hoewel 't mislukte. Midlerwyl, hadt het Franfche Hof het Hof van Madrid bo woogen om met de Staaten te fluiten, zonder verder van den eisch der Prinfesfe te gewaa- gen. De Graaf van Strafford , die zyn best deedt, om het tekenen der Vrede te doen ver- wylen (7), toonde 'er zig kwalyk over ge- De Vre- noegd. Evenwel, werdt ze te Utrecht, tenzy- de met nen huize, geflooten, op den zesentwintigften Spanje van Zomermaand (m). De voornaamfte pun- utrecht! ten van '' Verdrag liepen op deezen zin : gete. ' „ Het Verdrag van Munster van 't jaar 1643 kend. „ werdt (/1) Misfivew*« den Plenipot. van der Du'sen van 16 Febr.
1614. van den Griffier F. Fagel van 6 il/aart 1714. (i) Mibflve der estr. Ambasf. Bu« en Goslikga van 5, 16
Fibr- 13 Auril, ir Mav 17^- £k Lamberti Turn. VIII, p. 491— 501, (in — 613 Hist. <ls
ia Paixd'Utr. p 459 — <)6i. (I) Mislivc van S. v. Gosunga van 8 4ng. 1713. lm) Lambbrti Tom. VIII. f. 543, 544» 55° —572' ïi{sX' de la Paixd'Utr. j». 4<Jsi. |
||||
LXIX.BoEE. HISTORIE, ar
„ werdt gelegd tot een' grondflag van het te- 1714;
„ genwoordig Verdrag, uitgenomen, dat het ------
„ yyfde en zestiende punt van het Munfterfche Inhoud
„ aiieenlyk opzigt zouden hebben, op de in ™n'l ., gezetenen der Vereenigde Gewesten, In't er ra' „ ftuk van den Koophandel in Europa, zou- „ den de wederzydfche onderzaaten gehan^ „ deld worden, als de meest begunftigde vol- „ ken. De Koning zou bevel geeven, om, „ in de Zeefteden van Spanje, bekwaame be- „ graafplaatfen toe te ftellen, voor de onder- „ zaaten van den Staat, gelyk men ze reeds „ te Kadix hadt. Hy zou niet gedoogen, dat M eenig volk in de Spaanfche Indien handel „ dreeve; zonder dat egter deeze verbindtenis „ eenig nadeel toebrengen zou aan het Ver- „ drag van Asfiento, met de Koninginne van „ Groot-Britanje, onlangs, geflooten. 't Ver- ,? drag van Zeevaart van den jaare 1650 werdt, „ by het tegenwoordig Verdrag, bevestigd. „ In de wederzydfche Oost-en Westindien, „ zou, wyders, de Koophandel en Vaart ge- „ fchieden, gelyk te voofen, en op de Kana- „ rifche Eilanden zouden de Ingezetenen van „ den Staat mogen handelen, gelyk ten tyde „ van Karel den II. In geval van onverhoopt „ te vredebreuk , zouden de wederzydfche „ onderzaaten eeh jaar en dag tyd hebben, ,, om met hunne goederen te vertrekken. Ein-« „ delyk, werdt ook verklaard, dat de Kroo- „ nen van Frankryk en Spanje nimmer zou- „ den mogen komen op "t hoofd van eenen „ Vorst; en dat Koning Filips van zyn reg$ „ op de Kroone van Frankryk, en de Prinfen, %9 uit het Koningklyk Huis van Frankryk van B 3 » H\ |
||||
ia VADERXANDSCHE LXIX.Boek.
1714. „ het hunne op de Kroone van Spanje , op de
-—— „ plegtigfte wyze , hadden afgedaan." By twee afzonderlyke punten, werdt erkend „ dat ,, de Spaanfche Gevolmagtigden de rekenin- „ gen van de eifchen der Admiraliteiten , ter „ lom me van een millioen eenhonderdüuizend „ driehonderd twee-envyftig guldens, behalve „ de Intresten , en die van de agterftallen van „ 't Huis van Oranje , beitaande in drie jaar- „ renten, famen honderd epvyftigduizend gul- „ dens , en nog omtrent driehonderd en veer- „ tigduizend guldens eens , hadden overgeno- „ men , om 'er den Koning hunnen Meester „ verflag van te doen («)." V. Na't fluiten van deeze Vrede, bleef 'er niets Vrede te Utrecht af te handelen , dan de Vrede tus- tusfchen fcaen de Koningen van Spanje en Portugal, die erTpor- n*et v00r ^en zesden van Sprokkelmaand des fugai. volgenden jaars getekend werdt. Men beloof- de , by dezelve „ eikanderen te zullen herftel- „ len in 't bezit van 't gene men op elkande- „ ren veroverd hadt. Portugal bekwam, in 't „ byzonder, het Kasteel van Naudar, het Ei- „ land Verdoejo , en de Volkplanting S. Sa- „ krament, aan den noordelyken oever der Ri- „ viere de la Plata : Spanje de Steden Albu- „ querque en Puebla. Doch Filips de V. be- „ hieldt de magt aan zig , om S. Sakrament, „ tegen de voldoening der wa;irde , in den „ tyd van agttien maanden, wederom naar zig „ te neemen (0)." Tusfchen den Keizer en „ Span-
f«) Relbl. Hol!, 30 Juny 1714. hl. 2-4. Zie Groot-Plakaatb.
V.'Heel, hl, 509. Uu Mokt Corps Diplom. Tom VIII. P. I. f. 427. (o) Voitz Du Mont Corps Dipl. Tun. VIII. P. I. f. 444.
|
||||
LXIX.BoEK. HISTORIE. a3
Spanje werdt niets geflooten. Karel de VI. was tjtt,
nog niet gezind, om Filips den V. voor Koning ------
van Spanje te erkennen.
De buitengewoorie Ambasfadeurs der Staaten nnmie.
naar Frankryk, eindelyk, in Louwmaand dee- Hng in zes jaars, derwaards vertrokken zynde , dee- Frank- den hunne openlyke intreede , te Verfailles , *?*' eerst op Zondag, den zevenentwintigften van Bloeimaand , met ongemeene ftaatfie, en on- der eenen grooten toevloed van aanfchouwe- ren. Zy hadden , ten zelfden tyde, openbaar gehoor by den Koning (J>), dien zy begroete- den , wegens de geflooten' Vrede, en van wien zy, heufchelyk, bejegend werden (<?). Ook konden de Ambasfadeurs BuysenGoslinga niet anders dan aangenaam zyn , aan 't Franfche Hof, alzo zy beide fterk geyverd hadden tot bevordering der Vrede , waarop ook Frankryk gezet was geweest. De Heer Goslinga ver- trok, tegen 't einde van Zomermaand, weder- om herwaards (V); doch de Heer Buys bleef, nog tot op 't einde des volgenden jaars , in Frankryk. Eene der voornaamfle zaaken, wel- ken zyner zorge werden aanbetrouwd, was het bearbeiden van de bekragtiging der Vrede met Spanje , welke eenige zwaarigheid ontmoethadt aan 't Hof van Madrid , begeerende Filips ee- nige byzonderheden te bepaalen , in de Afte van bekragtiging , die niet fmaaken konden in Holland. Immers het Franfche Hof gaf voor r dat men, om deeze reden , de Afte te rug ge- zon- v (/)) LAMBERT! Tom- VUL pi 544—550.
( ij) Verbaal \en Inftruitie der extr. Aiub. Buys en Gosmin»
yrj Verbaal als boven.
B 4
|
||||
S4 VADERLANDSCHE LXIX.Boek;
»714. zonden hadt naar Madrid, en geyorderd, dat
—*— de Vrede hekragtigd werdt, zonder eenige voorwaarden. Buys fchreef dit aan de Staaten, die reeds bekommerd werden voor nieuwe onlusten, vooral om dat Frankryk de haven yan Duinkerken nog niet volkomenlyk ge- dempt hadt, gelyk, volgens het Verdrag met Groot Britanje, gefchieden moest. Zy deeden dan hun best, om Lodewyk den XIV. aan te zetten, tot het bezorgen eener onbepaalde be- kragtiging der Vrede met Spanje. Ook kwam zy ten laatften, in Wynmaand. De Heer Buys kreeg terftond last, om 'er den Koning van Frankryk voor te danken, gelyk hy deedt (O* Zyne Majefteit betuigde, by deeze gelegen- heid „tehoopen, dat de Vrede van langen duut „ mögt zyn." Hy voegde 'er by „ dat hy eg- „ ter. gerügten van oorlog gehoord hadt, en „ dat fommigen de wapenen fcheenen te wil- „ len opvatten; doch dat hy niet dagt, dat „ de Staaten zig daarmede zouden willen moei- „ jen. Wat my betreft, zeide hy, wyders, ik „ denk de Verdragen, heiliglyk , te houden o „ Men heeft lang genoeg geoorloogd, en el- „ kanderen uitgeput, o,m eindelyk eens goede „ vrienden te blyven. Ook was dit zyn oog- „ merk, en, zo hy vertrouwde, het oogmerk „ der Heeren Staaten, 't Was ook hun beider „ belang. Hy hadt zulks, meermaalen, aan hem, „ Ambasfadeur, verklaard, die bevinden zou, 3, dat hy gefproken hadt, gelyk hy dagt O).'" Wy-
r^)Misfive w/i den Extr. Amb. Buys van n OMoi. 17U0'
Lambert» Tom. VIII. p. 684 — 58*5. f O Mbfive van den Extr. Amb. Buts van II O&oh I?!*,
r«« UmüBRTi Tom. Vil!, f. 58Ö. ■* |
||||
LXIX.Boek. HISTORIE. 25
Wyders, handelde de Heer Buys, over ver- i7i4f
fcheiden' byzondere zaaken, de vryheid van -----—
de Scheepvaart en Koophandel betreffende.
Ook vorderde hy voldoening eeniger pennin- gen, die 't Huis van Oranje, volgens eene o- vereenkomst van den jaare 1699, nog van de Kroone te vorderen hadt, en die een derde in zevenhonderdduizend guldens beliepen. De ontruiming van de Spaanfche Nederlanden, en de ongeregeldheden, welken, by deeze ge- legenheid, voorvielen, verfchaften hem ook veel werks («). Doch wy- treeden niet in 't verflag van deeze byzonderheden, om dat zy luttel gevolgs gehad hebben. De Markgraaf de Chateauneuf, die, in Louwmaand, zyne open- baare intrede gedaan hadt in den Haage, hieldt zig, hier, ook, eenen geruimen tyd, met ver- fcheiden' diergelyke zaaken, bezig (v). De Graaf van Strafford hadt, vroeg in 't DcStaa-
voorjaar, aangehouden by de Staaten, om den teu wei- Hertog van Savoje, nu Koning van Sicilië, te j^J.- handhaaven in 't bezit van dit Ryk. Docfy al- tog van zo de Keizer hem, in de hoedanigheid van Ko- Savoje aing van Sicilië, noch niet hadt willen erker- "} 'lhe- nen (w), en de Staaten voor nieuwe onlusten s!cu/e\c vreesden, weigerden zy, heufchelyk, deezen hand- last op zig te neemen. Toen, in Zomermaand, haaven. de Vrede met Spanje op 't punt ftondt van ge- fiooten te worden, vorderde Strafford, dat 'er de Hertog van Savoje in begreepen werdt. Doch % werdt, in den Haage, insgelyks s van de hand ge-
f «) Verbaal van den cxtr. Amb. Buts. MS* ' '
(v5 Lamserti Tom. VIII. p. 751—769. ' C»0 Vaiez Lamberti 7m». Vlli. f> 43*» ?5
|
||||
26 VADERLANDSCHE LXIX.Boek.
17T4 geweezen (V). Strafford hadt, wyclers be-
,-------geerd, dat de Staaten hunne troepen trokken
Zy wil- uit Ooftende (ƒ.), hun verzekerende, dat Duin-
ïsnOost- kej-ten^ 0p -'t Kasteel na, geflegt was, en dat riet rui- ^e Haven binnen eene maand, of .weinig lan- men. ger, gevuld zou zyn: waarna hy aanboodt, Gend, Brugge en Nieuwpoort aan hun te zul- len doen overleveren, en middelen met hun te zullen beraamen, tot verzekering hunner Barriere. Maar men hadt hier geenen zin, om Ooftende te ruimen, zo lang de Engelfchen Duinkerken bezet hielden (V): welk zy, niet dan na 't dempen der haven, dagten te ver- laaten (V). De Graaf deedt nog andere voor- hagen, die, haddenze ingang gevonden, het fluiten der Vrede te Radftad geftremd zouden hebben (&). Doch de Staaten hadden nu min- der reden dan voor het tekenen der Utrecht- fche Vrede, om zig te voegen naar de maatre- gels van 't Engeliche Hof. Maar aan dit Hof viel, kort hierna, zulk eene gewigtige veran- dering voor, dat 'erde Staat van geheel Eu- ropa eene andere gedaante door kreeg. vr. De Koningin was, reeds op 't einde van 't De Ko- voorleden jaar, gevaarlyk krank geworden ""I'1gin aan eenige hevige toevallen van de jigt, haare Groot- gevvoonlyke kwaaie (V). Sedert was zy, by Briunje vlaagen, wat beter, doch nooit regt gezond fterfu geweest (V). De Staatsdienaars fpraken egter van
£x) Ucfol. Gener.,Ftnerlt 22 Jitny 1714.
( v i Rêl'ot. Gencr.' Mart. 31 Óitolr. 1713.
(z) Nottil. Zeel. van 1713. Byl. U. * 119.
(a) J.cttr. eer. de Lomires du 5e de Rlars 1714.
fij Rcfol. Geuer. SM. «4. 1'ebr- 1714- by Lamserti Tom.
vin. p 550
(O Tindal IV. X. [or XXV.] p. 96, 97, 99.
(_/_) Misfive van dc;i Raadp. Hejnsius van 13 Fetr. 1714.
|
||||
LXIX.BoEK. HISTORIE. 17
van haare oipasfelykheid, als van weinig be- 1?H,
lang. Doch de Whigs wisten 'er naauwkeuri-------
ge berigten van te bekomen, en arbeidden,
onder de hand, om de Proteftamfche opvol- ging buiten gevaar te ftellen: terwyl Boling- broke en eenigen zyner vrienden 't Leger op hunne hand zogten te krygen, om zig, zo men meent, van het zelve te bedienen tot fterking van den aanhang des Pretendents, die, zelfs onder de Torys, niet zo fterk was, als fom- migen wenschten: waaruit, eerlang, merke- ïyke twist ontftondt. onder da» tegenwoordige Staatsdienaars. De Whigs hadden, midlerwyl, zo men wil, een heimelyk Verdrag weeten te bewerken, tusfchen de Staaten en George Lo- dewyk. Keurvorst van Hanover, die, volgens de fchikking, welke thans in 't Ryk vastgefteld was, Koningin Anna opvolgen moest; zynde zyne Moeder, de Keurvorftinne Sofia, die, in Bloeimaand deezes jaars, in hoogen ouderdom, overleedt, eene Kleindogter van Koning Ja- kob den I. By 't Verdrag, waarvan wy fpree- ken, zouden de Staaten zig verbonden heb- ben, den Keurvorst zeker getal van fchepen en manfchap te leveren, om hem te helpen aan 't bezit derKroone vanGroot-Britanje, na 'taf- fterven der Koninginne. De vrienden des Pre- tendents, die nog in Lotharingen was, werden, daarentegen, verdagt gehouden van heimely- ken handel met het Franfche Hof, welk, zo verfpreid werdt, hunnen toeleg begunstigde, en hun volk en fchepen toefchikken zou («): hoewel zulks, in Frankrykj ftyf en fterk ont- kend (O Lettre de Londres du 15e 4e feyritr. 1714.
|
||||||
s8 VADERLANDSCHE LXIX.Boek.
|
|||||
1714. kend werdt. Midlervvyl, gedroeg rnen zig, aan
f 't Engelfche Hof, als of men om geenen an- deren opvolger dagt, dan om den Keurvorst
van Hanover. De Keurprins, zyn Zoon, was tot Hertog van Cambridge verheeven , door de Koninginne, die egter zwaarigheid maakte, om hem naar Engeland te ontbieden, en hem zit- ting in 'tHoogerhuis te verleenen, 't welk, van fommigen, ernftelyk begeerd was. Terwyl de ziekte der Koninginne toenam, tegen den Zo- mer, wies de verdeeldheid onder de hooge amptenaars zo fterk aan, dat zy tot openbaa- rcn twist uitborst. De Groot-Thefaurier, Graaf van Oxford, die, zo men meent, üerk voor 't Huis van Hanover gezind was, en op wiens ampt Bolingbroke vlamde, raakte buiten be- wind. Doch eer zyn opvolger nog benoemd was, werdt de Koningin van zwaare hoofdpyn en flaapzugt overvallen. By vlaagen, was zy egter by haare kennis, en ftelde, in eene der zelven, den Hertog van Screwsbury aan tot Groot-Thefaurier. Daarna, viel zy in een' doodflaap, en gaf den geest, den twaalfden van Oogstmaand, omtrend ten zeven uuren des Oeorge morgens (f). Men hadt, te vooren, zulke or- de 1. de gefteld, dat de Koningin zo dra niet over- wordttot leeden was, of de Keurvorst van Hanover ukgèroe- werc^t voor KomnS uitgeroepen, onder den pen. naam van George den I. 't Parlement erkende hem, nog dien zelfden dag. Men zondt hem tyding van zyne verheffing. De Koning van Frankryk verzuimde niet, te verklaaren, dat hy
Cf) TiNBAt *W. X.[orXXV.]p. 143, 159, tfii, i8j, lotfc
\$2, 220---233. ~1
|
|||||
LXIX.BoEK. HISTORIE. a9
|
|||||
hy de herftelde vriendfchap tusfchen de twee 1714,-
Kroonen zou zoeken te bewaaren, zonder zig . -m te moeijen , met eenigen toeleg, ten behoeve des Pretendens (g). De Staaten, aan welken de Regeering van Groot Britanje , terftond , kennis van de gewigtige verandering gegeven hadt, bereidden zig om den Koning te ontvan- gen. Hy kwam, in Herfstmaand, te Utrecht, De Stasu en van daar in den Haage ; daar hy ook door te" se- de Franfche en Spaanfche Gezanten begroet hèm^ec werdt. Hy ging, van den Prins, zynenZoon, eenige verzeld, fcheep in de Oranje- Polder en werdt, Oorlogs- door een Esquader Engelfche en Staatfche Oor fcheP£n, logsfchepen, begeleid naar Engeland, daar hy gefandj1' behouden aankwam. Bolingbroke was, reeds voor 's Konings aankomst, verlaaten van zyn ampt, en week, eerlang, naar Frankryk (/5). Ook maakte zyne Majefteit, daarna, nog grooter veranderingen onder de hooge arnptenaars (t). 't Gedrag der meesten Werdt, naderhand, ftren- gelyk onderzogt, door 't Parlement: al het wel- ke , eerlang, merkelyken invloed hadt, op den ftaat van Europa. Men befpeurde'er, terftond, de uitwerkfels Hy doet
van, aan de fterke poogingen, die Koning Geor- fterk »äu- ge deedt,tot bevorderinge der flegtinge van de hou^ea Vestingwerken, en der dempinge van de haven nepen van Duinkerken , waartoe Lodewyk de XIV. van zig, by de Utrechtfche Vrede met Groot- Bri pundc» tanje , verbonden hadt. De Staaten en de te- ken* gen-
(#) Rcfol. Gener- Mcrt'mZ Aug. 1714.
t h ) Misfive van den extr. Amb. üuys van 19 April 1715.
(O Tindal Vul. X. [or XXV. ]p 325, 330^331» 339.-SI4,
.«45 > 346, 347 > 34", 352> 353» 354> 355- Lamberii 'Xmu yifl. /1.656, 660 —6;6. |
|||||
3o VADERLANDSCHE LXIX.Bork.
1714. genwoordige Engelfche Regeering rekenden 't
■------beide van hun belang, dat Duinkerken geflegt,
en vooral, dat de Haven gedempt werdt. Het
voorig gedeelte deezer Gefchiedenisfe heeft ons, dikwils, doen zien, hoe veel nadeels de fcheepvaart van den Vereenigdcn Staat werdt aangedaan, uit de haven van Duinkerken, toen zy in de .nagt van Spanje was. En na dat Frank- ryk , ten ryde van Karel den II, Koning van Groot-Uritanje, meester van Duinkerken ge- worden was , hadden de Duinkerker Kaapers, in oorlogstyd , den Staaten ook veel nadeels gedaan, en de Vaart door't Kanaal belemmerd, of geftremd. Diergciyke nadeelen hadden 'er ook de Engelfchen van geleeden , wanneer zy in oorlog geweest waren met Frankryk. 't Volk was 'er, hierom, zeer op gefteld geweest, dat het vernielen der werken en haven bedongen werdt, by de Vrede (k). Allen ook, die voor de Protestantfche opvolging in Groot-Britanje yverden , begreepen , dat de haven van Duin- kerken de gelegenfte was onder 't Fransch ge- bied , om den Pretendent over te voeren naar Engeland ; 't welk , reeds meer dan eens, ge- dreigd was. Maar fommige amptenaars , ten tyde van Koninginne Anna, den Pretendent heimelyk gunst toedraagende , hadden niet fterker op het flegten van Duinkerken gedron- gen , dan zy moesten doen, om zig niet te zeer verdagt te maaken, by 't gemeen. Men was, derhalve , van de Franfche zyde , langzaam voortgegaan met het werk. Men kende de ge- fteldheid van het Engelfche Hof. En de Tor- cy hadt, reeds eenige maanden voor 't fluiten der
(O Rajipoit van 't Gch.Coinm. I. Heet, 11. 83.
|
||||
LXIX.BoEK, HISTORIE. 31
der Vrede, aan Böllingbr oke, te kennen gege- ifia.
ven „ dat het (legten der Vestingwerken en ——- „ het dempen der haven van Duinkerken toe- „ geftaan was. Doch dat het den Engelfchen, „ hierna , misfchien , zou können berouwen, „ dat zy gedrongen hadden , op dé üegting „ van eene Plaats, en op de demping van eene „ haven, dié van grooten dienst zouden können „ zyn , in een geval, dat, veelligt, niet zeer „ ver van de hand was .(/). Ongetwyfeld , zag hy op de overvoering des Pretendents, die fomroigen , toen , in den zin hadden. Toen George de I. aan de Kroon kwam , werdt 'er, terftond , meer werks gemaakt, om Frankryk te verpligten , tot het naarkomen zyner ver- bindtenisfe, ten opzigte van Duinkerken. Het Franfche Hof hadt nu de Vestingwerken der Plaatfe, grootendeels, doen (legten. Doch de Haven was zo weinig gedempt, dat 'er , door de oude Vaart, zulke groote fchepen als im- mer te vooren in komen konden. Ook waren de dyken langs de Vaart nog in wezen. Daar- enboven , arbeidde men , ledert eenigen tyd , aan een nieuwe Vaart te Mardyk , een groot uur gaans van Duinkerken , naar den kant van Grevelingen : welke Vaart, zo wal als de ou- de , tot aan Duinkerken loopen zou. Ook hadt men , op deeze Vaart reeds de gronflagen ge- legd van eene Huis, die veel grooter zyn zou, dan de Huis, door welke, de oude Haven plag fchoon gehouden te worden. Koning George Am- deedt, over dit alles , klaagen aan het Fran- ^0^,. fche Hof; daar men antwoordde „ dat de ha- Franfche „ ven tusfchen de Stad en 't Kasteel, in der Hof. „ daad,
(O Zit Rap. van'tGsh, Comm. I. Dml, il. 178.
|
||||
3a VADERLANDSCHE LXIX.Boek?
4714. „ daad, genoegzaam gedempt was, en dat men
—— „ze, dagelyks, nog verder vulde, met de puin „ die van 't Kasteel kwam. Doch dat men de „ woorden van 't Verdrag Portas compkatur , „ dat is , de Haven zal gedempt worden , nooit „ verftaan kon van de oude Vaart, die zeer „ onderfcheiden was van de haven. Dat deeze „ Vaart vyfhonderd roeden lang was , en dat „ de Koning zig nimmer verbonden zou heb- „ ben, om zulk eene Vaart te dempen: 't welk „ een verbaazend werk zou geweest zyn, waar- „ aan ook niet dan by laag water zou hebben „ können gearbeid worden. Dat zejfs deeze „ Vaart, eerlang , van zelve, door het affly- „ ten en vergaan der Dyken, zo ondiep zou „ worden , dat zy geene groote fchepen zou „ können voeren 4 dan by hoogwater; 't welk, „ langs de gantfche Vlaamfche Kust, van „ Nieuwpoort tot aan Calais toe , gefchieden „ kon. Dat, wat het graaven eener Vaarte, en „ het leggen eener fluize, te Mardyk, betrof, „ zulks, federt het flegten der fluizen te Duin- „ kerken, noodzaakelyk geworden was, wilde „ men het naaste Land voor overftroominge „ behoeden. Dat het water van de Vaarten „ van Veurne, van de Moeren, van Wynoks* „ bergen en van Bourbourg geloosd plag te „ worden , door de Sluizen te Duinkerken 5 „ waarom men, by 't Engelfche Hof, aange- „ houden hadt, om eene deezer fluizen in we- „ zen te mogen laaten. Doch dat de Konin- „ gin , hiertoe, niet hadt willen verftaan. Dat „ men zig , hierom , wel genoodzaakt gezien ,,, hadt, tot het graaven van 't Kanaal te Mar- „ dyk , welk van eene behoorlyke wydte en „ diep-
|
||||
LXIX.Boek. HISTORIE. 53
„ diepte zyn moest, om het water der vier 1714,-
„ andere Kanaalen, die allen bevaarbaar, en, —— s, met eikanderen, vierentwintig Roeden breed „ waren, te können ontvangen enloozen. Dat 3, de fluis ook gefchikt'moest zyn, naar de 3, breedte van 't Kanaal, en naar de menigte „ van 't water, welk 'er door geloosd moest j, worden. Dat men haast met het werk hadt 9, moeten maaken, om dat de Herfst op han- „ den was; wanneer men zwaaren regen, en, ,, gevolgelyk, ook overftroomingen te dugten „ hadt. Dat, eindelyk, zyne Majefteit niet „ voorhadt, Mardyk tot eene fterke Plaats en „ Zeehaaven te maaken; maar, gelyk reeds ge- „ zeid was, het naaste Land, welk noodwen- „ dig v/aterloozing hebben moest, te beveili- „ gen voor overftroominge(w)." Doch het En- gelfche Hof hieldt zig met deeze redenen niet voldaan. John Dalrymple, Graaf van Stairs, Weder- werdt, eerlang, naar Frankryk gezonden, om a"t- de klagten te vernieuwen, die over de Vaart ^a°°^,e. en Sluis te Mardyk gedaan waren. Hy hieldt ge den den Koning van Frankryk voor ,, dat 'er gee-;Koni«g 3, ne reden was, om voor overftrooming be- van „ dugt te zyn, konnende het Landwater, met ßrr^e. „ geringe kosten, geloosd worden, door de 3, Aa, te Grevelingen, en, zonder eenige kos- „ ten, door de fluizen van de Iperlé, by Nieuw- „ poort: behalve dat men, in deezen oord, „ ook voor geene merkelyke overftroomingen „ te dugten hadt, alzo 'er, tusfehen de Aa en „ de Iperlé, geene loopende waters gevonden „ werden. Ook waren de fluizen te Duinker- „ ken
O) Poiez LambERTI Tom. VIII. p. 678—fïl.
XYI1I. Deel. C
|
||||
S4 VADERLANDSCHE LXIX.Boek.
„ ken reeds zeven maanden toe geweest, zon-
„ der dat het Land eenigen overlast van 't wa- „ ter gehad hadt. De vier Vaarten, die men „ fchier als loopende rivieren befchreef, le- „ verden, derhalve, zo weinig waters uit, dat „ men, om het zelve te loozen, zulk eene „ wyde Vaart en fluis te Mardyk niet noodig „ hadt. 't Was dan blykbaar, dat zulk een „ kostbaar werk, met een ander oogmerk, en „ om Mardyk tot eene nieuwe Haven te maa- „ ken, in de plaats van Duinkerken, onder- „ nomen was. De Nieuwe Vaart was, van 't „ Kanaal van Wynoksbergen, daar zy in de „ Stad liep, af, tot aan de nieuwe fluis, twin- „ tig voet diep, en honderd en zeventig wyd. „ Daar konden wel vierhonderd groote fche- „ pen in leggen. Oorlogfchepen van den der- „ den rang, of van tagtig ftukken, konden 'er ;, in en uit komen. De Vaart was omtrent eene „ myllang, boven de Huis, die, veel wyder „ zynde dan de Huizen te Duinkerken, zo veel „ zeewaters door laaten kon, dat het,gevoegd „ by het water der andere Vaarten, welken „ de haven te Duinkerken plagten fchoon te „ houden, ten minfte, tweemaal zo veel wa- „ ters uitleveren zou, tot fchuuring der nieu- „ we haven, dan men te vooren hadt, om de „ oude te fchuuren. Wyders, kon men de „ fluis en haven van Mardyk niet naderen, „ dan van den duinkant, tusfehen Veurne en „ Duinkerken, welke toegang zo eng was, dat „ men dien, in den tyd van eene week, lig- „ tclyk, zo fterk maaken kon, dat dezelve, „ naauwlyks, zou te overweldigen zyn. Men „ week, derhalve, af van het waare oogmerk „ van
|
|||||
%■
|
|||||
LXIX.BoEK. HISTORIE. 35
„ van 't Verdrag, door het aanleggen deezer 1^14»
„nieuwe werken te Mardyk, en de Koning » „ van Groot-Britanje zou al zo lief gezien heb-
„ ben, dat men Duinkerken eenen anderen „ naam gegeven, en de oude Haven in wezen „ gelaaten hadt, dan dat men eene nieuwe en „ veel bekwaamer haven maakte, zo na by de „ oude." Het antwoord, welk het Franfche Het Hof op deeze redenen gaf, deedt duidelyk ^ra"fc^6 zien, dat men niet gezind was, het werk te biyftb» Mardyk te flegten. Men hieldt den Graave Zyn ge- van Stairsvoor ,, dat men 't Landwater nietvoeieu, „ door Grevelingen loozen kon, om dat de „ vloeren der fluizen aldaar tien voet hoo- „ ger waren dan die te Duinkerken. Ook „ kon zulks te Nieuwpoort niet gefchieden, „ om dat deeze Stad onder 't gebied ftondt ,, eener vreemde Mogendheid, van wier ge- „ nade men zou moeten afhangen. Drie loo- „ pende ftroomen waren 'er, zeide men, in „ deezen oord, den laagften van Vlaanderen» „ de Aa, de Kolme en de Lizer, behalven „ eene groote menigte van bevaarbaare Ka- „ naaien: waarom de vrees voor overftroo- „ mingegantsch nietydel was. Wyders, moest „ de Koning gerekend worden voldaan te heb- „ ben aan zyne verpligting, als hydeVesting- „ werken van Duinkerken geflegt, de Havert „ deezer Stad gedempt, en de fluizen vernield „ hadt, en als hy deeze Vestingwerken, Ha- „ ven en Sluizen nimmer herftelde. Hiertoe „ verklaarde zyne Majefteit gezind te zym „ Doch men moest hem niet vergen, dat hy „ zyne onderdaanen bloot ftelde voor 't ge- „ vaar van overftroominge. Eindelyk, ver- C 2 M nieuw^ |
||||
%6 VADERLANDSCHE LXIX.Boee.
rj-14. „ nieuwde hy zyne verzekering, dat hy niet
•------ „ voorhadt, te Mardyk eene Sterkte te ftig-
„ ten, noch eene ontzaglyke Vloot te houden
„ in de haven. Hy wenschte niets liever, dan „ de herftelde Vrede met de nabuuren te on- „ derhouden, hunnen Koophandel te doen „ bloeijen, en de algemeene rust van Europa <?n houdt „ te bevorderen (V)." Men moest z!g, voor zïg aan eerst, in Engeland te vrede houden met dit de^letter antWoord; fchoon men 't vreemd vondt, dat Verdrag het Franfche Hof, welk zig voorheen hadt wil- tegeii \ len houden aan het oogmerk der Verdragen, °°g- met agterftelling van de letter; nu op het naar- merk, komen van de woorden gefteld was, zonder zig met het oogmerk te bekreunen. Doch 't Verdrag kon duidelyker gefteld geweest zyn. Men las 'er flegts in, dat de Festingwerken. Ha- ven, flaizen en dyken van Duinkerken nooitwe* derom zouden mogen hermaakt worden [ Ne dic- TA Munimenta, Portas, Males, aut Aggcres de- nub unqiiam reficiantur\\ doch men beoogde ge- wisfelyk niet, den Koning vryheid telaaten, om diergelyke haven en Huizen, op dezelfde kust, en flegts een uur gaans van de oude, aan te leggen. De misilag beftondt, alleenlyk, hier- in, dat men dit oogmerk niet uitgedrukt hadt; van welk verzuim liet Franfche Hof zig wist te bedienen, tot zyn voordeel (o). Daar verlie- pen nog omtrent twee jaaren, eer zig gele- genheid opdeedt, om de werken, te Mardyk, welken, mldlerwyl, niet voortgezet werden (V), te doen (legten. De
f«) Pbiez Lamüerti Tom. 7X. p. 143—151.
(o) Tiniial Fol. X. [or XXV.] p. 3-7—381. lp) RoDsaET Rccueif, Toin. I. p. 87. |
||||
LXIX.BoEK. HISTORIE. 37
|
|||||
De Koning van Pruisfen, die zig, cp 't ein- 1714.
de des jaars 1^12, meester gemaakt hadt van-------
het Vorftendom Meurs, zogt zig, federt, in Vil.
't bezit te ftellen van eenige andere Heerlyke Vetf^hil goederen, die tot de nalaatenfchap van Koning Koning1 Willem behoorden. Onder voorwendfel, dat van Fredrik Henrik eene rente van tagtigduizend Pruisferi guldens in 't jaar bezeten hadt, waar voor de ov" d© tollen op de Maaze verbonden waren, hadt hy, £0°p ^ in 't voorleeden jaar, twee tolhuizen aangelegd Riaaze; op deezen ftroom, te Well, beneden Venlo: in een van welken, de tol van Middelaar, en in het ander, de inkomende en uitgaande regten van het Overkwartier van Gelder geheeven werden (q). De Staaten beilooten, terftond, den Koning voor te houden, dat deeze nieu- wigheid den Koophandel langs de Maaze, ge- weldiglyk, belemmeren zou, alzo de tollen, die voor de rente, op welke hy meende ge- regtigd te zyn, verbonden waren, reeds ta Roermonde en te Venlo lagen; in welke Ste- den zy bezetting hadden (>). Doch hunne ra- denen vonden luttel gehoors. De Koning be- weerde , dat hy deeze tollen heffen mögt, als Heer van Middelaar, welke Heerlykheid aan Prinfe Fredrik Henrik hadt toebehoord. Zelfs ftondt het hem, dagt hy, vry, als regt heb- bende op een gedeelte van het Overkwartier van Gelderland, uitgaande en inkomende reg- ten te vorderen, waar hy wilde. Hy liet zig Hy zeek? dan niet beweegen, om deeze tollen aftefchaf Graave fen. Vroeg in 't voorjaar, ontdekte men, daar te *** en-*
(y) Lamberti Tom. VTII.-p. 2I0.
(V ) Rcfol» Ggncr. 11 Abv. 1713. hy LambIRT) Tom. Vffl,
• 813.
c3
|
|||||
38 VADERLANDSCHE LXIX.Boek.
1714. enboven , dat het Hof van Beriyn zig, door
■— verrasfing, zogt meester te maaken van de Stad Graave, welker Heerlykheid aan den Huize van Oranje behoorde. Doch de toeleg werdt Hy werpt ontdekt, en gefluit. Ten zelfden tyde, wierp bezetting de Koning, onverhoeds, bezetting in Herftal, i£iHer" welke Heerlykheid , als door de Prinfen van Oranje bezeten geweest zynde, hy zig hadt doen toeëigenen, door het Leenhof van Luik, waar- van zy afhing. De Staaten beklaagden 'er zig» vergeefs, over, aan het Hof van Beriyn (O; welk zig , wat laater , ook van Diest in Bra- bant, insgelyks eene Heerlykheid vanden Hui- ze van Oranje, zogt meester te maaken ; doch van de Staaten voorgekomen werdt. Deeze en diergelyke moeilykheden bragten de Staaten, eerlang , tot het befluit, om het gefchil over de goederen van het Huis van Oranje aan de beflisfing van den gewoonlyken Regter over te laaten (*). Andere 't Was reeds meer dan eens gebeurd, dat de onlusten troepen van den Staat, in 't trekken , hunnen Hof van weS geIlomen hadden over het PruLsfisch ge- Beriyn. deelte van het Overkwartier van Gelderland. Hierover was dikwils geklaagd. Doch in den Zomer deezes jaars, kwamen de Staaten met den Koning van Pruisfen overeen , wegens ee- nen voet, waarop deeze togten , na deezen, tot wederzydsch genoegen, zouden können ge- fchieden («). De Koning hadt ook, federt ee- ni-
(j} Refol. Holl. 2« Juny 1715. tl. 55g. Poitz Lambert!
Tum. VIII. p.712—718. (O Iv«mberti Tum. VIII. p. 770, 77t.
Oi) Zie Groot - Piakaatb. V. Deel, il. 213. LamBKRTI Tem,
VUl.f. 718. |
||||||
LXIX. Boek. HISTORIE. 39
nigen tyd , de Stukken , Befcheiden en Papie- i7i^ .
ren gevorderd, die de Plaatfen van zyn aan- _____
deel in 't O verkwartier van Gelderland betrof-
fen. Doch de Staaten verklaarden zulke ftuk- ken , te Roermonde, niet gevonden te heb- ben. Men hadt, wyders, nog een verfchil met den Koning van Pruisfen , als Heer van Neuf- chatel, over eenige vendels Zwitfers, die de Koning allen als Neufchatelfchen wilde aange- merkt hebben , en die de Staaten, ten deele, als Bernfchen rekenden. De Koning ftondt 'er zeer op , dat men , over alle deeze vendels, met hem handelen zou ; doch men vondt niet geraaden, hem te wille te zyn (y). Men raad- pleegde , federt eenigen tyd , over eene mer- kelyke vermindering van troepen , waarom- trent de Gewesten eikanderen niet volkomen- lyk verftaan konden. Evenwel, hadt men , De Ge- na de Vrede , alle de vreemde troepen , die westen meer dan vyfenzeventigduizend man beliepen, bandelen afgedankt: ook verfcheiden' andere vendels en minde-r* Officiers , die in vredestyd van geenen dienst ring van waren. Men maakte zelfs eenige verminderin- Krygs- gen , ten opzigte der Zwitfers en Landzaaten: volk' zo dat de Staat, in alles, omtrent negentig- duizend man minder onderhieldt , dan geduu- rendé den oorlog. Nogtans , waren fommige Gewesten nog gefield op verdere verminde- ring. Utrecht hadt, uit eigen hoofde , ver- fcheiden' vendels afgedankt. Andere Gewes- ten oordeelden, daarentegen, dat de Vrede zo vast niet ftondt, dat men zigzozeervanKrygs- volk behoorde te ontblooten: welk laatfte ook, krag-
Cv) Lamberti Tom. VIII. p. 769, 891 — 893.
c4
|
||||
40 VADERLANDSCHE LXIX.Boe*.
- 1714. kragtiglyk , aangedrongen werdt, in de alge-
------ meene Petitie , die , volgens gewoonte , op 't
einde des jaars , door den Raad van Staate,
ter algemeene Staatsvergaderinge ingeleverd
werdt (ii').
VIII. De Vrede van Utrecht, die van de Vrede
Aanvang van Radftad en Baden gevolgd was , hadt Kei-
dlliJt zer KareI den VI- verzekerd van het bezit der
over de
Spaanfehe Nederlanden ; doch , onder dccze
Barriere, voorwaarde, behalven anderen , dathy, we- gens eene Barriere uit dezelven, overeenkwa- me met de Staaten , die de meeste ilerke PJaat- fen dier Nederlanden nog bezethielden, en niet gezind waren , dezelven te ruimen , voor zy met den Keizer zouden verdraagen zyn. Zy verklaarden dan, in de Lente deezes jaars, aan den Baron van Heems, Keizerlyken Refident in den Haage, dat zy bereid waren, in onderhan- deling met hem te treeden, over de Barriere , zo hy, hiertoe , behoorlyk , gemagrigd werdt van den Keizer, zynen Meester. Hy ant- woordde hun, na verloop van eenigen tyd, dat de Keizer gezind was tot handeiitige, midsmen geen agt gave op eenige voorgaande Verdra- gen, omtrent de Barriere gemaakt, en het Ver- drag kwame fluiten te Weenen-, na dat men, in den Haage , de punten zou hebben ge- reed gemaakt. Doch de Graaf van Strafford, kennis van deezen voorflag bekomen hebben- de, vatte terftond vuur. De Keizer fcheen, zei- de hy, haare Majesteit, die toen nog leefde, te willen aiijluiten van de kandelinge, met ze te trek-
(kO Petitie van 't jaar 1715. ly Lamberti Tom. VIII. pi
ÏP3 — 9'3. |
||||
LXiX.BoEK. HISTORIE. 41
trekken naar Weenen , werwaards zy , zekerlyk , 1714»
niemant zenden zou , gelyk hy verzogt, dat ds ——— Staaten ook niet deeden. Voorts, begeerde hy, dat men met Heems niet verder fprake over de Barrière , buiten zyn byzyn. Al 't welke hy betuigde te zeggen, op uitdrukkelyken last der Koninginne (#)• De Staaten, federt, nader fpreekende met Heems, vernamen uit hem , dat de Keizer, ligtelyk, befluiten zou, hun Na- men , Doornik en Meenen, tot eene Barriere, af te ftaan (y): 't welk niet onaangenaam voor- kwam , alzo men, Namen inhebbende, van de Sambre en Maaze meester zyn zou. Doornik floot de Scarpe en de Schelde, en Meenen de Leye. En 't gebied over deeze ftroomen, de voornaamften der Spaanfche Nederlanden, zou den Franfchen beletten , Magazynen te maaken, als zy den Vereenigden Staat, of de overige Spaanfche Nederlanden , zouden mogen willen aantasten. Ook zou de Keizer verpligt zyn , deeze Plaatfen te helpen ver- dedigen , zo hy de overigen behouden wil- de (z). Evenwel, vonden de Staaten dienftig, nog eenige andere Plaatfen en punten te vor- deren. Zy maakten dan, in Hooimaand, een Ontwerp gereed, welk aan den Baron van Heems overgeleverd, aan den Graave van Strafford vertoond , en aan de byzondere Ge- westen rond gezonden werdt. Het beftondt ilegrs uit vier punten. Doch vooraf werdt ver- Eisdide* klaard „ dat, by het Groot Verbond, in den Staaten. „ jaare 1701, tusfchen Keizer Leopold , Wil- „ lern
O) Misfive van den Griffier Fagei van iE May 1714.
(y) Misfive van den PenC de la Bassecour. van 5 JulylJH»
C2) Lambbrti Tom. VIII. p. 734.
C5
|
||||
42 VADERLANDSCHE LXIX.Boek.
1714. „ lern den III, Koning van Groot-Britanje ,
«——' „ en hunne Hoog-Mogendheden , gellooten, 3> beraamd was , dat de Spaanfche Nederlan- „ den , die toen met Franfche troepen bezet „ waren , herwonnen wordende, dienen zou- „ de tot eene Barriere voor deezen Staar. „ Dat dit geval nu plaats hadt, en dat hunne „ Hoog- Mogendheden, derhalve, gezind wa- „ ren 9 met zyne Keizerlyke Majeiteit, des- „ aangaande , overeen te komen , op den vol- „ genden voet. 1. Dat alle de Plaatfen , die „ de Staaten tegenwoordig bezet hielden , in „ de Spaanfche Nederlanden , daaronder be- „ greepen Veurne, Yperen, het Fort de Knok- „ ke en Charleroi, aan den Keizer zouden af- „ geftaan worden, uitgezonderd de Plaatfen, „ hierna te melden. Dat Roermonde met Kei- „ zerfche en Staatfche troepen zou worden „ bezet. Dat de Sterkten Filips, Roodenhui- „ zen en Damme zouden geflegt worden. Dat „ de Huisdeuren der Sterkte S. Donaas, die „ in eigendom der Staaten en aan de ftad Sluis „ gehegt bly ven zou, in tyd van vrede, zou- „ den weggenomen worden ; dat het verfchil „ over de Brugfche Vaart zou worden ver- „ bleeven aan Zegsluiden , wederzyds te kie- „ zen ; doch alles onder deeze voorwaarden , „ dat Meenen, de Stad en 't Kasteel van Door- „ nik , Bergen in Henegouwen, de Stad en 't „ Kasteel van Namen , 't Kasteel van Gend, „ en de Sterkte de Peerei en Maria op de „ Schelde alleen door troepen van den Staat „ zouden bezet, en , ten opzigte van woo- „ ning, vuur en licht, gehandeld worden , „ volgens het bekende Reglement, deswege » ge-
|
||||
LXIX-BoEK. HISTORIE. 43
„ gemaakt met den Keurvorst van Beieren , ,7,
„ toen Landvoogd der Spaanfche Nederlan- — „ den. Dat de Keizer , daarentegen , aan de „ Staaten zou af'ftaan de Stad Venlo , met de „ Sterkte S. Michiel, en Stevenswaard in 't „ Overkwartier van Gelderland , op gelyken „ voet, als deeze Plaatfen , door Karel den „ II, waren bezeten geweest, blyvende ook „ het Land van Weerd aan hunne Hoog - Mo- „ gendheden. Dat ook de Keizer, by 't Ryk, „ en daar 't verder vereischt mögt worden, „ zou te wege brengen , dat de Staaten bezet- „ ting zouden mogen houden in Huy, in welk „ geval zy zouden können gedoogen , dat het „ Kasteel van Luik geflegt werdt. DatdeStaa- „ ten , in tyd van oorloge , zo veele troepen „ als zy raadzaam oordeelden , zouden mogen „ leggen in de fterke Plaatfen der Spaanfche „ Nederlanden ; dat men ook nader zou over- „ eenkomen, wegens't getal der troepen, wel- „ ken de Keizer in die Nederlanden houden „ zou j dat de Staaten hunne bezettingen zou- „ den mogen voorzien van krygs- en mond- „ behoeften , zonder daar van eenigerlei reg- „ ten te betaalen; dat zy bevelhebbers en min- „ dere overften over hun krygsvolk zouden „ mogen ftellen , die alleen onder hun Regts- „ gebied zouden ftaan ; doch zo wel aan den „ Keizer als aan hun den eed van getrouwheid „ doen. 2. Dat de Keizer de geldligting zou „ goedkeuren , welke , geduurende de beftie- „ ring van Groot- Britanje en de Staaten over „ de Spaanfche Nederlanden gedaan, en waar- „ voor verfcheiden' inkomften dier Landen „ verbonden waren: hun, daarenboven, toe- „ ftaan-
|
||||
44 VADEIILANDSCHE LXIX.BoEit;
1714. „ ftaande een millioen guldens in 't jaar , uit
!-------„ de middelen dier Nederlanden, boven de in-
„ komften der veroverde Piaatfen, tot voldoe-
„ ning der kosten , vereischt, tot het bewaa- „ ren van Limburg , en tot andere noodwen- „ digheden. 3. Dat de grensfcheiding in Vlaan- „ deren , van den zeekant tot aan de Schelde, „ geregeld werdt, naar den zin van hunne „ Hoog - Mogendheden , en volgens een ont- „ werp," welk hier by gevoegd was ; doch welk wy niet hebben willen nafchry ven - om dat het wat te veel plaats beflaan zou, en om dat'er toch verandering in kwam. „ 4. Dat, einde« „ lyk, voor dat de Staaten hun bewind over de „ Spaanfche Nederlanden behoefden af te ftaan, „ en voor dat de bezettingen der twee Mogend- „ heden trokken uit de Steden , welken men „ ftondtover te geeven, het Verdrag van Koop- ,, handel zou moeten geregeld worden, op den „ voet van het Verdrag van Munfler , en dat „ men, in dit opzigt, redelyke voldoening zou „ geeven aan haare Groot - Britannifche Maje- „ fteit, zo zulks niet bereids mögt gefchied „ zyn O)." De Kei- De Graaf van Strafford hadt veel tegen dit zeriyke ontwerp , welk opgefteld was , zonder hem., Refident VOoraf, te kennen. Doch hy wilde 'er zig niet dfênt'ee- byzonderlyk op verklaaren , zonder naderen uemaal.' last van zyn Hof, daar 't nu ter oorzaake van den twist onder de hooge Amptenaars, en van de ziekte der Koninginne, zeer hagchelyk ftondt. De Baron van Heems beweerde ook, dat het ontwerp niet geleek naar 't gene men,, voor-
|
|||||
£«) W'tz LAMBERT! Tom. VIII. p. 735,
|
|||||
LXIX.Boek. HISTORIE. 0
voorheen, op't papier hadt gebragt. Men ant- 1714;
woordde hem , dat men egter, federt drie of------
vier jaaren , op gelyke onderstellingen, gehan-
deld hadt. Hy hernam, dat men toen van ge- dagten geweest was, dat het Huis van Oosten- ryk in 't bezit van Spanje zou gebleeven zyn. Men antwoordde, dat het mislukken hiervan den Staaten niet te wyten was. Ook, hervatte Hecms , den Keizer niet; die'er, der/ialye, niet om bekoorde te lyden. Wyders, nam hy kwalyk, •dat het ontwerp aan de byzondere Gewesten gezonden was , als ftondt het aan deezen , en niet aan den Keizer , om 'er in te bewilligen. Na veel over en wederfpraak, verklaarde hy, eindelyk, den Staatfchen „ dat de Keizer zulk „ een ontwerp geenszins hadt können verwag- „ ten , na de verzekering , hem door de Staa- „ ten gegeven , dat zy alle de gefchillen tot „ zyn genoegen wilden afdoen. Dat hy, Kei- „ zerlyke Gezant, den Heeren Staaten verze- „ keren kon, dat het ontwerp niet flegts kwa- „ lyk ontvangen zou worden , te Weenen ; „ maar dat men 't zelfs als een ondraaglyk juk „ zou aanzien. Dat hy last hadt, den Staaten „ te verklaaren , dat de Keizer de Spaanfche „ Nederlanden , nimmer , op zulke lastige en „ haatelyke voorwaarden , aanvaarden zou. „ Dat zyne Keizerlyke Majefteit hun vermaan- „ de , om een fpoedig einde te maaken van ,, de onderhandelingen over dit ftuk , waartoe „ men , of te Frankfort, ofte Brusfel, zou „ können byeen komen. Dat, zo de Staaten „ nog uitftel zogten , de Keizer niet zou kon- „ nen nalaaten , de Spaanfche Nederlanden , „ welken hem , van regtswege , toekwamen, |
||||
4<5 VADERLANDSCHE LXIX.Boek.1
|
|||||
1714. 5» te doen bezetten , door zyne troepen. Dat
------- „ het Verdrag van Baden haast geflooten zou
„ zyn , waarna de Keizer verpligt zou wezen,
„ de Keurvorften van Keulen en Beieren te „ herftellen : 't welk hem de uitvoering van „ zynen toeleg zou doen verhaasten, en bezit „ doen neemen van de Spaanfche Nederlan- „ den, naar gelang, dat hy de genoemde Keur- „ vorften herftellen zou: al't welk hydenStaa- „ ten riedt, in ernftige overweeging te nee- „ men (£)." IX. De Keizer hadt, midlerwyl, Jozef Lotkarius, Staat der Graaf van Kom'gfek, benoemd, om met de Staa- tegen- fen te handelen , over 't ftuk der Barriere , en Regeel drong zeer op een fpoedig afdoen van zaaken. ringe over De Staaten toonden zig bereid, 't Bewind over de Spaan- de Spaanfche Nederlanden viel hnn langs hoe fcheNe- lastiger, konnende zy, aldaar, noch't gemeen den*"" noc^ ^en Grooten genoegen geeven. De Raad van Staate te Brusfel, op aanraading van het Engelfche Hof, kort voor 't overlyden der Ko- ninginne , ondernomen hebbende , de Regee- ring te veranderen , te Doornik , te Yperen, te Meenen en te Veurne, zonder de Staaten te kennen , haalde zig, daarentegen , hierdoor, derzelver ondank op den hals. Men verftondt, dat den Raad geen gezag toekwam, overPlaat- fen , die Karel de II, ten tyde van zyn affter- yen, niet bezeten hadt; maar welken, federt, veroverd waren ; en men beval den Wethou- deren deezer Steden , 't gezag des Raads , in geenerlei opzigt, te erkennen. Doch zulke en veele diergelyke moeilykheden deeden de Staa- ten ( f) VeUz Lamberti Tmv, VIII. p. 738.
|
|||||
LXIX.BoEK. HISTORIE. 47
ten verlangen naar de herftelling van de Regee- I7I4,
ring der Spaanfche Nederlanden <, op eenen vas-
ten voet. Hun ontwerp was nu , aan 't Wee-
ner Hof, gelezen en afgekeurd. Onder ande- ren , oordeelde men , dat de Staaten hun ge- bied in Vlaanderen te zeer zogten uittebrei- den. Ook wilde men de Sterkte Filips, zo na by Antwerpen gelegen , niet liegten , noch de Peerei afftaan aan de Staaten, die dan meesters zyn zouden van een Kanaal, welk door't Land van Waas liep. De Baron van Heems , die Nadere dit den Staatfchen bekend maakte , verklaarde uitbie- egter, in eene volgende byeenkomst, dat zyn din;?dei Hof, op eene Piaats of twee , en op eenhon- fchea. derdduizend guldens of twee meerder of min- der niet zien zou. Men kwam , andermaal, byeen, om de Plaats tot de handeling te be- paalen. De Graaf van Strafford , die hier te- genwoordig was , deedt zyn best, om te maa- ken , dat men tot geen befluit kwame. Doch na de dood der Koninginne, die kort hierop volgde, veranderde hy van gedrag. Men Hel- de , eerlang, vast, te Antwerpen te handelen. De Staaten benoemden hiertoe uit hunne ver- gadering de Heeren van der Dusfen , Graave van Regteren en Scato Gokkinga , en uit den Raad van Staate , Adriaan f an Borfelen , Heer van Geldermalfem. De Koning van Groot- Bri- tanje, zorg willende draagen, voor 't gene den Koophandel zyner onderzaaten op de Spaan- fche Nederlanden betrof, magtigde eerlang Graaf William Cadogan, om de onderhandelin- gen te Antwerpen by te woonen (c). Men kwam,
CO Tindal y,U X. [or XXV.] p. 3S3»
|
||||
48 VADERLANDSCHE LXIX.BoEfc
|
|||||
1714. kwam, in Wynmaand, byeen. Dewederzyd-
fche voorflagen verfchilden , in 't eerst, mer- Byeen- kelyk. De Baron van Heems , die zig , in 't kom.« te begin der onderhandelingen , eenigen tyd , te peu.Wer" Antwerpen ophieldt, maakte zwaarigheid over de laatfte millioen, den Keizer verftrekt door de Staaten , en gebruikt tot voldoening der hulp- troepen, die, in't jaar 1712, afgeweeken waren van den Hertoge van Ormond , om zig by 't vereenigd Leger te voegen ( d). Ook leverde hy rekeningen over van brood, garst of haver, door den Keizer, aan de Staatfche en Paltfifche troepen, in Katalonie, verzorgd. Hy vorderde, daarenboven, eenige agterftallen, verfchuldigd aan de Keizerlyke troepen, die in de Nederlan- den gediend hadden* x. Doch terwyl deeze en andere punten over- Dï staa- woogen werden, te Antwerpen, ontving men, ten van jn ^en Haage , ichryvens van de Staaten van land zoe- Gelderland , waarby op de algemeene Staaten 'ken een begeerd werdt, dat zy voor alle dingen zorg gedeelte droegen , om eene Barriere aan den Ryn, zo van 't wei ais aan de Maaze, te bekomen. Men fcheen, kwartier aan den R>7il» het 00£ te "ebben op Keizers-
te doen waard, welk de grenzen van den Staat dek- hegten ken zou, tegen 't gene, uit Bon en Rynberk, aan hun we}ka Plaatfèn den Keurvorst van Keulen in Gewest. jenden ftonden te komen, zou können onder- nomen worden. Aan den Maaskant, zogt men Venlo en Stevenswaard te verkrygen, welken, reeds te vooren, gevorderd waren. Doch Kei- zerswaard kwam den Keurvorst van de Palts toe , die , wel verre van iet te willen afïtaan, zig:
|
|||||
LXIX. Boek. HISTORIE. 49
zig onlangs in 't bezit gefield hadt van het 1714.
Steedje Kesfenich, onder 't gebied van den ———. Staat, niet verre van Maastricht, gelegen; hoewel zyne foldaaten, wel haast, wederom van daar gedreeven waren, door de Staatfchen. Men zag, derhalve, geen' kans, om bezetting te krygen in deeze Plaatfe. Wat laater, vor- derde Heems , dat de Keizer in 't bezit ge- field werdt van het Hertogdom Luxemburg en van het Graaffchap Namen, konnende hy, an- derszins , den Keurvorst van Beieren, die dee- ze Gewesten inhadt, niet veiliglyk herflellen in 't bezit van deszelfs Keurvorflendom, 't welk, nogtans, twee maanden na het uitwisfe- len der bekragtigingen van het Verdrag van Ba- den , gefchieden moest. Ook merkte hy aan, dat het Hertogdom Luxemburg niet begreepen was onder de Barriere, welke de Staaten, in 't jaar 1709, bedongen hadden. Men gaf hem geen antwoord, van de zyde der Staaten, om dat de Gemagtigden zig, hierop, niet gelast vonden. De bekragtigingen van't Verdrag van Deicet. Baden, federt, zynde uitgewisfeld, vorderde zerfchea Heems, in den Haage, de ontruiming van Bon, vorderen Huy en het Kafteel van Luik , welke Plaat- «^g fen te rug gegeven moesten worden aan den VanBon, Keurvorst van Keulen, die, te gelyk, Bis-Huyen't fchop en Prins van Luik was. By de Utrecht- Kafteel fche Vrede tusfchen Frankryk en de Staaten, vanLuifc> was bedongen, dat Bon, drie maanden na de herflelling van den Keurvorst, geflegt zou wor- den , en dat Frankryk hem zou beweegen, om de Staaten bezetting te laaten houden, in Huy en in 't Kafleel van Luik. Doch, flrydig met deeze verbindtenis, was, by 't Verdrag van XVIII. Deel. D Ba- |
||||
50 VADERLANDSCHE LXIX.BoEïct
|
|||||
1714, Baden, met algemeene woorden, toegeftaan»
——— dat de Keurvorst van Keulen herfteld zou wor- den , in 't bezit zyner goederen en waardighe- den. De Staaten waren, ondertusfchert, gantsch niet geneigd, om Bon, of 't Kafteel van Luik te mimen, zonder te bedingen, dat deeze twee Plaatfen geflegt werden. Huy wilden ze gaarne bezet houden. Zy konden, hierom, den Kei- zerlyken Gezant niet antwoorden, zonder, vooraf, de meening der byzondere Gewesten vernomen te hebben. De onderhandelingen te Antwerpen werden, hierdoor, geftremd. Ook verfchilde men, aldaar, nog geweldiglyk, over de grensfcheiding in Vlaanderen, en over den afftand van een gedeelte van het Overkwar- tier van Gelderland, welk de Staaten gevor- derd hadden, en welk het Weener - Hof niet Hevige befliuten kon over te geeven. In de gefprek- twisttus- ben, die hier over gehouden werden, ver- Keizer- viel men' fomtvds5 tot hevige verwytingen. fehen en De Afgevaardigden der Staaten zeiden „ dat Staat- „ het Weener - Hof kwalyk erkende de poo- fchente n gingen, aangewend door de Staaten, ten penWer" " voordeele van het doorlugtig Huis van Oos- „ tenryk; poogingen, waarvan men nog eene „ lange reeks van jaaren fmertelyk gevoel „ hebben zou, uit hoofde van het groot ver- „ val in 's Lands geldmiddelen, welk 'er door „ veroorzaakt was; en van de zwaare fchul- „ den, in welken men zig geftekenhadt, en, „ onder welker drukkende last, de Staat by- „ na bezweek. Voor al 't welke zy, nogtans, „ meer niet vorderden, dan eene goede Bar- „ riere, waardoor de Staat, tegen aanvallen „ van buiten, beveiligd mögt worden." De Kei-
|
|||||
tXIX.BoEK. H I S f O R I E. 51
Keizerlyke Gezant verweet hun, hiertegen,
„ de agteloosheid der Staaten, terwyl de wa- „ penen der Bondgenooten, alomme, voor- „ fpoedig geweest waren. Men zou, zeiden „ ze, den oorlog veel korter hebben können „ doen eindigen, zo men meer yvers en zorg „ hadt aangewend, ter bevordering van het „ gemeene welzyn. Men hadt, daarenboven , 3, de belangen van het Huis van Oostenryk „ verwaarloosd, door het fluiten der fchan- „ delyke Utrechtfche Vrede* Men hadt, in ,, 't Verdrag deezer Vrede, verfcheiden' pun- „ ten gevoegd, waardoor de Keizer gehoond 9, werdt. Men hadt, toen men reeds vastge- „ fteld hadt, vrede te maaken, fterk aange- „ houden by den Keizer, dat hy Prins Euge- „ nius naar de Nederlanden wilde zenden * „ om zig aan 't hoofd van 't Leger te Hellen, „ enkelyk, om dat men betere voorwaarden „ bedingen zou, terwyl men zig wel verze- „ kerd hieldt, dat zyne komst anders geen* „ dienst zou doen.'' De Staatfchen, den Kei- zerfchen niet willende toegeeven, dreigden zelfs „ dat zy hunne toevlugt tot Frankryk „ neemen zouden, om de naarkoming te „ verkrygen van 't geene, ten opzigte van Luik* „ Huy en Bon, beraamd was, by de Utrecht- „ fche Vrede." Doch 's Keizers Gezant Hoor- de zig hieraan niet. „ Hy wist wel, zeide hy, „ dat men deezen weg niet inflaan zou* Men „ hadt het, hieldt hy zig verzekerd, reeds ge- „ daan, en tot antwoord bekomen, dat Lo- „ dewyk de XIV. alleen verbonden was, zyn best „ te doen, om den Keurvorst van Keulen te be- 3, weegen, tot het gene de Staaten tan hem fa Ds „ geer- |
||||
0» VADERLANDSCHE LXIX. Boeit;
|
|||||||||||||
ijri4. „ geerden; dat hy V ook zyn werk van gemaakt,
'■- ;, doch weigerend antwoord bekomen hadt^ en nu |
|||||||||||||
»»
|
meer niet doen kon, alzo de zaak van Luik,
|
||||||||||||
„ Huy en Bon net Ryk aanging." In eene vol-
gende Byeenkomst, ftondtmen, van 's Keizers wege, toe, dat de Staaten halve bezetting hiel- den, in dePlaatfen, die Karel de II, tot op zyn' dood toe, bezeten hadt: doch niet dan onder dezelfde voorwaarden als toen, te wee- ten dat de bevelhebbers, door den Vorst, ge- field werden, en aan hem alleen eed deeden. Men antwoordde, hierop „ dat men, met zul- ,, ke halve bezettingen, het zelfde gevaar zou „ loopen, als toen de zogenaamde uiterfte wil „ van Karel den II. aanvaard werdt." Doch hiertegen werdt, van 's Keizers zyde, aange- merkt „ dat de Barriere alleen diende tegen „ Frankryk, niet tegen den Keizer; die de- „ zelve, te gelyk met de'Staaten, tegenFrank- „ ryk, befchermen moest." Omtrent de ver- overde Steden, gebruikten de Keizerfchen meerder toegeevendheid. Evenwel, konden zy nog niet befluiten, om eenig deel Lands, 't zy in Vlaanderen, of in het O verkwartier van Gel- derland , af te ftaan aan de Staaten. De Kei- zerfchen oordeelden, datzy, door het Over- kwartier, een' vryen doortogt voor hun krygs- volk behoorden te behouden naar de Spaan- fche Nederlanden. De Staaten van Gelderland waren 'er, daarentegen, zeer op gefield, om dit gedeelte van het O verkwartier te doen heg- ten aan hun Gewest, waartoe het gantfche Overkwartier,oudtyds, behoord hadt. Doch de andere Gewesten, dit deel Lands houdende voor tcne vrugt van den oorlog, die metgemeene magt
|
|||||||||||||
Men han-
delt over 't houden van hal- ve bezet- ting in eenige Plaatfen. |
|||||||||||||
Aangele-
genheid van 't 0- verkwar- tier van Gelder-" land. |
|||||||||||||
LXlX.BoEK. HISTORIE. 5$
magt gevoerd was, hadden geenen wil, om i;i4
'er Gelderland alleen meester van te maaken.-------■
Wyders, werden de Staaten, eindelyk, te ra-
den , om, ten opzigte van de grensicheiding in Vlaanderen, veel toe te geeven, zo zy het be- geerde gedeelte van het Overkwartier behou- den konden; waaraan hun veel gelegen was, om dat zy, uit het zelve, langs de Maaze, gemeenfchap konden hebben met Maastricht, eene der voornaamfte grensvestingen van den Staat. De algemeene Staaten hadden, midlerwyl, XI.
op den voorflag van die van Holland, befloo- Manda- ten , hunnen Afgevaardigden te Antwerpen te eJ"f ^" belasten, dat zy, met onxigt op'den Koophan- drag van del in de Spaanfche Nederlanden, moesten Koop- ragten te bedingen ., dat men 't Verdrag van ha»*tet ., Munfter van 't jaar 1648 leide tot een' grond- J." ^_ ., flag van het Veidrag, waarover nu gehan- ithe Ne- „ deld werdt; dat men den Staaten dezelfde derian- „ voonleelen toeftondt, die aan Frankryk en tiatt' „ aan Groot-Britanje verleend werden; dat „ men de inkomende en uitgaande regten „ moest doen regelen, naar de billyke inzig- ,, ten van deeze twee Mogendheden. Datzy, ,, wyders, bewilligen mogten in eenen voor- „ flag van den Graave van Konigfek, om dee- ., ze regten, by voorraad, te doen heffen op „ den tegenwoordigen voet, waardoor de ver- „ hooging der regten op wyn, brandewyti, „ azyn en zout, die, in 't jaar 1680, ingevoerd- „ was, zou vernietigd zyn. Dat de Staaten ,, ook zouden biyven toeitaan het vry in- en ,, uitvoeren van de garens, die-, uit de Spaan- D3 „ fche |
||||
$4 VADERZANDSCHE LXIX.Boek,
Ï714. „ fche Nederlanden, gebragt werden in de
------- „ Vereenigde Gewesten, alleen om gebleekt
„ te worden. Dat men de plaatfelyke regten
„ op de Lakens, en andere ftoflèn, in fom- „ mige Steden der Nederlanden, geduurende „ den Oorlog, ingevoerd, moest doen affchaf- „ fen. Dat men Konigfek hoop geeven mögt, „ dat de Staaten de regten op zulke waaren, „ waardoor de buitenlandfche handel moeilyk „ gemaakt werdt, zo zouden regelen, als in 't „ jaar 1600 gefchied was, mids Franloyk en „ Groot-Britanje hierin bewilligden. Datzy „ den Graave ook mogten verzekeren van der „ Staaten geneigdheid, om de Tol-Comptoi- „ ren in de Spaanfche Nederlanden, op eene „ gewoone wyze, te ontheffen van de Hoofd- „ lommen, ten hunnen lafte, onder borgtogt „ van den Staat, geligt, en uit hoofde van 3, welke Iigtingen, men de regten op dewynen, 5, brandewynen, azyn en zout hadt moeten „ verhoogen." Meer andere punten, den Koophandel betreffende, moesten de Afgevaar- digden zoeken te doen regelen; doch hunne handelingen hier over waren vrugteloos. Men fcheidde, eindelyk, zonder een Verdrag van Koophandel te hebben können fluiten. Maar op 't einde des jaars, kwam men overeen, we- gens het laatfte mülioen, voor den Keizer De Kei- opgenomen. Ten zelfden tyde, gaf de Baron zerneemt van Heems den Staaten kennis, dat de Kei- LCZiem*n zer^e tt0^0 gereed waren, om naar Lu- fcurg en xemburg en Liraburg te trekken, begeerende Limburg, dat het Staatsch Krygsvolk, welk, na 't ver- trek der Beierfche troepen a in Luxembug ge- trok- |
||||
LXIX.BOEK. HISTORIE. 55
|
|||||
trokken was, de beide Steden wederom ruim- 17145.
de (0). Men befloot, eindelyk, den Keizer—— hierin te wille te zyn. De Keizerlyke troepen namen, in den aanvang desjaars 1715, bezit 17154 van de twee Steden (f), en zyne Keizerlyke «» de naamen droegen. De Staaten hadden, terftond na de komst XII.
van George den I. tot den troon van Groot- B»lten- Britanje, beflooten zyne Majefteit, deswege, fjezan* volgens gewoonte , te begroeten, door eene fchap buitengewoone Ambasfade (g), waartoe de naar Rn- Heeren Arend van Wasfenaer- Duivenvoorde en geland. Filips Jakob van Borfelen, Heer van Voorhou- te, benoemd waren. De Ambasfadeurs deeden hunne openbaare -intrede, te Londen, op den twintigften van Lentemaand, en hadden, ten zelfden dage, gehoor by den Koning, en by den Prinfe en Prinfesfe van Walles (h ). Zy bleeven, eenen geruitnen tyd, in Engeland, en hadden gelegenheid, om de beginfels gade te flaan van eenen gevaarlyken opftand, die, eerlang, aan verfcheiden' oorden in 't Ryk, ondernomen werdt. De Pretendent, die zig, ten deezen tyde, Opftand
te Bar in Lotharingen onthieldt, hadt, kort na in Enge- de dood van Koninginne Anna, eene verklaa- ]^Jn ring uitgegeeven, onder anderen behelzende, ]anti° "ren „ dat hy, federt eenigen tyd, niet hebbende behórvs „ können twyfelen aan de goede gezindheid van df^ „ van de Prinfesfe, zyne Zuster, te hemwaards, ^,!^1 ( O Lavbf.rti Tom. VIII. p. 737, 738, 739—752.
( ƒ) Lamberti Tom. IX. p. 3. £<0 Zie de Inftr. in de Rcfol. HoII. 15 Jan, 1714, W, 46.
V'O i^iMBERTi Tem. IX. p. 161—164. D4
|
|||||
56 VADERLANDSCHE LXDLBowr.
1715. „ ftil gezeten hadt, afwagtende de uitwerkfels
------ „ deezer toegenegenheid, die, door haaren
„ beklaaglyken dood, ongelukkiglyk, verhin-
„ derd waren geworden. Doch dat hy, hier- „ op, tegen zyne verwagting, hadt bevonden, „ dat zyn volk, in de plaats van zig van dee- „ ze gunftige gelegenheid te bedienen , or» „ hem en zig zelven regt te doen, en de eer „ en het belang van hun Vaderland te herftel- „ len, terftond daarna, een' vreemd' Vorst », voor hunnen Koning hadt uitgeroepen, te- „ gen de onbetwistbaare grondwetten van het s, erfregt, hem toebehoorende, welk, door „ geene gewaande Aften van vastftellinge, „ vernietigd kon worden (/)." Uit deeze ver- klaaring , die, den negenentwintigften van Oogstmaand des voorleeden jaars, te Plom- bieres , getekend was , befpeurde men, dac de Pretendent veele Vrienden in 't Ryk heb- ben moest, die hem op de gunst derKonin- ginne hadden doen hoopen. Ook beleedt ie- mant zyner aanhangeren, die naderhand ont- halsd werdt, dat de Koningin een geheim mond- gefprek gehouden hadt met den Pretendent, in 't Paleis van Somerfeth, in 't byzyn van den Franfchen Ambasfadeur, Hertogt van Jumont, en van twee Engelfchen, waarvan hy 'er één geweest was. Veelen geloofden, dat men toen middelen beraamd hadt, om den Pretendent op den troon van Schotland te verheffen, en hem dus den weg te baanen, tot den troon van Engeland na hetoverlyden derKoninginne(/Q. Doch
ft) Voiex Lamiikrti Tom. Vin. p. (185.
(kj yuitz L/tMiifcRii Turn. IX. p. jyj. |
||||
LXIX.BoEK. HISTORIE. 57
Doch fommige Torys enheimolyke Jakobiten, 1715,
de eer der Majefteit en haarer Staatsdienaaren -------
willende bewaaren ,dreeven, dat de verklaaring
des Pretendents een werk der Whigs was, ge- fmeed om de overleeden' Vorftin, by de voor- flanders derProteftantfche opvolginge, verdagt te maaken; fchoon men, met eenen brief des Hertogs van Lotharingen, gedagtekend den zes- den van Wintermaand des voorleeden jaars, be- wees , dat de Pretendent .zelf den Hertoge een afdrukfel deezer Verklaaring, als zyn eigen werk, ter hand gefteld hadt ( /). Ook bleek, kort na de aankomst der Staatfche Gezanten, dat het getal der Jakobiten grooter was, dan men ge- dagt zou hebben. Op den verjaardag der her- ftellinge vanKarel den II, die 's daags na'sKo- nings geboortedag viel, dronken veelen, open- lyk, op de gezondheid van den Pretendent. In verfcheiden' Steden van 't Ryk, vierde men zy- nen geboortedag, met het luiden der klokken, het ontfteeken van vreugdevuuren, en een ge- roep van Lang leeve Jakob de III! Kort hierop, verfpreidde men eene tweede Verklaaring, waar- by de Pretendent beloofde, zyn e Ryken in 't kort te zullen komen verlosfen van het wille- keurig gebied der vreemdelingen (rn). In Hooi- maand, kreeg men berigt, dat de opftand op 't punt ftondt van uit te berften in Schotland. Men gaf 'er, terftond, kennis van aan de Staat- fche Ambassadeurs, die 't naar den Haage over- fchreeven: waarop de Staaten, die, reeds in DeSwa- Oogst- ten bt>
(O Voiez Lamcerti Tom. VIII. p. 689. Rapp. van 't Geh.
Coinm. I. Deel, hl. 179. (m) Lamuerti 'lernt IX. f. 181, 182, 183, |
|||||
D5
|
|||||
58 VADERLANDSCME LXIX.Boe*.
1/15. Oogstmaand des voorleeden jaars, hadden vast-
■ ■ looven Britanje te handhaaven, volgens de Verdra- Ge"inS SenCfl)» ^en Koning hiervan op nieuws de te zunen pïegtigfte verzekeringen deeden geeven, door onder- hunne Ambassadeurs (0). Doch toen het En- fteunen. geliche Hof hen, ten deezen tyde, ook on- dertasten liet, over het aangaan eener befcha- digende Verbindtenisfe, vonden zy, naauw- lyks ontheeven van .eenen kostbaaren oorlog, ongeraaden zig, hiertoe, te laaten overhaalen. Zy zonden egter, terftond, bevel naar Oost- ende , om de weinige Engelfche troepen, die nog te Nieuwpoort en in 't Kafteel van Gend lagen, ten fpoedigften, in te fcheepen. Ook gaven zy last, dat de Schotfche Regementen in hunnen dienst zig tot de reize gereed hou- Jlunne den moesten. In Zeeland, waren twee Fregat- teerzorg.ten uitgerust, zo voorgegeven werdt, naar de Spaanfche Westindien; doch gelyk men, te laat, vernomen hadt, ten dienfte desPreten- dents. Maar op de Maaze werden verfchei- den fchepen aangehouden, die buskruid naar Ierland gelaaden hadden, zonder dat men eg- ter wist, of 't voor, of tegen den Koning ge- bruikt ftondt te worden. De Admiraliteiten kreegenlast, om naauwkeuriglyk toe te zien, dat 'er geenerlei oorlogsbehoeften ten Lande uit gevoerd werden, naar verdagte Plaatfen (p"). Kortom, men ftelde, hier te Lande, al- les in 't werk, wat,dienen kon, om den toe- leg (n~) Refbl. Gener, Mtrcur. ij Joris l5 Aug. 1714. Ut 835.
#35. en l/v LaMBERTI Tom. VIII. p. 667. (o) Foiez Lambeati Tom. IX. p. 180. Ik) LAMBERT! 70m. IX. f. l8j-> l8ï.
|
||||
LXIX.BOEK. HISTORIE. 5?
|
|||||
leg des Pretendents te helpen verydelen. 1715;
Omtrent het midden van Herfstmaand, brak------■
de opftand openlyk uit in Schotland, onder De Grn*f
beleid van den Graave van Mar, die, onaan- vatl| M*r gezien hy Koning George trouwe hadt gezwoc- der^Preï ren, zig derwaards begeven, den Pretendent, tendenc openlyk, voor Koning van Schotland verklaard, tot Ko- en den Koninglyken Standaard, te Braemar, c^™ opgeregt hadt, om Krygsvolk, onder den zei- lacn(£ * ven, te verzamelen. De wederfpannelingen ontvingen verfcheiden" fchepen met krygsbe- hoeften, en gaven voor, merkelyken onder- ftand te verwagten uit Frankryk, van waar Koning Jakob, in 't kort, ook ftondt over te komen, om bezit van zyn Ryk te neemen. Doch de tyding van het affterven van Koning Lodewyk den XIV, die zy, omtrent deezen tyd, ontvingen, deedt hun den moed niet wei- nig zakken. Men hadt, ten zelfden tyde, een' aanflag gefmeed, om Edenburg in te neemen, die egter, by tyds, ontdekt en geftuit werdt. In Engeland, raakte men, insgelyks, agter 'c geheim eener famenzweeringe: waarop ver- fcheiden' Perfoonen van meer en minder aan- zien in hegtenis genomen werden. De Ko- ning, de zittingen des Parlements, van tyd tot tyd, verfchuivende, gaf, ondertusfchen, alomme bevel, om 't Krygsvolk gereed te hou- den om op te trekken. In Kornwall, in Nord- 't Ge- humberland en elders, was de Pretendent ook, f=Wed« openlyk, uitgeroepen voor Koning. De Graaf g°„™ van Mar, van Plaats tot Plaats voorttrekkende iand, in Schotland, kreeg, in korten tyd, eenen aan ver- geweldigen aanhang, en maakte zig van ver- fcheiden* fcheiden' Zeelieden meester. De Hertog van oordeiu' Ar-
|
|||||
6o VADERLANDSCHE LXIX.Boek;
1715. Afgyle had eenige manfchap tegen hem op de
-------been gebragt; doch nog geene gelegenheid ge- had, om hem merkelykc afbreuk te doen (q). De Staa. In deezen ftand der zaaken, vondt Koning ten on- George geraaden, den Heer HoratioJFalpok, derfteu- af te zenden naar Holland, met last, om, ne- ning vens den Graave Cadogan, by de Staaten, George, aan te houden, om den onderftand van zes- met zes- duizend man, welken zy verbonden waren der duizend Kroone van Groot-Britanje te leveren. Hy kwam, in Wynmaand, in den Haage, voltrok 's Konings last, zonder uitftel, enkreeg, ten zelfden dage, voor befcheid, dat de Staaten bereid waren, den Koning van Groot - Britan- je, met zesduizend man, te onderfteunen (V), mids hy ze betaalde, en de Staaten voorzage van Hanoverfche manfchap, in de plaats (s): Voorts, werden hem twaalfduizend Musket- ten en een gelyk getal Bajonetten toegedaan, tegen betaaling. Zy werden te Amfterdam ge- Zy fk!- leverd. De Ambasfadeur Cadogan en de Ha- len orde noverfche Refident Klingraff' gaven den Staa- om de ten ten zelfden tyde kennis „ dat Jakob But- fnanne'. " ler' voorheen Hertog van Ormond, Henrik S. John, voorheen Burggraaf Bolingbroke, hier te n de Pretendent zelf en andere Verraaders en Lande wanden van hun Vaderland voorhadden,
komen- >„ u- j j c-
de, aan te " over c 8eble" van den Staat, te reizen naar
houden. „ Engeland of Schotland; waarom zy verzog-
„ ten, dat deeze en alle andere onderzaaten
„ des Konings van Groot-Britanje, die naar
„ of
f?) TiNdal Vul. XI. [«• XXVI.] p. 88—lil, H5j »6;
116—147-
ir) llelbl. Ho!l. 22 Oei. 1715. il. 759. (O Keibl. Gciitr. Sabb. 19 OS. 1715. |
||||
LXIX. Boek. HISTORIE. 6x
„ of van Duitschland, Lotharingen of Frank- i71J,
„ ryk kwamen , mogten aangehouden wor--------
„ den, en dat men 'er hun, terftond, vanver-
„ wittigde." De Staaten gaven van dit verzoek kennis aan de bevelhebbers der grensvestin- gen, met last om 'er zig naar te gedraagen; en, zo zy iemant aanhielden, hun deswege, terftond, berigt te geeven. Ook deedt men diergelyk verzoek aan de Staaten der byzon- dere Gewesten. En den Admiraliteiten werdt aangefchreeven, dat zy'er zig, by voorraad, veertien dagen lang, naar zouden gedraagen (t). De patenten voor de hulptroepen, mid- De huip- lerwyl, gereed gemaakt, en de noodige mond- noppen behoeften byeengebragt zynde, werden zy, £„4""* te Oostende, ingefcheept. Zy ftonden onder iand en 't bevel van den Majoor-Generaal van der trekken Beek, en landden in de Teems, te Harwich, "a^r te Greenwich, en elders tegen 't einde van j ^1" Slagtmaand (u), en trokken, in twee hoopen, naar Schotland. Zy werden, aldaar, voor eenen korten tyd, in Edenburg gelegd om uit te rusten (v). Kort voor hunne aankomst, was een groot getal van wederfpannelingen, welk zich, onder beleid van Thomas Forßer, in Pres- ton geworpen hadt, door den Generaal Car- f enter, genoodzaakt geworden, om zig, op genade en ongenade, over te geeven. Ten zelfden tyde, hadt de Hertog van Argyle den Graaf van Mar geflaagen, te Dumblain. De voornaamfte gevangenen, welke men, hier en
CO I-ameeuti Tom. IX. p. 189, 190, 191, 192.
.(«O MiMive van den extr. Amb. Jïuys ran a ütcstiii. 171?«
£>) TiNDAi F»U XI. [»r XXVI.] f. 198.
|
||||
fa VADERLANDSCHE LXIX.Boeic?
i7i5. en te Prefton, bekomen hadt, werden, federt,
i------ naar Londen gevoerd (w).
De Pre- Alle deeze dingen waren, in Engeland en
tendent jn Schotland, voorgevallen, in 't afzyn van den fande Pretendent, over wiens agterblyven, zyne Staaten, vrienden zeer bekommerd waren. Doch, in 't begin van Wintermaand, vaardigde hy brieven af aan verfcheiden' Mogendheden, welken hy kennis gaf, dat hy bezit ging neemen van zy- ne Ryken. De Staaten ontvingen 'er een', die, reeds den agttienden van Wynmaand, te Bar, getekend, en door zynen Sekretaris Ifiggom, gezonden was aan den Griffier Fratqois raget. Hun buitengewoone Ambasfadeur Buys hadt 'er ook een' ontvangen, te Verfailles (#). Hy verzogt hun, in deezen brief „ dat zy zig ten „ minften onzydig geliefden te houden, in „ welk geval, hy het voorleedene vergeeten, „ en de oude Verbonden zyner Voorzaaten „ men hen vernieuwen wilde." Doch men leide den brief, met verontwaardiging, ter zy- de(y). 'tLeedt, ondertusfchen, niet lang hier na, of de Pretendent begaf zig, te Duinker- ken, aan boord van een klein vaartuig, welk, voor deezen, voor een'Kaaper, gediend, en Hy landt flegts agt ftukken geichuts gevoerd hadt. Hy in Schot- was maar van zes Perfoonen verzeld, en land- larid. <je te peterhead, in 't Noorden van Schotland, op den tweeden van Louwmaand des jaars ij 16. Hy maakte zig, te Fetterosfe, eerst openlyk bekend, deedt zig verklaaren voor Ko- ning , en ontving de begroeting van Geestely- ken
O) Tiwoal Vol. XI. [or XXVI.] p. 158—197, T99-
f*) Misfive vanden Extr. Amb. 13uvs van y Uccemb, 17:1» ()Ó W« La«»erti Tun. IX. f. .188, 1Ï9. . |
||||
LXIX.BoEK. HISTORIE. 63
ken en weereldlyken. Te Perth, deedt hy zy- tp$i,
ne intrede, op den twintigften. Hier hieidt ,. . J hy eenen grooten Raad, met alle de hoofden van zynen aanhang,die egter zo bevreesd wa- ren voor het talryk Leger van Koning George, welk nu met zesduizend man Sraatfche troe- pen verfterkt was, dat zy, eerlang, befloo- ten, zig vaneen te fcheiden, en de ondcrnee- ming te laaten vaaren. Het kleine Leger, welk zy by een hadden, lag te Perth. Derwaards werdt hunne verfpreide manfchap, in alieryl, opontbooden. Brunt- Island werdt hierop ver B^ry» laaten, door de wederfpannelingen, en ter * " <!<£ ftond ingenomen, door eenige Schorfche en jj^p_c e Staatfche manfchap, onder Jakob Montgomme- troepen» ry. Hierop verlieten de wederfpanneliiigen al Ie de Steden, benoorden de Firth, die met 'sKonings troepen bezet werden. Vyftig Ntaat- fche knegten vielen, in het trekken naar eene deezer Steden, den wederfpannelingen in han- den , en werden krygsgevangen gemaakt. Drie Battaillons Staatfchen toogen, daarna, over de Firth, en legerden zig omtrent Innerkeithing, Dumferling en andere Steden in deezen oord, van waar zy den wederfpannelingen, die te Perth lagen, veel nadeels toebragten. Doch Argyle, verzeld van het gros der Staatfche manfchap, in 't begin van Sprokkelmaand, een' grooten voorraad van gefchut bekomen heb- bende te fchepe, floeg naar Perth op weg. On ne prft,- zyne nadering, week de Pretendent met zyn rendent volk naar Dundee. Argyle volgde hem op de f*' we^ hielen, hem dryvende naar Montrofe, alwaar f^™ hy, in 't midden van Sprokkelmaand, weder en landt om fcheep ging, waarna hy, zo men federt te rer* jß lingcn.
|
||||
#4 VADERLANDSCIIK LXIX.Boek;
»715, ia Engeland vernam, vyf dagen na zyn ver-
«-—— trek, te Grevelingen, aan land flapte. Zyn Leger ftondt nu onder den Generaal Gor don, en vervolgde den aftogt naar Aberdeen, met Ar- gyle op de hielen: die de wederfpannelingen, te Lande, voortdreef, terwyl eenige Oorlogs- fchepen, die langs de Schotfche kusten kruis- ten, hunne vlugt te water zogten te beletten; zo dat men zig ten hoogfte verwonderen moest, De op- dat 'er nog eenigen ontkwamen. Argyleftondt, fond federt, het bevel over 't Leger af aan den Ge- wordt ge- neraai Cadogan, die de overblyffels der v/e- mp ' derfpannelingen zo fel vervolgde, dat de op- ftand in Schotland, voor 't einde van Gras- maand, geheellyk, gedempt was. De gevan- genen , te Prefton, te Dumblain, en elders be- komen , waren, midlerwyl, gedeeltelyk te regt gefield, en ter dood veroordeeld. Eenigen ontkwamen uit de hegtenis: eenigen bleeven gevangen, en eenigen werden vrygefproken, of verwierven vergiffenis. De Koning oordeel- de de inwendige rust zo volkomenlyk herfteld, dat hy, kort hierna, befloot een' keer te doen naar zyne Duitfche Staaten (2). Na 't vertrek des Pretendents uit Schotland , begeerde de Koning op verfcheiden' Mogendheden, en ook op de Staaten, dat zy hem geene fchuilplaats gaven: 't welk zy beloofden (a). Onder- Men oordeelde, in 't gemeen, dat de onder- zoek, neeming des Pretendents in Schotland zo flegt hoe ver was uitgevallen, doordien hy den gehoopttn •»"hand byftand niet onving uit Frankryk. Koning Lo-
(z) liNDAI. Vol. XI. (V XXVI.1 p. 201—205, 205, M7-"»
235. '74—29', 295, 29Ö, 319—33', 335.
l_<0 Lamberti Tem. IX. f. 389, 39». |
|||||
/
|
|||||
LXIX Boek, HISTORIE. ê$
|
|||||
Lodewyk hadt, kort voor zyn overlyden, of 171$.
heimelyk verlof gegeven, of ten mindert oog- -------
luikende gedoogd, dat 'er, in verfcheiden' ha- gehad
vens desRyks, krygsbehoeften en volk wer- jj*dt,J* den gefcheept^ ten dienfte des Preténdents (£), derneê- dien hy egter, kort na 't affterven van Konin- ming dei ginne Anna, te Verfailles komende, genood- Preten. zaakt hadt, naar Lotharingen te rüg té keeren dents* (c). Ook hadt het Franfche Hof, als vroeger, verklaard, dat al wat men verfpreidde van eenigen toeleg des Konings, om den Ridder van S. Joris by te ftaän, louter verzierd was» Zulk eene verklaaring hadt de Markgraaf de Chateauneuf ook in den Haage gedaan aan den Raadpenfionaris Heinfius , daar by voegende „ dat zyne Allerchristelykfte Majefteit niets an- ., ders beoogde, dan zyne hooge jaaren vreed- „ zaam ten einde te brengen (</). Doch alzo de toerustingen in Frankryk niet belet werden, wist men niet, wat men van zulke verklaarin- gen gelooven moest. De dood des Konings, die merkelyken invloed hadt op den ftaat van Europa in 't gemeen, maakte ook groote ver- andering in de maatregels des Preténdents. 't Een en't ander zal duidelyk blyken, uit het vervolg deezer gefchiedenisfe. Lodewyk de XIV, Koning van Frankryk, xilK
die drie-enzeventig jaaren geregeerd hadt, Lode- overleedt, op den eerften Vän Herfstmaand ^yk d« deezes jaars 1715, in den ouderdom van om- Koni',» trent zevenenzeventig jaaren. ZynAgter-Klein- van ZOOn, frank-
• (b~) LambeRTI Tom. lx. p. 192. ftmk
Cc) M.s'. van dm Extr<. Amb. BuïS van 34 M' • 17t*. "»"»'-
Tindal M. X. [v X V.] p: 348.
(O TiNoat rvh X> [ut XXV.] f. 139, XVIII. Deel. E
|
|||||
66 VADERLANDSCHE LXIX.Boek,
|
|||||
1715. zoon, de Hertog van Anjou, Zoon van den
—— Hertoge van Bourgondie en van eene Prinfes- Lodewyk fe van Savoje, volgde hem op , onder den de,xY* naam van Lodewyk den XVl Hy bereikte nog »p.gC em geene zes ]aaren , zynde gebooren, op den vyftipnden van Sprokkelmaand des jaars 1710 (e). Zyn Overgrootvader hadt, derhalve, reeds in 't voorleeden jaar, by Uiterften Wil, de Regeering, geduurende 's Konings minderjaa- righeid, opgedraagen aan eenen Raad, welks Leden hy benoemde, en van welken Filips, Hertoge van Orleans, Broederszoon van Lude- wyk den XIV, en gehuwd met eene van des- zelfs natuurlyke Dogteren, het hoofd zyn zou (f). Tot Gouverneur des jongen Konings, hadt hy, wat laater, den Maarfchalk de Ville- roi aangefleld, en te gelyk begeerd, dat zyn uiterfte wil, in de tegenwoordigheid zyns min- derjaarigen opvolgers, in 't Parlement, daar dezelve beflooten bewaard werdt, na zyn overlyden, geopend zou worden (g). 't Ge- fchiedde, op den tweeden van Herfstmaand, doch buiten 'tbyzyn des jongen Konings. Maar de uiterfte wil was zo dra niet gelezen, of de Hertog van Orleans beklaagde zig zeer, over eene fchikking, die zo geheellyk ftreedt met de wetten des Koningkryks; en waardoor zy~ ne voorregten zo merkelyk leeden. Hy by- weerde, dat hem de Regeering toekwam, zon- der eenige bepaalingen, en hy bewoog het Parlement, ügtelyk, om hier in te bewilligen. De Her- Men verklaarde den Hertog alleen voor Re- tog van gent f O Daniel Journ. p. CCLVIlf.
CO Votez Du Mont Corps Dipl. Tom. VIII. P. I. p. 434.
iS) fw* Ou Mont Corps Dipl. Tom. VUL P. I. f. 44C*
|
|||||
LXIX.BoEK. HISTORIE. €7
gent van 't Ryk, geduurende 's Konïngs min- 1715.
derjaarigheid. De Hertog van Bourbon werdt, -------
onder hem, aangefteld tot Hoofd van den Oriean«
Raad van Regeeringe. De Hertog van Orleans *"r^te. werdt gemagtigd, om de verdere Leden van gentvei deezenRaad te kiezen, na dat hy betuigd hadt, klaard. gezind te zyn, om zig, in alle zaaken, behal- ven in 't begeeven van ampten en gunften, te voegen naar 't gevoelen der meerderheid van deezen Raad; fchoon hy niet verbonden wil- de zyn, om 'er zig volftrektelyk aan te onder- werpen (T). In gevolge van deeze magt, ftel- de de Hertog-Regent, kort hierna, den Raad van Regeeringe en verfcheiden' mindere Raa- den aan, en nam het hoog bewind der Regee- ringe in handen (*'). Hy deedt 'er den Staa- ten , terftond, kennis van geeven, zo wel op den naam des jongen Konings, als op zynen eigen naam. Beide de Vorften werden, van hun, volgens gewoonte, by beleefde brieven, begroet (£). Kort voor dat Koning Lodewyk de XIV. overleedt, hadt de buitengewoone Ambasfddeur Buys zynen-meesteren, welken hy, fchier dagelyks, van den toeftand des Ko- nings berigt zondt, gevraagd, hoe hy zig zou hebben te gedraagen, in geval de Koning van Spanje, alleen of nevens anderen, geroepen werdt tot de Regeeringe van Frankryk (/) ? Men antwoordde, dat de Staaten op zyn voor- ftel raadpleegen zouden. Midierwyl, moest hy een
O) Vehz Du Mont Corps Dipl. Tom. VIII. P. I. p. 456.
CO Lamberti Tim. IX. p. 96—m. Tindal F*l. XI. [»/
XXVI. "I p 244—247- (O Misfiven van den cxtr. Arnh. Buys van 23, 26, 27, 50,
,?o /!ug. 26 Sept. 1715 Voiez Lamberti Tam. IX. p. loc*— il*. CO Misfïve ym dtn extr. Aiub. Buys van iö Aug. 1715.
E a
|
||||
68 VADERLANDSCHE LXIX.Boek;
|
|||||
1715. een waakend oog houden op alles, en hun,
■■ van tyd tot tyd kennis geeven van 't gene hy verneemen kon ( m ) ; gelyk hy naarftiglyk en
naauwkeuriglyk deedt. Invloed Doch de gewigtige verandering, die de dood der ver- Van Lodewyk den XIV. in Frankryk veroor- anderm- zaakte, gaf aan de inzigten en belangen van Frankryk net Hof, en gevolgelyk aan de buitenlandfche op den zaaken eene geheel nieuwe gedaante. De drie Staat van JLodewyken, die, na Henrik den IV, den Europa. troon van Frankryk beklommen hadden, wa- ren allen drie jong aan de Kroon geraakt. En men hadt, onder de minderjaarigheid van Lo- dewyk den XIII. en van Lodewyk den XIV, verfcheiden' j aaren agter een , vrede gehad met de nabuuren. Men hadt, hierom, en voor- al om dat het Ryk, door de jongfte oorlogen, zeer uitgeput was, reden om te verwagten, dat de minderjaarigheid van Lodewyk den XV, insgelyks, vreedzaam zou worden door- gebragt, en dat het Keizerryk, Groot-Britan- je en de Staaten gelegenheid hebben zouden , om een weinig op hun verhaal te komen. Het belang van den Hertoge-Regent verpligtte hem ook, om goed verftand te houden met de nabuuren, en vooral met Groot-Britanje en de Staaten. De jonge Koning was teder en zwak- kelyk van geftel, en, zo hy overleedt zonder nazaaten, verviel de Kroon op den Hertoge- Regent, indien de afftand des Konings vao Spanje ftand greep : want anders was deeze nader geregtigd tot de Kroon dan hy. De Franfchen nu hadden meermaalen beweerd, dat
C"0 Seor« Refol, Centr. Vintu 30 Aug, 1713« j
|
|||||
LXIX.BoEK. HISTORIE. 69
|
|||||||
dat zulk een afftand, hoe plegtiglyk dezelve i?ïg,
ook gefchied mögt zyn, uit eigen' aart, wet- —— teloos en van geener waarde was. De Hertog was, derhalve, niet zonder reden, bedugt, dat Filips de V. zyn regt tot de Kroone van Frankryk, of zelfs tot het Regentfchap by 't leeven des jongen Konings, t'eenigen tyde, mögt doen gelden; in welk geval, hem zeer veel gelegen zou zyn aan de vriendfchap van Groot-Britanje en van de Staaten; welke Mo- gendheden best in ftaat waren, om hem de onderneemingen des Konings van Spanje te helpen verydelen. Ziet daar den grondflag van de geheele verandering der inzigten des Fran- fchen Hofs («), welk zig, van deezen tyd af, zogt te verbinden met Mogendheden, waar- tegen men, federt veele jaaren, geduuriglyk, de wapenen gevoerd hadt. Men zag 'er de uitwerkfels van, kort voor XIV,
dat de Pretendent naar Schotland vertrokken, De En- en zo dra hy, van daar, wederom te rug ge- |^lfche. keerd was. In dien tusfchentyd, leverde de f"he Am- Graaf van Stairs verfcheiden' Vertoogen over basfa- aan den Regent, waarin hy aanwees „ dat de de.urs „ gewezen Hertog van Ormond en de Pre- dnnfen» |
|||||||
„ tendent zelfs dikwils geweest waren aan rïanfche
„ boord van eenige fchepen, die in de haven Hof, op „ van S. Malo lagen, en oorlogsbehoeften in- 'c weige- „ namen; dat ze 'er zelfs waren gezien, aan."" ^B „ 't hoofd van eenen hoop Ruiters van 't Re- denp pre. „ giment van Nugent. Dat de Pretendent, tsndenc. „ niet geraaden vindende aldaar fcheep te 9, gaan, door Normandye, naar Duinkerken „ ge-
(/?) Vmz Memoir. «V 1'Abbé de Montoon, Turn. IV. p. 83.
E3 |
|||||||
f o VADERLANDSCHE LXIX.Boek.
«?«5- ?» getoogen was, terwyl Ormond naar Mor-
r—— „ laix was gekeerd. Dat de Ruiters uit het „ Regiment van Nugent, den Pretendent naar „ Duinkerken verzeld hebbende, vandaar in ., Frankryk te rug gekeerd waren, en ligtelyk „ te vinden zouden zyn. Dat verfcheiden' „ fchepen van Dieppe en Ha vre de Grace „ naar Schotland waren gezeild, met volk en „ krygsbehoefien, ten dienfte des Preten- „ dents. Dat zig verfcheiden' Franfche Over- „ ften onthielden teBoulogne, te Calais, te „ Duinkerken, en in andere havens daarom- „ trent, in meening om over te fteeken naar s, Schotland. Dat Bolingbroke ook in Frank- ., ryk was, en veelligt, insgelyks, zou over- „ fteeken, zo men 't hem niet belette. Dat „ dit alles aanliep tegen de Utrechtfche Vre- „ de, waarby Frankryk zig verbonden hadt, „ den Pretendent geenerlei hulp te bewyzen. „ Dat hy egter, na zyne vlugt uit Schotland, „ wederom in Frankryk gekomen was, en „ veelligt naar Lotharingen zou wyken, van- „ waar men hem ook behoorde te doen ver- „ trekken." De Ambasfadeur Buys onderfteun- de den Graaf van Stairs, ten Hove, zo veel Zy be- hy kon (o). En 't leedt niet lang, of daar kwam komen fchriftelyk antwoord, op deeze Vertoogen, gunttig waarby de Regent verklaarde ,, dat hy de woord. ?» Utrechtfche Vrede ftipt dagt naar te komen; „ dat hy den Ridder van S. Joris reeds uit „ Frankryk hadt doen vertrekken, en zorg zou „ dragen , dat hy 'er niet wederom binnen „ kwam»
f e) Misflve tan den extr. Arab. Buys ven i^OSoh. i?lS«
Refol. Gen. Saib. kj Ocl. 1715. |
||||
e-
|
|||||
LXIX.BoEk. HISTORIE. 71
„ kwam. Dathy, nevens zyne Majefteit van 1715.
„ Groot-Britanje, middelen beraamen wilde, ———
,, om te beletten, dat de andere vlngtelingen,
„ die eene fchuilplaats kwamen zoeken" in
„ Frankryk, niets ondernamen, welk de rust
„ van Groot-Britanje, eenigszins, zou können
„ ftooren. Dat de Ridder van S. Joris geene
„ onderfteuning getrokken hadt uit Frankryk,
„ nadat de Regent kennis hadt gekreegen van
„ de toerustingen, die in eenige havens ge-
„ maakt werden: en dat dit genoegzaam bleek
„ aan den behoeftigen toeiland, waarin die
„ Ridder zig, in Schotland, bevonden hadt.
„ Dat het Franfche Hof niet zou beletten,
„ dat zyne Majefteit van Groot-Britanje den
„ Hertog van Lotharingen bewooge, om den
„ Ridder te doen vertrekken uit zyn gebied,
„ en dat men, alleszins, zou toonen, de vriend-
„ fchap van Groot-Britanje hoog te waardee-
„ ren (/>)•" Uit welk antwoord, te befpeu-
ren was, dat de Hertog-Regent zyn belang
verftondt, en in>agt zogt te neemen.
De dood van Lodewyk den XIV. hadt, wy- XV.
ders, ook invloed gehad op het Verdrag van Vervolg Barriere, waarover men, tot diep in 't najaar, ^,1""" gehandeld hadt, eer men 't hadt können fïui- over de ten. De Staaten, na deezen dood, minder te Barriere, vreezen hebbende van den kant van Frankryk, bleeven ftyver ftaan op hunne eifchen, dan zy, veelligt, anders gedaan zouden hebben. En de Keizer zag zig, eerlang, genoodzaakt, meer toe te geeven, om dat het Franfche Hof meer op de zyde der Staaten was, dan voor 'sKo-
.,*CP) Set Tindau Vt\. XI. [er XXVI.] p. 235—244,
E 4
|
|||||
72 VADERLANDSCHE LXIX.Boek.'
1715. 'sKoningsdood. De onderhandelingen te Ant>
-' 1'' werpen waren, van den aanvang des jaars, voortgezet, niet zonder dat zig, na 't inrui- men van Luxemburg en Limburg , nieuwe zwaarigheden hadden opgedaan. De Staaten hadden Dendermonde gevorderd, om zig, daardoor, van de gemeenfchap met Doornik, langs de Schelde, te verzekeren; en het Kas- teel van Gend, om, door het zelve, de ge- meenfchap met Meenen, langs de Leye, open te houden. Doch de Keizerfchen wilden den Staaten de gemeenfchap met Doornik en Mee- nen wel belooven; maar hun daar van niet ver- zekeren , door het overgeeven van Dendermon- Twist de en het Kasteel van Gend. Over het afftaan over 't van Venlo en Stevenswaard, viel ook groote afltaan zwaarigheid. De Keizerfchen zeiden, dat dee- ïo^nen" ze Plaatfen de eenigften waren, langs welken, Stevens- men uit Duitschland, gemeenfchap hadt met waard, de Spaanfche Nederlanden: konnende de ge- meenfchap door Roermonde den Keizer lig- telyk afgefneeden worden, doordien Roermond- de tusfchen Venlo en Stevenswaard lag, en Gelder op zyde hadt. DeStaatfchen antwoordr den „ dat hun belang hen noopte, om den „ Keizer den doortogt door het O verkwartier „ altoos vry te laaren;" doch dit antwoord voldeedt den Keizerfchen zq weinig, als een diergelyk, met opzigt op Dendermonde en 't Kasteel van Gend, te vooren, door hen gege- ven, den Staatfchen voldaan hadt. Gelder- land was zo zeer gezet op den afftand van een gedeelte des Overkwartiers, dat de Staaten, reeds in 't voorleeden jaar, beflooten hadden, hjerop rterfc te doen aanhouden, ten Keiz**- |
||||
LXIX. Boek. HISTORIE. 73
|
||||||
lyken Hove. Doch naardemaal men, ten zelf- 1715.
den tyde, van gedagten fcheen, om ten opzig- |
||||||
te van de grensfcheiding in Vlaanderen vry Zeeland
wat toe te geeven, kantte Zeeland zig hier op Wl1? ten- 't ernftigst tegen. De Afgevaardigden van dit van |^ Gewest beweerden „dat men voor hunne gren- grens- „ zen geene mindere zorg behoorde te draa- fchei- „ gen, dan voor die van Gelderland; dat de ^"6'" „ vyand,in den jongden oorlog, van den kant ren*anie^i „ van Yzendyke, eenen inval in 't Land ge- toe'gee- „ daan hadt; dat zulks, ligtelyk, wederom ven. „ gebeuren kon, zo men 'er niet tegen waak- „ te, en dat Zeeland van een geheel Leger „ oveiflroomd zou können zyn, eermen'tver- „ wagtte (#)." Doch men vernam, uit den En- gelfchen Gezant Stanhope 9 die, in 't begin des jaars, van Weenen' kwam, dat de Keizer niet gezind was een voet Lands af te ftaan in ei- gendom. „ Hy was, zeide men, volgens 't 9, Verdrag van Radftad, flegts verbonden, „ om met de Staaten wegens eene Barriere „ overeen te komen, 't welk geene verpligting „ infloot, om hun eene eenige Plaats in eigen- „ dom op te draagen." Cadogan deedt, na- derhand , ook een' keer naar Weenen. Doch men meende, in den Haage, dat de Engelfchcn meer kwaads dan goeds deeden aan de hande- ling over de Barriere. Strafford hadt, te voo- ren, te wege gebragt, dat de Keizer den Ko- ning van Pruisfen een gedeelte van 't Over- kwartier van Gelder afftondt, by een Verdrag, welk de Keizer egter nimmer bekragtigd hadt. En
CO Notul, Zeel. yan 1714. Bvl. U. * 39. 8, 18 July 6 Na,;
Hflji, il. J3y, 150, 250, 451.' Byl. W. * j, Ê5
|
||||||
74 VADERLANDSCHE LXIX. Boek.
1715. En Stanhope en Cadogan misgunden denStaa-
'-------ten thans een diergelyk gedeelte.
De Kei- Midlerwyl, waren de Keizerlyke troepen in
zerfche aantogt, om bezit te neemen van de fterke «rekken Plaatfen der Spaanfche Nederlanden, die niet in Brug- onder de Barriere zouden behooren. De Staa- ge, Aalst ten zogten te vvege te brengen, dat zy agter en ande- bleeven, tot dat het Verdrag geflooten zou K Steden- zyn. Doch hiernaar hadden de Keizerfchen geene ooren. Ondertusfchen was de Staatfche bezetting, te Venlo en te Meenen, aan 't mui- ten geflaagen, by mangel van betaaling: 't welk het gevaar voor de aankomst der Keizerlyke troepen te grooter maakte. Kort hierna, gaf de Raad van Staate der Spaanfche Nederlan- den den Heere van den Berg, der Staaten Af- gevaardigde te Brusfel, berigt, dat men, op aan- fchryvens van den Graave van Konigfek, reeds orde gefield hadt, om de Keizerlyke troe- pen te ontvangen en te verdeden. Hy fchreef 'er over aan de Staaten, zyne Meesters, die hem antwoordden „ dat zy geen verlof geeven „ konden, tot eenige inlegering, buiten be- „ williging des Konings van Groot - Britanje." Men kwam egter, eerlang, met Konigfek, overeen, dat de troepen niet in Brusfel, Ant- werpen noch Gend; maar in Brugge, Aalst- en eenige andere Steden gelegd zouden worden. Men verkoor liever deezen weg in te flaan, dan, gelyk fommigen gewild hadden, de Staat- fche troepen te velde te doen trekken, en de inlegering te beletten: 't welk, zo men 't on- dernomen hadt, aanleiding zou hebben kön- nen geeven tot daadelykheden, die, terwyl men nu het meeste krygsvolk afgedankt hadt, van
|
||||
LXIX.BoEK. HISTORIE. 75
van gevaarlyke gevolgen zouden hebben kon- 1715.
nen wezen voor den Staat ( r). Ook maakte ------
hunne toegeevendheid het Weener-Hof wat Nadere
gemakkelyker. Cadogan bragt eenen beleef- VooT?f" den brief van den Keizer'mede terug, en eeni- Ketee«. ge nieuwe voorflagen, die nader bykwamen. De Keizer beloofde „ den Staaten het gedeelte „ van Spaansch Gelderland, welk Pruisfen niet „ bezat, te zullen afftaan, Roermonde uitge- „ nomen, waarinhybezetting zou mogen hou- „ den. Huy en Luik zouden geflegt, en daar- ,, na hunnen wettigen Heere overgegeven wor- „ den. Dendermonde zou, voor de helft, door „ Keizerfche, voor de helft, door Staatfche „ troepen worden bezet. S. Donaas en eene maa- „ tige uitbreiding der grenzen zouden gehegt „ worden aan Sluis in Vlaanderen. Men zou, „ boven de huisvesting der Soldaaten, vyf- „ honderdduizend Ryksdaalders 'sjaars, uit „ de inkomften der Spaanfche Nederlanden, „ fchikken tot onderhoud der fterke Plaatfen „ en der bezettingen." Zulke voorflagen moes- ten, gewisfelyk , aanneemlyker voorkomen, dan alles, wat men nog, uit 's Keizers naam, hadt voorgefteld. Doch alzo het Barriere-Ver- drag met Groot-Britanje inhieldt, dat de Staa- ten , tot het onderhoud der Barriere, vierhon- derdduizend Ryksdaalders trekken zouden, bo- ven de inkomften der veroverde Plaatfen, die op negenhonderdduizend guldens begroot wer- den ; zo begeerden de Staaten, dat Groot-Bri- tanje, welk groot belang hadt by het bewaaren der fterke Plaatfen, het overige voldeede. De Siaa-
|
|||||
(O Lamberti Tom. IX. p> i— 10,
|
|||||
76 VADERLANDSCHE LXÏX.Boek.
1715. Staaten zouden met vyf honderdduizend Ryks-
•—'— daalders te vrede geweest zyn, zo zy meer in- komften uit Spaansch Gelderland getrokken hadden, en zo hunne grenzen in Vlaanderen verder uitgezet waren geworden; 't welk nu anders gefchikt was. „Eindelyk, boodt de ,, Keizer aan, alle de voorige Verdragen met „ de Staaten te willen vernieuwen (*)•" ■ Hsnde- De Staaten waren, beter dan voorheen, doch lina over nog niet volkotnenlyk te vrede, metdeezeaan- dezeiven. ijjedingen des Keizers. Zy hadden gaarne be- zetting in 't Kasteel van Gend gehad, en kon- den zig bezwaarlyk vergenoegen, met de halve bezetting in Dendermonde. Doch de Keizer- fchen weezen denStaatfchcn aan, dat men hun de gemeenfchap met Doornik en Meenen, wel- ke zy zogten open te houden, toch, indien men wilde, uit Aath, Oudenaarden en Kort- ryk, zou können affnyden. Maar Cadogan bragt nog andere voorllagen mede, die meer zwaarlgheid inhidden. De Keizer begeerde, dat de Staaten vyftienduizend man hielden in de Barriere -Plaatfen, welken hy, eens of twee- maal in 't jaar, wilde doen monfteren, den Staaten het zelfde regt van monfteringe toe- ftaande, over de twintigduizend man, die hy in de Nederlanden onderhouden zou. Over den eed, dien de Staatfche Bevelhebbers zou- den moeten doen, viel, insgelyks, merkelyk verfchil, moetende den zelven eene dubbele onderwerping aan den Keizer en aan de Staa- ten influiten. Ook was men niet eens, over de wyze, op welke de Staatfche troepen hunnen Gods-
(j) Vul'Z Lamuerti Tem. IX. p. i«,
|
||||
LXIX.BoEK. HISTORIE, 77
Godsdienst zouden oefenen, in de Barriere- 171$.
Plaatfen. Alle deeze en diergelyke moeilyk- —— heden waren oorzaak, dat de handeling te Ant- werpen traaglyk voortging. De ingezetenen der Spaanfche Nederlanden, die, midier wyl» geen genot hadden van verfcheiden' voorreg- ten, waarop zy zeer gezet waren, morden 'er, heimelyk en openlyk, over. Zelfs fprak men, meer dan eens, van den Keizer te willen uit- roepen voor Heer der Nederlanden, en hem, met hulp van het Duitfche Krygsvolk, in 't bezit derzelven te willen Hellen. De Graaf van Konigfek kweekte deeze begeerte aan, en be- fchreef, nu en dan, de Staaten des Lands ter Dagvaart, om met hen, over 't Huk van de Barriere en over 't ftuk van den Koophandel, te raadpleegen. Omtrent deezen tyd, deedt Konigfek een' König*
keer naar Londen, die merkelyke ongerustheid ftk,^oe* veroorzaakte by de Staaten. Men vreesde, dat ^°r eet hy Groot-Britanje Nieuwpoort en 't Kasteel Lauden, van Gend ging aanbieden, om de Staaten dus te noodzaaken tot het fluiten van het Verdrag van Barriere. Dpch 't bleek, naderhand, dat zyne reis geftrekt hadt, om de grondflagen te leggen tot een Verbond tusfchen den Keizer en Groot-Britanje, welk, in't volgende jaar» voltrokken werdt. De Staatfche Ambasfadeurs te Londen handelden, midlerwyl, aldaar over de Barriere, terwyl de onderhandelingen te Antwerpen opgefchort bleeven. Men vorder- De Stal- de, dat de Keizer de Polder van Watervliet in ten vor- Vlaanderen, en het Ampt van Montfoort in 't dfm de Overkwartier van Gelderland, boven 't gene {ya'i!5 hy hun reeds toegezeid hadt, afftonde aan de vliet, e» Staa-
|
||||
?B VADERLANDSCHE LXIX.Boek,
|
|||||
1715 Staaten. Ook zogt men Huy te behouden,
—-----mids het Kasteel van Luik geil egt werdt. Doch
't Ampt de Staaten van Vlaanderen verklaarden zig ern-
Mont- ftelyk tegen 't afftaan van Watervliet, alzo
"ort. »er eene ^ujs |ag jn jggjrg p0ider ? door welke
men het vrugtbaarfte gedeelte van hun Gewest
kon onder water zetten. Men bleef, aan 't Weener-Hof, ook gefteld op 't ruimen van Huy; doch men fcheen van 't Ampt van Mont- Verfchii foort te zullen afftappen. Over de hooge Regts- over de pleeging in 't Overkwartier, viel ook gefchil, Resas- we*k' na ^e wederkomst van Konigfek, op het pleeging tapyt kwam. Men ftondt nu, in dit Gewest, in 't ' drie Heeren te hebben, den Keizer, den Ko- Over- njng van Pruisfen en de Staaten. Men vrees- wartier. ^ ^ derhalve j voor geduurige moeilykheden, over 't ftuk van Regtsgebied, zo men drie hooge Geregtshoven aanftelde; en indien men, gelyk, van 's Keizers wege, voorgeflaagen werdt, maar één hoog Geregtshof hadt, welks Leden, door de drie Mogendheden, gefteld zouden worden, ftondt het verfchil in den Godsdienst, insgelyks, zwaarigheid te zullen maaken: zynde het te verwagten, dat de Kei- zer alleen Roomsen - Katholyken, en Pruisfen en de Staaten alleen Gereformeerden tot Reg- ters zouden willen benoemen. De Raad van Brabant te Brusfel zogt ook eenige Dorpen van Redemptie, en onder anderen Houpertingen, te doen fcheiden van het Regtsgebied van Maas- tricht: waartoe de Staaten niet verftaan kon- den , alzo hun alle deeze Dorpen, by de Mun- fterfche en Nieuwmeegfche Verdragen, waren afgeftaan (*). In CO Lameüio-i Tm. IX. $. 11—ai.
|
|||||
LX1X.B0EK. HISTORIE. 79
|
|||||
In deezen ftaat der onderhandelinge te Am- 171$.
werpen, overleedt Lodewyk de XIV. Men oor- ■ deelde, in den Haage, dat deeze dood, die de xvi.
inzigten en belangen van het Franfche Hof De han- t'eenemaal veranderen deedt, den Staaten gele- 0ev^s^e genheid geeven zou, om betere voorwaarden Barriere te bedingen, by het Verdrag van Barriere. Men begint f draalde, derhalve, met zig te verklaaren, op Z1>r"aar'c 's Keizers uiterfte aanbiedingen, gelyk ze ge- fp0etjea» noemd waren. Maar Konigfek zeide den Staat- fchen, op den dertienden van Herfstmaand, aan „ dat zy zig zouden hebben te uiten, bin- „ nen zes weeken, of dat de Keizer zyne maat- „ regels neemen, en volgen zou." Voor re- den van deezen eisen, gaf hy „ dat de Staat- „ fchen nog geen der punten, over welken „ men gehandeld hadt, hadden goedgekeurd; ,, op zyn meest alleenlyk zeggende, dat dit „ of dat punt kon doorgaan." Ook was 't waar, dat de byzondere Gewesten zig nog niet duidelyk hadden geopend, over de Barriere, met welke zy zig zouden te vrede houden. Men ontboodt dan eenige Afgevaardigden der Staa- ten op de onderhandelingen te Antwerpen, naar den Haage. Cadogan trok ook derjwaards. De Ambasfadeurs der Staaten in Estland fchreeven hun, ten zelfden tyde, dat zy maar ftyf op hunnen eisch moesten blyven ftaan, alzo de Koning van Groot-Britanje beflooten hadt, hen te onderfteunen: 't zy dat de vrees voor de onderneeming des Pretendents het En- gelfche Hof bewoogen hadt, om der Staaten vriendfehap ernftiger te zoeken: 't zy dat men de Staaten wilde opzetters tegen den Keizer om
|
|||||
8o VADERLANDSCHR LXIX.BoÈt,
tj- J5 om zo veel te beter voorwaarden te bedingen,
-—:— by het Verbond, waarover men in onderhan- deling getreden was, met het Weener-Hof. De Staaten gaven, midlerwyl, weinig of niets meer toe. De punten welken men, tot hiertoe , hadt können bedingen, werden overwoogen iri de byzondere Gewesten; waarna de Afgevaar- digden der Staaten naar Antwerpen keerden» ,*tVer- met last om te fluiten («). Men werdt over cirag van alles eens, op den veertienden van Slagtmaand i Barriere waarop drie Affchriften van 't Verdrag, een* tekend. " voor ^en Keizer, een voor den Koning vari Groot-Britanje, en een voor de Staaten, in \ net gefield werden. De Keizerlyke Gezant, Graaf van Konigfek, en deStaatfche Afgevaar- digden onderfchreeven ze,den volgenden dag, zynde den vyftienden van Slagtmaand, op het Stadhuis te Antwerpen. Cadogan, die dien dag een' keer naar Brusfel had rnpeten doen, te- kende niet, voor den zestienden. Terftond na dat Konigfek en de Staatfchen getekend had- den , 't welk, in de tegenwoordigheid der Wet- houderfehap van Antwerpen en andere voor- naarrie Luiden, gefchied was, werdt de trompet gefteke^ en de keteltrom geroerd, in een der naast# vertrekken , waarop de klokken der Hoofdkerke begonden te luiden, terwyl 't ge- fchut van 't Kasteel en van de wallen der Stad gelost werdt, onder een gejuich der menigte van Lang keye de Keizer, onze Heer! Meri hieldt de maaltyd op 't Stadhuis, voor welk een aartig vuurwerk afgefteken werdt (y). Het
(■«) Refol. Holt. tOS. t5 Mm 1715. W. 737, Saj»
Qv) Lamberti lom. IX. p. 21—a4» |
||||
lxtx.boek: historie. si
Het Verdrag van Barriere, welk op zynen l71^è
tyd bekragtigd werdt, behelsde negenentwintig ------■
Leden, en een afzonderlyk punt. De voor- Inhoud
naamften liepen op deezen zin. In de ïnlei- va" het ding, werdt verklaard „ dat de Staaten zig, „ by 't Verdrag van den jaare 1701, verbon- „ den hadden, de Nederlanden over te gee- „ ven aan zyne Keizerlyke en Katholyke Ma- „ jefteit, Karel den VI, mids hy, met Groot- „ Britanje en hen , overeenkwame, wegens „ hunne wederzydfche belangen , en byzon- „ derlyk, wegens de wyze, op welke men de „ rust in de Nederlanden zou können vast- „ ftellen, om ze te doen dienen tot eene Bar- „ riere voor Groot - Britanje en voor de Ver- s, eenigde Gewesten; en ook ten aanzien van 5, den Koophandel der gemelde Nederlanden, „ van Groot-Britanje en van de Vereenigde 5, Gewesten. Hierom was men, onderling, „ overeengekomen, dat de Staaten den Keizer, „ terftond na 't uitwisfelen der bekragtigin- 5, gen, zouden overleveren alle de Nederlan- „ den, zo, die, door Karel den II, bezeten „ waren, als, die Frankryk hun nu hadt afge- „ ftaan: om, voor altoos, door het Huis van ,, Oostenryk, bezeten te worden, en onder „ verbindtenis van nimmer, geheel noch ge- „ deeltelyk, of aan de Kroone,*of aan eenigen s, Prins of Prinfesfe uit den Huize van Frank- „ ryk te zullen worden opgedraagen. De Kei- „ zer en de Staaten verbonden zig, in deeze „ Nederlanden, altoos, dertig- of vyfender- „ tigduizend man te zullen onderhouden, „ waarvan de Keizer drie vyfde, en de Staa- „ ten twee vyfde zouden leveren: welke man- XVIII. Deel. F „ fchap |
||||
82 VADERLANDSCME LXIX.Boek.
„ fchap men, in geval van waarfchynlykheid
„ van oorloge, tot veertigduizend man, en „ in geval van daadelyken oorlog, met onder- „ ling goedvinden, nog verder vermeerderen „ zou. De Staaten zouden hunne troepen, „ naar welgevallen, mogen verleggen, in de „ Plaatfen, die ter hunner bewaaringe zouden „ ftaan. De Keizer vergunde den Staaten, „ alleen bezetting te mogen leggen in de Steden „ en Kasteelen van Namen en Doornik, in „ de Steden Meenen, Veurne , Warneton, „ Yperen en het Fort de Knokke, mids zy 'er „ geene troepen toe gebruikten van eene Mo* „ gendheid, die by den Keizer verdagt, of „ met hem in oorlog ware. Doch in Dender- „ monde zou men gemeene bezetting leggen, „ waarover de Keizer egter eenen Bevelheb- „ ber zou ftellen, die, zo wei als de Onder- „ Officiers, aan de Staaten zou zweeren, dat *, hy nooit iet in de Stad doen, of toelaaten „ zou, welknadeelig zou können zyn aan hun* „ nen dienst; uit hoofde van welken eed, hy „ gehouden zou zyn, doortogt te veileenen „ aan de Staatfche troepen, die, in een maa- „ tig getal tevens, zulks zouden begeeren. De „ Staaten zouden, ten hunnen koste, Bevel- „ hebbers ftellen over de Plaatfen, hun ter be- „ waaringe afgeftaan, mids daartoe niet kie- „ zende Perfoonen, die by den Keizer onaan- „ genaam, of, om byzondere redenen, ver- „ dagt waren: welke Bevelhebbers, in opzig- „ te vanKrygszaaken, volkomenlyk, aan de „ Staaten onderworpen zouden zyn; doch ook „ den eed van getrouwheid moeten doen aan 3, den Keizer, en zig met geene andere zaa- „ ken
|
||||
tXIX.Böafc. HISTORIE. 85
„ ken moeijen. Zy zouden 's Keizers alge-
„ meenen Landvoogd de gewoonlyke eer moe-! „ ten bewyzen, en hem zelfs 't woord laaten >, geeven, wanneer hy komen mögt in dePlaat- „ fen, ter hunner bewaaringe ftaande. De j, Keizer ftondt den Staatfchen troepen in de „ bezettingen vrye Godsdienstoefening toe, „ zonder dat egter de Plaatfen, daartoe ge- „ fchikt, de uiterlyke gedaante van Kerken „ zouden mogen hebben. Voorts, zou de „ Godsdienst, onder de inwooners der Oos- „ tenrykfche Nederlanden, blyven, als ten „ tyde van Karel den II. Men zou den Staat- t, fchen troepen krygs- en mondbehoeften en „ ftoffe tot kleeding mogen toevoeren, zon- „ der eenige regten oftollen te betaalen. De ï, Staaten zouden hunne troepen mogen ver- „ leggen, en heen en weder door Brabant en i, Vlaanderen doen trekken, naar welgeval- i, len; mids zy aan geene vyandlyke Mogend- w heid behoorden , noch zig, ergens door* „ vèrdagt gemaakt hadden. In tyd van oor- „ loge, zou men, in de Plaatfen, die meest j, bloot gefteld waren, zoveele Staatfche troe- „ pen ontvangen, als men, onderling, zou „ geraaden vinden. De Staaten zouden de Bar- « riere-Plaatfen mogen verfterken, op hunne „ eigen' kosten; doch geene nieuwe Vestin- i, gen aanleggen, dan met kennisfe van den al- „ gemeenen Landvoogd. De Keizer zou zorg- „ draagen, dat de brieven en boden der Ver- „ eenigde Gewesten vryen toegang zouden heb- „ ben naar de Barriere-Plaatfen, mids zy gee» „ ne Koopmans- of andere byzondere brie- ^ ven medebragten. Zo ééne der Barriere- F » „ Plaat-
|
|||||
/
|
|||||
«4 VADERLANDSCHE LXIX.BoekJ
1715. „ Plaatfen mögt aangetast worden, zou het
-—— „ den Staaten vryftaan, bezit te neemen van „ de Steden en Plaatfen op de Denier, van de „ Scheide tot aan de Maaze, alwaar zy 00k „ verfchanfingen, linien en overftroomingen „ zouden mogen maaken. Om te voorkomen, ,, dat men, gelyk in den jongden oorlog, het „ Leger zou behoeven te verzwakken, door „ het onderhouden van een aanmerkelyk ge- „ tal troepen in Vlaanderen, zou de Keizer „ den Staaten afftaan zulke Sterkten en zo „ veel Lands in Oostenryksch Vlaanderen, als „ vereischt werdt, om aldaar de noodige „ overftroomingen te maaken , en dezelven „ wel te dekken, van de Schelde af, tot aan „ de zee toe. De grenzen der Staaten in „ Vlaanderen zouden, derhalve , voortaan, „ beginnen, van de zee, tusfchen Blankenburg „ en Heist, ter plaatfe daar geene duinen wa- „ ren, mids zy geene fluizen aan de zee maak- „ ten, noch gedoogen, dat 'er eenige Dor- „ pen, of huizen, ofvisfcherswooningen wer- „ den aangelegd; ook niet, dat de dyken ver- „ minderd , of de ingezetenen van Ooften- „ ryksch Vlaanderen benadeeld werden, zo zy „ aldaar eenige Sterkten wilden ftigten. Van „ den genoemden post, zou men eene lyn „ trekken op het Gootewegje : voorts, op „ Heist, den Driehoek en Zwartefluis, en het „ Fort S. Donaas, welk Fort den Staaten werdt „ afgeftaan, met het Land benoorden de lyn, „ mids de huisdeuren in 't gemelde Fort, in „ tyd van vrede, afgenomen bleeven. De „ nieuwe grenzen der Staaten zouden zig, van „ S. Donaas, ftrekken tot aan 't Fort van S. » Job»
|
||||
LXIX.Boek. HISTORIE. 8$
„ Job, van waar men weder komen zou tot
„de ouden, digt by Middelburg : de oude „ grenzen volgende, langs den Zydelingsdyk, „ tot daar de Ekelofe watergang en waterloop „ in ééne fluis famenkwamen. Van hier, zou „ men den Graafjansdyk volgen tot ßoekhou- „ te, van waar men, met eene regte lyn voort- „ gaan zou, tot de oude grenzen toe. 't Ge- „ ne benoorden deeze lyn lag werdt den Staa- „ ten insgelyks , afgeftaan. In oorlogstyd, „zouden de Staaten de Huizen in den Zy- „ delings- en Graafjansdyk mogen fterken en „ bezetten , om dus de overilrooming van „ Boekhoute tot aan 't Kanaal van Sas van „ Gend te behouden. De grenzen van Sas van „ Gend zouden tot op tweeduizend meetkun- „ dige fchreden uitgeftrekt zyn, mids daar „ onder geene Dorpen begreepen waren. Tot „ behoudenis der Beneden-Schelde, en der „ gemeenfchap tusfchen Staats Brabant en „ Staatsch Vlaanderen, ftondt de Keizer den „ Staaten af de Polder en het Dorp den Doel, „ en de Polders S. Anna en Ketenesfe. Zo „ dra de Barriere werdt aangetast, zou de „ Keizer den Staaten de bewaaring overgee- „ ven van het Fort de Peerle, en van de flui- „ zen, tusfchen dit Fort en het Fort Maria, „ mids zy dit Fort en deeze fluizen, benevens „ die van den Zydelings- en Graafjansdyk, „ hem, na 't eindigen des oorlogs, wederom „ overgaven. In vredestyd, zouden de Staaten „ geene overftroomingen mogen maaken, en „ in tyd van oorlog, niet dan met kennis van „ den algemeenen Landvoogd; zullende zy „ ook de inwooners van Oostenryksch Vlaan- F 3 » de. |
||||
8<? VADERXANDSCHE LXIX.Boek.
„ deren moeten fchadeloos ftellen, indien de-
„ zelven, ter oorzaake van de overgifte eeni- „ ger Huizen , eenig nadeel lyden mogten. „ Over de verplaatfing der Komptoiren, die, „ ter gelegenheid deezer veranderinge in de „ grenzen, zou moeten gefchieden, zou men „ eikanderen nader verftaan. Deinkomften, „ welken plagten getrokken te worden, uit de „ Landen, die nu aan de Staaten werden af- „ geitean, zouden begroot, en van den jaar- „ lykfchen onderftand van vyfmaal honderd- „ duizend Ryksdaalders afgetrokken worden. „ Da Roomsen - Katholyke Godsdienst zou9 „ in deeze Landen, geoefend worden, gelyk „ ten tyde van Karel den II. Ook zouden de „ inwooners hunne Privilegiën blyven behou- „ den. 't Fort Roodenhuizen zou geflegt, en „ de gefchillen over 't Kanaal van Brugge ge- „ laaten worden aan de uitfpraak van onzydi- 3, ge zegsluiden, wederzyds te kiezen; zul- ?, lende die van Sluis egter, door het alftaan „ van het Fort S. Donaas, niet begreepen wor- „ den, eenig meerder regt op dit Kanaal ver- „ kreegen te hebben, dan zy te voeren had- „ den. Voorts, ftondt de Keizer den Staaten „ voor eeuwig, en in volkomen' Souveraimtcii „ en eigendom af, in het Overkwartier van Gel- „ derland, de Stad Venlo met haar Regtsge- „ bied en 't Fort S. Michiel, benevens het „ Fort Stevenswaard, met deszelfs grond, „ en zo veel lands, als vereischt werdt, om „ de werken aan deeze zyde der Maaze te „ vergrooten, zullende hy nimmer gedoogen , „ dat iemant eenige Sterkte, hoe genaamd, „ ftigtte, op eene halve myl na aan dit Fort. „ Voorn
|
||||
LXÏX.Boek. HISTORIE. 87
„ Voorts ftondt hy hun af het Arnpt Mont- 1715.
„ foort (de Dorpen Zwalmt en Elmt uitge- ------
„ nomen), beftaande in de Steden Nieuwftad
„ en Egt, en elf Dorpen, om het te bezitten, „ gelyk Karel de II. het bezeten hadt, behou- „ dens het regt, welk den Koning van Pruis- „ fen zou mogen toekomen, en mids dat alle „ Geestelyke enweereldlykevoorregten invol- „ Ie kragt bleeven, en de oefening van den „ Roomsoh Katholyken Godsdienst ftandhieldt, „ gelyk te vooren. Ook zouden, hier, alle „ Wethouders van deezen Godsdienst moe- „ ten zyn. De Bisfchop van Roermonde zou „ de geestelyke benefieten begeeven; doch niet „ dan aan Perfoonen, den Staaten aange- „ naam. Met de Stad Egt, zouden de Staa- „ ten niet geagt worden te hebben verkreegen „ het regt van beroep van het Kapittel van „ Thoorn. Doch 't zou hun vryftaan, voor de „ inwooners deezes Lands, een Hof van be- „ roep op te regten, waar, zy, binnen dit Ge- „ west, wilden. De regten op de Maaze zou- „ dan niet vermeerderd noch verminderd mo- „ gen worden, dan met gemeen goedvinden 5 „ zullende den Keizer de regten genieten, die „ te Roermonde en te Navaigne, en de Staa- „ ten de regten, die te Venlo plagten gehee- „ ven te worden. De Staaten zouden denKei- „ zer te gemoet komen, in het voldoen der „ renten van honderd en twintig en tagtigdui- „ zend guldens, voor welken, deeze regten » „ in den jaare 1687, ten behoeve van wylen „ Koning Willem den III, verbonden waren, „ Ook zouden de Staaten hun aandeel draa- ,? gen, in de fchulden van het Overkwartier. F 4 „De |
||||
§3 VADERLANDSCHE LXIX.Boek;
„ De Stukken en Papieren van het Overkwar-
„ tier zouden, gelyk te vooren, blyven ta „ Roermonde; doch de Gcmagtigden der drie „ Mogendheden zouden 'er eeneLystvanmaa- „ ken, van welken men ieder een affchrift be- „ komen zou; volgens welk affchrift, elk al- „ toos een egt dubbeld zou können vorderen „ van 't gene hem aanging. Om den Staaten „ te gemoet te komen, in het onderhouden, „ fterken en bezetten der Barriere-Plaatfen, „ zou de Keizer hun, jaarlyks , betaalen „ vyf honderdduizend Ryksdaalers, of twaalf- „ honderd en vyftigduizend guldens Hol- „ landsch geld, boven de inkomften van hun „ gedeelte van het Overkwartier van Gelder- „ land, en boven de kosten op de woonin- „ gen der troepen: waar voor de beste inkom- „ ften der Oostenrykfche Nederlanden, na- ,, der uitgedrukt in het afgezonderd punt van „ dit Verdrag, verbonden zouden zyn: wor- „ dende den Staaten de magt gegeven, om, „ by mangel van voldoening op den verval- „ dag, de Ontvangers dier inkomften, by pan- „ ding en bedwang, tot betaaling te noodzaa- „ ken. De Keizer bevestigde, wyders, de „ voorwaarden, op welken, de Steden en Ge- „ westen der Oostenrykfche Nederlanden, aan „ zyne zyde, waren overgegaan, en in 't alge- „ meen alles, wat, door Groot-Britanje en „ de Staaten, geduurende derzelver bewind „ over deeze Landen, verrigt was. De Kei- ,. zer beloofde de penningen te zullen vol- „ doen,\ve!ken de Staaten, ten dienfte van Ko- „ ning Karel den II, hadden doen ligten, en ,5 die agt millioenen driehonderd zesennegen* 5, »g-
|
||||
LXIX.Boek. HISTORIE. 8£
„ tigduizend guldens beliepen: midsgaders de 171$,
„ kosten, welken zy, geduurende hun bewind ■ ■■■ „ over de Oostenrykfche Nederlanden, tot „ behoudenis derzelven, hadden moeten maa- „ ken, en tot verval van welken, zy vier mil- „ lioen zeshonderd agttienduizend negenhon- „ derd vyfenvyftig guldens hadden opgeno- „ men. De uitgaande en inkomende regten, „ op waaren, gaande naar of komende van „ Groot-Britanje of de Vereenigde Gewes- ,, ten, uit of in de Oostenrykfche Nederlan- „ den, zouden geregeld blyven op den tegen- „ woordigen voet, tot dat men, wegens een „ nader Verdrag van Koophandel, zou over- „ eengekomen zyn. Voor't overige, zou de „ Koophandel en 't gene daar van afhing, „ tusfchen de ingezetenen der Oostenrykfche „ en Vereenigde Nederlanden, blyven op den „ voet, als by 't Verdrag van Munfter be- „ raamd was. De Vestingwerken van 't Kas- „ teel van Luik en van Huy zouden, op kos- „ ten van't Land van Luik, geflegt worden, „ zonder immer wederom te mogen worden „ hermaakt; zullende deeze flegting, binnen „ drie maanden, moeten gefchieden. De Ko- „ ning van Groot-Britanje verbondt zig tot „ de handhaavinge van dit Verdrag, welk, „ door de handelende Mogendheden, binnen ,, zes weeken, zou moeten bekragtigd wor- „ den (w)." Doch, ten opzigte van het punt, welk de flegting van Huy en 't Kasteel van Luik betrof, verklaarden de Staatfche Gevol- mag-
fi>0 Zie Groot-Plak atb V Deel, W. 522. Du Mont Corps
Dipl. Tom. vul p i. r. 458. ÜMuan Hun. IX. f. 24. Ro»sstx Recucil, T*m. I f 37 F 5
|
||||
Sp VADERLANDSCHE LXIX.Boes.
• if\5. magtigden, dat zy daarin niet konden bewil-
' „ de Prins en Staaten van Luik afftand zou- „ den doen van de klagten, welken zy, op „ den Ryksdag, hadden ingebragt, tegen de „ ftigting der Sterkte op den S. Pietersberg, „ tegen over Maastricht, door de Staaten. 2, „ dat men hun ook genoegen gave, wegens „ hunne eifchen op Bon j 't zy door het ileg- „ ten deezer Vestinge, of door overeen te „ komen omtrent de bezetting, welke men 'er, „ tot gemeene veiligheid, in zou mogen leg- „ gen (#)." Terftond na 't uitwisfelen der fcekragtigingen van 't Verdrag van Barriere, nam Johan van den Berg, Gevolmagtigde der Staa- ten tot de Regeeringe der Oostenrykfche Ne- derlanden, uit den naam van hunne Hoog-Mo- gendheden en van zyne Majefteit van Groot- Britanje, met eenen brief, affcheid van de Raa- den en Kollegien van Regeeringe aldaar, de- zelven ontilaande van den eed, aan de twee Mogendheden gedaan (y). XVIH. Het Verdrag van Barriere bevestigde de Aanmer- Staaten eerst in 't bezit van 't gene zy, by overeet eeDen twaalfjaarigen oorlog, gewonnen, en by Verdrag de Utrechtfche Vrede bedongen hadden. Zy van Bar- verkreegen zig, by het zelve, den eigendom tfere. en opperfte magt over een aanmerkelyk ge- deelte van het Overkwartier van Gelderland a en over een klein gedeelte van Vlaanderen j waardoor zy de grenzen van hunnen Staat, beide ten oosten, en ten westen naar den kant va$
(x~) Voiez I.amkbrti 7"»»». IX. p. 46^
fjO Rousset Recneü Tom. 1. fa 7IS. |
||||
tXIX.BoEK. HISTORIE. 91
van Zeeland, in grooter veiligheid gefield za-
gen dan te vooren. Voorts, dekten zy zig, tegen vyandlyke onderneemingen , van dea kant van Frankryk, door het leggen van be- zettingen , in Namen aan de Sambre en Maa- ze, in Doornik aan de Schelde, in Meenen en Warneton aan de Leye, in Yperen en 't Fort de Knokke, aan een water, welk gemeenfchap met Nieuwpoort hadt, en in Veurne, aan de Vaart, tusfchen de katstgemelde Stad en Duin- kerken. Alle welke Plaatfen digt aan de gren- zen van Fransch Vlaanderen gelegen waren, ea overweldigd moesten worden, eer men, van deezen kant, op 't grondgebied van den Staat komen kon. Men was, hier te Lande, in 't algemeen, vergenoegd, over 't fluiten van 't Verdrag van Barriere, hoewel fommigen meen- den, dat het leggen van genoegzaame bezettin- gen in afgelegen'Plaatfen, en het onderhouden van de Vestingwerken derzelven, den Staat zou inwikkelen in kosten, welken de dienst, dien men zig van deeze Barriere beloofde, niet zou können opweegen. De afgelegenheid der Barriere-Plaatfen zou ook, dagt men, aanleiding geeven, dat de toevoer derwaards ligter zou können belet worden. Doch, van den anderen kant, werdt aangemerkt, dat de Spaanfche Nederlanden, altoos, na de Mun- fterfche Vrede, waren aangezien, als eene noodzaakelyke Barriere voor den Staat; dat het vermogen derzelven, federt, en vooral na het fluiten der Pyreneefche Vrede, nogtans, zo geweldiglyk was afgenomen, dat zy, uit zig zelven, niet in ftaat waren, om tot eene Bar- riere te yerftrekken. Dat zy ook niet meer on- der-
|
||||||
92 VADERLANDSCHE LXIX.Boek.
T715. derfteund werden uit Spanje, gelyk voorheen.
h-----Dat zy, derhalve, geene Barriere voor den Staat
konden zyn, zo zy niet met Staatsch krygs-
volk bezet werden. Dat dit Krygsvolk of ftaan moest onder Overften, die niet van de Staa- ten afhingen, of onder Overften, die door de Staaten werden aangefteld. Dat men, van het eerfte, de nadeelige gevolgen ondervonden hadt, in den aanvang deezer eeuwe, toen de Staatfche troepen, onder vreemd bevel ftaan- de, en nevens vreemde troepen in bezetting leggende, eer men 'tverwagtte, genoegzaam krygsgevangen waren gemaakt. Dat men, hierom, het regt, om alleen bezetting te mo- gen leggen in de Barriere-Plaatfen, onder zyne eigen' Overften, wysfelyk, bedongen hadt. Dat de afgelegenfte Barriere-Plaatfen, Namen, Doornik en Meenen, de vyandlykheden verst van de grenzen hielden. Dat Yperen en Veurne Staatsch Vlaanderen dekten, en nader by wa- ren ; en de overigen niet zo afgelegen, als ver- fcheiden' Grensfteden. Uit al het welke, men opmaakte, dat men den Staat niet beveiligen kon, zonder zig zulk eene kostbaare Barriere te verkrygen (2). 'XVIII. Doch het Verdrag van Barriere was nog Onlusten, niet jang geflooten geweest, of het gaf gele- genheid" genheid tot eenige moeilykheden, waarvan wy van dit kortelyk gewaagen moeten. De Keurvorst van Verdrag de Palts gaf den Staaten, omtrent den aanvang ontdaan van Wintermaand, te kennen, dat de Keizer Er- hem het Hertogdom Limburg hadt afgeftaan, tot dat hybekwaamer gelegenheid hebben zou, om
O) Petitie voor 't jam 1715. ty Lauuerti Tom- IX. p. jfty
|
||||
LXIX.BOEK. HISTORIE. 03
om hem de dienften te vergelden, welken hy t?ï^
den Huize van Oostenryk, in den jongden oor--------
log, gedaan hadt. De Staaten hielden zulk vorst va»
een' afftand te ftryden met het Verdrag van de Pa]ts* Barriere, waarby beraamd was, dat de Spaan- £jjn-"* fche Nederlanden, voor altoos, aan het Huis burgs van Oostenryk zouden moeten blyven. Ook waren de inkomften van dit Hertogdom by- zonderlyk verbonden, voor zekere penningen, welken de Staaten, ten behoeve des Keizers, hadden opgenomen. Zy begeerden, hierom, op den Keurvorst, dat hy 's Keizers aanbie- ding van de hand weeze. Men wierp hun te- gen „ dat zy zelven hadden gedoogd, dat een „ gedeelte van 't Overkwartier van Gelder- „ land aan Pruisfen, en een landgoed van der- „ tigduizend Ryksdaalers inkomen , uit Lu- „ xemburg of Limburg, aan de Prinfesfe van „ Urfins was afgedaan. Dat zy, daarenboven, „ het Hertogdom Limburg, reeds in den jaa- i} re 1703, hadden overgegeeven aan den te- ,, genwoordigen Kejzer, waarom het Verdrag j, van Barriere, welk alleen fprak van Gewes- „ ten en Steden, die zy nu afftonden, niet „ op dit Hertogdom zien kon." De Staaten bleeven egter by hun gevoelen. Die van de Oostenrykfche Nederlanden beweerden ook, dat zulk een afftand met hunne Privilegien ftreedt. Men zogt de Staaten gerust te Hel- len, dat de Keizer geen ander gedeelte der Oostenrykfche Nederlanden vervreemden zou, zo zy in den afftand van Limburg bewilligden. Doch men deedt vergeeffche moeite. De Staa- ten bragten zelf, by deeze gelegenheid, ver- scheiden' bezwaarnisfen in by den Keurvorst van
|
||||
04 VADERLANDSCHE LXIX.BoEKi
ï/tj. van de Palts; vooral, klaagden zy, over dé
met het minde hooge water, hunne dykaad- jendoorftaken, en 't Land tusfchen Maas en Waal lieten onderloopen, en andere ongere- geldheden bedreeven, op de grenzen. Nog- tansj tradtmen, in de Lente des jaars 1716, in nadere onderhandeling met het Paltfifche Hof; Men vorderde eem'ge voorwaarden, op welken men inden afftand van Limburg fcheen te zullen bewilligen. Men ruimde zelfs het Steedje Kesfenich, in 't Overkwartier van Gel- derland, waarop de Keurvorst regt hadt. Doch alzo men, kort hierna, vernam, dat de oefe- ning van den Hervormden Godsdienst, in 't Hertogdom Limburg, belet werdt, toonde men zig wederom ongenegener, om den af- ftand te gedoogen. De dood van den Keur- vorst , die hierop volgde, was oorzaak, dat de afftand niet voltrokken werdt Qz), en in 't jaar 1717, werdt het Hertogdom Limburg, weder- om, met het Hertogdom Brabant vereenigdj daar het, eerst na de dood van Karelden II» van afgefcheiden geweest was Qb'). en met Het flegten en overgeeven van Huy en van den Keur-'t Kasteel van Luik draalde eenigen tyd, om Keulen*" dat men den Staaten no§ geen genoegen gaf
wegens' omtrent Bon, waarvan niet gewaagd was, in Huy, het Verdrag van Barriere, De Staaten hadden Luik en n0g bezetting in deeze drie Plaatfen, en zog- Bon' ten zelfs de bezetting van Bon, die zwak was, met een Regement te verfterken; doch zy ont- moet- ra) Lamserti Tom. IX. p. 46—40, 418—431. C»J Supp», m Corps Dipl. Tum. lÜ, P, II. p. 1*5; |
||||
t,XIX.BoEK. HISTORIE. $§
moetten hierin zo veel tegenftands, dat zy I7t|.'
den toeleg ftaaken moesten. Van wege den t Keizer, werdt toen zeer gedrongen op de ont-
ruiming der Vestinge, uit kragte van de Utrechtfche Vrede. Aan 't Franfche Hof »wer- den , derhalve, poogingen gedaan, om de Re- geering te beweegen, tot de bandhaaving dee- zer Vrede, in gevolge van welke Bon geflegt behoorde te worden. De Ambasfadeur Buys ftondt hierop fterk, in verfcheiden' gefprekken met de Torcy en met den Hertoge-Regent zelve (c ). Maar van 's Keizers zyde, werdt» in den Haage, beweerd» dat het Verdrag van Baden niet vorderde, dat Bon geflegt, maar in tyd van vrede, alleen door burgers, bezet werdt. Daarenboven, werdt aangetoond, dat de Vestingwerken van Bon zo vervallen wa- ren , dat de Stad, daar de Keurvorst van Keu- len zyn gewoon verblyf hieldt, geheel open leggen zou voor nagtroovers, zo men ze nog van haaren ouden muur berooven wilde. Men werdt het egter niet eens. De Keurvorst be- floot, eindelyk, tot daadelykheden te komen. Hy deedt, in Slagtmaand, eenige troepen trek- De Staats« ken in de buitenwerken van Bon, die, op den fcheb«. zestienden, heimelyk, in de Stad wisten te ge- zettl"S raaken, en nog voor 't einde des jaars, de wei- ve°dree- nige Staatfche manfchap, die hier nog lag, met ven xUc geweld, ter poorte uit dreeven( <?). Ete Staa- -Boa« ten, hiervan berigt bekomen hebbende, waren 'er zo misnoegd over op den Keurvorst, dat zy zynen Refident bevel gaven, om binnen drie
(O Misflven von dtn extr. Amb. Buys ven 3 Juny 4 QB*h
*7«5> ■CO Refol« Holl. 17 Btscmt. 1714. tl. 917.- |
||||
$d VADERLANDSCHE LXDCBoek?
\3r15. drie etmaalen het Land te ruimen. Ook vor-
aangedaan. De Keizer zelf verftondt, dat hun geene voldoening geweigerd kon worden. Ook arbeidde de Koning van Groot-Britanje, ten deezen einde, aan 't Weener Hof. De Keur- vorst boodt, eindelyk, aan, dat hy de Staaten fchriftelyk yerfchooning verzoeken wilde, we- Over- gens 't gebeurde te Bon: waarmede men zig eenkomst niet voldaan hieldt, in den Haage. 't Gefchil Keurde" tus^"cnen de Staaten en den Keurvorst werdt vorst, fleepende gehouden, tot in't jaar 1717, wan- neer men, eindelyk, door bemiddeling van den Keizerlyken Reüdent, Baron van Heems, op den twee - entwintigiien van Zomermaand, overeenkwam „ dat dé werken van 't Kasteel „ van Luik, naar den kant der Stad, zouden „ worden gelaaten, gelyk zy geweest waren „ voor den oorlog, en dat de overigen zou- „ den geilegt worden: waarna de Staatfche „ bezetting 't Kasteel zou ruimen. Dat het „ Kasteel van Huy volkomenlyk geflegt, en „ daarna eerst aan den Keurvorst overgege- „ ven zou worden. Dat de flegting van bei- „ de de Kasteelen gefchieden zou, op kosten „ der Staaten van Luik, en dat de twee Ves- „ tingen nimmer wederom zouden mogen ver- „ fterkt worden. Dat men alle de buitenwer- „ ken van Bon zou doen flegten, buiten kos- „ ten van hunne Hoog-Mogendheden. Dat „ de Sterkte op den S. Pietersberg, door de „ Staaten geftigt, zou in wezen blyven, zon- „ der dat zyegter, over den grond, die tot „ Luikerland behoorde, eer.ig meerder regts- v gebied zouden mogen oefenen, dan over „ den
|
||||
LXlXBoEK. HISTORIE. $}
*, den grond van andere Vestingwerken van 1715,
„ Maastricht, die* insgelyks, op Luikfchen ■ ,j bodem gelegen waren. Dat het gefchut en
j, de krygsbehoeften, binnen Bon gevonden, i} en den Staaten toebehoorende, hun te rug „ gegeven zouden worden, en dat de Keur- i, vorst de agterftallen voldoen zou aan den i, Staatfchen bevelhebber en bezetting van Bon, „ die over hunne betaaling beding gemaakt „ hadden met het Keurvorftelyk Kapittel. Dat, „ eindelyk, zyne Keurvoriielyke Doorlugtig- it heid, wegens het gebeurde te Bon, eenen „ beleefden brief fchryven zou aan de Staa- j, ten (é)."Ditgefchiedde, federt, ende ove* rige punten van het Vertrag werden, insgelyks, genoegzaam naargekomen (ƒ). De Koning van Pruisfen hadt ook merkely- %IK.
ke zwaarigheden ingebragt, tegen het punt van VerCchtf het Verdrag van Barriere, welk het Overkwar- ^J^? tier van Gelderland betrof Hy beweerde „ dat va„ni „ de Sterkte S* Michiel gelegen was in het ge- Pruisfat, j, deelte, welk hem was afgedaan; dat om over't „ Stevenswaard en Venlo land lag, welk on- ï^fecfin t, der zyne Domeinen te Montfoort, onder »t over- „ Kriekenbeek en Middellaar, en derhalve aan kwartier „ hem behoorde; dat men alleen van regten Van Gel- „ en tollen te Venlo en te Roermonde ge- dërlands „ waagd hadt, zonder te fpreeken van 't ge- t) ne hy regt hadt te heffen; dat men, einde- j, lyk, over de Stukken en befcheiden van 't ,, Overkwartier fchikkingen hadt gemaakt, in „ zyn
("O Mez Du Mont Corps Dipt. Tom. VIÜ. A I. p. 490,
ftotjssET Rccueil, Tom. I. p. 442. (f) foiez Lambert! Tom* IX« pé 65 — 87$ 408 — 417«
t»m X. p. 177— 95. XVIII. Deel. G
|
||||
93 VADERLANDSCHE LXIX.Boek.
„ zyn nadeel, onaangezien hy verre het groot-
„ fte gedeelte van dit Gewest bezat." Men handelde lang, in den Haage, over deeze be- zwaarnisfen.^ De Staaten gaven zig veel moei- te, om derzelver ongegrondheid, fchriftelyk, aan te wyzen. Doch daar verliep nog een ge- ruime tyd, eer men, over een gedeelte der zelven, eens werdt (g). Ondertusfchen, re- gelden de Staaten, in Slagtmaand des jaars 1716, met den Koning van Pruisfen, da gren- zen in de Peel, gelegen tusfehen de M<?kiye van 's HertogCübosch en het Ampt van Kesfel, in 't Overkwartier van Gelderland ( h ), waar over, insgeJyks, gefchil geweest was. Wy- ders, was 'er ook twist gereezen, met den Kei- zer, over de grensfeheiding in Vlaanderen, die niet voor 't jaar 1718 vereffend werdt: op welk jaar, wy 'er, kortelyk, van gewaagen zullen. Keizer Ktrel de VI. midlerwyl, de Regeering der Spaanfche, nu Oostenryki'che Nederlanden aanvaard hebbende, ftelde Prins Eugenius van Savoje, tot algemeenen Land- voogd over dezelven, aan: in witns naam, de Regeering werdt- waargenomen, door Herku- les Jozef Louis Turinctti, Markgraaye de Prié. De Keizer maakte, in 't jaar 1718, nog eene merkelyke verandering, in de Regeering der Oostenrykfche Nederlanden, dezelve brengen- de op eenen voet, welken men hieldt beter overeen te komen met hunnen tegenwoordigen toelland. De Raad van Staate, de Geheime Raad en de Raad der Geldmiddelen, die el- kan-
fgO Lamberti Tom. IX. p. 50—66, 431—441, 443.
*(») Zie Groot-Plaluacb. V. Deel, il. 54J. Du Munt Corps Diplom. Tom. VIII, P. I p. 481. |
||||
tXIX.BoEK. HISTORIE. 99
kanderen plagten gelyk te ftaan, in rang en ge 1715;
zag, werden vernietigd, en, in de plaatfe der---------3
zelven, één Raad van Staate aangefteld. Wy-
ders, werdt de Regeering, grootendeels, naar de Franfche gefchikt (/) Aan 't Hof van Madrid was, onlangs, eeni- XX»
ge verandering voorgevallen. De Koningin ^*"^ was op den veertienden van Sprokkelmaand spsnj«. des ja ars 1714 overleeden ( k ); en de Koning, federt, voor de tweedemaal, in Huwelyk ge- treeden met Elizabei Farnefe, Dogter van Odoard den II, Hertoge van Parma, die, tegen 't einde des jaars, in Spanje komende, de Prin- fes van Urfins, terftond, van 't Huf verzon- den hadt. Zy begaf zig, eerlang, naar Frank- xyk, daar zy minnelyk bejegend werdt. Ik vind, dat zy, aldaar zynde, voornam, naar Hol- land te vertrekken, en zig, met der woon, te Utrecht, neder teflaan (l). Doch ik weet niet, of zy dit voorneemen voltrokken heeft. Haa- re ongenade werdt, in 't gemeen, toegefchree- ven aan zekere onbeleefdheid omtrent de nieu- we Koninginne, toen zy dezelve, voor eerst, ontmoette, te Guadalaxara. Ook meent men, dat zy te veel vermögt op den Koning, wiens genegenheid de Italiaanfche Prinfes voor zig alleen begeerde (m). Ondertusfchen, verviel, met de ongenade der Prinfesfe van Uifins, het gefchil over het Landgoed van dertigduizend Ryksdaalers, haar uit Luxemburg of Limburg be-
(O Vuh-f. Du Mont Corps Dipl. Tum. VIII. P. I. p. 510.
(i) Lamberti lom. VIU. p. 556.
. (/> MUfive van den exir. Ambasf. DuyS van 14, #5 3*ib $ April 3 May 1715. (,») LamüERTi Tom. IX. p. 150, 131.
G 2
|
|||||
i
|
|||||
106 VADËRLANDSCHE LXIX.Êoèk;
1715. beloofd; welk de Vrede met Frankryk en met
------- Spanje zo lang hadt tegengehouden. Eenigen
De [leer tyd na 't fluiten der Vrede met Spanje, had-
van Rip- cjen ^e Staaten beilooten, een' buitengewoo- worde nen Gezant derwaards te zenden, waartoe de der- Meer Joan Willem van Ripperda, Vryheer van waards Poelgeest, benoemd weidt («). In Hooimaand gezoa- deezes jaars, kwam hy aan te Madrid, daar hy zyn werk maakte van het bevestigen van het goed verftand, welk tusfehen Filips den V. en de Staaten herfteld was, door de Vrede. Ook zogt hy eenige voordeden te bedingen voor den Koophandel. D2 Staaten bekleedden hem, ledert, op zyn verzoek, met de waardigheid van Arnbasfadcur (0), zonder dat egter zyne wedde verhoogd werdt. De Koning van Span- je hadt den Markgraaf van Mir aval, in die hoedanigheid, herwaards gezonden, die egter niet lang in den Haage bleef. Ripperda ver- nam , kort na 't overlyden van Lodewyk den XIV, uit den Abt Julius Atherom, die thans zeer gezien was by den Koning „ dat hunne „ Majefteiten zig niet dagten te moeijen met „ de Regeering van Frankryk, alwerdtfehoon „ de Koning geroepen tot het Regentfchap, „ of tot de Kroone zelvcn, indien de jonge „ Vorst mögt komen te overlyden." De Am- basfadeur fcheef den inhoud van zyn gefprek met den Abt over naar den Haage, met ver- zoek, dat men zyn fchryven geheim hieldt. Hy voegde 'er by „ dat de Koningin veel gezags „ hadt in de Regeeringe :" 't welk, allengs- kens,
(h) Rtfol. Hol', 13 , 15 Dec. 1714. V, 561, 571. 19 Jen. 2»
Haart 1715. 'I.70, 274. Europ. Merc. Jan—Juny 1715. iil.l'ij, C<0 Rtfol. Holl. 19 OLM. 1715. il. 757. |
||||
LXIX.BoEK. HISTORIE. ioi
|
||||||
kens, overvloediglyk gebleeken is. In Gras- 1^14.
maand des volgenden jaaars, deedt Ripperda-------
eerst zyne openbaare intrede te Madrid Q>).
Het kaapen der Zweeden op de ingezetenen XXï.
van den Staat hieldt nog al aan (q). De Staaten De hadden hunnen onderzaaten, reeüs in 't voorlee- jr^f ^^ den jaar, vergund, geweld met geweld temo- peryen gen keeren, en alle genomen' fchepen en goe- houden deren te mogen herneemen, waar zy ze ook aan- "°g al troffen; verklaarende zy, diergelyke ondernee- nn' mingen der Zweeden niet anders te können aan- zien, dan als openbaare zeerooveryen(r^). De Zweedfche Gezant Palmquist itiet zig aan dit woord, en beklaagde 'er zig over, by de Staa- ten. Men gaf voor, dat de Nederlandfche fche- pen genomen werden, om dat zy den Rusfen krygsbehoeften toevoerden; 't welk, zo 't ge- fchied was, buiten kennis, en tegen 't uitdrukke- lykverbod der Staaten, was gefchied. In Zwee- den, kwam, kort hierop, een Reglement uit, waarnaar de Kaapers zig hadden te voegen. Men meende, hierdoor, de ongeregeldheden te voor- komen, die in't aanhouden en neemen der fche- pen gepleegd werden. Doch de Staaten vonden 't bederfelyk voor den Koophandel in de Oost^ zee. De Engelfchen hadden dezelfde redenen van klaagen, over de Zweedfche kaaperyen. George Groor, de I. en de Staaten kwamen, derhalve, over Bri™je een, om eene Vloot in zee te brengen, die uit graten tweeen dertig fchepen van oorloge, twintig Ei - zenden gelfche en twaalf Staatfche, beitondt, en dien eene de Vl00t
O) Lamberti Tom.W. p. 131.134., 475, 475, 712, 713, 714.
(?) LAMBERT! Tom. VIII. p. «OS üip, 850.
(O 2i» Groot-Plakaatb. V. heel, bi. 1631, 163J, 367-
|
||||||
G3
|
||||||
102 VADERLANDSCHE LXIX.Boeiu
Ï715. de, om de fcheepvaart der beide volken te be-
-------veiligen (s). Men nam aeeze uitrusting,meer
naar de of min, kwaalyk, aan 't Franfche Hof, en fprak
Oostzee. van 00jj. eene vj00t naar de Oostzee te willen zenden (/). Doch hiervan kwam niets. De
Staatfche fchepen ftaken. onder bevel van den Schout by nagt Henrik Gravc, in Bloeimaand, ïn zee. In de Zont, voegden de Engelüheri onder Jokn Norris zig by hen. De Engelfche Refident te Stokholm dreigde , hierop, de Zweedfche Regeering, dat men alle Zweed- fche fchepen aanhouden zou, zoo het Hof den Koning , zynen Meester, geene voldoening gave. Men beriep zig op den Koning, die,ein- delyk, van Bender te rug gekeerd, en teStraal- zond aangekomen was. Doch hy was zo verre van iet te willen toegeeven, dat hy een Ver- drag weigerde te bekragtigen, waarby beraamd was, dat de Koning van Pruisfen Stettyn en, Wismar bewaaren, en tegen de vyandlykhe- den der Rusfen en Poolen befchermen zou; fchoon de Pruisfifche troepen, in gevolge van dit Verdrag, reeds bezit genomen hadden van: de eerfte deezer twee Steden («). Maar Karel de XII, de Keurvorflelyke Landen van Hano-: ver dreigende met eenen inval, drong den Keurvorst, Koning George, tot een Verdrag met Deenemarke en Pruisfen, waarby hem de Hertogdommen Breemen en Verden werden toegedeeld, mids hy, op 't inneemen derzel- ven, den oorlog verklaarde aan Zweedenj gelyk hy, in Wynmaand, dcedt. De Hanover- fchen
(_$~) Refol. Hol'- 16 May 1715. il 37<J.
( O Misfive van den extr. Am». Buvs Ven 3 Febr. 1715.
Qu) Vmcz Du Munt Corps Dipl. lom. VIII. /VI. f, 45^
|
||||
HISTORIE. 103
|
|||||||
LX1X. Boek.
|
|||||||
fche troepen voegden zig, hierop, by de Deen- 171^4
fchen en Pruisfifchen, in Pomeren. Rügen en -------
Uedom werden bemagtigd. Straalzond, van
■waar de Koning van Zweeden, op 't einde des jaars, ontweek naar Schoonen, viel denBond- - genieten, iosgelyks, in handen. Ten zelfden tyde, hadt men 't beleg geflaagen voor Wismar, welk Karel de XII, te water, dagt te ontzet- ten. Hy begaf zig, ten deezen einde, naar Karelskroon, daar zyne Vloot gereed gemaakt werdt (v). De vereenigde Vloot der Engel- fchen en Staatfchen, zig vergenoegende met het befchermen der Koopvaardye, keerde eer- lang, wederom naar huis. De Koning van Zweeden was niet alleen Nieuw
ten hoogften misnoegd op Koning George, die misnoe- zig in 't bezit van Breemen en Verden gefteld |e"r™d"n hadt, enZweedsch Pomeren hielp overmees- xjL op teren; maar de Staaten hadden hem, dagt hy, de Staa- ook reden tot klaagen gegeven, doordien zy ten« gedoogd hadden , dat de Czaar van Musko- vie, zyn geflaagen vyand, eenig volk wierf, binnen hun gebied (»), De Czaar was, van Onlusten de andere zyde, ook op de Staaten te onvre- °et den de, om dat zy, reeds eenige jaaren geleeden, vazna^us. de Zweeden met geld hadden onderfteund, it0vie. waarvoor hun de tollen van Riga verpand wa- ren , welken de Czaar, met de Stad, in 't jaar 1710, bemagtigd hadt. Ook waren 'er nog an- dere gefchillen gereezen over den Koophandel .op Archangel, dien de Czaar wilde verleggen naar Petersburg. De Rusfen hadden daaren- bo-
fv') Umberti Tom IX. p. 217—3<3>653> Tindal Pol.Xh
lor XXVI ] p. .-vi — 41- Europ, Mcrc. July—Dsc. J715. hl. 7Ö. (mO Lambert« 'lom. IX. p. aifi. G 4
|
|||||||
104 VADERLANDSCHE LXIX.Boek,
1715. boven, eenige HoUandfche Koopvaardyfchepen,
—---- in den brand gefteken, te Elfwgfors, voorwen- dende , dat dezelven zig begeven hadden onder de befcherming der Zweeden. Men handelde, over deeze en andere zaaken, federt eenen geruim en tyd, met den Prinfe Boris Kurakin, Rusfifchen Ambasfadeur in denHaage (V). De Czaar boodt den Staaten een Verdrag van Zee- vaart en Koophandal aan, voor het einde dee- zes jaars (y); doch het behaagde niet, en werdt hierom, niet voltrokken. XXIT. De Staaten raakten, omtrent deezen tyd, (Onlusten ook in eenig gefchil met de Turken. De Zeeu- mei de wen j^dden , in den jongden oorlog, een meTivTa- Fransch Koopvaardyfchip genomen in den Ar- rokko. chipel, waarin Koopmanfchappen waren ge- weest, in eigendom behoord hebbende aaq eenige Arabieren. De Ottomannifche Admi- raal , door deeze Koopluiden bewoogen, zondt eenen Aga met hen naar den Haage, om de genomen goederen terug te vorderen: doch hy keerde onverrigter zaake naar huis, alzo men hem aanwees, dat de Verdragen, tus- fchen de Porte en de Staaten gemaakt, hen niet verbonden, om goederen te rug te gee- ven, die op een vyandlyk fchip gevonden wa- ren (z~). De Keizer van Marokko dreigde ook, de Vrede met de Staaten te willen breeken, hebbende hy hunnen Conful doen vertrekken uit zyn Ryk. Ook werden 'er eenige fcbepeq genomen, door die van Algiers en Salee. De Staa-
O) Rc-foJ. Holl. 23 Ju»y, 18 Nov. 1713. II. 313. 5Ö7- 8
A"g' '715 Mi 579. L.\mberti Turn, VIII. p. 782—793. l'om. IX. t>. J14..—2 (5. Cy) Votez Do Mont Corps Dipl. Tm. VIII. P. I. p. 468.
Qz) Lamberti Tom. IX. f. 330, 332.
|
|||||
#
|
|||||
LXlX.BoEK. HISTORIE. 105
|
|||||
Staaten zagen zig, derhalve, genoodzaakt, om 1715,
verlof te ge even tot het kaapen op de Rooffche- —— pen van Algiers en van de onderdaanen van Ma- rokko (d), die, midlervvyl, beweerden, dat de Staaten reden tot de vyandlykheden hadden ge- geven , doordien zy de Slaaven niet hadden vry- gekogt,die,ten tyde van het fluiten der jongfte Verdragen, te Algiers en elders, gevangen za- ten ; gelyk zy beloofd hadden. En inderdaad, dit was tot nog toe agtergebleeven, of ter oor- zaake van den buitenfpoorigen prys, welken men vorderde, of, by gebrek van penningen (b). Men bleef dan, eenige jaaren, in oorlog met de Barbaaren. De kryg, die, tusfchen de Por- te en den Staat van Venetië, ontftondt, gaf, eerlang, aanleiding tot een verbod van den in- voer in 't Turkfche Ryk van allerlei waaren van ?t maakfel van Venetië, of 't gene 'er naar zweemde: waarop, ook hier te Lande, 't ver- voeren van diergelyke waaren naar Turkye verbooden werdt, ten ware zy, met het zegel der Staaten, gemerkt waren (c). Een geweldige ftormwind uit den Noord- XXIIL
westen hadt, in Lentemaand deezes jaars,mer- Storm- kelyke overftroomingen veroorzaakt in Hol- ^t°rft|n land, Zeeland, Friesland en Groningerland. onder'c Dok heerschte, hier te Lande, federt eenigen Rund? tyd, eene zwaare Sterfte ondex 't Rundvee vee* (</), die verfcheiden* jaaren geduurd heeft. Het zuivel bleef nogtans niet hoog in prys, ter oprzaake van den fterken aanvoer van vreemd
f«) Zie Groot -Plakaatb. V. Deel, hl. 311.
f'O Lamierti Tem. IX. p. 718, 719.
CO Lamberti Tom. IX. p. 332—334» 5<>S» 5Ö6«
(<0 Lamblrti lom, VIII. f. 919.
|
|||||
G5
|
|||||
io6 VADERLANDSCHE LXIX.Boek,
|
|||||
1715. vreemd vee; hoewel dit niet gefchieden kon;,
------- zonder dat 'er veel gelds om ten Lande uit
raakte.
xxiv. Men hadt, federt eenen geruimen tyd, een Ptakaat geriigt verfpreid onder 't gemeen, dat fommi- «f van- §e Re§enten zig? door gefchenken, lieten be- gen van weegen tot ontrouw; welk gerügt zo veel in- verboo- gang en geloof vondt, dat 'er de Staaten van den' ge- fommige Gewesten kennis van namen. Die feheaken. van Overysfel, en naderhand die van Utrecht fchreeven 'er over aan de algemeene Staaten ( e), die, eerlang, beflooten, dat de Leden van hunne Vergadering , die van den Raad van Staate, van de Generaliteits Rekenkamer, van de Admiraliteiten, van de Raaden van Brabant en Vlaanderen, van de Wethouders in de Ge- neralitets-Landen, van de Bewindhebbers der Oost- en Westindifche Maatfchappyen, en van de Gemagtigden tot het bewind over de nalaa- tenfchap van Koning Willem den III, by eede, belooven zouden, zig ftiptelyk te zullen ge- draagen, naar een Plakaat, welk, in Winter- maand, tegen het ontvangen van ongeoorlofde gefchenken, in 't licht kwam (ƒ). De Graaf Arend Joost van Keppel, Graaf van Albe- van Al- marie, die, als Heer van Acquoi, in de Or- tjeiparie, ^Q jer Rjdderfchap van Holland, befchreeven iu«t°Hoo-was» hadt, in Grasmaand deezes jaars, in 't gerhnis Iloogerhuis van Engeland zitting genomen. van En- Sommigen hier te Lande oordeelden, derhal- gfr?d ,ve, dat men hem de zitting onder de Edelen fomenS behoorde te ontzeggen: waartoe de 1 leer Arend,
(>) Vtitz Lamberti Tom. VIII. p. 913— 919- Tom. IX.
p. ?34 • S35- (ƒ) Refol. HolK 20 Fehr. 12 Oäob. 1714. hl. ft), 439- 18 üec.
1715. tl. ijio., Zie Groot-PiaUaatb. V. Deel, U. CO4, 686. |
|||||
LXIX.BoEK. H I S T O R I E. 107
Arend, Baron van Wasfenaer, Heer van Dui- 17^
venvoorde, eenen voorflag deedt ter Vergade- >—— ringe van Holland. Doch men verftondt, dat hebben. hy, reeds by 't leeven van Koning Willem, in 'ie>^e- *t Hoogerhuis gezeten hadt, en federt in de ^uung Ridderfchap befchreeven geweest was: waar- onder de om het niet voegzaam fcheen, dat hy thans Edelen van dit regt, waarvan ook de Graaf van Port- vet; Hol- land gebruik hadt gemaakt, verfteken werdt. an ' Ook werdt, eerlang, beflooten, dat hy zyne zitting in de Vergadering van Holland behou- den zou, en te gelyk in 't Hoogerhuis van En- geland plaats mogen neemen, mits hy, tot het laatfte, vooraf, verlof verzogt en verwierf van de Staaten (g). De buitengewoone Ambasfadeur Buys, die XXV.
zig nog in Frankryk bevondt, hadtj op zyn Gene»me ernftig en herhaald verzoek (/5), verlof be van'een •komen, om wederom t'huiswaards te keeren, Verbond en ftondt nu op zyn vertrek, toen hem ver- wsfehen fcheiden' gewigtige voorflagen gedaan werden, F"nk" onder verbindtenis van de uiterfte geheimhou- c'root- dinge : waardoor zyne herwaardsreize, nog Britanje eenige weeken, vertraagd werdt. De Graaf'en de van Stairs hadt den Hertoge van Orleans, op Staäten* den tienden van Wynmaand, een Verdrag voorgefteld, waarby men zig zou verbinden, tot handhaaving der Proteftantfche opvolgin- ge in Groot-Britanje, en, te gelyk, tot hand- faaavinge van de opvolginge tot de Franfche Kroone, volgens dejongfte Akten van afftand. De Hertog van Orleans vondt egter geen' 1'maak
(g~) Befol. Ho». 15 May ig nee. 1715. */. 372, 434.
{.10 Misßve runden tsxt- AmU. Cuys van 4 03vb. 1715. |
||||
io8 VADERLANDSCHE LXIX.Boek.
|
|||||||||||
1715. fmaak in deezen voorflag, blootetyk, opgevat
— gelyk dezelve lag; doch floeg den Engelfchen Gezant een Verbond voor, tusfchen Frankryk Groot - Britanje en de Staaten, tot handhaaving van derzelver regten en bezittingen in Euro- pa , volgens de jonglte Verdragen van Vrede: Gefprek waartoe Stairs zeer neigde. Van deezen voor- tusfchen flag werdt Buys onderregt, door den Hertoge, den Her- jie nem vraagde, wat hy van zulk een Verbond Orleans'1 ^aSt? **y verontfchuldigde zig heufchclyk, en den „ niet juist, zo hy verklaarde, om dat hy be- Ambasfa- „ dugt was, dat de Akten, waarby de opvol- **eur „ ging in Groot-Britanje en de afftanci van uys* „ de Kroone van Frankryk vastgefteld waren, „ niet zouden naargekomen worden; maar „ vooral, om dat de Vrede hem nog niet ge- „ noeg begroeid fcheen, om reeds een ver- „ dedigend Verbond aan te gaan; ook, om „ dat hem niet bleek, wat men al zou hebben „ te houden voor een geval, waarin 't Ver- „ bond zou moeten naargekomen worden, en „ eindelyk, omdat een min magtige zeer voor- „ zigtig zyn moest, in 't aangaan van ver- „ bindtenisftn met magtiger; die ligtelyk voor „ aanval hielden , 't gene geen aanval was, „ en daardoor den min magtigen in groote „ engten konden brengen." De Hertog her- nam „ dat deeze bedenkingen vervielen, als „ men aanmerkte, dat zyn voorflag toeval- „ lig gefchiedwas, by gelegenheid van dien „ des Graaven van Stairs, en dat hy onderftel- de, dat Groot Britanje mede in 't Verbond |
|||||||||||
55
|
treeden zou." Hy voegde 'er by „ dat hy,
|
||||||||||
„ zo dra men maar begon te handelen, too-
„ nen zou, dat hy zig den Pretendent niet al- |
|||||||||||
LXix.BoEK.. Historie. 109
„ leen niet aantrok; maar dat hy deszelfs i7t^»
„ oogmerken zou zoeken te dwarsboomen» ------
„ zo veel hy kon. Over de voorwaarden, en
„ over den tyd van 't Verbond, zou men na- „ der können handelen. Voorts, wist hy „ niet, dat iemant oorlog in den zin hadt, of „ 't moest de Keizer zyn, die, zo hy ver liaan „ hadt, om den Turk aan te tasten, vyftig- „ duizend man, en onderhoud voor dezelven „ voor den tyd van tien jaar en, van 't Ryk „ geeischt hadt t welke eisch hem bedenkelyk „ was voorgekomen, konnende den kryg te- „ gen den Turk niet boven de twee jaaren „ duuren; waarom, hy vermoedde, of men „ te Weenen, het oog ook naar elders, 't zy „ naar 't Noorden, of liever naar Italië of „ Spanje, hebben mögt; zynde zyne Keizer- 5, lyke Majefteit nog niet bevredigd met den „ Koning van Spanje: in welk laatfte geval, „ zyne Katholyke Majefteit, veelligt, zou voor- „ wenden, aan de Akten van afftand niet ge^ „ houden te zyn." Hierop antwoordde de Ambasfadeur „ dat''s Keizers eisch, zo dezel- „ ve gefchied mögt zyn, mogelyk, alleen ge- „ daan was, om de Porte, te eerder, tot re- „ den te brengen: dat hem, ten minfte, niet „ waarfchynlyk voorkwam, dat de Keizer den „ Koning van Zweeden, die, binnen twee „ jaaren, afgeoorloogd zyn zou, nu verder in „ 't laage zou willen helpen: ook niet, dac „ hy 't gemunt zou hebben op Italië, daar hy „ de onzydigheid beloofd hadt te zullen on- „ derhouden; veel min, op Spanje, zonder „ van Schepen of Galeien voorzien te zyn." Hy befloot „ dat zulke bykomende zaaken, „ als
|
|||||
1
|
|||||
tïö VADERLANDSCIIE LXIX.Boëk,
1715. » a^s hy te vooren genoemd hadt, dikwils, het
-------,, meeste overleg gaven, by 't aangaan van
„ verdedigende Verbindtenisien." De Hertog
erkende dit; doch beweerde tevens „dat men, „ ter goeder trouwe handelende, gelyk zyne „ inzigten, inderdaad, opregt waren, alles, „ zo klaar omfchryven kon, dat men alle „ zwaarigheden voorkwame." 't Gefprek ein- digde hiermede. De Ambasfadeur Buys ver- ftondt, daarna, uit den Graave van Stairs, dat de zaak zig, tusfchen den Hertoge en hem, zo hadt toegedraagen, als de Hertog verhaald hadt. Hy hieldtden Graave hierop voor, dat, wan- neer de Koning, deszelfs Meester, in zulk een Verbond tradt, het zig zelf .wees, dat hy zulks nietdeedt, als Keur vor? t van Hanover; maar alleenlyk als Koning van Groot-Brïtanj e: 't welk Stairs erkende (;'). Inzigten Kort hierna, ontving de Engelfche Gezant ™n naderen last van zyn Hof, om alleen de hand- erTvan haaving der opvolginge in de twee Ryken té Groot- bewerken, en het fluiten van een verdedigend JJiitanje. Verbond, welk meer overlegs vereifchen zou, te verfchuiven. Men was, ten deezen tyde, in Engeland, bedugt voor de onderneemin- gen des Pretendents, welker uitflag wy reeds verhaald hebben, en men wilde, hierom, het Franfche Hof gaarne beweegen, tot het (lui- ten deezer onderneemingen. Maar de Hertog van Orleans, en vooral die van zynen Raad verftonden, dat het Ryk meer nuts te wagten hadt van een algemeener Verbond, tusfchen de
fOSecr Misfive van den extr. AmT). Bim afn im Gt'tffier
Fagel van 25 Oèhb, 1715. |
||||
LXIX.BoEK. HISTORIE. m
de drie Mogendheden. Men meende, aan 't 171$,
Hof, dat zulk een byzonder Verdrag van —----■
handhaavinge der Upvolginge in de twee Ry-
kcn, misduid zou worden by 't gemeen, tot agterdeel des Hertogs, en veelen haatelyk voor- komen. DeMaarflchalk d'Huxelles gaf dit den Heere Buys te kennen, hoewel Stairs deezen gezeid hadt, dat de Hertog uitftel zogt, om eerst eens te zien, hoe de zaaken van den Pre- tendent, in Engeland, zouden afloopen. De Staatfche Ambasfadeur hadt, ten zelfden ty- de, uit de Graave, verftaan, hoe hem, uit Engeland, gefchreeven was, dat de Keizer- fchen, voor eenigen tyd, wel gefproken had- den van vyftigduizend man te begeeren van 't Ryk; doch dat zy hiervan geenen eisch had- den gedaan, en dat 'er, by 't Ryk, niets op vastgefteld was ( k ). De Heer Buys, van al 't voorgevallene be- xxvl
rigt gegeven hebbende aan den Griffier Fagel, Befluit ontving, eerlang, een geheim befluit der alge- der Sia*- meene Staaten, welk, den eenendertigden van *.en op Wynmaand, op zyn eerfte fchryvens, geno- voorflag men was. Het behelsde „ dat de voorllag van van den „ een verdedigend Verbond tusfchen Frank- »«toge, „ ryk, Groot-Britanje en den Staat, hun, ge- RcSen:' „ lyk hem, zo gewigtig was voorgekomen, „ dat dezelve wel een ryp overleg verdiende, „ vooral, om dat zulk een Verbond, tegen- „ woordig, veelligt, argwaan verwekken zou, „ by den Keizer, of by andere Mogendheden, „ en om dat men het Verdrag van Barriere „ nog niet voltrokken laadt. Ook kwam het „ VOOr-
^i) Secr. Misfiven «Is foyen van *3 Ott. cm Nov. 1715. |
||||
m VADERLANDSCHE LXIX.Eoek.
1715. „ voorftel hun nog zeer raauw voor, weeten-
■------„ de zy niet, wat Groot-Britanje, daarmede,
„ eigentlykj zou mogen bedoelen. Nogtans,
„ wilden zy 't niet van de hand geweezenheb- „ ben; maar waren gezind, om 'er ernftelyk op „ te raadpleegen." Wyders, belastten zy den Heere Buys „dat hy den Hertoge van Orleans, „ op deezen voet, antwoorden zou, wel zorg „ draagende, dat hy den Staat hieldt buiten „ alle verbindtenis(/). Zyn na- De Ambasfadeur, hierop, in nader gefprek der ge- gekomen met den Hertoge en met d'Huxelles, Ëuys4met vernam, uit zyne Koninglyke Hoogheid „ dat „ het juiste voorwerp der voorgeflaagen' ver- „ bindtenisfe, naar hunne gedagten, behoor- w de te zyn de verdediging van Frankryk, „ Groot- Britanje en den Staat, in de regten „ en bezittingen in Europa, hun, volgens de „ jongfte Verdragen, toekomende: waaron- ,, der dan mede zouden begreepen zyn de op* „ volging in de twee Ryken, en de Barrie- „ re der Staaten; doch niet de zaaken van „ Spanje, van Italië, van Sicilië, noch van 't „ Noorden." Hierby voegde de Hertog „ dat „ de Keizer geene reden tot argwaan fchep- „ pen kon, uit een Verbond, dat flegts dien* „ de tot befcherming der hooge Bondgenoo- „ ten , buiten iemants benadeeling; dat de „ Staaten ook niet agterlyk behoorden te zyn % „ ter oorzaake van de onvnltrokken' hande- „ ling over de Barriere, zynde hem. uit den „ Haage, berigt, dat het Verdrag deswege zo „ goed als getekend was. Maar Chateauneuf ., hadt
CO Secr. Refol. Gener. Joyit il Octab. 1713.
|
||||
LXlX.BoEK. HISTORIE. 113
„ hadt hem, ging hy voort, ook gefchreeven, 1715.
„ dat, in het Verdrag , eene onderlinge ver- —— ;,, bindtenis tot handhaavinge van elkanders „ bezittingen zou komen : 't welk hem hadt j, doen denken, dat de Staaten, hierdoor, zou- s, den können ingewikkeld worden in eenen „ oorlog, hoe zeer zy, zo wel als Frankryk, „ gezind waren om de Vrede te bewaaren. j, Want, zo de Keizer Sicilië eens aantastte, „ gelyk hy, meermaalen , gedreigd hadt, en „ Frankryk gevergd werdt * den Koning van „ Sicilië by te ftaan , volgens het Ucrechtsch „ Verdrag , zou zulks de Staaten, uit hoofde „ der voorgeflaagen' verdedigende Verbind- i, tenisfe , nog niet verpligten tot het opvat- „ ten der wapenen ; maar 't geval zou veran* „ deren, zo, by wege van afwending, of ver- „ dediging , of reden van oorloge, de Keizer „ Frankryk , of Frankryk den Keizer aantast- *, te , in de Nederlanden. Immers , zou de „ Keizer dan den Staat vermaanen, tot het „ naarkomen der beloofde handhaavinge zyner „ bezittingen." De Hertog verklaarde, wy^ ders „ dat hy , hierdoor, bewoogen gewor- . j, den was, om Chateauneuf aan te fchryven* „ dat hy den Staaten, op de gevoeglykfle wy- ,> ze , in bedenking zou geeven , hoe voor- „ zigtig zy behoorden te zyn in 't belooven „ van de handhaavinge der Spaanfche Neder- Uy (iaat „ landen of der Barriere; of, dat hy 't liever <|e onzy- „ zulks zou zoeken te beleiden, dat de Spaan- jiëIlQd' „ fche Nederlanden , met betrekking tot den tenryk-S" „ Keizer, Frankryk en de Staaten, in alle ge- fche Nc- „ vallen, gehouden werden voor onzydig y zo derian- ,, dat men ze geen van driën zou mogen aan- „*" XVIII. Deel. H „tas- |
||||
114 VADERLANDSCHE LXIX.Boek.
1715. »> tasten, noch ook geen van drieën, uit d&-
—— „ zelven, aangetast worden: waarvan men ee- „ ne Overeenkomst maaken zou, die geene „ gemeenfchap zou hebben met de voorgeflaa- „ gen verbindtenisfe." Ten befluite, betuigde zyne Koningklyke Hoogheid „ dat hy deezen „ voorflag al mede deedt, tot beter behoude- „ nisfe der gemeene ruste , den Ambassadeur „ vraagende, wat hem voor zyn perfoon, daar „ van dagt?" Maar de Heer Buys vondt on- geraaden, zig, op deeze vraage, te verklaaren, alleenlyk aanneemende, van alles omftandiglyk berigt te geeven aan hunne Hoog-Mogendhe- den : gelyk hy deedt (nt). Van 't gene de Her- tog verklaarde vernomen te hebben , dat men van zins geweest zou zyn , by 't Verdrag van Barriere, de handhaaving van elkanders regten en bezittingen te belooven , is my nergens ee- nig blyk voorgekomen. Zeker is 't, ten min- fte, dat zulks , by het gemelde Verdrag, niet gefchied is. XXVII. ' De Mirkgraaf de Chateauneuf deedt den Chateaii* voorflag om de Oostenrykfche Nederlanden en nenf doec Barriere Piaatfen onzydig te verklaaren, op den den zelf- zeventienden van Wintermaand, in een fchrif- flag^üT telyk Vertoog («), welk, federt, gezonden ikn'llaa- werdt aan de by rondere Gewesten. Ouk tra- se« den de Afgevaardigden der Staaten , met den Markgraave, in onderhandeling:, over deszeifs voorflag : hem vraagende, of die ook aan den Keizer en aan Groot - Britanje gefchied wa- re ? Hy antwoordde , neen : waarop zy her- vraäg-
(»0 Secr. Misf. van den extt. Ambasf. Buys een den Griffier
F.iGEL van 8, 25 Dïo>. 1715. O) Lamuerti Tom. IX. p. 114. |
||||
LXIX.Boek, HISTORIE. 115
vraagde „ hoe zy toch zouden können hande- 171$*
„ len over de onzydigheid van een Land, welk —*—» „ eenen anderen, in eigendom, toekwam, bui- „ ten deszelfs bewilliging ?" Zy voegden 'er by ,j dat zy ook de toef temming des Konings „ van Groot-Britanje, die zig tot de hand- „ haavinge van't Verdrag van Barriere verpligt „ hadt, hiertoe, zoudennoodighebben." Cha- teauneuf antwoordde „ dat Frankryk voorhadt, „ de Utrechtfche Vrede nader te bevestigen, en „ de Staaten te beveiligen voor oorlog; waar- „ in zy, huns ondanks, zouden können inge- „ wikkeld worden, zo de Keizer Frankryk met „ de wapenen mögt willen aantasten ; en dat „ Groot - Britanje zig aan het voorgdlaagen „ Verdrag van onzydigheid niet ftooten kon, „ om dat het Verdrag van Barriere ,, welk de „ Koning handhaaven moest, daardoor, nog „ meer geftcrkt werdt (0)." Doch deeze re- 171& denen verhinderden de Staaten niet * over den ------3
voorflag van Frankryk , te raadpleegen , met
de Gezanten des Keizers en des Konings van Groot-Britanje, die beide, op last van hunne Hoven, het aanneemen van zulk een' voorflag ontrieden. De Keizer hadt dien voor onredelyk verklaard. De Koning van Groot - Britanje liet zeggen , dat hy zig, in deeze zaak , niet fteeken kon. De Staaten deeden 'er den Am- basfadeur van Frankryk van onderrigten, door den Voorzittenden Heer. Hy fchiep 'er klein genoegen in* De overeenkomst wegens de onzydigheid der Oostenrykfche Nederlanden bleef
Co) Miffive van S. Koninck van 29 Dectmb. 1715. w i*
Notul. Zeel. van 171Ö. U. 83. H a
|
||||
IMS VADERLANDSCHE LXIX.BoekJ
|
|||||
r^ió. bleef agter Q>). Ook kwam'er, vooreerst,
- ■ - niets van de voorgeflaagen' verbindtenisfe, tus- fchen Frankryk, Groot- Britanje en de Staaten. De buitengewoone Ambasfadeur Buys keerde, in 't begin des jaars 1716, in den Haage , te rug , laatende den Sekretaris Schelms in Frank- ryk , om de zaaken der Staaten, by voorraad, aldaar , waar te neemen. Voor zyn vertrek, hadt hy zyn werk nog gemaakt, om het Fran- fche Hof te beweegen , dat het, gelyk andere Mogendheden deeden, den Staaten ook den ti- tel gave van Hoog-Mogende Heeren, en hunnen Gezanten de eer , die , in Frankryk, aan die van Venetië gegeven werdt (#). Doch hy hadt, hierin , nog niet können flaagen , naar genoegen, xxviii. De handeling over een verdedigend Ver- Verbond bond, tusfchen Frankryk, Groot-Britanje en der -Staa- de Staaten , werdt fleepende gehouden , en de ten met OVereenkomst wegens de onzydigheid der Oos- Britanje, tenrykfche Nederlanden bleef fteeken , inzon- tot ver-' derheid ter oorzaake der handelinge over een nieuwing verdedigend Verbond tusfchen Groot Britanje tuinde'" en het Weener-Hof, waarin men de Staaten Verbon- 00'c deel wilde doen neemen. De Staatfche d#n. Ambasfadeurs in Engeland, de Heeren van Wasfenaar - Duivenvoorde en van Borfelen , hadden , eindelyk , op den zeventienden van Sprokkelmaand deezes jaars , een Verbond ge- tekend met Groot-Britanje, waarby de Verdra- gen en Verbonden van de jaaren 1667, 1668, 1674, 1675, 1678,1689 en 1713 vernieuwd en
f i) LambrrtI Tom. IX. pi 47a.
Qq) Verbaal van dtn e^ti. Amt). Buvs, M5j
|
|||||
LXIX.BOEK. HISTORIE. 117
en bevestigd werden. Ook werden fommige
punten deezer Verdragen en Verbonden een weinig nader verklaard. „ De Revifien , by „ voorbeeld , waarvan in 't Verdrag van Zee- „ vaart en Koophandel van den jaare 16/4, „ gewaagd werdt , zouden zulke Revifien „ moeten zyn , als, in Groot-Britanje en in „ den Vereenigden Staat, in gebruik waren, „ en altoos in gebruik waren geweest. Het „ Verdrag van Barriere van den jaare 1713, „ zou opgevat worden, met de byvoegfeis en „ veranderingen, begreepen in het Verdrag van „ Barrière, tusfchen den Keizer en de Staaten, „ van den jaare 1715. En zo eene van beide „ de Mogendheden vyandlylcaangetast, of, zo „ als, by een afgezonderd punt, federt, nader „ werdt verklaard , door iemant der Nabuu- „ ren, met de wapenen, gedreigd werdt (r), „ zou men eikanderen byftaan, in overeen- „ komst met het verdedigend Verbond van „ den jaare 1678. Wyders , beloofde men, „ elkanderen te zullen handhaaven , in de be- „ zittingen en regten, ter wederzyde, ver- „ kreegen, of nog, by verdrag, te verkrygen, „ binnen de paaien van Europa alleen (j)." 't Verbond werdt, wederzyds, behoorlyk, be- kragtigd, en diende den Staaten , tot nadere verzekering van 't bezit hunner Barriere; hoe- wel ze 'er zig tegen verbonden , om Groot - Britanje te handhaaven , in 't afgelegener be- zit van Gibraltar en Minorka. Doch George de
O) 7.h dit Sep.ir. Artic. in de Secr. ReCol. Holl. 3 Apr. 1716.
VII- Deel, bl. 181. en Notul. Zeel. van 1716. W. 201. CO Kefol. Holl. 26 Feh: i/iG. W. 122. Voiez Lamberïï
fum, IX. (. 395. H 3
|
|||||
- \
|
|||||
ii8 VADERLANDSCHE LXIX.Boek,
|
|||||||||
1716. de I. hieldt zig niet te viede met dit Verfcond.
-— - Op den vyfentwintigften van Bloeimaand , De Ko- werdt, te Westmunfter, ook een verdedigend ning van Verbond geflooten , tusfchen den Keizer en Brkanje Groot-Bricanje, waarover men, federt eenigen fluit een tyd, gehandeld hadt. By een der punten van verdedi- dit Verbond , was vastgefteld , dat men 'er de be"dmT Staaten ook toe zou nodigen Q). Ook was 'er den Kei- hun, in 't begin van Louwmaand, reeds een af - zer. Men ichrift van vertoond, door den Engelfchen Ge- zoekt 'er zant Wüpole. Het Franfche Hof hadt , al ookinT11^02^ ' kenn*s gehad van deeze handeling, en doen. zo men, uit geheime berigten, meendeontdekt te hebben , de overeenkomst wegens de onzy- digheid der Oostenrykfche Nederlanden alleen- lyk voorgeflaagen , om het fluiten van 't Ver- bond te voorkomen, of om ten minfte te belet- ten , dat'er de Staaten intraden. Chateauneuf, ziende dat het Verbond tusfchen den Keizer en Groot - Brkanje op 't punt was van geflooten te zullen worden, hoodt, van wege zyn Hof, aan , om 'er ook in te willen treeden. Doch hier naar hadt men, te Weenen, geene ooren. Men kende daar ook de verandering der be- langen van 't Franfche Hof, en men dagt 'er, in tyd en wyle, zyn voordeel mede te doen. Ook werdt de vourflag , veelligt, niet ernfte- lyk gemeend, van de Franfche zyde. De Staa- ten , midlerwyl, de overeenkomst, wegens de onzydigheid der Oostenrykfche Nederlanden, hun , door Frankryk , voorgeflaagen , van de hand geweezen hebbende , om geen' argwaan te
CO ÉWwr DuMöNT Corps Dipl. Tom. VIII. f.l.p. iß
RoussET Rccucil, lom. I. p. 4(39.
|
|||||||||
LXIX.BoEK. HISTORIE. n<>
te geeven aan den Keizer en aan Groot-Britan- 1715.
je ; maakten ook zwaarigheid , om te treeden------
in het Verbond , tusfchen de twee laatfte Mo- 't Gelukt
gendheden opgeregt, op dat zy Frankryk niet uiet* mogten kwetfen («). Ook werden zy, van wege het Hof van Madrid, fterk afgemaand van het aangaan van zulk een Verbond. En Holland en de Stad Atnfterdam in 't byzon- der , den Koophandel op de Oostzee zo t'ee- nemaal vervallen ziende , ter gelegenheid van den kryg in 't Noorden, wilden Koning Filips niet gaarne vertoornen , en dus ook den han- del op Spanje verliezen. De Franfche Ambas- fadeur gaf zig veel moeite , om de voornaam- fte Leden van den Staat, in deeze gedagten, te bevestigen (y). Zelfs werden 'er, van den Franfchen kant, zo men meende, eenige Ge- fchriften verfpreid, ftrekkende om 't volk hier agterdogt in te boezemen, omtrent de oog- merken van den Keizer en van Groot-Britanje O). Doch zy werden, eerlang, wederlegd, in openbaaren druk (x). De Graaf van Konig- fek zogt, daarentegen , de Leden der Regee- ringe te doen verftaan „ dat het Verbond, „ welk men hun voorfloeg, ftrektetotbefcher- „ ming hunner Barriere, tegen Frankryk, niet „ om hen in te wikkelen in eenen oorlog." Hy beweerde ook „ dat de Staaten, zelfs uit „ hoofde van het Verdrag van Barriere, waar- „ by beraamd was, dat de Oostenrykfche Ne- „ derlanden nimmer aan Frankryk zouden mo- » gen
(«O Lamberti Tom. IX. p. 47° > 471» 475«
|
||||||||
*
|
v) Lumbf.rti Tom. IX. p. 476, 477.
w) Voiez Lambirti Tom. IX. p. 478—491. 505—523,
|
|||||||
O) Voiez LftMBERU Tom. IX. p. 491 — 503, 533—555.
H4
|
||||||||
120 VADERLANDSCHE LXIX.Boek,
„ gen komen, verpligt waren , tot het aan-
„ gaan van zulk een Verbond." Doch zyne redenen vonden geen' ingang , by de meesten. Chateauneuf ook , ziende den voorflag , aan- gaande de onzydigheid der Oostenrykfche Ne- derlanden , van de hand geweezen, fprak van een Verbond tusfchen Frankryk en de Staaten, tot lundhaavinge der Utrechtfche Vrede. Hy deedt zyn best, om zulk een Verbond den Staaten finaakelyk te maaken. Doch de Kei- zerfchen arbeidden 'er tegen aan. Zy dreeven „ dat Frankryk alle de Utrechtfche Verdragen „ zogt te doen handhaaven , en derhalven den |
|||||||||||||||||||||||||||
1716.
|
|||||||||||||||||||||||||||
Voorflai;
van een Verbond tot hand- haa vin- ge der • Utrecht- fche Vre- de. |
|||||||||||||||||||||||||||
it
|
Keizer te doen verfteeken van alle regt op
|
||||||||||||||||||||||||||
Spanje en op Sicilië ; dat men de Staaten
„ ook zogt te verpligten , om den Hertog van „ Savoje te erkennen voor Koning van Sicilië, „ 't welk zy , tot hiertoe , zo zorgvuldiglyk, „ vermyd hadden (y) :" al het welk hen , dagt men , behoorde te beweegen, om 't Ver- bond met Frankryk van de hand te wyzen, en zig te verbinden met den Keizer en met Groot- B'itanje. Doch zy, zo fterk aangezogt, van |
|||||||||||||||||||||||||||
Geheim
|
beide de zyden, bleeven beflukeloos. Ook
|
||||||||||||||||||||||||||
inzig van meende men, eerlang, klaarlyk te können be-
|
|||||||||||||||||||||||||||
«ten I.'
|
e fpeuren, dat het Engelfche Hof, in het fluiten,
|
||||||||||||||||||||||||||
met den Keizer , voornaamlyk , beoogd hadt,
den Hertog van Orleans agterdogtig te maa- ken , en tot nadere voorflagen , wegens een Verdrag van handhaavinge der opvol ginge te beweegen (3): waar van wy ^en uitflag, wel, haast, zullen zien. Kei-
O) Lamberti Toni, IX. p. 503 505.
{Z) Fviez R.QU9SBT Recueil, 'i'om. I. f. 468t j
|
|||||||||||||||||||||||||||
LXIX. Boek. HISTORIE. 121
Keizer Karel hadt, midlerwyl, gewigtige re- !7i6»
denen , om zig , door nieuwe Verbonden , te —-----
Herken, alzo hy, kort hierna, in oorlog raakte xxix.
met den Grooten Heer , die , in 't voorleeden TurMchf jaar , Morea veroverd hadt op den Staat van oor °s' Venetië , 't welk de Keizer hieldt, voor eene fchending der Karlowitfche Vrede , tot welks handhaaving hy verbonden was. Hyiloot, hier- op , in Lentemaand deezes jaars , een nieuw Verbond met de Venetiaanen (V), enbragteen Leger byeen , in Horgarye , tot welks onder- houd, hem vyftig Romermaanden waren toege- ftaan. Prins Eugenius, die 't opperbevel voer- de over dit Leger, floeg de Turken, by Peter- waradyn , op den vyfden van Oogstmaand: waarop hem Temeswar, na een beleg van ze- ven weeken, in handen viel (£). Met Spanje waren, ten deezen tyde, eenige Gefcliü-
gefchillen te vereffenen , den Koophandel be- ,cn roec treffende. De Nederlandfche Koopluiden te SpanjC* Barcelona werden belast, met inlegering van krygsvolk. Ook hadt het Spaanfche Hof eene overeenkomst geflooten met de Engelfchen , volgens welke , deezen eenige voordeden ge- nooten in den Koophandel, die den Neder- landfchen Koopluiden nog niet waren toege- ftaan ; zynde hun , onder anderen, vergund, minder regten te betaalen van zekere waaren, welken gedaald waren in prys , en waarvan de Nederlandfchen nog naar de voorige waarde betaalen moesten. Ook was hun toegelaaten, zout te maaken, en het van zeker Eiland te mo-
(<0 Supplem. au Corps Dipl. Tuvs. IIT. P. II. «. n8-
C') Tindau Fol. XII. [or XXVII.] p. 113. Siguv. Corp? HUI. Gencr. Per. X. Seit. XIII. p. 4"92. H 5
|
||||
122 VADERLANDSCIIE LXIX.Boek.
716. mogen gaan haaien (c). De Ambasfadeur
__ Ripperda kreeg , derhalve , last, om over deeze punten te fpreeken, met de Spaanfche Staatsdienaaren, en om zorg te draagen, dat de Nederlandfche Koopiuiden , volgens het jong^ fte Verdrag , alleszins gehandeld werden , als de meest begunftigde Volken (rf). Van de Spaanfche zyde, werden egter ook klagten ge- daan, tegen de onzen. In 't najaar, kwam de Markgraaf Beretti Landi, als Ambasfadeur der Kroone van Spanje, herwaards, voornaamlyk, om het oog te houden op de handelingen der Staaten, over 't aangaan van nieuwe Verbonden met Frankryk , of met den Keizer, Doch hy klaagde ook , kort na zyne aankomst, dat ee- nige onderzaaten der Vereenigde Gewesten zig hadden nedergezet aan het Meer of de Moeras Terminos in Mexiko , van waar zy, jaarlyks, wel honderdduizend qiiintalen Verwhout, ge- meenlyk Camp&chehout genaamd, vervoerden, welk zy 'er hadden doen hakken. Hy be- geerde , derhalve, dat men deezen Luiden ge- boodt, deezen ongeoorloofden handel te ftaa- ken, en de genoemde Plaatfen te ruimen, bin- nen agt maanden, zo zy niet wilden zien, dat zyne Katholyke Majefteit zig bediende van ge- weldige middelen , om zulke Roovers te ver- jaagen (e). De Staaten antwoordden „ dat, „ noch zy, noch de Bewindhebbers der West- „ indifche Maatfchappye eenige kennis had- „ den
Cc") P'ulez Roiisset Recueil, Tom. I. p- 441.
(rf) lUfol. Gener, 27 Fcbr. 1716. il. 153. en by LAMBERT!
lom. IX. p. 71S, 713. f e) Refol Holl. 25 Nov. 1716. il. 74S. Vülez Lauwert?
Tom. IX. p. 714. |
||||
LXIX.BoEK. HISTORIE. 123
„ den van't bedryf, waarover de Ambasfadeur I7i<r.
„ geklaagd hadt. Doch dat men den Bevelheb- ------
„ ber van Curacao belasten zou, zorg tedraa-
„ gen , dat, zo veel mogelyk ware , voldaan „ werdt aan de inzigten des Konings van Span- je je." Zy verzogten, tevens „ dat zyne Ma- „ jefteit hunne onderzaaten op Curacao ook be- „ veiligen wilde tegen de geweldenaaryen der „ Spanjaarden; alzo men hun berigt hadt, dat „ de Bevelhebber van Porto Rico deedt kruis- „ fen op de Curaciofche fchepen , dezelven, „ dik wils , beroovende van 't gene hem aan- „ ftondc." De Ambasfadeur Ripperda kreeg ook last, om te Madrid aan te houden, op ver- goeding der fchade, welke men, in dit opzigt, reeds geleeden hadt (ƒ_). Het Rusfifche Leger, zig , in 't voorjaar, XXX.
onthoudende in de nabuurfchap van Dantzig, Tw'sc eene Stad ftaande onder de befcherming des ™„ en Konings van Poolen, hadt haar, ten dienfte czanr van den Czaar, vier Oorlogsfchepen, of twee van Mos- honderdduizend Ryksdaalers , tot het bouwen k°vie f" derzelven, afgevergd; begeerende, daarenbc- r/anata. ven , dat zy 't onderhoud deezer fchepen be- kostigde. De Stad hadt zig overboodig ver- klaard , om den Koning van Poolen vier fche- pen te leveren , die ze den Czaar kon overlaa- ten, indien hy wilde. Doch de Rusfen waren niet te vrede met deeze aanbieding , en dreig- den geweldige middelen te zullen gebruiken, om te verkrygen , 't gene zy begeerd hadden, De Regeering der Stad verzogt, hierop , de De S«a- ftjS. ten wor-
(f) Refol. Holl. 19 April, aS Sept. 13 Tkc. 1715. hl 334,
730, 909. 30 May, 15 Ocl. 1716. U 306, 661. Reib/, (Jener. IQ Nov. 1716 . U. 96. en hy Lam BERTI Tom. IX. p. 715. |
||||
124 VADERLANDSCHE LXIX.Boek.
|
|||||
1716. tusfchenfpraak der algemeene Staaten , by zy-
-------ne Czaarfche Majefteit. De Staaten, bezeffen-
den 'er de , hoe veel den Vereenigden Gewesten , en
mede ge- Holland in 't byzonder , gelegen ware aan de inoeid. vryjjejy en «relftand van Dantzig, magtigden, terftond , eenige Heeren , om met den Printe Kurakin, Rusfifchen Ambasfadeur in den Haa- ge , over de belangen deezer Stad, in gefprek te treeden, 't Gefcoiedde. De Gezant hielde hun voor , dat die van Dantzig , geduurende den oorlog in 't Noorden, de Zweeden onder- fteund , en daardoor den Czaar tot misnoegen verwekt hadden, 't Bleek, eerlang, dat het den Czaar te doen was, om eene merkelyke fomme gelds , die de Stad opbrengen moest (g) , en wederom vondt, uit een hoofdgeld op de inge- zetenen , waaronder de vreemden , en vooral de Hollandfche Koopluiden , die zig hier ne- dergezet hadden, niet vergeten werden (/£). yeCzaar De Czaar, die reizens gezind was , deedt, in komt in »t najaar , verzeld van zyne Gemaalinne , we- Iloiiand. Heroin een' keer naar Holland. Hy kwam , vooruit, te Amfterdam ; van waar hy, in de Lente des jaars 1717 , naar den Haage, en voorts naar Frankryk vertrok. DeCzaarin ont- hieldt zig, terwyl hy afwezig was, te Amfter- dam , daar men haar, met Spiegelgevegten te wa- ter, en op andere wyzen, veel vermaak zogt aan te doen. Men bewees den Czaar, op zyne we- derkomst , geene mindere eer. Doch de Staaten zouden gaarne een redelyk Verdrag van Koop- handel met hem hebben willen fluiten , waar- toe C«0 Refol. Holl. at July iyi6- il. 5t<S. Volea Do Wont
Corps Dipl. Tom. VIII. P. I p. 491. Q/t) L/MBttLTi Tom.lX.. p. tioj—615. Tom. X. p. 116—iijh |
|||||
LXIX.BoEK. HISTORIE. 125
toe zy niet geraaken konden. Ook maakte het i7ns,
werk van Dantzig, en het misnoegen der Koop- ■ , a- luiden over de verhooging der regten , in de Steden van Lyfland, dat veelen den Vorst, die zeer willekeurig heerschte, en wiens magt langs hoe gedugter werdt, met zulke goede oogen, hier, niet zagen, als zy anders gedaan zouden hebben. Van Amfterdam , begaf hy zig naar het Hof van Berlyn, en voorts, naar zyn Ryk te rug (O- Wy hebben, tevooren(£), gewaagd van xxxr.
het befluit der Staaten, in 't voorleeden jaar Raad- genomen , om alle Generaliteits Kollegien te PleeSin- verpligten , tot het afleggen van eenen eed , fjg" a°]^ waarby zy verbonden werden , zig te wagten fteiien van 't ontvangen van ongeoorloofde gefchen- van ee_ ken. In gevolge van dit befluit, wasdeezeeed "e" Ad- gedaan , in den aanvang deezes jaars. Sedert, p^Ji raadpleegde men, over 't aanftellen van eenen jer Ge-; Advokaat Fiskaal der algemeene Staaten, die nerali- waaken zou tegen de overtreedingen van het teit-, Plakaat, op 't ontvangen van gefchenken ge- maakt. Men ontwierp een Berigtfchrift voor deezen Amptenaar, en zondt het aan de by- zondere Gewesten. Doch verfcheiden' draal- den met antwoorden, onaangezien zy'er, door de Vergadering der algemeene Staaten , fterk toe werden aangemaand, 't Aanftellen van eenen Advokaat - Fiskaal bleef, derhalve , agter (/> Ook
O') Europ. Merc. Jafy— Dee. 1716. il 313. Jan—Juny
1717. hl. 203, 253, 2i)I. Jufy—Dec. 1717. tl. 157, 200. LAM- BERT! Tom. IX. p. 6i<;,öi6, 619, 760. Tto«.X. p.17,41,104, iiö, 119. Tindal Pol. Xll. lor XXVil.] p. 79. (*) llladz. 106.
{Ij Lambert! Tom. IX. p. 742—744.
|
|||||
,--
|
|||||
-
|
|||||
126 VADERLANDSCHE LXIX.Boek.
171*. 0°k was 'er ■>ten deezen tyde, zo groote on-
-------e^nigheid onder de Gewesten, datmenbezwaar-
Oneenig. lyk verwagten kon, dat zy, in dit punt, tot een
heidon- eenpaarig befluit zouden gekomen zyn. De «f,?™ jongfte kostbaare oorlog hadt de meeste Ge- westen zo zwaar gedrukt, dat eenigen zig niet in ftaat vonden, om de agterftallen te voldoen » welken zy aan de gemeene Schatkist fchuldig waren. Hieruit ontllonden verfcheiden' zwaa- righeden. Zeeland, Utrecht en Friesland had- den nog niet bewilligd in den Staat van Oor- loge , voor het loopende jaar : 't welk al voor Staat der Bloeimaand moest geichied zyn. En fchoon Land- men »t Krygsvolk van den Staat, na 't fluiten der Blagt* Vrede, verminderd hadt tot op veertigduizend tweehonderd eenentagtig man, waarvan men nog tweeduizend eenhonderd vierenveertig man gebragt hadt op de inkomften der Barriere; had- den verfcheiden' Gewesten beflooten tot aizon- derlyke afdanking. Zeeland hadt zig ontlast van een vendel Graauwbunders : Utrecht van een vendel Graauwbunders, en van a^tgemee- ne vendels knegcen: Friesland, insgelyks, van een vendei Graauwbunders, envan viergemee- nen, en Stad en Lande ook van een vendel Graauwbunders en van vyf anderen. Verfchei- den' Gewesten hielden , daarenboven , hunne Kompagnien Ruitery en Voetvolk niet voltallig* Gelderland hieldt een zevende in van zyn aan- deel in de gemeene lasten, teroorzaake va 1 het verfchil over het gedeelte, welk e!k Kwartier, in dit aandeel, te draagen hadt. Uit deeze on- geregeldheid, volgde, dat Gelderland, Holland en Overysfel, die zig niet ontlast hadden van meer troepen , dan zy behoorden, meer droe* gen
|
|||||
LXIX. Boek. HISTORIE. tif
gen van de gemeene lasten , dan hun aandeel 1716:
beliep ; hoewel Gelderland het zyne niet ten —— volle opbragt. Men fchreef brief op brief aan de Gewesten, dieagterlykstbleeven; doch ver- geefs. Van bezendingen hadden de Gewesten, federt eenigen tyd , zo groot een' afkeer ge- toond , dat men 'er zig zeer weinig van beloo- ven kon. Sommigen vreesden voor 't breeken van den band der Vereeniginge , 't welk men, naar't oordeel der voornaamften, door alle mo- gelyke middelen, moest fragten te voorkomen. De Staaten vanOverysfel hadden, ten dien ein- Voorikg de, voorgeflaagen het befchryven eenerbuiten- vau °- gewoone Vergaderinge, en herhaalden hunnen verysfel" voorflag, andermaal, in 't begin van Oogst- maand. De Vergadering der algemeene Staaten neigde hiertoe, insgelyks. Men hadt egter niet voor, deeze Vergadering, met zo veel om- flags, tedoenbyeenkomen, als, in't jaar 1651, gefchied was. 't Zou, dagt men, genoeg zyn , zo elk Gewest een klein getal van Afgevaardig- den naar den Haage fchikre, met volkomen' magt om eene lyst te maaken van de gebreken in de Regeering, welke verbeteringnoodighad- den ; en om te raadpleegen op de beste midde- len van herftelling, op dat de vereischte eenig- heid bewaard bleeve, onder de Bondgenooten. De Staaten van Holland verftonden , dat men volftaan kon, met de gewoonlyke Afgevaar- •• digden, ter algemeene Staatsvergaderinge, tot zulk een einde , te magtigen. Doch terwyl de Gewesten yverden , om de ^„d*^
eendragt en goede orde in den Staat te bewaa- fommi- ren , door het befchryven eeuer buitengewoo- gen, oro m Vergaderinge ; waren eenigen, 't zy in of eenen bui-
|
||||||
148 VADERLANDSCHE LXIX.Boek»
1716- buiten de Regeering , van verftand , dat men
■------- deeze heilzaame einden beter bereiken kon ,
Stadhou- door het aanilellen van eenen Stadhouder, waar
te fteii" aan memant» feckrt eenige jaaren * ernilelyk,
e en' gedagt hadt. Men vindt wel, dat de Staaten , in 't jaar 1713, en federt (tri), in overleg nee- mende , om de inkomende en uitgaande regten in Admodiatk te geeven , gelyk voorheen wel gefchied was ; en hier over fpreekende , met Willem Nieuwpoort (1) , die, voor de Rys- wyklche Vrede, Admodiateur geweest was, en de Lyst der regten van 't jaar 1699 met Frank- ryk geregeld hadt, van hem ten antwoord zou- den gekreegen hebben „ dat hierom niet gedagt ,, moest worden , zo lang de Staaten niet ge- „ zind waren , eenen Stadhouder aan te ftel- „ len ; zynde , naar zyn gevoelen, het Stad- „ houderlyk gezag alleen in ftaat, om de Le- „ den en Bedienden der Admiraliteits - Kolle- „ gien, in de byzondere Gewesten en Steden, „ te houden tot het naarkomen derPlakaaten." Doch 't blykt tevens, dat, gelyk de Admodia- tie agter bleef, de Regenten der meeste Gewes- ten en Steden ook geheel af keerig waren van de Stadhouderlyke Regeeringe (»). Eenigen nogtans dagten 'er om. Men ontving zelfs, zo fommigen vernaaien (0), ten deezentyde, ge- heime berigten uit Engeland, dat Koning Geor- ge, op zyne reize naar Hanover, tot herftellin- ge der eendragt onder de Gewesten, den Staa- ten («) Refol. Holl. 98 April 1714. il. 1S0. 21 Felr. 171$. W.
120. 21 Jan. 171». bl. 30 14 Jan 1721. hl. 202. O) Lambeuti Ttm. VIII. p. 533. Tem. IX. p. 758, 759. (O j LAMBERtr lom. IX p 745.
(O Wy hebben hem ook genoemd, ia't XVII. Deel a
bl. s&p. |
||||
LXIX.Boék, HISTORIE. 129
ten de aanftelling van eenen Stadhouder voor- i7iö.
flaan wilde, en dat hy hun, tot deeze hooge ——~i waardigheid, zynen Broeder, Ernst-Augustus, Bisfchop van Osnabrugge, zouaanpryzen, mida deeze in de egt tradt, met de Prinfesfe Wedu- we vanNasfau, Moeder des jongen Erfftadhou- ders van Friesland. Ook werdt geloofd, dat de Heer van Wasfenaer-Duivenvoorde, Ambasfa- deur van den Staat aan't Hof van Groot-Britan- je, den Koning zulk een' toeleg in de gedagten gebragt hadt. Doch zy, die thans aan'troer der Regeeringe zaten, zouden, zo men wil, middel gevonden hebben, om het doen van zulk een' voorflag te voorkomen , ook zonder dat 'er eenig gerügt van gemaakt werdt. De Leden der buitengewoone Vergaderinge xxxir.
kwamen dan byeen, tegen den aanvang van Buiten- Wynmaand; hoewel 'er alle de Gewesten nog veTead"- niet in bewilligd hadden. In Stad en Lande, lag ring der" het Lid der Stad met de Ommelanden over hoop; aigemee- waarom dit Gewest geene Afgevaardigden zondt neStaa- naar den Haage. Men vermaande de twee Le- d^*H™a- den, om zig, ten minfte by voorraad, in deeze ge be- gewigtige gelegenheid, te vereenigen, gelyk fchree- zy, in den aanvang des jaars, gedaan hadden. ven- Doch fommigen floegen voor, dat men, zon- der Groningen, de raadpleegingen, midlerwyl, zou können aanvangen. Hierop werdt in be- raad gelegd, of men niet op eene buitengewoo- ne plaats byeenkomen moest ? Doch de Raad- penfionaris Heinfius merkte aan „ dat de Staa- „ ten van Overysfel, in het voorflaan, en de „ algemeene Staaten, in het byeenroepen van „ buitengewoone Afgevaardigden, niet beoogd „, hadden, dat zulks met zo veel omflags ge- „ fchieden zou, als in 't jaar 1651. Dat men, XVIII. Deel. I „ dei> |
||||
\
|
|||||||
130 VADERLANDSCHE LXIX.Boek.
1716; „derhalve, in de gewoonlyke Vergaderplaats
■ ■' „ der Staaten, behoorde byeen te komen. En „ dat, zo men bevondt, dathierdoor de ver- „ handeling der gewoone zaaken te zeer be- „ lemmerd werdt; men de buitengewoonen aan „ Gemagtigden zou können ftellen, die'erver- „ flag van zouden moeten doen aan de Ver- „ gadering der Generaliteit, alwaar men 'er, „ vervolgens, op zou können befluiten." Ee- nigen floegen ook voor, dat men Afgevaardig- den uit den Raad van Staate, tot de raadplee- gingen, nodigen moest, vermids men voor- hadt, over 't krygsvolk en de geldmiddelen te handelen. Doch anderen bragten hiertegen in, dat men ook andere zaaken te overleggen hadt, die niet tot de kennisfe des Raads van Staate behoorden. Ook moest, meenden ze, die Raad, zelfs ten opzigte van 't krygsvolk en de geld- middelen , flegts eene raadgeevende ftem heb- ben , en de befluiten, die, door de algemeene Staaten, zouden genomen worden, alleenlyk ter uitvoeringe brengen, 't Verfchil hierover, en het afzyn van die van Stad en Lande was oor- zaak, dat men, hieromtrent, tot geen befluit Voorflag kwam. Voorts, werdt ook gefproken, van het om de in- voordeel der Posteryen, welk nu, vooral in Mol- komtten ïan£j ^ door byzondere Perfoonen, in de Steden, teryen°te genooien werdt, te brengen in 's Lands gemeene brengen Schatkist, die 'er, naar men rekende, twee mil- aan't ge- lioenen 's jaars van zou können trekken. DeRe- ?eeje geering van Rotterdam hadt, onlangs, de in- a" ' komften der Posteryen gebragt in Stads Kasfe, laatende hetPostmeesterfchap bedienen, op ee- ne eeriyke Jaarwedde. „ Zo konden, meende „ men. alle de Posteryen beheerd worden, ten „ voordeele van 't gemeene Land, alzo men « ze
|
|||||||
LXIX.Boek. HISTORIE. 131
|
|||||
„ ze te houden hadtvoor een der heerlyke Reg- 171$;
j, ten van de hooge Overheid, waarover by---------
,, zondere Steden of Perfoonen geene beftelling
„ behoorden te hebben." Doch deeze gedag- ten vonden geen' ingang by de groote Steden van Holland, daar men gewoon was, het Post- meester fchap , een der voordeeligfte Ampten, te begeeven aan de voornaamfte Perfoonen uit deRegeeringe, die niet gezind waren, hunby- zonder voordeel af te ftaan aan 't gemeen. Ter Beden* gelegenheid van een Verzoekfehrift der Sino- kingen de van Gelderland * werdt ook in bedenking ge- °P df nomen, of men, in navolging der Staaten van kenWufs". Overysfel, niet eenige fchikking behoorde te fche'n maaken op de Huwelyken, tusfchen Gerefor- Gerefor- meerden en Roomfchen, en onder anderen be- *?eer" veelen, dat zy niet behoorden tegefchieden,dan r"^™ na voorafgaande verklaaring der laatften, dat fchen. zy nimmer eenige moeilykheid verwekken zou- den , ter oorzaake van 't verfchil in den Gods- dienst ; en dat de kinderen, die uit zulke Hu- welyken gebooren werden, gedoopt en opge- hragt zouden moeten worden in het geloof van den Hervormden Godsdienst. Doch de Staaten van Holland ftelden de overweeging van dit punt, en van verfcheiden' anderen aan hunne Gekommitteerde Raaden, om 'er, naderhand, verflag van te doen. 't Gewigtigfte deezer punten betrof het krygsvolk. Sommige Gewesten, zig beroepende op hunne onmagt, drongen op eene vermindering van zes- of zevenduizend man. Doch anderen, en vooral Holland, verilonden 4 dat men zulk een' voorflag, terftond na de Vre- de, behoorde gedaan'te hebben; wanneereeni- ge Gewesten, niet zo zeer als tegenwoordig j bo- ven hun aandeel, bezwaard zouden geweest zym I 2 Allé
|
|||||
132 VADERLANDSCHE LXIX.Boek.
|
|||||||||
Alle deeze bedenkingen werden, over en we-
der , voorgefteld, voor het aanvangen der bui- tengewoone Vergaderinge, welk eerst op den agtentwintigften van Slagtmaand gefchiedde. Overysfel zat toen voor : en Adolf Henrik, Graaf van Regteren, die, in dit Gewest, meer dan iemant anders, geyverd hadt voor deeze buitenge woone byeenkomst, opende de Verga- dering met eene deftige aanfpraak, waarin hy fterk drong op de noodzaakelykheid der een- dragt onder de Gewesten. Hy fprak ook, van ter zyde, tegen de omkoopingen. Ook was hy 't, die'tPlakaat, hiertegen, onlangs,gemaakt, fterk hadt helpen doordry ven. Men moest, ver- ftondt hy, de maatregels, by dit Plakaat be- raamd , opvolgen, al was 't alleen om 't volk te overtuigen van de eerlykheid der Regenten; welke men toch gewoon was verdagt te maa- ken, wanneer men eenige verandering in den zin hadt. Wyders, werdt het ftuk van 'tkrygs- volk en van de geldmiddelen in beraad gelegd (j>). Verfcheiden' Gewesten, te weeten Zeeland, Utrecht, Friesland en Stad en Lande, drongen op vermindering, zig, onder anderen, bedie- nende van 't gevoelen des Markgraafs de Prié, die verklaard hadt, dat men zo veel volks in de Barriere-Plaatfen niet behoefde. Maar anderen, gelyk Gelderland en O verysfel,beweerden,dat de veiligheid van den Staat eerder vermeerdering dan vermindering van krygsvolk vereischte. Utrecht en Friesland erkenden't; doch beriepen zig op hun onvermogen: welk,inFriesland inzon- derheid, ook grooter was, uit hoofde der fterfte on-
QO Rclbh Extr. Vergat!. Saib. 28 Lunx 30 Noy. 1716. MSi
|
|||||||||
1716.
Aanvang
der bui- tenge- woone Vergade- ringe. |
|||||||||
Hande-
ling over 't ver- minde- ren van 't Krygs- volk. |
|||||||||
LXIX.BoEK. H I S T O R I E. 133
onder 't Rundvee, waardoor dit Gewest veel 1^6.
leedt. Men vorderde, dat zy, om hun on---------
vermögen te doen blyken, den ftaat hunner in-
komften en lasten open lagen voor de andere Gewesten: gelykgefchiedde(£). De Graaf van Regteren bleef, midlerwyl, nog eene week voorzitten, in de plaats van Stad en Lande, welk nog geene buitengewoone Afgevaardig- den gezonden, noch den gewoonlyken nieuwen last gegeven hadt. Midlerwyl, werdt, op den voorflag van Gelderland, den Raad van Staate gelast, eenen ftaat in te brengen van de agter- ftallen der Gewesten, en van 't getal der troe- pen , welk men, huns oordeels, behoorde in dienst te houden, 't Gefchiedde. De Raad ver- klaarde van meening te zyn, dat men het te- genwoordig getal der troepen niet behoorde te verminderen; en gaf 'er zulke redenen van, dat 'er de Gewesten allen, zelfs zulken, die, uit onvermogen, byzondere afdankingen gedaan hadden, door overtuigd werden, 't Kwam 'er, alleenlyk, op aan, hoe men middel vinden zou, om zo veel krygsvolk te onderhouden. Men fprak van vermindering van uitgaaven en kos- ten. Sommigen merkten aan, dat 'er wedden op den Staat van Oorlog ftonden, behooren- de tot Ampten, waarvan de Amptenaars over- leeden waren, en die, derhalve, door fotn- mige Gewesten, ten hunnen byzonderen voor- deele, genooten werden: waarop den Raad van Staate gelast werdt, hier naar onderzoek te doen, en zulke wedden, voortaan, van den Staat van Oorloge af te laaten (r). Die van Gel- der-
(.7) ReCol. Extr. Vergad. Marl. 8 Decemb. 171«. MS.
(O Refol. Extr. Vcrgail. Jov. 24 Dec. J71G. Saii. 9 Lur.a il Jan. 1717. MS. I 3
|
||||
134 VADERXANDSCHE LXIX.Boek.
I7i6, derland meenden ook, dat Holland zyne Lyf-
——— wagt te voet geene grooter foldy dan den ge- meenen krygsknegten behoorde toe te leggen, ten koste der gezamenlyke Gewesten (*). Doch men kwam, over dit alles, tot geen be- fluit. De Raad van Staate meende geregtigd te zyn, om, in vollen getale, in de buitenge- woone Vergadering te verfchynen, en met de Afgevaardigden in dezelve te raadpleegen: 't welk de meeste Gewesten anders veritonden: waarover ook merkelyk verfchii rees. Daaren- boven waren de Afgevaardigden van fommige Gewesten niet gelast,om alles af te doen, zon- der rugfpraak te houden, gelyk men gehoopt hadt: waarom de buitengewoone Vergadering lang zat, en weinig uitvoerde. 5>e Ge- Midleriwyl, hadt de agterlykheid van ver- neraiiteit fcheiden' Gewesten in 't opbrengen van hun legt, op "t aanc|eei in de gemeene lasten reeds veroorzaakt, beeld dat het Komptoir der Generaliteit, eensgefloo- van Hoi- ten geweest zynde, op 't punt was van ander- en d,een' maai geflooten te worden: 't welk veel gemors flennet- veroorzaakt zou hebben, onder de houders der ning op Schuldbrieven, ten laste der Generaliteit. Men de Obii- vertoonde dit den Gewesten, op 't ernftigst. ^atien. Doch 't vondt luttel ingang. Men zagzig,der- halve, genoodzaakt, om, op het voorbeeld van Holland, de Schuldbrieven ten laste der Ge- neraliteit te bezwaaren met eenen honderdften penning, doch, op 't aanhouden van Gelder- land, alleenlyk voor drie jaaren. Veele inge- zetenen klaagden over zulk eene onverwagte vermindering hunner inkomften. Ook fchrtef 'er de Koning van Pruisfen, wiens onderdaanen ook
(f) Rcfol. Extr. Vergad. Mart. 12 7««. 1717. MS,
|
||||
LXIX.BoEK. HISTORIE. 135
ook eenige fchuldbrieven bezaten, eenen fcher- l7if,.
pen brief over, naar den Haage, waarin hy ------
aanwees „ dat de vreemdelingen hun geld den
„ Staaten vertrouwd hadden, in verwagting, „ dat de Schuldbrieven niet zouden belast wor- „ den, gelyk men hun beloofd had; endathy, „ zo deeze belasting ftandhielde, genoodzaakt „ zou zyn, op de eene of de andere wyze,ver;- „ goeding te zoeken voor de fchade, diezyne „ onderdaanen, hierdoor, leeden." De Staaten antwoordden, heufchelyk „ dat zy, door en- „ kele noodzaakelykheid, verpligt geworden „ waren tot zulk eene belasting, vooreenen „ korten tyd." De Regeering van Kleeve hadt hun ook, over dit zelfde onderwerp, ge- fchreeven; aan welke zy diergelyk antwoord gaven, daarby voegende „ dat vreemdelingen ,, geen voordeel behoorden te genieten, bo- ., ven de ingezetenen van den Staat, die ge- „ lyken last te draagen hadden." De buitengewoone Vergadering, midlerwyl, AFJan-
befpeurende, dat men den agterlyken Gewesten kingvaa zou dienen te gemoet te komen, door eenige ßwiL verdere vermindering van 'tkrygsvolk, befloot, voile. in den aanvang des volgenden jaars, te bezoeken, of men zig van eenige Zwitfers en Graauwbun- ders, die hooger foldy trokken dan de Land- zaaten, zou können ontlasten, zonder de Re- geering van Bern en die der Graauwbunderen, met welken men overeengekomen was, om der- zelver vendels, ook na de Vrede, in dienst te houden, te zeer te ftooten. Doch ditgefchiedde niet, zonder dat 'tr verfcheiden' ernftige Ver- t oogen tegen gedaan werden, van wege het Kan- ton van Bern, welk zig beriep op het gemaakte Verdrag. De Staaten antwoordden „datzy,by I 4 » '«
|
||||||
136 VADERLAND5CHE LXIX.Boek.1
»716. „ 't fluiten van dit Verdrag, gemeend hadden,
—■— „ meer troepen in dienst te zullen können hou- „ den, dan zy nu bevonden mogelyk te zyn; en „ dat de ftaat hunner geldmiddelen hen nood- „ zaakte, zig te ontdoen van een gedeelte van „ hun Krygsvolk (>)." Kortom, van de vieren- twintig Bernfche vendels werden 'er agt afge- dankt : en 't getal der manfchap van de zestien overigen werdt ook nog, eenigszins, vermin- derd. Doch deeze afdanking en vermindering, waardoor de Landmagt van den Staat op vieren- dertigduizend vierenvyftig man gebragt werdt (u), gefchiedde, tegen 't genoegen van fommige Gewesten. Zeeland zelf verklaarde 'er zig dui- delyk tegen, en nam zeer euvel, dat men'er toe beflooten hadt, met de meeste, niet met eenpaa- rige ftemmen (y). 'tGefchil, welk hier over, en over een middel, om de gebrekige Gewesten tot betaalinge te noodzaaken (w), onder de Le- den, ontftondt, bragt veel toe, tot ftremming van de raadpleegingen der buitengewoone Ver- gaderinge. Ook vorderden eenige Gewesten, dat men ze deedt fcheiden. Doch op't aanhou- den van anderen, zat zy nog, tot in Herfst- maand des jaars 1717 (V), en fcheidde, einde- lyk, zonder dat de Gewesten eens waren ge- worden (y~), over verfcheiden'voornaame pun- ten, waarom zy byeengekomen waren. (O Refol. Exrr. Vergad. l'ener. 26 Maart 1717. MS.
(«5 Refol. Extr. Vergad. Merc- 2(5 May , yener. 4 Jov. 19
Vener. II Sabb. 12 Juny 1717. MS. (y) Refol. Extr. Vergad. Mart. s.z_Saib. i6 Juny, Luttal*
Merc. i( July 1717. MS. (w) Relol. Extr. Vergad. fetter. 22 Jov. 2t Jan. Jov. nfcbr.
1717- US. (*) Misfh'. des Raads van Staate in de Notul. Zeel. ran 1717.
tl. 29> 3:;>5°>50> 73 >78 5 «4 »W4 5'04,114.120,123,125,127, Ji4-32f>. *24- Lambert! Tom. IX.p. 742-756. Tom. X.fi. 272-29}. QO Refol. Ex«. Vergad. Mart. 14 Seft, 1717. MS.
VA-
|
||||
VADERLANDSCHE
HISTORIE.
ZEVENTIGSTE BOEK.
|
||||||
INHOUD.
I. Gezindheid der voornaamfie Hoven van Euro-
pa tot handelen en verdraagen. Aanleiding tot handeling over een drievoudig Verbond. II. De Abt du Bon handelt met George den I. te Maas- landsßuis. Hy komt in den Haage. 't Verbond tusfchen Frankryk, Groot-Britanje, en de Staa- ten wordt geflooten. Inhoud van het zelve. III. Misnoegen aan de Hoven van JVecncn en Ma- drid. Gemor in Frankryk, in Engeland, en hier te lande. IV. Onderneeming van Gyllem- borg en Gortz, ten behoeve des Pretendents. Gortz wordt, te Arnhem, agterhaald. Het Zweedfche Hof beweegt de Staaten, om hem te ontflaan. Zyn uiteinde. V. Verdrag tus- fchen Frankryk, den Czaar en Pruisfen. Tus- fchen Pruisfen en de Staaten. Verfchil met Dee* nemarke. VI. Gelegenheid tot den oorlog tus- fchen Spanje en den Keizer, en tusfchen Span- je en Frankryk. De Spanjaards veroveren Sar- dinië. Zy verdedigen zig , deswege , in den Haage. Antwoord der Staaten, die de Vrede zoeken te herflellen. VII. Zwaare Watervloed., op Kersttyd. VIII. Toerustingen in Spanje. I 5 Én- |
||||||
13$ VADERLANDSCHE LXX.Boec
Engelfche Floot in de Middellandfcke zee. De
Spanjaards landen op Sicilië. Zeegevegt by Kaap Pasfaro. IX. Frede tusfchen den Keizer, den Staat van Venetië en de Porte. X. '* Vier- voudig Verbond wordt geflooten. Inhoud ran hetzelve. Geheime punten. XI. Raadpleegingen der Staaten op de aanneeminge van dit Ver- bond. De Koning van Sicilië treedt'er in. XII. Gefchillen over V Verdrag van Barriere. Over- eenkomst , deswege, getroffen. Handeling ever eenige Plaatfen in Guinea. XIII. Staat en au- flag des oor logs in 't Noorden. XLV. De jonge Prins van Oranje wordt Stadhouder van Gro- ningen. Hattemisten in Zeeland. XV. Albe- roni zoekt eenen op/land te verwekken, in Groot- Britanje en in Frankryk. Frankryk verklaart Spanje den oorlog. XVI. Landing der Span- jaarden in Schotland mislukt. De Staaten zen- den George den I. onderfland. XVII. Krygsbe- dryven in Sicilië. Togt der Engelfchen naar Bis- kaje. XVIII. Handeling der Staaten in Frank- ryk en in Spanje. Alberoni vervalt in ongena- de. XIX. De Koning van Spanje treedt in 't viervoudig Verbond. Byeenkomst te Kameryk vastgefleld. XX. Oorfprong, voortgang en uit- flag van den Windhandel in Aktien in Frank- ryk , in Engeland en in de Vereenigde Gmves ■ ten. Maatfchappyen van Rotterdam, Middel- burg en Utrecht. XXL Verdrukkingen der Pro- tefianten in Hongarye en in Duitschland: met naame in de Palts. De Staaten zoeken ze te doen ophouden. XXII. Zorg voor t weeren van de Pest uit de Vereenigde Gewesten. XX111. De Raadpenfionaris Heinfius /lerfi. Izaak van Hoornbeek wordt Raadpenfionaris. XXIV. Vre- de
|
||||
LXX.Boek. HISTORIE. 139
de en geheim Verbond tusfc/ien Frankryk, Span-
je en Groot-Britanje. XXV. Handelingen op de Byeenkomst te Kameryk. Oorzaaken waar- om Frai.kryk en Groot- Britanje beginnen te hellen naar de zyde van Spanje. XXVI. Oor- logsfckepen uitgerust, tot beveiliging der Vaarte in de Middelland/de zee. XXVil. Aan/lag ten behoeve desPretcndents, in Engeland. De Staa- ten zeggen Koning George hulp toe. XX VIII. Prins Willem Karel Henrik Frifo wordt Stad- houder van Drente. XXIX. Men zoekt hem ook van V Stadhouder fchap van Gelderland te ver- zekeren. De Staaten van Hollandpoogen 't te beletten. Zy fchryven aan de Staaten van Gel- derland. Uitvoerig antwoord op hunnen brief. XXX. De Prins wordt tot Stadhouder van Gel- derland verhoren. Inhoud zyner Infiruclie. Aanmerkingen op deeze aanflelling. XXXI. Ambagtsheerlykheden in Holland verkogt. On- lusten tusfehen de Lutherfchn en Gereformeer- den te Hainburg. -m De voorgaande eeuw en deeze, tot op de «7'6.
Utrechtfche Vrede, waren boven rnaa- "-------■ te vrugtbaar geweest, in het voortbrengen van _ l: ,
oorlog, op oorlog, aan alle oorden van Eu heldeer ropa. Nooit was 'er, daarentegen , tyd vrugt- voor- baarer, in Onderhandelingen , Verdragen en naamfte Verbonden onder de voornaamfte Mogendbe- bogend- den , dan de tegenwoordige. De inwendige VaneEU. toeftand der meeste Ryken en Staaten, 't ver- ropa tot anderend belang der Vorften, en derzelver by- handelen zondere inzigten drongen hen, om hunne vei- *jn ver' ligheid, of de bevordering van afgelegener oog- raasen" mer-
|
||||
i4o VADERLANDSCHE LXX.Boer.
1716. merken te zoeken door handelen en verdraa-
—— gen. Het zwak gebouw der Utrechtfche Vre- de , welk waggelen moest, zo lang de Keizer niet met Spanje bevredigd, en de Hertog van Savoje, van hem, niet voor Koning van Sicilië erkend was, hadt wel eenige fteunfels noodig, die men, in nieuwe Verdragen en Verbonden, meende te vinden; welken, in den tyd van wei- nige jaaren, zo zeer vermenigvuldigd werden, dat eene onweêrftaanbaare drift tot handelen, naar fommiger oordeel (a), gevolgd fcheen te zyn, op eene diergel yke drift tot oorloogen, die voormaals geheerscht hadt. Men oorloog- de, 't is waar, nog tegenwoordig, in't Noor- den en tegen den Turk; doch beide deeze oor- logen duurden niet lang. Ook ontftondt 'er, geduurende dit handelen zelf, nu en dan, wel wederom oorlog; doch hy was niet algemeen, en de twist werdt haast bygelegd. De zaaken van't Kabinet, gelyk men fpreekt, zullen, der- halve, het gewigtigst gedeelte der volgende Gefchiedenisfe moeten uitmaaken. Aaniei- Aan fommige Hoven, met naame in Frank - ding tot ryk en Groot-Britanje, waren de Vorften bei- cHeno-' ^e en ^ Staatsdienaars bekwaam en geneigd ver een *ot handelen. De Hertog van Orleans was 'er Ver- zeer in bedreeven. George de I. niet minder bond, (py Ook hebben ze 'er beide, van dat ze aan de Frank-80 RegeefinS gekomen waren, hun meeste lee- ryk\ ven in gefleeten. Koning George hadt, gelyk Groot- wy, in 't voorgaande Boek (c), hebben aange- merkt , (a~) See Bounghrokes Lettres on Hiftory Tom. II. p. 166,
li-. & MoNTCON Memoir. /'01». iv. p 04. (_ê) TiNOAL f-'el. XI. [«rXX.VI.Jp. 35«. Q< J liüt!z. IAO. |
||||
LXX.BOEK. HISTORIE. 141
merkt, naar alle waarfchynlykheid, het jong- i7i<j.
fte Verbond geflooten met den Keizer, om het -------.
Franfche Hof tot argwaan te verwekken, en te Brkauje
beweegen tot het voorflaan van beter voorwaar- ^n de den van een verdedigend Verbond, dan tot mcen' nog toe gefchied was. Wy hebben, te vooren (d), gezien, dat men, in Frankryk, inderdaad, vreesde, dat de Keizer de Vrede niet lang zou houden, en, of in Spanje, of in Italië, de wa- penen , veelligt, hervatten. Ook was 'er reden van wantrouwen op het Hof van Madrid, welk zig, mogelyk, niet zou laaten genoegen, aan de fchikking, in Frankryk gemaakt op de Re- geeringe. En hieruit konden onlusten ontftaan, die den Keizer aanleiding zouden können gee- ven, om Frankryk aan te tasten, van den kant der Oostenrykfche Nederlanden; terwyl Span- je zulks deedt, van den kant van Katalonie. Men hieldt dit voor de reden, waarom het Weener-Hof zig zo fterk gekant hadt tegen «ene overeenkomst, wegens de onzydigheid der Oostenrykfche Nederlanden; en men kon, met geene goede oogen, aanzien, dat de Kei- zer zig zogt tefterken, door verdedigende Ver- bonden. De Hertog van Orleans hadt, hierom, eer nog 't Verbond tusfchen den Keizer en Groot - Britanje getroffen was, den Engelfchen en Staatfchen Gezanten, in Frankryk, een Ver- bond van handhaavinge der wederzydfche reg- ten en bezittingen voorgeflaagen: Chateauneuf hadt, naderhand, in den Haage, gefprokcn van een Verbond tot handhaavinge der U~ trechtfche Vrede; welken naam men verkoor, om
(ß) llledz. 109, 115.
|
||||
142 VADERLANDSCI-IE LXX.Boek,
|
|||||||
17id. om den voorflag min haatelyk te doen fchynen
«-------by 't Weener Hof. Doch over de voorwaar- den was nog weinig gefproken. Men ftelde, in Frankryk, vast, dat zy gunftig zouden moeten zyn, zo Koning George zig zau laaten bewee- gen, om te fluiten* Men wist, dat 'er twee punten waren, waarop het Engelfche Hof zeef gefteld was: 't vertrek van den Pretendent uit de nabuurfchap van Groot - Britanje, en het flegten en dempen der fluize en haven te Mar- dyk. De Hertog van Orleans befloot, derhal- ve, Koning George, in deeze twee punten, genoegen te geeven, en hem , onder deeze voorwaarden, te nodigen tot een Verbond. De Staaten waren gefield op de zekerheid hunner Barriere, en op de bevoordeeling van hunnen Koophandel; in welke twee opzigten, de Her- tog hun, ook te gemoet wilde komen, zo veel 't belang des Ryks gedoogen kon. IT. Men befloot, derhalve, de handeling te her- De Abc vatten, en, om 't werk geheimer te beleiden ,
du Bois jjg gelegenheid der reize des Konings van m« Ko- Groot - Britanje naar zyne Duitfche Staaten, ning hiertoe, waar te neemen. De Koning ftak 0- George, ver naar Holland, in Hooimaand deezes jaars te Maas- ^,y Derwaards werdt, ten zelfden tyde, uit fluis. Frankryk, gezonden de'Abt Guillaume du Bois, voorheen de Leermeester, en nu de grootfte ver- trouweling des Hertogs van Orleans. Hy trof den Koning aan, te Maaslandsfluis, by wien hy , door tusfehenfpraak van den Sekretaris van Staat Stanhope, een heimelyk gehoor ver- wierf. Hy ftelde hier al zyne bekwaamheid te |
|||||||
werk ,
|
|||||||
(O Tinpal ful. XI. [or XXVI.] p. 339-
|
|||||||
LXX.BoEk. HISTORIE. 143
werk, om den Koning over te haaien, tot een 1715.
Verbond met Frankryk. Hy beloofde, dat - Frankryk de Proteftantlche opvolging in Groot- Britanje handhaaven , de wedeifpannelingen niet onderfteunen zou, en zelfs den Preten- dent, die, op 't aanhouden van George denl., uit Lotharingen, geweeken zynde, zig thans te Avignon onthieldt, doen vertrekken, tot over het Alpifche gebergte. Wegens de wer- ken te Mardyk, waarover, ten deezen tyde, in Engeland gehandeld werdt, zou men den Koning, insgelyks, genoegen geeven. Kort- om, de Abt boodt zo veel uit, dat Koning George, kans ziende, om het oogmerk. welk hy, zo men meende, in 't fluiten met den Kei- zer gehad hadt, te bereiken, den Abt toeliet, hem te volgen naarHanover, daar men 't haast zo verre eens werdt, dat de Abt, eerlang, in ftilte, te rug keerde naar den Haage; alwaar Komt in hy zig, eenen geruimen tyd, bedektelyk, op- den hieldt, in 't Huis van den Maricgraave deCha- 5~Jjf* teauneuf, om de Staaten, insgelyks, tot het heimely. Verbond te beweegen. Hy ging, hier zynde, ke han- niet uit, dan des nagts, om met eenige Leden delin« der Regeeringe, die in 't geheim waren, en aldtt*r* byzoriderlyk met den Raadpenfionara's Hein- fius, te fpreeken. Men vertoonde den Staat- fchen een ontwerp van 't Verbond, waarin, onder anderen, beloofd werdt, dat men den wederfpannelingen , over en weder, geene fchuilplaats verleenen zou. De Staatfchen be- geerden verklaaring, dat de Franfche vlugte- lingen niet onder den naam van wederipanne- Hngen zouden begreepen worden. Doch men hieldt deeze verklaaring noodeloos, van de zyie
|
||||||
144 VADERLANDSCHE LXX. Boek,
zyde van Frankryk. Wyders, vorderden de
Staatfchen ,, i. dat de handhaaving der we- „ derzydfche regten en bezittingen alleenlyk „ aan Europa bepaald werdt. 2. dat de Staa- „ ten niet meer dan de helft van den onder- „ ftand, dien Frankryk en Groot-Britanje ga- „ ven, zouden behoeven te leveren; en dat „ zy zouden können voldaan, met het in geld „ te doen. 3. dat men hun de Lyst der Reg- „ ten van 't jaar 1664 toedonde, en alle de „ volgende Ordonnantien vernietigde. 4. dat „ Frankryk den Staaten, voortaan, den titel „ van Hoog-Mogende Heeren gave, en hunne „ Ambasfadeurs handelde, op gelyken voet „ als die van Venetië. 5. dat de gefchilien „ over de fchepen, federt het tekenen der „ Utrechtfche Vrede genomen, in dier voege „ mogten afgedaan gerekend worden, dat de „ eigenaars zig onderwierpen , aan de uk- „ fpraak, deswege gedaan, door de Kollegien „ ter Admiraliteit, hier te Lande." De Fran- fchen zonden deeze punten naar hun Hof, en gaven, eerlang, voor befcheid „ dat het eerße „ toegedaan werdt; dat men, wat het tweede „ betrof, den onderdand der Staaten op zes- „ duizend man bepaalen wilde." hoewel, hierin, naderhand, verandering kwam. „ Dat het der- „ de punt niet kon toegedaan worden; doch „ dat men de belasting van tweemaal twee „ duivers van de Livre, die, na't jaar i6y$>, „ was ingevoerd, affchaffen, en de wollen- „ doffen en andere waaren, die nu alleen te „ Calais en S. Valeri mogten ingebragt wor- „ den, in alle havens van Frankryk, zoulaa- „ ten invoeren. Dat het vierde punt ingewil» |
||||
LXX.Boek. HISTORIE. 145
„ ligd werdt, met deeze uitzondering, dat de 1716.
„ Ambasfadeurs van Frankryk den Staaten-------
„ den titel van Hoog-Mogende Heeren geeven
„ zouden; doch dac de koning niet zou ver- „ piigt zyn, hun, onder dien titel, te lchiy- „ ven. Dat, eindelyk, het vyfde punt, vol- ,, komenlyk, werdt toegedaan." De rekkelyk- heid van 't Fraufche Hof deedt de Staatlichen fterk neigen, tot het Verbond; daar Cado- gan, die in 't geheim der handeling? was, en met den Abt du Bois en den Raadpenljona- ris Heinfius menin; gefprek hieldt, hen zeer toe aanzettede. Men hadt eikanderen, "zelfs by eede, verbonden, de handeling bedekt te houden, tot dat men 'c volkomen eens zyn zou. Nogtans, was'er, men weet niet hoe, iet van uitgelekt. De Graaf van IVolkra, Kei- De Keï- zerlyke Gezant te Londen, hadt 'er de lugt ^erfchea van gekreegen-. De Baron van Heems, in den '^"ä^er, Haage, werdt ook gew-ar, dat 'er iet omging. De laatfte vraagde 'er Walpole naar, die zig onkundig hieldt, of misichien waarlyk onkun- dig was. Maar in Engeland beleedt men 'er iet van, aan den Giaave van Wolkra. De Kei- zerfchen waren 'er zeer over te onvrede. Zy zagen klaarlyk, dat men, de Utrechtfche Vre- de zoekende te bekräftigen door zulk een Ver- bond, den Keizer wilde verfteeken van alle hoop op de Kroone van Spanje, of op eeuigen der Spaanfche bezittingen. Zydeedên, der- halve , hun best, om het üuiten van 't Verbond te voorkomen. Men wil zelfs, dat het Wee- ner-Hof een'Jezuit zondt naar Frankryk, om den Hertoge - Regent een Verbond met den Keizer voor te liaan. Doch deeze handeling XVIÏÏ. Deel. K hadt
|
||||
146 VADERLANDSCHE LXX.Boek.1
1716. hadt geen gevolg. De Koning van Groot -Bri-
—----- tanje deedt den Keizer een Ontwerp vertoo-
nen van 't Verbond met Frankryk en de Staa-
ten : waarin, egter, naderhand, nog merkely- ke verandering kwam. Het werdt zeer afge- keurd , aan 't Weener-Hof. Men verklaarde, dat, zo 't getekend werdt, het Verbond tus- fchen den Keizer en Groot-Britanje, op het zelfde oogenblik, moest gerekend worden, als verbroken. Doch Groot-Brjtanje en de Staa- * ten zelven waren te ver gegaan, om te rug te können treeden, liet drie- Toen men 't geheim der, handelinge met voudig Frankryk niet langer konde noch wilde bewaa- Verbond n m <jen Haage, nam de Abt du Bois den wordt , . .
getekend.naam en ran§ aan van buitengewoonen Am-
' basfadeur van Frankryk, en verfcheen in 't openbaar. Het ontwerp van 't Verbond werdt rond gezonden aan de Gewesten, daar 't niet • op eenerlei wyze werdt ingezien. Zeeland, in 'tbyzonder, verklaarde'er zig, ernftelyk, te- gen. Andere Leden der hoogeRegeeringe von- den 'er, insgelyks, niet veel reden toe. Men bragt voorbeelden by van de onopregtheid van 't Franfche Hof, waarvan de Staat, zo men voorgaf, federt meer dan zestig jaaren, meni- ge ondervinding gehad hadt. Doch hiertegen werdt gezeid, dat de inzigten en belangen van Frankryk, na de dood vanLodewyk den XIV, merkelyk veranderd waren. Midlerwyl, han- delde men nog eenigen tyd met Frankryk, over 't ftuk van den Koophandel, en over den titel en rang der Staaten, zonder dat men 't volkomen eens werdt; maar na dat men, van de Staat- fche zyde, vryheid bedongen hadt, om, zot, |
||||
LXX. Boek. Hl S T O R I E. 147
|
|||||
begeerd werdt, ook te mogen treden in het 17ka
Verbond, tusfchen den Keizer en Groot-Bri- « tanje aangegaan, beflooten zes Gewesten met
Frankryk en Groot-Britanje te tekenen. Zee- land verklaarde 'er zig langst tegen. Doch men zou geene zwaarigheid gemaakt hebben, om met de meerderheid te befluiten, zig beroe- pende op het Munfterfche Verdrag van den jaare 1648, en op het Groot-Verbond van den jaare 1701, welken ook, buiten bewilli- ging van Zeeland, getekend waren (ƒ): maar Zeeland voegde zig, eindelyk, naar de overige • Gewesten. Het drievoudig Verbond, gelyk het, federt, genoemd werdt, tusfchen Frank- ryk, Groot - Britanje en de Staaten, eindelyk in 't net gefteld zynde, werdt, in den Haage, getekend, op den vierden van Louwmaand des 1717. jurs 1717. Het behelsde flegts agt punten,die -------
hierop uitliepen. „ 1. Men zou, voortaan, Inhoud
„ eene vaste Vrede, vriendfchap en vereeniging van het „ onderhouden. 2.Frankryk verbondt zig,om e* „ hem, die, by 't leven van Koning Jacob „ den II, den titel van Prinfe van Walles, en, „ naderhand, dien van Koning van Groot - Bri' „ tanje aangenomen hadt, teritond na de te- „ kening van dit Verdrag, te doen vertrekken „ van Avignon, en zyn verblyf te doen nee- „ men over het Alpisch gebergte: ook, om „ hem, op geenerlei wyze, te onderfteunen, „ noch iemant, die, van zynent wege, de rust „ van Groot - Britanje, door oorlog, oproer „ of famenzweering, zou mogen onderneemen „ te
Cf) Lamberti Tom. IX. p. 556—56-,. Ttm. X. p, Ij. Tin-
Dal PU XI. [orXXVl J p 339, 352, 354, 855- RousasT Uecueil, Tom. I. p. 87, »8. K 2
|
|||||
148 VADERLANDSCHE LXX.Boek.
i717. „ te ftooren. Ook zou Frankryk niet gedoo-
------ „ gen, dat de Perfoon, boven gemeld, on- ,
„ der eenigerlei naam of voorwendfel, immer
„ kvvame, veel min verbleeve in eenige Plaats „ van 't Pransch gebied. 3. De drie Mögend- „ heden verbonden zig, om geene fchuilplaats „ of verblyf te gunnen aan de onderzaaten van „ een' hunner, die voor wederfpannelingen ver* „ klaard waren, of zouden worden, belooven- „ de zy, dezelven hun gebied te doen ruimen, y, binnen agt dagen na dat het gevorderd zou „ zyn. 4. Wegens het flegten van Duinkerken, „ en het dempen der haven aldaar, verklaar- „ de Frankryk, zig te zullen gedraagen naar „ de overeenkomst, deswege, in Herfstmaand „ laatstleeden,tèHamptoncourt, getroffen. In „ gevolge van welke, de groote doorvaart der „ nieuwe Huize te Mardyk geheellyk geflegc „ zou worden, blyvende egter de genoopte „ bouwftoffen ten diende des Konings; mids „ hy ze niet deedt gebruiken, tot eenige Ha- „ ven of Sluis, op twee mylen na aan Duin- „ kerken of Mardyk, zynde men overeenge- „ komen, dat, langs het gantfche ftrand, bin- „ nen deezen afftand, nimmer eenige Sluis, „ Haven, Dok of Sterkte zou mogen worden „ opgeregt. De kleine fluis zou tien voeten „ enger gemaakt worden, en dus maar zes- „ tien voeten wyd blyven. De krebhoofden „ langs het nieuwe Kanaal zouden, insgelyks „ geflegt, en binnen den genoemden afftand, „ nimmer herfteld worden. De flegting van al „ 't gemelde zou, zo 't mogelyk ware, volko- „ menlyk, moeten voltrokken zyn, tegen 't „ einde van Zomermaand deezes jaars. De „ fleg-
|
||||
r
LXX.Boek. HISTORIE. 149
„ flegting der dyken langs de oude haven te 1717.
„ Duinkerken zou ook geheellyk voltrokken, ------
„ en de overgebleeven' Vestingwerken aldaar
„ met het ftrand gelyk gemaakt worden. De „ Koning van Groot-Bricar je en de Staaten „ zouden Gemagtigden ter gemelde p!aatfen ., mogen zenden, om te zien, of alles behoor- ,, lyk werdt uitgevoerd. 5. De Utrechtfche „ Vrede, tusfchen Frankryk en Groot-Britan- „ je, en Frankryk en de Staaten, geflooten, „ werdt, in allen deele, bekragrigd, bezori- „ derlyk ook in opzigte van de opvolginge in „ Groot'Britanje en in Frankryk, De hande- „ lende Mogendheden beloofden, fikanderen s, te zullen handhaaven in derzrluer regten „ en bezittingen, by de gemelde Vrede ver- „ kreegen , en indien iemant een' van hun „ aantastte met de wapenen, zouden de ande- „ ren hunne poogingen aanwenden, om den „ beledigden vergoeding te bezorgen, en de „ vyandlykheden te doen ophouden. 6. Doch „ zo deeze poogingen de gewenschte uitwer- „ king niet hebben mogten, zou men elkan- „ deren byftaan met de volgende manfchap: „ Frankryk en Groot^Britanje zouden ieder „ agtduizend knegten en tweeduizend ruiters „ leveren, en de Staaten vierduizend kneg- „ ten en duizend ruiters, Doch zo de aan^ „ gevallen' Bondgenoot liever onderftand in „ fchepen, of zelfs in geld begeeren mögt, zou „ zulks aan zyne keuze ftaan. Duizend knegten „ zouden op tienduizend, en duizend ruiters „ op dertigduizend guldens Hollandsen geld ter „ maand, en twaalf maanden voor een jaar ge- 3, rekend worden. De onderftand in fchepen K 8 n «o«, |
|||||||
-
|
|||||||
150 VADERLANDSCHE LXX.Boek.
|
||||||||||
17ij,\ „ zou, naar evenredigheid, worden begroot.
------- „ 7. Zo de Ryken of Landen der drie Mo- %,
„ gendheden, door inwendigen tweefpalt, of
„ door opftand ter oorzaake der genoemde „ opvolgingen, beroerd mogten worden, zou „ de Bondgenoot, die zig in deeze beroer- „ te bevondt, den beloofden onderftand van „ de andere Bondgenooten mogen vorderen; „ en zou hem dezelve, binnen twee maanden, „ moeten worden toegefchikt, mids hy 't be- „ loop der kosten voldeede, binnen eenjaar, „ na dat de beroerte geftild zou zyn. 8. Het „ tegenwoordig Verdrag zou, binnen vier wee- „ ken, bekragtigd worden." By een afzonder- lyk punt, haddert de Staatfchen op beide de Mogendheden nog bedongen „ dat de hand- „ haaving , in 't vyfde punt beloofd , alleea »> zag °P de wederzydfche regten en bezittin- „ gen, binnen Europa (g)« Het Verbond werdt, wat laater dan op den beftemd tyd, behoorlyk bekragtigd, zelfs door zulken onder de Gewesten, die 'er, te vooren, zwaarigheid in gemaakt hadden; alzo de algemeene Staa- ten, gelyk wy boven (/$) te kennen gaven, 's daags na het tekenen van 't Verbond,befloo- ten hadden, ook, zo 't vereischt werdt, on- der zekere voorwaarden, te willen treeden in 't Verbond, welk, onlangs, tusfchen den Kei- zer en Groot-Britanje, geflooten was (*'). De Abt du Bois nam, voor 't einde van Louw- maand, fp') Secr. Refol Holï. 8 Jan. 1716- VU. Deel, 11 8S<5. foitz
ausfi Ou Mont Corps Dipl. Tom VIII. p. I. p. 184. Lau- be rti torn X. p 1. JtoussET. Rccucil, 'iom. I. p 89. (_h) Blade 146- ;
(.O Rct'ol, Geucr, Mart. 5 Jan. 1717. by Lambe&ti Tom. Xi
f. 13. |
||||||||||
I
|
||||||||||
'
|
||||||||||
.
|
||||||||||
LXX.BoEK. HISTORIE. 151
|
|||||
maand, zyn affcheid van de Staaten, hen, by 171^
deeze gelegenheid, noemende Uwe Hoog-Mo- gendheden, fchoon hy hun. in 't begin zyner
aanfpraake, den titel van Hoog Mogende Heeren nog niet gegeven hadt, hebbende hy, haar't fchynt, het woord Heeren willen myden : welk , ook door 't Weener-Hof, nog niet gebruikt werdt. De Hertog van Orleansdeedt, eerlang, den Pretendent vertrekken over de Alpin. De Koning van Groot-Britanje en de Staa^u zon- den Gemagtigden, om tegenwoordig te zyn, by 't ilegten der werken te Duinkerken en te Mardyk: waaraan met vlyt gearbeid werdt (k). 't Bleek klaarlyk, dat het Franfche Hof gezind was, de aangegaane verbindtenisfen, iiiptelyk, naar te komen. Doch het drievoudig Verbond was zo dra III«
niet rugtbaar geworden, of het verwekte veel Misnoa- misnoegen, aan de Hoven van Weenen en j^t Wee. Madrid. De Keizer nam zo kwalyk, dat Groot- ner Hof, Britanje en de Staaten een Verbond hadden aangegaan , waarby Filips de V. bevestigd werdt op den troon van Spanje, dat hy de Staaten niet meer verzoeken liet, om te tree- den in 't Verbond met Groot-Britanje gefloo- ten: welk Verbond hy aanmerkte, als ten eenemaal kragteloos geworden (/). Ook gaf de Baron van Heems hun te kennen, dat, na 't fluiten van dit Verbond, het Verdrag van Barriere geen' ftand meer greep. „ De Barrie- „ re was," zeide hy „ van den tyd van'Hen- „ rik den IV. af, alleenlyk gezogt, om Frank- ■•„ ryk
C*5 Lamberti Tom. X. p. 13—17. TiNDal Vol. XI. [w
Jtxvi.jp. 155.367-
(7) MMiEiui Tom. X. p. IC.
K 4
|
|||||
?5? VADERLANDSCHE LXX.Boek.
|
|||||
1717. „ ryk verre van de grenzen van den Staat te
-------„ houden; nrnr nu men met Frankryk ver-
«, bonden was, hadt men ze niet meer noodig."
Het Hof van Weenen vernieuwde, ten zelf- den tyde, eenige oude eifchen op de Heerlyk- heid Anholt in 't Kwartier van Zutfen, welke men beweerde tot het Ryk te behooren. Vee- len begonden derhalve, reeds te vreezen, voor en van onlusten met Duitschland (tn~). Het Hof van het Hof „MadÄ was ook te onvrede, dat vreemden, d?viMa gclykGroot-Britanje en de Staaten waren, zig hadden onderwondcn, hefchikking te maaken, over het regt der opvolginge tot de Kroone van Frankryk: 't welk zy, meende men, be- hoorden overgelaaten te hebben voor de Staa- Gcmor ten des Koningryks. In Frankryk, morde men in Frank- 00k, dat de Hertog van Orleans, door het flui- ten van dit Verbond, de eer en 't belang des. Koningryks aan zyne byzondere inzigten en belangen hadt opgeofferd , zig verbindende tot het verdryven van den Ridder van S. Jo- ris, en tot het flegten der kostbaare en nutti- ge werken te Mardyk, 't welk Lodewyk de XIV. nimmer beloofd zou hebben, enkelyk, om zig zelven te verzekeren van de opvolgin- 5n Ense- ge. In Engeland zelf, keurden fommigen 't land: Verbond af, dryvende, dat de Proteftantfche opvolging genoeg verzekerd was, by de Utrecht- fche Vrede, en dat 'er geene genoegzaa- me reden was, om, onder voorwendfel van eenen inval of opftand, zo veel vreemd krygs- volk in 't Ryk- te roepen: waarvan, ligtelyk* tot benadeelinge van de vryheid der onderzaa- ten
C«j) Lamderti Tom. X. f. 195—199.
|
|||||
LXX. Boek. HISTORIE. 153
ten, misbruik zou können gemaakt worden (ri). t7%7,
In de Vereenigde Gewesten, oordeelden fom- —■— migen ook, dat het Verbond de Staaten te zeer en hier te vervreemden zou van het Huis van Oostenryk, Lanjc- en ligtelyk nadeelig zyn aan den Koophandel op Spanje. Ook was men bedugt, dat 'er de Staat, eer men 't verwagtte, in nieuwen oorlog door zou können ingewikkeld worden. Ondertus- fchen, vereenigde dit Verbond drie Mogend- heden, die zeer zeldzaam vereenigd geweest waren: welke byzonderheid alleen toe te fchry- ven was aan de verandering, die de dood van Lodewyk den XIV. veroorzaakt hadt. Maar Koning George, die zig, door het ïv,
drievoudig Verbond , meende verzekerd te Onder- hebben, tegen de meest gevreesde ondernee- Ilee™ins 7 e o vso oen
mingen ten behoeve des Pretcndents, ontdek- Graave
te, kort na zyne te rugkomst van Hanover, van Gyi- in Sprokkelmaand , eene nieuwe famenzwee lemborg ring onder de wederfpannelingen, om..eenen g™^,1 ppitand in 't Ryk te verwekken, en daardoor Gor«, gelegenheid te geeven tot eenen inval in En- ten be- gelan'd of Schotland. De voornaamfte belei- J}oeve |
||||||||
ders van deezen toeleg waren de Graaf van tH^
|
r.its.
|
|||||||
Cylkmborg, Zweedfche Refident in Engeland,
en de BaronGortz, die federt eenigen tyd, we- gens Zweeden, aan verfcheiden' Hoven ge- zonden geweest was, en zig thans in Holland bevondt. Men hadt voor, aan verfcheiden' oorden, en zelfs in Frankryk en in Holland, fphepen te koopen, dezelven naar Gottenburg te zenden, en, vandaar, agtduizend knegten en vierduizend ruiters, met eenen bekwaamen voor-
CO TiNDM. Vel. XI. ïtr XXVI.] p. 357, 358. K5
|
||||||||
154 VADERLANDSCHE LXX.Boek.
1717. voorraad van oorlogsbehoeften, te fcheepen
——1 naar Groot-Bi itanje. Zelfs vertrouwde men, dat de Koning van Zweeden, onder wiens ge- bied, zig\ in 't voorleeden jaar, reeds ver- fcheiden' wederfpannelingen begeven hadden (0), de hand leenen zou tot bevordering des aanilags. Koning George was van 't geheim des aanflagts onderrigt, of door 't Franfche Hof, of uit onderfchepte brieven, ofopeeni- ge andere wyze, welke men nooit regt gewee- ten heeft, 't Voorneemen was flegts aan wei- nigen bekend geweest. Karel de XII. wilde, zo geloofd werd, niet weeten, dat hy 'er de hand in hadt, voor 't uitgevoerd ftondt te wer- den : en de vrienden des Pretendents in Enge- land wilden zig nergens toe vast verbinden, voor zy 't woord hadden van den Koning van Zweeden. Hieruit ontftondt, dat de hande- ling zeer bedekt bleef; maar te gelyk langzaam "Gyiiem- voortging. Op den negenden van Sprokkel- borg maand, des nagts omtrent twaalf uuren, werdt word!An het Huis van den Graave van Gyllemborg, op |
||||||||||
hegtenis
genome« |
||||||||||
's Konings last, bezet; hy, onverhoeds, over-
|
||||||||||
vallen , en, met zyne papieren, in verzekering
genomen. Drie Engelfchen werden, omtrent den zelfden tyd, geligt en vastgezet. Men verzogt de Staaten, den Baron Gortz, insge- lyks, te doen vasthouden. Hy was, in Hooi- maand des voorleeden jaars, in Holland geko- men, en hadt zig meest te Amfterdam ont- houden. ,De Koning, zyn Meester, hadt hem voorzien van eene algemeene volmagt, om, ten zynen meestèn diende, met iedereen, te han-
C<0 Voiez LAMBEK.TI Tom. IX. p. 390, 650,
|
||||||||||
LXX.Boek. HISTORIE. 155
handelen en te fluiten(p) : en, in gevolge van ,717.
deeze Volmagt, hadt iiy vrygeleide - Brieven —— uitgegeven aan verfcheiden' Amfterdamfche Koopluiden, die Hennip en Teer naar Zweè- den voerden, waaraan men, in dit Ryk, ge- brek gehad hadt, federt dat de Landftreeken, van Riga af tot Abo toe, den Czaar in handen gevallen waren. Zelfs ontdekte men, eerlang , dat hy met eenigeKoopluiden gehandeld hadt, om Zweeden van gemunt zilver te voorzien. Ook hadt hy een keer naar Frankryk gedaan, en, naderhand, te rug gekomen, een geheim gefprek gehad, in een Dorp, digt by Amfter- dam, met den Prinfe Kurakin, tot bevorde- ring van de Vrede in 't Noorden; ten welken einde, hy ook in den Haage gehandeld hadt (q), Hy was hier nog, in Sprokkelmaand dee- zes jaars, toen men berigt kreeg, dat de Graaf van Gyllemborg te Londen gevat was. De Engeïï'che Refident Leathes hadt, hierop, de Gekommitteerde Raaden verzogt, om Gortz, insgelyks, te doen ligten. Zy zonden, kort na den middag van den negentienden, twintig man van de Lyfwagt naar de wooning van den Baron, met last om zig van zynen perfoon en papieren te verzekeren; doch hy was, maar twee uuren tevooren, te post, verreisd naar Amfterdam. Een zyner Sekretarisfen, Broe- der des Graafs van Gyllemborg, werdt egter gevat, en in de Kasteleinye bewaard. Leathes trok, in alleryl, naar Amfterdam: daar hy, niet voor den volgenden dag, verlof bekomen kon
Cp~) Voiez LambERTi Tom. IX. p. 655.
£y3 Lambe&ti Tom. IX. $, 619, 637, 65», 699.
|
||||
i56 VADERL VNDSCHE ^XX.Boek.
,7,7# kon van deRegeering, om Gorts, die zynen
i., intrek by zekeren Zweedfchen Koopman ge- nomen hadt, te doen vasthouden. Dcch hy was, met het opgaan der poorte, reeds vcrtrok- Gortzte ken naar Arnhem. Toen bewoog men, op Arnhem 't aanhouden van Leathes, Willem Vleertman, J*1*" die fnel te paard ryden kon, en, geduurende aa den oorlog, gemeenlyk de eerfte Legertydin- gen herwaards plag te brengen, om Gortz agter na te zetten, dien hy, te Arnhem, in- haalde, en, nevens den Sekretaris Stambke, met kennis van den voorzittenden Burgemees- ter, in verzekering deed t neemen. Men vondt twee kistjes met papieren by hen. De Staaten, kennis gekreegen hebbende, dat Gortz gevat was, bèilooten, op herhaald verzoek van het Engelfche Hof, hem en de twee Sekretarisfen, zorgvuldiglyk, te bewaaren,zonderzigte floe- ren aan de Vertoogen, die, hier tegen, ge- daan werden, door den Sekretaris der Zweed- fche Ambasfade in den Hiage. In Engeland, werdt het werk van Gyllemborg en Gortz zo hoog genomen, dat men terftond allen handel met Zweeden verboodt; waartoe men de Staa- ten ook zogt te beweegen. Daarentegen, hadt tnen, in Zweeden, zo dra geene tyding gekree- gen van het vasthouden van Gyllemborg, of de Engelfcbe Refident, Robert Jackfvn, werdt insgelyks, in hegtenis genomen: doch den Re- fident der Staaten, Willem Henrik Rumpf y al- leenlyk het Hof ontzeid. Hum» De brieven, welken by Gyllemborg en Gortz brieven gevonden waren, werden, ondenusfchen, ge- komen in deeltelyk, in 't licht gegeven, en ontdekten ge- 1 1C £' noeg van den toeleg, om beide de Staatsdie- naars |
||||||
LXX.Boek. HISTORIE. 157
naars in 't ongelyk te doen ftellen (r). Maar, i*l7m
in een' deezer brieven, werdt ook het Rusii- *'» fche Kof, en in 't byzonder de SchotfcheLyf- Het arts van den Czaar, Erskine genaamd, ver- Zweed- dagt gemaakt: 't welk by den Czaar zeer eu- j£foiiIof vel opgenomen werdt, en waartegen hy zig byte' einllelyk deedt verdedigen, aan 't Groot-Bri- Staaten tannifche Hof. Ook verfchoonden verfchei- op'to"» den' ZweedfcheRefidenten zig, van eenig deel *£t™ gehad te hebben aan den flinkfchen toeleg, waarop Gortz, in zynehegtenis te Arnhem, zig niet ontzag, "genoegzaam openlyk, te roe- men. Ondertusfchen, zat hy hier gantsch niet gemakkelyk. Ook begeerde Koning George op de Staaten , dat men hem den Baron Gortz overleverde, of hem, ten minfte, naar bekwaa- mer gevangenis, op Loeveftein of in 's Her- togenbosch vervoerde. Doch men kon tot geen van beide befluiten. Het Zweedfche Hof deedt daarentegen fterk aanhouden, by de Staaten, op het ontflag,van den Baron. Men beriep zig op de naauwe verbindtenisfen met den Koning van Groot-Britanje, welken niet gedoogden, dat men iemant, die verraaderlyke aanflagert gefmeed hadt tegen deszelfs Ryk, op vrye voeten ftelde: te minder, om dathy nimmer voor een'Gezant van de KroonevanZweeden, by de Staaten, erkend geweest was. Karel de XII, niet voldaan met dit antwoord, befloot den HollandfchenKoopvaardyfchepen, dienaar Zweeden wilden, Paspoorten te weigeren, zo lang de Baron Gortz niet ontflaagen zou zyn. Mid-
(r} yalez Lettr. <it ce qui s'eft paffe" entre Cyllenü, ff
Gurt« impiim. 1717. |
||||
158 VADERLANDSCHE LXX.Boer;
1717. Midlerwyl, handelde het Franfche Hof te Stok-
■—— holm, om Karel den XII. te bevredigen met den Koning van Groot - Britanje. Hy liet zig, eerlang, overhaalen, om fchriftelyk te ver- klaaren, dat hy geene kennis gehad hadt van 't geene zyne twee Staatsdienaars gehandeld hadden, zynde zyn oogmerk nimmer geweest, eenige troepen te' zenden naar Engeland of Schotland, om tegen den Koning van Groot- Britanje te dienen. De Staaten kreegen, ter- ftond, berigt van deeze verklaaring, en zien- de nu 't gevaar van eenen opftand en inval in Groot- Britanje geheellyk verdweenen, befloo- ten zy den Baron Gortz en de zynen te doen ontdaan; doch met den Engelfchen Gezant JVhitwortli te overleggen, op wat, wyze, zulks gevoeglykst zou können gefchieden. Maar het Engelfche Hof nam geen genoegen in de ver- klaaring des Konings van Zweeden, en kon hierom niet bewilligen in 't ontflag van Gortz. Nogtans, neigde men, om Gyllemborg tegen Jackfon uit te wisfelen: 't welk den Staaten zeer vreemd voorkwam. Ook veranderde men, in Engeland, eerlang, van gedagten. De Ko- ning deedt, in Hooimaand, verklaaren, dat hy bewilligde in 't ontflag van Gortz, mids men hem, terftond, te fchepe naar Zweeden voerde, zonder dat hem vry zou ftaan, zig op te houden inde Vereenigde Gewesten.Men kwam, eindelyk, door bemiddeling van het Franfche Hof, overeen, dat Gyllemborg, met een Fre- gat, uit Engeland zou gevoerd worden naar de Maaze, daar Gortz aan boord komen zou, om met Gyllemborg te keeren naar Zweeden: vanwaar het 2elfde Fregat Jackfon te rug zou bren-
|
||||
LXX.Boek. HISTORIE. 159
|
|||||
brengen. De papieren, die by de gevangenen ^ij;
gevonden waren, zouden, beflooten en verze-------;
geld, aan den Koning van Zweeden worden
overgebragt. Terftond hierna, ftelden de Staaten van Gelderland, op verzoek van den Grawe van Reventlau, Gezant van den Hertoge van Sleeswyk-Holftein, den Baron Gortz, op ei- gen gezag, in vryheid , mids Reventlau zig voor hem verbonde, dat hy, terftond, naar Zweeden keeren zou. 't Befluit hiertoe was, op den laatften van Hooimaand, genomen. De Hy en Sekretaris Stambke werdt, ten zelfden tyde, Gyiieia- en de Sekretaris GuflaafGylkmborg, die in den ^rr^en Haage zat, weinige dagen Jaater, op vrye voe- geüaabv ten gefteld. De Staaten gaven 'er den Koning van Zweeden, terftond, kennis van, daarby voegende, dat zy vertrouwden, dat de Scheep- vaart hunner onderzaaten, voortaan, minder belemmerd zou worden dan voorheen. Gortz en de twee Sekretarisfen keerden, eerlang, te lande, naar Zweeden. De Graaf van Gyllem- borg werdt tefchepe naar Gottenburg gevoerd. Gortz hadt, voor zyn vertrek uit Gelderland, een heimelyk gefprek gehad met den Czaar, die zig toen op 't Loo bevondt. Men wil, dat hy, hier, beloofde, de gefchillen tusfchenden Czaar en Zweeden, binnen drie maanden, te zullen vereffenen. Ook arbeidde hy, hiertoe, na dat hy in Zweeden gekomen was (f). Doch na Einde» 's Konings dood, die, in Slagtmaand des vol- Y.an genden jaars, voorviel, werdt hy, onverwagt, Gortz' vastgehouden, van wege de hooge Regeerin- ge»
CO Rcfol. Holl. £5, 2fï Febr. 6 Maart, 25, a6May, 1717.
*'• 59» 63, 78, 207, 218. Lamberti Tom. X- p. 17— 92. TwiiAL r.,l. XI. I or XXVI.] p. 361—3ÖÖ, 370—411. Vtl. Xli. |
|||||
i6o VADERLANDSCHE LXX.Boek.
|
|||||||
i;ij. ge, en eerlang, van verfcheiden' misdaaden
—-— befchuldigd zynde, ter dood veroordeeld, en openlyk onthalsd Qt~). Dé Zweedfche Kaape- ryen hielden, midlerwyl, aan, zonder dat de ernftige poogingen der Staaten deeze ongere- geldheid konden doen ophouden, zo lang Kö- nig Karel leefde («). V. Terwyl de Czaar zig, in frankryk en in Verdrag Holland, ophieldt, was 'er eene handeling op
tusfchen net tapyt, tusfchen hem en de Hoven van Ver- fden &üles en Berlyn, over een Verdrag tot bevor- Czaar en dering der ruste in 't Noorden, en tot handhaa- PruUfen. ving der Verdragen van Utrecht, Radftad en Baden. Het werdt, op den vierden van Oogst- maand , getekend, te Amfterdam. De Koning van Frankryk verklaarde, by dit Verdrag,niet te willen te kort doen aan het Verbond, welk hy, onlangs, met den Koning van Groot-Bri- tanje en de Staaten der Vereenigde Gewesten , hadt aangegaan. De twee andere Mogendhe- den namen hem aan voor middelaar, in de ge- fchillen met den Koning van Zweeden (v). Over- De Staaten hadden, in de Lente deezes j aks, eenkomst 0ok afgerekend met den Koning van Pruisfen, der Staa- wegens de agterftallen, welken men zynen denTo- troepen fchuldig was, en die twaalfhonderd ningvaü drie-entwintigduizend eenhonderd agtenveer- Eraisfea. tig guldens en agt ftuivers beliepen. Men ftel- de ordre op het voldoen deezer agterftallen, bin- nen zekeren bepaalden tyd ("')• Doch over de na-
co Tindal rol. XII. [or XXVII.] p. Si, 32, 84. Europ. Merc. jan.— Juti. 1719. hl. 16S. («) Lambert! Tom. X. p. y3—i04, I4P- (v5 Yoitz Du Mout Corps Dipl. 'lom. VIII. P. I. p. 49°>' Lambciiti Tom. X. p. 100. (wj Puts Du Mont Corps Dipl. Tom. VIII, P. I. p. 4^8 •
.189. L.iMSSim lom. X. p. 163—1Ö6. |
|||||||
•
|
|||||||
/
|
|||||||
LXX.BoEK. HISTORIE. 161
nalaatenfchap van Koning Willem, duurden
de verfchillen nog met het Hof van Berlyn. Het Hof van Holland hadt de Heerlykheid Ze- venbergen den Huize van Nasfau toegeweezen, zonder dat de Koning van Pruisfen zig aan dee- ze uitfpraak wilde onderwerpen. Zelfs beweer- de hy, dat men hem in 't bezit behoorde te ftellen van de Heerlykheid Geertruidenberg, die zynen Overgrootvader, Prinfe Fredrik Henrik, was aanbedeeld (x): doch men hadt hier geen ooren naar. Maar wegens het beftellen der Regeeringe in de Baronnye van Herftal, van welke de Koning zig meester gemaakt hadt, werdt, eerlang, eene overeenkomst, by voor- raad, getroffen (y). In 't O verkwartier van Gelderland, viel ook gd'chü met zyne Pruis- fifche Majefteit, zo over eenige Leenen, wel- ken hy oordeelde af te hangen van de Heer- lykheid Montfoort, die hem opgedraagen was, fchoon de Souverainiteit over het Atnpt aan de Staaten behoorde; als over de tollen op de Maaze Qz) : al 't welke gelegenheid gaf tot geduurige onderhandelingen, met de Pruis- fifche Staatsdienaars in den Haage. Doch on- der dit handelen, over zo veele byzondere ge- fchillen, deedt de Koning den Staaten ook een Verbond van onderlinge befcherminge voorflaan. 't Werdt in overweeging genomen (#_): maar daar verliep nog eengernime tyd (£), eer het geflooten werdt. Aan
O) Voiez t/iMERUTl Tom. X. p. 167, 168.
(j) Voiez DuMont Corps Dipl. Tom. VIII. P. I. p. 455* ( Z) LaMberti Tom. X. p. 172. 215—ai8. (>) Notul. Zeel. 14 Sept. 1717. l/l. 369. Iambjirtj Ibm.fy f. 176, 177. (4) Refol. Gen. Mart. 2Ó April 1718.
XVIII. Desi.. L
|
||||
l6» VADERLANDSCHE LXX.Boek,
1717. Aan Deenemarke was de Staat ook eenige
agterftallen fchuldig, zo wegens foldye der Verfchii Deenfche manfchap, als wegens onderftand-
metD.ee- gelden, der Kroone beloofd. Doch deezefchuld werdt zo fpoedig niet verefFend. De eifchen van Koning Fredrik den IV. waren niet ge- grond, naar 't oordeel der Staaten; die egter erkenden, dat zy verpligting hadden aan den Koning en aan deszelfs troepen, welken, in 't jaar 1712, afgeweeken waren van> den Her- toge van Ormond, om zig te voegen by 't vereenigd Leger. Ook beloofden zy, den Ko- ning genoegen te zullen geeven, zo dra zuiks cènigszins mogelykzyn zou. Het Deenfche Hof kreeg, in dit jaar, ook eenig gefchil met de Staaten, ter gelegenheid, dat zekere Koop- vaardyfchipper, de Zond uitzettende, gewei- gerd hadt te ftryken voor eenen Koningklyken Kustbewaarder, op wien hy zelfs, daarna, met fcherp gefchooten hadt. Doch de Schipper bragt tot zyne verfchooning in, dat de harde wind hem belet hadt te ftryken, zo fpoedig, als hy wel gewenscht zou hebben; en dat het Oorlogsfchip, na dat hy geftreeken hadt, twee fchooten met fcherp op hem hadt gedaan, wel- ken hy flegts met eenen fchoot beantwoord hadt. Het aanhouden en neemen van Neder- landfche fchepen en goederen door de Deenen veroorzaakte ook nog, van tyd tot tyd, klag- ten , en duurde, zo lang als de Noordfche oor- log -(O- VI. Doch terwyl deeze oorlog naar 't einde liep, Celegen- ontftak de kryg, onverhoeds, tusfchen Span-
je Cc) Lambert« Tom, x. ^>, 120—13S, |
||||
LXX.BoEK. HISTORIE; 1%
je en den Keizer, en zelfs tusfchen Spanje en x7l^
Frankryk. De Abt Julius Alberoni, nu tot - deezen kryg gefmeed, niet lang na de dood .den oor" Van Lodewyk den XIV. De Keizer en de Ko- Jjf^us* ning van Spanje waren, na dat de eerfte de Spanje overeenkomst wegens de onzydigheid van Ita- en den lie getekend, en beloofd hadt, Katalonie te Ke,zer* zullen ruimen, wel niet in oorlog; maar zyf^èn*" hadden ook nog geen Verdrag van Vrede ge- Frankryfc tekend; zynde, zo als wy reeds, byeene andere en spaii- gelegenheid (<ƒ), hebben aangemerkt, den Kei- Je' zer nog niet gezind, om Filips den V. te erken- nen voor Koning van Spanje; gelyk hy zou hebben moeten doen, zo hy een Verdrag van Vrede met hem geflooten hadt. Filips de V. zat, derhalve, meer of min, wankel op den troon van Spanje, zo lang Karel de VI. niet van zyn regt op den zelven hadt afgeftaan. Hy wendde, hierom, teeerder, zo dra Lodewyk de XIV. overleeden was, het oog wederom naar de Kroone van Frankryk, van welke hy äfgeftaan hadt. Men hadt, reeds in 't voor- leeden jaar, in den Haage, vernomen , dat het Hof van Madrid in twyfel begon te trek- ken, of de afftand van de Kroone van Frank- ryk wel plaats behoorde te grypen, inzonder- heid, wanneer Karel de VI. niet van zyneri eisch op Spanje begeerde af te {laan (e). En dit was 'tvoorfpel van 't gene, eerlang, on- dernomen werdt. De oorlog tusfchen denTurk «n den Staat van Venetië, die, reeds in 't jaat ï/15, onttteken was, gaf den Koning vart Span-
C<0 Hier voor, tl. 33.
CO Lamuerti Zun». IK. p. 55$.
La
|
||||
i64 VADERLANDSCHE LXX.Boek.
.1717. Spanje gelegenheid, om zig ter zee te wape-
— nen. Venetië hadt hem om byftand verzogt: en de Paus hadt hem verlof gegeven, tot het heffen eener zwaare belastinge van de Gees- telykheid onder zyn gebied, beide in Spanje en in de Indien. De Koning zondteen Esquader naar de Levant, welk iet hielp tot de behoude- nis van Korfu (ƒ). Maar den Keizer, federt, ook ingewikkeld geraakt zynde in den kryg tegen den Turk, oordeelde men, aan 't Spaanfche Hof, dat de kans fchoon ftondt, om hem te beroo- ven van Sardinië, welk hy hadt behouden, na dat het, in 't begin des jongften oorlogs, door de Engelfchen veroverd geworden was. On- der voorwendfel van den gemeenen vyand der Christenheid afbreuk te willen doen, begon men zig, derhalve, nog veel fterker, te wa- penen, in Spanje. De Koning van Groot- Britanje, de lugt gekreegen hebbende van het geheim oogmerk deezer uitrustinge,gaf'er den Staaten kennis van. De Hertog van Orleans kreeg ook vermoeden, dat men 't op Italië, of veelligt op Frankryk gemunt hadt. De Markgraaf Deretti- Landi, Ambasfadeur van Spanje in den Haage, deedt zyn best om den Staaten alle agterdogt te beneemen. George del zogt hen, daartegen, over te haaien tot eene nadere verbindtenis met den Keizer. Terwyl men hierover handelde, voltrok het Sardinië Spaanfche Hof den lang beraamden toeleg. De veroverd Markgraaf van Lede ftak, op 't einde van door de Hooimaand, van Barcelona, in Zee, met een fa^rds. ^er'c Esquader Oorlogsfchepen, en omtrent ne-
(ƒ) VfAtZ MoNTGON Mcmoii. Tom. II. p. 2t!j*
|
||||
LXX- Boek. HISTORIE. itf$
negenduizend man Landtroepen, koers zetten- .1717.
den naar Cagliari in Sardinië. De Stad en 't ———, gantfche Eiland, onvoorzien van manfchap, werden, in korten tyd, bemagtigd Qg), De togt was zo dra niet ondernomen, of de Het Hof
Markgraaf de Grimaldl, Sekretaris van Staat ^a.'\Ma" aan't'riof van Madrid, vaardigde eenen brief ^L^" af aan 's Konings Gezanten aan vreemde Ho- zjg, t|es_ ven, en onder anderen aan den Markgraave wege, |
|||||||||||
Beretti-Landiin den Haage, waar inreden ge-
|
Staaten.
|
||||||||||
gtven werdt van den inval in Sardinië. De
brief werdt gelezen, in eene byzondere by- eenkomst met Afgevaardigden der Staaten, op den twintigften van Herfstmaand. Grimaldi vertoonde „ dat de Koning, tot bevordering „ der Vrede, een groot gedeelte zyner bezit- „tingen afgedaan hadt, en onder anderen Si- „ cilie, onder voorwaarde, dat hem Katalo- „ nie en Majorka zouden worden ingeruimd; „ doch dat de bevelhebbers over de troepen „ van den Aamiiertoge Karel zulks niet al- „ leen geweigerd, maar zelfs de Kataloniers ,, aangehitst hadden tot wederfpannigheid. „ Dat men de wederfpannelingen, federt, „ uit Napels , onderftand hadt toegevoerd. „ Dat hetWeener-Hof de wederhoorige be- „ velhebbers beloond, en, daarna, alom- „ me, verklaaringen verfpreid hadt, hooglyk „ {trekkende tot onteeringe der Majefteit van „ Spanje. Dat men, eindelyk, den Groot- ,, Inquifiteur van Spanje, van Rome reizen- „ de naar Madrid, te Milaan vastgehouden „ hadt. Dat deeze laatfte onderneeming den Cff) TiNDAt Vol. XII. [o/ XXVII.] p. 114—117,
L3
|
|||||||||||
t66 VADERLANDSCHE LXX.Boek^
|
|||||||||
i?i7. „ Koning tot het befluit badt gebragt, om de
1 „ Aartshertoge, en het onderfteunen van des- „ zelfs Bondgenooten, de Venetiaanen, nog „ eenewyletyds, te verfchuiven (A)." Beretti- Landi voegde, bydeezen brief, eenige redenen, om de Staatfchen te overtuigen „ dat deAarts- „ hertog de onzydigheid van Italië, op meer „ dan eene wyze, gefchonden hadt, en der- „ halve geoordeeld moest worden de vyande- Ant- j, lykheden eerst begonnen te hebben (/)."De woord Staaten draalden eenige weeleen met antwoor- der Staa- (jen. £0(fa gaven eindelyk voor befcheid „ dat ,, zy niet wilden oordeelen, over de redenen, „ welken zyne Katholyke Majefteit bewoogen ,, hadden, tot den inval in Sardinië; doch dat „ zy hoopten, dat hy zou blyven by 't befluit „ welk hy verklaarde genomen te hebben, om „ niets meer te onderneemen, na deezen togt. 3, Dat zy, wyders, nevens de Kroonen van „ Frankryk en Groot-Britanje, hunne poogin- „ gen wilden aanwenden, om de verbroken" „ Vrede te herftellen, hoewel deeze Kroonen „ zig, deswege, nog niet geopend hadden aan „ de Staaten, gelyk zy ook, over dit onder- „ werp, nog geen befcheid ontvangen hadden „ van het Weener-Hof (£)." Poogin- Midlerwyl, werdt de br^ief van den Mark» §eVT Sraave Grimaldi, van's Keizers zyde, weder- leg dér leëd» in openbaaren druk ( /). Het Hof van Vrede. Ma- Ch~) Vuhz Rousset Reoucil, Tom. I. p. i6ï.
O) Lamrerti Turn. X- p. 222—232. ik) Ref'ol. Geiicr. Sabb. 13'-fifby. 1717. U. 985. en hy LAl£
BEp'f Tum. X. p. 232. [l) Foisz l.t.htkZKii Tom, X. p. 233. & ßiy. |
|||||||||
~ML±£.--^±*iZ3mtaki
|
|||||||||
LXX.Boek. HISTORIE.' 167
Madrid, bedugt, dat Frankryk, Groot-Britan- 171^
je en de Staaten eenige maatregels neemen —— mogten niet den Keizer, ten nadeele van Span- je , verfpreidde alomme, dat men, vergenoegd met de verovering van Sardinië, de verdere vyandelykheden ftaaken zou. De Paus zelf hadt den inval in Sardinië afgekeurd, en zig mis- noegd getoond, dat Filips de V. inkomften, gefchikt tot den oorlog tegen den Turk, tot een gehael ander einde gebruikt hadt (m). 't Scheen, derhalve, dat men geene verdere on- derneemingen , van de Spaanfche zyde, zou te dugten hebben. Men bleef, hierom, te Lon- den en in den Haage, tusfchen de Bondgenoo- ten van het drievoudig Verbond, aan 't han- delen over de beste middelen, tot bevordering der Vrede tusfchen den Keizer en Spanje. De Heer Stanhope werdt naar Madrid gezonden, Cadogan kwam in den Haage: en de Abt du Bois begaf zig naar Londen («). De handeling duurde, tot diep in 't volgende jaar, eer zy tot een befluit kwam. Tegen 't einde deezes jaars, werden deeze Vir.
Landen, en Groningerland in 't byzonder be- Zwaare zogt met zo zwaar een' watervloed, als men, ^f" in veele jaaren, niet gehad hadt. Het zeewa- Kerstyd, ter was, in Wintermaand, door aanhoudende ftorm winden, hoog opgezet, in de Noordzee, en tegen onze kusten. Men vreesde voor door- braaken der zeedyken, aan verfcheiden' oor- den. Ook ftak de wind, eerlang, zo fel op uit den Noordwesten, dat veele dyken, op den vyf-
f »O Voiez Lambirti Tom. X. p. 253.
te5 Tum&f. fol, XII. [er XXV«. p. 118, |
|||||
L 4
|
|||||
i63 VADERXANDSCHE LXX.Boek.
|
|||||||
17*7' vyfentwintigften en zesentwintigften van Win-
-------termaand, bezweeken: anderen, met moeite,
behouden werden. De Asfendelftfche dyk,
langs 't Y en de Wyker-meer, brak door op zes verfcheiden plaatfen, waardoor veele Dor- pen van 't Noorderkwuartier van Holland, van Zaandam af tot Avenhorn toe, onder water gezet werden. Het Schermer-Eiland alleen, merkelyk hooger gelegen, bleef van overltroo- minge vry. Ook werden de Beemfter, Scher- mer, Purmer en Wormer,door hunne dykaad- jen, behouden. In den S. Aagtendyk, waren ook twee gaten gevallen, waardoor de Uit- gcester en Heemskerkerbannen onderliepen. In Amfterdam, werdt de Y- dyk, op meer dan ééne plaats, met moeite, voor doorbraak be- hoed. Hierby bepaalde zig de overftrooming In 't Noorderkwartier van Holland. In Fries- land, liepen de Grietenyen van Ferwerdera- deel, Oost- en West-dongeradeel en Kollum, grootendeels, onder, zo onverwagt, dat veele beesten en eenige menfchen verdronken. Doch in geen Gewest deedt de overftrooming meer nadeels, dan in Groningerland, welk meeren- deels onder liep, tot zulk eene bystere hoog- te, dat het water, zelfs in de Stad Groningen, vier voeten hooger ftondt, dan in den zwaaren Watervloed des jaars 1686. Men bevondt, naderhand, dat 'er tusfchen de veertien- envyf- tienduizend huizen om verre gefpoeld, meer dan tweeduizend menfchen, ruim veertiendui- zend Hoorn beesten en Paarden, en over de twee-entwintigduizend Varkens en Schaapen verdronken waren. De Watervloed breidde Zig uit over Oostfriesland, en verder Noord- waards.
|
|||||||
LXX.Boek: HISTORIE. 169
|
|||||
waards, langs de gatitfche zeekust, tot in Zwee- 171^
den en Deenemarke toe, en veroorzaakte zulk ------5
eene geweldige fchade, dat de Gewesten, die
'er 't meest by geleeden hadden, in lang niet op hun verhaal zagen te komen. In 't Zui- derkwartier van Holland en in Zeeland, hadt de vloed de minfte fchade gedaan. By Dor- drecht , waren alleenlyk drie kleine Polders ondergeloopen, en in 't Land van Overflik- kee, de Polder van Ooltgensplaate. In 't Ei- land Schouwen, ftondt het water merkeJyk laager dan voor twaalf jaaren (0). De toerustingen in Spanje werden, midier- VIII-
wyl, den gantichen Winter, voortgezet, en Videre men verwagtte, onaangezien de verklaaringen [S*"3j van het Hof van Madrid, tegen 't voorjaar, Spanje. eene onderneeming op Napels; hoewel men, naderhand, ontdekte, dat Alberom het oog op Sicilië hadt. De Koning van Groot-Britan- De En- je, ziende den oorlog ontfteken in de Mid- g^,'^äa dellandfche zee, en vérpligt tot de handhaa- e^ne " vinge der onzydigheid in Italië, befloot, on- Vloot dertusfchen, eene Vloot derwaar ds te zenden, naar da onder den Admiraal George Byng, die, in Zo j^^" mermaand des jaars 1718, in zee liep, en mer zaee. kelyke verandering maakte in de maatregels 1718, van het Spaanfche Hof. Byng hadt last, om -~~~~ den Koning van Spanje, terftond, kennis te geeven van zyne aankomst in de Straat, en van het oogmerk van den Koning, zynen Mees- ter , om de Vrede tusfchen den Keizer en Span- je CO OU verTc-heiden' gedrukte verliaalen. Zie ook Enrop.
Mac '}anr—'juny 1718. (il. 39—47. Juty—Vee. ijrifj. l/l. L 5
|
|||||
l?o VADERLANDSCHE LXX.Boek.
je te bevorderen (/>). De Spaanfche Vloot was,
midlerwyl, ook onder zeil gegaan van Barce- lona. Stanhope, Gezant van Groot - Britanje aan 't Hof van Madrid, gaf den Kardinaal Al- béroni kennis van 's Konings oogmerk, en te gelyk van de fterkte der Engelfche Vloote, die de flerkte der Spaanfche verre overtrof. Al- beroni antwoordde, uit naam van den Ko- ning, zynen Meester, dat de Admiraal Byng zynen last kon voltrekken. De Ëngeifche Vloot zeilde, hierop, naar Napels, daar Byng, met uitgelaaten' tekenen van blydfchap, ontvangen werdt. Midlerwyl, was de Markgraaf van Le- de , op den tweeden van Hooimaand, op 't Eiland Sicilië geland. Hy hadt zig, kort hier- na , meester gemaakt van de Stad Palermo, en van een groot gedeelte van het Eiland. De Stad Mesfina v/erdt, insgelyks, bemagtigd, en 't beleg geflaagen voor 't Kasteel. De Ad- miraal Byng verliet, op de eerfte tyding hier- van , de baai van Napels, en kwam, op den negenden van Oogstmaand, met zyne Vloote , in 't gezigt der Faro van Mesfina Qq). De voordeden, in Sicilië behaald door de
Spanjaarden, ftremden de handeling van Stan- hope te Madrid, die, eer men 'er tyding van hebben kon, den Kardinaal eenige punten hadt voorgeflaagen, op welken, naar het oordeel der Hoven van Verfailles en Londen, de Kei- zer en Spanje zouden können bevredigd worden met eikanderen. Ook hadt hy hem éen Ver- drag vertoond, welk, tusfchen den Keizer, Frank-
en) See bis InOruft. in Tinbal Val. XII. Tor XXVI/.1 p. 179J tO Tindal Fol. XII, [«• XXVII.] p. 1O7, 183—183. |
|||||||||||
*7»8.
|
|||||||||||
Landing
der Span- jaarden op Si- CÜJie. |
|||||||||||
Hande-
ling der Engel- fchen, aan't Hof van Ma- drid. |
|||||||||||
■ -^--^ ■ - . ..
|
|||||||||||
PCX. Boek. HISTORIE. 171
Frankryk en Groot-Britanje, ontworpen was, 1718,
en waarin men ook de Staaten zogt te doen ------.
treeden. By dit Verdrag, werden Filips drie
maanden tyd van beraad verleend: binnen wel- ken , men de vyandelykheden, wederzyds, zou moeten ftaaken. Doch de Kardinaal ver- wierp den voorflag van Stanhope, met veront- waardiging, vorderende „ dat Sicilië en Sar- „ dinie , voor altoos, aan Spanje bleeven; „ dat de Keizer den Hertoge van Savoje, in „ de plaats van Sicilië, een gedeelte van Mi- „ laan afftondt; dat hy zig niet moeide met de ,, opvolginge in de Hertogdommen van Tos- „ kaneen Parma, en dat deEngelfcheVloot, „ terftond, te rug ontbooden werdt uit de „ Middellandfche zee." Doch deeze eisch fcheen den Groot-Brittannifchen Gezant zo onredelyk, dat hy, voor 't einde van Oogst- maand, affcheid nam van den Koning, den weg neemende naar Parys, alwaar hy 't Ver- drag , tusfchen den Keizer, Frankryk en Groot-Britanje, reeds voltrokken en bekrag- tigd vondt ( r ). Midlerwyl, was 'er, op den elfden, een zee- Zeeg?-
gevegt voorgevallen, tusfchen de Engelfche en ^st >y Spaanfche Vloote, op de hoogte van de Kaap ^llfato, Pasfaro by Siracufa, waarin de eerfte eene vol- komen' overwinning behaalde. Doch 't Kasteel van Mesfina werdt, op 't einde van Herfst- maand , veroverd door de Spanj^ards, die toen van gantsch Sicilië, op Siracufa, Trapani en Melazzo na, meesters waren. De Engelfche Vloot hieldt zig op de kust van Sicilië op, tot in
f >0 Rousset Recueil, Tom. I. p. i/3—i3q»
|
||||
172 VADERLANDSCHE LXX.Eoek;
1718. in Sprokkelmaand des volgenden jaars, wan-
*• • ■ herftellen (1).
IX. De Keizer hadt, zo dra Spanje, in 't voor- Vrede leeden jaar, de wapenen tegen hem hadt op-
tusfchen gevat ^ zjg genegener getoond dan te vooren, zer den om vrede te maaken met den Grooten Heer, Staat van regen wien hy, tot hiertoe, voorfpoediglyk, Venetië geoorloogd hadt. Prins Eugenius hadt, op den p" de zestienden van Oogstmaand des voorleeden jaars, het Leger der Turken by Belgrado ge- heellyk geflaagen, en de Stad bemagtigd (/): waarop de Groote Heer, terftond, verzogt hadt, met den Keizer in onderhandeling te komen, over eene Vrede. Eenigen tyd te vooren, had- den de Staaten der Vereenigde Gewesten zig reeds aangebooden tot bemiddelaars der Vrede. Van wc ge Groot-Britanje, was diergelyke aan- bieding gefchied. Men was, hierop, in ernllige onderhandeling getreden, te Paslärowitz, al- waar, eindelyk, op den eenentwintigden van Hooimaand deezes jaars, de Vrede tusfchen den Keizer en de Porte, en tusfchen de Porte en den Staat van Venetië, onder bemiddeling van Groot-Britanje en de Staaten, getekend werdt. Belgrado, Temeswar en veele ande- re Steden van Walachye werden, by deeze Vrede, aan den Keizer afgedaan. Doch tus- fchen de Porte en den Staat van Venetië werdt beraamd, dat elk zou blyven behouden, 't ge- ne hy bezat («)• Het
CO TiNDAt Vol. XII. [ar XXVII ] p. 190—212.
f /) roieä Lahuerti Tom X- p. 2.C10—267 (tÓ Wez Du MoNT Corps Dipl. Tum. VIII. /', I. p. 520* 524. RoossET JRccudl, Tum. JU. p. 411, 437.
|
|||||||
.___ ________i___________—11,1.,
|
|||||||
LXX. Boek. HISTORIE. 173,
|
|||||
Het treffen deezer Vrede, 't welk Spanje,
zo geloofd werdt, door heimelyke zendelin- gen aan de Porte, vergeefs, gezogt hadt te bu- letten (v), gaf den Keizer gelegenheid, om zig, met meer ernst dan te vooren, te kanten verbond tegen de onderneemingen van het Hof van Ma wordt drid. Weinige dagen na het fluiten van het gefloo- Verdrag met de Porte, werdt het Verdrag tus- ten" fchen den Keizer, Frankryk en Groot-Brican- je, te Londen, getekend, op den tweeden van Oogstmaand. In de Inleiding, werdt ver- klaard „ dat het tusfchen deeze drie Mogend- „ heden en de Staaten der Vereenigde Gewes- „ ten geflooten was:" waarom men het, fe- dert, de Quadruple Alliantie, of het viervoudig Verbond genoemd heeft. Doch de Staaten wa- ren 'er nog niet in getreden. Het beftondt, vooreerst, uit twee Ontwerpen van Vrede, tus- fchen den Keizer en den Koning van Spanje, en tusfchen den Keizer en den Koning van Si- cilië ; welke Ontwerpen, door den Keizer, wer- den goedgekeurd: en ten anderen, uit een Ver- bond tusfchen de vier Mogendheden, tot be- vestiging en handhaaving der jongfte Verbon- den en Verdragen. By het Ontwerp van Vre- inhoud de tusfchen den Keizer en Spanje, was be H^et raamd „ dat de Keizer herfteld zou worden „ in 't bezit van Sardinië; dat hy de Utrecht- „ fche Vrede aannam, voor zo verre, by de- „ zelve, het regt tot de bezittinge van, en de „ opvolginge in de Koningkryken van Frank- „ ryk en Spanje was vastgefteld; dathy, by „ gevolge, van alle regt op de Kroone van „ Span-
O) MoNTGON Memoir. Tom. I. p. 46$,
|
|||||
'tu VADERLANDSCHE LXX.Boer.
„ Spanje afftondt, en Filips den V. voor Ko-
„ ning erkende: dat de Koning van Spanje, „ daarentegen, uit aanmerkinge van deezen „ afftand, den Keizer afftondt al 't gene hy „ bezat, of behoorde te bezitten, uit hoofde „ van het Utrechtsch Verdrag, in Italië en in „ de Nederlanden, daar onder begreepen het „ Markgraaffchap van Final, door den Kei- „ zer afgeftaan aan den Staat van Genua - in „ den jaare 1713: ook het regt van weder- „ keering tot de Spaanfche Kroon van hetKo- „ ningkryk Sicilië. Dat de Keizer, wyders* „ toeftondt, dat de oudfteZoon der regeeren- „ de Koninginne van Spanje (r) opvolgen zou si in het Groot-Hertogdom van Toskane en j, in de Hertogdommen van Parma en Piacen- „ za, zo de Groot-Hertog van Toskane, en „ de Hertog van Parma en Piacenza, zonde? „ mannelyke nazaaten, overleeden; zullende „ deeze Vorftendommen, altoos, gehouden „ worden voor mannelyke Leenen des Heili- „ gen Roomfchen Ryks. Dat Livorno, voor „ altoos, eene vrye haven blyven zou. Dat „ de Koning van Spanje zynen gemelden „ Zoon, zo dra dezelve in 't bezit der ge- „ noemde Vorftendommen zou getreden zyn „ „ Portolongone, en 't gene hy van 't Eiland „ Elba bezat, afftaan zou. Dat de bezitter „ deezer goederen , nimmer, Koning van „ Spanje zou können zyn, nog onder Voog- „ dye eens Konings van Spanje ftaan. Dat de „ Kei-
CO Deeze was, tegenwoordig, Kavel, of, gelytir toen hem, in't gemeen, noemde, Don Carlos: die* in Louwmaand des jaars 1716, gebooren was« |
||||
*
|
||||||
LXX.Boek. HISTORIE. 175
„ Keizer, de Koningen vanFrankryk enSpan-
„ je en de genoemde Prins, by 't leeven der „ tegenwoordige bezitteren vanToskane, Par- „ ma en Piacenza, nimmer, eenig Krygsvolk „ zouden mogen voeren in deezeVorftendom- ,, men: doch om den Prins van Spanje van de „ opvolging te verzekeren, zouden 'er, ten „ hoogfte, zesduizend Zwitfers in gelegd wor- „ den. Dat Sardinië, in de plaats van Sicilië, „ by mangel van mannelyke erfgenaamen, „ wederom aan Spanje komen zou. Dat de „ Keizer en de Koning van Spanje elkanders „ bezittingen, uit kragte van dit Verdrag ver- „ kreegen, beloofden te handhaaven." Het Ontwerp van Vrede tusfchen den Keizer en den Koning van Sicilië behelsde: „ Dat, naarde- 9, maal de afftand van Sicilië aan denHerto- „ ge van Savoje, in plaats van de Vrede te „ bevestigen, den tegenwoordigen oorlogver- „ oorzaakt hadt, dit Koningkryk verwisfeld „ zou worden tegen dat van Sardinië, welk „ de Keizer, op de plegtigfte wyze, opdraagen „ zou aan den tegenwoordigen Koning van „ Sicilië, mids het, by gebrek van manne- „ lyke erfgenaamen, gelyk Sicilië gedaan zou „ hebben, wederkeerde aan de Kroone van 5, Spanje. Dat de Keizer den afftand van „ Montferrat en van een gedeelte van Milaan, „ in 't jaar 1703, aan den Koning van Sicilië „ gedaan, bekragtigen zou. Dat hy het regt „ van opvolginge tot de Kroon van Spanje, „ by gebrek van nakomelingen van Koning „ Füips. in den Koning van Sicih'e, zou er- „ kennen. Dat de Keizer en de Koning van 5, Sicilië eikanderen in 't bezit hunner weder- »zyd-
|
||||||
^-
|
||||||
iT6 VADERLANDSCHE LXX.BoEfc.
„ zydfche Staaten in Italië zouden handhaa-
„ ven." Het Verbond tusfchen de vier Mogendhe-
den bevestigde „ de Verdragen van Utrecht „ en Baden, zo ver het laatfte in het eerfte, „ en het tegenwoordige in beide geene ver- „ andering gemaakt hadt, mids het Verbond „ tusfchen den Keizer en den Koning van „ Groot- Britanje van denjaare 1716, en het „ Verbond tusfchen Frankryk, Groot- Britan- „ je en de Staaten van den jaare 1717 in vol- „ Ie kragt bleeven. Frankryk, Groot-Britanje „ en de Staaten beloofden, den Keizer nooit „ te zullen ontrusten ; maar in tegendeel te „ zullen handhaaven, in 't gene hy, in Duitsch- „ land, in de Nederlanden, of in Italië bezat, „ of bezitten zou, uit kragte van het tegen- „ woordig Verdrag; ook zouden zyzulken, „ die de Keizer voor wederfpannigen verklaard „ hadt, geene hulp bewyzen, noch fchuilplaats „ verleenen. Diergelyke beloften deeden de „ Keizer, Groot-Britanje en de Staaten ook, „ ten opzigte van Frankryk: ook verbonden „ zy zig tot de handhaavinge der opvolginge „ in dit Ryk, zo als dezelve, by de Verdra- „ gen, vastgefteld was. De Keizer, Frankryk 5, en de Staaten beloofden, van de andere zy- „ de, de vastgeftelde opvolging in Groot Bri- „ tanje te zullen handhaaven, en den perfoon, „ die, by 't leeven van Koning Jakob denII., „ den naam van Prinfe van Walles, en, nader- „ hand, dien van Koning van Groot-Britanje, „ aangenomen hadt, noch deszelfs nakome- „ lingen of aanhangers, in geenerlei wyze, te „ zullen onderfleunen. De Keizer, Frankryk ■» en
|
|||||
•
|
|||||
LXX. Boek. HISTORIE. \y7
„en Groot-Britanje verbonden zig ook , om \j\%,
„ de Staaten te handhaaven in alle derzelver - „ regten en bezittingen, en om zulken , wel- „ ken zy voor wederfpannelingen verklaard „ hadden, geene fchuilplaats noch onderftand „ te verleenen. Zo eene der handelende Mo- „ gendheden vyandlyk aangetast werdt, zou- „ den de andere drie hunne goede dienftenaan- „ wenden, om de vyandlykheden te doen op- „ houden; doch zo zulks van geene gewensch- „ te uitwerking zyn mögt, zou men elkande- „ ren, twee maanden na dat het begeerd was, „ ta hulp komen met de volgende manfchap : j, de Keizer, Frankryk en Groot-Britanje ieder j, met agtduizend knegten en vierduizend rui- „ ters, en de Staaten met vierduizend knegten „ en tweeduizend ruiters. Doch 't zou ook vry- „ ftaan deezen onderftand te begeeren in fche- „ pen of in geld, in welklaatftegeval, duizend „ knegten op tienduizend , en duizend ruiters „ op dertigduizend guldens, ter maand, zou- „ den gerekend worden. De onderftand zou, „ des noods , in geiyke evenredigheid, ver- „ meerderd worden. Men zou ook, metge- „ meen goedvinden , andere Mogendheden, „ met naame den Koning van Portugal, nodi- „ gen tot dit Verdrag." By vier afzonderly- ke punten , was nog beraamd en verklaard, „ dat, zo de Staaten zwaarigheid maaken „ mogten, om de Zwitferfche troepen , die j, in Livorno , Porto Ferrario, Parma en Pia- „ cenza gelegd , en door de verbonden' Mo- „ gendheden onderhouden zouden moeten „ worden , te helpen voldoen ; hun aandeel, „ door den Koning van Spanje , zou können XVIII. Deel. M „ wor- |
||||
178 VADERLANDSCHE LXX.Boek.
1718. n worden opgebragt. Dat de Keizer den te-
im—mm „ genwoordlgen bezitter van Spanje en de ln- „ dien niet voor Koning van Spanje, noch den „ Hertog van Savoje voor Koning van Sicilië „ of van Sardinië zou können erkennen, voor „ dat zy in dit Verdrag getreden waren, fchoon „ zy, in het zelve , met deeze titels , waren „ vereerd. Dat Frankryk ook alle titels niet „ kon erkennen, welken de Keizer zig, in dit „ Verdrag, hadt toegefchreeven- Dat het ge- „ bruiken. der Latynfche taaie in dit Verdrag „ geen nadeel toebrengen zou aan het gebruik v der Franfche , welk , by andere gelegenhe- „ den, hadt plaats gehad." Twaalf Doch , behalve deeze vier punten, waren geheime 'er twaalf geheimen gevoegd by het Verbond , punjen. (jje van ,neer gewigt waren, en hierop uitkwa- men : „ Dat Frankryk. Groot - Britanje en de „ Staaten , het voorgemeld Verdrag vertoond „ hebbende aan den Keizer, aan den Koning „ van Spanje en aan den Koning van óicilie, „ dien men, voortaan, oordeelde Koning van M Sardinië te moeten noemen; zyne Keizerlyr „ ke Majefteit het zelve, in allen deele, aan- „ genomen hadt. Dat men den twee anderen „ Mogendheden drie maanden tyds geeven „ zou, om het, insgelyks, te aanvaarden, en „ dat Frankryk, Groot- Britanje en de Staaten „ hunne ernftigfte poogingen zouden aanwen- „ den , om ze daartoe over te haaien. Doch „, zo deeze poogingen vrugteloos mogten uit- „ vallen , zouden de drie Mogendheden hun- „ ne magt voegen by die des Keizers, 'om de „ Koningen van Spanje en Sardinië te nood- „ zaaken, tot het aanvaarden der ontworpen' » vre..
|
||||||
LXX.Boek. HISTORIE. 179
„ vredepunten. En zo eene van haar, om 't 171 sr
„ verkenen van deezen onderftand, door den. —>•—-i „ Koning van Spanje, of door dien van Sardi- „ nie, vyandelyk werdt aangetast, zouden de „ andere twee deezen , terftond, den oorlog „ verklaaren. Zo een der twee Koningen dit „ Verdrag aannam, zou hy onder dezelfde ver- „ pligting leggen, als de verbonden' Mogend- „ heden. Zo Spanje 't Verbond aannam, en, „ in gevolge van het zelve, Sardinië afftondt, „ zou dit Eiland bewaard worden door Groot- „ Britannifche- en Staatfche troepen , tot dat „ men Sicilië tot onderwerping gebragt, en „ den tegenwoordigen Koning van ditRykge- 3, noodzaakt zou hebben , om het te verwis- „ felen voor Sardinië. En zo de Koning van „ Sardinië bewilligen mögt in deeze verwisfe- ,, ling , en de Koning van Spanje zulks mögt „ afflaan , dan zou de Keizer ,* geholpen van „ de andere Mogendheden, Sardinië aantasten, „ en het, na de verovering, den Koning van „ Sardinië opdraagen. Doch zo beide de Ko- ,, ningen weigerden te bewilligen in de ver- „ wisfeling van Sicilië en Sardinië, zou de „, Keizer -, met de voorgemelde hulpe, eerst ,, Sicilië, en daar na Sardinië zoeken te ver- ,, o veren: zullende Sardinië, ook in dit geval, „ door Groot-Britannifche en Staatfche troe- „ pen bewaard worden, tot dat men dén Ko- „ ning van Sardinië indeverwisfelingzouheb- j, ben doen bewilligen. Zo men genoodzaakt ,> werdt, de wapenen te voeren tegen de Ko- „ ningen van Spanje en Sardinië beide , zou „ de Keizer zig te vrede moeten houden, toet «, het gene hem , by dit Verdrag, werdt toe- M 1 „ ge- |
||||
i8o VADERLANDSCHE LXX.Boek.
„ gelegd, wat men ook meer veroveren mögt,
„ mids hy , nogtans , zyn regt voorbehielde „ op het gedeelte van Milaan , welk thans , ,, door den Koning van Sardinië, bezeten „ werdt; en met de andere Bondgenooten „ overeenkwame , wegens eenen Vorst, dien „ hy Montferrat, en het regt van opvolginge „ in Toskane, Parma en Piacenza opdraagen „ zou : welke geen Vorst uit het Huis van „ Oostenryk, bezittende Koningkryken of „ Staaten in Italië , zou mogen zyn. Duch „ zo de Keizer zig geen' meester mögt kon- . „ nen maaken van Sicilië , zou hy ontfhagen „ zyn van de naarkominge der voorwaarden „ van dit Verbond , zulken uitgenomen , die „ hem en den drie anderen Mogendheden , „ Frankryk, Groot- Brittanje en den Staaten, „ onderling , betroffen. Eti naardemaal de „ rust van Europa moest bevorderd worden, „ door den wederzydfchen afftand van Spanje „ en de Indien , door den Keizer, en van de „ Ooscenrykfche Staaten in Italien en in de „ Nederlanden, door den Koning van Üpanje; „ zo verbondt zig de Keizer om zynen afftand, „ by voorraad , te doen ( 2 _) , die egter niet , openbaar gemaakt zou worden , dan na het n tekenen der Vrede , tusfchen hem en den „ Koning van Spanje; doch zo deeze Koning „ weigerde, de ontworpen' Vrede te aanvaar- „ den , dan zouden de Akten van 's Keizers „ afftand gefteld worden in handen van den „ Ko-
(2) Hy deedt dien, te Weenen, op den agttienden
van Herfstmaand. Foiez Du MoNt Corps Diplom» Tom. VIII. P. i. p. 542. |
||||
LXX.Boek. HISTORIE. 181
„ Koning van Groot-Britanje, die ze den Ko- 17,3,
„ ning van Frankryk niet zou verwonen, dan „ na dat de Keizer zou gefteld zyn in 't bezit „ van Sicilië : waarna de Akten den Koning „ van Frankryk niet alleen vertoond, maar „ zelfs , openlyk, in 't licht gegeven zouden „ worden, evenveel, of Spanje de Vrede aan- „ name, of niet. Eindelyk, verbondt zig de „ Keizer om , geduurende de drie maanden, „ boven gemeld , niets tegen den Koning van „ Spanje , of tegen den Koning van Sardinië „ te zullen onderneemen. Doch men zou dee- ,> zen tyd, met onderling goedvinden, können ,j verkorten of verlangen (w)." Het viervou- dig Verbond werdt, door de drie Mogendhe- den , die het aangenomen hadden , door den Keizer , en door de Koningen van Frankryk en Groot-Britanje, terftond, bekragtigd, naar behooren. Wy hebben den inhoud van het zelve , wat
omftandiger, ter nedergefteld , om dat het de grondflag geweest is van eenige volgende han- delingen , en om dat de Staaten , eer het ge- tekend werd , en daarna , zo ernftelyk , wer- den aangezogt, om 'er in te treeden. Het oog- merk en de inhoud van dit Verbond waren , dit gantfche jaar en nog langer, de gewigtigfte voorwerpen hunner raadpleegingen. Wy kon- den , hierom , niet nalaaten , de voornaamfte openbaare en geheime punten van het zelve, duidelyk, te boek te Hellen. De
Cw) Zie Rcfol. Holl. van wTft. II. ^CC enz. VoUx Du
Momt Corps Dipl. Tom. VIII. P. I. f. 531. RousSET Recueil, 'lom. I. p. 8 >. M 3
|
||||
i8* VADERLANDSCHE LXX.Boek.
|
|||||
Y718. De Staaten kreegen 'er eerst eigenlyk ken-
■* nis van , na dat het geflooten was (#), en
XI. vonden vreemd , dat men , in hunnen naam,
Raad- ^ gehandeld hadt, zonder hunne tusfchenkomst.
geneer 'c Verbond werdt hun eerst voorgelegd, na dat
Staaten, het, aan de Hoven van Weenen , Madrid en
over de Turin, vertoond geweest, en door den Keizer
aannee- aangenomen was : 't zy dat men oordeelde ,
van het de Staaten fterker te zullen können dringen
viervou- tot het aanvaarden van 't Verbond, wanneer
dig Ver- men 't hun, voltrokken , voorleide ; 't zy dat
bond, men vreesje voor eene iangWy]ige handeling,
zo men de Staaten , van't begin der overwee-
gingen af, deel aan dezelven gaf; 't zy, ein- delyk , dat men bedugt was , dat de Staaten 't Verbond niet zouden willen aanvaarden, en, nog liever, te Weenen , te Madrid en te Tu- rin, den fchyn geeven wilde, dat zy 'er Leden van zouden zyn , dan Spanje en Savoje op byzondere handeling met hen doen hoopen. Eenige voornaame Leden der Regeeringe ver- ftonden, ondertusfchen, dat men niet behoor- de te weigeren , deel te neemen aan zulk een aanzienlyk Verbond; noch Frankryk en Groot- Britanje alleen de eer en het voordeel; welk uit het bevorderen der Vrede in Italië te wag- ten was , te laaten genieten. Doch anderen oordeelden, daarentegen „ dat de oorlog, zon- „ der welken men, thans, geene vrede fcheen „ te zullen können verkrygen, ten hoogfte fcha- „ delyk was voor den Staat; dat hunne Hoog- „ Mogendheden ook niet verbonden waren, „ tot het handhaaven der onzydigheid in |ta- „ lie;
£*) Rcfo!. Cenor. Vener. 13 April, Ucrt.\id July 1718,
|
|||||
LXX.Boek. HISTORIE. 183
P, He ; dat zy geweigerd hadden middelaars te 1718;
„ zyn tusfchen den Keizer en Spanje , fchoon ——% „ 't hun, doorFilips, verzogt was, om geen „ gevaar van ondank teloopen by den Keizer, „ of by den Koning van Spanje , en dat zy 5, Filips , ongetwyfeld , verftooten zonden , „ zo zy 't Verbond, welk hy van de hand ge- „ weezen hadt, aanvaardden. Dat zy geen „ voordeel altoos zagen te trekken uit dit Ver- „ bond, welk hun, ondertusfchen, terftond, j,, in zwaare kosten, en veelligt in eenen lasti- „ gen oorlog inwikkelen zou. Dat Frankrylc „ en Groot - Britanje , by het zelve , de vast- „ geftelde opvolging in beide de Ryken nadet „ bevestigd zagen , door den Keizer ; doch „ dat de Staaten zig genoegzaam beveiligd kon- „ den rekenen , door het drievoudig Verbond „ van 't jaar 1717, hebbende zy, van't Huis „ vanOostenryk, thans, geenevyandlykheden „ te dugten. Dat de Koophandel op Spanje „ geheellyk vervallen zou , zo men in oorlog „ raakte, en , in tegendeel, meerder bloei- „ jen , zo men zig buiten 't Verbond hieldt, „ terwyl Groot - Britanje de wapenen voerde „ tegen Spanje. Dat, eindelyk, de middelen „ van bevrediging, by't Verbond voorgeflaa- „ gen , veel te geweldig waren , dan dat zig „ een vreedzaame vrye Staat daarnaar zou kon- „ nen voegen (y)." De Spaanfche Ambas- fadeur Beretti-Landi verfterkte de Staatfchen in deeze gedagten , verfpreidende verfcheiden' fchriften, waardoor ook 't gemeen in dezelven bevestigd werdt. De Franfche en Engelfche Ge-
Cy) Tindal rui. xu. oxxviï.] p. 175—178, M 4 |
||||
i84 VADERLANDSCHE LXX.Boek,
f71». Gezanten ftelden, daarentegen, alle hunne
-------konst in 't werk, om de Staaten over te haaien
Menbe- tot het aanneemen van 't Verbond. De Staa-
lhut 'er, ten van Holland beflooten , eindelyk , de te- meerdèr- kening van 't viervoudig Verbond te laaten heid vnn voortgaan ; doch op de bekragtiging nader te ftera.nen, raadpleegen ( z ) ; mids Frankryk verklaarde zeker '» §een an<kr Verdrag met Zweeden te heb- voorwaar-w ben, dan het Munfterfche; geen onueiftand den. „ aan Zweeden te zullen geeven , zo lang de „ onlusten in 't Noorden duurden; by Zwee- „ den te zullen aanhouden op vryen handel „ voor de Staaten , en de Franfche Havens, „ voor alle Kaapers , te zullen geflooten hou- „ den." Voorts begeerden zy „ dat de on- „ derftand , door de Staaten , ingevolge van „ het viervoudig Verbond , te leveren , ver- „ minderd werdt op tweeduizend knegten en „ eenduizend paarden; datzy, alleenlyk, ver- „ pligt werden , tot de handhaavinge van de „ bezittingen der Bondgenooten in Europa ; „ dat zy den beloofden onderftand niet zou- s, den behoeven te leveren, dan twee maanden „ na dat zy 't Verbond zouden aangenomen „ hebben , en wel in geld of in fchepen, ter „ hunner keuze ; dat zy nooit tot het verlee- „ nen van meerder onderftand zouden können „ verpligt worden j dat hunne verpligting eerst „ beginnen zou, na hetbekragtigendergeiloo- „ tene overeenkomst, wegens de geichiilen „ over het Verdrag van Barriere," waarvan wy, terftond, nader zullen gewaagen. „ En „ eindelyk , dat alle voordeden in den Koop- „ han-
OJ Rtfol. Hol!. 25 Feh. 1719. II. ii3.
|
|||||
- .. .
|
|||||
LXX. Boek. HISTORIE. 185
„ handel, reeds bedongen of nog te bedingen, J7 x <r.
„ onder de Houge Bondgenooten , gemeen —— „ zouden zyn." Doch met Groot-Britanje in 't byzonder , wilden de Staaten van Holland, by gelegenheid van de aanneeminge des Ver- bonds, overeenkomen „ dat de Koning, op „ 't verzoek der Staaten , eene Vloot naar de „ Oostzee zou zenden , terwyl zy zig alleen- „ iyk verbinden zouden, om de Koopvaardy- „ fchepen van beide de volken te geleiden ; „ dat hy Frankryk zou zoeken te beweegen, „ om de vrye Scheepvaart, door gantsch Eu- „ ropa, te helpen handhaaven; dat hy bewer- „ ken zou, dat de Keizer Lubek, Hamburgen „ Bremen den handel opZweeden verboodt, „ in geval de Staaten geraaden vonden , zulk „ een verbod te doen aan hunne onderzaaten ; „ dat hy , met Zweeden fluitende , gelyke ^, voordeden, met opzigt op den Koophandel, „ voor de Staaten als voor zig zelven bedin- „ gen zou." Friesland nam , eerlang, dier- gelyk bell uit (0). Drie andere Gewesten voeg- den zig by deeze twee: waarop, ter Generali- teit, met meerderheid van ftemmen, beflooten werdt, op den voet, door Holland voorgeflaa- gen, te treeden in het Verbond. Doch Zeeland en Utrecht hadden zig hier ernftelyk tegen ver- klaard (£). Men fcheen egter te zullen voort- gaan met het werk. De Engelfche Gezant Whit- worth bewilligde in de voorwaarden , die de Staaten bedingen wilden. De Keizerlyke Staats- dienaar Penterieder maakte ook kleine zwaa- rig-
O) Serr. Relbl. Holl 7 Ja». 1719.
\J> j Relbl. Geuer. MirU 31 Jan, 1719. M 5
|
||||
i86 VADERLANDSCIIE LXX.Boek,
|
|||||
1718. righeid(c). Doch Zeeland verklaarde het be-
paarige bewilliging der Gewesten , voor eene blykbaare verbreeking der Unie (d). De Staa- ten van dit Gewest veranderdenegter, eerlang, in zo verre, van gedagten, dat zy tot de aan- neeming van het viervoudig Verbond zouden gekomen zyn. Doch zy draalden zo lang met bcfluiten , tot dat de ftaat der zaaken, t' eene- maal, veranderde van gedaante (e). Midlerwyl, namen de Staaten, meer of min, het ampt van middelaars aan, te Madrid; daar men, tot hier- toe, ongeneigd bleef, om in de maatregels der verbonden' Mogendheden te treeden. £,5 Ko„ Doch aan 't Hof van Turin, flaagden de han- ning van delingen deezer Mogendheden gelukkiger. De Sicilië Kardinaal Alberoni hadt, terftond na den inval treedt in jn Sicilië ? zvn kest gedaan , om dit Hof eene vou'ug 'yn te doen trekken met dat van Madrid. Men Verbond, boodt den Koning van Sicilië den gantfchen €n neemt Staat van Milaan aan, na't bemagtigen van wel- den naam ^tn joor je Spaanfche wapenen, hy eerst ver- Koning1 P'*SC zou zvn 1 Sicilië af te ftaan aan Spanje (f). van Sar- Doch de nederlaag der Spaanfche Vloote by cliniï. Siracufa, 't welk Spanje onbekwaamer maakte tot het volbrengen deezer belofte, en het geheel verlies van Sicilië, welk nu, of Spanje, of den Bondgenooten in handen gevallen was, drongen den Koning van Sicilië, eindelyk, tot het aan vaarden van het viervoudig Verbond, welk, door
(e) ReCol. Gcner. M/irt 21 Fair. 1719,
f <Ó Notul. Zcei. 4 /Ifiril 1719. bl. 155. («, Rousset Rccweil, Tom. I. p. 292, 263.' (ƒ) yuiez Kousskt Recueil , Tom. 1, *. 225. Do Mon3 .Corps Dipl. Tom. VIÜ. P. I. £.'549. |
|||||
I
|
|||||||
LXX.Boek. HISTORIE. 187
door zyne Gevolmagtigden, te Londen, op den 171 s.
tweeden van Slagttnaand , ondertekend werdt -------
(>). Van deezen tyd af, nam hy den naam aan'
van Koning van Sardinië, met welken, wy hem ook, in 't gevolg, noemen zullen. Geduurende de handelingen over het vier- ,xir>
vQudig Verbond, was men, in den Haage, in Vereffe- onderhandeling met de Keizerfchen , over de njng ee- vereffening van eenige moeilykheden , die uit ^{j?'?x' het Verdrag van Barriere ontftaan waren , en 0LVC^ »t voornaamlyk de grensfcheiding in Vlaanderen Verdrag betroffen, en de wyze van 't afleggen der pen- van Bar- ningen , door de Staaten, ten behoeve der " Oostenrykfche Nederlanden, geligt, ofopge- fchooten. Men hadt, al kort na 't fluiten van 't Verdrag van Barriere, gefchil gekreegenmet de Regeering van Gend , die regtsgebied oe- fende op Staatfchen bodem , en zelfs tusfchen Sas van Gend en de fterkte S. Antoni. Die van het Vrye van Brugge maakten, insgelyks, aanfpraak op 't gene den Staaten in Vlaande- ren , van den zeekant af tot aan het Dorp Bouk- houte toe, afgeftaan was. De Staaten ftelden, federt, een nader ontwerp wegens de grens- fcheiding op, welk den Keizerfchen overgele- verd werdt. De Markgraaf de Prié , in den Haage gekomen , tradt hierop , met de Afge- vaardigden der Staaten , in nadere onderhan- deling , over verfcheiden' punten in het Ver- drag van Barriere, welken men, van der Staa- ten zyde , beweerde , niet uitgevoerd te zyn Haar behooren (Ji). 't Stuk der grensfcheidinge in
{g") Roussbt Recneil, Tom. I. p. 230.
l/f) Lambbuxi ï'<m.IX. p.441— 445j449—45- 457—4ÖS.
|
|||||||
i88 VADERLANDSCHE LXX.Boek.
1713. in Vlaanderen ging den Staaten van Zeeland
------zonderling ter harte , waarom zy fterk aan- hielden in den Haage , dat de grenzen mogten biyven, gelyk zy, by 't Verdrag van Barriere, geregeld geweest waren. Zy merkten, naam- lyk , dat de andere Gewesten, om den Keizer genoegen te geeven , ligtelyk , tot eenige na- deelige verandering befluiten zouden. De Ge- westen in 't gemeen waren , wyders, zeer te- gen de vermindering van den jaarlykfchen on- dcrftand van vyf honderdduizend Ryksdaalers, die 't Weener Hof voorlloeg, na 't fluiten van het drievoudig Verbond, in 't begin des jaars 1717. De Prié en Heems merkten beide aan, dat de Staaten, door het aangaan van dit Ver- bond , in vreedzaatner toeftand geraakt waren: en dat zy zig, hierom , met vierhonderddui- zend Ryksdaalers in 't jaar behoorden te vrede te houden. Men drong, vän de zyde der Staa- ten , zeer op de naarkominge van het Verdrag van Barriere , welk behoorlyk bekragtigd was. De Markgraaf de Prié leverde , eerlang , een ontwerp over van eene overeenkomst tot na- der verklaaring van dit Verdrag. . Doch men kon niet befluiten , om op dit ontwerp in on- derhandeling te treeden. De Groot- Brittanni- fche Gezanten, Cadogan en Whitworth, wer- den aangezogt, om het Verdrag van Barriere te handhaaven, waartoe de Koning zig verbon- den hadt. Ook handelden zy met de Keizer - fchen en Staatfchen afzonderlyk, over't byleg- Inboud gen der gefchillen (/_). Doch men werdt het «ler over- njet eens voor den twee - entwintigften van eenkomst, ° win_ |
|||||
(O Lambert: Tom. X. f. 199 — 214,
|
|||||
LXX.Boek. HISTORIE. 189
Wintermaand , wanneer 'er , in den Haage, 1718.
eene Overeenkomst getekend werdt, omtrent------
de uitvoering van eenige punten in het Ver- deswege
drag van Barriere, hierop, voornaamlyk, uit- sefio°- komende : „ Dat de grenzen der Staaten in tea' „ Vlaanderen, voortaan, beginnen zouden aan „ de zee , noordoostwaards van de geflegte „ Sterkte S. Paul, die hun , met tien roe- „ den lands rondsom de voorgraft ten oosten, „ werdt afgeftaan , zullende men, ten zuiden „ der fchanfe, eene lyn trekken, van den dyk „ af, dwars door de Polder Hazegras, tot de „ famenvoeging van den dyk van Krommen- „ dyk ; en voorts , langs eene watergang en „ graft, welken aan den Keizer zouden bly- „ ven , en langs den Krommendyk , tot aan „ gene zyde van het Keizerlyk Komptoir, in „ eenen uitrpringenden hoek van den dyk : „ dan, door de kleine Polder, tot aan het loo- „ pend water van de zwarte fluis, en verder „ op den hoek van een reduit, gelegen op den „ dyk , aan gene zyde der twee vaarten , de „ Zoute en de Zoete, digt by het Fort S.Do- „ naas, welk den Staaten afgeftaan werdt, „ mids de Huisdeuren van dit Fort, in tyd van „ vrede, weggenomen bleeven , en het den „ belanghebbenden vryftondt, de dorpels der „ deuren te verlaagen tot op het waterpas van „ die van de zwarte fluis. Dat de nieuwe gren- „ zen van hier wederom zouden loopen, langs „ den buitenvóet van den dyk, naar de Polder „ Ie Bout du Monde; voorts, langs den zeedyk, „ tot op de inlhyding van den dyk, die de „ kreek van Lapi'chuure fluit: van waar men „ de oude grenzen volgen zou tot de Barhara- „ Pol-
|
||||
ioo VADERLANDSCHE LXX.BoèjSJ
171». ?j Polder, zullende hier de nieuwe grenzen
—— „ wederom aanvangen , en loopen langs die „ Polder en de Lauraine Polder, tot aan de „ Langeftraat, en verder, langs dezelve, tot „ aan den dyk , die van Boukhoute naar de „ haven van Boukhoute loopt: van waar zy „ zouden vallen in de Kapelle- Polder, voort- „ loopende, in eene regte lyn, tot aan eenen „ infpringenden hoek van den Graaf jansdyk, „ en van daar, langs den dyk, tot aan de roo- „ de Polder. Al wat benoorden deeze lynen „ lag werdt den Staaten afgeftaan , benevens „ de Barbara-, Lauraine-, Kapelle- en roode „ Polders, behoudende den Keizer alleenlyk „ aan zig een gedeelte van de Lauraine- en „ Kapelle ■ Polders. De Staaten ftonden den „ belanghebbenden in de fluizen te Boekhoute „ toe, dezelven te verleggen, daar zy te voo- „ ren geweest waren. In tyd van oorloge, „ zou het den Staaten vryftaan, de noodige „ posten in den Graaf j ans - en Zydelingsdyk „ in te neemen en te verfterken. De grenzen „ van Sas van Gend zouden , tot op den af- „ ftand van twee derde van tweeduizend meet- „ kundige fchreeden, te beginnen van de hoe- „ ken van de bolwerken, uitgeftrektzym Tot „ behoudenis der Neder-Schelde en der ge- „ meenfchap tusfchen Staatsch - Brabant en „ Vlaanderen, werden de Polder en het Dorp „ den Doel, en de Polders van S. Anna en „ Ketenesfe aan de Staaten afgeftaan, zullende „ hun gebied, tusfchen de Forten de Peerle „ en Lief kenshoek , zig niet verder ftrekken „ dan halverweg. In geval van oorloge, zou „ de Peerle aan de Staaten ter bewaaringe ge- » ge-
|
||||
LXX.Boek. HISTORIE. 191
,, geven worden , mids zy dit Fort en de pos-
„ ten in den Graaf jans- en Zydelingsdyk , na „ 't einde des oorlogs , den Keizer wederom „ overgaven. ' Zo de ingezetenen vän Oosten- „ ryksch Vlaanderen , ter oorzaake van den „ afftand van eenige fluizen in oorlogstyd , „ fchade geleeden mogten hebben , zou dee- „ ze fchade vergoed worden door de Staaten. „ Wegens 't verleggen der Post-Komptoiren, „ 't verrekenen der inkomften van de afge- „ ftaane Landen, het oefenen van den Room- „ fchen Godsdienst, het (legten van 't Fort „ Roodenhuizen, de gefchillen over de Vaart „ van Brugge , en de behoudenis van den ei- „ gendom der Landeryen , werdt het zelfde „ vastgefteld, als by het Verdrag van Barriere. „ In aanmerking van den gemelden afftand, „ zouden de Staaten den Keizer wederom over- „ geeven de Plaatfen , hun , by de voorige „ grensfcheiding van Vlaanderen, afgeftaan. „ Voor den beloofden jaarlykfchen onderftand „ van vyf honderdduizend Ryksdaalers en van „ de agterftallen van denzelven werden eenige „ andere inkomften verbonden, dan by hec „ Verdrag van Barriere; en werdt ook den „ Staaten byzondere verzekering gegeven „ voor de voldoening van dezelven. De be- „ taaling der verloopen' Intresten van de op- „ genomen' penningen, ten dienfte der Oos- „ tenrykfche Nederlanden , zou ook, zo ras „ mogelyk, gefchieden ; en voor de voldoe- „ ning der Intresten, door de Staaten, voor „ den Keizer, uitgefchooten, werdt goede ver- „ zekering gegeven. De Keizer ftondt af van 9, 't gefchut en de magazynen, te Venlo, in |
||||
192 VADERLANDSCHE LXX. Boeig
1718. « S. Michiel, en te Stevenswaard , tegen de
■1 11 „ Krygsbehoeften, hem, volgens zekere Lyst „ vandenjaare 1716, overgegeven. De Staa- „ ten zouden den Keizer , terftond na de uit- „ wisfeiing der bekragtiginge van dit Verdrag, „ in 't bezit Heilen van de Steden en Landen, „ hun, door Frankryk, afgeftaan; waartegen „ hy hun inruimen zou het gedeelte van Vlaan- „ deren, hun, by het tegenwoordig Verdrag, „ toegelegd. Het Verdrag van Barriere werdt, „ wyders, bevestigd in alles , wat, by het te- „ genwoordig Verdrag , niet veranderd was. „ Ook verbondt de Koning van Groot-Britanja „ zig, tot de handhaavinge van beide de Ver- „ dragen." Het tegenwoordig Verdrag werdt, eerlang , door de drie Mogendheden, behoor - lyk bekragtigd (&). Hande- In Wintermaand des voorleeden jaars , was ling der 'er ? tuslclien den Koning van Pruisfen en de dlfchèT" Bewindhebbers der Westindifche Maatfchappye Maat- deezer Landen , eene overeenkomst getroffen', fchappye. volgens welke, de Koning de Vestingen Groot- Fredriksburg en Arguin , op de kust van Gui- nea , met het gene 'er toe behoorde , beloof- de af te rtaan aan de Maatfchappye ; die hem, daar voor, zesduizend Dukaaten betaalen zou (/). De Maatfchappy verzogt, federt, de goedkeuring der algemeene Staaten op dee- ze overeenkomst ( m ). Doch de Franfche In- difche Maatfchappy, zig meester gemaakt heb- ben-
(*) RefblHoll. 24 Dec. 1718. hl. 715. Zie Groot-Plaltaatfo.
V. Deel, tl. 54.7. Dn Mont Corps Dipl. Tom. Vül. P. U f. 551. IloussRT Recueil, lom. I. p. 400. (/) Uit een Ar'dr van't Actoord.
\m~) Z/« Request der JJewiiiJln
|
||||
LXX.Boek. HISTORIE. 103
bende van de Vesting en het Eiland Arguin, i7Ig4
raakte hierover, en over eenige andere punten, -----—
den Westindifchen handel, en met naame de
Vaart op Porto d'Arco betreffende$in een hevig
gefchil met de Nederlandfche Maatfchappye :
welk eerst, in 't begin des jaars 1727 ■> werdt
bygelegd. Arguin werdt toen aan de Franfehè
Maatfchappye afgeftaan (»).
De Noordfehe kryg begon nu op 't einde XIIL
te loopem Wismar was den Bondgenooten, s}**} ^
reeds in't voorleeden jaar, in handen gevallen, j1^'"1:*
1 . ,. °i • fl^s oor- Men befloot, daarna, eene landing te doen in iogs i„
Schoonen, onder befcherming der Engelfche, 't Noot*
Staatfche , Deenfche en Rusfifche Vlooten j dea- doch de onderneeming hadt geerïen voortgang. De Czaar was oneenig met de andere Bondge- nooten , en zogt zig afzonderlyk te verdraa- gen met Zweeden. Hy was*, derhalve, de ee- nige oorzaak, dat de landing agter bleef. Ka- Kareï rel de XII. zette den kryg voort in Noorwe {iL^, gen , en lag met- zyn Leger voor Fredrikftad, toen hy, des nagts tusfchen den negenentwin« tigften en dertigften van Slagtmaand deezes jaars, met een kogel uit die Vesting, getroffen werdt» dat hy't bedierf (V). Zyn dood maak- te merkelyke verandering in de zaaken van 't Noorden. De Prinfes Ulrka Eleonora , zyne Zuster, volgde hem niet op in de Regeeringe, dan na dat zy afftand gedaan hadt van de vol- ftrekte oppermagt, in Zweeden de Souveraim- teit genaamd (ƒ>). Zy maakte, in Slagtmaand des.
00 Verbaal der Ambasf. van dien tyd. MS. Refo!« Gener«.
f ener. 21 Fehr. 1727. (.0) TiNRAt Vol. XII. [or XXVH.] p. 75 — 79, S4.
{p) Vu'uz Supletn. au. Corps Dipl. Ubm. II. i>. II. f. 149» ijjo« *
XVIII. Deel. N
|
||||
194 VADERLANDSCHE LXX.Boek,
1718. des volgenden jaars, vrede met den Koning
-------van Groot-Britanje, die in 't bezit der Her- togdommen Breemen en Verden bevestigd werdt, en, kort hierna, een Verbond van on- derlinge befcherming met haar floot, voor den tyd van zestien jaaren (#). In Louwmaand des jaars 1720, floot zy ook met den Koning van Pruisfen, wien zy de Stad Stettin, de Eilanden Wollin en Ufedom en eenige andere Plaatfen afftondt, en met wien zy overeenkwam , dat de Pehne, voortaan, de grensfcheiding zyn zou van Zweedsch en Pruisfisch Pomeren (r). In Bloeimaand hierna , bragt zy te wege , dat Fredrik, Erf-Prins van Hesfen-Kasfel, die met haar, in 't jaar 1715, in de Egt getreeden was, nevens haar, tot Koning van Zweeden verhee- ven werdt (j). De Koning en Koningin fioo- ten, in Zomermaand, de Vrede met Fredrik den IV, Koning van Deenemarke, die al't ge- ne hy op Zweeden veroverd hadt in Zweedsch Pomeren, benevens de Stad Wismar, beloofde te rug te zullen geeven , mids de Zweedfche fchepen de vryheden in de Zond , welken zy voormaals genooten hadden , voortaan , niet meer genieten zouden. De Hertog van Hol- ftein-Gottorp werdt ook ontzet van Sleeswyk £ t), in 't bezit van welk Hertogdom Frank- ryk en Groot-Britanje, die middelaars van dit Verdrag en van het Verdrag met Pruisfen ge- weest waren , den Koning van Deenemarke be-
|
||||||
ffl") Voiez Dn Mont Corps Dipl. Tom. VIII. P.ll p. 15, 13,'
TindM- Vol. XII. [or XXVII. 1 p. 270, 371- (r ) Voiez Do Mont Corps Dipl. Tom. VIII. P. II. p. 21. 0):T.w>al Vol. XII. [or XXVII.] p. 391. £<5 Foitz Du Mont Corps Dip!, lom. VIII* P. II. p. 25,' |
||||||
LXX.Boek. HISTORIE. ipS
beloofden te zullen handhaaven. (»). 't Liep i^ii.
nog aan tot in Oogstmaand des jaars 1721 , -----*-
eer de Vrede tusfchen den Czaär van Muskovie
en den Koning van Zweeden getroffen werdt. Lyfland, Esthen, Ingermanland, een gedeelte van Karelie , een gedeelte van het Leen van Wyburg, met de Steden en Sterkten van Riga, Dunamonde, Pernau, Reval, Dorpt,Nerva, Wyburg, Kerholm en de Eilanden Oefel, Da- goe, Moen en anderen werden aan den Czaar afgeftaan. Het grootfte gedeelte van Finland kwam, daarentegen, wederom aan de Kroone van Zweeden Cv}. Wy roeren deeze dingen flegts ter loops aan , om den uitflag van den Noordfchen kryg te doen zien; waarin de Staaten niet zeer gemengd geweest waren ; doch waarby de Koophandel op de Oostzee egter zeer veel geleeden hadt. Ook is't, zelfs met opzigt op de gefchiedenislen onzes Vader» lands, niet ondienftig, te weeten, welke Lan- den en Steden in't Noorden, door deezen kryg, en door de Verdragen, die 'er op volgden, van Heer veranderden. Wy keeren nu te rug tot het jaar 1718 , en tot de gefchiedenisfen, waarin onze Staat nader belang hadt. De Prins van Oranje en Nasfau, die thans XIV.
niet veel boven de zeven jaaren bereikte, De jonge werdt, in Wynmaand deezes jaars, verkooren o""^811 tot Stadhouder van Groningen , onder dezelf- W0Tdt de voorwaarden, als zyn Vader en Voorouders Stadhou- |
||||||||||
deeze aanzienlyke waardigheid bekleed had-den (w}. Men hadt, al federt eenige jaaren.
|
Gronin-
gen. |
|||||||||
in
(«") VoUz Rovssbt Re. ueil, Tom. II ^494. Tam.lV-p.2i6.
Du Mont Corps Dipl. Tim. VIII. P. U. p. ss. ?,4- C v) Foicz Du Mont Corps Dip!- Tom. VI/i. P. II. p,$<], C»') %i* Europ. Alcrc. jfuly — /■**. m8. tl. u$i. N 2
|
||||||||||
196 VADERLANDSCHE LXX. Boek;
1718. in 't heimelyk, gearbeid, om den jongen Vorst
-------deeze waardigheid te doen opdraagen , gelyk
my gebleeken is , uit eenige Papieren van den
Heere Sicco van Goslinga , die my gelukkig- lyk ter hand gekomen zyn. In 't jaar 1713, hadden eenige Heeren uit de Provincie zig reeds, by fchriftelyke ondertekening, verbon- den om den Prins tot Stadhouder te doen ver- kiezen. Doch de Stad maakte 'er zwaarigheid in. Goslinga zelf handelde , in dat jaar, hei- melyk met den Burgemeester Kornelh Schay, den Heer Lewe van Admvart, den Graaf van Kniphuizen en anderen, om 't werk onder de hand voort te zetten. Kniphuizen was fterk ingenomen geweest tegen de Stadhouderlyke Regeering; doch allengskens merkelyk veran- derd. Maar Burgemeester Schay was, volgens eene eigenhandige aantekening van den Heere van Goslinga, de voornaame of eenige oorzaak geweest van het befluit der Provincie, om den Prins aan te Hellen tot Stadhouder ( x ). TTattemis- In Zeeland , waren , federt eenige jaaren, ten in Luiden opgeftaan, die vreemde Hellingen dree- Zeeiand. ven s en onder anderen, dat 'er niets, dan een vast geloof dat men zalig zyn zou, van den mensch gevorderd werdt; en dat men zig met geene andere pligten , behalve met dien van het voortplanten deezer Leere, te bekommeren hadt: dingen , die by de Gereformeerde, ea by de meeste andere Kerken deezer Landen, als zeer gevaarlyk voor den Godsdienst, en voor de goede zeden werden aangezien. Zy droe- gen den naam van Hattemisten , naar Pontiaa« van Hamm, gewezen Predikant te Filipsland, üi
£*) UU verfcli. Mifliven van S. v. Coslinoa. MSS. |
||||
-—~v. /~
|
|||||
LXX.Boek. HISTORIE. 15)7
in't Eilandje van den zelfden naam. Defchrif- 1715,
ten van deezen man en van Gozewyn van Bui- tendyk , Predikant te Schoor en Vlaake , in
Zuidbeveland, werden hoog onder hen geagt. Zy hielden , in de Steden en ten platten Lan- de , byzondere Vergaderingen , en kreegen, door den tyd, vrywataanhangs (y). De Staa- ten van Zeeland vonden geraaden, deeze Ver- gaderingen en het drukken en verfpreiden van ergerlyke Gefchriften , by openbaaren Plakaa- te, onder zekere geldboete en verdere ftraffe, te verbieden, in Sprokkelmaand deezes jaars (z)., Eenigen deezer luiden kwamen ook in Holland en in 't Stigt, alwaar men, eerlang, diergely- ken weg infloeg, om den voortgang hunner Leere te fluiten (#). De oorlog was nu ontfteken in Italië , tus- xv.
fchen Groot-Britanje en Spanje, fchoon 'er Alberoni nog geene Oorlogsverklaaring gefchied was : ^rf.** ook hadt het Franfche Hof, hoewel nu met jy^ om den Keizer en met Groot-Britanje verbonden, eenen zyne Bondgenooten, nog niet, of niet dan met opftand geld , onderfteund. Doch op 't einde deezes te j^r" jaars, fcheen de kryg algemeener te zullen ^Groot- worden. Beide Frankryk en Groot-Britanje Britanje, namen 'er ernftelyk deel in, bewoogen door de bedekte aanflagen des Kardinaals Alberoni, die gevaarlyke beweegingen zogt te verwek- ken, in beide de Ryken. Het Spaanfche Hof hadt niet alleen te Londen doen klaagen over den Admiraal Byng , die 's Konings Vloot, in
CjO Notul. Zeel. 9 Felr. 1713. II. 26". 22 Jan. 1717. hl. 299.
» April. 18 Nov. 171S. bU 107, 307. CO Zie Groot -Plakaatb V. Deel, hl. 5R3.
O) Zie Europ. Mer<. Jan —Juny 1732. W. 139, ?«//.—>
2« iv 1753. il. ttf, July — ßec. 1733. il, iy5, N 3
|
|||||
icß VADERLANDSCHE LXX. Boek.
1718. in volle vrede, aangetast hadt; maar Alberoni
' ren in Schotland , en Koning George zo veel werks te verfchaffenjn zyn Ryk, dat hem gee- ne gelegenheid overfchieten zou , om Vlooten uit te rusten naar Italië. Doch zyn oogmerk was ontdekt. Koning George, het Parlement, in 't najaar, byeen geroepen hebbende , be- geerde onderftand tegen Spanje , waarin het Huis der Gemeenten, eerlang, bewilligde. Hierop werdt Spanje de oorlog verklaard ( #), den agtentwintigften van Wintermaand , en 't leedt niet lang , of de toeleg des Kardinaals brak uit, in Schotland (c). '. en in Ten zelfden tyde, arbeidde de looze Staats-
Frankxyk; dienaar, om ook eenen opftand in Frankryk te
veroorzaaken , en den Hertog van Orleans te ontzetten van de Regeeringe. Frankryk was vol misnoegden ; fommigen van welken heul gezogt hadden aan 't Spaanfche Hof, en gun- fti^lyk ontvangen waren (af). Met dee^en, werdt de aanflag overlegd. Men hadt voor, den Hertog van Orleans te ligten , buiten Pa- rys , daar hy zig , dikwils, vermaakte met de JufFerfchap. Daarna , dagt men zig te verze- keren van den jongen Koning. De Parlemen- ten zouden, vervolgens, befchraaveflv/orden, om nieuwe orde te ftellen op 't Ryksbeftier, terwyl men 't volk, door verfcheïden' gedruk- te fchriften, zou ophitfen tegen detegenwocr- di-
f i ) Zie de Oorlogsde lar. in d; Etirop. Mere. Jan. — Jany
{719. IL 7%. ..... (c) TiHDAL Vol. XII. lor XXVII. ] p. 212 — 230, 24I
— 245.
- f 4) Poiez Memoir. ie 1'AbbéDE Monï'JOn Tam» I. f. S3lj
Tem. Vlij. f. J94. ,.. |
||||
LXX.Boek. HISTORIE. 19?
dige Regeering , en doen verlangen naar ver- 1718.
andering. Da Koning van Groot - Britanje kreeg , eerst, de lugt van deezen flinkfchen
toeleg, en waarfchuwde den Hertog-Regent, die , nevens den Abt du Bois , geene moeite fpaarde, om agter 't gantfche geheim te geraa- ken. Men hieldt verfcheiden' Perfoonen ver- dagt, en onder deezen den Hertog en Her- togin van Maine, en den Prins van Cellamare, Ambasfadeur van Spanje , welker bedryven , naauwkeuriglyk , gade geflaagen en befpied werden. Men ontdekte, eerlang, dat Cella- daarzyn mare zyne gewigtigfte brieven afzondt naar '°^L Madrid, met den Abt de Portocarrero, Neeve wortjt. van den Kardinaal van dien naarn : die, ver- zeld van eenen der Zoonen van den Mark- graave de Monteleone, en van Jofeph Hodges, die voor een' Engelsch Edelman ging , tegen 't einde des jaars, met eene Postkoets, naar Pa- rys vertrokken was. 't Geviel, dat het rytuig brak , toen men naauwlyks twee mylen wegs hadt afgelegd, by welke gelegenheid, de Post- ryder opgemerkt hadt, dat Portocarrero meer zorg hadt getoond voor zyn'mantelzak, dan voor zig zei ven, verklaarende, dat hy dien om geene honderdduizend pistoolen zou hebben willen verliezen. De Postryder, de reizigers aan de eerfte pleisterplaats gebragt hebbende, verhaalde, op zyne terugkomst te Parys, wat hy gezien en gehoord hadt. De Regeering kreeg 'er kennis van. De reizigers werden na- gejaagd , en te Poitiers agtexhaald ; daar men hun den mantelzak afnam, die naar Parys te rug gebragt en geopend werdt. Men vondt'er (wee brieven van Cellamare in , die, met de N4 by- |
||||
140 VADERLANDSCHE LXX.Boek;
i;iS, bylaagen, welken 'er nevens gingen, den toe-
» terftond , in verzekering genomen, met alle zyne papieren, onder welken 'er ook nog eeni- gen waren, die't voorneemen van't Spaanfche Hof klaarlyk aan't licht bragten (e). De voor- naamfte brieven en papieren zyn, federt, open- lyk, uitgegeven (ƒ). De Markgraaf van Pam- pedour en andere Luiden van aanzien werden insgelyks in hegtenis genomen. De Hertog van Maine werdt, op 't Kasteel van Dourlans, in Pikardye ; de Hertogin op 't Kasteel van Dion , in Bourgondie , gevangen gezet; de Kardinaal van Polignac werdt naar zyne Abe- dy van Anchin gebannen. Vier Edelluiden uit Bretagne moesten de onderneeming boeten met den hals (g). Prankryk Het verzekeren van Cellamare werdt zo dra verklaart niet bekend aan 't Spaanfche Hof, of de Her- SPanie tog van S. Alguan Ambasfadeur van Frankryk, log, kreeg bevel, om binnen vierentwintig uuren Madrid te ruimen. Alberoni fchreef aan Cella- mare , dat hy, fchoon hem iet diergelyks belast werdt, binnen Parys bly ven moest, tot dat men hem, met geweld, deedt vertrekken. Doch, voegde hy 'er by, zo uwe Doorlugtigheid hiertot genoodzaakt wordt. zal hy het vuur eerst weeten te (eggen aan alle de mynen (h). De Ambasfadeur bleef
(O Verbaal der AmbasC. van dien tjd. MSS. Tindal Vol.
XII. [ er XXVII. ] p. 246 , 247. ' C/5 'y°iez D« MÖNT Corps Dipl. Tom. VIII. P. I. p. 545. ROUSSET fte llüil, Tl/m. J, p. 244.
(sO Verhaal der Ainbasl. vait dien tyd MSS Montgon Me«
llioir. Tum V. p.'itf. TlNDAL Vol. 'XII. for XXVII.] p. 218. 'W) f'mez Du Mqnt Corps Diplom. Iqm, 1{. P. I. £. 54^
ftouss£.T ftecucil, ïotn. I. p, s6<5. |
||||
LXX.Boek. HISTORIE. 201
Heef maar weinige dagen binnen Parys. Men 1718.
voerde hem tot op de grenzen van 't Koningk----—
ryk ( /) , wel zorg draagende , dat hy geene
nieuwe mymn ontftak. De oorlog tegen Span- je werdt, openlyk, verklaard. De redenen van deeze Oorlogsverklaaring werden', in openbaa- ren druk, uitgegeven, in een Vertoog, op 's Ko- nings naam, welk den negenden van Louwmaand '?»>• des jaars 1719 getekend was. In dit Vertoog,-------
werdt Koning Filips zeer verfchoond , en de
fchuld van't afflaan der Vrede, op de billykfte voorwaarden , en van de bedekte vyandelykhe- den tegen Frankryk , geheellyk, gefchooven op de Spaanfche Staatsdienaars, met naame op den Kardinaal Alberoni (k~). Terftond hierop, trok de Hertog van Berwik , aan 't hoofd van een Leger van zesendertigduizend man, naar de grenzen van Spanje. Pasfage werdt ingenomen: zes Oorlogsfchepen, die hieropftapelftonden, werden vernield. De Hertog floeg, daarna, 't beleg voor Fontarabie, welk, op den zestien- den van Zomermaand, overging, by verdrag. De Koning van Spanje was , met een Leger, op weg geflaagen , om de Stad te ontzetten ; doch hy kwam te laat. Ook ontfchoot hem, dat geen één Fransch Regiment tot hem over- liep , gelyk Alberoni hem hadt doen hoopen. Van den verwagten opftandin Frankryk, kwam ook niets. Het Spaanfche Hof weigerde, nog al, het viervoudig Verbond te aanvaarden. De Hertog van Berwik zette, derhalve, den kryg voort, en maakte zig meester van S. Sebas- tiaan,
(O Tindal Vo'. XII. [.rXKVH.] p. 248.
{.i-) Vviesi Du Moni Corps Dipl. Jörn, Vül ftII.H)>'
|
|||||
N 5
|
|||||
VADERLANDSCHE LXX.Boek.
.\7i9, tiaan. Ook veroverde een hoop Franfchen ,
——— van tweehonderd Engelfche matroozen gehol- pen , Porto Antonio in de Baai van Biskaje, alwaar twee op flapel ftaande Oorlogsfchepsn van zestig ftukken , en alle de Scheepsbehoef- ten vernield en verbrand werden ( /). xvr. Terwyl de Franfchen naar Spanje trokken, Landing was de toeleg van Alberoni ten behoeve des der Spnu- pretendents , insgelyks, openbaar geworden. iiTschot- ^c Hertog van Ormond was, in 't laatst van land on- 't voorleeden jaar, vertrokken naar Madrid, derno- 0m met den Kardinaal te raadpleegen , over men' de beste middelen , om eenen opftand te ver- wekken in Groot - Britanje , tot bevordering der oogmerken van het Spaanfche Hof. De Pretendent, die zig, na zyn vertrek van Avig- non over de Alpen, eerst eenen tyd lang te Urbino, en daarna te Rome, onthouden hadt, vertrok, met 'sPaufen kennis, wat laater, ins- gelyks , naar Spanje. Om zyn oogmerk be- dekt te houden , liet hy 't gerügt loopen, dat hy voorhadt naar Bononie te reizen. Ook zondt hy derwaards de Graaven van Mar en Perth , benevens zekeren Pater/on , die voor hun meester ging. De Duitfche troepen, die in den Kerkelyken Staat lagen, en op den Pre- tendent pasten, ligtten deeze drie Perfoonen op, te Voghera, zig verzekerd houdende, dat 'er de Ridder van S. Joris onder was. Doch zy ontdekten hunnen misilag haast. De drie Perfoonen werden wederom op vrye voeten gefield. Midlerwyl, was de Pretendent te Nettuno fcheep gegaan; van waar hy naar Ca- glia-
£0 Tindal Vol. XII. lor XXVU.Jp. 249, 330, 3SI-
|
||||
LXX.BoEk. HISTORIE. 203
j iari in Sardinië overftak. Vanhier, zeilde 1719,
hy naar Rofes in Katalonie , van waar hy, ia ——— Lentemaand , te Madrid kwam. Twee Oor- logsfcheepen, gereed gemaakt om, nevens een aanzienlyk getal van anderen , gepropt met Krygsvolk , naar Engeland te zeilen , ftaken, terftond hierna , van Kadix , in zee , onder bevel des Hertogs van Ormond , die den titel voerde van Kapitein - Generaal des Konings van Spanje. Hy was voorzien van eene Ver- klaaring, op den naam van Filips, die, op be- kwaame Plaatfen , in Engeland en Schotland, verfpreid moest worden, en behelsde „ dat de „ Koning van Spanje beflooten hadt, het regt „ van Koning Jacob te onderfteunen , niet „ twyfelende, of de getrouwe ingezetenen van „ Groot-Britanje zouden den toeleg begun- „ ftigen." De Hertog van Orleans hadt Ko- ning George, by tyds, kennis gegeven van al 't gene hy , aangaande den toeleg, hadt kön- nen verneemen. De Koning hadt 'er 't Par- lement van verwittigd. Men was , derhalve, in Engeland, tegen de gedreigde landing, op zyne hoede. Te Amfterdam werden, omtrentdeezentyd, De Staa.
eenige Krygsbehoeften en volk van oorloge te" ZL>n- ingefcheept, welken men vermoedde te zullen ~j* Ko~ ftrekken , tot onderfteuninge des Pretendents. George Doch men droeg zorg , op 't verzoek des En- onder- gelfchen Gezants , dat de fchepen niet' uitlie- fand. pen. De Markgraaf Beretti- Landi deedt ver- geeffche poogingen , om de Staaten te doen veranderen van gedagten. Koning George, hun ook kennis hebbende gegeven van 't gevaar, welk hem dreigde, verzogt hen, tegelyk, hem met
|
||||
ao4 VADERLANDSCHE LXX.Boek:
|
|||||
1719 met tweeduizend man te willen onderfteunen.
•—— Zy beflooten'er toe, zonder uitftel. De begeer- de manfchap werdt, eerlang , onder 't bevel van den Generaal Majoor Keppel, te Oostende en te Rotterdam , ingefcheepc naar Schotland. De Markgraaf de Prié zondt Koning George ook zes Battaillons Keizerlyke troepen toe. De üitflaß 'Hertog van Orleans hadt hem wel twintig Bat- randeon ^Uons aangebooden; doch hy hadtdeeze aan- ntagedor bieding van ^e 'land geweezen. De Spaanfche Spanjaar- Vloot, midlerwyl, voortgezeild , tot op de den. hoogte van Kaap Finifterre , werdt beloopen van eenen geweldigen ftorrn, die twee etmaalen duurde , en alle de fchepen verftrooide. Het Admiraals-fchip verloor alle zyne masten , en keerde, gelyk de meeste overigen, geheel red- deloos , te rug naar de Spaanfche kust. Twee Fregatten alleen , die met eenige manfchap en wapenen uit Pasfage in zee gefteken, en de Vloot misgezeild waren , kwamen , tegen 't einde van Grasmaand , te Kintail in Schotland aan. De Spanjaards, zig eerlang gevoegd heb- bende by eenen kleinen hoop Schotfche Hoog- landers , maakten zig meester van Donan-Cast- le. Doch de Plaats werdt, kort hierna, her- wonnen , door den Kapitein Boyle , die zig, met eenige Oorlogsfchepen, voor dezelve ver- toond hadt. De Generaal Wightman, omtrent het midden van Zomermaand , van ïnvernefs zynde opgetrokken, tegen de wederfpannelin- gen en Spanjaards, verfloeg ze ligtelyk, in de engten van Glenshillen Strachell, welken zy on- dernomen hadden te verdedigen. De Staatfche manfchap deedt hier ook merkelyken dienst. De meeste Spanjaards werden gedood , of ge- vajj7
|
|||||
LXX.Boek. HISTORIE, sog
|
|||||
vangen genomen. De hoofden der wederfpan- ï7i9;
nelingen ontvlugtten, te water, naar de Eilan- den van Lewis en Orknei. De overige hoop
werdt, ligtelyk, verftrooid. Eenigen begaven zig naar de Vereenigde Gewesten \ doch men beloofde, op verzoek van den Graave van Ca- dogan , dezelven te doen vertrekken , zo dra zy bekend zouden zyn (m). De Pretendent, die in Spanje gebleeven was, trouwde, deezen Zomer , met eene Dogter van den Prinfe So- bieski, oudften Zoon van Joan Sobieski, Ko- ning van Poolen ( « ). De Admiraal Byng, den Winter befteed Xvir.
hebbende om zyne Vloot te herftellen, zeilde, »nrwbe* in 't begin van Grasmaand , van Port Mahon J^ü' naar Napels , alwaar de Keizerlyke Generaal, ue. Graaf van Mercy , hem kwam vinden. Men befloot, eerlang , eene landing te doen op 't Eiland Sicilië, en ftak derwaards over, op den twee-entwintigften van Bloeimaand. 't Krygs- volk werdt ontfcheept, in de Baai van Patti, twintig mylen westwaards van Melazzo. Ter- ftond hierna, brak de Markgraaf van Lede op, met zyn Leger , en floeg zig neder te Franca- Villa , in eenen bergagtigen oord , van waar drie wegen loopen naar Palermo , Mesfina en Siracufa. ïerwyl de Graaf van Mercy den vyand volgde, met korte dagreizen, maakte de Graaf van Sekkendorf zig meester van de Ei- landen van Lipari, waar door de gemeenfchap tusfchen Napels en Sicilië moest behouden wor- den. Daarna, befloot men de Spanjaarden aan te
(»O Zie Notul. Zeel. 13 Jov, 1719. 11. 375. m
i>D Europ. Merc. Jan.—Juny 1719. tl, 227. TiNDAl /%
XII. [or XXVII.] },. 249 — 251. |
|||||
ao6 VADERLANDSCHE LXX.Boek.
i71p, te tasten, in hunne Legerftede; gelyk, op den
.-----negentienden van Zomermaand , gefchiedde.
't Gevegt was hevig, en de Graaf van Mercy
zou 't zekeriyk te kwaad gekreegen hebben, was hy niet bygefprongen geweest, door den Admiraal Byng , die verfche troepen ontboo- den hadt van Napels. Menbeflootegter, eeni- gen tyd na den flag van Franca-Villa, Mesfina te belegeren , te water en te lande. De Stad viel den Bondgenooten in handen, opdenagt- ften van Oogstmaand. Verfcheiden' Kasteelen rondsom de Stad werden , ten zelfden tyde, veroverd. Toen werdt het Kasteel van Mesfi- na belegerd , en, met behulp van eenige Kei- zerlyke troepen , die Byng van Genua gehaald hadt, veroverd op den zeventienden van Wyn- maand. Val Demona onderwierp zig, hierop, aan den Keizer. Het grootfte gedeelte des Le- gers werdt toen te fchepe gevoerd naar Trapa- ni, daar nog Piemonteefche bezetting in lag. Hier floeg men zig neder. De Steden Marfala en Mazzara onderwierpen zig terftond. Men betrok hier de Winterkwartieren, terwyl de overige manfchap, te Mesfina, teMelazzo, en te Siracufa bleef. De Markgraaf van Lede, mid- ier wyl, opgebroken zynde van Franca- Villa, en verfcheiden' poogingen gedaan hebbende, om den Bondgenooten den voorraad te beder- ven , of af te fnyden, boodt, eindelyk ,in Sprok- kelmaand des volgenden jaars, aan , Sicilië te willen verlaaten , mids men hem onverhinderd keeren liete naar Spanje. Doch de Admiraal Byng hadt geene ooren naar deeze voorwaa- de. De Markgraaf tradt, hierop , in hande- ling , over de opgaave van Palermo; doch eer men
|
||||
LXX. Boek. HISTORIE. 207
men 't eens werdt, kwam. 'er tyding , fchoon 171^
veel te voorbaarig , dat de algemeene Vrede ■ getekend was. De handeling werdt hierop af-
gebroken : 't welk den Legerhoofden derßond- genooten vreemd fcheen ; doch men vernam, daarna , dat Spanje met Frankryk in onder- handeling was, om het herleveren van Font- arabie, S. Sebastiaan en andere Plaatfen te be- dingen , tegen de ontruiming van Sicilië en Sardinië. De Graaf van Mercy gaf hierop last om het Kasteel Sacca aan te tasten. Het gaf zig, den zesden van Lentemaand, over. Mid- lerwyl, kreeg men zekerer berigt van het te- kenen van het viervoudig Verbond , door den Spaanfchen Ambasfadeur in den Haage. De wederzydfche Legerhoofden traden , hierop , in onderhandeling, over eenen ftilftand van wapenen. Men vorderde het overleveren van Palermo, als eene voorwaarde der Wapen- fchorfinge. Doch de Markgraaf van Lede ver- klaarde hiertoe geenen last te hebben. Mercy trok, derhalve, aan op Palermo , den vyand voor zig heenen dryvende. De Engelfche Ad- miraal kon hem, eerlang, geene afbreuk meer doen, zynde'er, in Grasmaand, een'ftilftand van wapenen ter zee geflooten, tusfchen Frank- ryk, Spanje en Groot-Britanje, waaraan hy zig houden moest. In Bloeimaand, kreeg de Mark- graaf van Lede eerst last, om, wegens de ont- ruiming van Sicilië en Sardinië, in onderhan- deling te treeden. De Keizerfchen werden, hierop, in 't bezit gefield van Palermo , van Augusta en van 't Kasteel van Castelamare (o). Het
CO Vmez Du Mont Corps Dipl. Tem. VIII. P. O. f. 27«
|
||||
fioÖ VADERLANDSCHE LXX.Boek;
1719» Het Spaanfche Leger trok naar Termini, daa?
fc—— het naar Barcelona werdt ingefcheept, alwaar het,' niet voor Oogstmaand , aankwam. De Keizer bleef in 't bezit van Sicilië C^)» en Sar- dinië werdt, volgens het viervoudig Verbond, aan den Hertoge van Savoje, voorheen Koning van Sicilië, ingeruimd en opgedraagen (#). Togt der De ongelukkige uitflag der bedekte onder- Engel- neemingen van den Kardinaal Alberoni, de ^js|'V^arvooifpoed der Franfche wapenen in Biskaje, en naar en het verlies van verfcheiden' Steden in Si- Westin- cüie waren de voornaamfte , doch niet de ee- *e. nigfte redenen , die Filips den V. deeden nei- gen tot vrede 5 de Koning van Groot - Britanje bereidde zig, in den Herfst des jaars 1719, om hem te water aan te tasten , in Biskaje en in de Indien. De Overfte Richard Cobham ging, in 't begin van Wynmaand, van S. He- lena onder zeil, aan 't hoofd eener aanzienly- ke Landmagt, geleid door vyf of zes Oorlogs- fchepen , onder den Admiraal Mighels. Men hadt voor, de Corunha , eene der beste have- nen van Biskaje, in te neemen. Doch dit ge- lukte niet. Alleenlyk veroverde men Vigos in Gallicie met het Kasteel, in weinige dagen. Toen werdt het naaste Land gedwongen, brand- fchatting op te brengen. Eenige manfchap , de haven van Vigos zynde ingezeild, tradt 1 aan land, en toog naar Ponte Vedro. DeWet- houderfchap der Stad trok den Engelfchen te gemoet, met de fleutels. Men vondt 'er eenig metaalen gefchut en andere krygsbehoeften, al
(p) TindAl Val. XII. [or XXVII.] p. 473 — 340.
(j J Vuitz Suppl, uu Corps Dipl. tum. II. P. IL f. 156.
|
||||
LXX.BöEfc. HISTORIE. 209
al 't welke tot buit gemaakt, en medegevoerd \?i$,
werdt. In Slagtmaand, gingen de Engelfchen geland te rug. De togt naar Amerika, die, door den Vice-Admiraal Hofier, ondernomen werdt, flaagde kwalyk, door aanhoudenden te- genwind. Hy hadt het gemunt op Peru. Doch eer hy zo ver komen kon (V), was de wapen- fchorfing ter zee getroffen, tusfchen Spaoje eo Groot-Britanje (j). Wy hebben de krygsbedryven deezes jaars,
aan verfcheiden' oorden, fchoon 'er de Staaten niet of naauwlyks in gemengd geweest waren, kortelyk, moeten te boek ftellen, om dat zy merkelyken invloed hadden op de handelia- gen, die, in den Haage, waren aangevangen, ónder 't oog, en gelyk als onder de bemidde- ling der Staaten, t Zal nu tyd zyn, dat wy tot een beknopt verhaal van den uitflag deezer handelingen overgaan. De Staaten hadden, terftond na het tekenen xvirt.
van het viervoudig Verbond, door den Keizer, Hande- Frankryk en Groot-Britanje, een befluit geno- g°a|tder men, tot het afvaardigen van eenen Ambasfa- in FranJt. deur naar Spanje, waartoe de Heer van Coul- ryk en in fier benoemd werdt; fchoon 'er nog eenige Sp»?js. tyd verliep, eer hy op reis ging. Ook was, voor zyn vertrek, de Heer CornelkHop, Oud- Schepen der Stad Amfterdam , in dezelfde hoedanigheid van Ambasfadeur , gezonden naar Frankryk (0» om de herftelde Vriend- fchap
(rl Tintml Pht. XII. Xor XXVII.] p. 3.0,4—337.
( O Supplem. au Corps Dipl. Tom. II. P. n. f, i$öa (O R^lul- Holl. 29 Stpt. 1718. W. 575. xviu. Deel. o
|
||||
aio VADERLANDSCHE LXX.Boek;
1719. fchap met deeze Kroon aan te kweeken, en op
—— de gewigtige veranderingen, die, ten deezen tyde, voorvielen, en waarby de Staat belang hebben kon, agt te geeven. De Heer Hop deedt zyne openbaare intrede, te Parys, in Hooimaand deezes jaars, en werdt, ingevol- ge van het drievoudig Verbond des jaars 1717, op gelyke wyze, ontvangen, als de Ambassa- deurs van den Staat van Venetië, en die van gekroonde hoofden zelven; Vwelk, tot hier- toe, niet gefchied was(«). Hy vertoefde, om- trent zeven jaren, aan 't Franfche Hof, fchoon hy, in dien tusfchentyd, verfcheiden' reizen, ir» Holland kwam. De Staaten maakten, mid- ïerwyl, hun werk, om den Koning van Span- je, door redenen, te beweegen tot het aan- neemen van het viervoudig Verbond. Docht de Kardinaal Alberoni wist hunne poogingen te verydelen. De ontdekking van zyne oog- merken in Frankryk, de flegte uitflag van den togt naar Schotland, en de tegenfpoed in Si- cilië bragten hem, eindelyk, tot andere gedag- ten. Weinige dagen na den flag by Franca- Villa, deedt hy den Markgraaf Scotti afvaar- digen naar Parys, met last om verder voort te reizen naar den Haage, en de Staaten, uit 'sKonings naam, ernftelyk, te verzoeken, om zig te willen laaten gebruiken, tot Middelaars tusfchen de oorloogende Mogendheden. Scot- ti moest egter, vooraf, den Hertoge van Or- leans kennis geeven van 's Konings oogmerk , gelyk hy deedt. De Hertog nam 'er zo weinig ge-
C'O vetbaal der Ambasf. van dien tyd. Zie eofcEurop.Mercv
July—Decemb. 1719. hl. 9, <>5~ 70, Si Rous»£T Ceremoni Bipl. lom. I. f, 65, & fuiy. |
||||
tXX.fioEK. HISTORIE, sii
genoegen in, dat hy Scotti vrygeleide weiger- 17tpt
de naar Holland, verklaarende hy, zulks niet * te können doen, buiten kennis zyner Bondge-
nooten, die zig nu, zo wel als hy, hadden in- gewikkeld in de kosten des krygs voor dit jaar, en hierom geène zo fpoedige vrede begeerden. Ook waren de drie Bondgenooten niet geneigd, om den Staaten de eer van het Middeiaarfchap op te draagen; Grööt-Britanje in 't byzonder beloofde 'er zig niet veel voordeels van. Dé handeling bleef dan fteeken. Ook wil men, dat de Keizer, de Koning van Groot-Britanje en de Hertog van Orleans, als uit eenen mond, zouden verklaard hebben, dat zy Van geene Vrede hooren wilden, zo lang Alberoniin be wind bleeve, aan 't Spaanfche Hof. En tegen Xißeröni 't einde des jaars, liepen alle zyne aanflagen vervalt zo ongelukkig af, dat Filips, zig niet in ftaat nade^*" Vindende om den oorlog uit te houden tegen de drie magtigfte Vorften van Europa, den Kar- dinaal beval, Madrid, binnen agt dagen, en het Ryk, binnen drie v/eeken, te ruimen, en zig, midlerwyl, van allen handel over Staatszaa- ken te onthouden. Terftond hierna, zondt hy den Markgraavé van Beretti-Landi bevel, om den Staaten eenige punten voor te hou- den t op welken hy gezind was, vrede temaa- ken. Doch hy vorderde, onder anderen, Gi- braltar en Port Mahon te rug van Groot - Bri- tanje, en eischte verfcheiden' andere dihgen^ die met het viervoudig Verbond ftreeden; Zyn, voorflag werdt* derhalve, van de hand ge- weezen» De Hoven van Weeneh * Verfailleë en Londen verklaarden * eenpaariglyk ., dat zy met niets anders 9 dan met de eenvoudige O a aan* |
||||
alz VADERLANDSCHE LXX.Boek;
|
||||||||
1719. aanneeming van 't Verbond te vrede zouden
------- zyn (v).
Verfchil De Keizerlyke, Franfche en Engelfche Ge-
onder de zanten arbeidden, ondertusfchen, ook, om de Staaten, Staaten tot het aanneemen van 't Verbond te aannek ^oen befluiten. Ook hadt men, gelyk wyhier- ming van voor (w) zagen, reeds een Ontwerp gemaakt 'c vier- van de voorwaarden, op welken de Staaten in voudig 't Verbond zouden treeden. Men verfchilde bond. flegts, over een enkel woord. Volgens't Ont- * nee' ad werp der Staaten, zouden zy * tot niets meerders pluranec noch anders, dan tot het leveren van driedui- ad alia. zen(j man verbonden zyn. Doch de Gezanten der Bondgenooten wilden 'er 't woord onder- t nee ad ftand bygevoegd hebben, en f tot geetien meer- piura nee deren noch anderen onderfland leezen, Zondej ad alia jjt byvoegfel, zou men, dagten zy, de woor- muxt ia. (jen van ,t Qntwerp te ruim neemen t en uit
dezelven afleiden können, dat de Staaten ont-
flaagen waren van de verpligting aan 't gene > by de geheime punten, was vastgefteld (*). Verfcheiden' Gewesten neigden, derhalven, om het Ontwerp met dit woord te vermeerderen (y). Zeeland zelf hadt, reeds voorheen, te kennen gegeeven, dat men't Verbond zou kön- nen aanneemen, mids 't met eenpaarigheid gefchiedde. Doch Utrecht bleef nog ongelast: waarom de aanneeming van 't Verbond nog verfchooven werdt. De Ambasfadeur Hop werdt, midierwyl, aan 't Franfche Hof, fterk gedrongen op deeze aanneeming. De Staaten VOOr-
tT v") Europ. Merc. Jan.—Juny 1720. hl. 60. TlNDAl- ViiU XII. [or XXVII ] p. 332, 333, 337, 338- O) B!adz. 184. |
||||||||
ï',]
|
Refol Gener. SaVbathi 16 Sept. 1719.
Rcfol. Gener, Joy. 19 Qcl, Stibb. 18 flor. 171p
|
|||||||
LXX. Boek. HISTORIE. 213
voorzagen hem, van tyd tot tyd, van byzon- 1719.
deren last, waarnaar hy zig ftiptelyk gedroeg, ——- de redenen van den Abt du Bois in 't byzon- der, met veel beleid, te keer gaande, en den Staat heufchelyk verontfchuldigende van het aanneemen van een Verbond, waar by voor deszelfs belangen niet gezorgd was naar behoo- ren (z). Midlerwyl, hadden de Staaten, om Filips XIX^
gelegenheid te geeven van zig nader te ope- Jj* ^ nen, terwyl het jaargetyde de toerustingen ten Spanje oorloge verhinderde , de Bondgenooten ber treedt 'cc woogen, om hem nog drie maanden 'tyds toe la- te ftaan. Hier van was eene overeenkomst ge- tekend in den Haage, op den agrtienden van Slagtmaand, by welke, uitdrükkelyk verklaard werdt ,,dat, zo de Koning van Spanje de drie „ maanden verloopen liet, zonder het viervou- „ dig Verbond aan téneemen, deoudfteZoon „ der tegenwoordige Koninginne verfteken „ zou zyn van de opvolging in het Groot-Her- ^, togdom Toskane en in de Hertogdommen „ van Patma en Piacenza." Ook las men 'er in „dat.beide Frankryk en Groot-Britanje „ hadden-bevonden, dat het Spaan fche Hof, „ dpor eenen onrustigen Staatsdienaar beroerd •,, zynde^ afkeeriger geweest was dan 't be- „ hoorde van eene redelyke Vrede (V)." En 't is waarfchynelyk, dat deeze verklaaring, waar- van Filips, terltond, kennis kreeg, de onge- nade des Kardinaals verhaast heeft. De Staa- ten C~) Verbaal der Ambasf. tan den tyd. MSS.
(.a) Vokz Du Mom' Corps Dipl. Tem. VIII. P. H. f. IS.
|
|||||
OS
|
|||||
tU VADERLANDSCHE LXX.Boek.
1719. ten zelven, Filips nog fterker willende drin»
e
zouden aanneemen, zo hy langer draalde (b).
Zy fchreeyen hem eenen ernftigen brief, op den zestienden van Wintermaand (c). Hun Ambasfadeur van Coulfter, in Grasmaand, te Madrid aangekomen (ƒ), drong hem ook zo tfüo. zeer, dathy, eindelyk, op den zesentwintig- te Gefchrift tekende, waarby hy beloofde, het viervoudig Verbond te zuilen aanneemen (e)? De Markgraaf van Beretti-Landi kreeg hierop, terftond, bevel, om uit 'sKonings naam té treeden in dit Verbond; gelyk hy, in den Haage, deedt, op den zeventienden van Sprok- fcelmaand (ƒ), zynde den laatften dag van de, drie maanden, welken men Filips vergund hadt», om zig, uiterlyk, te verklaaren. De aannee- ming van het viervoudig Verbond, door den Koning van Spanje, maakte de aanneeming van het zelfde Verbond door de Staaten minder sioodig, alzo deeze voornaamlyk gediend zou hebben, om Filips te fterker te verplfgten, tot «Ie aanvaardinge, daarhy, eindelyk, zyos on- danks en fchoorvoetende, toe gekomen, was. Ook hadt de Koning van Groot-Britanje., on- langs, een Verdrag geflooten met Zweeden, zonder daarby dezelfde voordeden in den ■ Koophandel voor de Staaten te bedingen, wel- ken hy, voor zig zelven, bedongen hadt. Wy heb-
(>■) Refol. Gener. Sabb. i<J, Lurta. i3 Die. 1719.
CO Z'e 't'0" '»'& Europ. Merc.' Jan.—-Juny I720, J/. ya,
(rf') Zie Europ. Metc. Jen.—JwyT7iy. bl. 233.
f ä) iseiez "Roüssbt ReciMI, lipt. 1. p. 30?. Dv Metïl
Corps Dipl. Tum. V]TI.' A II. p. 17. ;;'" ' </> ßu'MoNT Corps Diplom. Tim. VHI. S>. II, p
|
||||
LXX.BoeK. HISTORIE. 215
hebben, te vooren (g), gezien, dat de Staaten i72ft,
dit op hem begeerd hadden, by 't Ontwerp —— der voorwaarden, op weiken zy 't viervoudig Verbond wilden aanneemen. Doch de Engel- fchen gaven voor, dat zy deeze voorwaarde niet hadden können naarkomen, zo lang de Staaten het Verbond niet met der d2ad had- den ondertekend (/$). De Staaten dan, min- der konnende bedingen en beoogen, by de aanneeming van het viervoudig Verbond, fiel- den het, eindelyk, geheellyk uit hunne gedag- ten. Sommigen meenden, dat de Markgraaf van Beretti-Landi vry wat gelds, hier te Lan- de, geipild hadt, om eenige Leden der Re- geeringe van de aanneeminge des Verbonds af te fchrikken. Doch hiervan heb ik geene ze- kerheid. Vaster gaat het, dat de Heer Frans mn der Meer, der Staaten Ambasfadeur aan 'c Hof van Spanje, eenige jaaren hierna, her- waards overfchreef, dat de Markgraaf tiendui- zend Piftoolen van dit Hof gevorderd hadt, welken hy voorgaf, tot zulk een einde, befteed te hebben: over welk berigt de Markgraaf zig egter beklaagde, by de Staaten (7). Kort na dat Spanje 't viervoudig Verbond Byeen-
aangenomen hadt, befloot men byeen te ko jlomst' men te Kameryk, om de openftaande gefchil- va*'tngeer.y len, tusfehen de verbonden' Mogendheden, af fteid. te doen by verdrag, en de rust van Europa te verzekeren, op eenen vasten voet. De Keizer benoemde tot zyne Gevolmagtigden op de By- eenkomst te Kameryk den Graaf van Windisch- grata
C£) Bladz. I?5-
t&J «ei'ol. Gener. Mart. 5 Maart 1720.
CO •Si« Notul. Zeel. 7 Äug- 1724. bl. 171.-
O 4
|
||||
si6 VADERLANDSCHE LXX.Boe»,
|
|||||
i;só. gratz en den Baron wn Pentenrider: Frankryk
m------ den Graaf Fkuriau de Morville en den Heer de
B arber ie de S. Contest: Spanje den Graaf Sant
Estevan de Gormes en den Markgraaf Beretti- Landi, en Groot - Britanj£ de Heeren Pohvarth en Withwórth. De Koning van Sardinië, de * Hertog van Lotharingen en de Vorften en Staaten van Italië zonden ook Gevolmagtig- den naar Kameryk. De Paus zelf hadt 'er ee- nen Nuncius. Doch de Staaten der Vereenig- de Gewesten, zig buiten den oorlog gehou- den, en niets met de handelende Mogendhe- den te vereffenen hebbende, fbaarden den om- flag en kosten eener afvaardiging naar Kame- ryk. De Byeenkomst werdt, niet voor't vol- gende jaar, geopend. Zy duurde vier jaaren, en fcheidde, eindelyk, genoegzaam vrugteloos (k). Wy zullen, in 't vervolg, by bekwaa- mer gelegenheid, verhaalen, wat 'er aanleiding toe gaf. XX. Het viervoudig Verbond hadt nu de oor- öor- loogende Mogendheden verpligt, tot het af-
fprong leggen der wapenen, en, fchoon men nog niet vvimi-" eens was' over a^e de voorwaarden der Vro- hahdel de, dagt elk meer op het herftellen van den in Ak- vervallen ftaat zyner geldmiddelen, dan op «n,móe net vernieuwen van eenen kryg, die, van den nigcte aanvang deezer eeuwe af, den magtigften Ry- Gewes- ken fehatten gekost hadt. In Frankryk en in ten- Groot Britanje, bragt, ondertusfchen, de zngt om de fchulden van den Staat te verminderen eene oabezuisde drift tot winst voort onder 't volk,
( i ) Verhaal der Ambasf, vin dien t;. d. MSS. Rousseï R$>
tfKii', im. i-p* a^ö» 307,
|
|||||
LXX.Boek. HISTORIE. sï?
volk , die , voor veele byzondere Perfoonen, i;ao.
ten hoogfte fchadelyk was. De ingezetenen der byzonder hadden ook deel aan deeze dwaas- heid , fchoon de hooge Regeering des Lands, in de meeste Gewesten , en de Regeering der aanzienlykfte Steden van Holland zig zorgvul- diglyk Onthielden van alles , wat de drift der menigte ontfteeken of voeden kon. 't Zal, hierom, niet ondienftig zyn, dat wy de op- komst en uitflag van deezen ongehoorden han- del, hier, beknoptelyk, ontvouwen, De Hertog van Orleans, van dat hy de Re- John
geering over Frankryk aanvaard hadt, zyne ^aw be- zinnen gefcherpt hebbende op het uitvinden *eenegHer. van middelen, om het Ryk van fchulden te tog van ontheffen, hadt, eindelyk, gehoor gegeven aan Orleans de voorflagen van zekeren Schotschman , die tot het zig , reeds voor eenigen tyd, in Frankryk ne- ^ef 'C™ dergezet hadt. John Law, deezen naam droeg Ko- de vreemdeling , was te Edenburg gebooren, ningkiy- en hadt, al in 't jaar 1705, het Parlement van ]celiank, Schotland een middel voorgefteld, om het Ryk te voorzien van geld , wak , door dèn Her- toge van Argyle en door eenige Leden van 't Parlement, goedgekeurd; doch door de meer- derheid verworpen was. Law vervoegde zig, daarna, in Engeland, by den Groot-Thefau- rier Harlei, di«n hy ook middelen voorfloeg, tot verbetering van den Koophandel, en tot herftelling van 't vervallen * geloove in den * erediu Staat. Maar zyne voorflagen vonden geen' in- gang. Hy, midlerwyl, zekeren Wilfon^ in een tweegevegt, nedergelegd hebbende, en geene vergiffenis konnende verwerven van de Konin- O 5 gin. |
||||
ïï8 VADERLANDSCHE LXX.Boek;
3720, ginne , zag zig genoodzaakt, het Ryk te rui-
------ men , en geraakte , na veel omzwervens , te
Parys , daar hy zig nederfloeg. Hy hadt zig,
geduurende zyn verblyf in Engeland, naauw- keuriglyk, laaten onderregten van den Haat van de Bank en Oostindifche Miatfcbappye, en van de wyze van beftier over beide: en, in 't jaar 1716, gelegenheid gevonden hebbende, om den Hertog-Regent te onderhouden, floeg hy dien, in de eerfte plaats , voor het opreg- ten eener Bank in Frankryk , door middel van welke , men 't geloof van den Staat zou kön- nen herftellen. Veelen weeten, en 't behoeft, voor onkundigen, flegts met een woord, aange- weezen te worden, dat onderzaaten en vreem- den , in zulke Banken , welken men , in ver- fcheiden' Kooplieden van Europa , opgeregt heeft, hunne penningen vertrouwen , tegen behoorlyk getekende Handfchriften; dat deeze Handfchriften verhandeld können worden, en dat zy, die penningen in de Bank hebben, ook, by bloote overwyzing of Asfignatic , dezelven of een gedeelte derzelven können doen Hellen op eens anders rekening, 't welk groot gemak geeft in den handel: dat, eindelyk, zy, die 't bewind over de Bank hebben, gebruik maaken van de penningen, welken men hun toever- trouwd heeft, ten dienfte van den Staat, of van eenige byzondere Stad, en tot voordeel, of ten minfte tot gemak der eigeuaaren: al het welke omftandiger aan te wyzen, hier, tegen- woordig , de plaats niet is. Zulk eene Bank nu was, in Engeland, op geregt in't jaar 1694 (Os en het Ryk hadt 'er zo veel dienst van ge- had} <fO TiÜDAL Fol. y. [ur XVïï..]^>. 4?m
|
||||
J,XX.Boek. HISTORIE. sip
had , dat men , in Frankryk , gereede ooren J730.
leende aan Laws voorflag. De Kroon van —— Groot - Britan je hadt, dikwils, fpoedige Iee- jiingen gedaan van de Bank, tot welkenzy an- ders niet ligt gelegenheid gehad zou hebben, en de Intrest deezer Leeningen en de andere vöordeelen, welken de Bank deedt met de toe- vertrouwde penningen, werden, na aftrek der onkosten , van tyd tot tyd , uitgedeeld aan de deelgenooten, waardoor de Aktien of aandee- len in de Bank prys hielden, of, als men gee- ïieo uit- of inlandfchen oorlog vreesde , zelfs fteigerden in waarde. De Hertog - Regent, bekoord door deeze vöordeelen, regtte ook ee- ne Bank in Frankryk op, uit 'sKoningsnaam, en onder de beftieringe van Law, die hiertoe , voor den tyd van twintig jaaren , Oktroi ver- kreeg (m). Men begon de infchryvingen.» De Koning ging voor: de Regent en veele andere Grooten volgden. Kortom, de infchryvingen, die . tot driemaal toe , gefchiedden , hadden zo Herken toeloop, dat men , voor 't einde des jaars 1719, voor meer dan zeshonderd en veertig millioenea Lines aan Handfchriftea Uitgegeven hadt, 't welk, zo geloofd werdt, de waarde der Handfchriften van alle de Ban- ken in Europa verre' te boven ging. Men voeg- de'er nog driehonderd en zestig millioenen aarj Handfchriften • by ,, die gang zouden hebben door 't Ryk , ia de; plaatfe van geld : zo dat de gantfche hoofdfom duizend millioenen Li- %res beliep. Doch de meestea hieldea zig ver- Ze- CflO ZU Europ. BJerc. J«>tt~Juny 1716.' il, Ü5Ö, J.^.— |
||||
Äfiö VADERLANDSCHE LXX.Boer,
tji0. zekerd , dat zo veel gelds, op verre na, in 't
--------gantfche Ryk niet zou te vinden geweest zyn.
en van ee- Law, door 't opregten der Bank, 's Konings
ne Maat. Credit herfteld hebbende , floeg , om 's volks fchappy ZUgt tot wjnst te ontfteeken, de opregting *andci.0P van eene Maatfchappy van Koophandel voor, die, onder den naam van Maatfchappy van Mi- ßfippi, op Louifiana, een Gewest in Noord- Arnerika , welk van de Rivier MifiQppi door- fneeden wordt, handelen zou. De Hertog- Regent bewilligde in zynen voorflag. De eer- fte infchryving tot de Maatfchappye was van zestig millioenen Livres: welken men voldoen kon, met fchuldbrieven ten laste van den Staat (n), die thans maar omtrent zestig ten hon- derd waardig waren , en voor de volle Hoofd- lom werden aangenomen. Hierdoor raakte de eerfte infchryving haast vol. De Hoofdfom werdt, hierop, tot op honderd millioenen ver- hoogd , en de aandeden of Aktien reezen op honderd en twintig ten honderd. De ingetrok- ken' ichuldbrieven werden •* ondertüsfchen, ver- brand (o). Men befloot toen, nog vyfentwin- tig millioenen aan Aktien uit te deelen tot hon- derd tien , die terftond zo veele Liefhebbers vonden , dat zy , in 't kort, tot tweehonderd reezen. De Regeering, haar voordeel willen-: de doen met 's volks drift, om deel te neemen in de nieuwe Maatfchappye j:aan welke ver- fcheiden' Koningklyke inkomften werden af» geftaan , maakte bekend, dat men vyfentwin- tig millioenen aan Bankbriefjes in de Maat- schap- en) Zie Europ. Merc. July-Sept. 1717. hl. 168-175,225. (0) Zie Enrop. Merc. Jltn. -Juny 1718. bl. 157. Jan.-Juiy 1719. tl. 144. Jitly—Dec. 1719. W. 3, 119, 235« |
||||
LXX.Boek. HISTORIE, aar
|
|||||
fchappy aanneemen zou , waarop de Aktien, i7ZQi
in den Zomer des jaars 1719, van tweehon-------*.
derd , tot vyf honderd zestig fteigerden. De
Maatfchappy , toen , ziende hoe groot haar Credit ware , floeg eene leening voor aan den Koning van vyftig millioenen, waartoe vyfen- twintig millioenen, aan nieuwe Aktien, uitge- geven werden , op den voet van tweehonderd ieder Aktie, 't welk ver onder den tegenwoor- digen prys was ; waarom deeze Aktien, ter- ftond, weg waren. Omtrent het einde van Oogstmaand, waren de Aktien reeds tot twaalf- honderd gefteigerd. De Maatfchappy ftelde, derhalve, eene nieuwe leening aan den Koning voor van twaalfhonderd millioenen, tegen drie ten honderd. Men liet voor vyf honderd mil- lioenen infehryven, waartegen voor vyftig mil- lioenen aan Aktien , tot duizend Livres ieder Aktie, werden uitgedeeld. Deinfchryvingwas vol, in weinige uuren. En binnen drie weeken nog twee diergelyken: alzo men maar weinig op ieder Aktie behoefde te betaalen, en gelegenheid vondt, om ze, terftond, met merkelyke winst, te verkoopen. De eerfte betaaling deezer drie laatfte infehryvingen werdt met driehonderd ten honderd voordeel verkogt. De Aktien ree-, zen, in Slagt- en Wintermaand des jaars 1719, en in Louwmaand des jaars 1720, tot tweedui- zend vyftig Livres (ƒ>). De grove winften, die fommigen, met den Aktfe.
Aktie-handel, in Frankryk, deeden, ontftaken handel in de zugt tot voordeel ook onder de handeldry- En89* vende nabuuren, met naame in Engeland en in
O) Europ MerC. 7uly — nee. 1719. tl. 368, 304 — joo,
Tjndal Fol. XIII. Ur XXVIII. J />. 4 —«., - ^ |
|||||
iH' VAÖERLANDSCHE LXX.Boe*;
,►29, in de Vereenigde Gewesten; In Engeland *
kweekte men deeze drift aan , met het zelfde oogmerk, als in Frankryk gefchied was, naam- lyk , om 'er zig van te bedienen, tot aflosfing der fchulden' van den Staat. Doch , hier tö Lande, hadt men dit oogmerk niet. Men be- hoefde, in Engeland, geene Bank op te regten* Zulks was , reeda ten tyde van Koning Wil- lem , gefchied. Ook hadt men , geduurendé den jongften algemeenen oorlog , in 't jaar 1711, een ontwerp gemaakt, om de fchulden van's Lands zeemagt af te losfen, door het op- regten eener Zuidzee - Maatfchappye j Welker hoofdfom beftaan zou , uit alle deeze fchul- den , die meer dan negenhonderdduizend pon- den fterlings beliepen , van welken men zes ten honderd Intrest beloofde; die gevonden zou worden , uit de voordeden , welken men verwagtte uit den handel op Peru en de Zuid- zee, onaangezien men, ten deezen zelfden ty- de , in onderhandeling was over eene Vrede $ die deezen handel ftremmen moest; gelyk de- zelve ook , naderhand , door Koning Filips , aan een of .twee fchepen in 't jaar, voor zeker getal van jaaren, bepaald werdt. De Zuidzee- Maatfchappy was egter in ftand geraakt ( q ) i en hadt, in 't begin der Regeeringe van Ko- ning George , wederom eene merkelyke Lee^ ning aan den Staat gedaan, tegen zes ten hon- derd , waarvoor verfcheiden' inkomften ver- bonden waren (r). Doch in't voorleeden jaar 1719 , hadt de Regeering * op den voorgang van Frankryk , geraaden gevonden j zig van dé
O) fiNDAL Pot. IX. [er XXIV.] p. 8c,
O} Tindal V*U XH. |> XXVII. ] f. & |
||||
LXX.Boek. HISTORIE, äag
|
|||||
de Bank en Zuidzee-Maatfchappy, of vaneene 1700.
van beide te bedienen , om de fchulden van 't •**-*-* Ryk te verminderen. Men floeg , derhalve, voor , dat men alle de fchulden van den Staat zou maaken tot de hoofdfom van ééne Maat- fchappy ;* en bewoog , door deezen voorflag» de Bank en de Zuidzee - Maatfchappy tot het voorftellen van voorwaarden , waarop elk van hun de fchulden van den Staat wilde over- neemen , om met het beloop derzelven hunne hoüfdfom te vergrooten. Elk zogt, om ftiyd, de voorwaarden 20 voordeelig te frellen , dat het Parlement haar de vermeerdering haarei? Hoofdfomme met de fchulden van den Staat toeftondt. De Zuidzee-Maatfchappy boodt, voor deeze vryheid, eerst drie en een half mil- Hoen ponden flerlings : doch de Bank boodt ruim twee milliosnen meer. Eindelyk, leide de Zuidzee - Maatfchappy nog ruim twee millioe- nen op het bod van de Bank, en floeg nog an- dere voordeelige voorwaarden voor , waarom het Parlement;, ten laatfte, met haar overeen- kwam; haare hoofdfom vermeerderende met de fchulden van den Staat, die meer dan dertig millioenen ponden fterlings beliepen en tegen welken, der Maatfchappye verfcheiden'inkom- ften van den Staat werden afgeftaan. De Maat- fchappy ontving, hierop, de infchryvingen der fchuldeifcheren van den Staat, die gereedelyk opkwamen. De Zuidzee-Aktien reezen zelfs, terwyl men in 't Parlement nog handelde met de Bank en met de Maatfchappye , van hon- derd en dertig, tot boven driehonderd, en zelfs tot digt aan vierhonderd ; van welke hoogte, zy, naderhand, wederom daalden tot op
|
|||||
V
|
||||||
S24 VADERLANDSCHE LXX> Braue
vso. op driehonderd en dertig: omtrent welken prys
-------zy ftaan bleeven , tot in de Lente deezes jaars Aanvang De Actiehandel kon in Frankryk en in En-
van den geland niet lang met merkelyk voordeel ge- hande! in dreeven worden , zonder ook de Koopluiden Holland in Holland , in Zeeland , en elders in de Ver- en elders eenigde Gewesten , gaande te maaken. Men in de Ver- dreef, eerst, fterken handel in Engelfche Zuid- G-lfeT zee-Aktien: die» eerlang, geweldige winften ten. ' gaven, onaangezien de Mififippi-Maatfchap- py, in Frankryk, in't begin van Zomermaand, reeds geheellyk vervallen was. De Hertog - Regent, naamlyk, door middel van Laws Ontwerp, vyftienhonderd millioenen fchulden van den Staat hebbende overgedraagen op het Volk , befloot de betaaling in Bankbriefjes en in Aktien der Maatfchappye te doen verbieden, by een openbaar bevel van 's Konings Raad, waardoor zy wel haast allé waarde verloo- ren Qt") : 'l welk eene geweldige fchade ver- oorzaakte voor veele byzondere Perfoonen door 't gantfche Ryk , hoewel 'er eenigen wa- ren , die , by den Aktiehandel, fchatten ge- wonnen hadden. Doch in Engeland , hielden de Zuidzee - Aktien prys , en reezen , in den Zomer deezes jaars, tot boven de duizend ten honderd , door de ftreeken der handelaaren , die, looslyk, verfpreid hadden, dat Spanje een groot gedeelte van Peru aan Groot- Bmanje zou af ftaan , tegen Gibraltar en Port Mihon. 't Gantfche volk byna , door zulke winften, be-
(O Tindal Vol. XII. O- XXVII.] p. 358 — 367.
CO Zie Europ. Mete. Jan.— Ju«y fjio. W.163,32g. jfuty— Deo. 1720. bl. 71. |
||||||
\
|
||||||
UXBoek» HISTORIE. 225
|
|||||
bekoord, dreef Aktiehandel, Men begon ver- 1789.
fcheiden' andere Maatfchappyen van Koophao,- ———• del op te regten, die, met regt, den naam van Bobbel- of Wind - Maatfchappyen kreegen , en door den Koning verbooaen werden : waar- door de eigenaars der Aktien in deeze Maat- fchappyen groote fchade leeden (»). Midler- wyl, volgde men , in de Vereenigde Gewes- ten , den voet van handelen , welken men in Engeland hieldt. De Aktiehandel werdt fterk, in Holland, en vooral te Amfterdam , door allerlei flag van menfchen , gedreeven. Men fprak, in verfcheiden'Steden, ook van het op- regten van nieuwe Maatfchappyen van Koop- handel. Te Amfterdam, daar men 't eerst voor- *Maat* floeg , werdt het egter , door de Regeering - VanVer- van de hand geweezen. Doch te Rotterdam, zekering, werdt eene Maatfchappy van * Verzekering en « Rot- beleening opgeregt, in Hooimaand, welker "rdam Hoofdfom uit twaalf millioenen beftaan zou , VjJfc waarvan men flegts een vyfde ten honderd be- rantie. hoefde te betaalen by de infchryving , die ter- Middel- ftond vol was. Te Middelburg in Zeeland, ]£che werden twee Maatfchappyen , eene van Ver- fchap", zekering en eene van Koophandel, opgeregt. pye. En deeze drie Maatfchappyen bleeven in we- zen. Te Delft, te Gouda, en in alle de Ste- den van 't Noorderkwartier van Holland, wer- den ontwerpen gemaakt van diergelyke Maat- fchappyen , die niet tot ftand kwamen, of fpoe- dig ondergingen. Weesp , Naarden en Mui- den ontwierpen ook ieder eene Maatfchappy van Koophandel. Te Vlisfingen en te Veere, in
C«) TlNDAL m. XIII. [07 XXVIII] p. 7—I*.
XVIII. Deel. P
|
|||||
G26 VADERLANDSCHE LXX.Boek.
1720. in Zeeland, volgde men 't voorbeeld van Mid-
------- delburg; doch met ongelyken uitflag (y). De
Westindifche Maatfchappy verwierf verlof van
de algemeens Staaten , tot het voorflaan een er vrywillige infchryving van zestienhonderd Ak- tien , ieder van drieduizend guldens (w). In Overysfel werden, te Zwolle, te Hasfelt en te Steenwyk , Miatfchappyen van Handel uitge- fchreeven. Harlingen in Friesland volgde het Maat- voorbeeld der nabuuren. Eindelyk, regne fchappy men , ook te Utrecht, met verlof der Staaten tr du van 'ü Gewest ■> eene Maatfchappy van Koop- handel en ^Verzekering op , die te gelyk regt verkreeg , om eene Wisfelbank te ftigten, en Loteryen te houden. Zy gaf voor, eene Vaart te zullen laaten graaven , van de Stad , tot in de Eem , welke ftroom ook zo veel verdiept zou worden , dat men, langs den zelven , en langs de nieuwe Vaart, met groote fchepen, tot Voor Utrecht, zou können komen. Doch van dit voorgeeven kwam niets. De Maat- fchappy is egter eenige jaaren in wezen ge- bleeven , fchoon zy, altoos , gekwynd heeft. In den Haage , werdt ook eene Maatfchappy ontworpen, met verlof der Regeeringe van de Stede. Woerden was de laatfte Stad in de Vereenigde Gewesten , daar men ondernam, eene Maatfchappy van Koophandel op te reg- ten (#). De hoofdfom van alle deeze Maat- fchappye beliep meer dan tweehonderd en tagtig millioenen. Aan de algemeene Staaten wer-
(y) Zie Europ. Merc. July — DecemV. 1720. tl. 94—100-;
J4"— !54. 156-
(w) Zie Groot-pliknatb. V. D;el, tl. 1544. Qx) Europ. Mcrc. 'July — Dcccmb. 1720. hl. 188—20a» |
||||
LXX.BoEk. HISTORIE. Uf
werden ook ontwerpen ingeleverd van Maat- i-es.
fchappyen , die tot afdoening vart 's Lands-------.•
fchulden zouden ftrekken (y). Doch 't leedt
niet lang , of men zag de ydelheid van deezen handel. De Zuidzee-Aktien, in Engeland, totbo- Verval
ven de duizend ten honderd opgejaagd, daal- ™n,deB den, in den Zomer, allengskens; onaangezien ^ eJJL de Bewindhebbers allerlerlei konften in 't werk hmd: ftelden, om ze prys te doen houden. De fchuld- eifchers van den Staat waren misnoegd op de Bewindhebbers , om dat men hun min voor- deelige voorwaarden aanboodt, aan men hen hadt doen hoopem De verböoden' Maatfchap- pyen van Koophandel, welker Aktien nog Her- ken trek hadden, deeden den prys der Zuidzee- Aktien ook daalen. De daaling deedt elk, die hoog gekogt hadt, vreezen voor verdere daa- ling. Men vondt veele verkoopers : weinige koopers. De Bewindhebbers namen , eindé- lyk, hunne toevlugt tot de Bank, dezelve zoe- kende te beweegen, tot eene overeenkomst, die ftrekken zou om de Maatfchappy in Credit te houden ; doch de toeleg gelukte niet. De Aktien daalden, hand over hand, van duizend, tot verre beneden de tweehonderd , en einde» 3yk , tot honderd en dertig ten honderd (2). Men ontdekte , allengskens , dat men zig met eene ingebeelde hoop op groote winften ge- vleid hadt. In de Vereenigde Gewesten, hadt «n in <!é- de Aktiehandel den zelfden uitflag. De daaling Ven* der Zuidzee-Aktien in Engeland deedt ze, ook efw»- hier, ten,
O) Zie de Proje&en van J. W. Meinbrtzhagbn en Ga-
briel de Souza BniTO Cz) Tindai. FtU XIII. [v XXVIII.] />. iG — $7, P Ä
|
||||
aa8 VADERLANDSCHE LXX.Boek.
i7so. hier, terftond, daalen. De Aktien in de meeste
■ ontworpen' Maatfchappyen liepen geheel tot niet. De Wethouderfchap van Amfterdam ver- boodt allen Makelaaren, zig met deezen Wind- handel te moeijen. DeAktiehandelaarswerden, alomrae , en vooral te Amfterdam , het voor- werp der algemeene befpottinge. Men fchimp- te op hen, in prenten en gedrukte fchrifcen. Men voerde Schouwfpeelen ten tooneele, waar- in zy fchamperlyk werden doorgeftreeken. Een Koffyhuis te Amfterdam, daar zy gewoon wa- ren te vergaderen , werdt aangevallen door 't graauw , en zou gevaar van plondering geloo- pen hebben , zo de moedwil niet, door de Schouten en Geregtsdienaars , geftuit geweest was («}. De Aktiehandel verviel, in't kort, geheellyk, tot bysrere fchade van veelen , die laag verkoopen moesten , of met Papieren, welken niets waardig v/aren, zitten bieeven. Veelen raakten buiten ftaat, om hunne fchuld- eifchers te voldoen. Weinigen , die 't geluk gehad hadden van tot hoogen prys te verkoo- pen , hadden veel gewonnen by den Windhan- del. Doch de meeste Miatfchappyen, welken men, alomme, voorhadt op te regten, werden zo ras vergeeten, dat men'er, in't kort, naauw- lyks meer van hoorde fpreeken. Van fommi- gen deezer Maatfchappyen zyn nog eenige ge- ringe tekenen overgebleeven. De voorn aamfte dry vers van den Aktiehandel, hier te Lande, hadden zig , mi Jlerwyl, gewagt voor misdaa- den , die hen ftraf baar maakten voor 't Ge- regt. Maar in Engeland , werden de Bewind- heb- (<0 Europ. Merc 7"fy — Dtcemt. 1720. hl. 20 2 — 207,
|
||||
LXX.Boek. HISTORIE. 22p
hebbers en voornaame bedienden der Zuidzee- i7mi
Maatfchappye, eerlang, geregtelyk vervolgd, ■ eenige ampten (b~). John Law ook, de uitvin- der van dit werk in Frankryk , werdt genood* zaakt het Ryk te ruimen. Hy deedt eene reis naar Venetië, en naar Rome, begafzig, vervol- gens , naar Hanover, en kwam, in Wynmaand des jaars 1721, wederom in Engeland, daarhy, vergiffenis verworven hebbende van den maii- ßag, doorhem, tevooren,begaan(c), eenigen tyd zyn verblyf hieldt. Naderhand, reisde hy wederomnaar Venetië, daarhy, in Lentemaand dej jaars 1729, overleeden is (/ƒ). De Hervormden in Duitschland, in Poolen, XXI.
in Hongarye en elders , klaagden , ten deezen Verdruk- tyde, zeer over verdrukkingen, welken zy van (jer^pro* de Roomsch-Katholykenleeden, tegen de ou- testan- de Verdragen, of Wetten des Lands. Da Pas- ten, in (ärowitfche Vrede, en het Verbond, tusfchen P"^0*?" den Keizer en Frankryk fcheenen het Duitfche HÖng°.m Ryk en Hongarye zo zeer te beveiligen voor rye; uitheemfchen oorlog , dat de Roomfche Gees- telykheid minder zwaarigheid maakte , om de voorregten der Protestanten, aan verfcheideu* oorden, te befnoeijen , en hierdoor inwendig eenige onrust te verwekken. In Poolen, werdt den Protestantfchen Steden het regt van (tem- men op den Landdag benomen. In Honga- rye , werden veele Godgeleerde boeken , uit Engeland en Holland der waards gezonden, ver- beurd verklaard. Te Spiers , en te Mentz, wer-
(b) Tindal Vol. XIII- [or XXVIII.] p. 61.
Tc) Tindml Vul. XIII. [or XXVIII ] p. 6. 114, 135.
{dj Memoir. de VAbbi de Montoun lom. VU. p. 38y.
Pa
|
||||
ßgo VADERLANDSCHE LXX.Boei?.
1720. werden verfcheiden'Kerken den Protestanten
------- benomen en den Roomsen-Katholyken inge-
byzon(jer.ruimd. Maar nergens vielen zwaarer klagten,
lyk in de dan in de Palts ; daar de Heidelbergfclie Cate- I'aits. chismus verbooden en opgehaald werde. Ook werden den Hervormden, te Heidelberg, twee Kerken en de inkomften van verfcheiden' an- deren afgenomen. Men gaf den Katholyken het bewind over de aalmoesfen der Hervorm- den , welke men , daarenboven, noodzaakte, te draagen tot de kosten der Roomfche Kerk- plegtigheden, en welken men verboodt, te werken , of hunne winkels te openen , op de Heilige dagen (é). Alle de Protestantfche Mo- gendheden deeden ernftige Vertoogen , tegen deeze verdrukkingen hunner Geloof'sgenooten, die , in het Duitfche Ryk , regelregt, met de Poogin- Westfaalfche Vrede ftreeden. De Staaten in Staaten' '£ byzonder yverden zeer, om de bezwaar- om deeze nisfen hunner Geloofsgenooten in de Palts te verdruk doen herftellen. Doch hunne vriendelykepoo- kmgen te gingen waren vnigteloos. Zy vonden , der- houdenf* halve, geraaden, middelen van meerderen na- druk te gehruiken , en beflooten, voor eerst, de Jezuiten , welke orde men hieldt de meeste zwaarigheid veroorzaakt te hebben , en alle andere geordende Priesters, volgens de Pla- kaaten, in vroeger tyd gemaakt, ten Lande uit te doen vertrekken. Ook paste men naau- wer op het gedrag der Roomfche Geestelyken te Maastricht, daar de Staaten Half- Heeren waren. De Keurvorst van de Palts beloofde, hierop, den Hervormden eene der afgenomen* Ker~
CO Tindal Vol. XII. [or XXVII] p. 338, 339.
|
||||
LXX.Boek. HISTORIE. 231
Kerken, te Heidelberg, te rug te zullen gee-
ven , gelyk hy , federt, deedt: doch 't ftuk van den Catechismus wilde hy aan 's Keizers uitfpraak'verbleeven hebben, 't Stiet hem ten hoogfte , dat de Mis , in dit Werk , um ver- vloekte afgodery genoemd werdt, en hy vorder- de , dat men al wat de Mis betrof uit den Ca- techismus liete. 't Gefchil, welk hy hierover hadt met zyne Gereformeerde Onderzaaten, wilde hy aan den Keizer (lellen, Doch hier- naar hadden zy geene ooren. Ook verftonden de Staaten, dat het hun niet mögt gevergd wor- den. Men befloot dan, de Plakaaten tegen de Jezuiten, ftrengelyk, uitte voeren: te meer, om dat, zo men geloofde, op hun aanhitfen, de vervolging der Protestanten, ookteWeerd, in het Munfterfche , op de grenzen van Gel- derland , begonnen was. In Gelderland , in Holland en elders, werden verfcheiden' Room- fche Kerken geflooten : de Jezuiten werden, alomme , ten Lande uit verdreeven , en enke- len , niet dan om byzondere redenen, voor ee- nen tyd, tocgelaaten, hier te verbly ven, zonder dienst te doen (ƒ), Hierdoor, verminderden de verdrukkingen in de Palts, allengskens, een weinig: waarom men, na verloop van eenigen tyd, ook hier te Lande, eenige oogluiking begon te gebruiken. Doch toen de Plakaaten tegen de Jezuiten , in Wynmaand deezes jaars, nog op 't ftrengst werden uitgevoerd, wilde de Re - geering egter niet gedoogen, dat deRoomfche Leeraars en Opzienders , in openbaaren druk, se-
(ƒ) U-elbl. Roll. 14 Oaoi. 14 Nov 171». il. 4gC>, 577. Zie
r.ioot-Plakaatb. V. Üul, W. 57°» S7i » 573. 5/51 57$> 577. 3j78.379- P 4
|
|||||
!
|
|||||
232 VADERLANDSCHE LXX. Boek.
|
|||||
1720, gefcholden , of lasterlyk doorgeftreeken wer-
* den: om welke reden toen, door het Hof van Holland, zeker Boekje tegen de Roomfchen
fcherp verbooden werdt (g). Ten deezen tyde , ook eenig gefchil geree-
zen zynde , tusfchen de Gereformeerde Ge- meente van Vaals in 't Land van 's Hertogen- rade , onder 't gebied van den Staat, en de Gemeente onder 't Kruis , te Aken en te Bor- chet, die , met de Gemeente van Vaals , ee- nen Kerkenraad uitmaakten, welkeKerkenraad nu alleen uit vier Leden der Gemeente van Vaals beftondt; bevalen de Staaten, dat dege- meene Kerkenraad, voortaan, uit zes Leden, twee uit elke Gemeente, beftaan , en dat elke Gemeente zyne Kerkenraads Leden verkiezen zou (^). xxii. Het woeden van de Pest te Marfeille gaf den Zorg voor algemeenen Staaten aanleiding , om alle fehe- 4T7een pen, van daar, of uit eenige haven van Frank- Pest uit ryfc » lanSs de Middellandfche zee , komende, deVeree- het inloopen in eenige havens of zeegaten dee- nigde Ge-zer Landen, ftrengelyk , te verbieden. Ook westen, gebruikten zy zonderlinge voorzorg , omtrent fchepen en goederen , van de Levant her- waards komende. Zelfs deeden zy Lazaretten opflaan , op de Zeedorpen , om in dezelven Perfoonen en goederen, uit geftrande fchepen, die van befmette Plaatfen kwamen , te ber- gen. Het visfchen van befmette goederen werdt ook, volftrektelyk, verbooden (J), In de vol- gen- (g~) Zie Groot-Plakaatb. V. De;l, U 712.
(A) Zit f.root-PI kaaci'. V. Deel, tl. 6n8.6og,öio,c?it, 612.
CO Zit Groui-Plakaatb. V. Dil, tl. 1043,1^5,1648^*549.
|
|||||
LXX.Boek. HISTORIE. 233
gende twee jaaren , ftelden de Staaten nog 1720.'
naauwkeuriger orde, op het weeren van fche- kwamen , doende zelfs, fomtyds, fchepen, welken men hieldt befmet te zyn, verbranden met de Laading, na dat men 't volk, onge- kleed, aan land gebragt hadt, om, aan een afgelegen oord, een' bekwaamen tyd, te ver- blyven, eer men 't verder Landwaards in ko- men liet. Ook werden' 'er nette lysten gemaakt van goederen, welken geoordeeld werden niet te können befmet worden. (£) Doch alle dee- ze en veele andere voorbehoedfels hielden op, toen de befmettelyke ziekten in de Levant en in Frankryk ophielden. De Raadpenfionaris Heinfius, die zyn ge- XXIII.
wigtig Ampt, federt het midden van 't jaar ^oodd 1689, bekleed hadt, en, van vyf tot vyf jaa- j^"ad.e ren,op nieuws , aangenomen was (O? over" penfio- leedt, op den derden van Oogstmaand deezes narjs jaars (m). Hy was, onder 't Stadhouderlyk Heil-fiui bewind van Koning Willem den III., Raad- penfionaris geworden, en behieldt zyn ampt, ook na 's Konings dood. De Franfchen meen- den, dat hy, nog Penfionaris van Delft zyn- de, in hunne belangen was, om dat hy, den last zyner Stad volgende, niet altoos overeen- komftig met het gevoelen des Prinfen van Oranje ftemde. Ook toonde hy zig, naderhand, Raadpenfionaris geworden, yveriger voor het Stad-
|
||||||
(k) Zie Groot.Plakaatb. VI. Led, hl. 1435, 1436, 1439,
.1443 > H48, 1449- '451. »452- 14-54, 1455, ï45<>> »457- ( l ) Zie, onder anderen , Refol. Holl. 17 Maart 1719, il. 171.
O) Refol. Holl 10 Aug. IT20. hl. 379, 384. Zje Eur>>p.
Merc. Jtily — Ute, 1720, ei. 157'. |
||||||
fl34 VADERLANDSCHE LXX.Boek.
17?o. Stadhouderlyk belang («); hoewel hy, na ds
»'■ dood van Koning Willem, wederom verander- de van maatregels, zonder dat egter de Fran- fche Staatsdienaars zig beroemen konden, dat hy eenigszins met hen heulde. Niemant, be- halven Oldenbarneveld , heeft , voor of na Heinfius, het Aropt van Advokaat of Raad- penfionaris, zo veele jaaren agtereen, bekleed. Het was , na de dood van Koning Willem, in 't jaar i?cs, wederom zo gewigtig en aan- zienlyk geworden, ais ten tyde van de Witt; doch tegenwoordig op verre na zo gevaarlyk niet als toen, om dat 'er minder partyfchap was ïzaak onder de Gewesten. De Staaten van Holland ™n traden , op den twaalfden van Herfstmaand beek"1" tot ^e aanftem'ng van eenen Raadpenfionaris, volgt en verkooren 'er toe, met eenpaarige ftem- 1 hem op. men, Meester Izaak van Hoornbeek, Penfiona- ris van Rotterdam , op dezelfde wedde van twaalfduizend guldens in 't jaar, welke de Raad- penfionaris Heinfius genooten hadt. Ook deedt Hoornbeek den eed, op gelyke Inftruftie, als Heinfius : alleenlyk was 'er uitgelaaten alles, wat eenige betrekking hadt tot den Perfoon eu het Ampt van eenen Stadhouder van Holland(V). De Ridderfchap en Edelen van Holland namen hem , ten zelfden tyde, aan tot Penfionaris hunner Orde (j>). XXI Terwyl het openen der Byeenkomst te K$- Vrede meryk, van tyd tot tyd, verfchooven werdt, tusfchen han(jel(je ^ Koning van Groot - Britanje aan het
f») Negociat. chf Comtc d'AVAtix, Tom. s. p. 283, 284.
(uj Refo'. Huil. 5', 12 Sept. 1720. bl.406, 4», 419« 2it Croot-Plakaath. V. bed, bl. 91, 9g. O) Rel'ol. Hotl. 13 Sq,t. 172.0, l/l, 423 |
||||
LXX.BoEK. HISTORIE. 235
het Hof van Madrid , over eene byzondere 1721.
Vrede, die eindelyk getekend werdt, op den —7- dertienden van Zomermaand des jaars 1721. Sp^J0 De Utrechtfche Verdragen van Vrede en Koop- g"^";C handel werden, by dezelve, bevestigd, en men beloofde , wederzyds , orde te zullen ftellen om de punten deezer Verdragen, die nog niet naargekomen waren, ftiptelyk, te doen agter- volgen. Groot- Britanje verbondt zig, om de fchepen en goederen, in den tegenwoordigen oorlog, op Spanje veroverd, te zullen te rug geeven. Het afdoen der overige gefchillen tus- fchen de twee Kroonen werdt verfchooven, tot de Byeenkomst te Kameryk. Ook werdt be- raamd, dat deeze byzondere Vrede niet zou afgekondigd worden, dan na dat de algemeene, te Kameryk , gellooten zou zyn (^). By deeze punten was, zo fommigen melden, een geheim punt gevoegd, waarin de Koning van Groot-Britanje beloofde, zig niet te zullen moeijen met de zaaken van Italië: waartegen hem Gibraltar en Port - Mahon, volftrektelyk, werden afgeftaan, door den Koning van Span- je (f). Doch men heeft, meen ik, reden, om de egtheid van zulk een punt verdagt te hou- den. Anderen gewaagen van een regt ftrydig geheim punt, op welk,Spanje zig, naderhand, gegrond zou hebben, om Gibraltar van den Koning v*n Groot Britanje te rug te vorde- ren (.?). Doch zulk een punt is ook nimmer t te C?) Voiez Du Mont Corps Dipl. Tum. VIII. P. II- p. 33.
Uousskt Recueil, Tem. IV. o. 95. Cr) Sec. TiNDAi , fpl. .XIII. [o/ XXVIII.] 1> 121.
<"0 See BoLiNGüROKBS Answer to the Dcfcnfc üf the En*
ejJjiry (fcc. in kis Works Fol% I. j>. 256, |
|||||
.
|
|||||
&3<S VADERLANDSCME LXX.Boek:
|
|||||
«721. te voorfchyn gebragt, 't Verdrag hadt egter
-------geheime punten : immers één , waarby , de
Koning van Groot-Britanje beloofde, te zul-
len gedoogen, dat de Koning van Spanje zes- duizend Spanjaards in de Hertogdommen Tos- kane, Parma en Piacenza voerde, in de plaats van zesduizend Zwitfers, gelyk, by 't Verdrag van Londen, of viervoudig Verbond, beraamd was. Doch van dit punt lekte niets uit, voor Geheim 't jaar 1728 (?). Van wege de Kroone van Verbond prankryk, handelde de Markgraaf van Man- Frank- leider ook, federt eenigen tyd, aan het Huf ryk, van Madrid, over eene byzondere Vrede, die, Spanje ten zelfden tyde, getroffen werdt. Frankryk enGroot- nam njet aueen iiet Verdrag aan, welk, tus- ltanje' fchen Spanje en Groot- Britanje gellooten was, en waardoor ook de Vrede tusfehen Frankryk en Spanje herfteld werdt; maar men floot, ten zelfden dage, een geheim Verbond van onder- linge befcherminge tusfehen de drie Kroonen. Men beloofde, by dit Verbond „ elkanderen „ te zullen handhaaven, in zyne regten en „ bezittingen, zo als dezelven, bydeVerdra- „ gen van Utrecht en Baden, en by het Ver- „ drag van Londen van den jaare 1718, ge- „ regeld waren , en verder geregeld zouden „ worden, te Kameryk. En in geval iemant „ eenen der Bondgenooten vyandelyk aanviel, „ zoudenze eikanderen, ieder met agtduizend „ knegten en vierduizend ruiters, byftaan, ten „ ware men den onderftand liever in geld be- „ geerde. De Hertog van Parma zou, in 't „ bezit zyner Landen en Regten, gehandhaafd „ wor-
(O yotiz Muntcon Mcmoir. Tom. VI. 0. 2Ö1,
|
|||||
LXX.Boek. HISTORIE. 237
„ worden. Men zou ook andere Mogendhe- 1741.
„ den nodigen tot dit Verbond, en in 't by- —:—• „ zonder de Staaten der Vereenigde Gewes- „ ten, met welken de Koningen van Frankryk „ en Groot-Britanje het Verbond van den „ vierden van Louwmaand des jaars 1717 „ beloofden te zullen onderhouden («)." Het fluiten deezer twee Verdragen, welker xxy.
laatfte, en het geheim punt van het eerfte, niet Hande- le wel overeenkwamen met het viervoudig Ver- Ung?a„ bond, en hierom zeer geheim gehouden wer- °^nf y" den, gaf, eerlang, aanleiding tot het openen komst der Byeenkomst te Kameryk, waarop de Ge- te Käme* volmagtigden van Frankryk en Groot-Britanje ryk« nu het ampt van Middelaars bekleedden, tus- fchen die van den Keizer en den Koning van Spanje. Doch daar verliep een geruime tyd, met het regelen der plegtigheden , met het opftellen van eene orde op het gedrag der me- nigvuldige bedienden (y), met het geeven en ontvangen van plegtige bezoeken, en met an- dere dingen van klein belang. Een groot ge- deelte van den tyd , dien deeze Byeenkomst duurde, werdt ookgefleeten, met het bywoonen van openbaare Schouwfpelen en andere Ver- maakelykheden (m>). De Keizerfchen, eindelyk, hunne eifchen doende, begeerden geen ftip te wyken van het viervoudig Verbond. Spanje en de Hertog van Parma zogten, daarentegen, eenige punten te bedingen, die niet te wel met dit Verbond overeen kwamen. En Frankryk en
(«O Voiez Du Momt Corps Dipl. Tom. VIII. P. II. p. 34.
ItoussET Recueil, iom IV. r>, 101. (v~) Vniez Roussft Recueil, Tom. III. p. 417. (wj RouSSET Recueil, torn. I. p. 307 , 30a, 3sfi, |
||||
i$% VADERLANDSCHE LXX.BoEKi
1721. en Groot-Britanje waren, na 't gene zy, te
------Madrid, met Spanje, geflooten hadden, niet
ongeneigd, om Filips en den Hertoge, zynen
Schoonvader, eenig genoegen te doen geeven. De Hertog beweerde, dat de Hertogdommen van Parma en Piacenza niet leenroerig waren van het DuitfcheRyk (*): 't welk de Keizer- fchen te minder dulden konden, om dat het tegendeel vastgefteld was, by het viervoudig Verbond, Maar de Franfchen en Engelfchen j by het geheim Verbond van Madrid, nu be- loofd hebbende, den Hertog van Parma te zul- len handhaaven, in het bezit zyner Landen en Regten, zogten de Keizerfchen te doen begry- pen, dat zy niet vreemd vinden moeflen, dat deeze Vorst zyne Regten meende te doen er- kennen, op de Vredehandeling, na dat hy, vergeefs, gehoor begeerd hadt, by het Weener Hof. Hierover reezen, dikwils, hevige woor- den, onder de Gevolmagtigden. De Keizer- fchen befchuldigden de Franfchen en Engel- fchen van partydigheid: en deezen hielden den Keizerfchen voor, dat zy zig van woorden be- dienden , welken men niet gewoon was te ge- bruiken , tegen Vorften , of tegen derzelver Staatsdienaars. Kortom, de onderhandelingen werden, dikwils, opgefchort, ter oorzaake van het wyd verfchil, tusfchen de handelende Mo- gendheden , welke niet fcheen af te neemen, in al den tyd, dien men te Kameryk byeen was* Men fcheen het zelfs, van wederzyde, toe te leggen, om eikanderen op te houden , of te ver-
(x~) Voicz Rousset Itecueil, Tom. IV. p. 109, 119, 145»
130 «132» 13**« Supplem. au Corps DipK Tom. II. P. H. f. 170— 173- |
||||
LXX.Boek. HISTORIE. 039
|
|||||
verkloeken (y), en nooit liep 'er Vredehan- t^ti
deling vrugteloozer af dan de Kamerykfche, -----—
fchoon zy, langer dan de meeften, te weeren
vier jaaren, geduurd heeft. De Koningen van Frankryk en Groot-Britanje, den Keizer wil- lende overtuigen, dat zy zig, in de gewigtig- fte punten, dagten te houden aan het viervou- dig Verbond, hadden, midlerwyl, by eene Akte, den zevenentwintigften van Herfstmaand des jaars 1721, getekend, beloofd, hem te zullen handhaaven in 't bezit van 't gene hy, tegenwoordig, in Italië inhadf (2). Doch zulk eene algemeene verklaaring was Oorzaak
niet in ftaat, om het Weener-Hof gerust te ken, ftellen. 't Bleek, allengskens, klaarlyk, dat waarom Frankryk en Groot-Britanje de zyde begon- J^.ne„ den te houden van den Koning van Spanje. Groot- George de I. was hiertoe, zo fommigen wil- Brkanje len , bekoord , door den volftrekten afftand m.eer be* van Gibraltar en Port-Mahon: en de Hertog henen"," van Orleans, door het fluiten van drie Huwe- over dè lyken, die allen drie zeer voldeeden aan zyne zyde van byzondere inzigten. De oudfte Infante van sPanie» Spanje, Maria Anna Viiïoria , werdt Koning Lodewyk den XV. toegefchikt, en kwam, in 't jaar 1722, in Frankryk (V): en twee Dog- ters des Hertogs, de Prinfesfen van Montpen- fier en Beaujolois, werden ten Huwelyk be- loofd, de eerfte aan Lodewyk Filips, Prinfe van Afturie, Erfgenaam der Spaanfche Kroonen, en de tweede aan den oudften Zoon van Ko- ning (5O Rot;ssET Recueil, Tom, IV. f. 141. Tindal Vol. XIII.
[er XXVIII \p. 122, 123. C*3 Poiez Du Mont Corps Dipl. Tom. VIII. P. U. f. i'J> fjÖ Zit Europ. Mere. 'jan.—Juny 172a. U. leq. |
|||||
140 VADERLANDSCHE LXX.Boek.
ning Filips, uit het tweede bedde, den Infant
Don Carlos. Het Huwelyk van den Prinfe van Afturie met de Prinfesfe van Montpen- fier werdt, eerlang, voltrokken (£). Doch dat van den Infant Don Carlos met de Prinfesfe van Beaujolois moest, om de groote jongkheid van 't Paar, nog eenige jaaren, uitgefteld worden. DePrinfes werdt, midlerwyl, aan 't Hof van Madrid opgevoed. Men begrypt, ligtelyk, hoe zeer het aanzien van den Huize van Orleans ryzen moest, door deeze twee Huwelyken. Doch het geflooten Huwelyk tusfchen Lode- wyk den XV. en de Infante van Spanje ftrek- te, insgelyks, zeer tot bevordering van het belang des Hertogs van Orleans (c). De In- fante bereikte nog geene vier jaaren: het Hu- welyk kon, derhalve, nog in lang niet vol- trokken worden. En zo lang het onvoltrokken bleef, was de Hertog de naafte erfgenaam der Kroone vanFrankryk, op welke, 'sKonings zwakheid en eenige toevallen van koorts, die hem, van tyd tot tyd, overkwamen Qd), hem, ongetwyfeld, deeden hoopen. 't Was dan niet vreemd, dat men het Franfche, zoo wel als het Groot-Britannifche Hof, allengskens, zag neigen, om het belang van den Koning van Spanje meer te bevorderen, dan by 't vier- voudig Verbond beraamd was : 't welk den Keizer noodwendig, meer of min, vervreem- den moest van deeze twee Hoven, en de By- eenkomst te Kameryk vrugteloos maakte. De Staaten der Vereenigde Gewesten , zorgvul- dig- f5) Zie Enrop. Merc. July—Dcccmb. 1723. hl. 150.
(c~) Paiez Mcrnoir. de Montron. 'lom. III. p. 22x. (d~) Zie Europ. Merc. 'jtily—Decemb, 1721. hl. pf, |
||||
LXX.BOEK. HISTORIE. 241
diglyk, lettende op den vreemden keer, wel- i;2r.
ken de zaaken, aan verfcheiden'Hoven, na- —— men, hielden zig, ondertusfchen, wysfelyk, buiten nadere Verbindtenisfen. De oorlog met de Algerynen, die nu ver- xxvr.
fcheiden' jaaren geduurd hadt, was ten hoog- De Staa- fte nadeelig geweest voor den Koophandel der *en zen~ Vereenigde Gewesten. Men hadt 'er wel veer- g^oor-" tig fchepen by verlooren , die, met de laa- iogsfche- ding, zes millioenen waardig gefchat werden, pen "uit, Daarenboven, rekende men, dat 'er wel ne- tot !"!* genhonderd Bootsluiden tot flaaven gemaakt jgj.,gins waren, door die van Algiers. De Gemagtig- fcheep- den tot den Levantfchen Handel hadden een vaart in Vertoog ingeleverd ter algemeene Staatsver- ^6,^1^" gaderinge , waarby zy fterk aanhielden , op fch^«eój het uitrusten van zes Oorlogfchepen, tot be- veiliging van de Vaart door de Middelland- fche Zee. 't Welk van dit gevolg was, dat de Staaten, in de Lente deezes jaars, beflooten, den Vice - Admiraal Frangois van dersfen, Heer van Sommehdyk, met een Esquader van agt Oorlogsfchepen , te zenden naar de Middel- landfche Zee. Hy ging, kort, hierna, onder zeil, kruisfende, den gantfchen Zomer, af en aan en door de Straat, zonder eenig vyande- lyk fchip te können veroveren. Ondertusfchen, vielen nog verfcheiden' Koopvaardyfchepen den Algerynen in handen (e). De Schout by Nagt, 172?!. Henrik Grave, die, in 't volgende jaar, met een-------
diergelyk Esquader, in zee ftak, hadt het geluk
van
f O Zie Europ, Merc. Jan-----Juny l?ti, il. 15 — 29, 133,
Jufy — üectmb. 1721, bl. 60--62.
XVIII. Deel. Q
|
||||
•4S VADERLANDSCHE LXX.Boek.
1732. van twee Algierfche Kaapers te bemagtigen (f),
------. 't Verloop van de Zuidzee - Maatichappye
XXVII. in Engeland hadt veel misnoegen veroorzaakt,
Aanflag on(jer 't gemeen. De aanhangers des Preten« deeie°d°/$ dents zogten 'er z*g van te bedienen, om ee- Preten-" nen nieuwen opftand te verwekken, tegen de dems Regeeringe. De Hertog van Orleans gaf 'er ontdfkt^ (jen Koning van Groot-Britanje kennis van, hni.nSe* i° 'fc tnidden van Bloeimaand des jaars 1722. Terftond, werdt 'er orde gefield, om den toe- leg te fluiten. Horatio Walpole, die, weini- ge dagen te vooren vertrokken was naar den Haage, kreeg bevel, om de Staaten wederom te verzoeken, om den gewoonlyken onderftand van zesduizend man, zo de nood dien vorde- ren mögt. Gelderland, Zeeland , Friesland, Overysfel en Groningen oordeelden, dat men, terftond, drieduizend man van de zesduizend infcheepen moest, Doch Holland en Utrecht hielden tegen , dat hiertoe , by meerderheid van ftemmen, beflooten werdt, gelyk de ande- re Gewesten verftonden, dat gefchieden mögt De Staa- q^ jyjen antwoordde dan, dat men zig ge* loovet *eed zou houden, om zyne Majefteit, over- denKo- eenkomstig met de Verdragen, te onderfteu- ning on- nen (ßy Verfcheiden' verdagte of fchuldige derftand. j^den werden geligt, in Engeland, en onder deezen, Francis Atterbury, Bisfchop van Ro- ehester, die, eerlang, van zyne waardigheid ontzet, en uit het Ryk gebannen werdt. Ee- nige
(?) Zie Europ. Merc July — D'cemi. 171*. il. 7s, 157.
r#) Refol. Holl. 29 May, 2 Juny i/ai, il. 100, io<). Feit* Rotsset Recucil, Tom. XVII. p. 387. Qj fit Ewqp. Merc, Jm<-rjfuny 1722. II. 305. |
||||
LXX.Boek. HISTORIE. 24$
|
|||||
nige andere gevangenen werden , federt, te 1722.
regt gefteld , en geftraft, of ontflagen. De ■------
onderneeming, die thans, doorgeene buiten-
landfche Mogendheid , begunstigd werdt, fmoorde in de geboorte (#'), en de Staaten hadden geene gelegenheid, om Koning George de beloofde manfchap toe te zenden. De jonge Erfftadhouder van Friesland, Prins XXVUI.
Willem Karel Henrik Frifo, voor eenige jaa- Prins, ren, tot Stadhouder van Groningen zynde g^jm aangefteld , werdt, fchoon hy thans naauw- Henri* lyks elf jaaren bereikte, door de Ridderfchap Frifo en Eigen-erfden van het Landfchap Drenthe, w°rdt tot Stadhouder en Kapitein - Generaal van hun ^J^" Gewest verkooren. Hy bekleedde dus de drie Drentaen Stadhouderlyke waardigheden, die, door zyne Voorouders , van Vaders zyde , bekleed ge- weest waren. Doch ten deezen zelfden tyde, werdt ook, XXIX.
door eenigen zyner vrienden, gearbeid , om Poo£in- hem van het Stadhouderfchap van Gelderland hem°vaa te verzekeren : en 't ftuk werdt, onder de het Stad- hand, zo voorzigtelyk beleid, dat men 't zo houder- goed als in zyne magt hadt, eer de andere Ge- {ch*pc westen vernamen,dat men 'er, op de aanftaan- der"ande" de Landfchaps - Vergaderinge, die in Wyn- te verze- maand gehouden zou worden, over ftondt te keren. raadpleegen. De Staaten van Holland, die, nevens die van Zeeland, Utrecht en Overysfel, reeds voor eenige jaaren (k), hadden dienstig geoordeeld, den tegenwoordigen vorm derRe- gee-
CO Tjnoal Vol. XIÏI. [or XXVIII.])». 157, 183—205.
(i ) Zit XVII. Deel, lil. 133, 13+, 2*8. |
|||||
244 VADERLANDSCHE LXX.BoekJ
|
|||||||
1722. geeringe te blyven handhaaven, beflooten, zo
•-----— dra zy kennis kreegen van 't gene men in Gel- derland voorhadt, hun best te doen, om de uitvoering van zulk een voorneemen te ftui- fel van9' ten C.O' ZY ftemden, terftond, tot eene be- Hoiiand zending naar Zeeland, Utrecht en Overysfel. zoeken't Naar Zeeland gingen de Heeren Jakob Gode- te belet- fooien den Boetfelaar, Adolf Fïsfer,PieterMar- cus en Joan Groot (m): naar Utrecht en naar Overysfel de Heeren Karel Filips van Dorp, Heer van Maasdam, /ilbert Fabricius, Willem Buys, H. Daay en de Raadpenfionaris Hoorn- beek. Zeeland, Utrecht en Overysfel waren 't wel eens met Holland, om den tegenwoor- digen vorm der Regeeringe te handhaaven: waartoe Zeeland in 't byzonder, nevens Hol- land, bekwaame middelen beraamen wilde («): doch die van Holland zogten de drie Gewes- ten , daarenboven, te beweegen, om, nevens hen, eene bezending te doen naar Gelderland, en, ware 't mogelyk, de Staaten van dit Ge- west over te haaien, om by den tegen woordi- gen Regeeringsvorm te volharden. De Gekom- mitteerde Raaden van Holland hadden, eer nog de Staaten vergaderd waren, eenen brief laaten afgaan naar Gelderland, waarby zy ver- zogten , dat men zig toch niet verhaasten wil- de met het voltrekken der beraamde verande- rin-
|
|||||||
(/) Refol. Holl. 13, 15 Orioi. 1712. hl. 41S, 421, 4SI.
(«) Propof. der Gedep. van Holl. aan de Stair. van Zee?.
fan -8 Oclob. i?u. Zit ook Stukken raakende de Deput. van Holland geur, 1722. Cm) Refol. Holl. iR AV. 172c hl. 4M, 4^2. iS6. NomU
Zeel 29, 30 OSluh. i$Dec. 1722. lil. 24J.S45« 276. Byl. hU X\j\ Zit ook Stukk. raak. de DepiH. van Holl. gedr% 1723. |
|||||||
LXX.BoEK. HISTORIE. 245
|
||||||
ringe. De Staaten fchreeven, daarm, zelven 1722;
eenen uitvoerigen brief aan de Staaten van Gel- ■ derland, gedagtekend den zestienden van Wyn- Um
maand, waarin zy betuigden „ met de hoog- JJjf^JJ „ fte bevreemding, vernomen te hebben, dat, <je > am" „ by hunne Edele Mogendheden, ernftelyk, de Staa- „ ftondt geraadpleegd te worden , over het J^n Yan „ maaken van zulk eene groote verandering j™[ *£ „ in de Regeeringe, als was het aanneemen fchrec«" „ van eenen Stadhouder, of, met andere woor- ven. „ den, het afftaan van een gedeelte van de „ magt en hoogheid der Staaten aan eenen „ anderen. Nogtans, verzogten zy, dat men „ niet wilde waanen,dat zy zig dagten te ftee- „ ken in de huisfelyke zaaken van Gelderland; „ maar dat men hun gedrag aanzage, als ge- „ fprooten, uit de zorge, welke zy oordeelden „ te moeten draagen voor het gemeene Bond- „ genootfchap, en voor 't belang van Holland „ in 't byzonder» Staaten mogten, zo wel als „ byzondére Huisgezinnen, hunne nabuuren „ waarfchuwen , tegen 'c gevaar, welk, uit „ hun gedrag, fchoon nog zo huisfelyk, voor „ de nabuurfchap, te vreezen was. Zy ver- „ trouwden, hierom, dat men 't hun niet kwa- „ lyk zou afneemen, dat zy hunne Edele Mo- „ gendheden voorhielden de nadeelen, wel- „ ken zy, uit de verandering der Staatfche „ in de Stadhouderlyke Regeering , binnen „ Gelderland, te gemoet zagen. Jn de eerfte ■a, plaats, zou 'er, meendenze, partyfchap en 5, tweedragt uit gebooren worden. Eenigen 5, zouden de andere Gewesten tut diergeïyke j, verandering zoeken over te haaien: hierte- Q 3 „ gen
|
||||||
V
|
||||||
246 VADERLANDSCHE L XX.Bohk
„ gen zouden anderen wederom arbeiden, tot
„ handhaavinge van den tegenwoordigen vorm „ van Regeeringe, waaruit eene onvermyde- „ lyke verzwakking, en veelligt het volkomen „ bederf van den Staat zou können ontftaan. „ Zulke partyfchappen hadtmen, vooral, in „ Gelderland te dugten. Men hadt daar, ruim „ twintig jaaren agtereen, in tyden van oor- „ log en vrede, bevinding gehad van de kragt „ der tegenwoordige Regeeringe, in het be- „ flisfen van moeilyke gefchillen, in het „ behoorlyk regelen en merkelyk verbeteren „ van den Staat der Geldmiddelen, en in ver- „ fcheiden' andere opzigten. Wat kon men „ zig toch meer belooven van de Stadhouder- „ lyke Regeeringe ? Onvolmaaktheden waren „ 'er, in allerlei Regeeringsvorm, en ook in „ den tegenwoordigen, aan te wyzen. Maar „ zou 'er de Stadhouderlyke, dagt men, vry „ van zyn? Men moest, zo men twyfelde, „ de gefchiedenisfen der voorige tyden flegts „ raadpleegen, en men zou bevinden, dat de „ twisten en oneenigheden in de Gewesten, „ nooit beter door de Stadhouders-, dan zon- „ der dezelven, waren ter neder gelegd. De „ redenen, die den Staaten, ten voordeele der „ Stadhouderlyke Regeeringe, mogten voor- „ gekomen zyn, meende men ligtelyk te kon- „ nen wederleggen, zo hunne Edele Mogend- „ heden mogten goedvinden, hunne gewoon* „ lyke Afgevaardigden ter Generaüteit, of „ eenige andere Perfoonen te magtigen, om „ deswege in onderhandeling te komen met „ die van Holland. Wyders, verklaarde men, „ niet
|
||||
LXX.Boek. HISTORIE. <ta,T
|
|||||
„ niet te können begrypen, waarom men, nu 179«.
„ juist, in Gelderland, neigde tot zulk eene------
„ verandering, terwyl 't Gewest in volle rust
„ was , en de Staat der Geldmiddelen voor- „ waards ging. Immers, zy, de Staaten van „ Holland, wisten niet, wat, thans, het af- „ ftaan van een gedeelte van der Staaten ge- „ zag kon opweegen; noch wat gevaar 'er „ ftak, in 't verfchuiven der voorgenoomen „ veranderinge? Gelderland was, zeker! wel „ zo aanzienlyk, dat men, altoos, eenen Prins „ zou können vinden, die de Regeering over „ dit Gewest zou willen aanvaarden, 't Was „ nog tydjom te rug te treeden, zonder Staats- „ wyze te bevestigen, 't gene in 't byzonder „ mögt voorgeflaagen zynj: maar na dat mea „ eens eenen Stadhouder aangenomen hadt, „ zou men tot de tegenwoordige geruste Staats- „ wyze Regeeringe niet können wederkeererr. „ Ten befluite, vertrouwde men, dat deez© „ openhertige verklaaringen ten goede geno- „ men zouden worden, en eenigen ingang vin- „ deo by hunne Edele Mogendheden?«?)." Da bezending der Staaten van Holland gaf die van Utrecht ook kennis van den inhoud van dit fchryven, en hieldt aan op eene gezamenlyke bezending naar Gelderland. Maar de Staaten van Utrecht, den voorflag van die van Hol- land overwoogen hebbende, verklaarden „dat „ zy onverbreekelyk blyven wilden by den te- „ genwoordigen vorm der Regeeringe, zo als » die, in de jaaren 1651 en 1702, vasrgefteld « was;
f O Misflve der Sta«, van Holl. aan die van Gelderl, jm i«
vSoh 174s. in £t Refol^ Holl. vtm dit /<w, W.449. Q4
|
|||||
&48 VADERLANDSCHE LXX.Boek.
|
|||||
1722. „ was; doch dat zy de bezending naar Gel-
•------ „ derland nutteloos hielden , zynde zy wel
Ant" ï> verzekerd, dat men, aldaar, reeds, vastge-
de°r°Staa- " ^eld hacIt» eenen Stadhouder aan te nee-
ten van " 5> men." De bezending keerde, met dit be- Geider- iluit, naar den Haage. De Staaten van Holland land. ontvingen, eerlang, diergelyk befcheid van die van Zeeland en Overysfel: waarom de bezen- ding naar Gelderland agterbleef (ƒ>) : ook bleek haast, dat zy, inderdaad, vergeefs ge- weest zou zyn. De Staaten van dit Gewest beantwoordden
den brief der Staaten van Holland, eerlang, uitvoeriglyk. Zy preezen, vooraf, het oog- merk dernabuuren, die, zo zy vertrouwden, niets anders dan den gemeenen welftand be- doelden. Doch zy begeerden, dat men 't zelf- de van hun dagt, en, dat zy, in dit gewigtig ftuk, met de vereischte omzigtigheid en zorge voor den welftand van 't Gemeen en van hun Gewest in 't byzonder, waren te werk gegaan. „ Het verfchil, of het, voor de Vereenigde „ Gewesten in 't gemeen, of voor eenig Ge- „ west in 't byzonder, raadzaamer ware, een „ doorlugtig Hoofd te hebben, onder den naam „ van Stadhouder, door wiens bepaald gezag, „ de zaaken van den Staat, in tyden van vre- „ de en oorlog, beleid werden, dan of men „ die zaaken zonder zulk een Hoofd behoorde „ te beleiden; dit verfchil was, vervolgden- „ ze, in de voorgaande eeuwe en deeze, zo „ dikwils, by monde en gefchrifte, betwist ,» on-
C/O Zie Europ. Mcrc, July—Dscemh 1722. tl, 276—-27&
|
|||||
LXX.Boek. HISTORIE. 249
„ onder de byzondere Staaten, dat zy 't onno- 1733;
„ dig hielden , zig , deswege, thans, breed--------
„ voeriglyk, te uiten, 't Land was, dit wis«
„ ten ze , lang voor de afzweeringe van Ko- „ ning Filips, onder en door Hertogen, Graa- ,, ven, Bisfchoppen en Heeren, te gelyk met „ de Staaten, geregeerd geweest. Na de ver- „ eeniging der Gewesten , hadt Willem de I, „ Prins van Oranje, volgens de taaie der Staa- „ ten van Holland zelven, den eerften grond- „ flag gelegd van 't gebouw van deezen Staat. „ Maurits, zynZoon, hadt, doorzynwysbe- „ leid en heldenmoed , de middelmuuren van „ dit gebouw hooger opgetrokken. Fredrik „ Henrik hadt het gefügt voltooid. Ten tyde „ van Willem den II. was de Vrede geflooten „: met Spanje, En na zyn'dood, in't jaar 1650 „ voorgevallen , waren de meeste Gewesten, ,, tot in 't jaar 1672, gebleeven zonder Stad- „ houder. De droevige verdeeldheden onder M de Gewesten, in dien tusfchentyd ontftaan, „ wilde men thans niet opnaaien ; doch wie „ kon zwygeh , dat de Staat, waarvan drie „ gebeele Gewesten waren afgerukt, na dien j, tyd , door het goed beleid van Willem den 7, III, Prinfe van Oranje , wederom herfteld „ was in den toeftand, waarin men dien, nog „ tegenwoordig, zag? 't Was dan niet nieuws, „ eenen Stadhouder aan te Hellen. Onder het „ Stadhouderlyk bewind , was de Staat tot „ zynen hoogften luister opgeklommen. De „ Staaten van Gelderland erkenden, nogtans, „ zo wel als die van Holland, dat de Stad- „ houderlyke Regeering, altoos, haare onvol- Q 5 „ maakt-. |
||||
SSO VADERLANDSCHE LXX.Boek,
17a«. >» maakheden gehad hadten hebben zou. Doch
i. „ alles in aanmerking genomen zynde , oor- „ deelden zy, dat de verkiezing van den Hee- „ re Prinfe van Oranje en Nasfau meest over- „ eenkwam met de veiligheid en het belang „ van hun Gewest, en van deszelfs ingezete- • „ nen. Deeze Prins was, buiten tegenfpraak, „ de eenigfte inboorling van den Staat, wel- „ ken men tot de Stadhouderlyke waardigheid „ zou können verkiezen. Hy was reeds Stad- j, houder van twee Gewesten , en zyne voor- * l, ouders en bloedverwanten hadden den Staat, „ in tyden van vrede en oorloge , zonderlin- „ ge dienften gedaan, 't Verkiezen van eenen „ Stadhouder, in de tegenwoordiga omftan- „ digheden, fcheen wel niet hoog noodzaa- „ kelyk. Maar de tyden konden veranderen. „ En terwyl men vrede hadt, moest men be- ^ dagt zyn op middelen , om den Staat, t>y „ eenen opkomenden oorlog, te können be- „ veiligen. 't Verval der Land- en Zeemagt „ van den Staat, 't verlies van 's Lands geld- „ middelen en van 't gemeen credit, de afnee- „ mende agting voor den Staat, by de nabuu- „ rige Mogendheden, en de geringe hoop om „ alle deeze gebreken , by eenen fchielyken „ npod, fpoedig genoeg te können herftellen j „ datfclles hadt hen doen denken , dat de zaa- ,, ken niet langer konden ftaande gehouden „ worden, op zulk een' gebrekkelyken voet ; „ waarover ook de Raad van Staate , al dik- „ wils, vergeeffche Vertoogen gedaan hadt. „ De Staat beftondt uit zeven byzondere. Ge- „ westen, die ieder op zig zelven Souveraitt „ wa-
|
||||
LXX.B0EK. ïflSTORIE. 251'
„ waren, en onder welken, dikwils, verfchil- t7m <
„ lende , ja vierkant ftrydende belangen, de „ lang verwaarloosd werdt. Men moest het, „ hierom , heilzaam houden voor 't Vader- „ land, dat die verfchillende Gewesten veree- „ nigd gehouden, en derzelver traage raad- - „ pleegingen, vooral in tyden van nood , tot „ een fpoedig befluit gebragt werden, door „ een doorlugtig Hoofd , met bepaald gexag „ bekleed. De tegenwoordige tyd van Vrede* „ gaf hun, dagten ze, de beste gelegenheid, • „ om zulk een Hoofd te kiezen , en deszelfs M gezag te bepaalen , by de Inftruftie , waar- „ van zy een affchrift in hunnen brief flooten. „ Hieruit zou blyken, hoe ver het 'er van af „ was , dat zy hunne magt en Hoogheid, of „ zelfs maar een gedeelte derzelve zouden heb- „ ben zoeken af te ftaan aan eenen anderen, „ Ook zou men 'er uit zien , dat hun befluit „ geen nadeel altoos kon toebrengen aan den „ Staat in 't gemeen, of aan Holland in 't by- „ zonder. Veel min, waren 'er eenige inwen- „ dige verdeeldheden in Gelderland uittewag- „ ten , alzo de Leden eenpaariglyk bewilligd „ hadden in 't genomen befluit. De vrees, „ die de Staaten van Holland hier voor toon« „ den , was t'eenemaal ongegrond. Ook be- „ hoorde men de gedaane verkiezing geen© „ verandering te noemen, gelyk ten onreg- „ te gefchied was. Zy hadden 'er niets in „ beoogd, dan de inwendige rust en welftand „ van den Staat: en zouden niet gaarne aan- „ gezien zyn voor zulken , die partyfcbtp in »'t
|
||||
a$a VADERLANDSCHE LXX.Boek;
t/aï, „ 't Land verwekken of voeden zouden willen.
*------ „ Vooral, begreepenzy niet, hoe hunne keuze
„ den band van vereeniging tusfchen de Bond-
„ genooten, eenigszins, zou können krenken , „ daar de Stadhouders, zo wel als alle Wethou- „ ders en Hoofd - Officiers , verpligt waren , „ het houden en handhaaven der Unie, byge- „ ftaafden eede , te belooven. Ten befluite, „ verklaarden ze, dat zy, gaarne, met die van „ Holland, geiproken zouden hebben, over't „ gene zy in den zin hadden ; doch dat zy, „ vernomen hebbende, dat men zig alleenlylc „ voorgefteld hadt, hen af te maanen van de „ voltrekking van hun oogmerk, zulk een ge- „ fprek noodeloos gerekend hadden. Voor 't „ overige, bleeven zy overboodig, om met die „ van Holland alles te beraamen, wat tot wel- „ ftand van den Staat zou können geoordeeld „ worden te behooren (#)." XXX. Uit dit fchryven , beipeurde men , dat de De Prins poogingen der vier Gewesten , om de aanftel- van üran-jjng van eenen Stadhouder in Gelderland te toVTcad- ftuiten» geheel vrugteloos waren. Men hadt, houder tot deeze aanftelling, beflooten, op den twee- van Gei- den van Slagtmaand. Ten zelfden tyde, was deriand 'er eene inftrudie beraamd voor den verkoo- ren/ " ren Stadhouder, welke hy zou moeten beëedi- gen, zo dra hy volle agttien jaaren bereikt zou hebben. Zy beftondt uit dertien Leden , die Inhoud hierop uitkwamen. „ i. De Stadhouder moest flruaie"1" » openlyke belydenis doen vaa den waaren „ Her-
(j) Miffive der Staaten van Gelder!, aan die van Hol!, van
4. NaVf. 1722. in de Refoi. HoU. yan dit jont, tl. 4153. |
||||
LXX.Boek. HISTORIE. a<3
„ Hervormden Godsdienst, en dien, zo als 172*.
„ dezelve, in de D'ordrechtfche Sinode van de
„ jaaren 1618 en 1619, vastgefteld was, naar
„ zyn vermogen, helpen handhaaven, zonder „ dat hieronder egter de Kerkenorde begree- „ pen zou zyn. 2. De hooge Regeering des „ Landfchaps zou , als van ouds , beftaan in „ Ridderfchap en Steden, zonder dat de Stad- „ houder zig eenig gezag over 's Lands Sou- ,, yeramteft of hoogheid zou mogen aanmaa- „ tigen. 3. Het Landfchap zou verdeeld bly- „ ven in drie Kwartieren van Nieuwmegen, „ Zutfen en de Veluwe, zullende den Stadhou- „ der geene befchikking hebben over eenige „ Ampten van Regeeringe, binnen noch bui- „ ten het Gewest. Ook zou hy geene Wet- „ houders mogen ftellen in de Steden , noch „ onder dezelven eenige verandering maaken. „ 4. Hy zou het Utrechtsch Verbond van den „ jaare 1579, alle byzondere overeenkomften „ en Verdragen des Landfchaps , en de Privi- „ legien, Vry heden, Regten en Hoogheid van „ den Lande voorftaan en befchermen. 5. Bin- „ nen Arnhem, of ter Plaatfe, daar het Pro ■ „ vinciaal Geregtshof vergaderde, tegenwoor- „ dig zynde, zou hy, in dit Hof, mogen voor- „ zitten. Ook zouden de Akten en Brieven „ van den Hove , na dat de Stadhouder agt- „ tien jaaren bereikt en zitting genomen zou „ hebben , uitgegeven worden, op den naam „ van Stadhouder enRaaden, gelykvoormaals n gebruikelyk geweest was. 6. In geval van j, onverhoopte verfchillen tusfchen de drie » Kwartieren, of tusfchen Ridderfchap en Ste- M den
|
|||||
■
|
|||||
5254 VADERLANDSCHE LXX.Boek.
J7U9. „ den , zou de Stadhouder dezelven of in der
' „ reden, beflisfen. ?. De Stadhouder zou ook „ Kapitein-Generaal zyn over het Krygsvolk, „ ftaande ter betaalinge van het Gewest, en „ oók Admiraal-Generaal, voor zo veel het „ Vorftendom Gelder en 't Graaffchap Zut- „ fen aanging. 8. De Stadhouder en Kapitein- „ Generaal zou , ten opzigte van de patenten „ voor 't Krygsvolk, 't bewaaren der fleute- „ len en 't geeven van 't woord in de ftem- „ mende Steden, niet mogen aangaan tegen „ 't gene, deswege, in den jaare 1651, by de „ gezamentlyke Bondgenooten , beraamd was „ ( r ) , zullende hy de bezettingen in de Ste- „ den niet mogen veranderen of verleggen : „ maar zulks laaten aan de byzondere Kwar- „ tieren , of derzelver gewoonlyke Afgevaar- „ digden ; en het geeven van 't woord en 't „ bewaaren der fleutelen aan de Wethouders „ der ftemmende Steden, gelyk thans gebrui- „ kelyk was. 9. Oe Stadhouder en Kapitein- „ Generaal zou geene Bevelhebbers over Ste- „ den of Sterkten, binnen de Provincie, mo- „ gen aanftellen. 10. Ook zou hy geene Krygs- „ ampten , die ter begeevinge van de Provin- „ cie ftonden, vervullen mogen, behalven in „ 't Leger , wanneer hy in perfoon te velde „ was, en dan nog maar geduurendeden veld- „ togt, en verder niet. 11. MenzoudenStad- ,, houder opdraagen een Regement voetvolk, „ welk ter betaalinge van de Provincie ftondt, „ in
|
|||||
{O Z" XH- D"1' bl- «W.
|
|||||
LXX.Boek. HISTORIE. 255
„ in welk Regement, hy alle de openvallende 1729.
„ Officiers - Plaatfen zou mogen begeeven aan ■ „ Perfoonen boven de veertien jaaren oud ,
„ mids kiezende Landzaaten, boven uitheem- „ fchen. Men zou dit Regement hetStadhou- „ ders Regement noemen : doch de Kolonel f, over het zelve zou zyne wedde behouden, „ geduurende zyn leeven. Voorts, zouden „ de Commisfien voor de Officiers moeten uit- „ gegeven worden door de Sekretarisfen der „ Kwartieren , gelyk tegenwoordig gebruike- „ lyk was. 12. De Stadhouder en Kapitein- „ Generaal zou, uit de Domeinen der Provin- „ cie , zulk eene wedde genieten , als, daar- „ toe, van ouds, plag te ftaan, te weeten vyf- „ duizend negenhonderd guldens in't jaar, bo- „ ven de voordeden hem , uit de verheffinge „ der Leenen , toekomende. 13. Hy zou , „ noch by 't Landfchap in 't gemeen, noch bjr 5, eenige by zondere Leden, eenige verandering „ in deeze zyne Inftru<5tie mogen verzoeken, „ behoudende de Staaten wel byzonderlyk aan „ zig, 't gene, bydeezen, nietuitdrukkelyk „ wasafgeftaan (f)." Op deeze voorwaarden, werdt de jonge Prins Aanmer-
van Oranje en Nasfau tot Stadhouder en Ka- kingen pitein - Generaal van Gelderland aangefteld. zj6^66* Zy verfchilden veel van de voorwaarden, waar- fteiHn"e. op de Stadhouders , voorheen, verkooren ge- weest waren, 't Gezag deezer hooge waardig- heid - (O Wh. byde Ed. Mor. Staat, van Gelder!, en Zutph. be-
raamd voor Prinfe W. K. H. Friso , als SUdhouder enz. in äe Reful, Hol!, ven 1722. U. 4Ö3. |
||||
256 VADERLANDSCHE LXX.Boek.
1722. heid werdt merkelyk befnoeid , door de Staa-
—— ten van Gelderland, die, gewoon aan het Stad- houderloos bewind, niet befluiten konden, om een merkelyk gedeelte van hun gezag aaneeni- gen Vorst op'te draagen. Zy meenden zig ge- noeg verzekerd te hebben van dit hun gezag, door het aanftellen van eenen Stadhouder, die weinig meer dan den naam hadt van dit aan- zieiJyk ampt, en wien naauvvlyks eenig ge- deelte van het Stadhouderlyk gezag gelaaten werdt, dan 't gene in het byleggen of beftie- ren der gefchillen beftondt. Omtrent dit ge- wigtig punt, was, in de vier Gewesten , die geenen Stadhouder hadden , nog niets vastge- fteld , fchoon men 'er , dikwils , en zelfs nog onlangs, over geraadpleegd hadt (t). En 't is niet onwaarfchynlyk, dat veele Leden van Gel- . derland voornaamlyk bewoogen geworden zyn, tot het aanftellen van eenen Stadhouder, op dat, door zyne bemiddeling of gezag, de ge- fchillen , welken , van tyd tot tyd , onder de Leden der hooge Regeering ontftonden , zou- den können afgedaan worden , zonder dat 'er de Bondgenooten, gelyk, na 't jaar 1702, dik- wils, en nog onlangs ( y), gefchied was, me- de behoefden gemoeid te worden. De mees- te Gewesten , en Gelderland in 't byzonder , waren dikwils niet zeer gediend geweest, met de tusfchenlpraak der bondgenooten , tot by- legging hunner huisfelyke oneenigheden. Zy meenden , dat de algemeene Staaten , of lie- ver CO Relbl. Getier. Sabh. 12 April 1721. hl. 24.8.
(u) Zie Europ. Mac July — ttcc. 1721. il. m. |
||||
LXX. Boek. HISTORIE 25?
ver de Staaten van Holland zig, in zulke ge-
legenheden, veel te veel gezags aanmaatig- den, over de nabuuren: 't welk zy niet te dugten zouden hebben, wanneer zy de be- flegting hunner gefchillen eenen Stadhouder opdroegen. Voor 't overige, meenden zy zig verzekerd te hebben, tegen 't gene men thans begreep van het uitfteekend gezag eens Stad- houders te dugten te zyn, door het regt over 't verleggen van 't Krygsvolk, over 't bewaa* ren der fleutelen, en over 't geeven van 't wagtwoord aan zig te behouden. Ook oor- deelden ze, den Stadhouder te moeten ver- decken van de gelegenheid,om zigveelevrien- den te maaken onder de Regenten; ten wel- ken einde, zy hem de magt onthielden, om Wethouders te ftellen in de Steden, en om Bevelhebberfchappen en andere hooge Krygs- ampten, anders dan te velde, te begeeven, De waardigheid van Stadhouder en Kapitein- Generaal, zoo als zy, thans, in Gelderland, ftondt bekleed te worden, was, derhalve, ge- heellyk veranderd van natuure, en miste het grootfte gedeelte van haaren voorgaanden luis- ter. De vrienden e,n Raadsluiden van den jongen Prinfe van Oranje verftonden egter , dat hy het Stadhouderfchap van Gelderland, op zulke bekrompen' voorwaarden, behoorde te aanvaarden. Het ftrekte voor. eene trede , hoe klein zy ook zyn mögt, tot 'sPrinïeft ver- dere verheffing. Ook was 't ligter te vermoe- den, dat de vier Gewesten, Holland, Zee* land, Utrecht en Overysfel, t'eenigen tyde, bewoogen zouden worden, om het voorbeeld XVIII. Deel. Il van |
||||
253 VADERLANDSCHE LXX.BoekJ
1722. van Gelderland te volgen, als zy zagen, door
tegen het uitfteekend Stadhouderlyk gezag. Ondertnsfchen, toonde 't gevolg, dat de vier Gewesten ongezind bleeven, om den Prins van Oranje tot Stadhouder aan te ftellen, geduu- rende deszelfs minderjaarigheid. Zelfs beiloo- ten de Staaten van Holland, in de Lente des volgenden jaars (v), onveranderlyk te blyven by den tegenwoordigen vorm der Regeeringe. De Staaten van Zeeland, buitengawoone Af- gevaardigden naar Holland gezonden hebben- de, om met de Staaten van dit Gewest, op dit ftuk, in onderhandeling te treeden (V), namen, eerlang, gelyk befluit (V). Utrecht en Overysfel volgden het voorbeeld der twee andere Gewesten, onaangezien men, in Over- ysfel, nog tot in 't jaar 1724, bleef arbeiden om verandering (y). Men beloofde, eikanderen de hand te zullen leenen, tot het naar komen van dit befluit, fchoon men, te gelyk, ver- klaarde, de Unie met de drie overige Ge- westen , heiliglyk, te willen onderhouden. Da Staaten van Holland en de meeste Leden van Zeeland verftonden ook, dat men, tot betere handhaavinge der tegenwoordige Regeerings- wyze, het Leen van Veere en Vlisfingen be- hoor-« |
||||||
O) Refol. Holl. 19 Nov. 1712. II. 489. 27, 31 Maart 172$;
hl. 320, 321. (>) Notul. Zeel. 11 Febr. 1723. IL 49 Refol. Holl. 1 A~
pril 1723. hl. 321. O") Notul. Zeel. 1, 3 Juny 1723. */. 87, 89. Refol. Holl.
«S 3""y T723- il. 493- (y) Refol. Holl. 16 Maart, 13 April 1723. il, 472, $§6}
m, H3ttiy, 17 Aug. '724* W- 5^9» 581,620.
|
||||||
LXX.Boës. HISTORIE. &S9
hoorde te vernietigen («). Doch eer 't hier- 174«.
toekwame, verliepen 'er nog eenige jaaren.-------
Wy zullen, by bekwaamer gelegenheid, ver-
haaien, wat 'er, ten deezen tyde, over te doen viel. De Staaten van Holland en Westfriesländ, xxxi.
federt eenen geruimen tyd, geraadpleegd heb- Am- bende, op het vinden van middelen, tot on-£agts". derfteuning van 's Lands bezwaarde Schatkist, heden ïn waren, eindelyk,tot een befluit gekomen, om Holland wederomeenige Landen, Tienden en Ambagts- verkogt. heerlykheden , tot 's Lands Domeinen behoo- rende, openlyk, op te veilen en te verkoopen (u). Onder de Ambagtsheerlykheden, die, in Oogstmaand deezes jaars, geveild ftonden te worden, waren 'er eenigen, onder Brederode gelegen, welken de Stad Haarlem, gaarne, uit de hand, koopen wilde (b~): doch men ver- ftondt, in den Haage, dat zulks met 's Lands belang ftrydig was. Dezelfde Heerlykheden, en, daarbenevens, die van de Stede Bever- Wyk, Westzaanen en Krommenye beweerden ; daarenboven, dat zy, uit hoofde haarer Pri- vilegien, niet mogten vervreemd worden van, de Graaflykheid, en derhalve in 't geheel niet behoorden te worden verkogt (V). De Raa- den en Rekenmeesters der Graaïlykheids Do- meinen waren van oordeel, dat men deezê Privilegien behoorde te laaten gelden, en dat, on-
O) Refcl. Holl. cj Feit. fl4 M*y ■> * Juny 1724. M, 85 j
S82, 307. O) Refbl. Iloll. 19 Decemh. 172t. */. 3fi>
(b) Refbl. Iloll. 6 Aug. 170.2. il. S5i.
CO Reful. Huil. ia, sä Aug. 1722. Ü. 363, 379»
R a
|
||||
afo VADERLANDSCHE LXX.Boek;
I7S2. onder anderen, de Egmonden, welken men
- ook voorhadt te verkoopen, om verfcheiden* byzondere redenen , gehegt moesten blyven aan de Graaflykheid. Doch hunne redenen von- den geen' ingang by de Staaten, 't Befluit om een groot getal van Ambagtsheerlykheden , beide in 't Zuider- en in 't Noorderkwartier van Holland, te verkoopen, werdt, in dit, en in eenige volgende jaaren, voltrokken. De poogingen, door de Regenten van verfchei- den' Plaatfen, aangewend, om van deeze ver- kooping bevryd te blyven, vielen vrugteloos uit. De Ambagtsheerlykheid zelfs van Plaat- fen , die den naam van Steden droegen , en Stads Privilegien hadden , gelyk Beverwyk, Vlaardingen , Grootebroek en Westwoude, werdt verkogt. De meeste Ambagtsheerlyk- heden kwamen in handen van byzondere Per- foonen: eenigen aan de naaste Steden. Ook werden 'er verfcheiden' gekogt, door de Re- genten der Plaatfen zelven. Eenige jaaren hier- na, deedt Rotterdam een' voorflag ter Staats- vergaderinge, om ook de hooge, zo wel als de Ambagtsheerlykheid der Plaatfen te ver- koopen, en eenige weinig opbrengende tol- len af te fchaffen (</). Doch deeze voorflag vondt geen' ingang. Men hieldt zig aan 't be- fluit, welk, reeds in't jaar 1721 , genomen was (e),om het hooge Regtsgebied der Plaat- fen niet te vervreemden van de Graaflykheid, 't Verkoopen van zo veele Graaflyke goede- ren (<n Itelbl. Holl. 26 Aug. 1728. hl. "823 enz.
lO Refol. Holl. 19 Ose. 1721. tl. 863. |
|||||
/
|
|||||
LXX.BoEK. HISTORIE. 261
|
|||||
ren gaf, eerlang, aanleiding, tot het affchaf- 172*.
fen van de oude Rekenkamer der Graaflyk- ——• heids Domeinen van Holland. Het bewind o- ver de overige Graaflyke goederen werdt, ten zelfden tyde, opgedraagen aan de Kollegien van Gekommitteerde Raaden , in beide de Kwartieren (ƒ). Verfcheiden' gemaatigdeGodgeleerden, onder Onlusten
de Gereformeerden enLutheifchen, inDuitsch- j^rIa™"s. land en Zwitferland, hadden, al federt eenige fchfn dé jaaren, gearbeid, aan eene vereeniging tusfchen Luther- deeze twee hoofdgezindheden onder de Prote- fthen en ftanten. EenigeProteftantfche Mogendheden, £^en. met naamede Koning van Pruisfen en de Veree- nigde Staaten, begunftigden hunne poogingen. Doch 't ontbrak, aan fommige oorden , niet aan hevige dry vers, die dit werk van vrede tegenhielden, en den arbeid der gemaatigden vrugteloos maakten. Erdtnan Neumeistern, Pas- toor in de Jakobi-Kerke te Hamburg, fchreef niet flegtsopenlyk,tegen de vereeniging; maar voer hevig uit van den predikftoel tegen de Gereformeerden, welken hy zogt te doen ver- fteeken van de vryheid, die zy, tot hiertoe, daar ter Stede, genooten hadden, om de pree- ke en dienst by te woonen, in 't Huis van den Refident der Staaten. Zyne vinnigheid werdt bekend by de Staaten, die eenen uitvoerigen brief lieten afgaan, aan de Regeering van Hamburg, waarby zy verzogten , dat men hunnen Geloofsgenooten de gewoone vryheid wilde laaten behouden. Hun Refident tan den Bosch
U) Refol. Holl. 17 Maart 1728. il. »75.
R3
|
|||||
2<5a VADERL. HIST. LXX.Boek.
1723. Bosch hadt, reeds te vooren, ten zelfden ein-
------ de, Vertoogen gedaan aan de Wethouder-
fchap. Doch Neumeistern hadt het gemeen
op zyne hand, en werdt zeer ontzien van de Regeeringe. ZynWerk tegen de Vereeniging werdt, eerlang, te Amfterdam, op de druk- pers gelegd. Doch het Hof van Holland droeg zorg, dat het verbooden werdt (g). De Ver- eeniging hadt» midlerwyl, geene voortgang, en daar verliep een geruime tyd, eer de gis- tende gemoeden te Hamburg, wederom, aan 't bedaaren raakten. (g~) Groot-Plaksatb. VI. Deel, U. J47, 340, 625. Euro»»
lïcrc. J*n. — 3fuxy1y22.il. 39, 125. Juty—Dse. 1/22, bl. 43., |
||||||
*>
|
||||||
VA-
|
||||||
VADERLANDSCHE
HISTORIE.
EEN- EN- ZEVENTIGSTE BOEK-
|
||||||
INHOUD.
ï. Gelegmheid tot de opregting der Oostendefcke
Maatfchappye. II. De Staaten zoeken 't Ok- troi derzehe te doen intrekken. Zy beweeren^ aat het met de Ver dragen flrydt. III. De inge- zetenen der Oostenrykfcke Nederlanden dryven, daarentegen, dat zy regt hebben tot den Indi- fchen handel. Hunne redenen worden wederlegd9 in openbaar en druk. Voortgang der Oostendefcke Maatfchappye. IV. Handel met Deenemarke. Gevegt met een Algierfchen Kaaper. V. Oost- friefche onlusten. VI. Staat der handelingen te. Kameryk. Verandering in Frankryk. VII. Ver- andering in Spanje. Gezantfchap derwaards. VIII. Vervolging der Hervormden in Frankryk. De Ambasfadeur Hop [preekt voor de vreemds Proteflanten. IX. Opfchudding teT/iorn. Ver- volging der Lutherfchen aldaar. De Staaten fchryven voor de verdrukten. X. Handeling over vrede met Algiers. Drie nieuwe Edelen, in de Ridderfchap van Holland, befchreeven. XI, De Staaten beginnen, emstelyk, te arbeiden tot ver- nietiging der Oostendefcke Maatfchappye. Span- je erkent, dat zy, tegen de Verdragen, op ge- 11 4 regt |
||||||
£64 VADERLANDSCHE LXXLBoek,
regt is. XII. Afzonderlyke handeling tusfehen
den Keizer en Spanje. Staatswisfeling van Ripper da. Hy handelt. teWeenen. XllJ. Het Pranfche Hof zendt de Infante naar Spanje te rug. Misnoegen hierover, aan 't Spaan f che Hof. XIV. Weener Verdragen, tusfehen den Keizer en Spanje geßootcn. Voomaamfle inhoud der- zeken. Aanmerkingen daarop. XV. Berigt wegens de Pragmatike Sanctie, of vastßelling omtrent de opvolging, in 't Huis van Oosten- ryk. De Byeenkotnst te Kameryk wordt afge- broken. XVI. Misnoegen der Staaten, over 't Weener Verdrag van Koophandel. De Ambas- sadeur van der Meer klaagt 'er over, aan 't Spaanfche Hof. XVII. Argwaan over deWee- ner-Verdraagen, in Frankryk en in Engeland. Ripper da fpreekt onvoorzigtig. XVIII. 't Ver- drag van Hanover tusfehen Frankryk , Groot- Britanje en Pniisfen wordt geßooten. Inhoud van het zelve. De Staaten worden verzogt, om ''er in te treeden. Onderhandelingen en raadplee- gingen hierover, 't Verdrag wordt aan de by- zondere Gewesten gezonden. XIX. Handeling met den Keizerlykm Gezant over de Oostende- fche Maatfchappy. Gefchriften tot aanpryzing van 't Verdrag van Hanover. Holland koopt de Heerlykheld van Viane en Ameide. Nieuw Plakaat en Lyst der inkomende en uitgaande Regten ingevoerd. XX. Handeling met den Kei- zer en met Spanje. Hollandbefiuit tot de aannce' mingvanliet Verdrag van Hanover. XXI. Voor- flag van den Spaanjchcn Ambasfadeur. Antwoord der Staaten. Wederantwoord des Ambasfadeurs. XXII. Onderhandeling der StaatfcJien, met de Gezmien der Hanoytrfche Bondgawten. XXUI. Ver-
|
||||
LXXLBoek. HISTORIE. 26*5
|
|||||||
Verandering van 't Staatsbewind, in Frank-
ryk. XX.IV. Ripper da ontdekt het geheim iVeener Verdrag. Hy wordt van alle zyne amp- ten verlaaten , en gevangen gezet. Zyne vlugt en uiteinde. XXV. Toerustingen ter zee, in Engeland. XXVI. Het Rusfifche Hof treedt in V Weener Verdrag. XXVil. Argwaan van George den I. op de Hoven van Wtenen , Petersburg en Madrid. Hy zelf maakt zig verdagt van handeling met de Porte. XXVlli. De Staaten treeden in *t Verdrag van Hano- ver. Akte hunner aanneeminge. Geheim punt. Pruisfen weigert 'er in te bewilligen. XXJX. Aanmerkingen op der Staaten toetreedinge tot het Verdrag van Hanover. XXX. Heimelyke handeling des Keizers , aan "'t Hof van Berlyn. Verbond tusfchen Rusland en Pruisfen. XXXI. Vrede met Algiers. XXXII. Twist over't aan- leggen van eenige werken op den S. Pietersberg. Doorbraak der Rivierdyken. |
|||||||
't T Terftellen der Vrede tusfchen Spanje, 172a.
JlJL Frankryk en Groot - Britanje , hadt —■— veelen doen hoopen , dat de Vrede tusfchen *' den Keizer en Spanje ook haast bevestigd ^j6^"' zou geworden zyn, op de Byeenkomst te Ka- de op- nieryk; toen het Weener-Hof een' ftap deedt, regting die gefchaapen fcheen eenen algemeenen oor- fe^p. log te zullen verwekken onder de Christen- »JJaat- S Mogendheden ; hoewel de vrees hiervoor, fchap- na verloop van eenige jaaren , nog gelukkig- pye, te lyk verdreeven werdt, door het treffen van het o°ste»- Verdrag van Seville, welk, wat laater, van het Verdrag van Weenen gevolgd werdt. Ik zie R 5 °P |
|||||||
*66 VADER.LANDSCHE LXXI.Boel/
*7i2. op de opregting eener Oost- en Westindische
tanje, en de Staaten inzonderheid zo veel belang hadden s dat het der moeite wel waardig zal zyn, hier, den aanleg en uitflag van dit werk, om- ftandiglyk, te boek te Hellen. De onderneeming der Spanjaarden op Sar-
dinië en Sicilië , hadt Keizer Karel den VI. geleerd , hoe veel dienst hem eene maatige Scheepsmagt zou hebben können doen, zo hy 'er van voorzien geweest ware. George de I, hadt hem , 't is waar, by tyds , met eene Vloote, onderfteund. Doch hy kon niet ver- zekerd zyn , dat deeze hulp altoos voor hem gereed zyn zou , en 't was , in allen geval, raadzaamer , dat hy zig zelf in ftaat ftelde , om zyne bezittingen , in Italië en elders, te können befchermen met eigen' magt, dan dat hy genoodzaakt was, de befcherming zyner Staaten te water , altoos, op andere Mogend- heden te laaten aankomen. De Keizer hadt, hierom, onder anderen, reeds voor eenige jaa- ren , beflooten , den Koophandel en Scheep- vaart aan te moedigen , onder de ingezetenen zyner Erflanden ; en, gelyk in de nabuurige Gewesten, en vooral in den Vereenigden Staat, met eenen goeden uitflag, gefchied was, eene Maatfchappy van Koophandel op te regten. Men wil, dat hem een Engelsen- man , John Ker wn Kersland genaamd , hier- toe , het eerfte ontwerp m de gedagten ge- bragt hadt, omtrent op den zelfden tyd , als Law , in Frankryk , arbeidde , aan de opreg- ting eener Maatfchappye van Mififippi. Vast gaat het, dat de Keizer, reeds in 131oeimaand |
||||
LXXLBoek. HISTORIE. 267
des jaars 1? 19 , Oktroi verleend hadt tot de
opregting eener Oostindifche Maatfchappye te Weenen , ten behoeve der ingezetenen van alle zyne erflanden ; welk Oktroi, in Winter- maand deszelfden jaars, bekragtigd werdt (#). Doch twee of drie jaaren te vooren , hadden eenige Brabantfche en Vlaamfche Koopluiden reeds verlof verworven van het Weener-Hof, om op: Oostindie te mogen handelen. Zy hadden twee of drie fchepen , twee jaaren agtereen, derwaards gezonden, die gelukkig- lyk gehandeld hadden : doch een der laatfte fchepen was , in 't jaar 1719, op de kust van Guinea , door de fchepen der Nederlandfche Westindifche Maatfchappye , genomen en verbeurd verklaard, 't Werdt, naderhand , hernomen in Duins, door den Kapitein , die 'er, te vooren, bevel over gehad hadt; waar- over veel te doen viel aan 't Weener-Hof, alzo de Westindifche Maatfchappy 't herno- men fchip te rug vorderde. De handel der B rabanderen en Vlaamingen op Oostindie werdt, ondertusfchen , voortgezet. Doch in 't voorleeden jaar 1721, waren nog drie van hunne fchepen der Nederlandfche Oostindi- fche Maatfchappye in handen gevallen. De Keizer , bewoogen door herhaalde Vertoogen van de ingezetenen der Oostenrykfche Neder- landen , die zig , door den Indifchen handel, zogten te herftellen van de fchade, by den jongften oorlog geleeden, befloot, eindelyk, de opgeregte Maatfchappy te Oostende in Vlaanderen te vestigen, dezelve voorziende van
(*) Vaiez Supplem. au Corps Dipl. Tom, II. f. II. p. 153.
|
||||
263 VADERLANDSCHE LXXI.Boek.
van een nieuw Oktroi, waarby hy ze onder
zyne befcherming nam , en haar vryheid gaf om, in Oost- en Westindie, aan deeze en aan gene zyde van de Kaap de Goede Hoop, han- del te dry ven, onder Keizerlykevlagge. 't Ok- troi was, te Weenen, op den negentienden van Wintermaand deezes jaars 1722 getekend. De Hoofdfom der Maatfchappye werdt, by het zelve , bepaald op zes millioenen guldens wis- felgeld , die in zesduizend Aktien , ieder van duizend guldens , verdeeld werden. De goe- deren, welken de Maatfchappy aanbragt, zou- den , altoos, te Brugge of te Oostende, moe- ten verkogt Worden. De algemeene Vergade- ringen der Maatfchappye zouden, de drie eer- fte jaaren, te Antwerpen, en vervolgens, drie jaaren, te Brugge ofte Gend, moeten gehou- den worden. Voorts, hadt de Keizer de Maat- fchappy voorzien met alle de voorregten, wel- ken ooit aan diergelyke Maatfchappyen waren vergund geworden ( b ). 't Hadt, midlerwyl, veele voeten in de aarde gehad , eer men den Keizer tot het geeven van zulk een Oktroi hadt kunnen beweegen. De Markgraaf de Prié , tot hiertoe , veel voordeels getrokken hebben- de , uit het verleenen van Vrygeleidebrieven aan byzondere Koopluiden , die fchepen zen- den wilden naar de Indien , kantte zig zeer te- gen het geeven van een Oktroi, waarby deeze byzondere handel ftondt verbooden te worden. De Prins Eugenius van Savoje, Landvoogd der Oostenrykfche Nederlanden, hadt den Kei- zer O) VoUz Du Mont Corps Dipl. Tom, VIII. P. II. p- 44t.'
RouasET ReciieU, Tom. Ü. p. 5, |
||||
LXXLBoek. HISTORIE. q.6?
|
|||||
zet ook voorgehouden, hoe kwalykhetverlee- 1722;
nen van het Oktroi genomen zou worden by den ——^ Koning van Groot • Britanje, en by de Staaten der Vereenigde Gewesten; doch het belang der Koopluiden hadt meer gewoogen, aan't Wee- ner-Hof, dan de redenen deezer twee Perfo- naadjen (V): de Maatfchappy werdt dan opge- regt, en bereidde zig , terftond, om haaren handel, onder zulk eene magtigebefcherming, fterk uit te breiden, in de Indien. 't Verleenen van het Oktroi was zo dra niet ir.
bekend geworden , of de Zee-Mogendheden Groot- openden de oogen, en maakten hun werk , Britanje meer nog dan te vooren, om het Weener- Hof gJJjL te beweegen , tot het vernietigen van 't nieuw zoeken Oktroi. Zo dra men kennis gekreegen hadt 't Oktroi van de Vaart der Brabanderen en Vlaamingen dfr "ieu" op de Indien, hadden de Oost- en Westindifche ^jjappye Maatfchappyen deezer Landen niet verzuimd, te doen Vertoog op Vertoog in te leveren ter alge- intrek- meeneStaatsvergaderinge, ftrekkende, om de kea* »• onbillykheid van deezen handel te doen zien, en om te begeeren , dat men , van hier, zyn best deede , om dien te beletten. De Heer Hamel Bruininx , Gezant der Staaten aan 't Weener-Hof, en de Refident der Staaten te Brusfel, de Heer Pesters, hadden den inhoud deezer Vertoogen den Keizer en den Mark- graave de Prié, dikwils, voorgehouden. Men verbeeldde zig , dat zy ten minften den Kei- zer zouden hebben doen befluiten, om het Oktroi in te houden ; wanneer men ligtelyk Jeans gezien zou hebben, om den handel van eeni-
CO RoussiT Rccueil, Tom. II. f, 4.'
|
|||||
üfo VADERLANDSCHË LXXLBoekJ
ï7§2i eenige byzondere Perfoonen te beletten. Doch
kening gemaakt hadt 5 waarom Groot- Britanje en de Staaten , eerlang , op andere middelen verdagt zyn moesten, om het nadeel, welk zy van ds nieuwe Maatfchappye te dugten had- den, te voorkomen («O. De Sta«- Doch de Staaten rekenden zig niet flegts be- ten be- nadeeld , door het opregten der Maatfchappye dafhet' *n ^e Oostenrykfche Nederlanden ; maar zy verkenen verftonden, dat het Weener-Hof, hierin, was van zulk afgegaan van verfcheiden' Verdragen, voor- een ok' maals, met de Kroone van Spanje , en met met de Cden Keizer zei ven, geflooten. De Oostindifche Verdra- Maatfchappy deezer Landen hadt hun <, reeds «en* van 't jaar 1720 af, in verfcheiden'Vertoogen » te binnen gebragt „ dat, byjiet vyfde en zesde „ punt der Munfterfche Vrede , tusfchen Fi- „ lips den IV, Koning van Spanje, endeStaa- „ ten geflooten , beraamd was , dat de. Vaart „ en handel op de Oost- en Westindien zou ge- „ handhaafd worden, volgens de Oktrojen, daar- „ op bereids gegeven , of nog te geeven , zullende „ de Span/aards blyven by hunne Vaarten in Oost- „ indie , zonder zig verder te mogen uitbreiden, „ en de ingezetenen der Vereenigde Gewesten ziek „ onthouden van de KastiliaanJ'che Plaat/en , itt „ Oostindie (e) Dat de Onderdaanen van Span- je je , geene Kastiliaanen zynde , in dien tyd, „ uitgeflooten waren van de Vaart op Oost- „ indie, en onder anderen ook de ingezetenen „ der Spaanfche Nederlanden , die, tot op de „ dood
tV) Rotissfet Rectletl, 7b«» II. p,4a, Europ. Mers. Jan»-*
Juny 1723 hl. 158, 218.
(O ■£'» XI- Oeri> il. 459, 460.
|
||||
1XXI. Boek. HISTORIE. &?ï
„ dood van Koning Karel den II, geene Vaart 172**
„ gehad hadden op deeze afgelegen' Gewes------->
„ ten. Dat het hun, by den afitand der Ne-
„ derlanden aan de Infante Izabelle , zelfs „ uitdrukkelyk, ontzeid geweest was(/). Dat „ de tegenwoordige Keizer de Oostenrykfche „ Nederlanden bezat, op gelyke wyze , en „ met gelyk regt, als dezelven, laatftelyk, „ door Karel den II, bezeten geweest waren, „ en derhalve, met opzigt op dezelven, ver- „ bonden was aan dezelfde Verdragen, waar- ,, aan Karel de II. verbonden was geweest. „ Dat zulks blyken kon, uit de inleiding, en „ uit het agtfle Lid, van het Groot-Verbond „ des jaars 1701 (g), en uit het eerfte Lid „ van het Verdrag van Barriere des jaars 1715. „ Dat zelfs, in het zevenenttviniigfle Lid van 5, 't laatstgemelde Verdrag, uitdrukkelyk, was „ vastgefteld, dat de Handel der wederzyd- „ fche Onderzaaten blyven zou op denzelfde» „ voet, als dezelve, by het Munftersch Ver- „ drag, was bepaald (A)" Uit al het welke, de Oostindifche Maatfchappy, hadt opgemaakt, dat „ de Ingezetenen der Oostenrykfche Neder- 9, landen, thans, zo weinig als voormaals, vaa- „ ren mogten op Oostindie, alzo deeze Vaart, „ by deVerdraagen, aan geene andere Onder- „ daanen van Spanje dan aan Kafliliaanen ver- „ gund geweest was, en Keizer Karel de VI. de s, Oostenrykfche Nederlanden aanvaard hadt, 3, op denzelfden voet, als zy, door Spanje, be- 5, zeten geweest waren, de Munfterfche Vre- „ de,
CO Zie VIII. Deel, II. 506.
(,?) Zie XVII. Deel, II. 93. f'Ó ■£'« bier voyr, lil. 89. |
||||
ljfc VADERLANDSCHE LXXI.Boek
|
|||||||||||
„ de, zelfs met opzigt op 'tftuk van den Koop-
„ handel, duidelyk, bekragtigende." Ook wer- den deeze redenen, naderhand, nog kragtiger voorgefteld , in eene Verhandeling van den Heere Abraham Wtsterteen , Advokaat der Oostindil'che Maatfchappye, die, in verfchei- den' taaien, in 't licht gegeven werdt (/). Doch na 't verleenen van 't Oktroi door den Keizer, deeden de Oost- en Westindifche Maatfchap- pyen beide een nieuw Vertoog, in Lentemaand des jaars 1723, welke Vertoogen, eerlang,van verfcheiden' anderen gevolgd werden. Ook hielden de Staaten zo fterk aan, op de vernie- tiging der nieuwe Maatfchappye, beide teBrus- fel en te Weenen (jï), dat duidelyk bleek, dat zy gezind waren, de Verdragen, in dit op- zigt , te handhaaven , zonder van 's Keizers zyde, eenige inbreuk op dezelven te gedoogen. De Ingezetenen der Oostenrykfche Neder- landen, bedugt voor 't verlies der voordeeli- ge Vaart op de Indien, verzuimden, van hun- nen kant, niet, hun regt tot dezelve, in ver- fcheiden' Vertoogen en Verhandelingen, te verdedigen. De Fiskaal der Keizerlyke Domei- nen in de Nederlanden, P Af Neny, onder- nam ook, de Vertoogen, van onze zyde in 't licht gekomen, in openbaaren druk, te we- derleggen. De Staaten van Braband leverden den Markgraave de Prié, in Wynmaand, een Ver-
CO Zie dezelve, onder anderen, in 't Recileil de RoussET;'
Tom. II. p. 43. (*) Refol. Holl ZJuly, I Sept. iG, lS Nov. 1723- W 532,
6to, 814, 815, 856. Zie verfcli. Remonftr. der Oost- enWest- InU. Compagn. zo afzonderl. als in de Europ. Mei'C Jnly — Dtcemb. 1723 . bl. 9H, 99, 100, 109, 112, en l>y Du MONS Corps Dipl. Tom. V1H. P. II. p. 78, 79. |
|||||||||||
1722.
|
|||||||||||
*723.
|
|||||||||||
III.
De inge-
zetenen der Oos- tenryk. fche Ne- derlan- den dry- ven dat zy regt hebben tot den Indi- fchen handel. |
|||||||||||
LXXI. Boek. H 1 S f O R I E. #£
Vertoog over, ftrekkende ten zelfden einde, ij^i
Men beweerde , in deeze Gefchriften „ dat 9, gen van Spanje, in deeze hoedanigheid, „ maar in de hoedanigheid van Hertogen van „ Bourgondie, bezeten waren. Dat zy zelfs, „ dik wils, beloofd hadden, dèeze Landen te „ zullen handhaaven , by derzelver Privile- „ gien, Voorregten en Vryheden. Dat, by „ de overdragt der Nederlanden aan de In- „ fante Izabelle, den Ingezetenen deezer Lan- „ den wel verbooden geweest was, op de In- „ dien te handelen; doch dat men, hier over, „ als over eene blykbaare inbreuk op het regt „ en de vryheid der Landzaaten, geklaagd „ hadt; en dat dit verbod, in allen geval, hadt „ opgehouden, toen de Nederlanden, na 't „ affterven der Infante, wederom aan de Kroo- „ ne van Spanje gekomen waren. Dat de Staa- „ ten der Vereenigde Gewesten, in de hande- „ linge over het twaalf jaarig Beftand des jaarS „ 1609, meer niet gezogt hadden, dan de be- „ houdenis hunner Vaart op de Indien; geens- „ zins, de uitfluiting van de Ingezetenen def „ Spaanfche Nederlanden. Dat Filips de IV. , j,, de Munfterfche Vrede met de Staaten ge* „ üooten hadt, niet als Heere der Nederlan- „ den, maar als Koning van Spanje en Op- ,, perheer der Indien; dat hy. in deeze hoeda- „ nigheid, de Oktrojen der Oost- en Weitin- „ difche Maatfchappyen in de Vereenigde Ge- >, westen bevestigt halt; doch dat de Keizer „ de 0'>sterrykichi Nederlanden niet bezat, « als Koning van Spanje; dat hy ook geene „ eicndommen hadt in de Indien, en dat hy, XVIII. Deel. S „ hier^ |
||||
2/4 VADERLANDS CHE LX XI. Boek.
„hierom, 'niet kon geagt worden, getreden
,j te zyn, in eenige verbindtenisfen, die Span- „ je, als Spanje, aangingen, of opzigt op de „ Indien hadden. Dat het vyfde en zesde punt „ der Munfterfche Vrede de Spanjaards al- „ leen betrof, en niet de Ingezetenen der „ Spaanfche Nederlanden: 't welk zelfs hier- „ uit kon blyken, dat Karel de II, in 't jaar „ 1698, geene zwaarigheid gemaakt hadt, om „ den Ingezetenen dier Nederlanden Oktroi „ te verleenen tot den handel op de Indien, „ zonder dat de Staaten zig daartegen hadden „ verzet, fchoon 't klaar genoeg bleek, dat „ zy 'er kennis van gehad hadden; hoewel de „ opkomende oorlog, en 't ontzag, welk men „ Groot-Britanje en de Staaten toen verftondt „ fchuldig te zyn, het voortzetten des han- „ dels, ten dien tyde, belet hadden. Dat, zo „ men de punten der Munflerfche Vrede al „ tot de Ingezetenen der Spaanfche Nederlan- „ den wilde uitbreiden, men niet zou können „ bewyzen, dat zy, tot hiertoe, gehandeld „ hadden, of zogten te handelen, opPlaatfen, „ die in de magt waren van de Oost- en Wesi- „ indifche Maatfchappyen der Vereenigde Ge- „ westen, 't welk aileen, in de gemelde pun- „ ten, verbooden werdt. Dat het zesentwin- „ tigfte punt van het Verdrag van Barriere „ alleenlyk zag op de bevestiging van deMun- „ fterfche Vrede, in opzigte van den Koop- „ handel, uit de Vereenigde op de Oostenryk- „ fche, en uit de Oostenrykfche op de Ver- „ eenigde Nederlanden; waarover toen, in 't „ byzonder, gefchil gevallen was, geenszins „ op den handel in de Indien, waaromtrent de „ Kei-
|
||||
LXXI. Boek. HISTORIE. 375
,, Keizer, geen Koning van Spanje zynde, 1723c
„ niet belooven kon , 't gene Filips de IV, „ als Koning van Spanje, beloofd hadt. Dat,
„ eindelyk, het Groot-Verbond zelf toonde, „ dat men den Keizer de Nederlanden, als „ behoorende tot het Huis van Oostenryk, „ niet als behoorende tot de Kroone van Span- „ je, hadt willen toeleggen: "t welk het Ver- „ drag van Barriere, geilooten, na dat Groot- „ Britanje en de Staaten reeds eenen anderen „ Vorst dan den Keizer voor Koning van Span- „ je erkend hadden, duidelyk bevestigde (7_)." Alle deeze redenen werden, naderhand, nog breeder, uitgehaald, in verfcheiden'Verhan- delingen , die, van de zyde des Keizers, in 't licht kwamen. De Heer Du Mont, uitgeever van 't bekende Corps Diplomatique, fchreef 'er eene, met goedkeuring van 't Weener-Hof. Hy verhaalde, in dezelve, omftandiglyk, den oorfprong der Vaart op de Indien, en wat 'er gebeurd ware, van dat men, onlangs, uit de Oostenrykfche Nederlanden, Schepen der- waards hadt uitgerust, tot op de opregting der Keizerlyke Maatfchappye. Vervolgens, zogt hy, uit de gevallen, welken hy bybragt, en door verfcheiden' redenen , het regt des Keizers te bewyzen. Nog beweerde hy, dat de Oostendefche Maatfchappy geen nadeel, maar veel eer voordeel ftondt toe te brengen aan de Vereenigde Gewesten. Hy iloot, ein- delyk , met eene omftandige optelling van de voordeelen, welken de Staaten inzonderheid, by
(/) Neny Wcderl. gedr. 1723. Memoire des Etats de Brabant
(fans Ie Rx-cueil da Rousset . Tom. II. p. 91. fuitz ausfi üu Mont Corps Dipl. Tum, VJH. /'. II. p. 82. S 2
|
||||
S7<5 VADERLANDSCHE LXXI.Boêr
|
|||||
1723. by het Verdrag van Barriere, hadden weeten
——— te bedingen van den Keizer: waaruit hy wilde afgenomen hebben, dat de Staaten zig niet zeer ftooren moesten aan eenige nadeelen, welken zy van de Ooftendefche Maatfchappye meenden te dugten te hebben (m). Hunne Doch de redenen, die , ten voordeele der worden, Ooftendefche Maatfchappye , in alle deeze in ver-' fchriften, gegeven werden, bleeven niet onbe- fcheiden' antwoord, van de Staatfche zyde. De beroem- °Penj>a.a- deJean Barheyrac, Profesfor in de Regten te ten ,C we. Groningen , fchreef eene uitvoerige weder- derfpre-* legging van het Vertoog des Fiskaals Neny, ken- waarin 't regt onzer Maatfchappyen, van den grond af, opgehaald, en verdedigd werdt. Du Mont werdt ook wederlegd, in eenen zooge- naamden Brief van een Lid der Regeeringe van Holland aan een Lid der Regeeringe van Gelder- land. In deeze fchriften, en byzonderlyk in het laatfte, welk beknopt en klaar was opge- fteld, werdt de Staat van 't gefchil gebragt tot deeze drie punten „ 1. Of de Nederlan- „ den , zo lang zy onder de beheerfchinge „ van Spanje geweest waren, van den handel „ op de Indien waren uitgeflooten geweest, „ of niet? 2. En zo ja, of deeze uitfluiting „ niet noodeloos maakte, in het vyfde en. „ zesde Lid der Munfterfche Vrede, van an- „ dere Onderdaanen van Spanje dan van Kas- „ tiliaanen te gewaagen? 3. Of de Nederlan- „ den , overgaande onder 's Keizers magt * „ aan deeze uitfluiting onderworpen geblee- „ ven
O») Voiez et Traite dans U Recueil dt Rousset, 7*0«. Uli
p. 24 — 115« |
|||||
LXXLBoek. HISTORIE. a77
„ ven waren, of niet?" Omtrent het eerfle 1723.
punt, werdt beweezen „ dat de Nederlan- „ den, zo lang zy onder de Spaanfche heer- „ fchappy gebleeven waren, uitgeflooten wa- „ ren geweest van de Vaart op de Indien. Par- „ tyen zelven erkenden dit. Zelfs ftonden zy . „ toe , dat deeze uitfluiting geduurd hadt, „ tot in 't jaar 1698, wanneer Karel de II. „ een Oktroi hadt verleend om op de Indien „ te vaaren. Doch dit Oktroi hadt, zeiden ze, „ geen' ftand gegreepen, om dat de Keurvorst „ van Beyeren, toen Landvoogd der Spaan- „ fche Nederlanden, Groot - Britan je en de „ Staaten te veel ontzien moest, en ter oor- „ zaake van den opkomenden oorlog. De „ uitfluiting der Nederlanden van de Indi- „ fche Vaart werdt, derhalve , weder zy ds „ erkend. Men beweerde wel, van 's Keizers „ zyde, dat het verbod, by de opdragt der „ Nederlanden aan de Infante , naderhand, „ wederom vernietigd was; doch men beriep „ zig, van onzen kant, niet op dit verbod, „ dan om de uitfluiting der Nederlanden, in ,j dien tyd, Hiftoriefcherwyze, te toonen. „ 't Regt der Staaten, om zig tegen de nieu- „ we Maatfchappye te kanten, was alleenlyk „ gegrond op de Munfterfche Vrede. En men. „ bewees, dat de Spaanfche Nederlanden, te „ vooren, van de Vaart op de Indien waren „ uitgeflooten geweest, alleenlyk, om hieruit „ te doen afneemen, dat het noodeloos wa- „ re, in het Munftersch Verdrag, van deeze „ Nederlanden in 't byzonder te gewaagens" Hierin nu beftondt het tweede punt van 't ge- fchil, waaromtrent, vooraf, toegeftaan werdt S 3 „ dat.
|
|||||||
JU: *
i
\____- -, — -
|
|||||||
278 VADERLANDSCHE LXXI.Eoek.
„ dat, in het Munftersch Verdrag, alleen van
„ Spanjaards of Kastiliaanen, en van Ingeze- „ tenen der Vereenigde Gewesten gewaagd „ werdt. Maar zou 't, vraagde men, niet ten „ hoogften ongerymd geweest zyn, van inge- „ zetenen der Spaanfche Nederlanden te fpree- „ ken, die, in dien tyd, uitgeflooten wa- „ ren van de Vaart op de Indien, welke al- „ leen aan de Kaftiliaanen vergund was ? Zou- „ den ook de Staatfchen de dwaasheid gehad „ hebben van alleen van Kaftiliaanen te rep • „ pen, als zy hadden können denken , dat, „ hiermede, aan de andere Onderzaaten van „ Spanje, met naame aan de Ingezetenen der „ Spaanfche Nederlanden , vryheid gelaaten „ werdt, om de Vaart in de Indien verder „ voort te zetten, dan de Kaftiliaanen zelven, „ voortaan, zouden hebben mogen doen? En „ was 't niet genoeg, de Vaart te bepaalen „ van ziilken , die alleen vaaren mogten ? „ 't Vyfde Lid der Munfterfche Vrede zeide „ duidelyk , dat de Spanjaards hunne Vaart „ zouden behouden, gelyk zy ze tegenwoordig „ bezaten, 't Sloot, derhalve, zmken, die thans „ niet op de Indien handelden, van dien han- „ del uit." Omtrent het derde punt van 't ge- „ fchil, werdt beweerd „ dat het zesentwig^ „ fte Lid van het Verdrag van Barriere on- „ derftelde, dat, by het Munftersch Verdrag, „ iet omtrent den Koophandel op de Indien, „ zo wel als op de andere Gewesten, vastge- „ fteld was, 't welk ook de Ingezetenen der „ Ooftenrykfche Nederlanden verbondt. An- «, ders, zou 't ongerymd geweest zyn, zig, in „ een Verdrag, welk op deeze Nederlanden „ zag,
|
||||||||
LXXLBoek. HISTORIE. 279
„ zag , aan het Munftersch Verdrag te ge-
„ draagen. De inleiding van dit Verdrag be- „ wees, dat de Keizer de Oostenrykfche Ne- ,, derlanden bezitten zou, op gelyken voet, „ als Karel de II. dezelven bezeten hadt, ge- „ volgelyk, met uitfluiting van de Vaart op ., de Indien, Zelfs toegegeven zynde, dat het „ vyfJe en zesde punt der Munfterfche Vre,- „ de niet zagen op de Ingezetenen der Oos- „ tenrykfche Nederlanden; zy zagen 'er, ge- „ wisfelyk, tegenwoordig op, na dat zy 'er, „ door den Keizer, by het Verdrag van Bar- „ riere, op toegepast waren. De voordeden, „ welken de Staaten van den Keizer bedon- ,, gen hadden, waren bedongen, by het Ver- „ drag van Barriere, welk geilooten was, eer „ men om het opregten eener Oostindifche „ Maatfchappye in de Oostenrykfche Neder- „ landen gedagt hadt. Msn kon, derhalve, ,, het bedingen deczer voordeden niet doen „ gelden, als eene reden, waarom de Staaten 9, de nieuwe Maatfcbappy in ftand behoor- „ den te laaten. De Staaten hadden, voor- „ waar ! deeze voordeden dubbel verdiend, „ in den jongften oorlog, in welken zy zig „ hadden uitgeput, om den Keizer van 't „ bezit der Spaarifche Nederlanden te verze- „ keren. Ten onregte, vergde men hun dan, „ uit aanmerking deezer duurgekogte voor- „ deden, ook nog af te ftaan van het regt, om, „ met uitfluitinge van de Ingezetenen derOos- „ tenrykfche Nederlanden , op de Indien te » handelen (*)•" De O) Pblez la Lettre dam U Kecueil ät äousset, Tom, UI»
h 11O—135. S4
|
|||||
■
|
|||||
z8o VADERLANDSCHE LXXI.Boek
1723. De openbaare penneftryd, voor en tegen
■ de Maatfchappy van Ooftende, duurde ver- Voort- fcheiden' jaaren, en ftelde 't gemeen in ftaat,
gang der om over >t gefchil te können oordeelen. Doch dgfche" Groot-Britanje en de Staaten, arbeidden ook, Maat- door hunne Gezanten, aan verfcheiden' Hoven, fchap om den voortgang der nieuwe Maatfchappye ?*^ te fluiten, Beide deeze Mogendheden verboo- den hunne Onderzaaten, eenig deel in dezelve te neemen (V). Ook bragt deAmbasfadeurHop te wege, dat de Koning van Frankryk gelyk verbod deedt aan de Ingezetenen zyner Staak- ten (p ). Doch onaangezien zulk een verbod, in de drie voornaamfte handeldryvende Staa- ten , wisten de voorftanders der nieuwe Maat- fchappye, door heimelyke zendelingen, zo veel ingang te vinden, in Frankryk, in Engeland, en zelfs onder veele Ingezetenen der Veree- nigde Gewesten , dat de hoofdfom der Oost- endefche Maatfchappye, binnen weinige da- gen, ingefchreeven was (q'). Men rustte, eer- lang, ook drie fchepen uit, die in 't jaar 1724 in zee ftaken (r). De Keizer hadt vastgefteld, de nieuwe Maatfchappy, uit al zyn vermo- gen , te handhaaven , terwyl Groot - Britanje en de Staaten, en eerlang ook Frankryk zelf hun best deeden , om 's Keizers toeleg te dwarsboomen. De aanleg en uitflag der we- derzydiche poogingen zullen. in eenige agter- eenvolgende jaaren, de hoofdftof deezer His- torie, (0) Zie Groot-Phkaatb. VI. Deel, tl. 1350.
£/>) Supletn. au Corps Diplom, 'lom. II. i». II. p. 178. • lq) Verbaül der Ambasl. van dien tyd. aéSS. 'fiNDAL JV« Xill [or XXVIII ] f. 208 . 209 \^tj lilte dans te Kccueii de 'Rousset, Tom. III, «. 414. |
||||
LXXLBoei. HISTORIE. 281
torie uitmaaken. Doch de orde der gebeurte- i-23;
nisfe leidt ons, eerst, tot het verhaalen van - eenige andere zaaken , die , omtrent deezen tyd, voorvielen, en ons Vaderland betroffen. 't Verfchil met Deenemarke over de agter- iv.
ftallen (i) duurde nog, zonder dat de buiten- Handel gewoone Gezant der Staaten, de Heer Robert ™el D,e< Goes, zig in ftaat vondt, om het te verene- nen (f). Men vreesde , midlerwyl, hier te Lande, voor het ftremmen van de Vaart op dé Oostzee, indien 'er geen middel gevonden werdt, om den Koning genoegen te geeven. Goes kreeg, derhalve, herhaalden last, om hiertoe te arbeiden. Ook tradt hy, in de Lente deezes jaars 1723 , in nadere onderhandeling met 's Konings Gemagtigden. Hy boodt vol- doening der agterftallen aan ; doch vorder- de , dat men 'er liete aftrekken, 't gene de Koning, uit Nederlandfche Schepen, tot zyn gebruik, geligt, en 't gene de Deenfche troo- pen, hier te Lande, verteerd, en onbetaald gelaaten hadden. Maar men kon eikanderen, hierover, niet verftaan. Goes vertoonde den Deenfchen , dat het misverftand tusfchen de twee volken ftremming in den Koophandel ftondt te veroorzaaken, die groot nadeel toe- brengen zou aan 's Konings tollen. Doch zyne redenen vonden zo weinig ingang , dat men tot geen einde van zaaken komen kon («). In "t volgende jaar, werdt de Heer Willem Buys, Pen-
CO Zie hier voor. hl. 163.
(O Dedtiftie van het Dsenfclie Hof en Antwoord op dezelve
aoor den Eiivnyé C-oas. («) 7,h cfeExtr. uit eenige Biie\-. ven lian Envoyé Goss ia .4e
ëeeop. Mete -Jan-----Juny 1713. bl. 274, enz. S 5
|
|||||
/
|
|||||
«32 VADERLANDSCHE LXXLBoek.
|
|||||
1723. Penfionaris van Amfterdam, naar Deeneraarke
■-------gezonden, om de begonnen handeling voort
te zetten (V). Doch hy keerde, eerlang, te
rug, zonder dat hy iet hadt können fluiten (V). De Staaten van Holland, de gewigtige dien- ften, door hem, in veele gelegenheden, den Lande gedaan , willende vergelden , fielden hem, in 't jaar 1726, aan, tot eerften Sekre- taris hunner Vergaderinge (x). meTt^ee ^e Kaaperyen van die van Algiers hielden, Agier- dit jaar , nog aan. In Bloeimaand, was het fchekaa- Koopvaardyfchip van Pt'eter Falk, welk twee- Pers- entwintig ftukken voerde, op de hoogte van Gibraltar, flaags geraakt met twee Algier- fche Kaapers , die wakkerlyk werden afge- keerd. Doch na 't gevegt, ontftondt 'er brand in 't Koopvaardyfchip. Het werdt, hierop, verlaaten van het fcheepsvolk, welk zig in de Hoep begaf, en behouden aan land kwam (y), v- De oude twist, tusfchen den Vorst en de Oniimen <$ten(jen van Oostfriesland , die nog duurde,
uitdien , , , . ° ,
denVorst borst, omtrent deezen tyd , uit tot hevige
en de daadelykheden; waar van wy hier een kort Stenden berigt moeten geeven. George Albrecht, die, friesland" federt het Jaar ^08 » regeerde' was » in de
' jaaren 1720 en 1721, ten Keizerlyken Hove, klagtig gevallen, over de Stenden des Vorsten-
doms. Het invoeren en onderhouden van
vreemde Troepen , door de Stenden , plag
den Graaven, al van ouds, tegen de borst te
zyn.
Cv; Rcfol. Holl. 2 Jany 1724, il. 306 Europ. Mtrc 7««.—
jfuuy 1724. */• 209. .. («O Rclol. Holl. 23 Sept., 6 Oïïeh. 16 Dec. 1724 , il. 76$,
777. »o-
(r) Zie Groot Plakaabt- VI. Deel, U. 53. ly) Brief ia de Europ. Merc. Jaly—litctmb. 1725» V> 31*.. |
|||||
LXXI.Boek. HISTORIE. 283
zyn. Ook verftondt de Vorst, dat de Stenden ,723.
zig te veel gezags aanmaatigden, over de ont- —— vangst en uitgaave van 's Lands penningen. Ily vorderde, daarenboven, eene vrywillige Gift, en groote agterflallen van de Stenden. Ook nam hy 't kwalyk, dat men, te Embden, ge- Jyk elders, eene Maatfchappy van Koophan- del opgeregt hadt, zonder hem te kennen. Alle deeze bezwaarnisfen en eenige anderen wer- den voor den Keizer gebragt, die 'er, in Oogst- maand des jaars 1721, eene uitfpraak over deedt, tot genoegen van den Vorst (z). Zy werdt, in dit jaar 1723, door eene nadere uit- fpraak, bekragtigd (ei). Doch de Stenden fchik- ten 'er zig in 't geheel niet naar. Zy verdedig- den zig zelfs, in openbaaren druk, tegen alle de befchuldigingen des Vorften, omftandig- lyk (J>). Men bleef hun, van 's Voiften zyöe, geen antwoord fchuldig (c). De Stad Emb- den , en de Stenden, die 't met haar eens wa- ren , midlerwyl, bedugt, dat de Keizerlyke Hofraad 's Keizers uitfpraak zou willen doen gelden in Oostfriesland, vervoegden zig, vol- gens gewoonte, aan de Vereenigde Staaten, derzelver bemiddeling in de gefchillen met den Vorst begeerende. De Staaten hoorden hen gunstiglyk; doch eer zy iets in 't werk kon- den ftellen, tot bylegging der gefchillen, hadt l?Z4' de Keizer den Keurvorst van Saxen en den "~ Hertog van Brunswyk.Lunenburg-Wolfenbut- tel
(z) Foisz ce Decrct dans Mtecucil de Rousset, Tom. IV.
p. 281. C/O W. il'i'i. p. 430.
O) üeduÄion abregcd dans Is Recucü de Rousset, Tm. IV.
CO Ibid. f. 335.
|
||||
2ß4 VADERLANDSCHE LXXLBoek:
t^=4. tel aangefteld, om zyne uitlpraaken, in Oost-
------friesland, te doen naarkomen. Zy zonden Ge-
magtigden derwaards, die de Beftierders van
's Lands penningen buiten bewind fielden, 's Lands Kas van Embden naar Aurik overbrag- ten , en den Landdag , die , federt het jaar 1695 , verfchooven geweest was, geheellyk affchaften, eenen anderen Landdag befchry- vende, waartoe Embden en de overige weder- horigen, gelyk ze genoemd werden, niet wer- den geroepen. Embden en de afgedankte Be- ftierders verzuimden niet, aan te houden by de Staaten der Vereenigde Gewesten, om ge- handhaafd te worden by de oude voorregten (£). De Vorst zogt de Staaten, daarentegen, te be- weegen, om zynen partyen gehoor te weige- ren, of ze tot onderwerping aan den Keizer, en aan hem, hunnen wettigen Vorst, te ver- maanen. Midlerwyl, was de verdeeldheid zo hoog geklommen in Oostfriesland, dat die van Lier, geholpen door de bezetting van Embden , de wapenen hadden opgevat tegen den Vorst. De Staaten , de wederhoorigen niet in 't ongelyk willende ftellen, zogten den Vorst te beweegen tot een minnelyk Verdrag met de Stenden, op den voet der voorige Over- eenkomften. Zy vermaanden hem , dat hy, vooral, geene vreemde troepen in 't Land wü de brengen, fchoon hy 'er toe geregtigd mögt fchynen, door de Keizerlyke uitfpraak. Ook fchreeven zy, ernstelyk, aan die van Embden, om
C*0 Misfive v.in hunne Hoog Mog. in dato 15 Decimb. 1724."
Hefbl. Holl. 13 Dscemb. 1724, tl. 99$. Notnl. Zeel. 15 Fch% 1725. W. ag. |
||||
LXXLBoek. HISTORIE. 085
|
|||||
om zig van daadelykheden te onthouden (e). 1724;
Doch daar verliepen nog eenige jaaren, eer - Oostfriesland wederom in rust raakte. vi. De byeenkomst te Kameryk duurde nog, jjjj"** der
zonder dat 'er iet verrigt werdt van belang. unge%p Op den agtentwintigften van Grasmaand, had- deByeen- den de Keizerfchen en Spaanfchen hunne we- komst » derzydfche eisfchen overgeleverd, op deeze K*rae* Byeenkomst, die zeer geheim gehouden wer-ry * den. Doch de Ambassadeur Hop vondt mid- del om ze te ontdekken. De Keizer vorder- de*- voornaamlyk „ dat, te Kameryk, geene „ andere zaaken verhandeld werden, dan die, „ by het agtfie Lid van 't Verdrag van Lon- „ den, onafgedaan gelaaten waren. Dat de „ Koning van Spanje geene titels zou voeren „ dan van de Landen, die hy wezenlyk be- „ zat. Dat de Keizer hoofd der Ridder-orde „ van 't Gulden Vlies blyven zou. Dat Spanje „ de fchulden der Kroone, voor welken de „ Nederlanden verbonden waren, voldoen, „ en den Keizer verzekering geeven zou voor „ zekere fommen, welken hy in 't byzonder „ te eisfchen hadt. Dat men 's Keizers On- „ derdaanen, in 't ftuk van den Koophandel, „ in de Spaanfche Havens, handelde gelyk „ andere Volken, tot dat men over een Ver- „ drag van Koophandel zou overeengekomen „ zyn. En vooral, dat alle de Bondgenoo- „ ten van het viervoudig Verbond de fchik- „ king, door den Keizer omtrent de opvol- „ ging in zyne Staaten gemaakt, erkennen „ zou-
CO Re!b1. Geiler. Jovh 21 Febr. 1725, W. 13a, 4sn$ l( Kt} cueü dt Rousset, logi. IV. f. 384. |
|||||
a06 VADERLANDSCHE LXXI.Boek.
|
|||||
1724. „ zouden." Van den kant van Spanje, werdt
----- gevorderd „ dat de Keizer zig voortaan geen'
„ Koning van Spanje zou noemen. Dat Spanje
„ de befchikking over de Ridder-Orde van „ het Gulden Vlies behouden zou. Dat de „ Keizer Sicilië op geenen anderen voet be- , „ zitten zou, dan het door den Hertog van „ Savoje bezeten geweest was. Dat de bezet- „ tingen voor de Plaatfen van Toskane en Par „ ma zöüden geregeld worden. Datde fphik- „ kingen, door den Koning van Spanje, ge- 3, maakt in de Landen, welken hy afftondt, „ zouden bevestigd worden (ƒ)." Kort hierna, deedt de Gezant des Hertogs van Savoje ook zyne eisfchen , vorderende „ bevestiging der „ overgifte van Sardinië, en dezelfde eer, die „ aan andere Koningen van 't viervoudig Ver- „ bond gegeven werdt. Voorts, dat de Keizer „ het Koningkryk van Sardinië , mitsgaders „ Montferrat, en 't gene meer, by 't Verdrag „ van den jaare 1703, aan den Hertoge afge- „ Haan was, zou belooven te handhaaven. Dat „ de Hertog alleen den titel van Koning van „ Sardinië zou voeren, of dat, zo de Keizer dien „ titel insgelyks begeerde, hy zig ook Koning „ van Sicilië zou mogen noemen. Dat de Kei- „ zer hem, in 't regt van opvolging tot de „ Kroone van Spanje, en in alle zyne andere „ regten, bevestigen zou (g)."De eisfchen des Hertogs van Parma, die eenige maanden laa- ter werden overgeleverd, kwamen hierop uit: „ Dat hy en de Prinfen van zyn Huis hunne „ Staa-
(f) Misfive van den Ami). .Hon «an dm Griff. Fagel van 8
May 1724. (7'>Miifive als ioven ven 24 May 1734. |
|||||
LXXLBoer. HISTORIE. cS?
„ Staaten zouden blyven bezitten, gelyk ze 1724.
„ dezelven, voor de drie laatfte oorlogen, be- 4 „ zeten hadden , in volkomene Souverainiteit,
„ enbyzonderlyk, zonder, ineeniggeval, ee- „ nige fchatting of doortogt van krygsvolk te „ gedoogen; en dat de fchattingen, te vooren „ opgebragt, en de goederen, den huize van „ Parma afgenomen , aan het zelve, zouden te „ rug gegeven worden (&)." Doch men kwam, teKameryk, naauwlyks iet verder, dan tot het overleveren deezer wederzydfche eifchen. De Mogendheden, die 'er hunne Gevolmagtigden gezonden hadden, fcheenen 't, om ftryd, toe te leggen op het rekken der handelinge, terwyl zy heimelyk arbeidden aan byzondere Verdra- gen , in verfcheiden' Hoven. Ook waren 'er, Vennöfe- onlangs, veranderingen voorgevallen in Frank- ™s 'K ryk , die veel toebragten tot de verflaauwinge '£™ " der handelingen teKameryk. LodewykdeXV, in Wynmaand des jaars 1722 , meerder jaarig verklaard, gezalfd en gekroondzynde, hadtde Regeering aanvaard. De Hertog van Orleans was egter in 't bewind gebleeven , als eerfte Staatsdienaar, tot op zynen dood toe, die, op den tweeden van Wintermaand des volgenden jaars, voorgevallen was. LodewykHenrik, Her- tog van Bourbon, hem opgevolgd zynde in 't bewind (/_), liet zig minder gelegen zyn aan het behouden der naauwe gemeenfehap met de Kroone van Spanje, welke, door het fluiten der drie Huwelyken, te wege gebragt was Qk). De han-
(70 Misflve van den Amb. Hop aan den Griff. Fagel yen 4
Heptemb. 1724. f O Verhaal der Ambasf. van dien tyd. MSS. Tinoal Valt
AIH. lor XXVIII. ] p. 225. (*) feitx Memolr. d* Montcon Tom. III. p. sast«
|
||||
a08 VADERLANDSCHE LXXI.Boek;
1/34. handelingen te Karaerykverflaauwden, derhal-
—— ve, nog meer, na de dood des Hertogs van Or- leans Q), tot dat zy, eindelyk, in 't jaar 1725, geheellyk, werden afgebroken. Wy zullen wel haast zien, wat 'er gelegenheid toe gaf. Onder- tusfchen, hadden de Paus Innocent de XIII. en de Groot-Hertog van Toskane, Joan Gastonde I, op de Byeenkomst teKameryk, doen protes- teeren, tegen alles, wat 'er, omtrent de opvol- ging in de Hertogdommen Parma en Piacen- za, en in 't Groot-Hertogdom Toskane, door eenige Mogendheden, vastgefteld was, of nog zou vastgefteld worden , ter benadeelinge van het regt van den Kerkelyken Staat, en van den regeerenden Groot-Hertoge van Toskane (m). En deeze twee Protesten mogen fchier voor de eenige ftukken van gewigt gerekend worden, welken van de langduurige Kamerykfche By- eenkomst overgebleeven zyn. AUeenlyk hadt men nog, in 't begin deezes jaars , te Kame- ryk, de Akte ontvangen, waarby de Keizer den Infant Don Carlos van de opvolging in de Leenen van Toskane, Parma en Piacenza ver- zekerd hadt («) : het ontvangen van welke Akte gelegenheid tot de gemelde Protesten ge- geven hadt. Vil. Kort na de dood des Hertogs van Orleans, Verande- viel 'er ook eene verandering voor, aan'tSpaaa- ring in fche jj0f, die van geen minder invloed fcheen Spanje. tfi zunen zvn ? 0p fen ftaat der zaaken van Eu- ropa. Füips de V, die nog in den bloei zyns lee-
( / ) MoNTGON Memoir. Tom. I. p. 151.
(m) Witz Rousset Rcceuil, Tom. I. p. 309. Tom. IV. p.m<s' Supl. au Corps Dipl. Tom. III. P. II. p. 175, 178. (k} Voiez Rousset Receuil, Tom, IV. p. 110. |
|||||
v
|
|||||
LXXl. Boek. HISTORIE. 289
leevens was * befloot * in Louwmaand deezes I724.
jaars, afftand te doen van de Kroone, ten be-
hoeve van den Prinfe van Asturie, zynen oud-
ften Zoon uit het eerfte huwelyk, die, eenen korten tyd, onder den naam van Lodewyk den I, geregeerd heeft. Men fchreef 'sKonings be- fluit, in't gemeen, toe aan een Godvrugtig be- ginfel, welk hem den last der Regeeringe te zwaar deedt voorkomen. Ook begaf hy zig, terftond na zynen afftand, naar het Paleis van S. Ildefonfe, welk hy, aan eenen eenzaamen oord , op de grenzen van oud en nieuw Kas- tilie, hadt doen ftigten. Hier zou hy, meende men, zynen tyd, voortaan, in Godsdienftïge oefeningen flyten (o). Doch anderen hielden zyn befluit voor een uitwerkfel van overmaati- ge droefgeestigheid, waar aan hy, inderdaad, onderhevig was. Eindelyk, oordeelden fommi- gen, dat hy 't oog nog hadt op de Kroone van Frankryk, aan welke hy, zo Lodewyk de XV, zonder mannelyke erfgenaamen , overleedt, ligter geraaken zou können, wanneer hy geen Koning van Spanje meer was; zynde de voor- naamfte Mogendheden van Europa, reeds by verfcheiden' Verdragen, overeengekomen, dat de kroonen van Frankryk en Spanje, nimmer, door eenen Vorst, zouden gedraagen worden. En veelligt hebben deeze laatften niet vreemd geoordeeld van 's Konings inzigten , alzo uit egte Gedenkfchriften blykt, dat hy, zelfs na- dat hy de Spaanfche Kroon wederom aanvaard hadt, nog gezind was, om zig, na de dood van Ko-
O) MoNTGON Mcmoir. Tem. I. *. 28, $?. TiMdaI. V*U
XIH. lor XXVUI.] p. 243. XVIII. Deel. T
|
||||
«po VADERLANDSCHE LXXLBoek.
1724. Koning Lodewyk, van de Kroone van Frankryk
- te verzekeren Q>). Doch de jonge Koning van Spanje regeerde llegts zeven maanden. Hy ftierf, aan de Kinderpokjes, op den eenendertigden van Oogstmaand, en KoningFilipsnam, zes dagen laater, de Kroon wederom aan (#), fchoonmen, zo't uiterlyk fcheen, veelmoeitehadt, om hem Gezant- hiertoe te be weegen (>). Den Heer van Coul- fchapder-fter, der Staaten Ambasfadeur in Spanje, reeds waards. jn >t jaar j 722, van daar, te rug gekeerd zynde, hadden hunne Hoog-Mogendheden, onlangs, beflooten, den Heer Frans van der Meer, Vroed- fchap van Leiden, kort na de komst van Lode- wyk den I. tot de Kroon, derwaards te zenden, in dezelfde hoedanigheid. Hykwam, inBloei- maand, te Madrid (s) , daar hy verfcheiden' jaaren verbleef. De dood des jongen Konings herftelde den ftaat van Spanje wederom op den zelfden voet, als voor 's Konings afftand : uit welken men zig, in 't gemeen, reeds merkely- ke veranderingen voorfpeld hadt. VIII. De Vrede, die thans bleef aanhouden, fchoon De Her- men nog geen algemeen Verdrag getroffen vormden] hadt; ? fcheen den Roomsch - Katholyken Mo- ryk wor" gendheden , aan verfcheiden' oorden, gele- den ver- genheid te geeven , om haare Protestantfche voigd. onderzaaten, ftrengelyk, te handelen. Van de vervolgingen in Hongarye en in de Palts heb- ben wy, in 't voorgaande Boek (*), reeds ge- waagd. (p) Vaiez MoNTGON Memoir. Tom. II. p. 352» 361 > $(>7>
Tom- III. p. 70. (#) Dn Mont Corps Dipl. Tom. VIII. P.ll. p. 80.
(r) MoNTGON Memoir. Tom. I. p. 48. 51.
(O Europ. Merc, jfuly— iiec. 1722. U, 104. Jan.— Junj)
1734. tl. 205. Qt) Hla4i. 22<).
|
||||
LXXI.Boek. HISTORIE. 291
waagd. Doch , ten deezen tyde , ontftondt 1^4;
'er ook zwaarigheid voor de Protestanten in ——■■■= Frankryk. De jonge Koning hadt groote ag~ ting voor den oud Bisfckop van Frej'us, Andre Hercuk Fleury, die, door Lodewyk den XIV, tot zynen Leermeester aangefteld geweest, en, federt, ten Hove gebleeven was. Men wil, dafe hy, op den raad van deezen, en zeer tegen den zin des Hertogs van Bourbon («), die anders niet misdeeld was van yver voor zyne bely- denis , een ftraf Plakaat deedt uitgaan , tegen die van den zogenäamden Hervormden Godsdienst. By hetzelve, werdt „ aan Predikanten de dood „ gedreigd. Mannen, die hen geherbergd, en „ niet aangebragt hadden, zouden op de galei „ gezet: Vrouwen, in gelyk geval, gefchoo- „ ren, en voor altoos opgefiooten worden. „ Elk moest zyne kinderen, op zekere geld« „ boete of zwaarer ftraffe , door den Priester „ van zyn Kerfpel, doen doopen, en, binnen „ 't Ryk, Katholykelyk opvoeden, en onder- „ wyzen. Van gevaarlyke kranken moest men „ kennis geeven aan den Priester; dien men „ gehouden was by den kranken toe te laaten. „ Die in de belydenis van den zogenaamden „ Hervormden Godsdienst overleedt, verbeur- „ de zyne goederen. En iemant werdt ver- „ ftaan, in deeze belydenis, overleeden te zyn, „ wanneer hy de laatfte Kerkgeregten gewei- „ gerd hadt te ontvangen. DiedenKatholyken „ Godsdienst niet openlyk beleedt en oefende „ zou tot geene de minfte ampten of bedie- „ ningen bevorderd können worden. Kinde- n ren,
C<0 Ä« Tindal Vul, XIII. [orXXVHI.J p. atft
Ta
|
||||
292 VADERLANDSCHE LXXÏ.Boek;
1724. >•> ren, welker ouders of voogden, van den zo-
- M genaamden Hervormden Godsdienst zynde, , buiten 't Ryk geweeken waren, mogten vrye-
}) lyk trouwen, zonder derzelver verlof te be- „ hoeven. Heimelyke Hervormden, die an- „ deren, en zieken inzonderheid , afmaanden „ van den Katholyken Godsdienst, werden, zo „ 't mannen waren , met de galei geftraft, en „ waren 't vrouwen, gefchooren en opgefloo- „ ten (v)." Het Plakaat behelsde nog andere byzonderheden , welken wy, kortheidshalve, voorby gaan. Koning George en deVereenig- de Staaten waren 'er niet weinig over geraakt. Horatio Walpole , die thans, wegens Groot- Britanje, zyn verblyf hieldt aan 't Franfche Hof , deedt verfcheiden' Vertoogen , om ver- zagting van zulk een ftreng Plakaat te verwer- ven. Doch men antwoordde hem , dat "'s Ka- rtings Plakaaten moesten uitgevoerd worden ( w }. De Am- De Heer Cornelis Hop, Ambasfadeur der Staa- basfadeur ten , leverde , insgelyks , een Gefchrift over ?op k aan den Koning , waarin hy aanwees „ dat 's voor de •» Konings Plakaat, met reden, ook vreemde vreemde „ Protestanten, die zig , om Koophandel te Troceitan-}j) dry ven , in Frankryk , hadden nedergezet, ten" „ ongerust maaken moest; alzo omtrent hen , „ by 't Plakaat, geene de minfte uitzondering „ gemaakt was." Hy voegde hierby „ dat „ Lodewyk de XIV,, na 't herroepen van 't „ Edict van Nantes, meer dan eens, verklaard „ hadt, dat vreemde Protestantfche Kooplui- „ den, vryelyk, in 't Ryk veiblyven en han- « de-
|
||||||||
v) Voicz Du MofoT Corps Dip!. Tam. VIII. P.ü, ^,85.
w) Tinqai. Fel. XUI. [w XX VUL] p. 846^ |
||||||||
l
|
||||||||
LXXLBoek. HISTORIE. 293
„ delen mogten:" enhy verzogt, eindelyk, i;24.
„ dat zyne Majefteit den vreemden, fchoon ------
„ Protestantsch , diergelyke gunst niet wilde
„ weigeren (*)•" Zyn verzoek was niet vrug- teloos. De vreemde Protestanten behielden de vryheid, welke zy, tot op 't laatst der Regee- ringe van Lodewyk den XIV, genooten had- den. Ook verklaarde de Koning, eerlang, dat het Plakaat zyne Protestantfche onderzaaten in de Elzas niet aanging, alzo zy, by openbaare Verdragen, vryheid van Godsdienst bedongen * hadden (y ). Ondertusfchen , hadden de be- dekte Hervormden in Frankryk thans vry wat minder vryheid , dan zy , onder de regeering van den Hertog-Regent gehad hadden. De Ambasfadeur Hop liet, toen hy eerst te Parys kwam, in zyne Kapelle, beurtswyze in 't Fransen en in't Nederduitsch; doch, eerlang, alleen in 't Fransch prediken , met zo ongemeenen toe- loop , dat de plaats de toehoorders niet of naauw- lyks bevatten kon. Doch deeze toeloop , die eerst onder oogluiking gedoogd was, werdt al- lengskens geweldigerhand belet, en geene an- deren dan vreemdelingen en huisgenooten in des Ambasfadeurs Kapelle toegelaaten. De Heer Hop bragt egter te wege, dat de Regeering den vreemden Protestanten, die in tuinen plag- ten begraaven te worden , eene afgezonderde Begraafplaats toeftondt aart de wallen van Parys, omtrent de poort S. Martin (s). Te
(s) Verbaal der Ambasf. van dien tyd. en Misf. van 14 July
I724. MSS. Zie de Memorie in de Europ. Merc. July^-Dec. 1724. hl. 51. (r) Verbaal der Ambasf. van dien tyd. MS. Tindal V»U
XW O XXVIII.] p. 24«. C z) Verbaal der Ambasf. van dien tyd. MS.
T 3
|
||||
S94 VADERLANDSCHÉ LXXI.Boek.
|
|||||||||||
17S4. Te Thorn, in Poolsch Pniisfen, ontftondt,
insgelyks, eene felle vervolging tegen de Lu- |
|||||||||||
IX. therfchen, ter gelegenheid, dat eenige Luther-
dinfffhte ^e ')onée^nëen geweigerd hadden te knielen Thorn : voor net Sakrament, welk, naar de wyze der waaruit Roomfche Kerke, op den zestienden van Hooi- de ver- maand, openlyk, omgedraagen werdt. Hierop derkLuS was eene gewe^%e beweeging ontftaan, in de therfchen Stad, tusfchen de JezuitfcheenLufcherfche Stu- aidaar denten. Een der Jezuitfchen werdt in hegtenis ontihar. genomen : waarop zyne makkers zig ook van een' Lutherfch' Student meester maakten, dien zy niet loslieten , voor dat de Jezuitfche Stu- dent op vrye voeten gefteld was. 't Jezuitsch Kollegie werdt, midlerwyl, aangevallen door de Lutherfchen , en , na eenigen tegenftand, overweldigd en geplonderd. De bezetting der Stad en de gewoonlyke wagt, toegefchooten zynde, ftilden den oproer. De Jezuiten vielen, federt, klagtig by den Koning van Poolen , over de Wethouderfchap van Thorn, aan welke zy de fchuld van den gepleegden moedwil ga- ven. En 't Koningklyk Geregtshof veroordeel- den, eerlang, Römer en Czernich, tweeRegee- ringsperfoonen, ter dood. Verfcheiden' ande- ren , die befchuldigd werden de voornaamfte hand in de plondering gehad, en eenige beelden der heiligen onwaardiglyk gehandeld te hebben, werden gedoemd, om gevierendeeld en ver- brand te worden. Eenigen werden in geldboe- ten beflaagen. Voorts, werdt, van 'sKonings wege , verklaard „ dat de helft der Regeerin- „ ge te Thorn, voortaan, Roomsch-Katholyk „ zou moeten zyn ; dat de Lutherfchen den „ Roomfchen hunne Kerk zouden moeten in- |
|||||||||||
j?
|
rui-
|
||||||||||
'
|
||||||
LXXI. Boek. HISTORIE. 395
„ ruimen ; dat de Lutherfche Kweekfchoolen 1734.
„ naar buiten zouden moeten verplaatst wor- - ... „ den; dat de ommegangen, te Thorn, op dé „ zelfde wyze, als in Poolen, zouden worden „ gehouden, en dat de Stad, zo zy ondernam, „ de uitvoering van dit vonnis te beletten, aan „ wederipannigheid fchuldig zou worden ge- „ rekend (# )." In Slagtmaand, kwam Lubo- mirsky , aan 't hoofd van eenige manfchap, in Thorn. De veroordeelden werden gevat: Rös- ner onthalsd, en de overigen, opCzernichna, die , met eene zwaare geldboete , vryraakte, openlyk , ter dood gebragt, op den zevenden van Wintermaand. De Koningen van Pruisfen, Deenemarke en Zweeden hadden, te vergeefs, by den Koning van Poolen, op de opfchorting van dit ftrafvonnis, aangehouden (F). De an- dere fchikkingen, ten nadeele der Lutherfchen van Thorn , door 't Koningklyk Geregtshof, gemaakt, werden, insgelyks, ter uitvoeringe gebragt ( c ). De Koning van Groot - Britanje deedt den Koning van Poolen, federt, ernfte- lyk,' verzoeken , om de herftelling der vryhe- den van de Lutherfchen , te Thorn (d). De _De algemeene Staaten beflooten , op den voorflag Staaten van die van Holland, ten zelfden einde , te yc0or de" fchryven , aan den Keizer en aan den Koning verdruk- van Poolen (e). Doch de poogingen deezer ten, Mogendheden vielen , insgelyks , vrugteloos uit. De vervolging der Lutherfchen te Thorn werdt,
(<0 Voicz Du Mcint Corps Dipl. Tom. VIII. P. II. p. 89.
C&) Oïtr. en naauwk. Verbaal, gcdr. 1725.
C« ) i'oiez Du Mont Corps Dipl. Tom. VIII. P. II. p. 97.
C<0 T'Noal Val. XIII. lor XXVII.] p. 246.
( e J Zie Groet - Plakaatb. VI., Deel, H. 392,
|
||||||
T4
|
||||||
296 VADERLANDSCHE LXXI.Boek.
J7Ï4. werdt, ondertusfchen, zwaarst ge woogen by den
—— Koning van Pruisfen, die de verdrukten, eer- lang , openlyk, in zyne befcherming nam (f). Ook hadt deeze gebeurtenis merkelyken invloed op verfcheiden' handelingen , waarby ook de Staaten belang hadden, 't Was, hierom, noo- dig , dat wy 'er, hier ter plaatfe , kortelyk , van gewaagden, x. De aanhoudende Kaaperyen van die van Al- ?iIande' giers hadden de Staaten , eindelyk , doen be- vr'fde met buiten, om den Schout by nagt Godin, met ee- Aigiers. nige Oorlogsfchepen, derwaards te zenden, om over eene vrede te handelen. Zyhadden, hier- toe , in 't voorleeden jaar, reeds eenige voor- flagen laaten doen, welken egter van de hand geweezen waren. Godin, in Bloeimaand dee- zes jaars , gekomen op de reede van Algiers, flaagde niet beter. De Dey vorderde een aan- zienlyk gefclienk in oorlogsbehoeften, en Go- din hadt flegts last, om hem , zes jaaren ag- tereen , twintigduizend guldens 'sjaars aan te bieden. De handeling bleef dan fteeken (g). In Zomermaand , veroverde de Kapitein Kor- netts Sckryvcr, die onder 't Esquader van den Schout by Nagt Godin behoorde, een' Algier- fchen Kaaper van zesendertig ftukken , op de hoogte van Kaap S. Vincent (/2). Wat laater, in Wynmaand , maakte hy jagt op eenen an- deren Kaaper , die 't, by Tetuan , op ftrand zettede, en zyn eigen fchip in brand ftak (Y). •Pe
(ƒ) MoNTGON Mcmoir. Tom. II. p. 40G.
(g) Europ. Merc. Jan. — Jutiy 1724. bl. V)i. (Jt) Brief van 19 Juny 17:4. 1« «feüurop. Merc. Jufy—D*,. 1754- bl. 55. (j) Europ. Mcic. July-~ Dtcemb. 1724. bl. 219. |
||||
LXXLBoek. HISTORIE. 29?
De Koopvaardyfchipper Albert Schaap, die 1724.
flegts agtentwintig ftukken voerde, met drie-------
Algierfche Oorlogsfchepen flaags geweest zyn-
de, vloog, in Slagtmaand, op de hoogte van Kadix, in de lugt (£)• De Vice-Admiraal, Heer van Sommelsdyk, ftak, in 't volgende jaar, wederom in zee, om op de Algierfche Kaapers te kruisfen. De Kapiteins Frenfel en JVittenkorst raakten, een en andermaal, flaags. Ook her- namen zy een óf twee fchepen. Doch 't ge- lukte hun niet, eenen Algieryn te bemagrigen. 't Getal der Leden van de Ridderfchap van De Ridr
Holland was, in Slagtmaand des jaars 1724, derrchaP met drie nieuwe Leden, vermeerderd: Jakob; bolland Baron van Wasfenaer, Heer van Zuid-Wad- Wordt, dingsveen en Burgemeefter van Leiden; Fre met drie drik Henrik, Baron van Boetfelaar Langerak, en Leden, ■Mam Adriaan vander Duin, Heer van Benthorn, j~™eer" en Bevelhebber van Willemftad, Klundert en de onderhoorige Sterkten (/). De Staaten der Vereenigde Gewesten, die XL
zig, tot hiertoe, niet zeer gemoeid hadden, DeStaa- met de handelingen, te Kameryk en aan ver- L^",,^ fcheiden' Hoven van Europa, kreegen, omtrent ernlte- deezen tyd, aanleiding om 'er zig, dieper dan lyk» te te vooren, in te fteeken. HetWeener-Hof hadt *rbei' vastgefteld , de Oostendefche Maatfchappy, verniel welke de Staaten gaarne vernietigd zouden ge- ging der zien hebben, te handhaaven, uit al zyn ver- Oosten. mogen. De Staaten van Braband lieten niet af, ™^lt,e den Keizer, hiertoe, op 't ernftigst, te verzoe- fd^pl ken pye,
C*) Kurop. Merc. J/in.—Juny 1725, hl. 94.
CO Europ, Mcrc. Jwy—Dccemb, 1724. bl. 237. |
||||
2$3 VADERLANDSCHE LXXI.Boek.
i724. ken (jti). De Koning van Groot-Britanje-en de
_____Vereenigde Staaten (V), arbeidden , daarente- gen , aan de Hoven van Verfailles en Madrid, om de Koningen van Frankryk en Spanje te doen zien, dat de Oostendefche Maatfchappy, tegen de plegtigfte Verdragen, opgeregt was, en in ftand gehouden werdt. Ook werden 'er beide de Hoven, naar 't fcheen, volkomenlyk, van overtuigd. De Markgraaf de Monteleone, Spaanfche Ambasfadeur aan 't Franfche Hof, gaf den I leere Hop duidelyk te verftaan „ dat „ de Koning, zyn Meester, de Nederlanden „ hebbende afgeftaari op gelyken voet, als „ dezelven door Koning Karel den II. bezeten „ geweest waren, niet zou können gedoogen, „ dat men uit dezelven voere opdelndiën(o)." Het De Markgraaf van Pozzo - Bueno , Ambasfa- spaan- deur van Spanje , in Engeland , hadt zelfs, fche Hof in Grasmaand deezes jaars, rondelyk , ver- fchynt te j^ard, dat de Koning, zynMeefter, het op- ren6" "dat regten der Ooftendefche Maatfchappye wraak- deeze te. „ De Koningen van Spanje plagten," zei- ivi aat - de hy „ van ouds, de magt te hebben, om hun - £baPpy» n ne Onderzaaten,behalven de Spanjaards, uit Ceaira-6 •> te fluiten van de Vaart op de Indien. De gen, op- „, Nederlanden waren 'er, derhalve, ook van geregt is- J5 uitgeflooten geweest. Spanje hadt, op deeze „ onderftelling, verfcheiden' Verdragen ge- „ maakt met de Staaten der Vereenigde Ge- „• westen j byzonderlyk het Verdrag van Mun- „ fter,
f w) Vnez Do Mont Corp« Dip!. Tom. VJII. P. II. p. So.
Roctss't Kccucil, um. M. v 84. f») Refill. Gener Mtrc. 24 Mnart 1723.
(f'j Miiflvcn van den Amb. Hoi' aan tien Griflï.T Fagel van
14 /tfrii co 23 juiiy '/24. |
||||||||
LXXLBoEK. HISTORIE. 299
„ fter, welk, in de Spaanfche Nederlanden, 1724«
„ aangenomen was. In deezen ftaat, waren —— „ deeze Nederlanden afgeftaan aan den Keur- j, vorst van Beieren, zynde het niet te vermoe- „ den, dat de Koning van Spanje, by deezen „ afftand, den Nederlanderen de vryheid zou „ hebben willen geeven, om op de Indien te vaa- „ ren. De Koning van Frankryk hadt, nader- „ hand, uit den naam des Konings van Span- „ je, de Spaanfche Nederlanden doen inrui- „ men aan de Staaten der Vereenigde Gewes- „ ten, op gelyken voet, als zy aan den Keur- „ vorst waren afgeftaan geweest. En op gee- „ nen anderen voet, waren zy, naderhand, „ door de Staaten, overgegeven aan den Kei- „ zer. De Koning van Spanje zou, derhalve, „ by't Verdrag, waar over nu gehandeld werdt, „ de Spaanfche Nederlanden niet können af- „ ftaan aan den Keizer, zonder zig het uitflui- „ tend regt tot de Vaart op de Indien voor te „ behouden; zo hy den Staaten der Veree- „ nigde Gewesten geene gegronde reden gee- „ ven wilde, om over eene blykbaare inbreuk „ op de Munfterfche Vrede te klaagen. Zelfs „ zouden zy, van de verbindtenis aan deeze „ Vrede ontflaagen zynde, ook op de Spaan- „ fche Indien mogen handelen. De Ingezete- ,, nen der Keizerlyke Nederlanden zouden zel- „ ven, zo wel op de Spaanfche Indien als el- „ ders, vaaren mogen, zo de Koning zig dit „ uitfluitend regt niet voorbehieldt. 't Was sj dan, befloot hy, ook het belang van Span- M je, dat het Keizerlyk Oktroi, ten behoeve „ der Ooftendefche Maatfchappye verleend, « gee-
|
||||
Soo VADERLANDSCHE LXXI.Boek,
1724. „ geenen Handgreep(/>)•" Hy vorderde, hier-r
—.-----* om, dat de zaak deezer Maatfchappye, op de
byeenkomst te Kameryk, gebragt, en afgedaan
werdt ( q ). Men fcheen dan veilig te mogen vastftellen, dat het Hof van Madrid de Zee- Mogendheden onderfteunen zou, in 't bevor- deren van de vernietiging der Maatfchappye van Ooftende. Doch de zaaken aan dit Hof veranderden, eerlang, merkelyk van gedaante. En 't zal der moeite wol waardig zyn, dat wy, hier, beknoptelyk, o? vouwen, wat 'er aan- leiding toe gegeven heeft, xii. Het viervoudig Verbond was, onder ande- De Ko- ren> geflooten, om den Infant van Spanje» SpaVe3" D°n Carlos, te verzekeren van de opvolging handelt, in de Hertogdommen vanToskane, Parma en afzon- Piacenza (r): en de Mogendheden, welken in deriyk, jjt Verbond getreden waren, deeden haar best, Keizer.n °P ^e byeenkomst teKameryk, om den Kei- zer te doen bewilligen, in de maatregels, wel- ken men, ten deezen einde, genomen hadr. Ook hadtKarel de VI, in 't begin deezes jaars, eene Akte doen overleveren te Kameryk, waar- by Toskane, Parma en Piacenza beloofd wer- den aan den Infant (7). Doch alzo hy, niet dan fchoorvoetende, tot deezen ftap gekomen was, hadt hy, zo men wil, niet ongaarne gezien, dat de Paus en de regeerende Groot-Hertog van Toskane geprotefleerd hadden, tegen deeze op- dragt. Hy hoopte, hierom, dat zygeen ge- volg O) J'nlcz Dn Mont Corps Dipl. Tum. VIII. P. II. p. E5«
RoissET Recucil. 'lom. II. 1>. 76. (q ) MoNTGON Memnir. lom. I. p. 402. (Ó Z>e '''cr voor, lil. 174. {s) ZU liier voor, bl. 2bij. |
||||
LXXJ.Boek. HISTORIE. jqi
volg hebben, of ten minfte vergoed worden 1724.
zou, door eenige voordeden, welken hy, daar- —— tegen, dagt te bedingen van de Kroone van Spanje. Sommigen verzekeren, dat de Keizer, om dit zyn ^oogmerk te bereiken, zig wist te bedienen van het misnoegen van het Roomfche Hof, over de opdragt van Parma en Piacenza; en dat hy, door middel van het zelve, den Ko- ning en de Koningin van Spanje, kort na dat Filips de V. de Kroon wederom aanvaard hadt, deed aanzoeken tot afzonderlyke handeling(^). Zeker is 't, ten minfte , dat hunne Katho- lyke Majefteiten, in Wynmaand deezes jaars, eenen Gezant naar Weenen zonden, met last, om heimelyk te handelen over een Verdrag, met den Keizer en 't Ryk alleen, zonder tus- fchenkomst van Frankryk en Groot - Britanje; welker Gevolmagtigden, ondertusfchen , den tyd, vrugteloos, fleeten te Kameryk. Het Spaanfche Hof verkoor, tot deeze ge- Staa«-
wigtige handeling, den Heer van Ripperda; wisfejing denzelfden, die, in 't jaar 1715, van wege jfcereen deezen Staat, naar Spanje gezonden geweest van nip- was(V). Hy hadt, in 't jaar 1717, verzogt heb- perdv bende een' keer herwaards te mogen doen (y), in 't volgende jaar, te Madrid, kort voor 't uit- bersten van de onlusten tusfchen Frankryk en Spanje, den Roomfchen Godsdienst aangeno- men, en was, hierdoor, vervallen van de waar- digheid, welke hy, van wege de Staaten, aan 't Hof van Madrid, bekleed hadt. Sedert, hadt hy zig bezig gehouden, met het opregten en voort-
( O M0HT0ON Menioir. Tom. I. p, 152,
C«) Zh hier voor. il. 100.
C»0 Relbl. Hol!, iüjuly, 11, a/^Hec. 1717, il, 330, 551,5««.
|
||||
302 VADERLANDSCHE LXXLBoek;
1724. voortzetten van Weeveryen in Spanje, zonder
■ zig te kreunen aan het nadeel, welk hy, hier- door, zyn Vaderland toebragt. Zyne zugt tot bewind in Staatszaaken was, midlerwyl, oor- zaak, dat hy zig, allengskens, dieper drong in de gunst der Koninginne, tot dat hunne Ma- jefteiten, eindelyk, beflooten, hem den han- del aan 't Weener Hof toe te vertrouwen (V). Voor zyn vertrek naar Duitschland, verfpreid- de hy,dat hyeen' keer naar Hofland ging doen, tot verrigting zyner byzondere zaaken. Doch men vernam zo dra niet, dat hy, onder den naam van Baron van Pajfemberg, te Weenen, aangekomen was, of men kreeg vermoeden, dat 'er eenig gewigtig geheim van Staat fchool> onder zyne reize. De Ambasfadeur van der Meer was één der eerften, die 'er de lugt van kreegen. Hy gaf 'er kennis van aan den Maar* fckalk de Tesfé, Franfchen Gezant in Spanje, en de uitkomst leerde, eerlang, dat hy het waare geheim van Ripperda's reize ontdekt hadt. Zyne De Spaanfche Gezant hadt, in 't eerst, mer- haode- > kelyke moeite , om 's Keizers Staatsdienaars
Ween"? tot een Verdrag, naar de inzigten van Spanje, Hoi"- *"" °ver te haaien. En toen zy naar zyne voor- flagen begonden te luifteren, vergden ze, van hunnen kant, zulke voorwaarden van zyne Ka- tholyke Majefteit, dat hy, geenen last hebben- de , om zo veel in te willigen, de handeling fleepende hieldt, tot in de Lente des volgen- 1725- den jaars, wanneer het Franfche Hof een' ftap -!■— deedt, die Filips den V. bewoog, om, zon- der |
|||||
(-.e) McNTGON Mcraoir. Tom. l.p. 152, »23.
|
|||||
LXXI.Boek. HISTORIE. 303
der uitftel, te fluiten met het Weener-Hof (#). 1725.
Wy hebben, te vooren, verhaald, hoe de .-----—
Hertog van Orleans, meer uit inzigt op zyn ei- Xlir.
gen belang, dan op dat van den Koning en het D.e Ko' Ryk, een Huwelyk geflooten hadt, tusfchen Lo- prankryk dewyk denXV. en de Infante van Spanje (y ): befluit, welk, ter oorzaake van dejongkheid derPrin- deinfan- fesfe, die thans eerst in haar zevende jaar ge- te • met treden was, nog niet hadt können voltrokken ™j;nce worden. De dood des Hertogs van Orleans voor' hadt het inzigt, welk hy met dit Huwelyk ge- hem, een had hadt, doen verdwynen. Het Hof, en de Huwelyk Hertog van Bourbon in 'tbyzonder,verftonden, feenhadt dat het belang van 't Ryk vorderde, dat de naar Koning eenePrinfesfe trouwde, die inftaat was, Spanje to om hem Opvolgers tot de Kroone voort tebren- n,s te gen: 't welk van de jonge Infante nog in lang zem m' niet te wagten was. Men vertoonde dit den Ko- ning zo ernftig, dat hy, eerlang, befloot, de Verbindtenis te breeken, in welke de Hertog van Orleans, geduurende zyne minderjaarig- heid, getreden was met het Spaanfche Hof. Ondertusfchen hadt men zyn best gedaan, om dit Hof alle vermoeden van zulk een' toeleg, t'eenemaal, te beneemen. De Maarfchalk de Tesfé kreeg last, om hunnen Katholyken Ma- jefteiten te verzekeren, dat de ondertrouw, tus- fchen den Koning, zynenMeefter, en de Infan- te, gefchieden zou, zo dra dePrinfes volle ze- ven jaaren bereikt zou hebben: terwyl men, in 's Konings Raad, bezig was om te overleggen, op welk eene wyze, men zig, in dit gewigtig geval, behoorde te gedraagen? zo dat het be- lang C.v) M0NTG0N Memoir. Tom, 1. p. 153. 154, sji.
Cy) Zie hier voor, */. 239.. |
||||
304 VADERLANDSCHE LXXI.Boek,
1725. lang van den Koning en het Ryk niet verwaar-
—— loosd,ende eer van eenen Vorst, die, t'eenigen tyde, Koning van Frankryk zou können wor- den , zo weinig als mogelyk ware, gekwetst werdt. De Koning was, in den aanvang dee- zes jaars, van eene gevaarlyke ziekte overval- len geweest, die de ongerustheid ten Hove hadt doen toeneemen. Menbefloot, derhalve, een einde te maaken van de raadpleegingen, die reeds eenen geruimen tyd geduurd hadden. De Hertog van Bourbon, eenige Kardinaalen, Maarfchalken , Heitogen en andere Grooten des Ryks byeen vergaderd hebbende , hieldt hun voor „ dat het belang van den Staat vor- „ derde, dat de Koning met eene huwbaare „ Prinfesfe trouwde, en dat men de Infante „ naar Spanje te rug zonde." Elk was 't, hier- in, met hem eens. Doch fommigen verfton- den , dat men dit voorneemen niet rugtbaar maaken moest, voor men 'er hunne Katholy- ke Majefteiten , door minzaame onderhande- ling , in hadt doen bewilligen; 't welk anderen hielden voor gevaarlyk en van langen nafleep. Men befloot dan, de Infante te rug te zenden, zonder uitftel; en te gelyk, dat de Koning en de Hertog van Bourbon ieder eenen uitvoeri- gen en beleefden brief zouden fchryven aan den Koning en de Koninginne van Spanje, waarin men deezen ftap, met de beste redenen, van het onvermydelyk belang des Ryks ont- leend , zou zoeken te verfchoonen. ïerftond hierna, werdt de Maarfchalk deTesfé uit Spanje t'huis ontbooden. De Brieven, waar by het vertrek der Infante bekend gemaakt werdt, werden den Abt de Lwy,die, uit zyn Gezant-' fchap
|
||||
LXxi.BoEK. Historie. 305
fchap naar Portugal, .te Madrid, te rug geko- t?tg.
men was, toegezonden met een' renbode, met -----*
last, om ze den Koning en der Koninginne te
overhandigen, zonder hun, vooraf, gelyk in andere gevallen wel gebruikelyk was, kennis te geeven van den inhoud. Doch de Abt, zig verbeeldende, dat hy, door eene welfpreeken- de rede, de bitterheid van zyne boodfchap zou können verzoeten, vondt geraaden, by 't over- geeven der brieven , eene inneemende aan- fpraak te doen aan hunne Majefteiten ; die, aan de inleiding, befpeurende, waar hy heenen wilde, hem bevalen te zwygen, te gelyk wei- gerende , de brieven te leezen, of te ontvan- gen. Zo zeer trokken de Koning en de Ko- Misfloe- ningin zig den hoon aan, dien 't Franfche Hof &eti hier hundeedt, dat Livry, en alle Franfchen, die »°T2^, zig met de zaaken van dit Hof hadden bezig fcheHofc gehouden, bevel kreegen, om Madrid te rui- men , binnen vierentwintig uuren. De Prinfes van Beaujolois, die aan den Infant Don Carlos beloofd was, werdt ook te rug gezonden naar Frankryk. Men gziPatricio Lawks en den Mark- graave van Monteleone, die, wegens Spanje, hun verblyf hielden aan het Franfche Hof, bevel, om de Infante, terftond, op te eisfchen, en, met haar, te rug te keeren naar Spanje. Doch de Hertogin yanTallard was reeds, meE de Prinfesfe, vertrokken naar de grenzen (Y), daar zy, van wege den Koning en de Koningin- ne van Spanje, deftig, werdt ingehaald. Zy hadc zig, onaangezien haare tedere jaaren, zeer be- mind weeten te maaken in Frankryk, en wordt yan eenigen, die haar daar gekend hebben, als C~) MoNTGON Memoir. Tm, I. ƒ>. 4—2>
XVIII. Deel. V
|
||||
306 VADERLANDSCHE LXXI.Bork.
een wonder van geestigheid', bevalligheid, beleefd-
heid en fpraakzaamheid aangemerkt (0). 't Scheen, in 't eerst, dat dit voorval eene
onvermydelyke Vredebreuk zou veroorzaakt' hebben, tusfchen de twee Hoven. Doch de zwakheid en droefgeestigheid des Konings var» Spanje verhinderden hem, in 't neemen van eenig gewfeldig befluit. 'tEerfte gevolg van het te rag zenden der Infante was het tekenen va» eenige Verdragen met het Weener - Hof. Rip- perda kreeg, terftond, bevel, om te bewilligen in alles, wat de Keizerfchen gevorderd hadden (£), en op den dertigften van Grasmaand, te- kende hy, te Weenen, twee Verdragen, een Verdrag van Vrede en een verdedigend Ver- bond met den Keizer: waarby, op den eerden van Bloeimaand, een Verdrag van Koophan- del met den Keizer, en op den zevenden van Zomermaand , een Verdrag van Vrede mef het Keizerryk gevoegd werden: door alle wel- ke Verdragen, zulk eene naauwe vereeniging tusfchen den Keizer en Spanje te wege gebragt werdt, datzy, zo fommigen willen, nimmer, zelfs niet, toen de twee takken van het Huis van Oostenryk, in beide de Ryken, regeerden3 grooter geweest was (_ c ). By 't Verdrag van Vrede met den Keizer,"
werdt „ het Verdrag van Londen van den |
||||||||||||||||||||
17*5«
|
||||||||||||||||||||
XIV.
Ver-
fcheiderf
Verdra- gen tus- fchen den Kei- zer en den Ko- ning van Spanje, gefloo- ten, te Weenen. |
||||||||||||||||||||
Voor-
naamfte inhoud deezer Verdra- gen. |
||||||||||||||||||||
55
|
jaare 1718, of het viervoudig Verbond, be-
|
|||||||||||||||||||
kragtigd, en Sardinië, behoudens 't regt van
wederkeering tot de Kroone van Spanje, aan den Keizer afgeftaan; die 't wederom |
||||||||||||||||||||
>5
|
overdraagen mögt, gelyk hy reeds gedaan
|
|||||||||||||||||||
j> hadï»
(*) Verhaal der Ambasf. van dien tyd. MS.
C&) MoNTGON Memoir. Tom. I. p. 155« X « ) MoNTCON Memoir. Tom, I. f. 156», |
||||||||||||||||||||
XJCXLBoë*. ti I S f Ö k I E. gojr
,, hadt. De Keizer bewilligde, daarentegen, 1725.
,, ia alles , wat, by de Ütrechtfche Vrede, ■ ,, ken van Frankryk en Spanje, vastgefteld „ was, en ftondt van alle regt op Spanje af. „ Filips ftond, insgelyks, af van zyne eisfchen „ op 's Keizers bezittingen in Italië en in de „ Nederlanden, zo als ze hem, by 't Verdrag ,, van Londen, waren toegeweezen: ook van 3, zyn regt op alles wat, voorheen, in Italië ,', en in de Nederlanden , tot de Spaanfche „ heerfchappye , behoord hadt, met naame „ van het Markgraaffchap van Final, welk de ,, Keizer, in 't jaar 1713, aan den Staat van „ Genua hadt afgeftaan: en,eindelyk,vanhefc j, regt van wederkeering tot de Spaanfche ,, Kroone van het Koningkryk Sicilië. DeKei- ,, zer verklaarde, daarentegen, Toskane,Par- ij ma enPiacenza, die, by't Verdrag van Lon- ,, den, voor Ryks-Leenen erkend waren, op ,, te draagen aan den oüdften Zoon der tegen- „ woordige Koninginne van Spanje, of, by1 ,, mangel van den zelven, aan den tweeden ,, of volgenden , in geval de tegenwoordige ,, bezitters deezer Leenen, zonder mannelykö ,, Erfgenaamen , overleeden. Livorno zou ,, egter,altoos,eene vrye haven blyven, gelyk j, het tegenwoordig was. De Koning van Span- i, je beloofde, nimmer Voogd te zullen zyn „ over dien zyner Zoonen, uit de tegenwoor- ,j dige Koninginne gebooren, welke in 't be- 9, zit der genoemde Vorstendommen geraakert *, zou. Ook zou hy, aan deezen, in 't ge- 5, melde geval, Porto Longone, en 't gene hy lï thans in 't Eiland Elbe bezat, overgeeveq» Va n Ö«
\
|
|||||
\
|
|||||
3o8 VADERLANDSCHE LXXI.Boek;
„ Karel de VI. en Filips de V. zouden de titels
„ behouden, welken zy, tot hiertoe, hadden „ aangenomen : doch hunne Opvolgers zou- „ den geen e titels voeren, dan van de Ryken „ en waardigheden, welken zy daadelyk be- „ zaten. De Keizer beloofde, de vastgeftel- „ de opvolging in 't Koningkryk Spanje te „ zullen handhaaven , waartegen de Koning „ van Spanje zig verbondt, tot de handhaa- 5, ving van de opvolging, door den Keizer, op „ het voorbeeld zyner Voorzaaten, als eene „ altoosduurende Wet en Pragmatike Sandte, „ in het Huis van Oostenryk, vastgefteld (</).'" 't Verdrag van Vrede met het Keizerryk be- vestigde de punten, die 't Ryk betroffen, in 'c Verdrag van Vrede met den Keizer («). By 't verdedigend Verbond tusfchen den Keizer erl den Koning van Spanje, zo als het, in den aan- vang des jaars 1727, door 'tWeener-Hof, in 't licht gegeven werdt, beloofde de eerfte „ zig „ niet te zullen kanten, tegen de herlevering „ van Gibraltar en Port-Mahon, welke, zo de „ laatfte verklaarde, ten opzigte van Gibral' „ tar, door den Koning van Groot-Britanje, „ beloofd was." Voorts, verbonden de twee Vorsten zig „ om eikanderen te befchermen, „ de Keizer den Koning, met dertigduizend „ man, en de Koning den Keizer, met twin- „ tigduizend man en vyftien Oorlogsfchepen, „ ten minfte (ƒ)." Doch by 't Verdrag van Koop-
(d~) Vêiez Du Mont Corps Dipl. Tom VIII. P. II. p. ioö.
tloussET Recueil, 'lom, II. p. 110. Tom. III. ƒ>• 455—471. C<0 Du Mont u'jï fu ra p. 121. Roussbt Recueil Tem.ll>'
p. 123. C/5 Dw Mont kW fupra p. 113. Roussjt Reeueü Tom. Üi
f. 178. |
||||
LXXI.Boek. HISTORIE. 309
Koophandel, welk zeer voordeelig was voor 1725.
de Onderzaaten des Keizers, werden „ aan de - „ üostendefche Miatfchappye dezelfde voor- „ regten en vryheden, beide in Spanje en in „ de Indien, toegedaan, als, voorheen, aan „ de Ingezetenen der Vereenigde Gewesten, „ door de Koningen van Spanje, verleend „ waren. Ook zouden 's Keizers Onderzaaten „ zo vry op de Kanarifche Eilanden mogen ,, handelen, als de Engelfchen en Hollanders. „ Zelfs werden hun, in 't algemeen, dezelfde j, voorregten, als aan deeze twee Volken, ver- „ gund (g)." De Verdragen van Vrede en Koophandel werden haast gemeen gemaakt, Doch het verdedigend Verbond werdt, tot in den aanvang des jaars 1727, geheim gehouden. Voorts, werdt verfpreid en geloofd, dat 'er nog een ander geheim befchadigend Verbond, ten nadeele van Frankryk en Groot-Britanje, geflooten was, te Weenen (Ji); waarvan, al- lengskens, iet uitlekte, fchoon, door 't Wee- ner Hof, en zelfs door de Spaanfche Staats- dienaars, dikwils, ernstelyk, ontkend is, dat 'er eenig befchadigend Verbond getekend was. Beide Spanje en de Keizer meenden hunne Aanmet*
rekening te vinden, by het fluiten van deeze o "e^dee- verfcheiden' Verdragen. Filips de V. zag zever- " zig, ten laatfte , verzekerd van 't bezit der dragen, Kroone van Spanje , waarop de Keizer, tot m.et °P~ hiertoe, zyn regt behouden , of ten minfte s!fac ?p nog niet in orde afgedaan hadt (1). 't Ver- " bond
CsO D" Mont Corps Diplom. Tem. VIII. «P. II. p. 114.
fiousSET Recueil. Tom. II. p. 127. O ) TiNOAL r,,l. XIII. Lor XXVIII.] p. s77, 278. C1) z'2wat, omtrent deezen afiland, by 't vier«
V 3 von- |
||||
j ia VADERLANDSCHE LXXI.Böek,
i j?,5. bond van onderlinge befcherminge gaf hem
__!__L ook hoop, op de herkryging van Gibraltar en
Port-Mahon, welke hem zelfs, zo men wil,
by eenige geheime punten, of by een afzon- derlyk Verdrag , verzekerd was. Eindelyk, werdt hem de opvolging in de Hertogdommen Toskane, Parma en Piacenza beloofd, ten beT hoeve van zynen oudften Zoon, uit de tegen- woordige Koninginne, die, gemerkt 'sKonings zwakheid, thans het voornaamfte bewind der Regeeringe hadt (7), en altoos gearbeid heeft, om haaren Zoonen aanzienlyke Staaten te be- zorgen. Ook was men, aan 't Spaanfche Hof, zo voldaan, over het fluiten der verfcheiden* Verdragen met den Keizer en 1 Ryk, dat de Heer van Ripperda, kort na zyne terugkomst uit Duitschland , tot Hertog en Groote van Spanje, en tot eerften Staatsdienaar des Ko- nings verheeven werdt: welke ongemeene gun- ften by egter, zo men wil, voornaamlyk, te danken hadt, aan de verzekeringen, door hem, der Koninginne gedaan, dat hy den Keizer zo goed als bewoogen hadt, om in een Huwelyk tusfchen den Infant Don Carlos en 's Keizers oudfte Dogter te bewilligen (&); hoewel het gevolg, eerlang, getoond heeft, dat hy zyne Meesteresfe, in dit opzigt, met eene vergeef- fche hoop, gevlefd hadt. En inderdaad, mer| meende reden te hebben, om vast te Hellen, dat Spanje eenige geheime voordeden moest be=
(O Voytz Montgon Metnoir, Tom. II. p. Jiï-
(_k) Montgon Memoir. Tom. i ƒ>• 155 > 2o!i' aI4' youdig Verbond, in 't jaar 1718, beraamd jyas, \\oi
jool* b!. i8o. |
||||
LXXI. Boek. HISTORIE. 3T1
bedongen hebben; alzo de bekenden den Ko- 1725.
ning , op de Kamerykfche Byeenkomst, in -------.
gevolge van het viervoudig Verbond, zouden
toegelegd zyn geworden. Maar Karel de VI. hadt, by de Weener-Ver- en dea
dragen, voordeelen bedongen, welken hy, nim- Keizer, mer, op de byeenkomst te Kameryk, daar de Franfchen en Engelfchen het Ampt van Mid- delaars bekleedden , zou verkreegen, hebben. Jk zie niet op 't gene hem, reeds by 't vier- voudig Verbond, was toegeftaan; maar inzon- derheid op het voordeelig Verdrag van Koop- handel , waarby, onder anderen, zelfs het Oktroi der Oostendefche Maatfchappy erkend en bekragtigd werdt, onaangezien de Mark- graaf de Pozzo Bueno, in 't voorleeden jaar, nog te kennen gegeven hadt, dat deeze Maat- fchappy, ook naar 't oordeel van hunne Ka- tholyke Majefteiten , tegen den inhoud der Verdragen, opgeregt was (/_). Ook was het punt van 't Verdrag van Vrede, waarby Fi- ïips de V. zig verbondt, de vastgeftelde op- volging, in 't Huis van Oostenryk, te zullen handhaaven, van veel belang voor den Keizer: om 't welk te beter te doen verflaan, hier, niet ondienstig zal zyn, kortelyk, voor te draagen, hoe 't, met deeze vastftelling omtrent de op- volging, die eerlang ook van gewigt werdt voor den Staat der Vereenigde Gewesten, was ■toegegaan. De Vorsten uit den Huize van Oostenryk . ^V.
plagten, om de verdeeling hunner nalaaten- Jf^ ■ fchap , en derhalve ook de vermindering van de Prag-; het
(,l)2ie hi« v^or, tl. 298.
|
||||
;
|
|||||
3 ia VADERLANDSCHE LXXIBoek!.
1725. het aanzien van hun Huis te voorkomen, dik-
'■ — wils, fchikkingen te maaken op de opvolging, natike gelyk Ferdinand de II. en Keizer Leopold zelf, va"*ft'l°f laatste^» gedaan hadden. By deeze fchikkin- Ung om- gen > was» altoos, aan de Zoonen de voorrang ti-ent de gegeven boven de Dogteren, en te gelyk vast- opvoi- j gefield, dat de oudfle voor de jonger Zoonen Hufi0 'C ^aan zouc^en' ^e Keizer, die geene Zoonen Oosten- hadt, was, reeds in 't jaar 1713, te raade ge- rylc. worden, tot nadere verklaaring deezer fchik- kingen, vast te iiellen „ dat, by mangel van „ Aartshertogen, de Aartshertoginnen uit den „ Huize van Oostenryk, naar den rang haarer „ jaaren, in zyne nalaatenfchap, zouden op- „ volgen : te weeten, de Aartshertoginnen, „ zyne Dogters, in de eerfte plaats: daar na, „ de Aartshertoginnen, zyne Nigten, Dogters „ van Keizer Jozefus, eneindelyk, de Aarts- „ hertoginnen, zyne Zusters." De Dogters van Keizer Jozefus, eene van welken, met den Keurprinfe van Saxen, en eene andere, met den Keurprinfe van Beieren, gehuwd was, hadden bewilligd in deeze fchikking. Doch alzo zy, ten opzigte van de Oostenrykfche Nederlan- den , aanliep tegen de fchikking, in den jaare 1549, door Keizer Karel den V., gemaakt (w), hadt de tegenwoordige Keizer zorg gedraagen, dat zyne nieuwe fchikking, door de Staaten der genoemde Nederlanden, goedgekeurd en aangenomen was, met vernietiging van de fchik- king des jaars 1549- Op *lun verzoek, hadt de Keizer, in 't voofleeden jaar, zyne fchikking pp de opvolging, die, federt, in 't gemeen, de («O &* V. Dsel, il. 333»
|
|||||
LXXI.Boek. HISTORIE. 313
'Pragmatike San&ie genoemd werdt, in open-
baaren druk, uitgegeven («). En thansdeedt hy zyn best, om de Voriten en Sten den des Duitfchen Ryks niet alleen; maar ook de voor- naamfte andere Mogendheden van Europa te beweegen, om de handhaaving deezervastftel- linge op zig te neemen. Ook flaagde hy hier- in , ten deele. De Koning van Spanje was de eerfte, die zig, tot de handhaavinge, van wel- ke wy fpreeken , verbondt, by he,t Weener Verdrag : bewoogen, naar alle waarfchynlyk- heid, door de hoop op het Huwelyk van zynen Zoon , Don Carlos , met de oudfte Aartsher- toginne, die, in gevolge der Pragmatike Sanc- tie , alle 's Keizers Staaten erven moest, zo de Keizer geene Zoonen naliet. Veel was 'er, on- dertusfchen , aap gelegen voor Keizer Karel, dat Spanje voorging, in 't belooven van de hand- haavinge deezer vastftellinge : waartoe andere Mogendheden zig ligter fcheenen te zullen laa- ien overhaalen, na datzy't voorbeeld van Ko- ning Fil'ps voor zig hadden ; zo zy anders, door de vrees voor het ontworpen Huwelyk tus- fchen Don Carlos en de Aartshertoginne, niet werden afgefchrikt. Doch hoe veel voordeels de Keizer en de Koning van Spanje zig ook uit het fluiten der Weener Verdragen belooven mogten ; verfcheiden' andere Mogendheden , met naame Groot -Britanje en de Staaten, wa- ren 'er zo misnoegd over , dat zy terftond be- dagt waren op middelen , om de verwagting, die Karel de VI. en Füips de V. van hunne naau-
fn) Ptöez Dn MoNT Corps Dipl. Tum. VIII. P. II. p. 4<v
6i) i<"3- lloussBT Recueil, Tom. III. f. 425 — 457. Suplem» M CoiP3 Dipl. mm. U. P. II. p 162. v5
|
||||
314 VADERLANDSCHE LXXI.Boe*.
|
|||||||
I725. naauwe verbindtenis hadden , geheellyk , te
1—— leur te ftellen. |
|||||||
De By- Terftond na het fluiten der Weener- Ver-
senkomst diagen, werden de onderhandelingen te Kame- ie Käme- ryk, t'eenemaal, afgebroken. Het Spaanfchs ryk wordt Hof hadt, op de tyding van het te rug zenden ken, der Infante, reeds geweigerd, de bemiddeling van Frankryk, tusfchen den Keizer en Spanje, verder te erkennen; en den Koning van Groot- Britanje verzogt, deeze bemiddeling alleen op zig te willen neemen. Doch Koning George, wel bewust, dat zulks den Keizer onaangenaam zyn zou, en veelligt ook in Frankryk metgee- ne goede oogen zou worden aangezien , hadt deeze eer van de hand geweezen ( o ). Hier- op was het fluiten der Weener-Verdragen ge- volgd , welk noodwendig een einde maaken moest van de Byeenkomst te Kameryk, alwaar, nu , na 't bevredigen van alle de handelende Mogendheden, niets meer te verrigten was ; zynde men nog niet overeengekomen, om de zaak der Oostendefche Maatfchappye, op dee- ze Byeenkomst te brengen. XVI. 't Nadeel, welk de Vereenigde Gewesten, Misnoc- uit het opregten deezer Maatfchappye , te ge- gen der moet zagen, gedoogde niet, dat zy het fluiten oveT" van 'fc Weener-Verdrag van Koophandel, met Weener- onverfchillige oogen, befchouwden. De Oost- Verdrag en Westindifche Maatfchappyen deezer Lan- vanicoop-jjgjj ieverden nieuwe Vertoogen in , ter alge- e' meene Staatsvergaderinge , waarin zy zeer klaagden over dit Verdrag , beweerende, dat het
CO TiNOAL Pol. XIII. lor XXVIII.] f. 274. Mosit^
Meiaoic. Tvuu I. p. 853. |
|||||||
I,XXI.BoEK. HISTORIE. 315
|
|||||
het tegen verfcheiden' vroeger Verdragen aan- 1725-,
liep. Zy verzogten ook, dat de Staaten, te Ma-------—
drid en te Weenen , wilden aanhouden op het
wegneemen der billyke bezwaarnisfen, welken zy, tegen dit Verdrag, hadden ingebragt (p). En de Staaten waren zo zeer overtuigd van de redelykheid van dit verzoek, dat zy hunnen Gezanten , by den Keizer en by den Koning van Spanje , last gaven , om hieromtrent ern- ftige Vertoogen te doen, aan beide de Hoven, De Gezanten des Konings van Groot-Britanje, die zig , tot de handhaavinge van het Verdrag van Barriere , verbonden hadt, onderfteun- den hunne poogingen , beide? te Madrid en te Weenen (^). De Heer van der Meer hadt, Vertoog reeds in Hooimaand, een Vertoog overgele- daa"e- yerd aan hunne Katholyke Majefteiten , waar- jjj;"' ^. in hy aangemerkt hadt „ dat de Staaten , zy- basfa- „ ne Meesters , altoos , hun werk gemaakt deur „ hadden van het onderhouden der Verdra- Y?n der „ gen ; dat zy , in 't byzonder , hadden ge- aa^e»rt' „ toond , hoe zeer hun 't belang van Spanje spaan- „ ter herte ging, hebbende zy , tot hiertoe fche Hof 3, geweigerd te treeden in het viervoudig Ver- Sedaaa' „ bond , welke voordeden men hun ook aan- „ gebooden hadt, om hen hiertoe te bewee- „ gen; dat zy zig, hierom, gevleid hadden, 9, dat zyne Majefteit zig, ten hunnenopzigte, „ zou gedraagen hebben , niet flegts als hun 9, Bondgenoot, maar zelfs als hun befcher- „ mer tegen elk, die eenige inbreuk zou p zoeken te doen, op de Verdragen, met hen C/O VaUz RotissET Recueil, Tom. II. p. 199, S03»
£ |) MoNTGON Memoir. 'lm. I. p. 271, 37a. |
|||||
Si5 VADERLANDSCHE LXXI.Boek;
„ geflooten. Doch dat de gedaante der zaa-
„ ken nu zo zeer veranderd fcheen , dat zyne „ Majefteit zig gedroeg, als befcliermer eener „ Maatfchappye, die, tegen de trouw der Ver- „ dragen, was opgeregt. Dat 's Konings Staats- „ dienaars zig vergeefs zogten te behelpen , „ met de uitvlugt, dat men den Keizer niets „ hadt toegeftaan dan't gene met de oude Ver- „ dragen overeen kwam ; alzo ligtelyk te zien „ was, dat het Weener-Verdrag van Koophan- „ del tegen de Munfterfche en Utrechtfche „ Verdragen aanliep. By 't Weener-Verdrag, „ werdt aan alle Keizerlyke. Oorlogs- en Koop- „ vaardyfchepen vryheid verleend , om zig te „ komen ververfchen in de Spaanfche Havens, „ die der Indien niet uitgezonderd, midsmen, „ in deezen,geenen Koophandel dreeve. 'sKei- „ zers onderdaanen kreegen ook vryheid, om „ de waaren, welken zy uit de Indien gebragt ,, hadden, in Spanje te brengen, zo zy flegts „ deeden blyken , dat deeze waaren, door de t, Oostendefche Maatfchappye, herwaardswa- „ ren gevoerd. Men ftondt hun, eindelyk, al- „ Ie de voordeden toe , welke den Engel- „ fchen en Hollanderen, by verfcheiden' Ver- „ dragen enOvereenkomften, verleend waren. „ 't Bleek niet, by 't Verdrag , of 's Keizers „ Onderzaaten , zig in de Spaanfche Indien „ mogten nederzetten, of niet, fchoon zulks „ Jen ingezetenen der Vereenigde Gewes» „ ten , uitdrukkelyk , ontzeid geworden was. „ En zo men begreep , dat zulks den Keizer* „ fchen vryftondt, liep het regelregt aan tegen „ het Munftersch verdrag. De andere pun- „ tea ftreeden 'er , insgelyks, mede , zo wel |
||||
LXXLBoEK. HISTORIE. 31?
„ als met de Utrechtfche Vrede van den jaare 1755.
„ 1713, mogende de Spanjaards, volgens dee-----»---
„ ze Verdragen , zig niet verder uitbreiden in
„ de Indien, en de Vaart derwaards aan geene „ anderen worden toegedaan. De Koningen „ van Spanje hadden , weleer , de Spaanfche „ Nederlanden bezeten , zonder dat derzelver „ Ingezetenen vaaren mogten op de Indien* „ In deezen ftaat, waren ze aan den Keizer „ afgedaan, en de Koning van Spanje hadt zig, „ by de Utrechtfche Vrede , verbonden ; om „ de zaaken te houden op den zelfden voet, j, als ten tyde van Karel den II. Zyne Staats- „ dienaars behoorden , hierom , den Keizer- „ fchen zo veele vryheden niet toegedaan , „ noch eene Maatfchappy erkend te hebben, „ die tegen de Verdragen was opgeregt, en „ die de Vereenigde Gewesten niet flegts , _,, maar Spanje zelf, grootelyks. benadeelen „ kon in den Koophandel." De Ambasfadeur verzogt, ten befluite „ dat zyne Majefteit de „ bezwaarnisfen wilde wegneemen , die , uit „ dit Verdrag van Koophandel, ontftaan wa- „ ren, houdende de Staaten, zyne Meesters, „ zig verzekerd , dat de Koning niet, maat „ zyne Staatsdienaars alleen de fchuld hadden „ van het fluiten en tekenen van punten , die ,,, onbeftaanbaar waren met de openbaare trou- „ we , en merkelyke inbreuk deeden op de „ voorregten der Vereenigde Gewesten (r)." Te Weenen, werdt ook een Vertoog gedaan, door den Gezant Hamel Bruininx, ten zelfden einde {trekkende. Doch deeze Vertoogen wer- den, lO fuisz Rousset Recueil, Tem'. II. p> 314.
|
||||
3i8 VADERLANDSCHE LXXI.Boer.
1725. den , met algemeene uitdrukkingen, beant-
-------woord (O, zonder dat 'er eenige verandering
door te wege gebragt werdt, in 't gene, by 'c
Weener-Verdrag van Koophandel, was vast- gefteld. xvn. Het fluiten van dit Verdrag en vaii de än- Argwaan deren , die , omtrent den zelfden tyd, getrof- Weener- fen waren, hadt, ondertusfchen, merkelyken Venira- argwaan verwekt aan de Hoven van Verfaüles gen in en Londen. Men vondt vreemd, dat Spanje FrankJ7k zig , zonder bemiddeling van deeze twee Ho- geiand." ven' verdraagen hadt met den Keizer, en men twyfelde niet, of daar was eene heimelyké overeenkomst getroffen, tusfchen Karel den VL ên de Koninginne van Spanje , waarby Frank- ryk en Groot-Britanje meer belang hadden, dan by de Verdragen , die gemeen gemaake waren, en welker inhoud wy, hiervoor, heb- ben medegedeeld, 't Hof van Madrid gaf wei voor, dat het te rug zenden der Infante de ee- nige beweegreden was der naauwe Verbindte* nisfe met den Keizer : doch men liet zig niet misleiden , door dit voorgeeven. Men wist^ dat llipperda te Weenen geweest was, lang voor dat men, aan 't Franfche Hof, befloote» hadt, de Infante te rug te zenden. Men ftel- de, hierom , vast, dat dit te rug zenden hel fluiten der naauwe Verbindtenisfe met den Kei- zer , misfchien, verhaast; doch niet eigenlylé veroorzaakt hadt (O : hoewel men ook, nie£ Zonder grond, zou mogen vermoeden, dat heE Spaanfche Hof reeds bekommerd geweest was yooi
CO MoNTcoN Memotr. Tom, I. p. z?t, tyt*
(t) MoNTQON Memoir» Tom, U f, 239 — 14«, |
||||
tXXl.BoEK. HISTORIE. 319
voor het te rug zenden der Infante , eer Rip- 172$.
perda naar Weenen trok: en dat men, hierom, ------■-
een befluit genomen hadt, om in afzonderly-
ke handeling te treeden met den Keizer («_). Wyders , fcheen Koning George zelf bedugt, dat de Keizer en Spanje zig heimelyk verbon- den hadden, om den Pretendent op den troon van Groot-Britanje te ftellen. Men hadt, in Engeland , brieven onderfchept, gefchreeven door Ierfche Katholyken , die zig in Spanja onthielden, en meldende „ dat het Verbond, „ onlangs, te Weenen, geflooten, zeer voor- „ deelig was voor Koning Jakob." De Engel- fcbe Gezanten, te Weenen en te Madrid, kree- gen bevel, om naauwkeurigiyk te onderftaan, of 'er, aan deeze Hoven, ook iet gehandeld werdt, ten behoeve des Pretendents (y). S.Saphorin^ Gezant van Groot-Britanje aan 't Wéener-Hof, kweet zig van deezen last, eer Ripperda nog naar Spanje gekeerd was, en vernam welhaast, dat deeze Gezant zig, inopenbaaregezelfchap- pen , in deeze of diergelyke woorden , uitge- laaten hadt: „ Zo Koning George Frankryk njp«-..* „ byftaat, weeten wy den weg wel, om den da 's on- ., Pretendent op den ïroon te zetten. Albe- voorzig. „ roni was een groot man, maar hy beging uZhQïd* 5, grove misllagen. Het zenden der Spaanfche „ Vloote naar Sicilië was een grove misflag. ., Hy moest ze naar Engeland gezonden heb- „ ben , om den Koning te onttroonen. Ligt 5, zou zulks te doen geweest zyn; en als't eens 9> gedaan ware , was de weg gebaand tot ver- „ de-
Cu) See BouNGBRoKES Answer to the Defence of the En« SUlry &c. h Iiis Works Vol. I. />. 243, 244. O) MoiwBON Mynoir. T*m, I. p. 247, 348, 249» af/. |
||||
32o VADERLANDSCHE LXXI.Boek;
1725. „ dere onderneemingen," Op een' anderen
—-— tyd, zou hy gezeid hebben : „ Koning Geor- „ ge behoorde beter te weeten , wien hy op „ den tuil houdt; want wy hebben de magt in „ handen , om de belangen van den Preten- „ dent, met nadruk, voort te zetten." Van Gibraltar fpreekende , zou hy zig , in deezer voege, hebben laaten hooren : ., Wy weeten „ wel, dat deeze Stad onwinbaar is; maar wy „ fteunen op de maatregels , welken wy ge- „ nomen hebben , om Engeland tot de herle- „ vering derzelve te noodzaaken." Ter gels- genheid , dat iemant hem, of een' ander' voor- naam' Heer te Weenen , bstuigd hadt „ dat „ de Koning van Groot - Britanje , veelligt, „ zwaarigheid maaken zou, om zig te veibin- „ den ,_ tot het handhaaven der'Pragmatike „ Sanétie," zou men geantwoord hebben : „ Laat hy op zyne hoede zyn ; want wy zyn „ in't zeker berigt, dat men hem begint moede „ te worden, in Engeland. Ik weet," zeide Ripperda dikwils „ dat het gene ik zeg, ter- „ üond , zal overgebragt worden ; maar ik „ kreun 't my niet; ja ik fpreek zelfs, op dat George „ men verfpreidenzou, 't gene ik zegge." Zul- de I. be- ke berigten en meer diergelyken bevestigden nader met Konin§ George in 't vermoeden , dat 'er, tus- Frankryk,fchen den Keizer en Spanje, eenheime,lyk Ver- de Staa- bond, ten zynen nadeele, getroften was. Hy ten en an- befloot dan , het gevaar , welk hem boven 't gendhe1-0"hoofd hing ' af te wenden > door het fluiten
den te van een naauwer Verbond met den Koning verbin- van Frankryk ; die , federt het te rug zenden <ien. der Infante, met de Prinfesfe Maria Leczinska, Dogter van Stanislaus, verkooren Koning van » Poo- |
||||
fcXXI.BöEK; HISTORIE. 321
Poolen, in de Egt getreden was, en hierom 170$
ook voor eene Vredebreuk met Spanje dugtte. -*-----
Men tvvyfelde niet, of de Vereenigde Staa-
ten, misnoegd over 't Weener Verdrag van Koophandel, en verfcheiden' andere Duitfche en Noordfche Mogendheden zouden zig be- weegen ïaaten, tot het aanneemen van zulk een Verbond, welk ligtelyk magtiger te maa- ken zou zyn dan dat van Weenen, en dienen können, om de Vrede te bewaaren in Europa. Om aan zulk een Verbond te arbeiden, be- XVirr.
gnf Koning George zig, in Zomermaand, naar **" Verr zyne Duitfche Staaten (V). Hier werdt hem, Hano™ op nieuws, berigt, dat de Hertog van JVharton^ ver, tus- en zekere Graham, beide aanhangelingen van fchen den Pretendent, te Weenen gekomen waren, ^ank- en naauwe verkeering gehouden hadden met Groot- den Rusfifchen Gezant, en met den Heere van Bruanje Ripperda. Uit Spanje, werden hem diergely- en Pruis- ke tydingen overgefchreeven. Hy verzuimde fen' dan geenen tyd, om het ontworpen Verbond c^^ te fluiten. De Graaf van Broglio, Ambasfadeur des Konings van Frankryk, was hem gevolgd naar Hanover, daar hy ook een mondgefprek hieldt met zynen Schoonzoon, den Koning van Pruisfen, die zig verklaard hadt voor be- fchermer der verdrukte Proteftanten in Poo- len, in Duitschland en elders, en hierom ge- neigd was, om in een Verbond te treeden, welk hem in ftaat ftelde , tot het kragtiglyk onderfteunen der vervolgden (V). Men tradt, te
O) Motifs de la Cond. de la Gr Erst. p. 38, 39. Mont.
bon Memuii'. Tom. I. p. 259, aSo, 261, ü(5a. O) Muntoon Memoir.' Tom, I. p. 265, 266, 26?, 2683
569, 270. -XVIII. Deel. X
|
||||
322 VADERLANDSCHE LXXLBoeI»
1725, te Herrenhaufen, in onderhandeling. En hier,
!—— werdt op den derden van Herfstmaand, het* Verbond tusfchen Frankryk, Groot - Britanje en Pruisfen, getekend, welk, federt, by den naam van het Verdrag van Hanover, vermaard geworden is. Inhoud Het beftondt flegts uit agt Leden: waarby van hei nog drie afgezonderde punten gevoegd waren. zelve. -Qe Bondgenooten beloofden „ elkanders Staa- „ ten, Landen, Steden, regten, vryheden en „ voordeden, zo die zy bezaten, als die zy „ behoorden te bezitten, beide buiten en iii „ Europa , byzonderlyk met opzigt op den „ Koophandel, te zullen befchermen en hand- „ haaven. Zo een hunner aangetast werdt, „ zouden zy eikanderen byftaan, de Koningen „ van Frankryk en Groot-Britanje, ieder met ,, agtduizend knegten en vierduizend paarden, „ en de Koning van Pruisfen, met drieduizend „ knegten en tweeduizend paarden : of met „ fchepen, of geld, naar evenredigheid. Men „ zou geene Verdragen aangaan, ftrydig met „ de belangen van eenen der Bondgenooten. „ De Koning van Frankryk, als verbonden om „ de Westfaalfche Vrede te handhaaven , en „ de Koningen van Groot-Britanje en Pruis- 5, fen, als Leden des Duitfchen Ryks, zouden „ byzonderlyk zorg draagen, dat de rust dee- „ zes Ryks niet geftoord werdt. Men zou, „ met gemeene bewilliging, ook andere Mo- „ gendheden, met naame de Staaten der Ver- „ eenigde Gewesten, nodigen, om dit Verbond, „ welk vyftien jaaren duuren zou, aan te nee- „ men." By de afgezonderde punten, beloofde men „ te zullen doen herftelien, 't gene, on- „ langs ^
|
||||
LXXLBoek. HISTORIE. 523
|
|||||
„ langs, te Thorn, tegen de Olivafche Vre- 1725.
>, de (y), voorgevallen en verrigt was. Zo 't]——3 s, Keizerryk den Oorlog verklaaren mögt aan „, Frankryk, ter oorzaake van den byftand, door „ dit Ryk, aan de twee andere Bondgenooten 5, beweezen, zouden de Koningen van Groot- „ Britanje enPruisfen, niet alleen hun aandeel,, „ als Ryksvorsten, niet opbrengen, maar zelfs 3, met Frankryk aanfpannen, tot dat de Vrede „ herfteld zyn zou. En zo 't Keizerryk iet, 5, ten nadeele der bezittingen des Konings van „ Frankryk, mögt willen onderneemen, zou- 9, den de twee andere Koningen zulks zoeken „ te voorkomen, met 'er tegen te ftemmen, ., op denRyksdag; en zomen, desonaange- „ zien, befluiten mögt, den Oorlog te ver- 3, klaaren aan Frankryk, behielden de twee „ Koningen de vryheid, om hun aandeel, in (p, manfchap, aan 't Ilyks Leger te leveren; 0, doch meerder niet (2)." Men befpeurt, uit den inhoud van dit Ver- Aanm er-
bond, klaarlyk, dat men, in het zelve, het oog kinge" gehad hadt, op de Oostendefche Maatfchap- y^}" pye, door het opregten van welke, de voor- TOHa! regten, die fommigen, in 't ftuk van den Koop- nover. handel, buiten Europa, verkreegen hadden, geoordeeld werden, benadeeld geweest te zyn. Ook behoorde het Verbond de vernietiging deezer Maatfchappye wel te bedoelen, zou men de Staaten der Vereenigde Gewasten, ge~ lyk men voorhadt,beweegen, om 'er in te tree- den. En hiervan maakten de drie Mogendheden hun
00 Zie XII. Deel, II. 481.
(.2 J Vmiz Du Mont Corps Dipl. Tom. VIII. P. H. p. «7»
Roü»et Recueil, itm, n. p, 189. X a,
|
|||||
äa4 VADERLANDSCfïE LXXI.Eoék;
|
|||||
1725. hun werk, zo dra 't Verdrag bekragtigd war
:-------Men deedt 'er, in Frankryk, de eerfte ope- ning van aan den Ambasfadeur Hop, die 'er den Raadpenfionaris Hoornbeek kennis van gaf; en , ingevolge van deszelfs raad , den Franfchen Staatsdienaaren en den Engelfchen Gezant Walpole voorhieldt, dat men den Staa- ten behoorlyke kennis van 't Verdrag geeveti moest, zo men hen in het zelve wüde doen treeden (a). Gabriel Jaques de Salignac, Mark- graafvjm Fenehn, Ambasfadeur des Konings van Frankryk by de Staaten, die, in 't voorleeden jaar, herwaards gekomen was, en, in Bloei- maand deezes jaars, eene pragtige openbaaie DeStaa- intrede gedaan hadt(£); en de Heeren Finsk lfn Z°?~ en Meinertzhagcn, Gezanten van Groot-Bri- ModtEd" tatlie enPruisfen, deelden hierna den Staaten om 'er in 't Verdrag van Hanover mede, op den dertien- te tree- den van Wynmaand, met ernftig verzoek, dat den* zy, ten fpoedigften, op het aanneemen van het zelve, wilden raadpleegen, en desaangaan- de een gunftig befluit neemen. Onder- Twee dagen daarna, verklaarden eenige Af- iande- gevaardigden der Staaten aan de Gezanten „ dat ïinginer-^ hunne Hoog-Mogendheden den Koningen deGezan-M van Frankryk, Groot-Britanje en Pruisfen ten van „ verpligt waren, voor de uitdrukkelyke no- Frank- M diging, om in 't Verdrag van Hanover te !yk' „ treeden ; dat zy voorneemens waren , dit Bruanje •-■> Verdrag te zenden aan de Staaten der by- «n Pruis- „ zondere Gewesten ; maar dat zy, vooraf, &»• „ dienftig hadden geoordeeld, den Heeren Ge- „ zan-
fa") Verhaal der Arabasl". van dien tvd. MSS.
Q~) Zie üroot-Plakaatb. VI. Hul. hl. 27 > ^> 8<H |
|||||
LXXI-Boek; HISTORIE. 525
„ zanten af te vraagen, of zy zig in ftaat be-
„ vonden, om eenige ophelderingen te geeven „ aan dit Verdrag ? " De Gezanten , hierop gevraagd hebbende , welke ophelderingen men begeerde P merkten de Afgevaardigden , voor hun byzonder gevoelen, en, met voorbehou- ding van nadere bedenkingen , van wege de Staaten voor te draagen , aan „ 1. Dat het „ Verdrag van Hanover hun fcheen in te flui- „ ten eene belofte, om de Westfaalfche en „ Olivafche Vreden te handhaaven : waartoe „ de Staaten niet verbonden waren, en zig „ ook bezwaarlyk zouden können verbinden. „ 2. Dat zy gaarne zouden weeten, of de drie „ Mogendheden van zins waren, de Staaten „ te handhaaven in het regt, om de Ingeze- „ tenen der Oostenrykfche Nederlanden uit „ te fluiten van de Vaart op de Indien; welk „ regt zy verkreegen hadden, by de Munfter- „ fche Vrede ? 3. Dat ook wat duidelyker dien- „ de aangeweezen te worden, datmenelkan- „ ders voorregten, dieopzigt hadden op den „ Koophandel, zo wel buiten als in Europa, „ vporhadt te handhaaven." Men befpeurde, uit deeze aanmerkingen, dat de Staaten niet ongenegen waren, om in 't Verdrag van Ha- nover te treeden, zo zy, daar door, de ver- nietiging der Oostendefche Maatfchappye kon- den te wege brengen; doch te gelyk, dat zy zig zorgvuldiglyk zogten te hoeden, voor het aangaan van nieuwe verbindtenisfen, die hen, hun ondanks, in eenen kostbaaren oorlog zou- den können inwikkelen. De Markgraaf van Fenelon dan, het woord vattende, verklaar- de jj dat de Koning, zyn Meester, ten opzig- X 3 v *
|
||||
326 VADERLANDSCHE LXXI. Boeit;
„ te van de handhaavinge der Westfaalfche er*
„ Olivafche Verdragen , flegts eene evenre- „ digheid vorderde; begeerende hy, de Mun- „ fterfche Vrede en het Verdrag van Bar- „ riere te handhaaven, op gelyken voet, als „ de Staaten de Westfaalfche en Olivafche „ Verdraagen handhaaven zouden. Dat men, „ nogtans, de zwaarigheid, welke de Staatena „ in het handhaaven deezer twee Verdraagen, „ zouden mogen maaken, zou können weg- „ neemen, zo zy, by 't aanneemen van het „ Verdrag van Hanover, verklaarden, dat zy „ niet de twee Verdraagen in 't geheel, maar „ alleen het regt, welk de handelende Mo- „ gendheden, by deeze Verdragen, verkree- „ gen hadden , beloofden te zullen handhaa- „ ven, op gelyke wyze, als de Koning van „ Frankryk zig verbinden zou, tot de hand- „ haavinge van het regt, welk de Staaten, by „ de Munfterfche Vrede, en by het Verdrag „ van Barriere, verkreegen hadden. Dat, wy- 's, ders, de Koning, zyn Meefter, hem gelast 9) hadt, te verklaaren, dat zyne Majefteit niet j, gezind was, een eenig punt van den Koop- „ handel der Vereenigde Gewesten te fluiten „ buiten 't Verdrag, begeerende hy zelfs, tot „ voldoening der Staaten, by nadere verklaa- 9, ring, de algerneene woorden des Verdrags ,, toe te pasfen op den Koophandel buiten „ Europa, op de OostendefcheMaatfchappye, „ op de geldfommen, welken de Staaten ten „ laste der Oostenrykfche Nederlanden cpge- ?, nomen hadden, op de onderftandgelden, tot ,, onderhoud der bezettingen in deeze Neder- „ landen toegeflaan, en op alje de gevolgen^ »j Wh
|
||||
LXXI.Boek. HISTORIE. 327
|
||||||
„ welken, uit het bekommeren of inhouden 1735. '
„ deezer penningen , zouden können ryzen. . ■ ■ „ de, alle de bedenkelykheden der Staaten, 3, volkomelyk, te hebben weggenomen : ter- „ wyl hy overboodig bleef, om aan 't vervolg „ der handelinge zo veel gemakkelykheid toe 0, te brengen als men zou können verlangen.'' De Heeren Finch en Meinertzhagen, nog gee- nen uitdrukkelyken last ontvangen hebbende, om zig in 't geeven van deeze ophelderingen, te voegen by den Markgrfave van Fenelon, verklaarden nogtans, niet te twyfelen, of hun- ne Meefters zouden van dezelfde gedagten zyn. Aangaande den handel van de Ingezetenen der Üostenrykfche Nederlanden op de Indien, ver- zekerde Finch, in 't byzonder „ dat de Ko- 5, ning, zyn Meefter, voorhadt, het regt der ., Staaten, in allen deele, te handhaaven (V)." De algemeene Staaten, verflag van 't ge- 't Ver-
handelde met de Gezanten der drie Mogend- drag vaa lieden bekomen hebbende, zonden 't Verdrag Hanover van Hanover, en de ophelderingen aan deStaa- ™™d<* ten der byzondere Gewesten , met verzoek, byzonde« om 'er ernftelyk op te raadpleegen. 't Gefchied- re Ge- de, zonder uitftel (<ƒ). Doch daar verliep een westen geruime tyd , eer men tot een befluit kwame. f™1' De handeldryvende Gewesten neigden eerst en meest tot het aanneemenvan het Verdrag, om dat zy 'er de vernietiging der Oostende- fche Maatfchappye uit te gemoet zagen, Doch de Gewesten , die weinig of geen belang by deu
|
||||||
^?Ä*iR?aÄT ^euen, *>>*• ui-p. u»
|
||||||
323 VADERLANDSCHE LXXI.Büek,
|
|||||
'f785, den Indifchen handel hadden, waren bedugi,
>
in eenen nieuwen Oorlog zou inwikkelen, diea
zy, uit al hun vermogen, zogten te voorko- men. Ook duurden de raadpleegingen in de Gewesten langer dan men gedagt hadt , om dat de meeften hoopten, dat het Weener-Hof, eindelyk, befluiten zou , tot het vernietigen der Oostendefche Maatfchappye; wanneer de Staaten, naar alle waarfchynlykheid, niet ge- dagt zouden hebben, om het Verdrag van Ha- nover aan te neemen: 't welk het Weener-Ver- bond eene fterkte zou hebben gegeven, welke het anders, niet ligt, fcheen te zullen können verkrygen. De Kei- Het fluiten van 't Verdrag van Hanover, en ïer en het nodigen der Staaten tot het zelve verwek- Spanje töj ondertusfchen, zo dra het rugtbaar werde, den de nierkelyke ontfteltenis, aan de Hoven van Wee- Staaten nen en Madrid. De Keizer gaf zynen Gezant het aan- in Spanje, terftond, last, om by hunneKatho- neeinen iyke Majefteiten te wege te brengen, dat zy Verdrag Groot - Britanje en de Staaten deeden hoopen v?.n Ha- op eenige nieuwe voordeden in den Koophan- aover, del, die 't nadeel vergoeden mogten, welke zy, uit den handel der Oostendefche Maatfchap- pye, voorzagen. Men zogt de Staaten in 't byzonder te vleijen met deeze hoope, en hen, zo wel als Groot-Britanje, in te wikkelen in eene byzondere handeling, die men voorhadt lang te rekken, op datzy, midlerwyl, weder- houden mogten worden van het aanneemen van het Verdrag van Hanover, en op dat de Oostendefche M'iatfchappy meer vastheid ver- krygen mögt, dan zy, tot hier toe, gehad! fewli
|
|||||
LXXI.Boek. HISTORIE. 32?
|
|||||
hadt(«). De Graaf van Kotiigfek - Erps, Kei- 1755.
zerlyke Gezant by de Staaten, kreeg uok last, ------
zig te gelaaten , als of zyne Keizerlyke Maje-
fteit gezind was , om hun , ten opzigte der Oostendefche Maatfchappye , en der verdere bezwaarnisfen , welken zy , tegen't Weener Verdrag van Koophandel, hadden in gebragt, alle voldoening te geeven; zo zy flegts nalieten te treeden in het Verdrag van Hanover, welk, gelyk men hun moest doen gelooven , eigen- aartiglyk gefchikt was , om de rust van Euro- pa te Uooren (ƒ). De Gezant kweet zig van en zoe- deezen last, in een Vertoog, welkhy, deneer- ken hen ilen van Wintermaand, ter algemeene Staats- mt™ze' vergaderinge overleverde: de Staaten, ten zelf- ^ ^ dentyde, nodigende, om te treeden in het Wee- vrede- ner-Verdrag van Vrede, waarvan hy hun een te doen affchrift ter hand ftelde (g). In't antwoord op »eeden.] dit Vertoog, merkten de Staaten aan „ dat zy wo^j „ de Verdragen, met den Keizer gemaakt, tot der Staa« „ hiertoe, heiliglyk, onderhouden hadden, en ten aan „ voortaan zouden onderhouden; doch dat zy de" £e'- „ gelyke verwagting hadden van de wysheid ^l^a 3, en vriendfchap zyner Keizerlyke en Katho- „ lyke Majefteit. Dat zy, wyders, niets in 't „ Verdrag van Hanover zagen, welk kon doen „ vermoeden , dat de Mogendheden , die het s> geflooten hadden , iet anders bedoelden dan „ de behoudenis der ruste in Europa, waarom „ zy niet hadden können nalaaten, dit Verdrag 9, te zenden aan de Staaten der byzondere Ge- „ wes-
f O MoNTGON Memoir. Tom. I. p. 274., 275.
(ƒ) Rcfol. Holl ia üec. 1725. M. 955. Mo.NTCon Mcmojft' ■F»"1- f P 3PI, 398- LgJ r«« K.0U5SET Recueil, Tom. U. f. 331,
X5
|
|||||
33ö VADERLANDSCHE LXXI.Boek;
1725. 5» westen , van welker raadpleegingen de uit-:
„ lchen, gaarne zouden hoorendevoorflagen, „ welken men hun doen zou , tot herftelling „ hunner bezwaarnisfen in den Koophandel, „ waarop zy, zo lang , vrugteloos, hadden „ aangehouden. Datzy, eindelyk, zo wel als „ zy raadpleegden op het aanneemen van het; „ Verdrag van Hanover, ook zouden raad- „ pleegen , op de aanneeming van dat van „ Weenen ; en dat zy , in deeze hunne raad- „ pleegingen , zouden voor oogen hebben de „ veiligheid en behoudenis van hunnen Staat, „ hunne verkreegen'regten, de behoudenis der „ ruste van Europa, gegrondvest op de jong- 9) fte Verdragen, en de vriendfehap en goe- „ de gunfte zyner Keizerlyke en Katholyke ,, Majefteit, die hun zeer dierbaar waren (Ä)." fïy zoekt Weinige dagen laater, kreeg de Graaf van Ko- hun fterk nigfek-Erps volmagt, om over'c gene de Staa- fchrfkk ten' te^en de °PK&jnë ^er Oostendei che Maat-
vcanr't'{f".fchappye , hadden in te brengen , met hen in poversch onderhandeling te treeden, en middelen te be- fyerdrag. raamen, tot hunne voldoening. Hy gaf 'er hun, zonder uitftel, kennis van : doch hy verklaar- de , tevens „ dat de Keizer het Verdrag van „ Hanover met een gantsch ander oog inzag, ., dan de Staaten. Zo zy't aannamen, zouden l, zy, zyns oordeels, 't Verdrag van Barriere, „ en dengrondflag, waarop het rustte, in meer „ dan één opzigt, krenken, en den Keizer „ noodzaaken, om maatregels te neemen, tot „ voor-
(*) RcToI. Gencf. 8 Oeeetnh 1725. il. J2I. iit't Regsji} ii
R-ausser, Tm- ït. g 234- |
||||
'
|
|||||
LXXI.Boek. HISTORIE. 331
„ voorkominge der nadeelige uitwerkfelen , 173$.
„ welken hy van de aanneeminge van dit Ver- ■ 5, drag te gemoet zag. De Staaten behoorden, 5, meende hy, ookagttegeeven, datzy, door „ deeze aanneeminge, de handhaaving van alle „ de regten des Konings van Pruisfen, en der- „ halve ook van zyn regt op de Hertogdom- „ men Gulik en Berg op zig namen: waardoor „ men hem meester maaken zou van den Rytt „ en de Maaze. Men wist ook, hoe zeer men, ;,, voorheen, met deezen Vorst, getwist hadt, *,, over't regt op Gelder: in't gerust bezit van ,, welke Vesting, men hem nu ook zou beloo- „ ven te handhaaven. Alle welke redenen en „ meer anderen , de Staaten behoorden af te „ fchrikken van de aanneeminge van 't Verdrag „ van Hanover, en veeleer in dat van Weenen ., doen treeden (O«" De Staaten, midlerwyl, begeerig , om te xix;
weeten, wat de Keizerlyke Gezant, op'tftuk Hande- van den Koophandel, aan te bieden hadt, lieten lesmee 't hem afvraagen, door hunne Afgevaardigden. j^'do Doch hy antwoordde „ dat hy alleenlyk gelast oostea- „ was , om te verflaan , wat de Staaten vor- defche „ derden , en dat hy , zulks vernomen heb- ^vlaat" . „ bende , met hen in onderhandeling treeden c***** 5, wilde." Men hervatte „ dat de Staaten niets 9, hadden voor te flaan ; maar, gelyk bekend „ was, de affchaffing van allen handel uit de ,, Oostenrykfche Nederlanden op de Indien 9, begeerden , in gevolge van de Verdragen." De Gezant ftelde hierop voor „ dat men, veel- ?, ligt, den handel op de Indien zou können „ be-
C») Voitz R.0USSET Rccueil, Tan> IL p, 33$,
|
|||||
*33 VADERLANDSCHE LXXI.Bgek.
*7*5' » bepaalen aan zekere Plaatfen , foorten van
»■ ii. Doch men verklaarde , van der Staaten zyde, zig niet voldaan te können houden , dan met een' volkomen' vernietiging van allen handel op de Indien (£ ). De Keizerlyke Gezant, voor- geevende, den eisch der Staaten in nadere over- weeging te zullen doen neemen, aan 't Weener- Hof, toonde duidelyk , dat hy de handeling flegts zogt te rekken, en de aanneeming van 't Verdrag van Hanover te doen verwylen. De Heer d'Oliver, belast met de zaaken van Spanje in den Haage, hielp zyn oogmerk bevorderen ; by herhaaling op de Staaten begeerende , dat zy het aanneemen van 't Verdrag van Hanover wüden verfchuiven , tot na de overkomst van den Markgraave van S. Philippe, Ambasfadeur der Kroone van Spanje , die , zo hy voorgaf, voorflagen kwam doen , welke den Staaten s ongetwyfeld, behaagen zouden (/), Hy ie- De Staaten van Gelderland, Holland en vert een Friesiand , midlerwyl, genoegzaam beflooten Gefchrift hebbende, het Verdrag van Hanover aan te in , ter neemen, raadpleegden nog maar over de voor- algemee- waarden , op welken de aanneeming behoorde ne staats- te gefchieden. De Graaf van Konigfek - Erps, |
|||||||||
finge.
|
de~ hiervan de lugt gekreegen hebbende, verklaar-
|
||||||||
de , fchriftelyk , ter algemeene Staatsvergade-,
ringe , op den twintigften van Wintermaand, ,, dat de Keizer en de Koning van Spanje over- „ eengekomen waren, om zig, met veree- „ nigde magt, te verdedigen tegen het minftt „ on-
(*) Refol. Gener. 17 Lcc. 1726. hl. 945. ly äousset Sfii
fucil , Tem. II. f. 241. CO MoNTQflB JH'Jnoir. Tm. I, f. 393«, |
|||||||||
LXXLBoek. HISTORIE. 33?
|
|||||
9» ongelyk, welk hun, of een' van hun, ter oor- l?2$,
„ zaake van den Koophandel, zou mogen wor- „ heden de minfle verhindering, welke de Staa- „ ten aan den handel der Oostendefche Maat- „ fchappye zouden mogen toebrengen , aan- „ zien aU eene blykbaare inbreuk op de Ver- „ dragen. Hieruit was ," zeide hy wyders, „ ligtelyk af te neemen , hoe veel nadeels het „ aanneemen van 't Verdrag van Hanover „ door de Staaten , doen zou aan de gemeene „ rust van Europa. Doch, befloot hy, zo de „ Staaten nog gezind waren, in minzaame on- „ derhandeling te komen met de twee Mo- „ gendheden , en de aanneeming van 't Ver- „ drag van Hanover te verfchuiven tot na de „ aankomst van den Ambasfadeur van Spanje ; „ hy twyfelde niet, of alle bezwaarnisfenzou- „ den, tot wederzydsch genoegen, können wor- „ den afgedaan («)." Doch de dreigende be- woordingen van dit gefchrift ftieten de Staaten zo zeer, dat zy 't, vooreerst, onbeantwoord lieten. Midlerwyl, kwamen 'er, van wege de voor- Gefchrif.
ftanders van 't Verdrag van Hanover , eenige ten, toe Gefchriften in 't licht, waarin de redenen ver- »«npty- vat waren , welke de Staaten, naar 't oordeel ?t ^J" der Schryveren, behoorden te beweegen, om drag via in dit Verdrag te treeden. Zy behelsden, daar- Hano- enboven, eene nadrukkelyke wederlegging van ,vef.'.ta 't gene , tegen dit Verdrag , en ten voordeele „c'^V van dat van Weenen, door den Graave van Ko- nigfek-Erps en anderen, was bygebragt. Men wees
Cm) Voitz Rousset ileciieü, Tom, II. p. 144;
|
|||||
53* VADËRLANDSCHE LXXLßoE*.
1725. wees 'er in aan „ dat, fchoon beide de Verdra-
----- „ gen geflooten waren , zonder dat men den
„ Staat gekend hadt, het Verdrag van Hano-
„ ver egter duidelyk ftrékte ten voordeele van „ onzen Koophandel; daar het Weener-Ver- „ drag punten behelsde, die de Vaart en Han- „ del deezer Landen, merkelyk, benadeeldea. „ Dat de Staat niet getreeden was in het vier- „ voudig Verbond, om dat de belangen der „ Mogendheden , die dit Verbond geflooten „ hadden, zo zeer aanliepen tegen eikanderen, „ dat men, welhaast, in't geval komen moest, „ om, uitdeezeBondgenooten, eenigentekie- „ zen, by welken men zig voegde tegen de an- „ deren : doch dat de Bondgenooten van het „ Verdrag van Hanover eenerlei belang had- ,, den, waarom 'er zo veel reden niet was, om „ de aanneeming van dit Verdrag af tewyzen, „ Wyders, hing ook de veiligheid van den „ Staat af van de behoudenis des evenwigts „ onder de voornaamfte Mogendheden van „ Europa, 't welk best gefchieden kon, door „ de aanneeminge van het Hanoversch Ver- „ drag. Frankryk was thans te ver van ons af, „ om ons kwaad te doen. Het Weener- Hof „ hadt, daarentegen, twist verwekt, door het „ opregten der Oostendefche Maatfchappye, „ hebbende, daarenboven, het middel in han- „ den, uit hoofde van de penningen, welken „ wy van het zelvöte vorderen hadden, om ons „ in afhangkelykheid te houden, zo Frankryk „ ons de hand niet boodt. Het Verdrag van „ Hanover beoogde de Mogendheden te be- „ waaren, by 't gene zy tegenwoordig bezaten: „ deezen Staat alleen werdt, daarenboven, her- „ ftel-
|
||||
UÖsXBoek. HISTORIE. 33s
„ ftelling zyner bezwaarnisfen beloofd, en het 1725*
.,, Weener-Hof was te zeer verlicht, dan dat
„ het ds wapenen zou opvatten , liever dan
„ deeze bezwaarnisfen herftellen, en de Oost- „ endefche Maatfchappy te niet doen. Deaan- ., neeming van het Hanoversch Verdrag zou „ den Staat ook in geene zwaare toerustingen 5, inwikkelen, oai dat de magt der Bondge- „ nooten van dit Verdrag die van het Wee- „ ner-Verdrag wederhouden zou van hetbree- „ ken der Verdragen. Het Weener Hof zogt „ ons het aanneemen van het Verdrag van „ Hanover te ontraaden : doch het boodt ons „ geene voldoening aan op onze bezwaarnis- „ fèn, in 't eerst niet meer zeggende, dan dat „ de Oostendefche Maatfchappy, veelligt, niet „ zou opgeregt worden , zo zy niet opgeregü „ ware; doch dat 'er 's Keizers waardigheid te „ zeer door zou gekrenkt worden, zo hy ze nu „ wederom te niet deedt. Het Weener- Ver- „ diag, welk men ons wilde doen aanneemen, „ beoogde, derhalve, de vermeerdering onzer f, bezwaarnisfen, daar het Verdrag van Hano- 5, ver dezelven zogt te doen wegneemen. De 3, Graaf van Konigfek Erps was, naderhand, „ wel voor den dag gekomen met een Vol- „ magt, om de bezwaarnisfen, op 't ft.uk van „ den Koophandel, in der minne , by te leg- „ gen; doch alzo hy niet erkennen wüde, dat „ de Maatfchappy tegen den inhoud der Ver- ï, dragen opgeregt was , hielp hem zyne Vol- 55 magt niet, om den Staat voldoening te ver- i, fchaffen. Hy was, hierop, ven vriendelyke „ woorden, tot dreigen gekomen, enhadt vet- 49 kkard, dat de Hoven van Weenen en Ma- „ drid
|
||||
ï$> VADERLANDSCHE LXXLBoïC
„ drid zig , met vereenigde magt, zouden kan.^
„ ten tegen elk, die de minfte verhindering zou „ toebrengen aan den vryen handel van de in- «, gezetenen der Oostenrykfche Nederlanden* „ Wat was'er, na zulk eene Verklaaring, toch „ te hoopen van de voorflagen, welken de „ Spaanfche Ambasfkdeur zou komen doen ? „ Vergeefs, vleide men zig, dat ze den Staat „ voldoen zouden. De herftelling der bezwaar- „ nisfen , waarover de Staat klaagde, was niet „ te vinden, dan in de aanneeming van het Ha- „ novench Verdrag (»)." Naderhand, kwa- men 'er nog verfcheiden' fchriften, voor en te- gen 't Verdrag van Hanover, in 't licht Co); doch om dat zy meer op het Duitfche Ryk za- gen , dan op den Staat der Vereenigde Neder- landen , agten wy 't onnoodig, van den inhoud derzelven, hier, byzondere melding te maaken. De Graaf van Konigfek-Erps hadt, zo geloofd werdt, zyn werk gemaakt, om den HeerGual- terns Hennequin, Oud-Burgemeester van Rot- terdam , over te haaien, om in Zeeland tegen de aanneeming van het Verdrag van Hanover te arbeiden ; waarover, en vooral over zekere briefwisfeling met Bouciquault, een af hangeling van Spanje , en met Franfoü Michiel Janigm, in den Haage ; en over het doen van zekere voorflagen tot Verdrag aan het Spaanfche Hof, zonder daartoe van hoogerhand gemagtigd te zyn , Hennequin naderhand in moeijelykheid raakte (p ); fchoon my niet klaarlyk gebleeken is,
f n ) ire & ïde Lettre d'un Mcrnbrc de Ia Prov. du .... riant
U Recueil de Rousset Tom. II. p. 27?,» 283- Co) Pbiez Romsset Recueil, Tom. II. p. 301,305,310,338.
(P) Reib'. Hell. 22 Maart, 15 May, 10 Juny, 9 July, 11,
17 Sept. 1727. U. 372, 594, 662, 717, 824, 845. Seor. Refeii Holl. 3, n Oltob. 1727. 'VII. Deel, il. 84«, 85e. |
||||
V
|
|||||
LXXI.Boek. H T STOR1 E. 337
is, hoe 't eindelyk met deeze zaak afgeloopen zy. 1 /aj.
't Jaar 1725 liep ten einde, zonder dat de ——
Staaten tot een befluit kwamen , omtrent de De Staa- twee Verdragen. Doch de gevoelens der mee- ™u™d fte Leden neigden tot dat van Hanover. In koopen andere zaaken viel, ondertusfchen, luttel voor de Heer- van gewigt. Alleerilyk, kogten de Staaten van ïykheid Holland, in Wynmaand, de hooge Heerlyk- ™nen heid van Viane en Ameide, met het gene 'er ameide. onder behoorde, van Simon Henrik, Graan van der Lippe-Detmold, aan wien zy, door Hu- welyk xatxAmelia van Dona, Dogter van Graa- ve Christiaan Albrecht, en van eene Zuster des laatften Heere van Viane, uit den Huize van Brederode, geraakt was. De inkoop en on- kosten beliepen agthonderd en negentigduizend en tweehonderd guldens. De Staaten van Hol- land werden , als Heer van Viane, op den tweeden van Slagtmaahd, plegtiglyk, ingehul- digd. (?). De Gewesten hadden, al federt verfcheiden' Nieuw
jaaren, geraadpleegd op bekwaame middelen, Pla^ast om de * Gelei- en Verlofgelden te doen hef- „" Al\n. fen, op eenen eenparigen voet, waarin, byna komende van de opfegting van den Staat af, groot ge- en uk- brek geweest was (r). Ten deezen einde, was, f&wte reeds voor lang, een ontwerp gemaakt, om de * c««™*. helft van 's Lands middelen te water in Admo- jen en diatie te geeven. Doch over de uitvoering van Lkenten^ dit Ontwerp, kon men 't niet eens worden, onder de Gewesten. Eindelyk. werden, in dee- zen jaare , een algemeen Plakaat en nieuwe Lyst
(?) Europ. Merc. July — Dectmh. 1725. tl. ao$.
(>0 [Ulül. HolJ. 20 Fe.V. 1JU. XVIII. Deel. Y
|
|||||
333 VADERLANDSCHE LXXI.Boek.
|
||||||
1755, Lyst der inkomende en uitgaande Regten vast-
Doch Zeeland maakte zwaarigheid, om dezel- ven af te kondigen, dan onder voorwaarden, die den anderen Gewesten, met naame Hol- land , niet behaagden (s ) De meefte Leden van Zeeland verftonden daarna, dat men in 't Plakaat en de Lyfte zou können bewilligen, voor den tyd van drie jaaren. Doch Middel- burg (*) en Veere verfchiiden van de overige Leden. Eindelyk, kwamen zy allen overeen, om 't Plakaat en de Lyst, voor één jaar, aan te neemen (u). De regten werden, federt, op den voorgenomen voet geheeven , doch nirt met die eenparigheid , welke men verwagt hadt, onaangezien de Wethouders der voornaamfte Steden, eerlang, by eede beloofden, de midde- len te water te zullen handhaaven (V). Ook befpeurde men haast, dat de nieuwe Lyst en 't Plakaat, in meer dan één opzigt, verbete- ring vorderden. Men floeg, federt, de hand aan deeze verbetering. Doch daar verliepen nog veele jaaren , zonder dat de Gewesten eikanderen, hierover, konden verftaan, naar behooren. XX. De Graaf van Konigfek-Erps, geen antwoord De Kei- ontvangende op het dreigend Gefchrift, welk zerlyke ^y, onlangs, ter algemeene Staatsvergaderin- leverT ge> hadt ingeleverd, bemerkte te laat, dathy ver-
0)Refol. Gener. Mercur. 21 Noy. 1725, hl. 8S2. Refoï.
Holl 10 OU. 14 Noy. 1725. bl. 770, 882. Notul. Zeel. 17 Oêt. 1625. hl. 262 {t~) Extr. uit dn Refol. van Weth en Raat der Stad Middelb.
yen 17 Maart 1725. C«) Notnl. Zeel. 12, 13 Dec. 1725. hl 360, 361, 362.
(y) Rei'ol. Holl. lo Ott. 1725. bl. 78a. 9 Febr. i/so, W. 5*
|
||||||
.
|
||||||
LXXI. Boek. HISTORIE. 339
verkeerde maatregels genomen , en dat zyn ■]»$
dreigen ilegts gediend hadt, om de Staaten, ——
byzonderlyk die van Hollatid, fterker te doen een zag- neigen tot de aanneeminge van het Verdrag J** ?£~ van Hanover. Hy befloot, hierom, van toon over aan te veranderen, en leverde> op den veertienden de Staa- van Louwmaand des jaars 1726 , een nieuw ten. Gefehrift over, waarin hy den Staaten voor- l72<?* hieldt „ hoe zeer het tot hunnen roem, eil '" „ tot bevordering van hun waar belang ftrek- „ ken zou, zo zy konden goedvinden, in 't „ Verdrag van Weenen te treeden (w)." üli- Hande- ver boodt hun, ten zelfden dage, de bemid ••"§ <*« deling des Konings van Spanje aan in de ge- Staaten fchillen over den Koophandel, tusfchen hen en Spanje, den Keizer. Ook gaf hy te kennen, dat de Ko- ning, zyn Meefler, hun eenige nieuwe voor- deden in den Koophandel wilde toeftaan (x). De Ambasfadeur der Staaten aan 't Hof van Madrid kre^g ook berigt, van den Markgraave de la Paz en van den Hertoge van Ripperda, die nu tot eerften Staatsdienaar verheeven was, dat Hunne Kathulyke Majefteiten gezind wa- ren , den Staaten genoegen te geeven, om- trent de zaak der Oostendefche Miatfchappye, op hem begeerende, dat hy zig deedt voorzien van eene nieuwe Volmagt, om hierover in on- derhandeling te treeden. Doch Van der Meer, oordeelende, zo wel als de Engelfche Gezant Stanhope, dat men de handeling Ilegts zogt te rekken , om de aanneeming van het Verdrag van Hanover te voorkomen, antwooordde „dat „ dat
f «O Vohz Rodsset Ueciieil, rn,n. H. p. a*S.
Qx) RousiBT ui*; fupra, p- 250. |
||||
34o VADEPXANDSCHE LXXLBoek:
1726. „ de Staaten , zyne Meesters, niet zouden
------ „ können nalaaten, eene lyn te trekken met
„ zyne Majefteit van Groot -Britanje." Óok
leverde hy, in Sprokkelmaand, een Vertoog in aan den Koning, ftrekkende, om aan te too- nen, hoe zeer het Weener-Verdrag van Koop- handel en de opregting der Oostendefche Maat- fchappye ftreede met de voorgaande Verdra- gen (ji). De handeling, die, ten zelfden tyde, tusfchen den Hertoge van Ripperda en de En- gelfche en Staatfche Gezanten, aangevangen werdt, liep, derhalve, vrugteloos af (2). Rip- perda deedt zyn best, om argwaan te verwek- ken tusfchen Groot - Britanje en de Staaten; den Heere Van der Meer, afzonderlyk, voor- houdende „ dat Koning George niet zo af kee- „ rig was van een byzonder Verdrag, als hy „ fcheen; en flegts eenige nieuwe voordeden „ zogt, in den Koophandel op Amerika." Ook zogt hy hem te beduiden, dat 'er op Frankryk geen ftaat te maaken was. Doch alzo hy, op gelyke wyze, van Frankryk en van de Staa- ten fprak, met Stanhope, ontdekten de twee Gezanten , die eikanderen , in vertrouwen, mededeelden , 't gene Ripperda hun, afzon- derlyk, voorhieldt, haast, dat 'er op 't zeggen van den Spaanfchen Staatsdienaar niet te bou- wen was : en dat hy, zo wel als 't Weener- Hof, niet anders beoogde, dan de Staaten af te houden van het aanneemen des Hanover- fchen Verdrags (a). Mid-
(_y ~) Voiez Montgon Memoir. Tom. I. Plee, Jußlf. (f. XV»
P' 5'7- . „ .
(2 j M0NT00N Memoir. Tom. I. p. 312—324.
t<0 MoNTGON Memo«. Tom. I. p. 326"-—3g». |
||||
LXXLBoek. HISTORIE. 341
|
|||||
Midlerwyl, hadden de Staaten beflooten, 172s«
den Graave van Konigfek - Erps te antwoor- ——— den, gelyk zy, op den vierentwintigften van Ant- Louwmaand, deeden „ dat zy nog genegen ^00^ „ bleeven,om het goed verftand en de vriend Jnopde „ fchap met Zyne Keizerlyke en Katholyke jongite „ Majefteit te onderhouden ; maar dat zy Gefchrif- „ gevoelig getroffen geweest waren, door de j'"vi"iw „ opregting der Oostendefche Maatfchappye, Zeriyken' „ zo regelregt ftrydig met het Verdrag van Gezant. „ Munfter, en met eene bezitting van meer „ dan zeventig jaaren; dat zy, hierover, reeds „ voorlang, geklaagd hadden; doch geene vol- „ doening bekomen op hunne klagten. Dat „ het Verdrag vanHanover, waartoe zy geno- „ digd werden, niemant beledigde, en flegts „ verdedigend was. Dat hunne raadpleegin- „ gen, over de aanneeminge van dit Verdrag, „ nogtans, tot genoegen van zyne Keizerlyke „ en Katholyke Majefteit , zouden können „ geftaakt worden, zo 't hem behaagen mögt, „ hunne bezwaarnisfen over 't ftuk van den „ Koophandel weg te neemen. Dat men 't, „ ondertusfchen, niet vreemd vinden moest, „ dat zy niet konden bewilligen in de voorfla- „ gen, door den Graave van Konigfek-Erps, „ by wege van gefprek, gedaan op het byleg- „ gen der gefchillen, over de Vaart op de „ Indien; alzo deeze voorflagen onderftelden, „ dat die Vaart, uit de Oostenrykfche Neder- „ landen, zou aangehouden worden; 't welk „ zy, als ftrydig met de Verdragen, en voor „ hunnen ftaat ten hoogfte nadeelig aanzagen. „ Dat zy ook geringe verwagting hebben moes- „ ten van zulk eene onderhandeling, gemerkt Y 3 „ men
|
|||||
34S VADERLANDSCHE LXXI.Boek.
i7A<S. „ men hun, in een voorgaand Gefchrift, ver-
—— „ klaard hadt, dat de Keizer en de Koning „ van Spanje overeengekomen waren, om zig „ van hunne vereenigde magt te bedienen, tot „ weering van het minfte ongelyk, welk hun, „ in den Koophandel, zou worden aangedaan; „ en dat de Keizer de minfte verhindering, „ welke de Staaten zouden können goedvin- „ den toe te brengen aan de vrye Vaart der „ OostendefcheMaatfchappye, zou aanzien als „ eene blykbaare krenking der Verdragen. Dat „ de Staaten, na de herftelling van het onge- „ lyk, welk, uit zulk eene Verklaaring, volg- ,, de, en na dat men zou opgehouden hebben „ te onderftellen, dat de Ingezetenen der Oost- „ tenrykfche Nederlanden behoorden te bly- „ ven vaaren op de Indien, genegen zouden „ zyn, om te hooren, wat men hun, tot weg- „ neeminge hunner bezwaarnisfen over 't ftuk „ van den Koophandel, voor te (tellen hadt; „ hoedanig ook de uitflag der tegenwoordige „ raadpleegingen op de aanrieeminge van het „ Verdrag van Hanover zyn mögt. Dat, wat „ het aanneemen van het Weener - Verdrag „ betrof, men zulks niet van hun verwagten „ kon , om dat dit Verdrag fleunde op het „ viervoudig Verbond, waarin zy nimmer ge- „ treden waren; en om dat het Weener-Ver- }, drag van Koophandel, welk punten behels- „ de, waardoor zy zig zeer beledigd hielden, „ noodwendig, als een gedeelte of aanhang- „ fel van het Verdrag van Vrede moest wor- „ den aangemerkt (£)." Ten zelfden dage, werdt
CO Refol. Ccner. Jovis 24 Jeu. 1726. 4au{ lt R,ecwei' •>(
RoussETj Jom II p. 254. |
||||
LXXI. Boek. HISTORIE. 343
werdt ook, van wege de Staaten, op den voor lytS.
flag van Oliver, geantwoord „ dat hunne Hoog" ------
„ Mogendheden voor aangenaam hielden de Zy wy-
„ aanbiedingen, hun, uit naam des Konings fen.^e „ van Spanje, gedaan: wiens bemiddeling zy deling" „ hoog waardeerden, zullende zy ook, altoos, Van „ erkennen de gunften, hun, door zyne Ka- Spanje „ tholyke Myefteit, in den Koophandel, be- ™p de „ weezen. Dat zy egter wel gewenscht had- an ' „ den, dat deeze aanbiedingen gefchied wa- „ ren , eer zyne Majefteit zig zo zeer ver- „ klaard hadt voor de handhaavinge der Oos- „ tendefche Maatfchappye , als , by 't Ver- „ drag van Zeevaart, met den Keizer gefloo- „ ten, gefchied was. Dat zy ook, uit de Ver- „ klaaring van den Graave van Konigfek-Erps, „ befluiten moesten, dat de twee Mogendhe- „ den overeengekomen waren, om hunne-magt „ famen te voegen, tot handhaaving dierMaat- „ fchappye. Dat- de Oostenrykfche Nederlan- „ den waren uitgeflooten van de Vaart op de „ Indien, in een Verdrag , met eenen van „ 's Konings Voorzaten, Filips den IV, ge- „ maakt, gelyk, van wege zyne Majefteit zel- „ ve, nog geene twee jaaren geleeden, door „ den Markgraave de Pozzo-Bueno, aan 't „ Groot-Britannifche Hof verklaard was (V)« „ Dat zy hem, hierom, verzogten, zyne goe- „ de dienften te willen aanwenden, om de be- „ zwaarnisfen, welken zy, tegen 't Weener- „ Verdrag van Koophandel, hadden ingebragt, „ te doen wegneemen, terwyl zy, van hunnen „ kant, overboodig bleeven, om de voorfla- j> gen,
(5) Zit Wer voor, Il 298.
Y4
|
||||
344 VADERLANDSCHE LXXI.Boek.
|
|||||
Ï726- „ gen , welken de Markgraaf van S. Philippe
„ gen: evenveel, wat zy, omtrent het Verdrag
„ van Hanover, mogten befiooten hebben(üQ."
De Kei- ^e Graaf van Konigfek-Erps antwoordde,
zeriyke veertien dagen na 't ontvangen van der Staaten
Gezant befcheid „ dat hy met bevreemding gezien
beween, ?)iiadt, hoe zy alle onderhandeling, tot by-
Mim-" „ legging der gereezen' gefchillen, fcheenen te
ftersch „ willen affnyden; daar elk immers zyn regt
Verdrag „ behieldt, zo men 't al, onder 't handelen,
de °.uS" » n^et eens k°n worden. Zyne Keizerlyke en
fcheNe- » KatholykeMajefteit was, vervolgde hy, vol-
derian- » komen verzekerd, dat hy, als de opperfte
ders niet „ rnagt hebbende, zynen Onderdaanen verlof
van de n geeven mögt, om alomme met vrye Volken
de "dien " te handelen: hy vondt, in het Verdrag van
*kfluit. ,, Munfter, niets, welk hem dit regt benam.
„ De Spanjaards alleen mogten , volgens dit
„ Verdrag, hunne Vaart in de Indien niet
„ verder uitbreiden: de Ingezetenen der Ver-
„ eeniijde Gewesten mogten niet handelen op
„ de Kastiliaanfche Plaatfen, en men mögt
„ wederzyds niet vaaren op Plaatfen, daar de
„ eene of de andere der handelende Mogend-
„ heden Sterkten of Logien geftigt hadt.. Aan
„ deeze verbindtenisfen wilde de Keizer zig
„ houden. De Ingezetenen der Oostenrykfche
„ Nederlanden, die, te vooren,door deKroone
., van Spanje , waren uitgeflooten geweest
„ van de Vaart op de Indien, waren nu, door
„ deeze zelfde Kroone^ in derzelver natuurlyke
„ vryheid herfteld. De verklaaringen, door
„ hemï
fO Vokz Rousset Recusil, Tom, II. p. 359.
|
|||||
LXXLBoek. HISTORIE. 345
„ hem , te vooren gedaan, moesten de Staa- 17261
„ ten niet beletten met hem in nadere hande- „ rykfche Nederlanderen op de Indien. De „ Mogendheden, die 't Verdrag van Hanover „ getekend hadden, zogten de behoudenis der „ ruste van Europa niet, en hielden de opreg- „ ting der Oostendefche Maatfchappye voor „ een bekwaam voorwendfel, om deeze rust 9, te ftooren. Hierom, vergden zy de Staaten, ,, in dit Verdrag te treeden: doch hiertoe was „ geene reden, zo men hun, in 't ftuk van den „ Koophandel, genoegen gave , 't welk niet „ gefchieden kon , als men 'er niet over han- „ delde. De Keizer, zyn Meester, wilde, zo „ men tot handeling kwame, al wat in zyn „ vermogen was aanwenden, om dezelve, tot „ wederzydsch genoegen, te doen uitvallen. „ Ondertusfchen , hoopte hy , dat zy 't Ver- „ drag van Hanover zouden van de hand wy^ „ zen , en veeleer dat van Weenen aanvaar-- „ den, waarvan het Verdrag van Koophandel, „ fchoon 't de Staaten anders begreepen , ge- „ heel geen gedeelte was («)." Oliver , van zynen kant, den Graave van Ernfiige
Konigfek Erps in de hand willende werken, brief des leverde den Staaten, op den zesden van Sprok- Koning» keimaand , eenen ernftigen Brief van den Ko- j^aftfa" ning van Spanje over, waarby de aanbiedin Staaten.* gen ? te vooren, uit's Konings naam, gefchied, fchriftelyk, vernieuwd werden, maar, tevens, te kennen gegeven , dat zyne Katholyke Ma- jefteit, in geval van oorlog, niet zou können na-
£0 Foiez Rohsset Recueil, Tom. II. p, »Sa.
Y5
|
|||||
*
|
|||||
546 VADERLANDSCHE LXXI.Boek.
17a«?. nalaaten den Keizer by te ftaan , en 's Keizers
-
de Staaten , niet zeer ontzet voor deeze be-
dreigingen , wilden niet luisteren naar voorfla- gen, zo lang men onderftelde, dat de Oosten- défche Maatfchappy in wezen behoorde te bly- ven (g). Ook verftondt men, hier te Lande, „ dut net aanneetnen van het Verdrag van Ha- „ nover de rust van Europa alleen ftooren kon, „ wanneer de Keizer en Spanje, gelyk Konig- „ fek - Erps gedreigd hadt, met vereenigde „ magt, de minfte belemmering van den Indi- „ fchen handel der Oostenrykfche Nederlan- „ deren zouden zoeken te wreeken. Of was „ het, merkte men, wyders, aan, den Bond- „ geno.oten van het Hanoversch Verdrag flegts „ te doen om een voorwendfel tot het ftooren „ der algemeene ruste, en zogten ze, hierom, „ de Staaten, misnoegd over het opregten der „ Oostendefche Maatfchappye , te beweegen „ tot het aanneemen van dit Verdrag; waarom „ benam het Weener Hof hun dit voorwend- „ fel niet, door den Staaten, over 't ftuk van „ den Koophandel, genoegen te geeven (/f)?" Holland .De poogingen van Konigfek-Erps en Oiiver MoM« verhinderden de Staaten van Holland niet, op vanTia-^'-11 agcften van Sprokkelmaand, tot een be- nover te fluit te komen, om het Verdrag van Hanover, treeden, onder zekere bepaalingen, aan te neemen. Zy gaven'er, terftond, kennisvan, ter algemee- ne Staatsvergaderinge ( /). Doch daar verlie- pen C ƒ) RoijssET u&i fapra p. 2^8 , 2^1).
(,?•} MoNTGON Memoir. Tuin. I. p. 391—400.
f/O 2<ie Lettre datu /« Rïcueil rf«RoussET, Tom. II. p. 280287«
f ij Refol. Hdll. 8 Fcbr, 1726. • *.
|
||||
LXXI. Boek. HISTORIE. 347
|
|||||
pen nog eenige maanden, eer de meeste overige t7z6.
Gewesten het voorbeeld van Holland volgden. — Drie dagen hierna, kwam de Markgraaf de xxt. S. Philippe , dien men zo lang te gemoet ge Voorflag zien hadt, in den Haage aan (&). , Doch hy van den hieldt zig langer dan drie weeken ftil, zonder Mar^ dft eenigen voorflag te doen aan de Staaten : na |™pht derhand , voorwendende , dat hy 't gelaaten iippe, hadt, om eerst af te wagten , wat de Staatei, Ambasfa. antwoorden zouden op den brief zyns Mees- geur .VCTl ters. Eindelyk, leverde hy,den zevenden van J^de* Lentemaand , een Vertoog over , behelzende Staaten. *„ dat de Keizer, op de Byeenkomst te Kame- „ ryk , niet geweigerd hadt, de bemiddeling „ aan te neemen van eenen Vorst uit het Huis „ van Bourbon, met welk Huis hy, werkelyk, „ in oorlog was ; dat Spanje , op die zelfde „ Byeenkomst, het middelaarfchap van Groot- „ Britanje hadt aangenomen ; fchoon toen ,, naauw verbonden met den Keizer Dat de „ Staaten, hierom, ook geene zwaarigheid be • „ hoefden te rnaaken, om zig te bedienen van „ het middelaarfchap des Konings van Span- „ je, welk hun, voorheen, aangebooden was, „ en nog werdt aangebooden. Te minder, ,, daar de Koning de bezwaarnisfen , die zy, „ tegen zyne onderzaaten, in Spanje en in de „ Indien, hadden, wilde doen onderzoeken, en „ naar regt afdoen. OokzouhetWeener-Ver- „ drag hem niet beletten , hun nieuwe voor- „ deelen in den Koophandel toe te ftaan. Gaar- „ nehadt hy, wyders, vernomen, dat de Staa- s, ten , wat zy ook omtrent het Verdrag van „ Ha-
( \) MoKTGot» Mcinoi/. Tom. I. p. 40t.
|
|||||
348 VADERLANDSCHE LXXLBoek.
1726. » Hanover befluiten mogten, gezind bleeven,
-—- n om nadere voorflagen te hooren. Hy ver- n trouwde , dat dit Verdrag de rust van Eu- M ropa zogt te bevorderen : 't welk ook het to oogmerk van het Weener-Verdrag was. De » Koning, zyn Meester, wajs wel naauw ver- ft bonden met den Keizer; doch zulks ver- »« hinderde hem niet, ook naauwe vriendfchap M te onderhouden met de Heeren Staaten , « welker bezwaarnisfen hy , meer dan eenige » andere Mogendheid, in ftaat was weg te n neemen, of, op eenige andere wyze, tever- »» goeden , mids men maar beweeze, dat ze- « hun, tegen den inhoud van eenige voorgaan- » de Verdragen , waren toegebragt. Zo men » klaagde over de Oostendefche Maatfchap- j» py; de Koning zou zoeken te wege te bren- »» gen , dat derzelver handel geen nadeel al- M toos deedt aan de Staaten , noch nu, noch *, in het toekomende. Zyne Majefteit hadt, » 't was waar, zig, door zynen Gezant de Poz- « zo Bueno, tegen den voortgang deezer Maat' » fchappye *, verklaard ; doch zulks was ge« »> fchied , eer hy met den Keizer bevredigd » was, en toen hemvryftondt, 's Keizers oog- ». merken te dwarsboomen , zonder te naauw « te onderzoeken, waarop zy gegrond waren, »» en hoe veel voordeels hy 'er van te wagten » hadt. Nu zou hy den Staaten zyne bemid- j» deling niet aangebooden hebben, zo hy zig ♦' niet verzekerd gehouden hadt, dat de Kei- » zer wel verfcheiden' deelen der Oostende- .» fche Maatfchappye zou willen afftaan , op *, eene wyze , daar de Staaten zo veel nadeel ., niet van te dugten hadden, als zy wa?,n- „ den
|
|||||
■,
|
|||||
LXXLBoek. HISTORIE. 34?
„ den. Ondertusfchen, zou het den Keizer niet ,
„ voegen, den Staaten, eer men in onderhan- - „ deling tradt, veele voordeelen aan te bie- „ den ; 't welk men aan vreeze , dat zy in 't „ Hanoversch Verdrag mogten treeden , zou „ können toefchry ven. Ook zou 's Keizers eer „ niet gehengen, de eerfte voorflagen te doen, ,, na dat men de wapenen reeds zou opgevat « hebben. Men moest dan, zonder uitftel, tot „ handeling komen. En geene Mogendheid » was zo bekwaam als de Koning van Spanje, • „ om den Keizer tot edelmoedige gevoelens „ te beweegen. Hy was, op 't naauwst, met » hem verbonden. En naardemaal de Staaten n zelven erkend hadden , dat zy , altoos, in ?. ftaat zouden zyn, om nieuwe voorflagen te » hooren; zo boodt hy hun, uit den naam van » den Koning , zynen Meester, een Verdrag ,, aan , welk twee punten , af hangkelyk van » eikanderen, influiten zou: vooreerst, dat de » Koning de nadeelen zou doen herftellen , n welke den Staaten, tegen den inhoud van ,» eenig Verdrag, te vooren met Spanje ge- » flooten, waren aangedaan: ten tweeden, dat „ hy , by den Keizer, zou zoeken te wege te n brengen, dat de gefchillen, welken de Staa- » ten met hem hadden, in der minne, werden » bygelegd, zo dat zy geene reden meer heb- „ ben zouden tot klaagen. Ten deezeneinde, „ verzogt hy, dat zy hunne bezwaarnisfen, re- n gelregt, aan den Koning wilden openleggen, M daar zy, met hulp van denHertogevanRip- „ perda, eenen hunner Landsluiden, en zynen „ Staatsdienaar, zouden können overwoogen „ worden. Ook hoopte hy, dat zy de aannee- „ rning
|
||||
$5d VAÜERLANDSCHÈ LXXI.Boek.
j>b5. „ ming van het Verdrag van Hanover, welke da
—— „ handeling met den Keizer zeer moeilyk rnaa- „ ken zou, zolang zouden uitftellen: können- j, de hy hun verzekeren, dat zy meer voordeels j, te wagten hadden van een minnelyk Verdrag, „ dan zy zig, immer, van eenig geweldig be- „ fluit zouden mogen toeleggen (/)." De taal, waarmede de Spaanfche Ambasfa-
deur de handeling begon, verfchilde veel van de taal, die 't Hof van Madrid , tot hiertoe, gevoerd haat. De S. Philippe, doorleerd in de konst van handelen met vreemde Mogend- heden , flpeg nog vleijender toon dan de Graaf van Konigfek-Erps , in zyn jongfte Vertoog, gedaan hadt. Doch men verftondt, hier, in 't gemeen, dat de beide Gezanten, 'tzyze dreig- den óf vleiden, niet anders beoogden, dan de Staaten af te houden van het Verdrag van Ha- nover , en de handeling, over derzelver be- zwaarnisfen in 't fluk van den Koophandel, over te brengen naar Spanje, daar men ze zou können rekken, zonder einde (*»). Ook be- fchuldigde men dert Hertoge van Kjpperda van grove onvoorzigtigheid , in het opftellen van den brief des Konings van Spanje, die niet flegts in 't ispaansch gefchreeven , en Yo el Rev , Ik de Koning getekend was (2) ; maar, daar- benevens , verfcheiden' dreigende uitdrukkin- gen (l ) Voiez Roossr.T Recueil, Tom, lïï, p. a.
(»J 3e Lettre duns h Recueil de Rousset , Tom. II, p 103. Montgün Memoir. Tam, I. p. 403. (2) Men hadt zig , hier te Lande , ten tyde der
handelinge over het twaalf jaarig Beiland, reeds geftoo- ten aan deeze wyze van fchryvcn en ondertekenen. Zie IX. Deel, bl. 27p, 285» |
||||
LXXI.Boek. HISTORIE. 351
gen behelsde, welke niet overeenkwamen met ij-sa
de aanbiedingen van 's Konings bemiddeling , ------•>
in den zelfden brief te vinden , en nog minder
met de vleijende taaie van den Markgraave de S. Philippe. Men kon zig, derhalve, niet goeds belooven van eene handeling , die, door zulk een' Staatsdienaar, ftondt beftierd te worden C n ). De Staaten antwoordden den Markgraa- De sta** ve ook, op den zestienden van Lentemaand, ten a!"- „ dat zy, ongaarne, verftaan hadden, dat hy, ^om* „ Heer Ambasfadenr, eenige dagen uirgefteld itandig- „ hadt, hun zyne voorflagen te doen, om dat lyk. „ zy nog niet hadden geantwoord op den brief, „ waarmede zyne Katholyke Majefteit hen wei „ hadt willen vereeren. Dat zy zulks niet had- „ den gedaan , ten deele , om dat de brief in „ 't Spaansch opgefteld, en op eene ongebrui- „ kelyke wyze ondertekend was ; doch voor- „ naamlyk, om dat hun antwoord aan den Se- „ kfetaris d'Oliver, op den vierentwintigften „ van Louwmaand , gegeven , voor een ant- „ woord op 's Konings brief kon doorgaan, „ waarin zyne Majefteit, ongetwyfeld, berus- „ ten zou, zo dra hy'er kennis van kreeg. De „ brief behelsde meer niet, dan't geene d'Oli- „ ver reeds gezeid hadt, en zy konden de her- „ haalde verklaaring, dat de Koning eener- „ lei belang rekende te hebben met den Kei- „ zer, niet anders aanzien, dan als eene waar- „ fchuwing, wegens 't gene zy te wagten had- „ den : op welke waarfchuwing , zy niet ge- „ dagt hadden , dat zyne Majefteit eenig ant- „ woord verwagt zou hebben, 't Was hun, „ mid-
(») MoNTCON Metnoir. Tem. I. p. 403, 404, 40$.
|
||||
352 VADERLANDSCHE LXXI.Boek.
i?«5. » midlerwyl, lief, dat uit dit verzuim van ant-
—-— „ woord, geen ander nadeel gevolgd was, dan j, dat zy eenige dagen langer verfteken waren n gebleeven van het Vertoog, welk de Mark- n graaf de S. Philippe hun hadt gelieven over „ te leveren. Gaarne hadden zy, wyders, in „ dit Vertoog , gezien , dat zyne Katholyke »» Majefteit niets bedoelde dan de behoudenis » der algemeene ruste van Europa. Zy hadden « ook geen ander oogmerk ; waarvan zy ver- ?> zogten , dat de Koning zig verzekerd wilde >» houden, 't Weener-Verdrag van Vrede ver- » oorzaakte hun ook geene ongerustheid. Zy ■>■> vreesden alleenlyk , dat het Verdrag van »» Koophandel, en de verdere verbindtenisfen, » welken, op het Verdrag van Vrede, gevolgd 5» waren , moeilykheid zouden veroorzaaken. ■>•> In 't Verdrag van Koophandel, waren de » wezenlykfte belangen van den Staat, de » Vaart op de Indien betreffendesten beste 5' gegeven, tegen den inhoud van verfcheiden* " Verdragen. Men hadt hunnen onderzaaten » ook merkelyk verongelykt, in't ftuk van den » Koophandel, beide in Spanje en in volle zee, »> tegen den inhoud der Utrechtfche Vrejde. » Nogtans , hielden zy de herhaalde aanbie- » ding van 's Konings bemiddeling , tusfchen »» den Keizer en hen, voor een blyk zyner op- » regte vriendfchap te henwaards. Alleenlyk, •» twyfeldenzy, of zyne Majefteit, nadenaau- ■>■> we verbindtenisfen , in welken hy met den w Keizer getreden was, het middelaarfchap ■>■> wel, met de vereischte onzydigheid, zou kon- »» nen waarneemen. Immers, hadt hy zig ver- s, bonden, om den Indifclien handel der Oost- » en-
|
||||
LXXLBoek: HISTORIE. 35$
„ endefche Maatfchappyé te handhaaven : en t^6.
„ deeze Maatfchappy, tegen de Verdragen op- —-— „ geregt, was de voornaamlte hunner bezwaar- „ nisfen. De bemiddeling van Prankryk en van „ Groot-Britanje, te Kameryk aangenomen, „ zo zy al gelyk ftondt met de bemiddeling-, „ welke zyne Majefteit nu aanboodt, was im- „ mers vrugteloos geweest. Spanje zelf hadt „ hun dit geleerd, en zig, zonder iemants be- „ middeling, te Weenen, verdraagen met den „ Keizer. De Staaten konden ook ingeene on- „ derhandeling treeden, terwyl men onderftel- „ de dat de Oostendefche Maatfchappy inftand „ blyven zou. 't Verbreekèn der Verdragen „ was, nergens door, te vergoeden. Zo 't hier „ alleen aankwame op de herftelling van eenig „ geleeden nadeel, igaarne Honden zy toe, dat „ de Koning van Spanje, hiertoe, uit hoofde ,, ïyner. ryke bezittingen in de Indien, beter „ dan eenige andere Mogendheid, in ftaat was; „ doch de herftelling van geleeden nadeel was „ 't minst, dat zy te vorderen hadden. Groote .,, gedagten hadden zy ook vah den invloed, 5, dien zyne Majefteit hadt^öp-het Wéérièr- ,,, Hof. Zyijaden hem^ hierom, dathy den Kei^ ,,j zer beweegen wilde £ tot hetrvërnietigeft der? .„ Vaart op de Indien, uit de Oostènrykfche .'„ Nederlanden. Voorts, hadden ze de twe«. ,, voorftellen, hun, door'den Markgraave de: „ S. Philippe, gedaan, met de vereischte aan- „ dagt, overwoogen. Doch, ten opzigte van si het eerße, begreepen zy niet klaarlyk, of men, „ hun vergoeding beloovende van 't gene hun: „ Koophandel, tegen den inhoud van vooriga „ Verdragen, geleeden hadt i het oog hadt op^ , XVIII. Deel Z „ Ver« |
||||
354 VADERLANDSCHE LXXLBóÉ*;
„ Verdragen , tusfchen Spanje en hen ,- of
„ op Verdragen , tusfchen Spanje en andere „ Mogendheden geflootem In 't eerfte ge- „ val, zouden zy gaarne hunne bezwaarnis- „ fen zien weggenomen. In 't laatfte geval, „ vorderden zy geene verandering in de ge- „ maakte Verdragen. Doch naardemaal zy, „ volgens de Verdragen, moesten gehandeld* „ worden, als de meest begunstigde Volken, „ vorderden zy alleenlyk, dat dit Verdrag „ werdtnaargekomen, en dat vernietigd werdt* „ 't gene, hiertegen, ondernomen was, byzon- „ derlyk, 't gene, by het Weener-Verdrag van 4, Koophandel, tot handhaavinge van de Vaart „ der Oostenrykfche Nederlanderen op de In- „ dien, was beraamd. Aangaande het tweede ,i voorftel, zouden zy 't voor eene groote gunsc „ rekenen, zo zyne Majefteit deezen Koop- „ handel, geheellyk, kon doen ftaaken. 't Was ,j hun, wyders, lief geweest, te zien , dat j, zyne Majefteit, zowel als zy, van oordeel „ was, dat het Verdrag van Hanover de rust ,, van Europa bedoelde. Hunne aanneeming, „ van dit Verdrag, zo zy 't gevolg zyn mögt, 9, van hunne raadpleegingen, kon, derhalve, 9i aan geen ander inzigt worden toegefchree- „ ven. Ondertusfchen, bleeven zy geneigd» „ om de voorflagen te hooren, welken hun* j, van wege zyne Majefteit, zouden mogen j, gedaan worden. Alleenlyk, verzogtenzy, dat „ dezelven niet algemeen zyn, maar iet ftel^ „ ligs en wezenlyks begrypen mogten : daar-. „ in tegendeel, het Vertoog van den Mark-» „ graave de Si Philippe eene onderhandeling M aanboodt * in zulke algemeene bewoordin- «1 geni
|
||||
tXXLBöfcfc H I S T O ft t Ê. &$■
„ gen, dat 'er geen goede uitflag vaii te höo- 172e«
„ pen waïe, Hoe veel vóordeels de Staaten zig -------»
,, ook beloovén mogten van de vriendfchap
,, èyner Majefteit, en van de bekwaamheid ,, en toegenegenheid des Hertogs van Ripper- ïerftoïid na 't ontvangen van dit antwoord, Weder-
tradt de Markgraaf de S. Philippe, met eenige ant- Afgevaardigden der Staaten, in nader gefprek. waoc*,dn Ter deezer gelegenheid,'■ werdt hem voorga- ^rk.en houden; dat de handhaaving der Vaart op de graave Indien uit de Oostenrykfche NederlandenT'de S. waartoe de Koning, zyn Meester, zig by 't Phil}i>Pe* Ween er-Verdrag verbonden hädt, aanliep te- gen de Verbindtenisfen » welken zyne Mäjev fteit, met andere Mogètidhedeii, hadt aange- gaan, én zyne Onderdaanen, de Kaftiliaanen, Zelven benadeelde. De Ambasfadeur befpeur- de, derhalve i wel haast * dat de Staaten ongs* Zind bleeven, om over de Oöstendefche Maat- ïchappy in nadere handeling te treeden. Ook verftondt hy, dat 's Konings eer gekrenkt zou worden, zo zyne Majefteit verpligt werdt * re- kenfchap te geeven van de voordeden in den Koophandel, Welken hy, in zyn Ryk, aan eenig Volk goedvondt toeteftaam Hygaf zulki den Staaten te kennen, in éen tweede Ver- toog , Welk hy hun, den eerfteji van Gras- maand, overleverde. Hy Voegde 'er by ,, dat j, zyne Majefteit Zig, door geeneVerdragen, ,, beroofd hadt van het regt, om den Ohder- a, zaaten des Keizers de voörregten in dert |
||||
55<$ VADERLANDSCHE LXXLBoek;
|
|||||
1745, „ Koophandel te verkenen, welken hy hun,
—-— „ by het Weener - Verdrag van Koophandel, „ toegeftaan hadt: doch dat hy, desonaange- „ zien, genegen bleef, om, nevens de Staa- „ ten, middelen te beraamen, tot behoudenis „ der algemeene ruste (/>)." Doch 't inleveren; van dit Gefchrift was genoegzaam het laatfte, welk van deezen bekwaamen Staatsdienaar werdt uitgevoerd, tot voltrekking van den last zyns Meesters. Hy overleedt, ruim twee maanden hier na, in den Haage, op den elfden van Zomermaand (#). XX'T. De Gewesten zig, midlerwyl, op Utrecht Onder- en gtad en Lande na (f), verklaard hebbende lingdér voor ^e aanneeminge van het Verdrag van Staat- Hanover, hielden de Afgevaardigden der alge- fchen meene Staaten, omtrent het midden van Gras- met de maand , een mondgefprek met de Gezanten tMvan vanFrankryk, Groot-Britan je en Pruisfen, Frank, waarin zy hun kennis gaven van den ftaat der ryk, raadpleegingen op de aanneeminge van dit Ver- Groot- (jragj en tegelykvan de aanmerkingen, wel- en1?!^- ^01 men» in fomm'Se Gewesten, op het zelve fi?a. * gemaakt hadt. Zy hielden hun voor „ hoe men ^ dienstig vondt, in de Akte van aanneemin- „ ge, te doen verklaaren , dat het Verbond „ van Hanover niet begreepen werdt te kort „ te doen aan eenige voorgaande Verdragen, ,f tusfchen d*e hooge Bondgenooten onderling, „ of met andereMogendhedengeflooten: maar „ dat men, integendeel, voorhadt, elkande- , \ j» ren
(p~) Vmcz Rousset Recucil, Tom. III. p. 21.
(j) Einop. Merc. July—Dectmb. 1726. tl. aS. Mqntgo» Jfrmoir. Tom. II. p. 75. Oo -Mc» MonTpoM Msnjoir, yw. u, f. 75»
't. • • t
|
|||||
LXXI.Boek. HISTORIE. 357
„ ren te handhaaven in zyne regten en bezit- 175«»
„ tingen, in 't byzonder zulken, die opzigt ------
„ hadden op den Koophandel, beide in en
„ buiten Europa, mids men hier onder niet „ begreepe zulke bezittingen en regten, over „welken, tegenwoordig, tusfchen partyen, „ voor eenen wettigen regter, getwist werdt. „ Dat ook de meening van het Hanoversch „ Verdrag niet was, de Staaten verder te ver- „ pligten tot handhaavinge der Westfaalfche „ en Olivafche Verdragen, dan tot de aan- „ wendinge van hunne goede dienften, in de „ zaak van Thorn en andere diergelyken, „ waarop, in 't eerfte afgezonderd punt, ge- „ zien werdt. Dat, wyders, dehoogeBond- „ genooten zouden gehouden zyn, elkande- „ ren kennis te geeven van de maatregels, „ welken zy neemen wilden, tot handhaavinge „ van elkanders regten en bezittingen. Dat „ de Staaten, fchoon zy 't Verbond hadden „ aangenomen, egter de vryheid behouden „ zouden, om te treeden in de maatregels der „ andere Bondgenooten, tot behoudenis van „ het evenwigt in Europa, of niet: en dat de „ onderftand der Staaten op vierduizend kneg- „ ten en duizend paarden bepaald zou wor- „ den. Dat de hooge Bondgenooten ook zou- „ den verklaaren, dat zy de Staaten, zo de- „ zelven aangetait of gedreigd werden, zon- „ der uitftel, en zonder den uitflag van mia- „ zaame onderhandelingen af te wagten, zou- „ denbyftaan. Dat men, insgelyks, zouver- „ klaaren, dat, na 't verloop der vyftien jaa- ,, ren, welken 't Verbond ftondt te duuren, ,, alles zou keeren in den ftaat der voorgaan Z 3 „ de
|
||||
353 VADERLANDSCHE LXXI.Boek
. „ de Verdragen, tusfchen de hooge Bondge-
„ nooten in wezen, met naame in dien van „ het drievoudig Verbond van den jaare 1717. „ Dat Frankryk en Groot- Britanje in 't byzon- „ der zouden verklaaren, te zullen handhaaven „ het regt, welk de Staaten hadden, uit krag- „ te der Munfterfche Vrede, om de Ingeze- „ tenen der Oostenrykfche Nederlanden te „ doen uitfluiten van de Vaart op de Indien; „ en dat, indien hier over eenig gefchil ont- „ ftondt, en de Keizer, tegen verwagting, „ wilde opfchorten of inhouden de voldoening „ van 't gene hy den Staaten, uit hoofde der „ Verdragen van Barriere, fchuldig was, zy „ hen zouden dekken, tegen alle nadeelen, „ welken ze, ten deezen opzigte, zouden mo- „ gen te wagten hebben. Dat Frankryk en „ Groot-Britanje ook, met de Staaten, zou- ?, den gelieven overeen te komen, om de kaa- „ peryen van die van Algiers en Marokko te „ weeren, hun zelfs den oorlog verklaarande, ,, zo de Vrede, binnen 't jaar, niet mögt ge- „ trotten worden : en na dat de Vrede op „ nieuws gebroken was^ geene Vrede maa- „ kende dan metgemeene bewilliging. Dat? ,, eindelyk, de Staaten de Bondgenooten ver- „ zogten, om het aanwenden hunner goed© „ dienften, tot bylegging der gefchillen, tus,- „ fchen den Koning van Deenemarke en hen „ openftaande , byzonderlyk ook , tot verr „ nieuwing van het Verdrag van Koophanr „ handel (1).'' De
CO rvcro'. Gencr. i§ April v?zS, dam Ie Rctueil it Rousssï,
lm. MUi,. ?35, ■"■'■■'- • ■ ■' .-. '~ |
||||
LXXI.Boek. HISTORIE. 35$
De Gezanten der Bondgenooten van 't Ha- lf2<s;
noversch Verdrag , immers die van Frankryk_____,
en Groot-Britanje, hoorden de aanmerkingen
der Staatfchen goedgunstiglyk, en deeden 'et hunnen Meesteren verflag van. Ook gaven de Franfche en Engelfche Gezanten hun, in een nader gefprek, waarin zy fommigen hunner aanmerkingen wederleiden, goede hoop, dat zy hun voornaam oogmerk, in de voorgeno- men omhelzinge van het Verdrag, de vernie- tiging der Oostendefche Maatfchappye (*), bereiken zouden. Doch het fluiten van een Verbond tegen die van Algiers en Marokko, met welken de Staaten in daadelyken Oorlog waren, hadt meer voeten in de aarde. De Koop- handel van Franlïryk en Groot-Britanje voer wel, by het nadeel, welk den Staatfchen han- delaaren, in deMiddellandfcheZee, aangedaan werdt. Men vondt, hierom, zulk een Ver- bond ongeraaden. VandeStaatfche zyde werdt, omtrent deezen tyd, een Gefchrift in 't licht gegeeven, (trekkende om de redelykheid van zulk een Verbond aan te wyzen («). Doch het vondt geen' ingang aan de Hoven van Verfail- !es en Londen, en de Staaten werden genood- zaakt, zelven uit te zien naar middelen, om zig uit deezen fchadelyken Oorlog te redden. Maar terwyl de Staaten zig bereidden, om het Verdrag van Hanover aan te neemen, arbeid- den de Keizerfchen en Spaanfchen, aan ver- fcheiden' Hoven, om een of meer Bondgenoo- ten CO Voiez MoNTCON Memoir. Tom. II. p. a?8. RorssET
Jtecueil, Tom. IV. p. 158—168. O) Confiderations Uans fe Recueil di Rqusset, Tiw« UI». |
||||
%5a VADERLANnSCHE JUXI.Boek
172Ö. ten van dit Verbond af te trekken, en andere
—r— Mogendheden over te haaien tot het aannee- men van het Weener-Verdrag. De veranderin- gen, die, kort hierna, in Frankryk, in Spanje, en elders, voorvielen, gaven hiertoe gelegenheid, 't Zal, hierom, tot beter verftand van 't beloop der handelingen deezes tyds, niet ondienstig zyn, dat vvy een beknopt berigt geeven van deeze veranderingen: waartoe de Gedenkfchrif- ten van den Abt de M jntgon, die 'er zelf veel deels aan gehad heeft, ons zeer te ftade zullen komen, xxiii. Het te rug zenden der Infante, en het rref- Veran- fen van het Weener Verdrag, welk 'er op ge- dering in volgd was, hadt de Hoven van Madrid en, bewliuT Veifhüles zo. verre verwyderd van eikanderen, van dat 'er geen middel fcheen, om ze wederom Fr; tik- te vereenigen. De vriendfchap tusfchen den iyk« Keizer en dei) Koning en Koninginne van Spanje was, daarentegen, zo groot geworden, datzy, gelyk wy reeds hebben aangetekend , naar fommiger oordeel (v), niet grooter geweest was, ook toen beicte de troonen bekleed wer- den, door Vorsten uit het zelfde Huis. Het Hof van Verfalles, niet dan nadeel voor Frank- ryk te gemoet ziende uit zulk eene naauwe vereeniging, was bedagt op middelen, om het Hof van Madrid met zig te verzoenen. En het treffen van het Verdrag van Hanover deedt dit Hof befluiten, om zig niet zo af keerig te too- nen, als tot hiertoe gefchied was*, van de her- ftelling der vriendfchap met den Koning van Frankryk, dien men, daarna, ligter hoopte te. zul-
<V) MoNTcoN Memoir. Tom. I. f. 156«.
|
||||
LXXI.Boek. HISTORIE. %6i
zullen aftrekken van het Hanoversch Verdrag. i7ao.
De verzoening vorderde egter langzaam. Men ner-Hof zeer te ontzien. Ook was de bevre- diging der twee Kroonen moeilyker te bewer- ken , om dat men, tot hiertoe, geene Gezan- ten van Frankryk hadt willen ontvangen, in Spanje. De Abt de Montgon , zynen dienst, reeds voor de verwydering , den Koning van Spanje hebbendeaangebooden, was, in'tvoor- leeden jaar, aangekomen aan 't Spaanfche Hof. En deeze hadt last mede van den Hertoge van Bourbon , om , op de voorzigtigfte wyze , te arbeiden aan de verzoening der twee Hoven (w). De Gezanten van Groot-Britanje en de Staaten fcheenen ook naar deeze verzoening te verlangen. Doch Montgon hieldt hen ver- dagt: terwyl zy niet verzuimden , zyne gan- gen na te gaan , bedugt, dat hy heimelykeii last hadt, om iet ten nadeele hunner Meeste- ren te fluiten. Hy verzekerde hun egter „ dat „ hy noch openbaare noch geheime waardig- „ heid bekleedde ; en dat hy in Spanje geko- „ men was, met oogmerk, om in dienst te tree- „ den van zyne Katholyke Majefteit; fchoon „ hy niet wilde ontkennen, dat hy gaarne „ hooren zou, 't gene hem , tot herfteliing „ der verbroken' vnendfehap tusfehen de twee „ Hoven zou worden voorgehouden (*)." Doch terwyl Montgon in Spanje de gemoeden , allengskens , deedt neigen tot verzoening, be- floot de Koning van Frankryk den Hertog van Bouj-
(«0 Montgon Memoir. Tsm. I. p. 39, 96, 141.
(*) Montgon Memoir. lom. I. p. 159, 195, 203. 347;
Z 5
|
||||
§62 VADERLANDSCHE LXXI.Eqek;
|
|||||
ïf2ff. Bourbon, zynen eerften Staatsdienaar, die ge-
het te rug zenden der Infante , buiten bewind te zetten, en van 't Hof te verwyderén. De oud Bisfchop van Frejus, 's Konings Leermees- ter p hadt hem, meent men, hiertoe aangezetj hem verzekerende, dat zulks den weg baanen £ou tot de bevrediging met Spanje. Ook hadt Bourbon veele heimelyke vyanden ten Hove, die hem 't gezag misgunden, welk hy, tot hier- toe , bekleed hadt. 't Leedt egter tot in Zo- mermaand deezes jaars, eer de Koning befloot, hem zyne ampten te beneemen, en hem te verzenden naar Chantilli. Men gaf toen voor, dat de Koning van zins was, zonder eerften Staatsdienaar te regeeren. Doch de oud Bis- fchop van Frejus, die, weinige maanden laater, tot Kardinaal verheven werdt, en, federt, on- der den naam van Kardinaal de Fleury , ver- maard geworden is , nam, eerlang, het voor- naam bewind in handen (y"). XX!V. Men beloofde zig iet goeds van deeze ver- De lier- andering, aan 't Spaanfche Hof, alwaar men, tog vaI\ juist op den zelfden tyd, den Hertog van Rip- eerfte Perda» die ,*'eenige maanden, de waardigheid Staatsdie- van eerften Staatsdienaar bekleed hadt, van naar des alle'zyne ampten ontzet, en gevangkelyk naac Konings 't Kasteel van Sogovia gevoerd hadt. De Her- je "wordt t0§ nadt ziS» in den korten tyd van zvn l)e" van alle wind, by hunne Majefteiten, veragt, enby'c zyne amp-volk , gehaat gemaakt: en opmerkzaame lui- ten ver- (jen hadden, al federt eenige weeken, zynen laaten, ■ * v^[ (y) Montoon Memoir. 'lom, I. f. 325» 35« —39<?« Tmi
ïl. f. ioi—113. |
|||||
kXXI. Boek. HISTO R I E. 3*3
val voorfpeld. Het fluiten van het Weener- i^
Verdrag hadt hem de gunst der Koninginne——. verworven. Hy hadt haar, daarenboven, ge- vleid met het Huwelyk van den Infant, Don Carlos, haaren Zoon, en's Keizers oudfte Dog- ter. Doch hy toonde zig, in 't eerst, zeer af- keerig van de herftelling der vriendfchap, tus- tchen de Hoven van Verfailles en Madrid (z), waarnaar men , in Spanje, na 't fluiten van 't Verdrag van Hanover , meer dan te vooren, begon te luisteren. Ookfprakhy, hierover, en over andere geheime inzigten van zig zel- ven, of van't Hof, zolosfelyk, dathy, fchoon meer dan zestig jaaren oud, in onbefcheiden' taal, de wufte jeugd gelyk was (ö). Wy heb- ben 'er, hier voor , reeds eenige Haaltjes van aangehaald. Kort na 't fluiten van 't Verdrag van Hanover, hadt hy zig, nogte Weenenzyn- de, zo men wil, ookdeeze ofdiergelykewoor- den laaten ontvallen : Wy zullen decze Heertjes yel keren Verdragen maaken. Koning George en 4& Hertog van Bourbon behoorde te bedenken , dat men al te goede kennis heeft van den moeilyken ßaat, waarin zy zig bevinden , dan dat men zig ontrusten zou, over hun Bondgenootfchap. Zy heb- ben ""er den Koning van Pruisfen ook in.getrokken , die egter wel haast berouw hebben zal van "'t ge- ne hy geilaan heeft ( b). Doch eenigen tyd na dat hy in Spanje wedergekeerd was , zogt hy }iet vertrouwen der Groot - Britannifche en Staatfche Gezanten te winnen , met oogmerk, zq -
Cz) Montgom Memoir. Tom. 1. p. 313. 554. ,
jC<0 MoNTGON Meruoir. lom. I. p. 258.
<b l Motifs de la coml. dt U Gr« Brct. p, 39, 41. MoNTOON Ummtt Tyu.L ?, a;8. rl*"l ■ |
||||
5<H VADERLANDSCHE LXXLBoek;
ïïzS. zo men meent, om verdeeldheid te verwekken
-—— tusfchen de Hanoverfche Bondgenooten , ert Frankryk zelf, allengskens, te beweegen, om eene lyn te trekken methetSpaanfcheHof (c)t Hy geliet zig, midlerwyl, als of hy in de ul- terfte vertrouwelykheid omging met den Graa- ft tan Konigfek , Keizerlyken Gezant in Spanje en Oom van den Graave van Konigfek-Erps, die zig in den Haage onthieldt. Hy bezorgde, op deszelfs aanhouden, van tyd tot tyd, groo- te onderftandgelden aan den Keizer, onaange- zien hy naauwlyks kans zag, om penningen te vinden , zonder 't volk zwaar te drukken , eti zig , dus , den gemeenen haat op den hals te haaien. Hierdoor behieldt hy, eenen geruimen tyd , de gunst der Koninginne , die zig van 't Weeher- Verdrag, in gevolge van welk, deeze onderftandgelden moesten uitgekeerd worden, ongemeene voordeelen voor haare kinderen be- Oorraa- loofde. Doch de flegte ftaat der Koningklyke yn"eJan.crgeldmiddelen bragt hem, eindelyk, in zo groot ae^ eene verlegenheid, dat hy, geene kans ziende, om aan de behoeften van 't Weener-Hof te voldoen , zig naauwer met Groot-Britanje en de Staaten zogt te verbinden: 't welk egterniet dan heimeiyk gefchieden kon , om de Konin- ginne niet te ftooten (</). Hy ont- Stanhope en van der Meer bedienden zig vaa dekt den de gelegenheid om llipperda uit te lokken, tot fLhen en ^et ont;dekken van een geheim, waarvan men, StastfcheB öt hiertoe, wel vermoeden, doch geene zeker- Gezan- heid gehad hadt. De Hertog, oordeelende, dat hy*
*
f c) Montoon Memoir. Tom. I. p- 582—288.
(_4 j Montoon Memoir. Tbm. I. p* 302 — 512, |
||||
LXXI. Boek. HISTORIE. 3<**
hy, hun vertrouwen willende winnen, hun ook ijs.6,
iet van gewigt vertrouwen moest, openbaarde--------
hun , t' eenen dage , in Sprokkelmaand „ dat Jen» dat
„ 'er een tweede Verdrag geflooten was , tus- eerh^ „ fchen den Keizer en Spanje, welk men, tot vefdrag „ hiertoe, bedekt gehouden hadt; doch nu te Wee-" „ haast gemeen maaken zou. Dat dit Verdrag, «en ?e- „ behalven eene befchadigende en verdedigen- ?00tea „ de Verbindtenisfe , drie punten behelsde : „ i. eene belofte, van wege den Koning van „ Spanje , om de Oostendefche Maatfchappy „ in ftand te houden. 2. eene verbindtenis, „ van wege den Keizer, om Gibraltar en Port „ Mahon te doen wedergeeven aan Spanje, „ door onderhandeling, ware 't mogelyk, an- 9? ders , door de wapenen. 3. eene bepaaling- „ van den onderftand, dien de twee Mogend- „ heden eikanderen bewyzen zouden, beitaan- „ de dien des Keizers, intwintigduizendman, v welken men. naar Spanje zou zenden , en „ dien des Konings van Spanje in zo veelgeld, „ als vereischt werdt, tot onderhoud van dier- „ gelyk een aantal van manfchap, welke de „ Keizer gebruiken zou, daar hy goedvondt." Beide de Gezanten ftonden verbaasd over zulk eene ontdekking, die zy, van den Hertoge, fchoon by hun bekend voor los van tonge, geenszins verwagt hadden. Zy fchreeven ze, terftond , over aan hunne Meesteren ; doch maakten 'er, voor eerst, een diep geheim van,. te Madrid (<s> Ook ftondt de Hertog nog zo zeer in de gunst der Koninginne, dat hem, omtrent deezen tyd , het bewind over de zaa- ken
jX« ) MWTc.iBt lipvsijt. Tm. J, p. 334—ji& |
||||
0 VADËaLANbèCiiè LXXI.Bötfe;
ifc& ken van Oorloge opgedraagen werdt (ƒ ).
■.------- Maar men kreeg , in den Haage en in Eri-
Gevoigeii geland , zo dra geene kennis van het geheini
deêzer Weener - Verdrag , of de Staaten , ziende dat
Sltelv ^e K6Ïzer en Spanje de handhaaving der Öost-
endefche Maatfchappye hadden vastgefteld ;>
floegen, voor't grootfte gedeelte» over, tot de
aanneeminge van het Verdrag van Hanover ,
§elyk \vy reeds verhaald hebben (g). George
e I, 'L in den aanvang deezes jaars , uit zyne Duufche Staaten, in Engeland, te rug gekeerd ?rynde , deedt het Parlement opening van het Haiioversch Verbond, te gelyk den nöodigeri önderftand begeerendë , om , met de Lente, e.ene talryke Vloot in Zee te brengen. ÈnfchoonV 'er, over deeZen eiSch, heviglyk, getwist werdt* in 't Huis der Gemeenten ; Horatio Walpolé wist zo wel gebruik te maaken van de ontdek- kingen , door Stanhope , uit Spanje, overge- fchreeven , dat 'er dé meerderheid, eerlang j volkomenlyk in bewilligde. Het Huis der Hee- ren tradt ook in 'sKoningsmaatregels (/$), eii llipperda kreeg haast gelegenheid, om zig zy- ner onvoorzigtigheid te beklaagen: tüpperda Het geheim Weener* Verdrag, in Frankryk*' bevestigt in Engeland en in den Haage, bekend gewor- ze, nog jen Zynde; verzuimden de drie Mogendheden 0a niet, den Keizer , door hunne Gezanten, té laaten afvraagen, wat 'er van dit Verdrag zyri
mögt ? Het Weener- Hof, hooglyk geftoordi óver 't beleid des Hertogs van Ripperda, zogt de Gezanten te doen geloóven „ dat hy Stan- » ho-,
(/") Montcon Memoir. Tom. I. p. 33" •
i (g~) Hier voor, bl. 356. ( /; j Tindal Vol. XIII. [ or XXVIII; ] f. a8j — 29? , SOJ-«*
305. Monïgom Tom,l, f. 454. |
||||
LA Boek. HISTORIE. tff
„ hope en van der Meer alleenlyk hadt willen ijrj&
„ inneemen , door hun een gewaand geheim i, te ontdekken , en dat 'er geheel geen ftaa* „ te maaken was, op 't gene hun, in fchyn, ^, was toevertrouwd. " Eveneens gedroeg men zig , aan 't Hof van Madrid, daar Stan- hope en van der Meer nu ook nadere verklaa- ring gevraagd hadden , wegens het Verdrag , waarvan Ripperda hun kennis hadt gegeven. Doch alzo men , noch te Weenen, noch te Madrid , ronduit, geloochend hadt, dat 'e? zulk een Verdrag in wezen ware , werden da drie Mogendheden bevestigd in de waarheid Van 't gene, door Ripperda, onvoorzigtigiyk * geopenbaard was. De Hertog, zig te laat be- klaagende , over 't gene hem ontvallen was * Äogt, midlerwyl, Stanhope en van der Meer te doen gelooven, dat zyzyne meening niet wel gevat hadden , en dat het Verdrag , waarvan hy hun gefproken hadt, weinig meer dan ver- dedigend was. Zy hervraagden „ of dit v/ei- 4, mg meer dan verdedigend Verdrag niet be-
j, ftondt uit de punten , welken hy , te voo- 5, ren, hadt opgeteld ? Waarop hy, driftig
wordende, en niet in ftaat, om het ongeduld en de fpyt, waarvan hy geflingerd werdt, irï te houden, wederom antwoordde : 't Is waar: ik heb my zo uitgedrukt, alsgy zegt: en naat-» demaal gy begeert, dat ik dezelfde dingen her-1, haak; 't gene ik u gezeid heb, is, naar de letter, ivaaragtig (7) Zo groot een onbefcheid, den Koning en der Zyne
K-oninginne ter óoren komende, deedt Ripper- verlegen
da^beid.
(CO WfoNT«ON Memoir. Tom. I. ^.455—457, 497, 49?j 499»
|
||||
368 VADERLANDSCHE LXXI.Boek."
X72Ö. da , wiens losheid hem , reeds te vooren , in
- i vervallen uit hunne gunfte. Ook fcheen hy, na deezen , niet meer te weeten , welk een' weg hy zou inflaan , om zyn aanzien te behouden. Dan ondernam hy eens eene afzonderlyke on- derhandeling met het Franfche Hof (£) : dan liet hy zig eens in, met de aanhangelingen des Pretendents van Spanje (/), terwyl hy, op den zelfden tyd, vertrouwelyk fcheen om te gaan , met d-n Engelfchen Gezant. Doch 't Weener- Hof was zo zeer tegen hem ingenomen, fe- deft de ontdekking van het geheim Verdrag , dat de Graaf van Konigfek de Koningin geen' rust liet, voor hy haar bewoogen hadt, om liipperda van 't bewind te ontzetten. Op den elfden van Bloeimaand , werdt hem 't beftier der geldmiddelen benomen , onder voorwend- fel van hem te ontheffen van een gedeelte van den last, dien hy te draagen hadt. Hy ver- zogt, terftond hierop, verlof, om zig van alle zyne ampten te mogen ontflaan. Doch hy kreeg, eerst na drie dagen verloops, antwoord op zyn verzoek, in eenen brief van denMark- graave de la Paz, hem meldende „ dat de Ko- „ ning in zyne begeerte , om van zyne amp- „ ten ontflaagen te worden , bewilligde , hem „ egter, uit aanmerking van zyne dienften , „ een jaargeld van drieduizend pistoolen toe- „ ftaande." 't Was reeds laater dan elf uuren in den nagt, toen hydeezetydingontving. Doch hy begaf zig, terftond , uit het Paleis des Ko- ningsA
,f *") Montoon Memoir. Tam. I. p. 4-77—48*.
(Q Montgon Tuin. !• f- 50J-— 506, |
||||
LXXLBoEK. HISTORIE. 369
nings, daar hy een vertrek hadt, naar zyne l726,
huurwooning, in de Stad. Zyn val, des ande- ^ rendaags rugtbaar geworden, verwekte zo veel
vreugde onder't volk, dat hy, bedugt, naar 't fchynt, voor den haat van 't graauw, eerst ee- nen brief van dankzegging fchreef aan den Ko- ning, en daarna den Ambasfadeur der Staaten, van der Meer, verzogt, by hem te willen ko- men. Hy gaf deezen kennis van 't ongeluk, welk hem overgekomen was , en verzogt hem toen , om een verblyf in deszelfs wooning , daar hy veilig meende te zullen zyn , voor de woede van 't gemeen , welk zeer op hem ge- beeten was. De Heer van der Meer verfchoon- de zig hiervan ten beste mogelyk , zeggende, dat de Staaten , zyne Meesters , verpligt wa- ren , in' de tegenwoordige omftandigheden, by- zondere zorg te draagen, om den Hoven van Weenen en Madrid geene ftof tot misnoegen te geeven. Doch hy riedt hem tevens , zig te Hy wyf« bergen in de wooning van den Ambasfadeur in de. van Groot-Britanje , werwaards hy hem met ^0^",8 de koets bragt, des avonds van den vyftienden Engei- van Bloeimaand. Men verfpreidde , ten Ho- fchen ve, dat'er, ten zelfden tyde, verfcheiden'goe- Gezang deren en papieren van gewigt, uit de wooning des Hertogs* naar die des Groot Brittannifchen Gezants gebragt waren, door de bedienden des Heeren van der Meer. DeHeerStanhope, die, twee dagen te vooren, naar Aranjuez verreisd was, vondt, tot zyne groote verbaasdheid, op zyne wederkomst, den Hertog van Ripperda, wiens ongeluk hy reeds verftaan hadt, tot zy- nent. Hy deedt hem, terftond, eenige vraa- gen , welken hy beantwoord wilde hebben , XVIII. Deel. A a eet |
|||||
4
|
|||||
370 'VADERLANDSCHE LXXI.Boek;
eer hy hem 't verzogte verblyf kon toeftaan»
Eerst, begeerde hy te weeten „ of de Hertog „ nog, in eenig opzigt, in dienst was van den „ Koning van Spanje ? " welke vraag met neen beantwoord zynde , hervraagde de Gezant, „ of hy ook bedugt was, dat zyne Katholyke „ Majefteit voorhadt, hem van eenige mis- „ daad te doen befchuldigen; dan of men hem „ alleenlyk verlaaten hadt van zyne ampten, „ om dat de Koning niet wel met hem gediend „ was?" Hy antwoordde „ dat zyne Majefteit „ hem zo weinig verdagt hieldt van eenige „ fchelmery , dat hy hem zelfs, in erkentenis „ zyner voorgaande dienften, een jaargeld van „ drieduizend pistoolen hadt toegelegd." Ein- delyk, werdt hem gevraagd „ wathembewoo- „ gen hadt, herwaards de wyk te neemen?" waarop hy antwoordde „ dat hy niets kwaads „ van den Koning vreesde; maar alleenlyk „ voor de woede van 't volk en voor den in« „ gewortelden haat zyner vyanden bedugt ge- ,, weest was." Hy voegde 'er by „ dat zyne „ bedienden, dien dag, reeds gehoond waren „ geweest door't graauw, welk gedreigd hadt, „ den volgenden nagt, zyn huis in brand te „ zullen fteeken, en hem van lid tot lid tezul- „ len verfcheuren." 't Gevaar, welk hy van 't volk liep, hadt hem, derhalve, alleen, zo hy zeide, bewoogen, om in de wooning des Am- basfadeurs te wyken. Stanhope, hem toen ver- klaard hebbende, dat hy, daar, dien nagt ver- blyvenkon, vorderde, des anderendaags, dat hy de redenen , waarom hy zyne toevlugt tot hem genomen hadt, fchriftelyk, bekendmaak- te aan 't Hof: gelyk hy deedt. De Ambasfa- dexar
|
||||||
LXXLBoek. HISTORIE. ' $?r
deur zelf, gehoor verzogt hebbende by den ijrié<
Koning, deedt hem een omftandig verhaal Van 't gene hem met den Hertoge van Ripperda
bejegend was. Zyne Majefteit verklaarde, met bevreemding verltaan te hebben , dat Ripper- da zynen intrek genomen hadt, in de wooning van eenen uitheemfchen Gezant. Hy voegde 'er by „ dat de Hertog hem om vrygeleide „ naar Holland verzogt hadt; doch dat hy 't j, niet bekomen zou, voor hy hem eenige pa- „ pieren van gewigt, welken in zyne bewaa- „ ring gebleeven wareü , zou hebben overge- „ leverd." Voorts, zig voldaan verklaard heb- bende over 't beleid van Stanhope , begeerde hy, dat de Gezant niet gedoogenzou, dat Rip- perda uit zyne wooning ontfnapte, voor hy eené JLySt hadt doen maaken van deszelfs papieren i 't welk, den volgenden dag, ftondt tegefchie- den. Stanhope, t'huiswaards gekeerd, verklaar- de den Hertog , dat hy nü veilig blyven kon, daar hy was , mids hy niet ondernaiöe te ont- vlugten : waarvoor hy den Koning zyn woord hadt moeten geeven. Het Hof nogtans , bedugt> dat Ripperda, Het tióf
ondanks de voorzorg des Ambasfadeurs, ont- doct de komen mögt, deedt de wooning, met eenige ^m? foldaaten, bezetten. t)och alzo men vreesde, tiaaten" dat de ongelukkige Staatsdienaar, in deeze on- bezeuein, gelegenheid, de gunst des Ambassadeurs zou zoeken te winnen, door de ontdekking van ee- nige geheimen, ten nadeele van den Staat; be- floot men4 den zagtften weg in teflaan, enden Ambasfadetir te verzoeken , dat hy Ripperda bewooge , om zyne wooning te ruimen, mids fle Koning aanname hem tegen de woede van Aa 2 % |
|||||
. i
|
|||||
$72 VADERLANDSCHE LXXI.Boek;
1726. 't graauw te befchermen* Doch Ripperda ,
nu misnoegd op hem was, om dat hy de wyk ge- nomen hadt, in de wooning van eenen uitheem- fchen, en wel van eenen Engelichen Gezant, maakte zwaarigheid om 't huis te verlaaten. Stanhope, federt, op nieuws, fterkaangezogt, door den Markgraave de la Paz, deedt zyn best, om Ripperda te doen vertrekken. Maar de Hertog , wien dit dringen in groote engte bragt, verzogt, eindelyk, dat hyzig, voor ee- nige dagen , in een Klooster begeeven moge. Doch de Koning, reeds beflooten hebbende , hem in hegtenis te neemen , wees dit verzoek van de hand. Twee van zyne voornaamfte be- dienden , en een' zyner vertrouwdfte vrienden, midlerwyl gevat zynde, zag Stanhope wel, wat men voorhadt, en drong hem niet verder tot vertrekken. Het Hof, daarentegen, een einde van zaaken willende maaken, beriep den Raad van Kastilie, en onderzogt, by den zelven, Of 't vryflondt en behoorlyk ware, dat men den Hertog van Ripperda de-ede /igten uit- het Huis yan den Groot - Britanmfchen Ambasfadeur ? Men oordeelde van ja : en Je Koning gaf 'er, ter- ftond, fchriftelyk, bevel toe, zonderegterden Hertoge eenige andere misdaad te last te leg- gen, dan dat hy in de wooning van deezenAm- R' erda basfadeur geweeken was. Doch de Raad ver- wedt ge-ftondt' dat hy» hierin, misdaad van gekwetste vat, en Majefteit begaan hadt. Men zondt dan , op naar'cKas-den vyfentwintigften, twee Krygsoverften en teel van zestjg Lyfwagten des Konings naar 't Huis des gevoerd. Ambasfadeurs ; die, zo dra men hun de deur " geopend hadt, naar binnen drongen, en den Her-
|
||||
LXXI.Boek. HISTORIE. 373
Hertoge, met alle deszelfs papieren, in ver- ï?^i
zekering namen. De Ambasfadeur protesteerde ——. ernftelyk, tegen 't geweld, welk in zyne woo- ning gebruikt werdt, en waarmede men, zyns oordeels, het regt der volken gefchonden hadt. Dochhierby moest hy 't» voor dien tyd, laa- ien. Ripperda werdt, terftond , naar Sego- via gevoerd , en op 't Kasteel aldaar bewaard, zonder dat men iemant, behalven eenen enke- len dienaar , by hem toeliet. Hy zat hier tot Hy ont- in Herfstmaand des jaars 1728 , wanneer een viugt. foldaat en eene dienstmaagd des Bevelhebbers Zyn ver- hem gelegenheid gaven , om te ontvlugten. ^Jf e» Hy geraakte veilig in Portugal, én begaf zig, ein(ie. uit de haven van Port a Port, te fchepe, naar Kork in Ierland. Van hier, ftak hy over naar Londen, daarhy, in Wynmaand, aankwam, en tot in Wintermaand bleef. Doch men bejegende hem, hier, met zo veel onverfchü- ligheid, dat hy befloot, naar zyn Vaderland te rug te keeren. Hier nam hy, zegt men, den Hervormden Godsdienst wederom aan: doch ziende geen'kans om, op nieuws, in de Regee- ring te geraaken, deedt, zo men wil, de ftaatzugt en de hoop om zig op'tSpaanfcheHoftewree- ken hem het roekeloos befluitneemen, om naar Barbarye te reizen , en zig in dienst des Ko- nings van Marokko te begeeven. Hier omhels- de hy , zo getuigd wordt, den Mahometaan- fchen Godsdienst (w) : doch hy bleef in zo gering een aanzien by den Koning, dat hy, zo men my berigt heeft, genoodzaakt was, zig met koophandel in Schaapen te geneeren : in wel- ken C«) MONTOON Tm. VII. p. 8 — 15»
Aa 3
|
||||
374 VADERLANDSCHE LXXIBqwj
|
||||||||
tfi§. ken ftaat hy, eindelyk, in Slagtmaand des jaar§
1737, te Tetuan, overleedeh is ( « ). |
||||||||
Gefchii Stanhope hadt, midlerwyl, 't gebeurde aan
met het zyne wooning overgefchreeven naar Engeland. Hof van Ook zogthy de andere uitheemlche Gezanten Londen, te beweegen, om zig, zowel als hy, hierover, vatten' te bsklaagen, als over eene blykbaare inbreuk van Rip- op hunne gemeene voorregten. Het Hof van perda, Madrid verdedigde zig, hiertegen, fchriftelyk , by de uitheemfche Gezanten, 't Gefchil hier- over , tusfchen de Hoven van Madrid en Lon- den, duurde eenigen tyd: tot dat het, vanzelf, zonder dat 'er beflisfing op kwam, fteeken De Heei bleef (q). De Heer van der Meer, die, zo van der wej ajs Stanhope, begreep, dat men, in 't vat- fentrz\g" ten van den Hertoge van Ripperda, het regt gehoond, der volken gefchonden hadt, hieldt zig ook gehoond , door eene uitdrukking, in eene dei- Verdedigingen van het Spaanfche Hof: welk niet gefchroomd hadt, te zeggen „ dat de be- „ dienden van den Ambasfadeur der Staaten de „ kostbaarfte goederen des Hertogs van Rip- „ perda, by nagt, en, gelyk alsßeelswyze, naar „ het Huis van den Groot - Britannifchen Am- „ basfadeur gevoerd hadden." Hy klaagde, hier- over, in eenen brief aan den Markgraave de la Paz (p ). Doch hierop is, zo veel my bekend is, niet verders gevolgd. De verandering , die, beide in Frankryk en
in Spanje, voorgevallen was in 'tStaatsbewind, fcheen den weg te zullen baanen tot de verzoe- ning C«3 F.urop. Mcrc. Ju!y—D-cemi. 1737. hl. 310.
O) MONTGON Tom. I. p. 51C1-545 'lom.1V. p.56. Rousseu! Recucil. Tom. IV. p. 57, 63, 6y j—93. (p) Poiez RouSiEX aÄcuil, 71«. W. p'i'JS'
|
||||||||
I
LXXI.Boek. HISTORIE. 375
ning der twee Kroonen. De Abt de Mont- 172?.
gon, die, hiertoe, heimelyk en allengskens ar- ——— beidde, zag egter wel, dat 'er weinig kans toe zyn zou, zo lang het Hof van Madrid zo naauw met het Weener-Hof vereenigd bleef \ of zo lang de Koning van Frankryk, in Spanje, werdt aangezien , als onaffcheidelyk verbonden aan de belangen van Groot-Britanje en de Staaten. Hy hadt, hierom, aan fommigen , te verftaan gegeven , dat men de Verdragen van Weenen en Hanover moest zoeken famen te fmelten, en tot één Verdrag te herfmeeden: of dat men bedagt moest zyn op middelen , om Frankryk af te trekken van 't Hanoversch Verdrag , en te beweegen, om tot dat van Weenen over te gaan (#). Doch zyne redenen vonden nog niet veel ingang, by hunne Majefteiten. Ook kreeg het Verdrag van Hanover nieuwe kragt, door de fterke toerustingen ter zee , in En- geland. George de I, ftaat maakende op den inhoud XXV.
van het geheim Weener - Verdrag , en bedugt Toerug- voor verdere nadeelige Verdragen, aan andere tingen , Hoven in Duitschland en in't Noorden, hadt, ["e™* om de uitwerkfels hiervan te voorkomen, in land. de Lente deezes jaars, eene aanzienlyke Vloot in zee gebragt. Zy werdt in drie Escmaders verdeeld : een van welken , onder den Vice- Admiraal Hofier , naar de Westindiën gefchikt werd, om op de Spaanfche Koopvaardy vloot * die in de Havana lag, en op de Gallioe- nen , die zig in de Haven van Porto Bello pnthielden, te pasfen : een ander Esquader, on-
£3) MoNTGON Memoir. Tom. I. f. 447. Tem. II. p. 2\
Aa 4
|
|||||
t,
|
|||||
g7<J VADERLANDSCHE LXXI.Boer.
1725. onder den Admiraal John Jennings, hadt last,
'—- om in de Middellandfche zee te kruisfen ; en het derde , onder den Vice - Admiraal Charles Wäger, was gefchikt naar de Oostzee, om een waakend oog te houden , op de beweegingen der Rusfen , die zig ,' federt eenigen tyd , te water en te lande, fterk begonden te wapenen. Wäger, in Grasmaand zynde uitgeloopen, zeil- de, zig met de Deenfche Vloote vereenigd heb- bende , tot voor Reval en Kroonllot, daar hy de Rujfifche fcheepsmagt bezet hieldt, en, tot diep in 't najaar, leggen bleef, waarna hy, gee- ne vrees meer hebbende voor eenige ondernee- ming van de zyde der Rusfen, terugkeerde naar Engeland. Jennings hadt bevel, om, tus - fchen Kadix en Kaap S. Vincent, te kruisfen , de Vloot of Gallioenen te onderfcheppen en Gibraltar te ontzetten , indien 't mögt bele- gerd worden. Doch hy deedt geen ander na- deel in de Middellandfche zee , dan dat hy de Spaanfche kusten in geduurige beweeging , en de Spaanfche havens geflooten hieldt. Hy keer- de , in 't najaar, te Spithead te rug. Hofier, in Zomermaand , voor Porto Bello gekomen, bevondt, dat men den fchat, die reeds op de Gallioenen gefcheept geweest was , wederom ontlaaden, en naar Panama gevoerd hadt. Hy hieldt de haven egter geflooten, van tyd tot tyd, eenige fchepen afzendende , om te pasfen op de Vloot, die uit de Havana verwagt werdt; doch, uit vrees voor de Engelfchen , eenen geruimen tyd , in de haven leggen bleef. De last des Vice-Admiraals ftrekte zig niet verder, dan om de Vloot en Gallioenen bezet te hou- - jden, of zo zy, zyns ondanks, uitliepen , de |
||||
LXXI.Boek. HISTORIE. Z77
fchepen aan te tasten, en met de laading naar 172&
Engeland te voeren (V). I lierdoor, dagt men------
het Spaanfche Hof buiten ftaat te ftellen, om
den oorlog, welken het, zo men meende, in den zin hadt, met genoegzaame hoop van eenen goeden uitflag, te onderneemen. 1 De Keizer, ziende, hoe ernftig de zaaken
in Engeland werden opgenomen, verzuimde, ondertusfchen, niet, zyne heimelyke hande- lingen , in Duitschland en in 't Noorden, voort te zetten, 't Gelukte hem, eerlang, de Keur- vorften van Mentz, Trier, Keulen en Beieren te beweegen, tot eene verbindtenis, om hem, in geval van oorlog, met zéker getal van man- fchap, by te ftaan. Ook Haagden 's Keizers handelingen naar wensch aan 't Rusfifche Hof, en, zo men zig verzekerd hield, ook aan 't Hof van Berlyn. Alle deeze handelingen had* den invloed op de raadpleegingen der Staaten, over de aanneeminge van het Verdrag van Ha- nover; waarom wy dienstig agten, een beknopt verflag van de voornaamften,terdeezerplaatfe, te boek te ftellen. Tusfchen Rusland en Zweeden was, in Len- xxvï.
temaand des jaars 1724, na 't herftellen der J,'eiRus- Vrede in 't Noorden, een Verbond van on- ffY derlinge befcherminge geflooten (j); waarin tree,jt in de Keizer ook verzogt was te willen treeden, 't Wee- Dochalzo men zig, by een geheim punt van nerV«- dit Verbond, verpligt hadt, om den Hertog drag* van
(O Voiez les Lettr. Hans U Riecuei! de Rousset, Tom. IV.
/<. 49 —(58. Tindal Vul. XIII. [or XXVIII.] /•. 305 — 310. MONTCON Tom. I. p. 454. Tom. II. p. 87, 172, 202, ai6, 11(17, 285, 408. (O l'okz Du Mont Corps Dipl. Tom. VIII. P. II. f>. 76.
Uoussut Recucil, Turn. I. p 34.7. Aa 5
»
|
||||
;
|
|||||||||
3?& VADERLANDSCHE LXXI.BoeK.
I75«. van Holftein te herftellen in 't bezit van 't Her-
4—— togdom Sleeswyk, welk thans in de magt des Konings van Deenemarke was, maakte Karel de VI. zwaarigheid, om het Verbond te aan- vaarden. Hieruit was eenige verkoeling ont- ftaan, tusfchen de Hoven van Weenen en Pe- tersburg, die toenam, na dat Czaar Peter de I, wien men, voor eenige jaaren, de eernaamen van den Grooten , Vader des Vaderlands en Keizer (f) opgedraagen hadt, op den agtften van Sprokkelmaand des jaars 1725 , overlee- den zynde, niet door zynen kleinzoon, 's Kei- zers Neef; maar door zyne Gemaalin, de Kei- zerin Katïiarina, was opgevolgd («). Doch het tegenwoordig belang van het Weener-Hof verdreef de opgevatte koelheid. De Keizer, in 't eerst naauwlyks kans ziende, om eenigen der Duitfche en Italiaanfche Vorsten te doea treeden in zyne maatregels, en niet genoeg geholpen met het Bondgenootfchap van Spanje alleen, befloot, het misnoegen tegen het Rus- fifche Hof te laaten vaaren , en Rusland en Zweeden ten naauwften aan zig te verbinden, Hy tradt, in Grasmaand, in 't Verbond tus- fchen Rusland en Zweeden (i>), in verwagting, dat zulks den weg baanen zou , om deeze twee Mogendheden over te haaien, tot de aanneeminge van het Weener-Verdrag. Doch Zweeden, ten zelfden tyde , fterk wordende aangezogt, om in 'c Verdrag van Hanover te tree-
C /) Zie Refol. Holl. 19 Dectmb. 1721. tl, ZCi. Notul. Zet\{
5 Deceml; 1721. il. 337. O) Fuiez Du Mont Corps Dipl. Tom. VIII. P. II. p, 104.
( v J U»Uz Du Mont Corps Dip!. Tim, VUI. f* II. (■ IjO,
Ruusskt Rtcueil, Tvni. lil./. 151. |
|||||||||
kXXLBoEK. il ISÏORIE. $ff
treeden, verfchoof niet flegts de aanneeming ^ó,
van het Weener - Verdrag; maar ontying zelfs------->
den Keizer niet in 't Verbond met Rusland,
dan onder zekere voorwaarden, die 't Weener - Hof kwalyk behaagden. Onder anderen, be- dong Koning Fredrik „ dat hy niet gehouden „ zou zyn, zig te fteeken in de gefchillen, „ ontftaan, ter gelegenheid van de opregting „ der Oostendefche Maatfchappye, noch zig „ behoeven te moeijen met eenen kryg, welke ,, den Keizer, in Italië, of buiten Europa, zou „ mogen worden aangedaan (w)." Maar de Keizerin van Rusland ontving Keizer Karel, in 't Verbond met Zweeden, zonder eenige bepaalingen. Zy leende zelfs ooren naar een ander Verbond, welk haar, van wege den Kei- zer , voorgeflagen, doch, door eenigen haarer Staatsdienaaren, ernftelyk, ontraaden werdt. Deezen hielden haar voor, dat dit Verbond, welk zeer ten voordeele der Hertogs van Hol- ftein zou zyn, niet nalaaten kon, Zweeden tot argwaan te verwekken, als hadt men voor, deezen Hertog, die, uit Hedwig Sofia, oudfte Zuster van Karel den XII, gebooren, en met Anna Petrowna, Dogier der Keizerinne van Rusland, gehuwd was, op den Zweedfchen troon te zetten; waartoe hy, zo 't regt der erf- volginge, in den jaare 1719, niet vernietigd geweest was, inderdaad, nader dan de tegen- woordige Koning, geregtigd geweest zou zyn. Zy voegden 'er by „ dat Groot Britanje, en „ veelligt ook de Staaten , misnoegd op het „ Ruiiifche Hof, om dat het, onder de Re- (",iO y-o'iz Rosset Rccuci! Tm. III. p. 1544
|
||||
S8o VADERLANDSCHE LXXI.Boek.
Vaff. 5, geering van den overleeden Keizer, Peter
""' »> den I, de oogmerken des Pretendents be- n gunstigd hadt, zig, mogelyk, van de gele- », genheid bedienen zouden , en zig met de ,> Zweeden vèreenigen, om Rusland den oor- „ log aan te doen: 't welk het Ryk zeer kwa- „ lyk komen zou, alzo de fcheepsmagt thans „ zeer vervallen, en Keizer Karel buiten ftaat „ was, om haare Majefteit, te water, te on- „ derfteunen." Doch anderen merkten, hier- tegen , aan, dat het Verbond met den Keizer zeer voordeelig zyn zou voor Rusland, in ge- val van eene gevreesde Vredebreuke met het Turkfche Ryk. „ Het koopbelang," voegden ze 'er by „ zou Groot - Britanje en de Staaten wel „ wederhouden van 't beoorloogen haarer Ma- „ jefteit: behalve, dat deeze twee Mogend- „ heden ook, dagten ze, geenen ftaat maaken „ konden op het Verbond met Frankryk, daar „ men, na de verandering in 't Staatsbewind, „ op 't punt ftondt, om zig met Spanje te „ verzoenen." En de meening der laatften woog meest by de Keizerinne, die, daarenbo- ven , ten hoogfte misnoegd was op 't Groot- Britannifche Hof, over het zenden van den Vice - Admiraal Wäger naar de Oostzee (#). Zy befloot dan, 't Verbond, welk haar, van wegen den Keizer, voorgeflagen werdt, te aan- vaarden (ƒ). Het werdt, teWeenen, gete- kend , op den zesden van Oogstmaand. De Keizerin nam, by het zelve, het Weener-Ver- drag aan, welk, in 't voorleeden jaar, tusfchen den
(*) Voliz les Lettr. dans Ie Recueil de RousSBT, 2*»»« HI|
è. 2oö, ïio. Tom. IV. p. 223. CjO Montcwn Memoir. Tom, n p> 38»—4"*» |
||||
V
|
|||||
LXXLBoek. HISTORIE. 38 t
den Keizer en Spanje, geflooten was. De Kei- i726i
zer en de Keizerin van Rusland hadden ook — eene Overeenkomst getroffen , ten behoeve van den Hertoge van Holftein (z). Doch de inhoud dei zelve werdt zeer geheim gehouden., Men twyfelde niet, of zy was nadeelig voor de tegenwoordige Regeeringe van Zweeden. Ook ■ bragt zy veel toe, om dit Ryk te doen tree- den in het Verdrag van Hanover: 't welk, in de Lente des volgenden jaars, gebeurde. George de I. hadt, ten deezen tyde,zo men XXVIT.
meende, nog byzondere redenen van misnoe- Argwaan gen op het Rusfifche Hof, die hem, behalve „jjfp " de gemelden, bewoogen hadden, tot het zen- van den van een Esquader naar de Oostzee. Men Groot- hadt hem, reeds in 't voorleeden jaar, berigt, Brit*nia dat de aanhangers des Pretendents drie Oor- RuSf,fche logsfchepen, in Rusland, gekogt hadden; die Hof, ea naar Spanje gezeild waren, om tot een' gehei- op de men aanflag gebruikt te worden. Te S. An- ^Iov^ , dero, hadden zy zig gevoegd by vier Spaan- „enen fche Oorlogsfchepen, en men twyfelde niet, Madrid. of zy zouden geuruikt worden, tot het ver- voegen van eenige Spaanfche manfchap, welke niet verre van deeze haven verzameld was. Men hadt ook verftaan, dat 'er, in de haven, van Oostende , zesduizend man ftondt ge- fcheept te worden: en men twyfelde niet, of de Keizer, Rusland en Spanje waren 't eens, om iet van belang te onderneemen, ten be- hoeve des Pretendents. Nog wist men, dat de Hertog van Wharton, een voornaam aan- han-
(2) Votez Do Mont Corps Drpl. lim. VIM. p. II, >. ijV
?-WS>yST Reeueil, Jtmi. UI. p. 158.
|
|||||
$1 VADERLAND5CHÊ LXXlBüftfc
tfig, hanger des Pretendents, te Weenen, niet de
, *-—- Keizerfche en Rusfifche Staatsdienaars, en met den Heere van Ripperda, in 't heimelyk, ge- fproken hadt; waarna hy naar Rome was ver- reisd, 20 men vastelyk vertrouwde, met oog- merk , om den Pretendent verflag te doen vani zyne verrigtingen: uit wiens naam, hy, federt, Ook aan 't Spaanfche Hof gehandeld hadt. Allé deeze byzonderheden werden, in openbaar© Gefchriften, verfpreid, in Engeland; en zö algemeen geloofd, dat de Koning niet fchroom- de, in 't begin des jaars 1727, aan 't Parlement te verklaaren „ dat de omkeering der Regee- ,, ringe in Groot-Britanje de vrugt fcheen té $, zulien zyn, welke men zig, van de naauwe 4, vereeniging, tusfchen den Keizer, deKeize- i, rinne van Rusland en den Koning van Spanje ai) beloofd hadt (a)" 't Was dan geen wonder; dat het Groot- Britarinifche Hof zig bevlytig-s fi de, om zulk eene onderneeming te fluiten. titming Om hierin te beter te flaagen, ondernam^
George zo metl meent, Koning George, eer nog 't "erdaet Verh°nd tusfchen den Keizer en Rusland ge* van hei- flooren was, eene onderhandeling met de Ötto- meiyks mannifche Porte, aan welke hy opening deedt hande- van het Verdrag van Hanover. Men hielde Se Parte hem ook verdagt, aan'tWecner-Hof, dathy* niet zonder medeweeten van Frankryk, de Porte zogt te beweegen , tot eenen Oorlog tegen den Keizer en tegen Rusland. Doch zyné Gezanten ontkenden, openlyk, dat hy zulk een oogmerk gehad hadt (h). Ook is 'er my, ner~
O) MoNTGON Tom. II. p. 81—85. Motifs de la cond, A*
"la UM Bret.p. }$, 44, 62, 66, 67, 68, 69, 70.J <0 MONTOOM Tem. I. f. 457—4<5j, 4Ö7. #68, |
||||
LXXLBoèïu HISTORIE. 3%
nergens, eenig duidelyk bewys van voorgeko- i7*Si
men. Maar met den Landgraave van Hesfen- —**— Kasfel, dien 't Weener-Hof, vergeefs, gezogt hadt te winnen (c), hadt George de I, in Len* temaand deezes jaars, reeds een Verdrag ge- ilooten, waarby de Landgraaf zig verbondt om twaalfduizend man, ten dienfte des Konings, te werven, zullende den Koning hem, hiertoe, door het verfchaffen van behoorlyke onder- ftandgelden, in ftaat fielden (</). Het Weener-Hof handelde, midlerwyl» in XXVïïfe
Duitschland, in 't Noorden en in Italië, om De ^:aa" Bondgenooten te winnen. Ook werden, om- fl^n trent deezen tyd, gelyk wy reeds gemeld heb- tot de ben, eenige Duitfche Vorsten bewoogen, om »annee- in 's Keizers maatregels te treeden. Maar de jf "|™,n Koning van Sardinië hieldt zig buiten verbind- dragvaiü tenis met den Keizer (<s). De Staaten, midier- Hanovef-, wyl, de magt van 't Weener-Verbond ziende toeneemen, door de handelingen aan verfchei- den'Hoven, die, byzonderlyk te Petersburg, op eenen goeden voet ftonden, hadden, eer men 't, tusfchen den Keizer en de Rusfifche Keizerinne, nog volkomen eens geworden was, niet können nalaaten , eindelyk , een befluit te neemen, op de toetreeding tot het Verdrag van Hanover (ƒ). Om over de voorwaarden hunner aanneeminge , met de Gezanten der Bondgenooten, in onderhandeling te treeden, hadden zy btnosmüChristiaanKarel) Baron van Lin-
C O MoNTGON Tom. II, p. 187.
(<Q Voiez Montüon Tom. Il' Piec. Juflif. N. IX. *. XXXÏ.
ÄoussET Recueil, Tom. III. p. 32a. (A\ ^la^N To"'- h *\ 4SI. 4?°- Tcm,U. p. 75, ï?»-
£/J Re(ol. Csiier. >w S Jug. 172e. |
||||
384 VADERXANDSCHE LXXI.Boek.1
ifaöé Lintelo, Heer van Esfen, wegens Gelderland;
■ Arnold van Zuilen van Nyeveld, Raad en Oud- Burgemeester van Rotterdam , Ruwaard van
Putten en Baljuw van Schieland, en Izaak van Hoornbeek, Raadpeniionaris en Groot-zegel- bewaarder , wegens Holland; Nikolaas Henrik Noey, Oud-Burgemeester van ïhoolen , we- gens Zeeland; Gerard Godard Taats van Ame- rongen, Ridder der Duitlche Orde en Kom- mandeur derzelve, te Doesburg, wegens U- » trecht; Joan Abraham van Schuurman, Burge- meester en Raad der Stad Slooten , wegens
Friesland ; Ever ar d Roufe, Burgemeester der Stad Deventer, wegens Overysfel, en Lam- bert Henrik Emmert, Raad der Stad Gronin- gen, wegens Stad en Landet In Oogstmaand, was men 't, over de voorwaarden, genoeg- zaam eens geworden. Ook hadt Stad en Lan- de in 't Verdrag bewilligd. Doch Utrecht aar- zelde nog. Men verwagtte, derhalve, in 't ge- meen, nog niet, dat de Staaten in 't Verdrag Zytree- zouden getreden zyn, toen 't, onverhoeds, den in dit <joor avje je Gemagtigden, behalve dien van Verdrag, uo^^ ^ gefchiedde, op den negenden van Oogstmaand. De Akte van aanneeming behels- Inhoud de „ dat de Staaten, in 't aanneemen van het der Akte J5 Verdrag vanHanover, geen ander oogmerk \ van aan- ^ hadden, dan de behoudenis der ruste van »ing. v) Europa, zonder welke, die van hunnen Staat „ niet zeker zyn kon; en de handhaaving van „ hunnen Koophandel, zonder welken, dezel- „ ve niet kon beftaan. Dat zy ook verftonden, „ dat, door dit Verdrag, geene andere Ver- „ dragen, door de hooge Bondgenooten, on- „ derling, of met andere Mogendheden, ge- „ maakt,,
|
||||
kXXI.BoEK. HISTORIE! g8$
j, maakt * in eenigerleiopzigt, verbroken., of ^*«
j, gekrenkt werden; Dat zy zig verzekerd hiel- . j, aanneeminge, niet zou willen verpligten, tot „ eene algemeene handhaaving der Westfaal« j, fche en Olivafehe Verdragen ; maar alleeii- „ lyk i tot de handhaavinge der regten en bé- j, zittingen , welken de handelende Mogend- , j heden , uit hoofde der gemelde Verdragen, j, yerkreegeh hadden * en nog tegenwoordig i} bezaten : weshalve zy zig, ten opzigte der s, zaake van Thorn, niet verder verbinden kon- j, dén , dan tot het aanwenden hunner goede „ dienften j tot verwerving eener redelyke vol- i$ doening , voor de inbreuk , te Thorn , gë- „ daan op de Olivafehe Vrede. Datzyookori-< j, derftelden, dat de Bondgenooten eikanderen, 5, kennis zouden geeven van de middelen, wèl- i} ken zy, des noods, zouden willen in 't werk f, ftellen, tot befcherming van elkanders bezit- j, tingen en regten, zulken vooral, die opzigfe .„ hadden op den Koophandel, beide in en buï- it ten Europa. Dat de onderftand , dien dé j, Staaten verpligt zouden zyn te leveren , öp >, vierduizend knegten en duizend ruiters, bê- j, paald zou worden, en dat, na verloop van de è, vyftien jaaren des Verdrags, alle dingen zoü- „ den wederkeeren j tot den ftaat, waarin zy * j, voor het fluiten des Verdrags , geweest wa- „ ren." üy deeze punten, was nog een geheim öeHeiiil punt gevoegd , behelzende #, dat, de Staaten punt* „' hebbende voorgedraagen dat zy, uitmisnoe- j, gen over hunne aanneeminge van het Ver- jj drag, of uit eenige andere oorzaak, zouden „, können aangetast, en daardoor genoodzaakt #VUI. Des*. Hb # mit |
||||
3§fc VADERLANDSCHE LXXI.B0EK.
1725. j> worden, om hunne toevlugt te neemen tot
u------„ de wapenen , zonder dat de Bondgenooten
„ tyd hebben zouden , om tot afweering van
„ zulk een gevaar, eerst hunne goede dienden ,, aan te wenden ; de'drie andere Mogendhe- ,, den zig verbonden, om de Staaten, in zulk „ een geval, terftond, met de bepaalde man- „ fchap, by te fpringen." En in een ander af- gezonderd punt, welk egter niet geheim bleef, werdt, door de Franfche en Groot-Britannifche Gezanten alleen , verklaard „ dat, onder de ,, regten der Staaten, welken men verpligtzou „ zyn te handhaaven, ook begreepen werdt „ het regt, by de Munfterfche Vrede bedon- 3, gen, om de ingezetenen der Oostenrykfche „ Nederlanden uitgeflooten te houden van de „ Vaart op de Indien : en zo de Keizer, hier- 3, om, de penningen inhieldt, welken zy van „ hem te vorderen hadden , zouden de Bond- „ genooten hun voldoening bezorgen, midszy „ geene vyandlykheden, tegen de Oostendefche „ Maatfchappy, in de Indien, noch elders aan- „ vingen, dan na dat zy, deswege, met de ande- ,. re Bondgenooten, zouden overeengekomen „ zyn." Nog verklaarden de Staaten „ datzy „ de vryheid aan zig behielden, omindemidde- „ len, welken de Bondgenooten zouden goed- „ vinden in 't werk te ftellen ,. tot behoudenis „ van de Vrede of van hetevenwigt van Euro- „ pa, te bewilligen of niet (g)-" Pruisfeti De Markgraaf de Fenelon en de Heer WiUiam weigert Finch, de Akte gelezen hebbende, waarby de indeAk- g^en 't Verdrag aannamen, verklaarden, ter- leder ftond, (O Voitz Du Mont Corps DiploMi. T»m. VIII. /».II.p.ljjf,
Rousseï llecueil, Tom. III. p. 166. |
|||||
\
|
|||||
LXXLBoek. HISTORIE. 3*7
ftond, dat zy gereed waren om ze te tekenen. i7ic.
Doch de Heer Mdnertzhagen, Gezant des Ko-------
nings van Pruisfen, maakte 'er zwaarigheid in. Staaten
Hy hadt, reeds te vooren, te kennen gegeven, 5.e lew1'* dat hem de uitzondering van de handhaaving lgen' der Westfaalfche en Olivafche Verdragen mis- haagde (Ji). En de Koning, zyn Meester, hadt hem nog geene volmagt gezonden, om de Ak- te van aanneeming, met deezeuitzondering, te tekenen. De Fenelon en Finch nogtans, oor- deelende, dat zy het tekenendeezer Akte, niet langer, behoorden te verwylen, traden 'er ter- ftond toe „ in verwagting, zo zy verklaarden, „ dat de Koning van Pruisfen zynen Gezant, „ insgelyks, haast volmagt tot tekenen geeven „ zou; doch zo zulks, onverhoopt, agtèrbly- „ ven mögt, beloofden zy, uit den naam hunner „ Meesteren, zig te zullen houden aandepun- „ ten,welken de Staaten, by de Akte van aannee- „ minge, verklaarden bedongen hadden (V)." In zo verre en op zulk eene wyze, kreeg, ein- xxix.
delyk , het werk van de toetreedinge der Staa- Aanm er- ten tot het Verdrag van Hanover zyn beflag. Zy kingen bereikten 'er hun groot oogmerk mede , welk °$j£m was ten minfte Frankryk en Groot-Britanje te der Staa- verpligten, om hen te handhaaven in hun regt, ten, in om de ingezetenen der Oostenrykfche Neder- het aan- landen te doen uitfluiten van de Vaart op de ^n't" Indien. Zelfs werden hun byna alle de andere verdrag voorwaarden toegedaan, op welken zy, inden van Ha* aanvang der onderhandelingen, hadden voorge- n°ver. flaagen, het Verdrag te willen aanneemen (£)» zon-
( fi) Voiez Rodssbt Recueil, Tom. IV, p. 1Ö3.
(O foicz RotissET Recueil, Tom. UI, p. 177. |
|||||||||||
(k) Zie hier voor» W. 35Ö.
|
|||||||||||
Bb 2
|
|||||||||||
. *
|
|||||||||||
388 VADERLANDSCHE LXXLBotr;
1725. zonder dat zy eenige verbindtenis op zig geno-
■------ men hadden, waaronder zy niet reeds, uit kragt
van voorige Verdragen, gebragt waren. Doch
de belofte om hunne gefchilien met Deenemar- ke, door minzaame tusfchenfpraak, te helpen byleggen , hadden zy niet können verwerven. De Gezanten oordeelden, dat zulk eene belofte , aan '*■ Hof van Koppenhagen , als te eenzydig zou voorkomen, en hierom alleen de nuttigheid wegneemen, welke men zig anders van hunne tusfchenfpraak zou hebben können beloo ven (/). 't Verklaaren van den Oorlog aan die van Al- giers en Marokko was ook van de hand gewee- zen. «Fenelon verftondt „dat deeze volken, met „ welken Frankryk en Groot - Britanje plegtige „ Verdragen geilooten hadden , niet als zee- „ roovers konden aangemerkt, noch uit dien „ hoofde uitgerooid worden. Dat zy, gehou- „ den wordende voor openbaare vyanden der „ Staaten, niet gerekend konden worden onder „ zulken, tegen welken men, uit hoofde van „ het drievoudig Verbond, den onderftand der „ Bondgenooten vorderen kon ; alzo dit Ver- „ bond, in't jaar 1717, geilooten was, toen de „ Staaten reeds met deeze volken in oorlog wa- „ ren, zonder dat 'er, in 't Verbond, eenige „ melding van gemaakt was ; ten bewyze, dat „ men deezen oorlog niet aanzag, als een ge- „ val, waarin de naarkoming van 't Verbond „ gevorderd werdt. En zo behoorde hy, zyns „ oordeels, ook tegenwoordig niet aangezien „ te worden. Tusfchenfpraak en goede dienften „ by de Afrikaanfche Volken waren't eenigfte, „ welk de Staaten, naar reden, van Frankryk, £/.) nitz Roüssbt Recueil, Tom. IV. f. tóiy
|
|||||
X
|
|||||
tXXI.BoEK. HISTORIE. 389
„ en Groot-Britan je vorderen , of ver wagten 17»$.
„ konden (w)." De Staatfchen, opdeezere- -------
denen weinig weetende aan te merken, hielden
zig te vrede, met de overige voordeden, wel- ken zy , by de aanneeminge van het Verdrag van Hanovér, bedongen hadden. De Koning van Pruisfen weigerde, ondertus- xxx.
fchen, te bewilligen in de voorwaarden, waar- Tleimeiy- op de Staaten in dit Verdrag waren getreden. |« bande- le y fcheen'er zeer opgefteldtezyn, dat zy zig, j["fzere/ zo wel als de twee andere Mogendheden, ver- aan't Hof bonden , tot het handhaaven der Westfaalfche van Ber- en Olivafche Verdragen: waartoe zy egter, nim-lvn' mer te vooren, verbonden waren geweest, en door welke verbindtenis, zy zig ligtelyk zouden hebben können inwikkelen in'eenen lastigen oorlog. Men vondt, hierom, vreemd, dat zyne PruisfiTche Majefteit hen hiertoe dringen wiide. Doch de oorzaak van zyn gedrag ontdekte zig, kort hierna. De Keizer was in heimelyke onder- handeling getreden methetHofvanBerlyn, om den Koning van Pruisfen af te trekken van het Hanoversch Verbond. De Graaf va» Sekkendorf hadt 'er de eerfte opening van gedaan, en men wil, dat 'er, na veel handelens, op den twaalf- pen van Wynmaand, te Wusterhaufen, een Ver- bündt werdt geflooten, tusfchen de twee Mo- gendheden , welks inhoud zeer geheim gehou- den werdt. Ook was hiertoe wel reden, alzo de Hanoverfche Bondgenooten verpligt waren, niet zonder kennis van eikanderen, in onderhande- ling.te treeden, veel min te fluiten. 'tLeedtnog- * tans niet lang , of men verfpreidde , onder de hand, affchriften van het Verbond van Wuster- hau-
4flO Vd*z RoussST Recueil. Tom. IV. p. 1*5— i6t.
Bb 3
|
||||
39o VADERLANDSCHE LXXI.Boek.
jjiS. häufen, welken nog voorhanden zy;i {n) Vol-
———« gensdezelven, beloofde de Koning vanPruislen de Pragmatike Sanctie, of de orde op de Oosten- rykiche opvolging te zullen handhaaven. De Keizer zou, daarentegen, den Koning van Pruis- fen, na de dood van den Keurvorst van de Palts, in 't bezit doen (tellen van de Hertogdommen Berg en Gulik, den Prins van Sultzbach bewee- gende, om van deszelfs regtopBergenRaven- itein af te ftaan: of zo hem dit mislukte, zou hy , hem andere goederen van gelyke waarde , uit zyne eigene erflanden in 't Duitfche Ryk , op- ÓTaagen. Voorts, was de Koning van Pruisfen, volgens deaffchriften, van welken wy fpreeken, ook getreden in't Verbond, welk de Keizer, on- langs, rnet de Keizerinne van Rusland hadt aan- gegaan. Doch op deeze affchriften is geen vol- Verbond komen ftaat te maaken ( o ). De Koning van tusfchcn Pruisfen hadt, twee maanden te vooren, ook een Rusland Verbond van onderlinge befcherminge gefloo- eri^Pruis- ren met de Rusfifche Keizerinne. Beide de Mo- gendheden mistrouwden de Poolen, met welken de Koning van Pruisfen in 'tbyzonder groot ge- fchil gekreegen hadt, ter gelegenheid van't ge- beurde te Thorn. By een geheim punt van dit Verbond, beloofde de Koning van Pruisfen zy- ne goede dienften te zullen aanwenden, om den Hertog van Holftein, Schoonzoon der Keizerin- ne , te doen herftellen in 't .bezit van 't Hertog- dom Sleeswyk; of ten minfte, zig onzydig te zullen houden, in geval men geweldiger midde- len ter hand neemen mögt, om hem dit bezit te
r»5 VöUz Du Mont Corps Dipl. Tom. VIII. P. II. p. 139,
lUm.ssET Recueil . 'l'nm, lil. p V&7. (0} Ivouss et Recudl, jÓw.. U. f. i&S, i^r. Montgojj 3 om. JI. yy m6.
|
|||||
• ... '*•.
|
|||||
LXXI.BoEK. HISTORIE. 3^1
te bezorgen. De Hertog ftondt, daarentegen, 172$.
at" van het regt, welk hy zig voorbehouden ------
hadt, orn, by den Keizer, de inhuldiging van
het Land van Stettyn te vorderen (p ). Ondertusfchen, was het Verdrag tusfchen den
Keizer en Pruisfen zo dra niet getroffen, of de Hoven van Weenen en Madrid lieten zig ver- luiden , dat zy eenen der voornaarnfte Bondge- nooten van het Verdrag van Hanover, op hun- ne zyde, hadden weeten te winnen. De gerüg- ten van de verandering des Konings van Pruis- fen hadden ook bystere ontfteltenis veroorzaakt te Parys, te Londen en in den Haage. 't Kwam zyner Pruisfifche Majefteit ter ooren: die, ter- ftond, zynen Gezanten in Frankryk en in En- geland bevel gaf, om te verklaaren „ dat hy „ niets met den Keizer geflooten hadt, welk „ ftreedt met het Verdrag van Hanover, heb- „ bende de verbindtenisfen, in welken hy ge- „ treden was, alleen opzigt op zyne byzonde- „ re belangen, en die van het Duitfche Ryk." Men moest zig, met deeze Verklaaring, te vre- de houden ( q ). De Koning van Pruisfen werdt nog aangemerkt als een der Bondgenooten van het Verdrag van Hanover; hoewel men op zynen yver, om de voorwaarden van het zelve ter uitvoeringe te brengen, na deezen, kleinen ftaat maakte. Ten deezen tyde, of wat laater, kreeg men, XXXI.
hier te Lande, berigt, dat de Vrede, tusfchen Vrid? de Staaten en die van Algiers, eindelyk, geluk- |£ssCtaa* kiglyk getroffen was. Hunne Hoog-Mogendhe- teaende den Regee-
O). Voiez Roussct Recueil , Tom. III. p. 198. D» Mont
Corps Üipl. lom. VIII. P. II. p 135- (?) Montgon Memoir. Tam. II. P. 427. Tinoal Vol. XIII.
[*r XXVIII.] p. 313. Bb 4
|
||||
&* VADËRLANDSCHE LXXLBob^
1786. den hadden , in 't voorjaar, wederom een Es-
------- quader Oorlogsfcbepen naar de Middellandfche
niBgeVan zee gefchikt, om op de Algierfche Kaapers te
Algiers. pasfetl? De Vice-Admiraal, Heer van Sommels-
dyk, die 'er 't bevel over hadt, maakte, geduu-
rende deezen kruistogt, jagt op verfcheiden*
Kaapers, en jaagde 'er een' op de kust van Te-
tuan , daar 't (chip zig te berften ftiet (r).
Maar de Regeering van Algiers, eindelyk, den
oorlog moede, zondt, in den nazomer, eenige
voorflaagen aan den Heere van Sommelsdyk,
waarop men begeerde in handeling te treeden.
De Vice-Admiraal begaf zig toen, metyyfOor-
logsfchepen, voor Algiers, en op den agtften
^ van Herfstmaand weidt de Vrede getekend.
Voo*- Het Verdrag beftondt uit vierentwintig Leden,
mamite ßv het zelve , werden „ de inkomende regten
Scrzelve " °P ^e Koopwaaren , welken de ingezetenen
' „ vanden Vereenigden Staat naar Algiers voe-
,, ren zouden, van tien op vyf ten honderd
„ yerriiinderd : de invoer van Oorlogsbehoef-
„ ten werdt geheel vry verklaard. De Algier-
„ fche Kaapers, een Staatsch fchip ontmoeten-
„ de, mogten't niet dan met de floep naderen,
„ en alleenlyk twee man overzetten , om de
„ Paspoorten te onderzoeken. De Dey zou
,, niet mogen gedoogen , dat eenig Algiersch
„ fchip zig begave naar Saléa of andere Plaat-
?, fen, welke met de Staaten in oorlog waren.
„ Ook zou geen Algiersch fchip naderen md-
„ -gen, tot in 't gezigt van eenige Haven van
„ den Vereenigden Staat. Men zou niet toe-
v laaten? dat die van Tunis, Tripoli, Saléeof
»»' an-
(r ) Eorop. Me»c. 7**.—Juny 1726. M ilt. July—Dkc;h&.
11& tl. 10. ' •' .. |
||||
tXXI.BoEK. HISTORIE. 393
i, andere vyanden van den Staat eenige fche- i7ig,
„ pen, perfoonen of goederen der ingezetenen -------
,, van den Staat, te Algiers, kwamen verkoo-
„ pen. Doch 't zou den Staatfchen vryftaan, „ hunne pryzen aldaar tot geld te maaken. De ,, Staatfche Oorlogsfchepen , op de reede van „ Algiers ten anker komende, zouden van be- ,, hoorlyke ververfching voorzien worden; doch „ geene Slaaven , die hunnen Meesteren ont- „ vlugt waren, mogen ophouden. Zo een on- „ derzaat van den Staat, te Algiers, overleedt, „ zonder uiterften wil gemaakt te hebben, zou „ de Conful der Staaten het opzigt over des- „ zelfs goederen aanvaarden, ten behoeve van „ den regten erfgenaam. Gefchillen tusfchen „ «mderzaaten van den Staat onderling zouden „ voor den Conful; doch gefchillen der Staat- ,, fchen met Turken of Mooren voor den Dey „ en Divan worden afgedaan. De Conful zou „ een' Predikant van den Hervormden Godsr „ dienst in zyn huis mogen hebben , en de „ Slaaven zouden den Godsdienst aldaar, op de „ vastgeftelde dagen, mogen bywoorien. Een „ Staatsch Admiraal, voor Algiers komende, „ zou met eenentwintig fchooten begroet wor- „ den, mids hy, hierop, met een gelyk getal „ van fchooten, antwoordde. De Paspoorten „ zouden, om de drie jaaren, moeten ver- „ nieuwd worden CO*" Terftond na het treffen deezer Vrede, keer- Iren
de de Vice-Admiraal, Heer van Sommelsdyk, weigert te rug naar 't Vaderland , zendende den Kapi- }X^' tein
-
(O 2/eGrooM>tot;aatti.VI. Öm/,M 311. Du Mont Corps DißU
' ïm. VUI, P. H. p. 136. ftoussRT Recueil, Urn. IV, f. sficr. Bb ff
|
||||||
394 VADERLANDSCHE LXXI.Boek.
|
|||||||
Mn$. tein de JVildt, met een affchrift van't Verdrag,,
. -— aan den Cpnfül te Mallaga, met last, om het den logsfche- Heere van tier Meer, te Madrid, toe te zenden. Wen" de De Ambasfadeur, ten Hove kennis gegeven heb- ( van spsn- bende van de geflooten'Vrede, ontving, deswe-' je, te om- ge, de gewoonlyke gelukwenfchingen. Doch vangt«, men zondt, ten zelfden tyde, bevel aan alle de zeehavens van't Ryk, om geene Staatfche Öor- logsfchepen, in dezelven, te ontvangen, ofte laaten vertoeven. En in gevolge van dit bevel, werden twee of drie fchepen, onder den Kapitein Elias, in de Baaye van Kadix ingeloopen zynde , in 't begin van Slagrmaand, genoodzaakt, zonder uitftel, zeetekiezen, onaangezien, byhettwin- tigfte Lid der Utrechtfche Vrede, bedongen was, dat de Staatfche Oorlogsfchepen, in tyd van Vrede, niet uit de havens van Spanje zouden mogen geweerd worden (*)• Doch het Spaan- fche I lof oordeelde, van gedrag te moeten veran- deren omtrent de Staaten, na dat zy in 't Ver- bond van Hanover getreden waren; en na dat hunne Bondgenooten ,de Engelfchen, de Spaan- fche Havens, in en buiten Europa, met Oorlogs- fchepen , hadden begonnen te bezetten, xxxii. De Keizer fcheen den Staaten ook nieuwe Twist moeite te willen aandoen. De Graaf van . König- a^ie.rL,, fek-Erps hadt, in Louwmaand deezesjaars, een eêniger Gefchrift ter Staatsvergaderinge overgeleverd, nieuwe waarby hy de klagten onderfteunde, welken , -ken reecjs j.n 't jaar 1724, vanwege den Prins en Bis- r??ters- ^cnoP van Luik, gedaan waren, over eenige wer- BsVg ken, door de Staaten, op den S. Pietersberg, op Luikfchen bodem, van nieuws aangelegd. Men was, in't jaar 1717, met den Prinfe van Luik, over-
(O MoNTGON Tom, II. p. 4G2.
|
|||||||
LXXLBoek. HISTORIE. 395
overeengekomen, dat de Sterkte op den S. Pie- ,726.
tersberg in wezen blyven zou («); doch men -----1
fcheen nu kwalyk te neemen , dat de werken
aan dezelve vermeerderd werden. De Staaten ftonden wel toe, dat deeze hunne werken, op Luikfchen grond , waren aangelegd ; doch zy merkten ze aan, als behoorendetotde Vestinge van Maastricht, welke zy, by verdrag, bedon- gen hadden, te mogen verfterken en bezetten, zonder dat zy'er den Prinfe van Luik, vooraf, kennis van behoefden tegeeven. Zy hadden dit den Prinfe, reeds, voorheen, geantwoord, en vertoonden 't ook nu den Keizeriyken Gezant, dien zy , daarenboven , voorhielden „ dat de „ aangelegde werken enkelykdienden, totver- „ dediging van Maastricht, welks halve Heer- „ lykheid den Prinfe van Luik toekwam. Dat „ de Staaten geneigd waren , den eigenaaren „ der huizen , welke geflegt zouden moeten „ worden, om de werken naar behooren te vol- „ trekken, redelyke voldoening te geeven; en „ dat deeze huizen en zekere Kapel, in geval „ van belegering , wanneer men niet gewoon „ was, eenige gebouwen onder de Vestingwer- „ ken te laaten ftaan, toch zouden moeten af- „ gebroken worden (v)." De Graaf van Konig- fek-Erps zondt het antwoord der Staaten, welk hem fchriftelyk overgeleverd werdt, naar zyn ' Hof, en my is niet bekend, dat deeze zaak, waar van, in 't eerst, als van eene blykbaare fchen- ding van den bodem des DuitfchenRyks, groo- te ophef gemaakt was, eenig verder gevolg ge- had heeft. De
|
||||||
(iO yje Mer voor, hl. 96.
£yj Vaiiz Rpusset' Kccucil, Tom. lil. p. i-g—136.
|
||||||
X
|
|||||
39Ó VADERL. HIST. LXXI.Boek.
3716. De geweldige regen, die, in den Zomer en
------ Herfst des jaars 1725 , gevallen was , hadt de
Door- rivieren, alomme, zo hoog doen zwellen, dat
braaken men? jn den volgenden Winter, hier te Lande, vierdvkenvoor eene doorbraak der Rivierdyken begon te- en over- dugten. Ook veroorzaakte een zwaare ysdam, flroommgin de Lek, by Schoonhoven, twee groote door- hier te braaken in den dyk , op den eenentwintigllen an e' van Louwmaand , waardoor de Krimpener- en Lopikerwaarden, teritond, onderliepen. De Lingedyk by Thiel bezweek, omtrent den zelf- den tyd. En in 't begin van Sprokkelmaand, brak dezelfde dyk, byKedichem, door, waar- door de gantfche Alblasferwaard overftroomd werdt. Men meende , dat de boeren , in de Krimpenerwaard en elders, federt, de dyken, aan fommige oorden, doorftaken, om zig van 't water te ontlasten ; tegen welken moedwil, door de Staaten, by een ernftig Plakaat, voor- zien werdt. Het hoog water drong, watlaater, ook door den Marendyk, en door den dyk by Linfchooten , overftroomende eene geweldige plek Lands, welke men, tot hiertoe, droog ge- houden hadt. Doch na het midden van Sprok- kelmaand , begon het zagtelyk te dooijen , waardoor het water , allengskens , vryer loop kreeg. In de volgende Lente, werdt eindelyk gearbeid aan 't floppen der doorbraaken, waar- na men het water, door eene menigte van Hui- zen , begon te loozen uit de Alblasferwaard (w), die, allengskens, gelyk de andere overftroomde. Landen, wederom droog raakte, (w) jEarop. Mcrc. J#n. — Juny 1716. il. 91, 159,215.
VA-
|
|||||
VADER.LANDSCHE
HISTORIE.
TWEE EN-ZEVENTIGSTE BOEK.
|
|||||
INHOUD.
I. De Staaten verf erken kunne Land- en Zeemagli
Voorflag om de OostendefcheMaatfchappytever- plaatfen. II. De Koning van Zweeden treedt in V fordrag van Hanover. Verbond tusfehen Frankryk, Groot- Britanje en Deenemarke. III. Handeling des Keizers, in Duitschland. IV. Twist in t Parlement van Engeland, over de noodzaaklykkeid des oorlogs. De Hofparty dryß boven. V. Toebereidfels ten oorloge. Vreedzaa- me inzigten der meeste Mogendheden. VI. Gi- braltar belegerd. Het Spaanfche Hof zoekt de Staaten gerust te feilen* Engelfche togten te water. De Zilvervloot komt aan , in Spanje. VII. Opening tot eene handeling aan ^tWec ner- Hof. Voorßag van 'sPaufen Nuncius aan de Franfche en Staatfche Gezanten te Weenen* Ecrfie Ontwerp van voorafgaande Punten. VIII. De Staaten houden 't onaanneemelyk. Het Wet- ner - Hof handelt met den Kardinaal de Fieu- ry. Verklaaring des Konings van Pruisfen. IX. Nieuw Ontwerp van voorafgaande Punten, door den Kardinaal gemaakt. X. Het IVeener - Hof zseh de handeling<,te rekken. Tweede V/eener- §nh
|
|||||
398 VADERLANDSCHE LXXII.Boes:.
Ontwerp. Groot - Britanje en de Staaten wyzen
V van de hand. XI. Laatfle Ontwerp der Ha- noverfche B'mdgenooten. De Keizer bewilligt ,er in. De voorafgaande Punten worden, tePa- rys en te Weenen, getekend. De Kardinaal de Fleury raakt, hier te Lande, in hooge agting. XII. George de I, Koning van Groot-Britanje, fierft. Zyn Zoon. George de II, volgt hem op. Tdele inzigten des Pretendents. XIII. De Kei- zer, Frßnkryk, Groot- Brit an je en de Staaten bekragtigen de voorafgaande Punten. De Oost- endefche Maatfchappy wordt , voor zeven jaa- ren, opgefchort. Handeling van den Ambasfa- deur van der Meer , om '* Spaanfchz Hof, tot het bekragtigen der voorafgaande Punten te be- wegen. XIV. Verzoening tusfchen de Hoven van Frankryk en Spanje. XV. Sterfte hier te Lande. Dood van den Raadpenfionaris Hoorn- beek. De Thefaurier Generaal, SimonvanSlin- geland, wordt Raadpenfionaris. XVI. Hande- ling over de belasting op 't zilver, mcideSpaan- fcht Vloote aangebragt. XVI l. Eisch en Ont- v/erp der Hanoverfche Bondgenooten. De Spaan- fchen maaken'er, tegen affpraak, verandering in. Het wordt verbeterd. De Koning van Span- je neemt het aan. XVIII. Naamen der voor- naamfle Gevolmagtigden op de Byeenkomst te Soisfons. XIX. Schets der inzigten en belangen van den Keizer en Spanje. Van Spanje en Groot- Britanje. Van eenige Leden des Duitfckeu Ryks. Van de Noorder Kroonen. XX. Van de Staa- ten der Vereenigde Gewesten. XXI. Opening der Byeenkomst te Soisfons. Eifchen der Staat- fchen Antwoord der Keizerfchen en Spaan- fchtn. Klagten over inbreuk op "'t Verdrag van |
||||
LXXILBoek. HISTORIE. 399
Barriere. XXII. De handeling te Söisfons ver-
flaauwt. De Kardinaal de Fleury flaat eenveer- tienjaarig Befland voor. De Keizer en Spanje keuren 't af. XXIII. Maatfchappy van Bis- kaje. Verdrag met Tripoli. Piakaat wegens den Koophandel van Zweeden. Vincent Willem , Baron van Hompesch, wordt in 't Lid der Ede'- len van Holland befchreeven. XXIV. De Kar- dinaal de Fleury handelt * heimelyk , met de Keizerfchen en Spaanfvhen. Staat der Byeen- komst te Söisfons. XXV. De Koning van Frankryk krygt de Kinderpokjes. Beweeging hierover, aan 't Spaanfche Hof, XXVI. Dub- bel Huwelyk, tusjchèn de Hoven van Madrid en Lisbon geflooten. XXVII. De handeling , te Söisfons begonnen , wordt, in Spanje, ver- volgd. Engelsch en StaatschEsquader uitgerust. XXVIII. Het Verdrag van Seviïïe wordt gete- kend. Inhoud van hetzelve. De Staaten tree- den'er in. XXIX. Aanmerkingen over dit Ver- drag, vooral, met opzigt op de Staaten. XXX. Twee Oostindifche jchepen te Algiers opgebragt. XXXI. De Prins van Oranje treedt in 't be-
zit der Sladhouderlyke waardigheid van Gel- derland en Stad en Lande. Zes Perfoonen , over verbooden verflandhouding , gevonnist. XXXII. Vervolg der Onlusten, in Oostfries-
land. Keizerlyk Befluit s tot flillinge derzel- ven, afgekondigd. ■
Naauwlyks wären de Staaten getreden in 1726L
het Verdrag van Hanover , of zy, be---------- fpeurettde, dat de Bondgenooten van het Wee- L
ner-Verdrag zig, te water en te lande , be- De Sta* gonden te wapenen , beflooten, hunne Krygs- meerd"" magt,
|
||||
4oo VADERLANDSCHE LXXII.BaER»
|
|||||
t?26. magt, met omtrent tienduizend man, te ver-
— meerderen , en , vooreerst, agttien Oorlogs-
f en hunne fchepen in zee te brengen , tot beveiliging der
Land- en Koopvaardye* Voor 't einde des jaars, werdt
eemagt. no^ t()t eene tWeecje vermeerdering dej Land-
magt beflooten. Ook hadt de Raad van Staate,
al in Slagtmaand, bevelen laaten afgaan, om de Regementen , welken de Staat reeds in dienst hadt, tegen den vyfentwintigften van Lente- maand des volgenden jaars, voltallig te maakem De trom werdt, terftond, geroerd, mettame- lyken uitflag ( a ). Men raadpleegde, hierna, op het aanftellen van eenige Generaals* Gelder- land fprak van't verkiezen van eenen Veldmaar- fchalk. Friesland drong fterk, op het aanftellen van den jongen Prinfe van Oranje, tot Gene- raal over 't voetvolk: waartoe ook de Prinfes, Weduwe van den Prinfe Joan Willem Frifo, een ernftig verzoek deedt ( b) : uit alle welke voorbereidfels , een kort aanftaande Oorlog * tusfehen de Weener- en Hanoverfehe Bondge- nooten, voorfpeld werdt. Voof- Midlerwyl, verzuimde men niet, middelen H*g0v*M in 't werk te ftellen , om de gevreesde Vrede- Brkanje, breuk te voorkomen. De Koning van Groot- om de ' Britanje'.hadt, ten deezen einde, reeds voor Oonende-eenigen 'tyd , aan den Keizer doen voorflaan, rchaMaa ^Y n*et zou ^onnen geraaden vinden, de
te ve^ Oostendefche Maatfchappy, de voorüaame oor»' piaatfen, zaak der verdeeldheid tusfehen de Mogendhe- van de <jen} te verplaatfen naar Trieste of Fiume % aan
(<0 ÈUrop. Mcrc. Juty—tke* 1726. i/. 277,302. Moät-
«on Metnoir. Tom. III. p. 6. (i) Relbl. Gerten luna 2.3 Juny Luim tbjul? i?*7t HifiS*
543. IlefoU IIoIU 14, 27 May, 10, ai Jwy, 9 jitly 1727» ih g76fit.it 6;ö, 679, 71Ï. |
|||||
LXXil.BoEK. HISTORIE. 401
aan welke Plaatfen, gelegen aan de Adriarifche 1726;
zee of Golf van Venetië, deKeizer, reeds voor • eenige jaaren , verfcheiden' voorregten in den hand ge- Koophandel hadt toegeftaan (c). Doch het weezen« Weener-Hof hadt geene ooren naar deezen voorflag. De Keizer boodt alleenlyk aan, ge* lyk hy reeds, dikwils te vooren, gedaan hadt, den handel der Oostendefche Msatfchappye te willen bepaalen. Groot - Britanje en de Staa- ten verklaarden, daarentegen , beftendiglyk , dat zy met niets minder , dan met de geheele vernietiging dier Maatfchappye te vrede zou- den zyn (•<ƒ). De verwagting van eenen aanftaanden alge- n.
meenen Oorlog , allengskens , toeneemende, frande- deeden de Weener- en Hanoverfche Bondge- lïns <*« nooten beide hun best, om nieuwe vrienden te ^ear°°jJe winnen , onder de Mogendheden van Europa. Bondge- De Koningen van Frankryken Groot-Britanje nooten handelden , federt eenigen tyd , om de Ko- *? Zwec ningen van Zweeden, Deenemarke en Sardinië over te haaien tot het Verbond van Hanover. Doch, aan 't Hof van Stokholm , werden zy zeer gedwarsboomd , door de Gezanten des Keizer« en der Rusfifche Keizerinne ; waartoe meer gelegenheid was , geduurende de zittfn* gen van de Stenden des Ryks ; die, onder an- deren, vergaderd waren, om op de aanneeming van't Verdrag van Hanover te raadpleegen, «n , -onder welken , de. Hertog van Holftein., wiens zyde de Keizer en Rusland hielden, vee- . . ■••,. • . ■ - Ie CO Rousset Recüeï! , Tom. ÏI. JV3- " * v ** ' ,
fd) MoNTGON Tom. II. p. 24, 224, 4°3> 42Jj 424V425'
XVW. Deel. * Cc vi:3
|
|||||
I
|
|||||
402 VADERLANDSCHE LXXII.Boek.
172e. Ie begunftigers hadt (e). Doch de party der te-
■"■-— genwoordige Regeeringe was verre de fterkfte.
Zy oordeelde „ dat het Verdrag van Hanover
„ niemant benadeelen kon, dan die ondernam ,
„ de rust van Europa te ftooren ; en dat het»
„ derhalve, veiliglyk, kon aangenomen wor-
5, den. Zy zag dit Verdrag ook aan , als be-
„ vorderlyk aan den Hervormden Godsdienst,
„ en aan den Koophandel van Zweeden. Ook
„ dagt zy niet, dat het aanliep tegen de Ver-
„ bindtenisfe, welke men met Rusland, ten
„ behoeve des Hertogs van Holftein , hadt
Zweeden n aangegaan." 't Befluit viel, derhalve, dat
'["'rdr"? men ^en honing behoorde te raaden , dat hy
■van^ia- t Verdrag aanname (ƒ), gelyk hy, eindelyk,
«over. deedt, op den vyfentvvintigften van Lente-
,727-, maand des jaars 1727. Doch hy verklaarde,
■j-, in eenige afgezonderde punten „ dat hy zig
„ niet verbondt tot de handhaaving van eenige
,, regten of bezittingen, buiten Europa. Ook
„ wilde hy geene troepen leveren , in Spanje
„ of in Italië." By een geheim punt, werdt
den Koning van Zweeden , door Frankryk en
Groot-Britanje alleen, een onderftand van vyf-
tigduizend ponden Sterlings in 't jaar , voor
den tyd van drie jaaren, toegelegd. Hiertegen
beloofde hy, nog tienduizend man, boven de
vyfduizend, by 't Verdrag beloofd, ten dien-
fte van Frankryk en Groot-Britanje , gereed
te zullen houden (g). Het aanneemen van
't
--(O Voiiz Pieces authent. duns Ie Recueil dt UoirsssT, Tom.
II. p 317, 22», 336, 231, 240. Tnm.lV. p. 169, 196. Mont« «ion Tom. III. p. 424— 450. Tom. IV. ƒ>. löo —17*. (ƒ,) Rqusset Uctucil, Tom, III, p. 298.
(g) foiez Du Mon r Corps Dipl. tuin VIII. P. II. p. TM.
tousssT Recueil, Tem. 111. f- »><• T»nbal Val. XUI.. [«r jcxvai.] p> 94*."
|
||||
LXXILBoek. HISTORIE. 403
't Verdrag van Hanover, door den Koning van 'ijif,
Zweeden , ftrekte zeer tot bevordering van 't J groot oogmerk der Staaten, de vernietiging
der Oostendefche Maatfchappye; want fchoon zyne ZweedfcheMajefteit» duidelyk, verklaard hadt, dat hy zig met geene andere Mogend- heden verbondt» dan die , in 't oorfprongke- lyk Verdrag, genoemd waren; fchoon hy zelfs niemants bezittingen of regten buiten Europa begeerde te handhaaven ; 't was genoeg , dat hy hunnen Bondgenooten onderftand beloofde j buiten Italië en Spanje , in geval van algemee- nen oorlog; die niet agterbly ven kon, wanneef het Weener • Hof, omtrent de zaak der Oost- endefche Maatfchappye, niet van gedagten ver- anderde, De handelingen der Hanoverfche Bondge- Verbond
nooten in Deenemarke flaagden , insgelyks , tusfchea naar wensch. De Koning hadt, aüeenlyk, zwaa- Frank* righeid gemaakt, in eenige punten van het Ha- gjj^ noversch Verdrag, waarom men overeengeko- Britanje men was, om alleenlyk een Verbond tusfchen en Dee- Frankryk, Groot- Britanje en Deenemarke te fiem«^ ontwerpen, 't Verfchil over de onderftandgel- den , welken de Koning van Deenemarke vor- derde > hieldt het fluiten van dit Verbond , nog eenigen tyd, tegen. Doch zo dra Zwee- den in 't Verdrag van Hanover getreden was* maakte men , aan 't Hof van Koppenhagen % ook meer fpoed om te fluiten. De heimelyke en openlyke poogingen der Keizerfehe en Rus- fifche Staatsdienaaren verhinderden den Koning niet (A), om het ontworpen Verbond met Frank-*
C») Monacos» Motiioir. Tom. IV, p. t?j, 245. ItoossKfRei
Jfttal, -lom 111. p, :i3o. Tum. IV. f, ns, TiitOAf. Ftk KltU |
||||
4o4 VADERLANDSCHE LXXII.Boek.
1727. Frankryk en Groot-Britan je te doen tekenen,
> „ marke beloofde , by dit Verbond , dertig- „ duizend man op de been te zullen houden , „ tot befcherming van Sleeswyk, waartegen „ de twee andere Mogendheden zig verbon- „ den, om, vier jaaren agtereen, driehonderd „ en vyftigduizend Ryksdaalers in 't jaar, aan . „ onderftandgelden, te zullen voldoen aan zy- „ ne Deenfche Majefteit. Frankryk, in 't by- '„ zonder, zou, daarenboven, een gedeelte der M foldye deezer troepen betaalen. Groot- Bri- „ tanje zou twaalfduizend man by de Deenfche „ manfchap voegen, en een Esquader fchepen „ zenden naar de Deenfche kusren. Beide de „ Mogendheden zouden , daarenboven , der- „ tigduizend man gereed houden, omdeDeen- „ fche bezittingen, in 't Noorden en in Duitsch- „ land, te befchermen (»V' Hl, Terwyl het Hanoversch Verdrag, door dit Handa- Verbond, in de voornaamfte opzigten, meerder ling des jjjjgj kreeg ; handelde de Keizer, in Duitsch- Dtti^v iand, vergeefs, om nieuwe Bondgenooten te land. winnen. De Koning van Pruisfen, welken men, te Weenen, voorgaf, van 't Verdrag van Hatiover afgetrokken te hebben, gedroeg zig alleenlyk als onzydig , en zogt, in Sprokkel- maand, den Koning van Groot- Britanje, zynen Schoonvader , te beweegen , tot afzonderlyke handeling met den Keizer. Doch George de I. antwoordde „ dat hy, zonder Frankryk en de „ Staaten te kennen, tot geene handeling ver- „ ftaan kon (£)." Met den Keurvorst van de x Palts
(J) Voisz Du Mont Corps Dipl. Tom* VIU. i>. Q. p, 1^4
Roüsset Recueil, Tom- IV. ƒ)• 244. C*3 Vvez Rous'set Recueil> 'lom. II. f. 339, 241, |
||||
LXXILBoek. HISTORIE. 405
Palts en den Prinfe van Sultzbach, die niet 172^
verftaan konden tot den afftand van Gulik, -----
Berg en Ravenftein, ten behoeve des Konings
van Pruisfen, hadt de Keizer nog niets können fluiten. Zelfs hadt hy de Rynfche Kreitfen niet können beletten, dat zy vreemde werving toelieten. Zyne handeling , op den Ryksdag te Regensburg , daar hy de Vorften en Sten- den zogt over te haaien , tot het opregten van een Ryks Leger , op den voet van de jaaren 1702 en 1714, flaagdé ook kwalyk. De Ge- zanten van Frankryk , Groot-Britanje en de Staaten arbeidden zo fterk, onder de Leden des Ryks , dat 'er geen befluit genomen werdt op 's Keizers voorflag. De Kerkelyke Keur- vorften waren genoegzaam de eenigfte Ryks Leden, die's Keizers zaak, driftiglyk, voor- ftonden: hoewel ook de yyervandeezen, toen zy zagen , voor hoe groot een gevaar, de zwakheid van het Weener- Verdrag hen bloot- ftelde , allengskens , verflaauwde. De Fran- fchen, Engelfchen en Staatfchen bragten, eer- lang, ooktewege, dat de verbonden'Kreitfen, zynde de Opper- en Neder- Rynfche, Zwabi- fche, Oostenrykfche en Frankifche, die te Frank- fort vergaderd waren , om op 's Keizers voor- flag te raadpleegen, een befluit namen, omzig genoegzaam onzydig te houden. Mendeedthen begrypen, dat de Oostendefche Maatfchappy, de groote oorzaak der tegenwoordige verdeeld- heid, den Leden van het Duitfche Ryk niet aan- ging , maar alleenlyk ten voordeele van 's Kei- zers Erflanden ftrekte (/). Ook verzekerde men
(ï) MoNTGON Tom. IV. p. 1*7—15t. 17}— 18Ö, 308 —
416. TitfDAL Vol. XUI. \or XXVIII. ]/>. 337— 340. Cc 3
|
||||
4©6 VADERLANDSCHE LXXII.Boek.
\fif. men allen Leden des Ryks, dat de Hanover-
r-—— fche Bondgenooten niet voorhadden, de rust van Duitschland, in eenigerlei opzigt, te ftoo- ren (»;): 't welk veel toebragt, om deVorften en Stenden te bevestigen in de vreedzaame ge- voelens , welken de meesten hadden. IV. De Hanoverfche Bondgenooten , immers Handeiin-Groot-Britanje en de Staaten, begonden, met gen in 't jen aanvang deezes jaars , de toebereidfels ten van Enge-oorlo£e> d*e> reeds in't voorleeden jaar, wa- Jinjd, ren aangevangen , ernflelyk , door te zetten. George de I, het Parlement, in Louwmaand, wederom byeengeroepen hebbende , zogt het Huis der Gemeenten te beweegen, tot het ver- kenen van den vereischten onderftand, ten deezen einde. De naauwe vereeniging met Frankryk, die aanliep tegen de maatregels, welken men , van ouds, plag te volgen, in Engeland , hadt merkelyke misnoegdheid ver- toning« wekt, onder veelen. De Koning vondt, der- »wjfpmk.halve, dienftig, de redenen, die hem van ge- drag hadden doen veranderen, open te leg- gen , voor 't Parlement. Hy vertoonde der Vergaderinge, in zyn eerfte aanfpraak, op den agtentwintigften van Louwmaand „ dat „ de geheime befchadigende Verdragen , tus- „ fchen de Hoven van Weenen en Madrid* „ in 't jaar 1725, geflooten, de nabuurige Mo- „ gendhedan , met reden, tot argwaan ver- „ wekt hadden, en regelregt aanliepen tegen „ de dierbaarfte belangen en voorregten van „ zyn volk. Men moest zig, derhalve, ver- „ volgde hy , het wedergeeven van Gibraltar „ getroosten , en den Keizer in 'c bezit laaten „ van
(»O Foiez Rousssr Reeucil, Tem. HJ. p. 334« 337 > 34»«
|
||||
LXXILBoek. HISTORIE. 30?
„ van den uitgeftrekten Koophandel, dien hy t^.
„ zig hadt aangemaatigd; of men moest zig in ——■ „ ftaat f tellen , om 's volks voorregten te be- „ fchermen. Tot het laatfte, was te meer re- „ den, om dat hem, van verfcheiden' oorden, „ berigt was, dat men eenen aanflag gefmeed „ hadt, om den Pretendent op den troon van „ Groot-Britanje te ftellen. Het RusfifcheHof „ zou zelfs eene landing in Groot-Britanje on- „ dernomen hebben, zo de Vloot, in 't voor- „ leeden jaar, naar de Oostzee gezonden, den „ toeleg niet gefluit hadt. Hy en zyne Bond- „ genooten hadden, hierom, moeten waaken, „ voor de gemeene veiligheid. Frankrykenda „ Staaten hadden, reeds in 't voorleeden jaar, „ hunne Krygsmagt begonnen te vermeerde- „ ren. Van Zweeden enDeenemarkehadtmen „ diergelyke poogingen te wagten. Groot- „ Britanje moest niet ftil zitten. DeSpaanfche „ Gezant hadt, onlangs, zynaffcheid genomen, „ met een Vertoog, welk weinig verfchilde „ van eene Oorlogsverklaring C»), De aan- 9, houding van 't goed verftand tusfchen de twee „ Ryken werdt, in het zelve, bepaald aan de 9, wedergeeving van Gibraltar, en aan het te „ rug roepen der Engelfche Vloote uit de „ Westindiën. Het houden van deeze Vloote „ in de Westindifche zeeën werdt befchreeven, „ als eene daad van vyandlykheid, welke men „ voorhadt, met geweld , af te keeren. By „ deeze bedreigingen, waren daaden gekomen. „ De Koning van Spanje maakte zig gereed, „ tot het beleg van Gibraltar, ten welken ein- a de»
(b ) Foiez Roüsset Rccueil, Turn III. f. 368.
Cc 4
|
||||||
V
|
||||||
/
|
||||||
4o8 VADERLANDSCHE LXXÏÏ.Boek.
|
|||||
i/s.7« >, de? of, veelligt, tot eene onderneeming van
"-----" „ nog meer gewigt, hy een aanzienlyk getal
„ van troepen omtrent deeze Stad hadt doen
„ byeentrekken. Men hadt verzekerde berig-
„ ten bekomen, dat deeze troepen ftonden in-
„ gefcheept te worden, om eene landing teon-
„ derneemen, ten behoeve des Pretendents.
„ Doch, 't zy ze, hiertoe, ofalleentothetbe-
„ leg van Gibraltar, ftonden te dienen, 't was
„ klaar, dat het Spaanfche Hof eenig vyande-
„ lyk oogmerk hadt tegen Groot-Britanje. En
„ deeze redenen hieldt zyneMajefteitgewigtig
„ genoeg, om zyne getrouwe Gemeenten, tot
„ bewilliging in de vereischte latten des krygs,
„ over te haaien."
Verf.-hli Doch in 't Parlement, werdt de noodzaake-
iii 't Par- lykheid des oorlogs , verfcheiden' dagen agter-
oTcTde ee^beviglyk, betwist. Sommigen beweerden
nood WA- » dat men '' gevaar grooter maakte, dan het
keiykheid „ was. Dat de Engelfche Staatsdienaars den
<ie»" oor- „ Pretendent gebruikten, als een'bullebak, daar
loé'' „ men egter zulk eene aanzienlyke Vergade-
„ ring niet mede behoorde te können verbaa-
„ zen. Dat het, ondertusfchen, ten hoogfte
„ gevaarlyk was voor'tRyk, zig losfelyk in te
„ wikkelen, in eenen kostbaaren.oorlog. Dat
„ men , op alle de Bondgenooten, geenen
„ even goeden ftaat maaken kon.. Dat de
„ Staaten zig, niet dan met veele bepaalingen,
„ begeven hadden in 't Verdrag van Hanover,
„ zonder zig te willen verbinden, tot de hand-
„ haaving van Verdraagen, die Groot-Britanje
„ en Frankryk beloofd hadden te handhaaven,
„ Dat de Koning van Pruis fen geweigerd hadt,
,, de Akte te tekenen , waarby de Staaten tot
„ het
|
|||||
tXXILBoEK. HISTORIE. 409
„ het Verdrag van Hanover waren overgegaan, 1727;
„ en dat hy zig , wyders , gedroeg, op zulk
„ eene wyze , dat men reden hadt om te twy-
„ felen, of hy 't Verdrag wel naarkomen zou,
„ gelyk 't behoorde. Dat het Weener-Hof
„ zig ook vleide met de hoope, om Frank-
„ ryk af te trekken van de zyde der Bondge-
„ nooten: 't welk, zo 't eens gebeuren mögt,
„ Groot-Britanje alleen zou belast laaten, met
„ het gantfche gewigt des oorlogs." De Lord
Bathurst, die de meeste van deeze redenen fterk
aandrong , in een groot Committè, gaf ook in
bedenking „ of men de Staaten , die meer
„ belang dan zy hadden by den Indifchen han-
„ del, uit aanmerking van den dienst, welken
„ men hun deedt, met het bevorderen der
„ vernietiging vandeOostendefcheMaatfchap-
5, pye , niet behoorde te verpligten tot eene
„ belofte , om Groot-Britanje te handhaaven
„ in't bezit van Gibraltar, en om den last des
„ oorlogs, die hierover ontftaan mögt, te hel-
„ pen draagen." Doch de Sekretaris van Staat,
Townshend, merkte hiertegen aan „ dat de
„ Engelfchen, in 't jaar 1667, hetzelfde uitflui-
„ tend regt tot den Indifchen handel verkree-
„ gen hadden , als de Staaten, by 't Verdrag
„ van Munfter; waarom de, vernietiging der
„ Oostendefche Maatfchappye hun, zo wel als
„ den Staaten, betrof. Dat de Staaten zig al-
„ leenlyk ontflaagen hadden van de handhaaving
„ der Westfaalfche en Olivafche Verdagen, in
„ 't algemeen; doch dat zy, reeds by vroeger
„ Verdragen, verpligt waren, de Protestantfche
„ opvolging in Groot-Britanje te handhaaven;
„ weshalve zy gehouden waren , deel te nee-
C c 5 „ men
|
||||
41* VADERLANDSCHE LXXH.Boer
|
||||
■ ij*?, „ men in eenen oorlog, die, tegen zyne Ma-
------ „ jelleit, tot voorftand van den Pretendent on-
„ dernomen werdt. Dat men , uit de zekere
„ berigten, welken zyne Majefteit verklaarde, „ ontvangen te hebben, reden hadt om te dug- „ ten, dat de tegenwoordige toerustingen in „ Spanje, met zulk een oogmerk, gefchiedden." De Hof- Van wederzyde , werden nog andere redenen Partfy gebruikt, voor en tegen de maatregels, by 't y^ °' Hof genomen, om den oorlog voort te zetten; welks maatregels , eindelyk , met eene merke- Jyke meerderheid van ftemmen, werden goed- gekeurd. Ook werdt de voorflag verworpen, „ dat men de Staaten behoorde te verpligten, „ om de voorwaarden , op welken zy 't Ver- 0, drag van Hanover hadden aangenomen , te „ veranderen, en voordeeliger te maaken voor „ Groot- Britanje." De Gemeenten beflooten tot de vermeerdering der Land- en Zeemagt, die, door den Koning, begeerd was (o). V. Men fcheen nu , alomme, niet dan oorlog Toebe- in den zin te hebben. In Engeland en hier te
reidfeis Lande , werden Lysten gemaakt van de troe- ^nftaan- Pen » <^e ^e Weener en Hanoverfche Bondge- den oor- nooten op de been zouden können brengen ; log, en 't bleek , by deeze Lysten , dat de laatften honderdduizend man meer leveren konden , dan de eerften. Men verfpreidde ook , dat Frankryk drie Legers in 't veld zou brengen , in Katalonie, aan den Ryn en in de Nederlan- den. De hooge Krygsbevelhebbers werden be- noemd. De Engeilche Kolonel Armflrong, de Staat-
es )T<kdal V«l. XIII. [or XXVHI.J p. 315—334- MoUTi GUN Mernuir. Turn. IU. p. 505 — 34Ó, RowssET Rccueli , Toiih JU. p. 337—334« |
||||
LXXILBoEK. HISTORIE. 411
Staatfche Generaal-Majoor Groveftins, de Re- l7*r,
fident Pesters en anderen raadpleegden , van ———, tyd tot tyd, met de Franfche Staatsdienaars en Legerhoofden, op de onderneemingen van den aanftaanden veldtogt, De Franfche Ambasfa- deur Fenelon ftookte, zo men meende, uit by- zondere inzigten, het vuur aan, in denHaage. Men liet zig verluiden, dat de veldtogt, in de Nederlanden , zou aangevangen worden , met het beleg van Luxemburg. De Keizer, en de Keizerinne van Rusland wapenden zig ook , fterk. De Keizer gaf last, om de fterkten zy- ner Staaten in Italië , en vooral ook , om Lu- xemburg en Oostende, in de Nederlandeu, in ftaat van tegenweer te ftellen (^>). Maar de Staaten hadden, reeds in Oogstmaand des voor- jeeden jaars, heimelyk beflooten, dat niemant hunner eenige vyandelykheid, in de Indien noch elders, tegen de Oostendefche Maatfchappye, onderneemen zou, dan met gemeen overleg der Gewesten ; van welk befluit ook aan de Bewindhebbers der Oostindifche Maatfchap- pye deezer Landen kennis gegeven was ( ^ ). 't Gemeen hadt, ondertusfchen, geene anuere verwagting, dan dat men, in 't kort, verfchei- den' Oorlogsveiklaaringen zou zien in't licht komen. Maar fommigen , die 't geheim der dingen De mees-
dieper meenden doorgrond te hebben , waren te Mo- van gedagten, dat genoegzaam alle de Mogend ^" h^_ heden van beide de Verbonden af keerig waren ben egter van deu oorlog. De Keizer, het hoofd van 't vreed- Wee- zaamei11-
Zigten.
(p~) MoNTGON Memoir. Tom. IV. p. ifi, 13,158.186,304,
?05; 306, 3O7 , 34O.
{$>) Rcfo). Üciicr, Jovis 8 /f»£. 172$.
|
||||
412 VADERLANDSCHE LXXII.Boek:
1727. Weener-Verbond, befpeurde de zwakheid van
-------dit Verbond zo klaar , en was zo weinig be- holpen met het Bondgenootfchap van Spanje, tegen de vereenigde magt van Frankryk, Groot- Britanje en de Staaten, dat zyn belang hem neigen moest tot vrede. De Kardinaal de Fleu- ry, eerfte Staatsdienaar van Frankryk, zogt den oorlog, uit al zyn vermogen , te voorkomen: en hy maakte 'er geene toebereidfels toe , dan om dit zyn oogmerk te zekerer te bereiken. Hy verftondt, zo men meent, dat het Ryk, in den tegenwoordigen zwakken ftaat van 's Ko- nings gezondheid Cr), en zo lang hy nog gee- ne mannelyke erfgenaamen hadt, noodwendig, vrede behoefde. Vooral, ftondt hem de oor- log met Spanje tegen. Hy was , meent men, niet flegts , voor dat de Koning , in perfoon, de Regeering aanvaard hadt, maar zelfs nog te- genwoordig, niet ongeneigd, om Filips den V. behulpzaam te zyn , tot het verkrygen der Kroone van Frankryk, in geval Koning Lode- wyk overlyden mögt, zonder eenen Zoon na te laaten. Ook hielden fommigen zig verzekerd, dat hem de Verbonden met Onroomfche Mo- gendheden , heimelyk , tegenftonden, en dat hy'er alleen, door den veranderlyken loop der dingen, toe gebragt geworden was (*). Alle welke bedenkingen hem van den oorlog , en vooral van den oorlog met Spanje , af keerig maaken moesten. George de I. tradt, zyns ondanks, in den oorlog, en was, van den aan- vang zyner Regeeringe af, meer gezind ge- weest , (rl Folez MoNTGOH M^nioir. Tom. II. p. 215.
U> ivloNrcoN Memoir. Tom. II. p. 16 ii. T»m IV. />. 18&'
|
||||
LXXILBoek. HISTORIE. 413
wees, om de belangen zynsRyks, door hande-
len , te bevorderen, dan door de wapenen. De toerustingen, in Spanje en in 't Noorden, had- den hem, in'tvoorleeden jaar, bewoogen, drie Esquaders uit te rusten: een van welken zig nog in de Westindifche zeeën onthieldt. Het beleg van Gibraltar verpligtte hem, om zyne Land- en Zeemagt, ook tegenwoordig, te ver- meerderen. Doch hy en 't volk in 't gemeen verlangden naar't afleggen der wapenen, zodra 't veilig gefchieden kon. Wat den Staaten be- treft, uit de voorwaarden, op welken zy't Ver- drag van Hanover aangenomen hadden , bleek middagklaar, hoe fchuw zy van den oorlog wa- ren , en hoe weinig zy wilden toebrengen, tot verfterking van 't Hanoversch Verbond. Zy zagen, ligtelyk, dat dit Verbond, indien't eens tot oorlog komen mögt, zelfs zo als 't nu be- ftondt, veel te fterk zou zyn, tot behoudeni* van 't evenwigt van Europa, welk, al te zeer, naar de zyde van Frankryk, overflaan zou. Men hieldt zig , derhalve, verzekerd, datzy zig, ten deezen tyde, zo fterk ten oorloge"toe- rustten, om den Keizer over te haaien, tot hef vernietigen der Oostendefche Maatfchappye , en tot het herneemen der voorige maatregelen ; volgens welken, hetjiuis van Oostenryk zig , altoos, naauw verbonden gehouden hadt, met Groot-Britanje en de Staaten (#). De tpebe- reidfels ten oorloge , onder de Hanoverfche Bondgenooten, waren dan, zo deeze aanmerkin- gen gegrond zyn, flegtstwyfelagtigebewyzen, dat zy de Vrede niet zogten te bewaaren. Span-
(Ó MoNTGON Turn. IV. p. 22, 199, S€S»
|
||||
414 VADERLANDSCHE LXXII.Boek.
W* Spanje alleen , daar men, federt eenige jää*
VI. der dat men op middelen bedagt was geweest, De Ko- om ze uit te voeren, naar behooren ; befloot, Spanje"11 fteunende op 's Keizers byftand , met den aan- beiegcrc vang deezes jaars, de vyandlykheden te begin- Gibralcan nen tegen Groot - Britanje. 't Beleg van Gibral* tar werdt, in Sprokkelmaand , ondernomen 5 onder 't beleid van den Graan de las Torras , die de loopgraaven , op den twee-entwintig- ften, openen deedt. 't Stak het Spaanfche Hof zeer in den krop, dat men 't genoodzaakt hadt, deeze Stad, by verdrag, af te ftaan aan Groot- Britanje; en Koning Filips hadt reeds verfchei- den' poogingen aangewend, om Koning Geor- ge, by minzaame handeling, te beweegen tot herlevering eener Vesting, die altoos tot de Spaanfche heerfchappye behoord hadt. Zelfs hadt de Koning van Groot-Britanje , ter ge- legenheid van zulk eene handeling, reeds in 't jaar 172.1 , aan dien van Spanje gefchree- ven „ dat hy niet fchroomde, zyne Majefteie „ te vetzekeren van zyne gereedheid, om „ hem voldoening te geeven, ten opzigte van „ den voorflag der herleveringe van Gibral- „ tar C u )." En dit fchry ven hieldt men, aan »t Spaanfche Hof, vooreene belofte om Gibral- tar te rug te geeven , waarop men zig , zelfs in de handeling met den Keizer , beroepen hadt (v). De Kardinaal de Fleury hadt zig veel moeite gegeven, bm het beleg van Gibral- tar te verhinderen , bedugt, dat het gelegen* heid
O) MoNTGON Tom. III. Pisa Juflif. N, IX. p. XXXUJ«
(_v) Zit hier voor, il. 308.^ -
|
||||
LXXn. Boek. HISTORIE. 4t£
heid geeven mögt, tot eenen algemeenen oor- 17«^.
log, dien hy voorkomen wilde. Hy hadt zyne-------
gedagten, hierover, meermaalen, geopend aan
den Abt de Montgon , die thans in Frankryk te rug gekeerd was, met eenen byzonderen last van 't Spaanfche Hof, waarvan wy, in 't ver- volg , nader zullen gewaagen. Doch zyne poo- gingen waren vergeefs geweest, 't Beleg werdt Staat va» ondernomen. Maar met zo flegt een' fpoed, 'J beletf> dat. men , zes weeken na 't openen der loop- graaven , nog byna niets gevorderd was. De rotsagtige grond veihinderde den voortgang van 't werk te lande , en de Engelfche Vloot, die, voor den aanvang der belegeringe , in de baaygekomen was, belette de Spaanichen, de Stad, te water, aan te tasten. De las Torras hadt voor , een gedeelte van de rots , waarop de Vesting geftigtis, door middelvan buskruid, in de lugt te doen vliegen ; doch hy vondt het werk ondoenlyk. Hy meende egter, dat'er zy- ne eer aan hing , dat hy de Stad niet fpoedig verliet: waarom hy de nadernisfen, met mer- kelyk verlies van volk, veel langer bleef voort- zetten , dan hy , met eenige hoop van eenen goeden uitflag, doen kon (»>)• s, 't Beleg van Gibraltar was , ondertusfehen,~ Het
zo dra niet ondernomen , of men was , aan 't sPaatJj f Hof van Madrid, bedugt, dat het Groot- Bri ^Jekt dt tanje niét alleen, maar ook de Staaten bewee- Staaten gen mögt, om, ingevolge van het Verdrag van gerust t* Hanover, de wapenen op te vatten tegen Span- fteiisn», je. Aan den Markgraave de la Paz was , van hier,
(«O Montgon Tonu III, p- 4. 5> »5«j 33^, 35'- Tc""- IV-
f. iy ,22, »5, a;, 29, 1S7, 205, s$6, »{f. TityM, Vul, %kO, J-v XXVJJI.J/>.-yi, |
||||
4i6 VADERLANDSCHE LXXII.Boëk;
1727. hier, gtfchreeven „ dat men Spanje begon te
„ fche Koopluiden, die op Spanje handelden, „ hunne goederen aldaar in zekerheid zogten „ te ftellen » als waren ze, voor eene kort aan- „ ftaande Vredebreuk, bedugt geweest." En deeze berigten woogen zo zwaar , aan 't Hof van Madrid, dat men den Heere van der Meer deedt verzekeren , dat hunne Katholyke Maje-. {leiten niets vyandelyks tegen de Staaten, zyne" Meesters, in den zin hadden; en dat derzelver onderzaaten hunnen Koophandel, veilig, kon- den blyven dryven , gelyk zy gewoon waren (*). De Heer Oliver, die zig nog in den Haage onthieldt, gaf den Staaten, fchriftelyk, dezelfde verzekeringen , op den zeventienden Engeifchevan Bloeimaand (y ). De Engelfchen, zig ge- togten te noegzaam verzekerd houdende , dat het beleg •wer. Van Gibraltar , vrugteloos, zou moeten opge- broken worden, lieten de Plaats zig zelve ver- dedigen , zonder dat zy eenige vyandelykheid ondernamen, tegen de Spanjaards. De Koning zondt, vroeg in 't voorjaar, wederom eeneaan- xienlyke Vloot naar de Oostzee, onderden Ad- miraal jfohiNorris, die, metdeDeenfche Vloo- te vereenigd zynde, het Rusfifche Hof, ander- maal, verhinderde, eene Vloot in zee te bren- ne Fktii- gen (2 ). De Admiraal Hofier hieldt zig nog Jh of Zii- op in de Westindiën; doch hyhadt niet können vervioot voorkomen , dat de Spaanfche Vlootvoogden, Spanje Castagneita en Serrano , met een gedeelte van Mn. den fchat der Zilv^rvloote, onder zeil gegaan , eii
(X~) MONTGON 70«». IV. p. 293.
Cy) MoNTGON Tom. IV. Plet. Jufilf. N. XVIII. *. LXXVJ*
(.O TiMDAt,/'«/, XIII. {or VXVUI. ] p. 355, |
||||
tXXILBoEK; HISTORIE. 41?
ën. gelukkiglyk, te Kadix, aangekomen waren, tysfi
in 't begin van Lentemaand. Ten zelfden ty- .„- ' m de, waren ook de meeste Koopvaardyfchepen, ónder Den Rodrigo de Torras, in de Havens van Gallicie, ingeloopen (a). De Flotill» of Vloot ontkwam dus de laage der Éngelfchen. Doch de Gallioenen bleevèn in de Haven van Porto Bello leggen; daar zy, door den Admiraal Ho- fier, en,'na deszelfs overlyden, door den Ad- miraal Hop/on, nog tot in 't volgende jaar, be- zet gehouden wèfden. Het Weener-Hof hadt dat van Spanje, in VIT,
't voorleeden jaar, reeds fterk aangezet, tot Opening het beginnen der vyandelykheden tegen de En- tot hm- gelfchen * die egter 4 te Madrid , geoordeeld vah Vr*a werden , door het uitrusten hunner Vlooten, de, aan't ën door 't bezetten der Spaanfche Havens , de Weener. Vyandelykheden i al eerder ; te hebben aange- Hof: vangen. Doch op den zelfden tyd, hadt men, te Weeneri * door den Paufelyken Nuneius Örimaidi, ëenige opening tot handeling laaten doen, aari den Hertoge van Richelieu en aan den Heere Hamel Bruyninx, Gezanten vanFrank- ryk en de Staaten j by den Keizer* Het Wee- ner-Hof oordeelde , aan den eenen kant, dat men 't Weener-Verdrag j nog eenigen tyd, in ftahd houden moest, en voedde, ten dien einde, het misverftand, welk, tusfchen Spanje en Groot- Britanjè, ontftaan Was. Doch het vèrftondt * kan den anderen, dat dit Verdrag niet lang zou können duurën , en zogt zig , hierom, weder té vèrdraagen, met 's Keizers voorige Bond* genooten , die » federt het opregten der Oost* eti*
(a1) MoHTcoN Tom. IV. p. 6i.
XVIlt Deel. t> è
|
||||
418 VADERLANDSCHE LXXII.Boek:
1727. endefche Maatfchappye , van hem vervreemd
nigfek dan bezig was , om 't Hof van Madrid
aan te zetten , tot het opvatten der wapenen, zogt men, te Weenen, den weg te baanen tot de Vrede, 't Stuk moest, hier, egter, zeer in 't geheim, belegd worden. Men hadt, hierom, den Nuncius, die meer dan eens verklaard hadt, hoe zeer de Paus, Benediktes de XIII, verlangde , om de Vrede tusfchen de Katholyke Vorften herfteld te zien ; alleenlyk te kennen gegeven „ dat de Keizer opregtelyk gezind was, om de „ vreedzaame oogmerken van zyne Heiligheid „ te helpen bevorderen , en gaarne de handen „ met hem ineen wilde flaan, tot zulk een ge- „ wenscht einde." De Nuncius hadt, toen, aangebooden, met den Hertoge van Richelieu , te willen fpreeken. Doch men gaf hem, hier- op , in eenen geruimen tyd , geen befcheid. Eindelyk , fcheen men zig, op zyn fterk aan- houden , te laaten beweegen, om te gèdoogen, dat hy met Richelieu te woorde kwam, en van 't gehandelde verflag deedt, mids alles geheim bleeve , en nergens aan befpeurd wierdt, dat het Weener-Hof den eerften'ftap fcheen te doen. De Nunciits hieldt, toen, nog eehige byeenkomften , met de Keizerlyke Staatsdie- naars (£), en vervoegde zig, eindelyk, opdeö laatften van Wintermaand des voorleedenjaars', aan de wooning van den Hertoge van Riche- lieu, alwaar de StaatfcheGezant, Hamel Bruy- ninx , ook, op uitdrukkelyk verzoek van den Voorflag Nuncius, verfcheenen was. Zo dra men geze- ten (i) MoNTCON Tem. III. p. 354, 357, 358, 359,
|
||||
LXXILBoek. HISTORIE. 419
ten was, ving de Nuncius aan te zeggen „ dat 1727;
„ de Paus den oorlog , die gantsch Europa ——* „ dreigde, aanzag , als zeer gevaarlyk voor 't van den „ Christenryk in 't algemeen, en voor hem in l*n£$?\ „ 't byzonder; vooral, zo de wapenen, gelyk cf"s Qr™] „ zeer te dugten was , eens mogten overge- maidi aan „ voerd worden, in Italië. Dat zyrie Heilig- de Fran- „ heid, hierom, al federt een en geruimentyd, cdiefe.f „ hier , en in Frankryk en Spanje, gearbeid Gezin*& „ hadt, om de Vrede te bewaaren, en de voor- ten te „ naamfte bezwaarnisfen , die gelegenheid tot Weenen. „ het opvatten der wapenen zouden können ,, geeven, te doen herftellen." Hier hieldr de Nuncius een weinig ftil, zeggende, vervol- gens „ dat hy niet zou können voortgaan , „ ten ware de Gezanten hem hun woord van „ eere gaven , dat zy van 't gene hy hun zou „ voorflaan, niemant, aan 't Weener-Hof, „ noch in de Stad, iets ontdekken zouden;, ,, fchoon 't hun zou vryftäan, daarvan opening „ te doen aan de eerfte Staatsdienaars hunner „ Meesteren." De Ambasfadeur van Frankryk antwoordde „ dat zy zig zeer vereerd reken- „ den met het vertrouwen , welk hy in hen „ wilde ftellen ; doch indien zyne voorilagen „ van zulk een' aart waren, dat zy den Engel- „ fchen Gezant, en den Ambasfadeur van hun- „ ne Hoog - Mogendheden , die zig thans te j, Weenen bevondt (i), behoorden te worden „ medegedeeld, wenschten zy ze liever niet „ te hooren , dan hiertoe geene vryheid te „ hebben: alzo de Hanoverfche Bondgenooten „ zo
C ï) Deeze was de Heer Cornelis Catkoen, Ambasfil»
deur der Staaten , by de Ottomannifche Porte. Dda
|
||||
#ao VADERLANDSCHE LXXII.Boê*:
xjvf, „ zo naauw vereenigd waren, en zulke on-
—— „ fcheidbaare belangen hadden , dat zy alle „ gelegenheden myden moesten, om elkande- „ ren de minfte ftof tot misnoegen of argwaan! „ te geeven." De Nuncius hernam „ dat hy „ zulks zeer wel begreep; doch 't gene hy hun it te zeggen hadt, kon geenen anderen wor- „ den medegedeeld, 't Strekte flegts, tot hun- „ ne byzondere onderrigting, en hy ftelde 'er, „ voor zig zei ven, zeer veel gewigts in, dat het „ bedekt bleeve , konnende hy, in anderen, „ die hy zo wel niet kende , het vertrouwen „ niet hebben, welk hy in hen had." De Ge- zanten bleeven , nog eene poos, ftaan, op de vryheid , welke zy gevorderd hadden : doch, befpeurende , dat de Nuncius zig niet verder: wilde uiten , beloofden ze hem , zo veel als hy begeerde : en toen vervolgde hy , in dee* zer voege: „ De Scheepvaart en Koophandel van Oosf-
„ ende worden gehouden, voor eene der voor- „ naamfte bezwaarnisfen, die oorlog zouden „ können veroorzaaken , doordien de Keizer , „ aan de Maatfchappye aldaar, Oktroi ver- „ leend heeft, om op de Indien te handelen. „ De Hanoverfche Bondgenooten beweeren, „ dat de Keizer hiertoe geen regt gehad heeft, „ om dat dit Oktroi ftrydt met de Munfter- „ fche en andere Verdragen. De Nuncius van „ den Paus, te Parys, heeft my gefchreeven, „ dat hy, na de jongfteverklaaring, aanSpan- „ je, uit den naam vanFrankrykenEngeland, „ gedaan, minder hoop dan te vooren, hadt, „ om aan dat Hof, door 'sPaufen toedoen, „ iet te vorderen , tot voorkoming van den » oor-
|
||||
LXXII.B0EK. HISTORIE. 421
,, oorlog, en om, door middel van Frankryk, 1787,
„ de andere Hanoverfche Bondgenooten te be- rt weegen, tot handeling, over een vergelyk ; „ zo niet de Keizer zig, vooraf, uitzigzelven, „ opregtelyk, verklaarde, omtrent de voor- „ waarden , op welken men ftaat zou können „ maaken, en die hoop gaven, dat 'erde Hano- „ verfche Bondgenooten naar luisteren zouden, „ en op den voetderzelven in nadere hanqeling „ treeden willen ; met oogmerk, om overeen „ te komen, over de zaak van Oostende, en „ over de andere gemeene bezwaarnisfen der „ Hanoverfche Bondgenooten, die egter ligter „ fchynen te zullen können weggenomen wor- „ den. Ik heb, ging hy voort, de zaak aan dit „ Hof voorgefteld, zonder in langen tyd de „ begeerde verklaaring te hebben können beko- „ men, onder voorwendfel, dat men, van de „ andere zyde, reeds veele voorflagen tot een „ minnelyk vergelyk van de hand geweezen „ hadt; dat Engeland de vyandlykheden tegen „ Spanje reeds hadt begonnen , en dat de Ha- „ noverfche Bondgenooten beflooten hadden „ den Keizer en Spanje den oorlog aan te doen; „ waarom het waarfchynlyk was, dat allepoo- „ gingen vrugteloos zouden zyn, en dat de „ Keizer zig meer ten toonftellen, danietver- „ der komen zou. Maar na veel aanhoudens, „ en na een onvermoeid dringen op een beilis- „ fend befcheid, op dat ik den Heere Masceit „ [Nuncius te Parys], zou können antwoorden, „ heb ik, eindelyk, eene Verklaaring des Kei- „ zers bekomen. Ziet daar is zy (p)." Te
Cf) Vwz RoussET Recueil, Tam. IH. f, 385—jSgv
D.d3
|
||||
423 VADERLANDSCHE LXXII.Boek.
17*7. Te gelyk , leverde de Nuncius den Heeren
— -— Gezanten een Gefchrift over, uit vier Leden Eerfte beftaande, die hierop uitkwamen „ 1. Dat men Omwerp^ ^ eenen bekwaamen tyd zou bepaalen , om te afgainde" ** onderzoeken, en in vollen dag te ftellen, of punten. „ het Oktroi en de Handel van Oostende ftry- „ dig waren met de Verdragen, en byzonder- „ lyk met dat van Munfter, of niet ? a. Dat „ de Vaart van Oostende naar de Indien, in dien „ tusfchentyd, geheellyk, opgefchort zou wor- „ den, met uitzondering alleen van de fchepen, „ welken men, van daar, te gemoet zag. 3. „ Zo 't eerfte punt, binnen den beftemden tyd, „ niet kon geregeld .worden, zou men of den „ tyd können verlangen, of Partyen können „ laaten, in den ftaat, waarin zy geweest wa- „ ren. 4. Maar zo men bevinden mögt, dat „ decz2 handel ftreedt met de Verdragen, zou „ de Keizer geene zwaarigheid maaken , om „ 'er voor altoos van af te ftaan. Het Keizer- „ lyk Hof fcheen zelfs geneigd, omdeezezaak „ te verblyven aan de Uitfpraak van belange- „ looze Regteren , en zig daar naar te willen „ voegen (<0." vin, De Hertog van Richelieu en de Heer Hamel De Staa- Bruyninx , federt lang in de gedagten geweest ten oor- zvnc[e , dat de Hoven van Weenen en Madrid nfetun- ^e§ts tv<* zogten te winnen; ontvingen den neemeiyk.voorflag van Grimaldi niet zo greetiglyk , als hy verwagt hadt. Zy preezen egter zyn goed oogmerk , maar zy betuigden , zeer te twyfe- len, of de punten, welken hy hun overgeleverd hadt, ingang zouden vinden , by den Koning van
|
|||||
(_d) Vo'icz RoiissET Reciicil, Tcm.lM. p. s8y.
|
|||||
LXXn.BoEK. HISTORIE. 423
van Frankryk en by de Staaten (e). Zy beloof- 1737.
den ze, nogtans, hunnen Meesteren te zullen-------
toezenden: gelyk zy deeden. De Staaten, den
voorflag, door eenige Afgevaardigden , heb- bende laaten overweegen , verklaarden , niet lang hierna „ dat zy dien noch genoegzaam, „ noch aanneemelyk vonden , ten ware men „ dien klaarder en verstaanbaarder voordroege." Van dit hun oordeel gaven ze de volgende Hunne redenen. „ 1. Een nader onderzoek, of de redenen. „ Koophandel te Oostende met de Verdragen „ ftreede, was geheel onnoodig. De ftof was „ uitgeput, in eene menigte van fchriften , „ wederzyds in 't licht gegeven , en 't ver- „ der twisten hierover zou flegts dienen; om „ de gemoeden , wederzyds , te verbitteren. „ 2. De fchepen der Oostandefche Maatfchap- „ pye waren, of in de Indien, of onder weg, „ op de heen- of wederreize. Opfchorting der „ Maatfchappye , met eene uitzondering van „ deeze fchepen, was dan geene eigenlyke „ opfchorting ; maar eer eene bevestiging der „ Maatfchappye , die , gerust gefteld omtrent „ de wederkeering hunner fchepen , dezelven „ met ryker laading zou laaten wederkeeren. „ 3.'t Verlangen der opfchorting, in denzin, „ waarin 't voorgefteld werdt, kon alleen voor „ eene verlenging van de onzekerheid eener „ Uitfpraake worden aangezien. 4. De inhoud „ van 't vierde punt hing af van de billykheid „ des Keizers, waaraan de Staaten nimmer j, twyfelen zouden. Zy wenschtenalleenlyk, „ dat hy zig geliefde te laaten overtuigen; en » zy
£0 MoNTOON Tom III. p- 3*'.
Dd 4
|
|||||
\
|
|||||
4*4 VADERLANDSCHE LXXILBoe*,
*T*7' j> zy hoopten 't zelfs van zyne beroemde rede-
•i—— „ lykheid. Hun befluit was, dat, uit het ge- „ ne hun van het Keizerlyk Hof voorgekomen „ was , zy nooit hadden können merken , dat „ de Keizer geneigd was , om de zaak in ge- „ fchil aan de uitfpraak van onpartydige Reg- „ teren te onderwerpen. Ook zou men, dus „ doende, een Regt, welk zy hielden genoeg „ bevestigd te zyn , fcbynen aan te merken, „ als betwistbaar (f)." Het We e- Dit antwoord , goedgekeurd zynde door de "erjlfof Koningen van Frankryk en Groot-Britanje, wet den behaagd luttel aan 't Weener-Hof, daar men, Kardinaal federt, geraaden vondt, met Frankryk alleen, de Fleury. te handelen, en den Kardinaal de Fleury, die zeer gefield was op den eernaam van bevre- idiger van Europa , aan te zoeken , om zyne tusfchenfpraak by Groot-Britanje en de Staa- ten. Doch hy verklaarde aan den Keizerlyken Gezant, Baron van Fonfeca, dat 'er geen Ver- drag te hoopen was, zo deOostendefcheMaat- fchappy niet vernietigd werdt. Over welke verklaaring , hy van den Engelfchen Gezant, Horatio Walpole, en van den Ambassadeur der- {Staaten , Willem Boreel, hooglyk , gepreezen werdt. Ondertusfchen, deedt hy naar Weenen (chryven „ dat men, 't gene hy tegen den „ Baron van Fonfeca gezeid hadt, niet ten „ kwaade duiden moest, moetende hy zig wat 5, voegen haar de Engelfchen en Staatfchen, „ om de geweldige befluiten , die zy anders „ neemetr zouden , te beter te können vpor^ ?a komen (g)" ï?e
(f) Pcüz Roüssft Recoeil, K"». JU. p. j8$
l'gj Mpntqos '2u.it. IJ. f. $i — 573. |
||||
JLXXII.Boek. HISTORIE. 4*5
De Koning van Pruisfen, die nog met den 1727.
Keizer in onderhandeling was, ziende, uit het ■ Wiener - Verdrag, zo veel voordeels niet te De Kor trekken , als men hem , in 't eerst, hadt doen prnusisvf^ hoopen , zogt, omtrent deezen tyd, den arg- poogc waan, dien hy onder de Hanoverfche Bondge- den arg- nooten verwekt hadt, wegteneetnen. Hydeedt waan, den Koning van Groot-Britanje en den Staaten, ^*' op nieuws, verklaaren, dat hy zig niet dagt te gevat, fcheiden van het Hanoversch Verdrag, en dat weg te hy met het Weener-Hof niet dan over zyne neemen.. byzondere belangen in onderhandeling geweest was. Ook fchreef hy, in Sprokkelmaand, ee- nen Brief aan deneerften, ftrekkende, om hem, te beweegen tot eene Verklaaring , dat hy niet gezind was, het Duitfche Ryk overlast aan te doen : welke verklaaring, federt, gefchiedde; maar de bemiddeling , ten zelfden tyde , door Pruisfen, den Koning van Groot-Britanje aan- gebooden , werdt, heufchelyk , van de hand gjeweezen (/5). Het Weener- Hof vervolgde, midlerwyl, de IX.
aangevangen handeling , met den Kardinaal de De K^* Fleury, die fterk ftaan bleef op de vernietiging j£L * der Oqstendefche Maatfchappye, als het eenig maakt middel, om Groot- Britanje en den Staaten ge- een noegen te geeven. De Keizer wilde ze wel op nieuW fchorten voor eenen tyd; doch de geheele ver- °an wor- nietiging kwam hem zo hard voor , dat hy 'er afgaande niet toe fcheen te können befluiten. De Kar- punten. dinaal bediende zig, eerlang, van de tusfehen- fpraak des Hertogs van Lotharingen , om 't "VVeener - Hof tot andere gedagten te brengen. Ook
fi) Monïoon Tom. III. p- 29* — 399« Roüsset ReciieU,
2cm. III. f. 337. p-d 5
|
||||
4*5 VADERLANDSCHE LXXII.Boek.
%iv?. Ook werkte hy, by den Koning van Groot-
. bewilligen in eene opfchorting der Maatfchap- pye , by voorraad. Koning George kon , in de tegenwoordige omflandigheden, de vriend- fchap van Frankryk , daar de Kardinaal nu 't hoog bewind voerde, niet ontbeeren. Hy be- floot, hierom , zig een weinig te voegen naar den Kardinaal, die ook 't vertrouwen der Staa- ten , in zo verre, fcheen gewonnen te hebben, dat zy hem de zorg voor een gedeelte hunner belangen wel wilden overlaaten. Hy ontwierp dan , met toeftemming van Koning George en de Staaten, zes nieuwe punten,. die naar Wee- nen, aan den Hertoge van Richelieu gezonden werden, met last, om ze den Keizer fmaakelyk te maaken, en zig, hiertoe, des noods, ook van den byftand van den Nuncius en van den Staatfchen Gezant te bedienen (/). De punten liepen op deezen zin : „ i. 't Oktroi, aan de „ Oostendefche Maatfchappye verleend, en „ alle handel uit de Oostenrykfche Nederlan- „ den op de Indien zou, voor een' bewaamen „ tyd, by voorbeeld, voor tien jaaren, opge- „ fchort worden, a. De voorregten van den „ Koophandel, in Europa en in de Indien, „ zouden gebragt worden op den voorigen „ voet: byzonderlyk , zouden de voorregten „ van den Koophandel der Franfchen, Engel- „ fchen en Ingezetenen van den Vereenigden „ Staat herileld worden , gelyk voor 't jaar 5» 17'25- 3- Alle andere regten en bezittingen „ zpuden in den zelfden ftaat blyven, als by „ de
CO Momtcom Mcuioir. Unit, IV. f, 199—207.
|
||||
LXXII.Boek. HISTORIE. 42?
„ de Verdragen van Utrecht en Baden, en t797,
„ by het viervoudig Verbond was vastgeiteld. -------
„ 4. De Keizer, noch Spanje, noch derzelver
„ Bondgenooten, noch ook de Bondgenooten 3, van Hanover , zouden tot geenerlei daade- „ lykheid komen , noch medewerken tot iet, „ welk de tegenwoordige rust van Neder- ,, Duitschland en van 't Noorden zou können „ ftooren. 5. Zo dra men't, over deeze pun- „ ten, eens ware, zouden alle vyandelykheden, „ terftond, ophouden. Men zou de vertrokken „ Oostendefche fchepen, van welken het Wee- „ ner Hof een' lyst overleveren zou, vryelyk, „ te rug laaten keeren, Men zou de Gallioenen „ ook hunne reis naar Spanje laaten voltrekken, „ mi zyne Katholyke Majefteit zou zig , orh- „ trent de belasting op de goederen , met de „ Gallioenen te wagten, en met de Vloot aan- „ gebragt, fchikken naar 't gene, in vreedzaa- „ me tyden, gebruikelykgeweest was. 6. Men „ zou niemant benadeelen of ontrusten , uit s, haat over de Weener- en Hanoverfche Ver- „ dragen. De handelende partyen zouden zig „ zelfs vereenigen , om elk, die iet tegen dit „ zesde punt ondernam, te verpligten tot her- „ ftelling (£)•" Men handelde een' geruimen tyd over dit x.
Ontwerp aan 't Weener-Hof, zonder dat de Het Wee. Keizerfphen ondernamen , een eenig punt van "^t d» het zelve te wederleggen. Men befluit, hier- haüde- * uit, dat zy de handeling nog al zogten te rek- üng te ken, en de Hanoverfche Bondgenooten te doen «kken, ftü zitten; tot dat men gezien zou hebben , wel»
|
|||||
(4) Pokz Rousset Rccucil, Tom. III. p. 33-2,
|
|||||
428 VADERLANDSCHE LXXII.Boek.
1747. welke gevolgen 't beleg van Gibraltar , en de
•*-:— aankomst der Vloote in Spanje hebben zouden. Ook was 'er tyd noodig , om de Rusfen in be- weeging te brengen, vooral tegenwoordig, al- zo'er eenig misnoegen tegen de R.egeering der Keizerinne Katharina ontftaan was. Men hoop- te , eindelyk, nog op eene nadere verbindtenis met den Koning van Pruisfen. Alle deeze uit- zigten bragten te wege , dat men het Ontwerp des Kardinaals, welk men niet van de hand wyzen durfde, om de Hanoverfche Bondge- nooten niet in de wapenen te jaagen, ook niet Het gereedelyk kon aanneemen. Eindelyk, befloot piaakt het Weener- Hof, een ander Ontwerp te maa* Ontwerpr ken ' WeIk » 0m dat het van dit' in eeïl We"
zenlykpunt, verfchilde, in Frankryk, in En- geland en in Holland , zou moeten onderzogt v/orden ; waartoe tyd noodig zou zyn, binnen welken, de gelegenheid verloop'en zou, om den veldtogt, gelyk men veripreid hadt, te ope- nen , met eenige belegering van gewigt. De Ba- ron van Fonfeca, Keizerlyke Gezant in Frank- ryk, kreeg dan last, om den Kardinaal de Fleu- ry twaalf punten voor te houden, die, federt, ook aan den Koning van Groot - Britanje en aan de Staaten werden medegedeeld. Zy liepen op deezen zin : „ 1. Tusfchen de Mogend- „ heden, die deeze punten tekenden, zou een „ algemeene ftilftand van wapenen zyn, te wa- „ ter en te lande, 't Beleg van Gibraltar zou „ geftaakt worden, zo dra de bekragtiging dee- „ zer voorafgaande punten, op de Byeenkomst, „ zouden zyn goedgekeurd. 2. DeKoophan- „ del der Spanjaarden in dé Indien zou her- „ Held worden; de EngelfcheVloot zou, van i3 voor
|
||||
tXXlI.BoEK. HISTORIE. 42$
„ voor Porto Bello , vertrekken , op 't eerfte 1737,
„ bevel des Konings van Groot-Britanje, ver- —*—- „ bindende den Koning van Frankryk zig, dat „ dit bevel, zonder uitftel, zou gegeven wor- „ den. De Gallioenen zouden in volle vei- „ ligheid, te rug keeren, en de goederen, met „ de Vloote, uit de Havana, overgebragt, zoü- „ den, terftond na de aankomst der Gallioe- „ nen, aan de eigenaars worden uitgedeeld. „ De Engelfche, Staatfche en Franfche VI00- „ ten, welken zig op de Spaanfche kusten bë- „ vinden mogten, zouden van daar vertrek- „ ken, zo dra de Wapenfchorfing zou begoft- „ nen zyn. 3. Deeze Wapenfchorfing zou zè$ „ maanden duuren, te rekenen van den dag, „ waarop de Byeenkomst zou zyn aangevari- „ gen. 4. De Byeenkomst zou ook maar zes „ maanden gehouden Worden, geduurende wel- „ ken, men, over de vernietiging, of ten min- „ ften over de opfchorting der Oostendefché „ Maatfchappye, zou overeenkomen, voot „ een* zekeren tyd, by voorbeeld, voorzeveri „ jaarenj binnen welken, of binnen den tyd, „ dien de Byeenkomst duuren zou, men dé „ Oostendefché fchepen, waarvan de Keizer „ een' lyst overleveren zou, veilig zou laateti „ te rug keeren uit de Indien; de fchepen, die, „ midlerwyl, mogten genomen zyn, wederom „ vrygeevende. 5. De Verdragen van Utrecht „ en Baden en het viervoudig Verbond zou- „ den de grondflag der handelinge zyn, op dé „ aanftaande Byeenkomst. De Koophandel „ zou gebragt worden op den voet, by het U- „ trechtsch Verdrag van Koophandel, tusfchert „ Spanje, Groot-Britanje en de Staaten, vast- » 0-
|
||||
43ö VADERLANDSCHE LXXII.Boèk;
|
||||||||||
1727. „ gefteld. Andere en laatere gefchillen over
—— „ dit ftuk zouden, op de Byeenkomst, wor- „ den afgedaan. 6. De Byeenkomst zou aan» „ vangen, twee maanden na dat deeze pun- „ ten, wederzyds, zouden goedgekeurd en „ getekend zyn. 7. Zy zou te Aken gehouden „ worden. 8. De Gevolinagtigden op dezel- „ ve zouden niet meer dan twee Edelluiden, „ twee Paadjes en zes Livreibedienden by zig „ mogen hebben, o. Zy zouden geene Pleg* „ tigheden in agt neemen, en zig, hier om- „ trent, en omtrent de voorzitting, houden „ aan 't gene te Kameryk vastgefteld was. ig. „ De Vorften zouden hunnen Gevolmagtig- „ den belasten, allen omllag, waardoor de By* „ eenkomst ontrust of gerekt zou können „ worden, zorgvuldiglyk, te myden. 11. Zo „ eene der Mogendheden, geduurende dezes „ maanden, eer.ige vyandlykheid bedreeve, ,, zouden alle de anderen zig vereenigen, om „ daarvan herftelling te vorderen. 12. Men „ zou de Noordfche Mogendheden ook nodi- „ gen, om Gevolmagtigden te zenden op de „ Byeenkomst, tot vereffening der gefchillen, „ welken zy, onderling, hadden. En verbondt „ zich de Keizer, om, zo lang de Byeenkomst „ duurenzou,geenerlei vyandelykheid, te wa- „ ter of te lande, aan te vangen (/)." Aanmer- Uit beide deeze Ontwerpen, met elkande- icing op ren vergeleeken, was duidelyk te befpeuren, |
||||||||||
On t wer-
pen |
dat, noc^ de Keizer, noch de Hanoverfehe
Bondgenooten, eigenlyk, oorloogensgezind |
|||||||||
waren. Doch het Weener-Ontwerp toonde,
daar-
(O Voitz Roüsset Recueil, Turn. III. p. 590.
|
||||||||||
LXXII.Boek. HISTORIE. 43 t
|
||||
daarenboven, dat men langzaam dagt te han- tjzfi
delen. De Kardinaal de Fleury maakte zig, ■
ondertusfchen, by de Engelfchen en Staat-
fchen, verdagt, dat hy 't Weener Hof wat te veel begon te ontzien, waarin hem de Hertog van Richelieu, te Weenen, navolgde. Doch hy deedt zyn best, om den argwaan te doen verdwynen,zig, na 't ontvangen van het Wee- ner-Ontwerp, tegen den Baron de Fonfeca, nog ernftiger, verklaarende, dan hy, te voo- ren, gedaan hadt, op 't ftuk der Oostendefche Maatfchappye. Ook deedt hy de toebereidfels ten oorloge voortzetten, fchoon hy heimelyk haakte naar vrede: waarom hy ongaarne ver- nam, dat het beleg van Gibraltar vervolgd werdt(V»). Het Weener-Ontwerp, in Engeland Het en in den Haage, insgelyks, zynde overwoo- Weener- gen, vondt men, dat het niet beantwoordde 0ntvverP aan de verwagting der Hanoverfche Bondge- va°r nooten; om dat men de wettigheid van't Ok- Groot- troi der Oostendefche Maatfchappye, op de Bruanje Byeenkomst te Aken, wilde onderzogt hebben. S^L 'tWerdt dan van de hand geweezen. Doch van ^ de Kardinaal de Fleury, de aangevangen' han- hand ge- deling met het Weener Hof willende agter- weezen, volgen, maaktej in 't begin van Bloeimaand, met overleg van de Engelfche en Staatfche Ge- zanten (V), een nieuw Ontwerp, welk, op den naam des Konings van Frankryk, alleen aan 't Weener-Hof, vertoond werdt, om het, gelyk in de inleiding werdt verklaard, na dat het aldaar zou goedgekeurd zyn, ook aan de Ha-
(m~) MoNTGON Menioir. Tom. IV. p, 217 —-224,
(»5 MoNTGON lïiitt. IV. p. 279, 280. |
||||
43S VADERLANDSCHE LXXILËcöhW
1727. Hanoverfehe Bondgenooten voor te leggen*
«~:_— By dit Ontwerp, werdt de Byeenkomst* XI. voor als nog, afgekeurd. Doch de Koning ver- van^en* klaari*e» van gedagten te zyn, dat, mids de Kardi- eerfte zes punten wat nader opgehelderd, en naai de de zwaarigheden, in de tweede twaalf, met be- Fieury. houdenis, zo veel mogelyk ware, van 's Kei- zers oogmerk, weggenomen werden,men,we- gens de volgende voorafgaande voorwaarden, zou können overeenkomen 3 „ 1. Dat het Ok- „ troi der Oostendefche Maatfehappye, en „ alle handel uit de Oostenrykfche Nederian- j, den op de Indien, voor den tyd van zeven „ jaaren, zou zyn opgefehort, alzo zyneKei- i, zerlyke JMajefteit hadt toegeftaan, dat men „ zulks i op de Byeenkomsc, zou mogen be- j, raamen. 2. Dat de Koophandel, in Spanje 4 „ in Europa en in de Indien, zou herfteld wor- „ den op den voet der Verdragen, voor 't jaar „ 1725 gemaakt* 3. Dat alle andere regten! 4, en bezittingen blyven zouden in den ftaat, ,j waarin zy, door de Verdragen van Utrecht 4, en Baden, en door het viervoudig Verbond^ . „ gebragt waren. 4. Dat men de Noordfche ,i Mogendheden vermaanen zou* tot vreed- |
||||||||||
95
|
zaame gedagten, in afwagting der Byeen-
|
|||||||||
komst* waarop ook hunne gefchillen zouden
vereffend worden, en dat de Hanoverfehe i, Bondgenooten niets zouden onderneemen* „ waardoor de rust, in't Noorden of in Ne- 4, der-Duitschland, geftoord werdt. 5. Dat, na 't j, bewilligen in deeze punten, alle vyandlykhe* t1 den zouden ophouden; dat de Oostendefche „ fchepen, voor de Wapenfchorfing vertrok- f, ken, en begreepen in een'Lyst, dóór den „ Kai-
|
||||||||||
LXXII.Boek. HISTORIE. 433
„ Keizer over te leveren, veiliglyk, terugzou-
„ den keeren uit de Indien; dat de Gallioenen „ hunne reis naar Spanje , vryelyk , zouden „ voltrekken, en dat zyne Katholyke Maje- „ fteit, ten opzigte, van de goederen, met de „ Vloot en Gallioenen overgebragt, zig zou „ gedraagen , als hy altoos, in vrye tyden, „ gewoon geweest was. Dat het Engelsch Es- „ quader onder Hofier, van voor Porto Bello, „ vertrekken zou, en zelfs naar Enropa terug „ keeren; en dat de Engelfchen hunnen han- „ del in Amerika dryven zouden, gelyk voor „ deezen. Dat alle Franfche , Engelfche en „ Hollandfche Esquaders zig, ten fpoedigfte, „ van de Spaanfche kusten begeeven zouden, „ zonder tegen derzelver opgezetenen, op ee- „ nigerlei wyze, iet te onderneemen. 6. Dat „ de Wapenftilftand zo lang duuren zou , als „ de opfchorting van 't Oktroi der Oostende- „ fche Maatfchappye , te weeten, zeven jaa- „ ren , binnen welken tyd, men aan eene al- „ gemeene bevrediging arbeiden zou. 7. Zo „ 'er, midlerwyl, na het tekenen deezer pun- „ ten, eenige onlusten ontftaan mogten, in „ Europa of in de Indien , zouden de hande- „ lende Mogendheden zig vereenigen, om „ hem , die* ongelyk geleeden hadt, vergoe- „ ding van fchade te bezorgen. 8. Zo deeze „ punten werden aangenomen, zou men , zo „ dra mogelyk, eene Byeenkomst houden, te „ Aken , of in eenige andere Stad , door den „ Keizer voorgeflagen , alwaar alle de han- „ delende Mogendheden hunne eifchen zou- „ den mogen voordellen , en doen onderzoe- „ ken. De agtße, negende en tiende punten XVIII. Deel £e »van |
||||
434 VADERLANDSCHE LXXILBoek.
1727. „ van het Weener- Ontwerp waren zo wel ge-
- .... „ fchikt, om de handelingen der Byeenkomst „ tot een goed einde te brengen, dat men niet „ twyfelde, of zy zouden, eenpaariglyk, wor- „ den goedgekeurd (0)." Verfchit Dit tweede Ontwerp der Hanoverfche Bond- tusfehen genooten verfchilde, van dat van Weenen, ten du en het voornaamen deele, hierin, dat het de opfehor- Ontwerp tinS der Oostendefche Maatfchappye voor den tyd van zeven jaaren, vanftondenaan, vorder- de; daar het Weener-Ontwerp zulks niet, dan na dat het, op de aanftaande Byeenkomst, zo verftaan zou zyn , toeliet. Wyders, hadden de Hanoverfche Bondgenooten vastgefteld , in dit hun laatfte Ontwerp , geene veranderingen te gedoogen ; maar 'er zig digt aan te houden. Het werdt dan naar Weenen gezonden , met eenen Brief, by wyze van Verklaaring, waar- in te kennen gegeven werdt, dat, zo'er, inden tyd van eene maand , geen antwoord kwame op dit Ontwerp, de Hanoverfche Bondgenoo- ten zulks voor eene afbreeking van alle han- deling zouden houden. Doch om de fchorheid deezer verklaaringe een weinig te verzagten , waren de uitdrukkingen^ des Briefs zo inge- rigt, dat de ernst en deftigheid, indenzelven, gepaard gingen , met de vereischte eerbiedig- heid voor de Majefteit des Keizers ; waarom men reden hadt, om'er eenen gunftigenuitflag van te wagten. Men wil, dat de Heer Chau- yelin , toen nog Prefident a Mortier , in 't Par-i lement van Parys , den brief hadt opgefteld, fchoon de Kardinaal niet ongaarne hoorde, dat . j-i,.,(, .,.. •>- \' 1 •--'■ -■ H' mefli («) Puïcz RoüssEt ReCBtil, 'Tom. II. p. 3154.
|
||||
LXXII.Boek. HISTORIE. 435
men hem, als den Schryver, aanmerkte Q>). i7é/,
't Ontwerp , naar Weenen gezonden zynde, ——.. werdt, op den elfden van Bloeimaand, te La- xemburg , in een vertrek van den Graave van Sinzendorf, overwoogen , in 't byzyn van de Franfche en Staatfche Gezanten» Men kwam, dien zelfden avond, nog eens, famen, by den Prinfe Eugenius, alwaar de Spaanfche Ambas- fadeur, Hertog van Bournonville , ook ver- fcheenen was* De Keizerfchen verftonden , dat men 't Ontwerp eerst naar Spanje en Rus- land zenden moeit, en antwoord af wagten van deeze twee Hoven. Bournonville maakte aan- merkingen op ieder punt. De Keizerfchen, voor- Verklta- komen willende, dat men hunnen Meester de "n? der fchuld gave van het afbreeken der handelinge {cbsa^ en 't voortzetten des oorlogs, verklaarde den Hertoge van Richelieu , en den Heere Hamel Bruininx „-dat zyne Keizerlyke Majefteit, ,, voorzigzelven, depuntenaanneemen, ende „ Oostendefche Maatfchappy, voor zeven jaa- „ ren, opfchorten wilde; maar 't fcheen, zeiden „ ze, vreemd en hard, dat men hem vergde. „ over de belangen van Spanje en Rusland , „ uitfpraak te doen, zonder deeze Mogendhe- „ den gehoord te hebben : vooral, daar men „ een Engelsch Esquader te gemoet zag in de „ Zond , zonder dat men wist, met wat oog- „ merk , het derwaards ware gezeild, en daar „ de uitflag van 't beleg van Gibraltar nog on- „ zeker was." Doch de Gezanten van Frank- ryk en de Staaten verftonden, dat de tyd van hooren en raadpleegen verftreeken was, en dat
O) MONTOON 7e»». IV. f. 287» §53.
Ee a
|
||||
43<$ VADERLANDSCHE LXXII.Boek.
1727 dat het Weener-Hof zig, met/« of neen, ver-
------ klaaren moest. De Hertog van Richelieu deedt
deezen eisch, met zo veel beleid en heusch-
heid, en ftondt 'er, te gelyk, zo ftyf op, dat de Keizer, eindelyk, op den eenentwintigften, het Ontwerp der Hanoverfche Bondgenooten, fchriftelyk, aannam. Doch om de eer van 't Keizerlyke Hof te beter te bewaaren , vondt men geraaden, dat het nog eens herfchreeven, en met eenige punten, de goede orde, op de aan- ftaande Byeenkomst te Aken, betreffende, ver- meerderd werdt. 't Verfchilde toen, behalven in deeze vermeerdering , alleenlyk in woorden van het tweede Ontwerp der Hanoverfche Bond- genooten (#). In deezen ftaat, werdt het, met den titel van derde Ontwerp tot behoudenis der algemeens Vrede, gezonden naar Verfaüles, daar 't, op den agtentwintigften van Bloei- maand, aankwam. De Kolonel Armftrong was, dien zelfden dag, van Parysvertrokken; nadat, hy , met de Franfchen , de beweegingen van den aanftaanden veldtogt geregeld hadt. De Kardinaal de Fleury , en de Heeren Walpolc en de Fonfeca , het Ontwerp nader ingezien, en alles, wat de algemeene bevrediging betrof, in orde gefield hebbende , begaven zig , ver- zeld van den Graave van Morvüle, Sekretarb van Staat des Konings van Frankryk, op den eenentwintigften , naar de wooning van den Ambasfadeur Boreel, te Parys , hebbende hy niet te Verfaüles können komen , ter oorzaa- ke eener krankte , waaraan hy, weinige dagen hier
|
|||||
Cf) l'olez RoussETRecueil, Tom, III. f. 399.
|
|||||
LXXILBoek. HISTORIE. 437
hierna (2), overleedt. De voornaamfte zwaa- 1727,
righeid , die zig , hier , opdeedt, betrof de —-— tekening van het Ontwerp, die niet te Parys fcheen te können gefchieden , alwaar geen Spaanfche , noch te Weenen, alwaar geen Engelfche Gevolmagtigde tegenwoordig was. Eindelyk, kwam men overeen, dat de ontwor- De voor- pen' punten, zo als ze, laatftelyk, vanWeenen afgaande overgezonden waren, eerst door de Keizerfche, ^u"^en Franfche , Engelfche en Staatfche Gevolmag- ge'te-6™ tigden , Fonfeca , Morville , Walpole en Bo- kend, te reel, getekend zouden worden; gelyk gefchied- Parys, de (r) ; en dat men, daarna, eene Akte zou opftellen, waarin dezelfde punten begreepen zouden zyn; doch die alleen door Walpole zou worderi getekend (V). IndeezeAkte, verklaar- de de Engelfche Gezant „ dat hy den Koning, „ zynen Meester , door zyne ondertekening „ der voorafgaande punten, zo kragtig omtrent „ den Koning van Spanje verbondr,, als of de- „ zelven, nevens hem, door eenen Staatsdie- „ naar van zyne Katholyke Majefteit, onder- „ tekend geweest waren; mids de Hertog van „ Bournonville hem eene Akte van gelyke kragt „ en verbindtenis , omtrent den Koning, zy- „ nen Meester , deedt ter hand ftellen. Wy- „ ders, beloofde hy, op den beftewden tyd, „ de bekragtiging der voorafgaande punten , „ door den Koning, zynen Meester, gedaan, „ in gereedheid te zullen hebben, om, tegen „ eene
( r) VoUZ Rousset Recueil , Tom. IV. p. e.
CO Ou Mokt Corps Diplom. Tem. VItt. P. n. p. 14S. MoNTcoN lom. IV. p. 342—356. (2) Te weeten, op den twaalfden van Zomermaand.
Zi2 Europ. Mcrc. Jan. — Juny 1727, bl 309. Ee 3
|
||||
438 VADERLANDSCHE LXXILBoek.
1737. ,, eene diergelylce van den Koning van Span-
------- „ je, te worden uitgewisfeld(f)." De Heer
Walpole gaf van het oogmerk deezer Akte ,
die den Hertoge van Richelieu toegezonden werdt, in een' brief, kennis aan deezen en aan e" te den Heere Hamel Bruininx (#). En deezen Weerien, vervoegden zig, op den dertienden van Zomer- maand , aan de wooning van den Prinfe Euge- nius , te Weenen , daar de Hertog van Bour- nonville ook verfcheenen was, die zig, niet dan met moeite, beweegen liet, tot het tekenen van diergelyke Akte, als Walpole , te Parys, getekend hadt. Hy deedt het egter, eindelyk. Ook tekende hy, daarna , een Affchrift der voorafgaande punten, nevens den Hertoge van Richelieu ; en een ander, nevens den Heere Hamel Bruininx. Alle deeze Akten werden , terftond, naar Parys, naar Madrid en naar den Haage verzonden (v). r»e Kar- De voorafgaande punten waren zo dra te diimt do Parys niet getekend , of 't gerügt daarvan ver- Fiaury fpreidde zig, alomme, en verwekte groote ïiooge" vreugde in Holland , daar men zig nu de op- agdng, fchorting der Oostendefche Maatfchappye be- hier te loofde, en meer hoop dan ooit te vooren hadt Lande. Qp derzelver geheele vernietiging, 't Beleid van den Kardinaal de Fleury, die zo veele Mogend- heden tot vrede hadt weeten te neigen , werdt hooglyk gepreezen , vooral in Holland , daar men hem, van dien tyd af, begon aan te zien, als
(*) Vale.z Rousset Recucil, Tom. III. p. 404, 405.
( * ) Poiez les Lettr. dans Ie Recueil de Rousjet , Tom. III.
p. 40^, .408. •'•■ Cv) Moni gun 'lom. IV.». 386, 392— 394. RocssEr Re-
Cbcü, Turn. lil. /».410, j £ |
|||||
1
|
|||||
LXXILBoek. HISTORIE. 439
als den uitmuntendften Staatsdienaar, dien 1727.
Frankryk immer gehad hadt. Men oordeelde —— hem geheel vry van de ftreeken der Staatkun- digen : en men ftelde vast, dat hy de Vrede op- regtelyk lief hadt en zogt. DeAmbasfadeurder Staaten aan 't Franfche Hof, de Heer Abraham van Hoey , die den Heer Boreel, eerlang , op- volgde, heeft veel toegebragt, om den Kardi- naal in hooge agtïng te helpen, hier te Lande. Doch op 't laatst van zyn leeven , heeft men eerst begonnen te oordeelen, dat men hem, te vooren, niet wel gekend hadt Qw~). In Engeland, werdt het nieuws van het teke- XI f.
nender voorafgaandepuntenookmetblydfchap ^'eIor^e ontvangen: die egter, by veelen, fpoedig ge- n^g'va0n' maatigd werdt, op eene tyding, die, weinige Groot- dagen laater, uitDuitschland, kwam, en het Britnnje, onverwagt overlyden van Koning George den I. fterft- bekend maakte. Deeze Vorst, die zo veel deel hadt aan 't leggen van den grondflag der Vrede, •was, 's daags na het tekenen der voorafgaande punten te Weenen, naar Holland fcheep ge- gaan, om zyne Duitfche Staaten te bezoeken. Op den negentienden, vervorderde hy, van de Vaart, by Utrecht, zyne reis te lande, en kwam, den volgenden dag, in goeden welftand, zo'tfcheen, te Delden, in Twente, aan, tusfchentienenelf uuren des nagts. Hy deedt een hertig avond- maal , en at, zo in 't gemeen geloofd is, veel meloen, daarop eenige glazen koud water drin- kende ; hoewel fommigen e*) vernaaien, dat hy geen meloen, maar een Chinaas-appel, tot na-
|
|||||||||
<#~) MoNTGON Tom. IV. p. 105, 366, 3AS.
x) Tjndal Vol. XIU. O XXVIII. ] p. 362. |
|||||||||
Ee 4
|
|||||||||
440 VADERLANDSCHE LXXII.Boek
1727. nageregt gebruikt heeft. 'sNagts wel gerust
------hebbende , reedt hy, ten vier uuren des mor- gens , uit, met oogmerk, om de middagmaal- tyd, te Lingen, te houden: doch tusfchen agt en negen uuren , deedt hy de koets ftil hou- den , in voorneemen, om zyn water te maaken. En toen bevondt hy, dat hem zyne eene hand onbeweegbaar by 't lyf hing. Zyne Kamerdie- naar Fabriciiii wreef ze fterlf: 't gene, nader- hand , ook gefchiedde, door den Heelmeester, die de koets , te paarde , gevolgd was ; doch zonder vrugt. Kort hierop, kreeg de Koning zulke vreemde trekken in zyne oogenen mond, en zulk eene ongewoone zwelling inde tonge, dat de Heelmeester, deeze toevallen aanziende voor tekenen van beroerte, hem een'ader open- de. De Vorst toen, zo veel bezefs gekreegen hebbende , dat hy bevel geeven kon om hem, naar Osnabrug, by zynen Broeder, te voeren, viel aan't fluimeren, in Fabricius armen, zon- der, door 't fchudden en ftooten van 'trytuig, wakker te worden. Den Heelmeester nu aan zyn leeven beginnende te wanhoopen, reedt Fabri- cius vooruit naar Osnabrug, om den Bisfchop, 's Konings broeder, te waarfchuwen. De Ko- ning , omtrent ten tien uuren , geheel buiten fpraak en kennis, te Osnabrug zynde gebragt, bleef in deezen ftaat tot den volgenden morgen, zynde den twee-entwintigften van Zomermaand; wanneer hy, omtrent ten twee uuren, overleedt, ïn den ouderdom van agtenzestig jaaren. Zyn Lyk werdt, te Hanover, in't graf zyner Voor- ouderen, bygezec (?)• Men
Cv) TiNn/u. m. XIII. f> XXVIII.] p. 361—363. MoW'f.
f>»N Tam. IV. p. 398, 399. |
||||
LXXII.Boek. HISTORIE. 441
|
|||||
Men kreeg, den volgenden dag, de.tyding 1727.
van dit onverwagt overlyden in den Haage.-------.
Zy vloog, terftond, over naar Engeland, daar Zyn
men ze, twee dagen laater, hadt. De Ridder £oon» Robert Walpole gaf'er den Prinfe en Prinfesfe Jjy van Walles, zonder uitftel, kennis van. Mid- Voigt' lerwyl, hadt hy de Stad Londen, met dubbe- hem op. Ie wagt, doen bezetten. Hunne Koningklyke Hooglieden, die zig te Richemond bevonden, kwamen, nog dien zelfden avond, te Londen. De Prins werdt, terftond , van de Leden des geheimen Raads, die in de Stad waren , voor Koning erkend , en des anderen daags, uitge- roepen , onder den naam van George den II. De Gezant, Horatio Walpole, weetende, dat zyn Broeder, de Ridder Robert, niet zeer ge- zien geweest was , by den Koning, nog Prins van Walles zynde, bewoog, naar fommiger verhaal, den Kardinaal de Flèury, om, tenzy- nen voordeele , aan den Koning te fchryven ; welk fchryven zo veel zou te wege gebragt heb- ben , dat beide Robert en Horatio Walpole in aanzien bleeven , ten Hove (je). De Staaten verzuimden niet, George den II, in de Lente des volgenden jaars, wegens zyne komst tot de Kroon , geluk te wenffchen , door een bui- tengewoon Gezantfchap, welk, door de Hee- ren Bernard, Graan f an Weideren en Kornelis Sihius, Burgemeester en Raad der Stad Haar- lem , bekleed werdt (0). De Gezanten flooten, op den zévenentwintigften van Bloeimaand, een Verdrag met George den II, waarby de voo-
(z~) MontgOn Tom. IV. f. 4.01—v,6.
OÜ Jïuiop. Merc. Jan. — Juny I7»3. U. 115, k
Ee5
|
|||||
442 VADERL.ANDSCHE LXXII.BoEt.
1757. voorige Verdraagen , byzonderlyk die van de
-------. jaaren 1717 en 1726, vernieuwd en bekrag-
Ydeie tigd werden. De Pretendent, die, kort nadat
*°°^ym de tyding van 's Konings affterven in Italië 0^™ejfe.ngekomen was, van Bononie was vertrokken, vordering deedt fommigen hoopen op , anderen vreezen des Pre- Voor eene omwenteling , ten zynen voordeele. tendents. j)och George de I. was overleeden in zulke omftandigheden , zynde de voorafgaande pun- ten maar even getekend, dat geene der uit- heemfche Mogendheden gezindheid toonde , om zig, ten behoeve des Pretendents, te roe- ren (by Hy kwam tot in Lotharingen; doch keerde, na een kort verblyf te Nancy, weder- om naar Italië (c). Dé Mogendheden , wel- ken hem, te vooren, onderfteund hadden, of gehouden werden , hem onder de hand gunst toe te draagen, waren nu geraakt in eenen toe- ftand, waarin zy zig zyns in 't geheel niet kon- den aantrekken. De Koning van Frankryk was naauw verbonden aan het I luis van Hanover. De Keizer hadt de ontworpen' Vredepunten getekend. Spanje was buiten ftaat gefteld, om iet, ter zee , tegen de tegenwoordige Regee- ring van Groot-Britanje, te onderneemen, heb- bende de Engelfche Ésquaders de toerustingen in dit Ryk , geweldiglyk, belemmerd. Ook zogt men, thans, aan't Hof van Madrid, alles, wat, voorheen, van de oogmerken van Span- je, ten behoeve des Pretendents, verfpreidwas, voor uitvindfels der Engelfche Staatsdienaa- ren te doen doorgaan ( d). In Rusland, was ook
f') Montcon Tom. V. p, 4—8.
(e) MoNTGON Tim. V. p. a%. (rfj MuNTOON 'Tom. V. t. 3/0. |
||||
LXXII. Boek. HISTORIE. 443
|
||||||
ook merkelyke verandering voorgevallen. De l7i7.
Keizerin Katharina was, kort na de ontdekking -------
eener famenzweeringe tegen haare Regeering,
op den zeventienden van Bloeimaand, overlee- den, en opgevolgd, door eenen Kleinzoon van haaren overleeden Gemaal (e), die, onder den naam van Peter den II, in 't twaalfde jaar zyns ouderdoms, voor Keizer uitgeroepen werdt. *s Vorsten minderjaarigheid en de inwendige be- roerten in 't Ryk waren oorzaak, dat men de ontwerpen vaaren liet, welken de overleeden* Keizerin, tegen Zweeden enDeenemarke, en, zo geloofd werdt, ook ten behoeve des Preten- dents, gefmeed hadt (ƒ). De dood der Keizerinne van Rusland en die XIlL
des Konings van Groot-Britanje zouden , zo KD.e ze eerder voorgevallen waren, naar alle waar- Frank-* fchynlykheid , grooter' invloed gehad hebben ryk, op den ftaat der zaaken van Europa. Nu ver- Groot- volgde men den voet der handelingen, die te Bri"nie Weenen-en te Parys waren aangevangen. De Staaten bekragtigingen der voorafgaande punten , die bekrsgti- ook, op zyn tyd, in den Haage, gefchied wa- een de ren (g), werden , op den negenentwintigften voo"f" van Hooimaand, tusfchen den Keizer, Frank- !»„„"«!. ryk, Groot-Britanje en de Staaten, uirgewis- feld, te Parys (£). De Keizer gaf zelfs, ter- De ftond, bevel aan zyne Zuster, de Aartsherto- ^0/!01** ginne Maria Elizabet, welke hy, op 't einde ^a£ des jaars 1724, tot Landvoogidesfe der Oos- fchappy ten-
f«") Voïtz Siiplem. au Corps Dip!. Tom. II. P. II. p. 188.
(f) MONTGON Tom. IV. p 370----.177.
■ (#) Zit Relbl. Hol!. 5 Jurn-. 9 'frAy 1727- il. 645, 704.
Groot-Plakaaib. VI. Deel, hl. $<-, 577. (A) MoNTcoN Tom. IV. p. 406. J«m. V. p. 147. K.oimiT
SUcucil. Turn. UI. p. 411. |
||||||
'
|
||||||
441 VADERLANDSCHE LXXII.Boek.
1727. tenrykfche Nederlanden, hadt aangefteld (7),
— om het eerfte der voorafgaande punten ter uit- wordt op- voeringe te doen brengen , en het Oktroi der geichort. Oostendefche Maatfchappye te doen opfchor- ten. Zy gaf 'er , terftond kennis van aan de Bewindhebbers dier Maatfchappye. Doch de lyst der vertrokken' fchepen, welken, volgens de voorafgaande punten, vryelyk, zouden mo- gen te rug keeren , bleef nog eenige weeken agter ( k ). Eindelyk, werdt zy den Staaten, door den Graave van Konigfek - Erps, overge- leverd, op den dertigften van Oogstmaand. By dezelve bleek , dat 'er nog twaalf fchepen uit de Indien verwagt werden, waarvan'erdrie, in Louwmaand, en twee, eerst in Zomermaand deezes jaars , uit de haven van Oostende , in zee gefteken waren. En hieruit was klaarlyk te befpeuren, om welke reden, men, aan 't Wee- ner-Hof, zo lang gedraald hadt, met het te- kenen der voorafgaande punten. De Bewind- hebbers der Oostendefche Maatfchappye had- den dit Hof bewoogen, om hun gelegenheid te laaten, om, voor de opfchorting, nog zo vee- Ie fchepen naar de Indien te zenden, als zy kon- den uitrusten. Ook toonde de lyst, hoe zeer de Maatfchappy was toegenomen in vermo- gen. Zy hadt, federt haare opregting, agttien fchepen naar de Indien en naar China gezon- den , waarvan 'er een in de Ganges gebleeven was, vyf behouden te rug gekeerd waren, en nog twaalf verwagt werden (ƒ). Den Heere Humesy Bediende der Oostendefche Maatfchap- pye, CO Eur»p. Merc. July—Drcemb. 1724. hl. 284.
(itj MoNxr.ON Tnii. V. p. 341).
(O Pb'** ilousbti- Rccucil, lom. UI. p. 413, 415.
|
||||
LXXILBoek. HISTORIE. 445
|
|||||
pye, in Bengale, voor deezen, last gehad heb- i7ay.
bende, om eenige fchepen in de Indien tekoo- ■■ pen, zonder dat men wist, of deeze last uitge- voerd ware ( m ); begeerde de Keizer, nader- hand , op de Staaten, dat zy der Maatfchappye vryheid laaten zouden , om nog twee fchepen te zenden naar de Indien, mids zy zig ver- bonde om de fchepen, die Humes mögt in- gekogt hebben , niet herwaards te laaten ko- men ; maar de Staaten weezen dit verzoek van de hand (»)• Doch terwyl de Keizer eenen aanvang maak- Het
te met het uitvoeren der voorafgaande punten, Spaan- toonde het Hof van Madrid kleine genegen- „„k[iof heid, om ze te bekragtigen en naar te komen. zwaard- De Hertog van Bournonville hadtze, gelykwy heid in*t boven (0) verhaalden, fchoorvoetende, gete- kekragü- kend. En 't Hof hadt 'er zo dra geene kennis jjooraf* van gekreegen, of hunne Majefteiten gelieten gaande zig verwonderd en misnoegd , over 't voltrek- punten. ken eener handelinge , welke , zonder hunne kennis , aangevangen was. De Heer van der Meer, den Markgraave de la Paz willende ge- luk wenfchen met de aanftaande Vrede, werdt koel bejegend. Zelfs hieldt de la Paz zig t'eenemaal onkundig van 't gene 'er, te Parys, was voorgevallen. Nogtans , gaf de Koning, pp den negentienden van Zomermaand , op 't fterk aanhouden van den Heere van der Meer, zyn woord, dat hy de voorafgaande punten aan- nam , en in 't ftaaken der vyandelykheden voor Gibraltar bewilligde. Weinige dagen laater, Wapen- floot
(«O Vuhz Rni'ssPT Recucil. Tnm. \\\ £.414.
Cb) ZH Gro<"-PlaUiitb. VI. Deel, bi. 274. (o) IHftilz. 4;il>. |
|||||
446 VADERLANDSCHE LXXII.Boek,
|
|||||
1727. floot men ook eene Wapenfchorfing voor dee-
-------ze Stad , die duuren zou , tot dat men tyding
fchorfing kreege van 't bekragtigen der voorafgaande
voor Gi- punten : waarna 't beleg, geheellyk, zou op- floo[enfe" gebroken worden. Maar na deeze bekragti- ging werdt nog lang gewagt. De ziekte des Konings van Spanje was hiervan, gedeeltelyk, iiande- oorzaak. Doch men vorderde ook nadere ver- ling van klaaring van het tweede en vyfde der vooraf- den Am- gaande punten. By het tweede, was beraamd van derUr» dat alle regten en bezittingen blyven zou- ter, aan „ den , gelyk ze geregeld waren, by de Ver- 't Spaan-,, dragen van Utrecht en Baden , by het vier- fche Hof.^ voudig Verbond, of by de Verdragen en „ Overeenkomften voor 't jaar 1725 gemaakt, „ en den Keizer noch de algemeene Staaten „ betreffende , en dat, zo 'er eenige verande- „ ringen , omtrent die regten of bezittingen, „ waren voorgevallen , men zulks op de aan- „ ftaande Byeenkomst, volgens de gemelde „ Verdragen, regelen en herftellen zou." En dit punt lcheen het Hof nadere opheldering te behoeven. In het vyfde punt was, onder ande- ren , vastgefteld „ dat men eikanderen de fche- „ pen, die mogten genomen zyn, met de laa- „ ding , te rug geeven zou." Maar de Span- jaards hadden , in 't voorleeden jaar, in Vera Cruz, een ryk Engelsch Zuidzeefchip, de Prins Fredrik genaamd, aangehouden (p) ; welk, met de laading , twee millioenen ponden fter- lings waardig gerekend werdt. En dit fc'iip hegeerde men te behouden , in regtvaaraige vergoeding , zo men voorgaf, om de fcha- de,
(j» MiNTGON Tuin. III. f. 82.
|
|||||
LXXII. Boek. HISTORIE. 447
de, door de Engelfchen, den Spanjaarden aan-
gedaan , met het bezetten der GalHoenen , in Porto Bello. Nog andere zwaarigheden maak- te men , aan 't Spaan fche Hof, over de uit- deeling van 't zilver en de goederan van by- zondere Perfoonen, welken met de Vloote uit Amerika waren overgebragt: al het welke het werk der Vrede en de opening der voorgeno- men' Byeenkomst zeer vertraagde. De Heer van der Meer , die thans alleen met de zaaken der Hanoverfche Bondgenooten , in Spanje, belast was, gaf zig veel moeite, om de Spaan- fche Staatsdienaars tot andere gedagten te bren- gen ; doch hy Haagde luttel. Ook kreeg hy vermoeden, dat de Hoven van Weenen en Ma- drid , heimelyk, overeengekomen waren, om de handeling te rekken. Eindelyk, fcheen hy, in 't begin van Hooimaand, hoop te fcheppen, dat de Markgraaf de la Paz in zyne voorflagen bewilligen zou. Hy verzogt hem , hierop , om postpaarden, op dat hy van 't gehandelde, ten fpoedigfte, berigt mögt können geeven aan zyne Meesters , en aan de Hoven van Frank- ryk en Engeland. Doch de la Paz zogt, van nieuws , uitftel ( q ). Van der Meer fchreef hem, hierop, eenen uitvoerigen brief, waarin hy hem de ongegrondheid der zwaarigheden, die 't Spaan fche Hof maakte, omftandiglyk , aanwees (>). De dood van George den I \ van welke men, omtrent deezen tyd , in Spanje, kennis kreeg, fcheen dit Hof', in't eerst, nog onhandelbaarder te maaken. Doch George He H,
(q~) MoNtgon Tom- IV. p. 444—469.
Cr) Voiiz Roussbt lUcueil lum. IV.,«. ie. |
||||
448 VADERLANDSCHE LXXILBoek.1
1727. II5 uit fchryvens van den Heere van der Meer,
ie-------vernomen hebbende, dat men, in Spanje, nog
ongeneigd bleef, om het fchip den Prins Fre-
drik te rug tegeeven, en Gibraltar, geheellyk, te ontheffen van 't beleg, gaf, .terftond na zy- ne komst tot de Kroon , bevel, om nog zes Oorlogsfchepen te voegen by't Esquader on- der den Admiraal Wäger, die op de hoogte van Gibraltar kruiste. Ook floot hy, in Slagt- maand , een Verdrag met den Hertoge van Brunswyk-Wolfembuttel, waarby deeze zig verbondt, om , ten dienfte des Konings van Groot - Britanje , vyfduizend man gereed te Hy vor- houden (*)• De Koningen van Frankryk en den dat Groot-Britanje en de Staaten der Vereenigde aderen Gewesten deeden , ondertusfchen , door den met de 'Heere van der Meer, ernftelyk, aanhouden by vioote den Koning van Spanje , dat hy de goederen , aange- met de vioote, uit Nieuw Spanje, aangebragt, zwfa'rb'^M« zo zwaar belastte , als hy fcheen voor te lastte. hebben (*). De onderzaaten deezer drie Mo- gendheden , en vooral die van den Vereenigden Staat, hadden veel deels in't gene, met deeze Vioote, was aangebragt. En het ophouden der Vioote door de Engelfchen hadt, fchoon'er 't belang van den Staat door fcheen bevorderd te worden, veel misnoegen en ongerustheid veroorzaakt, onder de Koopluiden: 't welk niet merkelyk afnam , zo lang de Gallioenen nog bezet bleeven, in de Haven van Porto Bello. Ook hadt de aankomst der Vioote , in 't voor- jaar , onaangezien 'er 't Hanoversch Verbond by
(.<■) Voïez Du M»nt Corps Dipl. Tom. VIII. A II. £• H$i
Roussp.t Recueil, Tom. IV p. 254. (f J IVluNïliüN Tom. V. f. iiij IJ)
|
||||
LXXILBoek. HISTORIE. 44p
by fcheen te zullen benffdeeld worden , onde? t7z~>
dé Spaanfche Koopluiden in Hollaudi en voor- al te Amfterdam , geene mindere vreugdf ver? oorzaakt dan in Spanje zelve. De handeling van den Ambasfädeur van der Meer, die zynen Meesteren, en zelfs den Koningen van Frank- x ;; ryk en Groot-Britanje veel genoegen gaf, werdt, - ondertusfchen , van, tyd tot tyd , moeilyker, doordien/ men, in Spanje , tyding gekreegen hadt, dat de Êngelfchen zig meester hadden gemaakt van het Eiland Providence , en van eene baaije in Kampeche : ook. dat zy eene - Sterkte hadden aangelegd , op de kust van Florida («). De hoop op de opeqing cjner Byeenkomst, tot vereffening der hangende ge- fchillen.» fcheen, derhalve, meer af- dan toe te neemen» ■ •• Ondertusfchen, kwam de handelwyze van 't Aanmer-
Spaanfche Hof veelen. gantsch onbegrypelyk kingen voor. Het Verbond van Hanover was, reeds °|*d^ae| te vooren, magtiger geweest dan dat van Wee- van het nen , welk , na den dood der Keizescinne van Spaan- Rusland , en na bet tekenen en bekragtigen der fchettof» voorafgaande punten door den Keizer, nog meer verzwakt was; doch daar was, federt eenen geruimen tyd , eene onderhandeling begonnen jusfehen de Hoven van Frankryk en Spanje, waaruit, eerlang, de verzoening tusfehen de twee Kroonen gebooren werdt. < £n 't fcheen, dat deeze verzoening het Spaanfche Hof hoop deedt fcheppen , dat de Koning van Frankryk minder yyeren zou voor da belangen van het Hanoverfchè Bondgenootfchap, dan hy tot hiar*
C») MontcoH tyln. V. >, 164, agi, 034, Ï93, äw»
XVIil. Deel. F f
|
||||
450 VADERLANDSCHE LXXILBoEït.
1797, hiertoe gedaan hadt: 't welk dan aanleiding gaf,
■ om het bekragtigen der voorafgaande punten te verwyïen. 't Gewigt der zaake vordert wel, dat
wy hier, kortelyk , vernaaien , op welk eene wyze deeze verzoening bewerkt werdt. Xiv. De Abt de Montgbri, die gelyk wy, te voo- De Ho- ren hebben aangetekend (v), naar Spanje ge- ven van trokken was, ten tyde van het Staatsbewind enTpanie des Hertogs van Bourbon, met heimelyken last, verzoenenom voorzigtiglyk te arbeiden, tot herftelling zig met der verbroken' vriendfchap , tusfchen de twee eikande- £roonen , hadt zig, federt de verheffi g des reH' Kardinaals de Fleury, die hem niet gunftig was , minder dan te vooren , können kwyten van deezen last, om dat hy zig minder vrien- den wist te verkrygen , aan 't Spaanfche Hof. Hy hadt zig , nogtans , zo bemind weeten te maaken, by hunne Kathotyke Majefteiten, dat zy hem , in "t begin deezes jaars , té rug ge- zonden hadden naar Frankryk, om, op de be- dektfte wyze, aanhang te winnen voor Koning FiHps ; die zynen toeleg . tegen «fie van den Huize van Orleans, zou begunftigen, waneer hy, in geval de Koning zonder Zonnen over* leédt, aanfpraak maaken zou op de Krooneva» Frankryk ; zyn regt op welke, ichoon hy 'et plegtiglyk van afgeftaan hadt, hy, nogtans, nimmer, uit het gezigt hadt verlooren (w). 't Be- rigtfchrrft dés Konings van Spanje,'den Abt de Montgon, ten deezen einde, ter hand gefteld^ h nog in wezen, en in deszelfs Gedenk/driften (*) te vinden. Ook verhaalt hy* dat hy den .»• ■ Kar» lw) Folez MONTCOM Tom. II. p. 37.43»215.35«» S<»i»3<V
(O 2*ro. III. p. 70. VHcz dusfi Tom. VIII. p, 515. |
||||
LXXil.BoÊK. M I STORI'È. 4fr
Kardinaal de Fleury, den Hertog van Bour- tfafc
bon , fchoon thans van 't Hof verwyderd , en -----•'
veele andere Luiden van rang, bragt of ver-
fterkte in het voornèemen, om den Koning van Spanje , in zulk eene gewigtige gelegenheid, dienst te doen (;?)•' Doch alzo deeze handel zeer bedekt gehouden moest worden, hadt de Koningin hem nog een Gefchrift mede gege- ven , waarin verklaard werdt „ dat men zig „ bedroog, alsmendagt, dat hunne Katholy- „ ke Majefteiten af keerig waren van' alle ver- „ zoening; datzy, in tegendeel, gaarne zou- 3, déti fcièri , dat zyne Allerchristelykfte Maje- .. „ fteit het Weener-Verbond aannam:: in welk ^4 „ geval zy den onderdaanen van Fraiikryk de „ goederen wilden uitkeeren, welken hun, ure {,, de Iaading der Vloote en Gallioenen, toe- „ kwamen (ä^ü En dit Gefchrift gaf den Abt aanleiding , om ook over gemeene zaaken te handelen , en den inhoud van zynen geheimen last te beter bedekt te houden. De voorflag, die'er iri vervat was., yondt egter geenen in«\ gang aan 't Franfche Hof (a). Doch 't han- delen hierover gaf gelegenheid , tot'de her- ,4w» ftelïirïg der1 verbroken' vriendfchap tusfchen dé twee Hoven. Montgon bewoog denKardinaai, om- eenen brief te; fchryven aan de Kpnln- ginne van Spanje, die gurtftiglyk beantwoord Werdt (?#)• Daarna, befloot Koning LódewyK zelf, äam Koning Filips tefchryven, opdévei* GO 7*w. IK- *• «37-^ *tfj itS-i-tiC, ap5. TM. Ff. fi
S93. 342- Tem. V. p. 196". (2) Montgon Tem. III pi 8n - !| ' - I C a) Montgon Turn. IV. p: 86.
(bj Montqön Tom. Wip.x$Ti- 'T da/ Ff a
|
||||||
45a VADERLANDSCHE LXXII.Bowê
|
|||||
17*7. zekering , die Montgon den kardinaal gedaan
Ook kwam 'er behoorlyk antwoord op deezen
brief (c) : waarna de verzoening geoordeeld werdt voltrokken te zyn. Lodewyk de XV. befloot, kort hierna , wederom eenen Am- bassadeur te zenden naar Spanje. De Graaf van Rottembourg werdt tot deeze aanzienlyke waardigheid benoemd. Hy kwam, in 't begin van Wynmaand deezes jaars, aan , te Ma- drid (rf). . , xv. De Vereenigde Gewesten , en Holland in 't Sterf e byzonder , werden , in den Zomer en Herfst Lande? deezes jaars ,, bezogt met heete koor tfen ^wel- ken , in \ gemeen , befinettelyk geoordeeld werden, en veele menfchen uit het leeven ruk- ten. Te Amfterdam, daar anders, bygewoone tyden, in den Herfst, naauwlyks tweehonderd menfchen ter weeke begraaven worden, begroef men 'er nu , verfcheiden' weeken agtereen , tusfchen de zes- en zevenhonderd. Dood van De Raadpenfionaris van Holland, Izaak van denRaad-Hoornbeek, die, in Hoqimaand des jaars 1735, Pe'^lon^ nog voor vyf jaaren aangenomen was geworden beeiu° CO» was 0('fc»°P ^en z-ventienden van Zomer- raaand£/) aan eene uitteerende ziekte, over- leeden. in den ouderdom van eenenzevehtig jaa- ien (g). Zyn gewigtig Arnpt, welk, eenigen jyd, by voorraad, doót Jakob Go(fefr$t\ Baron •san den .ßoetfelaar, als eerfte der Heeren Edeien , waar-
t<£ßä 3MWTOOJI Tam, IV,,*. «$#—104, 43T, 4M«
td) MoNTcöK Tom. V. p. 25'i, 321. fs) Refol. Holl. 18 July 1725. 1>U 534- (f) Re'öl. Holl. 21 Jliny 1727. W. 677 CgJ Europ. Merc. Jati.—-J«ny 1727. hl. 315, |
|||||
LXXILBoek. HISTORl E. 453
waargenomen geweest was, werdt, op den ze- 1727;
ventienden van Hooimaand , opgédraagen aan |
||||||
den Thefaurier Generaal, Mr. Simon van SUn De The«
geland. Hyverfcheen, twee dagen daarna, vour ^urler- de eerfte reize van zyn leeven, in de Vergade- Simon" ring van Holland: 't welk, veelligt, nimmer, van siin- eenen Raadpenfionaris , voor hem , gebeurd geland was. Men beëedigde hem, op dezelfde Inftruc- ^o!gt tie, waarop zyn voorzaat het zelfde Ampt be- emop* kleedt hadt. Ook werdt hem dezelfde wedde, te weeten, twaalfduizend guldens in 't jaar, toe- gelegd , wordende hem daarenboven, ingeval hy 't Raadpenfionarisfehap , t'eenigen tyde , mögt afleggen, een jaargeld van vierduizend guldens beloofd (<4). De uitQag der handelinge aan 't Spaanfche XVI.
Hof was het gewigtigst voorwerp van de zorge Hande- der Vereenigde Staaten. Het ophouden van "^betei« het zilver en van de goederen , die, met de iing 0p Vloote , in Spanje waren aangebragt, veroor- de goe- zaakte den Spaanfchen Koopluiden, hier te der?" en Lande, groote fchade. De Koning fcheen meTde' gezind, de onderzaaten van Frank;yk, Groot- Spaan- Britanje en de Staaten, welken een aanzienlyk fche gedeelte van dit zilver en van deeze goederen vloot* toekwam, zo zwaar te belasten, als of hy, met £®"|te#" ' hen, m openbaaren oorlog geweest was. Men wilde hun de Stukken van As;ten, die tegen agt Reaalen de Plata geregistreerd waren, tegen ne- gen en eene halve Reaalen , uitdeden , waar- by zy twintig ten honderd verliezen zouden. De Staaten, hiervan kennis bekomen hebben- de, 00 Zit Refo'- Ho11, j7j *9 July 1727.2«. 734» 737« Cioot
fUlwaib. VI. Deel, il. 56, 57, 58. ' Ff 3
|
||||||
454 VADERLANDSGHE LXXII.Boek,
tf 27. de , beflooten den Heere van der Meer aan te
r „ hoe zeer zulk eene zwaare belasting (treedt, „ roet het vyfde der voorafgaande punten ;" doch alzo zyvan hun befluit, vooraf* kennis gaven aan de Franfcha en Engelfche Gezan- ten , in den Haage « merkte de Markgraaf de Fenelon aan „ dat men eerst de gedagten der „Hoven van Frankryk en Groot * Britanje v behoorde te weeten, om daarna, in eene „ gemeene zaak , gelykerhand , 19 arbeiden." Ook verzogt hy eenige opheldering , omtrent de verhooging der {lukken vanagten, van wel- ke gewaagd was. De Afgevaardigden der Staa- ten hernamen ,> dat men hun onderregt-hadt, „ dat, ten tyde van den Hertoge van Ripper- „ da , de munt in Spanje verhoogd was, en „ de (lukken van agten op negen en eea hal- „ ve Reaalen de Plata gefield ; doch dat zy „ oordeelden , dat zulk eene verhooging gee- t „ ne plaats behoorde te hebben ? omtrent het „ zilver, op de Vloote en Gallioenen , voor „ rekening van byzondere Perfoonen , gelaa- „ den ; om dat dit Zilver, in wezen, aan dee- „ ze Perfoonen toebehoorde, waarom het hun ■„ ook zo als het was moest uitgeleverd wor- „ den. Hen te verpligten het zilver naar de ,. Munt te brengen, om het, met de gemelde „ verhooging, te rug «te ontvangen, was eene, i Induho. „ foort van belasting. Wat de gewoone * be- „ lasting betrof; zy waren ondeiregt, dat, de- „ zelve, in Oorlogstyden, wel plag verhoogd j, te worden; doch in tyden van Vrede, gelyk „ men zulke tyden verftaan moest, door de „ vrye tyden, waarvan, in 't vyfdfi der vooraf. „ gaan-
|
||||
LXXILBoek. HISTORIE. 455
|
|||||
„ gaande Punten, gewaagd werdt, was zyniet 17a?.
„ hooger dan vyf ten honderd geweest. Ein- ■■ 1 ■■■ ,$ delyk, hadden ze van het befluit der Staaten „ kennis willen geeven aan de Gezanten , op „ dat de poogingen van hunne Hoog-Mogend- „ heden, aan het Spaanfche Hof, door die „ van hunne Allerchristelykfte en Groot -Bri- „ tannifche Majefteiten, ondeifteund, te bete- „ re uitwerking hebben zouden." Ook verwier- ven de drie Mogendheden, eerlang, dat de Huk- ken van Agten tot agt Reaalen de Plata werden gerekend , by de uitdeeling : doch de belas- ting begeerde men geweldiglyk te verhoogen. De Heer van der Meer, die, uit den naam der drie Mogendheden, gehandeld hadt, hadt niet können verwerven, dat men, in Spanje, de te- genwoordige tyden , als vryen en vreedzaamen, aanzage. De overige zwaarigheden , die 't Spaanfche XVII»
Hof maakte, bleeven nog in volle kragt 't Be- Hande- leg van Gibraltar werdt nog niet opgebroken, '["fpaan- Men weigerde de herlevering van 't fchip den fche Hof Prins Fredrik, en men vorderde, dat de En- tot be- gelfchen het Eiland Providence en de baai op k!a8"- de kust van Kampeche verlieten : ook dat zy „,-"41" de Sterkte deeden flegten , welke zy , op de ring der kust van Florida , hadden opgeworpen. Men vooraf- verwagtte veel goeds van de aankomst des eaande Graaven van Rottembourg (#), die, terftond, ^bewee* met den Markgraave de la Paz , in onderhan- gen. deling tradt, en last hadt, om ronde verklaa- ring te vorderen, of men de voorafgaande pun- ten, in derzelver waare betekenis, begeerde te be*
Cf) Roumrt Recueil, Tm. IV. p. 30—33,- Ff4
|
|||||
456 VADERLANDSCHE LXXILBoek.
i;»7# bekragtigen, of niet. Hy ontkende niet, onder
*——. 't handelen „ dat Spanje gegronde reden van „ klaagen hebben kon, over 't gedrag der En- w gelfchen in Amerika; doch hy verftondt, „ dat deeze klagten , op de Byeenkomst, be- ,, hoorden gebragt te worden, en dat men, n midlerwyl, de voorafgaande punten ter uit- „ voeringe brengen moest, waartoe de Ko- „ ning zig, by zyne ondertekening, verpligt „ hadt s of zo zyne Majefteit vorderde , dat „ Groot-Britanje hem, vooraf, voldeede» zou „ dit Ryk ook, vooraf, herlevering vorderen „ können van alle de fchepen, na de Utrecht- „ fche Vrede, door de Spaanfche Kustbewaar- „ ders, genomen: 't welk eene langwyligheid „ en verwarring brengen zou in de handeling, „ die regt bekwaam zou zyn , om Europa te „ dompelen in dezelfde zwaarigheden, welken „ men, door het treffen der voorafgaande pun- . „ ten, zogelukkiglyk, meende weggenomen „ te hebben; te meer, daar deEngelfchen ver- „ klaard hadden , hever de wapenen te willen „ herneemen, dan van hunne regten afftaan „ (r)." Op deeze wyze, fprak Rottembourg in 't begin ; doch men kreeg vermoeden , dat hy, toeleggende, om, als gewoonlyke Ambas- sadeur van Frankryk, in Spanje te blyven, zig aangenaam zogt te maaken aan 't Spaanfche Hof, en hierom, naderhand, wat zagter toon floeg (*)• Ook oordeelden fommigen , dat men, in Spanje, nog al hoop fchepte op eenen opftand in Engeland ; alwaar, inderdaad, veel ' ver- fr") Montcon Memoir. Tom. \V. p. 338— 343*
C-'3 Mcstgoh lim. V. ƒ. 383 j 46?» |
||||
LXXII. Boek. HISTORIE. 457
|
|||||
verdeeldheid was in 't Parlement; en dat men i7aW
zig verbeeldde, dat de Kroon .liever dan, in zul- ——<
ke omftandigheden, eenen uitheemfchen-oorlog aan te vangen, befluitenzou, tot de herlevering van Gibraltar en'Port Mahon (£).
Doch de Heer van der Meer, en de Engelfche Voor-
Gezant Benjamin Keene, die, na 't tekenen der |lag d": voorafgaande punten, te Madrid gekomen was, ^^ drongen, eerlang, zo fterk op antwoord, dat de Graaf van Rottembourg, aangezet door brieven van den Kardinaal de Fleury , einde- lyk, bewilligde in een Ontwerp van 't Spaan- fche Hof, waarby de herlevering van 't fchip den Prins Fredrik, op zekere voorwaarden, werdt toegeftaan. Hy ^ondt dit Ontwerp naar Frankryk. Doch men fchreef hem „ dat En- „ geland het nimmer zou aanneemen." Hy Eisch kreeg, toen, van nieuws, bevel, om* nevens der Ha* Van der Meer en Keene, aan de Spaanfche *^x~ Staatsdienaars te verklaaren „ dat de Hano Bondge- „ verfche Bondgenooten niet langer in onze- nooten, „ kerheid konden blyven, en volftrektelyk be- „ geerden; te weeten , wat zy^te wagten had- „ den , oorlog of vrede ? " Van deezen last lekte , eer hy voltrokken werdt, iet uit aan 't Spaanfche Hof, welk hierop veranderde van gedagten. De Gezanten van Frankryk, Groot- Britanje en de Staaten, dezaaken, vooraf, be- reid hebbende, hielden , op den eerften van Wintermaand, eene byeenkomst metdénGraa- ve van Konigfek en den Markgraave de la Paz. Men kwam, hier, overeen, dat Rottembourg eenen brief fchryven zou aan de la Paz, be- hel-
(O ïIontgon turn, V. P-H7-
Ff5
|
|||||
4$8 VADERLANDSCHE LXXH.Boek.
1747, heizende de voorwaarden, op welken, de Ko-
—- ning van Groot- Britanje begeerde, zig te ver- Hun Ont-draagen : op welken brief, de la Paz zou ant« werP woorden, en , in zyn antwoord J de aannee- ming der gemelde voorwaarden vervatten, 't Gefchiedde (#). Rottetnbourg fchreef „ dat „ men , zonder nader befcheid af te wagten, „ alle overgebleeven' zwaarigheden zou kon- „ nen wegneemen, alzo de Koning van Groot- „ Britanje beloofd hadt, terftond, bevel te „ geeven, aarj zyne Admiraals Hofier en Wa- „ ger, om uit de Indien en Spanje naar huis „ te keeren. Ook wilde hy aan de beflisfing der „ oanßaande Byeenkomst verblyven , of het f chip „ de Prins Fredrik eenigen verbooden handel ge- it dreeven hadt: in welk geval, men deswege , , „ behóorlyke voldoening geeven zou , zo wel als „ omtrent alle de Pryzen , welken men , weder- „ zyds op eikanderen veroverd hadt, zullende men „ eikanderen ook voldoen, wegens het krenken der f, Verdragen, na'tjaar 1725: mids de Koning „ van Spanje zjg verbonde, om, 1. het beleg ,, van Gibralta» * terftond , op te breeken , „ de zaaken berftellende in den (laat, waar- in zy, volgens de Utrechtfche Vrede, be» „ hoorden te zyn. 2. Bevel te geeven, om „ het fchip den Prins Fredrik over te leveren „ aan de bedienden der Engelfehe Zuidzee- „ Maatfchappye , te Vera Cruz , die 't naar „ Europa zouden voeren ; na dat men een „ lyst van de laadinge gemaakt zou hebben, „ laatende, midlerwyl, den Koophandel der „ Engelfchen in Amerika vry blyven, op den „ voet
fjO MoKTcoM T»m. V. f. 468 —473.
|
||||
LXXII.Boek. HISTORIE. 459
|
|||||
„ voet van het Verdrag van Asfiento. 3. De i72?,
„ goederen, met de Vioote aangebragt, uit te ------m
„ deelen aan de eigenaars (y)."
De Markgraaf de Ia Paz bewilligde , gelyk wordt
men afgefproken was, op den derden van Win- door d<? termaand, fchriftelyk, m de voorwaarden van ^*™~ deezen brief. Alleenlyk maakte hy eene merk- tegen' waardige verandering in het punt, welk wy, affpraak, met eene fchuine letter, hebben doen druk met "ne ken, en welk, in zyn antwoord, op deeze wy j^t7" ze, gefield was; „ Datmen, op de aanftaande zonde- „ Byeenkomst, zou onderzoeken, of hetfchip ring, „ de Prins Fredrik niet of al gehouden ware, ^angeno« „ te voldoen de fchade , welke door het lang ^611" „ bezet houden der Haven van Porto Bello „ veroorzaakt was ; waaromtrent men , vol- „ gens de uitfpraak der Byeenkomst, voldoe- „ ning geeven zou : zullende den zelfden re- . „ gel ook plaats grypen , ten opzigte van alle „ de Pryzen, wederzyds genomen, en van dex „ verdere fchade, welke men eikanderen in 0 den Koophandel mögt hebben aangedaan : „ midsgaders, van de heimelyke en openbaa- „ re krenkingen der Verdragen en Verbindte- „ nisfen , voor het jaar 1726, ingevolge van ,» het tweede der voorafgaande punten (w>)." De Graaf van Rottembourg , 't zy hy deeze pe Ko. verandering niet gemerkt hadt, 't zy hy ze van ning va« klein gewigt rekende , 't zy, eindelyk, gelyk Spanje waarfchyrjykst is, dat hy zig te zeer voegde ^Vllein_ naar 't Spaanfche Hof, ontving het Ontwerp deiy'k.to yan den Markgraave de la Paz , en zondt het een ver- naar beterd Ont- (v) Vtihz Roi'Ssït Upcucil, Tem. IV. ƒ>. 31. Werp,
|
|||||
4&> VADERLANDSCHE LXXII.Boek.
1727, naar Frankryk. Van der Meer en Keene had-
m.....- den hem , ondertusfchen, reeds te kennen ge- geven , hoe zeer het hun mishaagde. Ook werdt het, in Frankryk en in Engeland , van de hand ge weezen (*)• Rottembourg arbeid- de , federt, zo ernftelyk, om den misflag, dien hem zyne toegeevendheid hadt doen begaan, te doen herftéllen, dat hunne Katholyke Mx- g jefteiten , eindelyk , bewilligden in eene ver- andering van het jongfte O «werp , waarin de Koning van Groot-Britanje genoegen nam (y). Het punt, waarover 't gefchil viel, werdt 'er in gefteld, op deeze wyz'e: „ De Koning van „ Groot-Britanje ftaat toe, dat, in de Byeen- „ komst, onderzogt en afgedaan worden de „ klagten, welken de Spanjaards, wegens ver- „ booden handel en andere zaaken, ten opzig- • „te van het fchip den Prins Fredrik , hebben „ mogten : ook, dat de verdere eifchen, wel- „ ken men tegen eikanderen hadt, aldaar wor- „ den afgedaan : midsgaders, dat men 'er be- „ flisfe, of de pryzen, welken men in zee op „ elkanderen veroverd hadt, bthooren weder- 9> gegeven te worden, of niet." In de overige punten, was het O * werp van den Graave yan Rottembourg , genoegzaam woofdelyk , ge- volgd. Het veranderd Ontwerp werdt, door de Keizerlyke, Franfche, Spaan fche , Enge^ fche en Staatfche Staatsdienaars , den zesden van Lentemaand des jaars 1728, op het Pardo, , getekend (z). Daar verüep egter nog ee- ni-
(■*") MoNTCON Tam. V. f1.431,483,486. Tom. VI. p. 35,36.
(jö Montoon 7«»;. VI. p. 50. {z) yoicz Rocisset Recueil , Tom- IV. p. 4«;. Du Moirr
Curps Dipl- Tom. VUI. P. II. p. 150. Mo.ntgon Tem. VUU» f. IJ2--- J57.
|
|||||
_—A
|
|||||
tXXII.BoEK. HISTORIE. 461
nige tyd , eer men 't volkomen eens werdt, i?a&
wegens den last, dien de Koningen,van Spanje -----.
en Groot-Brianje geeven zouden aan hunne
onderhoorigen in Amerika; en eer het Spaan- fch$Hof befloot, de werken voor Gibraltar te flegten , en de $paanfche troepen te doen ver- trekken, 't Eenen't ander gelukte, nogtans, eindelyk (a), en alles fcheen zig te fchikken, tot eene algemeene bevrediging der misnoegde Mogendheden van Europa. Ook verwagtte men nu, eerstdaags, de ope- xvift.
nïng der Byeenkomst, op welke de openftaan Naamea de gefchilien ftonden vereffend te worden. Zy derv^>r- moest, volgens de voorafgaande punten, te ™™oX* Aken worden gehouden. Doch men verander magüg- de van gedagten , op verzoek van den Kardi- den op naai de Fleury, die tot eerften Gevolmagtigde J*e a*n* des Konings van Frankryk benoemd was , en B^enen* zig bezwaarlyk zo verre van 't Hof verwyde komst, te ren kon. Kameryk werdt dan, wederom, tot Soisfons. dé haridelplaats benoemd. Doch om dat deeze Stad nog te ver van Compiegne of Marly was, daar't Franfche Hof ziggemeenlykbevondt, befloot men, den Kardinaal nog verder te gernoet te gaan, en te Soisfons tê vergade- ren .(#). De Gevolmagtigden der meeste Mo- gendheden kwamen , hier, in Zomermaand , aan. De Keizer zondt 'er den Groot - Kanfe- lier , Filips Lodewyk , Graaf van Sinptndorjft Joatt Ckristoffel Pentenrieder Baron var A «els- haufen, en Leopold, Graaf'van Wind'uchgratz. Pentenrieder., op den tienden van Oogst- maand, overleedeh-zynde , werdt, door den Bi-
£ O M0NT00N Tm. VJ. p. 172, 173.
(*> MoMToow Tom. V. f, i»4—laß, |
||||
46* VADERLANDSCHÊ LXXH.BoeJe;
17*8* Baton de Fonfèca $ 's Keizers Gezant in Frank-
■ behalve den Kardinaal de Fléury , tot de han- deling gevolmagrigd de Markgraaf de FeneJort en de Craaf van Brancds■- Cerest i van wege Spafije, Jvotj Michiel Jozef, Hertog van Bour- nonvüle , Dori Aharo de Navia Oforio , Mdrfc graaf dé Santa Cruz , en 'JDon Joachim Ignatiui de Bairenechea, Hofmeester der Koninginne Cc). De Koningvan Groot-Britan je hadt tot zyne Gèvolmagtigden benoemd William StanhorJe, tweeden Kamerling van's Konings Huis, eri, voor deezen,Ambasfadeur aan 't SpaanfcheHof, Horatio Walpole, buitengewoonen Ambasfa- deur in Frankryk, en Steven Pointz. De Stäa* ten hadden tot de handeling verkooren de Hee- ren Cornelis Hop, Oud Schepen en Raad de* Stad Amfterdam en Bewindhebber der West- indifche Maatfchappye; Steven Hurgronje, Bur- gemeester van Vüsfingen en Bewindhebber def Oostindifche Maatfchappye, en Sikkö van Goslinga , Grietman van Franékeradeeï. De Heer van Goslinga hadt verzogt van de be- zending verfchoond te worden 'j deels ter oor- zaake zyneir hooge jaaren , maar vooral', om dat de .geldmiddelen van Friesland de fêostetï deezer * aanzienlyke bezendmge bezwaariyß draagen konden ; doch de andere Gewesitën hielden ernftelyk aan by de Staaten van Fries- land , dat zy Goslinga bewoogen. Holland boodt zelfs aan, de helft der kosten op ztg te willen neemen, zo lang Goslinga zig tot de handeling zou laaten gebruiken (d) ; waarop hy
(c~) VoUz Montcom Tom, V. p. 105.
(d) Refol. Friesl. 4 Oltoh. '29 Kayem'j, 17^7. OMigtli. H't Jagtpr. gedr. 1737. lil. 102, 103, |
||||
tXXII. Boek. H I S T O R I E. tf$
|
|||||||
hy zig hadt laaten overhaalen. Wyders, had- ir^M
den Rusland , Zweeden, Deenemarke , Poo- ——• ïen , de Ketirvqrften van Beieren en de Palts, en de Hertogen van Lotharingen , Modena en Holftein ook hunne Gezanten op' de Byeen- koms$, te Soisfons ; alwaar zelfs twee afge- zondenen van de Oostendefche Maatfchappye , de Bewindhebbers Patyn en groïy, werden toegelaaten («}. De verfchillende inzigten en belangen der XIX.
handelende Mogendheden , zelfs der zulken, Sche" die , door de twee Verdragen van Weenen of i^ig^a van Hanoyer, onderling aan eikanderen ver- en beian- bonden waren , deedt veelen vreezen , dat dé gen der Byeenkomst te Soisfons geen' beteren uitflag hande- hebben zou, dan die van Kameryk, voor om- Mogen*. trent drie jaaren, gehad hadt. 't Best, datmer* heden: lig voorftelde, waseenelangduurigehandeling* aisvas De Keizer en Spanje , fchoon verbonden door den Kd" het Weener- Verdrag , hadden geheime inzigj f^^ ten, die tegen élkanderen aanliepen. De Kei- zer hadt beloofd, de Hertogdommen Toskane, Parma en Piacenza aan den ïhfaht Don Carlos te zullen opdraagen, en 'er" reeds Akten vw verleend :. dpch, den Paus en den Groot-Her- tog van Toskane tegen deeze Akten geprotes- teerd hebbende '(ƒ), hadt deeze opdragt, zo vermoed werdt, tot heimelyk genoegen des Keizers, zyn vol beflag nog niet gekreegeo. Midierwyl, was Francois Farnefe, Hertog varj Parma, die met Dorothea tan Nieuwburg, We- duwe zyns Broeders Odoard Farnefe, gehuwd geweest was, wien zy de tegenwoordige Konih- . CO Roüsset Recucil, Tom. Vi f. TfU
(f) Zit hier vogr, H.s88. |
|||||||
464 VADERLANDSCHE LXXILBouö
*?«8. gin van Spanje gebaard hadt, in Sprokkelmaand
~-----des jaars 1727, onverhoeds overleeden., Zyn
ßroeder, Antonio Farne/e, was hem opgevolgd
fn de Regeering (g), en zelfs a wat laater, in äe egt, getreden met de Prinfesfe Henriette yan ^fodena (/5)i En dit Huwelyk, zo't vrugtbaar bleek, maakte de verwagting van den Jnfant Don Carlos , ten opzigte van Parma en Pia- cenza , nog ortzekerer, dan zy te vooren was. . Het Spaanfche Hof hadt, om zig van de Ita- liaanfcbe Staaten te verzekeren , al voor lang^ hèimelyk, voorgenomen, in de. plaats van zes- duizend Zwitfèrs, gelyk by 't viervoudig Ver» ■■\ - Bond beraamd was Qi), zesduizend Spanjaards te voeren naar Italië: waarin Frankryk en ' Groot - Britanje , reeds by een geheim punt ' yin 't Verbond van 't; jaar 172,1 , bewilligd |
||||||||||||||||
SSV ïl
|
hadden (£). Doch men dagt het nu» openlyk,
|
|||||||||||||||
te bedingen, op de Byeenkomst te Sokfons»
|
||||||||||||||||
, De Keizer zogt, daarentegen , het invoeren
|
||||||||||||||||
»»tniji van Spanjaarden in Italië, uit al zyn vermogen,
te voorkomen. Hy vreesde, dat het Huis van Bourbon hem, aïlengskens, te magtig worden zou, in Italië ; en zig,'door den tyd, meester maäken van zyne andere bezittingen in dit Ge- west. Hy zogt, hierom,, Groot-Britanje en de Staaten te öntfteeken met argwaan tegen dit Huis, èn hen te beweegén, om, in allen geval y allëenlyk Zwitfèrs , en geene Spanjaards, ixt Italië té laaten voeren. Wyders, ftondt hem, met deeze. twee Mogendheden , het ftuk der Oost:
-fÊÖ MONTGON Tom. III. p. 420 — 44$*. , .":;*;
"fftj Montgon Tam. V. p. 391.' . p) \Zie hiervoor, bl. 175. (%) Zie bier voor, l/U ajtf. |
||||||||||||||||
kXXÏÏ.BoËK. HISTORIE. 46$
|
|||||
öostehdefche Maatfchappye te vereffenen. En 1739.
eindelyk zogt hy de voornaamfte bandelende------:
Mogendheden te beweegen , tot eene belofte,
om de Pragmatike Sanétie, of vastgeftelde op- Volging in 't Huis van Oostenryk, te handhaa- ven: waarin de meesten merkelyke zwaarighe- den zagen. De handeling over 's Keizers be- langen alleen moest, derhalve, den Gevolmag- tigden op de Byeenkomst te Soisfons lang werk verfchaffen» Tusfchen Spanje en Groot-Britan- Van je, waren ook verfcheiden' zaaken af te doen; sP™i* waarvan wy, reeds te vooren, gewaagd hebben. BrjMnje6 Spanje begeerde vergoeding voor't nadeel, by *t ophouden en bezetten der Vloote en Gallioe-, nen , in Amerika , geleeden» De Engelfcheri vorderden, hiertegen, 't fchip den Prins Fredrik te rug, en begeerden de fchade gebeterd td hebben, die hun , federt eenige jaaren , door de Spaan fche Kustbewaarders, was toegebragt* Het vereffenen deezergefchillenftondtgefchaa- pen , veel tyds te zullen kosten : doch men verwagtte niet, dat Spanje ftyf opzyneeifchen ftaan zou, als het Groot-Britanje en de Staaten maar beweegen kon» om in het overvoeren der zesduizend Spanjaards naar Italië te bewil- ligen. Frankryk, voor zig zelf, niets van be- lang te vorderen ofte voldoen hebbende, kon bekwaamlyk het ampt van fcheidsman en mid- delaar, tusfchen de handelende Mogendheden, waarneemen. Doch behalve de genoemden, wareneer nog Vsn
andere gefchillen onder de Vorften en Staaten eenige van Europa in wezen, welken men voorhadt, ^esdnn?t, op de Byeenkomst te Soisfons te brengen , of fcben"* op welken men , ten minften, ondte 't hande- Ryks» 2CVIII. De Et. Gg len»
|
|||||
466 VADERLANDSCHE LXXII.Boek.
1728. len , het oog hadt. De Hnizen van Beieren
——— en Saxen maakten aanfpraak op een gedeelte van de Oostenrykfchenalaatenfchap, en zagen, hierom , ongaarne, dat men de voornaamfte Mogendheden tot het handhaaven der Prag- matike Sanftie zogt over te haaien. Maximi- liaan Emmanuel , Keurvorst van Beieren , in Sprokkelmaand des jaars 1726, overleeden zynde (7), was opgevolgd door zynen Zoon Karel Albrecht, die met Maria Amelia , Dog- ter van Keizer Jozefus , gehuwd was , en uit deezen hoofde aanfpraak maakte op een ge- deelte der Oostenrykfche nalaatenfchap, zo de Keizer, zonder Zoonen, overleedt. De Keur- prins van Saxen was , insgelyks , gehuwd met eene Dogter van Keizer Jozefus , Maria Jo~ zefa genaamd , die hem reeds eenen Zoon en eene Dogter gebaard hadt. De Huizen van Brandenburg, Saxen, Suitzbachen Tweebrug- gen beweerden regt te hebben , op Gulik en Berg, welke Hertogdommen nog bezeten wer- den door den Keurvorst van de Palts , Karel Filips, die geene Zoonen hadt, en omtrent ze- ventig jaaren oud was C?»). De Huizen van Brunswyk-Lunenburg en Anhalt hadden eifchen op Saxen-Lau wenburg. De zaak van Karel Leo- pold , Hertog van Mekelemburg , maakte ook veel gerugts, ten deezen tyde, en hadt geenen kleinen invloed op de handelingen te Soisfons. De Hertog was, genoegzaam van den aanvang zyner Regeeringe af, in gefchil geweest met den adel zyns Hertogdoms, welk zo hoog liep, dat
|
||||||
( /) Vokz M ontgon Memoir. Tom. I. p- 484.
(«O Voitz Rousskt lUcueil, Ttim, lil. p. 19a —196. |
||||||
LXXIÏ.Boek. H i S ï O ft ï Ê. tfif
dat de Keizer, tusfchen beide komende, defl
Hertog ontzette van 't bewind zyner Staaten , welk aan den Keurvorst van Hanover, en den Hertoge van Brunswyk - Lunenburg - Wolfem- buttel opgedraagen werdt. Doch, kort voor 't openen der Byeenkomst te Soisfons, was hier- in verandering gemaakt. De Keizer, t'onvre- de op de twee Beftierders, die* in de gemeene zaaken van Europa, andere inzigten volgden dan hy , gaf 't bewind over Mekelemburg aan Karcl Lodewyk , Broeder van Karel Leopold , en ftelde, nevens de twee genoemde Vorften, den Koning van Pruisfen , als Hertog van Maagdenburg en Medebeftierder der Neder- Saxifche Kreits, aan , om Karel Lodewyk t6 handhaaven in't bewind (ä). De Koning van Pruisfen beweerde ook, by mangel van man- nelyk oir , tot alle de Keizerlyke Leenen van 't Hertogdom Mekelemburg geregtigd te zyn< Doch dit maakte George den II, als Keurvorst van Hanover, en den Hertog van Wolfembut- tel te ongenegener, om 't bewind, welk hem, door den Keizer, opgedraagen was, te er-s kennen. Hier uit öntftondt een twist tus- fchen de voornaamfte Duitfche Vorften , die veele jaaren duurde (o), en niet nalaaten kon eenigen invloed te hebben op de han- delingen te Soisfons. De twist tusfchen den Vorst en de Stenden van Oostfriesland, van welke wy, hiervoor Q>), gewaagd hebben, en die, in zeker opzigt, overeenkomst hadt met
CO WÄr Du KIont Corps Dipl. Ttim. Vftl. P. % f. igf,
tuplt'tn. au Corps Dipl. Tun. U. P. V. ƒ>• 2io & /b/v.
(o) Voiez Rousset Rccueil, Turn. VII. p. 1 — 293* (.pj Blad*, süa. ' ■"• ' Gg2
|
||||
468 VADERLANDSCHE Boer.LXXIT.
r»a8. met de Mekelemburgfche zaak , hadt, insger
------ lyks, vry wat invloed, op de handelingetue
Soisfons.
Van de De Noorder Kroonen hadden ook inzigten, Noorder ^e onderling verfchilden , en op welken men „ Kroonen. .^ dfi gyggnjjQjagt te Soisfons, het oog houden moest. De Hertog van Holftein, gedraagen door de Hoven van Weenen en Petersburg , en , zo vermoed werdt, ook door de Konin- gen van Poolen en Pruisfen , maakte eisch op de Kroone van Zweeden , en fcheen flegts te wagten op de gelegenheid , om zynen eisch te doen gelden. Ook zogt hy herfteld te worden in't Hertogdom Sleeswyk, in't bezit waarvan, Frankryk en Groot -Britanje beloofd hadden, den Koning van Deenemarke te zullen handhaa- ven ( q~): of, zo hem dit niet gelukken mögt, oordeelde hy, dat hem ten minfte eenig an- der Vorftelyk goed, in de plaats van Sleeswyk, moest worden toegelegd. ZynZoun, in Sprok- kelmaand deezes jaars gebooren , hadt, gelyk men het thans aan het Rusfifche Hof begreep, het naaste regt tot de Kroone van dit Keizerryk, in geval de jonge Keizer, Peter de II, zonder nakomelingschap overleedt; alzo AnnaPetrow* na, Dogter van Peter den I, die deezen Zoon ter weereld gebragt hadt, in Bloeimaand , ge« ftorven was. En dit uitzigt verpligtte den Her« tog van Holftein ook, om zig naauw vereenigd te houden met de Mogendheden, die zyne be* langen voorftonden. De Koning van Deene- marke hadt eenig verfchil met de Steden Ham- burg en Lubek ; welk egter niet veel invloed had«
(f3 Zie hiervoor, il. 379, 404,
|
|||||
;
|
|||||
LXXILBoEK. HISTORIE. 469
hadt op de gemeene zaaken : doch de twist 1728t
over 't Hertogdom Sleeswyk noodzaakte hem, —— de Hanoverfche Bondgenooten zeer te ontzien. Ondertusfchen, hadt tiy Groot- Britanje en den Staaten, in den aanvang deezes jaars, geen klein misnoegen gegeven , door het opregten eener Oostindifche Maatfchappy te Altena ; waartoe Jozias van Aspcren , Koopman van Amfterdam, hem de eerite aanleiding gegeven hadt (r). Men wilde deeze Maatfchappy doen doorgaan voor de herftelde Maatfchappy van Tranquebar, welke, reeds voor eenige jaaren, te Koppenhagen, opgeregt geweest was (*) : tverwaardszy ook, eerlang, verplaatst werdt; alzo eenigen, bygerügte, verfpreid hebbende, dat de nieuwe Maatfchappy, met het zelfde oogmerk, opgeregt was, als die van Misfifippi in Frankryk , en die van de Zuidzee in Enge- land, deinfchryvingen, te Altena, belet had- den (*)• De tegenwoordige ftaat van 't Her- togdom Koerland en Semigallie veroorzaakte ook merkelyke ongerustheid in 't Noorden. De Hertog Ferdinand hadt geene kinderen. Hy was, in't jaar 1711, zynen Neeve FredrïkWil- lem opgevolgd, die met de Rusfifche Prinfesfe Anna Iwanowna, Dogter van den Czaar Iwan Akxowüz, Broeder van Keizer Peter den I, gehuwd geweest was. Rusland hadt, uitdeezen hoofde, en vooral om dat Koerland dit Ryk dekt tegen Poolen, reden om zorg te draagen, dat de toekomende Hertog in de Rusfifche be- lan-
CO Refol. Holl. 10 Maart 1723. U. 557.
(O VoUz Rousset Reeueil, Tem. V. p. I — 42. Du MojJT Corps Dipl. 71MB. VIII. P, II. p. 149. CO, MONTCON Im< VU- p- 314— Si?. |
|||||
Og3
|
|||||
4?Q VADERLANDSCHE LXXII.Boek;
xj*%. langen was. Poolen, van welkKoerland, oud«
«r-33- tyds, ter leen ontvangen was, zogt, daarente-* gen , dit Hertogdom , na de dood van Herto- ge Ferdinand , geheellyk , van zig te doen afV hangen. Maar de Stenden van Koerland, be- dugt, dat zulk eene af hangkelykheid nadeelig zyn zou aan hunnen Godsdienst, hadden, in 't jaar 1726, Graaf Maurits van Saxen, natuurly- ken Zoon des Konings van Poolen , tot toeko- menden Hertog verkooren; hoewel deeze keu- • ze, door den Landdag van Grodno, in't voor- jeeden jaar gehouden, vernietigd was. Zelfs hadt men Graaf Maurits genoodzaakt, het Hertog-? dom te verlaaten ; waarover de Republyk van Poolen zig, van deezen tydaf, 'tbeftierfcheen te willen aanmaatigen («). De Godsdienst hadt invloed , op den twist over Koerland. Doch aan verfcheiden' oorden in Duitschland, in Poolen en elders , waren , gelyk wy r^eds, by verfcheiden' gelegenheden , hebben aange- merkt , gefchillen over den Godsdienst tusfchen de Roomsch - Katholyken en Protestanten ont- ftaan , die de Ryksdagen in Duitschland ver- deeld hielden (y) , en hierom ook van belang werden, met opzigt op de handelingen te Sois- fons, die, ook uit deezen hoofde, niet konden nalaaten van langen duur te zyn. UK* Doch midden onder de menigvuldige ver* Van de deeldheden en twisten , welken de verfchillen- fefvet- ^e inzigten en belangen van zo veele Mogend- isenjgde heden pp de Byeenkomst te Soisfons fcheenen te
(a) Voitz Rousset Rccueil , Tom. III. p. 471— 490. Dn
MflHT Corps Dipl. Tom. vm. p.ll. p. 131,1*2, 13J. Suplcïft. au Corps Dipl. Tom. II. P- II. p. 188—ao8. OJ; P°>?z Montgon Tom. VI, p. 3»7.
|
||||
LXXII. Boek. HISTORIE. 471
te zullen moeten veroorzaaken , ftelden de 1^9.
Staaten der Vereenigde Gewesten zig , in de-------
gantfche handeling, alleenlyk twee voornaame Gewes-
oogmerken voor : de geheele vernietiging der ten> Oostendefche Maatfchappye, die flegts voor zeven jaaren opgefchort was , en voldoening omtrent de zaaken van Oostfriesland (w), al- waar 's Keizers Gemagtigden , de Keurvorst van Saxen en de Hertdg van Brunswyk-Wol- fembuttel, zig een gezag aanmaatigden , welk zy verftonden te ftryden met de oude Over- eenkomften, tusfchen den Vorst en de Sten- den ; en ligtelyk het regt van pandfchap, welk zy, wegens verftrekte penningen , op de in- komften des Vorftendoms en de Stad Embden hadden, midsgaders, het regt om bezetting in Embden te houden, te zullen können bënadee- len. Doch beide deeze oogmerken waren moei- lyk te bereiken. De Keizerfchen hadden, tot nog toe, geene ooren gehad naar eene geheele vernietiging der Oostendefche Maatfchappye. Zy verftonden de Verdragen , uit kragte van welken, men deeze vernietiging vorderde, an- ders dan de Staaten , en gaven 't, duidelyk, te kennen, in zekere Latynfche Verhandeling, welke, kort voor den aanvang der Byeenkomst te Soisfons, te Weenen, verfpreid werdt (x). Over de Oostfriefche zaaken , hadden zy ook andere gedagten , gelyk men , in 't voorgaan- de gedeelte deezer Gefchiedenisfe , dikwils , heeft können opmerken, 't Vereffenen deezer twee punten fcheen, derhalve, ten hoogfte moei-
(w) '/Je hier voor, hl. 282 enz.
(x~) Putz une Ttadmft. de ce Tmtédans Ie Rectieil d- RotW-
Hc, Il/m. V. p. 15 —171. & rpecialein CA, IV. J>. uy. Gg4
|
||||
47s VADERLANDSCHE LXXII.Boek;
moeilyk te zullen vallen. De Staaten nogtans,
zig, zo wel als Groot- Britanje, ziende aange^ zogt door het SpaanfcheHof, welk, eindelyk, befpeurde , dat het Weener-Verdrag niet be- antwoordde aan de verwagting , die men 'er, in Spanje , van gehad hadt, bepogden , door middel van dit Hof, dat van Weenen te doen befluiten, om hun, in de twee genoemde pun- ten , voldoening te verfchaffen. De Spaanfchen toonden zig niet ongezind , om den Staaten, hierin , genoegen te geeven , zo deezen, van hunnen kant, zig met Frankryk en Groot- Bri- tanje wilden vereenigen, om de inzigten van Spanje in Italië te helpen bevorderen (y). Frankryk en Groot-Britanje hadden zig, hiertoe, by het viervoudig Verbond, en nog nader, by *t Verdrag van 't jaar 17a i, reeds verpligt ( z ). Doch de Staaten hadden zig , ten deezen op- zigte , nog buiten alle verbindtenis gehouden. Ook zagen ze 'er nog zwaarigheid in. Zy vreesden, dat de Keizer het overvoeren der zesduizend Spanjaarden naar Italië , met ge- weld , zou zoeken te beletten , en dat hieruit een algemeene oorlog ontftaan zou , dien zy, uit al hun vermogen , zogten te voorkomen, Zy ftelden zig , hierom , voor, niet te bewil- ligen in 't gene Spanje begeerde , dan wanneer 't gefchieden kon, zonder dat 'eroorlog uit te wagten ware. Het Weener-Hof kantte zig, te meer , tegen het overvoeren der Spanjaar- den , om dat het, na het fluiten der Verdra- gen met Spanje, in den jaare 1725, merkelyk van
O) ***** Montcqn Tem. VI. p- 243, 265.
Cz) Zie hier voor, il. 174 "> 2j6 |
||||
LXXII.Boer. HISTORIE. 473
van inzigten veranderd was. Het Verdrag van 173$,
Hanover, en de inhoud der voorafgaande pun ------.
ten, waarby de Keizer genoodzaakt geworden
was, in de opfchorting der Oostendefche Maat- fchappye te bewilligen , hadt de Keizerfchen doen zien , hoe magtig het Bondgenootfchap ware , welk zig tegen hen vereenigd hadt, en hoe klein een' onderftand het Bondgenootfchap met Spanje hun toebrengen kon. De verzoe- ning tusfchen Frankryk en Spanje deedthenook denken , dat het met 's Keizers belang flreedt, de magt van 't vereenigd Huis van Bourbon nog meer te fterken, door zig, zo naaiiw , als, federt het jaar 1725, gefchied was , ver- bonden te houden met Spanje. Men neigde, derhalve , te Weenen, allengskens, wederom tot de oude maatregels van het Huis van Oos- tenryk. Men zogt zig van't Verbond met Span- je te ontflaan; waartoe het oogmerk van het Hof van Madrid, om zesduizend Spanjaarden, in de plaats van zesduizend onzydigen of Zwit- fers , gelyk by 't Weener - Verdrag beraamd was , naar Italië te voeren, goede gelegenheid gaf. Men zogt, daarentegen, de vriendfchap van Groot Britanje en de Staaten, die, federt de opregting der Oostendefche Maatfchappye, in groote af keerigheid veranderd was, te her- winnen , en het evenwigt van Europa te bren- gen op den voet, waarop het, doordeUtrecht- fche Vrede, gebragt geweest was: en men be- diende zig, looslyk, van den Kardinaal de Fleu- ry zelven, om de Zee - Mogendheden hiertoe te brengen ( a ). Doch deezen, en de Staaten in
O) Mohtgon lom, VI. p. 157, 159.
|
||||
4r4 VADERLANDSCHE LXXII.Boek;
1718. inzonderheid, bezeffende, dat men hen noodig
■i om op het vernietigen der Oostendefche Maat- fchappye aan te houden. Men liet zig verlui- den , dat het Weener - Hof hiertoe , veelligt, komen zou (b), zo de Hanoverfche Bondge- nooten en de Staaten in 't byzonder goedvin- den konden , de Pragmatike Sanftie te hand- haaven , en het overvoeren der Spanjaarden naar Italië te beletten. Doch deeze twee pun- ten hadden ook veel overlegs noodig. Zo de Staaten in 't laatfte bewilligden , verlooren ze de gunst van Spanje ; zo zy 't eerfte toefton- den , haaiden ze zig den ondank van verfchei- den' Duitfche Vorften op den hals , en liepen gevaar van zig, t'eenigen tyde, ingewikkeld te vinden in eenen lastigen oorlog. De verfchil- lende belangen van den Keizer en van Spanje en andere Mogendheden , met welken de Kei- zer in vriendfchap ftondt of verbonden was, maakten de handeling, derhalve, moeilykvoor de Staaten. Zy hielden, ondertusfchen, hun groot oogmerk, de vernietiging der Oostende- fche Miatfchappye, geduuriglyk, in 't gezigt, en neigden dan eens naar de zyde van Spanje , om den Keizer te eerder te doen befluiten tot deeze vernietiging; dan wederom naar de zydé des Keizers , om Spanje te doen afftaan van 't vorderen van al te lastige voorwaarden : al 't welke, zo wy vertrouwen , uit het gantfche beloop der handelinge, te Soisfons en elders, XXr duidelyk-, blyken zal. Opening De Byeenkomst te Soisfons werdt, op den veer-
Qt) MONTGON Itüt. VI. p, 265.
|
||||
LXXII.Boek. HISTORIE. 475
veertienden van Zomermaand , geopend, op 1723,
het Kasteel aldaar. De Gevolmagtigden van ------
den Keizer, Frankryk, Spanje, Groot-Britan- der By-
je en de Staaten begaven zig, tegen elf uuren, eenkomst derwaards. Van wege de Staaten, was de Heer *e j01s" van Goslinga nog maar alleen te Soisfons aan- gekomen ; naardien de Heer Hop , door on- pasfelykheid, opgehouden werdt, en de Heer Hurgronje te laat benoemd was. Goslinga hadt, vooraf, den Kardinaal de Fleury gefproken te Compiegne ; en deeze Staatsdienaar hadt zig genegen verklaard , om.de belangen van den Staat te helpen bevorderen, opdeByeenkomst. Van Compiegne, hadt de Ambasfadeur zig be- geven naar Soisfons, en, ten beftemden tyde, naar 't Kasteel. Hier werdt hy aan de koets ontvangen door den Intendant der Generali- teit van Soisfons, die hem geleidde naar 't Ver- trek , daar de Byeenkomst ftondt gehouden te worden. De Gevolmagtigde van Spanje volg- de hem kort: waarna de Kardinaal de Fleury^ en de twee andere Franfche Staatsdienaars in- traden. De Kardinaal fprak den anderen Gevol- magtigden eerst aan: die allen, kort na eikande- ren , aankwamen. De Keizerfchen verfcheenen de laatften, en werden, op gelyke wyze, ont- vangen , ingeleid en aangefproken (c). Alle •de Gevolmagtigden plaatsten zig, zonder rang, aan eene ronde tafel, in armftoelen. De Graaf van Sinzendorf opende de onderhandeling, met eene korte rede, ftrekkende om den Kardinaal de Fleury te pryzen , over zynen yver tot be- vor-
(O Verbaal van de Heeren extr. Ambasf". Hop, HuRgronjb
en Goslinga, tl. i—7. DIS, |
||||
47« VADERLANDSCHE LXXII.Boek.
17*8. vordering der Vrede, en om elk van 's Keizers
in ..... geneigdheid daartoe te verzekeren. De Kardi- naal beantwoordde deeze aanfpraak , beleefde- lyk , betuigende , in alle de Gevolmagtigden, met welken hy gefproken hadt, gelyke geneigd- heid tot vrede befpeurd te hebben. Ook dank- te hy hun allen, dat zy zig de moeite wel had- den willen geeven, om te Soisfons famen te komen. De gantfche zitting werdt, grooten- deels , in wederzydfche beleefdheden, doorge- bragt (<£). Twee dagen hierna, kwam de Heer Hop te Soisfons aan. Wat laater, kwam 'er, volgens de gewoonte, in diergelyke gelegen- heid , een Reglement uit, tot behoudenis der goede orde, onder de menigvuldige Bedien- den der Gevolmagtigden ( e). In de tweede fkmenkomst, die den zeventienden gehouden werdt, werden de Volmagten onderzogt QQ. Ook befloot men toen , des Maandags en des Donderdags, gewoonlyk, te vergaderen, Het Franfche Hof bevondt zig, ten deezen tyde, te Compiegne, omtrent zes uuren van Sois- fons, werwaards de Kardinaal de Fleury zig be- gaf. De meeste Gevolmagtigden volgden hem. Ook nam de Heer Hop deeze gelegenheid waar , om den Koning te begroeten. Midler- wyl, hadt de Graaf van Sinzendorf zig , in een byzonder gefprek te Soisfons, reeds laaten verluiden „ dat de Keizer nooit befluiten zou „ tot de vernietiging der Maatfqhappye van Oost-
{**) Voiez RoussbtRecueil, Tom.V. ƒ1.174—177, Mont-
Com lom. VI. p. 391— 295. O") 1'aUz RodssET Recueil, Tom. V. p. 177.
ff) Verbaal der extr, Awbasfad, Hop, HuRaBONjE er. Gqï-
UNC.\ U. 1-1, 15. /•/': |
||||
LXXILBobk. HISTORIE. tf?
,j Oostende, en dat het werk van Oostfriesland i?af.
„ niet tot de tegenwoordige Byeenkomst be- „ hoorde ," waar uit niet veel goeds van de handeling voorfpeld werdt voor de Staaten (g). De Staatfche Ambasfadeurs, reeds een Ontwerp van hunnen eisch gemaakt, en aan den Kardi- naal vertoond hebbende , hadden , op zynen raad, uitgefteld, dien fchriftelyk over te le- veren aan de Keizerfchen en Spaanfchen , om dat deezen met het opftellen hunner eifchen draalden. Men fchreef dit draalen toe aan den wankelenden ftaat van 't Hof van Madrid , al- waar de Koning voorhadt, voor de tweede- maal, afftand te doen van de Regeeringe, ten behoeve van den Prinfe van Afturie. Doch de Koningin vondt, eerlang, middel, om hem te doen veranderen van gedagten (/5). De Ge- rje Staat» volmagtigden, midlerwyl, omtrent den agten- fchen twintigften, te Soisfons te rug gekeerd zynde, doen vonden de Staatfchen geraaden, niet langer te ^""j^™ draalen ; maar twee dagen daaraan, volgens affpraak met de Franfchen en Engelfchen, den Gevolmagtigden des Keizers endesKoningsvan Spanje, de eifchen van hunne Hoog-Mogend- heden , fchriftelyk, over te leveren. De Heer Hop voerde het woord. De Graaf van Sinzen- dorf en de Hertog van Bournonville namen 't Gefchrift, beleefdelyk, aan, beiden betuigen- de, dat hunne Meesters, welken zy 't zouden toezenden, ten hoogfte gezind waren, om den Staaten genoegen te geeven (t). Men vorderde, in
Cf) Verbaal der extr. Ambasfed. Hop, Horcronjb en Gos.
IING* il. 16 — *5 /US (/O Verbaal als boven il. %<j, 17, 30.
CJ 5 Verbaal alt boven tl. 33 en*. Fvkx muß Rpvs.Fr Rl»
«seil, T»m. V. p. 18a, |
|||||
f
|
|||||
478 VAD.ERANDSCHE LXXII.Boèk,
1748. in dit Geichrift, uit den naam der Staaten,
------welker eisch , van wege Frankryk en Groot-
Britanje, onderfteund werdt, 1. „de geheele
„ vernietiging der Oostendefche Maatfchap- „ pye, en de volkomen' ophouding, voor al- „ toos, van allen handel op de Indien, zo uit „ de Oostenrykfche Nederlanden , als uit alle „ andere Gewesten , welken, voor de dood „ van Koning Karel den II, tot de Spaanfche „ heerfchappye behoord hebbende , nu, door „ zyne Keizerlyke en Katholyke Majefteit» „ bezeten werden. 2. het naarkomen van het „ Munftersch Verdrag , van de zyde des Ko- „ nings van Spanje, in opzigt van den handel „ op de Indien , en gevolgelyk, dat de Oos- „ tenrykfche Nederlanden, die, toenzy, door „ den Koning, aan den Keizer werden afge- „ ftaan , uitgeflooten waren van de Vaart op „ de Indien , nog van dezelve uitgeflooten „ bleeven, volgens de Verdragen van Munfter „ en Utrecht. 3. dat de Koning van Spanje het „ duistere en nadeelige , welk , in 't Verdrag „ van Koophandel, met den Keizer, in't jaar „ 1725, geflooten , gevonden werdt, nader „ geliefde op te helderen en te herftellen , de j, onderzaatén der Staaten , voortaan, hande- i, lende , gelyk de meest begunftigde volken ; „ zo als, by 't Verdrag van Utrecht, beloofd „ was. 4 Herftelling van de ongelyken, door „ de onderdaanen desKonings van Spanje, den „ onderzaatén der Staaten aangedaan, volgens „ een' byzondere Lyst, door de Westindifche „ Maatfchappye opgefteld en vermeerderd , „ en by deeze eifchen gevoegd. 5. Billyke vol- „ doening aan de Bondgenooten." Ten be- flui-
|
||||
LXXII. Boek. HISTORIE. 479
fluite, werdt verklaard „ dat de Staaten geneigd i7£f.
„ waren , te treeden in alle de maatregels,-------
„ welken men goedvinden zou , in 't werk te
„ ftellen, tot behoudenis eener duurzaame en „ algemeene Vrede. Ook behielden ze zig „ het regt voor, om deeze eifchen , in den „ loop der handelinge, nader te verklaaren en „ uit te breiden (k)."' De Groot-Britannifche Gevolmagtigden leverden ook , eerlang , hun- ne eifchen aan de Spaanfchen over. Zy wer- den , voor 't grootfte gedeelte , ingewilligd, twee punten uitgenomen. De Spaanfchen wil- den zig tot geenen anderen afftand van Gibral- tar en Port Mahon verbinden, dan, volgens de overeenkomst van den jaare 1716, en behou- dens eens ieders regt. Ook konden zy die van Guipuscoa niet verpligten, om van de Visfchery op Terreneuve af teftaan, indien zy, gelykby het Utrechtsch Verdrag bedongen was , hun regt daartoe toonen konden (f). De Graaf van Basfewitz, Gevolmagtigde van den Hertoge van Hoiftein, vorderde, omtrent den zelfden tyd, vergoeding, door bemiddeling der handelende Mogendheden, voor het nadeel, hem van den Koning van Deenemarke aangedaan , door het bemagtigen van het Hertogdom Sleeswyk (ni). Doch ik weet niet, dat hierop eenig antwoord kwam. Maar de eifchen der Staatfchen werden, bei- Ant-
de door de Keizerfchen en Spaanfchen , in 't wo<->r(1 begin van Hooimaand, beantwoord. De Kei- °glveenn 1 zer-
(k~) Verbal der extr. Amb. /lyl. N. io, ia, 13, 14. MS.
foUz Roussbt Recueil, 'om. V. p. 14—197. (!) Foiez Rousset Rccueil, Tom. V. p. 201 — in.
(«) Verbaai als liovev , il. 48. /lil. N, 15. Foiez RoWMT
Recueil, Xvm. V- p. ai*. |
||||
4So VADERLANDSCHE LXXIl.BöÊfi;
t^öS. zerfchen gaven, flegts in 't algemeen, te ken*
—— nen „ dat zy 't Regt zyner Keizerlyke en Kar door de w tholyke Majefteit, om den Oostenrykfchen fchenoi " Nederlanderen Oktroi te verleenen tot den Spaan- » handel op de Indien, hielden voorten hoog- fthea. j, fte gegrond 5 doeh dat hy , uit liefde tot de „ Vrede , den Staaten wel zo veel genoegen „ wilde geeven 4 als met zyne regten en den $, welftand zyner onderdaanenbeftaanbaarwas. „ Dat men't Verdrag van Koophandel vanden i, jaare 1725, zo zou verklaaren, dat 'er de „ Staaten geen' argwaan uit zouden können op- „ vatten .♦ ön dat de Keizer, nevens de Staa- „ ten , geneigd bleef, de algemeene Vrede te „ helpen bevorderen." In byzondere gefprelc- ken , hadden zy te kennen gegeven „ dat de „ ingezetenen der Oostenrykfche Nederlanden 5, ten min fte een gedeelte der Vaarte op China $, moesten bly ven behouden * of dat de Staa- a, ten, tegen de vernietiging der Maatfchap- •ï, pye , een gedeelte der onderftandgelden f „ die zy , volgens het Verdrag van Barriere, „ uit de Oostenrykfche Nederlanden trokken, „ moesten laaten vallen." Doch de Staatfchen merkten hierop aan „ dat de Munfterfche „ Vrede zelfs de Kastiliaanen van de vaart op M de Indien uitfloot, verder dan zy ze toen „ hadden ; weshalve 'er de ingezetenen der „ Oostenrykfche Nederlanden geen regt altoos „ op konden voorwenden. Dat ook de on^ „ derftandgelden, door de Staaten, by 't Ver- „ drag van Barriere, bedongen, nog niet toe- 9> reikten tot het onderhoud der bezettingen „ en Vesting werken , in de Plaatfen van Bar- „ riere , en derhalve , dat het befnoeijen dier „ on-
|
||||
LXXII.Bóek. HISTORIE. 4S1
j, onderftandgelden de Staaten ligtelyk zou i?9|,
„ können beweegen , om deeze Plaatfen niet -------
}, langer ten behoeve des Keizers te bewaa-
„ ren («)•" In het antwoord der Spaanfchen, welk te gelyk met dat der Keizerfchen over- geleverd werdt, las men , dat zy niet minder gezind waren dan deézen en de Staatfchen, om tot bevordering der algemeene Vrede te arbei- den. Voorts, zouden zy de klagten der Staat- fchen , over de verongelykingen der Spaanfche Kustbewaarderen, naar Madrid zenden, en het antwoord , welk zy 'er op krygen zouden , den Staatfchen mededeelen (0). Wat laater De Staa ontvingen de Staatfchen, te Soisfons, een Af- ten klaä' fchrift van een Vertoog, welk, aan den Graave {^.^kr van Konigfek - Erps , in den Haage, ter hand op'tVer- gefteld, en aan de Aartshertoginne, Landvoog- drag van desfe der Oostenrykfche Nederlanden, toege- B»rri«re» zonden was , van wege de Staaten. Het be- helsde eene aanwyzing van verfcheiden' pun- ten , waarin het Verdrag van Barriere kwalyk was naargekomen , van de zyde des Keizers j zo ten opzigte der Grensfeheidingen in Vlaan- deren , als ten opzigte van het heffen eeniger tollen op deMaaze, door den Koning van Pruis- fen, en van het aandeel, welk de Staaten, in de gemeene Lasten van het O verkwartier vatj Gel- derland, te draagen hadden. Ook klaagde men, over gebrek van voldoening eeniger agterftal- len Cj>). Doch mv k n*et gebleeken , welk ant-
• ( » ) Verbaal der extraord. Amb. il. 37 enz. SIS.
(o) Verbaal als beyen i/l. 51 enz Byl. N. 17, 18, ig. Vmit Rousset Recueil, 'lom. V. V. iy», soo. Q>) yuitz Rousset Recuek, TÜ*. VTjFi &14—»^jj» XVIII. Deel. Hh
|
||||
48$ VADERLANDSCHE LXXIÏ.Bobk.
|
|||||
1728, antwoord op deeze klagten , van 's Keizers zy-
1- land gaven den Gevolmagtigden der Staaten op de handelinge ook, van tyd tot tyd, een ig werk; doch wy fpaaren 't verflag daarvan tot bekwaa- mer gelegenheid. XXII. Ondertusfchen, begonden de handelingen te De han- Soisfons, in Hooimaand, merkelyk te verflaau* deling te wen> Tje Kardinaal de Fieury, zig te zeer be- Smsfons jast vjncjen^e door den overvloed der byzonde- flaauwt. re zaaken , welken op de Byeenkomst gebragt werden, handelde, over de gewigtigften, wel- ke opzigt hadden op de algemeene Bevredi- ging, met fommige Gevolmagtigden, die hem, van tyd tot tyd, volgden of verzelden. Wei- nige Gevolmagtigden bleeven te Soisfons : en fchoon men, hier, nog famenkwam, werdt 'er luttel voorgefteld van gewigt; en nog minder afgedaan (2). Ondertusfchen , was de Heer Hurgronje, den negenden van Oogstmaand, ook te Soisfons aangekomen (>). De Heer Hop deedt, vantydtottyd, een keer naar't Franfche Hof: terwyl de twee andere Ambasfadeurs, of ten minfte de Heer Hurgronje , zig gemeenlyk te Soisfons bleef onthouden. De Kardinaal de Fieury, die 't ampt van middelaar nog waar- nam , zag wel haast, dat 'er geen kans ware, om eene algemeene bevrediging te wege te De Kar- brengen. Hybefloot, hierom , een veertien- dinaai de jaarig Beftand voor te flaan , geduurende het Fieury . welke, alle dingen blyven zouden in den vreed- veertiTrT- zaamen ftaat» waarin zy> door de voorafgaande
Pun-
(?) Verbaal der extr. AmliasC II. 68 «,~. Zz enz. pi enz.
CO Verbaal als loven l/l. 94, |
|||||
r
|
|||||
LXXJLBoek. HISTORIE. 483
Junten j gebragt waren. Zyn Ontwerp beftondt i?£$c
wit tien Leden, die hierop uitkwamen: „ 1. In ——«*
„ gevolge van het tegenwoordig Beftand, zou Jawig
»,, 'er goede verftandhouding, opregte vriend- Beftan<l
„ fchap , en volkomen' rust plaats hebben , voor*
„ onder alle de handelende Mogendheden.
„ 2. De Verdragen van Utrecht, Radftad en
„ Baden, het Verdrag van den Haage van den
j, jaare 1717, het viervoudig Verbond en alle
„ de Verdragen en Overeenkomften, voor het
„ jaar 1725 geflooten , zouden de grondflag
„ zyn van het tegenwoordig Verdrag , voor
„ zo ver zy , daarby , niet veranderd waren.
„ 3. De Keizer zou , om dezelfde redenen ,
s, welken hem bewoogen hadden , de Oosten-
j, defche Maatfchappy voor zeven jaaren op te
„ fchorten, dezelfde Maatfchappy opfchorten,
„ voor nog-----jaaren daarenboven ; binnen
„ welken tyd , men , aan de verfcheiden' Ho-
„ ven, zou arbeiden aan het wegneemen det j, hinderpaalen , die 't goed verftand tusfchen „ den Keizer en de Staaten zouden können „ ftooren. 4. Men zou Gemagtigden benoe- „ men, om de gefchillen, tusfchen den Koning „ van Deenemarke en den Hertoge van Hol- „ ftein, in opzigt van het Hertogdom Sleeswyk, „ te onderzoeken, en in der minne af te doen ï „ ten welken einde, zy, binnen drie maanden „ ten langfte, te Hamburg, zouden byeen- „ komen. Ook zouden alle de Bondgenooten „ zig vereenigen, om de rust in 't Noorden 4, te onderhouden, en alle daadelykhëden» „ te voorkomen. 5, De Franfche, Groot- „ Britannifche en Staatfche Gevolmagtigden» „ geoordeeld hebbende, dat, in het Weener- H h a „ Ver-. |
||||
$4 VADERLANDSCHE LXXII.Boèk:;
„ Verdrag van Koophandel, verfcheiden' pun-
„ ten begrepen waren , welken aanliepen te- „ gen vroeger' Verdragen , voor 't jaar 1725 ,, geflooten , en hierboven bevestigd ; in ge- „ volge van welke punten, de onderzaaten des „ Keizers gunftiger behandeling zouden kon- „ nen vorderen , dan de onderzaaten der drie „ andere Mogendheden; zo zouden de Spaan- „ fche Gevolmagtigden verklaaren , dat zulks „ nimmer de meening des Konings van Span- „ je geweest was : in welke verklaaring , de „ Keizer berusten zou. 6. De Keizer en de „ Staaten zouden , zonder uitftel, Gemagtig- „ den benoemen , die te Brusfel byeenkomen „ zouden , om , in gevolge van het Verdrag „ van Barriere, binnen twee jaaren, een' Lyst „ te maaken van de Regten , tusfchen de in- „ gezetenen der Oostenrykfche Nederlanden, „ die van Groot -Britanje , en die der Veree- „ nigde Gewesten. 7. Men zou, binnen drie „ maanden , Gemagtigden benoemen , die te „......zouden byeenkomen , en in 't
„ minnelyke arbeiden, om de zaaken van den
„ Koophandel, zo wel in de Indien als in Eu- „ ropa , op den voet der voorgaande Verdra- „ gen, te herftellen. Ook zouden zy 't gefchil „ afdoen over de pryzen, welken de Spanjaards „ en Engelfchen, ter zee, op eikanderen ver- „ overd hadden. 8. Frankryk, Spanje en de „ Staaten zouden ook Gemagtigden benoemen, „ om de bezwaarnisfen te onderzoeken , wel- „ ken de drie genoemde Mogendheden, ten „ opzigte van den Koophandel, of wegens ge- „ nomen'fchepen, tegen eikanderen, hebben „ mogten. 9. Ingeval 'er, geduurende den » tyd
|
||||||
LXXII.Boek. HISTORIE. 485
|
|||||
„ tyd van....., iet tegen den inhoud van 172?.
„ dit Verdrag ondernomen mögt worden, zou- —-
„ den alle de Bondgenooten zig vereenigen , , „ om de fchade te doen vergoeden , en alle „ daadelykheden te voorkomen. 10. De han- „ delende en tot de handeling genodigde Mo- „ gendheden zouden allen in dit Verdrag be- „ greepen zyn , met naame de Koningen van „ Zweeden, Deenemarke en Pruisfen, de Czaar, „ de Hertog van Holftein , de Landgraaf van „ Hesfen - Kasfel, en de Huizen van Beieren „ en de Palts: behoudende de handelende par- 5, tyen de vryheid aan zig , om 'er , daarna, „ met gemeen goedvinden , ook andere Vors- „ ten en Staaten in te begrypen (/)." 't Ont- Zyn werp des Kardinaals zou den Zee-Mogendhe £°8r^ den , veeiligt, niet kwalyk behaagd hebben, den'ic^i- Doch de Keizer en Spanje vonden 'er geen ge- zer en noegen in. De Keizer hadt veel tegen het Spanje tweede en derde punt. De Spaanfchen verfton- niet* den ook, dat men het tweede, zevende en agtfte punt, merkelyk, veranderen moest. Doch de voornaamfte reden, waarom de Keizer en Span- je het Ontwerp van de hand weezen, was, dat 'er-hunne byzondere belangen niet in geregeld waren. Het groot oogmerk des Keizers was, ter gelegenheid van eene handeling, totbehou- denis der algemeene ruste aangelegd, de voor- naamfte Mogendheden, met naame Frankryk, Groot-Britanje en de Staaten , te beweegen, om dehzndh^vmgzyaer PragmatikeSan&ie op zig te neemen (?); waaromtrent, in 't Ontwerp, niets
CO Verbaal der extr. Arnbas!". 11. Hl. Bylag. N. 33. Vmt*
MoNTGON lom. VI. p. 301. CO Verbaal als boven U. 116, 117,111;. Byl. N. 34.35» 4^
foi-z Montgon Tom. VI. f. 310. Tom. VII. ƒ>. 199. Hh 5
|
|||||
485 VADERLANDSCHE LXXII.Boek.
niets beraamd was. De Koning, en vooral de
Koningin van Spanje waren 'er zeer op gefteld , dat de Infant Don Carlos verzekerd werdt van de opvolging in de Hertogdommen Toskane, Parma en Piacenza. Zy hadden zelfs, op 't einde des voorleeden jaars , den Markgraaf de Monteleone afgezonden naar Italië, om de ge- zindheid der Italiaanfche Vorften en Staaten te- polfen. Doch hy was , in Grasmaand deezes jaars, te rug gekeerd, zonder zig zeer te kön- nen beroemen over de geneigdheid der Italiaan- fche Hoven , om tot de bevordering der oog- merken van Spanje de hand te leenen (u). Het Hof van Madrid werdt dan , meer en meer, bevestigd in de gedagten , dat het zyne oog- merken in Italië niet zou können bereiken , zo de zesduizend Spanjaarden niet derwaards ge- voerd werden : en hieromtrent, was , in het Ontwerp des Kardinaals , niets bepaald. De Spaanfchen vorderden , dat men 't 'er, in een byzonder punt, byvoegde. Doch hiertegen kanteden zig de Keizerfchen , beweerende , dat zulks ftryden zou met het viervoudig Ver- bond , waarin alleen van onzydige troepen ge- waagd was. Maar hierop bragten de Spaan- fchen het geheim punt van het Verbond , met Frankryk en Groot-Britanje gemaakt (V), voor den dag , waarby bleek , dat deeze twee Mo- gendheden , in 't overvoeren van Spaanfche troe- pen , bewilligd hadden. De Keizerfchen hadden, voorheen, wel vermoeden; doch nooit zekere kennis gehad van zulk een geheim punt (w), en
(u~) Montgon Tom. VI. p. 162—172.
(V) Zie hier voor, ';/. 2j6.
(»O Poten Montcon Tom, VII. p. 3».
|
||||
LXXII.Boek. HISTORIE. 487
en''t was hun gantsch niet aangenaam, dat hun
vermoeden nu bleek, gegrond geweest te zyn. Zy gaven verfcheiden' redenen, waarom het den Keizer niet te vergen ware, dat hyafginge van het viervoudig Verbond. Maar de Spaan- fchen hernamen „ dat de Keizer beloofd hadt, ,, Don Carlos te verzekeren van de opvolging a, in de Italiaanfche Staaten; dat hy reeds ver- 9, fcheiden'Akten hadt verleend O) > ftrek- „ kende om zyne beloften te voltrekken ; dat ,, het overvoeren der zesduizend Spanjaarden „ de voltrekking van 's Keizers beloften of ge- „ makkelyker of moeilykermaaken moest. Dat „ hy, in 't eerfte geval, zo hy ter goeder trou- „ we handelde, gelyk men vertrouwen moest, „ blyde behoorde te zyn, dat hem gelegenheid „ verleend werdt, om 'er een nieuw bewys j, vantegeeven: of zag hy ongaarne, dat een „ tak van 't Huis van Bourbon zig vestigde in „ Italië ; zo moest hy , in het tweede geval, „ geene zwaarigheid maaken , om in eenen „ voorflag te bewilligen, die zyne heimelyke „ inzigten bevorderde (y)." De Spaanfchen fpraken riet van een derde geval, welk nader met de waarheid overeenkwam. De Keizer zag ongaarne , dat Don Carlos zig in Italië vestig- de ; en hy hieldt het overvoeren der Spanjaar- den voor een bekwaam middel, om den Infant, of eigenlyker Spanje zelf, van de Italiaanfche Staaten te verzekeren; en hierom alleen maakte hy zwaarigheid, om 'er in te bewilligen. De
(x~) Voiez Dm Mont Corps Dipl. Tom. VIII. P. II. p. 151"^»
J55. lloussET Recueil. Tom. V. p. 374.—400, 447 — 453« (y} MONTCON Tra;. VIt p. 306—310. |
|||||
HhA
|
|||||
438 VADERLANDSCHE LXXII.Boer.
j72g. De Koning van Spanje, zonder den argwaan
_____ te fchroomen , welke , door het opregten van
xxüI. nieuwe Maatfchappyen van Koophandel, byde
Slaat- handeldryvendt Mogendheden, verwekt werdt, van" ül^. Defloot > omtrent deezen tyd , Oktroi to ver- fje, leenen aan de Maatfchappye van Biskaje , die reeds in 't jaar 1720 opgeregt was , en jaarlyks eenige gewapende fchepen , uit de havens van S. Sebastiaan en Pasfage, zenden zou naar de kust van Caraques, om den Cacaohandel te dry^- ven (V). De Koning van Groot-Britanje en de Staaten, bedugt, dat de handel hunner onder- zaaten in de Westindiën veel te lyden zou heb- ben van deeze Maatfchappye , deeden, onder anderen ook te Soisfons, hun best, omhetver<!- leende Oktroi te doen intrekken. Doch hunne poogingen waren vergeefs. Het Hof van Ma- drid verftondt, dat de Koning van Spanje niet verpligt was, iemant rekenfchap te geeven van de middelen, welken hy goedvondt ter hand te flaan, om den Koophandel zyner onderdaanea te befchermen en te doen toeneemen (0). Verdrag Terwyl men , op de Byeenkomst te Sois- m et Tri- fyn$ t vergeefs handelde over eene algemeene Bevrediging, flooten de Staaten der Vereenigde Gewesten, op den vierden van Wynmaand, een byzonder Verdrag van Vrede en Koophandel met de Regeering van Tripoli, op den voet der voorgaande Verdragen (£). In
(2) Refot. Gener. z%Octt>b. 1728. MS. Folcz Du Mont Corps
Piplom. Tom. VIII P II. p- 157. C d) Verbasl der pctr. Ambasfad. Jiyl. N. ?8, 39. RIS. Vmez
Rousset Reci'ieil , 'Jvm. V. p. 239— 251. Montgon Tom. VII. p. 7, 8. {.*) Zie Groot -Pisbaatb. VI. Dtel, tl. 3i3.
|
||||
LXXILBoek. HISTORIE. 489
In Zweeden was, reeds in 't jaar 3 724, een i72g.
bevel uitgekomen, verbiedende, op verbeurte |
||||||
van fchip en goed , aan alle vreemdeiir.gen , Pinta-
eenige andere goederen , met hunne eigen' of ten • ^e" bevragte fchepen , binnen 't Ryk te brengen, ^"op-61* dan de gewasfen en ftcfFen van hun eigen Land, handel of van hunne buitenlandfche Volkplantingen, van De Staaten, bevroedende, dat zulk een bevei Zwee- zeer ftrekte tot benadeelinge van den Koop- en' handel hunner onderzaaten , gaven, in Win- termaand deezes jaars, een Plakaat uit, waarby den onderdaanen van Zweeden en Finland in 't byzonder verbooden werdt, eenige andere waaren , met hunne eigen' of buitenslands be- vragte fchepen, binnen deeze Landen te bren- gen, dan die in Zweeden of Finland wiefchen, vielen , of gewerkt, of, uit de Zweedfche Volkplantingen of Handelplaatfen, aangebragt werden (c). De Staaten van Holland, omtrent deezentyd, De Baron
het regt van inboorlingfchap verleend hebben- vani-iom- de aan eenige buiten geboorenen , met de be ^Z%t in voegdheid, om tot eerampten te können be- de Rid- vorderd worden ; gaf zulks gelegenheid , om derfchap dit voorregt overvloediger te verzoeken , dan van' Ho1" voorheen plag te gefchieden. Doch deeze ver |yj„e£" zoeken werden, fomtyds, afgeflaagen. Het Lid ven. der Edelen, beflooten hebbende, Vincent Wil- lem , Baron van Hompesch, een' Guiiklch' Edel- man , in de orde te befchryven; maakten eeni- ge Steden zwaarigheid , om hem ter Vergade- ringe van Holland toe te laaten, voor hy, door 's Lands Staaten ,v genaturalifeerd, of met het regt
r) Zh C;o(jt-P!ak3atb. \l.T)ecf, U. tGZ.
Hh s
|
||||||
49o VADERLANDSCHE LXXïI.Boek,
,7sg. regt van inboorlingfchap vereerd geworden was,
------Ook gefchiedde dit, federt : en kreeg toen de
Baron van Hompesch, als Heer van Genderen*,
onder 's Lands Edelen zitting. De Stad Schoon- hoven, die, kort te vooren, met moeite, ver- worven hadt, óatffillem t Baron van Lier e, Hee- re van Kaïwyk , in de hoedanigheid van haaren Peniionaris , zitting ter Vergaderinge van Hol- land was toegeftaan (<ƒ), kantte zig meest te- gen de toelaating des Heeren van Hompesch. Zy werdt, eenigszins, onderfteund, door Am- ilerdam ( e ). Doch de oneenigheid, die hier- over ontftondt, hadt geen gevolg , en werdt haast bygelegd. Ondertusfchen , kan ik niet voorby, hier aan te merken, dat Schoonhoven, in 't redeneeren tegen de toelaating van den Baron van Hompesch , zig onder anderen be- riep op het Verbaal van Andr.ies de With en de Acie van Non-prejuditie van den jaar e 16x9, ftukken beide , van welken wy ook , op zyne plaats, gebruik hebben gemaakt (f), alzo zy ons , onder anderen , midden onder eene ver- zameling van affchriften van egte Refolutien en Aantekeningen , de Ridderfchap betreuende , ter hand gekomen waren, en ons geene blyken van onegtheidfcheenen mede te brengen. Doch nu verklaarden de Edelen „ dat zy deeza twee „ Stukken niet voor egt konden aan neemen, „ om dat zy ze niet in hunne Retroa&a vonden „ aangetekend (g). Ook erkende Anifterdaro, „ niet te weeten, waar de oorfprongkelyken te „ vin-
(d~) ilcfnl. Holt, 24 Je- '728. hl. Ilo.
(<? j Rdlol. Holl. 18 Maan, 23 April, 24 Jtwy, 2 Juh, 18,, ta/liig. ai Sept. 1728. hl. 2(iy, 407, 5Ü6, 612,764,788, 929- (ƒ) X. Deel, hL ?jj en*. iS j Propof. der RiuUeifth. van 2 July 1728. |
||||
LXXII.Bobk. HISTORIE. 491
|
|||||
„ vinden waren (/;):" 't welk wy, by deeze 1728.
gelegenheid, wel hebben willen te boek irellen,-------
op dat de Leezer weeten zou , dat 'er aan de
egtheid deezer ftukken, in laater' tyd, get wyfeld is; terwyl wy aan zyn onzydig oordeel overlaa- ten ? te beilisfen, of de redenen van twyfeling gegrond genoeg geweest zyn, of niet. De Spaanfchen zogten , ondertusfchen , te XXtv.
Soisfons , te Verfailles , te Compiegne , en Heimeiy- overal, waar't Franfche Hof zig onthieldt, den Jjjjjj! Kardinaal de Fleury, te beweegen, om hunne ainaais oogmerken , in Italië , te begunftigen. Zy deFicury volgden hem, overal, en hielden, dikwils, af- met a« zonderlyke Byeenkomften met hem , die niet darten nalieten, eenigen argwaan te verwekken, onder spaan- de Engelfchen en Staatfchen. Van de andere fchcn. zyde, handelde de Graaf van Sinzendorf ook, dikwils, heimelyk, met den Kardinaal, hem zoekende te beduiden, dat de Leden des Duit- fchenRyks, nimmer, zouden können bewoo- gen worden , om in het overvoeren der Span- jaarden te bewilligen; en dat Spanje zig, hier- om, behoorde te houden aan het viervoudig Verbond. Doch deeze heimelyke handel ver- meerderde ook de agterdogt der Keizerfchen en Spaanfchen, omtrent eikanderen, en om- trent den Kardinaal. De Keizerfchen , ver- moedende , dat de Kardinaal, de grootheid van 't Huis van Bourbon zoekende te bevorderen, ligtelyk , in 't overvoeren der Spanjaarden be- willigen zou, zogten wantrouwen tegen Frank- ryk te verwekken in de Engelfchen en Staat- fchen, en deezen, allengskens, te doen neigen tot
(/;) Piopof. der Stad Amfterd. ren iS/fug, 17??,
|
|||||
492 VADERLANDSCIIE LXXII.Boek:
1728. tot het herftellen der oude en naauwe Verbind-
-------tenisfe met het Huis van Oostenryk: en hunne
redenen zouden , in de tegenwoordige omstan-
digheden , fpoedig genoeg ingang gevonden hebben, zo men den twee Mogendheden, in 't ftuk van den Koophandel, volkomen genoegen gegeven hadt (*). De Her- De Engelfcnen en Staatfchen, hiertoe ook tog van arbeidende by de Spaanfchen , vernamen wel viuedoet naast' ^at nunne bewilliging in 't overvoeren een' keer der Spanjaarden, de eenige voorwaarde was, naar waarop zy zig, van den Spaanfchen kant, de Spanje, begeerde voordeden in den Koophandel be- looven konden (£). Doch alzo de Keizerfchen hierin niet konden medeftemmen, deedt men zyn best, om de Spaanfchen te doen afftaan van deeze voorwaarde, hun zoekende te bedui- den , dat 'er, behalve dit, andere middelen waren , om Don Carlos van de opvolging in de Italiaanfche Staaten te verzekeren. Doch de Spaanfchen bleeven by hun gevoelen. De Byeenkomst te Soisfons, die eenige maanden gekwynd hadt, fcheen geheellyk afgebroken te zullen worden , toen de Hertog van Bournon- ville voorgaf, een' keer naar Spanje te willen doen, om't Hof aldaar te doen veranderen van gedagten : waartoe, zeide hy , goede hoop was, alzo hunne Katholyke Majefteiten zig zeer begeerig getoond hadden, om uit zynen mond onderregt te worden aangaande den itaat der handelinge. Ondertusfchen, begeerde hy, dat men de Byeenkomst te Soisfons aanhieldt, be- loovende, ten fpoedigfte, met den uitcrften last van
f j) MoNTCON Tum. VII. p. 15 — 24.
(' i ) Veïbsal der 1 xtr. Ambasf. Mi'. |
||||
JLXXII.BoEK. HISTORIE. 493
van den Koning, zynen Meester, te rug te zul- j ?28.
len keeren. De andere Gevolmagdgden, geen n»——i einde voorziende aan de handeling , zo Spanje niet nader kwame, lieten Bournonville vertrek- ken , met het Ontwerp des Kardinaals, welk, dikwils veranderd en herfmeed zynde, nu inde gedaante vaneen Verdrag^ by voorraad, gebragt was. Het punt van de overvoering der Span- jaarden was 'er nu in gevoegd. Ook beloofde de Koning van Spanje de Oostendefche Maat- fchappye niet te zullen onderfteunen. De Kei- zerfchen, welken men dit Ontwerp hadt voor- gehouden , waren ftyf blyven ftaan, op onzy- dige troepen , in de plaats van Spanjaarden. Ook begeerden ze de Oostendefche Maatichap- py niet te vernietigen , ten ware de Hanover- iche Bondgenooten beloofden , de Pragmatike San die te zullen handhaaven ; en de Staaten , in 't byzonder, afftonden van een gedeelte van 't gene zy , tot onderhoud der bezettingen in de Barriere-Steden , van den Keizer te vorde- ren hadden (/). De Hertog van Bournonville nam de reis Staat der
naar Spanje aan, omtrent het midden van Wyn- j; J^ie maand («). Doch't leedt niet lang, of men Soisfous" kreeg vermoeden , dat hy , of niet fpoedig, of misfchien in 't geheel niet te rug keeren zou. Sommigen twyfelden naauwlyks, of de Kardi- naal de Fleury en hy waren overeengekomen, om de handeling van Soisfons over te brengen naar Spanje. De Graaf van Sinzendorf befloot, hierop, denlaatftenvanSlagtmaand, naar Wee - nen
f O Verbaal der extrnord. Amtmf. MS.
lm) Verbaal dei gxuaorci. Aisbjsf. il. ija. MS,
|
||||
494 VADERLANDSCHE LXXILBoee;
j^jg, nentekeeren (ji), De Engelfche Gevolmagtig-
.----. den vertrokken ook naar Londen. Ds weinige
Gevolmagtigden, die te Soisfons bleeven, kwa-
men nog, eens of tweemaal ter weeke, byeen; doch zy konden niets vastftellen, tot bevorde- ring der algemeene Bevrediging , welke het groot oogmerk der Byeenkomst geweest was (ei). Zy duurde, in deezen kwynenden ftaat, tot in Bloeimaand des jaars 1729: waarna zy zo goed als overgebragt werdt naar Parys, of naar de Plaatfen daaromtrent, alwaar het Franfche Hof zig bevondt; daar de Gevolmagtigden vertoef- den, tot in den Herfst des jaars »730: wanneer de meesten naar huis trokken (p). De Hee- ren Hop en van Goslinga keerden van deStaat- fchen de eerften herwaards. DeHeerHurgron- je bleef nog eenige maanden na hen in Frank- ryk (q). Wy zullen hierna verklag doen van 't gene zy hier verder handelden. XXV. ßournonville, zyne reis (èerk voortgezet heb- Bewee- bende naar Madrid , vondt de gemoeden aan ging aan »£ jjjq£ Q^ z ne aanjjomst jn eene geweldige 't Spaan- . . 7 c J , , » °. , •
(cheHof. glsting» veroorzaakt, door eene gewigtige ty-
ding, onlangs , uit Frankryk , aangekomen. Koning Lodewyk de XV. hait, op't einde van Wynmaand , de kinderpokjes gekreegen ; en de eerfte berigten, welken men van zynen toe- ftand, in Spanje, ontving, ftelden den jongen Vorst niet buiten gevaar. Hierop waren agt dagen verloopen , zonder dat het Hof eenige nadere kondfchap bekomen hadt. Straks ver- fpreid*
(») Vcffiaa! der cxtraord. Ambasf. Dcc 1728.
(_o) M0NT0ON Tom. VII. p. 33, 79, 80, 198. (,p) Rousset Recucil, Tom. VI p. 2. (.jj Verbaal der cxtraord. Arnbasfad. il/A |
||||
LXXII.Boek. HISTORIE. 495
Tpreidden zig allerlei losfe gerügten door de i/aS,
Stad. De Koning was, mompelde men, over-------
leeden , en de renboden , welken , met deeze
tyding, naar Spanje kwamen, werden, waar- fchynlyk, opgehouden, op de grenzen. Het Hof zelf wist niet, wat te befluiten, en fommi- gen willen , dat de onzekerheid , waarin men zig bevondt, geene vierentwintig uuren langer geduurd moest hebben, of Spanje zoueen'ftap hebben gedaan , die al de weereld zou hebben doen verbaasd liaan. De Koningin van Frank- ryk was, reeds tweemaal, vanPrinfesfenbeval- len : doch zy hadt den Koning nog geenen Zoon gebaard. De uitzigten van Koning Filips op de Franfche Kroone herleefden, derhalve, weder- om, op't bekomen van zulk eene gewigtige ty- ding. De Abt de Montgon , die, te vooren, in Frankryk , gearbeid hadt, om aanhang te winnen voor Koning Filips, werdt by de Ko- ninginne ontbooden , en minzaamer dan federt eenigen tyd bejegend. Men begon zelfs voor- bereidfels te maaken, om naar de grenzen van Frankryk te trekken. De voornaamfte Hove- lingen fpraken, genoegzaam openlyk, om hun- ne Majefteiten te willen volgen naar Frankryk. Doch alle deeze uitzigten verdweenen , toen men berigt kreeg, dat de Koning buiten gevaar geoordeeld werdt (>). Zy hadden egter zo veel indruk gemaakt op den zwakken geest van Ko- ning Filips, dathy, die, federt eenen geruimen tyd, uit droefgeestigheid, zyne kamer gehou- den, en reeds, gelyk wy hier voor (s) hebben aangetekend, wederom gefproken hadt van het af-
CO Montgon Tim. VII. p. 59, 60, 65, 67, 74, 75, Si.
(f) liladz, 477,
|
||||
49^ VADERXANDSCHE LXXII.Boeh:;
tfiS. afftaan der Regeeringe over Spanje, nu, van
-------nieuws , verreezen fcheen , en zig in 't open- baar vertoonde (af), xxvi. De Koning en de Koningin van Spanje ont- Dubbei vingen den Hertog van Bournonville gunftig- HuweiyMyk;. doch men beiloot, in eenen geruimen tyd, de °oven niets»°P zvae voorllagen. Het Hof, in 't voor- van Ma- leeden jaar, met dat van Portugal, een dubbel drid en Huwelyk geflooten hebbende , tusfchen den Lisbon .»ri-rfe van Asturie en de Infante van Portugal, ge ooten. gn tusfchen den Prinfe van Brazil en de Infante van Spanje. dezelfde, die, voorheen, aan den Ko nng van Frarikryk beloofd was geweest (V)j 1729. von.it geraaden , in Louwmaand dcsjaars 1729, ------ eene reis te doen naar de grenzen, om de twee
Infanten, aldaar, tegen eikanderen, uit te wis-
felen. De voorbereidfels tot deeze reize ver- traagden de handelingen over de algemeene Bevrediging. De reis zelve nog meer. Bour- nonville volgde het Hof naar Badajox. De an- dere uitheemfche Gezanten, die te Madrid wa- ren , insgelyks. Ook de Heer van der Meer, die , naderhand , volmagt tot handeling kreeg van de Staaten (v). De handelende Mogend- heden waren zeer misnoegd, over de reize van het Spaanfche Hof, in de tegenwoordige om- flandigheden. Doch zy moesten ze zig laaten welgevallen (w). De uitwisfeling der twee In- fanten gefchiedde zeer plegtiglyk , op den ne- gentienden van Louwmaand, tusfchen Badajox en Elvas, in eene pragtige Tent, die, op eene ftee-
(O Muntgon Tom. IV. 0.470. Tem. V. p. 196, 274,32»»
Tnm. VI. p. 91 , 272. Tom. VU p, 80. (») MoNTGON Tom. V. p. 313. 'Jom.Vl.p. 55. Cv) Verbaal der extraord Ainbasf. MS. ^ Cv) .Won icon 2»». VII. p. I33 , 134'
|
||||
LXXII.Boek* HISTORIE. 497
|
|||||||||
fteenen brug, over het watertje Cö/ö, welk 172^
Spanje van Portugal fcheidt, opgeflaagen was ------
(«). Het Spaanfche Hof keerde, van Badajox,
naar Seviile: van daar naar Kadix en naar het Eiland van Leon: toen wederom naar Seviile i voorts, naar Port S. Maria (y"), en haar ver- fcheiden' andere Steden in Spanje: met welk reizen, verfcheiden' jaaren gefleeten werden. Doch de handelingen met de uitheemfche xxvir.
Gezanten, die, ter gelegenheid van de reize Dehande- hunner Majefteiten, zo goed als afgebroken ge- J,ins» te weest waren, werden hervat, terwyl het Hof a™g™3 zig in 't Eiland van Leon eh te Seviile ophieldtji vangen, en naderhand, te Port S. Maria, vervolgd,(z}. wordt in De Franfche, Engelfche en Staatfche .Gezan-^PanJe* ten drongen de Spaanfchen^ ernstelyk, om té eTOfi.T* fluiten. Doch men ftelde hen, van tyd tottyd» |
|||||||||
!"■■':
|
|||||||||
uit met goede beloften. Midlerwyl, maakte
men verfcheiden' zwaarigheden, in de gemaak- te ontwerpen. Doch de eigenlykfte was, dat de Keizer niet kon bewilligen in de overvöe- ring der Spanjaarden; en dat de Hanoverfché Bondgenooten , zwaarigheid maakende - om zonder den Keizer te fluiten, het'Spaanfchié Hof zogten te beweegen, om van deeze voor- waarde af te ftaan. De Spaanfchen, hiernaar geene ooren hebbende, drongen op een byzon- ,der Verdrag met Frankryk, Groot-Britanje en de Staaten. En de Koning van Groot-Britanje was de eerfte, die hiertoe befloot. De vrees voor eenen algemeenen oorlog hadt merkelyke daaling veroorzaakt in de Aktien in Engeland. , M ' ^Y
(*) M0NT00N Tom. VJtl. p. 137—152«
(y) MoNTGON Tom. Vil. p. 158, 183; 195,536. . ( z J Veiliaal der extr. Ambasf. MS. llyl- N.63, G5,6$,re»Jt» XVlIi. Deel. li
|
|||||||||
45)8 VADERLANDSCHE LXXII.BoEKi
1729. De Koophandel leedt veel van de aanhouden-
■------- de onlusten met Spanje, 't Volk morde, dat
men zig den handel liet bederven, door de
Spaanfehe Kustbewaarders, en neigde tot eene ópenbaare Vredebreuk. Doch George de II. kon hiertoe niet beflmten, zonder verzekerd te zyn van den byftand van Frankryk en de Staa- ten, die beide, fchoon uit byzondere inzigten, ongeneigd waren ten oorloge. Frankryk vondt ongeraaden, de wapenen op te vatten, tegen eenen tak uit het Huis van Bourbon: en de Staaten, nog zwaar gedrukt door de lasten van den jongften oorlog, fchroomden voor de kos- ten van eenen nieuwen kryg: die ook niet na- laaten kon, ten hoogfte nadeelig te zyn voor Engelsch hunnen Koophandel. De Koning van Groot- |n Britanje hadt, om Spanje, ware 't mogelyk, E^quader ^11 ge£kgten te doen veranderen, reeds voor uitgerust, eenigen tyd, eenige Oorlogfchepen doen uit- rusten, die, onder bevel van den Admiraal Wä- ger, te Portsmouth, verzameld waren. De Vice-Admiraal, Heer van Sommelsdyk, was pok derwaards gezeild, met twaalf' Staatfche Oorlogfchepen. Men hadt 'er een goed getal branders en andere vaartuigen bygevoegd. Eh 't gerügt liep, dat men eene landing voorhadt pp de Spaanfehe kusten. Doch hier van kwam niets. De vereenigde Vloot bleef in de haven van Portsmouth, zonder iet te onderneemen. Het Spaanfehe Hof, midlerwyl, onverzettelyk ftaan blyvende op de overvoering der Span- jaarden, moest George de II, of, tegen denzin vdn 't Weener-Hof, hierin bewilligen, of de wapenen opvatten. En naardemaal hy 't laat- fte
|
||||
LXXiL&oEK. HISTORIE. 499
fte niet doen kon, zonder byftaiid zynerBond- tjspi
genooten, die af keerig waren van den oorlog, ———« befloot hy tot het eerfte. Hy deedt toen nog veel moeite. om het WeenerL- Hof te doen be- 1 willigen in 't geene Spanje begeerd hadt. Doch 't fcheen, dat de Keizer eerder de wapenen zou opgevat, dan hiertoe beflooten hebben. De handelingen van Soisfons eindigden, derhalve gelyk die van Kameryk, voor vier jaaren, ge- daan hadden, in eenbyzonder Verdrag, welk, eerlang, te Seville getroffen werdt. Het Spaanfche Hof was derwaards gekeerd, XXVI11^
tegen 't einde van Herstmaand. De Gezanten *let Vef- der Hanoverfche Bondgenooten arbeidden, ge^u™14 hier, vlytiglyk, met de Spaanfche Staatsdienaars, Wordt aan het voorgenomen Verdrag, welk egter niet gefloo« geflooten werdt, voor de aankomst van den tan* Ambasfadeur Stanhope, die, den vyfentwin- tigften van Wynmaand, te Seville kwam. De Heer van der Meer, die de handelingen, van tyd tot tyd, bywoonde, hadt hiertoe last ont- vangen van de Staaten, zyne Meesters, die, ' van de Engelfchen eenige opening gekreegen hebbende van de handeling, welke zeer bedekt gehouden werdt voor de Keizerfchen, terftond verklaard hadden, dat zy in dezelve deel nee- men wilden (cQ; doch niet, voor dat men hun volkomen' kennis van zaaken gegeven hadt (£). Van der Meer hadt, derhalve, nog geene vol- magt om te fluiten (c)» toen de Gevolmagtig- den van Frankryk en Groot-Britanje, tusfchen den agtften en negenden van Slagtmaand, het Ver-
/
(«) Sccr. Refol. Geiier. 23 July tjtg. MS.
( J) Verbaal der extr. Ambasi". May4 July, Sept. 1749. MS,
C c ) Misl, van dsn Ambasf. van der Mout van 3 A'oy, i?:yi
Il 2
|
||||
500 VADERLANDSCHE LXXlI.BoÈtf
1729. Verdrag met Spanje beflooten te tekenen (<Q.
------ Het beftondt uit veertien punten, waarby eeni-
ge afgezonderde en eenige geheime punten ge-
Inhoud voegd waren. Zy liepen, zo ver zy gemeen m het gemaakt werden, op deezen zin: „ De drie zelve' „ Mogendheden beloofden, eene goede en vas- „ te Vrede, vriendfchap en eendragt, met el- „ kanderen, te zullen onderhouden, elkanders „ Ryken, Landen, bezittingen en regten, zo „ met opzigt op den Koophandel als anders- „ zins, beide in en buiten Europa, te zullen „ handhaaven,en eikanderen, ten dien einde, „ des noods, ieder met 'twaalfduizend man, „ te zullen onder fteunen, of met geld of fche- „ pen naar evenredigheid. De Verdragen, te „ vooren geflooten, werden, zo ver 'er by „ dit, geene verandering in gemaakt werdt, „ volkomenlyk, bekragtigd. De Koning van ,, Spanje verklaarde, nooit voorgehad te heb- „ ben, by de Weener- Verdraagen, den on- „ derzaaten des Keizers eenige voorregten in „ den Koophandel toe te ftaan, noch te laa- „ ten behouden, welke met de hierby be- „ kragtigde Verdragen ftreeden. De Franfche „ en Engelfche Koophandel, beide in Europa „ en in de Indien, zou herfteld worden, op ,, den voet der Verdragen; gelyk by de voor- „ afgaande punten beraamd was. De Koning „ van Spanje zou de nadeelen doen herftellen, „ welke, door zyneonderzaaten, diederande- „ re Mogendheden, in Europa, nadentyd, „ by de voorafgaande punten beftemd, en in „ Ame-
frf) Verbaal der extr. Ambasf. MS. Montoon Tom. VII.
ƒ.197, i<;&»»23. 229.238, «+>, 241,042, 305 ,30,2, 309, 310. |
||||
LXXII. Boek. HISTORIE. 501
„ Amerika, na den twee - entwintigften van
„ Zomermaand des jaars 1728, toen men „ '3 Konings last eerst te Kartagena onvangen „ hadt, waren aangedaan. De Koningen van „ Spanje en Groot -Britanje zouden Gemag- „ tigdenbenoemen, die, ten langfteviermaan- „ den na 't uitwisfelen der bekragtigingen, aan „ 't Spaanfche Hof, zouden byeenkomen, om „ de gefchillen over de fchepen en goederen, „ welken men, in zee, op eikanderen veroverd „ hadt, te onderzoeken en te vereffenen. Frank- „ ryk en Spanje zouden ook Gemagtigden be- „ noemen, ten zelfden einde. En deeze Ge- „ magtigden zouden hun werk, in drie jaaren „ tyds, moeten afdoen. De overvoering van n zesduizend man Spaanfche troepen naar Ita- „ lie, om gelegd te worden in Livorno, Por- „ to Ferrajo, Parma en Piacenza, zou, van „ ftonden aan, in 't werk gefteld worden, zul- „ lende deeze troepen ftrekken, om den In- „ fant Don Carlos te verzekeren van de op- „ volging in Toskane, Parma en Piacenza. Men „ zou, van nu af aan, den Groot Hertog van „ Toskane en den Hertog van Parma, op de „ bekwaamfte wyze, zoeken te beweegen, om „ de gemelde troepen in hunne Staaten teont- „ vangen; die, by eede, zouden belooven, den „ Groot-Hertog en Hertog getrouw te zul- „ len zyh, in alles wat niet ftreedt met het „ regt van OpvoJginge, den Infant Don Car- „ los toekomende: ook zouden zy zig niet „ mogen moeijen, met zaaken van Regeerin- „ ge. De Koning van Spanje zou zyne troe- M pen uit Italië te rug trekken, zo dra de ln- „ fant in 't gerust bezit der Italiaanfche Staa- Ii 3 „ tea |
||||
502 VADERLANDSCHE LXXII.Boek.
1739. „ ten bevestigd zou zyn; in 't bezit van wel-
■ „ beloofden, hem en zyne opvolgers te zul- „ len handhaaven. Het Verdrag, welk de Ko- „ ning van Spanje, vermoedelyk , met den „ Groot-Hertog en Hertog fluiten zou, op „ het onderhoud der gemelde troepen, zou, „ door Frankryk en Groot - Britanje, bekrag- „ tigd en gehandhaafd worden. De Staaten „ der Vereenigde Gewesten, en zulke andere „ Mogendheden, waaromtrent men, onder- „ ling, nader overeenkomen zou, zouden „ genodigd worden, om in dit Verdrag te „ treeden." In twee afgezonderde punten, werdt nader verklaard, volgens welke Verdra- gen in 't byzonder, de Koophandel van Groot- Britanje herfteld zou worden. Ook dat, in ge- volge der gemelde Verdragen, alle genomen' Engelfche fchepen, die niet beweezen konden worden, verbooden handel gedreeven te heb- ben, en in 't byzonder het fchip de Prins Fredrik te rug gegeven zouden worden (c). Doch by deezen, werden nog twee andere afgezonderde punten gevoegd. By het eerße, „ verbondt Groot-Britanje zig,oin zyne goe- „ de dienften aan te wenden, tot behoudenis „ der Vrede, zo bet Keizerryk iet ten na- „ deelevan Frankryk of Spanje bell uiten mögt; „ doch zo het Keizerryk den twee anderen „ Ryken den oorlog mögt verklaard hebben, „ zou Groot - Briranje zyn aandeel volks, in „ eigen of gehuurde Ruitery, mogen leveren,, ; „ ea
("O PW«1 Du MnuT Corps Dihlrrn. Tem, Vill. 'f. II. pi
158. R»ua#T Rctuul, Tam. V, f£ s?j. |
||||
LXXII.Boek. HISTORIE. 503
„ en aan den Keizer niet meer, danhy, als I73j.
„ Ryksvorst, verpligt was; waartegen zy- ------
„ ne Staaten, alomme, en inzonderheid in
„ Duitschland, van vyandelykheden zouden „ verfchoond blyven." Doch by het tweede punt werdt nader verklaard „ dat de Koning „ van Groot-Britanje, zo hetKeizerryk den „ twee anderen Mogendheden den oorlog ver- „ klaaren mögt, zyn aandeel, als Ryksvorst, „ in 't geheel niet opbrengen zou." De afzon- derlyke en geheime punten van dit Verdrag, dié nimmer openlyk uitgegeven zyn, waren agt in getal, en van deezen inhoud: „ 1. Zou men de „ bezitters der Italiaanfche Staaten, die op Don „ Carlos komen moesten, binnen vier maan- „ den, beweegen, om de zesduizend Spanjaar- „ den te ontvangen. 2. Men zou de bezettingen „ in die Staaten verpligten, om een'eed, tot „ gerustftelling van Don Carlos, af te leggen; „ welke bezettingen, door Spanje, zouden on- „ derhouden worden. 3. Men zou den Kei- „ zer van de onveranderlykheid van 't gene, „ by dit Verdrag, was vastgefteld, kennis gee- „ ven. 4. Het overvoeren der zesduizend man „ zou, binnen zes maanden, gefchieden. 5. „ Spanje zouagttienOoriogsfchepen,Frankryk „ zes Oorlogsfchepen, zes galeien, en driedui- „ zend man, en Groot • Britanje zes Oorlogs- „ fchepen en twee Bataiilons gereed houden, „ tot de gemelde overvoering. 6. De Bond- ,, genooten zouden hunne kragten famenvoe- ,, gen, om de overvoering door te zetten, zo „ iemant zig, met geweld, tegen dezelve wil- „ de kanten, f. In geval van oorlog, zou men „ de magazyncn, die de onderdaanen der han. li 4 » de- |
||||
504 VADERLANDSCHE LXXI.Boejc.
1739. >> delende Mogendheden in Livorno badden,
„ ten der Vereenigde Gewesten zouden geno-
„ digd worden, om dit Verdrag en de gehei- „ me punten te omhelzen. Ook zou men 'er „ andere Mogendheden toe nodigen, met ge- „ meene bewilliging (ƒ)." Dt Staa- De Volmagt der Staaten aan den Ambasfa- ten tree- deur van der Meer, om in 't Verdrag van Se- fa.n er v'^e te tree£fen, bleef niet lang agter. Hy nam dit Verdrag en de geheime punten aan, op den eenentwintigften van Slagtmaand (g), by twee Akten, waarin bedongen werdt: „ 1. Dat de „ Bondgenooten eikanderen kennis zouden „ geeven van de middelen, welken zy geraa- „ den zouden vinden, in 't werk te ftellen, „ om aan den inhoud van dit Verdrag te vol- „ doen. a. Dat Frankryk en Groot-Britanje „ hunne verbindtenisfen vernieuwden, om de „ vernietiging der Oostendefche Maatfchap- „ pye te helpen uitwerken. En dat Spanje in „ dezelfde verbindtenisfen treeden zou, zo dra „ ze den Koning bekendgemaakt zoudenzyn: „ 't welk de Staaten aannamen, binnen drie „ maanden, te zullen bezorgen. 3. Dat de „ onderftand der Staaten zou gefield worden „ op vierduizend knegten en duizend Ruiters. „ 4. Dat de Koning van Spanje den Staaten „ voldoening bezorgen zou op hunne bezwaar- „ nisfen, beide in de Indien en in Europa; en dat „ de Koophandel zou herfteld worden op den n voet
Cf) Ster, Refbl. Holl 16 Dcctmb. 1729. VIII. Deel, H: SM«
ftt}:. Verbaal der extr. Ambasf. MS. RyU N. 90. >
ig) Müntgoh T»m. VU. f. 510, 325.
|
||||
LXXILBoEK. HISTORIE. 505
„ voet der voorige Verdragen, zullende men, 1729.
„ desnoods, Gemagtigden hiertoe benoemen.------
„ En zo zyne Katholyke Majefteit mögt goed-
„ vinden, na deezen, aan eenig volk, eenige „ voorregten in 't ftuk van den Koophandel toe „ te ftaan ; zouden ze den Staaten ook , ter- „ ftond , toegeftaan worden. 5. Zo de Staa- „ ten , ter oorzaake hunner aanneeminge van „ dit Verdrag . mogten aangetast of ontrust, „ en daardoor genoodzaakt worden, om hunne „ toevlugt te neemen tot de wapenen; zouden „ de Bondgenooten verpligt zyn hun, zonder „ uitftel, by te fpringen (,£)." Doch behalve deeze punten , die eerlang in 't licht kwamen, waren 'er twee geheime punten getekend , die nooit gemeen gemaakt zyn. Zy behelsden: „ 1. Dat de Staaten , in geval van oorlog in „ Italië , niet meer dan drieduizend man , in „ troepen , geld of fchepen , ter hunner keu- „ ze , zouden behoeven te leveren. 2. Dat „ de Staaten , tot de uitvoering der Span- „ jaarden naar Italië, twee Oorlogsfchepen en „ een Bataillon in de baay van Kadix leveren „ zouden." Voorts waren 'er , by de Akte van Toetreeding, nog twee Verklaaringen ge- voegd : in de eene, verbondt men zig om het Huis van Farnefe te zullen doen ftellen in 't bezit van Caftro en Ronciglione : in de ande- re , beloofde Spanje, den Staaten , voortaan, den titel van Hoog- Mogende Heeren te zullen geeven , hen , in allen deele, handelende als ge-
C'0 Verbaal der extr. Ambasf. MS. liyl. N.ioi. Foiez Du
Mont Corps Dipl. Tom. VIII. P- II. f. 160. RoussET Re« cueil, Tom. V. f. 3^3. Ü5
|
||||
5o<? VADERLANDSCIIE LXXII.Boek.
»729. gekroonde Hoofden (/). 't Verdrag van Se-
■-----— ville , de Akte van de Toetreedinge der Staa- ten , en vooral de geheime punten van beide werden van zo veel gewigt geoordeeld hier te Lande, dat de Staaten van Holland beflooten, 't een en 't ander bedekt te houden (k); gelyk de geheime punten ook nooit in 't licht gege- ven zyn (7). XXIX. Op deeze wyze , werdt het Verdrag van Aanmar- Seville getroffen. Frankryk befloot 'er te eer- balver— der toe » om dat ,nen ' in dit Rvk » na ^e §e" <3rag van boorte van den Daufyn, die op den vierden van Seville. Herfstmaand voorgevallen was , nog meer dan
te vooren, begon te neigen tot de voorige ver- eeniging met Spanje; die, federt deeze geboor- te , allengskens, volkomen werdt (ni). Groot- Britanje en de Staaten neigden tot fluiten , om dat anderszins de oorlog onvermydelyk fcheen, dien zy nog hoopten te vermyden , als zy den Keizer, die nu eenen der voornaamfte Üond- genooten van het Weener- Verdrag was kwyt- geraakt, zouden verpligt hebben , om te be- willigen in de voorwaarden van het Verdrag van Seville. Wyders, hieldt Groot -Britanje zig, by dit Verdrag, bevestigd in 't bezit van Gibraltar en Port Mahon, alzo de Verdragen, waarby Spanje deeze PJaatfen afgeftaan hadt, in het zelve, bekragtigd waren geworden. De Koophandel, in Amerika en in Spanje, werdt ook herfteld, en de herlevering van 't fchip den
CO Se r. Refol. Holl. 16 Deun». 1729. VIII. heel, U,
807 enz- <«. ■) Refbl. Holl. té Dcccmb. 1729. il. 913-
( i. ) Verbaal d«r extr. AinbasC Dec. 1729. MS, (»J Montcoh Tam. VU. f. 302, joj. |
||||
LXXILBoek. HISTORIE. 507
den Prins Fredrik beloofd. Ook kwam dit fchip, i7??,
in 't volgende jaar, in Engeland aan («). Doch------
fommige Engelfchen morden, dat men, in het
overvoeren der zesduizend Spanjaarden , be- willigd , en daardoor gelegenheid gegeven hadt aan eenen tak van het Huis van Bourbon , om zyne bezittingen uit te breiden in Italië. Men dreef, dat het evenwigt van Europa, hier me- de, verbroken werdt; dat'er de Keizer nimmer in bewilligen zou, en dat het Verdrag van Se- ville den oorlog zou ontfteeken, welken men, daarmede, hadt gedagt te voorkomen (o). Ook zou , hiervoor , inderdaad , reden van vreeze geweest zyn, indien Frankryk, Groot-Britanje en de Staaten zo gereed geweest waren , om de overvoering der Spanjaarden in 't werk te Hellen, Doch 't gevolg deezer Gefchiedenis- ie zal ons doen zien , dat zulks niet gebeur- de , dan na dat Groot-Britanje en de Staaten een nader Verdrag geflooten hadden met den Keizer. De Staaten bevorderden, midlerwyl, by het Byzon-
Verdrag vanSeville, hun groot oogmerk, welk deriyk, was de vernietiging der Oostendefche Miat ™" op' fchappye, waartoe Spanje ook aannam de hand de Stat- te zullen leenen. Zy bedongen, wyders, ver- ten. goeding hunner bezwaarnisfen in den Koop- handel, en herftelling van den zelven, op den voet der voorgaande Verdragen. Hiertegen be- willigden zy wel, in de overvoering der Span- jaarden naar Italië, en in de opvolging vanden Jnfant Don Carlos in de Italiaanfche Staaten. Doch
(n) MoNTGON Tom. VII. ?• 4^3-
t«) Montcosj '4Jjm, VU. f. 415. |
||||
5o8 VADERLANDSCHE ÊXXII.Boek.
|
|||||
1729. Doch Frankryk en Groot-Britanje hadden, hier-
' in, reeds te vooren, bewilligd. En de Staaten zouden 't, al hadden ze fchoon gewild , niet
hebben können beletten. Behalve dat zy zig, naderhand , zo min als George de II, gereed toonden , om de overvoering der Spanjaarden werkftellig te maaken , voor men 'er den Kei- zer, by Verdrag, in hadt doen medeftemmen. 't Verdrag yan Seville, dus begreepen, was, derhalve, zo voordeelig voor de Staaten, als zy 't, in de tegenwoordige omftandigheden, zou- den hebben können verwagten. Ook werdt de tyding van het fluiten van het zelve , met veel vreugde, in Holland, ontvangen (p~). Drie maanden voor het treffen van dit Verdrag, wa- ren het zilver en de vrugten, met de Asfogues- of Kwikzilverichepen en Gallioenen, te Kadix, aangebragt, aan de eigenaars uitgedeeld: doch de Indult« of belasting was veelhoogergefteld, dan men gehoopt hadt (q). XXX. De Vrede met de Regeeringe van Algiers, in Twee 't jiar j^.25 geflooten (r) , hadt den Staaten ftbe^-che". gelegenheid gegeven, om den Kapitein Schry- pen.teAi-ver» met drie Oorlogsfchepen, derwaards te giers op- zenden, tot het losfen vaneenige Slaaven. Ter- gebragt. wvi hy met deeze handelingen bezig was, wer- den , in Zomermaand , twee uitgaande Oostin- difche fchepen , te Algiers , opgebragt, door vier Kaapers, die zig van dezelven hadden mees- ter gemaakt, om dat zy geene Algierfche Pas- poorten toonen konden. Doch Schryver ver- toonde den Divan , dat deeze fchepen, den Staat
(p~) MoNTGON Tom. VU. p. 315.
(j) 7.h Europ. Meic. Jul? — Zk««*. 1739. WtI32OT3.
(/) ZU hier voor, lil. 3^1.
|
|||||
LXXILBoEic. HISTORIE. 509
|
|||||
Staat toebehoorende, geene Paspoorten behoef- i?39,
den. De Divan, zig niet laatende paaijen met —— deeze reden, dreigde de fchepenmetdelaading verbeurd te zullen verklaaren: en 't kostte den Heere Schryver veel werks , eer hy te wege brengen kon , dat men de twee fchepen , met verlies van de helft van't gemunt geld, welkzy inhadden, en welk eenhonderd zevenendertig- duizend guldens beliep , toeliet, hunne reis te vervolgen. De Prins van Oranje en Nasfau, Erfftad- xxxr.
houder van Friesland , zig, eerst te Franeker, D.e en nu ook , omtrent twee jaaren , te Utrecht, o""^"1 in de Weetenfchappen geoefend hebbende , ,ree(it -m bereikte, op den eerften van Herfstmaand, den 't bezit ouderdom van agttien jaaren, welke tyd be- der Stad- raamd was , om hem in 't bezit te' ftellen der ^°^a' Stadhouderlyke waardigheid van Gelderland en waardij- Stad en Lande. De Prins begaf zig dan , ten heid van deezen einde, naar Groningen: alwaar hy, op Gelder- den zestienden , den eed als Stadhouder aflei- k™j ™ de. Van hier , vertrok hy naar Dieren op de Lande. Veluwe ; alwaar hy, tot in Wynmaand , ver- toefde : op den zestienden van welke, hy ook 9 te Zutfen ., in de Stadhouderlyke waardigheid van Gelderland bevestigd werdt. Hy keerde, vervolgens , naar Leeuwaarden , daar hy, fe- dert , zyn gewoon verblyf hieldt (s). Eenigen tyd te vooren, hadden de Staaten van Holland beflooten, in gevolge van voorgaande Refolu- tien , geenen byzonderen Stadhouder, zonder eenpaarige bewilliging van alle de Gewesten, zitting toe te ftaan in den Raad van Staate (/). In
(/) Europ. Murc. Juh — Dfcemb. 1729. tl. 179 , aao, 305.
(/) Relol. Holl. lij Aug. 1729. tl. 6/y. |
|||||
5io VADÈRLANDSCHÊ LXXÖ.Böe*.
ifi9. In Lentemaand deezes jaars , fprak het Hof
:—s— van Holland eene Sententie uit over zes Per- Het Hof foonen, te weeten drie Klerken ter Griffie der: van Hol- a}gemeene Staaten , een' Advokaat, en twee* »ist zes"* änderen, die allen, federt eenen geruimentyd, Perfoo- hun werk gemaakt hadden van het leveren van nen, over Refolutien , Brieven en andere Stukken van ongeoor- gtaat aan uitheemfche Gezanten, en aan an- verihnd- dere vreemdelingen ; onder welke Stukken , houding, ook eenigen waren , welken men, voorbedag- telyk, hadt willen geheim houden. Zy hadden zig, voor deeze dienften, in geld of gefchen- ken, laaten beloonen. Sommigen waren ook, nu en dan, door vreemde Staatsdienaars, ter maaltyd onthaald. Wyders, hielden ze zig ook op met nieuws te verzamelen: 't welk dan naar vreemde Hoven overgefchreeven werdt. Een der Klerken hadt, onder anderen, doen fchryven „ dat vyf Gewesten , zeer tegen den zin van „ Holland en Zeeland, beweerd hadden , dac „ het Regt tot het Markgraaffchap van Veere „ en Vlisfingen in wezen gehouden moest wor* „ den , tot op de meerderjaarigheid van den „ Prinfe van Nasfau." Al het welk hoog ge- nomen werdt by 't Hof. Twee Klerken wer- den , met het zwaard over 't hoofd, geftraft; de derde , met een' brief op de borst, daar 't woord meineedtg op ftondt, ten toon gefteld. De Advokaat werdt van zyn Advokaatfchap voor 't Hof vervallen verklaard. Alle vier werden ze, zo wel als de twee overigen, voor altoos , ten Lande uit gebannen («*)• Doch de Scaaten van Gelderland en Overysfel namen dee-
|
|||||
11!) Zk de Sentent. over zes Perfoonen, gedr. 1729.
|
|||||
LXXÏI.Boek. HISTORIE. 51t
deeze regtspleeging kwalyk , alzo dezelve ook 1^9,
twéé van hunne bedienden in de Griffie betrof-------
fen hadt, over welken zy oordeelden, dat het
Hof van Holland geen regter zyri kon. De Ste- den Dordrecht en Leiden hadden ook zwaa- righeid gemaakt, om twee haarer ingezetenen, die, voor deezen, als Lyfknegts, in den Haa- ge, gediend , en de hand in 't ontdekken van geheimen van Staat gehad hadden, Voor 't Hof te laaten te regt ftellen (V). Men nam, federt, in overweeging, om een itreng Plakaat telaaten uitgaan , tegen het verfpreiden van Staatsgehei- men. Ook werdt 'er, eerlang, een Ontwerp van zulk een Plakaat, ter Vergaderinge van Holland, ingeleverd (w). Doch ik weet niet, dat het vastgefteld werdt. De onlusten in Oostfriesland tusfchen den xxxir.
Vorst en de Stenden duurden nog. De Staa- Verv,olS ten hadden, gelyk wy, hiervoor (#), verhaal- verhaal den, partyen, in den aanvang des jaars 1725, der on- vermaand tot een minnelyk Verdrag, en' tot !usten onthoudinge van daadelykheden. Doch de f"-0jf!^ Vorst, verftoord over't bezetten van Lier, on- rie* dernam , in 't begin van Grasmaand des jaars 1726, de Staatfché manfchap, die in Lier ge- legd was, van daar te verdry ven. Hy zondt, ten dien einde, omtrent zeshonderd Ruiters en Knegten , verzeld van eenen grooten hoop boeren, van Aurik naar Lier. Men raakte hand- gemeen. Doch 'sVorften volle werdt, na een vin-
£y) Refol. Gener. Ventr. 27May 1729. il. 352. Refol. Holl. 33
Dec. 1728. il. 1318. 7 Jen. 8, 9, 11, 16 23 Febr. U, 15,19Maart l&ApriliTH). H 7.4i-52>54»58,69,t95,a(;3,2-5,3is. O) Refol, Holl. ia Aug. 1729. il, 658.
(*) Bkdz, 284
|
||||
513 VADERLANDSCHE LXXII. Botje.
vinnig gevegt van vier uuren , genoodzaakt te
wyken, en naar Aurik te keeren. Die van Lier hadden maar agt dooden en weinige gekwets- ten. Van's Vorften zyde, was veel meer volks gefneuveld (y). De Vorst hadt, weinige da- gen te vooren, een bevel getekend aan die van Lier, om de Staatfche manie hap ter Stad uitte zetten , en zig aan de Keizerlyke Orde te on- derwerpen , binnen den tyd van twee maanden. Ook kreegen die vanEmbdenlast, uitdennaam der Keizerlyke Gemagtigden, om de manfehap , door hen, naar Lier gefchikt, van daar, terug te ontbieden. Doch deeze bevelen vonden ^ee- nen ingang (2). .....t De Staaten, bedugt voor verder verloop in
Oostfriesland, zonden, kort hierna, den Heer, Lewe van Aduwart naar Aurik, om den Vorst, ware 't mogélyk, te beweegen tot verdrag. Meq ontving hem, beleefdelyk (a). Ookwerdthem een uitvoerig fchriftelyk antwoord gegeven op zynen voorflag , die tot byleggirig der gefchil- len , onder der Staaten bemiddeling , geftrekt hadt (£). De Vorst wees, in dit antwoord^ aan „ dat te onderzoeken ftondt, welk de bes- |
||||||||||||||||
1729.
|
||||||||||||||||
De Staa-
ten doen eene be- 2ending der- waards. |
||||||||||||||||
Am- ;
woord,
op der
Staaten
voorflag
van 's
Vorften
zyde.
|
||||||||||||||||
■)■>
|
te weg ware, om een einde te zien van dea
|
|||||||||||||||
tweefpalt : of, dat de Stenden, en byzoh-
„ derlyk de Stad Embden verpligt werden , „ om zig naaf de voorige Verdragen te fchik- „ ken , door pnderwerping aan de Keizeriyke „ Gevolmagtigden; gelyk de Vorst vorderde ; „ of, door bemiddeling van hunne Hoog-Mo- » gend-
. Cip RuroPt Merc. jen,— Juny 1726. il. 1156.
( 7. ) l'oifk XnuvsET -Rccueil , Torn. |V.i#. 3^,390,393,39-.
(a Kiin>p. Mcrc. Jan. — J>>nv 1716. W. 384. ■ Ql/j RoiibsET Uecueü, 'torn. IV. p. 404. |
||||||||||||||||
LXXILBoek. HISTORIE. 513
„ gendheden; gelyk de Heer Afgevaardigde i?i,
„ voorgeflaagen hadt. Dat, in dit onderzoek, ___'.
„ te letten ftondt, vooreerst, op de Perfoonen,
„ met welken de Vorst zig zou moeten ver- „ draagen : ten tweeden , op de punten , over „ welken men zou können overeenkomen; en „ ten derden , op de middelen van bedwang, „ weiken men zou können in 't werk ftellen, „ om het Verdrag ter uitvoeringe te doen bren- „ gen , en de inbreuken, die 'er, in 't toeko- „ mende, op gefchieden mogten, te beletten. „ Dat, wat het eer ft e betrof, de Perfoonen, „ met welken de Vorst zig zou moeten ver- „ draagen , in 't gemeen , waren de Stenden „ des Landfchaps, uit drie Leden beftaande, „ den Adel, de drie Steden , en den Boeren- „ ftand, zynde agt Ampten. De Stenden zou- „ den zulk een Verdrag, eenpaariglyk, ofby „ meerderheid van flemmen , moeten verzoe- „ ken. Doch zulks was niet gefchied. In „ tegendeel, hadden alle de Stenden zig aan „ de Keizerlyke Befluiten onderworpen. Van „ den Adel was 'er niemant van uitgezonderd, „ dan Bernard Henrik van Appel\ die, nevens „ Doktor Rudolf van Rheede en de Burgemees- 5, ters en Raad van Embden , de jongfte be- „ roerte verwekt had. De Steden Aurik en „ Norden hadden zig, al voorlang, gefchikt „ naar 's Keizers Beiluiten: gelyk de Stad Emb- „ den zelve verklaard hadt te willen doen, „ fchoon zy, naderhand, haare verklaaring we- „ derom hadt ingetrokken. VandeagtAmp- „ ten waren 'er -zeven , die zig onderworpen „ hadden; te weeten, die van Embden, Griet- „ zyl, Aurik, Norden, Bergum, Sdkhuizen XVIII. Deel. Kk „en |
||||
514 VADERLANDSCHE LXXII. Boek:
f729» „ en Vredenburg: by welken zig, uit hetagt-
------ „ fte Ampt, dat van Lieroord, nog veele op-
„ gezetenen hadden gevoegd. Want fchoon
„ de Stad Embden de Ampten van Embden, „ Lieroord, Grietzyl en Stikhuizen, onlangs, „ gedwongen hadt, hunne onderwerping we- „ derom op te zeggen; gaf dit geweld geen „ regt altoos. Men vertrouwde, hierom, dat „ men den Vorst niet zou willen verpligten, „ om af te zien van de Keizerlyke Befluiten: „ waaraan genoegzaam alle de Stenden zig „ hadden onderworpen. De oude Beftierders, „ van Appel, Ter Brak, van Rheede en Dok- „ tor Stocfiws, deeenigften, die, onder de drie „ voorgemelde rangen , niet konden gerekend „ worden, en zig nog niet onderworpen had- „ den, kwamen niet in aanmerking, alzo zy, „ reeds in 't jaar 1724, door een Keizerlyk „ bevel, van hunne ampten waren afgezet, en „ derhalve maar moesten aangezien worden als „ byzondere Perfoonen, die, door de meer- „ derheid der drie gemelde rangen, vervangen „ werden: om niet te zeggen, dat zy, door 't „ verwekken van den jongften oproer , waar- „ voor zy niet fchroomden uit te komen, voor „ den Vorst en voor zyne Keizerlyke Maje- „ fteit zelve, ftraf baar geworden waren. Wat „ nu , in de tweede plaatfe, de zaaken betrof, „ over welken men zig zou können verdraa- „ gen; deezen waren driederlei: 1. Eenigen „ raakten 't Land in 't gemeen , of de Stad ,, Emden in't byzonder. 2. Anderen waren, „ of door Keizerlyke Befluiten beflist, of niet. „ 3. Anderen raakten of Regten en Privilegien, „ of vordering van geldfomoien. Omtrent de „ zaa-
|
||||
LXXILBoEK. HISTORIE. §i§
*, zaaken , die t Land in 't gemeen betroffen,
4, en door den Keizer beflist waren, kon geen j, gefchil vallen , hebbende de Stenden , in 't ?i gemeen, zig hierin reeds aan de Keizerlyke „ Befluiten onderworpen, 't Kwam dan alleen j, op de onbefliste punten aan , die vier in ge- j, tal waren; te weeten, 't beloop der fchade, ,j welke de Sténden den Vorst vergoeden moes- jj ten; 't beloop der jaarlykfche fomrne* wel- „ ke zy gehouden waren hem te verftrekken ; „ 't beloop van de helft der boeten, welke de j, Vorst van de Stad Embdente vorderen hadt; „ en het tolregt, waarin dezelfde Stad gehou- ,j den was, den Vorst te herftellen. En over j,, deeze vier punten, was hy tot rninnelyk „ verdrag genegen. Doch genomen dat zulk i) een verdrag ook nog plaats hebben kon * ij omtrent alle de overige punten , zelfs om- jj trent zulken, die reeds beflist waren ; zo zou „ 't 'er, ten derden , nog zeer op aankomen, ,j dat men middelen wiste uit te vinden * oni ji de Stad Embben en derzelver aanhang te „ verpligten, tot naarkoming van zulk eea „ Verdrag, voor den tegenwoordigen , en ,i voor den toekomenden tydi Deeze Stad hadt: ,> reeds doen zien , dat zy zig niet hieldt aan „• de plegtigfte Verdragen. Men moest * der- j, halve, middel aan de hand geeven, om haar ,j daartoe te noodzaaken. De Heef Afgevaar- 4> digde der Staaten hadt gewaagd van Lyf- „ ftraifen en Geldboeten. Doch wie zou ze op- *> leggen, en doen vorderen? Immers was hier- », toe, niemant bevoegd dan de Keizer; wiens j, regt de Vorst riiet krenken kon. 't Stondt » d»n Vorst dan niet vry, al wilde hyfchoon* K k a i, om< |
||||
5i6 VADERLANDSCHE LXXILBoek.
1729. „ omtrent alle de punten, in minnelyke on-
Mj „ derhandeling te treeden. Ook waren de ge-
„ woonlyke Afgevaardigden en de tegenwoor-
„ dige Beftierders der Geldmiddelen wettiglyk
„ verkooren, door de getrouwe Stenden, die
„ zig zeer gehoond zouden rekenen , zo de
„ Vorst ondernam , deeze keuze in twyfel te
„ trekken. Hy hadt de hoogfte agting voor
„ der Staaten tusfchenfpraak ; doch als Vorst
„ des Duitfchen Ryks moest men hem niet kwa-
„ lyk neemen, dat hy, in zaaken, zyne Leen-
„ regten betreffende , niets buiten 's Keizers
„ kennis ondernam : te meer, daar de jongfte
„ opftand niet het gantfche Land, maaralleen-
„ lyk de Stad Embden en eenige weinige we-
„ derhoorigen te wyten was , en den Keizer
„ nader raakte dan den Vorst: die, om gelyke
„ redenen, voorheen, ook de bemiddeling des
„ Konings van Pruisfen van de hand geweezen
„ hadt. Eindelyk , zou het einde , welk de
„ Staaten zig, met hunne bemiddeling, voor-
„ ftelden, ligtelyk, te bereiten zyn, zozyzig
„ hielden aan hunne voonge Beiluiten , het
„ Kollegie der Beftierderen, te Aurik opge-
„ regt, erkennende, en de Stad Embden ver-
„ maanende , om het te erkennen ; gelyk zy
„ reeds gedaan hadden (c)."
De Staa- De Staaten, verflag der verrigtingen vanden
ten ver Heere Lewe bekomen hebbende, vernieuwden
maancn fanxie vermaaningen aan den Vorst en aan
toe"et,°lstdie van Embden, tot een minzaam vergelyk.
minzaam Aan den Vorst in 't byzonder ichreeven ze,
verdrag. „ dat zy , uit den Heere Lewe van Aduwart,
» gaar-
de) Foiez Rousset Rccweil, Tom, IV. p. 4-7 — 41Ö. |
||||
LXXILBoek. HISTORIE. 517
„ gaarne vernomen hadden , hoe zeer geneigd 1729;
„ zyne doorlugtige Hoogheid ware, tot het by- ■ ,, leggen der gefchillen. Doch dat hun egter „ wee deedt, dat men , hiertoe , gelyk die „ van Embden hun berigt hadden , van zyne „ zyde , nog geen' eenen flap gedaan hadt, „ zynde zeifs, na 't vertrek van den Heere „ van Aduwart, de daadelykheden nog ver- „ volgd. Dat zy niet wilden onderzoeken , „ of 's Keizers Befluiten , met 's Lands Wet- „ ten en de voorige Verdragen overeenkwa- „ men, of niet; maar dat zy hun fcheenen te „ zyn vonnisfen of uitfpraaken tusfchen twis- ,, tende Partyen , van welken de party , ten „ behoeve van welke zy gegeven waren , niet „ meer voordeels behoefde te trekken, dan hy „ goedvondt: ja van welken hy zelfs , uit „ liefde tot de Vrede , of om eenige andere „ redenen, t'eenemaal kon afftaan, indien hy „ 't raadzaam oordeelde. Dat de Staaten niet „ zouden herhaalen de gewigtige redenen, „ welken den Vorst behoorden te beweegen, „ om , in de tegenwoordige omftandigheden, „ zig niet te houden aan de Keizerlyke Be- „ fluiten; zy waren hem, te vooren, dikwils, „ en nog onlangs , door den Heere Lewe van „ Aduwart, voorgehouden ; en men hadt ver- „ trouwd, dat hy zig, door dezelven, tot an- „ dere gedagten zou hebben laaten brengen. „ De Staaten waren niet minder geneigd , om „ 's Vorften voorregten, dan om die der Sten- „ den te helpen handhaaven, en hadden, hier- „ om , die van Embden en derzelver aanhan- „ geren vermaand , zo veel als mogelyk wa- „ re, af te (laan van hunne voorregten, mids Kk 3 „ zy |
||||
518 VADERLANDSCHE tXXH.BoE|ß
\t29. „ zy niet aangingen tegen de oude Verdragen,
-----«r „ Ook hadden zy te veel belang by de herftel-
„ ling der ruste in Oostfriesland , zo ter oor-^
„ zaake der nabuurfchap, als ter oorzaake van
„ de zwaars geldfommen , door hunne onder-
„ zaaten, den Oostfriezen verftrekt, en waar-?
„ van de verfcheenen Intrest reeds vierenveer'
„ tigduizend eenhondtrd vyfentwintig guldens be-
„ liep, dan dat zy hunne poogingen, by zyne
„ doorlugtige Hoogheid, niet zouden verdub-
„ beien , om hem, eindelyk, over te haaien,
„ dat hy zig genegener toonde tot een minne-
„ lykvergelyk, dan hy, totnogtoe, gedaan
„ hadt (<0."
■lytt&m Men liet het, van de zyde der Staaten, niefe
dcn°l g.öeu bv dit fchfy ven. De Heer Henrik Hof, die zig,
den Ko- van wege deezen Staat, federt eenige jaaren,
ring van als buitengewoone Gezant, aan 't Hof van
Pniisfen Londen onthouden hadt, kreeg last, om den
^fltTTm" honing van Groot-Britanje, die, als Keurvorst
de Oostr van Hanover, verpligt was, 't Verdrag van 't
iiiefcha jaar 1693 te handhaaven , door de beste rede-
pniusten nen> te beweegen, om, nevens de Staaten, de
wilgen.hand te flaan aan '* °yle?gen der Oostfriefche
'gefchillen. Gelyk verzoek gefchiedde aan den Koning van Pruisfen. Doch deezen was, door den Keizer, verbooden , zig met de Qostfrie? fche zaaken te moeijen (e~). Zy fchreeven nog eenige andere brieven aan den Vorst, die, in zyne antwoorden, zyn gedrag verfchoonde, zo goed als hem mogelyk was : die van Emb- den, daarentegen, geheeUyk, in ongelyk flel- len-
(d~) Füiez IloussETRecucil, Tot». IV. p. 427,
^ O Rousset Re^ucil, Tem. IV, p. 4^9. |
||||
LXXILBoek. HISTORIE. 519
lende. Onder anderen, ontkende hyrondelyk, l7i9f
na 't vertrek van den Heere van Aduwart» ee- ■■ - ^ nige daadelykheid gebruikt te hebben, tegen de wederhoorigen. Ook merkte hy aan „ dat de „ Keizerlyke Befluiten wel uitfpraaken waren „ tusfchen partyen ; maar zulke uitfpraaken , „ waarby ook de Leenheer belang hadt, en van „ welken de Leenman niet afgaan kon, zonder „ 't regt des Leenheers te krenken (f)." De Staaten, federt verneemende , dat men Zy *«*
reeds Deenfche troepen in Oostfriesland ont- j^erddg" vangen hadt, en dat de Keurvorst van de bezet- Palts en de Bisfchop van Munfter werden aan- ting van gezogt, om den Vorst de hand te bieden, be- Embdea flooten , in Hooimaand des jaars 1726, de be- 'gr|j'er" zetting van Embden en Lieroord, met twee Battaillons, te verfterken : van welk befluit zy den Pranfchen, Engelfchen en Pruisfifchen Gezanten , in den Haage , terftond , kennis gaven. Ook verzogten zy Frankryk en Groot- Britanje om den onderftand , by 't Verbond van den jaare 1717, beloofd; indien de bin- nenlandfche beroerte in Oostfriesland aanlei- ding geeven mögt, tot verdere vyandelykhe- den: terwyl zy op den Keurvorst van Keulen, Bisfchop van Munfter, begeerden, dat hy zig onthielde van 't zenden van troepen naar Oost- friesland (g) : den Koning van Deenemarke zelven, eerlang , aanzoekende , om , nevens hen, de hand te flaan aan 't bemiddelen der Oostfriefche gefchillen. Doch deeze Vorst verftondt» dat men zig aan 's Keizers Befluiten be-
tfi VüUz Roussbt RecueU, Tom. IV. p. 437.
(g) Refol. Gener. Scbb. CJit'.y i^aS. */. 486'. itns tt'JLen iueü dl Rousset, lom- IV. p. 451. Kk 4
|
||||
52o VADERLANDSCHE LXXII.Boek:
|
|||||
ifn9. behoorde te houden (h). 't Befiuit der Staaten
------- bragt, eerlang, te wege, dat de gantfche Boe-
renitand, twee Ampten uitgeflooten, zig voeg-
de by de Stad Embden , die egter, zo wel als de Vorst, door herhaalde brieven van hunne Hoog - Mogendheden , tot vreedzaame gedag- De Re- ten vermaand werdt. Ook was zulks te noodi- Eeeringteger9 om fat een hoop boeren, zig gevoegd heb- wordtU bende by eenige Staatfche manfchap , vry wat véran- baldaadigheid bedreeven hadt. Te Norden , derd. werdt de Regeering, buitenstyds, veranderd; en eenige Regenten en andearen in hegtenis ge- nomen (i). Wyders, iloegen de Staaten voor, „ dat men, onder hunne bemiddeling , en die „ des Konings van Deenemarke , in den Haa- „ ge, kwame handelen over een vergelyk; in „ welke handeling men de Keizerlyke Beflui- „ ten volgen zou , zo ver ze niet met de oude. „ Verdragen ftreeden (je)" Doch deezevoor« flag vondt geen' ingang. Handeling De Koning van Pruisfen, ondertusfchen, in des Ko- gen naauw Verbond getreden met den Keizer, PrKn" kreeg wederom last tot het dempen der onlus-
omtren ten in Oostfriesland: 't welk hem, voorheen, de Oost- verbooden geweest was. Hy fchreef dan , in friere ie Bloeimaand des jaars 17-27, eenen ernftigert fen. br)ef aan de Stenden 1 dezelven vermaanende tot gehoorzaamheid aan de Keizerlyke beve- len , zo zy zig 's Keizers hoogfte ongenade niet op den hals wilden haaien. Ook begeerde hy op de Staaten der Vereenigde Gewesten , Oat zy.
(A) RotisSKTRecueil, Tom. IV. p. tfd. •
(i) Voicz Rousset Recueil, Tm». IV. p. 459—476. (i) Relbl. Genera! Mart. 1 Oclob. 172Ó. «.'704. daui Re* te^eii de Rousset, 'lom. IV. p. 479. |
|||||
LXXII.Boek. HISTORIE. 5&ï
|
||||||
zy de ongeregeldheden beletten wilden, wel- lysp.
ken die van Embden, met hulp der Staatfche —— manfchap, in Oostfriesland, bedreeven had- den (/). De Staaten antwoordden „ dat alle „ hunne vermaaningen aan de Stenden, en „ aan de Stad Embden in 'tbyzonder, geftrekt • » „: „ hadden tot weeringe van daadelykheden.Dat „ zy vertrouwden, dat zyne Pruisfifdie Ma- , „ jefteit het zelfde oogmerk hadt, en dat zy, „ hierom, hoopten, dat men zig niet ver- „ haasten zou, met liet zenden van Krygsvolk „ naar Oostfrieskhd, totuitvoeringeder Kei- „ zerlykè Befluiten." De Afgevaardigden de De Staa- Stenden en der Stad Embden, dia zig", federt t(n raa- eenigen tyd, in den Haagè bevonden, en zeer tf1^* geklaagd hadden over den overlast, dierf 't tot'on- Land leedt van "de Deenfche Manfchap, wer- derwer- den, eindelyk-, dbor de Staaten, geraaden, ping- zig te onderwerpen aan de Keizerlyke Beflui- ten, zullende de Staaten, midierwyl, trag- ten te wege te brengen,adat deeze-ßefluhen niet ten ftrengfteff Werden uitgevoerd, en dat de Regeering op eenen goeden voet herfteld werdt. Voorts, beloofden de Staaten, hun best te zullen, doen, om de Duitfche-troepen: te rug te doen ontbieden uit- Oostfriesland * mids die van Embden deri Vorst verzekering gaven, <' dat zy zig, voortaan, van daadelykheden ont- houden zouden (m). Ook fchreeven ze, federt, aan den Koning van Deenemarke, hem ver- zoekende, dat hy zyne troepen te rug trok, of ten
' -. , • ■ ■ ■'..- CO Vniez Rousskt Recueil, Tnm. IV. p. 4S8, 491. .
I«) Rousset Rccucil, Tom. IV. p. 493, 4y5. |
||||||
Kk 5
|
||||||
512 VADERLANDSCHE LXXII.Boek,
|
|||||
I7119. ten minften in goede tugt hieldt; doch dit ver-
-------zoek vondt luttel ingang.
De Vom Oostfriesland bleef in deezen ftaat, geduu-
meïter'g rende het ê2"^116 iaar» l?*7- De Keizerfchen
van eeni- gaven, van tyd tot tyd, bevelen uit, om een ge Plaat- gedeelte der Keizerlyke Befluiten ter uitvoe- ren om- ringe te doen brengen: die van Embden en Fmbden anderen weigerden zig aan deeze bevelen te *M> ' onderwerpen, tervvyl de Staaten der Veree- nigde Gewesten niet nalieten, den Vorst en de Keizerfchen tot zagtheid, de Stenden tot on- derwerping te vermaanen. Doch met den aan- vang des jaars 1728 , maakte de Vorst zig meester van eenige Plaatfen, onder Embden gelegen, en afhangkelyk van deeze Stad, die, federt, als byna beflooten door vreemde troe- pen, werdt aangemerkt. De Staaten, bedugt, dat men voorhadt, hunne bezetting uit Embr den te verdry ven, zonden 'er wederom eenige verfterking van manfchap binnen. Ook klaag- den zy over 's Vorften bedryf aan den Keizer- lyken Gezant, Graave van Konigfek-Erps, TeStna- die hun verzekerde, dat hunne bezettinge in ten bren- Embden geen leed gefchieden zou. De Byeen- oostfrie- k°mst te Soisfons, midlerwyl, geopend zyn- fchezaa- de, deeden de Staaten den Graave van Sin- ken op zendorff aanzeggen „ dat zy zig verpligt zou- eenko " ^en v*n^aB» de zaalc van Oostfriesland op
te"soi^S ?» deeze Byeenkomst te brengen, zo men ze (ons. „ niet, in 't kort, tot hun genoegen, afdeede „ («)." Doch alzo zy,hierop, geene voldoe- ning kreegen, en daarenboven, vernamen, dat men, ten Keizerlyken Hove, aanhieldt om een be-
(?0 Vaiez Rousset Recneil, Tom. IV. p. 41»;.
|
|||||
tXXILBoEK. HISTORIE. 5*3
bevel, waarby der Staatliche bezettinge gelast 1799,
werdt, Oostfriesland te ruimen, bragten zy, ■ ■ - hunner Bondgenooten te Soisfons, die zy zog- ten over te haaien, om, gezamenlyk met hen, aan 't Keizerlyk Hof, uit te werken, dat 's Keizers bevelen verzagt, Embden van 't oifr- leggend Krygsvolk verlost, en de overige be- zwaarnisfen der Stenden weggenomen werden. En zo zagte middelen niet hielpen, en men voortginge met Embden te benaauwen, be- geerden ze, dat de Bondgenooten de zaak van Oostfriesland aanmerken, als een geval, waar- in de Staaten den byftand, hun, by 't Verdrag van Hanover, beloofd, met regt, vorderen en verwagten konden (0). De Staatfche Gevold magtigden leverden, ten deezen einde, een Vertoog over aan de Gevolmagtigden van Frankryk en Groot-Britanje (ƒ>). De laatften waren 't volkomen eens met de Staaten. Doch de Kardinaal de Fleury en de andere Franfche Staatsdienaars verftonden niet, dat zy, uit hoofde van eenig Verdrag, gehouden waren, den Staaten, in 't werk van Oostfriesland, te onderfteunen: fchoon zy, uit genegenheid je- gens den Staat, arbeiden wilden, om de Kei- zerfchen tot andere gedagten te brengen. De Gefprek Ambasfadeur Hop, met den Graave van Sin- van den zendorff fpreekende, vernam uit hem „ dat A™11"'3- „ de Keizer, geenzins, voorhadt, de Staat- netdm- „ fche bezetting te verdry ven uit Embden, Graave „ ko- van Sin-
zendorfF. O) Ttefof. Holl. S3 Mavijif. tl. 607. Refol. Cener. Vt-
tier. y July 1728. dans Ie Rccueil At Roossïi, [om. JV. f- 49y,
(/>) Vniez Rousset Rcucil, Tom. V, p. 264. |
||||
524 VADERLANDSCHE LXXII.Boek.
„ komende het beter met zyn belang overeen,
„ dat Embden bleeve in bewaaring van Staat- „ fche,dan van andere vreemde troepen: ook, „ dat men reeds orde gefteld hadt, om de „ 'Intrest te betaalen van 't gene de Staatfchen „ den Oostfriezen verftrekt hadden. Doch „ dat zyne Majefteit begeerde, dat de we- „ derhoorigen zig onderwierpen." De Heer Hop hielde hem, hierop, voor „ dat'er niet „ veel onderfcheid ware, tusfehen het daade- j, lyk aantasten der Staatiche bezettinge, en „ het befluiten derzelve binnen de Stad Emb- „ den: alwaar men, van uur tot uur, vreesde „overrompeld te zuilen worden. Dat de „ Staaten met den Keizer medewerken wil- „ den', om de wederhoorigen te brengen tot „ onderwerping; zo dra men hun verzekerd „ hadt van de behoudenis hunner voorregten, „ goederen en leeven: waaromtrent hy dui- „ delyker verklaaring verzogt van het Wee- „ ner Hof." De Graaf van.Sinzendorff her- nam „ dat de Keizer, ook volgens zynen eed, „ niet dan overeenkomftig met de Wetten en #• Voorregten, kon oordeelen; doch dat hy „ niet genoeg onderregt was, of alle deeze „ Voorregten, wettiglyk, verkreegen waren). „ Dat; de beftiering der gemeene penningen „ eene der oorzaaken van de tweedragt was, ,, en dat de Vorst, zyns oordeels, hierom- „ trent, niet gegrond was, in 't gene hy vor- „ derde." Ondertusfchen, fchreef hy, om- trent deezentyd, aan den Graave van Konigfek- Erps in den Haage „ dat de zaaken in Oost- M friesland haast te vereffenen zouden zyn,zo j» de
|
||||
LXXILBoek. HISTORIE. 525
|
|||||||
„ de Staaten de wederhoorigen niet ftyfden, i;aj?!
„ in derzelver ongehoorzaamheid." Ook ver- — klaarde hy aan den Heere Hop „ dat de Kei- „ zer nooit zou toelaaten, dat eene zaak, die „ het Duitfche Ryk betrof, gebragt werdt op „ de Byeenkomst te Soisfons." Hy verbeeld- de zig ook, dat de Franfchen, met naame de Kardinaal de Fleury, het, ten deezen opzig- te, met hem eens waren. Doch de Kardinaal ichreef, kort hierna, aan den Heere Hop „ dat „ hy wel, in 'c algemeen, hadt toegeftaan, „ dat de zaaken van 't Duitfche Ryk niet tot „ de Byeenkomst behoorden; doch dat hy 'er, „ altoos, zulken van hadt uitgezonderd, die „ gevolgen waren van de Westfaalfche Vre- „ de, of by welben de Bondgenooten van „ Frankryk een wezenlyk belang hadden: en ,, dat hy, onder deeze laatlten, de zaak vat* „ Oostfriesland rekende." Ook betuigden de Franfche Staatsdienaars, eindelyk, dat de Ko- ning i hun Meester, gezind was, den Staaten■, in de zaak van Oostfriesland, de hand te bie- den^). Ondertusfchen, verzuimden de Staaten niet, DeStna-
die van Embden te vermaanen tot onderwer- ten ver- ping. Zy beflooten 'er, ten laatfte, toe, en 21^"!™ zonden Jer een fchriftelyk befcheid van naar Embden Weenen, waarby zy alleenlyk baden, om de tot on- behoudenis hunner voorregten. Doch deeze J^rwer- bede alleen was oorzaak, dat men hunne on- pin°' derwerpingvan de hand wees. De Staaten toen, meer
(?) Verbaal der exir. Ambasr. US. en Üyl. N. 32, 3ß, 41,
41, 51. l'"ohz aujji les Ltttr. de Mn. Hop £? atitrcs dans k lte- t'iisiliA Roussei Tm. V. p. 25;, 255, 1.51}, £fto,2fii, 2(52. |
|||||||
§26 VADËRLANDSCHE LXXiLfioÉ*.
*?i$. meer en meer bedugt, dat men zig van de Stad
------ dagt meester te maaken, hielden, op nieuws,
om raad en onderftand aan, by hunne Bondge-
nooten (r). Men handelde $ over 't werk van Oostfriesland, ernstelyk, aan 't Franfche Hof en te Weenen, en bragt het* eihdelyk, zo ver, dat de Keizer een Landdag deedt be- fchryven in dit Gewest, te gelyk den weder- hoorigen vier weeken tyds geevende * om zig te onderwerpen $ in welk geval, zy hunne goe- deren* ampten, waardigheden en voorregten behouden zouden. De ftookebranden van den opftand, gelyk ze genoemd werden <, Bernard Henrik van Appel en Rudolf van Rheede, ook zulken, die eehigen manflag begaan had- den $ werden hiervan alleenlyk uitgezonderd. Ook werdt verklaard, dat men de goederen der müitelingen in beflag neem en zou, om uit dezelven zulken, die fchade geleeden hadden, vergoeding te bezorgen (5). Doch de Akte, waarby deeze verklaaringen gefchiedden, was zo dra niet afgekondigd in Oostfriesland, of die van Embden vonden 'er zwaarigheid in» Zy wisten niet, wie men al muitelingen zou willen noemen, en fchuldig houden aan man- flag. De Staaten, hierover, door hen, geraad- pleegd , vorderden nadere verklaaring, desaan- gaande, aan 't Weener Hof, en te gelyk, dat de tyd, tot de onderwerping bepaald, mögt verlengd worden* De Keizer verklaarde, fe- dert, dat hy niet allen, die deel aan den op- ftand
O) Refol. Holl. I5 D'cemh tjoZ. U. 1204- Refol. Gen. f
'Ang- 1728. dans Ie Recueil de Rousset 'lom V. p. 270, 275« (f) Verbaal der extr. Ambasf. MS. Jlyl. N. 52, 54, 55. ytiiai'
B.OUSMT Recueil, Tom IV. f.509, Tvm V. p. S7S> |
||||
LXXÏLBoek. HISTORIE. 527
ftand gehad hadden, begreep onder 't getal der 17s«,
doodflaageren , maar alleenlyk znlken, die in____1
perfoon, eenigen manflag hadden begaan. Ook
bewilligde hy, ftilzwygends, in de verlenging van den tyd der onderwerpinge, te gelyk, op 't fterk aanhouden van den Kardinaal de Fleu- ry, verklaarende „ dat hy nooit voorgehad „ hadt, de Staatfche bezetting Embden te doen „ ruimen: veel min, het onderpand, waarop „ de Staaten den Oostfriezen merkelyke fom- „ men verftrekt hadden, aan te tasten; en „ dat, fchoon hy, volgens de Rykswetten, „ geen agt flaan kon op het Regt van hand- ,, haavinge der voorige Verdraagen, welk de „ Staaten der Vereenigde Gewesten zig toe- „ fchreeven, hy egter nimmer van zins ge- „ weest was, de oude en wettige overeenkom- „ ften tusfchen den Vorst en de Stenden af „ te fchaffen." Doch de verlenging van den tyd der onderwerping werdt niet openlyk af- gekondigd. De Keizer hieldt zulks te ftryden met zyne waardigheid (t). Midlerwyl, lieten de Staaten niet af die van Embden te vermaa- nen tot onderwerping, hun verzekerende, dat hunne zaak, daardoor, gunftiger gedaantekry- gen zou, dan zy anders hebben kon. Zy be- Zy be- flooten 'er ook, eindelyk, toe, in Lentemaand fluiten deezes jaars 1729. De Akte hunner onderwer- 'er tow ping, die geene voorwaarden inhieldt, werdt den Keizerfchen, te Aurik, overgeleverd. En deezen maakten 'er wel eenige aanmerkingen op;
|
||||||
n™«»f"VV,n£' du 5?ron de Me« hns h Recuei) i$
*v»h .ist j /om% v. p, 2S0—302, |
||||||
528 VÄDERLANDSCHE BoekXXXÜ,
»729. op ; doch ontvingen ze egter ; mids zy zig 't
------ regt voorbehielden , om de tegenwerpingen te
onderzoeken, welken'er, van wege den Vorst,
op zouden mogen gemaakt worden. 'sVor- ften Raaden, de Akte, federt, onderzogt heb-* bende , vonden 'er zo veel op te zéggen , dat zy ze geheel onaanneemelyk hielden. Ook ge- fchiedde dit, door de Keizerfchen. Men ont- wierp eene andere Akte van Onderwerping , die , federt, in den Haage en te Parys , over- woogen werdt. Midlerwyl, hadt de Keizer , iii Bloeimaand , de verworpen' Akte van On- derwerping goedgekeurd, en 't gedrag der zynen , die deeze Akte van de hand geweezen hadden, met ronde woorden, veroordeeld (ii). In Herfstmaand, werdt zulks , in een nieuw Keizerlyk Bsiluic, nader bevestigd. Tegelyk, werdt allen, die eenige bezwaarnisfen hadden, twee maanden tyds verleend, om dezelven voor den Keizerlyken Hof-Raad te Weenente brengen. Ook verklaarde de Keizer, dat men , met het onderzoek van de fchade der genen, die by de beroerte in Oostfriesland geleeden hidden, wel zou voortgaan ; doeh dat de ver- goeding dier fchade zou uitgefteld bly ven, tot dat men den Keizer zou verzogt hebben, dee- ze zaak , by minnelyk verdrag, af te doen. Nog, beval hy , dat men zorg droege voor de voldoening der ingezetenen van de Vereenig- de Gewesten ( v ). Doch dit Keizerlyk Befluit ontmpette veel tegenfpraaks van 's.Vorftan, zy-
( u ) Verbaal der extr. Aml>asrad, MS. Iiyh N: 56. RoussEi;
Recueil , Tom. V p. 302 — 316. (,r) Poiez Rüussüi LUcucil, Tom. V. p. jiö. |
||||
LXXILBoék. HISTORIE. 529
|
|||||
zyde. Men hieldt het veel te gunftig voor 172p.
die van Embden , en maakte zwaarigheid, om-------«
'er in te berusten. Hieruit ontftonden weder-
om nieuwe onderhandelingen met het Wee- ner - Hof, welk , na 't fluiten van het Ver- drag van Seville , minder nog dan voorheen, gezind was, om de zaaken in Oostfriesland tot uiterften te laaten komen; en hierom, ein- delyk , op den dertigften van Oogstmaand des jaars 1730 , een Keizerlyk Beiluit liet afkon- digen , welks voornaamfte inhoud hierop uit- kwam : „ De Keizer bekragtigde volkomen- De Kei- „ lyk het Befluit van Herfstmaand laatstlee- zer iaat „ den ; doch begeerde niet, dat de Keizer e™ Be' „ lyke Vonuisfen, voor Bioeimaand des jaars ]ioucijgeij „ 1729 ter uitvoeringe gebragt, daarmede tot ftii- „ zouden gehouden worden voor vernietigd, ünge der ,, De Stad Embden , en die 't met haar hiel- .onl"s0te" ,, den , moesten zig houden aan hunne Akte f"iesiand, ,> van onderwerping , en 's Keizers eindelyke „ uitfpraak, bedaardelyk, afwagten , zonder „ hunne toevlugt te neem en tot vreemden, „ 't welk zo dikwils verbooden geweest was. ,, Zy moesten zig van alle vyandlykheden ont- „ houden, 's Lands lasten helpen draagen, de „ afgezette Amptenaars en Regenten herftel- „ len. Daarentegen , wilde de Keizer, dat „ hun kort en goed regt gedaan werdt, op „ hunne bezwaarnisfen, welken zy allen, zul- M ken zo wel, die in de Keizerlyke Befluiten „ begreepen , als die daarin niet begreepen „ waren , hoewel elk afzonderlyk , moesten „ opgeeven. De Stad Embden zou op den „ Landdag worden toegelaaten , mids vooraf XVIII. Deel. LI „vol- |
|||||
5Jo VAD.ERANDSCHE LXXII. Boek.
|
|||||
1739. » voldoende , 't gene zy aan 's Lands Kasfe
-------„ fchuldig was. Men zou den Stenden , met
„ den eerften , eenen ftaat overleveren van 's
„ Lands behoeften, in verwagting, dat zy 'er „ gereedelyk in voorzien zouden. Zo de Vorst „ weigerde te gehoorzaamen aan de Keizer- * Sauve- » lyke Uitfpraaken, zou de Keizerlyke * Vry- garde. „ waaring, in Oostfriesland gelegd, tot hand- „ haavinge der goede orde , op 't verzoek der „ Stenden , de hand leenen tot de naarkomin- „ gen dier Uitfpraaken. Bernard Henrik van „ Appel, verzogt hebbende onder de alge- „ meene Vergiftenis begreepen te worden, „ werdt zyn verzoek ontzeid. Maar Rudolf van „ Rheede zou'er deel aan hebben. Ook werdt „ Addo Terborg befchuldigd, eenen nieuwen „ opftand in den zin gehad te hebben , van „ misdaad zuiver gefchouwen. Lieawe van „ Wingeren zou nog eens gedagvaard wor- „ den." Voorts , regelde dit Keizerlyk Be- fluit nog eenige andere byzondere zaaken, met welken wy ons niet ophouden (w). De rust werdt, federt, allengskens, herlteld, in Oost- friesland. De bezwaarnisfen, welken de Sten- den tegen den Vorst hadden, werden ten Kei- zerlyken Hove overgebragt (jx) en onderzogt; doch niet afgedaan, naar behooren. De Kei- zer gaf den Staaten , omtrent de zaaken van Oostfriesland, eenig nader genoegen , by 't Verdrag van Weenen, waarvan wy, in 't vol- gende Boek , zullen moeten gewaagen. On- der-
Cw) VtAtz Rousset Recueil. Tom. V. p, 518. Du Mont
Corps Diplom. Tom. VIII. P. II. p. 161 — 211. O) y*iez Rousset Recucil, lom, VIII. /1.227, 3Ö4« |
|||||
LXXILBoek. HISTORIE. 531
dertusfchen , hadt de langduurige verdeeld-
heid tusfchen den Vorst en de Stenden , aan de eene en de andere partye , gelegenheid ge- geven tot het drukken en verfpreiden van een groot getal van Twistfchriften , welker voor- naamften , door fommigen (y)> byeen verza- meld en uitgegeven zyn. (>•) VaUz RouiSET RecueU, "lom, VIII. f. 83, 154, 18K
537, 262.
|
|||||||||
BYVOEGSEL.
In 't XVII. Deel, bl. 250. reg. 4. weg agter
het woord vertoonen. Doch de Middelburg- fche oude Regenten werden , by een befluic van den Raad der Stad, van den 25 July 17.16, allen in hunne eer en goeden naam herfteld: fommigen, gelyk de Heeren Ver- fluis, Verpoorten en Parker, hebben aldaar hunne voorige Ampten wederom bekleed : 't welk, nevens alle voldoening, ook aan de overigen aangebooden werdt: doch deezen vonden geraaden, voor die aanbieding te bedanken. |
|||||||||
LI 2
|
|||||||||
BE,
|
|||||||||
BERIGT voor den BINDER.
Adriaan van Borselen , Heer
van Geldermalfem enz. te plaatfen tegen over Bladz. 46
Adolf Henrik, Graaf van Regte- v
ren enz......i$2'' !Ï2, De Ambasfadeur Cornelis Hop. 20Ö
Openbaar Gehoor van den Ambasfadeur
Hop in Frankryk. . , . 21e De Raadpenfionaris Izaak van
Hoornbeek. . . . . 234
De Raadpenfionaris Simon van
Slingeland. . . . 452
|
||||||
1
|
||||||
*
|
||||||