-ocr page 1-
VADERLANDSCHE
HISTORIE.
TWINTIGSTE DEEL.
-ocr page 2-
VADERLANDSCHE
HISTORIE,
VERVATTENDE DE
GESCHIEDENISSEN
DER NU
VEREENIGDE NEDERLANDEN,
INZONDERHEID DIE VAN
HOLLAND,
VAN DE VROEGSTE TYDEN AT:
Uit de geloofwaardigfte Schryvers en egte
Gedenkftukken famengefteld,
DOOR
JAN WAGENAAR.
Met Plaatetï en Kaarten.
TWINTIGSTE DEEL,
BEGINNENDE MET HET OPENEN VAN DEN VELDTOGT IN
DE NEDERLANDEN, IN 'tJAAR I745, EN EINDIGENDE
^'UJTn\MET DE D00D VAN nEN ERFSTADHOUDER , WIL»
J^Tt^J^. LEM KAREL HENRIK FRISO , PRINSE VAN
"fi/\X ORANJE EN NASSAU, IN 'T JAAR 175I.
m
Te AMSTERDAM, ey
JOHANNES ALLART.
M D C C X C V I.
Met Privilegie van de ES. Gr. Mog. Heeren Staaten
van Hollanden Westfrieskmd.
-ocr page 3-
VADERLANDSCHE
HISTORIE.
ZE VEN-EN-ZEVENTIGSTE BOEK-
INHOUD.
I. Veldtogt in de Nederlanden. De Franfchen bele-
geren Doornik.
II. Beweegingen van het vereenigd
Leger. Slag by Fontenoi. Doornik en 't Kasteel
verkoren.
III. De Franfchen veroveren Gend ,
Brugge. Deinze, Damme, Aalst, Oudenaarden
en Dendermotide. *t Vereenigd Leger wykt naar
Brabant. Oostende en Nieuwpoort verkoren.
IV. Voorßag tot het houden eener Byeenkomst.
De Franfchen winnen Aath. Schans aan de
Nieuwerfiuis herfleld.
V. Brusfel verhoren. In-
zigten van 't Franfche Hof.
VI. V Biedt den
Staaten wederom een Verdrag van Onzydigheii
aan. 't Wordt niet aangenomen. Drie Fran-
fche Oostindifche Schepen op Batavia verkogt.
't Verdrag van Koophandel van
1739 ingetrok-
ken. Handeling met Frankryk.
Vil. Ope- ■
ning van den veldtogt in de Nederlanden. Ant-
werpen en gantsch Oostenryksch Brabant vero-
verd
, door de Franfchen. Zy winnen Bergen
in Henegouwen
, S. Guislain, Charleroi en Na-
men
, met het Kasteel VIII. Slag by Raucoux,
in Luikerland. Staat der Oostenrykfche Neder-
landen.
IX. Krygsbedryven in Italië. Genua
onderwerpt zig aan de Oostenrykfchen. Verzoekt
der Staaten voorfpraak. Dry ft de Oostenrykfchz
XX. Deel.                  A                         fo>
-ocr page 4-
VADERLANDSCIIE LXXVII.Boee.1
bezetting uit. Krygsbedryven ter zee, tusfdien
de Engelfchen en Franfchen.
X. Handelingen
aan't Rmfifche Hof. Verbondtusfehen de Hoven
van Weenen en Petersburg. De Raadpenfiona-
ris van der Heim fier ft. De Griffier Jakob Gil-
les volgt hem op.
XI. Onderhandeling te Bre-
da. Ontwerp van eenige punten eener algemee-
ne Vrede.
XII. Frankryk verklaart zig van
zins
, om den Staatfc/ien bodem aan te tasten.
XIII. De Franfchen vallen in Staatsch Vlaande •
ren. De algemeene Staaten geeven 'er den by-
zonderen Gewesten kennis van. Sluis, Tzendyke
en Litfkenshoek verhoren.
XIV. Aanleiding
tot verandering in de Regeeringe van den Staat.
XV. Beweeging te Middelburg. De Prins van
Oranje wordt. te Veere
, uitgeroepen, voor Stad-
houder van Zeeland. In de andere Zeeuwfche
Steden. Bystere beroerte
, te Zierikzee e» te
Thoolen. Zyne Hoogheid wordt
, fiaatswyze ,
aangefield in Zeeland.
XVI. De Staaten van
Holland neemen een hertig befluit tegen Frank-
ryk. De Raadpensionaris Gilles befchuldigd en
verdedigd. Hy doet verflag van
V gehandelde te
Breda.
XVII. De Prins wordt tot Stadhouder
verklaardi te Rotterdam. Te Delft en in veele
andere Steden. Opfchudding te Rotterdam en
in den Br iele.
XVIII. 'sPrinfen aanftelling
gefeitiedt te Amfierdam
, zonder oproer. XIX.
Beweeging in den Haage De Staaten van Hol-
land fielten zyne Hoogheid,
Willem den
Vierden, aan tot Stadhouder , Kapitein-
Generaal en Admiraal van hun Gewest.
V Prin-
fen fchryven aan den Graave vanBentink.
XX.
Zyne Hoogheid komt te Amfierdam. In den
Haage. Hy wordt ook Kapitein- en Admiraal-
Ge.
-ocr page 5-
LXXVlLßoEK. HISTORIE. 3
Generaal van de Unie en Stadhouder van Utrecht
4n Overysfel. Aanfßraak van den Graaye van
Bentink.
XXI. 't Prinfen verrigtingen , in
Zeeland. Hy wordt herfleld in 't bezit van yt
Markgraaffchap van Veere en Vlisftngen. An-
dere waardigheden , hem opgedraagen. Bc-
deflonden. Orde op het bidden voor den Prinfe.
XXII. De handeling te Breda wordt af gebro-
ken. De Franfchen veroveren Sas van Gend,
Filippine, Hulst, Axel en Ter Neuze. Voor-
zorg in Zeeland.
XXIII. Beweeging der we-
der zydfche Legeren. Slag by Lafeld.
XXIV.
De Franfchen belegeren Bergen op Zoom. De
Stad wordt
, by verrasfing, ingenomen en ge-
plonderd. De Schanfen Fredrik Henrik
, LUI»
en de Krunfchans verhoren. XXV. Oproerige
heweegingen
, onder 't Gemeen , hier te Lande,
uit misnoegen op de Roomschgezinden. Waard-
gelders aangenomens De ingezetenen geoefend
in den Wapenhandel.
XXVI. De Edelen van
Holland [laan voor
, dat men de waardigheden
van den Prinfe erfelyk behoort te verklaaren ,
in zyne mannelyke en vrouwelyke nakomeling-
fchap. Beweegingen onder 't Gemeen.
XXVII.
Oorfprong der beroerte over de Ampten en Pos-
teryen. Verfcheiden Steden draagen de Poste-
ryen den Prinfe op
, die ze aan V Land qffiaat.
Amflerdam maakt 'er zwaarigheid in. Zy wor-
den hier aan de Stad gegeven. Herkomst der
Posteryen.
XXVIII. De Regeering van Rot-
terdam wordt, door eenige Burgers
, gedwongen
te bewilligen in 't verhopen der Ampten. Zy-
ne Hoogheid vernietigt de afgeperste bewilliging.
Beweeging te Haarlem. Te Gouda.
XXIX.
Ontwerp van een Verzoekfchrift, te Amßerdam
A
a
                    nttfi
-ocr page 6-
4 VADERLANDSCHE LXX VII. Boek;
rondgedraagen. 'i Folk wordt op den Dam gc-
nodigd. Oproerige inval in t Stadhuis. XXX.
De Staaten fan Holland neemen een befluit tot
weeringe der misbruiken
, in t fiuk der Ampten.
Amflerdam
, flerk gedrongen tot den affland der
Posteryen , verklaart
, daartoe niet te kontien
befluiten.
XXXI. De Staaten van Holland ver-
klaar en het Stadhouder- Kapitein- en Admiraal-
Generaalfchap erfelyk
, in de mannelyke en vrou-
welyke nakomelingen van zyne Hoogheid.
XXXII.
'/ Zelfde gefchiedt omtrent s Pr inj en andere waar-
digheden
, in de meeste overige Gewesten > en ter
algemeens Staatsvergadering.
i?45- "*\e veidtogt in Duitschland was , dit jaar,
------ JL^ ten einde geloopen, zonder dat Frank-
T- ryk 'er zig fterk mede gemoeid hadt. Men
StTden hadt' aan '' Franfche Hof> vastgefteld, 'sKo-
veidtogt nings meeste Krygsmagt te gebruiken in de
in de Ne- Nederlanden, en de onderneemingen te agter-
derlanden.yoigen b die aldaar, ter oorzaake van den togt
Van Prinfe Karel over den Ryn , in 't voorlee-
den jaar, hadden moeten ge f taakt worden. De
Ambasfadeur der Staaten in Frankryk vernam,
al vroeg, dat het misnoegen tegen zyne Mees-
ters toenam , na dat de Staaten beflooten had-
den , den Koning van Groot -Britanje , dien
de Franfche Staatsdienaars , voor aanvaller,
in den kryg tegen Lodewyk den XV, wilden
doen houden , met fchepen te onderfteunen.
Men twyfelde, derhalve, niet, of de overige
Barriere-Steden der Staaten zouden , de eene
na de andere , worden aangetast. De Maar-
fchalk van Saxen hadt, in 't hert van den Win-
ter , reeds gepoogd , S. Guislain te verrasfen
over
-ocr page 7-
LXXVILBoek. HISTORIE. 5
over 't ys, en dreigde, tegen 't voorjaar, Na- 1745.
men en verfcheiden' Steden van Henegouwen-------
met een beleg. In Grasmaand, deedt hy 'sKo- Door-
nings Leger byeentrekken omtrent Maubeuge, nik door
te gelyk den Graaf d'Estrées, met eenige Rui- j?' Fran_
tery , zendende naar Bergen in Henegouwen, we^.6'
als hadt hy 't qpg op deeze Stad gehad. Doch
onverwagt andere bevelen geevende aan 't Le-
ger, welk reeds in beweeging was, floeghy op
weg naar Doornik, welk, op den vyfentwintig-
ften, berend werdt, door den Hertog van Har-
court.
't Bleek hieruit, dat men, de voornaam-
fte Plaatfen aan de Leye overmeesterd hebben-
de , zig nu, door 't vetmeesteren der Plaatfen
aan de Schelde , den weg dagt te baanen , tot
het bemagtigen van alle de Oostenrykfche Ne-
derlanden. De Sterkte S. Antoni, een uur bo-
ven Doornik, op de grenzen gelegen, en met
Staatfche manfchap bezet, werdt, den zesen-
twintigften, ingenomen, by verdrag. De loop-
graaven voor Doornik , werden , den eerften
van Bloeimaand, geopend, en de nadernisfen,
onder het geduurig uitvallen der belegerden ,
wakkerlyk voortgezet.
Het vereenigd Leger , uit Oostenrykfche, H.
Engelfche , Hanoverfche en Staatfche troepen ?ewe*
beüaande , omtrent Brusfel byeengetrokken ^fw
zynde, en 't voortzetten der belegeringeva n Legerder
Doornik vernomen hebbende, vondt geraa- ßondge-
den , den vyand te naderen, en, ware 't mo- n°otei]«
gelyk, de Stad te ontzetten. De troepen bra-
ken dan op, aan drie hoopen. De Hertog
van Kumberland voerde't bevel over den mid-
delden , uit Engelfchen en Hanoverfchen be-
ftaande: de Graaf van Konigfek over den reg-
A 3
                        er
•*
-ocr page 8-
6 VADERLANDSCHE LXXVII.Boek.
1745. ter hoop, die uit Oostenrykfchen beftondt,
------ en de Forst van Waldek , die , in 't jaar 1742,
een Regement voetvolk , ten dienfte der Staa-
ten , geworven hadt, en federt tot Generaal
verheeven was, geleidde den linker hoop, uit
Staatfche manfchap beftaande. De Koningvan
Frankryk , die zelf in 't Leger voor Doornik
gekomen was, kreeg zo dra geene kennis van
den optogt der Bondgenooten, of hy toog,
met het grootfte gedeelte zyner troepen , over
de Schelde , en ftelde zig, den tienden van
Bloeimaand , in flagorde, agter eene verfterk-
te linie, aanvangende ter regter zyde, by het
Dorp Antoin , en loopende , langs het Dorp
Fontenoi, naar het Bosch van Bary ; welke
drie Plaatfen eenen driehoek uitmaakten. De
Maarfchalk van Saxen hadt, tusfchen Antoin
en Fontenoi, drie reduiten doen opwerpen,
en twee , ter wederzyde van het Bosch van
Bary , alle wel voorzien van gefchut. Het
Dorp Rumignies, welk in de vlakte legt, was
insgelyks verfterkt. De Bondgenooten wer-
den, in 't naderen, nu en dan, aangetast door
eenige vyandelyke Partyen, die met verlies
werden afgeflaagen. Agtduizend man , uit de
voorhoede , onder den Luitenant - Generaal
Campbell, den Generaal - Majoor Albemarie ,
en de Brigadiers Craffbrd en Boetfelaar maak-
ten zig meester van het Dorp Wetten. De
Vorst van Waldek wierp zig in Fontenoi, zon-
der dat de Franfchen poogingen deeden , om
h hem te beletten. Men beiloot, den vyand,
niet het aanbreeken van den elfden van Bloei-
»aand , aan te tasten. Het gros des Legers
cjan, ten vier uuren, opgebroken van by Leu-
ze
-ocr page 9-
LXXVII. Boek. HISTORIE. 7
ze in Henegouwe , begaf zig naar de vlakte, i?^s,
by Antoin en Fontenoi. De Engelfchen en ------•
Hanoverfchen fielden zig , by Fontenoi, in Slag by
dagorde : de Staatfchen , die zig eerst naar Fonte-
Antoin wendden , volgden daarna de Engel- npi'
fchen en Hanoverfchen, en plaatsten zig ook
by Fontenoi. De vyandlyke post, by dit Dorp,
werdt heviglyk aangetast. DeFranfchen, eerst
deinzende , lokten de vereenigde troepen op
de hoogte : doch befchooten ze toen , zo fel
van de reduiten, die agter 't Bosch van Bary wa-
ren opgeworpen , dat zy , zulk eene ontmoe-
ting niet verwagt hebbende , eindelyk , ge-
noodzaakt werden, af te houden. Het veree-
nigd Leger zogt, daarna , door te dringen ,
tusfchen de posten van Fontenoi en 't Bosch
van Bary. Het voetvolk werdt digt op een
gefchaard, en fchoot hevig uit de musketten :
't welk den vyand, in zo verre, wyken deedt,
dat de vereenigde troepen , tot driehonderd
fchreeden boven Fontenoi doordrongen. Doch
hierdoor flonden ze bloot, voor het gefchut
en de musketten der Franfchen; die, van we-
derzyde , op hen losbrandden. Zy hielden,
nogtans , eene geruime wyle, ftand, onder 't
hevig vuur des vyands. Doch , in deezen
toeftand, gaf Koning Lodewyk last, om hen,
van vooren en van wederzyde , te gelyk, aan
te tasten : 't welk met zo veel vaardigheid en
orde gefchiedde , dat de vereenigde troepen
aan 't wyken gebragt, en, eerlang, geheellyk
overhoop geworpen werden. Veel volks fneu-
velde 'er, in deeze gelegenheid. By het Dorp
Antoin ftondt eenige Staatfche Ruitery , die,
gelast een verflerkt Kerkhof aan te tasten , 't
A 4
                     welk,
-ocr page 10-
8 VADERLANDSCHE LXXVII.Boek.
1745-. welk, niet dan met weerzin , onder 't hevig
------ fchieten des vyands , ondernomen werdt, op
een gerügt, dat het geheele Leger byFontenoi
aan't wyken gebragt was, insgelyks op de vlugt
Voorval floeg. De bevelvoerende Kolonel over een
met den Regement lluitery van den Prinfe van Hesfen-
Appius! H°rnburg> Matthias Hayko Apptus, ziende zyn
volk aan 't wyken, rende ze agter na, onder 't
roepen van Sta, die van Homburg ,ßa;en bragt
ze dus, een en andermaal, tot ftiUtand. Doch
toen ze , voor de derde reize , aan 't vlugten
geflaagen waren, volgde hy ze, eindelyk, zelf,
en kwam 'er, tegen den avond, mede teAath :
van waar hy, des anderendaags, aan den Raad
van Staate fchreef „ dat het gantfche veree-
„ nigde Leger vernield was , en dat de deer-
„ lyke overWyffels van eenige Regementen,
„ zonder tenten en pakkaadje, die door de
„ Franfche Husfaaren geplunderd waren , te
„ Aath waren aangekomen." Doch dit fchry-
ven , welk, naderhand, ook door hem zelven ,
bevonden werdt, niet met de waarheid over-
een te komen , en zyn wyken , zonder last,
werdt hem zo kwalyk genomen, dat de Krygs-
raad hem veroordeelde , om den Raad van
Staate en 't Krygsgeregt, openlyk , om ver-
giffenis te bidden, en om zynen briefte fcheu-
ren ; hem, voorts, afzettende van zyn ampt,
en onbekwaam verklaarende, om den Staat
immer wederom te können dienen. De Raad
van Staate bande hem zelfs, naderhand, uit
de Vereenigde Gewesten en Generaliteits Lan-
den. Doch hy hadt zig , midlerwyl , de be-
fcherming van de Staaten van Stad en Lande,
en van de Regeering van Groningen weeten
te
-ocr page 11-
LXXVII. Boek. HISTORIE. 9
te verkrygen , en bleef gerustelyk in deeze 1745,
Stad , daar men , in 't gemeen , zo overtuigd-------
niet was , dat hy zulk eene ftrenge ftraf ver-
diend hadt: fchoon men hem verpligtte , ze-
kere zyne verdediging, die, in den Haage,
door beuls handen, verbrand werdt, openlyk,
te herroepen. Kort na den middag, en naauw-
lyks een half uur na dat Appius zyn post ver-
laaten hadt, werdt, in 't vereenigd Leger, een
algemeen bevel tot den aftogt gegeven («).
Het trok naar de naaste Steden. De Staatfche
troepen kwamen , in den avond , meest, te
Aath aan. De verfpreidde menigte, eerlang,
wederom byeengebragt zynde , floeg zig, op
eene voordeelige plaats , by Lesfines , neder.
't Getal der gefneuvelden, gekwetsten en ge-
vangenen , aan de zyde der Bondgenootèn ,
werdt van fommigen op meer dan tiendui-
zend , van anderen op nog geen agtduizend
begroot. De Franfchen rekenden hun verlies
op zesduizend man. Onder de gefneuvelden
van naam van de Staatfche hulptroepen , tel-
de men den Brigadier de Salisch , den Kolo-
nel van Rysfel en den Luitenant-Kolonel Ba-
ron van Boetfelaar , benevens de Majoors van
Kollen
, Anderlei en eenige anderen. De Ba-
ron van Lytiden van Blitterswyk
, Kolonel der
Ruiterye , en de Baron Colbe , Adjudant van
den Graave van Konigfek, gevaarlyk gekwetst
geworden zynde in den ftryd, overleeden aan
hunne wonden, te Aath, werwaards zy, na 't
gevegt, gebragt waren. De Koning van Frank-
ryk,
(a~) Zie de Semcnt. Deduft. van Tlegte en andere Stikken,
de «aak van M. H. APrius betreuende.
A 5
-ocr page 12-
io VADERLANDSCHE LXXVILBoek,
1745« ryk> net flagveld, met lyken bezaaid, den vol-
-------genden dag, vertoonende aan den Daufyn ,
zou,zo men verhaalt, gezeidhebben, ziehier,
Zoon , tot welk een prys de overwinningen gekogt
worden Qb~).
Doornik De nederlaag by Fontenoi baande den weg,
en t Kas- tot ^e verovering van Doornik, 't Beleg dee-
loüren.er"zer Stad werdt zo fterk voortgezet, dat de
Bevelhebber yan Dorth , den drie-entwintig-
ften van Bloeimaand , haar , by verdrag, op-
gaf. Hy week met de bezetting naar 't Kas-
teel, en floot, ten zelfden tyde, eene wapen-
fchorfing, voor agt dagen , binnen welken,
hy aannam , last te haaien van de algemeene
Staaten , om het Kasteel op te geeven, of te
verdedigen. Men befloot, in den Ilaage, tot
het laatfte : waarop het Kasteel, des nagts na
den eenendertigden van Bloeimaand , hevig
befchooten en gebombardeerd werdt. De na-
dernisfen werden voortgezet, onder 't uitval-
len der belegerden , tot op den negentienden
van Zomermaand. De breuk in den hoofdwal
was toen groot genoeg , om ftorm te können
loopen : weshalve , de Bevelhebber befloot,
het witte vendel uit te fteeken , en de Plaats
over te geeven, by verdrag, welk den volgen^
den dag getekend werdt. De bezetting ver-
bondt zig, tot den eerften van Louwmaand des
jaars 1747, niet te zullen dienen, tegen den
Koning van Frankryk , noch tegen deszelfs
Bondgenooten. Zelfs mögt zy niet aan andere
Regementen van den Staat worden ingelyfd ;
noch
f h) R. Rolt RepveC. of te late War. Fol. UT. p. 554 - ,s63.
Me »oir. pour I' II.(i. de 1'Europe , Ucaiti ü. ƒ>. 23t*— 268. en
vu'ldieultn' andere V'crhaalcn.
-ocr page 13-
J,XXVII.BoEK. HISTORIE. il
noch eenigen den minden krygsdienst doen, 1745.
binnen den genoemden tyd (c). En't was uit------;
kragte van dit beding , dat het Franfche Hof,
naderhand, oordeelde, datdeeze endiergelyke
bezettingen niet onder de hulptroepen , voor
den Koning van Groot Britanje gefchikt, mog-
ten gebruikt worden: gelykwy reeds in't voor-
gaande Boek Cd), gezien hebben.
Het Franfche Leger bleef omtrent Doornik Hr.
leggen , om uit te rusten , tot in 't begin van j?fjFra
Hooimaand : terwyl de vereenigde troepen , Vgrove-
die op verfterking uit Engeland of van elders ren
wagtten, te Lesfines aan de Dender lagen , Gend»
dekkende gantsch Brabant, en het beste ge-
deelte van Vlaanderen. Doch de Maarfchalk
van Saxen ondernam , eerlang , zig van de
voornaamfte Vlaamfche Steden meester te maa-
ken, eer 't hem , door 't vereenigd Leger ,
belet kon worden. Hy trekt dan, den eerften
van Hooimaand , op , aan vyf hoopen , naar
den kant van Leuze. Zyn aantogt deedt het
vereenigd Leger wyken , over de Dender , ■<
naar Geeitsbergen, daar 't zig nederfloeg. De
Franfchen, in 't gezigt van 't vereenigd Le-
ger genaderd zynde , vielen 'er eenige ligte
fchutgevegten voor, tusfchen de wederzydfche
Partyen : 'doch men kwam tot geenen üag ,
houdende de Bondgenooten zig in hun voor-
deel. De optogt der Franfchen tusfchen de ...*
Schelde en de Dender fcheen Oudenaarden en
Aath met een beleg te dreigen ; doch men
hadt, heimelyk , het oog op Gend , daar de
meeS-
fc") Msmoir. pour FHIft. de 1'Eotope, 7b«. II. *. tö3-J7i.
U) XIX. Dttl, il. 5i«.
-ocr page 14-
12 VADERLANDSCHE LXXVII. Boek.
meeste mondbehoeften voor 't vereenigd Le-
ger byeen gebragt waren. Des nagts na den
agtften, trokken de Franfchen over de Schei-
de , beneden Oudenaarden. Een hoop En-
gelfchen en Hanoverfchen , uit Nienove ge-
trokken naar Gend , raakte handgemeen met
de vyandelyke manfchap, onder DuCaylat die
zig, een uur van Gend , by de Abcdy van
Melle , begon neder te flaarl ; doch werdt,
na een hevig gevegt, genoodzaakt, te rug
te trekken. De Graaf van Löwenthall, des
avonds van den tienden, in 't Franfche Leger,
voor Gend , gekomen zynde , deedt de Stad,
die geenen wederftand bieden kon, inneemen ,
zonder moeite, 't Kasteel gaf zig, vier dagen
laater , over , eer 'er een fchoot op gedaan
was. De Franfchen vonden , te Gend, een*
grooten voorraad van mond- en oorlogsbe-
hoeften en kleederen. De verovering van Gend
was van te meer gewigt, om dat 'er den Bond-
genooten de gemeenfchap met Vlaanderen
door afgefneeden werdt. Twee Eyquadrons
Hanoverfchen onderden Baron Molk, zig heb-
bende weeten te bergen uit Gend, trokken
naar Sluis : doch men wilde hen hier niet in-
neemen : 't welk, toen 't bekend werdt, eenig
misnoegen verwekte aan 't Engelfche Hof (e).
Molk begaf zig toen naar Oostende (/),
Voorts , maakte de vyand zig van verfchei-
den' zwakke Plaatfen in Vlaanderen meester.
ï/45.
Brugge
Damme' aatl den ^arhraave & Souvrl
egentienden ,
Dtinze en
Dam-
C«') Notii'. Zet). 2 Aug. t745- *'• 3iO'
(ƒ) K. Rolt 8.ej»rel. of the Uüè War, Vol. IIL p. 582.
-ocr page 15-
LXXVII.BoEK. HISTORI E. 13
Damme waren , reeds te vooren, ingenomen. 1745.
Aalst werdt, te gelyk met Brugge , overwel- ~ —
digd. Löwenthall, ten zelfden tyde, 't beleg Aal«,
geflaagen hebbende voor Oudenaarde, bemag- 2,"d?"
tigde de Stad, by verdrag, eer hy gereed was, tnD^L
om ze te befchieten. De bezetting, ten deele
deriaon-
uit Staatfche manfchapbeftaande, werdt krygs- de.
gevangen gehouden. In 't begin van Oogst-
maand , werdt het beleg van Dendermonde
ondernomen , en zo fterk voortgezet, dat de
Plaats , die , volgens 't Verdrag van Barrie«
re , beide Oostenrykfche en Staatfche bezet-
ting inhadt, zig, den twaalfden, by verdrag,
overgaf.
Midlerwyl, was het vereenigd Leger ge- Het vejy
weeken van de Dender naar Brabant, zig , eemgd
eerlang , nederflaande agter de Vaart tusfchen Jjt**
Brusfel en Vilvoorden. Devyandhadt, der mLe«.
halve, 't veld in Vlaanderen ruim, en bediende bant.
zig van de gelegenheid , om nog eenige Plaat-
fen te veroveren.
Dendermonde was nog belegerd , toen de Oost-
Graaf van Löwenthall voor Oostende toog. 5|?de **
Hy bemagtigde de Stad, tien dagen na 't ope- J^J*"
nen der loopgraaven, op den drie-entwin- verloor
tigften van Oogstmaand. De Engelfche be- ren.
zetting bedong den vryen uittogt, met alle
krygseere. 't Veroveren van Oostende maak-
te het overvoeren der Engelfche troepen , die
hier plagten ontfcheept te worden , moeily-
ker. Weinige dagen na 't overgaan deezer
Stad , tastte Löwenthall Nieuwpoort aan , en
werdt 'er , binnen vyf dagen , meester van,
op den vyfden van Herfstmaand. De Koning
van
>
-ocr page 16-
14 VADERLANDSCHE LXXVJ1. Boek?
I?45. van Frankrylc was, kort te vooren, naarParys
<------- gekeerd (g>
IV          Groot was de verflaagenheid , die, door 't
De Abt overgaan van zo veele Steden, veroorzaakt
«ie ia vüie werdt, onder 't gemeen hier te Lande ; welk
flaat den ^jg 9 gelyk het gaat, reeds liet diets maaken,
h«"ou- ^at het niet zonder verraad gebeurde, fchoon't
den eener eeniglyk of voornaamlyk, aan den ongelukki-
byeen- gen uitflag van 't gevegt by Fontenoi te wyten
komst was. £)e Abt de la Ville, zig willende bedie-
voor" nen van de gelegenheid des tyds, floeg, flegts
vier dagen na 't overgaan van Nieuwpoort,
ter algemeen e Staatsvergaderinge , het houden
eener Byeenkomst voor , als het bekwaamfte
middel, om een einde te zien van den Oorlog.
De Staaten namen aan, op deezen voorflag, te
raadpleegen met hunne Bondgenooten (£) :
doch daar verliep nog een geruime tyd , eer
'er op beflooten werdt. Vroeg in 't voorjaar,
hadt de Ottomannifche Porte, zo vermoed
werdt, door bewerking vanFrankryk, haare
bemiddeling Groot -Britanje en den Staaten
voorgeflaagen. Doch men toonde, zo wel hier
als te Londen , kleine genegenheid , om zulk
een' voorflag te omhelzen (/).
Asth Men hieldt, na 't vertrek des Konings van
veroverd Frankrylc uit Vlaanderen , den veldtogt in de
Fran- Nederlanden voor geëindigd; doch men be-
gehen, droog zig. De Maarfchalk van Saxen zondt,
op
(p) R. Rolt Reprefent. of the late War, Vol. III.p.581 —
586. Memoir. pour 1'Hift. de 1'Europe, Tom. U. p. 282— 299.
en andere Verhaalen.
CA) Secr. Refbl. G«ner. 9 Sept. 1745. Zie de Memorie eoh
iu de
Enrop. Merc. JulyDec. 1745. 01. 201.
C») Voiez Rousset Recucil, Tom. XX. />. 6» 102. and R,
•Rolt Vul. III. p. 520.
-ocr page 17-
LXX VIL Boek. HISTORIE. 15
op 't einde van Herfstmaand , den Graaf van 1745.
Ckrmont Gallerande, met een deel des Fran---------
fchen Legers, af, om Aath aan te tasten. Tus-
fchen den tweeden en derden van Wynmaand,
werden de loopgraaven geopend. De Graaf
van Wurmbrand
, die binnen de Vesting ge-
boodt, deedt onophoudelyk fchieten op den
vyand. Ook naderde de Hertog van Kumber-
land, met een gedeelte van 't vereenigd Le-
ger , tot by Halle , als ware hy van zins ge-
weest, het beleg op te flaan. Doch hy veran-
derde , eerlang, van gedagten, en keerde naar
de Legerftede tusfchen Brusfel en Vilvoorden
te rug. 't Beleg van Aath werdt zo fterk voort-
gezet , en de Stad zo hevig befchooten , dat
zy des nagts tusfchen den zevenden en agtften
in den brand raakte : 't welk zulk eene ont-
fteltenis veroorzaakte , dat de Bevelhebber ,
terftond, verzogt, in befprek te komen. De
bezetting bedong, by den uittogt, de gewoon-
lyke krygseer, twee ftukken gefchuts, en een
mortier. Aath was de laatfte Stad , tusfchen
de Dender en de zee , die in de magt der Ko-
ninginne van Hongarye geweest was. De veld-
togt in de Nederlanden werdt, met het vero-
veren deezer Plaatfe, beflooten (£). De op-
ftand in Schotland noodzaakte den Koning van
Groot-Britanje, alle de Engelfche troepen,
tegen 't einde des jaars, naar huis te ontbieden.
De Staaten vonden zig verpligt, om 'er , ge-
lyk wy boven (/) zagen, zesduizend man by
te voegen. Hierdoor werdt het vereenigd Le-
ger,
f*) R. Holt Vol. III. f. £87. Memoir. pour 1'Hift. de 1'Eu-
fope. Turn. II. p. jQ9 &/uiy.
(iO XIX. Deel, II. 546.
-ocr page 18-
16 VADERLANDSCHE LXXVII.Boek.
1745. ger, welk veel geleeden hadt, in 't gevegt by
------ Fontenoi, nog meer verzwakt. Men was, der-
halve , hier te Lande , in merkelyke bekom-
mering , voor den uitflag van den aanftaanden
veldtogt.
Scham De Staaten van Holland zelven , bedagt op
aan de de beveiliging van hun Gewest, waren te raade
fluf Uh'er* geworden, de geflegtte Schans aan de Nieuwer-
fteid er Sluis in de Vegt, van nieuws, te fierken, en
te bezetten. Doch alzo een gedeelte deezer
Schanfe gelegd moest worden aan de westzyde
dier Riviere, en dus op den bodem der Provin-
cie van Utrecht, moesten zy, deswege, eerst
overeenkomen met de Staaten van dit Gewest,
gelyk zy, op den agttienden van Wintermaand,
deeden, onder anderen toeftaande, dat de be-
velhebber dier fchanfe ook aan die van Utrecht
zou moeten zweeren , dat hy de politike beve-
len van dit Gewest binnen de Schans, zou doen
naarkomen. De Schans werdt, federt, vol-
trokken ; doch, omtrent het afleggen van
den eed aan de Staaten van Utrecht, kwam,
na de aanftelling eens Stadhouders , in 't jaar
1747, eenige verandering (»O«
V.
         De bekommering hier te Lande vermeer-
Brusfel derde, na 't verlies van Brusfel, welk, in 't
verloofen.noist van jen Winter, veroverd werdt, door
de Franfchen. Het vereenigd Leger hadt, in
deeze Stad , te Vilvoorden , en in de Schan-
fen langs de Vaart , tusfchen Vilvoorden en
Brusfel, de Winterkwartieren betrokken. Te
Brusfel, was een groote voorraad van mond-
en
Cr) RcCol. H6I1. ^Sept. 1745. h. 795, ao fan. 1746, bt. 50,
I Otfêb. 21 Ndv. 1/40. W. 824, 1074.
-ocr page 19-
LXXVÏI.Boek. HISTORIE. ï?
en oorlogsbehoeften byeen gebragt. De Maar- ,*.£
fchalk van Saxen, hiervan onderrigt, ondernam -—1
de Stad, op 't onverhoedst, van alle kantenb in
te fluiten, op den dertigften van Louwmaand.
De loopgraaven werden geopend , op den ze-
venden van Sprokkelmaand. De Stad werdt,
eerlang, zo hevig aangetast, dat zy zig , op
den twintigften, by verdrag, overgaf, volgens
welk, de Oostenrykfche, Engelfche en Staat-
fche manfchap , die zig in dezelve bevondt,
krygsgevangen blyven moest', bedingende zy
alleenlyk naar de minst afgelegen' Plaatfen ge-
voerd te worden. De Sekretaris van den Refi-
dent der Staaten den Heere vän Kwfdot, kreeg
verlof, om, met de bedienden, goederen en pa-
pieren van den Refident, te vertrekken, wer-
waards hy wilde. De Maarfchalk van Saxen
vorderde eene brandfchatting van twee millioe-
nen van de Stad, die aan 't Krygsvolk werden
uitgedeeld, 't Geheim, waarmede deeze aanflag
belegd geweest was, hadt veel toegebragt, om
dien te doen gelukken. De bezetting van Brus-
fel werdt op tien- of twaalfduizend man be-
groot ( « ): en 't werdt den Bondgenooten, in
't algemeen, voor eenen merkelyken misflag
aangerekend , dat zy zo veel volks en voor-
raads, in zulk eene kwalyk verllerkte Stad, by
een gebragt hadden. Nivelle, welks bezetting
door de wakkerheid van den Staatfchen Majot
May, gelukkiglyk, werdt gebergd (o), werdt
ook in Sprokkelmaand , ingenomen door de
Franfchen.
'.'. ■                                                                     *tHer^
'C«) R. Roit Pol. IV. *. 587. Memoir. pourl'Hift. de 1'ßu»
rope, Tom. III P. i. ,6. 5£_84.
Ce) Notul. Zeel. s8 mart 174Ö. tl. 14a.
XX. Deel.              B
-ocr page 20-
i8 VADERLANDSCHE LXXVII. Boek.
«746. 't Herftellen der Vrede in Duitschland, op
-------'t einde des voorleeden jaars , noodzaakte den
Inzigten Koning van Frankryk de wapenen tegen de
van het Koninginne van Hongarye te voeren , in de
Franfche _T , ? ,            . ,»..' TT             '         .
Hof op't Nederlanden en in Italië. Ily zogt, van t
Huk des begin des oorlogs af, vrede te houden met het
oorlogs. Duitfche Ryk, en deedt zulks nog in den aan-
vang deezes jaars , verklaaren, op den Ryks-
dag te Frankfort. De Keiserin-Koningin zogt,
daarentegen, de Vorlten en Stenden des Ryks
te beweegen, om met Frankryk te breeken.
Doch men was, in 't Ryk, wars van den oor-
log. Ook hadt Frankryk eene nieuwe reden
gekreegen, om zyne wapenen uit Duitschland
te houden , federt het fluiten van 't Verdrag
van Dresden, tusfchen de Koningin van Hon-
garye en den Koning van Pruisfen, alzodelaat-
fte zig, by het zelve, verbonden hadt, om de
eerfte, in haare bezittingen in Duitschland, te
handhaaven (j&). Italië en de Nederlanden
ftonden dan , voortaan , het groot tooneel des
oorlogs te worden.
Vf.
         Het Franfche Hof, 't zy dat het, gelyk fom-
Frankryk migen vermoedden, voorhadt, de Bondgenoo-
biedtden ten 0p te houden en flap te maaken ; 't zy dat
wederom ne£' inderdaad, 's Konings wapenen voornaam-
een Ver- lyk dagt te voeren in Italië, boodt den alge-
drag van meenen Staaten, in 't begin deezes jaars, we-
onzydig- derom een Verdrag van onzydigheid aan. De
heid aan. Ambasfadeur van Hoey gaf zig veel moeite,
om hun deezen voorflag fmaakelyk te maaken.
En 't ontbrak, onder de Leden der hooge Re-
geeringe, niet aan zulken, die oordeelden, dat
het
(/) Mcmoir. pouiI'Hift. del'Kiirope, Tom.U^P.l.f. 84-04.
-ocr page 21-
LXXVII.BoEK. HISTORIE. f9
het belang van den Staat vorderde , dat men, 174«.
eindelyk, zulk een Verdrag aanging. Zymerk» ------>
ten aan „ dat de Bondgenooten den last des
„ oorlogs in de Oostenrykfche Nederlanden
„ te zeer lieten aankomen op de Staaten ; dat
„ Groot-Britan je zelf, in 't voorleeden jaar,
„ veel minder volks geleverd hadt, dan het
„ verpligt was te leveren ; dat de opftand in
„ Schotland den Koning genoodzaakt hadt,
„ het Engelsch krygsvolk, welk nog naar de
„ Nederlanden gezonden was, van daar te
„ rug te ontbieden , en dat het, veelligt, dit
„ gantfche jaar, of langer, gebruikt zou moe-
„ ten worden , om den opftand in 't Ryk te
„ dempen." Men voegde hierby, heimelyk ,
nog andere redenen, die op de behoudenis
van den tegenwoordigen vorm der Regeerin-
ge zagen. Doch de meesten verftonden , dat
men het Verdrag van onzydigheid behoorde
af te wyzen. „ De herftelling der Vrede ia
„ Deutschland zou, huns oordeels , de Kei»
„ zerin - Koningin van Hongarye de handen
„ ruim laaten , om haare krygsmagt in de
„ Nederlanden , merkelyk, te verfterken«
„ Ook was 't te verwagten, dat de opftand
>, in Schotland fpoedig gedempt zou zyn ;
„ waarna de Koning van Groot- Britanje ds
troepen , die derwaards gevoerd waren r
„ wederom zou können zenden naar de Ne-
„ derlanden; behalve , dat men, volgens de
„ Overeenkomften , met de Keurvorften van
„ Keulen en Beijeren geflooten, zig zou kon*
„ nen bedienen van derzelver hulptroepen 9
„ om het Leger der Bondgenooten te verfter-
„ ken." En deeiïe en andere redenen brag-
B a
                       ten
I
-ocr page 22-
co VADERLANDSCHE LXXVII.Boek.
i74<5. ten te wege , dat de aanbieding van een Ver-
'■>' ■ .»■■ drag van Onzydigheid, doorFrankrykgedaan,
niet aangenomen werdt by de Staaten : waar-
toe ook veel hielpen de poogingeri der Hoven
van Weenen en Londen , die belang hadden,
.om de Staaten langs hoe dieper in te wikkelen
in den oorlog.
Misnoe- . Midlerwyl, nam de verwydering tusfchen
^"^"'VFrankryk ert deezen Staat toe, hand over hand.
Ho" C\ve-'fiy net misnoegen, welk aan het Franfche Hof
gens'drie opgevat was , over het kragtdaadiglyk onder-
Franfche .fteunen der Koninginne van Hongarye , en
fth^h' over ^et Stuiken van fommige bezettingen
peiMeBa-der overgegaane Barriere-plaatfen., was ook
tavia op- gekomen het misnoegen , over het herwaards
gebragt, zenden van twee Franfche Oostindifche fche-
pen, van de drie, die, in 't begin des voorlee-
den „jaars , door de Engelfchen genomen , te
Batavia opgebragt, en met de laadingen aan
den algemeejnen Landvoogd van Nederlandsen
Indie, den Baron>van Imhoff, verkogt waren,
die dezelven herwaards gezonden hadt. De
Abt de la Ville hadt ze , terftond, te rug ge-,
eischt, in Wynmaand daaraan, zig beroepen-
de op het elfde punt van het Verdrag van Koop-
handel des jaars 1739, waarby het ontvangen
van pryzen, die op eene van beide de Mo-
gendheden veroverd waren , in de havens der
andere Mogendheid , voor öngeoorlofd ver-
klaard werdt C #). 't Gedrag van den Hee-
re van Imhoff werdt te vreemder gevonden,
om
(q"i R. Rolt Fol. III. p. 4SI. Fol. IV. £-45a. Memoir. pour
1'Hill.
<1e 1'Enrope , 'lom. III. P, II. p. lic Zit ook £urop.
Werc
jfiin, — Juny 1745. tl. 84.
-ocr page 23-
LXXVlI.BoEK. HISTORIE. ai
om dat men een' Franfchen Kaaper , die een' i74g.
Engelfchen prys in Zeeland hadt opgebragt, —
genoodzaakt hadt, dien te flaaken (r). ün-
dertusfchen, verliep 'er een geruime tyd, eer
men , hier te Lande, overeenkwame met de
Franfche Oostindifche Maatfchappye, wegens
de herlevering der drie Schepen (j> En ter- ,''Jer"
wyl dit draalde, benam de Koning van Frank- Ko*
ryk, byeene Akte van den eenendertigden van handel
Wintermaand laatstleeden, den ingezetenen van van'tjau
den Staat de voordeden in den Koophandel, '739 i«i
die hun , by het Verdrag van den jaare 1739, g£° '
waren toegeftaan: 't welk niet nalaatenkon, de
Hollandfche , Zeeuwfche en Friefche Scheep-
vaart zeer te drukken.
Om verdere verwydering met Frankryk te DeGmf
voorkomen, de gekrenkte vriendfchap te her- n Was*
ftellen, en te gelyk te beproeven of men, aan ^"*"c
't Franfche Hof, ook met nut zou können ar- weder -
beiden tot eene algemeeneBevrediging, werdt om naar
eerst by Holland (?), en daarna ter algemee- F™«*ryk
ne Staatsvergadering, beflooten , een gevol- jj^on"
magtigd Staatsdienaar derwaards te zenden ,
en daartoe wederom den Graaf van Wasfenaar,
Heer van Twikkelo, te verkiezen (V), die ook
een Geloofsbrief als buitengewoonen Ambassa-
deur mede kreeg, om zigdaarvan, naar welge-
vallen, te können bedienen ( v). Hy vertrok
den tienden van Sprokkelmaand uit den Haa-
ge,
f>) Notul Zeel. 21 Vee. 1744. W.4'7?.. 25^^. 1745. hl 37.
(s) Refol. Hnll. 16 O« 1745 bl. 1044. Notul. Zeel. liOSt.
14 Oec. 1745 bl 449,450,507. lïjait. 2.1'ïtiny irtf M.4(5,358.
(t) Secr. Refol. Holl. 92 Jan. 174«. X.Deel, II.498. Uel'oJ
Huil. 26 Jan. y tf-fr. 1746 bl. 58, VA.
t<0 Secr. Uelbl. HoM \F:br. 174.fi. X. Üeel, U. jjiï,
(v J llelol. Getier. SM. 6 Pebr. 174S.
B 3
-ocr page 24-
as VADERLANDSCHE LXXVII.Boek.
1745. ge, en kwam den twintigften te Parys : en na
1» dat hy, den zevenentwintigften, gehoor by den
Koning gehad hadt, tradt.hy, teritond, met
den Markgrame d'Argenfon, en andere Saats-
dienaars in onderhandeüng. Hy vondt deezen
en den Koning zelven in 't algemeen zeer ge-
neigd tot vrede, 't Scheen, dat'er, metvrugt,
iet te handelen zou zyn aan het Franfche Hof.
De twee- Doch alzo deeze handeling ten uiterfte geheim
de Griffier bly ven moest, en ondertusfchen van het hoog-
Giiiej fte gewigt ftondt te worden , vonden de Staa-
Tem toe- ten> mt begin van Grasmaand, geraaden, den
gevoegd. Heere van Wasfenaer, die zulks reeds voor zyn
vertrek verzogt hadt, eenen tweeden Staats-
dienaar toe te voegen , met wien hy zou kön-
nen raadpleegen en overleg manken. En hiertoe
werdt de tweede Griffier der algemeene Staa-
ten , de Heer Jakob Gilles , benoemd (w) ,
die den agttienden der gemelde maand reeds te
Parys was. 't Vertrek des Konings naar het Le-
ger noodzaakte de Gezanten, eerlang, het Hof
te volgen. Zy begaven zig eerst naar Brusfel;
toen naar Mechelen, naar Antwerpen, en ein-
delyk , na dat de Koning het Leger verlaaten
hadt, de een na den anderen wederom naar Parys,
Uitwer- Op alle deeze plaatfen, handelden zy , voor-
kingen naamlyk , met den Heere d'Argenfon en met
deezer $en ^Dt fe \z Ville, die uit Holland te rug ge-
"e "keerd was, en bragten, onder anderen, te we-
ge j, dat het flegten der veroverde fterke Plaat-
„ fen in de Nederlanden , waarmede de Fran-
„ fchen een begin gemaakt hadden, vooreerst,
». ge-
r«0 SeccB.erol.Holl $/lpril 1746- X-Ü.ed, *!■ 570. ftefej.
(Jener, i/ób. 9 April 1746-
-ocr page 25-
LXXVII.BOEK. HISTORIE. »3
geftaakt, en de Fianfche wapenen, geduu- i74^.
,, rende den gantfchen veldtogt, niet gebragt ------
„ werden op den bodem van den Staat.'
Doch 't werk der algemeene bevrediging, Oog-
het groot oogmerk deezer bezendinge , vor- "ier,f dc*
derde luttel. De Staaten beoogden, in deeze jJJSJ,,,
handeling , eerst het meeste voordeel
van hun deling
Gemeenebest, en daarna, dat van hunne Bond- ov.ree-
genooten , byzonderlyk van Groot - Britanje , ne alse*
met welk Ryk zy thans ten naauwften verbon- y"^'
den waren. Frankryk hadt eene algemeene
Byeenkomst voorgeflaagen, tot bevordering
der Vrede (*). Doch men verftondt, in den
Haage , dat zulk eene Byeenkomst vrugteloos
zyn zou, zo niet vooraf eenige punten werden
vastgefteld , die ten grondflag der handelinge
op de Byeenkomst konden ftrekken. De mees-
te gefprekken der Heeren van Wasfenaer en
Gilles met de Franfche Staatsdienaars liepen
over deeze punten : en men gaf van alles ken-
nis ter plaatfe daar 't behoorde , en in 't by-
zonder ook aan de Staatsdienaars van Groot-
Britanje , voor welken niets verborgen bleef.
De algemeene grondflag der handelinge was,
dat Frankryk, gelyk het dikwils verklaard
hadt, niets voor zig zelf begeerde. Op deezen
grondflag , beoogde men dan , met opzigt op
het belang van den Staat, te bedingen „ dat
„ de voorige Verdragen , met naame die van
„ Utrecht en van den jaare 1717, vernieuwd
„ en bevestigd ; het Verdrag van Koophandel
„ van den jaare 1739 herlteld , en alle vero,-
„ verde Plaatfen in de Oostenrykfche Neder-
„ lan-
C*) Zie hier voor, il. 14.
B 4
-ocr page 26-
*4 VADERLANDSCHE LXXVII.Boek.1
„ landen te rug gegeven werden : ook, dat
„ Spanje verklaarde , de Scheepvaart van den
„ Staat op de Westindiën te zullen laatenonge-
„ ftoord, volgens de oude Verdragen;" wel-
ke verklaaring men noodig oordeelde , om dat
de Markgraaf de Castellar, in't jaar 1731, ver-
klaard hadt, dat dit Ryk zig van de Verdragen
ontflaagen hieldt (y ) , 't welk nog nooit uit-
drukkelyk herroepen was. Ten opzigte van
Groot-Britanje, zogt men te bedingen „ ver-
„ nieuwing dar Verdragen ; het flegten van
„ Duinkerken op den voet derzelven; afftand
„ van de bevordering der belangen des Preten-
„ dents en zyner nakomelingfchap; herftelling
„ der Scheepvaart en des Koophandels, als
„ voor den oorlog, en bevordering der Vrede
„ met Spanje op den voet vandeUtrechtfche,
„ en van de overeenkomst op het Pardo van
„ den jaare 1739, vermeerderd met eene ver-
„ klaaring omtrent den Pretendent, overeen-
„ komftig met die van Frankryk." Voor het
Weener-Hof wilde men vorderen „ vernieu-
„ wing der belofte van handhaavingederPrag-
„ matike Sanftie ; vernieuwing van het Ver-
„ drag van den jaare 1738; wedergeeving van
„ al het veroverde in den tegenwoordigen oor-
„ log, en erkentenis van den Keizer: alles zo
„ wel door Spanje, als door Frankryk." Ein-
delyk, zogt men, met betrekking tot Italië, te
bedingen „ dat de Koning van Sardinië en de
,, Hertog van Modena in derzelver Staaten
„ herfteld werden , en dat Genua in de Vrede
j, begreepen werdt."
Doch
%p ZU XIX. Deel, bh 44.
-ocr page 27-
LXXVII.Boek. HISTORIE. 25
Doch onder 't verhandelen deezer punten, 1746.
merkten de Franfche Staatsdienaars aan, dat
         
men veel eischte van Frankryk, zonder Frank- Wat
ryk iet aan te bieden. Zy vorderden dan, van pLFran*
hunne zyde, Kaap Breton te rug. Zy deeden vcorde.
nog eenige andere eifchen. Doch zy beloof- ren?Wat
den , Oostenryksch Vlaanderen en 't gene zy ZY toe-
van Brabant bemagtigd hadden , benevens der ëeeven?
Staaten Barriere, te zullen te ruggeeven. Ook
zou het verdrag van Koophandel, met de Staa-
ten , in 't jaar 1739 , gemaakt, volkomenlyk
worden herfteld. Doch alles bleef nog maar
by onderlinge gefprekken, zonder dat'er iets
naar behooren bepaald, veel min getekend
werdt.
Omtrent het midden van Bloeimaand , hadt Staat <feij
men't egter, te Brusfel, zover gebragt, dat de bande-
Franfchen toegaven „ Duinkerken, van den ^l-tm
„ Land- en Zeekant beide, te zullen ftellen in maand.
„ den ftaat, waarin het voor 't jaar 1740 geweest
„ was, en volgens de Verdragen van de jaaren
„ 1713 en 1717 zyn moest. Ook zouden zy
„ den Pretendent noch zyne nakomelingfchap
„ niet onderlleunen, en by Spanje uitwerken,
„ dat de Vaart naar deWestindië'n, die volgens
„ de Verdragen vryftondt, voortaan onbelem-
„ merd bleeve." Doch omtrent eenige andere
punten , was de handeling nog niét geflaagd
naar genoegen. De Franfchen drongen , on-
dertusfchen, fterk op het voortzetten der han-
delinge, tot zoverre zelfs, dat zy dreigden met
het flegten der veroverde Plaatfen , byzonder-
lyk vanYperen, te zullen voortvaaren, zo men
geen meer yver toonde om te fluiten. Doch de
Itaatfche Gevolmagtigden hielden hun voor,
B 5
                       dat
-ocr page 28-
26 VADERLANDSCHE LXXVII.Bork,
1746 dat zulks de handeling agteruit zetten zou ,
------ vooral zo hierby kvvame, gelyk men in dea
Haage vreesde, dat de Franfchen hunne wape-
nen voerden op Staatfchen bodem ; alzo daar-
uit veranderingen te wagten waren , waardoor
de handeling den Staatfchen onttrokken ftondt
te worden. En 't fchynt dat deeze aanmerkin-
gen vry wat indruks maakten op de Franfchen,
die federt te kennen gaven, dat de flegting van
Yperen agterbly ven zou.
De Mark- Kort hierna , kreeg men , aan 't Franfche
graaf de H0f, tyding, dat de Graaf van Harriiigton, in
konf/hei. ' P^lement van Engeland , eene redevoering
mdyk in" gedaan hadt, waaruit klaarlyk bleek, dat men
den Haa- aldaar kennis hadt van 't gene , door de Staat-
se- fchen, met Frankryk, gehandeld werdt, en dat
men 'er in bewilligde. Hieraan hadden de
Franfchen, tot nu toe, naar 't fcheen, getwy-
feld. En nu hun deeze twyfeling benomen
werdt, fcheenen ze meer vertrouwen te heb-
ben van den goeden uitflag der handelinge. De
Koning vondt zelfs goed, den Markgraaf de
Putfieux,
onder dekfel van, met den Profesfor
Albinus en anderen, over eene borstkwaaie, te
willen raadpleegen, af te zenden naarden Haa-
ge, om met den Raadpenfionaris eneenige ande-
re Leden der.Regeeringe, aan welken't geheim
der handelinge betrouwd was, te fpreeken over
de beste middelen, om het werk tot een goed en
Men be- fpoedig einde te brengen. Hydeedt deeze reis
fluit eene jn Zomermaand. En 't gevolg der zelve was,
komlTte dat llet Engelfche Hof eerst, en daarna ook het
houden, Franfche gebragt werden tot een befluit, om
van Fran- eene byeenkomst te houden van de Staatsdie-
fcfae,Ennaars der drie Mogendheden ; waarin men de
voor-
-ocr page 29-
Tu
LXXVILBoEK. HISTORIE. 27
voorwaarden der algemeene Vrede regelen, en t7A6.
zelfs daaromtrent tot een befluit komen zou, in-----
geval men bevondt, dat 'er de Bondgenooten geifche
ook redelyke voldoeninge in kreegen. De En- P,Stial"
gelfchen gaven niet donkerlyk te verftaan, dat vc0imag!'
zy de handeling den Staatfchen alleen niet lan- tigden.
ger toevertrouwden, en bedugt waren, dat de-
zelven zig mogten laaten overhaalen tot een af-
zonderlyk verdrag. Hierdoor fcheenen zy be-
woogen geworden te zyn, om eenen Staatsdie-
naar te magtigen tot de handelinge. De Fran-
fchen neigden tothandelingmetdeEngelfchen,
federt dat zy eenige hoop gekreegen hadden,
dat het Engelfche Hof de Vrede zogt: en de
Staatfchen , geene volmagt van de Engelfchen
hebbende , om iet uit derzelver naam te flui-
ten , zagen gaarne, dat zy zig nader moeiden
met de handelinge. Ondertusfchen rees 'er,
by de Staatfchen , nu en dan , eenige twyfe-
ling, of de Engelfchen de Vrede wel ernftelyk
begeerden. Zy hadden , tot hiertoe , alleen-
lyk zwaarigheden gemaakt tegen de ontwerpen
van Vrede, welken men hun voorgehouden
hadt, zonder zelven iet klaarlyk te vorderen.
En zo dra men overeengekomen was , om ee-
ne byeenkomst te houden tusfchen de Staats-
dienaars der drie Mogendheden , fpraken zy
I van hiervan kennis te willen geevenaandeHo-
i ven van Weenen en Turin : 't welk niet nalaa-
ten kon de handeling moeijelyker tejmaaken.
Evenwel hadt de voorgenomen byeenkomst
voortgang. De Stad Breda werdt benoemd tot
het houden van dezelve (z). Wy zullen, in
't vervolg , zien, wat aldaar gehandeld werdt.
On-
(O Vu egte Stukke» tn Kefcheulcn.
-ocr page 30-
a8 VADERLANDSCHE LXXVII.Boek;
1746. Ondertusfchen was de Veldtogt in de Nederlan-
-------■ den , voorfpoediglyk geopend en voortgezet
door de Franfchen. Wy moeten 'er kortelyk
verflag van doen, eer wy 't verhaal der Vrede-
handeling vervolgen,
vu. De Maarfchalk van Saxen , na 't veroveren
De Veld- van Brusfel, vertrokken zynde naarFrankryk,
Nededan-om ^ Deweegingen van den aanftaanden Veld-
denwordc^gtte regelen, kwam, in Grasmaand, in Bra-
geopeni. bant te rug. Met den aanvang van Bloeimaand,
deedt hy 't Leger te velde trekken , gedeelte-
lyk onder Dendermonde , gedeeltelyk omtrent
Brusfel. Ook hadt de Graaf d'Estréeshst, om
eeniga troepen uit het Leger des Prinfen van
Conti te verzamelen omtrent Maubeuge , en
Bergen in Henegouwen, Charleroi en Namen
te dreigen met een beleg. Het vereenigd Le-
ger , waarover de Vorst van Waldek nu 't op-
perbevel voerde , hadt zig , agter de Dyle,
tusfchen Mechelen en Leuven, nedergeflaagen ,
om de zwakke Steden van Brabant te dekken.
In Grasmaand , hadt men zig meester gemaakt
van Vilvoorden , by welke gelegenheid, de
jonge Graaf van Rechteren omgekomen was.
Doch de optogt des Graaven van Lowenthall
naar Leuven, met een aanzienlyken hoop volks,
deedt het vereenigd Leger , welk gevaar liep
van ingeilooten te worden, opbreeken van ag-
ter de Dyle , en over de Neethe trekken, om
en door Antwerpen, naar de grenzen der Baro-
DeFran- nye van Breda , alwaar het zig begroef. Leu-
ï'chen be- ven en Mechelen werden toen ingenomen door
magtijen je pranfchen. De Bondgenooten hadden nog
pén^eu" eern»e Schanfen, langs de Dyle en de Neethe,
gaiusch ingehouden, om den voortgang der Franfchen
te
-ocr page 31-
LXXVII.Bofetf. HISTORIE. 09
te ftuiten; dochzy werden haast overweldigd. 174«.
Lier, Heeremals en Aarfchot, niet te houden
zynde, werden toen, terftond, van hunne be- Oosten-
zettingen verlaaten , en door dé franfchen in- l^kshch
genomen. De Stad Antwerpen zelve opende ra ant*
de poorten voor den naderenden vyand : doch
t Kasteel, welk met zestienhonderd man bezet
gelaaten was, ftondt een beleg dooi* vaneenige
dagen, en gaf zig, op den eerften van Zomer-
maand , over, by verdrag < volgens welk, dé
bezetting , die alleen uit Oostenrykfche man-
fchap beftondt, met twee ftukken kanon en
een mortier, uittrok naar 't vereenigd Leger.
De fterkte S. Maria , ter linker zyde van de
Schelde , tegen over S. Filips gelegen, werdt
te gelyk met het Kasteel van Antwerpen , op-
gegeven aan de Franfchen ; die zig, na 't ver-
overen van Antwerpen , van gantsch Oosten-
ryksch Brabant meester zagen ( a ). Men lei,
vervolgens, in beraad, om 't vereenigd Leger,
welk op de. Bredafche Heide lag, en merkelyfc
zwakker was dan dat der Franfchen, aan te tas-
ten : doch 't werdt ondienftig geoordeeld ; zo
om dat de Bondgenooten vast begraaven lagen,
agter eene verfterkte Linie, die hier, in't jaar
170a,- opgeworpen was, als om dat zy geduu-
rig toevoer van volk en voorraad konden kry-
gen uit Holland, terwyl de fchraale heide voor
't Franfche Leger niets uitleveren kon (£).
s Terftond hierna , werdt het beleg van Ber- zy ver-
gen in Henegouwen ondernomen: waartoe een péteii
aanzienlyk gedeelte van het Leger, welk in lfi:ïpk.
Bra pbuWèn,
•Ca") Memoir. pour 1'Hift. (te TEurope, Tom. III. P, I. p, en
I50 & fuiy. R. Rolt Vol. IV. p. 269, 370.
' C*"J' Memoir, Tom.'ïll. P,U p. 157.
-ocr page 32-
3o VADERLANDSCHE LXXVII.BoekJ
174Ö. Brabant lag, gebruikt werde. De Prins van
------- Conti, die 't bevel voerde over dit beleg,
kwam den zevenden van Zomermaand reeds
voor de Stad: doch de aanhoudende regen hin-
derde de belegeraars in hunnen arbeid , meer
dan veertien dagen agter een. De loopgraaven
werden niet geopend, voor den vierentwintig-
ften: doch't beleg werdt, van toen af, zofterk
voortgezet, dat de Stad zig , den elfden van
Hooimaand, by verdrag, opgeeven moest.
De bezetting, gedeeltelyk uit Oostenrykfche,
gedeeltelyk uit Staatfche manfehap beftaande,
moest zig krygsgevangen geeven. Da laatfte,
over welke de Prins van He&fen - Philipsthall 't
bevel gehad hadt, werdt heel naar Frankryk
S. Guis- gevoerd. S. Guislain, welk driehonderd Oos-
lain. tenrykfchen inhadt, moest zig , den drie-en-
twintigften, op gelyke voorwaarden, overgee-
ven (O« Terwyl 't beleg van Bergen duur-
de , was de Graaf van Palfi, met een Leger
Oostenrykfchen, uit Duitschland, opgetrok-
ken naar de Nederlanden, om zig met de troe-
pen onder den Vorst van Waldek te vereeni-
gen. Palfi toog, met zyn Leger, naar en over
de Maaze, werwaards de Vorst van Waldek,
insgelyks , optrok, zonder dat het hem, door
het overfchot des Franfchen heirs, kon belet
worden. De Legers vereenigden zig op de hei-
de den Donderdag, tusfehen Hasfelt en Brey,
Prius Ka- *n Luikerlattd. Prins Karel van Lotharingen,
ret van van Weenen herwaards komende , ftelde
Lotharia- zig , eerlang , aan het hoofd der Vereenig-
gen fielt je troepen > en floeg zig neder langs de De-
mer,
f c) Memoir. pour 1'Hift. de 1'Ewope, Tom. III. P. L ft
15S — 170, 17a.
-ocr page 33-
LXX VII. Boek. HISTORIE. 31
mer , eenige ligt gewapende manfchap afzen- 1746.
dende, om de kleine Geete te bezetten, en den -
overtogt der Frafcfchen over deezen ftroom te zig aan't
fluiten. De vyand hadt, midlerwyl, 't beleg hoo,fd
geflaagen voor Charleroi: 't welk Prins Karel «ênigd*"
bewoog , over de Demer , hooger op te trek Le^er.
ken, naar den kant van Hannuye, met oogmerk
om zig meester te maaken van een'post, de vyf
Sterre»
genaamd, die zeer gelegen was tot dek-
king van 't beleg van Charleroi; waarom de
Maarfchalk van Saxen dien ingenomen hadt,
kort voor de aankomst van het Leger onder
Prinfe Karel. Charleroi gaf zig ondertusfclien, Charïe-
vier dagen nat openen derloopgraaven, over, .roi ver"
in 't begin van Oogstmaand, by verdrag, vol- °°ren*
gens welk de bezetting krygsgevangen bleef,
en eerlang naar Valenchyn en Kamerryk ge-
voerd werdt. De Oostenrykfchen, onder den
Generaal Trips, hadden, op den eerden, ee-
nen hevigen aanval gedaan op den post aan de
vyf Sterren : doch zy waren, met verlies, af-
gcflaagen. Na 't overgaan van Charleroi, trok
Prins Karel over de Mehaigne , om Namen te
dekken; welke Stad nu gedreigd werdt met een
beleg (</).
De wederzydfche Legers deeden , federt, De Fran-
hun best, om eikanderen den toevoer aftefny fchenbe-
den. De Franfchen , die by Welhain lagen, £*££
ontvingen den hunnen van Brusfel en Leuven.
De Bondgenooten, die zig, eerlang, by M»zy
nederfloegen, kreegen hunnen voorraad van
Huy aan de Maaze. En de Partyen, die men,
van
(d) Memoir. jiour 1'Hift, de I'Emope, Tam. III, P. I. *.
171 — 176.
                                                                            r*
-ocr page 34-
32 VADERLANDSCHE LXXVIL Boek
1746. van wederzyde, uitzondt, belemmerden elkan-
b deren den aanvoer , dikwils. Het Vereenigd
Leger, federt, over de Maaze getrokken, tot
beter befcherming van Namen, werdt, nadat
de vyand, op den twee-entwintigften van Oogst-
maand , Huy bezet, en zig van de hoogte van
Sart, aan de overzyde der Maaze boven HuyT
meester gemaakt hadt, genoodzaakt te rug te
keeren over den ftroom , waardoor Namen,
eene der fterkftè Barriere-Steden , en de ee-
nigfïe in de Nederlanden , tusfcben de Maaze
en de Zee , die nog in de magt der Keizerin-
ne Koninginne was , geheellyk bloot gefield
werdt voor eene belegering. Ook liep het flegts
aan tot den vyfden van Herfstmaand , toen de
Stad , rondsomme, ingeflooten werdt, door
den Graave van Clermont. De bezetting, uit
Oostenrykfche en Staatfche manfchap beftaan-
da, ftondt onder bevel van den Luitenant-Ge-
neraal Crommüin.. De loopgraaven werden ge-
opend , tusfchen den twaalfden en dertienden.
De Stad En op den negentienden, werdt de Stad opge-
geeft zig geven by verdrag, volgens welk de bezetting
KVer" 'ï' wee^ *n '* Kastee* •> we^ » terftond daarna ,
wordf aangetast werdt. Het verdedigde zig flegts
aangetast,zes dagen. De Bevelhebber , geen ontzet te
en vero- gemoet ziende , na dat het vereenigd Leger
verd- over de Maaze geweeken was, befloot ook het
Kasteel op te geeven by verdrag van den der-
tigften , volgens welk, de bezetting krygs-
gevangen bleef (<s). Met het veroveren van
Namen, waren de Staaten alle Barriere-Plaat-
fen
(O Memolr. pour 1'Hift. de FEurope, Tom. UI. P.lh ft
1 — 9. en andere Verhaalen.
-ocr page 35-
LXXVII.BoÈK. HISTORIE» 33
fen kwyt : 't verkrygen van welken hun , in 1746»
eenen twaalf jaarigen oorlog, veel volks en ge- ------:
weldige lchatten gekost hadt. Sommigen, veel-
ligt om zig te beter in dit verlies te troosten,
beweerden, ten deezen tyde, dat men de Bar-
riere -Plaatfen , die veel onderhouds vereisch-
ten en kleinen dienst deeden, wel misfen kon *
en zig, met zyne oude Barriere, langs de Maa-
ze , befchermen, tegen vyandelyke aanvallen..
Doch anderen verftonden , dat de Barriere ge-
noeg dienst deedt, als zy de vyandelyke wape-
nen, eenen geruimen tyd, verre van de grenzen
hieldt, binnen welken tyd, men » zonder den
last des oorlogs van naby te draagen te hebben,
gemeenlyk gelegenheid hadt, om zig met Bond-
genootfchappen te fterken , en , zo 't krygs-
geluk al niet mede loopen mögt, door middel
derzelven , eene veilige en eerlyke Vrede te
bedingen.
Het Vereenigd Leger was , na 't overgaan Slafc
van Namen, langs de Maaze, getrokken, tot i>y R»*-
digt onder Luik , daar 't zig nederfloeg , heb ^?utx'fa
1 j j o..                          ..                                       niet vet»
bende den Stroom van agteren , en den regter re vart
vleugel naar Hautain , den linker naar Graee Luik*
uitgeftrekt. Men hadt zig hier gelegerd , om
te beletten , dat Luik niet ingenomen werdt
door den vyand , fchoort de gelegenheid der.
Plaatfe gantsch niet voordeelig was* Het mid-
delfte gedeelte des Legers werdt doorfneeden
van twee groote beeken , die , by Milmont *
ineen liepen , en alleen eenen engen doortogt
open lieten , door welken , de eene helft van
het Leger gemeenfchap hebben kon met de an-
dere. De Maarfchalk van Saxen, hiervan on-
derregt, Aoeg > den tienden van Wynmaand»
XX. Deel.
                C                      óp
-ocr page 36-
34 VADERLANDSCHE LXXVII.Boek.
op weg , om de Bondgenooten aan te tasten,
en legerde zig, in de vlakte, tusfchen twee
gemeene wegen , die van Tongeren en van
S. Truyen naar Luik leiden. Het Vereenigd
Leger bleef leggen, tot drie uuren na den
middag, en trok toen uit de Legerftede , zig
{teilende in flagorde, tegen over den vyand.
Beide de Legers bleeven, den gantfchen nagt,
onder de wapenen. De Franfchen, des an-
derendaags 's morgens , ten agt uuren, zynde
opgetrokken, kwamen, tegen elven, onder 't
bereik van 't gefchut der Bondgenooten, welk,
terftond, op hen los brandde, 't Schieten
duurde tot over den middag, wanneer de aan-
val begon van de Franfche zyde. De Oosten-
rykfchen, onder den Generaal Bathiani, en ee-
nige Hanoverfchen , maakten den regter vleu-
gel van 't Vereenigd Leger uit, en (tonden naar
den kant van Hautain. In 't midden, ftonden
de Engelfchen , die , na 't dempen van den
opftand in Schotland, wederom herwaards ge-
komen waren,' de Hanoverfchen en Hesfifchen,
een gedeelte van welken , de Dorpen Varoux
en Raucoux hielp verdedigen. De linker vleu-
gel beftondt uit Staatfche manfchap , die zig,
ter regter zyde, tot even agter het Dorp Rau-
coux , uitftrekte. Het middelfte gedeelte en
de linker vleugel werden eerst en hevigst aan-
gevallen, terwyl de Oostenrykfchen, door een
gedeelte des Franfchen Legers, welk hunne
beweegingen gade floeg , belet werden , deel
te neemen in 't gevegt. De Staatfche Rui-
tery kweet zig wakkerlyk , volgens 't getuige-
nis der vyanden zelven. Ook werden de vyan-
delyke aanvallen , door nlle de troepen , die
-ocr page 37-
LXXVlLBoEK. HISTORIE. 35
deel aan den ftryd hadden . moediglyk , afge- l?^m
flaagen. Doch na dat de Maarfchalk van Sa- —_i
xen last gegeven hadt, om de Dorpen Va-
roux en Raucoux, daar de Staatfchen zig ver-
fterkt hadden, aan te tasten , begon men, in
't Vereenigd Leger , op den aftogt bedagt té
zyn. Een gedeelte week naar den S. Pieters-
berg , een gedeelte over de Maaze , zondef
door den vyand, die 't flagveld behieldt, ver-
volgd te worden. Het verlies der Bondgenoo-
ten werdt, door de Franfchen , begroot op
tienduizend man , dooden, gekwetsten en ge-
vangenen : hoewel 't by de Bondgenooten zel-
ven niet hooger dan vierduizend tweehonderd
en negentig gerekend werdt. De vyand tel-
de flegts drieduizend dooden en gekwetsten,
daar zyn verlies , van de zyde der Bondge-
nooten , op meer dan negenduizend man werdt
begroot. De Markgraaf de Fenelon , die zo
lang Ambasfadeur van Frankryk by de Staaten
was geweest, was de eenige Overfte van rang
aan 's Vyands zyde , die, in dit gevegt,
fneuvelde. Van de zyde der Bondgenooten ,
hadden de Engelfchen, Hanoverfchen, Hes-
fifchen, Beijerfchen en Staatfchen alleen by-
na al 't verlies geleeden. De Oostenrykfchen
hadden weinig deel können hebben aan het
gevegt. Onder de Staatfche Officiers , die
in dit gevegt fneuvelden, telde men den Ge-
neraal - Major Veldman , den Kolonel Graaf
van Aumah
, en den Major Saumaife. Het
Vereenigd Leger week , den volgenden dag,
geheel over de Maaze. De Franfchen le-
gerden zig , by Tongeren. Doch beide de
C a
                      Le-
-ocr page 38-
3<5 VADERLANDSCHE LXXVII.Boek
1745. Legers betrokken , kort hierna , de Winter-
------kwartieren (ƒ).
Staat der Dus ongelukkig liep de veldtogt in de Oosten-
Oosten- rykfche Nederlanden af. Zy waren nu, op Lu-
rykfche xeniburg, Limburg en het Oostenryksch gedeel-
Nederlan-te yan Opper-Gelderland na , allen den Fran-
fchen in handen gevallen. De vyand hadt zig,
tot hiertoe, in de Nederlanden, gehouden aan
de linker zyde der Maaze , daar niets meer te
veroveren viel op de Keizerin-Koninginne. Hy
moest, derhalve, in eenen volgenden veldtogt,
over de Maaze trekken, om de overige Oosten-
rykfche Nederlanden aan te tasten , of op den
bodem der Staaten inbreeken. Het eerfte zou
den Ryksvorften, en, gelyk te vermoeden is,
den Koning van Pruisfen zelven kwaalyk be-
haagd hebben : het laatfte fcheen te ftryden
met de vriendfchap , die Frankryk voorgaf,
den Staaten toe te draagen. Nogtans belloot
men 'er toe. Zelfs wist men 'er een glimpig
voorwendfel voor te vinden: gelyk wy welhaast
zien zullen.
IX.
         In Italië , waren de zaaken der Keizerin-
Krygsbe- ne - Koninginne gelukkiger geflaagd , in den
dryyenin veidtogt deezes jaars. De Koning van Frank-
ta ie' ryk hadt, in 't voorjaar , de zyde van den
Staat van Genua gekooren , tegen de Corfen,
die , door Groot - Britanje, door de Keizerin-
ne- Koninginne, en door den Koning van Sar-
dinië , onderfteund werden (g). De Keizerin-
Ko-
(f) Journal de la Camp. de 1746. MS. Rolt Vol IV. p.
274 — 279. Memoir. pour 1'Hift. tic 1'Europe, Tom. III. P. II.
p. 12 — 32 en andere Vernaaien.
(gl Memoir. pour 1'Hift. de l'Europe, Tom, III. P. I. p.
136—- 150.
-ocr page 39-
LXXVILBoek. HISTORIE. 37
Koningin hadt niet verzuimd , na 't herftellen 1745
van de Vrede in Duitschland , haar Leger in ——
Italië , door een' aanzienlyken hoop Krygs-
volk, onder den Generaal Nadasti, te verfter-
ken. Hy bragt te wege, dat de Markgraaf
yan Castelar,
Guaftalla, welk, in't begin van
Lentemaand , door de Oostenrykfchen , bele-
gerd werdt, zoekende te ontzetten, zynen toe-
lég ftaaken moest. De Plaats gaf zig , kort
daarna, over, by verdrag, volgens welk, de
bezetting krygsgevangen bleef. Cafal gaf zig,
ten zelfden dage, en op dezelfde voorwaarden,
over aan de Oostenrykfchen. De Koning van
Sardinië hadt Asti, reeds te vooren , vero»
verd. Hy floeg daarna 't beleg voor Valence,
welk, den vierden van Bloeimaand, opgegeven
werdt. Het Kasteel van Parma was, door den
Generaal Brown, veroverd , in Grasmaand,
Doch de Bevelhebber hadt de bezetting uit
de Vesting weeten te geleiden, zonder dat het
de belegeraars gemerkt hadden. Da Maar-
fchalk de Maillebois, bevel gekreegen hebben-
de , om zig, met de Franfche troepen, die in
Novi lagen , te voegen by het Leger , onder
den Infant Don Filips , die 't Kasteel van Mi-
laan , eerlang , verlaaten moest, maakte zig,
daarentegen, in Bloeimaand, meester van Ac-
qui, welk hy egter, kort daarna , wederom
verliet* MidJerwyl , vielen 'er, tusfchen de
wederzydfche Legers, dikwils gevegten voor,
zonder dat het to: eenen heflisfenden Veld-
flag kwam. D2 Oostenrykfche en Sardinifche
troepen deeden hun best , om den Vyanden
den toevoer af te fnyden, en verzwakten ben,
eindelyk , zo zeer , dat ze hun meester van 't
C 3
                       veld
-ocr page 40-
38 VADERLANDSCHE LXXVII.Boek:
174«. veld moesten laaten; waarom het hun niet
__— moeilyk viel, de verlooren' Steden te herove-
ren. De flag byPiacenza, die, inBloeimaand,
ten voordeele der Oostenrykfche en Sardini-
fche troepen , voorgevallen was , baande den
weg tot eenen inval in den Staat van Genua,
die , langs twes wegen , door de beide Le-
gers ondernomen werdt. De troepen der diia
Kroonen , die in deezen Staat lagen , werden
genoodzaakt te wyken naar den kant van Final
en Savona, terwyl Nadasti, metdeOostenryk-
fchen , tot aan S. Petro d'Arena doordrong.
Hier door werdt der Stad Genua alle gemeen-
fchap met het Leger haarer Bondgenooten af-
Genua ongefneeden. De ongerustheid werdt toen zo
dcrwerpt gr00t jn de Stad , dat zy befloot zig te onder-
Oosten .werPen aan de Keizerin-Koninginne ; gelyk,
ryUfchen. op den zesden van Herfstmaand, onder zekere
voorwaarden, gefchiedde (_AJ. Men vorder-
de der Stad, federt, eene belasting af van drie
millioenen Genuinen • waarop een derde be-
taald werdt. Doch men zag geen kans , om
de overige twee derde te vinden. De Raad
van Genua deedt, by den Koning van Groot-
Britanje , en by de Staaten der Vereenigde
Gewesten , aanhouden , om derzelver voor-
spraak by't Weener-Hof, tot het bekomen
van eenige vermindering in den gedaanen
eisch. De Secretaris Vülancchia , leverde ,
ten dien einde , een Vertoog over aan de al-
gemeene Staaten , op den zevenentwintigften
van
(h") Voiez Li Capirul. He Genes. Aansla Memoir. pour 1'Hifl,
rie 1'Europe , Tom. III. P. I. p, 234. & dans iet Recucil d*
g.ouss?T, Tum, fjl^. p' 574.
-ocr page 41-
LXXVII.BoEK. HISTORIE. 39
van Herfstmaand. Ook beflootmen, het Wee- ^4£,
ner-Hof te verzoeken , dat het den Staat van ------
Genua genadiglyk wilde handelen ; te meer, De Staa.
om dat de ingezetenen der Vereenigde Gewes- "«^ree-
ten grootelyks benadeeld zouden worden, door Genua"
't bederf van den Koophandel in de overwel- aan het
digde Stad (/')• Doch eer hierop beflooten Weener-
werdt, was Genua , in 't begin van Winter- Hof-
maand , in roere geraakt, by gelegenheid ,
dat de Markgraaf de Botta d'Adorno , Bevel-
hebber der Stad, uit den naam der Keizerinne-
Koninginne, eenige Hukken Gefchuts, die den
Staat toebehoorden, wilde doen voeren naar
't Oostenrykfche Leger. Het graauw handgè- De Stad
meen geraakt met de knegten , ontftondt 'er dryftde
een oorlog tusfchen beide , die verfcheiden' ^°ks""'
dagen duurde, en met het verdryven der be- bezetting
zettinge tot buiten de poorten eindigde. Het uit.
Weener-Hof, vermoedende, dat de Genuee-
fche Grooten deel aan den opftand gehad had-
den , vorderde, dat men alles wederom in den
voorigen ftaat deedt herftellen, zo ver '*t döen-
lyk ware. Doch de Raad , zig van de Oos-
tenrykfche overheerfching bevryd waanende,
begaf zig, eerlang, onder de befcherming
van Frankryk , en ontving den Hertog van
Bouflers , met eenige Franfche troepen, in de
Stad. Wy zullen, in 't volgende Boek, aan-
tekenen , hoe 't eindelyk met Genua afliep.
Ondertusfchen , hadt de Koning van Sardinië
zig reeds van Savona , Final en andere Piuat-
fen
(«) Voiez RousSEr Recucil, Tom. XIX. p. 381*
C 4
\'
-ocr page 42-
40 VADERLANDSCHE LXXVII.Boek.
J74^. fen in den Staat van Genua, meester ge-
------ maakt (k).
Kryüsbe- Tegen 't einde van Herfstmaand , vertoon-
tiryven den de Engeifchen zig , met eene talryke
derKngei- /j00t ? 0p je Kusten van Bretagne , van zins
franfchenom 'er eene landinê te doen. Ook wil men,
w zee, dar 'er ^ans geweest zou zyn , om de Haven
van Orient, daar de Pakhuizen der Franfche
Oostindifche Maatfchappye waren, te verove^
ren , zo zy , zonder uittlel, aan land geflapt
waren. Doch zy deeden 't niet voor den eer-
ilen van Wynmaand, des nademiddags ten
vier uuren. De Franfchen hadden, derhalve,
tyd gehad , om eenige troepen byeen te bren-
gen , en zig in ftaat te ftellen, om hunnen
vyand wel te ontvangen, Orient werdt, verr
geefs, opgeè'ischt, en vervolgens, drie dagen
agtereen , hevig befchooten. Doch de Fran-
fchen vuurden , van hunnen kant, met geene
mindere felheid. De Engeifchen werden, ein-
delyk , genoodzaakt, de Plaats te verlaaten,
en wederom fcheep te gaan. Zy traden , na-
derhand , nog eens , aan land by Quiberon,
zonder iet van belang uit te voeren (I). Op
de Kust van Koromandel was, in Hooimaand
te vooren, een gevegt voorgevallen, tusfchen
eenige Franfche en Engelfche Oorlogsfche-
pen, Ds Franfchen, onder 't beleid van de la
Bourdotinaye
, ondernamen , in Herfstmaand *
op
f*) R. RoiT Vol. IV. p. 2p6—3H. Mcmoir. pour 1'Mift;
tfe l'Europe, Tom. III. P. I. p. 194-^-254. ƒ>. II. p. «7—iiq,
RouSSET Ilecueil, Tom. XIX. p. 3H4 —392-
(O Memoir. pour I'Hift. de J'kurope, Tom. III. P. II. p. 32
& fuiv. R, Rolt Fol IV. p. 352—358-.
-ocr page 43-
LXXVII.BoKK. HISTORIE. 41
op de zelfde Kust, Madras te veroveren , i746.
op de Engelfchen. Doch het Engelsen Op- -—
perhoofd floot een Verdrag met den Fran-
fchen Bevelhebber, die, hierop, de kust ver-
liet (w).
                            . , ,               v
Zodanig was omtrent het beloop des oor» x.
logs, te water en te lande , aan verfcheiden' j™*
oorden , met naame in de Nederlandenen in aan het
Italië. De Keizerin-Koningin had, na 'tflui- Rusfi-
ten der Vrede te Dresden , haare meeste magt fcheHof.
naar Italië gefchikt, en de befcherming der
Oostenrykfche Nederlanden te zeer laaten
aankomen op haare Bondgenooten ; die , ter
oorzaake van den opftand in Schotland, el-
ders, de handen vol werks hebbende, genood-
zaakt geweest waren, het Leger in de Neder-
landen zwakker te laaten, dan 't anders ge-
weest zou zyn : 't welk eene van de oorzaa-
ken was , waarom de Franfchen , in deezen
veldtogt, aldaar, zo veele Steden veroverd
hadden. Het Weener-Hof was, midlerwyl,
zo wel als Groot - Britanje en de Staaten , in
geduurige onderhandeling geweest, met het
Rusfifche , om het zelve te beweegen tot het
verkenen van onderftand. De buitengewoone
Ambasfadeur de Dieu , fchoon ook , by zyne
Inftruélie , gelast tot het voltrekken van een
Verdrag van Koophandel (»), hadt egter
voornaamlyk gearbeid om de Keizerin te be-
weegen tot voldoening aan de Verdragen ,
die
Cm) R. Rnx-T Vol. IV. p. 3I7 — 34I' Mcmoir. Tem. III,
'' {i'i^'zie dezelve''!» de Secr. Refol. Holl, 6 Jan. i;45' X
Deel , bl. 346-
                         
C 5
-ocr page 44-
42 VADERLANDSCHE LXXVJI.Boek.
1740. die zy met de Hoven van Weenen en Londen
------ geflooten hadt: 't welk hem door de Staaten
voor alle dingen was aanbevolen. Het Rus-
fifche Hof vorderde Onderftandeelden , met
een aanmerkelyk gedeelte van welken, de En-
gelfchen , in 't eerst, de Staaten belasten wil-
den. De Staaten hadden, genoegzaam tegen
den zin van Utrecht, beflooten te komen tot
het belooven van Onderftandgelden; doch niet
dan in den uiterften nood, en zo weinig als
't mogelyk ware (0). De Heer de Dieu vol-
deedt volkomenlyk aan het oogmerk zyner
Meesteren , zo lang hy zig aan 't Hof van Pe-
tersburg hadt opgehouden. Hy bragt, eer-
lang , te wege , dat de Keizerin! zig gene-
gen verklaarde, tot byftand der Keizerinne -
Koninginne. Ook werdt men 't genoegzaam
eens , over de onderftandgelden, die , door
Groot-Britanje en de Staaten, aan 't Rusfi-
fche Hof zouden betaald worden. Doch het
fluiten der Overeenkomst van Hanover, en
het treffen der Vrede te Dresden, welk 'er
op gevolgd was, deeden de Keizerin van
Rusland veranderen van gedagten. Men ver-
ftondt, aan 't Rusfifche Hof, dat het En-
gelfche , door het fluiten en bewerken dee-
zer Verdragen , de party der Keizerinne-Ko-
ninginne en des Konings van Poolen fcheen
te willen verlaaten. De begonnen en by-
na voltrokken handeling werdt dan t'eene-
maal geftremd. Men deedt, aan het Rusfi-
fche Hof, wel eenige opening tot nieuwe
handeling. Doch de Heer de Dieu , geene
kans
CO Secr.RefoI, Holl. 6, 26 Jan. 1745. X. Deel, U. 348,352.
-ocr page 45-
LXXVILBoEK. HISTORIE. 43
kans ziende om dezelve , in den tegenwoor- tfjtf.
digen toeftand der zaaken, tot een goed en ■■
fpoedig einde te brengen; en ongeneigd om
den Staat langer met de zwaare kosten eener
buitengewoone Ambasfade te belasten , ver-
wierf verlof, om in de Lente deezes jaars ,
herwaards te keeren, zonder dat hy een volko-
men befluit had können maaken van de hande-
linge (ƒ>), waarmede de Refident de Zwart,
federt, belast bleef (?). Maar de Keizerin- JJ^J
Koningin floot, op den twee - entwintigften dellovea
van Bloeimaand, te Petersburg, een Verbond vanWee-
van onderlinge befcherming met de Keizerin "en en
van alle de Rusfen , voor den tyd van vyfen- ?"*;""
twintig jaaren, op den voet van 't Verbond
van den jaare 1726. „ Men beloofde el-
„ kanderen eenen onderftand van dertigdui-
„ zend man, in geval de wederzydfche Staa-
„ ten werden aangetast. Doch men zou, van
„ de eene en andere zyde , tot deezen onder-
„ ftand, niet verpligt zyn , zo de Keizerin
„ der Rusfen van den kant van Perfie , en de
„ Keizerin - Koningin in Italië werdt aange-
„ tast, fchoon men , zelfs in beide deeze ge-
„ vallen, zig verbondt, om dertigduizend man
,, tot elkanders dienst, gereed te houden. Zo
„ het, wyders, dienftiger geoordeeld werdt,
„ den gemeenen Vyand , elk van de zyde
„ zyner eigene Staaten , aan te tasten , zou
„ men , deswege , onderling , met elkande-
„ ren overeen komen. Ook zou men den
„ voor-
(p~) Refbl. HoU. 24 Jttly '745- #• fa? si May 1746. U. 323.
£,j) Zie Europ. Mtrc. y«fc— jfuny 1746. il, 213.
-ocr page 46-
44 VADERLAND5CHE LXXVII. Boek:
J746. M voorgemelden onderftand , in zulk een ge-
-------„ val , niet onderling goedvinden , vermeer-
„ deren. Eiudelyk zou men de Republyk van
„ Poolen , den Koning van Groot - Britanje,
„ den Koning van Poolen , als Keurvorst van
,, Saxen , en zodanige andere Mogendheden,
„ als men onderling zou geraaden vinden, na-
„ digen om in dit Verbond te treeden (/■)."
Doch daar verliep nog een geruime tyd , eer
de Keizerin-Koningin genot trok van 't gene,
ten haaren behoeve , by dit Verbond beloofd
was. Het Ruslifche Hof fcheen niet gezind,
om de beloofde hulptroepen te laaten optrek-
ken , voor dat het met de Zee- Mogendheden
eens was , wegens eenen onderftand in geld,
dien het, hiertegen , bedingen wilde. En
de Staaten der Vereenigde Gewesten kwamen
hiertoe te nooder , om dat zy , onlangs , met
Frankryk in onderhandeling getreden waren,
over de herftelling der Vrede : welke onder-
handeling zo verre voortgezet was , dat men
hadt vastgefteld , wederzydfche Gevolmagug-
den af te zenden naar Breda , gelyk, eerlang,
gefchiedde.
Filips de Midlerwyl, was , op den negenden van
v'K"ninSHooimaand , zeer onverwagt, overleedeu Fi-
ie fterft!~^PS ^e ^* Koning van Spanje, die, door zy-
Ferdinandnen oudften Zoon , uit het eerfte Huwelyk ,
de VI. onder den naam van Ferdinand den FI, werdt
volgt hem opgevolgd (s)m Men verwagtte , van deeze
cp' verandering aan "t Hof van Madrid, eene mer-
ke-
(r) Poltz R.OIJSSET necucil, Tom. XIX. p* 460.
(s)
Mcmoir. pour 1'Hrft. de 1'Europe, Tqm- W. P. I. p. J79
& J'uii.
-ocr page 47-
LXXVlI.BoEK. HISTORIE. 45
kelyke verandering in den ftaat der zaaken 1746.
van Europa. Men hieldt voor zeker , dat de ...
kryg in Italië, van de zyde van Spanje, voor-
naamlyk, was voortgezet, door beleid der Ko-
ninginne , die , voor haaren tweeden Zoon,
Don Filips , eene aanzienlyke bezitting zogt
in Italië , uit de Oostenrykfche nalaatenfchap.
De dood van haaren Gemaal verftak haar van
't bewind, welk zy, tot hiertoe, gehad hadt in
de Regeeringe. Ook werdt zy, eerlang, van
't Hof verzonden. Koning Ferdinand zou ,
meende men, derhalve, veranderen van maat-
regels , zo dra hy de Regeering aanvaard hadt.
En hieruit werdt de hoop op eene algemeene
Vrede wederom leevende, onaangezien de oor-
log, zelfs na de dood van Koning Filips, nog
hevig werdt voortgezet. Ook bleek, door den
tyd, dat Koning Ferdinand niet ongezind was,
om zig, op redelyke voorwaarden, te verdraa-
gen met de Hoven van Weenen en Londen.
De dood van Christiaan den VI, Koning van
Deenemarke , die, op den zesden van Oogst-
maand, voorviel, hadt luttel invloed op de ge-
meene zaaken. Hy werdt, door zynen Zoon,
Fredrik den V, opgevolgd (t).
De Raadpenfionaris van Holland, Mr. An- Dood
thony van der Heim , federt eenigen tyd , zo van da»
men wil, door overmaat van zwaarwigtige be- Raa^"
zigheden , aan eene lastige kwaaie van hart- rhvin
klopping onderhevig geweest zynde , was, derHeira.
den vyftienden van Hooimaand , op de reize
naar
( t ) Memoir. pour VHisc, de 1'Eutope , 2»«. Ql. P. I.
f>. 184.
-ocr page 48-
45 VADERLANDSCHE LXXVII. Boek;
174Ö. naar de wateren van Spa («), te 's Hertogen*
------ boscli, overleeden, in 't drie-envyftigfte jaar
zyns ouderdoms. De eerite Sekretaris der
Staaten, Mr. Willem Buys, hadt reeds, federt
eenigen tyd , het ampt van Raadpenfionaris,
voor van der Heim , waargenomen. Na zyn
overlyden , werdt het, by voorraad , door
Adam Adriaan van der Duin, Heer van 'sGraa-
yenmocr -
uk hat Lid der Edelen, bekleed (v),
terwyl Buys , voor den Raadpenfionaris, de
Vergadering der algemeene Staaten bleef by-
Detwee- woonen («O« Doch op den negenden van
^eGri?";r Herfstmaand, werdt de tweede Griffier hun-
£ wordt0« Hoog-Mogendheden, Mr. Jakob Gilles,
Raadpen.tot Raadpenfionaris verkooren. Hy maakte
Sonaris. merkelyke zwaarigheden in het aanvaarden
van dit gewigtig ampt, vooral in den tegen-
woordigen zorgelyken toeftand der tyden.
Men vondt geraaden , hem , tot wegneemin-
ge deezer zwaarigheden , de waardigheid van
Thefaurier - Generaal van Holland , en eene
wedde van vierduizend guldens toe te leggen,
boven eene diergelyke wedde, als Oud-Raad-
penfionaris , die ook zynen Voorzaat toege-
legd geweest was , in geval hy, t'eenigen ty-
de , befluiten mögt, zig van 't Raadpenfiona-
risfchap te ontfiaan. Men voegde hierby het
voorregt om, ten allen tyde , in 't Kollegie
der Gekommitteerde Raaden te verfchynen,
en raadgeevende flem te hebben , midsgaders
ter Vergaderinge van Holland en ter algemee-
ne Staatsvergaderinge. Hy aanvaardde hierop
het
C«) Refol. Holl. a July 1746. hl. s«8.
(v ) Relól. Holl. ae July 1746. hl. 400.
O) Relul. Ik 11. a Au$. J/4Ö. *'• 449«
-ocr page 49-
LXXVILBoek. HISTORIE. 4?
het Raadpenfionarisfchap, werdt, den drie-en- i74&
twintigften van Herfstmaand, beëedigd, enten ——
zelfden dage ook als Penfionaris der Ridder-
fchap voorgedraagen (*).
De Prinfes van Oranje beviel , op den vyf-
tienden van Slagtmaand, te Leeuwaarden, we-
derom van eene Dogter, die Anna genoemd
werdt Cy) - doch , den tweeden van Louw-
maand des volgenden jaars, overleedt.
De Gevolmagtigden tot de onderhandelin- xi.
gen te Breda waren, al eenigen tyd, benoemd Opening
geweest. De Markgraaf van Puifieux was , <jer on"
door Frankryk, de Graaf van Sandwich, door ^eiiifgen
Groot - ßritanje , tot het by woonen derzelven te Breda.
gefchikt. Van de zyde der Staaten , waren
tot deeze Byeenkomst benoemd de Graaf van
Wasfenaer, Meer van Twikkelo, en de tegen-
woordige Raadpenfionaris Gilles , die , federt
eenigen tyd, met het FranfcheHof, gehandeld
hadden , en welker handelingen in den Haag e
waren goedgekeurd (s). Men verwagtte,
dat de Byeenkomst, met het begin van Herfst-
maand , zou geopend geworden zyn , en de
Staatfchen bevonden zig , reeds den vierden,
te Breda. Doch 't liep aan tot het einde der
maand, eer Puifieux en Sandwich kwamen.
Midlerwyl, hadt men , in den Haage , reden
gekreegen om te dugten, dat de handeling
geftremd zou worden van de Engelfche zyde.
De Heer Trevor hadt, den negentienden van n
Oogstmaand, aan den Sekretaris Buys ver geJfch"n
klaard,
f*) Relbl. Holl. 9, 15, aij 82, 83 J^f.1746. il.525,538,
55«. 5571 558- 559.
O) Refol. Holl. loXov. 1746. il. «85.
CZ) Ster. Refol. HOU. 30>ny 1746." X. Deel, «586.
-ocr page 50-
43 VADERLANDSCHS LXXVÏL BoEKt
1746. klaard „ dat de Koning, zyn Meester, aan de
- - „ Hoven van Weenen en Turin kennis gege-
begeeren „ ven hadt van Frankryks Ontwerp eener al-
datdeGe-^ gemeene Bevrediging, en dat zulks aan den
tigdeiuler" Konin§ van Sardinië gelegenheid hadt gege-
Hovenvann ven, om den Graaf'van Chamnnes, zynen
Weenen „ Gezant in den Haage , te benoemen tot het
en Turin, n bywoonen der Byeenkomst te Breda." De
ven "or* Heer ^UYS merkte aan ,, dat zulks aanliep te-
ilen toe- » gen de affpraak , volgens welke, de on-
geiaaten. „ derhandelingen, alleen door de Staatsdie-
„ naars der drie Mogendheden , zouden ge-
„ houden worden ; dat ook de Staaten wel
„ vriendfchap onderhielden, doch tot nog toe
„ geen Verbond hadden met den Koning van
„ Sardinië ; waarom hy verzogt, dat de Heer
„ Trevor , nog dien avond, naar zyn Hof
„ wilde fchryven, en ware 't mogelyk te we-
„ ge brengen, dat de Koning, zyn Mees-
„ ter, van het toelaaten van alle anderevreem-
„ de Staatsdienaars afzage («)." Doch het
Engelfche Hof veranderde niet van gedag-
ten. De Staaten beflooten , derhalve , den
Heeren van Wasfenaer en Gilles aan te fchry-
ven „ dat zy de toelaating der Staatsdienaa-
„ ren van Weenen en Turin , op de gevoeg«
„ lykfte wyze, moesten tragten uit te wer-
„ ken (by
'tVerfchil De onderhandelingen te Breda tusfchen de
hierover Staatsdienaars der drie Mogendheden werden
ontdaan, begonnen aan 't huis van de Staatfchen , op
Seiingden vierden van Wynmaand. De Graaf van
Sand-
ra) Secr. Rcfol. Hol!. *o Aug. I74fi. X. Deel, il. 621.
^b) Sect. Relol. Gener. SM. lOUoh. 174$.
-ocr page 51-
LXX Vil. Boek. HISTORIE. 49
Sandwich verklaarde, terftond al „ dat hy last
*, hadt, van geene zaaken te fpreeken * ten wa-
„ re de Staatsdienaars der Bondgenoöten , op
„ de Byeenkomst, werden toegelaaten." De
Markgraaf de Puifieux beweerde, dat zulks met
de affpraak ftreedt. De Staatfchen flöegen
voor „ dat men, de toelaating onderftellende ,
„ midlerwyl, met de handeling zou können
„ voortgaan." Doch hierin konden zy Pui-
fieux noch Sandwich gevallen doen krygen.
Men kwam nog tweemaal allen byeen , eer 't
jaar ten einde liep. Doch het verfchil over de
toelaating van andere Staatsdienaars was oor-
zaak , dat 'er niets kon worden vagtgefteld.
Midlerwyl, hadt de Koning van Frankryk, die
de Staaten aanmerkte als ingewikkeld in den
oorlog , fchoon zy zig , te Breda , fcheenen
te gedraagen als middelaars , den Koning van
Portugal verzogt tot de bemiddeling eener al-
gemeene Vrede: en die Vorst hadt zig hiertoe
gezind verklaard. Men gaf zelfs van deeze zy-
ne gezindheid kennis aan de Hoven van Wee-
nen en Madrid («). Doch het aanvangen en
agtervolgen der handelingen te Breda, was
oorzaak, dat de befniddeling van Portugal gee-
nen voortgang hadt. Sommigen hebben aan-
getekend , dat 'er, omtrent deezen tyd , ook
door het EngelfcheHof, gehandeld werdt om,
door middel van dat van Lisbon , den Koning
van Spanje te doen luisteren naar een byzondef
Verdrag ( d); doch deeze handeling hadt ook
geen gevolg.
in
(O Poten ÜonssKT feecueïl, Tom. XX. f m> ta4'
(«O ft. Rolt Pol. IV. f. 378.
XX. Deel.              D
-ocr page 52-
5o VADERLANDSCHE LXXVII.Boek;
i747. In Louwmaand des jaars 1747, keerde de
-------Markgraaf de Puifieux, die tot Sekretaris van
DeG^voi-Staat was aangefteld, onverwagts naar Parys :
magtigde '£ ^fa nieuwe ftremming veroorzaakte in de
jYbégeotonderhandelingen te Breda. Doch voor het
ook toe-
'einde van Sprokkelmaand, kwam de Heer de
geiaaten la Porte du Theil zyne plaats bekleeden op de
te worden gyeenkomst. De Staatsdienaars kwamen allen,
deü'n6'.M voor de vierde reize, byeen, op den tweeden
van Lentemaand, 't Gefchil viel hier wederom
over de toelaating der Staatsdienaaren van Wee-
nen en Turin , die eerlang ook te Breda kwa-
men. Sandwich rtondt 'er fterk op ; doch du
ïheil maakte'er zwaarigheid in. De aankomst
van Don Melchior de Macanaz, Gevolmagtigde
der Kroone van 5panje, die ook in de Byeen-
komst begeerde toegelaaten te worden, belem-
merde de handeling nog meer. Sandwich en de
Staatfchen zouden 'er zig niet hebben tegen ge-
kant , indien men ook de Gevolmagtigden van
Weenen en Turin toegelaaten hadt. Doch
du Theil verklaarde, met niemand dan met de
Engelfchen en Staatfchen te können hande-
len. De Macanaz fcheen zig, eerlang, te zul-
len laaten beweegen om van het liaan op zy-
ne toelaating af te zien. Doch 't leedt naauw-
lyks twee dagen , of hy toonde, veranderd te
zyn van gedagten : 't welk aan eenige gehei-
me gefprekken , die de Graaf van Sandwich
met hem gehouden hadt toegefchreeven werdt.
Hy ver- Hy zondt zelfs een Gefchrift in de vyfde famen-
klaartzig dornst der Franfche , Engelfche en Staatfche
wat^er Gevolmagtigden , die op den zestienden van
buiten ' Lentemaand gehouden werdt, waarin hy zig
zyn by- verklaarde tegen al wat 'er, buiten zyn byzyn,
over
-ocr page 53-
LXXVILBoek. HISTORIE. 51
over de belangen van Spanje , zou geflooten 1747.
worden. Teritond hierna , deeden de Graaf ------
van Sandwich en de Heer Gilles een'keer naar zyn,om-
den Haage. De andere Staatsdienaars bleeven
belangen
te Breda.
vanSpan-
Men meende nu klaarlyk te können befpeu- je geiioo.
ren, en 't werdt, door zekere berigten uit En- ten moge
geland , bevestigd , dat het Engelfche Hof de Word^n-
Vrede niet zogt. Ook hadden de Engelfchen * De En-
federt lang , breed opgegeven van de groote geifchen
magt, die zy, dit jaar, te velde zouden brer,- bfengeit
gen, en met welke zy de fchande, in devoori- vlfrmoe-
ge veldtogten behaald , geheellyk zouden uit- den, da
wisfehen. De Hertog van Cumberland zou, zy de
zeiden zy, 't hoog bevel voeren over 't Veree- Vrede
nigd Leger, en den roem der Britten handhaa- Jjjjj* j!™
ven. Al zulke gefprekken, die ook by veelen zoeken.
onzer Landzaaten gereeden ingang vonden ,
ftrekten om het volk te doen haaken naar het
voortzetten des oorlogs. Hier kwam nog by,
dat de Engelfchen, uit den oorlog, verande-
ring in de Regeering van den Staat te gemoet
zagen, die zy oordeelden beter met hunne be-
langen overeen te komen. Hunne ongezind-
heid tot de Vrede was dan oorzaak , dat zy,
ook te Breda, zwaarigheden maakten , tegen
alles, wat men hun voorftelde, en nooit, hoe
ernftelyk 'er ook, door de Staatfchen, op ge-
drongen werdt, verklaaren wilden, wat zy in
't byzonder vorderden.
De Franfchen, door den tyd, befpeurende, De Fran.
hoe kleine gezindheid'er byde Engelfchen wa fchen
re , om de handeling tot een fpoedig en goed de Staat.
einde te brengen, zogten de Staatfchen, in ver- fcheoaw
fcheiden' byzondere gefprekken, fmaak te doen
D 2
                     kry-
-ocr page 54-
52 VADERLANDSCHE LXXVII. Boer,
1747. krygen in een afzonderlyk Verdrag tusfchen
------Frankryk en de Staaten, waarin ook de belangen
tot een af-der Bondgenooten geregeld zouden worden.
V^rdra«ykMen maakte Seene zwaarigheid in hen te hoo-
g' ren. Men gaf den Engelfchen ook kennis van
't gene zy voorfloegen. En 't bewoog deezen,
die ongaarne gezien zouden hebben , dat de
Staaten , zonder hen , flooten met Frankryk,
om de handeling fleepende te houden. Doch
het Franfche Hof, verdriet in dit draalen kry-
gende , dreigde de Staatfchen met eenen inval
op hunnen bodem; in de vaste verbeelding, dat
zy, daardoor, gedwongen zouden worden om,
of te gelyk met Engeland, of op zig zelven te
fluiten. Men hieldt den Franfchen voor, dat zulk
een inval terftond verandering inde Regeering
veroorzaaken zou, en den Staat langs hoe afhang-
kelyker te maaken van Engeland ; waarin men
wist, dat zy luttel behaagen hadden. Ook fchy-
nen de meeste Franfche Staatsdienaars den Ko-
ning , die , volgens hunne herhaalde betuigin-
gen, zelf fterk geneigd was tot Vrede, deezen
inval ontraaden te hebben. En men vermoedt,
dat hy'er, naderhand, alleen toe overgehaald is
door den Maarfchalk, Graave van Saxen, die
hem voorhieldt, dat zulks de regte weg ware,
om de Staaten te noodzaaken tot fluiten.
Gevaar- De Staatfchen verzuimden niet, den Engel-
ïyke toe- fcnen voor te houden 't gevaar, waarin de
eten Staat. Staat Z*S Devondt» met den aanvang der Len-
" te , en toen de Legers in 't veld verfcheenen.
Men wist nu met zekerheid, dat Frankryk ten
minften honderd en dertigduizend man byeen
had , op de grenzen van den Staat, en dat het
Vereenigd Leger ten hoogden honderd en tien-
dui-
-ocr page 55-
LXXVILBoek. HISTORIE. 53
duizend man haaien kon. Men vertoonde 1747.
hun, dat het bederf vanden Staat onvermyde-
         -
lyk was , zo Frankryk , gelyk jaar op jaar ge-
beurd was , de Bondgenooten floeg , en met
een overwinnend Leger , na 't overmeesteren
van eenige zwakke Grensfteden, in 't Land viel.
Doch alles was vrugteloos. De Engelfchen
hadden geene ongegronde verwagting, dat de
uiterfte nood van den Staat de gewenschte ver-
andering derRegeeringezou voortbrengen, die
de handeling genoegzaam geheellyk in hunne
handen laat en zou.
In deezen ftaat der zaaken, kwam de Raad- Ontwerp
penfionaris Gilles van Breda in den Haage , van eeni-
om aan de Gemagtigden tot de geheime zaa- *e Pun*
ken verflag te doen van den ftaat der hande- ^^^
linge. Hy bleef 'er tot op den agttienden van neVrede.
Grasmaand , den dag na de overlevering der
Verklaaringe des Konings van Frankryk , van
welke wy terftond fpreeken zullen. Hy keer-
de toen , wederom , naar Breda : en op den
twintigften , werden 'er , tusfchen den Heere
du Theil, en de Staatfche Gevolmagtigden ,
den Graave van Wasfenaer en den Raadpenfio-
naris Gilles , eenige punten eener algemeene
Vrede op het papier gebragt, die, fchoon nog
ongetekend , ter wederzyde , verzonden wer-
den. Zy werden, van de Staatfche zyde, ter-
ftond medegedeeld aan het Engelfche Hof:
doch , in den Haage , kreeg er , behalve de
Gemagtigden tot de geheime zaaken , voor-
eerst, niemant kennis van. Ook zyn zy nader-
hand niet veel bekender geworden. AHeenlyk
is ons onderregt, dat, in dezelven, onder an-
deren , bedongen was ,, dat alle Plaatfen, die
D 3
                   Frank-
-ocr page 56-
54 VADERLANDSCHE LXXVII.Boek.
„ Frankryk op den Staat zou mogen veroverd
„ hebben, aan denzelven zouden te rug gege-
„ ven worden. Dat alle voorige Verdragen
„ van Vrede , Vriendfchap en Koophandel
„ zouden worden vernieuwd , met naame het
„ Verdrag van Koophandel vandenjaare 1739.
„ Dit de Plaatfen, in de Oostenrykfche Ne-
„ derlanden veroverd , ook aan de Keizerin-
„ Koningin zouden teruggegeven, ende Vre-
„ de met dezelve herfteld worden, op den voet
„ van het Verdrag van 't jaar 1738. Dat
„ Frankryk den Keizer, in deeze waardigheid
„ zou erkennen. Dat de Verdragen van den
„ jaare I7i3eni7i7, tusfchen Frankryk en
„ Groot-Britanje geflooten, zouden vernieuwd
„ worden , zullende Frankryk zig verbinden
„ tot alles, wat, daarby, ten opzigte van den
„ Pretendent, was vastgefteld; het zelve uit-
„ breidende tot al deszelfs nakomelingfchap,
u en Duinkerken, beide van den Land-en Zee-
„ kant, ilellen in den ftaat, die by de gemelde
„ Verdragen bepaald was. Dat Groot-Britanje
„ Kaap-Breton aan Frankryk teruggeevenzou.
„ Dat de Vrede tusfchen Spanje en Groot-Bri-
„ tanje herfteld zou worden op den voet der
„ Vrede van Utrecht en der O vereenkomst van
„ het Pardo van den jaare 1739; en de Koop-
„ handel op den voet der oude Verdragen: zul-
„ lende Spanje , ten opzigte van den Preten-
„ dent, dezelfde verbindtenis op zig neemen als
„ Frankryk. Dat Spanje alle de voorige Verdra-
„ gen, met den Staat der VereenigdeNederlan-
„ den geflooten, bevestigen zou; en, nevens
„ het Hof van Napels-, ten opzigte van dat van
t, Weenen 5 4e Vrede fluiten op den voet der
„ Over-
-ocr page 57-
LXXVILBoEK. HISTORIE. 55
„ Overeenkomften , gevoegd in het Verdrag 1747.
„ van den jaare 1738. Dat Spanje, Napels en -----■
„ de Infant Don Filips den Keizer zouden er-
„ kennen. Dat de Keizerin - Koningin Parma
„ en Piacenza, uitgenomen het gedeelte, welk
„ benoorden de Po lag , aan den Infant Don
„ Filips zou afftaan. En dat de Koning van
„ Sardinië, de Staat van Genua en de Hertog
„ van Modena herfteld zouden worden in 't
„ bezit van 't gene zy verlooren hadden."
Terwyl deeze punten , in Frankryk en in
den Haage overwogen werden , en terwyl de
Spaanfche Staatsdienaar de Macanaz , die te
vooren andere hoop gegeven hadt, verklaar-
de „ dat hy geenen naderen last te gemoet
„ zag van zyn Hof," ftondt de Staat deezer
Landen in een hagchelyk evenwigt , welk, of
tot fpoedige Vrede, of tot verandering der Re-
geeringe en voortzettinge des oorlogs , dreig-
de over te flaan. Zo de Engelfche Staatsdie-
naars minder gedraald hadden met de hande-
linge , of zo de Staaten hadden können beflui-
ten tot een afzonderlyk Verdrag met Frankryk,
zou het eerfte gebeurd zyn. Hun draalen en de
inval der Franfchen in Staatsch Vlaanderen ver-
oorzaakten nu het laatfte (e): en 't gewigt der
zaaken vordert, dat wy van deeze merkwaardige
gebeurtenis omftandiglyk verflag doen.
Men hadt, hier te Lande , al met den aan- Xir.
vang deezes jaars, of eerder, te gemoet gezien, ?enirs?''
dat de Franfchen den oorlog fterk voortzetten p"tven
zouden in de Nederlanden , indien de Vrede beginnen
niet getroffen werdt. Doch veelen twyfelden ziptever-
nog, «ooneu.
(O UU cgte Stukke», Ifefclieiilcn en Aantekeningen.
D4
-ocr page 58-
5<S VADERLANDSCHE LXXVII.Bos*.
1747' n°g» °f '* Luxemburg gelden zou, dan of men
:------ 't op den Staatfchen bodem gemunt hadt. Op
't einde van Lentemaand , rtroopten de Fran-
fche partyen reeds tot voor de poorten van
Bergen op Zoom : 't welk deedt vermoeden,
dat men de gelegenheid deezer Vestinge be-
fpieden wilde. Te vooren , in 't begin van
Louwmaand, hadden eenige Franfchen, geleid
door zekeren Verfchuur , te Moerbeek woon-
agtig, ook het Dorp den Doel bezigtigd. Na-
derhand, vernam men, in eenengeruimentyd,
wederom geene Franfchen op de grenzen (f).
De Abt Doch men behoefde niet meer te twyfelen aan
deiaVMede oogmerken van 't Franfche Mof, na dat de
fuuKen Sekretaris Chiquet den Staaten, op den zeven«
kennis tienden van Grasmaand , eenen brief van den
van Frank-Abt de la ViUe hadt overgeleverd, befluitende
ryks toe eene verkharing des Konings van Frankryk, dia
doi'scaac- n-er0P uitkwam : „Dat de Koning, tot hier-
fchenbo- >• *oe biUyke redenen gehad hebbende, om te
dem aan ,, klaagen over den onbepaalden onderftand,
te tasten- ^ dien de Vereenigde Gewesten aan de Konin-
,, ginne van Hongarye hadden verleend , de
,, Staaten nogtans niet hadt willen,aanmerken,
„ als zyne regtftreekfche vyanden. De voor-
„ flagen , welken hy hun , dikwils , gedaan
,, hadt, zouden altoos bewyzen können , dat
„ hy niet flegts gezogt hadt den oorlog verre
,, van hunne grenzen en nabuurfchap te hou-
„ den ; maar dat hy hun ook den roem hadt
„ willen verwerven van de Vrede , onder de
„ oorloügende Mogendheden, herfteld te heb-
,, ben. Hy hadt hun , in 't jaar 1741, reeds
•> ge-
en Ndtul. Zee!. 12, 56 Jan. 28, 3/5 Ui art , 7 ^ril 1,-47
ü> 56» 57, M, i5i. i?3, 195, 212.
-ocr page 59-
LXXVII.Boek. HISTORIE. 57
„ geopenbaard , op welke voorwaarden , hy 1747.
„ Vrede wilde maaken, en hyhadt zo veel ver- —-
„ trouwen in hen gefteld , dat hy hun Duin-
„ kerken ter bewaaringe hadt willen overgee-
„ ven. Hy hadt hun , in 't jaar 1745 , het
„ houden eener Byeenkomst voorgeflaagen ,
„ om , op dezelve, te handelen, over 't her-
„ ftellen der Vrede. En waardoor zou hy toch
„ beter hebben können toonen, hoe groot ee-
„ ne genegenheid hy den Staaten toedroeg ,
„ en hoe zeer hy hen zogt te fpaaren ? Hy
„ zou egter nog , op dezelfde wyze , voort-
„ gegaan zyn , zo de reden des oorlogs , en
„ de verzekerdheid zyner overwinningen op
„ de Koninginne van Hongarye niet vorder-
„ den, dat hy zig wapende tegen de aanflagen
„ zyner vyanden. Hadt de Republyk hun
„ geen verblyf op haaren bodem verleend;
„ verfchafte zy hun geenen onderftaud van
„ allerlei foort; hy zou zig niet genoodzaakt
„ zien, om eenen oorlog voort te zetten, die
„ reeds veel te lang geduurd hadt. Hierom
„ hadt hy den Generaal zyner Legeren bevel
ii gegeven , om al de middelen zonder onder«
„ fcheid, die hem zyne Krygskunde verfchaf-
„ fen kon , te gebruiken tot verzekering van
„ de rust der Volken , die hy , onlangs , aan
j, zyne heerfchappye onderworpen hadt. De
„ Koning zou , in 't begin van den jongften
„ veldtogt, regt gehad hebben , om met zyn
„ Leger te trekken op der Staaten bodem, op
„ welken men Frankryks vyanden ontvangen
„ hadt: doch hy vertrouwde toen , dat de
„ Staaten de Vrede , over welke zy met hem
,, in onderhandeling getreden waren, opregte-
D 5
                     „ lyk
-ocr page 60-
58 VADERLANDSCHE LXXVII. Boek.
»747« » ty^ zogten ; hy floeg geen geloof aan 't ge-
------ „ meen gerügt, dat zy, onder 't glimpig voor-
„ wendfel eener handeUnge, 't gevaar, welk
„ hun dreigde, fkgts zogten af te keeren, en
„ zig te bereiden tot het fterker voortzetten
„ des krygs. Hy ftelJe, hierom, eeneonder-
„ neeming uit, die , door het Regt des oor-
„ logs , en door den flegten ftaat van 't Leger
„ der Bondgenooten, zou gebillykt geweest
„ zyn. De zwaarigheden , welken men, by
„ 't openen der Byeenkomst te Breda, hadt
„ goedgevonden te maaken , hadden hem eg-
„ ter verfterkt in 't vermoeden, dat men de
„ Vredehandeling dagt te ftremmen. Doch
„ wat hiervan zyn mögt; de Staatfche troepen
„ hadden, in't jaar 1744, den Franfchen bo-
„ dem , in de vlakten van Rysfel en Cifoing,
„ betrokken , zonder dat de Staaten geoor-
„ deeld hadden , dat zy, door deezen inval,
„ den Koning eenen regtflreekfchen oorlog
„ aandeeden. Hy verklaarde dan ook, dathy,
„ genoodzaakt zynde op den Staatfchen bodem
„ te trekken , niet van zins was met de Staa-
„ ten te breeken; maar alleen te voorkomen,
„ of te verhinderen de fchadelyke uitwerkfels
,, van de befchermiog, die zy der Koninginne
„ van Hongarye en den Koning van Engeland
„ verleenden. Immers , kon de Koning niet
„ verpligt geagt worden, om, tot zyn nadeel,
„ langer te ontzien de voorgewende onzydig*
„ heid van Mogendheden , die zyne vyanden
„ onderfteunden , terwyl deezen de Bondge-
„ nooten zyner Majefteit, zelfs zulken , die
„ de ftiptfte onzydigheid bewaard'hadden, op
„ allerlei wyzen, kwelden. Üm egtcr, 'tge-
,, ne
-ocr page 61-
LXXVlI.BoEK. HISTORIE. 59
„ ne hy zig zelven fchuldig was , zo veel mo-
„ gelyic ware, te paaren met de gevoelens van
„ goedgunrbgheid , die hy nog behieldt voor
„ de algemeene Staaten, hadt hy zynen Leger-
„ overften uitdrukkelyk bevolen, de ftrengfte
„ krygstugt te onderhouden op den bodem
„ van den Staat, en de onderneemingen al-
„ leenlyk te regelen , naar de noodzaakelyk-
„ heid der omftandigheden. Verre van den
,, Godsdienst, de Regeering of den Koophan-
„ del van den Staat te willen ontrusten , was
„ hy, in tegendeel, gezind, zynebefcherming
„ te verleenen aan de onderdaanen der alge-
„ meene Staaten. Zelfs wilde hy de Plaatfen,
„ welken hy genoodzaakt zou zyn in te nee-
„ men tot zyne eigene verzekering , flegts als
„ een onderpand inhouden , om ze te rug te
„ geeven, zo dra de Staaten zouden nalaaten,
„ de vyanden zyner Kroone op allerlei wyzen,
„ te onderfteunen : 't welk men wel voor ee-
„ ne der voornaamfte oorzaaken van 't voort-
„ zetten des oorlogs houden mögt. De Koning
„ verlangde niets dan de hertelling der alge-
„ meene ruste , op billyke en vaste gronden.
„ Het deel, welk hy nam, in de veiligheid en
„ in 't geluk der algemeene Staaten, zou hem
„ met fmert doen z;en , dat zy voortgingen ,
„ hunne geldmiddelen , hunne troepen, hun-
„ ne bezittingen, en, veelligt, den vormhun-
„ ner Regeeringe op te offeren aan vreemde
,, belangen en onredelyke driften (g)."
De
O) RtTot. Holl 25 April 1747. V- 101. Voiez Rousskt
Becueil. Tom. Xa. p. 5. Mcmoir. pour 1* Hill, de r£urope.
Toot. III. P. II. p. 39.
                                                         * '
'
-ocr page 62-
éo VADERLANDSCHE LXXVII.Boek.
ï747. De Abt de la Ville gaf, in den Brief, die
...... 'sKonings Verklaaring verzelde , te kennen,
„ dat zyne Majefteit het vertrouwen der Staa-
„ ten , niet derzelver bezittingen zogt te win-
„ nen, en dat het nog tyd was, om 't gevaar,
„ welk hunnen Landen dreigde , te voorko-
„ men, door't neem en van Befluiten, die met
„ het vooruitzugt en met de wysheid hunner
„ Regeeringe overeen kwamen (/£)•" Hy
zag, ongetwyfeld, op het voortzetten der han-
delingen te Breda : doch de zaaken waren te
ver verloopen , en de Staat te diep ingewik-
keld met Groot- Britanje , om thans een fpoe-
dig belluit dcezer handelingen te können ver-
wagten.
Kort na 't overleveren der Verklaaringe des
Konings van Frankryk, welker inhoud ook aan
den Ambasfadeur van Hoey, te Verfailles, was
medegedeeld , viel 'er zo groot eene verande-
ring voor, in den ftaat der Regeeringe , dat
men, vooreerst, niet denken kon om een ant-
woord. Men gaf het niet voor Slagtmaand
deezes jaars, te gelyk met een antwoord op een
nader Vertoog, in Herfstmaand, van wege
het Franfche Hof, ingeleverd. Wyzullen, der-
halve, hierna, te boek ftellen, wat, van wege
de Staaten, op'sKonings Verklaaring, werdt
aangemerkt.
D*pL Zy werdt, terftond, openlyk in 't licht ge-
fchen""* geven i en verwekte merkelyke ongerustheid
vallen ia onder't gemeen, die vermeerderde, toen men,
Staatfch na weinige dagen verloops , vernam , dat de
Viaande- p'j-anfche troepen , met der daad , in Staatsch
een
Viaan-
i*) Rousset Reciieü, Tom. XX. p. 4.
-ocr page 63-
LXX VIL Boek. HISTORIE. 61
Vlaanderen gevallen waren, en verfcheiden' |747.
Plaatfen tevens berend en opgeëischt hadden. ------
De Graaf van Löwenthall was, op den zeven-
tienden van Grasmaand, den zelfden dag, waar-
op 'sKonings Verklaaring in den Haage was
overgeleverd , aan 't hoofd van omtrent twin-
tigduizend man , opgetrokken van by Brugge.
Hy verdeelde zyne manfchap aan verfcheiden'
hoopen, die, over de Lieve, in Staatsch Vlaan-
deren vielen : welk , kwalyk voorzien tegen
zulk een' onverhoedfchen inval, naauwlyks
eenigen wederftand bieden kon. Löwenthall
nam zyn hoofdkwartier te Aardenburg. Sluis
werdt, terftond , berend en ingeflooten , na
dat de Reduit, by de Schans S. Donaas, over-
weldigd , en 't volk, welk 'er op lag, en fiegts
uit agttien man beftondt, krygsgevangen naar
Brugge gevoerd was ; en na dat men eene an-
dere Schans, die de Stad dekte, met kleine
moeite, overweldigd hadt. De Schans aan de
Boekhoutiche Haven , by Filippine , werdt,
ten zelfden tyde , ingenomen. Sas van Gend byzon_
werdt berend. Een hoop Franfchen toog over fteriyk in
de Vaart by Yzendyke, overmeesterde de Re- 't Land
duit de Schaapftal, en viel in't Land van Kad- wnKtd.
zand (/), welk deerlyk geplonderd en ge- zan '
brandfchat werdt. De Schanfen , die Hulst
dekten , werden veroverd , en hier door de
gemeenfchap tusfchen deeze Stad en Axel ge-
heellyk afgefneeden. Een deel der bezettinge
van Antwerpen toog over de Schelde, om zig
van de Schanfen , ter linker zyde deezer Ri-
vie-
(O Miffive van Gecomm- Rnaiien van Zeel. van 17 /fprlllfflé
KotuUZcel. iZ/lprilijnj. 's morgens om drie uuren, W.aäf.
-ocr page 64-
6* VADERLANDSCHE LXXVILBoek.
1747. viere gelegen, meester te maaken, terwyl een
—— ander deel de Vesting Lillo, ter regter zyde
van den ftroom gelegen , berende en opeischte.
Sluis en Sluis hieldt het niet langer dan vyf dagen.
Yz-ndykeDe Stad, liegt voorzien van manfchap , gaf
vürioo- zjg ^ zonder dat 'er op gefchooten was , den
twee-ent wintigften, over by verdrag, volgens
welk , de bezetting krygsgevangen bleef, en,
zonder geweer, naar Brugge, en van daar, eer-
lang , naar Frankryk vervoerd werdt. Yzen-
dyke ging, omtrent den zelfden tyd, over: ook
o->!cLief- je Schanfen Liefkenshoek (k) en de Peerei,
kenshoek aan fe linker zyde van de Schelde. De Her-
Peerei. vormde Godsdienst werdt in Sluis geoefend ;
doch zonder 't luiden van klokken , en met
eene Franfche Schildwagt voor de Kerkdeu-
re (/). Ist diergelyks hieldt ook plaats , in
de Steden van Staatsch Vlaanderen , die na-
derhand overgingen. Nogtans , bedreef het
Franfche krygsvolk hier eenige ongeregeldhe-
den , die men hieldt te ftryden met 's Konings
Verklaaring ; en over welken , naderhand,
door den Graave van Wasfenaer aan den Hee-
re du Theil geklaagd werdt. De Luitenant-
Generaal Pieter de la Roque , die zig te Hulst
bevondt, hadt den inval in dit Gewest, reeds
eenige dagen te vooren, voorzien , en naar
Zeeland gefchreeven om onderftand ( m ).
Doch eer hy denzelven bekomen kon , waren
de Franfchen reeds van verfcheiden' Plaatfen
meester.
De
f k ) Notul. Zeel. 27 April 1747. II. 307.
( / 5 Uit verfcheiden' gedrukte en gelclir. Verfiaalftt.
(mj Mivfive van den L. Gcner. uu la Rücque van 13, ld,
17 April i747.
-ocr page 65-
LXXVII.BoER. HISTORIE. 63
De Staaten van Zeeland, als naast geze- r?4?.
ten , kreegen de eerfte tyding van den inval ••—
in Staatsch Vlaanderen. Zy hadden, reeds in Oorza*.
't jaar 1744 , gearbeid , om de fterke Plaatfen j?en van
in dit Gewest in ftaat van tegen weer te doen ^00^'
ftellen ; waarop , toen en federt, dikwils ge- ge zwak-
raadpleegd werdt by de andere Gewesten , en beid van
in den Haage (n). Ook vaardigde men toen |jj*^*e"
we«.
de Heer n Joan Confiantyn Matthias en Joan
Louis Vereist
, Burgemeesters van Middelburg
en Veere, af naar Staatsch Vlaanderen, om on-
derzoek te doen op den ftaat der Vestingen al-
daar (0 ). De Prins van Oranje, die zig, om-
trent deezen tyd , te Breda bevondt, liet zig
aldaar ook onderregten van de gelegenheid
van dit Gewest, door Doktor Willem Tiberius
Hattifjga,
die 'er, op last des Raads van Staa-
te, eene naauwkeurige Kaart van gemaakt
hadt Q&). Voor Kadzand in 't byzonder, zogt
men, ledert, ook te doen zorgen (q). Doch
de oneenigheid onder de Bondgenooten, en 't
algemeen verval van 's Lands geldmiddelen ,
was oorzaak geweest, dat men Staatsch Vlaan-
deren niet naar behooren hadt können voor-
zien. In 't byzonder, verfchilde men. federt,
eenen geruimen tyd, over de aanftelling van
hooge Krygsbevelhebbers. De Graaf van Rech-
teren, wegens Overysfel, zitting hebbende ter
algemeene Staatsvergaderinge , hadt, in 't be-
gin des jaars 1745 , den Prins van Oranje we-
derom tot Generaal van 't Voetvolk voorge-
flaa-
('«)  Misfive van den Raad van Staate van 2 April 1744.
(o)   Notul. Zeel. 9 July 1744. U. 290.
C f )   Notu!. Zeel. 27 'july, 2 Jug. 16 Sept. 1745. W. 332,341.418
(i)  Notul. Zeil. 18 Maait 1746. bl. 143,
/
-ocr page 66-
64 VADERLANDSCHE LXXVILBoe*.
1747. flaagen 5 waarop ook Friesland en Stad en Lan*
-------de fterk bleeven dringen (*•). Doch Holland
hieldt deeze aanltelling fterkst tegen (.?). De
meeste Leden van Zeeland waren 't, in't eerst,
met Holland eens. Doch Vlisfingen en Veere
Hemden voor de aanftelling. Gelderland drong
'er ook zeer op (?). Stad en Lande van gely-
ken, in 't begin des jaars 1746. Doch in Hol-
land en Zeeland kon men 'er niet eenpaariglyk
toe veritaan («). En deeze Gewesten bragten,
ook zeer tegen den zin van Friesland en Stad
en Lande, te wege , dat het opperbevel over
't Leger van den Staat, voor den veldtogt dee-
zes jaars 1747, wederom, aan den Vorst van
Waldek opgedraagen werdt (v). Zulk een
verfchil van begrip kon niet nalaaten invloed
te hebben op de gemeene zaaken, en was, ten
minfte voor een gedeelte, oorzaak geweest, dat
'er niets by tyds en naar behooren gezorgd was
voor Staatsch Vlaanderen.
De alge- De algemeene Staaten hadden van den in-
meene val in dit Gewest zo dra geene kennis gekree-
Staaten gen ^ 0f zv fchreeven eenen rondgaanden ßrief
detTby- aan de byzondere Gewesten, gedagtekend den
zonderen negentienden van Grasmaand , waarby zy de-
Gewesten zelven vermaanden „ om, zonder uitftel, te
kennis ^ raadpleegen op de bekwaamde middelen ,
inval h! »» om de gevolgen , die hieruit te wagten wa-
Staatsch „ ren , te voorkomen , en om hun aandeel in
Viaande-                                                                             fi de
ren
(r) Sccr. Refol. Holl. 19 Pehr. 1745 X. Deel, hl. 379".
(,s ) Sccr. Refol. Holl. 10 Maart 1745. X. Deel, hl. 382.
(*5 Notnl. Zeel. 23, 25, ay Maart , I, 6 April, 34 May
1745. U 121 , 122, 124, 127., 13 r, 155, 162, 164 , 174, 231.
(ti ) Secr. Refol. Holl. 21 Febr. 3749 X. Deel, U. 53 3. Notul.
Zeel. 11 Fein 4 Maart, 4 April I746. hl 73, 135, 180.
CO Nojiil. Zeel. 27, 31 'Jan. 1747. tik 126, 134, 135.
-ocr page 67-
LXXVlLBoEk. HISTORIE. 6$
„ de loopende Petitien , met naame in de Le-
„ gerlasten , op te brengen , en daardoor den
„ Raad van Staate in ftaat te Hellen , om de
„ maatregels , die reeds genomen waren , of
„ nog genomen ftonden te worden , ter uit-
„ voeringe te brengen." 't Liep aan tot den
zevenentwintigften , eer de Staaten van Hol-
land eenig befluit namen op deezen brief (w).
De hagchelyke toeftand , waarin de Staat zig
thans, van binnen, zo wel als van buiten, be-
vondt, was 'er oorzaak van. De vorm der te-
genwoordige Regeeringe , van den aanvang
des oorlogsaf, wankel geftaan hebbende, be-
gon zig, met den inval in Staatsch Vlaanderen,
te fchikken tot verandering: en 't was noodzaa-
kelyk , dat deeze verandering , of haar beflag
eenigszins kreeg, of onwaarfchynlyk werdt,
eer men, in de byzondere Staatsvergaderingen,
en vooral in die van Holland, een vast beiluit
neemen kon, omtrent de handeling met Frank-*
ryk. Het eerfte gebeurde: de gedaante der Re-
geeringe veranderde fchielyk , en tot verbaa-
zinge der meesten. De vier Gewesten Holland ,
Zeeland, Utrecht enOverysfel, verkoorenden
Prins van Oranje tot hunnen Stadhouder , die
deeze aanzienlyke waardigheid reeds in de drie
andere Gewesten bekleedde , en dus meer ge-
zags verkreeg in den Staat, dan iemant def
voorige Stadhouderen immer opgedraagen ge-
weest was. 't Zal dan der moeite wel waar-
dig zyn , dat wy 't beloop deezer gewigti-
ge veranderinge , hier, van wat hooger op-
naaien.
Wy
(w) Refol. Holl. 17 April 1747. W. 21a.
XX. Deel.              E
-ocr page 68-
66 VADERLANDSCHE LXXVII.Boek.
1747.       Wy hebben , uit het voorgaande gedeelte
■-----■  deezer Gefchiedenisfe, können opmaaken, dat
Xiv.    het, onder de Leden der hooge Regeeringe,
Aaniei-    nimmer ontbroken hadt aan zulken , die zy-
dint£ toe
de veran- ne Hoogheid , Willem Karel Henrik Frifo ,
dering in Prins van Oranje en Nasfau , Stadhouder van
deReaee-Gelderland, Friesland, Groningen en Drente,
delf slaat ten min^en allengskens , zogten te doen ver-
' htffen tot de hooge waardigheden , by zyne
Voorzaaten , daarenboven, bekleed. Hy was,
met zulk een oogmerk , in 't jaar 1722 , tot
Stadhouder van Gelderland aangefleld. Men
zogt hem , federt , met het zelfde oogmerk,
zitting te doen verleenen in den Raad van
Staate ; en na 't ontftaan van den oorlog, te
doen benoemen tot eene der aanzienlykfte
Krygsampten. Doch de meeste Leden der
vier Gewesten , die geenen Stadhouder had-
den , wisten middel, om deeze poogingen
vrugteloos te doen uitvallen, 't Verheffen
van zyne Hoogheid tot Stadhouder van Gel-
derland , gaf zelfs den vier Gewesten gelegen-
heid , om zig naauwer te verbinden , tot het
handhaaven van den tegenwoordigen vorm der
Regeeringe. 't Markgraaffchap van Veere en
Vlisfingen werdt vernietigd : 't welk den Prin-
fe den invloed benam , dien hy , anderszins,
gehad zou hebben op de Regeering van Zee-
land. De zitting in den Raad van Staate werdt
hem ontzeid, en men droeg hem geen Krygs-
ampt op , van wege den Staat in 't gemeen,
dan 't gene hy zig tot hoon rekende te aan-
vaarden. Ter gelegenheid van zyn Huwelyk
met de Kroonprinfesfe van Groot - Britanje,
Jjadden de Staaten zelfs, met ronde woorden,
te
-ocr page 69-
LXXVII. Boek. HISTORIE. 67
te verftaan gegeven , dat zy zig de benoude- 1*4-1.
nis van den tegenwoordigen vorm der Regee- ———
ringe ter herte lieten gaan. 't Bleek derhalve,
federt lang, duidelyk genoeg , dat de mees-
te Leden der hooge Regeeringe ongezind wa-
ren , om verandering in dezelve te maaken,
door het verkiezen van eenen Kapitein - Gene-
raal over de Krygsmagt van den S aat, en van
eenen Stadhouder over de Gewesten , die 'er
geen hadden.
't Gemeen, in Holland , in Zeeland , in Midie.
Utrecht en in Overysfel, federt veele jaaren . ^n..e"
de Stadhouderlyke Regeering ontwend, fcbeeti ^'"e*
'er , zo ver uiterlyk te befpeuren was, voor 'i volk te
meeste gedeelte, ook niet fterk naartehaaken ; doen ver-
en was 'er zelfs tegen ingenomen , door ver- langen
fcheiden' fchriften , die, in de tegenwoordige ^erln«!
eeuwe, rykelyk verfpreid, en greetiglyk gele-
zen waren. Zeldzaam zag men , in de Ste-
den , eenige byzondere tekenen van hoogag-
ting voor 't Huis van Oranje. Doch na 't ont*
ftaan van den oorlog , op 't einde des jaars
1740 , begon men , hier en daar , by monde
en gefchriften, doch meest in 't heimetyk, de
zugt voor 't Stadhouderlyk bewind te ontftee-
ken, in de gemoeden der Landzaaten. 't Ver-
lies der Barriere-Steden en verfcheiden' onge-
lukkige veld (lagen gaven aanleiding , tot mor-
ren over de tegenwoordige Regeeringe , welk
men hieldt, door fommigen , die hunne reke-
ning zogten by de verandering, verwekt of ge-
voed te worden. Men verfpreidde, al in 't jaar
1742, fchriften onder de hand, waarin eenige
Regenten verdagt gemaakt werden van flink-
fchen handel met Frankryk , en befchreeven,
                        als
-ocr page 70-
63 VADERLANDSCHE LXXVII. Boek.
1747, als waren ze , met Fransch geld , omgekogt,
------- ten nadeele van den Staat. Naar gelang , dat
de Kryg de grenzen naderde, en de Steden
der Birriere overgingen , vonden deeze be-
fchuldigingen geloof by 't Gemeen : welk,
reeds gedeeltelyk in den waan gebragt, dat de
rampen , die den Staat drukten en dreigden,
aan 't liegt beleid der Regeerderen te wyten
waren , te ligter haakte naar verandering , en
allengskens voor zeker hieldt, dat de herftel-
ling der Stadhouderiyke waardigheid in naaren
ouden luister, oorzaak zyn zou van 's Lands
behoudenis, 't Is zeer te vermoeden, dat dee-
ze herftelling nog niet gelukt zou zyn, zo men
met Frankryk hadt können overeenkomen, te
Breda. Het wyken der wapenen van de gren-
zen zou 't gemor over de Regeeringe . en 't
verlangen naar verandering hebben doen op-
houden : daar nu , het gevaar , dagelyks toe-
neemende , het misnoegen fterk deedt aanwas-
ten ; tot dat het, in Plaatfen, daar men digtst
aan 't gevaar lag, fchielyk tot daadelykhe-
den uitborst, en de begeerde verandering
voortbragt. Zy werdt, omtrent op dezelfde
wyze als in 't jaar 1672 , fchoon op verre na
zo geweldig niet, uitgewerkt. De bewee-
ging , die dezelve fcheen voort te brengen ,
begon ook, gelyk toen, te Veere in Zeeland;
waarna zy in de andere Steden van dit Ge-
west ; voorts, byna op gelyken tyd , naar
Holland , en toen naar de andere Gewesten
voortfloeg.
xv- 't Beleg van Sluis en de togt naar Kadzand
^niïffn ^a^c vee*e °Pêezetenen deezer Landftreeke,
Zeeland, met hunne gereedfte goederen, de wyk doen
nee-
-ocr page 71-
LXXVII.BoEK. HISTORIE. 6*9
neemen naar Vüsfingen en Veere : 't welk ee- 1747.
ne bystere ontroering verwekt hadt onder 't ——
gemeen. De Steden van Walcheren, te Mid-
delburg befchreeven, hadden , op de eerfte
tyding van den inval, den Hertoge van Cum-
berland en den Vorst van Waldek gefchreeven
om onderftand (:*;). Doch , nadat de Le-
den, 's daags na den inval, allen by een geko-
men waren , floeg Joan Hieronimus Huysfen ,
Burgemeester van Veere, voor „dat de Con-
„ fervador der Schotten te Veere, Charles
Stuart, hem twee Engelfche Oorlogsfche-
„ pen, een van twintig en een van twaalf ftuk-
„ ken , onder zyn bevel in de haven leggen-
„ de, en nog vier of vyf anderen, die buiten
„ Gaats lagen, ten dienfte van hunne Edele
„ Mogendheden en tot befcherming van Zee-
„ land , aangebooden hadt." Men befloot,
terltond , deeze aanbieding te omhelzen, en
te gelyk, op den Engelfchen Kommandeur
Robert Mitchell, die , zo men meende , nog
in Duins lag, te begeeren , dat hy 'er in be-
willigde (y). Doch twee dagen laater , ver-
ftondt men , uit Burgemeester Vereist, die
't van Stuart hadt, dat Mitchell, reeds, met
drie Konings Schepen , voor Vüsfingen geko-
men was ; en dat hy 'er agt of negen in alles,
tot befcherming van Zeeland, gereed hadr,
Vüsfingen floeg voor, dat men den Koning
van Groot - Britanje om verlof hier toe ver-
zoeken moest: 't welk , terftond , fchrifte-r
lyk, gefchiedde. Oök ontving men, eerlang,
b$-
C-O Misßven der Oecomm. Rnadcn yr.n 18 /ffiril (747.
(,y} Mislive aan den Eng, Adm. in Duins van \'i April 17\i*.
ß 3
-ocr page 72-
7o VADERLANDSCHE LXXVII. Boek.
i?47. beleefd en bewilligend antwoord van zyne Ma-
jefteit. Midlerwylf was men, met Mitchell,
overeengekomen, dat hy, met zyn Etquader,
voor eerst, in den Deurlo zou gaan leggen,
en om bewesten Oost - Kapelle en Oostende
kruisten (s), Doch op den twee-entwin-
tigften , gaf Burgemeester Vereist den Staaten
kennis „ hoe de Engelfche Kapiteins , thans
„ aldaar op de reede leggende , zwaarigheid
,i maakten, om , zonder byzonderen last van
„ hun) Hof of Bevelhebber, langer te vertoe-
fd ven ; ten ware men hen magtigde, om,
„ nevens den Bevelhebber ter zee van hunne
„ Edele Mogendheden , op 't beveiligen van
,, 't Gewest en van de Stroomen te waaken.
De Staaten beflooten , hierop , den Engel-
fcheh vryheid te verleenen , om , nevens den
Vice-Admiraal Jakob Temanfe , de Zeeuwfche
Stroomen te befchermen : waarop , eerlang ,
fchikkingen gemaakt werden (<?). In deezen
(land der dingen , begonden de Schutteryen
op de wagten, onderregt, zo vermoed werdt,
door luiden van meerder aanzien , te fpreeken
van de noodzaaklykheid , om, in deezen hag-
chelyken tyd , eenen Stadhouder en Kapitein-
Bewee- Generaal aan te ftellen. Te Middelburg,
ging te tradt zeker Heer, op den vierentwintigften
Middel- van Grasmaand , in eene herberg , daar hy,
urs' wyn geëischt hebbende , de glasraamen op-
fchoof, en de gezondheid dronk van den Stad-
houder , den prinfe van Oranje : 't welk eeni-
«e
(2) Notiil. Zeel. 18,20,51 Aril 1747- Huji 24?, **?,
a6o. 261, 2(Ï2, 2fij Misfivcn a Sa Majeflé Ie Roi deiagrandp
Biet. en aan den Envoyé' Hop van 18 April '747.
(a) Notul. Zeel. 22, 23,24 April 1/47. U.zji, 2?8, 289.
-ocr page 73-
LXXVII.BoEK. HISTORIE. 71
ge beweeging maakte in de Stad , en 't volk 1747;
deedt famenrotten. Hierop omftondt een ge--------
rugt, dat 'er verraad fcnool onder de Regen
ten, en dat eenige Burgemeesters de Stad ver-
laaten wilden, 't Graauw begaf z>g naar de
huizen van fommigeri, begeerende hen te zien.
Men moest hun te wille zyn. Zy werden,
by eenigen , heufchelyk bejegend : doch wat
te fchots, in hunnen zin , aan 't huis van Bur-
gemeester Joannes Cocquelle , welk , hierom ,
op ftaande voet, aangevallen en geplonderd
werdt. Men.befloot, hierop, twee Kompag-
nien, uit de bezettingen van Vlisfingen en Vee-
re , te ontbieden naar Middelburg , tot voor-
koming van meerder onhtïl (£). Doch den TeVee-
volgenden nagt, begaf zig de Schuttery van *,e' p°rdt
Veere naar 't huis van den Burgemeester Ver vanOran-
elst, wiens geneigdheid tot de Stadhoudetlyke je uitge-
Regeering , en tot den Piinfe van Oranje zy roepen
kende ; op hem begeerende , dat zyne Hoog- j00!,
heid , van wege de Stad , tot Stadhouder van der'va"^"
Zeeland, werdt voorgeflaagen. De B rge Zeeland.
meester Vereist en Willem, Graaf van Flodorf
Wartenskben
, bragten hierop te wege , dat de
oude en dienende Burgemeesters , des mor-
gens ten vyf uuren , op 't Stadhuis , by een
geroepen werden. De Burgemeester Huysfen,
die ook , des nagts , verfcheiden mailen , de
Schutters aan zyn huis gehad hadt, floeg de
begeerte der Burgerye voor aan de Vergade-
ringe ; en terftond hier op, werdt, eenpaa-
riglyk , beflooten „ dat het gevaar , waarin
„ de gantfche Staat, en Zeeland in 't byzon-
„ der,
(£) Notul. Zeel- 25 Afiil 1747 W. 289.
E 4
-ocr page 74-
7t VADERLANDSCHE LXX VII. Boek.
„ der gebragt was, niet langer toeliet, zig,
„ door andersgezinde Leden of Gewesten ,
„ van zulk eene heilzaame en hoognoodige
„ verkiezing te laaten afhouden ; dat zy hier-
„ om , van wege deeze Stad , den doorlug-
„ tigften en hoogstgebooren Vorst en Heer,
y, Willem Karel Henrik Friso , Prins
„ van Oranje en Nassau , tot Stadhou-
„ der, Admiraal-Generaal, en Kapitein van
„ Zeeland verkooren ; met zodanige magt,
„ gezag, voorregten en voordeden, als, on-
„ der de Leden der hooge Regeeringe, ten
„ genoegen van gemelden Prinfe, en tot wel-
,, zyn van den Staat, en byzonderlykvanZee-
„ land , best en oorbaarst zou worden geoor-
„ deeld." Voorts, werden den Afgevaardig-
den van Veere , op de Dagvaart der Staaten
te Middelburg, gelast, om dit befluit, nog
deezen dag , ter Staatsvergaderinge , bekend
te maaken , en om de andere Leden , tot het
neemen van diergelyk befluit, te beweegen.
De Vergadering gaf, terftond hierna , aan de
menigte, voor't Stadhuis famengevloeid, ken-
nis van haar befluit. 't Oranje -vendel werdt
uitgefteken , en elk verfcheen met een ftrik
van Oranje-Lint aan den hoed.
't Leedt naauwlyks een uur , of de Veere-
naars kwamen , met zulk een verfierfel, te
Middelburg , daar men , 's avonds te vooren,
reeds voorbereidfels gemaakt hadt, tot de ver-
andering. Straks hierop , waren de Seheeps-
timmerluiden in de weer, ftreevende , met
eenen Catechizeermeester aan 't hoofd, naar
de Abtdye of 't Hof, daar de Staaren verga-
derd waren , en vorderende de aanftelling van
den
-ocr page 75-
LXXVII.BoEK. HISTORIE. 73
den Prinfe van Oranje tot Stadhouder. De Af- 1747.
gevaardigden, hiertoe niet gemagtigd, begeer------
den uitftel. Doch men drong den Burgemees-
ter Wilhem van Cittrers , die 't woord voerde,
om den Prins , ten minfte voor zo veel de
Stad Middelburg aanging, tot Stadhouder te
doen uitroepen, 't Werdt in beraad gelegd.
Sommigen gaven in bedenking , of men hier-
toe wel komen mögt, buiten kennis van Hol-
land, 't Raadpleegen duurde, midlerwyl, der
ongeduldige Gemeente te lang , die , ter Ver-
gaderplaatl'e ingedrongen, zo verhaald wordt,
reeds een mes of twee liet vliegen door het
vertrek ; waarop twee Heeren, befpeurende,
dat de meerderheid der Leden neigde tot de
aanftelling van den Prinfe, naar buiten traden,
en het Volk aankondigden , dat zyne Hoog-
heid , van wege de Stad , tot Stadhouder be-
noemd werdt. Straks ging 'er een gejuich op
onder 't Volk: de Oranje - vendels werden uit-
gefteken , en elk verfcheen , met Oranje-lin-
ten verfierd. Te VJisfingen was, ten zelf- en »1 de
den dage, op een verzoek van eenigen uit jjndfre
de Burgerye, de benoeming van den Prinfe vaz"e.
tot Stadhouder gefchied , zonder merkelyke land.
beweeging onder 't Volk. Ook te Goes , op
den voorflag van eenen der Burgemeesteren,
en zonder dat de Gemeente 'er zig mede ge-
moeid hadt. Maar te Zierikzee , viel eene Bystere
geweldige beroerte voor. Zo dra men hier, beroene
op den vyfentwintigften , tyding gekreegen 'ggieril:'
hadt van 's Prinfen aanftelling te Veere , en
van het overgaan van Siuis , rotte het graauw
te hoop , ontwapende den Overfte der bezet.
tinge , die geenen lact hadt om geweld te ge.
E 5
                      brui.
-ocr page 76-
74 VADERLANDSCHE LXXVII.Boek.
bruiken, en ftreefde naar 't Stadhuis, der Wet-
h >uderfchap de dood dreigende , zo zy den
Prins niet terftond erkende voor Stadhouder.
't G^fchisdde, na kort beraad, 't Volk fcfieea
hiermede voldaan, en trok af naar de haven,
om't gefchut te losfen, en andere bewyzen van
vreugde te geeven. Maar 't ongeluk wilde ,
dat de kruiJkist ledig bevonden werde. Toen
raakte de menigte wederom gaande. De Re-
genten werden uitgemaakt voor Landverraa-
ders ; de klokken getrokken , de Boeren , in
grooten getale , Stedewaards gelokt, 't Stad-
huis bezet, en twee der oudfte en waardigfte
Regenten fchandelyk mishandeld en gedreigd.
De oproer duurde den gantfchen nagt, 't
Graauw liet zig niet ftillen . dan na dat de
oudfte Predikant, Wynand Cantfius, 's Prin-
iên aanftelling door de Scaaten van Zeeland,
den volgenden dag , van 't Stadhuis afgekon-
digd hadt. De ftilte duurde egter niet lang.
\ Gem«en , aangezet, zo vermoed werdt,
door luiden van meerder aanzien , hieldt het
Stadhuis in , doorfnuffjlde de Papieren , en
deedt buitenfpoorige eifchen aan de Regen-
ten , welker huizen met plondering gedreigd
werden , door de Scheepstimmarluiden , die,
met gefcherpte bylen en ander geweer , ge-
wapend waren. Alles was aangelegd , om de
Wethouders wars te maaken in 't bewind.
Ook gaven zy , eerlang , toe , dat men eene
Regeering , by voorraad , aanftelde in hunne
ftede. De Predikanten Cantfius en Gerardus
van der Kamp
verkooren , op 't Stadhuis . en
met geflooten deuren , op den raad van Tonis
van der Os
, een' der aanzienlykfte bürgeren ,
twaalf
-ocr page 77-
LXXVII.BoEK. HISTORIE. 75
twaalf Interims-Regenten, van welken van der 1747.
Os een w<s ; en een Baljuw en drie Schou--------
ten voor het platte Land , die aan de Gemeen-
te voorgefteld . en door dezelve goedgekeurd
werden. De Predikanten behielden voor zig
de vryheid , om alle raadpleegingen by te
woonen , en lieten zig zelfs , den agtentwin-
tigften , nevens Doélor Leonard Smeur, een
der Interims - Regenten , afvaardigen naar de
Dagvaart der Staaten , te Middelburg , waar
zy egter niet ontvangen werden (e), 't Vuur
der oproerigheid, welk bynagebluschtfcheen,
ontftak heviger , toen de Burgemeester Pieter
Mogge van Renes/e
, zittirg hebbende in de
Vergaaering der algemeene Staaten , den ne-
genentwintigften , met den Rotterdammer
beurtman, naar de Stad kwam. Hem, dien
men , voor anderen , gezogt hadt verdagt te
maaken , wilde het Graauw te lyve. Men
rukte hem den hoed van 't hoofd , en ftak 'er
een Oranje-lint op. Men ontnam hem den
degen , en voerde hem , op een wagen , met
agt man, naar 't Heeren Logement, daar hy,
langer dan een' maand, bewaard werdt. Een
der Interims-Regenten hadt zulks geraaden ,
om hem te beter te beveiligen voor de woede
van het volk , welk , inzonderheid na dat het
Regiment Oranje - Drente , op den zestien-
den van Bloeimaand , in de Stad getrokken
was , eindelyk , tot ftilftand geraakte. Te Opfchud-
Thoolen , bleef de benoeming van den Prin- ding te
fe langst agter wege. Zy gefchiedde hier niet Thoolen*
voor den zevenentwintigften : en 't Gemeen
hadt
(O Notiil. Zee!. 29 April 1747. il. 318.
-ocr page 78-
76 VADEPvLANDSCHE LXXVII. Boeit;
1747. hadt 'er zo dra geene kennis van gekreegen,
------of de Boeren van S. Anne-Land en anderen
ter Stad in gerukt, vorderden verandering in
de Regeeringe. Men riep „ dat de Regenten
„ 't Land verraaden hadden , en dat men ,
„ te Zierikzee , 't verraad klaarlyk ontdekt
,, hadt." Doch deeze ontdekking beftondt
alleenlyk hierin , dat men , in eene oude kist,
die 't volk meende met buskruid gevuld te
zyn , niet dan zand gevonden hadt, behalve,
dat het gefchut van binnen vol fteentjes zat.
Men begeerde dan , ook te Thoolen , 't ge-
fchut en den voorraad van 't buskruid te on-
derzoeken, 't Gefchiedde. Doch 't gefchut
werdt wel gelaaden bevonden. De tonnetjes
buskruid, opgeflaagen, ter keure van de Boe-
ren , dis 'er den arm, tot op dan bodem , in-
ftaken , waren ook behoorlyk gevuld. Toen
wilden de Boeren de proef neemen van 't ge-
fchut. Zy ftaken een ftuk af, zonder te ge-
doogen, dat 'er de kogel afgenomen werdt.
De kogel fnorde eenen renbode van den Her-
toge van Cutnberland, toen juist den dyk langs
rydende, voorby, zonder hem te raaken; doch
hy klaagde, naderhand, zeer, over *t gevaar,
welk men hem hadt doen loopen. De Boe-
ren , hierop naar huis gekeerd , zonden , ee-
nige dagen laater , eene bezending , met den
Predikant en Sekretaris van S. Anneland aan
't hoofd , naar Thoolen , om eenigen uit de
Regenten te ontzetten van 't bewind , of ten
minfte te bevorderen , dat hun eenige byzit-
ters uit het platte Land werden toegevoegd.
De Stad raakte , hierop , in roere. De Re-
genten verlieten 't Stadhuis, daar de Boe ren
en
TT-----------*-
-ocr page 79-
LXXVILBoEK. HISTORIE. 77
en 't graauw , drie dagen lang , huis hielden, 1747.
alles doorihuffelende ; en alles, met naame , ------
al wat in de Franfche taaie gefchreeven was ,
voor blyken van Landverraaderye opneemen-
de. Daar was 'er zelfs , die, op 't zien van
een Affchrift der Verklaaringe des Konings
van Frankryk van den zeventienden van Gras-
maand uitriep : alweer een brief tan den Koning
van Frankryk !
Doch üe Predikant Karel Thi-
baut
bragt de woeste menigte , eindelyk, tot
bedaaren , en bewoog ze, naar huis te gaan.
De Regenten namen toen hunne plaatfen we-
derom in , fchoon zy in geduurigen angst wa-
ren , voor de Boeren: waarom de Poorten ge-
flooten bleeven. Zelfs liet de Wethouder-
fchap zeker gefchut, welk een ftuk wegs van
de Stad ftondt, vernagelen , op een gerügt,
dat die van S. Anneland voorhadden, zig
meester van het zelve te maaken , om het te-
gen de Stad te gebruiken. Die van Vosmaar,
kennis gekreegen hebbende van dit vernage-
len , kreeten 't uit, als een tastbaar bewys,
dat men, in Thoolen, verftand hieldt met
den vyand. De Drosfaard van S. Maartensdyk
fcheen zelf niet te weeten , wat hy van dit
vernagelen van 't gefchut denken zou, en was
niet voldaan, in de reden, die 'er hem de
Wethouderfchap van gaf. Te S. Anneland,
bleeven de Boeren oproerig , tot dat 'er, op
verzoek van die van Thoolen, vyftig Dragon-
ders, uit de bezetting van Bergen op Zoom, in
't Dorp gelegd werden , die 'er, eenigen tyd,
huis hielden. De Predikant Adolf van Loon ,
die zig , in den aanvang der beweeginge , aan
't hoofd der bezendinge bevonden hadt, werdt
toen,
-ocr page 80-
78 VADERLANDSCHE LXXVII.Boek,
1747. toen , gevangkelyk , naar Thoolen gebragt-
------- daar hy een tyd lang in hegtenis zat. Doch,
eindelyk , beweezen hebbende , dat men hem
tot het aanneemen van den last gedwongen
hadt, werdt hy op vrye voeten gellell De
Stad en het Eiland raakten dus, allengskens,
in rust.
De Prins Ondertusfchen was , zo dra de Steden van
van Oran. Zeeland allen in'c gewigtig punt van beraad
setaawwy- bewiUigd hadden, da aanftelling van den Prin-
ze , tot fe tot Stadhouder , Kapitein - Generaal en Ad-
Stadhou- miraal van Zeeland , den agtentwintigften van
der van Grasmaand, ter Staatsverg-ideringe, gefchied,
Zaene'*"d op den voorflag van Middelburg , twee dngen
fteld. te vooren gedaan (<0. Men gaf'er'den Prin-
fe, die zig te Leeuwaarden bevondt, terilond,
kennis van, door een' Bndf»; doch benoemde,
te gelyk, de Heeren Jakob van Citters- wegens
Middelburg , Jakob de Jonge wegtns Zierik-
zee, Joan Willem van Roozeveld, wegens Goes,
Willem Barend Lambrechtjen , wegens Vtisfin-
gen en den Graaf van Fiudn >ff- Wurtensleben,
wegens Veere , om zyne Hoogheid plegtiglyk
te gaan begroeten. De Burgemeesters Wilhem
van Citters en Joan Louis Vereist, die eerst
benoemd geweest waren, hadden zig om ge-
wigtige redenen , van deezen last verfchoond.
De Broederszoon des eerften , de Heer Jakob
van Citters , en de Graaf van Flodroff War-
tensleben , vertrokken in hunne plaatfe (e).
Doch van Zierikzee waren, drie dagen te voo-
ren, reeds twee Luiden van de eemeente. en de
Schepen en Raad Bomfacius de Jonge van Kam-
pens*
(rfj Notul .Zeel. 26, 28 Al ril 1747. hl. 593, 327,
icj Noiul. Zeel. zyA^ril 1747. U. 328.
-ocr page 81-
LXXVII. Boek. HISTORIE. 79
pens Nieuwland , uit de Regeeringe , afgezon- 1747.
ücii naar Friesland, om den Prinfe zyne aanftel- —*-—
ling, van wege deeze Stad, bekend te maaken.
Zyne Hoogheid, die, juist op den dag, waar-
op hy, in de meeste Steden van Zeeland, ver-
kooren was , zynen dienst den Staaten , by
eenen beleefden brief, die terftond in 't licht
kwam , hadt aangehouden (ƒ) , fchreef hun,
den eerften van Bloeimaand ,, dat hy de opge-
„ draagen' ampten aanvaardde , en met hunne
„ Afgevaardigden overleggen zou, op wat wy-
„ ze, hy zyne reize naar Zeeland best zou kon»
„ nen vervorderen (g)" Undertnsfchen, hadt
Middelburg, reeds op den vierentwintigften van
Grasmaand , ter staatsvergaderinge van Zee-
land, voorgefteld , dat men, na den vyande-
„ lyken inval der Franfchen in StaatschVlaan-
„ deren, by den Koningvan Groot-Britanje,
,, behoorde aan te houden om den onderftand
„ inmanfcbap, den Staaten toegezeid, by de
„ Verdragen; welke voorflag ook reeds ter al -
„ gemeene Staatsvergaderinge, van wege Zee-
„ land . gefchied was ; doch waarin Holland
„ nog niet hadt können bewilligen." Voorts,
begeerde deeze Stad „ dat men , ter algemee-
„ ne Staatsvergaderinge , erniïelyk diorge ,
„ op opening van 't gehandelde te Breda , te
„ gelyk verklaarende, dat men niet voorhadt,
„ eene Neutraliteit of afzonderlyke Vrede aan
„ te gaan met Frankryk." Zierikzee en Goes
twyfelden egter , of 't nog wel tyd ware , om
op uitheemfchen onderftand aan te houden.
Maar Thoolen , Vlisfingen en Veere ftemden
met
(f) Nrtul Zeil- i May 1747. tl. 332.
±g) Nfctul. Zed. 5 May 1747. tl. 364.
-ocr page 82-
8o VADERLANDSCHE LXXVILBoek.
,747. met Middelburg, gelyk ook Zierikzee en Goes
■----- twee dagen laater, deeden (/$). Doch's daags
Aankomst ce vooren , juist toen zyne Hoogheid , in de
f^T1^ meeste Zeeuwfche Steden , voor Stadhouder
Krygsvolkwas verklaard, ftreeken eenigeEngelfcheOor-
voor viis-iogslchepen voor Vlisfingen. Zy geleidden
fingen, eenige andere Vaartuigen , met omtrent twee-
entwintighonderd Soldaaten , onder den Ge-
neraal Fowkr , die, terftond, verlof verzogt,
om zyn Volk te mogen ontfcheepen ; wan-
neer hy't aan de befchikkinge der Staaten van
Zeeland wilde overlaaten , tot op naderen last
van den Hertoge van Cumberland. De Staa-
ten antwoordden , dat het Krygsvolk ont-
fcheept, en in Vlisfingen, Veere, Schouwen
en Zuidbeveland, gelegd kon worden. Doch
Fowler weigerde zyn volk te verdeden. Ook
werdt het, kort hierop , door den Hertoge
van Cumberland , ontbooden naar Willem-
ftad , van waar hy het naar Staatsch Vlaande-
ren wilde doen trekken , en onder bevel Hel-
len van den Luitenant - Generaal Pieter de la
Rocque (/).
XVI. 't Gerügt der eerfte beweegingen in Zee-
Uitwer- land was , ondertusfchen , ras naar Holland
d"tgdin™ overgevloogen. Men kreeg van 's Prinfen
deezer aanftelling in de meeste Zeeuwfche Steden ,
aanftei- des nagts tusfchen den zesentwintigften en ze-
Holland.
venentwintigften van Grasmaand , kennis in
den Haage : en zo dra de dag kwam , en de
gewigtige tyding rugtbaar werdt onder 't ge-
meen , zag men eenige vrouwen en kinderen,
met Oranje-ftrikken , en kroontjes van lint of
pa-
C/O Notul. Zoel- 24, 26 April I747- M. 287, 297.               .
(i) Notul. Zeel. 25, 26, 27 April, l Mu% 17475 bl. 29a,
JU2,
308. 333.
-ocr page 83-
LXXVII. Boek. HISTORIE. 81
papier verfierd, langs de ftraaten van den Haa- 1747,
ge zwieren. De Staaten van Holland, by tyds ------
vergaderd zynde, terwyl eenige Leden naar °e Sta»-
huis gekeerd waren , om nieuwen last; na- «n,J*j
men , nu eerst, een befluit op den brief der ne°emen
algemeene Staaten van den negentienden , en een her-
deeden , ter Generaliteit, verklaaren „ dat tig be-
„ de vyandelyke inval der Franfche troepen juitL?pf
„ in Staatsch Vlaanderen , hen ten uiterften dg™ Jgg.
„ ontroerd hadt; te meer , om dat dezelve meene
„ den Staat overkwam , zonder dat men met Staaten.
„ de Kroone van Frankryk in oorlog was , en
„ zonder dat men 'er ooit eenige wettige re-
„ den toe gegeven hadt; ja na dat de Staat,
„ door de Franfche wapenen, reeds ontzet ge-
,, worden was van zynen voormuur, welke,
,j door 't flegten van zo veele Vestingen , ge-
„ noegzaam voor altoos * nutteloos gemaakt
„ was. Dat zy , bezig met te overleggen ,
iy wat, in deezen bezwaarden toeftand des
„ tyds , tot 's Lands meesten dienst, behoor-
„ de gedaan te worden , beflooten hadden ,
,, den genoemden vyandelyken aanval, erns-
„ telyk , tegen te gaan , en 't uiterfte op te
„ zetten , om 't Land , de inwooners en def-
„ zelver wettige bezittingen $ doch boven al
„ de dierbaare panden van Vryheid en Gods-
„ dienst te helpen befchermen; en dat, naar-
„ demaal hiertoe penningen vereischt werden,
i, zy begreepen , dat de Raad van Staate be-
„ hoorde te worden verzogt j om een' ftaat
„ op te maaken van 't gene de Gewesten nog
„ ten agteren waren , op de Petitien , federe
„ den aanvang der tegenwoordige onlusten
„ gedaan, op dat men, ïaaderhand, zou kon-
XX. Deel.
            F                     i} rieh
-ocr page 84-
32 VADERLANDSCHE LXXVII. Boek.
iH7. „ nen overleggen , op welk eene wyze , de
—— „ gebrekige Gewesten zouden können ver-
j, pligt worden , tot het opbrengen hunner
,, sgterftailen." Ondertusfchen , werden de
Gekommitteerde Raaden verzogt en gernag-
tigd , om op het aandeel van Holland , in de
loopende Petitien , met naame in die van de
Legerlasten , zo veel te verftrekken , als zy,
na den toeftand van 's Lands Kasfe , zouden
't Gemeen vinden te behooren (£). Men vondc geraa-
houdtden jen, dit Befluit in openbaaren druk uit te gee-
Raadpen- ven ( om 't gemeen te overtuigen , dat men,
GMes in Holland , gezind was, tot het neemen van
verdairt ernftiger maatregels tegen Frankryk. Inder-
van ni'nk- daad , 't Volk werdt, hier te Lande , ook de
fchenhan-ooren v0\ geblaazen van eenen verderfelyken
Fiankryk. toele§ der tegenwoordige Regeeringe, om een
' Verdrag van Onzydigheid aan te gaan met
Frankryk, en den Koning Staatsch Vlaande-
ren , tot een onderpand voor de naarkominge
van zulk een Verdrag , over te geeven. Een
Kapitein in Staatfchen dienst liep zelfs byzon-
derlyk in't oog, als hadt hy verfpreid „ dat de
„ Graaf van Löwemhall hem in perfoon ge-
„ zeid hadt, dat de Steden in Staatsch Vlaande-
,, ren , met kennis van eenige Leden der Regee-
ringe , werden ingenomen , tot bevordering der
,, Frede ; en dat men ze allen wederom geeven
zou" 't Gemeen werdt geliyfd in zulK een
vermoeden , om dat de Sterkten in Staatsch
Vlaanderen, fchielyk , en fommigen zonder
ilag of ltoot, overgingen. De Gevolmagtig-
den op de handeling te Breda, en de Raad-
pen-
(*) Refol. Hall. 27 Aptil 171,7. il. 222.
-ocr page 85-
LXXVILBoek. HISTORIE. 83
penfionaris Gilles in 't byzonder werdt befchul- 174?.
digd, als of hy, in zulk een Verdrag, de hand------,
gehad hadt. Hy was, onlangs, van Breda
in den Haage gekomen, en hieldt zig zo zeer
gebelgd , over het gene , ten zynen nadeele,
verfpreid werdt, dat hy gaarne bewilligde ,
om niet alleen, gelyk te vooren altoos ge-
fchied was, aan de Gemagtigden tot de hei-
melyke onderhandelingen , maar aan de volle
Vergadering der algemeene Staaten, verflag
te doen van 't gene 'er, tot hiertoe , te Bre-
da , was gehandeld. Hy verfcheen dan , den ny doet
agtentwintigften, in de algemeene Staatsverga- verflag
deringe, onder anderen, verklaarende „ 4at ]""?££
„ 'er nog nimmer te Breda getreden was , in ^^fa
't gene het wezen eener Vredehandelinge
„ uitmaakte. Dat de oorzaak hiervan was het
„ verfchil, welk zig , in 't begin der Byeen-
„ komfte , opgedaan hadt, over de toelaa-
„ ting der Staatsdienaaren van de Hoven van
„ Weenen en Turin > en nog een ander ver-
„ fchil, naderhand ontftaan , over de toelaa-
„ ting van den Heere de Macanaz , Staatsdie-
„ naar des Konings van Spanje ; die , einde-
„ lyk, geprotesteerd hadt, tegen alles wat bui-
„ ten hem zou verhandeld worden ; met ver-
„ klaaring, dat hy zig niet wilde kanten te-
„ gen de toelaating der Staatsdienaaren van de
„ Hoven van Weenen en Turin : welk ver-
„ fchil, tot nog toe, onbeflist gebleeven was,
„ om dat de Gevolmagtigden van Frankryk
„ geen' last hadt, om in die toelaating te be-
„ willigen. Dat hy , Raadpenfionaris , laat-
„ ftelyk , een' keer doende naar Breda , on-
„ derregt was geworden, dat de Heer de Ma-
F 2                   „ ca-
-ocr page 86-
84 VADERLANDSCHE LXXVII. Boek.
1747. i,, canaz, die week , befcheid verwagtte met
----- „ een' Courier , wegens 't gemelde gefchil ;
„ dat hy hiernaar , drie of vier dagen , ver-
„ geefs, getoefd hebbende, in 't affcheid nee-
„ men , van den Heere de Macanaz verdaan
„ hadt, dat hy geen' Courier te gemoet zag.
„ Dat, fchoon 'er , tot hiertoe , nog geene
„ eigenlyke onderhandelingen gehouden wa-
„ ren te Breda , men egter wel eenige byzon-
„ dere gefprekken gevoerd hadt, over 't werk
„ der Vrede , zo met de Staatsdienaars der
„ Bondgenooten , als met die van Frankryk
„ en Spanje, met oogmerk, om dezelven ge-
„ makkelyker te maaken , tegen dat de eigen-
„ lyke onderhandelingen zouden aangevaflgan
,, worden ; doch dat deeze gefprekken ner-
„ gens anders op hadden gezien, dan op eene
„ algemeene Bevrediging , en dat de Gevol-
„ magtigden van deezen Staat zig nimmer
„ hadden ingelaaten , in eenige onderhande-
„ ling over eene byzondere Vrede met de
,, Staaten alleen , noch over eene Neutraliteit
wor de Republik. Dat hy , Raadpenfiona-
„ ris, hierom , voor eene eerlooze lastering
„ hieldt, 't gene, alomme, verfpreid werdt,
„ als of de inval der Franfchen op den Staat-
„ fchen bodem gefchied ware, volgens af-
„ fpra^k , en om daardoor zulk eene Vrede
De Staa- » of Neutraliteit te bevorderen." De alge-
ten nee- meene Staaten , den Raadpenlionaris gehoord
men 'er hebbende , betuigden genoegen te neemen in
genoegen,{ ^ene hy gehandeld hadt, en beflooten , te
wege te brengen , dat door de Staaten van
Holland , onderzoek gedaan werdt op de uit-
ftrooijers van zulke kwaadaartige gerügten ,
op
-ocr page 87-
LXXVILBoEK. HISTORIE. 85
op dat dezelven , in Regte, zouden können 1747.
vervolgd worden (/). Doch ik weet niet, dat
         
iemant in hegtenis raakte , op wien zulk ver-
moeden vallen kon , behalve Jeati Rousfet de
Misfy
, die , omtrent deezen tyd , te Amfter<-
dam, geligt, en naar den Haage gevoerd was.
Men hieldt hem , in 't gemeen , verdagt, dat
hy naar Engeland hadt overgebriefd , 't gene,
naar zyne meening , over eene Neutraliteit,
te Breda, gehandeld was. Hy zat eenige wec-
ken in de Kasteleiny van den Hove ; doch zo
dra zyne Hoogheid , de Prins van Oranje , in
den Haage gekomen was , werdt hy op vrye
voeten gefield. De Prins vereerde hem , die
reeds, door't uifgeeven van verfcheiden'fchrif-
ten , Jrier te Lande , bekend geworden was ,
omtrent het einde des iaars , met den titel van
zynen buhengevioonen Raad en Hütorüfdryver.
't Befluit der algemeene Staaten, tot ontlaaing
van den Raadpenfionaris, was, ondertusfchen,
terftond , in openbaaren druk uitgekomen, en
bragt veel toe, om hem, by de verftandigften,
buiten vermoeden van ontrouw te ftellen; waar-
aan hem, in deezen hagchelyken tyd, zeer veel
gelegen was.
De tyding van 'sPrinfen verheffing in de XVfL
Zeeuwfche Steden veroorzaakte, niet flegts ir; De Prllis
den Haage, maar in de voornaamfte Holland J0^"0*
fche Steden , terftond , eenige beweeging on der ver-
der 't volk. Te Rotterdam, zag men, op deti klaard,
zesentwintigften , zo dra de Marktfchuiten uit te Rotter-
Zeeland , al vlaggende , waren aangekomen, dam*
reeds
(/) Rcfo.1 Gener. Fcnir. uS/lprü 1747. Refol. Hüll. a8 Aitü
1747. tl 225.
F3
-ocr page 88-
86 VADERXANDSCHE LXXVII.Boek.
1747, reeds eenige Oranje-tekens draagen. Eenige
-------Ingezetenen , meest Handwerksluiden , bega-
ven zig , eerlang , naar 't Stadhuis , begee-
rende, dat de Prins ook tot Stadhouder van
Holland werdt verkooren. De Regeering ver-
klaarde zig genegen , om aan 's volks begeerte
te voldoen. Doch 't liep nog aan , tot den
negenentwintigften , eer 't befluit, welk hier-
toe , 's nagts te vooren , genomen was , den
volke werdt aangekondigd. Men vondt geraa-
den, eerst de Regeering te veranderen, 't welk
op deezen dag , gewoonlyk plag te gefchie-
den. Ook zondt men , terftond , Afgevaar-
digden naar den Haage, om den Staaten kennis
te geeven van 't befluit der Stad , en de eerfte
voorflag ter Dagvaart te doen tot de aanftel-
ling van zyne Hoogheid ; die door de Leden
werdt overgenomen ; hebbende de Edelen al-
leen zig bereid getoond, om zig daarop ter-
• Delft **onc*te ver^aaren (»O- Te Delft hadt zig
' de Gemeente , ten zelfden dage , vervoegd
voor 't Stadhuis, begeerende , dat men den
Prins deedt uitroepen voor Stadhouder. De
Heeren zogten egter naar huis te gaan, zonder
hiertoe beflooten te hebben; doch'tvolknood-
zaakte hen , te rug te keeren „ en op nieuws
op 't gewigtig ftuk te raadpleegen. Terwyl
zy hiermede bezig waren, toog eene groote
menigte Opgezetenen van Maasland , Maas-
landsfluis en Vlaardingen , met ftokken en
vorken gewapend, ter Stad in , zig plaatfen-
de voor 't Stadhuis. Doch toen , na zeven
uuren des avonds, het Oranje-vendel uitge-
fte-
(»O llefol. Hoil. 49 Jprll 1747. '''.327.
-ocr page 89-
LXXVII.BoEK. HISTORIE. 87
fteken , en de Prins van wege de Stad, tot 1747.
Stadhouder van Holland verklaard was , trok- -------
ken zy allen af, zonder eenige baldaadigheid
te pleegen. Te Dordrecht, te Leiden, te Go- fn veeje
rinchem , te Schiedam , te Schoonhoven , en »ndere
in den Briele, werdtgelyke af kondiging ge- StedeiK
daan , den dertigften van Grasmaand , zonder
dat, 'er, in deeze Steden, voor dien tyd, eeni-
ge merkelyke beweeging geweest was onder 't
volk. Te Haarlem, gefchiedde het, den eer-
ften van Bloeimaand. Ook te Gouda, te Alk-
maar , te Hoorn , en , zo ik meen , in de
meeste andere Steden van 't Noorderkwartier.
Doch te Enkhuizen, niet voor den volgenden
morgen.
Ondertusfchen, fcheen men , op den eer- Loos
ften van Bloeimaand, reeds toeleg te maaken, gerügt
om , gelyk in eenige Steden van Zeeland ge- van eene
fchied was, de Regeering ook , hier en daar, „°°re^"
in Holland , met geweld , te veranderen : 't landing
welk nogtans, ten deezen tyde, niet gelukken der Fran-
wilde. Een karel te paarde , van Maaslands- fc!ien-
Huis , of van den hoek van Holland afgeree-
den, vervulde Rotterdam, en andere Plaatfen
hieromtrent, met een valsch gerügt, dat de
Franfche Vloot, omtrent veertig fchepen fterk,
voor de Maaze , gezien was, en op 'c punt
ftondt van eene landing te onderneemen. De
argwaan op de Regenten werdt toen wederom
leevendig. Men begon , ook hier , gelyk in Onfchud-
Zeeland, te mompelen , dat 'er verraad fchool £"s te
onder de Grooten. Doch de Wethouder- 4,',,, en"
fchap van Rotterdam ftelde zulke orde , dat in den
'er geene baldaadigheid gepleegd werdt. Ook Briele.
kwam 'er, eerlang , tyding , dat de Schepen,
F 4                       die
-ocr page 90-
88 VADERLANDSCHE LXXVII.Boek,
1747, die men voor Franfchen aangezien hadt, En-
—----- gelfchen, of, zo anderen verzekerden, flegts
Vischfchuiten geweest waren. Sommigen wa-
ren zelfs van gedagten , dat 'er geen grond al-
toos was geweest voor het gerügt, en dat het
flegts, door iemant, verfierd was, om onrust
te verwekken. Vast gaat het, ten minfte ,
dat de Engelfche Oorlogsfchepan , al eenige
dagen eerder, voor Vlisfingen waren aange-
komen (»). Ook verdween de ontfteltenis,
voor een groot gedeelte , zeer fpoedig, toen
men begon te bedenken , dat de tegenwoordi-
ge gelegenheid van wind en ftroom de landing;
onmogelyk maakte. Eenige weeken laater ,
maakte het onvoorzigtig uitvaaren van den Pre-
dikftoel, tegen de Regeering, 'tgraauw, inden
Briele , gaande. Men dwong de Wethouder -
fchap, het Magazyn te openen, en 't buskruid
te laaten onderzoeken. Ook moest, wat laa-
ter , een Duinkerker Beurtman , die van Am-
fterdam kwam, hier, ontlaaden worden , op
vermoeden , dat 'er krygsbehoeften voor den
vyand in waren : 't welk egter zo niet bevon-
den werdt (0). De Boeren van Rakanje, met
den Predikant aan 't hoofd, waren ook naar
den Briele getrokken , der Wethouderfchap
geweer afperfende. Doch men bragt den op-
roerigen hoop , eerlang, door Ruiters , tot
bedaaren.
xvni. ]y[aar f midden onder alle deeze beweegin-^
fterdam" 8en in ^ nabuurige Steden, was het, te Am-
gefcbiedt fterdam , tamelyk ftil geweest. Op de eerfte
ty-
f«) Notnl. Zeel. 25 April, 4 May 1747. il. sgs, 356.
CO Rcfol. Holl. i'july, vStpt. $747. W. 388, J?t.;
-ocr page 91-
LXXVII. Boek. HISTORIE. 89
tyding van 'sPrinfen verheffing in Zeeland, 1747.
zag men de Zeeuwfche en Friefche Schepen,
die in de Stad lagen, met vlaggen en wim- deafkon*
pels pronken. Ook werdt, des nagts, door ^ging
't Scheepsvolk, gefchooten , en Oranje ba- ftenjngê
yen geroepen. Doch andere beweeging be- des Prin-
fpeurde men niet in de Stad. Den tweeden fen,zon-
van Bloeimaand , des morgens omtrent elf der ecm"
uuren, werdt het Oranje-vendel eerst tenStad^ jraantje
huize uitgefteken, en te gelyk, aan de Ge- oproeri-
meente , die in merkelyken getale op den ge be-
Dam famengevloeid was, doch zig zeer ge- we*jP"?
fchikt hieldt, in de tegenwoordigheid van yoljJ
Burgemeesteren, bekend gemaakt „ dat zy
„ en de Vroedfchap goedgevonden hadden,
„ de Afgevaardigden ter Dagvaart te gelas-
„ ten, om, met de andere Leden, te ftetn-
„ men tot de aanftelling van zyne Hoogheid
„ tot Stadhouder, Admiraal en Kapitein-Ge-
„ neraal van Holland en Westfriesland." Kort
voor deeze bekendmaaking, hadden zig reeds
eenigen, op de ftraaten, vertoond, verfierd
met Oranje - ftrikken en linten; doch even na
dat de bekendmaaking, die, met een Huzza>
eerst van de Heeren, en toen van 't Volk,
verzeld ging, gefchied ware, werdt die fie-
raad algemeen, 't Klokkenfpel, en 't vlaggen
van de meeste Schepen , die in 't Y lagen,
duurde tot aan den avond; 't fchieten tot diep
in den nagt; wanneer men ook veele huizen
verlicht zag; hoewel zulks, twee dagen laa-
ter, toen men kennis kreeg van 'sPrinfen
aanftelling door 's Lands Staaten, nog veel
overvloediger gefchiedde. Doch dit onge-
woon teken van vreugde werdt, ten deezen
F 5
                       tyde,
-ocr page 92-
90 VADERLANDSCHE LXXVII.Boek.
174:. tyde, ook in andere Steden, en vooral in den
-------Haage , gegeven. Men vernam geene bal-
daadigheden van belang in Amfterdam, fchoon
het gewoel en gedommel langs de ftraaten
duurde, tot den morgen. Enkelen, die ge-
hoord of gelezen hadden, wat in 't jaar 1672
de leus geweest ware, bootiben 't na, en ne-
pen , om hunnen afkeer van de Franfchen te
toonen,
Oranje boven, de Franfchen onder,
Wie t anders meent, dien fla de donder.'
Ook wil men, dat fbmmigen, in de plaats
van 't woord Franfchen, den naam eens Am.
fterdatnfchen Burgemeesters, dien men voor
te Franschgezind wilde doen houden , lieten
hooren. Doch dit woest gefchreeuw werdt,
ook onder 't hagfte gemeen, naauwlyks van
iemant nagevolgd.
Xjx# Midlerwyl, was de Gemeente in den Haa-
Bewee- ge ongeduldig geworden, om dat men, haars
Hing in oordeels, te lang draalde met 'sPrinfen aan-
deniiaa- fl-ening# Men hadt, hier, gelyk wy boven
£e'        hebben aangetekend , den zevenentwintig-
ften van Grasmaand, reeds kennis gehad
van 'sPrinfen benoeming rot Stadhouder van
Zeeland, in de meeste Zeeuwfche Steden.
En op den volgenden dag, verfcheenen veele
ingezetenen met Oranje-ftrikken op den hoed.
De groenwyven plaatften drie vendels van
Oranje-papier op de groote markt, waarop
gefchreeven ftondt, W. C. H. Friso, Prins
van Oranje , Stadhouder enz., met byvoeging
van deeze woorden. binnen agt dagen, moet èy
'e hier ook wezen. Doch daar verliep zo veel
-ocr page 93-
LXXVII.BoEK. HISTORIE. 91
tyd niet, of dit gewigtig werk was voltrok- 1747.
ken. Den negenentwintigften, waren de Af- ——
gevaardigden van Rotterdam , verfierd met
Oranje-ftrikken aan den hoed, op de Dag-
vaart, verfcheenen. Hierop was 't graauw
van den Haage, waaronder een Vrouwmensch,
in flordig amazoonen - gewaad, met ysfelyke
knevels, en eene Oranje-papieren grenadiers
muts op 't hoofd, uitmuntte, in grooten ge-
tale , gefchoold naar 't Binnenhof, vreesfelyk
fcheldende op de Regeering, en in 't byzon-
der op den Raadpenfionaris; en daarna elk
Lid der Vergaderinge van Holland, die na den
middag ten drie uuren fcheidde, afvraagende,
ofhy den Prins tot Stadhouder verklaard, en me-
de getekend, hadtP
by welke gelegenheid, de
Penfionaris Frangois Tereflein van Halewyn van
Dordrecht" en anderen zwaarlyk gedreigd wer-
den , door eenigen uit het graauw. Doch zy
raakten vry, met den fchrik. De Heer van Hale-
wyn, die, door eenen niet onbekenden Hage-
naar, by de keel gevat, en met een mes gedreigd
was, werdt, door den Klerk Diderichs en eeni-
ge anderen, befchermd en gered. Omtrent hon-
derd en vyftig man van de Lyfwagt, die op 't
Binnenhof ftondt, geenen last hebbende om
geweld te gebruiken, zag al de beweegingen
aan, zonder zig te roeren. De Heer Karel
Lodcwyk van Wasfenaer
, Heer van Doveren
en Baljuw van den Haage, gaf zig veel moei-
te, om de Gemeente tot geduld te vermaa-
nen; haar verzekerende, dat zy haaren wensch,
binnen drie of vier dagen, vervuld zou zien.
Doch op 't ernftig aanhouden van 't volk,
moest men, nog dien zelfden avond, 't Oran-
je-
-ocr page 94-
92 VADERLANDSCHE LXXVII.Boek.
j747. je-vendel van 't Stadhuis van den Haage laar-
------ ten waaijen. Ook werdt, wat laater, een an-
der vendel, welk men, by eenen Kamerbehan-
ger in de Spuiitraat, gehaald hadt, boven aan
den Voorgevel van 't Hofgebouw, naar den
Vyverkant , vast gemaakt, Den volgenden
dag, hadt men de Hoofd wagt op 't Hof doen
verfterken, en de toegangen naar den Haage,
met eenig Voetvolk, bezet. Maar op den
eerften van Bioeimaand, raakte de Haag in
roere, ter gelegenheid van het valsch gerügt
eener voorgenomen' landinge der Franfchen,
waarvan wy, boven, gewaagden, 't Graauw;
vloog ten Hove in, roepende, dat men 't Land
yerkogt hadt.
De boeren van Scheveningen
rukten, tegen den avond, met vliegend ven-
del en flaande trom, doch zonder geweer,
naar den Haage, den Baljuw wapenen afvor-
derende, om 'er de Franfehen mede te keer
te gaan: welke beweegingen, hoe zeer zy,
naderhand, bleeken, door valfche tydingen,
veroorzaakt geweest te zyn, zulk eene bys-
tere gedaante gaven aan den tegenwoordigen
ftaat der dingen, en zulk een' fchrik verfpreid-
den door den Haage, dat 'er 't befluit tot
's Printen aanflelling, vermoedelyk, niet wei-
nig door voortgezet werdt. De Baljuw bragt
egter de onbezuisde menigte, met woorden,
tot bedaaren. Doch men bleef, in den Haa-
ge , zo ongerust, dat de Gekommitteerde
Raaden goedvonden , des anderendaags, af
te kondigen, dat de Prins, den derden, tot
Stadhouder ftondt verkooren te worden , de
Gemeente, te gelyk, vermaanende, zig ftil-
le te houden. Diergelyke vermaaning deedt
haar
-ocr page 95-
LXXVIl. Boek. HISTORIE. 93
haar ook, wat laater, de Heer Pief er van der 1747,
Kamer, Burgemeester van Haarlem, en reeds ------
eenentagtig jaaren oud, die, nevens de an-
dere Afgevaardigden der Stad, in twee jag-
ten, met Oranje-vlaggen opgefchikt, tegen
den avond, in den Haage gekomen was. Zo
veel werks fcheen hier noodig geoordeeld te
worden, om 't Volk in rust te houden. Ook De Staa-
gelukte het: en den volgenden dag , werdt {®n. "*)
de Prins, door de Staaten van Holland, tot Jjjjjj?
Stadhouder, Kapitein - Generaal en Admiraal zen zyne
verkoor en (ƒ>). 't Hof was, by tyds, bezet Hoog-
door de Lyfwagt te paarde en te voet, en ce,fhtot
door de Schiittery der Stede. De Oranje- riear {£"
vendels ftaken uit alle de Logementen der pite'in-
fteminende Steden, en alle de Leden der hoo- Generaal
ge Regeeringe verfcheenen, met Oränje-ftrik enA(*mi-
ken , ten Hove. 't Liep aan tot elf uuren, ™*n Vq^.
eer het gemeen kennis kreeg van 'sPrinfen west
verkiezinge, eerst uit den mond van den Hee-
re Baljuw, die verklaarde, zig nu te kwyten
van zyn Ridderlyk woord, der Gemeente,
voor eenige dagen, gegeven, en daarna door
den Sekretaris Buys; die den Volke voorlas,
„ dat de Staaten van Holland en Westfries-
„ land, uit aanmerking van den bekommer-
„ lyken toeftand van tyden en zaaken , en
„ om, onder Gods zegen, den (laat deezer
„ Lauden , des te beter , te können redden
„ uit de zorgelyke en gevaarlyke omftandig-
„ heden, waarin zy zig bevonden, met een-
„ paarige bewilliging van alle de Leden, hun-
„ ne Vergadering uitmaakende , verkooren
» e«
(/>) Refoi. Holl. 3 May 1747. H. »3a-
-ocr page 96-
94 VADERLANDSCHE LXXVÏI.Boek»
1747. „ en aangefteld hadden zyne Hoogheid, den
------ „ Heere Willem Karel Henrik Frifo, Prinfe
„ van Oranje en Nasfau, tot Stadhouder, Ka-
„ pitein-Generaal en Admiraal over de krygs-
„ magt van deeze Provincie te water en te
„ lande." 't Zelfde werdt ook, terftond hier-
na, van 't Stadhuis van den Haage afgekon-
digd. Voorts, werdt de dag geflooten met
het vertoonen van allerlei tekenen van alge-
meene vreugde.
Aanmer- De Graaf Willem van Eentink , Heer van
keiyk Rhoon en Pendrecht, befchreeven in de Orde
fchryven der Ridderfchap en Edelen van Holland,
Prtafeaanöa<fc den P™^e» terftond, by een' renbode,
den Gm- kennis gegeven van zyne aanftelling. In 't
ve van antwoord, welk zyne Hoogheid hierop liet
Bentink. afgaan aan ^en Graave, was, in't byzonder,
opmerkelyk, dat hy verklaarde „ zig zelven
„ eerst over zyne bevordering te zullen ge-
„ luk wenfchen, als dezelve bleeke te ftrek-
„ ken ter eere van God, en tot welzyn van
„ het lieve Vaderland." Ook, 't gene hier
t>y gevoegd werdt „ dat het grootfte vermaak,
„ welk de Prins, federt de eerfte tydingen dee-
„ zer omwentelinge, gevoeld hadt, ontftaan
„ was uit het berigt, dat alles zonder onge-
„ luk was afgeloopenj zullende hy den He-
„ mei bidden, dat een werk, zo openbaar-
„ lyk door deszelfs "zegel bekragtigd, in 't
„ vervolg, ook, door geene de minfte bloed-
„ ftorting, bezoedeld mögt worden."
xx. De Afgevaardigden van Zeeland, 'sPrinfen
De Prins verkiezing in den Haage hebbende byge-
A0I1ft te woonc* ■> kwamen, eerst op den vyfden, te
éni Ten Leeuwaarden, aan , en deeden , terftond ,
ope-
-ocr page 97-
LXXVIL Boek. HISTORIE. 95
opening van hunnen last aan den Prinfe, dien l7A7.
7,y
verzogten, in perfoon, in Zeeland te wil-
         ..
len komen: 't welk hy aannam. Zy keerden,
den zevenden, wederom te rug (q): de Prins
volgde den tienden, verzeld van ae Koningk-
lyke Prinfesfe, zyne Gemaalin, en van de
jonge Prinfesfe Carolina. Het doorlugtig ge-
zelfchap kwam , des anderendaags, zynde
Hemelvaartsdag, in een Jagt, te Amfterdam
aan , omtrent den middag. Zyne Hoogheid
werdt, terftond, begroet, door twee der re-
geerende Burgemeesteren, de Heeren Gerrit
Corver,
Heere van Velzen, en Gillis van den
fiempden,
verzeld van den Peniionaris Staal,
en van eenen der Stads Sekretarisfen: voorts,
ook door de Afgevaardigden van het Kollegie
ter Admiraliteit alhier, en van de Oost- en
Westindifche Maatfchappyen ; en eindelyk,
door veele byzondere Perfoonen van meerder
en minder aanzien. Des avonds, waren de
meeste huizen der Stad verlicht, op verzoek
van Burgemeesteren. Het Vorftelyk gezel- in den
fchap vertoefde hier , tot 's anderendaags, Waage»
en trok toen, door Haarlem, naar den Haage,
daar 't, ten zeven uuren, aankwam.
De algemeene Staaten hadden, midlerwyl, Zyne
reeds op den vierden, beflooten, den Prins Hoog-
aan te ftellen tot Kapitein- en Admiraal-Ge- heid,
neraal over de Krygsmagt van den Staat in 't Kapitein'
gemeen , met de vrye magt over de Paten- enAdmi-
ten, tot hun kennelyk wederzeggen toe, ge raaiGene-
lyk de voorige Stadhouders dezelve gehad "*\ÏÏJ
had
C«f) Rapport der Gedep. van Zeeland, gimtU 'm de Notul.
Ztcl. 4 Dec. 1747.
-ocr page 98-
$6 VADERLANDSCHE LXXVII.Boek.
1747. hadden (r); en van deeze aanftelling kennis
--------te geeven aan den Vorst van Waldek, die
«i tot thans het Opperbevel voerde over 't Leger in
Stadhou- je Nederlanden; en aan de Bevelhebbers der
TJtrecht grensvestingen. Ook hadden zy eenige Hee-
enOver- ren gemagtigd, om den Piinfe den Lastbrief
ysfel ver- tot deeze hooge bediening over te leveren (s).
kooren. j)e Staaten van Utrecht hadden den Prins,
op den derden, tot Stadhouder, Kapitein en
Admiraal-Generaal van. hun Gewest verkoo-
ren, nadat zulks, twee dagen te vooren, op
's volks begeerte , door de Stad , gefchied
was. Doch 't liep, in Overysfel, aan tot den
tienden, eer de Staaten eenpaariglyk befloo-
ten „ op het voorbeeld der andere Gewesten,
„ den Prins tot Stadhouder, Kapitein- en Ad-
„ miraal- Generaal van Overysfel aan te ftel-
„ len, met zodanige magt, gezag, voorreg-
„ ten en voordeden, en op zodanige Inflruc-
tie, als zy, tot welzyn van den Staat in 't
„ gemeen, en van dit Gewest in 't byzonder,
„ zouden best en oorbaarst oordeelen." Maar
in de byzondere Steden, Deventer, Kampen
en Zwolle, was de benoeming, reeds eenige
dagen te vooren, bekend gemaakt. Op den
vyftienden, werdt zyne Hoogheid, plegtig-
lyk, tot de hooge waardigheden aangenomen,
eerst door de Afgevaardigden der Staaten van
Holland; daarna door die der algemeene Staa-
ten. Ten zelfden dage, nam de Prins zit-
ting in den Hove van Holland (f), en in an-
dere
Cr) Refbl. Hol!. 4, is May 1747. U- 2?,8, 162.
O) Rel'nl. Gener. Joris 4 May 1747. Voiez ausß Uousset
Recueil, Tom. XX p. 93.
CO Relol. Holl. 9, 10, is, 15 May 1747. hl. 349,255, 259,
160. Verbaal van de inttütkjäie van zyne Hoogh. in tien Hove
lyan ij »n 15 May 1747*
-ocr page 99-
LXXVlI.BoEK. HISTORIE. 97
dere hooge Kollegien van Regeeringe. Ook 174^
werdt hy, als eerlle Lid der Edelen, den zes- -——
tienden , ter Vergaderinge van Holland inge-
leid («). Men hadt, te vooren, den Raad»
penfionaris reeds gelast * zyner Hoogheid van
alle Staatszaaken kennis te geeven (y_). Ook
werdt hy wel haast onderregt van den ftaat
der handelinge te Breda, en van den inhoud
der ontworpen voorafgaande punten. Ter ge- ^an
legenheid van 's Prinfen inleiding in den Raad fpraak
van Staate, deedt de Graaf van Bentink, Heer van den;
van Rhoon en Pendrecht, eëne aanlpraak j die Gra^e
zeer opmerkelyk geoordeeld werdt. Hy ver- ^nk ?vu
klaarde , te hoopen „ dat de herftelling der geiegen-
», oude wyze van Regeeringe ook de eendragt held van
„ in den Staat herftellen zou , dat de raad XPr.ln.fen
„ pleegingen, daardoor * by tyds, tot rypheid j„ "enns
„ gebragt, en met den vereischten fpoed uit- Raad van
„ gevoerd zouden worden , en dat de ftraffen Staaten.
„ en belooningen, daardoor $ wysfelyk, zou-
„ den worden uitgedeeld. Door deeze mid-
,$ delen , en onder 't beftier der Prinfen van
„ Oranje, was, vervolgde hy, de Staat geree-
„ zen tot dien top van geluk , vanwaar nien
„ dien , onlangs, hadt zien nederftortén, tot
n zo verre, dat dezelve een fpot voordevyan-
,j den , en een onnutte last voor de vrienden
,-, geworden was." Hy betuigde , wyders ,
„ niet te twyfelen, ofde Prins zou de voetftap-
„ pen zyner Voorvaderen navolgen, en mede-
„ werken , om den Staat, die reeds ten deele
9i overrompeld was , te bevryden voor 't juk
„ van eenen heerschzugtigen en trouwloozen
„ ns-
(u) Refnl. Hol!. 16 May 1747. hl. 2^.
j v) Refol. Holl. 15 May «747. hl, ad*
XX. Deel,            G
-ocr page 100-
$8 VADERLANDSCHE LXXVII.Boek.
174t. „ nabuur , die met de goede trouw en met
------ ,, de plegtigst bezwooren' Verdragen , open-
„ lyk , den fpot dreef." Hy hieldt zig ook,
verklaarde hy , verzekerd „ dat de algtmee-
„ ne geneigdheid der Ingezetenen tot den
„ Prirsfe, die door geen' tyd noch konftenaary
„ hadt können uitgewischt worden, by de uit-
,, komst, blyken zou , regtmaatig geweest te
,. zyn: waarom hy, ten befluite, verzogt, dat
„ de Raad den Prinfe de eer beweeze , welke
„ men aan zynen rang en waardigheden ver-
„ feluüdigd was." De Franfchen hielden zig
gebelgd, over deeze aanfpraak, waardoor hun
Hof, ten onregte , zo zy waanden, gehoond
werdt. Ook hebben fommigen hunner Schry-
veren aangetekend , dat de Graaf, wegens de
onvoeglykheid van eenigen zyner uitdrukkin-
gen , vermaand door zyne vrienden, geant-
woord zou hebben „ dathy geoordeeld hadt,
„ by zulk eene plegtige gelegenheid , dus te
„ moeten fpreeken, om 't volk te overtuigen,
„ dat hy geen aanhangeling van Frankryk
,, ware (w).
xxf. Zyne Hoogheid vertoefde flegts weinige da-
H/ydgen in den Hwge. Affcheid van de Vergade-
komt in rin§e van Holland genomen , en zyne Gemaa-
Zeetand. lin en eenig kind den Staaten nadrukkelyk aan-
bevolen hebbende (#.), begaf hy zig, fpoe-
dig, naar Zeeland, en kwam, den negentien-
den, aan te Veere, en voorts te Middelburg;
daar hy, den volgenden dag , den eed deedt,
als Stadhouder, Kapitein en Admiraal - Gene-
raal
f «O l'oiez Memoir. pouri'IIift. de 1'Europe > Tom. III. jP.
II. p. 47.
(*) Refol. Heil. 17 May 1747- W. 266.
-ocr page 101-
LXXVILBoek. HISTORIE. 99
raal van 't Gewest (y ). Terwyl hy nog op reis l7+7.
was, hadden de Suaten, op den voorilag van------
Middelburg, beilooten, hem te herftellen in 't Hy wordt
bezit van 't Markgraaffchap van Veere en Viis J,efft£,lï
fingen , welk , voor eenige jaaren O) , ver- ^/van"
nietigd verklaard was. Ook weidt hem he? 't Mark-
Regt van eerften Edele van Zeeland opge graaf-
draagen, onder de gebruikelyke voorwaarden; fchap''an
doch, daarenboven, met dit byzonder beding, vusfin-"
dat 's Pi infen Perfoon , als eerfte Edele , zou jeu.
verbeeld worden , door Peribonen, den Staa-
ten aangenaam , in Zeeland gebooren en be-
hoorlyk gegoed, van den waaien Hervormden
Godsdienst, en geeneKrygsamp enbekleeden-
de. De Oktrojen, in de jaaren 1703 en 1733,
aan de Steden VüVfingen en Veere verleend,
tot het beftellen haarer Wethouderfchap, wer-
den , wat laater, vernietigd ( a ). Zyne Hoog-
heid ftelde , eerlang, den Heer Jan van Bors-
feie van der Hooghe
tot eerften Edele aan : in
welken allen de gemelde hoedanigheden gevon-
den werden. Voorts; was de Prins bedagt op
de herfteliing der inwendige ruste. Drie Af-
gezondenen uit de Gemagtigden van den Bur-
gerftaat te Zierikzee, de twee Predikanten en
Doktor Leonard Smeur, hadden zig, gelyk wy
boven zagen (6), reeds op 't einde van Gras-
maand , begeven naar Middelburg, om den
Staaten, by welken zy gehoor begeerden, ee-
nige voorflagen te doen; door 't inwilligen van
welken , zy verftonden, de rust in de Stad te
zul-
Cjj) Notul. Zee!. 17, to, 20 May 1747. H. 4683 485, 401.
Oz ) Zie XIX. Deel, hl. 118.
(.«) Notui. Zeel. is ücc. 1747. bl 955.
(.*) hl 75.
G 2
-ocr page 102-
ioo VADERLANDSCHE LXXVII.Boek.
7. zullen können herfteld worden. Doch rnen hadt
geraaden gevondeu , hen alleen als byzondere
Perfoonen, en door Gemagtigden, te hooren.
Zy verzogten, onder anderen, van de Regee-
ring by voorraad ontflaagen te worden: 't welk
aan zyne Hoogheid gelaaten werdt (c). De Ge-
meente bleef, midlerwyl, nog al oproerig, heb-
bende de tegenwoordige Regenten , die by de
Staaten niet eikend werden , geen gezags ge-
noeg, om de muiters te fti'len (</). Ten plat-
ten lande van Zuidbevelanu , was 't volk ook
gaande geraakt (e). De Prins hadt, eer hy uit
Leeuwaarden vertrok , eene Publicatie afge-
zonden naar Zeeland, waarby de Gemeente tot
rust en eendragt vermaand werdt (ƒ ). Doch 't
woelen duurde tot op en na de aankomst van
zyne Hoogheid, die, terftond, de aangeftelde
Regenten te Zierikzee ontfloeg, en de afgezet-
ten wederom in hunne ampten herftelde. De
Burgemeester Mogge werdt egter nog in 't Hee-
ren Logement bewaard, tot dat zyne Hoog-
heid , den tweeden van Zomermaand, in per-
foon in de Stad kwam , en toen terftond op
vrye voeten gefteld, zonder dat iemant onder-
neemen durfde , eenige befchuldiging tegen
hem in te brengen. Nogtans maakte de Prins,
in gevolge eener heimelyke magtiging der Staa-
ten van het Gewest, den negenentwintigften
van Bloeimaand gedagtekend, nog eenige ver-
andering in de Regeering (g), drie Regenten
ont-
(O Notul. Zeel. 29 April 1747. hl. 313.
Cd) Notul. Zeel. Il, 17 May 1747. bl- 42S , 475.
(e ) Notul. Zeel. 24 May 174.7. b( 502.
(ƒ} Publ. van zyne Hoogh. getik. 7 May 1747. Notul. Zeel.
ii May 1-47. bl. 418.
igj Notul. Zeel. lö Juny 1747. bl. 533.
-ocr page 103-
LXXVII.BoEK. HISTORIE. ioi
ontzettende van 't bewind , en derzelver amp- 1747.
ten aan anderen opdraagende.------
De Prins, met de Staaten op 't fluk der geld- Men
middelen geraadpleegd (h), en verders de noo- draagt
dige orde gefield hebbende in Zeeland, keerde Jle"'' 'n
tegen 't begin van Zomermaand , terug (?) v£fcai"ei'
naar den Haage, daar hy, federt, zyn gewoon den'an-
verbJyf hieldt. De Staaten van Holland had- dere
den hem, ondertusfchen, de waardigheid van waardig-
Opper-Houtvester opgedraagen (£), en de be 0£;en
geeving der Krygsampten , ftaande op de ver-
deeling van't Gewest, van Vendrig tot Kolonel
ingeilooten, aan hem gefield (/): en zy ver-
klaarden, federt, dat zulken, die ter Dagvaart
verfcheenen, wel in den eed en dienst des Stad-
houders zyn mogten; 't welk, eer zyne Hoog-
heid Stadhouder van Holland ware , ongeoor-
loofd geweest was (m). Ook hadden de alge-
ineene Staaten hem vereerd, met het Stadhou-
der-en Kapitein- Generaalfchap over de Landen
van Overmaaze , en met het regt om vergiffe-
nisfen en gunflen te verleenen, onder't Regts-
gebied van den Raade van Brabant, en van de
Stad en Lande van Maastricht, het Graaffchap
van den Vroenhove daar onder begreepen,
De Staaten van Holland hadden, reeds voor weeke-
't einde van Grasmaand , bevolen , dat men, ïykfche
ter gelegenheid van den vyandelyken inval in Bede*
Siaatsch Vlaanderen , openbaare weekelykfche ^^Sd
Bedeftonden houden zou (»_) : en nu vonden
f,*0 Notul. Zeel. 27, 59 May 1747- ^5»*> 5'7-
(O Notul, Zeel. 10 May 1747. «. 516.
( ■(■) Rdol. Holl. 2 4- May, 1 Jnny 1747. U. 291, 309.
(I ) Itelol. Holl. 24 May, I Juny 1747. VI. 291, 309=
{m) Rel'ol. Holl. ifjimv 174?- *'• 3<l.<!.
(.■;) Refol. Holl. 29 April. 1747. VI. 231.
G 3
-ocr page 104-
VADERLANDSCHE LXXVII.Boek.
1747. zy raadzaam , ook op het openlyk bidden
voor zyne Hoogheid orde te ftellen. Zy be-
Orde op geerden „ dat eerst gebeden werdt voor de
't bidden Staaten van Holland en Westfriesland , als
voor, y* „ zynde de wettige Overheid van deezen Lan-
heid.°°S« de : voorts, voor de Staiten der andere Ver-
„ eenigde Gewesten. als hunne Vrienden, Buu-
„ ren en Bondgenooten , envoorderzelverge-
„ zamentlyke Afgevaardigden ter algemeene
„ Staatsvergaderinge en in den Raad van Staa-
„ te: daarna, voor zyne Hoogheid, den Hee-
„ re Prinfe van Oranje en Nasfau, Stadhouder,
„ Kapitein-Generaal en Admiraal van dit Ge-
„ west: wyders, voor zo veel den Haage betrof,
voor de Gekommitteerde Raaden en voor de
Geregtshoven ; en eindelyk, voor de Wet-
houderfchap der Stad of Plaatfe ; en, in de
'„ hooge of Ambagtsheerlykheden, ook voor
den Heer of Ambagtsheer, onmiddelykvoor
„ de Wethouderfchap (0)." In Zeeland werdt,
eerlang, dtergelyke voet op het openbaar bid-
den beraamd (p). Op deeze en veele andere
wyzen , fchik e alles , en byzonderlyk ook de
beftelling der Wet in de Steden zig, in korten
tyd , naar de herftelde Stadhouderlyke Regee-
ringe , hier te Lmde.
XXII. Ondertusfchen , hadt de inval in Staatsch
De han- Vlaanderen, met het gene 'er op gevolgd was,
deli"g te gelegenheid gegeven , tot het af breeken der
worftaf- handelinse te Breda. De Franfche Gevolmag-
gebroken.'igde du ïheil hadt, den zesden van Bloeimaand,
te&kennen gegeven „dathy, 's daags te vooren,
» be-
f<0 Refbl. Ho!l. 15 May 1747- «• 26a.
(>) Notul. Zeel. 19 jfuny 1747. W. 53'«
-ocr page 105-
LXXVII.ßoEK. HISTORIE. 103
„ berigt ontvangen hadt, dat de Koning van
„ Frankryk het Ontwerp van den twintigften
,, van Grasmaand, zo ver het hem betrof, niet
„ yolflrektelyk verwierp,
en dathy zyn best doen
„ zou , om het Spaanfche Hof ook te doen
,, luisteren naar redelyke voorwaarden." Hy
hadt'er zelfs bygevoegd ,, dat de Koning, zyn
„ Meester , toeftondt, dat de Gevolmagtigde
„ van Spanje, Macanaz, die, voortaan, voor
„ zig zei ven handelen zou, by deonderhande-
„ lingen toegelaaten werd." Doch de verande-
ring in de Regeering van den Staat, en 'sPrin-
fen vertrek naar Zeeland was oorzaak, dat men
hierop geen fpoedig befluit neemen kon in den
Haage. De Franfche en Spaanfche Gevolmag-
tigden, du Theil en de Macanaz, verklaarden
dan aan den Graave van Wasfenaar, op den twin -
tigften van Bloeimaand „ dat de weinige vrugt,
„ welke men, tot hiertoe, vandeonderhande-
„ lingen te Breda gezien hadt, en de nabyheid
„ der Legeren, welke deeze Stad onbekwaam
„ maakte, om de onderhandelingen aldaar, met
„ de vereischte gerustheid en welvoegzaam-
„ heid voort te zetten; hunne Allerchristelykfte
„ en Katholyke Majefteiten hadt doen beflui
„ ten, om eene vryer Vergaderplaats te begee-
„ ren: waartoe zy Aken, Keulen, Dusfeldorp,
„ Trier ofWormsvoorfloegen, zullende men,
„ op eenedeezer vyf Plaatfen, ter keure van de
„ Bondgenooten, de onderhandelingen können
„ vervolgen, en in dezelven, de Gevolmagtig-
„ den der Hoven van Weenen en Turin toelaa-
„ ten (#)." Da vreemde Gezanten verlieten
Bre-
Cj) Vuiez RwssEr Recueil, Tom. XX. p. iio.
G4
-ocr page 106-
I04 VADERLANDSCHE LXXVII. Boek.
1747, Breda, terftond hierna, en keerden naar hunne
-------Hoven te rug. Du Theil zeide nog, voor zyn
vertrek „ dat de Koning, zyn Meester, bleef
„ hy de gedagten, van welken hy, den zesden,
„ opening gedaan hadt:" en wilde gaarne doen
gelooven , dat die gedagten op eene bewilli-
ging in het Ontwerp van den twintigften van
Grasmaand uitkwamen. De Staaten raadpleeg-
den op den voorflag der Franfche en Spaanfche
Gevolmagtigden , met hunne Bondgenooten ,
en men verkoor, eerlang , de Vredehandeling
te vervolgen, te Aken, Doch 't liep nog aan,
tot in de Lente des volgenden jaars, eer de Ge-
volmagtigden der oorloogende Mogendheden,
in genoegzaamen getale , byeen gekomen wa-
ren, om de onderhandelingen te können begin-
nen. In Sprokkelmaand te vooren , leverden
de Graaf van Wasfenaer en de Raadpenfionaris
Gilles, ter algemeene Staatsvergaderinge , een
Verbaal over van't gene zy, in de jaaren 1746
en 1747, gehandeld hadden; en werden, voor
hunnen betoonden y ver en gedaan verflag, naar
gewoonte, bedankt (/•).
De Fran- De vyandelykheden in Staatsch Vlaanderen
fchen werden, midlerwyl, fterkvoortgezet. Deloop-
Sas°vanenSraaven voor ^as van Gend waren , reeds den
Gend, twintigften van Grasmaand, geopend geweest.
De Plaats hieldt het flegts tien of elf dagen daar-
na , en gaf zig toen over by verdrag , volgens,
welk, de bezetting krygsgevangen bleef. De
Filippine, Sterkte Filippine, midlerwylook berend ge wor-
'denzynde, werdt, na't openen der loopgiaaven
op den tweeden van Bloeimaand, zo fel aange-
tast, dat zy zig, op den vyfden, by diergelyk
ver-
CO Relol. Gener. Vencr. a Fiir, 1748.
fg,
-ocr page 107-
LXXVII.BoEK. HISTORIE. 105
verdrag, overgeeven moest. Hulst was, ook reeds 1747.
voor 't einde van Grasmaand, berend geweest. ------->
De Schans de Kykuit, omtrent een uur van de
Stad, werdt, in den eerften aanval, veroverd.
Doch de Schans de Zandberg, een weinig laager
gelegen , verweerde zig eenige dagen wakker-
lyk. Het Regement van den Kolonel Thierry
kweet zig hier ongemeen: ook de Koninglyke
Schotten onder Bragg. Doch men moest, ein-
delyk, voor de ovennagt der Franfchen bukken.
Na't overgaan van de Zandberg, en'tbemagti-
gen der verfterkte Linie , die, van daar, naar
Hulst liep, oordeelde men deeze Stad niet te ver-
dedigen te zyn. Zy werdt, den elfden van Bloei- Hulst,
maand, opgeëischt, en terftond overgegeven.
De Bevelhebber Pieter delaRoque bedong den
vryen uittogt, met de gewoonlyke krygseer,
voor vierhonderd man van de bezetting. De
o verigen bleeven krygsge vangen. De Bevelheb-
ber , naderhand, befchuldigd zynde van eenig
wangedrag , in 't waarneemen van zyn ampt,
werdt, met het zwaard over't hoofd, geftraft,
en op Loeveftein gevangen gezet. Axel en ter Axel en
Neuze, opgeëischt door denGraave van Broglio, ter Neu-
gaven zig den zestienden, insgelyks, over. Doch ze«
de bezettingen bedongen den vryen uittogt naar
Zeeland. Met het veroveren van deeze Plaatfen,
zagen de Franfchen zig , in minder dan eene
maand, meester van geheel Staatsch Vlaanderen.
De inval in dit Gewest, hadt de Staaten van voor-
Zeeland voor zig zelven doen zorgen. DeLui^ zorg in
tenant-Generaal Smisfaart hadt zig, met twaalf Zeeland.
duizend man, nedergeflaagen in Zuid-Beveland.
Ook hadt men den Bevelhebber Mitchell, die
nog voor de Zeeuwfche Kusten bleef kruisfen,
G 5
                       ver-
-ocr page 108-
io6 VADERLANDSCHE LXXVII. Boek.
1747. verzogt, dat hy de onzen jagt wilde helpen maa-
-------ken op alle Franfche Schepen, die zy zouden
können aantreffen.
XX' 11. Het Leger der Bondgenooten, by Breda ver-
e'naen' zamelt* zy'de, was naar den kant van Antwer-
derweder-P-n voortgetrokken, om, ware'tmogelyk, een
zydfche gedeelte van Staatsch Vlaanderen te behouden.
Legeren. Doch de Sterkten van dit Gewest vielen den
Franfchen zo fpoedig in handen , dat 'er geen
tyd tot ontzetten overfchoot. Eerde Sterkte de
Zandberg nog veroverd was , hadt de Hertog
van Cumberland zig, meteenige manfchap, der-
waards op weg begeven ; doch omtrent Hulst
gekomen zynde, vernam hy, dat de Zandberg
in 's vyands magt was; waarop hy naar 't Leger
by Antwerpen terug keerde. De Franfchen trok-
ken , na 't veroveren van Staatsch Vlaanderen,
hunne troepen byeen, agter de Dyle, en floe-
gen, eerlang, op weg naar den Maaskant. Men
betloot hieruit, dat zy't oog op Maastricht had-
den. Het vereenigd Leger trok, derhalve, ook
op, om deeze Stad te dekken, en legerde zig,
eindelyk, niet verre van Hasfelt, in Luikerland.
De Franfche Krygsmagt was tot aan Tongeren
genaderd. De beide Legers evenaarden eikan-
deren omtrent in getal; hoewel de Franfchen,
naderhand, gefchreeven hebben, dat het veree-
nigd Leger veel fterker van manfchap was dan
het hunne. Op den eerften van Hooimaand,
trokken de Legers aan , op eikanderen , met
oogmerk, om eikanderen flag te leveren. Het
vereenigd Leger floeg zig, dien zelfden avond,
neder, tusfchen de Kommandery vanBiefenen
het Dorp Wilre , en bezette, den volgenden
morden, de Djrpen Lafeld en Rosmeer, tus-
fchen
-ocr page 109-
LXXVII.BoEK. HISTORIE. 107
fchen welken het middelde gedeelte des Legers 1747.
in flagorde ftondt. Ten tien uuren, begon het-------
gevegt van de Franfche zyde, die met veelhe- Slag by
vigheid aanvielen op her Dorp Lafeld. daar de LateltJ-
Engelfchen en Hanoverfchen lagen. Felwerdt
hier, van wederzyde, gevogten. Ten twaalf
uuren, deedt de Hertog van Cumberland, die
't opperbevel voerde, den linker vleugel van 't
vereenigd Leger aantrekken op de Franfchen,
die, hunne meeste magt naar Lifeld wendende,
eindeJyk, bydeeze post doorbraken. Dclinker-
vleugel der Bondgenooten liep toen gevaar van
tusfchen twee vuuren te geraaken; waarom de
Hertog bevel gaf tot den aftogt naar Maastricht,
die in goede orde gefchiedde. De Franfchen
behielden 't flagveld; doch hadden, zo men wil,
ruim zo veel volks als de Bondgenooten verloo-
ren. De Staatfche troepen onder den Vorst van
Waldek, in 't midden van 't Leger geplaatst zyn-
de, hadden, ter oorzaake der oneffenheid van
den grond, niet fpoedig genoeg können voort-
trekken , om allen te deelen in 'r gevegt (j):
welk nu het derde was, waarin de Franfchen het
flagveld behouden hadden, om dat zy devoor-
zigtigheid gehad hadden van flegts een gedeelte
van 't vereenigd Leger aan te tasten. De Vorst
van Waldek trok ruim twee weeken na den flag,
met eenige Siaatfche manfchap, fchielyk, naar
's Hertogenbosch , daar dezelve zig met drie-
duizend man Hesfifche troepen vereenigde: en
deeze togt was delaatfte. dien de Vorst in Staat-
fchen dienst deedt. Hy ontfloeg zig van zyn
ampt (O, en begaf zig, zonder den Haage aan
te
f.O Menioir. ponr)'Hi(l. de 1'Europe, Tom. III. P. II. p.
57 — 84. en andere Verbaalen.
(O Refol. Holl. 5^.'^. 17.-7. «.4Ö6.
-ocr page 110-
io8 VADERLANDSCHE LXXVII.Boek.
1747. te doen, naar Deutschland, uit misnoegen, zo
-—— vermoed werdt, om dat hem 't Bevelhebber-
fchap over Bergen op Zoom niet opgedraagen
was , of veelligt, om andere redenen. De
Koning van Pruisfen klaagde, naderhand, dat
Waldek, zonder zyn verlof, met eenige Staat-
fche troepen , over zynen bodem getrokken
was («).
xxiv. Twee dagen na't gevegt by Lafeld, was de
De Graaf Graaf van Lö wenthall, die, meteen klein Leger,
wenthaii omtrent Mechelen gebleeven was, fchielykop-
beiegert getrokken, om Bergen op Zoom te belegeren.
Bergen Hy kwam, den tienden van Hooimaand, voor
op Zoom. Zandvliet, en den volgenden dag voor Bergen
op Zoom. Zandvliet werdt hevig befchooten
en gebombardeerd. De Kolonel Kinfchot, die
't bevel voerde over de Staatfche bezetting in
deeze Plaats , geene kans ziende , om dezelve
lang te verdedigen , vondt geraaden, met een'
ftilletrom te wyken, en de bezetting, die an-
ders krygsgevangen gemaakt geweest zou zyn,
te behouden : 't welk zo wel gelukte, datdeuit-
togt, eerst twee uuren na dat dezelve gefchied
was, bemerkt werdt door de Franfchen , die
Zandvliet, den twaalfden, innamen. Tusfchen
den veertienden en vyftienden, werden de loop-
graaven voor Bergen op Zoom geopend, aan
den kant der Wouwfche Pootte , daar de Stad
fterkst was; zynde, zo men my verzekerd heeft,
de Franfche Ingenieurs misleid geweest, door
eene oude aftekening der Plaatfe , waarin de
Vestingwerken heel anders vertoond werden ,
dan zy waren. Hagchelyk was deeze ondernee-
ming, alzo de Vesting, uit Zeeland, altoos van
volk
O) Nottri. Zeel. 14, i8, H^ug. 1747. U.673, 695, 706.
-ocr page 111-
LXXVIL Boek. HISTORIE. 109
' volk en behoefte voorzien kon worden, zonder 174^.
dat men 't, van de zyde der belegeraaren, be- -------
letten kon. Ook duurde het beleg omtrent agt
weeken, met veel verlies van volk, aanweder-
zyde; doch vooral aan de zyde der Franfchen.
En't zou nog, naar men in de Stad rekende, agt
of tien dagen langer geduurd hebben , zo de
Franfchen zig niet, by verrasüng, meester van
de Stad hadden weeten te maaken. 't Zal hier-
om der moeite wel waardig zyn, dat v/y den aan-
leg en uitflag deezer merkwaardige belegeringe,
uit de geloofwaardigfte berigten, eenigszins om-
ftandiglyk te boek ftellen.
De bezetting van Bergen op Zoom ftondt on- Suat en
der den Prinfe van Hesfen-Philipsthallj de Prins voort"
van Saxen-Hildburghaufen was met vyfduizend 'gta"fieg°
'- man, van Breda, daar hy geftaan hadt, getrok-
ken in de Linie, tusfchen Bergen op Zoom en
Steenbergen, alwaar hy't gebied voerde. Doch
zyne Hoogheid, de Prins Stadhouder, vondtge-
raaden, het opperbevel over het Krygsvoik en
de Plaatfen tusfchen de Maaze en de Schelde op
te draagen aan den Generaal haak, Baron van
Crotiflrom,
die zig, vergeefs, opzynehoogejaa-
, ren, zwakheid en doofheid beroepen hadt, om
van deeze post ontflaagen te zyn. Hy kwam den
veertienden van Hooimaand, op welken dag hy
juist in zyn zevenentagtigfte jaar tradt, binnen
Bergen op Zoom, daar hy zig federt onthieldt.
Het byzonder bewind over de Vesting bleef in
handen van den Prinfe van Hesfen, en dat over
\ de Linie by den Prinfe van Saxen; welke Gene-
j raals nogtans, door den Baron van Cronftrom,
I met raad en hulp, ondeifteundwerden. Debe-
I zetting werdt, federt, vantydtottyd, verfterkt,
-ocr page 112-
iio VADERLANDSCHE LXXVII.Boek.
hebbende men 't getal der manfchap, die, in en
omtrent de Stad, tot verdediging derzelve, ge-
bruikt is, in alles, begroot op zesendertigdui-
zend man. Het Franfche Leger voor de Stad,
welk ook, geduuriglyk, verfterking van volk
ontving , meent men , om; rent zestigduizend
man fterk geweest te zyn. D belegerden hadden
voorgenomen zig, tot het uiterfte, te verweeren,
en wilden , hierom , niet hooren van verdrag.
Zo dra de arbeid aandeloopgraaven begonnen
was, werdt dezelve geftremd, doorHecwerpen
van bomben, en door geduurige uitvallen uit de
buitenwerken. D^n twintigften van Hooimaand
deedtLöwenthall de Stad mtt gloeijende kogels
befchieten, en fterk bombardeeren. De Kerk en
andere voornaame gebouwen raakten in de as-
iche: doch de ingezetenen waren zo gehertigd,
om 't uiterfte af te wagten , dat deeze fchade
hen niet bewoog, om verdrag te begeeren. De
Franfchen vielen , fomtyds . op Steenbergen,
fomtyds op de Linie, fomtyds op de Schans de
Rovereaan ; doch werden, alomme, dapper-
lyk afgeflaagen. Men verftondt egter al vroeg,
dat de Stad eindelyk zou moeten bezwyken, zo
'er, van buiten, niet iet van belang ondernomen
werdt tegen de belegeraars. Het Lpger, welk
onder den Vorst van Waldek geftaan hadt, en
waarover nu de Baron vanSchwartfenberg 't be-
vel voerde, deedt dan, den tienden van Oogst-
maand, eenen aanval op het Dorp Wouw, welk
de Franfchen ingenomen en verfterkt hadden.
Fel werdt hier gevogten. Doch Schwartfenberg
moest, eerlang, te rug wyken. 't Beleg werdt mid-
lerwyl voortgezet, en't bombardeeren en fchie-
ten met gloeijende kogels, van tyd tot tyd hervat.
De
-ocr page 113-
LXXVIILBoEK. HISTORIE, in
De Franfchen vorderden, allengskens, in 't na-
deren der Vestinge; fchoon 't hun geweldig veel
volks kostte. En 't beleg hadt nog maar vier wec-
ken geduurd, toen die van Thooïen, dugtende
voor 't overgaan der Stad, wanneer zy den eer-
ften aanval te wagten zouden hebben , van de
Staaten van Zeeland en van zyne Hoogheid vry-
heid begeerden, om zigmet de Franfchen te mo-
gen verdraagen. Doch alzo men thans bezig was,
om het Eiland Thoolen, door het vormen van
overftroomingen , en door het opwerpen van
batteryen, te dekken, werdt dit verzoek van de
hand geweezen. 't Schieten hieldt, ondertus-
fchen, over en weder aan, waardoor de meeste
huizen in de Stad vernield, of zwaar befchadigd
werden. Men arbeidde, in de Vesting, met elf-
honderd man , aan eene Linie , die tot aan de
Schelde liep, en agter welke men voorhadt de
bezetting te bergen, zo de Stad, eindelyk, ge-
noodzaakt mögt worden, te buigen, 't Afflaan
van de Franfchen, die geduuriglyk op de buiten-
werken aanvielen, en hun fterk en aanhoudend
fchieten fleepte, midlerwyl, zo veel volks weg,
dat de Raad van Staate groote daggelden beloof-
de aan elk, die zig naar Bergen op Zoom begee-
ven wilde, om, naar zyne bekwaamheid, dienst
te doen, in't befchermen der Vestinge. Eenige
graavers en arbeiders booden zig aan; doch de
meesten verliepen, na dat zy 't gevaar van den
dienst een dag of twee beproefd hadden. Voorts
werdt de bezetting verkwikt en aangemoedigd,
door de liefddaadigheid van veele Ingezetenen
van Holland, Zeeland en Friesland, diegehee-
Ie fcheepslaadingen met mond- en andere be-
hoeften , en veelerlei verfnaaperingen afzonden
naar
-ocr page 114-
112 VADEFvLANDSCHE LXXVII.Boek.
1747. naar de belegerde Stad: een gedeelte van wel-
------ ken, naderhand, denFranfchen in handen viel.
De belegeraars waren , onaangezien het hevig
vuur en de geduurige uitvallen der belegerden,
in 't begin van Herfstmaand, eindelyk, zo ver
gevorderd, dat de Graaf van Löwenthall batte-
ryen gereed gekreegen hadt, om bres te kön-
nen fchieten op de werken. Hy hadt zig mees-
ter gemaakt van den bedekten weg, ter weder-
zyde van 't Ravelyn Dedem, en van de Lunet-
ten Zeeland en Utrecht aldaar, 't welk hem den
toegang opende naar de drooge graft, alzo de
gemetfelde gaanderyen, ter wederzyde, reeds
gefprongen waren. Op den twaalfden, begon-
nen de Franfchen hevig te fchieten op de bol-
werken Pucelle en Koehoorn, ter wederzyde v$n
't Ravelyn Dedem gelegen. Zy hielden hierme-
de aan op de twee volgende dagen, maakende,
eerlang j eene breuke in deeze werken, die, vol-
gens fommigen, genoegzaam, doch, volgens an-
deren, nog niet bekwaam geoordeeld werdt, om
ftorm te loopen; waartoe de nagt tusfchen den
vyftienden en zestienden beftemd werdt. In de
Stad Was men niet verdagt op den aanval. De
bezetting was, door het langduurig beleg, fterk
gefmolten, en thans niet zeer talryk, om dat de
kundigften den overgang der Stad , in 't kort,
te gemoet zagen. Ook hebben fommigen ver-
moed, dat de overvloed van fpyze en drank 't
volk traag gemaakt hadt in 't bezetten en verde-
digen der gevaarlykfte posten: hoewel anderen
ontkennen , dat de leevensmiddelen en drank
ooit in zulk een' overvloed zyn uitgedeeld, dat
Bergen net vo^ 'er z*8 aan veraazen kon. Wat 'er van
rtpZoom zy; de Franfchen, den zestienden, 's morgens
ten
-ocr page 115-
LXXVII.Bqek. HISTORIE. 113
ten vier uuren, van vooren en van agteren, on- 1747.
der een hevig fchieten, aanvallende op het Ra ------
velynDedem, overweldigden het in een' oogen- wordt,
blik, te gelyk dringende door den uitgang van baysfver"
Futtenius, en de breuken der bolwerken, Pucei- fngeno*
leenKoehoorn, oploopende, al waar zy kleinen men.
wederftand vonden. De Prins van Hesfen-Phi-
lipsthal kreeg, terftond, bezigt van den aanval,
door een' Soldaat, die van 't bolwerk Pucelle
kwam; en deedt, zo dra mogelykware, de be-
zetting byeen trekken voor 't Markgraaven-Hof.
Midlerwyl, waren de Franfchen, door den uit-
gang van Fullenius en langs de breuken, reeds
in de Stad gekomen, en hadden zig meester ge-
maakt van de naaste huizen, uit welken zy vin-
nig vuurden op de bezettelingen. De Baron van
Cronftrom vernam de overrompeling der Stad
eerst toen het dag werdt; doch kleedde zig ter-
.ftond, tradt ter deureuit, en deedt, doorzyne
Adjudanten, die 't volk wakkerlyk aanmoedig-
den , de Franfchen van voor zyne wooning te
rug dry ven: waarna hy, ziende dat het verlies
der Stad onvermydelyk was, zig op een paard
deedt tillen, en ter Stad uit reedt naar de Linie,
om orde te ftellen op de verzekering van Zee-
land. Voor zyn vertrek , hadt hy den Prinfe
van Hesfen belast, de trom te doen roeren, om
daardoor het verder doodflaan te voorkomen:
't welk egter niet gefchied fchynt te zyn. De
Regenten en de meeste ingezetenen weeken,
ondertusfchen, ter Stad uit. Maar'tKrygsvolk,
welk voor't Markgraaven-Hof byeen getrokken
was , raakte in een hevig gevegt met de Fran-
fchen, welker getal haast zo flerk aanwies, dat
zy, tot tweemaal toe te rug gedreeven, einde-
XX. Deel.
              H                     lyfc
-ocr page 116-
114 VADERLANDSCHE LXXVII.Boek.
1747. lyk de onzen noodzaakten, al vegtende, te wy-
------ ken naar de Steenbergfche Poort, door weike
de bezetting , zo ver zy behouden gebleeven
was, de Stad verliet. Het Bataillon van Rech-
teren , veel geleden hebbende , werdt alleen
krygsgevangen gemaakt. De Prins van Hesfen-
Philipsthall , die 't gevegt, tot htt einde toe,
bygewoond hadt, was , in de Steenbergfche
üraat, gekwetst in zyn been; doch deeze won-
de verhinderde hem niet, in 't befragten van zy-
Be Stad nen pligt. De Franfchen zagen zig zo dra geen
womtge- meester van de Stad, of zy vielen aan't plonde-
pionJeuI. rgn jgj. fouten 5 git j jie hen hierin fluiten wil-
de , doorfchietende: doch den ingezetenen, die
zig gewilliglyk van alles berooven , en naakt
ontkleeden lieten , gefchiedde geen ander leed.
Krygsluiden werden, waar men ze ook aantrof,
zonder genade, van kant geholpen. De Kapi-
tein , Snoukaart van Schouwenburg , zwaar ge-
kwetst te bedde leggende, werdt met veele Itee-
lcen ter dood gebragt. Ook heeft men fommigen
zien fchieten onder een' geheelen hoop van ge-
kwetfte Krygsknegten. In 't pionderen en uit-
fchudden , werden de Roomschgezinden niet
meer dan anderen verfchoond. Van Vrouwen-
fchenderyen en diergelyke baldaadight-den, die
doorgaans in overrompelde Steden voorvallen,
heeft men weinig vernomen , met zekerheid.
Hst pionderen duurde den gantfchen dag , en
den volgenden nagt, hoewel't tegen den avond
reeds verbooden was. De Graaf van Löwen-
thall kwam, des anderendaags, in de Stad, die
van haare meeste ingezetenen was verbaten,
en ftelde eenige orde. Opdeezewyze. liep het
af met Bergen op Zoom, voor welke Stad men
re-
-ocr page 117-
LXXVIL Boek. HISTORIE. 1x5
rekende, dat de Franfchen agttien-of twintig- 1747.
duizend man verlooren hadden, 't Verlies der ------
Bondgenooten werdt op tienduizend man be-
groot (v). De Generaal Baron van Cronftrom De Ge-
is , naderhand , by veelen in verdenking ge- neraal
raakt, dat hy zig , in 't verdedigen der Stad, £r°^"
niet wel van zynenpligtgekweetenhadt. Zelfs raakt ;n
is hy, in de Lente des jaars 174Ü, op last van verden-
zyne Hoogheid , door den Fiskaal der Gene- kili
raliteit, op eenige punten, fchriftelyk, onder-
vraagd , en omtrent een jaar laater, voor den
hoogen Krygsraad befchreeven , en op meer
dan honderd punten gehoord: alle welken hy,
mondeling en fchriftelyk , beantwoord heeft»
Ik heb een Affchrift van zyne ondervraaging
in handen gehad, en daaruit gezien „ dat men
», meest vreemd fcheen te vinden , dat hy de
„ verrasiïng der Stad niet voorzien, en door 't
„ zenden van meer volks op de gevaarlykfte
„ posten, en vooral ook door het brengen van
„ water in de drooge graften, voorkomen hadt.
„ Ook fcheen men te denken, dat hy de Stad
„ te vroeg hadt verlaaten." Doch hy wees aan, Aanmer»
„ dat hem berigt was , dat de bres nog niet kingen
f, groot genoeg was om den vyand doortelaa teTzy^
„ ten; dat,opdeezeonderftelling, het brengen vgi^ *
„ van water in de graften nog moest worden
„ uitgefteld, alzo, nadat dit gefchied was, den
„ belegerden alle gemeenfchap met de buiten-
„ werken zou afgefneeden geweest zyn ; dat
„ het fterker bezetten der gevaarlyke posten
„ behoorde tot het byzonder bewind van den
„ Bevelhebber der Vestinge, wien hy dit, met
„ ken-
C<0 Üit verfebeiden' gedrukte en gefchr. Vérhaalen.
H 2
\
-ocr page 118-
iiS VADERLANDSCHE LXXVII.Boek.
1747. „ kennis van zyne Hoogheid , hadt laaten be-
.
          „ houden,, en dat hy vertrouwde, dat de pos-
„ ten fterk genoeg bezet zouden geweest zyn,
„ om in geval van overrompeling bytyds gerügt
„ te maaken, zo de wagt anders wakker en op
„ zyne hoede geweest was; waaraan hy meen-
„ de , dat het eenigen zou gehaperd hebben.
„ Dat hy, eindelyk, niet uit de Stad gereeden
„ was , dan toen 'er geheel geene hoop meer
„ was om dezelve te behouden; en toen zyne
„ tegenwoordigheid noodzaakelyk vereischt
„ werdt in de Linie, alwaar ook de Prins van
„ Hesfen-Philipsthall, kort na hem , aange-
„ komen was, met het overfchot der bezettin-
„ ge(w)." De hooge Krygsraad heeft geene
uitfpraak gedaan over deeze verdenking van den
Baron van Cronftrom , fchoon hy 'er fterk op
aangehouden heeft: en de zaak is met zynen
dood blyven fteeken. Na 't overgaan van Ber-
gen op Zoom, was men bedugt voor eene on-
derneeming op Zeeland. DochThoolen was in
goeden ftaat van tegen weer gefteld. Ook heb-
ben het laate jaargetyde, de gevaarlykheid der
Zeeuwfche ftroomen, en de nabyheid van het
vereenigd Leger, welk het Franfche, geduurig-
lyk, den toevoer affneedt, naar alle waarfchyn-
lykheid, veel toegebragt, om deezen toeleg te
doen verwylen.
De Schan. Evenwel, vondt de Graaf van Löwenthall
feu Fre- geraaden, nog voor't einde van Herfstmaand,
r1kkLiieio"^beleg te flaan voor de Schans Fredrik Hen-
en 'de' ° lik > ter regter zyde van de Schelde gelegen.
Zy
(w) Articulen waarop de Baron van Cronstrom 22, si',
24, 25, en 27,'/««. en 3. 4, 5 en6 Feir. 1749. gehoerdis. MS\
en andere gef'threevcn Stukken-
-ocr page 119-
LXXVII.BoEK. HISTORIE, ii?
Zy verdedigde zig, tot op den zevenden van 1747;
Wynmaand ; wanneer de bezetting zig krygs ------•
gevangen geeven moest (#). Lillo, op nieuws, Kruis.
heviger dan te vooren , aangetast zynde, ver- {chs
droeg zig, op den twaalfden. De Bevelhebber äoorTä
deezer Vestinge, Even Joan de Fasfy, zig, op Fran-j
den dertigften van Herfstmaand, begeven het> fche™
bende naar de Schans Fredrik Henrik, was 'er over'
maar even aangekomen , toen hy , door een' {^'"
kanonkogel, van 't leeven beroofd werdt (j).
De bezetting van Lillo gafzigookkrygsgevan-
gen ; doch zy beftondt flegts uit veertig man,
zynde de overigen geweekenindeKruisfchans,
die zie egter, terftond hierna, nevens hunnen
Bevelhebber , den Generaal-Majoor Tk'erry ,
krygsgevangen moesten overgeeven. Met dee-
ze veroveringen, werdt de veldtogt beflooten.
Tusfchen de Legers was , na 't gevegt by La-
feld, niets voorgevallen van belang. Alleenlyk
hadden de Staatfche troepen Wouw bezet, na
dat het door de Franfchen verlaaten was. Hier-
door werdt de toevoer naar Bergen op Zoom
belemmerd : werwaards , ook te water niets
kon gevoerd worden ; alzo de vereenigde En-
gelfche en Staatfche Ésquaders de Schelde ge-
flooten hielden. Het Franfche Leger betrok de
Winterkwartieren gedeeltelykin Staatsch Vlaan-
deren , en gedeeltelyk aan de Boven - Maaze ,
op de grenzen van Champagne. De vereenigde
troepen legerden zig in Zeeland, in Maastricht,
in 's Hertogenbosch , in Luikerland , en in 't
Land van Luxemburg en Limburg; behalve dat
een
(*) Notul. Zeel. 9 OSot. 1747. hl. 794,
ly) Notul. Zeel. 5 Oclob. 1747. bl. 71.7.
H %
-ocr page 120-
ïi8 VADERLANDSCHE LXXVII.Boek.
1747. een klein gedeelte in 't Keurvorftendom Trier
------— gelegd werdt (s).
xxv# Het Qvergaan van Bergen op Zoom hadt,
Bewse- midlerwyl, zo dra men 'er tyding van kreeg,
ging on- eene bystere ontlteltenis verwekt onder 't ge-
dert,?e' meen, in verfcheiden' Gewesten, en vooral in
dTsteden Holland en in Zeeland (0), uit welk Gewest,
opdety- verfcheiden' ingezetenen en eenige Regenten
ding vau't welven naar elders de wyk namen (b). De
overgaan gerUgCen van verraad werden wederom leeven-
van B r» ° °                ,             ,              ,         ...          ,
gen op de, en zo wel nu, als ter gelegenheid van het
Zoom. overgaan der Sterkten in Staattch Vlaanderen,
gevoed door luiden, wien zulks minst betaamde.
't Gemeen der Hervormden hier te Lande, reeds
federt eenigen tyd, gebeeten op de Roomsen-
gezinden , onder welken, misfehien, de een of
de andere plompaart zig , ter gelegenheid van
den inval in Staatsch Vlaanderen , woorden
hadt laaten ontvallen, fmaakende naar zugt tot
de Franfchen, hadt, al te vooren, te Haarlem,
te Arafterdatn en elders , eenige Roomichge-
zinden, 't zy met of zonder reden, raauwelyk
bejegend. Doch de tyding van 't overgaan van
Bergen op Zoom bragt veelen van deeze gezind-
heid , verdagt by 't graauw , dat zy zig in dit
ongeluk verblyd hadden , op nieuws in onge-
legenheid. Te Ufrecht, te Deventer en te Gro-
ningen, werdt veel ge weids gepleegd, aan hui-
Verfchei- zen van Roomschgezinden. Te Amfterdam,
den' hui- werdt, den agttienden van Herfstmaand, het
Roonisch-'lu's eener Rooroschgezinde Vrouwe op den
Haar-
Cz ) Memoir. pour l'Hïfi: de l'Enrcipe, Tom. 'TI. P. II p. 'O}.
(<zj Mi'fivi der Staat, van Zee'anri van ly Q.hO, 1747.
\b) Noiql. Zeel. loOcUb. 1747. hl. b3S.
-ocr page 121-
LXXVII.BoEK. HISTORIE. n9
Haarlemmerdyk geplonderd. Men verfpreidde 1747.
dat zy kwalyk gdproken hadt van zyne Hoi>g---------
heid : waarvan egter niets gebleeken is. In gezinden
den Haage, werdtdewooning van eenen Parui- gePJ°n-
kemaaker, die, zo men zeide, zig over 't verlies er '
van Bergen op Zjom verheugd getoond hadt,
insgelyks , door 't graauw , aangevallen , en
niet flegts geplonderd, maar tendeele afgebro-
ken ; zonder dat men zig, door de foldaaten,
die , midlerwyl, op de been gekomen waren,
wilde laaten ftuiten. Eens Kleermaakers huis
onderging , des anderendaags , het zelfde lot.
Diargelyke baweeginsen werden ook in andere
Steden befpeurd. Zyne Hoogheid en 't Hof
van Holland verbooden ze, by een ernftig Pla-
kaat van den twee-entwintigften. Ook werdt
'er , te Amfterdam , tegen voorzien , by her-
haalde Waarfchouwingen. In andere Steden,
werden zulke beginfels van oproerigheid , ins-
gelyks , tegengegaan: waardoor zy voor eenen
tyd ten minfte, gefmoord werden.
Ondertusfchen , oordeelden fommigen, dat De S;aa -
men 't, met het verwekken en voeden van ten vr,n
diergelyke oproerige beweegingen , hadt aan J^<J,!,i!rd
gelegd op verandering in de Regeering der äee ,"'r"
Steden , die meermaalen gevolgd was , op de zetenen
aanftelling van eenen Stadhouder, en waarop in <ien
men dagt, dat veelen , die gaarne deel aan 't ™ap,en"
bewind hadden , ook tegenwoordig vlamden 0êfeneene
De fchotfchriften, die, hier en daar, en ztlfs <je weer-
in den Haage , werden aangeplakt, en waarin baare
voornaame Staatsdienaars voor fchelmen en "™n"
landverraaders gefcholden werden , verfterk- £ nal'e°p
ten veelen in dit vermoeden. De vyandelyke men~f
inval op den S:aatfchen bodem hadt de hooge
H 4
                     Over-
-ocr page 122-
i2o VADERLANDSCHE LXXVILBoek.
,747< Overheid in Holland, op den voorflag van zyne
i. ..M- Hoogheid , doen oordeelen , dat men 't getal
der weerbare manfchap in die Gewest behoor-
de op te neemen , op dat men 'er zig, des
noods , van zou können bedienen. Te gelyk
was gelast, dat de Burgery in de Steden, en de
opgezetenen ten platten Lande zig zouden heb-
ben te oefenen in den Wapenhandel : gelyk,
federt, alomme, gefchiedde. By deeze gele-
genheid , kwamen de Schutters, meer dan naar
gewoonte, byeen. Ook waren de nagtwagten,
veeltyds, talryker: en werdt hier, onder kun-
digen en onkundigen, menig gefprek gevoerd,
ten nadeele der tegenwoordige Regeeringe.
en hon- Zyne Hoogheid hadt, 't zy tot bewaaring van
de-d ven- <}e rust j„ de S:eden , of tot andere einden,
^sard j-/oorgeflaagen, en men hadt hierop ter Verga-
der« te deringe van Holland beflooten , door Burge-
werveu. meesteren der byzondere Steden van Holhnd,
te doen aanwerven honderd vendels Waardgel-
ders , ieder vendel van honderd koppen , om,
dus luidde de openlyke bskendmaaking, nevens
het gewoonlyk Krygsvilk van den Staat
, te dienen
tot beveiliging der Provincie Qcj.
Ook werden
'er, etrlang, in devournaamfteSteden, eenige
Waardgelders geworven, doch in 't geheel niet
boven de vierduizend koppen. In Amfterdam,
daar de meeste waren aangenomen, hadt men
niet meer dan ruim twaalfhonderd koppen in
dienst. Doch men trok 'er weinig nut van, in
't ftülen der burgerlyke beweegingen: diefom-
migen onder hen eerder hielpen verwekken,
dan
(c~) Refbl. Hol', 22, 29 July , 5, 18 Aug. 1747- *'• 444»
457» 473 J 497»
-ocr page 123-
LXXVILBoEK. HISTORIE. iai
dan dat zy hun werk gemaakt zouden hebben, 1747.
van ze te voorkomen, ofte fluiten: waarom de .------•■
meesten, fchoon, ten minften onder anderen,
gefchikt, om in de binnenlandfche Steden ge-
legd te worden (<ƒ), eerlang, naar de grenzen
gezonden werden , tot dat zy , in 't volgende
jaar, allen werden afgedankt.
De ontroering, die 't overgaan van Bergen XXVI,
op Zoom veroorzaakt hadt, was nog niet ver- £>e EJe-
dweenen ; de argwaan over het tegenwoordig X^^\
beitier was zelfs aan 't toeneemen onder 't ge fl°snan
meen , toen de Ridderfchap en Edelen geraa- voor, dat
den vonden, eenen voorflag te doen, ter Vei- men zv-
gaderinge van Holland , die terftond in 't licht "£?£?
kwam, en de gemoeden van veelen indegroo- fhdhou"
te Steden verder aan 't gisten hielp. Zy droc- der bö-
gen , naamlyk , op den zevenden van Wyr,- h°°" «e
maand, den Leden voor „ dat zy, de gefield- Paaken>
heid der Regeeringe deezer Landen in ern- ^omve-
ftige aanmerking genomen hebbende , be- ïyke zo
vonden hadden, dat dezelve onmogelykbe- wei ais in
ftaan kon , zonder een uitfteekend Hoofd ; dea-
dat de Staat, daarvan ontbloot zynde, meer „akome.
dan eens op 't punt van zynen geheelen on iing-
dergang gebragt geweest was, en uit zulk fchap.
een blykbaar gevaar alleenlyk gered was ge-
worden , door de aanflelling van eenen Stad-
houder , Kapitein- en Admiraal-Generaal.
Dat de Staat, onder deezen gelukkigen vorm
van Regeeringe , van zyne eerfte opregting
af, in welvaart toegenomen, en ontzaglyk
geweest was, door't beleid der Pxinfen van
Oranje en Nasfau; aan een' afilammeling
„ van
C<0 Notul. Zeel. 14 Aug. 1747. Il, 675,
il 5
-ocr page 124-
122 VADERLANDSCHE LXXVII.Boek.
van welken, nu ook dezelfde waardigheden
„ waren opgedraagen , waarvan men de goe-
„ de ukvveikfels reeds oogenfchynlyk begon
„ te befpeuren. Dit welgezinde Regenten,
„ niet zonder fchrik , konden gedenken , aan
„ de verwarring, waarin de Staat zou (lonen,
„ by mangel van zulk een uitfteekend Hoofd;
„ en vooral, zo in de tegenwoordige tydsom-
„ ftmdigheden, zyner Hoogheid, den Heere
„ Stadhouder, Kapitein en Admiraal-Gene-
„ raal, iet menfchelyks overkomen mögt. Dit
„ zyne Hoogheid , tot hiertoe , wel met een
„ vrouwelyk, doch niet met een mannelyk oir
„ gezegend was, en dat het vrouwelyk oir zig
„ nog alleenlyk bepaalde in eene jonge Prin>
Ce&fs', weshalve, men b^kwaame middelen
„ ter hand flaan moest, om de dreigende on-
,-, heilen af te weeren. Dat hiertoe niet an-
„ ders uit te denken was, dan dat de waardig-
„ heden van zyne Hoogheid erfelyk verklaard
„ werden, op zyne mannelyke en vrouwelyke
„ nakomelingen, onder zodanige voorbehoed-
„ fels, als meest met 's Lands dienst overeen-
„ fcomftig zouden worden geoordeeld. Dat
„ hierdoor de tegenwoordige Regeeringsvorm
„ bevestigd ; het vertrouwen tusfchen zyne
„ H iogheid en de Regenten, en tusfchen de
„ Regenten onderling , aangekweekt, en op
„ een' vaster' voet dan ooit gebragt zou kon-
„ nen worden. Dat zy, Ridderfchap en Ede-
„ len , hierom, ten hoogfte noodig hielden,
„ dat het Erfftadhouderfciiap en Kapitein- en
„ A imiraalfchap-Genera:il van dit Gewest aan
„ zyne Hoogheid en zyne wettige mannelyke
„ en vrouwelyke nakomelingen werdt opge-
„ diaa-
-ocr page 125-
LXXVII.Boek. HISTORIE/. 123
draagen , op zulk eene wyze, dat de man-
„ nelyken altoos de vrouwelyken werden voor-
„ getrokken , mids de een noch de andere be-
„ kleed ware met de Koninglyke noch Keur-
„ vorftelyke waardigheid : dat ook de vrou-
„ welyke nakomelingen geen huwelyk zouden
„ mogen aangaan , dan met byzondere bewil-
„ liging der Staaten , en niet dan met een'
„ Prins , die belydenis deedt van den waaren
„ Christelyken Hervormden Godsdienst, zo
„ als dezelve, in de openbaare Kerken deezer
„ Landen, geleerd werdt: ook met geen' Ko-
„ ning of Keurvorst. Dat, in geval de waar-
„ digheden vervielen aan eene der vrouwelyke
„ nakomelingen van zyne Hoogheid, zy den
„ titel van Gouvernante voeren , en magt heb-
„ ben zou, omeenen tmnnelyken Reprefentant
„ te ftellen , die uit haaren naam zitting zou
„ hebben in den Raad van Staate, en 't Ka-
„ pitein- en Admiraalfchap - Generaal van dit
„ Gewest bedienen ; mids hy ook den gemel-
„ den Hervormden Godsdienst beleede , en
„ niet bekleed ware met de Koningklyke of
„ Keur vorftelyke waardigheid. En dat, in
„ geval de mannelyke of vrouwelyke nako-
„ meling , op welken de genoemde waaröig-
„ heden mogten vervallen , nog minderjaarig
„ zyn mögt, de waardigheden zouden worden
„ bekleed , door de Vrouwe Moeder van den
„ minderjaarigen , onder den titel van Gou-
yernante , en met de gemelde bepaalingen ;
„ doch dat, by haar overlyden , de Staaten
„ zulk eene fchikking zouden maaken omtrent
„ de Voogdye, als zy, ten meesten dienfte van
j, den Lande, zouden oordeelsn te behooren.
»Dit
-ocr page 126-
124 VADERLANDSCHE LXXVII.Boek.
,747. „ Dat, eindelyk , de zaak ter Generaliteit,
------ „ van Hollands wege, zulks behoorde te wor-
„ den beiHerd , dat, door hunne Hoog Mo-
„ gendheden, het Erf-Kapitein- en Admiraal-
„ fchap-Generaal der Vereenigde Gewesten,
„ op gelyken voet, aan de mannelykeen vrou-
„ welyke nakomelingen van zyne Hoogheid
„ werdt opgedraagen." De Afgevaardigden
der Steden , op deezen gewigtigen voorflag,
niet gelast zynde , namen dien over, om 'er
verflag van te doen aan de Vroedfchappen; en
beloofden , binnen weinige dagen, derzelver
gevoelen ter Vergaderinge te zullen inbren-
gen (e)-
Bewee- Geduurende de raadpleegingen der Vroed-
ging on- fchappen, die, in eenige Steden, langer duur-
der't ge- £en f fan metl) jn den Haage, verwagthadt,
^ege'n-rgar" de gewigtige voorflag der Edelen ftof aan
beid van veelerlei gefprek onder 't gemeen : welk lee-
den voor- vendig gehouden werdt, door verfcheiden
EdSeiL fcnrifcen» die' omtrent deezentyd, in't licht
kwaamen, en ftrekten omtetoonen, hoenood-
zaakelyk het ware , dat men den Prinfe Stad-
houder grooter gezag opdroege , en vooral,
dat de hooge waardigheden erfelyk verklaard
werden in 's Prinfen mannelyke en vrouwelyke
nakomelingfchap. Sommigen beweerden zelfs,
dat men zyne Hoogheid tot Graave van Holland
behoorde te verhelfen. Doch men verzeker-
de , dat de Prins deeze waardigheid gantsch
niet begeerde ; fchoon hy den voorflag tot het
Erfftadhouderlchap , waarvan hem plegtiglyk
kennis gegeven werdt, met genoegen verftaan
hadt.
CO Rcfol. Hol!. 7 OSloi. 1747t U. 684.
-ocr page 127-
LXXVII.BoEK. HISTORIE. 125
hadt. Men vondt'er, hier en daar, onder de ,7^.
Burgerye, die, om de Vroedfchappen te doen ------
bewilligen in deezen voorflag , ondernamen ,
zulks openlyk te verzoeken. Ook fprak men
thans veel, in de Steden , van twee andere
punten, het begeeven der kleine Ampten en 't
ftuk der Posteryen, waaromtrent fommigen
meenden , dat de Prins inzigten hadt, welken
zy goedvonden te bevorderen: dochzydeeden
't, aan fommige oorden , op zulk eene onbe»
zuisde wyze, dat zyne Hoogheid zelve hun ge-
drag afkeurde, 't Zal der moeite wel waardig
zyn , dat wy van 't een en 't ander hier eenig
omftandiger verhaal invoegen.
Het begeeven der kleine Ampten, welk, in XXVH.
de Steden, door Burgemeesteren, gefchiedt, Oor-
was, van over lang, eene oorzaak van misnoe- J^01}^.,
gen geweest onder 't gemeen; welk zig, fom- roerte,in
tyds met, fomtyds zonder reden, plag te ver- fommige
beelden , dat 'er grove misbruiken in plaats Steden,
hadden. Men befchuldigde , ook tegenwoor- ^pten
dig, verfcheiden' Regenten, dat zy onbehoor- enPosi«-
lyke voordeden trokken van 't begeeven der ryen.
Ampten ; dat zy dezelven , ten behoeve hun-
ner maagen of anderen , bezwaarden met las-
tige uitkeeringen; en dat zy ze, veeltyds, ga-
ven aan vreemdelingen , terwyl zy burgers en
burgers kinderen voorbygingen. In fommige
Steden, werdt ook kwalyk genomen, dat de
Regenten zig zelven voorzagen van Ampten,
die zy, door anderen, lieten bedienen, om dat
dezelven te gering waren , om door hen zel-
ven te worden waargenomen. De Postmees-
terfchappen , de voordeeligfte Ampten in de
groote Steden > en vooral in Amfterdam en in
den
-ocr page 128-
126 VADERLANDSCHE LXXVII.Boek»
j747. den Haage, werden, gemeenlyk, bekleed doof
-— Burgemeesteren zelven; en door andere voor-
naame Regenten , die 'er aanzienlyke inkom-
Verfchei ften van trokken. Doch niet lang na de ver-
den' se- heffing van zyne Hoogheid tot Stadhouder van
den draa- j-j0uan(i ( i ), vondt de Wethouderfchap van
voorbeelds Graavenhaage, op den voorflag van den Bal-
van den JUW, Baron van Wasfenaer, geraaden, dePost-
Haage, meestersplaatfen , die , van tyd tot tyd , zou-
haare Pos-jen 0pen vai]en 9 en dje s tegenwoordig, met
d^n iW eikanderen, gerekend werden, jaarlyks, zes-
feop,di'e endertigduizend guldens op te brengen, zyner
ze aan 't Hoogheid aan te bieden, die ze, terilond, den
ït'a^'af" Naaten van Holland opdroeg (f), 't Voor-
beeld van 's Graavenhaage werde, na verloop
van drie dagen , door Dordrecht, en federt,
door de meeste andere Hollandfcfte Steden, ge-
volgd : met dit onderfcheid nogtans, dat die van
Delft hunne Posteryen regelregtaan't Land op-
droegen (g). Amfterdam alleen, waar het voor-
deel der Posteryen op ruim tweehonderd dui-
zend guldens in 't jaar begroot werdt, en veel
meer beliep, dan in alle de andere Steden met
eikanderen, maakte zwaarigheid, om zulk eert
aanzienlyk inkomen aan 't Land , of aan zyne
Te Am- Hoogheid over te geeven. Men verftondt hier,
fterdam dat de meeste andere Steden reden hadden ,
mnakt om een gering inkomen af te ftaan, als 'er Am-
zwaar"- fterdam een veel grooter tegen afftondt; doch
heden in. men oordeelde te gelyk , dat het belang der
Stad zwaarer behoorde te weegen by de Re-
gen-
(f) RüTol. Hol!, ai funy 1747. tl. 35°.
( g ) Refol. Holl. 24,27 • iojuny ,7,11 July, 28 Sept. 1747.
V- IV) , 3rt'>
362, 386, 400, 407» Ö42.
Q i ) Op den twintigften van Zomermaand»
-ocr page 129-
LXX VIL Boek. HISTORIE. 127
genten , dan dat der andere Steden. Een ge- 1747.
deelte van de inkomften der Posteryen was, -------■
federt eenige jaaren , befteed tot onderftand
van fommige Godshuizen in de Stad, onder
welken 'er waren, wier inkomften riet toereik-
ten tot voldoening der lasten , welken zy te
draagen hadden. Ook hadt men de voordee-
len van eenige andere Atnpten reeds tot dier-
gelyke einden gelchikt. Bargemeesteren dan, De Poj-
fchoon fterk aangezogt, door de Leden der tery«-n
hooge Regeeringe, om de Posteryen , gelyk y°J a
anderen gedaan hadden , te brengen aan 't ge ■ de stad
meene Land, konden hiertoe niet befloiten. gegeven.
't Voorbeeld van den Prinfe, die de Posteryen,
hem opgedraagen, terftond, aan 't Land afge-
ftaan hadt, fcheen egter zo veel op hen te
vermoogen, dat zy, nog voor't einde van Zo-
mermaand , beflooten , en aan de Vroedfchap
der Stad verklaarden „ dat zy, voorzigzel-
„ ven en voor de hunnen , afzagen van alle
„ voordeden , uit het openvallen der Poste-
„ ryen te wagten. Alleenlyk, was by hen int
„ bedenking gekomen , of zy daarvan, ten
„ nadeele van de Kasfe en goede ingezetenen
„ der Stad, eene gifte doen mogten aan 't ge-
„ meene Land: immers, zy begreepen, datzy
„ 't niet vermogten te doen , zonder den agt-
,. baaien Raad, hierop, gehoord te hebben."
De Vroedfchap nam, in 't raadpleegen op den
voorflag van Bargemeesteren , in aanmerking,
„ dat de Ampten en Posteryen , door de Stad
„ bezeten, altoos veel credit aan dezelve had-
„ den bygezet, hebbende zy, die hunne pen-
„ ningen aan de Stad verftrekt hadden, de in-
„ konnten deezer Ampten aangezien als eene
„ hooid-
-ocr page 130-
ia3 VADERLANDSCHE LXX VIL Boek;
i?47. « hoofdfom , uit welke , hun opgefchooten
■-----— „ geld , altoos , zou können te rug gegeven
„ worden. Dat de inkomften der Stad zeer
„ verminderd ende lasten, daarentegen, groo-
„ telyks verzwaard waren j zo Jat Stadskasfe
„ gefchaapen itondt in de uiterfte verwarring
„ te zullen geraaken, zo hierop niet, bytyds,
„ voorzien werdt." 't Befluit deezer raadplee-
gingen was dan „ dat men , Burgemeesteren
„ voor derzelver edelmoedigen afftvid be-
„ dankt hebbende, verklaaren zou, gelyk ge-
„ fchiedde , dat de ftaat van de geldmiddelen
„ der Stad niet gehengde , dat de inkomften
,, der Posteryen, die in vervolg van tyl, lèon-
„ den open te vallen, werden argeftaan aan 't
„ gemeene Land ; maar dat daarvan gebruik
„ zou worden gemaakt, tot onderfteuning der
„ bezwaarde geldmiddelen van de Stad , en
,, dus ten nutte van de coede burgeren en in-
„ gezetenen derzelve ( h )."
't Wordt Doch dit befluit, waarvan de Afgevaardigd
in den den der Stad op de Dagvaart gebruik maakten,
Haaee werdt, by zyne Hoogheid en by de overige Le-
rènomen. ^en' °*et we* §enomcn- Men h^gon, in de ge-
Verfchil-'fprekken, die over't ftuk der Posteryen vielen,
ïend be- de natuur en herkomst derzelven nader te on-
grip over derzoeken. Veelen verftonden, gelyk, reeds
tom,«" voor dertig jaaren , hier te Lande, begreepen
der Pos- was (/) , dat de Posteryen tot de Heerlyke
teryen. Regten van de opperrte nwgt behoorden , en
ten onregte door de byzondere Steden bezeten
werden. Doch van de zydederAmfterdamfche
Re-
(A) Extr. uit de Refol. der Vroeillch. van Ainfterd. van ag
Juny 1747.
CO Zie XVIH. Deel, tl, 130.
-ocr page 131-
t
LXXVILBoEK. HISTORIE. 1*9
Regeeringe werdt hiertegen ingebragt „ dat de 1747,
„ Postmeesters daar ter Stede flegts waren aan —-
„ te merken als Koopmans Boden, die altoos,
„ door de Wethouders der Steden, daar ze
„ noodig waren , plagten gefield te worden."
Sommigen voegden hierby „dat de Posteryen,
„ fchoon men ze hieldt voor een Heerlyk regt
„ der opperfte magt, evenwel wettiglyk beze-
„ ten konden worden , door de Steden, wan-
„ neer bleeke , dat de hooge Overheid haat
„ regt op dezelven , t'eenigen tyde , aan de
„ Steden hadt afgedaan. Dat zulks, omtrent
„ Amfterdam, plaats hadt, hebbende Hertoge
„ Willem den VI, reeds in 't jaar 1409, ver-
„ klaard , dat alle Ampten en Dienften , die
„ toen door de Stad begeven werden , altoos
,', aan dezelve bly ven moesten (k)" 't Verfchil
over 't Ituk der Posteryen , welk Amfterdam
alleen betrof, werdt wederzyds fterk gedreeven
in den Haage. Doch 't gene men hadt tegen de
wyze van't begeeven der Ampten in't gemeen,
raakte ook andere Steden : en werdt, eerlang,
de eerfte gelegenheid van nieuwe beweeging
onder 't gemeen.
Te Rotterdam , daar 't volk , na de tyding xxvim
van 't overgaan van Bergen op Zoom , onge ßedge
rust geweest was , en, hier en daar, vergade- ^r?"
ringen gehouden hadt, begaf zig, den zeven- ^rdam**
entwintigften van Herfstmaand , een hoop in begee-
gezetenen naar 't Stadhuis , met een Verzoek- ren, dat
fchrift aan de Vroedfchap , waarby begeerd ^le Stid*
werdt „ dat de Stads Ampten, die nu open 0^niyk'
„ waren, en, in vervolg van tyd, zoudenopen »an de *
„ val- meest*
(*) Zie Handv. van Amft. ♦/. 15,
XX. Deel.             1
-ocr page 132-
130 VADERLANDSCHE LXXVII.Boek.
«747. » vallen, openlyk, op't Stadhuis, aan de meest-
—— „ biedenden , mids zynde van den Protestant-
bieden- M fchen Godsdienst, mogten verkogt wurden,
den ver- ^ met yryheid, om de gekogte ainpten aan be-
den.^0'"" kwaanie luiden van den zelfden Godsdienst
„ te mogen verhuuren. Dat ook de Regen-
„ ten , die byzondere Ampten hadden , wel-
„ ker voordeden zykondenmisfen,dezeiven ,
„ ten gemeenen nutte, afltonden aan't Land,
„ even als zyne Hoogheid, ten opz.gte van de
„ Posteryen, hem, door verfcheidcn1 Steden,
,, opgedraagen , gedaan haue." De Regee-
ring, dit Verzoekfchrift ontvangen hebbende,
vondt den inhoud zo buitenfpoorig , dat zy 't,
eenen geruimen tyd , onbeantwoord liet. Al-
leenlyk hadden Burgemeesteien gezeid „ dat
„ zy 't Verzoekfchrift der Vioe.ifchap zoudtn
„ mededeelen , en over den inh ud raadpsee-
„ gen met zyne Hoogheid. " De Gemeente,
of liever het klein gedeelte der Gemeente, welk
het Verzoekfchrift ingeleverd hadr, hieldt zig
eenige weeken ftil, wagtendeopbefcheid. Mid-
lerwyl , hadt men den voorflag der Edelen op
het Erfftadhouderfchap in handen gtkreegen ;
en bespeurende , dat 'er geen nader antwoord
kwam, op het ingeleverd Verzoekfchrift, ver-
ttoutte men zig , onder dekfel van yver voor
den Prinfe van Oranje , om 'er een in te leve-
Hun drif-ren, welk, ten opz'gte van den ftylenzaaken,
tig en het voorige overtrof, in buitenfpoorigheid.
VMMk ^en trac^ 'er ' ^en zesc*en van Slagtmaand ,
fchrifttenmede ten Stadhuize op. 't Behelsde een zo-
d«ezen genaamd verzoek , uit den naam der welmee-
en andere nende P.itriotfche Burgerye van Rotterdam ,
•'"ää/y » ** ^at aanßon^s% zonder eenige * verwyling of
ver-
-ocr page 133-
LXXVII.Boek, HISTORIE. 131
5, verder uitßel, gunftiglyk geantwoord werdt,
„ op het voorgaande Verzoefcfchrifc, wegens
„ 't verkoopen der Ampten ; zonder 'er eeni-
„ ge bepaalingen by te maaken , uitgenomen,
„ dat niemant meer dan één Ampt, welk bo-
„ ven de driehonderd guldens "sjaars opbragt,
„ zou moogen koopen. 2. dat, daadelyk, zori-
der eenig het allerminfie uitflel, het Oranje-
„ vendel ten Stadhuize uitgefteken werdt. 3.
„ dat, terftond hierna, op degewoonlykewy-
„ ze, werdt afgekondigd, dat de Vroedfchap
„ in het verzoek , op 't verkoopen der Amp-
,, ten gedaan , bewilligd hadt. 4. dat de be-
„ williging , in 't gene by het Verzoekfchrift
„ begeerd was , door alle de Leden van de
„ Vroedfchap ondertekend werdt, metbyvoe-
« ging? dat de penningen, komende van de ver-
„ kogte Ampten , terftond naar den Haage in
„ 's Lands Kasfe gebragt zouden worden, ten
„ ware de andere Steden niet in diergelyke
„ verkooping der Ampten bewilligden: in welk
„ geval, de gemelde penningen, by voorraad,
„ in de St;ads Wisfelbank zouden worden be-
„ waard, en gebruikt, om de Burgery te ver-
„ ligten in den last der Verpondingen , op de
„ huizen gelegd. 5. dat, opgelykewyze, ge-
„ handeld werdt, met de Ampten, van welken
„ de Regenten zouden afftaan. 6. dat zyne
„ Hoogheid gefteld werdt in alle de waardig-
„ heden , welken , immer, door zyne Voor-
„ zaaten, bekleed waren , en dat deeze waar-
„ digheden erfelyk verklaard werden in 's Prin-
„ fen mannelyke en vrouwelyke nakomeling-
„ fchap, overeenkomftig met den voorflag der
„ Edelen. 7. dat de Vroedfchap wijde bewer-
I a                  „ ken,
-ocr page 134-
132 VADERLANDSCHE LXXVII.Boek;
1747. „ ken , dat alle handel met Frankryk en met
—— „ de Landen , door Frankryk op de Konin-
„ ginne van Hongarye veroverd , mögt ver-
,,'booden worden."
De Ra- De Burgemeesters ontvingen en lazer dit
geenng fcnor Verzoekfchrift, met groote verontwaar-
'erWge-gt ^&në- 't Scheen, inderdaad, ingefteld, om
dwongen hen wars te maaken van de Regeeiinge , en 't
in.
         is niet onwaarfchynlyk , dat 'er dit mede be-
oogd werdt door eenigen. Men was egter zo
zeer bedugt voor opfchudding onder 't volk,
dat men , terftond , beiloot, tot het afkondi-
gen eener bewil iging, in 't verkoopen van al-
le Stads Ampten , ten behoeve van 't gemee-
ne Land. 't Volk fcheen in zyn' fchik , met
Zyne deeze afkondiging. Doch twee der regeeren-
Hoogheid je Burgemeesteren begaven zig, terltond, naar
de'afge-81 ^en Haage , daar zy zyne Hoogheid zulk een
per'stabe- verflag deeden van 't gebeurde , dat de Prins
williging, de Heeren Fredrik Henrik , Baron van Wasfe-
en ver- naer ? j-jeer van beide de Katwyken, en Arend
tegen ™t Henrik van der Dusfen, Burgemeester van Delft,
verkoo- afvaardigde, om, uit zynen naam, te Rottei-
pen der dam, eene afkondiging te doen, die van dee-
Ampten. zen jnhoud was : „ Dat zyne Hoogheid, met
„ het uiterfte misnoegen, vernomen hadt, dat
„ eenige .burgers en ingezetenen van Rotter-
„ dam, in Herfstmaand , een Verzoekfchrift
„ wegens de Ampten hebbende ingeleverd ,
„ welk niet van de hand geweezen was; han-
„ gende de raadpleegingen over een ftuk van zo
„ veel gewigt, zig niet ontzien hadden, om,
„ onlangs, vergeetende't ontzaer endegehoor-
„ zaamheid aan hunne wettige Regeering ver-
„ fchuldigd, een nieuw Verzoekfchrift in te
» te-
-ocr page 135-
LXXVII.BoEK. HISTORIE. 133
», leveren, zo ongerymd van inhoud als onbe- 1747.'
,, taamelyk in uitdrukkingen , waarby zy ge- ——
,, vorderd hadden , dat de Regeering, in hun
,, verzoek, terftond, zonder eenig vertoeven ,
„ bewilligde, en haare bewilliging, openlyk,
„ deede af kondigen. Datzy, daarenboven,
„ famenrottingen gemaakt, en de Regeering,
„ door verregaande bedreigingen, gedwongen
„ hadden, aan hunne begeerte te voldoen. Dat
„ zyne Hoogheid gezind bleef, om, nevens de
„ Regeering van Rotterdam, teraadpleegenop
,, de bekwaamde middelen , om de ingefloo-
„ pen' misbruiken in't (luk der Ampten te hel -
„ pen weeren: doch dat, aan't heilzaam oog-
„ merk, welk men hiermede hadt, niet kon vol-
„ daan worden dooreene verkoopingder Amp-
„ ten aan de meestbiedenden, behalve, datzul-
;, ke onbehoorlyke onderneemingen, als waar-
„ mede men der Regeeringe van Rotterdam de
„ bewilliging in 't verkoopen der Ampten af-
„ gedrongen hadt, ftrekten , om der wettige
„ Overheid het roer der Regeeringe uit de han-
„ den te wringen , en den Staat in de uiterfte
„ verwarringe te brengen ; 't welk dien zou
„ blootftellen voor vyandelyke aanvallen van
„ buiten, tot ondergang van Vryheid en Gods-
„ dienst. Dat zyne Hoogheid , hierom , ge-
„ raaden vondt, de afgeperste bewilliging tot
,, het verkoopen der Ampten te verklaaren
„ voor nietig en van onwaarde , en te gelyk
„ allen burgeren en ingezetenen te verbieden,
„ de Overheid of Regenten over hen gefteld,
„ met woorden of daaden, op eenigerhande
„ wyze, te beledigen, veel min hun in 't be-
I 3
                 „ wind
-ocr page 136-
134 VADERLANDSCHE LXXVII.BoEK.
!74f. „ wjnd van zaaken de wet te ftellen, te dwin-
».....■ „ gen, of in derzelver vrye raadpleegingen te
„ ftooren , onder bedreiging van anderszins,
„ als verftoorders der gemeeneruste, te zullen
„ worden geftraft (/)." Zo dra deeze af kon-
diging gefchied ware , befpeurde men een al-
gemeen genoegen , op het gelaat van verre de
Misnoe- meeste en voornaamfte Ingezetenen. Doch
gen over de voorftanders en inleveraars van het jongfte
'f» Di-inTa« «»                  €_/•!_•/*. _______                          f.        r*       *        1                       11
's Prinfen Verzoekfchrift waren ten uiterfte bedremmeld
verkla-
en misnoegd, 't Ontfchoot hun, dat zy, die
ri
waanden uittemunten in zugt voor zyne Hoog^
heid, door zyne Hoogheid zelve in 't ongelyk
gefteld werden. Zelfs heeft men my willen ver-
zekeren , dat eenigen , zo dra de afkondiging
gefchied ware , hunne Oranje - ftrik van den
hoed getrokken , en Oranje onder t geroepen
hadden: terwyl anderen gezeid zouden hebben ,
Meent de Prins ons, die hem Stadhouder gemaakt
hebhen , te dwingen ;
V zal ""er nu nog anders
Eenige gaan. Vast gaat het, dat een Koekebakker,
Burgers Laurens van der Meer genaamd , en drie ande-
verklaa- re Burgers , die de hand in 't eerfte Verzoek-
je" ieaea^'tfchrift gehad hadden, ten deezen tyde, een
veroor- Gefchrift uitgaven , waarin zy verklaarden ,
deelde geen deel gehad te hebben , noch te willen
Verzoek- hebben aan het tweede Verzoekfchrift, te ge-
geid' te lvk verhaalende „ dat zy egter, van tyd tot
hebben »j tyd , van 't ongenoegen hunner medebur-
„ geren, over 't verwylen van 't befluit der
„ Vroedfchap, kennis gegeven hadden aan zy-
„ ne Doorlugtige Hoogheid , en aan deszelfs
Mi-
(4) Reib!. Holl. il Noy. 1747. U. 752,
-ocr page 137-
LXXVII. Boek. HISTORIE. 135
Ministers. Datzy, onder anderen, op den 1747.
deiden van Slaptmaani, zig vervoegd had- ------
„ den by den Baron van Groyefiins, in 's Graa-
„ venbaage aie hen aan den Heere Sekretaris
de Bak geweezen hadt, aan wien zy hunne
„ vrees voor oproer hadden te kennen gege-
„ ven." Inderdaad, van der Meer, die rede-
lyk befpraakt was , was niet geheel onbekend
ten Hove: gelyk, omtrent deezen tyd, en ha-
ter , veele Burgers der byzondere Steden, hun
eisden belang , of verbetering in gemeene mis-
bruiken zoekende, hun werk maakten, om ten
Hove gehoor te vinden: 't welk fommigen ge-
lukt is. De afkondiging , op naam van zyne
Hoogheid , den tienden , te Rotterdam , ge-
fchied , herftelde niet alleen de rust in deeze
Stad; maar hadt ook invloed op diergelyke be-
weegingen in andere Steden. Te Haarlem was Eewee-
men , onder anderen, ook bezig om een Ver- gingen te
zoekfchrift omtrent de Ampten te laaten tek:- Haarlemi
nen , onder de Burgerye. Doch men ftaakte
dir werk, zo dra men vernomen hadt, wat 'er
te Rotterdam gebeurd ware. Te Gouda was, en te
op den agtentwintigften van Wynmaand, reeds Gouda,
een Verzoekfchrift overgeleverd , waarby al-
leenlyk 't verkoopen der Ampten, ten behoeve
van 't gemeene Land, begeerd werdt. De Hoofd-
officier Cornelis Gerard Moering, was de eerfte
geweest, die dit Verzoekfchrift ondertekend
hadt. Doch men drong niet op bewilliging in
het zelve, na dat'sPrinfen afkondiging te Rot-
terdam , in deeze Stad, bekend geworden was.
Zelfs begeerden eenige Ondertekenaars , tot
twaalf in getal, dat hunne naamen onder het
I 4
                      Ver-
-ocr page 138-
13* VADERLANDSCHE LXXVIL Boek;
1747. Verzoekfchrift mogten worden doorgehaald ;
------ waarin de Vroedfchap , op den vierden van
Wintermaand , bewilligde.
XXTX. Maar te Amfterdam waren , van 't begin
Te Am- van Slagtmaand af, voorbereidfels gemaakt,
fterdam tor merkelyke beroerte. Men hadt zelfs , al
ook een vroeger, hier ter Stede, misnoegen gezogt te
Omwerp verwekken, over't ftuk der Ampten: waartoe
van een veel hielpen de weekelykfche Papieren van Jean
fchXe" Rousfet («O» die' in'c Fransch en in't Neder-
makt'.86 döitsch, uitkwamen, en waarin zeer gefchrold
werdt op de onbehoorlyke voordeden, die de
Burgemeesters der Steden gezeid werden te
trekken van het begeeven der Arnpten. Ook
waren eenigen , hier ter Stede, in de meening
geraakt, dat de Posteryen niet aan de Stad,
gelyk, onlangs, gefchiedwas, maar aan't ge-
meene Land behoorden opgedraagen geweest
te zyn. Hier kwam 't punt van 't Erfftadhou-
derfchap by ; waarin die van Amfterdam de
grootfte zwaarigheden hadden gemaakt, fchoon
de meeste andere Steden , voorgegaan door
Haarlem, fpoedig, in den voorflag der Edelen,
zo als dezelve lag, bewilligd hadden. Daniel
Raap
, Porceleinkooper te Amfterdam, 'tzy aan-
gezet door anderen, 't zy, gelyk hy voorgaf,
uit eigen' beweeging, en op het voorbeeld der
Burgerye van Rotterdam , hadt, hierop, een
Verzoekfchrift, of bekomen, of ontworpen aan
de Vroedfchap der Stad, waarby begeerd werdt
„ 1. Dat het Stadhouder- en Kapitein- en
„ Admiraalfchap - Generaal erfelyk verklaard
„ werdt,
{»») Zie hier voor, il. 85,
-ocr page 139-
LXXVILBoek. HISTORIE. 137
„ werdt, in de mannelyke en vrouwelyke na- 1747.
„ komelingfchap van zyne Hoogheid. 2. Dat ———
„ de openvallende Ampten , voortaan, open-
„ lyk, aan de meestbiedenden, ten voordeele
„ van den Lande, verkogt werden. 3. Dat de
„ Burger-Kapiteinen werden gekooren , niet
„ uk de Regeering, maar uit de Burgerye: en
„ 4. Dat de Gilden herfteld werden , in der-
„ zelver oude Voorregten." Hy deedt, fe-
dert eenige weeken , zyn best, om tekenaars
te winnen op dit Verzoekfchrift; doch daagde
niet naar genoegen; fchoon hy 't werk ingang
dagt te doen vinden by de Burgerye , om dat
hy haar herftelling haarer Gilde-regten hoo-
pen deedt: behalve dat hy ook een kort Ge-
fchrift ter drukperfe bezorgd hadt, waarin het
eerlle Verzoekfchrift der Rotterdammeren ver-
dedigd werdt. Doch deeze middelen werkten
niet op 't gemeen. Ook werden zy kragteloo-
zer gemaakt, door eenige fchnften, die, van
de zyde der Regeeringe , in 't licht kwamen,
en waarin de fchadelykheid van 't verkonpen
der Ampten beweerd, en, uit de eerfte opreg-
ting der Burger - vendelen, getoond werdt, dat
men , al van ouds , Kapiteinen plag te kiezen
uit de Regenten. Men was, hierom, op ande-
re middelen bedagt, die meer beweeging maak-
ten. Op den zesden of zevenden van Slagt Men no»
maand , vondt men , op verfcheiden' plaatfen di8c h"
der Stad, brief jes aangeplakt „ waarin alle wel j[° ' y
„ meenende Burgers en Patriotten , genodigd phkte
„ werden op den Dam te komen , om Burge Briefje,?,
„ meesreren te verzoeken, dat ze zyne Hoog 0Pden
„ heid Erfftadhouder verklaarden, gelyk ande am*
j, re öteden reeds gedaan hadden ; dat ze de
I 5
                   „ Pos-
-ocr page 140-
138 VADERLANDSCHE LXXVII.Boek.
«747- »> Po^teryen den Prinfe aanbooden; dat ze be-
-----. „ willigden in't verko >pen der Ampten, gelyk
„ te Rotterdam begeerd was: en dat ze, voor-
„ taan, Kïpiteinen uit de Burgerye Jieten kie-
„ zen, niet uit de Regeeringe: in welk verzoek
„ men vertrouwde, dat de Burgers zigbehoor-
„ lyk kwyten zouden , op dat hun van andere
„ Steden niet verweeten werdt, dat zy laf-
heftigen waren , die van hunne Regeenng
,, niets eifcken durfden." Onder deeze brief-
jes , of onder f >mmigen , las men „ dat hy,
„ die ze affchaurde , niet ongeftraft blyven
„ zou." Ook wil men, dat byfommigen ,, de
„ ingezetenen verzogt werden, gewapend, en
„ met Oranjeftrikken verfierd, op den Dam te
„ komen." 't Aanplakken van deeze briefjes
verwekte ongerustheid in veelen; ook in de Re-
genten, die ligrelyk bevroeden konden, datmen
Arg- ver- hiermede niet goeds voorhadt. Men vondt, in
moeden de briefjes, drie punten van de vier, die in 't
Porselein_ Verzoekschrift ftonden , waarmede Raap rond
kooper "geloopen hadt en kreeg, hierom, bedenken, of
Raap. de briefjes niet wel, door zyn befiel, mogten
aangeplakt zyn. Doch anderen, in aanmerking
neemende, dat'er niet in gewaagd werdt van de
herftelling der Gilde-regten , en daarentegen
fterk geboogd op de poogiogen van andere Ste-
den , byzonderlyk van Rotterdam, vielen in 't
vermoeden, dat veelligt een Rotterdammer, en
mogelyk wel de Koekebakker van der Meer,
die, nu en dan, in Amfterdam kwam, de hand
in 't verfpreiden der briefjes gehad mögt heb-
ben. Doch hiervan was geenezekerheid. Raap
keurde ook't aanplakken der briefjes, openlyk
af, en betuigde 'er geen deel aan gehad te heb«
ben,
-ocr page 141-
LXXVILBoek. HISTORIE. 139
ben, fchoon hy, op den agtiten, ontbooden by i7V,
eenen der Burgemeesteren , erkende een Ver--------
zoekfchrift te hebben rond gedraagen, waarby
't verkoopen der Ampten begeerd werdt. Men
begeerde toen ook van hem te weeten, wie dit
Verzoekfchrift getekend hadt, en hst groot iet ge-
tal der tekenaaren ware P
Doch hy weigerde
zig hierop te verklaaren. Men beval hem dan,
niet voort te gaan met hetronddraagenvanzyn
Verzoekfchriit, veel min het Burgemeesteren
aan te bieden, en liet hem daarmede gaan. Des
anderendaags , kwam 'er een maatig getal van
volk byeen op den Dam; doch meest nieuws-
gierigen , en weinigen verfierd met Oranje-
ftrikken. Raap hieldt zig, hieromtrent, in een
Koffyhuis op. 't Liep aan, tot over den mid-
dag , eer 'er iets voorviel. Men was thans, op 't
Stadhuis, gelyk op verfcheiden' Plaatfen in de
Stad, bezig met het ontvangen van den eerften
termyn der milde Gifte, waarvan wy, in 't vol-
gende Boek, nader gewaagen zullen. De Ka-
mer van Burgemeesteren werdt hiertoe gebruikt:
doch de geevers kwamen in Burgemeesters Ver-
trek byeen, en wagtten daar, tot dat zy gehol-
pen konden worden. Doch even na half een, oproeri-
rees'er, onder de wagtende geevers, eenig ge- ge inval
mor, dreigende fommigen, als of hun het toe 'n l Sad"
ven verdroot, in Burgemeesters Kamer in te
dringen. Te gelyk, ftuiven eenige jongens, die
voor 't Stadhuis Oranje boven ! geroepen had-
den , de trr.ppen op. Men hieldt den woesten
hoop, eemgen tyd, uit Burgemeesters Kamer,
binnen welken , de Kommisfarisfen tot de ont-
vangst der milde Gifte de kisten toeflooten, de
papieren bergden, en, door een' zyddeur, de
wyk
-ocr page 142-
140 VADERLANDSCHE LXXVII.Boek;
1747. wyk namen. Doch 't graauw en de jongens
e------drongen, eindelyk, ter deure in, daar inktko-
kers en al wat 'er los was , om verre raakten.
De venfters der voorpuije werden opengeftoo-
ten. M*n ftak 'er een raagbolftok uit, daar
een Oranje-lint aan gebonden was , en ver-
toonde, fpotswyze, de kusfens, die met Stads
wapens beftikt waren. De Heer Burgemeester
Nikolaas Geelvink, die, deezen ogtend, de ee-
nigite der regetrende Éurgemeesteren was, die
op 't Stadhuis het Burgemeesterlyk werk waar-
genomen hadt, in de Raadkamer, was, reeds
voor het bedryven van eenige baldaadigheden,
afgegaan van 't Stadhuis, daar hy egter, op 't
verneeiijen van 't gepleegde geweld, des na-
demiddags , wederom verfcheen , om verdere
orde te uVHen. 't Was, ondertusfchen, den
Hoofd-Ufficier , gevolgd van eenige bedien-
den , gelukt, 't gefpuis uit de Kamer , en de
deur der^elvc toe te krygen. Doch zy werdt,
na weinige oogenhlikken, met een' bank op?e-
ftóoten. Een Timmerman , Willem van Nes
genaamd, befchuldigd, hiertoe raad eit hulp
te hebben bygebragt , wat laater , in hegenis
geraakr ?ynde, zou 'er, zo men wil, den hals
by ing^fchooten hebben , zo zyne Hoogheid,
by wien men voor hem gefproken hadt, niet
eerst het vonnis doen opfchorten, en hem, na-
* Aboli' derhand, * Uitwisfching van misdaad bezorgd
ftVv' hadt. Nogtaris , werdt hem , in de Lente des
jaars 1748, door Burgemees-eren, buitenvorm
van Regtsgeding, de Stad ontzeid. 't Graauw
wis, ondertusfchen , zo dra geen meester van
Burgemeesters Kamer, of de venfters der voor-
puije werden, andermaal, met veel gedruisch
ge-
-ocr page 143-
LXXVn.BoEK. HISTORIE. 141
geopend. Eerigen , op een loos gerügt, dat 1747;
'er vier agter af gebragt waren, ftreefden naar
         
de gevangenis , hier de Boeijen genaamd, ftie •
ten op de deur , en vorderden dat men hunne
makkers losliete. Doch voor half twee uu- De
ren , kwam de Burger - Kompagnie van den Schu"e-
Kapitein Abraham Scheerenberg , die , mede JjLff'j,
Kommisfaris zynde tot de ontvangst der milde oproeri-
Gifte, kort te vooren, van 't Stadhuis gegaan gen»
was, in de wapenen, en dreef den oproerigen
hoop , met dreigen en ftooten , in een oogen-
blik, van 't Stadhuis af. De Schuttery bleef,
dien dag , en eenige volgenden , tot den ne-
gentienden , in 't geweer ; en fchoon 'er eer-
lang , wederom briefjes werden aangeplakt,
waarby 't Volk, tegen den zestienden , op
den Dam , genodigd werdt, met bedreiging,
dat het nu mannen werk zyn zou; daar 't, te
vooren
, flegts jongens werk geweest was ; verwek-
te de gewapende Schuttery, die c Stadhuis
fterk bezet hieldt, zo veel ontzags onder 't
graauw, dat niemant eenig geweld ondernee-
men durfde. Een Turfdraager alleen, te ftout
indringende op de Schutterye , werdt in heg-
tenis genomen , en eerlang ter Stad uit gezet.
Maar 's daags na den oproerigen inval in het
Stadhuis , begaf Daniel Raap en eenige wei-
nige zyner vrienden , zig voor Burgemeeste-
ren , daar hy mondeling verzogt 't gene , in
zyn Verzoekfchrift, vervat geweest was. Men
antwoordde hun „ dat de Heeren den Burge-
„ ren alle redelyk genoegen geeven zouden:"
waarmede zy vertrokken. De afkondiging van
zyne Hoogheid, die, deezen dag, ie Rotter-
dam,
~x
-ocr page 144-
i42 VADERLANDSCHE LXXVII.Boek.
1747. dam , gefchied was, en des anderendaags hier
—— bekend werdt, bragt veel toe tot herftelling
der ruste onder de weinige oproerigen, die zig,
tot hiertoe , in Amfterdam, vertoond hadden.
Ook hadt men zeshonderd guldens beloofd aan
elk, die de belhamels van de beroerte wist aan
te wyzen , te gelyk alle famenrottingen van
meer dan twaalf perfoonen , ftrengelyk , ver-
biedende, 't Verzoekfchnfc was , zo men my
verzekerd heeft, door eenigen der tekenaaren,
aan Burgemeester Geelvinck vertoond, die hen
ernftelyk hadt beftraft, over hunne onvoorzig-
tigheid. Ook was één der voorftanderen van
't Verzoekfchrift, hierop, zo bevreesd gewor-
den , dat hy zig, zo hy zelf, naderhand, ver-
haald heeft, terftond, naar den Haage begaf,
en den Prins om zyne befcherming verzogt;
die hem ook, volgens zyn zeggen, gunftiglyk
verleend geweest zou zyn.
XXX. Midlerwyl, hadt zyne Hoogheid den Staa-
De Staa- ten kennis gegeven van de beweegingen , die,
ten vin in fommige Steden , over 't ftuk der Ampten,
Holland ontftaan waren : waarop de Leden , den Prins
op dn' voor zyne oplettendheid en zorge bedankt heb-
vooriiag bende , eenpaariglyk , verklaard hadden , de
van zyne misbruiken , in 't begeeven der Ampten inge-
een°be-e "00Pen' te v,^en helpen weeren. Ook werdt,
fluit, tot kort hierna, vastgefteld „ 1. datgeeneArnp-
weednge „ ten, ftaande ter begeevinge van de Steden,
dermis- M voortaan, begeven zouden worden, anders
itfUtuk " ^an aan zu^en » die dezelven in perfoon
derAmp-»» zouden waarneemen. a. Dat de gemelde
ten. „ Ampten met geenerlei uitkeeringen zouden
„ mogen worden bezwaard, en dat, om de-
1?
zel-
-ocr page 145-
LXXVII. Boek. HISTORIE. 143
„ zei ven te bekomen , geen geld noch gelds- 1747.
„ waarde zou mogen gegeven worden. 3. Dat-------
„ de twee genoemde punten , als eene duur-
„ zaame Wet, zouden vastgefteld blyven; en
„ dat de begeevers der Ampten , voor het
„ aanvaarden hunner bedieningen , by eede,
„ belooven zouden, zig daaraan te zullen hou-
„ den. 4. Dat,naardemaal men, over't her-
„ ftel der misbruiken in de Ampten, niet kon
„ oordeelen, zonder de natuur derzelven te
„ kennen , Burgemeesteren der Steden, ten
„ fpoedigfte zouden opmaaken, en aan deStaa-
„ ten toezenden naauwkeurige lysten van alle
„ de Ampten , met aanwyzing van 't gene de-
„ zelven , in de vyf laatfte jaaren , dooreen
„ genomen , hadden opgebragt, en van de
„ uitkeeringen, met welken dezelven mogten
„ bezwaard zyn («)." Amfterdam zelf hadt Men
bewilligd in dit Befluit. Men deedt, ter Dag- dringe
vaart, egter vergeeffche poogingen , om dee ^mIfcj
ze Stad ook te doen befluiten tot het afftaan ^"den
haarer Posteryen aan 't gemeene Land (o), afftand
Zy bleef by haar gevoelen. De beweeging, d«r l>os
onlangs, op en voor 't Stadhuis, verwekt, die teryen-
ook geftrekt hadt, om de Regeering, inditop-
zigt, het voorbeeld van veele andere Steden te
doen navolgen, was door de Schuttery geftild.
't Bleek, derhalve, dat de Schuttery in't gemeen
niet gezind was , om de Regeering te verplig-
ten , tot het afftaan van een goed , welk aan
de Stad gefchonken was. Maar in den Haage,
wer-
en) Refol. Holl. Ii Nov. 1747. W.752. 23 Jan. 1748. il. 70
( o j Refol. Hol!. 28 Seft. 21 Zkc. 1747. il. 642, 921.
-ocr page 146-
144 VADERJLANDSCHE LXXVII.Boek:
1747. werden de Afgevaardigden van Amfterdam, op
»■......1 den eenentwintigften van Wintermaand , nog
fterk gedrongen tot het afftaan der Posteryen.
Men zag zig dan genoodzaakt, om de Vroed-
fchap, op dit gewigtig ftuk, nog eens byeente
roepen, 't Gefchiedde den vierden van Louw-
maand des volgenden jaars: en werdt toen be-
flooten, ter Dagvaart te laaten verklaaren, ge-
De Stad lyk, eerlang, gefchiedde „ hoe Burgemeeste-
verkiaart, „ ren en Raaden niet verwagt hadden, dat men
ter Da?- M langer zou hebben gelieven aan te houden,
zyTier" " ^at ' Vatl ^taC^ We^e ' aan l gemeene *-and
toe niet n gefchonken werdt eene bezitting, weiker
beHuiten ,, behoudenis van grooten invloed was op den
kan* „ Koophandel, en welke men niet misfen kon,
„ zonder 't credit en de inkomften van de Stad
„ zeer te benadeelen ; behalve, dat men, de-
„ zelve overgeevende , zou afftaan een regt,
„ welk der Stad , niet flegts volgens het ge-
„ meene Regt, en de begrippen der Staaten
„ zei ven , toebehoorde, maar welk haar, voor
„ meer dan driehonderd en vyftig jaaren , by
„ byzondere Privilegiën , was afgedaan , en
„ welk zy, van dien tyd af, deugdelyk bezeten
„ hadt, zonder dat 'er ooit, onder eenigerlei
„ vorm van Regeeringe, eenige indragt op ge-
„ daan was. Dat Burgemeesteren en Raaden ,
„ overtuigd van 's Lands nood, bereid waren ,
„ hun aandeel daarin te draagen; doch dat zy
„ vertrouwden , dat men niet langer dringen
„ zou, op eenen afftand, waartoe zy, volgens
„ de Privilegien, welken zy verpligt waren te
„ handhaaven, niet zouden können bewilligen.
„ Dat zy ook niet zien konden, dat de afftand
„ van
-ocr page 147-
LXXVII.BoEK. HISTORIE. 145
„ van een voordeel, welk eerst over veerrig 1747»
„ jaaren of langer van eenig belang zou kon- -—
,, nen worden voor 't gemeene Land , juist
„ tegenwoordig, het middel zou moeten zyn,
„ om het zelve uit zynen dringenden nood te
„ redden ; doch dat, hoe 't hiermede ook
„ ware , 't gene eenige Leden hadden können
), goedvinden te doen, zonder kennis hunner
„ Medeleden, naderhand, niet mögt gebruikt
„ worden tot een dwangmiddel, omdeezentot
„ iet diergelyks te verpligten. Dat het gene
„ fommige Leden hadden afgeftaan, of niets,
„ of zo weinig om 't lyf hadt, dat de geldmid-
„ delen der Steden, daardoor, in't allerminst
„ niet konden bezwaard worden. Dat de Re*
geering van Amfterdam zig egter niet wilde
„ fteeken in 't gene andere Steden goedvon-
„ den te doen; mids men haar ook over't be-
5, lang haarer Stad liete befchikken. Dat an-
„ dere Steden, mogelyk, nieuwe wegen, tot
„ onderfteuning haarer geldmiddelen, konden
„ uitdenken; doch dat zulks, te Amfterdam,
„ niet gefchiedenkon, zonder't verblyf aldaar,
„ aan een groot gedeelte der ingezetenen, on-
„ draaglyk te maaken. Dat zy gaarne erken-
,, den, dat het gemeen belang voor het by-
zonder gaan moest; waarom zy ten hoogfte
„ gepreezen hadden het edelmoedig gedrag
„ van zyne Hoogheid, die de Posteryen, hem
„ afgeftaan, aan 't gemeene Land overgegeven
„ hadt; doch dat zy niet zien konden, hoedee-
„ ze regel, in het tegenwoordig geval, op hen
„ toepasfelyk geamakt kon worden , alzo Bur-
„ gemeesteren het roemwaardig voorbeeld van
XX. Deei.,
               K                 „ zy*
-ocr page 148-
i46 VADERLANDSCHE LXXVII.Boek.
1747. „ zyne Hoogheid, terftond, nagevolgd, en de
-------„ openvallende Posteryen aan de Stad overge-
„ geven hadden ; ten ware men den regel zo
„ ver wilde trekken , dat de -Steden verpligt
„ zouden zyn, haare hyzondere inkomften over
„ te geeven aan't gemeene Land; 't welk, im-
„ mers, het oogmerk der Leden niet zyn kon.
„ Dat men ook niet met reden befloote, dat
„ de inkomften der Posteryen , voorheen niet
„ gebruikt zynde tot onderfleunmg van degeld-
„ middelen der Stad , ook nu daartoe niet be-
„ hoefden te worden gebruikt; alzo de Stad,
„ federt weinige jaaren, merkelyk ten agteren
„ geraakt was, en met geen millioen kon boe-
„ ten de fchade , die zy, onlangs, geleeden
„ hadt; behalve dat men, de Posteryen afftaan-
„ de , nieuwe belastingen zou moeten leggen
„ op de ingezetenen, die dus bezwaard zouden
,, moeten worden, om de ingezetenen van an-
,, dere Steden , zo veel te meer, te ontlasten.
„ Dat Burgemeesteren en Raaden , eindelyk,
„ niet wel begrypen konden, waarom men gee-
„ ne andere middelen , om 't Land, in zynen
,, dringenden nood , te ondertteunen , voor-
„ floeg, en juist gefield was op het afftaander
„ Posteryen, waarvan't Land, in veelejaaren,
,, geen genot zou können hebben. Dat, zo
„ men egter hierop bleeve ftaan, onaangezien
„ het belang , welk alle de Leden, benevens
„ zyne doorlugtige Hoogheid , fielden in de
„ behoudenis der Privilegien; zy dan genood-
„ zaakt zouden zyn, te verklaaren, gelyk zy,
„ by voorraad, deeden, dat het in hun vermo-
„ gen niet ware , de Posteryen af te ftaan aan
„ het
-ocr page 149-
LXXVILBoEK. HISTORIE. 147
„ het gemeene Land, alzo zy zig, tot het hand- 174?;
„ haaven van der Stede Privilegien en Gereg- ------•
„ tigheden, by duurgeftaafden eede, verbon-
„ den hadden (ƒ>)." Doch deeze ernftige
verklaaring verwekte rnerkelyk misnoegen on-
der de meeste Leden. Ook meent men , dat
fommigen, die der Amfterdamfche Regeeringe
kleine gunst toedroegen , van nu af, voorna-
men , haar, het koste wat het wilde , te duen
veranderen van befluit. Doch de oorlog, die
nog duurde, en veelligt ook eenige andere re-
denen waren oorzaak, dat 'er nog verfcheiden'
maanden verliepen , eer men de gelegenheid
ryp oordeelde , om dit voorneem en in 't werk
te ftellen.
Doch fchoon de Stad Amfterdam weigerig XXXI;
bleef in 't af (laan der Posteryen, hadtzyegter, De Staa-
ten laatfte, bewüligd, in 't ftuk van't Erfftad- hÖiSSi
fiouderfchap. De Afgevaardigden der Stad wa- befluiteit
ren, federt eenigen tyd, over dit ftuk, in on- het Stad-
derhandeling getreden met zyne Hoogheid, en £oude1:'
hadden 'er, eindelyk, met 'sPrinfen volkomen ^dmu
genoegen , eenen voet op beraamd , waarnaar raai-Ge.-
't befluit der Staaten van den zestienden van neraai-
Slagtmaand werdt opgemaakt. By het zelve ^cha'M
werdt „ het Erfftadhouderichap en Kapitein- „eiXen
„ en Admiraalfchap-Generaal van Holland en vrouwe-
„ Westfriesland opgedraagen aan zyne Hoog lyke £?»-
j, heid, in zulker voege i dat de gemelde waar- komeiin-N
» digheden, na 't overlyden van den Prinfe, gen vaa
-,, zouden vervallen op zyne wettige mannelyke tJoog.
j, nakomelingen ; doch, in geval zyne Hoog- heid, ei-
j, heid een' Zoon naliet^ die de gemelde waar- fe'yk té«
dj verklap
O) RefoL Holl. n Jan. 1748. bl. ia.
                               ren5
K a
-ocr page 150-
148 VADERLANDSCHE LXXVII.Boék,
„ digheden bekleed hadt, en zonder Zoon na
„ te laaten overleeden was, maar eene Erfdog-
„ ter hadt; zouden deeze Erfdogter en derzel-
„ ver mannelyke nakomelingen , indien 'er in
„ het geheel geene mannelyke nakomelingen
„ van zyne Hoogheid zelve waren overgeblee-
„ ven , in de waardigheden opvolgen. Doch
„ by gebreke van deezen , als mede in geval
„ zyne Hoogheid overleedt, zonder mannelyk
„ oir na te laaten , zouden de waardigheden
„ komen aan de Prinfesfe Carolina , Dogter
„ van zyne Hoogheid, en by haar overlyden,
„ op haar mannelyk oir en verdere mannelyke
„ nakomelingen. Zo , wyders , zyne Hoog-
„ heid nog eene of meer Dogters nalaaten
„ mögt, en de Prinfes Carolina mögt over-
„ lyden , zonder mannelyk oir na te laaten,
„ zouden de waardigheden komen op de oud-
„ fte dier Dogteren , Zusteren van de Prin-
„ fesfe Carolina , welke , by haar overlyden ,
„ in leeven zyn mögt, en op derzelver wet-
„ tige mannelyke nakomelingen. Doch de
„ gemelde waardigheden zouden , noch on-
„ der de mannelyke , noch onder de vrouwe-
„ lyke nakomelingen van zyne Hoogheid ,
„ mogen komen aan iemant, die met de Ko-
„ ningklyke of Keurvorftelyke waardigheid
„ bekleed was. Ook zouden de voornoemde
„ mannelyke en vrouwelyke nakomelingen be-
„ lydenis moeten doen van den waaren Chris-
„ telyken Hervormden Godsdienst, zo als de-
„ zelve, in de openbaare Kerken deezer Lan-
„ den , geleerd werdt, en , geduurende der-
„ zelver minderjaarigheid » binnen deeze Pro-
„ vin-
-ocr page 151-
LXX VIL Boer. HISTORIE. 149
„ vin cie worden opgevoed. Wyders, zouden 1747.
„ de waardigheden niet komen aan het manne- ------
„ lyk oir van eenige der vrouwelyke nakome-
„ lingen van zyne Hoogheid, ten ware dezel-
„ ve, met byzondere bewilliging der Staaten,
„ in de egt getreden ware met een' Prins, die
„ den befchreeven Hervormden Godsdienst be-
„ leedt, en niet met de Koningklyke of Keur-
„ vorftelyke waardigheid bekleed was. De
„ vrouwelyke Nakomelingen van den Prinfe
„ zouden de waardigheden zelven bekleeden,
„ onder den titel van Gouvernante: ook zelven
„ Kapitein- en Admiraal - Generaal zyn; en in
„ de genoemde hoedanigheden zitten in alle de
„ Kollegien , waarin de Stadhouders gewoon-
„ lyk plagten te zitten, met naarne in den Raad
„ van Staate, en in de Admiraliteits-Kolle-
„ gien : maar in geval van oorlooge, en by 't
„ vormen van een Leger , zouden zy de magt
„ hebben, om den Staaten een ervaaren Hoofd
„ over 't Krygsvolk voor te (laan , mids bely-
„ denis doende van den meergemelden Her-
„ vormden Godsdienst, en niet bekleed met
„ de Koningklyke of Keurvorftelyke waardig-
„ heid, en daarbenevens den Staaten aange-
,, naam ; om , in haare plaatfe, 't bevel over
„ de troepen te voeren ; doch zou dit Leger-
„ hoofd , vooraf, den eed van getrouwheid
„ moeten afleggen aan de Staaten, en zig fchik-
„ ken naar de ïnfiru&ie, die hem zou worden
„ medegegeven, en welke daartoe, door hun-
„ ne Hoog-Mogendheden, met overleg van de
„ Vrouwe Gouvernante en van den Raad van
„ Staate, zou worden vastgeftdd. Zo, einde-
K 3
                 « lyk,
-ocr page 152-
ISO VADERLANDSCHE LXXVII.Boek
„ lyk, de waardigheden vervielen op een' der
„ mannelyke of vrouwelyke nakomelingen van
„ zyne Hoogheid , nog rninderjaarig zynde,
„ zouden dezelven , zo lang de minderjaarig-
„ heid duurde , door de Vrouwe Moeder vau
„ den minderjaarigcn, indien zy nog in leeven
„ ware, en zo lang zy Weduwe bleeve, en in
„ de Vereenigde Gewesten woonde , bekleed
„ worden als Voogdesfe, en onder den titel van
,, Gouvernante , op de bovengenoemde wyze,
„ en met gelyke rmgt, om ecnervaaren Hoofd
„ over 't Krygsvolk te benoemen : doch , by
„ mangel van eene Vrouwe Moeder van den
3, minderjaarigen, of zo derzelver bewind, uit
„ eene der gemelde oorzaaken , mögt ophou-
„ den, zouden de Staaten, op 't ftuk der Voog-
„ dye, in zulker voege, voorzien, als zy, ten
„ meesten dienfte van den Lande, zouden vin-
„ den te behooren." Wyders, werdt beiloo-
%en , van het boven ftaande Brieven aan zyne
Hoogheid te verleenen , onder het groot Ze-
gel van den Lande, en egte Affchriften derzel-
ven aan de Gekommitteerde Raadcn en aan de
hooge Geregtshoven in Holland. Ook ftelde
men, in gevolge van den voorilag der Edelen,
vast, de zaaken ter Generaliteit zulks te belei-
den , dat het Erf- Kapitein- en Admiraalfchap-
Generaal der Vereenigde Nederlanden, den
Prinfe * onder diergelyke voorwaarden, werdt
opgedraagen (q~) : gelyk, federt, gcfchiedde.
De Prins verfcheen, eerlang , ter Vergaderin-
ge van Holland , de Staaten plegtiglyk bedan-
ken-
Cf) ttefo!. Hol!, rö Nov. 1747. U. 755.
-ocr page 153-
LXXVII.BoEK. HISTORIE. 151
kende voor de opdragt van 't Erfftadhouder- 1747.
fchap (rj.
Op deeze wyze werdt, eindelyk, hetgewig xxxil.
tig ftuk van't Êrfftadhouder- Kapitein- en Ad in de
miraal-Generaalfchap , beide indevrouwely U1«ste
ke en mannelyke nakomelingfchap , geregeld, qc^.
in Holland : vanwaar men Zeeland en Utrecht tenen ter
ook tot diergelyke opdragt vermaand hadt (s). aiKemee-
In Zeeland, was de eerfte voorflag daartoe ge- neStaata-
fchied , door de Steden Vlisfmgen en Veere, J£r|* e"
twee dagen na dat de Edelen van Holland het worde'n
zelfde hadden voorgeflaagen. Middelburg en 's Prinfen
Zierikzee maakten, even gelyk Amfterdam in hooge
Holland, de meeste zwaarigheden. Doch alle jj^jjj,18"
de Leden der Staaten volgden het voorbeeld 0p geiy-
van Holland (tj , en de hooge waardigheden kenvoec,
werden , in 's Prinfen nakomelingfchap , erfe- ert'eiyk
lyk verklaard op den negenentwintigften van ^eara"rij#
Slagtmaand. In verfcheiden' Steden van Gel
derland, hadt de Wethouderfchap, op 't aan-
houden van eenigen uit de Burgerye, ook be-
flooten , tot het erfelyk verklaaren der hooge
waardigheden. Te Arnhem , hadden eenige
Burgers een Verzoekfchrift ingeleverd , ten
deezen einde ftrek kende ; en , ais de Regee-
ring draalde met befluiten, haar, met geweld,
op 't Stadhuis gehouden : by welke gelegen-
heid , de degens, ter wederzyde, uit de fche-
de geraakt, en eenigen gekwetst waren. Te
Nieuwmeegen was , reeds te vooren , op 't
aan-
( *) Refbl. Holl. 17, 11, 24 Nov. 1747. il.yC>5, 789, 791,
fj s) Refol. Holl. 13 N>-y 1747. tl. 768.
(t) Notul. Zeel. 9, 23 Oäob. 17, 30 Nov. 4 Dtc. 1747. W>
796, 846, 898, 903, 915, 934, 935.
K 4
-ocr page 154-
152 VADERLANDSCHE LXXVII.Boex,
aanhouden van eenige yveraaren, in 't Erf-
ftadhouderfchap bewilligd : doch eer hier een
Staatswys befluit op genomen werdt, vondt
men geraaden , de bepaalingen, in den jaare
1722 , by Inftruétie, gemaakt op het Ampt
van Stadhouder, uit dezelve , te ligten , en
eindelyk ook den Prinfe het Stadhouderfchap
op te draagen , op gelyken voet, als het,
door Willem den III , bekleed geweest was.
Hierna werdt, op den Landdag, ook tot de
Opdragt van de Erfwaardigheden befiooten.
In Zomermaand , was ook , door de Staaten
van Overysfel, die in 't eerst fcheenen voor-
gehad te hebben, den Prins, by InflruBk, te
bepaalen ( u ) , reeds vastgefteld , dat zyne
Hoogheid de waardigheden , op gelyken voet
als Willem de III, bekleeden zou : waarna,
eerlang , het belluit tot het Erfïtedhouder-
fchap , eerst in de byzondere Steden, en toen
ter Staatsvergaderinge , doorging. Op gely-
ke wyze , liep dit gewigtig werk af, in U-
trecht (v), daar men ook, te vooren, fchoor-
voetende, gekomen was tot het befluit, om
zyne Hoogheid te erkennen , in het zelfde ge-
zag , welk Willem de III. gehad hadt. Een
der Vroedfchappen van de Stad hadt, by dee-
ze gelegenheid, voorgeflaagen, dat men het
Stadhouderfchap behoorde aan te bieden aan
de Koningklyke Prinfesfe, Gemaalinne van zy-
ne Hoogheid , indien hy zonder wettige erven
over-
(iO 7Jc hiervoor, bi. 9G.
7i<'0 Refol, Holl. a2 Dtcemb: 1747. bh 942. 16 Jan. 1748.
-ocr page 155-
LXXVII.ßoEK. HISTORIE. 153
överlyden mögt; doch de overige Leden ver-
ftonden „ dat men zulks , voor als nog , be-
„ hoorde te houden in beraad (w);" waaiby
't gebleeven is. De Regeering van den Brie-
Ie vernomen hebbende dat de Staaten van Zee-
land, onaangezien het gene deswege, in't jaar
1674, verklaard was (#), zyner Hoogheid
ook het Erfftadhouderfchap over de Stad Brie-
Ie en den Lande van Voorne , als behooren-
de tot Zeeland , hadden o] gedraagen ; vielen
hierover klagtig ter Vergaderinge van Hol-
land, alwaar de opdragt van die van Zeeland,
in dit opzigt, terftond, voor nietig en van
onwaarde verklaard werdt. Ook werdt zyne
Hoogheid verzogt, die van Holland, by der-
zelver regt over den Briele en Voorne , te
willen handhaaven (^). Ondertusfchen fchee-
nen de Regenten der meeste Steden . vooral
die der vier Gewesten, welke langst zonder
Stadhouder geregeerd geweest waren , ligter
te beiluiten , om het punt van 't Erffladhou-
derfchap , tot genoegen van den Prinfe, af te
doen , om dat zy , in gevolge van den voor-
flag der Edelen van Holland , hoopten , dat
het vertrouwen tusfchen den Prinfe en de Re-
genten , en tusfchen de Regenten onderling,
hierdoor, zou aangekweekt en bevestigd wor-
den. Doch Friesland en 't Landfchap Dren-
te kwamen , eer&t in 't volgende jaar, tot een
befiuit op de opdragt der Erfwaardigheden in
de
fw) Contra-prot. van Bürgern. H> A. Wittewaai.
f x j Zie XIV. Deel, bh 316-
Cy) Refol. Holi. 5 jfuly 1748. bl. 545.
K 5
-ocr page 156-
154 VADERL. HIST. LXXVII.Boek.
1747. de Vrouwelyke Lyn. Stad en Lande bleef,
——langer dan eenig Gewest, agterlyk, om in dit
Erfftadhouderfchap te bewilligen. De Staa-
ten van dit Gewest fcheenen 'er niet toe te
können gebragt worden , dan door eenen ge-
weldigen opftand onder de Burgerye : waar-
van wy, in 't volgende Boek, verflag zul-
len doen.
VA-
-ocr page 157-
VADERLANDSCHE
HISTORIE.
AGT-EN- ZEVENTIGSTE BOEK,
INHOUD.
I. Maatregels op V voortzetten des oorlogs. Ver-
drag tusfchen Groot-Britanje en Rusland. Mil-
de Gifte in Hollandopgebragt. In de andere Ge-
westen.
II. Nadere Verklaaring des Konings
van Frankryk
, ter algemeene Staatsvergade-
ringe overgeleverd.
III. Antwoord der Staaten
op beide de Verklaaringen.
IV. De Staaten ver-
bieden den invoer der Franfche Waaren. Kaa ■
pery op de Franfchen aangemoedigd
V. De Kei-
zerin van Rusland belooft Groot Britanje enden
Staaten zevenendertigduizend man hulptroepen.
Gezantfchap naar de Hoven van Londen en
Berlyn.
VI. Hevige ßorm. De zwangerkeid
der Prinfesfe van Oranje wordt bekendgemaakt.
Vil. Staat des Oorlogs in Italië. Vlll. Over-
eenkomst tusfchen de Keizerinne
, Groot-Bri-
tanje Sardinië en de Staaten.
IX. Aanvang
der VredehandeUnge te Aken. Gevolmagtigden
op dezelve
X. Opening van den Veldtogl in de.
Nederlanden. Maastricht belegerd dm de Fran-
fchen.
XI. De voorafgaande Punten tot de
Vrede
, worden getekend. Inhoud derzelven.
Geheim Punt.
Xll. Aanfpraak, op 'sPritifeii
naam ver/preid. Zyr.e Verklaar ing daarte-
gen.
-ocr page 158-
i56 VADERLANDSCHE LXXVIII.Boer.
gen. Maastricht gaat over. Byzonderheid, in
t flellen der voorafgaande Punten waargenomen.
XIII. De Graaf van Buuren wordt gebooren.
Gedoopt. Pilkgiften hem vereerd.
XIV. Toe-
leg , om de Regeer ing der Gewesten en Steden te
doen veranderen. Misnoegen op de Pagters van
's Lands gemeene Middelen.
XV. Oproer in
Friesland. Affchaffing der Pagten.
V Siadhou-
derfchap werdt aldaar ook in 's Prinfen Vrou-
welyke Nakomelingfchap erfelyk verklaard. De
Staaten van 't Gewest tnagtigen zyne Hoogheid
om de Regeer ing te her flellen
XVI. Beroerte
in Groningen en de Ommelanden. Men befluit
hier fchoorvo?tende tot het Erfßadhouderfchap.
De Staaten draagen den Pr in f e groot er gezag
op. De Pagten worden
, ook hier, afgejehaft.
XVII. Opfchuddingen in Drente- In Overysfel.
In Gelderland. In Utrecht.
XVIII. Geweldige
beweegingen in Holland. Plondering der Pag-
tershuizen
, te Haarlem. De IVtthouderfchap
doet de Pagten, by voorraad
, ftilflaan. De Staa -
ten en de Stad Haarlem doen tegenflrydige af-
kondigingen.
XIX. 't Graauw plondert de mees-
te Pagters huizen
, te Leiden. De Pagten wor-
den ook hier
. opgefchort. XX. In den Haage,
worden ook eenige Pagters huizen geplonderd.
XXI.   Geweldige opfehudding , te Amflerdam.
Eenige oproerigen
. op de Botermarkt gefc/'ioo-
ten. Omtrent twintig huizen
- doorat graauw,
geplonderd. Affchuwelyke baldaadigheid. De
Schuttery flilt
, einddyk . den oproer. Onge-
luk
, by de Strafoefening over twee Belhamels.
XXII.   Zyne Hoogheid /laat ter Vergaderin-
ge van Holland het affchaffen der Pagteryen
voor. De Staaten befiuitcjn er toe.
XXIII.
Voor-
-ocr page 159-
LXXVIII.BoEK. HISTORIE. 157
Voorflag van zyne Hoogheid van een hefmiddel,
by voorraad, in de plaats der Pagten. Eenige
Steden vindan 'er zwaarigheid in. Men befluit
'er toe
, met eenige vet andering. Moeilykheid in
de uitvoeting
XAlV. Ontwerp van een Hoofd-
geld en om de verpagte middelen by
Colkfte
te heffen door den Prinfe, aan de Staaren over-
geleverd
XXV De Staaten befluiten de ver-
pagte middelen te doen
collecteert- p , of inza-
melen.
XXVI. Staat der Vredehandelinge ,
te Aken Overeenkomst
, op den terugtogt der
Rusfifche hulptroepen. De Vrede wordt gete-
kend Inhoud van 't Verdrag.
XXVII. Ver-
fcheiden Protesten
, ter gelegenheid der Vrede-
handelinge gedaan. De Keurvorst van de Palts
beweert de onafhangkelykheid van Bergen op
Zoom De Staaten wederleggen zynen eüch. Zy
treeden wederom in t bezit der Plaatfen
, door
Frankryk op hen veroverd.
XXVIII. Aanmer-
kingen over den uitflag des oorlogs
, en de voor-
waarden der Vrede.
D
', inval in Staatsch Vlaanderen, en de iHT-
verheffing des Prinfen van Oranje, die-------'
'er op gevolgd was , hadt eene geweldige ver- _.'*
andering gemaakt in de maatregels der Veree ge**"T*t
nigde Staaten. De begeerte om een Verdrag voonzet-
van Onzydigheid aan te gaan met Frankryk, ten des
die eenigen fcheenen gehad te hebben, was ge- oor'°ss'
heellyk verdweenen. Men was nergens meer
op verdagt, dan om zig, met hulp zynerBond-
genooten , in ftaat te ftellen , om Frankryk,
welks inzigten men , in 't algemeen , begon
verdagt te houden, het hoofd te bieden. Men
zag, alomme, uit naar gelegenheid, om nieu-
we
-ocr page 160-
i58 VADERLANDS CHE LXXVIILBoek.
1747. we Verbonden te fluiten , en manfchap te be-
,_,___1 komen tot onderfteuning van 't Bondgenoot-
fchap , met de Keizerits-Koningin aangegaan.
Doch het Franfche Hof hadt middel gevon-
den , om de metste Duiifche en Noordfche
Hoven in zyn belangen over te haaien, of
tot eene fiort van Onzydighcid te beweegen.
Het Rujfiiche Hof, bedugt voor eenige on-
derneeming des Konings van Pruisfen , hadt,
tot hiertoe , zwaarigheid gemaakt om zig van
Krygsvolk te ontblooten , ten dienfte der Kei-
zerinne-Koninginne. Ook was men nog niet
overeengekomen , wegens de Onderftandgel-
den, welken men der Keizerinne van Rusland
zou moeten toeftaan, en waarin de Staaten der
Vereenigde Gewesten ook hun aandeel zouden
moeten draagen. Men zag egter, tot hiertoe,
nog de meeste kans, om het Rusfifche Hof te
beweegen tot het verleenen van hulptroepen ;
waarom de handelingen met het zelve werden
Verdrag voortgezet. De Koning van Groot-Britanje
tusfchen hadt, op den twaalfden van Zomermaand, een
Groot- Verdrag met de Keizerinne van Rusland ge-
^"Sj"1^ flooten; waarby deeze zig verbond „ om der-
en KUS-
        • 1 -      i                     .          r. .       , ..
land. » tigduizend man en veertig of vyftig galeijen
„ in gereedheid te houden, ten dienfte van
„ den Koning en van deszelfs Bondgenooten.
„ Doch deeze manfchap zou niet optrekken,
,j voor dat men, over de voorwaarden, waar-
„ op zulks zou gefchieden, zou overeengeko-
„ men zyn. De Koning beloofde der Keize-
„ rinne eenen onderftand van honderdduizend
„ ponden fterlings , voor het loopende jaar,
„ en nam aan , zig , by tyds, nader te ver-
„ klaaren , zo hy begeerde , dat deeze man-
„ fchap,
-ocr page 161-
LXXVIII. Boek. HISTORIE. 159
„ fchap, ook voor het volgende jaar, ten zy" 1747.
„ nen dienfte, gereed gehouden werdt («)•" ------
Doch de Rusfifche troepen , die , in gevolge
van deeze overeenkomst, in Lyflandverzameld
werden , konden niet op weg flaan, voor dat
men alles, wat tot deezentogt vereischt werdt,
geregeld hadt.
De Staaten , die hierin ook gekend moesten Milde
worden , hadden , om de penningen van hun Gifte «n
aandeel in de onderftandgelden, die 't Rusfifche ^?lian(1
Hof vorderde, en om de verdere oorlogslasten ylaes~
te vinden , reeds federt eenigen tyd , onder-
ling , en met zyne Hoogheid , geraadpleegd,
op eenig buitengewoon middel, tot onderfteu-
ning van 's Lands Kasfe. De Prins neigde zeer
tot het uitfchryven eener milde gifte ; waartoe
ook veele ingezetenen van Holland genegen-
heid toonden, en de Staaten van dit Gewest
beflooten 'er , op 'sPrinfen voorflag toe, in
Herfstmaand (#) , eer Bergen op Zoom nog
over was. Zy bepaalden de Gifte, voor zulken,
die tweeduizend guldens en daarboven gegoed
waren, op twee ten honderd ten minften, terwyl
zy elk vryheid lieten, om zyne Gift, daarboven,
te vergrooten, naarzyn welgevallen. Voor zul-
ken , die van een- tot tweeduizend guldens ge-
goed waren , werdt de" Gift ten minfte op een
ten honderd bepaald; en voor zulken, die min-
der dan duizend guldens bezaten, op zo veel,
als zy goedvonden, mids zy ten minften iet in-
bragten. Elk zou zelf den overdag zyner be-
zittingen maaken; doch eer hy de Gifte deedt,
by
(«) Voiez RoiisSET Recueil, Tom. XIX. p- 492-
C*5 Rtfol- Holl. 10 Jug. 5, 6. 12 Sspi. 1747. /-/.483, 537,
55« > 57*-
-ocr page 162-
ï6ö VADERLANDSCHE LXXVIII. Bob&>
'747- by ee(*e» °^»ten aa°zien der Mennoniten, met
------waare woorden, verklaaren, dat hy dien over-
flag, naar zyne beste kennis, gemaakt hadt. De
voldoening der milde Gifce zou, in vier reizen,
gefchieden, en 't geld, of 't gemaakt goud of
zilver, door de geevers, geftort worden in kis-
ten , met eene opening in 't dekfel, en met zo
veele floten geflooten, als 'er Gemagtigden tot
de ontvangst, op elke Plaatfe , waren aange-
fteld, die dus zelven niet weeten konden, wat
door elk gegeven werdt. Doch Profesforen en
Predikanten van alle Protestantfche Gezindhe-
den en Krygsluiden werden , voor zo veel het
inkomen hunner Ampten betrof, van het op-
brengen deezer milde Gifte verfchoond. 'tPla-
kaat, tot het doen derzelve, was, den twaalf-
den van Herfstmaand, gedagtekend, en werdt,
genoegzaam op den tyd van h-st overgaan van
Bergen op Zoom , afgekondigd , in Holland.
De meeste ingezetenen deeden de Gifte met
groote bereidwilligheid , en men heeft geene
reden gehad, om veelen te verdenken, dat zy
zig kwalyk van hunnen eed gekweeten hebben.
Te Amfterdam, hadden eenige Koopluiden en
Asfuradeurs, ter oorzaake van de onzekerheid
hunner bezittingen , verzogt, ontheeven te
worden van den eed op de milde Gifte. Doch
Ook in de ^m verzoe^ was afgeflaagen (c). Zyne Hoog-
andere heid bragt , op 't aanhouden der Staaten van
Gewes- Holland (d), eerlang, te wege, dat de andere
ten. Gewesten , het Landfchap Drente, en de Ste-
den en Plaatfen der Generaliteit diergelyke Gif-
te
Cc) Refol. Hol!. SS Octob. 1747. U. 715.
(rfj Refol. Holl. 15, 20 Sept. 31 09, 5 Dsc. 1747. U. 598 ,
615> 7*7> 820.
-ocr page 163-
JLXXVIILBoEK. HISTORIE. 161
te deeden : waardoor: de gemeene last eenpaa- 174^
riglyk gedraagen werdt. Ook werdt deeze Gif---------
te , federt, onder 't gebied van den Staat, in
Oost- en Westindie gedaan (e).
De yver van 's Lands Staaten, van den Prin- ft.
fe Stadhouder, en van de ingezetenen in 't ge- ^e A^.c
meen, om, tot 's Lands behoudenis enbefcher- i/doec
ming , kragtiglyk , mede te werken, en het eene na-
voortzetten der handelinge in Rusland gaven derever*
het Franfche Hof gelegenheid, tot het aan- ^ZT^S
wenden van nieuwe poogingen, om deezen j,insgs^
yver te doen verflaauwem De Sekretaris Chi» Frank-
quet leverde den Staaten, op den zevenentwin- fyk« ter
tigften van Herfstmaand , kort na 't overgaan ^™ce*
van Bergen op Zoom, een' Brief van den Abt vergader
de la Ville over, waarby eene verklaaring des ringe,
Konings gevoegd was, behelzende „ dat zyne overie-
„ Majefteit, onaangezien de verandering van veren' ■
„ Regeering, welke in den Vereenigden Staat
„ voorgevallen was, nog dezelfde vreedzaame
„ gevoelens behieldt, welken hy, voor meer
„ dan vyf jaaren , verklaard hadt te hebben ;
„ doch dat de ftüzwygendheid der Staaten,
„ op zyne jongfte verklaaring van den zeven-
„ tienden van Grasmaand, en de maatregels,
„ welken zy, federt, genomen hadden, fchief
„ deeden vermoeden , dat zy den haat ver-
„ kooren boven de vriendfchap j de verwoes-
„ ting van hun Land, boven de rust der inge-
„ zetenen ; 't bedrog, boven de waarheid, en
„ byzondere belangen, boven 't gemeene wel-
„ zyn. Dat hy, hierover, nogtans, zyn oor-
„ deel wilde opfchorten ; fchoon hy zig ver-
„ pligt vondt, de bronnen te floppen, waar*
m
f«) Refol. Holl. 10 Q3i)b. 1749= hl. $&.
XX. Deel.              L
-ocr page 164-
\6t VADERLANDSCHE LXXVlII.Boek.
1747. „ uit zyne vyanden eenen onderftand van aller-
------ „ lei foort hadden getrokken, verre boven den
,j inhoud der Verdragen, met den Vereenigden
„ Staat aangegaan. Dat hy, hierom, hunnen
„ Haag - Mogendheden nog wel wilde bekend
„ maaken, dat dezelfde redenen, die hem ge-
„ drongen hadden, om, in den aanvang van den
„ tegenwoordigen veldtogt, zyne troepen telaa-
„ ten trekken op den bodem van den Staat, den
„ Generaal zyner Legeren zouden können ver-
„ pligten, omdekrygsbedryventeagtervolgen,
„ en om zyne troepen te voorzien van onder-
„ houd. Dat hyegter ongaarne geweld gehruib-
„ te , om eene Vrede te bekomen, die hy al-
„ leen van eene gemaatigdheid, welke alle vot-
„ ken met eikanderen gemeen moesten hebben ^
„ behoorde te verwagten; en dathy, meer ge»
„ troffen door de gemeene rampen, dan inge-
„ nomen met de uitbreiding zyner eigene heer-
„ fchappye, even ernftelyk bleef begeeren, dat
„ de Staaten zig van den invloed, ciien zy op
„ hunne Bondgenooten hadden , niet bedien-
„ den, dan om denzelven genegenheid tot eene
„ algemeene bevrediging in te boezemen."
111. De Stapten, in deeze Verklaaring, niets by-
Antwooidionders vindende , dan eene herinnering van
der Staa je VOorgaande , die zy niet beantwoord had-
belde °de den » Defl°oten , eindelyk, beide de Verklaa-
Verkiaa ringen te laaten onderzoeken, door de Gcmag-
ingeu. tigden tot de buitenlandfche zaaleen , die 'er,
na verlo« p van eenige weeken, verflagvandee-
den. Men vondt, hierop, geraaden, den Abt
de la Ville, op beide de Verklaaringen, te ge«
lyk, te antwoorden „ dat de Staaten de eeifte
„ Verklaaring , tot hiertoe , niet beantwoord
„ had-
-ocr page 165-
LXXViil. Boek. HISTORIE. 163
9) hadden , om dat dezelve niet anders behels- 1747,
„ de, dan eene aankondiging van den voorge- -----.
,, nomen inval op hun grondgebied , die , op
„ den zelfden tyd, in 't werk gefield was. Op
i, zulk eene verklaaring, voegde, zeker, geen
„ ander antwoord , dan het daadelyk gebruik
„ der middelen, die beide Goddelyke en men-
„ fchelyke wetten , in zulk eene gelegenheid,
„ aan de hand gaven. Doch 't gene federt ge-
„ beurd was, deedt zo duidelyk zien, datzyne
„ Majefteit, onder dekfel van de duurfte betui-
j, gingen van vriendfchap en agting voor den
„ Staat, en van zugt tot bevordering der al-
„ gemeene Vrede , voorhadt, zig meester te
„ maaken van den Staat, gelykhyreeds» voor
„ een gedeelte, gedaan hadt; dat zy niet Ian«
„ ger konden nalaaten, zig zeer gevoelig te
„ toonen , over het ongelyk, welk men hun
„ en hunnen onderzaaten aandeedt. Zy wil-
„ den, nogtans, eer zy hier toe kwamen, de
„ redenen van hun gedrag openleggen voor
„ zyne Majefteit en voor de onzydige weereld.
„ Elk wil, dat de Staaten, niets zoekende dan
„ de behoudenis van de Republyk en van der-
„ zelver wettige bezittingen, zonder eenige
j, zugt te toonen, om dezelven, ten koste van
„ anderen, te vermeerderen, zig altoos hadden
„ verzekerd, door het aangaan van verdedi-
„ gende Verbonden, met zulke Mogendhe-
„ den , die bekwaamst waren, om hen te be-
„ fchermen. Met zulk een inzigt, hadden zy,
„ lang voor 't ontdaan der tegenwoordige on-
„ lusten, verdedigende Verbonden geflooten,
j, met het Huis van Oostenryk en met Groot-
„ Britanje; by welker behoudenis, zy zulk een
L 2
                   „ we-
-ocr page 166-
164 VADERLANDSCHE LXXVIII. Boek.
„ wezenlyk belang hadden , als by hunne ei-
„ gene ; en door welke Verbonden , zy ver-
„ pligt werden, niet flegts tot onderfteuning,
„ in geval van nood, uit al hunne magt, maar
„ zelfs tot het verklaaren van den oorlog aan
„ den aanvaller. Toen Frankryk, na de dood
„ van Keizer Karel den VI, onder dekfel van
„ 't Huis van Beieren te onderfteunen , be-
„ flooten hadt, het Huis van Oostenryk te ver-
„ nietigen, of zo klein te maaken, dat het zig
„ niet zou können moeijen met de zaaken van
„ Europa; waren zy, door de tegenwoordige
„ Keizerinne, fterk aangezogt, om aan hunne
„ Verbindtenisfen te voldoen. Doch Frank-
je ryk hadt alles in 't werk gefteld, om de Staa-
„ ten af te maanen van het voldoen aan deeze
„ Verbindtenisfen , hen zelfs uitlokkende tot
„ eene Neutraliteit, die hen affcheiden moest
„ van hunne Bondgenooten. Men was, in 't
„ jaar 1741, toen de geweldige aanval tegen
„ 't Huis van Oostenryk begonnen werdt, met
„ een magtig Leger, gekomen tot op de gren-
„ zen van den Staat, dien gelyk als omfinge-
„ lende ; op dat de Staaten , hierdoor , ver-
„ fchrikt zouden worden , en buiten ftaat ge-
„ fteld, om zig te durven beweegen. Met
„ het zelfde oogmerk, om den Staat af te
„ trekken van't voldoen aan de gemaakte Ver-
„ bindtenisfen , hadt men , in 't jaar 1742,
„ ook eenige opening laaten doen van 's Ko-
„ nings begrip tot bevordering der Vrede,
„ welk, nogtans, zo vol zwaarigheden ftak,
„ dat men 't niet kon aanneemen : waarom 'er
„ ook , volgens affpraak, geene kennis van
„ gegeven werdt aan de Vergadering der alge-
„ mee-
-ocr page 167-
LXXVIII. Boek. HISTORIE. 165
„ meene Staaten, fchoon'er de Franfche Staats-
„ dienaars, federt, grooten ophef van gemaakt
„ hadden , als was 'er een tastbaar blyk van
„ 's Konings groote vredelievendheid in gele-
„ gen. Duinkerken, waaromtrent de Koning
„ vanGroot-Britanjezigbeklaagde, datFrank-
„ ryk zig niet hieldt aan de Verdragen, was,
„ omtrent den zelfden tyd, en met het zelfde
„ oogmerk, den Staaten, kwanswys, ter be-
„ waaringe aangebooden ; alzo men wel ver-
„ zekerd was , dat de Staaten, deezen voor-
„ flag omhelzende , zouden hebben moeten
9, blyven in den ftaat van werkeloosheid, waar-
„ in men hen , tot hiertoe , getragt hadt te
„ houden. Alle deeze poogingen hadden de
„ Staaten , nogtans , niet belet, om de Ko-
„ ningin van Hongarye, voor de eerfte reize
„ in 't jaar 1743, in gevolge van de Verdra-
„ gen, metmanfchap, teonderfteunen. Doch
„ dit was hun zo kwalykgenomen door Frank-
„ ryk , dat zy , in 't volgende jaar 1744, de
„ Oostenrykfche Nederlanden, die hun, vol-
„ gens de Verdragen , tot eenen voormuur
„ moesten dienen, en de vasce Steden zei ven,
„ met hun Krygsvolk bezet, hadden zien aan-
„ tasten , door de wapenen van zyne Aller-
„ christelykfte Mijefteit, die zig , nogtans,
„ by 't Verbond van den jaare 1717, verpiigt
„ hadt, hen, in deeze zo wel als in hunne
„ andere bezittingen , te zullen handhaaven.
„ Terftond hierna, hadden zy niet alleen ver-
„ klaard, dat zy het aantasten der Oostenryk-
„ fche Nederlanden aanzagen , als het aan-
„ tasten hunner Barriere; m ;ar zy hadden zy-
„ ne Allerchristelykfte Majefteit daarvan ge-
L 3                 5» zogt
-ocr page 168-
166 VADERLANDSCHE LXXVIII.Boek.
„ zogt af te maanen, door een plegtig gezant-
„ fchap. Doch alles was vrugteloos geweest.
„ De Oostenrykfche Nederlanden en hunne
,, gantfche Barriere waren , door de Franfche
„ wapenen, overweldigd: veelen van de voor-
„ naamfte Vestingen derzelve geflegt gewor-
„ den, en de Staaten dus, voor aitoos, enge-
„ noegzaam onherftelbaar , ontzet van eenen
„ voormuur, door zo veel goeds en bloeds
„ verkreegen , en door de plegtigfte Verdra-
„ gen bekragdgd. Hierby was 't niet geblee-
„ ven. Frankryk hadt den opftand begunftigd,
„ die, in Groot - Britanje, verwekt geworden
„ was, ten behoeve van den oudflen Zoon des
„ Pretendents , waardoor dit Ryk niet flegts
„ omgekeerd, maar ook de Godsdienst en Vry-
„ heii van den Staat in groot gevaar gebragt
„ geweest zouden zyn, indien dezelve gelukt
„ ware. En toen de Staaten, in gevolge van
„ de Verdragen, den Koning van Groot- Bri-
„ tanje , met eenige manfchap , onderfteun-
„ den , werdt zulks wederom zo kwalyk ge-
„ nomen door Frankryk, onder voorwendfel,
„ dat deeze troepen , in veroverde Steden ge-
„ legen hebbende , niet mogten dienen ; dat
„ men, hierop, goedvondt, het Verdrag van
„ Koophandel van den jaare 1739 in te trek-
„ ken en te vernietigen, en zis* niet meer ver-
„ bonden te houden aan het Cartel, op de uit-
„ wisfeh"ng der Krygsgevangenen, te vooren
„ opgeregt. De Koning, den fchyn nog wil-
„ lende geeven, dat hy de Vrede zogt, hadt,
„ in 't jaar 1745 , het houden eener algemee-
„ ne Byeenkomst voorgeflaagen. Doch de
,, Staaten , overtuigd , dat zulke Byeenkom,-
„ ften.
-ocr page 169-
LXXVIII. Boek. HISTORIE. \6?
„ ften zelden van vrugt waren , zo niet de 1747.?
„ verfchillende Mogendheden, eerst overeen- ■-
„ kwamen, wegens eenige voorafgaande Pun-
„ ten ; hadden eenen anderen en beteren weg
„ gekooren , van nieuws eenen buitengewoo-
„ nen Gezant zendende aan den Koning van
„ Frankryk , niet, gelyk men ten onregte
„ voorgat", met een heimelyk oogmerk , om
„ tyd te winnen ; maar met eene opregte be-
„ geerte , om de Vrede te bevorderen. Ook
„ bleek wel, uit de harde voorwaarden , die
„ de Koning den Staaten en derzelver Bond-
„ genooten wilde voorfchryven , dat hem de
„ handeling geen ernst was; behalve dat zulks
„ ook duidelyk te befpeuren was, na dat de
„ handeling overgebragt was naar Breda, heb-
„ bende zyne Allerchristelykfte Majefteit, eer
„ nog de Byeenkomst geopend ware, aanzoek
„ laaten doen by 't Hof van Portugal, om,
„ onder deszelfs bemiddeling, eene andere
„ Byeenkomst te beginnen , onder voorwend-
„ fel, dat hunne Hoog - Mogendheden niet
„ onzydig waren ; maar als eene oorloogende
„ Mogendheid moesten worden aangemerkt,
„ Ook hadt Frankryk de Gevolmagtigden der
„ Hoven van Weenen en Turin, over welker
„ belangen , nogtans , voornaamlyk , ftondt
„ gehandeld te worden , niet willen toelaaten
„ tot de Byeenkomst, en toen de Spaanfche
„ Gezant, hierop, zo wel voor deeze Gevol-
„ magtigden , als voor zig zelven, ernftelyk,
w aanhieldt, goedgevonden , de Byeenkomst.
„ plotfelyk af te breeken. Zodanig was de toe-
ftand der zaaken geweest, tot op het tydftip,
„ van den vyandelyken inval op den Staatfchen,
L 4
                     s, bo-
-ocr page 170-
ï68 VADERLANDSCHE LXXVIÏI.Boek
1747* „ bodem zelven. Men vondt, hierom , ten
------„ hoogfte vreemd, dat, van de Franfche zyde,
„ zó breed opgegeven werdt vandegemaatigd-
„ heid , omtrent de Staaten getoond , en van
„ 's Konings opregte begeerte tot eene algemee-
„ ne bevrediging. Men verftondt, hier, in te-
„ gendeel, dat een onaf hangkelyke Staat nooit
„ meer mishandeld zou hebben können worden,
jj dan de Staaten, door Frankryk, mishandeld
„ waren, om geene andere reden, dan om dat
„ zy zig niet hadden willen fcheiden van hun-
„ ne Bondgenooten , noch zig fchikken naar
„ Frankryks wille, tot hun eigen nadeel. De
„ inval op den Staatlichen bodem , die hierop
„ gevolgd was, moest als eene duidelyke Ver-
„ bondbreuk worden aangemerkt; alzo 't Ver-
„ bond van den jaare 1717 beloofde, de Staa-
„ ten te handhaavenin hunne oude bezittingen,
„ zo wel als in hunne Barriere , en 'er geene
„ Oorlogsverklaring voorafgegaan was: waar-
„ om dit Verbond moest worden aangemerkt,
„ als nog in wezen zynde. Te vergeefs poog-
„ de men deezen inval te billyken, doordeeze
„ twee redenen, dat de Koning zig, uit reden
„ van oorloge, moest zoeken te verzekeren in
„ 't bezit der overwonnen' Plaatfen, en dat de
5, Staaten aan 's Konings vyanden eene fchuil-
„ plaats verleend hadden op hunnen bodem, de-
3, zelven, daarenboven, op allerlei wyze, on-
„ derfteunende: want zo de eerße reden goldt,
„ dan zou 't vryftaan , altoos , in de Landen
,, zynernabuuren te vallen, tot dekkingzyner
j, eigene ; en 't ftreeven naar eene algemeene
„ heerfchappy op regt en reden gegrond zyn;
a, behalve, dat 'er geene noodzaakelykheid was,
,, om
-ocr page 171-
LXXVIILBoek. HISTORIE. 169
„ om in Staatsch Vlaanderen te vallen, tot dek- i747.
„ king van 's Konings overwinningen, alzo zig, ------
„ in deezen oord , niet een eenige van 's Ko-
„ nings vyanden bevondt. En wat de tweede
„ reden betrof; de Staaten hadden, in'tonder-
„ fteunen van 's Konings vyanden, niet anders
„ gedaan, dan waartoe zy zig, by de Verdra-
„ gen, verpligt hadden: zy hadden hunnen on-
,, derftand vermeerderd, toen hunne eigen' Bar-
„ riere aangetast geworden was, en zy hadden
„ hunne Bondgenooten, op hunnen Bodem ont-
„ vangen tot hunne eigene befcherming, en tot
„ herkryging van 't gene hun gezamenlykafge-
„ nomen was: al 't welke hun, volgens het Regt
„ der Volken, volkomenlyk vryflondt. 'tVer-
„ anderde de natuur der zaake niet, datdeKo-
„ ning last gegeven hadt, de ftrengfte Krygs-
„ tugt te onderhouden op den bodem van den
„ Staat; dathy den Godsdienst, Regeeringen
„ Koophandel niet zou ontrusten, maar veeleer
„ befchermen; en dat hy de ingenomen'Plaat-
„ fen zou aanmerken als een vertrouwd goed,
„ welk hy beloofde te rug te zullen geeven. De
„ vyandelyke inval zelf was 't ftuk, daar 't op
„ aankwam; en deszelfs onbehoorlykheid werdt
„ naauwlyks bedekt, door alle de fchoone be-
„ loften, waarmede men den zelven verglimp-
„ te. De ingezetenen van den Staat behoefden
„ geene andere befcherming, dan die van hun-
„ ne hooge Overheid. Wat vertrouwen kon
„ men ook Hellen in hen, die 's Lands fterkten
„ wegnamen, onder voorwendfel, van'tver-
„ trouwen der Staaten te zoeken ? Ook hadt
„ men, in Staatsch Vlaanderen, reeds bevin-
„ ding van de knevelaaryen en afperfingen der
L5                „ Fran-
-ocr page 172-
J70 VADERLANDSCflE LXXVIII. Boek,
„ Franfchen. En de belofte om de ingenomen'
„ Plaatlën te rug te zullen geeven, was duide-
„ lyk bepaald aan deeze lastige voorwaarde, dat
„ de Vereenigde Gewesten , vooraf, toonen
„ moesten, dat zy geenerlei onderftand verlee-
„ nen wilden aan de vyanden van Frankryk.
„ Men hadt, derhalve , de vervulling deezer
„ belofte niet te wagten, dan na dat de Staaten
„ zouden hebben afgeftaan van de voldoening
„ aan hunne verbindtenisfen : 't welk met de
„ regt vaardigheid ftreedt. Hiertoe hadt men de
„ Staaten , nogtans , reeds voorlang, getragt
„ te beweegen : en men voerde nog dezelfde
„ taal, die men, in den beginne, gevoerd hadt,
„ behalve , dat men dreigde de Republyk te
„ onder te brengen, zo zy Frankryk hierin niet
„ te wille was. Tot dus verre, hadt men het
„ antwoord op Frankryks eerfte Verklaaring
„ reeds in gereedheid gebragt, toen de Abt de
„ la Ville den Staaten, onverwagt, eenetwee-
„ de Verklaaring hadt doen overleveren; waar-
,, in zy niets gevonden hadden, welkeenigby-
„ zonder antwoord vorderde. Zy zagen 'er al-
„ leenlyk uit, dat Frankryk nog gezind bleef,
„ om op dezelfde wyze voort te gaan, met het
„ pleegen van geweld envyandelykheidopden
„ bodem van den Staat, onder de oude betui-
„ gingen van begeerte tot eene algemeene be-
„ vrediging. De Staaten verlangden, vandee-
„ ze begeerte andere blyken te zien, danwoor-
„ den. Hunne Bondgenooten haakten hier-
„ naar insgelyks. Gaarne zou men ondervin-
„ den , dat zyne Majefteit meer geraakt was
„ over de gemeene rampen , dan ingenomen
„ met de uitbreiding van zyn gebied. Doch de
« Wy-
-ocr page 173-
LXXVIII.Boek. HISTORIE. 171
„ blyken hiervan waren niet gelegen , in het 174?.
„ dwingen eener algemeene Bevrediging naar ——-
„ zynen zin , noch in 't aantasten van eenen
„ onfchuldigen Staat. Geweld kon , natuur-
„ lyk, niets dan geweld; vyandfchap niets dan
„ vyandfchap voortbrengen. De Staaten kon-
„ den, derhalve, door zulk een' nood geperst
„ zynde, niet anders, dan zig bedienen van de
„ middelen, hun, door God en de natuur ver-
„ leend, tot befcherming van hunne onderzaa-
„ ten, en van derzelver Vryheid en Godsdienst,
„ en wat hun verder dierbaar was. Zyfteunden
„ op de hulp des Almagtigen, en hadden voor,
„ geweld met geweld te keeren. Zy waren
„ egter niet van meening , met zyne Majefteit
„ van Frankryk te breeken; maar zogten alleen-
„ lyk tegen te gaan het ongelyk, welk hun en
„ hunnen onderzaaten, op zulk eene gevoelige
„ wyze , aangedaan was , terwyl zy genegen
„ bleeven , om te arbeiden aan de herftelling
„ der algemeene ruste en vrede , op redelyke
„ voorwaarden."
Van dit antwoord der Staaten, welk terftond
in 't licht kwam , werden afdrukfels gezonden
aan de buitenlandfche Staatsdienaars; met last,
om den Hoven, daar zy zig bevonden, te ver-
toonen, hoe veel belang alle de Mogendheden
van Europa hadden, om te voorkomen, dat de
verderfelyke grondregels, waarnaar het Franfche
Hof goedvondt te handelen,verdet wortel fchoo-
ten. Ook werdt den Raad van Staate, den Ad-
miraliteiten en den Oost-enWestindifchen Maat-
fchappyen aangefchreeven, dat de Staaten be-
flooten hadden, op de gronden, in dit antwoord
vervat, den Koning van Frankryk en deszelfs
on-
-ocr page 174-
i72 VADERLANDSCHE LXXVIII. Boek.
1747. onderdaanen alle mogelyke afbreuk te doen :
.------ waarnaar zy zig moesten fchikken (ƒ).
1V.         Zo hertig eene verklaaring toonde , dat het
DeSt'aa. den Staaten ernst was, zig, uit al hun vermo-
ten ver- gen, te kanten tegen de vyandelyke oogmerken
bieden an >t pranfche Hof. Zy hadden, om hiertoe te
den uit- ,        , „ ,_ ^              J ,         ' .
voer van beter m Haat te zyn , reeds voor eenige maan-
Wapen- den , den uitvoer van allerlei wapentuig , ge-
tuig en fchut, krygsbehoeften, fcheepsbouwftoffen en
b^uwftof- Paarc*en verbooden. Ook hadden ze bevolen,
fen, den den derden man van alle uitvaarendefchepen te
invoer ligten, voor de twee eerfte reizen, welken de-
van Fran- zelven, binnen 't jaar, doen zouden, of veertig
reiT In't §u^ens *n ^e P^aats- D°cn weinige weekenna
verzeke- dat het antwoord op Frankryks verklaaringen
ren op in 't licht gekomen was , werdt het invoeren
Franfche Van alle Franfche Wynen, Brandewynen, Sui-
goefdehren ker, Siroop, Papier en Zout, by openbaaren
pen# e" Plakaate, ftrengelyk, verbooden. Het voeren
van Contrabande goederen naar Frankryk werdt
insgelyks ongeoorloofd verklaard: 't welk niet
byzonderlyk hadt behoeven te gefchieden, zo
de Staaten niet hadden willen aangezien worden,
als waren ze nog niet in openbaaren oorlog getre-
den met Frankryk. Om dezelfde reden werdt
ook den Franfchen Kaaperen het inloopen in de
havens deezer Landen ontzeid, en den ingeze-
tenen van den Staat verbooden, eenige fchepen
aan Franfchen te verhuuren. Het verzekeren,
hier te Lande, op Franfche fchepen en goede-
ren , waarby men, geduurende den oorlog, reeds
veel geleeden hadt, werdt, insgelyks, verboo-
Kaapery den. Tot aanmoediging der Commisfievaart op
de
(ƒ3 Rcfol, Gener« Martis 7 Novemb. 1747.
-ocr page 175-
LXXVIILBoek. HISTORIE. 173
de Franfchen, werden, daarbenevens, merke- 174^
lyke Premien beloofd aan zulken , die eenig ------
Fransch Oorlogsfchip of Kaaper veroveren of op de
vernielen zouden; of eenig fchip, welk door de *ran"
Franfchen op de ingezetenen van den Staat ver- aangg.
overd was, herneemen. De Franfche Koop vaar- inoe-
dylchepen, genomen wordende door Koop- of d«g<*.
Commisfievaarders van den Staat, werden den
neemeren geheel toegelegd. Doch deeze aan-
moediging hadt de uitwerking niet, die 'er, by
veelen, van verwagt werdt. Het jaargetydeliet
niet toe, dat men thans fterk viel aan't uitrus-
ten van Kaapers. Ook werdt de lust hiertoe ge-
ftremd, door de aanhoudende handelingen over
eene algemeene bevrediging. Men bragt, hier-
om , nmr twee of drie Kaapers in zee, die den
Franfchen kleinen afbreuk deeden. Ondertus-
fchen, werden verfcheiden'HollandfcheKoop-
vaarders, die op de t' huisreize waren, genomen
door de Franfchen , en voor goeden prys ver-
klaard, 't Verbod van den invoer der Franfche
waaren deedt Frankryk, gewoon een groot ge-
deelte derzelven, hier te Lande, teflyten, veel
meer nadeel, en bragt niet weinig toe, om het
Franfche Hof te doen neigen tot de Vrede, die,
eerlang, getroffen werdt.
           >
Doch men ontving, in Slagtmaand, eenety- V.
ding uit het Noorden, die nog meer toebragt, ^usIa"J
om Frankryk van maatregels te doen verande- Ger°ot.c'
ren. De Koning van Groot-Britanje , en de Brkanje
Staaten der Vereenigde Gewesten waren, ein- en den
delyk, overeengekomen met de Keizerinne van Staaten
Rusland , omtrent het verleenen van zevenen- ^^J^'
dertigduizend vyf honderd man Rusfifche hulp- duizend
troepen, die, in verfcheiden'kolommen, waar manhuip-
van ,r®eP«P-
-ocr page 176-
ï74 VADERLANDSCHE LXXVIII.Boek.
1747. van de eerfte , nog voor 't einde des jaars, op
-..... 'n, weg zou liaan, zouden optrekken naar de Ne-
derlanden. De Staaten hadden, na't vertrek van
den Ambasfadeur de Dieu , de handeling over
deezen onderftand toevertrouwd aan hunnenRe-
fiient de Swart; die veel hadt toegebragt, om
de Overeenkomst te doen fluiten. Ook was men,
na dat de Staaten van Holland indeuitfchryving
der milde Gifte bewilligd hadden, beter in ftaat
geweest, om te helpen draagen indezwaareon-
derftandgelden, welken men aan Rusland moest
opbrengen. Zy waren op driehonderdduizend
ponden fterlings in 't jaar vastgefteld , behalve
nog eenhonderd en vyftigduizend Ryksdaalers
eens, tot de onkosten van den optogt; in wel-
ke beide fommen , de Staaten de helft draagen
moesten. Het Franfche Hof deedt veel moei-
te , om de Duitfche Vorften te vervullen met
argwaan over den optogt der Rusfer. In Duitsch-
land werden, ten dien einde, Gefchrifcen ver-
fpreid , uit welken klaarlyk te befpeuren was,
dat deeze optogt Frankryk ten hoogften mis-
Gezant- haagde (g ). De Staaten, onlangs, den Graaf
fchapnaarVan Bentink , Heer van Rhoon en Pendrecht,
de H°ven in buitengewoon Gezantfchap, hebbende afge-
den en vaardigd naar het Hof van Groot-Britanje, had-
Beriyn. den aldaar ook eene Overeenkomst geflooten,
opzigtelyk op de beweegingen van den aanftaan-
den veldtogt Wat laater, zonden zy den Graaf
van Gronsfeld-Diepenbroek
naar het Hof van iier-
lyn, om hun geJiag, tenopzigte van Frankryk,
aldaar te regtvaardigen, en om den Koningvan
Pruisfen, ware 't mogelyk, nader te verbinden
aan
(S~) Vuïiz RoussiT Recueil, Tem. XX. p, m&fuiv.
-ocr page 177-
LXXVIII. Boek. HISTORIE. 175
aan de belangen der Vereenigde Gewesten (>5_). 1747.
Alles fchikte zig, derhalve, om Frankryk te ver- ■■ < 1
pligten tot het aanneemen van billyke voorwaar-
den eener algemeene bevrediging.
Op den twaalfden van Wintermaand , ont- vi.
ftoi dt, hier te Lande, een geweldige ftorm uit Hevige
der. Zuid-en Noordwesten, waardoor zeer veele Su>rm*
fchade gefchiedde aan huizen en fchepen, met
naame in Holland en Zeeland. Ook veroor-
zaakte de zwaare ftortregen, die den ftorm ver-
zeld hadt, zulk een hoog water in de rivieren,
dat de Dyken in Gelderland, hier en daar, be-
zweeken, 't welk kleineoverftroomingenmaak-
te aan fommige oorden Terwyl de ftorm duur-
de, hadt men opgemerkt, dat de Zee, by aan-
hoüdinge * en ^wre "boven den gewoonlyken
tyd, geëbt hadt langs 4eezekusteiW--: -
Voor 't einde des. jaars 4 gaf zytte Hoogheid, De zwam
die, in Wynmaand, het Leger in StaatschBra j"hp'rfn,
bant bezigtigd hadt (/), den Staaten van Hol- fesfe yaJ
land, onder anderen, kennis, dat de Koningk- Oranje
lyke Prinfes, zyne Gemaalin, zig zwanger be w<ydt
vondt. De Staaten gaven, hierop, bevel, om, „e^"^
in alle de openbaare Kerken , God te bidden,
„ dat hy haare Koningklyke Hoogheid, inhaa-
„ ren gezegenden ftaat, voorlpoediglyk, wilde
„ doen voortgaan, haar, ten zynentyde, eetie
„ gelukkige verlosfing geevende, ten beste van
„ Land en Kerke, en van het doorlugtig Huis
„ van zyne Hoogheid (£)."
De ftaat des oorlogs in Italië was, in 't begin vir.
van Staat des
(Ä) Refol. Holt. 18 iVflv. 1747. U. 766. Notul. Zeel. 5, 7
Dec. 17/17. bl. 93«, 945.
CO Refol- Holl. iXOftob. I7'7- W. 79%.
C*) Refol. Holl. 83 Dtc. 1747- W 95°-
-ocr page 178-
175 VADERLANDSCHE LXXVIII. Boek.
1747. van den veldtogt deezes jaars, ten voordeele
-------der drie Kroonen, veranderd, na dat Genua de
Kry?s in Oostenrykfche bezetting verdreevenhadt, op't
Iiaiie* einde des voorleeden jaars. De Graaf 'van Schut-
kmburg,
die over de Oostenrykfche troepen ge-
boodt, hieldtdeeze Stad belegerd ; terwyl de
Maarfchalk de Bel-isle zig, in Bloeimaand, mees-
ter maakte van de Eilanden v*n S.Margareeten
S.Honorat op de kust van Provence; waarin hy
tot hiertoe, door het Engelsch Esquader, onder
den Admiraal Bing , verhinderd geweest was.
Sedert over de Var getrokken, noodzaakte hy
den Graaf van Leutrutn , die het bevel voerde
over de Sardinifche manfchap, in 't Graaffchap
Nizza te rug te wyken. Hy veroverde, kort
hierna, defterkteMontalban, en de Steden Vil-
lefranche en Vintimiglia. De togt over de Var
hadt, midlerwyl, den Graaf van Schuilemburg
genoodzaakt, om het Beleg van Genua op te
breeken, en't gefchut in te fcheepen, om zig,
met de troepen, te voegen by het Leger onder
den Koning van Sardine, welk, byExiles, ver-
fchanst lag. De Maarfchalk de Bel - isle nam ,
hierop, hetbefluit, om den Koning van Sardinië
aan te tasten , eer de Graaf van Schuilemburg
zig by hem voegen kon. Hyzondtzynen Broe-
der, den Ridder de Bel-isle, met eenige man-
fchap , derwaards, die, den negentienden van
Hooimaand , aanviel op de verfchanfingen des
Konings van Sardinië; doch met groot verlies
afgeflaagen werdt. De Ridder zelf fneuvelde
in 't gevegt. 't Gelukte, federt, het vereenig-
de Spaanfche en Franfche Leger, Ventimiglia,
welk meteen beleg gedreigd werdt, te voorzien
van volk en voorraad, en de Sloten Zavatarello
en
-ocr page 179-
LXXVIlI.BoEK. HISTORIE. 177
en Nebliant te veroveren. Het ongunftig jaar- 1747,
getyde verhinderde het voortzetten des oorlogs-------
in Italië. De Franfche en Spaanfche troepen
betrokken de Winterkwartieren in Provence en
in 't Graaffchap Nizza (l): de Oostenrykfchen
en Sardinifchen, in Piemont en in eenige Plaat -
fen van den Staat van Genua. De Hoofdftad
van deezenStaa* wasegter, geduurende deezen
veldtogt, gelukkiglyk, verlost geraakt van een
lästig beleg.
Na't af breekender Vredehandelinge te Breda VW.
hadtraen, in't gemeen, geringe verwägting vän Overeen«
de Byeenkomst te Aken, die langzaam geopend ,„gfi."en
werdt. Ojk werdt de Winter by de Bondge- de Kei-
nooten , zo wel a!s aan 't Franfche Hof, be- zerinne,
fteed, met raadpleegingen op den aanftaanden Groot-
veldtogt. Men trof, tusfchen de Gevolmagtig- UïïS*
den der Keizejinne-Koninginne van Hongarye, en de
der Koningen van Groot- Britanje en Sardinië, Staaten*
en der algemeene Staaten, op den zevenentvvin- l7^b
tigften van Louwmaand des jaars 1748 , eene-----—
Overeenkomst in den Haage, waarby men zig
verbondt „ om honderd twee - en negentigdui-
„ zend man in 't veld te brengen, in de Neder-
a, landen; waartoe de Keizerin - Koningin zes-
„ tigduizend, de Koning van Groot-Britan je en
,, de Staaten ieder zesenzestigduizend man be-
a, loofden te zullen leveren , onder welken de-
„ zevenendertigduizend vyf honderd manRus-
„ fifche troepen, die tegen de Lente in de Ne-
„ derlanden verwagt werden,begreepen zouden
„ zyn. Wegens't opperbevel over dit Leger,
„ zou
(O MemoJr. pour l'ttift. de 1'F.iirope, Tnm. TH. P. II. p.
150—170, 205 — 217. 11. RoLt Re^ircf. oi' tWc late Y¥ar9
Pol IV. p. 455 — 47i.
XX. Deel.             M
-ocr page 180-
i?8 VADERLANDSCHE LXXVIII. Boek-
1748. ȕ zou men nader overeenkomen Ook zou de
.
         „ Vereenigde Saat tien of twaalf Oirlogsfche-
„ pen voegen by de Engelfche Vloot, tot af-
„ breuk der Franfchcn. In Italië, zou de Kei-
„ zerin-Koningin zestigduizend, de Koning van
„ Sardinië dertigduizend man leveren. DaKo-
„ ning van Groot-Britanje zou niet alleen, ge-
„ lyk in 't voorleeden jaar, dertig Ooriogslche-
„ pen onderhouden, om de krygsbeweegingen
„ op de Kuiten van Frankr\ k en Italië te be-
„ vorderen; maar ook de Keizer -Koningin,
„ met vierhonderdduizend, en den Koning van
„ Sardinië , met driehonderdduizend ponden
„ fterlings, onderfteunen. De Staaten en de
„ Prins vän Oranje verbonden zig ook, om al
„ hun aanzien aan te wenden, bydebyzondere
„ Gewesten, om dezelven. tor het vol ioen der
„ agterftallige onderftandgelden , daar onder
„ begreepen eenen van nieuws ingewilligden
„ onderftand van vyftigduizend ponden iter-
„ lings, te verpligten."
Uic deeze overeenkomst, die, kort na datzy
geflooten was, gemeen gemaakt werdt, fcheen,
zo zy by tyds hadt können ter uitvoeringe ge-
bragt worden, een felle kryg in de Nederlanden
te wagten te zyn. In Frarkryk waren hierroe ook
de vereischte toebereidfels gemaakt. De Maar-
fchalk , Graaf van Saxen, begaf zig, vroeg in 't
voorjaar, naar 't Leger in de Nederlanden, om,
met den Graave van Löwenthaü, die, na 't vero-
veren van Bergen op Zoom, ook tot Maarfchalk
van Frankryk verheeven was, teraadpleegen op
de beweegingen van den aanftainden veldtogt.
Ia Sprokkelmaand, flooten de Staaten ook eene
overeenkomst met den Hertoge van Brunswyk-
Wol-
-ocr page 181-
LXXVilLBoEK. HISTORIE. 179
Wolfenbuttel, waarby deeze zig verbondt, om 1748.
hun vierduizend man by te zetten (m)
Midier wyi, was de Vredehandeling te Aken, ]x.
in Lentemaand, aangevangen. De Koning van Aanvang
Frankryk hadt tot zyne Gevolmsgtigden op de- der Vre-
zelve benoemd den Graaf van S Severin d Ar- dehande-
ragon en den Heer de la Pon e uu ïht il: deKo Aken."
ning van Groot- Britar je den Graaf van Sand- Gev'oi.
wich en den Ridder Thomas Robinfon : de Kei- magtig-
zerin-Koningin den Graaf van Kau ni^ Rittberg: den °P
de Koning van Spanje Don Jakob Masfonas de eze v *■
Lima en Sotto Major; en üe Koning van Sardi-
nië den Ridder O/brio en den Graaf van Chavan-
nes , zyne Staatsdienaars te Londen en in den
Haage. Van wege de Staaten, verfcheenen, eer-
lang, op de ByeenkomstteAken, de Graaf van
Bentink, Heer van Rhoon en Pendrecht, de Ba-
ron van Wasfenaer, H^r van beide de Katwy-
ken, Gerard Arnoud Hasfelaer, Schepen en Raad
der Stad Amfterdam (n). de Baron van Borsfele
van der Hooghe, eerlte Edele van Zeeland, en
Onno Zwier van Haren, wegem Friesland, af-
gevaardigd in den Raad van Stante. De Hertog
van Modena zondt den Graaf'van Monzone, en
de Republyk van Genua den Maikgrastf' Francis
Doria
naar Aken, om voor hunne belangen op
de Vredehandelinge te zorgen, 't Bleek haast,
dat de voornaamfte handelende Mogendheden,
hoe zeer zy zig fcheenen te bereiden tot het
voortzetten des oorlogs , inderdaad , geneigd
waren tot vrede. Men hieldt zig, nimmer, op
cenige algemeene Vredehandeling , minder op
met
C»0 Zie het Traft, getekend I Febr. 1748.
f«) Refol. Holl. 9, 15 Dec. 1747. il. B64, 895. 94 Ftir,
1748. bl. 2Z£.
M 2
/
-ocr page 182-
i3o VADERLANDSCHE LXXVIII.Boek.
1748. met het regelen van uiterlykheden , dan op de
:------- Byeenkomst te Aken ( o ). De Franfche, En-
gelfche en Staatfche Gevolmagtigden kwamen
ook , in korten tyd, overeen, wegens eenige
voorafgaande Punten , waarin de andere Mo-
gendheden , fpoedig, bewilligden. De Prins
van Oranje, die, niet lang na zyne verheffing,
kennis gekreegen hadt van de punten, dentwin-
tigften van Grasmaand des voorleeden jaars, te
Breda ontworpen (p), was volkomenlyk over-
tuigd , dat de Staat vrede behoefde, en keurde
goed, dat deeze punten ten grondllag der han-
delinge te Aken gelegd werden.
X.
         Doch eer 't zo ver kwame, was de veldtogt:
Opening geopend in de Nederlanden. De vereenigde
vanden troepen hadden 't, een-en andermaal, toege-
ind^Ne-kgd °P ket onderfcheppen van de Franfche
■ierianden.geleiden , die naar Bergen op Zoom trokken,
alwaar groot gebrek was : ook was 't hun, nu
en dan , fchoon fomtyds niet zonder merkelyk
verlies, gelukt. Maar de Maarfchalk van Saxen
ondernam, eerlang, iet van meer gewigt. Voor
't einde van Lentemaand, deedt hy 't Franfche
Leger byeentrekken . omtrent de Dyle en de
JNeethe , dreigende Breda of Steenbergen met
een beleg. De troepen, die in de drie Bisdom-
men overwinterd hadden, braken ook op naar
den kant van Henegouwen en Brabant: waar-
om fommigen vermoeden kreegen, dat men
De Fran- 't op Luxemburg gemunt hadt. Het Leger
fóien be- jer ßondgenooten hadt zig, ondertuslchen, te
Maas6velc*e Degeven» en ftondt omtrent Breda, om
'wicht.
dee-
(») Zie 't Regiem. op'tCeremon. in deEurop.Merc. Jan.—
Juny 1748. bl. 341.
C«) Zk hier voors II. 53.
-ocr page 183-
LXXVllI.BoEK. HISTORIE. 181
deeze Stad en de grenzen van Holland te dek- 1748.
ken, toen de Maarfchalk van Lö wenthall, onver---------
hoeds, optrok naar den Maaskant, en eerlang,
omtrent het midden van Grasmaand, het beleg
floeg voor Maastricht. De Generaal Chanclos,
met eenige Duitfche manfchap, omtrent deeze
Stad gelegerd, week, op't naderen van'tFran-
fche Leger, over den Stroom. L ó wenthall hadt
zig, ter regterzyde der Riviere, aan den kant
van Wyk, nedergeflaagen. De Maarfchalk van
Saxen was, met het gros des Legers, getrok-
ken naar Luikerland , en hadt zig , ter lin-
kerzyde der Maaze , voor de Stad , gelegerd.
De loopgraaven werden, den vyftienden, des
avonds, geopend, ter wederzyde der Riviere.
De belegerden vuurden zo hevig op de Fran-
fchen, dat 'er hun arbeid zeer door verhinderd
werdt. Ook veroorzaakte het flegte weder, dat
zy j in 't eerst, luttel vorderden, 't Beleg werdt
nogtans, naar dekonst, voortgezet, tot op den
derden van Bloeimaand: wanneer de Bevelheb-
ber , Baron van Ailua , bevel ontving van den
HertogevanCumberland, die over'tvereenigd
Leger geboodt. om d e Stad over te gee ven, in-
dien hy de gewoonlyke krygseer bedingen kon
voor de bezetting ( q ).
De Staatsdienaars der Hoven van Weenen, XF.
Londen en Turin, en die der algemeene Staa- ?^aar!i
ten, te Aken, waren, reeds voor 't einde van ^ han.
Lentemaand, afgefproken, dat zy geeneafzon- deling
derlyke voorflagen doen of hooren, maar , in Aken.
alles, uit eenen mond fpreeken zouden. Doch
de
(<k) R. RotT Uepref". of tlie late War. Vol. IV. p. 549-5*3.
Mtuioiï. pour ri-Iift. ds 1'Europe, Tom. III, P, II, p, 219-2(81.
M 3
-ocr page 184-
iS2 VADERLANDSCHE LXXVIII. Boek.
,7+g. de Franfche Gevolmagtigde , Graaf van S. Se-
„___ verin, fcheen, in 'teerst, ongeneigd, oti de
onderhandelingen te beginnen , voor dat de
Gevoltnagtigden van Spanje en Modena aan-
gekomen waren. Ook bleek , uit eenige by-
zondere gefprekken, dat de Graaf van Kaunitz
ongaarne zien zou , dat men zig verbonde tot
het handhaaven der bezittingen des Kouings
van Pruisfen ; 't welk , door den Graave van
Sandwich , voorgeflaagen was. De Staaten
zelven fcheenen hiertoe niet te zullen komen,
ten ware die Vorst zig ook , van zyne zyde,
tot de handhaavinge hunner bezittingen ver-
pligtte. Met den Gevolmagtigde van Genua,
ontftondt ook eenig verfchil over 't eerbewys,
welk hy van de andere Gevolmagtigden vor-
derde, en waarin hy oordeelde, met de Staats-
dienaars van gekroonde Hoofden en van de Ver-
eenigde Nederlanden , gelyk te moeten ftaan.
Eindelyk , verftondt men , te Aken , op den
vierentwintigften van Grasmaand , dat de Kei-
zerinne van Rusland een' Staatsdienaar begeer-
de te zenden op de Vredehandeling. 't Lie;
zig , derhalve , aanzien , dat deeze handeling
niet fpoedig r.floopen zou. Den drie - entwin-
tigften, hadt de Gra;f van S. Se verin nog uit-
drukkelyk verklaard , dat hy de onderhande-
lingen niet zou beginnen , zo lang 'er de Ge-
volmagtigde van Genua niet by ware. Doch
't leedt naauwiyks twee dagen, of hy verklaar-
De voor-de regt het tegendeel. De Graaf van Sard-
afgaande wjc}1 en een der Staatfche Gevolmagtigden tra-
de'vrede' ^en » teT^on^ daarna , met hem in onderhan-
worden deling over eenige voorafgaande punten , die
getekend, door de Franfchen ontworpen , en door zyne
Hoog-
-ocr page 185-
LXXVIII.BoEK. HISTORIE. 183
Hoogheid, en twee voornaame Staatsdienaars 174&.
in den Haage goedgekeurd waren : en op den ------
dertigften was men reeds eens, om deeze pun-
ten, zo zy door den Graave van Kaunitz wer-
den afgekeurd, gelykgefchiedde, doorde Fran-
fcheit, Engelfchen en Staatfchen, afzonderlyk
te doen tekenen. Een der Staatfchen, in aan-
merking neemende, dat deeze punten, in meer
dan t'én op/Jgt, nadeeliger waren, dan het ont-
werp, welk te Breda op't papier gebragt was,
maakte zwaarigheid om dezelven te tekenen.
Doch het dringen van den Graave van Sand-
wich ; de tyding , dat de Franfchen Bergen
op Zoom Hegten zouden binnen drie dagen,
en de verzekering dat zyne Hoogheid de pun-
ten goedkeurde , haalde hem over tot het ge-
voelen der meerderheid. Men kwam dan, nog
dien zelfden avond, ten negen uuren, byeen,
aan de wooning van den Graave van S. Severin.
Men hadt, reeds te vooren. gevorderd, dat de
ftilftand van wapenen, welke , by de vooraf-
gaande punten, beraamd was, ook ui'geftrekt
werdt tot het beleg van Maastricht, welk
men verftondt te moeten opgebroken worden.
Doch de Graaf van S. Severin hadt rondelyk
geweigerd, eenen ftilftand van wapenen te flui-
ten , op zulk een' voet. Hy oordeelde, dat het
beleg van Maastricht voortgaan moest, onaan-
gezien men , elders, ftilftand van wapenen
hadt. En de Bondgenooten , welker Krygs-
magt in de Nederlanden op verre na zo groot
niet was , als zy , volgens de Overeenkomst,
in Louwmaand getroifen , zyn moest, befloo-
ten, eerlang, te bewilligen in 't gene, van de
Franfche zyde, gevorderd was. De Engel-
M 4                  fcheH
-ocr page 186-
i84 VADERLANDSCHE LXXVIIÏ. Boek. »
1748. fthen en Si-aatfchen waren ook, inderdaad, af-
------ geoorloogd. De Graaf van Sandwich, die, zo
men my verzekerd heeft, t' eenigen dage, niet
fchroomde te zeggen „ dat hy, te Breda zynde,
„ last gehad hadt, om niet te fluiten; maar om
„ de Franfchen, die toen de Vrede zogten, door
„ het maaken vanzwaarigheidopzwaarigheid,
,, op te houden," verklaarde nu, datzynHof
den kryg niet tonder voortzetten kon , en ge-
brek kreeg aan credit. Wat de Franfchen be-
treft ; de nadering der Rusfen en Zwitfers, en de
gelegenheid om Kaap Breton te rug te krygen,
fchynt hen verfterkttehebhenindevreedzaame
gedagten, die zy te Breda gehad hebben. De
Staatsdienaars der drie Mogendheden , Frank-
ryk , Groot-Bricanje en de Staaten, tekenden
de voorafgaande punten, des nagts na den der-
tigften van Grasmaand. Zy werden, den vol-
genden dag , door den Graave van Bentink ,
die zynen weg door 't vereenigd Leger nam,
Inhoud naar den Haaëe overgebragt By dezelven,
derzel- „ werden de Verdragen van Westfaale , van
ven. n Breda van 't jaar 1667, van Madrid, tusfchen
„ Spanje en Engeland , van 't jaar 1670, van
„ Nieuwmege, Ryswyk, Utrecht en Baden,
„ en het Viervoudig Verbond van den jaare
„ 1718 , ten grondflag gelegd en bekragtigd,
„ in alles, waarin, by de tegenwoordige Pun-
„ ten, geene verandering gemaakt was. Men
„ verbondt zig , de Plaatfen , in Europa, en
„ in Oost- en Westindie , federt den aanvang
y, des tegenwoordigen ooilogs, op eikanderen
„ veroverd , te rug te zullen geeven , in den
s, ftaat, waarin zy zig tegenwoordig bevon-
fg den. Duinkerken zou, van de landzyde,
„ ver-
-ocr page 187-
LXXVIII.Boek. 'HISTORIE. 185
„ verfterkt blyven, gelyk het tegenwoordig 1748.
„ was, en van den zeekant op den voet der ------
„ oude Verdragen. De Hertogdommen Par-
„ ma, Piacenza en Guaftalla, zouden den In-
„ fant Don Filips worden afgedaan ; doch zo
„ hy zonder kinderen overleedt, of zo de Ko-
„ ning der beide Sicilien de Kroon van Spanje
„ verkreeg , zouden ze wederkeeren aan den
„ tegenwoordigen bezitter. De Hertog van
„ Modena zou in 't bezit zyner Staaten her-
„ fteld worden. Ook de Republyk van Genua
„ in alles, wat zy, voor 't jaar 1740, bezeten
„ hadt. De Koning van Sardinië zou blyven
„ bezitten , 't gene hy , van ouds en tegen-
„ woordig, bezat, met naame het Vigevanee-
„ fche, het gedeelte van 't Pavifche en 't Graaf-
„ fchap Anghiera, in 't jaar 1743 verkreegen.
„ Frankryk en de Staaten verbonden zig , om
„ den Koning van Groot-Britanje, die, als
„ Keurvorst van Hanover, eenige eifchen op
9, Spanje hadt, en in deeze hoedanigheid , in
„ dit Verdrag , begreepen was , door hunne
„ goede dienften , te zullen helpen aan vol-
„ doening. Het Verdrag van Aifiento vanden
., jaare 1713 , en de overeenkomst, wegens
„ het jaarlyksch Zuidzee-fchip; ook het punt
„ uit het Verbond van den jaare 1718 , waar-
„ by de handhaaving der opvolginge in 't Ryk
„ van Groot-Britanje werdt beloofd , werdt,
„ by dit Verdrag, bevestigd. De Prins , die
„ tot de Keizerlyke waardigheid verkooren
e, was , zou voor Keizer erkend worden van
„ alle de Mogendheden , die hem nog niet
„ erkend hadden. De flilftand van wapenen
„ zou beginnen , te lande, z«s weeken na de
M 5
                    » te-
-ocr page 188-
i86 VADERLANDSCHE LXXVIII. Boek.
1748. „ tekening van du Verdrag, en ter zee, even
--------„ ais by hst Verdrag 'an W pirifchoifi ig, in
„ den jtare 1712 , tui-fchen Frankryk en En-
„ geluid geflooten , geregeld was. Al'e de
„ M jgeridhe ien. weken, by het tegenwuor-
„ dig Verdrag, belang rekenden, zouden, op
„ de beste wy/.e mogelyk, belooven, dePrag-
„ mat ik e Si< &ie te zullen handhaaven. De
„ Koning van Pruisfen zou ook , door dezelf-
„ de Mogen ihaden , gehandhaafd worden in
„ het Hertogdom Silezie , en in 't Graaflchap
„ Giatz, gelyk het. tegenwoordig, door hem,
,, bezeten werd. Di eifchen van den Keur-
„ vorst van de Pilts op het Leen van Piein-
„ fting, d? verfcMUen over 't Groot-Meester-
„ fchip djr Ridderorde van 't Gulden Vlies,
„ ovsr de S:reeken, in Henegouwen ingefloo-
„ ten , over de Abtdye van S. Hubert, over
„ de nieuwe Pothuizen, en eenigediergelyken
,, zouden, opdealgemeeneByeenkomst, wor-
Geheim ,, don verhandeld." Voorts was, by een geheim
Punt. Punt, vastee field „dat, in geval de belangheb-
„ bende M.jgendheden zwaarigheden maakten,
„ om de voorafgaande Punten aan te neernen,
„ en ter unvoeringe te brengen , Frankryk,
„ Groot- ritarje en de Staaten, onderling, de
„ kragtiglle middelen beraamen zouden , om
„ dezelven te doen naarkomen , zullende de
„ Mogendheden, welken, tegen verwagting,
„ weigeren mogten dezelven te aanvaarden,
„ geen genot hebben van de voordeden, haar
„ daar by toegelegd (r)." De GraafvanKau-
nitz - Rittberg weigerde, inderdaad, de vooraf-
gaan-
O) Peiez RowssET Recueil, Ttm. XX. f. 158.
-ocr page 189-
LXXVIII.Boek. HISTORIE. 187
gaande Punten aan te neemen, en protesteerde, 1743.
eerlang, openlyk, tegen 't gene dezelven be- ------
helsden, ftrydig met het blang der Keizerinne-
Koninginne. Alleenlyk , boodt hy aan , te
bewilligen in den afftand aan den Infant Don
Filips , tot dat hy, by 't openvallen der troo-
nen van Spanje of beide de Sicilien , gelegen-
heid krygen zou , om in een van deer-e twee
Ryken op te volgen , rnids daartegen te niet
gedaan wierdt de afftand , by 't Verdrag van
Worms gedaan, aan den Koning van Sardinië ;
alzo men daarmede , alkenlyk . beoogd hadt,
te voorkomen , dat het Huis van Bourbon zig
vestigde in Italië ( j). Doch alzo de Koning
van Sardinië niet te beweegen was, tot het om-
helzen van deeze voorwaarde , moest de Kei-
zerin-Koningin, eerlang, befluiten, om in de
voorafgaande Punten , gelyk ze lagen , te be-
willigen. Wyders , hadden de Sraatsdienaars
van Groot - Britanje en de Staaten , ten dage
van het tekenen der voorafgaande Punten, ee-
ne Verklaaring getekend , inhoudende ,. dat,
„ fchoon by die Punten niet byzonderlyk ge-
„ waagd was van de Verdragen, voorheen tus-
„ fchen Frankryk en de Staaten , en tusfchen
,, Spanje en de Staaten geflooten , zy egter in
„ de verwagring waren . dat de Verdragen
„ met Frankryk en Spanje , en byzonderlyk
„ dat met Frankryk van den jaare 1739, zou-
„ den vernieuwd ; en van wege Spanje , al-
„ les aan de Staaten vergund worden , voor-
„ al in opzigt van de vrye Vaart in de West-
„ indien, wat aan Groot - Britanje , of aan
„ ee-
(j) Rousset Tem, XX- p- »66'
-ocr page 190-
i88 VADERLANDSCHE LXXVIII.Boek:
1748. » eenig ander Volk zou worden toegedaan,
—— „ het punt van de Asiiento en het jaarlyksch
„ Zuidzeefchip alleenlyk uitgenomen. Dat
„ zy ook ftaat maakten , dat Frankryk nog
„ een Punt by de voorafgaande Punten zou
„ laaten voegen , volgens welk, de Plaatfen,
„ door Frankryk op de Staaten veroverd, ter-
„ ftond na de tekening van dit Punt, in den
„ ftaat, waarin zy thans waren , te rug gege-
„ ven zouden worden , waarna het weder-
„ zydsch verbod van Handel zou worden in-
„ getrokken (*)•"
XH.
        Men hadt, in Holland , nog geene tyding
De Prins vatl ilet tekenen der voorafgaande Punten, toen
iTtreUt" de P^ns» den eerften van Bloeimaand, uit den
naar 't Haage, naar 't Leger vertrok (») : by welke
Leger, gelegenheid , de Staaten zyne Hoogheid, vol-
gens gewoonte in diergelyke gelegenheden ,
gemagtigd hadden , om zodanige fomme uit
de Secrete Correspondentie-penningen te gebrui-
ken, als hy, voor den dienst van den Lande,
noodig zou agten (y). 't Gemeen was toen in
de verwagting van eenen veldflag , tot bevor-
dering van 't ontzet van Maastricht, hoewel
eenigen 's Prinfen vertrek hielden voor een te-
ken der naderende Vrede. Ook kwam zyne
Hoogheid , te Breda , tyding gekreegen heb-
bende van het tekenen der voorafgaande Pun-
ten , binnen weinige dagen, in den Haage, te
Zyne ern-rug. Midlerwyl was 'er eene Aanfpraak ver-
ftigever fpreid in opetibaaren druk , die voorgegeven
aari!!g
                                                          werdt,
£*) Oipie de Ia Dcclar. des Winiftr. de Ia Grande Bret. &
de la Reimblique
iln 30 AvrU,
f«") Refol. Huil. 3c April 1748. U. 409.
(v> R-lbl. Huil. 15
iSiay 1748. bl. 433.
-ocr page 191-
LXXVIII. Boek. HISTORIE. 189
werdt, door den Prinfe, voor zyn vertrek, aan 174S;
den Raad van Staate gedaan te zyn. Zy be----—
helsde eenige ongewoone bewoordingen : on- tefe'en
der anderen , zou de Prins het Leger van den ^^znr
Staat zyn Leger , 's Lands Ingezetenen zyne op zyn'ea
Onderdaanen genoemd hebben. Doch zyne naamver-
Hoogheid toonde zig zo misnoegd , over 't fpreid.
verfpreiden van diergelyk een ituk op zynen
naam , dat hy , in openbaaren druk , verklaa-
ren deedt „ dat hy , nimmer gewoon , de be-
,, naaming van Onder daanen te gebruiken van
„ zyne Medeburgers en Landsgenooten, de Aan-
„ fpraak hieldt ce zyn , kwaadaartiglyk , ver-
„ zonnen , om 's volks genegenheid van hem
„ te vervreemden, terwyl hy zig nergensmeer
„ op toeleide, dan op het behouden, aankwee-
„ ken, en meer en meer verdienen van de ge*
„ negenheid en het vertrouwen, waarmede hy
„ door de vrye Nederlanders, vereerd werdt."
Hy voegde 'er by „ dat hy 't zig tot eene eer
„ rekende , gebooren en opgevoed te zyn ,
„ en nog met genoegen te woon en onder een
„ vry Volk , en dat hy geen onwaardeerbaar-
„ der voorregt, noch dat de eerzugt eens fter-
,, velings meer kon ftreelen , kende , dan zig
„ te mogen houden voor een voorwerp van
„ de liefde van zulk een volk : 't welk in gee-
„ nen anderen dan in eenen vryen Staat, ge-
„ lyk de onze was , vallen kon : waarom hy
„ ook bereid was , voor de behoudenis van
„ deszelfs Vryheid en Godsdienst, al het zyne
„ op te zetten." Welke verklaaring, in't ge-
meen , met veel genoegen gelezen werdt, ende
agting voor den Prinfe, by veelen, zeer deedt
toeneemen.
Ten
-ocr page 192-
ioo VADERLANDSCHE LXXVIII. Boek.
1748. Ten dage van het tekenen der voorafgaande
------ Purcen , waren de Franfche en Staatfche Ge-
Mnas- voimagtigden , op 't behaagen hunner Meeste*
tnchtgut en^ overeengekomen, dat de vyandelykheden
Verdrag. m de Nederlanden , terftond , alomme, zou-
d *n ophouden, behalve voor Maastricht (w)*
wek de Franfchen , volftrektelyk , beflcoten
haüen, te veroveren. En hierop was de last
gevolgd, om deeze Vesting, by eerlyk verdrag
op te geeven , waarvan wy, hier voor (*),
gewaagd hebben. Doch alzo deeze last niet
door de algemeene Staaten getekend was , be-
geerde de Baron van Ailua eenen ftilftand van
wapenen van twee etmaalen, om verlof tot de
overgaave, van hoogerhand, te laaten haaien.
D* Maarfchalk van Saxen bewilligde in zy*
verzoek. Men tradt, den zesden van Bloei-
maand , in nader befprek op de overgaave der
Vestinge. 't Verdrag, waarby de bezetting alle
krygseer bedong, werdt, den volgenden dag,
getekend (7) : waarna de Franfchen bezit na-
men van de Stad en van de Vesting Wyk, aan
de overzyde der Maaze De ftilftand van wa-
penen werdt , terftond hierna, algemeen , en
ftrekte zig, eerlang, ook over Italië uit. De
Keizes in - Koningin draalde niet lang met de
aanneeming der voorafgaande Punten: die, ter-
ftond daarna, ook door den Koning van Sardi-
nië , door den Hertoge van Modena, door den
Staat van Genua, en ten laatfte, voor 't einde
van
r*) Vbitz RorssET Recueil, Tom. XX. p. id<).
fjr) Bladz. i8f.
(jO Memoir. pour 1'Hifl. de I'Europe, Tom. III. P. II. p.
231 & fuiv.
-ocr page 193-
LXX VIII. Boek. HISTORIE. 191
van Zomermaand , ook dour den Koning van 1748.
Spanje aang*n»men weiden.                            -------.
De geljklvrid van rang tusfehen Frankryk Byl5on.
en Groot -Bricatje hadt gelegeiiheid gegeven , de heid,
tot eene byzondere wyze van Hellen en tt kt - in t ftel-
nen der voorafgaande Punten , en der meeste len dir
andere Akten en Verklaaringen , weJke bier ~md«
verdient te worden aangetekend. Men maakte pjnten
van de voorafgaande Punen vier oorfprong waarge-
kelyke Akten, in twee van welken de Koning nomen»
van Frankryk eerst genoemd werdt: in de twee l^ar^'s
anderen , werdt de Koning van Groot- Britar j van de
eerst genoemd. De twee Gevolmagtigden, de gejyk-
Graaven van S. Severin en van Sandwich, te- ',e:d van
kenden, ieder, de Akten eerst, in welken hun- fc"fnms"
ne Meesters eerst genoemd waren , en behiel- Fra
nkryk
den 'er eer e van voor zig, de andere den Staat enGroot-
fchen ter hand Hellende: die dus, van elke zy Britanie-
de , eene Akte ontvangende , waarin de rang
der twee Koningen onderfcheidelyk gefield
was, zig noch voor de eene noch voor de an-
dere ftelling verklaarden. Zo dkwils een der
andere Mogendheden de voorafgaande Punten
aannam , maakte men van dezelven vi- r Af-
fchriften , op gelyke wyze gefield : onder ie-
der van welken , de Gevolmagtigde zyne Ak-
te van toetreeding plaatste; dezelve daarna ter
hand Hellende een aan de Fratfchen, welk aan
den Koning van Frankryk den rang gaf, een
aan de Engel fchen, waarin de rang aan den Ko-
ning van Groot-Britanje gegeven werdt, en de
twee overigen, waarin de rang verfchilde, aan
de Staatfchen. Ieder der Gevolmagtigden gaf
haar, daartegen, eene Akte van aanneerringe,
aan 't hoofd van welke, de voorafgaande Pun-
ten
-ocr page 194-
loa VADERLANDSCHE LXXVIII. Bok^
1748. ten en de Akte der toetreedinge waren over-
R
         gefchreeven. Doch in de Akten van aannee-
minge, welken de Franfchen ovarieverden, was
altoos de Koning van Frankryk; in die, welken
de Engelfchen gaven , de Koning van Groot-
Britanje eerst genoemd ; de ötaatfchen gaven,
altoos , dubbele Akten van aanneemitig , in
welken de rang, onderfcheidelyk, gefield was.
Dus werden 'er , by elke toecreeding en aan-
neeming , agt Affchriften der voorafgaande
Punten gemaakt, in ieder van welken, men
ook de voorgaande toetreedingen en aannee-
mingen deedt dubbelen : waaruit volgde, dat
de Affchriften van den Markgraave van Soto-
Major, Gevolmagtigde van Spanje, die 't laatst
tekende , de volkomenfte waren. Men be-
diende zig van deeze wyze van tekenen, als de
eenvoudigfte , en waardoor het getal der Af-
fchriften minst vermeerderd behoefde te wor-
den : 't welk geweldig groot geworden zou
zyn , zo men , by elke toetreeding en aannee-
ming , alle de Mogendheden genoemd hadt 9
welke men , in den eerften , tweeden en der-
den rang, en nog verder, van plaats zou heb-
ben moeten doen wisfelen , naar gelang van
het getal der handelende en toetreedende Par-
tyen (2).
XUI. Doch eer 't nog , met de Vredehandelinge
Geboorte te Aken , zo verre gevorderd was , en terwyl
van den men zjg f vroeg in 't voorjaar, (gereed maakte
van*Buu-tot ^en veldtogt, was haare Kohingklyke Hoog-
ren. heid , de Prinfes van Oranje , op den agtften
van Lentemaand , des morgens omtrent vier
uuren,
O) Volez Rousset Recueilj Tom. XX* p. 173 & fuiy.
-ocr page 195-
LXXVIII.BoER. HISTORIE. 193
uuren . gelukkiglyk, bevallen van eenen Zoon 174$,
(et), die, op den elfden van Grasmaand, inde ———
Gmote Kerke in den Haage , piegtiglyk , ge-
doopt , en Willem genoemd werdt. Zyne Hoog-
heid hadt zeif zynen eerstgebcoren Zoon ten
doop gehouden, en, by den doop werdt, nog
meer dan by de geboorte, alomme , met het
luiden der klokken , het losfen van 't gefchut,
en het verlichten der wooningen j biyk van
vreugde getoond. De hooge waardigheden van
den Prinfe ftonden nu , volgens de orde, in 't
voorleeden jaar, op de opvolging vastgef teld t
in de eerfte plaats * na 'sPrinfen overlyden, te
komen aan den jongen Prinfe , die Graaf van
Buuren
genoemd werdt: zy vervielen dus op
eenen mannelyken Erfgenaam , welke opvol-
ging , gelyk zyne Hoogheid, eerlang, ter Ver-
gaderinge van Holland verklaarde ^ den Staa-
j, ten van dit Gewest en den anderen Gewes-
w ten gefcheenen hadt de aangenaamfte te zul-
j, len zyn (£)." De algemeene Staaten, de Piiiegif-
Staaten van Holland , Zeeland en Fries'and, teD ^ti.
en de Steden Nieuwmegen, Dordrecht, Haar- vereen"
lem , Delft, Leiden , Amfterdatn , Gouda ,
Rotterdam en Schiedam * zig tot Peters van
den jongen Prinfe hebbende aangebooden, had-
den , door hunne Afgevaardigden, de plegtig-
heid des Doops ook bygewoond. Weinige da-
gen laarer , werden de Pillegiften , in jaarlyk-
fche Lyfrenten beftaande , den Prinfe en Prin-
fesfe aangebooden. Die der algemeene Staa-
ten beliep tienduizend guldens ; die der Staa-
ten
(«) Refol. IIoll. 3, U Maart 1748. bl 233, 237.
(ê) Refol> Holl. 3° Maart , 9, 27 April 1748. U. J3Jj
j65 * 404.
XX. Dik.              N
-ocr page 196-
194 VADERLANDSCHE LXXVIII. Boek.
1745. ten van Holland zevenduizend; die der Staaten
—— van Zeeland drieduizend, en die der Staaten van
Friesland vyfduizend guldens. Nieuwmegen
fchonk duizend; Dordrecht, Gouda en Schie-
dam ieder agthonderd ; Haarlem en Leiden ie-
der twaalfhonderd; Delft duizend; Amfterdam
vyfentwintighonderd , en Rotterdam vyftien-
honderd guldens jaarlyks. De Lyfrentebrieven
lagen in gouden of zilveren doozen. De alge-
meene Staaten en die van Holland deeden, daar-
enboven , ieder een gefchenk in de Kraamka-
mer,: de eerften van vierhonderd; de anderen
van driehonderd dukaaten. De Stad Nieuwme-
gen voegde 'er vyftig dukaaten by, alzo de zil-
veren vergulde doos, tot haaren Lyfrentebrief,
nog niet hadt können gereed zyn.
XIV. De geboorte des Graaven van Buuren , die
Toeleg de Stadhouderlyke Regeering , hier te Lande,
©mdeRe-van njeuws 9 bevestigde , en het tekenen der
deTcif- voorafgaande Punten , welk 'er , eerlang , op
westen en volgde , en waardoor de rust, buitens lands,
Steden te verzekerd werdt, gaf eenigen yverigen voor-
doen ver- fl-anderen van den herftelden Regeeringsvorm
an eren. aanie^ing, om het oogmerk te voltrekken,
welk men , reeds in 't voorleeden jaar , gehad
hadt; en verandering te wege te brengen in
de inwendige Regeering van de meeste Gewes-
ten en ftemmende Steden , die ook , in en na
't jaar 1672, op de aanftelling des Stadhou-
ders , en in en na 't jaar 1702, op de herftel-
ling der Stadhouderlooze Regeeringe, gevolgd
was. Doch alzo deeze verandering niet of be-
zwaarlyk was uit te werken, zonder't verwek-
ken of voeden van misnoegen en opfchudding
onder 't volk ; die voor zeer gevaarlyk gehou-
den
-ocr page 197-
LXXVIII. Boek. H I S T O R I E. 195
den moest worden, zo lang de Staat nog inge- i^n
wikkeld bleef in uitheerrfchen oorlog ; fcheen ———-
het, tot hiertoe, nog de regte tyd niet geweest
te zyn , om de begeerde verandering, waarby
veelen ook hun byzonder belang meenden te
zullen können bevorderen, té wege te bren-
gen, 't Werk was, hierom, hief endaar, flegts
aangevangen; doch niet ernftig doorgezet, in
't voorleeden jaar j en men oordeelde thans de
gelegenheid gunftiger, om 'er aan te arbeiden;
gelyk j eerlang ; aan verfcheiden' Oorden te-
vens, gefchiedde. Men bediende zig van ver-
fcheiden' redenen, om opfchudding te verwek-
ken onder 't gemeen, naar dat men 't, uit by-
zondere oorzaaken, 't zy met of zonder reden j
misnoegd vondt op de Regenten : en dé be-
weegingen werden , eerlang , gevolgd van de
begeerde verandering in de Regeeringe, die,
op de eene plaats, gemakkelyk, op de andere
niet zonder veel moeite, werdt uitgewerkt,
't Zal niet ondienftig zyn , den loop en afloop
deezer beweegingen, die het gewigtigst gedeel-
te van de gefchiedenisfen des tegenwoordigen
tyds uitmaaken, hier eenigszins omftandiglyk,
te boek te ftellen.
Onder de verfcheiden' redenen, van welken Misnöfr
men zig, inde byzondere Gewesten en Steden, gen op
bediende , om opfchudding te verwekken on- de Pa6-
der 't Gemeen , was 'er eene algemeene , van .l/"„^"
welke alomfne gebruik werdt gemaakt, te wee- gemeen*
ten , de wyze van 't invorderen van 's Lands midda-
gemeene middelen op de verteering, door Pag-ien-
ters ; die, voorlang , voorwerpen plagten te
zyn van den gemeenen haat. Kort na de ver-.,
heffing van zyne Hoogheid, in Bloeimaand des
N 3
                    voet-
-ocr page 198-
i96 VADERLANDSCHE LXXVIII. Boek.
174*. voorleeden jaars , was onder 't volk verfpreid
------ en geloofd, dat de Prins de Pagteryen zou doen
affchaffen , en de gemeene Lasten , by wyze
van hoofdgeld , doen heff-n. Ook las men,
toen reeds , in de weekelykfche Papieren van
Jean Rousfet, verfcheiden'fcherpe en fmaade-
lyke aanmerkingen tegen de Pagters, die men,
zyns oordeels , met hunnen gantfchen ftoet,
naar 't Leger zenden moest, in plaats van hen
zig langer te laaten mesten met her zweet en
bloed der fchamele Gemeente. De rykdom
en pragt van veele Pagters, en de knevekaryen
van eenigen hadden 't gemeen , al voor lang,
mishaagd, en werden, ook nu, in andere fchrif-
ten, fchamperlyk doorgeftreeken. Hierby was
't niet gebleeven. 't Grauw hadt zig niet ont-
zien , in den Zomer des voorleeden jaajs, aan
fommige oorden van het Zuiderkwartier van
Holland den Pagteren en Pagters-bedienden,
geweldiglyk, te wederftaan : waartegen een
fcherp Plakaat, van wege de Staaten van 't
Gewest, met kennis en goedvinden van zyne
Hoogheid vastgefteld, werdt afgekondigd (c>
Ook hadt men zig van eenigeRuiters bediend,
om de beweegingen tegen de Pagters te fluiten;
't welk , voor dien tyd, gelukt was. Doch 't
vuur van misnoegen tegen dit gehaat beroep
fmeulde , flegts voor eenen tyd , onder de as-
fche, om. by bekwaamer gelegenheid, te feller
te ontbranden.
XV. In Bloeimaand deezes jaars, berste het fmeu-
Oproerin]enci misnoegen tegen de Pagters allereerst tot
Friesland.^gyjgg daadelykheden uit, in Friesland en in
Gro-
C c) Refol. Holl. 16,2i Jmy, 5 äug. 1747. »/. 344,3'49» 4f «•
-ocr page 199-
LXXVIII.BoEK. HISTORIE. 19;
Groningerland. In de eerstgemelde Provin-
cie, werdt, onder anderen, zekere Havenpagt
gevorderd , die 't Gemeen ongaarne betaalde.
Ook hadt zyne Hoogheid, al voor eenige jaa-
ren , geoordeeld, dat deeze Pagt, en allengs-
kens ook alle de anderen behoorden afgefchaft
te worden, en 's Lands gemeene middelen, op
eene andere wyze , geheeven : en 'sPrinfen
gevoelen , nu verfpreid zynde onder 't volk,
deedt veelen hoopen , dat de tyd gekomen
was, om van alle drukkende lasten ontheeven
te worden. Men klaagde, daarenboven, over
andere misbruiken in de Regeeringe; waarin
veelen herftelling zogten , door 't gezag des
Stadhouders. Ook hadden de Staaten van 't
Gewest, alwaar hetStadhouderfchap, alleenlyk
in de mannelyke nakomelingen , erfelyk plag
te zyn , nog geen befluit genomen op de op-
dragt van het Erfftadhouderfchap in 'sPrinfen
vrouwelyke nakomelingen : al het welke gele-
genheid gaf tot opfchuddingen, waaruit, eer-
lang , eene merkelyke verandering in de Re-
geering gebooren werdt. 't Oproer ontftondt
eerst ten platten Lande , tegen het einde van
Bloeimaand. 't Graauw, waanende voor den
Prinfe te yveren , fchroomde niet, aan te val-
len op de Opzigtershuisjes , die om verre ge-
haald, en vernield werden. Ook werdt, hier
en daar, een huis geplonderd. In de Steden,
werden de ketens , waarmede de Gortmolens,
by nagt, plagten geflooten te worden , op dat
men niet zou können maaien , zonder kennis
van den Pagter of Opzigter, geweldiglyk ver-
broken , en den Grutteren vryheid gegeven,
om zo veel te maaien, als zy zouden goedvin-
N 3
                     den.
-ocr page 200-
198 VADERLANDSCHE LXXVffl. Boek.
1748. den. Voorts, werden, ook in de Steden, de
—— Opzigtershuisjes vernield , en Koornmolenaa-
ren en Bakkeren aangezeid , door 't graauw,
dat zy zig zouden hebben te wagten van 't
haaien van Pagt-Cedullen. Te Harlingen ,
werdt een Beurtman, die naar Leeuwaarden
moest, door de Stad geholpen, zonder eenige
Havenpagt betaald te hebben. Alles was, tot
hiertoe , gefchied , zonder dat zig nog eenige
hoofden der oproerigen vertoond hadden. Maar
te Harlingen , dwong het graauw de Burgery,
om, verfierd met Oranje-ftrikken, byeen te ko-
men , en zig, eerlang , agtenvyftig Gekom-
mitteerden te verkiezen , die naar Leeuwaar-
den gefchikt werden, om de belangen der Ge-
meente den Staaten, die in 't begin van Zomer-
maand vergaderen zouden , voor te draagen.
De Ge- De Harlinger Gekommitteerden, ten deele vry-
kommit- willig, ten deele gedwongen, te Leeuwaarden
teerden gekomen, en door 't gemeen, met flaande trom
meemt en mPt PyPengefcnal» ingehaald zynde , zon-
vorderen den zeven uit hun naar 't Landfchaps huis, die,
eenige uit den naam der gantfche Gemeente, vorder-
Punten den: „ i. dat het Stadhouderfchap in de vrou-
StaaterL " welYke ' zo wel aIs in de mannelyke nako-
„ melingfchap van zyne Hoogheid, erfelyk
„ verklaard werdt; 2. dat alle Pagren werden
„ afijefchaft; en 3. dat de oude Wetten her-
„ fteld werden." Voorts, eischte men, dat
de bewilliging der Staaten op dit alles, binner;
een half* uur , openlyk , werdt afgekondigd.
't Laatfts Punt, de herftelling der oude Wet-
ten betreffende , zag , onder anderen , op de
vermeerdering van 't gezag des Stadhouders,
welk men, hier, hieldt te zeer bepaald te zyn,
by
-ocr page 201-
LXXVIII.Boek. HISTORIE. 199
by de jongfte Inftruétie. Terwyl de Gedepu- 1748,
teerde Staaten op den eisch der zeven Gekom- -——
muteerden raadpleegden, hoorde men eenigen,
die voor 't Landfchaps huis vergaderd waren,
dreigen „ dat de Heeren niet leevende van t
„ Huis komen zouden , zo zy der Gemeente
„, geen genoegen gaven." Men befloot dan, Alle Pag-
terilond , tot het affchaffen van alle Pagten, «n wer-1
en kondigde dit befluit den volke aan, op den ^hafc^"
naam van den Erfftadhouder en Gedeputeerde
Staaten. Te gelyk, werden de goede ingeze-
tenen verzogt, de bezwaarnisfen , welken zy
verder hebben mogten, open te leggen voor
de hooge Regeering , die binnen weinige da-
gen zou famenkomen. De Gekommitteerden
vertrokken, hiermede, naar Harlingen., Doch
't graauw, het hollen nu gewoon, viel aan op
de huizen van eenige Grietluiden of Ampte-
naars , die ten deele geplonderd of verbrand
werden. Alomme , in de Steden en ten plat-
ten Lande, was men ,-midlerwyl, yverig bezig
met het opftellen van punten van bezwaarnis,
waaromtrent men herftelling dagt te vorderen
van de Staaten , die , nu byeengekomen zyn-
de , op den vierden, deeden afkondigen, dat 't Stad-
zy beflooten hadden, 'sPrinfen waardigheden, Jjouder-
ook in zyne vrouwelyke nakomelingfchap , J"aP
erfelyk te verklaaren , op gelyken voet, als O0£ [n
in de andere Gewesten gefchied was. Mid- de vrou-
lerwyl, waren uit alle de Kwartieren en Ste- weiyke
den van 't Gewest,- Gemagtigden in de Gwo-^°^
te Kerke te Leeuwaarden byeengekomen ; al- erfeiyi; p
waar zy bewilligd hadden in een Verzoek- ver
fchrift, waarby , behalve het affchaffen der klaard.
Pagten en 't Eifftadhouderfchap in de vrouwe-
N 4                     lyke
-ocr page 202-
200 VADERLANDSCHE LXXVIII. Boek.
1748. lyke lyn 1 welke punten reeds toegeftaan waren »
ig- . - begeerd werdt „ dat de punten van verbete-
„ ring van de jaaren 1672 en 1673 gehouden
,, werden voor een'grondflag der Regteringe,
„ voor zo ver zy op de tegenwoordige on>
„ ftandiyheden konden worden toegepast; dat
„ het Hof van Friesland de vrye regtsoefening
„ behielde, zonder eenige belemmering; dat,
„ in de plaats van de Pagten, eenige fchatting
„ of hoofdgeld ingevoerd werdt; dateenigen
„ uit de tegenwoordige Gekommitteerden wer-
„ den aangefteld , om onderzoek te doen op
„ den ftaat van 's Lands geldmiddelen , om de
„ overtollige Ampten te doen affchaffen , en
„ de wedden, die te groot geoordeeld mogten
„ worden, te doen verminderen ; en om de
„ misbruiken in 't ftemmen tot Afgevaardigden
„ ten Landsdage te doen weeren: dat de inge-
„ zetenen , voortaan, zouden geregeerd wor-
„ den, naar de aloude Wetten; dat alle Amp-
„ ten van Regeeringe aan inboorlingen, of aan
„ zulken , die , door eene agtjaarige inwoo-
„ ning , genaturalifeerd waren , zouden wor-
„ den gegeven ; dai ter wederzyde eene al-
„ gemeene Vergiffenis zou afgekondigd , en,
„ wegens 't gene , tot hiertoe , voorgevallen
„ was, geene ftraf gevorderd worden; en dat
„ hunne Edele Mogendheden gunftiglyk zou-
„ den gelieven agt te flaan , op 't gene hun,
„ verder, van tyd tot tyd, door de ingezete-
En eeni-,, nen zou worden voorgedraagen." De Staa-
ge anbete ten bewilligden in alle deeze Punten , op den
towH- vy^en van Zomermaand : te gelyk eene al-
ligd?'"" gemeene Vergiffenis afkondigende. De Ge-
kommitteerden uit de ^evenwouden hadden
nog
-ocr page 203-
LXXVII1.B0EK. HISTORIE. 201
nog eenige byzondere Punten begeerd j waarin I?4j.
bewilligd werdt, onder voorwaarde, dat zyne .
Hoogheid, die, met den eerften, verzogt zou
worden in de Provincie te wiüen komen , om
orde te (tellen up de Regeeringe , deswege,
nadere fchikking zou mogen maaken. De be-
williging der Staaten was zo dra niet afgekon-
digd , of 't gefchut werdt gelost : 't welk, zo
verzekerd werdt, tot een teken verftrekte ,
voor de opgezetenen ten platten Lande , dat
men alles in der minne gevonden hadt; heb-
bende deezen zig verbonden, om, anderzins,
gewapend , naar Leeuwaarden te komen , en
de Staaten te noodzaaken , om 't volk genoe»
gen te geeven. De Gekommitteerden van 't
Land en de Steden zonden, zo wei als de Staa-
ten . eenigen af aan den Prinfe, om hem berigt
te geeven van 't gene 'er voorgevallen was. Ook
ftelde ieder Grieteny en Stad twee Perfoonen
aan, uit welken wsderom vierentwintig Perfoo-
nen gemagtigd werden , agt om over 's Lands
geldmiddelen, agt om over het Hemmen ten
Landsdage, en agt om over deAmpten teraad-
pleegen ; i-en welken einde, zy, dagelyks, op
de Stads Doete, byeen kwamen. Zy floegen
den Staaten , eerlang, nog twee Punten voor,
'te weeten „ I. het opdraagen van de begee-
„ ving der Krygsampten aan den Prinfe : en
„ a. van de beilisfende ftem, in geval de ftem-
„ men tusfchen de vier Kwartieren van 't Ge-
,, west fteeken mogten :" in welke Punten,
insgelyks , op den elfden , bewilligd werdt.
Zelfs befloot men , ten zelfden dage , op den Zyne
voorflag van den Heere Hobbe tan Burmania, f^5"
cjie, aan den Prinfe afgevaardigd geweest zyn- ^wix
N $
                       de,t
-ocr page 204-
2ö2 VADERLANDSCHE LXXVIII. Boei;
1748. de, uit den Haage, te rug gekeerd was „ zy-
------ „ ner Hoogheid op te draagen de volle magc,
gemag- M 0m, na 't hooren der Gedeputeerden uit de
deRetfèe." Swaten
» en der Gekommitteerden uit de
ring te her-" Steden , zo als zyne Hoogheid zou goed-
fteiien. „ vinden, de gefteldheid en ftaat van't Land,
„ op vaste gronden, te vestigen; de ingefloo-
„ pen' misbruiken , omtrent de Regeering,
„ Geldmiddelen en anderszins , te herftellen ;
„ 't Gewest in rust en bloei te brengen , en,
„ ten dien einde, zulke Wetten en Ordon-
„ nantien te doen uitgeeven , als zyne Hoog-
„ heid , tot welzyn van den Lande, zou ver-
„ ftaan te behooren. " 's Prinfen Inftru&ie
werdt, met deeze punten, verbreed , en hy,
in zo verre , ontflaagen van den eed, op de
voorafgaande Inftruftien afgelegd. Doch daar
verliepen nog eenige maanden, eer zyne Hoog-
heid in Friesland komen kon , om orde op al-
les te (lellen. Midlerwyl, ontwierpen de Ge-
kommitteerden op de Doele te Leeuwaarden,
wederom twee-en zeventig, en naderhand nog
vyf Punten van herftelling , waarin, in Hooi
maand, door de Staaten , onder goedkeuring
en bekragtiging van zyne Hoogheid , bewil-
ligd werdt.
XVI. 't Gerügt van de beweegingen in Friesland,
Beroerte tot affchaffing der Pagten , en verkryging van
in Gronin-yej.audej.itjg jn andere opzigten , was , onder-
Omme tusfchen , fpoedig overgeflaagen , naar de na-
ianden. buurige Provincie van Groningen, daar 't volk
ook gantsch niet gerust geweest was, federt de
verheffing van zyne Hoogheid , in 't voorlee-
den jaar. De vreugde, die, ter gelegenheid
van de geboorte des Graaven van Buuren, in
Gro-
-ocr page 205-
LXXVIII.Boek. HISTORIE. 203
Groningen , bedreeven werdt, hadt, op den 174g.
zeventienden van Lentemaand deezes jaars , ------
reeds aanleiding gegeven , tot nieuwe bewee-
gingen onder 't graauw. Eenige Schippers-
gasten , zig, eenige dagen te vooren, met eene
boot op wielen , door de Stad hebbende laa-
ten ryden , terwyl zy geduuriglyk fchooten,
Wilhelmus van Nas/ouwen bliezen, en, voor de
huüen van eenige voornaame luiden , om een'
drinkpenning vraagden, waren niet naar hun-
nen zin ontvangen aan 't huis van den Burge-
meester Joannes Geertfema. 't Zy dat dit den \Unh
haat gaande gemaakf hadt, 't zy dat de woe- van den
de eene andere en heimelyker oorzaak gehad Burge-
hebbe, 't graauw en de jongens vielen , ten Qeeft-
gemelden dage , aan op het huis van den Bur ii;awordt
gemeester, welk deerlyk geplonderd werdt gepion*
Zelfs haalde men de Koets uit den ftal, en ómd-
fmeet ze in 't water. Mevrouwe Geertfena,
die niet hadt willen wyken , werden de fieraa-
den en kleederen van 't lyf gerukt, 't Oproer
werdt, met moeite, geftild, en eenige belha-
mels in hegtenis genomen. Drie derzelven
werden , eenige dagen laater, gegeesfeld en
gebannen , by welke gelegenheid , wederom
eene geweldige beweeging ontftondt onder 't
volk, welk den Scherpregter te lyve wilde, en
zig, ter naauwer nood, door de bezetting, be-
teugelen liet. 't Oproer aan 't huis van Geert-
fema fcheen, ondertusfchen, aangelegd , om
het Erfftadhouderfchap in 's Prinfen mannely-
ke en vrouwelyke nakomelingen , waartoe de
Staaten van Stad en Lande nog niet hadden
können befluiten, met geweld door te dryven.
Men haalde nog dien zelfden avond, verfchei- ,Me* '
den kom*
-ocr page 206-
204 VADERLANDSCHE LXXVIII. Boek;
1748. den' Heeren uk hunne huiden, dreef of drong
ze naar't Stadhuis, daarzy, eerlang, gedwon-
zeer gen werden af te kondigen „' dat de zittende
metende " Raad voor het Erfftadhouderfchap was ;
toreen » doch dat men'erden OudenRaad endeOm-
beikitop,, melanden nog op raadpleegen moest, 't welk
het Erf- n over drie dagen gefchieden zou." Maar
derfchap ten deezen da8e werdt» Aeg« met algemeene
p' woorden, afgekondigd „ dat de Staaten van
„ Stad en Lande zyne Hoogheid verklaarden
„ voor Erfftadhouder, Kapitein-en Admiraal-
„ Generaal." 't Welk wel in 't eerst eenig ge-
noegen gaf; doch eerlang geoordeeld werdt,
geheel niet overeen te komen , met het gene,
in andere Gewesten , gefchied was. Midier«
wyl, was 'er ook eenige beweeging ontftaan in
't Oldampt, daar de opgezetenen zig in de wa-
penen oefenden , Vergaderingen hielden , en
eerlang Gemagtigden naar de Stad zonden, om
te begeeren , dat de Staaten een diergelyk be-
fluit namen op het Erfftadhouderfchap, als by
de andere Gewesten genomen was. Uit de an-
dere Kwartieren van 't platte Land , was men
te Appingadam byeengekomen , daar 't zelfde
befluit genomen werdt. De Staaten den brief,
waarby zy zyne Hoogheid berigt hadden , dat
zyhem, blootelyk, tot Erfftadhouder hadden
verklaard, geopend, te rug gekreegen hebben-
de , zonder dat de Prins de opgedraagen' eer
hadt aangenomen , beflooten, eerlang , het
Erfftadhouderfchap ook erfelyk te verklaaren
in 's Prinfen vrouwelyke, zo wel als mannelyke
Men ar- nakomelingfchap. Doch alzo zyne Hoogheid
jeidn'i°m ^er' zo we^ a's *n Friesland» zeer bepaald was
grooter door zyne -nftruftie , reeds in het jaar 171«
vast-
-ocr page 207-
LXTOII.Boëk. HISTORIE. aë$
vastgefteld, arbeidde men, onder de Burgerye 174^
van Groningen, om tekenaars te winnen op------
een Verzoek fchrift, waarby , onder andere gezag in
Punten, begeerd werdt dat zyne Hoogheid de ^e-
„ werdt aangefteld , om in alle Stads- en Pi o- f^oen*
„ vinciale KolJegien voor te zitten, en om , opUraa-
„ in geval de Stad en de Ommelanden verfchil- gen»
,, den , met een van beide te mogen befluiten;
„ dat hem ook de begeeving van alle Krygs-
„ ampten werdt afgedaan ; en dat hem 't op«
„ perst opzigt over de Zylen of Sluizen werdt
„ opgedraagen." De Taalmannen en gezwoo-
ren' Gemeente , te weinig , huns oordeels.
gekend wordende in zaaken van Regeeringe,
hadden ook een Vertoog ingeleverd aan Bur-
gemeesteren en Raad, waarby herftelling in
eenige Punten begeerd werdt. Doch op dit
Vertoog, en op 't Verzoekfchrift der Burge-
rye , kwam in eenige weeken geen antwoord.
Men wagtte , midlerwyl, met ongeduld , af,
wat befcheid'er van den Prinfe komen zou, op
de opdragt van 't Erfftadhouderfchap. Doch
toen de Regeering, eerlang, eenen Brief haa-
rer Afgevaardigden aan den Prinfe in 't licht
gaf, waarby bleek, dat zyne Hoogheid het
Erfftadhouderfchap, dankelyk, aanvaardhadt;
doch te gelyk verbonden bleef aan de voorige
Inftruftie , ontftak het oproer wederom onder
't volk : welk zig nu bezwaarlyker ftillen liet,
om dat de bezetting, waarop de Regeering zig
verlaaten hadt, onlangs , op uitdrukkelyken
last van zyne Hoogheid, ter Stad uit, en naar
Breda getrokken was. De beweeging duur-
de twee dagen agtereen. Verfcheiden' huizen
van Regenten en anderen werden, geweldig-
-ocr page 208-
2o6 VADERLANDSCHE LXXVIII. BöÉR.
1748. lyk ■> aangetast, en de Wethouderfchap , ein-
------ delyk, genoodzaakt, om den ouden en nieuwen
Raad byeen te roepen. De Burgery kwam in
't geweer: de aanftelling van den Pnnfe tot Erf-
ftadiiouder, in de vrouwelyke zo wel als in de
mannelyke nakomelingfchap , op gelyke wyze
als in de andere Gewesten gefchied was, werdt
wederom afgekondigd. Doch eenigen boe-
zemden 't gemeen in., dat deeze afkondiging
niet voldeedt. 't Volk dan , zelf niet weeten-
de , wat het begeerde , fchreeuwde, dat men
'er by voegen moest, met alle Privilegien" eh Foor-
regten
, en in die volle maate en magt ah ia Hol-
He
Re- land. Men bewilligde dan ook hierin, en inal-
geering ie de andere Punten, die, by 't Verzoekfchrift
van Gro- ^tr Burgerye f begeerd waren. Zyne Hoog-
gèeft"er heid bekwam, van wege de Stad, de beflisfen-
haareftemde ftem , wanneer de twee Leden der Staaten
toe. verfchilden ; het regt om alle Krygsampten te
begeeven , en zitting en dubbele ftem in alle
Kollegien. De drie gegeesfelde en gebannen'
Perfoonen werden wederom in de Stad gelaa-
ten, en in hunne verlooren'eereherfteld. Tei*
ftond hierop, kwamen ook de opgezetenen van
't Oldampt, met ftokken en kneppels gewa-
pend, in de Stad, haalden de Afgevaardigden
der Ommelanden naar't Landfchapshuis, niet
zonder veel gewelds te gebruiken omtrent fom-
migen, en vooral omtrent den Heer van Adu-
De Staa-wart. Men dwong die van de Stad en van de
ten van't Ommelanden, om ftaatswyze byeen te komen,
toigelyk$.èn diergelyk befluit te neemen, als reeds doof
'de Stad genomen was. Verfcheiden' andere
hoopen van afgezondenen uit het platte Land *
kwamen ook voor den dag met Verzoekfchrif-
ten
-ocr page 209-
LXXVIII.BoEK. HISTORIE. Mf
ten aan de Landfchapsvergaderinge , die niet 174g,
durfde nalaaten, in alles, wat op haar begeerd ——.
weidt, te bewilligen, de eindelyke uitipraak
over de geëischte punten van herftelling egter
verblyvende aan zyne Hoogheid. De Boeren,
die reeds , in merkelyken getale, op de been
gekomen waren, en dreigden, gewapend in de
Stad te komen , gelyk eenigen deeden , keer-
den , allengskens , naar hunne wooningen, te
rug. De Studenten hadden zig ook gefteken
in deeze beweegingen , en onder anderen op
de Staaten bege^d, dat zyne Hoogheid werdt
aangefteld tot Re&or Magnificentüfimus, van
's Lands Hoogc Schoole, waarin, insgelyks,
bewilligd was. Taalmannen en gezwooren'
Gemeente werden in hunne oude voorregten
herfteld , en den Prinfe van alles kennis ge-
geven , door buitengewoone Gemagtigden uit
de Regeeringe , en door afgezondenen uit de
Burgerye der Stad en uit de opgezetenen ten
platten Lande: waarna alles zig fcheen tefchik-
ken tot rust. Doch de beweegingen in Fries-
land , tegen de Pagters en Opzigters, ont-
ftaan, verwekten, na weinige dagen verloops,
nieuwe beroerte in de Stad en in de Omme-
landen. De Opzigtershuisjes werden, ook
hier, alomme, omverre gehaald. De Gede- Men
puteerde Staaten werden genoodzaakt, op den fchait'er
tienden van Zomermaand, alle Pagten af te °ok alle
ichaffen. Van wege de Stad , werdt, te ge afJgtea
lyk , fcherpe orde gefteld tegen de plunderin-
gen : waarna 't gemeen, voor eenen tyd, in
rust raakte.
In 'tLandfchap Drente, waren, op't einde xvil.
van Bloeimaand, diergelyke beweegingen ont Opfcbnd-
ftaanj dingen in
-ocr page 210-
aoS VADERLANDSCHE LXXVIIL Boêkï
1748. ftaan, om de Regeering te noodzaaken tot een
-------befluic op het Erfftadhouderfchap, in de vrou-
V Land- welyke en mmnelyke lyn. Een inwooner van
fthap p,eife f Hiddema genaamd , hadt de voornaam-
lte» fte hand in 't «verk, en bragt te wege , dat
'er een buitengewoone Landdag befchreeven
werdt, waarin, even als in Groningen gefchied
was, tot het erfftadhouderfchap en tot herilel-
ling van verfcheiden' punten beflooten werdt.
Doch ten opzigte van de Pagten , was alleen-
lyk begeerd , dat zy , voor het loopende half
jaar , aangehouden , en voor 't volgende half
jaar, naar de nabuurige Gewesten , geregeld
{n Over mogten worden. In Overysfel, was, hier en
ysfel, daar , ook eenige opfchudding omftaan , te-
gen de Pagters of Pagters - Bed enden : doch
zyne Hooghei 1 hadt goedgevonden , dezelve
te fluiten , door een ernftig Plakaat, welk,
den agtften van Zomermaand , in den Haage ,
getekend was. Ook werden eenige Z wit fers
gezonden naar Steenwyk, daar eenige moedwil
gepleegd was : waardoor 't volk , voor eenen
in Gelder- tyd, in rust gehouden werdt. In Gelderland *
hnd-, namen de Staaten, op den raad vin zyne Hoog-
heid , insgelyks. een befluit om de Pagten, by
voorraad, voor het loopende jaar, aan te hou-
den : 't welk de gemoeden, die hier ook tot op-
roer neigden , voor eenige maanden . in ftilte
inUtrecht hielde. Doch in Utrecht, werdt de hooge Re-
'geering, dooreenige beweging onder't graauw,
eerlang gedrongen om eerst eenige, en daarna
alle Pagten af te fchaffen: waarna de oproerig-
heid bedaarde In Z -eland, bleef de verpag-
ting in gebruik, hebbende zyne Hoogheid den
Luitenant-Generaal Evertfen gelast, de Pagters,
-ocr page 211-
LXXVIILBoek. HISTORIE. 209
des noods A met het Krygsvolk van den Staat, by 174$.
te ftaan, tegen den moedwil van 't graauw (d). ------
Maar in Holland , ontftonden , in Zomer- xviir.
maand, geweldige beweegingen , zo dra men Gewei-
'er kennis kreeg, dat de Pagten, in Friesland, dise be-
waren afgefchaft. 't Oproer ving aan te Haar- ^"fójj?
km, en floeg, van daar, over naar Leiden en iand.
den Haage , en eerlang naar Amfterdarn. Op
alle deeze Plaatfen , en vooral op de laatfte,
werdt zo heviglyk gewoed tegen de huizen der
Pagters , dat men 'er nimmer wedergade van
gezien hadt, hier te Lande, waarom 't niet on-
dienftig zyn zal, den aanvang en uitflag deezer
ysfelyke opfchuddingen, hier, e enigszins uit-
voeriglyk, te verhaalen.
Met het begin van Zomermaand , befpeur- pionde-
de men, aan verfcheiden' oorden van Holland, ring der"
zo veel misnoegdheid tegen de Pagters en Pag- P.a6ters
ters- bedienden , dat de Gekommitteerde Raa- h"1*,^
den eene ernftige Waarfchuwing in 't licht ga-
ven , die, fpreekende uit den naam van zyne
Hoogheid en hun , het tegenftaan der Pagte-
ren, nadrukkelyk, verboodt, 's Lands ingeze-
tenen, daarenboven, vermaanende, met geduld
af te wagten , de herftelling der misbruiken,
in 't ftuk der Pagteryen ingefloojpen, waaraan,
met goedvinden van den Prinfe, reeds gear-
beid werdt. De Waarfchuwing was, den
twaalfden van Zomermaand , gedagtekend ;
doch nog niet alomme verzonden , toen het
vuur van oproerigheid , op de eerfte tyding,
dat men, in Friesland, alle Pagten, op eens,
hadt afgefchaft, op den dertientien, te Haar-
lem,
(O Notul. Zeel. 20 Stft. 1748. «.318.
XX. DfiüL.               O
-ocr page 212-
aio VADERLANDSCHE LXXVIII. Boek;
lem , ligter laage ontfteken werdt. 't Huis
van den Pagter, Jan Ferwey, op het Spaarne ,
werdt eerst aangevallen, door eenige jongens,
die 'er , des avonds ten tien uuren , de glazen
begonden in te fmyten. Verwey ftilde 't ge«
fpuis met vriendelyke woorden, en verwylde ,
hierdoor , den ramp , die hem dreigde , voor
eenige uuren. Midlerwyl, werden de glazen,
by twee of drie andere Pagters, uitgefmeeten:
waarna 't graauw, in grooter getale, wederom
voor 't huis van Verwey kwam , welk toen,
wel haast, overweldigd , en deerlyk geplon-
derd werdt. Al 't huisraad werdt vernield,
en in 't water gefmeeten. De geldzakjes, die
men aantrof, werden los gefneeden , en in 't
Spaarne uitgeftort. Drie andere Pagters hui-
zen trof, dien nagt, het zelfde lot. Ten half
twaalf uuren , begon men de trom te roeren »
om de Burgery in 't geweer te doen komen ;
doch zy was, zo wel als't graauw, ingenomen
tegen de Pagters , en toonde kleinen lust, om
dezelven te befchermen. Den volgenden mor-
gen , vondt de Wethouderfchap geraaden, de
Waarfchuwing van zyne Hoogheid en Ge-
kommitteerde Raaden , welke men nu ont-
vangen hadt, te laaten afkondigen ; doch zy
deedt verkeerde uitwerking, 't Graauw zwoer
nu, geen' Pagter meer te zullen fpaaren. Ter-
ftond werden twee andere Pagters huizen aan«
getast en geplonderd. In een derzelven ftook-
te men een groot Vuur op de Plaats, daar
boeken, papieren, en andere dingen in ver-
brand werden ; gedoogende de woestheid be-
zwaarlyk , dat de vlam , door de buuren, be-
dugt voor ongemak, tydig , gebluscht werdt.
-ocr page 213-
LXXVItl.BoEK. HISTORIE. 21t
De Wethouderfcljap , die , by 't afkondigen 1/48.
der Waarfchuwinge , eenige ernftige bedrei
         
gingen aan de oproerigen gevoegd hadt, veran- DeWet-
derde, toen 't pionderen voortging , plotfelyk jl0hude5"
van gedrag , en befloot alle invordering van flCUjtPau|"
's Lands en Stads gemeene middelen door de tagten,
Pagters, by voorraad, te doen ftilftaan; en van by voor-
dit belluit den volke terftond kennis te geeven. j,aad »5*
't Geweld aan de Pagters huizen werdt egter, £^. '"
te gelyk , andermaal, verboöden , en elk ge-
waarfchuwd , dat men 't, zo 't aanhieldt, met
geweld fluiten zou. 't Stilftaan der Pagteryen
veroorzaakte groote blydfchap onder 't gemeen,
welk ftraks om bier en brood, zonder Impost,
liep. Doch men liet niet af met plonderem
Twee Pagters huizen werden, federt, nog aan-
gevallen , en deerlyk verwoest. Ook maakten
de plonderaars geene zwaarigheid , om een
groot deel der goederen te rooven , en 't ge-
roofde aan anderen te verkoopen, 't welk hun
egter , fomtyds , door hunne makkers , belet
werdt. Tegen den avond, kwamen de Heeren rw« 1
van Groveftins, van Burmania en ThUrr$> uit Gemag-
'sPrinfen naam, in Haarlem, en hoorden, des liSden^
anderendaagsj, de bezwaarnfsfen derBurgerye; neHoog*
die alleen mondeling, en zo verwardelyk wer- heid ko-
den voorgefteld , dat 'er naauwlyks iet van te men te
maaken was, dan dat men de Pagten begeer- Ilaarlen^
de vernietigd te hebben. De Heeren, de Bur-
gery tot gehoorzaamheid en ftilte vermaand
hebbende, keerden te rug naar den Haage,
om verflag te doen. De Staateh van Holland,
thans vergaderd zynde, konden egter nog niet
befluiten , tot affchafilng der Pagteryen. Zy
¥crftonden, dat de ingezetenen hunne bezwaar«
O s
                       nis-
-ocr page 214-
aia VADERLANDSCHE LXXV1II. Boek.
ï/48. nisfen over de wyze van het heffen der gerne©-
m ■'•■" ne nvdielen aan hun , of aan zyne Hoogheid,
op eene eerbiedige wyze, moesten te kennen
gegeven hebben , zonder tot daadelykheden
over te Haan; te gelyk aanwyzende, door wel-
ke andere middelen, men zou kennen voldoen
aan 't gene het Land, by't aflehaffen der Pag-
De Staa- teryen, misfen zou. Zy bevalen zelfs, byeene
ten maa- afkondiging , die , den negentienden van Zo-
kend ,6dac mermaand , getekend was , dat de Psgteryen
de Pa'gren in ftand blyven zouden , en verklaarden, wel
in ftand ernftelyk te begeeren, dat de Wethouders in de
zouden Steden allen overlast en geweld zouden helpen
yvea' weeren. Men las, in deeze af kondiging, dat
zy gefchiedde, in gevolge van een Befluit,
welk , na eene ernftige raadpleeging met den
Prinfe , en overeenkomftig met deszelfs hoog-
Te Haar Wyzen raad, genomen was. Doch men maak-
diM men te
? te ^aarlem •> zwaarigheid , om deeze af-
her tegen- kondiging te doen , dugtende de Wethouder-
deel af. fchap, nu de ingezetenen met het affchaiFen
der Pagten gevleid hebbende, voor nieuwe
opfehudding , als men hun zou hebben wil-
len bekend maaken, dat zy, ten onregte, op
eene vernietiging der. Pagten, gehoopt had-
den. Men verklaarde dan , openlyk, op den
eenentwintigden „ dat het Plakaat, welk, by
„ de Staaten , zou zyn vastgefteld , en in de
„ nieuwspapieren te leezen was , nimmer, in
„ de Stad , zou worden afgekondigd, noch
„ naargekomen ; dat de Regeering haar best
„ zou doen , om te wege te brengen , dat de
„ invordering van 's L:;nds gemeene middelen
„ door Pagters, ten eeuwigen dage, zou bly-
,, ven afgefchaft, en dat men zulk een middel,
-ocr page 215-
LXXVIILBoEK. HISTORIE. 213
„ 't zy een Hoofdgeld of iet anders, zou zoe- 174g;
„ ken in te voeren , waarby de Burgery minst <■
„ werdt bezwaard:" en naardemaal eenigen
bedugt geweest waren, ofdeWethouderfchap,
die zig niet genoegzaam fcheen te können ver-
daten op de Schutterye, ook voorhebben mögt
Krygsvolk in de Stad te brengen, betuigde zy.
openlyk „ nimmer zulk een oogmerk gehad te
„ hebben , en dat alle gerügten , desaangaan-
„ de ui'geftrooid, ftrydig waren met de waar-
„ heid." Doch de Staaten namen zo euvel, De Stw.
dat die van Haarlem zig niet hielden aan 't ge «" «ee-
ne, Staatswyze, was vastgefteld, dat zy alom IjJSLjL,
me deeden afkondigen: „ hoe zy de Verklaa- i«^
„ ring der Haarlemfche Regeeringe , welke
„ hun ook , in de nieuwspapieren , onder 't
„ oog gekomen was, hielden , of voor on-
„ egt, of voor afgedwongen , dezelve voor
„ nietig en van onwaarde verklaarende, en
„ allen ingezetenen verzekerende , dat zy de-
„ zelve nimmer eenige uitwerking zouden laa-
„ ten hebben : of, zo die van Haarlem, in
,, veragting van de bevelen der Staaten , en
„ ten nadeele van 't gemeene Land , daarvan
3, reeds eenige voordeden mogten getrokken
„, hebben , zouden dezelven, op eene andere
„ wyze, moeten worden vergoed (e)." 'Uit
deeze afkondiging, die den twee-entwintigften
gedagtekend was , zag men , hoe västelyk de
Staaten , tot hiertoe, gezind bleeven , om de
Pagteryen te handhaaven; doch daar verliepen
noggeene vierdagen, of zy veranderden fchie-
lyk
O} Rtfol. HoH. ju, 25, i&Juny 1748. bU 511, 51a, 5J4«
03
I
-ocr page 216-
ai4 VADERLANDSCHE LXXVIII.Boek;
174.8. lyk van gedagten. Wy zullen wel haast zien *
-r— wat'er aanleiding toe gaf. Ondertusfchen was
het gemeen te Haarlem , daar men nu geene
Imposten meer betaalde, en daar de Schuttery
eenige dagen agtereen , in de wapenen kwam,
na 't pionderen van zeven Pagters huizen , al-
lengskens , in rust geraakt. Eenige geroofde
goederen werden , federt, der Gert formeerde
Diaconie ter bewaaringe gegeven; die in 't vol-
gende jaar, last kreeg van de Staaten, om ze,
zo ver zulks mogelyk ware , den eigenaaren
wederom uit te leveren (f).
XIX. Maar te Leiden en in den Haage, was 't
«tGraauwpiondercn, vier dagen na dat men 'er te Haar-
Pl°n<*ert lern eenen aanvang van gemaakt hadt, begon-
m°eeste nen > °P den zeventienden. Te Leiden zogt
Pagcers een Pag ter, eene fch uur met brandhout, wei-
huizen te fee hy aan zig gehouden hadt, om 't gemeen,
geiden. wej^ reecjs tegen hem en zyne makkers aan 't
morren geflaagen was, te vrede te ftellen, tot
een' laagen prys te verkoopen. Doch alzo hy
den Impost van 't hout vorderde , welke nie-
mant betaalen wilde , floeg men van morren
over tot frayten met fteenen ; waardoor de
Schout en eenige foldaaten , aangekomen om
den moedwil te fluiten , op de vlugt gejaagd
werden. Terftond hierop , werdt het huis
van den Pagter aangevallen en geplonderd. 't
Graauw ftreefde toen naar drie of vier andere
Pagters huizen , die ten deele met foldaaten
bezet waren ; waardoor de plondering voor-
komen werdt. Een der Pagteren onthaalde 't
gefpuis op bier en wyn , en deedt het, door
goe-
(ƒ) Refpl. Holl. 16 July 1745. II. 559,
-ocr page 217-
LXXVIII.BoEK. HISTORIE. 215
goede woorden , aftrekken. Doch een ande- 174g.
re, die meende-in gunst te ftaan van'tgraauw, -—~
en hierom geene merkelyke voorzorg gebruikt
hadt, moest lyden , dat alles in zyn huis ver-
nield werdt, tot deuren , en venfters en pos-
ten toe. 't Plünderen duurde hier tot diep
in den nagt; en des anderendaags kwam de
Schuttery in de wapenen. Poorten en bruggen
werden bezet, en niemant, dan die men ken-
de , doorgelaaten. De Wethouderfchap alle
geweld en oproerigheid, op zwaare ftraffever-
booden hebbende, hieldt het graauw zig twee
dagen ftil: doch op den twintigften , werdt
de woede wederom wakker , door 't flaan op
een' koekenpan , waai mede een vrouwmensch
agter ftraaren liep. Het huis van den Pagter
Kornelis van der Kok , een fchoun gebouw , te
vooren , uoor de ïóldaaten befchermd , en fe-
dert , met planken toegefpykerd zynde , leedt
den eerften aanftoot. 't Kostbaarst huisraad
werdt hier vernield , de voorgevel gedeeltelyk
afgebroken , de fieraaden van het muurwerk
deerlyk gefchonden. Vier andere Pagters hui-
zen trof dien dag het zelfde lot. Aan een derzel-
ven verweerde men zig, eenigentyd, tegen de
woeste menigte ; die , eerlang, zo fterk aan-
wies in getal, dat men haar het huis ten prooi-
je laaten moest. Twee Pagters alleen hadden ,
den ftorm ziende aankomen, hunne huizen le-
dig gemaakt : waarna zy, door de eigenaars,
open en te huur gezet werden : 't welk de ge-
bouwen voor vernieling beveiligde. De Wet- De Wet-
houderfchap, hier, het voorbeeld van die van houder-
Haarlem volgende, kondigde, op den een-en ^r!?ap
twintigften, af, dat de Pagten, by voorraad, oekhter,
O 4                   zou-
-ocr page 218-
2i6 VADERLANDSCHE LXXVIII. Boek.
1748. zouden opgefchort blyven. Doch een gerügt»
------ dat 'er Krygsvolk in de Stad verwragt werdt,
de Pag- hieldt het gemeen , nog eenige dagen, in on-
ten , by mst# j)a Sekretaris David van Royen gaf zig
voorraad, vegj moejte ? om 't voj^ te verzekeren, dat dit
gerügt verfierd was: ook werdt zulks, openlyk
van 't Stadhuis afgelezen. Doch de Burgery
zelve , in grooten getale, op de Doele byeen-
gekomen, raakte niet regt tot bedaaren, dan na
dat haar verzekerd was , dat alle Pagten, vol-
ftrektelyk waren afgefchaft: 't welk, na weinige
dagen verloops, gebeurde.
xx. In den Haage , hadt men , den gantfchen
pionde- zeventienden van Zomermaand, hooren mom-
ring van pelen ( dat het huis van den Pagter van Spyk
Pagters ft°n(ft geplonderd te worden. Nogtans fchool-
huizenin de het graauw niet famen , voor 'savonds ten
den Haa- negen uuren; doch liet zig, door den Kolonel
«e-
         Dierquens en eenige Schutters , na eenigen te-
genltand, verdry ven. 't Huis van den Pagter
werdt, den gantfchen nagt, befchermd, door
de gewapende Schutterye. Des anderendaags,
zondt de Krygsraad aan zyne Hoogheid , om
raad. Doch de Prins, onpasfelyk zynde, kon
den afgezondenen geen gehoor geeven. De
Prinfes zeide hun egter , uit 'sP/infen naam,
aan , dat zy 't geweld , ten beste doenlyk ,
moesten tragten te fluiten, zig , des noods -
bedienende van de bezetting van den Haage.
De Wethouderfchap deedt, hierop , afkondi-
gen , dat elk zig hadt te wagten voor oproe-
righeid ; alzo men beflooten hadt geweld met
geweld te keeren. Maar kort hierop werdt de
aanval op 't huis van van Spyk hervat; de Schut-
£ery , die hier de wagt hieldt, gedwongen te
wy-
-ocr page 219-
LXXVllI.BoEK. HISTORIE. 017
wyken , voor eene hagelbui van fteenen , die l7$;
op haar afkwam. Doch verfcheiden' andere------
vendels, federt zynde aangerukt, werdt 'er,
na lang dreigen , met fcherp gefchooten op 't
graauw , waardoor veelen gekwetst, en twee
of drie gedood werden. Toen verftooven de
plonderaars, en't huis werdt, wederom, den
gantfchen. nagt bewaakt. Op den negentien-
den , des morgens, werdt, in gevolge van het
befluit der Staaten, waarvan wy, boven (g),
gewaagden, afgekondigd, dat de Pagten ftand
zouden houden: 't welk de woede, die, eeni-
gen tyd te vooren , aan 't huis van eenen an-
deren Pagter, eenen aanvang met pionderen
gemaakt hadt, verder fcheen aan te zetten.
Twee Huizen , eenen Pagter toekomende,
werden , daarna, geweldiglyk aangevallen en
zwaar befchadigd : na dat men de Huurders
genoodzaakt hadt, hunne goederen eerst te
bergen. Met den avond , werdt 'er nog een
Pagters huis geplonderd. De Schuttery en 't
Krygsvolk booden nu geenen den minften te-
genftand , alleenlyk zorg draagende , dat de
huizen, waarvan de Pagters eigenaars, doch
geene bewooners waren . voor verder geweld
bewaard bleeven. Een Pagter was 'er maar,
hier ter Stede , die, zonderling bemind van 't
gemeen , vry bleef van plondering. Een der
Lyfwagten van zyne Hoogheid, zig, meer of
min, gefteken hebbende in den oproer, werdt
e enige dagen laater , gevat, en , voor 't Hof
te regt gefteld zynde, ter galge verweezen.
Op de overige handdaadigen , werdt geen on-
der-
O 5
-ocr page 220-
ai3 VADERLANDSCHE LXXVIII. Bobk.
1748. derzoek gedaan, 't Graauw, uitgehold heb-
g
         bende, raakte van zelf aan 't bedaaren. Doch
terwyl de plondering nog duurde, waren 'er
ook briefjes geftrooid , waarby 't volk voor
de huizen van den Raadpenfiouarii: Gilles en
den Advokaat-Fiskaal Anthony van Wezele ge-
nodigd werdt. Beide deeze Heeren werden
voor Lands dieven uitgemaakt en bt-fehul iigd,
als hadden ze veele duizenden getrokken van
de Pagters. De Raadpenfionaris gaf 'er den
Staaten kennis van , die , hunne uiterfte ver-
genoeging betuigd hebbende over den dienst,
door hem , tot h'ertoe , den Lande gedaan,
en de uitftrooifels tegen hem voor vuile laste-
ringen hebbende verklaard, op raad van zyne
Hoogheid, hem enden Ai vokaat- Fiskaal, eer-
lang, in hunne hooge btfcherming namen, en
in perfoon. huis en goederen kost- en fchade-
loos beloofden te zullen houden: daarenboven
tienduizend guldens toeleggende aan die den
opfteller, drukkers of verfpreiders der gemelde
fchi ifren wist aan te brengen. De Prins hidt
ook lchikking gemaakt, om de huizen der twee
Heeren , door 't Kryssvolk van den Staat, te
doen befchermen (/£). Doch men deedt hun
geen verder leed.
XXI. IVLar de woede , die , in Haarlem, in Lei-
Gewei- den en in den Haage, gezien was, geleek niet
*,e °? in felheid en duurzaamheid, naarde woede,
te Amfter-^' weinige dagen laater, in Amfterdsm gaan-
dam. " de gemaakt werdt. De tyding van 't »ffchaften
der Pagten in Friesland hadt, hier , reeds te
vooren, eenig gemor verwekt onder't gemeen,
dat
CO Refol. HoU. 19, xijtiny 1748. W. 497» 5°S*
t
-ocr page 221-
LXXVIILBoek. HISTORIE, ai*
dat, zo wel als de nabuuren , verlangde, om 1748.
van de drukkende Imposten vry te zyn , en .» ' ;
niet bezeffen kon , dat 'er andere lasten in de
plaats zouden moeten komen , welker gewigt
men nog niet beproefd hadt. Ook ftaken de
rykdommen van fommige Pagters , hier , den
burgeren, meer dan elders, in 't oog; 't welk
hen , boven anderen , in den gemeenen haat
gebragt hadt. Veele gegoede ingezetenen
verftonden zelfs , dat de Pagters der aJgemee-
ne befcherming onwaardig waren , en ver-
dienden uitgerooid te worden; hoewel anderen
meenden , dat men de Pagteryen zou können
affchaifen zonder plondering ; die toch, door
't Land, zou moeten vergoed worden. Zo
fprak men , hier ter Stede , na dat men wist,
wat 'er, te Haarlem, voorgevallen was. Ook
waren veelen bedugt, dat de beweeging, hier
ook . op den zeventienden , beginnen zou ,
gelykmen, naderhand, verftondt, dat te Lei-
den en in den Haage gefchied was. Doch dee-
ze dag liep ten avond , zonder dat zig eenige
oproer openbaarde. Alleenlyk hadden fommi-
gen Boter gekogt, op de Botermarkt, zonder
'er eenige Pagt van te betaalen : 't welk, oog-
luikende , gedoogd was. Kort te vooren, wa-
ren 'er briefjes geftrooid , waarby elk , tegen
den twintigften, op den Dam genodigd werdt,
om de Pagten te zien affchaffèn : doch deeze
dag eindigde , van gelyken , zonder dat 'er
jet voorviel. De Wethouderfchap hadt, mi d- Voor-
lerwyl, eenigen Kapiteinen der Burgervende z°rg der
len afgevraagd , of men zig , des noods, zou ^efhfu"
können verlaaten op den byftard hunner on- er c ap'
derhoorige manfchap ; doch uit hun verftaan,
dat
-ocr page 222-
aso VADERLANDSCHE LXXVIÏÏ. Boek;
174.8. dat de meeste Schutters zig hadden laaten ver-
------ luiden , dat zy geene Pagters huizen dagten te
befchermen. Ook voerden veelen diergelyke
taal zo openlyk, dat 'er 't Graauw ftout op
werdt, en zig te ligter vervoeren liet, om
eerlang ook hier werk te beginnen. De jongde
Pl?.kaaten der Staaten van Holland, (trekkende
tothandhaavingederPagten, werden hier, ter-
ftond, afgekondigd: en 't laatfte, welk tegen
de Bekendmaaking der Wethouderfchap van
Haarlem gerigt was , op maandag den vieren-
twintigften van Zomermaand. Men was nu,
meer dan voorheen, bedugt voor oproer op de
Botermarkt, daar, ter oorzaake van den markt-
dag , veel voiks famenvloeide. üok hadt de
Wethouderfchap zorg gedraagen , dat 'er om-
trent veertig Schutters uit het Burgervendel van
den Kapitein Frangoh Lestevenon, by tyds, ge-
legd werden op de Reguliers Waage, waarvan
zy 't 00a; over de Botermarkt houden konden.
Aanvang De Bedienden van de Bjterpagt zaten in hun
van dit» [{omptoir aan de Waage, verleenende Pagtce-
deï»!terP Jl:^s aan zu^en» die Ze begeerden, en 't Huiken ,
markt, w-lk fommigen deeden, door de vingeren zien-
de. Omtrent half elf uuren begon een jongen
cenige baldadighei 1 aan 't Komptoir ; waaro-
ver hy van eenen der Geregtsdienaaren beftraft
en weggejaagd werdt. 't Graauw, hierop, aan
't morren en fchelden gevallen zynde , floeg
een uit den hoop de glazen van 't Komptoir in.
Men greep hem , en bragt hem in de Waage.
D • Schuttery, op 't gerügt, naar beneden ge-
komen, ontfloeg hem egterterftond; dochhy,
khagende , dat hy twee gouden ringen miste,
wslken egter nergens te vinden waren, ver-
wek«
-ocr page 223-
LXXVIII. Boek. HISTORIE. 221
wekte zo veel opfchudding onder't graauw, dat 1748J
het met fteenen wierp naar de Burgers , waar- ------
door de Luitenant eenigszins gekwetst werdt
in 't aangezigt. De Kolonel Willem van Loon Men
Janszoon , die , in afwezendheid van Kapitein fchiet,
Lestevenon, 't bevel voerde over de Schutters, ™"
gaf zig veel moeite, om 't volk tot ftilftand te op dg
brengen , en beval, eindelyk, toen woorder oproert
niet hielpen, uit last van Burgemeesteren, met 8eö«
fcherp te fchieten onder den hoop , waardoor
'er drie gedood, en eenigen gekwetst werden.
Onder de eerften , was een onfchuldige , die
zig flegts uit nieuwsgierigheid in 't gedrang
begeven hadt: en onder de laatfte een vrouw-
mensch. welk. fchaamteloos, de rokkenopge-
ligt, en den Burgeren haar agterfte toegekeerd
hadt; waarop zy een kogel in de dye ontving,
die haar, eerlang, de dood deedt. 't Schieten
deedt het Graauw en de rieuwsgiarigen ver-
ftuiven , in een' oogenblik, hoewel twee op-
roerigen , nog na het fciiieten , een wyle met
fteenen wierpen. Maar 't vuuren van burgers
op burgers, gelyk men 't noemde, werdt, on-
dertusfchen, afgekeurd byde domme menigte.
Men riedt den Kolonel van Loon, die 't belast
hadt, zig , voor een' tyd , aan eene zyde te
houden. Ook werdt zyn huis, zo lang 't op-
roer duurde , befchermd door eene Wagt van
Schutteren. M*ar 't Graauw, nu verdreeven rje pag-
van de Botermarkt, ftreef Je , omtrent den ters hui-
middag, in grooten getale, naar't huis van de zen wor-
Pdgters Adriaan en Pieter de Nooi, die naast jjj;",'*?"
aan de Botermarkt, op de Keizersgraft, by f0
de Reguliersgraft, woonden. De deur van t pion.
huis werdt met hameis opgeflaageo ; waarna d«a.
't
-ocr page 224-
S22 VADERLANDSCHE LXX VIII. Boek;
1?4&. 't gefpuis, naar binnen Huivende , alles ver-
:------ riielde , 't verbryzeld huisraad en 't geld zelf
in 't water fmytende. De woeste hoop, haast
fterk toegenomen in getal, Verdeelde zig, eer-
lang, aan verfcheiden" Ploegen, die elk opby-
zondere Pagters huizen aanvielen, welke allen
deerlyk geplonderd, en fommigen zwaar be-
fcbadigd werden. Ondertusfchen werdt, in
verfcheiden' wyken, de trom geroerd , om de
Schuttery in de wapenen te doenkomen; doch
't Graauw ontzag zig niet, den tromflageren,
hier en daar, het flaan, gevveldiglyk te belet-
De Schut-ten. De wei; ige Schutters, die in 't geweer
tery ziet kwamen , plaatsten zig omtrent eenige Pagters
het aan. nUjZen j docn de m eesten toonden geenen lust
om dezelven te befchermen, en zagen't pion-
deren , zonder 't zig aan te trekken : 't welk
ook zulken , die herts en moeds genoeg had-
den , om 't geweld te helpen weeren , nood^
Affchu- zaakte, zig ftil te houden. De Direkteurs van
weiyke den Impost op de Wynen , by tappers en zul-
baidaatiig-jjgjj ^ ^ vee| jjj jjroegen verkeerden , ook by
dehuizèn eenige burgers , die oordeelden te hoog door
der üirek hen gefchat te zyn , zeer in den haat geraakt
teuren zynde, werden, ichoon zy de Admodiatie def
van den ^v*ynen flegts bedienden , vooreengenootfchap
d'erPWy- van Wynkooperen, waartoe zy nogtans zelven
«en. ' behoorden , zo min als de overige Pagters,
verfchoond van de plondering. 't Kostbaar-
fte huisraad, fchilderyen , boeken, gemaakt
Zilv rwerk , alles werdt gefchonden of ver-
nield. De wynen en fterke dranken, die men
in de kelders deezer Luiden, in grooten over-
vloed , aantrof, werden gulziglyk te lyve ge-
flaagen , of baldaadiglyk geplengd. Geheelen
-ocr page 225-
LXXVIII.Boek. HISTORIE, aaj
oxhoofden werdt de bodem ingefmeeten : en 174&,
de roode wyn ftroomde zo rykelyk door de ——
gooten en rioolen , dat 'er 't water in de graf-
ten door geverwd werdt. Met den avond, en
toen 't graauw nu den drank in 'r lyf hadt,
wakkerde de woede, en borst uit tot dedartel-
fte baldaadigheden : ontziende 't gefpuis zig
niet, openbaare ontugt te pleegen, terwyl hun-
ne makkers, met pionderen of* zwelgen, bezig
waren. Men wil, dat aan één huis , behalve
de ftukvaten en oxhoofden, wel dertigduizend
flesfen vol wyns opgezoopen of vernield zyn.
In de meeste huizen , werden alle de vertrek-
ken , tot boven in den top, ledig geplonderd;
en fomtyds zwaare Hukken huisraad en geld-
kisten naar beneden gefmakt, dat alles daver-
de en kraakte , daar 't nederkwam : ook wer-
den de plonderaars, die beneden ftonden, en
't afgefmeeten huisraad verder verbryzelden,
en in 't water droegen , dikwils gekwetst, en
fomtyds gedood, door kasfen, tafels, deuren,
die , zonder iemant te ontzien , ten venfteren
uit geworpen werden. De woede hieldt, den
gamfchen nagt en den volgenden dag, aan,
önaangezien de Wethouderfchap , al by tyds,
hadt laaten afkondigen, dat zy van de be-
geerte der ingezetenen, om de Pagten te heb-
ben afgefchaft, kennis gegeven hadden aan de
Staaten en aan zyne Hoogheid, met vermaa-
ning om den uitflag der raadpleegingen op zulk
een gewlgtig ftuk , met geduld , af te wagten.
't Graauw ontzag zig niet, op 't midden van
den dag, aan te vallen op 't huis van eenen
der Direkteuren van de Wynen , welk op den
Vygendam ftondt, in 't gezigt van 't Stadhuis.
Men
-ocr page 226-
124 VADERLANDSCHE LXXVIII.Boek;
1748. Men hadt dit huis van 't beste huisraad ontle-
fcg digd; voorts geflooten en te huur gezet. Doch
't gei'puis raakte'er ras binnen, onder een woest
gefchreeuw van Oranjehoven! of Huzza! welk
de gewoonlyke kreet der plonderaaren was ;
en alles, wat men 'er vondt, werdt verbryzeld.
Een der Burgemeesteren dit geweld , door de
glazen van't Stadhuis, aanfchouwende, hadt,
20 men verzekert, geen moeds genoeg , of
vondt ten minften ongeraden, om het te doen
fluiten , fchoon een der Burger - Kapiteinen
hem, daartoe, zynen dienst aanboodt. Aan an-
dere huizen werden, dien dag, diergelyke bal-
daadigheden gepleegd. Eenige weinige huur-
huizen, die men, by tyds,'hadt weeten ledig te
maaken, werden van verder geweld verfchoond.
Aan den Kelder , daar de Zoutdraagers 't zout
by de zak kwamen haaien , werdt het woeden
ook gefluit; laatende de plonderaars zig be-
duiden , dat 'er niet dan zout, zo noodig tot
behoudenis van veele leevensmiddelen , in te
vinden zou zyn. Nu hadt men omtrent twin-
tig Pagters huizen , in minder dan twee da-
gen , geplonderd, toen 't graauw, 't hollen ge-
woon , ook andere wooningen begon te drei-
gen. Men verfpreidde, ten minfle , dat de
voorgangers lysten by zig hadden, waarop nog
veele huizen getekend ftonden , die men aan
de woede van 't Graauw dagt ten prooije te
DeSchut-geeven. De Schuttery, eindelyk, 't gevaar,
tery ftuit, welk haar en de Stad dreigde , bezeffende ,
eindeiyic, jjwarn j 0p vermaaning der Wethouderfchap,
roer. eerst in den nademiddag tot omzien. Verfchei-
den' vendels trokken, met ftille trom, op, en
voegden zig, op de plaatfen, daar't meeste ge-
vaar
i'
-ocr page 227-
LXX VIII. Boek. HISTORIE. m$
vaar gevreesd werdt, met naame omtrent het 1/4$,.
Stadhuis. Ook werden de Waagdraagers, Bier- -—-
draagers en Turfdraagers voorzien van geweer.
Tegen den avond kwamen de plonderaars voor
't huis van eenen Pagters * bediende , op den
Blaauwbisrgwal. Zyftreefden, terftond, ter
deure in naar boven. Doch in dit oogenblik
komen twee vendels Schutters , onder de Kï-
piteinen , Mattheus JLestevmon Abrahamsz* en
Theodoor fVynantz, aantrekken ; daar zig, kort
daarna ■, nog, een derde, onder den Kapitein
Jan Fredrik Berewout, by voegde. De toegan-
gen werden , terftond , bezet Doch eenige
Burgers , te vooren , vuur gegeven hebbende
op de plonderaars, hadden den vuigen hoop
reeds verjaagd , en 't huis voor verder geweid
befchermd» Ook hadt de moedwil zyne kragt
verlooren, zo dra de Burgery'er zig ernftelyk
tegen begon te verzetten. Een Zweedsch Boots-
gezel , die de meeste plonderingen bygewoonct
hadt, en nu nog geweld dreigde , aan 't huis
van eenen Kleermaaker, werdt * door eenige
Burgers , doodgefchooten * en naderhand , in
gevolge van een vonnis van Sehepenen,, naar
buiten gefleept, en by een been aan de galg
gehangen. Eenige pproerigen werden gevat;
Doch twee dagen laater, werden twee der f $gg
voorgangeren van den woesten hopp in hegte- der be£
nis genomen, een Tuinman van negt gerügt, k*111«1»
Pieter van Dort genaamd 4 en een Vrouw- JS^^
mensch, welk fchol, bokking en limoenen gehan-
aan de Beurs plag uit te venten. Beide had- gen.
den ze de meeste plonderingen aangevoerd.
De Karel, dien 't Graauw Burgemeester noem-
de , om dat hy , by een' der Pagteren * een*
X,X. Dbbl.
              P                   gro#-
-ocr page 228-
aaß VADERLANDSCHE LXXVM.Boek.
174t. grooten paruik geroofd en opgezet hadt, voer-
—■ de, gemeenlyk, 't vendel, en gaf bevelen uit
aan 't gefpuis , welk hem volgde, 't Vrouw«
mensch hadt, reeds op de Botermarkt, fteenea
geraapt, en was een van de eerften geweest in
't pionderen aan 't huis van de Nooy, en aan ver-
fcheiden' andere huizen. De Tuinman werdt 3
door eenige Burgers, uit een' Bierkelder ge-
ligt en opgebragt : 't Wyf werdt, door eenen
der Onderfchouten, gevat. Zy werden beide
voor Schepenen gehoord, ter dood veroor-
deeld , en des anderendaags, op den middag,
uit de Waage opgehangen, 't Wyf fchreeuw-
de, in 't gaan naar de ftrafplaats , en eer zy
gehangen werdt, ysfelyk Wraak ! Burgers ,
Wraak! Doch de Karel floeg geen geluid.
Ongeluk- Nogtans, was hy naauwlyks ten venftere uit
kige op- geheist, of daar ontftondt een geweldig gedrang
loop op onder de aanfchouwers, veroorzaakt, zomen
<Jen Dam. fa/g^ f door eenige Burgers , die , de ronde
in de Stad gedaan hebbende , langs den Vy-
gendam , naar den Dam kwamen ; en toea de
toekykers hun hier den doorgang weigerden,
met los kruid, gevuurd hadden, waarop ook,
door de Schutterye , die op den Dam ftondt,
met fcherp gefchooten was, waardoor eenigea
■« gekwetst, en een of meer gedood waren. Élk
der toekykeren hierop een goed heenkomen,
zoekende, raakten veelen onder de voet, en
werden deerlyk vertreeden: veelen werden in't
water gedrongen, daar eenigen zig, uit angst,
van de hoogten , daar zy op gezeten hadden,
lieten invallen. Men wil, dat 'er verfcheiden'
ongelukkigen in 't gedrang omgekomen zyn.
Zeker is 't, dat 'er veelen in 't water fmoor-
-ocr page 229-
LXXVIII.BoEK. HISTORIE, 207
den , welker getal tot op omtrent veertig be- 1^»
groot is. Met deezen ramp ,j welks gerügt de .*.
gantfche Stad met eene ontftêltenis en fchrik
vervulde \ waarvan veelen aan 't kwynen floe-
gen, eindigde de oproer, die, in Amfterdam,
tegen de Pagters aangevangen was. DeSchut-
tery bleef, nog eenige dagen, in de wapenen,
en deedt de ronde door de Stad , waardoor al-
le verdere opftand geweerd werdt. Ook hadt
de Regeering, na 't ftülen van den oproer,
dien zy aan de kwaadaar dgheid van eenige
vreemdelingen toefchreef, en na 't bedanken .,.
der Schutterye, allen Wyken belast, op 't eer-
fte blyk van opfchudding , in de wapenen te
komen : vyfhonderd guldens beloovende aan
het eerfte Vendel, v/elk zig vervoegen zot*
voor een huis, dat met plondering gedreigd en
aangevallen werde. De Stads Modderluiden
hadden ook, na 't ftraffen der twee oproeri-
gen , last gekreegen om 't vernielde huisraad,
welk alomme door de graften dreef, op te vis-
fchen , en in Stads Pakhuizen te bergen ; met
welk opvisfchen zig, reeds te vooren, eenige
geringe luiden, onder oogluiking, hadden be-
zig gehouden.
In andere Steden van Holland en ten platten Somjaige
Lande, werdt ook eenig geweld gepleegd aan de Steden
wooningen der Pagteren; doch't kwam in gee- *oorko»
ne vergelyking by de woede, welke Haarlem, ^^
Leiden, 'sGraavenhaage, en boven al Amfter- tegen de
dam hadt moeten ondergaan. Ook hadt men, Pagter«
in fommige Steden, middelen gebruikt, om 't
oproer te voorkomen. Te Rotterdam, deedt
de Schuttery , by tyds en dagelyks , de ronde
door de Stad, waardoor de fkmenrottingen be-
Ps
                         let
-ocr page 230-
aa8 VADERLANDSCHE LXXVIIÏ.Boês,
1748. let werden. Ook verliet men zig hier op eeni-*
—— ge vendels Zwitfers, die digt by de Sud lagen.
De Diakenen der Hervormde Kfrke hadden,
daarenboven, verklaard, dat zulfcen die zei ven,
of welker kinderen de hand m eenige plondenng
gehad hadden , nimmer eenige onderileuning
van hun hadden te hoopen.
XXII. 't Geviel, ohgelukkiglyk, dat zyne Hoog-
uYn\ -jfteid, in 't hevigst der beweegingen in de Hol-
fla°°g tgr landfche Steden, onpasfelyk geweest was, zo
Vergade- dat men hem niet, of naauwlyks hadt können
ringe van raadpleegen, over de middelen, om dezelven
Holland, te ftjiien. Men hadt, nogtans , in twee Af-
fchaffen kondigingen der Staaten , na 't or,tftaan der
der Pag- beweegingen uitgekomen, gelezen, dat hunne
teryen Edele Groot-Mogendheden, met kennis en op
voor. raacj van Zyne Hoogheid , beflooten hadden,
de Pagten aan te houden, 't Gemeen kon, der-
halve , niet verwagten , dat de Prins eenigen
voorilag doen zou , om dezelven af te i'chaf-
fen. Ook hadt men 'er, ter Vergaderinge van
Holland, in 't algemeen, geen vermoeden van.
Doch op den vyfentwimigften van Zomer-
maand , 's daags na dat de plondering te Am-
fterdam aangevangen was , vervoegde zyne
Hoogheid , ter naauwer nood van zyne ziekte
herfteld , zig in de Vergadering van Holland,
den Staaten een' voorflag doende , wtlke in-
hieldt „ hoe 't niet nieuw was, dat de inge-
„ zetenen deezer Landen geneigdheid hadden
» getoond , om de Pagten van 's Lands ge-
„ meene middelen op de Verteering te heb-
„ ben afgefchaft; terwyl fchrandere verftan-
„ den hadden geoordeeld , dat 'er bekwaamer
»
middelen waren uit te vinden , om , met
min-
-ocr page 231-
LXXVIII. Boek. HISTORIE. 229*
„ minder omflag en bezwaaring van deingeze- 1748.
„ tenen , dezelfde of grooter lommen dan de —
„ Pagten opbragten, in 's Lands Kaslè te doen
„ komen. Dat zig, nogtans, deeze geneigd-
„ heid nooit zo duidelyk hadt doen zien , als
„ tegenwoordig, zynde dezelve tot zulk eene
„ onmaatige drift uitgeborften, dat de overtui-
„ gendfte redenen, inde afkondiging der Staa-
„ ten van den negentienden deezer gebruikt,
„ die niet tot bedaaren hadden können brengen.
„ Zelfs waren 'er daadelykheden uit voortgeko-
„ men, die de droevigfte gevolgen zouden kon-
„ nen naar zig fleepen. Doch hoe zeer deeze
„ daadelykheden ook te veroordeelen waren ;
„ was 't egter aanmerkelyk, dat zy, in zo ver-
„ re, uit geen kwaad beginfel waren ontftaan,
„ dat men 'er mede beoogen zou, zig te willen
„ onttrekken van het draagen dergemeenelas»
„ ten. De oude zugt der regtfchaapen' Ne-
„ derlanderen, om het hunne, gewilliglyk, op
„ te offeren tot behoudenis van 't Vaderland,
„ was nog niet uitgebluscht, ja leefde, zozeer
„ als ooit, in de herten : 'twelkaandeblymoe-
„ digheid, met welke zulk eenzwaarelast, als
„ de milde Gift was, werdtopgebragt, blyken
,, kon. 't Stuk met dit oog inziende, hadtzyne
„ Hoogheid, fchoon naauwlyks uit zyne zwaa-
„ re ziekte herfteld, niet langer können nalaa-
„ ten , in de Vergadering der Staaten te ver-
„ fchynen, en hen op het ernftigst te verzoe-
„ ken , om van Honden aan de Pagten te wil-
„ len affchaffiin, en hunne raadpleegingen, ten
„ fpoedigfte, te willen laaten gaan , over het
„ uitvinden en in 't werk ftellen van zodanige
„ andere middelen , als, zonder meerder be-
P 3
                 » zwaa-
-ocr page 232-
aso VADËRLANDSCHE LXXVIIJ. BogK.'
i^+j. „ zwaaring van de ingezetenen , in de plaatfe
,____ „ van de Pagten, zouden können worden inge-
„ voerd : waartoe, onder anderen, zyns oor-
„ deels, het opftellen van eenig Hoofdgeld zou
„ können in aanmerking komen."
De S*t»i- De Leden in 't gemeen, geene verwagting al-
ten be- toos-gehad hebbende van zulk een voorftel, za-
fluiten'er gen 0p eifernderen, zonder iet te zeggen. Zyne
toe* Hoogheid liet hun gelegenheid ,'om 'er op te
raadpleegen, vertrekkende, terftond, uit de Ver-
gadering. En 't leedt niet langer dan tot den
volgenden dag, toen zy de affchaffing van alle
Pagten, overeenkomftig met den voorflag van
zyne Hoogheid, openlyk, afkondigden, nadat
verre de meeste Leden 'er, terftond na 's Prinfen
vertrek , toe bëflooten hadden, na éene korte
raadpleeging (i). Doch 't Befluit der vStad Am-
sterdam werdt, eerst ten volgenden dage, en na-
dat de Vroedfchap, uit eenen brief van de Afge-
vaardigden ter Dagvaart, kennis gekreegen hadt
van den voorflagvan zyne Hoogheid, ter Verga-
deringe ingebragt. Doch die voorflag was, eer
men nog wist wat 'er óp bëflooten was, gedrukt,
verfpreid, door de voornaamfte Steden.' Men
hadt djen te Amfterdam , des daags na dat de-
zelve gedaan was: 't welk niet weinig toebragt,
on\ de Vroedfchap te doen befluiten totbewüli-
DePagte-gjóg^ gn 0p deeze wyze werden de Pagteryen
derTaTge^"ttgefchaft, die, twee eeuwen of langer, hier te
fchsft. Lande, in gebruik geweest waren,
xxiii. De Staaten van Holland hadden , terftond,
Zyne * Gemagtigden aangefteld, om te overleggen, op
Hoogheid welk eene wyze, men best zou können vinden
(laat eeti;:eene fomme van omtrent tien millioenen in 't
byJwr> die"t Laad» door't affchaffen der jagten,
' ftondt
(O R«W- Holl. »5 Jutiy 1748. W. 514.
-ocr page 233-
LXXVIILBóEK. HISTORIE. 23t
ftondt te misfen. Doch men bevondt wel haast, 174t.
dat de nieuwe middelen, van welken men zig,
in de plaats der Pagten, zou moeten bedienen, raad, in
niet zo fpoedig in gebruik gebragt konden wor- de plaats
den, als vereischt werdt, om den Staat van fc^jf^
's Lands Geldmiddelen voor onherftelbaare ver- Pagten,
warring te bewaaren. Zyne Hoogheid, die de voor.
raadpleegingen, op dit gewigtig ftuk, dik wils,
in perfoon bywoonde, Uoeg, derhalve, voor,
„ dat Burgemeesteren der Steden en Schouten
s, en Geregten ten platten Lande, by voorraad,
„ en tot dat men andere middelen zou hebben
„ beraamd, behoorden te worden aangeflaagen
„ met den beloop van 't gene het Land , in 't
„ voorleeden jaar 1747, van dePagtenontvan-
s» gen hadt, met de tiende verhooging, derant-
„ foenen en eenige onkosten, in alles begroot
,, op tien milHomtn guldens in't jaar, verdeeld
„ op den voet der algemeene aanflagen. Dat
„ men, maandelyks, beginnende met den eer-
„ ften van Hooimaand, een twaalfde deel van
„ deezen aanflag zou opbrengen, waarvoor Bur-
„ gemeesteren en Geregten verantwoordelyk
„ zouden zyn, hetzelve vindende byfchatting
„ over de Ingezetenen, Huishoudingen en Per-
,, foonen. Dat, eer deeze fchatting behoorlyk
„ zou können gefchieden, elk moest worden
„ vermaand, om zig zelven te (chatten, naar't
„ gene hy in de Pagten hadt opgebragt, of hadt
„ behooren op te brengen, en dat men zulk«
„ fommen, by voorraad, van elk ontvangen
„ moest, tot dat de fchatting, van wege Bürge-
„ meesteren en Geregten, in orde gefchied zou
„ zyn. En dat Burgemeesteren en Geregten,
„ hunnen aanflag niet maandelyks voldoende,
„ door onverwylde lütwinning, hiertoe behoor-
P 4                  „ den
-ocr page 234-
33* VADBRLANDSCHE LXXVilI. Boek ;
1748. „ den genoodzaakt te worden." De Gemagtig-
" ■■..; den den Staaten verflag hunner raadpieegingen
gedaan hebbende, overeenkomftig met het ge-
voelen van zyne Hoogheid , werdt dit verflag
r Eenige overgenomen door de Leden (£), en in de Vroed-
Stedea> fchappen der Steden, ernftelyk, beredeneerd.
™^r'J frVerfcheiden' Steden, en Amilerdatn inzonder-
heid in. heid , vonden 'er merkelyke zwaarigheden in.
Men merkte, onder anderen, aan, dat verfchei-
den' verpagte middelen genoegzaam alleen ge-
draagen waren door den Koophandel, en voor
een groot gedeelte waren gekomen, ten laste van
Vreemdelingen, voor welker rekening, hier ee-
nige Waaren gekogt of verkogt werden : met
welken last, men de ingezetenen niet gevoeglyk
bezwaaren kon. Doch deezezwaarigheid werdt
Mea be- fpoedig uit den weg geruimd. Men befloot,
fluit eeni-deeze middelen, beftaande in den Impost op de
gev?K*e"Waage, de ronde maat, de inkomende Graanen,
ïenbyit^ de inkomend* Tabak, de grove Waaren endaa
laraeüng veertigften Penning op de Schepen , terftond,
te heffen, van's Lands wege, by Collefte of inzameling, t*
heffen, gelyk, reeds met het begin van Oogst-
maand , gefchiedde. Ook namen de Staaten,
eerlang, een befluit, welk. inde meeste opzig-
*» Printen ten, overeenkwam met 's Prinfen voorflag. Air
voorflag leenlyk, werdt vastgefteld „ dat Burgemeeste-
wordt'. ,, ren d?r Steden, tot het doen van den omflag
afverml '» over ^e ingezetenen , Gemagtigden van de
dering, „ Staaten en van zyne Hoogheid, nevens zig,
goedge- v zouden mogen verzoeken. Dat Burgemees-
keurd. n teren en Geregten , onverhoopt, nalaatig
„ blyvende, in 'c opbrengen van hun aandeel,
„ reden van deeze hunne nalaatigheid zoudea
„ moeten geeven aan zyne Hoogheid, die, ne-
ves*
C* } Refol. Holl. 6 July tfft. U. 558,.
-ocr page 235-
LXXVIII.BoEK. HISTORIE. 23»
„ vens eenige Heeren, doorhem te kiezen uit 1748.
„ de Vergadering der Staaten , over deeze re- -------
„ denen oordeelen zou ; waarna men het regt
„ van onverwylde uitwinning zou gebruiken ,
„ of niet. En dat dit middel flegts voor den
„ tyd van zes maanden zou dienen, zonder dat
„ men verlenging van tyd gedoogen zou, ten
„ ware, na verloop der gemelde zes maanden,
„ nog geene andere middelen mogten zyr uit
„ gevonden en in gebruik gebragt (/).' Wy verdee-
ders, maakte men eene verdeeling van de tien 'JW*'
millioenen, die Holland, in de plaatfederafge- IJJSn"
fchafte Pagten, opbrengen moest, volgens wel- overÜG!-
ke moest betaald worden door                        land.
Dordrecht en 't gene 'er onder behoorde f 511960 - ; •
Haarlem en als boven ... p0i"oo. - : -
Delft enz......    149,860- - ; -
Leiden enz.....        783130. - : -
Amiterdam enz. .                          3802790. - : -
Gouda enz. ....       459500. - : -
Rotterdam enz. ....     997950. - : -
Gorinchem enz. ....      \\\-jto - : -
Uriele enz. - . -        332290 - : -
't Zuiderkwartier f 9223440. - -. -
Alkmaar enz. ~ - f 267100. - : - '
Hoorn enz. - - 153340 - : -
Enkhuizen enz - - 10506c. • : -
Edam enz. - - 33320. - : -
Monnikendam enz. - 68420. - : -
Medenblik enz. - » 45460. - : -
Burmerende enz. - • 6is6o. . : .
De Eilanden -
            42700. - ; -
't Noorderkwartier f -776560. -. : -
I»!
In alles ƒ 1000000. - : .
------- , ,     . .. r......
In
(/) Refol. Htfl. ae, 26 July 1748. «.593, «30.
-ocr page 236-
»34 VADERLANDSCHE LXXVIII.Bobx;
1^48. In gevolge van deeze fchikkingen , werders
—-----'s Lands ingezetenen vermaand en belast, om
eene of meer maanden, op rekening van 't gen©
zy in de afgefchafte Pagten haddan moeten draa •
gen, te komen opbrengen. Ook werden, eer-
lang, de ingezetenen, zo nadoenlyk, gefchat,
Moeityk-naar gelang hunner verteering. Doch deeze
hctd in't fchatting kwim meest aan op de gegoedden.
wtTlief Geringen en behoeftigen werden , of' niet ge-
middeibyfchat, of voldceden niet 't gene hun afgevor-
vootraad. derd werdt, fchopn zy, voorlieen, zo wel ak
de gegoedden en ryken , naar gelang hunner
verteeringe, in de afgefchafte Pagten gedraagen
hadden. Over de ongelykheid deezer fchattin-
ge, een gebrek, dat, vooral in groote Steden,
bezwaarlyk te voorkomen is, werdt ook zeer
geklaagd. Ook zag men ongaarne, dat de door-
reizende Vreemdelingen vry bleeven van ver-
fcheiden' lasten ; waarin zy te vooren gedraa-
gen hadden : al 't welke te wege bragt, dat de
fchatting in de plaats der afgefchafte Pagten,
niet zonderveelgemorenmisnoegdheid, werdt
opgebragt. De Staaten klaagder» 'er, openlyk,
over, in eene Afkondiging van den agtften van
Slagtmaand. Ook hadt het uitvinden van een
ander hefmiddel, in de plaats der afgefchafte
Pigten, zo veel werfe in, dat het middel, by
voorraad 9 voor zes maanden vas'gefteld, voor
driemaal zes maanden in gebruik bleef, eneeat
met het einde des jaars 1749 ophieldt.
XXIV. Midlerwyl, waren de Pagten zo dra niet af-
Zyire gefchaft, of het regende, alomme, Ontwerpen
V°2jj- t van andere middelen van belasting, welken men
aan een beter hieldt. Kundigen en onkundigen hielden
Omwerp zig bezig met dit werk. De meeste Ontwerpen
■nn een jjepen uit op een Hoofdgeld of Familiegeld, en
kwa-
-ocr page 237-
LXXVÏÏLBoek. HISTORIE. 235
kwamen, in zo verre, overeen met het voorftel 174$
van den Prinfe. Doch men bevondt wel haast,------
dat, in veelen van deeze Ontwerpen, het getal; Hoofd-
in de meesten, het vermogen der ingezetenen 8e!^ ***
veel te groot gefteld werdt. Ook oordeelden w eH*
veelen, dat, wanneer 't een en 't ander, zo na
mogelyk, naar waarheid werdt gefteld , men ,
ter oorzaake van het groot getal der arme en
geringe ingezetenen, der doorreizende vreem-
delingen, en der zeevaarenden, ondoorkome-
lyke zwaarigheden ontmoeten zou, in'topftel-
Jen van een algemeen Hoofdgeld, welk zo veel
opbragt, als de afgefcbafte Pagten gedaan had-
den. Maar zyne Hoogheid , onder anderen ,
een Hoofdgeld hebbende voorgeflaagen, deedt,
onder zyn opzigt, vJytiglyk arbeiden aan een
Ontwerp ten deezen einde: 't welk egter, eerst
in de Lente des volgenden jaars, ter Staatsver-
gaderinge overgeleverd werdt. Het Ontwerp
beftondt in een drievoudig Familiegeld. Men
{telde voor, om 1. ieder Perfoon twee ftuivers
ter weeke, of vyf guldens tien ftuivers in't jaar
t« doen opbrengen. 2. ieder daarenboven, naar
gelang van zyne verteering enomflag, opeene
hooger fomme te doen fchatten: welke fchatting
men zig voorftelde te regelen, naar 't beloop dex
Huishuuren, mids men opzigt name op de on-
derfcheiden' huuren der huizen in de byzondere
Steden, en 3. de neeringdoende luiden en Trafi-
quatiien,
waardoor men Kalkbranders, Steen-
bakkers , Potten- Pypen- Plateel- en Tegelbak-
kers , Gefchut- en Klokgierers, Katoendrukkers,
Groffmids, Olieflaagers, Suikerbakkers, Brou-
wers,Zeepzieders en veele diergelyken verftondt
nog eéne byzondere fchatting op te leggen, ^e-
fchikt
-ocr page 238-
«--
•ft3<* VADERLANDSCHE LXXVI1I. Böge;
1748. fchikt, of naar de werktuigen, tot deeze Trafi-
r------ quen in gebruik, of naar de waaren, welken men
tot dezelven bezigde , of naar de huuren der
Gebouwen en Pnatfen, in welken zy geoefend
werden ; of, eindelyk, naar 't beloop van de
Midsija- Verpondingen dier Piaatfen. Doch behalve dit
ders aan Ontwerp van een Familiegeld , hadt men ook
een Ont- cen Ontwerp gemaakt om de middelen , voor-
jVee^"^" 'ïeen verpagt of in Admodiatie gegeven, te doen
te mid- ïieffen, by wegevan Colk&e uf inzameling. Zy--
delen te ne Hoogheid leverde beide deeze Ontwerpen
doen col- ter Vergaderinge van Holland over, op den twee-
Hviemt ^en va?i Bl°eimaatld des jaars 1749, nevens ee-
2e beide nen fchnftelyken voorflag, beheizende „ dat
denStaa- „ hy, in 't voorleeden jaar , in de plaats der
ten over. ^ Pagton . een Hoofdgeld voorflaande, niet
„ beoogd hadt, de raadpleegingen van hunne
„ E iele Groot - Mogendheden , daardoor, te
„ bepaalen ; maar alleenlyk te leiden , tot het
„ uitvinden van een bekwaam middel, buiten
„ verpagting, waardoor aan de algemeene ge-
„ neigdheid der ingezetenen mögt können wor-
„ den voldaan. Dat zyne Hoogheid, midler-
„ wyl, al vroeg, een middel by voorraad hadt
„ voorgeflaagen, waardoor zou können ge von-
„ den worden, 't gene het Land, door het af-
„ fchafïen der P^gten , te kort kwam. Doch
,, dat hy met fmert hadt moeten ondervinden,
„ dat de Leden van der Staaten Vergadering,
„ niet met de vereischte vaardigheid , hadden
„ getragt, aan dit middel zyn volkomen be-
„ ilag te geeven , zynde zelfs van geringe
„ uitwerking geweest de ernftige afkondiging
„ der Staaten van den agtften van Slagtmaand
,, laatstleden , welke ook , onlangs, m Gras-
„ maand,
-ocr page 239-
LXXVIII.Boer. HISTORIE. 93?
>, maand, van eene nadere Afkondiging, tot \jtft
„ vervulling van 'sLandsKomptoirmetdenoo-
j, dige penningen . uit helmiddel, by voorraad
„ ingevoerd , hadt moeten gevolgd worden.
ti Dat zyne Hoogheid deeze redenen gaarne
„ onaangeroerd geiaaten hadt; doch dathy'ef
„ van hadr moeten gewaagen, om, voor tyd-
„ genooten en nakomelingen, te toonen, dat
„ hy onfchuldig was aan het nadeel, welk het
„ Land uit deeze traagheid leedt, en aan dé
„ overige onheilen, welken daaruit verder zou-
„ den können voortkomen. Dat de geneigd-
„ heid der ingezetenen, om van de kneevelaa-
„ ryen der Pagteren bevryd te zyn, lang voor
„ het affchaffen der Pagten , gebleeken was,
„ en nog bleek, uit de menigvuldige Ontwer-
„ pen van andere middelen van belastinge, hem
., van tyd tot tyd, aangebooden, en met aan-
„ genaamheid ontvangen, om dat 'er uit te be-
„ ipeuren was , dat de ingezetenen nog genë-
„ gen bleeven, om 's Lands lasten blymoedig-
„ lyk, enmeteenpaarigefchouders te draagen.
„ Dat egter, terftond, en by nader onderzoek,
„ langs hoe duidelyker, gebleeken was, dat dé
„ invoering van een voltooid Ontwerp van een
„ Familie-Hoofdgeld, welk, by groot en klein,
„ ryk en onvermogend, Koopman en Rentenier,
„ eenpaariglyk , naar elks ftaat en vermogen,
zou worden gedraagen; waardoor d«neerin-
„ gen, handwerken en Trafiquen, die zo mer-
,, kelyk betaald hadden in de afgefchafte Pag*
„ ten, niet gedrukt; maar, zo veel mogelyk,
„ verligt werden, en waarin, eindelyk, ook het
„ groot getal van>doorreizende vreemdelingen
y, en zeevaarenden droeg, veel onderzoek, en
„ ken-
s
-ocr page 240-
i3* VADERLANDSCHE LXXVIII. Boifc
kennis van zaaken vereischte, eer men'er zig
„ eenen gewenschten uitflag van zou können
„ belooven. Doch dat, aan de andere zyde,
„ de nood ook fterk drong, om een eindelyk
„ middel in de plaats der Pagten in te voeren.
„ Dat deeze aanmerkingen zyne Hoogheid niet
M hadden afgefchrikt, maar bewoogen, om't ftuk
„ met meerder yver aan te tasten, en, met den
g» raad en hulp van kundige Luiden, de zwaa-
„ righeden, zo veel mogelyk, te boven te ko-
,, men. Dat hiertoe niet meer dan twee wegen
„ fcheenen te vinden te zyn , of het invoeren
M van èen Familie-Hoofdgeld, in rangen, naar
„ elks verteering, ftaat, omllag en vermogen ,
j,. verdeeld; of de middelen, waarvan de Pag-
„ ten waren afgefchaft, op de eenpaarigfte,
„ zekerfte en minst kostbaare wyze , te doen
cdkiïeeren, of inzamelen. Dat onder't op-
„ zigt van zyne Hoogheid , reeds voor eenige
„ maanden, in gereedheid was gebragt een Ont-
„ werp van een Hoofdgeld; doch dat hy'tag-
„ tergehoudën hadt, uit bekommering, dat
„ zulks gelegenheid zou hebben können geeven,
5, om de uitvoering van het middel, by voor-
„ raad västgefteld , verder te doen verwylen.
„ Dat zyne Hoogheid, in aanmerking neemen-
„ de, dat het tyd, en meer dan tyd was, Om de
„ zaaken niet langer in onzekerheid te laatend
„ eindelyk, beflooten hadt, dit Ontwerp ter
„ tafel van hunne Edele Groot-Mogendheden
„ over te leveren , te gelyk met eene korte
„ fchets van een Ontwerp, om de afgefchafte
„ Pagten te doen inzamelen; op dat de Leden 9
„ uit deeze twee middelen, één zouden kiezen,
„ waaromtrent hy derzeiver raadpleegingen vol-
-ocr page 241-
r
LXXVlII.ßoRK. HISTORIE. 239
fi komenlyk vry liet, zonder iet te willen zeg- 174I,
„ gen , tot aanpryzing van het eene Ontwerp ■ ■■ 3
„ boven het andere. Doch dat hy nietvoorby
„ kon, hen te vermaanen, tot het neemen van
„ een fpoedig befluit, en om te bezorgen dat
„ het middel, by voorraad vasrgefteld, hangen-
„ de de raadpleegingen, ter uitvoeringe gelegd
„ werdt. Dat zyne Hoogheid, hierby, alleen-
„ lyktenbefluite, in bedenking brengen moest,
„ of, in geval men de verpagte middelen ver-
„ koor te doen inzamelen, de kleine Gemeen-
„ te niet eenigszins diende verligt te worden,
„ door vermindering van 't regt op de aardappe-
„ len en't roggemeel, en of men niet behoorde
3, te zorgen, dat de onvermogenden den brand,
„ immers den turf, inden Winter en bybefloo-
„ ten water , tot denzelfden of minder' prys,
„ konden bekomen dan de vermogenden , die
M zig, bytyds, voorzien konden: opdatdeeze
„ kleine Gemeente, ziende hoe vaderlyk voor
„ haar gezorgd werdt, bewoogen mögt wor-
„ den, om 's Lands lasten, naar haar vermogen
„ te helpen draagen £'«*)."
Twee maanden omtrent verliepen 'er, na XXW
het doen van deezen voorflag, toen de Staaten DeSua-
openlyk bekend maakten, datzybeflootenhad- 'e™ •*;
den, de middelen, die voorheen verpagt waren, auè^de*
te doen heffen, by wege van Colle&e ofinzame verpagte
ling. Men arbeidde, van dien ty dat', aan het op- middelen
ftellen van algemeene én byzondere Plakaaten en 5* i?oe"
Ordonnantien ; en aan Berigtfcbriften voor de we^vm
Hoofd- en mindere ColkEteurs of Gaarders , in Ctlitße.
de Steden en ten platten L<tnde, aan alle welken,
eene
O) Uefo!. Holl. 2 May, 3 Juny 1749. V, 328, 449.
-ocr page 242-
240 VADERLANDSCHE LXXVIII. Boek;
i^g. eene maatige wedde werdt toegelegd , op dat
—- 'er zo veel te meer van de gemeene middelen
in 's Lands Kasfe komen mögt. Ook werdt het
ftuk der regtspleeginge over de gemeene midde-
len nader geregeld. De Gekommitteerde Raa-
den behielden egter, gelyk zy plagten, het hoog
opzigt over dezelven. Met den aanvang van 't
jaar 1750, begon dit heften der gemeene midde-
len by wege van inzameling, en 't is, tot nu toe,
in gebruik gebleeven. De fchade*, doordeplon-
dering derPagtersenPagtersbediendeni in Hol-
land geleeden, werde, eerlang i ter fomme van
omtrent driemaalhonderdduizend guldens , uit
's Lands Kasfé, goed gedaan («).
't Verhaal van den aanvang en uitflag der be-
roerten over de Pagteryen in Holland heeft ons
een weinig gevoerd buiten de tydorde der Ge-
fchiedenisfe, tot welke wy nu wederkeeren.
xxvi. Terwyl de Gewesten, in den Zomer des jaars
Staat der 1748, inwendig vol onrust waren, werdt de Vre-
Vredohan-jehandeling te Aken, wakkerlyk, voortgezet.
Aken!6 " ^e Wapenfchorfing was nu algemeen geworden
( 0 ), de F akaaten * hier te Lande, tegen den
handel op Frankryk uitgekomen, in't beginvan
Zomermaand, opgefchort. Doch de Rusfifche
troepen waren op weg. en in Poolen, hebbende
Groot-Britanje en de Staaten den doortogt voor
dezelven verzogt van den Koning en van de Re-
publyk. De Zee-Mogendheden vonden niet ge-
raaden, deeze troepen terugtedoenkeeren, zo
lang de voorafgaande Punten niet aangenomen
waren door Spanje, alzo zulks, door de Hoven
van
C»'.) Refol. Holl. o Jaly 175U 'il- 560. ii April 1752. Ui,
£ö+. 5 April 1754- il- 3"'
(0) R. Rout Reprefem. of the Ute War. Vol. IV. f.559«
-ocr page 243-
tXX VIII. Boek. HISTORIE. 241
van Weenen en Turin , en door den Hertoge 1748.
van Modena en den Staat van Genua, reeds ------
gefchied was. De Spaanfche Gezant, de Soto
Major , eindelyk last tot tekenen gekreegen
hebbende, deedt het, op den vyfentwintigften
van Zomermaand. Van toen af, wakkerde de
handeling. Men hadt te vooren reeds geipro-
ken van den hertogt der Rusfen, waarop de Fran-
fchen ftondèn, fchoon zy dien, of by verzuim,
of om eenige anderereden, niet hadden bedon-
gen by de voorafgaande Punten. Doch zy ver-
klaarden eerlang, dat zy de overwonnenPiaat-
fen niet zouden können te rug geeven , zo de
Rusfen den hertogt niet aannamen. De Staat -
fchen overleiden dan, of men beter zou doen
aan't wederom ontvangen derPiaatfen, of aan
't behouden der Rusfen : en zy beflooten het
eerfte. De Franfche, Engelfche en Staatfche Overeen-
Gevolmagdgden tekenden, op den tweeden van komst op
Oogstmaand, eene Overeenkomst, waarbybe- ,^Z^t
raamd werdt „ dat de Rusfifche troepen, die <jer Rus-
„ toen, door Duitschland, naar de Nederlarj- fifche
„ den trokken, ten fpoedigfte naar Rusland te huiptroe-
„ rug keerenzouden, midsFrankrykeengelyk pen*
„ getal van zyne manfchap, die in de Neder-
„ landen lag, naar 't binnenfte van Frankryk te
„ rug keeren liete, en zig verbonde, hetzelve
„ buiten dienst te ftellen, binnen eene maand,
„ na dat hem zou gebleeken zyn, dat deRus-
„ fifche troepen, inderdaad, naar Rusland op
„ weg geflaagen waren. Wyders, datdeRus-
„ fifche troepen , zo lang zy in de foldy van
„ Groot-Britanjeen de Staaten ftonden, niet
M in den dienst van eenige andere Mogendheid
„ zouden mogen worden gebruikt, en door
XX. Deel,
              Q             „ Groot«
-ocr page 244-
<242 VADERLANDSCIIE LXXVIII. Boek,
1740.
„ Groot-Britanje en de Staaten niet tegen Frank-
------ „ ryk, na dat aldaar de gemelde vermindering
„ van troepen gefchied zouzyn (/>)•" Endee-
ze overeenkomst werdt, ter weüerzyde, naar-
gekomen : 't welk den weg tot het lluiten der
algemeen e Vrede verder baande.
Zwnnrig- 't Vertrek van den Graave van S. Severin naar
heden Frankryk ftremde egter de handeling vooreene
j'1 het, wyle. Doch zyne terugkomst en de aankomst van
omwerp de laPorte duTheil gaf gelegenheid, om't werk
van Vre- ernftelyk by der hand teneemen. Du Theil ver-
de.
        klaarde, t'eenigen dage, aan eenen der Staatfche
Gevolmagtigdtn „ dat de laatfte woorden, die
„ de Koning, zyn Meester, by't affcheid nee-
„ men tegen hem gebruikt hadt, geweest waren
,, Moafleur, fim'sfez vite , dat is , fluit ten flpoe-
digfte, myn Heer" De Franfchen hadden we-
derom een Ontwerp gemaakt vaneen Verdrag,
welk , dGOr de Staatsdienaars der andere Mo-
gendheden, gezien en overwoogen was. Over
dit Ontwerp werdt, federt, gehandeld. DeEn-
gelfchen bevonden , dat 'er 't punt van de As-
fiento en 't Zuidzeefchip niet in gebragt was,
zo als zy't gaarne hadden; 't welk de Franfchen
verklaarden te hebben nagelaaten, om onlust
tusfehen de twee Ryken te voorkomen, die te
wagten was, uit het misbruik, welk de Engel-
fchen van hun voorregt maakten, en uit de
middelen, welken men, van de zyde van Span-
je , in 't werk ftelde, om dit misbruik te wee-
ren. De Staatfchen merkten aan, dat men, by
't Ontwerp, de handelende Mogendheden wel
verbondt om den Koning van Pruisfen te hand-
haa-
(/0 R. Rolt Reprefent. of the late War, Fol. IV.p.55f-
-ocr page 245-
LXXVIÏI. Boek. HISTORIE. £45
haaven in 't bezit van Silezie en Glatz; doch dat 1748»
deeze Vorst daartegen niet verpligt werdt tot <
diergelyke handhaaving van de bezittingen der
andere Mogendheden. Ook hadt hy zig, in-
derdaad , ongeneigd verklaard tot zulk eene al-
gemeene handhaaving. De Graaf van S. Seve-
rin zeide, in een der gefprekken, welken hier-
over vielen „ dat Pruisfen, niet door Frank-
„ ryk, maar door Hanover, van den ftaat del?
„ handelinge onderregt, en in 't vertrouwen ge-
„ nomen was." Met den Graaf van Kaunitz,
viel ook gefprek , over 't vernieuwen van het
Verdrag van Barriere met de Staaten: waartoe
hy niet verftaan kon , fchoon hy niet durfde
ontkennen , dat dit Verdrag van kragt bleeve.
Maar 't Weener- Hof fcheen thans buiten ftaat s
om de jaarlykfche kosten, die dit Verdrag vor-
derde, tedraagen: en uit de Oostenrykfche Ne-
derlanden, die uitgeput waren door den oorlog,
fcheenen dezelven ook niet te können gevon-
den worden, 't Stondt dan gefchaapen, dat de
Staatfchen de vernieuwing van dit Verdrag niet
zouden können bedingen , by de Vrede , hoe
ernftig zy 'er ook op aanhielden. In 't byzonder,
vorderden zy, dat de Plaatfen, die Frankryk,
in de Oostenrykfche Nederlanden , ontruimen
zou , aan de Staaten werden geleverd, tot
dat het Weener-Hof in de vernieuwing van het
Verdrag van Barriere zou bewilligd hebben*
Doch de Graaf van Kaunitz kon hiertoe niet
verftaan. Over de wyze van fluiten van 't alge-
meen Verdrag, viel luttel verfchil. Men kwam
haast overeen, dat het, even als de voorafgaan-
de Punten, door Frankryk, Groot-Britanje en
de Staaten , zou geflooten worden , en dat de
Q 2                       an-
-ocr page 246-
244 VADERLANDSCHE LXXVIII. Bom.
1748. andere Mogendheden daar zouden toetreeden.
■ Het Fransch Ontwerp, waarin men weinig of
geene verandering hadt können doen maaken; en
vooral niet in 't punt van de Asfiento, door de
Engelfchen, noch in de punten van de Barriere
en de handhaaving hunner bezittingen door den
Koning van Pruisfen, daar de Staatfchen zeer op
gefield geweest waren ; werdt, in 't laatst van
Herfstmaand, verzonden naar de byzondere Ho-
lte Vrede ven, en door dezelven goedgekeurd. Op den
wordt ge- agttienden van Wynmaand, kwamen de Gevol-
tekend. magtigden van Frankryk, Groot- Britanje en de
Staaten byeen aan de wooning der Staatfchen,
alwaar zy het eindelyk Verdrag van Vrede te-
kenden. De Graaf van S. Severin d'Arragon,
die hier by, ter oorzaake van eenigeongefteld-
heid, niet tegenwoordig hadt können zyn, te-
kende , terftond hierna, in zyne eigene woo-
ning (q). Het Verdrag beftondt uit vierentwintig
Inhoud Leden. In de inleiding werdt gezeid „ dat 'er
van het n een lange en bloedige oorlog geweest was tus-
Verdrag. ^ fchen Frankryk ter eener, en den Koningvan
„ Groot-Britanje en de Koninginne van Hon-
„ garye , Roomsch-Keizerinne, ter anderer
„ zyde; midsgaders tnsfehen Spanje ter eener,
„ en den Koning van Groot - Britanje, de Kei-
„ zerin-Koningin en den Koning van Sardinië,
„ ter anderer zyde; in welken oorlog ook deel
„ genomen hadden de Staaten der Vereenigde
„ Gewesten , als helpers van Groot - Britan-
„ je en van de Keizerinne - Koninginne ; de
„ Hertog vanModena en deRepublykvanGe-
„ nua, als helpers van den Koning van Spanje."
Voorts,
(?) Uit egte Stukken, Befcheidcn in Aantekeningen,
-ocr page 247-
XXXVIII. Boek. HISTORIE. 245
Voorts , werdt erkend „ dat de Voorzienig- 174S.
„ heid, aan alle deeze Mogendheden tevens, ———
„ den weg ontdekt hadt, langs welken zy zig
„ met eikanderen konden verzoenen; dat zy,
„ hierop , hunne Gevolmagtigden gezonden
„ hadden naar Aken, door welken de vooraf-
„ gaande Punten waren getekend, die vaneene
„ algemeeneWaper fchorfing waren gevolgd ge-
„ worden: waarnamen, eindelyk, ook over de
„ punten eener algeirteene Vrede overeengeko-
„ men was." De voornaamfte inhoud derzel-
ven liep op deezen zin: „ Tusfchen de agt Mo ï.
„ gendheden, zou eene altoosduurende Vrede
„ en Vriendfchap plaats hebben , zullende zy
„ nimmer eenigerhande hulp bewyzen aan ie-
„ mant, dieeene der handelende Mogendheden
„ zou onderneemen te verongelyken. Al wat, iï.
„ geduurende den oorlog , voorgevallen was,
„ zou in vergetenis gefteld worden, enelkwe-
„ derom treeden in 't bezit van de goederen,
„ welke hem, ter gelegenheid van den oorlog,
„ benomen waren. De Westfaalfche Verdragen III.
„ van 't jaar 1648 , die van Madrid tusfchen
„ Spanje en Engeland van 1667 en 1670, die
„ van Nieuwmegen van 1673 en 1679, van
„ Ryswykvan 1697, van Utrecht van 1713,
„ van Baden van 1714, het drievoudig Ver-
,, bond van den Haage van 1717, hetviervou-
„ dig Verbond van Londen van 1718, en het
„ Verdrag van Vrede van't jaar 1738 werden,
„ by het tegenwoordig Verdrag bevestigd , in
„ zo verre daarin, door het zelve, geene ver-
„ andering gemaakt was. De wederzydfche IV.
„ krygsge vangenen zouden, binnen zes weeken
„ na 't uicvvisielen der bekragtigingen van dit
Q 3               „ Ver-
-ocr page 248-
24<5 VADERLANDSCHE LXXVIII.Boek.
„ Verdrag, geflaakt, endefchepen, genomen
„ na den tyd, by de Wapenfchorfing bepaald,
„ vry gegeven worden. De Piaatfen, federt het
„ begin des ooriogs, en na het tekenen der voor-
„ afgaande Punten op den dertigtten van Gras-
„ maand, op eikanderen veroverd, beide in de.
„ Indien en in Europa, zouden allen te rug ge-
„ geven, en de Infant Don Filips gefteld wor-
„ den in 't bezit der Staaten, hem, by de vooraf-
„ gaande Punten toegelegd; van welken de han-
„ delende Mogendheden volkomenlyk afrton-*
„ den, met voorbehoudenis nogtans van het regt
„ van wederkeering.by de gemelde Punten vast-
„ gefteld Het te rug gee ven en afftaan der Plaats
„ fen, in het voorgaande Lid vermeld, zouge-
„ fchieden, binnen zes weeken na de uitwisfe-
„ ling der bekragtigingen van dit Verdrag, door
„ de agt handelende Mogendheden. De Keize-
„ rin-Koningin zou herfteld worden, in 't be-
„ zit van alles, wat zy, voor den oorlog, in de
„ Nederlanden en elders, bezeten hadt, uitge-
„ nomen dat gene, waaromtrent, by dit Ver-
„ drag , eene andere fchikking gemaakt was.
„ Ook zouden de Staaten der Vereenigde Ge-
„ westen worden herfteld, in hetvolenvreed-
„ zaam bezit van Bergen op Zoom, van Maas-
„ tricht en van alles, wat zy, voorden oorlog,
„ in Staatsch Vlaanderen, in Staatsch Brabant
„ en elders bezaten. Voorts, zouden deplaat-
„ fen der Nederlanden, waarin zy regt hadden
„ om bezetting te leggen , aan hunne troepen
„ worden ingeruimd. De Koning van Sardinië
„ zou herfteld en gehandhaafd worden , in 't
,, Hertogdom Savoje, in't Graaffchap Nizza,
3, en in alle de Staaten en Piaatfen , op hem
„ ve?-
-ocr page 249-
LXXVIII.BoEK. HISTORIE. 247
„ veroverd, ter gelegenheid van den tegenwoor- 1748.
„ digen oorlog, 't Zelfde zou plaats hebben,.------
„ omtrent den Hertoge van Modena en de Pve-
„ publyk van Genua, overeenkomftig met hit
dertiende en veertiende Lid, van het tegen-
„ woordig Verdrag. De fterke Plaat fen zouden
„ allen wedergegeven worden, met het gefchut
„ en krygsgereedfchap, welk'er, ten tyde der
„ veroveringe in gevonden was, behalve dat het
„ vervoerde en verfmoltegefchut, doordierge-
„ lyk vergoed zou worden. Ook zouden Bei-
„ genin Henegouwen, Aath, Oudenaarden en
„ Meenen , welker Buitenwerken gelieeiiyk
,, geflegt waren, zonder gefchut te rug worden
„ gegeven. Voor de kosten aan de Vestingwer-
„ ken van andere Plaatfen, of aan eenige ande-
„ re openbaare of byzondere werken hefteed,
„ zou niets mogen worden gevorderd. Uit aan- vil.
„ merking van 't gene, door Frankryk en Spanje,
„ by dit Verdrag, afgedaan werdt, zouden de
„ Hertogdommen van Parma, Piacenza en Gua-
„ ftalla, voortaan, toebehooren aan den Infant
„ DonFilips, en deszelfs mannelyke nakome-
„ lingen, behoudens het regt van wederkeering
„ aan de tegenwoordige bezitters, het Huis van
„ Oostenryk en den Koning van Sardinië , in
„ geval, de Koning van beide de Sicilien aan
„ de Kroon van Spanje komen , of de Infant
„ Don Fiiïps, zonder kinderen overlyden mögt.
„ Alle de afftanden en wedergeevingen, by dit VIII.
„ Verdrag beraamd, zouden gefchieden, bin-
„ nen zes weekeri na 't uitwisfelen der bekrag-
„ tigingen: doch men zou, binnen veertien da-
„ gen na de tekening van dit Verdrag, door
„ wederzydfche Gemagtigden, te Biusfel en te
Q 4               „ Niz-
t
-ocr page 250-
248 VADERLANDSCHE LXXVIII. Boek.
1748. j) Nizza, in onderhandeling treeden, over de
------ „ wyze, waarop deeze wedergeevingen en af-
„ ftanden , op den besten en zekerilen voet,
IX. 11 zouden behooren te gefchieden. Uit aan-
„ merking, dat, by de voorafgaande Punten,
„ beraamd was , dat de wedergeevingen , ter
„ wederzyde , gelykelyk gefchieden zouden,
„ 't welk ten opzigte van Amerika geene plaats
„ hebben kon, binnen den tyd van zes weeken
„ na 't uitwisfelen der bekragtigingen, verbondt
„ de Koning van Groot-Britanjezig, om twee
„ Perfoonen van rang,als gyz*laars, naar Frank-
„ ryk te zenden , om aldaar te biyven tot dat
„ de Koning van Frankryk zeker berigtgekree-
„ gen zou hebben van de wedergeeving van 't
„ Koningklyke Eiland, genoemd Kaap Breton,
„ en van alle de andere Piaatfen , die zyne
„ Groot-Britannifche Majefteit, voor of na het
„ tekenen der voorafgaande Punten in Oost-
„ of Westindie, zou mogen veroverd hebben ;
„ zullende alle andere zaaken aldaar blyven in
„ den zelfden ftaat, waarin zy geweest waren
x# „ voor den tegenwoordigen oorlog. De ge-
„ woonlyke inkomften der Landen, welken te
„ rug gegeven moesten worden, zouden behoo-
„ ren aan de Mogendheden, die dezelven beza-
„ ten, tot op den dag van de uit wisfeling der be-
„ kragtigingen van het tegenwoordig Verdrag.
„ Doch men zou de troepen van voeder eH
„ noodwendigheden moeten voorzien, tot op
„ den dag der ontruiminge ; uit aanmerking
„ waarvan, de Mogendheden zig verbonden,
„ niette vorderen de belastingen, gelegd op de
„ Piaatfen, geduurende den oorlog ingenomen;
„ doch niet betaald, op den tyd, dathetbeloop
„ des
-ocr page 251-
LXXVIII.BoEK. HISTORIE. 249
des oorlogs de bezitters noodzaakte , deeze ,^8.
„ Plaatfen te verlauten. De .Stukken en Papie-------
„ ren, gevonden in de veroverde Plaatfen, met XI.
„ naaroe die van den grooten Raad te Meche-
„ len, zouden allen te rug gegeven worden :
„ ook zou men eikanderen overleveren de Pa-
„ pieren en Brieven, behoorende tot de Staa-
„ ten en Plaatfen, welken men eikanderen af-
„ ftondt. De Koning van Sardinië zou blyven xil.
„ bezitten, 'tgenehy,vanouds,bezetenhadt,
„ en nog tegenwoordig bezat, met naame het
3, Vigevaneefche, het gedeelte van Pavie en van
„ het Graafchap Anghiera, welk hy, in 't jaar
„ 1743, verkreegen hadt. De Hertog van Mo- xiir,
„ dena zou ook bezit neemen van alles wathy,
„ voor den tegenwoordigen oorlog, bezeten
„ hadt, met het gefchut en krygjgereedfchap,
„ welk in zyne veroverde Staaten gevonden ge-
„ weest was, zullende hem de waarde van 't ge-
„ ne vervreemd mögt zyn en van zyneLeenen
„ in Hongarye, indien hy in dezelven niet her-
,, fteld wierdt, in geld voldaan worden. Ook
„ zou men hem voldoening geeven , omtrent
„ zyne eifchen op het eigen goed in Guaftalla.
,, De Republyk van Genua zou ook in't bezit xiv.
„ treeden van alles, wat zy, voor den oorlog,
,, bezeten hadt, byzonderlyk ook in het viye
,, gebruik van de penningen, welken zy, inde
„ bankvanWeeneninOostenryk, inBoheeme
,, en elders, bezat. Alle zaaken in Italië zou- xv.
,, den, wyders, in den zelfden ftaatb.'y ven, ais
„ waarin zy geweest waren, voor den oorlog. .
„ Het Asfiento-Verdrag van den jaare 1713, en xvi.
„ de overeenkomst wegens het jaarlyksch Zuid
„ zeefchip, in het gemelde Verdrag begreepen,
" Q 5
                  ,» wer-
*
-ocr page 252-
250 VADERLANDSCHE LXXVIII. Boek;
1748. »> werden, door de tegenwoordige Vrede, be-
------ „ kragtigd, voor de vier jaaren, in welken het,
,, ter oorzaake van den tegenwoordigen oorlog,
XVII.  „ opge fchort geweest was. Duinkerken zou,
„ vandelandzyde, verfterkt biyven, gelykhet
„ tegenwoordig was, en van den zeekant, op
XVIII.  ,, den voet der oude Verdragen. Degeldfom-
„ men, die de Koningvan Groot-Britanje, als
,, Keurvorst van Hanover, van de Kroone van
„ Spanje vorderde, de gei'chillen over de Abt-
,, dyevan S. Hubert, over de itreeken, binnen
„ Henegouwen beflooten, over de nieuwMngs
„ opgeregte Posthuizen in de Nederlanden,over
„ de eifclien van den Keurvorst van de Palts,
„ en over andere punten, die, voor liet tekenen
„ van het tegenwoordig Verdrag, niet hadden
„ können worden afgedaan , zouden , zonder
„ uitftel, vereffend worden door Gemagtigden,
„ wederzyds te benoemen, of op eenige andere
„ wyze, op welke de belanghebbende Mogend-
„ heden, met eikanderen, zouden overeenko-
XIX.    „men. Het vyfde Lid van het viervoudig Ver-
„ bond van den jaare 1718, betreffende de vast-
„ (telling der opvolging op den troon van Groot-
„ Britanje, in het huis van zyne tegenwoordig
„ regeerende Britannifche fVLijefteit, en waarby
„ ook voorzien was, in alles, wat betrekking
„ hebben kon tot den Perfoon, die den titel van
,, Konin g van Groot-B ritan j e aan genomen hadt,
„ en tot deszelfs afftammelingen van beiderlei
„ Kunne, werdt bydeezen, uitdrukkelyk her-
XX.    „ haald en bekragtigd. De Koning van Groot-
„ Britanje werdt, als Keurvorst van Brunswyk-
„ Lunenburg, benevens alle zyne bezittingen in
XXI.    „ üuischhüid, in dit Verdrag begreepen. De
„ be-
-ocr page 253-
LXXVIII.BoEK. HISTORIE. 251
„ belanghebbende Mogendheden in d itVerdrag, 1747.
„ welken de Pragmatike Sanftie van den jaare ------
„ 1713 beloofd hadden te zullen handhaaven,
„ vernieuwden deeze hunne belofte, byhette-
„ genwoordig Verdrag op de plegtigfte en krag-
„ tigfte wyze, met uitzondering alleenlyk van
„ 't gene Keizer Karel de VI. zelf en de tegen-
„ woordige Keizerin van deOostenrykfchebe-
„ zittingen hadden afgeftaan , en waarvan, in
„ het tegenwoordig Verdrag , gewag gemaakt
„ was. De Mogendheden, welken het tegen- xxir^
„ woordig Verdrag hadden aangegaan, beloof-
,, den den Koning van Pruisfen te zullen hand-
„ haaven in 't bezit van het Hertogdom Silezie
„ en het Graaffchap Glatz, gelyk deeze Vor-
„ ftendommen, tegenwoordig, door zyne Pruis-
„ fifche Majefteit, bezeten werden. Alle de xxili.
„ handelende Mogendheden verbonden zig, de
„ uitvoering van het tegenwoordig Verdrag te
„ zullen handhaaven. De bekragtigingen van XXIV.
„ het zelve tusfchen de agt handelende Mogend-
„ heden zouden, ten langften, in eene maand
„ na de tekening, binnen Aken, worden uit-
„ gewisfeld. " By deeze Punten waren nog
twee afgezonderden gevoegd, waarin alleenlyk
verklaard werdt: „ dat niemant eenig nadeel
„ zou können lyden by het gebruik van eenige
„ titels, in 't hoofd van 't Verdrag; of van de
„ Franfche taaie , in welke het zelve was op-
„ gefteld O)."
't Verdrag van Aken, welk, in 't eerst, al- xxvn.
leen door de Franfche, Engelfche en Staatfche Verfchei-
Gevolmagtigden getekend was , werdt, twee den' p'°-
da- testen>
Cr) Voiez Roüsset Recucil, Tom, XX, p. 179 —204.
-ocr page 254-
253 VADERLANDSCHE LXXVIII. Boa*.
1743. dagen laater , op den twintigften van Wyn-
-------maand, ook door den Gevolmagtigden van Span«
by gele- je, op den drie-entwintigften door dien van de
genheid {£eizerinne - Koninginne , en op den zevenden
iicLiide- van Slagcmaand, door dien des Konings van Sar-
Hnge te dinie aangenomen. Ook werdthet Verdrag eer-
Aksngo- lang , door alle deeze Mogendheden , bekrag-
daau. tig^ ^ en (je bekragtigingen uitgewisfeld, naar
behooren. De Hertog van Modena en de Re-
publyk van Genua waren 'er, insgelyks, in ge-
treden : hoewel de Gevolmagugde van Genua
zig misnoegd hadt getoond over den rang, die
aan den Hertoge, voor zyne Republyk, gege-
ven was (Y). Ook viel 'er, tusfchen de Gevol-
magtigden der Keizerinne - Koninginne en des
Konings van Sardinië, gefchil, over de wisfe-
ling van rang, tusfchen deeze twee Mogendhe-
den , in de byzondere Affchriften van 't Ver-
drag ; welke wisfeling de Gevolmagtigde der
Keizeiiune - Koninginne niet zonder tegenkan-
ting gedoogde (*). Wyders werden , op de
Byeenkomst te Aken , ook de meeste Protesten
vernieuwd, welken, te Utrecht, in denjaare
1713, omtrent het Prinsdom Oranje en de goe-
deren van het Huis van Cnälons, Neufcbätel en
Valengyn gedaan waren (0). De Koning van
Spanje en de Keizerin - Koningin protesteerden
ook tegen eikanderen, wegens het regt van het
(kootmeesterfchap der Ridderorde van het Gul-
den Vlies. Ook behieldt het Huis van Beijeren
zyn regt op het Hertogdom Mirandola en het
Mirkgraaffchap Concordia. Doch de Koning
van
O) Voiez Rousset Réciiefl, Tom. XX. p. 207.
( t j Lu méme p 2to, 211.
( u ) Zie XVU. Deel, bl. 519.
-ocr page 255-
4
LXXVIII.Boek. HISTORIE. 253
van Groot-Biitanje en de Staaten bragten, eer- i;4s,
lang , te wege , dat 'er een Verdrag getroffen ------
werdt, waarby de Keizerin-Koningin den Keur-
vorst van Beijeren eenenvierjaarigen onderftand
van tienduizend ponden fterlings in 't jaar be-
loofde , tegen weiken hy van zynen eisch op Mi -
randola en Concordia afftondt. 't Verdrag werdt
te Hanover, den twee-entwintigften van Oogst-
maand desjaars 1750, getekend. De Preten-
dent hadt ook een Protest doen overleveren aan
de Wethouderfchap van Aken: doch't werdt,
met verontwaardiging, van de hand geweezen.
Maar de Protesten van den Paus, wegens Parma
en Piacenza; van het Huis van Condé, wegens
Montferrat; van het Huis van Tremouille, we-
gens Napels, werden aangenomen. Die van de
Huizen van Anhalt, Baden, Keur-Saxen, Sa-
xen-Gotba, Saxen-Hildburghaufen, Saxen-Sa-
lefeld en Beijeren, wegens den inhoud van het
twintigße Lid der Akenfche Vrede , te Aken
niet hebbende könnengefchieden, werden, na-
derhand , aangenomen, op den Ryksdag te Re-
gensburg, fchoon de Koningvan Groot-Britan-
je, als Keurvorst van Brunswyk-Lunenburg, niet
verzuimde, daartegen de vereischte Tegen-Pro-
testen te doen (v). De Staaten der Vereenigde
Gewesten badden zig , als Executeurs van den
Uiterften Wil van Willem den III, Koning van
Groot-Britanje, ten behoeve van het Huis van
Nasfau- Oranje, ook de eifchen voorbehouden,
welken dit Huis nog hadt ten laste der Kroone
van Spanje, uit kragte van het Verdrag van den
jaa- ♦
fv) Voiiz RoijssET Recueil , Tim. XX. p. 42°, «.M, 274,
225, 23a» »33 , 24a, 323> 32<>» 3:8, 330, 333, 33?, 339.
J4I, 344» 347-
-ocr page 256-
254 VADERLANDSCHE LXXVIII, Boek,
1748. jaare 1687, en op den Huize van Ifenghien,
------ volgens de Nieuwmeegfche en Rys wykfcheVer-
dragen, en volgens deAktenvandejaaren 1698
en 1699 . tusfchen Engeland en Frankryk ge-
maakt (w). Wyders, was 'er, omtrent deezen
tyd , eene Verhandeling in 't licht gekomen,
waarby het regt van den Huize van Hesfen-Kas-
fel op het Hertogdom Brabant, uitvoeriglyk,
beweerd werdt (*). Doch ik vind niet, dat
De Keur- men, hierover, te Aken gehandeld heeft. Ein-
vorst van delyk hadt de Keurvorst van de Palts, als Mark-
te P?'rS Sraaf van Bergen op Zoom , ook een Vertoog
de onaf- overgeleverd te Brusfel, waarby hy beweerde,
hangke- dat dit MarkgraafTchap alle de voorregten van
lykheid een vry Leen behoorde te genieten, en niet
Mark" onderworpen te zyn aan de opperfte magt der
granffchapVereenigde Staaten (j). Doch op dit Vertoog
van Ber- kwam, vooreerst, geen antwoord van wege de
|?eu °P Staaten. De tyd van 't ruimen van Bergen op
Zoom. 2oom ondertusfchen naderende, deedt de Keur-
vorst een Protest overleveren aan de Gemagtig-
den des Konings van Frankryk, die'tdenStaat-
fchen, nu, met hen, te Brusfel, in onderhande-
ling over 't ontruimen der veroverde plaatfen,
De Staa-ter'hand ftelden. De Staaten vonden, derhalve,
tenweder-in 't begin des volgenden jaars , geraaden , op
leggen hetVertoog en Protest beide, te doen antwoor-
eisch! <*en " dat men ^et voorgewend regt des Mark-
„ graafs van Bergen op Zoom hierop bouwde,
„ dat dit Markgraaffchap een gedeelte geweest
„ zou zyn van het aloud Graaf Tchap van Stryen,
„ en dat het, van dit Graaffchap afgefcheiden
„ zyn-
(w~) ItoussnT Recueif, Tom. XX. p. 232.
(_x) Voiez Roussbt Recueil , Tom. XX. p. 360 Sffuh't
Cy)
Le mêmc , p. 251.
-ocr page 257-
LXXVIILBoek. HISTORIE. 255
„ zynde , onaf hangkelyk zou gebleeven zyn i748.
„ van de Hertogen van Brabant; doch dat het ------
„ onderzoek deezer ftellinge het doorbladeren
„ van veele oude fchriften vorderde , 't welk
„ den Staaten niet te vergen was. Dat zy
„ meenden te können volftaan, met de aan-
„ wyzing van hun regt op dit Markgraaffchap,
„ verkreegen by plegtige Verdragen, ha de
„ opregdng hunner Republyk. Dat deopper-
„ üe magt over dit Markgraaffchap hun , by
„ het derde Lid der Munrterfche Vrede , af-
„ geftaan was, op gelyke wyze, als zy dezel-
„ ve over de Vereenigde Gewesten bezaten.
„ Dat by de JNieuwmeegfche en Ryswykfche
„ Verdragen, op welken de Keurvorst zig be-
,, riep , niet anders was vastgefteld , dan dat
„ de Graaf van Auvergne , Kolonel in Fran-
„ fchen dienst, herfteld zou worden in 't be-
„ zit van 't Markgraaffchap van Bergen op
„ Zoom , welk, ter oorzaake van den oor-
„ log , verbeurd verklaard was , en in alle de
„ voorregten, welken hy, in het zelve, beze-
„ ten hadt, voor 't verklaaren van den oorlog.
„ 't Was 'er dan wel verre van af, dat dit
„ Mukgraaffchap , toen , als een vry en on-
„ af hangkelyk Leen herfteld geweest, of dat,
„ door deeze Verdragen , eenige verandering
„ gemaakt zou zyn, in het Verdrag van Mun-
„ fter , gelyk men beweerde. Dewyl nu dit
„ Verdrag, zo wel als de twee anderen , ten
„ grondflag gelegd was van het tegenwoor-
„ dig Verdrag van Aken, verftonden de Staa-
„ ten, dat hun regt van oppergezag over
„ Bergen op Zoom niet de minfte krenking
„ geleeden hadt, by dit Verdrag, en dat het
„ 'er
-ocr page 258-
256 VADERLANDSCHE LXXVIII. Boeit,
„ 'er , veeleer , op nieuws , door was beves-
„ tigd geworden. Ook wisten de Staaten niet,
„ dat de Markgraat van Bergen op Zoom ,
„ tusfchen de Munfterfche Vrede en den oor-
„ log , die met de Nieuwmeegfche Vrede ge-
„ eindigd was , en tusfchen de Nieuwmeeg-
„ fche Vrede , en den oorlog , op welken de
„ Ryswykfche Vrede was gevolgd , meerder
„ voorregten genooten hadt, dan hy, voor de
„ jongfte onlusten , hadt genooten ; doch zy
„ waren overboodig , om, desaangaande, de
„ noodige Vertoogen vanwege zyneKeurvor-
„ ftelyke Doorlugtigheid te ontvangen, zynde
„ zy niet gezind, ietnant, in zyn wettig Regt,
„ te kort te doen (s )•" Na dit antwoord der
Staaten, beriep men zig, van wege den Keur-
vorst , wederom op het oud regt, welk de
Markgraaven van Bergen op Zoom bezeten
hadden , voor 't ontftaan van den oorlog , die
met de Munfterfche Vrede eindigde , welk
regt men , door eene uitvoerige Verhandeling
zogt te ftaaven (a). Ook dreef men, dat de
Punten der Nieuwmeegfche en Ryswykfche
Verdragen , die van de herfteliing des Mark-
graafs fpraken, op wat meerder moesten zien,
dan op den blooten titel en inkomften des
Markgraaffchaps , alzo , voor de herfteliing
hierin, reeds by andere algemeener Punten der
gemelde Verdragen, gezorgd was (b). Doch
de Staaten oordeelden , dat deeze redenen
reeds, bondig genoeg, door hen wederle'gd
wa-
(2) Rofol Oener. Vener. 3 Jan. 1749. Voiez Rousskt Re>
cueil, Tom. vx. p. 250.
C«) Voiez RoussRT R<cueil. Turn. XX. f. 270 —}l6.
OJ Voiez Roussct Recucil, Tom. XX- f>. 265.
-ocr page 259-
LXXVIIt.Boek. HlSÏORtË. 25?
waren, en het Markgraaffchap van Bergen op 174«^
Zoom bleef in denzelfden ftaat van afhangke- ——
lykheid van hunne Hoog-Mogendheden, waar-
in het, voor den oorlog, geweest was. DeStad De Staa.
was, den zevenden van Wintermaand des jaars *en tree-
1748 , reeds wederom ingeruimd aan de Staat- ^rouTia
fche troepen. Omtrent den zelfden tyd, wer- 't bezit ^
den ook Staatsch Vlaanderen ende fchanfen aan der Plaat-
de Schelde van't Fransch Krygsvolk verlaaten, je»» door
en door de Staatfchen bezet. Watlaater, volg- J™^*
de de ontruiming der OostenrykfcheNederlan- vero-
den , waaromtrent nog , in 't begin des jaars verd*
1749, eene overeenkomst getroffen werdt, te
Brusfel (c). Ook keerden de Staatfche krygs-
gevangenen , die , in merkelyken getale , tot
diep in Frankryk , vervoerd geweest waren ,
eerlang, van daar te rug» Doch 't Verdrag
van Koophandel met Frankryk van den jaare
1739 , werdt, vooreerst, nog niet wederom
vernieuwd. Ook bleeven 'er nog veele zaaken,
de Barriere en een' Lyst der Regten op de in-
komende en uitgaande goederen in de Oosten-
rykfche Nederlanden betreffende, onvereffend %
waartoe, eerlang, eene Byeenkomst aangelegd
werdt te Brusfel, tusfchen de Gevolmagtigden
der Keizerinne- Koninginne en der Vereenigde
Staaten. Midlerwyl, werdt, hier te Lande,
op den zeventienden van Zomermaand des jaars
1749 , een plegtige Dankdag gehouden over
de Vrede. Ook werdt, ten zelfden dage, na
't eindigen van den openbaaren Godsdienst, in
den Haage, een pragtig en kostbaar Vuurwerk
afgeftoken.
Op
(O Veitz Roussw IUctlell, Tem. XX. p. 24».
XX. Deel,             R
-ocr page 260-
258 VADERLANDSCHE LXXVIII. Boex 1
1748. Op deeze wyze , eindigde een oorlog , dio
-~ -•—-' omtrent agt jäaren geduurd , en den Mogend«
XXVlii. heden , die 'er in gemengd geweest waren -
nail?,er' geweldige fchatten en zeer veel bloeds ge-
«vw'deß k°st ^t: 't welk alleen redens genoeg was,
oitflagdesom haar allen te doen haaken naar de Vrede*
•oorlog-, jyiaar de meeste Mogendheden hadden 'er -
*n ^wa -.daarenboven , nog byzondere redenen toe,
den der Frankryk, beoogd hebbende het Huis van
Akenfche Oostenryk kleiner te maaken , hadt zyn oog-
▼rede* jnerk, ten deele , bereikt, en zag , federe
de naauwe Vereeniging tusfehen Groot -Bri-
tanje en de Staaten , na de verheffing des Prin-
fen van Oranje , minder kans dan te vooren ,
om het verder te bereiken. Ook deedt de
aantogt der Rusfifche Hulptroepen Frankryk
dngten, voor een' ongelukkigen keer der wis-
felvallige wapenen. Men vondt, derhalve 9
geraaden , den roem , door den Koning , in
den oorlog behaald , niet te waagen aan den
onzekeren uitflag van eenen volgenden Veld-
togt. De Keizerin - Koningin van Hongarye,
dia 't meest verlooren hadt by den oorlog, zag
zig verpligt, tot het omhelzen der Vrede, na-
dat Groot-Britanje en de Staaten , van welke
Mogendheden zy den meesten onderftand ge-
trokken hadt, hadden doen zien , dat zy den
oorlog moede waren. Zy hadt, om den Ko-
ning van Sardinië te winnen , een gedeelte der
Oostenrykfche Staaten in Italië aan hem moe-
ten afftaan, by 't Verdrag van Worms , en
bevestigde hem in 't bezit derzelven, by 't
Verdrag van Aken, waarby zy ook Parma et»
Piacenza moest overgeeven aan den Infant Don
Filips, behoudens 't regt van wederkeering -
in
-ocr page 261-
L&XVIÜ.BOEK. H I S T O R I E. &&
in twee byzondere gevallen. Doch zy hadt 1748.
het meeste nadeel geleeden van den Koning-----■—■_
van Pruisfen, lang voor 't fluiten der Akenfchi
Vrede. Aan hem hadt zy 't beste gedeelte van 't
Hertogdom Silezie en*t Graafichap Glatz moe-
ten afftaan, en Frankryken Groot Britanje had-
den zorg ge Jraagen, dat de handelende Mogend-»
heden te Aken beloofden, hem, in'tbezitdee-
zerVorften Jammen, te zullen handhaaveft. Hy
trok, derhalve, het meeste voordeel van't ver-
Hes der Keizerinne- Koninginne, Spanje hadt,
alleenlyk , het bezit van Parma en Piacenzä,
voor den Infant Don Filips gewonnen, by deri
oorlog : en de Bondgenooten van Spanje , de
Hertog van Modena en de Republyk van Ge-
nua, moesrenzig te vredehouden,dat zy hef-
iteld werden in 't bezit vän 't gene hun, voor
't ontdaan van den oorlog , toegekomen hadt»
De Koning van Groot- Biïtanje hadt, ter zee,
eenige voordeden behaald op Frankryk en
Spanje , en door het te rug geeven van Kaap
Breton, by 't fluiten der Vrede, Frankryk ver-
pligt, om alle zyhe overwonnen'Plaatfeh in de
Nederlanden, insgelyks, terug te geeven: ook
hadt hy 't genoegen van zynen Schoonzoon,
dert Prins van Oranje, te zien verheffen tot de
hooge waardigheden, welken , door deszelfs
Voorzaaten, in den Vereenigden Staat bekleed
waren. De Staaten, eindelyk, flegts als hel-
pers van GrooE-Britanje en van de Koningin-
ne van Hongarye , gemengd geweest zynde in
den oorlog, hadden 'er niet dan nadeel by ge-
had. Een aanzienlyk gedeelte hunner grenzen
was , door Frankryk , overweldigd geweest:
hunne Barriere, door het (legten van verfchei-
R ü.
                       den'
-ocr page 262-
26o VADERLÄNDSCHE LXXVIII.Boek:
1748.' den'Vestingwerken aldaar, voor een geruimen
i"" m tyd, nutteloos gemaakt: 't welk men wel voor
een der grootfte voordeden rekenen mag , die
Frankryk by den oorlog verkreegen heeft. De
Koophandel der Vereenigde Gewesten in 't ge-
meen hadt ook niet weinig geleeden: al't wel-
ke de Staaten , met reden , deedt haaken naar
de Vrede, by welke zy egter alleenlyk te rug
kreegen, 't gene zy verlooren hadden ; doch,
voor een gedeelte, in veel flegter' ftaat dan
het voor den oorlog geweest was. Doch de
Vrede alleen was hun zo veel waardig, dat zy
kosten noch moeite fpaarden , om dezelve te
bekomen. De verandering, die de vorm hun-
ner Regeeringe, in 't voorleeden jaar, onder-
gaan hadt, hielp zelve de Vrede bevorderen.
De Prins van Oranje toonde geene gezindheid
altoos, tot het voortzetten des oorlogs, zodra
men kans zag, om daarvan een einde te maaken.
Die kans was gemist, toen hy eerst aan't bewind
kwam, door't afbreeken der Bredafche hande-
lingen , buiten zyn toedoen. Doch zyn y ver en
't vertrouwen, welk de Landzaaten in hem ftel-
den, bragten de milde Gifte in 's Lands Kasfe:
de milde Gift hielp de Rusfifche hulptroepen
in aantogt naar de Nederlanden, en deeze aan-
togt werkte kragtiglyk mede , tot bevordering-
der Vrede. Zy werdt veel fpoediger getrof-
fen , dan men verwagt hadt. Men haastte zig
met tekenen , om te voorkomen , dat de Vre-
dehandeling niet gerekt werdt, ter gelegenheid
van de gefchillen* welken eenigeDuitfche Vor-
ften voorhadden op dezelve te brengen. Frank-
ryk , Groot-Britanje en de Staaten beflooten,
de eerften, tot het tekenen der Vrede : waar-
na
-ocr page 263-
LXXVm.BoEK. HIST Ol I E. p^
na de andere Mogendheden wel genoodzaakt 174».
werden , de wapenen af te leggen. Jammer ——
was 't alleenlyk, dat men eenige geïchillen
onafgedaan laaten moest; welke te vooren
tot de algemeene Vredehandeling verfchooven
waren. Ook ftondt 'er vry wat te vereffenen,
tusfehen Frankryk en Groot-Britanje. De Staa-
ten moesten 't ftuk hunner Barriere en de Lyst
der regten in de Oostenrykfche. Nederlanden
nog nader regelen met de Keizerinne-Konin-
ginne : ook moest het Verdrag van Koophan-
del met Frankryk worden vernieuwd : al het
welke aanleiding gaf tot verfcheiden' onder-
handelingen , welker fommigen van langen na-
fleep waren.
Ondertusfchen, zou men , in 't begin des
jaars 1747, veel voordeeliger Vrede, voorden
Staat en voor deszelfs Bondgenooten, hebben
können fluiten , te Breda, zo het Engelfche
Hof zig daartoe genegener getoond hadt. Te
Breda , zou de Staat het Verdrag van Koop-
handel van den jaare 1739, hebben verkree-
gen : 't welk te Aken niet hadt können bedon-
gen worden. Te Breda , was men overeen-
gekomen , om Duinkerken, ook van de land-
zyde, te brengen op den voet der voorige Ver-
dragen : te Aken, hadt men alleenlyk können
verkrygen, dat zulks van den zeekant gefchie-
den zou. Te Breda was, van de Hertogdom-
men Parma en Piacenza, het gedeelte , welk
benoorden de Po legt , bedongen voor het
Huis van Oostenryk : te Aken, werden beide
deeze Hertogdommen geheellyk, en Guaftalla
daarenboven afgedaan aan Don Louis. By het
Verdrag van Aken waren, van de anderezyde,
R 3
                      #*■
-ocr page 264-
»6a VADERL. HIST. LXXVIII.Boek:
1748. geene wezenlyke voordeelen bedongen voo*
___. de Staaten en derzelver Bondgenoocen, die
men, ook te Breda, niet verkreegen zou heb-
ben, 't Verdrag van Barriere van den jaare
1715 werdt in 't geheel niet vernieuwd. Zo
dat, met de twee fchadelyke Veldtogten van
de jaaren 1747 en 1748, waarvan men zigveei
beloofd hadt, niet alleen niets gewonnen; maar
zelfs vry wat verlooren was: al 't welke den
opmerkenden, uit eene vergelyking van het
Ontwerp van den twintigften van Grasmaand
des jaars 1747 (</), met de punten der Aken-
fche Vrede, klaarlyk blyken kan.
(_d~) Zie hiervoor, II. 53.
C j
VA-
\
-ocr page 265-
VADERLANDSCHE
HISTORIE.
NEGENENZEVENTIGSTE BOEK
INHOUD.
L Voortzetting van 't Ontwerp nm de Regeering
te veranderen. Zyne Hoogheid dringt op 't af-
doen van de punten der Ampten en Posteryen.
Te Amfierdam
, befiuit men, de Posteryen, ten
eeuwigen dage, aan de Stad te houden. W.Ver-
zoekfchriften aldaar verfpreid
, flrekkende tot
herfielling en verandering. Vinnig fchrift tegen
de Regenten in 't gemeen. Heimelyke byeenkom-
flen
, te Amfierdam. III. De Wethouderfchap
doet ''er onderzoek op. De drie Artikelen komen
in 't licht. Inneeming der Kloveniers Doele.
IV.
De Wethouderfchap veroordeelt het. De wyken
worden [amengeroepen. De drie Artikelen wor- 0^
den den Prinfe vertoond.
V. Aanjpraaken in de
Doele gedaan. De Doelisten vorderen
, dat men,
in de Kerken
, voor hun bidde. VI. Burgemees-
teren en Raaden antwoorden op de drie Artike-
len. De Doelisten neemen 'er geen genoegen in.
"'t Scheepstimmermans - Gilde kiest hunne zyde.
Burgerkrygsraad gevorderd. De Wethouder-
fchap bewilligt in de drie Artikelen. en befluit
haare ampten neder te leggen.
VII. Zyne Hoog-
heid wordt gemagtigd, om de rust in Amfier-
dam te herfiellen. De wyken kiezen Gékonimit-
R 4
                         teer-
-ocr page 266-
204 VADERLANDSCHE LXXIX.Boek:
teerden. VIII. Verzoekfchriften getekend, toè
handhaaving der Regeeringe. De Doelisten vin-
den middel om het te fluiten. Qptogt der Scheeps-
titnmerhtiden.
IX. De Prins komt in Amfler-
dam. De Gekommitteerden vorderen verande-
ring der Regeeringe. Onbefckeiden eüch aan
Burgemeesteren.
X. Zyne Hoogheid maakt
verandering in Burgemeesters en Raaden. Hy
ontflaat veele Leden van den Oud-Raad
XI.
Handeling over V veranderen van den Krygs-
raad. De Doelisten dringen den Prins bynagt?
tot het toeflaan van eenen vryen Krygsraad.
Zyne Hoogheid bevestigt den verhoren Krygs-
raad. Vertrekt uit Amfterdam. Gevolgen der
Ver ander inge.
XII. Verandering der Regee-
ringe . te Haarlem. Te Leiden. Oproer aldaar.
Zyne Hoogheid zendt bezetting in de Stad.
XIII.
Opfchudding te Gouda- Beweeging te Rotter-
dam. Verandering der Regeeringe aldaar. Te
Gouda. Te Gorinchem. Te Schoonhoven. Te Schie-
dam. Te Delft. Te Br iele. In Dordrecht
, ge-
fchiedt geene verandering.
XIV. Beweeging te
Purmerende. De Regeering wordt aldaar ver-
anderd. Ook te Alkmaar. Te Hoorn. Te Enk-
huizen. Te Medenblik. Te Edam en te Monni-
kendam,
XV. Bepaalingen, by deeze veranda-"
tingen. Algemeens Vergiffenis.
XVI. Veran-
dering der Regeeringe
, in Gelderland en in 0-
verysfel. 't Graaffchap Kuilenburg wordt den
Prinfe opgedraagen. In Zeeland, gefchiedt
hynt geene ongewoone- verandering.
XVII.
fdanmerketyke verandering van den vorm der
Regeeringe, in Friesland.
XV'III. Opfchudding
in Groningen. Men arbeidt aldaar
, voor en te-
gen de verandering. De Regeering doet afftand.
-ocr page 267-
LXXIX. Boek. HISTO R I E. a6$
Zyne Hoogheid maakt 'er tnerkelyke verande-
ring in. Regt een nieuw Gtregtshof op.
XIX.
Wordt Erfßadhouder der everige Generaliteits-
landen
, en Opper - DireQeur der Oost- en
Westindifche Maatfchappyen.
XX. 't Krygs-
volk verminderd. Handeling met Frankryk.
Engelfche klagten. Handeling met den Koning
van Pruhfen. Gezant vanTripoli.
XXI Ds
Raadpenfionaris Gilles legt zyn ampt neder.
Pieter Stein wordt Raadpenfionaris. Dood vatt
den Sekretär is Buys, en van den Luitenant'
Admiraal Grave.
XXII. De Colle&e wordt in-
gevoerd.
XXIII. Opfchudding te Haarlem. Ee-
mg Krygsvolk overweldigt aldaar de poort
,' en
rukt ter Stad in. /igt Gemagtigden der Bur-
gerye worden op de Gevangenpoort in den Haa-
ge gezet. Geßaakt.
XXIV. Onlust te Amfler-
dam en te Rotterdam, over 't afleggen van
eenen eed, door de Wynkoopers. De Pakhuizen
van eenen Wyhkooper te Rotterdam worden
gephnderd.
XXV. Beweegingen tot verande~
ring der Regeeringe te Huisduinen en op de
Helder
, te Zaandam, enteOudewater. XXVI.
Geweldige beroerte te Steenwyk , daar ook
verandering der Regeeringe uit ontfiaat.
Eer nog de Vrede te Aken getekend was, 174&
hoewel de handeling over dezelve reeds--------■
op eenen goeden voet ftondt, werdt het ont- , *•
werp, welk fommigen gemaakt hadden, om de ^orpom
Regeering in de byzondere Gewesten en Ste ,de Re.
den te veranderen, kragtiglyk, voortgezet. Het geering
affchaffen der Pagteryen, welk de Regeeringe der Gfi-
niet zeer behaagd hadt; dochveelen onder't ^iltdea
R 5
                        volk,
-ocr page 268-
466 VADERLANDSCHE LXXIX.BoEr;
Ï748. volk, in 't eerst, zonderling naar den zin was
-------geweest, hadt, in de Gewesten, daar 't ge-
ee veran- fchied was, reeds eenige vervreemding ver-
deren Wekt, tusfehen de Regeering en 't gemeen.,
voorree- Het misnoegen behoefde, derhalve, flegtslee-
»«. vendig gehouden en gevoed te worden, om
beweeging te veroorzaakenonder't volk, waar-
uit verandering in de Regeeiïng te voorzien
was, en eerlang, met der daad, volgde. Hoe
't zig, met dit werk, in Holland, en vooral te
Amlterdam , daar 't de meeste beweeging
maakte, toedroeg, (laat ons nu, omftandiglyk „
en met zoveelenaauwkeurigheid,alsde natuur
der zaake gehengen zal, te vernaaien.
2yne
         In den voorflag, dien zyne Hoogheid, op
iioog- jjgf, vyfentwintigften van Zomermaand, tot
dringt, affchaffing der Pagten in Holland, gedaan hadt,
op 't en die, gelyk wy in 't voorgaande Boek (0)
wegnce- aantekenden, terftond, alomme, verfpreidge-
feTzwaar- wor<^en was» **adt men O0'c gelezen > noe ^e
tóafen " Prins, ten zelfden tyde, op de Staaten hadt
wegens begeerd „ dat toch eens den ingezetenen ai-
de Arap- ^ ie wettige redenen van bezwaaringe, op 't
•Tsfltaatf*» ftuk van de begeeving der Ampten,mogten
der Pos- j> worden benomen, en dat, zonder eenig
teryen ,, uitftel, de overweegingen, om de Poste-
aan 't J5 ryen aan 't gemeene Land te doen komen,
LaBd* „ mogten hervat, en ten fpoedigfte tot een
„ gewenscht einde gebragt worden." En men
bediende zig van 'sPrinfen ernftig verzoek,
om nieuwe opfehudding te verwekken, onder
de Gemeente te Amfterdam, met welke men
't, blykbaar, gemunt hadt, op het verkrygen
vag
£s) Bladi. 228.
-ocr page 269-
LXXIX.BoEK. HISTORIE. o6>
van verandering in dé Regeeringe. 't Stuk van 174».
de Ampten ging nogtans Amfterdam niet meer ------
aan dan andere Steden: maar 'tftukder Pos-
teryen betrof deeze Stad alleen. Zy badt, ge-
lyk wy, op zyne plaats, te boek gefield heb-
ben (£), in't voorleeden jaar, beflooten, de
Posteryen aan zig te houden, en, in den aan-
vang deezes- jaars, verklaard, datzy, hieiin,
niet veranderen zou. Maar zyne Hoogheid en
de andere Leden begreepen, dat Amfterdam,
zo wel als andere Steden, zyne Posteryen aan
't gemeene Land afftaan moest. Ook hadt
men, te Amfterdam, zo dra niet vernomen,
dat de Prins, op nieuws, op den afftand der
Posteryen gedrongen hadt, of de Vroedfchap
werdt byeengeroepen, om, beide op't ftufc
der Ampten en dat der Posteryen, van nieuws,
te raadpleegen. Omtrent het eerfta punt, De
werdt dar Vroedfchap, door Durgemeesteren, ^p««
vertoond „ dat aan de Refolutien der Staaten, Amfter-
„ daaromtrent genomen, in zo verre, vol« dambe-
„ daan was door de Stad, dat daaraan niets fluit.de
„ anders ontbrak, dan het gereed maaken en l^"**,,
„ overzenden van de beëedigde Lysten van eeUwi-
„ de jaarlykfche inkomften der byzondere gen dag«
Ampten en bedieningen: 'twelk, teroorzaa *an do
„ ke van den grootenomflag, die hieraan vast j^jjj^
„ was, tot nog toe niet hadt können gefchie-
„ den, gelyk ook nog geene der andere Ste-
„ den, Purmerende alleen uitgezonderd, tot
„ hiertoe, zulke Lysten overgezonden hadt;
„ doch dat men, daarmede, reeds zo verre
„ gevorderd was hier ter Stede, dat menftaat
„ maak-
(O Hier voor, W. 143» »44-
-ocr page 270-
56"8 VADERLANDSCHE LXXIX.Boek;
„ maakte, omtrent het midden van Herfst-
„ maand, gereed te zullen zyn." Omtrent
het punt der Posteryen, werdt der Vroed-
fchap herinnerd „ hoe Burgemeesteren eerst
„ van alle voordeden, die, uit het openval-
„ len. derzelven , voor hun of de hunnen,
„ mogten können voortvloeijen, hadden afge-
„ ftaän; hoe de agtbaare Raad, daarop, hadt
„ beflooten, die voordeden, voortaan, ten
„ nutte van de Stad, aan te leggen, en hoe
„ men egter hadt goedgevonden, te verklaa-
„ ren, dat men bereid was, nevens de andere
„ Leden, te raadpleegen, op een middel, om,
„ 't Land, in deszelfs dringenden nood, 't zy
„ uit de inkomften der. Posteryen, 't zy uit
„ eenige anderen f eenigen fpoedigen onder-
„ ftand te verfehaffen: welklaatfte, eindelyk,
„ eens zou dienen te gefchieden, indien men,
„ volgens de voorgaande Refolutien, de Pos-
„ teryen al aan de Stad mögt willen houden ;
„ weshalve, Burgemeesteren verzogten, het
„ nader goedvinden van den agtbaaren Raad ,
„ hierop, te mogen verftaan." De Vroedfchap,
op den tweeledigen voorflag van Burgemeeste-
ren geraadpleegd hebbende, befloot „ hen te
„ verzoeken, de Lysten op de Ampten ten
„ fpoedigften in gereedheid te willen doen
„ brengen." Omtrent de Posteryen, bleef
men by de voorgaande Refolutien, en ver-
klaarde „ dezelven, ten eeuwige dage, te zul-
„ len houden aan de Stad, om eeniglyk te die-
„ nen, tot noodigen onderftand der armen, tot
„ herftelling en onderhoud der Godshuizen,
„ Kerken, openbaare gebouwen en verdere
„ werken, na aftrek van 't gene, tot de noo-
» di-
-ocr page 271-
LXXIX.BoEK. HISTORIE. &6$
dige beheeringe der Posteryen, zou worden 174SS
„ vereischt, en van 't gene, uit de zuivere —««5
„ inkomften derzelven, aan 't gemeene Land
„ zou moeten worden opgebragt." Voorts,
werden Burgemeesteren verzogt en gemagtigd
„ om, met zyne Hoogheid, en met denRaad-
„ penfionaris, te overleggen, wat, vanwege
,, de Stad, uit de Posteryen, naar eene billy-
„ ke evenredigheid, ten behoeve van het ge-
„ meene Land, zou behooren te worden op-
., gebragt (c)."
't Befluit der Vroedfchap werdt, terftond, H.
in openbaaren druk, uitgegeven, om, ware't ^e^eH
mogelyk, 't gemeen, welk fommigen zogten $£jj£
diets te maaken, dat Burgemeesteren de Pos- Verzoel«
teryen, alleen tot hun byzonder voordeel, aan fchriften,
de Stad wilden houden, uit deeze dooling te ult de?
redden. Doch men arbeidde, onder de hand, jwL"6*
om dit oogmerk te verydelen. Verfcheiden' rye.fhek-
Gefchriften werden, gedrukt, veripreid door kende tot
de Stad, waarby, gelyk als uit den naam der l»erfteI-
Burgerye, begeerd werdt „herftellingderou- yerande*
j, deVoorregten en Güdenkeuren, een'Krygs- ring*
„ raad, uit en door burgers gekooren; over-
„ gifte der Schutters Doelen; verkiezing der
„ Vroedfchappen en benoeming derSchepe-
„ nen door de burgerye; aanftelling van B«-
„ windhebbers der Oost- en Westindifche
„ Maatfchappyen, door dezelfde; affchaffing,
„ voor altoos, van Pagten, Excynzen en
„ overtollige Lasten op de vaste goederen en
„ Perfoonen; overgift der Posteryen en van
f O Extr. uit 4c Refel. gtr VroedCtli, van Asiftcrd. y*» 3
1*ty 1748.
-ocr page 272-
a?o VADERLANDSCHE LXXIX.BoeeJ
t#t. „ 't Courantierfchap aan de Burgerye, of aaß
f—— ,i zyne Hoogheid; verkooping van alle Amp-
9i ten enz." Diergelyke Punten waren ook, in
't jaar 1672, hier ter Stede, verfpreid geweest
(d), en 't bleek klaarlyk, dat men 'er* nu zo
wel als toen, verandering der Regeeringe mg-
de in den zin hadt. Men gaf voor, dat eert
deezer Gefchriften, welk uit elf punten be-
ftondt, op den zevenentwimigften van Zo-
mermaand , vertoond was aan zyne Hoogheid ,
doch hoe 't van den Prinfe ontvangen was,
.".: bleek niet. 't Was, ondertusfchen, hier, op-
*1nnig gehaald, van wege 't Geregt. Een ander blaauw
fciihnp- boekje werdt, ten deezen tyde, onder den man-
fcbriftte- tsi 9 verkogt en verfpreid, genaamd het gedrag
jhjge°m" van dz Regenten der Vereenigdt Nederlanden ^ ge-
voomaa- duur ende den tegenwoordigm oorlog: waarin de
jneAmp- handelingen van eenige/ voornaame Luiden,
«naars, met naame van den Raadpenfionaris Gilles, met
^j^gjjiaatelyke verwen, gemaald ftonden. 's Lands
ring in 't Regenten in 't gemeen werden 'er in befchul»
gemeen, digd van onverftand, verzuim en trouwloos-
heid: eenige weinigen, daarentegen, als trou-
we Liefhebbers des Vaderlands, geroemd. De
Regeering van Amfterdam in 't byzonder werdt,
in dit fchrift, over 't dringen op het fluiten
eener Neutraliteit met Frankryk, en vooral
over 't houden der Posteryen aan de Stad, le-
Iyk uitgemaakt, 't Slot van alles was, dat zul-
ke Regenten behoorden geftraft, of, ten min-
ften terftond en voor altoos, van hunne Anra-
ten verlaaten te worden, 't Schrift kwam voor,
als zynde uit het Engelsch vertaald: doch 't ge-
leek
C<0 ZU XIV. Deel, bl. 210, 213,
-ocr page 273-
LXXDLBoek. HISTORIE. a?s
teek hier luttel naar. Ook ftonden, onder de *?***
Opdragt, aan alle waan Patriotten, zitting heb- m^smsm
bende in de Staaten Generaal,
de letters M. D.
           
J.S.H., over welker bekentenis, verfcheiden-
lyk, gegist werdt. 't Hof van Holland yerboodt
dit Boekje, terftond; doch 't werdt, federt, te
rnesr verfpreid. In Amfterdam, liepen 'er ee-
jiigen mede rond, in Herbergen en Koffyhuizen ,
daar zy 't jongen en onkundigen luiden in de
handftaken, en voorlazen: waardoor zy, al-
lengskens, eetiigen aanhang wonnen tegen de
Regeering. Met deezen, hieldt men, by nagt Men
en ontyde, byeenkomften, in verfcheiden'her- hou^ tsi
bergen of kroegen, met naame, in Vredenburg JJJ5*
in de lange Leidfche Dwarsftraat, alwaar, op meiyka
den twintigften van Hooimaand, een ontwerp byeen-
gefmeed werdt, om, gelyk men in Friesland ^mfieai
gedaan hadt, Gekommitteerden te kiezen uit
de Burgerye, tot bevordering van herftel.
De Wethouderfchap, niet onkundig van dit Hï.
woelen, hadt egter, tot hiertoe, geen befluit fe Wet*
können neemen, omtrent de middelen, wel- fCh"«,
ken men in 't werk Hellen moest, om het te doet'«
ftuiten, ter oorzaake dat zy onderling ver- onder-
fchillende inzigten hadden van het oogmerk zoek cpi
en de gevolgen der beweegingen. AndriesBoe-
kelman,
Chirurgyn, een der vergaderden in
Vredenburg, werdt egter, op den vierentwin-
tigften, voor Burgemeesteren ontbooden, en on-
dervraagd, over de opftellers en voorftanders
van het Ontwerp. Hy noemde 'er eenigen, en
onder anderen zynenZwaager, Henrik van Gim-
mg,
een' Patroontekenaar van Haarlem, en
Jean Rousfet; waarop men hem, met eene
fcher-
?
-ocr page 274-
±?2 VADERLANDSCHE LXXIX.Boek;
1748. fcherpe beftraffing, gaan liet. Weinige dagen
1-------laater, werdt 'er, behalve het genoemde Ont-
*t Ver- werp tot het kiezen van Gekommitteerden^
fchrif 00^ een Verzoekfchrift verfpreid, onder 't ge-
van drie meen» we^ °*t drie punten beftondt, en federt
Artike- de drie Artikelen, of het Request van Raap ge-
len komt noemd werdt. Men wil, dat het hier ter Ste-
in't licht, jjg gebragt wae, door van der Meer van Rot-
terdam, 't Was, kort hierop, geraakt in han-
den van Daniel Raap (1), en men hadt heE
federt laaten drukken. Het behelsde een Ver-
zoek aan Burgemeesteren en Raaden „ 1. ora
„ de Posteryen, ten fpoedigften, op te draa-
„ gen aan den Prinfe Erfftadhouder, in ver-
„ trouwen, dat zyne Hoogheid daarvan, ten
„ beste van Land en Stad, gebruik zou maa-
„ ken. 2. om alle wettige redenen van be-
„ zwaarnis, over de misbruiken, in 't ftuk
„ der Ampten-ingefloopen, met allen moge-
„ lyken fpoed, weg te neemen, en voortaan
„ geene Ampten te begeeven, dan aan inge-
„ boorene en genaturalifeerde gezeten burgers
„ en inwooners. 3.0m de voorregten derBur-
„ gerye, zo in 't ftuk der Gilden als in an-
„ dere opzigten,teherftellen,engeeneKolo-
„ nellen en Kapiteinen te kiezen dan uit de
,
            „ Burgerye, zonder dat dezelven, immer, te
„ gelyk, Regenten zouden mogen worden."
Innee- Op den zelfden tyd , dat dit Verzoekfchrifc
mingder verfpreid werdt, liet men 't gerügt ook loo-
niers0" Psn- dat de Burgers, in 't kort, bezit ftonden
Doeie. te neemen van de Kloveniers-Doele in deDoe-
le-
(1) Beide deze Luiden hebben wy, boveu (bl. 13*»
13e.) reeds eenigszins leeren kennen.
-ocr page 275-
LXXIX. Boek. HISTORIE. 273
leftraat, op welke, zo fommigen dreeven, zy een »/4«.
oud en gegrond regt hadden j en dat men hier ——•
zou arbeiden aan 't herftel van 't gene, meer of
min, gebrekkelyk gekeurd werdt in de Regee-
ring der Stad. Ook leedt het flegts tot den ne-
genden van Oogstmaand,toen meneenige bur-
gers en ingezetenen, ten getale van zes of agt,
zag treeden naar de groote zaal van de Doele,
die eenige Luiden, tot het houden eener af
zonderlyke Byeenkomst, in huure hadden, doch,
wel haast, half met half tegen wil, ruimen moes-
ten, 't Inneemen der Doele maakte zo veel ge-
rugts, dat zig, terftond, eene groote menigte
ingezetenen derwaards begaf; eenigen, die van
den toeleg on derregt waren, veelen, uit loutere
nieuwsgierigheid. Toen men 't getal groot ge- Wat hie r
noeg oordeelde, las Henrik van Gimnig eene gehan-
aanfpraak voor aan de menigte, ftrekkende om deld,
haar te beweegen, tot het beraamen van mid-
delen , om de vervallen' burgerlyke vryheden te
doen herftellen: ten welken einde, hy haar 't
Ontwerp, in Vredenburg gemaakt, voorhieldt,
waarby beraamd was, dat men vyf Perfoonen
kiezen zou, om te bewerken, dat, uit ieder der
zestig wyken, twee, drie, of yier Gekommit-
teerden werden benoemd, om de punten op te
ftellen, in welken men betering verzoeken zou.
Van verandering in de Regeering repte hy geen
woord; 't zy hy geweeten hebbe, dat fommigen
het hierop hadden toegelegd, of niet. Zelfs fprak
hy met verfoeijing, van den oproerigen inval
in 't Stadhuis, van de plondering der Pagters
huizen, en van de krenking van 't gezag der
Overheid, in 't algemeen. Toen hy uit hadt,
XX. Deel.
             S                         te-
-ocr page 276-
274 VADERLANDSCHE LXXIX.BoekJ
»748. tekenden eenigen zyn Ontwerp. Maar Raap, of
i -i m iemant van zynen aanhang las der Vergaderin-
ge de drie Artikelen voor, als behelzende de
punten, welken men, voor alle dingen, begee-
ren moest: en zy werden, zo ik meen, ook ter«
ftond, door eenigen, getekend. Des anderen-
daags, kwam men wederom byeen,in deDoe-
le. De voorftanders der drie Artikelen drongen
toen »ernftiger, op het tekenen derzelven. Zy
beweerden,dat 'eralles in begreepen was, wat
de Burgery, met reden, begeeren kon: 't welk;
zo men 't aanneemt, ook te kennen gaf, dat de
burgery geene reden hadt, om verandering in
de Regeering te begeeren, alzo daarvan niet,
of niet uitdrukkelyk (i) gerept was, inde drie
Artikelen. Wyders, begeerden zy, dat de vyf
Perfoonen, volgens het ander Ontwerp, aange-
fteld, alleen gemagtigd werden, om de Voor-
regten der Burgerye op te zoeken uit de Hand-
vesten , en herftelling in dezelven te bevorderen;
alzo, dreeven ze, het kiezen van Gekommit-
teerden uit alle deWyken,tot zulk een einde,
van te veel nafleeps zyn, en tot verwarring en
verdeeldheid aanleiding geeven zou, waarvan
men, zeiden ze, reeds een voorbeeld zag, in
Friesland. Doch veelen bleeven voor 't kiezen
van Gekommitteerden. Anderen yverden, daar-
entegen , fterk, voor het tekenen der drie Ar-
Men te- tikelen. De twee partyen raakten in hövigen
kent de woordenftryd, met elkaaderen; doch, voor 't
drie Ara fcheiden der Vergaderinge,verklaarden de mees-
ten
CO Sommigen meenden, dat 'er, bedektelyk, op ge<
zien wjrdt, in het tweede Artikel, daar herfteUjng, z»
in de Gilden ah anders, werde begeert.
-ocr page 277-
LX&IX. Boek. HISTORIE. 2?$
ten zig voor het tekenen der drie Artikelen: 't 174t.
welk, federt, fterk voortging.
                       ■ ■ -
Midlerwyl, hadden Burgemeesteren, tèrftond, IV.
kennis gekreegen van de openbaareByeenkomst ^e ^et"
in de Doele, en van't gene'er omging. Zy rie- f^ap"
pen, hierop, den Raad byeen, op den tienden, doet de
en beflooten, met deszelfs goedvinden, om 't Burgery
volk alle billyke voldoening te geeven, en te ge- onde"M
lyk, om de gemoeden der meeste Burgeren te je^tegen
ondertasten, den Krygsraad, tegen den twaalf- de Re-
den , te befchryven, en de Hoofd-Officieren te geering
verzoeken,datzyhunne onderhoorige manfchap ^rtbs,
deeden byeenkomen, haar afvraagende, of zy
iet, tegen de Regéering der Stad, waarop men
't fcheen gelaaden te hebben, fchoon 'er, in de
openbaareAanfpraaken op de Doele,nog niet van
gewaagd was, of omtrent de voorregten der
Burgerye of Gilden, hadden in te brengen. De
Oud-Burgemeester Ferdinand van Collen* en de
Oud-Schepefts 4 Egbert de Fry Temminck en
Elias Sthellinger^ werden gemagtigd, omuitdè
Hoofdofficieren der Burgervendelen, te vernee-
men, wat de Gemeente begeerde: van al 't
welke den volke, by openbaare afkondiging,
ten zelfden dage, kennisgegeven werdt. Doch en ver-
te gelyk werdt het inneemen der Doele en het oordeelt
doen tekenen der ontworpen'Artikelen, als on- „^"det"
betaamelyk, afgekeurd, en toegefchreevenaan rj0eie.
buitenluiden en vreemdelingen, nydig over de
welvaart der Stede. Maar eenige burgers j die Benige
deel aan dit werk hadden, namen kwalyk, dat bur|e
men hen voor vreemdelingen uitgemaakt hadt. **zf'
Ook hielden zy zig zo zeer gehoond, door de deswege.'
befchuldiging over 't inneemen der Doele, dat
zy 't gezelfchap, walk zy, in de groot e zaale,
S 3
                          gs-
-ocr page 278-
276 VADERLANDSCHE LXXIX.Boeiu
1748. gevonden hadden, eene verklaaring afvergden,
-------dat hun dit verttek, vrywilliglyk, ingeruimd
was. Zy gaven deeze Verklaaring, verzeldvan
eene foort van Verzoekfchrift, om in hunne
gefchonden' eere herfteld te worden, in open-
baaren druk: 't welk de Wethouderfchap goed-
vondt, door de vingeren te zien.
De wy- De wykeu werden, ondertusfchen, elk af-
ken wor« zonderlyk, byeengeroepen, terwyl de Voor-
den by- ftanders der punten, op de Doele getekend,
roepen, welken men, federt, Doelisten noemde, hun
werk maakten, om aanhang te winnen onder
de byzondere vendels. De Hoofde fficiers der
Wyken zaten, of in de Kerken, of op de Wagt-
hiüzen, of in voornaame Herbergen, om elk
gelegenheid te geeven, tot het inbrengen zy-
ner bezwaarnisfen. Zeer veele voornaame bur-
gers, niet te klaagen hebbende, en geene
verandering begeerende, oordeelden noode-
loos, op deeze byeenkomften te verfchynen.
Veelen, die goedvonden te komen, verklaar-
den , dat zy niets hadden in te brengen tegen
de Regeering. Sommigen voegden 'er by, dat
zy wenschten, dat de Posteryen aan de Stad
mogten blyven. Anderen, daarentegen, be-
geerden, dat men voldeede aan't gene zyne
Hoogheid, laatftelyk, omtrent de Ampten en
Posteryen, voorgeflaagen hadt. Doch de ge-
meene hoop, in verfcheiden' wyken, verklaar-
de zig voor de drie Artykelen, die op de Doe-
le getekend waren: 't welk, grootendeels, toe
te fchryven was aan den yver der Doelisten,
die by de huizen waren rond gegaan, om elk
tot tekenen te beweegen. Ook waren de Kapi-
tein Christiaan Schölten en verfcheiden'Hoofd-
of-
-ocr page 279-
LXXIX.BOEK. HISTORIE. 277
officiers uit het vendel van deszelfs Vader, den 174S.
Kapitein Joan Agges Schölten , den gemeenen, ——
in het tekenen der urie Artikelen, voorgegaan:
't welk veelen tot navolging bewoogen hadt.
't Ontwerp, door den Kapitein Christiaan Schol-
ten getekend, werdtook, terftond, met des-
zelfs naam in 't hoofd, gedrukt, en in andere
wyken rondgezonden, alwaar het veel hielp,
om een aanmerkelyk getal der waakende fchut-
teren te beweegen tot tekening.
't Verzoekfchrift, welk de drie Artikelen in- De drie
hieldt, was, ondertusfchen, op den dertienden Artikelen
van Oogstmaand, door Raap en eenige ande- ^aordr>
re Doelisten, ongetekend, in Burgemeesters genees"-"
Kamer overgeleeverd; hoewel 't, daarna, door teren ver-
drie van hun, onder welken Raap was, gete- toond.
kend werd. Ten zelfden dage, hadden zy 0ok aan
het oorfprongkelyk Verzoekfchrift, door vee- ^yo"oe
len ondertekend,naar denHaage overgebragt, y,eid.
en denPrinfe, by wien zy gehoor hadden wee-
ten te verwerven, in handen gefteld. Twee
dagen daarna, deeden zy van dit gehoor ver-
flag in de Doele. Zy vertelden „ dat de Prins
„ hen minzaamlyk bejegend, en hunne be-
„ geerten gebillykt; doch hun tbt ftilte en
„ onderwerping aan de Overheid vermaand
„ hadt." En 't gemeen beantwoordde 't ver-
flag, welk zy deeden, met het zwaaijen van
den hoed, en met het juichen van Huzza!
Terwyl de wyken byeengeroepen werden, V.
werden de Byeenkomften op de Doele äange- Asn'
hr»uden. Men deedt'er, van tyd tot tyd, Aan- fPrs^m»
fpraaken, waarvan de meesten, terftond > ge- j)0e\e
drukt werden. Doch zy behelsden, doorgaans, gedaan,
flegts eenige algemeene aanmerkingen, over
S 3
                             't
-ocr page 280-
a78 VADERLANDSCHE LXXIX.Boek:
1748. 't verval van den Staat, van den Koophandel
------ en van de handwerken; waarby eenige ver-
maaningen tot het voorftaan van Vryheden en
Voorregten gevoegd werden. Ook ondernam
men, fomtyds, de drie Artikelen te verdedi-
gen, met naame 't gene, in dezelven, omtrent
de Posteryen, begeerd was. Doch deeze Arti-
kelen en eenige Aanfpraaken werden, ten zelf-
den tyde, in openbaaren druk, wederlegd. De
Aanfpraaken hielden, in 't eerst, verfcheiden*
• vermaaningen in, lot liefde en eendragt tusfchen
de Burgervaders
, gelyk men fprak, en de Bur-
gerde.
Ook werden 'er de Predikanten, die,
in 't gemeen, ten deezen tyde, hun werk maak-
ten , om 't volk tegen oproerigheid te vermaa-
nen, in befchreeven. als Voorgangers ten goede
voor het Vaderland, en befchermers van Godsdienst
en Vryfieid.
En 't een en ander hielp veel, om
eenige vreedzaame luiden en liefhebbers der
Kerke te beweegen tot tekening der drie Ar-
tikelen: 't welk niet flegts op de Doele ge-
fcbiedde; maar waartoe Raap ook zyn huis
De Doe- gebruiken liet. In 't heetst van deezen yver,
listen werden, van wegen de Doelisten, gedrukte
dat men"' Briefjes gebragt aan de huizen van veele Gere-
openiyk! formeerde en Lutherfche Predikanten, waarr
voor hun by dezelven verzogt werden, operlyk, te bidden
bidde. wor £ kfchermers en herßellers der Pryheid,
gelyk die van de Doele zig noemden. Ook
kwam, kort hierop, een voorfchrift van een
gebed in 't licht, vervattende een korte fchets
van 's Lands gefchiedenisfen, en van de door-
lugtige daaden der Stadhouderen: voorts, werdt,
in het zelve, de plondering van de huizen der
Pagteren aangemerkt, als een bewys van de
ont-
-ocr page 281-
LXXIX.BOEK. HISTORIE. 279
ontwaakende Liefde tot de Vryheid; en alles 1748,
« beflooten, met eene omftandige bede voor zy- ------
ne Hoogheid en voor de Gekommitteerden
4er Burgerye. Doch de Predikanten vonden
niet geraaden, te voldoen aan het verzoek
der Doelisten, noch zig te bedienen van hun
voorfchrift.
't Liep aan tot den twintigften, eer Bürge- Vi.
meesteren en Raaden goedvonden te antwoor- ^^T
den op het Verzoekfchrift, door Raap en de ren etl"
zynen, ingeleverd. Het antwoord behelsde Raaden
'„ 1. Dat men, met zyne Hoogheid, over't »ntwoor-
„ ftuk der Posteryen, in minzaame onderhan- ^fe°jj^£
„ deling getreden was, en dat men, daarme- ^em
„ de, reeds zo verre was gevorderd, datdaar-
„ van, naar alle waarfchynjykheid, in de naast-
;, komende Vergadering der Staaten, een ge-
„ wenscht einde te wagten was. 2. Dat de
„ Lysten op de Ampten, door Burgemeeste-
„ ren en Raaden, in Herfstmaand, ter Ver-
„ gadering der Staaten, zouden o vergebragt,
„ en daarop, volgens de gedagten der Staaten
„ en zyner Hoogheid, zulk een voet beraamd
„ worden, als heilzaamst zyn zou voor 't ge-
„ meen. 3. Dat men bereid bleef, de Burgery
„ en Gilden, by derzelver Voorregten, en
„ wel herbragte Gewoonten te handhaaven,
„ hun altoos vryheid laatende, om, deswe-
„ ge, by Verzoekfchrift, in betaamelyke be-
„ woordingen, vertoogen te doen. Doch dat
„ het kiezen van Kollonellen en Kapiteinen,
„ uit de Burgerye alleen, eene nieuwigheid
„ was, ftrydig met de oude Privilegien enher-
„ komen; waarom men, hierin, niet zou kun-
„ nen bewilligen." DeWethouderfchapmaak-
S 4
                           te
-ocr page 282-
aSo VADERLANDSCHE LXXIX.Boek:
1748. te dit haar antwoord, terftond, door dendruk
gemeen, 't Werdt, des avonds, op de Doele,
De Doe- gelezen« Doch fomtnigen voeren'er vinnig te-
üstennee-gen uit. Een der grootfte fchreeuweren maak-
men *er te zulken, die de Posteryen aan zig getrokken
geen ge- hadden, voor dieven uit, en verklaarde, zyn'
noegen j^ vgjj te hebben, zo hy deeze befchuldiging
niet waar maakte. Midlerwyl, waren eenige
Doelisten wederom naar den Haage geweest»
Zy verhaalden, op hunne wederkomst „ dat
„ zy , andermaal, gehoor gehad hadden by
„ zyne Hoogheid, die hun bevestigd hadt, dat
„ de Regeering vanAmfterdam hem, omtrent
„ het ftuk der Posteryen , genoegen gegeven
„ hadt; dat hy der Burgerye, omtrent de Amp-
„ ten in 't gemeen, ook voldoening bezorgen
„ zou ; doch dat hy , in een' verwarden boedel
„ gekomen zynde , alles zo fpoedig niet her-
„ ftellen kon." Voorts, deedtde Prins, zo
zy zeiden „ de Burgers , welken hy als zyne
„ kinders aanmerkte , tot rust en ftilte ver-
„ maanen." Men voegde hierby , dat zyne
Hoogheid de ondertekeningen der drie Arti-
kelen met genoegen ontvangen , en verklaard
hadt, gaarne, diergelyken te zullen afwagten.
't Gemeen nam diergelyke vertellingen , met
zo veel greetigheid aan , dat zy veel hielpen ,
om den grooten hoop tot tekening te doen
befluiten.
•tScheeps- De Krygsraad uit de Burgerye alleen was
timmer- nu \ eenigfte punt, waarin men , met reden,
d^tfest k°n begrypen , niet bewilligd te zyn door de
de zyde Regeeringe. Men dreef dan , op de Doele,
der Doe- dat dit punt, zo wel als de andere, moest wor-
listen. den doorgedrongen. De Doelisten beweerden
zelfs,
-ocr page 283-
LXXIX.BOEK. HISTORIE. 28 r
zelfs , in openbaaren druk, dat het , fchoon 1748.
eene nieuwigheid , door de Burgerye , mögt ------
worden ingevoerd , als zy 't heilzaam keurde.
Ook kreegen ze, ten deezen tyde, het Scheeps-
timmermans Gilde , een der grootften hier ter
Stede, op hunne zyde , hebbende zy, zo my
verzekerd is , middel weeten te vinden , om
twee der Gildebroederen , die door de overi-
gen waren aangefteld, om derzelver belangen,
by de Overluiden van 't Gilde, of ook by Bur-
gemeesteren , voor te ftaan , in hunne begrip-
pen te brengen ; die , terftond , eenige ande-
ren , en allengskens het grootfte gedeelte van
't Güde overhaalden, om, nevens hen, gelyk
't heette, te arbeiden aan de herftelling van
de vervallen' voorregten der Gildebroederen.
De driftigften onder deeze luiden verfcheenen Men
nu op de Doele, en riepen, meer dan iemant, dringt op
om een' Burger Krygsraad. Sommigen dreig- "^g™,
den zelfs in de wapenen te willen komen , en Krygs-
de Regeering te noodzaaken, om hierin te be- raad.
willigen. Doch zy lieten zig eenigszins ftillen,
door Raap en anderen , die, ondertusfchen,
by Burgemeesteren, breed opgaven van 's volks
wrevel, verklaarende, geene kans te zien om
het te bedwingen , zo de drie Artikelen niet
volkomenlyk werden ingewilligd. De Regee- De Re-
ring , niet weetende hoe ver men zou durven wering
gaan, noch op wien, onder de Burgerye, zy ^*"^*
zig zou mogen verlaaten, befloot, eerlans, het Artike-'6
Verzoekfchrift, den zesentwintigften van Oogst- len, on-
maand, andermaal, uitte geeven , met deeze der voor-
aantekening : Fiat , mits niet ftrydende tegen woarde-
de Refolutien van haar Edele Groot Mogende, en
de intentie van zyne Hoogheid; en wgens de
S 5
                     Amp-
-ocr page 284-
aß* VADERLANDSCHE LXXIX. Boek;
Ï748. Ampten, voor zo veel het domestkq ü. Men gaf
dus, allengskens, meer toe; doen niet dan ge-
Be Doe- dwongen."" En veelen meenden , dat de Doe-
isstenzyn listen nu zouden voldaan geweest zyn. Doch
mede 'te 'ü vieI anders uit' Men bleef te onvrede, op
vrede, de Doele. 't Fiat moest, dreef men eenvou-
diglyk , en niet met zo veele bepaalingen ge-
geven geweest zyn: fchoon niemant ondernam
aan te wyzen , wat, in de gemaakte bepaalin-
gen , onredelyk ware. Maar de hoofden der
Doelisten hadden andere oogmerken, die zig,
Zy ver- allengskens , ontd«kten. Men begon nu te
zoeken, dry ven , dat zyne Hoogheid verzogt moest
Hoogheid worcfen» herwaards te komen, om de gefchil-
indeStad len tusfehen de Regeering en Burgerye by te
gelieve te leggen. Eenigen riepen, dat de Prins de Re-
komen, geering behoorde te veranderen. Men ging
voort met fchimpfehriften tegen de Regeering
te leezen en te verfpreiden ; en bleek duide-
lyk , dat eenigen der voornaamlle fchreeuwe-
ren 't ontzag voor de Wethouderfchap, welk
zy , in 't eerst, hadden willen fchynen te be-
waaren, t'eenemaal verloor en hadden. Twee
luiden werden naar den Haage gefchikt, om
den Prins te verzoeken dat hy herwaards kwa-
rae : en zy bragten, te rug gekeerd, voor be-
fcheid , dat zyne Hoogheid, binnen weinige
Bnrge- dagen, de reis ftondt aan te neemen. Onder-
meesteren cusfehen , hadden Burgemeesteren , nu reeds
ge?ven Mverzekerd, dat men verandering in de Regee-
3Kp ring zogt, od het aanhouden der Doelisten,
da drie beflooten , Fiat te geeven op het Verzoek-
Artikelen.fchrift, zonder eenige bepaaling : 't welk zy,
den zevenentwintigften , openlyk, bekend
maakten.
Doch
-ocr page 285-
tXXIX.BoEK. HISTORIE. 483
Doch de voornaamften der Doelisten, vast- 174»;
gefield hebbende, 't volk in beweeging te hou- ------
flen , tot dat zyne Hoogheid in de Stad zou De Doe»
gekomen zyn , namen nog geen genoegen, in llste.n
't verleende Fiat. „ De volle Raad was 'er, dat'er de
„ dreef men, niet op vergaderd geweest. En Raadook
„ dit behoorde te gefchieden, zou de Burgery j? bewii.
„ gerust zyn , dat haar 't begeerde geworden ilge"
,, zou." 't Verzoekfchrifc werdt dan, ten vier-
de maale, ingeleverd aan Burgemeesteren, ne-
vens een ander, waarby, in veel fchorrer flyl,
begeerd werdt, dat, door de tegenwoordige Re-
geering
, zonder eenigen midi of" informaliteit
Fiat
gegeven werdt op de drie Artikelen. De 't G«
Raad kwam, derhalve, des anderendaags, by- fcbie<lt*
een. Men was der Gemeente te wille, en ver-
leende Fiat, zonder eenige bepaaling, uit den
naam van Burgemeesteren en Raaden. De uit-
drukking van tegenwoordige Regeering gaf reeds
te verdaan , dar de verzoekeis haasr eene ««-
ßere Regeering verwagtten. Doch de Wethou- Burge-
derfchap was zo wel overtuigd , dat men haar meeste-
wars zogt te maaken van 't bewind , dat zy, ""J",,
op deezen zelfden dag, zynde den agtentwin benuiten
tieften van Oogstmaand, befloot, vrywilliglyk afteftaan
afftand te doen van de Regeering , op 't be van de
haagen van zyne Hoogheid , wien , daarvan, ^neJfe"
terftond, kennis gegeven werdt. Te gelyk
werden de Posteryen der Stad den Prinfe opge-
draagen : die ze, gelyk omtrent de overigen
gefchied was, aan 't Land afftondt (g).
Midlerwyl, hadden fommige Doelisten een vif.
Verzoekfchrift ontworpen aan de Staaten van Zyne
Hol- Hoogheid
£'£} Refel. Hol!. 31 Aug. 1748. bt, 7*5,
-ocr page 286-
284 VADERLANDSCHE LXXIX.Boer,
' 1748. Holland , waarby begeerd werdt, dat hunne
------- Edele Groot - Mogendheden zyne Hoogheid
wordt ge- wilden magtigen, om de noodige verandering
ma^igrd't^ maaken in de Regeeringe. Eenigen teken-
irTAmrter- *en ^ » doch anderen weigerden 't rondelyk.
dsm te Ook bleef het overleveren van dit Verzoek-
iwifteiien.fchrift agter, om dat men, eerlang, vernam,
dat zyne Hoogheid , den eenendertigden , op
't verzoek van de Afgevaardigden der Regee-
ringe , reeds, door de Staaten , gemagtigd
was , om de rust in Amfterdam te herftellen,
al ware 't ook door verandering te maaken in
Burgemeesters en Raaden (/£) Twee dagen
te vooren, was de Graaf van Bentink hier ge-
weest . om, uit naam van zyne Hoogheid, der
Regeeringe en Burgerye af te vraagen , of zy
haare belangen goedvonden te Hellen in han-
den van den Prinfe. Doch eender Burgemees-
teren kwam hem aandienen, dat men 't befluit
der Regeeringe hieromtrent reeds bekend ge-
maakt hadt aan den Prinfe. Van wege de Ge-
meente , kwam Gimnig met hem fpreeken ',
waarna, uit zynen naam, der Vergaderinge in
de* Doele afgevraagd werdt „ of zy niet be-
„ geerde dat zyne Hoogheid in de Stad kwa-
„ me ? of zy haare belangen niet aan den Prin-
„ fe verblyven wilde ; gelyk de Wethouder-
„ fchap, van hiaren kant, gedaan hadt ? en
„ of xy zig * midlerwyl, niet (lil en vreedzaam
„ wil ie gedraagen? " Alle welke vraagen met
ja beantwoord werden. En met het verflag
van dit antwoord keerde de Graaf van Bentink
wederom naar den Haage.
Mid-
CA) Refol. Holl. 3t dug> 1748. W. 786.
-ocr page 287-
Z.XXIX.B0EK. HISTORIE. 285
Midlerwyl, waren verfcheiden' Wyken be- 1748.
zig met het kiezen van Gekommitteerden, die ------
met eikanderen , zouden raadpleegen , op het De Wy.
gene men den Prinfe, op zyne aankomst, zou ken kie"
voordraagen. Eenigen der yveriglle Doelisten EnmmjS
hadden list en bedreigingen te baat genomen, werden.
om zig te doen kiezen. Doeh eenige anderen
werden verkooren, zonder dat zy zig van on-
behoorlyke middelen bediend hadden. De Ge-
kommitteerden lieten zig , op de Doele, aan-
tekenen , en namen aldaar zitting. Doch enkele
Wyken ftelden in 't geheel geene Gekommit-
teerden. Veelen van deeze Gecommitteerden
hadden last, om zig voor de drie Artikelen te
verklaaren, fchoon dezelven, door veelen, uit
elke Wyk, nimmer, ondertekend ; door eeni-
gen , openlyk, tegengefproken waren. Weini -
gen of geenen waren gemagtigd , om veran-
dering in de Regeering te begeeren : eenigen
om dit ftuk geheellyk te ftellen aan 't welbe-
haagen van zyne Hoogheid. Doch de voor-
naamften onder de Doelisten ontwierpen, ten
deezen tyde , twee Verzoekfchriften aan den
Prinfe: waarby, eindelyk, de verandering in
de Regeering, tot Penfionarisfen en Sekretaris-
fen toe , met ronde woorden, begeerd werdt.
Zy behelsden, nog eenige andere punten, en
werden , door verfcheiden' luiden , getekend.
Doch tusfchen de Opftellers van deeze twee
Verzoekfchriften rees merkelyk verfchil, welk
te wege bragt, dat de tekening niet fterk kon
worden doorgezet.
Ondertusfchen , ftondt het openlyk dringen VIII,
op verandering in de Regeeringe veelen Inge- Eenige«
zetenen, die zig niet gemoeid hadden met het £"nWe"'
ge-
-ocr page 288-
2Ö5 VADERLANDSCHE LXXIX.Boèk?
Ï748. gene in de Doele omgegaan was , geweldiglyk
-------tegen de borst. Sommigen ondernamen zelfs;*
tekenen Verklaaringen op te ftellen, ten voordeele der
Verzoek- tegenwoordige Regeeringe , welken zy andi-
waarbyn'ren ter ondertekeninge voorhielden. Men be-
de hand gon met dit werk op den dertigften, De Ver-
haaving klaaringen hielden in „ dat de Undertekenaars
der tegen- n nimmer bewilligd hadden in de Verzoek-
Regcs'ge " fcbriften, welke der Regeeringe, als.uit den
ringe be- » naam der gantfche Burgerye , waren_over-
geerd ,, geleverd ; en dat zy geene verandering be-
werdr. „ geerden in de tegenwoordige Regeeringe. *
Men maakte verfcheiden' Affchriften van dee-
ze Verklaaringen. Zy werden, gelykmenver-
fpreid en geloofd heeft, door veelen , gete-
kend. Doch het voortzetten deezer tekenin-
gen duurde flegts tot 's anderendaags , wan-
neer eenigen der driftigfte Doelisten middel
De Doe-vonden om het te fluiten. Zy bewoogen een
üstenvin. getaj van omfrent vyfcienhonderd Scheepstim-
de"omdicmerluiden' oïByltjes, gelyk ze hier, by't ge-
tekenen meen, genoemd worden, om, op den eenen-
tefluiten, dertigften van Oogstmaand, voor de Doele te
komen; als diende zulks, om de herftelling in
hunne Gilderegten te verkrygen. Zy waren
allen ongewapend , en eenigen , bedugt dat
men iets kwaads in den zin hebben mögt, had-
den zig , niet dan door fterk dreigen , laaten
beweegen, om deel te neemen in den togt.
Doch anderen wisten, dat men voorhadt, den
tekenaaren voor de Regeeringe eenen fchrik
aan te jaagen. Aan de Doele gekomen, ftel-
den zig eenigen der ftoutfte Doelisten, tot vyf
of zes in getal, aan hun hoofd: fommigen van
welken als Scheepstimmerluiden waren uitge-
dost.
-ocr page 289-
LXXIX. Boek. HISTORIE. *8?
dost. Men trok , in fmalle gelederen , een ,7^
groot deel der Stad door , ftilhoudende voor ------
de huizen of herbergen, daar zulken woonden, Optogt
of zig onthielden , van welken men wist, of der
vermoedde , dat zy getekend hadden voor de ^mer*
Regeeringe. Hier en daar werden bedreigin- luiden«
gen gebruikt, en deeze oproerige togt baarde
zulk eene ontfteltenis door de Stad, dat 'er de
voorgenomen' en aangevangen' tekening , ge-
heellyk door geftremd werdt. Ook wil men,
dat eenige Leden derRegeeringe denvoorftan-
deren deezer tekeninge, onder de hand te ver-
ftaan gaven, dat zy zig vergeefs af Hoofden, en
dat de verandering der Regeeringe niet zou
können voorkomen worden.
Terwyl men nu zyne Hoogheid, binnen ix.
twee dagen te gemoet zag, gingen de Wyken Zyne
fterk voort, met het ftellen van Gekommit- ???s"
teerden, welken, in eene herberg byeengeko- ^mt
men , allen , of meest allen de drie Artikelen ia ,de
tekenden , en daarna zes uit hun aanftelden, &*&-
om 't woord te voeren by den Prinfe, die, op
den tweeden van Herfstmaand, ten tien uuren
des morgens, in de Stad kwam,met vierkoet-
fen. Zyne Hoogheid hadt overnagt op 't Huis
Zwaanenburg, halfwege Haarlem. Zyne Lyf-
wagt te paarde verzelde hem flegts tot aan de
Poort, alwaar zy eenigen tyd vertoefde , en
toen naar halfwege Haarlem keerde. De Schut-
tery was in de wapenen gekomen , en ftondt
gefchaard langs de Straaten en Gräften , daar
zyne Hoogheid door reedt. Raap en eenigen
der zynen , die , over het tekenen der jongfte
Verzoekfchrifcen , met de andere party, over
hoop lagen, hadden den Prins aan de tweehon-
derd
-ocr page 290-
^88 VADERLANDSCHE LXXIX.Boek.
&*$ derd roeden buiten de Stad, begroet; doch ge-
' leidden hem niet naar binnen. Zulks gefchied-
de, door omtrent dertig van de nieuwlings ge-
kooren' Gekommitteerden der Burgerye , on-
der welken de driftigfte Doelisten waren ; en
•'r door een' hoop van drie of vierduizend Bylt-
ies, voor welken een Oranje vendel gedraagen
werdt, waarop voor Oranje en de Fryheid te
Ieezen ftondt. Zyne Hoogheid nam zynen in-
trek in 't Oude- Zyds-Heeren- Logement, daar
hy', terftond, door drie der regeerende Burge-
meesteren, Gerrit Corver, Heer van Velzen ,
Jan Sautyn en Pieter van de Poll, begroet, en
zo lang hy hier verbleef, op Stads kosten ,
onthaald werd. 't Logement werdt, by dage
"--' en by nagt, geduurende dien tyd , bewaakt
door twee vendelen Schutters, aan welken de
Prins gewoon was , de leuze of het woord te
. geeven.
                                               ,
De Ge. 't Eerst, welk men ter hand nam, na dat de
koaiflttf Prins te Amftetdam was gekomen, was het be-
leerden Weïken van de voorgenomen' verandering der
vorderen Regeeringe. Zyne Hoogheid verklaarde, by
»ndering verfcheiden' gelegenheden „ hoe wee hem
der Re- „ deedt, dat het volk zo misnoegd was op de
geeringe. ^ Regenten : onder welken 'er waren, die hy
', gaarne zou laaten aanblyven , fchoon hy
\ vreesde , niet te zullen können." Omtrent
twintig Wyken hadden nog maar Gekommit-
teerden gekooreh , toen zyne Hoogheid in de
Stad kwam. Doch de zes luiden , uit deeze
Gekommitteerden aangefteld , om met zyne
Hoogheid te handelen, hadden reeds een wyd-
luftig Verzoekfchrift ontworpen , waarby de
verandering der Regeeringe, en met naam e
ook
-ocr page 291-
a!?p
LXXIX.BóÈfc. HISTORIE.
ook het ontflaan der twee Penfionarisfen , uit- 1745.
drukkelyk , begeerd werdr. 't Gene omtrent ——
de Penfionarisfen werdt verzogt, gaf vermoe-
den , dat de Opfteller van 't Verzoekfchrift op
eene Penfionarisplaats vlamde. Doch hy be-
reikte zyn oogmerk niet, zo hy 't anders waar-
lyk beoogd heefr. De Penfionarisfen bleeven
in bediening, 't Verzoekfchrift werdt den Prin-
fe, den derden van Herfstmaand, overgeleverd.
Het kwam voor, als behelzende de begeerte
der gantfche Burgerye, fchoon de meeste Wy-
ken nog geene Gekommitteerden gekooren had-
den , en veele Burgers, ook in de Wyken,
daar men Gekommitteerden hadt, niet tot der-
zelver aanftellinge geftemd hadden. Doch men
voer, na 'sPrinfen aankomst, fterk voort, met
het kiezen van Gekommitteerden, totdat, ein-
delyk , byna alle de Wyken van Gekommit-
teerden voorzien raakten , fchoon de zes lui-
den , te vooren benoemd , 't voornaam beleid
der handelinge behielden.
Terwyl de Prins raadpleegde , op 't ftuk Onb&.
der veranderinge, boezemden fommigen den ^-heiden'
Scheepstimmerluiden argwaan in , over de ge- jjjf^hu?_arl
meenzaamheid der regeerende Burgemeesteren zen der
met zyne Hoogheid, als of, hieruit, iet na- Burge-
deeligs voor hun Gilde te dugten geweest wa- meeste«
re. Twintig of dertig uit den hoop lieten zig,ren*
hierop , door eenigan 'der ftoutfte Doelisten,
beweegen , om hen, op den vierden , des
avonds, te verzeilen aan de huizen der Burge-
meesteren : drie van welken , zynde den vier-
den , den Heere Jan Six, niet in de ütad. zy,
vrymoediglyk , afvraagden , waarom zy niet,
terflond
, afßondm van de Regeerings ? 't Ant-
AX. Deel.
               T                woord
-ocr page 292-
zoo VADERLANDSCHE LXXIX.Eoek.
ijtf. woord, dat zulks aan zyne Hoogheid gelaaten
-------was, voldeedt niet. Men moest hun verzeke-
ren , dat 'er, binnen twee dagen, verandering
komen zou. Ook regelde zyne Hoogheid, des
anderendaags, deeze verandering, die, op de
twee volgende dagen , bekend werdt.
De Koop- Midlerwyl, hadt een groot getal van Koop-
ïuiden iuiden , in eene voornaame herberg famenge-
ven ge- komen zynde, vierentwintig uit hun benoemd,
hoor by om zyne Hoogheid, over deszelfs aankomst
den Prin- alhier, te bsgroeten, en om zyne gunftige be-
fe#
         fcherming over den handel te verzoeken. Zy
verwierven, eerst op den vyfden, de*avonds,
gehoor. De aanfpraak gefchiedde, door den
Heere Jofua van der Poorten , en werdt, door
den P;inie, minzaamiyk beantwoord, verklaa-
rende zyne Hoogheid, onder anderen, dat zyne
agting voor de Koopluiden haast blyken zou,
uit de aanflelling van nieuwe Raaden, die den
zevenden afgekondigd werdt.
X.
         De vier regeerende Burgemeesters werden
?yne ontflaagen, zonder herfteld te worden. Doch
HoOftheidujt $e zesendertig Raaden , welken ook allen
denare" ontflaagen waren , werden 'er negentien her-
meesters fteld: waarby zyne Hoogheid zeventien ande-
en Raa- ren voegde, die nimmer in de Regeeringe ge-
, den> weest waren De Heeren, welken tot Burge-
meesteren werden aangefteld, waren Mr. Fer-
dinand van Collen , Mr. Kornelis Trip , Mr.
Gerard Arnoud Hasfelaer, thans Gevolmagtig-
de op de Vredehandeling te Aken, en Willem
Gideon Dciitz.
De verandering gefchiedde ,
by een' beflooten brief van den Prinfe , gerigt
aan den Hoofdofficier de Dieu, in welken zyne
Hoogheid verklaarde „ dat hy alle mogelyke
w POO-
.
-ocr page 293-
LXXIX.BoEK. HISTORIE. 291
„ poogingen hebbende aangewend , om het 1748.
„ wantrouwen en misnoegen der Burgerye te- ------
„ gen de Regenten wegteneemen, tot zyn
„ leedwezen , bevonden hadt, dat alle deeze
„ poogingen vrugteloos waren geweest: waar-
v om hy, tot voorkoming van de uiterfte on-
„ heilen, goedgevonden hadt, gebruik temaa-
„ ken van de magt, hem , door de Staaten,
„ den eenendertigften van Oogstmaand , ver-
„ leend; en van de aanbieding van vrywilli-
„ gen afftand , door de Burgemeesteren en
„ Vroedfchappen gedaan , en in 't befluit der
„ Staaten vermeld , en dat hy gemelde Burge-
„ meesteren en Vroedfchappen allen ontfloeg,
„ zonder dat zy, daardoor, in hunnen goeden
„ naam , zouden gehoond gerekend worden,
„ of verdagt gehouden , als of zy zig, in de
„ Regeering van den Lande, niet naar be-
„ hooren gedraagen hadden , zullende zyne
„ Hoogheid zig , ten allen tyde, bereid too-
„ nen, om hen en hunne huisgezinnen en goe-
„ deren , des noods , in zyne befcherming te
„ neemen."
Doch deeze verandering was naauwlyks be- Hy ont-
kend gemaakt, of de zes Gekommitteerden der flaatvee-
Burgerye, 't zy uit eigen' beweeging, of door jfanj™
aandryving van anderen, beweerden, dat ook oud-
de Oud-Raad, die uit regeerende en afgegaa- Raad.
ne Burgemeesters en Schepens beftondt, en
regt hadt om in de verkiezing van Bur^emees-
teren te ftemmen , behoorde gezift en veran-
derd te worden. Maar hiertoe was zyne Hoog-
heid niet gemagtigd, door de Staaten. Hy gaf
"er Burgemeesteren kennis van, hun, te gelyk
voorhoudende „ dat hy bedugt was, of de rust
T a
                     ,, in
-ocr page 294-
aoi VADERLANDSCHE LXXIX.Boék;
1748. „ in de Stad wel volkomenlyk zou können
..... „ worden herfteld , zo lang de Refolutie der
„ Staaten niet tot den Oud-Raad werdt uit-
„ gebreid." Men vaardigde, hierop uit den
naam der Burgemeesteren , brieven af aan alle
de Leden van den Oud-Kaad, waarby hun ge-
vraagd werdt, of zy gezind waren , deeze hun-
ne hoedanigheid te ftellen ter beichikkinge van
zyne. Hoogheid , even als de regeerende Bur-
gemeesters en Vroedfchappen te vooren gedaan
hadden. Zy volgden allen dit voorbeeld. De
Staaten magtigden zyne Hoogheid ook op den
tienden , om het Befluit van den eenendeitig-
ften van Oogstmaand uit te breien toe den
Oud - Raad (t"). En 't behaagde zyne Hoog-
heid , eerlang, op gelyke voorwaarde als de re-
geerende Jtsurgemeesters en Raaden, vier regee-
rende Schepens,, zeven Oud-Burgemeesteis en
drie-endertig Oud-Schepens van deeze hunne
waardigheid te ontdaan , de Piaatfen der vier
regeerende Schepenen, ten zelfden tyde, met
vier anderen, vervullende : van welke veran-
dering , der Gemeente , op den veertienden,
kennis gegeven werdt.
XI. Doch eer dit gebeurde , hadt men gearbeid
llandciingian de herftelling of verandering in den Krygs-
over't verlaad, op den voet, in de drie Artikelen be-
andejen geerd. De Doelisten hadden't volk, welk hen
Krygs- kwam hooren, al vroeg, verzekerd, dat zyne
mad. Hoogheid der Burgerye, in dit opzigt, genoe-
gen geeven zou , en eenen Krygsraad ftellen
buiten de Regeering , of uit de Burgerye al-
leen. Ook waren de Kolonellen en verfchei-
den'
(O Refol. Holl. io Syt. 1743. tl. 822.
-ocr page 295-
LXXIX. Boek. HISTORIE. 293
den' Kapiteinen, of Leden der ontflaagen'Re- 174*?;
geeringe , of aan dezelve vermaagfchapt ge- ———
weest ; waarom 't ongeraaden fcheen , hun ,
na de verandering , 't bevel over de gewapen-
de manfchap der Stede in handen te laaten.
't Was dan zo vreemd niet, dat zy, die veran-
dering in de Regeering gezogt hadden, ook
verandering zogten in den Krygsraad. Men
hadt, hierom, begeerd, dat de Kolonellen en
Kapiteinen , voortaan , uit de Burgerye mog-
ten worden aangefteld, en geheel onafhangke-
lyk zyn van de Regeeringe. En 't fcheen iet,
zo lang de Regeering nog niet veranderd was,
dat men haar gezag zogt te zwakken, door den
Krygsraad onafhangkelyk van haar te maaken.
Maar deeze fchyn hieldt op, na dat de Regee-
ring veranderd was. Men fcheen nu de nieuwe
Regeering te hoonen , als men langer dreef,
dat de Krygsraad geheel onaf hangkelyk van
haar zyn , en alleen uit de Burgerye beftaan
moest. En 't was , moest men denken , niet
zonder onheuschheid, te vergen van den Prin-
fe , dat hy eene Regeering , door hem zelve
gefield, zou willen fchynen te mistrouwen,
door het inftellen van eenen Burger-Krygsraad,
die geheel niet van haar afhing. De Doelisten
ook , die , tot hiertoe , voor eenen vryen of
Burger- Krygsraad geyverd hadden, begonden
eenen anderen toon te flaan, en 't fcheen, als
of zy dit fttik dagten optegeeven. Maar eeni-
ge Gekommitteerden en Scheepstimmerluiden
druischten hier tegen aan in de Doele , dry-
vende , dat men niet rusten moest, voor men
eenen vryen Krygsraad verkreegen hadt. Van
Gimnig , Raap en eenige anderen werden be •
T 3               - fchui-
\
-ocr page 296-
294 VADERLANDSCHE LXXIX.Eoek.
1748. fchuldigd, dat zy zig hadden laaten omkoo-
------ pen, door 's Printen Hovelingen , om de Bur-
gery te misleiden. Zo hoog liep de twist in
de Doele , dat Raap en zes van de zynen, op
den negenden, hun affcheid namen, openlyk
betuigende , dat men hen , ten onregte , ver-
dagt hieldt.
Na hun vertrek, fpeelden de Byltjes en der-
zelver Gekom mitteerden de hoofdperfuonaad-
jen op de Doele , roepende de eerften geduu
riglyk , om een vryen Krygsraad, zonder een
eenig Officier
, uit de nieuwe zo min ah uit de on-
de Regeeringe
Men iïrooide briefjes op rym,
onder 't Volk , inhoudende , dat het met de
Vryheid uit was, zo men geenen vryen Krygs-
raad verwierf. De gantfche Stad fcheen in be-
weeging, om een punt door te dry ven, waarin
de ontflaagen' Regeering reeds bewilligd hadt,
en 't welk, zo de Doelisten verzekerd hadden,
ook voorheen , door den Prinie, was goedge-
keurd. De Gekommitteerden der Scheepstim -
merluiden, een en andermaal, by zyne Hoog-
heid , ter gehoor geweest zynde , verhaalden
egter nu , dat de Prins van zins was, twee
Kolonellen van de vyf, die hy dagt aan te
ftellen , en eenige Kapiteinen te neemen uit
de tegenwoordige Regeeringe. Doch 't volk
druischte hiertegen aan , begeerende , dat 'er
geen een' Hoofdofficier werdt aangefteld , die
of in de Regeeringe, of aan eenen Regeerings-
DeDoc-perfoon vermaagfchapt was. Zo hoog fteeg de
Sisten ko- jrjft 9 dat een tamsiyk getal van Scheepstim-
men des: ;lieIiuiden, met eenige Doelisten aan 't hoofd,
flnap ver- zig > ^es naSts na den negenden van Herfst-
trek van maand , naar 's Prinfen Logement begaven ,
zy-
-ocr page 297-
LXXIX.BoEK. HISTORIE.
Z9S
zyne Hoogheid, die zig reeds ter rust begeven 1748,
hadt, doende wekken, en hem voorhoudende -
„ dat het volk langer niet te füllen was ; dat den Prm-
„ het eenen vryen Krygsraad begeerde, offe>drin"
„ tot uicfpoorigheden dreigde over te flaan ; ^". ev°£
„ en dat zyne Hoogheid hun diende te wille en Krygs-
„ te zyn, om verdere onheilen te voorkomen." raad,
De Prins gaf egter uitftellend antwoord. Des
anderendaags, was de Stad vervuld met het ge-
rügt van den overlast, dien men zyner Hoog-
heid hadt aangedaan. Men verhaalde ook, dat
de Prins, ongeduldig geworden, gedreigd hadt
„ de Stad, ja 't gantfche Land en zyne Amp-
„ ten te zullen verlaaten , en naar zyne üuit-
„ fche Staaten te zullen vertrekken , indien
„ men hem langer lastig viel." Zyne Hoog zyne
heid gaf egter , dien zelfden dag nog , verlof Hoogheid
tot het houden van eenen vryen Krygsraad, se^fc „'er
„ bfslhaude uit Kapiteins, Luitenants en Ver-^°
„ drigs, door elke Kompagnie, uit de tegen-
„ woordig dienende, gekooren; welke Krygs-
,, raad vyf Kolonellen zou noemen , en de
„ plaatfen der Hoofdofficieren , welken aan
„ derzelver Kompagnien onaangenaam waren,
„ vervullen, of anders een dubbel getal derzel-
„ ven aan zyne Hoogheid aanbieden , om de
„ verkiezing uit het zelve te doen." Doch 't
bleek niet, uit dir verlof. of zyne Hoogheid
het woord vryen Krygsraad in den zelfden zin
als 't Volk verltondt. 't Volk verftondt 'er
een' Krygsraad door , welks Leden noch tot
de Regeering behoorden , noch aan Regee-
rings Perlbonen vermaagfchapt waren : doch
zyne Hoogheid fcheen dit onbepaald telaaten:
't welk tot verfehil onder de Burgerye aanlei-
T 4
                       ding
-ocr page 298-
a96 VADERLANDSCHE JLXXIX.Boek.
Ï748. ding gaf. Ook fcheen men, in een ander op-
-------zigt, den Prins kwalyk begreepen te hebben.
Hy vorderde niet, dat de byzondere Kompag-
nien , in de plaats van de Officieren, die hun
onaangenaam waren , anderen zouden aanftel-
len; maar dat zulks, door den Krygsraad, al-
leen uit aangenaame Officiers beftaande, ge-
fchieden zou. De meeste Wyken oordeelden,
daarentegen , dat zy zelven regt hadden , om
Bewee- hunne Officiers te kiezen, 't Verlof van zyne
ging in de Hoogheid hielp alle Wyken in beweeging. Som-
Wyken. mjge Schutters wilden hunne Kapiteinen behou-
den , fchoon zy tot de oude of tegenwoordige
Regeering betrekking hadden. Anderen kante-
den zig hiertegen , dikwils niet zonder hevige
bedreigingen. In fommige Wyken, liepen de
woorden zo hoog, dat de degens uit de 1'chede
raakten: in anderen moest de trom, des nagts,
nog te wapen flaan. Ondertusfchen, werdt'er
eene foort van een'Krygsraad gehouden; doch
zo verwardelyk, dat Leden, die den eenen dag
•aangenaam verklaard waren by hunne vendels,
den anderen dag wederom verworpen werden.
Het woelen en warren in de byzondere Wyken
duurde , tot dat 'er vyf Kolonelleu buiten de
Regeering waren benoemd; en tot datgenoeg-
zaam tLÜQ de vendels, 't zy op benoeming der
Schutteren, 't zy alleen op aanftelling van den
Krygsraad, van Hoofdofficieren uit de ßurgerye
voorzien waren. Niemant, die aan de oude of
nieuwe Regeering vermaagfchapt was, behieldt
zyn ampt onder de Schutterye, of verkreeg 'er
een. De Kapitein Christiaan Scholten zelf, hoe
zeer hy voor de drie Artikelen geyverd hadt,
werdt bedankt, om dat zyn Vader tot Raad was
aapt
-ocr page 299-
LXXIX.BoEK. HISTORIE. 297
aangefteld door den Prinfe. Zyne Hoogheid be- 1748.
vestigde de Kolonellen en verdere Hoofdofficie- -------
ren in hunne ampten , en, op den vyftienden Zyne
van Herfstmaand, werdt, uit 'sPrinfen naamy ^oog-
van de puije van 't Stadhuis afgekondigd „ dat ^l^'
„ fommige kwaadmeenenden aan de Burgers den
„ een'verkeerden indruk hebbende gegeven van nieuwen
„ 't beftaan van eenen vryen Krygsraad, hier- KtJ/s'
„ uit waren voortgekomen zulke ongerymde ras
„ verzoeken, dat derzelver inwilliging eene in-
„ breuk op der Stede Privilegien, en eene ver-
„ nietiging van de wettige voorregten desKrygs-
„ raads zou hebben mede gebragt. Dat zyne
„ Hoogheid egter, de zaak, tegen veeier ver-
„ keerd begrip, niet hebbende willen beflisfen,
„ verklaard hadt, dat, uit de aangenaame Offi-
9, eieren, een vrye Krygsraad zou worden ge-
„ houden, die de open'plaatfen of zelf, of door
„ 't noemen van een dubbel getal, waaruit zy-
9, ne Hoogheid de verkiezing zou doen , ver-
„ vullen zou. Doch dat hierop, in de byzon-
„ dere Kompagnien , verfcheiden' onbetaam-
,, lykheden," te vooren reeds gemeld „ waren
„ gevolgd, waardoor de vryheid des Krygsraads
„ belemmerd was, en Burgers tegen Burgers
„ waren opgezet. Dat zyne Hoogheid egter,
„ uit Vaderlyke genegenheid en toegeevend-
„ heid , de gedaane verkiezing van vyf Kolo-
„ nellen en verdere Hoofdofficieren wel wilde
„ goedkeuren, fchoon, in de wyze van 't benoe-
„ men der Leden van den Krygsraad, en in 't
„ belemmeren van deszeis Vryheid, tegen zy-
„ ne Hoogheids verklaarde meening, was aan-
„ gegaan. Dat deeze Kolonellen en Officieren,
v nevens de aangebleevenen , voortaan , den
T $             „ Krygs-
-ocr page 300-
co8 VADER.LANDSCHE LXXIX.Boek.
1748. „ Krygsraad zouden uitmaaken , niet dan met
-------„ voorkennis van Burgemeesteren, en op be-
„ fchryving der Kolonellen , vergaderen , en
„ de aanftefling der openv-alïende Kolonels- en
,, Hoofdofficiers-plaatlën hebben, volgens de
,, Privilegien en oude herkomens. Dathy,wy
,, ders, voor deeze reize, debedreeven'onge-
„ regeldheden over 't hoofd wilde zien, mids
„ elk zig ftil en onderworpen aan zyne wettige
,, O verheid gedroege, en alle openlyke Verga-
„ deringen naliete, en de Gekommitteerden der
„ Wyken zig, van nu af, hielden ontflaagen
„ van die en diergelyke Kommisfien."
7 n e Terwyl deeze afkondiging gefchiedde, ftondt
Hoo-heidla Prins op zyn vertrek uit Amfterdam. Gim-
vcrtrekt nig nam , uit den naam der Gekommitteerden
uit Am- ujt dg Burgerye, affcheid van zyne Hoogheid,
öerdam. fflet egne j^^jj ^ jie hy federt drukken liet,
en op welks titel hy den Prins Willem den Groo
ten
noemde. Zyne Hoogheid vertrok op den
middag , zynen weg neemende door de Leid-
fche Poort, en voorts over de Veenen naarden
Haage. Een goed getal van ontflaagen' Gekom-
mitteerden en vier- of vyf honderd Scheepstim-
merluiden deeden den Prins uitgeleide tot op den
Amftelveenfchen weg, waarna zy naar de Stad
Gevolgen te rug keerden. Amfterdam raakte, na de ver-
der veran-andering der Regeeringe, allengskens, in rust,
deriiige. fchoonmen, in 'teerst, nogeenige nieuwe Ver-
zoekfchrifcen ftrooide onder 't gemeen, waarin
verfcheiden'vreemde eifchen vervat waren. De
ontflaagen' Heeren "onthielden zig, vooreenen
geruimen tyd, uit de Kerken, omdatdetegen-
woordige Wethouderfchap nog niet vastgefteld
hadt, of zy aldaar, in hun gewoónlyk plegtig
ge-
-ocr page 301-
LXXIX.BoEK. HISTORIE. 299
gewaad en op hunne gewoonlykePiaatfen, zou-
den verfchynen, waartoe egter, tegen 't einde
des jaars, beflooten werdt. Men zaaide, on-
dertusfchen, in 't eerst, eenige vinnige Schimp-
fchriften tegen de ontflaagerir Regenten. Doch
't gemeen veranderde allengskens, hieromtrent,
zo zeer van gedrag, dat 'er, door den tyd, meer
tot lof dan tot laster van deeze Heeren gefchree •
ven en gefproken werdt. De Doelisten raakten
daarentegen , binnen weinige maanden , in de
gemeene veragting: waartoe niet weinig hielp,
dat zyne Hoogheid zelf Jean Rousfet de Akte,
waarby hy deezen tot zynen Historiefchryver
hadt aangefteld , in 't begin van Zomermaand
des jaars 1749. wederom deedt afvorderen. Ook
werdt hy, kort hierna, onder anderen, wegens
het fchryven van zeker nieuwsfchrift, vervuld
met fchampere aanmerkingen tegen eenige uit-
heemfche Mogendheden, [met naame tegen
Frankryk], openlykingedaagd. Tegelyk werdt
verbooden, eenigen zyner fchriften te drukken,
zonder byzonder verlof (Ji). 't Geregt van Am-
fterdam hadt hem, kort te vooren. in zyn huis
gezogt; doch hy was't gevaar, welk hem dreig-
de , ontweeken, en onthieldtzig, federt, buiten
de Stad. De haat tegen de Doelisten nam, eer-
lang, zo fterk toe, dat het graauw, in grooten
gerale op de been gekomen, verhinderd heeft,
dat men Daniel Raap, die, in Louwmaand des
jaars 1754, overleedt, eenegewoonlyke begraa-
fenis aandeedt. De Lykbaar werdt vernield, en
de Wethouderfchap genoodzaakt, het Lyk. ter
middernagt, met eene Vragtflede naar de Kerk
te
(4) Refü!. Hell. 2 July 1749. il. 476.
'■
-ocr page 302-
3oo VADERLANDSCHE LXXIX.Boek,
1748. te laatenfleepen, Ondertusfchen hadtdebewil-
------ liging der voorgaande Regeeringe inde drie Ar-
tikelen, voor welken hy geyverdhadt, tewege
gebragt, dat'er, ook in de Gilden, merkelyke
veranderingen kwamen, door 't aanftellen van
nieuwe O verluiden, en door 't vernieuwen van
oude en 't verieenen van nieuwe Gildenkeuren,
waaraan de tegenwoordige Regeering, maanden
agtereen, veel tyds befteedde. Wy hebben de
verandering, in Amfterdam voorgevallen, wat
uitvoeriger willen teboekftejlen, omdatdeeze
aanzienlyke Stad de eerfte in Holland was, daar
men, ten deezen tyde, ondernam, de dienende
Regenten te doen ontzetten van 't bewind. In
de neeste andere Hollandfche Steden, werdt, na
dar zyne Hoogheid daartoe ook op den eenen-
twintigftfn van Herfstmaand gemagtigd gewor-
den was(7), de Regeering in dit en in het vol-
gen de jaar, bynaopgelykewyze, en bygelyke
gelegenheid , veranderd ; waarom 't alleenlyk
noodig zal zyn, beknoptelyk te gewaagen van 't
gene in dezelven byzonders voorviel.
XIT. Binnen Haarlem, was 't Volk, na 't affchaf-
Verande fen dei Pacten, niet regt gerust geweest. Zyne
nne%der Hoogheid hadt, reeds in 't begin van Oogst-
ringt- te maa"d, den Baron van Groveftins derwaardsaf-
Haarlem. gevjardigd, om de Vendels, een voor een, voor
ziq: te ontbieden, enderzelverbezwaarnüfente
hooren; waarop Zyne Hoogheid eenefchikking
maakte , die den tienden in den Haage gedag-
tekend was, en daarna, te Haarlem, werdt af-
gekondigd By dezelve, werdt de Krygsraad
veranderd , en twee Kolonellen uit de Vroed-
fchap
f H Refol. Hol!. 21 Sepl, 1748. W. 9*;.
-ocr page 303-
LXXIX.BoEK. HISTORIE. 30*
fchap en de overige Officiers uit de Bürget ye 174&
aangefteld. Doch in't beginvan Herfstmaand, —
floeg een Lid der Vroedfchap, Mr. Remees Flo-
ris van Zanen
5 zynen Mederaackn voor „ of
„ men, uit aanmerking der beweegingen te Ara-
„ fterdam," daar nu reeds verandering in Bur-
gemeesteren en Raaden gemaakt was „ zyne
„ Hoogheid niet behoorde te verzoeken, om,
„ ook in Haarlem, zulks te voorzien op 't ftuk
„ der Regeeringe, als hy, ten nutte van Stad en
„ Land, zou bevinden te behooren." Doch de
Vroedfchap nam geen befluit op deezen voor-
flag. Midlerwyl bleeven de beweegingen onder
't gemeen duuren. De Wethöuderfchap befloot,
Gemagtigden van zyne Hoogheid te verzoeken,
om d ezel ven te ftillen, en, tegen 't einde van
Herfstmaand, kwamen de Heeren Fredrik Hen-
rik, Baron van Wasfenaer, Heer van beide de
Katwyken, en Willem Pauw, Raadsheer in den
Hoogen Raade, in deeze hoedanigheid, binnen
Haarlem. De gantfche Regeering hadt, reeds
te vooren , gelyk die van Amfterdam , haare
Ampten gefteld ter befcheidenheid van zyne
Hoogheid ; waarop, den zevenden van Wyn-
maand , uit 'sPrinfen naam , werdt afgekon-
digd, dat de Vroedfchap, voortaan, uit twee-
endertig , in de plaats van vierentwintig, Leden
beftaan zou. Zeven Leden der Vroedfchap blee-
ven ontflaagen. Voorts werdt het volk tot ftilte
en onderdaanigheid vermaand.
Weinige dagen laater, kwamen de Gemagtig- Te Lei-
den van zyne Hoogheid, die te Haarlem de Re- deu.
geering veranderd hadden, ten zelfden einde te
Leiden, daar, met het begin van Herfstmaand,
dezelfde foort van beweegingen verwekt waren
on-
v
-ocr page 304-
toi VADERLANDSCHE LXXIX.Boek.
Ï74S. onder 't volk. Men hieldt byeenkomften, men
koos Gekommitteerden , men ontwierp en te-
kende Verzoekfchriften; een van welken, eer-
lang, werdt overgeleverd aan de Regeering, en
daarna ook aan zyne Hoogheid. De Regeering,
niet onkundig van het oogmerk deezer bewee-
gingen , toonde egter geene genegenheid altoos
om, vrywilliglyk, afteftaan van haare ampten.
Ook begon een groot getal van Burgers, ten haa-
ren behoeve te arbeiden, dryvende, dat de zo-
genoemde Gekommitteerden der Wyken, bui-
ten of tegen last, verandering der Regeeiinge
zogten. Doch 't Koffyhuis, daar men, ten dee-
zen einde, tekenen liet, werdt door't graauw,
gedreigd met plondering: waardoor't werkge-
ftremd werdt. De Gemagtigden van zyne Hoog-
heid, midlerwyl, een' keer naar den Haage ge-
daan hebbende, waren, andermaal, in Leiden
gekomen , zonder dat de Regeering nog hadt
können befluiten, haare Ampten neder te leg-
gen. Doch 't graauw viel, eerlang, aan op de
huizen van eenige Leden der Regeeringe, die,
met moeite, befchermd werden doorde Schut -
terye. De Burgemeester Joan van den Berg,
werdt, van 't Stadhuis gaande, onheufchelyk
bejegend en gedreigd. Eindelyk, Het de Regee-
ring zig, na veel handelsns, overhaalen, om
haare bedieningen af te ftaan. Den Raadsheer
Pauw, 'sPrinfen uiterften last hebbende gaan
haaien, werden de Vroedfchappen en Veertigen,
den agttienden van Wynmaand , allen ontflaa-
gen; doch, op vier na, db verlaatenbleeven,
wederom herfteld in 't bewind. De Burgemees-
ter van den Berg, een van deezen vier, en de
Sekretaris vanRoyen hadden, reeds te vooren,
ver-
-ocr page 305-
LXXIX.Boek. H I S T O R fE. 303
verzogt, van hunne bedieningen ontflaagen te 174t.
worden. De laatfte werdt egter, eerlang, tot ------
Penfionaris der Stad verkooren, en is, federt,
aangefteld tot Sekretaris van den Raad van Staa-
te. De zogenaamde Gekommitteerden, die tot Oproer
de verandering der Regeeringe hadden mede il?*it»
gewerkt, raakten, terftond hierna, zo zeer in "'„„je-
den gemeenen haat, dat zy, voor hun lyf be- ring.
dugt, tekenaars zogten te winnen, onder eene
Verklaaring, datzyzig, alleszins, gedraageri
hadden, in gevolge van denkst, hun, door de
Burgerye, gegeven. Eenigen uit hunnen hoop
verwekten, federt, nieuwe opfchudding by nagt,
roepende , dat 'er Krygsvolk in aantogt was,
welk men moest buiten houden. Ook leverden
zy wederom nieuwe Verzoekfchriften in, waar-
in de Wethouderfchap bewilligen moest. Doch De Stad
op den zestienden van Slagtmaand, met het ontvangt
aanbreeken van den dag , rukte de Generaa \^l'm
Roufe,
aan't hoofd van eene bende Dragonders Krygs-
en Zwitfers , uit de Lyfwagt van zyne Hoog- volk.
heid, onverhoeds, in de Stad, zynde hy, op
'sPrinfen last, des avonds te vooren, omtrent
ten elf uuren, uit den Haage vertrokken. De
aankomst van dit Krygsvolk herftelde de rust in
Leiden. Vier luiden, die zig in de jongde op-
fchudding gemengd hadden, werden, federt, in
hegtenis genomen, en naar den Haage gevoerd.
Zy werden, eerst in Lentemaand des volgenden
jaars , gevonnist. Een werdt met het zwaard
over't hoofd geftraft, voorts tot eene agtjaarige
gevangenis, en daarna tot altoosduurende bal-
lingfchap verweezen : een ander was tot eene
tweejaarige gevangenis , en daarna tot gelyke
baljingfchap veroordeeld; doch hy werdt, op
zyn
-ocr page 306-
3C4 VADERLANDSCHE LXXIX.Boek:
ï7$$. zyn verzoek, onder de algemeene Vergiffenis,
-------die in Wynmaand afgekondigd werdt, begree-
pen, en bekwam zynevryheid weder. De derde
was voor twintig jaaren gebannen, en de vierde
ontflaagen. Twee zogenaamde Gekommitteer-
den of Spreekers, die voortvlugtig geweest, en
viermaalen, openlyk, ingedaagd waren, kwa-
men, na't afkondigen der algemeen e Vergiffe-
nisfe, van welke zy niet waren uitgeflooten ge-
weest, insgelyks, in de Stad te rug.
Xiir. Omtrent het midden van Wynmaand, was
Opfchud- Gouda ook in roere geraakt, by gelegenheid van
ding te een gerügt, dat de Stad , met een Regement
a. jj.negCen 9 fl-ondt bezet te worden. De Burgery
kwam in de wapenen , de poorten werden ge-
flooten, de boomen en Huizen digt gehouden,
't gefchut geplant op de wallen. Zestien Soldaa-
ten, leggende, federt eenige maanden, aan de
groote Sluis, buiten de Rotterdamfche Poort,
werden ontwapend en verjaagd door deBurge-
rye : 't welk euvel genomen werdt door zyne
Hoogheid, die ook aan de Regeering van Gou-
da'fchreef, dat het gerügt, als of de Stad be-
zetting te wagten hadt, louter verzierd was.
Men maakte deezen brief gemeen onder 't volk,
welk nu ook , gelyk in andere Steden , aan 't
opftellen van Verzoekfchriften gevallen was:
waarin zy, door den Schout der Stad, met raad
geholpen werden. Eönige Gemagtigden uit de
Burgerye toogen naardenHaage, meteen Ver -
zoekfchrift, waarby onder anderen, het afvaar-
digen van Kommisfarisfen van zyne Hoogheid
naar Gouda begeerd werdt. Zy deeden, te rug
gekomen, verflag, dat zyne Hoogheid vorder-
de , dat de Burgery eerst de wapenen afleide,
eer
-ocr page 307-
LXXIX.BoEK. HISTORIE. 305
eer men haar Kommisfarisfen zou toefchikken. 17+3.
Ook werden, federt, de boomen en poorten ge- .....*
opend, de Schuttery trok af, en de Stad raakte
wederom in ftilte. Men verwagtte nu, eerst-
daags , de Heeren van Wasfenaer-Katwyk en
Pauw in Gouda; doch zynamen, onverhoeds,
hunnen weg op Rotterdam, daar zy den eenen-
twintigften van Wynmaand, aankwamen.
Hier was, zelfs na 't ontftaan der beweegin- Bewe«-
gen te Amfterdam en te Haarlem, alles ftil ge I'°|■ **
bleeven: waarom veelen van gedagten waren, da^,# r"
dat de Regeering onveranderd gelaaten zou wor-
den. Maar met den aanvang van Wynmaand,
waren eenige jonge luiden, ten huize van eenen
Tabaksverkooper, begonnen, met het opflelleh
en tekenen van zekere Gefchriften, waarby ee-
nige Regenten van flinkfchen handel en kneve-
laary befchuldfg 1 werden. Het tekenen werdt
bevorderd door eenigen, die de hand ook in de
beweegingen te Amfterdam gehad hadden, en
nu uit den Haage herwaards kwamen. Drie Le-
den der Regeeringe, welken, met naame, be-
fchuldigd waren , vonden raadzaam, zfg in
openbaaren druk te verdedigen; waarop zeven
Burgers , onder welken ook Laurens van der
Meer was, insgelyks in openbaaren druk, ver-
klaarden , dat zy geen deel hadden aan de op-
geworpen' befchuldigingen. De tekeningen
gingen midlerwyl voort, en toen men eenige
honderden tekenaars byeen hadt, befloot men
't Verzoekfchrift den Prinfe ter hand teftellen.
Terftond hierna, vondt zyne Hoogheid geraa-
den, de twee Gemagtigden, Wasfenaer-Katwyk
en Pauw, af te vaardigen naar Rotterdam. Zy
hoorden, kort na hunne aankomst, de luiden,
XX. Deel,               V                      die
-ocr page 308-
306 VADERLANDSCHE LXXIX.Boek:
1748. die de tekening van 't Verzoekfchrift bevorderd
------hadden. Ook werden hun, eerlang, twee an-
dere Verzoekfchriften ter hand gefteld , gete-
kend door eenigen, die wel te vrede waren met
de tegenwoordige Regeeringe, en verklaarden,
dat zy veel meer tekenaars zouden hebben wee-
ten te bekomen, zo hun de tyd niet ontbroken
hadt. Doch deeze Verzoekfchriften werkten
De Re- luttel uit. De Gemagtigden, een'keer naar den
gcering Haage gedaan hebbende, kwamen, den vieren-
werdt al- twintigften vanWynmaand, terug, bedankten
anderd"" de gantfche Regeering, en herftelden ze weder-
' om, op vyf Leden der Vroedfchap na, welken
verlaaten bleeven. Drie van deeze vyf hadden
zigtevooren, wegens de befchuldigingen, wel-
ken men tegen hen ingebragt hadt, verdedigd.
Ook werden zy, federt, niet gemoeid, over 't
gene hun te last gelegd was.
Ook te Twee dagen laater , kwamen 'sPrinfen Ge-
Gouda; magtigden te Gouda, daar zy de Verzoekfchrif-
ten der Burgerye ontvingen, vervolgens verflag
deeden aan den Prinfe, en, op den eerften van
Slagtmaand, te rug gekeerd, de gantfche Re-
geering ontfloegen, en, op zes Leden na, die
buiten bewind bleeven, wederom herftelden.
Op de verdere punten, uit den naam der Bur-
gerye begeerd , werdt ook fchikking gemaakt
door zyne Hoogheid.
Te Go- Van Gouda , begaven zig de Gemagtigden
rincheim naar Gorinchem, daar, federt eenigen tyd, ook
beweeging ontftaan was, over eene belasting,
vanwege de Stad, op de huizen gelegd, en wel-
ke eenige Burgers begeerden te hebben afge-
fchafr. De Regeering hadt hierin bewilligd,
Doch 't gemeen, niet voldaan, ftondt, federt,
op
-ocr page 309-
IXXIX.EOEK. HISTORIE. 30?
op ontheffing van andere lasten. Men handelde Mjfj
hierover in den Haage , en kwam , eindelyk, —-—.
overeen, dat de onlusten, gereezen tusfchen de
Regeering enBurgerye, door Gemagtigden van
zyne Hoogheid , geftild zouden worden. De
verandering in de Regeering gefchiedde hierop,
den vyftienden van Slagtmaand. 't Getal der
Vroedlchappen werdt van zeventien op vieren-
twintig vermeerderd. Voor't overige, bleeven
de oude Regenten allen in 't bewind.
Hierna, begaven zig 's Prinfen Gemagtigden Te
naar Schoonhoven, daar men ook wakker in de Schooi*-
weer geweest was met het tekenen en inleveren hoven3
van Verzoekfchriften, waartoe twee Leden der
Vroedfchap den ingezetenen dehandgebooden
hadden. De Regeering hadt, op een deezef
Verzoekfchriften, fchikking gemaakt; doch het
antwoord op de twee anderen verbleeven aan de
Gemagtigden van zyne Hoogheid, die, den zes-
tienden, in de Stad kwamen, en, den eenen-
twintigden , de gantfche Regeering ontfloegen j
doch, op drie Leden na, wederom aanftelden.
Voorts, werdt het getal der Vroedfchappen,
van zeventien , tot eenentwintig, en dat der
EkEteureh ofKiezeren, van eenentwintig, tot
zesentwintig vermeerderd. Ook maakten de Ge-
magtigden fchikking opeenige punten, door de
Burgerye begeerd 2 de overigen werden gelaaten
aan de fchikking der Vroedfchap.
Te Schiedam, hadden de Verzoekfchriften Te
der Burgerye , met welken op te ftellen en te schi*
doen tekenen, men, eerst in 't begin vin Slagt- dam\
maand, begonnen was, het zelfde gevolg als in
de andere Steden, 's Prinfen Gemagtigden, her-
waards gekomen, ontfloegen dennegenentwin-
y *                  %
M
-ocr page 310-
3o3 VADERLANDSCHE LXXIX.Boek.
1748. tigften, de gantfche Regeering, herftelden ze
------- wederom op één Lid na, welk verlaaten bleef,
en vermeerderden 't getal der Vroedfchappen,
van twintig op vierentwintig perfoonen. Voorts
werdt ook op de Verzoekfchriften der Gemeen-
te fchikkingen gemaakt.
Te Delft; je Delft, daar een goed gedeelte van 't ge-
meen afhangt van de Platteelbakkers, de voor-
naamfte handelaars hier ter Stede , was 't volk
tamelyk gerust geweest, tot in het begin van
Slagtmaand, wanneer'er beweeging onder ont-
ftondt, ter gelegenheid dat zyne Hoogheid een'
der Veertigen tot Schout der Stad zogt te doen
benoemen, die by de meeste Leden derRegee-
ringe en by't gemeen niet zeer geagt was. Men
bragt dan te wege , dat 'er een Verzoekfchrift
aan den Prinfe ontworpen en getekend werdt,
waarby men begeerde, dat zyne Hoogheid ie-
mant anders tot Schout aanftelde. undertus-
fchen hadt de Vroedfchap niet durven nalaaten,
den Perfoon,door zyne Hoogheid aangepreezen,
nevens twee anderen, tot Schout te benoemen.
Doch 't Verzoekfchrift van een aanzienlyk ge-
deelte der Burgerye ftremde de verkiezing. Mid-
ier wyl, vondt dePerfoon, op wien de Prins het
oog hadt, middel, om eenige luiden tenzynen
voordeele te doen tekenen. De ftrydige teke-
ningen verwekten eenige beweeging in de Stad,
waarvan Burgemeestefen den Prinfe kennis ga-
ven. Zyne Hoogheid deedt, hierop, de Ge-
meente Van Delft vermaanentotftilte, tegelyk
verklaarende, dat het aan hem ftondt, de ver-
kiezing van eenen Schout te doen, wanneer hy
\ best geraaden vinden zou. Midlerwyl, blee-
ven de gevoelens der ingezetenen verdeeld. De
Ge-
. x
-ocr page 311-
LXXDL Boek. HISTORIE. 309
Gemagtigden van zyne Hoogheid kwamen, niet 1748.
voor den negenden van Wintermaand, te Delft, -------
en hoorden eenigen uit de ingezetenen. Zy dee-
den verfcheiden' keeren naar den Haage, eer zy-
ne Hoogheid een befluitnam omtrent de veran-
dering der Regeeringe. Eindelyk, werden de
Regenten, op den zestienden ontflaagen; doch
met verlaating van een enkel Lid der Vroedfchap
wederom aangefteld. De plaats van Schout werdt
wat laater, op den voorllag van zyne Hoogheid
vervuld door de Staaten. De Prins vondt goed
buiten de benoeming te gaan , in gevolge van
de magtiging der Staaten, op de voorftelling der
ruste in de Steden; zo dat de Heer, dien zyne
Hoogheid, te vooren, het Schoutsampt toegè-
dagt hadt, voorbygegaan werdt.
Van Delft, vertrokken 'sPrinfen Gemagtig-Te Bride
den naar den Briele, al waar genoegzaam geenë
beweeging geweest was onder 't volk. Ook bé-
ftondt de verandering, welke hier, op denagt-
tienden, gefchiedde, alleen in 't vermeerdeten
van 't getal der Vroedfchappen van vyftien tot
twintig Perfoonen Dus was, met het einde des r" D°r-
jaars, de verandering der Regeeringe gefchied, ^^
in alle de Steden van 't Zuiderkwartier van Hol- geene
land, behalve té Dordrecht, alwaar deeze veir Veratide-
andering noodeloos , of ondienftig geoordeeld rirtê f#-
werdt. Ook hadt deeze Stad, kortnadeveräri- mäakti
dering der Regeeringe te Amfterdatti, denéer-
ften voorllag gedaan ter Vergaderinge van Hol-
land, om zyne Hoogheid té'magtigen, tothër-
ftelling der ruste in alle de Steden van 't Ge-
west , zelfs door 't veranderen der Regeeringe,
daar't noodig was. De Staaten hadden hiertoe
bsflooten, op den eenentwintigden van Hérfst-
V 3                maand,
-ocr page 312-
gio VADERLANDSCHE LXXIX.Boek.1
r74?. maand, mids aan elke Stad vryheid laatende,
r------ om, binnen agt dagen, te verklaaren , of zy
verandering behoefde ; en Medenblik was de
eenigfte Stad , die verklaard hadt, geene ver-
andering noodig te hebben.
Xiv. in de meeste Steden van 't Noorderkwartier,
Bewee. nacjt men f tot hiertoe, nog geene beweeging
Funner- befpeurd onder 't gemeen, waarmede verande-
ende, ring der Regeering bedoeld werdt. Ook hadt
'sPrinfen vertrek naar Friesland , zyne Hoog-
heid, veelligt, verhinderd, Gemagtigden der-
waards te zenden. Maar omtrent het midden
van Wintermaand, viel men, te Purmerende,
ook aan het opftellen en tekenen van twee
Verzoek fchriften , die vierkant tegen eikande-
ren aanliepen : ftrekkende het eene tot veran-
dering , het andere tot handhaaving der tegen-
woordige Regeeringe. En deeze Verzoek-
fchriften gaven, eerlang, gelegenheid, tot het
afzenden van Gemagtigden naar deeze Stad.
Zy kwamen 'er, niet voor den vierden van
Sprokkelmaand des jaars 1749 ; en deeden ,
na 't onderzoeken van den itaat der zaaken,
een' keer naar den Haage, Midlerwyl, wer-
den 'er eenige Ruiters in Purmerende gelegd,
Veranda- tot bewaaringe der ruste onder 't volk. De Ge-
ring der magtigden kwamen, eerst op den elfden van
Regee- Lentemaand , te rug , en deeden den volgen-
daar! * ^en ^'S' ^e Deraamc^e verandering der Regee-
ringe afkondigen. Drie Leden der Regeeringe
bleeven ontflaagen. Voorts werdt'er, ook uit
den naam van zyne Hoogheid, eenige fchikking
gemaakt, omtrent andere punten, die door de
Burgerye verzogt waren.
Midsgs- 'sPrinfen Gemagtigden vertrokken van Pur
mer^
-ocr page 313-
LXXIX.Boek. HISTORIE. 311
merende, naar Alkmaar, daar de Wethouder- i74s,
fchap de ingezetenen, terftond, by openbaare -------
afkondiging, deedt nodigen, om't gene zy te ders te
zeggen mogten hebben , hunnen Edele Mo Alkmaar;
gendheden , op eene betaamlyke wyze , voor
te draagen. Doch de Gemagtigden bleeven,
verfcheiden' dagen toeven te Alkmaar, zonder
dat 'er eenige Burgers voor hun kwamen klaagen.
Eindelyk , verfcheenen 'er eenigen , die ette-
lyke nieuwe Gildekeuren verzogten. De Ge-
magtigden keerden , hierop, naar den Haage.
Doch 't liep aan tot den eenentwintigden van
Bloeimaand , eer zy te Alkmaar te rug keer-
den , om de Regeering te veranderen. Agt
Leden van de Vroedfchap bleeven verlaaten ,
hoewel een derzelven , eerlang , door zyne
Hoogheid, op den gewoonlyken tyd en wyze,
wederom , tot Burgemeester gekooren werdt.
In de afkondiging , die , wegens de buitenge-
woone verandering der Regeeringe te Alkmaar,
gefchiedde, werdt niet het misnoegen derBur-
gerye genoemd , als eene oorzaak dier veran-
dering ; maar „ 's Prinfen toeleg , om de Ste-
„ den te brengen in zulk eene orde en regee-
j, ring, dat, daardoor, derzelver rust envoor-
„ fpoed mögt worden bevestigd."
In 't begin van Sprokkelmaand, hadt de Wet- Te
houderfchap van Hoorn zyne Hoogheid ver- IIo°"iï
zogt, dat de Stad verfchoond mögt worden
van 't ontvangen van 's Prinfen Gemagtigden,
alzo de Burgery aldaar geen misnoegen tegen
de Regèering hadt opgevat: doch men moest,
ook hier , eerlang , befluiten , het voorbeeld
der andere Steden te volgen, en de Ampten
van Regeeringe te ftellen ter befchikJünge van
V 4
                      zy-
-ocr page 314-
jia VADERLANDSCHE LXXIX. Boek.
zyne Hoogheid. De Gemagtigden kwamen 'er
den zestienden van Grasmaand, en hoorden ee-
nige ingezetenen ; die, nogtans, zovergeblee-
ken is , g<-ene klagten deeden over de Regee-
ringe. 's Printen Gemagtigden trokken, na ee-
nige dagen toeyens, naar Medenblik : voorts
naar Enkhuizen. Edam en Monnikendam, op
alle welke Plaatfen zy zig eenigen tyd ophiel-
den ; waarna zy naar den Haage te rug keer-
den. Na dat , in Bloeimaand , de Regeering
te A'kmaar veranderd was. kwamen zy weder-
om te Hoorn, daar de bezetting, zvnde een ge-
deelte van het Regement van Schalk, in de wa-
penen gebragt was. Op den diie-entwintigften
werdt de Regeering veranderd, om gelyke re-
denen als te Alkmaar. Zeven Vroedfchappen
bleeven onHlaagen, in welker plaats, anderen
werden aangefteld. 't Getal derBoongangeren,
die , oudtyds , uit de gegoedfte Ingezetenen
plagten te beftaan , en uit welken negen Per-
foonen geloot worden, die, jaarlyks, Burge-
meesters ki?zen, was, in 't jaar 1745 , bepaald
op zestig; doch dit getal werdt, in Grasmaand
des jaars 1748, met vierentwintig vermeerderd :
een jaar laater , werden 'er nog ngtenveertig
bygjvoegd : en in 't jaar 1750, beftondt het
uit honderd en zeventig Peribonen, de Vroed-
fchap daar onder begreepen.
Van Hoorn , vertrokken de Gemngtigden
naar Enkhuizen , daar't Gemeen hunne aan-
komst zo ongaarne vernam , dat de mesfen,
hier en daar , reeds uit de fchede raakten , en
men dreigde met fteenen te fmyten. Doch de
bezettirg hieldt het volk in bedwang. De ver-
andering der Regeeringe gefchiedde hier ook,
-ocr page 315-
LXXIX.Boek. HISTORIE. 313
op den drie-entwintigften. Twee Leden der 1748.
Vroedfchap bleeven buiten bewind : de overi
           «
gen werden allen herfteld.
Te Medenblik , alwaar den volgenden dag Te Me.
verandering gemaakt werdt door 'sPrinfen Ge- denbükj
rnagtigden, fchoon de Wethouderfchap dezelve
te vooren onnoodf g geoordeeld hadt, werdt het
getal der Vroedfchappen, van veertien op zes-
tien gebragt. Vier Leden bleeven ontflaagen:
een van welken, in't jaar 1740, opdegewoon-
lyke wyze , wederom in het bewind herfteld
werdt.
Te Edam, gefchiedde de verandering op den TeEdamj
agtentwintigften. Twee Vroedfchappen blee
ven hier verlaaten van hunne waardigheid. De
overigen werden herfteld.
Ten laatften , kwamen de Gemagtigden te TeMon-
Monnikendam , daar alle de Leden der Regee niken-
ringe eerst ontflaagen, en vervolgens, uitnaam dam.
van zyne Hoogheid, wederom aangefteid wer-
den. Eene opengevallen'Burgemeesters-Plaats
werdt, ten zelfden tyde, vervuld.
Op deeze wyze liep, eindelyk, het gewig xv.
tig werk van de verandering der Re^eerin- Bepaa-
ge, in de Steden van Holland en Westfries llDSen»
land, af. Alomme werdt, volgens gewoonte, j^jf Jj|
verklaard „ dat de ontflaagen' Regenten ,
" deeze
„ hunnen goeden naam , gehouden werden verande-
„ ongekrenkt. Ook werdt hun, des noods, ri"Fe7
„ 'sPrinfen befcherming toegezeid. " Meest fin?
overal, werdt ook verzekerd „ dat de veran-
„ dering, alleenlyk. tot herfte'ling of behou-
„ denis van de rust en welvaart in de Steden ,
„ gefchiedde, en dat dezelve niet zou mögt n
st geagt worden te ftrekken, tot krenkii ge
V 5                „ van
-ocr page 316-
314 VADERLANDSCHE LXXIX.Boek;
Ï74S. „ van eenige Privilegien, die allen in kragt en
------„ waarde zouden blyven." 't Gantfche werk
Aigemee- werdt beflooten, met het afkondigen eener al-
rfffen?f §emeene Vergiffenisfe ; die , op den voorflag
«fgekon- van zYne Hoogheid, in't begin van Wynmaand
digi des jaars 1749, gefchiedde (m). De Staaten
verklaarden, by dezelve „ alles wat, geduu-
„ rende de jongfte verwarringen in de Steden,
„ ter gelegenheid van het houden van Ver-
„ gaderingen , en het voeden van argwaan en
„ wantrouwen tegen de Regenten , voorge-
„ vallen was , te houden voor vergeven en
„ vergeten." Zy verbooden , wyders „ de
„ Overheden en Amptenaaren , op eenigerlei
„ wyze , te beledigen , vooral niet ter zaake
„ van het voorgevallene, in of buiten de ge-
„ houden' Vergaderingen, onder bedreiging,
„ dat zulken, die zig hierin vergreepen, met
„ naame zulken, die zig, daartoe, van eenige
„ wapenen , of gewapend Volk bedienden ,
„ vrouwen zo wel als mannen, zonder eenige
„ verfchooning, met de dood zouden geftraft
„ worden. Ook zouden zy, die, door het aan-
„ leggen of bywoonen van eenige Vergade-
„ ring; door het geeven van benaamingen aan
„ eikanderen, of op eenige andere wyze, met
„ woorden of daaden, gelegenheid tot dier-
„ gelyke geweldenaaryen gegeven hadden ,
„ ftrengelyk , en zelfs , naar bevindtenis van
„ zaaken, ook met de dood, geftraft worden.
„ Elk werdt gelast, zulke geweldenaaryen daa-
„ delyk, en zelfs met de wapenen, te keer te
„ gaan. 't Beledigen en hoonen der ontflaa-
» gen'
C«0 Refol. Holl. 1 OEtei. 17/1,9. «. 835. .
-ocr page 317-
LXXIX.Boek. HISTORIE. 315
„ gen' Regenten werdt, insgelyks , verboo- 1^48;
„ den, onder bedreiging, dat zy, die 'er zig
         j
„ in vergreepen , naar regte en 's Lands Pla-
„ kaaten, zouden geftraft worden. Eindelyk,
„ werdt elk het opbrengen van 's Lands fchat-
„ tingen en lasten, ernftelyk aanbevolen, zul-
„ lende zy, die de Amptenaars, tot hetinvor-
„ deren deezer lasten gefteld, geweldiglyk te-
„ genftonden, ook zwaarlyk, en zelfs met de
„ dood worden geftraft." 't Verhaal van den
afloop der beweegingen in Holland , heeft ons
een weinig gevoerd buiten de orde der overige
gefchiedenisfen des jaars 1748, tot welke wy
nu wederkeeren.
Eer nog de verandering der Regeeringe, te xvi.
Amfterdam , gefchied was , hadt zyne Hoog- Yera"d*'
heid goedgevonden , de Regeering te Nieuw- Re|eet
megen te veranderen , by eenen beflooten nnge, in
brief, welks inhoud , opden drie-entwintig- Geider-
ften van Oogstmaand , terwyl de bezetting in ['"dre"
de wapenen ftondt, openlyk , afgekondigd felv.erys'
werdt. De Raad der Stad werdt, van twaalf
op twintig; de Gemeentsluiden, van twintig
op twee-endertig Perfoonen gebragt. De Ge-
meente was hier ook onrustig, en, reeds in 't
voorleedenjaar, inde weer geweest, met het
ontwerpen van Verzoekfchrifren, tot vermeer-
dering van 't gezag van zyne Hoogheid. Doch
ten deezen tyde, was 'er geene merkelyke be-
weeging onder 't volk befpeurd. Alleenlyk,
werden , na 't verftellen der Regeeringe, aan
fommige huizen, de glazen ingefmeeten. Vee- Het
len hadden zig verbeeld , dat de oude Regee- Giraf-
ring in 't bewind gebleeven zou zyn, na dat zy. £h?P
in Zomermaand, beflooten hadt, nevens de *„g
an-
-ocr page 318-
3«5 VADERLANDSCHE LXXIX. Boek.'
1748. andere Leden des Kwartiers , het Graaffchap
-----■ Kuilenburg , welk de Staaten des Kwartiers,
wordt in 't jiar 1720, gekogt hadden, op te draagen
sa» zyne aan zyne Hoogheid. Doch zy vonden zig be-
(,p;,ejrai,.droogen. De Prins nam, na t veranderen der
g.n. " Regeeringe te Nieuwmegen , door Gemagtig-
den, bezit van 't Graaffchap , en ontving de
hulde en eed der Wethouderfchap en Burgerye,
na dat zyne Gemagtigden haar eerst gezwooren
hadden. In de andere Gelderfche Steden ,
werde, federt, ook verandering in de Regeering
gemaakt, onaangezien in fommigen, gelyk te
Arnhem , de aanzienlykfte Burgers de hand-
haavinge der tegenwoordige Regeeringe, door
eene piegtige bezending, op zyne Hoogheid be-
geerd hadden. De vorm der Regeeringe werdt
in Gelderland , genoegzaam gebragt, op den,
zelfden voet, als hy, ten tyde van Willem den
111 , geweest was. 't Zelfde gefchiedde in de
Provinciën van Utrecht en Overysfel, alwaar
zyne Hoogheid het zelfde gezag verkreeg, welk
Prins Willem de 111, in de jaaren 1674en l^75
over de Regeering van deeze twee Gewesten,
bedongen hadt (») Ook werdt de Regeering
van verfcheiden' Overysfelfche Steden, buiten-
gewoon veranderd.
in Zoe- Maar in Zeeland viel geene buitengewoone
fcmi, ge- verandering der Regeeringe voor, behalve
fttóedt die , welke, kort na de aanftelling van den
genoeg- prjnfe tot Stadhouder, te Zierikzee en elders,
wbalten- gefchtod was. Ook hadt men, in dit Gewest,
gewooue middel gevonden , om de Pagteryen te hand-
verande- haaven (o), onaangezien het graauw, in fom-
mi-
(n~) Zie XIV. Deel, bl. 317, 359, 360.
( o ) Zie hier voor , tl. 208.
-ocr page 319-
LXXlX.ßoEK. HISTORIE. 317
mige Steden , reeds beweeging gemaakt hadt, /74».
om dezelven te doen affchaffen. Doch de Re--------■
geering deedt twee of drie belhamels by den ring der
kop vatten, die, niet dan na lang zitten, we Ilee-
derom vry raakten. Aan twee derzelven wer' ë '
den, eerlang, door zyne Hoogheid, Brieven
van * Uitwisfching van misdaad bezorgd (ƒ>). * Abolir
Voorts , werdt een enkel Lid der Regeeringe tic.
van Middelburg bewoogen , om vrywilliglyk
af te ftaan van 't bewind.
In Friesland, werdt, daarentegen, degant- xvir.
fche gedaante der Regeeringe op eenen ande- Aanmer-
ren voet gebragt. Zyne Hoogheid, in Win- kelyke
termaand derwaards vertrokken , leverde den ^™nv,*'
Staaten een Reglement over, uit een en zestig den vorm
punten beftaande: 't welk terftond werdt afge ■ der Re-
kondigd. By het zelve werdt bepaald „ wie «eeiinge
„ voor Edelen en Eigenerfden, uit welken de !n_j s"
„ Afgevaardigden ten Landdage gekooren wer-
„ den , zouden worden gehouden. Voorts,
„ werden verfcheiden'misbruiken, in 't ftem-
„ men tot Afgevaardigden ten Landdage, ge-
„ weerd, en bepaald, dat, ingeval van't ftee-
„ ken der ftemmen, de beflisfing aan 't lot ge-
„ laaten zou worden. In 't benoemen van ee-
„ nen Grietman , waarvan de verkiezing aan
„ den Erfftadhouder ftondt, zou men op be-
„ voegde Perfoonen moeten agtgeeven, en zo
„ hierover verfchil viel, zouden de Stadhou
„ ders in der tyd eenige Leden magtigen, om
„ deswege onderzoek en uitfpraak te doen.
„ Wethouders of Amptenaars der Steden zou-
„ den
O) Notu!. Zeel. *4 Febr. 3, 4 Maart, 1749' il- 95> "9'
^123.
-ocr page 320-
gi8 VADERLANDSCHÉ LXXIX.ËoeC
1748. „ den te gelyk geene Grietluiden , Byzitters»
-—— „ Sekretari5fen noch Fiskaalen eener Griete-
„ nye mogen zyn, noch, wegens dezelve, op
„ den Landdag afgevaardigd worden. De ge-
*, woonlyke Landdag zou , gelyk van ouds,
„ eens 's jaars gehouden worden 'v in Sprok-
„ keimaand aanvangen , en ten langften zes
„ weeken duuren. Het Hof zou de volle
„ Regtsoefening behouden, gelyk van ouds ;
„ doch zig niet fteekenindepolitike beftiering
j, der byzondere Steden of Landitreeken. De
„ Neder - Geregten zouden ook gehandhaafd
„ worden, in de Regtsoefening , hun, van
„ ouds, hebbende toebehoord." Op 't invor-
deren en aanleggen van 's Lands geldmiddelen
werden , wyders , ook eenige fchikkingen ge-
maakt, en, eindelyk, allen hoogen en laagen
Wethouderen en allen voornaamen Amptenaa-
ren , het beëedigen van 's Lands Wetten en
Plakiaten opgelegd , met naame ook van het
tegenwoordig Reglement, „ van welk zyne
„ Hoogheid , nogtans , de nadere uitlegging
„ aan zig behieldt, zo als hy, by opkomend
„ gefchil over hetzelve, naar gelegenheid van
„ tyden en zaaken , zou bevinden te behoo-
„ ren." Op de afkondiging van dit Regle-
ment , volgde die van eene algemeens Vergif-
fenis , wegens 't gene, geduurende de jongde
beweegingen, voorgevallen was. Zygefchied-
de , op den naam der Staaten van 't Gewest.
33e Prins bleef nog eenige dagen in Friesland,
binnen welken , hem her regt tot de beftelling
der Wethouderen te Leeuwaarden en te Fra-
neker opgedraagen werdt. Beide deeze Steden
waren de eenigften in Friesland , welke , tot
l
-ocr page 321-
LXXIX.BOEK. HISTORIE. 31p
hiertoe, hunne eigen' Wet befteld hadden. 174»;
ZyJie Hoogheid , de algemaene en byzondere -----^
Regeering van't Gewest, in deezer voege ver-
anderd hebbende, keerde , nog voor 't einde
des jaars , te rug naar den Haage.
Doch het uitwerken van diergelyk eene ver- xviiï.
andering, in de Stad Groningen en in de Om- Men ar-"
melanden , hadt nog veele voeten in de aarde, beidt, in
V«ele Ingezetenen der Stad , en de meeste Gronm-
Landluiden, befpeurende, dat het gezag, welk ^mme.
men den Prirfe , tot hiertoe, opgedraagen landen,
hadt, zig nog niet uitftrekte tot de magt, om tot het
de Regeering te veranderen , arbeidden onder verkfy-
de hand, om 't zo ver te brengen. Een groot vmnde-
getal van Boeren, met Mokken en knodfen ring in de
gewapend, trok, eindelyk, tegen 't laatst van Regee-
Oogstmaand, onverhoeds, ter Stad in. Ten nnse'
zelfden tyde, leverden eenige luiden, zig noe-
mende Volmagten der Burgerye , een Verzoek-
fchrif t in aan Burgemeesteren en Raad, waar-
by zy , onder anderen , nader verklaarden ,
dat zy , door de volk tnaate en magt, welke
zy den Prinfe wilden opgedraagen hebben, ver-
ftonden „ alles , wat de tegenwoordige Erf-
„ ftadhouder, in eenige Provincie, bezat, of
„ door iemant zyner Voorzaaten , met naame
„ door Willem den III, in alle of in eenige
„ Provinciën, bezeten was en geoefend werdt,
„ of geoefend mögt worden, beftaande in
'„ het regt van afdanking der Wethouderen
,, voor eefls, of in het eeuwig enerfelykregt,
„ om Krygsamptcn en Ampten van Regeerin-
„ ge te begeeven ," en in veele andere voor-
regten , welken , in 't Verzoekfchrift, ftuks-
wyze , werden opgeteld. De Regeering der
Stad
-ocr page 322-
320 VADERLANDSCHE LXXIX.Boek.
1748. Stad en de Staaten van 't Gewest, ontbloot
....... van Krygsvolk, om zig tegen 't geweld der
Boeren te verzetten , en op de Burgery ook
niet konnende vertrouwen , waren genood-
zaakt te bewilligen in de Verklaaring, door
de Vohnagten gedaan , en in 't gene verder,
door de opgezetenen ten platten Lande, op hen
begeerd was. Men zondt Gemagtigden naar
den Haage , om den Prinfe van alles kennis te
geeven. Midlerwyl, bleef de beweeging duu-
ren in de Stad. Zyne Hoogheid zondt, der-
halve , omtrent het midden van Wynmaand,
eenige Ruitery en Voetvolk in Groningen ,
om 'er te blyven , tot dat hy gelegenheid heb-
ben zou , om zelf derwaards te komen , of
Gemagtigden te zenden , tot herftelling der
Sommi- ruste van '£ Gewest. Midlerwyl, werdt 'er
gen wer- een Gefchrift getekend onder de Burgerye,
ken 'er te- ftrekkende om de Regeering, en elk byzonder
gen aan. j^y derzelve , by zyne verkreegen' waardig-
heid , te handhaaven , ten ware hy zig ergens
in vergreepen mögt hebben , in welk geval,
men vorderde , dat hy geregtelyk befchuldigd
Zyne werdt. 't Liep tot in 't midden van Winter-
Hoogheid maancj aan ^ eer dg Gemagtigden van zyne
^ygdenHoogheid, die zelf naar Friesland gereisd was,
naar Gro- te Groningen aankwamen, zonder dat 4p Re-
ilingen, geering , vooraf, kennis gehad hadt van kun-
ne komst. Zy werden egter, na 't overleve-
ren hunner Geloofsbrieven, terftond, in hun-
ne hoedanigheid , erkend. Het gedeelte der
Burgerye , welk , te vooren , voor 't veran-
deren der Regeeringe, geyverd hadt, en de
Volmagten van 't platte Land vervoegden zig,
terftond , aan de herberge van- 's Prinfen Ga-
mag-
-ocr page 323-
LXXIX.Boer. HISTORIE. 325
magtigden, dringende, met veel drift, op de i74g,
Lictntiatie , of het ontflag der Regenten , eer ------
men aan eenige andere punten van herftelling
de hand floege. Zyne Hoogheid , die toen te
Leeuwaarden was , kreeg 'er wel haast kennis
van , en 't was op zynen last, dat de Gemag-
tigden , zynde de Heeren Baron van den Ca-
pelki
Heer van den Boedelhof, uit de Ridder-
ichap van Zutfen , en Wyhmnd van Itsma en
Antoni Joan Perfion , Burgemeesters van Har- i749-
Jingen en Deventer, in 't begin des volgen- -----"
den jaars, Gekommitteerden verkoozenuitden
Raad, gezwooren' Gemeente en Burgerye der
Stad, en uit den Heeren- en Boerenftand der
Ommelanden , om met hen in orde te hande-
len , over 't gene herftelling zou noodig heb-
ben. Terwyl deezen met 'sPrinfen Gemagtig-
den in gefprek getreden waren , borst de drift
om de tegenwoordige Regeering ontflaagen te
zien, in eenigen tot daadelykheden uit. Men
fmeet op den zesentwintigften van Louwmaand
de glazen in , by eenigen, die voor de tegen-
woordige Regeering getekend hadden. De
Volmagten of Gekommitteerden der Burgerye
werden gedrongen , door een getal van on>
tient driehonderd Ingezetenen, om de Schut-
tery op de been te brengen, en, aan 't hoofd
derzelve, de afdanking der gantfche Regee-
ringe te vorderen van 'sPrinfen Gemagtigden.
°t Een en 't ander gefchiedde , op den agten-
twintigften. De Burgers begaven zig , onge-
wapend, in grooten getale, onder hunne ven-
dels. De Volmagten hielden hun voor , wat ,
men in den zin hadt, elk vryheid geevende,
om naar huis te gaan, zo zy zwaarigheid maak-
XX. Deel.
               X                     ten
-ocr page 324-
$26 VADERLANDSCHE LXXIX.Boex;
1749. ten , om 't afdanken der Regeeringe te begee-
_ - ren. Doch niemant durfde zig van deeze vry-
heid bedienen. Men trok dan naar de herber-
ge van 'sPrinfen Gemagtigden , daar't voor-
genomen verzoek gedaan werdt. De Gemag*
tigden beloofden, dat zy 'er den Prinfe ken-
nis van geeven, en deszelfs uitfpraak afwagten
üeRegee-zouden. Doch eer deeze te Groningen zyn
ring doet kon , hadden Burgemeesteren en Raad, oud
aflland, en nieuw, midsgadersTaalmannen en gezwoo-
op'twei-ren. Gemeente, geene kans ziende, om de
vaTzfne drift, die tegen hen gaande gemaakt was , te
Hoog- ftuiten , beflooten , hunne Ampten en Com»
feeid. tnisjien in den fchoot van zyne Hoogheid ne-
der te leggen. Die van de Ommelanden na-
men , ten zelfden dage , 't was den dertigften
van Louwmaand , een diergelyk befluit, om-
trent de Ampten der Provincie , in 't gemeen-
Den volgenden dag , kwamen de Boeren , in
grooten getale, ongewapend, en met Oranje-
tekenen verfierd , in de Stad, om diergelyk
verzoek te doen, als de Burgery, of zulken,
die de Burgery vertoonden , reeds gedaan
hadden. Zy voerden een vierkant. Bord voor
zig : waarop te leezen ftondt:
Brave Heeren
Committeerden van zynb
Hoogheit
Bied ons de hand.
Licentieren
Is 't begeren
Van Burg-ers en Boerenstand.
De
-ocr page 325-
LXXIX.BoiïK. HISTORIE. 32?
De ftandaard, waaraan dit bord gehegt was, 1749.
werd geplant voor de herberg der Gemagtig- ------
den , die den Landluiden het zelfde antwoord De B°e4,
gaven , welk zy, te vooren, den Gekommit- in^om"
teerden uit de Burgerye gegeven hadden* De meiander
Landluiden egter, bezeffende, dat de Omme- Huis.
lander Heeren alleenlyk beflooten hadden, met
de Stad, te ftemmen, in 't afftaan der Provin-
ciaale Ampten, vielen in 't Ommelander Huis;
wilden den Syndicus der Ommelanden te lyve ,
en bragten 't, eindelyk , zo ver, dat de Om-
melander Heeren ook beflooten, hunne byzon-
dere Ampten , 't platte Land afzonderlyk be-
treffende , ter befcheidenheid van zyne Hoog-
heid te ftellen. Midlerwyl, hielden de Vol-
magten der Burgeren en Boeren, dagelyks by-
eenkomften in de Stad ; alwaar, eerlang, be-
flooten werdt, de Officieren der Schutterye
ook van hunnen dienst te ontzetten, en 't ver-
vullen van derzelver plaatfen te ftellen aan den
Prinfe ; dien men ook befloot te verzoeken,
om een Geregtshof over Stad en Lande. Zyne
Hoogheid , kennis van alles gekreegen heb-
bende , ftelde de gewigtige veranderingen,
welken men begeerde , nog eenigen tyd , uit*
Ondertusfchen ontftondt 'er merkelyke bewee-
eing in de Stad , onder zulken , die tegen de
Lkentiatie geweest waren. Men tekende ver-
fcheiden' Gefchriftfen , waarby dezelve afge-
keurd werdt, en ftelde ze den Gemagtigdea
van zyne Hoogheid ter hand; doch zy weezen
ze* eindelyk, af, onder verklaaring, dat zy-
ne Hoogheid van de meening der Ingezetenen
reeds onderregt was. De Prins vondt, federt,
geraaden, eene Ommelander Staatsvergadering
X Ä.
                       
-ocr page 326-
o
28 VADERLANDSCHE LXXÏX.Boer.
1749. te doen befchryven, op welke egter, niemant
—— toegebaten zou worden , dan die , vooraf,
,;.: door de Gemagtigden van zyne Hoogheid, be-
voegd verklaard was; waarna de Prins de Om-
melander Regeering , uit deeze bevoegde Le-
Onder- den , ftondt te kiezen. Doch met het onder-
zoele van zoek der bevoegden , waartoe zyne Hoogheid
de % -^zeS Gemagtigden hadt aangefteld, voor welken
lier om- e bevoegdheid van ieder , die zig aanboodt,
meiander voor en tegen bepleit werdt, verliep zeer veel
Heeren tyds: Ondertusfchen , werdt ook hier , ge-
to: de Re lyic in Holland , vastgefteld , 's Lands gemee-
geennge. ng ^ddelen , die te vooren verpagt geweest
waren , by weg'e van Colle&e of inzameling,
te heffen : 't welk egter niet gefchiedde, zon-
De Prins der eenige tegenkanting van 't gemeen. Doch
komt in ,je komst van zyne Hoogheid, die, eindelyk,
5
een0111"' °P ^en twee-entwiDt'gften van Slagtmaand »
in Groningen , werdt ingehaald , herftelde de
Verandert rust allengskens. Eerst maakte de Prins ver-
de Regee andering in de Regeering der Stad , eri te ge-
ring' lyk in de Commisfien , welken , van wege de
Stad , uit den naam der Provincie , bekleed
werden. Verfcheiden' Heeren bleeven van
hunne Ampten verlaa en ; eenigen werden in
laager' Ampten gefield , eenigen bevorderd.
Voorts werden de Ommelander- Ampten ook,
door den Prinfe, vervuld, uit de bevoegdver-
Regteen klaarde Meeren. Zyne Hoogheid regtte een
Provin- provinciaal Geregtshof op, en deedt eindelyk,
ciaai Ge- een geheel nieuw Reglement op de Regee-
regtshof ^ goedkeuren, door de Staaten: alles in ge-
volge en uit kragte van de volk maat en magt,
hem , in 't vooileeden jaar, by Staatsbefhut,
csgedraagen. Volgens dit Reglement „ zou?
„ den
-ocr page 327-
LXXIX. Boek. HISTORIE. 329
„ den Taalmannen en gezwooren' Gemeente, 174».
„ voortaan, by uitlootinge van vyfzwarte boo- •—-
„ nen, de keuze hebben van den Raad en ge-
„ zwooren' Gemeente, mids de zittende Raad
„ het oordeel over de bevoegdheid der ver-
„ koorenen behielde, nevens de magt om, by
„ 't affterven van een Lid van den zittenden
„ Raad , een' ander' in deszelfs plaatfe te ftel-
„ len , en om , uit hun midden, Burgemees-
„ teren te kiezen. Doch de Erfftadhouder in
„ der tyd zou de gedaane verkiezing moeten
„ goedkeuren , en de magt hebben , om , zo
„ hy 't geraaden vondt, andere bekwaame
„ Perfoonen , uit het lighaam der Burgerye,
„ in de plaatfe der verkoorenen aan te ftellen.
„ Burgemeesters en Raad zouden , gelyk van
„ ouds, de Burger-Officiers ftellen. De lle-
„ geering der Ommelanden zou blyvenbeftaan
„ uit Jonkeren , Hovelingen, Eigen-Erfden
„ en Volmagten , uit Hunfingo , Fivelingo
„ en 't Westerkwartier, zullende de Onder-
„ kwartieren en Smaldeelingen , waardoor de
„ Regeering, ligtelyk, aan weinigen zoukun-
,, nen gebragt worden, voortaan ophouden,
„ en , met twee kwartieren , worden befloo-
„ ten. UitDelfiyl, werden zulkerj, die een
„ eigen huis bewoonden, en hoofd- en haard-
„ ftedegeld betaalden, bevoegd verklaard ,
„ om een of twee Volmagten te zenden op
„ den Landdag. Appingadam werdt herfteld
„ in zyn regt, om , wegens de Gemeen-
„ fchap , ten Landdage af te vaardigen. De
„ Monfter-Heeren en Arbiters zouden, door
„ den Erfftadhouder , gekooren worden uit
„ de Leden der Ommelander - Regeeringë.
X 3                  » G~'
-ocr page 328-
S3o VADERLANDSCHE LXXIX.Boek.
„ Gemaakte en geleende bevoegdheden zou-
„ den , voortaan , ongeoorlofd zyn; midsga-
„ ders de Verdragen , waarby de Eigen-Erf-
„ den zig verbonden , om alleen zekere Per-
„ foonen te ftemmen. Ook zou het affcheiden
„ van Heerlykheden en Geregtigheden van
„ de Huizen , Landen en Haarden , waartoe
„ zy, oorfprongkelyk, behoorden, voortaan,
„ ongeoorlofd zyn. De Geregten ten platten
„ Lande zouden, volgens de oorfprongkely-
,, ke brieven hunner opregtinge, worden her-
„ fteld. Tot handhaavinge van het Regt, bei-
„ de over de Stad en 't Land , zou dienen de
„ hooge Juftitie-Kamer, beftaande uit een' Lui-
„ tenant en agt Hoofdmannen , benevens een
„ Prokureur- Generaal en twee Sekretarisfen,
„ die allen, door den Erfftadhouder, zouden
„ gefteld worden, zondereenige voorafgaande
„ benoeming. De Erfftadhouder zou het regt
„ van Vergiffenis hebben, even als in Holland.
„ In geval van verfchil, tusfchen de Stad en
„ de Ommelanden, tusfchen eenige Kollegien
„ en Geregten , onderling , of met de hooge
„ Juftitie-Kamer, zou de Erfftadhouder de
„ bemiddeling, of, des noods , de uitfpraak
„ hebben. De Erfftadhouder zou 't regt van
„ goedkeuring hebben op alle buiten- en bin-
„ nenlandfche Commisfien, zonder gehouden
„ te zyn, eenige reden van af keuringe te gee-
„ ven. Alle hooge Provinciale en Stads- en
„ Landsbedieningen van Regeeringe, als Sin-
„ diken, Sekretarisfen, Rentmeesters, Ontvan-
„ gers, Drosten enz. zouden, voortaan, door
„ den Erfftadhouder begeven worden. DeCu-
„ ratoren der Hooge Schoole zouden ook,
j, door
-ocr page 329-
LXXIX.BoEK. HISTORIE. 33*
^ door den Erfftadhouder, als ReBor magni- i7^
'ti ficentisfimus, worden gefield. Ook zou hy, -------
„ met overroeping der Curatoren, de Hoog-
„ en andere Leeraars kiezen." Voorts, wer-
den ook , op 't ftuk der Geldmiddelen , eeni-
ge fchikkingen gemaakt by het Reglement,
midsgaders, omtrent het ftuk van de Jagt,
waartoe een Jagtgerigt zou worden aangeiteld,
door den Erfftadhouder, die altoos Opper -
Houtvester zyn zou, en den Luitenant - Hout-
vester en zes Meesterknaapen kiezen. „ Alle
'„ Regenten en Amptenaars zouden, by het
„ aanvaarden hunner bedieninge , by eede,
de onderhouding van 's Lands Wetten, en
„ byzonderlyk van dit Reglement, moeten
j, belooven , en hunne Ampten verbeuren ,
,, zo dra zy hiertegen aangingen. Eindelyk,
„ behieldt zyne Hoogheid de verklaaring van
„ dit Reglement aan zig, indien hy zulks,
„ by opkomende gelegenheden, noodig mögt
„ oordeelen." De Prins, het Reglement,
door de van nieuws aangeftelde Regenten ,
hebbende doen beëedigen, verliet Groningen
in het begin van Wintermaand. Kort na zyn Alge-
vertrek , werdt, op den naam der Staaten, meene
eene algemeene Vergiffenis van de gepleegde v.erglffe"
onbehoorlykheden afgekondigd , en te gelyk Grond-
de onderwerping aan de Hooge en mindere gen t af.
Overheid , ernftelyk , aanbevolen. Sedert, gekon.
geraakten de Stad en 't Gewest, allengskens, died*
in rust. 't Leedt, ondertusfchen, tot in 't
laatst van Hooimaand desjaars 1750, eer het
Diploma op de opdragt van 't Erfftadhouder-
fchap aan zyne Hoogheid, in orde, weert
overgeleverd.
X 4                    Dus
-ocr page 330-
334 VADERLANDSCHE LXXIX.Boek."
174?. Dus liepen, eindelyk, de onlusten, die in
't voorleeden' jaar , in alle de Gewesten, wa-
xix. ren ontltaan, ten einde, opeene wyze, waar
wordtErf ^oor 'l ëezaS van ZVIie Hoogheid hooger rees
ftadhou- en vaster gevestigd werdt, vooral in Gelder-
der van land, Friesland en Stad en Lande , daar het,
Staatsch by Berigtfchriften, merkelyk bepaald was ge-
Vlaande- weest' 's Prinien aanzien , in den Vereenig-
ren en den Staat, fteeg, hierdoor, dat van zyne Voor-
Opper- zaaten verre te boven. De algemeene Staaten
Gelder- zjg 9 ten behoeve van zyne Hoogheid , ook
land, willende ontdoen van het Stadhondèrlyk be-
wind in de overige Generaliteits Landen , had-
den hem, op't einde des voorleeden jaars, ook
het Erfftadhouder-Kapitein-Generaal- enAd-
miraalfchap, over het Staatsch Brabant, Vlaan-
deren en Opper - Gelderland , opgedraagen.
en Opper-Omtrent den zelfden tyd, werdtook, door de
Direaeur Bewindhebbers der Oostindifche Maat fchap-
derSt. Pve ' °P ^et aanuden van omtrent zestig
indifche" Deelganooten , beflooten, zyne Hoogheid tot
Maat- Opper- Direfteur en Gouverneur hunnerMaat-
fchap- fchappye aan te Hellen (^): welke waardigheid
Pyen' nimmer, door eenigen Stadhouder, bekleed ge-
weest was , en den Prinfe , in dit aanzienlyk
lighaam , groot gezag gaf. Hy verwierf het
regt „ om voor te zitten in alle de Vergade-
„ ringe der Maatfchappye , 't zy in Perïbon ,
„ of door een' of meer Heeren , door zyne
„ Hoogheid zelve , te kiezen uit de Hoofd -
„ deelgenooten, en te voorzien van eene In-
firuïïie; mids de Reprefenianten geene ande-
„ re bediening , in of buiten de Oostindifche
,, Maat-
£$) P^efol. Gener. Lutte 2$ Diaarl 1749.
-ocr page 331-
LXXIX.BoEK. HISTORIE. 333
„ Maatfchappye , zouden mogen bekleeden , 1749,
„ en in Holland of Zeeland woonagtig zyn.-----—
„ De Prins, of deszelfs Reprefentanten zou-
„ den voorflagen mogen doen over alles, wat,
„ ten beste der Maatfchappye, (trekken kon,
„ en zo wel befluitende als raadgeevende ftem
„ hebben. Zyne Hoogheid zou de Regten ,'
„ Oktrojen , Voorregten en Reglementen der
„ Maatfchappye doen onderhouden en hand-
„ haaven , en alle misbruiken weeren. De
„ verkiezing van Bewindhebberen, uit de be-
„ noeming van een drietal, werdt ook aan
„ den Prinfe gefield, die, daarbenevens, het
„ regt verkreeg, om uitfpraak te doen over
„ de gefchillen, die tusfchende byzondereKa-
„ mers ontftaan mogten. Ook zou hy de Ad-
„ vokaats-, en andere hooge Ampten , hier
„ te Lande en in de Indien, uit een benoemd
„ drietal, of uit een' of meer voorgeftelde Per-
„ foonen, vervullen. Voorts, zouhy, met
„ voorkennisfe van Bewindhebberen en beëe-
„ digde Hoofddeelgenooten, orde flellen op
„ de huishoudinge der Maatfchappye, op 't
„ beftier der zaaken in de ïndiën , en byzon-
„ derlyk, op de verfterking en verdediging
„ van de Landen der Maatfchappye, aldaar.
„ Hy zou de Hoofddeelgenooten mogen be-
„ fchryven , en hunne voorflagen, by meer-
„ derheid van ftemmen zynde goedgekeurd,
„ door de beëedigde Hoofddeelgenooten, ter
„ Kamere van Zeventienen , doen inbrengen,
,. Eindelyk, zouden Bewindhebbers en Hoofd-
„ deelgcnooten alles wat, by deezen, niet
„ of niet klaarlyk , aan zyne Hoogheid opge-
,, draagen was, by nadere verklaaring, onder
X 5                   „ be-
-ocr page 332-
334 VADERLANDSCHE LXXIX.BoekJ
„ bekragtiging van hunne Hoog - Mogendhe-
' „ den , aan hem mogen opdraagen." Zyne
Hoogheid hadt de Wedde, wegens het Opper-
bewindhebberfchap der Maatfchappye, van de
hand geweezen. In Hooimaand , werden de
Heeren Filips van der Ghiefen en jfqfua van der
poorten
, belde te Amfterdam woonagtig , tot
zyne Reprefentanten by de Oostindifche Maat-
fchappye, in alle de Kamers, aangefteld. In
Zeeland , werdt deeze waardigheid , eerlang,
aan den Heere Leenden Bommc opgedraagen.
De Bewindhebbers der Westindifche volgden,
wat laater , het voorbeeld van die der Oostin-
difche Maatfchappye, zyne Hoogheid, insge-
lyks, verkiezende tot Opper-Direfteur. De
Prins benoemde , hier , de Heeren Jan van
Marcelh
en Thomas Hope , tot zyne Reprefen-
tanten. De Heer Gerard Arnoud Hasfelaer,
Oud- Burgemeester van Amfterdam, was reeds
te vooren , tot Reprefentant van zyne Hoog-
Heid, in de Admiraliteits-Kollegien in Holland
aangefteld.
XX. Het treffen der Vrede hadt, midlerwyl, de
Verminde-staaten , terftond , doen bedagt zyn, op de
""Irv^'s- vermmcle™g van Krygsvolk. De Waardgel-
voik van ders , die , by de algemeene monftering , in
den Staat. Lentemaand des voorleeden jaars , flegts vier-
duizend man fterk bevonden werden , waren,
in Slagtmaand daarna, reeds allen afgedankt.
Doch met den aanvang deezes jaars, werdt tot
eene merkelyke vermindering van 't Voetvolk
en de Ruitery beflooten. Twee Regimenten
werden, geheellyk afgedankt. In Herfstmaand
daaraan, werdt tot eene verdere vermindering
en afdanking beflooten, waardoor de Staat van
oor-
-ocr page 333-
LXX1X.B0EK. HISTORIE. $$$
oorloge van twaalfduizend agthonderd en vyf- 174,,.
tig man verligt werdt.
                                    ■ ■ %
Den handel met Frankryk , na 't fluiten der HaI1(je_
Vrede, wederom herfteld geworden zynde , ij„g ]ne(
zogt men van de zyde der Staaten, het Verdrag Frank-
van Koophandel van den jaare 1739, te doen 'yk*
vernieuwen. Doch 't Franfche Hof liet zig,
hiertoe, voor eerst niet beweegen. Alleenlyk
beflootde Koning, inSlagtmaand, de Staatfche
Koopvaardyfchepen , by voorraad , voor den
tyd van zes maanden , te ontheffen van de be-
taaling van vyftig Huivers van 't vat. Ook werdt
het inkomend regt van den Zouten Visch ge-
field op twaalf ftuivers van de ton. De Ambas-
fadeur van Hoey , die , meer dan twintig jaa-
ren, zyn verblyf gehouden hadt aan 't Franfche
Hof, was van daar, in de Lente deezes jaars,
op zyn verzoek, te rug geroepen.
Twee Engelfche Oostindifche Schepen , in Ktagten
't voorleeden jaar, op eene Chineefche reize, der En-
eenigen overlast, zo men voorgaf, geleeden geliehen-
hebbende van de onzen , werdt, hierover ,
door den Graan van Holdernefs, geklaagd in
den Haage , beweerende hy , dat het belem-
meren der Engelfche Vaart, op vrye en on-
zydige havens in de Indien , aanliep tegen de
Verdragen. De Staaten antwoordden „ dat
'„ zy zig , wegens 't gebeurde, nader zouden
„ laaten onderregten , door de Bewindhebbe-
„ ren der Oostindifche Maatfchappye," den
Gezant, wyders, verzekerende „ dat zy niet
„ van zins waren , eenige nieuwigheid in te
„ voeren (r)."
De
%r ) Itefol. Holl. 5 Lee. 1749, II, 1243.
-ocr page 334-
335 VAÜERLANDSCHE LXXlX.BcEK.
»749. De Koning van Pruisfen hadt, te vooren,
'-—— by de algemeene Staaten, aangehouden, om,
Hande- nevens hem , mede te werken tot herftelling
den i"et vatl ^en verva^en Koophandel op de Maaze.
nïng van Doch deeze zaak hadt te veel raadpleegens
Pruisfen. noodig, om fpoedig te können worden afge-
daan. De aflosfing der Hoofdfomtnen , hier
te Lande , ten behoeve van Embden en Oost.
friesland geügt, en de betaaling der Intresten
van deeze Hoofdfommen, niet zo geregeld ge-
fchiedende, als beloofd en verwagt was (s),
hadden de Staaten , reeds federt eenigen tyd,
by 't Hof van Berlyn, doen dringen op geree-
der voldoening aan de gemaakte overeenkomst:
waartoe zyne Pruisfifche Majefteit zig eindelyk
van nieuws , in Sprokkelmaand deezes jaars,
verbonden hadt.
Gezmt In Grasmaand , was, in den Haage , een
vanTripo-Gezant van Tripoli aangekomen , tot onder-
!i in dea houding en aankweeking van Vriendfchap met
den Staat. Men verleende hem openbaar ge-
hoor. In Oogstmaand nam hy zyn affcheid ;
met een gefchenk van tweeduizend guldens
vereerd zynde , door de Staaten. Doch de
aanzienlyke gefchenken voorde Regeering van
Tripoli werden gefcheept in een Oorlogsfchip
van zesendertig (lukken , welk den Gezant te
rug voerde,
xxt. De Raadpenfionaris Gilles hadt, onaange-
De Raad- zien de verandering in de Regeering van den
-TgT" ^taat' **ec*ert ^e verheffing van zyne Hoogheid
legt zyn' voorgevallen , zyn ampt , tot hiertoe , waar-
ampt ne- genomen. Doch in 't begin van Bloeimaand,
der.
                                                                 werdt
O) Zie XIX. Dult U, 404.
-ocr page 335-
LXX1X. Boek. HISTORIE. 337
werdt hy te raade, zig van het zelve te ont- 174p,
ftaan. Hy behieldt den titel van Thefaurier-------—
Generaal van Holland,opeene wedde van vier-
duizend guldens,benevens eeneandere van ge -
lyke fomme ,als O ud-Raadpenftonai is, die hem,
te vooren, waren toegeftaan. Doch van de
Zitting in de hooge Vergaderingen, die hem
ook beloofd was, vondt men nu geraaden hem
te ontheffen (»_). De Heer Pieter Stein, regee- De Heer
rend Burgemeester van Haarlem, die, op den Pietw
raiwj van zyne Hoogheid, aangefteld was, om ^r°
het ampt van Raadpenfionaris, by voorraad, hem op.
waar te neemen (V), werdt 'er, insgelyks op
's Prinfen raad, den eenentwintigden van Hooi-
maand, mede bekleed. By 't aanvaarden van
het ampt, werdt hem vergund „ dat hy zig,
., ten allen tyde, van het zeJve zou mogen
„ ontdaan; dat hy zyne Inftructie zo naauw-
„ keurig zou naarkomen, als 't een' eerlyk en
„ getrouw Staatsdienaar mogelyk ware, en
„ als de voorige Raadperfionarisfen, die in dit
„ opzigt de ftipften geweest waren, dezelven
„ naargekomen hadden; en dat hy een'Sekre-
„ taris, in de plaats van een Klerk, in zyn'
„ dienst zou mogen neemen; waartoe hem
„ twaalf- of vyftienhonderd guldens zouden
„ worden toegelegd (w)." By het derde Lid
zyner Inftructie, die, met kennis en goedvin-
den van zyne Hoogheid , was vastgefteld,
werdt hem gelast ., zorg te draagen, dat de
,, tegenwoordige Regeeringsvorm, met naa-
„ me
f u~) Ucfol. rioll. 3 Muy 1740- U 3R3.
(y) Refol. Hol!. 10, 12 13. 14» 24. Jw>y '749- W- 394.
3P5. 59»> 400, 426.
\j»0 Refol. Ho!!. 18, 22 jfuly 1749. tl. 543: 548, 5Ö.'.
-ocr page 336-
333 VADERLANDSCHE LXXIX.BoEid
1749. „ me de Refolutie op het Erfftadhouderfchap
—— „ van den zestienden van Slagtmaand des
„ jaars 1747, gehandhaafd werdt; en den Staa-
„ ten en den Heere Erfftadhouder kennis te
„ geeven van 't gene hem mögt voorkomen,
„ dat daartegen mögt ondernomen worden*
„ Ook moest hy, volgens het zevende Lid3
„ den Heere Erfftadhouder van alle Staatszaa«
„ ken verflag doen (*)•"
Dood De Sekretaris der ötaaten van Holland, de
vanden Heer Willem Buys, dien wy, uit het voor«
Sekretaris an(je gedeelte deezer Gefchiedenisfen, ter
vanden gelegenheid van t verhaal zyner gewigtige
Luke- Staatshandelingen, in Engeland, in Frankryk,
naut-Ad- op de Byeenkomften te Geertruidenberg, te
miraal
Grave.
Utrecht en elders, hebben leeren kennen, was,
op den tienden van Sprokkelmaand, in 't agt-
entagtigfte jaar zyns ouderdoms, overleeden.
Ook ftierfte Amfterdam, op den vyfentwin-
tigften van Lentemaand, Henrik Grave, Lui-
tenant-Admiraal van Holland, onder 't Kolle-
gie op de Maaze, in den ouderdom van om-<
trent negenenzeventig jaaren. By zyne be-
graafenis, in de Nieuwe Kerke, werdt de Per-
foon van den Prinfe van Oranje, als Admi-
raal-Generaal, verbeeld door den Heere Ge-
rard Arnoud Hasfelaer, die 't Lyk onmiddelyk
volgde, in eene Koets met zes paarden be-
fpannen.
XXtl. Tegen 't einde deezes jaars, werden, in
invoe- Holland, de vereischte toebereidfels gemaakt,
hUg-9/7" ora ^e adelen» ^e verpagt of in Adtpodiatit
ge-
(.«) Refol. lIo\\."25-iSJii!iyt5ju!yifw.i!.4i?,M4,c,o$
-ocr page 337-
LXXlX.BoEK. HISTORIE. 339
gegeven plagten te worden, voortaan, by we- 1/4$
ge van Colle&e of inzameling, te heffen. In de------
andere Gewesten, alwaar de Pagten, geheel teeren of
of gedeeltelyk waren afgefchaft geworden, jnzae*
waren zy, of wederom ingevoerd, of men hadt v "rpagte
de ingezetenen, in de plaats derzelven, ook, midd*-.
even als in Holland, gefchat, gelyk in Fries- leu,
land gefchied was. Doch in dit Gewest, wa-
ren , ter gelegenheid deezer fchattinge, of uit
andere oorzaaken, nieuwe beroerten ontftaan,
die egter, met geweld, gefluit, en in fommige
belhamels, ftrenglyk, en zelfs met de dood,
geftraft waren. Ook werdt de fchatting, hier,
zo ongaarne, betaald, dat men, federt, ook
tot het colk&eeren of inzamelen der verpagte .
middelen komen moest. In Groningen en Om-
melanden , gedroeg men zig, ten deezen op-
zigten, even als in Friesland, eerst eene -
algemeene fchatting, en daarna, de Collecte
invoerende, 't Zelfde was, in Utrecht, ge-
fchied. In Overysfel, werden de verpagte
middelen ook, voor een gedeelte, geheeven
by ColleSte; voor 't overig gedeelte, verpagt.
In Gelderland, hieldt men zig aan 't verpag-
ten: waarby men ook in Zeeland gebleeven
was. Men volgde dus, in de meeste Gewes-
ten , het fpoor van Holland. Doch in dit Ge-
west, werdt de Collecle niet in gebruik ge-
bragt, zonder dat er, in eenige Steden, met
naame te Haarlem, te Amfterdam en te Rot-
terdam , eenige opfchuddingen uit ontftonden,
welker beloop en uitflag hier kortelyk verdient
te worden aangetekend.
De Schatting, in de plaats der afgefchafte xxin.
Pag- Opfchud-
-ocr page 338-
540 VADERLANDSCHE LXXIX.Boek.
1749. Pagten , die noodwendig niet dan zeer onge-
—— lyk hadt können gefchieden , hadt reeds mer-
«"ing te kelyk gemor veroorzaakt, in eenige Steden.
Haarlem, je ftnkhuizen , hadden eenige Ingezetenen,
leiegen-" ^aar in 't Noord woonende , den agttienden
heid. van Oogstmaand, een klokje getrokken, ende
briefjes, waarby hun betaaling der fchatting
werdt afgevorderd, in een zak verzameld, op
't Stadhuis in Burgemeesters Kamer gebragt,
en verklaard , dat zy ze niet konden betaalen.
De Regeering, hiervan kennis gegeven heb-
bende ter Vergaderinge van Holland, kreeg
aanzegging , dat zy de briefjes wederom uit-
zenden , en de Ingezetenen tot betaaling nood-
zaaken moest ( z ). Doch nergens hadt de be-
weeging meer gevolg, dan te Haarlem , daar
men zig 't meest hadt ingebeeld van de voor-
deden , die uit het affchaffen der Pagten te
wagten waren , en hierom nooder kwam , tot
het voldoen, in ééne reize, van 't gene men,
te vooren , by kleine fommen tevens, en dus
fchier ongevoelig opgebragt hadt. Veelen blee-
ven, inderdaad, agterlyk, om de fomme, op
welke zy gefchat waren , te voldoen , uit on-
wil ten deele , en ten deele ook uit onvermo-
gen. Men begon , derhalve , tegen 't einde
des jaars, te fpreeken van zulken, die nog niet
betaald hadden, geregtelyk, te noodzaaken tot
betaalinge. 't Gemeen , biervan de lugt kry-
gende , en te gelyk verneemende , dat de ge-
meene middelen , tegen 't volgende jaar , ze-
kerlyk, by wyze van inzameling , ftonden
geheeven te worden , ftak de hoofden byeen.
Men
O) Refol, Holl. 22 Aagt 1749. il. 738.
-ocr page 339-
LXXIX.Boek. HISTORIE. 341
Men maakte eikanderen diets, dat de Colkc- 1745».
ie ftreedt.-met de meening van zyne Hoogheid,------
en niet moest worden gedoogd. Men ftrooide
fchimpfchripten tegen de Regenten , onder
welken, men fommigen dreigde met plonde-
ting. De Wethouders, bedugt, dat de Nieuw-
jaarsnagt, waarin, gemeenlyk, eenige uitge-
laatenheid gepleegd wordt, gelegenheid tot
grover buiten fpoorigheden geevenmogt, wa-
ren daartegen, na dat zy den raad van zyne
Hoogheid hadden ingenomen, eenigszins, op
hunne hoede. Zy maakten, onder anderen,
op den zevenentwintigften van Wintermaand,
eenen brief van zyne Hoogheid gemeen, waar-
by het handhaaven der College, en 't invor-
deren der agterftallige fchattinge, ernftelyk,
aanbevolen werdt, niet zonder bedreiging aan
zulken, die oproerige redenen gevoerd had-
den. Doch 't graauw hieldt ftaande, dat de
brief verdigt was, en bleef beweeren, dat de
Colle&è denPrinfetegenftondt. Midlerwyl, was
ook, ten zelfden dage, bekend gemaakt, dat
d» Stads Excynzen, insgelyks, met den aan-
vang des jaars, by wege van Co/k&e, zouden
geheeven worden: 't welk het gemeen nog
meer verbitterde tegen de Regeering. Tot Voorzorg
voorkoming van oproer, kwamen'er, tegen *ld*iT
Nieuwjaarsnagt, op last van zyne Hoog seeruikt,
heid, vierentwintig' uitgelezen karels, met
twee Officiers, in ftilte en vermomd, in de
Stad, zig vervoegende aan de huizen van zul-
ke Regenten, die, meer dan anderen, ge-
dreigd waren, en zig, hierom, van fchietge-
weer voorzien hadden. De trommen derBur-
gervendelen werden aan de huizen der Kapi-
XX. Deel.
              Y                      tei-
-ocr page 340-
342 VADERLANDSCHE LXXIX.Boek.
1749. teinen gebragt, en den Winkelieren bevolen,
.—— niemant eenig kruid of lood te verkoopen,
voor nader verlof. De Weeshuizen werden
geflooten gehouden: de Schuttery gepolst, en
andere voorbehoedfels genomen. Al het wel-
ke van dit gevolg was, dat de gevreesde Nieuw-
i;50, jaarsnagt, in veel ftilte, gefleeten werdt. Ook
------- liep de volgende voorby, zonder dat 'er eeni-
ge moedwil werdt gepleegd. Ondertusfchen,
waren de afgezondene knegten, op last van
eenen der Burgemeesreren, op den eerften dag
des jaars, reeds wederom, even heimelyk, ter
Stad uit getoogen , tot merkelyk misnoegen
van zyne Hoogheid, die begeerd hadt, dat
zy 'er zig ten minften nog een' nagt zouden
hebben opgehouden. Hun vertrek werdt, by
den Prinfe, te ontydiger geoordeeld, om dat
zy geen teken altoos hadden gegeven aan den
Wagtmeester der Dragonders, die voor de
groote Houtpoort lag, en last hadt, in geval
van onraad, verfcheiden' Piquetten, die op ze-
kere afftanden ftonden, te doen aantrekken.
Doch den volgenden nagt, ziet en hoort hy
drie fnaphaanfehooten by de Houtpoorte, het
beraamde teken, afgaan. Hy rydt, hierop,
naar het eerfte relais; deelt daar aan de Or-
donnantie
Dragonders zekere verzegelde brief-
jes uit, waarin ftondt het is te Haarlem on-
klaar ;
welke tyding, terftond van relais tot
relais, naar Leiden, en voorts naar der Haa-
E enige ge wordt overgebragt. Het Piquet, dat te Lei-
Dragon- den ftondt, trekt, hierop, ten half vier uuren,
»"ninde naar Haarlem, en komt, den tweeden van
Stad. Louwmaand, tusfehen zeven en agt uuren des
morgens, aan de Stad; rydt, ten getale van
vyf-
-ocr page 341-
LXXlX.BoEK. HISTORIE. 343
vyftig man, ter groote Houtpoorte in, tot 175,.
voor 't Huis van den Burgemeester Jakob ——_
Deutz, die, verneemende, dat eenige Bur-
»gers gedreigd hadden de Poort te zullen flui-
ten , den bevelhebbenden Ritmeester Wilktns-
dorfikdt,
metzyn volk, te rug te keeren, ge- Keef en te
lyk zy, na een kort verblyf, deeden. Men rug.
wil, dat zy gebleeven zouden zyn, zo twee Pi-
quetten voetvolk, welken, door bevel van zy-
ne Hoogheid, met fchuiten, naar de Stad ge-
fchikt waren, niet door de vorst verhinderd
waren geweest, by tyds, aan te komen; wan-
neer beide ruiters en knegten zouden hebben
' gediend, om de gedreigde oproerigheid te be-
letten. Doch de Prins, federt, verneemende,
dat 'er geene merkelyke beweeging in de Stad
was, hadt dit voetvolk te rug doen keeren
naar den Haage. De aankomst der Dragon-
deren hadt, ondertusfchen, eenige ontftelte-
xiis verwekt onder de Schutters, die den voor-
gaanden nagt gewaakt hadden, en nog niet
naar huis gegaan waren. Men drong eenen
der Kolonellen verlof af, om de overige Bur-
gervendels in de wapenen te doen komen. De DeSchut-
Poorten werden geflooten en bewaakt,en men f-ery fluit
liet, niet dan met moeite, de aankomende rei- £* P°01U
zigers door de Stad, dezelven, van de eene
•poort naar de andere, door een geleide van
Schutteren, doende verzeilen. De Peiling of
opneeming der waaren, die Impost onderhevig
waren , ondertusfchen zynde aangevangen,
werdt, welhaast, geweldiglyk, gefluit. De
Burgemeesteren zagen geen middel, om de
Burgery te ftillen, dan door eene plegtige ver-
klaaring, dat zy geene kennis gehad hadden
Y a
                        Van
-ocr page 342-
344 VADERLANDSCHE LXXDCBäEk;
1750. van de aankomst van 't Krygsvolk; welke ver-
1—■mm klaaring Burgemeester Deutz, reeds te voo-
ren, hadt moeten doen. Doch deeze. verze-
kering gaf nog geen volkomen genoegen. De
Colk&e was veelen tegen den zin. De Wet-
houderfchap vondt, derhalve, goed, den ven-
delen, een voor een, op 't Stadhuis, te laaten
aanzeggen „dat zy, bezwaarnisfen hebbende,
„ dezelven konden openleggen voor zyne
„ Hoogheid, en zig, vooraf, naar de Doele
„ begeeven, om hiertoe Gemagtigden te noe-
„ men. Burgemeesteren zouden den Prinfe
„ van 't gebeurde, den volgenden dag, ook
pebur- „ verflag doen." Straks hierop, ftreefden de
gers ftei- voorbaarigften naar de Doele, daar een Ver-
ten een Zoekfchrift voorgelezen, en, na veel harre-
fchriïf warrens, welk tot diep in den nagt duurde,
aan den goedgekeurd werdt. Men benoemde agt Ge-
Prinfeop.magtigden, een uit ieder vendel, om het, den
volgenden dag, aan zyne Hoogheid over te
leveren. Het Verzoekschrift beftondt uit vier.
punten. Men begeerde „ r. dat zyne Hoog-
„ heid Opper-Financier van Haarlem gelief-
,, de te worden. 2. dat de Colk&e mögt agter-
„ blyven, en een ander middel in de plaats
„ gefteld worden, volgens de belofte van
„ Burgemeesteren en van den Baron vanGro-
„ veftins, uit 's Prinfen naam. 3. dat nie-i
„ mant, wegens de fchatting voor de afge-
„ fchafte Pagten, geëxecuteerd, en in tegen-
„ deel, eene algemeene Doleantie toegeftaan
„ mögt worden, en 4. dat de Ampten ver-
„ kogt, of, ten behoeve der Stad, naar 't
„ goedvinden van zyne Hoogheid, bezwaard
Agt Ge- „ mogten worden.'' Op deeze punten, moes«
teq
-ocr page 343-
I,XXIX. Boek. HISTORIE. 345
ten de agt Gemagtigden, die meest gemeene 1750;
burgers waren, ichriftelyk antwoord verzoe- —.—,
ken. Zy begaven zig, des morgens van den magtig-
derden van Louwmaand , op reis naar den denl\ren~
Haage. De Afgevaardigden uit de Wethou- ^"r ,jen
derfchap waren, kort voor hen, vertrokken. Hange.
Midlerwyl, bleeven de poorten nog al digt.
Zyne Hoogheid, nader berigt van de toenee-
jnende beweeging ia Haarlem gekreegen heb-
bende , vondt geraaden, den tegenwoordig
zynde Gekommitteerden Raaden daarvan te
onderregten; die beilooten, twee Heeren uit
hunne Vergadering, Cunaus en de Gyzeïaar,
met den Fiskaal Wybo, derwaards te zenden.
Op hun verzoek, deedt zyne Hoogheid het
voetvolk, dat reeds op weg naar den Haage
was, den togt naar Haarlem vervolgen,'t bevel
daarover opdraagende aan den Generaal-Ma-
joor Cornabé, die last hadt „ de gemeene rust
„ in Haarlem te herftellen en te bewaaren;
)9 en, des noods, geweld met geweld te kee-
„ ren." De Luitenant Poepel, te paarde voor
de groote Houtpoort gekomen, werdt, fchoon
hy verklaarde brieven van den Prinfe aan de
Regeering by zig te hebben, niet dan te voet,
en onder 't geleide der Schutteren, in en uit
gelaaten. Hy hadt Burgemeesteren 'c Patent
gebragt van 't Krygsvolk, welk nu op weg
was: doch men droeg zorg, dat zyne bood-
fchap, vooreerst, geheim bleef voor 't volk.
't Gerügt van den aantogt van 't Krygsvolk,
ondertusfchen, hand over hand toeneemende,
fcheen men zig te fchikken om het buiten te
houden. Men riep en liep om kruid en lood.
Men trok de brand- en doodklok. Het hek
Y 3
                        bui-
/
-ocr page 344-
346 VADERLANDSCHE LXXIX.Boek.
17 jo. buiten de groote Houtpoort, voor welke men
------- 't Krygsvolk verwagtte, bleef geflooten, en
agter 't zelve, naar de poort toe, hielden ee-
nige burgers de wagt, die egter, op 't eerfte
gezigt van eenige Officiers, welken vooruit
gekomen waren, fchreeuwende, naar binnen
wecken. *t Voetvolk, gevolgd van dezelfde
dragonders te paarde, die, 's daags te voo-
ren, in de Stad geweest waren, ondertusfchen,
genaderd zynde, bleef, een ftuk wegs van 't
hek, ftaan, beflaande de breedte van 't plein:
Eenig terwyl de Major du Perron, aan 't hoofd van
Krygs- vierentwintig Zwitfers te voet, vooruit trok
vo'k . naar de Poorte. Voor 't hek gekomen, riep
van de"g ny •> tot driemaal toe , met luider ftemme ,
groote dat men hem openen zou. Doch hy werdt, door
Hout- 't klinket, met een musketfchoot, beantwoord,
meester Straks daarop, beval hy zyne manfchap, ge-
erfrakt' lykelyk, los te branden op de Poorte. Én
ter Stad fchoon men flegts in de lugt fchoot, werdt
in.
         de poort, terftond, door die van binnen ver-
laaten, 't Slot van 't hek werd toen ver-
kragt: de kleine deur der poorte, met by-
len, in ftukken gehakt, terwyl men, om
ruimte te maaken, nu en dan, een' fchoot
naar binnen deedt, waardoor een jongen ge-
kwetst werdt. Zo dra 't Krygsvolk meester
van de poorte was, en de groote deuren ook
open gearbeid hadt, trok het, in goede orde,
ter Stad in, omtrent ten drie uuren na den
middag. De burgers, die zig, in en omtrent
de poort, bevonden hadden, waren allen,
op 't eerfte fchieten, geweeken. Eenigen,
die onder weg ontmoet werden, trokken af,
Op de woorden, mei uw geweer naar huis toet
Doch
-ocr page 345-
LXXIX.BoEK. HISTORIE. 347
Doch eenige weinigen hielden ftal, omtrent 1750.
de markt, zig, van tyd tot tyd, vertoonende, —■
en fcheldende op de naderende knegten. Een Dwaaze
van hun loste zelf 't geweer op 't. Krygsvolk, ftoiuhei:
zonder egter iemant te treffen. Du Perron, ge"bur-
na herhaalde waarfchu wingen, dat men't ge- gers.
weer zou nederleggen en wyken, beval, ein-
delyk, ook vuur te geeven: 't welk, door bet
eerfte gelid van zyn Pekuo/i, welk nu in twee
gelederen gefchaard was, gefchiedde. Doch
alzo 'er nog niemant gekwetst werdt, bleeven
twee of drie van de ftoutften onder de burge-
rye nog ftaan dreigen; een van welken, ter-
ftond daarop, doorfchooten werdt. Kort hier-
na, werden 'er nog twee burgers gefchooten,,
dat zy 't, eerlang, beftierven. Éen van de
twee hadt, meent men, kort te vooren, ee-
nen Serjant van 't voetvolk, met een' kogel,
geraakt, doch niet gevaarlyk. Hiermede wash
't oproer zyne kragt benomen, demarktfchoon
gevaagd, 't Geweer der burgeren, welk 'er
•was blyven leggen, werdt vernield door 't
Krygsvolk. De Burgers, die op 't Stadhuis
de wagt hadden, werden van hunne wagt ont-
flaagen, en trokken af; waarna 't Krygsvolk,
in alles omtrent driehonderd man fterk, 't
Stadhuis en de poorten bezette, en, te voet,
en te paarde, by hoopen, door de Stad trok,
om alle famenrottingen te voorkomen. Twee
der gefchooten' en overleeden' burgers wer-
den , daarna, by de beenen, aan de galge ge-
hangen, 't Krygsvolk bleef, veertien dagen,
in de Stad, en werdt toen, door andere man-
i'chsp, afgelost. Doch de rust in de Stad was ,
terftund, herfteld, en de CollcEit werdt, hier
Y 4.
                          zo
-ocr page 346-
343 VADERLANDSCHE LXXIX.Boek:
1759. zo wel als elders, ingevoerd. Ondertusfchen,
—— waren deagt Gemagtigdender Burgerye, inden
De agt Haage, geiyk men denken kan, niet naar hun ge-
Gemag- noegen ontvangen. Zy hadden zig, te gelykmet
warden de Afgevaardigden der Regeeringe, naar 's Prin-
op dï fen Hof begeven. Doch zyne Hoogheid vondt
Gevan- niet goed, den Afgevaardigden der Regeerin-
genpoort ge ^ veej mjn jjg ^Qt ßurgerye gehoor te ver-
leenen. Men liet de laatften wel een uur toe-
ven, en beval hun, daarna, des anderendaags,
ten elf uuren, weder te komen. Zy begaven
zig, hierop, naar hunne herberg, en, eer-
lang, ter ruste; doch 'snagts ten half twee
uuren, toen men lang tyding hebben kon van
den toeftand van Haarlem, werden zy, op last
van Gekommitteerde Raaden, met overleg
van zyne Hoogheid, allen van 't bed geligt,
en gevangkelyk naar de Voorpoorte geleid 00 *
daar zy elk afzonderlyk geplaatst werden. Zy
werden, federt, door Gemagtigden van Ge-
kommitteerde Raaden , verhoord , en ver-
fchoonden zig, wegens 't opftellen van 't Ver-
zoekfchrift, net digthouden der Poorten, en
het wederftreeven der Colle&e, zo goed als
Hoe 't zy konden. Zes hunner werden, na ruim twee
met hen weeken verloops, op vrye voeten gefteld: de
»fliep. zevende, wat laater; dochdeagtfte, die ge-
oordeeld werdt, de meeste fchuld te hebben,
in Lentemaand, voor tien janren, ten Lande
uit gebannen. * Midlerwyl, hadt zyne Hoog-
heid , reeds op den agtften van Louwmaand,
der Vergadaringe van Holland te kennen ge-
ge-
fz') Refbt. KMI. 3 Jan. 1750.il. ij. en «enige gedrukt»,
!* gtfctueeve* Verhallen.
-ocr page 347-
J,XXIX.Boek. HISTORIE. 349
geven, dat de Regeering en 't Geregt van Haar- 1750;
lern, zyns oordeeis, te flap geweest waren in 't -----—<
voorkomen en weeren der oproerigheid. De
Staaten hadden, hierop, tegen den zin van Am-
ilerdam, beflooten de Gemagtigden der Gekom-
mitteerde Raaden, die thans in Haarlem waren,
te belasten om hierop onderzoek te doen (0).
De Gemagtigden f Karsfeboom, die in de plaats
van Cunjeus gekomen was, en de Gyzelaar, dee-
den, eerlang, verflag van 't gene zy te Haarlem
vernomen hadden (Jk). De Regeering der Stad
maakte 'er haare aanmerkingen op. De Staaten
beflooten, eindelyk, de Burgemeesters, zowel
als den-Schout, te vermaanen tot meerder vlyt
en wakkerheid, in diergelyke zorgelyke omftan-
digheden: fchoon zy tevens en by herhaalinge
verklaarden , met dit onderzoek geenszins be-
oogd te hebben , der Stad of der Regeeringe
eenige kleinigheid aan te doen (c).
In Amfterdam, waren, geduurende den Zo- xxiv.
mer des voorleeden jaars, nu en dan, nog by- oiUustte
eenkomften gehouden door eenigen der genen, Ainfler-
die, in 't jaar 1748 , meest geyverd hadden, ,^amfl"vet
voor de verandering der Regeeringe. Zelfs hadt gen van
men, in eene kroeg in de Plantaadje, onderno- den eed,
men, den dag van 't inneemenderDoeletevie- J^oorde
ren. En men kwam, federt, terzelfderplaatfe,
pers.
o°"
meermaalen famen; tot dateenigeSchu tevoer-
ders en anderen, voorgeevende te yveren voor
de rust en welvaart der Stede , de byeenkom-
ften kwamen ftooren. Ook verboodt de Wet-
hou-
r«) Refol. Holl. R Jan. 1750. II. 24.
(*) Refol. Holl. 6 Maart 1750. tl. 237.
CÓ Refol. Holl. iq /lag. 1750. tl. 6ï8.
Y5
-ocr page 348-
55o VADERLANDSCHE LXXIX.BóEKi
1750. houderfchap , kort hierop, diergelyke byeen-
------ komften. Zulken, die men Doelisten noemde ,
waren, federt eenigen tyd, gelyk wy reeds, by
eene andere gelegenheid (d), hebben aangete-
kend, in de gemeene veragting geraakt. Ver-
icheiden' Officiers der Schutterye, dia, meer dan
anderen, geyverd hadden in deDoele, waren,
by verfcheiden' gelegenheden, afgezet, door
den Krygsraad. De naam van Doelist was, al-
lengskens , een der fchandelykften geworden,
welken men eikanderen geeven kon. 't Misnoe-
gen tegen deeze y veraars nam toe, tegen't ein-
de des jaars, toen nu de Colle&e kort aanftaan-
de was, die veelen niet aanftondt, en, ten on-
regte, gehouden werdt, dooreenige zogenaam-
de Doelisten, bewerkt te zyn. Vooral, waren
de Wynkoopers in Amfterdam , zo wel als te
Dordrecht en te Rotterdam , te onvrede , dat
de Impost hun niet, gelyk voorheen, 'mAdmo-
diatie
gegeven ; maar ook van 's Lands wege,
gecollecteerd zou worden. De Vleeschhouwers
in't gemeen zouden ook gaarne den Impost op
liet Beestiaal, en de Zeepzieders dien van de
twaalf Huivers op de tonne Zeep inAdmodiatie
gehad hebben; doch de Gekommitteerde Raa-
den verftonden, dat men den laatften alleen be-
hoorde te vergenoegen, en dat het belang van
den Lande vorderde , dat de Imposten op de
Wynen en het Beestiaal, gelyk alle de overigen
gecollecteerd of ingezameld werden. En de Staa-
Zyzoc- een hielden zig aan hunne meening. TeAmfter-
keii, ver- dam , hielden de Wynkoopers byeenkomften,
geefs,den 0m te overleggen, welken weg men diende in
te
(_d ) Boven , ;/. 253.
-ocr page 349-
LXXIX.BoEK. HISTORIE. 351
te flaan, om den Impost der Wynen in Admo- 1750-
diatie te bekomen: doch eenigen,* die voor Doe- --------
listen gingen, kantten zig hier tegen, enbrag- impost
ten, eeriang, te wege, dat 'er een Verzoekfchrift der vYy"
getekend werdt, onder de Scheepstimmerlui Admo™
den , waarby men , tegen den zin der meeste diatie te
Wynkooperen, het colle&eeren van den Impost Deko-
der Wynen begeerde. Van de andere zyde, men'
wist men , daarentegen , verdeeldheid te ver-
wekken onder't Scheepstimmermans Gilde, en
veele Gildebroeders over te haaien, om zig by
Burgemeesteren te vervoegen, aan welken ver-
zogt werdt, dat den Gemagtigden van't Gilde,
die 't eerstgemelde Verzoekfchrift voorftonden,
gelast mögt worden , zig met geene zaaken te
moeijen dan die't Gilde aangingen. Ondertus-
fchen, vielen alle poogingen, om 't colle&eeren
van den Impost der Wynen te voorkomen,
vrugteloos uit. Doch over 't doen van den
eed, waarby de Wynkoopers zig verbinden
moesten, 's Lands regt niet te verkorten, ont-
Ilondt, eerlang, nog grooter beweeging. De
Staaten , bevindende , dat de Impost der Wy-
nen , in het tegenwoordige jaar 1750 , veel
minder hadt opgebragt, dan men 'er van ver-
wagt hadt, beflooten, in Grasmaand des jaars
1751, alle Wynkoopers onder zulk een'eed te
brengen : welken die van den Haage, om van
peilingen bevryd te blyven , in dit jaar, reeds
vrywilliglyk hadden aangebooden. Doch te
Amfterdam en te Rotterdam, werdt merkelyke
zwaarigheid gemaakt, in het afleggen van dee-
zen eed. De Staaten gaven zig de moeite, om
de bedenkelykheden, wejken de Wynkoopers,
open-
-ocr page 350-
552 VADERLANDSCHE LXXIX.Boek,
openlyk, inbrengen durfden, by een nader Pla-
kaat, op te losfen: doch men nam 'er geen ge-
noegen in. De gelegenheid der twee Steden
hadt het fluiken van den Impost der Wynen zo
gemakkelyk gemaakt, dat men 'er zig, federt
lang, eene fchier algemeene gewoonte van ge-
maakt hadt: waarom de Admodiateurs genood-
zaakt waren geweest, een groot deel van den
Impost te vinden by fchatting van de Ingezete-
nen , die geoordeeld werden, Wyn te gebrui-
ken. Doch deeze fchatting, waarover ook zeer
geklaagd was, zou, nu men 't geheele middel
by inzameling heffen moest, geene plaats kön-
nen hebben. Men was, derhalve, in de nood-
zaakelykheid gebragt, om nieuwe middelen uit
te vinden , tot het voorkomen der fluikeryen,
waaronder de eed der Wynkooperen een der
kragtigften gerekend werdt. Doch de Wyn-
koopers in Amfterdam en Rotterdam, voor ver-
lies van neering bedugt, als zy zulk een'eed
deeden en onderhielden, toonden zigongezind
om dien af te leggen, en verzoeten 'er van ont-
flaagen te worden (e). De Wynkoopersknegts,
die voordeel plagten te trekken van't verkorten
van 's Lands regt, waartoe zy de hand leen-
den, verfterkten hunne Meesters in deeze onge-
zindheid. Zulke Wynkoopers, op welken ver-
moeden viel, dat zy zig naar de bevelen der
hooge Overheid zouden voegen , werden ge-
dreigd met plondering. Men ftrooide fchimp-
fchriften , en zogt, inzonderheid te Amfter-
dam, het gemeen te ontrusten, door gerügten,
dat men hier , zo wel als te Haarlem, Krygs-
volk
O) Refol. Ho!l. 13 Mty 1751. il. 711.
-ocr page 351-
LXXlX.BoEK. HISTORIE. 35$
volk te wagten hadt, welk men met geweld 17^
weeren moest, zo men de vryheid en welvaart ------
der Stad niet wilde in de waagfchaale Hellen.
De Wethouders gaven zig veel moeite, om de Voor-
gedreigde onlusten te voorkomen, en te gelyk, *°rg deï
den gevorderden eed te doen afleggen. Men ^^hap
verboodt alle famenrottingen, vooral van Wyn- tegen
koopers knegten, die zig , wanneer de eed oproer.
ftondt afgelegd te worden , van omtrent het
Stadhuis onthouden moesten. De Wynkoo-
pers van beide de Steden werden , tegen den
veertienden vanHooimaand des jaars 1751, ge-
dagvaard, om den eed, voor Schepenen-Ge-
magtigden tot de regtfpraak over de gemeene
middelen, te komen afleggen. 'Eenigen deeden De^
't, ten beftemden dage: de overigen volgden: Xmfter-0
zulken alleenlyk uitgenomen, die goedvonden, dam ge-
zig voor Handelaars in 't groot te verklaaren. daan.
TeAmfterdam liep. alles, zonder opfchudding,
af. Doch te Rotterdam ontftondt eene ge- Te Rot,
vaarlyke beroerte. De Wynkoopers hadden ^r^am»
hier , eenpaariglyk , geweigerd , den eed te »t V^*
doen : doch alzo hun, hierop, door den Col- ren.
lefteur of Gaarder, ook in- en uitflag- briefjes
geweigerd waren, fcheen de wynhandel ftil te
zullen ftaan, en pakhuizen en kelders geflooten
te zullen blyven. Dit ongemak hadt veelen., die
in 't eerst, ook te Amfterdam, den eed gewei-
gerd hadden, binnen weinige dagen, bewoogen
tot onderwerping. Doch te Rotterdam bleef elk
verfcheiden' weeken agtereeen, den eed afflaan.
Men zondt eenigen naarden Haage, om, ware
't mogelyk, ontheeven te blyven van den eed ;
doch zy feeerden te rug, met befcheid, dat de
eed
-ocr page 352-
354 VADEPvLANDSCHE LXXIX.Boek,
, 1753, eed volftrektelyk gefchieden moest (ƒ). 't
•----- Voorbeeld der Amfterdammeren, daar 't getal
van zulken, die den eed deeden, dageiyks toe-
nam , woog minder by de Rotterdammers, dan
de vrees, dat die van Amfterdam hun, eerlang,
de Wynneering onttrekken zouden, zo zy geene
in- en uitflag-briefjes bekomen konden. Men
kon egter nog niet befluiten te zweeren; maar
kwam, op den dertienden van Oogstmaand over-
een , om een ernftig Vertoog te doen aan den
Prinfe, en daardoor, ware't mogelyk, eenige
verligting in de gemeene bezwaarnisfen te ver-
'e Huis en werven. Doch terwyl men, met het rond-
Ae Pakhui"draagen en tekenen van dit Vertoog bezig was,
eenen311 boemelt de Wynkoper Gerrit Hagedoom , op
Wynkoo- den zeventienden, het eerst, den eed af te leg-
peraldaar,gen. Terftond daarna, hadt hy de handen vol
jie 'teerst met het afleveren van wyn: 't welk niet naliet,
ce'daan zynen medehandelaaren "en 't gemeen in 't oog
hadt,wor-te fteeken. 'tGraauw, aangezet door eenige
denaange-Wynkoopers en Wynkoopers knegts , eerlang
vallen en jn merkelyken getale, voor zyn huis en pakhui-
lyk^e-0 zen> zYnde famengefchoold, fmeet, tegen den
pionderd.avond, de glazen van't woonhuis in, en over-
weldigde de twee pakhuizen, daar ftukvatenen
oxhoofden den bodem ingeflaagen, en duizen-
den van flesfen vernield, geroofd en ledig ge-
zoopen werden. Toen de gulzigheiden woede
hier haar zat gehaald hadt, ftreefde de woeste
hoop wederom naar 't woonhuis, dat naauwlyks
opgeloopen was, of twee vendelen Schutters,
van wederzyde aangerukt, voorkwamen de plon-
dering. 't Gefpuis, welk zig, in't eerst, door
't
t/"J Refül. IIoU. 11,14 Aug. 1751. l/l. 715, 720,
-ocr page 353-
LXXIX.BoEK. HISTORIE. 35$
't werpen met wynflesfen , verdedigde, werdt 1750.
haast verjaagd : waarna de oproerige hoop zig____
ftil hieldt. Ookdeedtde Wethouderfchap, den
volgenden dag, een ernftig verbod van allerlei
moedwil afkondigen (g). De fchade , door
Hagedoorn geleeden, en, naderhand, op om-
trent agtduizend tweehonderd en veertig gul-
dens begroot, is hem, van Stads wege, vergoed
geworden. Op zynen voorgang, was, midler-
wyl, ook door de andete Wynkoopers van Rot-
terdam de eed afgelegd. De Wynkoopers irvft
gemeen, immers die van Amfterdam, verbeeld -
den zig , dat zy , flegts vooj den tyd van een
jaar , aan deezen eed verbonden zouden zyn.
Doch de Staaten vonden geraaden, na verloop
van het zelve, een en andermaal te verklaaren,
dat zy de eeden, te vooren, op het geregtelyk
voldoen van 's Lands Imposten afgelegd, hiel-
den voor vernieuwd , fchoon zy ze , gemaks-
halve , niet wederom lieten herhaalen. Onder-
tusfchen, zag men hieraan, hoe veel moeite het
inhadt, de Gemeente te gewennen aan eene
nieuwe wyze van heffinge van's Lands gemeene
middelen. De Colk&e geraakte egter* allengs-
kens, in ftand. De Wethouders deeden, al-
omme, hun best, om ze te handhaaven, en't
gemeen fchikte 'er zig zo wel naar , als voor-
heen naar de verpagting.
Maar eer men 't, hiermede, zoverre gebragt xxv.
had, waren'er, ook uit andere hoofden, aan vewee-
fommige oorden , beweegingen ontftaan , ök gj"?™11
met moeite geftild werden. Wy hebben, te voo ki"™eB
ren,
(g~) Uefol. HoII. 18, 20, s.C Aug. 27 Sept. 2, 9, 12 Otoi.
PP5I. */. 725, 744, 751 , 917, 94 j, 976, ^.
-ocr page 354-
3^6 VADERLANDSCHE LXXIX.BoèK
t;5o. ren, verhaald, hoe men 't in de Hemmende Ste-
------ den van verfcheiden'Gewestenhadtaangelegd,
Steden en 0m verandering te wege te brengen in de Re-
Lande"0n£aerin§e' en hoe ^ze toele8' byna alomme,
tot veran- getakt was., Doch fommigen fcheenen eerlang,
dering den zelfden voet te willen volgen, in Steden,
d?r Re- die niet ter Staatsvergaderingen ftemmen , en
ftrekken-ten Platten Lande. En'tzalnietondienftigzyn,
di:ais,tëhier»kortelyk, te melden, hoedanig de uitllag
Huisdui- hunner poogingen geweest zy. Omtrent den
nen en op aanvang des jaars 1749, hadden eenige opgeze-
der. tenen van Huisduinen en de Helder een Ver-
toog overgeleverd aan zyne Hoogheid, vervuld
met klagten over de knevelaaryen en gewelde-
naaryen hunner Regenten, en fluitende met een
verzoek , dat de Prins deeze Regenten wilde
doen beftraffen, naar behooren. Zyne Hoog-
heid, federt, de verdediging der Regenten, en
't berigt van den Baljuw daarop , fchrifcelyk,
ontvangen hebbende , beval, in Oogstmaand
daaraan, dat de opgezetenen den Regenten den
verfchuldigden eerbied zouden toedraagen, al-
zo hy niet hadt können vinden, dat deezen zig
kwalyk gekweeten hadden van hunnen pligt.
Doch't volk, niet gediend met deeze uitfpraak,
bleef morren op de Regenten. In 't begin van
Sprokkelmaand deezes jaars, dwong men zelfs
de Regenten, die eenen Schoolmeester hadden
aangefteld, tegen den zin van 't gemeen , tot
het afleggen van hunne bedieningen. Dochhet
Hof van Holland nam kennis van deeze onge-
regeldheid , enzondt, eerlang, Gemagtigden
naar Huisduinen en de Helder, die de afgezet-
te Regenten wederom in 't bewind ftelderi;
waarmede't gemeen zig^moestlaaten genoegen.
Te
-ocr page 355-
I
LXXIX.BoEK. HISTORIE. 35?
Te Zaandam, werwaards, in Oogstmaand des i;$<,;
j'aars 1749, reeds eenige ruiters en knegtenge- -------
zonden waren, om dat men voor eenige opfchud- Te Zaan«
ding onder 't volk bedugt was (Ä), werdt, ruim dara*'
een jaar laater, terwyl 'er 't Krygsvolk nog lag,
toeleg gemaakt, op eene zonderlinge verande-
ring in de Regeering. Een Heelmeester van
Oostzaandam , Jan P/gge genaamd, gemeen-
fchap houdende met den Amfterdamfchen Por-
celeinkooper Daniel Raap, beftondt, zo geloofd
werdt, op deszelfs aandryveh , een Verzoek-
fchrift rond te draagen en te Iaaten tekenen,
waarby begeerd werdt, dat de Ambagtsheer-
lykheid van Oostzaanen en Oostzaandam, die,
Voor eenige jaaren , door de Regenten gekogt
was j afgedaan werdt aan zyne Hoogheid, en
aan deszelfs wettige Opvolgers in de Stadhou-
derlyke waardigheid. Diergelyk Verzoekfchrift
was ook i te Westzaandam, met opzigt op de
Ambagtsheerlykheid van Westzaanen en West-
zaandarri opgefteld $ én door eenigen getekend.
Men beloofde eikanderen groote voordeden van
deeze verandering i met naame in de Scheep-
maakery, en in den handel van't gezaagd Hout,
welketZaandam* meer dan tegenwoordige
plag te bloeijen. Het eerfte Verzoekfchrift werdt
den Regenten van Oostzaanen en Oostzaandam
overgeleverd, op den derden van Wynmaand.
Doch men verfchoof het antwoord op het zelve ,
eerst vier weeken, en toen, tot in Louwmaand
des jaars 1751. Midlerwyl, begaven zig eeni-
gen .>
(») Refol. Holl. io/lug. 17491 tk 685;
XX. Deel.                Z
1
-ocr page 356-
358 VADERLANDSCHE LXXIX.Boek.
1750, gen, met het Verzoekschrift naar 't Loo, daar
-------de Prins zig toen onthieldt, om te verneemen,
, of de opdragt der twee Ambagtsheerlykheden
hem aangenaam zou zyn. Doch zyne Hoog-
heid wees hunjvoorftel, met verontwaardiging
af. De Regenten, in Louwmaand des gemel-
den jaars, egter, op nieuws, aangezogt om ant-
woord , gaven, eindelyk, voor befcheid „ dat
„ zy zig niet verpligt vonden, te antwoorden;
„ dat zy de hoogtte agting voor het Huis van
„ Oranje; doch met de inleveraars van't Ver-
„ zoekfchrift niets te doen hadden:" waarby ds
Te Ou- zaak fteeken bleef. Maarte Oudewater, werdt
dewater. de Regeering in Oogstmaand deezesjaars 1750,
buitengewoon, veranderd. Hier was, al federt
vier jaaren, verfchil ontftaan, onder de Regen-
ten, ter gelegenheid, dat eenigen den Luther-
fchen Predikant van Woerden veroorlofd had-
den , voor eene enkele reize, in de Hervorm-
de Kerke van Oudewater , te prediken en het
Avondmaal uittedeelen, voor zyne Geloofsge-
nooten, hier bezetting houdende: 't welk ande-
ren voor onbetaamlyk hielden, en zogten te be-
letten, 't Was egter gefchied. Doch een der
Predikanten woog dit zo zwaar, dat hy'er op-
zettelyk tegen predikte, niet zonder de Regen-
ten , die't gedoogd hadden, te befchry ven, als
hadden ze, hierin, 's Lands Plakaaten overtre-
den. Doch deezen , de gelegenheid waarnee-
mende , dat eenige Leden der Regeeringe, die
de zyde des Predikants hielden , afwezig wa-
ren , beflooten, den Onder Baljuw aan te bevec-
len , dat hy den Predikant geregtelyk aanfpra-
ke. Maar de Baljuw zelf verftondt, dat hetbe-
fluit,
-ocr page 357-
LXXIX.BOEK. HISTORIE. 359
fluit, hiertoe, niet wettiglyk genomen was. Mid- i7SOi
lerwyl, gaf dit verfchil aanleiding tot eene duur———
zaame tweedragt onder de Regenten» Zy, die
den Lutherfchen geene vryheidgeevenwilden,
om, fomtyds, in de Hervormde Kerke, te pre-
diken , federt de fterkften geworden zynde, wei-
gerden't, toen't hun, naderhand, wederom,
verzogt werdt. Doch de Staaten zelven gaven
ftrydigen last, waarna de Wethouderfchap zig
moest voegen. De oneenigheidin de Regeering
en in den Kerkenraad bleef egterduuren, tot in
de Lente deezes jaars ; wanneer de Baljuw en
eenige Vroedfchappen, geen genoegen fchep-*
pende in de Nominatie der VVethouderen, zyne
Hoogheid verzogten, dat daarin verandering ge-
maakt mögt worden : 't welk ook een der be-
noemden begeerde, en in 't byzonder, dat hy
'er afgelaaten werdt. De Prins befloot, hierop,
Gemagtigden te zenden naar Oudewater , om
van den ftaat der zaaken verflag te doen. Die
't minfte getal maakten in de Vroedfchap , en
voor de vryheid der Lutherfchen geftemd had-
den, ftelden hunne ampten ter believen van zy-
ne Hoogheid, en begeerden 'er zelfs ontflag van:
de anderen volgden hun voorbeeld. De Gemag-
tigden , verflag aan den Prinfe gedaan hebben-
de, en, in Oogstmaand, te Oudewater zynde
wedergekeerd, ontfloegen de gantfche Regee-
ring van haaren dienst, en ftelden, nevens elf
uit de oude, zeven nieuwe Vroedfchappen aan:
waarmede de rust in de Regeering herfteld werdf.
Ook raakte de Kerkenraad in ftilte , federt dat
de Gemagtigden, die voor de vryheid der Lu-
therfchen geftemd hadden, de meerderheid ver-
Z s
                      kree-
-ocr page 358-
36o VADERLANDSCHE LXXIX.Boxk;
1750. kreegen hadden in de Vroedfchap. Doch ner-
-
         gens was de tweedragt, insgelyksuitKerkelyke
oorzaaken ontftaan, hooger gefteegen, dan te
Steenwyk in Overysfel: waarom 't niet ondien-
ftig zyn zal, dat wy 't gene hier voorviel, ee-
nigszins omftandiger te boek ftellen.
XXVI. Te Steenwyk, was, ter gelegenheid van 't
Oorzaak vertrek eens Predikants, die naar elders beroe-
eener ge- penwas, reeds in't jaar 1745 verfchü ontftaan,
beroerte tus*"cnen ^e Regeering en den Kerkenraad:
te Steen- hebbende den Kerkenraad eene Nominatie ge-
wyk. maakt, zonder daartoe, vooraf, handopening
Verfchü verzogt te hebben van Burgeraeestèren , die
beroepen z*8 ' mer(toor, beledigd hielden , en door de
van eenen Staaten van't Gewest gedekt werden. DeKer-
Predikant-kenraad , federt, handopening hebbende ver-
zogt , tradt tot eene nieuwe Nominatie, en
voorts tot een beroep: doeh de Wethouder-
fchap den beroepen Predikant kennis gegeven
hebbende , dat zy zyne wedde merkelyk dagt
te befnoeijen, weigerde hy, 't beroep te aan-
vaarden. Men moest, derhalve , komen tot
eene nieuwe Nominatie. De Wethouderfchap
gaf te kennen , dat zy gaarne eenen Predikant
op het tweetal gebragt, en vervolgens beroe-
pen zag, die't meerderdeel van den dienenden
Kerkenraad niet aanftondt :r waaruit* volgde ,
dat het tweetal, geduuriglyk, afgekeurd werdt
door de Wethouderfchap. m men , in ver-
fcheiden' jaaren , geen beroep doen kon, in
eene Gemeente , die uit meer dan elfhonderd
Ledemaaten beftondt, en nu niet meer dan ee-
nen Predikant hadt. 't Gefchil kwam weder-
om voor de Staaten , die de Wethouderfchap
de
■-
-ocr page 359-
LXXlX.BoEK. HISTORIE. 361
de hand boven 't hoofd bleeven houden; doch 1750:
den Kerkenraad, gedekt door de Klas fis, niet ------
konden doen befluiten , om in 't benoemde
tweetal verandering te maaken. Ondertusfchen
verwekte deeze verdeeldheid merkelyk misnoe-
gen , tusfchen een goed gedeelte der Burge-
rye en de Wethouderfchap. Zy bragt veel toe, Men
om eenige Ingezetenen de hand te doen lee- tekent
nen , tot het ontwerpen en tekenen van een " ee"
Verzoekfchrift aan de Regeeringe, waarby fChrjf°e '
Iierftelling in eenige Punten begeerd werdt. tot her-
De voornaamfte voorftanders van dit Verzoek- ftei van
fchrift waren Herman Koops Fkdderus, Pagter p™1^
en Koopman hier ter Steue , de Advokaat en tc
Diaken Hilhbrand Tuttcl, de Schipper Jan
Thotnasz-
en eenige anderen. Zy begonden 't
werk , in Zomermaand des jaars 1748, toen
de nabuurige Gewesten , Frieiland en Stad en
Lande , vo) beweeging waren , om de Pagten
afgefchaft te kryg^n ; en toen men , ook in
Steenwyk, reeds eemge beginfeis van oproe-
righeid befpeurd hadt , die door de inlegering
van eenig Krygsvolk gefluit waren, 't Ver
zoekfehrift werdt, eerlang, door honderdvier-
enzestig Ingezetenen getekend , en , uit den
naam van agt Perfoonen, uit deezen hoop, die
zig , federt, Gekom miu eerden der Burgerya
noemden, aan de Wethouderfchap ter hand
gefield , die niet goedvondt om het te beant-
woorden. Ttittel en Fledderus bragten het, Twee
daarna, naar den lïaage aan den Prinfe, met Gekom-
verzoek, dat zyne Hoogheid de Wethouder- ™e",ej'"
fchap beweegen wilde , om 'er in te bewilli- te) 'enut"
gen : of de beflisfing der gefchillen, tusfehen fiedde-
Z 3
                         de
-ocr page 360-
36a VADERLANDSCHE LXXIX.Boek.
1750. de Wethouderfchap en Ingezetenen , op zig
■------neeraen. De Prins gaf uitftellend antwoord :
rus,bren- doch zy keerden, tamelyk voldaan, naar Steen'
gen 'j wyk te ru£- Midlerwyl, hadden nog eenige
Haage.e° Ingezetenen , by ondertekening , verklaard ,
dat zy in 't Verzoekfchrift bewilligden. Doch
alle deeze tekenaars liepen geweldiglyk in 't
Fledderus oog , by de Wethouderfchap. Ook klaagden
en de zy- /v federt, dat men hun, by da inlegering van
"!,ng^neenig doortrekkend Krygsvolk, boven hunne
gêzag^ medeburgers . bezwaard hadt. Ni 't uittrek-
ken van al't Krygsvoliv, beftonden zy, zonder
verlof der Regeeringe, een Vendel Schutters
op te regten , om met het zelve , zo zy voor-
gaven , by gelegenheid, ter eere van zyne Hoog-
heid , eens op te trekken. Fledderus werdt
Majoor , en de meeste andere Gekommitteer-
den Officiers onder dit Vendel, welk men den
een ven- naam van de Oranje Vry- Kompagnie gaf. De
del Schut- Wethouderfchap , eenig arg vermoeden kry-
ters op. en(je van jen toeleg der opregteren van dit
Vendel, bragt te wege, dat veele andere Bur-
gers zig begaven onder een ander nieuwlings
opgeregt Vendel, waarvan een der Burgemees-
teren het hoofd was. 't Laatfte Vendel hieldt
de nagtwagt op 't Stadhuis , zonder dat men
gedoogen wilde, dat de Oranje-Kompagnie,
nevens het zelve, waakte, gelyk zy aanboodt.
Midlerwyl, liet de Oranje - Kompagnie , by
tromflag , de Ingezetenen nodigen aan 't huis
van Fledderus, op een half vat biers : 't welk
zo euvel genomen werdt, door de Regee-
ring , dat zy de trom , op 't Stadhuis, in ver-
zekering deedt brengen \ hoewel zy 'er, federt,
op
-ocr page 361-
r
LXXIX. Boek. HISTORIE. 363
op 't fterk aanhouden van FJedderus en de zy- 1753,
nen , agt guldens voor liet betaalen. Doch ------
men deedt, miJlerwyl, met eene andere trom,
omflaan , den Tromflaager doende geleiden ,
door eenige Officiers der Oranje - Kompagnie,
en onder anderen door FJedderus, die zig ,
hierdoor , zo zeer in den haat bragt by allen,
die 't met de Regeeringe hielden , dat hy, op
eenen nagt, met gezelfchap , voorby 't Stad-
huis gaande, na eenige woorden en weder-
woorden , door de Burgerwagt, geflaagen en
verjaagd werdt. Zelfs werdt 'er , ter deezer
gelegenheid, op hem en de zynen, met fcherp
gcfchooten , waardoor zyn Dogtertje en eeni-
ge anderen, ligtelyk, gekwetst werden. Tut-
tel en FJedderus begaven zig, hierop, weder-
om naar den Haagë, om by den Prinlè te klaa-
gcn over 't leed, welk hun aangedaan was, en
te gelyk , om uitfpraak te verzoeken op het
Smeekfchrift, welk zy den Prinfe, voorheen,
hadden ter hand gefteld. Zyne Hoogheid zondt
het Verzoekfchrift, welkzy, ter deezer gele-
genheid , overgegeven hadden , aan de Wet-
honderfchap van Steenwyk, om hem, daarop,
te dienen van berigt. Tuttel en Fledderus wa Bedde-
ren naauwlyks drie dagen t'huis geweest, of [„^te-
de laatfte werdt, door twee Officiers uit he; n;s gon^.
llegement van Ailua , een gedeelte van welk, men.
thms , te Steenwyk bezetting hieldt, in eene
herberg, over zyne deur, vastgehouden, en
da-irna, door de Burgerwagt, op de Stads Gy-
zalkamer , gezet, zonder dat men iemant by
hem toeliet. Zyne Huisvrouw vervoegde zig,
kort hierna , by dt>n Prinfe , die zig , op 't
Z 4
                      ein-
-ocr page 362-
3(54 VADERLANDSCHE LXXIX.Boee.
1750. einde des jaars 1748 , wanneer dit voorviel,
------ in Friesland bevondt; om , ware 't mogelyk s
te verwerven, dat men haaren man op vrye
voeten Helde: doch haar Verzoekfchrift werdt
den Staaten van Overysfel in handen gefield.
De Sekretaris van Steenwyk bevondt zig, ten
zelfden tyde, te Leeuwaarden, om den Prinfe
het berigt der Wethouderfchap op de Verzoek-
fchriften der Gekummitteerden over te leve-
ren, 't Bleef, midlenvyl, te Steenwyk, niet
Nogtweeby het vatten van Fledderus. Twee anderen
vanzynen^an Zynen aanhang raakten , in 't begin van
* ng. Louwmaand des jaars 1749, in hegtenis. Hun-
ne vrienden hielden , op nieuws, aan by den
Prinfe , om lpoedige verlosfing. Doch hun
Vt -zoekfchrift werdt, wederom , in handen
van de Wethouderfchap gefield. Ook kwam,
eerlang , op het Verzoekfchrift der Huisvrou-
we van Fledderus, voor befcheid „ dat zyne
„ Hoogheid, het berigt der Heeren Staaten
„ ontvangen hebbende , in haar verzoek niet
„ treeden kon ; maar haare zaak aan den ge-
„ woonlyken Regter overliet." Kort hierna,
keurde de Prins de verandering der Regeeringe
te Steenwyk , die , onlangs, op de gewoon-
lyke wyze gefchied was, goed: 't welk hy, in
't voorleeden jaar , niet hadt geraäden gevon-
den. Men befloot hieruit, dat zyne Hoogheid
geheellyk op de zyde der tegenwoordige Re-
geeringe was, en bedreef'er openlyke vreug-
de over , waarin egter , gelyk men denken
kan, de Gekommitteerden en derzelver vrien-
den geen deel namen. Maar het nieuwe ven-
del Schutters , welk, onder een' der Burge-
mees-
-ocr page 363-
LXXIX.BoEK. HISTORIE. 365
meesteren, opgeregt was, trok op, met zon- 1750,
derlinge zwier. De Wethouderfchap, nu vast- ----—
genoeg meenende te zirren , deedt een der ge-
vangenen , befchuldigd, de Scbildwagt geweld
aangedaan te hebben , eerlang , voor drie jaa-
ren , tot het Landfchaps - Tugthuis te Zwolle
veroordeelen. De andere werdt, federt, los?-
geiaaten. Fledderus werdt, midlerwyl, ook
verhoord. Doch daar verliepen meer dan drie
maanden , eer hy gevonnist werdt. Weinige
dagen te vooren , werden nog twee Gekom-
mitteerden vastgezet, Tuttel en Vbgehang ,
en eerlang vervoerd naar Vollenhove , daar
men den Schipper, Jan Thomasz. ook gevan-
gen genomen hadt. Fledderus , omtrent den Fiedde-
zelfden tyd , uit de Gyzelkamer, alwaar hy, ruswordc
tot hiertoe , gezeten hadt, gebragt in eenen ter §a,se
afzigtelyken Kerker, ontving , twee dagen JenT"
daaraan, het vonnis des doods, en werdt, op
den vierentwintigften van Grasmaand , op de
gewoonlyke Geregtsplaats, buiten Steenwyk, -
opgehangen. In 't vonnis, werdt hem te last Inhoud
gelegd „ dat hy, zynde, reeds te vooren, om va" z?a
„ onderkomen' Vroiiwenkragt, in hegtenis, vonniii'
„ en, daarna, voorvlugtig geweest, in't jaar
„ 1748, oproerige vergaderingen, ten zynen
„ huize, gehouden, 't gerneene volk befchon-
„ ken, en, door zyne vrouw, aangezet hadt,
„ om eerst tot zynent de glazen in te flaan.
„ Dat hy een der eerfte opftelleren en teke-
„ naaren geweest was van eenVerzoekfchrift,
„ ftrekkende tot verandering van de geheele
,, wyze van Regeeringe; en dat hy, voorgee-
9, vende voor den Pi inie te y veren , ook an-
?
                               Z 5                   „ de-
-ocr page 364-
$66 VADERLANDSCHE LXXIX.Buek.
1-50. „ deren tot tekenen aangezet hadt. Dat hy
------„ zig , op eigen gezag , zender kennis der
„ Staaten en zyner Hoogheid , en tegen den
„ wil der Wethouderfchap van Steenwyk, ge-
,, fteld hadt aan 't hoofd van eene zogenaam-
„ de Kompagnie ; dat hy de trom hadt doen
„ roeren , om volk tot deeze Kompagnie te
,j v/erven, en toen de trom op 't Stadhuis ge-
„ haald was, eene andere doen gebruiken, de
„ eerde , of geld daar voor , met bedreigin-
„ gen , van eenen der Burgemeesteren te rug
„ vorderende. Dat hy, by nagt, aan 't hoofd
„ van eerijg opgeraapt volk , de Burgerwagt
., gehoond , Gekommitteerden boven ! Burgc-
meesters onder ! geroepen , en eenen gevan-
„ gen', met geweld, uit handen van't Geregt
Men •>■> geholpen hadt." Indeezenftandderzaaken,
treedetot xittende den Diaken 'luttel, te Voüenhove,
hetberoepiü hegtenis , terwyl verfcheiden' andere Inge-
ven eenen zetenen van Steenwyk, die zyne zyde gehou-
nt'den hadden , gevlugt waren , vonüt de Wet
houderfchap geraaden , het beroep van eenen
Predikant door te zeuen, doende het zelve nu,
met meerderheid van ftemmen , ligtelyk val-
len op den Perfoon , op wien zy , federt ee-
rigen tyd, het oog gehad hadt, die 't beroep
eerst aannam \ doch daarna , elders geplaatst
wordende , wederom opfehreef. Men tradt
dan tot een nieuw beroep , welk nu fpoedi-
7yna Ser voortging. Midlerwyl, hadden de vrien-
I loomheid ,Ien der gevangenen en de voorvlugtigen zig
ftuit de vervoegd by zyne Hoogheid , die , eerlang,
regtsplee-^ ^evaj ^ ^ men fe zaajj (jer gevangenen in
lenige ftaate houden , en den voorvlugtigen vryheid
laa-
s
-ocr page 365-
LXXIX.BoEK. HISTORIE. 367
lasten zou, om zig, onverhinderd, in de Stad 175^.
te onthouden. Tuttel en Jan Thomasz. wa- —=—*
ren , eer dit bevel te Steenwyk kwam , reeds gevange-
wederom derwaards gevoerd , en 't is niet on nen'
waarfchynlyk , dat men hen , gelyk Fledde-
rus, gehandeld zou hebben , zo 's Prinfen
Ust de regtspleeging niet gefluit hadt. 't üep qJ^1
aan tot in Oogstmaand , eer zyne Hoogheid tjgden
Gemagtigden zondt naar Steenwyk, om in naar
zynen naam van het voorgevallene kennis te Steen-
neemen. Hy benoemde hiertoe de Heeren wy
Willem, Baron van Haarfolte , Heer van Yrst,
befchreeven in de Ridderfchap van Gelder-
land en Burgemeester van Hattum , en Fre-
drik Robert van Lathum
, Burgemeester der
Stad , en Sekretaris des Graaffchaps Zutfen.
Tuttel, Jm Thomasz. en Vogelzang, wel-
ke laatfte nog te Vollenhoven zat, werden,
terftond na de aankomst der Gemagtigden ,
onder borgtogt, ontflaagen. Sedert, wer-
den de Wethouders en de Gekommitteerden
der Burgerye , tegen eikanderen , gehoord,
voor 's Prinfen Gemagtigden , die, eindelyk,
in Slagt maand , een nieuw Reglement op
de Regeeringe deeden afkondigen , waarby,
in fommige opzigten , voldaan werdt aan 't
Verzoekfchrift der Gekommitteerden uit de
Burgerye. De twee nièiiwlings opgeregte
Burgervendels werden ook vernietigd , en elk
vermaand tot ftilte en rust: waarna de Ge-
magtigden van zynè Hoogheid wederom ver
trokken. Doch het onderzoek van de zaak
der gevonnisten en befchuldigden , verfchafte
hun,
-ocr page 366-
363 VADERLANDSCHE LXXIX.Boee.
i?ßo. hun , daarna , nog veel werks. Zy hoorden
r------de Wethouderfchap aan de eene zyde ; waar-
tegen , aan de andere , de verdediging der
befchuldigden , geftaafd door veele getuige-
nisfen, ten bunnen voordeele , overwoogen
z werdt: 't welk veel tyds fleet. De uitflag
Hoogheid van alles was , dat zyne Hoogheid , verilaan-
herftek de dat de gevonnisten en befchuldigden niets
Fiedderus^e(jaan hadden, waardoor zy zulke zwaare
dere ge"" ^^^11» gevangenisfen en vervolgingen had-
vonnisten <*en verdiend , dezelven allen , Fledderus niet
en be uitgezonderd , in Hooimaand deezes jaars
fchuWig- jjT^o s jn hunne eer en goeden naam herftel-
hunnè" ^e ' en van a^e ver^ere Geregtelyke vervol-
eere. g'ngen onthefce. De Gemagtigden, ten dee-
zen tyde , te Steenwyk wedergekeerd , dee-
den dit, aldaar , op den agtentwinugften ,
openlyk > afkondigen. Zy traden , terftond
daarna , tot eene buitengewoone verandering
der Regeeringe. De dienende Wethouders
eeeriim wert*an a^en »ntflaagen , en verfcheiden', die
van Sieen-ï2 vooren Gekomnutteerden geweest waren ,
■wyk of tot Burgemeesters , of tot GemeentsJuiden
uordtver-.iangefteld. Tuttel werdt Sekretaris. In de
anderd. bediening van Géregtsbode , en in verfchei-
den' andere bedieningen , werdt, insgelyks,
verandering gemaakt De Perfoon , die tot
het Landfchaps Tugthuis veroordeeld was ge-
weest , werdt, terftondt hierop, geflaakt. De
Fiedderus Weduwe van Fledderus , verwierf, op haar
wordt verzoek , terftond , verlof, om het Lyk van
eeriykbe haaren man , wük by de galg begraaven was,
„raa . ^ ^^ ontgraaven, en, op eene eerlyke wy-
ze.
-ocr page 367-
LXXIX.BoEK. HISTORIE. 365.
ze , ter aarde te laaten beftellen : 't welk , l7^
onder 't geleide der nieuwe Wethouderfchap,____
der Predikanten, en eetier groote meenigte
van Ingezetenen , allen veifierd met Oranje-
ftrikken , gefchiedde. De galg , aan weike
Fledderus gehangen hadt, werdt, wat laa-
ter , door eenige yverasrs voor zyne eere ,
by nagt, aan brand gefteken en vernield,
's Prinfen Gemagtigden , nog eenige byzon-
dere zaaken vereffend hebbende , vtrtrokken
uit Steenwyk , op den zefden van Oogst-
maand , na dat hun door de Wethouderfchap,
in erkentenis der beweezen' dienften , het
groot Burgerfchap der Stad vereerd was. Ook
gefchiedde 'er , eerlang ,- eene bezending uit
de Wethouderfchap aan den Prinfe, om zy-
ne Hoogheid dank te zeggen , voor 't her-
fteilen der Regeeringe , en 't befchermen der
befchuldigden. In deezer voege, eindigden,
na vyf jaaren verloops , de hoog gereezen'
onlusten , in 't kleene Steenwyk ; die , eerst
gefprooten uit Kerkelyke gefchillen, eerlang
gevoed werden , door begeerte naar veran-
dering der Regeeringe, en eindelyk zo ver
liepen , dat het gezag van zyne Hoogheid
tusfchen beide komen moest, om 'er een ein-
de van te maaken. Steenwyk was de laat-
fte Stad in de Vereenigde Gewesten , waar,
onder het Stadhouderlyk bewinä van den
Prinfe, eenige buitengewoone verandering
der Regeeringe voorviel. 't Volk , na dat
zyne Hoogheid de Regeering, alomme , in
de voornaamfte opzigten , gebragt hadt op
den
■.
-ocr page 368-
S?o VADERL. HIST. LXXrX.BoEK.
1750. den voet, vvaarby zy , onder 't Stadhouder-
-------fchap van Willem den lil, beftaan hadt,
geene gelegenheid meer hebbende , om, met
vrugt, te haaken naar nieuwe verandering,
fchikte zig , allengskens , tot onderwerping
en rust.
*
VA-
1
-ocr page 369-
VADERLANDSCHE
HISTOR I E.
TAGTIGSTE BOEK.
INHOUD.
I. Handelingen tot verzekering der Vrede van
Aken. Verdrag van Ondcrfland met den Keur-
vont van Beijeren. Diergelyk Verdrag met
den Koning van Poolen
, Keurvorst van Saxen.
II. Gezamfchap naar Frankryk. De Abt de
la Vitte neemt affcheid van de Staaten.
III.
Beroeringen in ewige Gereformeerde Kerken
deezer Landen Met naame
, te Nieuwkerk
op de Veluwe. In Gelderland. In Gooiland.
In Groningen en Drente. In Zuidhóttand
IV.
Prins Lodewyk van Brunswyk IVolfenhuttel
wordt Veldmaarfchalk.
V. Doorbraak in den
Lekdyk.
VI. Zyne Hoogheid doet zig inhuldi-
gen tot Markgraaf van Veere en Vlisfingen.
VII. De Westindijche Kamer van Tienen be-
fluit de Vaart op Esfequebo aan te moedigen.
De Hoofd deelgenoot en ter Kamer Zeeland be-
weeren . dat de Zeeuwen een uitfluitend regt op
deeze Volkplanting hebben.
VIII. De Kamer
Amßerdam wederlegt hunne meening
, in een
uitvoerig Vertoog. Doet een'voor/lag. IX. Ant-
woord der Zeeuwfche Hoofddeelgenooten op het
Vertoog der Kamer Amßerdam.
X. De Kamer
l.                                                               Am-
-ocr page 370-
§?2 VADERLANDS CHE LXXX.BoéC
Amßerdam levert een tweede Antwoord ter aft
gemeene Staatsvergaderinge over. "'t Gefchil
blyft hangen.
XI. De Koning van Pruhfen regt
eene Oostindijche Maatfchappy op
, te Ëmbden.
Hy verzoekt
, dat de Staaten de Schepen deezer
Maatfchappy e
, in de Oostindifche kdvens, ont-
•vangen. Antwoord der Staaten.
XII. Maat-
fchappy van Vüfchery
, in Engeland opgeregt.
Middelen om te voorkomen
, dat 'er de Haring-
vaart deezer Landen nadeel van lyde. Vlaar-
dingen zoekt ah eene beßooten Stad aange-
merkt te worden.
X'II. Zyne Hoogheid doei
een voorßag tot herßelling der Fabrieken. Bc-
fluit der Staaten hierop.
XIV. Inhoud eene*
Verhandeling over den Koophandel van deezen
Staat, Verval en Middelen van herflellingt
van den zelven aangeweezen.
XV. Zyne
Hoogheid pryst het Ontwerp van eene bepaal-
de
Porto Franco den Staaten aan. XVI.
Oordeelen van V Gemeen over dit Ontwerp.
De Kollegien ter Admiraliteit in Holland oor-
deelen
, dat men V , onder zekere voorwaar-
den
, zou können invoeren. XVII. Het Kol-
legie ter Admiraliteit in Zeeland maakt 'er
yeele zwaarigheden tegen. Slaat andere mid-
delen voor
, tot herßelling van den Koophandel.
XVlII. Zyne Hoogheid wordt onpasfelyk. Ge-
bruikt de Wateren
, te Aken. Keert van daar
te rug. De Ziekte verheft zig. De Prins
flerft.
XIX. De Staatev neemeri der Prin-
fesfe Weduwe den Eed af
, ah Gouvernante
t en Voogdesfe van dm jongen Erfßadhouder ,
Willem den vyfdkn. XX. tLykvan
zyne Hoogheid wordt op een Praalbed gelegd'9
fff
-ocr page 371-
LXXX.Boek. HISTORIE. 373
en plegtelyk ter aarde befleïd. XXI. Afbeel-
ding van wylen zyne Hoogheid.
s
dert het fluiten der Vrede te Aken, l75*»
hadt mén gearbeid, aan de vereffening ~
van 't gene, by 't Verdrag, onafgedaan ge- 0v*reen.
bleeven was, en te gelyk, aan eenige Verdra- komst
gen, die dienen konden, tot bevestiging en tusfchen
behoudenis der herfteide rust in Europa, 't d.e K°-
Gelukte, eindelyk, den Koning van Groot- "nlpan-
Britanje, in Wynrnaand deezes jaars, eene je eu
Overeenkomst te fluiten, met het Hof van Ma- Groot-
drid, waarby hy afftondt van het Asfiento- Britanje,
Verdrag, welk, volgens het Verdrag van A-
ken, nog vier jaaren duuren moest; tegen ee-
ne fomme van honderdduizend ponden fter-
lings, welk de Koningvan Spanje beloofde,
hem te zullen betaalen. Voorts, werdt het
Verdrag van Koophandel van den jaare 1667,
by deeze Overeenkomst, bekragtigd, en den
onderdaanen des Konings van Groot-Britan.je
vryheid verleend, om zout te mogen laaden
aan het Eiland Tortudos, gelyk zy, ten tyde
van Koning Karel den II. gewoon geweest
waren (<z). Koning George en de Staaten han- Verdrag
delden, daarenboven, ook met de Hoven van Xan"
Dresden en München, over Verdragen van tuesr^hen
onderftand, ftrekkende, om deeze Hoven na- Groot-
der aan hun belang te verbinden, dan zij ge- Britanje,
duurende den jongften oorlog, geweest waren. de s»»-
Eindelyk, werdt, den twee - entwintigften van ^^
Oogstmaand, te Hanover, een Verdrag, voor Vomvan
den Bïijersa.
O) VoUz RoyssBT Reaieil, Tem. XX. f. 349,
XX. Deel,               Aa
-ocr page 372-
374 VADERLANDSCHE LXXX.Boer.
1750, den tyd van zes jaaren, te rekenen van den
------ eenentwintigden van Hooirnaand, getekend,
tusfchen den Koning van Groot-Britanje, de
Staaten en den Keurvorst van Beijeren. De
Zee-Mogendheden verbonden zig, by het
zelve „den Keurvorst,jaarlyks, eenen onder-
„ ftand van veertigduizend ponden fterlings,
„ of vierhonderdveertigduizend guldens Hol-
„ landsch te zullen betaalen: waarvan twee
„ derde deelen, door Groot-Britanje, en een
„ derde deel, door de Staaten, zouden worden
„ opgebragt." Hiertegen verbondt zig de Keur-
vorst „ om zesduizend man op de been te
„ zullen houden; beloovende hij, dezelven,
„ noch tegen zyne KeizerlykeMajesteit, noch
„ tegen het Rykte zullen laaten gebruiken. Ook
„ zou hy de inzigten van zyne Groot -Britan-
„ nifche Majesteit, op den ïtyksdag, helpen
„ onderfteunen. En zo hij, door eenige Mo-
„ gendheid, uit hoofde van dit Verdrag, mögt
„ aangevallen worden; zouden de Zee-Mo-
„ gendheden hunne poogingen aanwenden,
„ om hem vergoeding van fchade van den
„ aanvaller te bezorgen." Uit aanmerking van
dit Verdrag, ftondt de Keurvorst, op nieuws
(#), ten behoeve der Keizerinne Koninginne,
af van zyne eifchen op het Hertogdom Mi-
randola en op het Markgraaffchap Concordia:
waartegen haare Majesteit zig verbondt, hem
een vierde van den beloofden onderftand van
veertigduizend ponden fterlings te zullen be-
taalen: zo dat de Zee - Mogendheden niet
meer dan dertigduizend ponden hadden op te
bren-
C *) 7As liicr voor, l/l, 35$.
-ocr page 373-
MXX.Boek. HISTORIE. 375
brengen, 't Liep nog langer dan een jaar aan, t?&i
eer men diergelyk een Verdrag, met den Ko- ——h
ning van Poolen, Keurvorst van Saxen, treffen Geiyk
kon. De Heer Calkoen handelde'er over, aan Verdrag
't Hof van Dresden; en 'twerdt, hief, eerst Koning™
op den dertienden van Herfstmaand des jaars v»n Poo-
1751, getekend. Het kwam, in inhoud en oog- ien,Keur-
merk, overeen met het Verdrag, met den Keur- vorst vaB
vorst van Beijeren aangegaan, uitgenomen dat S*XMI*
het flegts op vier jaaren, te rekenen van S. Mi-
chielsdag, zynde den agtften van Zomermaand ,
bepaald was; en dat de beloofde onderftand agt-
enveertigduizend ponden fterlings, en dus agt-
duizendponden tterlingsmeerder, beliep. Ook
verbondt zig de Koning van Poolen, Keurvorst
van Saxen, zo lang dit Verdrag duurde, geen
deel te zullen neemen, in eenen oorlog, die te-
gen Groot-Britanje, de Staaten, of de twee
Keizerlyke Hoven mögt ondernomen worden;
zullende hy Groot-Britanje en de Staaten, in-
dien een van beide vyandelyk mögt aangevallen
worden, met zesduizend man of meerder, by-
ßaan. 't Verdrag, waarvan wy fpreeken,was
in de Franfche taaie gefteld. En toen 't in Zee-
land kwam, merkte men, terftond, op, dat,
in het zelve, van deezen Staat gewaagd werdt,
onder den naam van la Republique de Hollande,
dat is, de Staateman Holland. Doch men droeg
zorg, datdeeze fpreekwys veranderd werdt,
en dat men, in de plaatfe daarvan, ftelde la
Republique des Provinces Unies- des Pais-Bas,
dat is, den Staat der Fereenigde Nederlanden (c).
De
(:) Notul. Z«el. »5 Oiïob. 3 Nivtmb. t} Detml, 175t. W«
4£'.47ö» 4*7-
Aa 3
-ocr page 374-
tf6 VADERLANDSCHE LXXX.BoEK*
V50-
H.
Getane-
fchap
naar
Frank-
ryk.
De Staaten der Vereenigde Gewesten, zig ,
door 't ttuiten van deeze twee Verdragen van
onderftand, zoekende te beveiligen, tegen ee-
nige onderneemingen, tot krenkinge der onlangs
geflooten' Vrede, verzuimden, ondertusfchen,
niet, de herftelde vriendlchap met Frankrijk aan
te kweeken, door 'tafzenden van eenen ge-
woonlyken Ambasfadeur: waartoe, in 't begin
deezes jaars, de Heer Mattheus Lestevetion,
Heer van Berkenrode, benoemd was. Hy was,
in Lentemaand, te Parys, aangekomen, endeedt
'er, federt, eene ftaatelyke openbaare intrede.
De Koning van Frankryk zondt, in Herfstmaand
daaraan, den Markgraaf de S. Contest, in de hoe-
danigheid van zynen gewoonlyken Ambasfadeur,
Da Abt
naar den Haage. De Abt de la Ville, die thans
de ia vu- in Frankryk was, nam, kort hierna, fchrifte-
sfffTiT lyfe' a^cnei'^ van ds Staaten, wordende zyn
van dè Vertoog, door den Markgraavede S. Contest,
Siaaten. ter algemeene Staatsvergaderinge ingeleverd;
waarop hem het gewoonlyk gefchenk werdt toe-
gelegd. In 't Vertoog van den Abt, vondt men
n
           opmerkelyk de verklaaring „dat de Koning,
„ zyn Meester, geene zwaarigheid maaken zou,
„ om wederom in oorlog te treeden, indien hy ,
„ door hooger aanmerkingen van zynen roem,
„ van de onderfteuning zyner Bondgenooten,
„ of van de trouw zyner verbintenisfen, daaf-
„ toe genoodzaakt mögt worden; fchoon hy
,* hertelyk bleef verlangen, om van de magt
„ en het aanzien zyner Krooné geen ander ge-
„ bruik te maaken., dan tot bevordering van
„ de rust van alle volken, en van 't welzyn zy-
„ ner Onderdaanenin 't byzonder." Ook bragt
hetvoorzigtig beleid van verfcheiden'Mogend-
'
-ocr page 375-
kXXX.BoEK. HISTORIE. 377
heden, die in den jongften oorlog waren inge- i^o;
wikkeld geweest, te wege, dat dealgemeene Vre--------
de, nogeenigen tyd, bewaard werdt.
Maar in verfcheiden' Gewesten van den Ver- ni.
eenigden Staat, waren na 't ftillen der bewee- Schets
gingen, waaruit, onlangs, verandering in de *an de
Regeeringe gefprooten was, nieuwe beroerten in^Gc-
ontftaan in de Kerke, die gefchaapen ftonden, refor-
gevaarlyke gevolgen te zullen hebben, zo de meerde
wysheid der Overheid geen middel gevonden Kerlten
hadt, om ze te ftillen. 't Zou, in onze Hiftorie, "heiden'
daar wy genoegzaam alleen van weereldlyke oorden
zaakenhandelen, niet voegen, omftandiglykte deezes
gewaagen van 't gene, ten deezen tyde, de Kerk Landf>
deezer Landen ontrustte. Doch 't werk heeft
te veel gerugts gemaakt, enderburgerlykeO-
verheid ook te veel zorg gekost, om 'er geheel
van te zwygen. Wy zullen 'er egter alleen kor-
telyk en fchetswyze van gewaagen; doch te ge-
ïyk, met zo veel klaarheid en onpartydigheid,
als ons mogelyk zal zyn.
't Was nu en dan gezien, in de Hervormde met naa-
Kerken deezes Lands, dat fommige toehoor- me te
ders, inzonderheid vrouwen, die in't gemeen w£w"
ligter aangedaan worden, en fterker van hem- op de
togten zyn dan de mannen; 't zy door de ern- Velu we;
ftige taaie des Leeraars, of uit andere oorzaa-
ken, zo zeer getroffen werden, dat zy tot wee-
jien, luid fchreeuwen en gillen voortfloegen, en,
fomtyds, den Predikant hinderden, in tpredi-
ken. Doch deeze en nog veel geweldiger be-
weegingen werden nu, aan verfcheiden'oorden,
gemeen, en floegen, gelyk eene Landziekte,
over, van de eene Plaats naar de andere. Eerst
en fterkst,werden zy befpeurd, te Nieuwkerk
Aa 3
                      op
-ocr page 376-
3?8 VADERLANDSCHE LXXX.Boek,
lyjo. op de Veluwe, in den Herfst des voorleeden
——— jaars, en wel meest, onder 't prediken en in de
Katechifatien van Gerardus Kuipers, een jong,
welbefpraakt' en yverig'Leeraar, hier, onlarigs,
van Jutfaas beroepen. Veelen onder de toe-
hoorders raakten, vantydtottyd, endoorgaans
verfcheiden' te gelyk aan't fchreijen, handen-
wringen , roepen, tieren , flaan en kloppen, niet
zonder, fomtyds, met luider ftemme, hunne
zonden te verfoeijen, den Duivel af te zweeren,
en hunne toevlugt te neemen tot 's Weerelds
Heiland. Eenigen kreegen geweldige ftuiptrek-
kingen, vielen in zwym, en raakten zo geheel-
lyk buiten kennis, dat men ze ter Kerke uit draa-
gen moest. Doch fommigen, uit hunne be-
naauwdheid bekomende, vielen aan 't zingen,
in de volle Kerke. Al 't welke niet nalaaten kon,
deaandagt der overige toehoorderen, geweldig-
lyk, te ftooren. Na't eindigen van den open-
baaren Kerkdienst, en op andere tyden, hieldt
de Predikant Kuipers oefening, ten zynen hui-
ze en elders. Ook werden, door anderen, ge •
duuriglyk, oefeningen gehouden; fomtyds, zelfs
tot laat in den nagt: alwaar dezelfde beweegin-
gen voorvielen. Zulke byzonderheden konden
niet nalaaten veel gerugts te maaken, door 't
gantfche Land. Veelen fpoorden 'er de ver-
moedelyke oorzaaken van naar, en hadden 'er
verfchillende gedagten over. Men vondt 'er,
die de Nieuwkerkfche beroeringen aanzagen
voor werkingen der Hemelfche genade; en Kui-
pers zelf fcheen, in 't eerst, niet vreemd van
deeze meening. Doch anderen oordeelden, dat
men ze aan geene bbvennatuurlyke oorzaak be-
hoefde toe te fchry ven; maar ten deele aan de
pre-
-ocr page 377-
LXXX.Boek. HISTORIE. 379
predikwyze des Leeraars, ten deele aan de ligt- 175».
geraakte gefteldheid eeniger toehoorderen, wel -------
ker voorbeeld ook van kragt was op anderen, met
naame op jonge vrou wsperibonen en kinders van
agtoftien jaaren. Ook waren 'er, die, in aan-
merking neemende, hoe zeer, door deeze be-
weegingen, de Godsdienst geftoord werdt, 't
werk eer aan eenen boozen, dan aan eenen goe-
den Geest toefchreeven. Men twistte, hierover,
ook in openbaaren druk, niet zonder eenige he-
vigheid en fchimp, van de eene en de andere
zyde. Ondertusfchen,floegen de beweegingen, en in an-
die te Nieuwkerk waren aangevangen, wel haast, dereDor-
over naar de naaste Dorpen van de Veluwe, ^"vdu-
het Stigt en Gooiland. Aan fommige oorden, we> het
hadden 'er de Predikanten dezelfde hooge ge- Stigt en
dagten van, die Kuipers, in 't eerst, fcheen te Go°i-
hebben.En hier duurden de beweegingen langst. '
Doch op andere plaatfen, vermaanden de Pre-
dikanten tegen alles, wat den openbaaren Kerk-
dienst ftoorenkon, en bragten, hierdoor, te
wege, dat de beroeringen kleinen opgang maak-
ten, en, hier en daar, van zelven,ophielden.
Allengskens, bleek ook, dat zig, onder deeze
beroerden, vrouwluiden, jongens en kinderen
mengden, die de beweegingen, welken zy an-
deren zagen maaken, meer of min konftelyk,
wisten naar te bootfen, om, daardoor, voor iet
byzonders door te gaan, van werken verlost te
worden, en het medelyden en de gaaven van
anderen te winnen. Men getuigt, dat fommi-
ge beroerden, in de Kerke en in de oefeningen,
tekenen gaven van bekeering en Godsdienftig-
heid, fcboon zy, daar buiten, niet fchroomden,
zig in eene ongebonden' leevenswyze toe te gee-
Aa 4
                     ven;
-ocr page 378-
$8o VADERLANDSCHE LXXX.Boe«
1750. ven; hoewel 't ook niet ontbrak aan eenigen,
------ die duurzaame blyken gaven van verbetering
der zeden. Doch 't getal van deezen was zo
klein, dat men 't werk, allengskens, ook op
Plaatfen, daar men 'er zeer mede ingenomen
geweest was, verdagt begon te houden. Kui-
pers zelf, van hooger hand, zo men wil, ver-
maand, fprak 'er, na verloop van een jaar,
merkelyk flaauwer van dan in den beginne.
Ook nam de Kerkenraad van Nieuwkerk, in
Wynmaand deezes jaars 1750, opzynen voor-
flag, een beiluit, om zuiken, die voortaan,
door fterk fchreeuwen, ftuiptrekkingen en
diergelyke lighaamsbewecgingen, den Gods-
dienst zouden ftooren >terftond, ter Kerke uit te
doen brengen: allen, die aan diergelyke beroe-
ringen onderhevig waren, daarbenevens, ver-
maanende, zig niet, gelyk zy plagten, tg
plaatfen midden in de Kerke, maar digt aan
de deuren. Men beduidde, federt, den luiden,
dat ftuiptrekkingen en geweldige lighaams-
beweegiugen den mensch buiten ftaat ftelden,
tot het waarneemen van zynen pligt; waarom
niemant reden hadt, om 'er naar te verlan-
gen ; maar zy, die 'er aan onderhevig waren,
veeleer, behoorden te bidden, om 'er van ver-
lost te worden. Al 't welke de Kerkdienstftoo-
rende beweegingen, eerlang, te Nieuwkerk,
in zulk eene kleinagting bragt, datzy,allengs-
ook in ^ens» ophielden. Doch in Groningen en in 't
Gronin- Landfchap Drente, openbaarden zig dezelfde
gen en in foort van beweegingen, in de Lente des jaars
fchap I75I' t0Rn z¥' °P ^e meeste Plaatfen in Gel-
Drenw ; derland, daar zy eerst begonnen waren, naauw-
' lyks me^r gezien werden. Maar Predikanten
en
-ocr page 379-
LXXX.Boek. HISTORIE. 381
en Overheid floegen hier de handen in een, I75«j
om ze fpoedig te fluiten. De Graaf van Sty- • • y
rum, die den perfoon van zyne Hoogheid ver-
beeldde in 't Landfchap Drente, droeg, eeni-
ge maanden laater, ernftelyke zorg voor 't
weeren der berberderen van den openbaaren
Godsdienst. Op zyne aanrading, befloot de
Sinode van Drente zulken, diezig, tevooren,
in merkelyke beweegingen vergreepen hadden,
te verpligten tot openbaare fchuldbekentenis,
en fommigen onder dezelven, voor eenen
tyd, te houden van 't Avondmaal. Het ftoo-
ren der Godsdienftige famenkomften werdt,
ook hier, en in 't Drostampt van Vollenho-
ve, by openbaare afkondiging, verbooden.
Men moest dien zelfden weg, eerlang, ook en in 'c
houden, in 't Zuiderkwartier van Holland, Zuider-
daar dezelfde foort van beweegingen, op vee- kwar"er
Ie Dorpen en in eenige Steden, begonden be- j^;
lpeurd te worden, in den Herfst des jaars
1751. Doch hier werdt, klaarlyk, en door
veelen, ontdekt, dat 'er gemaaktheid en be-
drog liep onder een werk, welk eenigen voor
iet wonders hielden. Verfcheiden' Dorpen
van de Alblasferwaard werden 'er door ont-
rust, tot in 't volgende jaar 1752. Men vrees-
de toen, dat de kwaal naar Dordrecht zou o-
verflaan. Doch de Wethouderfchap weerde ze Te Dor-
wysfelyk, door eene ernftige Waarfchuwing, drecht,
behelzende „dat zy met de uiterfte aandoe- wordt \w
„ ning vernomen hadt, hoe verfcheiden' lui- ^f^*6"
„ den, in de naafte Dorpen, zig niet ontza-
„ gen, te fchreeuwen, en andere beweegin-
jp gen en hertstogten te vertoonen, in de Ker-
Aa 5
                   „ ken;
-ocr page 380-
$32 VADERLANDSCHE LXXX.Boeï,
S750. » ken; en hoe men zulke kwaade oogmerken;
* - „ ook daar ter Stede, begon te fmeeden, wel-
„ ker gevolgen niet dan nadeelig konden zyn
„ voor zwakke gemoeden, dezelven aftrek-
„ kende van de waare Christelyke Godvrug-
„ tigheid; behalve, dat zy den Leeraaren, in
„ *t verkondigen van Gods woord, hinderlyk
„ waren, veele regtzinnigen buiten de Ker-
„ ken hielden, de liefdegaaven aan de behoef -
„ tigen deeden afneemen, en de rust in den
„ Burgerftaat, zo wel als in de Kerke, ver-
„ ftoorden: zaaken allen, waarvan regt-
„ fchaapen' Christenen een' afkeer hadden,
„ en die, volgens alle wetten van deezenLan-
„ de, ten hoogfte ftrafbaar gerekend moes-
„ ten worden. Zy verbooden, hierom, alle
„ diergelyke verftooringen van den openbaa-
,, ren Godsdienst wel ernftelyk, aan ingeze-
„ tenen en vreemden; met verklaaring, dat
„ de Ouders voor hunne kinders en de Voog-
„ den voor hunne weezen zouden moeten
„ verantwoorden." En dit Verbod was van
zo veel kragt, dat niemant, federt, onder-
nam , eenige ongewoone beweeging te veroor-
zaaken, in de Kerken van Dordrecht. In an-
dere Steden, heeft de bloote tegenwoordig-
heid van den Schout gevreesde en voorfpel-
de beweegingen belet. En deeze opfchud-
dingen, die, in 't eerst, een byster aanzien
hadden, zyn, zo dra ze verbooden en veragt
werden, eindelyk, t'eenemaal opgehouden.
Doch 't verhaal van den afloop deezer Kerk-
beroerte heeft ons reeds gevoerd buiten de
orde der overige Gefchiedenisfen van deezen
tyd, tot welken wy nu wederkeeren.
-ocr page 381-
LXXX.Boek. HISTORIE. 383
Zyne Hoogheid, de Prins Erfftadhouder, 175»;
federt eenigen tyd, zyne lighaamelyke gezond- ■------
heid voelende afneemen, hadt de algemeene IV.
Staaten bewoogen, om den Prins Lod&vyk van ^""s
Brutiswyk-Wolfembuttel, vermaagfchapt aan de v°in wy
Koninglyke Prinfesfe, aan te ftellen tot Veld Bruns-
maarfchalk over 't Krygsvolk van den Veree wy
nigden Staat, op eene wedde van vierentwin ^°'^m"
tigduizend guldens: en 't leedt niet lang daar wortjt tot
na, of zyne Hoogheid deedt deezen Vorst Veld
voorfchikken, om, by zyn overlyden, het J?asr-
Krygsvolk, als O verhoofd te gebieden: waar- [£™£
toe hem eene wedde van veertigduizend gul- fteid. *
dens werdt coegelegd ( d~) Prins Lodewykwas
Generaal in Keizerlyken dienst geweest, en
hadt zig, in den jongften oorlog, loffelyk ge-
kweeten. Kort hierna, werdt hy, door zyne
Hoogheid, met een Regiment begiftigd.
Het hoog opperwater in de Rivieren, fe- v.
dert eenige jaaren, verfcheiden' doorbraaken ®oor~
en overftroomingen veroorzaakt hebbende , de^Lek-
drong, op den drie-entwintigften van Lente- dyk by
maand des volgenden jaars 1751, wederom. JaarsveUL
by Jaarsveid, door den Lekdyk, waarin twee '751-
gaten vielen, een van dertig en een van elf
roeden wyd. De Lopikkerwaard, het Land
van Ysfelftein en een gedeelte van de Krim-
penerwaardwerden, hierdoor, onder water ge-
zet. By Beuzighem, bezweek de dyk, ins-
gelyks. Doch de fchade was niet groot. Ook
gaf het gunftig jaargetyde gelegenheid, tot
het fpoedig herftellen der dykaadjen.
Tot
. (<0 Refol. Holl. sa Dee. 1750. tl. 947.
-ocr page 382-
3S4 VADERLANDSCHE LXXX.Boei.
i#i. Tot hiertoe, hadt de Prins - Erfftadhouder
------ nog geene gelegenheid können vinden, om
Vi. zig, in Zeeland, te doen inhuldigen, tot Mark-
Eyne graave van Veere en Vüsfmgen; doch nu be-
he^d doet ë^ nY z'g derwaaids, in Bloeimaand. Hy
siginhui- tradt eerst aan land te Middelburg, nam in de
digen toe Vergadering der Staaten van 't Gewest zitting,
Mark" en begaf zig, vervolgens, naar Veere, daar
vatfveere^ inhuldiging zeer pJsgtiglyk gefchiedde, op
«n viis- den eeriben van Zomermaand. De Wethou-
gngeo. derfchap, den Pnnfe te gemoet gegaan zyn-
de, boodt hem de Scads fleutels aan. De
Prins, op 't Stadhuis gekomen, dcedt eerst
den eed, als Markgraaf; waarna de Wethou-
derfchap, de Overften der Schutteryen en Gil-
den hem, insgelyks, trouwe z woeren. Voorts,
werdt 'er, dien dag, met fchieten en kloklui-
den, en met het verlichten der wooningen,
allerlei blyk van vreugde gegeven. Vier da-
gen daarna, werdt zyne Hoogheid, op ge-
lykewyze , ontvangen en ingehuldigd, te Vlis-
fingen. De Prins deedt, in beide de Steden,
een groot getal van zilveren penningen, en
ook eenige gouden flrooijen en uitdeden,
waarop Ulysfes, na een veclj-iarig omzwerven,
in zyn Ryk Ithaka wederkeerende, by zynen
Zoon en Vriend, verbeeldt ftondt: met dit
randfehrifc,VeTeRem Dominum Vide-
tis Ulys SEM, Gy ziet hier Ulysfes, uwen
ouden Heer.
Onder aan, las men, Suum Cur-
QUE , Elk het zyne. Op de keerzyde, zag men
een Raadhuis, van welks pui je, de Prins pen-
ningen ftrooide, onder eene vergaderde me-
nigte. 0;n den rand ftondt Adgnosco stu-
dium
-ocr page 383-
LXXX.Boek. HISTORIE. 385
.t>iUM MENTEMQUE me on um, Ik erken dqi, i?$ii
yver en zugt der mynen.
En nog, Fides Ci- .»1m "f
viuM Ver^; & Vlissinc/e , Trouw der Bur-
geren van Veert en Vliifingen.
De Prins hieldt
zig, na 't voltrekken deezer plegtigheid ,
nog eenige dagen op, in Zeeland, om orde
te fteilen op de Regeeringe, en op 't begeer
ven der Ampten; waarna hy naar den Haage
te rug keerde (e).
De Kamer der Westindifche Maatfchappye Vit,
in Zeeland was, federt eenigen tyd, in ge- P^.t51'
fchil geraakt, met de overige Kamers, welk Ram«
nog niet hadt können worden bygelegd. De van Tie*
Kamer van Tienen, in Oogstmaand des voor- »en be-
leeden jaars, in Amfterdam vergaderd geweest ^mt de
zynde, hadt, op den elfden, beflooten „ alle Esfeque-
„ byzondere Kamers te verzoeken, dat zyde boaante
„ Reeders en handelaars op Rio Esfequebo, moedi-
„ wilden aanmoedigen,om fchepen derwaards gen*
„ te zenden; alzo men bevondt, dat de ge-
„ wasfen der Maatfchappye en der byzonde-
„ re Planteren, by mangel van fchepen, al-
„ daar te lang leggen bleeven." De Afgevaar-
digden der Kamer van Zeeland hadden zig
egter ongelast verklaard, om in dit befluit te
bewilligen (f). Ook leedt het niet lang, of De
eenige Hoofddeelgenooten deezer Kamer be- Hoofd-
weerden, in openbaaren druk, dat dezelve ^^
een uitfluitend regt hadt, om alleen op Esfe- terKama
quebo en de orderhoorige Rivieren te vaaren Zeeland
en te handelen. Zy merkten aan „ dat de bewee-
„ Zeeuwen de eerflen geweest waren, diery"^ff
r Z' .                         _ ^ .                * , leeuwen
„ Guajana, waarvan Esfequebo een gedeelte een afe-
5, was, fluitend
0")Re[bl. H'-U. zr.Jmy, i75u tl, 474. x. I :..*.,
. (ƒ; Refol. HOU. 8 üctoi. 1750. tl. 711.
i             ;
-ocr page 384-
386 VADERLANDSCHE LXXX.Boek;
1751. „ was, bevaaren hadden, voor het einde der
-------„ zestiende eeuwe. Dat Zeeland, ook in laa-
regt heb- „ ter' tyd, verfchciden' Volkplantingen op de
ben om ^ kust van Guajana gehad, en Suriname, Ber-
VoikeeZe " ^ce en Cajenne , by verfcheiden' gele-
planting „ genheden, aan anderen verkogt en afge-
te hande- „ ftaan hadt. Dat de Zeeuwen, op Esfeque«
,en' „ bo in 't byzonder, reeds in 't jaar 1621,
„ toen de Maatfchappy opgeregt werdt, plag-
„ ten te vaaren; dat zy, ais Stigters en voor-
„ ftanders deezer Volkplantinge, waren be-
„ kend geweest, en dat ze 'er, hierom, den
„ naam van Nova Zdandia of Nieuw Zeeland
„ aan gegeven hadden. Dat, toen men, in
„ 't jaar 1632, ter Vergaderinge van Nagen-
„ tienen, in overleg nam, de Volkplanting te
„ verlaaten, de Kamer Zeeland zulks tegen-
„ ftemde. Dat zy 'er op bleef handelen, tot
„ in 't jaar 1657; wanneerde Maatfchappy,
„ door 't verlies van Brazil, buiten ftaat ge-
„ raakt was; 't welk haar ook deedt befluiten,
„ Esfequebo over te geeven aan de drie Wal-
„ cherlche Steden, Middelburg, Vlisfingen
„ en Veere, mids dat vier Bewindhebbers,
„ nevens vier Gemagtigden uit de Wethou-
„ derfchap der drie Steden, 't beftier hielden
„ over de Volkplanting. Dat, Suriname en
„ Esfequebo, in 't jaar 1665, door de En«
„ gelfcnen veroverd, en Esfequebo, daarna ,
„ door de Franfchen, geplonclerd zynde, de
„ Staaten van Zeeland, in 't volgende jaar,
„ een Esquader onder Abraham Krynszoon
„ gezonden hadden naar Amerika; wien 't
„ gelukt was, Suriname te herwinnen, en Es-
„ fequebo en Tabago, van den vyand verlaa-
» ten,
-ocr page 385-
LXXX.Boek. HISTORIE. 387
„ ten, in te neemen en te bezetten. Dat de 1751.
„ Staaten van Zeeland, hierdoor gekomen in
„ het wettig bezit van Esfequebo, deeze Volk-
„ planting, in 't jaar 1668, hadden opgedraa-
„ gen aan de drie Walcherfche Steden, die
„ ze, in 't volgende jaar, den Staaten we-
„ derom overgegeven hadden; waarna de
„ Gekommitteerde Raaden dezelve, in 't
„ jaar 1670, wederom aan de Kamer der West-
„ indifche Maatfchappye in Zeeland affton-
„ den, onder uitdrukkelyke voorwaarde, dac
„ niemant op deeze Volkplanting zou mogen
„ vaaren, noch dezelve beplanten of bebouwen
„ dan deeze Kartierende ingezetenen van Zee-
„ land: welke voorwaarde, benevens de an-
„ deren, op welken deeze opdragt gefchied
„ was, door de algemeene Staaten, was goed-
„ gekeurd,hebbende de Staaten van Zeeland,
„ vooraf, duidelyk verklaard, dat zy, zonder
„ deeze goedkeuring, in het nieuw Oktroi der
„ Maatfchappye, niet zouden hebben können
„ bewilligen. Dat de Vergadering van Tie-
„ nen, indejaaren 1685 en 1686. wel eeni-
„ ge inbreuk gezogt hadt te doen op het regt
„ der Kamer in Zeeland, door het aanftellen
„ van eenen Bevelhebber over Esfequebo, en
„ door 't openzetten der Vaarte op deeze
„ Volkplanting; doch dat Middelburg de ge-
„ volgen deezer inbreuk hadt weeten te voor-
„ komen. Dat de Kamer van Zeeland, federt»
„ wel opening gedaan hadt aan de algemeene
„ Maatfchappye van de uitrustingen, welken
„ zy op Esfequebo deedt, en van de voordee-
„ len der Volkplantinge, doch dat dit haar
„ regt om alleen op dezelve te handelen niet
» ver-
-ocr page 386-
388 VADERLANDSCHE LXXX.BoBxj
ï?$ï. >» verminderen kon. Dat dit regt nader be-
... „ vestigd werdt, door eene ongeftoorde be-
„ zitting van honderd en dertig, immers,
„ buiten tegenfpraak, van tagtig jaaren. Dat
„ het beiluit der Vergaderinge van Tienen,
„ om de Vaart op Esfequebo open te zetten,
„ tegen 't gevoelen der Afgevaardigden van
„ Zeeland genomen, hierom, moest gehou-
„ den worden voor onwettig; te meer, om
„ dat het zelve, op verzierde gronden, fteun-
„ de; zynde 'er altoos overvloed van fchepen
„ aan Esfequebo geweest, om de gewasfenen
„ waaren af te haaien, zelfs tot zo verre, dat
„ fommigen, nog onlangs, hunne volle vragt
it niet hadden können bekomen; en 't gebrek
„ aan fchepen, welk men, in 't jaar 1747,
„ gehad mögt hebben, alleen veroorzaakt,
„ doordien de Admiraliteit in Zeeland drie
„ fchepen, die altoos op Esfequeboplagten te
„ vaaren, tot befcherming en dekking van
„ Holland en Zeeland, hadden geprest, 't
„ Nut voor de Maatfchappye in 't gemeen,
„ welk men zig, uit het openftellen der Vaar-
„ te op Esfequebo, zou mogen belooven, gaf
„ geene vryheid, om eens anders regt te kren-
„ ken. Ook zou 't gebruiken van zulk eene
„ overmagt kwalyk voegen in een vry Land,
,, en onder eene vrye Regeering. En zo de
„ grootfte Kamer op ééne na eens haar regt
T> verlooren hadt, mogten de kleine Kamers
„ wel toezien. Behalve dat tweedragt altoos
„ nadeel doen zou aan de Maatfchappye. Zee-
„ land hadr, ondertusfchen, groot belang,
„ by 't behouden der byzondere Vaarte öp
„ Esfequebo. Veele ingezetenen van meerder
n
f
-ocr page 387-
IXXX.BóEfc. HISTORIE. 389
,, en minder vermogen beftonden'er van.. De 1751.
4, Planters in Esfequebo waren allen veel fchul- ------
i, dig aan Zeeuwfche Koopluiden: welke fchuld
„ zy onbetaald zouden laaten, zo de Vaart open
„ gezet werdt, en zyzig, by nieuwe Kooplui-
„ den, voorzien konden, 't Was, derhalve, te
„ hoopen, dat de Vergadering van Tienen het
„ genomen befluit wel zou willen intrekken."
Men hadt het, in Zeeland, niet gelaaten bydit De Staa.;
Vertoog. De Staaten van 't Gewest hadden, £?" van
op verzoek der Zeeuwfche Hoofddeelgenooten, f^Jj1
hunnen Afgevaardigden ter algemeene Staats- poogin-
vergaderinge gelast, ernftelyk aan te houden, gen om
dat den Bewindhebberen der algemeene Maat- het be-
fchappye , door hunne Hoog-Mogendheden, Vè"« de-
bevolen werdt, 't bewuste befluit in te trek- ri)1g| va^
ken, immers, by voorraad, niet uit te voeren. Tienen
Doch de Afgevaardigden van Holland namen vrugtc-
deezen voorflag over. De Vergadering magtig- j£°ask
de egter eenige Leden , om dien te onderzoe-
ken , en fchreef aan de voorzittende Kamer
Amfterdam om berigt: terwyl de Kamer Zee-
land, op üitdrukkelyken last der Staaten van't
Gewest, haaren Bevelhebber op Esfequebo aan-
fchreef ,, dathy geenefchepen, zonder Hout-
„ en Zoutbrief der Kamer Zeeland, aan Esfe-
j, quebo of in de naaste Rivieren 5 zoutoeiaa-
i, ten te laaden ofte losfen.".
't Liep niet langer aan , dan tot in Louw- vin.;
maand deezes jaars j wanneer de Reprefentan- De Re-
ten van zyne Hoogheid en de Bewindhebbers Pan-
der voorzittende Kamer te Amfterdam , den "a^zyne
algemeenen Staaten een uitvoerig Berigt toé- n00g-
Konden , waarin zy 't, voor eerst, vreemd geid en
vonden „ dat die van Zeeland fprakan vari het de. J5*-,
XX. Deel.            ub               „ open w,ndheb-
-ocr page 388-
39o VADERLANDSCHE LXXX.BoekJ
1-51. „ openftellen der Vaarte op Esfequebo, by een
befluit der Vergadering van Tienen , in
B jkj. » Oogstmaand laatstleeden genomen; daar dit
fcheMaat-" Gefluit alleenlyk fprak van het aanmoedigen
fchappye » dier Vaarte, welke, naar men 't, ter voor-
teritamer,, zittende Kamer vanAmfterdam, inzag, reeds
Amfter- n voor meer (jan zestig jaaren, opengefteld ge-
derteggen " weest was*" ^m voorts redetl te geeven
die van van het genomen befluit, merkten zy aan „ dat
Zeeland „ by het Oktroi van den jaar e 1674 •> Esfe-
uitvoerig.j9 qUebo uitdrukkelyk gefteld werdt onder de
„ algemeene bezittingen der Maatfchappye.
„ Dat ook , by een befluit der Vergaderinge
„ van Tienen , genomen in 't jaar 1685, Es-
„ fequebo en Bourona open gefteld waren voor
,, allen , die op deeze Rivieren zouden willen
,, handelen. Dat wel waar was, dat de Ge-
„ kommitteerde Raaden van Zeeland , in 't
„ jaar 1670, met de Kamer der Westindi-
„ fche Maatfchappye aldaar , eene overeen-
„ komst geflooten hadden wegens Esfeque-
„ bo ; dat ook de Staaten van Zeeland hunne
„ bewilliging in de verlenging van 't Oktroi,
„ welk toen verzogt werdt, verbonden had-
„ den aan de bevestiging deezer overkomfte,
„ door de algemeene Staaten. Doch dat dee-
„ ze verlenging van 't Oktroi nimmer verwor-
„ ven was ; dat hunne Hoog-Mogendheden
„ de Maatfchappy, met eene Kamer van wel-
„ ke , de overeenkomst wegens Esfequebo,
„ in 1670 , geflooten was, in 1674, geheel-
„ lyk hadden vernietigd ; waarin de Staaten
„ van Zeeland zelve hadden bewilligd , en te
„ gelyk in de opregting eener nieuwe Maat-
„ fchappye , die , volgens het eerfte Lid van
„ 4err
-ocr page 389-
LXXX.Boek. HISTORIE. 391
„ derzelver Oktroi, met de oude geheel gee-
„ ne gemeenfchsp hebben zou. Dat de Ver-
„ gadering van Tienen , in 1676, met bewil-
»> hging der Kamer van Zeeland , de vergun-
„ ningen , door de vernietigde Maatfchappye
„ verleend , vervallen hadt verklaard. Dat
„ men , ten onregte , hiertegen inbragt, dat
„ het vernietigen der oude Maatfchappye geen
„ nadeel doen kon aan byzondere Perfoo-
„ nen, geene Leden der Maatfchappye zyn-
„ de : alzo de byzondere Perfoonen, die, in
„ gevolge der Overeenkomfte van den jaare
„ 1670, bevoegd waren geweest, om op Es-
„ fequebo te vaaren, geen verder regt verkry-
,, gen konden dan op de Kamer Zeeland, die,
„ in 't jaar 1674, zo wel als de overige Ka-
„ mers der oude Maatfchappye, vernietigd
„ geworden was. Dat alle de bezittingen der
„ oude Maatfchappye onder de beheering der
„ nieuwe waren gefteld , met naame ook Es-
„ fequebo. Dat de Kamer van Zeeland , fe-
„ dert, de bezorging wel gehad hadt over
„ deeze Volkplanting ; doch alleen, als daar-
„ toe gemagtigd zynde door de Vergadering
„ van Tienen, en voor rekening der algemee-
„ ne Maatfchappye; even als de Kamer van
„ Amfterdam gemagtigd geweest was , om
„ voor Curacao te zorgen, zonder dat hieruit
„ volgde, dat de eerstgemelde Kamer alleen
„ op Esfequebo vaaren mögt, zo min als de
„ laatstgemelde alleen op Cura9ao mögt vaa-
,, ren. Dat de Vergadering van Tienen dik-
„ wils befluiten genomen hadt, om zig te
„ handhaaven in 't bewind over Esfequebo.
„ en niet, gelyk men nu voorgaf, byoverdrin-
;> "ging aan de Kamer van Zeeland ; alzo dee-
B b 2
                  ,, ze
-ocr page 390-
392 VADERLANDSCHE LXXX.Boek;
1751. „ ze Kamer , in 't jaar 1680, zelve onder de
—— „ punten van befchryvinge gefteld hadt het
,i overleg, by alle de Kamers te maaken, om
„ de Vaart op Esfequebo voor de byzondere
it Planters open te ftellen ; gelyk, in 't jaar
„ 1685, met der daad gefchied was , zonder
„ dat bleeke, dat de Kamer van Zeeland toen
» verfchild hadt van de overigen , hebbende
„ *zy alleenlyk, in 't volgende jaar, te kennen
„ gegeven , dat Middelburg eenige zwaarig-
„ heid gevonden hadt in't vast gefielde; waar-
„ op geen verder belluit gevallen was. Dat,
„ in 't jaar 1689 , op een punt van befchry-
„ vinge, ook door de Kamer van Zeeland zel-
„ ve gefteld , by de Vergadering van Tienen
„ beflooten was, Esfequebo en Bourona •, ten
„ behoeve der Maatfchappye , aan anderen
„ over te doen, op deeze voorwaarde, onder
„ anderen, dat de Vaart daarop aan alle In-
„ gezetenen van den Staat zonder onderfcheid
*, zou open ftaan. Dat de zelfde Vergadering
„ van Tienen , in de volgende vyfrig jaaren,
,j dikwils befluiten genomen hadt, Esfequebo
„ en den handel en vaart op deeze Volkpten-
„ ting betreffende ; uit welken bleek * dat 'er
„ de Maatfchappy in 't gemeen regt op hadt-
„ Dat men , wyders* geen punt van befchry-
„ vinge behoefde te maaken, om te raadplee-
„ gen en te befluiten , over 't aanmoedigen
„ eener Vaarte , die reeds open gefteld was ,
„ dat men , over diergelyke punten , in veel
„ hooger Kollegien, gewoon was te befluiten,
„ by meerderheid van ftemmen , gelyk ook
„ hier gefchied was; en dat men niemantsregt
„ zogt te krenken, noch overmagt te oefenen
„ over zyns gelyken 5 maar alleenlyk te voor-
-ocr page 391-
JLXXX.Boek. HISTORIE. 393
„ komen, dat de geringe vermogens derMaat-
„ fchappye , door het onderhouden eener las-
„ tigeVolkplantinge, niet verder verteerd wer-
„ den. Datmenzig, wegens het gebrek aan
„ fchepen in Esfequebo, gegrond hadt op de
„ brieven , van daar ingekomen ; en dat, in
„ allen geval, het aanmoedigen der Vaarteniet
„ anders dan ten gemeenen nutte ftrekken kon.
„ Dat, wyders, de ongeftoorde bezitting van
„ tagtig jaaren, waarop men zig, in Zeeland,
„ beriep, geheel geen'grond hadr. Esfeque-
„ bo was , in deeze eeuwe ten minften, ook
„ bevaaren door Hollanders , en , reeds in 't
„ jaar 1621, begreepen binnen de paaien van
„ het Oktroi, toen aan de Maatfchappye ver-
„ leend , binnen welken, in djen tyd, geene
„ byzondere Perfoonen vaaren mogten. Men
„ hadt, eenige jaaren daarna, wel geraad-
„ pleegd, om deeze Volkplanting, die weinig
„ voordeel gaf, te verlaaten ; doch 't bleek
„ niet, dat'er de Maatfchappy immer van af-
„ geftaan hadt: waarom zy, in 't jaar 1667,
„ niet fcheen te können gehouden worden ,
„ voor een goed, welk, gelyk men voorgaf,
„ niemant toekwam. Hoe 't ook ware, Esfe-
„ quebo was, by de opregting der nieuwe
?, Maatfchappye, aan dezelve overgegeven ,
„ g^lyk Suriname, Berbice en Cajenne aan
s, anderen waren afgeftaan. De Overeenkomst
„ van 't jaar 1670, waarop men zig beriep,
j, om 't uitfluitend regt der Zeeuwen te be-
„ wyzen , was nimmer naargekomen door de
„ Kamer van Zeeland. Zy hadt geen' Bevel-
„ hebber op Esfequebo gefteld. De Gekora«
i, mitteerde Raaden van Zeeland , hadden 'er
B b 3
                 „ gee-
-ocr page 392-
394 VADERXANDSCHE LXXX.Boek:
„ geene bezetting gehouden. De Kamer hadt
,, 'er , jaarlyks , geene vyfhonderd Slaaven
„ geleverd. Zy hadt het onderhoud der Volk-
„ plantinge niet bekostigd. Al dit was ge-
„ fchied , en gefchiedde nog , door de alge-
„ meene Maatfchappye; fchoon het, volgens
„ de letter der Overeenkomfte , of, volgens
„ het gene 'er klaarlyk uit volgde, alleen door
„ die van Zeeland hadt behooren te gefchie-
„ den. De nietigheid deezer Overeenkomfte
„ bewees , wyders , dat de Vergadering van
„ Tienen befluiten mögt neemen , omtrent
„ Esfequebo , zonder daartoe de bewilliging
„ van die van Zeeland te behoeven. By de
„ jongfte vernieuwing van het Oktroi der
„ Maatfchappye, in de jaaren 1729 en 1730
„ verzogt, hadden de Staaten van Zeeland
„ zelven geoordeeld , dat de Vaart, door de
„ gantfche uitgeftrektheid van het Oktroi,
„ behoorde te worden opengefteld, zonder,
„ fchoon 'er van Esfequebo gewag gemaakt
„ was , een woord te melden van het uitilui-
„ tend regt van Zeeland, om op deeze Volk-
„ planting te handelen ;, ja zelfs , met dui-
„ delyke verklaaring , dat de gcmeene Maat-
„ fchappy in de bezitting was om alleen Slaa-
„ ven te brengen op Esfequebo, en andere
„ Plaatfen daaromtrent, en dat men niets be-
„ geerde , dan 't gene het gemeen belang der
„ Gewesten vorderde ; en allen Ingezetenen
„ van den Staat, die belang by de Zeevaart
„ hadden , gelyke vryheden als die van Zee-
,, land wilde laaten genieten. Men hadt hier-
„ om, met ongenoegen, gezien, dat de Staa-
„ ten van Zseland den Bevelhebber op Esfe-
que-
-ocr page 393-
LXXX.BoEK. HISTORIE. 395
„ quebo gelast hadden, geene fchepen aldaar i75,.
„ te laaten losfen oflaaden, die niet met een' ------
„ Hout-en Zoutbrief, afgegeven by de Kamer
„ Zeeland, voorzien waren, 't Moest, naam-
„ lyk , elk vreemd voorkomen , dat een der
„ Bondgenooten uitfluitende bevelen gaf, om-
„ trent iet, waartoe de gezamenlyke Bondge-
„ nooten geregtigd waren." Op deeze wyze, Voorflag
beantwoordden de Reprefentanten van zyne ™n de
Hoogheid en verdere Bewindhebbers ter Ka Late-
iner Amfterdam de redenen , met welken die dam aan
van Zeeland het befluit der Vergaderinge van de Kamer
Tienen , omtrent Esfequebo , hadden tegen- Zeeiand.
gefproken. Wyders, floegen zy voor „ het
„ gantfche bezit van Esfequebo aan de Ka-
„ mer Zeeland wel te willen afftaan , zo dee-
„ ze de Maatfchappy voldeede de onkosten,
„ ter zaake van deeze Volkplanting gedaan,
„ en het onderhoud derzelve, voor het toeko-
„ mende, op zigname." Zy merkten aan „dat
„ deeze onkosten, van vierduizend tot dertig-
„ en veertigduizend guldens in 't jaar , waren
„ opgeklommen , en dat het niet redelyk wa-
„ re , dat Zeeland alleen de voordeden van
„ Esfequebo trok, en de gemeeneMaatfchap-
„ py met het lastig onderhoud deezer Volk-
„ plantinge bezwaard liet." Doch alzo wel te
voorzien was, dat Zeeland deezen voorflag niet
aanneemen zou , verzogten ze , ten befluite,
„ dat hunne Hoog-Mogendheden het verzoek-
„ fchrift der Zeeuwfche Hoofddeelgenooten,
„ waarby begeerd was, dat het befluit der Ver-
„ gaderinge van Tienen niet ter uitvoeringe
„ gelegd mögt worden, geliefden van de hand
„ te wyzen."
B b 4                  Doch
-ocr page 394-
396 VADERLANDSCHE LXXX.BoiK.
1751. Doch de Zeeuwfche Hoofddeelgenooten lie-
■------ten dit Berigt, welk hun, door hunnen Bewind-
!X. hebber ter K*mer Zeeland, ter hand gekomen
j"rtwoor was, niet onbeantwoord. Zy zonden, in Len-
Zeeuw- temaand , den algemeenen Staaren een tegen-
ithe berigt toe, behelzende „ dat het befluit der
Hoofd- m Vtrgaderinge van Tienen, waarover zy zig
nooten " beklaagd hadden, wel geene woordelyke,
op het i) maar eene daadelyke openftelling der Vaarte
herigtder*, op E f quebo inhieldt ; datmenz'g, voor-
af3 "ier 1» bedagteiyk , van het woord aanmoediging ,
dam.er" »' uever dan van het woord openfltUing be-
„ diend hadt, op dat men niet zou mogen
„ fchynen erkend te hebben , dat de Vaart te
„ vooren geflooten geweest was. Dat het be-
„ fluit der zelfde Vergaderjnge , ten zelfden
„ einde, voor meer dan festig jaaren , met
„ duidelyker woorden , dofch even onwettig,
„ genomen , door den yver van Middelburg,
„ niet ter uitvoeringe gebragt was. Dat ile
55
Zeeuwen , federt, altoos , in hun regt op
Esfequebo gehandhaafd waren geworden.
De atidere Kamers hadden, beweerde men,
nooit eenige uitrusting gedaan op Esfeque-
bo; noch Slaaven derwaards gebragr. üen
fchip , in 't jaar 1694 , door de Kamer in 't
Noorderkwartier , uitgerust, zou , zo c'e
afbraak was , tweehonderd Slaaven , in 't
voorbyzeüen , aan hsfequebo hebben moe-
ten uitzetten ; doch men hadt het, aldaar,
nimmer vernomen; fchoon 't, in 't jaar 16^6
reeds wederom, behouden, in Texel, terug
gekeerd was. Maar de Kamer van Zeeland
hadt, federt, dikwils Slaaven gevoerd naar
Esfequebo. De Reprefentanten ym xyr,e
. /
                     »> «oog-
•>!
»>
3)
-ocr page 395-
JLXXX.Boek. HISTORIE. 397
,, Hoogheid en verdere Bewindhebbers be-
„ weerden, dagten ze, ook ten onregte, dat
„ de Overeenkomst van den jaare 1670 geene
„ betrekking hadt tot de nieuwe Maatfchap-
„ pye, die, in 't jaar 1674, werdt opgeregt»
„ Om dit klaarlyk te toonen , hadt men , al-
„ leenlyk, de Zeeuwfche Staatsbefluiten , en
„ het Oktroi van den jaare 1674, zelf in te
„ zien. Uit de eerften bleek, dat men beoog-
„ de, het Oktroi, welk met het jaar 1671 ten
„ einde liep , te doen verlangen tot het jaar
„ 1700 ; doch onder geene andere voorwaar-
„ de , dan dat de Vergadering van Negentie-
9, nen in de Overeenkomst van den jaare 167p
„ zou bewilligen, en daarop bekragtiging van
„ hunne Hoog-Mogendheden verwerven, 't
it Een en 't ander was , federt, gevolgd , en
„ hierop waren de Staaten van Zeeland gerust
„ geweest, waarom zy ook geene zwaarig-
„ heid hadden gemaakt, om de verlenging
,, van 't Oktroi tot het einde des jaars 1700
„ toe te ftaan, en zelfs de opregting der nieu-
*, we Maatfchappye , in 't jaar 1674 ; zonder
v dat zy toen noodig geoordeeld hadden , de
„ voorwaarde te herhaalen , op welke zy , te
„ vooren , in de verlenging van 't Oktroi be-
„ willigd hadden, blykende duidelyk genoeg,
„ dat hun oogmerk geweest was, de Over-
„ eenkomst van den jaare 1670 te doen ftand
s> SryPen» 't zy men't Oktroi der oude Maat-
„ fchappye verlengde , of aan eene nieuwe
„ Oktroi gave, tot het einde van den jaare
„ 1700. By dit Oktroi nu , was verklaard,
„ dat de Ingezetenen gehandhaafd zouden wor-
„ den, by hunne voorige Vaarten , Verdra-
B b 5
                „ gen
-ocr page 396-
39ß VADERLANDSCHE LXXX.Boek.
1751- »» gen en Verbonden ; dat ook alle de Refo-
-------„ luden en fchikkingen, ten behoeve der oude
„ Maatfchappye genomen en gemaakt, zou-
„ den blyven in haar geheel: waaruit befloo-
„ ten werdt, dat de Overeenkomst van den
„ jaare 1670 , by dit Oktroi, in volle kragt
„ gelaaten was. Men erkende wel, dat de
„ vaart en handel op Esfequebo gefchiedde,
„ uit den naam der Vereenigde Maatfchappye;
„ doch hieruit volgde niet, dat deeze Vaart
„ voor alle Ingezetenen van den Staat behoor-
„ de open te ftaan ; alzo zy , volgens 't Ok-
„ troi, tot de paaien der Maatfchappye be-
„ hoorde , zo wel als Curacao , waarop de
„ Vaart, eerst in 't jaar 1675 , by byzondere
„ vergunning van hunne Hoog - Mogendhe-
„ den, vry gefteld was. Doch diergelyk eene
„ vergunning was nimmer verleend, ten op-
„ zigte van Esfequebo. De befluiten derTie-
„ nen, evenveel, op wiensvoorflag, dezelven
„ ook mogten genomen zyn, waren van geene
„ kragt, tegen de Oktrojen der hooge Over-
„ heid, die nog in 't jaar 1730, verklaard hadt
„ dat de handelaars hunne Slaaven niet zou-
„ den mogen brengen aan Suriname, Esfe-
„ quebo of Berbice, alwaar zulks alleen door
„ de Westindifche Maatfchappy , in gevolge
„ van het Oktroi en de Oyereenkomflen , daar-
„ toe betrekkelyk, zou mogen gefchieden.
„ Maar omtrent Esfequebo waren, federt de
„ opregting der nieuwe Maatfchappye, geene
„ Overeenkomften gemaakt: weshalve, hier,
„ op de Overeenkomst van den jaare 1670 ge-
„ zien werdt. De Kamer van Zeeland hadt,
„ ingevolge deezer Overeenkomst, in 't jaar
-ocr page 397-
LXXX.Boek. HISTORIE. 399
„ 1719, ook een Bevelhebber over Esfequebo 175U
„ aangefteld ; fchoon dezelve , door de Ver- ——
„ gadering van Tienen , bevestigd geworden
„ was: 'twelkmenalleenlyk uit infchikking,
„ niet uit verpligting, toen en federt, hadt
„ toegeftaan ; hoewel 't zeer te wenfchen wa-
„ re, dat deeze en diergelyke infchikkelykhe-
„ den, waaruit men flegts nadeelige gevolgen
„ trok, in't toekomende, werden nagelaaten.
„ Zo hadt men ook, uit infchikking gedoogd,
„ dat Esfequebo, in 't jaar 1723, als een goed
„ der gemeene Maatfchappye, op derzelver
„ boeken gebragt, en dat deszelfs waarde, te
„ gelyk met die van andere zogenaamde be-
„ zittingen der Maatfchappye, om redenen,
„ wel bekend aan fommige Hoofddeelgenoo-
„ ten, in een' oogenblik, met zeven negende
„ deelen, verhoogd was. Redelyk was't ook,
„ dat de gemeene Maatfchappy deelde in de
„ moeite en kosten , vereischt tot het onder-
„ houd van Esfequebo , om dat zy haar aan-
„ deel ook hadt in de overwinst deezer Volk-
„ plantinge , die , in zeventien jaaren tyds ,
„ honderd agt en dertigduizend tweehonderd
„ zeven guldens en zestien Huivers beloopen
„ hadt. Ook zou zy tien ten honderd genoo-
„ ten hebben van de mynftoffan, naar wel-
„ ken men, aldaar , in 't jaar if ai, beüoot
„ te zoeken. Eindelyk , hadden de Staaten
„ van Zeeland , in 't jaar 1730, niet bewil-
„ ligd, in 't vryftellen van den Slaavenhan-
„ del, dan met uitfluiting , onder anderen ,
„ van Esfequebo , in gevolge van het Oktroi
„ ende Overeenkomßen, daartoe betrekkelyk ,
9f dat is, de Overeenkomst van den jaare 1670.
„ Ten
-ocr page 398-
4oo VADERLANDSCHE LXXX.Boek.'
Ten befluite, lieten zy ter verantwoordinge
SI' „ van Bewindhebberen, of onder de lasten van
~ „ Esfequebo, die, onlangs tot dertig- en veer-
„ tigduizend guldens zouden zyn vermeerderd,
„ niet behoorden geteld te worden de gewel-
,, dige fommen, federt weinige jaaren, op her-
„ haalde bevelen der Vergadering^ van Tie-
„ nen, aan den Bergwerker Hildebrand en de
„ zynen, tot het zoeken naar mynftoffen, zo
„ ongelukkiglyk gefpild; dan of dit jaarlyksch
„ verlies ook ware toe te fcbryven aan twee-
„ dragt onder de Leden dér Vergaderinge va?i
„ Tienen ; of aan't niet bezorgen der gemee-
„ ne Plantaadjen van Slaaven en andere nood-
„ wendigheden ; of, eindelyk, ook ten deele
„ aan de hedendaagfche wyze van beftiering."
't Slot van alles was eene emftige bede , dat
het voorig Verzoekfchrift niet mögt van de hand
geweezen worden.
De Afgevaardigden van Holland , dit Te-
De Kamer genberigt overgenomen hebbende, zonden 'er
Amfter- een Affchrift van aan de Kamer Amfterdam ;
dam ie- daar men , eerlang , eenige nadere Aanmer-
verr een kingen ontwierp , die , op den naam van Re-
v.™ >«,^ prefentanten en Bewindhebberen , den eenen-
op de re- dertigften van Oogstmaand , ter algemeene
denen der Scaatsvergaderinge werden overgeleverd , en,
Zeeuw- ten voornaamften deele , hierop uitkwamen :
Hoofd- Men merkte aan »» dat, gelyk de voorzittende
deeige" „ Kamer de billykheid der Refolutie van Oogst«
nootentet-,, maand des voorleeden jaars verdedigd hadt,
»igemee- ^ ujt het Oktroi van den jaare 1674, enuithec
vereaT- " befluit Vatl de" Jaafe l685 ' tU de ?ewoone
ringe >• hanlelwyze der Maatfchappye ; de Zeeuw-
over. „ fehe Hoofddeelgenooien , de orde omke$-
„ ren-
-ocr page 399-
LXXX.Boek. HISTORIE. 401
,j rende, eerst het befluit van'c jaar 1685, en i7$u
„ 't gene verder uit de handelwyze der Maat- ------
„ fchappye was afgeleid, hadden tegengefpro-
3, ken, en daarna, uit het Oktroi van den jaa-
„ re 1674, tegen de meergemelde Refolutie
9, van den voorleeden jaare , hadden gereden-
„ kaveld. Zy hadden , vooreerst, beweerd,
9, dat Middelburg te wege hadt gebragt, dat
9, het befluit van 1685 , niet ter uitvoeringe
„ was gefteldi Doch om van deeze zaak regt
n te oordeelen , moest men 't gevoelen der
9, Maatfchappye, en der Kamer Zeeland in 't
9, byzonder, onderfcheiden van 't gevoelen
„ der Stad Middelburg. Nu bleek, dat de
9, Afgevaardigden der Kamer van Zeeland ,
„ in de Vergadering van Tienen , te Amfter-
it dam befchreven , in Herfstmaand des jaars
„ 1685 , uitdrukkelyken last gehad hadden ,
v om het openftellen der Vaart op Esfequebo
„ voor te flaan, gelyk zy gedaan hadden. De
„ Vergadering hadt, hierop, tot de openftel-
9, ling beflooten : waarvan de Zeeuwfche Af-
„ gevaardigden aan hunne Kamer verflag ge-
„ daan hadden, gelyk, uit de eigen' Registers
9, deezer Kamer beweezen werdt: uit welken
„ daarenboven bleek, dat men, by deeze Ka-
9, mer, in Slagtmaand 1685 en in Louwmaand
9, 1686, belluiten genomen hadt, waarin het
„ daadelyk openftellen van Esfequebo erkend
9, werdt: 't welk men niet zou hebben gedaan,
„ zo men geoordeeld hadt, dat het befluit van
„ 1685 van geene kragt geweest was. Wat
„ de Stad Middelburg betrof, deeze hadt * 't
9, was waar , de aanftelling van eenen Bevel-
hebber eenigen tyd geftuitj maar men hadt,
9, mid-
#
-ocr page 400-
402 VADERLANDSCHE LXXX.BoEr;
„ midlerwyl het regt der Walcherfche Steden
„ op Esfequebo onderzogt, en bevonden, dat
„ het, na 't verlaaten der Volkplantinge door
„ deeze Steden , aan de Westindifche Maat-
„ fchappye was overgegaan , waarna die van
„ Middelburg zelven verklaard hadden , dat
„ zy ze wel aan de beftiering der algemeene
„ Maatfchappye wilden overlaaten, gelyk, in
„ de Registers der Vergaderinge van Tienen,
„ op den vyfden van Grasmaand des jaars
„ i68ö , met ronde woordin, aangetekend
„ ftondt. De reden, waarom het fchip 4 welk
„ in't jaar 1694, Slaaven aan Esfequebo moest
„ uitgezet hebben , aldaar niet was geland ,
„ was geene andere, dan dat het, door te-
„ genwind en tegenftroom, de Rivier voorby
„ geraakt, en hierom genoodzaakt geweest
„ was naar Curscao voort te zeilen : 't welk,
„ met het Dagregister van den Schipper , be-
„ weezen werdt. De Kamer Zeeland hadt
„ wel, gemeenlyk, de bezorging der uitrus-
„ tingen naar Esfequebo gehad , even als de
„ Kamer Amfterdam, die naarCura^ao; doch
„ beide voor rekening en na bekomen' mag-
„ tiging van de gemeene Maatfchappye , en
„ zo, dat haar deeze uitrustingen, voor beur-
„ ten , in de gemeene uitrustingen , werden
„ toegerekend , gelyk met verfcheiden' voor-
„ beelden getoond werdt. Ten opzigte de
„ Overeenkomfte vanden jaare 1670 was, ten
anderen , de vraag niet, of de Staaten van
„ Zeeland hunne bewilliging in de verlenging
„ van 't Oktroi voor de oude Maatfchappy,
„ tot het jaar 1700, niet gehegt hadden aan
„ de bekragtiging van deeze Overeenkomst;
„ maai
-ocr page 401-
LXXX.Boek. HISTORIE. 405
maar of, wederzyds toegeftaan zynde, dat 175^
„ de oude Maatfchappy vernietigd was , de ------
„ nieuwe was opgeregt, op den voet van de
„ Overeenkomst. En het tegendeel hiervan
„ bleek duidelyk. Zeeland hadt in de opreg-
„ ting der nieuwe Maatfchappye bewilligd ,
„ zonder eenige voorbehouding der Overeen-
„ komfte, die ook, door't vernietigen derou-
„ de Maatfchappye, met der daad vervallen
„ was. Hiertegen deedt niet, dat, by het nieuw
„ Oktroi van het jaar 1674, verklaard werdt,
„ dat de ingezetenen, by hunne voorige vaart
„ en handel, zouden blyven ; alzo, in 't ver-
„ volg , bleek , dat zy , binnen de grenzen,
„ daar befchreeven, en onder welken ook Es-
„ fequebo behoorde, niet zouden mogen vaa-
„ ren, dan uit den naam der vereenigde Maat-
„ fchappye. Veel minder deedt hiertegen ,
„ dat by't zelfde Oktroi verklaard was, dat de
„ Ingezetenen blyven zouden by hunne Ver-
„ dragen en Verbonden; alzo zulks, met ron-
„ de woorden, bepaald was tot Verbonden en
„ Verdragen met uitheemfche Mogendheden.
„ En't laatfte punt van't Oktroi zag, blykbaar,
„ op de behoudenis van Privilegiën en Vryhe-
„ den, aan de oude Maatfchappy, ten haaren
„ voordeele , gegund , niet op Verdragen en
„ Overeenkomften eèner byzondere Kamer.
„ Daarenboven , behelsde zelfs de berugte
„ Overeenkomst alleenlyk eene verklaaring,
„ dat de Ingezetenen van Zeeland op Esfe-
„ quebo vaaren mogten ; niet, dat 'er ande-
„ re Ingezetenen van den Staat, geheellyk,
„ van uitgeflooten waren, behalve, datdeKa-
„ mer Zeeland den handel der Orliane-Verwe
,al
-ocr page 402-
AH VADERLANDSCHE LXXX.Bóek*
„ alleen voor zig zelve behieldt. Maar dë
j, Refolutie van den jaare 1685 hadt de Vaart
j, op Esfequebo voor allen open gezet. Men
t, hadt zig , eindelyk, ook beroepen op een
j, Reglement van den jaare 1730, waarby ge-
„ waagd werdt van het Oktroi, en van de
Overeenkomfien, daartoe betrekkelyk , door
„ welke Uvereenkomften men 4 onder anderen,
„ die van den jaare 1670 wilde verdaan heb-
„ ben. Doch hoe kon deeze Overeenkomst
„ betrekking hebben tot een Oktroi, vier jaa-
„ ren laater verleend; daar'er, in dit Oktroi,
„ geen woord van deeze Overeenkomst gerept
„ werdt ? De Overeenkomlten, in 1730 ver-
iy meld , waren die, by welken Suriname, in
„ 1683, enBerbieein 1714, waren verkogt.
„ En 't was aanmerkelyk, dat, by 't gemelde
„ Reglement, de Maatfchappy alleen, en niet;
„ de Kamer Zeeland in 't byzonder, bevoegd
„ verklaard werdt, om Slaaven te brengen on-
„ der anderen aan Esfequebo ; gelyk zy , tot
„ hiertoe , gedaan hadt." By deeze aanmer-
kingen , ftrekkende om den grond weg te nee-
men , waarop men 't befluit van Oogstmaand
des vborleeden jaars afkeurde , voegden de
Reprefentanten en Bewindhebbers ter Kamer
Amfterdam nog eenige Bewyzen , dat de Be-
velhebbers aan Esfequebo, federt de opregting
der tegenwoordige Maatfchappye, altoos door
de Vergadering van Tienen aangefteld waren,
zynde het flegts eene enkele reis gebeurd,
dat deeze aanftelling , door de Kamer in Zee-
land gefchied, en door de Vergadering van
Tienen goedgekeurd was. Ten befluite, her-
haalden ze hunne aanbieding , om Esfequebo
aan
-ocr page 403-
LXXX. BoiiK. HISTORIE. 4öS
aan Zeeland te willen afflaan, mids men de 1751;
Maatfchappy fchadeloos ftelde, en het on- •------
derhoud der Volkplantinge, voortaan, bekos-
tigde.
Kort voor dat deeze aanmerkingen ter al- 'tGefeMt
gemeene Staatsvergaderinge waren overgele- %ft
verd, hadden de Bewindhebbers der Westin- ha»Kem
difche Maatfchappye ter Kamer Zeeland den
algemeenen Staaten ook een Vertoog ter hand
doen komen, waarin zy, op de gronden, door
de Hoofddeelgenooten, te vooren, gelegd,
hun uitfluitend regt tot de vaart op Esfequebo
zogten te verdedigen. Doch alzo, in dit Ver-
toog, de voorige redenen alleenlyk wat bree-
der voorgefleld en nader aangedrongen wer-
den , zonder dat 'er de redenen, in 't jongfte
berigt der voorzittende Kamer Amflerdam by-
gebragt, door werden wederlegd, zullen wy
'er ons niet mede ophouden. Alle deeze be-
rigten en tegenberigten moesten, eindelyk*
de Staaten en zyne Hoogheid in ftaat ftellen,
om over 't gefchil uitfpraak te können doen.
Doch het affterven van denPrinfe, welk, niet
lang hierna, voorviel, en andere redenen wa-
ren oorzaak, dat het gefchil, vooreerst ten
minften, onvereffend bleef. -
Ondertusfchen, was, uit het ernftig dryven xT.
van dit gefchil, ter wederzyde, gebleeken, De Ko-
hoe men 't, na 't fluiten der Vrede, met nieu- *™s.7atl
we vlyt, zogt toe te leggen op het herftellen régt eene
van den vervallen Westindifchen Koophandel, oostin-
Men verzuimde ook niet, aan de verbetering difche
van andere takken des handels, de hand te ^aat"
flaan, en zelfs tot eene ai gemeene herftelling 0Cp5apte*
in de Scheepvaart en Koophandel deezer Lan- Em'bdeih
XX. Deel.               Cc                   den
-ocr page 404-
4o5 VADERLANDSCHE LXXX.Boex;
,751. den te arbeiden. Ook werdt dit te noodiger
—— geoordeeld, om dat de Vrede eenigen der na-
buuren aanleiding gegeven hadt, om zig> fter-
ker dan voorheen, op de Scheepvaart en Vis-
fcherye toe te leggen. De Koning van Pruis-
fen hadt, in den Herfst des voorleeden jaars,
eene nieuwe Oostindifche en Afrikaanfche
Maatfchappy opgeregt te Embden (g), en
aan dezelve Oktroi verleend, veor den tyd
van vyftien jaaren. De Hoofdfom deezer Maat-
fchappye werdt, eerlang , op een millioen
Ryksdaalers bepaald. Ook leedt het niet lang,
of zy bragt een fchip in zee, welk naar China
Hy vor- gezonden werdt. De Koning gaf den Staaten
zoekt, kennis van deeze onderneeming, in Slagt-
sta-ten maanc* deezes jaars, hun te gelyk verzoeken-
de fche- de •>•> dat zy de fchepen, die, onder zyne
jendee- „ vlagge, aan eenigen hunner ha venen, in Eu^
zer Maat- H r0pa of inOostindie, en vooral aan de Kaap
^ChhPnn>'" ^e Goede Hoop komen mogten, vriende-
lavensin »» tyk» geliefden te behandelen, en, onder
Oostin- „ anderen, zig te laaten voorzien van water."
die, ont- i)e Staaten antwoordden op dit verzoek „ dat
Hunen' - " zy Sez*nd hleeven, om, met zyne Pruisfi-
woord!" >» fcne Majefteit, vriendfchap te onderhouden,
„ en, derhalve, zynen onderzaaten niet zou-
j, den weigeren, het inloopen in alle zulke ha-
„ vens van hunnen Staat, die voor allevol-
„ ken open ftonden. Doch dat zy niet kon-
„ den nalaaten, den Koning onder 't oog te
„ brengen, dat de Oostindifche Maatfchappy
„ deezer Landen, federt veele jaaren, eenuit-
„ fluitend Oktroi om op de Oostindien te han»
„ de-
f S~) Refol. Iioll. 5 Stft. 1750. II. 6G3.'
-ocr page 405-
LXXX.BoEK. HISTORIE. 40?
„ delen verworven hadt; waarby zelfs aan alle 175t*
$, andere Onderdaanen van den Staat, met-----«*
„ naame aan zulken, die in dienst der Maat»
„ fchappye geweest waren, de vaart en han-
„ del derwaards verbooden was. Dat zy van
„ zins waren, deMaatfchappy, by dit Oktroi,
„ te handhaaven, en hierom van 'sKonings
j, regtmaatigheid verwagtten, dat hy niet zou
j, gedoogen, dat Onderdaanen van den Staat,
„ en vooral luiden die, in dienst der Neder-
„ landfche Maatfchappye, geweest waren, met
„ zyne fchepen, afvoeren naar Oostindie; al-
„ zo de Maatfchappy niet zou können nalaa-
„ ten, in zulk een geval, de Plakaaten, tot
„ handhaaving van hun Oktroi gemaakt, ter
„ uitvoeringe te doen Hellen, en zulke On-
„ derdaanen van den Staat, ftrengelyk, en zelfs
„ met de dood, tedoenftrafFen(if)." DeÈmb-
der Maatfchappy raakte, ondertusfchen, in
ftand, enzondt, eerlang, nog een fchip naar
China.
In Engeland, hadt men, reeds in 't jaar xifc
1749, een Ontwerp gemaakt tot de opregting Men.
eener nieuwe Maatfchappye van Haringvaart, e^.1"
die, zo fotnmigen vreesden, gefchaapen ftondt, iand, ee-
de Haringvisfchery deezer Landen merkelyke. ne M^t-
afbreuk te doen. Het Parlement hadt, federt, fchaPP»
aan zulk eene Maatfchappye, die de Maat }™eryl'
fchappy der vryeBrüfcheFisfcherye
genoemd, en op,,
welker Hoofdfom op vyfmaalhonderd duizend
ponden fterlings begroot werdt, Oktroi ver-
leend, voor den tyd van eenentwintig jaaren^
en dit Oktroi was, door den Koning, bekrag-
tigdL
££) Rcfol. HolL 2 Dec 1751. */. 1071.
Cc »
-ocr page 406-
4o3 VADERLANDSCHE LXXX.Boek;
1751. tigd. By het zelve, werdt, uit 'sKonings in-
••> kömften, eene vereering van dertig fchellingen
fterlings van ieder half last Haring in 't jaar aan de
Reeders toegelegd, voor den tyd van veertien
jaaren; doch langer niet, mids men zig hielde
aan de punten van 't Oktroi (*). Omtrent den
zelfden tyd, hadt men, in Engeland, befloo-
v
         ten, deWalvischvangst ook fterker voort te
zetten. Doch alzo de Haringvaart, door de
vereering, by 't Oktroi beloofd, zo fterk aan-
gemoedigd was, fpaarde men, aldaar, geene
vlyt, om deezen handel, die, in vroeger'tyd,
meer dan eens, met flegten uitflag, onderno-
men was (k), voordeeliger te dry ven dan voor-
Hier te heen. Men lokte eenige Hollandfche Visfchers
Lande, naar Engeland: 't welk de Staaten bewoog, in
middelen ßl°eimaand des jaars 1750, een ftreng Pla-
gebruikt, ^aat uittegeeven, waarby, gelyk meermaalen
om te te vooren gefchied was, aan alle ingezetenen
voorko- van deezen Staat verbooden werdt, zig, zon-
mei) , dat j|er verj0f van hunne Hoog-Mogendheden, of
ringvaart "an de Kollegien ter Admiraliteit, in vreem-
geen na den dienst ter Koopvaardye of Visfcherye te
deel van begeeven. Zulken ook, die zig reeds aan uit-
ly e' heemfchen mogten verbonden hebben, werdt
belast, dien dienst, terftond, teverlaaten, en,
binnen twee maanden, hier te Lande, te rug
te keeren, op verbeurte van lyf en goed, en
onder bedreiging van eeuwige ballingfchap,
zo zy afwezig bleeven, en dat hunne vrouwen
en kinderen hun zouden toegezonden worden,
en midlerwyl geen' onderftand van Aalmoes-
fe-
(i~) Refol. Holl. 28 April, 8 OH. 1750. bl. 344, 710,
C*) Zie X. Deel, Hx 42. XI. Deel, H. 260.
-ocr page 407-
LXXX.Boek. HISTORIE. 409
feniers of Diakenen genieten. Elk ook, die ie- 1751.
mant bewoog tot vreemden dienst, zou, voor ------
ieder' Perfoon, driehonderd guldefis verbeu-
ren , boven goeddunkelyke ftraffe. De uitvoer
van ledige Haring-tonnen, Duigen, Hoepen,
Want, Dryfcuig, en Pekel werdt, insgelyks,
van nieuws, verbooden. En tot aanmoediging
van de Haringvaart, die, dus fpraken de Staa-
ten, van buitens Lands, met afbreuk werdt
gedreigd, werdt de Haring van de Visfcherye
deezer Landen, die reeds vry van inkomende
regten was, ook van alle uitgaande regten ont-
heeven, voor den tyd van drie jaaren, welke
tyd, naderhand, verlengd is. De Staaten van
Holland ftonden den Haringreederen en die
van de Yslandfche Visfcherye ook vryheid toe
van de Imposten op alle middelen van vertee-
ringe, die, op de fchepen, gebruikt werden.
Hierdoor, en door de vlyt, zuinigheid en be-
kwaamheid der Visfcheren hier te Lande, hoop-
te men in ftaat te zullen blyven, om tegen de
Engelfchen, buitens Lands, te können mark-
ten. Vlaardingen, welk meei belang hadt by viaardiu-
de Haringvaart, dan eenige andere Plaats in gen zoekc
Holland, gaf zig, tot betere voortzetting der- J'^w.0
zelve, omtrent deezen tyd, veel moeite, om ten' St"a(j
aangemerkt te worden als eenebeflooten'Srad, aange-
gelyk van ouds gefchied was. Gelegenheid m*rkt te;
hiertoe hadt gegeven, dat deeze Stede, by wordeu-
de invoering der Collecte van de gemeene mid-
delen op de verteering, zonder Hoofd-Col-
kfteur gelaaten, en onder de Hoofd-Collec-
ieurs of van Delft, of van Schiedam gebragt
was; daar zy, ten fyde der Pagteren, haare
Cc 3
                      pen,^
-ocr page 408-
4io VADERLANDSCHE LXXX.Boek.
ï75i, penningen, regelregt, aan 't Komptoir van
ê. -■■" Delft plag te brengen. Hier kwam nog by,
dat, by de nieuwe Ordonnantie, wegens den
Impost op het Zout enopdeWynen, verklaard
was, dat geen Zout of Wynen, Mee en Azy-
nen, uit zee komende, ergens anders dan in
eene beflooten* Stad zouden mogen worden
gelost; daar men deeze beiderlei waaren, die,
en het Zout inzonderheid, noodig waren tot
de Haringvaart, dikwils, te Viaardingen ,
plag te losfen. Al dit bewoog de Regeering
deezer Stede haare bezwaarnisfen te brengen
in de Vergadering van Holland, met een ern-
ftig verzoek, om daarvan ontheeven, en, ten
opzigte van 's Lands Imposten, van het dry-
ven van allerlei neering en handel, ook van
de Brouw- en Zoutkeetneering, als eene be-
flooten' Stad , aangemerkt en gehandeld te
worden. Doch op het Verzoekschrift, welk
zy, ten deezen einde, inleverde, kwam geen,
antwoord naar genoegen.
XIII. De zorg voor den algemeenen Koophandel
^yne en Weeveryen ging, midlerwyl, ook den
Hoog- prinfe - Erfftadhouder , federt eenigen tyd ,
een'voor- zon^erling ter herte. In Bloeimaand des jaarg
flag,toc 1749- hadt zYne Hoogheid, ter Vergaderinge
herftei- van Holland , reeds eenen voorflag gedaan,
ling der tot herftelling der Weeveryen in 't gemeen,
%m
"0" en *n 'c byzonder van die der Zyden-Stoffen, ter
gelegenheid dat hem, door de Gemagtigden
der Zyden-Weeveryen te Amfterdam, vertoond
was, hoe de Zyden-Weeveryen zeer vervallen
waren, federt het uitvoeren van Weef- eq
^erkgereedfehappen, $n federt het invoeren
van
-ocr page 409-
LXXX. Boek. HISTORIE. 411
van vreerade Zyden-Stoffen, welk bdde zy be- 1751.
geerden, dat mögt verbooden worden. De —
Prins ftelde den Staaten hun verzoek ter over-
weeginge voor, tegelykverklaarende, dathy,
tot aanmoediging der inlandfche Weeveryen,
beflooten hadt, voor zig en zyn Hof en be-
dienden, niet dan inlandfche Zyden-, Wollen-
en andere Stoffen te gebruiken: welk voor-
beeld hy hoopte, dat, door de Leden der Ver-
gaderinge en door de Landzaaten in 't gemeen,
zou worden nagevolgd. Ook beflooten de Staa- BeMt
ten, eenige maanden laater, den uitvoer der der j*iaa"
voornaamfte Weevers-gereedfchappen, op eene op<
boete van duizend guldens en verdere ftraf-
fe, te verbieden. De Regenten en Ampte-
naars werden, wyders, verzogt, zig, op 't
voorbeeld van zyne Hoogheid, van inlandfche
geweeven' Stoffen, tot kleeding voor zig en
voor hunne huisgezinnen, te bedienen. Doch
het verbieden of verder pepaalen vanden invoer
van vreemde Stoffen, waarby ook uitheemfche
Mogendheden, met welken de Staat in ver-
bond ftondt, belang hadden, vondt men on-
geraaden.
De Weeveryen waren het eenige voorwerp XIV.
niet geweest van 'sPrinfen zorge. Zyne Hoog- inhoud
heid maakte zyn werk, om zig, door ervaa- veenrhrail_
ren' Koopluiden, te laaten onderregten, om- deiing'e"
trent den waaren ftaat van 's Lands Koophan- over den
del in 't gemeen; en zo men bevinden mögt, ^°°p:
gelyk verzekerd werdt, dat dezelve merkelyk **£ jT«
vervallen was, omtrent de middelen, waar- staats
door men dien zou kunnen herftellen. En in waarin
des Zomer deezes jaars, was den Prinfe ee- aa'Jge-
Cc4                             newoidt:
-ocr page 410-
412 VADERLANDSCHE LXXX.Bork;
ï75i. ne Verhandeling over den Koophandel van den
—— Staat der Vereenigde Nederlanden ter hand ge-
field , waarin, wegens het een en het ander,
Foor eem opening gegeven werdt. Omtrent het eerfle
dndezei- pUnt, den ftaat des Koophandels betreffende,
vervaiT was, door eenige voornaame Koopluidcn, wel-
was, ken man geraadpleegd hadt, eenpaarigJyk,
geoordeeld „ dat dezelve, federt vyfentwin-
„ tig of meer jaaren, merkelyk verminderd,
„ en in veele takken verloopen was." Doch
om de redenen van dit oordeel in orde te ont-
vouwen, werdt eerst onderzogt, welke de oor-
zaaken geweest waren, waardoor de Handel
zig, eertyds, hier te Lande gevestigd hadt?
Drieërlei En deezen hieldt men drieërlei geweest te zyn:
oorzaa- I# natuurlyke , 2. zedelyke en 3. toevallige of
ken van vaf} fcuiten \0inm^e oorzaaken. Tot de eerflen^
leeden ' bragt men 1. de gelegenheid'van deezen Staat,
bloei des „ in 't midden, tuaichen het Noorder- en
Koop- n Zuidergedeelte van, Europa: 't welk den
handels: ^ wederzydfehen Koopluiden gelegenheid ge-
iyke,UU"j> geven hadt om hunne overvloedige waaren
„ herwaards te brengen, en tegen anderen ie
„ verruilen; waardoor hun de moeite en 't
„ gevaar van lange reizen befpaard werdt.
„ 2. de ofivrugtbaarheid des gronds, en de be-
„ hoefte, daaruit ontitaande; door welke, de
„ nyvere Landzaaten werden aangezet, om
„ by vreemden te gaan zoeken, 't gene zy
„ t'huis niet bekomen konden. 3. de Vüchryk-
held der nabuurige zeeën , waardoor men
3, gelegenheid kreeg, om de onvrugtbaarheid
,, en engte des gronds te boeten, en zelfs,
.» met den overvloed der Vangst, uitheem-
„ fchen
1
-ocr page 411-
LXXX.Boek. HISTORIE. 413
„ fchen handel te dryven." Onder de zedelyke 175 r.
of Staatkundige oorzaaken rekende men : „ 1. -----—
„ 't verleenen van Vryheid van Godsdienst, welk 2. zede-
„ veele Ingezetenen der nabuurige Gewesten ^ke
„ herwaards gelokt hadt. 2. 't Befchermcn van
verdrukte en vervolgde Vreemdelingen , een be-
„ ftendig^en grondregel van den Staat. Hier-
„ door waren ook veele Vreemdelingen her-
„ waards getrokken, die, behalve hun geld en
„ goed , ook veelerlei konften, weetenfehap-
„ pen en handwerken , hier te Lande gebragt .
5, hadden: al't welk den handel hadt doen bloei-
3, jen. 3. De gefleldheid der Regeeringe, endaar-
„ uit volgende Vryheid in den Burgerftaat, die
„ niet gedoogde , dat iemants leeven of goed
„ afhing van eens anders willekeurige magt. 4.
„ De onzydige oefening des Regts omtrent groo-
„ ten en kleinen, vreemdelingen en in wooners.
3, En 5. de Wy'sheid inV Staatsbefiier, de goede
trouw in't naarkomen der gemaakte Verbind-
„ tenisfen, en, vooral, de voorzigtige zorg,
„ om zig buiten oorlog te houden, ende Vrede
„ te verzekeren: welke drielaatfteoorzaaken,
„ niet minder dan de twee eerften, veele vreem-
?, de Koopluiden bewoogen hadt 0% zig hier te
„ komen nederzetten." Onder de toevallige of e,3 (r,e.
yan buiten komende oorzaaken , werdt gefteld : variier of
„ 1. Dat de Koophandel, in andere Landen, vanbui-
„ verwaarloosd of verdreeven werdt, toen men £j" Jij"
„ hier, de regte middelen ter hand floeg, om
„ dien te doen bloeijen. De vervolgingen om
„ den Godsdienst in verfcheiden' Landen, dree-
„ ven de Koopluiden naar een Land , daar zy
„ hun geweeten vry beleeven mogten. 2. De
3, langduurige burgerlyke oorlogen, eer.st in
Cc 5
              „ Frank-
:
-ocr page 412-
414 VADERLANDSCHE LXXX.Boek.
175 i. „ Frankryk, toen in Duitschland, in Engeland
------ „ en elders , hadden daar den Koophandel be-
„ let; hier gevestigd. 3. Dat Spanje enPortu-
„ gal, terwyl de Staat met he^ in oorlog was,
„ hunne zeemagt verwaarloosdhadden, terwyl
„ men ze hier in eenen ontzaglyken ftaat hadt
„ weeten te houden."
Tegen- Na 't openleggen van de oorzaaken der op-
woordige komst des Koophandels hier te Lande, werdt in
ftwt dee. je Verhandeling aangemerkt: „ 1. Dat dena-
zaakenT « tuurlykeoorzaaken nog genoegzaam dezelfde
„ waren als eertyds. Alleenlykf waren demon»
„ den der Rivieren merkely icon dieper en enger
„ geworden : 't welk het in- en uitloopen der
„ Ichepen ongemakkelyker maakte: ook hadden
„ wy de Visfchery in de naaste Zeeën gemeen
„ met anderen: waardoor de Haring Kabbel-
„ jaauw- en Walvischvangst verminderd was. a,
„ De zedelyke of Staatkundige oorzaaken waren
„ allen nog in volle kragt. 3. Doch de toevalli-
„ gen hadden merkelyke verandering ondergaan.
„ De vervolging om den Godsdienst was op-
„ gehouden: de veragting, welke men buiten
„ 's Lands, voor den Koophandel plag te heb-
„ ben, verminderd. De uitheemfcheMogend-
„ heden y verden om ftryd, tot voortzetting van
,, den Koophandel, Visfcheryen enHandwer-
„ ken. Al 't welke onzen Koophandel geen'
„ kleinen krak gegeven hadt. De Engelfchen
„ waren de eerften geweest, die, nu eene eeuw
„ geleeden, Wetten hadden gemaakt, enkelyk
„ ftrekkende, om den Koophandel van deezen
„ Staat tot zig te trekken (/); daar men, geene
„ hal-
CO ZU XII. Deel, M. aiju
-ocr page 413-
LXXX.Bosz. HISTORIE. 415
ï, halve eeuw te vooren , de Wolle nog her- 1751.
„ waards plag te voeren, 't gene nu ftrenge-------
„ lyk verbooden was. De meeste andere Ry-
„ ken hadden dit voorbeeld gevolgd, hun best
„ doende , om ons den handel te onttrekken.
„ En deeze poogingen , al bleek fchoon nog
„ niet, dat de handel, hier te Lande afgeno-
„ men was, moesten ons aanzetten, om voor
„ des zelfs behoudenis , met allen ernst, te
■p waaken.
„ Doch om, met eenige naauwkeurigheid, Beufy-
„ te bepaalen. of en in hoe verre ieder tak van pn van
9, Koophandel afgenomen ware, zou men, ver- val des
9
, volgde de Verhandeling, veel lichts können Koop-
„ fcheppen, uit de boeken der Admiraliteiten, handels.
„ waarby blyken kon, wat van elke Koopman-
„ fchap , voorheen en nu , in- en uitgevoerd
„ was. De Admiraliteiten hadden zelven, in
3, 't jaar 1745, erkend, dat de handel, federt
5, veele jaaren, zeer vervallen was. Elk, die
3, van den handel beftondt, hadt'er den mond
„ vol van. In de voornaamfte Kooplieden,
„ ftondt een geweldig getal van Winkelhuizen
„ ledig. Die Amfterdam over vyftig jaaren ge-
„ kend hadt, ftondt'er over verfteld. 't Boots-
5, volk was fchaarfer. Men voer nu, met de
„ voortbrengfels van het Noorden en de Oost-
„ zee, het Land voorby naar Frankryk, Spanje,
„ Portugal en Italië, en van daar Noord waards
„ te rug : daar men , eertyds , deeze beider-
„ lei Gewesten, uit de Pakhuizen onzes Lands ,
„ plag te voorzien. Amfterdam was, nog voor
„ weinige jaaren, de marktplaats van Indigo en
3, andere Verwftoffen: nu vondt men 'er fchier
t, geene overblyffels van. Duitschland trok,
„ fe-
-ocr page 414-
4i6 VADERLANDSCHE LXXX.Boek:
i
,-5r# „ federt eenige jaaren , de Frafifche , Spaan-
-__L „ fche , Portugeafciie en Italiaaniche waaren
„ regelregt, en liet ze, te Altona en te Ham-
„ burg, aankomen. Uit Bordeaux was, in 't
„ laatlte jaar, driemaal meer Suiker, Koffy en
Indigo gevoerd naar Hamburg, dan naar dee-
„ ze Landen. Hennip, Vlas en andere Oos-
„ terfche waaren werden't Land voorby,Wcst-
„ waards gebragt. In Spanje , waren geene
., Hollandfche Huizen v?.n Koophandel meer*
„ Onze Landsluiden hadden maar weinig aan-
„ deel meer in de laading der Gallioenen , en
„ onze handel op de Levant was fterk afgeno-
„ men. De Katoendrukkeryen, Suikerbakka-
„ ryen en andere Trafiquen , onlangs in Ham-
„ burg en Breemen , en zelfs in Brabant en
„ Vlaanderen opgeregt, waren ook bewyzea
„ van't verval des handels hier te Lande.
Weder• « Doch onaangezien alle deeze redenen ,
legging „ vondt men luiden , die dreeven , dat onze
der rede- j? Koophandel nog in den zelfden ftaat was »
"erende'1-" a^s voor Meezen. %Y bouwden hierop : i.
?byge-e'j> Dat de in- en uitgaande regten , 't Waag-
bragt. „ geld , 't Lastgeld op de fchepen, de regten
„ op de Verteering enz. niet waren verminderd.
„ a. Dat de Klagten der Koopluiden niets be->
„ weezen: alzo de winften dezelfde, doch al-
„ leenlyk onder meer Perfoonen verdeeld wa-
„ ren. 3. Dat de pragtige Leevenswyze der
„ Koopluiden veel kostte, en reden tot klaagen
„ gaf." Maar op deeze redenen werdt, in de
Verhandeling, aangemerkt „ dat de aanwas of
„ ftandhouding der inkomende regten geen be-*
„ wys was van eenenbloeijendenKoophandel;
„ alleenlyk bleek 'er uit, dat men meer over,-?
„ tol-
-ocr page 415-
LXXX.Boek. HISTORIE. 417
„ tollige vreemde Waaren behoefde ; welke
„ behoefte vermeerderd was, ten deele, daor
„ de toeneemende pragt, ten deele , door de
„ gevolgen van den ftrengen Winter des jaars
„ 1740 . die den invoer van veele uitheemfche
„ Leever;smidde!en ; ten deele , door de aan-
„ houdende fterfte onder 't Vee , die den in-
„ voer van vreemde Beesten , Boter en Kaas
„ noodzaakelyk gemaakt hadt. Zeker, zo onze
„ Koophandel alleen beitondt, in een' invoer
„ van vreemde waaren, zou hy, in plaats van
„ voordeelig, bederfelyk zyn voor 't Land. Dat
„ de inkomende regten niet verminderd waren
„ bewees, derhalve, niet, dat de Koophandel
„ niet verminderd was. Bloeijende Koophandel
„ kon alleen doorhetflandhoudenofaanwasfen
„ der uitgaande regten beweezen worden. Doch
„ als men de jaaren van den jongften oorlog
„ uitzonderde, in welken Frankryk, Spanje en
„ Engeland hunnen handel gedreeven hadden
„ over deeze Landen, 't welk veel vertiering en
„ uitvoer veroorzaakt hadt; zou men bevinden,
„ dat de uitgaande regten fterk waren vermin-
„ derd. Maat hieruit bleek, dat de uitvoer van
„ vreemde ingevoerde waaren alleen den han-
„ del bloeijan deedt. De Staat trok geen voor-
„ deel van 't zenden der Gewasfen en voort-
„ brengfels van 't Noorden en de Oostzee re-
„ gelregt naar Frankiyk, Spanje, Portugal en
„ Italië, wanneer hiertoe alleen vreemde iche-
„ pen gebruikt werden; 'twelkflegtsvan'tge-
„ val af hing. Om zulk een'handeltedryven,
„ behoefde men ook niet, teAmfterdam ofte
„ Rotterdam, ook zelfs in 't geheel niet in de
„ Vereenigde Gewesten te woonen. De belas-
„ tin-
-ocr page 416-
418 VADERLANDSCHE LXXX.Boek.
1751. „ tingen op de vervoering over deeze Landen
------ „ hadden deezen handel voorby ons Land ver-
„ oorzaakt; dien men niet dan door ontlasting,
^, fcheen te können doen afneemen. Dat, wy-
„ ders, de Lastgelden op defchepen niet minder
„ opbragten dan voorheen , leverde ook geen
„ bewys van bloeijenden Koophandel uit. In
„ den laatften oorlogstyd, waren onze fchepen
„ veel gebruikt door vreemden , die zelfs de
„ hunnen aan de Hollanders hadden moeten ver-
„ koopen: 't welk de fcheepvaart wel een derde
„ hadtdoentoeneemen. Doch men kon Scheep«
„ vaart en Reedery hebben, zonder veel Koop-
„ handel; als vreemden onze fchepen gebruik-
„ ten, om hunne waaren te vervoeren, zonder
„ dat ze hier kwamen* Friesland hadt veel
„ Scheepvaart; doch geenen [ of weinigen ]
„ buitenlandfchen Koophandel, 't Standhou-
„ den der regten op de verteering, was alleen
„ [ of genoegzaam alleen ] van invloed op de
„ Weeveryen , Fabrieken en Neeringen , en
„ kwam, hierom, niet in aanmerking, in'ton-
„ derzoek van den ftaat des Koophandels."
Oorzaa- Beweezen zynde , dat de Koophandel fterk
ken van afgenomen was, onderzogt men, in de Verhan-
\ verval deling , de oorzaaken van dit verval, welken
desKoop-men voncit sj |é in de zwaare belastingen, op
„ den Koophandel gelegd, gelyk waren de in-
„ en uitgaande Regten, het Lastgeld, Waag-
„ geld enz. en 2. in den yver van de meeste
„ vreemde volken, die zig, in de voorleeden'
„ eeuw, meer dan voorheen, hadden begonnen
„ toe te leggen op den regtftreekfchen Koop-
„ handel; en ons Land voorby gevaaren waren.
„ Zo men de eerfte oorzaak kon wegneemen,
„ zou
-ocr page 417-
LXXX.Boek. HISTORIE. 419
„ zou de tweede veelligt ook veel van haare i75I.
,, kragt verliezen. En de zaak fcheen gevon- ------
„ den te zullen zyn , zo men eene algemeene
Porto franco of vrye haven invoerde, en den
„ Koophandel van alle verdere belastingen ont-
„ heffen kon. Doch zulks fcheen ondoenlyk.
„ De Admiraliteiten hadden haare inkomften
„ hoognoodig. De vrye in-en uitvoer van aller-
„ lei vreemde waaren zonder ondërfcheid zou
          ">
„ 's Lands Gewasfen, Fabrieken, Volkplantin-
„ gen in Oost enWestindie, Visfcheryen enz.
„ merkelyk benadeelen. Konst was 't dan ,
„ deeze verfchillende belangen te vereenigen.
„ 't Kwam meest aan, op het uitvinden van an-
„ dere inkomften voor de Admiraliteiten ; op
„ het weeren der verkortingen van 's Lands reg-
„ ten, en op het invoeren eenereenpaarige hef-
„ finge van 's Lands gemeene middelen, in alle
„ de Gewesten, 't Belang van den Staat moest,
„ boven dat van een byzonder Gewest; 't be-
„ lang van een byzonder Gewest, boven dat
„ van eene enkele Stad gefchat worden. Men
„ beoogde egterniet, de inwendige gefteldheid
„ van den Staat te veranderen; maar alleenlyk
„ den Koophandel te ontlasten. Hieromtrent Ten
„ nu kwam in aanmerking 1. welke goederen, tweeden,
„ voornaamlyk, behoorden ontlast te worden, "^'enIen
„ en naar welke regels ? en 2. waarin de ont- ,ot her-
„ lasting behoorde te beftaan ? De goederen, fleUtag
9, welken men behoorde te ontlasten, oordeel- vcorgc-
„ de men te moeten zyn: 1. Zulken, die door ^{e
„ vreemden gebruikt, eu van hier getrokken
„ werden, a. Zulken, die tot onze Fabriek en,
„ Weeveryen, Handwerken en Neeringen wer-
„ den verbezigd. 3. Zulken, die, van buiten
„ ko-
-ocr page 418-
r
420 VADERLANDSCHE LXXX.Boek;
„ komende, hier eerst uitgezogt, in foorten ge«
„ bragt, gezift, en daarna wederom verzonden
„ werden. 4. Zulken, waarvan hierftapelge«
»751.
v
houden werdt, en die hier, door vreemden,
dikwils tot minder prys, konden gekogtwor-
„ den, dan ter plaatiên daar zy vielen. En 5.
„ zulken, die niet nadeelig waren aan onze Fa-
„ brieken , en egter meest bin nens Lands ge-
,, bruikt werden." Op de tweede vraag, werdt
alleenlyk aangemerkt „ dat de ontlasting zo
„ groot behoorde te zyn , als mogelyk ware.
>■>
Doch zulke goederen, door welker invoer,
onze Fabrieken, Weeveryen, Handwerken,
„ Gewasfen , Volkplantingen en Visfcheryen
„ benadeeld werden, behoorden niet alleen
„ niet ontlast, maar, zo ver zy alleen totpragt
„ ftrekten, zo zwaar als doenlyk ware, belast
,, te worden: alleenlyk moest men agtgeeven,
,, dat men zig hielde aan de Verdragen van
j, Koophandel, en dat men, door veel te ei-
„ fchen , geene gelegenheid gave tot fluike-
„ ryen , waardoor men minder ontving , dan
„ men gedaan zou hebben, zo men minder ge-
„ vorderd hadt."
Na 't voordellen van deeze algemeene aan-
merkingen, ging de Verhandeling over, tot het
aanwyzen van vier Ontwerpen, om den verval-
len Koophandel te herltellen. Het eerfte be-
ftondt in eene vrye tranfit of doorvoering van
alle waaren, die van buiten kwamen, en weder-
om naar buiten gingen. Het tweede was eene
merkelyke vermindering der regten, by de Lyst
van den jaare 1725 vastgefteld, voornaamlyk
omtrent zulke goederen, die meest plagten ver-
zonden te worden. Het derde beftondt in eene
al-
Onder
welken,
eene be
paalde
Porto
Franco
meest
aange-
preezen
wordt.
-ocr page 419-
LXXX.Boëk. HISTORIE. 4"
algemeene Porto Franco; waartegen't Lastgeld xftjr»
op de fchepen, wederom, op zulk eenewyze, ......• <
zou moeten worden verhoogd , dat de Admi-
raliteiten hunne inkomften zouden behouden.
Het vierde , welk meest, in de Verhandeling,
aangepreezen werdt, beftondt in eene bepaald»
Porto Franco
, waarby eenige goederen geheel
vry van ia-en uitgaande regten zouden zyn; en
anderen iet, by den invoer , zouden moeten
betaalen j doch wanneer fommigen van deezen
gefchikt waren, om wederom buitens Lands
vervoerd te worden , zou de Koopman 't be-
taalde inkomend regt te rug krygen : 't welk
men, met een Engelsch woord, drawbak noem-
de ; of de goederen zouden vry mogen worden
doorgevoerd. Van de goederen, die geheel vry
behoorden te zyn, envanzulken, die, op't in-
komen , zekere regten zouden behooren te be-
taalen , waren twee Lysten, nevens de Verhan-
deling gevoegd : in 't openftellen van welke Lys-
ten , men de voorgeftelde algemeene gronden
in 't oog gehouden hadt. „ De eerfte foort benevens
n van goederen zou, op het inkomen , door eenevrye
„ 's Lands Kommizen, moeten onderzogtwor- Tranfit
„ den: de regten op de tweede foort van goe- ^0'"'
„ deren zouden , op eenen eenpaarigen voet, van eeni*
„ moeten worden geheeven." Om den aanvoer ge goe-
deezer tweede foort van goederen aantemoedi- deren.
gen, verklaarde men zig, in de Verhandeling,
minst voor het toeftaan van een dräwbak, meest
voor het verleenen eener vrye doorvoeringe of
Tranfit, tegen 't misbruik van welke, reeds by
voonge Plakaaten, gezorgd was. De goederen,
welker invoer, by voorige Pfokaaten, geheel ver-
XX. Deel.
              D d                 bao-
-ocr page 420-
42a VADERLANDSCHE LXXX.Boek;
1751. booden geweest was, en van welken een derde
------- Lyst by de Verhandeling was gevoegd, behoor-
den , dagt men, verbooden te bly ven. Men gaf
deeze Lysten niet op voor volkomen uitgewerkt;
fchoon men zig van 't algemeen Ontwerp veel
voordeels beloofde, midshetverzeldginge van
verbeteringen in byzondere opzigten, waarover
men niet geraaden vondt zig, in 't breede, uit
Doch de te laaten. Doch men oordeelde, dat alles ver-
middelen geefs zou zyn, zo de fluikeryen niet geweerd,
te water en <je middelen te water niet geheeven werden
voonfop °P eenen eenpaarigen voet. ,( Sedert het invoe-
eenen n ren der Convooi-Lyste van den jaare 1725,
eenpaari- „ waren 'er veele fluikeryen gepleegd ; en zo
gen voet sj eenjg Gewest of Stad hieromtrent goedvondc
In'dVfluU» oogluiking te gebruiken, was het, in zig zei-
keryen n ve» onmogelyk, diergelyke oogluiking, in
geweerd „ andere Steden of Gewesten, te voorkomen.
worden. ^ Hieruit ontftondt, dat elk , om den Koop-
„ handel Ie behouden, de fluikeryen door de
„ vingeren zag. 't Weeren der fluikeryen
,, was noodiger , wanneer men , gelyk nu ,
„ voorfloeg , de inkomften der Admiraliteiten
„ te verminderen: doch men hadt dit werk al-
„ toos zeer moeilyk gevonden , vooral in ons
„ Land, welks gelegenheid aan 't water, zo wel
„ als het verfchillend belang en Regtsgebied
„ der Gewesten en Steden, zo veel aanleiding
„ gaven tot fluiken; waarop men ook zo vee-
yy Ie konstgreepen uitgedagt hadt, dat men "t
„ niet dan door buitengewoone middelen zou
„ können voorkomen; om welke middelen
„ in 't werk te ftellen , de Gewesten en Ste-
„ den de handen in een behoorden te flaan."
Men
-ocr page 421-
t
LXXX.Boëk. HISTORIE. 453
Men ging, vervolgens» over tot het voorflaan tjsn
deezer middelen, die beftaan moesten: „ 1. in ——
„ 't verzwaaren der ftrafFe op de fluikerye; die, Wyze
»
5>
fomtyds, in 't eerloos verklaaren, in 't ban-
P
zulks
s, nen, en in 't dooden beftaan, en zonder oog- zou be.
„ luiking uitgevoerd worden moest. 2. in 't hooren
„ verleenen van meerderruimte tot onderzoek, te ge-
„ vooral als men vermoeden van bedrog hadt. fchieden«
„ 3. in 't maaken van nieuwe Ordonnantien,
„ omtrent allen, die tot het losfen van goede-
„ ren gebruikt werden. 4 in elk verlof te gee-
„ ven tot het aanbrengen van fluikeryen, met
3, belofte van ftrafvryheid voor de medeplig-
„ tigen. 5. in de Paspoorten te laaten by do
„ goederen, die langs de Rivieren inkwamen*
„ 6. in de inkomende Regten , alleszins , als
„ een Generaliteits , niet afls een Provinciaal
„ middel, te behandelen, ten welken einde, 't
>7 gezag der Admiraliteits-Kollegien behoorde
„ gehandhaafd en gefterkt, en de Wethouders
„ der Steden, byeede, verpligt te worden, om
„ denConvooibedienden de behulpzaamenand
„ te bieden, zulken, vooral, die zig aan flui-
„ kery fchuldig gemaakt hadden , riet van 't
„ Regtsgebied der Aimiraliteiten aftrekkende
„ voor de Schepens-banken. De AdmiraStei-
„ ten zouden zig, insgelyks, byeede, moeten
„ verbinden, om 's Lands regten te doen héffea
„ op eenen eenpaarigen voet, zonder de oog-
„ luiking, die door fommigen gebruikt mögt
„ worden, terftond na te volgen, waartoe ook
„ eenige Reglementen, omtrent derzelver be-
„ dienden, zouden moeten worden gemaakt.
j, De inkomften der Admiraliteiten zouden,
j, wyders, blyvea beftaan, in de regten op die
D d 2
                „ foort
-ocr page 422-
424 VADERLANDSCHE LXXX.Boek,
1251. „ foort van goederen, welken nog zouden be-
------ „ last bly ven; in de Lastgelden op de fchepen ,
,          „ en in het Zegelgeld. Én naardemaal, vol-
„ gens het tegenwoordig Ontwerp, de regten,
„ ten ftrengfte , zouden moeten worden inge-
„ vorderd; vertrouwde men, datdeezeinkom-
„ ften niet alleen niet verminderen; maar zelfs
„ merkelyk toeneemen zouden , alzo men re-
„ den hadt, om vast te (lellen, dat van meer
„ dan de helft der goederen, welke thans bin*
„ nen deeze Landen gebragt werden , geene
„ noemenswaardige Regten.werden betaald."
Optelling Vervolgens, kwam men, in de Verhandeling,
der voor- tot het optellen der voordeden, die uit de invoe-
deekn , ring van het Ontwerp te wagten waren. „ De
uit dem- m Koophandel zou niet alleen voor verder ver-
varTdk « *00P Dewaard worden; maar 't was te hoopen,
Ontwerp,, dat hy merkelyk zou aan wasfen. De Scheep-
te wag- n vaart zou ook, naar gelang, toeneemen; en
ten° „ beide Koophande^en Scheepvaart zouden el-
„ kanderen doen aanwasfen. De af-en aanvoer
„ dier goederen, welke de Porto Franco genie-
„ ten zouden, zou veel vertiering geeven. Men
„ zou wederom in 't bezit raaken van den han-
„ del van 't Noorden naar 't Westen, en te rug.
„ Men zou beletten , dat die van Hamburg,
„ Lubek en Breemen , de Deenen en andere
„ handeldryvende Volken ons geen verder na-
„ deel toebragten , en den handel aan andere
„ Plaatfen, inzyneopkomst, kondenfmooren.
4, 't Vermeerderen van den buitenlandfchenhan-
„ del zou ook den binnenlandfchen doen aan-
„ wasfen , veelerlei menfchen aan middel van
„ beftaan helpen, en voor Weeveryen en Hand-
„ werken voordeeüg zyn. De Koopman zou,
„ ten
-ocr page 423-
LXXX.BOEK. HISTORIE. 425
ten minften, altoos voordeel trekken van 't 1751.^
„ ontvangen en verzenden, en van 't uitzetten ------
„ zyner penningen onder vreemden, 't Verze-
„ keren en 't wisfelen zou ook toeneemen. De
„ vermeerdering van den geldhandel zou onze
„ Landsluiden beletten , hunne penningen in
„ vreemde Fondfen te beleggen, en 't zeevaa-
„ rend Volk zou overvloediger worden , naar
„ gelang dat de Koophandel en Scheepvaart toe-
„ namen: 't welk, in oorlogstyden, van eene
„ uitfteekende nuttigheid was. Eindelyk, was
j, het voorgeflaagen Ontwerp minst belast met
„ overtollige wetten; 't kwam best overeen met
„ den tegenwoordigen ftaat van denKoophan-
„ del, en't voorkwam het fluiken, meer dan
„ eenig ander."
De zwaarigheden, welken men, tegen 't Ont- Oplos-
werp over't geheel, maaken kon, werden ver fins d«
volgens overwoogen. Men kon „ 1. tegenwer hedra1^.
pen, dat de iluikeryen den Koophandel reeds gen het
„ zo veel ontlast hadden, als men dien, door Ontwerp.
„ het Ontwerp ontlasten wilde; en dat de Koop-
„ handel, desonaangezien , vervallen was."
Hierop antwoordde men „ dat het, fchoon de
., last dezelfde bleeve, nogtans veel fcheelde,
„ op welke waaren die gelegd werdt. Zo men
„ de hoogfle regten hieve van waaren, die bui-
„ tens Lands vertierd werden , en de minften
„ van zulken, die alleen binnens Lands werden
,, gebruikt, kon zulks niet dan ten hoogde na-
„ deelig zyn voor den Koophandel. De onge-
„ lyke ophef der middelen tè water en de oog-
„ luiking , op de eene Plaats meer dan op de
„ andere , was, zo wel als het aanhoudend
Dd 3
                _„ flui-
'
-ocr page 424-
426 VADERLANDSCHE LXXX.BoKk?
\7St. „ fluiken van fommige Koopluiden , ook be-
„ derfelyk voor den Koophandel in't gemeen.
„ Hn dit beiderlei nadeel zou , door 't nieuw
„ Ontwerp, voorkomen worden." Men zou
2. können zeggen „ datdelyst van't jaar 1725
„ ingefteld geweest was, met het zelfde oog-
„ merk, als het tegenwoordig Ontwerp; doch
„ dat, by de uitkomst, was gebleeken, dat'er
„ de handel niet door toegenomen was." Maar
men antwoordde „ dat de vermindering , by
„ deeze LySt bepaald, niet groot genoeg, en
„ de regten te ongelyk verdeeld geweest wa-
„ ren: tot zo verre, dat men reden hadt, om
,, te vermoeden , dat men , met het inftellen
„ deezer Lyste. eerder beoogd hadtdeinkom-
„ ften der Admiraliteiten te vermeerderen, dan
„ den Koophandel te bevoordeden. Ook wa-
9, ren de fluikeryen, federt, meer toe- dan af-
„ genomen." Men zou 3. können aanmerken,
„ dat de flegte ftaat van 's Lands Geldrnidde-
„ len, en de onzekere uitflag van de middelen,
„ by 't Ontwerp voorgeflaagen , waarvan, in
„ allen geval, de voordeden nog in lang niet
„ zouden können getrokken worden , veeleer
„ vorderden dat men de zaaken Hete op den ou~
„ den voet." Doch hierop werdtgeantwoord,
„ dat de goede uitflag van 't Ontwerp niet on-
„ zeker, maar, uit de natuur der zaakezelve,
„ te verwagten was. Uit vreeze voor verwar-
„ ring, alles op den ouden voet te willen laa-
„ ten , floot de deur voor allerlei verbetering.
„ En niemantzou zulk een'regel in zyne Huis-
„ houding willen laaten gelden." Wyders.,
zou men ook können zeggen „ 4 dat het op-
n reg»
-ocr page 425-
LXXX. Boek. HISTORIE. 427
regten van eene bepaalde Porto Franco onze 1751.
„ nabuuren tot af gunst verwekken zou, en hen ------
„ alle middelen doen in 't werk ftellen, om ons
„ dezelve te onbruik te maaken, door tot hun-
„ nent dezelfde ontlastingen in te voeren ; of,
„ op het voorbeeld der Engelfchen, te bevee-
„ len , dat men geene waaren by hen bragte,
„ dan met fchepen van het Volk of de Plaats,
„ daar zy vielen of gemaakt werden." Maar
op deeze bedenkelykheid werdt geantwoord,
„ dat de nabuuren, die ge woon waren, zigvan
„ onze Koopluiden en Schepen te bedienen,
„ tot het flyten en vervoeren hunner gewasfen,
„ niet tot afgunst zouden verwekt worden, zo
„ lang de Scaat, volgens deszelfs beftendigen
„ grondregel, zig bleef wagten voor het geeven
;, van billyke reden van misnoegen aan deeze
„ nabuuren. Anderen hadden altoos getragt,
„ onzen Koophandel te ftremraen, en zouden
„ 't altoos doen. Daarenboven, waren de na-
„ buuren niet in ftaat, om tegen ons te hande-
„ len, na dat men eens beflooten zou hebben,
„ den buitenlandfchen Koophandel , zo veel
„ mogelyk ware, te ontlasten en te begunfti-
„ gen. De gantfche Staat was gefchikt tot den
„ Koophandel: deszelfs gelegenheid ten hoog-
„ fte voordeelig, beide tot den Handel met
„ gantsch Europa, en tot de Visfchery. Hoe
,, gemakkelyk, onkostbaar en fpoedig, konden
„ de waaren, in deeze Landen, door de me-
,r nigte van binnenwaters, van de eene Plaats
„ naar de andere gevoerd worden ! Immers ^
„ was 'er geen volk , welk meer kennis hadt
„ van den Koophandel en Scheepvaart. De
D d 4
               „ deug-
ï
^
-ocr page 426-
428 VADERLANDSCHE LXXX.Boek.
1751. „ deugden, in Koopluiden vereischt, werden,
—— „ hier te Lande, in hooger' trap dan ergens ge-
„ vonden: vooral, de naarftigheid en zuinig-
„ heid , waarin geen handeldryvend volk met
„ hetonzetevergelykenwas. Een fchip, daar
„ anderen agtentwintig man op zetteden, werdt
„ hier, met agttien of twintig koppen, bemand.
„ Hier wist men de Scheepstoerusting te bezui-
,, nigen, en de Schepen veel langer te gebrui-
„ ken dan elders. Hier was nog overvloed van
„ geld, 't welk gelegenheid gaf, om goedkoop
„ te koopen, en by tyds voorraad op te doen.
„ Geen volk vergenoegde zig met zulke kleine
'*, winften als het onze. Hier was geen'dwang
„ tot den Krygsdienst: en voor de meeste ln-
„ gezetenen weinige heilige dagen. Geen Land
„ ook bekwaamer, om Zeevolk aan te fokken,
„ De Oostindifche handel, met naame die der
„ Speceryen, gaf ons ook veel voordeel boven
„ andere Volken. Al 't welke deedt zien, dat
„ anderen ors niet ligt gelyken zouden können,
„ in 't dry ven van uitlandfchen Koophandel,
„ zo men dien, hier, flegts genoeg ontlastte,
„ en den bly venden last verdeelde, naarbehoa-
„ ren. 't Was wel waar, dat onze handel be-*
„ dorven zou können worden, zo alle onze na-
„ buuren den invoer verbooden van zulke waa-
„ ren , die niet vielen of gemaakt waren , ter
„ Plaatfe, daar de Schepen, met welken zy wer-
„ den aangebragt, t'huis hoorden. Doch zulk
„ een verbod was niet zeer te vreezen, 't Was
3, zeer nadeelig voor zulke Volken, die zei ven
9, veele Gewasfen en Fabrieken te vertieren had-
v den. Behalve, dat zulk een verbod evenge-
-ocr page 427-
LXXX.Boek. HISTORIE. 429
„ vaarlyk voor onzen handel zyn zou, al liet i75r,
„ men de zaaken op den ouden voet." Ein-------
delyk, kon men nog zeggen „ 5. dat het Ont-
„ werp van eene bepaalde Porto Franco eene
„ nieuwigheid was; de gewoone tegenwerping
„ van zulken, die, by de oude misbruiken,
„ voordeel vonden." Men ftondt, in 't beant-
woorden deezer tegenwerpinge, toe „ dat het
„ Ontwerp nieuw was. Doch 't fteunde, be-
„ weerde men, op oude, bekende gronden,
„ welken men met onderfcheid te pasfe bren-
„ gen moest, wanneer de omftandighedenon-
„ zes Lands en die onzer handeldryvende na«
„ buuren veranderd waren; verzettende, vol-
„ gens het fpreekwoord, de bakens, als het diep
verhopen was. Als onze nabuuren, by voor-
„ beeld, den Koophandel begunftigden, be-
„ hoorden wy't, naargelang, ook te doen,
„ volgens een'ouden grondregel van den Staat,
„ dat men den handel, in zekere evenredigheid
„ met zyne nabuuren, behoorde te belasten, of
„ te ontlasten. Gantsch Europa was nu, met
„ opzigtopden Koophandel, veranderd van
„ gedaante. In vroeger' tyd, hadden onze
„ Landsluiden den Koophandel alleen in bezit.
„ Andere volken haalden de waaren, niet daar
9, zy vielen of gemaakt werden, maar voorza-
„ gen zig, hier, van 't gene zynoodighadden.
„ Thans was'er geen volk, welk zig niet, meer
„ ofmin, op den Koophandel toeleide, tot mer-
„ kelyk agterdeel van den Staat. Frankryk en
j, Engeland in't hyzonder hadden, federt de
„ opregtingvandeezen Staat,gezogt, hunnen
„ handel, wyd en zyd, uit te breiden, Enge-
Dd 5               „ land
-ocr page 428-
430 VADERLANDSCHE LXXX.Boek.
175t. „ land vooral hadt ons zulke zwaare flagen
1. „ toegebragt, dat wy 't grootfte gevaar lie-
„ pen van te vergaan, zo wy geene nieuwe
„ fchikkingen op onzen handel maakten. In
„ de Oostenrykfche Nederlanden, waren 00k,
„ federt de Vrede, maatregels genomen, om
„ den Handel derwaards te lokken. Menigten
„ van fchepen voeren, dagelyks, Oostende in
„ en uit. Duinkerken, Hamburg, Breemen,
„ Lubek, gantsch Deenemarke en veele andere
„ Landen en Steden in de Oostzee verwaarioos-
„ den niets, om hunnen handel te doen aan-
„ wasfen. Van Koppenhagen waren, in't voor-
„ leeden jaar 1750, zesendertig fchepen naar
„ Kadix gezeild. In't zelfde jaar, waren aldaar
„ meer dan zeshonderd Koopvaardyfchepen
„ aangekomen. De Deenen ftonden gefchaa-
„ pen, zig van de ganfche vaart op de Oostzee
3, meester te maaken. Zulke nieuwigheden ver-
„ pligtten ons, eene nieuwe wys te {lellen op
3, onzen handel, die, eens verloopen zynde,
„ niet ligt te herroepen zou zyn, gely k men, uit
„ het voorbeeld der oud e Hanze-S teden,leeren
„ kon. 't Verval van den Koophandel was ge-
„ vaarlyker, in een Land, daar men, grooten-
9, deels, beftaan moest by den Koophandel en
„ Scheepvaart, en daar veelen'tLand zouden
„ moeten verlaaten, zo 't van den Koophandel
„ ontbloot werdt; waartoe zy zelfs nog, door de
„ nabuurige Mogendheden, zouden aangemoe-
„ digd worden. Doch zulk een gevaar liep men
„ niet in andere Landen, daar de voornaamfte
„ bezittingen in vaste goederenbeftonden,die
3, de bezitters zo ligt niet beflooten agter telaa-
« tes
-ocr page 429-
LXXX. Boek. HISTORIE. 43 t
„ ten. Men behoorde, hierom» den Koophan- 1751.
„ del te begunftigen, eer de Koopluiden 't <------
„ Land begonden te ruimen. Eene bepaalde
„ Porto Franco was, hiertoe, een bekwaam mid-
„ del: 't welk, wat men 'er ook tegen mögt in-
„ brengen, veel minder zwaarigheden hadt»
„ dan die, welke den Staat dreigden, zo men
„ langer ftil zate. Men hadt, in 't Ontwerp,
„ alleenlyk beoogd, den Koophandel in 't ge-
„ meen te bevoordeelen, zander, voor als nog,
„ ftil te ft*an op de verbetering van veele by-
„ zondere takken van Koophandel: 't welk,
„ naderhand, zou können gefchieden. Ook zou
„ men zyne gedagten nog byzonderer moeten
„ laaten gaan op de herftelling der Scheepvaart
„ en Fabrieken: en vooral op het gene men,
„ tot bevordering van den Koophandel en
„ Scheepvaart, aan buitenlandfche Hoven zou
3, können te wege brengen. Van verfcheiden'
„ misbruiken, die 't verval van den Koophan-
„ del veroorzaakt hadden, en van de meerdere
„ befcberming, welke aan den zelven zou be-
„ hooren te worden verleend, zou, insgelyks,
„ hierna, können gehandeld worden. Het te-
„ genwoordig Ontwerp moest flegts worden
„ aangezien, als de eerfte en moeilykfte trap,
„ langs welke men hooger zou können opklim-
„ men, om dit Land wederom, gelyk voor-
„ heen, ryk, gelukkig en magtig te maaken."
Zyne Hoogheid, de Verhandeling over den XV.
Koophandel, van welke wy den inhoud, das om- zyne
ftandiglyk, te boek gefield hebben, ontvangen j,e°^g*
hebbende, vondt geraaden, dezelve, op den pry« het
zevenentwintigften van Oogstmaand, ter alge- omwerp
mQe. van eene
-ocr page 430-
432 VADERLANDSCHE LXXXBoek,
175 r. meene Staatsvergaderinge, en ter Vergaderinge
—— van Holland (fw), over te leveren: te gelyk ver-
bepaalde klaarende „ dat hy, federt het aanvaarden van
Frai!co " üet Stadhouderschap deezer Landen, niets
den'staa- »> meer ter nerte genomen hadt, dan den Staat
ten aan. „ in zyn voorigen bloei te herftellen: 't welk
„ hy gemeend hadt ,iti 't byzonder, te moeten
„ gefchieden, door de herftelling van den Koop-
„ handel, een' der voornaamfte zuilen van 't
„ Gemeenebest." Wyders, prees de Prins den
beiderlei Staaten de Verhandeling aan, als be-
helzende een' voorflag van een middel tot her-
ftelling van den vervallen Koophandel, welk
hem zeer bekwaam fcheen,om het einde, welk
men 'er zigin voorftelde, te bereiken: waarom
hy vertrouwde, dat men 'er fpoedig op raad-
pleégen zou, en daarna een heilzaam befluit
neemen. Men bedankte zyne Hoogheid voor
zyne byzondere opmerkzaamheid en zorge, en
befloot, terftond, Afdrukfels van de Verhan-
deling te zenden aan de Staaten der byzondere
Gewesten, en aan de Kollegien ter Admirali-
teit, in vertrouwen, dat men 'er, onpartydig-
lyk, op raadpleegen, en fpoedig befluitenzou.
Den Admiraliteits-Kollegien in't byzonder werde
aangefchreeven, dat zy 't Ontwerp onderzoeken,
en den Staaten verflag doen zouden van hunne
bevindtenis.
xvr. 's Prinfen voorflag, en de Verhandeling over
Oordee- den Koophandel, terftond, in 't licht gegeven
len van't Zynde, werdt, by de Koopluiden in't gemeen,
ova dit met zo veel genoegen ontvangen, dat 'er, van
Ontwerp.                                                                               hun-
(»O Refol. Holl. 27 Aug. a$ Sept. 1751. il. 752, 918.
<
-ocr page 431-
tXXX.BoEK. HISTORIE. 433
hunnent wege, uit verfcheiden' Steden, bezen- 175«
dingen gefchiedden naar den Haage , om zyne ———
Hoogheid voor zyne zorge te danken, en om
den Koophandel, verder, zyner oplettendheid
aan te beveelen. Doch veele maakers van ge-
weeven' Stoffen klaagden , dat 'er, by 't Ont-
werp , door den Prinfe aangepreezen, niet ge-
noeg voor hun by zonder belang gezorgd was. En
deeze klagten gaven aanleiding, tothetwisfelen
van eenige fchriften, in openbaaren druk, waar-
in 't ftuk, voor en tegen, beredeneerd werdt.
Ondertusfchen, verliepen 'er eenige maanden,
eer de Admiraliteits Kollegien hunne gedagten
openden over 'sPrinfenvoorflag. De Kollegien De Kol<
in Holland verklaarden eindelyk, eenpaariglyk, ïegicn *
in Grasmaand des volgenden jaars „datzy, met <ier Ad-
„ de opftellers der Verhandelinge, toeftonden, miralueie
„ dat de Koophandel deezer Landen ten uiter- {™nd °ör.
„ fte vervallen was, en dat ontlasting het eeni- deeien,
„ ge middel was, om dien wederom op te beu- dat men
„ ren. Doch zy waren van gedagten, dat zulk 'l»onder
„ eene ontlasting, de Kasfe der Admiraliteit, voor-2
.„ reeds ten hoogfte bezwaard, nog verder druk- waarden,
„ ken zou , en geheellyk buiten ftaat ftellen, zou kon-
„ om eene behoorlyke Zeemagt te onderhou- nen in*
„ den, tot befcherming van den Koophandel; voeren*
„ en om de fchulden, die ten haaren laste liepen,
„ immers de Intresten der zelven, geregeld te
„ können voldoen. Van het onderhoud der Kol-
„ legien en van de wedden van derzelver Be-
„ dienden wilden zy niet reppen. Zy ftonden
,j gereedelyktoe, dat men den Koophandel van
„ deezen last behoorde te ontheffen, indiende
„ zaaken, die, langer dan eene eeuw, aan de
„Kol-
-ocr page 432-
434 VADERLANDSCHE LXXX.Boek*
1751. ,, Kollegien ter Admiraliteit, waren toever-
-------„ trouwd geweest, op eene andere en min kost-
„ baare wyze, konden beftierd worden. Zy be-
„ flooten, derhalve, dat eene bepaalde Porto
„ Franco, of eene vrye Tranfit of doorvoering
„ niet met den tegenwoordigen ftaat van de geld-
3, middelen der Admiraliteiten overeen gebragt
„ kon worden \ al ware 't fchoon, dat de naauw-
„ keurige uitvoering van de Wet tegen de flui-
„ keryen, en de eenpaarige heffing dermidde-
„ len te water , gevoegd by oen aanwas des
„ Koophandels, welken men zig van het nieuw
„ Ontwerp beloofde, de inkomflen der Admi-
„ raliteiten, merkelyk, deeden vermeerderen:
„ om dat men deeze vermeerdering , niet dan
„ na verloop van verfcheiden'jaaren, zou kon-
„ nen gewaar worden. Zy waren , hierom,
„ van gedagten, dat men het nieuw Ontwerp
„ niet zou können omhelzen, ten ware men den
„ Admiraliteiten, vooraf, aanweeze, waar zy
„ vinden zouden, 't gene zy, immers in de eerfte
„ jaaren, door de invoering van het nieuw Ont-
„ werp, zouden misfen: 't welk zy meenden,
„ dat de Kollegien, jaarlyks, op den eed, zou-
„ den behoor en te ver klaar en. O uk dagten zy,
„ dat men't Ontwerp niet langer dan vyf jaa-
„ ren, by voorraad, behoorde in te voeren. Zy
',, gaven, vervolgens, de wyze op, waarop zy
„ meenden, dat men 't Ontwerp zou können
„ beproeven Zy waren't eens inet de opftel-
„ Iers der Verhandelinge, dat eenpaarige hef-
„ fing en flipte uitvoering, hiertoe, noodzaa-
„ kelyk vereischt werden. Doch men hadt,
„ hiernaar, reeds meer dan eene eeuw, getragt,
„ en
-ocr page 433-
LXXX.Boek. HISTORIE. 435
„ en was, tot nog toe, niet geflaagd naar ge-
„ noegen. Zy vreesden, hierom, dat men,
„ in dit opzigt, ook nog kwalyk ilaagen zou.
„ Inzonderheid , waren zy bedugt, dat men
„ den Kollegien ter Admiraliteit het vereisch-
„ te gezag niet zou willen laaten. Ondertus-
„ fchen, waren de eenpaarige heffing en ftip-
„ te weering dex fluikeryen niet in te voeren,
„ zonder dat deeze Kollegien , in hun gezag,
„ gehandhaafd werden. Andere middelen had-
„ den zy voorgeflaagen, by het Ontwerp van
„ een Plakaat, welk zy hiernevens voegden.
„ Doch twee middelen waren 'er , onder an-
„ deren, welken men, vooral, niet verzuimen
„ moest: het eerfte , dat men de Paspoorten
„ liete by de inkomende goederen, tot dat zy
„ op de regte Plaats , werwaards zy gefchikt
„ waren, zouden aangekomen zyn : 't welk,
„ voortaan, in alle de Gewesten, zou moeten
„ waargenomen worden : het andere betrof
„ de Graanen , en beftondt alleenlyk hierin,
„ dat de Collefleur of Pagter van de rondo
„ maat verpligt zou worden , weekelyks , op
„ te geeven wat gemeeten, en by hem äange-
„ geven was , en dat de Koopluiden 's Lands
„ regten, naar die opgave , zouden moeten
„ betaalen. Voorts, dagten zy , dat ieder
„ Kollegie ook bekwaame Vaartuigen behoor-
„ de te leggen inde zeegaten, omdealgemee-
„ ne Verklaaringen der inkomende Schepen
„ over te neemen. Men behoorde ook, huns
„ oordeels, nette Registers te houden van 't
„ gene, by ieder Kollegie, aangegeven werdt:
„ om , uit deaelven, een algemeen Register,
„ naar
-ocr page 434-
43« VADERLANDSCHE LXXX.Boek:
„ naar orde van 't A. B. C., op te maaken ï
„ waaruit, met eenen opflag, de ftaat van
„ eiken tak van Koophandel zou können ge-
„ zien worden. By de Westindifche Maat-
„ fchappye , was , federt eenigen tyd , eene
„ kwaade gewoonte ingevoerd, hierin beftaan-
„ de, dat zy de Koopluiden aanmoedigde, om
„ liever aan haar Rccognitien dan regten aan 't
„ Land te betaalen, waarby de Koopluiden
„ veel uitwonnen : waarom deeze gewoonte,
„ vooral, geweerd moest worden." Behalve
het Ontwerp van een algemeen Plakaat, welk
by deeze aanmerkingen gevoegd was, hadt men
'er ook een Ontwerp eener nieuwe Lyste van
Regten, en van eene Ordonnantie op het Tran-
fitoir
of de doorvoeringe bygedaan. In welke
Ontwerpen , voornaamlyk, agt gegeven was,
op het beraamen van eenen eenpaarigen voet
op het inbrengen van goederen uit zee , langs
de rivieren en te lande , en op het bepaalen
der loonen voor de bedienden. Van het regt
van doorvoeringe, waren alleen verfteken goe-
deren , die volftrektelyk verbooden waren in-
of uit te voeren; en van deezen hadt men nog
de geverwde doffen en het geflagt vleesch uit-
gezonderd. In het ftellen der Lyste, hadt
men zig gehouden aan de algemeene gronden,
gelegd in de Verhandeling over den Koophan-
del, en de meesre goederen van uitgaande reg-
ten vry verklaard. Ten befluite, verzogt men,
„ dat, in 't raadpleegen op dit alles , agt ge-
„ geven mögt worden, niet alleen op het be-
„ lang van den Koophandel, op zig zelf be-
„ fchouwd zynde ; maar dat*, voor aile din-
» gen
-ocr page 435-
LxXX.Boek. HISTORIE. 437
„ gen , ook zorg moest worden gedraagen , 175t,
„ voor de overblyffels van de eertyds zo zeer
„ gedugte Zeemagt van den Staat, en voor 't
„ belang van zo veele Ingezetenen, als deel
9i hadden in de lasten van de Kollegien ter
„ Admiraliteit."
Men befpeurde , uit deeze aanmerkingen, xvn.
dat de Kollegien ter Admiraliteit in Holland Het Kol-
niet ongezind waren, om het Ontwerp, ten ^ie.ter
minfte voor een'tyd en onder zekere voorwaar j|tg™"*"
den , te laaten invoeren; Maar het Kollegie zeeland
in Zeeland zag het ftuk , voor eerst, nog ge maakt,
heel anders im Men meende hier, dat, by veeie.
het Ontwerp , waarover , zeide men , geene J^Jén*'
Zeeuwfche Koopluiden fcheenen geraadpleegd tegen het
te zyn , ook geene genoegzaame zorg gedraa- Ont-
gen was voor de Gewasfen en Koophandel van werp;
Zeeland, voor welken men, derhalve, toonen
wilde, beter te zorgen , by de aanmerkin-
gen op het Ontwerp , welken , van wege het
Kollegie in Zeeland , eerlang, onder het oog
van hunne Hoog- Mogendheden gebragt wer-
den. Men gaf, in deeze aanmerkingen, voor-
af, te bedenken „ of het Ontwerp welonpar-
»» tydig genoeg gemaakt ware." Men ftel-
de, zo wel als de Kollegien in Holland, vast,
„ dat de inkomften der Admiraliteiten , door;
it het invoeren van het Ontwerp, iherkelyk
„ verminderen zouden , en men beweerde,
„ dat men dezelven eerder behoorde te doen
„ aanwasfen, tot betere onderhouding eener
„ bekwaame Scheepsmagt. Het Kollegie in
„ Zeeland kwam , in 't byzonder , veel op
„ zyne jaarlykfche huishouding te kort, zon-
XX. Deel.                Ëe              „der
-ocr page 436-
438 VADERLANDSCHE LXXX.Bokk;
„ der immer onderfteuning ontvangen te heb»
„ ben van de andere Kollegien : 't welk egr
„ ter , volgens het Berigtfchrift voor de Ad-
„ miraliteit van den jaare 1597, hadt behoo-
„ ren te gefchieden*" Wyders verltondt men
„ dat de eenpaarige heffing en het ftipt wee-
„ ren der fluikeryen niet in ftaat zouden zyn,
„ om de helft van de inkomften , die de Ad-
„ miraliteit tegenwoordig hadt, uit te leve-
„ ren. 't Lastgeld zo merkelyk te verhoo-
„ gen, als men zou moeten doen, om dit ge-
„ mis te vergoeden, zou de Scheepvaart fterk
„ doen afneemen , en gevolgelyk ook voor
„ den Koophandel nadeelig zyn* 't Was ook,
„ merkte men aan , riiet genoeg , de ingeze-
„ tenen ryk te maaken , door ontheffing van
„ lasten ; en 's Lands inkomften , ondertus-
„ fchen, te doen verminderen. Ook fcheen 't
„ hard , dat men vreemden , gelyk het Ont-
„ werp vorderde, in fommige gevallen, ont-
„ lastte , terwyl men-ingezetenen , reeds ge*
„ noeg bezwaard, door de middelen op de
„ Verteering, belast wilde laaten. Hót Ont-
., werp fprak van den ftaat des Koophandels
„ op te maaken , uit de Registers der Admi-
„ raliteiten. Zulks viel, in Zeeland , niet
„ moeilyk, zynde aldaar, van 't jaar 1700
„ tot het jaar 1725, van de middelen te water
5> 791747 ponden 17 fchellingen 8 grooten
„ Vlaams ; en van daar tot aan 't jaar 1750,
,, 631297 ponden 8 fchellingen 5^ grooten,
5, ingekomen." Na't voorftellen deezer voor-
afgaaande aanmerkingen, tradt men tot het
©nderzoefc der Verhandeünge over den Koop-
ban-
-ocr page 437-
LXXX.Ë0ÈK. HtStÓRtE.. 439
handel. Men ftondt toe „ dat eene bepaal- ,7jti
„ de Porto Franco, in het afgetrokken be-____1
„ fchouwd zynde , voordeelig fcheen te zul-
,j len zyn voor den Koophandel in 't gemeen;
„ doch wanneer men ze befchouwd« in de
„ tegenwoordige omftandigheden, waarin alle
„ handeldryvende Ryken en Staaten zig, om
„ ftryd , toeleiden op den Handel, twyfelde
„ men zeer, of'er,, met grond, eenig voor-
„ deel van te wagten ware. In vreemde Lan-
„ den , was nu veel Scheepvaart, daar men
„ 'er, te vooren, flegts weinige fchepen plag
„ te hebbeh. Élk bevoorregtte de Scheep-
3, vaart van zyn eigen volk, waaruit te wag-
9, ten was , dat weinige vreemden hunne goe-
„ deren, met onze fchepen, die, hierom, zó
„ goedkoop niet vaaren konden als de-hun-
„ nen, door deeze Landen, zouden willen
„ voeren, en, al waren ze fchoon van's Lands
„ Regten vry, de onkosten van overfcheepen
„ zouden willen betaalen. Hier kwam by*
„ dat het Land een groot deel zyner inkom-
„ ften misfen zou, door het invoeren eener
„ Porto Franco; dat de afgunst der vreem-
„ de Mogendheden de voordeden, welken
si men 'er zig van beloofde , zou zoeken ta
„ verydelen j dat de Koophandel, eens zynen
„ loop genomen hebbende voorby deeze Lm«
„ den , zig zo ligt niet wederom over dezel-
„ ven zou laaten leiden , hebbende de ver-
„ mindering, in't jaar 1725 ingevoerd, de
,> beoogde voordeelige uitwerkingen niet ge-
9, had. 't Verval van den Koophandel moest r
„ dagt men, niet zo zeer toegefchreeven wor-*«-
E«s
                ,y dén^
-ocr page 438-
440 VADERLANDSGHE LXXX.Bok*
„ den aan de belastingen , op den Koophan-
„ del gelegd, als wel aan gebrek van bekwaa-
„ me Koopluiden , immers in Zeeland , daar
„ men zig , door die van Holland, dikwils,
„ eene kans liet afzien 5 of aan het deel nee-
„ men in buitenlandfche Maatfchappyen ; of
„ aan het dry ven van handel, niet vooreigen'
„ rekening, maar voor rekening van vreem-
„ den ; of aan het bezwaaren van onze Ge-
„ wasfen en Stoffen, buitens Lands, alle wel-
„ ke oorzaaken niet waren weg te neemen ,
„ door het invoeren eener bepaalde Porto
„ Franco. Men lloeg, om 't fluiken te wee-
„ ren, ftrenge ftraffen voor, welken men flipt
„ wilde uitgevoerd hebben : doch de bevin-
„ ding hadt, federt lang, beide aan ons en aan
„ onze nabuuren, Frankryk en Engeland, ge-
„ leerd, dat zulks genoegzaam onmogelyk was.
„ Het middel van een Drawbak of Tranfit, by
„ 't Ontwerp voorgeflaagen , zou eene nieu-
„ we deur openen tot fluikeryen, die toch,
„ by veele Koopluiden, niet voor misdaad,
„ maar aartigheid gerekend werden. Men vor-
„ derde , wyders , by 't Ontwerp , dat, tot
„ weeringe der fluikeryen , aan 't onderzoek
„ der goederen meerder ruimte gegeven werdt;
„ doch dit fcheen het Koliegie in Zeeland ,
„ bezwaarlyk , en niet dan met veel kosten,
„ te zullen können gefchieden. Geene meer-
„ dere nuttigheid zag men in 't vrylaaten der
„ befchuldigingen wegens fluikeryen aan een*
„ iegelyk, alzo zulks , reeds in 't jaar 1725,
„ toegeftaan was , zonder dat men 'er de ver-
„ wagtte nuttigheid van ondervonden hadt.
„ Dat
-ocr page 439-
LXXX.BOEK. HISTORIE. 441
„ Dat de inkomende en uitgaande Regten ,
„ voortaan , behandeld werden als een Ge-
„ neraliteics middel, hieldt men voor ten
„ hoogfte nuttig ; doch de Admiraliteits Kol-
„ legien konden zulks niet te wege brengen :
3, 't moest aan de Hooge Overheid verblee-
,, ven worden." Hierna, werdtonderzogt,
of het Ontwerp , ingevoerd zynde, niet meer
nadeel dan voordeel doen zou. En men ver-
ilondt „ dat het gevaarlyk was, iet zekers te
„ verliezen , eer de voordeeligheid van het
„ Ontwerp middagklaar gebleeken was, waar
„ over de Koopluiden zelven nog niet eens
„ waren. Dat veele Oost- en Westindifche
„ waaren, by het Ontwerp, tegen de beft«n-
„ dige handelwyze van den Staat, werden
„ vry gefteld op het inkomen : 't welk niet
„ dan nadeel kon doen aan de twee Maat-
„ fchappyen : zynde het te wagten , dat de
„ vreemde Miatfchappyen ons Land , met
„ Indifche waaren , overvoeren zouden, en
„ dat de Koopluiden , in de Oostenrykfche
„ Nederlanden , de vreemde Indifche waaren
„ zouden kiezen boven de onzen , als zy ze,
„ tot minder' prys, bekomen konden. Dat.
„ ook de vryer invoer van vreemde geweeven
„ Stoffen de inlandfche Weevery zeer zou be-
„ nadeelen. Dat, in de weinige Porto Fran-
„ co's, die, hier en daar, gevonden werden,
„ de Koophandel niet meer dan elders bloei-
„ de. Ook hadden de Koningen van Frank-
„ ryk en Pruisfen , alleenlyk, Porto Franco's
„ opgeregt, buiten hun Ryk ; de eerfte te
„ Duinkerken, de tweede, onlangs, te Emb-
E e 3
                 „ den,
-ocr page 440-
442 VADERLANDSCHE LXXX.Boek,
„ den. In Frankryk en te Koningsbergen,
„ werden inkomende regten gevorderd. Dat,
„ wyders , het belang van Zeeland in 't by-
„ zonder, by het Ontwerp , geheellyk ver-
„ waarloosd was. De Graanen , een gewas
„ van Zeeland , werden , van buiten komen-
„ de , omtrent de helft ontlast, tot merkely-
„ ke benadeelinge van de Zeeuwfche Zaai-
„ landen, en tot voordeel van Holland, daar
„ men veel Graanen kreeg uit de Oostzee,
„ De vrye doorvoering van veele goederen,
„ zou Z2»land ook zeer benadeelen. 't Gene
„ nu, over Zeeland, naar Brabant en Vlaan-
„ deren gebragt werdt, zou dan, alleen over
„ Holland, derwaards worden gevoerd. Men
„ kon ook niet bevroeden , waarom verfcbei-
„ den' Gewasfen en Fabrieken der Oosten-
„ rykfche Nederlanden , op het inkomen, za
„ merkelyk ontlast, of geheel vrygefteld wa-
„ ren. Ook was, by de ontworpen' Lyst, het
„ grof zout, berg- en klipzout, op het inko-
„ men , vrygefteld : 't welk , vooral als men
„ 't ook vry liet doorroeren, ten hoogfte na-
„ deelig zyn zou voor de zoutneering in Zee-
„ land. De Oostindifche Maatfchappy zou
„ zig ook aan 't Verdrag van uitkoop van
„ 's Lands inkomende en uitgaande regten ,
„ welk , voor twaalf jaaren , op nieuws, ge-
„ troffen was , niet behoeven te houden , zo
w men een Ontwerp invoerde, welk zo na-
„ deelig was voor haaren handel : en 't gene
9, zy minder zou willen opbrengen , zou on-
?, mogelyk können geboet worden , door 't
t> IfSg?*1 v^n een Lastgeld op de Schepen,
-ocr page 441-
LXXX.Boek. HISTORIE. 443
'„ Het Kollegie te Amfterdam zou ook op- 1751.
„ houden met aan 't KoUegie in Zeeland de ------
„ jaarlykfche vyftigduizend guldens te betaa-
„ len , in 't jaar 1687 beloofd , by gelegen-
„ heid, dat de Graanen, op het uitgaan ,
»> vry gefteld , en op het inkomen, merkelyk
„ hooger belast waren. Het half regt, welk
„ Zeeland ontving van alles, wat over de
„ Zeeuwfche ftroomen van of naar Holland
„ gevoerd werdt, en welk zo lang een twist-
„ appel, tusfchen de twee Gewesten geweest
„ was , zou dan ook genoegzaam vernietigd
„ worden. Kortom, 't Kollegie in Zeeland,
„ zo merkelyk benadeeld , zou naauwlyks in
„ ftaat zyn , om de wedden , die op tiendui-
„ zend eenhonderd ponden in 't jaar gere-
„ kend werden , te voldoen. Maar zou de
„ Koophandel bloeijen; men moest dien, met
„ de fterke hand, befchermen : en hoe kon
„ zulks, zonder genoegzaameinkomften, ge-
„ fchieden ? Het middel van een Tranfit,
„ by 't Ontwerp voorgeflaagen , ftak ook vol
„ zwaarigheden. 't Benadeelde Zeeland in 't
„ byzonder geweldiglyk; gelyk reeds te voo-
„ ren was aangeroerd ; welks handel in door*
„ gevoerde goederen , op Brabant en Luik,
„ geheellyk naar Holland wyken zou, 't Zou
„ veel gelegenheid tot fluiken geeven. AHe
,, goederen , vrye en onvrye, zouden, met
„ cier tyd , voor doorgevoerden worden aan-
9» gegeven-. Het onderzoek deezer goede-
„ ren , welk niet alleen binnen fcheepsboord
9, zou behooren te gefchieden , zou een nieu-
„ we last voor de Admiraliteiten zyn, zonder
E e 4
                n voor-
-ocr page 442-
444 VADERLANDSCHE LXXX.Boek:
trSi, „ voordeel. De voordeelen, welken men zig
—— „ van 't Ontwerp beloofde , (leunden , naar
„ men 't, in Zeeland , inzag , meest op in-
„ beelding. Men wilde den Koophandel her-
„ ftellen , door vermindering van lasten ;
,, fchoon men toeftondt, dat dezelve, voor
„ 't jaar 1725, toen de lasten zwaarst waren,
„ meest gebloeid hadt. De Nabuuren , die
„ zig, van tyd tot tyd, fterker op den Koop-
„ handel hadden toegelegd , zouden niet ver-
„ anderen van grondregels. Oostende, Duin-
„ kerken en Hamburg , lagen zo voordeelig
„ tot den handel als wy; en tot den Scheeps-
„ bouw , lagen anderen gelegener ; moeten-
„ de men hier, al wat tot Scheépsrimme-
„ ring vereischt werdt, van elders haaien.
„ Men vöndt ook volken , die minder man-
„ fchap gebruikten dan wy , en immers zo
en flaat „ zuinig voeren." Na dat het Kollegie van
andere Zeeland , vervolgens , gezogt hadt te toonen
miduel!n ■>■> dat de zwaarigheden , in de Verhandeling
fteiiinV » over ^en Koophandel zelve , tegen eene
»an den „ Porto Franco ingebragt, niet naar behoo-
Koophan- }> ren waren beantwoord ; werdt alles befloo-
deivoor: ^ ten ? met jjet voorflaan van eenige andere
„ middelen, welken men, tot herftelling van
„ den Koophandel, zou können gebruiken."
Vooraf, ftelde men twee algemeene oorzaa-
ken voor van 't verval des Koophandels , hier
te Lande „ den uitgebreiden handel van alle
„ volken in Europa , en dat de waaren nie*
„ meer over deeze Landen gevoerd werden ,
„ gelyk voorheen." De eerfte oorzaak wa$
önmogelyk weg te neemen. Om de tweeda
"- "■ -. «                                                                                                                                      te
-ocr page 443-
LXXX. Boek. HISTORIE. 445
te doen ophouden, floeg men voor „ de in- 1751,
,, voering van zeker Plakaat en Lyst, in 't —^
„ jaar 1745, met genoegzaame eenpaarig-
„ heid, ontworpen, als waarin men de Ver-
„ dragen met uitheemfche Mogendheden, by-
„ zonderlyk, dat met Frankryk van den jaa-
„ re 1739, zorgvuldiglyk, in agt genomen
„ hadt. De overtreeders van ditPlajkaatmoes-
„ ten in de beurs geftraft worden, 't welk
„ meest met de gelteldheid van ons Gemee-
„ nebest overeenkwam, behalve dat, wan-
„ neer men geene algemeene vrye doorvoe-
„ ring vastftelde, veele fluikeryen toch van
„ zelf geweerd zouden worden. Ook zou dee-
„ ze Lyst op veele Fabrieken en Neeringen
„ van nuttigen invloed zyn. Doch om dat en onde*
„ veelen gefteld fcheenen op eene bepaalde dee"n
„ Porto Franco en eene algemeene vrye door- waakte
„ voering, zou men, zelfs in Zeeland, ook porto
„ daarin bewilligen können, onder de vol- Franco,
„ gende voorwaarden: 1. Dat den Admirali- on^*r
„ teiten vergoeding gedaan werdt voor de "or"
„ vermindering haarer inkomften. 2. Dat de waarden,
„ Oostindifche en Westindifche Maatfchap-
„ pyen deezer Landen, by het nieuw Ont-
,*, werp, niet werden benadeeld. 3. Dat de
„ Gewasfen van ons Land werden voorge-
„ ftaan. 4 Dat ook de vrye doorvoering zulks
„ werdt bepaald, dat Zeeland daarby niet
„ benadeeld werdr. 5. Dat ieder Lid van de
„ ontworpen' Lyst onderzogt, en des noods,
„ veranderd werdt. 6. Dat de Schotfche Sta-
„ pel, te Veere, geen nadeel leede. 7. Dat
„ alle de Kollegien ter Admiraliteit, even rig-
Ee 5
                     „ tig
-ocr page 444-
446 VADERLANDSCHE LXXX. Boek.
„ tig, door de Gewesten, betaald werden.
„ 8. Dat het wit Linnen niet geheel vry ge-
„ iteld werdt." Hier werden nog bygevoegd
eenige aanmerkingen, die men dienftig hieldt,
toe herftelling van de Fabrieken en Handel
beide. Men behoorde „ i. zulke waaren,
„ die men tot eenige Fabrieken noodig hadt,
„ op 't inkomen vry te ftellen; en 't uitvoe-
„ ren te verbieden, of zwaar te belasten, ge-
„ lyk in Engeland gefchiedde. 2. de hand-
„ wer&sluiden aan te lokken, en hier te hou-
„ den. 3. het deel neemen in vreemde Maat-
„ fchappyen ftrengelyk te verbieden. 4. de
„ regten op eenige waaren, die over Zee-
„ land naar Brabant en Vlaanderen gevoerd
„ werden, een weinig te verminderen. • 5» de
„ fchepen, die op de Vischvangst werden
„ uitgerust, van last- en veilgeld te onthef-
„ fen. 6. 't uitzetten van geld buiten 's Lands
„ te beletten. 7. zulken, die hier fchepen
„ lieten bouwen, eenige voorregten toe te
„ liaan. 8. de belastingen, tegen de Verdra-
„ gen, op den Koophandel deezer Landen
,, gelegd, te doen wegneemen." Alles weidt
bedooten met een' wensch „ dat de Staaten
„ van Zeeland, na rype overweeging van al
„het voorgeftelde, zulk een befluit mogten
„ neemen, als tot welftand van den Koop-
„ handel in 't gemeen, en van den Zeeuw-
„ fchen in 't byzonder dienftig zou bevonden
„ worden."
Wy hebben den inhoud der Verhandelin-
ge over den Koophandel, door zyne Hoog-
heid, den Staaten aangepreezen, te gelyk
met
-ocr page 445-
LXXX.Boek. HISTORIE. 447
met den inhoud van 't gene 'er , door de Kol- 175 r„
legien ter Admiraliteit in Holland en in Zee- ——
land , op aangemerkt werdt, wat uitvoeriger
willen voordellen , op dat men , door verge-
lyking van het een met het ander , zien zou,
hoe weinig het te verwonderen zy , dat de
Gewesten niet fpoedig gekomen zyn tot een
befluit, op 's Prihfen gewigtigen voorflag ,
tot herftelling van den vervallen Koophan-
del. Doch hiertoe hielp ook niet weinig ,
het af derven van den grootften Voorftander
van het nieuw Ontwerp , den Prinfe - Erfftad-
houder zelven, óie , reeds lang voor dat de
Kollegien zig over zynen voorflag verklaard
hadden, deezer weereld overleeden was.
Met het verhaal van dit overlyden , zullen
wy onze Vaberlandsche Historie
befluiten.
Zyne Hoogheid, federt eenen ongelukki- xvw,
gen val in zyne kindschheid , gebrekkelyk Zyne
van lighaamsgeftalte geworden zynde, ter oor- \^°°^'
zaake, dat de ruggegraat naar de regterzyde wor(jt
ïngekromd , en onder 't opperfte des fleutel- onpas-
beens benedenwaards geweeken was ; was , felSk"
uit hoofde deezer ongefialte , onderhevig ge-
weest aan eenjge kortademigheid , die toe-
nam , toen hy , met de jaaren , zwaarlyviger
geworden was. In 't jaar 1748, hadt hy ee-
ne zwaare ziekte gehad , na welke hem eene
geduurige zwakheid bygebleeven was, die, in
den Zomer deezes jaars 1751, eer toe- dan
afnam ; waarom hem het gebruik der genee-
zende wateren te Aken aangeraaden werdt.
jQoJc begaf hy zig, den derden van Herfst Gebruikt
maand, de w»ie-
-ocr page 446-
443 VADERLANDSCHE LXXX.Boek?
t7$i. maand, maar zeven dagen na dat hy den
------voorfhg tot herftejling des Koophandels ge-
ren te ^aan hadt, derwaards op reize. Hy volhard-
de, te Akan gekomen, vier weeken omtrent,
Keert van jn het gebruiken der wateren, daar hy luttel
jjg[ l' baats by vondt. Naauwlyks in den Haage,
en op het huis de Oranje-Zaal in 't Bosch
te rug gekeerd , begon de Prins te klaagen
over pyn in den nek en omtrent de ftrot. Hy
hieldt, derhalve , het bed , wat langer dan
naar gewoonte , en het zweeten deedt de
fmert gemeen'yk wyken, zo dat hy doorgaans
geziekte na den middag uitging. Doch eene week na
verheft Zyne terugkomst, werdt hy van eene ligte
!g* koortfe bevangen , die , meer of min , aan-
houdende werdt. De pols joeg ; doch was,
te gelyk , flaauw en zwak. Wel haast kwam
'er ligthoofJigheid en flaapzugt by, toevallen,
waaraan de Prins, by de minfte ziekte , on-
derhevig was. Doch de flaap duurde flegts
eenige minuuten. De fprouw openbaarde zig,
eerlang , in de keel, en aan 't gehemelte van
den mond. De toevallen namen, gclyk het
gaat, by beurten , aan eii af. Op Woensdag
den twintigften van Wynmaand, fcheen het
zig tot beterfcjiap te fchikken. Wat zweets,
een kloeker pols en 't minderen der ligthoof-
digheid , gaven blik van hoope op herftelling.
Maar in den volgenden nanagt, veranderde
alles ten ergfte. De Iigthoofdigheid en flaap-
zugt vermeerderden ; de kragten namen af,
van oogenblik tot óogenblik, en de Vorst
De Prins §a^ ^en 8ë£st •> *n de armen van den Baron
fterft. van Grovêiftins , zyn«n Upper - Stalmeester ,
OP
-ocr page 447-
tXXX.BoEx. HISTORIE. 449
op Vrydag den twee-ent wintigften van Wyn- 1751.
maand, tusfchen twee en drie uuren des mor- ———
gens, in den ouderdom van veertig jaaren en
twee-envyfcig dagen.
De Staaten van Holland, ten deezen ty- XIX.
de, vergaderd zynde, beflooten, terftond, De Sta*
in gevolge van de fchikkingen , in 't jaar ^"t "der
1747, op de opvolging in de Stadhouderly- Pnnfesf©
ke waardigheid gemaakt, twintig Heeren uit Weduwe
het midden hunner Vergaderinge, een' »uit ^5n,eed
ieder Lid van 't Gewest, benevens den Raad- Gouvcr-
perjfionaris Stein, te benoemen, om der Prin-
name en
fesfe Weduwe, Anna, den rouw te beklaa-'Voogdes-
gen , en haarer Koninglyke Hoogheid den eed *f *"?
c 7                      i /-r              °         rr j r oen ]on-
ai te neemen, als Gouvernante en Voogdes] e gen £r{-
yan den minder jaarigen Heere, Willem den ftadhou-
Vyfden, PrinJ'e van Oranje en Nas/au en der.
Erffladr.ouder van Holland: t welk, nog dien
zeiraen nademiddag, gefchiedde («), zonder
dat men dienftig vondt, vooraf, last te haa-
ien van de Steden. De algemeene Staaten
deeden, omtrent twee uuren laater, eene dier-
gelyke bezending, der Prinfesfë, als Gouver-
nante en Voogdesfe, den eed afneemende-, op 't
Erf-Kapitein- en Admiraal - Generaalfchap en
op 't Erf-Stadhouderfchap over de Generaliteits-
Landen. De andere Gewesten en hetLand-
fchap Drente deeden 't zelfde, zo dra zy ken-
nis van 's Prinfen overlyden gekreegen had-
den; en de Regeering ichikte zig, eerlang,
op den zelfden voet, als by de Reglemen-
ten
C») Refol. Holl. 32 OStot. 1751. Ont* * fett pTimimm. bit
99&> 999 > looo, 1001.
-ocr page 448-
45o VADERLANDSCHE LXXX.Bosss;
17*1. ten op het Erf-Stadhouderfchap beraamd was.
—— Miülerwyl, hadden de Gekommitteerde Raa-
den van Holland orde gefteid op het luiden
der klokken, en het draagen van rouw in
den Haage. Ook fchreeven de Staaten aan
Burgemeesteren der Steden, dat zy de klok-
ken, agt dagen agtereen, en drie dagen
voor en op den dag der Begraafenisfe, drie-
maal 's daags, zouden doen luiden: gelyk,
alomrae, gefchiedde.
Xt, 't Lyk van den Prinfe, geopend en gebal-
't Lyk femd zynde, werdt, des nagts tusfchen den
tan zyne eerften en tweeden van Siagtmaand, in eene
HMdf Lykkoets, van twee andere koetfen verzeld,
wordt, uit het Huis in 't Bosch, overgebragt naar 't
op een Stadhouderlyk Kwartier in den Haage. Hier
Pranibed, wer(jt een Praalbed toebereid, waarop hec
gelegd0" Lyk, van den vyfentwintigften van Siagt*
' maand tot den agtften van Wintermaand, ten
toon gelegd, en van eene groote menigte
volks, kleinen en grooten, dag aan dag, be-
fchouwd werdt. 't Lighaam was met een' lan-
gen nagtrok van zilver moor bekleed. De
Ridderorde van den Koufeband, de degen en
ftaf van bevel, de helm, de Vorftelyke Kroon
en mantel waren geplaatst, nevens 't praal-
bed. Voorts, was de Lykzaal verfierd met
zinnebeelden en opfchrifcen, flaande op 's
Prinfen affterven, en op de fmerte, die 'tt
over gevoeld werdt. De algemeene Staaten ,
den vierentwititigften van Wintermaand, op
den voorflag van Gelderland (0), beflooten
heb-*
(o~) Rcfol. Holl. 29 Dec. 1751. tl. 109«,
-ocr page 449-
LXXX.Boek. HISTORIE. 451
hebbende , het Lyk , op gemeene kosten der ï7p.
Gewesten, ter aarde te doen beftellen ; werdt-------
het., den tienden van Louwmaand des vol-
genden jaars , gelegd in een e Kist, van duur-
zaatne ftoffe gegooten : waarby ook het hert
en de ingewanden , in twee kleine kistjes ,
geplaatst werden. De vierde van Sprokkel-
maand werdt, tot den dag der begraafenisfe,
gefchikt : op welke egter , de Uitheemfche
Ambasfadeurs , toen in den Haage zynde ,
om verfchillen over den rang te voorkomen,
niet genodigd werden. Doch na de Vorften en pteg-
van Baden-Durlach en Brunswyk- Wolfem- tiglyk,
buttel, die, als nabeftaanden, 't Lyk onmid ^0«1^:
delyk verzelden , volgden de algemeene Staa- ven!8**'
ten, de Staaten van Holland, en de twee Ge-
regtshoven , in rang. De Raad van Staate,
oordeelende , onmiddelyk op de algemeene
Staaten te moeten volgen , waartoe de Staa-
ten van Holland niet konden verftaan, woon-
de de Staatfie niet by (jö)« De agt Paar-
den van de Lykkoets werden , door zes Ma-
joors en twee Luitenants-Kolonels, geleid :
de vier flippen van' 't kleed over de Koets,
door vier hooge Land- en Zee-Overften vast-
gehouden ; het Lyk, door Generaal-Majoors
en Schouten by Nagt, en het Verhemelte,
door Kolonellen gedraagen. De Wethóuder-
fehap en Predikanten van 's Graavenhaage,
plaatsten zig , agter 't Hof van Holland , by
't voeren van 't Lyk uit den Haage; in wel-
ker
0>) Refol. Holl/ 14, au, 87 Jan,, i, Feh. ipj2. U. jj.
Ï3» 73» 99 > l66*
-ocr page 450-
452 VADERLANDSCHE LXXX.Boek,
ijsu ker ftede , zig de Wethouderfchap en Predi-
i—-— kanten van Delft voegden , toen 't Lyk, te
Delft, naar de Grafftede gebragt werdt. Voor
negen uuren des morgei is , werdt het Lyk,
uit het Hof, naar de Lykkoets gedraagen, en
vervolgens uit den Haage gevoerd naar Delft;
daar de Staatfie, omtrent ten drie uuren des
nademiddags, aankwam, 't Lyk werdt, hier,
ïn eene nieuwe Grafkelder, benoorden de ge-
woonlyke van de Vorften uit den Huize van
Oranje, in de Nieuwe Kerke bygezet. Op en
na den dag der Begraafenisfe werden , in de
Hooge Schooien deezer Landen , en in veele
Kerken, zo van de Gereformeerde als van an-
dere Gezindheden, Lykredenen uitgefproken ,
ter gedagtenisfe van wylen zyne Hoogheid.
De kosten deezer Vorftelyke begraafenisfe wer-
den , eerlang , op agtenzestigduizend guldens
berekend (#).
£&r. Zodanig een' uitgang hadt Willem de IV,
Afbeel- Prins van Oranje en Nasläu, en Eifttadhouder ,
ding van Kapitein - Generaal en Admiraal der Vereenig-
nJliooJ- ^- Gewesten, in 't vyfde jaar zyns algemeenen
heid.° bewinds , in deezen Staat. Hy was , op dat
wy ook iets van zyne uit- en inwendige hoe-
daanigheden aantekenen , van gelaat deftig ,
minzaam , agtbaar. De oogen , die groot en
blaauw waren, ftonden hem doordringend en
leevendig. Hy droeg bruin lang hoofdhairt
In zyne jeugd , hadt hy zig op de kennis van
taaien en andere nuttige Weetenfchappen, vly-
tiglyk, toegelegd, 't Latyn , Fransch, Ën-
gelscb
(S) Retbi. Holt. ai Af ril 17 Si- W, ö+i.
o
-ocr page 451-
>
JLXXX.Boek. MlStORIE. 453
gelsch en Hoogduitsch fprak hy , vaardiglyk.
Ook was hy in de Wiskunde niet onbedree-
ven. In de Gefchiedenisfen, der Vorften ge-
leerdheid , met naame in die des Vaderlands,
hadt hy zig ook, van vroeg af, geoefend :
en wil men , dat hy de gebreken * zo wel als
de deugden * zyner Voorzaaten plag te be-
fpiegelen, op dat hy de eerften zou mogen
leeren fchuwen ; de anderen navolgen» Lui-
den , in deeze of gene weetenlthap uitftee-
kende , bejegende hy , altoos , met agtinge ,
en ondervraagde ze over 't gêne hem wee-
tenswaardig fcheen. Sterk boven maate was
hy van geheugen, en men heeft j dikwils, op-
gemerkt , dat hy de Aanfpraaken , die , by
verfcheiden' gelegenheden, aan hem gedaan
werden , vaardiglyk , in goede orde, en van
punt tot punt, wist te beantwoorden : fom-
tyds ook, als 't de gelegenheid vorderde, met
eene minzaamheid en gemeenzaamheid, dié
de herten innam. De zugt ten oorloge, die *
in verfcheiden' zyner Voorzaaten, uitftak»
en niet altoos even heilzaam was voor den
Staat, fchynt hem luttel bezeten te hebben.
Ook heeft hy geene gelegenheid gehad , om,
na zyne verheffing , in den jaare 1747, eeni-
gen veldflag of belegering by te woonen ;
wordende de voorafgaande punten tot de Vre-
de getroifen, op het oogenblik byna van zyn
vertrek naar 't Leger. Schoon zyn gezag ,
in den Vereenigden Staat, hooger gefteegen
was , dan dat van iemant zyner Voorzaaten %
zou hy 't, meent men, nog meer hebben
können zien verheffen, zo hy 't begeerd hadt.
in 't gemeen , neigde hy meer > tot het ge-
XX. Deel.
              Ff                  brui-
-ocr page 452-
454 VADËRLANDSCHE LXXX.BoeS.;
1751. bruiken van zagte dan van ftrenge middelen,
—— om zyne oogmerken te bereiken. Hy was,
meer of min, haastig of oploopend ; doch
zyne drift was ftraks wederom over, en hy
fchroomde , fomtyds , niet, zulken , die 'er
de uitwerkfels van gevoeld hadden, door heu-
fche bejegeningen * van nieuws , aan zig te
verpligten* Yverig was hy , in 't voorftaan
van den Hervormden Godsdienst; doch, vol-
gens de Staatkunde van dit Gemeenebest,
gemaatigd, in 't verdraagen der verfchillen-
de Gezindheden , hebbende hy zelfs, nu en
dan , Remonftranten , en Doopsgezinden zei-,
ven, bevorderd tot aanzienlyke waardighe-
den , waarby, volgens 's Lands Wetten, gee-'
ne belydenis der Gereformeerde Leere ver-
eischt werdt. In pragtige Hofhouding , be-
hoefde hy geenen der Vorften uit den Hui-
ze van Oranje te wyken. Ook was hy me-
dedoogend en milddaadig, en ftrooide ryke-
lyker , naar gelang dat zyne inkomften ver-
meerderden. Begeerig, om 't gene hem in
den Staat gebrekkelyk fcheen te herftellen,
gaf hy , meent men , nu en dan , te ligt ge-
hoor aan eenigen , die hem , desaangaande *
voorflagen deeden , welke, fomtyds , meer
gefchikt waren , om eenig byzonder belaiig,
dan om 't welzyn van 't gemeen te bevorde-
ren. Af keerig was hy , wyders , van aller-
lei ongebondenheid der zeden , fchoon hy ,
in gezelfchap , vrolykheid beminde, en elk *
op eene gevallige wyze , wist aan te fpooren
tot onbedwongenheid De Koningklyke Prin-
fes, zyne Gemaalin i heeft eenen trouwen en
liefhebbenden Egtgenoot: de jonge Willem,
zytj
-ocr page 453-
LXXX.Boek. HISTORIE. 45$
ayn Opvolger, en de Prinfes Carolina een'
tederhertigen Vader aan hem verlooren. Hoe
hy zig , eindelyk, gekweeten hebbe , in de
weinige onrustige jaaren zyns Stadhouderly-
ken bewinds over alle de Gewesten , is , uit
het voorig gedeelte deezer Gefchiedenisfe ,
genoeg gebleeken, en behoeft hier, nietom-
andiglyk , herhaald te worden. De gevaar-
lyke kryg, in welken hy den Staat ingewik-^
keld vondt ', de binnenlandfcbe beroerten ,
verwarringen en veranderingen , die toena-
men , zo dra de oorloogende Mogendhedea
de wapenen hadden afgelegd, henben hem
eenen ongelooflyken arbeid veroorzaakt; wel-
ke lastiger vallen moest voor eenen Vorst, die
verklaard hadt, niets te kennen , dat de eerzugt
eens fiervelings meer flreelen kon
, dan zig te mo*
gen houden voor een voorwerp van de liefde en koog'
agting van een vry volk;
en die, hierom, mid-
den onder alle de beroeringen van den Staat,
deeze hoogagting en liefde zogt te vérkrygërï
fcn te behouden. De voorflagen , die , ten
deezen einde, ontworpen , gedaan en aange-
drongen moesten worden , onder wélken de
laatfte, die tot verbeteringen den Koophan-
del ftrekte , de gewigtigfte gekeurd werdt,
verfchaften den Prinfe, by de gewoone plig-
«fcn der Regeeringe, bezigheden, die te zwaar
fcheenen voor de verzwakte kragten zyns lig-
tiaams , en waaruuüci. Uy, ten laatfte, be-
zwecken is.
: - ■' *
BE-
-ocr page 454-
BERIGT voorden BINDER.
Unico Wille m, Graaf van Wasfenaer
enz.
              te paatfen tegen overBlädz. 2.2
Mr. Jakob Gilles, Raadpenfionaiis
van Holland. ...
          46
Willem van Citters. . 70
Willem de Vierde, Prins van
Oranje.
            .           .           .            9$
Jr. Jan van Borsele, Eerfte Edele
van Zeeland.
          . . . 10a
Mr. Gerard Aarnout Hasselaer,
Burgemeester van Amfterdam. . , 334
Mr. Pieter Steyn, Raadpenfionaria
van Holland. .           .          . "&$'2?6
Lodewyk, Hertog vanBrunswyk-Wol-
fenbuttel.
           .           .          .          382
Wiuem ds VvsTiK, Prine van Oranje. 448