/
|
||||||
VADERLANDSCHE
HISTORIE.
TWEE-EN-TWINTIGSTE DEEL.
|
||||||
I
|
||||||
VADERLANDSCHE
HISTORIE,
VERVATTENDE DE
GESCHIEDENISSEN
DER
VEREENIGDE NEDERLANDEN,
Uit de geloofwaardigfte Schrijvers en egte
Gedenkftukkeu zamengeïleld. Met Plaaten.
TWEEEN- TWINTIGSTE DEEL.
|
||||||||||||||
BEGINNENDE MET DEN JAARE I752 EN EINDIGENDE MET
DEN JAARE I758 , BEVATTENDE HET TYDPERK VAN HET
GOUVERNANT- EN VOOGDESSCHAP VAN HAARE
KONINGLYKE HOOGHEID ANNA.
|
||||||||||||||
TEN ONMIDDELYKEN VERVOLGE VAN
<'1 WAGENAARS VADERLANDSCHE HISTORIE. |
||||||||||||||
^>^SM9 Te AMSTERDAM, by
|
||||||||||||||
«»*•
|
||||||||||||||
JOHANNES ALLART.
|
||||||||||||||
MDCCLXXXVIII.
|
||||||||||||||
VAD ËRLA NDS CHE
|
|||||||
HISTORIE,
|
|||||||
EEN EN TACHTIGSTE BOEK.
|
|||||||
I N H O U D.
Schikkingen op de Regeering, naa den LXKXtl
Dood van w. c. H. friso. Bepaalingen boe K» hy Holland gemaakt, indien dcGouvernan* volgers overleedt. Schryffioffe van dit Tyd- perk. Befluit om den Stadhouder op kosten des Lands te begraven. Het Lyk gekist. De Begraafenisfe bepaald. Waarom noch de Buitenlandfche Gezanten, noch de Raad .van Staaten , in de Lykflatie komen. De Begraafenisfe zelve. Lykredenen en Lyk- gedickten. Rouw alhier, en vervolgens op Batavia aangenomen, jacob mossel, Gouverneur Generaal vanNeêrlands Indiet De Gouvernante neemt Zitting in de Hoe- ge Vergaderingen. Haar voorflel by Staa* ten van Holland , tot vermindering vaii 't Krygsvolk. Befluit daar op genomen-, Voordeelen gehegt aan een Plan van dé suiii. deev* A Gou-
|
|||||||
2 VADERLANDSCHE
Lxxxr. Gouvernante omtrent het Krygsvolk ingele*
boek. verd. Schikkingen op de Kleeding der Mi- -------■ Utairen. Waarom voor de Landmagt zo
zeer gezorgd en de Zeemagt onvoorzien ge-
laat en zverd. De Uitvoer van 't ^een tot de Houtzaagery behoort verboden. Bepaa- ling by Holland omtrent, de Dykwerkers. 'Vryheden aan de Handelaars op Spanje verkend. De Rekenkamer van het Noor- derkwartier uit Hoorn na 's Haage overge- bragt. Willem de V. lot Ridder van de Kousfeband verheeven. Plegtigheden te dier gelegenheid. Liefddaadige Onderfleu- ning der Franfche Flugtelingen. Inzame- lingen ten hunnen behoeve hier gedaan. Schipbreukelingen van Capitein stenis, . '■ e;i anderen, uit de Moorfche Slaaverny, ge- lost. De Vrede met de Maroccaantn ge-
floaten. Zorg door hunne Hoog Mögenden voor in Groenland gelaatene Schepen ge- draagen. Oprichting van de Hollandfche Maatfchappy der Weetenfchappen te Haar- lem. De Hooge School te Groningen herfleld. Inflelling van den Heer wal- t E R S E N s E R F te Rotterdam. De Nieu- we Kerk te Bergen op Zoom ingezvyd. De Overblyfzels van het Huis te Britten ver- ioonen zich drie dagen agter den anderen. JOHAN VAN COLLEMA begiftigt, het
Burgerweeshuis ie Breda. Gefchil tusfchen
de Hollandfche en Zeeuwjcbe admiralitei- ten , door haare Koninglyke Hoogheid be- flist. Het voorgevallene < eswegen. Twist tusfchen de Staaten van Friesland, en het Hof Provinciaal, over het te Regt fiellen van
|
||||
ti 1 5 T Ö R I. Ès g
van misdaadigè Militaire Perfooneh, doör Lxxxi2
de Gouvernante bemiddeld. De vy f de Jaar- boek, dag van Willem den V. inden Haa------—«■
ge en elders gevierd' Een nieuwe Stede- ..,,,
penning in Friesland vervaardigd. Ds openbaare Intrede van den Franjehen Af- gezant , den Marquis de bonac, in den Haage. Zyn eerfle openbaar Gehoor hfj hunne Hoog Mögenden. Willem de V. voegt zich aan 't hoofd der Haagfche Schut- ierye. Deeze met een Gouden Beker, van wylen Willem denIV.haartoegefchikt, befchonken. Vrugtlooze Poogingen om dé Binnenlandfche Fabryken ie begunfligen*. Handelverdrag met den Koning der beide Sicilièn. De Prins Bisfchop van Luik krygt hier den Tytel van Doorlugiige Hoogheid. Het Dok te FUsfingen hetjield. De Haven ie Middelburg vet bet er d. Oogmerk omAè Speelkaarten en Dobbelßeenen te belasten j niet volvoerd. De Heer chardon opent in den Haage ecne Militaire Kweekfchool. Hei Bèroeringszverk in de Kerken , door een Be fluit der Clasßs van Schiel and tegen gegaan, en gefluit. Het geval der Gebroe- ders M E R K e s, die men, ter oorzaake van Vrymetzelaary s tot geen Leden der Kerke wilde aanneemen. Ongeregeldheden in ds Ommelanden * by het Inwyen van eek Kerkhuis gepleegd. De Inflelling van jan Stolp te Leyden. Johan geértsema ie Groningen in zyne eer herßeld. 't Voorge- vallene van j, j. MAURicius op Surinaamei en hier te Lande. Verandering der Regee- A 2- ring |
||||
4 VADERLANDSCHE
|
|||||
lxxxi. ring op Surinaame. De zaaken gaan in ds
boek. Oost ■ Indien voorfpoedig. Scbikkin. \Jp de zo woelige tooneelen des buiten»
^n op de lairdfchen Krygs, door den Vrede te Aken rine|eenaageëindigd; op de landberoerende onlusten, den'dooddie de verheffing des Prinfen willem van w. C. C A II E L HENDRIK F R I S O tOt hooger
H. FKiso. en uitgeftrekter Waardigheden, dan immer
een zyner Voorzaaten bekleedde, opvoer- den, begon 'er eene ftilte in de Vereenig" de Gewesten te heerfchen, die rustige-da- gen beloofde, voor den vervallen Handel, de kwynende Zeevaard, en de zugtende Handwerken, zo gunftig. De vroegtydi- ge Dood diens Vorften, in den Jaare, MDCCLi C*), zou het Gemeenebest on- getwyfeld blootgefteld hebben aan nieuwe binnenlandfche beweegenisfen, indien de Erfopvolging , die zo veel voeten in de aar- de hadt( \), niet bepaald geweest, en het Volk, over de nieuwlings ingevoerde Re- geeringsvorm , niet wonder in den fchik geweest ware. ----- Thans viel 'er nietS'
meer te doen dan, overeenkomftig met de
beraamingen, in den Jaare mdccxlvii gemaakt-, wanneer zyne Hoogheid iet mensehlyks over kwam, de Prinfesfe We- duwe, haareKoninglykeHoogheid anna, by
(*) Wagena'ar Vaderl. Hist. XX. D. bl.448.
(t)CeEisiEE Taferee) van de Qejeh. der Ver- ein. Neder/. X. D- bl. 402. |
|||||
HISTORIE. £
by het beklaagen van den Rouw, den Eed lxxxi.
af te neeraen, als Gouvernante en Voog- boek. desfe van den minderjaarigen Heere w i l» ——— LEM den V. Prins van Oranje en Nas-1752. fau, en Erfftadhouder van Holland; dit gefchiedde, door Staten van Holland, ten eigenden dage des overlydens, zonder dat men 't noodig oordeelde, vooraf, last van de Steden te haaien. Eene dergelyke Be- zending uit de Algemeene Staaten vervoeg- de zich, kort daar op, by die Vorftüme, haar, als Gouvernante en Voogdesfe, we- gens het Erf-Capitein-en Admiraal Gene- raalfchap, en het Erfftadhouderfchap over de Generaliteits Landen, in den Eed nee- mende. De andere Gewesten , en het Landfchap Drente, hadden de leedmaare van 's Stadhouders overlyden niet verno- men, of zy volgden dit zelfde fpoor, en de Regeering fchikte zich eerlang op den voet j als de Reglementen ten aanziene van het Erfftadhouderfchap bepaald hadden (*). Het onverwagte Sterfgeval des Stadhou- Bepaaiin-
ders deedt de heilzaamheid zien van de^^J voorafgemaakte fchikkingen op de Regee-ge°m*"kt, ringsgefteltenisfe, zo dat 'er niets anders indien de noodig was, dan het beraamde in trein te Gou ver- brengen. De Ridderfchap van Holland^^^ leverde daarom in Wintermaand, ter Staats- Minder, vergadering een voorflag in , betreffende jaarigheid eene nadere Voorziening, waar van ge- eens Op. fproo-vo!Sers
r over- leed:. (*) Wagenaar Faderl. Rist. XX. D. 449 en breeder in de NederJ, Jaarb. 1751. bl. 1031 enz. |
||||
; o VAPERLAMDSCHE
ï,xxxr. fprooken was in de Opdragte van het Erf*
boek. ftadhouderfchap op den Negentienden van .------- Slachtmaand des Jaars mdccxlvii; om
l7-$z* naamlyk vast te {lellen, hoe te handelen3
wanneer het der Voorzienigheid behaagde, de Vrouwe Gouvernante ujt dit leeveii weg te neemen, geduurende de Minder- jaarigheid van de Vbrsdyke Spruiten, ter Erfopvolging benoemd. Het beraamde door hun £d. Groot Mögenden veranderde men in een Befluit. IJet Ontwerp haare Ko? ninglyke Hoogheid ter overweeginge aan- geboden , droeg, in Sprokkelmaand deezes Jaars, haare goedkeuring weg. Hoofdzaak- lyk merkte zy 'er op aan, dat de benoer roing der Perfoonen over de Opvoeding, 'eene zaak van 'tmeeile gewigt zynde, veel overlegs vorderde : zo ras zy daar omtrent bepaaling gemaakt hadt, zou zy eenige Perfoonen den Staaten van Holland vooi> draagen ; doch vertrouwde, dat, indien zulks niet mögt gefchied zyn, eer de dood dit belette , hun Ed. Groot Mögenden geene zwaarigheid zouden rnaaken , daar toe tegelasten dePerfooneq, door haar, by eene beflootene Acte, onder handteke- ning, benoemd, ten ware als dan op die benoemde Perfoonen zulke welverdiende aanmerkingen mogten vallen * da,t zy, des kennis gehad hebbende, ten tyde van het oplleJlen der Acte, dezelve, tot welzyn der Vorsflyke Kinderen, zou zyn voorbyge- gaan.-----Wyders gaf zy in overweegin- ge, of hun Ed. Groot Mögenden het niet ilicnlb'g en riqodig vonden.:, om, daar dit |
||||
HISTORIE.
|
|||||||
7
|
|||||||
BeQuit niets minder dan de Regeeririgs» LXxxi.
vorm ten voorwerpe hadt, den last van boek. Raadpenfionaris te verbreeden , en, gelyk ,-------
hy thans verbonden was, naar zyn uiter- 1752.
fte vermogen , te bezorgen, dat de Pri- vilegien , Geregtigheden , Costumen en Ufantien van den Lande van Holland en Westfriesland, mitsgaders de Üppermagt en Gezag van de Staaten en hunne tegen- woordige Regeeringsvorm , en byzonder hunner Ed Groot Mogenden ßeiluit van den zestienden van Slachtmaand des Jaars MX>ccXLvil, in allen deele bewaard wierden, hy desgelyks, naar zyn uiterfte vaimogen, op het naakomen van deeze fchikking , wanneer het geval daar was, zou letten. Eindelyk merkt zy nog op, dat, om de Overweeging deezer zaake ter Algemeene Staatsvergaderinge te brengen, met de uiterfte voorzigtigheid zou behoo- ren gehandeld te worden , om alvoorens te kunnen te wegebrengen, dat men daar op voorbereid zou weezen (*). 't Zyn
(*) Re lel. van Holland. 10 Feb, 1752. Wy beb.
ben, dit weinige hier van opgetekend, en de Voor- ziening zelve agter wege gelaaten : eensdeels om. »iet vooruit te loopen 't geen andere Gewesten, in 't vervolg, ten deezen opzigte, beraamden, 't welk geichiedde sils of 'er by Holland niets op bepaald was, en anderdeels om dac wy, by 't overlyden der Gouvernante , eer de Vorftelyke Kinderen Meer- derjaarig waren , daar van breeder zullen moeten fpreeken, endüs, zo veel mogelyk, herhaalingea 1« vermyden. A 4
|
|||||||
£! VADERLANDSqHE
|
||||||
Lxxxi. 't Zyn de Lotgevallen en Gebeurtenis?
Boek.fen onzes Vaderlands, onder deeze Gou« *- I75ä. derlyken Erfftadhoiider, welke ons ftaan Schryf- te boeken. Deeze zyn, in den beginne, ffoffe van noch vreemd- noch veelvuldig, zy mis- d" Tyd-fen dat treffende en uitlokkende, *t welk ?? - het blad der Gefchjedenisfe, met greetig« heid doet leezen. Wy zouden, 't zelve met kleinigheden opvullende, in ftaat zyn, van dit Tydperk een dik Boekdeel te maa- ken ; doch juist hier door de verveeling vergrooten : zo veel mogelyk zuljen wy die wegneemen, door de keuze der geval- len, en derzelver fchikking. De Gefchied-? kunde, zal ze haare waardigheid behou- den , en eene getrouwe Verhaalfter, zo wel als eene Leermeesteresfe des leevens zyn, moet het weezenlyke optekenen,het waare zich ten doelwit ftellen, en zo veel aangeqaams, als daar mede beftaanbaar is,, *er by voegen; 't geen meest en best zal kunnen gefchieden door eene voeglyke be- handeling , naar 't belang der zaaken ge- fchikt, door verfcheidenheid en eenheid, zo goed mogelyk, te paaren. De Leezer zal zich der fchaarsheid, in dorre Tydper- |ten,moeten getroosten, en dit ligtst doen, wanneer zyne aandagt niet lang wordt op- gehouden, en de menigte varj gebeurtë- nisfen, die om derzelver zamenhang met $e voorgaande, of het verband met de yqlgende, niet onverhaald mogen blyven., $erzejver klein gewigt vergoedt, |
||||||
§Qhom
|
||||||
HISTORIE,
|
|||||||
9
|
|||||||
gehoon onze Voorganger wagenaar, lxxxi,
met een kort woord, van de Begraafnisfe boek. des overleden Stadhouders, ten flot zyns——— Werks, gewaagd hebbe(*;, zullen wy, Beüü]t 'er iets breeders van melden, als eene Ge-om den beurtenisfe vallende in den aanvang onzes Stadhou- Tydperks, en van eenen ommeflag, die£er °P aanduidt, welk eene hoogagting 's Lands Re- a^Land-j geerders den overleden Vorst toedroe^tebegraa- gen. — De Voorzitter in de Algemeene ven- Staatsvergaderinge , de Heer van lan- den van RESSEN, hadt, in 't laatst der jongstverftreeke Wintermaand , het voor? ftel niet gedaan, om, ten betoon van lief- de en agting voor de nagedagtenisfe des Stadhouders, zyn Lyk, op gemeene kos- ten der Gewesten, ter aarde te beftellen, of het droeg de onmiddelyke goedkeuring van hunne Hoog Mögenden, in allen op- zigte, weg; gelyk ook de Prinfes Wedu° we, van dit beiluit verwittigd, die vriend- lyke aanbieding wel gaarne aannam , als een uitwerkzel en bewys der Liefde en Agtinge van hunne Hoog Mögenden voor *t Huis van Oranje. Het Vorstlyk Lyk van den vyf en twin- Het Lyk
tigften van Slachtmaand tot den achtften gekist, van Wintermaand, op een Praalbedde ten toon gelegen hebbende, werd den tienden van Louwmaand gelegd in eene Kist, gegoo* ten van eene (toffe, zo men wil duurzaamer dan metaa.1 en van zodanig eene gedaante, da?
(«) Waoehaar ah boven bl. 450»
|
|||||||
lo VADERLANDSCHE
lxxxi. dat het Lichaam als te eenemaal beflooten
boek. daar in ligt. De Kunstbeeldgieter van Zy- -------• ne Hoogheid hadt het bovenftuk of dekzel
1752. derwyze vervaardigd, dat het een van 't
hoofd tot de voeten gewapenden Veldo- verften, in laagverheeven beeldwerk ver- beeldde , laatende in 't gezigt van het Hei- met eene ronde opening, met een glas, waar door men 't aangezigt van den Vorst zien kon. Deeze Lykbusfe belloot ook een zilveren en tinnenkistje, de Harsfenen, het Hart, en de verdere Ingewanden, be- vattende. De Be- Haare Koninglyke Hoogheid liet, door graafenis eene Bezending van twee haarer Raaden, ^ej?°' haar voorneemen by hunne Hoog Mogen» ?aB ' den bekend maaken , om de Lykftaatie van haaren Gemaal, zo ras doenbaar , te laaten voortgaan, en hun verzoeken, de- zelve met hunne tegenwoordigheid te ver- eeren , 't welk zy aannamen; en voorts de Heeren Griffier fa gel, den Raad en ThefaurierrjE la bas sec o ur, en den Secretaris hop, benoemden om, met den Hofmeester en Domeinraad der Vorftinne, hier toe door haar gelast, de noodige fchikkingen dierftaatlykeUitvaardte beraa« men; den Hofmeester o c kers e bevee- lende om,, wanneer hy daar toe verzogt werd, den drie Heeren , van wegen de Staaten aangefteld, in het volvoeren van dit werk, de behulpzaame hand te bieden. Waarom De vierde van Sprokkelmaand beftemde noch de men tot den fag ^er Begraafnisfe, en had- Undfche ^cn de H'eEne^e Heeren, welken de bezor-
ging |
||||
HISTORIE.
|
|||||||
ii
|
|||||||
ging was aanbevolen, in verfcheide byeen- lxxxi«
köpften, beraadflaagd, hoe dezelve, met boer, den meesten luister, eer en agting voor den .------*
Staat, teffens ecne behoorlyke zuinigheid 175s,
in 't oog houdende, zou kunnen gefchikt Af-?ezatl. worden (*). Zy leverden een plan in van ten, noch de Orde op de Lykftaatie. In dezelve, de Raad vondt men, noch de Afgezanten van bui- van .Staf" • ten in ris
tenlandfche Mogenheden , toen m den LykflatiQ
Haage zich bevindende, noch den Raad komen, van Staaten; de uitlaatjng van de eertge- melden gefchiedde om verfchillen over den rang te voorkomen ; en hadden zy den Raad van Staaten 'er niet op kunnen brengen: dewyl deeze oordeelden onmid- delyk op de Algemeene Staaten te moeten volgen, waar toe de Staaten van Holland niet konden verftaan (f). Hunne Hoog Mögenden keurden de op- De Be-
gegeeve Orde goed, als mede eenige daar graafenis by gevoegde Schikkingen c§)i en gaven JJJJjjJ™ den Hofmeester ockek.se last, om, zo der< veel de Vergadering van hunne Hoog Mo- genden betrof, de noodige bevelen ter volvoeringe te geeven: dit werd ook door anderen werkftellig gemaakt , en reeds met het aanbreeken van den bepaalden Be- graaf-
(*) De kosten deezer Vorftelyke Begraafnisfe be-
rekende iren eerlang op, acht en zestig duizend Gul- dens. Ref'ol. Hqll 21 April 1752. bl. 642- (t ) Refol. Holl- 14. 22. 27 Jan. 1. 12. Feb. 175?.
bl. 33. 62. 73. 99. 166. (§ ) Zie deeze Lyst en verdere Schikkingen in dfc
Ne(lei;l. Jaarb. 1752. bl. 89 enz, |
|||||||
ia VADERLANDSCHE
hxxxi. graafnisdag, begon zich alles, wat eenige
boek. post by deLykftaatie moest bekleeden, te •-----~ haasten. Ten zeven uuren vergaderde de
J752. Schuttery van 'sGravenhaage en fchikte
zich in ryen, langs de ftraaten, door wel- ke de Lykftaatie heen zou trekken : de Schutters prefenteerden het geweer , zo ras de Opper OjQicieren de weet kreegen, dat de Lykftaatie op de Plaats genaderd was, zy bleeven in dien ftand tot dat zy, dezelve geheel voorby getrokken zynde, opflooten , met Snaphaanen verkeerd en gedekt onder den linker arm. By het Zie- ke genaderd, hielden zy halte en kreegen bevel het Geweer verkeerd op Schouder te brengen , en de oude ftandplaats weder te betrekken , en de Vaandels t' huis ge- bragt zynde , uit den anderen te gaan, als verrigt hebbende wat hun, te deezer treurige gelegenheid, te doen ftondt. —— Het Krygsvolk, tot de Lykftatie beftemd, beftaande in de Garde Dragonders, de Gar- de Zwitzers, de Garde te Voet, de Cent Suisfes, en de Garde du Corps, was om- trent gelyktydig met de Burgers in de wee- re om, op de aangeweeze post, plaats te neemen Reeds voor negen uuren werd het Vorst-
lyk Lyk, uit de Zaal van het Stadhouder- lyke Hof na beneden gebragt , en op de Lykkoets gefteld, en ving de marsch, be- geleid door den Lieutenant Colonel van nusler, volgens het plan aan, deeze werd, den Haag verdatende, voortgezet tot Delft, waar de Officiers der Schutterye, en |
||||
HISTORIE. ig
de Schutters zelve, allen in ftaatig zwart, L,xxxi<
gedoscht, voorzien van in zwaaren Rouw boek, geftooken, Vaandels, Spontons en Trom--------
mels, zich eenigen tyd voor de aankomst 1752-
der Lykftaatie, op de Markt fchaarden, en bereids een treurig vertoon maakten : 't welk vermeerderde toen in den naamiddag, omtrent drie uuren, de Regimenten Gar- des, Dragonders, Gardes te Paard, Gar- des Zwitzers, en Gardes te Voet, alle in hunne beste monteering ter Stad in en op de Markt kwamen, onder het fpeelen van Treurmuzykj de Vaandels ^ Standaarden, Spontons, en Heibaarden, met Krip voor- zien , werden fleepende en de Snaphaanei* van het Voetvolk verkeerd onder den flin- ker arm gedraagen j de Ruitery hadt de Carabynen in den Schoe, en de ontbloote Palasfen onder den rechter arm na achte- ren gekeerd. Op het Plein buiten de Haagfche Poort
flapten veelen , die de Lykftaatie vorm- den , uit de Koetzen, en anderen uit de Schuiten , en fchikten zich in dezelfde Orde als zy door den Haag waren getro"k- ken, de Stad om half vier uuren ftaatig in* treedende , over de Markt, tusfchen de Schuttery heen, tot in de Nieuwe Kerk, die van banken en geftoeken ontleedigd* met zand en planken bedekt en geheel ge- lyk van grond gemaakt was. Onder het dof geluid der met zwart Karfay bekleed- de Trommels,bromde het gelui van alle de klokken der Stad: één en twintig ftukken Kanon balderden driemaalen tusichen bei- den, |
||||
ï4 VADËRLANDSCH
LxxXr. den; losgebrandt, eerst toen het VorstlyM
boek. Lyk aan de Poort kwam , voorts toen het ■ 1/52. toen het in de Grafkelder werd nedergelaa- ten, iiaa dat het de Kerk een en andermaal was omgedraagen , op dat de Heeren en Edellieden, die de Vorstlyke Cieraaden in den trein gehouden , of de Paarden geleid hadden, nevens de Bedienden, met die Cieraaden en Paarden, in het Choor, zich regende muur, op de beflemde plaatzen moesten fchikken. Ruim zeven honderd fluks Waschkaarsfen op de Kerkkroonen en Hairgblaakers en Kandelaars geplaatst $ verlichtten het Kerkgevaarte op eene wyzé die aller goedkeuring wegdroeg. Het ftaa* tig bedryf der Begraafenisfe zelve werd een weinig voor zes uuren volvoerd, en, narri de ftaatie, onder het licht van ontelbaarë toortzen, en flambouwen, te rug trekken* de, ten zeven uuren een einde. De Delfifche Regeerihg hadt alles aan-
gewend om de ongelukken te dugten uit een zo onbefchryflyk grooten toevloed van Menfchen, alls te wagten was, te voorko- men, buiten de Haagpoort en in de Stad,- ftaketzels opgerecht; aan den waterkant binnen de Stad waren hier toe tusfchen dei dertien en veertien honderd paaien , zes voeten van elkander, in den grond geflaa- gen, vier voeten hoog boven den Water- kant , van onder en boven met planken aan- eengehegt; boeten gefield op het komen tusfchen dezelve, op het leggen van vaar- tuigen in de gragten of wateren j waar de |
||||
HISTORIE. tS
Lykftaatie voorby moest, op het beklim- lxxxt,
men van Luifels en andere ongelchikte boek* plaatzen, en op het heen en wederloopen, .------
het dringen, en wat dies meer zy; dit al-1752*
les bragt te wege, dat het zonder eenig ongeluk afliep, terwyl de opgevulde Ka- mers, en ftelladien, voor veel gelds ver- huurd, met de opgepropte ftraaten, eene allerontzaglykfte vertooning maakten.-----
's Volgenden daags bedankte de Regee-
ring van Delft de Officieren en Hoofdlui« den der Burgerye, voor hunne wakker- heid, trouwe, hulpe, goede orde , ende betoonde ftaatlykheid der rouwkleedye, met verzoek om de Schutters desgelyks uit haaren naam, dank te zeggen: en ont- ving elk Schutter , naderhand , tot eene gedagtenis, een Afdrukzel van de Dankbe- tuiging haarer Koninglyke Hoogheid voor 't beleid der Magiftraat en het gedrag der Schutterye (*). — Het dof gebrom der Klokken, die acht dagen naa het overly- denagtereen, en drie dagen voor en op den dag der Begraafenisfe, volgens hoog bevel,moesten luijen, vervulde al het land met eene doodfche treurigheid. Op den dag deezer Uitvaard, en kort Lykrede-
daar naa , deeden , in meest alle Hooge "en e» Schooien des Vaderlands, de Hoogleeraars ^tenf" plegtige Lykredenenj de Gehoorplaatzen en de Geftoelten, waren met zwart bekleed, de Hoogleeraars en Curatooxen verfchee* ren-
(*) N. Nederl. Jaarb. 1752. bl. 123,
|
||||
ié VAÖËRLANDSCËË
ixxxi. nen in diepen rouw, een deftig Treurmite
boek. zyk opende en floot dit rouwftaatig bes ------- dryf. In meest alle Steden, en op ver-
I752. fcheide Dorpen, hielden de Leeraars, zö
op aanzoek der Eerkenraaden, als uit ei- gen verkiezing, deftige Lykredenen, die der Augsburgfche Belydenisfe $ der Doops- gezinden en Remonfiranten betoonden hief in niet min yvers dan anderen. De gedruk- te Lykredenen, die men zomtyds in één bundel aantreft, kunnen hier van nog ge- tuigen. Dat de Dichters niet in gebre* ke bleeven om Lykcypresfen te ltrooi- jen behoeft nauwlyks te worden aangete- kend, geheele Lykdichtverzamelingen ko* men nog menigwerf voor, behalven de Treurzangen in de Werken der Dichteren en Dichteresfen van dien tyd. Rouw ' Gelyk in deeze Gewesten het draagen hier, en van den touw voor Staatsperfoonen en Mi- ge™0^ Htairen bepaald was, zo bereikte de tyding op Bata- van 's Vorften dood de Hoofdplaats van via aan* Nederlandscb Indie niet of de Raad maak- genomen.te^ in dit wydafgeleegen Gewest, fchikkin- gen op den Rouw over den Opperbewind' hebber, Opper - Gouverneur Generaal der Nederlandfche Oost' Indifche Maatfchap* pye (*). Jacob Aldaar was, door het overlyden van ÈiossELjjen Gouverneur Generaal gustaaf wil-« neu"Ver" LEM Baron van Jimhoff« Stedehouder van Generaal zyne Hoogheid Cf), op den eerlren vari vmNeer- Slaéht-
foditn. C ) Nederh Jaarfr 1753. bl. 548.
(f) Zie het Leeven deeze» Heers in de Leevens-
bé>
|
||||
ft ï S f O R I Ë» «I
|
|||||
Slachtmaand des Jäars mdcgl. deeze hoog- LxJtëf»
aanzienlyke Bediening opengevallen. De boek» Heer jacob mossel, van Enkbuizen-------
geboortig', doch in zyn vroegfte jeugd op ^52»
Batavia gekomen, en van Waardigheid tot Waardigheid opgeklommen 4 intus- fchen, by voorraad, in Nedèrlandscb In- die tot diens Opvolger aangefteld, in af- wagting der goedkeuringe van zyne Hoog^ heidj als Opper-Gouverneur Generaal, en van de Edele Hoogagtbaarè < Heeren Be- windhebberen der Compagnie, ontving de* zelve i en gefchiedde den vier ea twintig- ften van Hooimaand de inhuldiging öp dé plegtigfte wyze ■, onder het betoon van de daar gebruiklyke Eeretek'enen, die meel: dan een zweem van Vorstlyke grootheid hebben. De onlangs aangekome rhaaré van het overlyden des Stadhouders t en de daar door veroorzaakte rouwe, verbande alle luidrugtige vreügdebetooningen. (*). Hoewel reeds op den achtften van De Góü»
Slachtmaand des voorleden Jaars eene pleg- vernante tige Bezending uit hunne Hoog Mogenden "?e„min ^é aan de Prinfes Gouvernante was afgevaär- Hooge digdj om haar den Eed af te vorderen, Vergade« wegens het neemen van Zittinge in den ringen. Raad van Staaten (f)» liep het tot den (eenentwintigden van:. Wintermaand dee- zes Jaars aan eer haare Koniriglyke Hoog- heid, lefchrjvtng van eenige voortmäm'e meest Nederland*
fch'é Mannen en Vrouwen. III Deel bl. 274. ( *) Nederl. Jaarb. 175a. bl. 549 enz.
(t) Nederl. Jaarb. IJ%H bl. 1036*
sx«. deel, B
|
|||||
iB VADERLANDSCHE
Lxxxï."-heid, fn die Vergadering, zittinge narn'j
BöEKv zonder eenige plegtigheden, wordende —— deirwaards alleen vergezeld door den Op- 175a.. perhofmeester den Generaal van buRmania, den Opperftalmeester Luitenant Generaal vAn; GRovÉNsTeiNs j en den Kamer- heer van Voigt. Zy vertoonde zich dien eigen dag in de andere Hooge Verga* deringéri: want, naa eenigen tyd toevens in den Raad van Staaten, liet zy zich in een Draagftoer näa het Collegie van Heereri Gecommitteerde Raaden van Holland eri Westfriesland brengen, en begaf zich van daar naa de Vergaderplaats der Heérea Staaten van Holland en Westfriesland, waar de Raadpenfionaris stein haarjuic naam van hun Edele Groot Mögenden, met eene wélgepaste Redenvoerihg begroette, welke door haar minzaam beantwoord werd. Haar Inden Stadhöuderlyken Stoel gezeten', Voorftei leverde zy,:oiidèr betuiging, dat zy altoos
byStaaten fcedagt wasv öjéft£dé bezwaarde Finantien Wtot 'der Gewesten j 'zó veel rnbgelyk, te vérV vermin- ligten, een Plan over, 't welk zy hadt doen deriög .ontwerpen, tot vermindering van de Gar- van des du Corps, als mede van de Holland/ehe voilT" en Zwitserfcbe Gardes, 't geen 'sjaarlyks eene fömme van 110480 Guldens zou bé- f paaren f*), niet twyfelende of bun Ed; Groot Mögenden zouden 't zelve aanzien als een blyk van haaren yver voor het Ge- meenebest, en byzonder voor Hollands (») Zie dit Plan ia AeNtderi.Jaari.i7S2' bl.10.
|
||||
HISTORIE. 19
|
|||||
«ök \ zelve met hunne goedkeuring ver- lxxxi.
eeren, en voorts alles te werk ftellen, wat boek« ten beste van den Lande kon ftrekken; 'er-------
by voegende, dat zy niet kon naalaaten, 1759.
te deezer gelegenheid aan te bevelen, dat in de zaak raakende de Ampten, met al- len mogelyken fpoed , een befluit mögt genomen worden. Naa dankbetuiginge, werd zy te rug geleid door alle de Leden dier Vergaderinge, en door eenige Leden van de Ridderfchap, vergezeld tot in een, der vertrekken van de Heeren Staaten Ge- neraal , waar zy eene Raadpleeging by» woonde met Gedeputeerden van hun Hoog Mögenden en den Raad van Staaten ge- houden. Eindelyk nam de Gouvernante ook zittinge in de Vergadering van hunn& Hoog Mögenden , wordende, naa het fcheiden der Vergaderinge, door drie Ede- len, benevens den Griffier fa gel, tot. aan de koets uitgeleid. Geen wonder, dat het Voorftel in de rjefluic
Staatsvergaderinge van Holland gedaan,daar op en vervolgens ter Algemeene Staatsverga- genomen, deringe overgeleverd, daar eene algemee« ^or ^" ne goedkeuring vondt, en in een Befluit t,egtaan'c veranderde, om 'er den Staat van Oorlog, Pisn van voor het toekomende Jaar , volgens te de Gou- fchikken (*). In Wintermaand des voor- v*™^f leden Jaars was reeds het Befluit genomen, hetKrygs- om met Grasmaand 's Lands Krygsvolk volk in- aoo8 Man te verminderen ( f ). Ook badt geleverd. de
CO Nederl. Jaarb. I753. bl. 12.
U) Nederl. Jaarb. 1752. bl. 3. B a
|
|||||
zo VADERLANDSCHE
|
|||||
i/xxxi. de breedvoerige Voorflag van de Gouver*
boek. nante, om de Troepen van den Staat op ------- een meer vasten en min kostbaaren voet
1752. dan tegenwoordig, te brengen, in't Voor-
jaar medegedeeld (*), de bewonderende goedkeuring van 's Lands Hooge Magten weggedraagen, als zodanig ingerigt, — dat, naar voordragt van den Raadpenfionaris stein, de volvoering van dat Ontwerp, met den tyd , zou geeven een voordeel van meer dan vyftien Tonnen Gouds, en van nu af aan eene baate van ruim acht Tonnen Gouds, terwyl de Armé van den Staat, in getal van gemeene dienstdoende Manfchappen, niet meer dan ruim zestien honderd zou verminderen. — Dat, daar- enboven, by 't zelve, verfcheide nieuwe en noodzaaklyke voordeden aan de over- blyvende Militie waren toegevoegd, ge- fchikt om de Compagnien te zuiveren van menigvuldige gebreken, thans in dezelve plaats vindende, als mede dat 'er een voe- gelyk middel was aangeweezen, om de Troepen voortaan, zonder uitftel, te be- taalen. — Dat voor de zodanigen, die hunne Posten zouden verliezen, gezorgd was op een wyze, welke, aangemerkt de volftrekte noodzaaklykheid eener groote Hervorminge , geene wettige reden van klaagen overliet, en alomme aan de Re- publiek eere zoude moeten aandoen. —— Dat, hoe wonderfpreukig en ftrydig het ge?
(§) Zie dit Ontwerp Nedcrl. Jaari. 1752. U,
263 enz, -v |
|||||
HISTORIE. ai
gezegde, in den eerften opflage , mögt lxxxs. -
voorkomen , men alles, by een nauwkeu-b o e k. rig onderzoek van het Ontwerp , en de vinden. — Voorts hadt men alle Partydig- heid en Onregc vermydt, en was niet aangegaan tegen eenige Capitulatie, uitge- zonderd met opzigt tot de drie Battaillons van Oranje Nas/au, en de twee Battaillons van den Heere Vorst van waldeck hier te Lande, by dit Ontwerp behandeld op den voet van Nationaale Troepen, fchoon ze eigenlyk overgenomen Corpfen waren; doch dat haare Koninglyke Hoogheid, ten opzigte van de eerstgemelden, gaarne haa- re toeftemming daar toe hadt gegee- ven j en dat zy, met betrekking tot de laatstgenoemden , den Vorst van wal- deck alvoorens hadt laaten polsfen, en uit diens antwoord, by den Voorflag over- geleverd , gezien dat deeze, op eene edel- moedige wyze toeftemde, dat zyne twee Regimenten, in dienst van den Staat, en hier te Lande zynde, zouden worden za- mengevoegd om maar één Regiment te maaken, en ten dien opzigte gelyk te ftaan met de Nationaale Troepen, onder eene zeer aanneemelyke voorwaarde , thans me- de opengelegd. — Dat, wanneer het voordeel van dit Ontwerp gevoegd werd by het voordeel der reeds by voorraad ge- daane Afdanking, de geheele fom dier bei- de, met den tyd, meer dan achttien hon- derd acht en zeventig duizend Guldens sou bedraagen ? en van nu af aan boven de B 3 elf
|
||||
te VADERLANDSCHE
LXXxi. elf honderd vyf en dertig duizend Gul-
boek. dens: een voordeel nimmer te verwerven -------. door eene vermindering der Troepen op
1/52. de gewoone wyze, of de Afdanking van
Corpfen, of van Onder - Qfficieren of Ge« fneenen , zonder de Krygsmagt van den Staat tot die langte te brengen , dat het even veel zou zyn of zy dezelve hadt, dan niet C*). SchikkJn. Haare Koninglyke Hoogheid, die eene S.™ j?d,enuttige voorziening gedaan hadt, ten op- der^MlH. ziët& van de Schuld bekentenisfen der Of- »airea. ficieren: dewyl deezen, in verlegenheid om geld op te neemen, de flegte ilreeken van baatzugtigen opvolgden, en zich, te- gen een hoogen Intrest, voor meerder Pen- ningen fchuidig ftelden, dat de Schulde- naars waarlyk genooten hadden: waar uit wederzydfche ongelegenheden reezen ( f ), maakte eene nieuwe Schikking op de Mon- teering der Troepen van den Staat. De Re- gimenten Dragonders zouden in 't Blaauw gekleed blyven ; de Regimenten Cavallery, uitgezonder.i de Gardes te Paard, die de blaauwe Kleeding bleeven behouden, zouden allen in 't Wit gekleed worden; uitgeno- men de Schotfihe Brigade, welke in't Rood bleef, zouden de Regimenten Infantery al- le in't Blaauw worden uitgedoscht. Voorts liet zy het aati de Hoofden der Regimen- ten over, om zodanige Opflagen, verdere Uürnonlteringen 3 en Kamifoolen te gee« ven9
(*) Neder/. Jaarb. J753. bl. 31Ï,
(f) Nederi. Jaarb, 175a. bl. 5, |
||||
HISTORIE.
|
|||||||
23
|
|||||||
ven, als deezen zouden goedvinden; uit- lxxxi.
gezonderd dat 'er geen Goud of Zilver, zelfs bo e k. geene van goud of zilverdraad gewerkte —— Knoopen, hoe of op wat wyze het zou 1752. mogen weezen^ mögt voorgeichreeven worden , behalven by de Gardes Dragon- ders , Gardes te Paard, Gardes te Voet, en de Zwitzerfche Gardes; dan ftondt het den Hoofden vry, om aan de Hoeden der Officieren zodanige Boordzels en gewerkte Knoopen, 't zy van Goud of Zilver, te geeven als zy verkoozen: eo kreegen alle Krygsofficieren, van den Colonel af tot den Vaandrig ingeflooten, teffens last om aan het Hof van haare Koningïyke Hoogheid niet te verfchynen , dan in hunne Regi- ments - monteeringe (*) Baart het eenige verwondering, dat de Waarom
Gouvernante, zo van den aanvang haars voor de Beftuurs^als by haar eerfte Verfchyning in Land Hollands Raadzaal, het oog meest fcheen ^f/j^ gevestigd te hebben, op de Landmagt van zorgd, en den Staat, en het maaken van Hervormin-deZee gen in dezelve ,deeze zal fpoedig verdwy* masc .on- nen als wy ons herinneren, dat lodewyk, geiaatèrf Hertog van Brunswyk, in den Jaare mdccl, werd. in dienst van 't Gemeenebest getreeden, aangefteld was, om, het algemeen Opper- bevel te voeren over de Troepen van den Staat, geduurende den tyd van 's Stad- houders Minderjaarigheid. Wat hy daar- omtrent voorftelde, droeg de toeftemming . van
(*) Nedsrl. Jaarb, 1752. bl. 6 en 362.
B4 |
|||||||
*4 VADERLANDSGHE
lxxxi. van haare Kaninglyke Hoogheid weg% ®a?
boek. wat deeze voorfloeg, kon niet misfen te- ------- behaageu , in de Hooge Vergaderingen %
17$\. zodanig als dezelve toen gefield warenJ
Hoe breedvoerig ook en uitgewerkt een Plan omtrent de Landmagt werd ingele- verd, en geheel omhelsd, fchoon 'er niet; weinig op zou hebben kunnen worden aan-- gemerkt, van de Zeemagt repte men zo» min als of dezelve in ons Gemeenebes.tgeea beftaan altoos hadt. De uit- Hadden 's Lands Vaders, met het afloo». voer vanpen van ^et voorgaande Jaar, zich ge- deêeHout- drongen gevonden, om, door een geftreng za.agery Plakaat , de baatzugt tegen te gaan van' behoort, zommigen, die den pligt hetVaderland fchuk velden, ^jg vergeetende, zich niet ontzagen om da goede Ingezetenen, het Houtzaagen, Touw- flaan, Weeven, Twynen, en dergelyke Han- teeringen verftaande, te verleiden en door fchoohichynende beloften en hooge geld-, belooningèn uit te lokken, ten einde dee-. ze Landen te verlaaten, en met hunne Kundigheden, in dje Handwerken, na el- ders te vertrekken, tot groot nadeel der- zelven in deeze Gewesten, zy vonden dit niet genoegzaam, althans nietten opzigte van de Houtzaagerye, zede« veele Jaaren zulk een voordeelige Trafiek. Buitenlanders, dien het gelukte Werkvolk te krygen tot de Houtzaagerye in ftaat, bleeven verlegen p,m Houtzaagmolens., en wat tot dezelve noodig was, te bekomen, zonder ze van hier te ontbieden; 't welk gelegenheid ga£ igt lastgeevingen om Molens en de voor-. |
||||
HISTORIE. 25
|
|||||
naamfte gedeeltens tot de Zaagerye behoo- lxxxi,
rende, of afbraken van Molens, te koopen, E o e jc.„ tot welker uitvoering onbedagte en baat*-------
zoekende Ingezetenen zich lieten gebrui* 1752,
ken. Zy gingen dit tegen, door een ftreng Plakaat, teffens de vervoering zeer be- zwaarlyk maakende (* ). Nood is de Moeder veeier Kunften, geen Bepaa-
wonder dat ons Land, 't welk zich zon- 'JMby , der Rivier-Sluis-of Dyk-werken, niet bo-™nf ven water kan houden, uitmunt in Lieden de Dyk- daar op afgerigt, en van de noodige Werk- werkers, tuigen voorzien. De kundigfte Aannee- mers en bekwaamde Werklieden te Wet' kendam,Hardingsvel.diQn daar om ftreeks, woonagtig, hadden, van tyd tot tyd,zich verbonden om buiten de Landen van den Staat, dergelyke Werken aan te neetnen, het Werkvolk, de Schuiten, en de Werk- tuigen derwaards heen te voeren. Dit on- begrensd zynen gang gaande, kon niet dan ten nadeele van den Lande ftrekken; immers ftondt het gefchaapen, by opko- menden nood , deeze bekwaame Lieden, ,i met de benoodigde Werktuigen te misfen;
waarom Staaten van Holland goedvonden, zodanige Aanneemingen, buiten den Staat, te verbieden; nogthans wilden zy de Na- buuren van derzelver hulpe niet geheel verftooken laaten, uit welken hoofde het hun vry ftondt, uitdruklyk verlof van Heer ren Staaten te verzoeken ( f }. Ré
(*) Nederl. jfaarb. 17J2. bl. 5. 74.
ff) Nederl. Jaarb. 1752. bl. 360. B5
|
|||||
VADERLANDSCHE
|
|||||||
3.6
|
|||||||
LXXXi. De Kooplieden, op Spanje handeldryven-
B o e K. de, verwierven by de Algeraeene Staaten, op — ' ■ hun verzoek, voor den tyd van twee Jaaren, 1752, vrydotn van alle Regten , als mede van Vryheden het buitengewoone Veilgeld $ wegens aan de vreemde Linnens, Gaarens, Yzerwerk en Hande. Kooperdraad, in deeze Landen gebragt, &M«/'eP ora dezelve na Spanje over te voeren; zul- verieend. lende de Linnens en Gaarens, xütDuitsch- land komende, ten einde geen nadeel toe te brengen aan de Binnenlandfche Hand- werken 3 hier niet verkogt mogen worden. Alles onder de behoorelyke voorzorgen op dat de voorfchreeven Goederen na geene andere Plaatzen of Ryken , dan Spanje mogten gaan (*). DeRe- Zints de oprichting van het Gemeene- kenkamer best, hebben de zeven Steden van het van het Noorder ■ Kzvartier of Noord - Holland, jSZi-er Hoorn-> E>nkhuizen,Medenblik, Alkmaar, uhffoórti' Edam 3 Monnikendam en Purmeretide, de n^sHaa Steden van Westfriesland, Kennemerland ge over. en Waterland uitmaakende, een byzonde- gebragc. re Rekenkamer gehadt, waar toe elke Stad een Lid uit haaren Raad, voor twee Jaa- ren , afvaardigde 3 onder den naam van Rekenmeester ; alles behandelde men 'er omtrent op dezelfde wyze, als in delle- kenkamer van Holland, in 'sHaage. Te Hoorn , waar de Gecommitteerde Raaden van het Noorderkwartier vergaderen, werd ook deeze Rekenkamer gehouden (-f)i de-
( * ) Nederl. Jaarb. 1752. bl. 207.
Q) Tegenw.StaatderFeréén.Nederl.V, D. bl.374.
|
|||||||
HISTORIE. *7
dezelve nam, met Bloeimaand deezesjaars, lxxxi.
aldaar een einde, wordende na 's Graven' b o e l. haage overgebragt, om met de Rekenka--------
mer van Holland te gemaklyker en een-1753.
ftemmiger te kunnen handelen (;*). De Hofplaats 'sGravenhaage, meer en Willem
meer, naa de verheffinge des Stadhouders,£?y't01 het middelpunt van verrigtingen, die naavalndgjj Vorstlyke Grootheid fmaakten, aanfchouw- Kousfe- de thans de volvoering eener Plegtigheid,baod ver- om derzelver zeldzaamheid, eene omftan- Zeeven, dige melding waardig. Hadt zyne Maje- fteit de Koning van Groot - Brittanje, zyn Schoonzoon met het uiterfte genoegen tot de hooge Waardigheden in deeze Landen zien verheffen, dit aangemerkt als een by- komenden band van Vereeniginge tusfehen zyne Ryken., en den Staat der Pereenigde Gewesten: 9 en , by diens affterven den Staatfecretaris Lord holdernes her- waards afgevaardigd , om by de Prinfes Weduwe den rouw te beklaagen, wegens het verlies van haaren Vorstlyken Gemaal, en haar in deeze treurige omftandigheden met raad en daad re onderfteunen,'sKonings genoegen by de Algemeene Staaten betui- gende over het vaardig ten uitvoer bren- gen der fchikkingen op de Erfopvolging inden Jaare mdccxlvii beraamd, hy was, ten deezen Jaare, zynen Kleinzoon byzonder gedagtig, en betoonde zulks door hem met de Ridder Orde van den Kous-
(*) Nederl. Jaarh. 1732. bl. 145.
|
||||
s8 VADERLANDSCHE
lxjocï. Kousfeband te vereeren. Deeze is de oud-
B o e K. fte onder alle Wereldlyke Ordes , door -------1 Koning eduard den III. ingefteld,
1752. en welker Leden nooit het getal van zes
en twintig overtreffen , altoos beftaande uit Perfoonaadien van den eerften rang. Acht Keizers van het Duitfche Ryk, ne- gen en twintig Koningen van andere Ryken in Europa, vyf Prinfen van Oranje, be- nevens verfcheide Paltsgraaven, Keurvor- ften en Hertogen, buiten Engeland, wa- ren Medegenooten geweest van deeze Rid- der Orde. Onder de Prinfen van Oranje, daar mede vereerd, was ook de jongst overleden Stadhouder. De Grootvader van Willem den V. dagt hem deeze eere toe, en liet ze op de ftaatlykfte wyze opdraagen, naa dat hy hem, jn een Ca- pittel van die Orde , plegtig tot Ridder hadt verklaard. De vyfde van Zomermaand was beftemd
tot de volvoering van de Ridderlyke In* huldiging in het Huis de Oranjezaal* Der- waards hadt zich, in den voormiddag het aanzienlykftegedeelte der Gardes, allein hunnne groote monteeringen, vervoegd, en zo gefchikt als den meesten luister kon byzetten aan de op handen zynde plegtig- heid. In het voorhuis ftonden alle de Li- verybedienden van het Hof, op 't kost- baarfle uitgedoscht, benevens een Stal- meester, binnen de Vertrekken bevonden zich de Pages : alle de Officieren van de Regimenten Hollandfche en Zwitzerfche Gardes waren in hunne groote monteering, ZO-
|
||||
HISTORIE. f$
20 op het Bordes als in de Vertrekken, omLxxxi;
de Plegtigheid by te woonen; van tyd totBOEK. tyd vloeide een ongelooflyk aantal Perfoo--------
nen van rang van beiderlei Sexen toe, die 175a.
boven , beneden , en in het Voorhuis , plaats namen , zo als zy oordeelden het vreemde Schouwfpel, 't geen nu op het punt ftondt van geopend te worden, best te kunnen zien. Niet lang werd der Aanfchouweren ver«
wagting uitgefteld. Voor één uuren ver- fcheen de Colonel yorke, Afgezant des Konings van Groot-Brittanje, by deezen Staat, met den Heer ans tin , eerfte Wapen - koning van dien Monarch, over- gekomen om den jongen Vorst tot Rid- der in te huldigen, gezeten in eene zeer kostbaare koets met zes paarden befpan- nen, door een Looper voorgegaan , en van vier Liverybedienden vergezeld. De Officieren en het gefchaarde Krygsvolk be- toonden de gewoone eerbewyzingen, en werden die Heeren beneden aan de Koets ontvangen, door alle de Hooge Officieren, Edellieden, en Generaal-Adjudanten van haare Koninglyke Hoogheid. De Prins Erfftadhouder ontving hun op het bordes van de (toep, (taande tusfchen den Opper- hofmeester Generaal Baron van burma- nia en den Opperftalmeester en Lieute- nant Generaal grovesteins, en ge- leidde ze na het vertrek der Gouvernante. Kort daar op kwamen in twaalf Koetzen, voorafgegaan door Staatenboden en te we- derzyden omftuwd met Liverybedienden, de
|
||||
VADERLANDSCHE
|
|||||||
3°
|
|||||||
r,xxxi. de Afgevaardigden zo van hunne Hoog
boek. Mögenden, als van den Raad van Staaten, ------- tot het bywoonen deezer Plegtigheid be-
175a. noemd: zy werden met dezelfde eerbetoo-
ningen ontvangen, en door Zyne Hoog- heid na een Vertrek geleid. De Afgezant en Wapen-koning aan de
Prinfes Gouvernante vporgefteld, over- handigden haar hunne Geloofsbrieven , en het Boek der Wetten van de Ridder- orde. Die Vorftin leverde hun een Ge- fchrift over met handtekening en zegel bekragtigt, waar in zy beloofde „ te zul- „ len tragten, dat de Prins, haar Zoon, „ wanneer hy tot rypere Jaaren zou geko- „ men weezen, zou nakomen alle de Ar- „ tykels dier Wetten, welke niet ftreeden „ tegen den Godsdienst, waar van hy Be- „ lydenisfe zou doen, noch ,ook tegen de „ Regten en Vryheden van de Republiek „ der Vereenigäe Nederlanden, waar van „ hy Erfftadhouder was, noch tegen den „ Eed , dien hy naderhand , ingevolge „ van die Waardigheid, zou moeten doen." Deeze uitzondering was uitdruklyk door den Koning aan zyn Kleinzoon ver- gund (*> . Hier
(*) De gewoone Eed, dfe een Ridder voorgelee-
zen en door hem afgelegd wordt, is van deezen in. houd: Gy, verkooren zynde tot een Medegenoot dee» zer Hoog Edele Ridder-Orde van den Kousfeband, belooft en zweert, by de Heilige Euangeliiten, daar hier uw hand op ligt , dat gy , willens of'weetem , nooit eenig Reglement van dee** Orde, of eenige Ar-
|
|||||||
HISTORIE. 3*
Hier op ging men ter Inhuldiginge zei- lxxxiJ .
ve over. De groote Zaal van 't Lusthuis b o e k.' was tot die Plegtigheid gefchikt. In het -——." Opperfte gedeelte hadt men dfcn grond der- 175 a, wyze opgehoogd , dat dezelve twee tre- den boven den gemeenen vloer verheeven was, om dit verheven gedeelte ftondt eene baluflrade, en kostbaare tapyten bedekten 't zelve. Te midden van dien verhoog- den grond was een Koninglyk geftoelte geplaatst, overdekt met een verhemel- te, beftemd om ledig te blyven, en te verbeelden, als of de Koning van Groet- Brittanje zelve tegenwoordig was , ten welken einde het verhemeJte met de Ko- ninglyke Wapenen van Groot- Brittanje praalde. Ter flinker hand was een ander dergelyk Geftoelte voor den Jongen Prins van Oranje, met de Voistlyke Wapenen vercierd, waar by twee andere Stoelen ge- plaatst waren , een voor den Afgezant York e, en een voor den Wapen-koning ANSTiN. Tegen over dezelve (tonden verfcheide Armftoelen onder een verhe- melte, voor de Afgezondenen uit de Al« gemeene Staaten, en den Raad van Staa- ten , naby de baluflrade was een Geftoelte gezet voor dePrinfes Carolina. Eerst wer-
Artikelen daar in vervat, brzeken zult, behoudens
dat zy overeenkomen en niet flrydig zyn, met de Wetten van god Almag'tig, of van dit Koningiyk, zo veel van 'U afhangt en U toebehoort, Zo ~help U god en zyn Heilig Woord! Tegenw, Staat van Groot- Brittanje. I. D. bl, 324. |
||||
ä& VADERLAND3CHË
lxxxi. werden dié Heeren Afgevaardigden, ä'oot
ßo EK.twee Edellieden, afgehaald, ter Zaale in- _____ geleid, om plaats te neemen op de voor
1752. hun gefchikte ftoelen, onmiddelyk daar
op verfcheen Prinfes Carolina, ver* gezeld door eenige Edellieden, en alle de Staatdames van het Hof, en nam plaats. De Intrede van zyne Hoogheid zelve, met de Inhuldigers, ging op deeze wyze toe* Vooraf de Generaale Adjudanten twee aan tweej agter deezen de Edellieden mede by paaren, en naa dezelven de Kamerheer Ge- neraal Major bigotj hier op volgde de Wapen-koning in zynPlegtgewaad, draa- gende den Koninglyken Lastbrief, opper- gament gefchreeven , liggende het Zegel in eene kostbaare doos, benevens de Gie« raaden van de Orde op een rood fluweel kusfenj de Afgezant yorke vergezelde hem," en onmiddelyk daar op vertoonde zich de aanftaande Ridder, gaande tus- fchen den bovengemelden Opperhofmees- ter en Opperftalmeester, gevolgd door de Officieren van Ordonnantie, zo van de Gardes du Corps als van de CentSuisfest Alle de Perfoonen, die tot deezen optocht behoorden, maakten, de Zaal intredende, drie Eerbewyzingen voor het Geftoelte van zyne Oroot - Brittannifcbe Majefteit, by het inkomen, in het midden, en als zy plaats namen. Zyne Hoogheid met den Afgezant en Wapen- koning gingen zitten. Naa het eindigen van een onge- meen fraay Muzyk reezen de twee laatst* gemelde Heeren op. Dit deedt ook zyna Hoog-
|
||||
HISTORIE. 33
Ëoogheid, en de Heeren Afgevaardigden, lxxxi;-
Terwyl zy dus op hunne plaatzen overeinde boek* ftonden , maakte de Heer yorke èene-------- ;:
diepe buiging voor 't Geftoelte van zynq 1752.
Groot - Brittannifche Majefteit,. vervolgens! voor zyne Hoogheidy en hem met deezS Aanfpfaak, in de Franfche taal, begroe- tende. • ■ ; • V „ Monseigneur! Het is op bevel
*, van den zeer hoogen, zeer uitmunten- 5, den en zeer vermogenden Monarch * ,., uwenKoningïyken Grootvader, geor- „ ge den II., door Gods Genade Ko- i, ning van. Groot - Brittanje , Fratikryk *, en Ierland, den Verdeediger des Ge* ,j loofs, dat wy de eere hebben tot Uwe 5-, Doorlugtige Hoogheid te naderen , en ,, denzelven, uit naam des Konings, als 5, Souverain der zeer edelen en roemrug- i, tige Urde van St. Joris, genaamd de 5, kousseband, kennis te geeven, dat >, het zyne Majelteit behaagd heeft, in jj een Capittel in deszelfs tegenwoordig- t, heid den vierentwintigften van laatstle* 3, den Maart gehouden, Uwe Doorlugtige s, Hoogheid , met toeftemming van alle j, Mede-ridderen, toen tegenwoordig, te jj verkiezen, om Ridder dier roemrugtige „ Orde te weezen, en dat zyne Majefteit ,i ons naderhand belast heeftj de TekenS ,-, daar van aan U te bezorgen. Wy ver- „ zoeken Uwe Doorlugtige Hoogheid* „ óns te willen vergunnen om te openen* 9t en aan dezelve voor te leezen de Aan- » ftelling, waar mede ons zyne Majefteit. xxu. deel. C „ heeft
|
||||
34 VADERLANDSCHE
Lxxxi. „ heeft gelieven te vereeren, en volgens
boek. „ welken wy, overeenkomftig met de be- ——— „ velen van zyne Majefteit, zullen voort- 1/52. „ gaan om uwe Doorlugtige Hoogheid, „ met de Cieraaden van die zeer edele w Orde te bekleeden." Met eene buiging beantwoordde de jon-
ge Vorst deeze Aanfpraak. De Wapen- koning ans tin nam daar op de Aanftel- ling, gaf ze aan den Afgezant, die ze aan zyne Hoogheid overhandreikte, uit wiens hand de Secretaris horst dezelve ter voorleezinge ontving. Onder dit leezen ftonden alle de aanweezenden overeinde, Zyne Hoogheid dezelve weder ontvangen hebbende, gaf ze te rug aan den Wapen-ko- ning, wanneer een ieder zich nederzette. — Andermaal hief het Muzyk aan, en ree- zen naa 't zelve de Afgezant en Wapen- koning weder op, maakten hunne Eerbe- tooningen; laatstgenoemde Heer nam den xousseband (*), dien overgeevende aan yorke, welke dit hooge Ordeteken aan 't flinker been van zyne Hoogheid gespte, terwyl de Wapen- koning het For- mulier las. Voorts reikte hy het Blauwe Lind, met een daar aan hangenden Gouden Pen-
(*) Deeze Kousfeband is een Band van blaauw
Fluweel, ornboord met fyn Gouddraad, gemeenlyk met de Letters van de Zinfpteuk der Orde, bobt soit Qui mal YJPEHSE, {Het gaat hem kwa- lyk, die ,er kwaad van denit") beftikt, vercierd met «en Goudea Gesp j, en zomtyds mee kostbaars Gs- ftserue». |
||||
H I S f Ö R I Ë. <B5
Penning, Waar op St. Joris te paard is ver- iMMl
Beeld, den Draak met een Speer doorftoo- boek* tende, äan den Afgezant over, die't zelve —■—— den jongen Vorst omhing* otider het ten 1752s tweede maal leezen van liet Fdrniulief. Vervolgens werd de Purperen Mantel ± de Halsband,. de Degen, het Boek der Statu- ten en dé Muis met Pluimen, op dezelfde %vyze, aan den Afgezant overgehandigdi die deeze Ordes-Cieraaden aan zyné Hoog- heid Vertoonde ; doch van wegen zyne jonge Jaaren, niet aandeedt, de Wapen« koning lag ze weder op het Kusfeti neder. De Ridder werd, door den Groot - Brittan- nifeben Gëzarit, in \Fmnsch9 op deezeri Want aängefproöken; „ Gy zyt tegenwoordig bekleed, Mön->
j, seigneur! Gy zyt Ridder gëwordeii if van ëehe Orde* die, buiten tegenfpraakj i, alle de andere Militaire Orden van 't i, Heelal in Oudheid overtreft, en tot nu a tóe haarën Adeldom én haarë Zuiver- ,,- heid, zonder eenige fmet of wraaking * ,, behouden heeft; —— Op U, mon- j(, seigneur! zyh de Hoope, de Ver- j, wagtirtg, en alle de Wenfchen van eenë i, groötë én wyze Republiek gegrond; 99 De Loopbaan, welke aldaar voor U ge- ,j opend is, verdient uwe zorgen, ën ik i, kan niet twyfelen of Uwe Döorlugtigë g Hoogheid zal, als dezelve, onder de 3, oogen i en onder de wyze én voorzigti- a ge zorgen* van haare Roninglyke Hoog- ü, heid de Prinfes uwé Moeder ën Voög* ij desfe^ tot ryper ouderdom gekomen is* C a j,, zich |
||||
'36 VADERLANDSCHE^
ixxxi.*," zich waardig maaken, om, inde Histo*
boek. „ rie van deeze Orde, onder het getal der -------■ „ Helden , die aan dezelve den uitmun-
1752. j, tendften luister hebben toegebragt,eene
„ plaats te vervullen. „ Ik, eenyverig en getrouw Dienaar van
„ mynen Koning en rnyn Vaderland, op- „ regt en met de daad in het Geluk van „ de Republiek der Vereenigde Nederlan- „ den belang neemende , en een Vriend „ zynde der Vryheid, die het Voorwerp „ der gemeene zaak tusfchen die beide „ Volken is, ftort de kragtigfte wenfchen „ uit, dat de roem van Uwe Doorlugtige „ Hoogheid evenaare, den roem der Hel- „ den," welke met deeze Orde, zints haa- „ re'eerfte Inftelling 3 zyn vercierd ge- „ weest, en welker gedagtenis nooit zal „ worden uitgewischt. — Schoon ik wilde „ ik zou geen Loopbaan kunnen openen, „ die heerlyker en den naayver van uwe „ Doorlugtige Hoogheid waardiger is dan „ het Leeven en de Daaden van alle die „ Christen Ridders , welke deeze edele „ Tekenen, waar mede gy werklyk be« „ kleed zyt, gedraagen' hebben. Zinne- j, beeldige Tekenen van een Orde , die „ byna vyf honderd Jaaren geleeden, door „ den. zegenryken Koning eduard den. „ III. van Engeland ingefteld , en door „ een volgende reeks Brittannifcbe Ko- „ ningen , tot onze dagen , zonder ver- „ breeking gehandhaafd en gedraagen is. „Ten deezén opzigte moet ik tot de „ goedheid van uwe Doorlugtige Hoog- „ heid
|
||||
. H I S T O R I E. 7 37
„ heid toevlugt neemen. De paaien, wel- lxxxi.
j, ke ik my dien voor te fcliryven, verr boek. „ bieden my ergens anders , dan in de-------
„ Jaarboeken van het zeer. oude en door- 1752«
„ lugtige Huis van Oranje voorbeelden „te zoeken, wegens 't geen ik de eer „ heb voor te draagen. De.MAURH- „ SENj de FREDERIK HENDRIKKEN,
„ de willemen LILIII. enIV, Stich-
„ ters of Befchermers van deezen Onaf- „ hangelyken Staat, zyn Naamen, die nooif „zullen ophouden'van aan waare Bemin- „ naars der Vryheid dierbaar te zyn. — „ Hunne voorbeelden mogen het weezen, „ waar door het jonge en tedere Hart van „ Uwe Doorlugtige Hoogheid aangedree- ,,, ven en vuurig worde ; hunne Daaden „ moeten uwe Studie zyn; hunne Helden- „ (lukken, hunne Wysheid, uw Leevens- „ richtfnoer uitmaaken 1 Erfgenaam hun- „ ner Eertytelen! wees teffens Erfgenaam „ hunner Deugden! „.Met welk een vermaak en genoegen
„ zal zich uwe Doorlugtige Hoogheid „ niet,ten eenigen dage , dit aanmerke- „ lyk Tydftip te binnen brengen, toen „ de Koning, myn Metster, aan dezelve, „ in een zo tederen Ouderdom, dat daar „ van bykans geen voorbeeld is, de Eer „ opgedraagen heeft van de Orde, welke .„. hy zelve draagt; terwyl zyne Majefteit, „ door zulks te doen, een der fterkfte be. „ wyzen heeft gegeeven , van ^yne Ko- „ ninglyke Genegenheid jegens uw Door- i> lugtig Huis, zo als ook jegens deezc C 3 "" ' » R(> |
||||
39 VADERLANDSCHE
LXJfxi. „ Republiek , waar van de Vriendfchap
bo£|c. „ aan denzelven, ten allen tyde, lief en
—ij— ,, waard geweest is, en waar van de Be-
l$S$ *> houdenis en Onaf hangelykheid fteeds
„met die van zyne eigene Koningryken
,, pp een eenpaarigen yoet, en van eyen
» groot gewigtzyn.
„ Deeze Bedenkingen, monseigneur!
,, beq ik verzekerd, en 't zy rny geoor- „ loofd zulks, te voorzeggen , zullen , „ten eenigen tyde, uwe Dporlugtige j, Hoogheid aanfpooren, om door alles, 3, wat in zyn vermogen weezen zal, tot „ de handhaving en bevestiging van de i9 gelukkige Eendragt, met dien zo na- „ tuurlyken Bondgenoot van de Republiek, „ mede te werken: eene Eendragt, van „welke de veiligheid der Prpteftantfche' ,, Religie en de Befcherming der Vryheid „ van Europa afhangt." De Qpperhofmeester Baron van bu^-
man ia, beantwoordde deeze zweilende Aanfpraak, welke gepast raogt heeten, iq zo verre zy op den Ridderlyken toon ge- ftemd vvas.— De Wapenkoning anstin befloot de Inhuldiging met de Tytels van den Jongen Ridder uit te roepen, onder Welker aanhoorett elk over einde ftpndtl "jTen derden maale hief hetMuzyk aan, en de Verrigters met de AanfchoUwers van dceze Ridderlyke Plegtigheid , verlieten de Zaal. De • Prins met de Qrdetekens, Vfelke hy draagen kon , omhangen, ver- voegde zich na 't vertrek van zyne Vrouw. Bloeder, om dezelve te laaten zien. Zy |
||||
HISTORIE. . 39
omhelsde, wel voldaan over de beweezene lxxxi;
Eere, naaren Zoon, tefFens last geevende, boek, dat hy zich op 't bordes zou vertoonen —— aan de menigte van aanfchouweren, van al-1752. lerlei rang, omtrent het Lusthuis, verga- derd. De Heeren, die zyne Hoogheid, te deezer ftaatlyke gelegenheid, (leeds opge- past hadden, traden met hem buiten, ver- gezeld van zyne Zuster Carolina. De lugt weergalmde van het vreugdegeroep der ontelbaare menigte; de jonge Ridder bedankte met buigingen , en kushanden. Elk was in zyn fchik over de voegelyk- heid, waar mede de vierjaarige Prins zich gedraagen hadt geduurende deeze Plegtig- heden, vry omflagtig voor een Kind. Op een Prinslyk Middagmaal van veertig bor- den onthaalde men ten Hove den Afgezant YORKE, den Wapen-koning ans tin, de Afgevaardigden der Algemeene Staaten en uit den Raad van Staaten, en andere Perfoonen van rang, aan 't zelve bevondt zich mede de jonge Ridder, en 's avonds gaf de' Engelfche Afgezant aan de Heeren van de Regeering, aan Heeren van 't Hof, den Buitenlandfchen Gezanten, en andere aanzienlyke Perfoonen van de beide Sexen, een voortreflyk Avondmaal en Bal. Eene toepasfelyke Gedenkpenning vereeuwigde vervolgens deeze Gebeurtenis (*), Toen omtrent half Wintermaand de (* ) Nederl, Jaarf. 175a. bl, 457. van 't Jaar
Ï75J, bl, ?4, c4
|
||||
43 VADERkANDSCHE
|
|||||
Lxxxi. Fxanfche A/gezant, de Marquis deeonac^
boek. van Parys in den Haage was aangekomen,, ------- liet hy, kort daar op, aan 't Hof van haa<*
ï/52. re Koninglyke Hoogheid vraagen , wan-?
neer het, den Prins Erfftadhouder best ge- fchekï' *e£en zou kon*en > om > den volgenden dag,
ge?.amr>Eeen Bezoek van hem te ontvangen. De tyd lioKAc werd op drie uuren 's namiddags bepaald, legt een De ftaatlykheid van dit Bezoek en van hel xsezoük tegenbezoek vordert, dat een en ander % jl ,o|. door eene eenigzins omftandige befchry- hèid a£ "vinge, bewaard blyve. Een Kamerdienaar, twee Pagies en eeri Stalmeester reeden te paard voor op, gevolgd van twee Loopers i een koets met zes paarden befpannen, voer- de vier Edellieden van den Marquis, en, een tweede met een zelfde fpan, den Afge- zant, vergezeld van zyn Broeder den Rid- der de ïonac, den Heer mahi a n en den Heer durajs*. Aan 't Huis de öran- 'jezaal genaderd., bejegende de Wagt hem trier Krygseere, en kwam zyne Hoogheid, tusfehen denOpperhofmeester va,n uur- jyiANiA en den Opperftalmeester van •grovesteins, vergezeld door eenftoet Edellieden , tot aan de Koets den Af- gezant tegen, en geleidde hem door ver- Fcheide vertrekken; waarin de gewapende Manfchappen , Officieren , Generaals en andere Perfoneu van aanzien zich bevon- den, tot in het Kabinet: hier begroette de Afgezant den Erfftadhouder met weinig woorden, 't welk hy zelf kort beantwoorde de: waar op zyne Hoogheid, op gelyke wyge als by de ontmoeting, den Marquis |
|||||
HISTORIE.
|
|||||||
41
|
|||||||
tot aan de Koets'te rug leidde. Deeze, met Lxxxt.
zyn gevolg tot aan de Hof brug gereeden,' b o e r. keerde weder, en hadt een byzonder Ge- ——- hoor, onvergezeld van plegtigheden, by 175a» de Gouvernante, en Prinfes Carolina. Den volgenden dag deedt de Erfftad« Tegenbe-
houder, naa voorgaan Ie beletvraaging, een zoek des Tegenbezoek iri volle ftaatie. Voor af (™J; ging een Trompetter ; naa 'deezen kwa- t,y de no- men de Luitenant van slingelan» uac, en vier en twintig Man , benevens een Wagtmeester van 't Regiment Gardes te paard; daar op twee koetzen niet zes paar- den befpannen, zittende in de eerfte koets de Heeren Generaals Adjudanten cron« STROM, CRETSMAR én 'd'a U B O N N E,
in de tweede de 'Adjudant en Luitenant
Generaal r.ou se, mit den Baron wulk* Nitz; toen volgde een Officier en acht Lyfwagt-en; voorts de Stalmeester groós en vierPagies te paard; naä dèzelveri twee Loopers, en vervolgens de Koets van zy- ne Hoogheid met acht paarden befpannen ^ hy zat 'er in met de bovengemelde Opper- hof- en Opperftalmeester , voor op ftonden twee Pagies, achter op zes Lakeien, aan de portieren gingen de Heidukken, en aan elke zyde acht van de Cent Suis/es. Daar- op vertoonden zich weder een Trompet- tér, een Officier en zestien Gemeenen van de Lyfwagt; en twee'koetzen ieder met zes paarden befpannen, zittende in de eer- fte de Kamerheer Baron van voigt, de Heer lassara, Capitein der Cent §ui$fes, met den Graaf de mars in, Ka- |
|||||||
4a VADERLANDSCHE
|
|||||
Lxxxi. merheer van haare Koninglyke Hoogheid;
boek. in de tweede de Heeren Colonel ren- ------- gers en Baron van heyden, Edellie-
$752. den; de trein werd geflooten door den
Cornet loos, met vier en twintig Man en een Wagtmeester van het Regiment Gardes te paard. In deeze fchikking ging die ftaatlyke ftoet van de Oranjezaal na het Hotel des Franfcben Afgezants, op de Prinfesfe Gragt. Met een talryk gevolg tradt d,e Marquis debonac, op het aannaderen, den Erfftadhouder te gemoet tot aan het portier der Koetze, geleidde hem na het Kabinet; en,naa eenige oogen-r blikken toevens in 't zelve, weder tot aan de koets te rug: wanneer de ftaatlyke te rugtocht andermaal het oog der Aanfchou-? weren verlustigde ("*). Liefdaa. Ten deezen Jaare vonden de Ingezete- ne ün nen deezer Gewesten gelegenheid, om, op d?r(lejU"r nieuw, blyk te geevert , dat hun Geluk IfranfcL n*ets grootfcher hadt, dan dat het hun in viugte-' ftaat ftelde, om aan veelen wel te doen, iingen. en dat hun Inborst niets beter bezat, dan dat zy zulks wilden, Schoon dit betoon van Liefdaadigheid meerendeels flegts in 't voorbygaan gefchiedde, mag het egter niet vergeeten worden. De Vervolging om den Godsdienst, zints omtrent een Jaar, in Frankryk, voornaamlyk in Lan- guedoken Dauphine, haare voor eene ver- lichte Eeuw zo fchandelyke rolle, met toeneemende woede, fpeelende, hadt een groot
(*) Netlerl. Jaarb 175?. bl. I2£<J,
|
|||||
HISTORIE.
|
|||||||
43
|
|||||||
güoot getal dier arme verdrukten in Zwit- r.xjun,
zerland , dat geweld ontvlugtende, lyf-BoEK« berging gezogt, en gevonden; doch kon ——— dit Land , om verfcheide radenen , hun 1752. tot geen beftendige fchuil en verblyfplaats ftrekken. Zy zagen n$ elders uit, om deeze aan te treffen,— Eenige ßisfchop« pen, voornaame Heeren, en andere Lief- daadige Perfoonen,in Ierland werden, met het arlqopen des voorleden Jaars, te raa- de, een Fonds te verzamelen, tot onder- houd van de zodanigen dier Vlugtelingen 9 welken zich op hun Eiland zouden willen nederzetten. In Engeland bragten eenig^n, met deeze menschlievenden in Ierland briefwisfeling houdende, het hunne toe, om dat Fonds te vergrootén« Schoon de IConipg van Groot-Brittanje-, eenigen tyd geleden , aan de Regeering van Ierland. liet weeten, dat liy vyf duizend Ponden Sterlings gefchikt hadt tot onderfleuning van buitenlandlche Proteflanten,9 die zich in Ierland zouden willen nederzetten (*)» bleek het niet, dat de Hooge Regeering Zich, tot hier toe, deeze zaak aantrok. De Vlugtelingen in Zwitzerland kreegen
zo ras geen kondfchap, van dit treffelyk en hun heilzaam oogmerk, of een aantal van honr derd en veertien beflooten, met een Predi- kant aan 't hoofd, zich van daar en na Ierland te begeeven. Omtrent het einde van Zo- mermaand namen zy den optocht aan. In het doortrekken van Zwitzerland, en op reis, had-
CO Tegenw. Staat van Groet- Brittanie. II.Deél. W' 576. |
|||||||
VADERLANDSCHE
|
|||||||
44
|
|||||||
ï-xxxi. hadden zy de voortduurende blyken van
boek. hulpvaardige Menschlievenheid, en mogten - Holland zo beroemd door deeze Deugd, na- 1752. derende^ zich een ruim betoon daar van be-
looven. Te Rotterdam zouden zy zich ont- fchepen, om van daar met een Schip,door het liefdaadigGenootfchap in Ierland uitgerust, afgehaald te worden. De Gouvernante, met het lot deezer zwervende Ballingen be- woogen, die allen in Frankryk een eerlyk beftaan gehadt, en zommigen zelfs zeer voordeelige Kostwinningen gedreeven had- den, maakte na Rotterdam eene aanzien- lyke geldfomme, te hunner onderfteunin- ge, over. De Regeering dier Stad deedt niet alleen een fraay gefchenk , ten dien zelfden einde; maar liet, in een der open- baare Gefliehten , voeglyke verblyfplaat- zen voor die ongelukkigen bereiden. Het milddaadig hart en de ruime hand van vee- Ie byzondere Perfoonen te dier Stede, be- kend van wegen hun hulpryk mededoo- gen aan Landgenooten en Vreemden, ont- iloot zich, tegen hunne aankomst. Wan- neer zy in Hooimaand aankwamen , ver- wekte het gezigt dier Vlugtelingen , by groot en klein, eene algemeene deernis. Alles watmogelyk was, werd aangewend, om hun allen gerak en gemak te bezorgen; behalven Huisvesting, Spys en Drank, ont- vingen zy, Kleederen, Gadsdienftige Boe- ken, andere behpeften en verkwikkingen, geduurende een verblyf van twaalf dagen, wanneer zy dus beweldaadigd fcheep gin- gen , om de Zee oveifteekende, aan te |
|||||||
H 1 STÖR I E. '." M
|
||||||||
landen bv de Befchikkers, van hunnen op-lxxxï. i
tocht Vier Huisgezinnen bleeven hier,boek, vervolgens door haare Koninglyke Hoog-------
heid, te Breda, van eene behoorlyke ver-1752.
felvfplaats en kostwinning bezorgd. Nauwlvks waren deezen in Holland ge- Inzame-
komen, of een aantal van één en zestigJgjj.^ verliet Zwitzerland, en genoot te Rotter- nen be. dam een zelfde onthaal, waar men een hoeve.ge. Schip vervaardigde, om ze na Ierland over daan. te voeren, 't Was zeer ligt te voorzien, dat de Geloofsverdrukking aanhoudende, het getal der Vlugtenden zeer zou verme- nigvuldigen, en dat veelen, gelyk weleer, zich in deeze Gewesten , zouden willen nederzetten. Dit bewoog den Kerkenraad der Franfche Kerke in Utrecht tot het doen eener Inzamelinge voor de Gereformeerde Franfche Vlugtelingen, deeze beliep bo- ven de twee duizend Guldens; en ging de gifte vergezeld van de belofte eener ryke gaave', indien zy in Utrecht hunne woo- ning verkoozen. In de Waalfche Kerk te Deventer ', aan de Huizen van den Predi- kant, Ouderlingen en Diakenen dier Ge- meente , zamelde men een fom van twee duizend en ruim acht honderd Guldens in, ten behoeve der Franfche Gereformeerden, die, ter oorzaake van hunne Godsdienst- belydenisfe, op de Galeien gebannen, ia de Gevangenisfen geworpen, of na andere Landen gevlugt waren. — De Vervolging en het vlugten aanhoudende, liet ook de Milddaadigheid niet af de hand-te openen. Middelburg, Vlisfmgen, Zierikzee en Goes,
|
||||||||
wa-
|
||||||||
46 VADE&LANDSCHË
ixxxi. waren* eenigen tyd laater, hier in voor«
So BK. beeldeiyk, en reikten de Doopsgezinden iri —— dit Gewest, het hunne rykelyk toe (*}. 1752. Strekte men dus hoogstloflyk de hulp- Schip- biedende hand uit aan Vreemdelingen, 'er breuke- waren Landsgenooten, die derzelver toë- iingen reiking niet minder behoefden, ongeluk- sTkiu s ki^ zügtende , onder de harde Slaaverny wande- ^® MmareH. 's Lands Capitein hen- renuitdeDRIK CORÜELIS StENIS, 't Fregat Moorfcke het Huis in 't Bosch voerende, was in Win- Siaverny terraaand des voorleden Jaars, op de Moor- fcbè Kust, by harden itorm geftrand 5 van de honderd twee en dertig Zielen, waar mede het bemand was, kwamen 'er,- met lyfsgevaar, honderd zeven en twintig aan land. Een HoUanäsch Koopvaardy Fre- gat beliep, dien zelfden dag, 't zelfde on« geluk, negenMenfchen bleevén behouden; De aanbreekende dag ontdekte deezé Schipbreukelingen, wier Schepen, korten tyd naa het verlaaten , geheel aan-ftukken floegen ■$ dat zy zich op de Moorfche Kust bevonden j zonder éeten en alleen voorzien van het weinige, 't geen zy, in de vïugt, had- den können by zich fteeken. Op 't ftrand, en dieper landwaards in, den weg vervor- derende, om Csuta te bereiken, kwam een hoop Mooren toefchieten, die deezen ge- heel weerloozen gevangen nam, als bees- ten voortdreef, na een Kasteel, waar de' Paar-
(*) Nederl. Jaarb. 1752. bl. j#r. 1336. 1337«
Wfl 't Jaaj 1755. bl. i*Zi |
||||
■
|
|||||
il I stol IE; 4|
Paardeftallen hun ten verblyFplaats dïèn-i»fx£$
den, en een ftukje zwart oneetbaar brood, boe ii. met een dronk water, hun ten voedzel en __,___'
drank verftrekte,en zy van alles, wat hun 1752,
op weg niet reeds ontnomen was, beroofd ' en naakt uitgefchud werden. De Bevel- hebber van Tetuan verfcheen den volgen- den dag, vergezeld van Ruiteiy en Voet- volk , beklaagde den Capitein over zyn ongeluk, en liet het uitgehongerd Scheeps- volk een Broodje geeven. Deeze voerde hun, voor den Capitein en eenige Officie- ren Paarden en Muilezels bezorgd hebben- de , na Tetuan, waar zy, naa veel vermoei- jenis, uitgehongerd, aankwamen^ Onder een ongelooflyk grooten toevloed van Moo- ren , de ongelukkigen met allen hoon., fmaad en fpot bejegenende, gingen zy in de gevangenis, in welke zy met een ladder zeer diep tot onder den grond moesten ne- derklimmen. Van dit akelig hol bleef de Capitein niet bevryd: toen de Officieren en Gemcenen 'er één voor één waren inge- gaan , fteeg hy van 't paard af, om in het zelfde lot met het Scheepsvolk te deelen* Doch 't leedt weinig tyds, of de Engel- fcbe Conful vexvoegde zich by den Capi- tein, met verlof des Bevelhebbers, dat deeze, nevens zestien Man, mogten over- gaan in eene andere Gevangenis, beter dan die, waar in de Onderofficieren met de Ge- meenen bleeven zitten : terwyl zy van dien zelfden Conful, en de Christen^Koop- lieden, in hunnen nood, eenige verv£i> fchingen ontvingen, Eenit
|
|||||
48 VADERLANDSCHË
Lxxxi. Eenigen tyd in dien Kerker doofgebragg
Boek. hebbende, vonden zy zich genoodzaakt $ -----— zeer zwaaren arbeid te doen, ondereene
175a, nu zagter dan harder behandeling, naar de
gewoonte der Inwoonderen van Barba- ryen , om, door die- verdrukkingen , de Vrienden der ongelukkige Slaaven te drin- gen, tot het betaalen van een hoogenLos- prys. Te midden van dat leed genootert zy den verzagtenden onder/tand hunner Medechristenen, en mogten zich ftreelen met het vooruitzigt op een naderende Ver- losung; dewyl alle moeite om hun de Vry- heid te. doen erlangen, werd aangewend * en over den Losprys gehandeld* Met geen ydele hoop voedden zich die
beklaagehswaardige voorwerpen: want in Slachtmaand gingen, ter voldoening aan dit verlangen, twee Hollandfche Oorlogfchepens gevoerd door deCapiteins hoogstraa- ten en pichot van Gibraltar na Te- tuan onder zeil; eerstgemelde Scheeps- voogd, vergezeld van de Confuls der Ah gemeene Staaten francois en louis butler, werden, by hun aan land flap- pen, door den Basfa der Haven van letuan^ en de Afgevaardigden des Keizers vanilfa« /•0ccfl,met allen betoon van.agtinge ontvan* gen, als gezonden, om de Verjosfing hun- ner Landgenooten en het herfiel des Vre- des te bewerken. .Behalven de Gevangenen van het Oorlogs Fregat, bet Huis in 't Boschs en het Koopvaardy Fregat, dien zeilden dag geftrandi bevondt zich.nog een aan- tal ongelukkigen door de Onderdaanen vafl zy
|
||||
■' -■• " ;.• N ■..........
|
|||||
BI % 'f. O R I Ë»' " 49
ïyne Märöccaänfclje Majëfteit, by het nee- LXxxr*
men van zes Koopvaardyfchepen, zintSBOEK* den Jaare mdcclxXxii, "tot •Slaven------- .
gemaakt: van de vroegst genqmenen was 1752* ;
flegts één enkel Man, van de laatere een meerder getal, nog in leeven : dat van allen beliep één en veertig ; en dewyl ;, door ziekte, ongeluk, mishandeling en moord ^ eenigen van 'tgeftrande Volk des Qorlogs- Fregats^ middelerwyl, uit het leeven ge- rukc waren , bleeven 'er honderd en ne- gen ter losfinge over. De Losprys deezer honderd en vyftig
Perloonen, en het Geld voor de Vernieu- wing van den Vrede, vondt men op 318954 Guldens , behalven nog eenig Geld, teri gefchenke voor de Mooren (* ). Wanneer deeze Overeenkomst getroffen, en, daags daar aan, door de Hollanafche Gevolmag- tigden de Heeren butler, en tweeßas- fas van wegens den Keizer van Marocco$ getekend was, kondigde men terftond den Gelösten , het heuglyk nieuws, hunner her-
(*) In tien Brief van Dankzegging doof den Kei;
zei: aan de Algemeene Staaten, den vierden van Win- termaand 1752 gefehreeven , geeft hy de betaalde forri in deezer voegen op; ,, Wy hebben ontvangen uwen „ Brief, welken gy ons gezonden hebt, door üwé „ Staatsdienaars francois en LOtjis uüTler, „ en met denzelven het Geld vóór uwe Onderdaa- ,, nen, die in onze handen zyn: vyfhönderd harde ■,, Spaanlehe Daalders voor ieder Gevangenen, ge- ,, lyk mede dertig duizend dergelyke Daalders, bene-' „ VÖBS ëen Diamant - ring en twee Meiaale Stukken, ü welkett het U behaagd heeft ons ten gefchenk të ,, zenden." Nederl. jaarb. 1753. bl. 874. XXII. DEEL. D
|
|||||
VADERLANDSCHE
|
|||||||
50
|
|||||||
Lxxxi. herkregené en duürgekogte Vryheid aan-,
B o eie. en werden zy, nog dien eigenden dag, te- ■ gen de bedongeneLospenningen, op deeze 1752- behoedzaame wyze, uitgewisfeld. Zo ras ,de Vrygekogten zig ia de Moorfche Sloe- pen begeeven hadden , om na 't Oorlog- fchip vanden Capitein hoogstraaten overgevoerd te worden, zetten de Capi- teins der Oorlogfchepen hunne Sloepen •met het Losgeld uitbeen bedryf van wederzy- den met twee Seirifchooten aangekondigd. Vervolgens roeiden de Sloepen elkander te gemoet; te halver wege by eikanderen ge- komen, gingen de gelosten in de Sloepen van de Oorlogfchepen over, en werd het Losgeld in de Maroccaanfcbe ontfcheept. Reeds voor het einde van Slachtmaand bereikten de Verlosten de Haven van Gi- braltar, waar zy van de geledefte onge- makken een weinig uitgerust zynde, op het Oorlogfchip van Capitein h o og- s traaten, en dat des Capiteins van stokken verdeeld, nog voor het einde des Jaars, na 't Vaderland ftevenden, en in Sprokkelmaand des volgenden Jaars behouden Texel bereikten. Amfierdam aaii- fchouvvde het zeer aandoenelyk tooneel der ontmoetinge deezer Vrygemaakten, Inboorlingen en Buitenlanders, onder wel- ken eenigen van vroegtydig genomene Koopvaarders, die Jaaren lang in flaaffche ketenen gezugt, en de hoope der vcrlosfinge reeds opgegeeven hadden. Onbefchryflyk groot was de dankbaarheid voor dit gefchenk der Vryheid , met geen fchatten op te wee-
|
|||||||
H i S T Ö R i Ë« 51
|
|||||
Reegen. Wie geene byzondere betrekking Lxxxi*
tot''hun hadt, en alleen de infpraaken der boek* gemeene Menschlykheid hoorde , voelde ------«,
het welgeplaatste hart kloppen van de te 175»*
derfte aandoeningen ; en was de vreugd Van Bloedverwanten en Vrienden, deeze wedergekeerden bej>foetende, boven alle befchryving. — Capitein sten is be- gaf zich voorts na lï Grauenhaage um de Hooge Regeering, en haare Koninglyke Hoogheid, dank te zeggen voor de goed- heid in 't losfen van hem en de zynen be- weezen* Middelerwyl waren de Heeren butler De Vrede
te Tetuan gebleeven, om de Bekragtiging "iet de der geflootene Overeenkomst, en van den Ma^k vernieuwden Vrede af te wagten. ©k-Vet* ge{loo. drag van Vrede en Koophandel, te Tetuan ten. op den eenentwintigden van Slachtmaand gellooten, bevestigde de Keizer muley a BD al A op den vierden van Wintermaand* Van welke toeftemming hy, ten dien zelf- den dage, by eenen Brief, den Algemee- ncn Staaten berigtgaf. Grootendeels kwam liet overeen met dat in den Jaare Sine Lxxxiv. geflooten (*,). Zorgden dus's Lands Vaders voor een In Groini
aantal Perfoonen in den beklaaglykften^'»^ ge- ramp ingewikkeld, en diende het Vrede- 'aa,tenert vverdrag om te voorkomen, dät zulk een doodde tot den Ingezetenen van den Staat niet we- Staaten ia der befeber.
mïngge- (*) Neder!. Jaarbi 1752. bl. 137. Voor 't Jaar nomen«
]753- bl. 16. 170. Het geheele Verdrag wordt al* dsar bl. 859. enz. opgegeeven. D a
|
|||||
#a VADERLANDSCHE
jlxxxi. der zou treffen, zy leenden ook bereidwi!"
jjOEK. lig het oor aan Onderzaaten, wier verlaa« -------■ te Goederen, buiten hooge befcherming,
1752. veeg ftonden voor den eerften bezitnee-
mer. Drie Schepen ter Walvischvangst na Groenland uitgevaaren, waren in 't Ys zodanig bezet geraakt, dat de Comman- deurs en het Scheepsvolk alle moeite, om uit de bezetting te komen, te vergeefsch aangewend hebbende, in 't einde zich ge- noodzaakt vonden, tot behoudenis van hun leeven, dezelve te verlaaten, en met een ander Schip na 't Vaderland te keeren. Eer zy van dezelve afgingen, hadden zy de Ankers op de Wal gebragt, en daar mede de Schepen,zo veelmogelyk,beveiligd en vastgemaakt, met oogmerk, om dezelve daar weder te vinden, en met de vangst geheel, of ten deele, na deeze Landen te brengen , door Schepen , welke zy ten dien einde ftonden uit te rusten. Doch de Belanghebbers der zo verre verlaatene Schepen vreezende, dat de baatzugt zich niet zou ontzien, om, dezelve vindende, ze zonder eenigen aanfchouw, als een goe- den Buit en Zeevond aan te tasten,verwier- ven van hunne Hoog Mögenden eene Voor- ziening tegen dit onredelyk bedryf: de-, wyl die Schepen niet volftrekt verlaaten; maar, zo veel de Landsgefteltenisfe, en pmftandigheden eenigermaate gehengden, bezorgd waren , en der Eigenaären oog- merk was , dezelve af te haaien. Eene Waarfchouwing, ten deezen einde afgegee- ven, wettigde hun tot het weder in bezit nee-'
|
||||
/
|
|||||
HISTORIE. 53
neemen der Schepen en Goederen, opLxxxi.
dien voet, als in vroegere Jaaren omtrent boek. betagter gelaatene in Groenland gebruik--------
lyk was. ----- Van de Engelfchen, in de 1752.
Groenlandfche, Fisfchery, onze grootfte me-
dedingers , ftondt onder de Buitènlanderen meest zulk eene bezitneeming te dugten, in gevalle, geen hooger Magt dit belette. De Heer Hop overhandigde een Vertoog hier toe betreklyk, aan een der eerfte Se- cretarisfen van Staat, van zyne Groot-Br it- tannifche Majefteit, 't welk in de groote Raadsvergadering ingeleverd,en overwoo- gen , dit bevel des Konings ten gevolge hadt: „ Dat niemand zyner Onderdaanen , 't zou hebben te onderftaan, die Iiol- „ landfche Schepen te neemen, tevermees- „ teren , of afbreuk te doen, of deLaadingen „ van één of meer derzelven aan te tasten, „ of zich op eenigerlei wyze met dezel- „ ve te bemoeijen , buiten toeltemming „ der Eigenaaren, of van de geenen, die „ gemagtigd zouden worden , om voor „ dezelve zorge te draagen, op ftraffe, dat „ zy anderzins daar voor verantwoordelyk „ zouden weezen. " —— Schoon geen dier Schepen te regt kwam, was die Voor- zieninge niet geheel vrugtlops, want men borg uit alle nog eenige Goederen (*). Hoezeer de Buitenlanders, op den roem Oprich-
onzer Landzaaten gebeeten , denzelven ting der rrnfT Holland
fchappy
(*) Nederl. Jaarb, 1752. bl. H92. Voor 't Jaar 3753" bl. 167. 1230. »3
|
|||||
■■■. ■
|
|||||
#4 VAD ERLANDS CHE
lxxxi. fragten te verdonkeren, en nimmer in dit
boek. hun haatlyk oogmerk beter fchynen te flaa- ------- gen, dan wanneer zy de Ingezetenen af-
175a. maaien, als geheel beftaande uit een Han-
der Wee- deldryvend en Handwerken voortzettend tenfchap. Volk, zonder zugt, om Kauften en Wee-» pen te tenfchappen te'kvveeken, hebben de fpree* Haar- keifte bewyzen hunne fmaadtaal menig- maal gelogenilrafc, en getoond,dat dn Ne- derlanders, fchoon zich minder, dan wei andere Volken, toeleggende op Uitvindin- gen en Kuniten, die naauwlyks ergens toe Kunnen dienen, dan om Pragt en Weel- de voedzel te geeven, en de heerfchende dwinglandy der weifelende Mode te on« derfteunen, geenzins, de laatiten zyn in het uitdenken en toeftellen van zulke zaa- ken, welke, naar 's Lands gefteltenisfe,, hun nuttig zyn en noodzaaklyk, ook ten weezenlyken diende van andere Volken, en van geheel het Menschdom, kunnen ftrek- ken. Eene lyst van dusdanige Bedryven, moet den fnaaterenden tegenfpreeker doen bioozen, en de Naamen van Mannen, die de Hooge Schooien van ons Gemeenebest tot Cieraaden dienden , terwyl zy, met on- bezwalkten luifter, by den onvooringeno- men Vreemdeling fchitteren, en van ander ren, die door Kunst en Lettermin uitftaa* ken, zullen altoos duurende Gedenktekens 'biyven, dat het den Landzaat, aan Ver- nuft, Geest, Verftand, Oordeel, en vlytn ge Letteroefening niet ontbrak (*). P . Tot (*) Zie onder anderen sn*?X.beht5 Ferdeedi-
ging
|
|||||
HISTORIE. 55
Tot nog toe, 't is waarheid, zag men, lxxxi.
in de Vereenigde Gewesten, 't geen zeker boek. bevreemding moet baaren, geene Geleerde ——- Maatfchappy, of Genootfchap, opgericht, 1752.. gelyk aan die der Buitenlanderen (*_);hoe- wel het zints Jaaren, niet.ontbrak aan Ge- zelfchappen, die zich boven al op de Na- tuurkunde bevlytigden (-f) , en de ver- taalde Werken der bui.tenlandfche Genoot- fchappen, zo geheel, als by. uitgekooze ftukken, uitgegeeven ,'een welkom onthaal by den Weetgierigen aantroffen. Dan, 't verwyt van dit gemis kon ons dit Jaar niet meer gedaan worden. Haarlem, prat op
ging van de Eer der Hollandfche Natie Tweede
.Druk, bl. 26. enz. • (*) Als, by voorbeeld, feFlorentynfche Acade-
mie del Cimento, in den Jaare 1657, door den Her- tog van Toscaanen opgericht; de Keizer lyke Acade- mie der Naiuuronderzoekeren, door Keizer Leopold üen I. in den'Jaare 1687 , mee uitfteekende Voor- régten voorzien; de Koninglyke Sociëteit te Londen, door Koning cauel den Ib in 't Jaar 1660 be- vestigd; de Koninglyke Academie der IVeetenfchap- ■pen ie Parys , in 't Jaar Iö66 door iodbwvk den orooten, vastgefteld; ide- Koninglyke Aca- demie derWeetenfchappen teBerlyn , in 't Jaar 1700, door FBEDERiK DBS I. geflicht; de Koninglyke Academie der (■Feetenfchappen te Petersburg, door Czaar peter den I., ïn 't Jaar 1725 aangelegd, en de Koninglyke Sociëteit der' fVeetenfchappen te Gottingen, in 't Jaai 1751 ingefteld; om van ande- re , in Spanje , Frankryk , Duitschland, Zwitzer land, Zweeden, Deenemarken , of elders, niet te fpreeken. (t) P. van Müsse henbroek Beginzeh der
Natuurkunde, Voorr. b!. 1 D4
|
||||
5<> VADERLANDSCHB
ï-xxxi. op de Uitvinding der Drukkunfte , waa?
boek, het nimmer, zints het herleeven der Ge- ■------■ leerdheid, aan Liefhebbers en Voorftanders
125& der Fraaije Weetenfchappen ontbrak, hadt
de eer, om binnen haare nuiuren, de $er- ße Maatfchappy der Weetenfchappen, de lïollandjche bygenaamd, te zien gebooren worden : derzelver. Oprichting verdient hier geboekftaafd. „ De allereertleGebeurtenisfen",fchryft
de Secretaris deezer Maatfchappye, „ di$ „ den eerften grond tot de ffollanafihe ,, Maatfcbappy der Weetenfchappen gelegd „ hebben, zquden zjch in 't oneindig l^leir ,, ne byna geheel verliezen" ( *). Wat het oneindig kleine , hier bedoeld , geweest hebbe, beftqndt, daar in, dat twe$ een? voudige Menlchen in den omtrek van, iiaarkm gingen wandelen, van de Sterree kunde fpraaken, hunne onervaarenheid daar in beklaagden, aan een derden, dien zy ontmoetten, onderrigting vroegen, en, jnet hem bellooten eenige vaste ByeenkoniT ften tot oefening te houden. Een andep Gezell'chap verenigde zich , byna tea zelfden tyde , binnen Haarlem , tot na-? fpeuring van Natuurkundige Weetenfchap^ pen $ een derde bepaalde zich tot Letter^ kundige Oefeningen j deezen voegden zich, met den tyd , zamen,, en vormden, ai-,
(*) Dit zyn de woorden van den Eerw. Heere
van der AA, toen hy , als Secretaris van den Oeco- ■aofnifchen Tak deezc- IVLa.atft;happys, de eerfte Wet,".,
gadering niet eene Janfpraake ogende. |
||||
■
|
|||||||
HISTORIE. gr
allengskens de Maaifchappy (*). —-—lxxxi.
Men werd, naamlyk bedagt, of men niet, boek, al ware het van verre, en met ongelyke-------
fchreeden, den loflyken Yver van andere 1^52,
Koningryken en üemeenebesten , in het onderfteunen en aanmoedigen van vVeeten- fchappen en Kunften , in Nederland zou kunnen navolgen, en oordeelde, dat men, door het vergaderen van fraaije Letter- vrugten, en het uitdeelen van zekere Pry- zen , op wel uitgewrogte Schriften , dit oogmerk best bereiken kon. De eerfte Grondleggers der Maatfchappye, allen Le- den der Regeeriuge van Haarlem, te wee- ren ARENP DE RAAT, PIETER VAN SCHUII<ENBURGH, CORNELIS AS- CANIUS VAN S YPESTEYN , ANTO- ', NIS SLIC HER, JOOST HUIGEN S, AN- DRIES HE.SHUYZEN, en JAN THEO- DORUS K o e K, hielden ten dien einde,
op den eenentwintigden van Bloeimaand deezes Jaars , de eerfte opzettelyk daar toe belegde byeenkomst, en betlaoten het Be- fttfUf
' ."; ' ■ *"':.; •:V :, il -i'i) (*) Volgens ons medegedeelte Berigten, en ook
éénilemming met het geen dien Secretaris, in de Op* gave zyner Aanjpraake in de N. Neder/, Jaarboe- ken «778. bl. <j. wordt in den mond gelegd. Dan deeze Heer , by het befluit tot het drukken zyner Aanfpraake , de vryheid bedongen hebbende , om 'er eenige veranderingen in te mogen maaken, heeft kunnen goedvinden , die kleine bijzonderheden agter wege te laaten , fchoonze, onzes inziens, der Maat- fchappye geenzins tot oneere veiilrekken , en de Waarheid der, Gefchiedenisfe, met deizelver opgave. ge.djend, is. |
|||||||
■
|
|||||
53 VADERLANDSCHE
i.xxxi. ftuur daar van op zich, en een proef te
boek. neemen, hoe verre men het brengen kon, -----— tot Secretaris verzoekende den Eerw. c.
1752. c. H. van der AA, Leeraar der Ge-
meente toegedaan de Augsburgfche Con- fesfie, binnen die Stad; voorts zich bevly- tigende om werkzaame en aanzienlyke Le- den, aan dat Lichaam toe te voegen, waar in zy gelukkig .-Haagden. In deezer voege hadden dan de Beftuur-
ders en Leden zich veréénigd, om ge- meenzaamer hand te arbeiden tot welvaard en roem des Vaderlands, en tot aanmoedi- ging van Kunften en Weetenfchappen; ook beflooten de Beftuurders, 's jaaflyks eene Vraag van gewigtig nut voor Nederland •op te geeven, en een Prys, beftaande in een Gouden Gedenkpenning, aan dengee- nen, die ze best beantwoordde , uit te deelen, om welks rand de Naam des Ber- loons, die ze behaalde, en 't Jaar, wan- neer hy ze wegdroeg, zou gevoegd wor- den, om dit Eerteken dus, in den volko- jnenften zin, tot een Eerteken voor hem, die het verdiende, te maaken. „■De.Hoofdwet onzer Inftellinge is,"
gelyk zy zich uitdrukken, „ ons niet be- „ zig te honden met dingen, die geene „ opzëtlyké of rechtftreekfche nuttigheid „hebben. Ons doel is, alles noestig op „ te zamelen, of gereedlyk, wanneer 't „ ons aangebooden wordt, aan te neemen, ,, 't geen eenigzins kan dienen, tot verbe- rt. tering of cieraad, van dit vrye Volk.— y, Ons
|
|||||
HI S TORIE. 5?
Ons Werk zal zyn, om alles na te fpoo- lxxxi.
'9 ren,; 't geen de Welvaard van dit Ge- boek. " meenebest, zo wel van buiten als van—-— " binnen, zo wel in tyden van Oorlog als 175?. " van Vrede., betreft; zorgende zeils, zo 'wel voor het geene onzer Nakomelin- ", gen, als 't geen onzen Tydgénooten, . „ dienftig zou kunnen zyn. Eenen edelen „ nayver voor 's Lands beste in aë Neder- .! „ landen, aati te kweeken; eenige Werken „ of Kunstcüigen, minder kostlyk, en ge- „ maklyker, te maaken; wat Kruid-Schei- „ Ontleed-Genees en Heelkunde belangt, „ en van aanmerkelyken dienst is, na te. „ gaan, en aan te moedigen, dit alles zal „ het voorwerp zyn , onzer overweegin- „ gen. Én gemerkt het tot verbetennge „ van een Volk, niet alleengenoeg is, voor „ deszelfs tydlyke welvaard te zorgen, „ zullen eenige der Leden, Choe zeldzaam „en vreemd dit ook in Genootfchappen „ der Weeten/chappen zy,; zich bevlyti- „ gen, om:, 'in dit, ftuk, de hand aan 't werk „ te flaan, enfin Godgeleerde zaaken tel- „ kens eenige Aanmerkingen of Verhan- „ delingen, mede,te deelen; maar tegelyk „ niet vergieten:, dat zy voor Nederland „, in 't algemeen fchryven, hunne Verhan- „ delingen zo fchikkende, dat ze dooreen „ iegelyk Christen, zonder eénigen aan- „ftoot, kunnen geleezen worden. — In „hoe verre men zich dan ook van Letter- ,, Gefchied - Natuur - Overnatuur - Zede - „ Aardryks-kundige en Regtsgeleerde Stuk- ken' |
||||
6ó VADERLANDSCHE
|
|||||
Lxxxi. „ ken zal bedienen, is uit het voorgemel-
boek.,, de genoeg op te maaken " ( * ). -----— De Hooge School te Groningen was,
1752. zedert eenigen tyd, in een deerlyk verval
De Hoo.geraakt, en het getal der Hoogleeraaren, ge Schooi op zeer weinigen na, geheel uitgeftorven. te Gr»- Hoop op herleeven i'chepte dezelve, toen Efteld. wylen zvne Doorlug»ge Hoogheid tot Cu-
rator Primarius en Reéïor Magmficentisfi- mus aangefteld , nieuwe aanblyvende Cu- ratoren benoemde , aan hun het Beftuur der Hooge Schoole, onafhangelyk van eenig ander Collegie, overleverde, enzyn voornemen te kennen gaf, om het getal der Hoogleeraaren te vermeerderen, als het regte middel, om de Hooge School te doen bloeijen, teffens beloovende, aan de Letteroeffenende Jongelingfchap, te hun* ner aanmpediginge, verfcheide Vryheden te zullen toeftaan. Zyn dood fcheën alle die gunftige uitzigten te zullen doen ver- dwynen, of althans zeer te verminderen: dan haare Koninglyke Hoogheid volvoer-. de een groot deel van dit'heilbeloovend plan, ten deezen Jaare, met overleg van Heeren Curatoren , zeven Hoogleeraaren aanftellende (f ). Van dit tydperk af mag men de herltclling dier Hooge Schoole dagtekenen. Ont-
( ") Verhandelingen van de Holl., Maatfchappy
Her PVeetenfchappen te Haarlem. I. Deel. Voorr. {\YNederl. Jaarb, 1757, bj. 272,enz.
|
|||||
HISTORIE. &
Ontving Engeland, en voorts de gehee- Lxxxr.
Ie Christenheid, zirns het laatfte der jongst boek. verloopen Eeuwe 3 een fchat van Leerre---------
denen , uitgefprooken en gedrukt, inge-1^52-
volge des Uiterften Wils, van den God- inßelling vrugtigen Wysgeer robert BOYLE,van wal. Ridder Baronet i die een gedeelte zyner TER sc»- aanzienlyke middelen , ten dienfte derSKRF* Christenheid fchikte, om 'er jaarlyks zeke- re fomme van uit te keeren aan kundige en fchrandere Godgeleerden, die op hun beurt, elk Jaar, acht Leerredenen moes- ten doen, tot wederlegging van het Onge- loof, en ter verdeediging van den Natuur- lyken en Geopenbaarden Godsdienst (*,); in Holland drukte diens voetftappen, de Heer walter senserf, Ridder Ba- ronet, Burgemeester van Rotterdam, en Bewindhebber der Oost - Indtfche Maat- fchappye, in Oostmaand deezes Jaars over- leden; begeerende in zyn Laatften Wil, dat, 's jaarlyks, uit zyne Nalaatenfchap, vyf honderd Guldens zou worden uitgereikt, aan een der Leeraaren in Gereformeerde Kerken, binnen Rotterdam, ter keuze van zyne na te laatene Weduwe, 's Jaar- lyks zou deeze moeten doen acht Leerre- denen , zo tegen de Atheisten, Naturalis- ten , Deisten als Heidenen, jfooden en Mo- hamedaanen, en voorts tegen alle andere openbaare Tegerifpreekers van het Christ- lyka
(*) MosHEiMS Kerklyke Gefchiedenis. VII ï. D,
W. 77- 78. ■ |
||||
& VADËRLANDSÖHË
lxxxi. lykö Geloof: de eerfte, die dit Werk, voi-
BOEKigens haare keuze, op zich namj was de ——- Eerw. JOA-N patyn- (*); doch, voor 1752. zo verre wy vveeten, is het drukken dief Leerredenen, by' de Inftelling, niet be* paald , 't geen de nuttigheid, zo anders die gewigtige taak wel volvoerd worde, binnen veel enger paaien omheind, dan de Wereld getrokken heeft, en noch trekt * van BOYLES Stichting, welke Leerrede- nen thans eene vry groote en aanzienlyke Verzameling uitmaaken, die, door geheel Europa bekend , de treffelykfle dienllen gedaan heeft, aan de zaak der Waarheid en der Deugd. t)e tier. Bergen op den Zoom, in de laatfte Bele- bouwde gering, met- eene by veelen fcbandeiyke Kerkte en jjy aiïen betreurde overgaave geëindigd^ opr§d"n deerlyk plat gefchooten en.verwoest, be- Zoom in.gon thans j door de welbefleedde onder- gewyd. ftandgelden , van 's Lands wege , en de Liefdegaaven van weldaadige Ingezetenen, uit de asch der verwoestinge te herryzen , en was de volbouwing der Nieuwe Groote Kerk, ten tyde desbelègs, door Bomben en vuurige Kogels in brand gefchooten * zo dat ze met al wat 'er brandbaar in gevonden werd, verteerde, op den' vy f tienden van Wynmaand dezes Jaars, zo verre voltrok- ken, dat 'er de Godsdienst in kon verrigt worden, gelyk gefchiedde door deLeeraa- ren dier Stad k. o. leidekker, en j» jans-
(*) Neder!, Jaarb. 1752. bl. 1170.
|
||||
HISTORIE. 6§
Janssen. Beiden gedenken zy aän eeneLxjtxii
groote Kerkkrooiie, van den bovengemel-BoiiK* den milddaadigen senserf, aan dat -—^. nieuwe Kerkgebouw toegedagt, en door 1752* diens Weduwe, Mevrouw j. f.de geer, aan dezelve gefchonken, om tot gebruik , en ter eeuwige gedagtenis van des Vereer- ders liefdaadigheid, opgehangen te wor- den e*)- Het oog veeier Liefhebberen en Oud- Het Huis
heidkundigen, mögt zich, den zeven en te Brit. twintigften vanWynmaand, en de twee vol-ten* ve*- gende dagen, verlustigen methetaanfchou-^V wen der fchaars geziene OverblyfzeleniäageZee* van het aloude Huis te Britten ( f ). Een Oosten en Zuidoosten wind, eenige dagen aanhoudende, veroorzaakte eene zeer laa- ge Zee, en omtrent zes honderd fchreeden van Katwyk op Zee 3 bykans tachtig fchreeden zeewaards in, van 'tgemeenlyk bloot liggende Strand, ontdekten zich de Grondilagen, en Ruinen van dat Gebouw. De paaien ftonden alle, gelyk de Heer j. LE franc van BERKiiEY, Oogge- tuigen en Opneemer van het zich toen ver- toonende, verklaart , in een vasten Klei« grond geheid, terwyl zich hier en daar ook
(*) Zie de Leerredenen dier Eerw. Heeren, door
den druk gemeen gemaakt. (f) De groiidflagen van dit Gebouw heeft men
ontbloot gezien in de Jaaren is2o. 1552. H82. 1694*" 1701., en by die gelegenheden , voornaamlyk de vroegfte, veele Overblyfzels gevonden j door g o i c- eiÄRDiN, pars en van loon, in't breede be- fcbreeven en afgebeeld. |
||||
64 VADERLANDS CHË
Lxxxi. ook een zwarte , Darygroiid vertoöridë j
bo e e. de Banken daarom ftreeks, waren vasc eri ———• hoog, en hier en daar orige-fchikt gelegen * 1752. zo dat 'er een fpoof van den loop des Zee* waters fcheene. De GrondOagen en ver- dere Ruïnen van dat Gebouw, beflonderi uit een rei paaleri, drie aan drie in de breedte tegen elkander äan geheid. De paaien waren rond , tusfchen de drie en vier duimen dik , en omtrent een halve voet, zommige meer, boven den grond; Derzelver lengte was onmogelyk te ont- dekken , van wegen de diepte in den grond; Ze waren meest weg en verfleeten, zo dat men 'er veele op zich zelven zag (laan. De uitgebreidheid van het geheel, of de af* ftand van de twee uiterflen, daar paaleri ftonden, was, naar een goeden mans tred,* zeventig treeden. In het midden zag men eene ruimte en inham, tusfchen de"twee grondflagen in. Aan het einde van deeze ruimte was een Rond, gelegen tegen een Zandbank, op dat Rond werd men, ne- vens eenige brokken Steenen, de indruk- zels van gehouwen Hardfteenen gewaar: welke Steenen men waarfchynlyk hadt weggenomen : eenige halve en gefleetè ftukken lagen 'er nog naast, als getuigen* De grootte van de rondten, die, tot het groote Fundament behoorden, was ieder over 't kruis vyf treeden; de wydte daar tusfchen, tien treeden, en de afftand der gemelde rondten , van zes paaltjes , die ook nog grondllagen aanduidden , beliep wel vyfcig treeden, In deezen Inham was het
|
||||
HISTORIE* è$
liet zand lugiig opgefpoeld , daar veele L&xxiJ
dunne Zeeftroompjes over heen golpten,BOEK* terwyl het overal met grootè oude Steenen — - * en Daryhoopen, als bezaaid lag. Omtrent 175a» uit het midden van de voörnaamfte Övêr- blyfzels der Grondfiagen liepen twee reien Paaien, na den Duinkant , die niet onge- , iylc fcheenen, aan dat gedeelte der Afbeel- dinge van a. pars, van het Huis tè Britten (*). Men heeft, by die gelegen- heid, ook twee of drie Gebakken Steenen, waar op blyken van Letters , als mede eemge weinige Koperen Penningen , ge- vonden {i). Voegt het der Gefchiedknnde, zonder J. va«
aanzien van Perfoonen, daaden van Edel- collema moedigheid en Dankbaarheid op te ie^e" ^t Buf- nen, dan mogen wy niet vergeeten, hier gerwees". te vermelden, het ontdekken vaneene voor-huis te lang beweezene Begiftiging, zo groot als Breda* onver wagt, onlangs, in Breda, voorgeval- len, en waar van, ten deezen Jaare, de eerlte openbaare betooning gefchiedde4 Zekere johan van collema, te Breda , in het Burgerkinderen Weeshuis opgevoed, was, ten bekwaamen tyde, met den gewoonen uitzet, en eenige hon- derd Gulden, hem aanbeftorven, uit dat Huis gegaan, en hadt zich vervolgens na Lon-
(*) J; L. f. v AS berk Hey, Natuutiyke Hiß,
van Hollaud. I. D. bl. 164. 167., waar eene byge« voegde Plaat dit alles opheldert. (t) Nederl. Jaarb. 1752. bl. 1211.
XXII. DEEL. E |
|||||
;ï
|
|||||
66 VADERLANDSCHE
|
||||||
Lxxxi. Londen begeeven, waar hy door de Draay»
boek. kunst en Koophandel veel gelds overwon, ■ In den Jaare mdccxxxvii overleden 1752. zynde , befprak hy eene fom van 5000
Ponden Sterling, of 55000 Guldens, om gefteld te worden , onder bewaaring van eenige Leden der Duitfche Kerk te Lon- den , met begeerte, dat de Hoofdfom al* toos in haar geheel zou blyven , terwyl Mevrouw liijia catharina, Herto- gin van Chandois, haar leeven lang, de vrugten moest trekken; en dat, naa haar overlyden, deeze fom zou uitgekeerd en befteed worden, aan zodanige Perfoonen, .en tot zulke gebruiken, als hy, door eenig Gefchrift, onder zyn hand en zegel, zou . bevelen. Dit Gefchrift was den gemelden Kerkenraad ter hand gefteld, met een op- * ■'.■' fchrift, dat het niet, dan naa den dood der Hertoginne, mögt geopend worden. Zy overleed in den Jaare mdccli. De Ker- kenraad opent het verzegeld Gefchrift» en vondt een geflooten Brief, welks op- fchrift hieldt aan de Heeren Regenten van het" Burgerweeshuis te Breda ¥ met ver- zoek, dat dezelve hun mögt gezonden, en volgens derzelver antwoord en be- velen gehandeld worden, omtrent het verkoopen der Fondfen, door het overly- den der Hertoginne, thans vervallen. De Regenten, zagen met zo veel bevreemding als genoegen deeze Erfmaaking, en von- den een nader verzegelden Brief, behel- zende de Voorwaarden , op welken de- zelve, hun zou ter hand gefteld worden. Zy
|
||||||
0
|
||||||
HiSTO'RlE* 6>
Uy moesten näamlyk, op de ontvangst,lxx#i.'
5000 Guldens uitkeeren aan het Armen-boek* kinderhuis, daar ter Stede, en de everige ten daar van ^'sjaarlyks,op .een befremden dag, aan alle Kinderen in het Burgerkin- deren-Weeshuis, zo Meisjes als Jongens j een halven Ryksdaalder tegeeven, befpree- kende voorts aan elk Kind, zonder onder- fcheid van Sexe, by het uitgaan uit het ^ Huis, boven 't geen zy anders ontvingen,
honderd Guldens: met de noodige voor- zorge, tot in ftandhouding der Hoofdfom- me, in gevalle, door de menigvuldigheid der Kinderen , de Vrugten niet mogten toereiken tot de geheele volkomene be- fremde uitgave, en de handelwyze, om- trent het overfchot, indien dit mögt plaats hebben. Op den dertienden van Wyn- maand deezes Jaars gefchiedde de eerftö uitreiking 5 en fielden de Regenten den Doopdag des Weldoenders vast, tot een vriendlyke byeenkomst, om zyne Lief* daadigheidjOp eene vrolyke wyze, ziehte herinneren, laatende een Zilveren Beker t met gepaste Cieraaden, daar toe vervaardi- gen; gelyk ook het Wapen van colle- ma, met voeglyke Byl'chriften op de Re- gentenkamer, ter eeuwige gedagtenisfe van dit gelukkig en erkehtelyke Weeskind, werd opgehangen (*). De
(*) Nederl. Jaarb. 1752. bl. jfc
E 2
|
||||
68 VADERLANDSCHË
|
|||||
Lxxxr. De ftrydige belangen der Vere'ém'gde
boek. BondgenootfchaplykeGewesten, en deby- -—— zondere Lichaamen in dezelve , gaven, 1753- van tyd tot tyd, ftoffe tot veel gefchils. fX'chil E«n oud en lang gehangen hebbend gefchil tu fchen tuslchen de Admiraliteit van Holland en do Hoi- Zeeland, werd , met den Aanvang des'" fn Zeeuw- Jaars MD c cl ui, afgedaan. Van het /che h&.Licent of Verlofgeld, gefield op de Uit« miraütei gaande, en Inkomende Goederen, die de ten, overZeeuwfcbe Stroomen moeten doorvaaren, de Verlof hadt de HoUandfche Admiraliteit, reeds gang J. jn de voorjge £euwe , tot den Jaare mdclXxxvi de helft genooten, wanneer de Zeeuwen, ook daar en boven het ande- re halve Verlofgeld daadlyk afvorderden., en dus de Verlofgelden , tegen dank der overige Gewesten, met de helft verhoog- den ( * ). Niet zonder reden ftondt deeze invordering, van het geheele Verlofgeld, door Zeewwfebe Commiefen in Holland, tot het laatfle des voorleden Jaars, in Hol' land ontvangen, de Hollandjche Admirali- teit tegen, en poogde, zich weder in't oude bezit der Helft van 't Verlofgeld te flellen , vermids de Goederen, daar aan onderhevig, zo wel de HoUandfche als de Zeeuw(cbe Stroomen door moesten. Jaa- ren geleden, hadt de Admiraliteit van Hol- land , haaren eisch aan die van Zeeland voorgedraagen, die haare tegenredenen eu be-
(*) P. Paulus. Ferkl. der Unie van Utrecht.
I.D. bl, 267-270. |
|||||
■ ■
|
||||||
HISTORIE. 69
belangen daar tegen inbragt, hier uit ree- lxxxi.
zen oneenigheden , welke tot die hoogte uo e k. liepen , dat het Collegie ter Admiraliteit-------
te Amfterdam de jaarlykfche 50000 Gul-17.53.
dens aan de Zeeiavfihe Admiraliteit ver- fchuldigd, weigerde te betaalen. Om deeze oneenigheden uit den weg te Doorga
ruimen, vondt men, in den Jaare mdccxlix r« Kon- goed, de bellisfing te laaten aan den Stad-.j^e°?gbe houder; deeze vóór zyn dood niet geko-flist> W:H men zynde , nam de Gouvernante, naadesvour- vrywillige onderwerping van Partyen, dit v>cU ftuk ter hand, en deedt, op den éénentwig- flen van Herfstmaand des voorleden Jaars, deeze uitfpraak : „ dat de Admiraliteit van ,, Holland, met den aanvang deezes Jaars ,, MJDCCLin, weder de Helft van't Ver- ,, lofgeld zou genieten, op den zelfden „ voet ah in den Jaare mdclxxxvi; ,, en dat het Collegie ter Admiraliteit van „ Amßerdam , de geweigerde fora van „ 50000 Guldens als voorheen, 'sjaarlyks 5, aan de Admiraliteit van Zeeland zou be- ,, taaien, 't welk met het begin diens zelf- ,. den Jaars een aanvang zou neemen." Van deeze beflisfinge kreeg men kennis aaiv de Admiraliteits Collegien , en waar men verder des kundfchap behoorde te hebben , om in gevolge daar van te hande- len. De Admiraliteit van Zeeland nam hier in geen genoegen , en men volhardde, met van de Hollandfcbe Schepen, op de Zeeitwfche Stroomen vaarende, de andere Helft des Verlofgelds af te vorderen. Stof- E 3 fe, |
||||||
•
|
||||||
79 VADERLANDSCHE
kxxxi. fe, voorwaar, van gegronde klagten door-
po eK, de Hollandfche Schippers en Kooplieden, i-------by de Qollegien der Admiraliteit van Moh
Ï7$}. land uitgeitoit en aangenomen ; die van
daar by de Algemeene Staten overgebragt, de uitwerking baarde, dat hun lioog Mo- genden , op den twintigften van Louw maand, het veel beduidend befluit namen, om de Collegien der Hollandfche Admira- liteiten op de volftreklte wyze te magti- gen, om den geehen, wien, zedert den eerden deezes Jaars, het Halve Holland- fche Verlofgeld, op Zeeuwfche ComptoK ren, of door Zeeuwfche Officieren , zou zyn afgevergd , 't zelve , zonder eenig§ nieuwe kosten , weder te geeven. Over- eenkomftig hier mede werd eene fcherpe Waarfchuwing der Hollandfche Admirali^ teiten , weinig dagen daar naa ; afgegeeven, wel iterk alle bedienden tot het invorder ren van het Verlofgeld in deeze Landen gefteld , verbiedende , ten behoeve van geeland, op eenigerlei wyze te ontvangenj en dat, in gevalle eenige Officieren op de Comptoiren deezer Resforte, wegens het Collegie in Zeeland, tot den ontvang van */ Zeeuwfche Verlofgeld aangefteld, mogten. tveigerig vallen, om Expeditie te doen, on- der voorwendzel, dat aan hun het Half Hol- landsch Verlofgeld betaald moest worden, den Kooplieden en Schippers, de Papieren en Bewyzen te verkenen en het Half Zeeuw- fche Verlofgeld mede te ontvangen , en tot nader order te bewaaren. — Dee- ge genomene Maatregels bragten te we* |
||||
'
|
|||||
HISTORIE. 71
ge, dat de Zeeuwen .»inde gemaakte fchik-lxxxi.
kingen, volgens de uitfpraak van haare Ko- boek. ninglyke Hoogheid, hemsteden (*). -"— Deedt de veelvermogende Uitfpraak der 1753'
Gouvernante, dit Gefchil tusfchen de twee Twist Gewesten af; deeze werd in Friesland in- tusfchen geroepen in een twist, reeds lang hangen- deStaaten de, tusfchen de Staaten van dat Gewest,^n/m' en het Hof Provinciaal. Wy zyn genood- het Hof zaakt, ten rechten verftande, dit wat hoo-Provin- ger op te haaien. — De Staten van Fries- ciaai.ovei land , hadden , naa den Stadhouder ge- ^gfftel« raadpleegd te hebben, op diens raad, injenvan 't laatst van Wintermaand des Jaars Misdaa-_ MDCCxLviii, een ßefluit genomen, dat dige Miii- voortaan alle Misdryven, door Militairentairen* begaan, 't zy gemeene of andere, terken- nisneeminge van den Militairen Regter zouden ftaan, en diens volgens alle Mili- taire Perfoonen , aan denzelven zouden moeten worden overgegeeven (f,), met vernietiging van het Regt van Preventie, door het Hof Provinciaal, zedert de op- richting van het Gemeenebest, onafge- brooken, uitgeoeffend. Wanneer't zelve, zonder des gehoord te zyn , of eenige voorkennis gekreegen te hebben, van dit Befluit berigt ontving, maakte zulks op de gemoederen der Leden, een diepen in- druk : zy zagen zich beroofd van een aan- merklyken tak der Lyfitraflyke Regtsoeffe- (*) Nederl. Jaarb. 1752. bl. 92. enz. en Byvoeg-
zei op de Nederl. Jaarb, XX. Deel. bl. 533. enz. {]) Nederl. Jaarb. 1749. bl.292. E 4
|
|||||
VADERLANDSCH1
|
|||||||
fa
|
|||||||
Lxxxr. ning, zints zo lang genooten, en op do
boek, wettigde wyze verkreegen : en ftonden - gereed, om zich terftond by de Staaten te 1753. beklaagen. Doch oordeelden het yoege^
lykj, met eenen Brieve, van dit hou voor-, neemen , aan zyne Hoogheid kennis te geeven, en te verzoeken, dat hy met zyn Gezag wilde tu&fchen beide treeden, om,, op de voegelykfte wyze , de intrekking van dit Befluit te bewerken. De Stadhou- der verzogt dat hem Gelastigden mogten gezonden worden, eer hy zich verklaarde op de ingeleverde bedenkingen , om met, hun te fpreeken. —— Twee Gelastigden, keerden weder met verflag, dat zy niets, ter beoogde veranderinge, hadden kunnen te wege brengen : zyne Hoogheid hadt hun te verflaan gegeeven: t, dat hy niet ,, alleen was het eerfte Lid van de refpec- ,, tive Collegien * maar ook teffens het „ Eminente Hoofd van de Militie en Ca^ „ pitein Generaal van de Unie, dat nie? „ uit proflueerde , en dat het altoos van „,een conliant gebruik geweest was, da.t ,? in die Provinciën, waarvan de Heeren „ Stadhouders te gelyk waren Capitein „ Generaal van de Unie, de Militaire Per-! „ foonen , omtrent allerlei foorten van De- „ lieten hadden geftaan, ter judicature van aj den Militairen Regter, De Provincie „, Friesland, nu nimmer een Stadhouder M' gehad hebbende, die te gelyk bekleed w was geweest met het Characier van Ca- J9 pitein Generaal der Unie, dan alleen s, {egeuwaordigj ïxtx..^ derlialverj, billyk t, m
|
|||||||
HISTORIE. n
„ en redelyk was, dat ook nu in deezeuaxi.
„ Provincie geobferveerd wierd het zelfde b o e vu „ Regt, 'c geen voormaals in andere Pro------—
„ vincien hadt gevigeerd." Zy voegden 1753.
'er, als een troost by, de betuiging van zyne Hoogheid, „ dat hy op zyn uiterfte „ Regt niet zou blyven ftaan, en genegen „ was , aan het Hof eenig genoegen te ,, geeven," Doch Honden de Leden des Hofs grootlyks verwonderd, als zy verna- men, hoe zyne Hoogheid verwagt hadta dat de Gelastigden, van wegen het Hof, nadere voordellen zouden gedaan, en met last bekleed geweest hebben, om over die zaak te handelen, zonder 't welk hy zich in geene onderhandelinge zou inlaaten. Wanneer de Stadhouder, middelerwyl
in Friesland kwam , hervatten de Gelas- tigden de zaak in een Mondgefprek; en de Leden van het Hof, lieten in Winter- maand des Jaars mdccxlix een naderen Brief a.an zyne Hoogheid afgaan , bevat- tende eenige voorflagen, welke zy meen- den, dat zouden kunnen ftrekken , tot het maaken van verandering in 't ge- nomene Staatsbefluit, Eer zy eenig ant- woord ontvingen , verzagt het Krygsge- rigt, om de overgave van een Gevan* genen,onder hevig vermoeden, van fchul-« dig te zyn aan Huisbraak, ten min- ften aan Diefltal, niet van wegen die ge- pleegde Misdaad j maar dowyl hy zich,zo, gezegd werd, voor omtrent zeven Jaaren» aan Defertie hadt fchuldig gemaakt, om, dtss als een Militair, ingevolge van het be- E 5 kende* |
|||||
■ ■$■
|
|||||
VA.DERLANDSCHE
|
|||||||
74
|
|||||||
lxxxi. kende, doch betwiste Staatsbefluit, gevon-
BOEK. nist te worden. — Het Hof gaf by eenen ------- Jjrieve kennis aan den Stadhouder van dit
1753' gev£U% zeer zonderling in de daad: dewyl
deeze Perfoon in Friesland, zo veel Jaa- ren, onder 't oog der geheele wereld ge- rust verkeerd hadt, en zyn naam reeds "uit de Rolle was uitgedaan,- en deeze Gemee- ne Misdaad door hem zou bedreeven zyn, jaarejj , vóór dat het Staatsbefluit, het Jicht zag: zy maakten des zwaarigheid, om de gevorderde overgave te doen, en verzogten, in deezen Brief, teffens ant- woord te mogen erlangen op den voorigen, aandringende op de gunstryke verklaaring van 's Vorften genegenheid, om aan het Hof eenig genoegen te geeven ; dan, tot hun leedweezen, veritonden zy , uit het gezondene antwoord, dathy, eensdeels, geen genoegen nam, in de gedaane Voor- llagen, en anderdeels, zich volftrekt aan het genomene ßefluit houdende, het Hof raadde den Perfoon in gefchil, aan den Militairen Regter over te leveren. Dit bragt hun in de volftrekte nood-
zaaklykheid, om de redenen van hun be- klag , in Gefchrifte te ftellen, en den Staa- ten ter overweeginge aan te bieden; doch het tusfchen komende overlyden van den Stadhouder baarde een uitftel, om dit voomeemen te volvoeren, tot den zesen- twintigften van Grasmaand des Jaars MBccLii, wanneer zy een breedvoerig Vertoog aan 'Staaten van Friesland inle- verden. Een Vertoog, in 't welke zy, naa
|
|||||||
HISTORIE. 75
|
|||||
naa de opgaave van het voorgevallene, hun lxxxi.
Hegt, om Gemeene Misdaaden der Mili-boek. taken te beoordeelen en te vonnisién, zo «.____
vóór, als by, en naa de Oprichting van 1753,
het Gemeenebest, aandringen, en toonen, dat het een Grondwet der Friefche Regee* ring is; bekragtigd door het Reglement van zyne Hoogheid, van den éénentwin- tigften van Wintermaand des Jaars MDCcxLviii, waar in, met zo veele woorden , te leezen ftondt , by het Hof van Jußitie zal de volle zo crimineele als ci- vile Jußitie} als van ouds, gehaat hebben^ voorden geëxerceerd. Hier op hadden niet alleen alle de Leden van hun Edel Mogen- den, maar ook het Hof, den plegtigften Eed afgelegd , en wel op den eigenften dag, op welken het Belluit, het Hof zo bena- deelende genomen was; eene zaak , waar aan zy betuigden, niet zonder de uiterfte aandoening te kunnen gedenken. Zonder Eedfchennis konden zy van hunne ver- pligting, om het Regt, zo als van ouds; gefchiedwas, te handhaaven,niet afzien.— Zy merken, daarenboven, op, dat het neemen van zodanig een Belluit , buiten kennis van het Hof, ftreedt met een Staatsbefluit, in den Jaare éénenzestig der voorgaande Eeuwe. ----- Men. hadt ten
grondflage vaii dit Belluit gelegd, het
voorkomen van alle Verwarring ; doch zy toonden, dat 'er veel Verwarrings uit ftondt gebooren te worden , ook hadt men de Hooge School te Franeker, i« herhaalde Befluiten , den rang voor 'ïKrygs-
|
|||||
;6 VADERLANDSCHE
lxxxi. 't Krygsgericht toegekend. -— Het Ge-
iso EK. meen hadt, in den Jaare mdccxlviii, -------. zo wel als in den Jaare mdClxx-i.ii,
1753- met vee* aandrangs gewild , dat het Hof
van Friesland zou behouden , eene vrye Oefening van Juflitie , zonder eenige be- lemmeringe , naar de Inflructie aan den Hove gegeeven, tot een onbetwistbaar be- wys, dat men het Hof altoos hadt aange- merkt , als het iteunzel van de veilige en ge- ruste zamenleeving der goede Ingezetenen. ,, Zynde dit te meer opmerkenswaardig", dat men " , gelyk zy zich uitdrukken, „ daar nog om gedagt heeft, in den Jaare 3, mdccxlviii, wanneer de Menfchen, j, eer door Furien, dan door redelykeBe- „ grippen , fcheenen beftuurd te wor- „ den." ------ Tot wederlegging van het
aangevoerde des overleden Stadhouders, in
't gefprek met de Gelastigden, hier boven vermeld (*), merken zy aan, dat het be- wys, ontleend uit het geen voortyds, in andere Gewesten plaats vondt , omtrent een Stadhouder , bekleed, met het Cha- racter van Capitein Generaal der Unie, omtrent Friesland niet in gevolge kon ge- trokken worden. Naardemaal elk der Ge- westen , onbetwistbaar , zyne byzondere Regeeriiigsvorm hadt, en de Souverainen in dezelve, de Magt, om, wegens de Be- diening des /legts, zodanige Schikkingen te maaken, üs zy, ten meesten nutte der In-
(*) Zie hierboven bl. 72.
|
||||
.
|
||||||
HISTORIE* n
Ingezetenen, oordeelen te behooren, ge-r.Xxxf,
lyk in Friesland gefchied was , omtrent boek» het thans betwiste ituk. — Zy erkenden, . zo zeer als iemand de Doorlugtige Waar- 1753» digheid eens Capiteins Generaals der Unie; doch het kwam hun voor, dat de hoeda- nigheid van Stadhouder en Capitein Gene- faal van eene Provincie, binnen in dezelf- de Provincie , meerder was , dan die van Capitein Generaal der Unie. Hadt nu zyne Hoogheid, in eerstgemelde hoe- danigheid, nooit gevorderd, dat het Regt des Hofs, omtrent de Genieene Mis- daaden der Militairen zou ophouden, zo konden zy niet begrypen, hoe de vereeni- ging*dier twee hooge Waardigheden zulks zou vorderen, ftrydig met zo veele, en zo fterke Staatsbefluiten. — Ten floc gaven zy te kennen, dat in Friesland gevonden wierd, een Militaire Regtbank, hoedanig in geen der andere Gewesten plaats hadt; een Regtbank niet ondergefchikt aan den hoogen Krygsraad, noch aan eenigen Mi* lkairen Regter; ook niet, zo veel zy kon- den zien, aan den Capitein Generaal der Unie, in die hoedanigheid; maar aan de Hooge Regeering van Friesland , en aan de Heeren Stadhouderen^'als Stadhóude- ren van dat Gewest, voor zo verre deEdel Mogende Heeren Staaten, dat Regt aan hun hebben opgedraagen (*). Ter-
(•) Zie Deductien door het Hof van Friesland
«vergegeeren aan de Ed. Mog. Heeren Staaten dier Prtv. bl. 8. Te Leeuw, by r. koümaHs. 1752. |
||||||
\
|
||||||
?8 VADËRLANDSCHË
Lxxxi. l*erv^yl deeze klagten, niet te onregt wak*
boek. kere klagten geheeten f *_), nog onbeant» -------* woord voor Staaten van Friesland lagen ^
iT53' viel'er weder een geval voor, 't geen het
Hof belette het Regt, als van ouds, uit te oeffenen, naa het gevangen neeraen van een Militair Perfoon, aan Moord fchuldig. Zy verzogten de Uitfchry ving van een bui- tengewoonen Landdag, tegen den vierden van Wintermaand mdcclii, en lever- den pp denzelven een nader Vertoog in$ over het te regt (teilen van Militaire Per- foonen. Zy gedroegen zich aan hun voor- gaand Vertoog, wegens het Regt, 'er al- leen by voegende, dat het tegenwoordig gebeurde, zeer tot onderfteuning diende van het toen gefielde , dat de Militaire Regter, onmogelyk in ftaatwas, om de gepleegde Misdryven behoorelyk te ont- dekken, en de fchuldigen teftraffen: de-* wyl, zonder tusfchenkomst van den Bur- gerlyken Regter, en inzonderheid van het Hof, dit Misdryf nooit aan den dag geko- men zou zyn, althans niet in dier voege 9 dat de vermoedelyke Bedryvers in handen des Geregts waren geraakt« Dat, gevolg« lyk, den Burgerlyken Regter , zich het onderzoek der Misdaaden, door Militairen gepleegd, onttrekkende, of daar op geen agt mogende geeven, een wyde deur ge- opend werd, voor degruwzaamfte en den |
||||||
(*) Door p ie ter paulus in ds Ferklaaring
der Unie van Utrecht, II. D. bi. 128. |
||||||
HISTORIE. 79
|
|||||
Bufgerftaat ontrustendfte euveldaaden. Zy, lxxxl
verzogten daarom, andermaal, door haar boek* Geweeten gedrongen, dat het Regtsoefe«-------
ning verhinderend Befluit, mögt ingetrok- 1753.
ken, of buiten kragt gefteld worden. Staten van Friesland namen het voor-De Gou.
heen en het thans ingeleverd Stuk, terftónd ventte in overweeginge, als mede een Brief van Jj"^' de de Gouvernante, inhoudende, dat, het staten. Hof Provinciaal, niet gehoorzaamd heb- bende, aan de ernftigfte beftraflïnge haars overleden Gemaals, wegens deszelfs we- derhoorig gedrag , omtrent eenen door den Militairen Regter opgeëischten Gevan- genen , nu, op nieuw, op het Blokhuis, een Soldaat, als medepligtigaan een be- gaanen moord, gebragt, en op den eisch der uitleveringe, door het Krygsgerigte , geen overgifte gedaan, of eenig antwoord g&geeven hadt. Waarom haare Koningly- ke Hoogheid niet langer kon nalaaten, hun Edel Mögenden , op 't allerernftigfte te verzoeken , om Raaden van den Hove Provinciaal te gelasten, deeze beide Per- foonen , zonder eenigen verderen uitftel, aan het Krygsgerigte over te levéren, ter- wyl zy, van haaren kant, niet zou nalaa- ten, om, gelyk zy verpligt was, het meer- gemelde Staatsbefluit te handhaven. Men veriiond, dus gerugfteund, by het Befluit te volharden, en, naar uitfpraak der Gou- vernante , de Militaire Gevangenen van het Hof op te eifchen, gelyk terftónd ge- fchiedde j en werden den twaalfden van Louwmaand deezes Jaars, de beide Per- |
|||||
ïè VAÜERLANDSGËË
|
||||||||||||
txxxi. foonen, dooreen Luitenant, met vier en"
is o È K. twintig Grenadiers , vergezeld van drie ------- Stokkenknegten, of Geweldige Dienaaren,
*753- onder 't aanfchouvven eener verbaazend
groote zamengevloeide menigte-, van het Blokhüis, geboeid na de Provoost of Ge- vangenis der Militairen gebragt : en één hunner iii Sprokkelmaand door het Krygs- geregt geftraft (*). perfoo^ By het laatstgenome Befluit der Staaten, nen d°orom, in deez-e zaak, zich te houden aan dat hoemd, van Wintermaand mdc.cxb vin, door |
||||||||||||
om dit
'Ank te onder- zoeken |
dé Gouvernante goedgekeurd, werden 'er
Gelastigden benoemd, om na té fpeuren, welke ongelegenheden, uit de volvoering |
|||||||||||
van dit Befluit , zouden kunhen voortko-
men, die te onderzoeken, in gefchrifte te vervatten , en daar van ter Vergadering^ verflag te doen; om 't zelve ,met de beide Vertoogen des Höfs te zenden aan haare Koninglyke Hoogheid, met verzoek, dat het haar riiogt behaagen, ée'n Heer, uit ieder der vier Kwartieren van den Staat, te benoemen, om met haar in onderhan- delinge over dit onderwerp te treeden , fcen eiinde men vaste en bekwaame mid- delen mögt beraamen , om de Misdaa- den, doof Militaire Perfoonen gepleegd, anderen ten voorbeelde , te ftraffen.— Mevrouwe de Gouvernante benoemde de Hea-
|
||||||||||||
(*) Nederl. jaarb. 1753. bl. 42-51. 588. van 'l
Jaar 1754, bl. 460,, |
||||||||||||
HISTORIE, £|
Heeren hessëldöüWe -ernst van lxxxl-
avlvAj uitOtfstergoysjuk gerroi,TB.PEK*,. jUCKEMA VAN BURMANIA REN"! -■
Gers, xxxx. IVestergo > martinus van 1753«
BOURiciüs, uit de Zevemvouden* en> EP O SJUK VAN BURMANIA, Ult de
Steden* Verzoekende, onderrigt .te mo-
gen worden , wegens de Misdaaden der? Militairen j waar van men, in algemeene; uitdrukkingen, gewaagde, als tot nog toe door den Militairen Regter, ongeftraft ge-, laaten* - .-. ,i De PerfooneHj doof haare Konjnglyke
Hoogheid benoemd, kreegen van de Staa- tenlast, tot.de beraamde onderhandeling 5 die geen onmiddelyken voortgang hadt: dewyl het ter Staats vergadering ingebrag* tS, van wederzyde, omtrent den last, wel- ken hun zou gegeeven worden, zodanig ftreedt, dat het niet overeengebragt kon worden, twee tegen twee, en dus in dae geval ftondt, waar in, volgens een Staatsi befluit(*), de feefligfing aan de Stadhoui ders, in den tyd, werd opgedraagen. Waarom Staaten van Friesland, goed- vonden, by eenen Brieve, Mevrouwe de Gouvernante, van )^Qt verwyl der komft<? dier vier Heeren,, en de redenen deezes uitftels , (te verwittigen ; haar tevens da. Papieren, tot dit onderwerp behoorende, toefphikkende, metiverzoek, dat het haar» behaagen mögt, in deeze ftrydigheid yan Gevqeiensi haare ,Uitfpraak, tqt afkoms» (*) YampAug. 1748, J5; sv • • CüT?!»3
X.XH. DEEL. F |
||||
8s VADERLANDSCIIE
Lxxxi. vanzaaken, te verleenen. De Heeren Rasf-
boek. den van het Hof Provinciaal, hadden, door ~-—- hunne Gelastigden, mondeling , nadere 1755, opening doen geeven, van de Gevallen, waar in eenige Misdryven, van Militaire Perfoonen, gepleegd, door den Militairen Regter, tot nog toe, ongeftraft gelaaten waren. Hun Edel Mögenden, daar door in ftaat gefield, om aan de uitgedrukte be- geerte Van haare Koninglyke Hoogheid, ten deezen opzigte, te voldoen, lieten haar berigt toekomen. Beöuit Eerlang vervoegden zieh de vier uitge- door de kooze en benoemde Heeren, by de Gou- Gouver- vernante, en verlrag van hun wedervaaren gemaakt!" gegeeven hebbende, werd, op den vyf- den van Hooimaand , dit nader Befluit, wegens de Strafoefening van Misdryven der Militairen, gebooren ; dat aan den Mi- litairen Regter, by aanhoudenheid zou worden vrygelaaten, de magt, om Mili- taire Overtreeders, geheel Friesland door, te doen in hegtenis neetnen, en dat, die onverminderd , tot beter volvoering des- Befluits van den achtentwintigften van Wintermaand mdccxlviii, tot naauw- keurigerontdekkinge, nazettinge, enftraf- oefeninge der Misdryven, door het Hof, zo wel als door de Nederregters, op het doen vatten van alle Misdaadigers, zonder onderfcheid, 't zy het Burgerlyke, 't zy het Militaire Perfoonen zyn, en het innee- men van berigten, dien aangaande, gely- kerhand, en naar behooren, zou worden gewaakt. Zo dat de Misdaadigers, op last vaa
|
||||
.... ......
|
|||||
Historie* 8$
Van het Hof gevat, of door de Nederreg-lxxxi«
ters aan het Hof overgezonden, als zy be- b o e k. vonden werden , Militaire Perfoonen te .------
zyn, te gelyk met de ingewonnene berig-1753.
ten, ook ten opzigte van weggevlugte Mis- daadigers 4 op verzoek , en fchoon niet verzogt, by aankundiging tot afhaaling, aan den Militairen Regter zouden worden overgegeeven , ten einde deeze verder hun geding mögt opmaaken, en naar behooren vonnisfen (*)« By dit nadere Staatsbeiluit* werd ook
bepaald en bevolen, dat alle Burgerlyke of buiten Militairen Dienst zynde Perfoo- nen, voor den Militairen Regter, zo wel in 't Burgerlyke als Lyfftraflyke gedaagd wordende, om getuigen isfe der Waarheid te geeven , daar voor zouden hebben te verfchynen, en daar toe onwillig zynde, door den Regter, waar onder zy behoor- den, geregtlyk zouden genoodzaakt wor- den. —-• Haare Koninglyke Hoogheid, dit den Burger bevelende, beloofde eene gelyke voorzieninge te zullen doen, om- trent alle Militaire Perfoonen. 't Welk ook in 't einde van Hooimaand gefchiedde, door een Publicatie van het Krygsgerègt in . Friesland, inhoudende , dat deezen we. derkeerig, verpligt zouden weezen, voor den Burgerlyken Regter, in gelyke geval- (*) XteJerl. jfaarè. 1753. bl. 52. 54.589. Dit
kttatn hoofdzaakiyk op 't zelfde uit, atsde bepaaluiä in den Jaare 1740 in Friesland, omtrent de Zwitain, daar Garnifoen houdende, gemaakt. \ 2
|
|||||
^F
|
|||||
84 VADERLANDSCHE
lxxxi. len > tot het geeven van Getuigenis der
boek. Waarheid opgeroepen, daar te komen on- ------ der het zelfde verband, van Geregtlyken
1753* dwang, als onwilligheid daar tegen mögt
aandruisfchen (*).
De vyfde Thans hadt Mevrouwe de Gouvernante, Jaardag nevens haare geheele Hofhouding, den ™" ZllC rouw over haaren Gemaal afgelegd , en LEM DEN. iirrj \r • , O.».7
yt ge. kon de Vyrde Verjaardag van den jongen
vierd. Erfftadhouder, met openbaare vraugdebe- dryven , voegelyk vereerd worden : zy ontving op denzèlven de Gelukwenfchin- geh der Hooge Vergaderingen, van de Ge- zanten der buitenlandfche Mogenheden, en andere aanzienlyke Perfoonen, op het Huis de Orattjezaal, van waar Hoogstde- zelve , met den Erfprins en Prinfes Ca- rolina, benevens alle de Heeren en Da- mes van het Hof, zich 's avonds na 't Huis van PrinsMaurits begaven, waar alles tot ■een luisterryk Bal, en kostbaaren Maaltyd, < vervaardigd was, gelyk 'er ook, op 't Huis de-Oranjesaal, em Bal voor jonge Lie- den gegeeven werd. Het getal der Perfoo- nen , die dit Geboortefeest byWoonden, kan eenigzins opgemaakt worden, uit dat der Koetzen, 't welk fileer dän vier hon- derd beliep. Geheel 'sGraüenhaage was vol vreugdebe-toöningéh, met welker bë- fchouwing-het-VóörWerp väii deezen Dag 1 zich verlustigde in den avond de aanzien- lykfte ftraaten doorrydende..— . In andere V Ste- (*) Nederl. Jaarl. 1753. bl, 592;730.
|
|||||
'HISTORIE. 85
Steden en Plaatzen ontbrak het niet aan lxxxi.
Lieden, die deezen dag vierden. Zee«-boek. zvaardenüak onder deezen in Friesland uit;-------
de Afgevaardigden uit de Steden, ten dien 1753.
dage ftaatswyze vergaderd, benoemden vier Heeren uit hun midden ? om de Vor- ftin Douariere , als Grootmoeder, over deeze Verjaaring geluk te wenfchen; die deezen last verrigtende, alle tekenen van eere en vriendfchap ontvingen, en den vol- genden dag plegtig ten maaltyde onthaald werden (*). De Friefche Steden , in verknogtheid Een nieu-
aan het Stadhouderlyk Huis boven alle uit-.weStede- muntende , hadden onlangs een nieuwen PejJ.")"f_ Gouden Stedepenning laaten vervaardigen, ./„„/vèr- met het Borstbeeld van haare Koninglyke vaardigd. Hoogheid, de Wapens van Oranje en de Wapens der Elf Steden, en met een aan- fpraak aan de Gouvernante laaten over- handigen. Was de begroeting des Franfchen Afge- Intrede
zants de BONAC, by den Stadhouder, op van den 't einde des voorleden Jaars, afgelegd, Frh^'^. ftaatlyk zyne openbaare Intrede, op denggZantDE dertigften van Grasmaand deezes Jaars ^ bonac. ging dezelve verre te boven, en vergezeld van Plegtigheden en .Onthaalen, voegende aan den Vertegenwoordiger van een der magtigfte Vorften van Europa. Een kort yarilag, zal een denkbeeld kunnen geeven, van
( * ) Neder l. Jaarb. 1752. bl. 1178.
F 3
|
||||||
ZG VADERLANDSCHE
txxxi. van het daarby in agt genomene. De Hof-
boek. meester hunner Hoog Mogenden vertrok ■------ 's morgens , vergezeld van twee Staaten
1753. ß°°den, in het. Jagt des Raads van Staa-
ten , gevolgd door dat der Staaten van Holland^ na Delft 3 boven de andere Ste- den bevoorregt, om de Gezanten van Ge- kroonde Hoofden, by derzelver openbaare Intrede, te ontvangen. De Afgezant reedt eenige uuren laater, met vier Koetzen van 'sHaage na Delft, werd in de Stads Doele geleid, en door de Regeering, by monde van den Penfionaris piet er van bleis- wyk verwelkomt, en voorts op een zeer kostbaar Middagmaal onthaald. Wanneer een Renboode, van den Haage afgezon- den, te Ddft, de tyding bragt, dat de Heeren Afgevaardigden uit de Algemeene Staaten, de Baron piek, Heer van Brakel en Zoeten, en de Heer reepmaaker / Heer van Strevehhoek, afgereeden waren, ora den Afgezant, aan de Hoornbrugge te ontvangen, ftondt het Gezelfchap van ta- fel op, en begaf zich na de Jagten, met welken zy, om vier uuren, aan de Hoorn- brugge kwamen j op 't eigen oogenblik, toen de Afgezant, op een byzonder daar toe gemaakten Steiger, met een Tapeitge- fpreid , voet aan land zette ? was 'er de Koets van Staat, met de gemelde Heeren Afgevaardigden , en het verdere Gevolg. 3Na het afleggen der Pligtpleegingen, ge- leidden zy den Afgezant na de Staaten- koets, en plaatsten zich tegen over hem. £)e trein, in de hier onder opgenoemde orde
|
||||
HISTORIE. t?
f»rde gefchikt (*), aan het Sieken in den lxxxi.
Éaage genaderd, ftelde zieh de Luitenant boek. Co---------
1753.
,(*) De Tre'm beftondt. 1. Twee Staaten Poftil. Ions. 2. Vier Staaten Booden. 3. De Heer ocker- s e , Hofmeester van Staat, pragtig gekleed en gezee- ten in een fraaije Koets, met vier paarden lxfpannen, gaande nevens dezelve twee van deszelfs Livery Be- dienden , in groote Monteeringe. 4. De Zwitter zyner Excellentie te Paard, zynde de Zadel en Cha« brak van rood Fluweel, ryklyk metGoude pasfemen« menten en Franje bezet, en deszelfs Kleed en Bande- delier, van eene groene kleur, zodanig met Zilveren Kamen belegd , dat men naauwlyks de ftof kon on- detkennen. 5. Twee Loopers in groen Damast, ry- kelyk met Zilver geftoffeerd, gekleed, met gebor- duurde Mutzen op 't Hoofd. 6. Twaalf Livery Be- dienden, aller, in 't groen, kostlyk met Zilver om* boord. 7. üe Hofmeester van den Atnbasfadeur, in een met Gouden kanten bezet fcharlaken Kleed, te Paard, zynde het Chabrak en Zadel van rood Fluweel met Goud. 8. Veertien, zo Officieren, als Kamer- dienaars, allen te Paard, en gekleed in Carmofyn La- ken met Zilver, en zeer kostbaare Vesten; zynde de Chabrakken groen met Zilver, hebbende twee van de Kamerdienaaren de Mantelrokken van zyne Excel- lentie, die met Zilveren Pasfementen belegd waren, voor op hunne Paarden. 9. Vier Handpaarden met lyke DekkJeeden, waar op de Wapens van Zyne Ex- cellentie in 't Goud geborduurd ftonden, wordende door een gelyk getal Stalknegten, in de groote Mon- teeringén gekleed , geleid. 10. De Staltneester te Paard, omtrent op dezelfde wyze als de Hofmeester, ii. Twee Pagies te Paard, in groen Fluweel, met Zilver belegd, drängende Nestelingen van Carmozy. neu kleur , met Zilver geborduurd. 12. De Koets van Staat met zes Paarden, waar in zyn Excellentie, met de gemelde Heeren zat. 13. De Lyf koets zyner Excellentie , met zes Paarden, ledig. 14. De twee- de Koets van zyne Excellentie, mede met zes Paar- den, waar in gezeten waren de Ridder de bokac, de Secretaris van zyne Excellentie, en twee Edellie- F 4 dca.
|
||||
83 VADËJILANPS-CHE
LtxXi. Colonel nutsler, als Groot Major dier
B'oek. Plaatze, aan 't hoofd, voorgegaan, door ----— twee Sergeanten, den tocht door de voor-
1753.. naamfte ftraaten na het Huis van Prins
Maurits richtende. De Staaten Trompet- ters, Paukers, op dat Huis geplaatst, lie- ten zich, by het aannaderen van den Stoet, lustig hooren. De twee Heeren Afgevaar* digden geleidden den Afgezant binnen, en reeden, naa eene korte wyl toevens , in de Staaten Koets , met Staaten Boodens omringd, na het Hof, om van hun afge- legden last, en de aankomst des Afgezants, kennis te geeven. Acht Afgevaardigden uit hunne Hoog Mögenden, in vier Koet- zen gezeten, van Staaten Boodens verge- zeld, begaven zich ha het Huis van Prins Maurifs, waar zy door den Afgezant ont- vangen , en in een ter ontvanginge gefchik- te Kamer geleid werden. De Baron van REECKEREN, Heere van Brantzenburg* wegens Gelderland , aan 't hoofd deezer Bezendinge, voerde liet woord van Pligt-? pleeginge, door den Afgezant beantwoord, Naa het verrigten deezer Plegtigheid, keerden zy weder-., en verfcheenen dien. ! avond den. IJ- De derde Koets van den Ambasfadeur, met
zes Paarden,, wasr in een Secretaris,en een Edelman, joV De vierde Koets van zyne Excellentie, roet zes •Paarden, waar in diens twee Zoonen en twee Edel- lieden geplaatst.waren* Hier agter volgden nog twee Koetzen» allen met zes; vyf en dertig met vier, en jiegen en dertig met twee Paaiden befpanpen, iYe« 4erl. Jaarh. 1743. b|. tfg* . ..; |
||||
.' HISTORIE, 8?
avond op nieuws in 't zelfde Huis, omLxxxi.
deel te neemen aan een Maaltyd, op kos-boek. ten van den Staat bereid, waar men de—— Hooge Gezondheden, onder Trompetten 1753. en Pauken gefchal, dronk. Geen wonder, dat deeze Inhaaling, zo
grootsch en pragtig, en te Delft, en aan de Hoornbrugge , ~en langs den geheelen weg, en in den Haage, een zo groot 'ge« tal Aanfchouwers lokte als niemand ge- heugde ooit by den anderen gezien te heb- ben. De goede fchikkingen voorkwamen alle verwarring, allen ongeluk. DeFeest- lykheden namen hier mede nog geen ein- de ; want 's anderen daags op den middag begaf zich de Afgezant, benevens eenige Heeren van zyn Gevolg, na 't Huis van prins Maurits, en werd, kort daar naa, door de meeste Heeren der Regeeringe en andere Perfoonen van aanzien, ver wel* komt; en voorts, gelyk ook des avonds, en op den volgenden dag, op een kostbaa» ren Maaltyd, onthaald. Met een bykans even ftaatlyken Optocht, Heeft het
doch met verwisfeling van eenige omftan-eerfte digheden, naar de gelegenheid ,en eisch °Penba« der zaake, hadt, op den derden van Bloei-byeh°Qr maand , de - Afgezant DE BON AC het Hoog eerfte openbaar Gehoor ter Vergadering Mogea- van hunne Hoog Mögenden. Zo ras hyden« ter Vergaderkamer intradt, gaande tusfchen de Afgevaardigden hunner Hoog Mogen- den den Baron van borsselen, eer- fte Edele van Zeeland, en de Baron d'a« BtAiNG, Vryheer van Giesfenburg, ftonden- L- F 5 "" alk |
||||
VADERLANDSCHE
|
|||||||
9«
|
|||||||
K.XXXI. alle de Leden der Vergaderinge op, tcr-
boek. wyl de Afgezant geleid werd naa 't eene ------- eiade van de Tafel, waar een met Fluweel
%25Z" bekleede Armftoel voor hem gereed ftondt,
recht tegen over den Voorzitter der Ver- gaderinge, den Graaf van bentikk Heer van Rhoou en Pendrecbt. Voor zyne plaats gekomen, maakte hy eene buiging recht voorwaards, vervolgens eene na de rech- ter en eene na de flinker zyde; waarop hy, als mede alle de Leden, zich nederzetten en dekten. Aan den Voorzitter handigde hy zyne Geloofsbrieven over , welke de Griffier fa gel overluid las. Eene kor- te Aanfpraak des Afgezants, in 't Franscb, werd door den Voorzitter, in die zelfde taal, beantwoord. Zo menigmaal, by het doen dier Aanfpraaken , de naam hunner Hoog Mögenden en die des Konings vaa Frankryk genoemd werd ontdekten de Af' gezant en alle de Eeden der Vergaderinge hunne hoofden. , 's Anderen daags lag de Marquis de
bon ac de pligtpleeging van dankzegging af by de Leden van den Staat, voor de eere hem , geduurende drie agtereenvol- gende dagen, in zo hoogftaatlyk en kost' baar een onthaal aangedaan. De voor- naamfte Heeren der Regeeringe, hadden • de eer om den volgenden dag, in 't Hotel des Afgezants, aan een pragtigen Maaltyd aantezitten , welke eer veele Heeren van de Regeering, uitheemfche Gezanten, en andere Perfoonen van rang, den volgenden, dag, genooten. Dit laatfte middagmaal : .„ ' f.. x werd. |
|||||||
HISTORIE.
|
||||||||
Ji
|
||||||||
werd's avonds gevolgd van een luisterryk Lxxxt.
Bal, 't welk men den naasten avond her-uö£K, vatte, en waar mede alle die Plegtigheden, —<— welke eene meer dan ter ioopfche melding 1753. verdienden, eindigden (*). De Heer Durand, Franfche Staats-
dienaar, die de zaaken des Hofs van Per- ' failles, zints het vertrek van den Marquis- de st. conïest, door den Koning in zynen Raad opontboden , by deezen Staat waarnam, hadt, op de aankomst deezes nieuwen Afgezants, Brieven van terugroe- pinge ontvangen hebbende , een treffend Afl'cheid van hun Hoog Mögenden geno- men (f,). De jaarlykfche Trekking der Haagfche De jonge
Schutterye gefehieddeinBloeimaand deezes Erfttad- Jaars, welkeMaandder Staatlykhedenfcheen houder toegewyd, op eene meer dan gewoone om- ^aaiTt Üagtige wyze , en ging vergezeld van hoofd der twee omftandigheden, die dezelve gedenk- Haagfche waardig maakten. Het geheele Stadhou- Schutte- derlyke Gezin , vergezeld door een aan-rye' -* zienlyk getal Generaals Perfoonen, Ede- len, en andere Lieden van rang, behalven het gewoon gevolg, kwam de Schuttery bezigtigen. In de Staaten tent was een Ontbyt voor dit aanzienlyke gezelfchap in gereedheid gebragt. De jonge Prins, be- geerig om de Wapenoefening der Schutte- rye (*) Nederl. Jaarb. 1753. bl. 3<ï5« 373. ]
|t) Nederl. Jaarb, 1781. M. 13. / |
||||||||
.
|
||||||||
$2 VAJDERLANDSCHE
|
|||||
lxxxi. • rye van naby te zien, werd door den Bur-
B.OEK. gemeester en Colonel dierquens, ne- —:— vens den Opperftalmeester Baron van j'/S3' GROVENSTINS, en eenige andere Edellieden, na het Front, en, naa het ein- digen der Wapenoefeninge, weder in de Staaten Tent geleid. Zo ras de marsch der Burgery optrok ftelde de vyf jaarige Prins, daartoe zeker verzogt en opgewekt, zich aan derzelver hoofd, met de halve Piek in de hand, en« groette, in 't voorby- trekken van de Staaten Tent, Mevrouw zy- ne Moeder en Zuster , by welke hy dit verrigt hebbende, zich weder vervoegde. Go den Wanneer de Heer dierquens, zyne Bekervan Pligtpleeging in de Staaten Tent by de wylen Vorstlyke Familie kwam afleggen, ftelde witLEM haare Koninglyke Hoogheid hem een zeer »en-IV, kostbaar en konftig gewerkten, met Zin- Schuttery nebeelden en Opfchriften vercierden Gou« gefciion- den Beker ter hand, dien wylen Zyne - Ken. Doorlugtige Hoogheid, ter eeuwige gedag» - tenisfe van zyne genegenheid tot de Haagfche Schuttery, ten gefchenke hadt doen vervaardigen. ■ De Officieren der Schutterye, korte dagen daarnaa, be-
let gevraagd hebbende, om haare Koning- lyke Hoogheid dank te betuigen voor dit fraaije Gefchenk, vervoegden zich, in hunne Montecrings-Kleederen, Sjerp en Ringkraag uitgezonderd, in twintig Koet- zen gezeten, na het Huis de Oranje-Zaal^ en deedt de Heer dierquens deDank- • zegging aan de Vorftinne die, hun ftaan- |
|||||
HISTORIE; pg
de' tusfchen de Vorftelyke Spruiten op- lxxxl
wagtte (*). .boek, Des overleden Stadhouders Voorflag,-------
tot herfiel der binnenlandfche Fabrieken, 1753^.
in'den Jaare mdccxlix t gedaan (f), Vragt- was van zo weinig vrugts geweest, dat looze haare Koninglyke Hoogheid, op daar over P°°gi"g ingeleverde Klagten, Staaten van Holland j^jc^g liet weeten , hoe zy, overtuigd van de Fabrieken noodzaaklykheid der inftandhouding van te begun- de Inlandfche Fabrieken, en om een goed ftiSen* voorbeeld te geeven, voor haar Perfoon, Huis., en allen die tot derzelver Hof en Dienst behoorden , by het befluit bleef, om aanhoudend zich van Inlandfche Stof- fen te bedienen, in verwagtinge, dat, ter naavolginge van'haar voorbeeld, ook na- dere fchikking zou kunnen worden gemaakt ter bevorderinge dier Fabrieken. ■-----—
Staaten van Holland, genegen om alles
aan te wenden, wat tot opbeuring van een zo aangelegen Tak ftrekken kon, dit ftuk in overweeging genomen en des met Me- vrouwe de Gouvernante geraadpleegd heb- bende, beflooten, dat de Heeren van de Ridderfchap en Edelen, mitsgaders Burge- meesters en Regeerders der Steden, Leden hunner Vergaderinge, gelyk ook Burge- meesters en Regeerders der verdere Ste- den, en voorts alle Beampten en Offician- ten binnen dit Gewest, uitgenomen die . ......-'. :'.-il.....:/ i/M t .. .Be- (*) Nederl. Jaarb. 1753. bl. 382.
(t) Waoehaar VaderUEiiU XX. D. bl.410. Nederl. Jaarb* 17^. bl. 70U." • •', - ' .' . |
||||
F
|
|||||
94 VADERLANDSCHË
Lxxxi. Bedieningen hadden , welker Bezitters of
boek. Waarneemers niet hooger dan Arbeiders ......- s of Daglooners waren aan te merken, by
??52* net maaken van Kleederen van Lakenen,
Wollen of Zyden Stoffen, zo voor zich zelven als voor hunne Vrouwen en Kinde- ren , in hunne Huizen woonende, als me- de voor hunne Liverybedienden , geene andere dan Inlandfche zouden. gebruiken.~ By de Publicatie deezer Inrigtinge , die met Bloeimaand des volgenden Jaars een aanvang zou neemen, de Winkeliers onder bepaalde boetens, gelastende by het aan- bieden en verkoopen hunner Waaren den Koopereu te verklaaren of het Inlandsen dan Buitenlandsch was, 't geen zy met hun verhandelden, en dit op de Rekenin- gen uitdruklyk , onderfcheiden , te Hel- len. Ten llot het voorbeeld der Gou- vernante, en hun eigen, alle Ingezetenen aanpryzende (*). -------. Naardemaal,
dit voorbeeld, niet volkomen werkte, en
men het tegenwoordig, even min als voor- heen , geraaden vondt den Invoer van vreemde Stoffen, waarby ook uitheemfche Mogenheden, met welken de Staat in Ver- bond ftondt, belang hadden, en die voor veelen in den Lande geen onaanzienlyken Handel-Tak uitleverden , te verbieden, of verder te bepaalen, en die Stoffen, of jn deugd, of in fraayheid voor het oog, of in prys, veelen beter dan de Inlandfche (*) Nedtrl.tfaarl. 1753. W, 7J».
|
|||||
HISTORIE. stf
behaagden, terwyl anderen enkel hunne zin- lxxxi.
delykheid volgden, bleef de Kieederdragt, bo ek. ondanks deeze fchikkingen , veel al op ------•
den ouden voet, en bragten ze niets toe 1752.
tot opbeuring der vervallene en zugtende Inlandfche Fabrieken, 's Lands Koophandel, een hoofdvoor- Handel«
werp van de zorg der Vaderen des Vader- verdrag landSjZagzich ingevolge van eenStaatsbe- met den fluit hunner Hoog Mögenden, op den der- je°^?,' tigften van Lentemaand genomen, geftut suilden, door een Handel - Verdrag met den Koning van beide de Sicilien: by 't welke 4e we- derzydfche Onderdaanen, ten opzigte van de Zeevaard en Handel eene volle vryheid verkreegen , door alle de Koningryken, Staaten en Gewesten in Europa gelegen, en aan beide de Hooge Magten toebehoo- rende. De Onderzaaten van den Staat zouden volle vryheid van Geweeten en Godsdienst in de Landen van Zyne Maje- fteit genieten, niet onderworpen zyn aan eenig Geestlyk Gerechtshof, in welk een geval het ook zou mogen weezen, zullen- de zy in alles wat den Godsdienst aan- ging, op dezelfde wyze als in Spanje en Frankryk gehandeld worden : terwyl da Onderdaanen van zyne Siciliaanfche Maje« fteit, ten deezen opzigte, dezelfde vryhe- den en voordeelen zouden genieten , als die van hunne Catholyke en Allerchrist- lykfle Majefteiten. Dit Handel-Verdrag, in Oogstmaand geflooten, werd, voor het einde deezes Jaars, door den Koning be- kragtigd, die zynen buitengewoonen Ge- zant |
||||
9<S - VADÈRLANDSCHË
Lxxxr. zant faul on finochèïti, by dee-
BofcK. zen Staat, dit werk volbragt hebbende, ------ terug ontboodt (*).
1753« De Bisfchop en Prins van Luik, by de
De Prins andere Hoven van Europa, den Tytel van Bisfchop Doorlugtige Hoogheid voerende, liet door. van Luik ,jen j-jeer HUlst, zyne belangen bydee- Tyceï van zen Staat waarneemende, verzoeken, dac Doorlug- de Algemeene Staaten , hem het zelfde tigeHoog- Ceremonieel en dien zelfden Tytel gelief«; heid- den te verleenen j een verzoek van eene onmiddelyke toeftemming gevolgd ( f )* > Het Dok HetDoic tzVlisfingen, waar in een Vloot teFtisfiti- van tachtig Oorlogfchepen geheel ;kan> üeW.er" worden opgelegd, by 't welk een Droog- Dok is, gefchikt om de grootfte Schepen, met den Vloed daar in gebragt, en weder«* zyds onderftut, op de gemaklykfte wyze, tot op den kiel toe te bezien, fchoon te maaken en te herftellen; 't welk daarenbo- ven , door 't met geweld by Ebbe geloos- de Water de flikken met den Vloed in de Haven gefpoeld , na buiten voert en de Haven van eene genoegzaame diepte houdt; dit voor den Zeedienst; van den Lande on- fchatbaar Werk, in den Jaare mdclxxx % aangelegd, en met de daar toe benoodigde. Sasfen of Sluisdeuren voorzien, was ver«* vallen, ingeftort, en onbruikbaar gewor- den. . Met alle rede befloot men tot her- ftel en maakte daar mede eenen aanvang iA
i'.')py , ■ • , (*) Neder!. Jaarb. 1753. bl. 796.116g. (f) Ktderl, Jaarb. 1753- bl. $75» "• Deel. |
||||
HISTORIE. 97
jn den Jaar e m d c c i> , en zag het thans Lxxxr.
bykans tot ftand gebragt (*). boek Te Middelburg, waar men een derge--------
lyk j doch zo uitgeftrekt een Dok niet 1753»
heeft Cf>, was 't zelve in goeden ftaatj DeHaven maar men bevondt dat de doortocht voor te Mu- te Zeefchepen, na de Stad loopende, van dciburg tyd tot tyd, bezwaarlyker wierd, door het ver!?e" opflikken der Haven, weshalven de räad- ,.' flag viel , om een gedeelte van den Dyk op te neerhen > en denzelven e'eni- ge roeden agterwaards te leggen $ het geen niet alleen de Haven aan den mond wyder zou maaken $ maar ook te wege brengen, dat het Water uit het Stads Dok komende, de Haven kragtiger zou fchuu- ren en de verdroogende Hikken mede flee- pen. Dit werk dagt men voor den Winter af re maaken, en men beloofde zich van deeze verandering nog een voordeel,naam- lyk om eene hinderlyke Plaat, tusfchen Middelburg en Vlisßngen gelegen , den Zeelieden onder den naam van den Kloot bekend, die fterk aangroeide, door ftroom« affchuuring te verminderen (§). Dit laat- fte fchynt het gevolg niet geweest te heb- ben. Be*
(*) Tegenw. Staat van Zeeland bl. 116.
(t) Tegenw* Staat van Zeeland, bl. 215. (S) Nederhjaarh 1753. bl, 326. XXII. DEEL. G |
||||
93 VADERLANDSCHE
|
|||||
lxxxi. Belastingen te (lellen op zaaken niet tot
boek. de Noodwendigheden des Levens behoo» -------rende, en alleen tot Weelde en Vermaak
1753. dienende, werd, ten allen tyde , als het
Oogmerk minst drukkende aangemerkt, en ontbrak omDde het aan de zodanige hier te Lande niet: Speel- dan meende men tegenwoordig, in navol- Dobbel-" §*n§ ^er Engelfchsn, geen ongepast voor- fte*neii"te werp hier toe gevonden te hebben in de belasten, tot nog onbelaste Speelkaarten.en Dobbel- niet vol- fteenen. Staaten van Holland gaven, in voerd. Slachtmaand, eene breede Ordonnantie uit, wegens een Regt, 't welk, met den ingang des toekomenden Jaars , zou geheeven worden van deeze veel gebruikte en dik« wyls zo zeer misbruikte werktuigen van Vermaak, Uitfpanning en Winzugt. Doch, eer de vastgeftelde tyd daar was, bevon- den de Staaten, dat, tot het rigtig uit- voeren van het beraamde plan der invor- deringe, nog eenige fchikkingen moesten gemaakt worden, waar om zy, in Win- termaand, de volvoering, tot nader Aan- kondiging, opfchortten (*). De Heer- Met goedvinden van wylen zyne Door- CHMDON lugtige Hoogheid hadt de Heer w.ers- opent, in KjNE? -m den Jaare mdccxlviii, een gZenui Wiskundig en Militair Kweekfchool, in litäir 'sGravenhaage opgericht; de Heer char- K'.veeic- don , gewoon Ingenieur in dienst van den fchoüi. Staat, zou hem, wat het Militaire betrof, de
(«) Nederl.Jaarb.lisZ. bl. IC 13. Ilöö.
|
|||||
HISTORIE.
|
|||||||||
99
|
|||||||||
ée harid bieden \ doch, by mangel vafi een lxjütiJ
genoegzaam aantal Leerlingen, werd dee- boek* ze Leerfchool, korten tyd naa het openen^----—••
Weder geflooten. De laatstgemelde Heer, iftfó*
doof deeze eerfte mislukking niet afge- fchrikt, waagde het thans anderwerf, met goedkeuring van hünnë Hoog Mögenden, en onder befeherming van haare Kóningly- ,ke Hoogheid, dit Onderwys, met behulp van zyn Zoon , te hervatten 5 ten welker» einde hy die Leerfchoolj in Grasmaand, , in 't Huis van Prins Maurits, op nieuw met eene Redenvoering opende, zich een gelukkiger gevolg van het mededeelen. zy* -lief kundigheden, in een reeks van meer dan veertig Jaaren verzameld, en van zy- hen yver ten dienfie, van den Staat beloo- ven de (*); Het zogenaamde Beroeringswerk , 't jJet BeJ
'Welk in den Jaare mdccxlix, te Niéuw- roerings- j kerk op de Veluwe eenen aanvang nam, en ™eJk *n voorts, met de kragt aan de befmettende J^^S Dtveeperye eigen, als een loopend vuur, Befluit de daar omftreeks liggende Dorpen, het derCiasfis Sticht en Gooiland aänftak, in Groningen vanScAie- en het Landfchap Drenthe de vreemdfte l™*£' verfchynzels baarde, en in Zuid-holland l^feä oyerfloeg , ' waar over zo veel ter ver- geßuit. deediging en wederlegging gefchreeveit . werd {\)> bleef, ondanks verfcheidene ge-.
|
|||||||||
(*) Nederl. Jaarb. 1753. bL 301.
<-1) Wagenaar Vadert, liist. XX. D.W. 377- Men vind des * als mede van de Schlitten daar cwec G 2 «il* |
|||||||||
ioo VADERLANDSCHE
Lxxxi. genoraene voorzorgen van de Overheden,
boek. die op de meeste plaatzen, eene gewensch- - ...... te uitwerking hadden, hier en daar dezelfde
1753. ^en openbaaren Godsdienst ftoorende, en
fchandvolle rolle, fpeelen. — De Clasfis van Scbieland in Zomermaand te Schiedam vergaderde, nam, tot ftuiting des gevaar- lyken voortgangs van zo fchadelyke Op- schuddingen , en Ongeregeldheden in de Kerk, een verftandig, voorzigtig en kragt- daadig Befluit: gebiedende de Leeraars • en Kerkenraaden tegen alle zodanige Gods- dienstftoorende Beroeringen te waaken; zorgvuldig agt te geeven op de Oefening- houders , die dit vreemde werk ónder- fchraagden, en daar tegen te voorzien, de Beroerden uit de Kerk te brengen, de zich daar tegen verzettende, als zy Ledemaa- ten waren, naar de Kerkelyke Tugt te be- handelen, die niet onder de Ledemaaten behoorden, of de Kerkentugt veragtten, als Verftoorders van den openbaaren Gods- dienst aan te klaagen, en geenzins te dul- den , dat zodanige hoogfchadelyke Op- fchuddingen, en Ongeregeldheden, onder voorwendzel van het Werk des Heiligen Geests , in de Gemeente langer aanhielden. Begeerende dat dit Befluit, op alle plaat- zen, in gemelde Clasfis, waar deeze Be- roerteus nog niet geheel waren opgehou- den, uitgekomen, en eene beoordeeling van de oorzaaken,
waar aan men 't zelve toefchreef, een opzettelyk breedvoerig en zeer ieezenswaardig verflag in de Ne* deil.Jaari. 1752. bl. 621-Q05. |
||||
HISTO RlfE, ioi;
den, of waar die, naa deezen,mqgtèn ont- lxxxi. t
ftaan , woordlylc des Rustdags van den boek. Predikftoel der Gemeente zou worden-,-------
voorgeleezen; 't geen ook zou kunnen 1755. ..
gefchieden in die Gemeentens , welker* Leeraars zulks tot waarfchouwing noodig oordeelden ■(*). Een Befluit zeer gefchikt,. om, gepaard met ernftige maatregelen der; Overheden, een einde te maaken aan' eene Verwarring, die zo lang, zo veele Onno- zelen misleid , zo veele Bedriegers gele- genheid tot het pleegen van Godsdienftig bedrog verfchaft, zo veele Verftandigen grootlyks geërgerd, en allen Beminnaaren van redelyken Godsdienst, de grievendfte fmerte veroorzaakt hadt; en mogen wy het ophouden deezes wydklinkenden Be« roeringswerks , een ftof van de vinnig- ftefpottery, die, by wederomftuiting,ook den waaren Godsdienst by de niet onder- fcheidenden, trof, van deezen tyd af aan, bykans dagtekenen, waar om wy 'er ter loops van gewaagden. Schoon de Genootfchappen der Vry \ QeVai
Metzelaaren, in den Jaare mdccxxxv, van de door Staaten van Holland, verboden wa-> Broeders ren, met bevel om ze terllond, waar ze ^^* ingevoerd mogten weezen , te doen op- 0m Vry- houden, en de Wethouders der Ste- metzeiaa- den, aanfchryvings gekreegen hebbende rv> tot om-ze te ftuiten, het met de daad deeden,^^^' ontbrak het in deeze Landen niet aan Lie- <jer Kerke -., den wilde aaa- ' \ .'.,. neemen.
(*) Nederl.Jaarb. 1753- bl. 58a,
G3 |
||||
im VADERLANDSCHE
Lxxxi. den , die geene zwäarigheid maakten, ora
boek. te erkennen, dat zy,tot dit oude, en in de . nieefte Staaten van Europa, ftand hebbende 17$$' Genootfchap, behoorden, Naa het uitko-
men deezer Waarfchuwinge, vernam men, in eenen geruimén tyd, niets van deeze Byeenkomilen in Holland. Naderhand, kwamen zy 'er weder terbaane, en meer aangemerkt wordende als vrolyke Gezel» fchapp'en, welker voorheen zo gedugt ge- heim,, ilegts in eenige ydele plegtigheden beftondt, dan, dat 'er èenig byzonder na- deel voor Kerk of Staat van zou te dugten zyn^.terwyl men teifens verzekerde, dat PèrXooneh. van den hoogftenRang, beide in den; Burgerit^at en Kerke, onder die lïroederfchap waren aangefchreeven, weer- de men ze.in Holland, zo min als in ande* ré .Gewesten. C*) Ten aanziene van de Broederfchappe der . Yry - Metzelaaren. pntftondt,in den voorleedenJaare, teiNtyr megen een zeer. veel gerugts wekkend geval. Twee Broeders leonard, A.REN*T MERKES, e» FRANS CHRIS-
\ Tj AA N; merk Es.s Zoöneh ■ van een oud
Rentmeefter dier Stad, hadden, zich by
eenen rCatechifeerineefter ; geoefend heb-
, bende, by hunnen Wyk -Predikant, m. J«.
,-on: ïiRO en & aangqge.e\^fl;met. yerzoek ;Qm tot
Ledetoaaten der flfefvormde Ke£k te wor-
., ,:..: ! 5Ë f .: i ■■: Am
■ ■;..'.. ~~:-',x QhE ;; uüuuKiJi 9S3ïïi 1311 3ts
{*) Wa qENA AR Vadert Hilf, 3CIX.D. bl.I^
ßefihryv. v<tn 4t>$iM\ Sföfc. b},?^, ggg* . |
|||||
\
|
|||||
HISTORIE. 103
den aangenomen : dit werd den eerstger lxxxi.
melden geweigerd, alleen om dat hy tot boek« het Genootfchap der Vry - Metzelaaren be- .------
hoorde, en den laatstgenoemden omdathy 1^53.
niet wilde belooven, zich nooit in dat Ge- nootfchap te willen begeeven. Zy lever- den beiden een beklag in, by Staaten van Gelderland, over die weigering des Kerkenraads te Nymegen, die aldaar me- de een Bericht zondt: deezen begreepen dat de Predikant en de Kerkenraad te ver- re gegaan waren, en geen voldoend*e re- den van hun gedrag gegeevèn hadden, ge- biedende dat deeze Perioonen niet langer, om die reden, van het Lidmaatfchap der Kerke, zouden geweerd worden. (*) Door een vriendlyken brief, yerzogten
de Broeders merk es den Leeraar, om, vervordering van hunne zaake, overeen- komftig met dit Staatsbefluit. Dan deeze voudt goed, dien minnelyken weg niet te bewandelen, hun geen befcheid altoos té geeven; maar Kerkenraad te beleggen, in welken men befloot zich by de Magiftraat der
(t) Dit Bericht des Kerkenraads is te Nymegen, by.
a. van goor, uitgegeeven, met eene menigte van Aantekeningen, waar in de Heeren merkes tragten aan te toonen, dat de .Kerkenraad in 't zelve den ftaat des GefchJIs met hun verdraayt; en zich, ten hunnen bezw^are, behelpt met haamlooze Schriften, vol on.« waarheden , en ongetrouw opgegeevene getuigenis- fen. van den Hove, waar op dit Staatsbefluit fleunde, iu de Neder.l. Jaarb. 1753. bl. 214 - 290, G 4
|
||||
104 VADERLANDSCHE
|
|||||
Lxxxi. der Stad te vervoegen, met verzoek om
bjoek. handhaaving en belcherming. Die be- ------- woog de Heeren merk es, om zynEer-
1753. waarden, en den Voorzitter des Kerken-*
raads , geregtlyk te dagvaarden : deeze Dagvaardingen kwamen, met een tweede Verzoekfchrift des Kerkenraads, voor de Magiftraat te Nymegen. Tot befcheid ge- kreegen hebbende, „om in deeze zaak ,? naar raade te doen," deeden zy des verflag aan de Broeders ,• met betuiging van zich te zullen vervoegen , waar hee behoorde. Naa eenigen tyd beidens von- den de Broedeis zich gedrongen, den weg van Regten in te liaan, en ten Hove een Verzoekfchrift aan te bieden, om,in- gevolge van het voorheen gegeeven gim- (tig Staatsbefluit,, waar aan men zich ont- trok, behandeld te worden. De Staaten gaven andermaal Bevel, om de Broeders Merkes, niet langer te weeren, en dat, indien zy mogten goedvinden , zich el- ders te 1'aaten aanneemen, de Predikant, die dit Staatsbefluit werd vertoond, zulks zou hebben te doen, en daar van een be? hoorelyk Getuigfchriftte geeyen ,welk Ge- tuigfehrift de Kerkenra'ad van Nyrnegen gehouden zou weezen te aanvaarden. Zy gaven deswegen verilag, aan den L,eeraar BR o en , met nevensgaande betuiging , dat zy, den zagtften weg,hun aangewee- zen, om ziqh buiten de Stad t,e doen aan-i tieemen, zouden inilaan, hem verzoeken* de om geene nieuwe zwaarigheden te maa* fcen, ofte helpen ir^aaken^ wanneer zy |
|||||
HISTORIE. Ï05
zich met een Getuigfchrift by den Ny- lxxxi;
meegfcben Kerkenraad vervoegden. Geen boek. •zeer minzaam antwoord van zyn Eerwaar-----—
de ontvangen hebbende, zetten zy hunne 1753.
zaak voort by den Predikant te Beuningen en Ewyk, die een Getuigfchrift gaf over- eenkomilig met het vertoonde Staatsbe- fluit. Zy leverden 't zelve ten Kerkenraade in 't Voor jaar deezes Jaars over; doch't leedt een geruimen tyd, dat zy des niets vernamen. Deezes verwyls moede ver- zogten zy een Affchrift van 't Befluit des Kerkenraads, 't geen eindelyk in Herfst- maand kwam, behelzende „ dat de Naa- „ men der Heeren , l. a. en c. f. c. „ Merkes in 't Ledemaaten Boek der „ Kerke aangetekend, en voordeGemeen- „ te , naar gewoon gebruik , afgeleezen ,, waren." Hier mede nam dit zo veel gerugts gemaakt hebbend geval, waar in, de Geestlykheid, door alle bedaarden en bedagtzaamen geoordeeld werd", zich te veel aanmaatigend en te wederftreevend gedraagen te hebben, een einde. (*) Hoe zeer het regt van vrye Godsdienst« Ongere;
oefening, den Ingezeten deezer Landen geldhedeoi wettig toekome, vonden zich dQRoomscè-ty het gezinden meermaalen , in dat voorregt, v"„ gen deerlyk belemmerd. Zedert de tyden der Roomsck Hervorminge, hadden de Landlieden van Kerkhuis die indeO«-
melanien gepleegd, (*) Nederl. Jaarb. 1752. bl. 412. 1198. 1168.
voor'e J«tfr 1753. 213. 267-364. 363t 9H> G5
|
||||
ip6 VADERLANDSCHE
|
|||||
Lxxxi. die Godsdienstbelydenisfe in de Oldanip\
boek. ten en Westwoldingerland^ geene Kerk ge- ------- had, en moeften, ter verrigtinge van hun-
1753. nen Godsdienst, na Sapmeer gaan , 't
'■*'<' welk zommigen op zeven of acht uuren reizens te ftäan kwam en veelen ondoen- lyk was, jNiet vreemd dat zy eene geree- der gelegenheid wenschten: deeze meen-, den zy vèrkreegen te hebben, door 't ver- lof om éene Kerkte mogen bouwen: dan zy vergenoegden zich met een Huis by. Winfchoterzyi, op den kant van het Ri- viertje de' Aa3 dat het Qldampt en West- woldingerland van elkander fcheidt, van binnen tot hunnen Kerkdienst te laaten be- kwaam maaken. De eerde van Grasmaand was ter Ihwyïnge bepaald, 't Gerügt hier van verfpreid , lokte eene menigte van Proteßantfche Landlieden derwaards, niet om de .nieuwsgierigheid te boeten $ maat ftoorenis te verwekken. In 't Kerkhuis1 gekomen, rukten zy den Preekheer , n.aa dat hy den dienst geëindigt hadt,, het Choorkleed af, fcheurden het in ftukken, ^enwieriperi hetzelve, 'er fteenen in gewor- t^r,,,:■ den hebbende, in 't Rivertje , de Bëel- Tïd geiden, Kerkcieraaden, haalden zy van ba-, ;.:,.; ivenne^er eiiTaan brokken , fmeeten ze, ,/n'e.vens,der Bqéken, en,alles wat zy vin- den jonden,' dat tot de Kerk behoorde, •riüsfcniby hetChoorkleed. De Kerkgangers, die met zo veel blydfehaps deezen dag begon- ^" ■ >nen, moeften die mishandelingen met lee- dÈ oogenr aanzien, en hun yver mét een dragt flagen boeten. De Procureur -Gene- '* O' raal |
|||||
■'■,.-■. - ;■■:*>*
|
|||||
, HI ST O R 'lE*.V iof
raal van ' Stad' en Lande trok zich die j,JöJJ£t.r
feitlykheden, deeze Eeuw, dit Land, terB'b:Efe; fchandvlekke ftrekkende, aan.(*,) . y -* Sniert het de Vaderlandfche Gefchied-^w^
kunde, als haar blad, waarheid boekende, niet kan nalaaten Dwaaling, bekrompenheid van Geest en blinden Godsdienst yver te vermelden, gelyk hier toe de twee laat/te byzonderheden aanleiding gaven, zy ver- heugt zich, wanneer zy-, by afwisfeling, van een uitgebreid Hart en een wel verlicht Verftand, in den Landzaat mag reppen. En wie zal deeze treifélyke hoedanig- iufteiling
heden ontzeggen, aan den Heere jan van den stolp , den dertienden van Wynmäand, Heere te Leyden, in hoogen ouderdom, overlee-J A N den, Een Man, die zyn geheele leeven, T0L ' der Weetenfchappen hadt toegewyd, meer - door zyne wyduitgeftrekte Geleerdheid, groote Zielsvermogens, zonderlinge Ze- digheid, manlyke Godsdienstigheid, dan door Eertytelen by de Beminnaars van nuttige Weetenfchappen, en Voorftan- ders van een redelyk Christendom bekend, Niet,genoeg oordeelde by het-, tföor zyne- gefprekken en voorbeeld, Waarheid , Deugd en Godsdienst voorgeftäan j en, go veel in hem was, .gehandhaafd te-heb* ben: naa zyn dood wenschtehy daar aan nut^ beftendig nut:, te doen;--én-heeft van zyne opregte zugt, om d£-#ono©digë kennis van het aanbiddelyk jópp'&rwee-* 'nstójr. : ,i nïüfed : /zun |
|||||
108 VADERLANDSCHE
Ï.XXXI., zen iti hooger top te heffen, den Gods-
Boek,. dienst,.en alle Christlyke Deugden, voor' «-—— naamlyk onder onze Landsgenooten, aan f-7$"h' te kweeken, een fchitterendst blyk gegee- ven. Hy befprak naamlyk uit zynè naa te laatene goederen, aan de Hooge- fchool te Leyden, eene forame van tien duizend Guldens, uit welker Renten alle twee Jaaren, een Eerprys, beftaande in een Gouden Penning, ter waarde van twee honderd en vyftig Guldens zou'toe- gereikt worden, aan den Schryver van het beste Antwoord op eene voorgeftel- de Vraage.., Onderwerpen betreffende , waar in hy by zyn leeven het grootfte be- lang gefield hadt.-----De verftandige en Godvrugtige Stichter, wilde, dat de
nyvere Voorftanders van Godsdienst en Christlyke Deugden, welken het geval- len moge , na de opgehange Eerbeloo- nig te dingen , hunne fchranderheid en «p1' vlyt aan zodanige onderwerpen zouden befteeden,, die of den Grondilag van allen Godsdienst, het Beftaan en de Volmaakt- heden van het Oneindig, Almagtig, Al- üvys, en Algoede opperweezen3 uit de B.efchouwinge van het Heelal ten krag- tigfte bevestigden; of de Zedelesfen van het Euangelie, niet alleen in haare Re- delykheid en Overeenkomfte met, maas inzonderheid in haart Voortreflykheid boven de. Wetten en Pligten, die / zon- der het behulp der Qpenbaaringe, uit het Licht der Rede gekend worden, in helder daglicht plwtftenj ten einde der- |
||||
_,
|
|||||
HISTORIE: ioj
2elver betrekking tot, en invloed .op de lxxxi2
bevordering van de Gelukzaligheid der boek« Menschlyke Zamenleevinge , als mede_____
van de heerlyke Hoope op een toe-1753.
komend beter Leeven , daar uit opge« maakt, en de Godlyke Oorfprong van den Christlyken Godsdienst, dus tevens, by wettigen gevolge, ten duidlykfte be- weezen wierde. De Heer stolp was wel overtuigd,
dat, over deeze Onderwerpen , zich in twee hoofdverdeelingen onderfcheidende, zedert eenigen tyd, zo in ons Vaderland, als elders voortreflyke Schriften waren in 't licht gebragt j doch meende, egter, dat die Onderwerpen overvloedige ftoffe zou- den opleveren tot menigvuldige Verhande- lingen , indien dezelve niet alleen in 't al- gemeen; maar ook in de byzondere dee- len beichouwd wierden, om de gemel- de waarheden, daar uit te bevestigen.en in een klaarder licht te ftellen,en om aan alle goede verftanden, voornaamlyk aan die geenen , die gefchikt zyn om deeze hoogwigtige Leerftukken aan anderen te onderwyzen, aanleiding te verfchafFen, om dezelve wat ernftiger te behartigen, dan by veelen wel gefchiedt. En vermids «Ie bovengemelde waarheden, van alle Christenen worden erkend, begeerde de Infteller van dit Eeregoud, wiens Ver- draagzaamheid in den Godsdienst,hem by alle regtfchaape Christenen in zyn leeven bemind maakte, dat eik Christen, van welk een Volk, of van welk eene byzon- |
|||||
F
|
|||||
ilü VADERLANDSCHË
Lxxxt. dere Gezindheid, zoii worden toegelaatëii
boek. na den Eerprys te dingen, mits niets daar ------- onder mengende, 't geen de byzöndere
1^53. gevoelens van zyn Gezindheid betrof, en
van andere betwist werd. Tot uitvoerders van dit Ioflyk en Göd-
•vrugtig oogmerk benoemde de Heer stf o-i»'? acht Heeren, uit den Academi- fchen Senaat, zyne byzöndere Vriendeni -met magt om Opvolgers aan te ftellem Deeze Hoogleeraaren j gemagtigd om over de inkomende Verhandelingen het vonnis te ftrykenj waren alleen uitgefloo* ten van Mededingers te mogen weezen. De -aart det Onderwerpen, over welke zy . Prysvraagen üitfchreeven, was meest al- toos van dien aart, dat de behandeling niet bepaald kon blyven j binnen den en- gen kring van eene byzöndere Gezindheid 5 maar zich tot alle Christenen, in de groöt- fte ruimte', uitftrekte. Zy begreepen daar- om te regt, die Algemeenheid in 't oog te moeten"houden, en geene Schryvers te mogen uitfluiten , welker begrippen niet in allen deele < met dié der Hervormde «Kerke fcheenen over een te Hemmen, voor •al wanneer zy zich onthielden, van eene :ftellige voordragt der byzöndere $ en doof 'anderen betwist wordende, gevoelens hun* her eigene Gezindheid: hier in handelen* de naar het' voorfchrift des ägtenswaardi- gen Inftellers van hun Gerioodfchap, meer- maals uitdruklyk verklaarende, dat zjf geenzins wilden gerekend worden, alle gezegden, en alle redeneeringen goed te keu-
|
|||||
HISTORIE. ir!
keufen van elken Schryver, wiens Ver-Lxxtfr*
handeling zy bekroond, of, indien dézel-b'ö eK, ve den Eerprys niet behaalen kon, noch'—-----
thans het licht waardig geoordeeld hadden. 1753.
Zy lieten verfcheide zaaken, waar over zy voor zichzelven anders dagteri , voor re- kening der Schryveren; doch vonden, in dit verfchil hunner gedagten, geene ge- noegzaäme reden om de Verhandelingen 'zelve geheel aftekeuren;, in zo verre het voordel dier zaaken, eene bekwaame aan- leiding gaf om verder te denken, en de waarheid vlytiger uit. te vorfchen. In "deezer' voege volkomen in den fmaak des Inftellers werkende, kon het niet misfen of zy haalden zich, door hunne Beóordee- lingen, het ongenoegen óp den hälze van kwaalyk te vredene en bedilzieke Men- fchen, die hun haatlyk aanvielen j doch aan welker gebas zy zich niet ftoor- derj. (*) ßehalven de Tien Duizend Guldens t
bèftemde de overleedene nog Duizend Gul-
(*) Wy oordeelden het niet qngepapt, voor de
Eer der Bezbrgerëri van deeze Inftelling , aan wel- ker oordeelkundige keuze van Vraagttukken, en wet •gewikte beoordeeling- , het Vaderland•• reeds een fchat van Verhandelingen heeft dank te weeten, die voor geen Bundel van dien aart in de gehee- le geleerde Wereld behoeft te wyken , deeze handelwyze te vermelden , volgens hunne Opgave, in de Voorrede van IV« Deel der Verhandelingen over eenige voornaame Stukken van. de.Christine Zedekunde. |
||||
jtiA VyiDERLANDSCHÊ
txxxï. Guldens 3 tot het maaken van den Stent*
boek. pel des Gouden Eerpennings, die keurlyk -■ getekend en door den Heer stolp zelve 1-75Z- roet zeer gepaste randfchriften voorzien
is. Hy befprak, daarenboven, dat het overfchöt der bovengemelde Renten zou hefteed worden, tot de inkoop van goede Schryveren, die tot verdeediging van den Cbristlyktn Godsdienst in 't algemeen de pen hadden opgevat, over de Zedekunde, de Natüurlyke Hiftorie en de Natuurkunde handelden, en wier Werken op de Boe« kery van Leydêns Hoogefchool nog ont- braaken, om daar op geplaatst te wor- den (*;. Cee&t- In het öngeftüimigJaarMBCcxLviii, sEMA te wanneer de Onweersbui der Plunderzugt Gr<"wl 4n' Groningerland, met eene byzondere |
|||||||||
&
|
|||||||||
fleid fn" zwaarte nederftortte op den Burgemee-
»yne fter joHAN GEERTSEMA, zo dat niet cere. alleen zyn Huis, en Buitenplaats en Egt- genoote der woede desGraauws ten doe- le ftondt; maar ook Burgemeefters en Raad der Stad, hem lieten aanzeggen , dat hy, by voorraad, uit alle Raadsver- gaderingen en Magiftraatsgeftoelten in de Kerken zou hebben te blyven j en drie Heeren aanftelden, om wegens zyn ge- dragman rondfomme van Knevelaary be- ':, . fchul-,
(*) Medegedeelde Berichten van Tydgenooten en
Bekenden des Overledenen. Voorrede van het I. Deel der Verhandelingen over eenige Stukken der Natüurlyke Godgeleerdheid. Handvesten der Stad Leyden bl. 584—589. |
|||||||||
ÜiSTÖRÏË; nä
fchüldigd, nader onderzoek te doen. In- hxxäii
gevolge hier van werd hem eerst Civiel b o EKi Arrest in zyn Huis aangezegd, en vervol- gens éen Dag bepaald, om zich in Per-if$$i loon binnen Gtohirigen, buiten welke Stad hy zich toen bevondt, ter verantwoordin- ge te moeten ftellen. (*) Wegens deezè handel wyze beklaagde zich de Heer gekrtsemA by eenen Brieve, en zy- ne Huisvrouwe door een Vefzoekfchrift $ by Burgemeelteren en Raaden dier Stad-j verzoekende te weeten , wie zyne Be- fchuidigers waren , en welke Befchuldi- gingen nien tegen hem inbragt, tefFens om Tydsbepaaling, om daar op te kunnen ant- woorden. Hy ontving des geen befcheid; Waar op hy befloot zich met een Ver- zoékfchrift te vervoegen by den Stad- houder, ten einde deeze zich zyner zaa* ke geliefde aan te trekken, en hem gele* genheid te verleenen, om, wegens de be-' ichuldigingen ten zynen lafte * zich voor zyne Hoogheid té verantwoorden en te regtväardigeri. Van dit Verzoékfchrift gaf1 hy kennis aan Burgemeefteren en Raadeii der Stad. Hun Edel Mögenden vonden j vervolgens oök góéd, de zaak des Bürge-* meefiiers aan 'de volftrekte beflisling vari zyne Hoogheid te laaten ; die den Prins andermaal met een Verzoékfchrift aan-, ging*
(•) WAGENAAR Vadert, mfii XX. KI. ao£
Nederl. Jaarb 1748. bl. 498. a86. 646. 752<
XXII. DEEL. H
|
||||
•i^ VADER^ANPSCHE
Lxxxr. gjmg $ Qt) ,oni afdoening zyner zaake, of
boek. z,q ^[opgstdeszdfs gewigtige bezigheden
——— fem zniks mogten beletten,, dezelve aan
I?53- P9 bevelen aan een Önzydig Gerigtshof
$1 -egnc der fofeenigde Gpvuesten. ,.Tot
j$t Jaajfte helde zynë Hoogheid over, en
-^e/^pndt» ih den Jaare mdccl de zaak
-gan het fïof Provinciaal in Stad en Latt'
4e j ïtyveyc eerst in Bloeimaand deezes Jaars,
^i^br^ak ,<3eedt, ten voordeele des Öud-
JJiargemeefters, yerklaarende een lange
lyst yan Befchuidigingen onvoldoende,
.en ,h,eijn ontflaagen van alle Crimineele
l^eg^svprdering, van het Civiel Arrest,
jus-mede yän ;de byzondere Bevelen, door
Jen,Stads Secretaris hier boven gemeld,
jja,a h&t verloop van zo langen tyd, ont-
feeeyen (f).
't Voor- &t Jaar :W?akte desgelyks een einde,
gevallene .aan een lang gehangen hebbend , en zeer
met J J- hopgloopend, gefchil in Surinaame. Der-
MAURi. waards was als Landyoosd, in den Taare
cius in ... ...i,i o- i o
S«w«,™. mdccxlii "^en getoogen, de onder
me en Neerlandscb Dichteren beroemde, joan hier te jaco3 mauricius, voorheen Penfio- Lande. nai£s der Stad Purmerende, en toen Mi- nister van hunne Hoog Mogenden by den Ne-
(^ Deeze Requesten, en andere Stukken, vindt
men byeen, in de Stukken en Be/cheiden, raaken- de Pr'oceduren tegen den Heere en Mr. J o ha n geertsbma, by den Boekverkooper £• Bolt nitgegeeven. (f) Nederl. Jaarb. 1753. bl. 603—6*54.
|
||||
j
|
|||||
ö I S TKQMMBk > as
'tJedèrfeptifthen Rrtiits • i Wiet lang hajdt Lxxxr.
hy deeze; Landvoogdye bekleed, of, zyn b o jj k. gezagbetoon deedt eenigen liet hoofd op-«——— fteeken j zy gaven zich den naam van 1753. Republicainfchen, en beweerden, dat het Octxoi, gemaakt onder eene Stadhouder- lyke Regeeringe, thans, te weeten in den Jaare mdccxlvi, voor zo veel 't zelve het Eminent Gezag des Gouverneurs raakte» niet meer gelden moest; zy zog« ten de Burgers tegen hem op te zetten, en den Landvoogd in 't Vaderland zwart ie maaken. De verheffing van zyne Hoog- heid tot Stadhouder , wierp hun eerfte •ftelzel tegen Landvoogds Gezag ter ne- der , en vierde hy deeze voor hem ge- wensehte gebeurtenis vol vreugde ,■ het gelukkig uur gebooren agtende, om het vuur van twist te fmooren. Eensgezind met den Raad en Burgery, dagt hy toen het oude Landkrakeel vezoend te hebben; doch hy vondt zich in zyne verwagting bedroogen. De aankomende Schepen bragten uit het Vaderland, om zo te fpree- ken, laadingen van klagten mede, waar onder de Landvoogd bykans bezwyken moest. Wat hy deedt 't was vergeefsch. Een geflooten verdrag, met goedkeuring van den Staat beftempeld, werd niet ge- houden, men bondt hem de handen in 't volvoeren zyner plans tot beveiliging cJjft Volkplantinge , duidde zyne poogingen in het vervolgen der oproerige Negerllaa- ventten kwaade, als mede een'vrede met hun geflooten. „ De roep zyner partyen Ha j, was, |
|||||
H8 VADERLANDSCHE
ittxi. tfntfloegen, (*) Hadt zyrié Aankomst in
soßit. 't Vaderland * offi zich te ve'rdeedigen, .
*?53< voorraad, als de gelasterde Ofifchuïd mét
Verden te bégïoëté'n1,. zy fparidëfly naa dat
dezelve gebleekeri was, hunne frlaaren op
höögeltoöh. ;(f> » iü - .
Yerande. Inmiddels waren op Surinaamé, ïn den
rinK der Jaar-e 'm DeïLiij riiiar lüïd' eens Briefs
R'-'gee- VJÉn haaire Köriinglyke Hoogheid, äan den
"sufinaa- ^êïe W IG-Söt D1 '• CKOM tö ÉLift?. ili
M£.. ' dieft tusfehentyd 'Se LandVöogd'yfehä|>
bekïéedeïide, in gevolge van eéh B'efluit Van hunne Hoog Mögender!,:;alè;de toen In dienst zynde' Rtódéft bedärikt,j'vän hun Eed en Dienst óKtflja^en,;eh äfo'orande- flStb, ifi hiïöné' pMtS benó«tó'd-,';Vervan- gerf-; öök' w-'eM aêk Ingèzeté^e^ "dóöt tr-ömnielßag zamëftgeroépèitfi- -tör-^Ölidoe- èitige def'Bevelen vaft :htiWflê 'H'o'bg- Mo^ gekken | eMÄ ;tiog^ëf fc-dëi* GèÖVerfta1«- 'tè< eehe G&&M9ler}$!itöèMïê' vbörgêBèé-' zen; (-^) asjpe^ SJ< i i ■■ ?<m ,vfyfoss | De zau- !' VoorfjJÖeÜïgeif' loop' hadddfl-êè ^äa%ett
ken gaan io *t Qófiëdl'§f gfe1 0M-ityülftM"Mïii4t/-
in de fchappy béintwööMde' fret!,Be^ittd: des
Oott-in-.ufygi K noisnoïb 3,-is^as^sa so ^p©tft» „"f, ru■■■; !*v ris •: .;uJt-j^bt o jè'a oLiaVy na •'
voorfpoe- -. ' -■ .
d'g* " (*) Me« viitó#dë»2te Äahfpi-Mk rëa b^'JHaÖ*k)oïd.,
in:^jß Byzopgsklm iVp St: Meflati'.dtr Üühfli'ieviaide (Jfyföanningen van j. j. Maük'kiüs b. 21$. (f) De eerfle komen ons voor in de DicWievetidcÜt't-
jpanningen, door j. J. ir au ri ei os bl. 189. enz, dfi laatlte in 't »e. volg- zyner Dichilievende Uitfpan* ($; Neder/. Jaarb. 1J54. bl. 254. 'enz.
|
||||
HISTORIE. i*9
Goiiveneürs Generaals' j. mossel (!*)lx&xïi
aa-ir d'e opgevatte vérwagt'ing. De goede B otëk. t^ditógehy uit deeze wydafgelegene Vnlfr. — - planting ontvangen , de gelukkige aäh-j^^ komst der Schepen^ zb te Batavia als* 'm 't Vaderland + déedetf de Ä&ien der Maat-' fchappys, voorheen' zeer gedaald1, ter ou* d'ehöogteryzen. -^- Haddetv twee Sehe-; pen en één' Bark, onder het groot getal 't geen toe» de IndifcfaZee behouden door-' kruiste, en de plaätb hunner beftemmin'»* ge bereikte, het ongeluk om eene ge-- heele Vloot, van de berugte Zeeroovers-,1 die naar zekeren an-gr ia,den naam voe- ren van Angriaan&fP, en zints langen tyd de ïriMfché Zé-eëti onveilig maakten-, te ontmoetenv én ora te komen , by welke* gelegenheid een der Gapiteineii, ja n- Éorfi's ph'iéipp'i ,' ten* einde raad1 en' geen kans ter langer* verdeédiging ziendey zyh Schip met de reeds geëntende Zeeroo-* vers ,- teïi getale vaïi eenige honderdenv in de lugt liet fpringen: dit nadeel Werd ruim' éri* ryklyfc vërgöedv Qf) De? Heer k^vpü'avzén 9 verwierf *
•p zyii Erygstóbht; eerlang na Basßi'a ut de Golß van Fetßei ondernomen,, voor Zicfcaelvër*'ICr-ygsroem door z-yn> kloek- móedig" gedrag-, ön bewerkte het- voordeel dé* MaatJfchappyë.- De- kwaade trouw en dë fchelrneifyéri va'ft dem Torkfahen Basfa deezer Plaatze', éö! zyhè-heïhaalde weige- ring (?) Zie'boven bh iß.
(t)' Neder/. Jaarb. 17544 139. voor 't Jaar 1755.
bl. 1095, H4
|
||||
lac? VADERLANDSCHE
£.xxxi. ring; om eene groote fomme aan de Maat«
BQEK. ichappy verfchuldigd te betaalen, bewoo- —r—- gen dien Vlootvoogd tot een welgelukt l?§fês beilaan. Twee ryk gelaade Moorfche Schepen bemagtigd hebbende , vermeen fterde hy een Fort, 't welk de Engte van Basfora beftreek, zo dat geen fchip, zon- der zyne toelaating, in of uit kon loopen; hy voegde 'er een fchrikbaarenden inval by op een Landgoed eens voornaamen Heers. De Basfa, in 't nauw gebragt, tradt in onderhandeling, op den voorflag, dat zyne weigering van volkomene vol- doening ten gevolge zou hebben, dat des Heer kniphauzen, terftond na Bag- dad zou zenden, om aan den Basfa z\- daar, van welken die van Basfora geheel afhing, klagten te doen. Zulks ipelde hem niet alleen het verlies van Amptj maar ook van Leeven. De vermogende Jngezetenen, de laading der twee geno- mene Schepen, en 's Basfas eige kas Ie* verden, binnen den tyd van drie dagen, vergoeding van de geledene fchade der Maacfchappye. Meer nog betekende het dat de Heer kniphauzen, de vryheiê verkreeg , om de Faftóry der Hollande- te», en alle hunne overige Vastigheden te Basfora te verkoopen, 't geen, in yroege- ren tyd, altoos was belet; op dat zy hun Itantoor niet na het Eiland Careek zouden verplaatzen, geiyk. thans gebeurde. AUe.s derwaards overgevoérd hebbende, bouwde hy daar eenë Vesting, wel voorzien van Qefehut en Manfchap^ om zich vervol- |
||||
HISTORIE. 121
gens tegen de Moorfche Inhaaligheid te lxxxi.
beveiligen. Zelfs lag hy de grondllagenBOEK., eener nieuwe Stad, ten dienfte der nabuu-------■
rige Kooplieden , die zich onder de Re-1753.
geeringe en befcherming der Oost-Indi- [che Maatfchappye wilden nederzetten, welken in groote menigte, boven al van Benderik,toevloeiden 3 zo om de gewelde- naaryen des Bevelhebbers van die plaats te ontvlieden, als om de Handelvoor- deelen deezer nieuwgebouwde Koopftad te genieten. De gemelde Bevelhebber , vondt zich niet alleen genoodzaakt om den Eigendom van Careek, door zyn Vader aan de Maatfchappye afgeftaan, te bevesti- gen; maar ook het geheele Oppergebied des Eilands, door zyn Voorzaat nog be- houden, over te geeven. De Cheik van Boncberß, die alles wat in zyn vermogen was aanwendde,. om deeze nieuwe Bezit-> ting der Hollanderen te dwarsboomen, werd ras te jaade hunne Befcherming te verzoeken , door een Gezantfchap, met ganzienlyke gefchenken. (*) (*) Leevensbefchryvingen van voornaamt Mannen
m Fm<s>m '\Mfi. X>. bi. 236 — 240. ,
|
||||
ia<9 VADERLANDSCHE
f.$xxi. ring om eene gropte fomme aan de Maat«
bqe£. Ichappy verfchuldigd te betaalen, bewoo^ —r—- gen dien Vlootvoogd tot een welgelukt if£2. beltaan. Twee ryk, gelaade Moorfche, Schepen bemagtigd hebbende , vermeen fterde hy een Fort, 't welk de Engte van Basfora beftreek, zo dat geen fchip,zon- der zyne toelaating, in of uit kon loopen; hy voegde 'er een fchrikbaarenden inval by op een Landgoed eens voornaamen Heers. De Basfa, in 't nauw gebragt, tradt in onderhandeling, op den voorflag, dat zyne weigering van volkomene vol- doening ten gevolge zou hebben, dat de Heer kniphauzen, terftond na Bag- dad zou zenden, om aan den Basfa al~ daar, van welken die van Basfora geheel afhing, klagten te doen. Zulks fpelde hem niet alleen het verlies van Ampt; maar ook van Leeven, De vermogende Ingezetenen, de laading der twee geno- mène Schepen, en 's Basfas eige kas Ie-; verden, binnen den tyd van drie dagen, vergoeding van de geledene fchade der Maatfchappye. Meer nog betekende het dat de Heer kniphauzen, de vryheié verkreeg , om de Faftóry der Hollande- ren, en alle hunne overige Vastigheden te Basfora te verkoopen, ;'t geen, in vroege-^ ren tyd, altoos was belet, op dat zy hun Kantoor niet na het Eiland Careek zouden verplaatzen, gelyk. thans gebeurde. Alles derwaards avergevoërd hebbende, bouwde jjy daar eene Vesting, wel voorzien van, gefehut en Manfchap.* om zich vervol- . ir . , gern* |
||||
HISTORIE. lal
gens tegen de Moorfche Inhaaligheid te lxxxi.
beveiligen. Zelfs lag hy de grondllagen boek.. eener nieuwe Stad, ten dienfte der näbuu- —-----
rige Kooplieden, die zich onder de Re-1753.
geeringe en befcherming der Oost-Indi- jehe Maatfcbappye wilden nederzetten, welken in groote menigte, boven al van Benderik ,toevloeiden 3 zo om de gewelde- naaryen des Bevelhebbers van die plaats te ontvlieden, als om de Handelvoor- deelen deezer nieuwgebouwde Koopftad te genieten. De gemelde Bevelhebber , vondt zich niet alleen genoodzaakt om den Eigendom van Careek, door zyn Vader aan de Maatfchappye afgeftaan, te bevesti- gen; maar ook het geheele Oppergebied ? des Eilands, door zyn Voorzaat nog be- houden, over te geeven. De Cheik van Boncherß, die alles wat in zyn vermogen was aanwendde,. om deeze nieuwe Bezit- ting der Hollandexen te dwarsboomen, werd ras te raade hunne Befcherming te verzoeken , dpor een Gezantfchap , met, pnzienlyke gefchenken. (*) ' - - . '
(*) Leevensbefchryvingen van voornaame Mannen
f« Vrouwen, VW. D. bï. 236 — 240. |
||||
V A D É-É. L A N DS CHE
|
|||||||
HISTORIE.
|
|||||||
TWEE EN TACHTIGSTE BOEK.
|
|||||||
i N hó ü d:
txxjnr. QvéffitQütnitigen m G'ëld'érlarid.- Ifyk-
boek, brëukëft in Ove-rjsféh Redding der' Mas-; verkoopt- eënige He'éftyki'é-dëtp in Holland,-
itit ue Näaläateftfchaf van Wii/LËm' »enIIL-h'tni aangekomen joan w il-lëb!* ü-en V. Ëeziinée'mïfig dkfzélpén.- Wïl- éem de V.- ióf Ridder vdh- St. Joris vër- heeven. Reis vdn de' Qêètêéïnéitóe met heé Vtrstlyk Gezin na Friesland. Te Haarlem legroet. Onder den' weg- óf de 0orj>ett vereerd. Toeft ie AtkWa'a'r. 't Poörgeväk i'ene te Schermerhom, wegens een Eereboog ia de Beemfler. Eerbetooningen te Hoorn , in de Streek, en te Enkhuizen. Steekt na Friesland over. Onthaal te Leeuwaarden. DeGouvernante neemt,by haare terugrei- ze, te Hoorn Zitting by Gecommitteerde Raaden van het Noorderkwartier, en by de Admiraliteit. Komt in den Haag te rug.
|
|||||||
VADERLANDS. HISTORIE. 123
fugi Beziet de Kabinetten van de Heeren txxxn.
bisschop te Rotterdam, onder'veel Eerbe- boek.: f dons dier- Stad. Gelderland maakt fchik- : ... king op dé Voógdy enz., ihgevdlle van hét averij den der Gouvernante. Utrecht dóet zulks désgelyks. Een en ander Of roerig Gefchrift te Amßerdam verbrand en verbo- den. Plakaüt tegen de Paskwillen-,- doof- Staaten van Holland. Dé vrye Paard óp Africa Verlengd. De zadken in de Oost- Indien gaan- min voorfpoedig dan voorheen? Pragi bepratende Wetten aldaar gegëéveiïi Stichting dir Vrouwe VAN renswótf * de. Sphërd Perfe&a door jan van5 DÉS dA-äi vervaardigd. Dé Fran/che- Schouwburg, buiten Amßerdam bïandt af. Hel■Landfchaps Tugt en Werkhuis tëLéèü-- waarden in de afche gelegd. Gedraagef'ié voorzorgen van den Staat otii'deh1 Vrede met dé Algérftièfi te bewaarën,- Gerügtem én Tydingen der VredêbreMe met Algiers Dé Oorlqg'dmr den Dei vérlèiaard* Hoop dat de Porte de Algëfynen tot den Frede zou beibiegen. Oorlogstoerustingen hier té- Mande f' én- beßemmingen::.vahv\ConVoyen, Hét'Hof van Madrid verleent, op eéne VërpHgtendé wyze, Convoy'daé onze Sche- pen in- d'ëMiddellatïdfché ®J8JF Ontmoe- ting van Capitein adriaan van der kam met de Algerynen , door de Span- jaarden gjsre,d. Frieslands Voorziening op dé-Foogdjfetétp: enz. Tfyerfsfëïdahgeüègfa ' om 00 óp dè'Voorziening" Vëdagt té wet-
zen. -Bit- wWk haapért' te Zwolle, wadi dé Mèehté-ln-kct■ Qritwerp geit? g-enóegèW- , nam%
|
||||
124 VADERLANDSG;HE: v" ,
Lxxxu. nam. Rustige taal der Meente te dier
boek. Stede. Te Kampen verzet de Meente 'er ——- zich ook tegen. De Meente. te Zwolle neemt geen genoegen in het antwoord der Gouvernante. Te Hasfelt en Steenvayk Js de Meente mede niet te vrede. De Rid- derfchap van Overysfel hadt ook eenige Be-t denklykhcden. De Gouvernante geeft eeni- ge vcrzagtingen op de Iiedenklykheden der Ridderen. De Voorziening vastgefield. Een der Ridderen levert eene Tegenaan te- kening in. Volkomen Befluit daarop ge- nomen. By Stad en Lande,dit fluk be- paald. Zeeland maakt desgelyks bi/chik- king op de .Voogdyfchap. De flaagfche Schuttery wordt den Êei aan den Stad- houder a/gevorderd. Kerkgefchillen met Ds. A. v. D. os. Kerktwist met Ds. p. i*. s. Müt-.LER. te Leeuwaarden. In Friesland, wordfT A Y L O R's Werk over de Verzoening'verboden'. Oude, Munten by Kuilenburg ontdekt. | ffieersgefteldheid deezes; Jaars. Aardbeeying .te Helmond gevoeld, Aardheeving ekfflaterberoering op; den, eeffien.juan Slachtmaand, in deez& Gewestep & een-, gevolg van.de Aardbee- ving , die. Lissabon'verroestte... ^Strem-: mingdes. Handels:daar doo\.yercitfzaak},: ' ,H 3 (i '.'! ü '/ Yïhhl J-i tl A «VU'^hO MW? £«\t
et Jaar \M-p-fcjl 111, .welks EptgeyaK
itroomin. ]en wy overwbpgen hebben, féfrakelde ^e/jer- Z1Q^ aa? 'c volgende / 't geen dn$\thans. fand. ftaat te befchryven, yas't; iÓ£t:éen droevs |
||||
HISTORIE. 125
tfchakel j Welke meermaalen hier te Lan- Lxxxrr.
de 't eene Jaar aan 't ander hegtte. Gel. boek. der land en Overysfel hadden hier van de -----»
•treürigfte ondervinding. Het Riviertje de 1754.
Berkel ,•; uit Munflerland -vloeyende, en zich in den Tsfèi, binnen Zutphen, ont- lastende, door het zo genaamde Broekwa- ter , tér - ongemeene hoogte gezwollen, överftroomde niet alleen;-maar zette alle de omliggende Landen onderwater, zoda- nig dat, by menfchen geheugen, 't zelve nooit tot die hoogte fteeg. In de Heerlyk- heid Borkelo moeiten Menfchen, wier hui- zen voorheen altoos voor waternood bevei- ligd waren , dezelve ontvlugten. Hadt dit Rivertje de gewoone ontlasting in den Tsfel kunnen bekomen, welhaast was dan dit water geweeken ; doch het Tsfelwa- ter was zeer • hoog en wiesch van tyd tot tyd, aanj zo dat die Rivier, in ftede van het overtollige uit de Berkel te ont- vangen , het te rug dreef en zyn eigen wa- ter daar in ontlastte, 't geen de Overftroo- ming aan den Berkelkant vergrootte, en het Graaffchap Zutphen heind en veer onder- zette. De geitaadig aanwasfende Tsfel, en de Doorbraaken by Emmerik en ■Zevenaar^ vermeerden dit fchielyk en on- ver wagte Waterwee, 't geen , behalven de fchrik en verbyftering,met grootefcha- de aan Vee en Geivasfen, van onderfchei« dè foort, vergezeld ging. De Menfchen, met hunne tilbaare have vlugtende, ge- nooten de hulpbiedende hand der Zut~ phenfebe Regeering, die alle fchuiten, wel-
|
||||
ï$6 VADjEßXANPßGHE
Lxxxii. welke eenigzins konden dienen, afzondfj,
ii p e K. met allerlei voorraad aan de npodlyden- ------- den $ gereed Qin by verder aajngrpeyen van
1754» den nood Menfchenen Vee te redden: ge-
]yk gefchiedde, toen liet water op zommj- ge plaatzeii de huizen tot de daken onder zette. Men borg de Qngelukkigen iij de Gilden, en andere openjbaare Huizen, waar zy, door beftel der Regeeringe en de liefdaadigheid van byzpndere Ingezej$r nen, huisvesting, kost, drank vuur en Jicht genooten. —r Droeg de Regeering dus zprge vppr de Ongelukkigen, buiten het Regtsgebied der Stad, zy waakte pok ter gen de Inhaaligheid, die zich meermaa- len van 't naaïten nood bedient tot vol* dpening Iiaarer fehraapzugt, binnen haare muuren , verbiedende Koomkoopers , Grutters , en andere dergelyke Winke? liers, hunne Koopwaren hooger dan naar gewoonte uit te veilen: en daar de behoef- tige Ingezetenen der Stad,geene gemeenr fchap met de Buitenlieden hebbende, ver- ftooken waren om driemaal ter week ter markt te kunnen gaan, om Turf en ande- re Behoeften te koopen, beflooten zy aan alle Burgers en Inwoonders 3 die niet van den Armen onderhouden werden , van Stadswege , zeker hoeveelheid Turf te laaten uitdeelen, op dat niemand zich, in den Winter, verlegen mögt vinden. — Hoe veel zorgs men droeg om Doorbraaken te voorkomen, 't welk foms gelukte, kwa- men 'er twee in den Berkeldyk, waar door de toegang tot alle de Stadspoorten, één uit-
|
||||
H 1 S T O R I £. 12?
jiitgenornen, werd afgefneejen , en &ßt£%$%£
. water in de Stad zodanig zwol, dat het niet .bo.ex» alleen in ,alle .keJLdors fiondt., maar over de ■=■ laage plaatzen en ftraaten Reenen ftroom-1754. de ,-inéén der Kerken kon men tpt diep in Louwmaand geheel niet-, in ..de groote flegts één maal prediken. De Postwagen, vau Arnhem op Zutphen moest het, toen het water de giootlle hoogte bereikt hadt, .ter halven wege laaten fteeken. Te Arnhem geraakte men, wegens de Dyk-
ongewoone, fchielyke en bykans nimmer breuken gehoorde wyze, waarop het Khynïvaier., l/ur6?" .in Wintermaand, opklom, in groote ver-* legenheid, niet zo zeer voor de Stad zel- ve als uit bekommerdheid voor de Qver- &etmve;4o.ch. kreeg deeze ontzet, toen by Emmerik en Zevenaar twee geweldige Doorbraken kwamen; deeze vergrootten het Waterleed des .Graaffchaps Zutpben, en deedt Qverysfel in het noodlot der Over- flroominge deelen. Het hooggezwolle ïs- felwater zette aldaar eerst een Poldertje, by Kampen, gelegen onder; en ftroomde vervolgens, met veel aandrangs, tot aan de kruin van den Kamperveenfchen Tsfel- e'yk , voorts daar overheen , en veroor- zaakte eerlang een Doorbraak: de Dorpen Kamperveen, Ooßervtolde en een gedeelte van de vryheid der Stad Kampen werden overftroomd. De gedreigde zeer groote fchade der Inwoonderen dier Dorpen, werd afgeweerd door een geweldige breuk in den Dyk aan de overzyde van den 2tye/, die de Polder van Maftenbroek in een baare Zee veranderde. Het geper- fte ■
|
||||
Iè8 VADÉRLANDSCHÉ
lxxxii. fte Rivierwater zette die vrugtbäare länds'
boek. douwe te dieper onder, daar zy laag ligt; .—L. Van de Stadswallen te Zwolle , gaf men 1754. door Kanonfchooten kennis dier Door- braake aan de Ingelanden van Maßen- broek. De moeilykheid om het Vee over de nauw toegevroore flooten , niet fterk genoeg om 't zelve te draagen, heen te brengen, en de langzaamheid, waar me- de het water in 't eerst aanwiesch,deedt de gewaarfchuwden niet veel haast ter ontvlugtinge maaken; doch de aanwasch verdubbelende namen zy, in groote me- nigte, met hun Vee, de wyk na Zwolle^ waar zy op dezelfde wyze als hunne Lot- genooten te Zutphen huisvesting vonden. Ook Helde de Regeering orde , om met fchuiten, de noodlydenden, die anders met hun Vee zouden hebben moeten omko- men , aftehaalen : 't welk door veelen fchoon niet zonderleevensgevaar,van we- gen den zwaaren ysgang, met allen yver en hulpvaardigheid, gefchiedde; Zeven- tien Menfchen met een Schuitje van Has- felt het Zwarte Water willende overvaa- ren, dreeven door den ftroom tegen het touw der Veerponte aan, een Ysfcholle deedt het omflaan, en tien hunner verloo- ren het leeven. ----- By Deventer ver- oorzaakte het Tsfelwater, desgelyks eene Doorbraak in de Snippeiings- dyk, waar van het geloste Kanon de Üuislieden ken- nis gaf. Op 't eigen oogenblik deezer Doorbraake, bevonden zich vier Mannen in een fchuit voor den Dyk, ter plaatze waa*
|
||||
h i s f ö R i è. u$
Waar dezelve van voor 't geweld des wa- txkxih
ters week; de fterke ftroora voerde hun, boek-; met een onwederftaanbaarekragt, gezwind . ■■ door het gat heenen, tot de fchuit fluiten- 1754* de aan ftukken brak, en die 'er in■ waren in 't water geraakten; drie hunner wisten ziehte redden, waar de vierde gebleeven en de in ftukken geflaagen fchuit beland is^ Weet men niet. De Magiftfaat en Burgery vaiï Deventer volgden > in 't redden en hulp' toebrengen aan de verlegenen, het voor- beeld van Zutphen en Zwolle;- terwyl dié van Arnhem en Kampen niet in gebfeken bleeven, om het hunne tot verligting van de noodlydenden te verleenen. Om het ondergezette Maftënèroek eene Redding
ontlasting van water, zo fpoedig moge- der Mai* lyk, te bezorgen, maakte men Hulpgaten tenbroe* en Doorfnydingen op drie plaatzen, welke keren° eene zo gezegende uitwerking baarden, dat reeds in Louwmaand veele Huislieden na hunne verlaate wooningen wederkeer- den; doch zy bevonden zich ineen zeer benarden toeftand, zo door rechtmaatige bekommering voor nieuwe Overftroomin» gen, welke uit het fmelcen der Sneeuw in de liovengewesten, en den zwaaren Re- gen in den Voortyd, zouden kunnen ge* booren worden: dewyl de Doorbraken iri de Dyken nog geheel openlagen, en des geen kragtdaadige voorzieningen kondeti gefchteden , dan naa den Overysfelfcheri Voorjaars Landdag in Lentemaand 5 als mede door den reeds drukkenden nood $ die eerlang nog feller ftondt te prangen $ .XXII. DEEI*. I ZO
|
||||||
i3o VADER.LANDSCHE
Lxxxii. z° dra de geringe voorraad van Hooi, by
boek. veelen reeds weg, zou verteerd zyn. Van _____het overgehouden Hooi, dat tot den Voor-
I754« zomer moeSt ftrekken, om het talryk Vee
dier ftreeke te voeden, ftondt een goed deel in 't water, verbroeid, kragtloos en onbruikbaar; de Landen bleeven, ondanks de gunftige ontlasting, blank van water, en zouden, opdroogende, zeer laat Gras geeven, en niet door de Beeften kunnen betreeden worden, zonder den grond door te trappen, kruid en wortel te bederven. Geen benoodiger zaak , derhalven, dan Hooi; en hier van bleeven de zugtende Ingezetenen niet verftooken. Eenige Haarlemmers, die altoos, in het hulpbie- den aan noodlydenen onder de milddaadi- ge Ho'landers uitftaaken , fchikten twee Laadingen uitmuntend Hooi na Kampen en twee dergelyke na Zwolle, 't welk aan de des benoodigde Huislieden, naar ge* lange van iedera aantal Vee, werd uitge- deeld. Een Onderftand van meer vrugts, dan het overmaaken van Geld, 't welk, niet in Waaren, doch in klinkende Munt, uitgedeeld, der inhaaligheid gelegenheid verfchaft, om haare fchandrolle te fpee- len, en de waakendfte voorzigtigheid der Uitdeeleren te misleiden. Leevensnood- druft voor het hongerend Vee te ontvan- gen , was het gepaste redmiddel deezer Lieden, die, naa 't herftellen der Dyken , zich in ftaat zouden bevinden, om hun eerlyk brood te winnen; de kosten van 't herbouwen en weder bewoonbaar maaken, der
|
||||
Mi S T O R I JE. / 131
der Huizen en Boerenwooningen, zou Lxxxii.v
grootendeels voor de Êigeiiaaren der^Lan-BOEK. deryen komen. (*) . , —;— Stfydige Errmaaklngen hadden , zints 1754«
lang9 een gefchil verwekt over het Regt Verkoop tbc de Naalaatenfchap van Willem ^nig,erk# den III, Koning van Groot-Ërittanje»'J^jf ' laatfte Jynrechte Äfftämmeling van wil-hier te L e M den I, tusfchen den Koning vari Lande Pruis/en en den Prins van Oranje en Nas-^001, ósa /au. (f) Naa den dood van j a n> 1 l-JJa°nn,ng LEM fris o, werd het flegts, by voor- pruiSfetl raad, bemiddeld. (§) ßy de meerderjaa-aan wil* righeid vän diens Zoon, will em ca-lem rel Hendrik fris o, hervatte men D Ë H "* de meermaals aifgebrookene Onderhande- lingen, en iloot, omtrent het nog onver- effende, In den Jaäre mdccxxxii eeii Verdrag van Verdeelinge. (|) Ingevolge van 't zelve behieldt de Koning van Pruisfen, verfcheide Heerlykheden in Hol- land gelegen, als de tïoóge en. Laagè Zivaluwe, Klein W'afpik, Twintighoeveni Naaldwyk , Hoender land ■, Wateringen , Oranje • Polder 9 's Gravezande , en Zan- daïn-
|
||||||
^)jStedèrt. Jaarb. 1754.. bï.i, 33. iSÈ.
(f) Waoenaar geeft ons den grond vdri dit
gefchil, in zyne Vader/. Hifi. XVII. D- bl. 131, (§)Waoenaar Vadert. Hiß. XVII. D. bl.
4Q6.
(4-) Waojsjtaak Faderl. Hißt XIX. D. W.
94 cnzi 1 3
|
||||||
i32 VADERLANDSCHE
Lxxxii. dambagt, het Huis in den Haage het Ou*
boek. de Hof genaamd , met deszelfs Tuinen, 1754. mede het Huis van Hondsholredyk , met de Landeryen , Wooningen en verdere Aanhoorigheden. Voorloopige Gerügten fpraken, zedert
éenigen tyd , van eene Onderhandelinge tusfchen zyne Prusfifche Majefteit en Me- vrouwe Gouvernante, wegens de Aankoop deezer Heerlykheden en Goederen, voor haaren Zoon. De gegrondheid dier ge- rugten bleek in Louwmaand deezes Jaars, door het fluiten van de Koop, by welke, de Koning van Pruis/en, ten behoeve van Willem den V, den volledigften Af- ftand deedt, van deeze hem by verdrag aangekome Heerlykheden en Bezittingen, de Meubelen der Huizen daar onder be- greepen, volgens eene lyst in den Jaare MDCcxLix, deswegen gemaakt. Van deeze Koop waren nogthans uitgezonderd de Renten vastgefteld op de inkomende en uitgaande Regten op de Maaze. (*) De Prys der Heerlykheden was bepaald, op Ze-
(*) Ten deezen opzigte luidt, ,. het XII Artykel
„ van liet Verdeelings Verdrag Aangaande de twee „ Renten van Tachtigduizend en van Twintigdui- „ zend Guldens, op de inkomende en uitgaande, „ Regten langs de jyfaaze geaffecteerd, is geltipu- ,, ieerd en verdraagen, dat de Heer koning voor „ zich zal bfchoucten, die van Tachtigduizend GuI-> „ deus, en dat de Heer prins voor zyn aandeel ,*, 'zal hebben , die van Twintigduizend Guldens.." Europ Merc, Juiy Du. 173a. bl. 4&. |
||||
" . *[/
|
||||||
HISTORIE. 133
Zevenmaal Honderd Duizend Guldens , lxxxii.
en die der Meubelen op Vyf Duizend Gul-boek dens, terwyl alle noodige befohikkingen ------
omtrent de Kooppenningen, de Bezwaa-1754.
ren, de Bedieningen, de Agterftallen en de Inkomften , zeer uitvoerig werden te neder gefield, door de Onderhandelaars van wederzyden getekend, en door den Koning, als mede door haare Koninglyke Hoogheid , bekragtigd. (♦) Toen in Sprokkelmaand de Uitwis-
feling der Bekragtiginge van die Koop gefchied was , volgde de Bezitnee- ming der Goederen , vergezeld van de daar byvoegende ftaatlykheden, Feest- en Vreugdebedryven. De Gevolmag- tigden van Konings wege , l o d e- WYK PHILIP VAN HAGEN en
Bruno van hellen, en de Gevolg-
magtigden haarer Koninglyke Hoogheid, PI ETER. BEN JAM IN DE BEAUFORT
en franco is bÖhmer, begaven
zich, met andere Heeren van aanzien, in twee Jachten, uit 'sHaage na Hondsholre' dyk om ditLusthuis, met de deerlykhe- den en Goederen in Delfland,of \\e.tl¥est- land, gelegen, als Naaldwyk , Hoender' land, Oranje - Polder, Wateringen, 's Gra • vezande en Zandambagt, in bezit te nee- men. — Op 't gemelde Lnsthuis, von- den (*) Traite d"'Achat &c du 11 Janv. 1754, en Ne-
4erl. Jaarh. 1754. bl. 137 —153. |
||||||
I3
|
||||||
134 VADERLANDSCHE
lxxxii. den zy die van den Geregte deropgenoera-
BOEK. de Heerlykheden, met alle de hooge en ------- laage Amptenaaren vergaderd. By de
1754. Overdragt werden zy van den Eed den
Koning van Pruisfen gedaan ontilagen, en in dien van haare Koninglyke Hoogheid aangenomen, Het aanzienlyk Gezelfchap hielde voorts een heerlyken Maaltyd, en zaten die van den Geregte en andere Amp- tenaaren der Heerlykheden aan eene byzon- dere tafel; onder het losfen van Kanon, derwaards aangevoerd, en het gefchal der Trompetten,' dronk men de Gezondheden der Hooge Perfoonadien, tusfehen welken de Koop gefiooten was, en der Söuverai« nen van den Lande. ----- De Overdragt
van het Oude Hofin 's Graavenhaagc werd
in ftilte , door de wederzydfche Gevol- magtigden verrigt. Doch zy begaven zich met het Binnen jacht, van haare Koningly- ke Hoogheid na Rotterdam, en met het Buitenjacht na de Zwaluzve, om in de Hooge Zivaluwe de Overdragt te doen , van de Heerlykheden in Zuid-Holland, de beide Zwaluiven , Klein Waspik en Twintighoeven, *t geen met meer ömflags dan in Delfland toeging. De gezamenlyke Bnrgery en Ingezetenen verfcheenen, op den dag tot deeze verrigting beftemd, 's morgens in 't Geweer, met nieuwe Vaan^ dels eq Oranje-Cocarden op den hoed, zich in twee ryen fchaarende van de plaats , waar het Jacht aankwam tot het Regthuis. De Baljuw en de Magi- straat verwelkomden de Gemagtigderi,dle |
||||
■
|
|||||
HISTORIE. itf v
zich na het Regthuis begaven , waar de Lxxxir.
Overgeeving en Overneetning der Heer-boek. lykheden, met alle ftaatlykheid volbragt-------
zynde, zulks aan 't Gemeen werd bekend 1754.
gemaakt, onder het fteeken der Trompet- ten, het losbranden van 't Kanon, en ver- fcheide falvos der Burgerye, vergezeld van het luiden der Klokken, en het uitfteeken van Vlaggen en Wimpels. Een pragtige Maaltyd voor de Gemagtigden aangericht, en verf'cheide tafels, waar aan die van den Geregte , de Amptenaaren en de voor- naamste Burgers zich vervoegden, vervro- iykten voorts dien dag , op welken het 's avonds aan geen vreugdbetoon der Inge- zetenen ontbrak; de Klokken werden ander- maal geluid, de Tooren en alle de Hui- zen waren geillumineerd , en onder het affteeken van Vuurwerken, hoorde men het onophoudelyk geroep, Vivat Oranjet Lang leeve zyne Hoogheid! Hoezee! Haare Koninglyke Hoogheid, befchonk
den Heere van klingraf, die van wege den Koning van Pruisfen, ter be- vordering van deeze Koop, met den Hee- re cHAiioN st. germain, Raads- heer van zyne Hoogheid, Briefwisfeling gehouden hadc,met eene fomme van Acht- tienhonderd Ryksdaalders, tot erkentenis van de genomene moeite, en bewees de Koning aan den gemelden Raadsheer eene. gelyke erkentenis. Ook deedt hy aan de Heeren de beaufort en böhmer, een gefchenk van een zeer fraaye Gouden Snuiftabakdoos, met zyn Afbeeldzel met I êf Dia- |
|||||
jf3<5 VADERLANDSCHE
^xxjtfu. Diamanten bezet, ter hand fteJlen. 't Welk
£ o je is. de Gouvernante beantwoordde, door de -----— Heeren van hagen en van hellen ,
Ï754, eene dergelyke Gedagtenis van haar ge-
noegen over dit volbragte werk eigenhan? dig over te leveren. (*) Baarde deeze Aankoop vreugde, op de
Piaatzen daar in betrokken , de vermeer- dering van luifter,den Huize van Oranje^ daar door toegebragt, als herfteld in een oud bezit, van Goederen in den Lande gelegen, was den Eandzaat, over 't alge- meen , welgevallig. De korts daar op vol- gende Zesde Jaardag des Erfftadhoudersa werd ten Have, onder uitneeniende vreug- debewyzen, en geen minder pragts, dan in den voorleden Jaare,gevierd, (f) Dee- ze, als mede de Verjaardags-blydfchap in den Haage} en andere Steden en Piaatzen te befchryven,zou op een verveelend her? haaien uitloopen. Willem Van eenen anderen aart , en daarom pE v. eener byzonderder melding waardig , is. ^m het, dat zyne Hoogheid,wiens Jnhuldi-. van St. §*r)ê" tot Ridder van de Kousfeband, wy foris. ' hier boven gedagten (§), weinig dagen n naa dat hy in zyn Zevende Jaar tradt, tot Ridder van St. Joris verheeven werd, Van 4e Inftelling der Broederfchap van ' St,
.(,*) Wei/erl, Jaarl/. 1754. bl. 153- — Ï5<5- 3IQ»
, (f) Zie hier boven bl, 36.
:. y) £ie hier hqyen bl. 27, ■L i
|
||||
HISTORIE, 137
ßt. Joris in den Haage , welker Leden Lxxxir,
zich Ridders noemen, heeft men geen boek» zeker befcheidjdezelver oudheidlydtgeen -—« twyfel, en vast gaat het, dat zy in vroe- 1754. srer tyde, by groote Hoogagtingaanzienlyke Voorregten bezaten. Veel Heeren van hoo- gen Rang, vindt men onder deeze Ridders, die in de Doele, naar het Hoofd der Or- de, de St. Joris Doele geheeten, een Ge- bouw hun toebehoorende , om de twee of meer Jaaren een plegtigen Maaltyd houden , en nieuwe Ridders inhuldi- gen. (*) ------- Aanzienlyker en talryker Inhuldiging dan 'er nu , op den één en
twintiglten van Lentemaand , gefchiedde beleefde geen der Broederen. Voor niet minder dan honderd en zeventien Perfoof nen was tegen den Middagmaaltyd, in de onlangs volbouwde Vorstlykezaal,gedekt, De Ridders begaven zich derwaards, en hadden tot Gasten de voornaamite Heeren van het gevolg der Gouvernante: die van tafel opltonden vóór het aandienen van het keurlyk Naageregt, om den aanltaan- den Ridder aftehaalen: die met een Draag- koets, onder een ftaatlyk geleide , voor de Doele genaderd, aan dezelve ontvan- gen werd door de Heeren Graaven van welderen, bentink, Meer van, Rhoon en Pendrecht, Hendrik van H>A i S A U U LECK, eil VAN HOM"
BES CU
(") Tegenw. Staat van Holland. VI. D. bl, 72.
ï 5 |
||||
133 VADERLANDSCHE
|
|||||
Lxxxiï. p'e]s c h Heer van Genderen, als Hoofd-
jjoek. mannen der Broederfchappe. Zy geleid- ------- den hem na de groote Zaal, met eenige
1754. honderden van lampen fraay verlicht; aan
de Deur ontving de Baron van wasse- naar, Heer van beide üzKatwyken, als Deken, met de Heeren frank van der GOES, den Baron van hekeren tot BRANTZENBURG en de Heer Griffier j. de b a c k , als Raaden der Broe- derfchappe , den Jongen Vorsr. In een ftoel gezeten, hoorde hy Mr. willem van der escHj als Penfionaris, uit naam van 't geheele Genootfchap , eene korte en welgepaste aanfpraak doen, welke hy, op eene wyze voor een Kind zeer voldoen- de, beantwoordde. Hier op volgde de In- huldiging zelve, de Deken omhing hem met het Ordeteken, beftaande in een Gou- den Keten en Penning, terwyl de Heer van den boetzelaar, als Vaan- drig , hem het Vaandel over 't hoofd zwaayde. De Prins zag hetzelfde verrig- ten aan den Jongen Hertog van rich- mond en verfcheide anderen, waarop hy vertrok, en de Broederfchap voortvoer met andere Heeren, meest van den eer- den Rang, tot Ridders te verheffen; het getal beliep omtrent vyftig. In den avond ftak de Broederfchap een zeer künftig Vuurwerk af, waar in de werking van St, Joris en de Draak boven al opmerking verdienden. Haare Koninglyke Hoogheid vergezelde den nieuwlings aangefteldenRid- . e * der, |
|||||
W''
|
||||
HISTORIE. 139
der, na een Huis naast de Doele, om van lxxxii.
daar dit Vuurwerk te befchouwen. (*) boek. Niets dan éene zeer aanneemelyke en-------
voor allen geloofbaare waarheid zouden 1754.
wy te nedéritellen, indien wy, met een Reis van enkelen regel, fchreeven, dat de zugt om de Gou- het Huis van Oranje, alle mogelyke Eere vernante aan te doen, de heerfchende neiging was c^fa na der Landzaaten; doch, het zal, ter volle- Friesland diger begrip hier van, dienftig weezen op byzonderheden ftil te ftaan, die tot door- llaande bewyzen van deeze waarheid ftrek- ken, en die Volksneiging ten klaarfte aan den dag leggen. Allergefchikst hier toe is de heen en weder reize, van het Stad- houdeirlyk Gezin na Friesland, in Zomer' maand deezes Jaars aangevangen. -----—
Haare Koninglyke Hoogheid hadt zich be-
paald , om met de Vorstlyke Spruiten , vergezeld van den Opperhofmeefter Baron van BURMANiA, en den Opperitalmee- fter Baron van grovenstins, bene- vens eenige andere Heeren en Dames van de Stadhouderlyke Hofhouding, *t Vorst« lyk Lusthuis 't Oranjewoud in Friesland, voor eene wyl te betrekken, en dit Ge- west , wel eer haar verblyf, en nog de woonplaats van de Prinfes Weduwe, te bezoeken. Zy begaf zich, naa,benevens haare Kinderen,de affcheidgroete en be- houden reis wenfchingen , van meest al- le Buitenlandfche Gezanten, Heeren van Re-
(*) Nederl. Jaarb. 1754. bl. 157.
|
||||
140 VADERLANDSCHE
|
|||||
Lxxxii. Regeering en Adel in den Haage , ont-
bo£K. vangen te hebben, in vier koetzen, met ,------- zes paarden befpannen , met haar gezel-
1754. fchap, op reis. Het Adelyk Lusthuis Ber-
kenroode , toebehoorende aan den Heer matt heus lestevenon, Afge- zant van deezen Staat aan 't Franfche Hof t doch thans op zyne Heerlykheid zich be- vindende, was ter ontvangst, onthaal, en nagtverblyf voor 't hooge Gezelfchap ge- fchikt. Alles beantwoordde aan 't aanzien van de Gasten en de ryklykheid van den Gastheer; de pragtig voorziene Tafel en het fraaye Vuurwerk ftaaken boven alles uit. Te Haar- Haarlem, de eerfte Stad, door welke hm he- dit hooge reizend Gezelichap heen trok ëroet' hadt zich tot begroeting van 't zelve ge- reed gemaakt. Reeds vroeg in den mor- gen waren de Burgers en Schutters op hun- ne loop plaatzen, en fchaarden zich ver- volgens in die ftraaten, waar het Vorstlyk Gezin zou doorryden. Op het oogenblik der intreede loste men 't gefchut van de bolwerken ; ^de Stads Adjudant geleidde den trein door de gefchaarde Burgers , vergezeld van twee en dertig Sergeanten, Ten huize van den Voorzittenden Burge- meelier pieter Samuel crommb» l 1 n , waar de Hoofdofficier, de regeeren- de Burgemeelters , Schepenen en twee Secretarislen zich bevonden , werden de Vorstlyke Perfoonaadien binnen geleid en door den Hoofdofficier, jan van sty- rum, met.eeue op de Reize toepasfelyke aan«
|
|||||
HISTORIE. 141
aanfpraak begroet; de Colonellen,ten ge-Lxxxif.
hoor toegelaaten, ontvingen de betuigin-BOEK. gen der Gouvernante van haar genoegen-----—
over de Haarlemfche Schuttery. JNaa het 1754.
gebruiken van eenige ververfchingen, ryk- lyk opgedischt, weder in de koetzen ge- treeden, verlieten zy Haarlem onder het andermaal losbranden des gefchuts. Onder den weg liet Mevrouw de We- Onder
duwe coRNELis trip , van haare aanzien- ^en weg lyke Buitenplaats Meervliet, aan het Stad- Dorpen houderlyk Gezin een ruim gefchenk aan- vereerd, bieden,van de fchoonfte in de kas getrok- ken Perzikken en een keurlyken Kanteloep Meloen. In de Bevenvyk pronkte het Raadhuis der Stede en de Kerktooren met vlaggen, het ongelyk aankomen der koet- zen, en het veranderen van voorfpan, gaf den Beverwykeren en de ongelooflyk groo- te menigte aanfehouweren , van wyd en zyd, derwaards gevloeid, gelegenheid, om naar genoegen, het Vorstlyk Gezin te zien. De Dorpen Kaßrikum en Limmen, lieten het by de Vlaggen op de Kerktoorens be- rusten ; doch de Inwoonders van Hello hadden,daar en boven,by de inkomst van het Dorp eene Eerepoort opgericht, en ftonden de Landlieden, met den Schout aan 't hoofd, in de wapenen , doende, terwyl de koetzen ftapvoets doorreden, met een houding beter dan men van die Landlieden zou hebben durven wagten, de gewoone wapengroete, en by het ver- trek een algemeen lalvo. 0
|
|||||
Alk-
|
|||||
i4* VADERLANDSCHË
|
|||||
Lxxxn. Alkmaar volgde Haarlems voetftappeii
B o e K. in het eerbewys, en reeden de Vbrstlykè -------. Perfoonen , by 't inkomen, met Kanonfchö-
1754. ten begroet, door de gefchaarde Burgers
Te Alk- na de Groote Kerk, fchoon het voornee- maar men niet was, hier langer te vertoeveni ontvan- <jan het verwisfelen van paarden vorderde, fiea" traden zy egter af om de Groote Kerk te bezigtigen; de Voorzittende Burgemee- fier ontving ze op het plein, en de ove* rige Heeren der Regeeringé met hunne Vrouwen ..wagtten ze op in de Kerk,waar veelerlei Verveffchingen, kostbaar opge- fchoteld, gereed Honden. Een weinig hier van genuttigd hebbende, verlieten zy de Kerk en de Stad, onder 't losfen des Ge- fchuts. 't Voor- Te Schermerhorn, hadden de Landlie^ gevallene den een Eereboog vervaardigd. Een fraayef te scherf ftondt v00r de Burg van dit Dorp op den' Jegens0üeemfiérdyk, door Schout en Schepenen, een Eere- der laage Regtbänk van ä&Beemßer 's avonds boog in te vooren, eigenhandig opgericht. In den de Beem- nagt was ^eeze niet alleen van de voof- *er' naamfte ciefaaderi beroofd, maar ook vari fchoöreri ontbloot; dan, door de wakker- heid des ßailjüws van dé Beemfter , w< BL^DENBEitG, zo verre herfteld, dat men 'er veilig onder door kon ryden. Dee- Ze Heer vervoegde zich té paard, zo ras de Koetzen onder het Regtgebied van dé Beemßer gekomen Waren, naast dezelve, begroetende het Vorstlyk Gezin, naast dé koets der Gouvernante rydende, bleef hy niet in gebreke, om de jTchennis derEefe- poor*
|
|||||
1
|
|||||
HISTORIE. 143
poortenen het gevaar, waar in het Stad lXXXïï,
houderlyke Gezin zou hebben kunnen ge-boek/ raakena te vermelden: zy gaf haare ver--------
ontwaardiging te kennen, zich verzekerd 1754.
houdende, dat Bailjuw en Hoogheemraa- den van de Jleemfier, dit bedryf met geen onverfchillige oogen zouden aanzien. (*) Gelyk de Vrouw en Zuster des fiailjuws, benevens andere Heeren en Dames , by het inryden van de Deemfter, van een Bui- tenplaats op den Dyk getreeden , in 't voorbygaan , het hooge Gezelfchap ge- groet hadden, zo begaf zieh de Heer c o 1- MANS, Dykgraaf van de Beemfter 3 met het Jacht dier weelderige ftreeke, tusfchcn Scher'
{*) Op een den Volgenden dag belegde Vergade*
ring der Hoogheemraaden , beloofde men honderd Gouden Ducaaten, aan den geenen, die den Daader of Daaders wist aantewyzen , welhaast werden 'et- drie Perfoonen van de armfte foort te Schermerhorti gelige en in hegtenis genomen, /-y bekenden een. paarig het gedaan te hebben, op aanranden des Schoutg van Schermerhorti; die ook naderhand beleedt, dee- ze Lieden daar toe te hebben aangezet, niet om haa- re Koninglyke Hoogheid, of het VorstlykHuis, eenig leed, aan te doen, of kleinagting te betoonen ; maar enkel uit jaloufy om dat de Beemfter Eereboog de zyne fcheen te overtreffen. Op een ingeleverd Verzoekfchrjfï werden de gevangenen ontflagen; de Schout vau Schermerhorti, gaf 'er desgelyks een . over; doch moest,. op byzonderen last van Mei/rou- we de Gouvernante , by 't verkrygen van Strafbe- vryding, voor den Hove van Ho/land verfchynen, om beftraft te worden over zyn gedrag,en werd hy, door Burgemeefteren van Alkmaar, als Ambagtshee- ren, m zyn Schout en Secretarisfchap eerlang betiteld. Nederl. Jaarb. 1754. bL 635. 815, 1216. |
|||||
*
|
|||||
144 VADERLANDSCHË
Lxxxu. Schermerhorn en Avenhorn liggende, be*
boek. nevens eenige Heeren en Dames op den __.— i)yk om dezelfde pligtpleeging af te leg- 1754. gen* Haare Hoogheid bedankte den Bal* juw, wan neer hy aan 't einde van dzBeerti' fier affcheid nam voor de oplettenheid der Heeren en Dames aan 't Vorstlyk Huis be- weezen. ; •; Èerbe- Te Hoorn waaiden de Prinfevlaggen van toonin* Stadhuis, Groote Kerk Tooren , en - de gen te Vergaderpluatzen der Collegien in die Hmn' Stad. De Burgery,'uit het Tuighuis van de Heeren Gecommitteerde Raaden van het Noorderkwartier, met gelyke gewee- ren voorzien, ftondt gefchaard; en voor het Huis van den Oud- VoorzittendenBur- gemeefter joan abbekerk crap* waar het doorlugtig Gezell'chap den Maal- tyd zou houden, was,door deGebuuren, eene Eerepoort toegefleld. Een der Toö- renwagteren gaf, door't blaazen van 't be- kende Airtje, Wilhelmus van NasJ'ouwen $ kennis van de aarinadering, en by't bin- nenryden, hoorde men zeven Kanonfcho- ten van ieder der vier Stadsbolwerken, één en twintig van hetAdmiraliteirsMagazyn,' en elf van de Timmerwerf der Oosf-Indi- [che Compagnie, het fteeken van de Trom- pet op den Tooren , en het Klokkefpel ving daar op weder aan, en duurde zo lang het hooge Gezelfchap zich in de Stad onthieldt ; 't welk ten huize van gemel- den Oud-voorzitten den Bürge rneeiler , dé Begroeiingen van de Magiitraat der Stad.* van de Leden der beide Collegien van Ge- som? |
|||||
HISTORIE. ms
Committeerde Raaden,van de Bewindheb- lxxxii.
bers der Oost en West* In dij che Compag-boek. uien,. Gelastigden uit den Gereformeerden ■ - Kerken Raad, en veele andere Perfoo-1754. nen van beiderlei Sexen , ontving. By het uitryden werden de Eerefchooten her- haald. In de Streek, een reeks van Dorpen aan in de
een ftraatweg, die van Hoorn tot Enkbui\ Streek en zen loopt, waren alle deToorens der Dor- 'e f"*" pen met Vlaggen vercierd; de Dorpklok Wui*en% luidde by het doorryden in elk Dorp; Lut- jebroek en Bovenkarfpel ondericheidden zich van de overige door Eerepoorteri. — Enkbuizen , betoonde zyne vreugd door 't affchieten des Gefchutsaby de aankomst des Vorstlyken Gezins, de Burgery ftondt in de wapenen gefchaard, zo dat zy den weg afgebaakend hadden tot aan de Haven', waar het Jacht op de komst des Doorlug- tigen Gezelfchaps wagtte, in 't welk de Hee- ren van de Magiftraat en Gecommitteerde Raaden van de Admiraliteit hunne Hoog- lieden verwelkomden. Een gunftige wind voerde het Vorstlyk Steekt na
Gezin na de Lemmer over; van waar de *riesl*nd gereedftaandeKoetzen,'t zelve na 'tOran- over jewoud bragten. De Prinfes Grootmoe- der , van Leeuwaarden op 't Oranjewoud gekomen, reedt haare Dogtèr en Klein- kinderen te gemoete; dezelve, by de ont- moeting, met de härtlykfte genegenheid omarmende. Frieslands. Hof en Hoofdftad Leeuwaar- Onthaal
ien, (lak boven alle uit ia betooningen van te teeu- XXII. DEEL. K Eer- vaareen,
|
||||
.146 VADERLANDSCHE
xxxxii. Eerbewys. De Magiftraat, verzekerd van
boek. den dag op welken.de'GouvernaTitej nevens —— de Vorstlyke Spruiten,die Stad met een I/54' bezoek zou .vereeren, deedt zes koetzen, -voor het Raad huis komen, ieder met twee -paarden befpannea: deeze zo wel als de Bedienden waren ryklyk met Oranjelin- •-.ten , Gocarden, -en andere cieraaden, op- gepronkt. Voor de koetzen reedt de Ce- remoniemeefter te .paard , ter zy.de der koetzen,, twaar in Burgemeefters zaten,, gingen de Livereidraagende Bedienden Her Stad, de Wagtmeelter kwam te voet agter alle de koetzen,, en gevolgd door de vier Stadsbodens, wier Staven met öran- jelinten omvlogten waren. In deeze orde reedt de trein tot het uiterfte van L&eu- waardens grondgebied. Toen het Vorst- lyk Gezin, met eenigen der Hofhoudinge, daar kwam,, in-vier koetzen ieder met zes „paarden,, traden de Heeren der Magiftraat aiit de koetzen, en verwelkomden de hoo- .ge Perfoonadien by monde .van den Bur- gemeefter gubektös k.no e k. We- der in de Koetzen getreeden, reeden zy voor idie hunner -Hooglieden, om dezelve dus ter Stad in te geleiden. De tien Bur- ger Cooipagnien , op 't eierlykst uitge- •ftreeken , fchaarden zich in twee ryen van de Poort na het Hof van de Prinfesfe Douariere,,zo verre dezelve kon ftrekken, de Krygsbezetting vulde het overfchieten- de aan. De Grootmoeder der Vorstlyke Telgen ontving op het Hof haar doorlug- tigGeflacht op het teederstj en wer.d daar an-
|
||||
H I S T G R i ßi Hf
aiidérwerf door den Burgenieefter knock BiMÄ.
- begroet. By het fpeelen der Klokken ,'Ssekj ■en het blaazen op Walthoorèns en Trom- -■=——> petten j paarde zieh 't gebälder van 't 1754« Gefchut en het gekletter der Sn aplïaa- nen der afvuurende Burgeren; die, dit verrigt hebbende, binnen de barrière van het Hof trokken, waar de Officiers, met Sponton en Vaandel, het Vorstlyk Ge- zelfchap groetten. —- De Schippers, op eene wyze hun eigen■■, hunne genegen- heid en yver', voor 't Stadhóuderlyk Ge- zin willende aan den dag leggen, pJaat- ften een Schip aan den eenen kant Aran de Wirdummer Brugge , een ander aan den overkant by het Bolwerk , en voor- waards lag het Prinfenjaclm Van deeze Vaartuigen zwierden een groot getal Vlag- gen en Wimpels, alle naar de'kunst ge- fchilderd ; op. ieder lagen .negen ïlufckeri Kanon jen elk hadt een Trompetter, dié t -op gepaste tyden, het meergemelde Wil' helmus van Nas/ouwen Wies. By het doorryden van den Voralyken Stoet ftreek men de Vlaggen, ter %egroetinge} met eene verwoüdefenswaardige vaardig- heid. Het losbranden van het Kanon op de Vaartuigen beantwoordde dat van het - •Stads Gei'chüt. De Capiteins voerden. het bevel met uitgetooge Sabels. Buiten, de Stad alles verrigt hebbende, trokken de Schippers, als *en afgezonderd Bu*. - ger lichaam, zeer cierlyk met Goud, Zil- ver en Oranje opgepronkt, met Vlaggen, Wimpels, en vergulde Tuigjes boven -op K 2 de- |
||||
i48 VADERLANDSCHE
|
|||||
Lxxxii. dezelve, in eene welgeregelde orde, fte-
BOEK. dewaards. De Capiteins traaden voor ------- uit, die van het Prinfen Jacht in 't mid-
1754. den, agter deezen de Conftapels, toen
de Vlaglieden, verder een groot lichaam van Schipperen,met de blaazendeTrom- petters voor op. Voor het Hof der Vor- .Hin he Douariere gekomen , begroetten zy de Vorstlyke Perfoonaadien , met de * uitgetooge Sabels en Vlaggen, en kwa- men , het Prinfen Hof, en de Magillraat yoorby getrokken zynde, in hunne Sche- pen, te rug, waar zy den avond , ónder het betoon van veele vreugdetekenen, fleeten. —— 's Avonds keerde het hco- ge Gezelfchap, een teder affcheid van de oude Vorftinne genomen hebbende, we- der na 't Oranje-woud; waar zy tot den zestienden van Hooimaand zich onthiel- den , en de Vorftin Grootmoeder , die wederom derwaards gegaan was, vaarwel gezegd hebbende, na de Lemmer vertrok- ken , om naa Hoorn over te fteeken. De Gou. Hadt Mevrouw de Gouvernante, in den vemante Jaare MDccLii, in de Hooge Vergade- vefntteP ringen in 's Graavenhaage, Zittinge geno- rugreis men (*•) > Gecommitteerde Raaden van zittingby hetNoordei-Kwartier verlangden,die zelf- Gecom- de eere te mogen genieten., en gaven haar, Raad6rde ^v eenen Grieve hier van kennis, terwyl van*'t" zy zich in Friesiand bevondt. Een gun- Noorder- (lig antwoord was een voldoende wenk Kvar- VOOr
titr,
(*) Zie hl« boten W. 17.
|
|||||
HISTORIE.
|
|||||||
149
|
|||||||
voor den Heer Willem blyden- Lxxxn.
berg, dien wy, als Baljuw van deBeem- boek. fier, zo vol blaakenden yver zagen in het-------
Stadhouderlyk Gezin , met alle tekenen 1754.
van hoogagting te ontvangen , om, als Oud Burgemeelter van Purmerende, in de Vergadering van Gecommitteerde Raaden te Hoorn zitting hebbende, zich na 't Oranjewoud te begeeven, en, naa 't af- leggen der pligtpleegingen, uit naam Hunner Edel Mögenden, met de Gouver« nante de wyze van opwagting te beraa- men. — De Hoomfche Magiftraat, de Le- den der aanzienlyke Vergaderingen binnen die Stad,en de Burgerye, waren allen, op de wederkomst diens Heers, den vastge- ftelden dag, tot het volvoeren dier pleg- tigheden beraamd zynde, onvermoeid be- zig om alles tot eene Opwagting gereed te maaken , veel luifterryker dan de voor- gaande. Drie Eerepoorten, een van meer dan negentig, een van dertig, en een van omtrent twee honderd dertig voeten, in een en dezelfde ftraat opgericht, van bo- ven en aan de zyden met eene menigte van Bloemen en groenende Palm künftig digtgemaakt, vormden in 't verfchiet een overdekte, laan van aan elkander gegroeid, jeugdig geboomte. De laatstgemeide zeer groote Eerepoort, door de Scheepstim- merlieden vervaardigd , pronkte aan het boveneinde, tegen over het Collegie van Gecommitteerde Raaden, met een groote Oranjevlag, het Scheepstimmermans Gil- de toebehoorende. De Voorzittende Bur- K 3 ge- |
|||||||
XSQ VADERLANDSCHE
kxxxu. gemcefter, l, merens , hadt voor z-yn huisa
boek. in eene andere ftraat, een niet min fraaye <——> Eerepoort, ter langte van bykans negen-* 1754. tig voeten laaten oprichten. Ontelbaar waren, de Eeretekens, die de Huizen van byz^ndere Perfoonen vercierden, alle be- fterhd om de hartlyke genegenheid der Be- woonderen voor het Stadhouderlyk Gezin uit te drukken. Voor de Raadkamer der Gecommitteerde Raaden , hadt rhen het Basfecour, om den regen, overdekt, en op den grond tapyten gefpreid. In 't ver» „vaardigen van al deezen toeitel, flak de, Heer bly den berg uit in yver en zorg- vuldigheid j op dat alles, by tyds, in or- de mögt zyn, en de Hooge Perfoonadien, 't zy in het uittreeden van de Koetze,of in het doorryden, geen de minfte belem- mering ontmoetten. De Burgery was we* der met gelyke fnaphaanen ujt het Arfe* »aal voorzien. 'De zeventienden van Hooimaand, was
4e bepaalde en gewenschte dag: 's avonds te vooren- betrok een der Burger Capitei- nen de Nagtwagt, om , onmiddelyk op ■de komst van haare Koninglyke. Hoog- heid, gereed te zyn. Toen de Poortklok, in den vroegen nxorgenftond, op den ge,- woonen tyd, luidde, zeilde het Prinslyk jacht voor de Stad,, en ankerde agter derj Wierdyk. Een afgevaardigde Sloep, ver- wittigde de Magiüraat van- de aankomst, met verzoek dat 'er in, de Stad geene be- weeging mögt gemaakt worden , eer de Gouvernante eenige iwst had,£ geöootea, ais
|
||||
■KDIS T-CKRlEi-ï !<5J
als- mede dat 'er geen Gehoor voor negen- lxxxiï.
uuren; zyn; zou* De.begroeting werd uit- boek,- gefteld, eni de Burger Capitein ,. die de. _:------
Nagtwagt gehouden; hadt, tr>ok met fl-ille, 1^54:. 1
trom na. 't. Hoofd. De zugt. ter vreugd- betooning koazich, egter,, nauwlyks een» uur bedwingen;, althans.,, toensdit.verirree.-t ken was.,, begon het Klokkenlpel; en: 't blaazen. van. den Tooren, op last van den; Voorzittenden Burgemeefter. Dit voor- fpel van- blydfchap , beftaanbaar met. het-i verzoek der-Gouvernante ^ werd-twee uuren, laatec,. toen: het. Jacht het anker ligtte,.het Zeehoofd: der|Stad naderde,, en. na binnen: fchoot:, gevolgd vani het roeren der Trom, door alle de wyken, en alle de gewapen- de Burgers begaven zich op de posten; irr. ryen langs de;gragt en ftraaten, door wel- ke de Hooge Perfoonadien; na 't Cöllegie; der Gecommitteerde Raaden van het Noor* der-Kwartier zoudenryden. .; Twee Bezendingen, een uit het gemel?!
de Cöllegie, en een,, uit dat dex Admira- liteit , waar in haare Koninglyke Hoog-- heid desgelykSiZittinge zoumeemen.,. verf voegden, zich door deeze geföhaarde Bur- gers, nahet Jacht,. ouv.haar,. en de Vorst- ïyke Kinderen , te; verw,elkoioen> Eeur ftaatlyke: trein, vant Koetzen, geleidde ea- tuagü het haoge Gezelfehap: na 't CqLh legie van EdelMögenden; het. G.efeh.u£> zoi .op de Bolwerken als het Admiraliteits Magazyn, en de Timmerwerf der Oost • i«- difche Compagnie,. werd gelost even; als K 4 ' by |
||||
152 VADERLANDSCHE
Lxxxii. by de eerfte Intrede (*): het gefchal van
boek, Pauken en Trompetten, beurtlings afge- ■
1754- venfters van een der bovenvertrekken des
Raadkamers, vervulde de lugt,ai den tyd dien haare Hoogheden by Gecommitteerde Raaden verbleeven. Voor derzelver Col- legie ftondt een gedeelte van het Regi- ment Gardes Dragonders te Hoorn in be- zetting liggende 9 in de wapenen. Haare Koninglyke en Doorlugtige Hoogheden werden, by het uittreeden uit de koets, door vier Leden van den Raad ontvan- gen , en langs den met tapyten beleg- den weg na binnen geleid. Andere Leden bragten de Gouvernante in de Raadka- mer , waar zy door den Voorzitter ont- moet, zitting nam. Intusfchen vermaak- te zich de JErfftadhouder en de Prinfes Carolina, in een der vertrekken met de aantveezende Heeren en Dames. Naa het eindigen der Vergaderinge verzogt men de Vorsdyke Kinderen in de Raadkamer; zy vertoonden zich eenigen tyd, voor de opengefchoove raamen aan de zamenge- vloeide menigte, terwyl zy zich vermaak- ten met het gezïgt op de fraaye Eerepoor« ten; de Jonge Prins bedankte, op lastzy- ner Moeder , met eene vriendlyke hand- kus, de Burgers van Hoorn voor de be* weezene eere. Een fraay ontbyt en eenige Fwi-5
(*) Zie hier bovea bl. 60.
|
||||
HISTORIE. 153
|
|||||
Fruiten boodt men in een ander vertrek lxxxii.'
het hooge Gezelichap aan. boek. De gewapende Burgery hadt middeler-
wyl zieh in orde geichaard, langs den 1754.
weg van het Collegie der Gecommitteerde Ais mede Raaden, tot voor de Vergaderplaats der^d? Heeren van de Admiraliteit of het Prin- ™*m1, fenhof. De Gouvernante tradt 'er binnen onder 't blaazen der Trompetten, en nam, ftaatlyk ingeleid en opgewagt, Zitting in de Raadkamer , waar de Secretaris haar uit naam, des Zeeraads van het Noorder- Kwartier begroette. — 't Viel juist in dat, ten deezen tyde, in de Groote Kerk het Clasfis van Hoorn vergaderd was; de Leden van 't zelve hadden verzogt, dat het Stadhouderlyke Gezin, zich in hun- ne Vergadering mögt laaten vinden; de Erfftadhouder en Carolina, op die hoogte gekomen, terwyl zy met de Vor« ftin Moeder in eene koets gezeten, den weg na 't Prinfinhofmmen, flapten, ter vol- doening van dat verzoek, uit dezelve en traden de Kerk in, aan de deur opgewagt door twee Gelastigden, die den Erfftad- houder op d^n ftoel des Voorzitters brag- ten, en Carolina nevens hem plaat« fien. De Voorzitter verwelkomde, met eene Aanfpraak, de Vorstlyke Spruiten, boven aldeezerigtende aan Carolina, haar fmeekende eenvoorfpraakdeezerVer- gaderinge by haaren Broeder te willen zyn,als zyneHoogheid het Stadhouderlyk Bewind zou aanvaard hebben. Voorts be- zigtigdeo zy bet merkwaardige dier Kér- K $ ke» |
|||||
*54 VADERLANDSCHE
txxxH.ke, en reeden na hét Prinfenhof, waar
boek. zy, even als hunne Vrouw Moeder ont? ------- vangen, en in 't gezelfchap van aanzienly-
I/54- ke Dames in de Prinfekamer opgewag«
werden, tot de Raad fcheidde , en het hooge Gezelfchap, in dat vertrek ecnige veEverfehingen nam.----- Hier mede was
deeze lang by veelen gewenschte Zitting-
neeming voltrokken. Mevrouw dé Gou* vernante, de Erfftadhouder en earolb na plaatften zich elk in een byzondere> koets, en verlieten Hoorn.,, onder het los- fen van 't kanon op dezelfde wyze als by het inkomen gefchied was. Komt 'm Haare Koninglyke Hoogheid; hadt be- den Haag flooten,, op haare terugreize, geene Stad te mg. ^Q0V te trekken,, dan Hoorn alleen , ter; voldoeninge- van< 't verzoek der beide Hoo- ge Vergaderingen. Zy nam haaren weg> buiten Alkmaar om; doch kon zulks niet beletten,' dat zy in den-Hout gekomen,M- begroeting uit het gefehut. van. Stadswal- len, ontving,en aan den Lusthof van een der regeerende Burgemeefteren jagoi josias vRYB.URG, doonBurgenieefterSs vergezeld van derzelver Egtgenooten ,x>Mr moer,,ent ondes het verfpannen der koetzen ia dezeLve,- gezeten., op: eene fmaakjyke ververfching. van Fruiten getoefd wier dv —1 Onde» het gejuich van Stedelingen en Landliedepi, zetten zy de reift»; over de! Bewxwyk; voort na, Haarlem,; driemaal bfa-mddö; hiftt't Gefehut lo,s,. ter.wyl het Vorstlyk, Gezelfchap buiten; omtrok, om op dJs-iLössglaats herkwrodß den avonds :m é maal- |
||||
HISTORIE. i$$
niaaltyd en--de nagtrust te neetnen. DeLxxxn.
Heer lestevenon , was intusfchen na boek. Frankryk verreisd,en wagtte de Baron piek,-------
Heer van Zoeten en Brakel, niet Mevrou-1754..
we zyne Gemalinne, het Voistlyk Gezin aldaar op,.'c geen 's anderendaags, naa een afweezen van vyfweeken, op het Huis da Oranjezaal terug kwam, hoogstvoldaan over de eere in Hollands Noor der deel en in Friesland genooten. (*) Het Stadhouderlievend Rotterdam, wil- Beziet de
de voor de Noordhollatidfche Steden inKabinet* Eerbetoon niet onderdoen, wanneer, in ^ He"- deezen Zomer zich de gelegenheid aan- ren B1 s^- boodt, om Het Vorstlyk Gezin binnen zy«schop ne muuren te ontvangen. De kostbaare-te R°u Verzamelingen van Zeldzaamheden zo intei am' Natuur als: Kunst, door de rykbemid- delde Broeders jan en. puter. bis«. schop, zints lang aangelegd en tot eene. aller aandagt trekkende grootheid aange-: groeid, werden door aanzienlyke Vreem- delingen en Vorstlyke Perfoonen, zich te?* Rotterdam eenigen tyd onthoudende, met, de bezigtiging. vereerd, Haare Koning*, lyke Hoogheid hadt te verdaan,g.egee.yen> datzy, met de Vorstlyke Kinideren, zich-i in de befchouwing van- die Kunss en Naf> tuur Kabinetten, gaarue- zou verlustigenii De Regeering, van dit oognieik; en de&i dag verwittigd, nam> all© maatregelen tofe weering van wanorde indievolkÄykeSta.ds.,1 . . ,\ .■.:..■-:_■::;■-. WaaC' '(*.) mtkKh^aath vfct^ M,;434s«5^8, 554. fflgfr
|
||||
15« VADERLANDSCHE
lxxxii. waar het onbezuisd vreugdebetoon yeelligt
doek. droeve gevolgen naa zich zou fleepen, ------- deedt de Burgery in de wapenen komen,
1754. om den weg van de Poort tot het Huis des
Voorzittenden Burgemeefters meiners in ryen gefchaard te bezetten. De ty- ding, dat de Vorstlyke Stoet de Stad be- gon te naderen, kwam niet of het gefchut der beide Bolwerken werd gelost, terwyl de Schepen en Jachten, op Stroom lig- gende, dit gebalder beantwoordden. -----* Onder den weg hadt Mevrouw de Gouver-
nante, de Prins, en Carolina, ieder in eene byzondere koets gezeten ; doch na by de Stad gekomen, traden de Prins en Prinfes in de koets van haare Koning- lyke Hoogheid, en reeden ftapvoets, om aan den verbaazenden toevloed van Men- fchen hes genoegen te geeven, dat zy met gemak , in eenen opflag, de hooge Per- ibonadien konden aanfchouwen. De Ma- jor der Stede geleidde in de Stad den trein na 't Huis des gemelden Burgemeefters, waar zich de Hoofd -Officier, zyne drie Medeburgemeefters, met den Penfionaris en Secretaris , benevens nog eenige ande- re Heeren, bevonden, om het Stadhou- derlyk Gezin te verwelkomen. Terwyl de Prinfesfen hier vertoefden en iets van bet kostlyk toebereide Ontbyt gebruikten, reedt de Jonge Vorst, vergezeld van de Hoofd-Officier, de Stad door, en tradt, het voornaamfte bezienswaardige, in 't voorby gaan , hem aangeweezen zynde, voor de Beurs uit de koets, en bezag dat Koojh
|
||||
HISTORIE.
|
|||||||
-"57
|
|||||||
Koopgebouw, onder een uitbundig vreug- lxxxii.
de geroep der zamengefchoolde menigte.boek. Vervolgens voldeedt het Vorstlyk Gezin,-------
aan 't bekende oogmerk der reize, na de 1754.
Kabinetten der Heeren bisschop in twee onderfcheide Huizen gaande. In 't eerfte, op de Oostzyde van de Leuvenha- ven, booden de Broeders by 't kunstkeu- rig gezigt, eenige ververfchingen, in het laatfte in het Hag by de Vischmarkt, ie- der der Vorstlyke Perfoonadien t iets uit den overvloed hunner Verzamelinge aan, en hadden het genoegen dat dit blyk van hoogagting gunftig werd aanvaard. Een Jacht aan de Delftfcbe Poort gereed lig- gende, wagtte het hooge Gezelfchap op, dat, zeer vergenoegd over het gezigt der Kabinetten, en het Onthaal der Broederen, als mede over de Eerbetooningen der Ma- giftraat, Rotterdam verliet, met uitdruk« lyk verzoek, ora de Hoofden der Bürge? rye te bedanken, voor derzelver verfchy- ning in de wapenen: deeze was den ge- heelen tyd in 't geweer gebleeven, naar den weg, dien het Vorstlyk Gezin ftondt te neemen, fteeds van ftandplaats veran- derende. C) Ernftiger zaaien, het Stadhouderlyk Geider\
Hui6 betreffende, kwamen in dit Jaar ter land baane. Staaten van Gelderland hadden, f¥$. reeds in 't voorjaar van mdcclii, in op de "^ overweeginge genomen, pf het niet raad- Voogdyl zaamenz.inge-
1: " ... it+ t;/.-b (*) Neder/. Jaart. 1754. W6y**
|
|||||||
158 VADERLANDSCHË
txxxii. zaarn ware, eenige fchikkingen te ontwer*
Boek, pen, omtrent de Voogdyfchap, voor zö —— verre het het Stadhouderlyke van dat Ge* i£5#, west betrof, over den Jongen Erfftadhou- vaiie vanger, of, by zyn vooroverlyden, over de d Tder"Prüfte Carolina, in gevalle Me* Gouver^ vrouwe de Gouvernante, vóór de Meef- aante. derjaarigheid haarer Vorstlyke Kinderen $ iets menschlyks mögt overkomen. Zy gaven toen by eenen Brieve hier van ken- nis aan haare Koninglyke Hoogheid, ver- doekende haare hoogwyze bedenkingen over dit onderwerp, 't Leedt tot Lente- maand deezes Jaars eer zy antwoord kree* gen, hier op uitkomende, dat haare Ko* ninglyke Hoogheid zich het voorneemen der Staaten liet welgevallen, en meende op de gevoeglykfte wyze haare bedenkin- gen te zullen kunnen geeven, indien zy de ontworpe fchikkingen van hun Edel Mögenden, eerst mögt ontvangen, wan- neer zy zich niet wilde onttrekken van haare gedagten des betreffende mede tedee- ien. Men draalde niét eenige Heeren te gelasten, tot het vormen van het begeerde Ontwerp, dat in gereedheid gebragt, en des verflag gedaan zynde, der Vörftinne werd toegezonden, die't zelve, met wei- nige veranderingen, goedgekeurd, in Bloei- maand .den Staaten van 'Gelderland wede* toefchütte. Het Hof Provinciaal fchïeef^ in Zomermaand, -eene ibuitengewoone Staatsvergadering uit tegen den vyftien- den dier Maand, om dit Ontwerp in een Staatsbefluit tt veranderen, "'t Zelve,. was zeer
|
||||
•HISTORIE
|
|||||||
159
|
|||||||
zeer uitgeïïrekt, handelende over 't geeh lxxsh,
■ betrekking hadt tot de Opvoeding van haa- boek. *e Hoogheden, befiemd tot het Erffladhou--------.
der , Capitein en Admiraal Generaal' 175.4»
fchap ------- over V geen de Zeven Ver-
- eenigde Gewesten in 't gemeen raakte —-
en over 't geen het Huishoudelyke van Gel- derland byzonder betrof; hoofdzaaklyk kwam deeze Vastftelling hier op neder. „ Zonder over de Opvoeding iets by-
i,, zonders te bepaalen, werd de zorg daar „ over aanbevolen aan de fchikking van „ haare Koninglyke Hoogheid, zo als zy ,, tot welzyn van den Staat, tot behoud >, der tegenwoordige Regeeringsvorm, en „ tot het beste der Vorstlyke Kinderen „ zou oordeelen te behooren. Nogthans -„ in dat vertrouwen, dat de Gouvernante, 9, uit alle de Gewesten, de Unie uitmaa- „ leende, eenige verkiezende om 't opzigE „ te hebben over de Opvoeding, Gelder- „ land niet zou voorbygaan: dewyl ieder „ Gewest een byzonder Regeeringsbe- „ ftuur, en op zich zelven ftaande Belan- „ gen hadt, waar omtrent haare Hooghe- j, den, door Lieden des kundig, behoor« „. den ;onderrigt;te worden. , „ Omtrent 't geen de.Zeven Veréénigde „ Gewesten in't gemeen raakte, zouden de „ Afgevaardigden ter Algemeene Staats- „ vergaderinge, een Voorftel doen of bet „ niet raadzaam ware te overleggen, wat „ van wegen de gezamenlyke Gewesten „ behoorde vastgefteld te worden, inge. „ valle van de. aflyvigheid der Gouver- t' „ nan- |
|||||||
i6o VADERLANDSCHE
lxxxii. - nante, eer de Kinderen de Meerderjaa«
boek. 99 righeid bereikt hadden, om des Staa- ------- „ ten van Gelderland verflag te doen. —
1/54* „ Dat zy, dien onverminderd, hunne
„ Gelastigden, thans voorfchreeven,hier a, op te letten, dat de Meerderjaarigheid „ van zyne of haare Hoogheid werd vast- „ gefteld op den vervulden ouderdom van „ achttien Jaaren, wanneer de Opvolger „ of Opvolgfter, zonder eenige verdere ., Staaisoverleggingen, de Waardigheden 3, en Ampten van het Erfftadhoudcr Ca- 5, pitein en Admiraal Generaalfchap zou „ aanvaarden , óp gelyke Commisfie en j, Eed als wylen zyn Doorlugtige Hoog- M hetd^ met alle de Voorrégten aan den- „ zdven opgedraagen, onder in agtnee- 3, minge van het bygevoegde op den ze- „ ven en twintigften July mdccxlviii, 9> ten aanzien van Prinfes Carolina. „ Dan ten einde de Jonge Vorst of Prin- „ fes, op dien vastgeftelden ouderdom, ,, te meer kennis van Staatszaaken mogten 9, hebben, zou, met idèn- vervulden Ou- ,, derdoro van vyfcien Jaaren, aan dezel- „ ve,naa afgelegden Eed vanGéheimhou- „ ding, Zitting worden verleend in de 5, Vergaderingvan hunne Hoog Mögenden, „ en in den Raad van Staaten. -----■»
„ Voorts moeften zy Afgevaardigden, zo
9> veel mogelyk de zaak, derwaards hee- „ nen wenden , dat de Heer Veldmar- „ fchalk, Hertog lodewïk van „ bmjnswïk, voor Reprefentant van n den Capitein Generaal verklaard, en, „ hem,
|
||||
HISTORIE.
|
|||||||
i6*i
|
|||||||
„ hem, by Lastbrieve, zodanig eene Magt lxxxii.
„ en Gezag gegeeven wierd, als men, met boek. „ goedvinden van haare Koninglyke Hoog- ■-------
„ heid , gefchikst oordeelde. Wat het 1754*
„ geeven der Patenten voor hetKrygsvolk ,, betrof, dit zouden zy wel mogen laa- „ ten berusten op dien voet, als gedaan 3, was, zedert den dood van willem „den III. tot de verheffing van wil- „ leih den IV; doch eenige Punten, „ zeer tot vermeerdering van den invloed „ des Reprefentants , omtrent de Paten- „ ten , de Befluiten in den Raad van ,, Staaten, en het Wagtwoord , moeften „ zy tragten fmaaklylc te maaken.-------
„ Het Admiraal Generaalfchap, in tyden
„ van Vrede, van gering belang zynde, „ kon onbepaald, en zo verre het Bedryf „ des Admiraals Generaals ter Admirali- „ teit betrof, gelaaten- worden op dien „ voet als voor de Verheffing van wylen „ zyne Hoogheid. -----' Omtrent het Ërf-
3, ftadhouder en Capitein Generaalfchap
„ over de Generaliteits Landen, zou iff — „ het onverhoopte geval van Minderjaa- „ righeid , het Beltuur , huns oordeels „ moeten gelaaten worden , aan hunne „ Hoog Mögenden, als Voogden, uitge- „ zonderd in zo verre het Bevel over het „ Krygsvolk aan den Hertog Veldmar- „ fchalk zou worden opgedraagen. „ Wat het Huishoudelyke van Gel-
„ derland byzonder betrof, (lelden zy „ vast, dat alles, wat de laast overle- „ den Érfftadhouder, of Mevrouw de Gou» xxu, deel. L ver-
|
|||||||
VAÜERLANDSCHE
|
|||||||
IÖ2
|
|||||||
Lxxxii. „ vérnante, met opzigt tot de Regeering,
boek. „ hadt verrigt , en wat nog ten uitvoer ------- j, gebragt moest worden, zonder eenige
1754- »> verandering ftand zou grypen. Het af-
,, fterven der Vorftinne zou daar in geene ,, verandering te wege. brengen, ja zelfs „ zou rhen ten dien einde geen voorflag a, mogen doen. — Dat de Staaten van j, Gelderland, in alles, waar zulks voegr „ lyk geleideden kon, in het waarneemen „ der zaaken des Erfftadhouders 3 de „ Voogdy zouden, aanvaarden , en ook „ deeze, Magt oefenen ten aanziene van ■# de Magiftraats beftëllingen, de Kwartiers s, en Landfchaps Ampten, daar over in 9, de onderfcheide Kwartieren zodanig „ handelende, als by denzelvèr begeevinr g, ge vóór den Jaare mdccxlviii was „ gefchied. Dat, ten opzigte van „ de Provinciaale Ampten, te weeten de
j, Raaden in den Hove, en Rekenmeefters „ in de kamer van Rekenirige, op de ge- ,f hegenheid der drie byzondere Kwartie- ^ ren zou worden gelet; en ten aanziene $, van andere Provinciaale Posten, gehan- ;,, deld volgens, de neiging van dat Kwar- j, tier, aan welke de beurt van begeevin- ,-, ge vóór den Jaare mdccxlviii was |5 gekomen, én voorts mögt volgen, zon- -jj der agt te geeven op de tusfchen ingè- „ vallene verandering, met betrekkinge ;, hier toe, door wylen den Erfftadhou- % der of de Gouvernante gemaakt. —? j, Omtrent het voorflaan van Perfoonen, si tot het bekleeden van Binnen- en Bui- » ten-
|
|||||||
tt ISTGRIE.
|
|||||||
i53
|
|||||||
^> tenlandfche Commisfien , zouden de lxxxiu
„ Staaten de Voogdy oefenen, nogthans boek, „ met dien verftande, dat men, omtrent-------
g, de Benoemingen van dezelve te werke 1754«
„ ging, als naar de ordre van Regeering „ behoort gehandeld te worden. — Het .„ Regt om Verfchillen tusfchen de Leden „ en de Kwartieren , te bepalen en te ,,, beflisfen, geene waarneeming lydende, „ zou, geduurende de Minderjaarigheid. „ des Erfltadhouders, opgefchort bly- .„ ven; doch verder alles , fchoon niet „ woordlykjin dit Reglement uitgedrukt, #■> wat door hun, als Voogden, kon wor- „ den verrigt, aan hun ftaan. „ Aan den Hertog van BRUNswYK.,
„ zop het Capitein Generaalfchap en hét „ Militaire ,. van Wegen Gelderland, ge- .3, duurende de Minderjaarigheid, worden „ opgedraagen, met de raagt, om, <vol- fl, gens eenen hem gegeevenên Lastbrief* „ van welken de Staaten aan zich behiel- .,, den de uitlegging van alle duifterhe- „ den, benevens het maaken der noodige „ vermeerderingen en veranderingen, over „ het Kryksvolk, tot Gelderland behoo- „ rende, bevel te voeren : met uitdruk- „ Jyke uitzondering egter van het geeven „ der Patenten, welke verleend en afge- .,, geeven zouden worden, zo als een na- „ der Befluit der Algemeene Staaten zou .„ bepaalen. Aan den Hertog zou, tot we- „ derzeggens toe, de begeeving ftaan, van „ alle Krygswaardigheden van Collonel f9 tot Vaandrig toe, zo veel mpgelyk, eg- L 2 9, ter* |
|||||||
i64 VADERLANDSCHE
|
|||||
Lxxxti. ?> ter, den rang en ouderdom der Officie-
boek. >, ren in 't oog houdende.'*
------- Deeze Vastftelling bepaald en de In-
1754« ßruclie voor den Hertog opgefteld zynde,
benoemden Staaten van Gelderland eenige Perfoonen uit hun midden, om by haare Koningiyke Hoogheid een byzonder Ge- hoor te vraagen, naa vereischte pligtplee- • ging,hetBefluit bekend te maaken,en een
Affchrift van 't zelve over te leveren. Ook zouden die zelfde Gelastigden aan den Hertog van brunswyk, een Affchrift van dit Staatsbefluit, voor zo verre 't zel- ve het Capkein Generaalfchap betrof,als me- de van de ontworpe Inftruêtie ter hand doen ftellen, op zulk eene wyze, als met over- leg , van haare Koningiyke Hoogheid , voeglykst geoordeeld werd. Hem, uit naame van dit Landfchap, verzoekende om aan het vertrouwen, 't geen hun Edel Mögenden in zyn Perfoon fielden, te wil- • len beantwoorden, en, als hetonverhoop-
• te geval daar was, deezen Last,ten Dien-
fte van den Lande, en tot Bevordering der Belangen van den Minderjaarigen Stad- - houder , of Stadhouderesfe , op zich te
neemen. — In Oogstmaand vertrokken de benoemde Heeren na den Haage, en - kreegen den negentienden van dezelve Ge-
• hoor by de Gouvernante op het Huis de
•Oranjezaal, onder flaande Trom en vlie- ■ gende Vaandels ingehaald en uitgeleid
wordende. — De Hertog ontving, eeni- i ge dagen laater, dit Gezantfchap , met
■ Ket uiterfte genoegen, en onthaalde 't zel-
ve
|
|||||
HISTORIE. \6$
ve op een prägtig Middagmaal. De goed- Lxxxtr.
keuring der Staaten van Gelderland over boek. het verrigte, gaf het volle beflag aan dee-------«•
ze fchikkingen, die door den Hove Pro- 1754.
cinciaal ter Drukpersfe en aan alle Amp- ten en Steden toegezonden werden. (*) In Lentemaand hadt de Gouvernante Utrecht
aan Staaten van Utrecht een Brief afge- desge- vaardigd, betreffende de Schikkingen,die lyks" zy oordeelde,dat, in 't geval van Minder- jaarigheid, moeften beraamd worden, en werd daar op ih Grasmaand reeds een Be- fluit terStaatsvergaderinge genomen, over- eenkomttig met de gefteltenisfe van dat Gewest, in 't hoofdzaaklyke met dat van Gelderland zamenftemmende. Qf) Hoe zeer alles in rust fcheen, en zich Oproert*
vereenigde om de thans ftandhebbende ëe Schlit* Regeeriiigsbefchikking deezer Landen te l%*&er. onderfchraagên, ontbrak het niet aan Lie- /am ver- den, boven ai te Amfierdam,, die hun on*'boden en genoegen deswegen te kennen gaaven,eene verbrand! menigte van Schriften en Aanmerkingen 2} j^* verfpreidden, die men elkander onder de daar ,e. hand in ftilte mededeelde , waar in de gen van Hooge Regeering werd aangetast, met het Staaten fchadelyk uitzigt om verregaande Oneenig- Ja" r'°l he«
|
||||||||
(*) Men Vindt de öorfpronglyke Stukken In de
ÏÏeJeri. Jaarb. 1754. bl. 1148—U77. (f) Dit Staatsbefluit, eerst in den Jaara 1750.
openbaar geworden , is geheel te vinden in de Ne- MrL Jetrb. van dat Jaar bl. 321, en?. L3
|
||||||||
im VADE'RLAND-SCHE
LXÄJßr. heden en Beweegingen onder de Ingezete»
boek. nen te verwekken. Dit bewoog de Re- ------- geering van A'mßerdam-, in Louwmaand,
£754- eene Publicatie daar tegen af te kondigen v
waar in zy niet alleen, op nieuws, ver- boden het maaken, drukken en verfprei- den van Paskwillen, overeenkomftig met de Plakaaten van den Lande en de Keuren -der Stad -9 maar ook Duizend Guldens be- loofden aan den geenen, die eenige Maa- kers, Drukkers en Verfpreiders dier Op- roerige Gefchriften wist aan te wyzen. Twee deezer liepen boven al in 't oog, (*y en werden in Bloeimaand op <c kleine Schavot, voor 't Stadhuis-, door Beuls-
• ( *> Het eerfte voerde ten Tytel. Het Gedrag der
Stadhoudersgezinden verdeedigd door Mr a. v. k. Jiegtsgeieerde; het tweede hadt ten Opfchrlft. Het Stadhouder[chap wettiger gehandhaafd en de Doe- tisteryg'eziridèn Aragtiger verdeedigd, a/s door den " R'egtsgeleerden Adv. f. Kwaazaakèn, zamengeßeld
door Efopus den Befchermer, gedrukt in 's Graven- ge , iy Jan Spefthals Ao. 1754.. In het Vor.-- ' nis wordt het eerfte befchreeven, als bevattende ver-
Fcheide Hellingen, ftrekkende tot geheele Omkeering van alle Regeeringe, aanhitzingen tot Oproer, ea vol fmaadredenen tegen de Overheden van Amßer- dam; het tweede , als fchendende de nagedagtenis van wylen den Stadhouder en het verfchuldigd ont- zag aan haare Koninglyke Hoogheid, vergezeld van; yetfeheide beledigende Aanmerkingen over Beainpte en Amptlooze Perfoone.n. Alles ingerigt ora zo da hooge als mindere Regeenng , té gelyk met de veilig- heid en gerustheid der goede Burgeren en Ingezeetc nen , over. te leveren aan de Muitzugt, en te ftellen* in eene volfirekte aüianglyliheid van vvoelzieke Ge-s. flen» ■• J
|
||||
; HI S X O.RIE. M6>
.Beulshanden verbrand : eene herhaalde Lxxxr.
.openbaare Afkondiging, verklaarde de.eze boek. .Boekjes vppr oproerig, lasterlyk en ver* ———. .derjflyk voor 't gemeene welzyn, eri ftelde $$bjJ& .drie Duizend Guldens op h'et aanwyzen ^yan de Scjiryvers, Drukkers of Uitgee- vers. —— Staaten van Hollarid lieten -desgelyks het drukken en verfpreiden, van .beledigende en ergerlyke Gefchriften én •Prenten, waar in de hooge Règeering en Regeeringsvorm, en hooge Perfoonadieh by hun ten hoogften agtbaar, fchandelyk werden gelasterd, en doorgeftrèeken, én de Gemeente tot oproerige beweegingen aangezet, niet ongemerkt doorgaan\ döeh voorzagen daar tegen, in Lentemaand door een ftreng Plakaat. (*) r ot'Ms Liep .ten deezen Jaare de Vergunning De v|Te
der.Vrye Va.ard op de Kusten van ^fricafvJ^,fcaop in den Jaare mdccxxxiv, voor de verlengd, twintig eerst volgende verleend, ten ein- de , de Belanghebbenden in deeze Vaärd vervoegden zich. by de Algemeene Staaten om des verlenging tot den Jaare mdcclx- de verzoeken; zy verwierven deeze met de voorheen daar aangehegte voordeelén, zo ten aanziene van de Belastingen als van den Slaavenhandel. (t); - ''o1:- ;; Groot
f;(*) Ned$rl..Jaarb. 1754. bl. 69. 175. 333.
(f) Nederl. Jaarb. 1754. bl, 160. L 4
|
||||
163 VADERLANDSCHË
|
|||||
lxxxii. Groot nadeel leedt de Oost-lndifche
jbojjk. Maatfchappye by de inkruipende misbrui« -----— ken van de geoorlofde en opengeilelde
1754. Vaard en Handel voor byzondere Perfoo-
De zaa. nen. De Gouverneur Generaal mossel ^Oost-lt- nara zu^s met ^e ^aac^ei5 ^n Neerlandscb
Wn.n~ Indie in ernftige overweeginge , 't geen gaan' min ten gevolge hadt eenige veranderingen, na- voorfpoe-dere fchikkingen en bepaalingen, om al- dig danjen verboden Handelen Sluikeryen, door voor een baatzugtigen, van tyd tot tyd , onderno- men en gepleegd , te weeren, en het ontvreemden en verduifteren van de Goederen der Maatfchappye voor te ko- men. (*} De voordeelige Staat der zaaken in dat Werelddeel, onder het Bewind van deezen oplettenden Algemeenen Beftuur- der, kreeg dit Jaar een krak, door een zamenloop van Onheilen van onderfchei- den aart. — Eene fchriklyke Vuurfpuwing- van den brandenden Berg op Ternate, ver- gezeld van een geweldig onderaardsch ge- druisch, ging eene allerverfchriklyklie Aardbeeving voor, die het Eiland Amboi- na, en de daaromftreeks liggende Eilan- den, by herhaalde fchokken , met eene volflaagene verwoefting dreigde; de open- baare Marktplaats het onderstboven keer- de, de Kerken ten onbruik maakte, het Kafteél van zyne fcerkte beroofde, de Huizen tegen den grond wierp, veele In- woonders onder 't puin bedolf, en een on-
(*) Neder l. Jaarb. 1755. bl. £02-^814.
|
|||||
i
|
||||||||||
HISTORIE. iß
onnoemelyke fchade toebragt,aan dekost-LXXxiiy
baare Goederen, zo der Maatfchappye alsBOEiÜ van byzondere Perfoonen. (*,) —-----------—"
Een vreeslyke Orkaan en Watervloed, deedt 1^54'
op de kust van Bengale , de zee verre buiten haare oevers treeden, zette het land onder water en wierp, tot onbefchryflyk na- deel, veele Pakhuizen der Compagnie om verre. De kust van Coromandel trof het- zelfde lot, en het aanzienlyk Kantoor van Negapatnam liep groot gevaar, om voor het hooggezwollen water en den flag der baaren te bezwyken; terwyl de Plunde- ring des Kantoors van Bilimipatnam ,door de Maratten , de Maatfchappye op ver- fcheide tonnen fchats te ftaan kwam. (f) Konden de Onheilen der Verwoeltin- Pojt ba.
gen uit Aardbeeving en Watersnood her-'paaiende komftig, door menschlyk beleid niet gé-^.e"eu weerd worden, in de Oost -Indien, en bo-gegeevei,a ven' al in Batavia , was een bron van ramp , die lang gevloeid en thans eene al- le verbeelding te boven gaande, overvlöe- |
||||||||||
ying gekreegen hadt, ondanks de poogin-
|
||||||||||
gen van voorgaande Gouverneurs om de-
zelve te fluiten; de Pragt, naamlyk, uit eene zotte Hovaardy herkomftig. De Gouverneur mossel, gefterkt door een uitdruklyken last der Heeren Zeventie- nen, nam de noodige maatregelen tot be- ■ teu- (*) Neder/. Jaarb. 1755. bl. 814. . •; i
(t) Leevens van Foqrnaame Mannen en VfW-
V*»t VIII. D. bl. 240. ' L'5
|
||||||||||
ï?Q VADERLANDS CHE
x,xxii. teugeling van dit verdervend kwaad, en
boek. gaf een Plakaat met het afloopen deezes ■■■ ■■- Jaars in 't licht, om met het volgend Jaar Ï754- eenen aanvang te neemen, uit niet minder dan een honderd vier en twintig Artyk,elen beftaande, ftrekkende tot bepaaling van veel Pragtvertoons , en tot befnoeijng van vee- lerhande openbaafe geldkwisringen, onder de Bedienden der JVtaatfchappye, de Bur- geren van Batavia., en de /verdere Inge- zetenen , die elkander, doqr overdaadige weelde , bedierven. (*J Niet nieuw in ibort waren deeze .Bepaalingen, in het één en dertigfte Jaar der hvoórige Eeuw reeds en in deèze Èeuwe;py herhaalinge , en laatst in hét drie en dertigfte Jaar voorge- field. 'Onder 't oog eens nauvylettenden Gouverneurs, en in den beginne, mpgt men zieh van deeze maatregelen eenige gunftige uitwerking belooveh ; doch met den tyd, even zeker als voorheen, eene verflapping voorzien. Stichting Heeft ons Gefchiedblad den naam van derVrou cqi^LEMA, den Begiftiger van het Bur- we van ger, Vleeshuis te^e^,metdubbelverdien- Ä«tf>wa-den 20f gedagt, ('t) 't zelve, mag dien, niet ver-
'(*) Dit Reglement, volledig te vinden in de
Neder/, fraarb. 1755. 'bl, 94??—979. en verkort in de, Leevens der Mannen en Vrouwen bh 242. ver- fchafc ons in de bepaalingeti) een denkbeeld van de bykans alle verbeelding te boven gaande Pragt der Nederlanderen in 't Ooflen. ■ (t> Zie hier boven bl. 65.
|
||||
'■ .HISTORIE;
|
|||||||
37*
|
|||||||
veczwygen, van eene Edele Mevrouwe, lxxxej
in Grasmaand deezes Jaars,in eenen meer boek dan negentig Jaarigen ouderdom je Utrecht ------,
overleden. Maria duisjt van voor- 1754.
hout,, ;Baronesfe van Rh.ede, Vryvrqu- we van Rensivoude en Emtninkhuizen, Vrouwe van Mfjmh&erenkmd, Moer kerke en Middelhar nas, Uouariere ivan .den ,-flee- re FiLEMiK. ADRiiAAN , Baron van y Rhede,, Vryheer .van Remwoude en Em- minkhuizen, in leeven Voorzitter des Rid- der fchap 's Lands van Utrecht,, was de laaiüe van .haaren Stam , en ftelde , by Uiterften wille, in.denjaare mdccxlu gemaakt, en thans door haar' dood be« kragtigd, om van aanzienlyke uitkeerin- gen, in eenige haarer Heerlykheden, ;ea andere,niet te fpreeken, het AmbagtsJcin- dertaits te Utrecht, de Weeshuizen te Delft en in den Haage,. ieder voor een derde, tot haare eenige en algemeene Erf- genaamen aan, beloopende ieder derde ge- deelte ruim vyfmaal Honderd Duizend Gul- dens. Zo groot en aanzienlyk deezeErf- ïHaaking is, zo nuttig moetende byzon- dere eindens geoordeeld worden, waar toe zy begeerde, dat dezelve zou worden aan- gelegd, 't .Gebeurt vaak, dat in dergely- ke Gefliehten zich Jongens opdoen, wier QmMkende bekwaamheden , hunne ver- oifdenihg.ntot een hooger beroep dan.dat eens'gemeenen Ambagtsmans en Dagloo- aers aanduidden ; doch ;de bekrompen- heid :der Middelen , of ..de vastgeitelde Kegelen .dier iSüchtingßa,,. katen veeLai |
|||||||
ïjrs VADERLANDSCHË
Lxxxn. niet toe, die geestneiging, hoe duidelyk
boek. ook tekenende , door het noodig ónder» 1754. dien geen eigen kragt hun uit de laagte
verheffe , of byzondere Perfoonen zich huns aantrekken, onder den gemeenen hoop .nutloozer voor den Burgerftaat,dan zy anders zouden hebben kunnen worden, doorgaan. ——— Ter voorkominge hier van wilde gemelde Vrouwe, dat elk dee- zer tot Erfgenaamen gefielde Huizen, de Inkomften van zyn aandeel in de Erfenis- fe, bepaald zou aanleggen, om eenigen der bekwaamde Jongens, niet jonger dan vyftien Jaaren , af te zonderen , in de Wiskunde, Teken-Schilderkunst, Beeld* houwery , en andere Vrye Kunften , te doen onderwyzen. Deeze Kweekelingen moeften, door eene onderfcheidene Klee- ding , van de andere Kinderen afgezon- derd, uic deeze Erfenisfe, opgebragt en onderweezen worden. —— In Utrecht zag men eerlang, nevens het Ambagtskin- derhuis,een deftig Gebouw uit de inkom- ften dier aanzienlyke Hoofdfomme opge- haald, tot Huisvesting deezer veelbeloo« vende Jongelingen. Gelyk dit ten altoos« duurenden Gedenkteken ftrekt van deeze welgeplaatfte Milddaadigheid, hééft men allen grond van hoope, dat eene Stich- ting, op welk Nederland, als een Kweek- fchool van de nuttigde Zamenleevings* Kunften , roem mag draagen , veel nuts aan den Burgerftaat zal, toebrengen en Man- nen uitleveren, die aan de Burgerlievendê oog-
|
||||
HISTORIE. 173
oogmerken der Stichteresfe beantwoor-Lxxxn.
den. (*) boek. Strekte opgemelde Stichting , om an---------
ders dikwyls in 't duifter verhoolen bly-1754.
vende bekwaamheden, te voorfchyn te sp/tera brengen , althans de gunftigfte gelegen- £«*/'*» heid tot derzelver ontwikkeling aan te bie- v°°r **" den t dezelve brengt ons in gedagten, de dam ver- Uitvinding van een Kunstiïuk, thans ver- vaardigd. vaardigd, door eèn Man, wiens opleg tot een der gemeenfte Handwerken, niets van dien aart beloofde; doch, door overheer- fchende zugt, tot Wis en Werktuigkunde gedreeven, daar in zo goede vorderingen maakte, dat hy te Amfterdam openbaare Lesfen in de Natuur en Starrekunde gaf 9 naamlyk jan van den dam. £en Kunstltuk, door hem, met den naam van SpheraPerfe&a betyteld, beftondc uit een Spheer, op een voetftuk,waar in een uur- werk was, geplaatst , dit bragt alle de Hemelfche Lichaamen, als ook onze Aar- de* (*) Nederl. Jaarb. 1754. bl. 357. Tegenw. Staat
, van Utrecht , bl, 403. Laater heeft men vastge-
• field, dat, onder de Frye Kanflen , zonden begree-
pen worden, het Steenhouwen , het Scheepstimme-
ren , het Molenmaaken, de Bouwkunde, zo in *c
Burgerlyke als in den Kryg, de Zeevaardkunde, de
Stuurmanskunst, de Heelkunst, het maaken van
Mechapifche en Aftrouomifche Werktuigen en Hor.
logien , zelfs het Timmeren en Metzelen en der-
■gelyke Handwerken,zo verre dezelve tot de Bouw-
.kunde, of eenige andere der gemelde Vrye Kujiften,
volftrekt vereisqht worden. Tegenw. Staat als bon.
fel« 404.
|
||||
174 VADERL4NDSGHE
Lxxxir. de, in be'weeging, zo dat men daar, met
boek. eenen oogflag, alles kon waarneemeu wat ——— aan het uitfpanzel voorviel; ook kon het 1754. uurwerk afgezet, en alles met de hand in beweèging gebragt worden. Het ftelde iemand in ftaat, om, binnen ééne Maand, van de Starrekunde een uitgeltrekter en duidelykér begrip tekrygen, dan naar de gewinne wyze, door veel tyds daar aan te beiteeden. Beknoptheid, fraayheid en maakzel gaven aan dit Werktuig , den voorrang boven alle Planetariums tot nog 'uitgevonden, en konden de Liefhebbers bet zelve by den Uitvinder en Maaker be- komen , van onderfcheide grootte, en met meer of minder byzonderheden, naar ieders verkiezing. Zyn werktuigkundig vernuft vervaardigde, veele andere Kunstftukken, die de bewonderende goedkeuring der De Fran- Liefhebberen wegdroegen. {*) fche Een Franfche Schouwburg, buiten Am- bur°Ubuj fteriiam» in den Jaare MDCCLn, aan
teaëJm-' den Overtoomfchen Weg, gebouwd , en,
ßerthm fchoon van hout, pragtig opgehaald, en
verbrant. van binnen met de noodige gemakken en
Tooneelcieraaden wel voorzien, fpeelde,
naa het ondergaan van veele on voor deelige
lotwisfelingen, deezen Zomer, met re.dé-
lyken toeloop, tot op den twaalfden yaii
Oogstmaand, in den voornagt, een felle
brand.«
(*) Medegedeelde Berigtea, en Korte Verktaäring
van een niettw geinventeerd en gemaakt Planetari- itttH, genaamd Sphara Perfefta vertoettd in een Kuntt- füiaf, door jajï van den dak. |
||||
-*-.....
|
||||||
FÏÏSTORÏE. in
brand, dezelve geheel verteerde. Het iri-Lxxxrr}
geworteld Vooroordeel tegen allé Too'-boek, neelvertooningen beklaagde deezen ramp ——- niet; maar juichte veel eer over dit ongé-1754.' luk, zodanig een Leerfchool van Zedeloos- heid , gëlyk men 't noemde, overgekomen j greetig floeg het geloof aan eën uitge- strooid gerügt, dat het vertoonert van de Hel, aanleiding tot deezen brand gegeér ven hadt, en dezelve, als een wraak des Hemels, over zulk een boos faeftaan? moest aangemerkt worden. Doch hét vondt zich béfchaamd, over alle de ge- maakte aanmerkingen, althans gelochen- ftraft,toen't blëek,dat het Spel,'s avonds vóór den brand vertoond, dé MifanthroO' pe van den beroemde molière ge- weest was , gevolgd door ééhe Opera Les Sau'rs Rivales of de Zusters Mede- vryßers; Stukken,waar in niets haar de Hel gélykende te pasfe kwanï. Een ver- zuimde Kaats, werd, met grond, voor de oorzaak gehouden.-- Even verkeerdals men over den óorfprong van dien brand fprak , fchreévèri zommïgën hét geheel verteeren toe, aan onmëdöögenheid of kwaadaartigen yver tègèri de Franfche Schouwburg, welke té wëge gebragt zou hèb'béh, dat de aangevoerde Iptritén van ropdfom Amfterdüm, zich niet de behou- denis van hei brandend Gebouw weinig bekreunden:de waare reden was, dat, by Jiat uitbarften der vlamme, het vuur zo hevig woedde, dat 'er geen bykomen veel min reddèii Üf #as, Waarom men de zorg ge-
|
||||||
/
|
||||||
■
|
||||||
i?6 VADERLANDSCHE
txxxii. geheel aanwendde tot het bewaaren der
"Boek. Huizen, die te weder zyden van het bran- *-—— dend Gebouw, en zeer veeg, ftonden. J754' Gelukkig was het voor vyf en twintig *l • duizend Guldens verzekerd. _____. Van
dit Gebouw, 'c welk een vry grootfche
vërtooning maftkte, ongelukkig beroofd , lieten de Franfche Schouwburgfpeelers den moed niet zakken , om het Framch Tooneel, buiten Amfierdam, weder op te richten. Toen het hun mislukte, dit te doen in een Tent aan den Amftel, buiten de Utrechtfche Poort, keerden zy na den Overtoomfchen Weg weder, en floegen naast de Puinhoopen van hun afgebrand Tooneel, een Tent of Loots op , waar zy; in de folgende Maand ten Tooneele traden , en een der Tooneelfpeelderen , by het ophaalen des Gordyns, het gezel- fchap der Aanfchouweren, met eene wei- gepaste aanfpraak , over 't geleden onge- luk begroette, en zich met de zynen hun- ner, goedgunftigheid aanbeval. (*) 't LanJ- Van meer leeds vergezeld, van grooter TulTen fchade,en ernftiger gevolgen, was het af- Werkhuis branden; van het Landfchaps Tugt en te Leen- Werkhuis, te Leeuwaarden, tusfchen den. ■waar- twaalfden en dertienden van Slachtmaand. bL7t' Een Brand' die' doorde ligt aan te ftee-
* ken lirandftoffen van Wol en Brazilien-
hout, welhaast zich onredbaar vertoonde,
Vyf Mansperfoonen zaten op een plaats
waar
|
||||||
(*) Nederl. Jaarb. 1754. bl. 636. 81a.
|
||||||
historie* m
Waar toe men, te hunner reddinge* nietLxxxrrs
kon geraaken,den fmertlykften dood voorBOEK<l oogen ziende, ftaaken zy de handen door_____
de traliën,; fmeekende zo lang ója i'ulpe 17*4«
tot dat zy,- door den rook verftikt, geen geluid meer konden geevenj, en in de vlam omkwamen; ook het deerlyk lot eener ge- vangene Vrouwe, aan de Vallendeziekte onderheevig , die zich gelyk de andere Vrouwen, niet wist te redden ä met van eene verdieping na beneden te fpringen. Andere gevangen Mansperfoonen , waar ondereenigen zich reeds,uit benauwdheid en wanhoop, by elkander op rtroo nederge* legd hadden, in geene andere vervvagtiiig dan door de vlamme verteerd te zullen worden, kreegen met geweld van binneri te maaken en hulpe van buiten toegebragt , uitkomst, en zagen meest allen na een goed heen komen , gelyk ook één de* Vrouwen de Gevangenis ontvlugtte. MeE allen mogelyken fpoed, bragt men de aangevoerde Brandipuiten aan den gang 5 doeh met weinig baat, terwyl de Brand vast aanwakkerende hooger rees, langs de gefpanten van het dak opklom, de zolde- ringen aantastte, te regter en flinker hand , door de vieugels van 't Gebouw vloog, den voorraad van Hout en Turf aanftak, waar door de Vlam toorenshoogte in de lugt opfteeg, en, by een fterken wind, de gloeiende vonken , als een vuurige» regen, over de Stad dreef. Weihaase ftondt het geheele Gebouw in vollen brand } geen moeite , geen wakkerheid kon tot. xxii. deel. ~ M rèd- |
|||||
1
|
|||||
178 VADERLANDSCBE
Lxxxii. reddinge baaten ; weshälven men deeze
boek. niet vrugt aanwendde, tot behoud van het _u____ nabyttaand Ëlokhuis, of de Gevangenis van J754- net ^0^ ^rovinciaal' 'l welk reeds aange-
ttooken, de elende fcheen te zullen ver- meerderen. By 't vlytbetoon ter behou^ -denisfe , kwam het omloopen van den wind, waar door het gevaar van het Blok- liuis verminderde, Stads Turfhuis enAm- munitiehuis behouden bleef, en de zorg ■der Brandblusferen zich alleen behoefde 'te bepaalen,aan het Timmerfauis, en een groote fchuur met Hooi, reeds metBrand- zeilen bedekt. Met het aanbreeken vanden dag lag dit Gebouw, voor omtrent hon- derd Jaaren geflieht, geheel in puinhoo- pen, asch en kooien. De nieuwsgierig- heid heeft geene voldoening bekomen , Wegens de oorzaak van dit Ongeval, 't welk hoe erg , nog erger dreigde af te loopem Op een buiten gewoon befchreeven
Landdag, in de volgende maand gehou- den, belloot men tot den weder opbouw van het Tugt en Werkhuis, en volmag- tigden de Staaten de Raaden in den Hove Provinciaal > om de Gevangenis der be- houdene Tugtelingen thans op het Blök- huis, zittende, in een Uitbanning te ver- anderen, voor zo langen tyd als zy anders, naar geflreeken vonnis, zouden hebben moeten gevangen blyven. Dit was het lot Van één en twintig Tugtelingen, waar on- der vier Mansperfoonen, die volgens ge- woon gebruik*" omtrent de Bannelingen, naa
|
||||
H i s f o R i &: 'm
fm. het voorleezen van dit nieuwe Vonnis lxxéïU
één Gulden reisgeld kreegen, onl daar me- «oer* de , binnen daags Zonnefchyrt van dien —u^— dag, Leeuwaarden , en binnen drie da- i?54« 'igm, Friesland IQ vxiimtn. Veelen beviel- deeze vryheid , waar in zy nu kouden dee- len, niet twaalf die by den brand -zich weg- gemaakt hadden. Onder de Vrouwen 'Hortten eenige• traanen over haar lot, be- kommerd hoe zy, gebannen buiten Fries- - land, in 't holst van den Winter, aan de kost zouden geraaken. -—— Voorts be- ilooten de Staaten, om zodanige O vertree- ders van 's Lands Wetten, en andere Mis- daadigers, als men, zints eenige Jaaren, gewoon geweest was, tot den arbeid in het Landfchaps Tugt en Werkhuis te ver* wyzen, met het Banvonnis buiten Fries- land te flraffen, tot dat het Huis weder in ftaat zou weezen , dit flag van Boos- doenders en Kwaadwilligen te bevatten en te bewaareiii (*) — Binnen twee Jaaren herrees dit Huis , volheerlyk uit zyne asfche, en mag Friesland thans op een Tugt en Werkhuis boogen, dat voor geen Geiticht van dien aart in een der andere Gewesten behoeft te wyken» (f) Ondanks de herhaalde Waariêhuwingen ifSßi
door de Collegien ter Admiraliteit, inge- vol-
(*) Nedcrl. Jaarb. 1754.. bl. 1316. vóór 't Jaar
*?55- bl. 57. euz. (f) Tegenw. Staat van Friesland, IL D, I. Stuk
bl. 126. • • • ., M *
|
|||||
,
|
|||||
i8o VADERLANDSCHE
|
|||||
Lxxxn. volge van een Befluic der Algemeene Staa«
boek. ten van den Jaare mdccxlvii, waren ------- verfcheide Schippers en Stuurlieden deezer
1755. Landen in gebreke gebleeven , om de
Gedm - Vaartuigen van Algiers of andere Fran- gene fche en Moorfche Volken, zodanig te be- voorzor. jegenen , als de Verbintenisfen der Staa- ten °Vre-ten met ^e Volken vorderden; ter voor- de met " koming dier moeilykheden, gaven 'sLands- üedlge- vaders, in den Jaare mdccliii, een Voor- rytiea te fchrift uit, hoe de Nederlandfche Schip- bewaaren pers zjcn omtrent de Turkfche en Moor- /c^eVaartuigen, met welke het Gemeenebest in vrede was, moeiten gedraagen, alle vy- andlykheid ftreng verbiedende, en gelas- tende hunne Vlaggen en Pasfen op de be- paalde wyze te vertoonen. (*) Schikkin- gen omtrent Pasfen van de oude en nieuwe Prent en Snede, dienden tot meerder be- veiliging, der Zeevaarenden, tegen allen overlast der Roveren. De HollandJ'cbe Consful PARAViciNi hadt, in Gras- maand des Jaars mdccliv, de boven- ftukken der nieuwe Paspoorten aan den Dei van Algiers overgeleverd , die , te deezer gelegenheid, zyne voldoening be- tuigde , over de Schikkingen van hunne - - Hoog Mögenden , en onder andere ver- klaarde ; „ Dit is alles zeer wel! De Hol- „ landfche Schippers moeten zich flegts „ wagten, van op onze Kaapers te fchie- „ ten, indien de Franfchen niet op dezel- „ va
(*) NeJerl. Jaarb. 1753. 790.
|
|||||
i I
|
|||||
HISTORIE. i8i
„ ve gefchooten hadden ,zy zouden in de lxxxh,
„ laatfte ongelegenheid niet geraakt zyn, u0 e k „ enik heb gemeend te moeten doen, 't_____
„ gee^ik gedaan heb, ten einde zy zich 1755.
„ voortaan omzigtiger jegens ons gedraa- „ gen!" Hier op verzekerde de Heer PARAviciNi den Dei; „ Dat hun Hoog „ Mögenden, altoos gewoon eene behoor- „ lyke agting te vertoonen, voor de Mo- „ genheden, met welke zy in Vrindfchap 9, leeven, reeds, op de zwaarfte ftraffen, „ aan hunne Schippers verboden hadden, „ op de AlgierJcbe Vaartuigen, die zy „ mogten ontmoeten, te fchieten." De Dei toonde zich zeer geneegen, om alles van zynen kant, toetebrengen, wat het ver- oorzaaken van moeilykheden kon voorko- men ; en in 't Vrede-verdrag werd een Arty- kel ingelascht, wegens de nieuwe Pas- poorten , tot genoegen van den Holland- fchen Conful; en werd des aangaande den Reederen en Schipperen, hier te Lande, de noodige bekendmaaking gedaan. (*) DeezQ verrigtingen fcheenen den Vrede Moord
met Algiers, die reeds meer dan acht en aan. den twintig Jaaren ftand gehouden hadt, en [f' &.e' door 's Lands hooge Magten zo zorgvuldig g was aangekweekt, te zullen doen volduu- ren; en zou dit, zonder den moord aan den toenmaaligen Dei gepleegd, waar- fchynlyk het gevolg geweest hebben. Dan deeze werd, in Wintermaand des Jaars ,■• MDCCL1V,
(*) Nederl. Jaarb. 1754. bl. 422—425. M 3
|
|||||
*8a VADERLANDSCHE
lixxxn. MDCCLiv, in zyn Paleis, door een Pi»
poEic. Itoolfchoot, om 't leeven gebragt. Het -------Krygsvolk hadt eene Zamenzweering te»
17$5- ëen nem gemaakt, op den tyd van de be*
taaling der Soldye volvoerd; de Theiaii- rier kwam door handen van dit zelfde Vloekgefpan om, en het Opperhoofd van 't zelve zette ziqh op den zetel van den Dei,in de vaste venvagting dat hy tot het bekleeden dier Waardigheid zou worden uitgeroepen , waar toe hy last begon te geeven; doch eenige Officieren van den vermoorden Dei, beflooten op de Vloek- verwanten aan te vallen : geholpen door veelen van hunnen Aanhang fchooten zy 4e voornaamfte der Zamenzweerderen , en onder deezen derzelver Opperhoofd, dood: terftond ali eifendi aga, Hoofd der Moorfche Ruitery, tot Dei uit- roepende. Gerügten De maare van dit voorval vloog in Len- en tyditi- temaand, niet herwaards over, of de Vrede" Kooplieden vreesden voor eene Vreede- breuke breuke: eene vrees die welhaast aanwiesen met Ai- door zeer bedenklyke tydingen uit Mar- pers. falie f dezelve uitdniklyk vermeldende , welke terftond van hooger hand werden bekend gemaakt. Dan icheen die vrees te moeten verdwynen , wanneer, kort daar op, Gecommitteerde Raaden ter Ad- miraliteit te Amflerdam, to.t gerustftelling van allen, wien het mogte aangaan, ver- zekerden, dat, volgens Brieven van den Coniïü PARAviciNi aan den Staat, de jongst bekragtigde Vrede , op 'den |
||||
HISTORIE. 183
|
|||||
vyftienden van Sprokkelmaand nog ft.and-lxxxii»
hielde. Veelen lloegen nu de eerlie Be-BOEK. kendmaakingen in den wind / niet be- ———'_' denkende, dat de ßerigten uit Marfeille^ 1^55. fchoon flegts op mondlyke overleveringen van laater tyd rustende, düidelyker fpra^ keti dan die uit 'Algiers gehoon deezé vol- komen waarheid behelsden. Hoe wel de ge- rugten van een Vredebreuktoenamen,kon- den zy de hoop, op de tyding des Staats- dienaars gebouwd, niet doen wankelen, en hieldt deeze ftand , tot dat in' Grasi maand Brieven van dien Conful, de Oor- logsverklaring buiten allen twyfel ftelden. Men yerftondt toen, dat, zints den vyf« re Oor-
tienden van Sprokkelmaand, te Algiers aN log door les in beweeging was, door 't gemor vatif,e" De\ 't Krygsvolk en 't Gemeen, even zeer omv aar * Oorlog fchreeuwendevmet bedreiging van tot het uiterfte te zullen komen , wanneer men niet terftond, den Vrede met èenigeü der Christen Mogenheden verbrak, Dit dol begrip nam hand over hand" toe. Dé nieuwlings aangeftelde Dei, benevens zy- ne Staätsdieiiaaren , voor de woede des misnoegden Volks dugcende, fpanden deii Divan , pm te beraadflaagen tegen welk eene Mo'ge'nheid, zy den Oorlog zouden verklaaren. Dat dit nioest gedaan wor- den , wilden zy hunne Hoofden bewaaren, leedt geen twyfel meer. R,egtmaatigheid kon in deeze keuze de wet niet voprfchry- ven, Belang moest het Raadsbeiluit ople- veren ^ een Oorlog, die het meefte en ze- -- M 4 W- |
|||||
i84 VADERLANDSCHE
JLXXXH,kerfte voordeel beloofde, zou het Volk-
po Eic. aangenaamst weezen. De raadflag luid- ------ de • „ dat, naardien de Hollanders veels
*75$* v en rykgelaadene Schepen op Zee had-
„ den, en 't getal hunner Oorloglchepen, „ om dezelve te dekken, niet zo groot ,, was, als dat der Franfcben. en Engel- „ /eben , het breeken met de Hollanders „ veiligst en voordeeligst zou weezen." De Dei, in de maatregelen zyns Voor- zaats treedende, mögt veele redenen, ten voordeele der Hollanderen, bybrengen, en, onder andere, verklaaren , „ dat zy de „ Verbintenisfen altoos flipt naakwamen, ,, ryke Gefchenken overzonden, en geen. „de minfte reden van klaagen qplever- „ den," hy yverde, met gevaar, te ver-? geefsch. De Divan zou wel gehoor ge* leend hebben aan zyne bedenkingen, ons Land zo zeer tot eére (trekkende, als het tot fchande diende, dat eene verzwakte Zeemagtj't zelve boven alle andere Chris« ten-Volkeren ten doel des Oorlogs fleldej maar de vrees voor een Opftand* en een Bloedbad, hadt de overhand; het Ge- meen moest te vrede gefield, en de raad- flag van den Divan werd een volledig ße- fluit. De bekendmaaking hier van ftilde het morrend ongenoegen , en de Weer- fpannelingen, die reeds het moordgeweer tegen den Dei gewet hadden, lagen 't zel- ve wel voldaan neder. Een Amptenaar van den Dei, vervoeg*
de zich '9 's volgenden daags, by den Neder* fandfeben Gonful paravicini , met dee*
|
||||
HISTORIE. 185
|
||||||
deeze onaangenaame boodfchap. „ Myn lxxxu.
„ Heer , Conful! de voortreflykfte Dei boek. „ zendt my tot u, om u te verklaaren,-------
„ dat 'er een ßefluit genomen is, om den i755>
„ Hollanderen den Oorlog aan te doen, „ en dat het , derhalven, gevoeglyk is, „ dat gy van hier vertrekt; maar dat hy „ u, uit eene byzondere gunst, den tyd „ van twee maanden toeftaat om u naar „ dit bevel te fchikken. Gy moet wel ?, zorg draagen , van met geen Turk , „ Moor, of Christen,te fpreeken,om den „ voortreflykften Dei van gevoelen te doen ,, veranderen ; dat doende, zoudt gy uw „ Hoofd in gevaar ftellen." Paravi- Cini antwoordde, „ dat het oogmerk „ van den Dei zou worden nageko- „ men." — 's Anderen daags verfcheen die Amptenaar weder, met eene nadere verklaaring van 'sDeis welbehaagen, op den toon der volftrekfte eigendunklykheid, betuigende 5 „ De tegenwoordige wil van s, den voortreflykften Dei is, dat gy, in , ftede van twee maanden met uw vertrek „ te wagten, de eerfte gelegenheid daar „ toe, zo rasmogelyk, zult waarneemen. „ Weet ook, dat zo dra de Xebecqen in , Zee zullen geloopen zyn, alle Holland' ,,fche Schepen 3 welke zy op Zee ont- „ moeten, voor goeden prys zullen ver- „ klaaren,en Schip,en Laading,en Man- ,, fchap." -----— Een Bevel van dien
dringenden aart bewoog den Conful, om,
met allen fpoed, alles tot zyn vertrek ge- reed te maaken. De hefchikking van het M 5 nood- |
||||||
<
|
||||||
i86 VADERLANDSCHE
Lxxxu. noodwendige deedt hem nog veertien da-
BOEK. gen te Algiers vertoeven, in geduurige ----— vrees van,op nieuw,onaangenaame bood-
1755.. fchappen te zullen ontvangen, tot dat hy
zich eenigzins gerust gefteld vondt, door eene weeie van. wegen den Dei, „dat het j, Tydsbeitek van twee maanden zou (tand i-, gfyPen i ten aanziene der Hollandfche ,, Schepen,en dat deXebecqen,voor den „ twintigtien van Grasmaand, geene.vy- „ andlykheden tegen dezelve zouden plee» „ gen." ---- De algemeene kennis, die
pakavicini van den onbeftendigen
aart der Algerynen , en de nog verfche proeve, welke hy van de veranderlykheid des Deis hadt, deedt hem op die belofte niet veel vertrouwen , en bediende zich van het eerile Schip, 't welk na Gibraltar vertrok, om de Heeren butler, Con» fuls van den Staat, aldaar te onderrigten van het gevaar , 't welk de HoUanaJchs Schepen liepen van de Algerynen. Zelve ging hy met zyn Huisgezin en Goederen aan boord naa een Engehch Schip , om na de eerile Haven in Provence over te fteeken. Schoon de Oorlogsverklaring tegen de
Hollanders genoeg was, om het misnoe? genj der Algerynen te doen bedaaren , wilde de Divan , den Oorlog verklaard zynde , het Volk een volkomen ge- noegen fchenken , door hun Roofliist meerder ruimte te geevên, en de Kaap» vaard open te flelien tegen alle Mogen he- den, wier ^eemagt geen gedugt vertoon i . ■:: ' maakte; |
|||||
s
|
|||||
HISTORIE. 187
sïaa-kte; van hier de voorflag om met alle lxxxii.
Volken, Frankryk en Engeland uitgezonT boek, derd, te breeken. De Confuls van Zwee- ——- den en Deenemarken wisten, zo men wil, 1755» door Gefchenken, en door den aga der Moorfche Ruiterye , wiens gezag en in- vloed te Algiers-veel vermag, in hunne belangen te trekken, deezen fïag af te leeeren. 's Keizers Conlui gelukte dit niet, waar om hy het gevaar, waar aan hy zich vondt bloot gefteld, ziende, nog voor het einde van Lentemaand, vertrok en te Li- porno aanlandde. Ünmiddelyk naa de Oorlogsverklaring,
repte alles te Algiers de handen , om Vaartuigen ter Roof- en Kaapvaard uit te rusten. Reeds met den aanvang van Lei> temaand, lagen 'er eenige Xebecqen ge- reed, en men fprak van een nog grooter aantal toe te rusten ; doch gebrek aan bekwaame Stuurlieden, en bevaare Man* fchap , vertraagde dit werk , waar om de Dei na alle plaatzen langs de /Hgier~ /che mist zondt. om zo veel. Zeelieden, als men bekomen kon, ,te werven. Ma home TH de Vj in Wintermaand Hoop j
des afgeloopen Jaars te Conflantinopole dat de overleden zyude, werd onraiddelyk doorlede zyn Broeder osman »en lil opge- „^[^ volgd, en deeze voor K-cizer uitgeroepen, den Vre, De Baron de hochepïed , Afgezant van de zou hunne Hoog Magenden by de Ottomannh bewee» [che Porte hadt, in 't begin van Louw-gen' maand gehoor, by den eeriten.Vizier,öui £-yne Gdukwenfchingen af te leggen,, dia twee.
|
||||
* ^
|
|||||
i88 VADEHLANDSCHE
lxxxii. twee dagen laater den gemelden Baron we-
uoEK. der ten Gehoor noodigde, te welker ge- ------- legenheid hem een Brief van den Groo-
1755. ten Heer werd overgeleverd, aan hunne
Hoog Mögenden, tot Bekendmaaking van zyn komst tot den Throon, vergezeld van eene gunftige aanfpraak des Groot-Viziers, met verzekering, dat de nieuwe Keizer geneigd was alle de Verdragen, die ten tyde zyner Voorzaaten ftand gegreepen hadden , onfchendbaar in agt te nee- men.------- Eenigen gisten, dat de dood van den vreedzaamen Sultan mahometh
den V, de Algerynen tot het vorderen van den Oorlog hadt aangezet, in hoope dat zy fletm zouden vinden, in diens Op- volger osman den III, verwagtende, dat deeze, door Krygszugtiger geest ge- dreeven, dien ftap zou goedkeuren; doch niets fcheen grond te geeven , om zulks te wagten. Hier te Lande vleide men zich met het denkbeeld, dat de Ottomannifche Porte, die met geweld doorgedronge Vre- debreuk, hoogst zou mishaagen: naarde-, maal het rooven der Algerynen den Le- vantfchen Handel, voor de Turken zelve zeer veel naadeels toebrengt, en was men niet zonder hoope, dat de altoos veelver- mogende Vertogen der Porte de /ilgery- fien, hoe zeer ook op roof verhit, tot be- daarder gedagten zouden beweegen, althans de fpraakging, dat de Afgezant van dee- zen Staat ten Hove des Sultans, last ont- vangen hadt, om ten dien einde de ernftig- fte verzoeken te doen. Hier
|
|||||
H I S T O R I Ë. i%
Hier op , nogthans, liet men het Lxxxn*
in de Vereenigde Gewesten niet aanko- boek. men: een kragtdaadiger en zekerder mid- .-------
del, tot bedwang der Zeeroo veren , be-1755,
ftondt in Oorlogfchepen na de Midde- Oorio«- landjche Zee te zenden, tot dekking der toerustln* Zeevaard, en afbreuk van den Vyand. gen hier Terwyl de Qost-Indifche Maatfchappy te Lande, een Berkantyn toerustte3om op de thuis- komende Oost • Indifche Schepen te kruis« fen , en dezelve van de Vredebreuk te verwittigen , bragt men verfeheide Oor- logfchepen in gereedheid,om na de Mid' deland f che Zee te fle venen. Herhaalde Waarschuwingen van de Admiraliteit te Amflerdam, maanden het Volk, onder bedreiging der ftraife , op de nalaatigen gelteld,aan,om zich, zonder uitftel,bin- nen een* bepaalden tyd, aan boord te be« geeven, van de fchepen der Zeevoogden onder welken zy dienst genomen had- den. — Ook maakte die Zeeraad bekend, dat,met den eeriten goeden wind,naa den eerften van Bloeimaand, Convoy zou ver- leend worden , na Lisjabon en Cadix, en dat de Capiteins gelast waren, alle zoda- nige Schepen der Ingezetenen van deezen Staat, als van hun geleide zich zouden willen bedienen, tot zo verre te vergezel- len , als deeze hunne beftemming eenig- zins zoutoelaaten. —Vervolgens verleende men dit Jaar, van tyd tot tyd, Convoy, zo na Cadix, als de Middelandfche Zee9 tot Livomo toe, en na Smirna. Twee Oor- logfchepen door de Admiraliteit van Am' |
||||
ijo VADERLANDSCHE
W&Xii. fièrdam uitgerust, gingen kruisfen op dé
boek. t'huiskomende Oost-Indifche en andere ------- Koöpvaardyfchepen. ----- Wyders liet
1755- de Zeeraad aankondigen, dat, aangezien
het Vredeverdrag met den Keizer van Md- rocco geflooten, en de vriendlyke Schik- kingen, zedert eenigen tyd met die van Tunis en 1ripoli gemaakt, vorderden, dat de Ingezetenen van den 'Staat 3 niettegen- ftaande den verklaarden Oorlog met die van Algiers, nog moeften blyven vaaren, met Turkfche Paspoorten, de Regten daaf op, géduurende den Oorlog met de Alge- rynen, zouden worden verminderd. —- De Algemeene Staaten moedigden, by de openbaare bekendmaaking van den Oor- log, het Volk in den Zeedienst van den Lande aan, tot het doen van allen moge- lyken afbreuk, door niet alleen, aan de Schepen van Oorlog, die een Algerynsch Schip mogten veroveren, tot belooning te laaten, het ganfche aandeel, 't welk het GemeeneLand in denPrys toekwam;doch daarenboven een gefchenk van vyftig Gul- dens toe te zeggen, voor ieder man, die zich, by 't aanvangen van 'tGevegt, óf op het bemagtigde of vernielde Schip had bevonden; voorts de noodige befchikkingen aankondigende, wegens het opbrengen der Pryzen, en het heroveren van reeds door de Roovers genomene Schepen. Spaamch Allerbelemmerendst en gevaarlykst was Convoy de onverwagt ontftaane Vredëbreuk, met op eene ^je v^ï\ Algiers ^ voor de Schepen, die zich cende'8* 'm I* havens der Middelatidfche Zte be- yon-
|
||||
H I S T O R IE. i9i
|
|||||
vonden, en van Vaderlandsch Convöy lxxxil
verftooken, ten gereeden prooy zouden boek. ftrekken, van de gréetige Roofzugt, in--------.
dien zy het waagden, onbefchermd, die Ha-1755.
vens te verlaaten, om hunne reizen 'te ver- wyze vorderen. De Baron van wassenaar,aan onze Afgezant van deezen Staat aan 't Hof Schepen van Madsid , met hun lot begaan, ver-^.d<\ voegde zich, van de Oorlogsverklaring on- /a'„J*~*f~e derrigt, terftond by Ricardo wall,^m ver- Secretaris van Staat, ohi SpaanJ'che Be- leend. fchutting voor de Nederlandjche Schepen te Verzoeken : deezeg'ing onmiddelyk den Mi- tiister van Zeezaäken den Heer arriaga fpreeken,en kwam, binnen een vierendeel uurs , vol blydfchap, te rug, verzekeren- de dat alles naar 's Afgezants wensen be- zorgd was, en de daar toe noodige beve- len, nóg dien zelfden avond zouden wor- den afgevaardigd. — Dit beftondt in het ver- leenen van twee Oorlogfchepen, één van zeventig en één van zestig Stukken, om de Koopvaarders tot buiten het Nauw van de Straat van Gibraltar te geleiden. De vaardigheid en beleefdheid gaf aan dit hulpbetoon eene dubbele waarde. De Ba- ron van wassenaar betuigde 's anderen daags, by den Heer wall zynen dank, en deedt van deeze heuchlyke fchikking kennis geeven aan de Koopvaarders', die Zich in de Spaanfche Havens aan de Mid' dellandfche Zee bevonden, ten einde zy na Alikanten zouden zeilen, van waar dit Geleide zou vertrekken. Men wilde ook, dat 'er in den Raad des Konings van Span- je |
|||||
i5>a VADEPvLANDSOHË
ixXxii. je ftondt beraadJlaagd te worden, om deti
BojEK. Algerynen verderen afbreuk te doen. (*) -------Dat men hier toe befloot, is af te nee«
1755. men, uit het eerfte geval in deezen Oor-
Ontmoe-log, zonderling genoeg om onderfchei- ting van den vermeld te worden, als een tafereel den Ca- van uiterfte benauwdheid, en vreemdften adrÏaan J°twis^ei opleverende. Adriaan van der vAn der kam » voorheen Commandeur onder de kam met Admiraliteit van Zeeland, was toen de de Alge- Vrede hem geen vooruitzigt van beftaan rytien. 0f bevordering, in 's Lands Zeedienst beloofde , te raade geworden, als Capi* tein ter Koopvaardy te vaaren. Reeds in den Jaare mdgclii , zeilde hy vari Middelburg na de Middellandfche Zee $ van de eene Haven op de andere vaaren- de, zonder in 't Vaderland, weder te kee* ren. Met het begin deezes jaars, be- vondt hy zich te Venetien, van waar hy in Sprokkelmaand onder zeil ging , om na Figos in Spanje te ftevenen. Het Fre* gat, door hem gevoerd,was wel geboord voor zes en twintig Stukken Gefchutsj doch hadt niet meer dan veertien kleine Stukjes op , en even zo veel Manfchap aan boord, eene geringe verdeediging en zwakke bemanning, doch ter Handeïvaard genoeg, en gefchikt naar de weinige waar* lchynlykheid van gevaar: by zyn vertrek van Venetië, wist men daar nog niets vari
I .. -' (*) Neder/. Jaarb. 1755. bl. 154. 163. 206. v.i$t
aao. voor 't Jaar 1756. bl. 441. |
|||
HISTORIE
|
|||||||
193
|
|||||||
van de Vredebreuk. Door Storm en Onf- Lxxxrr.
weer op Zyne reis vertraagd, was hy, op boek. den veertienden van Grasmaand« tot het É'üètidTvica gevorderd. Hier ontdekte hy 1755. drie Türkfcbe Xebecqen, die blykbaär hun best deeden, ötti by hem te komen, gelyk gelukte. Van der kam, van alles kwaads onkundig, en niets van dien aart ver- moedende , deedt alles wat de Bevelen van den Staat, by hét ontmoeten van Turkfcbè Vaartuigen, vorderen. Doch, in ftedë dat de Stuurman, dien hy met zyn Pas aan 't boord van een dér Xebecqen zondt, niet de manfchap te rug kwam, bevonden zich in de floep twaalf Turken, mét het ge Weet onder de lange klëederen verborgen. De Gapitein ontving de Officiers met alle be^ leefdheid j die dé Hollandfcbe netheid preezch en verZogten de Kajuit te zien. Het uitzetten der Barkasfen van de Xe- becqen, waar in men Beddegoed, Kaar- ten en Boeken pakte, baarde niet weinig agterdenken u by den Stuurman van van der kam, zyne blykbaare ön>« gerustheid tragtte men te vetdryven» door te zeggen dat zyn Pas goed was, en men flegts voor hadt eenig water van zyri Capitein te verzoeken. Op die verraaderlyke wyze met de Bar-
kasfen aan boord van 't Fregat genaderdj fprongen 'er tusfchen de veertig en vyf- tig Tarken over, die het Volk met het platte hunner Sabels floegen, tot op 't herribd uitkleedden * en onder dea Scheldnaam van Handen na de Sloep» dreevëriy welk lot öök den Capiteiri të Mn. deei,. N beurt:':
|
|||||||
194 VÄDERLANDSCHE
|
|||||
jlxxxïi. beurt viel, in weerwil zyner bedreiging
poe K. van na Algiers te zullen zeilen, om over ——- hun te klaagen. Indien hy niet zweeg be- *755' dreigden zy hem met een oogenbliklyken dood, en hy werd met zyn Volk na de Xebecq gevoerd. Hy kon niet te weeten komen wie de Capitein was; doch ver- nam de Vredebréuk , als mede dat zyn Schip prys was, en hy benevens zyn Volk Slaaven. Geen donderflag kon fchriklyker klinken dan die tyding, verbaasdheid en wanhoop ftondtop aller weezens,vergeef- fche traanen vloeyden uit de oogen, en vrugtloofe jammerklagten vervulden de lugt. Het Fregat werd na. Algiers opge- zonden en het Volk op de drie Xehecqen verdeeld: waar zy alle mishandeling moe- ften verduuren. Tegen den avond zag men land, da Stuurman der Algerynen be- geerde uit van der kam te weeten,waar hy het voorhieldt: deeze antwoordde St. Martyn , een uithoek aan de Spaanfche Wal. , De Turkfche Stuurman beweerde dat het Tvica was; waar uit van der kam opmaakte, dat deeze zich twintig mylen vergiste, en, gelyk hy zyn Stuurman te kennen gaf, hoope op Verlosung uit de Slaaverny fchiep. De Algerynen zetten hun kours voort, en den volgenden dag ontdekte hy nog duidelyker hunnen misflag, alle verkenningen weezen uit, dat zy de Jkai van Alikanten naderden. Van der kam zag vyf Spaanfcbe Xebecqen onder den wal , van dit bemoedigend gezigt; gaf hy kennis aan zyne lotgenooten, die, zich met hem op dezelfde Xebecq be- .'.•■-d -•• " . . von-; |
|||||
H ï S t O R ï È. if$
Vonden. De Xebecqèn ontgingen hêt -oog lxxxiX*
der Algerynfche Stuurmans niet; doch hy boeM» hieldt ze voor Catélaarifchti Barken. Schoon-------
de Commandeur,naaf zyn gevoelen ge- 1755»
vraagd, onbewimpeld zyne meening ver- klaarde vondt dezelve geen ingang by de Algerynen, die geen vermoeden hadden * dat 'er Spaanfche Xebecqèn in Zee zouden weezen, en zich in hun begrip verfterk- ten, om dat de Spanjaarden gewoon wa- ren hunne Xebecqèn, op de Turken afge- zonden, altoos door één of twee kloeke Oorlogfchepen te laaten dekken. ■ Het meer opkomen van den dag beves* tigde de gisfing des Commandeurs. De Turkfche Stuurman wendde na de Alge- rytifche Xebecq, die 't Opperbevel voer- de, hy kreeg last meer van den Spaan- fchen wal af te houden, na de Moorfché kust koers te feilen, en , daar de Span- jaar ds op hun afkwamen, alles tot een ge* vegt gereed te maaken, en dezelve dan in te wagten; Alle poogingen om de Span* jaarden in zulk een ftand te brengen, dat zy dezelve konden enteren mislukten. De Spaanfche Bevelhebber toonde, dat hy een wakker Krygsman en een goed Zee- man Was. Toen deeze met de vier ondef hem ftaande Xebecqèn , onder 't bereik van 't Ge'chut der Algerynen gekömeri was, heefchen deezen de vlag op, en aee* den ieder een fchóot, onder een fchriklyk- getier, met de uiterfte veragting, de vy£ Spaanfche Xebecqèn niet meer tellende* dan yyf Waterhoenders. 'Deeze nader*- • .• N 2 den, |
||||||
ipê VADERLANDSCHE
Lxxxii. den, ondertusfchen, in een welgeregelde"
boek. flagorde gefchaard, zeilden de vyanden - een en andermaal, onder 't geeven van de 1755. laag , 'voorby. t'Gevegt duurde van half
zeven in den morgenftond tot 'snagts ten elf uuren. Het zonderling beloop en de "gelukkige
uitflag kwam hier op neder. By den aan- vang des Gevegts werd van der kam, met zyne Officieren, in een hoek van een zeilkooi geflooten, en door vier ge wapen* de Turken bewaard. Akelige toeftand in het tegenwoordig tydftip, en vermeerderd door het vooruitzigt op zeer mogelyke elenden ! Slaaf, beroofd van alle midde- len om zich te redden, blootgefteld aan 't vernielend kanon. Welk een keer de zaak nam, zy konden zich niets dan het ergfte voordellen, en althans niet hoopen op een zo gunftigen lotwisfel, als,naa 'tuitftaan van duizend doodsangften, hun, te beurt viel. Schopten de Turken tegen de Span- jaarden te kort, het was niet vreemd dat zy beflooten, den brand in 't buskruid te ileeken, en het Vaartuig met alles in de lugt te laaten fpringen; beflooten zy tot de overgave, zy konden hun eigen Slaa- ven de vryheid misgunnen, en het leeven beneemen. Het Schip, reeds een menigte van grondfchooten bekomen hebbende, kon zinken, en zy in 't water een gewis- fen dood vinden. Zelfs de Spanjaarden meefter wordende konden, in dolle woe- de, zonder Vriend ofVyand te onderken- nen, alles wat hun voorkwam , nederfa- |
||||
HISTORIE. i#
beien. — Van dek. kam bevondt zich Lxxxif.
op de buitenfte der Jlgerynfc&eXebecqQn^ boek. die a.an 't heevigst vuur blootgefteld, zo •-------
zwaare grondfchooten bekomen hadt, dat 1755*
dezelve dreigde te zinken. Dit ongeluk was zyne en der zynen behoudenis. Zy werden boven geroepen, en hoorden de onverwagte betuiging des Turkfchen Ca- piieins , dat zy Vry en de Algerynen thans Slaaven waren ; hem verzoekende voor hun by de Spanjaarden te fpreeken. Van der kam belooft het, doch gaf te- vens te verftaan, dat geen voorfpraak baa* ten zou j, zo lang de vlag bleef waaijen en alle de zeilen byftonden. Hier op kree- gen de Commandeur en zyn Stuurman ieder een Sabel in de vuist, om, naar wel- gevallen te gebieden ; onmiddelyk beval hy de Vlag te ftryken en de Fok te laaten vallen. Het vuur der Spanjaarden hieldt, egter, aan; hy zondt Volk na beneden, om het groote lek te floppen, en de Tur- ken , in alles zeer gewillig gehoorzaamen- de , hielpen hem het gefchut over boord werpen. Het dek lag vol dooden en ge- kwetsten, anderen fmoorden om laag in 't water; de tyd liet niet toe tte dooden ia Zee te werpen. Van der KAM-fjep de naafte Spaanfóhe Xebecq toe , dat men. met fchieten zou ophouden ; dewyl de Turken zich wilden overgeeven: naa nog eene laag doorgeftaan te hebben, zonden de Spanjaarden Barkasfen na de Turkfche Xebecq, waar op hy zich bevondt; doch gee,n Spanjaarden wilden aan boord ko- N 3 men; |
||||
I2& VADERLANDSCHE
Lx^xrr.nien : in deezen nood moest ieder, vol*.
11 o EK. gens 't bevel van van der kam* die het _____ geflopte lek weder hadt doen openen,waar'
1755:' ^oor ^e ■^e'3ecq ten naaften by vol water
' ' liep, en op zyde floeg,om een goed heen komen zien. Eene deerlyke vertooning,, gezonde, gekwetste, en doode Turken, 't Volk van den Commandeur, dreeven x met alles wat uit deXebecq fpoelde,door elkander. De eenige kans ter lyfberbing was in Zee te fpringen, en na de digtst byliggende Spaanfcbe Barkas te zwem-: men. Van der kam met de zynen deedt dit, biddende Christenßaaven te willen, bergen :gelyk onverwyld gefchiedde, Veer^ tig Turken, de eenigen, die van twee hon- derd vyftig Man op dat Vaartuig, welke piet in 't gevegt of door 't water (heuvel- den, werden opgevischt, AHervriendlykst was 't onthaal aan
't boord des Spaanfchen Bevelhebbers van dit S.maldeel Xebecqen , die, verftaaii hebbende wie de Commandeur en zyn ge- val was, als mede hoe nog verfcheide van, diens Volk op de andere Mgerynfche Xe- tecqen zich bevonden, wel gaarne van, den aangebooden dienst ter hujpe, om die mede te bemagtigen, gebruik maakte. D§ dóorfchoote Zeilen beletten den Algerynen fjét vlugten. In 't hervatte gevegt, fchoot eerst een der Jlgerynen te kort, en begon dé Vlag geftreekenhebben.de, te zinken. Van d.er kams Volk op dit Vaartuig was in leeven, en werd met eenige Tur- fen gered, De ander 's nagts ten elf uuren |
||||
HISTORIE. " 199
buiten ftaat van verdeediginge gebragt lxxxii.
zynde, wilde de Capitein der Turken het boek. vuur in eigen kruid fteeken: doch daar-------
in door de Mooren verhinderd, gaven zy 1755.
hunne gereedheid ter overgaave te ken- nen, 't Volk werd afgehaald uit het Schip 't geen,gelyk de twee andere, in de diepte verzonk. Zy bragten vierhonderd zes en negentig Gevangenen te Cartagena op, omtrent zes honderd waren 'er gefneu- veldj toen van der kam ze in ketenen zag flaan, en hun over hun lot troostte, kreeg hy tenantwoord, Geduld: Capi- tein! 't is de Fortuin der Zee! Met die zelfde koelheid, hadt de Capitein van de tweede vermeefterde Algerynfche Xebecq, aan 't boord der Spaanfche gebragt, bin- nen treedende, als of 'er niets gebeurd was, in 't Spaansch gezegd Goeden avond Heeren. (*) Was de Beftelling op de Voogdyfchap, Pries-
en 't aankleevende van dezelve, over de!ands. Vorstlyke Kinderen, in gevalle de Gou«-'*^^" vernante, geduurende derzelver Minder-de Voo*- jaarigheid mögt overlyden, in Gelderland tyfca?. als uit den boezem der Beftuurderen van dat
(*) Nederl. Jaarb. 1755. bl. i\6u Vas der
k&m, naa zo veel rampfpoeds gelukkig doorgewor- fteld te hebben, kwam ia 'c Vaderland en ftak, als eerfte Luitenant, onder Cap j. stavorinus in Hooi- maand des Jaars 1756. in Zee, otn een Convoy na . de Straat te geleiden, en aanvaardde, dien Capitein in de Middelandfcke Zee overleden zynde,het Scheeps- bevel, Nederl- Jaarb. 1757. bl. zi6. N 4
|
||||
200 VADERLANDSCHE
Lxxxit.dat Gewest, in 't verloopen Jaar, voort-
boek- gekomen. (*J Haare Koninglyke Hoog» ------- heid begeerde dat andere Gewesten hier
1755* °P desgelyks bedagt waren, en fchreef,
mee het einde van Lentemaand deezes Jaars, Staaten van Friesland, verzoeken- de dat zy vier Heeren, benevens de Lands- Secretaris, zouden benoemen en gelasten om, wegens, dat gewigtig ftuk, met haar een Plan te vormen. Men marde niet om aan dit verzoek te voldoen, en reeds, eer Grasmaand ten einde liep „ hadden vier Heeren,uit de vier Kwartieren benoemd, benevens den Secretaris, over dit ftuk ge? hoor by de Gouvernante: en werd den twaalfden van Zomermaand ten opzigte van Friesland* met goedkeuringe dier Vor« ftinne, een Reglement vastgefteld, 't geen in de groote hoofdzaaken wel zamenftem- de met de Bepaalingen in Gelderland ge- maakt; doch eenige wyzingen kreeg, ge- fchikt naar het Landsbeftuur in dat Ge- west , en daarom eenige nadere melding verdient. „ De Meerderjaarigheid werd op de
,, vervulde Achttien Jaaren bepaald. — „ Betreffende de Opvoeding, zou haare „ Koninglyke Hoogheid verzogt worden ,, eenige Perfoonen, en onder deezen ten „ miniten één van de Leden der Regee- „ ringe van Friesland , of meer , naar ^, evenredigheid dezelve uit andere Ge- (*) Zie hier boven bl. 157.
|
||||
HISTORIE. aoi
., westen zouden worden genomen, voor txxxir.
„ te draagen,in welke voordragt men zou doek. ., berusten. „ Omtrent de Waarneeminge van het 1755*
„ Erfftadhouderfchap, zouden te Staaten, „ uitfpraak doen over de Gefchülen en „ Oneenigheden, welke tusfchen het Hof >» van Justitie , de Magiflraaten der Ste* » den , en Landfchappen mogten ont- »» ftaan. ------- De openvallende Land-
v fchaps Ampten, zouden te hunner be-
» fchikkinge weezen ; zy een Grietman »> van het Bild aanitellen, en by openval- j> linge der Grietenyen , de verkiezing »> doen van eenen Grietman, uit de benoe« »> ming van drie wettig geftemde en ver- *> kiesbaare Perfoonen. —■— Zy zou- »• den het regt van Pardon geeven mtoefe- '> nen, doch niet anders dan met toeftem« » ming der vier Kwartieren; en de aan- »> ftelling hebben van den Luitenant Hout- »> vester en Secretaris van het Jagtgerig- 5> te; doch de vier Meefterknaapen zou- »> den verkoozen worden van ieder Kwar- » tier, waar in het Ampt openviel. ~*— » Dit zou ook ftand grypen, omtrent de » de opengevalle Raadsheersplaatzen en s> Curatorfchappen van de Academie, waar »» omtrenr het bedryf van Erfitadhonder, »3 geduurende de Minderjaarigheid, zou »» ilaapen; dit zou ook 't geval zyn, by » het ontdaan van oneenigheid over de s, Belastmgen,die metéénpaarigheidmoe- >, ten worden vasrgelteld, of men moest » met vier Kwartieren daas ia overeenko« N 5 men, |
||||||||||
soa VADERLANDSCHE
ixxxii. ,j men, om aan een Collegie of één Emi-
boek. „ nentPerfoon of meer Perfoonen van Re- -------» „ geeringe binnen het Gewest de beflisfing
i?55- j, op te draagen. Insgelyks zou de Cura
„ Magnificentisfima van den Erfftadhou- „ der flaapen, en de zorg van de Acade- „ mie weder gebragt worden op dien voet „ als dezelve vóór denjaare mdccxlviii „ geweest was.----- De zitting van den
„ Erfftadhouder op het Collegie «in het
,, Hof Provinciaal en 'sLandsrekenkamer, j, kon,geduurende dien tyd, van geenebe- „ tekenis wee«en. ----- Over de Amp-
„ ten tot het Krygsgerigte behoorende,
„ zouden de Staaten, als dezelve open' „ vielen , befchikken; doch de Goed- „ keuring der Vonnisfen yan het Krygs- „ gerigte zou aan den Hertog van bruns- „ Wyk worden opgedraagen. ------ Wan-
„ neer twee Kwartieren tegen twee fton-
„ den, of twee Kwartieren weigerden of „ marden met hunne Kameradvifen uit te H brengen, zou de Beflisfing ftaan aan het j, Collegie, mits alle Leden voor af, by „ plegtigen Eede, beloofden omtrent de „ uitfpraak, geen de minfte agt te zullen „ flaan op het Kwartier, waar uit zy wa- „ ren afgevaardigd; maar alleen het Alg&' „ mem Welzyn in 't oog houden. „ De Raadsbeftellingen in de Steden,
j, met den aankleeve van dien, de lieflis- „ fingen der Gefchillen daar uit en daar „ over ontftaande zouden uitgeoefend en. „door de Steden opgedraagen worden,,. j, aan haare Doorlugtige Hoogheid tyle- „ vrou«
|
||||||
HISTORIE. -203
„ vrouwe de Prinfesfe, eerfte Douariere Lxxxir.
„ van Oranje en Nas/au, Grootmoeder, boek. ,, en , by onverhoopte aflyvigheid van de---------
„ zelve,eer de Prins Erfitadhouder Meer« 1755.
„ derjaarig was geworden, aan de Prin* „ fesfe Carolina, de achttien Jaaren be* v reikt hebbende; doch indien dit geval „ mögt plaats grypen, terwyl Carolina. v nog verre van de vereischte Jaaren was, „ zou door de Steden , met kennisfe en, „ goedkeuring van de Prinfesfe Grootmoe- „ der , eene Interims Voorzuninge wor- „ den gedaan, gelyk ook Prinfesfe caro« „ Lina, in diergelyk een geval zou doen „ om te dienen tot voorzorge , zo iets „ menschlyks gebeurde, eer de Erfftad- „ houder Meerderjaarig was. „ De Hertog van brunswyk, zou,op
„ Inftruftie, het Capitein Generaalfchap „ van Friesland hekleeden. Het ftuk der „ Patenten, by alle de Bondgenooten te „ befchikken , bleef volftrekt uitgezon« „ derd ; doch kreeg hy, tot wederzeg- „ gens toe, als dan de Begeeving van de „ openvallende Krygsampten van Collo« „ nel tot Vaandrig ingeflooten; alles on- „ der de noodige hëpaalingen van de „ Goedkeuring der Staaten en 'tverleeneq „ der Commisfieq. Wat de Vestingen ,, r> Magazynen , en voorraad van Oorlog „ betrof, zou zulks in Friesland, omtrent „ gevallen van aangelegenheid, niet nior/ „ gen gefchieden dan met overleg van $, gemelden Prins. „ Ook werden 4e Afgevaardigden ter
„ AI3
|
||||
ao4 VADERLANDSCHE
|
|||||
Lxxxii. „ Algemeene Staatsvergaderinge gelast,
boek. „ om het Reprefentatiefvan het Capitein- -------- „ fchap Generaal van de Unie, den Her-
17SS' »' t0S VAN BRUNSWYK te helpen opdraa»
„ gen, op zodanig een Lastbrief, als de „ gezamenlyke Bondgenooten, met over« „ leg van haare Koninglyke Hoogheid, „ zoudan verftaan te behooren. „ Op het Bevel over het Krygsvolk
„ te water, zou men, by voorraad, nog „ geene fehikking maaken." By dit Reglement kwam een breedvoe-
rige Lastbrief voor den Hertog, zo verre Friesland betrof. (*) Overjsfel Ten dien zelfden tyde , als haare Ko> aangezogt ninglyke Hoogheid met de Staaten van om ook Ftiesland over de Voogdyfchap, met een RP deje_ zo gewenschten uidlag,gefchreeven enge- mng"be-" handeld hadt, was zy die van OverysJ'el dagt te met eenen Brieye aan om desgelyks hier weezen, jn zodanige Vporzieninge te doen, als zy vertrouwde van hunne gewoone voorzig- tigheid en yver voor het Huis van Oranje , en het handhaaven der tegenwoordige Re- geeringsgefteltenisfe , en hier in door verwyl geene gelegenheid te geeven, tot iïiisvérfl:anden,en voor den Staat verderfly- ke oneeni^heden. Het goedvinden der Staaten hier pp te gemoet ziende, boodt zy aan, tot meerder fpoeds hunner Raad- pleegingen, zich niet te willen ontrekken om haare Bedenkingen, indien zy dezel- >-.... * ve C») Ntdtrl. Jaark. I75S»M. »58- 754»
|
|||||
HIStORl E, ao5
ve mogtéri verlangen , te laaten toeko« lxxxii;
men. De Qverysfelfche Staaten, op den boekü gewoonen Landdag in Lentemaand te-------
Zwolle , deezen Brief ontvangende, na-1755,
men denzelven danklyk aan, en verzog- nen om de rnededeeling der aangebodene Bedenkingen Van de Vrouwe Gouvernan* te. Welhaast ontvingen zy een Ontwerp t 't welk door de Afgevaardigden der drie Hoofd • Steeden werd overgenomen. De- venter verklaarde * zonder eenig uitftel, 't zelve aan te rieemen, zo verre die Stad aanging ; Burgemeefters van Kampen en Zwol deeden desgelyks. Doch dit werk, 't geen, in 't eerst, zo Dit werk
ving icheen te vlotten, haperde in beidehaapertte de laastgemelde Steden , waar dé Ge- ^fil zwoor e Gemeente, of, gelyk men ze by jyieente verkorting doorgaans noemt, Meente, geen geen ge- genoegen nam in eene en andere byäon-noegeä derheid tot het Stede-regt behoorende.naD** Te Zwolle deeden Burgemeefters de Ge- zwoore Gemeente buiten gewoon byeen- vergaderen , en aan dezelve de Brieven der Gouvernante, met het Ontwerp j voor- leezen; byzonder voorhoudende de pun- ten tot de Stad betreklyk , verklaareride dat zy , daar in daadlyk hunne toéfterö- ming gegeeven hadden, verzoekende dë Vrienden van de Meente hier iti hun vöei« fpoor Ee volgen. De Meénte hiëldt het Voorftel in beraad, én verzogt, dat hét geheele Plan, één dag of niéer, mögt ïeg- gen in de kamer van 'c Stadhuis, waai de verkiezingen van Burgeraeefters en Ge* meens-
|
||||||||
zoG VADERLANDSGHÈ
|
|||||
txxxii.meensmannen 'sjaarlyks gefchieden, om
boek. 't zelve aldaar te kunnen nagaan en over- -------. weegen. Dit werd geweigerd, zy dron-
i?55- gen deezen billyken eisch niet verder aan 4
doch de verlangde toeftemming nog uit- ftellende, kreegen zy een nader aanzoek van de Magiftraat, om zulks te doen, en deeze zaak voort te zetten: op eene derde en dringender aanmaaning, gefterkt door het voorbeeld van Deventer, leverde de Meente, wel verre van toeftemming te draagen, een beredeneerd weigerend Be- fluit in , 't welk te meer onze opmerking verdient: dewyl zodanig een verfchyn- zel van wederfpraak en het voorftaan van Regten, 'er veel opziens baarde. Wy zullen 'er een en andere trek uit overnee- men, en teffens aantoonen> wat hier 't verfchil was. Rustige Naa eene hartlyke betuiging van alles* Meente' ïmS, te WÜlen medewerken tot heil der aldaar. Steie' en van gereedheid om in alles toe- te ftemmen, wat haare Koninglyke Hoog* heid, mögt voordraagen, in zo verre de Privilegien en Wetten der Stad , welker heilige Bewaaring de groote Burgery van aiouden tyde aan de Gezwoore Gemeen* te i onder dierbaaren Eede , vertrouwd hadt, eenigzins zouden kunnen toelaaten, merken zy op: datzy, het tegenwoor- dig Vooritel met de Stads oude Wetten en Privilegien vergeleeken hebbende, moeften vastftellen en vertrouwen, dat- haare Koninglyke Hoogheid, van welke men by raogelykheid geene volkomene - :- Ken |
|||||
HI STÖR I E. 207
Kennisfe van alle de veelvuldige byzonde- lxxxii.
re Stad en Land-regten vergen kon, in boek. gevalle zy van de waare gefteldheid, en . van de zonderlinge voorregten der drie1755. Hoofdfteden van Overysfel, en byzonder van Zwolle, grondig berigt bekomen hadt, zeker zou onderrigt geweest zyn, ■■„ dat de Stad Zwolle eene Vrye en van „ niemand afhangende Stad was, wier ., Regeering beftondt in Zestien Burge- „ meefters, verdeeld in acht Schepenen, „ en acht Raaden, mitsgaders in acht en „ veertig Gemeensluiden. ------» Dat de
„ Regeering van Burgemeefteren alleen
„ voor één Jaar was.-------Dat de keur
„ der Burgemeefteren volkomen aan de
„ Gezwoore Gemeente ftondt, om die at- i3 Ie Jaar, op den gezetten Dag , te „ doen. ------- En dat het den Keurnoo-
„ ten vryftond, tot Schepenen en Raa-
„ den te kiezen, alle de geenen , die „ 's Jaars te vooren, en voormaals,Sche- ■ „ penen en Raaden geweest waren, of wel M dezelven voorby te gaan." Deeze Onafhanglykbeid en dit Opper-
gezag der Stad,hadden zy altoos gehand- haafd, en geen de minfte inbreuk daar op geduld. De Voorvaders de oefening van die groote magt gevaarlyk oordeelende, wanneer ze langen tyd aan Lieden' be- trouwd werd, hadden die, by Stads wil- lekeuren, wyslyk binnen den Omtrek van één Jaar beperkt; op die wyze alleen was der Gezwoore Gemeente de Aanftelling van Burgemeefteren overgegeeven , voor 1,; één |
||||
äo8 VADERLANDSCHE
|
|||||
Lxxxii. #«; ^fo/ jaar 9 rtfoeften zy volgens de
boek. Wet, die aanftellen; andere fchikkingen •
*75ë- gedoogen. Ondoenlyk kwam het hun,
derhälven, voor, zich by eenen änderen Eed te verbinden, om regeerénde ßurge- meefters voor een langer tyd dan één Jaar, en wel zo lang të z"ullen doen aanblyven, tot aan de Mëerderjaarigheid Vart den tydlyken Erfftadhöuder of Erfftädhoude> resfe. Tot zulk eene verandering in dé Stads-
regten konden zy niet verftaah, noch ook aan Riddërfchap eh Steden, onder eenigen Titel, 't zy van Paogdye, of eênigen ande- ren naam, den miniten indragt op Stads keuren toelaaten. Zulks zou voet kun- nen geeven, om daar uit te bëfluiten tot zékere /Ifbangelykhéld, welke de Eer van het Onafbangelyk Zwol op geenerlei wyze lyden kon: re meer nog, doordien , in yoorige dagen , de Heeren van de Rid« deffchap geene geringe poogingen op dit ftuk gedaan hadden > waar uit een beken- de TWeefpalt onder de Leden van den Staat öfltftondt, poogrrigen , door hunne Vbórizaateh , in tyds j en zodanig- very- deld* dat thans, zëdërt eene lengte van Jaareft, niemand aän de befcendigheid van der Drie Steden volftrektè Ohafhan- gelykheid meer getornd hadt. Wel te regt oordeelden zy, dat haare
Kóhïnglyké Hoogheid behoorde te begry* petlj dat de Regeëringsvorm der ändere Gewesten j als &ede de geringere Previlegi- en
|
|||||
HISTORIE. 209
en van de Steden in dezelve , byzonderlxxxiï.
van het nabuurig Gelderland, daar zy al- boek Xe aan de Provinciaale Staaten 3 en aan een -------
Hof onderworpen lagen, van Overysfel en 1755.
de uitfteekende voorregten der Drie Hoofd- fteden in dezelve oneindig verfchilden, zo dat het geen elders, agtervolgens den gedaanen Voorflag, zonder eenigezwaarig- heid, hadt te werk gefteld kunnen wor- den , in Overysfel, en wel bepaald in Zwolle, niet kon gefchieden zonder de gronden der Regeeringe, door alle Regens- ten bezwooren, te beweegen. Zy wenschten, dat de Gouvernante de
Stad by haare aloude en altoos welbewaar- de jaarlykfche en onafhangelyke Keuren- zou befchermen, en, by nader overleg* wel willen bepaalen, dat, in het ongeluk-, kige geval van Minderjaarigheid, dezelve Keuren, zo van Raad als Meente, onder- tusfchen en tot de Meerderjaarigheid toe ,. alle jaaren zouden moeten gedaan worden op dezelfde wyze en met dezelfde uitwer- king als voor den Jaare mdccxlvii. Hier in konden zy niet zien,dat eenige
zwaarigheid ftak, of voor de Stadhou- derlyke Waardigheid, of voor de tegen- woordige Regeringsvorm; dewyl de Meer- derjaarigheid daar zynde het Regeerings- beftel, agtervolgens het Regeeringsregle- ment van den Jaare mdclxxv, den Hee- re Erfltadhouder zou worden ingeruimd, zonder eenig nader Jiefluit of Schikking. Op dit Reglement hadden zy hun Eed af- gelegd, en konden zy niet wel verftaan, XXII,. DEEL, O tüt
|
||||||
aio VADERLANDSCHE
Lxxxii. tot het doen van een hieuiven Eed, op de
ïiOEK. thans gemaakte Schikkingen. Zy wensch- ■------- ten dat deeze hezvvaaren, by eenen Bric-
1755. ve, ter kennisfe van haare KoninglyU.
Hoogheid mogten gebragt worden. Alle Leden der Zwolfche Meente., on-
dertusfchen 3 waren niet van dit begrip der Meerderheid, eenigen leverden, ten bewyze hier van, eene Tegenverklaaring in, dezelve daar op grondende, „dat de „ Voorregten en Privilegien en de byge- „ bragte Artykelen van het Stadsregt, „ alleen gefchikt naar eene Regeeringsge- „ fteltenisfe van een Stadhouder ontbloot, „ niet toepasfelyk waren, op de tegen- ,\ woordige gelukkige Regeeringsgeftelte- 3y nisfe, by welke de beftelling der Leden „ van de Magiftraat volkomen ftondt, en „ afhing van het welbehaagen van den „ Heere Erfftadhouder, of die geenen , „ die den Stadhouder vertegenwoordigt." Geen wonder dat Lieden, die dus dochten en redenkavelden, het vaardig toetreeden der Stad Deventer, ichopn vondenden als voorbeeldlyk aanpreezen. ~ De Ma- giftraat , niet boven opgegeeven Befluit der Meerderheid verlegen , deedt haar best om 'er verandering in te bewerken; doch deeze bleef volharden by het ingele- verde Befluit. Te Kam- Te Kampen was de Gezwoore Gemeen- de« ver- te, althans eene Meerderheid van Negen jf?c óe en twintig tegen Zeven, op den zelfden 'erTich g.ron^ ^s de Zwolfche, tegen de Bepaa- ooktegenliüg> dat, geduurende de veronderftelde,. Min-
|
||||
HISTORIE* Mt
|
|||||
Minderjaarigheid, de Regeering in de Ste- gxxxii.
den zou aanblyven, en dat, by openval-'boeIe* ling, de vervulling zou moeten gefchie- pe ; verfcheide zamenroepingen baarden geene verandering. De Magiftraat verzogt die groot Meerderheid om haare redenen in gefchrifte te flellen:. ten einde ze aan de Gouvernante mogten gezonden wor- den; doch zulks werd van de hand gewee- zen, onder aanbod van dit wel te willen • doen, indien haare Koninglyke Hoogheid zulks zou eifchen. De zwaarigheden te Zwolle door de De
Meente ingebragt, had't men aan de Gou- Meeme vernante overgei'chreeven, Zy gaf eerlang J,*^ ten antwoord, dat zy wel afzag van de geen ge^ P(anale Claufule rankende den Eed , die noegen alle Regenten, mitsgaders de Gemeenslie- in het den, zouden moeten doen op de gemaak- "ntw°ort| te fchik-k-ing wegens de Voogdyfchap j doch Vernatue,~ dat zy bleef aandringen; op de twee an- dere tegengefproolcé punten \ te vveeten de Jaarlykfche Volduuring der Leden van de Magiftraat, die ftaande de onderftelde Voogdyfchap in Regeering zouden zyh, en de Goedkeuring der verkiezing van Ré- genten, door Ridderfchap en Steden, als oefenende de Voogdyfchap, gedüurendè de onderftelde Minderjaarigheid. — Sche- penen en Raaden te Zwolle, de Gezwoo« re Gemeente by een geroepen hebbende', lazen her fchryven der Pfinfesfe voör;5 en leverden het over ter nadere overweö* ginge-,- met- allen aandrang oriï 'er- In- töfc O z te |
|||||
si2 VADERLANDSCHE
lxxxii. te ftemmen , ten einde de Magiftraat in
boek. ftaat zou gefteld worden, om van wegen ■ de Stad, in dit gewigtig en geen uk- 175S' ftel lydend werk , ter Vergaderinge van
Ridderfchap en Steden, nevens de andere Leden, die meerendeels gereed waren, te helpen befluiten.------- Na gehoudene
overweeging bleek, dat eene kleine Meer-
derheid thans het Voorftel met de gemaak- te veranderingen, omhelsde; de Minder- heid hieldt het daar voor, dac, in eene zaak van die natuur, gttriQ Overftemming kon plaats hebben. De Magiftraat kon, egter, goedvinden, die Meerderheid vol- wigtig te keuren; en de Meente te doen fcheiden met de gewoone bewoording, de Vrienden van de Meente worden bedankt-! Dan 't was hier mede niet afgedaan.; op de gewoone Vergadering van Raad en Meente in Zomermaand , leverden der- tien Leden een breedvoerig Voorftel in, ftrekkende om de gehoudene handelwyze der Regeeringe ten opzigte van Meerder- heid, in eene zaak die met Eenpaarigheid moest gefchieden , te wraaken , en aan te toonen, dat die Meerderheid, eens ge- fteld zynde dat ze moge gelden, hierop geene voeglyke wyze plaatshadt, wel fterk zich verklaar en de tegen de ongeregelde flappen in deezen gedaan. TeHas- 't Was Zwolle en Kampen alleen riiet, feit en Waar de Meente zwaarigheden opperde; h de te Hasfiiï eH Steenwyk was het even zo Meente gefteld. In het ontworpen Plan,. hadden niet te ook eenige Heeren uit de Overysfelfche Rid«
|
||||
HISTORIE.
|
|||||||
213
|
|||||||
Ridderfchap Bedenklykheden gevonden, Lxxxir."
betreffende „de Begeeving der AmptenBOEK. „ by Tourbeurten van de Leden hunner —;-----
„ Edel Mogenden" welke deeze Heeren 1755.
oordeelden , dat „aan de Staaten moest vredeDe „ worden gelaaten", en dat de Staaten Riddér- van de Perfoonen , daar toe voorgeflaa- fchap gen , „ geene Afkeuring zouden kunnen heeftook „ doen , of daar in eenige verandering [jedenke- $, maaken" -—- ten anderen „het dóeniykhee. „ van den Eed, op het in den Jaare deu. „MDCLxxv vastgeftelde en in „ BiDCcxLvni herdrukte Reglement, „ gelyk ook op de Schikkinge wegens de „ Voogdye" tot welken Eed deeze Hee- ren oordeelden , dat de Leden niet be- hoorden verpligt te worden; en „dat ook „ dePenaliteitjgefteld op het onverhoeds „ doen van eenigen Voorflag, tegen het ,, vastgeftelde Reglement," geene plaats behoorde te hebben. — Wyders wilden zy dat „de wyze van de Staaten te be- ,, fchryven, by de Meerderjaarigheid van j, den Erfftadhouder of Erfftadhouderes- „ fe, by het oude gebruik, behoorde ge- „ laaten te worden, overeenkomftig met „ de order van den Lande" <------ en
eindelyk, „dat de Troepen in Overysfel
„ in Garnifoen komende, of daar door „ trekkende, den Eed aan de Staaten zou- „ den moeten doen, als vóór den Jaare j, MDCCXLvii gefchiedde." Meer ingangs dan de Bezwaaren der De Gou«
Meente, vonden deeze Bedenklykheden vernante der Ridderen by haare Kojiinglyke Hoqg-gJjV |
|||||||
4*4 VADERLANDSCHE
|
|||||
LxxJöi, heid, omtrent de eerfte gaf zy eenige ver-
boek. zagtingen daar mede overeenkoraftig; doch ■ 1^54. Troepen, oordeelde Mevrouwe de Gou- verzag* vernante, „dat zulks eene overtollige Be- tihjg „ denking was, dat dit ftuk diende ge- op'de Be- n laaten te worden aan de fchikkingen, Ked'1'^^* " °*ie *u-'* a'ëemeen ^oor de Unie, met
lyJj&f^M haar overleg , zouden worden be- reh.Voorr s, raamd." — Hier op beilooten de Staa- ziemng ten van Op^rysfel, in Herfstmaand het Re-» Xüi!ige" s lemen t wegens de Voogdye , overeen- fleld. P- 7,. / ö , .p •> ' 1
konutig met de verzagtingen van haare
KoninglyKe Hoogheid , vast te ftellen, „ in. vertrouwen , egter * dat haare Ko- „ ninglyke Hoogheid, het (luk van den „ Eed der Militie, by het inkomen en in „ het doortrekken, zou fchikken op een „ gelyken voet met de overige Bondge- >t nopten." ïw§e Heeren uit de Ridder- schap verklaarden zich. hier tegen,, behou- dens het inleveren van eene nadere Aante* koning, welke een der Heeren's anderen daags indiqnde, en hier op nederkwam. Een der „ Dat, ZQ noodig als men oordeelde Ridderen jS $m Reglement op het ftuk der Voog» T^erT" *t dvfchap te weezen,, het, volgens zyne, aanteke j» geengten* niet minder.-, ia ten .h'oqgftett» ping. „ noodzaaklyk wa^5 dat zuil? Reglement^ „;op die wyze; wierd, .beraamd;, dat het;. si, aan de- 1 o£der vm de Regeeringe kon „ voldoen, en dus. vereisichte^s;hebbena_ ,, - si die toti -4e. .belkndigheid.eens; Sta.ats,be- ïV%. ^<(lu.ijt^, Mïi;nA?uu¥e4is Si tegenwoordig. «,f§ > w$jj$ä% öQQdig msm;.. m da.l » dm
|
|||||
- - "1
|
|||||
HISTORIE.' $r$
„ daar door het oogmerk, beftaande in de r,xxxn.
„ zekerheid van de Etfitadhouderlyke boek. „ Regeeringe mögt kunnen worden be- if reikt. Dat , derhalven, zo lange 'er 1755. „ geen volledige Toe {lemmingen van alle ti de Leden der Regeeringe voor handen „ waren, waar voor hy het gebeurde te „ Zwolle, Kampen, Hasfelt en ïteenwyk. „ geenzins kon aanzien , (behalven dat ,, hy wel zeer twyfelde of de Leden van „ de Gemeente de magt wel eens hadden „ om eene zo aanmerkelyke verandering „ in de Keuren te mogen maaken als in 't ,, Ontwerp werd voorgefteld,) hy van oor- ,, deel was , dat in deeze zaake, voor als „ nog, en zo lang de Toeftemmingen van' „ alle de Leden niet éénpaarig daar wa- ,,, ren, niets bepaalds kon noch behoorde „ beraamd te worden; dat men in tegen- „ deel,hier mede moest wagten,en intus- r, fcheri alle voeglyke middelen in 't werk „ ftellen, om gezamenlyker hand 'er op „ uit te weezen, dat het fuik der Voog- „ dyfchappe eenpaarig werd gebragt tqt ,, zodanig een beftand, dat daar mede de ,j Erfftadhouderlyke Inftelling , met.ber- „ houd van elks Regten, en Previlegieii,, „ tót welzyn van den Lande , voor al- „ toos, te meer werd verzekerd. Waar „ toe. hy betuigde van zyne zyde vaardig ., te fcaän ; agtenrie het, daarenboven, „ voor al noodig die voorziening gê- „ fchiëdende j dat de Troepen in Overysfel „ komende, den Eed aan de Staaten rhoe- ',t ften doen , op dezelfde wyze als aan O 4 de |
|||||
2i6 VADERLANDSCHE
lxxxii.„ de Magiftraaten van de Drie Hoofdfte-
BoiiK. „ den, en als voor den Jaare mdccxlvii. ■-------„ Üordeelende, onder verbeteringe, dat
J755- ■» dit ftuk by de Staaten zelve moest wor-
„ den beraamd en vastgefteld , zonder de „ befchikking daar van aan de Afgevaar- „ digden, ter Algemeene Staatsverga- „ dering over te geeven, die hy, egter, „ wel lyden mögt, dat gelast wierden, „ om, met vastftellinge van dit punt,ver- ,, der met de overige Bondgenooten, en „ medewerking van haare Koninglyke ,, Hoogheid , in onderhandeling te tre- ,, den, ten einde eenpaarig te kunnen be- 9, fluiten." voikn- Het Befluit in Herfstmaand was geno- men Be- men, door de Staaten, zo verre die be- op geu"ftonden uit de Leden der Ridderfchappe ,
men, ' en Afgevaardigden van Deventer en Zw ol- le, te welker laastgenielde Stede, men het bezwaar der Meente in den wind floeg. Kampen verklaarde toen niet gereed te weezen ; doch tradt die Stad in Slachtmaand toe om het Reglement, overeenkomftig met het Plan der Gouvernante vast te Hel- len. Vier Heeren uit de Ridderichap ver- klaarden 'er zich tegen. Thans namen de Handelingen over dit ftuk in Overysfel een 'einde en de Schikkingen daar gemaakt, hadden, in 't geen de Opvoeding, den tyd. der Meerderjaarigheid, de zeven Gewesten in 't algemeen, als mede het Krygsbewind ■des Hertogs van brunswyk betrof, eene volkomene gelykheid, met het in Gel- \ : ■ '' derz
|
||||
HISTORIE.
|
|||||||
ui/
|
|||||||
dcrland beraamde- (*) Wat het Huishou-lxxxii.
delyke van dit Gewest aanbelangt, kan de b o e k. fchikking, by lange na niet tot elks ge---------
noegen, genoegzaam opgemaakt worden, 1755,
uit 't geen wy noodig vonden opteteke- nen, wegens de ßezwaaren derMeente, en de Bedenklykneden der Ridderen , 't geen teffens de verbaazend groote en by- kans ontegenzeggelyken invloed der Gou- vernante uitwyst. (f) By Stad en Lande waren, over dit eigen- ÜyStad
fte Stuk der Voogdye, reeds in den Jaa- gj™J re MDCCLiii, eenige Gelastigden be-de voor- noemd ; de handeling deswegen nader- ziening hand, en met meer nadruk«, in dit Voor- v«sl« jaar, aangedrongen zynde , bragten zy, in Grasmaand, een Ruadilag uit, die voor- gedraagen , zonder tegenftand , in een Staatsbeiluk veranderde, en hoof'dzaaklyk zamenftemde met dat van Friesland. (§) — Geduufende de Minderjaarigheid zouden Hun Hoog Mögenden en de Raad van Staatejn aan zich neemen , en uitoefenen al die Magt en Gezag, welke zy bezeten en uitgeoefend hadden, van den Jaare MDCcii tot MDCcxLvn. Met uitzonderin- ge , dat het Bevel over het Krygsvolk van den Staat, onder zekere bepaalingen, in
(* Zie hier boven bl. 157.
(t) Nieuwe Nederljaarb. 1755.^/293.683. voor
't Jaar 1756. 458. 478. CS) Zie hier boven bl. 83.
O 5
|
|||||||
ai8 VADERLANDSCHE
in een Lastbrieve vervat, zou opgedraa-
gen worden, aan den Hertog van bruns- wyk.------ Wat het Gewest zelve be- trof, zou het Reglement, door wylen zy- ne Hoogheid, in den Jaare mdccxlix , op de Regeeringe gemaakt ,• als een onver- breeklykeGrondwet,in zyn geheel blyven beftaan,en, by aanhoudenheid, vermeer- derd met een Eed op deeze Voorzienin- ge, moeten bezwooren en nagekomen wor- den , door alle de Leden der Regeerin- ge, en allen die eenige Post zouden beklee- den. Ook zou een ieder daar in gefield ± 't zy door wylen zyne Hoogheid, of door haare Koninglykc Hoogheid, of daar iri door hoogstderzelver goedkeuring beves- tigd, in dezelve blyven geduurende den tyd, voor welken hy was aangefteld. Zeer nauwkeurig was de Voorziening, omtrent de Amptsbegeevingen, die, de»; wyl het Erffiadhouderfchap , voor dien tyd ophieldt, aan de Staaten van dit Ge- west (tonden. —'—< De Heeren van de Stad Groningen f en die der Oïïimelandèn maakten ieder de noódige bepaalingen > ten opzigte van 't géeri de Stad eü de Ow- melandeiiy irt derzelvdf byzöndere Huis* houdingen j> raakte. -»-- Waar op die bei- de Leden der Staatsvergaderinge verklaar- den , dat zy deeze Voorzieningen op den Eed, in den Raa.dflag be-gre-epen, in fte- de van lyflyken gefiaafden Eede aanna- men, en ieder ifi de' hunne zouden zor- gen , dat die Eed afgelegd wierd , door allen, die 't zelve zou riiogën aangaan, in- ge- |
||||||
HISTORIE.
|
||||||||
279
|
||||||||
gevolge van het Reglement des Jaars lxxxii.
MDCCXLix en de thans gemaakte Voor- boek. zieninge. Hier mede hadt dit werk by-------
Stad en Lande zyn vollen, beflag, jp*) 1^55;'
Dit zelfde Onderwerp was in Zeeland, A^,;,,,^e
door den Heer van borssele, reeds voor in zèe. lang ter tafel gebragt, en in handen galand. fteld van Gelastigden , die , ten deezen Jaare , een.Verflag uitbragten ,. groo-. tendeels eenftemmig met de andere vermelde Voorzieningen : alleen byzon- derheden behelzende ten opzigte van de Magiftraatsbeftellingen , te Plisfingen en Veere , en de Plaatsbekleeding van Eer- ften Edelen , by welke fchikkingen, de Heer van borssele, toen Reprefentant, by.voorkeuze tot het een en ander werd aangepreezen. (f) 's Jongen Erfftadhouders genegenheid, Do Eed
voor de Haagfche Schuttery , als mede dor Haag. die zyner Vrouwe Moeder, door ons voor-^;-,. heen gedagt f§), bleef niet onbeantwoord,'^'ver' Schout, Burgemeeiters en Schepenen dier mdtf&rd Hofplaatze vonden goed vast te ftellen ,'wh- dat de nieuw aankomende Schutters voor- £ie.n *a" taan, benevens, den gewoonen 'Schutterly- £*" ^ . ken Eed van Onderdaanigheid aan de §teaw ü ten;
(*> Nédtrl.Jaarb, 1755, bl. 771. «;s.
(f) Het geheele Reglement den 29 van April:;.
1756. vastgeftbld, is te 'vinden in dé Neder/, Jaarb, 1759- bl. 752. (S ) Hier boven, bl. 91. .. , , , ,
|
||||||||
.';
|
||||||||
±2o VADERLANDSCHE
|
|||||
Lxxxii. ten van Holland en ÏVestfriesland , hun
boek. wettige Hooge Overheid, „ ook den Eed -----— „ zouden doen aan zyne Doorlugtige
t-755' » Hoogheid den Heere Prinfe van Oranje
„ en Nas/au, als Erfftadhouder, en nie- „ de geduurende de Minderjaarigheidvan „ zyne Hoogheid aan haare Koninglyke ?, Hoogheid, Mevrouwe dePrinfesfeDou- „ ariere van Oranje en Nas/au, als Vrou- „ we Gouvernante deezer Landen."Doch werd van de toen reeds beéedigde Schut- ters, naardemaal Hun Edelen .Agtbaaren, menigvuldige redenen hadden om over- tuigd te zyn, van de opregte trouwe, ge- hoorzaamheid en yver der tegenwoordige HaagJ'che Schutterye voor 't Doorlugtige Huis van Oranje, dien Eed niet afgevor- derd, en konden zy voldaan, met op den Eed, by hunne aanftelling tot Schutters gedaan, Trouwe en Gehoorzaamheid, aan die Vorstlyke Perfoonen te beloo- ven. (*) 't Kerk- Ons Gefchiedblad met Kerklyke Ge« gefchii fchillen op te vullen zou, aangemerkt de- mat h. v. zeive z0 veelvuldig 9 dikwyls zo lang ge- ^,^terekt, zo weinig beduidend, en enkel Per- foonlyk zyn, flegts aan weinigen behaa- gen. Veel gerugts maakende, nogthans, mogen wy niet geheel ftilzwygende voor- byftappen: en moeten kortlyk ftaanblyven by 't geen een fchrander, geleerd en wel- fpreekend Leeraar der Hervormde Kerke te?
{* ) Nederl. Jaarb. 1755. bl. 732-,
|
|||||
HISTORIE.
|
|||||||
221
|
|||||||
te Zwolle, den Eerw. antoniüs van eerlxxxh.
os, overkwam. Reeds voorlange zouden boek. wy hier van hebben moeten ipreeken ,-------
hadt het ons gelust den loop deezes Kerk- 1755.
geichils te volgen: dewyl het, in 't laatst des Jaars mdccxlviii , kort naa zyne aan- komst daar ter Stede, eenen aanvang nam, vervolgens allenskens toenam , en , van dien tyd af, tot dit Jaar toe,zich in aller- lei gedaantens vertoonde. ------- Ligte verdenkingen van Onregtzinnigheid, ga-
ven wel ras aanleiding , om , niet meer dan gewoone oplettenheid, toe te luiste- ren, en 't ontbrak niet aan de zodanigen, onder zyne Amptgenooten 3 en de Leden der Gemeente, die welhaast grond waan- den te vinden, om hem te befchuldigen, en zulks met de daad deeden. Eene groo- te maate van Verdraagzaamheid hem ei- gen , wederhieldt hem van flerke uitdruk- kingen , en boven al van uitvaaren tegen anders gevoelende Christenen^ waar door hy , binnen kort , de gewoone haatlyke Godgeleerde Scheldnaamen van Armini- aan, en Sociniaan moest hooren, en zich in onaangenaamheden , met de meeften zyner Amptgenooten en veele Leden vondt ingewikkeld, die ltapels getuigenisfen in- leverden, wegens zyne Afwykingen van de Leer der Kerke in veele Geloofsfuik- ken. Hy bleef, te midden van die onlusten,
op den zelfden trant leeraaren , en ver- fchafte zyne Partyen ftoffe van beklag, in Kerkenraadpop CIasfis,op Synode, en by bui?
|
|||||||
VADERLANDSCHË
|
|||||||
222
|
|||||||
txxxïi. buiten Gemeentens; aan tegen- en -Verdee'*
boek. dïgfchriften was geen einde; de Staaten van „------ . Overysfet, zyne en Hoogheid werden 'er me-
1?S5' deSeraoeid. DeomQandigheden waar in hy
zich bevondt, zette hem te meermaalen aan tot de keuze van ftoffen, waar in hy voor 't vry Onderzoek in den Godsdienst pleit- te; genoeg voor zyne Vyanden, om hem niet alleen als een Verbreeker van alle Kerklyke Banden , ten toon te Meilen ; maar ook dat nadeelige vermoeden van hem in te boezemen, als of hy, ten eeni- gen tyde,zulks omtrent de PolietiekePVet- ten zou beitaan, ten minften in bedenkin- ge te geeven of hy, die het eerfte deedt, wel te goed was tot het laatfte. In zulk een licht poogde men hem te doen voorko- men, by haare Koninglyke Hoogheid;die blaam weerde hy af, en wist tegen de gedaane befchuldigingen van Kettery uit zyne Leere getrokken, zich dermaate te zuiveren , dat niet flegts eenigen zyner Amptsbroeders, maar de Hoogleeraars JOH. VAN BEN HONJLRT en JOH. JAC.
schultens hem van de aangetygde be-
fchuldigingen vryfpraken. ———- Wel verre van hier in te berusten, voer men voort met 'Bezwaaren in te brengen, en de Kerklyke Handelingen liepen, in dit Jaar, af met een Synodaal Befluit, 't welk hem voor afgezet en ontzet van alle dee- kn vanden Heiligen Dienst, en zyne Stand- plaats opengevallen verklaarde , verzoe- kende de Regeering van Zwolle, dit ge- ftreeken Vonnis der Synode te onderfteu- »en
|
|||||||
HISTORIE; 223
nen en te bekragtigen, „teneinde 't zei lxxxii.
„ ve , gelyk het in de Handelingen der boek. „ Synode ftaat uitgedrukt,in weerwil van ------
„ alle listige en gewelddaadige poogingen 1755.
„ van den Vorst der Duifternisfe, en Va- „ der der Leugenen, en tot voorkoming „ van alle Confufien , die door het uit- >, voeren van de bedreigingen van Do. „ van der os, om, niet tegenflaande het „ onrcgtvaardig Oordeel van de Synode „ van Overysfel, evenwel onder oods hul' „ pe te zullen voortvaaren, om zyne dier- „ baare Gemeente van Zwolle, met Leer „ en Leeven te fliehten, zouden kunnen „ ontdaan, zyne uitwerking mögt doen." Zyn Verzoekfchrift by de Magiftraat baat- te niet. Met eerfte Befluit was, een Be- vel tot fnlftaiid van zyn dienst tot nader order; en weinig dagen daar naa gevolgd, door een gebod nm zich van alle deelen des Heiligen Diensts te onthouden. Van der os, hadtzich op een Synode'
Nationaal beroepen , en de Synode van Overysfel dit beroepen aangenoomen; bier op grondde hy by de Magiftraat te Zwol- le een verzoek om befcherming en hand- haaving tegen alle kwelling en verongely- king, en het behouden zyner Jaarwedde, tot den tyd, dat de Uitfpraak van het Sy- node Nationaal, de zaak.geheel zou heb- beu afgedaan , zich zo lang als wettig Predikant te Zwolle aanmerkende, fchoon hy, alleen uit gehoorzaamheid aan 't Be- fluit der Regeeringe, den dienst niet waar- nam. Doch men begreep in dit Verzoek, zo
|
|||||
j
|
|||||
224 VADERLANDSCHE
Lxxxii. zo als het lag, niet te kunnen treeden :
boek. men hieldt hem voor geen Predikant meer; ——— maar zou hy, ingevalle een Synode Nati- iT55- °"aa^ ten zynen behoeve werd uitgefchree- ven, en hy daar zegepraalde, terftond als wettig Predikant in de Zwolfche Gemeen- te herfteld worden, als of hy onafgebroo- ken daar geftaan hadt, de gewoone Jaar- lykfche Wedde genieten, en ook, 't geen hy in dien tusfchen tyd hadt moeten mis- ïen, wederkrygen. Eerlang werd hem het Avondmaal en de Zitting in der Predikan- ten bank ontzegd. Hier mede liep eene zaak, die zo veele Jaaren hing, ten einde, 's Mans Partyen zegevierden; doch vee- len oordeelden, dat de Christlyke Liefde en Zagtmoedigheid in deeze Handelingen uit het ooge verlooren waren. (*) Met
l) '• ■■■■'■,
(*) In de Jaarboeken van die Jaaren op 't Art.
Zwolle, zyn. in 't breede alle die Gebeursenisfen en Kerklyke handelingen te vinden. Men heeft ze ook Afzonderlyk uitgegeeven. De Bundels Voor en Te- genfchrifteu maaken Boekdeelen uit, by de Verza- melaars der Kerklyke Veifchillen. Van het Synode Nationaal is, gelyk te denken was, wiet gekomen. Wat van der os zelve betreft, vinden wy aangete- kend „ dat hy, eenigen tyd Amptloos geleeld, „ doch zyne Godgeleerde, Studien voorgezet „ hebbende , deels toe die "Gevoelens verviel van „ welke men hem voorheen, als ftrydig met de Leer „ der Kerke, befchuldigde. Zyu lust tot het Pre- „ dikampt, en 't begrip dat hy zyne Medechriste „ nen, zo veel mogelyk, ten nutte moest weezen, „ deedt hem befluiten, by eene kleine Gemeente der „ Doopsgezinden in de Beverwyk, het Leeraarampt „ te aanvaarden ; doeh tot hetzelve kon hy niet worden » toe-
|
||||
HISTORIE. 225
Met gunftiger uitflag voor den van On- lxxxts.
regtzinnigheid befchuldigden philippus boek. lodovicus sTATius muller , Leeraar by------
de Gemeente der Jugsburgfche ßelydenis-1755.
fe toegedaan te Leeuwaarden, liep, ten Kerktwfsc deezen Jaare , een Kerktwist ten einde,met p. u reeds vyf Jaaren, met groote hevigheid8- mol- gedreeven. Men hadt, naa veel omhaals,^EE te om dien Leeraar, verdagt te maaken zwj™'^ te doen veroordeelen, als Gevoelens pre- dikende onbeftaanbaar met gods Woord en de ßelydenisfe der Lutherfche Kerke, het zo verre gebragt dat hy de zaak fcheen verlooren te hebben. Schoon de Clasfica- le Gecommitteerden uit de Kerkenraaden der Lutherfche Gemeentens te Jmfierdam, Groningen, Deventer en Zwolle , in den voorleden Jaare , dien 'Predikant nevens de Leden van den Kerkenraad, die hem aanhingen , in den dienst gefchorst had- den, iloeg men dit in den wind, en las van
,, toegelaateu zonder den Doop der Bejaarden te on-
„ dergaan, die aan hem werd toegediend, 't Geen „ der Heerfchende Kerke geen geringen aanftoot en ,, gelegenheid gaf tot veele Gefchriften, waar op hy ,, niet goedgevonden heeft te antwoordden : 't weis „ zommigen hem, ten kwaade geduid, en anderen „ hoogstpryslyk gekeurd hebben; dan 'er waren on» ,, der de Doopsgezinden dit met de penne zyn ge- ,, drag in deezen verdeed'f den." Vervolgens werdhy in eene veel talryker Gemeente dier Gezindheid, te OoUzaandam beroepen , waar hy nog ( 1787 ) (laar. CERisiER Tafereel der Nederl. Gefch. X. 1) bl 632. Zie ook van eihem Kerkl. Gefehied. III, I). bl. 594- • XXIt. DEEL. P
|
||||
Sao VADERLANDSCHE
r.xxxu, van den Predik-ftoel af, zulks van geene?
15 o e K. waarde te rekenen ; daar in gerugfteund door ------- Gedeputeerde Staaten van Fiieslwd, dip
ï/5o- ^e Wandeüngen der Clasficaalen van on-
waarde verklaarden, den Predikant en den Kerkenraad verbooden aan de door hun geftelde opfcharting te gehoorzaamen, \ welk den Eervv. jiuller bemoedigde,om terwyl deeze ClasQcale Heeren het werk niet lieten berusten, eene verklaaring te-, gen alle verdere Clasficale Onderneemin- gen in te leveren, die des niet tegenftaan- de voort- en tot zyne Afzetting overgin-* gen. Zïyn Eerw. beweerde de nietsbeduU denheid dier Afzettinge, en wilde dezeb» ve met zyn Kerkenraad vernietigd heb-* ben , intusfchen voortvaarende met het vvaameemen liqnner Kerkbedieningen, Een Brief van den Voorzitter des Ker-
kenraads x.t Amßerdam^ en een Verzoek' fchrift der misnoegde Leden der Leeu* ivaardfche Gemeente, om de gedaane Af- zetting van kragt te doen zyn, vonden zo veel ingangs by de Gedeputeerde Straten van Friesland., dat zy, ondanks een Te- genverzoeklchrift van den Eerw. mullei\ nevens zynen Kerkenraad, een Befluit ten hunnen nadeele namen , hun gelastende zich aan de iiitfpraak der Clasficaalen te onderwerpen; de Kerk werd, ingevolge hier van,geflooten. De thans in 't onge-? lyk geftelden verzagten zich van dit von- nis op de Staaten van Friesland te mo- gen beroepen ; doch zonder vrugt. De Kerk bleef geflooten, Pe misnoegden eisch*
|
||||
HISTORIE.
|
|||||||
aa^s
|
|||||||
eischten de Sleutels, en Rekening van den lxxxii. ,
toenniaaligen Kerkenraad; dit, eerst ge-boek. weigerd, moest, op last der Gedeputeer---------
de Staaten, volvoerd worden. In deezen 1755.
fchynbaar hooploozen toedragt van zaa- ken, fcheenen alle gewoone redmiddelen vrugtloos; en geene ingeleverde Verzoek- fchriftenten voordeele van den Eervv. mul- ler iets te zullen betekenen. Dan 't ge- lukte hem, met de zynen , eindelyk by de Staaten van Friesland op den Landdag gehoor en teffens een gunftig antwoord te krygen: de zaaken werden gefteld in dien ftand, als zy vóór het laatstgenomen Be- fluit der Gedeputeerde Staaten geweest waren, en de Leeraar muller, van hoo- gerhandvryheid verworven hebbende,om den Godsdienst te handhaaven, verrigtte dien den volgenden dag, voor eene groote Schaare van allerlei Gezindheden , tot zigtbaar genoegen van verre het grootfte gedeelte zyner Gemeente, die, ten teken van vreugde over dit belluit van 's Lands- vaderen , het Lutherfche Kerkgezang , van Te Deam Laudamus,aanhieven. (*) Dit
(*>) Antwoord van p. l. s. muller op de Be-
zwaaren van Lente, en Meyer. - Misßve des Lutherfchen Kerkenraads te Leeuwaarden aan de '
Een; Kerkenraaden der Lutherfche Gemeenteris in ' Nederland. ——— Nulliteit der C/asfica/e Refolti- tie<van Departement, ten aanzien van den Predi- kant en 'Kerkenraad der Lutherfche Gemeente te Leeuwaarden &c. door p. t. s. muller. Voorcs' P 2 vin- |
|||||||
aü8 VADERLANDSCHE
|
|||||||
Lxxxii. Dit Vonnis van den Souverain fcheen
boek. aan die netelige twistzaake perk te ftellen; .------doch, daar het aanliep tegen het Beiluit
1755. door Gedeputeerde Staaten genomen, ree-
zen 'er moeilykheden uit tusfchen dietwee Vergaderingen , welke egter door de beflis- fing van haare Koninglyke Hoogheid weg- genomen. En bleef 'er nog misnoegen in de Leeuwaardfche Luterfche Gemeen- te, ten zynen opzigte , over, dit week eerlang door het Beroep van den Eerw. muller na Erlangen in Frankenland3. om op die Hoogefchool in de Wys begeer- te de post van Hoogleeraar te bekleeden. Eene verwisfeling van ftand, die hem tot eere ftrekte , ook verliet hy zyne Leeu~ waardfche Gemeente, met een allervolle- digst Getuigenisfe, en Friesland met de hartlykfte dankbetuigingen aan de Staaten' van dat Gewest, wier gunitige befcher- ming hem , in zo veel ongenoegens , opgebeurd en ftaande gehouden hadt. (*) In Friesland betoonden zich de Leer- aars der Hervormde Kerke waakzaam om geene Leerbegrippen, van de hunne ver- ichiliende, onder de Gemeente ingang te doen krygen, zo anders het doen verbie- den |
|||||||
vinden wy de voornaamfte Hukken tot dit Kerkge.
fchil betrekkeiyk in de Nederl.Jaarb. van I753-I75S« Art. Leeuwaarden. ■ '(*) Neikrl. Jaarb. 1766". bl. 8p8. voor 't Jaar
T-757- W. 798- |
|||||||
HISTORIE., as9
den van een Gefchrift die uitwerking te lxxxit.
wege brengt, waar van dlkwyl het tegen- b o e,k. deel gebeurt. Een Werkje in 't Engelsch ——— door den Eerw. johm Taylor geichree- 1755. ven, en, in den voorleden Jaare , onder den Tytel van Verhandeling van het Leer- Jïuk der Verzoeni/ige, volgens den Inhoud der Heilige Schrift vertaald, te Harlingen uitgegeeven, maakte hun misnoegen gaan- de. Zommigen waarfchuwden hunne.Ge- meentens van den Predikftoel voor dit zuurdeesfem der Kerterye; en de waak- zaamheid tegen bociniaanfche Stoutighe- deny het kragrdaadigst en gereedfte middel om het geweerd te krygen, bragt het ten onderzoek van een der Clasfen in Fries- land,'x\vdk vervolgens,by alle rondging, die by Gedeputeerde Staaten hunne gevoe- lens over dit Werkje inbragten. Alle Hem- den zy 'er niet geheel in overeen, om 't zelve voor Soclniaamch te verklaaren; doch waren het hier in ééns , „ dat het „ zelve volkomen naar den fmaak van So- „ cyns Gemeente zynde, en daar in fpreek- „ wyzen gevonden wordende,die van dat „ Volk niet erger konden worden uitge- „ flaagen, en dit Boek, te dier oorzaake, „ wel verdiende verweezen te worden tot „ eene eeuwigduurende duifternisfe; nog- „ thans zou men, om den zagtflen en ge- „ niaatigften weg in te flaan , 's Lands ,j Fiscaal belasten, onder zekere bepaal- „ de boete , het verder verfpreiden en „ verkoopen van dat Werkje te verbieden P 3 » ge- |
||||
23o VADERLANDSCHE
|
|||||
lxxxii. „ gelyk niet de daad gefchiedde. (*) Doch
boek. het eerfte Vertier over en de Verzending —;— gedaan zynde , kon dit Verbod niet 1755. veel betekenen, en hadt te minder te be- duiden , daar , zo veel wy weeten, het Werkje elders in deeze Gewesten , eei> vryen loop hadt, althans niet geftremd werd op eene wyze als in Friesland. De Vertaaler in zyne Voorreden van de toe-» neemende Verdraagzaamheid der Bisfchop~ lyke Kerke in Engeland ten opzigte van de DiJJenters, onder welken taylor be- hoorde , fpreekende , hadt gewenscht, „ dat men 't zelfde Getuigenis van de Ne* „ derlandfche Kerke kon geeven j wan-' „ neer men nooit meer zou hooren van „ zulke ergerlyke JProeeduuren, als thans „ op zommige plaatzen gepleegd wier- , ,* den," (f) en moest, in zyn eigen Ge- west , het onaangenaame daar van, ten op- zigte van dit Stukje, ondervinden. Oude Niet vreemd was het, op een kleinen Munten afftand van de Stad Kuilenburg, op zeke- knburg ren beneden weg, onder den naam van ontdek', den Groenen Weg bekend, voornaamlyk kort naa het vallen van zwaare piasregens, eenige Gouden en Zilveren Penningen , aan te treffen , die in vroegeren eeuwen gangbaare Munt waren. Wanheer het in Hooi-
"..'-.• '■■■' ' (*) Re/e/, van Gedep. Staaten van Fries/, 27 Fel».
J7S5- (f) Porrede des Fert. bl. 12.
|
|||||
Ü I S f O R I É. ~ $ït
Htióimaahd deezes Jaars fterk geregend Lxxxiié
hädt, vonden de betreeders van dien weg boek. eenige dier oude Munten. Nieuwsgierig- *"~""~* heid en hoop op voordeel, dreef, toen dit I^5^* meet en meer bekend werd, veelen der- Waards, onder welken niet weinigen hun oogmerk bereikten, die de gevondene Pen- hingen aan anderen verkogten. Dezelve waren van verfchillende foort, en op ver- fcheide tyden geflaageü, De Gouden Pen- ningen verfehilden meer in grootte dan in gewigt j en konden meest de zwaarte van een Ducaat haaien. Eenige waren van Bisfehoppen vän Utrecht, en vertoonden Op de voorzyde de Wapens met den Naam Van den regeerenden Bisfëhop, en op de keerzyde de beeldtenis van Joannes deti Doóperi andere van de Graaven van Hol- land , uit den Huize van Bourgonje: ook vondt men'ei F/aamfche en FranfcheStuk- jes onder, naar oude halve Piftoolen ges lykende. De .Zilveren Munten hadden desgelyks onderfeheide zwaarte en groot3 te, en op de voorzyde het Bourgondifchè Kruis met het Opfehrift Christus vincit, Christus regnat, Christus imperat, diE trof men ook op veele der Gouden Huk- ken aan. —- Zeldzaam was het dat meti dit Geld niet op eene enkele plaats, maar verfpreid over den gantfchen weg, die zieh meer dan twee honderd roeden uitftrekte^ zo wel in 't midden als aan de kanten t ja zelfs in de flooten langs den weg * en ner- gens dieper dan omtrent zes duimen bene- den de oppervlakte , aantrof. Wie deeze P 4 fchat |
||||
03a VADERLANDSCHE
|
|||||
L.XXXU. fchat daar gebragt of verborgen had, en wan-
BOEK. neer dit gebeurd was, bleef een raadzel. De —'■---- ontknooping daar in te zoeken, dat dit Geld ;
17-55. met.de Aarde, van tyd tot tyd gebruikt
om den grond op te hoogen, daar zou ge- bragt weezen,ging met eene onoplosbaare zwaarigheid vergezeld 5 dewyl de Arbei- ders, die van 's Lands wege daar aan ge- werkt hadden, getuigden nooit eenig geld in die aarde gevonden te hebben. (*) Proeve Van den Jaare mdccxliv af, tot dee- der in zen rvd toev was dt Landman, in de on- ge'vän derfcheide Gewesten der Nederlanden , hetRund. raet de Sterfte onder het Rundvee bezogt vee, ge-geweest;eene menigte van behoed en hulp- nomen, middelen uitgedagt , voorgefchreeven en beproefd. Haagden op verre na niet naar wensch. Vooroordeel en klein verftandig- heid verzette zich menigwerf, om iets van dien aart te beftaan; zy hielden de Sterfte van het Vee voor eene Bezoeking en Straf des Almagtigen, en rekenden het daarom Godloos, de hand te Haan aan eenige Proefneeminge of men de doodlyke Uit- werking dier Bezoekinge kon voorkomen; zy oordeelden dit niets anders, niets min- der, dan de nietige hand uit te fteeken te- gen den Allerhoogden. Redenkavelde men dus over .gewoone middelen ; meer op- ziens en tegenfpraaks mögt men met grond verwagten wegens buitengewoone, en bo- .. j ven («) Neiierl. Jaarb, 1755 bl. 714. waar men eeni»
ge dier Muiiteu viudt afgebeeld. |
|||||
HISTORIE. 233
ven al van een Middel in de Kinderziek- lxxxii.
ten , met zo veel tegenkantings van het boe k. vooroordeel gebezigd. Dan in 1 afloopen------•
des voorgaanden Jaars, hadt men, in En- 1755.-
geland, de Proeve der Inentinge met een gelukkigen uitllag genomen. (*) De, by gerügte uit Engeland, vernomene goede uit- werkingen der inentinge maakten hier eeni- gen niet ongenegen om dezelve ook aan hun Vee te beproeven; doch zy onttrok- ken zich3 toen het op de zaak aankwam, dit gaf aanleiding aan den Eervv. Corneli- us nozeman, Leeraar der Remonfiranten te Haarlem , agge hoskajmkool Koop- man in de Beverwyk en jan tak, Doctor in de Medicynen te Leyden, een plante beraamen om die Proefneeming in 't groot te werk te Hellen op eene wyze, welke hun onaf hangelyk maakte van anderer on- gezindheid, en ook, viel het ten ergften uit, geene fchade van merkelyk aanbelang' aan iemand in 't byZonder zou toebren- gen. Zy vervoegden zich by Mensch en Vederlandlievende Heeren, wier hartlyke genegenheid zy kenden, tot het doen van alle nuttige Onderneemingen, en troffen welhaast meer dan vyftig Deelgenooten aan, die de benoodigde Penningen tot de aankoop van Beeilen, en hef doen der Proe- ve, zamenbragten: van de Zeventien blee» ven 'er niet meer dan drie in 't Lee- ven,
(*) Gentelrttf Magaz. 1754- For, Dec,
|
||||
è34 VADERLANDSCHË
Lxxxii. ven. f*) Veel verfchilde dit van 't geèti
boek. de Heer dobson in Engeland wedervoer * ------- die van de tien Ingeente Beeilen 'er negen
17SS' behieldt. ------- De Heer pieter bink-1
horst, Burgemeefter te Hoorn, hadt inde
Heeren-Huigenwaard de Proef met één Holckeling genomen, welke herftelde, eii bleek tegen de befmetting vervolgens be^ ftand te zyn. De Heer a. van der gron- den te Hoorn, behieldt vyf van zes inge- ente Kalveren; doch van geen beter Uit- flag dan de Beverwykfche Proeven, waren eenige door den Hoogleeraar thomas schwenke in den Haage. (f) Weersge- De vry ftrenge en bovenal langduurige redeezS* Winter deezes Jaars, (§) deedt voor Ys* teaars"es dammen en Ysgangen in de Rivieren, zo vaak van Dykbreuken en Watervloe- den gevolgd, met reden vreezen. By Schenkenfchans hadt zich een Ysdam ge- zet , die het water geheel opftopte, en een klein gedeelte des Kwartiers vaniNfy- mé-
(*) Zie Èerfie Proefneeming over de uitwerkin*
gen van de Inentinge der Bejmettende ziekte in hei Rundvee, gedaan in de BeverWjk. (f) Üederl. Jaarb* 1755. bl. 137. 197. 331. 333-
(5) Meer dan zestig dagen lagen deTrékfchuitenvan
Haarlem en Amflerdam ftil. Op" 't Pampus lag het ^s zo vast, dat de Friefche en' Overys/èlfche Veer- schepen eerst den drie en twintigften van Lentemaand te Amfierdam aankwamen; Veertig Vaartuigen met volk uit Jutland, en elders, komende om onze Groen- landfche en Straaidavidfche Schepen te bemannen, noch over 't Pampus kunnende komen, noch te Edam binnen loöpen s moeiten na Hoorn vaaren. |
||||
HISTORIE. 233
|
|||||
fnegèn onder deedt loopen. Was deezeLxXxit
Ysdam langer blyven zitten, dan zou de boek. Arnhemfcbe Postweg waarfchynlyk geheel-------
vernield geworden zyn , en de Rivier 17$$*
den ouden loop langs de zuidzyde van Schenkenfchans genomen hebben : door dit wyken der Ysdam , en het maaken van hulpgaten kreegen de ondergezette Pol- ders ontlasting, de Weidlanden waren door het Rivierwater yerbeterd , en de Koornlanden hadden niets geleden. In Holland en in 't Sticht kwam men met de vrees, door het tydig los raaken der Rivieren , en het afdryven der Ysdam* men vry. In de Betuwe hadt men eenö Dykbreuke en Overftrooming j doch het water viel, in 't kort, zo fterk als het was aangewasfen. Niettegenftaande het langduurig Win-
terweer, verfcheen de Lente met het aan« breeken van Grasmaand, met een Don- "derbui van een malfchen Regen verge- zeld, en herfchiep, in korten tyd, 't ge- heele gelaat der Natuure. Den Beeilen * vroeg in de weide gebragt,wies het gras als in den mond. Het groeiend Ryk , door dien heilzaamen Voorjaars, invloed gekoesterd, vertoonde zich, in Gras- maand , zo voordeelig als of deeze met Bloeimaand gewisfeld hadt. Van aller, wegen hoorde men de gunftigfte tydin- gen, wegens den toeftand der Veldgewas« fen. ——■ Een heevig en Langduurig Onweer van Donder en ßlixem, op zom- mige plaatzen met Rukwinden, Hagel en |
|||||
a36 VADERLANDSCHE
Lxxxii. Ystlukken gepaard, woedde op den der-
boek. tienden van Hooimaand door meest alle -------Nederlandfche Gewesten, baarde fchrik ,
l755- fchade, brand en doodde verfcheide Mén-
' fchen en Beerten. '(*■)
Aardbee- Wy hebben dit weinige van de VVeers- ving te gefteltenisle deezes Jaars opgetekend, ora Helmont te icomen tot het verllag van een verfchyn- gevoeld. ze^ van vreem(jer aart in deeze Strecken. Van Helmont, in de Meyery van 'sHerto-
genbosch , hadt men berigt gekreegen, dat 'er 's avonds den zes en tvvimiglten van Sprokkelmaand, en den daar pp volgen- den morgen , eene Aardbeeving gevoeld was ; vergrootend bleeken de eerde ty- dingen, en de zeldzaamheid eener Aard- beevinge. in deeze Gewesten, deedt zom- raigeii vastftellen, dat 'er geene Aardbee- ving in 't geheel geweest was, dat het waar- genomen kraaken der Deuren en het trillen van het Porcelein, moest toegeichreeven worden aan het losfen van eenig Gefchut, in eene naastgelegene Vesting; een denk- beeld, 'c welk te gereeder ingang vondt; dewyl in of by de Stad'Grave ten dien tyde iterk zou gefchooten weezen, om een Tsdam te doen breeken. Eenige hielden het begrip der Aardbeevinge flaande, en yerftêrkten het met bengten van ge- waarwordingen dier Schuddingen opplaat- zen builen die Stad. (f) Aan
.(•) Nederl. Jaarb. 1755. bl. 134. I?9- 193- 328.
701. (t) Nederl. Jaarb. 1755. bl. 456«. |
||||
r
|
■
|
|||||||
HISTORIE. 237
Aan geen twyfel altoos was onderhee- lxxxh.
ving eene Aardbeeving , op den eerftenßoEK. van Slachtmaand, door geheel Nederland—----
waargenomen, en van wegen derzelver 1755.
meerdere en algemeenere zigtbaarheid in Aardbee- 't Water, met den naam van Waterberoe ving mee ringe beilempeld. Deweeklykfche, maand- eene lyklche en andere Berigten van dien tyd ^"be- tekenen, veele zonderlinge en merkwaar- roering dige omftandigheden op \*) te omflagtig den 1. voor ons Gefchiedblad, 't welk zich tot Nov- eene algemeener opgave moet bepaaleh. en zullen Wy ons voornaamJyk, wat het verfchynzel zelve betreft, bedienen van 't wel opgefteld berigt des kundigen Hee- ren J. F. DRYFHOUT. Het was op Saturdag, den eerden van
Slachtmaand, deezes Jaars, dat men , 's morgens omtrent Elf Uuren , een vie- rendeel uurs voor of naa onbegreepen , (dewyl het verfchil der Klokken als mede de meerder of minder oplettenheid der Waarneemeren, het nette tydltip eens zo on ver wagten en ontzettenden Verfchyn- fels, te eene maale onzeker maakt,") met zeer flil en mooi Weer, de Wind alhier (f^) Noord-
|
||||||||
(*) Genoeg 's net hier de Leezers te wyzen nn de
Nederl Jaarb. 175 5- &'• 989. enz. en den Neder- l/mdfAen Posiryder voor November diens Jaars. bl. (t). In 'sHaage naamlyk: deeze windftreek ftemt
overeen met genoegzaam diè van andere Phaizen, in. welker berigten eene Windwanrneeming vojrkomt. a:-
|
||||||||
238 VADERLANDSCHE
|
|||||
lxxxu. Noord-Oost, de Barometer ruim dertig
boek. Engelfche Duimen en de Thermometer ------- van FAHK.ENHEID omtrent zes en veer«
1755' tig Graaden hoog zynde, in de Wateren
der Rivieren , Meiren , Vaarten, Grag- ten, Vyvers en Slooten, ganseh fchielyk en onverwagt, eene fterke fchommeleude Beweeging befpeurde. Deeze' Waterberoering heeft zich niet
overal in dezelfde maate vertoond, op zommige rees het water twee, drie ja vier voeten rechtftandig op; daar het op ande- re zes, acht of tien duimen klom. Klaar genoeg was dezelve allerwegen te onder- scheiden van de Golvinge.door xïen wind op de oppervlakte veroorzaakt, en ändere gewoone Waterklimmingen, het bleek ten vollen dat ze tot den grond of bodem toe werkte; de opborrelende waterbellen en blaazen, de opfchietende Modder en Slyk, weezen zulks uit: ja de kragt der wericin- ge van deeze diepgaande Waterberoerin- ge, deedt Balken, Schuiten, Ankers, en andere zwaare Lichaamen, langen tyd te vooren gezonken , en onder 't water be- dolven, boven komen. Zy oefende haar haar geweld op eenige plaatzen zo fterk, dat niet alleen veeier Vaartuigen touwen aan (lukken rukten, en de deeze aan den overkant vervielen 3 en op't land geraakten; maar ook groote Schepen, flingerden als door
Alleen uit Friesland en Overysfel, meldt men dat de
Wind West ten Zuiden was. |
|||||
HISTORIE.
|
|||||||
»39
|
|||||||
door een Stormwind gefchokt; een Schip»lxxxii.
per op de Haarlemmer Meir vaarende,Boek, werd op dien tyd gewaar, dat zyn Vaar-_____
tuig niet na 't roer luiflerde, en hem iets 1755.
wedervoer, waar van hy geen denkbeeld kon maaken. Wat de nette Kompas ftreek deezer
Beweeginge betreft , dezelve is niet volkomen zeker. Volgens zommige en wel de meefte Berigten zou dezelve aan- gekomen zyn uit den Zuid-Westen, vol- gens anderen uit den Zuid-Ooften. Dan, zonder zulks te bepaalen, of ook vastte {tellen, dat ze overal dezelfde geweest zy, 't geen niet waarfchynlyk is : dewyl de ongelykaartigheid en verfcheide ftrekkin- gen der Onderaardfche Stoffen en Beddin- gen, hier en daar eenige afwendingen en veranderingen aan den oorfpronglyken loop der Beweeginge hebben kunnen, en waarfchynlyk moeten,toe brengen,mogen wy, uit alle Berigten en Qmftandigheden befluiten, dat deeze Waterbeweeging van tusfchen het Zuid-Westen en Zuid-Oos- ten, herwaards is aangekomen. Schoon deeze Beweeging zich veel al
dermaate tot het Water bepaalde, dat de meeften, op den Grond buiten 't gezigt des Waters, 'er niets van bemerkten, en- vreemd ophoorden, wanneer zy het ge- beurde vernamen, bleek het nogthans ten vollen, dat 'er eene Schudding der Aarde mede vergezeld ging. Het /allerheiligen Feest op dien dag invallende gaf gelegen- heid , dat men, in veele Roomfcbe Ker- |
|||||||
24o VADERLANDSCHE
Lxxxii. ken, Lampen en Kaarskroonen zag flinge-
BOKK. ren: welke llingering men op veele plaat- ------• zen in andere Kerken van een twee tot
l755' drie voeten heen en weder waarnam. De
klepels in de klokken te Gouda bewoogen zigtbaar. Zommigen hebben ook eene daadlyke gronddeininge op het Land, bo- ven al op Hoogtens, en Toorens, gevoeld, en een geloofwaardig Man, getuigt meer of min dezelve aan een groote ftreek Lands, omtrent Rotterdam, gezien te heb- ben, fchoon hy geene beweeging in 't Wa- ter was gewaar geworden. (*) Men be- fpeurde dezelve in allerlei foorien van vog- ten als in het Bier, in de Ketels en Koel- bakken der Brouweryen, in de Aardwas-' fcheryen te Delft, ook in een Ketel met gefmolten Lood op de Abdy-tooren te Middelburg in Zeeland. (\) Wel-
(*) De Heer dryfhout zelve meent zich wel te
kunnen herinneren , ikc hy op dat pas ltaande te fchryven , eene ligte duizeling in 't hoofd voelde ; eene aandoening, gelyk. bekend is, zeer algemeen by eene Aardbeeving. (f) Zie de Nadere Aanmerkingen over de Oor-
zaak en Werkingen der Waterheroeringe van den i Nov. 1755. door j. f. r>RYFfiouT\, in de Verhan- delingen van de Holland f che Maatfchappy te Haar- lem. VII. D. bl J36. enz. Die Heer hadt, twaalf dagen naa de Gebeurtenis eene kleine Verhandeling in 't ücht gegeeven , behelzende Nutiturkunäige Aanmerkingen en Onderßellingen om de wyse op te losfen , hoe die zeldzaamc Wal e: beroering hadt kun- nen gifchieden ; waar van deeze Nadere Aanwei- kinge.i ter (laaving dienen, en , op eene alleszins lezenswaardige wyze , dit On ierwetp behandelen. |
||||
HISTORIE. Eß
Welhaast liepen 'ei- Tydingen uit andé Lxxxïr:
re Landen in, die de wydüitgeftrektheid boek; Van deezen Aardfchok te verftaah gaven;-------
men vernam dat dezelve ten Noord-Oos-1755«
ten van onze Gewesten zich uititrekte tot aan èzQostzee voorts dat dezelve in Üeeze tot 'diep in Zweeden waargenomen was. Ten Westen hadt men zé te Po'rtséoutb in 'En- ■geland'en te Kork 'mjerland befpeurd. Ten Zuid' Westen bepaalden zich eerst de be- rigten tot Frankryk ; doch eerlang ver- faieldden Brieven,dat men in Spanje en de Hoofdftad van Cästilie, op dien eigen dag, eene aanmerkelyke Aardbeeving gevoeld, 'en niet weinig fchade geleden hädt; maar Wat deeze Stad en andere Zuidelyke gele- gene Gewesten des ondergingen 3 kwam in geene vergelyking by het lot der ver- nielinge 't welk veele Jpläatzen in Por- tugal ; doch boven al de Hoofdftad Lts- -fabon , trof, welke bykäns in een puinhoop' Veranderde , en, fehoon menigmaal doof Aardbeevingen gefchokt, nooit in diémaa« te verdelgd. (*) Veele gisfingën, redëneeriftgen, by mon-
de, en gefchrifte, volgden terftond over; den Oorfprong der Waterberoeringe in önè Vaderland; doch Lisjabons ondergang, door een allerverfchriklykfte Aardbeeving , ont- dekt ;■,(*-) In de boven aatigeweezehe Nadere Aanmer-
"kingen van den Heere dryfhout vindt men deswe- gen zeer keurige Berigten. bi. 161. 183. eiiz. Zie ook 't Schouwtooneel der Fcnvoeßinge; Gedr. 1756'* XXII. DEEL. * Q
|
||||||
&tft VADERLANDSCHE
ï fi
LXXXTi. 4ekt zynde, hielden , alle gisfingen op.j
boek. en niemand twyfelde om, die Aardbee- -■ 1755. roering in deeze Gewesten vpor een Uit- werkzel, te houden.-----De Heer dryf-
hout., die zich omtrent dit Verfchynzel
zeer veel moeite gegeeven heeft, befluit te regt, dat 'er te Lisfabon, en in deeze Gewesten, ten zelfden dage, eene dard en Waterbeweging geweest zynde, welker verichil alleen in de hoegrootheid der uit- werkinge beflondt, geen bedenkiykheid kon overblyven, wegens de Overeenkomst en^Gemeenfchap dier twee Verfchynzelen« Hy hadt nagegaan of alles op een en het _:':-5 zelfde oogenblik. dan wel met eenig tyds verloop, gebeurd was, en ten allerklaarfte bevonden, dat deeze „algemeene Water be- weeging niet op den zelfden tyd als de Aardbeeving te Lisfabon, voorviel\ maar glömme laater, en meest met eenige even- redigheid naar de meerdere of mindere afgelegenheid van die verwoeite Hoofditad des Portugal/eben Ryks^ als mede dat de- zelve zich doorgaans op de plaatzen, het verfte van Lisfabon afgelegen., het laatst vertoond hadt, en voorts ongevoelig te niet geloopeh was. Volgens zyne Berekening heeft de fqhok der Aardbeeving te Lisfa- bon, 'm den tyd van veertig Minuten, op eèh afftand van twee honderd zeven en Veertig Mylen, die Holland van deeze Stad iifligt, gewerkt. -— Tot eene vur- baazende diepte moet, naar 't oordeel dee- zes kundigen Scbryvers, die wérking ge- gaan- |
||||
}ÈM hébben*, dezelve' fériféi fl'èt te"oëp,a>: i'ixxä.
Ën, hiaat moét véél dïèfi'é'f |ewée'$t., z'^bq^k' dan,- de- Óöd-ém vaiï &t Midäcllahdfclk',^ ,„,' \ .."<' Oostzee, ja zplB va'n; de; Jtilatitifchë- Zè'é if^'^ of Cttóöléè' Oceaan ;•' déwvf niét.alleen' op, d"ê";Kx^ényaïï,Bürbüfyèfl;, en' dn^aan-de^. civer'zfyde. väh de Mïdiïéïatïdfch'e Zeë'^ ten; afélÜJéh' fryde. eéne zwaafe^Aa'rdlaééving gé-v wéélft is; maaY ook de f Waffel beweégnig,; dóör' 'rfe Ääi'deeeving té Lisfabón ye^róori zä'ak't,' in Épeeden eti\-Engeland }•<$.$'r$£ de op' dé Eflaiïdéii Barbados en ^«i^o^^ allé/téir, Op^igt'é^ vän" .dié, ..Stad , aan" Je. ovefiyd'én: dèï'. geiüèMè,:Z<£0n 'gélë|ën'? onder" derzétver; bodems,. néeti';; ^évfe-rkt heeft!,!én wél' zp diep' d|f zjs "daar 'jAóöë niet. hééft kürrneh üitbrêékén^'yé'rmid's an'« ders' Mh(iëé övérzydén dïef %éeën gé'éïie' béwééglng'zou g^effteurd1 g^w'e'esriynv^J u Zo veel oordeelden wy te mpetenvzéggenJ,~" van dit in deeze Gewesten vreemde Ver* fchynze^,'t ^geen; „pp- zieh-zelven geefle noemenswaardige nadeelen aldaar toebragt» ;•■ I)och de tyding der verwoeftende Aard- beéving,,,die Portugal en Spanje, in zo veel leeds dompelde, kon niet dan onheil fpellen, aan het Handeldryvend deel .der Ingezetenen van dit Land, en baarde groo- ten kommer by de Handelaars op die Ry- ken. Zo veele vermogende Kooplieden1 als Lisfabon, St. Ubes en Seviïie, om gee-. ne
H(*) Zie de boven aangehaalde Nadere Aanm. van
den Heere dryfhout. bl. 166. 190., Q *
|
||||
S44 VADERLANDSCHE
|
|||||||
lxxxii. ne andere te noemen, in puinhoopen ge*
boek. ftort, hadden zeker fchatten, de zenuwen -------> van den Handel, verlooren. Omtrent den
1755. toeftand der Huizen van Koophandel was
men in onzekerheid, de beste konden bui- ten ftaat weezen, om aan hunne verbinte- nisfen te voldoen; dit deedt den Geld en Wisfelhandel, voor geen gering gedeelte, ftilftaan 5 en veele Zeehandelaars befloo- ten, de Goederen, beftemd om na thans zo deerlyke verdelgde Gewesten af te zen- den, of ten dien einde reeds ingefcheept, op te houden 5' 't welk eene groote ftrem- ming, in een aänmerkelyken Handeltak, ten gevolge hadt. De Hollandfche Kaas, in Portugal fterk getrokken, daalde,op 't inkomen der tydinge van Lis/äbons ver- woefting, te Hoorn, twee Guldens by den prys der voorige ' maand ten honderd Pond. (*) '.(«) Nedtrl. Jaarb. 1755. BI, 1118. 1196.
|
|||||||
/: ■
lVA-
|
|||||||
VADERLANDS CHE
|
|||||||
HISTORIE.
|
|||||||
DRIE EN TACHTIGSTE BOEK.
|
|||||||
INHOUD.
't Beginzel des Oorlogs tusfchen Frank- lxxxiii
ryk en Engeland. Vyandlykheden in Arne-koek. rica. De Franfchen en Engelfchen geven ' elkander de fchuld van de aanleiding tot de
Vreedehreuke. Deeze vyandlykheden had- den invloed op onzen Staat. De Franfche A'fgezant d'affry vraagt de Staaten,zvelk een gedrag zy voor hadden in deezen te houden. Deeze vraag beantwoord. De Engelfche Afgezant yorke verzoekt Hulp- benden. De Franfche Afgezant poogt zulks te fluiten, en vordert een nader Antivoord. In 't zelve belooven de Staaten Onzydigheid. Yorke dringt niet meer op de Hulpbtnden aan. Engeland en Frankryk verklaaren elkander den Oorlog. In de Engelfche Oor' logsverklaaring, en verdere Staatsbefiuiten , de Zeevaard .van onzen Staat op een voet (l-rydig met de Traclaaten behandeld. Zee- rooveryen der Engelfchen. Moedig gedrag Q 3 van |
|||||||
«HS VADERLANDSCHE
lxxxiii fö« <& Oorf-Indifchen Schipper SCHRY-
fe"b|EK. VER y ?«gc» èen 'Engelsch Qörlegfchi'fiz *—:—. Frankryk nßemt genoegen in< de> tyctuigde --•'--. Qnzydi-gheidder Staaten.' •Een Franfchê Kaaper neemt in Texel een Engelsch Schipi 't Zelve door 'tFranfche Hof, wedergegee- ven.- Kaapergevallen te ■ Vlisfingen -èn te Veere'.:~' Reglement der Staaten op deKaa- pers en Commisfie gaarders der Oorlogende Mogenheden. > Veeleti willen de Zeevaart kragtdaadiger befchermd hébben."'- Yorks verzoek om OorlogJ'chepen afgeflaagen. De Convoyen traaglyk verleend*- benige Zee- handelaars vervoegen fzich deszvegen -met klagten by ■■ 's Landsvaderen■$ ; en■■ ver- werven CMypy. De Preede met M&r^cco bevestigd.. Aardbeeving op den DanktVast* e# Bede'dag ,< den ach tienden van- Sprokkel', ityfiand. Onteer en en zwaars ^ tor min dit jaar. De Optiepartyen in den Graanhaui del, door de Algem.eéne Staaten, verboden. Stqaten, van Utrecht verbieden het voorop- knopen vqn Aardappelen. ■ De Voorregten a.a.n de Gro,Qte Ifisfbhery gtfchonken ver- fengd.' Oßroi verleend aan een niéuw ver- beterde Vyzei of• Tonnemolfin. \ D.e. Babry- ken te Haaftem aangemoedigd. Een Tzer- h.utte in Gelderland aangelegd. Eene ou? de Grafffedfi in. Drente gevonden.. Zwaare ¥\sgang. ''. ïschrikiyke Doorbraaken in. de Rivierdyhen.yOnheilen de Bommelerwaard 01) er gekomen. Beraamd Plakaat den Uit- voervan Gxaanen verbiedende. De Room* koopgrs ie ■ Amflerdam leveren tegenbedeuf &i#gM ?'% -^ &kikaq$ gaat .egter. dooz. ,H\(jp.v_*.< "»/.;J fv.e;..i 0...i ^ > De |
||||
H IS TORIS '*Tr'H?'-
De Vrugibaarheid deezes Jaars doet het lxxxiiï
Plakaat intrekken. Het Plakaat, wegens boek. de Optiepa'tyen ■, opgehelderd. De Oor' Idg in het Duitfche Ryk wekt nieuwe Staatsbekommernisfen. De Franfche Af' gezant ßelt de Staaten gerust, wegens het byeentrekken eens Legers aan den Neder' Rhyn. Verzoekt doortocht voor Krygstuig door Namen en Maafl! icht. Deze ve woi dt toegefiaa-i. Klagten , over het fcbenden dés Grondgebieds door Fransch Krygsvolk, krygen geh-or, York E klaagt over het leggen van Franfche bezetting in Oofiende en ' Nieuwpoort. Verklaaringen van het JVeener en Franfche Hof over dit fiuk. De Zeerooveryen der Engelfchen gaan den ouden gang. Verbeurdverh'aaringen der opgebragte Schepen. Vertoogen en Rag- ten deswegen ten Engelfchen Hove gedaan. Derzelver vrugtloosheid, Franfche Kaa- peryen. Vrede met de Algerynen geflooten. Een Gezant van Tripoli komt met gefchen- ken in den Haage. Zyne Hoogheid'woont de Schutter smaaltyä in den Haage by, en ontvangt het Stadhouderlyk Gezin, op eene en andere Reis, Eerbetooningen. Gefchil over het aanflellen van Burgemeeßeren te Haarlem. Gelastigden tot het onderzoek deezér zaake, door de Gouvernante, be- noemd. De Meerderheid befluit dezelve voor de Staaten Van Holland te brengen. De Meerderheid doet twee voorflellen ter Staats- vergaderinge. Antwoord der Gouver- ndnte. De Meerderheid handhaaft haar Règt. Wat 'deswegen ter Staatsvergaüe- ' Q 4 ririz |
||||
E4$a VAQ;E^LANPSCHE
^xxxni ringe < voorviel. Haarlem wordt, tv£gen%
ppiiK. den Fisch eener Buitengewoone Pergade* .. beid der Vergaderinge is, zvat de Verkie* zing betrof\ op de zyde der Gouvernante. Steden, die met Haarlem, 'er van verfchiU. den. Aantekening van Am fier dam en Rot- terdam Afloop neezer zaake. Dooppleg- tigheden in Zeeland en Utrecht, tot eert van het Stadhouderlyk Huis ingerigt. Prag' tig Huwelyks Feest der Dogter van deti Gouverneur Generaal van Neerlands Indie. Schouwburg op kaïavia aangelegd. He$ Hon .er dj aar ig Feest van het JJiakofiie- Weeshuis tte Amjterdam gevierd. |
||||||
\ Begin- JFVunnen de bepaaldfte en afgemeetenfte
zei des bewoordingen, in Verdragen tusfchen de tu°fchgn MogenhedengeOooEen,wanneerdeStaatkunr Puijfaykdt haare dikwyls zo veel verderfs berokke- en Enge- nende rolle fpeelt , in eenen zin geduid land. vvorden , rechtsftreeks Qvergelïeld tegen her bedoelde } of zodanig gewrongen en, verdraayd , dat Onpartydigheid deswe- gen blooze; wat hebbe men dan niet te wagten, wanneer, in dezelve aonbepaalder uitdrukkigen voorkomen, in gevolge van welke de Vorften zich daaden. veroorlo- ven, van een wederzydsch beledigenden en. op. nieuw Oorlogs oniïeekenden aart? Van laats:tgemelde ioort was het.bepaalde tusfchen de Hoven van Verfailles en Lon- den orntrent America, op de Vredehande- |
||||||
w---------- ;>
|
||||||
HISTORIE/ 249
fing te Aken, in den Jaare mdccxlviii. lxxxiii
„ Alle dingen in America zouden gebragt boek. ,, worden, op dien voet op welken zy wa--------
„ ren, of behoorden te weezen, vóór den 1756;.
„ tegenwoordigen Oorlog." (*) Hoogst onvoorzigtig was het gehandeld een Volk* 't welk ten Staatsregel hadt, om door meer-, derheid van Rykdom tot meerderheid van Magt te geraaken, zo veel aanleiding? te geeven tot het daadlyk volvoeren dier grondftellinge. Nauwlyks befcheen de Vredezon het Vyand.
gelaat van Europa of de ftoffe tot nieuwe lykheden Oorlogswolken, verzamelde zich in Arne-'".Ame' rica, om eerlang, uit dat Werelddeel, 'mrtca' het onze over te dryven. De Engelfchen begonnen gewapenderhand de zaaken in America „ te brengen op dien voet als zy „ oordeelden dftt ze behoorden te wee- „ zen." Zo veelvuldig als vergeefsch waren de klagten, van het Franfche Hof over dit beftaan, hoe meer lodewvk de, XV. den Vrede zogt te bewaaren j dewyl een uitgeputte Schatkist, met een zeer groote fchuld belaaden , en een byka.ns geheel vernielde Zeemagt, zulks vorder- den , hoe meer men in Engeland naar den Oorlog haakte. In veele openbaare ge- fchriften van deezen tyd,ftelde men voor, dat het vermeefteren der Franfche Volk- phm«>.
(,*) R ou ss et Recueil. Tom. XX. 189. Wag E'
$aah Faderl. Hifi. XX,'bl. 248. Q5
|
||||||
i
|
||||||
2S0 VAJDIERjLANDSGHE
f xxxin plantingen 'm America ten middel zou kun-
poEK nen dienen, tot aflosfing der Staatsfchul- -—— den des Engelfche Ryks , in den jongst }7S§' gevoerden Oorlog, veel meer dan de helft vermeerderd. — Een rechtftreeks Krygs- bedryf zou een te haatlyk vertoon gemaakt hebben, naa eenen kortlings geflooten Vre* de. De Engèlfcberi zonden deswegen, onder voorwendzel van den Koophandel te begunftigen, eene fterke Vloot van Oor- logfchepen naaf jfjnerica.j het waare doel- wit was, om den {linkeroever van de Ri- vier St. Laurens in te neemen: hun wag- ten en zoeken was naar eene gelegenheid, bm op de Franjcbc Volkplantingen te kun- nen aanvallen. Hier door zou de Koop« handel van datRyk op dit Werelddeel ver- nietigd ," en 't zelve buiten ftaat gefield worden, om eene Zeemagt in Zee te hou- den, bekwaam om de gezogte Opperheer- fchappye ter Zee te betwisten. Ter gewis- fer volvoeringe van dit plan , (lelde dê En- gelfche Afgezant ten' Hove van Madrid alles in 't werk, om dat Ryk tot Onzydig- heid te beweegen ,• de voordeden , die Spanje, door een meerderen bloei van den Koophandel; zou behaalen, teti breedfte uitmeetende. De meer Min- dan Oorlog- zugtige geestgefteltenisfe van lodewyk den XV, op wierrs Ryksbeftuur zyne Ma- tresfen. maar al te veel invloeris hadden; deverzwaktheid des Ryks.door kleinagting van hei Staatsbeftuur, .door Verdeeldhe- den, rustenen allerlei Rangen.,, door de. Oneenigheid "der Syiaisdienaaien, gepaard met
|
||||
I.'
|
|||||
HISTORIE. m
met de uitgeputte Geldmiddelen, en een Lxxxm
vervalle Zeemagt (*), dit alles deedt voor boek., Engeland; een gunitig tydft.ip'gebooren-—--:•' worden, ter bereiking van deszelfs doel- 175S. wit. Het Hof wilde, en bet Volk fchreeuw- • -• '■ de om, den Oorlog, " - : ■■-■-; , ■'■' 't Ontbrak in Engeland niet aan Schry- De En-
vers, die de fchuldvah hun La.ndgeno.or geifcben • ten poogden af te neemén, en ap d& Fran-1^' ':Jlm fcbenxo. leggen, Zy beweerden, dat Frank- ™"^*jl r.yk in America zyne Bezittingen" zogt uit der Vre- te breiden, ten koste dei• Epgelfche Volk-debreu- pjantingen i dat'hetdeezen enkel tot deke* Zeekusten wilden bepaalen, en verlteeken van allen Handel met de zogenaamde Wil- den; dat men, ten dien einde, een aantal van -'Sterkterts hadt gebouwd, van#ir&tfc v\zz .Mis.fifipfii tot aan Canada^ meest op Engetfchen bodem, Cf)' 'i c't Loopt buiten ons bellek in een on- Deeze derzoek te treeden wie der klaageren, Vyand- wegens- overlast eii krysgeweld % gelyk j,^g„en hebbe ; wanneer men enkel in 't oogeinvloeed houdt, de volkomen erkende Hegte geitel- op on- tenisfe van hetFranfche Staatsbeituur (§), zen Staat,1 en de onmagt om iets van gewigt, ten (*) Zie Gedenkfchrif ten, dienende tot deGefchie-
denis mulodewtk den XIV. en XV. door mu- lo t VI. D. bl. 263. enz. ' - • ; ..- (f) TIN5AL Vol. IX. "
(i) Qedenkfvhriften door m il lot, als boven
bl.38p. ,
|
|||||
ïfr VADERLANDSCHE i
Lxxxin dien tyde, uit te voeren; en daarmede ver*
boek. getypt net in raagt en aanzien toegèno- _____ men Engeland , dat den voorgemelden
1756. Staatsregel, Hof en Volk zo welgeval-
lig, aankleefde, zal het niet bezwaarlyk vallen, te oordeelen wie der Partyen de meefte fchuld hadt. ——— Wy moeften dit weinige vermelden, om de aanleiden- de oorzaak op te geeven , van eene an- dere gedaante der dingen ook in ons Va- derland. De rustige dagen voor de Gou. vernante namen een einde , en werden , van tyd tot tyd, de Landszaaken, tot het einde naars leevens, met meer en meer aangroeiende onaangenaamheden, ten haa- ren opzigte , vervuld. Het verflag der- zelven , met de andere Lotgevallen des Vaderlands , moet dit Boek behelzen. Frank- De Gefchillen tusfchen Frankryk en tyk Engeland waren , tot zulk eene hoogte vraagt opgeklommen, dat ze, met den aanvang Staaten ^es Jaars MDCCLVI> tot een openbaaren
dit geval Oorlog dreigden uit te barften. Geen der zal doen. ten kryg gereede Mogenheden, kon het onverfchillig weezen, hoe deeze Staat zich in denzelven zou gedraagen. Des Koning van Frankryks buiten gewoone Afgezant, de Graaf d'affry, als mede de gewoone, de Marquis de ronac , hadden, over dit onderwerp, met hunne Hoog Mögenden verfcheide onderhandelingen gehouden;en de eerstgemelden , op den negenden van Sprokkelmaand, uit naam zyns Meefters , verzogt te mogen weeten, welk eene Par- . ty hunne Hoog Mögenden zouden kiezen, in
|
||||
HISTORIE;. 25$
in gevalle de twist, tusfchen Frankryk en LXxxiïi
Engelandt tot een vvederzyds verklaarden boek. Oorlog mögt komen ? "------- Der Staaten Antwoord liep op deezen 1756.
zin, „dat zy, met veel fmerten de On- Die „ eenigheden tusfchen Frankryk en Enge~ vraag be. „ land ontftaän bemerkten, en wenschten ant- „ dat dezelve in der minne mogten byge- woord' „ legd worden. Zeer verre was het van „ hun zich in den Oorlog te willen ftee- „ ken, wegens eene zaake, die hun in 't „ minst niet aanging , en tot welke zy „ gansch geene verbintenis hadden. De „ waarde der Vriendfchap en Geriegen- ,, heid van zyne Allerchristlykfte Maje*- „ fteit kennende wenschten zy, mee dé „ uiterfte poogingen, op allerlei wyzen, „ denzelver aanhouding te zoeken, in zo „ verre de Onafhange'lykheid en de Eet ,, van het Gemeenebest zulks maar eenig- „ zins kon toelaaten. Zy vleiden zich, „ ingevolge van deeze Verklaaringe, dat „ het Gebied, zo wel der Vereenigde als j, der Ooflenrykfche Nederlanden, welke „ laatstgemelden hun tot een Barriere „ dienden, van alle Dreigingen en Aan-- n „ vallen bevryd mogten blyven. Zy hoop-'- „ ten , verder > dat zyne Majefteit hun;( , ; „ daar van verzekering zou geeven , en „ den Oorlog niet in Groot~Brittanj.&i „ overbrengen; dit zou eene omftaridig- „ heid opleveren* die het Gemeenebest,» t, in verfcheide opzigten, raakte." .'t Leedt maar weinig dagen, of de £«*• Yotkr
gelfche Afgezant yo&ke, jalours, over de ^^j^
■ :■ : . veel- benden.
|
||||||
^
|
|||||
$54 VADERLANDSCHE
ixxxni veelvuldige Onderhandelingen met Ffarik?
boek. ryk, vervoegde zich by hunne Hoog Mo:- -------genden met een Vertoog, bet dus }ang:gér
1756'. houden gedrag met Frankryk afmaaiende
als eene kenba'are fchennis der Verdragen*
en een openbaaren Aanval, teffens gewaar
gende van de gedugtfte Kfygstbèrüstiffit
gen , gefchikt om jLandingen ïii Qfoo-t-
jBriitahje en Ierland te doen ; welk voor-
»eërnen de Fratifcbé Staatsdienaars, aan
de Hoven» Van Europa opentlyk zouden fee
kennen gegeeven hebben?.
den;Staat verzoekende om Zesduilend Man
Hulpbendeüy die der l^eteenigdeGeïkésteé
verptigt waren den Koiiirjg var* Engeland
te leveren. *-*— Verzekerende, dat zy-
ne Groot - BtittannifeM ÄJägefleit , in 't
vol vertrouwen', dat die fMpbendëriter
Infchëpinge gereed Zóudétf gfehöödeii wüi«
den, zonder vertoeven,- dë" Sthëpen,; tot
het overvoeren noodi^, ßöridt te zëridënv
fD'APFÉY De Graaf d'affry nanï dferi ifä>> Hier
zoekt te Lande noodig, orïi dë RaaäsbelMteri
fluiten'6 der StaaUSl1 'j °P öm Eisth' dës Koriihgs- vatv
en vor' Engeland; ter öv'erweëgittge fond' gëëon^
derteen den, in te*-wirüien, Wäär,; ó'm hët vërfée1-
nader nen van dien- Byirarid: hM'Aëèg MégëWërif
woord te ^^^NP^!^A^"^e^ö^i^èt^.'^^1'
* Engeland' af als den- bïykMarën Aanval" Ier, en grbtidd^ daar öp''s KomngéJvêf-;
wagting, dat: dë 'StaaÉèÜ 88f Fer'eëtiij$é:
Gewesten^ iiïei?Engeland gëeiië' ariderë: d'an>
iVerdeedig-ende Verdragen^ hebende , wek
verre van op eënigë wyzë'hulp té vër-
Ichaffeiï» aaa het Hof- va'e londeH, iri t££.
geh-
|
|||||
Ha s Tio^R i &.; &$$
gendeel, zo zulks van hun gevorderd vxxxui
mögt worden, hunne evengelyke Verdeer boek. digende Verbantenisfen , men den Koning--------
zynen Meefter, aangegaan^ vervullen zou- 1756.-
den. —- Zyne Allerehristlykfte Maje- fteit was genegen, in alle maatregelen te, treeden, die de Zekerheid, de Rust, en- den Voorfpoed van 't Geraeenebest kon- den bevorderen, als mede deszelfs Eer., en Onafhangelykheid handhaaven. —— Doch dewyl de Oinftandigheden dezelfde niet waren, ais in den Jaare mdccxxxi i i , toen de Koning een Verdrag van Onzy- digheid met de Staaren floot, ten opzigte van de Ooficnrykfcbe Nederlanden, was alle voorzorg, ten dien aanziene, overtoU lig. — Niet zonder verwondering hadt zyne Majeftek in bef Antwoord geleezen» het bygevoegtk betreffende hei Vaste land van Groqt Erittanje en Ierland. , Daax „ was ."■ fprak dit Vertoog,- in beantwaor,«. ding hier van „geene Magenheid op den, >i Aardbodem welke rege hadt om de „ Krygsverrigtingen te Lande te bepaa,- „ ien, die de Koning voor hadt te werk site itellen, om wettige wraak te oefe* s> nen oyer eenen Vyaad, die hem ge>-, „ hoond en aangetast hadt tegen de Trouw- ixder Ver.bintenisfen. En- oordeelde zy» 5, ne Mjijefteit het ondienftig zich' te ver^ ?,. klaarejn over de toebereidzelen, die zy>- „ »e billyke gevoeligheid aankondigden.'' By dit.Vertoog las de Graaf d'affry, uit een byzonder Papier voor, hoe deKo- ping verwantte, dat de Staaten zich nauw |
||||||
$$è VADERLAND SG HÈ
Lxxxin keuriger zouden verklaaren over de Par«
böek; -ty, welke zy, in den tegenwobrdigen toe- -----— dragt van zaaken, zouden volgen, beflui-
1756, tende met deeze fterke betuiging, „ dat zy-
j, ne Majefteit onder het getal zynef ,j, Vrienden niet zou kunnen rekenen ^ ji zulke Mogenhéden , die, wel verre 5, van, ten- zynen öpzigte ,de Verdeedi- ,V gende Verbintenisfen met hem aange- „ gaan ,-te vervullen , eene lyn zouden ,y trekken niet' zynen Vyandj, «n dien On- y, :derirand bewyzeni" i. i'h- ÖeStaä. . Dé met zo veel aandrartgs vêrzogte ha- ten ver- (lere bepaaling begreepeii hunne Hoog On^dig Mögenden in deeze bewoordingen „dary ie zullen » dewyl zy, in de Onlusten of Verfchii- blyven. » len over de. Bezittingen in idmerica;, „ noch in derzelver gevolgen , tot hief „ toe, geen deel genomen, noch recht« it ftreeks, noch van ter zyde, zich daar ,, mede bemoeid hadden , zy dok geen- $, zins gezind waren 'er zich mede te be- ,j moeien, noch met de gevolgen4 welke ,5! 'er, ia 't toekomende, uit Ronden ont- „ ftaan ; maar , in tegendeel, voornee- ,-, mens waren , ten dien opzigte, eene ,>::ftipte. Onzydigheid in agt te neemen: ,yj alles nogthans onbenadeeld de Allian- 3, tien,welke de Republiek hadt, en die ä,-;Zy op gèenerlei wyze meende te uree- gf ken." (*) Zy twyfelden niet of deezei "jAA:i-l-n-o^a^, l,i- ' . ■;: - '■;: i ; na- "'(*) Wat.huhne Hoog Mögenden verilonden., door
de l uitdrukking i onbenadeeld oï onverminderd dé"
ȆO'A Al-
|
||||
HISTORIE.
|
|||||||||
25?
|
|||||||||
$5 hadere en ftelliger Verklaariug zou ten ge- Lxxxnt
j> volge hebben, de verzogte zekerheid, zo boek;
^,ten aanzien van het eigen Grondgebied-------
jjvan den Staat als van hunne Barriere.' 1756*
De Schepen te Heïlevoetfluis gekomen, yorké
om j overeenkomftig met het geftelde dringt
in 't Vértoog des Èngelfchen Afgezants,niet meet
de Hulpbenden af te haaien, maakten eeri°Pd®
te, Hülpben*
vertoon, als of er geen ontzeggen ^fdenaan*
aan den eiscll van Groot-Brittanjè , en
deeze zö ras volbragt ftondt te worden als dezelve gedaan was. Dan riien herinner- de zieh nog de nadeelen in voorgaande Oorlogen door de Èngelfchen geleden : wanneer men, dien nydigen Nabuur zelfs ten wiile was. Het bleek dat onder dé Regenten en het Volk zieh min lust op- deedtj om deel te neemen in den Oorlog * dan
|
|||||||||
Alliantien enz: is eenigziïis duister, tiet wordt toege-
licht door den Gefchiedfchryver wAoenaar, als hy, in zyn Brief, getyteld Het Gedrag der Èngel- fchen j verklaart „ de Itede leert dat zy, door dee- „ ze Alliantien , geene Alliantien met Engeland „ verdaan , die tegenwoordig konden gereclameerd i\ worden : anders zouden zy in eenen adem zich- „ zelven tegenfpreeken. Zy verftaan 'er ongetwp j, feld Alliantien door,'t zy met Engeland, of met „ andere Mogenheden, die verbinden zouden , in „ zekere evenementen, die uit den tegenwoordigeä „ Oorlog zouden kunnen provenieeren, en welken >, zy dan ook zouden willen nakomen, 't Is my on-< „ der anderen niet onwaarfchynlyk, dat Zy byzonder „ zien op die Alliantien, waar by de Hanoverfche >, Succesfie geguararideerd is." Verzameling van Hifi. en Pol: Traüaaten. I. Deel. bl, 25*3. XXII. DEEL. R
|
|||||||||
258 VADERLANDSCHE
tóxxxiiidan men' in en naa den Jaare mcccxl ber-
E'Oek. fpeurde, en den.Ingezetenen op zo veel ------ fchats en bloeds te liaan kwam: de voor-
1756, naamfte Gewesten wilden den Staat bui-
ten onverpligte Verbintenisfen houden. De Afgezant yoiutu, deeze veel geringer maate van Engehchgezindheid dan hy ver- wagt hadt, bemerkende, vervoegde zich , in Lentemaand, by haare Koninglyke Hoog- heid , met kennisgeeving van den last zyns Konings, om, voor het tegenwoor- dige, geen naderen Eisch tot het leveren van de Zesduizend man, by den Stiat te doen: waar op de Schepen, ter overvoe- ring beltemd, de Reede van Helkvoeijluis verlieten. Dit nadere berigt door de Gouvernante
by de Algemeene Staaten bekend gemaakt, gaf lugt aan de beklemdheid, om zich van het leveren des verzogtenByftands, te ver- fchoonen} of, door het houden van een firydig gedrag, in de allerongunftigfte om« ftandigheden, den Staat aan de gevoelig- heid van den Allerchristlykften Koning, en aan het uiterfte gevaar en eenen onher- ftelbaaren ondergang bloot te Hellen. Zy betuigden die nadere Verklaaring aan te zien, als een nieuw blyk en bewys, der toegenegenheid zyrier Britfche Majeftek voor de Republiek , en Waar door zy zich uit eene netelige omftandigheid gered zagen; vuuriglyk wenfchende, dat de gedugte In- val niet mögt gefchieden, en dat de daad- j lyk plaais Hebbende gefchillen , tot ge- .<; noegen van zyne Majei'teit, door een fpoe- dig.
f
|
||||||
•Historie.
|
|||||||
Z59
|
|||||||
dig vergelyk, konden geflegt worden, (*) Lxxxiii'
Ook deelden zy hem, in vertrouwen,me- boek; de het Antwoord., 't geen de Staaten be- ——— flooten hadden, op. de laatfce vertoogen 1756* van den Graaf D'AFFRvte geeven. (]) Wel verre was het gevvenschte fpoedige
'Vergelyk van de hand. Groot-Briutanje verklaarde, met de gewoone Plegtighe- den, den zeventienden van ßioeimaand, den Oorlog aan Frankryk , waar op den zestienden van Zomermaand de Tegenver- klaaring van Frankryk volgde. —^- Jvort- ftondig was het betuigd genoegen over het nieuwe blyk van Vriendlcliap der Britfchê Kroone jegens deezen Staat: dewyl men in de Oorlogsverklaring van dat Rykj „alle Schepen, die Contrabande Goede- $, deren naar Franfèb« Plaatzen voerden f' „ voor goeden Prys verklaarde." De ou- de rol der Zeerooverye , met fchennis der Traclaaten, ftondt eerlang weder gefpeeld te worden. Want deeze bepaaling liep aans tegen het Verdrag des jaars mdclxxxv, waar by beraamd was, dat wel de Contra' bande Goederen in Vrienden of Neutrale Schepen gevonden aangeflaagen; doch dat de i4 chepen, en de overige •Laading zou* den vry gegeeven worden. Daarenboven werden de onvrye Peribonen en Goede« ren , in de thans uitgegeevene Oorlogs* ver^-
(* ) Nederl, Jaarb. 17.56. -bl. Ö58—.66S.
(f) Zie hier boven bl. 25^ ,tj R ö
|
|||||||
siSo VADERLANDSCHE
|
|||||
nxxxni verklaaring met deeze woorden befchree«
boek. ven , Soldaaten , Wapenen, Buspoeder , ------~ ammunitie of eenige andere Contrabande
1756- Goederen. Deeze onbepaaldheid moest
reeds het ergfte doen vreezen van een Ryk, welks fchennisfen op Zee , in de Jaarboeken des Lands afzigtige vlekken maaken. Wie kon zich verzekeren, dat de Engelfchen, onder Contrabande Goede- ren , de zulke niet zouden betrekken, die by de Verdragen vry gefteld waren ? Een Parlements Acte, eenige dagen na de Oor- logsverklaring uitgegeeven, dienende tot aanmoediging der Matroozen , wees het genoegzaam uit. Seheepsbéboeftens werden daar in als eene (bort van Contrabande aangemerkt, in zo verre dat 's Konings Onderdaanen regt verkreegen om Onzydi- ge Schepen, die dezelve naar Frankryk of Franfche Plaatzen voerden , op te bren- gen ; en den Officieren der Marine vryheid gegeeven werd, om die Scheepsbehoeften, voor's Konings Rekening, te koopen. Eene fchikking desgelyks aanloopende tegen het meergemelde Tractaat, waar by het voe- ren van Hout, Hennip, Zeilen, Ankers, en andere Scheepsbehoeftens, met ronde woorden , vrygefteld wordt. Het inkoo- pen, of overneemen,deezer Scheepsbehoef- tens, voor 's Konings Rekening, vermin- derde wel de zwaarigheid van de Inbreuk op de Tractaaten; doch nam dezelve niec weg. Het voeren van Scheepsbehoeften» naar zulke Havens als deEigenaars goedvon- den» |
|||||
HISTORIE. u6t
den,mits dezelve niet ingeflooten waren, lxxxiii
ftondt, volgens de Verdragen vry, en was boek. bet eene blykbaare krenking dier Vryheid ------
de Schippers te brengen , waar zy niet 1756.
wilden weezen, en te dwingen de VVaaren te verkoopen , daar zy niet voorhadden dezelve te veilen. Krenkte het Engelfche Hof, in deeze Zecrove
twee Staatsgefchrif'ten, de Verbintenislen >y--n der tusfchen't zelve en onzen Staat in weezen; bfnPl' men kon geenzins vermoeden, dat 'sKo-'c '"* nings Oorlogfchepen, en vooral de Engel' [che Kaapers, een ras van de flegtfte Zee- rooveren, voor de Traélaaten eenigen eer- bied zouden betoonen. Dit bleek onmid- delyk, de Oorlogsverklaring was'er niet, of eene menigte Van Koopvaarders , die mavFrankryk (levenden, of van daar kwa- men, en Franfcbe Goederen of Scheeps- bouwftofFeen aan boord hadden, werden genomen en opgebragt , tot merkelyke fchade van Reeders en Inlaaders. De Schippers deeden hun regtmaatig beklag by onzen buitengewoonen Afgezant hop te Londen: eenigen, die vóór de Oorlogs- verklaaring gelaaden geweest waren , en geene Scheepsbehoeftens in hadden, wer- den, op het llerk aanftaan van gemelden Heere, ontflaagen. Yorke hadt eerst ver- klaard, „dat al de Schepen zouden vry- „ gegeeven worden : en dat de Koning „ zyn Meefter, op het lirengfte verbo- „ den hadt eenige Schepen meer te nee- „ men, onder wat voorwendzel het ook R 3 „zyn |
||||
:.^vj;--..,-^ ;,■ ":•■ '■■■■. ' ' ' ■■■■■■-.. ■'■•■■■■;
|
|||||
sfo VADERLANDSCHE
£.xxxiu ,j zyn mögt;" (*) doch, hoe zeer woor?
boek. den en daaden fïreeden , leerde de uit- —-— komst; men eischre naderhand deScheeps- l?$6. behoeften, voor 's Konings Rekening, over te neemen, Eenige Eigenaars , grooter fchade dugtende , bewilligden hier in; doch anderen weigerden, vorderende, daar zy volgens de Traétaaten gehandeld had- den , ook overeenkomftig niet dezelve be- handeld te worden ; deeze toch flonden hun toe van de eene Franfcbe Haven op de andere te vaaren; Franfcbe Goederen in te laaden en te vervoeren. Masten, Hen- nip, Lood en dergelyke, uitdruklyk on?' der de geoorlofde gerekend,in te neemen, en over te brengen. Ja zelfs, hadden'er eenigen beftaan, gelyk hier van veel op-? hefs gemaakt, doch geen voldingend be- wys bygebragt werd, om eigenlyke Con- trabande Goederen xwaï Fra?ikryk over te voeren , dan noch zouden diè Goederen alleen Prys geweest zyn, en het Schip,s nevens de overige Laading, hebben moé- ten vrygegeeveji worden. Doch op zulk eene gansch onbehoore-
-lyke wyze begonnen de Engelfchen , by den aanvang des Oorlogs, hunne ßondge- nooten te behandelen, 't Neemen, 't op? brengen, 't ophouden, 't ontlsaden.van de Schepen, ging alles fcrydig met de Ver-? bintenisfen toe, en liep het onderzoeken . , der
. (*) Re/b/, va» Hoog Mogendep i% My.'i7Stf,
|
|||||
HISTORIE. 263
der Schepen niet minder tegen dezelve lxxxiii
aan: dit gefchiedde zelfs door'sKonings boek. Öorlogfchepen , op een ongeoorlofden —— voet. 1756« . Tot een ftaal hier van diene, het we- Moedig
dervaaren van Schipper jan frederik gedrag SCHRYVER, het uitgaand Oost- Indisch v*n den Schip Ruiskefiein voerende; van de ande-Sc!l ' er re Schepen, met welken hy uit Texel ver- schrx- trok, afgeraakt, vernam hy een Tweedek- ver. ker, die, zonder vlag te vertoon en, op hem aanzette. Hy ltelde zich in Haat van te- genweer. Het naderend Schip gepreid hebbende om te weeten van waar het kwam, en waar het heen moest, kreeg hy alleen ten antwoord van Londen, en kort daar op de volle laag uit het grof gefchut. De ftoutmoedige Oost-lndifche Schipper, hees den Wimpel op, en beantwoordde zulks met een volle laag,en door het vuur uit het handgeweer. Zy bleeven tusfchcn de vier en vyf glazen flaags, wanneer men op het Oost-Indisch Ücbipy uitliet bevel aan 's Vyands boord gegeeven , met ze- kerheid vernam, dat zy met een Engel:ch- man te doen hadden : want geen Vlag was 'er nog vertoond. De Engelfche Be- velhebber riep, dat de Oosi-IndiJ'che Schip- per by hem aan boord moest komen; doch deeze zondt een Officier met de Zeebrie- ven; wanneer dezelve meteenige Sloeps- gasten volgens bevel op' 't Üorlogfchip ge« Hapt was, werd de Sloep met EngelJ'cben en twee Officieren bemand , die na het Schip Ruiskefiein voeren, en het Geld der R 4 Maat- |
|||||
~\
|
|||||
VADERLANDSCHE
|
|||||||
2,6%
|
|||||||
jLxxxiii Maatfchappye, 't welk zy veroqderfteldeQ
j5o EK. aan boord té weezen, onder d.e fterkfte he- —-—■ dreigingen afvorderden: dewyl de Schip* Ï756« per een onyergeeflyke ftouthejd bedree ven hadt, om op een Engelsch Oorlogfchip te vuuren, waar door vier Mannen gefneu- veld en anderen gekwetst waren.. Schip* per schuwer antwoordde , dat het Engelscl? Schip, geene Vlag vertoond heb- bende , onmogelyk hadt kunnen gekend worden, dat hy, in volle Zee vyandlyk aangetast, genoodzaakt geweest was zich te verdeedigen, en desgelyks vier gekwet- ften bekomen hadt, en 'er geen gereed Geld van de O.ost-Indifche Maatfchappye aan boord was. Zy,nietskunende opdoen, zondens 's anderen daags, den dus lang aan boord gehouden Officier te mgge, en, hielden af. (*) De Kaapers maakten het nog groover.,
en beroofden bykans alle Schepen, welke zy aantroffen, zelfs de zulken, die noch naar Fra»kryk,noQh van daar naar elders be- ilenid waren'. Met één woord dit ganfghe bedryf toonde, dat Engeland voor hadt onzen Handel geheel te ïtrem.men; de ja- loezy , door de Engelfchen , reeds voor omtrent fwtt Eeuwen, wegens de Neder- landfche Scheepvaard opgevat, duldde niet dat zy de onzen vry lieten vaaren, op een. tyd d$t hqn Vaart de helemmeringen van, d.ejrj
(*) tyfol, Jqarb- I7tf, bl, f6&
|
|||||||
HISTORIE. 265-
|
||||||
den opkoomenden Oorlog gevoelde. (*.) Lxxxïit
Men vondc 'er in Engeland', en geen won^ boek, der, dit dit gedrag der Engeifchen zogten —,— te bewimpelen, en met fchynreden te ver- 175(1. fchoonen. Deeze redenen vielen in den fmaak der Qngelschgezinden in Holland, die zich niet fchaamden op den zelfden toon te fpreeken, Engeland in 't gelyk, en ' hunne Landgenooten in 'c ongelyk te (lel- len, (f) De betuiging der Algemeene Staaten van Frank-,
hunne gezindheid , om een flipte Onzy- ryk digheid in agt te neemen (§), gaf den Ko- neemtge-- ning van Frankryk het uiterlle genoegen, "°^e"er. gelyk hy zulks, by monde van zynen bui- klaaring tengewoonen Afgezant d'affry, liet wee- van der ten, met de plegtigfte verklaaring, „ dat ^taatc" „ het Gebied van de Republiek volko- ggd* „ men van de Lagers zyner Allerchris.te- „ lykfte Majefleit bevryd zou zyn. En, ,, wat de Ooflenrykfche Nederlanden be- „ trof, vernieuwde de Koning zeer gaar- „ ne de voorheen gedaane toezeggingen, „ gefchikt om'de Fereenigde Gewesten 3 „ die veiligheid te bezorgen , welke zy „ we-
(*) Waoenaar Ferz, van Hifi, en Bol, frac-
taaten. I. Ü. bl. 233. (f) Hst zou te lang vallen ons tot eene opgave en
wederlegging derzelven in te laaten, meefterlylc heeft cie Heer waoenaar zulks gedaan iu 't gemeU de Werk bl. 237. enz. (S) Zie hier boven bl. 256",
|
||||||
R 5
|
||||||
Q.66 VADERLANDSCHE
lxxxiii w wegens hunne Landen en Nabuurfchap
boek. 3i met regt verlangden." ——— By een —'■----- Staatsbefliiït bedankten hunne Hoog Mo-
1756. genden den Koning van Frankryk voorde
verzekeringen van zyne Vriendfchap en Genegenheid voor 't Gemëenebest, ten eenemaal voldaan over de toezeggingen; desgelyks bedankten zy den Graaf d'affrv voor zyne goede dienfïen, te deezer gele- genheid , aangewend. Die, by 't overle- veren van dit alles afdoend Vertoog, te verdaan gaf, dat hy, zyn last nu geluk- kig geëindigd zynde,de te rug reis na zyn Hof dagt aan te neemeiij gelyk hy korten tyd daar op deedt. (*) In deezer voegen vondt zich het Gemëe-
nebest gered uit den verlegen toeftaiid, toen Engeland Hulpbenden vorderde, en Frankryk dreigde, wanneer men dezelve verleende. Te regt mögt de Afgezant de bonac, toen hy van den Koning zynMee- fter verlof bekomen hadt , om zyn Ge- zantfchap by den Staat te eindigen , in Wynmaand Affcheid van hunne Hoogmo- genden neemende, onder andere, hier op oogende, zich laaten hooren. „ Geluk- ss kige Onzydigheid! Gedenkftuk der Wys- „ heid, die uwe beraadflaagingen bezielt, „ 't welk nay verende Volken te vergeefsch „ zullen tragten om verre te werpen: de- „ wyl, by het overleveren van de Brieven „ des Konings, door welken 't my wordt (*v) NeJerl, Jaarb. 1756. bl. 738,
|
||||
'.;:>-ï»ï'; ■-.-■• ■"m--.','.-k:,i-i;-
|
|||||
HISTORIE. 267
.'•5, "'< ,
9„ geoorlofd Affcheid te mogen neemen lxxxiii
„van uw Hoog Mögenden, zyne Maje- boek, 8, fteit my tevens gebiedt, uitdruklyk té-------
.,. verklaaren , dat zyne Majefteit bereid 1751?.
„ en volvaardig is, om de concert met de „ Republiek zulke maatregels te neemen, „ die geoordeeld zullen'worden, de ge- „ voeglykfte te zyn tot handhaaving der ,, Vryheid, en behoud van de Ruste van 3, deezen Staat, en te gelyk de bekwaam- „ 11e om uit te werken Veiligheid en Ze- „ kerheid voor den Handel uwer Onder-!- „ daanen." ("*) . By aanhoudenheid ftoorden de Engel Een
[che Zeegewelddaadigheden die Rust en Fratfche Handel: en vondt zich de Staat, door het j^" bedryf.eens Fran/chen Kaapërs,in een ne- een telig geval ingewikkeld. Een Duinkerk- Engehch fcheKaaper, in gedaante een Poon of Goe- Schip in reefebe Visfcherfchuit, kwam van onder Texel< . den Texel[eben wal, en ging leggen niet ver- re van een reeds geklaard Fngelsch Scheep- je van Nieuw -ïork naar Amflerdam be? Hemd, 't geen tusfehen de hoogte van de Helder, en het Nieuws-Diep voor anker lag. Men hadt geen vermoeden van Kaa- pery,dan welhaast.kwamen de Fran/chen, met het gewaande Visfchersvaartiiig na- 4er , enterden het bygelegen Schip, en. zetten alle de Engelfchen, die een vreeslyk getier maakten,, in de Poon over, den Ca? pitein alleen aan boord laaiende, twee ftoq-
X*) Nederl.faarb, 1759. bl. $49.
|
|||||
■.' |. '. ..■ V. ■ ■ '. ■ ' - ■<. -.■■■'!. ■ ■ ' ■ ;::-v-;.---.--..-.'.--i;--«-.jHJt--
|
|||||
s68 VADERLANDSCHE
lxxxiii fconden met uitgetoogen houwers in het
boek. overompeld Schip op fchildwagt. De ------- Poon zeilde met den Prys naar Zee;wilde
1756. den Loots , die nog aan boord was, niet
laaten vertrekken, den Prayfchipper toe roepende ; Ik zveet zvel dat Holland en Frankryk het eens zynf ------ De Afge- zant ïoiuE vervoegde zich by Hunne Hoog Mögenden , met klagten over dit JBedryf, zeggende dat de Onzydigheü hunner Haven, op de ftoutfte en geweld- daadigfte wyze, gefchonden was, door het neemen van een Engehcb Schip, op de Texelfèhe Reede, door een' Franfchen Ka- per; en verzogt dat zy de fpoedigfte en kragtdaadigfte maatregelen zouden nee- men , om des voldoening te verzorgen, en, onverwyld,het Schip in 't geheel,met Volk, Laading en Papieren, zonder on- derfcheid, te rug te doen geeven, en in het toekomende te beletten, dat de Vy- and van den Koning meer Vyandlykheden bedreef tegen de Onderdaanen van zyne Majefteit, onder de befcherming van de Onzydigheid, welke de Havens van dee- zen Staat moeften genieten. De Staaten voldeeden aan dien eisch,en
lieten door hunnen Afgezant aan 't Fran- [che Hof, den Heere lestevenon van berkenrode , dit Schip , reeds aan de Reeders van het Kaperfchip, als een wet- tige Prys, toegeweezen, te rug eifchen,, als genomen op eene plaats, waar het zich onder de befcherming van de Staaten be- vondtj deeze gaf zich des veel moeite, en bragt
|
|||||
HISTORIE, zé?
bragt het eindelyk zo verre, dat zyneMa- lxxxiii
jefteit, fchoon de fchennis van de Haven boek» regten niet zeker bleek, om blyk te gee--------
ven van zyne vriendfchap en van de mee- 1756»
ninge waar in hy was, dat door de Kaa- pers zyner Onderdaanen niets tegen de Regten van Hunne Hoog Mögenden on- dernomen wierd, de wedergave van dien Prys, Schip en Laading, beval. (*) De Kaapvaart der Franfchen tegen de Geval
Engelfchen op onze Kusten veroorzaakte ™et eeü meer onaangenaamheden; doch van min-pjjj|£-£M der nafleeps , daar ze ter plaatze zelve gen, werden afgedaan. In 't gezigt van Vlis- fingen, viel een gevegt voor tusfchen een kleinen Franfchen Kaaper en een Engelscb Scheepje, welk hy binnen joeg: de ftilte belette den Kaaper weder buiten te komert. Om de gewapende Engelfche Smokkelboo- ten en een Êngelsch Oorlogfchip voor de Stad liggende, die den Framchman wel- haast in 't oog kreegen , en zich gereed maakten, tot het nazetten van deezén nü voor overmagt dugtenden vervolger, te ontwyken, zette hy zyn Vaartuig op den Vlaamfcben Wal by Brestkens, laatende, met al zyn Volk aan land vlugtende, 't zelve ten prooy der Engelfchen, die 't in de haven fleepten. De Engelfchen ftapten mede aan wal. De Heer loke , Zoon des Baljuws van Brestkens, oordeelde als Strand-
(*) NederL Jaarb, 175Ö. bl. 678. 740, voor 't
Jaar 1757. bL 450- |
||||||
-V ■ ■
%fo VADERLÄNDSCHE
1
Lxxxm Strandvoogd, dat hètgeftrandde Schip hem'
boek. toekwam, en hadt'er zich, in die hoeda- —-— nigheid by vervoegd; de Engelfchen hiel- 1756. den hem voor den Kaaper-Capitein, en bragten dien Heer, aan boord van 't Engehch Oorlogfchip; men ontdekte ra's den misllag, en ontfloeg den gevangenen. Een an- Een andere Franfche Knaper een Schotsch der te. Scheepje , van Veere uitgevaaren, geno- den?, men en bemand hebbende om het in eene Franfche Haven op te brengen , verviel weder op de Reede van Veere. De Fran~ [che Luitenant op 't zelve gefteld , ging, ten anker gekomen, aan wal om een Schot- fchen Jongen , by den Engelfchen Conful uit te wisfelen, onder verband, dat een Franfche Gevangenen in Engeland hier door ook zyne vryheid zou bekomen. Van de' Schotfcbe Schepen in de Haven van Veere liggende, vervoegde zich een half woedende hoop matroozen by den Brit- fchen Conful, hem verzoekende vryheid te mogen hebben, om het Scheepje te her- neemen. De fcerkfte bedreigingen konden hen nauwlyks van dit voorneemen afbren- gen, en niet beletten dat anderen, mid- deterwyl den Schotfchen Jongen, met ge- weld, -van boord haalden. De Conful en de Luitenant, intusfchen, wegens de uit- wisfeling , overeengekomen , verzogten byftand van de Stadsregeering, die den- zelven aan den Luitenant verleende , en raadde zyn Schip in de Haven te haaien s waar hy beter, dan op Stroom, zou kun- nen befchermd worden. Een Schildwag« van
|
||||
HISTORIE. m
van de Bezetting, befchutte hem voor ver- lxxxïii
der'geweld en overlast. Het voorzigtig boek* en bezadigd gedrag van den Britfch&n Con--------
ful voorkwam veel wanorde, die anders, 1756.
uit dit geval, veelligt hadden kunnen ont- ftaan. De woede van den eerften dag be- daard, en de gemelde voorzorgen gedraa- gen zynde, liep het hier mede ten einde. Deeze: voorvallen , zo aanleidelyk om Regie-
Onlusten tusfchen den Staat en derzelver ment der oorlogende Nabuuren te veroorzaaken , ^!"^" bewoogen Hunne Hoog Mögenden , omdevreem. in Slachtmaand een Reglement op te ftel- de Kaa- ïen en uit te vaardigen, voor de vreemde P,ers en Vaartuigen van Oorlog en Commisfieyaar- g™"1'*' ders, ten einde allen misbruik van de vry- 4aSt-' heid:, om in de Haven deezer Landen in te loopen, geweerd mögt worden. ' Be- veelende, dat. zy, dezelve aandoende, by hunne aankomst, de Vlag zouden hebben te hysfen, en, zonder byzonder verlof, niet verder op te zeilen, dan waar zy zich te- gen Onweer of 'ander Ongeval, konden bergen, -i—i— Dat zy zich zouden moeten onthouden van alle daadlykheden , waar door iemand der Ingezetenen deèzer Lan- den, leed of fchade kon lyden ; ander- zins zouden zy geen byfland te wagten hebben; maar met geweld verdreeven,of? als Zeeroovers, geitraft worden. -------
Met hunne Schepen en Pryzen, of met
de Pryzen alleen, in de Zeegaten invallen- de zouden zy zich hebben te wagten van die Pryzen eenigzins te verreppen., derzel- ver last te breeken, dien in 'c geheel of ten
|
||||
ä?z VADERLANDSGHË
txxxiiiten deele, te losfen , te vervoeren, të
boek. verkoöpén, of, op eenigerlei wyze , te vervreemden: in gevalle zy dit beltonden, zouden de Pryzen, door 's Lands Oflïciei ren, hun afgenomen, aanvaard en in ver- zekeringe gebragt worden, tot dat de Ad^ miraliteitsCollegiehjdaar omtrent de noo- dige fchikkingéh maakten. — Zy moe- ften, by hét inkomen, van zich en van dé Pryzen, dé vereischte onderrigtingen gee- ven. ----- Dit zelfde Reglement verboodt,
onder zwaare Geldboete, van die Kaaper-
fcheperi of Opgébragte Pryzen, iets te koopen, óf de behulpzaame hand te lee- nen, tot het vervoeren en vervreemden, der dus ingebragte goederen; (*) Veden Doórzigtigen in den Lande oordeelden, gillen de <jat f indien de Èngelfchen voortvoeren Wagtdaa- met nunne Zeerooveryen; ihdien, gelyk tiiger be- het zich liet aanzien, het klaagen van on- fehermd zen Staatsdienaar ten Londenfchen Hovê hebben. niet mögt bäaten, het best ware het voor- beeld der Éweèden en Deenen te volgen, fterkér te convoyeèren , zich te yoegeri met de andere Handeldryvende Volken, én de Vrye Scheepvaard, de Ziel en Ze- riuw van 't Gemeenebest ^ als eene zaak waar by zy een algemeen belang hadden , övereénkoniftig met de Traclaaten , te hand- haäven,, tegen elk die dezelve, op eenè onbehoorelyke wyze , zogt te belemme- ren. —i— Op de zwaarigheid, dat dit fter-*
(?)1Nederl. Jaärhi ll$6< bï. loao, 1089*
|
||||
ftefker uitrusten zou ftrékken otri 't. Ge- lxxXibé
rneeriebest in eenen Oorlog ;in te wikke- boeic*; ]en; merkte men, met regt, aan; dat'het-———.j' zélve 'niemand beoogde te beledigen, of 1756,- aan te vallen; maar alleen vry en vreed- zaam te vaaren, en zo weinig neigings tot oorlogen betoonde, dat het alle voorllager) én raadgeevingen 3 die 't in een nieuwen Kryg zouden kunnen inwikkelen , verdagt hieldt: ——■ Het Engelsch Staatsbeftuur, iri tegendeel, was 'er op uit om den fStaat tot het vermeerderen van de Krygsmagi te Lande, en het te hulp komen mét Sehe- •• pen en ICrygsvolk over té haaien; doch de Verbintenisien den Staat niet verpligtende tot die hulpe, zou vän hét verleehen geerl andere reden kunnen gegeeven worden dan louter lust tot oorlogen. (.*) Hier om bleef de fiädere Aanzoek des York*
EKge/fcbehAfgeza.Ms/'kiaiï. den daadlyken verzoek Inval der Franfcheh óp Eet Eiland Minor- ,omf9'0f' ca , om Byftand van Land, en Zeemagt, p°^ cafw gegrond op het Traétaatf des Jaars flaagen, Muotxxviii, ff) onvoldaan, en hielderï zich de Staaten, fchoon des" niet luttel te. doéh viel, by de zo welberaaden aangerio- meneönzydïghéid. Men zagte duidelyk,dat zulks tot geen ander einde zou ftrekken,, dan om 't 'Gemeenébe'st in te wikkelen in den
... . ^
(*) WageSuk Hiß. en Pol. TfaÜaütctt,I.
Dó bl. 244. (t) Nederl, Jaarb. 1?50". M. 741.
XXII. PEEL« S |
||||
VADERLANDSCHÉ
|
|||||||
s?4
|
|||||||
Lxxxni den Oorlog , en wederom , gelyk voor-
Soek. heen, een groot gedeelte van den last te ■■ leggen op deszelfs fchouders, nog moede 1756. van de laatst gedraagene zwaarte : — in te
wikkelen in een Oorlog, waar van 't ge- volg, mögt dezelve naar den zin van En- geland uitvallen, geen ander zyn zou dan dat de reeds zo uitgebreide Bezittingen en Handel der Engeïfchen in America nog meer zouden uitgebreid en bevestigd wor- den , ten koste van het goed en bloed eenes te veel gevergden en gedrukten Ge- meenebests, i geen men in een ftaat van Afhangelykheid zogt te brengen: dit was, gelyk men toen beweerde, Engelands doel geweest, van Elizabeths tyden af, tot het tegenwoordig uur. DeCon- 't Verleenen der verzogte Oorlogfche- voyen pen zou, daarenboven, het Gemeenebest traagiyk nog meei buiten ftaat gefield hebben , ora verleend, ^Q Scheepvaard te beveiligen; die, hoe zeer veele Convoyen , om ze tegen de Algerynen te befchutten , voor deezen Jaare befremd waren, (*) zeer traaglyk verleend werden, door de veelvuldi- ge verdeelde en onovereenbrengbaare raadplegingen in de hooge Staatsver gaderingen. 't Verzuim van ten allen tyde de Zeemagt van den Staat, ter be- fcherming van den Koophandel ter Zee,, fn hand te houden, was oorzaak, van de droeve vernedering,dat men,de overheer- fehing.
'I ''.' (*; Neder/. Jaarb, 1756. bl 4*4^ |
|||||||
ti i s f o rt i ë. uit
iPching van Engeland op den Oceaan rhoe- lxxxiiI
t'ende dulden, de beloofde Convoyen niet Bo e % durfde uitzenden. Dit marren bragt een ——— aantal van omtrent tachtig Koopvaarders 1756« in groote ongelegenheid. Zy waren, in Oogst en Herfstmaand , uit Petersburg, Ko- ningsbergen, en Riga, beladen met Hennip en Hout, iii Texel gekomen om, volgens order, onder Convoy, na Frankryk té fte- venen, dit een geniimen tyd te vergeefsch gewagt hebbende, beflooten zy naar Jm/ler-, dam op te zeilen, waar eenige de verdere Laading hadden ingenomen* Naa ruirri negen weeken wagterts, en vrügtloös aan-, houden by het Collegie van de Admirali- teit te dier Stede, zagen zy hun geheel bederf voor oogen. Het broeyen van de' Hennip,het vuuren der Schepen met HouÉ bekaden , het knaagen der Wormen.*. bragt zulk eene fchade toe, dat dezelve, •, volgens de minfte begrooting, 's wéeklykS, op acht duizend Guldens, en de Winst- derving, over zuik eene talryke vloot, op ruim driemaal honderd duizend Guldens gebragt moest worden> In decze veriegeniieid vervoegden zich Vetóoég
eenige Zeehandelaars, op den eerfteri van eeoigen Slachtmaand, met bittere klagten, byz"ehan- 'sLands vadereiijinet voordragt van den naaÄ j^ia*!re!t deeiigen toedand, waarin zy verkeerden.staat/* Om uit denzelven gered te worden, za- gen Zy ilegts twee wegen open, die zy aan Hunne Hoog Mögenden vooriloegen i om naamlyk volmagt en verlof te krygen , tot het losien der Laadingen aan hunne Be- S a vrag* |
||||
a?6 VADERLANDSCHE
lXxxiii vragters te Amßerdam — of dat zy terftond
boek. Convoy mogten hebben3om hunne reis na - —~ Frankryk voort te zetten. (?) Het eerfte I756. kon niet wel anders dan een onmiddelyk bederf des Koophandels} in zyne recht- maatigfte bedoelingen en werkzaamheden gefluit, naa zich fleepen; door 't laatfte bleef dezelve niet alleen behouden j maar ftondt meer en meer te bloeyen: zy dron- gen, derhalveri, hier op aan. Men zag van wederzyden moeilykheden. De Staaten van Holland namen het Verzoekfchrift overkom de gedaane voorftellen nader te wik- ken , en men verftondt dat 'er, een Affehrift van zou gezonden worden aan het Collegie der Admiraliteit te Amßerdam, om Hun- ne Hoog Mögenden te dienen van haaren raad. Zy vsr- Het verfchil der Land en Zeegewesten , werven by hèt raadpleegen, over de beveiliging Convoy van ^ Scheepvaard en Koophandel, in vroegere oorlogen tusfchen Frankryk en Engeland, hadt zeer veel nadeels berok- kend , en fcheen deeze bron van twee- dragt,
(")( Zy konden- dit tweeledig voorftel doen :
dewyl de Qharter^party, of hec Verdrag der Bevrag lihge tusfchen de Schippers en de Bevragters in- hield;. „ Dat deeze Schepen ten allereerften zon- „ den zeilen'direct naar de Zona, en van daar direct „ naar Am.ßerdam^ of naar Frankryk>; doch niet ver- ,, der, dap Èourdeaux; of wel eerst naar Texel en „ van daar,'met Convoy naar Fr ankf,yk, als vooren; „ alles'in gevolge de order, welke deSchippers aldaar ,, in de Zond zouden vinden," Neder/. 'Jaarb. j/56. bl. io«5. |
||||
■ ■■ . ■■■■■.-.■ :. ■. ■■ ■ . ■ ■ .
|
|||||
HISTORIE. arr
dfagt, op nieuw, bittere wateren te zul-lxxxiii
len opgeeven: te meer, dewyl de Vrouwe boek.. Gouvernante, wier invloed zo groot was-------
op de Staatsieden , geagt werd aan de 1756.
voorgeevens van Engeland, maar al te zeer het oor te leenen , en de belangen van het Ryk haarer geboorte voor te ftaan. De nadruk van de klagten der Schippers en der Kooplieden woog, egter;thans ge- lukkig over ; en werd den tienden van Slachtmaand een Convoy uitgefchreeven voor de Schepen deezer Landen naar de Bogt van Frankryk beftemd , om , met den eerften goeden wind, naa den negen- tienden dier Maand te zeilen: daar mede konden die Schippers hunne reis vervor- deren, gelyk zy deeden , en alle de be- doelde Havens bereikten, behalvên één, die, in de handen der Engelfchen vervallen, zich het lot der opbrenginge moest getroo- ften. De Algerynen, van het begin des Oor- Vrede
logs, tot deezen Jaare toe, door Krygs-lDct Mi:- yerrigtingen te Land, de handen vol werks ry0"0?]' gehad hebbende, voerden weinig op' Zee " °" uit, en was de vrees meer dan de fchade; twee of ten hoogden drie Nederlahdfche Schepen waren zy meefter geworden : doch zy begonnen.met het Naajaax jin groo- ter getale in de Middellandfche Zee te kruisfen. Ondertusfchen hadden Hunne Hoog Mögenden den Zeevaarenden eene gerustflelling mogen verleenen, wegens andere Roovers,hen in Oogstmaand, ken- nis geevende dat sidy mahometh, Erf- S 3 prins ' |
|||||
VADERLANDSGHE
|
||||||||
s?8
|
||||||||
txxxm prins van het Ryk van Marocca, tot het
B o e K. Verdrag , tusfchen den Keizer muley _____ ABDALA, en den Staat der Vereenigde Ne-
j756. der landen, in den Jaare mdcclii gefloo-
ten (*) was toegetreeden; waar door de Vrede met de Havens van Solde. , Tan- ger , Sta Cruz, Saphy, en andere , onder het Ryk van Marocco behoorende, volkomen bevestigd fcheen. (f) Aardbee- In deezer voege droegen zich 's Lands ving op zaaken toe , ten opzigte van de Buiten« £!■} ^ landl'che Mogenheden, en Honden dezel- Sprok- ve gefchapen om veel eer eene ongunfh- kelfflttnd ger, dan eene betere gedaante, aan te nee- men, De Gefchiedkunde het oog bepaal- der op binnenlandfche Gebeurtenisfen ves- tigende, ontdekt, met ontzetting, dat de Aardfchuddingen, met eene vreeslyke Wa- terberoering in den voorleden Jaare verge- zeld (§), in Wintermaand van 't zelve, te 's Heiogenbosch, en in Louwmaand van 't volgende, aldaar, als mede te /lxel,m't Gooi- land in 't Sticht, als mede te Dordrecht en elders, zich deeden voelen. Wel te regtmog* ten 's Landsvaders , in de Uitfchryving van den gewoonen Jaarlykfchen Vierdag, den Vaderlande geheiligd, daaromtrent tot de Ingezetenen deeze opwekkende en vennaanende taal voeren, „ Terwyl veelq >> Ka-
(«) Zie hier boven, bl. 51,
(f) Neder!. Jaarbt 17SÖ W,73f,
i I) Zie hi£r boven, b], gj?,
|
||||||||
... •
|
||||||||
HISTORIE. £79
„ Koningryken en Volken verfchrik'yk lxxxiii
,, gefchud zyn, door de hand des Allere boek. „ hoogften, en in één van dezelven eene —.— „ vermaarde Stad, in den bloei van haaren 1756. „ welftand , magtig doof de uitgeftrekt- „ heid van haaren Handel, en 't getal j, haarer Inwooneren , in den tyd van 5, weinige uuren , vernield en om^ ,, gekeerd is geworden , en daar by „ zwaare Overftroomingen , in andere „ Landen, verwoeftingen hebben aange- „ rigt, zyn wy, en de Inwooners van dit „ Land, door de oneindige Goedheid en „ genadige Befcherming van den opper- „ lten Regeerder der Wereld bewaard en „ Itaande gebleeven. Deeze bewaaring „ kan met reden worden aangemerkt als „ een ilem van gods Voorzienigheid, die „ de hartlykfte gevoelens en uitdrukkin- „ gen van Dankbaarheid van ons afvor- „ dert, en die te gelyk eerbiedige aan- „ doeningen moet verwekken in de har- ,, ten van de Grootften van het Land, zo „ wel als in de gemoederen van de ge- „ ringde Ingezetenen. Het is, egter, ten „ zelfden tyde, zigtbaar, dat deeze bly- „ ken van gods Goedheid vergezeld zyn „ van omftandigheden , die ons toonen , „ hoe ligtlyk Gunstbewyzen plaats kun- „ neii maaken aan Oordeelen: want of- „ fchoon wy, in 't midden van deeze al- „ gemeene en vermenigvuldigde Aardbee- „ beevingen, niet uitgeroeid zyn gewor- „ den, zyn wy, nogthans , als met den S 4 „ vin- |
||||
VADERLANDSGHE
|
|||||||
&8p
|
|||||||
lxxxiiï« vinger daar dqor afgetast en gewaar-
boek. «'fphuwd."
-____ Men verbeelde zich welk eene diepgaan-
I7g6. de ontzetting aller harten beving, wanneer,
niet het aanbreeken van dien Dank - Vast- en BededagjOp den achtienden van Sprok- kelmaand eene Aardbeeving voorviel, wel- ker breedere aantekening, de Gefchied- fchiedkunde niet. mag\overflaan, pe ge- loofwaardigste verh&aAen komen hier op neder. In den vroegen morgenftond, met onzekere tydsbepaalirig, zou men , vol- gens eenige herigten, reeds eenige Aard- fchudding vernomen hebben ; doch om- trent acht uuren, wanneer men zich ge- reed maakte om den Godsdienst te gaan pywoonen, werd,in alle de Gewesten dee- zes Lands, vry algemeen, door allen, eene zeer merkbaare ;Aardfcliudding gevoeld. Het weer was zeer flil, de Lugt, volgen^ de meefte tydingen helder, en ajn de wei- nige dunne Wolken, geen de minfte be- ^veeging van Wind te befpeuren, die ge- volglyk ook als in ftreek zeer verfchillen- de wordt op gegeeven j de helderheid van de Lugt was, egter, niet algemeen, op zommige plaatzen vertoonde zich dezelve betrokken, en in 'sHtrtogetiboscb viel een zagte regen. --JVIenfchen, die zjch op hoogtens bevonden , werden herhaalde keeren eene zeer merkbaare flingering gewaar , die hun duizelig maakte, die was byzonder het geval van twee Per- foonen, de .eene op den Tooren te Mms- |
|||||||
f
|
|||||
HlSf'QRIE. 281
ßuis, en de ander op die.n van Zmder-Lxxx.111
woude ; ,zy gisten dé beweeging dier boek Kerktoqrens op omtrent twee voeten over--------
gangs. Te Leyden *zag men de Stadhuis-1756.
tooren, en te Amftcrdam de Spits op de Nieuwe Kerk, be Weegen, in de Zuiderker? ke te dier Stede, hoorde men de Klokken tol drie. maaien aanilaan , 'c geen, elders meermaalen agter.een gefchiedde. -------
Lieden op Bovenkamers, of in vertrekken
gelyks gronds zittende, gevoelden, in meer- dere en mindere maate, eene wiggelende of golvende Beweeging, wier .ftrekking, Zo veel men in die oogenblikken van ontfteltenisfe kon raamen 3- zich Zuid- oost en Noord-west fcheen tebepaalen; waar door zy, die ze gewaar, werden zeven of achtmaal heen en weder, voor agter? waards of zydlings , volgens de gemelde Kompasltreek, werden gevoerd, terwyl den meeden, onder dit ongewoon gevoel, eene misfdyke Ongefteltenis en Duizeling overkwam; &< die 'zeer veelen deedt den- ken , dat zy eene Flauwte kreegen, of dat hen eene Beroerte beving, Het Gevogel- te in de Kaoijen als Pappegaaien en Ka- narie-vogels, viel door de Beweeging van de ftokken äf, en toonde de beangstheid, door het trillend uitfpreiden der vleuge- len. ■■• gen,hebben de fchudding gevoeld,fchoon het niet ontbreekt aan getuigenisfen van Perfoonen, die ze op ftraat, of in huis, gaande , met. ontzetting gemerkt heb- ben, S 5 heen,
|
|||||
VADERLANDSCHE
|
|||||||
28a
|
|||||||
lxxxiii heen en weder beweegen der Deuren van
doek, Kasfen, die open ftonden, van Glasluiken ------- en het rammelen der Glasraamen; Spie-
1756. gels, Schilderyen,en andere aan de wand
hangende Huiscieraaden weeken 'er van af en flingerden 'er weder aan; zwaardere ftukken Huisraad als Kabinetten helden, zo verre voor over dat men den val vreesde , Lesfenaars en Tafels waar op men leunde, fcheenen zich van den eenen naar den anderen kant te bewee- gen. De Godsdienstoefening was by de Pro-
teflanten nog niet aangevangen; doch by de Roomfchen, vroeger beginnende, zag de vergaderde menigte, vol verbaasdheid, de Kerkkroonen flingeren; in de Meyery van 's Hertogenbosch, veroorzaakte zulks in eenige Kerken, een zo geweldige fchrik, dat ze ledigliepen, om in de open lugt het dreigend gevaar te ont- komen; dit gefchiedde ook te Amfierdam in de Roomfche Kerk de Pool. Veelen, vroegtydig om voeglyke plaats te vinden, naar de Proteßantfcbe Kerken gegaan, ont- dekten aldaar desgelyks de fchommeling* der Kerkkroonen ; ieder fprak over dit vreemd verfehynzel naar hy te moede was , veelen twyfelden of het juist aan eene Aardbeeving moest worden toege- ichreeven : want zy fcheen hier minder voelbaar , doch de twyfel verdween en de ontfteltenis greep allen aan, die uit het verhaal der inkomenden vernamen, wat zy ondervonden en gezien hadden. Vee- len, |
|||||||
..HISTORIE. 283
len, des nog geheel onkundig hoorden uit lxxxiii
den mond der Leeraaren, het ontzettend b o êk. berigt van de zo even voorgevallene Aard--------.
fchudding, in de vooraffpraaken; de Aai> ijr#6|jL
dagt. bepaalde zich op dat Onderwerp, waar van in de Uitfchryving diens Dags, met zo veel onderfcheidings, gefprooken was; zulks baarde, voor't. overige, hin- der in de bedoelde ftigting dier plegtige zamenroepinge : welke te Amfierdam in de Lutherfch'e Oude Kerk nog meer ftoo- renis onderging, door een vals ch gerügt dat 'er Brand in die Kerke ontdaan was; eenigen, door fchrik bevangen, lieten zich langs de püaaren van de gaanderyen neder glyen, en vermeerderden de verbaasdheid der menigte in 't hol der Kerke, waar oud en jong, ryk en arm, in de. uiterfte ontfteltenisfe, door elkander liep en uit- komst zogt, en veelen door fchrik ver- üyfd lagen. De fterke beweeging in het Water, op
den jongstleden eeriten van Slachtmaand meer ontzettend dan de Aardbeeving, van welke zy een gevolg was , heeft men ,. fchoon ze , op zommige plaatzen be- fchouwd is, niet algemeen vernomen. De. tyd , welken deeze Aardfchudding , op eenige plaatzen met onderaardsch 'Ge- druisch, als dat eens van verre rommelen*, den Donders, vergezeld, geduurd heeft, wordt op één Minuut iets meer of minder, bepaald. De. uitwerking befchryft deeze ilerker dan geene, 't welk geenzins te ver» wonderen is; naardemaai ze by allen de* |
|||||
.
|
|||||
VADERLANDSCHE
|
|||||||
284
|
|||||||
^xxxni zelfde ondefVïndelyke aandoening niet
hoek. baarde,dit vetfehil ging zo verre, dat, op ------- verfcheide plaatzen, twee óf meer Perfoo-
j/gij. nen, die ään één tafel of tegen elkander
overzaten, de een de BeweegMg en Schud- ding met; de grootfte ontfteltenisfe gevoel- de, terwyl de ander niets 4 of byna niets, gewaar werd, en nauwlyks geloof kon flaan aan 't geen hy dagt op dezelfde plaats zo wel te moeten ontwaaren als een ander. Inkomende berigten weezen eerlang uit, dat geen der GeWesten deezer Fereenigde Nederlanden, tsmt het OnderhoorigeSta^.f Brabant en Fldünderén, vry geweest was van dit ontzettend verfchynzel, in Gro- ningen voelde men het minst. Alle plaat- zen, waar men de uitwerkingen van 't zel- ve waarnam op te noemen, zou een Lyst bevatten vän den ganfchen omtrek onzes Gemeenebests, en alle die berigten zouden zeer eenzelvig in aart zyn, met die wy reeds te boek ftelden. ------- Juist te be-
paalen , waar de Aardfchuddingen de
grootfte kragt gebaard hebben i is bykans pndoenlyk: de befchryvingen dräagen te kerinelyké nierktekens van de meerdere of mindere ontroeringe der Berigteren; égter fehyht men met dé waarheid volko- men overeenkomftig te mogen vastftellen , dat de Aardbeeving allerfterkst in Staats* Brabant en naar den kant van Maaflricht getroffen heeft. Geen merkwaardige fcha-^ de was 'er door veroorzaakt. Te Faals, Börtfcbet en Aken, waar men, op den twaalf- den en dertienden van Spfokkelmaandjreeds vry
|
|||||||
H I S T O R I E* 235
vry fterke Schuddingen hadt, gevoelde txxxiii
men de hevigfte op dien, algemeenen Dag boek. van Ontroeringe, ten zelfden tyde in den-----~
morgenftond , Schoorfteenen ftortten in,.1756.
Gevels, Toorens en Muuren leeden fcha-, de, en geraakten in een ftand, dat het niet veilig was ze langer te laaten ftaan. Wy voegen dit weinige, even buiten de Gren- zen van der Staaten grondgebied hier ne- vens , om den dankbaaren Landzaat de beichermende hand der Voorzienigheid, over ons uirgeftrekt, te doen opmerken* In die ftreeken, als mede te Maaftricht, voelde men in Gras - Zomer - en Slacht^ maand Aardfchuddingen; doch waren dee_- ze niet te vergelyken met die op den gemelden Dank-Vast en Bededag voor- viel, o Daags voor de befchreeve zo algemeene önwee-
Aardbeeving in deeze Gewesten , hadt ren en men,op zommige plaatzen, zwaar Weer-^°™ in licht of Blixem waargenomen, waar by •* r' eenigen het gerommel van verre Donderfla- gen hoorden. De Dampkring, door de zwaa-
|
||||||||
(*) Neder!. Jaarb. 1756V 11. ij. 14. 197. 420.
505.644. 1137. Medegedeelde Berigten, Ondervin- ding. De Lutherfche Predikant te Kleef, j. r. s.y. bel, voelde, behalvende zwaare, door eenigebyzon- dere Proefneemingen, dien achttienden van Sprok- kelmaand, verfcheide kleine Aardbeevingen; en ont- dekte daar door dat het Aardryk, te dier plaatze, tot den zeven en twintigften dier Maand, bykans gefta- dig in beweeging was nu meerder dan minder. Verhandel, van de Heilandfche Maatfch. der Wee- tenfih, te Haarlem, III. Deel. bl. 6x8. |
||||||||
i>Ö6 VADERLANDSCHË
lxxxiii zwaare Zomerhette-, met Blixemftoffe be*
boek. zwangefd, ftortte deezeri Zomer verfchrik- -------lyke Onweeren uit, in de meefte deelen on.
1756. zes Vaderlands, met de vreeslykfte enver-
nielendlle uitwerkingen gepaard. De Tyd- fchriften van dit Jaar vloeyen over van de fchrikbaarendfte Berigten. Gelyk zv ook gèwaagen van een vreeslyken Stormwind uit den Zuid-westen op den zevenden van Wynmaand, die Boomen uit den grond, Pannen van de Daken, Schoorftee- nen van de Huizen rukte, en Noordwest loopende, eenige Plaatzen: met Waterwee dreigde , andere daar mede bezogt; de' Zuid-weste wind, gewoon in den Zomer zo mild en zagt te waayen, doch die in den Naatyd menigmaal een nypende koude aanvoert, bragt te wege , dat alles wat 's avonds te vboren nog groen, fris en wee- lig ftondt , den volgenden middag zich zwart j uitgedroogd en als dooi- koude ge- fchroeid vertoonde. Dit deedt de Blade- ren der Boomen, het Gras in de Weiden, de groente op Akkers en in Tuinen fcbie- lyk verdorren; de Landman geraakte ten aanzien van hex weiden zyns Vees, meer dan eene.maand ten agtefen : terwyl hy dit Jaar, in eenige ftreeken , over eene verbaazende menigte van Muizen klaag- de.en zich,hoe veel het Voorjaar ook be- loofd hadt, over geen daar aan in allen deele beantwoordenden Oogst mögt boo- gen. ----- Dan daas de gemelde Storm,
door alle de Vereenigde Gewesten te Lan-
de woedde, veroorzaakte dezelve, in de Zee-
|
||||
HISTORIE. 287
Zeegaten de deerlykfte rampen, in Texel vxxxiit
fpoelden de meefte Schepen,de zwaarfte,boek4 als Oorlogfchepen en Oost-Indievaarders,-------
niet uitgezonderd, van de ankers, eenige 1756.
geraakten zonder masten, aan en in den grond, of dreeven binnenwaards tot een bykans ongeloofbaaren afftand. In't Wie verongelukten eenige Schepen, en op de Zuiderzee waren de rampen, kleindere Vaar- tuigen overgekomen, ontelbaar; en moe- ften by deezen eenigen het leeven infchie- ten, de kusten lagen met wrakken be- zaaid , welker droevig vertoon vermeer- derde t door de Lyken der Drenkelin- gen. (*) 's Landsvaders, op den Handel en het De Op-
Heil der Ingezetenen t bedagt, zagen met tiepwty- leedweezen, het toeneemend misbruik in?," inden den Graanhandel, hier beftaande, dat vee-j^",' len, geen of weinig Graans in eigendom verba- bezittende, eene groote hoeveelheid ver-den. kpgten, of aannamen op tyd te leveren, 't welk men Optiêpartyen noemde; 't geen de Graanen, buiten noodzaake, zeer in prys kon doen klimmen, en de Markt af- hangelyk doen worden, van de Win- en Hebzugt eeniger Handelaaren. Dit ver- koo-
(*) Wy oordeelden deeze Weersbyzonderheden op-
iuerfce!yk genoeg om ze dus even aan te flippen. Wat de droeve gebeulten isfen,daar by voorgevallen,betrefty van deeze kan de Leezer de voornaamfte opgetekend vfnden, behalven by andere Tydfchryvers, in deivV d&rl. Jaarb. 1756. bl. 714, 85$, 860. 1059, 1065» 1,067. |
||||
m VADERLANDSCHÈ
Lxxxiii kóópen van 't geen men niet bezat, en'
boek. deeze Optiepartyen verboden hunneHoog ------- Mögenden by een ftreng Plakaat, {"tellende
1756. de verbeurte van de verkogte of gekogte
Graanen, en daarenboven eefie boete vari drieduizend Guldens; ook zouden dé Op- tiepartyen voor kragtloos en van-'ontaar- de gehouden, en daar op geen" Regt mo- gen gedaan werden. Doch dewy4'3e'r vee- Ie gefchillen en moeilykhederi zoudefrkuh^ nen ontdaan, over het volbrengen Vafl' zodanige''-Koopverbintenisfen , vóór de1 uitgave van dit Plakaat aangegaan, Helden de Algemeene Staaten, ter voorkominge hier van vast a dat de Verkoopers in zoda- nige Verbintenisfeh op tyd, niet gehou- den zouden zyn, dezelve daadlyk te leve- ren, maar volftaan mogten met de betaa- ling van de helft der fomme, welke-het verfchil maakte tusfehen den Prys, in die Koopverbintenisfen uitgedrukt en" den Prys der Graanen ten tyde van de uitgave desPlakaats, volgens de Pryseourant. in U- De Lyst der Graanen in 't gemelde Pla^ treckt' kaat noemde Tarwe , Rogge , Gerst, oSkoo°r'sPelte' Haver, Boekweit, Enen en Boö- pen van nen •> en bedoelde 't zelve, op een tyd, Aardap- dat de Graanen tot een hooger dan deri pelen gewoonen prys gefteegen waren, de goe- |
||||||||||
verbo
den. |
||||||||||
de Gemeente eenigzins tegemoet te ko-
|
||||||||||
men, met zorg te draagen, dat de Duur-
te, door den kwaaden handel van bsatzug- tige Menfchen, niet vermeerd.erde. De Staaten 's Lands vanUtrecht bemerkten,' dat dit Voor en Opkoopen mede plaats** greep
|
||||||||||
Ë I S T O R I É* a^
gfeep omtrent de Aardappelen, waar-,m£xxxni
de Genieene man > zints eenige Jaaren, « o e k. zyn onderhoud,en een groot gedeelte van —~" zyn Voedzel. vondt, waar om zy te raade 175"* werden , dit verbod ook uit te {trek- ken tot dit Aardgewas, de overtreeders in eene boete van vvftig Guldens beflaan- de. (*) De Vryheden van alle Lasten, van hun* De vaat'
rie Hoog Mögenden afhangende aan de Seelen Grootê Pisfchtry , in den jaare mdcgl , Ier voor den tyd van drie Jaaren., verleend (f), vüfcbé- iti den Jaare mdccliii verlengd, ftou- ry vei* den, met dit Jaar, te eindigen, en werd |engJ* deeze vergunning thans , op nieuw , tot den eerften Louwmaand desjaars mjjcclx gefchonkem (".§) Hoe verre men in een Land als 't onzej oarol
en boven al in Holland', het gebragt mögt verleend hebben om de laagliggende Polders en be- ^".v^_ fiykte Meiren t door Watermolens van jgrs vaii onderfcheidene foort, droog te maaien een nieu- en te houden , bleef het altoos 't loflyk we vy- doel der VVerktuigkunde , op middelen "l of bedagt te zyn, om deeze Molens llerker Violen- Van werking en teffons min kostbaar te maa- kem Twee Burgers van Wasßnaar fer* Dl-
|
|||||||||
t«) Neotri. JaarÉ. 175e. bl. 1150. h%t>
(t) Wagèüaak Vagerl. Hiflt XX. D, bl.
4'Oyi
(§) Nederl. Jaark 1756. bl. 1152,
»XII. DEE.L. T |
|||||||||
&90 VADERLANDSCHE
LXXXIII DÏNAND OPDAM en KLAAS KLAVER WEI-
boek. de nevens adrianüs van marle, Com-
... mies ter Kamer van Burgemeelteren in 1736, 'sGravenhaage, eene nieuw verbeterde Vy-
zel of Tonnemolen uitgevonden hebben- de, vervoegden zich. in 't laatst des Jaara MDGCLiv , met een Verzoekfchrift by de' Staaten van Holland > om Oétroi voor dee- ze Molen, voor den tyd van twintig Jaa- ien. De Hoogleeraar j. lulofs , door hen gelast deeze nieuwe uitvinding te ©rw derzoeken , vondt dat ze aan de opgave beantwoordde , en gaf in bedenkinge of bet niet dien (tig zou weezen de Uitvinders aan te moedigen om .de Vyzels , groo- te.r te maaken , in eene Windmolen te plaatzen, ten einde men gelegenheid mögt hebben om uitwerkzels deezer nieuwe Vy- zelen met die der Schepraden, en gewoo- ne Vyzelen te beter te vergelyken. Dit vondt goedkeuring en hun Edel Groot Mögenden beflooten, het verzogte Oétroi te verleenen, mits deeze Vyzels, in eene Windmoolen geplaatst,het Water hooger, en in meerder hoeveelheids, opvoerden, dan eenige Molen tot nog bekend , in welk geval daarenbooven aan de Uitvinders zou* den uitgereikt worden, duizend Zilveren Ducatonnen , tot goedmaaking der gedaane kosten. De Proef werd door Heeren Ge- committeerden, in het byzyn des gemël* den Hoogleeraars genomen, en bevonden dat één Molen van deeze nieuwe Uitvin« dinge, in volle kragt maaiende, merkelyk meer deedt dan twee Schepradmolens van de-
|
||||
HISTORIE.1 29t
dezelfde grootte, en zelfs meer dan twee Lxxxtii
Vyzelmoolens van dezelfde vlugt. En b o e k. hadden deeze Molens, fchoon ze geen------*
meer hoeveelheids van water, (naar even-1756*
redigheid van de hoogte,) opvoerden dan de gemeene Schepradmolens, nog hec voordeel dat de Vyzels, op eene zeer ge* maklyke wyze, in en uit het werk gezet konden worden, naar maate de kragt van den wind zulks vorderde: en dus in ftaat bleéven te werken, wanneer de Scheprad en Gemeene Vyzelmolens > wegens een te flappen wind, geheel moeften ftil ftaan,of niets van belang konden uitwerpen. Ook zouden zy in JJroogmaakeryen , die tor eene aanmerkelyke diepte moeten uitge- maalen worden, en waar toe men drie of vier gewoone Molens boven elkander liet werken, naast elkander geplaatst, van veel meer dienst zyn: naardemaal ée'n der boven elkander ftaande Schepradmolens lam wordende, ze alle moeften ftilftaan, en iederdeezerMolens,als de overige be- lemmerd of ongefteld geraakten, zouden kunnen voortmaalen. Men hadt den Erf- itadbouder en de Vrouwe Gouvernante, Vóór de beflisfende Proefneeming, by het doortrekken van Leyden, deeze Molen buiten een der Stadspoorten gebouwd , laaten zien, en de laatstgemelde den Uit-* vinder, door eene vriendlyke toefpraak, aangemoedigd, om met het maaken zulks nuttige werktuigen voort te vaaren. De Uitvinders verwierven, in Hooimaand T & dea» |
||||
a£2 VADERLANDS CHE '
lxxxiii deezes Jaars, het verzogte Oftroi, en de
bx)ek. beloofde Geldfomme. C) ------. 't Ontbrak , daar de Staaten zo veel
1756. werks maakten, om nutte Uitvindingen aan
TeHaar-te moedigen, niet aan byzondere Ingezete- Um de nen, die een nieuwen yver by de Burgers Fabryfcen hunner Stad, en .verdere Landsgenooten, aang^: zogten op te wekken: .onder deezen itaa- mo~, s ' ken de Overheden vande JLooikamer, en het daar aan behoorende nieuw opgeregte Bonte Lynwaten-.Reeders Gilde te Haar- lem uit, die, daar toe door de Regeering geregtigd, in den voorleden Jaare, vier Eerbelooningen uitfchreeven voor de zodanigen, die eenige in die uitfchryving bepaalde zaaken tot de Fabrieken behoo- rende , tot genoegen, mogten uitvinden. Deeze deels verdiende, en behaalde Eer- belooningen, wekten veelen, te dier Stede op om de Wol en Katoen Spinneryen in trein te brengen, en werk te verfchafFen aan handen, die anders,door 't verval der Hand werken, ledig ftonden.—Terwyl tot verbetering en bevordering der Wolle Fa- brieken in die Stad , een Gezellchap van vyf en twintig Perfoonen, meest Kooplie- den, in 'dit Jaar, bellooten, eene Wolle en Saaifpinnery aan te leggen ; welken welmeenenden yver , de Burgemeefters van Haarlem niet alleen erkenden en preezen -7 maar ook daar toe eene ruime Huizing, aaa
. ■■■ : (*) Nederl. Jsarb. i^€, bl. 586. 67»- -. |
|||||
\
|
|||||
H I S TOR I E. 293
aan de Stad vervallen, verleenden, en op lxxxiii
'sStads kosten, tot eene Saai-halle lieten boek. vervaardigen 4 en zouden de Gereedfchap--------
pen, op gelyke wyze bezorgd worden. 1756'.
Gemelde Overheden voeren voort, een Prysftoffe, tot verbetering der binnenland- fche Wolle(toffe, uit té fchryven. (*) Onze Nederlandfche Gronden , ■ hoe Een
fchaars van Metaalen voorzien, zyn 'er eg- Yz?rlU"^ ter niet geheel van ontbloot , een fchubagtig jeriand bryzelig Tzererts, doet zich in Uverysfei en annge Gelderland op; en heeft men,reeds voorlegt. vyf en twintig of dertig Jaaren, te De- venter eene Yzerfmeltery doen oprigten, welke nog ftand houdt, waar men van de- zelve Yzerwerk bereidt, (f) Ten deezen Jaare zogt in 't Graaffchap Zutpben by Ulft , de Heer jöan coenraad brand een Yzeroven, of ótn het kunstwoord te bezigen, een Yzerhut aanteleggen, om gelyk by Boekholt omtrent Bredevoort, al- len voordeel te trekken, van de daar om- ftreeks overvloedig voorkomende Oer,zo ryk dat het, van de honderd Ponden, veel al van zestig tot zeventig Ponden goed Yzer uitlevert. In den beginne vondt dee- ze'onderneeming veele tegenfrreevers, in zo verre dat men, van hooger hand, een bevel tot het ftaaken hadt weeteh te beko- men; doch , naa een verder onderzoek, werd
(f) Nederl.- Janrb. 1755. bl. 913. voor 't Jiar
1756. bl. 582. 731. 075. (t) Tegenw. Staat van Overysfel. bl, 36.
T3
|
||||
*94 VADERLANDSCHE
'Lxxxiii werd dit verbod weder ingetrokken, en
Boek. een aanvang gemaakt met het gieten van -------1 Plaaten, Kogels', Staaven, Kachels, Pot-
1756. ten, ftukjes Kanon en ander Yzervverk,
't welk men op de proeve zeer goed be- vondt. Deeze Yzerhutte verfchafte vee- Ie handen werk, tot het graaven van den Erts, tot het bereiden, gieten, en vervoe- ren, gebezigd, en bezorgde niet weinigen daar omüreeks, door het vertier van het noodige aan de Ambagts en Werklieden, welvaard. (*) Ef"e ou- Nu en dan ontdekt men, by toevallige de Graf gelegenheden, Overblyfzels der Oudheid, Drente lanSe JaarenjJa eeuwen, onder den grond ptivon- bedolven: eenige Landlieden van Anloo, $vn. ruim vier uuren van Groningen in Drents gelegen , bezig met Kei of Vuurfteenen te zoeken, ontmoetten, onder een opgewor- pen heuveltje, een aloud Gedenkteken, beftaa.nde in een Grafftede uit Keifteenen zamengezet. Wanneer zy de üeenen, die ten bovendekzel dienden, wilden wegnee- men, flortte onvoorziens het Geweifin, en zy vonden een Grafkelder, van het Ooften naar het Westen ftrekkende, negen voeten lang, ruim zes breed, en vyf voe* .ten hoog, en den ingang met vier aftrappen, gelyk de vloer met Keifteenen belegd. Pat zy dit voor een Begraafplaats moeiten hou-
(t) J-L. F.VAH BEREHEY Na!. Mß, Van HoU
land Jl. O. II. St. bl. 941. 946. Niderl. Jaarb%
\pb, bl, J143, • |
||||
■ .-..
|
|||||
HISTORIE. ':%
■houden , weezen verfcheide Lykbusfen lxxxhi
of Urnen uit, twee flegts waren geheel: bobk. zy vonden 'er ook ettelyke Steenen By--------
tels van onderfcheide grootte, gelykende 1756.
naar gemeenen Vmu'iteen of Duitseh Agaat , eenige geheel glad en byna als gepolyst, andere,uitgezonderd het fcherp- iïe einde, gansch ruuvv. Onkunde,Nieuws- gierigheid , en boven al de opgevatte Hoop van een verborgen Schat te zullen vinden, zette de Ontdekkers aan om die Grafïtede deerlyk om te wroeten, en dit Gedenkte- ken der Oudheid te fchenden, eer kundi- ge lieden het te zien kreegen, die 't zel- ve zo ras mogëlyk herftelden. (*) Schoon de Aardbeeving des voorleden 1757.
Jaars , door dezelver ongewoonheid in deeze Gewesten, groote fchrik hadt ver- oorzaakt , was de fchade niet noemens- waardig: een veel algemeener, doch niet min verfchriklyk, en in de uitwerkzelen veel fchadelyker,ramp bejegende-niet den aanvang des Jaars mdcclvii, den Lande. De Vaderlandfche Gefchiedkunde, treft maar al te veel gelegenheden aan om Wa- terwee te boeken., en mag zy, wen het zo aanmerkelyk is, als het geen op dien tyd drukte , niet in gebreke blyven , 't zelve op te tekenen. Langduurige Koude met ftrenge Vorst, Zwaare.
doet altoos voor die Waterbezoeking dug- YsSanfi* ten ; deeze hadt, zints den elfden van Wintermaand, llegts eenige weinige da- V : gea (*5 Nederl. Jaarb. n$6. bl. 5^0.
T4 |
|||||
aoö VADERLANDSCHE
hXKxni gen omtrent Kerstyd uitgenomen, tot oift-
JJOEK. trent de helft van Sprokkelmaand, de ----- binnen Wateren en Rivieren zodanig mee
1757, Ys geflooten, dat de vaard geheel gedremd
bleef. De Zuiderzee , desgelyks door Ys toegedamt, verwekte groote vrees voor Ysgang, en de daar aan gehegte vernie? ling der Schepen in de Zeegaten. Deeze Ysgang was zeer geweldig: als eene by- zonderheid ten dien opzigte by Menfchen heugenisfe niet gebeurd, vindt men opge- kend, dat, in 't laatst van Louwmaand, het Ys, binnen Medemblik, ter breedte en lengte van zestig voeten, veertien en zes-> tien voeten hoog boven den kruin van den Wierriem gekrooden was. De fcheeps« fchade , door het Dryfys veroorzaakt, bleek veel minder te weezen, dan de vrees zich hadt voorgefteld; droeviger ongeluk- ken troffen de Landftreeken aan de tot vyf, zes ja acht voeten digt gevroorene Rivieren, gelegen , die losraakende en Ysdammen , vormende veelvuldige Dyk- breuken , geweldige Överftroomingen en Verwoeftingen baarden. Sfhrïkly- In de Rhyn, Waal en Maasdyken, telde ke Door- n;en niet mm dan zeventien Doorbraaken, a-nfde" ^oor; ^e ^'er en daar vastgezette Ysdam« r'iVer- i"en ■> en de vervaarlykfte Yskruyingen, ver- uiten, oorzaakt. Vier deezer aan het ^puy, be- hoorende tot het Land Kleef, zette de ge- heele Duiffelt , Duiffelwaard , de bene- .den; Stad van Kleef, K/eversham,- de Stad eq 't Ampt van Kraanenburg, de geheele gfffeej yaii de Ooi, met de d.aar in gelege- |
||||
HISTORIE. 25>7
ne Heerlykheden, tot voor de Poort van lxxxih
Nyfnegen, onderwater.------Vier an-boek.
dere, te Herwen , in de Over-Betuwe,
Panderfche Kanaal, met de daar in gelege- ne Dorpen, overftroomen, maar ook de geheele JLandftreek van de Lymers. (*) — Te MiUingen veroorzaakten twee Dyk- breuken groote fchade. ----- Vyf Door-
braaken te Alphen , en één te Dreumel
veranderden het geheele Jmpt, tusfchen Maas en Waal, byna het geheele Ryk van Nymegen, en een groot gedeelte des Schependoms van JVymegen in een water- plas. ------- Te Hed$l, in de Jiommeler- %vaard, was de Doorbraak ajlervreeslykst 5
binnen vier en twintig uuren, naa dat de- , zelve voorviel, Honden genoegzaam alle de Dorpen in die Waard binnens Dyks, zo hoog als buiten den Dyk onderwater, en dus de Rivier en het Binnenwater by- kans waterpas. Gingen deeze Overftroomingen op de Onheilen
meefte plaatzen met vernieling van Hui-de^WÄ~ zen,'t verlies van Vee, en het bederf van ^ard Akkers, vergezeld, in de Bommelerwaard overge- was het allerdeerlykst gefchapen; Menfchen komen, en Vee moeften na een goed heen komen zien,op de Dyken hunne behoudenis zoe- ken , aldaar eenige Hutten van riet tot herberging opflaande. Verre de meefte ■ ' ; Hui-
(«) De Lymers is een Polder in 't Jüleeffchg, waar
l'fl de Stad Zevenaar ligt. .: V. ,::.:,! T5
|
||||
2^8 VADERLANDSCHE
lxxxhi Huizen, tot de daken toe onderftaande,
boek. werden, door den wind en den (lag des -—- waters, van -daken beroofd,waar door het Ï757' Huisraad, 't geen de Ingezetenen op de Zolders hadden meenen te bergen , als .mede het Voeder voor het Vee, verlooren ging,in zo verre men het niet dan met veel moeite opvischte tot deszelfs onderhoud; hier en daar hadt men op de Dyken bak- •ovens opgerigt ? om de van huis en hof verftookene menigte van brood te voor- zien. . Gelukkig dat in deeze omftandig- beden de wind ging leggen , anderzins was 'er van de tien Huizen namvlyks één ftaande gebleeven. Dit waterwee trof de Jnwoonexs van de Bommelwaard te zwaar- der, dewyl dezelve, zedert den (brengen Winjter van den Jaare mdccix niet over- iïroomd geweest was, en dus maar weini- gen van 't voorgaande eene flauwe geheu- genis hadden. (*) Een herhaalde Doorbraak In de Bomme-
lenyaarji prentte deeze met verdubbelde kragt,in't geheugen der ongelukkigen.Her. bevangen der groote Doorbraake te Hedd., was voor eene groote fomme aanbefleed, terJiond begonnen , en iu 't begin van Grasmaand, tot een ieders genoegen,, vol- tooid. De .Ingezetenen verheugden zich ' , " over (*) In de Neder1. Jaarb. 1757. bl. 59- 1B2. 184.
190. 192. 198. 276. vindt men , ten opzigte deezer Overflroomingen , veele naaleezeuswaardige byzon- derheden, en ter laatst aangetoogene Eladzyde eene keurlyke Kaan tot opheldering. |
||||
HISTORIE. 299
over de herftclling van hun Dyk , en i.xxxin
vreesden, het Jaar zo verre verloopenspEic. zynde, voor geen verder gevaar, zy fton-------—
den gereed, om,met nieuwen moed, den 1757.
Akkerarbeid, in de hoogstgelegen Landen, reeds van 't overftroomde water bevryd, aan te vangen, vol hoope, dat een goede Oogst de geledene fchade , zou vergoe- den. Eene hoope allerdroevigst te leur gefield. Het ongeftuimig weer in Lente- maand, deedt het Water in de Maas we- der zo hoog ryzen, dat het over de Uiter- waarden niet alleen heen liep , en zeer hoog voor den gemaakten Kistdam ftondt, maar de aandrang en persfing was zo ge- weldig , dat de zwaare balken , tot dit werk gebruikt, ten deele door midden ge- brooken, ten deele uit den grond gelige, wegI*poelden, en de Aarde, tot vullinge gebruikt 3 wegzonk. Geen poogingen, om het watergeweld te keeren, met lee- vensgevaar beftaan , konden iets baaten, men moest aan de woedende golven den vryen loop laaten, en delogezetenen,nog nauwlyks bekomen van de ontfteltenisfe der Doorbraake^vopr omtrent twee maan- den, (*) zagen nu nog grooter onheilen in 't treurig verfehlet. Niet alleen lag de geheele Bommeler-waard op nieuw over- stroomd; nier alleen' dreigde de gezaaide Uraanen in do aarde te verrotten 5 doch naar
(*) Dit ongeluk viel voor, 'snagts, tusfehtti deit
7 Pu. 8. van Apxji, |
||||
300 VADERLANDSCHE
|
||||||
Lxxxin naar allen fchyn zouden ook de Bouwlan-
BOEK. den, dit Jaar niet weder bebouwd, noch ____ ' de Weidlanden gebruikt kunnen worden ,
ï7£_ (je Boomen in de Boomgaarden liepen ,
door zo langen tyd in 't water te ftaan, groot gevaar van derven. —— Schoon de vrugtbaarheid des Zomers dit nadeel minder maakte dan men vreesde, beliep de Verpagting der Bezaaide Landen, over deeze Landftreek, die anders veel hooger zou geweest hebben, dan in het voorleden min vrugtbaare Jaar , bykans twaalf hon- derd Guldens minder. Een groot nadeel zeker voor den Landman,die zich, behal- ven de mindere voordeden van 't Gewas, en de geleedene fchaden in de herhaalde verwoettingen en rampen , nog gedrukt voelde , door de zwaare kosten om de Dykbreuken te herftellen. Ruim twaalf- duizend Guldens waren vrugtloos befteed, aan den weggefpoelden Kistdam, en lie- pen de kosten van het weder opmaaken derDyken,en 't floppen der Breuken,eene geweldige fomme. Veelen zouden ge- noodzaakt geweest hebben, hun Hof en Land voor de onkosten te moeten verkoo- pen,indien Ryken en Vermogenden, door medelyden met hunne ongelukkige Land- genooten getroffen, de elenden deezer Landllreeken, niet verligt hadden, door hulpvaardige Milddaadigheid , die thans haare hand uitltrekte. (*) De
(*) NtderL Jaarb. 1757. bl. 353' 6li. $92'
|
||||||
-
|
||||||
I
|
|||||
H I S T 0 R I Z. 301
De bekommering voor gebrek aan Graa-LxSxnï
nen, inzonderheid aan Rogge, welker uit- boek. voer in meest alle Landen , van waar - men gewoon was in deeze Gewesten de-1757. zelve te krygen, verbooden werd, ver- Beraamd oorzaakte Duurte der Eetwaaren , inzon- Piakaac derheid van Roggebrood; voor 't zelve te6e" moest men ruim eén derde meer, dan den den Ult' gewoonen prys, befteeden. De Algemee- Graanen. ne Staaten , door deeze Duurte bewoo- gen, namen met Louwmaand in overwee- ging, om den Uitvoer van Graanen, zo in de Vereenigde Gewesten, als iii de Ge- neraliteits Landen, te verbieden. Het ge- rügt hier van baarde fchrik by alle de Graanhandelaarea in deeze Gewesten, en wel meest ter beurze van dmßerdam,wazt dè Graanhandel gezegd mag worden t ten Zetel te zitten. Deezen , diep getroffen door het vooruitzigt van hoogstwaarfchyn- lyke fckroomlyke nadeelen, oordeelden de zaak van zo veel gewigts dat zy te raa- de, werden, om de gevolgen van zulk een Verbod, Hun Edel Groot Mögenden on- der 't oog te brengen, terwyl andere Ge- westen over dit ftuk raadpleegden. Zy ontwierpen eenige Bedenkingen over een Verbod des Uitvoers van Graanen buiten 's Lands 3 en booden die Burgemeeren aan, om ze door de Afgezondenen der Stad ter Dagvaard, in de Staatsvergadering te doen inleveren, hoofdzaaklyk kwamen ze hier op neder. „ Wanneer, in een vryen Staat, daar De
« anderzins aan een ieder de befchikking Koorn" ., overko°PeH
|
|||||
3oa VADERLANDSCHE
txxxiii „ over zyn Eigendom geheellyk toebe-
Bo EK. „ hoort, een Verbod van Uitvoer van ze* ------- „ kere Goederen, byzondere Perfoonen
175.7. »■> toekomende , wettig zou gefchieden
te Jm- ■)•> moest het (trekken om zodanig een ge- fterdam „ brek te verhoeden, waar uit men vrees- jeveren n de, dat aan de Ingezetenen in 't alge- dSio^' " meen>en dus aan ^e geneele Maatfchap-
gen in. » Pve:> ^et noodige, 't geen volftrekt niet „ gemist kon worden, zou ontbreeken; ,, 't welk de Overheden in de noodzaak- „ lykheid bragt om de hoogde Regten der „ Oppermagt te gebruiken. Doch zy be- „ fchouwden de zaaken tot nog toe niet „ in die omstandigheden , 'er was nog ,, geen zodanig algemeen Gebrek van st Graanen voor deeze Landen , en een „ Verbod van Uitvoer zagen zy niet al- „ leen aan als een ongepast middel tot 9, voorkoming van de Schaarsheid; maar ,j alleszins gefchikt om eene (trydige uit- „ werking te baaren, en de gedugteElen- a, de te verhaaften. ------- Zy erken-
„ den, dat de Inwoonders deezer Veree*
„ nigde Gewesten, uit eigen Gewas geen „ genoegzaamen voorraad van Graanen „ handden , dat wel byzonder Holland en „ West friesland', uit eigen fchoot daar „ aanniec konden voldoen; doch't was te „ gelyk waar, dat nergens het Gebrek 5, minder of laater was ondervonden, dan „juist in dit Gewest. Zulks moest na- „ tuurlyk de gedagten leiden, om op te „ klimmen tot de oorzaak eens zo zonder- „ lingen verfchynzels, dat het allerbe* „ hoef«
|
|||||
>
|
|||||
HISTORIE., 303
„ hoeftigfte Land ten Spyskamer van an*£xxxni
„ dere ftrekte: deeze was geen e andere boek.' „ dan de Toevoer van buiten, kon men —-—- „ dezelve in zyn gewoonen loop en zon- 1757. „ der ftremminge behouden * en dus zon- „ der vermindering van den Aanbreng, 3, den Uitvoer worden verboden , men „ zou zich mogen vleyen, door een Ver- „ bod van Uitvoer, meer overvloeds bii> „ nen 's Lands, en te gelyk laager Pry« „ zen , te zullen verkrygen. Doch het „ tegendeel hier van was waarheid: daal» „ de door zulk een Verbod de Pryzen, de ,, Invoer zou ophouden. Dit fteunde op j, den aart des Graanhandels. De Aanvoer „ der Graanen kwam voort, of door In- „ koopen, die de Handelaars hier te Lan- „ de buiten's Lands lieten doen, of door „ 't geen vreemde Kooplieden herwaards 9, zonden. Beider beweegrad was de hoop „ van Winst, hier van verftooken, moest „ alle Graanhandel ophouden. Geen „ Koopman zou zyn Geld buiten 's Lands 3) beiteeden aan Graanen, die ingekomen, j, niet te zyner vrye befchikkinge zou« „ den ftaan ; maar welke hy opgelegd „ hebbende, naderhand met verlies zou „ moeten verkoopen; en mögt men ver« ,,. wagten, dat buitenlandfche Koopliedea j, hunne Goederen zouden zenden na Laa» ,, den. en Steden , waar de Handel vry j, bleef. Ia gevolge hier van zou de voor- ,, raad j welke ieder dag verminderde, „ binnen kort, - gansch en gaar verteerd 9> zyn: mogelyk "zou, door het Verbod „van
|
||||
3©4 VADERLANDSCHË
bxxxiii ,j van Uitvoer, de Prys ée'n of meer weé-
SOEK. „ ken iets daalenj doch naderhand des te _——_ 5> hooger ftygen, de verhinderde Uitvoer * l757- »» *n '£ ei"de' het noodlottig middel wee* ,, zen, om de Gemeente in de uiterfte „ elenden te ftorten. ------ De Pryzen
» der Graanen waren boven den gewoo-
„ nen gereezen; doch by lange zo hoog „ niet als in andere duure Jaaren, gelyk „ Lyften der Pryzen van de Jaaren t) MDCCix MDCcx en MccxL uitweezen* „ In geen dier Jaaren gefchiedde 'er een 5> algemeen Verbod, door deeze Vry- „ heid klommen de Pryzen ; maar men ii bleef buiten Gebrek , de Markt zeide „ nooit Neen , het noodige was altoos „ voor handen. De hooge Pryzen ver* ^, wekten van alle kanten, en langs alle j,,' wegen * toevoer, en werd hier door, in i3 Gebrek, het Gebrek voorgekomen. — „ Men den tegenwoordigen Prys der Graa- „ nen was het zodanig geiteld, dat, naar 5, denóüden regel, de vrees voor Duurte, „ de Oorzaak was der Duurte. - „ Zwaarmoedigen, of door andere inzigten
9) gedreevenenj mogten van Verlegenheid j, fchreeuwen , deeze bevondt zich nog 4, op een wyden afftand. Het fcheen be- „ kommering , en zelfs eenige drift te ti verwekken, dat de Uitvoer in eeniga >f Graanlanden reeds verboden wasj doch „ de Uitvoer van Tarwe, vondt zich te „ Dantzik, Koningsbergen en-op andere „ Plaatzen in de Oostzee, nog onbelem- „ merd j en was het meer dan waarfchyiv« |
||||
H I S T O R IE. 305
„ lyk, dat men, in het verder Voorjaar, Lxxxm
,, uit Poolen 3 Pruisfen , Brabant en boek. „ Vlaanderen, een grooten voorraad raogt------
„ verwagten; in Frankryk lagen daadlyk 1757.
„ verfcheidè Schepen, met Graanen be- „ laaden, na deeze Landen en Hamburg „ beftemd ; de Kooplieden kenden den 5, weg om uit Rusland, Sicilien, uit de „ Levant, en zelfs uit Niemv Nederland „ en Penfilvanien , wanneer de Handel „ vry en open bleef, Graanen hèrvvaards „ te krygen; ook ftondt uit deeze belem- „ mering een verleg des Graanhandels te „ dugten." Met deeze Bedenkingen paarden de Am-
ßerdamfcbe Koornliandelaars , een ige by- zondere Aanmerkingen voor Burgemeefte- ren van Amflerdam gefchikt, ftrekkende ten grondflage van de by monde verzogte voorfpraak hunner Ed. Groot Agtbaaren. Zy merkten aan, dat Amflerdam, by den Graanhandel, het allermeefte belang hadt, dat zy Kooplieden, zedert veele Jaaren, Magazynen van Graanen bewaard hebben- de, waar van zommige, door gemaakte Onkosten en verloopen Interesfen, reeds meer kosten dan zy als nog, by verkoop-9 daar van zouden kunnen maaken. Het Ver- bod van Uitvoer zou hun op 't oogenblik verfteeken van het middel en de verwag- tinge om een gedeelte hunner fchade te herkrygen, en zy afgefchrikt worden om ooic weder zodanige onderneemingen te doen , of hun geld op die wyze aan te leggen. -«——. Het was zeer treffend, ten aaai.jDEEii.. y las«
|
|||||
#■
|
|||||
3oÖ VADERLANDSCHE
Lxxxui laste en kosten van een ige byzondere Per«
boek. foonen, niet alleen voor de behoeftige Ge- "—-~ meen té, maar ook de vermogende enmid- 1257' delbaare Ingezetenen,den Prys desBroods te verminderen. ——. En zou dit redmid- del den Lande van veele voordeelenj in ontelbaare opzigten, aan den Graanhandel verknogt, berooven, en eind'elyk denzel- ven geheel verbannen. Men hadt, de na- deelen hier van inziende , in duurer Jaa- rèn deezer Eeuwe , anders gehandeld. De Amflerdammers hadden by een Verbod van Uitvoer derGraanen,ten tyde van Phi- lips van BOURGONJE, zich tot dien Her- tog vervoegd,en wegens den toeftand van hunne Stad van hem byzonder verlof ge- kreegen om de Graanen, aldaar gekogt, vrylyk te mogen uitvoeren ; en wanneer in den Jaare mdxdv de Prys der Rogge zeer hoog iïeèg-, deeden de, Wethouders van Amflerdam , den voorraad op neemen, en bevonden denzelven zo gering, dat zy "elkander by Eede verbonden , niemand dan den Raadpensionaris daar van kennis te geeven , uit vrees voor opfehudding en voor Verbod van Uitvoer, waar toe men mögt denken dat toen dubbele reden was, indien 'er tegenwoordig een fchyn- van re- den toe gevonden wierd. • ,,.;, ;; s He Pia- De bygebragte Bedenkingen , en Aan- haat gaat merkingen, hadden geen kragts genoeg om door ket Verbod des Uitvoers te.beletten , 't zelve kwam den vierden van Sprokkelmaand te voorfchyn, en mögt, in gevolge,van 't zelve, tot den eerften van Zomermaand, V ,ïm I ■■ ^geen |
|||||
*
|
|||||
HISTORIE. 30?
' S» ....
geen Tarwe, Garfte, Rogge, Boekweit,Lxxxip
Haver, Spelte, Erten, of Booneti uitdeBóËKJ. Vereenigde Gezvesten of de Generaliteips ——.' Landen,op daar toe gefielde Aanhouding, f?IK Geldboete, en Lyfftraffe, worden uitge- - voerd. Doch zouden daar onder niet bé- greepen zyn de Graanen, naa dé uitgave deezes Verbods in gebragt, voor welker Uitvoer van het Collegie der Admirali- teit , onder 't welke de Uitvoer zou ge- fchiedén, verlof gevraagd, en onder voor- zorgen , door den Staat bevolen, verkreé- gen zou zyn. ------• Dit Verbod werd ver- lengd tot den vyftiendeh van Hooimaand, en by nadere Afkondiging, tot den eerftén van Herfstmaand (*) " By-eene nadere Afkondiging in Lente-
maand, Honden de Staaten den Uitvoer van Haver toe ; doch trokken in Bloei- maand die vryheid weder in. Dé Staaten van Holland lieten den Uitvoer van Hooi en Stroo in Zomermaand verbieden, dit detè- den ook die väii Overysfe//de Staaten vän Friesland hadden in Sprokkelmaand den Uitvoer van Rogge en Boekweit uit dat Gewest, tot wederzeggens toe,den Inge- zetenen ontzegd, en vervolgens dit tot Er- ten en Böonen. uitgeftrekt. Behalven de reden tot deeze Bepaälin- De
gen des Graanhandels,,niét den aankiee-^ar"r^"jd ve van dien, Ontleend, wit het Verbod eeni- deCzees ... •. , g^rJaars * dost het
J • ■• Plaliaac ;(*) N/ider}. %«arb. iJSJ' M- 94- *H> I *§fe 394- intrek-
|
||||||
ireüBoftqo i hasasd bvi nsi !ss no ken.
y * -
|
||||||
goß VADERLANDSCHE
xxxxni ger Graanleeverende Landen , beloofde
boek. de Lente deezes Jaars het gelukkigfte Ge- .------- was in onze Gewesten niet. Op het vrugt-
17S7' kaar fVakberen lagen,te midden vanßloei-
maand , de velden nog wit van hagel en fneeuw , en gaf dit oorzaak van dugten- voor een misgewas: dewyl 'er in 't Graan geen leeven feheenj doch alles verander- de daar en elders in deeze Landen, op eenè verbaazende wyze ten gelukkigfte, door een malfchen regen, in 't begin van Zomermaand gevallen. Van alomme kreeg men deswegen even blyde berigten, de Ak- kers beloofden een ryker Oogst, dan door- gaans den Landman ten deele viel, of hy zedert eenige Jaaren hadt mogen inzame- len. Geen algemeen verdervend onheil ftelde die hoop. te leur; de Vrugten en Veldgewasfen werden ukmuntender en me- .nigvuidiger ingewonnen, dan veele Jaaren herwaards. De heete Zomer ging van zwaare Onweeren vergezeld, die hier en daar het Veldgewas troffen, en byzonder .in 't Gooiland groote fchade deeden aan de bloeiende Boekweit";, en ook de Rogge met zulk eene kragt uit de airen floeg, dat de getneene wegen mét dezelve als bezaayd lagen , en de 'Landlieden hunne Landen weder omploegden, zonder die te bezaay- en; dewyl 'er overvloedig Zaad voor 't volgend Jaar, opgevallen wasl Dan dit jplaatslyk onheil weerde geen algemeenen zegen: ----- Deeze ook elders genooten,
deedt het Verbod des Üitvoers, waar het
pp zekeren tyd bepaald was, ophouden |
||||
HISTORIE.
|
|||||||
309
|
|||||||
«11 waar men het, tot wederzeggens toe, Lxxxm
hadt vastgefteld, door Vrygeeving intrek- boek. ken. * -------,
Doch vonden de Algemeene Staaten 175Z-
goed, om het Plakaat, in den voorleden HetPia- jaare gegeeven , tegen de verkoopingen kaat,we- van Graanen op tyd, of de zogenaamde £ens de Optie-partyen, (*) dewyl men 'er gevol-0ptle" gen uit trok, ftrydig met de welvaard dSSSSt Graanhandels, 't zelve nader te verklaa- dercL ren; verbiedende, dat iemand voor zich zelven, of voor zyne Meeftérs, zich zou vervordecen , Premie» te geeven of te trekken, om eenige Graanen, op zekeren tvd, te moeten Ie veren, of te moeten om> vangen, (f) Niet weinig Staatsbeleids was 'er noo- DeOor-
dig geweest, om, in den Oorlog tusfchen'°Sinhet Frankryk en Engeland ontftooken , eene ^,dtfcIlt den Lande hoogstheilzaame Onzydigheid Suwe"" vast te (teilen, en te onderhouden. (§_)staatsbe- De Staatzorg moest op nieuw onttvaaken,komnrer- by het ontdaan van een anderen Oorlog,nisfett« tusfchen twee groote Duitfche Mogenhe- den, „welks uitgeftrektheid zo min als de „ uitflagte berekenen was; doch niet kan „ nalaaten welgegronde en regtraaatige be- „ kommernisfen te verwekken, by allen, „ die
(*) Zie hier boven. bl. 287.
. (t) Nederl. Jaarb. 1757. bl. 393. (J) Zie hierboven, bl. 252. |
|||||||
'Sïo VADERLAND SC HE
Lxxxiii „ die door hunne Nabuurfchap, daar in
BopK. „ belang hadden." Dus fpraaken'sLands- -----*— vaders in de Uitfchryving van den gewoo-
1757. nen Dank-Vast-en Bededag deezes Jaars;
en de Staaten van Friesland gaven deeze hun- ne bekomrnernisfen breedfpraakig te ken- nen, in de Uitfchryvings brief tot den ge- WPonen Jaarlykfchen Landdag.— Toen naanUyk , in den voorleden Jaare , het öorlogsvuur tusfchen den Koning van pruisfen, die met den Koning van Groot- jjrïttanje een Verdrag hadt aangegaan, en de Koningin van Rongary e en Bohemen, Gemalin des Roomsch Keizers, fmeulde, vormden de Hoven van Weenen, Verfall' les, Petersburg en Dresden een Bondge- nootfchap tegen dien Monarch, die, in gevolge daar van, met het afloopen- van Oogstmaand, in Saxen viel, aan 't hoofd eens talryken Legers, waar hy, met zyne zegevierende KrygsbcndenL de Winterle- gering nam , en dat Keurvorftendom als een overwonnen Land behandelde. Dee- ze inval baarde in het Duitfche Ryk ver- fchillende gevoelens $ de meefte Vorften van 't zelve oordeelden, met den Keizer, dien Inval geheel flrydig tegen de Wetten én de vrye Gefteltenis des Ryks: de Ko- ning van Franktyk was, volgens de vast- ftellingen des Vredeverdrags van IVestpha- len, onder änderen Verzekeraar geworden van die vrye Ryksgelteltenisfe, In gevol- ge hier van boilo'ot die Vorst een Leger langs den Neder-Rhyn te verzamelen. |
|||||
Het
|
|||||
-HISTORIE,. 3"
|
|||||
Het by een brengen van Krygsvolk op lxxxhi
onze Grenzen, kon ongerustheid veroor- boek. zaaken by de Nederlanders, die de On-------
zydigheid tusfchen Frankryk en Engeland 1757.
omhelsd hadden: om deeze weg te neemen, v'e vervoegde zich de Franfehe Afgezant d'af- Franfehe FRY,op den acht en twintiglten van Sprok- Aftezaiu keimaand, by Hunne Hoog Mogenden, fteit de met een Vertoog, te verdaan geevende? Staatetn dat zyn Koning, uit hoofde der aangegaa- negens ne Verbintenisfen met de Keizerin Ko- een ningin, en als Verzekeraar van den West- Leger op pbaalfchen Vrede , op verzoek van ver- de &ren" icheide Staaten des Keizerryks, ten oog-zen* merke hadt, langs den Neder-Rbyn, een Leger te verzamelen min of meer fterk naar gelange , de omftandigheden zyner Bondgenooten zouden vorderen. Deeze Krygsmagt zou tusfchen den Rhyn en de Maas, op de hoogte van Dusfeldorp zich legeren; en alle mogelyke zorge draagen , om geen de rninfte reden van klagten aan eenige Mogenheid, en voornaamlyk niet aan de Algemeene Staaten, te geeven. De Koning , op de onfchendbaare Getrouw- heid van Hunne Hoog Mögenden, raaken- de de beloofde Onzydigheid , vertrou- wende, zou, van zynen kant, volharden, om,by.alle gelegenheden,de doorllaandfte blykenaan den dag te leggen, van het wee- zenlyk. belang, 't welk hy in hunnen voor- fpoed nam, 's Konings Krygsvolk, wel verre van iets te beftaan, 't geen de minfte on- gerustheid by hun kon verwekken , zou te hunner Verdeediging gebruikt worden, V 4 i«; |
|||||
3ia VADËRLANDSCHE
Lxxxm indien men, uit haat, over de gekoozsne
boek. Onzydigheid, de Rust,Vryheid of Koop- -------' handel der Nederlanderen wilde ftooren.
1757. Zeer gaarne zou de Koning aan de Staaten
de verdere Betluiten, noodig in deezen te neemen, toevertrouwen. Hun verzoeken- de dat zy geen agt zouden flaan op de val- fche tydingen, waar mede men hun zou tragten te misleiden. ----- De Afgezant
overhandigde dit Vertoog, met de fterk-
fte verzekeringen van het voorneemen zyner Majefteit, om de magt hem door god gegeeven regtmaatig en grootmoedig te gebruiken, om onderdrukking voor te komen,en de onderdrukten aan dezelve te onttrekken. Verzoekt vVanneer het Leger zyner Allerchristly- toch" ^e Majefteit j overeenkomftig met de ge- voor melde niets dan vriendfchap ademende Aan« Kryg'. kondiging, in Grasmaand op marsch zou tui« door gaan _ verzogt dezelfde Afgezant by den Na'm" ^ta^ vl7en Doortocht voor het Krygstuig %ichl*~tot:dïtLéger behoorende, door de Steden Namen en Maaft richt, als ten deele on- der de Barriere Steden, en ten deele on- der het Grondgebied van den Staat begree- pen. Hunne Hoog Mögenden betuigden bereid te weezen , om door Namen den verzogten Doortocht te vergunnen, zo ras zy kundichip hadden van de toeftemming der Keizerinne , als Souveraine van dit Gewest. Deeze kwam fchielyk, en was het verzoek, wat dit gedeelte betrof, toe- gedaan; .loch wat Maafiricht 'belangde, gavea ilunnc Hoog Mpgenden te kennen, hoe
|
||||
■
|
|||||
HISTORIE. 313
hoe zy,ter oorzaake van de Onzydigheid, lxxxiis
wel wenschten, dat het vervoeren des boek« Krygstiiigs , met vermydinge van Maa--------
firicht mögt gefchieden. T-757-
De Franfcbe Afgezant betuigde, de ver- Dezelve
wondering van den Koning zyn Mee-wordt fter, over dit verzoek, en hoe, zyne Ma-j?e8e' jefteit, het toeftemmen van den Doortocht * door Maaßricht, in geenen deele als een inbreuk op de Onzydigheid kon aanzien. In tegendeel ftondt Hy verfteld over het onderfcheid.'tgeen Hunne Hoog Mögenden maakten tusfchen hem, de Keizerin-Ko- ningin, en den Koning van Pruis/en ("*J; wat ten opzigte dier Mogenheden over- £enkomftig met de Onzydigheid geoordeeld werd , kon niet ophouden van dien aart ten zynen opzigte te weezen. Zyne Ma- jefteit wilde wel gelooven , dat die flap een uitwerkzel was van de verlegenheid, waar in zy zich jegens de Oorlogende Par- tyen bevonden; doch hy kon, zou het Le- ger geen gebrek aan behoeften lyden, de Maas onmogelyk misfen. Weshalven hy, by herhaalinge verzogt, dat aan den Be- velhebber van Maaßricht of anderen, in- dien zulks noodig mögt weezen, bevelen werden afgegeeven> om de vryc vaard op dé Maas niet af te breeken. Ia
' (*) Hunne Hoog Mogenden hadden het vervoere»
der Artillerye uit Wezel, en eenige andere Plaatzen, den Koning van Pruisfen, en aan de Keizerin Konin- gin eene dergelyke vryheid toegedaan. y $
|
|||||
314 VADERLAND SCH E
Lxxxiii In het antwoord, op dit herhaald ver*
boek. zoek , erkenden de Algemeene Staaten, •------- dat de verlegenheid, in welke zy zich ten
lTS7' °Pz'gte van. de Oorlogende Partyen bevon-
den, hun dien Map hadt doen neemen; dat het onderfcheid tusiehen den verleenden Door- tocht aan -de twee gemelde Mogenheden-, en den verzogten van zyne Majefreit,waar tegen de Afgezant des ïvonings van Groot- Brjttanje een Vertoog hadt ingeleverd, hun daar toe bewoogen hadt; het niet on- beproefd willende laaten , om langs den weg van overreeding, te tragten eene toe- Item-ming te vermyden, dien Vorst zo on- aangenaam ; doch dat zy thans in dien Doortocht bewilligden, en het noodige, daar toe behoorende, zouden befchikken. Klagten Ëenig Fransch Krygsvolk, ter gelegen- över het heid van het verzamelen en trekken, niet lebenden verre van het Grondgebied deezes Gemee- Gnffldge-nebests,hadt Staatenbodem betreeden; dit b;eds wekte regttnaatige klagten , beantwoord door met eene betuiging, dat zy door onvoor- Frinlt ziene toevallen, zich in de noodzaaklyk- ^n'er/"heid bevonden hadden om, over een fmalr ioor. Ie ftreek Lands, tot der Staaten Grondge- bied behoorende, heen te trekken; terwyi de Franfche Afgezant, uit naam zyns Ko- nings, verzekerde, dat de voorgaande be<- velen vernieuwd waren, en de Generaal var» zyn Leger de grootfte oplettenheids zofc[gebruiken , om ze flipt uit te voer KD. .(*)
Met
(*) Nederi.Jaarfrns?.bl.236.237. ZU-313-395«
|
||||
HISTORl E. $i$
Met leede oogen zag Engeland, alles lxxxiii
wat eenigzins ter begiintiiging van Frank' boek. ryk kon {trekken. De Afgezant yorke-——. bleef niet in gebreke, om 'er zich tegen 1757. aan te kanten ; doch , wanneer in Hooi- yorke maand de Koning van Frankryk, met de klaagt Keizerin Koningin overeenkwam, omFran- over hst Jche Bezetting in Qoßende en NiemvpoortleSSp te brengen, ontftak zyn drift op 't hevig-y^f™*" fle, en liet zich op den acht en twintigften Bezetting van Slachtmaand, in deezer voegen hoo- AnOoflen- ren. „ In de hachlyke om(tandigheden,^.en », waar in Europa, geduurende den loop^'^" „ van dit Jaar, zich heeft bevonden,door ' „ eene aaneenfchakeling van zo veele maat« ,, regelen , gefchikt om deszelfs vryheid „ geheel en al om te keeren, heeft de Ko- ,, ning zich ten minden gevleid, dat, in „ aanmerking van een zo gemaatigd Ge» ,, drag van uwe Hoog Mogenden, deHo- „ ven van W'eenen en Ferfailles, aan hun „ wel zouden hebben medegedeeld de ver- „ anderingen , welke zy hebben kunnen „ goedvinden in de Oojienrykfche Neder- „ landen, te maaken. ----- Het is, der-
„ halven,niet dan niet de uiterfte verwon-
,, dering, dat de Koning vernomen heeft, „ hoe , niet alleen zonder eenige Waar- „ ichuwing het Hof van Weenen goed- „ gevonden, heeft de Steden Ooßende en „ Nieuiypoort in handen vanfranjcheTtoe* „ pen te Hellen, en de zyne daar uk te „ trekken, met Gefchut en Krygsbehoéf- „ ten j maar ook Frankryk voortgaat, een ,, ontzaglyk aantal van dezelve derwaards »te
|
||||
3i6 VADERLANDSCHE
kxxxiii,, te zenden. —— Wel is waar , dat
boek. ,, men, omtrent het gedrag van het Wee.
——- , »er Hof, ten aanziene van zyne Maje-
l757' ?i fteit zo onverdiend als ongewoon , zich
„ niet dan zeer moeilyk in gepaste uitdruk-
„ kingen kan verklaarcn; doch met we'ke
„ fchoonfchynende voorwendzelen men
w ook getragt heeft, aan 't zelve omtrent
„ Engeland een glimp te geeven , zo
,, meent men, egter, dat zich zulks zo verre
,, niet kan ukftrekken, om daar door, met
„ Frankryks gemeeue toeftemminge , de
„ allerheiligfte Verbintenisfen tusfehen het
f, zelve en uwe Hoog Mögenden te ver-
„ breeken. —— De Koning heeft nooit
„ getwyfeld , of uwe Hoog Mögenden
zouden aan die twee zo onlangs veree-
, nigde Hoven , de gepaste Vertoogen
• , doen,om de onregtmaatigheid van zulk
eene handelwyze aan tetoonen, en het
^, gevaar, 't geen daar uit voor het toeko-
,, mende ftaat gebooren te worden. Uwe
1 „ Hoog Mögenden zullen ook zeker heb-
„ ben aangemerkt, dat hun ftilzwygen
„ omtrent den eerften ftap, hun heeft aan-
„ gemoedigd tot de onderneeming van an-
w dere.' En wie zal zeggen, waar zy nog
„ zullen ophouden ? In den beginne heeft
„ men voorgewend, Troepen noodig te
„ hebben, tot den Oorlog, die ontftoo-
ï, ken was in het Duitfche Ryk , en de
„ noodzaaklykheid, om die tweePlaatzert
„van zoveel aanbelangs te bewaaren; en
„ eindelyk het ingebeelde gevaar voor En-
„ geland. Maar, Hoog Mogende Heeren,
„ het
|
||||
HISTORIE. 317
„ het is al te klaar, dat de twee Mogenhe- Lxxjrirf,
„ den ; welken die onderlinge fchikkingen boek. „ hebben gemaakt, eenen geheel anderen —«— „ toeleg,en iets nieuws beflooten hebben, 1757. „ omtrent dat Land, het welk de Nabiui- „ ren ten uiterflen moet verlegen maa- „ ken. -——- De Jaatfte Verzoeken aan „ uwe Hoog Mögenden gedaan, om Door- „ tocht voor eene groote menigte Krygs- „ behoeften door de Plaatzen van de Bar- „ riere, naar Niemvpoort en Ooßende, heb- „ ben nier anders dan de ernftigfte aandagt ,'j van den Koning kunnen opwekken. De „ opregte Vriendfchap en het gelyk Be* „ lang van beide Landen vordert,dat men ,, hier omtrent niet langer ftilzwyge, op „ dat zulks,in 't vervolg,niet aangemerkt „ worde als eene ftilzwygende Toeftem- „ ming, en Verlaating van al ons Regt. -» „ De Koning gebiedt my dan, uwe Hoog j, Mögenden te herinneren , het dubbel „ Regt,dat de Zee Mogendheden verkree- „ gen hebben, om de Oojhnrykfche Neder- ig landen te doen blyven in handen van het „ Huis van Qoßenryk , en dat , zon- j, der derzelver toeltemming, het in de „ magt niet ftaat van anderen, hier om- „ trent de allermihfte veranderingen te ,. maaken; ten ware die nieuwe Bondge-? „ nóoten beflooten hadden, alle voorige „ Verbintenisfen ter zyde te ftellen, en „ over alles, wat dienen kan tot hun ei- „ gen Belang, te befchikken. Naa het XIV. Artykel van het U*
Qscfcts Vredesverdrag in het. II. van het
: «' uTrac-
|
||||
3iS VADERLANDSCHE
|
|||||
txxxiii Traéhat der Barriere aangehaald te heb-
boek. ben, gaat hy voort. „ Het enkel leezen van
——* „ die twee Artykelen,is genoeg om kragt
1TS7- 3> by te zetten aan 't geen ik uw Hoog
„ Mögenden onder het oog breng ; en
„ welke voorwendzels de Hoven van/Fee-
„ nen en Verfailles, ook zullen kunnen
„ uitdenken, om de verbreeking van die
„ twee Traclaaten te bewimpelen, zullen
„ dezelve daar om niet te minder klaar
„ blyven; zo lang die twee Hoven niet
,, kunnen bewyzen, dat de Steden Oofien-
„ de en Niemvpoort, niet werklyk in de
„ Magt van Frankryk zyn. ------- Is hun
„ vcorneemen regtvaardig en heeft het
„ tot zyn grondüag hunne Verbintenis, „ dan zullen zy geene zwaarigheid maa- „ ken, uwe Hoog Mogenden deswegen „ gerust te (lellen, met zich openlyk te „ verklaaren aan den Nabuur, zo gerust ?? als vredelievend, en mét gewisfe bly- m ken te geeven , van hun voorneemen „ om de Verbintenisfen dier twee Trac- ?, taaten, met betrekking tot de Neder- „ landen, te vervullen. De Koning heeft „ zo gropt een Vertrouwen, pp het ver- „ licht Oordeel, de Voorzigtigheid en 'm Vriendichap van uwe Hoog Mögenden, „ dat Hy niet twyfelt of zy zullen de ge- 9, pas.te maatregelen neemen, om klaar te m zien in eene zaak van zo veel aanbe- ,j langsi en,rnet onderlinge overeenftenï- „ ming met den Koning waaken, omtrent M 'het noodlot van een Land, wa$r van dé „ gelegenheid .en onafhangelykheid, w „ meer
|
|||||
HI STÖR I E. 7 319
|
|||||
„ meer dan eene Eeuw zyn aangemerkt lxxxiii
„ als het voornaamfte fteunzel van onze b 0 e k. „ Vryheid en Koophandel." . ------»
De~Graaf d'affry hadt zich, benevens i757«
den Baron van reischach, toen zyn Hof Ve'rklaa. met dat v&nWeè/ien de ichikking, omtrent ringen het bezetten van Ooßetide en Nieuwpoort, ^fhet maakte, in de Aanfpraak van yorke als ene^l een zo fchreeuwend en bondbreukig be/^ Hof dryf afgelchilderd, by den Voorzitter van over dir Hunne Hoog Mögenden vervoegd , en on- verklaard, dat de Keizerin Koningin ,zich in de volftrekte noodzaaklykheid bevin- dende, om al haare Krygsmagt aan te wen- den tot verdeediging van haare Erflanden in Duitschland, verpligt geweest was nit Qoßende en Nieuwpoort haar Krygsvolk te ligten; dat 'er reden te over zich op deeden, om in de beveiliging dief twee Plaatzen te voorzien: dewyl Engsland dui- delyk een toeleg hadt, om dezelve te be- magtigeu: Oorlogfchepen en Fregatten blokkeerden reeds de Haven van Oofiènae;' dat, in dee-ze oiiiilandigheden , de Keize- rin Koningin - zich by den Koning van Fsankryk vervoegd hadt,l als den naast- gelegen Bondgenoot, om haar Krygsvolk te verfchaötn tot Bezetting dier Plaatzen, voor zó lang zy zulks nood-ig zouden oor- éeelen voor'■■ hun wederzyds belang; dat die Vorflin aan zich behouden hadt, de vrye en volkomene oefening van alle Reg- a& ns»s ten van Eigendom en Sóuverainiteit, zo wel als de Bediening van het Regt, de Ontvangst der Inkom.ften-.. e« Belastingen en
|
|||||
Sao VADÉRLANDSCHE
Lxxxiiien zelfs de Befchikking over alle Krygs»
B o e K. behoef ten ; dat de Graaf de la mothe _____ b'hugues , Bevelhebber van 'sKonings
l757' Krygsmagt *n de Steden, den Eed aan de
Keizerin Koningin , in handen van den Graave van cobentzee hadt afgelegd ; dat, eindelyk de Vriendfchap dier beide Mogenheden eene zekere waarborg was, om de volmaakfte Verftandhouding met het Gemeenebest te doen volduuren, en om te beletten, dat deeze gemaakte fchik- king aan dezelve geen het minfte nadeel mögt toebrengen, of de minlte ongerust- heid veroorzaaken. De Franfche Bezet- tingen aldaar zouden niet alleen bevel heb- ben, om den Koophandel en Scheepvaard des Gemeenebests te begnnftigen , maar zo wel als al de magt des Konings ge- ichikt worden, tot verdeediginge der Per- eenigde Gewesten, indien de Vyanden der gemeene ruste, uit haat, opgevat over de Verbintenis die Hunne Hoog Mögenden met den Koning van Frankryk hadden aangegaan , om eene flipte Onzydighëid te bewaaren , , het wilden toe leggen op de Vryheid of op de Rust der Repu- bliek. (*) De Zee- Overeenkomftig met die Verklaaring was, roovery. 'er, toen de Engelfche Afgezant yoicke, en der met bovengemeldeAanfpraak,zich by hun-. ■Engel- - ^ £ 'r * 4 -k
fchen : ,ÏOMÏ . . ne
gaan den
ipuden (*) Nederl. Jaarb, 1757. bl. 1071. De Verklaa-
gïBg. ring der Afgezanten van de Hoven vvxiJVeenen en Fei-
failles; was gedaan op den 18 van tiooimaand. W«
éerl. Jaarb. 1758. bl, 40.
|
||||
H I S T O R I E. 3*%
aé Hoog Mögenden vervoegde, niets ge- lXxxïii
beurd, 't welk eeiiige onrust of kommer boek» baarde, wegens dit invoeren der Franfcht —**»» Krygsbendén: maar hadc nren allen grortd i?£?* om ten hoogften te onvrede te zyrt, we- gens het zo zeer op de goede Trou\v éri . Verbinténisfen Hoffende Engelfche Hof; daar de belemmeringen vän onze Scheep- vaard en Handel, hoe zeer door Traétaa- ten gewettigd, op den ouden,of een dim- mer , voet voortgingen. Het liet zich aan- zien, of de gedaane klagten, eh dé ver- leende Convoyen , iets ter weerirtge der Zeegeweldenaryen betekenden, daar ze in den Winter en het Voorjaar, min veelvuldig gepleegd werden, däh den voorleden Zo*0 mer ^ doch wanneer de Zeevaard op het druklte was, behelsden de Nieuwspapiè- ren lyiten van mishandelingen en roovery- en, die in gewelddaadigheid de voorgaan- de overtroffen, fchoon de Schippers zich, volgens het vernieuwd bevel der Admira- liteiten , van behoorelyke Zeebrieven voor- zien, en het regt der ßeicherminge daar door verkreegen hadden: ja ging de moed- wil der Zeefchuimeren zo verre, dat zy eenen Schipper te Rotterdam t' huis hoo- rende , onder andere Papieren, ook van zyn Turkfchu Pas beroofden; welke euvel- moed hem in de ongelegenheid bragt, van door een Tetuaanfche Kaper bemagtigd en opgebragt te worden. Men mögt, om dit wangedrag te vergoelyken, deeze en der- gelyke fchreeuwende mishandelingen toe- fchrytfen aan Rooffchepen/ die geen be- xxii. deel. X hoo- |
||||
3aa VADERLANDSCHE ,
Lxxxiii hoorelyke borgen, in gevalle van wanbe-
boek. 'dryf, kunnende ftellen, ook geene Com- ------- misfie konden krygen, en als Vrybuiters
l757' °P r00^ "hvoeren, hun naam verborgen,
en aflieten geweld te pleegen, als een Ko- nings Oorlogfchip of Commisfievaarder hun overviel, gewettigde Kaapers maakten 'er zich niet min aan fchuldig, en bil- lykten de klagten thans by herhalïnge uit- Itort. Ver- Wy kunnen, zonder verveelend te wor- beurd den, door de gelykfoortigheid der geval-
verklaa- ]£n? a]je jjjg Zeerooveryen niet boekenj Schepe" doch moeten met eenige onderfcheiding gewaagen van twee Friefcbe Schepen, aan- getast door twee Kaapers van Kork in Ierland: één deezer overweldigde ze bei- de , en bragt ze in gemelde Haven op. De Schippers en Eigenaars Helden de noo- dige Verklaaringen en Getuigenisfen in handen van hunne Hoog Mögenden, met èen Verzoekfchrift tot het bewerken van een kost en fchadeloos ontflag deezer Sche- pen , om 't welk te onderlleunen, zy zich ook by de Gouvernante vervoegden. Ter Vergaderinge van Hunne Hoog Mögenden vondt, het zelve een gunftig onthaal, en beflooten zy 't zelve te zenden aan den Heer hop,en 'er een Affchrift van te gee- ven aan den Heer vorke. Niet tegen- ftaande allen gemaakten fpoed , om de Uneven van Voorfchryvinge na Engeland af te zenden , ten einde zy daar mogten weezen, eer de uitfpraak van het Hof ter Admiraliteit gelchiedde, kwamen zy eerst |
||||
HISTORIE. 323
in handen der belanghebbenden > toen de Lxxxiit
Vonnisfen van Verbeurtverklaaring reeds boek* geveld waren; en de Laading van het eene fte^Vragt, Onkosten ofLegdagen zou ont- vangen , aan den Kaaper was toegewee- zen , en het andere, nevens de Laa- ding , geheel aan deKaapers verbeurd ver- klaard. De Gevolmagtigde deezer Schip- peren, te Kork, deedt terftond Appel aan- tekenen aan 's Konings Raad te Londen, by eenen JJrieve aan den Heer hop kennis geevende, van het geval en toedragt dee-> zer zaake, waar in men, noch op de egt- ïte Zeebrieven , noch op de Traéiaaten gelet hadt, hy hoopte dat dezelve in En* geland, op, eene andere wyze dan in Ier- land zou behandeld worden; te meer de>" wyl 'er gezegd werd, 't geen hy op go e* den grond geloofde waarheid te weezen t dat één van de Gelastigden ter Admirali- \' teit van Kork , die de Ondervraagingenl
der Schipperen bygewoond , en de Ver- klaaringen aan 't Hof ter Admiraliteit te Dublin mede getekend hadt, een voor- naam Medereeder in deeze Kaapers was i het byzonder belang van deezen Man, vreesde hy, hadt, zo te Kork als te Du-> Min, de meefte fchade aan de zaak dei1 Schipperen toegebragt. Andermaal gingen de Belanghebbenden
de Algemeerje Staaten met een Verzoek- fchrift aan, zich wegens de geftreeke Von- nisfen beklaagende, met bede, dat zy hun* rie regtvaardige zaak zich op de best mo- X a ge- |
||||
3H VADERLANDSCHE
Lxxxiii gelyke wyze geliefden aan te trekken. Zy
bo e K. vaardigden Brieven van Voorichryvinge —— aan den Heere hop af. Het gedaane Ap- *767m Pe* was te Dublin, wegens 't eene Schip, wel aangenomen; doch ten aanziene van' het andere geweigerd : dewyl men door het te ruggeeven van 't zelve, oordeelde aan de Uitfpraak de kragt van een Slot- vonnis gegeeven te hebben ; althans het zou niet kunnen gefchieden, zonder borg- ftelling van eenige honderden Ponden Ster- ling, als men het Geding te Londen ver- loor ; doch berigtte de Gevolmagtigde der Friefcbe Schipperen te Kork, dat het onderzoek van de Uitfpraak in Ierland ge- daan, zonder Appel, zou kunnen gefchie- den, indien de Staatsdienaar van Hunne Hoog Mögenden te Londen zulks eischte. Deeze werd hier toe, door de Reedery, op 't hartlykst verzogt. Vertoo- Een ganfche reeks van Schepen, bevondt Ki" t"u z'°k *n dezelfde óf foortgelyke omftandig- ■deswe" heden, als de twee gemelde, die ten ftaal geo ten der behandelinge kunnen dienen. De Staaten Engel- van Holland, verfcheide overleggingen jchen gehouden hebbende, over het berooven, da°n_e ge'mishandelen, opbrengen, en prysverklaa- ren der fchepen van de Ingezetenen dee- zer Landen , werden in Slachtmaand te raade de zaak ter Algemeene Staatsverga* deringe daar heen te wenden, dat de Heer hop last kreeg, om deswegen ten Hove van Groot-Brittanje , de nadruklykfte Vertoogen en Klagten te doen, en de on- regtmaatigheid dier handelingen , op 't klem-
|
||||
HISTORIE. 325
klemmendst, voor te draagen. Ten grond-Lxxxia
flage hier van diende, een Verflag van boek. eenige der voornaamfte Klagten aan Hun-... ne Hoog Mögenden, zedert Oogstmaand x757. des voorleden Jaars, gedaan over het op- brengen der Hollandfche Schepen , door de Oorlogfchepen van zyne Groot-Brit' jannifche Majefteit, en de Engelfche Kaa- peren en Commisfievaarderen, als mede de Geweldenaaryen en Beroovingen door deezen, zo in Europa, als in America, gepleegd, ftrydig met de Traéïaaten, tus- fchen dien Koning en deezen Staat. Men mag dit verflag een zwart Register van Volksxegtfchennisfèn en Bondverbreekin- gen noemen:'t gaf den Staaten het hoogfte regt tot een allerernftigst Befluit, om die klagten onder 't oog van zyn Groot-Brit' tannifcheMajefteit te brengen, en den bui- ten gewoonen Afgezant te Londep , een Last te geeven, welks vooroaamile inhoud hier op neder kwam. In de eerfte plaats moest hy, uit naam
van Hunne Hoog Mögenden, zich beklaa- gen , over het opbrengen en aanhouden van Schepen met Scheepsinareriaalen be- iladen; met vertooning van de duidelyke Letter der Traéiaaten, volgens welke de Scheepsmateriaalen , voor viye Goederen verklaard waren; en, zonder de minfte dubbelzinnigheid, bedongen was, dat al- les , wat gelaaden zou zyn in Schepen, aan Ingezetenen van den Staat toebehoorende, vry en vrank zoude gehouden morden, of fchoon de geheele Laading, of een gedeelte X 3- van |
||||
32é VADERLANDSCHE
L,?qpaii van dezelve Laading, den Vyanden van
PEK, zyne Koninglyke Majeßeit in vollen eigen* ------- dorn behoorde. Dat Hunne Hoog Mogen*
1757' den, van tyd tot tyd, hadden blootgelegd
de onverdraagelyke geweldenaaryen aan de Schepen van deezen Staat gepleegd; doch daar cp geen ander antwoord gekree- gen , dan het zeer algemeene en onvol- doende , dat men Armaleurs niet wilde ■protegeeren;, alzo men wel wist , dat de- zelve veele Infolentien en Vexatien pleeg- den. Met zulk eene betuiging, vondt men zich geenzins geholpen, het behels- de niets, dan eenige zeer algemeene aan? merkingen, en. redeneeringen , of geheel vreemd van het onderwerp der gedaane Klagten, of die toegepast zynde, te veel gouden bewyzen. Op het betoog, dat het neenien der Schepen, het losien, en aanhouden der Laadingen niet overeengeT bragt kon worden , met de Traétaaten, hadt men niets ter wereld aangemerkt. Wel fcheen men in aanmerking genomen
te hebben, dat de Neemers dier Schepen, in 't verkeerde begrip geftaan hadden , 5, dat Hunne Hoog Mögenden niet zouden 9i hebben voldaan, aan derzelver Verbind- ,, tenisfen, volgens de Traclaaten, en da.t ,, daarenboven de Staat en deszelfs Inge- 3, zetenen, zich niet door het aarihouden ?, d.erScheepsmateriaalen beledigd zouden ?, kunnen oordeelen ; vermids zyne Ka- is, ninglyke Majefteit, uit eene zonderlin- t9 ge goedheid, de Betaaling dier Materi- „ ajjen hadt doen aanbieden." Dan de -'•■■■ Kq, |
||||
HISTORIE. 327
|
|||||
Koning zelve hadt dit misbegrip afgekeurd lxxxii
en verklaard , dat het Traétaat van den boek. Jaare mdclxxiv nog beflondt en'er aanbe—— hoorde voldaan te worden- I75T* Dat Hunne Hoog Mögenden niet anders
vroegen , dan de Onderhouding van dit Tractaat, dat zy niemand , daar mede ftrydig handelende, eenige befcherming zouden verleenen; doch niet konden be- rusten in de Overneeming der Seheepsma- teriaalen : dewyl Koopmanfchappen , by Tractaaten, voor vrye Goederen verklaard, in zekere omftandigheden geene Otivrye konden worden. Convetiientie was wel het Rigtfnoer, volgens 't welk men Volksver- bintenisfen maakte j maar deeze tot een Uitlegregel der Verbintenisfen te neemen, vernietigde het oogmerk der Tractaaten van Handel zelve, alleen (trekkende om de wederzydfche belangen te bepaalen, en aan de Onderdaanen of Ingezetenen een regel te geeven, naar welken zy zich met gerustheid in hun Vaard en Handel kon- den gedraagen. —— Zy eischten dat den Ingezetenen regt mögt gedaan worden, volgens de Letter des erkenden Traétaats, 't welk geenzinSjdoor het Secreet Artykel eens vroegeren van dat zelfde Jaar, gelyk Lord holdernesse hadt zoeken te be- weeren,in zulker voege moeiten verklaard worden , „ dat men de Scbeepsmateriaa- „ len, met goed regt, voor Otivrye "Goe- ,, deren kon houden:" de ftrydigheid tus- fchen dat Artykel met het Vierde van 't X 4 be- |
|||||
VADERLANDSGHE
|
|||||||
32.8
|
|||||||
|$$W beluste Traétaat, liep volftrekt in 't on-
BöER, beftaanbaare.
------- Over het onderfcheid tusfchen het oog-
1757. rnerk ■> om een zeker gedeelte , van een
Kust o.f eene Vloot, binnen eene Haven te blokkeeren, en een Kust of Haven met de daad geblokkeerd te houden; als mede over den hun zeer bedenkelyk voorkó- menden Regel, ,. dat het van de Omftan- „ digheden deroorlagendeMogenheden zou „ afhangen, wanneer men eene Plaats ge- >} blokkerd zou agten," zouden zy zich niet uitlaaten: dewyl zulks niets, gemeens hadt met de gedaane Klagten en Vertoo- gen , geenzins daar op gegrond, dat 'er Schepen der Ingezetenen van deezen Staat genomen waren , onder voorwend- zel, van beftemd geweest te zyn, na eene geblokkeerde Pkats of Haven; doch al- leen daar over liepen, dat men Holland- [che Schepen „met Scheepsmateriaalen en „ andere by de Letter der Tracfeaten vry _,, verklaarde Goedereu, hadt doen op- ,1 brengen en aanhouden." Dat Hunne Hoog Mögenden geene zwaa-
righeid maakten, in gereediyk toe te fte, m- men, dat alle Verbjntenisfen,. fchoon op verfchillende tyden gemaakt, de Aangaan- ders van dezelven te wederzyden even zeer verpligtten; doch konden zy de re» den niet bedenken , „ waarom de Repu» „bliek, in deeze tydsomitandigheden, ,, minder het Uitvoeren des Tra$;aats van „ mdc^xxiv van zyne Koninglyke Maje- a, lteit zou hebten behooren te vraagen, „ dan
|
|||||||
HISTORIE, 329
„ dan in andere tyden : immers vergde lxxxiii
„ men niets meerder, dän waar toe men, boek, „. volgens de klaare Letter der Verbinte--------
sa nisfen geregtigd was." —rny De in- 1737.
geleverde Klagten konden, derhalven, geen Misverßand genoemd worden, en betrof- fen da.3d.lyke Overtreedingen der Verbon- den:» waar over men zich met goed regt mögt beklaagen , en met gegronde rede- nen voldoening verzoeken _, gelyk zy nog bleeven doen. Thans moeften zy 'er nog by voegen, dat
het niet gebleeven was, by het opbrengen der Schepen, met Scheepsmateriaalen ge- laaden, maar dat rnen genoegzaam alles opbragt en aanhieldt, 't geen uit eemge Franfche Haven kwam of ging, dat zulks zich uitdrekte tot Hollandfche Schepen naar; Spaanfcbe , of andere onzydige Havens beUemd, die, onder allerlei voorwendze-* len, dit lot ondergingen,dat zy,zo in ß.ui. mpa. als in Amerika, geen Schip ongemoeid lieten,op de ongehoordfte wyze , alleZ/r;/- landfche Schepen,hun ontmoetende,plun- derden , dc Laadingen beroofden, het Scheepsvolk mishandelden. Tegen al het welk geene herhaalde klagten hadden mo«, gen baaten, Een nevensgaand Gefchrift, ftelde dit
alles in Idaaren dag. — Dat Hunne Hoog Mogenden,inmiddels, gaarne erkenden, hoe nu en dan eenige van de opgebragte Sche- pen , door het Geregtshof van de Admira- liteit werden ontflaagen, doch dat men al-; toos fcheen een reden te kunne/t vinden,. X 5 om |
||||
330 VADERLANDSCHE
Lxxxin om de Kaapers van de kosten te bevry-
B'O'EK. den jen men nimmer hoorde, dat 'er eenig- *=—-■ zins agt geflaagen werd , op de geweld- 1257' daadige handelwyzen der Kaaperen, die doorgaans, op eigen gezag, tegen de uit- druklyke Letter der fractaaten, de Lui- ken openbraaken, de Koopmansgoederen weg roofden, eer zy de Schepen opbrag- ten, of in Regtsgedingen betrokken. -----
De geftreeke Vonnisfen van het Admirali-
teits Hof, de Schippers tot de kosten van 't Geding veroordeelende, moedigde zulks de Kaapers aan om alles, wat hun voor- kwam , op te brengen. Én was het op zich zelven zeer onbillyk, dat de Schip- pers der opgebragte Schepen , ingevalle 'er geene duidlyk fpreekende blyken wa- ren van vermoeden, dat zy Contrabande Goederen gelaaden^ of zich niet den Vlag van den Staat gemaskerd hadden, eenige kosten van de Regtsgedingen moeftendraa- gen: dewyl de Deelhebbers in die Sche- pen reeds, door het vertraagen der Reize, het bederf der Goederen, en de meerdere kosten van het Scheepsvolk, zeer groote fchade leden, en dikwyls door het Ont- ilag der opgebragte Goederen . in erger ftaat geraakten j dan wanneer men dezelve zou hebben kannen verbeurd verklaaren: vermids de kosten der Regtsgedingen me- nigwerf hooger liepen, dan de geheele waar- de der opgebragte Goederen zou bedraagen. In 't kort, dac men fchier zodanig han- delde, als of'er geene Verbintenisfen tus- fchen zyne Koninglyke Majeftek en dee- zen
|
||||
HISTORIE. 331
zen Staat beftonden, en men regt hadt om lxxxhi
den Ingezetenen van den Staat allen Han- boek. del en Vaard op en uit de Franfche Have- genden , die behandelingen niet konden aanmerken, als overeenkomende met het oogmerk des Konings,die zo dikwyls zy- ne goede geneigdheid voor den Staat be- tuigd, en nog in dit Jaar, by monde van den Heer yorke, , verzekerd hadt, dat „ hy altoos bereidwillig zou gevonden „ worden, om de Republiek te bewaaren „ by haare Vryheid, Godsdienst,en Koop- „ handel." Zy hielden aan, om daadly- ke bewyzen hier van, en voldoening op de gedaane klagten; op het kost en icha- deloos Ontflag, van alle Schepen, op eene omvttcige wyze tegen de Traétaaten aan- gehouden ; op het verleenen van eene vol- komene gerustheid , voor den Vaard en Handel hunner Ingezetenen, en het hand: haaven derzelven by 't genot der Tractaa- ten. Betuigende laatstlyk dat zy zulke kragtdaadige voorzieningen zouden beraa- men, als, in 't vervolg, de Hollandfche Schepen konden beveiligen tegen de Ge- welddaadigheden der Kaaperen, en der- zelver duldelooze Plaageryen. (*) Hoe veel men ook van zulk een ernftU Derzel-
gen Voordragt mögt hoopen , hadt de vervrugt- yrees, dat 'er niets van zou komen, op loosheld« /de
(*) Neder!, jfaarb. 1757. bl. 357, 421. 494,
<5$8» 6-,8. 674, 76.). 887. 995. 1009, |
||||
332 VADERLANDSCHE
|
||||||
T.xxxin de vrugtloosheid der voorheen geftortté
boek. klagten gegrond, de overhand, en ons —---- Geïchiedblad zal, m een volgend Jaar,
1257- on£v°uwen , dat dezelve geen baat toe-
bragt aan de onderdrukte Zeevaardye ; die, ondanks 'er eenige Schepen in dienst gefield en de Convoyen bepaald waren, de noodige befcherming derfde. Franfche Niet geheel vry van mishandelingen der Kaapsry pranjche Kaapereii bleeven onze Sche- '!:1* pen ; doch deeze waren zeer zeldzaam, en Hepen niet tot het diüzinnig uiterftevan de Engelfvhe Rooveryen : meermaalen had- den onze Schippers alle reden , om de heuschheid der Franfchen^in gevalle van ontmoetinge, te roemen. Vrede Terwyl de Staat zo veel leeds moest jnei de verduuren , en zo veel nadeels lyden in digerj- hunne Koophandel, door de fehandelyke fT"ten~ en ^eec^s aanhoudende Zeerooveryen der E'igelfche Kapers, hadt de Oorlog met de Algeryneiiy zeer weinig ramps aan deZee- vaard berokkend. Oodogen te Land, ga- ven hun, van den beginne, tot het laatst verftreeken~Najaar, de handen vol werks; en fchoon men vreesde, dat zy, met het Voorjaar, hunne Zeefchuinieryen, gewel- diger zouden doorzetten: dewyl zy, naar ingekoroene Berigten,-zich op de hoog- te van Barcelona lieten zien, verminder- de die vrees zeer op de tyding, dat de Heer levett, Conful hunner Hoog Mö- genden te Tunis, door de Algerynen, by het vervoeren dier Stad gevangen geno- men;, en ia harjè Slaaverny gehouden, met
|
||||||
o
|
||||||
HISTORIE. 333
met den aanvang van Hooimaand, te Al- lxxxiii
giers in vryheid gefield zynde,kennis van boek. den Dei kreeg, hoe deeze tot den Vrede ,-----*
neigde. —De Staaten zonden daar op 1757.
den geweezen Conful te Algiers, den Heer pARAViciNi,derwaards,om, wegens den voorgeflaagen Vrede , in onderhan- deling te treeden: en bragt de Schont by Nagt Joost SELS denzelven , in Slacht- maand , tot fland. (*) De Regeering van Tripoli hadt den Een Ge-
Staat, met het begin deezes Jaars, ver- *aiu ™n zekering van Vriendfchap gedaan, door het ,P°lf' , ° „ r komt met
zenden eens Afgezants , hasdn-ali-ef- Gefcben-
FENDi, een Lid van den Divan, die, in ken m den Jaare mdccxlix , nogmaals het Ge-den zantfchap hier te Lande bekleed hadt. Ha*&* Van Leyden ftnatlyk afgehaald, en na den Haage gebragt , gefchiedde daar zynè openbaare Gehoorverleening, met alle eef- bewyzingen,by die gelegenhedengebruik- lyk. De Gefcheiiken, die de ßasfa en de Regeering vanTripoli voor hunne Hoog Mogenden gefchikt hadden, werden ver- volgens overgeleverd , zy beftonden in- een kostbaar Paarden-montuur, een fraay Hoofdftel van rood Fluweel , met Goud omzoomd, een dergelyke Zadel, Holfter* kap en Buikriem , en- een pragtig rood Fluweelen afhangend Kleed, ryklyk met Goud geborduurd, met Zilveren Paaflen be-
r (*) Neder/. Jaarb. iftf. bl. 7Ó9. voor 't Iaat
3758. BI. 353- ' |
||||
334 VADERLANDSCHË
kxxxiii b'eftikt en voorzien met Gouden Franjes
boeK* Om deeze Gefchenken voegelyk en mee ------- luifter ter hand te ftellen, hadt de Afge-
1757. zant een Paard verzogt, 't welk door vier
Staaten ßooden , vergezeld van de Be- dienden des Afgezants , en een Sergeant met twaalf man; van de Garde naar 't Bin* nenhcf geleid werd. Hier eenigen tyd, om door ieder bezigtigd te worden , ge-» liaan hebbende , ontzadelden de Bedien- den des Gezanrs het fchitterend uitge- doschte Ros, en fielden de Gefchenken, uit naam van hunnen Meefter, aan hunne Hoog Mögenden ter hand,die ze den Jon- gen Prins Erfftadhouder vereerden. Willem Wanneer deeze Vorst den Wapen- bc V» fchouw der Haagfche Schutterye byge- Schut! ewoond, en zyne Vrouw Moeder, als in tersman'- voorige Jaaren, dezelve met haare tegen- iyd in woordigheid vereerd, als mede aan elke aenH/iag Compagnie een Oxhoofd wyn gefehonken Y' hadt, liet de Jonge Prins zich onverwagt aandienen, om den Schuttersmaaltyd te zien, en verfcheen , toen het Nageregt opgezet was. Te deezer gelegenheid ont- ving de Haagfche Schuttery zyn Portrait, en dat zyner Zuster, beide in vergulde Lysten, ten gefchenke, die met dankbaar- heid , aangenomen , vervolgens op de Schuttersdoele in de Krygsraadskamer ge- plaatst werden. Eene ltaatlyke dankzeg- ging voor dit Gefchenk, deeden vervol- gens de Officiers der Schutterye ; beant- woord door haare Koninglyke Hoogheid, met betuiging van gaarne het haare te wiï>. |
||||
HISTORIE. 335
ïen toebrengen, tot alles, wat ten welzyn lxxxih
én genoegen der Officieren en verdere boek. Schutterye zou kunnen ftrekken. — Opeene------
reize des Stadhouderlyken Gezins, naar 1757.
het Lusthuis Zoestdyk over 't Prinfeland, Bergen op den Zoom, en Breda, ontving de- zelve, by het doortrekken, alle mogelyke Eerbewyzingen j en ontbraken dezelve niet, toen deeze om de Rotterdamfche Kermis te bezigügen ,ScMedam in 'cvoor- bygaan bezogt. De gelykaartigheid dee- zer gebeürtenisfen vordert , dat wy 'er flegts ter loops van fpreeken. Breeder moeten wy handelen over een Gefchil
voorval, de Regeeringsbeftelling betref- over *' fende, 't welk veel gerugts maakte, waarr"™f,JJj.° in zommige Leden van Holland betoon- gemeeße- den, voor hunne Regten te durven fpree-.ren te ken, en dezelve tegen een invloed, waat Haa>-' voor anderen gereedlyk bukten, te verdee-lm' digen.-----De Regeering van Haarlem
hadt, uit de Leden der Vroedfchap 3
overeenkomftig met dé Ot'troien (*), eene Benoeming gedaan van acht Perfoonen, op welken de meefte (temmen gevalleri waren, om, volgens gebruik, deeze Naanï- Iyst aan haare Kouinglyke Hoogheid te zenden , die zich toen op 't Lusthuis- Zoestdyk onthieldt , ten einde zy uit de- zelve eene Verkiezing van vier Burge- meefteren mögt doen. Drie Leden oor- deelden, dat die Benoeming, wegens daar in-
(*) Handv. van Haarlem, bl, 505.
|
||||
33# VADERLÄNDSCHE
Lxxxm iiï begaane Informalitei'ten , haare Hoog-
B o e K.. heid niet als wettig kon Worden aangèbo- _____ den, en verzogten dat deeze hunne tegen-
17K7. verklaaring dezelven mögt vergezellen :
eehigen oordeelden dat dit moest toege- ftaan ; docb verre de meeften , dat het moest geweigerd, en de Benoeming, op de gewoone wyze, aan dé Gouvernante ge- bonden worden. Gelyk gefchiedde. Doch de misnoegde Leden vaardigden, ten zelf- den dage, een berigt aan haaf e Koningly- ke Hoogheid af, inhoudende dat de ge- zondene Benoeming niet wettig was: de- wyl 'er Perfoonen waren afgebleeven, die, •naar de orde der Regeefihge,benoembaar', en dus in hun eer en goeden naam te kort gedaan waren,met krenking van de Stads- voorregten; dat zulks voortfproot uit een verdrag, doof de Meerderheid der Vroed- lchappen onderling aangegaan. (*) Gelastig- De Gouvernante gaf hier van kennis, den, tot met eenen Brief aan de Regeering van het on- Haarlem , tevens vermeldende ., dat zy derzoek eenjge Heeren zou benoemen,om,wegens zaakf, dit ituk , nader onderzoek te doen. De door de mee- Gou ver-
noemd ' (*) In ^et vervoIS ontdekten de Meerderheid, met de uiterfte verbaazing, dat Itlf Leden der Vroedschap- pen, hadden kühnen goedvinden, af'zoiidèrSyk, heim- lyk, en buiten de Vroedfchap , eens Benoeming te fmeeden , en dezelve , op eigen, gezag, aan haare Konmglyke Hoogheid, toe te zen *en, Zie dit om- Handig in de Jußificatie van de Meerderheid der Vroedfchap van Haarlem. Nederl. Jaari. 1759. bl. 4si3. |
||||
Historie; &?
mêëfté Ledêrt Verklaarden $ dat zy dé in- lxxxM
geleverde Benoeming voor alzins wettig boek hieldeh, eri beflooten Gelastigdén te zen------—
den i om des haare Hoogheid kennis te i?'5?'•
geeven, rnet ontvouwing vart dé redenen, waar op hun bedryf fleiindë, met verzoek dat zy van dë bendeming der Heeren toi nader onderzoek wilde afzien, en orri eénë fpöêdige verkiezing uit het voörgefteldé Achttal. De misnoegden bleevëh niet iri gebreke, om de onwettigheid der Benoe- minge verder aan tè dringeh. Aart de Af- gevaardigden betuigde de Gouvernante blyde te zyn, te verneeiiien, dat 'er nieté onwettigs in de Benoeming was $ doch dat zy, wegens het zenden der Heëréri töt na- der onderzoek „ zich. nög niét bepaald kori verklaärert. — JZy befloot dit voortgang tè doen hebben", en benoemde daar töe, uic déRidderfchap, frederik Hendrik,Ba- ron van IVasfenaar en Mr. Hendrik Vaé der düssen, Oud Schepen ert Raad vari Beiß, die beide de Partyen hoorden. Toen deeze Heeren in de Vroedfthap'DeMesf;
verflag gedaan hadden, vän hun wëdervaa-^erh£'4 ren by haare Hoogheid, die weigerig bleef tZj^ï de verzogte Verkiezing te döert, werd dëbeflujt groote Meerderheid ter iraade de zaak té dezelve brengen in den ichöot van den Souverain^vooi <te de Staaten van dit Ge west, als aan welken ^aatg . de uitlegging der Privilegien, met welken i~*nd ,e"" men wilde dat de Benoeming ftreedt, al-brengc«, leen toekwam ï én verzogten, by eenen Btieve, Gecommitteerde Raaden eeneBui- tengewoone Staatsvergadering te~ beféhry« xxii. DBEtj ky ver.-
|
||||
33» VADERLANDSCHE
|
|||||
Lxxxiiiven. Dit werd afgeflaagen, om de naby-
BOEK. heid der gewoone Vergaderinge, en het ____. af weezen van drie Heeren, en van haare
1757, Koninglyke Hoogheid, als mede, dewyl
het hun voorkwam, dat de zaak niet van dien dringenden nood was, om 'er zo veel gerugts van te maaken als de Befchryving eener Buitengewoone, Vergadering nood- wendig zou veroorzaaken. Geen nader aanhouden hadt mogen baaten. Gecom- mitteerde Raaden begeerden hier in niet te bewilligen, zonder alvoorens het gevoelen van haare Koninglyke Hoogheid in te nee- men , die zy des zouden fchryven. Dit mondeling berigt der Gelastigden uit de Vroedfchap,. wegens het weigeren eener Buitenwoone Vergaderinge, werd vervol- gens bekragtigd door een Brief van Ge- committeerde Raaden. De Meer- De Heeren door de Gouvernante benoemd, deiheid zetten hunne handelingen voort; doch zon* doet een der vrugt, haare Koninglyke Hoogheid kon cerStaats- niet befluiten, uit het overgeleeverd Acht- vergade- tal/eene Verkiezing, tot genoegen van de ringe, Meerderheid der Vroedfchap , te doen. weg«ns £)e dag der gewoone Ve|gadering, welken befch'y- zv nadden moeten afwagten, brak aan, en ven eenèr ^Verden de Afgevaardigden van Haarlem buitenge-op denzelven een klemmend voorftel in, woone wegens de weigering van Gecommitteerde Vergade. Raaden, om de Vergadering der Staaten buitengewoon te befchryven. 't Zelve in handen van Gecommitteerde Raaden ge- field zynde, gaven zy daar op een breed- voerig Bericht, (trekkende om hun ge- hou-
|
|||||
HISTORIE. 33$
houden gedrag te' wettigen, groötendeels lxxxiïi
gegrond op hunne bezorgdheid , Om , VOl- BOE Ei gens hun last, een goede Correspondentie ■■ te houden met den Erfftadhouder, of'met 1757^ dengeenen,die deszelfsplaats zou beklee- den; 't welk zy niet hadden kunhen naa- laaten in een geval, waar in haare Ko- hinglyke Hoogheid zo zeer betrokken was. Een tweede Voorftel, door de Gelastig- Én heft,;
den van Haarlem, ten dien dage, ter ta-in ee" fel gebragt, diende tot opheffing der Zwaa-^e?™e= righeden, waar door de Verkiezing uit det,ragte " overgeleeverde Benoeming tot Burgemee- zwaarig- fteren vertraagd werd, met verzoek dithedenoP* dezelve wettig mögt verklaard worden. ^'d Dordrecht eisehte een Affchrift, en ver-$°t Gon. Honden hunne Ed.Groot Mögenden.* datvernante, 'er een van gezonden zou werden aan de Gouvernante, om 'er haare aanmerkingen op te mogen verneemen : deeze werden eerlang ingediend, en luidden op deezen toon. „ Zy ftondt ten .uiterften verbaasd3 ,, als zy voor 't eerst kennis kreeg , van „ het voorneemen der Heeren van Haar- „ km, om, te deezer zaake, een Voor- 3, ftel ter Vergaderinge van Hunne Groot „ Mögenden te doen; niet weetende, dat ,, zy in deezen iets gedaan hadt,dah waar „ toe zy, volgens de magt aan Haarop- ,i gedraagen, niet alleen bevoegd, maar ,, zelfs verpligt was.------- Haare ver-
j, baasdheid was niet weinig toegenomen ,-
,j als zy, by het leezen van dit Voorftel, t, bevondt, de künftige fchikking van het si Verzoek, daar by gedaan, om, onder Y a „ een |
||||
34o VADERLANDSCHE
Lxxxni,, €en voordraagen, dat de Verklaaring en
boek.,, Opheldering van de Stads Privilegien ------- „ en O&roien alleen aan den Souverain
1757' » kon gevraagd worden, haar te willen
„ ontzetten van een Regtj dat, van de „ Grondlegginge der Republiek, door de „ Stadhouderen in den tyd gebruikt was» „ en, daar het te pasfe kwam, hadt moe- „ ten gebruikt worden. — Zy kon niet „ begrypen, waar door zy zulks aan die „ Heeren verdiend hadt, en nog veelmin- „ der eene onderneeming van dien aart „ overeenbrengen met derzelver veelvut- „ dige betuigingen en verzekeringen, van ., haar te willen handhaaven by Haare „ Regten en Voorregten, waar toe zy oók „ by Eede verbonden waren.------- Zy
„ rekende zich en Haaren minderjaarigen
„ Zoon verongelykt, door het inflaan van „ deezen weg." Dit poogde zy te toonen door een voordragt van 't geen zy in dit geval gedaan hadt, en verder te bedui- den ; dat in deezen het Gefchil niet was, gelyk die van Haarlem beweerden , tus- fchen de Meerderheid en Minderheid van de Vroedfchappen dier Stad ; doch tus- fchen de Meerderheid en Haar: willende deeze haar ontzetten van een Regt, zon- der 't welk een ander Regt 3 't geen zy Haar niet konden betwisten, niet kon uit- geoefend worden. Haar kwam het Regt van Verkiezing toe uit de Benoemde Per- foonen 5 doch kon ze met geene gemoed- lyke gerustheid voor zichzelve doen, als zy niet wist of die Benoemingen overeen- kom« |
|||||
;..
|
|||||
HISTORIE. 341
komftig waren , met der Steden Voor- lxxxiiI
regten, en hier over was men het niet boek. ééns. — Het verklaaren en ophelderen-------
van eenig Privilegie of Octroi kwam 1757.
hier niet te pasfe: en zou, in zulk een ge- val, het Haar, als in deezen vertegenwoor- digende den Prins van den Lande, niet minder toekomen, dan het haaren Voor« zaaten toegekomen hadt. Haar bell uit was „ om een Regt, door
9, haar ontvangen, te bewaaren, en, ten „ zynen tyde , aan haaren lieven Zoon „ over te leveren. Kon het den Heeren „ van Haarlem dan behaagen Hem dat „ Regt te betwisten, oordeelden zy dat „ het weivaaren van hunne Stad en van „ den Staat daar door zou bevorderd wor- s, den , zo men Hem dat Regt ontnam, „ zy mogten doen wat hun oorbaar dage „ Maar zy, als Moeder en Voogdesfe, „ zou gelóoven veel te kort te doen, aan „ het Vertrouwen , 't welk hunne Ed. „ Groot Mögenden in haar hadden gelie- s, ven te ftellen, indien zy niet, meteen „ dubbelen yver, bleef handhaaven een „ Regt, 't welk zy alleen in bewaaring „ hieldt, en waar van het in haar vermo- „ gen niet was het geringde deel afte- „ ftaan.------ En behoefde zy geen de
„ minfte vreeze te hebben, dat haar Prin-
s, felyke WQeze, in een tyd dat hy weer- „ loos was, door toedoen van hun Ed. „ Groot Mögenden, zelfs de kleiufte ver- „ mindering hadt te wagten." Verder gaf de Gouvernante te kennen,
Y 3 dat, |
||||
342 VADERLANDSCHE
|
|||||
Lxxxiiidat, by de Tegenyerklaaring van den Bur?
^oek. gemeefter witte, de Óiid Schepenen en ~—.— Raaden ^an zaanen en van echten, 17$?. zich nog acht andere Leden vervoegd had- den , die de Benoeming, op dezelfde gron- den, niet voor wettig hielden. ----- En hadden de Heeren van Haarlem gefproo-
Jcen van „ Gevolgen uit het verwyl der „ Verkiezingen te dugten, welke zo voor 9, de Stad in 't byzonder, als ten aanziene „ van den Lande in 't algemeen , zeer „ zorglyk waren", Haare Koninglyke Hoogheid betuigde die niet te kunnen vin- den in Haar Gedrag; maar wel in dat dep Meerderheid van de Haarlemfche Vroed- fchap, voor welker verantwoordig zy de- zelve overliet. Eindelyk fprak zy van het Regt,'t geen
Haar, by 't Voorftel der Heeren v&nHaar- tlem, bedektelyk,en onder een andere ge- daante; doch niet minder rechtftreeks be- twist werd: het Regt van Verkiezing, uit Benoemingen overeenkomftig met der Ste- den Privilegien gemaakt, om van welke laatfte byzonderheid verzekerd te zyn , het noodig was des wel ondérrigt te weezen: het onderzoek van de Wettigheid derBenoe? minge was, derhalven, even zeer als de Verkiezinge, Haar, vertegenwoordigende den Prinfe van den Lande, opgedraa- gen. —— Dit Regt van Onderzoek was altoos den Stadhouderen eigen geweest, en maar ééns zonder gevolg, in twyfeï getrokken ; toen hadden . Afgevaardigden van Haarlem, als de Jast hunner zenderen, |
|||||
HISTORIE. 343
uitgebragt. „ Dat het Regt van Informa- lxxxiii
„ tie infeparabel was van het gedefereer- uoek. „ de Regt van Electie, dat hetzelve alzo-------
„ weinig, als het Regt van Electie, in con-1757.
„ troverfie-kon worden getrokken; en dat „ vervolgens alle deliberatien daar over, „ ter Vergaderinge van Hun Groot Mo- „ genden behoorden gefeponeerd en van „ de hand geweezen te worden. ,, Hebben nu," liet zy 'er, op volgen,
„ de tegenwoordige Regenten van Haar- „ lern, of de Meerderheid vandezelven, „ zo veel meer lichts en wysheids in de ,, gronden van de prefente Conftitutie der „ Regeeringe, dan hunne Predecesfeurs? „ Zyn dezelven nu zo veel inventiver en „ fubtieler , om, onder een voorgeeven „ dat deKwetstie Haar niet aanging, Haar „ een Regt uit de hand te willen wrin- „ gen, o dat hunne Predecesfeurs daar in „ gevestigd gelaaten hadden. Het ware ,, zo! Maar welk eene omwending by hun „ ook plaats genomen mögt hebben, dit „ was en. bleef zeker , dat, de Heeren „ Staaten des Lands dezelfden blyvende, „ zy alle reden hack oni zich verzekerd ,, te houden, dat Hunne Groot Mogen- „ deu niet zouden gedoogen , dat haar „ Vorsdyke Weezs daar van ontzet ,, wierd." Op hoe hoog en fterk een toon dit Be- DeMeer-
i richt van haare Koninglyke Hoogheid ook ^!ld geftemd mögt weezen, de Regeering van haaft" Haarlem liet zich daar door niet weder- haar houden , om haare zaak in 't breede te ReS"« Y 4. regt- |
||||
344 VADERLANP5CHE
|
|||||
pxxxiii regtvaardigen, met grond van reden klaar
Boek. gen de over het verkeerde licht, waarin ------- hun Voorftel befchouwd was, als 't welk
$757' m geenendeele eenigen toeleg behelsde om,
haare Koninglyke Hoogheid , of haaren Minderjaarigen Zoon, te ontzetten, van eenig aan de Stadhouderen wettig opge- draagen Regt, als dat der Verkiezinge, noch ook het kennisneemen nopens de Wettigheid eeniger voorgeftelde Benoe- ming. „ Maar dat het punt, waar op het „ eigenlyk in deezen aankwam, hier ijl j, gelegen was, dat, in gevalle van Ge- „ ichil, over de Wettigheid van een ge- 5, maakte en aangebodene Benoeming, het „ zy dan hetzelve verfchil tusfchen de „ Meerderheid en Minderheid der Vroed- „ fchappen, ook tusfchen haare Koning? j, lyke Hoogheid, welke de Verkiezing „ toekwam, zoude mogen heftaan , de „ Beflisfing over zodanig een Verfchil, 9% door niemand kon worden gegeeven, „ dan alleen door Hunne Groot Mogen- s, den, van welken het Voorregt tot het „ maaken der Benoeming was voortgekp- „ men, en het Regt van Verkiezinge daar „ uit, aan haare Koninglyke Hoogheid of „ den Heer Erins Erfftadhouder, opge- „ draagen: als de Souverain, in beide de „ gevallen, alleen die geen zynde, wel- „ ke het Regt, dat van hem was afgeko- ,, men, ook kon en mögt verklaren, en, „ die alleen als Regter kon zitten en be- ?, llisfen tusfchen die geenen , welken, „ pver het uitoefenen der Regten, of den |
|||||
HISTORIE. 345
t? zin en nieeninge van zodanig een Privi- lxxxiii
9, legie, verfchil hadden.'' boe k. Als Leden eener Souveraine Vergade--------
ring, als voor de vuisc handelende Regen-1757,
ten, en Lieden van Eer, hunne gedagten openleggende , fchroomden zy niet vast te ftellen,en voor eenonwrikbaarengronde- regel te houden, dat, gelyk-de Souverai- Oiteit den Staaten van den Lande alleen byzonder toekwam, dasr uit noodwendig moest volgen, „ dat hun Edel Groot Mogen* „ den in eigen boezem hadden behouden, „ alles wat zy aan niemand anders uitdruk- „ lyk hadden opgedraagen ; alle Regten j, waar van geen byzonder gewag was ge* ?, maakt in eenige overgifte, waren den „ Souverein zo volftrekt eigen, dat nie- „ mand denzelven, als Prins van denLan- „ de, kon vertegenwoordigen." Het Regt van Magiftraatsbeftelling was
altoos tweeledig befchouwd, beftaande deels in het opmaaken der Benoeminge, volgens de Voqrregten van ieder Stad; deels in de Verkiezing uit die Benoeming: nooit iets meerder dan dit laatfte, was pn Heeren Stadhouderen opgedraagen, of afgeftaan: en waren dus alle ztfaken, ver- der tot de Benoemingen betrekkelyk, in handen van den Souverain gebleeven. Wilde men, uit het opgedraagen Regt
van Verkiezing, afleiden, het Regt, niet alleen, om ap de Benoemingen onderzoek te doen, maar ook dezelve te verfchikken en de verschillen, welke over de Wettig- heid, of Onwettigheid mogten ontftaan, |
|||||
/: ... .♦ ■..
|
|||||
346 VADERLÄNDSCHE
Lxxxnitusfchen wie het ook zou mogen weezen,
boek.alleen en met uitfluitinge van den Geever _____der Privilegien, in gevolge van welke die
1757- BenoeminSen gedaan zyn, te kunnen en
te mogen beflisfen, dit kwam hun onbe- grypelyk voor, en oordeelden zy niet te mogen vastftellen. Het formeeren van Be' noemingen en het doen van Verkiezingen uit dezelve waren .geheel onderfcheide bedry- ven. Wilde men aan den Souverain niet over-
laaten, de bellisfing over de Wettigheid of Onwettigheid der Benoemingen uit krag- te der Privilegien gemaakt , wie zou dan de Regter weezen, wanneer zy regtftreeks met haare Koninglyke Hoogheid over de Wettigheid derBenoeminge in verfchil ge- raakten? eene zaak, welke zy, in alle ge- vallen, hadden poogen te ontgaan; doch die evenwel gebeuren kon. Aan den Sou- verain behoorden te blyvén alle onoverge- geevene Regten; die de Stadhouder van den Souverain hadt ontvangen, behoorden gehandhaafd te worden; ook was het niet meer dan regt, dat de Leden en Steden de Regten aan de zelve toekomende ge- nooten. ' Met die gevoelens bezield hadden zy
hun Gedrag aan hun Ed. Groot Mogen- den opengelegd, 't Was ook altoos zoda- nig begreepen geweest, wanneer het op der Steden Voorregten aankwam, de Staa- .ten hadden fleeds dergelyke verfchillen, de Stadsregeeringen betreffende , aangeno- men als tot derzelver kennisneeming be- llOQ*
|
||||
HISTORIE, 347
hoorende, fciioon veele onbeflist geblee-lsxxiii
ven waren. Voorbeelden, uit's Lands Ge- boek. fchiedenis ontleend, fpraaken hier met al---------
Jen klem. ^767'.
Niet onopgemerkt lieten zy voorbyglip-
peny het verwyt hun toegevoegd, dat zy van den weg hunner Vporzaaten afweeken, „ In zo verre zy," luidt de aanmerkelyke taal, welke wy woordlyk overneemen , „ op dat point anders mogten gedagt heb- „ ben, dan wy, waar van wy,egter,geen „ klaare preuve of bewys vinden kunnen , „ zo Zouden wy ons, nogthans flatteeren, ,, dat, in dat geval zelf, een iegelyk het „ ons niet kwaalyk zal kunnen duiden , ,, of daar in mispryzen , dat wy thans, ,, daar het op 's Lands Hoogheden en Ge- „ regtighedeh aankomt, welke ieder Lid ,, van de hooge Reegeringe, by Eede ver- ,, bonden is voor te ftaan, en van wien ,, wy wegens onze Privilegien en Voor- ,, regten eenige Elucidatie, Interpretatie ,, of Decifie. mogen en moeten vraagen, ,, die fentimenten niet blindelings zouden ,, kunnen dopteeren; maar liever verkie- ,, zen, in dien gevalle, fcrupuleufer daar* „ omtrent boven onze Predecesfeuren ge- ,, houden te worein , dan dat men ons ,, immer zou verdenken eenige dusdanige v „ Regten , waar voor onze Voorvaders „ zorgvuldig hebben gewaakt, ten deezen „ tyde , eenigzins.te willen negligeeren, • „ of met de Hgte hand tra&eeren." Zy toonden dat het hier aankwam, op den
oaderfcheiden zin, welken Partyen aan ee»
|
||||
VADERLANDSCHE
|
|||||||
343
|
|||||||
Lxxxiiieen zelfde Privilegie gaven, en het hun
boek. Ed. Groot Mögenden alleen toebehoorde 1757. af de aangewreeve blaam, als of zy, door
eenig Verdrag, gebooren uit haat en nyd, tegen een der voorbygegaane Leden, de ingeleverde Benoeming ontworpen had- den j hun gehouden gedrag wees uit, dat zy verre waren van haare Koninglyke Hoog- heid , het Onderzoek op de Wettigheid der Benoeminge te ontzeggen, zy hadden haar alle inlichting zoeken te geeven. Dat het vertraagen der Verkiezinge , veroorr zaaktdoor de tegenkantingen enophoudn> gen der misnoegde Raadsleden, dus verre geene nadeelige gevolgen naa zich fleep- te, hadt men alleen toe te fchryven, aan de eenvoudigheid der zaake zelve, als mede aan de waare en klaare bevattinge, welke alle Burgers en Ingezetenen, zon- der onderfcheid , daar van terftond ge* vormd en behouden hadden, zo ter aan* ziene van de Benoeming op zich zelve, als ten opzigte dat het lang agterblyven der Verkiezinge aan hun niet haaperde: de- wyl Regenten daar tpe al het mogelyke gedaan hadden. Voorts vvettigden zy hun aandringen, op
het beleggen eener Buitengewoone Verga- deringe, zulks met voorbeelden ftaaven- de.--------En wat het voordel aanbelang- de om het Gefchil, by bemiddeling, uit den, weg te rqimen j zy hadden met hunne Me- deleden geen Gefchil dan alleen dit. 'c \Velk zy nogthans , met betrekking toe |
|||||||
HISTORIE
|
|||||||
349
|
|||||||
hunne eer en agting, van het uiterfte ge- Lxxxnr
wigt oordeelden; aangezien in de befehul- boek. diging tegen hun ingebragt, niets minder------•
dan Meineed, en het vertreeden van Stads-1757-
voorregten opgeflooten lag. Zulke önaan- genaarne en treffende ontmoetingen begree- pen zy konden, door geene toegeeven- heid, uit den weg geruimd worden, of de Leden, die eene Tegenverklaaring hadden ingeleverd, moeften van hunnen weg ver- anderen , van de ongegronde befchuldi- gingen afzien,, en zelfs de Verkiezing uit , deeze Benoeming, van haare Koninglyke
Hoogheid verzoeken en bevorderen. Wist men van Haaren kant,of van de zydehun- ner Ed. Groot Mögenden, eenigen voorflag te doen, zy zouden zulks met alle bereid- willigheid ontvangen, om aan die fmert- lyk gebeurtenis een fpoedig einde te maa- ken. Wanneer deeze Brief in de Staatsverga. wat des*
ring geleezen en overwogen was, verzog. wegen ten Dordrecht, Leyden, Amßerdam, Üo;-terStaatSJ terdam en Brielle des een Affchrift, en^r|ïde" het bepaald ßefluit deezer zaake, ftelde voorviel* men uit tot nadere Overweeging. De Hee- ren van de Ridderfchap droegen, by eene Aantekening, voor, dat die van Haarlem dit hun Berigt weder na zich zouden nee- men , en , om verdere verwyderinge te voorkomen, buiten de Notulen van hun Ed. Groot Mögenden houden; omtrent de zaak nogmaals verklaarende, dat zy in- ftemden met het Bericht van Haare Ko- ning- |
|||||||
3£o VADERLANDSCHE
lxxxiii ninglyke Hoogheid (*), volkomen over-
èoek. tuigd van de gegrondheid haars Regts, en —s—■ dat zy, in deezen ,'niets anders gedaan 1757. hadc,dan waar toe zy niet alleen bevoegd, maar onvêrraydelyk yerpligt was. De Afgevaardigden van Haarlem, lieten deezen vreeraden voorflag geenzins onbe- antwoord ; zy mogten. noch konden aan *t verzoek' voldoen j de Brief Meldt rechtftreeks aan de Vergadering van hun- ne Ed. Groot Mögenden, en behelsde daarenboven de redenen, waarom die van Haarlem zich verpligt en genoodzaakt von- den . denzelven, te. hunner Regtvaardiging |
||||||||||
en Verontfchuldiginge te laaten afgaan
|
9
|
|||||||||
2y konden niet begrypen , hoe uit het
plaatzen van denzelven in de Notulen eenige verdere verwydering zou kunnefi ontftaan of gevreesd worden. Veel eer was die ingerigt om ze te doen ophouden. Haarlem £)e beide ftukkén door Haarlem ter ta- wordt, fe| gefragt ? en waar over zo veel te doen denëdsSchViel, werden in Slachtmaand nader over- toteene woogen. —- Wegens het Befchryven Buiten- eener Buitengewoöne Vergaderinge door gewoone Gecommitteerde Raaden (f), viel het Be- ring in" fluit ten hunnen voordeele: uit kragte eens 'tge'iyk duidelyk fpreekenden Befluits van denzes- gefteid. deri van Hooimaand des Jaars mdclxxvii, waren Gecommitteerde Raaden verpligt^ de
|
||||||||||
(») Zie hier boven bl. 338.
(») Zie hierboven, bl. 339» |
||||||||||
HISTORIE; 351
de Vergadering van hun Ed. Groot Mo-lxxxiii
genden zamen te roepen, en te befchry ven, b o e ïc. wanneer zulks door een der Heeren van de-------
Ridderfchap of Edelen, of van wegen 1757.
Burgemeefteren en Regeerden van één der Steden, Leden van de Vergadering,werd verzogt, zonder dat zy het mogten weige- ren ; ook waren zy gehouden den voor- flag, aan huj gedaan en overgeleverd, als een punt van Befchry ving, aan de Leden toe te zenden. Omtrent hetVoorftel tot hetwegneemen Doch de
van de Zwaarigheden, in de zo veel ge- J^?fdder" rugts maakende Benoeming tot Burgermee- vergade- fteren, (*■) droeg het zich geheel anders toe* ringe is, Haare Koninglyke Hoogheid verfcheen wat de zelve in de Vergadering, en drong aan op Verkie. een fpoedige afkomst van deeze zaak. tzr^ ^e* „ De Meerderheid vondt goed Haar te de z'yde ,, bedanken, voor het goed beleid en ge- der Gou^ „ drag in de behandeling daar van gehou- vername. „ den; en voorts te verklaaren, dat het ,, Regt van Informatie, waar over alleen ,, de kwestie was geweest, aan haare Ko« „ ninglyke Hoogheid , in haare ho.oge „ Qualiteit als Gouvernante, als cuftodie- „ rende de Regten van het Stadhouder« „ fchap, competeerde." , , Dordrecht, Amßerdam, Rotterdam en|Steden
Brielle,-.waren verre van in dit Befluit te *« m« Hemmen, en behielden aan zich het doen, vt"a^m van nadere Aantekening, gelyk ook die verfchii- van den.
|
|||||
(*) Zie hier boven. Aid,', ,
|
|||||
^a VADÈRLANDSÖHË
Lxxxnt van Haarlem deeden, fchoon zy terftohd
boek. beweerden en aantoonden j dat de zaak des ------- Gefchils, in 't üitgebragte Befluit, geheel
l757' verkeerd was neder gefield. Zy beklaag-
den zich, dat, niet tegenftaande hunne poogingen om een Befluit te bewerken ^ 't welk in geènen deele ftrekte, om de Reg- ten van het Stadhouderfchap te verkor- ten \ of ook de Bekleeders dier waardig- heid , van het Regt des Onderzoeks op de Wettigheid hunner Benoeming te ont- zetten, de Meerderheid der Leden hadt kunnen goedvinden, een algemeen Befluit te neemen, waar by hét Regt van Inf on- fnatie 3 zonder eeriigë aanduiding op welk eene wyze, of eenige bepaaling over wel- ke zaaken, aan haare Koninglyke Hoog- heid werd toegeweezen : weshalven zy* in gevolge van den hun gegeeven last, ge- | noodzaakt waren,- dit Befluit aan te zien^ als gaande over zaakën van zodanig een aart, van zulk eert géwigt, ert waar in zulke gevolgen konden gelegen zyn, dat het zelve, niet by Meerderheid, maar alleen by Eenpaarigheid hadt kunnen ge- nomen worden; zodanig een Befluit j kon de gedaante krygen van te behooren tot de Grondwetten van den Staat, en was düs voor de Vryheid en waare Staatsge- fteldheid des Gemeenebests van veruitzien- de gevolgen: zy hielden hetzelve dus van onwaarde. DeAsft- De nadere Aantekening der Regeeringe tekening van Amßerdam, was zeer fterk. Met veel jterdam verwonderings en leedwéezen hadden iy ' ver- |
||||
HISTORIE; 353
verftäart ; 'dat het Befluit genomen was, hxxxnt
door de Meerderheid, op eene wyze ftry- boek. dig met de Regten, Privilegien en Vry---------
heden , aan de Leden der Vergaderingè 175^«
Van hunne Edel Groot Mögenden toeko- mende. Zy lagen den gehouden handel open, met aanwyzing van het verdraaydê* het uitgelaatene, het doorgeftreeptej het onregelmaatige ; bovenal aanmerkende, dat alle de Leden, uitgenomen de Heeren Van de Ridderfchap , Gomïchem, Schie- dam , Schoonhoven en Purmerende , niet hadden kunnen bewilligen, in het vastfteï- len van een Dag, om de zaak tot een Be- fluit te brengen: vermids zy begreepeh, dat zulks in kragt een Befluit behelsde om de zaak by Meerderheid af. te doen * waar toe dezelve niet gefehikt was; maariie/i- paarigheid vereischte: dewyl het ïiiet al- leen betrof het Regt en de Privilegien van de Stad Haarlem; doch ook het Régt en Öe Hoogheid van den Sou verain zelf; als mede het Regt en de Bevoegdheid van den Stadhouder, waar van de Cufiodie boven al^-aan hun Edel Groot Mögenden, met betrekking tot dit Gewest, onbetwistbaar toekwam. Zy geloofden niet dat van bo- vengemelde behandelingen een voorbeeld in de Registers van Staat te vinden was :en verwierpen, derhalven 5:dit vreemd , ver-* haast j. en met de Orde der Regeeririge on* beftaanbaar, Befluit, .:, Dit deeden vervolgens de Heeferi yafi Van kot-
Rotterdam^ in eene niet min uitgewerkte tetdamr 'xxii. deel; Z Aan-
|
||||||
VADERLANDSCHE
|
|||||||
3o4
|
|||||||
lxxxiii Aantekening , waar van wy alleen het fios
boek. zullen mede deelen. „ Zy konden de zon- ------- „ derlinge en vreemde handelwyze , by
1757, » het neemen van dat Befluit gehouden,
„ geenzins overeenbrengen met de orde „ en forme der Regeeringe , aangezien ,j één der aanzienlyke Leden op de Con- „ cept-Extenfie ongelast geweest was, en „ dat ook uit deeze, door toedoen der Hee- j ren Van de Ridderfchap , zodanige „ Woorden geligt waren geworden, wel- „ ke het ganfehe weezen der Zaake dee- „ den veranderen van gedaante ; en dat „ men op de bedenkingen , aanmerkin- ', j gen, en poogingen der andere Leden , „ géén agt hadc gelieven te flaan; doch „daarentegen de zaak, by Meerderheid ,, van Stemmen, weeten door te dringen, ,, tegen het gevoelen van Vyf aanzienlyke ;„ Leden, en zonder hun eenigen tyd te „ guiinen, om nader last van hunne Zen- „ ders te kunnen bekomen, ftrydende niet n£ alleert tegen reden en billykheid, maar „ tegen het voorheen afgefprookene." Afloop ;' Geheel onaangenaam waren de nadere Aan* deezer tekeningen, dier twee Steden voor haare zaaken. ■-■g0q]ng{.yiie.[j00gbeidjèn-de Ridderfchap, daar in niet gel'paard zynde > fprak van Tegen-aantekening. De zaak zelve bleef bangende tot Grasmaand des volgenden Jaars, wanneer, .door -het benoemen vaïi Êéi der op 't Achttal flaande Heeren, ora zittirij; te neemen in den Raad. van Staa- ten, een ander daar op-geplaatst, en uit die
|
|||||||
HISTORIE*
|
|||||||
ffl
|
|||||||
die aangevulde Benoeming der Verkiezing Lxxxnt
door de Gouvernante gedaan werd. (*JB0EKi Zoo fleepend liep deeze veel gerugts wek- -- — kende zaak af; doch Kier mede.was het i?57a misnoegen der Gouvernante niet ten einde j wy zullen het, by'eéne volgende Regee- ringsverandering te ttaarlem, op nieu\y, zien te voorfchyn komen. . Men zag dit Jaar tyv&o. voorbeelden van Doop.
Eerbetooningen, op. het Vorsclyk Huis ?leAtlgi, nederdaafcrïde, die verre waren van §qa.f, zooiiT" algemeene goedkeuring weg te draagen. van JAM De Gemalinne van Jonkheer jan? Baron Baron Van BOJiSSELE,Vryheer van Bórsfelê zy- vanfla«* ne Doorlugtige Hoogheid, als eerfte Ede- felet Ie van Zeeland verbeeldende t van eenen Zoon bevallen, ontving deeze door eenë Bezending, de Gelukwenfchingen der Hee- ren Staaten van Zeeland, die het Peter- fchap over den Jóngebooren aanboodenj' terwyl Mevrouwe de Gouvernante , -om haare agting aan deezen Gunfteling te too- nen , op 2ich nam Gemoeder o ver, dien Zoon te weezen. Övereenkomltig met deeze aanbiedingen werd de Doopplegtig- heid, met eene Vorstlyke Staatfie verrigt, en het Kind den Doopnaam van wi llem 2EELANDUS gegeeven. Ongefchikt keur- den veelen de Pillegifte door- de Staaren van Zeeland voor deezen Jongen Heer be- ; r. '.' !9 .»fee«! ■ ^eiïi^ '
' '* ■'-:' $$ »ïTC ÏJ*~] . ..." RtïO* .* ISfl
(f) Nederl. jaarb. .i^'bl. <)ri. 994. voOt /l
Jaar IM, bl. 4-32. *. . . Z 2
|
|||||||
356 VADERLANDSCHE
lxxxiti ftemd: hier in beflaande, dat het Eerfter
boek. Ampt", 't welk van wegen Zeeland ter -------i Vergadering van de Hoog Mogende Hee-
l757' ren Staaten der Vereenigde Nederlanden,
of in den Raad van Staaten, of in de Ge- neraliteis Rekenkamer, openviel, zo ras WILLEM ZEELANDUS VAN BORSSELÊ TOT
den HOOGE , den ouderdom van twintig
Jaaren zou bereikt hebben, zonder eenige verdere overlegging, zon worden opge- draagen. Het Beiluit, hier toe genomen, werd, in een daar toe vervaardigde, en met een daar op pasfend Latynsch Vers vercierde , Zilveren Doos, by wyze van Pillegift, met veel plegtigheids den Va- der ter hand gefteld. (*) Doop- In Utrecht befchouwde men iets derge- piegug- lyks, by de bevalling der Gemalinne van eener Jonkheer jan FLorus, Graave van nas- Dogter saü la leck , Hoofdofficier dier Stad, desGraa De Prins Erfftadhouder, en de Magiftraat ven van van Utrecht, waren de Ge vaders en Prin- WALeck! *"es Carolina,de Gemoeder deezerSprui- ' te, die by de ftaatlyke Doopverrigting de" • *' Naa- ' . . . •' '':' " '■■ - ■ - ; :'">■'■
(*) "kefèti Zéél'. 24. Nov. 1757. Nè'tfert JaarS-.-
Ï757» bl. 727. en voor 't Jaar 1758. b!. 175. enz. Over eene Dogter* in ': volgend Jaar, dien Jonk- heere inden Haagegebooten,nam de Magifïraat van Middelburg het Gevader- en Prinfes c a b o l i k a het Gemoederfchap aan, en ontving zy by den Doop twee naamen, betrekkelyt tot beide de hooge Doop. getuigen , te weefen die vaiï caroLiSa m e n i 0^ d o K o e H s 1s. Nedcrl. $aarb. ifW» bl. i 23s- |
|||
HISTORIE. 35;
|
|||||
Naamen kreeg van Carolina wilhèlmi- lxxxiii
na trajectina, zinfpeelende op de naa- boek. men hunner Doorlugtige Hooglieden en van-------
de Stad. (*) " ' 1757.
Wetten tot regeling van weidfche Pragt pragtig
worden, zullen ze immer iets betekenen, Huwe- den meelten klem bygezet, door het voor- 'y1"- beeld der Geeveren,en moeten, zonder't ^?[ej zelve , welhaast vervallen. De Gouver- des Gou. neur Generaal van Neerlandsch Indien, de verneurs Heer j. mossel hadt des betreffende wei- °P ^ata- nig Jaaren geleden , zeer fterkte Voor- via' ■fchrif'ten doen afkondigen; en by dezelve eenige Uitzonderingen gemaakt, voor zy- ne Hofhoudig, en die der Hooge Regee- ringe , noodig om den luilter van den Staat in 't oog der weidfche Ooflerlingen op te houden, (fj Ten deezen Jaare tradt zyne Dogter in den Egt, met den Heere PIETER. CORNELIS HASSELAAR , te VOO-
ren Schepen en Raad der Stad Amßer-
dam, afgaande Water Fiscaal en benoem- de Voorzitter op Ceribon. Wat Luifter, Rykdom, en Vrolykheid kon verbeelden werd hier ten toon gefpreid, op eene wy- ze, die in een Beftryder der Pragt zeer in 't oog moest loopen. Een ftaatlyke trein Koetzen voerde de Bruid, pronkende met een overkostbaare Kroon, met Juweelen op
(*) Nederl. Jaarb. 1757. bl. 730.
(f) Zie hier boven bl. i6y. ^3
|
|||||
3S8 VADERLANDSCHß
r.xxxin op het pragtigfte vercierd 9 door veel@
POEK, Eerepoorten naar de Kerk „ voorgegaan door- ------- Dragonders, en ook door Dragonders op-
l7Ó?' geflooten, omftuwd van fraay gekleedeLi»
very bedienden. Meer dan zeshonderd Gasten zaten aan. de Bruilofstafel, door elf Cerimoniemeeiters in orde gefchikt. Op het fraay verlichte Kafteel, werd een Vuurwerk afgeflooken, meer dan drie dui- zend lampen verlichten het Huis des Bru> degoms; veele andere Huizen deelden in die verlichting; terwyl by het Gouverne« ment twee Fonteinen Wyn uitgaven, tot vermeerdering van 's Volks vreugde. Eene ïn dit Jaar befloot de Hooge Regeering Schouw. van Neerlandsch Indie te Batavia, in het burg daar voor weinig Jaaren aangelegde Stads -Lo- richt gement, 't welk aan de bedoeling niet be- antwoord-te, een Schouwburg op te ricl> ten, om 'er Treur- Blyfpel, en Dans ten toaneele te voeren. (*) Dan wien is on- bewust, om ons in 't lang betwist gefchil over de Schouwburgs vermaaklykheden a als zede ver beterende, of bedervende,uietinte Jaaten, dat, in meest alle Landen, waar dezelve plaats vinden, de Pragtvertooning zich niet bepaalt tot het Tooneel, waar 't Spel dezelve dikwyls onvermydelyk vor- dert; maar dat de Aanfchouwers, inzon- derheid die van de fchoone Se&e, deeze Ver.
|
||||||||
(*) NeJtrh Jaarl\ 1757. bl. ui 4- vQor 't Jaaj
HS», bl, 52.1, |
||||||||
HISTORIE. 359
Vertoonplaatzen gebruiken, om op't fchit- lxxxiu
terendst te voorfchyn te treeden, en in kost- boek- baarheid elkander de loef af te fteeken,-------
dat de Schouwburg een Leer- en Kweek-17 $7.
fc hooi van Pragt worde. Meer dan eene Tooneelvertooning mögt 't Mon-
Amjierdam -in Wintermaand,befchouweir, derdfaa- en de hartroerenheid dier weezenlyke Ge- n*>' Feest beurtenisfe, ging alle Kunstgewrogten om^"Di3. de Driften te roeren te boven, en de gaan- konie de gemaakte waren van de edelfte. 't Was Weeshui« naamlyk, op den vyftienden dier Maand'e Am~ eéne Eeuw geleden, dat men 'er het B'm IZ-^ konie Weeshuis hadt ingewyd. (*) Men foeiloot dit Honderdjaarig Feest te vieren. Dan het groot aantal van Kinderen in 't zelve, en andere omftandigheden , dee- den het ongeraaden vinden , dit in hef Huis zelve te doen, op gelyke wyze als by c^e Inwyding gei'chied was. i, > Beter keurde men de openbaare Gedag-
tenisviering, den Zondag daar aan volgen- den, in de elf Kerken te laaten verrigten, en by Dankzegging aan god , de Gemeen- te op te .wekken,om, ten bewyze van die Gemoedsgeftalte, liefderyke Milddaadig- heid te bewonen, (f) De Verjaardag zei- ve
(•) Wacenaar Befch. van Jmßerdam, V.
Stuk bl. 230. VIII. Stuk bi. 478. (f) Dit was van zulk eene gezegende uitwerking,
dat men, op dien Dag, ruim 3300 Guldens meer inza- melde, dan doorgaans 'sweeklyks in den Wintei- tyd. Z 4
|
||||||
3Öq VADERLANDS6HE
y.xxxiii ve hieldtmen, ten eigenden dage, in heg
boek. Huis waar toe de in dienst zynde Diakens —-— en Diakonesfen, met vier Predikanten, en ^7$ï' vy*" Ouderlingen, als Gelastigden van den Kerkenraad, in 't Weeshuis, genoodigd waren, de andere Leden van den Kerken-? raad verfcheenen mede; voorts waren de Deuren geflo.oten,en door Geregtsdienaars bewaard. Twee Leeraars deeden ieder gepaste Aanfpraaken in de Eetzaalen der Jongens en Meisjes, met Dankzeggingen, Gebeden en Lofzangen. Aan de twee- maal wel voorziene Middag-Tafel, waar men ook een voegelyk Nageregt opzette, en Wyn fchonk, werden de Weezen bediend door Diakenen en Diakonesfen i de eerfte hielden een Middagmaakyd , met de Gelastigden van den Kerkenraad, ten beüuite van welken een fchotel met duizend Guldens, tot een gefchenk voor de Diakonie verfcheen; de Geever wasa toen onbekend, daar tegenwoordig, en bleek naderhand de Ouderling joh an Heinius zyn , die het ftil genoegen zyner Liefddaadigheid fmaakte3 en dub- bel feest hieldt. De Diakonesfen had- den , ten haaren koste, mede een Maaltyd doen bereiden. De daar vergaderden, mogten 's avonds de vreugde der Kinde- ren vernieuwd aanfchouwen, toen een aangenaam avondeeten, hun yervrolykte, en zy, in het vooruitzigt van den vol- gendenden dag, een Vryen Dag te zu,ï- len hebben , deezen beflooten. Dit in ftil.
|
||||
HISTORIE. 361
ftilte gevierd Gedenkfeest 3 klonk door Lxxj?nr
de Stad en wyder in Gezangen en Ge-boei?. dichten, vermaarde Diqhters zweegen te------■*
deezer gelegenheid niet; en is voorts 1757,
door eene Gedenkpenning dit Gedenk- feest vereeuwigd. (*) C*) Nederl. Jaarb. 1758. b\, 5^-79,
|
||||||
■fi.
|
||||||
Z 5 VA,
|
||||||
VADERLANDSCHE
|
|||||||
BIS T O R I E.
|
|||||||
VIER EN TACHTIGSTE BOEK.
|
|||||||
INHOUD.
Lxxxiv De Zwaangheid, wegens de Inkomften
Doek. van Oostfriefland, uit den weg geruimd. .
aangehouden, te rug gegeeven. De Fran-
fche afgezant verdeedigt het bezetten van Nieuwpoort en Ooflende. Verzoeken, Klag' ten, Schadeboetingen , wegens den Oorlog op de grenzen. De Gouvernante dringt by de Staaten van Holland aan op vermeer- dering van Landmagt. Herhaalt dien aan- drang. Afwyzende Raadflag der Regee- ringe van Amßerdam op dit fluk. Door de Ridderfchap beantwoord. De Vermeer- dering der Landmagt gaat niet door. Aan- houdenheid en vermeerdering der Engelfche Zeerooveryen. De Kooplieden leveren des klagten in by de Staaten van Holland en de Gouvernante. De West-Indifche Compag- nie beklaagt zich by den Engelfchen Af ge' V zant |
|||||||
VADERLANDS. HISTORIE. 363
%ant YORKE, die dezelve in H ongelyk fielt, lxxxiv
De Amfterdamfche Kooplieden leveren Lys- boek. ten van de Zeefchaden door EngelfcheRoo' . , .... veryen toegebragt, by den Staat en de Gou- vernante in. De Kooplieden vervoegen zich ten derde maale by de Gouvernante} Inhoud van hun Vertoog. Antwoord der Gouvernante. De Kooplieden in den Haa- ge geroepen. Hooren een ongunfiig verflog vit Engeland. De Kooplieden beraamen qene talryke Bezending. Inhoud des Ver foogs door dezelve gedaan. Antwoord der Gouvernante. Hun gefprek met de Lar- rey, en de onaangenaams ontmoeting by dien Geheimraai. Misnoegen der Gouver- nante . over die Bezending en Aanfpraak. Zy dringt nader op hit vermeerderen der Land. en Zeernagt aan by de Algemeens Staaten. Een Affchrift diens Voorflags aan Holland, Zeeland en Friesland gezon? den met eenen aanpryzenden hrieve van de Vier overige Gewesten* De Kooplieden van Amfierdam en Rotterdam} vervoegen zich by de Staaten van Holland. Yorke vangt eene Onderhandeling aan. Eifchen des Konings van Engeland. fraage toe- rusting der Zee. Het Schip Oranjewoud zinkt binnen gaats. Capitein harinxma laat het doorzoeken der Schepen onder zyn Convoy niet toe, en wyst twee Engelfche Oorlogfcbepen af. Capitein jan binkes redt twee door de Engelfchen afgefneedene Koopvaarders. Klagten der Zeeuwfche Kooplieden. De Gouvernante, by de Koop- lieden in haat Aoaalt zich bet misnoegen van ans
|
||||
S64 VADERLANDSCHE
|
||||||||
Lxxxiv anderen op den halze. De Gouvernante
Be OK. verkiest salomon van echten, die niet __-,. op het Achttal fiondt, tot Burgemeefler van Haarlem. Bezending aan de Gouvernante om zich daar over te beklaagen. Zy doet eetie Waarfchuiving te Haarlem afkondigen. De Meerderheid der Haarlemjcbe Vroed' fchap vervoegt zich by de Staaten van Hol- land. Brief der Gouvernante over het Ge- drag van de Meerderheid der Haarlemfche Vroedfchap. Die van Haarlem verzoeken tyd om hun Gedrag te regtvaardigen. Ver- antwoording der Haarlemfche Vroedfchap. Afloop deezer zaake. Het voorgevallene in het Sticht , wegens de plaatzing van EIIILIP JACOB VAN BORSSELE TOT DEN
HOOGE , onder de Geeligeerden. Brand
op de Jaarmarkt in 's Gravenhaage. De Kruidmaakery Sollenburg buiten Amfler- dam fpringt. De uitvoer van Hooi en Stroo in de meefte Gewesten verboden. De Invoer van gezouten Haring in Frankryh toegefiaan. |
||||||||
De lVlet het aanhouden desDuitfchenKtygs
zwaatig- kon het niet misfen of onze Staat, naby heid wc- welks Grondgebied dezelve gevoerd werd, gens de vondt zich, nu en dan, in onaangenaam- ftnk°van neden ingewikkeld, die klagten wekten, Gotf- en °P de kest mogelyke wyze, behoudens friesland de aangenomene Onzydigheid, uit den uit de weg moeften geruimd worden. De voor- weg ge- jfpoQd der Franfche wapenen , hadt het |
||||||||
Vox'
|
||||||||
Historie, &§
Vorflendom van Oostfriesland riiet Fransch lxxxiv'
Krygsvolk, in den Zomer des afgeloopen boek, Jaars mdcclvii, opgevuld: te dier gele- ■ gefchikt tot aflosfinge der Hoofdfommen, en tot betaaling der Renten, onder Borg- tocht van hunne Hoog Mogenden in dé Jaaren mdccxxi,ïidccxxii. en mdccxxui Opgenomen, beflaagen. Der Staaten Afge* zant aan 't Hof van Verfailles, hier over1 klagtig vallende, kreeg daar op van den - Abt Graave de bernis , 's Konings Se-1 cretaris , wegens de Buirenlandfche zaa- ken, ten befcheid , dat zyne Majefteit, over dit ftuk zich zou beraaden met het Hof van Weenen, welks Afgezant in deiï liaage verklaarde, tot nog toe onkundig geweest te zyn, dat een gedeelte der In-' komften van Oostfriesland, voor de Oth derdaanen van het Gemeenebest der Ver* eenigde Nederlanden beftemd was; dat hy intusfchen de ftelligfte vérzekeringen kon geeven , van 's Konings onveranderlyké geneigdheid om niet te dolden, dat, door zynè Troepen * eenig nadeel aan de Inge* zetenen des Gemeenebests, noeh in dit t noch in eenig ander geval, zou worden toegebragt. De Graaf d'affry bevestig- de zulks by hunne Hoog Mögenden, en waren de Vertöogen van die kragt,~ dat de Baron van reiscmach eerlang kennis gaf, dat 'er bevelen naar Oostfriesland gezonden waren, om 't geen de Intresfen der Hoofd- fommen op dat Vorflendom opgenomen, be-
|
||||
$6ê VADERLANDSCHË
|
|||||
L&Xxiv betrof, tot genoegen der Staaten, te re*
tioEK. gelen. ------- Ïter-Franfche Krygsmagt, het grootfte
1758* gedeelte vanHanover desgelyks bezethou-
Vier Wa* dende , hadt, in Wintermaand des ver* gens met itreeken Jaars, vier wagens, die een fchac Geld* van acht en dertig Vaatjes en zeven Kis- Pral. ten met gemunt Goud en Zilver, en ruwe fchen Baaren Zilver voerden , aangehouden : aange- eenige Kooplieden van Amflerdam, waren houden s de Afzenders van deeze kostbaare vragf te rus naar Hamburg , met vier Vragtbrieven ven!6 houdende aan Joodfche^Kooplieden te laatst- gemelder Stede. Reeds hadden zy Bree- «««bereikt; doch reeden, de waaren, op het aanrukken der Franfche Krygsbenden " tot bezetting dier Stad, zoekende de moel- lykheden, welke daar uit ontftaan mog- ten,te ontwyken,naar Osnabrug te rugge* Het ongeluk, 't geen zy zogten te ontvlie- den, liepen zy aldaar in den mond. De Heer de beauregard de belle isle$ Commisfaris der FranfcheKiygsmagt, zeer oplettend op 'sKonings Dienst, viel in het niet ongegrond vermoeden , dat. zo veel Gelds veel eer mögt gefchikt weezen voor de Hanoverfche, en Pruisfifche Le* gers , dan tot den Koophandel, en dat deeze fchat uit Engeland was overge- maakt : hy flelde zich aan 't hoofd van eenige Ruiters, en nam, zonder-eenigen tegenftand te ontmoeten,; aan 't Posthuis, de vier Wagens in beflagjzondt des kund- fchap aan den Koning, liet alles met de groot-
|
|||||
HISTORIE. $6?
grootfte zorgvuldigheid bewaaren, tot hy lxxxiv
bevel kreeg die klinkende vragt naar/Fês«/ boek. te voeren, om daar tot nader last te bly- ------
ven. ^— De AbtGraave de bernis daar 1758.
over by eenen Brieve door den Afgezant lestevenon onderhouden, merkte in ant- woord op, dat de beftemming van dit Geld ten minften zeer verdagt was j dat de Koop- handel der Stad Hamburg zulke aanzien« lyke Overmaakingen , als het in deezen op aankwam , niet mede brengende, die gisflng fterkte kreeg. Wel hadt zyne Ma» jefteit, ten blyke zyner agting jegens on- zydige Mogenheden, en zyner byzonderè vriendfchap voor hunne Hoog Mögenden. de Generaals zyner Legeren aangefchree- ven aan de Postwagens , ten dienfte der Onderzaaten van de Republiek, als mede van derzelver Koophandel op Duitschland en het Noorden, Paspoorten te verkenen; doch hy verbeeldde zich niet, en was overtuigd., de. Staaten ftonden in yt zelfde begrip, dat die wagens, in eenig geval,en onder welk een voorwendel ook, zouden ftrekken tot het bsdriëglyk, en ten zynen nadeele, begunftigen der Krygsverrigtin- gen zyner Vyanden.; In gevolge van dien grondregel was 's; Konings oogmerk ( dat men ftipt den eigendommen het gebruik der aangehaalde Geldfommen, zou bewyzen, -en wanneer, door egte befcheiden, bleek dat ze aa.n Onderzaaten van den Staat,be- hoorden, zou hy de wedergave bevelen. Dit zalfde verzekerde de Graaf d'affrï. -- Overeenkomilig hier mede kreeg de Be- |
||||||
3Ö8 VADEllLANDSCHË
fcxxxiv velhebber van We'zti, last van dén Koning
boek. van Frankryk, om het Geld af te leveren ------- aan de Kooplieden,die beweezen daar toe
1758.1 geregtigd te zyn. Zy zonden Gevolmag-
tigden deswaards 3 met hunne bewysftuk- ken; doch dit zo vlot niet gaande als zy zich voorftelden, keerden, zy onverrigter zaake , te rug. De Heer lestevenon deedt nadere vertoogen, aandringende op de fpoedige wedergave* De Abt Graave de BEK.NIS beantwoordde dezelve in eenen Brieve, in welken het üitftel werd toege- fchreeven aan de mogelyk al te befehroom- de nauwkeurigheid van den Krygs. Corais* faris, die de forame onder zyne bewaaring hadt; teffens aanduidende, dat > zo deeze zaak ftreng onderzogt en volgens de rege- len der Wet, behandeld was, het onder- zoek zeer lang en de uitflag twyfelagtig zou geweest hebben ; doch zyne Maje- fteit, door eene aanmerking, die het ei» genbelang overtrof, bewoögen, hadt ge- noegen genomen in de bewyzen, opgele- verd door de Kooplieden, die voorgaven de Eigenaars te weezen. Zyn voornaam- fte oogmerk was, om, door het geeven van bevelen tot het niet langer verWylen der wedergave, een nieuw bewys op te leveren van zyne Vriendfchap t en het Belang 't geen hy altoos ftelde in 't genoegen en den voorfpoed van den Handel der Onderzaa- - ten van hunne Hoog Mögenden* — Eene tweede komst der Gemagtigden tot de ontvangst was niet te vergeefscb 5 zy brag- ten dien fehat onverminderd te rugge. Hadt
|
||||
HISTORIE. 36p
Hadt de Engelfche Afgezant vouke,lxxxiv
gelyk wy gehoord hebben, in den voor» boek. leden Jaare, bitter geklaagd over het be- .____.
zetten van Nieuivpoort en Oofiende (*), 1758..
thans poogde die des Franfchen Hofs, de De Staaten, wegens dien ftap gerust teftellen. Franfche Hy beriep zich op een voorheen inge- Afgezant diend Verflag , door hem en den Baron verdee- van REiscHACH gedaan (f), met vermei* £«««0 ding. van de poogiagen, door het Hof van van Londen,zints aangewend, om het Gemee- oößen- nebest ongerust en de voorzigtige maatre- 'dexa gels des Konings van Frankryk , en der Nieuw~ Keizerin-Koningin, by hunne Hoog Mo-*"""*' genden verdagt te maaken. Zyne Majefleit wilde aan Engeland geen het minfte voor- wendzel laaten, om, over dit punt, der Staaten agterdogt en wantrouwen op te wekken, en, fchoon niemand regt hadt den Koning zynen Meefter rekenfchap aftevraa- gen van de Verbintenisfen, welke hygoed- vondt aan te gaan , voor al wanneer ze niet ten nadeele van een derden geflooten werden, was hy, nogthans , door Hem gemagtigd om zich nog duidelyker uit te laaten, ten opzigte van een Onderwerp, 't welk het Londenfcbe Hof zich geliet zo gevaarlyk in zyn beginzel en in zyne ge- volgen aan te zien. ------- De Troepen van zyne Majefteit zouden in Qoßenae en
Nie uw'
(*) Zie bier boven M. 315.
(f) Zie hier boven bl. 319. XXli. »BEU Aa-
|
||||
VADERLANDSCHE
|
|||||||
S7o
|
|||||||
Lxxxiv Nieuivpoort 3 om voorheen gemelde rede-
boek. nen gelegd, niet langer blyven dan tot het -----— einde van den tegenwoordigen Oorlog, en
1758. 'er zelfs eerder uittrekken, indien de Kei-
zerin Koningin zulks begeerde, en op het eigen oogenblik dat zy de bewaaring dee- zer twee Piaatzen aan haar eigen Krygs- volk zoü toevertrouwen. ——• De nood- zaaklykheid om voor derzelver behoude- nis te waaken, was te onvermydelyker: de- wyl de Nederlanden, zo zy iets voor hun- ne veiligheid en rust te äugten hadden, het tegen Engeland alleen was i dat de Mogenheden, daar by belang hebbende, op hunne hoede moeiten zyn. Eén der Ontwerpen van' die Kroon was den Oorlog over te brengen in de Nabuurfchap van 't Gemeenebest; en het was maar al te waar- fchynlyk , dat de Onzydigheid en het Grondgebied van den Staat, in zulk eeng gelegenheid, niet meer ontzien zouden- worden, dan het Regt der Volken, de Ver- bintenisfen,en het Woord van Eer tot hier toe ontzien waren. ----- Dat de Koning
en de Keizerin Koningin, een oogmerk
ten nadeele van den Proteflamfeben Gods- dienst zouden gefmeed hebben, gelyk mert in Duitschland, en in de Pereenigde Oem- isesten, hadt laaten verluiden, otn het ligt- geloovig Gemeen een-ftrik te fpannen,was- één valschheid, blykbaar, uit de verplig- tingen niet alleen die de WestphaalfikeTt^c- taaten op hunneMajefteiten gelegd hadden; maar ook uit de zorg door hun gedraagen, om ze by dat van PerfaïllestQ vernieuwen; ....... ï*t
|
|||||||
, HISTORIE. tfi
üft de herhaalde verklaaringen, ten dee- lxxxiv
zen äanziene op dénRyksdag aan verfchei» boek; de Stenden des Buitfcben Ryks gedaan; en uit de Vryheid met welke de Prote» 1758« ftanten hunnen Godsdienst openlyk hand- haafden in de Landen , door 'sKonings Krygsvolk in bezit genomen, en eindelyk üit de befchermingjdie zy,in gelykemaa» te, verleenden aan de drie Religiën in Duitschland gewettigd; De ongerustheden des Krygs, onzérl Verzoe-
bodem naderende, groeiden vast aan. Het g" ' Vereenigd Leger, dreef dat der Franföhen sthtüe-' uit Manöver % tot aan den Beneden Rhyn ih ööêfii* Kleefsland, 't welk aan de verplaatzing gen, we* van het Tooneel des Oorlogs in de Ooflen* IjjSf ipj rykfché Nederlanden , groote waarfchyri- q* &? lykheid byzette; dit bewoog den buiten- gteü^éiï* gewoonen Afgezant van 't Roomsch Kei* zerlyke Hof, den Baron van reischach » by de Staaten vryheid te verzoeken, tot het vervoeren der Leevens- en Krygsnood- wendigheden voor de meest bloot liggen* de Plaatzen, over Feurne, vertrouwende dat zulk een verzoek, zo billyk in zich; zelven 1 en met het Traétaat van Barriere zo overeenkomftig, geen tegenftand zou ontmoeten. \— By het heromzwerven en trekken der vreemde Krygsbenden op de. grenzen van onzen Staat, was het bykans onvermydelyk, daar de-Grensfcheidingen zo digt in en door elkander loopen, dat *er fchennis van het Grondgebied begaan,, en den Onderzaaten deezer Landen eenige fchade ' toegebragt werd. Dit .gebeurde Aa a vim |
||||
s*f* VADERLANDSCHE
|
||||||||||
Lxxxiv van wederzyden.üe des ingeleverde Klag-
boek, ten kregen gehoor; Verörufchuldigingeii _____ volgden; Schadebeteringen werden ontvan»
17^8. gen»en men kreeg de fterkfle belofte van
zorgvuldige waakzaamheid der Legerhoof- den om, in het toekomende , de Grenzen te myden,en de ongeregeldheden desKrygs^ volks , naar de ftrengfte Krygsvvetten te beteugelen. (*) • Doch dit waren kleinig- heden , in vergelyking van de belangryker Staatsoverweegingen, uit dit naderen des Oöïlogs aan 's Lands grenzen, gereezen. De Gou'. Gelderland en Overysfel vonden zich , vernante door de wis-felvalligheid van den Oorlogs- dnngt by j^ris jn een hachlyker toeftand gebragt, van"//o/- dan eenige der overige Gewesten. Werd, land aan door eenige onvoorziene gebeurtenis, der op ver. Staaten Grondgebied daadlyk gefchonden , meerde- zv lagen- het eerfte aan de beurt. Uit rinir wan J ° « . . ■% , . .
|
||||||||||
Land-
tage, |
overweeginge hier van, hadden zy zich
by haare Koninglyke Hoogheid vervoegd, |
|||||||||
haare hulp en onderfteuning verzoekende,
om by de overige Bondgenooten , door haare tnsfchenkomst, te bewerken , dat zy in deeze ontwyfelbaare gevaarlyke omftandigheden, door eene genoegzaa- me Krygsmagt, mogten gedekt wor- den.— De Gouvernante, verfcheen, den zevenden van Zomermaand, ter Vergade« ringe van hun Ed. Groot Mögenden, met eene Aanfpraak om vermeerdering der Land-
; , ''/V'" •■?'-/ (•) Nederl. Jaarb. 1757. bl. 33. S39. 172. 433-
501. 503. 587, 523- |
||||||||||
HISTORI E. 3;s
Landmagt. Zy betuigde, onder andere,Lxxxfv
van de gegrondheid der gevoelens dier bei b o e k. de Gewesten overtuigd te weezen, en dat.-------
Zy, die, reeds drie Jaaren geleden, uit 1758.
zich zei ven, daar van zigtbaareblyken ge- geeven hadt, niet onverfchillig kon zyn op een zo regtmaatigen aanzoek» die ze- dert zo veel aandrangs gekreegen hadt. „ Het Vereenigd Leger, (dus maalde zy „ den Üand der dingen af f) was nu voor „ weinig dagen den Rbyn overgetrokken,ea „ de beginzelen eener Onverzekerde Onzy- ,. digheid lieten zich van verre zien,in de ,, daadlyke beweeging om de Ooftenrykfcbe „ en Franfibe Legers op te zoeken en „ aan te tasten, in welk geval, de Party, ,, die het te kwaad zou mogen krygen, „ ligtlyk haare veiligheid zou zoeken op ., den Bodem van den Staat, die, onvoor« „ zien van eene toereikende Magt, om „ iets van dien aart af te keeren, onge- „ lukkig genoeg zou moeten worden, om „ op eigen grond het Toneel geplaatst te „ zien eenes Oorlog , waar in zy noch „ rechtsftreeks, noch van ter zyde, eenig j, deel hadt, of begeerde te neemen." Dit een en ander hadt Hoogstdezelve
doen befluiten, om, by het fcheiden der laatst gehoudene Vergaderinge , de mee- fte Afgevaardigden der Steden , over deeze aangelegene zaak, te onderhou- den 1 en thans in de Vergadering te verfchynen, om aldaar de Bringen- de noodzaaklykheid voor oogen te hou- den, om de Landmagt te vermeerderen, Aa 3 op |
||||
3?4 VADERLANJ3SCHE
Lxxxiv op den voet door Haar en den Raad van
boek. Staaten , in den Jaare mdcclv voorge? --------fteld. (*) Niet om daar door deel te nee-
1758. men in de Onlusten, of teligter in dezel-
ve ingewikkeld te worden ; maar alleen om de Onzydigheid en Onaf hangelykheid der Republiek te handhaaven, en tegen allen geweld te dekken. -—— Zy agtte zieh , zo uit hoofde van de verpligting aan den Staat als aan zich zelven,aan haar Huis, en aan de goede Ingezetenen dee- zer Landen, gehouden, dit Voorftel, met allen ernst, aan te dringen. Het gevaar was voor oogen, en niemand der Nabuu- ren , en Oorlogende Mogenheden kon een ergdenken tegen die Vermeerdering op- vatten ', vooral wanneer men deezen, met de oude Eollandfche trouwe, kon verze- keren niets anders op 't oog te hebben, dan de eige Veiligheid en Onafliatigelyk- heid der Republiek. En gefield het werd anders begreepen 3 zo was het te pood- zaaklyker om het te vreezene Onheil van zulke ergdenkende Nabuqrige Vorlten, te vroeger af te weeren. Niemand der On- derdaanen van dit Gemeenebest zou kun? nen weigeren, met eenige geringe lasten bezwaard te worden,als dienende om hun- ne Vryheid en Godsdienst, zo als de Eer van een Vryen Staat vorderde, onafhaiit ge*
|
||||||
(*) Deeze voorgeflaage Vermeerdering was $3459
lloufden en 1092 Paarden. |
||||||
HTS TOR IE.
|
|||||||
576
|
|||||||
gelyk van het goeddunken van anderen,te lxxxiv
bewaaren. boek. . Niets minder dan eene vaardige en vol-.-------
ledige toeftemming, t,ot die Vermeerde- 1758.
ring hadt de Gouvernante zich voorge- Hernaa|t fteld. Veelen , de meefte Staatsledeu, dien aan- hadden zich ook gereed getoond, tot het drang, omhelzen van dien voorflag; doch van allen hadt zy zulks niet mogen verneemen; vves- halven zy, op den drie en twintigften dier zelfde maand, zich anderwerf, ter Staats- vergadering van Holland vervoegde, niet om te herhaalen 't geen zy voorheen ge- zegd hadt; maar het nader aan te dringen; dewyl, in dien tusfchen tyd, de omftan- digheden van het Gemeenebest, in ver- fcheide opzigten , nog hachlyker gewor- den waren. „ Niet alleen de Veiligheid, „ maar de Eer van den Staat vorderde, „ dat men deeze zaak tot een fpoedig Be- „ fluit bragt, en dat de Leden, die of ,9 ongereed; waren, of nog niet bewilligd „ hadden, hoe eer hoe beter, hunne toe« „ ftemming verleenden." ----- „ Moest
9, zy,." was, naa veel aandrangs , haare
taal, „by aanhoudinge, met veele tegen- „ ftreevingen blyven worftele.n, dan zou f, zy ten minften die voldoening voor zich ,, zelven genieten, dat, zo de Republiek „ nu eenig Ongeval, of daar naa eenige „ vermindering in haar Gezag en Aanzien, „ uit deezen hoofde, zon mogen ontmoe- ,; ten , het aan haar niet te wyten zou ,, weezen; dewyl zy, naar maate van den „ nood, niet hadt opgehouden, toen het .-«.'. Aa 4 „tyd |
|||||||
376 VADERLANDSCHE
Lxxxiv n tyd was, te waarfchuwen en aan te maa-
BOEK. „ nen.' —
1758- rnet zo veel yvers herhaald en aan gedron-
Raaiinag gen, komende uit den mond eener Vbrftinne, <fer Ke- die zoo veel invloed had, ontmoette geennge egter wederfpraak , by eenige Staatsle- hre.•«" ^en> die vreesden, door het toeftemmen op die den Staat, in dieper rampen te zullen ftor- fluk. ten, dan men voorgaf dat denzelven dreig- den. De Regeerders van Amßerdam had- den geoordeeld, over eene zaak van die aangelegenheid, niet los te moeten heen loopen, en een uitvoerigen Raadflag hun- nen Afgevaardigden mede gegeeven, om te doen zien, dat geen geest van tegen- ftreeving hun bezielde; maar dat zy wei- gevestigde gronden hadden, om die Ver- meerdering van de hand te wyzen. Wy kunnen, uit hoofde van de breedvoerig- heid, alleen de hoofdzaäken aanftippen, van een Stuk geheel leezenswaardig, en te noodiger te plaatzen, dewyl het den toedragt dier zaake geheel voor oogen ftelt. Zy merkten op, dat het werk der Ver- mserderinge van de Landraagt, nu zints drie Jaaren, te meermaalen het voorwerp geweest was, van de Raadpleegingen hun- ner Ed. Groot Mögenden; doch dat de middelen tot aanpryzinge* en betoog van de Noodzaakelykheid, van tyd tot tyd gebruikt,zeer van elkander verfchilden.- Eerst hadt men daar toe grond mee.nen te vinden in eene geheime mededeeling, door den Grave van holdërnesse, in Bloei- maand
|
||||
■'.'.-'/;■';■'
|
|||||
HISTORIE. 377
maand des Jaars mdcclv, aan haare Ko-lxxxiv
ninglyke Hoogheid gedaan,, en vervolgens bo e k. door Moogstdezelve ter kennisfe van den-----—
Staat gebragt, dat naamlyk de Marquis de 1758.
MiREpoix, toen Afgezant van zyne Aller- christlyklte Majeüeit te Londen, in zyne gefprekken met de Engelfche Staatsdienaa- ren, zeer duidelyk zou te verftaan gcgee- ven hebben, dat, indien de oneenigheden in America verder voortgingen, httFran- [che Hof, het Verdrag van Aken voor ver- brooken zou houden , het ïooneel des Oorlogs in de Nederlanden overbrengen, en zyn verhaal weeten te vinden, op de Bondgenooten van Groot- Brittanje.— Be- dagtzaamheid hadt aangeraaden, zich tot geeue vermeerdering van Krygsvolk te be- paalen, vóór dat men'met zekerheid kon zien, welke de gefchikfte maatregelen voor het Gemeenebest zouden zyn,indien de medegedeelde bedreigingen waar be- vonden wierden. £n hadt men zich uit die verlegenheid gered , de vrees voor een Inval van Frankryk geheel afgeweerd, door het vastitellen der Onzydigheid , zo wel voor de Oojtenrykfche Nederlanden, als voor het Grondgebied van den Staat. Tot een tweede beweegreden, om die be-
doelde Vermeerdering derLandmagt te be- werken.hadt men zich bediend van deNaby- heid der magtige Legers, van de Vrees voor den Staat hoonendebedryven,als mede van te rugtrekkingen op het Grondgebied van 't Gemeenebest met de geringe Krygs* jaagt onbekwaam om dezelve tekeeren,en Aa 5 de |
|||||
37?T VADERLANDSC'HE
Lxxxiv de aangenomene Onzydigheid, naar éisch,
po EK. te handhaaven. Gelderland hadt, in den -----— voorleden Jaare,tot dien voordragt de eer-
1758. fte aanleiding gegeeven , en fchoon de
Leden van dat Gewest het gansch niet ééns waren, ter Algeineene Staatsvergade- ringe 'er fterk op aangedrongen. Dan de ingebragte bedenkingen van Holland had- den het'ftuk buiten befluit doen blyven; tot dat, in dit Voorjaar, Qverysfel en Gel- derland beiden het weder ter tafel brag- ten; en byzonder vorderden, dat men in- middels de voorziening zou doen, om de Troepen in dienst en foldy van den Staat in Duitscbland, binnen de Grenzen te doen komen. ----- Alle de Leden, de Ridder-
fchap en de Afgevaardigden van Alkmaar
alleen uitgezonderd , namen de Beflui- ten dier twee Gewesten over. De Regee- ring van Amjterdam, vondt, by herzie- ning, geene reden om van de voorige ge- dagten , wegens Vermeerderinge van de Landmagt, attegaan; alleen zou zy, uit toegeevenheid, in het opontbod der Duit- fche Troepen kunnen bewilligen, indien de verdere Leden van Holland, of immers derzelver meerder gedeelte, zich daar toe genegen toonden : mits Zeeland afzage van eene vermindering der Troepen, op eigen gezag; onderftaan, en in de verwagting, dat de Gewesten de aandeelen in de meer- dere kosten, uit de Vermeerdering door de Herwaardkomfte fpruitende, gereedlyk opbragten.-------Op het uitbrengen van
deezen last, hadden de Afgevaardigden
van
|
||||
H I S'T' Ö R IE.'
|
|||||||
ST9'
|
|||||||
van'' Amfterdam wel het genoegen ge-Lxxxiv
fmaakt , dat verfcheide aanzienlyke Le- boek. den, met hun even ééns dagteiï; doch te--------
vens,met leedweezen, gezien,dat de an-1758.
ders gevoelende Leden hun niet alleen in aantal overtroffen ; maar dat haare Ko<- ninglyke Hoogheid zich by dezelve voeg- de , hunne gevoelens o'nderftutté , en in twee Aanfpraaken de Vermeerdering der " Landmagt, met veel nadruks, aanbeval. Friesland , merkten zy verder op ,
hadt, wel verre van 'er in toe te Hemmen, de Raadpleegingen daar over uitgeftèld. Stad en L,ande, op het Befluit tot Ver- meerdering aangedrongen ; doch zonder redenen by te brengen. Niets dringends was 'er, om zich over de Befluiten dier Gewesten in 't byzonder uit te laaten; doch de Beweegredenen door Mevrouw e de Gouvernante aangevoerd , vorderden een nader onderzoek. ■——- In 't zelve beweerden zy , rechtftreeks tegen Haar gevoelen aan, dat eene Vermeerdering van Landmagt, op herhaalde aandrangen van Engeland, nergens anders toe zou hebben kunnen (trekken, dan om Frank- ryk in 't begrip te doen vallen, dat het Gemeenebest, hoe wel geen betrekking hebbende op de ontftaane Onlusten 'm Ame- rica j als deeze in Europa overlloegen , . gezind was, even als in voorige tyden,-' zich dezelve aan te trekken. Hier door zou men zich dat Gevaar, 't welk men zogt te ontgaan , en door middel eener veel grooter Vermeerdering niet ontgaan • kon
|
|||||||
3^o VADERLANDSCHE
|
|||||
lxxxiv kon worden, op den halze gelaaden heb-
voËK. ben. Die voorzigtige Maatregelen had-
-
ïog gehouden , en de vastgeftelde Onzy-
digheid alle vrees van de zyde van Frank*
ryk geweerd.
De bezwaarde ftaat der Geldmiedelen
onderfteunde kragtdaadig het aankleeven van deeze maatregelen. Verfcheide Ge- westen klaagden reeds jaaren herwaards, dat zy de lasten, op dien voet, niet kon- den blyven draagen; Zeeland hadt uit on- magt, buiten weeten der Bondgenooten, eene verminderinge van Krygsvolk on- derftaan. Holland, waar op de last der vèrmeerderinge, zo niet geheel , ten min Hen voor een groot gedeelte, zou aan- komen, bleef nog belast met de meefie buitengewoone Middelen ten Oorlogstyde geheeven : die van Atnfterdam hadden , hoe wel tot nog zonder vrugt, alle moei- te aangewend, om, door vericheide voor- geflaagene middelen , de lasten van den Staat des Oorlogs te verminderen: eij zou- den dezelve , door de voorgeilaagene Ver* meerdering , behalven de Aanritsgelden, <3ie niet verre van een Millioen beliepen, nog met negentien en een halve Tonfchats worden vermeerderd. Nieuwe belastin- gen zouden, derhalven, den Ingezetenen moeten worden opgelegd. Schoon deeze flegts voor een tyd mog-
ten weezen, en de Landzaat gereed ge- noeg, om 'er zich aan te onderwerpen, wanneer zy zulks aanzagen als een noodig redmjddel voor den Staat, was het nog- thans
|
|||||
HISTORIE. 3&I
thans de pligt van braave Régenten zorg lxxxiv
te draagen, dat dergelyke Plegtankers nietBQEK. nütloos verfpild wierden; maar gefpaard-------
tot een tyd dat de nood het uitwerpen 1758.
vorderde. Deeze was 'er niet, daar de Staat zich aan de Onzydigheid hieldt, en geen der Oorlogende Mogenheden een voorneemen betoonde, om denzelven aan- tetasten» doch veel eer deszelfs Grondge- bied ontzag. ------- Ook was, indien.één dier Mogenheden zulk een voorneemen
mögt koefteren, de voorgeflaage Vermeer- dering veel te gering; en de tegenwoordi- ge Landmagt,wel aangelegd, genoeg om de ftxoopende partyen af te keeren ,'ên de Grenzen te dekken. —— Voor derzelver betreedinge,door eeneder in den kryghet te kwaadkrygende Party, was geen regt- maatige grond van vreezej en de bloote mogelykheid alleen geene genoegzaame reden om 's Lands fchatkistmet meerdere uitgaven te befwaaren, in een tyd dat men, om een Fonds tot befcherming van deZee- vaard tegen de dlgerytien te vinden, zy« ne toevlugt hadt moeten neemen, tot de Kas vanjhet verhoogde Last- en Veilgeld, en men nog dagelyks moest aanzien, dat de Vlag van den Staat gefchonden, en de Koopvaardy, op eene verregaande wyze, mishandeld en bedorven werd, door eene Mogenheid, van welke men 't zelve, uic hoofde van de byzondere betrekkingen met den Staat, niet fcheen te wagten te hebben, en tegen de klaare letter der Verbintenisfen , zonder dat men tot dus verre de nopdige Geldmiddelen tot Be« fcher-
K-
|
||||||
giß VADËRLANDSCHË
|
|||||
lxxxiv fcherming van dezelve j op eene andere
Boek. wyze hadt künnen vinden, dan door het -----— leggen van nieuwe Lasten, op den Han-
1758. del, tot goedmaaking der kosten, noodig
om eenige meerdere beveiliging te verke- nen. Tegen- vVeiniff fmaakte zulk een breed Vertoog* ning der over ^lt wichtig Onderwerp aan haare Ko- Ridder- ninglyke Hoogheid, en de Ridderfchap was fehappe gereed om het uitvoerig te beantwoorden. in eene Tegenaantekening. Zeer euvel duidden zy het ontdekken van de opening door den Graave van holdernesse aan de Gouver- nante gedaan, en wilden dit Staatsgeheim liefst duifter gelaaten hebben \ doch ga* ven 'er de best mogelyke kleur aan* nu het tog het licht zag, beweerende, dat geen deelneeming in de Onlusten daar me- de bedoeld, en het enkeleen blyk van de vertrouwlyke Vriendfchap desKonings van Engeland geweest was.om het Gemeenebest op ^zelfsbehoud te doen bedagt zyn; dit ook hadt men, naar hun Voorgeeven, al- leen met den voorflag der vermeerderinge: van de Landmagt beoogd, en beoogde nog niets anders* Hier mede zogten zy het verwyt ie omleggen, dat men, van tyd tot tyd, onderfclieide Middelen hadt aan- gewend om die Vermeerdering voor te Hellen. Verder lieten zy, naa een fchets van de
tegenwoordige, huns oordeels, gevaarly- ke gefteldheid der zaake gegeeven en zich beklaagd te hebben over de weinige wei- ge- |
|||||
; HIS TORiË» 383
gerende Leden, die noch door de klaarer-xx.tiv
voordragt van den gevaarlyken Hand,noch boük.. door de poogingen vah Gelderland en------
Overysfel,noch door de overreeding die by 1758«
andere Gewesten plaats., hadt, noch door de aanmaaningen van haare Koninglyke Hoogheid, te beweegen waren, eene we* derlegging volgen van de vier redenen, voor deeze weigering hoofdzaaklyk in de Staatsoverleggingen bygebragt. Wy zul- len, der Onpartydigheid hulde doende, den voornaamen inhoud hier neder (tel- len. De eerfie was, dat de Staat, geen deel
neemende in de ontflaane verfchillen tus- fchen de Oorlogende Mogenheden, en aan dezelve geene aanleiding rot het opvatten van misnoegen gegeeven hebbende, voor een aanval op deszelfs Grondgebied niet behoefde bedugt te zyn; maar zich op de trouw der Verbintenisfen moest verlaa- ten.-----Door dezelve, begreepen zy,
werd men afgetrokken, van het eigenlyk
punt, daar het hier op aankwam, dat al- leen eigen Veiligheid op 't oog hadt; 'er viel geen gefchil meer over het deel of geen deel neemen in de tegenwoordige Onlusten, of het geeven van aanleiding om Misnoegen op te vatten. Het volgde geenzins, dat men aUe reden van bedug- ting ter zyde {lellende, zich alleen op de trouw der Tractaaten moest verlaaten , zonder voor zich zelve eene zorge te draa- gen naar de tydsomftandigheden gefchikt, anders kon men veel, 't welk nu 's Lands -i:.i'' nrid- |
||||
5§4 VADERLANDSCHÉ
Lxxxivtoiddelen bezwaarde, affchafFen. In voï-
Boek. len Vrede, wanneer 'er 'geene waarfchyn- ■ Jykheid zich opdeedt om dien geftoord te 1758. zien, kwam dit te pasfe,als dan deKrygs-
magt te vermeerderen , en andere Oor- logstoebereidzelen te maaken , ging de paaien der bezorging van eigen veiligheid te buiten, dan toonde men de trouw der Verbintenisfen te mistrouwen, en gaf aan zyne Nabuuren reden, om 'er iets kwaads uit te vermoeden : doch wanneer eene Mogenheid, te midden van een algemee- nen Oorlog onzydig gebleeven, naar ge- lange der omftandigheden zyne eigene vei- ligheid vermeerderde, deedt zy geen den minften buiten flap; maar ftelde zich al- leen in zulk een ftaat van veiligheid, als de natuur der zaake van de wysheid en voorzigtigheid der Overheid afvorderde, om het Land tegen alle onverwagte aan- vallen te beveiligen, de Onzydigheid te bewaaren ,en de Onafhanglykheid te hand- haaven. Ten tweede voerde men als een hoofd-
bewys aan , dat de bekrompe Haat der Geldmiddelen, het afzien van de Magts- vermeerdering vorderde, als niet toelaa- .tende, om, buiten noodzaaklykheid, op vermeerdering van uitgaven te denken. — Dan , in welk eene laagte de ftaat der Geldmiddelen ook moge weezen, een ftuk 't geen de voorzigtigheid verboodt met alle klaarheid te ontvouwen , men mögt daarom zyne eigene natuurlyke veiligheid piet laaten dry ven: en zouden de nood ige kos*
|
||||
r, ii i s T o' R i Ei 335
kosten tot de voorgeflaagene Vermeerde- lacxxiv
ring niet van dat gewigt zyn, dat het wel boek* of kwaalyk vaaren van 's Lands Geldmid-. delen, daar van zou afhangen. Wegen om 1758,1 de beiloodigde Penningen op te zamelen t ftonden 'er open, en was het oneindig be- ter langs deezen zich zelven ,en hetzyrje^ te behouden, dan door eene loutere fpaar- zaamheid gevaar te loopen van alles té verliezen. De uiterfte noodzaaklykheid af te wagten was in den grond der zaake niets anders . dan het werk voor altoos op te geeven , terwyl deeze daar zynde ook de onmogelykheid, om die laatfle red- middelen met vrugt te werk te Hellen, tè gelyk daar zou weezen.----- Het aange- merkte omtrent de bezwaaflyk befcherm«, de 2eevaard, gingen zy, om redenen | IHlzwygend voorby. Ontleende men een derde Tegenredeh
daar uit, dat het geenzins te denken was, dat de Oorlogvoerende Mogenheden, ie- der de handen te vol hadden * om zich meer Vyanden op den hals te haaien; — de veiligheid der Republiek , behoorde men niet te laaten afhangen van mogelyk- hedenj veel min nog kon men,eene ge« noegzaame waarborge vinden, in 't geert de Oorlogende Mogenheden ten eigen bes- te behoorden te doen, of te laaten: men deedt niet altoos hetraadz.aamftej'ook kon- den 'er, buiten opzet, zaaken voorvallen, die dezelve verpligtten eensklaps van maat-a regelen te veranderen, welke eene Onzy- XXII. DEEL, B b dirf
|
||||
336 VADERLANDSCHE
Lxxxiv dige en niet genoegzaam gewaapende Staat
boek. aan 't hachlykst gevaar blootftelden. ------- Stondt men, ten vierden, in 't begrip
1753. dat, zo men grond hadt om voor een vy-
andlyken aanval te dugten, de voorgeflaa- gene Vermeerdering te gering zou wee» zen, en dat de in dienst zynde 's Lands Krygslieden genoegzaam waren om ftroo- pende Partyen af te weeren. ------- Zy
erkenden, dat de Vermeerdering niet te-
gen een rechtftreekfchen vyandlyken aan- val; maar alleen tot dekkinge van den Staat, in deeze zorglyke omilandigheden, werd voorgeflaagen. Hier toe was het be- ftemde aantal van Volk en Paarden ge- noegzaam, en teffens noodzaaklyk tot be- houd van 't Gemeenebest, 't welk door de Manfchap thans werklyk op de been, op alle plaatzen , voor Inval bloot ftaande, niet gedekt kon worden. (*) De Ver- De Vermeerdering der Landmagt, hoe fterk meerde- 0Qfc ^00I haare Koninglyke Hoogheid be- land- geercU hoe yverig door de Ridderlchap magi gnat voorgedaan, hoe zeer gevorderd door Gel- nkudüor. derland , Overysfel, Utrecht en Stad en Lande , bleef agter wege ; en bediende men zich van Hollands en Frieslands, wei- gering om de langs hoe hooger klimmende nood der Zeevaardye ongeholpen te laa- ren. ----- Hoorden wy deeze, in de twee
jongst verloope Jaaren, met regt, (f) bit-
ter klaagen, over de mishandelingen van Groot-
( •) Ncdsrl. Jaarb. 1780. bl. 493. 497'?%5- 79&>
i.-\) Zie hierboven-, bl. 272.275. 324» |
||||
HISTORIE.-^ iß?
|
|||||
Ürmt-Èrtitanjê, tvy kunnen niet voorby, lxxxiv
hoe eenzelvig die klaagtoon klinke, we-boek« derom na denzelveii te luifteren; en zullen------■
wy dit met te min verveelings kunneni^Si
doen , daar wy middelervvyl gelegenheid aantreffen, om de Taal van Regt, Vryheid en Vaderlandliefde te hooren , fchoon ze veelvuldige Tegenfpraak moest ge- doogen, uit meer dan ééne bron voort- vloeyendö. Ondanks alle Vertoogen, van wegen de De Zee-»
Staaten by hztEngelfcbé Hof gedaan, blee- T00^xr ven de Zeerooveryen , gepaard met de %wl daar by gewoone,doch daar door niet min 'fchen fmertlyke mishandelingen, aan houden. By-biywn zonder fcheenen zy het thans uittermate ^anhoiJ* gemunt te hebben, op den West-Indi- Jchen Handel. Geen Schip , in verden- king vallende van op die Kusten te vaa- ren , bleef ongemoeid , on beledigd , of onopgebragt. Iets, maar niets noemens- waardigs, betekende het, dat de daar door benadeelde Bewoonders onzer Eilanden, Sti Eüflatius en Curacao, fcha verhaaling zogten te krygen , door Kustbewaarders uit te rusten, om de Schepen, van den Koophandel deezer Volkplantingen te be-. fchermen. Magtiger, en meer beduiden- de, befcherming vorderde de mishandel- de Zeevaard; doch moest die derven. De Kooplieden van Dordrecht, Rotter* r Óe
dam en /Imßerdam, leverden by 's Lands- Koopifc* vaderen hunne algemeene en zo zeer ge-1™^6" gronde klagten in j terwyl die te laatstge- klagten melder Stede byzonder belang hebbende in by de Bb s " in Staaten |
|||||
3&S VADERLANDSCHE
Lxxxivin denHandelop'de/iPw/JW&^een afzon*
6oEK. derlyk breedvoerig ftuk ter tafel bragten. ------ De Handeldryvende Ingezetenen van West*
1758. friesland en hetNoorder-Kwartier, als mede
en by de ^e vanFriesland, hieven foortgelykeklag- Gouver- ten aan. (*) De Afgevaardigden der Koop- nante. Heden, vervoegden zich ook by de Gou- vernante , met voordragt hunner welge- gronde bezwaaren , haare medewerking verzoekende, om tegen de Zeerooveryen» de noodige maatregelen te beraamen, en de nadeelige onderneemingen der Engel* fchen,met nadruk, te beletten, of te doen ophouden. De West- Gelyk de West-Indifche Handelaars zich lndifche gedrongen gevonden hadden, een afzon- nièXf" derlyk Verzoekfchrift over te reiken, als klaagt meer dan anderen gedrukt door het Erf zich by gelscb Zeegeweld, zo gaven ook de Be- TORKE, windhebbers van de West-Indifche Com" vein*t~Paë"*e ter voorzittende Kamer van Amfter- ongeiyk dam, by eenen Brieve, hunne Hoog Mo- ftelt. genden kennis van de Rooveryen door de Engelfcben in America aan de Nederland- fche Schepen gepleegd, als mede van de onwettige Geregtshandelingen , door de Regters, in dat Werelddeel, omtrent de opgebragte Schepen gehouden. Zy von- den ze van zulk een dringenden aart, dac zy deswegens vooxftellen lieten doen aa» den Engelfcben Afgezant^YORicß,die, wel ver-
|
|||||
(*) Men leeze dezelve in de NederL $aar$Ai&.
|
|||||
HISTORIE. 38?
|
|||||
verre van daar aan een gunflig. oor te lee- lxxxiV
nen, of ze te billyken, de klaagers in 't on- n o k k. gelyk flelde, en beweerde, dat de Engel' •-------
/eben geregtigd waren om de Nederland-17 5%'
fche Schepen, op de West-Indien vaaren- de, aan te houden en voor goeden prys te verklaaren. „ Zyne Groot -Brittanm- „ fche Majeiteit hadt," gelyk hy betuig- „ de, „ beflooten te beletten, dat de Han* „ del van Framch America gefchiedde, „ door andere Mogenheden , onder het „ fchoonfchynend voorwendzel van On- „ zydigheid; en niet toe. te laaten, dat „ een Hairkloovery over Woorden een j, Verlof' uitleverde, om met zyne Vyan- „ den eenen Handel te dryven , die, „ fchoon niet opjeteld op de lyst der „ Contrabanden, egter, in allen opzigte, „ zodanig wierd, door de byzondere om- „ Handigheden j dat zo lang de geoorlofde „ Handel der Onderdaanen van hunne „ Hoog Mögenden , die zyne Majelleit ,, nooit voorneemens was geweest te ffcoo- j, ren, zich vermengd vondt met eenen „ anderen, dien de Koning voor ongeoor- „ lofdaanzag,alle deeze Vertoogen vrugt- ,, loos moeiten weezen; te meer daar de ,, Traclaaten de wyze vanRegrsvordering, „ indiergelyke gevallen,bepaald hadden, „ en dat de Kroon geene kennis kon nee- „ men van gevallen , tot het onderzoek „ van de Gewoone Regtbank behooren- ,,de."(*) Dat (*) Neder/. Jaarb. 1758- bl. Wy kunnen ons tot
geene' wederlegginge hier van inlaaten'j wie dezelve
B b 3 mees-
|
|||||
390 VA.DERLANDSCHE
|
|||||
juxxiv Dat de Klagten der Kooplieden, in Zo*
boek» mermaand , uitgeboezemd op grond van —— waarheid (leunden leedt geen twyfel, de 1/58« Lysten van mishandelde en opgebragte De Schepen in de dagelykfche Nieuwspapie- Koopiic- ren fpraaken; men lochende in Engeland 'ïdmffer c^e gebeurteiiisfen niet, fchoon ze veel d'"m k- verzagt, geplooid , en .in de gunfligfte veren by vouw geflaagen wierden , om het lydig den Staat onregt, zo veel mogelyk, te vergoelyken. g1 de De Gevolmngtigden der Kooplieden van name*61"' /im/lerdam, beflooten om de fchade daar Lyften door aan de Beurs hunner Stad toegebragt, van fcha. met de noodige bewyzen geftaafd, hunne <te in. Hoog Mögenden, en de Gouvernante, onder 't oog te brengen, welke l^atstgemelde, in haare eerfte Gehoorverleening aan de Kooplieden , het aanwenden van haaren invloed, ia de Hooge Staatsvergaderingen niet alleen beloofd; maar toezegging ge- daan hadt, van deswegen eene Perfoneele Retnonftraniie aan het Hof van Engeland3 te zullen laaten doen, onder voorwaarde, dat men de noodige Bewyzen, op welke die Klagten /leunden, haar bezorgde. Zy bepaalden zich tot Holland/ehe Schepen, te ./Imjlerdam t'huis hoorende , zonder van de Dordrechtfche, Rotterdamfche, of andere in dit Gewest, noch ook van de Zeeuv?- fche, Priefcbe en Groningers,te. fpreeken, uneeïlerlyk wil leezen, vervoege zich tot faVerza*
vieling van Hifioüfche en Politike Tracïaaten van tien HiftorieTScbryver jan wASSBAAit I. £. bJ, «4> MS» '-'• >•';•
|
|||||
HISTORIE. 391
Dit gedenkftuk van de Engelfche Zeero- lxxxiv
very gaf de Schepen op, als mede door boek. welke Qorlogfchepen of Kaapers, waar ,-------
wanneer, en hoe zy genomen en mishan- 1758.
deld waren, met da Vonnisfen daar over geveld, en beftondt uit drie Lyften. -----
Op de eerfte waren gebragt één en twintig
Schepen , van Curacao en Ut. Euftatius komende , door de Engelfchen genomen en opgebragt, omtrent welke het Nadeel drie Mil'-ioenen, vyf maal honderd zeven en vyfïig duizend en vyf honderd Guldens beliep. ----- De tweede Lyse behelsde
vyf en dertig Schepen, die na de West-
lndien gaande, of van daar gezeild, een dergelyk lot van de Engelfchen hadden moeten beproeven, en welker fchade vyf Millioenen, één honderd en vier en veertig duizend Guldens bedroeg.------De derde
bevatte den inhoud der Verklaaringen,
van Honderd Schepen, tot eene proeve van een ongelyk grooter getal, door de Engel- fche Kaapers beftoolen, beroofd, geplun- derd, en mishandeld; men begrootte de fchade op viermaal honderd negen en der- tig duizend een honderd een en negentig Guldens. (*) In Oogstmaand werden de fcha-
(*) Lysteti van de ScKèpen, zo veelde Stad Am-
flerdam betreft, die op de reize na of van de IVest- Indien door de Engelfchen genomen zyn. Te Ara (t. 1758. Neder/. Jaarb. 175S. bl. 924.. wegens Rotter- Aam werd eene dergeiyke Lyse opgemaakt , en de fchade der Rotserdamfehe Schepen bedroeg, f 18 277/1. |
|||||
Eb 4
|
|||||
VADERLANDSCHE
|
|||||||
SS>a
|
|||||||
^xxxiv fchaden den Ingezetenen van den Staat
boek. door deeze Zeefchennis toegebragt, op - meer dan Twaalf Millioenen Gulde-ns bé- Ï758. reikend. (?) Welk eene geweldige fom-
me! en hoe verbaazend groeit deeze aan, als men 3er byvoegt de nadeelen der Ver- zekeraaren, de verarming der Zeevaaren- den, en de volftrekte ftilftand veeier Hand- teeringen aan de Scheepvaard onaffcheide- lyk verbonden! t*e De Verklaaring onlangs door den EngeU Koüplie-y£^ Afgezant gedaan, wegens het oog- voègéiT Punt waar uic zvn Koning het gedrag der zich, ten Hollander en befchouwde, met bygevoeg- derden de verzekering,. dat alle Vertoogen vrugt* jtia^e,by ioos zouden weezen, indien zy op dien w,n«£p voet den Handel bleeven dry ven (f), werd maar al te zeer bevestigd,door de van dag tot dag voortgaande, en toeneemendeZee- rooveryen en Verbeurtverklaaringen. Dit baarde lijstloosheid en kwyning aan den eenen, en verdubbeling van het geroep, om herfiel,en befcherming, aan den. ande- ren kant. De vooxnaamite Kooplieden der twee groote rfandelfteden Amßerdam en Rotterdam zogten, zo veel mogelyk, de nedergella^genen op te beuren, en de ver- bitterden cot bedaaren te brengen, door de belofte om,ten derde maale,enzodikwyls de nood het zou vorderen, alles iri 't werk tß.
(*) Wagekaaïi Verzameling van.Hiß* ?».P-o(s.
Trattaaten, I.D. bi. 249. (ij Zië bier boven bl. 3% ' >'
|
|||||||
HISTORIE. 393
je (tellen, wat zy dienftigst oordeelden tot lxxxiv
bevordering van 't belang des Handels. In b o e k. de eerstgemelde Stad vergaderden zy da- —^ gelyks, en beraadflaagden om hunne ver» 1758, iiieuwde Klagten, gepaard met den Voor- dragt'van de welgegronde Vreeze, voor een geheel verval des waggelenden Han- dels, by. J3urgerneefteren in te dienen, eu derzelver medewerking tot herfiel te ver- doeken. De uit hun midden Afgevaardig* den kreegen een gunftig gehoor. Wel* haast beflooten zy, naa onderling overleg met de Kooplieden van Dordrecht en Rot' ter dam, voor de derde keer, een plegtig Gezantfchap naar den Haage te zenden, 'e Zelve, beftaande uit de aanzienlykfte Koop- lieden der drie gemelde Steden,(*) droeg mondeling de vernieuwde klagten van den gedrukten Koophandel en Zeevaard, aan de eerfte Staatsdienaaren voor, en lever- den, op den negenden van Slachtmaand, een Vértoog over aan de Gouvernante, hoofdzaaklyk hier op neder komende. • „ Haare Koninglyke Hoogheid hadt, inhoud „ op v»n hun
,.,#..... -,-. - ^Vertoog.
(*) Uit Darch-echt verfcheenen de Kooplieden,
brui« en K R e N A; uit Amflerdam ter b o r c h , VAN HOBOÓKE, VAN E EGHE», DB HARDE,
CORDES, RAEP, WYNKOOP,NAGEL, BRUIN, DEDEL, WEIL AND, TER BROEKKE, F R A I.' SINET, TEXIER, ANGELY, VANKERCHEM, DEVRY, NEEL, AMYOT en TAVARES; Uit Rotterdam van dk walle , meinders , ho.i
BE, OZY, BAELDE, D E C A Lï Z, R O CHO S SB Na
XZEftDOOBN eU ZWYNDRECHT. Bb $
|
||||
394 VADERLANDSCHE
|
|||||
Lxxxrv „ op 't zien der laast ingeleverde Lyften
boek. „ van fchaden, wel gelieven te verklaa- 1758. „ dagt hadt;'dat, indien het zo voortging, „ het verderf van 't Vaderland daar uit te ., wagten was , en 'er, tot troost, by te „ voegen, dat zy byzonder belang hadt „ by dit Vaderland, en geen ander Vader- „ land erkende dan dit Land, 't welk zy ,j voor haar eigen Vaderland hadt aangeno- „ men; dat zy deswegen alle mogelykezor- „ ge zou draagen, om niet alleen het ge» „ beurde herßeld te krygen;maar ook zo« „ danige middelen zou helpen beraamen, „ als met de Eere van het Vaderland, en „ het Welzyn van den Koophandel over- „ eenkwamen; dat haare Befcherming van „ den Koophandel niet flegts in woorden „ zou bellaan; maar in daaden* „ Met deezen troost hadden zy hunne
,, Zenders mogen opbeuren; doch thans „ het ongenoegen om haare Koninglyke „ Hoogheid lastig te vallen , met eene „ Lyst van èen en zeventig Holland/ehe „ Schepen, ter waarde van Dertien Mil- 9, lioenen Hollandfche Guldens , zints de „ tweede Gehoorverleeningj door de En' „ gelfcben, genomen en opgebragt. —frfjrs, „ Van de toegezegde Onderhandelingen, „ en de daar uit gefchepte hoope der icha- „ vergoedihge , was nog niets gekomen. ,, En moeften zy, met de uiterfte aandoe- „ niug, en verfchuldigden eerbied, zeg« ,j -gen, dat de Befcherming, op welke zy „ hadden gehoopt, verre van te vermeer- „ dè-
|
|||||
HISTORIE. 395
|
||||||||||
,,, derenjdigelyks verminderde; aangezien lxxxiv
j, verfcheide Ooriogichepen, van derzel- boek. ,, ver Reizen in de Havens deezer Landen-----—
„ te rug komende , onttaakeld , afge- 1758»
„ danke, en genoegzaam geene andere in „ derzelver piaatze uitgerust wierden; dit „ bragt het water dagelyks langs hoe na- 9, der aan de lippen. „ Zulke verregaande Onderneemingen,
„ konden niet naiaaten , een d.oodlyken „ krak aan den Koophandel in 't byzon- „ der, en aän het Vaderland in 't alge- „ meen , toe te brengen. Het verloop „. was in alles zigtbaar; en de naderende „ werklooze Winter fpelde een ondraagly- „ ken last voor Diakonien en Armenhuizen, ., Dit alles bewoog hun tot het herhaa- „ len,en nader aandringen,der voorgaan- „ de Verzoeken, om de medewerking van „ haare Koninglyke Hoogheid tot fpoedig w Herftel der geledene Schaden,tot voor- „ koming van verdere, den Handel geheel „ verdervende , Nadeelen." Het Antwoord hier op bekomen ,fchoon, Ant-
in den aanvange , niet vry van verwyt, woord |
||||||||||
behelsde, egter, eenig;e moedgeeving, en
|
vernante.
|
|||||||||
liep op deezen zin „dat zy zeer wel (vist
„ haar woord gegeeven te hebben, tot be- „ vordering van de Belangen der Koop- „ lieden; maar 't was aan Haar niet te wy- •9j, ten, dat de zaaken tot nog niet van ge- „ daante veranderd waren; dat zy zeer „ aangedaan was, over de fchade, die de s, Koophandel leedt, en de nadeelen daar „door het Vaderland overkomende; dac |
||||||||||
VAÜERLANDSCHE
|
|||||||
396
|
|||||||
lxxxiv,, zy, by het Engelfche Hof, de fterkfte
boek. ,» poogingen aangewend hadt,en nogaan- —-— „ wendde, en reden hadt om te gelooveu 1753. „ hoe in dat Ryk wel teti voordeele van „ de Republiek werd gearbeid; doch dat „ 'er zekere zaaken, om Herftel in deezen „ te bekomen, van fchikkingen des Parle* „ ments afhingen; en derhalven de Koop- je lieden verzogt nog vier of vyf weeken „ geduld te hebben-, by aldien 'er dan „ geene verandering kwam, zou zy moe- „ ten betuigen gedupeerd ie zyn door bet „ Engelfche Hof; doch zy hadt reden om ,, zulks niet te gelooven;dat zyyzorasmo» „ gelyk , verfiag van zaaken zou laaten „ doen, en betuigde allen belang te nee^ „ men in 't weivaaren van 't Gemeenebest, „ van welks weiweezen haar eigen be<- „ lang, dat van haare Kinderen en Huis, „ als mede haar Agdng, afhing; dat zy „ last gegeeven hadt, om de Schepen na „ Curacao en St. Eußatius te convoyee« „ ren, welk Convoi de aldaar liggende ,, Schepen zou afhaalen; dat zy ééns en 5, andermaal beloofd hadt, en nu ten der- „ den maale herhaalde, alle mogelyke po'o- „ gingen te zullen aanwenden , om in ,, deeze zaaken te voorzien, en hoopte, ,, dat, wanneer zy de Kooplieden ten „ vierde maale weder ontmoette , zulks ,, in gelukkiger omftandighedenzynmogt; „ by herhaaling moest zy hun nogmaals „ verzekeren', dat zy altoos zou zoeken g, te toonen het weivaaren van den Koop» „handel in deeze Republiek befchouwd ^ te hebben als haar eigen belangen." |
|||||||
HISTORIE, 3ftf
Hoe zeer ditUitftelvan vier of vyf wee- lxxxiv
ken, op een tyd dat elke dag en uur ver- boekj dere fchade dreigde en daadlyk toebragt,—-----
grievende fmert baarde $ was 'er niets an-1758.
ders op dan daar in te berusten, en af te ne wagten of die Verzekeringen van Daaden Koopiie. gevolgd wierden.— Slachtmaand liep niet <jen ji ten ende of men meende, dat die heueh- ^"geroe^ lyke dag aanbrak. Een byzonder daar toe pen. afgezonde Renboode verzogt, dat eenige Afgevaardigden uit de Kooplieden van Amflerdam en Rotterdam, ten fpoedigften, in den Haage mogten komen. De ver- haaiting deedt de Kooplieden denken, dat het zo fpoedig mogelyk beloofdVerßag, hun. zou gedaan worden, en zy ftreeïden zich met iets gunfligs te zullen verneemen. 't Verlangen gaf vleugels aan zes Kooplie- den, vier uit Amflerdam en twee uit Rot- terdam (*), die, met allen fpoed, na de Hofplaats trokken, en den zes en tvvintig- ltea Gehoor hadden by de Gouvernante en haaren Geheimraad de Larrey. Hun werd ter hand gefield het Affchrift van eenen Brieve, door der Staaten Afgezant* hop aan den Griffier fagel gefchreerai , inhoudende een berigt van den ftaat der Onderhandelingen, tusfchen httEngelfche Hof en hunne Hoog Mögenden, over de Klagten den Koophandel betreffende. Ver*
|
||||||
(.*) Uit Amflerdam de Kooplieden vaW d'b
POLL, TEST AS, TER &OKCH en HEEt, UfC
Retterdam baelde en vak db walle..
|
||||||
393 VADËRLANDSCHE
Lxxxiv Verwondering en verbaasdheid tekeri-
BEOK. den zich op gelaat dier Heeren als zy ------- laazen, dat de Heer pitt, den Afgezant
175IL hadt te verftaan gegeeven, hoe, van we-
Veiftaan §en ^e Omftandigheid der zaake-, het nog een on- al een geruimen tyd zou aanloopen, eer gunftig 'er een Verflag kon worden uitgebragt, om verflag f,et ^en Koning voor te leggen; dat hy geland] ondertusfchen, zo voor zich zelven, ais "" voor de andere Heeren V«n Het Engehch Staatsbeftuur , wel kon 'verzekeren , dat
'er eene geneigdheid was om aan hunne Hoog Mögenden genoegen te geeven , voor zo verre de Klagten hunner Onder- daanen wel gegrond waren,om alle verdere verwydering te weeren; doch dat hy tef- fens moest zeggen, hoe 'er zich twee zaa- ken op deeden, die men in Engeland niet zou kunnen toegeeven. Het vaaren en han- delen op de Franfche Eilanden, en den Aanvoer van Scheepsbouwfloffen na Frank- ryk: ten welken opzigte hy hoopte, dat hunne Hoog Mögenden zich naar redelyk- heid zouden laaten vinden. De misflagen, in het neemen en opbrengen der Schepen i zou men tragten te herltellen , als mede die in de Regtspleegingen zouden mogen begaan weezen ; en, in een volgend Par- lement, tragten te bewerken, dat, door het veranderen der Acte tot aanmoediging der Zeelieden gegeeven, die de genomene Pryzen hun ten eigendom toekende, alle Plaageryen belet wierden; dan om dit al- les uit te werken, werd Arbeid en Tyd vereis cht. Die
|
||||
HISTORIE. 3£c>
Die zelfde verwondering en verbaasd- lxxxiv
heid greep de Kooplieden in Amfterdam boek* en Rotterdam aan, als zy , by de weder- ■-■■ komst dier Afgevaardigden t hun opgevat-1758. te Hoopte leur gefield, en hunne Vrees j}e opnieuw gaande gemaakt, vonden. Het Koopi'e- bleek, dat het gedugt en fchadelyk ver- «ten *»e* wyl niet alleen zou aanhouden; maar dat133"1^1, men in Engeland even ongenegen bleef, ^H j^ om \ ten opzigte van het weezen der zaa- zending, ke, eenige verandering te maaken; niets was 'er gevorderd tot het bekomen van Schadeloosstelling voor de geledene onge- lyken, tot het erlangen van Zekerheid om. den Handel, volgens de Verbintenisfen, / vry van de kwellingen der Engelfchen te mogen dryven. Alles wat deei hadt of nam in den Handel was misnoegd* De Kooplieden hielden hun gegeeven
woord om, zo dikwyls de nood het eisch- te, alles ten voordeele van den verdrukten Handel te zullen aanwenden, en beleiden, in deeze nieuwe benardheid, eenige Afge- vaardigden uit Amfterdam en Rotterdam , in het Dorp Alphen , eene Zamenkomst om te overleggen wat hun, ter voortzet- ting van het Handelbelang, en het belang des Lands, zo nauw aan elkander ver- knogt, te doen ftondt. Op die byeen- komst, den vyf en twintigften van Slacht- maand, viel het befluit der verdrukte Han- delaaren, om, op nieuw, eene Bezending na den Haage te fchikken, en ten vierde maale de nadruklykfte Vertoogen te doen. Eene Bezending, talryker dan de voorgaan- de, |
||||
4©o VADERLANDS CHË
txx&iv <je? en. vermeerde*cL raer daar aan toégë-
feoEfc. voegde Kooplieden"nii Noordholland, dië ' 1^58., den (*), werd benoemd om haare Koning- lyke Hoogheid een Vertoog voor te hou- den , en over té leveren, te Amfterdam opgefteld 3 waar in ; dezelven, naa eene voegeiyke. Inleiding., afgenomen van de voorgaande vrugtloos gedaan e klagten, en eene wederleggende^ ontleding van ,den troostloozen Brief des Afgezants h o# , die niets dan Uitfiel en onaanneehielyke Voorwaarden bevatte , zich dus lieten hooren. inhoud ?j Uwe Koninglyke Hoogheid ziet uit huDsVèr- j, alles klaar, dat by het Ujtftel, 't geen toogs. it de Handel, nu zedert Mei, heeft moeten „ ondergaan, nog een onbepaalde geruime „ tyd zal moeten gevoegd worden _, eer „ men eenig antwoord, men zwyge iets „, voldoende, ontvange. — Waar zal ': -. . . 5j het^ '.('"•) Zy waaien veertig in getal,' wegens1 Dord-
recht de Kooplieden k e ena en hooost ÄAA- ies; wegens Arnfierddm, vandÉ voll, teb. JtOBtH, LOQtfET, DEDEL, NEEL, DE HAR-
DE, VAN EEOHÈN, VAN VOtiÉHHOVEHj BRUIN, VAN HOBOiOKE, ANOELY, TE-2ÉIER. REIGER B0SC3, EAÏB, DEHE UV1 tLB , Ä M- YOT, FIZEAÜX , DE WIT, AMESHOF , DU TILII, BOSCH, VAN -KEBCHeM, D'E'VRT erf TAVAREZ; wegers Rotterdam.]z. hope,kiéin-'
DERS, VAN DE WALLE, BA È L D E , V A N D E N
EINDE, YZENDOOBN, ZWYNDRECHT, R O- CHussEN,en de galz, wegens Noordholland,
BB O V W É R , V I S S E R', T. L. ROGGE, A» R O G G E»
en hadden deti zevenden van Wintermaand Gehóóri
|
|||||
.
|
|||||
HISTORIE.
|
||||||||
401
|
||||||||
5, hét,-in dien tyd,en naderhand,met denLXXxiv
$, Handel en Zeevaard heen ? Eerst goe- boek» „de. Woorden op goede Woordenj dan-------
,j Uitftel op Uitftel % en eindelyk een 1^58.
„ Voorfchrift van Voorwaarden , waar ,, aan de lydende Kooplieden niet können „ voldoen, en voor den Handel in \ al- „ gemeen onaanneemelyk. •— De Koop- „ lieden hebben 't oog op het Onder- „ fcheid, dat men in Engeland wil maa- „ ken, met opzigt tot Goederen uit Bar* „ ken, of van Land, gelaaden : als mer „ de, op de ruïne van den Handel en Zee* „ vaar dop de Oostzee, en geheel Rusland, „ en op de Vaard van de eene Plaats in „ Frankryk na de andere. — Dan zal 'et „ aan de twee groote oogmerken voldaan „ zyn $ de Zeven Gewesten kunnen dan 4, niet meer Onzydig gehouden worden $
t, zy zyn ingewikkeld in den Oorlog $ hun „ Handel en Zeevaard is bedorven. De 5, dagelykfche Ondervinding toont dit
„ klaar, al zyn de Woorden niet dan Ho* „ nig en Zuiicer. „ En men vleije zich niet, dat het be*
„ ter zou zyn, wanneer de Staat blinde* „ lings in alle de maatregelen van Enge- „ land tradt : dewyl de Gefchiedenisfen „ van voorige tyden leeren , dat even, „ toen , wanneer de Staat op 't nauwst „ met Engeland verknogt was, de Öche- „ pen van de önderdaanen der Republiek „ op dezelfde wyze behandeld wierden, „ en dat op den tyd, wanneer onze Truc- je pen het Koningryk van Engeland^ en xxii. deel. Cc al-
|
||||||||
1
|
||||||||
402 VADERLANDSCHE
|
|||||
Lxxxiv „ allen welmeenenden Britten, de hand
boek. „ booden, tot hunne verlosfinge van de
——— „ laatfte zeer gevaarlyke Rebellie, de
l75%' » fchade, door de Engelfchen, aan onze
„, Scheepvaard en Handel toegebragt, op
„ tien Millioenen Guldens begroot werd.
„ Laat het uwe Koninglyke Hoogheid
„ dan niet verveelen, dat de Koophandel,
,3 door alle deeze redenen geperst, en tot
5, het uiterfte gebragt, zich wederom tot
„ Hoogstdezelve keere, met herhaald
„ verzoek, en eerbiedigen aandrang, dat
„ het uwe Koninglyke Hoogheid behaa-
,, ge haar te helpen uit den dringenden
„ nood.
„ Laaten de Kooplieden daarom de vry-
„ heid neemen, Uwe Koninglyke Hoog- „ heid deeze twee Middelen voor te ftel- „ len, welke de Koophandel, met reden, „ mag denken van de uiterfte nntheid te „ zullen weezen. — Het aanwenden , „ naamlyk, van de allerkragtigfte poogin- „ gen tot het bewerken van Herftel in „ Engeland, tot Vrygeeving van den zeer „ grooten Schat, aldaar , tegen regt en , reden , opgehouden wordende. — En „ het verkenen van genoegzaame Befcher- „ ming voor de Zeevaard door de geheele „ Wereld. „ Deeze twee zaaken meenen de Koop-
je lieden,onder eerbied, ten uiterften,en „ op 't allerfpoedigst, noodig te zyn , om. „ dien aanzienlyken Schat van den Han- ,, del, die in Engeland ligt, en dagelyks „ aanwast, te herkrygen ; op dat, met „ huL-
|
|||||
Historie. 403
|
|||||
j, hulpe van god Almagtig, voorgeko- txxxiv
„ men worde de ruïne van zo veele braa- Boëï, j, ve en eerlyke Lieden, de fteünen van------•
», den Handel, welker Eer hun zo lief is 1758.
• ï, als hun Leeven; welker val ohmiddelyk .>, naa zich zal fleepen, het verderf van „ alle Handwerken , Manufacturen , en ,3 Ambagten ; en aan min Vermogenden „ den allerbitterften honger en kommer, in „ den op handen zynde Winter, zal doen „ gevoelen. — De eerfte bewyzen daar „ van komen niet aan het Hof Van uwe ,, Koninglyke Hoogheid , wy ondervin- j, den het reeds; wat zal het in 't vervolg ,, zyn ? Uwe Koninglyke Hoogheid ge- „ loove ons, het water is aan de lippen , >, de elende wordt dagelyks gfooter, en „ men zal,in 't kort, buiten ftaatzyn,hoe ,, geneegen anderzins, aan de Armen 4, handreiking te doen. ,, Hoe noodzaaklyk en gewigtig de goe*
j, de uitflag van dit Eerfte Punt voor den ,, Handel is , niet min dringende is de ., nood , om den Kooplieden het Twee- „ de Punt van hun Verzoek toe te ftaan $ „ te weeten, genoegzaame Befcherming >t voor de Zeevaard door dé geheele We- ,, reld. — Oorlogfchepén , Mevrouw f ,, zyn 'er. noodig om hun te beveiligen,* „■ op dat men hier te lande niet verder ,. geruineerd raake, op dat, wanneer de „ minzäame handelingen , en de groote „ beloften niet beantwoorden aan de ,, verwagtinge , die men nog ten goede ,j voedt, de Republiek in itaat moge zyn ,. , Cc-a „ op |
|||||
VADERLANDSCHE
|
|||||||
404
|
|||||||
lxxxiv „ op haare eigene Magt te vertrouwen; en
boek. „ dat, wanneer al het onze, 't welk in -------; „ Engeland is , verlooren zal weezen ,
1758. „ wy ons zelf kunnen helpen, en in ftaat
„ zyn het geleden ongelyk te wreeken. „ Laaten de Kooplieden voor zich zel-
„ ven en voor allen, die van den Koop« „ handel moeten leeven, deeze Voorzorg „ van Uwe Koninglyke Hoogheid mogen „ afftneeken. Stel hun in ftaat, door Oor- „ logfchepen, hun Vaard en Handel gerust „ te kunnen voeren, laaten zy daar op ,, ftaat mogen maaken, en van uwe Ko- „ ninglyke Hoogheid, die het voornaam- „ fte beftuui in de Staatsfchikkingen van „ de Republiek heeft, niet weder verzon- „ den worden na anderen. Het hangt, „ vertrouwen ze alleen van Uwe Koning« „ lyke Hoogheid af, hun te helpen; het „ behoeft Uwe Koninglyke Hoogheid maar „ één woor'd te kosten, om tot de noodi- „ ge fterkë Toerusting te doen befluiten. „ Niemand, die dezelve tegenwoordig aan s, de Vermeerdering der Landmagt, of iets „ anders, hegt, zal zich daar verder tegen „ ftellen; te minder, om dat men wel mag j, vastllellen, dat niemand der Leden van de „ Hooge Regeeringe aan de Noodzaaklyk- „ heid van de Befcherming ter Zee twy- „ feit. ——» Wie van de Kooplieden zou ,, zich verder durven in läaten in deeze „ zaak van Staat ? Wie van hun zou dur- ,, ven onderftaan te beflisfen, ofde Ver- ,', meerdering te Lande even noodig is, ,, als zy verzekerd zyn, dat eene formi- „ da-
|
|||||||
HISTORI E. 405
,, dabele Equipagie ter Zee is? Niemand lxxxiv
„ zal zo ftout zyn. boek. „ Dit meenen zy evenwel, onder eer> —■—
„ bied en met de uiterfte hoogagting voor 1758. „ de wyze Raadsbefluiten der Staaten, te i, mogen zeggen, dat wanneer de Vermeer- „ dering gefchikt is, om, vroeg of laat, „ gebruikt te worden aan dien kant, daar „ de Republiek, nu zedert zo lang aan» „ getast en beledigd is, met naame totBe- „ fcherming des Handels, men dezelve „ niet morgen, maar heden, wenscht be- „ llooten te zien. —- Wanneer dezelve „ dan gepaard gaat, met een genoegzaam „ getal Oorlogfchepen, dan is 'er middel „ over, dat de Republiek en derzelver „ Gezag wederom, als van cuds, geëerd „ en ontzien worde. „ Heeft eene wanhoopende drift, Me-
„ vrouw en Koninglyke Prinfes! de Koop- „ lieden te ver verleid, vergeef het hun, „ zy fpreeken voor Vrouw, voor Kinde« „ ren , voor 't Vaderland en voor uw „ Vorstlyk Huis. 't Is ver van daar, „ dat zy de Republiek in een twyfelagtu „ gen Oorlog tegen een magtig Koning* n ryk zouden willen inwikkelen; neen, zy verlangen niets dan eene zekere Qn*
„ zydigheid, en gelukkigen Vrede, te mo- }J gen genieten. —— Zy weeten, dat t de kans des Oorlogs onzeker is; doch ', zulks moet, onder verbeteringe, niet i9 maaken, dat men zich te laat in Haat „ ftelle? als men zo verre onderdrukt is, Cc 3 „ dat |
||||||
VADERLANDSCHE
|
|||||||
4o6
|
|||||||
Lxxxiv „ dat 'er geen opkomen meer gehoopt
Boek. „ kan worden. - ■ — „ En, omtetoonen, Doorlugtige Vor-
lag 8. „ ftin! hoe verre de Kooplieden, aan den „ eenen kant, afzyn van Oorlog tegen hun- „ ne Onderdrukkers te willen; maar, aan „ den anderen kant, wenschten dat deRe- ,, publiek , door haare eigene Magt, en „ nieuwe Verbintenisfen, zich in poftuur ,, ftelde, om haaren verderen ondergang „ te voorkomen, zo neemen zy de vry- ., heid nogmaals teherhaalen, 't geen zy „ zo menigmaal voorgedraagen hebben, „ dat naamlyk, eene aanzienlyke ßezen^ j, ding, uit het midden der Vergadering^ „ van Hunne Hoog Mögenden, naar Enge- ,, land gedaan worde, om by den-Koning „van Groot- Brittanje een . fpoedig en „ voldoenend Herftel te bewerken , en „ daar op ten fterkften aan te dringen, „ om eindelyk eene volkomen Genoegdoe-? „ ning van de geledene fchade te erlan- >, gen. „ En, zo zy niet dagten, dat het zou
„ gelyken, als of zy de Raadpleegingen „ van hunne wettige Regeeringe wilden „ vooruitloopen, zouden zy tevens voor- f (lellen, dat "er gelyklyk met de Bezen- „ ding na Engeland, verfcheide Commisv j, lien na Ruslana, Spanje s Zweeden en y Deenemarken befteld wierden, om, by w een weigerend Antwoord van het En- gelfche Hof, zich te kunnen verzeke* „ ren van de Verbintenisfen, hulp en by* „ ftand
|
|||||||
HISTORIE. 407
„ ftand der gemelde Hoven, om de Alleen- lxxxiv
„ heerfching der Engelfchen ter Zee met b o e k. ,, ons te helpen tegengaan." - ■■ ■ Deeze Aanfpraak , van eenen zo veel 1758.
betekenenden en dringenden Inhoud, werd Ant< riet voorgedraagen met de koele onver- W00r.i fchilligheid eens Redenaars, die zich het der Gou- behandelde onderwerp luttel aantrekt, de vernante. Heer van de poll, het woord voerende, gaf, de taal van't hart fpreekende, allen klem aan de woorden, en zette een by- zonderen nadruk op zommige uitdrukkin- gen, welke de ßyftanders befpeurden, dat de Gouvernante trof. ------- Haar Ant- woord was, in den aanvange eenigzins op den ouden toon geitemd; doch klonk verr volgens fterker, en gaf te kennen waar aan eigenlyk de zaak hing, de Steden van Hol- land , die tegen de Vermeerdering der Landmagt, op 't voetfpoor van Amfier- dam, zich verklaard hadden , moeiten met Naamen de fchuld van alles, draagen. Het antwoord van Haare Hoogheid luid- de. „ Dat zy met leedweezen , den „ tegenwoordigen ftaat van den Koophan- ,, del aanzag, en over denzelven niet min- >t der aangedaan was dan iemand der Koop- „ lieden; doch het was haar fchuld niet, ,, dat dezelve niet meer befchermd wierd, „ dat aan de Magiftraaten der Steden „ Dordrecht, Haarlem t Amflerdam,GoU' „ da, Rotterdam en Brielle , de reden „ moest toegefchreeven worden, waarom „ de Land en Zeemagt, zich in geen be- „ teren ftaat bevonden; dat zy Gouver- Cc 4 „ nan« |
||||
4o3 VADERLANDSCHE
lxxxiv „ nante niet hadt opgehouden te werken
boek. „ om aan de Kooplieden genoegen te gee- ------- „ ven, waar van ten blyke ftrekte zekere
1758. „ Brief, door den Koning van Engeland,
„ haaren Heer Vader, aan haar geichree- „ ven (*y, dat zy onderrigt was, dat de „, Collonel York e verzogt hadt, dien ,3 zelfden morgen een Mondgefprek met „ hunne Hoog Mögenden te houden, om 9, in Onderfeandelinge te treeden over dee- „ ze zaak, en dat zy hoopte dat zulks van „ eene gewen&chte uitwerking zou wee' }, zen." ----- Hier mede brak zy haar
Antwoord af, in het heengaan na een an-
der vertrek, 'er byvoegende , „dat , de ti Kooplieden, zulks goed vindende, ver- „ der met den Heere de larrey , haaren „ Geheimen Raad, konden fpreeken." De ont-' Alles deed hun vermoeden, dat hun moeting yertoog, hoe gegrond, hoe nadruklyk, Kr Iie hoe hartroerend, in vrugt gelyk zou ftaan de°n°by " met 4e voorgaande Aanfpraak ;, ja, dat EE LARr Zy
(*) Deeze Koninglyke Brief, van welken de Koop.
lieden een Aifchrift Kreegen, betekende niets, meer dan 't geen reeds bekend was, en behelsde niets ftel- lins omtrent de groene zaak, „ Men is," fchreef Koning qeorok aan zyne Dogter, „ thans met de daad bezig om de zaaken der Hollanderen te
" behandelen, en yok^ zal eerstdaags de noodige " InuTU&ien hebben om eene Overeenkomst te be- '' raamen, naar genoegen van de Republiek. Men zal verder mjddelen tragten vast te ftellen om de
", Bwitenfpporighedeu der Kaaperen te beteugelen. |
||||
.■ . :
|
|||||
Hl S T O ft I E. 409
zy het misnoegen der Gouvernante, door lxxxiv
eeiie vryere, taal dan zy gewoon was te boek. hooren, gewekt hebbende, van een nade--------.
re handeling met den Geheimraad , tot 1758.
welken zy verzonden waren., even zo wei- nig mogten verhoopen. Zy wilden dit, nog« thans, niet onbeproefd laaten, en verzog- ten gehoor by den Heer de larrey. Eenige Afgevaardigden uit dit aanzien- lyk lichaam van Kooplieden, traden met hem in een omilandig gefprek, over de fmertlyke toeftand van het Gemeene* best, over het groot verfchil tusfchen de Vermeerdering der Landmagt en de Uit- rusting der Oorlogfchepen, hoe voor de eerfte geene dringende redenen waren, die ze teritond noodzaakiyk maakten j maar zeer veele, en allerdringendlte, voor de laatfte, 't welk zy met een overwigt van bewyzen aandrongen. De larrey gaf 'er omtrent het zelfde op te houden als de Gouvernante gedaan hadt,'twas de fchuld van haare Koninglyke Hoogheid niet dat 'er geen Herftelling kwam. Zy hielden nader aan; en eindelyk kwam, 't zy in eene vlaage van drift of verlegenheid, • of met opzet om met ééns alles te zeggen, het hooge woord 'er uit, „ dat het voor de ,, Vrouwe Gouvernante een PoinB d'Hon- „ neur was geworden, om in geene Equi- n pagie ter Zee te bewilligen, zonder eene „ Vermeerdering van Troupen te Land; en „dat hy de Kooplieden niet durfde vleij- M en met de wedergave der Schepen Cc 5 „ en |
|||||
VADERLANDSCHE
|
|||||||
4io
|
|||||||
Lxxxiv „ en Goederen door de Engelfchen geno-
KOEK. „ men!" —— Verbeeld u hoe den Koop- -----— lieden dit op 't hart viel; die, naa zulk
1758. eene taal, niets van den Geheimraad te
hoopen hebbende, vertrokken.
Misiioe- £)e Kooplieden , van de deugdlykheid Gouver- hunner zaake overtuigd,en bewust van het nante aandeel, 't welk 't geheele Volk in dezel- over dieve zou neemen , hadden de Aanfpraak Bezen- jjoen drukken, en werd deeze, zo ras ze Am-6n §edaan was, in de Boekwinkels openlyk fpraak, by duizenden verkogt. Deeze omftandig- Zy dringt heid vermeerderde het reeds gaande ge- op het worden en hooggereezen misnoegen der ^rè^der Gouvernante, die, op den elfden van Win- Land en termaand , ter Algemeene Staatsvergade- Zeemagt ring verfchynende, in den nieuwen Voor« aal)- ilag over Noodzaaklykheid der Vermeerde- ring van de Land en Zeemagt, te verftaan gaf met welk een oog zy die Bezending der Kooplieden aanzag, en hoe zy over de gedaane Aanfpraak oordeelde. „ Die „ Bezending," fprak zy, „heeft beftaan „ in een aantal van Veertig Kooplieden, „ niet minder opmerking verdienende dan „ de Aanfpraak, welke zy my hebben ,, voorgeleezen, en waar van een ruim ge- ,i tal Afdrukken, by voorraad gedrukt, „ onmiddelyk alom is verfpreid geworden, j, Ik zal, voor het tegenwoordige, daar s, op geene aanmerking maaken, dan alv „ leen dat dezelve Aanfpraak niet fchynt ,, ingerigt, om de aangevangene Onder« „ handelingen met Engeland gemaklyker, v te
|
|||||||
HISTORIE. 4!i
|
|||||
„ te maaken, of de Natie te faeweegen tot lxxxiv
„ gevoelens om een Verdrag de voorkeur boek. „ ce geeven aan eene Vredebreuk met die------.
,, Kroon."---- VVyders hadc zy, in dee 1758.
zen Voorflag, verzogt, dat hunne Hoog
Mögenden , daar hunne ernftige en her- haalde poogingen, om Holland-, Zeeland en Friesland^ tot de voorgeilagene Ver- meerdering van de Landmagt en van de Uitrusting ter Zee tot nog toe vrugtloos geweest waren , op middelen bedagt ge- liefden te weezen, om, hoe eer hoe be- ter, ^.daar een einde aan te maaken; deels om te voldoen aan de fterke en regtmaati- ge aanzoeken van Gelderland, Utrecht, Overysjel, en Stad en Lande; deels om te gemoet te komen, aan het vuurig en ge- grond verlangen der Handeldryvende In- gezetenen deezerLanden, die, niet tegen- gaande hunne bewustheid, van de aange- vangene Onderhandelingen tusfchen Groot- Brittanje,zn hunne Hoog Mogenden,als me- de van haare byzonder aangewende poogin- gen, voor de vierde keer,haar eene Bezen- ding hadden gedaan, om aan te dringen op eene aanmerkelyke vermeerdering van 'sLandsZeernagt, „'t was thans." dus befloot zy, „meer dan tyd om een einde te maaken, „ aan de Raadpleeginge over de voorge- „ flaagene Augmentatie te Lande en Equi* „ pagie ter Zee, op welke beiden zy al- „ toos op het kragtigst gedrongen hadt, „ en zonder welke beiden zy, in gemoede „ overreed was, dat de Staat aan alleOn- „ heil
|
|||||
VADERLANDSCHE
|
|||||||
41*
|
|||||||
Lxxxiv „ heil en Gevaar, zo voor het tegenwoor-
BOEK. „ dige, als het toekomende, blootgefteld -----— „ was, en blyven zou!"
1758. Een Affchrift van dit Voorftel, voor 't
Ken Af-welk de Gouvernante dank van de Meer- fchrifc derheid ontving, begeleid van een Brieve diens ^er Algemeene Staaten, of liever van Vier aan°drieS Gewesten, werd nog dien eigen dag aan gewjsten Staaten van Holland, Zeeland en Fries- gazon- land gezonden \ deeze Brief was geheel in- den, gerigt tot onderfteuning en aandrang des Voorflels, 't geen genoegzaam zeker door deeze Drie Gewesten niet zou aangeno- men , en dus het Handelbelang daaraan opgeofferd worden. DeKoop. Groot, onbefchryflyk groot, was in deeze lied-n Gewesten, de verflaagenheid der Inwoon- /z"* f'*' deren van de Koopfteden, als zy vernamen ia Rot. we^ een troostloos Antwoord, de Koop- terdam lieden uit den mond der Gouvernante ge- vervoe- hoord, en welk een befcheid, zy van den gen zich Geheimraad bekomen hadden. Men wist ten van" nauwlyks op welk een boeg het te wenden Bolland, in het barnen van deeze Zee. Doch, wie ook het als hooploos mogten opgeeven de Koop- lieden van Amflerdam en Kotter dam, be- flooten met Verzoekfchriften zich weder te wenden tot de Souverainen van dit Ge- west ,' de onderfteuning van de Regeerin- gen hunner Steden voor af ingeroepen heb- bende: zy gaven in die Verzoekfchriften verflag van 't gebeurde by haare Koning- lyke Hoogheid en hoe zy, zonder het jn- flaan
|
|||||||
HISTORIE,
|
|||||||||
413
|
|||||||||
flaan van andere wegen,geen uitkomst za- lxxxiv
gen in hunne verlegenheid. (*) boek* Middelerwyl hadt de Afgezant yorke,-------
overeenkomftig met het zeggen der Gou-1758.
vernante, ten eigenften dage dat de laatfte Yo8KE Bezending der Kooplieden by Haare Hoog-vangt heid geweest was, verzogt in Onderhande- eene On- ling te treeden tot wegruiming der Verfchil» Verbau- ten. Eenige Leden uit de Vergadering hun- ^^ ner Hoog Mogenden, daar toe gelast, hoor- den hem de gewoone Verklaaringen doen, zo wegens de genegenheid van den Koning zynen Meefter voor deRepubliek, als we- gens diens ernftig ter harte neemen van de Beilegung der zaaken; de uitgebreidheid van het Onderzoek veroorzaakte, dat men 't zelve, op de gewoone wyze, niet kon behandelen, vóór dat het tot zekeren trap van rypheid zou gebragt zyn ; dat zyne Majefteit op de Vertoogen nog niet formeel geantwoord hebbende3zulks geen- zins daar aan moest worden toegefchree- ven, dat hy zich daar aart meende te ont- trekken j maar om dat de wederleggingen het verfchil te verre zouden hebben uitge- breid. Thans was 'sKonings Verzoek, dat 'er Perfoonen mogten Gemagtigd worden, om met hem te handelen. dat hy allen mo- gelyken y ver en gemaatigdheid zou toebren- gen, tot het herftel der Eendragt tusfchen de
|
|||||||||
(«) Neder!. Jaarb. 178O. bl. hoi. iiftó. 1204.
1209. |
|||||||||
4i4 VADERLANDSCHË
Lxxxiv de Republiek en Groot-Brittanje ,en hoop"
boek. te dezelfde geneigdheid te zullen ontmoe- _____' ten.----Hoogerdan eene voorbereidende
1758. mP tot nadere Opening kon dit niet wor-
' den aangezien.
Eifchcn Dan het liep aan tot den twee en twin* des Ko- tigften van Wintermaand eer Yorke, om njtigsvan eene nadere Onderhandeling aanzoek deedtj to$jt' deeze hem vergund zynde,leverde hy een omflagtig Vertoog over, vervattende de Eifchen zyner Groot- Brittannifibe Mafe' üteit, ten aanziene van den Koophandel, en verdere Schikkingen , welke kortlyk hier op hederkwamen. Dat de Koning van Groot-Brittanje den Handel der Ingezete- nen van deezen Staat op de Franfche Volk- plantingen in America, nog met het zelfde oog als voorheen (*), voor ongedorlofd, bleef aanzien. De bloei en aanWaseh des Koophandels zyner Naburen befchouwde hy met genoegen, voor zo verre de Wet van 't Heil zyns Volks met dien vöorfpoed niet lynregt (treedt $ doch nooit zou hy kunnen dulden , dat zyrte oude Bondge- nooten, om de vo'orbygaande winften, dié eenige byzondere Peribonen flegts vooreen tyd genooten, de eetften zouden weezen, die begeefden, dat Engeland in een zo gewigtig ftük beledigd wierd. Hy ver- langde te verftaan, dat hunne Hoog Mo- genden , ter goeder trouwe, voor hunne On* dèrdaanen van deezen Handel afzagen, en dien
|
|||||||
■■-/.■
|
|||||||
(*; Zie hier boven bl, 38?.
|
|||||||
HISTORIE. 41$
dien fteen des aänftoots wegnamen; en tef- lxxxjv
fens beletten, de Verwisfding, doorgaans b o e k. Overfcheepen genaamd , welke uit een-------
Franscb in een Hollandsch Schip gefchied- 1758.
de, wanneer het eerstgenoemde zyne Reis niet durfde vervolgen, en zich onder eene Onzydige Vlagge poogde te verbergen,om in Zee de ontmoeting van 's Koningssche- pen te vermyden. —— Van het begin deezes Oorlogs, hadt zyne Groot- Brittan» nijche Majefteit niet zonder fmerte gezien , dat een groot getal Hollandfche Schepen, met Scheepsbouwftoffen, tot vermeerdering en herfiel der vyandlyke Vlooten voorby de Havens zyns Ryks voeren. Hier om begeerde hy dat zekere Artykelen van Scheepsbehoeften onder de Contrabande Waaren zouden begreepen worden.------
Scheepsbehoeften waren zo fchadelyk als
Kogels en Buskruid: mangelde het Frank- ryk aan Schepen, zyne Krygstoerustingen zouden Engeland niet vertzaagen. — Wat de opgebragte en aangehoudene Schepen betrof, van den Koning kon geene buiten Regterlyke oefening van Magt gevergd wor- den ; zyne handen waren ten aanziene zy- ner Onderdaanen door de Wetten, en ten opzigte der Buitenlanderen door de Trac- taaten gebonden. Waren 'er Vonnislèn buiten den regel geveld, hadden 'er Uit- f lellen plaats gehad, waarover men meen- de zich te kunnen beklaagen, de weg, om zich op hetOppergeregtshof,te beroepen, bleef open. — Dan, om de Onderdaanen. van hun Hoog Mögenden, zo veel moge- lyk
|
||||
4i6 VADERLANDSCHÊ
Lxxxiv lyk te helpen, en te gemoet te komen, en
boek. de Onfchuldigen met de Schuldigen niet -------. gelyk te Hellen, hadt zyne Majefteit ge-
1758. last hem van alle HoUandfche Schepen, in
de Havens zyner Ryken opgehouden,eene nauwkeurige lyst over te leveren, ten ein- de het Scheepsvolk , dat dezelve onder beuzelagtige voorwendzelen, hadt opge- ligt , na rede te doen luifteren , het ta noopen die Schepen vry te laaten en de Uit- fpraak der Vonnisfen in het algemeen te verhaaften. ------- Het voorneemen zyner
Majefteit was den Ingezetenen der Veree-
nigde Gewesten y de Voorregten enVryhe* den, uit het Tractaat des Jaars mdclxxiV fpruitende, ten vollen te laaten genieten , in zo verre de Over-eenkomst, thans het ge- wigtig voorwerp der Onderhandelingen, den inhoud van 't zelve niet vernietig- de. — Ten flot betuigende, dat de Ko- ning frnerte gevoelde over de Buitenfpoo- righeden , en Gewelddaadigheden door Engelfche Kaapers, of die zich Engelfchen noemden,tot fchande zyner Onderdaanen, gepleegd, en dat de ganfche Natie met ïiem de handen in een floeg, om die Roove- ryen te beteugelen. Men hadt daar tegen reeds fterke maatregelen genomen. (*) —- Van deezen onaanneemelyken aart waren de beraamingen, op welke de Koningvan Engeland, in zynen Brieve aan de Gou- I 'ver-'
• ■ 1 "■■ ■- - :[ ' ' ' ■* (*) Nederl. jaarb. 1758. bl. lüü 12*7«.
|
|||
HISTORIE.
|
|||||||
4*7
|
|||||||
vérnante oagde. (*) Ze werden in han- lxxxiv
den gefteld waar ze behoorden, en watB0Eiv des verder voorviel, behoort tot een vol--------
gend Tydsbeftek. i?£3u
SDe_ Toerustingen ter Zee, om eigen Traage
Handel te beveiligen j en tegen die geweld- toeras- daadigheden te dekken, gingen niet een ^| ■*[ traägen tred voort, zo ?er geen agtêr uit- gch;p gang by plaats hadt, gelyk wy de Koop- oranje* lieden by de Gouvernante hoorden ver- woud klaaren (f); en kwam's Lands zo noodig zinkt> verfterkte Zêemagt het ongeluk over van binnengaats, een nagelnieuw Schip, het Oranjêivoud, op eene gansch ónverwagte en vreemde wyze , te verliezen, daar het in Zee verzonk, en, behalven meest alles wat op dien bodem was, honderd drie man in de diepte mede voerde. Men twist- te over de oorzaak van dit vérgaan j eeni* gen fchreven het daar aan toe, dat het met Loggaten en niet met Spygaten gemaakt wasj anderen ontkenden zulks, en hielden ftaande, dat de Scheepstimmermansbaas het met Spygaten gebouwd hadt, en dat, fchoon het met Loggaten voorzien geweest ware, zulks het zinken niet zou hebben kunnen veroorzaaken: dewyl de Schepen der Qost*Ifidifche Maatfchappye met de* zelve altoos gerust vaaren. Onopletten* heid op het Stuurlastig gaan, het openlaa* ten der Onderdekspoorten, het niet bezor- gen
(*) Zie hier boven b!. 414.
(t) Zie bier bovèrt bl. 194. XXII. DEEL. Dd |
|||||||
4i8 VADERLANDSCHE
|
||||||||||||||||||||||
lxxxiv gen der Spygaten, het niet Sjorren van het
be OK. Gefchut, hielden anderen voor de reden. Hier over twistende bleef de waare oor- |
||||||||||||||||||||||
irso.
|
zaak verborgen, en alle aangewende moei-
|
|||||||||||||||||||||
te en kosten, om het gezonken Schip we-
der, boven te krygen, vrugtloos bevonden wordende, 't zelve zitten. De Capitein PiETER MYNTES, die 't zelve zou voeren, bevondt zich niet aan boord; eenige voor- naame Heeren, uit het Noorder-Kwartier, met dit Schip n&Texel afzeilende,ontkwa- men ten nauwen noode, dat zy dit fpeel- reisje niet met hun leeven bekogten, ge- lyk, behalven de reeds gemelde omgeko- me Manfchap, het ongelukkig geval was der Huisvrouwe en twee Kinderen van den Bootsman , aan boord om Man en Vader het laatfte vaarwel te zeggen , terwyl deeze, met verlof' van den twee- den Capitein , na Amflerdam verreisd was, om zyn Gezin de affcheids kus te geeven. (*) |
||||||||||||||||||||||
Capr.
|
Schoon de Engelfchen meest weerlooze
|
|||||||||||||||||||||
HARiMGs- Schepen plunderden, of opbragten , waag-
MA be- ^en Zy ^et (jg,. Staaten Vlag niet te ont- zyTcou- z*tn- Twee Engelfche Oorlogfchepen ont- voy voor moetten ,op de hoogte van Toulon, den Ca- 't ouder- pitein haringsma met zyn onderbebbend |
||||||||||||||||||||||
Engel,
f (hen, |
" Convoy: naa de gewoone groete van we-
derzyde, kwamen de Engelfchen aan boord |
|||||||||||||||||||||
van 's Lands Oorlogfchip, te verftaan gee-
vende, hoe zy onderrigt waren, dat on- der |
||||||||||||||||||||||
(*) Nederl.Jaarb. 1758. bl. 901. 11 tl'. ... | .
|
||||||||||||||||||||||
HISTORIE. ' 419
der de Laading van 't Convoy zieh veele lxxxw
Contrabande Goederen bevonden, en zy boek. last hadden om daar op onderzoek te doen.------^
Haringsma verzette 'er zich tegen, met 1758.
te zeggen, Dat 'er nooit een Hollandscb Oorlogfihip gebruikt ivas, - om het vervoe- ren van verbodene Goederen te begunjligen, vn dat hy het onderzoeken van een der Sche- pen onder zyn Convoy niet z><u dulden. Wei- nig fmaakte deeze ronde Hollandjche taal aan den trotfehen Engelschman, vol van ingebeelde Heerlchappy ter Zee. hy dreig- de Hem dit betaald te zullen zetten! Ua- ringsma , voor geen dreigen vervaard, antwoordde , Gy Heeren , zyt met twee Schepen tegen my ééne ren zult dus uw oog- merk kunnen bereiken, om myn Schip in den grond te fehlet en; maar tk zweer w, dat één van beiden, my in dat geval gezel- fchap zal houden, en het zelfde lot onder- gaan! Hy traafde deeze taal met daaden, en beval, in hunne tegenwoordigheid,al- les tot een gevegt gereed te maaken. Zy bragten berigt van dit belluit des Holland' fchen Scheepvoogds aan de Engelfche Be- velhebbers , die geen moed hadden ora hunne gezegde bevelen van Scheepsonder- zoek te volvoeren, en den onverfchrokkea HARiNGSMA zyne reis ongemoeid lieten vervorderen. (*) Bewaarde haringsma zyne onderheb- Capt,"
fjende Koopvaarders, voor den gedreigden BIKXBS over lftme'
Koop- vaarders. {*) Vaderlandsch Woordenboek. lil. D. b!. 35^. Dda
|
||||||
.
|
||||||
*
|
||||||
VADERLANDSCHE
|
|||||||
420
|
|||||||
Lxxxiv overlast en moedwil der Engelftben. Ca*
po EK. pjtein jan binkes redde 'er twee uit hun«
——m» ne klauwen. Met eene Vloot Koopvaar?
'I758, ders, onder zyn geleide, de Baay van Ca?
dix willende inzeilen, fheeden eenige E?i'
gelfche Kaapeis 'er twee van af» met oogr
merk om ze te Gibraltar binnen te flee-
pen. Hy ontdekte dit ftout beflaan niet,
of hy wendde met zyn Schip , zette de
Roovers naa, hernam de twee zyn geleide
ontrukte Schepen, en wierp met dezelve,
nevens het overige van dé Vloot, in de
Baay van Cadi'x het anker neder. (*)
Klagten Ondanks de aangevangene Onderhanden
*^r lingen met Engeland, en de fchoone B,e-
fc7e"V' ^°ften nam het Zeegeweld, hoe groot reeds ,
Koopiie- band over hand toe, De geeutvfibe I^oop?
tie», lieden, die dus lange gezweegen,het leed
en de fchade opgekropt hadden, lieten,
met het afloopen des Jaars, by de Staatqn
van dat Gewest^ hunne klaagftem hooren,
met verzoek om die klagten over te bren?
gen ter Algerneene Staatsvergaderinge, en
by haare Koninglyke Hoogheid. Wy kun?
nen niet nalaaten, 'er een en andere by-!
zonderheid uit over te neemen, dit'tly?
dig Onregt den Lande aangedaan met ge?
pasten klem uitboezemen. „Hoe gedrukt,
„ hoe verongelykt, hoe bezwaard, had-
,, den zy, met geduld, tot hier toe, af-
„ gewagt, of rnen, op zo veele overgele-
,, verde VertQogea en Bewyzen, eindelyk
,» geen
{*) Netlerl. jfaart, 175p. bl. 123,
|
|||||||
Historie* 4si
5, geeii Regt zou krygen $ en of de Belof- r.xxxrv
jv ten, hu eti dan gegeeven, niet eindelyk boek* j, een uitflag zouden hebben beantwoor--------
i, déndej zo niet geheel, ten minden ten J75^
j, deele, aan het verlangen van hun Hoog ,-, Mögenden zelf, van de Kooplieden, »* van den gäntfchen Staat, en van zo vee- ■„ Ie duizenden ongelukkigeii, dien heê j, bföod uit den mond werd genomen , j, door onverantwoordelyke Handelingen, „ ftrydig niet alleen tegen de Trouwe der i, Tra&äaten, niet alleen tegen de Chris- „ tenheid; maar tegens de Menscblykheid j, zelve.------Tot hun bitterde fmerté
,, leerden zy, door de uitkomst * dat die
„ féhoone woorden niets dan wind uitle- „ verden, en dat men mogelyk alleen op ■s, 't oog hadt om de Schepen, hun nog „ in kleinen getale overgebleeven, mede if in de Etigelfchè Havens te zien; wan- j, neer men mogelyk in daat zal meenert ,, te zyn, om het masker af te ligten, en h, den Staat voortefchryven, 't geen men$ ,, naar eene willekeurige Magt, zal goed* j, vinden. Uit den grond huns harten „ wenschten zy hier in bedroogen te zyn j ,i doch de vrees} gegrond op 't geen da? „ gelyks voorviel, deedt hun, voor het „ toekomende , niets anders te geraoet j, zien. —r^— Al ware het dat men deri ,5 aangeweezen weg van Regten dipt volg- j, de, dan nog was 'er niets dan hunne a volflagene ruïne en die des Handels te ,r wagten, zynde die tot nu toe, zo par- t» tydigj zo kostbaar, zo langwylig, zo Dd 3 God« |
||||
42* VADERLANDSCHE
|
|||||
lxxxiv „ Godloos, dat niemand van een geftree-
boek. „ ken Vonnis zich durfde beroepen, over-
~~— „ tuigd van de onmogelykheid der weder-
1758. „ kryginge, zelfs by gunftig vonnis; doos
„ het verkoopen van Goederen en Sehe-
„■ pen, op een derde of minder dan de
„ waarde , en andere onregtvaardige foort-
„ gelyke vindingen. ---- Zy hielden zich
„ volkomen aan 't Advies der Staaten van
„ Holland, ter zaake van het voorgeflaa- „ gene Convoy, waar in die Grieven zon- „ rifeklaar werden voorgedraagen, met alle „ de gevolgen daar aan vast. ,, Vroeg men , verwonderd over hun
9, ftilzwygenheid , in zo veele rampen , of „ men in Zeeland niet van de Engelfchen ,, leedt ? Of men hunne Schepen niet op- „ bragt? Ophieldt ? Hun Volk niet be- t, roofde en pynigde? Of zy geene Ver- „ bcartverklaaringen gevoeld en onder- „ gaan hadden? en dus het zelfde herftel „ en denzelfden onderftand als dtHollan- „ ders niet behoefden? „ Zy hadden", verklaarden zy, „de-
„ zelfde Ontmoetingen , als andere On- „ derdaanen van den Staat wedervaaren, „ en van de Engelfchen alles moeten on- „ dergaan, wat men van de ergfte Vyan - j, den, eri woefte Barbaaren, niet zou kun- „ nen verwagten," — Nu, „dus maa- „ len zy het lot hunner Zeevaardye af",. 3, werden 'er van hunne Schepen opge? a, houden , naa benige weeken toevens „ ontllaagen, mits de kosten , ('die ter- „: ftqnd. verbaazend zyn,.) betaalen.de •, w Sehe-
|
|||||
Hisro R i e.
|
|||||||
403
|
|||||||
t% Schepen, zo zuiver bevonden, dat mên-LXxXiV
>, 'er niets op kon vitten, worden geplun-boek. „ derd; in zo verre dat 'er Capiteins zyn,-------
„ die, als van alles ontbloot, en arm ge-1758.
„ poolen, ongelukkig zyn over boord ge- » jprongen, en zich het leeven uit wan* » hoop hebben benomen; dan bragt men „ Schepen op, die men uit de Papieren " "i Journalen uitdruklyk ziet, dat uit „hsjequebo kwamen, daar geznz Franfche „ Produkten in konden weezen ; of na » Afnca om Slaaven voeren, en die in „ onze Volkplantingen, zyn verkogt .en „ wel ten deele aan deEngèlfchen zelf j men „ laat die met hunne JLaadingen maanden „ aan maanden leggen, of, ziet men kans ' ,, men verleide het Volk door bedreigin- „ gen en beloften; en op grond van de „ meineedigheid van twee of drie Schur- j, ken, durft men die in beilag neemen, „ als of èeweezen zvas, dat de Laadingen „ aan Onderdaanen van Frankryk behoor- „ den, 't welk onmogelyk was;men flaar, „ men kwetst, menichopt, men pynigt, „ zelfs op de wreedfte wyze, het Volk „ dat trouw blyft; de Vlag van den Staat „ wordt, als ten fpot, en, zelfs eer zulk „ een Schip verbeurd verklaard is, ettely- „ ke dagen 't onderst boven gehangen; „ Schepen, reeds vrygegeeven, werden ,, naderhand twee of drie maaien gerartt- „ foenèerd door andere Kaaperen. In meer „ dan één 'geval geboodt de Kegter den »'Advocaat, die tegen de Kaapers pleit, Dd 4 j, te |
|||||||
VADERLANDSCHE
|
|||||||
4H
|
|||||||
I,X£XIV„ te zwygen ,en fchaamde sich niet, in eene
' 1758. „ zo moest zyn), eer hy1 Party gehoord „ heeft, te verklaaren .dat hy toch Sebip en „ Gasd zal confiskeeren ;een ander durfde, „ op hethooren leezeneenaCJetuigfehrifts, „ verleend by de Magiilraat van een der „ flerainende Steden in de RepubJiek, open- „ Jyk en fchaamtloos zeggen, dat die, en „ alle Hollanders, Schelmen te zamen wa- „ ren, en men geen geloof aan zulke ftuk- „ ken gaf. Met 6éa woord, waar de Sehe- „ pen opgebragt, ontmoet, doorzogt, aan» „ gehaald; of verbeurd verklaard werden, tf vondt men de eigen Onregtvaardigheid, „ Wreedheid, Kwaadaartigheid, Haatere „ Woede tegen de Onderdaanen van dee- ,r zen Staat,— Niet tegenftaande alle Voor- „ zorgen in Zeeland genomen, om alleen „ op de eige Volkplantingen van den Staat 3, te vaaren, en niets ftrydigs met de Trac- „ taaterï te doen, ondergingen zy alles wat „ de Roofzugt, het Geweld, en wreede „ Chicane en doodlyke yverzugt in den „ Handel kon uitdenken, om hun te druk- „ ken, den Handel lastig, gevaarlyk, ja „ onmogelyk, te m-aaken; waar in men zo „ wel gefhagd was, dat dezelve te eene- „ maal ftilftondt, kwynde,en zieh op het ,, punt bevondt, om roet dien van den ge- „ heelen Staat, voor akoos , geruineerd ,> te worden." ------ In zulk een uiterfte
vereenigden de Zeeuwen, dien het anders
aan geen Engelscb<■ Gezindheid fcheen te ont-
|
|||||||
HISTO.R.Ï E, 425
|
|||||
ontbreeken, hunne ftem met de klaagende LXxfciv*
en verzoekende Hollanderen. (*) boek. Hoe zeer wy ons der kortheid bevlytigd-------
hebben, in de opgave van 't geen den 1758*
trouwloos verdrukten Handel en Zeevaard, in dit Jaar, overkwam , vult het eenige verdrietige, doch, in de zaak zelve, on- misbaare Bladzyden, en zullen wy, in een volgend Jaar, tot die bejamroerenswaardi- ge ftoffe moeten wederkeeren. Een aantal byzondere Otnftandigheden, Veeterï
in deezen twist met het Engel/eire Ryk, zy" m^s' vervreemden veeier genegenheid van Me- [^ vrouwe de Gouvernante. Niet weinigen Haare hadden, over 't voorheen gebeurde, in de Hoog- Magiftraatsbeftelling te Haarlem Cf), geen neiJ- gering misnoegen opgevaren liep dit thans nog hooger, door eene andere gebeurtenis te dier Stede, welk geval, ons nu ftaaf te boeken. De gewoone tyd van de Verandering der DeGou-
Regeeringe te Haarlem, met Herfstmaand vernanre daar zynde, gefehiedde, volgens gewoon- verkiesc te , de Benoeming van Acht Perfoonen, *'cJTAE* om 'er vier Burgemeefters uit te kiezen,te die niet' weeten Mr. justus witte Mr. jacob op het DEUTZ, die beiden één Jaar hadden ge- £ch"aI diend, Mr. arend dé raad, Mr. dam-J^'^ MAS GÜLDEWAGEN, Mr. MATTHEUS WIL- gemeefler
LEM te Haar
lern. (*)-Niderl. Jaarb. 175p. M. 143« e&Z,
(t) Zie hiet boven bl. 335.
Dd 5
|
|||||
426 VADERLANDSCHE
|
|||||
LXXXIV LEM VAN VALKENBURG, JZAAK CLIFFORTj
boek. Mr. jan van styrum en Mr. david vam
------— lennii\ -------- Deeze Benoeming was
1758. niet gemaakt, of de Heer salomon van
echten, verklaarde dezelve onwettig, en dat ze, derhalven , aan de Gouvernante niet kon aangeboden worden, verzoeken- de, dat, by het zenden der Benoeminge, van deeze zyne ïegenverklaaring berigt aan haare Koninglyke Hoogheid mögt ge- geeven worden. Tien Leden kreeg hy aan zyn fnoer, of liever hy trok met hun ééne lyn: want men wil, dat hy de Man niet was om een Voorganger te weezen , der geenen die tegen de Meerderheid van Twee en twintig zich aankantten. Deeze Meer- derheid vaardigde, naar ouder gewoonte, eene Bezending aan de Gouvernante af, om, by bellooten Brieve, de Verkiezing te ver- zoeken. Haar Brief, aan den Hoofdoffi- cier ingerigt, was van deezen Inhoud. „ Uit de Perfoonen, ons ter bekleedinge „ van het Burgemeefterfchap der Stad ,, Haarlem, voor deezen Jaare, voorge- „ fteld, hebben wy,naa deliberatie, goed - „ gevonden te eligeeren, Mr. jusïus „ WITTE, Mr. JACOB DEUTZ, Mr. MATTHE-
„ VS WILLEM VAN VALKENBURG , SA- „ LOMON _van echten , lastende UEd.
„ dezelven, naa afneeminge van den behoo- ., relyken Eed, te Hellen in de Posf'esfie „ van hunne Bedieningen." ----- In ge- volge van deezen last, deedt de Hoofdoffi- cier Mr. daniel jan camerling, de ver- koozene Heeren ter Beëdiging by een roe- pen. |
|||||
HISTORIE. 427
peta. De ßurgemeefters ' deutz en van lxxxiv
VALKENBUPvG, (huil ÄmptgenoOt WITTE, BOEK.
behoorde tot de Minderheid ,) zagen met ^-------
veel verwonderings van echten, die niet 1758..
op het Getal geilaan hadt, onder die be- ëedigd zouden worden, verzogten uitftel van dit ftaatlyk bedryf, tot dat de Vroed- fchap, over de Verkiezing van deezen Heer, zou geoordeeld hebben. De Hoofdofficier betuigde aan dit verzoek niet te kunnen voldoen, dat hy een Officier der Graaflyk- heid was, de Wetten van den Souverain opvolgde; indien deutz en van valken» burg niet wilden beé'edigd zyn, zulks ftondt in hunne Vryheid , liy zou des fchryven, en met de andere Heeren voort- gaan, gelyk hy deedt, ondanks eene zeer ernftige Aantekening der twee gemelde Burgemeefteren. In eene, met veel moeilykheids en tegen* Bezer-
ftribbelens, belegde Vroedfchap, over dee- <jin£8an ze netelige zaake, verklaarden zich acht- vernainê tien Leden tegen de Verkiezing van van om z\ch echten,en beftemden eene Bezendig van des te elf Heeren uit de Vroedfchap. met den beklaa. Penlionaris gilles, om, over dit geval,gen' hun beklag aan de Vrouwe Gouvernante voor te ftellen. Zy volvoerden deezen last, hunne verwondering en leedweezen betuigende, over de Aanftelling van den Oudfchepen van echten, die op de lyst der Benoemden niet geftaan hadt, en, we- gens de optellinge der 'Hemmen, 'er niet op hadt kunnen gebragt worden; zy toon- den de onwettigheid deezer verrigtinge, Wei-
|
||||||
4*8 VADERLANDSCHË
welke Zy, als Voofftanders en Handhaä-
vers der Voorregten, niet kofiden^ noch raogten , toelaaten. — Wanneer haare Ko« dinglyke Hoogheid den voordragt der Af- gevaardigden gehoord en gevraagd hadt of1 zy afgezonden waren, door de volle Vroed« fchap?nam zy, des wegen de noodige onder- rigting bekomen hebberidejverder het woord in deezer voege. » Nu, om daar op niet j, te blyven ftaan, zal ik maar komen tot i, de zaak zelf, waar over de Heeren my „ komen fpreeken. 't Geen ik gedaan heb „ is gefchied naa rype deliberatie, en, zo g., ik vermeene, volgens de Privilegien, de $, Heeren kunnen daar tegen doen dat zy j, goedvinden, en voor god, het Land* j, hunne Stad, en voor hun eigen zelveiij $, in goede Gonfcientie, kunnen yerant- j, woordene Men is in een vry Land^ „ alwaar zulks is gepermitteerd, en daar iy Juftitie plaats heeft , en te vinden is. j, ïerwyl ik hoop en vertrouw , dat de j, Heeren van my ook zullen willen den- 5, ken, dat ik uit geene andere oorZaaken ^ ietwets gedaan heb." — De Afgevaar- digden gaven, by het affcheid neemen, te verftaan, dat by hunne Zenders geen Ei- genbelang het roerzel was; maar alleen het bewaaren van Stads-Voorfegten, dit hadt hun tot den tegenwoordigen ftap aange- ze.t, en wat zy verder dien aangaande ge- noodzaakt zouden worden te doen , zou uit geene andere oorzaak voortfpruiten, -dan om zich voor alles, en ook voor hun- ne Burgery., onaanfpreekelyk te fteUen. Zy wa-
|
||||
HISTORIE*
|
|||||||
fff
|
|||||||
waren verre van iets te beoogen, ftrydig lxj?xiv
roet den Eerbied voor dePerfoon van haa-poEK, re Koninglyke Hoogheid, voor hoogst- deszelfs Doorlugtig en Vorstlyk Huis , 1738, - welks wettig verkreegene Regten zy ge- neegen en gezind bleeven te helpen hand* haaven. Weinig dagen flegts leedt het of de Gou-De Gou,
vernante toonde dat zy beflooten hadt,watvernanta ook 'm Haarlem,tot wederftreeven van dee- ^a^fDe ze Aanftelling mögt ondernomen worden, fchuwfng dezelve ftand te doen grypen. De Hoofd« te Haar- officier ontving van haar. eene Waarfchu- l*m ff- wing, welke zy beval van den Raadhuize °""* te doen afkondigen, en op de gewoone wy- ze overal bekend te maaken; in dezelve noemt zy haare gedaane Verkiezing van SALOMON van echten , overeenkomftig met de Privilegien der Stad Haarlem, zy- ne Beëediging behoorelyk: fchildert het Gedrag van zommige Leden der Regeerin- ge, die zich niet ontzien hadden de ge* daane Verkiezing te wederftreeven, en van echten j in het waarneemen zyner Bedie» nitig.te ftooren, af,ajs rechtftreekfche te» genkantingen omtrent haar Perfoon en wet- tig Gezag, waar van de gevolgen tot ont* rustinge van de goede en vreedzaame Bm> g*ry$ zouden kunnen (trekken. Hier in, willende voorzien, hadt zy goedgevonden , die JUeden der Regeeringe , en yerder al-» Jen en een iegelyk, wie hy zou mogen zyn, wel ernftig te yermaanen van zich des op alle wyzen te onthouden, en tevens den Hoofdofficier te gelasten, haare gedaane ' Vef-
|
|||||||
VADERLAND SCHE
|
|||||||
43°
|
|||||||
Lxxxvi Verkiezing, door den arm der Juftitie,te
boek. handhaaven, en te doen eerbieden. Wan« ~7T* neer de Secretaris zich huiverig betoonde l"-5°- om dezelve af te leezen, kreeg hy tot ant- woord van den Hoofdofficier, Dat hy het beval, uit zyn naam als mede uit naam van Mevrouw de Prinfesfe! Een der Sche- penen, betuigende dat hy over de Publi- catie zou ftaan, indien hy (iaat kon maa- ken. op het zeggen van den Hoofdofficier, dat daar van kennis gegeeven was,aan den Voorzittenden Burgemeefter, ontving dit antwoord, Indien 'er Heeren zyn, die zich oppofeeren, zo ben ik gekivalificeerd om tegen die te ageeren, en des noods zou ik ze in gyzeling kunnen doen brengen l De Klok werd langer dan gewoonlyk geluid , de Waarfchuwing veelvuldiger dan anders aan- geplakt, en de Hoofdofficier vondt goed de puije zyner eigene wooninge daar mede te vercieren. De Meer- De Meerderheid der Vfoedlchappe, uit derheid achttien Leden beftaande, hoogst gebelgd Haar- over deeze op elkander volgende ftappen lemfche der Gouvernante, vervoegde zich tot de Vroed- Staaten van Holland, met een Verzoek- fchap fchrift, behelzende den geheelen toedragt zfcrTbv' deezer .vreemde en hun grievende gebeur- Staaten tenisfe. Noch het Lid der Vroedfchap- van Hol- pe, dat zich tegen de lyst der Benoemden land. verklaarde , noch die met hem ftonden, hadden byzondere reden van bezwaar op- gegeeven, noch haare Koninglyke Hoog- heid, wegens de onwettigheid, eenjg ge- wag by de Vroedfchap gemaakt, veel min eeni-
|
|||||||
HISTORIE. 431
eenige opheldering daar omtrent verzogt.— lxxxiv
Zy konden,naa een zorgvuldig onderzoek fl oê k. van alles , niet bevatten op welk een grond —— de Oudfchepen van echten, door de 1758. Gouvernante, tot Burgemeefter hadt kun- nen verkoozen worden,als wel bewust, dat by hun Ed. Groot Mögenden aan de hoo- ge Heeren Prinfen Stadhouders , en dus mede aan haare Koninglyke Hoogheid, was opgedraagen, het regt van Verkiezing uit een Dubbel Getal; maar geheel onkundig, dat het zelfde Regt zich zou kunnen uit- ftrekken om Verkiezing te mogen doen, met voorbygang der Bejioeminge van de Vroedfchap, en buiten dezelve, wanneer het Rege tot het opftellen der Benoemin- gen voor de Vroedfchap geen Regt meer zou blyven. Zyfmeekten, diens volgens, de huipe van den Souverain deezer Lan- den af, om hun te handhaaven by hun wet- tig Regt. Men ttelde dit Verzoekfchrift haare Ko- Brief der
ningiyke Hoogheid ter hand . die haare ge- G°"v^" dagten, by eenen breeden Brief, in Wra- dé §taa- termaand, te verllaan gaf, hun Ed. Groot ten van Mögenden betuigende , „ zich verzekerd Holland, „ te houden dat zy, niet minder met ver- 0V*T het „ wonderinge dan verontwaardiginge, zou- j|r rag „ den aangedaan weezen, over de onder- Haar- i} neeming van deeze Achttien Leden: het icmfche „ Eminent Cbaraäer, 't geen zy in deeze y[°eJ' „ Provintie bekleedde behoorde daar voor c ap' ,, beveiligd te weezen. Zy begeerde zich; „ in het voordellen haarer Bedenkingen, w geenzins met die Achttien Leden te |
||||||||
•■>
|
Com-
|
|||||||
L
|
||||||||
4#n VADERLANDSCHE .
ljxxxvi„ Compromitteeren, veel min in te laaten,
boek.,, om met hun, over de. ontwyfelbaare ------- „ Regten van haaren Zoon, den Erfftad-
*75ö. „ houder deezer Provintie, te twisten, of
„ dezelve tegen hun te verdeedigen. 't „ Geen zy in deezen deedt itrekte alleen „ om haar gehouden Gedrag te regtvaar- „ digen." In t breede haalde zy op het voorgevalle-
ne in en met de Regeering van Haarlem > ge- duurende de drie laatfte J,aaren, en fchreef, zulks toe aan eene Verbintenis door twin- tig van de twee en dertig Leden der Haar- lemjche Vroedfchappe aangegaan, met uit- fluiting van Twaalf fyunner Medeleden , welke verbintenis zy met de haatlykfte ver- wen affchiiderde. Dat 'er zulk een Verdrag beftaan hadt, wist zy uit erkentenis der geenen, die het getekend hadden } als ook was zy onderrigt van het verbranden der Schriftlyke Aéie; doch hadt dit verbran« den de zaak zelve niet veranderd, het op- gevat vooroordeel» misnoegen, en aanhou- dend voorneemen van Verongelyking wars 't zelfde gebleeven, en oorzaak van die Voorbygangen, en Onwettige Behandelin- gen , waar over de Minderheid klaagde, en dat van ECHTEj<i,tenderdemaale, van de Be- noeming wasafgelaaten,— Dit, geen wille- keur, hadt haar bewoogen om dien Oud- fchepen te verkiezen,- Wegens de döór 't land zo luidklinkende Waarfchuwing te Haarlem afgekondigd, zegt zy* „daartoe ge- „ noodzaakt geweest te 2yn, om voor te ko- v men, dat de vlammen van het brandend „ twist-
|
||||
HISTORIE.
|
|||||||
433
|
|||||||
„ twistvuur van het Raadhuis niet mogten LXXxiv
,, overflaan tot de Gemeente „en hadt dee- boek. „ ze,zo al niet eenige gemaatigdh'eid, ten ____
„ minften eenige omzigtigheid, te wege 175%.
„ gebragt; egter zo veel niet of Achtien ,, van de Verbondene Leden hadden het „ Belluit genomen,om zich,met een Ver- , zoekfchrift, by hun Ed. Groot Mogen- ,, den te vervoegen." — Zy befchryft dezelve, als Lieden, „die, door de ver- „ breekinge van goede orde in Haarlem,, 9> deRegeering, nu meer dan drie Jaaren „ agter een, in geduurige onrust gefiou- „ den hadden, zonder na haare vermaa- „ ningen over het nadeel, dat het Land, „ de Stad , hunne Perfoonen en Familien , „daar uit konde overkomen, te hebben „ willen luilteren." Weshalven zy oor- deelde „ regtmaatige redenen te hebben, „ om zich met deeze Achttien Particulie- „ re Leden der Vroedlchap, op geener- ,, hande wyze in te laaten; en even wei- „ nig zou kunnen toeftaan, dat die zelfde „ Perfoonen, welken zich* als directe ,, Partyen, tegen haar,en als openbaare Be- „ ftryders der Regren van haaren Zoon, , hadden opgeworpen, in de zich aange- , maatigde hoedanigheid, van de Meer- s, derheid der Vroedfchappé over deeze „ zaak zouden vermogen te raadpleegen „en te befluiten, alzo niemand, in by- „ zondere gevallen , Party en Regter te „ gelyk kou zyn. — Geenzins brwgt zy ,, dit by, om zich aan 't geeven van ver- „ dere openinge te onttrekken;hier vondt xxii. deel. E e ze |
|||||||
VADERLANDSCHE
|
|||||||
4M
|
|||||||
ï,xxxiv „ ze geen reden toe, onbefchroomd durf-
boek. „ de zy alle haare daaden en handelingen, ------- „ voor de ganfche Wereld in het helderst
175&. „ daglicht ftellers, en deedt dit te liever
„ voor hun Ed. Groot Mögenden, wier
„ Regtvaardigheid nooit zou toelaaten, dat
„ de Wettige Regten van haaren Minder-
„ jaarigen Zoon, zouden worden vermin-
„ derd, wier Wysheid al te wel bezefte,
, dat al het nadeel aan 't Stadhoudeilyk
„ Gezag toegebragtj in den grond niets
„ anders was , dan een rechtftreeks na-
„ deel aan de Regeering zelve, en eene
,, verzwakking Van de tegenwoordige Re-
„ geeringsgefteltenisie welker handhaaving
„. alle Regenten van het Land by Eede
„ hadden beloofd." — Voorts loopt dit
Berigt af met eene wydluftige ontvouwing
deezer vier Hellingen, —— Dat het maa-
ken van eene Cabale, om daar doorzyne
Mede Regenten uit te fluiten, eene onge-
©orlofde zaak is, flrydig met alle gronden
van Regeeringe, en dat alles, wat uit dien
hoofde verhandeld en verrigt wordt, even
gebrekkig is. —•*■ Dat de Gewoonte te
Haarlem, gegrond op de Privilegien dier
Stad, niet toeftaat, dat iemand, in zyn
rang zynde, buiten wettige oorzaaken,'van
de Benoeming wordt afgelaaten. ----- Dat
de Pligt van den Stadhouder, met zich
brengende Bur geraeelteren, Schepenen« ea Wetten te veranderen, volgens de Privile- gien, zulks in deezen, uit de twee over- geleverde Benoemingen gedaan was, naar het Voorfchrift van dezelve Privilegien.— |
|||||||
HISTORIE.
|
|||||||
AIS
|
|||||||
En eindelyk, dat het Oitroi des Jaars txxKiv
Mdcli hier geen voorwerp van verfchil boeij;. was. — In het uitbreiden dier vier Stel- _—_ lingen wordt het gehouden gedrag der j^<g. Meerderheid by aanhoudenheid ftreng ge- gispt, en luidt het Hot, ,,dat, in een Land 9> van Vryheid geene andere Vryheid be- » hoorde gekend en gezogt te worden , dan „ die overeenftemde met de gronden van ,» het Staatsregt, met de regelen van Regt- „ vaardigheid, en met de verpligting, wel- „ ke op elk ligt, omtrent zynen Evennaa- ,, ften; dat de Vryheid, die de Verbonden „ Leden op 't oog en in 't hart hadden, „ tegen die gronden lynrecht ftreedt: de- ti wyl dezelve de Privilegiën van de Stad „ vernietigde, de Regtvaardigheid omkeer- „ de , en de Verongelyking van zyneri „ Evennaaften voor geoorlofd ftelde, en „ Haar het Vermogen benam om gebruik „ van haar Regt te maaken in 't verkiezen „ van zulke Regenten, aau welken men. n ée'ns vooral de Uitfluiting hadt gegee- „ ven." Naa het inleveren van dit Berigt, deedt
de Hoofdofficier eene Tegenverklaaring, op die der twee Bargenieeüeren (*) , zich beroepende op dit Berigt, als zyn bedryf ten vollen wettigende; ook kwam toen in de Vroedfchapsvergadering te Haarlem* ter Tafel eene Aantekening van Acht Lor den der Vroedfchap, tegen het befloptene, door
(*) Ziü hier boven bl. 427.
Ee 2 |
|||||||
436 VADERLANDSCHE
Lxxxiv door de Heeren, die, gelyk zy fpraakèn,
boek. begonnen hadden en voortvoeren zich aan •■ te kanten, tegen den regtvaardigen en bil- if§0i lyken Handel van Mevrouwe de Gouver-
nante , om deeze in haar Regt te keer te gaan: al het verhandelde in twee daar toe itrekkende Vroedfchapsvergaderingen /die zy voor onwettig hielden, voor van gee- ner waarde verklaarende. Die van Van hetBerigt der Gouvernante verzog- Haaiiem ten ane de Leden der Staatsvergaderinge kenZ°üit. ÄffChriften , en de Afgevaardigden van ftel om "Haarlem, daar benevens op het ernftigfte, hun ge- dat de Onderhandelingen over deeze zo drag te gewigtige zaak niet verhaast, maar afge- |
|||||||||||
verdeed i
gea |
|||||||||||
wagt mögt worden , wat hunne Zenders
|
|||||||||||
noodig zouden vinden , tot opheldering
van ditBerigt, en veele omftandigheden, dit onderwerp betreffende, in het daglicht te (lellen, en hun Ed. Groot Mögenden nader te vertoonen; aan welk verzoek zy vertrouwden, dat de Leden te gereeder zouden voldoen; naardemaal uit een voor- heen overgeleverd Verzoekschrift of Ver- toog der Achttien Leden van de Vroed- fchap bleek, dat aan de gemaatigdheid en infchiklykheid van de Vroedfchap of het Meerdergedeelte van dezelve, was toe te fchryven, dat voor de verhaafting van het Befluit hier omtrent, zonder deeze nadere Ophelderingen af te wagten, geen reden, veel min eehig kort aanftaand gevaar, te vinden was. Zy hadden daar in betuigd,uit „ hoogen eerbied voor het verklaarde oog- „ merk van haare Koninglyke Hoogheid, „ wel
|
|||||||||||
.. .
|
|||||||||||
HISTORIE. 437
,, wel niet voor te hebben, om den alzo lxxxiv
„ door Haar verkooren Burgemeefter van boek. „ echten, ondertusfchen in zyiie funéHe-------
„ te wederftreeven of te turbeeren; maar 1758.
„ genegen te zyn, zonder verkorting van „ derzelver Regten, het zelve intetim te ,, laaten , by hunne daar tegen gedaane „ Protesten j doch dat zy aan hun Eed en „ Verpligtingen niet konden voldoen in- „ dien zy by de Verkiezing,door de Gou- ,, vernante gedaan, geheel bleeven berus- „ ten, zonder aan hun Ed. Groot Mo- „ genden den waaren toeftand te hebben „ opengelegd, om dien aangaande herltel ,, te verzoeken, by denSouverain van den „ Lande." Schoon het tot Sprokkelmaand des vol- Verant-
genden Jaars, en dus naa den dood-der J.oor' Gouvernante aan liep, eer die van Haar- fj^ar lern gereed waren, zullen wy, de tydordeimfcht voor die der zaake laatende wyken, den iroed- gantfchen afloop van dit geval vermei- fchaP' den. — De Achttien Leden leverden een Tweede Verzoekfchrift in, by Staaten van Holland , ,,zes derzelven verklaarden in 5, hunne Ondertekening, dat zy nooit met „ iemand , wie het ook mögt weezen, „ eenige Cabale, Verbintenis, Complotte« ,, rye , Correspondentie, of hoe men 't ., ook anders mögt noemen, hadden aan- „ gegaan , gelyk zulks in 't J3erigt der „ Gouvernante gefteld werd." Dit Ver- zoekfchrift ging vergezeld van eene Jufti- iicatie en Verantwoordig , nopens den - Brief van haare Koninglyke Hoogheid. Ee 3 Een |
||||
438 VADERLANOSCHE
Lxxxiv Een uitgewerkt Stuk , der aandagtigfte
boek. leezing waardig, wy kannen maar iefs
^------- van den inhoud aanroeren.
i^ij'8. Nooit konden zy denken, een voorwerp
van verontwaardiginge by hun Ed. Groot Mögenden te gullen weezen, wanneer zy zich vertoonden als Befchermers der Reg- ten; hard viel het hun de wettige en af- gemcetene Uitwerkingen van hunPligt be- fehouwd te zien als Onderneemingen, waar voor het Eminent Chara&er des Stadhou- ders behoorde beveiligd te weezen, en zulks in omftandigheden daar die verplig- ting zich werkzaam betoonde, „omtrent „ eene Gebeurtenis, van welke geen gely- „ kend, veel min nog goedgekeurd voor- al beeld, in eenige der voorgaande Stad- es houderlyke Beftuuringen, wtrdt gevon* „ den; 't zy men oogde op de Daad zei« „ ve, de Verkiezinge vm van echten, ,, welke het onderwerp der klagten uit- rt maakte ,het zy op de Wyze, waar op de H SudHaatiew die Verkiezing hadt moe- # ten zien invoeren*" Nimmer was by de Meerderheid, der
flaarlemfche Vroedfehap opgekomen, het vertnceten van zich gecompromitteerd te. willen hebben, met die de. Stadhouderly» ke Waardigheid bekleedden. Zy erkenden en herinner,den» zich maar #1 te wel de regtmaatige tusichenwydte i tusfehen de Érfftadbouders van het Gewest, m de be- diening van Vrotdfchappea der Ätedten» . hoe zeer de laatstgem.e.k|eji ook ge-houdeft kotwjen. worden-, als Ledea vian die $$g* haa-
|
||||
',
|
|||||
HISTORIE. 439
haamen, welke de Souverainitcit van ditLxxxiv
Gewest hielpen uitmaaken. Nimmer had- boek. den zy bedoeld met de Gouvernante te -------
twisten, of de Voorregten desErfftadhou-1758.
ders aan te tasten. Maar weetende dat in onze Vrye Regeeringsgefteltenisfe , het voor een grondregel werd gehouden, dat de Waardigheden zich onderfcheiden door het Gezag en de uitvoeringe van het opge- draagene Gebied, en dat ook het hoogere Emplooi met het mindere gèlykftaat in Regten, zo als die aan elk toekomen, zo was het op dien grond, dat hunne poogin- gen bepaaldelyk daar heenen ftrekten, om, als Getrouwe Voorftanders van de Regten hunner Stad, by hun Ed. Groot Mogen den, van wien zo wel die Privilegien als de Regten der Erfftadhouderen afvloei- den , de gedaane klagten te regtvaardigen, over eene Onderrieerning, ten nadeele van die Privilegien, waartoe zy eerbiedig ver- meenden , dat de Prins Erfiiadhouder or- twyfelbaar niet geregtigd was. Breedvoerig wyzen zy aan het onvoe-
gelyke en wederegtlyke der Verkiezinge van van ECHTE.N, buiten de Benoeming, daar die uit dezelve moest gefchieden.Höe deeze aanliep tegen het Üétroi des Jaars WDCLi, welks aanhoudende verbindende kragt zy betoogden. 'd— Hadt de Ver. bindtenis der Twintig Leden van de Vroe&- fchap, by welke zy de Twaalf Medeleden zouden hebben uitgeflooten, in het Berigc der Gouvernante een voor hun zo afzigüig vertoon gemaakt, zy ftelden, van hunnen E e 4 kant, |
|||||
440 VADERLANDSCHE
|
|||||
lxxxiv kant, die zaak in een geheel ander licht,
koek. en ontkenden volftrekt, dat zodanig eene •------■ Uitfluiting, die Twaalf Leden van de Re-
1758. geering het Regt benam, 't welk zy, by
hunne aanftelling, te gelyk met hunne Me- deleden verkreegen hadden, ooit beraamd of gedagt, veel min tot eenige rypheid of werkinge zou zyn gekomen. ----- Zy
wilden niet verbergen, dat, kort naa het
overlyden van Prins willem den IV, eenige weinige Leden van de Vroedfchap zich als een befluur in en over de Regee- ring der Stad Haarlem hadden aangetrok- ken, dat onder deezen zich hadden bevon- den , de zodanigen , die verfcheide zaa- ken dreeven, zeer tot ongenoegen van de Meerderheid der Vroedfchap, en ten na- deele van verfcheide aanzienlyke Leden — Staavende gevallen brengen zy in 't mid- den. —- De kwaade gevolgen van zo- danig eene Beftuuringe by verfcheide Le- den van de Vroedfchap overwoogen zyn- de, hadden Twintig Leden met eikande- ren verfprooken , in alle rondborftigheid te zullen voorftaan, de Wettige Regten des Erfftadhouders, mitsgaders de deugd- lyke Privilegien der Stad Haarlem , en naar hun vermogen, verhoeden, dat door Ufurpatien, welke telkens met voorwen- dinge van haare Koninglyke Hoogheids welbehagen werden gegratieerd, de goede orders geheel omgekeerd zouden worden. Op deeze gronden, en met geen oogmerk om aan iemand de Uitfluiting te geeven, of in deszelfs Regten te benadeelen, wa- rea
|
|||||
HISTORIE.. 441
ren die Leden overeengekomen. Dit kon lxxxiv
den zy onder Eede verklaaren , en hoop- boek. ten dat deeze plegtige Verklaaring by hun -------
Ed. Groot Mögenden voldoen zou tegen 1758.
bloote befchuldigingen, voor welken men geen grond van bevvys hadt kunnen by- brengen. Ook erkenden zy die Overeen- komst vernietigd, en in 't vuur geworpen, te hebben; dewyl zy zagen, dat aan haare Koninglyke Hoogheid, by aanhouden- heid, deswegen meer en meer nadeelige gedagten werden ingeboezemd. —— De Registers der Stadsregeeringe weezen uit, dat men die Twaalf Leden niet hadt uitge- flooten; en konden deeze ook toonen, dac het Oogmerk dier Acte , of, gelyk dit genoemd was geworden , ,; een aanhou- „ dend voorneemen om te beledigen ," niettegenftaande die verbranding, geen ftand had gehouden. In 't geval van van echten zelf bleek het, uit de ftemlyften , dat verfcheiden Leden , als Verbondenen om hem uit te fluiten be- fchreeven, hem geitemd hadden. Al het voorgevallene, zints de Aanftelling diens Oudfchepens, zetten zy in een helder licht. ------- Het overige deezer Verant- woording beftaat in eene deftige , op gronden van Staats-, Stadsregt en Ge- fchiedkunde fteunende, wederlegging der vier bovengemelde Stellingen in 't ßerigc van haare Koninglyke Hoogheid. (*) — Zy
C«) Zie hier boven, bl. 434.
Ee5 |
||||
448. VADERLANDSCHE
|
|||||
êxxxiv Zy verzogteri, derhalven, „dat hun Ed.
boe K. „ Groot Mögenden, het kenlyk ongelyk, ------ „ door de Verkiezing van saêomon van
1758.* v echten i aan de Voorregtén hunner
j, Stad toegebragt, zouden heffeïlen op „ zodanig eene wyze als wel met hét mee- ,1 fte Menagement voor de hooge Waardig- ,% heid van het Erfftadhouderfcbap; doch» „ tevens met de meefle Zekerheid voor de: ,, Stad Haarlem, en voor derzelver Bur- ,. 5, geren en Ingezetenen , mitsgaders tot „' voorkoming van andere gelyke Onder- „, mingen, best zou mogen gefchieden." Afloop • Weinig twyfels valt 'er aan, of de Meer- > deezcv Verheid zou, te haarer Regtvaardiginge, zaake. fcj100n ,je Gouvernante in leeven geblee- ven ware , dezelfde taal gevoerd en de verkeerde informatiën 3 op welke haar Be- rigt fleunde, onder 't oog gebragt hebben; dan even min kunnen wy, het reeds ge- beurde in aanmerking neemende, in twy- fel trekken of het verder beloop deezer zaak zou aanleiding hebben kunnen gee- ven tot vergrooting der wederzydfche aan- groeiende verbitteringe, en (trekken tot verdere zeer mogeryke ongenoegens. Dan, om van de mogelykheden niet te fpree- kem , aïle dé Stukken, tot de zaak der Verkiezinge van van e cht en be- hoorende, werden ten Onderzoek in han* den gefteld van de Ridder-fcnaip, en de Gecommitteerden hunner Edel Groot Mö- genden tot het Groot Befoigne; die in Hooi- maand des Jaars mdccux, een Raadflag uitbragten, o vereenkomftig met Welken het Be-
|
|||||
HISTORIE. 443
Beflnit in Herfstmaand viel In 't zelve lxxxiv
ftraalt genoegzaam door, hoe zeer de boek» Staaren zich met deeze netelige zaake ver—-----
legen vonden, dan tevens, hoe zy oor 1758.
deelden over het gehoudene gedrag van Mevrouwe de Gouvernante; wy zul- len 't met de eigene woorden boeken, op dat het een en ander ten vollen bly- ke. „ In agtinge genomen zynde , dat „ het, aan den eenen kant, wel bui- „ ten alle confteftatie is, dat de Eledtien „ gedaan moeten worden uit de Nomina- , tien, die geformeerd zyn by die gee» , nen, die daar toe het Regt hebben, en , dat de Differenten over de Legaliteit „ van Nominatien cusfchen die geenen , ?, welke het Regt van Eleclrie heeft, en „ die geenen aan Welken het Regt vanNo- „ minatie competeert, door niemand an- y, ders dan door hun Ed. Groot Mögenden ,, kunnen worden getermineerd ; doch, „ aan den anderen kant, gelet zynde op „ de fituatie, waar in zich deeze zaak, „ door het fmertlyk overlyden van haare „ Koninglyke Hoogheid bevindt, en dat ,, de Regeering der Stad Haarlem^ door „ haar nader geprefènteerd Request en de „ daar by gevoegde Memorie verftaan moei „ worden tegen alle confequentien genoeg- ,, zaam te weezen gedekt. — Is, uit eene s> waare eerbied voor de naagedagtenisfe „ van haare Komnglyke Hoogheid, goed- ,, gevonden en verftaan,dat hetDifrerent, „ over de Aanfcellinge van saloiMqn van „ echten , tot Burgemeefter der Stad „ Haarlem, zal worden gelaaten ongede- ., ei-
|
||||||
VADERLANDSCHE
|
||||||||
44*
|
||||||||
lxxxiv „ cideerd, in de geruste verwagtinge,dat
boek. „ zyne Hoogheid, de Heer Minderjaarige '■- „ Erfdadhouder,door de Heeren,aan wie 1758. „ Hoogstdeszelfs Educatie is toevertrouwd, „ geimbueerden geinftrueerd wordende van „ de waare belangen van den Staat, en der- „ zei ver Grondwetten, Privilegien en Ge- „ regtigheden in 't generaal, en van die ,, der Steden in't byzonder, tot de exer- „ citie van de hooge Charges , aan hem „ gedefereerd, gekomen zylide, zich nooit 9, zal laaten induceeren, om dit, of foort- gelyk geval, zich tot een Model van Naa- „ volgiage voor te (lellen." (*) Gefchil Met gemaatigde flappen ging de Gou- met de vernante in het Stiebt voort, omtrent de Gouver- piaaczing van philip jacop van eorsse- wegens LE VAN DER H00G1B broeder van j. van het plaat-borssele eerde Edele in Zeeland, tot zen van Medelid der Heeren Geëligeerden. Deeze van Bors- keften, in gevolge van het Reglement van onder'de den Jaare mdclxxiv, in den Jaare, Gein- muccxlvii weder ingevoerd, (f) ten dee- geerden ie uit Edellieden, ten deele uit Burgers,en *~ \ worden door den Stadhouder gekoozen. stiebt. -pan jje). js een onvermydelyk vereischte, dat de Edellieden, eer zy, in dit Eerfte
Lid der Staaten, kunnen aangenomen wor- den , ' ';' ' . • . ~' • k ■'
(*) Nederl. Jaarb. 1758- bl. 981. 1000. Voor't
Jaar 1759. bl. 4-38- 453-57<>. 739. 870. % I ( \ ) Men vindt dit Reglemeut in 't Utrechts Fla-
kaat-Bosk I. D. bl. 170 En men zie, wegens deWe- derinvoering , Het Tafereel der Nederl. Qefch. vol- gens A. tó; CfiBlCtEK. X. D. bl. 503. |
||||||||
\
|
||||||||
■■■;■■.■ ■■■■■ :■;■ ■;■■
|
|||||
HISTORIE. 445
den, hunnen Adeldom bewyzen, of bly- lxxxiv
ken van hunne Ridderniaatigheid toonen. boek. Wanneer bovengemelde van borssele------.
van der HOOGE, in den voorleden Jaare, 1758.
na deeze Waardigheid dong, leverde hy een oinftanflig Gefchrift in, om zyne Rid- dermaatigheid te bewyzen. Het Lerfte en Derde Lid, de Geëligeerden naamlyk en de Steden, ten minden de meerderheid in die Staatsieden , waren van begrip , dat het oordeel over deeze Bewyzen gefteld moest worden, aan eene Commisfie, uit de drie Leden van Staat te benoemen. Het twee- de Lid, of de Ridderfchap, was in tegen- deel, van gedagten, dat ieder der Leden, .vooraf, diende te overweegen of deeze zaak wel van dien aart was, dat'er eene Commisfie over kon belegd worden. De twee Leden benoemden niet te min Gelas- tigden, en verzogten, dat de Ridderfchap hun hiê*r in zou volgen; doch bleef deeze volharden by het voorgaande denkbeeld. De Geëligeerden verklaarden vervolgens, ter Staatsvergaderinge, dat zy de toegezonde- ne bewyzen voor de Adelyke Geboorte des Heeren van borssele voldoende gevonden hadden, de Edelen en Steden verzoeken- de zich gereed te niaaken, tot het uitbren- gen van hunnen Raadflag. De Edelen, daar en tegen, oordeelden, by hunne by- zondere overweeging deezer zaake, één- paarig, de bewysltukken voor onvoldoen- de; doch bragten hunBefiuit niet ter Staats- vergaderinge , onder anderen, om dat zy twyfelden of de twee andere Leden van Staat
|
|||||
44<S VADERLANDSCHE
Lxxxiv Staat niet wel van oordeel waren, dat dee-
boek. ze zaak by Meerderheid kon worden af- ■------• gedaan, 't welk zy ontkenden. Niet zon«
1758. der grond koefterden zy deeze twyfeling:
want de Steden hadden zich met het be- fluit der Geëligeerden niet vereenigd, of het Eerfte Lid befloot nevens het Derde, by Meerderheid, de Gouvernante aan te fchryven, dat zy de Bewyzen des Adel- doms van den Heer van noRssELE,hun ten Onderzoek door haareKoninglyke Hoogheid toegezonden, voldjngend gevonden hadden, en dien Heer, diensvolgens, geregtigd te houden om als een bevoegd Edelman, in het Lid der Geëligeerde Raaden te wor- den aangefteld; doch dat de Ridderfchap, hoe zeer daar toe aangemaand, zwaarig- heid gemaakt hadt, zich over dit ftuk te verklaaren, en hun ßefluit uit te brengen. Terftond verklaarde zich de Ridderfchap tegen dit ßefluit, en gaven de Gouvernante kennis van de toedragt der zaake, en tef- fens ter Staatsvergaderinge hunne Beden- kingen over op de ßewyzen des Adeldoms des Heeren van borssele; en in Louw- maand deezes Jaars hunne Nadere Aante- kening tegen het ßefluit omtrent de Toe- laating diens Heeren, by de Meerderheid genomen. De Geëligeerden leverden eene' Tegenaantekening in, waar mede de Afge- vaardigden van Utrecht zich veréénigden. De Edelen hadden hunne zwaarigheden te- gen de Egtheid der Bewyzen des Adel- 4oms, de Gouvernante onder 't oog zoe- ten te brengen, en een Lid aan haar. afge- vaar-
|
||||
HISTORIE. w
|
|||||
vaardigd met een Vertoog ten dien einde lxxxi.v
ftrekkende j doch hadt -het haar behaagd boek. zich te verïchoonen, van 't zelve aan te .-----—
neemen; maar was zy naderhand,te raade 1758^
geworden, om ,fchoon zy zkh op hec ge- daane onderzoek van hun Ed. Mögenden gerustlyk kon verlaaten, en met derzelver bedenkingen volkomen in ftemmen , de zwaarigheden en aanmerkingen der Heeren van dé Ridderfchap , mede in overwee- ging te neenien , „ om voor te komen alle „ reden van beklag, even of Gumt en Ge- „ negetjheidzou hebben kunnen aanvullen, : „ 't geen aan de Bondigheid der Bewyzen , „ ontbrak." Zy hadt alle de Papieren van wederzyden gefteld, in handen van Ede- len uit verfchejde Gewesten , en niet zyu- de van den Duitfchen- Huize. Derzelver verfiag hieldt de Bewyzen des Adeldonjs van van LORSSEJLE voor voldingend: waar om de Gouvernante niet langer uitftelde,, dien Heer te benoemen tot Lid van de Ge- ëligeerde Kaaden , „ niet twyfelende of ,, hun Ed. Mögenden zouden hoogstdei- „ zelver omzigtige handeling in alles billy- „ ken, als die tot geen ander einde ge- „ ftrekt hadt, dan om aan niemand onge- „ gelyk te doen, en te gelyk weg te nee- „ men aile Verdenking, van welk een aart „ die ook zou mogen weezen, als of in „ deezen niet gehandeld ware, naar de .., ftrikfte regelen van eene volmaakte Ju- „ ftitie." De Heer van BOßssELE,zyn ontilag ver-
zogt, en bekomen hebbende als Comman- dant^ van de Fortresfe Li.lo op de Schelde en
|
|||||
448 VADERLANDSCHE
|
|||||
Lxxxiv en de onderhoorige Forten, en als Collo-
BOEK. nel Commandant van het Regiment Caval- *------- lery van den Luitenant Generaal Graaf
1758. Willem hen diu K van Nasfuu, nam,, op
eerften van Lentemaand deezes Jaars, als Edelman zittinge. Dit gefchiedde niet zon- der heftige tegenkanting der Edelen, die betuigden het Belluit der twee andere Staatsieden , tot de Toelaating, voor van gee- Her waarde houden, en voor een inbreuk op alle Orde der Regeeringe, en den Meer van borssele niet te erkennen, voor een bevoegd Edelman: waar van zy, in een nader Vertoog der Onwettigheid van het Belluit, ten opzigte van de Toelaating des Heere van borssele genomen, fterke re- denen bybrengen , ten flot zeggende , „ niet te willen, dat tegen hun of hunne ,, Naakomelingen, ooit of ooit, als eene ,, uitdrüklyke of itilzwygende Erkentenis ,, der Ridderfchap van die Adelyke Ge- ., boorte van den Heere van borssele,of ,, als een uitdrüklyke of ftilzwygendeToe- j, (lemming van hunnen wege in die Toe- „ laating, zou aangevoerd worden , het „ verfchynen van dien Heer ter Vergade« „ ring van de Staaten, of van het Eerfte ,, Lid, het bywoonen van eenige Beraad- „ fl.igiijgen, of het verkrygen en beklee- ,, der; van eenige Commisliën, Ampten of ,, Ufficien , of eindelyk iets ter wereld, ,, waar in die Heer, nu, of in 't vervolg» „ zich gedroeg , of gedraagen ■ zou. als aan- w gefteldin de Hoedanigheid van Edelmnn, ,, in het Lid der Heeren Geëligeerde Raa- „ den of waar in hy als zodanig erkend » mögt
|
|||||
HISTORIE. ,445»
„ mögt worden,door wie,of op weikeene lxxxiv
„ wyze ook, 't zy met kennisfe of buiten B oek. „ weeten der Ridderfchap, in tegenwoor-____„
„ digheid, of by 'tafweezen der Edelen, 1758.
5, zonder of inet derzelver byzondere ver« „ klaaring daar tegen." (*) De Edelen hielden hun ftreng in de»
zer voege vast, ondanks den duidelyk ver- klaarden wil der Gouvernante, wier Lee- ■vens eïnde , 't geen ons in een volgend Boek ftaat te vermelden,met fnelle fchree- den naderde. Nog eene en andere byzon« derheid ten deezen Jaare voorgevallen, moet het tegenwoordige Boek befluiten. Verfcheide Omftandigheden mogten za- Vreuude-
menloopen, waar door haare Koninglyke bedryvei Hoogheid, mogelyk door deLandzaaten in dageen een ander licht,dan voorheen, befchouwd W|LLBM wierd ; de Gezindheid der Nederlanderen dük v. tot het Stadhouderlyk Huis, bleef zich vertoonen, by eene en andere gelegenheid. De vyftiende Verjaardag van Prinfes Ca- rolina, op den acht en twintigften van Sprokkelmaand in vallende , werd met veel vreugde betoons in de Hofplaatze, en elders gevierd j doch was dit alles flegts een voorbereiding te agten, van den achr- ften
(*) Nederl. Jaarb. 1758. bl. 329. 601—775.
De Ridders bleeven dit volhouden: want, wanneer, de Gouvernante, de m dienst zynde Heeren Geëii- geerde Raaden, met den aanvang des Jaars mdcclix , voor drie Jaaren hadt dotn aanblyven , leverden die. Edelen eene Verklaaring in, tegen de volduuring des Heeren van BOKssECE,als tegen allen Regt ter dier plaatze ingedrongen. Nederl. Jaarb. 1750. ty. 349« 35°- " jgM. DEEL. F f |
||||
VADERLANDSCHE
|
|||||||
450
|
|||||||
Lxftnv &eti van Lentemaand, toen zyne Doorlug-
BöEK.tig6 Hoogheid in zyn Elfde Jaar tradt: _____ geheel *è Gfavenhaage juichte. Maalty-
1758. "en* Bak» Illuminatien, wrngten alle me-
de om deezen Dag luifterryk te maaken, en den nagt in een Dag te herfcheppen, Iri véele Steden en Plaatzen van Holland, ftrékten Vrëugdebetooningen tot blyken des genoegens, over deezen Jaardag* His- fingen én lieert (laaieen irt Zeeland uit, om den Geboortedag des Mark graaf 's te ver- geren. Leeuwaarden in Friesland ^ en de Stad Groningen namen een groot deel in Feestvrolykheden. En mögt de Gou- vernante , met de Vorstlyke Kinderen , van Zoestdyk,\n Hooimaand, na Kuilen- burg en Buüren trekkende, de Eerbewy- zingen der Ingezetenen in eene opgehoop te maate ontvangen. Brand op Geene Jaarmarkt of Kermis in deeze As Haag Gewesten, haalt by de 'sGruvenbaagfcbe ; fche Ker. beftalven, dat deeze Hofplaats zelve vee>- lé eh äartzienlyke Koopers uitlevert, en ten dien tyde veele Vreemden derwaards lokt, valt die Jaarmarkt een der vroegïté fh,en hebben dus de Vefkoopers der kost* bäätfte Waaren, meest al den geheelen of vöornaamen inflag, dien zy op volgende Kermisten tragten te verkoopen, in hun- ne wel voorziene Kraamen. Op* het Bui- tenhof ftonden, naar gewoonte, eene me- nigte van Kraamen in ryen gefehaard > omtrent óp 't midden , geraakte 's mor- gens ten half vier eene Kraam, die wel- riekende Wateren en Oliën te koop veil* de, in brand: de droogte en ligtheid der ftof-
|
|||||||
HISTORIE,
|
|||||||
4M
|
|||||||
ftoffe deezer draagbaare Winkelen, bragt te jwptxry
wege, dat drie Krammen wel haast in volle boek vlam gloorden; eene fterke rvoordoofte-------,
wind voerde de brandende ftoffe, na de 1758.
Jiraamen, beneden den wind ftaande, wet zulk een geweld, dat deeze bykans alle in brand geraakten, veele, die boven den wind (tonden , kreegen door dwarljngen eo te rugkaatziugen zo veel ontfteekende vonken, dat zy een zelfde lot ondergin- gen, en,in minder dan een half uur tyds, vertoonde zich 't geheele Buitenhof, als ten Vuurpoel. Onbefchryflyk was de fchrik des geroeps van Brand, 't welk, zo vroeg in den morgenftond, de Kraamers uit hunnen flaap wekte. Goed en Leeve» liep gevaar. Verbyfteri.ng en Verwarring heerschten onder de raadloozen, elk zogt zyi» Lyf te bergen, en zo veel van zyhg Gx^ederen als de nood toeliet. Alles geb- raakte ia de Hofplaats op de been , de Schuttery en de Milite bezette de toegaijr gen tot den Brand. De Brandfpuiten wer- den aangevoerd; ,doch konden van eeni- ge noodwendigheden beroofd , den ver- eischten dienst niet doen , vódr dat het grootfte gedeelte der Kraatnen, en daar ' onder de kostbaarfte, ten getale van zes- tig, in asfche verteerd waren. Eindelyk werd men raeefter van de woedende vlam- men 3 die, door de boomen afgeweerd^ 4e Huizen rondfom het Buitenhof ftaah- 4e onbefchadigd lieten. Onmiddelyk naa het blusfen van den
Bwnd j werd de üigenaaren der Kraamen
toegelaaten, uit de verbrande ftoffe te
Ff a zoe«
|
|||||||
452 VADERLANDS CHE
lxxxiv zoeken, 't geen niet verteerd was, en
v. boek. hun toebehoorde. Gering was zulks in ------- vergelyking met het der vlamme ten prooy
1758. gewordene, of door't water bedorvene. —
Het betreurenswaardig lot deezer, buiten hunne fchuld, ongelukkigen verwekte eene algemeene aandoening van Medelyden by meest alle Burgers en Ingezetenen -van den Haage. Het Hof van Holland en de Magiltraat dier Hofplaatze, trok zich den nood dier verlegenen aan , en gaf gelegenheid aan welgeplaatfte harten om 'er verligting aan toe, te brengen , door eene Bekendmaaking, dat Diakenen, ver- gezeld van een Advocaat, eene buiten- gewoone Inzameling zouden doen , ten behoeve deezer ongelukkigen, welke zy van den Predikftoel ia de Weekbeurte 's avonds lieten afkondigen. De Leeraar deeze afleezende, voegde 'er veele over- tuigende -redenen by, om de Gemeente tot eene ruime Milddaadigheid op te wek- ken. Aan de Huizen niet alleen , maar ook aan de Kraamen op den Fyverberg, en elders, gefchiedde de Inzameling, die de aanzienlyke fom van ruim 19043. Guldens beliep. ■ ■■■■ den uit den Hove, en uit de Magiftraat deeden by alle Kraamers , die door dei? Brand fchade geleden hadden, de groot- heid daar van verneemen , ieder moest ze, onder Eede , onderfcheiden opgee- ven , zonder . Winstderving voor fchade te rekenen, en werd naar die opgave de Uitdeeling geregeld. (*) Van t»; NederI. 'Jaarb. 1758. bl. 48p.
|
||||
HISTORIE. 453
Van fchrikbaarender aart en deerlyker lxxxiv
gevolgen, was het fpringen eener Kruid-boek. maakery Sollenburg, aan den Overtoom-------->
fchen Weg, buiten de Leydfche Poort, te 1758.
Amjlerdam. In een der Pakhuizen vatte, De door welk toeval is onbekend, dewyl Kruidma- zy, die 't zouden hebben kunnen getui- keuy &>/- gen,deerlyk omkwamen,het kruid vuur, k^urg zo als het Volk te werk kwam, om den pm%1' dagelykfchen arbeid te beginnen : niet alleen ftondt het Pakhuis , op 't oogen- blik , in volle vlam ; maar alles fprong met eenen zo geweldigen flag als by 't los- fen van een zwaar Huk gefchuts gehoord wordt, aan ftukken, en verfpreidde zich wy'd en zyd. Hier door werd het digt daar byftaande Magazyn ook aangeftoo- ken, en vloog dit Gebouw, met een veel zwaarder (lag, in de lugt,ten minften drie Arbeiders mede voerende. Alle Gebou- wen, omtrent twee honderd fchreeden in 't ronde , werden geweldig gefchokt en zeer befchadigd.. De Grond , waar de Pakhuizen geltaan hadden, was in een Poel veranderd, de Boomen rondfom den- zelven lagen uit den grond geflaagen, Stuk- ken en Balken der Gebouwen op de lan- den gefmeeten, zelfs was het Water zo- danig over de digstbygelegene landen ge- perst , dat ze in een moeras veranderd fcheenen. De meefte Huizen waren van de Pannen, zommige der naastbyftaande voor 't grootfte gedeelte van 't geheele Dak , beroofd, de Muuren gefcheurd , Deuren en Venfters aan ftukken geflaagen. Binnen Amfterdam zag men op de Baangragt en het Ff 3^ SpÏÏ- |
||||
454 VADERLANDSCHE
Lxxxiv Spiegelplein veele Huizen zeer befcha-
boêk. digd. ------- Verbaazend groot was de fchrik en ont-
1758. fteltenis , door deeze Uitwerkingen ver-
oorzaakt. Veelen aan den Overtoomfihen ff eg, fprongen naakt ten bedde uit, mee- nende dat het eene Aardbeeving en hun Jongfte uur gekomen was. In den Haag, Leyden , Gouda en Rotterdam , voelde men óeez& fchokken, en hieldt ze voer eene Aardbeeving, op het Haarlemmer Meir, vernam een Schipper twee onge- woone ftootingen. Groot was de fchade * den Eigenaar der Kruidmaakerye over- gekomen , en die der Buuren allerverdrie- tigst: dewyl zy 'er zich in gewikkeld vonden, door eene ongelukkige nabyheid eener zo hoogstgevaarlyke hanteeringe. Men wil dat zy, om dezelve vergoed te krygen, al het vernielde geregtlyk lieten optekenen,misfehien met oogmerk om het op den Eigenaar der Kruidmaakerye te vernaaien: ook waren zy eenige dagen naa dit ongeval bezig om de verwydering der Kruidmaakery uit hunne Buurt te bewer- ken. (*) T)e Uit- Verfcheide omftandigheden liepen za- voer van men, om groote fchaarsheid van Hooi en Kooi en Stroo, ten deezen Jaare , te veroorzaa- vèrbo- ken* Een tIroog Voorjaar belette dm den. " groei der Land- en Veldgewasfen. On- weersbui jen , met daar mede vergezeld gaande, of daar op volgende , ftortre- gensj
(*) NederL Jaarb. 1758. b1. 831. Verh. van (te
Bol/. Maat/ik. der Weetenfdt. VIL D. bl. i7j>. |
||||
HISTORIE. 45$
gens', gaven eerst verkwikking; doch, deLXxxiv
Piasregens in Hooimaand dagelyks aanhou- boek. dende , werd de grond van water over---------
ftelpt. (*) Het fchraal gegroeide Gras-1758*
fewas tot rypheid gekomen, was meest
edorven , zwart en kragtloos. 't Veel- vuldig gevalle water, deedt veele Lande- fyeh onderloopen, de Rivieren buiten de oevers treeden, en fpoelde het verzamel- de weg; terwyl elders, hooge Water- vloeijingen het Hooi van ^erUïtergorsftn. gen wegdreeven. 't Gevolg hier van was, dat in Zeeland, Utrecht, Friesland, Over- ysfil, en Holland, de Uitvoer van Hooi en Stroo, by byzondere Plakaaten verboo- den werd; en een Plakaat der Algemeene Staaten, zulks in alle de Gewesten, en in de Generaliteits Landen, verboodt. (f) Zodanig een Verbod veroorzaakte, na-
taurlyk belemmering aan nabuurige Land- ftreeken, gewoon dien voorraad 'uit onze Gewesten te ontvangen. Groot was bo- venal de verlegenheid der Opgezetenen des Lands van Luik, die, zo tot onderhoud der Troepen, als tot eigen gebruik, in de Generaliteits Landen veel duizenden Pon« den Hööis gekogt hebbende, 't izelve doof dit Verbod niet konden krygen. De Prins' Bisfchop vva. Luik verzogt door zynen fte- fident, den uitvoer van dat Hooi, 't welk /- hun--
i(*) Men reïeat het voor zeer natte Maencien» als5
hel gevalle water 65 ®t 70 Jtynen bedraagt óp fleft" Huize Zwaanenburg: en beliep liet, in deeee fitooi», maa"nd, 98 JLynens eene hoagte, wetikevetEs m Jiur- geryden, wanneer het ftetkst regent, niet worde waaf- genomQn.Waarneetningen apZw»a»evburg,\ ïSS.jfwfy. ( f ) Kederl. faati>. 175S, bi. ?//. 8SZ> $63. &$H.
874. 016. 916. |
||||
45tf VADERLANDSCHE
Lxxxiv hunne Hoog Mögenden gunftig toefton.
boek. den. (*).
~*— Hoe zeer men bedugt geweest was,voor
1758. eene fchaarsheid in andere Aard-en Veld-
gewasfen, daagde de Oogst der Graanen, op veele plaatzen, beter dan men verwagt hadt, zelfs op eenige uitfteekend. En hadc de Landman het Wintergraan gelukkig den fchoot der Aarde aanbevolen, 't welk reeds voordeelig begon uit te fpruiten. (f) Om 's Lands Haringvisfchery te bevoor-
deelen , door het vertier uit te breiden, hadden 's Landsvaders , veele Vertoogen ten Franfchen Hove gedaan , ten einde, in dat Ryk den vryen Invoer van Gezouten Haring, naa het verbreeken van het Han- del. Verdrag des Jaars MDCcxxix , voor Contrabande verklaard, op den ouden voet te herkrygen; tot nog waren ze vrugtloos geweest,dan nu verwierven zy gehoor,en zyne Allerchristlyke Majefteit ftondt zulks toe, uit erkentenisfe voor de herhaald .be- tuigde opregte genegenheid der Staaten, om by het Stelzel der Onzydigheid door hun aangenomen te volharden (§), en ten blyke van 't belang, 't geen hy ftelde in den voorfpoed en het voordeel der i/o/- landfcbeZezvaaidi „niet twyfelende of „tey zouden den prys, van 's Konings Ge- ,, neigdheden," gelyk de Graaf d'affry zich uitdrukte, ,,te meer waardeereri, ver- „ mids zy geftadig het yolftrekt ftrydige „ van den kant der Vyanden van zyne „ Majefteit beproefdeni" (,*) Nederl. Jaarb, 17^8. bl. 1229. Voor't Jaar
1759. bl. 162. (f) Nederl, Jaarb, 17-58.01. 104g. I168.
(S; Nederl. Jaarb. 1758' & 818. |
||||