-ocr page 1-
VADERLANDSCHE
HISTORIE.
DRIE- EN- TWINTIGSTE DEEL.
■•
i
-ocr page 2-
VADERLANDSCHE
HISTORIE,
VERVATTENDE DE
GESCHIEDENISSEN
DER
VEREENIGDE NEDERLANDEN,
Uit de geloofwaardigfle Schryvers en egte
Gedenkftukken zamengefteld.
Met Plaatcn.
DRIE- EN- TWINTIGSTE DEEL.
BEGINNENDE MET DEN JAARE 17J9 EN EINDIGENDE MET
DEN JAARE 1765 > BEVATTENDE HET TYDPERK DER
MINDERJAAR1GHEID DES ERFSTADIIOUDERS
WILLEM DEN V.
TEN ONMIDDELYKEN VERVOLGE VAN
^WAGENAARS V ADER L AND S C HE
A,
                    HISTORIE.
-
^^J^ Te AMSTERDAM, BV
J O H A N N E S A L L A R T,
MDCCLXXXIX.
-ocr page 3-
VADERLÄNDSCHE
HÏSf ÖRIË,
VYF- EN- TACHTIGSTE BOÈKi
i N H Ö U i
Inleiding. Ziekte en Dood der Gouver f txxxf,
hante. Befchryving van haar Perfoon en b o e «S,
Charü&er'. Bekendmaakingen van dit Over-. . —3Ü<
lyden. Men neemt in Holland, de voorheeft
gemaakte Schikkingen aan. Rouwbeklag by d»
Vorstlyke Weezen bepaald. De Hertog van*
B R u N s w Y K in den Eed genomen, ten op-
zigte van hei Krygsvolkl /lanfchryving aam
de Steden, wegens de Magiflraats befiellin-
gen. Handeling der Bondgenoöteh orer'df:
Voorzieningen > én het aanneeifien derzelvènl
Romvhekladgen ten Stadhöüderlyken Hove.'
Benoemde Voogden over de Vorstlyke Spruiten:
Befchikking omtrent de Begraafenis der Gou-
vemanie, Hei Lyk op een Paradebed ten
toon gelegd; Gekist. De Begraafmisfe,
XXIII. BE KI,         A , "         £#<
-ocr page 4-
% VADERLANDSCHE
i-XXXV. Lykredmen te haarer Gedagsenisfe gehouden.
boek." De -oude Prinfes van Oranje komt uit Fries-
-------- £and in 'sGrawnhaage. Wat men haar^ ge-
euwende de Minderjaarigheid des Stadhou-
ders? tn Friesland hadt opgedraagen. Hei
invoeren van het Plan van Voorzieninge ont-
moet te Kampen heftigen wederfland. De
jPrms van nassau weilburg ver-
zoekt Carolina ten Hmvelyk. Door de Gou-
verneinte toegeflemd. Zy verzoekt de toeflem-
ming der Staaten. Zwaarigheid om daar in
te bewilligen, 'wegens de Godsdienst-belydenis
yan den Prins. Drie Gevesten bewilligen
Urflónd. De Ridderfchap te Utrecht maakt
zwaarigheid. In Holland is men het over dit
fiuk geheel niet- eens. Het Plan van Delft
«iet omhelsd. Zeeland
, als mede Stad en
Lande
, flemmen in 't Hmvelyk. De Prins,
op zyn Elfden Jaar dag ter Vergadering van
fiun Hoog Mögenden ingeleid. Visch- en
jfagt vermaak zyne Hoogheid aangedaan.
-, Door den Marquis d' af fry begroet. De
FngelfcheZeerooveryen gaan den ouden gang.
Frankryk, Zweeden, en Rusland behandelen
onze Schepen als Onzydigen. Schepen van
St.. Euflatius, en Curacao komende
, in En-
geland opgebragt
, en op 't punt om verbeurd
-verklaard te worden. Amflerdamfche en Rot-
■terdamfche Kooplieden leveren een Verzoek-
fchrift daar tegen by den Staat in. Het
.Vonnis over die Schepen uitgefleld. Ver-
.beurtverklaaring van-dezelve en andere Sche-
epen. Klagten deswegen by den Staat , en
Beloften van Voorziening. Een Gezantfchap
na het Hof van Groot-Brittanje over deeze
.zaak
-ocr page 5-
.HISTORIE.               ä-
zaäk benoemd. Onderhandeling alhier met lxxxv.'
Vork e. Foorßag door hunne Hoog Mo- boek.
genden hem gedaan. Dezelve \oldeedt niet:------—
Ontwerp van Overeenkomst naar 't begrip van
het Engelsche Hof. Gedagtcn der Amfier-
damfche Kooplieden hier o;er. 't Gezantfihap
komt in Engeland, krygt gehoor, 's Lands
Zeemagt verßcrkt en Convoyen verleend.
Moedbetoon van eenige Holland/ehe Inloot-
voogden, tegen de Engel/eken: de gevallen van
J. SELS, J. Hi DOL VAN OURYK eft
A. L- bettin G. Schipper jan deK-»
KER redt zich manmoedig. De Fr anfche
Afgezant
d'afpry levert een flerk Ver-
toog in.
Y o R K E eischt dat 'er geen Ka-
non en Oorlogsbehoeften
, door de Hollanders ,
na Frankryk gebragt worden. Nader Ver-
toog van'
d'affry over dit beletten des
Toe vers. Plakaat wegens het onvermengd hou-
den van de Haring na Frankryk gevoerd.
Steenen aan de Zeedyken. De Noordplasfeii
hy Hazardswoude drooggemaakt.
I erwyl ons Vaderland nog zugtte ort- 1759..
der den drukkenden overlast der Engelfihe inieïdiït«
plaageryen ter Zee, om welker afwee-
ring zo veele poogingen vrugtloos waren
aangewend; terwyï de eertyds rustige da-
gen der Gouvernante, door deeze benadee-
lingen van Handel en Zeevaard, om wel-
ker afweering men haar geduurig aanging,
in dagen- van onrust veranderd waren; tor-
wyl binnenslands ecrïe en andere gpbeurte-
A 2.
                         nis
/
-ocr page 6-
4- VADERLANDSCHË
lxxxv; nis ftoffe tot misnoegen opleverde; wegens
boek. haaren invloed, op de Regeeringsbeftellin-
—— ge , en dit hooger en hooger dreigde te
1759. loopcn , was men naauwlyks het Jaar
'mdcclix in getreeden, of de Dood
dier Vorftinne bragt eeiie groote verande-
ring te wege, zo ten aanzien van de bui-
ten- als binnenlandfche zaaken,' welke ons,
in dit Deel, Haan te befchryven, met ver-
melding van andere lotgevallen, tendeezerc
tyde, en geduurende de Minderjaarigheid
des Stadhouders, den Lande bejegend.
7.iel?teen De Gouvernante hadt reeds eenige jaa-
Diod der ren een, ongez0nd LichaamsgeJM omge-
namc. ' draagen, de duidelykfte tekens van Water-
zugt opleverende. Deeze kwaal nam, ir*
't laatst des afgeloopcn Jaars , langs hoe
meer de overhand en benaauWde de borst
geweldig. Wat de kunst van de bekwaam-
fte Geneesheeren vermögt, werd in'6 werk
gefield om haar verligting, en waar 't mo-
gelyk, geneezing, toe te brengen; doch te\
vergeefsch; zy oordeelden, met den aan-
vang deezes Jaars, de hoop op herftelling
geheel verlooren, en het leevenseinde'
dier Vorftinne naby. De verzwakking
vermeerderde, van dag tot dag, en was'
dermaate toegenomen, dat men, op den
twaalfden van Louwmaand, ieder -oogen-
blik, haar laatften leevensfnik verwagtte.' -
Een korte verkwikkende flaap-fcheen eeni-
ge flikkering van hoope te geeven; doch-
deeze verdween 's avonds ten elf uureny
wanneer het lichaam afgemarteld door de
geduurige poogingen om de nog weinig
over-
-ocr page 7-
H I S T O R IE,            s
overgebleevene leevensgeesten in bewee- lxxxt.
ging te houden, zich aliengskens ter ruste boek.
ïchikte, en zy den jongften leevensadem--------
uitblies, negen en veertig Jaaren , twee 1759.
maanden , en tien dagen ouderdoms be-
reikt hebbende. By de opening haars
Lyks bleek, dat eene meer dan gewoone
ongefteldheid verfcheide deelen hadt aah-
gegreepen , en-het dus te verwonderen
was, dat zy haar leeven nog tot die hoog-
te gebragt hadt. (*)
De overledene Vorftinne anna, ge- Hanr Per-
booren Prinfes van Brunswyk Lunenburg^, ft>on en
Kroon Prinfes van Engeland', by haar Af- ^n^e-
fterven Gouvernante en Voogdesfe van ven>
haaren Zoon den Erffbadhouder, was de
eerfle Dogter van den toen nog leevenden
Koning van Groot Brittanje, george
den 11, verwekt uit deszelfs Huwe-
lyk met wylen wiehelmina Caro-
lina; die, wanneer een aantal aanzien-
lyke Vorften na de hand haarer Dogter
dongen, de voorkeus gaf aan willem
carel Hendrik friso, met wien
zy, vier en twintig Jaaren bereikt hebben-
de, in denjaare mdccxxxiv, huwde,
en hem tot den Jaare mdccli ten Egt-
genoot behieldt. Met hem deelde zy het
bitter en zoet des leevens, en wanneer hy
tot de aanzienlykfte Waardigheden in dee-
ze Vcreenigde Gewesten opklom, in de Ée->
re aan dezelve verknogt; die, by zynen
dood,
(*) Nederl. Jaarb. 1759. bl. 113.
A3
-ocr page 8-
6 'VADER.LANDSC II E
lxxxv. dood, op haar geheel afdaalde, in gevol«
boek. ge van de gemaakte fchikkingen by 's
-------- Lands Staaten (*), als Gouvernante en
,1759. Voogdesfe der minderjaarige Spruiten , •
de eenig overgebleevene vrugten van
haar Huwelyks/bedde, de Erfftadhouder ■".
Willem de VenPrinfes Carolina.
Ruim zeven Jaaren had't zy deeze Waar-
digheden bekleed toen zy het tydlyke met
het eeuwige verwisfeldè,
Haare gedaante was, eer lichaams onge-
makken de bevalligheden deeden fmclten,
fchoon, haar weezen minzaam, haare hou-
ding vorstlyk. De Godsdienftige begin-
zeis haarerMoeder, die zo veel werks van
verftaridige Godsvrugt maakte, en daarom
een Geleerden en S'chranderen samüel
c l a r k e ten haaren Hove hoogfehatte,
hadt zy vroegtydig ingezogen, op Kuns-
ten, en Weetenfehappen zich /toegelegd1;
verfchcide Taaien fprakzy vaardig en nauw-
keurig i, van % géleezeiie wist haar .vast 1
geheugen, door: een groot oordeel onder-
fchraagd, een gepast gebruik te. maaken;
by deeze Zielsvermogens in de Staatkunde
bedreeven, wil mpn dat haar Gemaal haar
fleeds tot zyne Rdadgeeffter gebruikte, en
kwam dit alles haaf hyzóridef te :ftaade?
toeïvzy zo vroeg .deeden moest derven,
en de gewigtigile:poften iriNederianM^ztX-
ve aanvaarden, 't welk zy deedt met «ene
cröötc're maate \ van kloekmoedigheidß dan
*
                                                          meii
u.j [...■
(*) Zie het.XXflB.'onzer FadcrLHiflYbi:).
L__
-ocr page 9-
HISTORIE.            7
jnen van haare Sexe, in zulk een nartgrfe- Mxxr,
venden toeftand y kon verwagten, fke- boek;
DK.IK de GROOTE, Koning van Pruis- '•-------•
fett, door eenen Brieve van der Staaten M- fjr$<#.
gezant ve-relst te Berlin y van Maren'
dood berigt, ichreefin antwoord: ,? De
„ Bekendmaaking, die gy my,. van het
„ fterfgeval van Mevrouw de Prinfês Gou-
y, vernante hebt gelieven te doen,, heeft
9, al de fmerte , die ik by de eerfte tydmg
„van dat treurig en droevig voorvaf ge-
a, voelde, hernieuwt. Bezwaarïyk kan ik
„ nog bedaaren van de ontroeringe, waar
„ mede ik bevangen werd. Ik heb eene
„ Vriendin verlooren, die , door haare
„ Grootmoedigheid , Wysheïtfy en eene
„ haare Sexe te boven gaande kragt van
„ Vernuft, al myne agting verdiende. Uk
„ zal haar altoos gedenken (*)"
Het geheele voorgaande Deel onzer Ge-
fchiedenisfe heeft de bedryven van de Gou-
vernante Anna, ten aanzien van deezen
Staat vermeld, en getoond, hoe zy de ge-
negenheid der Landzaaten wist te winnen s
en aan zich te verbinden; onverdeeld de-
zelve te behouden, gaat bykans het menschr
lyke te boven; dan geheeler zou zy de-
zelve bewaard hebben, indien de ontftaa-
ne Oorlog tusfchen Frankryk en Engeland^
by welken dit laatstgemelde Ryk den Ne-
derlanden tzt
Zee zo geweldig veel afbreuks
■deedt, en zo groote ichade toebragt, haare
.:/..:                                    ■ .Ges'
('*) Univirfd Mogaz. Vol. xxiv. -p. 108,
A 4
-ocr page 10-
8 VADERLANDSCHE
^xxxy. Gezindheid om de zaaken ten meeflen vooï-
|oik. deele van haar Geboorteland te fchikken,
Z—~" öiet veelen van haar wendig gemaakt en'
\759* de twist, over het vermeerderen der Land-
•'■' en Zeemagt, daar uit gereezeh, geene
verkoeling by eenige voornaame Staatsie-
den veroorzaakt hadt: terwyl de Gezag1
tpetoqningeri in OvjrysfeJ, by gelegenheid
van het invoeren der Voorzieningen, als
mede in de Regeeringsbeftelling te Haar-
lem
, van niet weinigen gewraakt werden,
en te wege bragten , dat Gezetheid op.
haare ééns aangenoomene begrippen , al-
thans in 't Iaatfte haars leevens, haar als
een ongunftige Characler, trek werd toege-
fchreeyen. ' ■'•'
gekend- Pe dood der Gouvernante , omtrent
maakingen middernagt voorgevallen, werd veelen in
F"1 ^ de Hofplaats dien nagt nog bekend, er*
me. -' ; ■ jklonk die leedmaare, met den aanbreeken-
den morgen, dopr geheel den Haag., Boo-
den , om dezelve in de Hollandfchfi Ste-
den, en andere Gewesten, aan te kundi-
gen , vaardigde men in den nagt af i
waai; door den volgenden dag geheel Hol-
la/idp
en, binnen Jcort, de andere Veree-
nigde^ Landfchappen , kundfchap van dit
overlyden ontvingen.' — Staaten van Hol-
land
beflooten ter eerfte Byeenkomst, door;
eenen Brieve over dit Sterfgeval rouw-
beklag te doen by haaren Vader, zync,
Majefteit de Koning van Groot Brinanje^
en de Prinfesfè Douariere van Oranje en
Nas/au: ook kreegen Gecommitteerde
Raadenlast om, in denHaage, op-het lui-
-ocr page 11-
HISTORIE.
9
den der Klokken, en het draagen van den lxxxv,
Rouw, zodanige orders te ftellen als by boek,
het afflerven van zyne Hoogheid wil- ------=-
LEM CAREL HENDRIK FRIS O ge- l?$<}.,
fchied was; desgelylcs werden Burgemees-
ters en Regeerders der Steden in Holland
.aangefchreeven , dat zy , op het ontvangen
van die Bekendmaaking,- de Stadsklokken
zouden doen luiden acht dagen naa den an-
deren , drie maal daags, één uur lang, en
nog drie dagen vóór de Begraafenisfe en .
op den dag der Begraafenisfe zelve: in ge-
volge waar van derzelyer dof gebrom dit
Gewest vervulde.
De Raadpenfionaris ter Vergaderinge Men neemt
yan Holland van dit afflerven berigt gee- in
HoüuiA
vende, las de Staatsbefluiten voor, geno- ^eeiTee"
men by het overlyden van wylen zyne maakte
Doorlugtige Hoogheid, als mede de Voor- fchikkin;
zieninge vastgefleld, in gevalle haar Ko- S^n aan.
ninglyke Hoogheid , voor de Meerderjaa-r
righeid van den Prins Erffiadhouder, of
de Prinfes Carolina, iets menschlyks
mögt overkomen (*). — Alle de Le-
den gaven éénpaarig hunne gezind - en
gereedheid te kennen om de befchikkin-r
gen,- toen vast gefield, ftand te doen
grypen.
' Men befloot terftond tot het benoemen
yan een Perfoon uit ieder Lid der Staats-
vergaderinge, om, met den Raadpenfiona-.
ris,, ftaatlyk het Rouwbeklag by de Vorste
ly-
(% Zie het XXII D, onzer Vaierl Hifi. U. 5.
Ag
-ocr page 12-
io VADERLANDS CHE
Lxxxv. Iyke Weezen, af te leggen : en seffens te
boek. verneemen, of wylen haare Koninglyke
—-----Hoogheid, by eene beflootcn Acle, waar
1759. toe zy, volgens een Staatsbelïuit van den
■ tienden van Sprokkelmaand des Jaars
MDCCL11, gevolmagtigd was geweest,
eenige Perfbonen benoemd hadt tot de Op-
voeding van hunne Hooglieden , en het
noodige omtrent het openen daar van, te be-
fchikken.
De Hertog Vermids door ditzelfde Staatsbelïuit aan
ïïfeinS LouIS> Hertog van 'Brumwyk, vol-
Eed geno- gens eene Inftruélie, geduurende de Min-
nien, ten derjaarigheid der Vorstlyke Kinderen, het
opzigte Gezag over 't Kryp-svolk van den Staat was
vin hpt
Kr y es volk. °Pgedraagen en door hém aangenomen,
. vondt men goed, nog ftaande de Vergade-
ring, dien Hertog té ontbieden, om deiï
Eed, in die hoedanigheid, af te leggen, ge-
lyk onverwyld met de noodige plcgtighe-
den gelchie'dde : van welke fchikking de/
Militaire Officieren, by Brieveli,.kundfchap
v kreegen onrzieh daar mede-overeenkoroftig*
te gedraagen. —Hoe. uitgebreid ook' he¥
Krygsgezag: niögt weezen den Hertog toe-
betrouwd , en door hém bezWooren, hieldt'
deeze Lastbrief wel • èuidelyk in , dat hy \
zich
geenzins. zou bemoeyen' met eenigé;
z'aaken de Religie, Politie, Fmant-ie 'of-J-u-
fiitie
raakende; nóch"óokmet eenige ande-
re'-zaaken ,: 'byzondéi* !ftaande ter befchik-
klrtgè Vatviitwi;Ed, ©root Mögenden-, <ój>
vati de Bondgenooten, noch ook met zaa-
ien van de Unie en Verbinteuisfe tusfeheu
de-Bóndgëhóöien opgerigt, ""en veèlrhin
ziek
-ocr page 13-
I '
HISTORIE.            ii
zich mengen, 't zy rechtftreeks, of van ter i^xxxv*
zyde, in de Gefchillen, die tusfchen de boek.
Boudgenooten, of eenige van dezelven, of ,-------.
ook wel tusfchen de Leden en Kwartieren 1759.
van eene of andere Provincie, mogtenont-
flaan; ten ware wederzydfche Partyen hem
verzogten zyne goede dienften van Tus-
fchenfpraak en Bemiddeling te willen aan-
wenden , of ook dat de allerzyds Belang-
hebbenden de zaak aan zyne Uitfpraak of
Beflisfing onderwierpen. —- Desgelyks zou
hy, binnen het Grondgebied van dit Ge-
west , zich geen Gezag mogen aanmaatigen,
buiten uitdruklyke bewilliginge of overga-
ve van hun Ed. Groot Mögenden, of hun-
ne Gecommitteerde Raaden ; en , over
zulks, onder voorwendzel van Last of Vol-
magtiging van hunne Hoog Mögenden, of
onder eenigen anderen tytel, fchyn , of
kleur, niet mogen onderneemen te doen,
of te werkftellen, op het Grondgebied van
dit Gewest, veel min iets te onderneemen
of uit te voeren tegen de eene of andere
Leden of Steden deezes Landfchaps, noch
ook tegen eenige Regeerders, Bedienden,
of.Ingezetenen van 't zelve, hoe, waar,
©f op welk eene wyze, het ook zou mo*
gen zyn. ■* Met zodanig een welberaaden
overleg , en voorzigtige onderfcheiding,
fielden Staaten van Holland perk aan den
Invloed en 't Gezag eens,Mans, in het
Krygsweezen, tot zulk een hoogen trap
verheeven; dit hadden ook de overige Ge*
westen gedaan, in hunne Reglementen de
Voogdyfchap betreffende.
-ocr page 14-
ia VADERLAND S CHE
Ingevolge deezes Plans van Voorzienin?
ge moeften de Benoemingen van Steden
en Collegien, welke gehouden waren, de-
zelve aan den Stadhouder aan te bieden,
rxxxv.
boek.
Aanfchry-
vtng aan
de Steden,
wegens de
Magi
fïraats be-
ftellingen
om Burgemeesteren, Schepenen en Wet-
ten te veranderen, naar behooren en agter-
volgende de Privilegien der Steden en
Plaatzen, dezelve aan hun Ed. Groot Mo-
genden toezenden, om 'er de verkiezinge
uit te doen, als uitoefenende de Voogdye
overdenMinderjaarigenPrins. r— De Secreta-
ris boei kreeg last des eene Lyst te ver-i
zoeken, by den Heere de Larrey,
Secretaris van wylen haareKoniriglykeHoog-
heid, die ze hem overleverde: waar op
dezelve aan de Steden, Plaatzen en Colle-:
gien gezonden werd om zich diensvolgens
te gedraagen. — Dit gefchiedde zonder
wedèrzeggen, uitgenomen, dat die van
Rotterdam daar op verklaarden zich te moe-i
ten houden aan vroegere Aantekeningen,
op de Jaarlykfche Beftellinge de» Regee-
ringe in hunne Stad, gedaan; en die van
Hoorn aanmerkten, of de Boongangers, op
de Lyst vermeld, tot de Benoeming wel be-
hoorden, en aan zich behielden het vry
overleg hunner Lastgeeveren,
Het meergemelde Staatsbefluit by Hol-
land
', wegens de Voorzieningen, was nimmer
in de Algemeene Staatsvergadering inge-
bragt; doch dewyl, zints dien tyd, alle
de Gewesten de noodige Schikkingen daar
op beraamd en vastgefteld hadden (*),
. :'. ..:'.'/ '. " i *: rti cï"hÏ'.
          hielt
(* ) Wy hebben deze in het XXIID. onzer Vaderl.
Hiß.
opgegeven bl. 5. 157. 165- J92- 204.217. 219,«
Handeling
der Bond
genooien
over de
Voorzie-
ningen , en
het aan-
neemen
èazdven.
-ocr page 15-
HISTORIE            is
hielt het oogmerk om 't zelve in de Ver- lxxxv,5
gadéring te openen, grootendeels op : dan boe k<;
men beüoot, egter i, door Gelastigden uit------ä
Holland, by. de betuiging van de fmertly-1759.
ke droefheid over het ontydig afflerven
der Vrouwe Gouvernante j aan de Bond-
genooten verzekering te geeven, van huri
opregt oogmerk en geneigdheid om de
goede Verftandhouding , en de noodige
Eensgezindheid tusfchen de hooge Bond-
genooten te bewaaren, hart en handen in
een te liaan, om dezelve te handhaaven,
als waar door" alleen de Staat buitens-
lands agtbaar, en, onder go ds zegen,
binnenslands gelukkig kon weezen. Zy
hadden, daarenboven, in last te ontdek-
ken den Raadflag genomen, omtrent den
tyd, Wanneer de Minderjaarigheid zou
eindigen , te weeten met den ouderdom,
van Achttien Jaaren; en dat deErfftadhou-v
der of Erfftadhouderesfe, met de Vyftiea
Jaaren Zitting zouden mogen hebben in de
Vergadering van hunne Hoog Mögenden
en in den Raad van Staaten, naa vooraf
gedaanen Eed van Geheimhouding. —Dat,
geduurende de Minderjaarigheid ,• het gee-*
ven der Patenten zou "gefchieden , gelyk
in Städhouderlooze tyden, vastgefteld was;
doch, zo mogelyk, met overleg van denHer-
tog van Brumwyk, aan welkenVeldmarfchalk
ook door hun de Magt en 't Gezag over
de Krygsmagt van den Staat, op eene me*
degedeelde Inftructie, was opgedraagen —
«Jat het Admiraal Geueraajfchap., of 't be-
-ocr page 16-
14 VAD ERLANDS CHE
L'xxxv. vel over de Krygsmagt te water, voor als'•
boek. nog onbefchikt, en tot nader befluit, op
■-----— dien voet zou gelaten worden, voor zoveel
1759. de bediening van Admiraal Generaal be-
trof , als vóór de Verheffinge van zyn
laatst overleden Hoogheid was gefchiedt. -
Dat hunne Hoog Mögenden over de Lan-
den der Generaliteit, als Voogden, alles
zouden waarneemen wat tot het Erfftad-
houder en Capitein Generaalichap behoor-
de, uitgenomen.voor zo verre't bevel over
het Krygsvolk aan den meergemelden Her-
tog was opgedraagen. — Dat zy ook in
die hoedanigheid, aan zich behielden het
verleenen van Pardonnen en Gratiën in die
Landen. —Als mede dat de Inkomften, en
Wedden des Erfftadhouders, in zyne on-
derlcheidene Waardigheden, betaald zou-
den worden aan den Domeinraad van den
zelven.
Wanneer wy ons de Voorzieningen ïn an-
dere Gewesten beraamd, en zo zigtbaar op
de leest van Holland', althans wat de Ver-
gadering van hunne Hoog Mögenden betrof,
gefchoeid , herinneren, zullen wy ons
geenzins verwonderen, dat de gegeevene
opening van hun Ed. Groot Mögenden,
aldaar met dankzegging werd ontvangen,
en de Afgevaardigden der andere zesLand-
fchappen, niet aarfelden om eenpaarig het
voorgeflelde te omhelzen, en in een Be-
fluit te veranderen. De Griffier gaf hier
_s
          van kennis aan den Hertog van Brunswyk,-
1            met verzoek om dien last wel op ziehte
wil-
-ocr page 17-
HISTORIE'         15
willen, neemen en nog flaande de Vergade- lxxxv»
ring den Eed te komen afleggen , gelyk boek.
kort daar op gefchiedde. >                    --------
Te deezer gelegenheid leverde de Her- 1759.
tog aan hunne Hoog Mögenden een Papier R0uwbe-
over 5 verzegeld met vyf Cachetten, als klagen ie»
twe.e van haare. Koninglyke Hoogheid, Stadhou-
één van den Hove van Ho/land, één van ^3^"
ieder der twee Commisfiirisfen van denzel-
venHove, inhoudende de Benoeming van
Perfoonen, tot de Opvoeding der Vorstly-
ke Kinderen , door Hoogstdezelve eigen-
handig ingevuld en ondertekend. Dit ont-
floeg de Gelastigden van hun Ed. Groot
Mögenden tot het doen van het Rouwbe-
klag ten Stadhouderlyken Hove, vanden ge-
geeven last om na ditftukteverneemen. —
Deeze Heeren, volbragten het Rouwbeklag,
by monde van den Raadpenfionaris, met
betuigingen van de uiterfle droefheid over
't fmertlyk verlies dier Vorltinne, zo dier-
baar voor den Staat; en bygevoegde verze-
kering van altoos hunne liefde en agting
voor hunne Hooglieden te zullen betoo-
nen, en tot derzelver weiweezen alles te
willen aanwenden. De Hertog beantwoord-
de dit bezoek met dankbetuiging voor deer
ze nieuwe blyk van de gunitige gevoelens
hunner Ed. Groot Mögenden; verzoeken-
de hun verdere Vriendfchap en byftand, in
hoope dat god de Vorstlyke Spruiten in
ftaat zou ftellen, om, in naavolging hun-
ner Voorouderen, ten eenigen tyde, met
de daad te mogen betoonen,: hoe zeer hun
het dierbaar Vaderland, en byzonder Hol-
land
-ocr page 18-
VADERLANDSCHË
txxxv. land ter harte ging: herinnerende ds'
boek. Hertog de Bezending, hoe haare Kö-
*-------ningiyke Hoogheid, met ftervende lippen y
3-759- °P 't nadruklykfte hadt verzogt haare
Kinderen, aan hun Ed; Groot Mögenden
aan te bevelen. — De Algemeene Staaten j
en de Raad van Staaten, bleeven niet in ge-
breke om deeze Pligtpleeging by de Vorst-
lyke Weezen te volbrengen; en werd dit
eerlang gevolgd door ftaatlykeBezendingen
uit de byzondere Gewesten, als mede van
de Zuid- en Noor-dhóllandfche Synoden, die
elk op hunne wyze, het Rouwbeklag dee-
den, en van den Hertog, hoofdzaaklyk 't
zelfde antwoord als de Afgevaardigden van
Holland ontvingen*
benoemde By de opening. der AcTre ', die de be-
Vv0ßden noeradePerfoonen | ter Opvoeding beftemd,
vorst lyke bevatte j waar van eèn Dubbel ten Hove
Spruiten, berustte, bleekj dat wylen Haare Koning-
lyke Hoogheid benoemd hadt, voor Gel-
derland,
Jonkheer andries schim-
melpenning; voor Holland en West-
friesland
, Jonkheer frederik Hen-
drik van wassenaar en Mr.
JOAN ABBEKERK krap; voor Zee-
land,
Jonkheer jan van borssele;
voor Utrecht, jan daniel d'a-
b l a i n g ; voor Friesland, Jonkheer e p o
«juk van burmania; voor Overys-
fel,
Jonkheer j. s. sigismund hei-
den; voor Stad en Lande, a. a. iddi-
k i n g e. In deeze Heeren vondt zy de
noodige vereischten om zorge te draagen ,
Uat haare Kinderen in de beginzelen van
de
i
-ocr page 19-
HISTORIE;            if
Öe waare Gereformeerde Religie , zo &Ss-Lxxx¥i,-
dezelve in de publieke Kerken deezerboexj
Landen geleerd wordt, zouden onderwee----------
zen, en voorts onderrigt worden van de 1759*'
waare belangen van den Staat, ten einde
bekwaam' te zyn, om, ten beste van den
Lande, de hooge Waardigheden te beklee-*
den, haaren Zoon, ofby aflyvigheiddienj-
haare Dogter opgedraagen. Ten flot ver-*
zoekende dat deeze Benoeming Staatsge-
wyze bekragtigd en die Perfoonen daar toe'
gelast mogten worden.
De Uitterfte wil dier VorfUnne field©
tot toeziende Voogden over haare naage-
laatene Kinderen, en derzelver Goederen»
aan, haaren Vader, zyn Groot Brittanni-
fchc
Majefteit g e o r g e den ii, eri
haare behuwd Moeder,' Mevrouw maria
LOüisAj Prinfesfe van Hesfenkasfel,
Douariere van wylen .joan wille im
friso; en tot werklyken of beftuuren-
den Voogd, zyne doorlugtige Hoogheid
Louis ernst, Hertog van Brunswyk
Wolfenbuttel,
Generaal in dienst van hun-
ne Hoog Mögenden, en thans aangeflelderi
reprefenteerenden Capitein Generaal over
de Troepen van den Staat der Vereenigdt
Nederlanden.
Deeze regelde, als Voogd*
den Rouw voor 't StadhouderlykMiofy
en, als verbeeldende den Capitein Gene-
raal, dien der Officieren onder de Land-n^.*,
militie.                                                                  . Ring oti»
Afgevaardigden van. Gelderland ter. Al-tien t de
gemeene Staatsvergadering den voorlïag ^fs/aafe-
gedaan. hebbende, onl, ten betoon van ag- Xler/
XXIII. deel.         B                   tingnaüte.
-ocr page 20-
ï3 Vad'er l a nösehÊ
1-xtfxv. t'ing en genegenheid voor de overledene'
ïo'Il Gouvernante, baar Lyk ten koste van dei
------- gezanïenlyke Landfehappen ter Aar<fe te
J759J beftellen, verwierf dit voorftel eerlang ee-
ne algemeene goedkeuring.
Het Lyk Naar 't gebruik omtrent Vorstlyke Per-
op een Pa- foonadien werd het gebalzemd Lyk van
j^et^ed haaire Koninglyke Hoogheid,' in een wit Sa-
gelegd, tyn Nagtgewaad, met zwarte zyden ftrik-
ken en linten belegd gekleed, om denhals-
mét een Paläntin van kan-t omtoogen en de
armen met Lubbens en de handen rfïet wit-
te kabretlederen Handfchoenen verdèfdy
ten toon gelegd^ op een kostbaar Paradebcd,
in een Treurzaal, welker toeviel aan de
hooge Geboorte en Waardigheden van de
Overledene beantwoordde , en teffens ge-
fchikt was om eene fomberheid in den geest
der aanfchouwer'en te verwekken. Deeze
Treurzaal was het eigenfte vertrek van het
S'tadhouderlyk Kwartier, 't geen, in de»
Jaaren MDCCLitenzelfden einde gediend
hadt, en waar in de toen overleden Stad-
houder veertien dagen lang ten toon gele-
gen hadt. Dan het leevenloos overfchot
der Gouvernante werd flegts zes dagen, te
weetenvan den vyfden tot den tienden van
Spro]£kelmaand5. öpenlyk vertoond. Ver-
baazend groot was de toevloed der aan-
fchouwefen, in dit kof te tydsbeftek, eene
daar van opgemaakte Lyst wyst uit dat der-
zelver getal zeven- en- dertig duizend,• ne-
gen honderd vyf- en-- Vyftig Menfchen be-
Mep.
SJekist. De Hoftmnegieter hadt mïddelerwyl een-
Tin-
-ocr page 21-
HISTORIE.            ip
tinnenkist of Lykbusfë vervaardigd; wel- txiün/l
|ter fraay niaakzel het oog veeier kykeren öoEiCi
ten huize des Kunstnaars lokte, waar ze--------
twee dagen vän een ieder kon bezigtigd 1759;
worden. Dezelve was achthoekige naa het
voeten einde vernauwende, zeer glad ge-
polyst; het dékzel eenigziris verheeven >
inet een fchuiris opgaanden rand, waar in,
boven het Aangezigt een ovaal Glas, om-
ringd met de beeldtenis van eene zich rond
krommende Slange £ welker ftaart in den
bek ftak; bove^i op den kop'der Slange wa-
ren de af beeldzels van twee Menfcheri
fchonken, kruislings boven den anderen
geplaatst, Waar óp eeri Doodshoofd rusttei
De Hófzilverfmit hadt het zyne töegebragt
örri deeze Lykbusfe te verderen, met een
Zilveren Plaat ter hoogte van het Hart, op
het dèkzel vastgehegt, waar de Wapens'-
Van haare Koninglyke Hoogheid, meteen
daar op, to'epasfelyk Byfchrift, pronkten.'
pnder deeze Plaat zag men den Tyd zeer
künftig afgebeeld , doof een vliegend.
Wicht, houdende in de eehe hand een
Seisleh', en in de andere een ledig geloope-.
ne Zandlooper, met twee wieken aan 't.
boven einde, alles met een fraay ïoofwerk
Ömvlogterii Een weinig laagèr was eert
Oranje- efi Difteltak, verbeeldende de
Verëeniging der Huizen van Engeland ert
Oranje; aan ieder van üeezen twee takkerfc
hingen twee vrugtén, en onder deeze twee
takken ftortden twee fchreië'nde Kinderen.*
zynde dit alles niet keurïyk loofwerk om-
soogen.' Te weder zyden van het dekzel
-ocr page 22-
so VADERLANDS CHE
k-xxxv. e" den fchuins opgaauden rand, was de fff>
„boek. bcelding van een Eikentak, met Bladeren
_____en Akervrugten, zinfpeelende op de Oud-.
JJ750. heid van den Oranjeitam. — HetLykm
deeze Kist gelegd werd zo veel mogelyfc
tegen allen verderf bewaard; en die Kist
vervolgens in een daar om voegende Ei-
fcenkist s'ezet.
DeBegraa- ^e noodige Befchikkingen tot de groots
ftnisfe. " Plcgtigheid derBegraafenisfe, op den,drie-
ën - twintigflen van . Sprokkelmaand be-.
paald , gemaakt zynde, hadt dezelve ten
gemelden dage voortgang. De Lykftaatic
kwam , in de meefte opzigten, overeen
met die van wylen haaren Gemaal (* ) in
eenige week dezelve 'er om blykbaare rede-
neu van af.
Dat in den trein zich minder Krygsvolks
vertoonde, werd daar aan toegefchreeven ,
dat haare Koninglyke Hoogheid, in haar-
keven, alleen in naam van denMinderjaari-
geii Erfftadhouder, Gezag over 's Lands
Zee- en Landmagt, en alleen aan het Hof
dat bevel voerde als Gouvernante en Voog-
desfe van den Minderjaarigen Capitein Ge-
neraal, wier post het niet was, in perfopn>;.
's Lands Krygsmagten in Oorlogstyden te-
gen denVyand aari te voeren. Uit dien
hoofde voegden ook veele cieraaden als,
Krygs- en Veldheerstekens- by deeze Lyk-
öatiè niet. De vier hoeken van het kleed
dat
(*) Zie dezelve in:'t XXII Deel onzer VdttU.
Hist. bl. 11. : ...                        - .. . . , .,i
-■■1                                                    n sa...
-ocr page 23-
H I S T O R I E.             si
dat het Vorstlyk Lyk van willem ca- lxxxv.
rel Hendrik FRiso bedekte, wer-BOEK'.
den door de vier eerfte en hoogde Bevel----------
hebberen der Land- en Zeemagt gedraa- i?S9-
gen; doch thans opgehouden door vier
eerfte Heeren uit het Staatsbewind; ter
aanduidinge, dat wylen haare Koningly-
k'e Hoogheid wel de Raadsvergaderingen;
maar geenzins de Veld - of Zeetochten by-
woondc. Het Zwaard van Souverainitcit
zag men thans mede niet; dewyl dit Eere-
teken, 's Vorften Souverain gezag in des-
zclfs Duitfche Staaten verbeeldde, 't welk
de Overledene Prinfesfe alleen als Voog-
desfe over, en in den naam van den Jongen
Vorst, bediend hadt. Zy was geene Ge-
boore Prinfesfe van Oranje en Nas/au, en
(clerhalven kwamen de Paarden en Standaar-
den met die Wapenen hier niet te pas-
fe; doch werden voegelyk vervangen door
de vier Kwartieren Saxen, Brandenburg,
Briiaswyk
en Engeland. — Zo min, en om
dezelfde reden, als geene Afgezanten van
buitenlandfche Mogendheden, noch de Raad
van Staaten, de ^ykftatie van den jongst
overleden Stadhouder bywoonden (*),
vonden zy plaats in deezc,
In 's Gravenhaage, te Delft, en onder
den weg tusfehen dleHofplaats en Stad was
alles bezorgd wat tot geregeldheid én ter
voorkominge van ongelukken kon dienen:
de Nieuwe Kerk geheel ontruimd, ter
boog«,
(*) Zie bet XXII D. onzer f adert Hift. bl. ïi. 'm
B 3
-ocr page 24-
ft} VADERLAND SCHE
Lxxxv. hoogte van een half voet met zand bedektj
jBOEK. en met een planken vloer belegd, was vaii
-—j—- binnen, als mede het Choor eii de Vorst-
}759- ïyke Graftombe yolgens de regelen der
Bouwkunde , zeer künftig verlicht,' met
Waschkaarsfen, Lampjes en Turkfcbe
Lantaarneri van geolied papier. De Gene-
faal Majoor kreutsnach hadt die ver-
lichting beftuurd, en herfchiep daar dooi;
den donkeren nacht in de Kerk, welker
glazen hy alle met zwart Kariäy hadt doen
behangen, in een helderen dag. Toen men
yan de To.oren dier Kerke dëLykftatie, de
muuren van het Prinslyk Delft zag nade-
fen, kreegen deArteleriften, die inde Nieu-
we Laan
by éën'- en - twintig metaalen Ka-
nonftukkeu geplaatst waren, een fein, en
maakten, door een drievoudig gebalder, de
aankomst van het Vorstlyke Lyk bekend,,
Öp deeze donderende Lykmaar werd dé
Trom op 't Marktveld geroerd en het
Treurmuzyk aangevangen, 't welk duurde
tot het einde der Lykplègtigheid. Toen
omtrent half vier uuren de Lykkoets ter
Kerke inreedt, herhaalden de Arteleristen,
Op een geggeven fein, het drievoudig los-
'-branden des gefchuts. De Lykbaar, naa
.het om en doordraagen der Kerke, by het
Prinslyk Graf neder gezet zynde, plaatfte
.zich de jonge Prins Erfftadh ouder in eene
..zitting met zwart Laken omhangen, tegen
! over, het Vorstlyk Praalgewelf gezet, ter7
/wyl de Hertog van Brumwyk aan de regte
£n de Prins van Nas/au Weilburg aan de
flinker hand 'van den fehreiè'»den Vorst
-ocr page 25-
HISTORIE.
£3
ftonden. In tegenwoordigheid deezer hoo- Lxxxy,
ge Perfoonadien en verdere aanweezende boek,
Heeren, werd de Kist van de baare afge- —;—-
nomen, kruiswyze met een zyden Lint i f $yf
toegebonden, en boven op het dekzel ver-
zegeld met het zegel van het Vorstlyk
Huis, en dat van hunne Hoog-Mögenden, .
thans hoorde men voor de derde keer, het
losbranden des gefchuts, en werd onder 't
zelve de Lykbus in de Grafkelder neder
gelaat en (*\
Alle de Leden der Hooge Staatsvergade^
ringen , en alle andere Heeren, werden
van wegen het Stadhouderïyk Huis ? be-
dankt, voor de laatfte E ere der overledene
Prinfesfe aangedaan. In de Kerkenraadsr- (
kamer was een kostbaar Ontbyt gereed ge-
maakt , derwaards begaf zich de Erfftad-*
houder, met zyn Voogd en den Prins van
Nasfau Wellburg • hier bragt de eerstge-
melde den jongen Vorst onder 't oog,
'                                                               5j dat
(*) Niets uiterlyks diende toen ten Teken, daf
deeze vermaarde Graftombe het Lyk van haare Ko-
ninglyke Hoogheid befloot; dan, naa een omtrent
twee Jaarigen arbeid, om dat Gevaarte fchoon te
maaken en teherftellen, is'er boven die Graftombe,
naast de andere oude Vorstiyke Wapenkasfen, en
tegen over die van haaren Gemaal, tegen den binnen
muur van het Choor, eene ongemeen kunstig ge-
werkte Wapenkas, ter haarer Gedagtenisfe, geplaatst,
geheel in een nieuwen fmaak , en met voeglyke
Zinnebeelden vercierd j terwyl boven dezelve in d^n
muur zyn vastgemaakt, de Vlaggen, de Land en
Zeemagt verbeeldende by haare Begraafetiis ge^rav
$«n. Nederl. Jaaxh. 17$*. bl. 955.
-ocr page 26-
tt4 VADERLANDSCHE
dat de Vorstlyke Tombe, door hem ge?
pto£K.„ zien, de Bewaarplaats was der Overblyf-
«—-----,, zelen van zyne Doorlugtige Voorvade-
$759' » ren' die, ^001' nunne uitmuntende be-
j, dry ven, de Eer verworven hadden van
„ zulke Eertekens naa hunnen dood naa te
j, laaten, welken hy moest naavolgen,
5, wilde hy, naa zyn overlyden, ookder-
5, gelyk eene Gedagtenis verwerven. —
5,, Dat hy, desgelyks, gezien hadt de
„ Plaats, waar de Lichaamen der Afge-t
„ ftorvenen verborgen worden tot aan den
5, Oordeekdag, op welke ook zyn Lichaam
„ komen zou naa zyn overlyden, en dat
5, hy, derhalven, hier zo behoorde te lee-
5, ven, dat hy daar go ds Oordeel over
p, 't geen hy in zyn Leeven verrigt hadt,
t, mögt kunnen afwagten."
Om vyf uuren verliet de Erffladhouder,
eai het verdere Gevolg, Delft, en kwam
ten zes uuren in 's Gravenhaage te rug.
De Delftfthe Schuttery, kreeg, op 't ver-
doek der Capiteinen , vryheid om Com-
pagnies wyze onder de wapenen, door de
Nieuwe Kerk te mogen trekken, en de
Lykcieraaden en de wonder fraaye Verlich-
ting te befchouwen; waar naa zy, door de
Magiftraat, by voorraad, bedankt werden
voor de beweezene Eere aan de overlede-
ne Vorftinne: een dankbetuiging door hun
Edel Groqt Agtbaaren, 's anderen daags
ftaatlyker herhaald; weinig dagen laater kreeg
ieder Schutter een Afdrukzel des dank be-
töonsvan'tStadhouderlykHuis. Welke eer
de Haagfche Schuttery desgelyks genoot:
Zo
-ocr page 27-
HISTORIE.            25
Zo in de Hofplaats als in Delft, was de lxxxv.
. toevloed der Aanfchou weren veel grooter, boek-,
dan by de Begraafenisfe van wylen zyn-------
Hoogheid. Te laatst gemelder Stede ga- 1759.
ven Vreemdelingen tot vier Dukaaten voor
één Venfter en tot honderd vyftig Guldens
voor een Kamer ? om 'er de Plegtigheid uit
te befchouwen.
Niet alleen gedagt de oudfte Leeraar der Lykrede-
Hervormde Gemeente in 'ï Gravenhaaée, nzn,tti\nz-
E. VAN STAVEREN, Op verzoek ZynS tenisfe.ge.
Kerkenraads, in eene Lykreden,de begraa- houden.
vene Vorftinne j niet alleen weiden in Vee-
re
en Vlhfingen, en in de overige Domei-
nen aan den Huize van Oranje en Nasfau
behoorende, Lykredenen gedaan over de
Voogdeflè van den Heer dier Heerlykhe-
den ; niet alleen hieidt men' aan de Vyf
Hoogefchoolen deezer Landen plegtigc
Lyk-Oratien, over-den dood eener Vor-
iHnne, die den Rector Magnificentisfimus
eeniger Academiën vertegenwoordigt hadt;
maar in veele Steden en Plaatzen, die by-
zondere betrekkingen niet hebbende, gin-
            •'
gen de Leeraars, van onderfcheide Gezind-
heden hunne Gemeentens voor in Rouwbe-
klag. De Treurgalm der Dichteren zweeg
geenzins; doch liet zich in luide jammer-
Magten hooren.
Naa het wyken van de drukte der Be- De Oude
gï;aafenisfe ,' werd de Grootmoeder der Prinfes van
Vorstlyke Spruiten, tot mede toeziende ^0r^"JC>
Voogdesfe over de Naalaatenfchap van Friesland
Tiaare Koninglyke Hoogheid aangeffceld , in 's Graa-
die doorgaans te Leeuwaarden haar verblyf wuluufk
B 5
                   hieidt.
-ocr page 28-
z6 VADERLA ND SCHE
LXXXV. hieldt ? in 's Gravenhaqge verwagt, en het
boek. Oude Hof te haarer ontvanginge gereed ge-
——• maakt. Zy kwam, den weg over EnkhuU
1759- zenp Hoorn va. Alkmaar
genomen hebben-
de, op den twee- en- twintigften van Len-
temaand aldaar aan. De Prins Erfftadhou-
der, de Prinfes Carolina, nevens de
Prinfen van Brunswyk en Nasfqu Weilburg,
met de Heeren en Dames tot het Stadhou-
der lyk Hof behoor ende, hadden zich, te-
gen de aankomst dier Vorftinne, op 't
Oude Hof laaten vinden. Teder waren de
welkom omhelzingen der Vorstlyke Weer
zen, by het ontmoeten hunner Vaderlyke
Grootmoeder, die tot het einde van Zo-
mermaand in 's Graavenhqage bleef.
Wat men Korten tyd, naa de ontvangene leed-
haar in maar des overlydens van Mevrouwe de
Friesland, Gouvernarjte, hadden de Hooge Vergade-
de de Min- ringen van Friesland, als mede de Magi-
derjaarig- ftraat, de Bevelhebbers der Burgerye, be?
beid van nevens de Kerkenraaden der Hervormde
hadt opEe- Gemeentens te Leeuwaarden, een flaatlyk
draagen. Rouwbeklag by deeze hoogbejaarde Vor-
ftinne afgelegd. — Overeenkomftig met
het Plan van Voprzieninge in Friesland be-
raamd (*) hadden de Volmagten van 't
Kwartier der Steden in Sprokkelmaand jbe-
flooten aan deeze Prinfesfe Douariere van
Oranje en Nasfau, de Raadsbeftelling iq
de Steden van dit Gewest, geduurende de
Minderjaarigheid haares Kleinzoons, en de
Be-
j |
(*) Zie ons XXII Deel, bl. 292.
-ocr page 29-
II I S T O R I E.            |7
Beflisfing der Gcfchillep, welke deswegen lxxxv,
.zouden mogen ontftaari op te dragen; en boek,
dit volvoerd door eene Bezending vanE'ar---------••
gemeesteren uit vier Steden , die zy be- 1759»
dankte voor het vertrouwen op haar ge-
fteld, den opgelegden last gunuig aannee-
mende. Gelyk zy ook de opgedraage Be-
geeving der Rondgaande Ampten, welke
voor de Steden van Friesland open vielen,
welker Opdragten 's Jaarlyks aan den Erf-
Itadhouder pleegen gedaante worden, aan-
vaardde.
De eenigzins nieuwe gedaante van Re- Hetinvoe-
geeringsvorm, uit de Belluiten van Voor- ren van hef.
ziening ontftaande, greep in alle de Gewes- £™" *?*
ten fland, zonder ergens wederfpraak te ninge on'^
ontmoeten, dan alleen in Overysfel3 waar moet te
.wy gezien 'hebben, dat reeds veel te doen Kampm ,
viel toen het ingeleverd Plan, Staatsgewy- J^St
ze zou bekragtigd en vastgefteld wor- uand."
den ( * ). De tyd nu gebooren zynde op
welken het ftand zou grypen, reezen des-
wegen in Kampen , eenige onaangenaame
en vry hooglpopende gefchillen. Wanneer
de Gezwqore Gemeente te dier Stede,
den jongften van Louwmaand, de Verkie-
zing der Regeeringe, naar gewoonte, ge-
daan hadt, zondt de Magiftraat de gedaane
Keuze, qvereenkomftig met de thans,
huns oordeels, kragt gekreegen hebbende
Schikking, aan Ridderfchap en Steden, de
Staaten des Gewests, en wilde de Naamen
der
,<!) Zie ons XXII Deel, bl. 205.
-ocr page 30-
sO VAD E-R LAN DSC IIE
xxxxv. der goedgekeurde Heeren van de Magi-
BOEK. flraat vervolgens, ten overflaan van de
'—------ Gezwoore Gemeente, naar gewoonte, van
'*?59' net Raadhuis doen afkondigen. Dan dee-
ze de Regeerings-befchikking niet goedge-
keurd hebbende, verklaarde zich daar te-
gen, waar op de Af kondiging van de nieu-
we Magiftraat gefchiedde op denzelfden
voet 3 als in Stadhouderlooze tyden het
gebruik mcdebragt. De groote Meerder-
heid der Gemeente, voorziende dat uit het
meergemelde Reglement iets ten haaren nar-
deele zou kunnen getrokken warden, liet,
in Lentemaand, terStaatsvergaderinge van
Overysfel, eene zeer klemmende Tegenver-
klaaring indienen.
Daar in beweerende, dat aan den eenen
kant, de Gczwooren Gemeente, wel ver-
re van tot dit Plan de toeftemminge ge-
geeven te hebben, altoos verklaard hadt'
zich aan 't zelve niet te kunnen onderwer-
pen ; maar, in tegendeel, de Regten en
Privilegien van hunne Stad en Burgerye,
hun aanbevolen, en met Eede bezworen,
te zullen handhaaven. Terwyl, aan den
anderen kant, de Gezwooren Gemeente
met de Magiftraat de Souverainiteit van de
Stad vertoonende, zy ook te gader alle de
deelen van Oppermagt uitoefenende, twee
gelyken over elkander niet konden gebie-.
den; hebbende de Magiftraat zelve, in den
Jaare mdcclv op verzoek der Gemeen-
te moeten verklaaren , dat zy buiten en
tegen den wil dier Gemeente, haar gelyk
inniagt, gcene Wetten, Reglementen,-of
ceni-
-ocr page 31-
tï ISTORIË.            09
feenjge Verandering omtrent de oude Re- lxxxvj
g'eeiïngs gefteltenisfe maaken konden. Dat, boek. 5
by gevolge, zo lang de Gezworen Ge-------_.
meente, dit Plan van Voogdyfchap niet 17-59*
erkend, of de daar by gemaakte verande-
ring, raakende de Magiflraats-keuze, niet
goedgekeurd hadt,de Magiftraat, met geen
het minfte regt, naamens hunne Stad,ƒ
daar in hadt kunnen toeftemmen, en dus,
alleen, om dat eenige weinige Leden het
met de Magiftraat, hielden en haare Ko-
ninglyke Hoogheid daar omtrent eene Be-
fiislïng verleende, dit Stuk mede in de-
Staatsbefluiten brengen. — Eenpaarigheid
van Stemmen werd hier vereischt; en ftondt
dit ftuk niet ter Beflisfinge van haare Koning-
lyke Hoogheid. Zy yerzogten deswegen.'
de Staaten om hun, en hunneBurgery* by
deeze hunne Vryheid, Regten en Privile-
gien te handhaaven, daar in te ftyven, te
befchermen, en te befchutten tegen een ie-
der, die daar op eenige daadlyken inbreuk
zou willen dóen, en dus ook mede tegen-
de Magiftraat, die zy alleen dit Jaar ge-
koozen en als Burgemeesteren , Schepen
en Raaden > voor den Jaare mdcclix-
hadden laaten afleezen, by aldien hun Wel
Ëd. Hoog Agtbaaren mogten onderftaan,
om de Gezwoorcn Gemeente en Burgery
aan hunne Magt zodanig te onderwerpen,
dat die genoodzaakt zouden worden, met-
de Gemcensman m. lepidus, in zyne-
Rcdenvocring tot het Volk, by salus-
. f 1 u s, te moeten klagen. Zy, die gefield
zyn om. ons Regp te .bewaareti. en voor te
fis an.
\
-ocr page 32-
V A D' Ë & L Ä N D S C IIE
tt&kvi fiään, hebben de Mägt vänhunrie Bediening
ioEL tegen ons zelf'gekeerd!
------- Het bleef hier niet by; De tyd der
iffói Verpagting van de Gemeene Middelen na-
derde. Staaten van Overysjel moesten daar
toe een befluit neemen, en werd in Kam-
pen
, volgens gewoonte , de toeftemming
der Gezwöörèh Gemeerite verzogt. Dan
dezelve nam deeze gelegenheid waar oni
het; huns oordeels, aangedaane ongelyk
herfteld te krygen, vorderende, dat de'
Magiftraat de inbreuk op haare Privilegien
Voor af moest afdoen , en zonder bepaa-
ïing, van dat zo genaamde Regt van Tute-
/e, voor zo verre het de Keuren van Karn^
f en
betrof, of eenige betrekking hadt tot
daar vän óuds in kragt zynde Privilegien e»
Regten, afzien : naatdemaal zy dit ftuk
voor de Vryheid der Stad en Burgerye,
mitsgaders voor het Regt va« hunne vryc
Raadpleegingeii en' Verkiezingen van zo
veel gewigts oordeelden, dat zy tot geen
ander punt van beraadflaaging konden over-
gaan, zo lang de Magiftraat, deeze Nieu-
wigheid niet hadt afgedaan, en alzo ver-
klaard , dat zy vervolgens de Gezwooren
Gemeente ongeftoord zou laaten by die'
Regten, Privilegien enVryheden, tot hier'
toe, zonder iemands wederzeggen, genoo-
ten. — Deeze weigering, dóór de Afge-
vaardigden van Kampen ter Staatsvergade-
fing ingebrägt, veroorzaakte eene onvoor-
ziene vertraaging in de raadfiagen der Staa-
ten. Twee Heeren werden derwaards Af-
gevaardigd om hunne goede dienften aan te
wen-
-ocr page 33-
H I S T ö R i%            31
Menden, tot het verwerven der Toeftem- xxxxvi
ming deezer Stad, aan welker Regeering boekj
ook uit naam der Staaten een Brief kwam,-------*
dezelve onder 't oog brengende, de zwaa-1759»             \
re en buitengeWoone ongelegenheden $ on-
vermydelyk te wagten uit gebrek van de
noodige Toeftemminge tot het doen der
Verpagtirigén, waar van de tyd zo naby
op handen was. — De Gezwooren Ge-
meente , op dit ftuk vergaderd, bragt een
bewilligend Befluit uit, zo verre de Ver-
pagting van de Middelen voor het Gewest
betrof; doch belangende de Stads latten
bleeven zy by hunne voorheen gedaane
Verklaaring , en zouden zich, des aan-
gaande met de Magiftraat niet in laaten,
veel min daar in toeftemmen, zo lang dee-
ze niet voldaan hadt aan den jongst gedaa-
nen eifch. In dit antwoord nogmaals met
de vryheidlievendfte taal fpreekende j
j, Hoe", laaten zy zich onder andere hoo-
ren: „ hoe zou de Gezwooren Gemeente
j, het voor god, die de Geever en In-
„ fteller der Vryheid is, of voor de Bur-
u, gers en Naäkomelingen, kunnen verant-
„ woorden, dat zy, met verlaatinge van
„ hunne aloude Regten * Privilegien en
fy Eminentien, zich onderwerpen zouden
„ aan eene onafhanglyke Regaeringe van
>, de Magiftraat, die, door het ftaande
#, houden van dat zogenaamde Reglement*
y> met de daad bewyzen te vermeenen, de
j, Wetten, Regten, en Coftumen der
j, Stad te kunnen voorbygaan? Enhoezul-
# len de Leden der Gezwooren Gemeert-
-ocr page 34-
$z VAÏÏERLANnSCHE
Lxxxv.-,," te, als vrye Lieden, voortaan een vryer
boek. » Raadpleeging kunnen houden, of op ee-
--------,? ne vrye wyze hunne vrye gedagteh mo-
1-7.5B'"•>■> gén uitbrengen, wanneer de Heeren varr
„ de Magiftraat, tegen hun wil en oog-
„ merk, ja tegen hunne Befluiten en Ver--
„ klaaringen, naamens hunne Stad, eenc
„ toeftemming' mogen uitbrengen , gelyk
,,.zy, om langs dien weg eene onbepaalde
„en- lahgduurigë Regeering in te voeren,'
„ gedaan hebben, omtrent het Reglement
van Tutele ? Daar zy ,i door de toenmaalige
„ verzoeken, en nu weder door de her-
„ haalde aanmaaningen, by de Gezwooren
„ Gemeente tot het toeftemmen in deMid-
„ delen 'der' Verpagtinge , met de daad
„ toonen onwettig gehandeld te hebben, en
„ alleen geen toeftemming kunnen uitbren-
„ gen, en dat alles wat zy, wegens deeze
„ Stad, buiten medewerking der Gezwoo-»
„ ren Gemeente, doen of gedaan hebben,
„ voor van geener waarde en wederregt-
„ lyk gekeurd moet worden (*)."
De Prins Eerie der laatfte. Leevensbedryven van
vaniVflj/ä«4e overledene Gouvernante betrof de Egt-
We?zo€kx. verbintenisfe van haare Dogter ,.Prinfes c a- '
CAROLINA ROLINÄ^ rfietGAREL CHRKTIAA^
ten Huwe- Prins van Nas/au■ Weilburg, dié zinis eëni-
]yk. Door ge tjn ^en Krygsdienst van den Staat
ïiameToe ■ bevorderd, thans den rang van Generaal
gefleöjil.. Major bekleedde, Colone!en Gapitein van
: '■ .•■•■ . - • - :..                                                                     een
:. JÖ ' '.■:.'}'%i:' 5 j ) , ' ..."
(*) Nsderl. Jaarb. I750- bl. 699 en 599, Voß?
't Jaar 1761. bl. 1036 enz.
-ocr page 35-
II ISTORI E.            33
éen Regiment Voetvolk en Gouverneur van lxxxv;
Bergen op Zoom was. Deeze Prins, drie- boek«
en- twintig Jaaren bereikt hebbende, hadt ■-------
het hart der zestien Jaarige Priirfesfe ge- i759r
wonnen? en zy haar hand beloofd, indien
Haar Moeder, en 's Lands Staaten, dit Hu-
welyk wilden toeftemmen. De Gouver-
nante, getroffen, door de goede hoedanigv
heden van den Prins, met ïiaare Dogter uit
een en hetzelfde Huis gebooren, en voeren-
de denzelfden Naam, en bewoogen door
deezer betuigde genegenheid, om met
Hem een wettig Huwelyk aan te gaan,ver-
leende een gunftig oor aan dit verzoek, en
eene mondlyke toeftemming.'
De toeftemming der Staaten wierd ver- Zy ver-
eischt, uit hoofde van de Bepaaling , zoe^ de
„ wegens de Overerving der Erfftadhou- J^L6^",
dertyke Waardigheden, op Vrouwlyke Staaten.
„ Afftammelingen, welke geene plaats zou
„ hebben, dan ingeval deezen, metbyzon-
„ dere Toeftemming en Goedvinden der
„ Staaten,zouden trouwen met een Prins,
& Belydenis doende van den Chriftelyken
„ Hervormden Godsdienst, zo als die ge-
„■ leerd werd in de Openbaare Kerken dee-
„ zer Landen, en niet bekleed zynde met
„ de Koninglyke of Keurvorstlyke Waar-
„ digheid (-*•)." — Daags voor haar af-
fterven hadt de Gouvernante, by rond.-
gaande Brieven, aan alle de Geweften, den
Aan-
(*) Waoenaar taüeiï. Hiß. XX: D. bl. ia?;.
CEBisiER Tafereel X D. bl. 402.
XXIII. DEEL.            C
-ocr page 36-
V A D Ë R L A N D S C H Ê
34
LXxxv
BOEK
*'ÏS9
Aanzoek des Prinfen tan Nas fan Weiïburg^
en haar Toeftcmming,te verftaan gegeeven ,
met verzoek dat de Staaten dit Huwelyk
met hunne Goedkeuring wilden vereeren ,
en wel byzonder dat de, Kinderen, daaruit
fpruitende, opgevoed wordende in de Ge-
reformeerde Religie, en daar van Belydenis
doende ,. de Voorregten der Erfopvolging
zouden blyverr genieten.
Zwaarig-
heid om
daar in te
bewilli-
gen, we-
gens de
Gods-
dienst- be-
fydenis
van Am
Frins.
Het laatfte lid des verzoeks, met zo veel
aandrangs voorgefteld, ontftondt hier uit,
dat de Prins van Nasfau Walburg^ fchoon
wel uit Nasfaufchen Stamme gelprooten,
tot de Linie van walram behoorde;
eene der drie Zydtakken (*), die Belyde-
nis doet van de Lutherfche Leere. De
ftrydigheid hier van met even opgegeeve-
ne Staatswyze vastgeftelde Bepaaling baar-
de by de Gewesten, toen zy den Verzoek-
brief der Gouvernante ontvingen y vry veel
overlegs, en verfchils van gevoelens.
Overysfil, Gelderland en Friesland toon-
den zich terftond gereed, om, zonder ee-
nigzins te twyfelen, of eenige zwaarigheid
in 't midden te brengen, in allen deele, het
verzoek van haare Koninglyke Hoogheid,
middelerwyl overleden, toe te ftemmen. -
In Utrecht waren de begrippen der drie
Leden van Staat niet éénpaarig. Die van
de Stad Utrecht wilden daar in bewilligen,
zon-
Drie Ge«
weften be-
willigen.
De Rid-
derfchap
in Utrecht
maakt
zwaarig-
heid,
(*) Naamlyk Nasfau Saarlrugge, Nasfau Ufingen
en Nasfau Weilburg,
«an de Linie van otto was
alleen één Zydtak, die van Nasfau Dietz overge-
Weeven,
-ocr page 37-
EIST 0 R I E> ■           U
zonder dat de gegeevene Goedkeuring aan hxxxvi
het Huwelyk van haare Hoogheid met een b o.ek*
Prins van de Augsburgfche Geioofsbelydemsfe ...
in gevolg zou getrokken worden, en wareit 1759.5
gereed, om, daar deeze Goedkeuring
ftreedt met de Letter des Staatsbefluits vaa
den Jaare mdccxlviii, nevens de.
twee andere Leden, van Staat, elkander
van den Eed daar op afgelegd te ontflaan.
De Heeren- Geëligeerden ftonden in 't zelfde
gevoelen, zonder zich, wegens het ontflag
Van den Eed, te verklaaren. — Doch de-
Ridderfehap vondt groote zWaarigheden in
de toeftemming, voor reden geevende,
dat zy zich, door de heiligfte verbintenis-
fen, verpligt rekenden tot het nauwkeurig;
naakomen en helpen handhaaven, van de
Schikking op de Erfopvolging vastgeiteld»
Kon zyne Hoogheid de Prins van Nas/au
Weilburg
niet goedvinden, vóór het aan-
gaan des verzogten Huwelyks, Belydenis
te doen van den Openbaaren Godsdienst
deezer Landen, dan kon het van hun met
geene billikheid gevergd werden, in die
Egtverbintenisfe toe te Hemmen, oVereert-
komftig de uitgedrukte begeerte van haare.
Koninglylce Hoogheid. Wel fcheen, als,
een gereed redmiddel, Voor handen, dat:
de drie Leden van Staat zich onderling, eni
éenpaarig, van den gedaanen Eed op die
ftuk ontfloegen, en, ten wille van dit Hu-
welyk , zonder dat het invloed zou hebben
op 't vervolg, de Voorbedingen der Op-
volging niet te Iaaten gelden. Maar dat
Èy, bedenkende roet hoe veel omzigtigheicÉ
Ca
                      het
*
-ocr page 38-
35 VADERLANDS CHË
het Reglement beraamd , alle mogelyke
voorzorge tot deszelfs beftendigheid ge-
bruikt, en dit het eerfte geval was, waar
in het genomene Voorbehoedzel goldt,
niet dan met aandoening konden overwee-
gen, welke onvoordeelige denkbeelden 's
Lands Ingezetenen , indien men dus te
werke ging, zouden kunnen vormen van
de Voorzigtigheid hunner Overheid in het
neemen, en van derzelver Standvastigheid in
het handhaaven der Befluiten , die op 's
Lands welzyn eene orimiddelykc betrek-
king hadden, en op welker welberaaden-
héid en onveranderlykheid, het allerfterkst
betrouwd behoorde te worden. Dat de
Schikking der Opvolging, niet dan met ry-
pen raade en met overleg en goedkeuring,
gemaakt was van wylen zyne Doorlugti-
ge Hoogheid, wien het kennelyk aan geene
gelegenheid ontbroken badt, om, was zulks
door hem raadzaam geoordeeld, inftedevan
de woorden,vö« de waan Christelykc Gerefor-
meerde Religie
, zodanig als die in de Publieke
Kerken deezer Landen geleerd wordt
, te doen
ftellen van dtProtefiantfcheReligie. Die Vorst
hadt, overzulks , het dienflig voor den
Staat en de belangen van zyn Huis geoor-
deeld, deeze Voorwaarde zo, en niet an-
ders, te bepaalen. Dit Reglement, daaren-
boven, was aan te merken als een altoos
duurende Grondwet der Regeering van
den Lande, van welke men in geen punt,
op eenigerlei wyze, kon afgaan, zonder het
geheel te verzwakken. Een Ontflag van
één der Voorbehoedzelen, en wel in 't eer-
fte
*
-ocr page 39-
HISTORIE.
37
fie geval, waarin dezelve moeften werken , lxxsv.
maakte alle andere,onvast, en ftelde de be- boek.
raamde Orde der Erfopvolging op losfe -,------
ichroeven; 't geen in de gevolgen hoogst- 1759.
gevaarlyk kon zyn voor den Staat en het
Vorstlyk Huis. De plegtigfte betuiging
dat dit van geen gevolg voor het toeko-
mende zou weezen, betekende niets; die
betuigingen by herhaaling gedaan omtrent
eenig Befluit, maakten 't zelve in 't einde
kragtloos, en die betuiging zelve tot eene
ydele pligtpleeging. Eindelyk was het -
onzeker of de Manlyke Afftamrnelingen,
uit dit Huwlyk geiprooten, ooit in 't ge-
val zouden komen der Erfopvolginge tot
bet Stadhouderfchap, en zou het, derhal-
ven, zeer onvoorzigtig weezen, uit voor-
zorgevoor een zo onzeker geval, nadeel
toe te brengen aan de beilendigheid van
eene Wet, by welker onveranderlykheid,
en't Land en 't Stadhouderlyk huis zulle een
groot belang hadt; te meer daar de Heeren
Staaten, indien het geval ooit gebeurde,
als dan deswegen zodanig zouden kunnen
voorzien, als zy ten meeften nutte vanden
Lande raadzaam vonden, zonder noodig te
hebben de toevlugt te neemen, tot het mid-
del van Ontilag des tegenwoordigen Regle-
ments. — Zy waren, derhalven, van oor-
deel, dat de Staaten het Huwelyk zouden
.toeftemmen, en het verzoek der Gouver-
nante, ten aanzien der Opvolging inwil-
ligen , ingevalle de Prins mögt goedvin-
den, vóór de voltrekking des Huwlyks,
Belydenis te doen van den Hervormden
C 3
                 Gods^
-ocr page 40-
fg VADERLANDSCHE
suxxxv. Godsdienst, zo als dezelve in de Publieke
boek. Kerken deezer Landen geleerd wordt;
-------- doch, zo Hoogstdezelve daar in zwaarig-
17$9' heid mögt maa ken, dan zou het Reglement
op de Erfopvolging volkomen in zyn geheel
blyven en nooit kunnen bygebragt worden,
ten voordeele der Manlyke Spruiten, wel-
ke uit dit Huwryk tnogten voortkomen.
In Holland Alle de Leden der Staatsvergadering van
|s men o- Holland hadden den Verzoekbrief der
yer.iitftuk Gouvernante overgenomen; de byzondere
ff, e ns# Raadflagen inkomende waren verre van
e'énpaarigheid, en eene vlotte goedkeuring.
De twee eerstilemmende Steden, Dordrecht
ïai Haarlem hadden op dit ftuk 't zelfde in-
'zien^, als wy wegens de Edelen te Utrecht
breed ontvouwd hebben , in zo verre de
pnverbreéklykheid der Grondwet wegens
de Erfopvolging betrof, en de ongeraaden-
iieid om 'er in deezen van af te gaan. „By
„ de Landwet,'' 'lieten die van Dordrecht
zich hooren, - v was voorgefchreeven wat
w 'èr, Tnet bpzigt tot! de Overerving der.
„ Stadhouderlyke Waardigheden , in het
'p Vofstryk Huis van Oranje en Na$fauy
~ naauwiceurig moest gedaan'en' wat 'er
,, flipt gelaaten moest werden; dat nie-
?, mand , waxmëér liy 'by de Wet bleef,
',, zich verantwóordelyk maakte, daar hy
'L, gevaar liep om zich aan verwyt bloot te
,, nellen ? zo haast deafwyking de allerge-
?, rihgïte gevolgen naa zich fleepte. Alle
p voorzigtigheid vereischte, derhalven,
p die Grondwet, in alle haare deelen, zorg-
ss vuldig én heilig te onderhouden, hier by
„ hadt
-ocr page 41-
HISTORIE,
39
'n hadt de Stadhouder, zo wel als de Staaten, lxxxv,
„ het hooglle belang; zo lang die Wet on- boek,
„ gefchonden bleef, genoot ieder zyne--------
„ Regten en Voorregten, en werd nie- 1759,
9, mand eenige reden tot klagten of verwyt
„ gegeeven; doch, wanneer men de banden
„ daar van ééns losmaakte, met hoe veele
„ bepaalingen, die losmaaking ook mögt
„ gefchieden, liep men gevaar om van den
„ eenen ftap tot den anderen te komen,
„ en het geheele zamenftel te zien onder-
„ mynen, en daar uit alle nadeelige gevol-
„ gen voor den Staat voortvloeyen." Wel
mogten die van Dordrecht de voltrekking
van het Huwelyk lyden; doch konden niet
van zich verkrygen om ontflag van die Wet
te verkenen. — Haarlem oordeelde zich hei-
lig aan deeze Grondwet te moeten houden.
Delft leverde naderhand een Plan in om Het Plan
by Staaten van Holland, de Raadpleeging v?n Delf'
op het verzoek in den Brief van wylen ? ^d> l*
haare Koninglyke Hoogheid vervat gemak-
lyker te maaken : hier in beftaande , dat
door de Heeren van de Ridderfchap en
verdere Gecommitteerden tot het groote
Befoigne zou overwoogen worden, hoeda-
nig ecne voorziening, in tyd en wylen, by
eene buitengewoone Schikking van hun
Ed. Groot Mögenden, uit derzelver Sou^
veraine Magt en Gezag , tot handhaaving
der vastgeftélde Regeeringsvorm , en ter
begunftiging van het Manlyk Oir, uit dit
Huwlyk herkomftig, zou kunnen en behoo*
*en te gefchieden. Doch de Leden, die
C 4
                  2waa>
-ocr page 42-
4o VADERLAND.« CHE
txxxv. zvvaarigheid in de Toeftemming maakten,
boek. te weeten de negen Steden Dordrecht ,
w
         Haarlem , Am fier dam, Gouda, Rotter-
1759- dam, Schiedam, Brielle, Alkmaar t\xEnk-
huizen,
oordeelden by hun weigerend Be?
fluit te moeten blyven, hunne Gevolmag-
tigden gelaftende dit middelend Plan ter
Staatsvergaderinge af te flaan. Met de
'Ridderfchap Hemde voor dit Huwlyk, op
de wyze, zo als het door haare Koningly-
ke Hoogheid verzogt was, Delft, Leyden,
Gomichcm , Schoonhoven, Hoorn, Edamy
Monnikendam , Medemblik
en Purmerende;
elk bragt in meer en min uitgewerkte
Vertoogen, zyn Raadflag ter Staatsverga-
deringe; dan 't was onmogelyk de ge-
■wenschte Eenpaarigheid te bewerken by
Staaten van Holland, tot groot misnoegen
der geenen, die met zekeren Schryver be-
weerden , dat men het Befluit des Jaars
MDccxLviii voqr geen Grondwet hadt
aan te merken ( * ).
Ztelanden Staaten yan Zeeland hadden-, dit Befluit
ßtad en egter als een Grondwet aanmerkende, waar
draagen van men, voor deezereis, afging, vaardig
toeilem- in den Huwlyksvoorflag toeftemming ge-
ffli.ng- draagen. Dit deeden ook die vm Stad en
■ bande,
zonder een enkel woord van het
: .:.
                   :•;. toen
(*) llfi Diploma nader befcbouwd, [op naam van
ji. de Ciialmot en Comp.-te Leeuwaarden gedrukt,
doch herkomitig uit eene Leydjcbe Drukkery, en,
zo men wil van E.Luzac:de Staatkundige Schryver,
zal vofjr deeze Plaats wisfeling, zyne genoegzaame
fpdep gehad hebben.
-ocr page 43-
H I S T O R I E.
41
toen vastgeflelde te reppen (*). Hoe dit lxxxv,
hooge Huwlyk, ondanks het marren eener boek.,
vlotte en algemeene toeftemming, voltrok-------—
ken werd ftaat ons, op zyn tyd, te mei- 1759.
den.
De diepe Rouwe, waar in het Stadhou- De Pn'ns
derlyk Huis gedompeld lag, verboodt den 'er.Verga-
Elfdenjaardag des Stadhouders, met open-? H.rH.SMoi
lyke vreugdbedryven ten Hove te veree^ genden op
ren, fchoon in de Hofplaats zelve, en el- zy" elfden
ders, die dag niet zonder uiterlyke viering ^geieki.
voor by liep. Merkwaardig nogthans was
deeze Jaardag : dewyl men den jongen
Vorst, zeer onverwagt voor veelen , en
niet zonder een ongunftigen opflag vanzom-
miger oog, ter Vergadering van hunne Hoog
Mögenden, toen reeds, inleide om tegen-
woordig te zyn by het overleveren van den
Staat van Oorlog. Men hadt dit niet voor
den vervulden Ouderdom van Vyftien Jaa-
ren, en naa het afleggen des Eeds van Ge-'
Tieimhouding
, overeenkomftig met het be-
paalde in het Plan van Voorzieningen ver-
wagt. Hy kwam 'er even vóór den Raad
van Staaten, en plaatfte zich, pp verzoek
van hunne Hoog Mögenden, in den Stad-
houderlyken Stoel; gemekje Raad volgde
hem, endecdtdenHeer jacqbphilip,
'.'
( * ) Staat der Befluiten van de byzondere Gciveßen,
nopens bet Hwwlyk vanMev. de Prinfesfe Carolina,
met den Heere Prinfe van Nassau weilbuk<j.
Zie ook Nederl.Jaarb. 1759. bl. 052 — 977. 1094,
en de Advyfen der byzondere Leden van Holland,
ptedtrl. Jaarb. 1760. bl. 558-584.
-ocr page 44-
4a VADERLANDSCHE
X,xxxv. Baron van denBoctzelaar, Heer van Nieuw«
boek. veen, Wegens de Ridderfchap van Holland
.--------te deezer Vergaderinge afgevaardigd, als
'Ï759- Voorzittend Lid, eene Aanfpraak aan den
zo vroegtydig op den Eerftoel zyner Vade-
ren geplaatften Stadhouder. De Raad van
Staaten vertrok naa 't eindigen deezer Aan^
fpraake, na deszelfs gewoone Vergaderka-
mer : waar op ook zyne Hoogheid, af-
fcheid van de Hooge Vergadering geno-
men hebbende, na 't Stadhouderlyk Kwar-
tier keerde.
Visch en Min vreemd was het dat hy, door zynen
jagt ver- Voogd, den Hertog van b r u n s w y k ge-?
Hoo^heiT ^4* °P de Schuttersdoele in 'sGraven/iaa-
aangcdaan. ge, de Cieraaden en Opfchriften voor de
Door den Meiboomen gefchikt ging bezigtigen, en
^?ar^ulsy den optocht dier Schutterye met zyne te-
begtoec. genwoordigheid vereerde , vergezeld van
zyne Grootmoeder de Vorftinne Douariere
van Oranje mNasfau,en zyne Zufter Prin-
fes Carolina. — Voeglyker aan zyne
Jaaren keurde men 't dubbel vermaak op
een Speelreisje na beide de Katwykcn hem
aangedaan. De Visfchers van Scheveningen
verlcdigden zich, daar hy den weg nam
over dat Dorp, om, onder zyn oog, naby
het flrand, in zee te visfehen: en deedt de
'Baron van Wasfenaar, eenige Haazen, te
vooren opgevangen, en tot de komst van
<zyne Hoogheid opgeflooten gehouden, op
■eenevlakte niet verre van Katwyk buiten,,
loslaaten, terwyl de Jagthonden dat Wild
jia fnelden, en een klein Jagtvermaak aan
den Prins, -en diens hoog Reisgezelfchap
by
-ocr page 45-
H I ST O RIE.
by gemelden Edelman te Kaïwykbimen i.xxxv.
voorts ter maaltyd onthaald, opleverden. ~j boe*.
Pat de Marquis d'amry, op eene aller---------.
ftaatlyklle wyze, den Prins Erfftadhouder 1759,
een Bezoek gave om hem kennis te geeven
van zyne onlangs bekomene verheffinge tot
Afgezant des Konings van Frankryk,
én dat hy een even ftaatlyk wederbezoek..
by deezen aflei, was niets meer dan de •
ïiofplaats voor eenige Jaaren befchouwd
Iradt, wanneer de Marquis de bonac
deezen Prins , toen hy in 'f Gmvenkciage
kwam, begroette (*).
Zaaken van meer gewigts trekken onze De Engei-
aandagt; en zullen wy dezelve wederom fcbe Zee'
op 't oude onaangenaame voorwerp moe- ^aan^n8
ten veftigen. Schoon de Engelfche Afge- ouden"*
zant, in Wintermaand des jongstverftree- gang.
ken Jaars, de onaanneemelyke eifchen van
den Koning zynen Meefter voordraagende,
dezelve beflooten hadt met eene betuiging
van diens leedweezen, over de Buiten-
fpoorigheden en Geweldaadigheden door
de ' Engelfche Kaapers gepleegd , en van
diens bereidvaardigheid om deeze Roove-
ryen te beteugelen (f), leerde de Onder-
vinding de waarheid dat 'er een wyd ver-
• fchü
(*) Zie Faderl. Hifi. XXII Deel, bl. 40 enz,
Wy he')ben daar de wederzydfche Staatfie beffchree-
ven, om iets van dien aart, ter Gedagcenisfe van
dusdanige Pligtpleegingen, in onze Gefchiedenis te-
boeken, voorts kunnen wy ons daar van ontilaagen,
agten, zo niets byzonders het melden vordert.
Ct) Zie «ns XXII Deel, bl. 4:6.
-ocr page 46-
44 VADERLANDSCHE
Lxxxv. fchil is tnsfchen zeggen en doen. — De ty-
boek. dingen, wegens het aantaften, ophouden,
--------mishandelen, rooven, opbrengen en. vei>
*759' beurt verklaaren onzer Schepen, door de
Engelfchen, klonken op een zelfden toon
als in den voorleden Jaare. De Regts-?
pleegingen op een wisfelvalligen, langwy-
ligen, dikwyls hoogstonregtvaardigen en
altoos zeer kostbaaren voet, tegen de op-
gebragte Schepen voortgezet wordende,
begonnen de Schippers , op last hunner
Meesteren, met de Kaapers Overeenkomften
te treffen, en derzelver eifchen met Geld af
te maaken, ten einde zy hunne reizen kon-
den voortzetten, en ontheeven mogten wee-
zen van de Uitfpraaken der Regtbanken, die
het Regt kromden en de Verongelykten
verdrukten: want zeer klein was het getal
der vrygefprookenen. Schoon in Zomer-
maand de Roofzugt eenigzins zat fcheen,
of de gelegenheden om zich voldoening te
verfchaffen minder voorkwamen, fprcidde
dezelve met Oogstmaand de klaauwen uit,
tot zy in de laatfte Maanden weder eenig-
zins rust nam, en de opbrengingen ver-
minderden. Niet weinig bragt daar aan
toe, dat, in dien tyd, verfcheide Havens
van Frankryk, zich door Engelfche Vloo-
ien zodanig bezet vonden, dat 'er geen
Schepen konden uit- of inkomen, 't welk de
Hollandfche Koopvaarders belette derwaards
te ftevenen en gelegenheid gaf, dat in 't
laatst van Wynmaand, de Gelaftigden der
'Buitenlandsvaarderen te Amficrdam, op
bevel "van Burgemeefteren,. de Rouaanfche
Beurt'
-ocr page 47-
HISTORIE.             43
Beurtfchepen, het vaaren derwaards ver- lxxxvï
boden.
                                                          boek.
Niet geheel vry van aanranding der---------
Franfchen bleef onze Scheepvaard ; doch 1759. .
eene heufche behandeling, vondt in die en- Franhyk,
kele gevallen plaats; en werd de opbren- Zweeden
ging der weinigen gevolgd van Vrygee- ^J^j^f'
ving, en het verwyzen der Kaapers in de,]en onze*
koften. ~ Regt wedervoer een Hollandsch Sehepen
Galjootfchip van Bourdeaux na Stettin vaa- »Is Onzy*
rende door een Zweedsch Oorlogfchip op dlSen-
de kust van Pomeren genoomen, en te
Straalzond opgebragt: de Schipper bewee-
zen hebbende in Holland t'huis te hooren,
werd Schip en Laading beide vry verklaard,
en hem vergund na de plaats zyner be-
ftemminge te zeilen. -------- Men toonde
ook in Rusland met ons in vriendfchap te
willen blyven : de goederen van twee
Schepen door den Rusfifchen Admiraal.
mischwkopf genomen en opgebragt,
waren, volgens een Brief van den Groot
Kanfelier, Graaf van woronzow, aan
den Heer de zwart, vry gegeeven.
Een byzonder voorval gaf aanleiding dat Schepen
de Amflerdamfche en Rotterdamfche Koop- *an.&.EM«
lieden, zich op nieuw tot 's Lands Staaten c°*9en
keerden , met betrekking tot de Neder- komende,
landfche Schepen van St. Euflaüus en Cu- 'mEngeland
racao
gekomen, en in Engeland opgebragt. °P8ebl;agr>
Om 't zelve recht te verftaan zal de zaak pün°tPom
zelve eenige toelichting behoeven. Niets verbeurd
is gebruikelyker dan dat op de Reeden der verklaard
Hollandfchc Volkplantingen in de West-In- te wordcn-
dien de Goederen, voor een zeer groot ge-
deel-
-ocr page 48-
46 VADÈRLANDSCHE
Lxxx-v. deelte, gelaaden. iréorcJen uit kleine Van el-
Bo-BKi ders aankomende Vaartuigen , in 't alge
.....-— meen, onder den naam van Barken bekend :
ï?59' '*' gwi& blykbaar 'gefchieét om de dubbe-
le moeite van opflaan ,- weder afgeeven 4
verwerken,' en daar mede gepaardgaanda'
gansch geerie geringe vermeerdering vans
koften , uit té winnen. Op dit gebruik,
by de Traétaaten tusfchen Engeland tu
éeezerr Staat geheel onaangeroerd en dus
vry gelaaten , wordt by het aflaaden der
Schepen niet gelet; en de Goederen van
den Wal-, of uit die Barken, ingefcheept,
naar dat de gelegenheid zich aanbiedt,
zonder dat men Aantekening houdt, welke
Goederen van Land of uit Vaartuigen ko^
men. — In 't laatst van Louwmaand kreeg
men tyding, dat de Regters van het Admi-
raliteitshof te Londen voor hadden, den
zesden van Sprokkelmaand , uitfpraak te
doen over de Schepen van de gemelde Ei-
landen opgebragtj en, indien wegens de-
Zelve niet geregtlyk beweezen kon wor-
den, welke Goederen uit Barken, welke
van Land ingenomen, en voor welke Re-
kening de ingelaadene Goederen afgezon-
den waren, en Schip en Laading verbeurd
te verklaaren. - Kon men wegens de plaats
van waar men de Goederen, volgens ge-
bruik, aan boord genomen hadt, onmoge-
lyk geregtlyke Bewyzen opleveren; 't was
den Kooplieden niet min ondoenlyk te wee-
ten voor wiens Rekening de Goederen wa-
ren in gelaaden: dewyl de West - Indifthe
Afzenders , by het afzenden niet altoos
mei-»
-ocr page 49-
HISTORI E.           4?
melden of die Goederen geheel voor hunne lxxxv.:
eigene Rekening of voor Rekening van hun b o EK*
en eenige anderen waren. Hun ontbraken ■-
ook, zo dit geval eener nauwkeurige opga-1759*
ve eens plaats vondt, de Papieren , van
welken de Engelfchen de Schippers be-
roofd, hun, als mede de Gemagtigden der
Kooplieden, den toegang tot dezelve ge-
weigerd hadden. In gevolge hier van la-
gen 'er veele Goederen der Kooplieden in
de opgebragte Schepen, aan hun toege-
fchikt, zonder dat zy het eens wiften, en
Veel min voor wiens Rekening dezelve wa-
ren. Van de Twintig Schepen , in de
laatst verloopene twaalf Maanden uit Ame-
rica
hervvaards gelievend , waren 'er ten
minften Negentien door Engelfchen geno-
men en opgebragt, welker Papieren zich in
handen der Neemeren bevonden. Ja, was
'er niet nu en dan een enkel Schip, in de
Havenen deezer Landen aangekomen, vee-
len zouden nog geheel onkundig geweest
hebben van het aandeel, 't welk zy, voor
zichzelven of voor hunne Vrienden, in de
genomene en opgebragte Laadingen had-
den.
De onmogelykheid, derhalven,- om dee- De/fmßeri
zen dubbelen eisch te voldoen en het door- damfebe en
ftraalend oogmerk van denzelven y om, ?2^°m\
onder dien dekmantel, de Verbeurtver-"jieden ie?'
klaaring wel zeker te neemen , ten einde veren by
den Handeltak op die Eilanden geheel te den Staat
knakken, bewoog de Kooplieden van Am- ^oekfthrifs
fierdam en Rotterdam, een Verzoekfchrift daar tegen
op te Hellen en door Gevolmagtigden, by in-
hun-
-ocr page 50-
# VADERLANDS CHE
lXxxv. hunne Hoog Mögenden in te levéren, met-
boek. bede, dat zy deeze zaak, en derzelver ge-
- ■ ■■ volgen, in ernftige overweeging geliefden
1759,-te neemen, en zodanige middelen te beraa-
men als ter flremminge van dergelyke ver-
haafte Regtsvorderingen, in eene zaak over
welke men nog bezig, was met onderhande-
len tusfchen beide de Mogenheden, zou-
den kunnen ftrekken.
Het Von- De kortheid des tyds tusfchen het over-
nis over leveren van dit Verzoekfchrift, op den
die Sehe- cerften van Sprokkelmaand, en den gefiel«
ftekl UltëC" ^en ^agter Uitfpraake, maakte allen fpoed
noodwendig, en ontbrak die niet: vermids
nog dien eigen dag een Boode aan den Ne-
derlandj'chen
Gezant te Londen werd afge-
vaardigd met last, om, indien mogelyk te
bewerken, dat, ftaande de Onderhandelin-
gen tusfchen den Staat en zyne Groot Brit'
tannifche,
Majefteit, de zaaken, die Sche-
pen betreffende , in haar geheel mogten
blyven. — Zo veel ingangs vondt dit
voorftel, dat men het uitlpreeken der ge-
dreigde kort aanflaande Vonnisfen des Ad-
miraliteitshofs over die Schepen, by voor-
raad, tot op den vier- en- twintiglten van
Sprokkelmaand opfehortte.
Verbeurt- Intusfchen was men voortgevaaren met
verklaring andere Schepen, of vry te geeven,. of voor
van dcze'^ goeden prys te keuren, en hadt, even voor
der'e. " de Aankomst van den laatstgemelden Boo-
de, een Schip van St. Martin na Amster-
dam
vaarende en opgebragt, dit laatfte lot
moeten ondergaan, om dat het zelve een
gedeelte zyncr Laadinge uit Barken hadt
in-
-ocr page 51-
H I S TORI E.            49
Ingenomen. De bepaalde dag brak aan tot lxxxvJ
welken het Vonnis over de zeven- en- boek,
twintig Holland/ehe St. Euflatius - en Cura----------
cao-Vaar ders was uitgefleld. Men hadt 1759*
zich gevleid, dat het gedaan verzoek iets
zou betekenen, en hoope gefcheptuit eenen
Brieve in Louwmaand door Mr. wood,
Secretaris van den Britfchen Staatsdienaar
ï 1T, aan den Nederiandfchen Gezant hop
gefchreeven, wegens het ontflag van Suri-
naamfche
Schepen, en de verzekering dat
hy de zelfde Gemaklykheid, zo verre het
van den Heer pit afhing, wegens eenige
andere, die zich in het zelfde geval bevon-
den , zou aantreffen. Doch het Britfche
Admiraliteitshof, ging den ouden gang
van veroordeelen: het ftreek dit Vonnis ,
dat, dewyl de Schippers en Wedereifchers
dier genomene Schepen, niet hadden kun-
nen goedvinden te verklaaren, welke Goe-
deren men van den Wal der Holland/ehe
Volkplantingen gelaaden, of uit Barken
overgefcheept hadt, onder voorgeeven van.
des geene Aantekening gehouden te heb-
ben, niet denkende dat daar op in Enge-
land
zou kunnen gezien worden; en daar
benevens ook, zo zy voorgaven, ten vol-
len beweezen hebbende, dat veele, of de
meefte, Goederen , aan Ingezetenen der
Vereenigde Nederlanden toebehoorden, en
dat zelfs het voeren van Franfche Goederen,
volgens het Zeeverdrag van mdclxxiv,
uitdruklyk geoorlofd was, het Geregtshof ,
die goederen Meldt voor Franfchen Eigen-
dom;
weshalven het de Laadingen der ze-
XXIII. deel.
            D                ven-
-ocr page 52-
$q VAD E 11 L AN ï> S CHE
v§n--fn> twintig Schepen verbeurd-ver-*
klaarde, ten voordeele der Neemeren,mids
zy de Sehepen den Eigenaaren te rug ga-
ven en de vragt betaalden: dan één Schip
moest met de Laading in liet lot der over-
gaw aan de 'Neemeren deelen; dewyl de
Schipper een gedeelte zyner Laadinge te
Guadeloupe hadt ingenomen.
De tyding van deeze Verbeurtverklaaring
kwam in aller yl herwaards over. Vier aan-
zienlyke Kooplieden van Amfterdam , tot;
Gevolmagtigden der Belanghebberen iQ
deeze opgebragte Schepen aangeïleld £
draalden niet om van deeze hun grievende
gebeurtenisfe 's Lands Vaderen kennis t§
geeven , derzelver kragtigen byftand ver-
zoekende tegen Vetoordeelingen, tot hun-
nen volftrekten ondergang ingerigt. — Het
bekomen Antwoord voldeedt, als niets
minder behelzende dan eene belofte, dat
men zodanige Befluite.n zou tragten te nee-
men, die, zo zy de heiiftelling der gelede -
ne fehade niet uitwerkten, ten minften tot
E ere van den Staat, en Veiligheid van den
Koophandel in het toekomende, zouden
ftrekken.
Ter bereiking van dit, den Lande zo
1759-
Klagten
deswegen
by den
Staat, en
beloften
van Voor-
ziening.
Een Ge-
zant fchap
na 'c Bof
van Londen
over deeze
zaak be-
noemd.
wenschlyk einde, «Uv6v
n Staaten van Zif-
ter Algemeene Staats-
land, in Lentemaand,
een Buitengewoon Ge-
vergaderinge voor,
,zantfchap na het Groot Brittannifche Hof af
$.& vaardigen, om de Klagten, wegens de
Beroovinge, Opbrenginge en Verbeurtver-
■klaaringe der Nederlandföhe Schepen den
Koning jzelv.e voor te draagen, en, zo het.
- - -,
                                                  mo-
-ocr page 53-
M I S T O R I E.             Si
-filogelyk was daaromtrent Schikkingen te lxxxV^
beraamen met de Staatsdienaaren zyner boek.
Majefteit , die zouden dienen om , in 't------=-
vervolg, zodanige Geweldenaaryen te voor- 1759.
komen , en om de Vriendfchap met liet
Hof van Londen, dus lang onderhouden,
aan te kweeken. Alle de Geweften ftem-
.den in dien voorflag. Zeeland met voorbe-
,houding van ook iemand daar toe te mogen
benoemen, als de Staaten van hun Gewest
.zulks mogten goed vinden; Overysfelonder
goedkeuring hunner Zenderen. — Tot dit
Gezantfchap werden benoemd de Heeren
Jacob bore el j ANSz., wel eer Sche-
pen der Stad Amflerdam, thans werklyk
Raad en Advocaat Fiscaal by het Collegie
der Admiraliteit te dier Stede; jan van
der pol Oud - Schepen dier Stad, die
in den voorleden Jaare, by de Gouvernan-
te het woord voerde (*) enmeermaalen, ook
nog weinig weeken geleden, by 's Lands Va-
derende zaak der verdrukte Zeehandelaaren
handhaafde, en gerrit meerman,
Raad en Penfionaris der Stad Rotterdam.
Doch, eer wy verflag doen van hunne Onderban.
verrigting, ftaat ons te vermelden, wat deling ai-
'er, omtrent deeze zaak,gedaan was,in de ^1" mtlt
Onderhandelingen hier te Lande aangevan-
gen met den Engelfchen Afgezant yorke».
wien men van het befluit tot dit Gezant-
fchap kennis liet geeven, met bygeyoegdg
betuiging van het vertrouwen hunner Hoog
"Mo-
'(*).£ie het JSCXIID. onzer Fa£erl. Hiß. bl. 4(30»
. D 2
-ocr page 54-
52 VADERLANDSCHE
Lxxxv. Mogenden, dat dit bewys van agtinge
boek. voor de Vriendfchap zyner Groot -Brittan-
--------mfche Majefteit, aan deszelfs Hof welge-
I/59- valiig zou weezen, en ftrekken ter bevor-
deringe van de langgewenschte afdoening
deezer zaak,
Voorflag Het Vertoog, door den Afgezant yor-
M^end*' KE' m 'l *aatst ^er voorgaande Winter-
hemi ge- niäänd, ingeleverd (*), was onderzogt,
daan. en baarde een Voorflag van wegen hunne
Hoog Mögenden , tot eene nadere Over-
eenkomst ter wegruiming der gereezene
Gefchillen , die den Afgezant in Louw-
maand , werd ter hand gefield. Dezelve
kwam hier op neder. „ Dat, naardemaal
„ 'er eenige moeilykheden waren ontftaan,
a, wegens de meeninge van het Zeetraftaat
„ des Jaars mdclxxiv, byzonder be-
„ trekking hebbende tot de Zeevaard en
„ Koophandel van wederzydfche Onder-
„ daanen en Inwoonderen na de Ameri-
caanfche Volkplantingen, behoorende
„ aan zodanige Mogenheid , met welke
„ één der Verbintenis aangaande Partyen,
„ in vollen Oorlog zou zyn: welke Han-
„ del of Vaard den vvederzydfchen Onder-
„ daanen niet zou weezen geoorlofd; en,
„ ter oorzaake van die gereezene moeilyk-
5, heden, verfcheide Schepen en Goede-
„ ren, in eigendom behoorende aan On-
„ derzaaten der Algemeene Staaten, ge-
7i nomen en opgebragt waren in verfcheide
„ Ha-
(*) Zie het XXIID. onzer Vaierl. Hiß. bl. 4'4«
*
-ocr page 55-
HISTORIE.
53
e, Havenen van Groot - Brittanje, als mede lxxxv..
„ in verfcheide Havenen, dier Kxoone boek,
'm Noord-America toebehoorende, over-------
„ zulks aan de zyde des Engelfchen Hofs, 1759,
„ eerst en voor alles behoorde te worden
,, vastgefteld, dat alle Schepen der gemel-
„ de Onderzaaten , geduurende deezen
„ Oorlog tusfchen Engeland en Fmnkryk ,
„ genomen, en tegen welke geene Gedin-
„ gen, ter laatfte inftantie waren aange-
„ vangen, terflond kost - en fchadeloos zou-
„ den worden ontflaagen: en wel omtrent
„ die zich in Engeland bevonden, binnen
„ vyftien dagen naa het tekenen der Aéle
„ en Overeenkomst; binnen het zelfde
^, tyds bellek, moeften omtrent de Schepen
„ in de Americaanfche of andere Havens
„ der Engelfche Kroone opgebragt , de
^, noodige bevelen tot het hierby bepaalde
^ Ontflag worden afgevaardigd; en zulks,
„ zonder eenige uitzondering der Plaatzen
„ in America^ werwaards dezelve bellemd
„ waren, ten tyde van derzelver vertrek,
„ of waar dezelve mogten opgehouden
„ weezen; en gevolglyk, dat de Schepen „
„ die een Maand vóór de tekening der Ac-
„ te, in vertrouwen op 't bovengenoemde
„ Traélaat, gezeild mogten weezen, geen-
„ zins in beflag zouden genomen worden;
» of, indien 'er zich reeds eenigen in dit
?, geval mogten bevinden, als dan, zonder
„ eenig uitftel, kost- en fchadeloos ontflag
„ zouden bekomen, op de vertooning van
„ derzelver Papieren, bewyzende dat de-
rn zelve, ten minften een Maand vóór de
D 3                „ te*
-ocr page 56-
VADERLANDS CHE
2f4
E.XXXV. „ tekening der Aéïe, uit de Havenen
boek. j, der Republiek waren gezeild : weiver-
-------„ ftaande dat hier in geenzins zouden be-
1759. 55 grcepen weezen zoodanige Contrabande
„ Goederen, die eenig Schip zou voeren,
„ welke by het meergemelde Traétaat
„ waren verbeurd verklaard. — Dat, wy-
„ ders, ten opzigte van zodanige Schepen
„ of Goederen, toebehoorende aan Inge-
„ zetenen der Republiek, welke reeds
„ verbeurd verklaard en verkogt zouden
„ mogen zyn, de daar van gekomene
5, Gelder} aan den regten Eigenaar zouden
#  w-orden betaald. — En, wat de Sche-
„ pen betrof, waaromtrent de Regtsgedin-
„ gen hingen voor het hoogfte Geregts-
„ hof, zouden van zyne Maj'efteit zodani-
,, ge bevelen gegeeven worden, waar door
„ dezelve terftond zouden ophouden." —
Zf voegden'er by „dat, dewyl, ter gc-
„ legenheid van deezeh Oorlog, Klagten
„ van wegen zyne Groot Brittannifche Ma-
„ jefteit ingekomen waren, dat Schepen,
„ onder Hollandfche Vlaggen vaarende,
„ met Dubbele Papieren voeren^ en men,
^ aan de andere zyde, van wégen de Al-
„ gemeene Staaten geklaagd hadt over'Bui-
„ tenfp'oorigheden , door Engclfcfie Kaa-
pers of Sehepen j die zich dus lieten
„ noemen, aart de Holland]che Schepen
„ gepleegd , by wederzydfclië Mo^ênhe-
„ den zou goedgevonden worden,; dat al-
„ Ie de geenen, by welken men Dubbele
„ Papieren zou vinden ,, 't zy veronder-
j, field worde, dat dezelve toebehoorden
•   - ..                                              „ aan
-ocr page 57-
HISTOE ÏEj LT &
$ aan Onderdaaiién vaii zyne Groö? ifr&r'-' ixxxf.
,., tamifche Majefteit, of aan die van de b © è k.
„ Älgemeene Staaten, niet zouden worden ..—■-.
„ te rug gevraagd, noch van de zyde zy- &%§.
„ ner Groö* Brittanmfche Majefteit , noch
„ van die hunner Hoog Mogende« > êfi
„ dat, om te zekerder te zyn, wat daar-
„ door is te verftaan , by deeze A&e
„ zou worden verklaard, dat de Paspóór*
ten of Zeebrieven eil Cónvoiceduikn ,
„ door twee onderfcheidene Mogenhederi
„ gegeeven, alleen zouden verftaan wöf-'
„ den Dubbelde Papieren te zyn ; eïi
„ drensvolgens geen Vrygeleibrief of &ê*
% nig Gefchrift, in eene-andere, dan,- de
Engdfihe of Duitfche Taaie gefchreevefi
„ daar voor zou worden gehouden; doch
„ dat ingev'allë beweezen zou worden Zö-
# danig Papier , onder verfcheide benaa~j
,-, rarnge, en in de plaatze van een Zee-*
„ brief of Convoicedul, gebruikt te" we&
4, zen', de Capitein van Zodanig, eenSchip>
„ in dat geval , zou worden aangemerkt
„ als eeii Onderdaan of Inwoonder värt ee*
„ ne andere Mögenheid dan die geene,
„ tot welke hy met de daad behoorde." '
Höe weinig deeze Voorftag, voldeedc Dezelve
bleek $ eensdeels uit een nader Vertoog v?,deedt
doof dien Gezartü gedaan, en anderdeels met'
uit een Ontwerp- van de Engelfche. zy-<
de in Sprokkelmaand, overgeleverd. Irï
het ëerfte betuigt hy,. dat het Ontwerp
der Staaten „ bevonden was niet aannee>
w mélyk te weezen; " het overtollig
oordeelende over den inhoud uit te
D 4
                  brei-
-ocr page 58-
56 VADERLANDSCHE
Lxxxv. breiden. Alleen had hy zynen last te
boek. openen, die hier op uitkwam. — Dat de
--------Koning, aangaande het Ontflag der Hol-
J759- landfche Schepen , in de Engelfche Have-
nen opgebragt, geenzins kon afwyken van
de Regelen hem door deRykswetten voor-
gefchreeven ; de Kroon kon nooit eene
bukengewoone Ukfpraak , ten verzoeke
van eenige Mogenheid, hoe genaamd, gee-
ven. HetTradtaatvan mdclxxiv,opge-
helderd door het Traétaat van mdccxvi,
bepaalde de vvyze van Regtsoefening, om-
trent de Schepen en Onderdaanen der bei-
de Natiën, wanneer zy, in tyden van Oor-
log, in eenige Havenen der Wederzydfche
Mogenheden werden opgebragt. — Wat
het Uitftel der Regtsoefeningen , 's Ko-
«ings Raad ten laste gelegd, betrof, wer-
den hunne Hoog Mogenden verzogt, een
nader onderzoek te doen; dewyl 'er zich
groote redenen opdeeden om te gelooven,
dat zodanig een Onderzoek daadelyk zou
toonen, dat die dit durfden ftellen, hunne
Hoog Mögenden zogten te misleiden, 't
Was meermaalen gebeurd, dat verfcheide
"' van die gedaane Klagten, in plaats van
waarheid , der opmerkinge en tusfchen-
komfte hunner Hoog Mögenden onwaardig
bevonden waren. — Omtrent de Con-
trabande Goederen hadt men zich, tot nog
toe, ongewillig betoond tot eene nadere
uitlegging te komen ; 'er werd tyd ver-
eischt om vast te ftellen, welke foorten
van Scheepsbouw - Materiaalen daar in be>
hoorden begreepen te weezen. Aan een na-
-ocr page 59-
HISTORIE.
5/
der onderzoek moest dit worden overge- lxxxv.
laaten. — Niet minder moeite baarde het boek.
bepaalen hoedanig de Papieren behoorden--------
te weezen ingerigt, waar mede de Capi- 1759.
teins der Schepen van beide de Natiën
dienden voorzien te zyn , ten einde allen
agterdogt voortekomen. De Admiraliteits
Heeren hadden hunne Regelen , naar wel-
ke zy verpligt waren zich te gedraagen:
deeze waren aan beide de Natiën gemeen,
en ieder geval moest naar deszelfs byzon-
dere omftandigheden worden beflischt.
By dit fchor luiddende Vertoog, ging Ontwerp
een Ontwerp van Overeenkomst, naar 't »an Over«
beprip des Engelfchen Hofs, hier in be- !enk^r;
ftaande. „ Dat wederzyds verklaard zou grip van *
„ worden, dat het VIII Artykel des Trac- het Engel.
„ taats van MD clxxiv, zich geenzins fci)e Hof.
„ uitftrekte, noch behoorde te worden
„ uitgelegd zich uit te ftrekken, tot het
„ verleenen van zodanige vryheid aan de
„ Onderdaanen en Schepen der wederzyd-
„ fche Verdraagende Mogenheden, om te
„ mogen vaaren en handeldryven na eeni-
„ ge Volkplantinge, Bezittinge, of Plaat-
„ ze in America , toebehoorende aan de
„ vyanden van zodanig eene Mogenheid,
3, welke in Oorlog zou geraakt zyn; noch
3, om na America of na eenige Volkplan-
„ tinge, Haven of Plaats daar in gelegen,
» te mogen voeren, of wederom van zo-
„ danig eene Volkplanting, Haven of
„ Plaats te brengen, van eenige Plaats bin-
3, nen de Grenzen van America, eenige
r> Goederen of Koopmanfchappen, welke
D 5
                  in
-ocr page 60-
VADERLANDSCHE
58
lXxxV. % in eigendom toebehoorden aan dé Vyarfi
boek. h ^en van zodanig een Mogenbeid , als
i-r----- £ dan in Oorlog weezende, of komende
ifg&i ,, te geraafcen. «■* Alsmede dat het ge-
j, melde VIII Artykel zich niet uitftrekte»
£ noch behoorde verfraait te worden zich
„ uit te flrekken , tot befcherminge van
?> eenige Goederen of Koopmanfchappen,
„ in eigendom toebehoorende aan de Vyan-
„ den van een der beide irr Verdrag tree-
,-j. dende Mogenheden , onder voorwend-
„ zei *van het Voorregt en de Vryheid,,
„ by het meergemelde Artykel toegeftoan,
,, 'm gevalle de Goederen waren gelaaden,»
,,- of de reizen met dezelve aanvang geno"
yf men hadden, in Sehepen of Vaartuigen ,
,$- toebehoorende aan de Vyanden van één
,i der Verbintenis aangaande Mogenheden ,
„ welke in Oorlog zoude mogefr zyn of
„ worden ingewikkeld; welke praclyk, in
„ het Engehch doorgaans genaamd wordt
j-j trarishippingy ba het Hollandsen weffihe-
# pen."
Gedagten Beide deeze weinig goeds en fpoeds be-
étx Am- loovende Stukken Werden na de byzonde-
Koophe. S re Gewefïen toegezonden^ om by derzel-
deii hier ver Leden onderzogt te worden. Burge-
over. meeflers van Amfierdam fielden ze, gelyk
meermaalen, m handen van Kooplieden, als
best in ftaat om hier over te oordeelen, en
des berigt te geeven. Zy namen ze in
rype overweeging, en leverden een brëed-
fpraakig veel behelzend Antwoord in, wel
geheel affchry venswaardig , doch te lang
om hier plaats té vinden, het voornaamfte
be-
-ocr page 61-
tfIS T'OItïË. V $
befovdt Mét iri. — Met gröö'të fmefte xxxxv.
hadden zy gezléri5 dät, niet tegerillaande boer.
dé aangewende onvermoeide poogirigeri,--------
óm de VerfcHilIen uit dén weg te ruimen, i75£.
de zaakeft zo weinig waren gevorderd, dat
men zieh niet kon vleijéri een goed eiridê
daar van te zullen zien. Met hoé Véél
voörzigtigheids en beleids hef Ontwerp
tot eene Overeenkomst, ook was opgé-
fïeldj hoe zeer men daar iri de denkbeel-
den gevolgd hadt ,• die men uit de Gefprek-
keri met den Gezant t'oiKE oordeeldejj
aangenaamst aan het Engèkch Staätsbewind
të zullen' weegen', werd hét, egter, ver-
worpen , en uit naam' dés Körtings onaaft-
neeriiëlyfc verklaard; ja een Tegen--Ont-
werp overgégeéveh', 't welk de Handel
£ë recht aanzag, als' geichikt óm dé laatftë
hand aan dé vérdrifkkingè en ondergang
Van alle Vaard en Koophandel té leggen *
indien hiëri ih 't begrip mögt Vallen, dat
men ook zo véfrë aan Engeland moest toe-
geeven,- dat mén zich hier iïi aan 't zelve
blifidelihgs onderwierp.
Dé Onderhandeling van derf Staat fnèt
Engeland% hädt twee gröote Oogmerken^
em naämlyk vfy te krygeïï de Scheper*^
door de Engëlfchèn^ tegen de trouw der
Verbonden \ öpgëbragt; én om zekerheid
voor de Vaard en Handel iri het toekomen-
de te verwerven. Töetfte men het Vet1-*
toog én hét Ontwerp des Engclfchen Gé«
zants, aan dié twee gröote oogmerken^
de mhöu'd van hét eeiïe noch het aridere.,
zou by bevinding daar-aaïi Voldoen. Dö
Aan-
-ocr page 62-
6o VADERLANDSCHE
txxxv. Aanbiedingen van de zyde der Republiek
ioëe. verklaart men onaanneemelyk; het beding
.-------van de Vrygeeving der Schepen houdt men
*759. onmogelyk, en flaathetgladaf; de Koning
kan niet afgaan van de Rykswetten , en
agt geeven op de Vertoogen van eenige
Mogenheid, om, buiten geregtlyke beflis-
fingen, ontflag te verkenen. Spreekende
gevallen weezen het tegendeel uit.
Dan hoe zeer het, den Zeehandeldry-
venden fmertte, dat zy, tot hunne groote
fchade, uitflel op uitflel moeflen verdraa-
gen, nog gevoeliger waren zy, over ee-
ne Befchuldiging, hun ten onregte aange-
daan, als of zy met onwaarheden de Re-
geering zouden hebben zoeken te mislei-
den. Zy vorderen een nader onderzoek,
ten einde, moge blyken, wie het was die
zogt te misleiden. Gerust was de Koop-
handel, dat de uitkomst alle de Klagten
by de Hooge Regeering gedaan zodanig
hadt bekragtigd, dat 'er geene onwaar of
van zo weinig gewigts zouden gevonden
worden, dat ze de aandagt der Regeeringe
niet verdienden. Hadden die Klagten, in
den beginne, wat meer gehoors mogen er-
langen , zy zouden, buiten twyfel, de
fmert niet hebben om de zaak tot het te-
genwoordig uiterfle gebragt te zien.
Het langer uitflel om de gedagten over
de vermeerdering der Contrabande Waa-
ren te uiten, flrekte maar al te baarblyk-*
Jyk om den Ingezetenen van den Staat de
yaard en Handel op Rusland en Moscovien
te beletten. Het Vertoog van yorks
-!
                                                    wees
-ocr page 63-
HISTORIE.           
wees genoegzaam aan, dat men alle lxxxvJ
Scheeps - Materiaalen, als het den Engel- boek.
fchcn, volgens hun Stelzel van Conventen----------
tie, in 't hoofd kwam, daar onder zou be- 1759.
grypen. Wanneer de deur altoos open
bleef om alle Schepen met Oosterfche en
Noordfche Voortbrengzelen gelaaden, en
verder als onze Havenen beïlemd, op te
brengen en aan te houden.
Hadt men van het vrygeeven der opge-
bragte Schepen, en van het vergoeden der
Schade niets te verwagten, dan 't geen by
den Regter ftondt uitgeweezen te worden ;
men zou geene meerdere zekerheid voor
het vervolg hebben, dat de Vaard en Han-
del van de Ingezetenen ongeftoord zou
kunnen gefchieden: de Middelen daartoe,
door hunne Hoog Mogende voorgeflaagen,
werden niet genoegzaam geoordeeld, en
men gaf voor nauwlyks Middelen te kun-
nen vastflellen, gefchikt om allen vermoe-
den weg te neemen. Men verkoos in En-
geland
de zaak te laaten aan de langwylige
Uitfpraak der Geregtshoven , die hunne
Inflructie hadden om naar dezelve te oor-
deelen, en die men voorgaf best in ftaat te
zyn om ieder zaak op zich zelve, volgens
haare verdienften, te beflisfen. Hier door
bleeven de Schepen der Handeldryvende
Ingezetenen van den Staat in eene geduuri-
ge zwaarigheid van opgebragt te worden,
en lange Regtsgedingen kte moeten ondeT-
gaan, 't welk, buiten tegenfpraak , alle
Vaard en Handel zou ftremmen.
.Voorts ontleden zy, in dit Vertoog, van
ftuk
-ocr page 64-
fa VADERLANDSCHE
pxx$x. ftuk tot ftuk het boven opgegeeven En?
Boek. gehch Ontwerp, en daalen af tot veele by-
m____. zonderheden, verfcheide zwaarigheden, die
1/59' oppervlakkig 'er niet in lagen opgeflooten
opperende, „ teneinde," gelyk zy zich
uitdrukken, „ by andere Onderhandelinr
„ gen de kleinigheden niet oyer 't hoofd
,, gezien worden." — Met die wederleg-
gende ontvouwing, meenden zy getoond
te hebben, dat-wy, door dit Tegen-Ont-
werp, zouden verliezen het regt van de
rechtftreekfche en zydelingfche Vaard en
Handel op de Franfche Volkplantingen in
America, dat wy na onze Volkplantingen
geene Goederen voor Franfche Rekeninge
zouden mogen voeren, ook niet van daar na
eenige Plaats, Volkplanting of Vaftigheid der
Franfchen , noch van daar of van onze
Volkplantingen, herwaards, of na eenige
andere Plaats van Europa, en dat alle Goe-
deren, by wege van Overfchepen in onze
Schepen genomen, 't zy ip Europa, 't zy.
in America, aan Verbeurtverklaaring bloot
zouden gefield zyn.
En wat kon tegen alle die nadeelen ten
voordeele bedongen worden ? het Vertoog
van den Heer yorke gaf niets zodanigs
op. Het ontzaglyk aantal Schepen in En-
geland
opgebragt, moest men aan de onze-
kerheid der Regtsgedingen pverkaten. De
Schepen, die op Zee waren, en in 't ver-
volg hunne uit- of t'huisreize zouden moe-
ten , doen, bleeven aan dezelfde zwaarig-
heden onderhevig; men wilde geene fchik-
king omtrent Papieren toeftaiin_i men wees
-ocr page 65-
'- HISTORIE.            <%
de Schippers na de Admiraliteitshoven ; lxxxVt.
men repte noch roerde geen woord van het go e jc.
beteugelen der ongehoorde Buitenfpoorig- —-——
heden van de Kaap eren, waar over meer-1759,
maaien, zo bitterlyk was geklaagd; en ten
laatften, men wilde, omtrend de Scheeps -
Materiaalen, bet aangenomen Stelzel va»
Convenientie opzettelyk blyyen volgen.
: Ouder verbeteringe kwam het hun, der-
halven p voor, dat 'er zich geen reden op-
deedt waarom de Staat, zonder beters
Voorwaarden te bedingen , in dit Tegen-
Ontwerp zou treeden. Onder eene ge-
noegzaame Befcherming konden de Ingeze-
tenen van de Republiek, voor 't grootfle
gedeelte, in 't genot blyven van die Vaard
en Handel, waar van men , door deeze
Overeenkomst, zou afzien, en zy, of
hiyane Schepen en Goederen werden van
geen erger natuure.
Zy zouden zich niet in laaten of de On-
derhandeling niet Engeland moest aange-
houden, op eene andere wyze aangevan-
gen , of geheel afgebrooken worden: dit
liep buiten hun taak ; dan, hoe zeer zy
van harten wenschten dat zy , door iets
toe te geeven, den overgrooten fchat vaa
hun in Engeland vastgehouden, ko.nd.ea
wederkrygen, en dat zy, in 't vervolg Zfö-
ker mogten zyn van hun Vaard en Handfl
gerustlyk te zullen kunnen voeren, zokoa-
4en zy niet bepaalen wat 'er toe gegeeven.
zou behooren. te worden , of van welke
-eifcheji men eenjgzins zou kunnen afftap-
faen. Ver&hjllende betogen niaakteo dit
<f
-ocr page 66-
6i VADERLANDSCHE
ï>xxxv. allermoeilykst; doch, hoe zeer de belan-
BOEK. gen verdeelden de gevoelens deswegen on-
--------derfcheiden waren, Hemden alle de Belang-
l759- hebbenden hier in overeen, dat, al wilde
men iets opofferen, en men deedt daar
van, op nieuws, aanbiedingen aan Enge-
land,
het voorgaande allen grond gaf om te
vreezen, dat het niets zou vorderen. Im-
mers hadt men gezien dat, zo lang de
Kooplieden met yver hunne belangen in-
bragten, en eer de Onderhandelingen be-
gonnen waren, van de zyde des Gezants
YORKE voorgegeeven werd, dat alles
zich gunftig zou fchikken , als mede dat
een groot aantal Schepen te gelyk zou vry
gegeeven worden: mits men flegts aan on-
zen kant, eenige infchiklykheid wilde ge-
bruiken , en afzien van de Vaard en Han-
del op de Franfche Eilanden. Vertrou-
wende op de goede belofte hadt de Regee-
ring getoond in zo verre Engeland wel ten
gevalle te willen zyn, en te verklaaren,
dat het Verdrag van mdclxxiv geene
betrekking zou hebben tot de Vaard en
Handel op de Volkplantingen van andere
Mogenheden. Nu eischte men meer, en
zogt alle onze Schepen na en van onze ei-
gene Volkplantingen komende , aan een
lang en moeilyk Onderzoek bloot te Hel-
len, en men fchreef ons zo veele Wetten
voor, dat de Ruine van de Vaard en Han-
del op de West-Indien daar ganschlyk mede
gemengd was. Te deezer oorzaake durf-
den zy zich niet vleijen, dat eene andere
aanbieding van welk eene natuure dezelve
-ocr page 67-
HISTORIE.           
bok zou mogen weezen, meer een gunfti- lxxxvT
ge uitwerking zou doen.
                            boek:
't Zou dan , huns oordeels , geraaden-----«**
zyn, zich,- in gods naam, over te gee- 1759.'
ven aan den Regter, en hunne zaak te ha-
ten aan de Gewoone Rcgtbank, hoopende,
dat gód Almagtig, de harten der Regie-
ren tot kort , goed en onvertoogen Regt en
Geregtigheid, ingevolge der heilige Trac-
taaten, zou neigen. — Niet te min bleeven
zy altoos by die gedagten, dat het ten
hoogften noodzaaklyk was, om Vaard eil
Handel door een genoegzaam aantal Oor-
logichepen te beveiligen, om niet van den
vryen Wil en Overheerfchinge van andere
Natiën af te hangen (*).
In deezen zo verre verwyderden ftand, 't Gëzani-
bevondt zich de zaak der Onderhandelinge fchap
alhier , toen het Gezantfchap boven ver- iomt,!°j
meld (f) naar 't Hof van Londen beftemd en Iryg*
werd. De Heeren tot het bekleeden van 't gehüof.
zelve verzogt, aanvaardden die post, en
ftaaken, van één Secretaris eri twee Kler-
ken vergezeld,' in 't begin van Grasmaand,
naar Engeland over: waar zy, den zeventien-
den dier Maand, Gehoor kreegen by zyne
Majefteit, die op den voordragt van het
Oogmerk hunner Bezendinge, by de ge-
woone verzekering van zyne Vriendfchap
voor deezen Staat, betuigde. „ Indien'er*
„ eenige Geichillen ten opzigte van de»
i, Koop-r
(*) Nederl. Jaarb. 1759. bl. 374;
(t) -Zie bier botfen, bl. 50.
XXIII. DEEL.-           Ê
-ocr page 68-
66 V A D E R L A N D S C' H E
lxxxv. „ Koophandel gereezen zyn, zo moeten
& o E ie. „ dezelve aangezien worden als de gevol-
--------„ gen van eenen lastigen Oorlog, welken
1759' 5? WY genoodzaakt zyn met Frankryk te
„ voeren. Gylieden kunt hunne Hoog
„ Mögenden verzekeren, dat Ik, van my-
„ ne zyde, zal poogen alle Hindernisfen in
„ die zaak uit den weg te ruimen, en Ik
„ ben verblyd, dat Gylieden met gelyke
„ genegenheid herwaarts zyt overgeko-
„ men." — Wy zullen, vervolgens zien
wat uitwerking deeze nieuwe Onderhande-
ling hadt ( * ).
/,Land,S "et t>este red- en hulpmiddel tegen de
vedwfc toeneemende kwaaie der Engelfchc Zeeroo-
en Con-' veryen, door de Amflerdamfche Kooplie-
voyen ver- den, in 't flot huns berigt en raadgeeven-
leend. den Vertoogs, voorgedraagen, het verfter-
ken derZeemagt, en het verleenen van een
genoegzaam Geleide,was eenigzins,fchoon
niet met voldoende kragt, te werk gefield.
Men beloofde zich eene betere werking}
naardemaal de Algemeene Staaten, fchoon
de Afgevaardigden van Stad en Lande al-
leen op 't goedvinden hunner Zenderen be-
willigden , en Utrecht met Overysfel het
doen eener Aantekeninge daar tegen zich
voorbehielden, in Sprokkelmaand, befloo-
ten vyf- en- twintig Schepen van Oorlog
Uit te ruften: en, naar een oud gebruik,
wanneer men met 's Lands Zeemagt iets
ernftigs voor heeft, het Plakaat vernieuw-
den , 't welk het werver} van Bootsvolk
j             - vooï
,(•) Nederl. Jaarb. 1759- W. 289 en 292.
-ocr page 69-
HISTORIE,            6?
tfo.öf vreemde Dienften verboodt j en het lxxW*
Bootsvolk om zieh in vreemden Dienst te b o e k^
begeeven, of, zich 'er in begeeven heb- ...-...■■*»
bende, langer daar in te blyven; ten einde 1759*
deeze Landen van Inlandseh Krygs- en
Scheepsvolk niet te laaten ontblooten, daar
nïen het tegenwoordige tendienfte van den
Lande, genoegzaam kon plaatzen. Van
deezen moedgeevenden aart was een twee-
de Plakaat, de fchikkingen behelzende ofrt-
tf ent het ligten van den Tienden Man der
Groentondfche en den Fyfden Man van ande-
re Schepen om deManfchap te bekomen op>
de in dienst gefielde Oorlogfchepen (*\ •*«
Veele Convoyen naa verfchillende Havens
werden dit Jaar verleend, en de verminde-
ring der Engclfche Kaaperyert was daar aan
grooten deels toe te fchryven. Op meer dan
eene wyze dienden zy den Koophandel en
Zeevaardy ten aanmerklyken voordeele.
Mogten wy, in den voorleden Jaare, Moeêbé
jeeds gewaagen van eenen onverfchrokken fo°? v??.
Capitein haringsma, van eenen landfibe
moedigen binkes (f), wy mogen thans Vloot-
Biet onvermeld laaten, een en ander Vloot- voogdea
voogd, die de eer van 's Lands vlagge, g ?eninL,
op eene meer dan gemeene wyze ophieldt. jt
Een £ngelfcheKaa.per hadt de ftoutheid om
op de Reede van' Maltoga, een Hollands
Koopvaardyfchip , van onder het Gefchut
van vier Hollandfche Oorlogfchepen, weg
te neemenj de Schout-by-Nagt joos£
" SEL|
(*) Nefcrl fuarb. 1759. ,W. 200 en 203.
(t) Zfe onze Vaisrl. Hiß. XXII D. M- 418, Ji*
-ocr page 70-
óü VADERLANDS CHE
kxxxv. SELS beval terflond met fcherp van de
boek. Oorlogfchcpen op den Kaaper te fchieten,
-------en werden 'er terflond zes gewapende floe-
f759- Pen afgezonden , om den moedwil van den
Kaaper te beteugelen : deeze waren egter
hier toe niet inftaat, waarop een der Oor-
logfchcpen last kreeg anker te ligten , en
den Geweldenaar te agtervolgen': het
Koopvaardyfchip werd hernomen, en be-
houden ter Reede gebragt. — Capitein
JAN HENDRIK POL VAN OURYK,
die,, in de Haven van Livomo ten ankerlig-
gende, een Engehch Oorlogsfregat zag bin-
nen komen, met een genoomen Smirha-
Vaarder
eischte dit Schip te rugge, en kreeg
't zelve: in de Straat van Gibraltar, ont-
moette hy een Hollandfchen Koopvaarder,
reeds door eenEngelfchenKaaper genomen,
deeze: het Holland/ehe Convoy naby geko-
men, klaagde dat men hem zonder rede te
- Gibraltar wilde opbrengen, waar op de
Zee - Capitein de Engelfchen van het Koop-
vaardyfchip afnam, dezelve te Cadix
faragt, en de verlofte zyne reis vervolg-
de, — Van meer gewigts was de Ontmoe-
ting van Capitein annius lodewyk
betting, met de Engelfche Vloot, on-
der het bevel van de Admiraalen b o s c a ij-
we n en Broderick, zeventien Sche-
pen van Linie fterk. Op de hoogte van
Cartagena wegens tegenwind met zyne on-
derhebbende Koopvaardyfchepen moetende
kruisfen, kwamen vyf Engelfche Oorlog-
fèhepen op dezelve af, die .ze niet alleen
onderzogten; maar zich ook meefter maak-
te»
-ocr page 71-
II I ST O R IE, , 69
ten van die den wil na Marfcille hadden, exxxv.
Engelfche Officieren 'er op fielden en de boek,
Scheepspapieren onder zich namen , met --------
bevel aan de Schippers dat zy de Engel- 1759*
fche Oorlogfchepen zouden hebben te vol-
gen. Capitein betting zag deeze mis- •
handeling der Hollandfche vlagge niet, of
vaardigde onmiddelyk een zyner Officieren
af na boord des Engelfchen Admiraals b o s-
c au wen, met de vraag of het diens or-
ders waren, dat de Hollandfche Schepen aan-
zyn Convoy toevertrouwd, zouden onder-
zogt en opgebragt worden V - Schoon dee-
ze berigten liet, dat hy daar toe geene beve-
len gegeeven hadt,bleevenegter de vyf Oor-
logfchepen de na Marfcille beflemde Koop-
vaarders, als goeden prys,met zich voeren.
De Hollandfche Zee-Capitein, van onge-
duld en verontwaardiging brandende, deedt
daar op fein om den Engelfchen Admiraal te
fpreeken, en zette alle zeilen by om hem te
naderen. De Commandant der vyf Oor-
logfchepen dit ziende, en zich geen goeden
uitflag van dit mondgefprek beloovende,
befloot de Papieren aan boord der flinks
veroverde Schepen te rug te zenden, de
Engelfche Officieren 'er af te neemen, en
dus dezelve te ontflaan. 't Scheen dat de
Engelfche Admiraal zich niet nader wilde
laaten fpreeken, of zich aan voldoening,
wegens de toegelaatene fchennis, wilde om>
trekken, althans hy zette, toen het Hol"
landsch
Oorlogfchip jagt maakte om by hem
te komen, alle zeilen by. Tot den nagt
geilde Capitein betting hem na, de
E 3                duis5
-ocr page 72-
VADERLANDSCHE
jlxxxv, duisternis deedt de Engelfche Vloot uit zyïf
boek, gezigt geraaken, en hy vervoegde zich,
------- niets meer kunnende uitwerken, weder by
J759f de Koopvaarders onder zyn Geleide, die hy
veilig te Marfeille bragt, ontrukt aan dè
klaauwen van laaghartige Roovers, die, op
het gezigt van Regts eisch, den prooy ver-
lieten , en zich van den nagt bedienden onj
alle verantwoording te ontduiken.
Schipper 't Ontbrak den Nederlandfihe Schipperen
rea redt äan ê^eI* moedbetoon, als zy eenigzins in
zich moer ftaat van tegenweer den vyand het hoofd
dig.
         konden bieden. Schipper jan dekker
leverde hier van blyken. 'Hy was, onden
het Geleide der Zee-Capiteins p i r k h ar-
tog en jacob de wilde, met eene
Vloot van omtrent vyftig Koopvaardyfche-
pen, uit de West-Indien behouden tot voor
■flen ffollandfchen wal gekomen, en met vyf
■geemvfche Schepen na Vlisfingen moetende,
op de hoogte yan de Maas vah 't Gonvoy
.gefcheiden, zeilende als Cdnimandeur van
dit vyftal. Reeds in dé Wast-Indien had-
den de Engelfche Kaapers hét byzönder op
jéyn Schip gemunt, 't zelve haaüwkéurig
doen uitfchildëren, en met eene gahfché
inenigte te. gelyk öp hem gepastj doch,
hadt hy om die verkehniiig te ontwyken^
^yn Schip, kört vóór zyn Vertrek3 ïaatëii
vêrfchilderen. Dit kon hemhïët beveiligen
vpor de äarinadering eens Engelfthea Kaa4
pers in het opkomen der Gronden ; alles
duidde aan dat deeze op hem e'eri kahé
goü waageii. De wakkere dekker*
^elbeniand en Van hét noodigë tot tégén-
wee?
jk.
-ocr page 73-
HISTORIE.            f.*
weer voorzien, riep zyn Scheepsvolk za- lxxxv,
men, en vroeg wat te doen, indien deeze boek.
Roover hun aantastte? 't Rustig Volk -------■
antwoordde éénpaarig, datzy, in'tgezigt 1759.
van 't Land zynde, niet voorneemens wa-
ren zich te laaten neemen en opbrengen;
maar datzy vegten zouden, zo lang zy liaan
konden. Van den moed zyns kloekberaa-
den Volks verzekerd, liethy alles in gereed-
heid brengen om te flaan, maakte klein zeil
om den op hem aan zeilenden Vyand te
toonen dat liy hem niet vreesde: deeze, die
toerusting en het onverzaagd inwagten
ziende, hadt geen lust zyne kragten te be-
proeven, op gemaklyker buit wagtende,
deinsde hy af, en loefde op,
Niets moeilyker in de daad, dan hetbe- De Frm-
waaren der Onzydigheid omtrent Oorlo- fcbe A/se'
gende Mogenheden, die, door jaloufy ge- yR"Y levert
dreeven, met een naauwlettend oog , alles eeu Ver-
gade flaan, wat eenigzins als daar van ver- toog in.
wyderende kan aangemerkt worden; eene
bezwaarlykheid, welke natuurlyk vermeer-
dert in een Land, waar de Koophandel,
niet ligt eene gelegenheid tot winst onaan-
gegreepen laat voorbyglippen. De Fran-
frhe
en Engelfche Gezanten in 's Grayenhaa-
■ge
, deeden by aanhoudenheid voorftellen
hier toe betrekkelyk. — De Graaf d' a f-
f r y leverde, in Zomermaand, onder ande-
re een nadruklyk Vertoog in, by 't welk
hy betuigde, dat de Koning, zyn Meefter,
wegens de Ongemakken van den Oorlog,
en nog meer wegens de Ongeregtigheden,
'den Handeldry venden Onderdaaneii derRe-
E 4                  pu-
-ocr page 74-
¥
VADERLANDSeilE
f.xxxv. publiek aangedaan door de Engelfche Oor-j
Boek. logfchepen eh Kaaperen,zeer geraakt, hem
J^_—. bevolen hadt hun Hoog Mogenden kennis
i?59- te geeven? dat zyn Majefteit Hun ernftig-
saofaaande, op den Handel hunner Onderr
daanen een byzonder en gunftig oog te ves-i
tigen. „ Het Hof-van Lonckri" fprak hy,.
,, misbruikt het goed Vertrouwen en dé
„ Infchiklykheid van uwe Hoog Mogen-r
£ den. "De Koning myn Meefter biedt u
„ een gedeelte van zyne Magt aan, om de
j, groote Verongelyicingen uwe Vlagge
„ aangedaan, te wreeken. Zo uwe Hoog
„ Mögenden deeze Aanbieding niet aannee-
j, men hoopt zyne Majefteit, egter, van
?, uwe gunftige genegenheid en goede
P, meeninge, dat zy zich over deszelfs
?, Magt niet ontzetten zullen, welke hy
p aanwendt om zyne Vyanden te bedwin-
„ gen, en tot den Vrede te noodzaaken.
,, De Koning verlaat zich al te zeer op de
,, gelukkige Vereeniging, die tusfchen zy-
?, ne Majefteit en uwe Hoog Mögenden
?, tot ftand gebragt is, dan dat dezelve
?, zich verbeelden zou , dat zy door de
?, künftige Aanzoeken zich zullen laaten
j, vervoeren, welke men by hun doen
,, durft, om aan Engeland byftand te. ver-
,, leenen, in gevalle zyne Majefteit eene
„ Onderneeming tegen de drie Koningry-
,, ken van Groot-■Brittannien mögt werk-
„ ftellig maaken." — Voorts bragt hy
hun Hoog Mögenden onder.:'t oog, dat
men, in eenige Gewesten, verborgen On--
iterneerningen deedt : dewyl verfcheids
Jn-.
-ocr page 75-
HISTORIE.
~3
Ingezetenen, de Wetten van'.den Staat lxxxv,
overtreedende , aan de Galliëerde Ar- boek,
mee Levensmiddelen leverden: en maande --------
hun ten ernitigfte aan tot het volftan- 1759,
dig betragten eener naauvvkeurige Qnzydig-
heid.
Op een geheel anderen en volffoekten Yorke
klaagtoon was het Vertoog geftemd, door '^verc een
den Heer yorke,in Herfstmaand, terAl- jegens d?
gemeene Staatsvergaderinge overhandigd. Krygibe-
Hy vangt aan met het vermelden van her- boeften
haalde B engten, door zyne Groot r Brittan- **£ ^™,fe"
nifchc Majefteit ontvangen, wegens een ichafc-
verboden Koophandel, door eenige Neder-
landfche
Kooplieden, ten voordeele van
Frankryk gedreeven, beftaande in Kanon
en Oorlogsbehoeften, aan boord van Hol-
landßhe
Schepen uit As Oostzee naar Holland
overgevoerd : een Koophandel niet alleen
ftrydig tegen de Verbintenisfen, welke,
volgens de Tractaaten, behoorden (land te
grypen; maar ook onbeftaanbaar met de
Ónzydigheid, met de daad of flilzwygend,
aangenomen. „ Zyne Majefteit ftelde te
„ veel vertrouwen in de Vriendfchap van
„ de Republiek, om een oogenblik te twy-
„ felen of hunne Hoog Mögenden zouden
„ beletten, dat zynen Vyandeh, door hun-r
„ ne Onderdaanen byftand verleend werd,
„ veel min dat zy zouden toelaaten dat
i, men in hunne Steden Arfenaalen maak-
5, te."
't Was hun Hoog Mögenden niet alleen
door 't algemeen gerügt bekend, dat 'er op
£5                  4e
-ocr page 76-
74 VADERLANDSCHE
LXxxv. de kullen van den Oceaan groote toebereid-
boek. zelsgefchiedden; doch zy waren ook, door
-------- denFranfchejiAfgezant, onderrigt, hoe dat
1759. Hof ten oogmerk hadt, een inval te doen
in de Koningryken van zyne Groot-Brit-
tannifche
Majeileit: dusdanig eene bekente-
nis geregtigde den Koning zyn Meefter,
om maatregels te zyner beveiUginge te
beraamen , en uit kragt der Tractaaten ,
meer te verzoeken dan hy tegenwoordig
deedt.
De oplettenheid der Engelfche Vlooten
flrekten ten beletzel om de Oorlogsbehoef-
ten, openlyk in de Havenen van Frankryk
te voeren, dit noodzaakte die Mogenheid
geheimer middelen, ter bekominge van de-
zelve , in 't werk te Hellen; deeze hoopte
men te vinden door het gebruiken van ge-
leende Naamen van byzondere Perfoonen,
en door deezen de Oorlogsbehoeften langs
de Binnenvaarten van dit Land, en de Hol-
landfche
Plaatzen, tot aan Duinkerken en el-
ders toe, te doen brengen. - Hier tegen
verzogt hy eene onverwylde en kragtdaadi-
ge voorziening.
Deezen eisch drong hy aan, door te ge-
waagen van de Oplettenheid, welke zyne
Majefteit onlangs betoond hadt omtrent de
Vertoogen van hunne Hoog Mögenden we-
gens de Buitenfpoorigheden der Engelfche
Kaaperen, door, by eene Acte van het Par-
lement, derzelverKoersfen en Onderzoekin-
gen te bepaalen — door te reppen van
de goede uitwerking, welke de Koophandel?
dry.
-ocr page 77-
HISTORIE,            f $
^ryvendè Steden deezer Geweften onder- lxxxv.
vonden, en de Vryheid van Scheepvaard, boek.
welke zy genooten te midden d.er Oneenig----------
heden die Europa beroerden, waar door 1759..
hun Koophandel veel verder uitgebreid was
dan zedert veele jaaren. „ Zulk eene
0 weezenlyke blyk van Vriendfchap en
9, Toegeevenheid, (zo durfde hy zich uit-
„ laeten) van de zyde des Konings, behoor*
.,, de eenige erkentenis te vinden; ten min-
„ ften moest het aan de Kooplieden, die
5j zo fchielyk geweest waren in zich over
5, Engeland te beklaagen, niet vryftaan tot
?, Bukenfpoorigheden te vervallen, die het
'3, ftrengfte Onderzoek van hun Gedrag had-
den kunnen regtvaardigen. Hunne Hoog
Mögenden zouden daaromtrent ongetwy-
9, feld alle mogelyke oplettenheid gebrul
,', ken."
In 't voorbygaan herinnert hy zyne her-
haalde Vertoogen, wegens de Overvoerin-
gen , door de portresfen van de Republiek,
ten dienfte van Frankryk, gedaan om de
Staaten van zynè Groot-BrittannifcheMz.-
jefteit te overweldigen: enverwytdat, in
meer dan één geval, het Hof van Weenen^
by hunne Hoog Mögenden gebruikt was,
en men zich van dëszelfs Naam bediend hadt
om Oorlogs- en Mondbehoeften, voor de
FranfcheTroepen te doen doortrekken, on-
der deh dekmantel Van het Barrierre Trac-
feat ^ waar aan dat Hof zich niet meer
Meldt, naa dat men Frankryk in 't be-
zit gefteld hadt j van de Havenen van Oos-
-ocr page 78-
VADERLANDSCHE
76
Lxxxv. tende en Nieuwpoort. — Men hadt dit;
boek. Tractaat nooit gemaakt om voor Franke
—i— ryk van nut te weezen tegen Groot-Brit-,
i?$9.tanje
(*).
Nader
          Daar men aan dit Voorflel des Britfchen.
Vertoog Afgezants gehoor verleend hadt, en de
^"y^v^ uitvoer van Yzer, Gefchut en Kogels te
dit belet- Amflerdam zwaarigheid ontmoette , ver-
ten,
         fcheen de Graaf d'affry, in Wyn-
maand, met een Vertoog om aan te wy->
zen , hoe die zwaarigheid met de Onzy-
digheid, door hun Hoog Mögenden om*
helsd, ftreedt, en het ophouden, deezer
Krygsbehoeften , van zyne Majeileit niet
anders zou kunnen aangezien worden, dan
als eene verbreeking van dezelve: dewylzy*
ne Vyanden , onder den dekmantel dier
Onzydigheid van de Onderdaanen der Re-
publiek allen noodigen onderftand trokken.
Weshalven hy verzogt, dat, zonder uit-
ilel, die Stukken Gefchut en Kogels,
langs de Binnenvaarten en Kanaalen van
Amflerdam na de Nederlanden mogten ge-
voerd worden : dat men geen de minde
agt zou geeven, op de heerfchende en van
allen grond ontbloote eifchen eener nabuu-
rige en jalourfche Mogenheid , die, niet
te vrede met het belemmeren des Zeehan^
dels, regt meende te hebben , om Wet-
ten in 't hart des Lands voor te fchry->
ven, en wier Volksftelzel tot niets anders
ïïrekte, dan tot verderf der Ingezetenen
van
(*) Ntderl. Jaarb, 1759. bl. 874.
-ocr page 79-
h i s Tök i ë. ' ff
van den Staat, indien zy denzelven niet lxxxvv
kon doen deelen in de ongelukken en ge- boe kj
Vaaren van den Oorlog ( * ).
                       -------.
Deeze Vertoogen, zo ftrydige belangen 1755^
Voorftaande, konden niet wel anders dan
zeer verfchillende Beoordeelingen ontmoe-
ten ; deezen hielden dat des Franfchen Af-
gezants 't geen van Hulp fprak, voor een
Syreenen-zang, tenvyl anderen de aange-
boödeliulp, als eene daad van Edelmoedig-
heid ophemelden ; eenigen oordeelden de
klagten des Engelfchen Afgezants gegrond,
daar zommigen zieh niet genoeg konden
verwonderen over de onbefchaamdheid van
eenige trekken onze Scheepvaard betreffen-
de.
Verwierven's Landsvaders, in den voor- Plakaat
leden Jaare $ den vryen Invoer van Gezouten weSens neï
Haring in Frankryk (f) ten grooten voor- me^gfj
deele dier Visfcherye, de tyd der vangst houden
naderende vervoegde zich de Franfche Af- der Haring
gezant by hunne Hoog Mögenden met voor- jj^ ~™■■
dra
gt? voerJ.
(*) Nedsrl. Jaatb. 1759. bl. 1041. Tot een (taal
wegens het wederzyds uitvoeren van Krygsvoor»
raad, in deezen Oorlog, kan dienen, dat onder
het Diftrict van het Coflegie der Admiraliteit te
dmflerdam, in den Jaare 1756, na Frankryk zyn
uitgevoerd 300,000 Ponden Yzer Kanon en ïOcooo
Ponden Buskruid , en na Londen 7000 Snaphaa-
iien. — Jn 't Jaar 1757 na Londen i4o,coco Pon-
den Buskruid, en na Stade 5310000 Ponden Bus-
kruid. — In 't Jaar 1758 na Stade 250000 Ponden
Buskruid, en in 't Jaar 1759 desgelyks na Stade
J600C0 Pondtn Buskruid.
Ct) Zie onze Vadtri. Biß. XXII D. bl. 45«.-
-ocr page 80-
TS V ADER LANDSCU 3
Lxxxv. dragt, hoe 't veelligt kon gebeuren, dat da
boek. Hollandfche Haring, mctEngelfche vermengd,-
-------> na datRyk zou gevoerd worden': weshalb
1?59- v^n hy het noodig keurde, dat de Staaten;
die vermenging verboden y en dat de Sche-
pen, die Haring in de Havens van Frankryk
zouden brengen, met Getuigfchriften iftog-.
ten voorzien Worden, dat de in te brengeni
Haring alleen van de Hollandfche vangst
was. Aan dit tweeledig verzoek werd doof
een breedvoerig Plakaat voldaan ( * }, Eri
vergunden de Algemeene Staaten aan de
Groote Visfchery de Vryheid van 't betaa-
len der Lallen, die met deezen Jaare teil
einde liep,, op nieuw, de drie eerstvolgen-
de Jaaren (f),
Steenen
        Verwekten, in het Dèrtigftie Jaar dec-
aan deZee- Zer Eeuwe, en de daar op eerst volgendey
Dyken, ^ paaiwormen, die de Gordingen derDy-
fcnaagd .• ken in °ns Vaderland zo noodzaaklyk om 't
vreezedes. zelve, waar de Natuur het niet metDui-
\jregen be- neii befchut heeft, voor 't geweld des Zee-
waters te dekken, doorknaagden, eene alge-
meene ontzetting: dewyl eene omtrent drie
Eeuwen lang goedbevondene, fchoonkost-
baare, Zeeweeringe, als niet langer te ver-
trouwen, ons ontviel; hadt men zieh ge-
luk gewenseht met den door nood bedagter»
vond om, door Steenen in plaats van Hout
den drang en flag van 't water af te kee-
ren, en de Dyken met eene fchuine glooi-
(*) Nederl. Jaarb. 1759. bl. 740.
(f) NederL Jaarb. 1759. bl. 104.1.'
-ocr page 81-
HISTORIE.
79
jing van Kei' en klipfteen te beveiligen; lxxxv,
was het, hoe hoog ook de koften daar van boek.
liepen, by ervaarne Werklieden een fpreek----------
woord geworden, Steenen aan den Dyk is 1759,
de behoudenis van 't Land, en befteedde kos*
ten
(*), in Louwmaand deezes Jaars deedt
zich een verfchynzel op, 't geen ook de
-veiliö-e zekerheid van dit Befchermmiddei
fcheen te wederfpreeken, en weord het eerst
ontdekt juist aan dien zelfden Dyk waar
men de Paalwormen 't eerst befpeurd hadt,
den Westkappelfchen naamlyk op het Eiland
Walcheren. Men bragt te Middelburg waar
de Staaten diens Eilands vergaderen, een
Doornikfchen of harden Arduinßetn , om-
trent honderd en vyf- en-twintig Ponden
zwaar, op dezelfde wyze als de Houten-
paaien voortyds van Wormen doorvreeten,
en geheel en al doorknaagd. Men vondt 'er
eene menigte van Wormen in, die, nog
leevende, door den Steen kroopen; eenige
evenaarden in Langte en Dikte eens mans
vinger; de Kop van ieder Worm was met
twee zaagfchulpjes gewapend, waar mede
hy fchuurende en wryvende door den Steen
kon heen arbeiden; derzelver zelfstandig-
heid was flymerig als die der Slekkeri, en
wrongen zy, aangeraakt wordende, zich
even als deezen, in een (f). — Veel
gerugts maakte die ontdekking, de vrees
be^
(*) Tafereel der Nederl. Gefclieden'sfen X Deel,"
b'. »04.
4.\) Nederl. Jaarb. 1759. bl. 317.
-ocr page 82-
8S VADERLANDSCIIË
t.xxxv. bekroop niet weinigen^ dat deeze Diertjes .j
boek. het bette middel ter beveiliging der Zeedy-
------- ken beraamd, zouden kunnen verydelen:
JT59- n een öogfchynelyk zo zwak Ichepzel de
hardfte Steenen doorknaagen, dan was het
uit met alle menschlyke red- en hulpmid-
delen: — Doch dit fchrikbaarende ver-
dween welhaast, toen het öög eener wei-
verlichte Natuurkunde ontdekte i dat, zul-
ke Steen - doorknaagende Wormen, fchoon
op onze Kutten ongemeen, gansch geene
nieuwigheid waren-, zynde de by de Lief-
hebberen der Natuurlyke Hiftorie zeer be-
leende Pholas, die in menigte in de Middel-
landfche Zee
,• als mede aan de Kust van
Provence', onder op den grond, ofookhoo-
ger in het water, gevonden worden; zeer
gemaklyk, begreep men konden deezen,
door 't een of ander toeval, aan onze Kust
övergevoerd weezen, zonder dat men daar
uit eene algemeene vernieling van onze
kostbaare Steenen Dykglooijingen te dug-
ten hadt ( * ).
On^
(*) De Ondervinding heeft hier aan tot dus lan-
ge beantwoordt, fchoon men ook elders dergelyke
doorboorde Steenen ontdekte, en in Zeeland tn 't
Jaar 1773 wederom ten grooten getale. De Eerw.
j. f. MARTiNET vondtze, in den jaare 1764,
by het opmaaken der Nieuwe Sluis boven Medem-
Hik
aan de Zee, over het Eiland Wieringen. De
arbeiders aan die Sluis hadden hunne Belofte, om
dien Natuuranderzoeker Steenen met de Wormen
daar in te zenden, niet gehouden. Verhandel, vati
de Hollandfcbc Maatfcb. der tVeetenfcb.
XI Deel,
bl. 243. — Men kan Wormen van dien of foort-
-ocr page 83-
MI S f ö R I E;         U
Öiider 's Lands daadlyke rampen deezes LxxxV*
Jaars mag men tellen het grootendeels af- boeMs
branden van het aanzierilyk Dorp Stryen^ * **i
het voornaarrifte in een Waard, welke daar 1^9;
van den naam draagt; Onvoorzigtigheid 't Dorp
veroorzaakte dien Brandy op den twees ?tryiï
en- twintigften van Bloeimaand ■, in een en* „""reö*
kei huis ontftooken en uitgeborften, duur* deels af»
de het flegts weinig öogenblikken of dezel-
ve, door een fterkeh wind aangezet, ver-
spreidde zich in tien huizen teffens >. het
drooge riet, waar mede ze meest gedekt
waren, vatte dien gereedlyk, en leedt het
maar één uur naade eerfte ontdekking dee-
zes onheils of meer dan honderd huizen 9
deelden in dat zelfde akelig lot, en deeden
het Dorp naar een vuurpoel gelyken. Graa-*
hen en Koopmanfchappen op Solders en in
Schuuren, Huisraad en Kleinodien j oïidêr*
verfcheide welgeftelde Dorpelingen van niet
weinig betekenis, werden in een zo fchie*
lyk opkomend en voortflaand yuuir eert
pfooy der vlammen, welker woede dooi?
twee kleine Brand-Spuiten deezes Dorps
niet kon gefluit worden, en repte de Roof*
zugt, te midden van 'sNaaftens leed$ dó
handen t de zwaare houten Deuren in de
Sluis brandden tot het water tóe af, en men
telde, naa het blusfchen van den Brandy
dat 'er honderd twee- en- twintig Hui--
zeit
êelykën aart, befbhretvêti èfi afgebeeld vinden i'ri
de Uitgezogte Vethndel. byHOOTTUïN IVDeel)
bl. 230.
XXIII. DBËL.         F
-ocr page 84-
SS VADERLAND SC HE
.Lxxxv* zen (*) behalveii veele Stallen, Schuuren
«oiEK. en andere Gebouwen van minder omflags ,
i-------door de vlammen vernield waren. De
l759< 'Kerk, die, benevens de Paftory, en liet
Dorphuis, boven den wind geftaanhadt en,
dus behouden was gebleeven, verftrekte
tot een Herberg voor de -Ongelukkigeiij,
die, fchoon zich onder dezelven de voor-
heen vermogendfle Dorpelingen bevonden,
het noodige voedzel niet konden bekomen
van ,de medogenheid der geenen, die zy
-anders gewoon- waren te helpen. De na-
■bygelegen Dorpen kweeten zich in 'tverlee-
nen van den noodigen Onderftand, en het na-
,buurig Dordrecht muntte uit, .in Liefdaa-
idigheid veel doende om het leed hier gele-
den te verzagten (f).
De Noord- ;Het jaarlyks verveenen der daar toe ge-
^Haters^ 'fchikte Landen baart, met den :tyd, ge-
woude' dugte Waterplasfen, en worden de Plaat-
droog ge- zen daar aan gelegen, fchoon voor eene
maakt. geruime wyle weivaarende., • door het weg
baggeren van den grond, eerlang aan Ar-
moede, Verval, eneenen geheelenOnder-
gang blootgefteld} en tot de gemeene We-
gen, Polderkaden, Dyken en Vaarten uit-
geveend zynde, Is het overgebleevene niet
'in ftaatom.de 'kaften tot het noodig pnder-
Jioud, te draagen, waar! door deeze gevaar
,; ;., lop-
j                                    .
(*) Men telde te Stryen i<5r Huizen, vóór dit
on?eval, zonder de Ruizen,, die san den Weg of
de buitenzyde van het Dorp ftaan , daar.ópder
rekenen.
(f) Nederl. J'aart. 1759 bl. 6l$.
-ocr page 85-
HISTORIE.            83
loopen om ten onbruike en van zo noodige lxxxv,:
Gemeenfchap, met de na by liggende Ste- boek.
den afgefneeden te worden; terwyldeAf- -——
llag of geheele Kwytfcheldinge van Verpon- 1759.
dingen en Morgengelden, door 's Lands
Hooge Magten, verleend, ten nadeele van
's Lands Inkomst flrekt. Dit fchroomlyk
en nadeelig uitzigt hadt reeds voor lange >
de Schouten en Ambagtsbewaarders van Ha-
zerswoude
, Benthuizen, Noordwaddingsveen 9
Hoogeveen, Zoeterwoude
en Benthorn, bedagC
doen zyn om de uitgeveendePlasfen, ten.,
Weften van de eerstgemelde Heerlykheid,
gemeenlyk deNoordplasfen geheeten, droog
te maaken en te bedyken. Zich, om Vry-
heid tot dit Werk te verzoeken, by Staaten.
vzw. Holland vervoegd hebbende, was dezel-
ve wel verleend; doch 't gebruik daar van
agterwege gebleeven, waarfchynlyk om dat
men geen kans zag ter bekominge van de
.daar toe benpodigde groote Geldfommen,
en genoegzaamen Vrydpm van laften. Thans
hadden gemelde Heeren een Reglement ge-
vormd, om die uitgeftrektheid Waters op
vier duizend twee honderd en tachtig Mor-
gen begroot, met een Dyk te omvangen en
in Land te hervormen. Zj leverden 't zel-
ve, nevens de daar toe noodige Ophelde-
ringen en gepafte drangreden en over, met
verzoek om ontheffing van verfcheide Lands-
laften voor een aantal Jaaren, en vrydom tot
het opneemen van Gelden. Hun verzoek
ontmoette eene allergunitigfte bejegening.
Waar op zy de Intekening ter deelneemin-
ge in die Droogmaakerye openzetten, de
F 2.
                     kos-
-ocr page 86-
84 V A D Ë R L A ND S C HE ert£
lxxxv. koften op 800,000 Guldens gefield zynde,~
boek. rekende men den Deelneemeren , uit de
ss------voordeden van het drooggemaakte Land,
J759' ruim zeven ten Honderd 's Jaarlyks te zul-
len kunnen ter hand flellen (*). Het Werk
deezer Droogmaakerye werd daar op aan-
gevangen, en eerlang voltrokken. Men be-
diende zich, in 't zelve ten deele van de
nieuw verbeterde Vyzel- en Tonnemo-
lens (f) ten deele van de oude Scheprad-
molens, 't welk gelegenheid gaf tot verre-
gaande verdeeldheden , en vaak flrydige
verklaaringen wegens de werking deezer
Werktuigen ; terwyl eenigen de nieuwe
Vinding voorflonden, en anderen beweerden
dat het ouden Gebruik beter was (§).
(*) Neierl. Jaarb. 1759. bl. 878 — 934.
(t) Zie het XXII Deel onzer Vadert. Hisi. b\.
289-
' (§) Nederl. Jaarb. 17ÄO. bl. 1051. 1092. Voor
't Jaar 1762. bl'. 212. en 2Z(f.
\\
VA-
-ocr page 87-
VADERLANDSCHE
HISTORIE.
ZES- EN- TACHTIGSTE BOEK.
INHOUD.
Watervloed in 't Jaar mdc clx. Aard- LXXXVi.
beevingen ten deezen tyde. Aanblik van Vre- boek.
de. Vorfiel, door den Hertogvan bruns- ■ " ■»
WYK, daar toe van de Engelfche cnPruisfi-
fche zyde gedaan. Hoe van de Franfche,
Oofienrykfche en Rusfifche zyde beantwoord.
Van geen gevolg, en het volduur en des Krygs
door den een den ander ten lafie gelegd.
Dood des Konings van Engeland
george
den II. zyn Opvolger zet den Oorlog voort.
De Beroovingen en Verbeurtverklaaringen on-
zer Schepen door de Engelfchen houden aan.
Valfche Betichtingen onzer Zeehandelaaren.
Het Veilgeld voor een Jaar verdubbeld. De
Deenen, zich tegen 't zelve verzettende moes-
ten het egter betaalen. Het leveren van den
F 3                 Tien.
-ocr page 88-
86* VADERLANDSCHE
LxxxvT. Tienden- en Vyfden - Man, ten dienst der Oor-
BOEK. logfchepen, opgeheeven. 't Vredes verdrag
-------- met de Algerynen nader opgehelderd. Het
Huwelyk van den Prins van Nassau
WEILBURG met CAROLINA 1 OOftgC-
zet. Bekendmaaking daar van aan de on-
derfcheidene Geweßen. Hoe Holland zich in
deeze zaak gedroeg. Hoe Utrecht. Holland
kant zich ter Algemeene Staats ergadering
aan tegen het doen eener GeluKwenfching
,
die egter gefchiedt. Zwaarigheid by Holland
gemaakt om van wegen dat Gewest eene Ge-
lukwenfching af te leggen. Geluhvenfchin-
gen. De Prins van
Nassau weil-
burg tot Generaal van de Infantery van
den Staat verheeven. Huwelyksgaven van
Friesland en Overysfel aan Prinfes
Caro-
lina. Voltrekking des Hmvelyks. Vreug-
debedryven. Gelukwenfching der Staaten van
Holland. Begroetingen der Nieuw Getrouw-
den. Twee Maaltyden door den Prins van
Nassau Weilburg gcgeeven. Be-
fchryving der Feestzaalèn. De Jaardagen
van denErffiadhouder en van
Carolina
gevierd. De Prinfes van Nassau weil-
B u R g bevalt van een Prins, by den Doop
WILLEM GËORGË BÈLGÏCUS gchee-
ten. Hoogloopend gefchil o:er de Regeerings-
hefteUing te Kampen. De Magiflraat zege-
praalt op de Gemeente. Behandeling van
Burgemeeßer
roldanüs. Gefchillen in
Gelderland o-er hét uitvoeren des Aeglements
i>an Voogdyfchapi
laürêNS pie ter
VAn Be spiegel tot Raad van Goes
atingefleld. Bepaaling van een Artykel in
-ocr page 89-
•HISTORIE.            8?
Tiet Reglement der Regeeringsbeßellinge te vxxXVli
4kr Stede. Gefchil tusfdien Holland en Stad b o e e.
en Lande over de Lyfrenten. De Schepen en —... «-
Gnederen der Groningeren in Holland in be-
flag genomen. Die der Hollanderen in Gro-
ningen. Staaten van Stad en Lande vervoe-
gen zieh met beklag by de andere Bondgenoot
ten. Staaten.van Holland verdeedigen hurt
gehouden, gedrag. Die van Stad en Lande
verantwoorden zich.. De zaak ter bemidde-
ling aan de Algemeene Staaten voorgefield.
Staaten van Holland wederleggen de gedaane
verantwoording. De wederzydfche ftardighe-
den verzagten. Het Gefchil bygelegd. Ee-
tie veilige Legplaats voor de Schepen agter,
de Horst wordt verwaarloosd,
y V as men bedagt en maakte men Water-
den aanleg, om, gelyk wy , in 't Slot vloed in
onzes laattten Boeks melden , een ge- Ijtóp*
deelte weg geveend Land weder liet
hoofd boven te doen fteeken, endenvrugt-
;baaren grond te vermeerderen, met den
aanvang des Jaars mdcclx dreigde, naa
een vry ftrengen Winter, die het Ys tot
eene meer :dan gewoone dikte hadt doen za-
menftollen, het Rivier-water, door Ys-
dammen in den loop gefluit, in een ande»
ren oord, het Land onder water te zetten,
m deedt het met de daad. Die Opftoppiiz-
gen veroorzaakten, in 't laatst van Louw-
maand , twee Dykbreuken zeer naby eikan-
4er in de Pyken aan de Rivier de Qlaas;
F 4
                      de
-ocr page 90-
m VADERLANDSCHE
JWCXXVï, de een aän de Noordzyde dier Riviere,"
Boek, waar door eenige Dorpen in het Ryk van
iw—CT Nymegen, en het ganfche Land tusfchen
l?6o, Maas en Waal overftroomd werden ; de
andere aan de Zuidzyde, fchuins daartegen
over, welke het geheele Ravenßeinfche, en
een gedeelte der Meierye van 's Hertogen-.
fosch, onder-water zette. Een Ysdam in de
Rivier de Merwede tusfchen Hardingsveld
en Gornichem kropte het water in dezelve,
als mede in de Maas en Waal, ter onge-
meene hoogte op, en veroorzaakte een
Dqprbraak in het uiterfte gedeelte van de
Bommelerwaard, als, mede een in den Bra^
fcelfchen Dwarsdyk,
Bejammerenswaardig was het Lot der
Ingezetenen deezer ftreeken : doch hun
leed kwam in geen vergelyking by het ge-
vaar en 't onheil, door de Rivier de Lek
aan de Stad Schoonhoven, en het onheil aan
Krimpener- en Lopiker- Waarden toege*
bragt, r- Ia Schoonhoven, waar het water
£es.T en- zestig duimen boven Klokken-
geflag gereezen was , en gevolglyk op
dommige plaatzen met den kruin derDyken
gelyk ftondt, werdt in 't holst van den nagt,
op de tyding dat een nabygelegen Dorp
Klein Ammers, door 't verzinken van den
Dyk,gedreigd werd met den ftroom te zul-
len wegfpoelen, twee maaien alarm geflaa-
gen. De Inwoonders waren, eer het ver->
asamelde Volk dit Dorp bereikt hadt, het
gevaar, door onvermoeiden vlyt, te boven
gekomen, doch naauw was die vrees ver-
dweenen, pf3 0p eenigen afftand, liep de
.,;
                             '                  S troon*
-ocr page 91-
HISTORIE.            89
Stroom ter plaatze, waar gebrek aan Man- lxxxvi,
fchap 't benoodigde om dat geweld te keer boek,
te gaan niet aanvoerde, over den Dyk, al--------
Ïengskens killen, en eindelyk een volüaage i?6q.
Doorbraak, vormende. De Alarmklok
waarfchuuwde de Landlieden om zich, met
hun goed, op de best mogelyke wyze, te
bergen. De ganfche Krimpener Waard liep
onder: dit deedt het water in de Lek val-
len ; en hoopte men de Lopiker Waard,
door opkisting voor een dergelyk lot te be-
veiligen. Doch de hoop op deezen ar-
beid, verdween. Een losbarftende Ysdam
gaf fchot aan 't water, 't welk niet een al-
les mede rukkend geweld, voorby Schoonho-
ven
ftroomde; doch een ander beneden die
•Stad ontmoetende, daar voor ftaan bleef,
en dezelve in 't uiterfte gevaar bragt; de-
wyl het water ter hoogte van negen- en-
zestig duimen boven 'tKlokkengeflagfleeg,
en dus hooger dan by Menfchen geheugen:
de Kiftingen, äan den Rivierkant binnen
de Stad gemaakt, begonnen te wyken en
uit te barften, het 'water, op eenige plaat-
zen, uit den grond te wellen, de keiftee-
nen uit de Straaten dringende. Het ge-
vaar Schoonhoven dreigende verminderde
door het los worden van den hinderlyken
Ysdam, en het eenigzins zakken des wa-
ters ; dan het Ys, 't geen zich gezet hadt
in de Doorbraken van den Dyk, fchoot uit
dezelve, voerde het ftuk Dyks, tusfchen de
twee Gaten ftaande gebleeven, weg, en maak-
te 'eréénDykbreuk van, waar door't water,
met groot geweld, zich in de Krimpener
F 5
                 Waard.
-ocr page 92-
po VAD E RL AND SC HE
lxxxvi. Waard ontlastte , en alle voorzorgen om-
boek. trcnt de Lopiker Waard genomen verydel-
■--------de, die daar door mede in een tooneel van
1760. Waterwee veranderde, en Schoonhoven, van
dien kant, zich als een Eiland vertoonde.
De verfperrende Ysdam brak, in 't begin
van Sprokkelmaand, los, geraakte uit het ge-
zigt, gevolgd van een voor 't oog zigtbaare
valling des waters. Schoonhoven vond zich
gered uit het dreigend gevaar; doch in de
Overftroomde Waarden, die van zeven tot
negen voeten onder Honden, was de elen-
de, groot. Inwoonders, die gemeend hadden
het met hunne Beeilen, op fteigeringen, in
hunne Huizen te zullen kunnen houden, wa-
ren genoodzaakt naar Schoonhoven, en andere
hoog gelegene plaatzen, te vlugten. Langs
de Dyken van de Krimpener Waard telde
men honderd en zeven- en- zeftig Hutten
van riet opgeflaagen waar in de arme Land-
lieden , uit het middelfte van de Waard,
en zulke Plaatzen, waar men 't huis niet
kon houden, gevlugt, een jammerlyk en
deernis waardig verblyf vonden, van nood-
druft door de Magiftraat van Schoonhoven
dagelyks uit Schuiten voorzien. Terwyl
zy, in eene op nieuw knellende koude,
van alles beroofd, het oog gevestigd hiel-
den op de ondergeloopen Waard, in de
hoop van eerlang, by 't vallen des waters,
de overblyfzels hunner eigendommen te
zien te voorfchyn komen, Haat, omtrent
het midden van Sprokkelmaand, eeii hevi-
ge en eenige dagen aanhoudende Storm-
wind op; de (lag in 't water daar door ver-
oor-
-ocr page 93-
HISTORIE.
91
oorzaakt, rigtte eene deerlyke verwoefting lxxxvi.
aan. Veele Huizen en Schuuren fpoelden boek.
geheel weg, de Daken en Kappen zag men-------■
wyd en zyd langs den vloed dry ven: veele 1760.
Muuren ftortten neder, terwyl de Gebin-
ten der Gebouwen flaan bleeven: de mees^
ten der Landlieden, die 't nog gewaagd
hadden op Zolders, of hooge Plaatzen, te
blyven, vonden zich, in dit nieuw knel-
lend leed , genoodzaakt tot het verlaaten
der lang ingehouden ftede; te hunner lyfs-
berging voeren veel Schuiten en Praamen
uit Schoonhoven die ongelukkigen te gemoe-
te, door het in deezen Storm weder was-
fend water, 't welk, op't einde van denzeï-
ven, een halve voet hooger bevonden werd
dan het tot nog geftaan hadt. — Hoe zeer
met een dergelyk Waterwee gedreigd, ge-
lukte het Menschlyk vlytbetoon, onder 's
Hemels zegen, 't zelve buiten 't Ambagt
van Lekkerkerk
en \\ttlVaterfchap van Woer-
den
te houden ( * ).
Het min gewoone, fchoon in deeze laat- Aardbei
fte Jaaren korter dan voorheen op elkander vingen ten
komend fchrik en verderfbaarend Lands- ^ezen ty'
onheil van Aardbeeving, hadt zich, op den
drie- en- twintigften van Oogstmaand des
voorleden Jaars , in Staats - Brahand, en
Maaftricht, en in verfcheide andere hoog-
leggende ftreeken van dien Oord, doen ge-
voelen. Den twintigften van Louwmaand
deezes Jaars, 's avonds omtrent tien uuren
be-
(*) Nederl. Jaarh. 176c. bl. 58. US- 279. 32J«
-ocr page 94-
9a VADERLANDSCHE
JLXxxvi. befpeurde men dezelve aldaar weder, en
»oEK. ook in meest alle Gedeeltens van dit Ge*
■------- meenebest, fchoon in eene mindere maate
i?6q. dan nu vier Jaaren geleden (*); doch fter-
ker dan men te Maafiricht in den voorle^
den Jaare waarnam. Het getal der Schud-
dingen wordt van zommigen tot ée'n, van
anderen tot twee , van eenigen tot meer
gebragt, de ftrekking werd niet bepaald
waargenomen alleen meldde men uit den
Briel, dat ze Westzuidwest en Noord-
noordoostwaards geloopen hadt. De ge-
woone verfchynzels, het gevoel van 't
beweegen des Gronds, het zien flingeren
der hangende Huiscieraaden, het hooren
kraaken van Deuren en Venfters, kondigden
dit ontzettende verfchynzel aan. 'Er waay-
de bykans geen Wind; maar een gerom-
mel, als 't geluid eens op eenen grooten af-
ftands afgefchooten Kanons , vervulde de
lugt; en nam men , op zommige plaat-
zen,tot meer dan ééne reize, lichtende ver-
fchynzels, alsvanWeerlicht, in den Damp-
kring waar. — In Zeeland was de Aard-
fchok fterker dan in eenig ander Gewest,
te Middelburg hadt de Klok aangeflaagen j
te Zierikzee was de Beweeging in 't Water
zo fterk dat de Vaartuigen heen en weder
flingerden; niet verre van Bergen op Zoom
verlieten eenige Schippers hunne kooijen,
om te zien wat 'er gaans was, meenende
zommigen dat een Ysfchots van onder hun-
ne
(*) Zie het XXII D. onzer Videtl. Bft. bl. a8a
-ocr page 95-
HISTORIE.          93
lie Vaartuigen wegfchoof. In Maaßricht lxxXVï»
waren eenige Schoorfleenen nedergeftort, boek.
en zommige Muur en geborflen. Geen-------»
rampen van meldenswaardig aanbelang ver- 1760*
gezelden, dit gedugt verfchynzel (*).
In deezen Winter deedt zich een aanblik Voorflag
Van Vrede op tusfchen de Oorlogende Mo- van Vrede
genheden, en dezelve vertoonde zich in Ïgj/^J f*"
''S Gravenhaage. De Hertog van bruns- frttisßfcbs
Wyk, deedt, uit naam des Konings van zyde.
Groot Brittanje en van Pruisfen , aan de
Staatsdienaaren der Hoven van JVeenen9
Petersburg
en Verfailles^ 't volgend voor-
Hel, „ dat haare Groot Brittannifche en
Pruisfifche Majefteiten, met medelyden
5, aangedaan over de rampen door den Oor-
„ log, zints eenige Jaaren ontftooken,
j, reeds daadlyk veroorzaakt, en die 'er
„ onvermydelyk verder uit zouden moeten
„ voortvloeijen, oordeelden in gebreke te
„ zullen blyven, ten aanzien van depligten
„ der Menschlykheid, en omtrent het wel-
„ vaaren hunner Onderdaanen, indien zy
„ nalieten gefchikte middelen aan te wen-
„ den om den voortgang te fluiten van een
,j zo verwoeftenden ramp, en het hunne
„ toe te brengen tot het herfiel der open-
„ baare rust. Met dit oogmerk, en om
j5 de zuiverheid hunner Oogmerken aan
„ den dag te leggen, hadden zy beflooten,.
„ te verklaaren, dat zy zich gereed von-
„ den,
(*) Nederl. Jatrb. 175p. bl. 861. Voor'cTaaï
Ï760. bl. 60.                                                  ' ■
-ocr page 96-
e>4 VADERLANDSCHE
Lxxxvi. „ den, Gevolmägtigden te zenden op zulk:
30EK. „ eene plaats die men de gevoeglykfte
------- „ keurde , en aldaar met de zodanigen,
1760
„ die de Oorlogende Mogenheden daar toe
5, mogten goedvinden te kiezen, te hande-
„ len over een vaften en algemeenen Vre-
„ de, ter bereiking van een zo heilzaam
„ einde (*)."
Boe van
de Fran-
Jcbe, Oos-
tenrykfcbe
en Riisfi.
Jcbe
zyde
beant-
woordt.
Op dit voorftel, denvyf- en- twintigflert
van Slagtmaand des voorleeden Jaars ge-
daan , werd eerst den derden van Gras-
maand deezes Jaars dit antwoord, door op-
gemelde Hoven, gegeeven. „ Dat zyne
„ Catholyke Majefteit, zyne Bemiddeling
„aangeboden hebbende in den Oorlog tus-
„ fchen Frankryk en Engeland ontftooken j
5, en die Oorlog daarenboven geen gemeen-
„ fchap hebbende met dien , welken de
?, de twee Keizerinnen en derzelver Bond-
„ genooten, desgelyks eenige Jaaren tegen
3, den Koning van Pruhfcn gevoerd had-
,, den, zyn Christlyke Majefteit gereed
„ was,om, onder medewerking deraange-
„ bodene en aangenomene goede dienften
„ zyner Catholyke Majefteit, over eenen
„ afzonderlyken Vrede met Engeland te
„ handelen. — Wat den Oorlog met zyne
Pruisfifche Majefteit, aanbelangde, was
„ de Keizerin Koningin vaii Hongaryen sxt
Bohemen,de Keizerin aller Rus/en, en de
„ Koning van Frankryk gereed om de
j,' voqrgeflaagene Vredesonderhandeling %
,j aaa
(*; Univcrfal Magaz. Vol.xxv. p. 330,
-ocr page 97-
HISTORIE.
95
„ aan te gaan. Doch, dewyl zy, uit lxxxvi.
„ kragte der aangegaane Verdragen, zich boek.
„ tot niets, den Vrede raakende, konden ——
„ inlaaten, dan veréénigd met hunne 17(30.
„ Bondgenooten, was het noodig, dat,
„ om in ftaat gefteld te worden tot eene
„ bepaalde verklaaring ten deezen opzig-
„ te, aan hunne Groot Brittannifche en
Pruisfifche Majefteiten, voor af alle de
„ Mogenheden, in den Oorlog tegen den
„ Koning van Pruisfen betrokken, tot die
„ zamenkomst genoodigd wierden, als
,-, de Koning van Poolen , Keurvorst van
Saxen, en de Koning van Zwee-
den CV
Men zag in Engeland dit Antwoord aan Van geen
als een teken, dat de Vrede deezen Zomer gevolg, elk
niet zou getroffen worden, het laaten ver- gafd^naI1"
loopen van bykans vier maanden hieldt men fchuld van
voor een blyk, van geene hartlyke belang- hec vol-
ftelling in de gedaane aanbieding; en dat duuren
men van dien kant dezelve, mét geene voeg- Kryg«.
lykheid, kunnende van de hand wyzen, de
toeviugt nam tot vertraagingen, vast be-
flooten hebbende ten minften nog een Veld-
tocht te waagen. Frankryk en Ooflenryk
hadden ook daar toe alle toebereidzels en
ichikkinge-n gemaakt. — Zo ongunftig als
men in Engeland over de Vreegezindheid
van Partyen oordeelde, zo ongunftig dagt
,men aan den anderen kant over.de opregt-
Jieid van het Engelfche Hof in ,den gedaa-
nen
(*) Uaiverfal Magaz. Vol. xxvi. p. iggi
-ocr page 98-
95 VADER L'ANDSCHË
txxxvi. nen vooïflag. Zeker was het dat, op den
boek. negenden van dien eigenden Slagtmaand,
--------wanneer de Hertog van brunswyk.
ï/öo. eenige dagen laater den bovengemelden
Voorflag deedt, de Koning van Engeland
met den Koning van PruisJ'eri eene Verbin-
tenis hadt aangegaan , ftrekkende om de
Voorgaande te vernieuwen, en te bekragti-
gen., daar by zich verbindende $ om in ééns
aan zyne Pruisfifche Majefteit de foiii van
670,000 Ponden Sterling tefchieten} wel-
ke fom deeze zich verbondt te befteeden,
tot het in ftandhouden en vermeerderen
v zyner Legermagt, om hunne gemeene
zaak, op de kragtdaadigfte wyze, voor te
■■'- ftaan; tefFens onderling bepaalende om geen
Vrede te fluiten, geenBeiland aan te gaan*
geen Onzydigheid te omhelzen j of iets
van defgelyk een aart te doen met de Mo-
genheden, die deel in den Oorlog genomen
hadden, dan Éët wederzydsche toeftem^
ming (*). Ingevolge hier van werd de
Oorlog voortgezet.
Dood van De dood des Konings van Engeland
»Ê°EnE géorge den II, den vyf- en- twin-
Zyn Op- tigften van Wynmaand, in hetzeven- en^
volger zet zeventigfte Jaar zyn Ouderdoms, en het
den Oor- vier- en- dertigfte zyner Regeering voor-
log voort, vallende, maakte in den gevoerden Kryg
-geene verandering. Zyn Kleinzoon en
Opvolger, George de III betuigde,
by zyne verheffing op den Throon, zyn
•'■ i
                                                        oog-
(*) Üviverfal Magat. Vol. xSVi. fc 4&
-ocr page 99-
Uï S f Ö RIÈ;          W
oogmerk om dien voort te zetten, eh in lxxxvi*
zyne Aanfpraak aan beide de Parlements eoek;
Huizen naderhand ^ zyn genoegen , over --------
den voorfpoed der Btitfche Wapenen ih de ijróoj
West- ert Oost-Indien, en het wederftaan
der Franfche Krygsmagt in Duitschland$
waar zyn Bondgenoot de Koning vm\Pruis-
fen
de aanmerkelykfte voordeden bevogt^
zich verheugende, door de fterkte zyner
Zeemagt, de zeer verzwakte Franfche in
de Havens opgeflooten gehouden, en den
Koophandel van dat Ryk tot de laagfle eb-
be gebragt te hebben ( * ).
Tot deeze laagte zogt meh ook den Zee1 De Éerotf.
handel der Nederlanderen te brengen. Want yin8.fn e
het was, ingevolge van deezen aanhouden- Verkiaarirt.
den Oorlog, dat onze Seheepvaard aan de- gen onzer
zelfde Stoorenisfen* Vertraagingen, Be- Schepen
roovingen, Opbrengingen en Verbeurtver- g^,,f\M
klaaringen \ bleef blootgefteld. De meefte houden
Schepen van en na de West-Indien vaaren- aan.
de, door de Engelfchen in hunne Havens
opgebragt, werden genoegzaam alle, op
de onregtrhaatigfte wyze, met derzelver
Laadingen, voor de laagere Regtbanken ver-
beurd verklaard: de meefte Eigenaars be-
riepen zich op hooger Régters; doch ag-
tervolgden, die beroepingen niet even zeer*
Veelen vonden het geraaden zich met de
Kaapers te vtrdraagen, hunne Schepen eri
Laadingen liever vry te koopen dan deit
önzekeren uitflag van een kostbaar en langj
duu-
(*) Univerfal Magaz. Vél. xxvii p. 21& 260.
XXIII. DEEL.          G
-ocr page 100-
Sß' VADERLANDS CHE
lxxxvi. duurig Regtsgeding af te wägten } zy durf-
boek« den , door zo veele voorbeelden afge-
-------« fchrikt, zich niet veel goeds belooven.
1760. Eenigen vleiden zich dat de hooge Regt-
bailken in Engeland ongekreukt regt zou-
den doen, volgens het Regt der Volken ,
en de Verbonden tusfehen dat Ryk en ons
in weezen, zy vervolgden hunne Appellen
van de Vonni'sfen der laagere Regteren met
allen yverj doch veel al vrugtloos. Nu
en dan werd een Schip vry gegeeven, dat
rechtftreeks na of van de eigen Vaderland-
fche Volkplantingen voer ; doch werden,
daar en tegen alle die na de Franfihe West -
Indien beftemd geweest, of op de terug-
reize van daar genomen waren, zonder 011-
derfcheid, verbeurd verklaard, hoewel reeds
herhaalde keeren bondig was aangetoond,
dat die Handel, niet alleen volgens de
Verdragen; maar zelfs volgens het Regt
der Volken, den Nederlanderen vry ftondt.
Valfche
Betichtin-
gen onzer
Zeehande«
haren.
Om een fchyn van geoorloofdheid aan
zulk eene Regtsverkragting te geeven,
ontzag men zich niet, onzen Landgenoo-
ten, van hunne wettig verkreegene Goe-
deren ontzettende, teffens van Bedrog
en Oneerlykheid te befchuldigen, en de
Eer der Zeehandelaaren op de ondraaglyk-
fle wyze te beledigen. Men deedt het ge-
val in zulk eene gedaante voorkomen, dat
elk uit het vonnis moest opmaaken, dat d,e
Ingezetenen van den Staat, op eene be-
drieglyke wyze, den Handel in de JVcst-
Indien
dreeven, dat men de echte Zeebrie-
yen.'vérborg, en zich van andere bedien-
de i
-ocr page 101-
HISTORIE.
99
de; men wendde het vinden van dezelve lxxxvi.
voof, enfchreeuwde, dat de Opbrengingen boek.
en Verbeurtverklaaringen , waar over de--------
Nederlanders zo fterk klaagden , gegrond i^o.
waren. Dan men bleef niet in gebreke om
die laage en onregtvaardige Handelwyze
des Geregtshofs in helderen dag te haa«
len (*). — Of dit iets toegebragt hebbê
tot een omzigtiger Vonnisvelling, kunnen
wy niet verzekeren; wel dat de Schepen,
in 't laatst deezes Jaars, min flegte bejege-
ningen te lydcn hadden, eenige op het
neemen weder ontflaagen , én andere met
de Laading, by Vonnis, vrygegeeven wier-
den ; ja, omtrent één Schip te Nieuw Tork
opgebragt, en daar, fchoon met verbeurte
van de Laading, ontflaagen, vernietigden
de Lords dit Vonnis , en veroordeelden
den Neemer om de Goederen, of derzel-
ver Waarde, te rug te geeven met de In-
tresfen van den tyd der verkoopinge tot
den tyd der betaaiinge toe. Dit Schip was
van
(*) Nederl. Jaarb. 1760. bl. 205. 532. 533. 674.
De handelwyze van 's Konings Raad derJppellen, ge»
meenlyk de Lords der Appellen genaamd, om de
Eer derNederlandfcbe Zeehandelaaren te bevlekken,
wordt in een helder en Engeland befchaamend licht
gefield in een Onderzoek van het Vonnis over 't
Schip de Snip uitgefprooken, met alle deBylaggea
geplaatst in de Nederl. Jaarb. 1760. bl. 211—277.
Uit dit breedfpraakig en wel opgefteld ftuk kan
men ten klaarden ontdekken, wat 'er zy van den
SQgenaamden verbooden Handel, die de Heiland*
febe
Schepen, op de Franjcbe West-Indien, geduur
xende deczen Oorlog, dreeven.
Ga
-ocr page 102-
ioo VADERLANDSCHE
txxxvi. van Curacao na Amflerdam beftemd; doch
boek. de Verbeurtverklaaringen der Schepen en
--------Laadingen van of na de Franfche Volkplan-
1760. tingen vaarende genomen, bleeven Hand
houden (*).
Ingevolge hier van ftrekten deeze Sche-
pen ten prooye der Engelfchen, indien ze,
door geen Geleide gedekt, hun in handen
vielen,'t geen, ter oorzaake van de fchaars-
heid van 't zelve, vaak gebeurde. Inmid-
dels werden de Algemeene Staaten te raade,
om , ter goedmaakinge der kollen tot de
buitengewoone Uitrustinge van Convoyers
der Nederlandfche Koopvaardyfchepen ,
voor den tyd van één Jaar, het Buitenge-
woone Veilgeld te verdubbelen met één ten
Honderd op de Inkomende en een half ten
Honderd op de Uitgaande Goederen. In
de Afkondiging ten dien einde, met den
aanvang van Sprokkelmaand , uitgevaar-
digd, was bepaald; „ dat de Schepen van
„ deeze Landen, die , elders gelaaden
„ zynde, in de Havenen van deezen Staat
„ invielen, om van de veiligheid des Con-
„ voys genot te trekken, zo wel als die
„ geenen, welken, het Land voorby vaa-
„ rende, zich egter onder het Convoy be-
„ gaven, en deszelfs befcherming genoo-
„ tèh, insgelyks, die buitengewoone Be-
„ lasting, op een gelyken voet, zouden moe-
„ ten draagen." Doch werd, ten deezen
aanziene, in Bloeimaand, eene nadere uit-
.;■ ' le£-
(*) Nederl. Jaarh 1760. bl. 1094,
-ocr page 103-
HISTORIE.          ioi
legging en opheldering afgekondigd, hier lxxxvi«
in beftaande, „ dat van de Schepen, be- boek,
,, hoorende aan de Ingezetenen van den--------
,, Staat, welke, uit eenige oorzaake, in 176b.
,, 's Lands Havenen invielen, en daar naa
,, zich van de uitgaande Convooyen wil-
„ den bedienen, alleen zou worden gevor-
„ derd het verdubbelde inkomende buiten-
„ gewoone Veilgeld, of één ten Honderd
„ van de waarde van derzelver Laading
„ zonder meer; en dat van de Koopvaar-
„ dyfchepen, die zich onder weg onder
„ het Convoy begaven, of door 's Lands«
9, Schepen afgehaald en onderfchept wer-
„ den, en volgens den last der Lands-Ca-
„ piteinen het geleide en de befcherming
?, genooten, niets uit hoofde van de Ver-
9, dubbeling van het Verdubbeld Veilgeld
„ zou worden afgeëischt, ------- Voorts
3, zou, geduurende den tyd, dat het ver-
s, dubbelde buitengewoon Veilgeld zou
5, fland grypen, van alle Schepen, zonder
„ onderlcheid, welke, volgens het alge-
„ meen Plakaat, het enkel Lastgeld ver«
P, fchuldigd waren, een dubbel Lastgeld
,, worden geheeven."
Gaarne wilden de Zeehandelaars hier te De Dee'
Lande, deezen Last dragen, in't vooruit- ?3Jw*7 •
zigt eener meerdere Befcherming; dan ver- zelve ver.
fcheide Schippers, Onderdaanen des Deen- zettende,
fchen Konings , verzogten, naa het vast- moesten
ftellen van deezen Last, des bevryd te mo- beuafcnÜ
gen weezen; doch derzelver verzoek vondt
geen ingang : dewyl het oogmerk deezer
Verdubbeling mede bragt, dat de Vreemde
G
3
                  Schez
-ocr page 104-
ro-ä VADERLAND SC II E
Schepen, zo wel als de Nederfondfche, friet
deeze Belasting zouden worden bezwaard $
en het aan Vreemden zeer onverfchillig be-
hoorde te weezen, om welke redenen een
Souverain het noodig vondt zekere Belas-,
ting in te voeren, ten nutte van deszelfa
Land (*).
By gelegenheid der opgemelde nadere
Verklaaring, wegens het verdubbelde bui*
tengewoon Veil - en Lastgeld, vondt men
goed, den vyftienden van Bloeimaand, te
bepaalen, tot het Tydftip, dat de vorde*
ring van den Tienden Man der Groenfonds -
en van den Vyfden Man der Koopciardy*
vaar deren zou
ophouden (f), 't welk de
Scheepvaard vari eene zeer groote belem-
mering ontfloeg , en boven al aangenaam
was aan de Friefche Scheepsrederyen, als
die , meer dan eenig ander Gewest, de
Schepen, met eigen Landsvolk bemannen,
In dit Landfchap was de Scheepvaard zo-
danig toegenomen , dat, daar men Zeer
weinig Jaaren geleden, doorgaans niet
meer dan twee honderd Schepen ter Buiten*
landfche Vaard in Zee bragt, thans meer
dan zes honderd den Oceaan bevoeren.
Schoon de Vrede niet de Jlgerynen, in
den Jaar e mdcclvii, tot fländ gebragt
was;(§), hadden zy zich, niet geheel
ont~
txxxvi.
Boek.
Het leve-
ren van
den Tien
■denenVyf-
den Man
opgehee-
yen.
•'t V'redes-
Verdräg
met de Al
gerynentiä
der opgé«
bdJerrf.
(*) Kederl. Jaarh 17S0. bl 85. 539- 54i<
(|) Zie bier boven bl, 67. .en JSIeikrl. Jaari.
1760. bl. 541.
(J) Zie óns &XII Üeel, bl. 333.
-ocr page 105-
HISTORIE. . 103
■onthouden yan Zeefchennis te pleegen, lxxxvi.
door het neemen van een Schip en het ver- boek.
beurdverklaaren der Laadinge; welk be---------•
,-dryf zy, hoe zeer ftrydig met het zo on- 1760.
langs geüooten Vredeverdrag, daar mede
beftaanbaar keurden, 's Lands Capitein
reinst derwaards gefchikt,bewerkte,in
Bloeimaand deezes Jaars, eene Verbree-
' ding van het derde Artykel des Verdrags,
aan de Algerynfche zyde gefchonden : by
welke de Dei en Regeering van Algiers
voor den rechten zin van dit Artykel ver-
klaarden i „ dat, ingevalle eenige Oorlog-«
,„ fchepen of Kaapers van Algiers eenige
„ Schepen van hunne Hoog Mögenden,
„ voorzien van een Algiersch Paspoort ±
„ mogten ontmoeten, dezelve ,onverhin-
,,-, derd zouden laaten vaaren, en niet ver-
0 mogen daar uit te neemen eenige Perfoo-
,,, nen, Goederen, Effeélen, of wat het
,,, ook zyn mögt, niets uitgezonderd, on-
$, der eenig voorwendzel, hoewel die
.„ Schepen gelaaden waren met Goederen
fa behoorende ,aan de Vyanden van Algiers j ■
é,, zy zouden het niet mogen doen onder
„ voorwendzel van die Goederen benoo*
„ digd te zyn, of daar voor te willen be*
s, taaien; maar die Schepen, zonder eenig
3, Onderzoek , naa het zien van het Pas-*
„ poort, onverhinderd de Reize laaten
■rt vervolgen," jk En beloofde" de Dei met
de Regeering, „ dat indien het, nog-
„ thans, mögt gebeuren dat eenig Oorlog-
„ fchip of Kaaper van Algiers eenig Hol-
landsch Schip, opbragt, .of: Goederen
. G 4            „ daar
-ocr page 106-
i©4 VADERLANDSCHE
lxxxvi. „ daar uit nam, het opgebragte en geno*
boek. „ mene te zullen wedergeeven, en den
--------■ „ Capitein des Oorlogfchips, of des Kaa^
1760. „ pers te ftraffen; en voortaan zulke flrik-
„ te bevelen te zullen geeven, dat de Al-
gerynfche Onderdaanen zich voor die
„ fchennisfen zouden wagten." —— Zo
handhaafden hunne Hoog Mogenden de
Scheepvaard tegen de Roofzugt der, 4{ge->
rynen,
en beloofden de Gevolmagtigde
Scheepsbevelhebber reinst, op het flui-
ten deezer Verbreeding des Vredesver-
drags, de toegezegde Gefchenken, van we-
gen hunne Hoog Mögenden, te zullen ter
hand ftellen; zonder dat zy, door dit te
doen, afzagen van hunne wettige eifchen
om voldoening, wegens het neemen en
verbeurtverklaaren des Koopvaardyvaar-.
ders, 't welk aanleiding tot deezen naderen
Handel gegeeven hadt (*).
HetHuwe- Ons Gefchiedblad vermeldde hoe , in
den Iritis den voorleden Jaare ( f ), Gelderland, Zee-
van Nas/au land, Friesland, Ov'rys/èl, met Stad en
Weilburg Lande tot de Egtverbintenisfe van Prinfes
?OLIHA
voortge
Carolina, met den Prins van Nas-
sau weilburg, hunne Toeflemming
gaven; hoe de Leden der Utrechtfche
Staatsvergaderinge deswegen niet zamen^.
ftemden; als mede hoe deeze zaak by Hok
land,
door oneenpaarigheid, nog hing^
Yyf Gewefien geheel, volgens 't oogmerk
de?-
(*) Nedcrl.Jaarb. 1760. W. 1048^
^t) Zje hier bpyes bl. 34. 49,
-ocr page 107-
HISTORI E,           105
der overleedene Gouvernante, in dit Hu- lxxxvi,
welyk bewilligende, terwyl in de twee boek,
overige eenige Leden, om voor heen by- -.-. ..,,,
gebragte redenen, zwaarigheid hleeven i76q,
maaken, beflooten de Hooge Gelieven de
voltrekking van hunnen Egt voortgang te
doen hebben op den vyfden van Lente-
maand deezes Jaars. Zyne Koninglyke
Majefteit van Groot Brittanje, haare Hoog-
heid Mevrouwe de Prinfesfe Weduwe van
Oranje en Nasfau, toeziende Voogden van
de Erfftadhouderlyke Kinderen; de Hertog
van Brunswyk, beftuurende Voogd in de
Vereenigde Nederlanden, en de Regierende
Hertog van Brunswyk, beftuurende Voogd
in de Diiitfche Staaten, haddep é^npaarig
daar toe verlof verleend.
Van dit voorneemen kreeg, in Sprokkel- Bekend,
maand, de Voorzittende Heer ter Alge- maaking
meene Staatsvergaderingkennis, by monde nïdïïih
des Hertogs van Brunswyk, die deswegen derfchei. *
by Brieven de Staaten der Onderfcheidene dene Ge-
Geweften, en ook het Landfchap Drente wefte».
verftendigde, Eenige dagen laater vaar-
digde de Prins van Nasfau Weilburg Brie-
ven af aan de Geweften, en't gemelde Land-
fchap, in welken hy zich der Genegenheid
en Vriendfchap van de Staaten aanbeval,
die hy, door dit Huwelyk gehegt worden-
de aan de belangen der Vereenigde Gewes-
ten
, zou tragten te verdienen. Dat de
Antwoorden hier op van Vyf Geweften in-
gekomen, de merktekens der hartlykfte
goedkeuring droegen, zal niemand in twy-
fel trekken; docji de nieuwsgierigheid ver-
-ocr page 108-
io6 VADERLAND SC HE
ï-xxxvi. langen te weeten, hoe Holland en Utrecht
b'Oek. zich in deeze thans netelig geworden zaake
=-—— gedroegen,
1760. By Staaten van Holland was men, naa
Boa Hol. veelvuldig gehoudene Overleggingen, tot
land zich geeneEenpaarigheid gekomen, buiten wek
zaak ge- ^e ? naar <^e 0T&e der Regeeringe , geen
droeg. ontflag van eene Wet kan verleend wor-
den: dan de geneigdheid der meefle Bond-
genooten tot den Voortgang deezes Huwe-
lyks verneemende, verklaarden zy de Vol-
trekking van 't zelve te zullen aanzien,
zonder zich daar tegen te 'kanten, terwyl
zy hetBefluit van den zestienden vanSlagt-
maand des Jaars mdccxlvii voor on-
verkort, en, als een onveranderlyke.Grondwet
van' den Staat,
in zyn geheel hielden, ——
In den Brief der Bekendmaakinge des Her-
togs van het voorneemen der Vorstlyke
Perfoonadien aan Staaten van Holland hadt
hy: dewyl in dit Gewest het Huwelyk'
flondt voltrokken te worden, om Ontflag
verzogt van het gaan der Huwelyks-ge-
boden f- waar in zy bewilligden : naar-
demaal vroegere Staatsbefluiten Voorbeel-
den opleverden van het verkenen van
dusdanige Ontheffingen aan Vorstlyke Per-
foonen. '
                                 >l
De Raadpenfionaris van deeze twee Be*
fluiten' den Hertog van Brunswyk kennis
geevende, bedankte deeze voor 't laatstge-
nomene: met byvoeginge, ten opzigte van
het eerfte, dat hy wel gewenscbt hadt,
wanneer zyn genoegen volkomen zou zyn
geweest, dat hun Ed. Groot Mögenden
-. i
                                                 had-
-ocr page 109-
HÏSÏORÏË.          U?
hadden kunnen goedvinden, zich méf.dè t,xxxvr.
Befluiten der ftieefte Geweften te Verééttl- boek.
gen, en aan het Verzoek van wylen haare »-----■»
Koninglyke Hoogheid te voldoen $ doch 176b.
hy beval, daar zulks niet hadt kunnen zyn,
de hooge Gelieven aan hunne Genegen-
heid.
Staaten des Lands van Utrecht 's Hèrtogs Hoe Ut-
Bekendmaakings Brief beantwoordende 6
recbt.
betuigden deel te neemen in deeze heuch->
lyke Gebeurtenisfe, en Hortten hunne Ze-
gen wenfchen over dezelve uit; doch wat
het Verzoek van wylen de Gouvernante
betrof, moeften zy, uit hoofde van de On-
eenpaarigheid der ingebragte Raadflagen,
ten flot bekennen, dat, volgens hunne Re*
feeringsgefteltenisfe, geen Befluit hadt
unnen vallen.
Wanneer de Voorzitter ter Algemeene Holland
Staatsvergadering den verzogten Voorllag kant zich
des Hertogs van Brunswyk wegens dit hoo- ^e^se"
ge Huwelyk deedt, en het Befluit geiio- staacsver-
fnen werd dien Heer, uit naam van hunne gadering
Hoog Mögenden, te bedanken voor de ge- j""1 'esea
daaiie Bekendmaaking, en 'tevens te be- etne^Ge-
tuigen, dat deeZe Huwelyksverbiiitenis, jukwen-
Hoogstdezelven zeer aangenaam was, hiel- fching,die
den de Afgevaardigden van Holland het aan ^'j?'
zich, op morgen, des wegen eene nadere
Verklaariiig té geevéii : de aänweezeu- .
de Heer uit Staaten van Utrecht zeide on-
gelast te zytt. 's Anderen daags leverden
3e Afgevaardigden van Holland eene Aan-
tekening in overéénkomftig met het by hun
' ' . ■'"                      '                                          ge-
-ocr page 110-
io8 VADERLANDSCHE
genomen Befluit (*). Dit wekte het mis-
noegen der Afgezondenen van de Vyf gaa-
ve toeflemming draagende Geweften , die
het intrekken van dit Befluit en der Aan-
tekeninge zogten te bewerken; doch te
vergeefsch. Utrecht was als nog ongelast.
En hielden, de Vyf Geweften, daar Hol-
land
weigerend bleef, aan zich het doen ee-
ner Tegenaantekeninge, Deeze Gewes-
ten ontvingen een Brief des Hertogs van
Brunswyk zyn leedweezen behelzende,
óver den uitflag der Raadpleegingen in
Holland, met dankzegging voor het be-
toond doorflaand blyk van genegenheid der
Vyf Geweften voor het doorlugtig Huis,
en voor Mevrouwe de Prinfesfe Caroli-
na in 't byzonder, hun aanmaanende daar
aan de hand te houden, zo dat het Befluit
by hun en hunne Hoog Mögenden, op dat
ftuk genomen, ftand bleef grypen.
In de' Algemeene Staats vergadering,
waar die haapering voorviejl, was bepaald
om by de Prinfes Carolina en haaren
Vorstlyke Bruidegom, als mede den Prins
Erfftadhouder, eene Pligtpleeging van Ge-
lukwenfching af te leggen. Hier toe wer-
den, benevens den Raadpenfionaris, en
den Griffier, eenige Heeren benoemd, die
met veel ftaatlykheids deezen last volvoer^
den. De Raadpenfionaris ter Vergadering
van Holland van het beraamde by hunne
Hoog Mögenden wegens die Gelukwen-
; ; fching,
JLXXXVI.
BOEK.
m ' i'"
1760.
Zwaarig-
beid by
Holland
gemaakt
om, van
■wegen dat
Gewest,
een Geluk-
wenfching
ts doen.
(*) Zie hier boven, bl. 106,
-ocr page 111-
H i s T o _r i ë: m
fbhing, verflag doende, gaven de Heeren lxxxvï*
van de Ridderfchap en Edelen in bedenking boek*
of men niet zou kunnen goedvinden, uit ——-
het midden dier VergaderingeAfgevaardig- 1760.
den, ten Zelfden einde, te benoemen. De
Raadpenfionaris werd verzogt na te zien
of,en in hoe verre,in vroegerentyde,der-
gelyke gevallen plaats gehadt hadden. —-
Deeze haalde, uit de vroegere Landsge-
fchiedenisfen, en Staatsbefluiten, een en
ander Trouwgeval aan, in welke, uitnaam,
van huu Ed. Groot Mogenden, dergely-*
ke Gelukwenfchingen gedaan waren. De
Heeren van de Ridderfchap hier door ge-
fterkt, drongen hun voorflag aan, als ten
uiterften welvoeglyk; en te meer gepast,
dewyl de Meerderheid der Vergaderinge
van Holland van gevoelen geweest was
om, overeenkomftig het verzoek van wy-
len de Gouvernante, in het Huwelyk te
ftemmen: hier by voegden zich de Ste-
den, die met hun in dit zelfde begrip
Honden, en wilden de Gelukwenfching af
leggen. Doch de Afgevaardigden der Ste-
den, de Minderheid uitmaakende, von-
den het niet buiten bedenking, of zoda-
nig eene Benoeming, als men het korts
genomen Befluit van het Huwelyk te zul-
len aanzien, naging, wel met voegelyk-
heid zoii kunnen gefchieden. Zy brag-
ten op de ingeleverde Voorbeelden aan-
merkingen in 't midden ter aantoonin-
ge, dat de gevallen, huns inziens, on-
gelyk ftonden ; maar, dewyl, door 't
'ge-
-ocr page 112-
lio.VADERLANDSCHE
rxxxvi. gemelde Staatsbeiluit, de ongefchonden*
~BOEKfheid der Grondwet van zestien Novem*
--------ber MD cc XL vin, bewaard was, kon
1760. men onverhinderd zaaken doen , die de
• Hoflykheid en Welleevenheid fcheenen te
vereisfchen ten opzigte" van Perfoonen van
eene hooge Geboorte en aanzienlyke Kwa-
liteiten, en dat het benoemen van Gelas-
tigden ter Gelukwenfching, hier toe zou
kunnen gebragt worden, doch zy meenden
dit niet te mogen beflisfen; maar tot kennis
hunner Zenderen te moeten brengen: wes-*
halven zy het voorftel der Heeren van de
Ridderfchap overnamen.
Gelukwen- Dan, hoe zeer Staaten van Holland hier
fchiugea. huiverden, en 'er niets van viel, benoem-
den verfcheide andere Regeerings Verga-
deringen, die in 't meergemelde Huwelyk
bewilligd hadden, gelyk ook het Hof van
Holland, Leden uit derzelver midden, om
dergelyke Pligtpleegingen, als hunne Hoog
Mögenden, af te leggen. De Raad raa
Staaten
ging hier voor, en werd gevolgd
door den Voorzitter en Raadsheeren uit
den Hove van Holland, Zeeland en Fries-
land.
Tusfchen beiden lagen de Afgevaar-
digden van Friesland ter Algemeene Staats-
vergadering^ ingevolge van den last der
Staaten van dat Gewest, de bezoeken van
Gelukwenfching af, terwyl die van Stad en
Lande
hun voetfpoor betraden. De Leer-
aars der Hei vormde en Liithcrfche Gemeen-
tens in de Hofplaatze boezemden hunne
Zegenwenfchen. by hunne Hooglieden uit,
-ocr page 113-
• T; Hl STORIE.           ir?
ook gefchiedde zulks, uit naam van de lxxxvi,
Prinfesfe Weduwe van Oranje en Nas/au, boek.
door eenen Kamerheer.                              --------
. Het bleef by geene bloote Gelukwen- 1760.
fchingen berusten.' De Hertog van Bruns- De Prins
wyk vervoegde zich by hunne Hoog Mo- J^g-^fau
genden, hun, daar zy de Egtverbintenis des tof Genf.
Prinfen van Nasfau Weilburg aan Prinfes raal der
Carolina met hunne Goedkeuring wel Infentery
hadden willen vereeren, in bedenking gee- g*"at *"r#
vende of zy deezen Prins , die dus eene heevea.
nadere betrekking tot deezen Staat flondt
te krygen, en zulke uitmuntende hoeda-
nigheden bezat, yoor 't Gemeenebest niet
van grooter nuttigheid zouden kunnen
doen zyn , door hem eene aanzienlyker
Krygbediening aan te bieden, en wel aan
hem op te draagen, de waardigheid van
Generaal der Infanterie van den Staat. ----
Een Befluit overeenkomftig met den Voor-
flag werd den volgenden Dag genomen,
en draalden Holland, Overysfel, Stad en
Lande
niet om, op voordragt van Zeeland?
dien Vorst de gewoone Jaarlykfche Wed-
de van Tien duizend Guldens toe te leg-
gen (*). In Friesland was men reeds
bedagt geweest om dien Vorst aan 't hoofd
der Krygsmagt van den Staat te plaatzen,
en, by eene expres daartoe gezogt e gelegen-
heid,
gelyk de Staaten zich uitdrukten, tot
■Generaal van 't Voetvolk te verheffen op
•de bovengemelde Wedde : en verftonden
zy,
(*) Nederl, Jaarb. 1760, bl. 592.
-ocr page 114-
f ia VAD ERLANDS CHE
Lxxxvi* zy, overzulks met het hoogfte genoegeri*
boek. dat aan dit verlangen door hunne Hoog'
-------■ Mögenden reeds voldaan was.
1760. Staaten van Friesland hadden, däaren*
HuwelyVs boven, ten betoon van hunne voldoening
Fr-'m" nP 0ver Fe Verbintenis, vastgefteld haare
én'Owry-p» Hoogheid c a r o l i n a , een Gefchenk van
jii aan ca- Vyf duizend Guldens ééns, en eeii Jaarlyk-
ftoLiHA. fchen Lyftogt van gelyke forame aan te
bieden (*). ---- Die van Oyerysfel befloo->
ten tot eene Huwelyks gave Een duizend
Ryksdaalders ten eerften aan Prinfes caj
Rolina te fchenken , en haar voorts6
haar leeven lang, even zo veel 's Jaar-
Iyks" toe te leggen. ----- Op eene Land-
fchaps vergadering in Gelderland was in
overweeginge genomen de Huwelyksgave
Op Drie duizend Guldens te bepaaleiij, en
voorts Drie duizend Guldens 's Jaarlyks
aan Carolina toe te leggen. Èen
der Leden maakte hier omtrent zwaarig-
heid, en kon 't voorftel niet tot éénpaa-
righeid gebragt worden (t)ij
De Vol- £)e (jag <jes hoogen Huwelyks gekomen
deeskHuwe- zynde> werd de Vorstlyke Bruid en Brui-
lyks.         degorri, volgens de daar toe beraamde
Statie, naar de groote Kerk in 's Gravert-
haage gevoerd , die , ten deezen einde,
met i Affchutzels en Geftoeltens voorzien
Was , in , op, en om welke ieder zich
naar zyn rang fchikte. De oudfle Leeraar
11 EiiA^r-
- ;■•:'•                                   ■ /                                                                                                                               !
(*) Nederl. Jaarh. T7<fo. bl. 190. 192.
( fj Nederl. Jaarb. 1760. bl. 194. 3G&
-ocr page 115-
ti IS TORIE. . iig
fei/ANDUs van staveren zegen- lxxxvi;
de dit Huwelyk in ; onder den toevloed boek.
eener verbaazende menigte Aanfchouwe--------■.
ren, te grooter offl dat by nieraands heu- 1760:
genis een dergelyke Vorstlyke Egt gefloo-
ten was j de laatfle gefchiedde, in den Jaa-
re MDCXLV toen löuisä van Oranje
aan den Keurvorst' van Brandenburg trouw-
de. —- Het. Oude Hof, ter vieringe vait
het Bruilofsfeest beftenid, ontving het
Vorstlyk Paar ^ de verdere Hoogvorstly-
ke Peribonen, met derzelver Hofgevolg^
de Staaten Generaal, en de Raaden vari
Staat, die de Huwelyksbeveftiging, vol-
gens verzoek, bygewoond hadden $ en als
Feestgenöoten ten Bruilofsmaaltyd ge-
vraagd waren 1 Van buiten was 't zelvö
uitmuntend verlicht en met gepaste De-
coratien opgècierd; de groote Zaalj Ko*
ninglyk toegefchiktj waar ontelbaare lich-
ten flikkerden j boodt het oog der Gallen
Bloemfeflioenen aan door de beroemdfta
Meeilers gefchilderd en andere Minnebeel-
den, terwyl de pragt, ryklykheid en nét«-
heid des Bruilofstafels , alle befehryving
overtrof; in twee Vleugels, en in andere
Vertrekken, waren desgelyks lange eri
künftig vercierde Tafels aangeregti Eerï
heerlyk Muzyk ftreelde het oor der Gas;-
ten, afgewisfeld door het blaazen der
Trompetten en het flaan der Keteltrommen
by het drinken der Gezondheden.
De geheele Hofplaats was van riegeh tot Vreugde-
één uur, in gevolge eener daar toe uitge- bedryvèÉfï
taardigde Afkondiging verlicht, enhadt,
XXIII.deel;
           H                 ver*
-ocr page 116-
Ji4 VA DER LA ND SC II E
tXxxvi. vervuld met Vreemdelingen van allerwe-
BOEK. gen toegevloeid, dien dag in de Huwlyks-
--------vreugd een ryklyk deel genomen. Elders
1760. vierde men deeze Trouwdag door het
houden van Maaltyden en Feestplegtighe-
den. In Gelderland ftak Doesburg en Arn-
hem;
in Holland Purmerende; 'm Friesland
Leeuwaarden;
in Onrysfel Deventer uit; op
verfcheide Plaatzen in de Generaliteits Lan-
den,
dan boven al te Bergen op den Zoomy
waar de Prins van Nasfau Weilburg Gou-
verneur was, bedreef men groote vreugde.
Twee heerlyk gewerkte Gedenkpenningen
vereeuwigden deezen Huwelyksdag.
Geluk- (
         Staaten van Holland op deezen Dag het
wenfehing eerst vergaderd, naa dat zy in Sprokkel-
van Wo/.61* niaand gefchciden waren (*), werd de
land.
         Bekendmaakingsbrief des Huwelyks door
den Prins van Nasfau Weilburg den zes-
tienden dier Maand aan hun gefchreeven^
medegedeeld 5 waar op zy die ten zelfden
dage, met toewenfehing van 's Hemels ze-
geningen , over het thans voltrokken Hu-
welyk, beantwoordden.
Begroetin- Daags naa de Huwelyks voltrekking
gen der hielden de Nieuwgetrouwden het Morgen
trouwden!" •°ntbyt in '£ openbaar, in 't Stadhouder-
lyk Kwartier, onder 't aangenaam gefchal
van Pauken en Trompetten, en ontvingen
de Gelukwenfchingen over den voltrokken
Echt van veele Heeren van Regeering. 's
Avonds werd de Vorftinne • van Nasfau
Weil-
^*) Zie hier boven bl. 110.
-ocr page 117-
HISTORIE.          115
tfeilburg met haaren Gemaal, door den lxxxv^,
Erfftadhouder en den Hertog van Bruns- boek.'
wyk vergezeld, in ftaatfie naar het toen--------
fraay verlichte Hotel haars Egtgenoots 1760$,
gebragt, en onder een vloed van Ze-
gevyenfchen daar gelaaten. ~—— Staaten
van Zeeland deeden, door eene ftaatlyke.
Bezending, het hooge Paar en den Erfftad-
houder gelukvvenfchen: 't welk ook eeni*
gen tyd daar naa verrigt werd door Staaten
van Gelderland. Die van Utrecht lieten
het beruften by de reeds gedaane zegen
toebiddende Beantwoording der Huwlyks-
bekendmaakinge (*). De ftad Purmeren-
de
deedt van wegen de Regeering door een
Afgevaardigden, het hooge Paar , kort
naa den voltrokken Egt, begroeten. Af-
gezondenen der Synoden van Zuid- en
ISfoordholland volbragten die zelfde Pljgt-
pleeging.
De Prins van Nas/au Weilburg, ont- Twee
ving, korten tyd naa zyne Egtverbinte- Maaityden
nisfe, van de aanzienlyke Broederfchap der p°£rs vjj™
Ridderen van St. Joris, Qp den Ouden Nasfiu
Poele in 's Gravenhaage, de eer om onder Weülswg
hun tot Lid te worden aangenomen (f). — gegeevtm
Het Hotel aan het Tournooiveld, door
deezen Vorst bewoond , te klein zynde
om hem met zyne Gemalinne te huisves-
ten j als mede om de groote menigte te
ont-
(*) Zie hier boven bl. 107,. ,
.(t J Zie. wegens deeze Ridder Orde. en de Aan-
»ecining van wii-lem den V in dezelve, oe»
XXII
Deel, bL 136,
                  Ha.
-ocr page 118-
ii6 VADERLANDSCHË
Lxxxvi. ontvangen, welke hy beiloot twee Maalty-
boek. den ter Gedagtenisfe van zyn Huwelyk te
          geeven, hadt hy, voorneemens om het te
1760. herbouwen en grooter te maaken, de Tuin
agter 't zelve doen Hegten, en op den
grond houten Gefliehten laaten opflaan in
welke de Feestgenooten, met gemak en
luiffcer, konden ontvangen worden. Geen
overblyfzels houden dezelve in gedagtenis-
fe, 't is 't blad der Gefchiedenisfe alleen 't
welk de geheugenis van dusdanig een toe-
ftel bewaart, Eene korte befchryving oor-
deelen wy niet ongepast, en zal der Naa-
komelingfchap teffens een denkbeeld gee-
.ven, hoe het hier te lande aan geen Vin-
ding en Smaak ontbreekt als de gelegen-
heid het betoon daar van vordert.
De Feest- Door 't midden van 't Hotel liep eene
zaaien be- groote Gaanderye , aan derzelver einde
tchrceven, wer(j een Gebouw vervaardigd van vyf
Vertrekken ; het voorfle was ter Balzaal
gefchikt, de twee Vleugels tot Speelzaa-
len verordend, het middelfte en agterfte*
vormden, in de gedaante van een T, een on-
gemeen groote Eetzaal. Ruim genoeg was
de Balzaal om tusfehen de acht en negen
honderd Gaften te ontvangen, en even als
de andere overdekt met eene foort van
platten koepel, van binnen fraay befchil-
derd met Feftonnen, Tropheën, en ande-
re Cieraaden, onderfteund door eene groo-
te menigte gebeeldwerkte en gefchilderde
pylafters , ieder met de noodige Lampen
op de Feesttyden voorzien. Aan beide de
einden deezer Zaale was eenBalcon, voor
eea
-ocr page 119-
HISTORIE.          ii/
leen Choor Muzykanten; onder ieder van lxxxvi.
dezelve de noodige plaats om ververfchin- is o e k.
gen voor de -Feestgenooten te zetten. ------~
Rondsom de zaal waren zittingen twee i?6q.
hoog voor de Dames, en naby ieder Bal-
con was een groote Porte Brife, door wel-
ke men naa de gereedgemaakte Speelzaa-
len ging. Midden in het agterfte befchot
van de Balzaal zag men één, in het binnen-
waards befchot van ieder der Speelzaalen,
twee, en agter in elk der laatstgemelden
nog één, en dus in 't geheel zeven ruime
Porte Brifes, door welke men in de Eet-
zaal kon gaan, die geflooten zouden blyven
geduurende den Baltyd, en te gelyk allen
geopend worden als de verlichtingen en ta-
fel cieraaden in de Eetzaal gereed zouden
weezen, om 't oog der Feestgenooten te
verrukken, gelyk zy ook aan.dat oogmerk
voldoende, aller verwondering gaande
maakten. — Pe geheele Eetzaal was van
binnen befchilderd met Boomen, Verge-
zigten, Dreeven, Tuincieraaden, hier en
daar afgebrooken door groote Spiegels en
Lampions, en in het agterfte vertrek van
dezelve ging men tusfchen twee ongemeen
fraay met BloemkraniTen omvlogten Pylaa-
ren in de gedaante van Dadelboomen, ~f
Zes Tafels ftonden in deeze Eetzaal, Een
dwars over het Midden vertrek na den kant
van de Balzaal, waar op, ten Feesttyde;,
een Defert pronkte, verbeeldende de Bui-
tenmuradien en het Ontwerp van het nieuw
Gebouw , 't welk de hooge Gastheer ten
oogmerk hadt te volgen in het verbouwen
H 3                    van
-ocr page 120-
118 VADERLANDSCHE
Lxxxvi. van deszelfs Hotel. Agter deeze tafel volg-
B o EK. den twee langwerpig vierkante Tafels, lyn-
*—— recht tegen over elkander geplaatst in de
&?6o. langte van het Midden-vertrek; op die ter
rechter zyde was, by de Feesthouding een
Defert gefehikt verbeeldende een Chineesch
Landfchap, beplant met allerlei Chineefche
Vrugtboomen, en bebouwd met Tempels
en Pagoden, waar voor eenige Chinetzen
hunnen Godsdienst fcheenen te verrigtenj
op die ter flinker zyde ftondt, by het
Feest, een Defert vertoonende een Wilde
.Zwynen- en Hartenjagtj in een bergagtig
bosch. In het Agterfte vertrek Honden drie
Tafels , op de middelïle en gfootïte zag
men, by den Maaltyd, een Defert, uit
vyf Hukken beftaande , iri 't midden een
Grot en Fonteinwerk , verder reezen 'er
twee Romeinfche Praalgevaartens , en aan
beide de einden een Tempel. De twee
overige Tafels waren ovaal, en het Defert
op die aan de rechte hand verbeeldde ee»
Tuin, met een Fontein, Parterres, Vy-
vers , Bloemen en andere groenende Ge-
wasfen; dat, voor de Tafel ter flinker hand
gefehikt, was een ILandfchap, doorfneeden
van eene bogtige Rivier, op welke veeler-
hande Schepen en Vaaituigen fcheenen te,
feilen. Voorts Waren alle de Tafels met
Saxisch Beeldwerk, en menigerlei andere
' Tafelcieraaden opgeluifterd*
ïn deeze kuïiftig toegerigte Zaaien, $öh
deeze vindingliyk gedelete Taïèïs vierden
i&e, Vorstlyke Egtgenöoten, op den zes-
tienden van Bloeimaand, 4e blyde Gedag-
te«
.
-ocr page 121-
HISTORIE.          Ï19
tenis van den voltrokken Trouw. De Lxxxrc*
Feestgenooten beflonden, in den Prins boek.
Erffladhouder, den Hertog van Brimswyk,-------■
de voornaarafteLeden van Regeering, ver- 1760.
fcheide buiteniandfche Gezanten en ande-
re Perfoonen van Rang. De verlichte Mid-
dengevel der Voorpuyedes Hotels kundigde
de Feestvrolykheid aan. — Den drie- en-
twintigfle dier zelfde Maand dienden deeze
zelfde toebereidzels tot een Bal en Feflyn,
aan de Officieren en voornaamfle Bedienden
des Prinfen van Nasfau Walburg, van zy-
ne Doorlugtige Hoogheid de Erffladhouder,
en van den Hertog van Brurmvyk, alsmede
aan de voornaamfle Meeflers, die tot het
bouwen en verderen van dit Geflieht het
hunne hadden toegebragt, en aan verfcheide
voornaame Burgers uit V Gravenhaage en
het nabuurig Delft, benevens derzelver Egt-
genooten. De Vorstlyke Nieuwgetrouw-
den zaten ter laatstgemelde gelegenheid
niet mede aan; doch gingen, toen de Ge-
uoodigden zich aan de Tafels gefchikt had-
den , rondsom dezelve, met de vcrpligtendfle
heuschheid de Feestgenooten na hunnen
welfland en vergenoeging vraagendej met
dankbetuiging en een overvloed van zegen-
wenfehen beantwoord ( * ).
De drukte der toebereidzelen tot en de vol- De Jaarda.
voering van de Iiuwelyksplegtigheden des |en 1™
Vorstlyken Paars hadt, noch den Achtienden (hdhouder
Jaar- en c a r o»
LINA ge«
vieid.
s f*) Nu;rl. Jaarb. 17613. bl. 143—195. 29J.
"58»5. 366. 597. ,
                .         : , ■ -
H4
-ocr page 122-
iao.VADERLANDSCHE
ï-xxxvi. Jaardag van de Prinfes Bruid , noch den
'boek. Dertienden van haaren Broeder, den Erf*
----— ftadhouder, ongevierd, doen hlyven. Beir
iföq. den ontvingen zy de Gelukwenfchingen,
van de Heeren van Regeering, Buitenland-
ièhe Gezanten, en andere voornaamePerfoo-
nadien. Beider Jaardagen fchonken kost-
baare Feftyns en Bals op welken eenige
honderden vanPerfoonen verfcheenen, met
die rykheid van gewaad, welke te dier ge-
legenheden , het Hof doet fchitteren.
pARpLiNA De Wenfchen vanVrugtbaarheid over de
cejTzoon! Getrouwden bleeven niet onvoldaan: want
'eer het Jaar zynen kring befloot, beviel de
Vqrltinne van NasfauWeilburg in het Kraam-
bedde van een Prins. By de Kennisgeeving
dier gelukkige Verlosfinge, op den achtien-
den van Wintermaand, aan hunne Hoog Mo-
genden , verzogt de hlyde Vader, dat Hoogst-
dezelven het Gevaderfchap. over den jong-
geboorenen wilden op zich neemen. Een
verzoek door hun aanvaard. Over den Dag
derDoopplegtigheid gevraagd lieten zydee-
zen aan den Prins van Nas/au■ Weilburg; en
wat den Naam belangde , werd die van
EEEGicus, van wegen hunne Hoog Mö-
genden, aan den jongen Prins toegedagt,
en voorts befloo.ten deezeu tot eene Gedag-
tenisfe, of zogenaamde Pillegifte., een Jaar-
geld van Vier duizend Guldens, te. fchenken ,
over te .leveren in een Gouden Doos, ter.
waarde van Vier honderd zilveren Ducaton->_
nen;
welke laatste fom men ook beftemdQ.
pm in de Kraamkamer uit te deelen; als
pede dat, by 'de Doopplegtigheid, Twee.
-ocr page 123-
HISTORIE.
honderd en vyfiig Guldens aan den Armen lxxxvi,
zou worden uitgereikt. Behalven de vier boek,
Heeren uit het midden hunner Hoog Mor -------•
genden benoemd tot het verzogte Peter- 1769,
fchap (*), bekleedde de Erffladhouder in
eigenperfoon die post, de Afgezant yqrkr;
verbeeldede den Koning van Groot Brittan-.
je,
en de Heer bentinck haare Door-
lugtige Hoogheid de Prinfes Douariere van
Oranje en Nas/au.
In luifterryke Staatiie
begeleidde dit aanzienlyk Peterfchap, den
Vader en 't Kind op den dertienden van
bouwmaand des Jaars jmdcclxi ten
Doop. De oudfte Leeraar elandus van
staveren, die het Hooge Huwelyk
hadt ingezegend, deedt by deeze Doop-
plegtigheid eene Redenvoering, waar op
zyn Amptgenoot Joannes munniic-
            . [
reMolen , dezelve toediende en de
Doopnaamen wileem geoe.ce bel-
gicus aan den jonggebooren Prins, gaf.
De ingezamelde fom, voor de Armen be-
droeg Negentien honderd zeven- en- zeventig
Guldens. —
Hoe aanzienlyk deeze Liefde
gift was, de Franfche Kerk mögt op aan-
zienlyker boogen: wanneer, eene wyl daar
naa, de Vorftinne van Nasfau Weilburg,
in dezelve het eerfle openlyk offer haarer
Pankerkentenisfe toebragt, wegens deon-
der-
(*) Zy waren, volgens Staatsbefluit, genomen
uit de Vier Geweften, volgende op dat Gewed, 't
welk ten da?e der Plegtigbeid zou voorzitten; en
dus uit Gelderland, Holland, Zieland, en Stad en
&ande,
H 5
-ocr page 124-
"V "*
xia VADERLANDS CHE
Lxxxvi. derfteuninge des Hemels in haare Verlosfin-
BoEK.ge en Herftellinge genooten: de giften op
—— dien dag by de drie gehoudene Leerrede-
ï f {Jörnen ingezameld, beliep Elf duizend vyf'hon-
derd en drie - en - zeventig Guldens
, gefchikt
tot den opbouw van een Fransch Diaconie-
huis
in 'sGravenhaage, waar aan men reeds
zints eenige tyd gearbeid h'adt. De Pille-
gift door hunne Hoog Mögenden beftemd ,
werd eerlang door de zelfde Leden hunner
Vergaderinge, die over den Doop als Pe-
ters geftaan hadden, aan den Prins van
Nas/au Weilburg ftaatlyk övergehandigd,
en met dankzegginge ontvangen ( * ).
Gefchil te Het hoogloopend Gefchil tusfchen de
Ktimpeno- Magiftraat en de Gemeente te Kampen, in
geerings. * den voorleden Jaareverrevan afgedaan (f),
hertelling, hervatte, met toeneemende kragt,toen, in
Louwmaand deezes Jaars, de dag der Re-
geeringsveranderinge naderde. Het tydftip
was nu gebooren waar in zou moeten bly-
ken of het Reglement van Tutele, ten opzig-
te van de Verkiezinge der Magiftraatsper-
foonen dier Stad zou ftand houden, dan
niet. De Magiftraatsleden hadden be-
flooten 't zelve op de kragtdaadigfte wyze
te handhaaven, en de Gemeente was niet
min vast bepaald om geen het minfte haa-
xer Regten af te ftaan. Op den Zuivering -
avond
, (zo genaamd dewyl als dan alle de
Le-
(*) Nederl. Jaarb. 1760. bl. 1050. Voor 'c Jaar
I76r. bl. 27 — 44-318.
(t) Zie bier boven, bl. 27 enz.
-ocr page 125-
*
HISTORIE.          m
Leden der Gezwoorene Gemeente zich te Lxkxvi.
zuiveren hebben, van alles wat hun zou bo e k»
kunnen verhinderen om, 's anderen daags,--------
zonder finet van handen en van harten ter i/6o.
Boon te gaan,) kwamen de Leden van de
Magiftraat en der Gezwooren Gemeente
voltallig zamen. Op het voorleezen der
gewoone Stukken, liet de Magiftraat, ter
aanduidinge dat zy het Reglement van Tutc-
k
wilden doen ftandhouden, met zeer veel
nadruks volgen. „ Alles voor zo verre
„ daar in, by de temporede Schikkingen
„ van het Reglement van Tutele geene
„ Verandering gemaakt is." Eenige Le-
den van de Gemeente antwoordden; „Geen
„ zodanig Reglement te kennen, noch te
?, willen in agt neemen." — Naa eenige
onderhandeling, over den Eed der Keur*
nooten, dien de Magiftraat wilde toelaaten
als ondergefchikt aan het Reglement van Tu-
tele,
terwyl de Gemeente, alle verbinden-
de kragt van 't zelve ontkennende, be-
geerde ingevolge van dien Eed de Keur
te doen, naar 't Oude Gebruik, voer de
Gemeente voort met de vervulling van
twee, door verfterf, opengevalle plaatzen
in haar Lichaam. De twee met eenpaarig-
heid van ftemmen gekoozene Mannen
moeften door de Magiftraat beëedigd, en
in hunne Amptsbedieningen aangefteld wor-
den , indien men de zaaken op dien voet
als voor den Jaare mdccxlvii behan-
delde; doch, volgens het vastgeftelde by
het betwifte Reglement, moest die Beëedi-
ging verwylen tot Uet inkomen der Goed-
keu-
-ocr page 126-
124 VADERLANDSCHE
ï-xxxvi. keuring van Ridderfchap en Steden* al$:
boek. oefenende de Voogdye van den Minderjaa-
--------rigen Stadhouder. Deeze kon de Gemeen*
1760. te, zonder de geheele zaak in gefchil over
te geeven, niet af wagten, en verzogt daar
om eene onmiddelykeBeëediging der nieuw
verkoozene Leden : wederzydfche verwy-
ten van wanordes, en de overlaating van
dezelve ter verantwoordinge van Party volg*
den hier op. Doch de Magiftraat, zien-
de, dat 'er geen verzetten aan de Gemeen*
te op was, als die bleef heweere-n niets te
eifchen dan alleen 't welk ,, in overeen-
„ komst van de nooit betwifte Stads Wet-
„ ten, Regten en Privilegien, behoorde
„ te gefchieden," ftondt toe dat de Ge-
zwoore Gemeente kon treeden tot Zuive-
ring van haar Lichaam ,
waar toe deeze
Dag gefchikt was; 't welk gefchiedde.
De Vergadering fcheidde om 's anderen
daags, naar gewoonte, 's morgens ten zeven
uuren weder op 't Raadhuis zamen te ko*
men, ten einde de Keurpredikatie by te
gaan woonen, en verder de plegtige verkie-
zing der Magiftraat te laaten gefchieden.
Een Lid der Gemeente, de plaats des af*
weezigen Voorzitters bekleedende, verzogt
wanneer beide de Lichaamen der Regee-
ringe, in de Raadkamer vergaderd waren,
dat de Magiftraat „ de goedheid wilde heb-
„ ben om de nieuw gekoozene Leden in
„ den Eed te neemen." 't Schorre Ant*
woord des Voorzittenden Burgemeefters
luidde. „ Dat die Leden by hun Wel Ed.
n Hoog Agtb. niet bekend waren!" Hier
op
■\
-ocr page 127-
MI S T O R I Ë;         iz$
©p las men de Naamen vöor als mede het txxxVfj
Befluit van Raad en Meente op het doen boèk-i
der Keuze. Dit alles, zonder eenige wam -»—*
orde gefchied zynde, vervoegden zich alle 1760»
tegenwoordig zynde Leden, Op een ftaat-
lyke wyze naar de Kerk. Dan, by deezen
optocht, deedt zich een ongewoon ver-
fchynzel op. Een Ordonnantie Sergeant van
de Bezetting der Stad, hoedanig een zich
daags te Vooren op het Plein van het Stad-
huis voor de Raadkamer vertoond hadt*
liet zich wederom by 't Stadhuis zien, met
zyn hellebaard, ging mede naar de Kerk,
en onthieldt zich in dezelve, geduurende
deKeurpreek en Godsdienstoefening, agter
de Magiftraats Bank, en vervoegde zichj
naa het eindigen van dezelve , weder op
't Stadhuis. De Leden der Gezwöoren
Gemeente, die tegen de Magiftraat huii
ftreng ftyf hielden, maakten uit deeze nieu-
wigheid op, dat dezelve ten oogmerk
hadt lietKrygsvolk van den Staat te gebrui-
ken om hunne zaak te onderftutten, endoor
te dry ven tegen hunne Mede Regenten. Zy
vonden zich in dit gevoelen verfterkt, toen
zy ontdekten, dat de Wagten van den voor*
gaanden dag, en deezen, vermeerderd wa-
ren , en 'er eenige Ruiterspaarden gezadeld,
en gereed Honden om, op 't eerfte bevel,
te kunnen op zitten,als mede dat de gehee-
le Bezetting dien dag last hadt., binnen haa-
re Kwartieren of Inwooningen te blyven.
De Boontrekking gefchiedde en het lot
wilde dat van de zeven Leden der Gemeen-
te, die het met de Magiftraat hielden, flegts
-,,.
                                             één,
-ocr page 128-
126 VADERLANDS CHE
Lxxxvi. één, en Elf van de tegen flreevende Hee-
30 EK. ren Gouden Boonen trokken. Hun werd,
-------. egter, de gewoone Keurnooten Eed vook-
1760. geleezen, en zonder eenige zwaarigheidvan
de zyde der Magiftraat afgenomen. Naa
deeze Beëediging verlieten de overige Le-
den der Gezwooren Gemeente het Raad-
huis ; doch de Heeren van de Magiftraat
gingen, ingevolge van de gewoonte, zints
den Jaare mdccxlviii gehouden, naa
de Kamer der Gezwooren Gemeente, om
daar vergaderd te blyven tot dat de Keur
zou afgeloopen weezen, geen Lid van de
Gemeente, den toegang willende ver-
gunnen tot eene Vergaderkamer, die an-
ders , en van ouds af, op dien dag hun open
ilondt. — De Magiftraat liet weeten dat zy
op den Raadhuize vergaderd zou blyven
tot zo lange de Keurnooten aan hun de
Keur zouden hebben overgegeeven , om
dezelve, ingevolge van het Reglement van
Tutele
, aan Ridderfchap en Steden, ter
goedkeuring over te brengen. De Keur-
nooten wilden de gedaane Keur doen be-
kendmaaken; doch de Secretaris verklaarde
dat het hem verboden was; de Roededraager
gelast de gewoone Klok by het doen van
Af kondiginge te trekken, voldeedt niet
aan 't bevel, als last hebbende om alle Be-
velen en Boodfchappen der Keurnooten aan
de Magiftraat over te brengen. In 't einde
kreegen zy ten befcheid. „ Dat, vermids
„ de Magiftraat niet hadt kunnen verwag-
„ ten, dat de Keurnooten zich met zo veel
j, hevigheid, tegen de Magiftraat, en 't Re*
-ocr page 129-
HISTORIE.          127
glement vanTutele, zouden hebben verzet, lxxxvi.
„ daarom den Secretaris gelast hadt geen boek.
„ Af kondiging van de Keur te doen, en-------
„ den Roededraager verboden de Klok te 1760.
„ trekken, dat voorts de Keurnooten zich
„ wel zouden beraaden, en niet langer
„ zwaarigheid maaken om de Keur over te
„ leveren; naardemaal de Magiftraat anders
„ zodanige Schikking zou maaken, als zy
„ vermeenen zou te behooren." — Deeze
aanmaaning niets vermogende om de Keur
te doen overleveren vóór de Afkondiging,
boodfchapte de Secretaris; „ dat deeze
„ Heeren Oud-Burgemeefters zich, in ge-
„ volge van het Reglement van Tutele^ voor
„ gecontinueerd hielden."
De Keurnooten verklaarden , voor den
Jaare mdcclx niemand als Schepenen of
Raaden te zullen erkennen, dan de door
hun verkoozenen. De Secretaris zei hun
aan , dat ze ontflaagen wierden: dan zy
weigerden van Oud-Burgemeefteren ont-
flaagen te worden, en vonden geene moge-
lykheid om hunne Keur behoorelyk te laa-
tenafleezen, met welke zy laat in den avond
de Raadkamer verlieten. Dit alles vermel-
den zy breedvoerig in eene Tegenverklaa-
ring by Ridderfchap en Steden ingeleverd,
de Magiftraat afmaaiende als Leeden, die
zich, op eene zeer onregtmaatige wyze, in
pene aangemaatigde Regeering hadden ne-
dergezet, met wegneeming der aloude Vry-
heid, en fchennis der Privilegien; dezelve
verfcheide misdryven daar tegen verwyten-
4e: met aandrang op het oude Regt der
-.-
                                                Meen-
-ocr page 130-
ia8 VAÖËRLANDSCHË
■fcxxxvi: Meente toekomende; betuigende in 't floc
boek; zich te verklaaren tegen alle Befluiten en
------- Confenten $ van welk eene natuur ook, die.
176©; Oud-Burgemeefters ter Vergaderinge van
hun Ed. Mögenden zouden willen uitbren-
gen: dewyl zy deeze Heeren > zo lang de
Keur niet was openbaar gemaakt, nooit
voor de Wettige Magiftraat der Stad zou-
den erkennen, of zich in eenige Raadplee-
gingen in laateii;
Eer nog deeze Tegen verklaaring, fchoori
wel ras overgeleverd j ter Vergadering van'
Ridderfchap en Steden dienen kon, ver-
fcheen de tyd der Jaarlykfche Rekeningen
van Stads Eigendommen en Inkomften,-
welker naazien moest gefchieden door acht-
Heeren, vier uit den Raad, en vier uit de
Meente; Drie Leden der Meente tot het
naazien der Rekeningen gekoozen, tot dé
Zeven- en- twintig, die zich tegen de Ma-
giftraat hadden aafigekant, behoorende, oor-'
deelden zich in geene handeling met Hee-
ren door Kéufnooten niet wettig geköo-
"zen, maar die zich zelven op 't kusfen ge-
houden hadden, te mogen in haten: zy
bleéven t' huis. Men fchiktë dit zö goed
mogelyk. Dan de dag der openbaare Af-
hooring en Sluiting daar zynde^ vergader-
de de Gezwooren Gemeente, en Op het
Voorftel i, of men, dewyl 'er nog geenö
j, Afkondiging van de Heereii gedaan was £
j, en men dus iiiet wist wie Burgemeefters
j, waren, wel met de Oud-Burgemeèfte-
jj, ren ^ die zich zelven hadden geconti-
nueerd,
kon handelen?" gaf de Meer-
der^
-ocr page 131-
Hl ST Q RIË. V t%9
derheid een ontkennend Antwoord ;. waat lxxxvï*
naa de Voorzitter eene Verklaaring voor* b © e k*
las , die eene groote Meerderheid goed- «■ ■ =a
vondt dat gedaan zou worden aan Oud-1760»
Burgemeefteren, by welken dezelve werd
ingeleverd. In deezen beklaagen zy zich
over de behandeling hun aangedaan; betui-
gende, dat zy die Heeren voor geen Wet>
tige Magiftraat erkennen konden, noeh met
hun, als zodanig handelen; en alles wat zy
in die aangenomen hoedanigheid volvoer-
den, voor van geener waarde hielden; be-
fluitende met dg verzekering van niets on-
beproefd te zullen laaten om van het aan-
gedaan Geweld ontheeven, en in hun Regt
herfteld te worden; overal zouden zy des
bekendmaaking doen, „ in die hoope en
„ dat vertrouwen, dat zy, onder de Re«
„ genten van dit ons lieve Vaderland, nog'
„ wel zulke Beminnaars van Vryheid zou-
„ den vinden, die hun, als Bondgenoo-
„ ten, hunne Regten en Privilegien zou,-
„ den willen helpen handhaaven en ver-
„ deedigen."
De Minderheid der Meent e vaardigde^
'er twee af naa de Magiftraat, toen naa 't
overleeveren deezer Verklaaring, alle de
.andere Leden van 't Raadhuis afgingen.
Zy vroegen, „ hoe zy zich in dee-
„ den moefteii gedraagen?" onder betui-
ging van geen deel te willen hebben in de
gedaane en overgegeevene Verklaring*
-Men nam hier genoegen in; en ten blyk
daar van werden, in tegenwoordigheid der'
gebleevene Leden,, $e Rekeningen open-
XXIII. deel,          I                    i$k
t
-ocr page 132-
i3o VADERLAND SC HE
Ï.XXXV1. lyk afgelioord en geflooten. Op de inge-
boëk. leverde Verklaaring bragt de Magiftraat
--------deezen raadflag in^ „ dat dezelve, naa
1760. „ zo veele minnelyke, doch vrugtlooze,
„ poogingen, om de gemeène zaak in rus-
„ te en goede orde, en de tegenverklaa-
„ rende Leden binnen de paaien van re-
„ delykheid en pligt te houden, zich ein-
„ delyk genoodzaakt vondt, om alle zaa-
„ ken ter harte te neemen, en gebruik te
„ moeten maaken van het hoog Gezag hun
„ van god en 't Volk tot deeze einden ver-
„ leend en toevertrouwd , en , daarom ,
5, naa rype overweeging van alles , een
„ befluit te neemen om, in hoedanigheid
„ van Regters, zodanig te handelen en te
„ verftaan als zy, naar bevindinge van zaa-
„ ken, zouden oordeelen te behooren. In-
„ tusfchen alle die Leden der Meente te
„ zamen, en elk in't byzonder, buiten de
„ waarneming van derzelver Ampten en
„ verdere Bedieningen daar toe behooren-
„ de, gefield houdende, tot dat zy nader
„ over deeze zaak zouden geraadpleegd en
„ een eindlyk befluit genomen hebben."
In gevolge van deezen zogenaamden zag-
ten Raadflag, ontboodt men, 's anderen
daags, alleen de Zeven Leden der Meente,
die het met de Magiftraat hielden; en drie
der anderen aan de beurt liggende om het
Rentmeefterfchap te krygen, ontvingen de
weet, dat zy in de begeevinge daarvan
voorby zouden moeten gegaan worden, in-
dien zy, vóór den avond, der Magiftraat
geene genoegdoening gaven, zy weigerden
zulks,
-ocr page 133-
HISTORIE.
'31
zulks, en werden de Rentmeefterfchappen lxxxvï;
toegekend aan drie der Zeven Leden, die boek.
men in deeze poften handhaafde. ----- Te--------ar-
gen de naastkomende Vergadering vanRid- 1760.
derfchap en Steden, die te deezen Jaare in
Kampen ftondt gehouden te worden, op
welke de Magiftraat ten oogmerk hadt de
Magiftraatskeur, naar inhoud van het Re-
glement vanTutele,
ter goedkeuringe in t«
brengen, vervaardigden de Meerderheid
der Meente eene tweede Tegenverklaaring
nog fterker dan de eerfte, behelzende een
verflag van alle de Regtsaanmaatingen,
drukkende en dringende handelwyze der
Magiftraat; doch al de v-rugt hier van was
dat ze, met de ftukken daartoe betreklyk,in
handen der Magiftraat van Kampen gefteld
wierd.
Dus gerugfteund leverden zy de Magi-
ftraatskeur , by welken zy zich zelven, als
in de Burgemeefterlyke waardigheidblyven-
de, voordroegen, ter Vergadering over,
en werd dezelve, nevens die van Derenter
en Zwolle, doorRidderfchap en Steden, in
naam des Minderjaarigen Stadhouders,
goedgekeurd, en van den Raadhuize. afge-
leezen. De Magiftraat ftelde Amptenaars
aan, met voorbygang van alle de Leden der
Meente, die zich deezer fchikkinge ont-
trokken , en uitdeeling van de Ampten onder
de Zeven volgbaare Leden, die men alleen
voor de Gezwooren Gemeente erkende,
waar mede alleen men alle Stadszaaken be-
handelde, en alleen de Toeftemming vroeg,
ten aanzien van het ftuk der Geldmidde-
I 2
                       len*.,
-ocr page 134-
t3a VADERLANDSCHE
■fcjöotvi. len.-Eèrt derde Tegenverklaaring ter hoo-
ëë&ïL gë Landfchaps Vergadering over de Onwet-
—-----tigheid hief van door de Meerderheid ingë-
1760- llfagt, werd, even als de voorige, aan dé Ma-
gistraat van Kampen verzonden, die góed-
'vöndt een Hifiorisch Verhaal van 't geen
'*êr j tusfchen de Heeren van de Magiflraat
'War Stad Kampen en eenige Leden van de Ge-
'swboren Gemeente aldaar was voorgevallen,
tek aanzitne van het ten uitvoer brengen van
'%itt Reglement van Tutele in den Jäare
tóöccLix en MD cc lx, op te flehen,
en té doen drukken. Alle Leden van de
'Magiflraat keurden het opgeflelde Verhaal
góéd, uitgezonderd de Heer roldanüs.
pe Magiflraat zich in diervoege op den
Eerfloel handhavende fpoedde het Regee-
ringsjaar ten emde; en dreigde de gewoo-
ïieKeurdag, in't volgend Jaar, naderende,
dezelve nieuwe moeilykheden té zullen
teren.
De Magis- Doch de Magiflraat wist dezelve mees-
traat.zege- terlyk te voorkomen, doof'daags te voo-
ddaCe-°P ren ^rie ?8$këfi te befluiten, Voor eerst
meeiite. .fehaften zy de Plegtige Keurpredicatie af;
» "ten typeeden den Keurnooten Eed j en ten
derden
lieten zy door de Zeven hun trouw
aankleevende en bevoorregte Leden der
Meerite, twee nieuwe Gemeens'lieden kie-
zen , in flede der twee, die in den voorle-
iden Jaare, wegens de zweevende Verfchil-
len, niet in den Eed genomen waren. Ge-
heel hadden zy de handen ruim, de vérrig-
tihgën op den Keur dag in den jäare
>ïdcclxi gingen naar wensch , de ge-
maak«
-ocr page 135-
HISTORIE,           ig!
maakte Naamlyst aan de Magiflnjat ever- ejexxvx.
gegeeven, en door dezelve by Riddeïfcfug? Kfisp-K*
en Steden ingeleverd, kreeg daar eene ge-
reede goedkeuring. —— Geen wonder dat i^éo.
de Meerderheid der vergeeteMeente, dè^-
ze nieuwigheden, ftrydig met de Grond-
wetten der Regeeringe, niet ongemerkt
lieten doorgaan; doch zich deswegen 'm een
vierde Tegen verklaaring, op 't ernffigSe
beklaagde by de Staaten van Overysfef.
Hunne klagten werden in den wind geöaa-r
gen, en alle verdere pogingen hun belet,
doordien de Gemagtigden van Kampen, ter
Staatsvergaderinge een Voorftellietendoen,
„ dat voortaan geene Verzoekfi;hriften , of
„ Stukken van de protefteerende Ledeij
„ uit de Gezwooren Gemeente, door den
„ Voorzittenden Heer der Vergaderingé
„ zonden aangenomen, ter leezinge voort-
„ gebragt; maar ongeleezen, weder te rug
„ of uitgegeeven mogten worden," zy
noemden dezelve aanfiootlyk, oneerbiedig,
nut loos
, moeilykheden V2rwekkende zo voor
hun Ed. Mögenden als hun Wel Ed.
Groot Agtbaaren. l)e Staaten vonden
goed dit Voordel aan te neemen, en der
Meerderheid van de Meente den weg van
beklag op te delven.
Burgemeelïer roldanus, die in al Behande«
deezen handel zyner dertien Mede Raads- j*Dg vai>
leden, van den beginne af, niet bewilligd, m"re8(j^.
en 'er zich onlangs openlyk tegen verklaard roldamus.
hadt, thans in den Raad voorzittende, gaf
by de eerde voorkomende gelegenheid,
dat Raad. en Meente eene Vergadering
I 3
                  moesi;
-ocr page 136-
i34 VADERLANDSCHE
txxxvi. moest houden, last aan de Roededraager$
Boek. de zeven - en - twintig Leden der Meente,
-
          zo wel als de Zeven overigen, op te roe-
1760. pen: doch die Stadsbedienden kreegen ter-
ftond van zyne Mede Regenten tegenge-
flelde order. Daarenboven, beflooten zy,
den Voorzitter, om dat hy de Party der
protefteerende Leden gekoozen hadt, voor
een gedeelte buiten de Bediening van zyn
Ampt te ftellen, hem gelaftende, dat hy by
alle Raadpleegingen, over die Leden der
Gemeente te houden, zou moeten opftaan,
als mede, dat hy tot de Vergaderingen, daar
toe in 't byzonder aan te leggen, niet zou
worden opontboden. De onaangenaamhe-
den deezer bepaalingen in de uitoefening
van een Ampt, om dat hy paal en perk wil-
de ftellen aan overhaaftend geweld, moest
deeze Heer niet lang verduuren, de dood
bevrydde hem van die kwelling, en het
zien doen van den laatften ftap der ver-
drukkinge. Want, wanneer, op het in 't
licht geeven van het gemelde Hiftorisch
Verhaal der Magiflraat
, de Leden der Ge-
zworen Gemeente zich aangezet gevonden
hadden, om door den druk gemeen te maa-
ken een Werkje ten tytel voerende Juflifi*
catie van het Gedrag van de Groote Meerder-
lieid der Gezworene Gemeente der Stad Kam-
pen by gelegenheid van het arrefleren van het
Reglement enTutele
in den Jaare mdcclv
tn het ten uitvoerbrengen van 't zelve in
den Jaare mdcclix en mdcclx en
MDGCLxi, werd hetzelve als fchadelyk
cn fchandelyk , opgehaald en het verkoo-
pen.
-ocr page 137-
HISTORIE.          13S
pen, op eene boete van Driehonderd Goad- txxxvx
guldens, verboden (*). Zo wilde men boes.
der misnoegden laatfte pooging vèrydelen
<■•>
en in 't ongeftoord bezit der Regeeringe 17(10.
blyven, gelyk, voor eene lange wyl, ge-
lukte.
In 't nabuurig Gelderland ontftonden des- Gefchiï/en
gelyks, wegens de Uitvoering des Regie- jB<*'W*r-
ments van Voogdyfchap, om deezen tyd, deUitvoe.
zeer onaangenaame verwyderingen. Dit ring van
greep te Zutphen ftede, by de vervulling ftet Regfc-
eener opengevalle Schepensplaats ; en te v^JLJyf
Bommel by de verkiezing van een Kwar- fchap.
tiersman. In beide de gevallen hielden
Staaten van Gelderland de Stads Magiftraat
de hand boven 't hoofd, en deeden dier
Verkiezing, ondanks alle tegenkantingen,
gelden ( f ). Wy hebben om de gelykaar-
tigheid , en den afloop dier voorvallen,
een kleinen vooruittret in den tyd gedaan,
en keeren tot de Gebeurtenissen deezes
Jaars weder.
Van minbelangryken doch , om 't ge- L. r. v. o.
volg, meldenswaardigen aart, was het ge- spieoel
beurde te Goes in de Verkiezing van Mr. tot ^?ad
to                   van Goes
LAURENS PIETER VAN DE S PI E- aangefteld.
GEL Bepaaling
van een
Artykel in
(*) Zie 't Hifloriscb Verbaal, en de Juflificatk, het Regie»
Keurpredikatie van den Eenv. j m. van der up- ment der
wich over Jef.I. gedaan den 7 Jan. 1784. 't Voor- Regee-
berigt. Nederl. Jaarb. 1761. bl. 1051 — 1107 en rings be-
1234.
                                                                   ftellinge.
(t) Zie wegens Zutphen. Nederl. Jaarb. 1760.
bl. <5or. Voor't Jaar 1761. bl. 419. Wegens JSoiu-
mei. Veierl. Jaarb. 1761. bl. 279—315.
I 4
-ocr page 138-
1
ï3<5 VADERLANDSÜIIE
fcxxxvi. gel tot Raad dier Stad; in den Jaare
JBOEK, MDCCLix tot Secretaris aldaar aange-
--------fteld, en vóór ruim vyf maanden met ee-
j/'ó'o. ne Ingebooren Burgeresfe getrouwd, oor-
deelden zeventien Leden van den Raad
hem, als benoembaar tot die post, te kun-
nen voor draagen aan de Vyf voorzitten-
de Leden van Staat, die, ingevolge van
hét Reglement omtrent de Voogdye van
den Minderjaarigen Stadhouder, uit een
tweetal, de Verkiezing van Nieuwe Raa-
den deeden. Twee Raadsleeden in het be-
grip flaande, dat het grootfte gedeelte der
Regenten,op eene byzondere byeenkomst,
buiten hun weeten, afgefprooken hadden,
dien Secretaris tot Raad te benoemen,
meenden dit te zullen kunnen weeren,
-door het bybrengen eens Artykels uit het
Reglement op het aanflellen van Raaden
dier Stad inhoudende, „ dat, by affter-
j, ven, vertrek, of andere redenen, één
5, of meer Raadsplaatzen komende open te
3,, vallen, dezelve zal of zullen door de
j, Vfoedfchap, binnen den tyd van dertig
„ dagen , werden vervuld met een Per-
,, foon of Perfóonen uit de notabelfte en
,, gequalificeerdfle uit de Burgery binnen
s, dezelve Stad, ten minilen hebbende ge-
„ weest drie jaar en Poorters en Burgers,
j, of getrouwd zynde met eene Ingeboore-
jy ne IJurgerésfe, den tyd van 'één Jaar."'
Zy leverden deswegen een Tègenverklaa-
j-ing in by de Vyf voorzittende Leden van
Staat: welhaast door de 'Meerderheid des
Qoefchen'Rä^s 'in 't hfeede 'beantwoord.
Bei-
-ocr page 139-
HISTORIE.          137
Beide deeze Stukken ingezien zyndc, oor- lxxxvi.
deelden de Vyf voorzittende Leden van boe k.
Staat, dat, daaj het aankwam op de Uit----------
legging van een Privilegie , de zaak niet 1760.
tot hunne tafel, maar tot de volle Verga-
dering der Staaten van Zeeland behoorde,
die de Meerderheid des Raads van Goes in
't gelyk ftelde, den Heer van de spie-
gel verkiesbaar verklaarde, en aan het
in gefchil ftaande Artykel, deezen zin ga-
ven, „ dat een opengevallen Raadsplaats
„ moet worden vervuld.door eenPerfoon,
„ die ten minften drie Jaaren Poorter en
„ Burger der Stad geweest was, ten waa-
„ re hy met eene Ingeboórene Burgeres-
„ fe was getrouwd, wanneer de tyd van
„ één Jaar Burgerfchap genoeg is." De
Raaden van Goes deeze Uitfpraak der Staa-
ten bekomen hebbende, maakten dezelve
bekend. Om, in't vervolg, daaromtrent
geen verfchil te hebben, en tegen te gaan
de verkeerde uitlegging deezes Artykels,
't welk men zou kunnen ontlecnen uit de
Opgave van den Schryver des Tegemvoor-
digen Staats van Zeeland
(*), die van de
Regeerings beftellinge der Stad Goes han-
delende , 't zelve dus te nedergelleld
hadt „ ten minften geweest hebbende
„ drie Jaaren Poorter of Burger, of één
„ Jaar getrouwd met eene Ingeboórene
„ Burgeresfe," welke verfchikking en ver-
plaatzing van woorden niet anders kon
wor-
(*) Tegenwoordige Staat van .Zeeland, bl. 58«
I5
-ocr page 140-
138 VADERLAND SC HE
LXXxvi. worden opgevat dan dat één Jaar gc-
BOEK. trouwd te zyn geweest met eene Jngeboorene
--------Burgeresfe, het tweede vereischte ter be-
1760. voegdheid om verkooren te worden uit-
maakte (*). De te regtbrenging van een
misftelling in een zo geagt Werk, waar
uit veelen hunne Regeeringskundigheden
ontkenen, deedt ons dit anders louter
perfoonlyk voorval plaats geeven.
Gefcrn!
          Een oud gefchil, in den voorleden
»!f?hrfn Jaare' met vee* heftigheids hervat tus-
Ssld"en Cn fcnen Holland en Stad en Lande, werd
Lande over dit Jaar afgedaan, 't Verdient eenigzins
«Je Lyfren-hooger opgehaald, en in deszelfs onaan-
tcB"
          genaamen voortgang naa gegaan te wor-
den. Wanneer in het vyf- en zestig-
fte Jaar der laatst verftreekene Eeuwe de
Vereenigde Staat zich ingewikkeld vondt
in den Oorlog tegen Engeland en den Bis-
fchop van Munfler, en de Krygsbenden
van den laatstgemelden reeds den bo-
dem van Stad en Lande betraden, waren
de Staaten van dat Gewest, nevens de
overige Bondgenooten, in de noodzaak-
lykheid om alles wat zy konden aan te
wenden tot ftuiting van eenen verderen
Indrang des Vyands. Groote en vaardig
opgebragte Geldfommen werden hier ver-
eischt. Onder andere beflooten zy Geld
op Lyfrenten in Holland op te neemen:
welke zy beloofden , van half Jaar tot
half
(*) Notulen van Zeeland 14 en ai April 1760,
Jfederl. Jaarb. 1760. bl. 384—406.
-ocr page 141-
'' '                                                                        ■'
HISTORIE.          139
half Jaar , te Amfterdam te zullen betaa- lxxxve,
len, onder de flerkst mogelyke verbint e- boek.
nisfen, door de Regtsgeleerden eene daad--------•
lyke Pandneeming geheeten.                       1760.
De betaaling deezer Hollandfche Lyfren-
ttn
hieldt geregeld aan tot den Jaare
MDCLXxxv, wanneer men befloot daar
mede voor eenigen tyd, op te houden, en
ze zints meerendeels onbetaald liet. De
wettige Geregtigden tot deeze Inkomften
van deugdlyk verftrekte Penningen, be-
klaagden zich over dit Befluit by de Staa-
ten van Stad en Lande, en dit vrugtloos
bevindende vervoegden zy zich tot de Staa-
ten van Holland, ten einde deezen by het
Bondgenootfchaplyk Gewest die betaaling
zouden bewerken. Zy bragten hun de
Wettigheid van deeze Schulden onder 't
oog, met verzoek om dezelve aan hunne
klaagende Ingezetenen niet langer onbetaald
te laaten. Herhaalde Schuldbekentenisfen
en Beloften van de klaagenden te zullen te
vrede ftellen volgden; doch in de zaak zel-
ve kwam geene verandering. De klagten
der Schuldeifcheren hielden aan. Dit be-
woog Staaten van Holland, in den Jaare
MDCCxxxi, deeze zaak, by eenen zeer
hartigen Brieve , aan te dringen ; maar
dezelve werd door geen wederfchryven be-
antwoord. Ondanks die onvriendlyke be-
handeling vaardigden gemelde Staaten, in
't volgend Jaar, een tweeden en veel drin-
gender Brief af, verzekerende dat dit de
laatfte zou weezen, en zy dit werk niet
langer dan tot Bloeimaand des volgenden
-ocr page 142-
140 VADERLANDS CHE
LxxxvT. Jaars fleepende zouden houden, vóór wel-
BOEK. ken tyd zy hoopten dat een yrugtbaar
-------Staatsbefluit den wettigen Schuldeifcheren
1760. genoegen zou geeven, en zy zich niet ge-
noodzaakt vinden om tot een der uiterfte
middelen tegen hunne Bondgenooten te
komen.
Eene Bedreiging waarfchynlyk onuitge-
voerd gebleeven, ter oorzaake van de
moeilykheden waar in ten dien tyde ons
Vaderland werd ingewikkeld, naa het ont-
ftaan der Buitenlandfche Oneenigheden, by
het overlyden van Keizer carel den
VI tot een openbaaren Oorlog uitgebors-
ten, en de daar op volgende Beweegnisfen
by en naa de verkiezing des jongst overle-
den Erffladh ouders. Dan toen deeze de
zaaken van Regeeringe en Regtsoefeninge
in Stad en Lande op een vaften voet ge-
bragt hadt, oordeelden de Belanghebben-
den in de onbetaald blyvende Lyfrenten,
de tyd gebooren, om de zaak te hervatten,
en de Staaten van dat Gewest in Regten te
betrekken voor hun eigen Geregtsbof, aan
welks uitfpraak deeze Schuldvordering by
de uitgegeevene Schuldbrieven onderwor-
pen was; zy deeden zulks en eisehten al-
daar hun agterweezen. Eene vergeeffche
pooging: want toen de Veroordeeling, in
Regten zou hebben moeten volgen, dee-
den de Staaten de Regtsvorderingen ftil-
ftaan. Geen Regt langs den gebaanden
weg kunnende bekomen vervoegden zich
MHollandfcheIngezetenen als voorheen, in
den Jaare MDcei«viii,by hunnen Souve-
rain,
-ocr page 143-
HISTORIE.          141
rära/verzoekende dat het hun Ed. Groot lxxxvi»
Mögenden behaagen mögt thans die Be- boek.
fcherming en Sterke Hand te leenen, wel----------
këzy, inden Jaar e mdccxxxi, geoor- 1760.
déeld hadden het éénig nog overgebleeve-
rié middel te zyn om Betaalinge te beko-
men. Naa naauwkeurig onderzoek en ryp
beraad willigden zy het in Bloeimaand des
volgenden Jaärs in; doch , den zagtften
weg verkiezende, onder voorwaarde $ dat
van dëeze Inwilliging geen gebruik zou
worden gemaakt vóór den eerften van Wyn»-
maand 5 dit tyds üitftel zou den Bondge-
nooten gelegenheid geevën om de Uitwer-
king van dit Belluit te voorkoomenj door
het beraanien van vriendlyke Schikkingen
met de zo lang te leurgeftelde en in Reg-
ten by hun niets vorderende Schuldeifche-
ren.
Den bepaalden tyd des Uitftels verfteee^- De Sehe-
ken zynde , zonder dat eenige middelen i'en f"
van vergelyk getroffen waren, marde de der Gr»nin-
Ämfierdamfchc Koopman jacöb b. o e- gers in Höx-
ters, als Gevolmagtigden van de Be- ja»d in be-
langhebbende in deezeJLyfrenten, niét met ~*& 8en0r
de daadlyke uitvoering, en: nam alle zoda-
nige Goederen, Schepen, Koopmanfchap- '
pen en Schulden, als hy ontdekken kon op
Hollandféhen Bodem f e zyn, en aan Inge-
zetenen vmStaden Lande toe te behooren,
in beflag. Véele Schippers te Amfierdam;
Muiden-'^, Zaandam, Sjiaarendam
en elders
met Turf, Graaiieh, en andere Voort-
brengzeien van dat Gewest gelaaden, von-
den zich onder de opgehoudenen enfehree-
ven
-ocr page 144-
i4a VAD ERLANDS CHE
Lxxxvi. ven onmiddelyk dat onaangenaam weder-
BOEK. vaaren over.
-------- 't Zelve baarde groote verflaagenheid on-
1760. der de Ingezetenen, en maakte het mis-
De Hoi noegen der Staaten gaande, die deeze
landjcbi in Schuldvordering met den tytel van Verou-
ttSSüh derde Pretenfien beftempelden, en het Ge-
den,
         drag der Staaten van Holland verongelykend
noemden, verbiedende den Ingezetenen
van hun Gewest, in de eerfte plaats, eeni-
ge Penningen, uit welken hoofde zy de-
zelve ook mogten. fchuldig zyn, aan Hol-
landfche Ingezetenen
te voldoen. Ook lie-
ten Burgemeeflers en Raad van Groningen
by voorraad, twee Amflerdamfche Beurt-
fchepen, daar ter Stede liggende, in beflag
neemen, als ook de Goederen eens Kraa-
mers met Koopmanfchappen op de Markt
ftaande. Een volgend Staats plakaat lag
de flerke Hand op alle Bezittingen, Schul-
den, Goederen, geene uitgezonderd, die
aan Ingezetenen van Holland toebehoor-
den; en verwittigden zy den Ingezetenen
van hun Landfchap geene Koopmanfchap-
pen of Turf naar Holland te zenden, dan
op eigen gevaar. Van deeze Befluiten ga-
ven zy eenvoudig kennis aan Staaten van
Holland. ----- Ten tyde dat het eerfte be-
rigt, .wegens het in beflag neemen derGro-
ningfche
Goederen inkwam, ftondt een Be-
diende gereed om eene aanzienlyke Geld-
fomme , ftrekkende tot betaaling van een
gedeelte des aandeels van Stad en Lande^
in de aflosfing van Obligatien en Intresfen
ter Generaliteit, naa 's Grayznhaage te
bren-
-ocr page 145-
HISTORIE.           143
brengen. In ftede van hem te laaten ver- lxxxvi»
reizen , vaardigden zy een Brief af aan boek.
hunne Hoog Mogenden, met berigt, dat--------
die Gelden in gereedheid waren, en reeds 1760.
verzonden zouden geweest zyn, indien zy
niet bedugt waren geworden voor het aan-
flaan der Gelden in Holland, verzoekende
een veiligen weg te mogen weeten, langs
welken zy , dit Geld onverhinderd , ter
beftemder plaatze konden bezorgen. Op 't
verzoek van hunne Hoog Mögenden ver-
leenden Staaten van Holland vry geleide
voor dit Geld.
Verder vervoegden zich de Staaten van Staaten
Staden Lande, met een Brief van beklag, 2JJ"JJ
aan Staaten van Gelderland, Zeeland, Ut- Voe"den
recht, Overysfel en Friesland, wegens de zich by de
flrenge, harde, onvriendelyke en onnatuur- Bondge.
/yke behandeling der Staaten van Holland, n00ten-
als die zich het regt aanmaatigden om Be-
flag te verleenen op Goederen der Ingeze-
tenen, in geenen deele voor de Schulden
desGewests verbonden, of aanfpraakelyk;
en ftrydig handelende met het Verdrag der
Unie om de verfchillen en oneenigheden,
niet door geweld; maar langs vriendelyke ett
zagte wegen
, uit. den weg te ruimen. Zy
gaven den Vyf Bondgenoot en in er nftige be-
denking, welke zwaarigheden hunne Inge-
zetenen boven 't hoofd zouden kunnen han-
gen j indien andere Schuldeifchers, naar
inhoud van hunne nog fterker Schuldbrie-
ven, dit voorbeeld volgden; als mede de
ftremming en verwarring van den onder-
lingenKoophandel, onvermydelyk aandee-
zc
-ocr page 146-
P44 VAD ERLAND SC HE
txxxvi. ze Handelw}'ze verknogt, verzoekende de;
a o R K. medewerking van hunne Hoog Mogenden
------- om Staaten van Holland van het genomene
1760. Befluit te doen afzien, en de gedaane Ar»
reften fchadeloos op te heffen.
Staaten
         De regtmaatigheid van den Eisch der
van\ Hol- Hollandfche Schuldeifcheren, ten grondfla-
d°c!edfeen &e ftrekkende van de Magtverleening aan
hun ge- dezelver Gevolmagtigden, tot het bekomen
houden van Vergoeding, gevoegd by de hoonende
gedrag. uitdrukkingen door de Schuldenaars gebe-
zigd in de Plakaaten by hun tot Wederver-
gelding uitgevaardigd, bewoog de Staaten
van Holland by een Publicatie opening te-
geeven van de billyke redenen, op welke
hunne Veiiofgeeviug tot de reeds gedaane
Arreften,en die vervolgens uit kragte daar
van zouden gedaan worden, ïleunden; en
by die zelfde openbaare Afkondiging te
verklaaren dat zy alle Groningfche Eigen-
dommen, en Schulden, die in Holland be-
taald moeften worden, in beilag namen. —
Ten zelfden dage dat Staaten van Holland,
;door deezePublicatie, voor de eerfte keery
iets aan 't -Gemeen bekend maakten we-
gens dit verfchil met Stad en Lande, be~
ilooten die Staaten niet alleen openlyk be-
-vel te geeven aan de Provinciaale Bedien-
•den toeziende op de Sluikeryen aan de ui-
terfte grenzen des Landfchaps , 0111 alle
Hollandfche Schepen en Goederen in beflag
te neemen; maar ook om allen, die aan
Hollandfche- Ingezetenen iets mogten te
verantwoorden hebben of fchuldig zyn, te
•gelaften .nauwkeurige aantekeningen daar
van
-ocr page 147-
HISTORIE.
145
van te maaken, en aan de Landfchaps Se- lxxxvï.
cretaris ter hand te flellen,
                            b o e k.
Staaten van StadenLande beantwoordden, --------■
vervolgens, in'tbreede, de Publicatie der 1760.
Staaten van Holland, hunnen Afgevaardig- Staaten
den ter Algemeene Staatsvergaderinge, de van&aie«
tegenbedenkingen opgeevende om aan te antwoör.r"
toonen, dat het niet betaalen geenzins aan den zich.
Onwilligheid; nlaar aan Onvermogen, moest
worden toegefchreeven ; en dat zy geens
Jußitie
geweigerd hadden in de Regterlyke
vervordering van die fchuld; verder van
zich afweerende de blaam van den •weinigen
Ernst
, en de Intentie om niets van de Schul-
den te willen betaalen ;
met een herhaald
Vertoog van 't geen in den Brieve aan de
Vyf Geweflen was bygebragt, gepaard met
de veelvuldige Bezwaaren uit deeze han-
delwyze voortvloeiende.
Hun Hoog Mögenden, met deezen hoog- De zaak
loopenden Twist der Bondgenooten be- ter bemii-
gaan, booden de verfchilvoerende Gewes- He g8
ten hunnen dienst aan ter vereffening der genden
Oneenigheden, by welke alle Gewes- voorge-
len belang hadden. Die van Stad en Lan- fold.Sta*«
de namen deeze Aanbieding aan, en be- f/<,//fln(j
noemden acht Gevolmagtigden , die met wederleg*-
den aanvang deezes Jaars mdcclx, in gen dege»
's Gravenhaage verfcheenen. 't Voorftel J"°e0„^
• der Algemeene Staaten vondt ook ingang ding.
by Staaten van Holland^ diede Bemiddeling
"omhelsden; doch onder uitdruklyk beding,
dat, indien Staaten van Stad en Lande geen
; ernftiger Aanbiedingen deeden, en traden
XXIII. DEEL.           K                        in
-ocr page 148-
HÖVAÖERLANDSCHE
Lxxxvi. in de billyke eifchen desaangaande voorge-
BOEK. fteld, hunne Hoog Mögenden, noch ie*
-------mand der Bondgenooten, hun eenigzins zou-
176b. den willen dringen om af te zien van de
middelen van nadruk, thans te werk gefield.
Zy benoemden, behalven de GewooneAf-
gevaardigden wegens Holland in de Verga-
dering van hunne Hoog Mögenden Zitting
hebbende , de Penfionarisfen der Steeden
Haarlem, Delft en Amflerdam en een Bur-
gemeefter van Alkmaar, om tot afdoening
der verfchillen mede te werken; dan lie-
ten ten zelfden dage, de boven gemelde
Verdeediging door Staaten van Stad en
Lande
ter Algemeene Staatsvergadering in-
geleverd, geenzins onbeantwoord: maar gin-
gen in een wydluftig Vertoog die Pretenfe
Juftificatie,
gelyk zy dezelve noemden, te
keer, als opgevuld met zeer veele verkeer-
de Aanduidingen, Bewysredenen, en ver-
regaande Bedreigingen, alleen ingerigt om
hunne afgeperfte, doch rechtmaatige, han-
delwyze, in het haatlykst daglicht te Hel-
len.
Dehardig- De Onderhandelingen flaagden zo verre
z ete" Ver* ^at' *n '* begin van Grasmaand, die van Stad
">Ja
UI' en Lande, verftaan hebbende, hoe Staaten
van Holland, verklaard badden geene verde-
re Inbeflagneemingen tot den Eerften van
Zomermaand te zullen laaten doen , uit-
hoofde van de Agterftallige Holland/ehe
Lyfrenten, indien zy zulks alvoorens dee-
den ten opzigtevan deHollandfche, in dee-
zen voorflag bewilligden, en ook de reeds
aan-
-ocr page 149-
H I S T O R I Ë;          ïif
aangehouden Schepen ontfloegën. Die van Lxxxvii
Holland deeden daar op s de reeds gedaane bo e fci
Arreften in volle kragt houdende, allever-
          -»
dere, tot den geftelden tyd, verbieden; on- 17601
der het ukdruklyk beding, dat* dit tyd-
perk vrugtloos verloopen zyiide, zy, noch
de Belanghebbers, daar aan in geenen dee-
le verder zouden gehouden weezen ; maar
geregtigd om alle zodanige verdere bekwaa-
me middelen weder by de hand te neemen,
als zy ter eindelyke voldoeninge van deeze
eifchen meest oirbaar zouden vinden. ——
Wanneer deeze tyd verftreeken was, wa-
ren de Verfchillen nog niet vereffend; doch
'er deedt zich meer hoops op, om die ge-'
wenschte uitkomst te zien: 't welk Staa-
ten van Holland bewoog, dien tyd te ver-
lengen tot den Eerflen van Oogstmaand^
teffens, op hét aanhouden van Party, bewil-
ligende in het ontflag der tot nütoeinbeflag
genomerie Schepen, onverminderd de ver-
dere gedaane Arreften. Door deeze Schik-
kingen kreeg de Scheepvaard en Handel
Weder den vryen loop.
'tJLeedt tot het laatfte van Herfstmaand ?u[,^L
wanneer het vergelyk, door de wederzyd- £A yS
fche Afgevaardigden, getroffen, en eene
Overeenkomst beraamd werd, by welken
de Staaten van Stad en Lande aan de Be-
langhebbenden in de Lyfrenten, van hun-
he Agterftallen, die behoorelyk gewettigd
wierden (*)* Zestig Guldens van de Hon-
derd
(*) De weibeweezené Schulden beliepen ëénè'
K %
                     Sou*
-ocr page 150-
HS VA DE R/LANDS CHE
Lxxxvi. derd zouden betaalen , tien in Geld, en
boek. Vyftig in Schuldbrieven ten lafte van Stad
-------en Lande, tegen den Jaarlykfchen Intrest
1760. van Twee en een half ten Honderd. Dit
Werk kreeg eerlang, in de Vergaderingen
der Bondgenooten , de noodige bekragti-
ging, de wederzydfche Arreften werden
ópgeheeven, en de betaaling gefchiedde in-
gevolge van de gemaakte Schikking (*).
Terwyl, overeenkomftig met de voorwaar-
de , onder welken Staaten van Zeeland hunne
goede dienften in het byleggen deezes Ge-
fchils hadden aangeboden, de Inwoon-
ders van alle Geweften zonder onderfcheid,
in deeze Beraaming deelden (f).
E?ne vei- In een Land, waar de Zeevaard, met alle
lige Leg- reden, voor een der eerfte bronnen van
plaats Welvaard gehouden wordt, is eene veilige
Schepen in Reede voor de Koopvaarders een onwaar-
rëxc/agter deerlyk goed, en geene fchatten zou men
de Hom. bykans te groot kunnen noemen om dezel-
ve te verkrygen, indien ze konden ftrek-
ken om dien zegen te koopen, in zo verre
menschlyke voorziening denzelven kan ver-
fchaf-
►»',.-.•■
Som van ƒ 1109313 - iß • o, welker betaaling
zou gefchieden met ƒ IT0918 o - o in Geld, en
met ƒ 554644. • 2 - o in Obligatien.
(*) Nederl.Jaarb.iTS9 bl. 102a —1040. 1062 —
I680. mij 1133. Voor 't Jaar 1760. bl. 4 — 33.
289. 320. 363. 979. Voor 't Jaar 1761. bl. 834.
876. J kok Vaderlandscb Woordenboek X.VLU D.
Art. Groningen.
(t) Notul. van Zeeland, 18 Aug. en 14 Oftoi».
I7ÖO.
-ocr page 151-
■■ ■
HISTORIE.           145
fchafFen. Dat onze Reede aan den Texel- lxxxvi.
flroom de veiligfte by lange naa niet is, ge- bo e k.
tuigen de veelvuldige Scheepsrampen, by-------
Storm en Ysgang: en heeft de waakzaame 1760,
zorg van 's Landsvaderen niet verzuimd,
door groote kosten, zeer veel toe te bren-
gen tot eene meerdere beveiliging van zo
veel fchats, als menigmaal aldaar zich bloot-
gefield vindt aan de dreigendfte Zeegevaa-
ren. Op kullen, aan zo veel verandering-S
onderworpen als de Texelfche (*), kan zich
eene gelegenheid op doen, die aangegree-
pen, met weinig koften, de gezogte veili-
ge Legerplaats oplevert. Zonder eenige
koften van noemenswaardig aanbelang boodt
zich, ten deezen dage, zulk een Reede aan
by den Texelfchen Wal, Een Zandbank,
onder den naam van de Horst bekend, vorm-,
de aan den Zuid- en Westkant van Texel,
door 't verloop der diepte, een arm, die,
als 't ware, de daar agterkomende Schepen
omvatte. Kleine Koopvaarders hadden 'er
zich reeds zints eenigen tyd, met veel
vrugts, van bediend, allengskens werden
zy van grootere gevolgd, vry diep gaande
Schepen zogten 'er berging; zo dat meer
danVyftig op e'én tyd, in eene rei agter
die Zandbank gefchaard lagen, even als de
Schepen in de Laag voor Amflerdam. Ca-
piteins en Schippers verheugden zich over
die
(*) Zie Verhandelingen van de Holl. Maatfch. det
Weetenfcbappen tt Haarlem,
XXI. D. hl. 195 «ms,
RS
"» «
-ocr page 152-
WmSm
%5Q VADERLANDSCHE
Lxxxvi. die Legplaats, tegen Noorde- en Noord*
boek. wefte-Winden gedekt, en zo gereed om
i------- uit te loopen als de Wind daar toe gunftig
I760. opwaaide. Het naast bygelegen Texelfche
Dorp, de Hoorn, veelvuldig bezoek krygen-
de van de daar liggende Schepen, bevïytig-
de zich om allen noodigen voorraad en ver-
verfching in gereedheid te hebben, het
bloeide door een ryk vertier. — De menigT
te vanZeevaarenden,die deeze veilige Leg-
plaats verkoozen, klaagden over het onzer
ijcer beftellen en de hoogloopende Brieven-
port aan en van de Schepen agter de Horst
liggende; de Boekhouders en Reeders von^
den de Naamen der aldaar invallende, of van
daar vertrekkende, Schepen of geheel niet,
pf zo gebreklyk, opgegeeven, dat het niet
weinig belemmerings veroorzaakte. Over-
zulks werden Commisfarisièn derPofteryen
van Hollanden Westfriesland, op een Schrift-
lyk Verzoek van veele Kooplieden en Schip-
pers, te raade, om, in Wynmaand deezes
Jaars , voor Rekening van 't Gemeene
Land, een Postfchuit aan te leggen, be-
paald om de Brieven aan de daar leggende
Schepen te brengen en 'er van af te haaien,
als mede de Naamen van de daar aangefcö-
mene,envan daar afgezeilde,Schepen op te
neemen, ten einde ze mede op de Lys-
ten dèr Zeetydingen- konden geplaatst wor-
den (*). '•"
m
-ocr page 153-
HISTORIE.          151
Het liet zich aanzien of men deeze gun- lxxxvï.
ftige gelegenheid en veilige Legplaats zou boek.
te raade houden , door die Zandbank te-------.
doen aanhoogen, en duin te vormen van 176.0.
het onderfchepte Huivend zand. Van den Qeie\ve
uithoek der Horst af tot den TexelfchenW&l wordt ver-
zette men ftroobofchen ten dien einde, by waarloosd«
het verhoogen en onderftuiven voegde men
'er andere aan toe , en hadt, op eenige
plaatzen, dit aangevangen werk een oog-
fchynlyken. gewenschten uitflag. Des kun-
digen dien arbeid aanfchouwende, hadden
gaarne gezien, dat een Werk, 't geen in de
gevolgen, op den duur, zoheilryk voor de
Seheepvaard weezen kon, met meer vastig-
heids aangelegd en beter bezorgd wierd;
zy vreesden, dat het los opgevangen en niet
wel verbonden zand, by een Storm en hoo-
gen Vloed , zou wyken en al den arbeid
geheel nutloos in de diepte weggevoerd wor-
den: 't gevreesde gebeurde eerlang. En,waar
aan ook het verwaarloozen eener betere,
zeer mogelyke, bezorging moet worden
toegefchreeven,door zommigen gezogt in de
baatzugtige inzigten eener Stad in 't Noor-
der - Kwartier
, hoogst bejammerens is het,
dat men die Reede niet behouden, of al-
thans daar toe de befte maatregelen en mid-
delen niet in 't werk gefield heeft. Bin-
nen korte Jaaren verviel die Reede tot
de voorheen weinigbeduidenheid om flegts
kleine Vaartuigen te bergen, en werd de
nieuwlings aangelegde Postfchuit noode-
loos. ------. Door de Horst te behouden
K 4                   zou
-ocr page 154-
i$» VADERLANDSCHE enz,
Lxxxvi. zou ook , misfchien , een nu dreigend
Boek. deerlyk verloop in de Texelfche Zeegaten
■-------voorgekomen, df althans verminderd wee-
Z?6q. zen (*).
(*) Medegedeelde'Berigten. De Heer jacob otteh
husley heeft, in zyn uitgewerkt Antwoord aan de Hol-
landfche Maatfcbappy der Weetenfcbappen te Haarlem
, op
de eene Vraag, wegens de Texelfche Zeegaten, ee-
ne waarneeming, die ons tot deeze gedagten op-
leidt. „ De Aftekeningen van de Horst" zegt by
(wyzende op Plaat I en II ) „ toonen duidelyk,
„ dat dezelve door de fchuuring van de Stroo-
',, men, aan de Zuidzyde, dat is na den Helder-
fcbsn Wal, important is afgenomen, en daar en
„ tegen derzelver rug, met een ronden hoek te-
„ gen het Nieuwe- »f Noorder-gat uitfteektj en
„ derzelver aanwinning aldaar toont genoegzaam,
„ dat het zelve Gat dagelykscb in vermogen moet
„ verliezen, en allengskens zal verzanden: waar
,, door te vreezen ftaat dat hetzelve door den tyd
„ zal toeloopen , en de Horst aan de Haax zal
,, vastgehegt worden." Verhandelingen der Maai'
ßbappy
XXllI Deel, bl. 29.
VA-
-ocr page 155-
■ •                                                                                                                                             ■■'.-■■'■.■"■.■■■■■'■■-■.■■.;■.■•'■-.-■ -■ :.■■ ;.■.".'■:■■:■■■■■
yADERLANDSCHE
HISTORIE.
ZEVEN- EN- TACHTIGSTE BOEK,
INHOUD.
Nieuwe Voorflag eenerVredes Qnderhande-
linge aan de Hoven van Londen en Berlyn.
Frahkryk wil eerst eenen afzonderlyken Vrede
Lxxxvii.
met Engeland fluiten. Staatsdienaars van boek.
wederzyden afgevaardigd. De Qnderhande- ———
lingen begonnen, voortgezet, gefiremd, en af-
gebrooken. Gevegt van een Fransch en En-
gelsch Schip by 's Gravezande.
Boreel
trekt, als Buitengewoon Gezant na Londen.
De Vriendfchap tusfchen dat Hof en deezen
Staat herleeft. Gefchil te Dordrecht, over
de Regeeringsbeßelling. Kerktwist in Zee-
land.
HoLTiüS over zyn fchryven door
den Raadpenfionaris onderhouden. Plakaat
wegens het uitgeeven van Godgeleerde Werken.
Leopold gennete maakt zich als een
Waterwerktuigkundige hier bekend. Overeen-
komst met hem aangegaan. Het werk ver-
K 5                    wylt.
-ocr page 156-
154 VADER LAN DS CHE
IrXXXVlI. wylt. Gennete verlaat het Land en blyß
boek. weg. De Proef beantwoordt in geenen deele.
--------De gemaakte Overeenkomst vernietigd. Oc-
troyen aan Uitvindingen verleend. De Hol-
landfche Maatfchappy der Weetenfchappen te
Haarlem
, met Goedkeuring en Opene Brieven
van Staaten van Holland begiftigt, 't Ge-
nootfchap
Pro Excolendo Jure Patrio, te
Groningen opgerigt. Het Octroy der West'
Indifche Maatfchappye verlengd. Twee Aard-
beevingen. De Oorlog dreigt algemeen te zul-
len worden. De dood der Kusfifcne Keizerin-
ne
Elizabeth brengt eenegroote veran-
dering te wege. Czaar
peter de III,
wordt Bondgenoot van frederik den
grooten. 't Gedrag an cathari-
na de II, ten zynen opzigte. De Freds
tusfchen de Oorlogende Mogenheden geflooten.
Den Engelfchen den Doortocht des Krygsvolks
over 't Grondgebied van den Staat toegejfaan.
Pooging om de Zeemagt van den Staat te ver-
fierken. Capitein
dedels moedig ge-
drag, 't Verzoek der Houthandelaaren te
Amflerdam vindt ingang by de Staaten.
De Graaf
d'affry neemt affcheid van
den Staat, 't Ge:al van Jonkheer
onno
?wier van haren. Aanzienlyke Pos-
sen door hem bekleed. Familie befchuldiging
tegen hem ingebragt. Vertrek uit Holland.
Wederkomst. Uit de Staatsvergadering ge-
weerd. Openbaare Twistfchriften. Voortzet-
ting des Gefchils. Uitfpraak des Hofs van
Friesland. Bepaalingen der Drukpersfe, de
SMiLE vANROüssEAUverboden.Graf-
teken vvor
BOERHAVS. te Leyden opge-
-ocr page 157-
HISTORIE,            iss
f igt. Menigte van Kafilotten op onze Stran- lxxxvii,
den. Willem carel lodewykboek,
gebooren. George Willem belgi- -r~~~*~
cus overleden. Willem de V, ter
Jjooge Vergaderingen ingeleid'9om 'er, onder
den Eed van Geheimhouding
, zittinge te nee-
men. Vreugdbetooningen te dier gelegenheid in
'sGravenhaage,
Willem de V van de
Kinderziekte herfleld. Bedeflonden in Gelder- .
land geëindigd. Friesland en Holland vergun-
nen den Prins zitting in de Vergaderingen. Ver-
val van Handel en Fabryken. Zwaare Bank-'
breuken. Waar door veroorzaakt. Vrugt-
looze Voorfiag van Hamburg om een vsornaam
Handelhuis te helpen. Het Handel verloop
neemt toe. Middelen van herfiel ver geefsch voor-
geflaagen. De Koophandel herleeft. Staats-
befluit op een Voorftel des Konings van Pruis-
fen den Handel betreffende. Gefchil tusfchen
Staaten van Utrecht en Directeuren der Socië-
teit van Suriname. Kerkvergadering der Ut-
rechtfche Geestlykheid. Gefchil te Leeuwaar-
den over de Magt der Kerklyken. 't Gedrag
van den Ecrw-.
blom. De zaak loopt ten,
zynen nadeele af. De Clasfis van Leeuwaar-
den wraakt de Stellingen diens Leeraars. De
Graaf van
wartensleben te Casfel
verongelykt. De Algemeene Staaten trekken
zich het geval huns Gezants aan
, en vorderen
Voldoening. De Landgraaf van HesfenCas-*
fel zoekt die te ontduiken. De Staaten bly->
yen op de Voldoening aandringen. De Land-
graaf geeft dezelve. Nadere bepaaling om-
trentden Graaf van
wart en s leben,
Strenge Winter des Jaars mdcclxiiü:.
Da
-ocr page 158-
156 VADERLANDS CHE
LXXXvii. De Bommelerwaard breekt het volgende Jaar
boek. door. Watersnood in Gelderland en Overys-
——a- fel. Handelingen over de Rivieren tusfchen
Gelderland', Holland en Utrecht. Bedyking
van de Bovenkerker polder.
1761.                  de aanblik van Vrede tusfchen
Nieuwen de Oorlogende Mogenheden, in den voor-
ene" vre.Ieden Jaare> daar bY gebleeven (*), in
denande- net Jaar MDCCLXi deedt zich weder een
ling, aan Vrede aanduidend verlchynzel op, vangeen
de Hoven meer gevolgs dan het voorgaande. De voor-
den "ßer- ^a£ kwam thans van den anderen kant. De
lyn.
          Keizerin Koningin, de Alleenheerfcheresfe
aller Rusfen, de Koning van Frankryk, en de
Koning van Poolen, Keurvorst van Saxen,
lieten, tenEngelfchenllovQ, door den Prins
GALLiTZiN, een gelykluidend Voorftel
doen, om de jongst mislukte Vredeson-
derhandelingen te hervatten, de Hoven van
Londen en Berlyn hier toe uitnoodigende,
met aanwyzing van Augsburg tot de Han-
delplaats, als de gelegenfte voor alle de be-
langhebbende Mogenheden, en betuiging
van de gereedheid hunner Gevolmagtigden
om aldaar te verfchynen. — 't Leedt niet
langer dan tot den aanvang van Grasmand,
of hunne Groot Brittannifche en Pruisftfihe
Majefteiten betuigden gereed te weezen om
dit Werk, te genoemder Stede,aan te van-
gen.
Dan
<*) Zie hier boven bl. 93.
■'
-ocr page 159-
HISTORIE.          157
Dan de bepaaling van de Vredesonder- lxxxvh:
handeling te Augsburg, waar in alle de Bond- bork.
genooten der Keizerin Koningin betrokken -.------•
waren, dagt den Koning van Frankryk niet \j6x. -
genoegzaam, om een zo fpoedig einde aan Frankryk
de jammeren des Ooiiogs te maaken, als wil een by.
hy wenschte. Veelvuldige vertraagingen v^ectefluï-
en verlegenheid haarende toevallen flonden ten.
'er te wagten op eene zamenkomst, waar
de belangen van America, met die
van beide Keizerinnen, den Koning
van Poolen, en den Koning van Pruis-
[en
, ftonden vereffend te worden. — Om
deeze hinderpaalen weg te neemen oordeel-
de die Monarch, met toeftemming zyner
Bondgenooten, het voegelyk aan te drin-
gen op de afzondering dier twee Oorlogen,
en liet, ten dien einde, een byzonder Ver-
toog ten Hove van Londen aanbieden, 't
welk nog voor het afloopen van Lentemaand
gefchiedde , behelzende een algemcenen
voorflag , dat de beide Kroonen zouden
blyven in 't Bezit van 't geen zy op elkan-
der veroverd hadden; en dat de geftelte-
nis, waar in zy zich zouden bevinden, op
den eerften van Herfstmaand deezes Jaars,
zulks voor de Oost Indien; en die op den
eerften van Hooimaand, dit voor de West-
Indien twAfrica,
en die op den eerften van
Bloeimaand, het voor Europa zou bepaa-
len.
Engeland hadt toen op Frankryk bemag-
tigd Kaap Breton, geheel Canada, de Eir-
landen Guadaloupe en Mariegalant, en 'm
Africa,
't Eiland. Goeree met Senegal. Eu-
re-
-ocr page 160-
l$ VADERLAND SCHE
t/xxxvii. ropa was, toen nog onkundig van den juis«
boek. ten ftaat der zaaken tusfchen die twee Kroo-
-----— Men in Afia, en de tocht tegen Belleisle was
t/rjl. nog niet aangevangen. ---- Frankryk be-
zat van Engeland het Eiland Minor ca, hadt
een gedeelte der Haven van Duinkerken
verflerkt, in Duitschland Hanau , 't Land-
graaffchap Hes/en, en de Stad Gottingen in't
Keurvorftendom Hanover in zyne magt*.
Casfel werd toen belegerd, en het flondge-
fchapen dat de Koning van Frankryk op den
eerften van Bloeimaand noch meer ver-
meestéringen zou gemaakt hebben. De Ste-
den Weezel en Gelder, fchoon in handen dei'
Franfchen, konden niet worden aangeboden,
als alleen by Frankryk voor de Keizerin
in bewaaring.
Weder- Geheel Europa flondt verwonderd over
zydfcbe (je opofferingen, tot welke Frankryk zich
afeevaar" gereed betoonde. De Hoven dat Ryk ge-
digd. negen duidden zulks 's Konlngs Staatsdie-
naaren euvel, en niemand twyfelde of En*
geland zou.
het gerust bezit der gemaakte
Veroveringen, en de rust zyner Bondgenoo-
ten in Duitschland, boven de voortzetting
des Krygs de voorkeus geeven. Het Ant-
woord van Engelands zydë ademde desge-
lyks eene uitgeftrekte genegenheid om
den Afzonderlyken Vrede, tot verhaafting
Van de Algemeenen, te fluiten. Het Hem-
de in den voorflag dat elk in 't bezit van 't
bemagtigde zoublyven; doch bepaalde niets
ftelligs omtrent devoorgeftelde Tydperken.
'Engelands voorftel om een Franfchen Staats-
dienaar te Londen te ontvangen, gaf geen
on-
-ocr page 161-
HISTORIE.          i£p
Ongunftig voorteken van de Vreegezindheid lxxxvo»'
diens Hofs; het werd door Frankryk aan- boek.
genoraen,en ingevolge daar van ook bepaald-------■
dat een Engehch Staatsdienaar zich aan 't 1761.
Franfche Hof zou vervoegen. De Heer
B u s s Y vertrok na Londen en de Heer
Stanley na Verfailles.
De Hoven aan Frankryk verbonden, DeOnde*-
fchoon zkh niet aankantende tegen deeze handelin-
Onderhandeling met Engeland, betoonden jj^ e§oar
ongerustheid over het zenden der weder-
zydfche Staatsdienaaren. Dan zy vonden
zich gerust geiteld, door 's Konings toezeg-
ging, dat hy hun in volkomen vertrouwen,
berigt zou doen geworden van alles wat te
Londen of te Verfailles verhandeld werd.
't Kwam Hoofdzaaklyk aan op het bepaa-
len der Tydperken van 't Bezit, en ont-
week men, van de zyde van Engeland, ïn
de Onderhandelingen, het ftellig antwoord-
den deswegen. De voorgenomen Krygs-
tocht op Beileide veroorzaakte ongetwyfeld
dit marren. Wanneer de Engelfchen 't zel-
ve bemagtigd hadden, fielden zy die Tyd-
perken twee maanden laater; en wilden wy-
ders, dat de Afzonderlyke Vrede tusfchen
Frankryk en Engeland onafhangelyk zou
weezen van den uitflag der beraamde Vre-
dehandeling te Augsburg ; als mede dat
men, vóór den eerften van Oogstmaand,
dien Vrede tusfchen beide Kroonen volko-
men tot ftand zou brengen.
Hoebezwaarlykhetifoz^r^ voorkwam, Voortge-
cenen Oorlog, die zich tot in de vier We- zee*
reld
-ocr page 162-
i6o VADÊRLANDSCHE
txxxvii. relddeelen uitftrekte, op een voorftel in 't
boek. einde van Zomermaand gedaan, vóór 't be---
--------gin van Oogstmaand te eindigen, ftemde het
1761. daar in mondeling toe; doch wat het aan-
gaan van den Afzonderlyken Vrede, onaf-
hangelykvan denAlgemeenen aanbelangde,
moest de Koning eerft de toeftemming van
het Weener Hof bekomen. Deeze volgde,
onder uitdruklyk beding, dat 'er niets in zou
vastgefteld worden, ftrydig met het belang
van 't Huis van Ooßenryk.-----• Engelands
üitnoodiging aan Frankryk om eenige be-
paalde openingen te geeven, wegens de
gronden tot een Vergelyk, bragt dit Ryk
in de onaangenaame omftandigheid om zy-
nen Vyanden te doen weeten, welke gunfti-
ge voorwaarden het aanboodt, om tot her-
fiel des Vredes te geraaken; maar de ver-
wagting dat Engeland waarlyk den Vrede
bezinde, en de verzekerdheid van de aan-
neemelykheid der voorwaarden, deedt die
Kroon befluiten, eene breede Opgave des-
wegen te laat en opftellen.
Geftremd. Toen het Vertoog, hier toe ftrekkende
vervaardigd, en de Postboode om't zelve
na Londen over te brengen gereed was,
ontving de Koning van Frankryk eene na-
■ dere Verklaaring van de Keizerin Konin-
gin , die het aangaan eens Afzonderlyken
Vredes, aan twee voorwaarden verbondt.
Het in 't bezit houden van de Landen den
Koning van Pruisfen toebehoorende — en
dat de Koning van Groot Briitanfe, noch
als Koning, noch als Keurvorst, den Ko-
ning van Pruisfen met Manfchap, of op ee-
-ocr page 163-
HISTORIE.         ïéï
feige andere wyze zou onderfteunen, als Exxxvii;
mede dat zyne Groot Brittannifche Majefteit boek«
op zich zou neemen, dat de Hanoverfche,--------•
Hesßfche, Brunswykfche en de andere Hulp- 1761*
benden, met den Keurvorst van Hanovet1
in Verbintenis ftaande > zich niet zouden
voegen by de Krygsmagt des Konings van
Pruisfen; verder dat Frankryk, van zyn
kant, zich zou verbinden om geene hulpe,
hoe genaamd, te bieden aan de Keizerin
Koningin, met haare Bondgenooten. Zo
redelyk en aanneemelyk als deeze Voor-
waarden den Koning van Frankryk voor^
kwam, zo zeer verlangde hy den Koning
van Engeland gereed te vinden, om dezel-
ve te omhelzen. —— Middelerwyl hadt
de Franfche Staatsdienaar met den Heef
Pitt gefprooken van zekere Verbintenis^
fen tusfehen Frankryk en Spanje, betrekke^
lyk tot de gefchillen van de laatstgemelde
Kroon met Groot Brittanje; dit werd dooï
dien Staatsdienaar, in den naam des Ko-
nings , op 't verst verworpen, als die niet
zou gedoogen, dat de gefchillen met Span-
je,
op eenigerlei wyze gemengd zouden
worden, in den Vredehandel tusfehert de
twee Hoven; en verwagtte dat Frankryk
zich nooit het regt zou aanmaatigen, onï.
deel te neelnen in de gefchillen tüsfcheïi
Spanje en Groot Brittanje: ook leverde hy
hem, als geheel onaanneemelyk over, het'
voorgeftelde met betrekking tot den Koning
van Pruisfen.
Het Vertoog van Frankryk, de VOörfla*
gen van Vergclyk behelzende, werd over^
XXIII. DEEL.          L                        ge-
-ocr page 164-
ifo VADERLAND SCHE
lxxxvii. gegeeven, door Engeland beantwoord, eil
boek. gevolgd van een nader ontvouwing des
.-----— Franjehen Hofs. De Heer bussy liet
ï?6i. den Staatsdienaar pitt weeten, dat het
Vertoog, Spanje betreffende, 't geen zyne
Groot Brittannifche Majefteit geweigerd hadt
aan te neemeii, geene bedreiging,noch het
aanbod eener bemiddeling bevatte; dat, zo
lang Spanje het goedkeurde , de Koning
zyn Meefter met zich zelven zou te raade
gaan in 't geen de belangen dier Kroone
betrof, ondanks de weigering eener Mo-
genheid, die zich daar tegen mögt verzet-
ten. Da.t Frankryk, het Pruisfisch Grond-
gebied in Westphalen niet zou ruimen; en
dat, wat het byftaan der Duitfehe Bondge-
nooten aanbelangde, kon zyne Majefteit niet
toeftemmeii om de onderlinge hulp tot het
geeven van Manfchap te bepaalen : dewyl,
in dit geval, de gefteldheid der Legers,
het voordeel geheel aan de zyde van Enge'
lands
Bondgenoot zou doen overflaan.
De Spaanfehe Afgezant ten Engelfchen
Hove, de Graaf defuentes, gaf den
Heer pitt, uit naam zyns Konings, te
verftaan, hoe deeze zich zeer verwonder-
de te hoor.en , dat het Berigtfchrift van
Frankryk ftoorenis gebaard hadt, by zyne
Groot Brittannifche Majefteit, dat de Catho-
lyke
Koning, uit een beginzel van Mensch-
lievenheid, allerzeerst verlangde den Vre-
de allerwegen herfteld te zien; en daarby,
overtuigd dat zyne Groot Brittannifche Ma-
jefteit met dezelve gevoelens vervuld was ,
hoopte, dat deeze, op een tyd, wanneer
-■                                                                                                  de
-ocr page 165-
■■'-:'■
HISTORIE;- $Sè
de rest vari Europa het genöt des Vredes Lxxxvqu
zou gefclionkcn worden, niet afkeerig zou böe&>
weezen om een einde te maaken aan de ge- ■■-»
fchillen tnox. Spanje, eene Mogenheid, die 1761.
aan Engeland zo veele blyken van Vriend-
fchap gegeeven hadt.
De Heer büssy hadt, in de lastgeevin- Afgebroö»
gen hem met het laatfte Antwoord van zyn ken-
Hof toegezonden, bevel gekreegen om aan
te dringen op de Wedergave der Schepen
vóór de Oorlogsverklaring genonlen: en ge-
vorderd dat de Schepen s vaarende onder
de verzekerdheid van den Vrede, en op
de trouwe der Verbintenisfen, in Zee ge-
nomen , ontflaagen m oeften worden op het
Zelfde beginzel als men toegeflaan hadt,
dat de Schepen, zich by de Vredebreuke in
de wederzydfche Havens bevindende, mog-
ten vertrekken; zynde dit een gedeelte van
het Regt der Volken, en uitdrüklyk bedolf
           \
gen by de Vredeverdragen van Utrecht ert
Aaken.. —— Toen het eindelyk Antwoord
van Fränkryk inkwam, fchreef de Staats-
dienaar Pitt aan de Heer büssy, datj
zyne Groot Brittannifche Majefteit, uit 'fc
zelve, en het ingeleverd Vertoog, betreffen-1
de de wedergave der Pryzenvóór de Oor-
logsverklaaring genomen, met leedweezert
zag hoe het geWenschte tydftip, om een
einde aaii den Oorlog te maaken, nog Ver-
re van de hand was< ------- Engeland, be-
antwoordde deezen laatften last met in te-
brengen, dat, daar zyne Allerchristlykfte
Majefteit, by herhaalinge, betuigd hadt*
dat, indien de Onderhandeling tusfchen de
h a bei*
-ocr page 166-
1*4 VADERLANDS CHË
3
kxxxvii. beide Kroonen , liet verlangde einde niet
boek. mögt hebben , alle de Artykelen door
■-------Frankryk toegeftaan , geenzins als toege-
1761. ftaan zouden worden aangemerkt, de Kö-
rungvan Engeland, op zyn beurt, het in-
gewilligde om den Vrede te bevorderen,
en de wedergaven Frankryk aangeboden,
in het toekomende, als niet gedaan
hieldt. In dit antwoord waren de zwaarig-
heden niet uit den weg geruimd, en de Heer
Stanley, geheel verbonden aan de let-
ter van het hem overgezonden befcheid,
kon geene oplosfing daar van fchenken.
Frankryk werd derhalven, te raade in
Herfstmaand, een nieuw Vertoog aan 't
Engelfche Hof over te leveren. Dit, even
min als het laatstvoorgaande, in den fmaak
van 't zelve vallende, werd onbeantwoord
gelaaten, en de Heer Stanley fchreef
den Hertog de c h o i s e u l om een Pas-
port tot zyn wederkeeren naar Londen, te
verftaan geevende, dat men het herroepen.
van den Heer büssy desgelyks verwagt-
te. Hier mede was de Vredeonderhande-
ling afgebrooken. En gaf men, over en
weder elkander de fchuld van dien onge-
lukkigen uitflag. 't Valt buiten ons be-
llek hier over te oordeelen, en breeder
van deezen mislukten Vredehandel te
fpreeken. Het aangeftipte was noodig om
te-doen zien, hoe de Oorlog, die zyde-
lings betrekking tot deezen Staat hadt,
onaangezien de poogingen om denzelven
te eindigen, bleef vooitduuren, en gele-
genheid gaf tot eenige Gebéurtenisfen-,
wel-
-ocr page 167-
HISTORIE.          16$
Welke ons Gefcliiedbkd moet vermei- Lxxxvir.'
den (*).
                                                  boek.
In Louwmaand was onze kust, op eene .-------
zonderlinge wyze, getuigen vandeVyand- 1761,
lykheden tusfchen Frankryk en Engeland. Gevegt
Een Fransch Fregatfchip la Felicité, met Y?n een
Wynen, Leevensmiddelen en Oorlogsbe- Engelich*
hoeftens bekaden, voerende acht en twin- Schip by
tig Stukken en honderd negen en tachtig 's Grave-
Man, van Duinkerken naar de West - Indien zande'
beftemd, gevoerd door Capitein den el,
hadt, by 't eerfteuitzeilen, in't Kanaal met
een Engelsch Fregat, en vier kleinder En-
gelfche
Vaartuigen, ilaags geweest; doch was
't gevaar dier overmagt, door begunfliging
van den wind, en het gebruik der roeirie-
men, gelukkig onder 't gefchut van Calais
ontkomen. Tot herfiel weder naar Duin-
kerken
gezeild, en van daar op nieuw uit-
gevaaren, overweldigde 't zelve een En-
gelsen
Schip, 't welk voor eenen aanzienly-
kenlosprys, met de overgave van tweeGy-
zelaars, vrykwam. Dan den volgenden dag,
deedt zich een Engelsen Fregatfchip op, on-
der bevel van Capitein elphiston van
twee- en- dertig Stukken, nevens nog eenEn-
gelsch
Schip, en een Bombardeer Galjoot,
'die jagt op hem maakten. Vergeefsch zogt
hy het roeiende te ontkomen. Het Engelsch
Fregat the Richmond geheeten, naderde
.door den wind begunftigd, tot den afftand
van
(*) Uuiverfal Magar,. Vol. XXVIII. p. 219. Vol.
jxix. p. 238. 291. 354.
-ocr page 168-
m VAÖEiLANDSCHE
fcxxxvii, van een fnaphaanfchoot; waar op een we»
boek. derzydsch hardnekkig gevegt volgde. D e»
------- nel, tegen de overmagt niet beftand,
1761. zogt al ftrydende afdeinzendeeene Haven te
bereiken, en naderde onze kustnaby 'sGra-
... vezancie, Het Schip geraakte aan den grond;
een Kanonkogel trof den Capitein, vee-
len fneuvelden of werden gekwetst, door
het onophoudelyk vuur der drie vyandlyke
Schepen, Het Scheepsvolk, hy 't vallen
des waters, ziende dat 'er geen redden aan
?t Schip was, bragt de Gekwetften aan den
Wal» ' De Engelfche Capitein eischte dé
'pyergave, onder bedreiging dat hy, indien
£c niet oogenhliklyk daar toe beflooten,
"hun allen over den kling zou laaten fprin-
gen, en het Schip in brand doen fteeken.
"Zulks baarde onder de verdeedigingloozen
^odanig een fchrik, dat zy beflooten allen de
'vlugt naa den wal te neemen, en het Schip
ten prooye te laaten, niets medeneemende
'dan een weinig van hunne kleederen. Zo
berooid kwam dit ongelukkig Scheepsvolk
aan onze kust by 's Gravezande, laatende
jjle Franfche Vlag van het vastzittend Fre-
gat waaien. De Engelfchen,by 't wasfen des
Waters, naderende, fielden een E72gelfche in.
ftede, haalden 'er zo veele Leevensmidde*
Jen en andere Goederen uit, als hun rnoge-
|yk was van eene ryke Laading, door de
Engelfchen zelve op 30,000 Ponden Ster-
ling begroot, en ftaaken het vervolgens in
brand. ----- De gevlugte Franfchen poog-
den éëh der gemelde Gyzelaaren in hunne
magt te houden, hier uit rees ongenoegen,
met
-ocr page 169-
HISTORIE.           i6>
met ongeregeldheden gepaard, zo hoog lxxxvii.
loopende dat men van 'sGravenhaage eeni- boek.
gen uit de Gardes te voet, vergezeld van -------
Dragonders, na het Dorp Monfter zondt. 1761.
Ras waren die ongeregeldheden gefluit, en
het Franfche Schip tot op 't water afge-
brand zyndc , verlieten de Engelfchen de
kust, waar op ons Krygsvolk terflond we-
der te rug werd geroepen (*). De Fran-
fche
Afgezant d'affry, door wiens be-
werking , dit Schip in befcherming van den
Staat genomen geweest was, hadt last om
wedergave, en herfiel van fchade,te verzoe-
ken; en beflooten Staaten van Holland, ten
Hove van Groot Brittanje, wegens defchen--
nis des Grondgebieds, voldoening te vraa-
gen (f). — Twee Franfche Kaaperfcheepen ,
werden door de Engelfchen genoodzaakt het
aan de Zeeuwfche kust op 't flrand te zet-
ten ( § ). Deeze en vroegere vyandlykhe-
den doorDuwkerkfcheKazpers o-pdeZeeuw-
fche
Stroomen gepleegd, deeden het befluit
neemen, om de Admiraliteit van Zeeland,
door een Onderftandgeld in flaat te flellen,
tot het houden van twee Gewapende Vaar-
tuigen, ter voorkoming dier vyandlykhe-
den (SS)-                                  -          „ .
Onze Scheepvaard hadt thans min van Boreel
de Engelfche- dan van de Franfche Kaape- ^enee-
ryen w00n Af.
- gezant naa
(*) Nederl. Jaarb. 1761. bl. 116 —119. Uni. Londen.Ds.
ver/al Ma^az.
Vol. xxvin, p. 106.
                            Vriend«
(t) Refol. van HoU. 14. Febr. jo Maart 1761. fchaP tus'
{$) Nederl. Jaarb. 1761. bl. 341.
                       fchen dit
US; Refol. van HoU. 14 Febr. en 16 Mey 1761. Hofmetde
t „
                      '            Staat her«
u 4                                  leeft.
-ocr page 170-
i68 VADERLAND SC HE
Ï.XXXVH. ryen te lyden: de vry-en verbeurd - ver-
boek. klaaringen der opgebragte Schepen, in het
,--------eerstgemelde Ryk, kreegen eene meerdere
1761, gedaante van Regt, zelfs werd een Schip,
door 't verzuim van den Prysmeefter ver-
ongelukt, vry verklaard, en de Kaaper ver-
weezen om de Waarde van het Schip en de
Laading te vergoeden (*). ----- De ban-
den tusfchen Groot Brittanje en de Vcrecnig-
deGovzßen*
geduurende den Oorlog tusfchen
Frankryk en Engeland, zo zeer gerekt,
icheenen van derzelver verflapping te zul-
len bekomen. De Fleer jacob boreel
jansz., een der Afgezanten in den Jaare
MpccLix, om de Klaagvertoogen, we-
gens de Mishandelingen der Nedcrlandfchs
Scheepvaard aangedaan, ten Londenfchen Ho-
ve te doen, werd thans door hunne Hoog
Mögenden aangefteld tot buitengewooncn
Afgezant, om georgeden III, we-
gens de Opvolging van zynen Grootvader
in 't jongstverloopenJaar overleden (f),
en de komst ten Throon, te begroeten (§).
JLenEßgehchKonmgsjagt voerde hem, on-
der geleide van een Fregat, derwaards, en
zyne Aanfpraak, te dier gelegenheid, adem-
de niets dan de naauwfte vriendfehaplyke
Verbintenis tusfchen dat Ryk en deezen
Staat „ die," gelyk hy zich uitdrukte,
s? door zo veelc zamengepaarde belangen
,3 aan,-*
(*) Nederl. faarb. 1760. bl. 2Ó7. 340.
(t) Zie hier boven, bl. 06.
\f) fcfol.VQntlQll. o Jan. 14 Febr. i^U^i]6.U
-ocr page 171-
.
HISTORIE.          i69
„ aangefpoord worden, om onderling tot lxxxvu.
„ elkanders voordeel zamen te flreeven, en boe k.
„ de ingeevingen eener weinig verlichte ja----------
„ loufye te veragten!" Konings Antwoord 1761.
behelsde de flerkfte verzekeringen van
vriendfchap en genegenheid tot dit Gemee-
nebest, welke hy, eenigen tyddaarnaa,her-
haalde by monde van den Ridder yorke,
die thans'het negen Jaarig Charaéter van
Minifier Plenipotentiaris verwisfelde, voor
de aanzienlyker Waardigheid van Buitenge-
woon Afgezant,
en als zodanig met groote
Staatfie in de Vergadering van hunne Hoog
Mogenden verfcheen, met Dankbetuiging
voor de gedaane Gelukwenfching, en ver-
zekering „ dat zyne Groot Brittannifche
„ Majefteit altoos ten uiterften oplet-
„ tend zou blyven op alles, 't geen iets tot
„ de weezenlykfteBelangen, de Veiligheid,
„ en het Welzyn der Republiek, kon toe-
„ brengen. Terwyl de Koning, daaren-
„ boven, eene tedere genegenheid toe-
„ droeg, aan de doorlugtige Oranjehof, in
„ den fchoot der Republiek, die aan zyne
„ en hunner Hoog Mögenden Opzigt toe-
„ vertrouwd, ten Voorwerp ftrekte om
„ hem en de Republiek des te meer te ver-
„ binden." — By deezen jongen Vorst
lag yorke eene plegtig Bezoek af, door
een even plegtig beantwoord (*).
Zints den dood der Gouvernante rees 'er Gefchil te
in Dordrecht een hoogloopend en openbaar Dordr'':b^
0 *•               x              over de
U1t" Regee-
ringsbe-
(*) Mderl. Jaarb. 1760. bl. 599. 86=>.
              • telling.
- •                 L 5
;
-ocr page 172-
/
i;o VADERLANDSCHE
ï,xxxviï. uitbärflend Gefchil, over de Regeringsbe-*
boek. ftelling, 'twelk ten deezen Jaare, onder ee-
.-----.- ne fteeds aangroeiende verbittering , een
1761. einde nam. Wy moeten'er, fchoon het tot
die Stad, en byzondere Perfoonen bepaald
bleef, kortlyk van gewaagen, en vinden
ons genoodzaakt, ten regten verflande van
den gereezen Twist, iets wegens de aan-
leidende oorzaak , te zeggen. 's Lands
vroegere Gedenkfchriften wyzenuithoe., in
deeze oudfle Stad van Holland, wegens de
Regeeringsbcftellinge, verregaande oneenig-
heden ontftonden; om ze niet hooger op
te haaien hadt willemdeIII, als Stad-
houder Schikkingen beraamd , die , voor
eenigen tyd, Eensgezindheid te wegebrag-
ten. Naa den dood diens Vorflen vonden
de Leden der Regeeringe geen beter mid-
del ter bevvaaringe van de Eensgezindheid,
dan dat zy in twee Verdeelingen gefchikt,
de Amj)ten en Commisfien evenredig on-
der elkander zouden verdeden. Zy floa-
ten eene Overeenkomst, by welke bepaald
werd, wie tot de Burgemeefterlyke Waar-
digheid zouden verkoozen worden ; hoe
men de Schepens- of Vroedfchaps-Amp-
ten, en de plaatzen in het Collegie der Goede
Luiden van Achten en der Veertigen begee-
\ren zou, en welke Leden tot het bekleeden
der Poften in de Hooge Vergaderingen van
den Lande en der Algemeene Staaten zouden
fcenoemd worden. Het kon niet misfen of in
dus eene Overeenkomst moeften zich, van
tyd tot tyd, duifterheden op doen, terwyl
andere voorkomende omftandigheden ook
ee-
-ocr page 173-
HISTORIE.           W
cenige by voegingen vorderden, in gevolge Lxxxvii,
hier van werd deeze eerfte Overeenkomst boek,
door nadere hekragtigd en vermeerderd, *------»
De ftandhoudende hoofdzaak bleef, naam- i?6t,
lyk de Schikking in de twee gemelde Clas-
fen of Verdeelingen , en hieldt ftand tot
den Jaare mdccxlvii, wanneer men
aan den Stadhouder willem den IV,
de Verkiezing van den Hoofdofficier, Burge-
meefteren, Schepenen, en andere Amptenaa-
ren, welke voorheen door den Oudraad pleeg
te gefchieden, overleverde, Zyne Hoogheid
gaf te kennen, dat, fchoon hy wel wilde toe-
ftaan, dat men, by voorraad, bleef by het
oude gebruik, en dus de Verdeeling van
den Oudraad in twee Clasfen in weezen
liet, zyns bedunkens, alles in'die Clasfen
moest gebragt worden, door de Regieren-
de Burgemeefteren, zonder daar over vooraf,,
gelyk tot nog gcbruiklyk geweest was eeni-
ge Byeenkomften gehouden wierden, door
Regeerende en Oud - Burgerneefteren; als
mede dat hy van de vriendlykheid der Re-
geeringe verwagtte, datzy, alvoorens er-
gens toe te treeden , hem des kundfehap
zouden geeven, en in vriendlyk overleg
komen. In gevolge hier van werden Hee-
ren Burgemeefters gevolmagtigd om,inzaa-
ken tot de Regeering der Stad Dordrecht
behoorende, met zyne Hoogheid te raade
te gaan: dergelyk eene volmagtiging kree*
gen zy, naa den dood diens Stadhouders,
om met Mevrouwe de Gouvernante te
handelen.
Toen willem BE IV gemelde ver-
an-
<,
-ocr page 174-
ijï VAD E RL AND SC HE
txxxvii. andering maakte, vondt men, in ieder der
boek. beide Clasfen, een even gelyk getal van Le-
--------den; doch, binnen het verloop van twaalf
l?6i„ Jaaren,beflondt,de een uit vier- en- twin-
tig, de ander uit zeftien Leden. Uit hoof-
de deezer ongelylcheid werd, niet lang naa
het overlyden haarer Koninglyke Hoogheid ,
door eenige Leden van de Dordrecht-
fihe
Regeeringe , beweerd, dat de Oude
Overeenkomften, die vóór den Jaare
MBccxLvii plaats gehad hadden, naa
dien tyd niet in derzelver volkomen kragt
gebleeven; maar door de herftellinge der
Stadhouderlyke Regeeringe, vervallen of
wel verbrooken en vernietigd waren ; en
oordeelden dezelven, dat men op nieuws
in overweeginge moest neemen, hoe de be-
handeling der Regeeringszaaken wederom
rot de oorfpronglyke Gelykheid gebragt zou
kunnen worden, of, anderzins, dat men
een vaften voet behoorde te beraamen op
welken men, geduurende de Minderjaarig-
heid des Erfftadhouders, de Eensgezindheid
onder de Leden der Regeeringe zou kunnen
bewaaren. Veel viel hier over te doen,
en bleef het niet binnen de wanden van de
Raadzaal der Stad. De Regeeringsleden,
die den Heer c. b. doll van ouryk
aan 't hoofd hadden, en de Overeenkomr
ften voor verbrooken hielden, te meer om
dat wylen zyne Hoogheid, een tegenzin in
dezelve fcheen gehadt te hebben, maakten
dit gefchil rugtbaar, en verdeedigden hun
gehouden gedrag inopenbaarendruk. Zulks
ïpaorde den Burgemeefler cornelis
de
-ocr page 175-
■'^.'-■r^^--v;-;--;-,-,-.          _                                                                                 '; :■;-■ ^^yi:^.,.,.-, ,,,v.^j.-(.ïcn
HISTORIE.           173
iiEWiTT, op wien de misnoegden het lxxxvö*
"t meest gelaaden hadden, aan, om deeze boek-
Verdeediging, desgelyks in 't openbaar,--------
onder den naam van Irenophilm, te beant- ij6i.
woorden , met kiem van redenen te we-
derleggen, en te bewyzen, dat, indien men
de Regeering der Stad Dordrecht niet we-
derom op losfe fchroeven wilde gefteld zien s
en de voorgaande onluften doen herleeven $
het eenigst middel was dezelve tot de twee
Clasfen te brengen, of daarby te houden;
terwyl zodanige in voorigen tyd gemaakte
Bepaalingen nog in weezen waren, zoals
de Oudraad der Stad Dordrecht, telkens
hadt verklaard, wanneer dezelve, by het
afftaan van Ampten en Bedieningen, daar
over niet eerder hadt goedgevonden te be-
fchikken, dan naa dat deeze, volgens het
Voorfchrift der Oude Overeenkomst, één -
en - twintig dagen hadden opengeftaan.
De Regeeringsleden , die het Voorftel
gedaan hadden , lieten dit niet onbeant-
woord. Burgemeefter de witt kwam
openlyk uit, dat hy de Opfteller en Uitgee-
ver was , van het Gefchrift, onder den
naam van Irenophilus in 't licht gegeeven,
teffens berigtende, dat het laatst ingelever-
de Antwoord van zyn Party, geene Beant*
woording inhieldt van 't geen hy, als Ireno-
philus,
gefteld en beweerd hadt. Zyn ge-
voelen vondt ingang by de meefte braave
en edelmoedig denkende Vaderlanders.'
In deeze Regeeringstwist was het bykans
onvermydelyk, dat 'er byzondere Perfoo-
nen met naame in betrokken wierden;, 't
welk
-ocr page 176-
i/4 VADERLANDSCHË
^jcxxvii. welk aanleiding gaf tot haatfykhederi , té
Boek. breedvoerig voor ons Gefchiedblad; doch
~ ■ ■■■■■ die, blykens de oorfpronglyke flukken ^ teri
i/öii. voordeele van den Heer de witt uit-
liepen, en aan zyne zaak by de Burgers,
een gunftig aanzien gaven. Hiertoe werkte
desgelyks kragtdaadig mede, dat een der
Stads Secretarisfen, uit het geheim Regis-
ter der Stad, een woordlyk Affchrift ver-
vaardigde van den Brief door Koning Wil-
lem den III, in den Jaare mdcxcv
aan Burgemeefteren gefchreeven, ter doo-
ding, van 't geen Party deswegen gezegd
hadt, te weeten, dat zo lang deeze Brief
in 't duifter bleef, en niet erkend werd een
egt fluk te zyn, uit denzelven geen bewys
ten voordeele van het bellaan der twee Clas-
fen kon worden getrokken; en om al de
wereld te toonen, hoe weinig men de goe-
de trouw hadt in agtgenomen, met volmon-
dig te zeggen, dat van deezen Brief niets
gevonden werd in de Registers van den
Oudraad (*).
Kerktwist . Tn Zeeland fnleulde, zints het Jaaï
in Zeeland. MDCCLvi, een vuur van Kerktwist, nü
en dan met verwakkerde flikkeringen te
voorlèhyii komende, zomtyds op 't punt
om in ligterlajje vlammen uit te barften;
doch
■ ' ) -'
(*) Alle de Stukken tot dit Gefchil en daar uit
voortvloeiende Oneenteheden behoorende, vindt
men geheel in de Nedcrl. Jaarb. 1761. bl. 607—■
833- en hec woordlyk Affchrift van deezen Biief
bl. 785.
-ocr page 177-
HISTORIE»          i?$
doch ten deezen Jaare gedempt, doordien lxxxvii»';
de liooge Overheid,wyslyk en voorzigtig, boek,
aän de drift * der twillende Godgeleerden --------.
paal en perk Itelde,«maatregels beraamende tj6u
om de verwyderingen te doenbyleggen, en
het dreigend gevaar van verderflyke fcheu-
ringen te weeren, 't Is der Kerklyke zaa-
ken van ons Land kundigen te overbekend,
dat men by de Clasfis van Walcheren, be*
halven de gewoone Formulieren van Ee-
nigheid , nog vyf Artykelen, betreffende
de Gevoelens van den Hoogleeraar Roet*,
en de Kerkleeraaren bek k er en valk,
laat ondertekenen. Dan, hoe algemeen zulks
ook gefchiedt heeft men 'er gevonden, die
zwaarigheid omtrent derzelver verbindende,
kragt maakten. Dit deedt de Eerw. Hu-
bertus van MONsjou, en gaf zulks
gelegenheid aan den Vlispngfchen Kerkleer-
aar jan Jacob BRAi-ié, een Werkje
over den aart en natuur deezer Artykelen,
in 't licht te geeven. Over de Kerklyke goed-
keuring aan 't zelve verleend rees niet weinig
gefchils; dan nog meer wegens den inhoud,,
byzonder betreffende het derde Artykel, de
Leer der Regtvaardigmaakinge. Een Boekje,
ten Tytel voerende, Wolke van Getuigen voor-
de Leer der Regtvaardiginge door en uit het Ge-
loove
, verzameld by gelegenheid van het in 'f
licht geeven der Aanmerkingen over dcvyf Wal-
eher [che Artykelen
, door janjacobbra-
h é, ter Clasficaale Vergadering van Wal-
cheren
, te Middelburg vergaderd, ingele-
verd, verwekte veel opziens. Daar't zelve
het Gevoelen, door BRAHé beweerd, be-
ftreedt,
i
-ocr page 178-
if6 VADERLANDS CHË
tXxxvii. ftreedt, en onbeftaanbaar keurde met den
boek. inhoud van het Artykel door de Zeeww-
-------■ [che Kerkvergaderinge voorheen vastgeftekh
1761. Naamloos was dit Boekje, en werd de on-
bekende Schryver , door zommigen voor
een Nagtuil gefcholden, en zyn Werk voor
een Libel, een allerfchandelykst Pasquil,
een Prul, en een Waterlooze Wolk, uitge-
kreeten. Men zou het als zodanig agter de
bank geworpen hebben. Dan een der Le-
den bragt in 't midden, dat de inhoud van
dit Boekje dierbaar was, en hy 'er zichaan-
hieldt: maar, wyl het zonder naam op ta-
fel kwam, dat hyhet daarom van. de hand
zou wyzen, ten ware iemand dat Boekje
overnam. Waar op de Middelburgfche Kerk-
leeraar A. VAN DER SLQOT Opftondt
en toonde, dat de zaak van te grooten be-
lang was, om ze zo vlot van de hand te
Wyzen; dat waarlyk de byzondere begrip-
pen van den Leeraar b r ahé, van te ver-
ren uitzigt waren, als ftrydig tegen gods
Woord j tegen de Formulieren van Eenig-
heid, tegen de Hervormers, en befte God-
geteerden, tegen de Bepaalingen, door de
Clasfis zelve, inverfcheidejaaren, byher-
haalinge, met zo veel wysheids en naauw-
keurigheids gemaakt, en als Antinoniaamch
veroordeeld. Wyders zyne droefheid be-
tuigende, over de fchand- en fmaadnaamen.
een Boekje gegeeven, 't welk het Leerftuk
der Regtvaardiginge, overeenkomftig met
de Heilige Schrift, de Formulieren van
Eenigheid, de Leer der Hervormeren en dei-
befte Godgeleerden, voordroeg. „ Verre
„ was
-ocr page 179-
HISTORIE;          177
g was het 5" .fprak hy; „ met de feere^ txxxvri«
!9 formeerde Kerk gekomen, zo men $ on- boek;
& der ,den. dekmantel, van fchendnäänleh j ■' ; ■
j, 't Zélve durfde van de handwyzen: maar 1761*
>, indien dat de zaak was, daar 't op aan-i
„ kwam $ en waar van het al of niet behan-
delen van deeze groote. zaak afhing j zo
j, iemand dat Boekje wilde overneemery
„ dan verklaarde hy, met alle vrymoedig^
s, heid j zulks te, doen;" B r a h é zag zich
in zyne verwagting te leur gefield;. de ver-
klaaring van van der sloot bewoog
de meefte volgende Leden daar mede in te
ftemmen ; de Meerderheid befloot .nader
over dit Boekje te handelen; Inmiddels
klom de twist tusfchen die twee Kerk-
leeraaren, op eenige Vergaderingen, zeef
hoog, en geene vriendlyke bemiddeling
kon denzelven dempen*
Naa zo veel Kerklyk woeleris zöndt de
Heer Mr. p 1 et erboddaert, .Secre-
taris van den Raad ter Admiraliteit in Zee-
land,
eene Zedige Verdeediging in 't.licht j'
Van de Wolke der Getuigen», welk Werkje hy
voor 't zyne erkende; BRAHé gaf eeri
Antwoord op deBezwaaren Van vaader
slootj met een Naafchrift tér Weder*
legginge van de Zedige P'erdeedigingeya.nd&a
Heere boddaert; Het gefchil groei-
de met wederzydfche verbitteringé aan;
Vertoogen tegen Vertoogen zagen het. licht;
Andere Sehryyers mengden,'er, zich in;
Tot dat men befloot de zaak^ in Herfst-
maand deezes Jaars., Kerklyk af te. doen;
De Broeders in grooten getale opgekomen
XXIII; DEEL;       M                     IsfriN
-ocr page 180-
1/8 V A -D E R L A N D S C H E
Lxxxvii. zynde, werd BHAHê, met meerderheid
boek. van Hemmen, vry verklaard van Onregtzin-
------- nigheid en Antinomianery. Van dek.
ifói. sloot verzette zich tegen die uitfpraak:
weshalven het gefchaapen ftondt, dat de
verwyderingen, door dit Verfchil veroor-
zaakt, nog grooter zouden worden, niet
alleen tusfchen de Leden der Clasfis zelve;
maar ook tusfchen anderen: dewyl verfchei-
de Perfoonen reeds over dit Onderwerp
•een Penneftryd voerden. Staaten van Zet-
tend
vonden goed met hun gezag tusfchen
beide te treeden, en de Clasfis van Walche-
ren
te bevelen, alle verdere Handelingen
over deeze zaak te ftaaken, en te verbies-
den eenige Schriften over deeze Gefchillen
in 't licht te geeven. Gelaftende de Clasfis
■ van Walcheren, „om,zo fpoedig doenlyk,
„ aan hun Ed. Mögenden over te geeven,
'„ CopienAuthentiecq van de zogenaamde ,
„doch nimmer door hun Ed. Mögenden
„ geapprobeerde vyf Artykelen." Voorts
ïiioeften brahó en van der sloot
ieder een kort, duidelyk en opregt Gpftel
opmaaken, van hunne Gevoelens over
de Règtvaardigmaakinge. En werd aan
zulke Leden van de Clasfis, die oordeelen
anogten, dat de verfchillende gevoelens over
dit'Gfewigtig Stuk in de Gereformeerde Ker-
ken deezer Landen, als te zaamen beftaan-
baar, zouden kunnen geleerd worden', vry-
heid gelaäten, om een Opftel van Veree-
niging te vervaardigen, met welgepafte,
aanneemelyke, en vooral Schriftuurlyke bei
woor*
-ocr page 181-
■ ' HI S T 0 R-IEi ' " m
woordingen (*). Hier mede was de Kerk- lxxxvik
twist gedempt.
                                          boek.
Veel gerugts maakte, zints eenigentyd, ■-------
een naamloos Godgeleerd Gefchrift, ge* 1761.
tyteld, Examen van het Ontwerp van Tole- Holtius
rantie, om de Leen in de Dordrechtfche Sy~ °,;er zyn
r.ode vastgefield, met de veroordeelde Leere o^Hf"
der Remonfiranten te vereenigen: waar in, c)en# pja"#
op eene haatlyke en onchristlyke wyze? kaatwe-
aan veele Hoogleeraaren, en anderen, ge* ëer>s God,
voelens werden aangewreeven, die zy nooit werkea
omhelsd j maar van welken zy een afkeer.
hadden: inzonderheid werd de nagedagte-
nis des Hoogleeraars van den ho-
ne r t , aangetast door zekeren Emeritus
Predikant holtius, die bekend ftondt
Voor den eerflen Aanvoerder dier ontflaane
Gefchilïen, met hevigheid, onbefcheid en
laftertaal van hem voortgezet. De Raad-
penfionaris werd gelast, deezen onrufligen
Man voor zich te ontbieden en te onder-
houden, wegens dit aanflootelyk en flegt
gedrag, en het uitgeeven van Godgeleerde
Schriften zonder Kerklyke Goedkeuring,
en hem aan te zeggen, dat hy, buiten by-
zonder verlof en uitdruklyke toeftemming,
van hun Ed. Groot Mogenden, zieh zou
hebben te onthouden, van eenige Werken
of Gefchriften over Godgeleerde Stoffen,
uittegeeven, of te doen uitgeeven, op ftraf-
fe van de hoogfle ongunst. Holtius
antwoordde;. „ dat hy zich altoos als een
» ge*
(*) Ntderl.Jaarb. 1762. bl. 263-»-314.
Ma
-ocr page 182-
i8o VAD ERLAND SC HE
„ gehoorzaam Onderdaan hebbende gedraa«
„ gen, niet in gebreke zou blyven, om
LXXXVII.
BOEK.
,1761.
3?
zulks mede in deezen te doen." — Dit
geval gaf aanleiding tot vernieuwing en
verbreeding van het Plakaat, in den Jaare
MDCCxv, vastgefteld, by 't welke aan al-
len, tot de Openbaare Kerk deezer Lan-
den behoorende, verboden wordt eenig
Gefchrift de Godgeleertheid betreffende
uittegeven , zonder Naam of Kerklyke
Goedkeuring (*).
Ongunftige Beoordeelaars van het Cha<-
racter der Landzaaten hebben te meermaa-
len geklaagd, dat men hier, ter aanmoedi-
ging van Kunften en Wetenfchappen niets
over hadt; doch konden zy, daar de Be-
wysftukken voor het tegendeel te duidelyk
fpraken, om gelochend te worden, hun
onbillyk oordeel op geene andere wyze regt-
vaardigen, dan met aan te merken, dat Voor-
deel aanbrengende Kunften 'er van moes-
ten uitgezonderd worden by eenLandaart,
die alles ten eigenbaat aanwendt, 't Is
waarheid en geen fchande, dat, over 'tal-
gemeen gefprooken, de Nederlanders zich
meest op nut aanbrengende Kunften toe-
leggen, en het deeze aan geene aanmoedi-
ging laaten ontbreeken. Een en ander-
maal hebben Vreemdelingen zich van dee-
ze geestneiging bediend , en , door een
veelbeloovend voorgeeven, van iets onge-
woons te kunnen uitvoeren, zelfs kundi-
gen
L. OENNE-
Té doet
zich als
een Water-
werktuig-
kundige
kennen.
(*) Refol. van HolL 4 Aug. en 7 Äug. 1761.
-ocr page 183-
HISTORIE.          m
gen beleezen, terwyl zy het veelgerugts lxxxvii.
maakend werk fteeken laatende, toonden boek.
geen ander doel gehad te hebben, dan ten-------.
koften van den voordeel bedoelendeniVe^r- 1761.
lander, eenen geruimen tyd teleeven, of
zich te verryken. Hier van leverde dit Jaar
een fpreekend voorbeeld op, in den einde-
lyken afloop van het lang verwagte Water-
werktuig, des Heeren leopold gen«
NETé, een Lotharinger van afkomst, die
op Leydens Hoogefchool, Onderwys in de
Natuur- en Wiskunde ontvangen, bo-
ven al de lesfen van dengrooten 's gra-
vesandb genooten, en vervolgens, als
Ingenieur en eerfte Wiskunftenaar, een ge*
ruimen tyd in dienst van zyne Roomsch-
keizerlyke Majefteit gefleeten hadt. De
Waterwerktuigkunde fcheen meer dan iets
anders zyne aandagt bezig gehouden , en
hy, in 't vervaardigen van Werktuigen,
die het Water op eene meer dan gemeene
hoogte gemaklyk, en zonder veel koften,
opwerkten, groote vorderingen gemaakt te
hebben.
Het zo dikwyls opgeworpen plan, om Overeen-
het Haarlemmer-Meirtz bedyken en droog £omst ****
te maaken, kortnaa de aanftellinge vanden gegaaaa.a,
jongst overleden Stadhouder , weder lee-
vendig geworden zynde, raadpleegden de
daar in belang hebbende Steden, Dyk-
graaf- en Heemraadfchappen ernftig over
dit ftuk, Middelerwyl kwam de gemelde
GENNETé hier te lande, en gaf aan Dyk-
graaf en Hoogheemraaden van RJtynlmd te
M 3                        ke«fc
-ocr page 184-
iSa. VADERLANDSCHE
Lxxxvii. kennen, dat hy meende een Waterwerk-
bqek. tuig te zullen kunnen vervaardigen, 't welk
—;-----nauwlyks de helft zou koften van een
j_£6i. Schepradmolen, en dat, zonder wind te
behoeven, zo veel zou uitwerken, als tien
Schepradmolens, wanneer zy aan den gang
waren. Zyn voorftel werd met graagte ge-
hoord , en vondt zo veel goedkeurings, dat
gemelde Heeren, dit niet alleen Staaten van
Holland bekend maakten; maar ook in over-
weeging gaven, of zy niet zouden kunnen
goedvinden om, wegens eene zaak-van dat
belang, eenige Heeren te gelaften om met
ge NN et é nader te fpreeken, en hun te
volmagtigen, om, wanneer zy waarfchyn-
lyk een goeden uitflag voorzagen met hem,
wegens het vervaardigen, en de beloonin-
gen in gevalle het goed bevonden wierd,
onder der Staaten goedkeuringe, eene over-
eenkomst te treffen. Dit verzoek gefchied-
de by eenen aanpryzenden Brieve in Louw-
maand des Jaars Mdccli. Keer ras kre-
gen zy een voldoend Antwoord, en wer-
den Dykgraaf en Hoogheemraaden vaii
Rkynland gemagtigd, overeernkomftig het
gedaan verzoek, | niet o e n n e t é te' han-
delen. Zy troffen, in de volgende maand
eene Overeenkomst, de Rofterï der Bouw-
ftoffen, de Arbeidsloonen, de Huur van
de plaats, noodig om het Werktuig op te
rigten , zouden voor Rekening van den
Staat komen \ en beantwoordde^ zelve aan
de verwagting, dan zou de Uitvinder een
Jaarrente van Duizend Dukaaten erlangen.
Wei-
-ocr page 185-
H I STORI E.'          i8gü
Welhaast floeg hy de hand aan 't werk, lxxxvii»
agter het Pesthuis buiten Leyden op eene boek.
van alle kanten omheinde plaats, en ver---------.
wagte men een vaardige volvoering. Het 1761.
werk zammelde. G e n n e t é fchreef het Het werk
toe aan de groote moeite om de daar toe verwyit en
noodige Bouwftoffen te bekomen, aan de °gNtfgJte
zwaarigheden , die hy ontmoette by ver-
sheide Houtkoopers , Timmerlieden en
Smeden, die gelyk hy voorgaf, uit vreeze
dat aan zodanig een Werktuig veel minder
Houts zou gaan, en veel minder Arbeids-
loonen zouden verdiend worden, den voort-
gang van het Werk zogten te ftremmen.
De weigering der Smeden althans fchynt
aanleiding gegeeven te hebben, dat het
Yzerwerk. pp 's Lands werf te Amfierdam
vervaardigd werd. ;----- In Wynmaand des
Jaars mdccliv, was eindelyk het Werk-
tuig in gereedheid; doch een Lek in een
der Pompen belette den voortgang der
Proefneeminge, welke GENNETé, on-
danks alle minlyke en vriendlyke aanmaan
ningen, uitftelde .tot hy in Oogstmaand van
't Jaar mdcclvi, zonder des kennis te
geeyen, uit het Land vertrok.
Vergeefsch wagtte men de wederkomst Hy bïyft
des Kunftenaars, töt in Hooimaand des vol- uiclandig.
genden Jaars, wanneer men te raade werdj
denMeefter Timmerman, door genne-
Té altoos aan het Werktuig gebruikt, over
de vpltooijing te fpreeken, en met deezen
een verdrag ten dien einde aan te gaan.
Hy zet het ;werk voort, onder eene traage
Jkiefwisfeling met g e n n e t é, die de be-
.-,ei '                        M 4                  loof-
-ocr page 186-
ï$4 VADËRLAN'bSCHE
Lxxxvn. loofde overkomst fteeds uitftelde. Om
boek. hem fterker te dringen, vaardigden zy dee-
-—— zen Timmerman, in Herfstmaand des Jaars
17Si, MDccLviii, naar Luik, de plaats waar-
gen NE Té zich toen onthieldt , om
nadere onderrigtingen wegens het afmaa-
ken des Werktuigs te bekomen. In gevol-,
ge van dezelve was het, in Grasmaand des
volgenden Jaars , in gereedheid gebragt,
en werd g e n n e t é Verzogt, ter Proef-
neeminge, binnen eenen bepaalden tyd, over.
te komen, of iemand daar toe te volmag-
tigen. Hy beantwoordde dit verzoek uit
Parys in een Brieve aan den Raadpenfiona-
ris gerigt, opgevuld met klagten over 't
laftig aandringen op zyn overkomst, en
met eene weigering om de Proeve door een
ander te laateri neemcn; dan die genoeguit-:
wees, dat gebrek aan Geld, de hoofdrede
was, die hem belette' naar Hollandweder te
keeren, om zyn Werktuig te volto.oijen..
Een minzaamer Brief dan hy> verdiende,
noodigde hem herwaards, met aanbieding
van de Reiskoften, en een Daggeld van Tien
Gulden eene Maand lang, die hy te Leyden
zou blyven. Hy nani aän vöór den geftel-j
$en tyd over,'te zullen komen; maar een
nadere Brief verfchoof het weder tot het
onzekere. Hier uit befpeurden Dykgraaf
en Hoogheemraaden vxnRhynïand, dat men
zyne Wederkomst vrugtlóös wagtte $ en
iyerden zy te raade, van alles tusfchen'hun
en den uitlandfchen Kunftenaar voorgeval-
len, Staaten van Holland kennisfe te gee-
%ta, waar. van zy denzelven, met Tyds»
■~ ';' ........." r '" ' "' """ be*
-ocr page 187-
HISTORIE.          185
bepaaling en aandrang om overkomst, ver- lxxxvh*
wittigden, Thans kwam hy zo verre, dat boek,
naa het vervaardigen eeniger toevoegzelen, ------«.
de Proeve door den Timmermans Baas zou 1761,
genomen worden. Dan deeze wilde zulks
niet op zich neemen, eer het Werktuig, zq
verre het in afweezigheid van g e n n e t é
gemaakt was, door hem zelve was goedge-
keurd. Dus te leurgefteld drongen zy op
GENNETés overkomst aan; doch hy was
en bleef afweezig, en eindelyk vernamen
zy niets van hem.
De Heeren, wien het toevoorzigt en de De Proef
uitvoering, van dit den Lande zo veelheils i>eant-
beloovende Werktuig was toevertrouwd, j*c?tfeen
oordeelden het niet langer te mogen uitftel- jede,
len aan de Staaten van Holland', breedvoe-
rige opening te geeven van het voorgeval-
lene , in 't verloop van zo veele Jaaren met
G e N N © T é, en te verzoeken , dat het
Werktuig mögt onderzogt worden, om te
beflisfen of 't zelve aan de beloofde werking
kon voldoen en van de verwagte nuttigheid
weezen. Op dit verzoek beflootende Staa-
ten de Hoogleeraars in de Philofophie aan
Leydens Hoogefchool, te volmagtigen tot
het nazien en beproeven des Werktuigs. *-j
De Heeren j. lulofs, p, van mus-
SCH EN BROEK en J. N. S. ALLE-
MAND, voldeeden aan dit Staatsbefluit,
Het qnderzoek liep zeer ten nadeele van
den Uitvinder, allen ftemden zy overeen,
3, dat 'er geen de minfte uitwerking van dit
?, Werktuig te wagten was." In de by-
zondere opgaven, betuigde, lulofs,
M<
                »dat
-ocr page 188-
m VADERLANDSC HE
txxxvii. „ dat 'er geen de minfte hoop was om door
boek.,, deeze Machine, de allergeringfte quan-
--------„ titeit water op te brengen." Mus-
1761. s c H e'n broek, ging verder en befloot,
uit betoogde zwaarigheden ; „ dat het on-
„ mogelyk was, om eenige beweeging in
„ de Machine te brengen, veel min dat de-
„ zelve zou kunnen voldoen aan het oog-
„ merk van gen net é, om 'er Water
„ mede te kunnen oppompen." Alle-
mand keurde desgelyks het Werktuig-
onvoldoende aan het oogmerk; doch de-
wyl hy het Beginzel, waar uit genne-
Té gewerkt hadt, zo veel de befchouwing
betrof, niet wraakte, vonden Gecommit-
teerden tot zaaken de nieuwe Uitvindin-
gen raakende , in wier handen de ingele-
verde Berigtfchriften derHoogleeraaren ge-
field waren, goed, eene nadere verklaaring
hier van te eifchen van deezenHoogleeraar,
die dezelve eerlang liet toekomen.
De ge-
maakte
overeen-
komst ver,
nietigt.
By 't verflag van dit onderzoek, betuig-
den de Gecommitteerden van hun Edele
Groot Mögenden, met betrekking tot de
Nadere Verklaaringe van den Hoogleeraar
allemand, dat in gevolge van dezelve,
een geheel ander Werktuig dan 't geen
GENNETé ontworpen hadt, zou moeten
gemaakt worden, en.dat het gemaakt zyn-
de',i hier te Lande onbruikbaar zou bevon-
den worden, wegens gebrek van genoeg-
zaame Diepte der Gronden, om welke rer
den zy meenden van het verder onder-
zoek, van deeze Uitvindinge zich te mo-
gen ontdaan. ■■
           En met betrekkin-
ge
-ocr page 189-
HISTORIE.           187
ge tot de zaak van gennetc zélve, Lxxxvit.
dat zy met verontwaardiginge hadden boek.
gezien , deszelfs onbetaamelyk gedrag in--------
dit geheele Werk gehouden, waar door hy 1761.
het geduld en de toegenegenheid van Dyk-
graaf en Hoogheemraaden van Rhynland op
het fchandelykst hadt misbruikt, en einde-
lyk, door zyn heen gaan enwegblyven, uit
deezen Lande, zeer klaar getoond van zy-
ne Onderneeming geheel af te zien, wes-
halven, door zyn eigen gedrag, het verdrag,
in den Jaare mdccli gemaakt, te eene-
maale was vervallen. In Slachtmaand dee-
zes Jaars mdcclxi, werden gemelde
           ,'v
Heere'n, onder wier opzigt nu tien Jaaren
geleden, dit Werk was aangevangen, ge-
last het vervaardigde aftebreken en ten gelde
te maaken, op dat het zou kunnen (trek-
ken tot muideringe der daar aan befteedde
koften (*). — Allen, die zich door dee-
zen Vreemdeling, en diensgrootebeloften,
hadden laaten beleezen, fchaamden zich
over het te groot vertrouwen op hem ge^
fteld; niet weinigen, die, reeds van den
beginne, geen gunftig denkbeeld daar van
opgevat hadden, en zich, dóór het marren
des werks, hier in gefterkt vonden, kon-
den niet nalaaten, nu de uitflag aan hunne
verwagèing beantwoordde, 'er den fpot me-
de-
'                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                  ■ - ■
(*) Refol. van Hall. 4 Febr. 19 Maart 3 April
4 Nov. 1761 en — Nederl. Jaarb. 1762. hl. 93—■
162. Waar men de Afbeeldingen, zo van gen-
NETés Werktuig, als van allemäNd* Ophel-
deringe aantrefc.
-ocr page 190-
i88 VADERLANDSCHE
de te dry ven: terwyl veelen^ op het öudqs
gefield, beveiligd werden in het wraaken
van nieuwigheden, en voedzel raapten tot
aankweeking van een dikwyls fchadelyk
vooroordeel. Wy hebben dit der opteke*
ninge waardig geoordeeld, om de zeld-
zaamheid des gevals, het gerügt, 't welk
hetzelve maakte, als mede om 'er een
les van Voorzigtigheid, ten aanzien van
dikmaals veel beloovende Vreemdelingen
uit te doen ontkenen.
Beter flaagde , daar zyne Uitvindingen
in 't klein voldeeden, zekere francois
XAVIER d'ARLES DE LIGNIERE,
in het verkrygen van 't verzogt Octroy op
een Werktuig, tot het uitdiepen van Vaar ^
ten en Kanaalen, van een Ploeg of Krab-
belaar om Rivieren te verdiepen en Zand-,
plaaten weg te nemen; als mede van eene
nieuwe foort van Waterpompen (*). M
Ook erlangde jacob groenewe-
gen, van Werkendam, Qctroy tot het
maaken van een Waterwerktuig van eene
geheel andere natuur, en zo men zich be-
loofde van voordeeliger uitwerking, dan
de gewoone Scheprad-molens (f).
Dat het den Vaderen des Vaderlands
niet ontbrak aan zügt tot het kodieren en
kweeken van Kunften, Weetenfchappen,
en Nieuwe Uitvindingen, bleek dit Jaar
nog nader. De Hollatidfche Maatfchappy der
• ' Wie,
JuXXXVII.
BOEK.
I761.
Oerroijen
aan Uit-
vindingen
verleend.
De Maat-
fchappy te
JioQrlem
roet ope-
nen Brieve
ytititrd.
(*) Refol. van J/o//. I April 1761.
{}) Rtjol. van Roll. 4 Dec. 1761.
-ocr page 191-
HISTORIE.          189
Weetenfchappen te Haarlem > in den JaaréLXXXviiv
MDCCLii opgerigt (*), was zedert uiboek. ^
aanzien binnen- en buitenlands, in aantal-------.
van waardige Leden, zo Inwoonders als 1761-
Vreemdelingen , grootlyks toegenomen:
de uitgegeevene Verhandelingen met graag-
te gezogt, ftrekten ten bewyze van den on-
vermoeiden yver, om te voldoen aan de ver-
koozeneSpreuke, ter eere godsen
TEN NUTTE DES VADERLANDS.
Met dit alles was die Maatfchappy niets
meer, dan het bedryf van byzondere Per-
foonen, niet geftaafd, door het verklaarde
welgevallen, en 't gezag der Hooge Over-
heid. Beftuurders, dit in aanmerking nee-
mende, en hoe in andere Landen, foort-
gelyke Maatlchappyen, by derzelver in-
ilandblyving en voortgang, de gunilige
goedkeuring van den Sou verain verworven
hadden, vervoegden zich ten dien einde
by Staaten van Holland, welken het be-
haagde, op de plegtigfte wyze, door hun.
hoog Gezag goed te keuren, de Holland/ehe
Maatfchappy der Weetenfchappen binnen de
Stad Haarlem,
als mede derzelver aange-
nomen Spreuk, deo et patriae, en
Zegel met het randfehrift sigillum
-SOCIETATIS SCIENTIARUM B A-
tavo-harlemensis. Dit alles ge-
fchiedde onverkort het regt van andere Ste-
den j en zou het der Maatfchappye niet
vryftaan, openlyk te leeraaren, of eenige
Stuk-
(*) Zie hetXXJI D. onzer Vadtrl. Hifi. bl. 56.
-ocr page 192-
ïpo VADERLAND SC HE
txxxvii. Stukken te doen drukken, in eene andere
boek. Taaie dan de Nederduitfche , of in die
--------Taaien, in welke de Verhandelingen oor-
1761. fpronglyk gefchreeven waaren. Deeze
Open-Brief, den dertigften van Hooi-
maand verleend, en met Dankbaarheid ont-
vangen , ftrekte der Maatfchappye tot een
nieuwe fpoor en prikkel om haar begon-
nen werk, met allen yver, voort te zet-
ten (*).
't Genoot- Aan de zugt eeniger Aanzienlyke Per-
fchap Pro f00nen ? tot eene gegronde kennis van het
jure Putrio Vaderlandfche Regt, was in Groningen een
te Gronin- Genootfchap, ten Zinlpreuke voerende
gen opge-pRO EXCOLENDO JURE PATRIO,
Ilêt"         de geboorte verfchuldigd. Het werd >
in Sprokkelmaand deezes Jaars, tot ftand
gebragt, wanneer de Hoogleéraar nico-
laus engelhard, 't zelve met ee-
ne gepafte Redenvoering inwydde, en een
Genootfchap, 't geen zo veel hy wist,
éénig in zyn foort was .aanmoedigde.
Het oogmerk der Leden ftrekte om in te
dringen tot de kennis der Gronden van
onze Regeering en Vaderlandfche Wetten;
zy bepaalden zich, ten dien einde, niet
alleen, tot het onderzoek van het Staats -
en Burger-regt der Vcrcenigde Nederlan-
den;
maar ftrekten hun plan uit, tot alles
wat daar toe rechtftreeks, of van ter zy-
de
(*) Refol. van HM.3oJu1y 1761. Verhanddingen
Van de Hollandfcbe MaatfcbappyderrYeetenfibappen,
VI Deel 11 Sc. Foorber. bl. XIII.
-ocr page 193-
HISTORIE.          Ï91'
de, kon dienen, uit de Taal- en Oud- lxxxvit^
heidkünde, zo wel als uit de Natuurlyke boek.
Hiftorie van ons Vaderland, om zich dus ■ ; » »
den arbeid dier Medeleden, welker Let- 1761.
teroefeningen de Regtsgeleerdheid niet
volftrekt bedoelden, mede ten nutte te
maaken ( *). En de Inrigting zelve en de
Naamlyst der Leden, vervuld met een
aantal geagteMannen, bekend voor arbeid-
zaame Beoefenaars dier Weetenfchappen,
deedt de gegrondfte hoope opvatten, dat
de fchoot diens Genootfchaps veel goeds
zou baaren.
Met het afloopen van dit Taar , ftondt Het 9C"
het IaatfteDertigjaarige Octroy aan de West- West. jn^
Indifche Maatfchappye
deezer Landen ver- Maatfibapi
leend (f) te eindigen. Het behaagde den pye vei>
Algemeenen Staaten op nieuw, dezelfde len&d*
Voorregten aan dit Lichaam, voor 't zelfde
tydvak, te vergunnen: met de daar in ge-
maakte veranderingen, ten opzigte van de
vryeVaard op de Kullen vmslfrica, onder
de bepaaling van zekere Recognitie aan de
Maatfchappye, welke vergunning, in den
Jaare mdccliv gefchonken (f), thans
mede ten einde liep. Alleen was'er eene ver-
andering omtrent de Schepen en Goede-
ren, over andere Landen, en Staaten her-
waards aankomende; als mede dat tot de
Vaard
(*) Verhandelingen ter nafpooringe van de Wetten
en Geßeldbeid onzes Vaderlands, door een Genootfibap
Pro excolendo Jure Patrio, .] Peel. •
(f) WAGENAAR Vaderl. Hiß. XIX D. bl. 32.
(S; Zie het XXlï D. onzer VMM. Hifi. bl. 107.
-ocr page 194-
ï9a VADERLAND SC HE
kxxxvii. Vaard opjfrtcu Schepen van allerlei Leng*
boek. te zouden mogen gebruikt worden; met
-------■ eene nieuwe bepaaling der Lastgelden daaf
1761. van te betaalen (*).
Twéé
           Ëene Aardbeeving, die in Spanje geWel-
Aasilbee- djg WaSj de Bogt van Frankryk fchokte,
vingen. en QQ^ -m ^0a^ en jer/an^ befpeurd
werd, namen eenigen in dit Land, op den
laatften van Lentemaand, waar. De Kerk*
kroonen in de joodfche Synagoge te Amfier-
dam,
's naamiddags omtrent twee uuren,
Van zelf beweegende, gaven het daar te ken-
nen ; te Maaslandfluis ontdekte men het niet
alleen aan de flingeringen dier Kerkcieraaden,
welke meer dan een voet heen en weder
gingen; maar ook aan de Beweeging van
het Water, welke de Schepen in de Haven
op eene vreemde en ontzettende wyze flin-
gerde. — Te Maaflricht hoorde men, den
vierden van Bloeimaand, 's avonds naa ze-
ven uuren , eenig Gedruis, gevolgd van
eenen floot of beweeging van den grond,
zo fterk dat de Menfchen uit hunne Hui^-
Zen, zich op flraat begaven. 'Er was wei-
nig winds, aan de lugt zagmenroodeftree-
pen; doch naa de Aardbeevinge hieldt de
wind op, en de lugt veranderde (f). Beid-
de deeze Aardbeevingen hebben hier te
Lande geene fchade altoos veroorzaakt;
doch wy moeften ze optekenen; dewyl dit
fchrikbaarend verfchynzel, hoe zeldzaam
an*
(*) RefoL van Hotl. 1 Dec. I7ÖI.
(t; Nederl. Jäarb. 176L bl. iaei.
-ocr page 195-
HISTORIE.           193
anders in onze Jaarboeken , in de laatfte lxxxvii..
Jaaren > te meermaalen voorkwam.
             boek.
Hoewel het zkh met den uitgang des--------
Jaars mdclxi, en den aanvang des vol- 1762,
genden, liet aanzien, als of, by het af bree- De Oorlog
ken der afzonderlyke Vredehandelinge tus- drei8c al
fchen Frankryk en Engeland (*), het ge- fUJ^n
tal der Oorlogende Mogenheden b wel verre worden,
van te verminderen, ftondt te vermeerde-
ren, en zulks met de daad gefchiedde, mogtr
evenwel dit Jaar den dageraad des Vredes
aanfchouwen. -----Dat Spanje zich in dee-
zen Vredehandel mengde, en bedreigingen
van Engeland den Oorlog aan te doen by-
voegde, indien het aan de voorflagen van
Frankryk geen gehoor gaf, ontftak de ge-
moederen der Engelfchen zeer tegen de
Spanjaarden; en veelen, in ftede van die.
vermeerdering van Vyanden tegen Grout
Brittanje
als nadeelig aan te zien, fpelden
dit Ryk daar uit groote voordeden (f).
Het Spaanfche Hof deeze neiging van het
Londenfche befpeurende, liet den tienden,
van Wintermaand, van 't Jaar mdcclxi,
een Bevelfchrift afgaan naa alle Zeehavens
diens Ryks om alle Engelfche Schepen, zich
daar bevindende, op te houden (§). Eer
<lit Jaar eindigde, was de Oorlog van de
Spaanfche zyde zo goed als verklaard, ert
het
(*) Zie hier boveti, hl. ttft.
(j) Univerfal MagaZ. Vol. XXIX. p. 102. 2IÖ.
(Jj) Univerfal Magaz. Vol. xxx p. 44-
XXIII. DEEL.           N
-ocr page 196-
if>4 VAD E RL AND SC HE
cxxxvii. het ander was nauw begonnen, ofvandcE«-
BOEK. gelfche zyde zag eene Oorlogsverklaaring
•—-----het licht, welhaast van eene ftaatlyke in
1762, Spanje gevolgd.
Tusfchen Frankryk en Spanje werd een
allernauwile Verbintenis geflooten (*)>
en Portugal zzngzzogt daarin te deelen. De
Koning vondt groote zwaarigheden om toe
te Hemmen in een allerdringendst aanzoek,
wilde de Onzydigheid, dus lang gehouden,
bewaaren, en boodt zyne bemiddeling tot
den Vrede aan: de bedreigingen dat, inge-
valle hy niet van die Onzydigheid afzag,
Spaanfche Krygsbenden Portugal zouden
inrukken, konden hem niet beweegen om
deeze te laaten vaaren, en met die twee
Mogenheden tegen Engeland zamente fpan-
nen (f). Het volvoeren deezer bedrei-
ging, bewoog den Koning van Portugal,
den Oorlog aan Spanje te verklaaren, be-
antwoord door eene Oorlogsverklaaring
van dat Hof, als mede vaii het Fran-
fche
( § ). Wanneer de gedreigde inval in
Portugal gedaan was, liet de Koning, door
zyn Afgezant, de co sta d'almeida
de SALEMA, by hun Hoog Mögenden,
den Onderftand vraagen in het Verdeedi-
gend Verdrag van den Jaare mdcciii
bepaald (§§).
Dit
(*) Univerfal Magaz. Vol. xxix. p. 375- 378.
379. Vol xxx. p. go. 142. 194.
ft) Univerfal Magaz. Vol. xxx. p. 254—259.
(5) Univerfal Magaz. Vol. xxxi. p 42.
\$) Refil, van Holl. 16 Sept. 1762.
-ocr page 197-
H ï STÖRIË.
m
Dit byfier oorlogZügtige gelaat dërzaa- lxxxvïï.
ken in Europa, klaarde ten onverwagtfte boek. '
op* De dood van de Alleenheeffcheresfe—=■
aller Rusfeu, op den vyf- en- twintigften 1762*
Van Wintermaand des Jaafs mdcclxi, De Dood
plaatfte peter ö e isf III, op den Rusfi- 4S* ^sfl\
fchen
Throon» Deeze Vorst was geheel t\Jie E'M"
ingenomen met den Koning van Pruisfen ZAbeth
en hädt den Oorlog doof Elizabeth brengt ee-
tegen FRED ERIK DENGROOTENj, ygfande^
in gemeenfchap met de Hoven van Wecnen ring te
mPerfailles gevoerd, met leede oogen aan- wege.
gezien. Zo onbegrensd was de bewonde-
ring deezes Vorsts van den Pruisfifchen
Monarch, dat hy, by 't leeven van Eli-
zabeth, aan een der vreemde Staats*
dienaaf en zyn ongenoegen betuigende j dat
de Keizerin hem in Rusland hadt doen ko-
men, 'er byvoegde „ was ik Hertog van
Holflein gebleeven, ik zou thans in Pruis*
fifcheft dienst het bevel over een Regi-
5, ment gevoerd, en de eer gehad hebben %
„ om in perfoon een zo groot Monarch tè
„ dienen, eene eer die ik veel hooger keuf
j, dan die van Groot-Hertog te weezen."
Naa zyne Throonbeklimming gaf hy" meer*
maaien den Koning vm Pruis/en, den ftaant
Van Meeftefé Met een zyner Gunfltelingen
over dit onderwerp fpreekende, was zyne
taal. „ Gy weet ik ben een getrouw Die-
j, naar van niynMeeftef geweest: want gy
„ herinnert us dat ik kundfchap van alle
„ Kabinetsgeheimen aan hem het toeko«
„ men." Wanneer de Heer, dien hy Jit
ieezer voege,aanfprakj op1 zulk een taaj
N ft
                 fche^tl
-ocr page 198-
i96 VADERL ANDSCHE
lxxxvh. fcheen verbaasd te ftaan, en marde met ee-
B o e K. nig antwoord te geeven, voerde de Keizer
-------- hem te geraoet. „ Waar voor vreest gy?
1762. „ het oude Wyf leeft niet meer, en zy kan
„ u niet naa Siberië zenden." — Deeze
bekende verkleefdheid des nieuwen Rusfi-
fchen
Monarchs aan den Koning van Pruis-
fen,
deedt eene wending van zaaken wag-
ten, die ook bykans zo fpoedig , als de
dood van Elizabeth, opdaagde (*).
Cxaarp e. Peter de III, liet aan de Afgezan-
nfAwordt ten van Ooßenryk, Frankryk en Zweeden,
Bondae. met den aanvang deezes Jaars, eenen voor-
noot van flag doen, dat hy den Oorlog moede, en,
*eÄDE"oo om ^en Vrede te bezorgen, gereed was al-
Tfiw.0 *e de Vermeefleringen, door de Rusfijche
Wapenen gemaakt, op te offeren, hoopen-
de dat de met hem verbonden Hoven van
hunnen kant, even zeer aan het herfiel des
Vredes, de voorkeur zouden geeven bo-
ven de voordeden, welke zy niet dan
met bloedftorting konden verkrygen. Hoe
zeer de Koning van Frankryk naa den Vre-
de betuigde te haaken, kon hy niet bellui-
ten een flap tot den zelven te doen, ^zonder
medeweeten en toeflemming zyner Bond-
genooten ( f ). Doch Czaar peter de
III, alle andere inzigten ter zyde Hellende
öm zyne buitenfpoorige vooringenomen-
heid met het Character des Konings van
Pruisfen te voldoen, zondt, zonder zyner
Bond-
{*) Coxe Travels Vol. ir. p. 8. ir. 12.
(f) Univirfal Magaz. Vol. XXX. p, 217. 3.1 S.
-ocr page 199-
HISTORIE.          19?
Bondgenooten goedkeuring aftewagten, of lxxxvii.
de belangen en eer zyns Ryks in 't oog te b o e k.
houden, een Gezant naar Berlyn om eene-------•
onmiddelyke bevrediging te bewerken. 176a.
Frederik de groote, dien de
krygskans tegen liep, en op't punt fcheen,
om, door het aantal en de volhardingzyner
Vyanden, overmeefterd te zullen worden,
nam een voorftel, gefchikt om hem te red-
den , uit eene engte waar uit geen mensch-
lyk vermogen hem kon helpen, zonder ee-
nig verwyl aan, in Lentemaand werd de
Wapenftilftand, in Bloeimaand de Vrede,
en een Verdrag van verbintenis geflooten.
Czaar peter de III, liet zyne voor-
gaande Bondgenooten vaaren, zonder iets
het minfte ten hunnen voordeele te bedin-
gen. Hy riep niet alleen zyne Soldaaten
uit het Ooflenryks Leger te rugge ; doch
zondt, naa eenen korten tuslchentyd, eene
verfterking van 20,000 Man aan zyn be-
gunstigden Held. Dus vervoegden zich, in
't verloop van weinig maanden, de Rusfi-
fche
Benden by het Pruisfisch Leger, om-
diezelfde Ooßenrykers, nog zo onlangs.,
door de wapenen der Rusfen in Silefte ge-
bragt, uit dat Land te dryven. — Zweedea
volgde de voetftappen des Hofs van Peters-
burg,
en tekende, in dien eigenften Bloei-
maand, den Vrede met het Hof van Ber-
lyn.
Scheen frederïk, door dien onver- De Vrede
wagten en hem recht tydig komenden dood *.us£he"
zyner Vyandinne, en de Throonbeklim- gend^Mo,
ming, zyns onbegrensder! Bewonderaars, genheden
N 3
                      ge- geflouten.
-ocr page 200-
*?8 VADERLAND SC HE
&XXXV11, geholpen, deZesmaandelyke Regeering dés
Boek, laatstgemelden dreigde hem op nieuw te
<------*• dompelen in dien poel van verlegenheid,
ï^óg., waar uit hy gered was, Catharina
de II, haaren Egtgenoot ontthroond ,en,
naa diens kort daar opvolgenden dood, het
Ryksbeftuur in handen genomen hebbende,
nam andere maatregelen, en hadt reeds be-
velen gegeeven, die het hervatten der vyand-
lykheden dreigden; maar hethoorenleezen
der Brieven tusfchen den Koning van Pruis-
jen
en haaren overleden Egtgenoot gewis-
feld 3 behelzende veele heilzaame raadgeevin-
gen, tegen de onbedagtzaanie en onvoorzig-
tige maatregelen, welke de genegenheid der
Keizerinne van hem vervreemde, en Lie-
den van den hoogften Rang afkeerig van
hem gemaakt hadden, wekte haare dank-
baarheid dermaate, dat zy zich op 't fterk-
fte ten yoordeele diens Konings verklaar-
de, en de gedreigde vyandlykheden opfchort-
te, 't iLusßsch Leger fcheidde zich wel
•van het Pruisftfche af; doch al het voor-
heen veroverde werd overgegeeven 3 en de
ftipfte Onzydigheid in agtgenomen. De
groote Fred ERIK, hervatte, met ver-
nieuwde kragten, zyne Krygsverrigtingen
In SUeße y en maakte een hem roemryk
pinde aan deezen Moedigen zevenjaarigen
Oorlog, Op den Vrede van Fontainebleau
tusfchen FraJikryk9 Spanje, Engeland en
P(?f#/g#/geflootejt.(*), volgde eerlang die
'van
-ocr page 201-
--, v
HISTORIE.           109
van Hubertsburg tusfchen de Keizerin Ko- lxxxvii-,
ningin en den Koning van Pruisfen.
              boek.
Toen de Oorlog tusfchen zyne Groot---------
Brittannifche Majefteit en de Koningen van 1762.
Frankryk
en Spanje, door eene vooraf- Den £«•
gaande Overeenkomst, aan 't hoofd der geifcbm
vyandlyke Legers in Duitschland getroffen, to°htDdoor"
geëindigd was, werd hunne Hoog Mogenr Krym*ff
den, by eenen Brieve huns Afgezants den volks over
Graave van welderen, te kennen 'c Gnd"
gegeeven, hoe zyne Koninglyke Maje- den'siaat11
fteit gaarne zou zien, dat de Groot Brit- toege-
tannifche Troepen, uit Duitschland komen- ft aan.
de, zich te Willemflad fcheep begaven. In
beantwoording fielden hunne Hoog Mo-?
genden de veelvuldige zwaarigheden voor,
om zulk een aantal Krygsvolks , in het'
Winterfaifoen, over het Grondgebied van
den Staat, te laaten trekken. Dan's vol-
genden daags verzogt de Engelfche Afge-
zant York e deezen Doortocht flaatlyk;
een tweeden Brief van van welde-
ren drong dien aan, het befluit viel den-
zelven toeteftemmen ; en dit kleine on-
gemak te gedoogen, naa ontheeven te zyn
van een Kryg in de Nabuurfchap gevoerd,
waar in veelen deezen Staat gaarne hadden
ingewikkeld , op een tyd , dat dezelve,
door mangel aan genoegzaame Land- en
Zeemagt , ter zelfsverdeediginge onbe-
kwaam was (*).
Ten
(•) Refil. van Holl r Dec. 176a. Nederl. Jaarb.
1762. bl. 1358 — 1369.
N 4
-ocr page 202-
aoo VADERLANDSCHE
kxxxvii. Ten aanzien van de Zeemagt, deedt
BQEK. men dit Jaar eene meer dan gemeene poo.-'
--------ging, om dezelve op te beuren. Staaten
1762. van Holland, reeds vroeg dugtende voor
Popging den nyd der Engelfcheh op de voordeden,
omdeZee- die de Kooplieden deezer Landen, geduid
veHter! rende den Oorlog van dat Ryk met Spanje
fcéi}.          zouden behaalen , namen in overweging,
tot beveiliging des Zeehandels , dat de
twaalf Schepen en Fregatten van Oorlog,
die, volgens een Befluit van den elfden van
Louwmaand , zouden uitgerust worden,
volftrekt niet voldoende waren, om der
Zeevaard de verlangde veiligheid te hezoi>
gen , huns oordeels behoorde men eene
fchikking te maaken, om, buiten deezen,
'er nog dertig in dienst te brengen. „ Zy
„ hoopten dat de Bondgenooten, ééns een^
„ maal door het voorledene zouden over-
„ tuigd zyn, van de noodzaaklykheid om
\            „ de beveiliging ter Zee, met meer yvers,
-„ te behartigen; en het thans; tydig oor--
„ deelen, om met de daad de uiterfte poo^
„ gingen te doen, tot behoudenis van de
„ voornaamfle Bron van de Welvaard dee-.
„ zer Landen, en te willen bedenken, hoe
„ het zeer gemaklyk zou kunnen gebeur
„ ren, dat de uitkomst der zaaken uitwees,
„ dat het alleen van de kloekhartigheid der
„ Bondgenooten hadt afgehangen, of men
„ alles zou hebben verlaoren, of hehour
„ den (*)•" —— Volgens een Befluit ter
Ver^
{*) Refol. van Hall- 14 Jan- I?6^
\
-ocr page 203-
HISTORIE.          sol
Vergadering van hun Hoog Mögenden ge- lxxxvu.
nomen (*), vervaardigde de Raad van boek.
Staaten eene Petitie , voor Vyf Schepen ■-
van 60, Tien van 50 Stukken. Vyf Fregat- 176%.
ten van 40, Vyf van 36, en Vyf van ao
Stukken; voor tien maanden 2844000
Guldens beloopende, waar in Staaten van
Holland ftemden ( f). -—■ Zeeland volg-
de hier in , onder voorwaarde van geene
verdere betaalinge te zullen doen, dan zo
veel het Aandeel van dat Gewest bedroeg,
in 't geen weezenlyk by de Admiraliteit in
Zeeland zou worden uitgerust. — Utrecht
kon 'er toe verftaan; doch verklaarde, niet
meer dan de helft van haar Aandeel in de
voorgeflaagene Petitie te kunnen draagen.—
Gelderland Hemde, en dan nog onder be1-
paalingen,tot Twaalf Schepen, op de ver-
meerdering van Landmagt aandringende. -
Overysfel bragt het. op Tien Schepen, en
fprak, niet min dan Gelderland, van 't wa-
penen te Lande. — Friesland bepaalde de
vermeerdering op nog Twaalf Schepen van
Oorlog. — Groningen kon, voor ditmaal,
in een derde van de verzogte Uitrufling
treeden; doch gewaagde, gelyk Gelderland
en Overysfel, van het verlier ken der Land-
magt (§). Vermeende ftrydige belangen
dwarsboomden eene zaak door Holland zo
zeex begeerd, en om welker daadtyke vol-
bren-
(*) Refol. Gen. Veneris 15 Febr. 1762.
(fJÄe/b/. van Holt. 13 Maart 1762.
(§) Refil, van Holl 22 May en 22 July 1702,
N5
-ocr page 204-
soa VADERLANDSCHE
Lxxxviï. brenging de tydsoniftandigheden riepen;
boek. daar de ongehoorde ftoutheid der Engel/the
-------Kaaperfchepen in de West Indien zo verre
»tffiii. ging, dat zy, blykens het fchryven van Be-
windhebberen der Westindifche Maatfchap-
pye ter Kamer Zeeland, zich niet ontzagen
Schepen, toebehoorende aan Onderdaanen
van den Staat, op Reeen, in Havens en
Baayen , onder deszelfs Souverain gebied
liggende, aan te taften, te neemen, en in
de Engelfche Volkplantingen op te bren-
gen _(*).
Dit laatfte Oorlogsjaar, leverde nog on- /
telbaare voorbeelden op van Zeefchennisfen
der Engelfchen, Franjehen en Spaanfchen;
welke laatstgemelden , in het prysver-
klaaren, even zeer als de Engelfchen > het
Tractaat van Marine tusfehen deezen Staat
en Spanje, in den Jaare mdcl geflooten,
fèhonden; 't welk aanleiding gaf tot veel-
vuldige Klagten en Onderhandelingen, van
foortgelyken aart, als, tot verveelens toe,
tusfehen deezen Staat en het Ryk van Groot
Brittanje ftand greepen (f). ------- Het
ftrekt ons ten genoegen , het verflag van
alle de Zeeonheilen te mogen eindigen, met
een trek, die de Eer van 's Lands Vlag hand-
haafde , de laaghartigheid en trouwloosheid
der Engelfchen, voor 't laatst nog eenmaal,
in helderen en befchaamenden dag zette.
Ca-
,,.. -. : .•......- ,. rj ■• ■•■
(*) Refol.van Holl. 27 Maart 17Ö2.
(f; Rejvl. van Holl. i{ Febr. 11 Maart 30 April
20 May i6 Juny en 5 July 17Ó2.
-ocr page 205-
,.■•
HISTORIE.           203
Capitein salomon de del de Jon- lxxxvii.
ge, met het Fregat de Dankbaarheid van boek.
twintig Stukken, in Oogstmaand, nevens--------
yier Koopvaardyfchepen , onder zyn Ge- 176a.
leide, uit Texel gezeild, werd welhaast ont- Capitein
moet van een Ëngelfchen Oorlogsfloep, die dedels
hem, dooreen Officier,kennis gaf, bepaal- m<^'8
den last te hebben om alle Schepen, näar
Franfche en Spaanfche Havens beftemd, te
doorzoeken,en aan te houden, begeerende
dien last aan de Koopvaardyfchepen onder
zyn Geleide te volvoeren. Dedel gaf
een weigerend antwoord, zeggende, „niet
„ te kunnen toeflaan, dat Schepen, onder
„ zyn Convoy, die geen van allen Contra-
„ bande Goederen in hadden, onderzogt
„, wierden," Hy deelde hem den.inhoud
der Laadingen mede. 's Anderen daags •
kwam een grooter Oorlogsfloep, met de-
zelfde boodfchap; doch die, het zelfde wei-
gerend antwoord , ontvangen hebbende,
voorts een anderen feinde, welke dedel
op zyde bleef, terwyl deeze naar Duim
zeilde, met fchooten en feinen eenige Sche-
pen uit die Haven lokte, en onder deezen
een Fregat van twee- en - dertig Stukken.
De Bevelhebber van't zelve, het Hollandsch
Oorlogfchip naby gekomen, riep dat hy de
;Koopvaarders wilde doorzoeken. De-
del antwoordde, „ dat hy zulks niet
•„ zou toeftaan; maar geweld met geweld
„ keeren," Een uitgezette Boot met een
Engelfche Vlag, rqeide naa .een der Koop-
vaardyfchepen. Dedel deedt 'er ter-
ftön4 op vuuren, en zeilde met zyn Schip
-ocr page 206-
ao4 VADERLANDSCHE
lxxxvii. naaden met Doorzoeking gedreigdenKoop-
BOEK. vaarder : deeze hieldt af, eer hy 'er by
•-------kon weezen; waar op hy een Officier met
1762,. eenige Soldaaten, aan ieder der andere
Koopvaardyfchepen zondt, met bevel ora
alle Engelfche Boots van boord te houden.
De Capitein van hetEttgehchFregat, vaar-
digde twee Officieren naa- boord van d e-
de l af, met aanzegging, dat, by een ge-
houden Krygsraad beflooten was, de Koop-
vaarders onder zyn Geleide te onderzoe-
ken, dat men op hem vuuren zou, indien
hy het ondernam zulks met geweld te be-
letten. Dedel bleef zich zelven gelyk,
en betuigde dit, zo lang hy kon, hoe on-
gelyk de magt ook ware, te zullen weeren.
Naa het overbrengen deezes antwoords,
vervoegden zich drie floepen na de Koop-
vaarders; doch Capitein dedel deedt
met fcherp op dezelve losbranden: waar
naa het Engelsch Fregat op hem vuurde, 't
geen hy niet onbeantwoord liet. Hier op
volgde een Scheepftryd van een groot half
uur, tusfchen de beide Fregatten, die op
zich zelven elkander gewasfen waren. Ca-
pitein dedel met een musketkogel aan
de neus getroffen, vondt zich genoodzaakt
het halfdek voor eene wyl te verlaaten. De
overige uit Duim opgekomene Schepen,
waar onder e'én van vyftig Stukken, be-
gonnen mede te fchieten. Overmagt nood-
zaakte ten overgave, naa twee Dooden, elf
Gekwetften, en aan Schip, Wand en loo-
pend Touwwerk niet weinig fchade, beko-
men te hebben. Niemand was op 't En*
.-..
                                                 gelsch-
-ocr page 207-
H I S TORIE.          205
gelschSchip gewond, of gefneuveld,'t zelve Lxxxvit.'
hadt twee zwaare fchooten bekomen en de boek.
zeilen waren zeer gehavend, 's Lands Schip-------•
en de Koopvaardyfchepen werden in Duim 1762.
opgebragt. Aan Capitein dedel ver-
leende men welhaast vryheid om te zeilen,
werwaards het hem behaagde, uit 's Ko-
nings Magazynen alles ontvangen hebben-
de, tot heritelling van de geledene fchadef
en naa men bevonden hadt, dat de Koop-
vaarders geene Contrabande Waaren voer-
den, werden de Schepen met de Laadin-
gen vry gegeeven (*).------- Alle regt-
fchaape Vaderlanders roemden dedels
heldhaftig gedrag ; 't welk ook de goedkeu-
ring van 's Landsvadeïen in volle maate
weg droeg, terwyl eenigen in Enge/and,
hem voor eenen heethoofdigen aanzagen,
die het leeven zyns volks roekloos in de
waagfchaal ftelde, en gelegenheid tot een
Gevegt zogt, 't welk , hoe gering ook,
oorzaak tot eene Vredebreuk, tusfchen dat
Ryk en deezen Staat, kon geeven (f), de
wensch van veelen aldaar, die onzen Han-
del en Scheepvaard, hoe ftrydig , tegen
het Volksregt en de Verbonden, ftaande
den thans gevoerden Oorlog, zo zeer be-
nadeeld , gaarne geheel vertrapt zagen: of
die, in handeljalouzy geen maat altoos
ken-
(*) Refol.van Holl. 8, 13 en i8Scpt. 13 Octob.
5 No 17, <76i..
( f; Nederl. Jaarb. 1762. bl. 836. Univerfal Mm-
gas.
Vol. xxsi. p. 163.
-ocr page 208-
&o6 VADERLANDSCHË
LXxxvii. kennende,durfden fpreeken van de Dykert
boek. in Holland te flegten, om hun, die door
-------- Weelde niet te onder te brengen waren, in
ï.j6i. 't Water te verfmooren, indien zy in de
maatregelen van Engeland weigerden te tree-
den (*).
't Ver-
          Verfcheide Schepen, onder andere Koop*
aoekfchrift manfchappen, met Houtvvaaren belaaden,
handelaa^ 'in Texel gereed liggende , na Franfche ?
ren te Am- Spaanfche en andere Havens beftemd, had-
ßerdam den van 't uitgezeilde Convoy zich niet
vindt in- m0gen bedienen: dewyl men zwaarigheid
deStaaten. maakte , om Houtfchepen onder befcher-
ming van 's Landsvlag te neemem Dit be-
woog veele belanghebbenden in den Hout-
handel te Amfterdam, zich met een Ver-
zoekfchrift by hun Hoog Mögenden te ver-
voegen, aandringende om gehandhaafd te
worden, by het voorregt, 't welk het Zee-
verdrag tusfchen deezen Staat en G-root'
Brittanje
hun verleende. Het daar omtrent
beraamde, werd by hun Hoog Mögenden,
ten gevalle der Kooplieden, veranderd (f).
De Graaf De Afgezant des Franfchen Hofs , de
xi* A f f R v Graaf d'affry, die omtrent zeven Jaa-
fcheid van ren' of den gan^cnen tyd des OorlogS tus-
den Staat, fchen zyne Kroon en die van Engeland,
deeze gewigtige Post by onzen Staat be-
kleed, en tot het houden der Onzydigheid
zeer veel toegebragt hadt, nam in Zomer-
maand deezes Jaars, uit zyn Gezantfchap
tot
(,*) Univerfal Magaz. Vol. rxx. p. 253.
(,t) Rejol. van Uoll. 30 Cct, en 5 Nov. 1782.
-ocr page 209-
;          HISTORJ E.           207
tot het bekleeden van zyne Krygsbedie- lxxxvii.
ning, als Luitenant Generaal opgeroepen, boek.
affcheid van hunne Hoog Blogenden, niet — -—
zonder hun, in zyne Aanfpraake , over 1762*
deeze, met zo veel moeite en Staatsbeleid,
bewaarde Onzydigheid, grootelyks te pry-
zen; als het middel, om, in 't midden van
den Oorlog, om zo te fpreeken, den diep-
ften Vrede te genieten, den Koophandel te
beveiligen , te vermeerderen , en uit te
breiden (*).
Te zonderling, te veel gerugtmaakend,•'tGevalvan
hoe ongevallig ook voor de pen der Ge- °* z' VAM
fchiedcnisfe, was 't geen ten deezen Jaa-
ren voorviel, omtrent Jonkheer o n n o
zwier vanharen, Grietman van
Stellingwerf Westeinde, om onaangeftipt ge-
laaten te worden.— Een Familie-twist, uit
een, wat men ook van de zaak oordeele,
allerhaatlykften en verfoeilykften oorfprong
gereezen, en tot zulk eene hoogte geklom-
men , dat Holland en Friesland niet alleen;
maar ook de verdere Bondgenootlchaplyke
Geweften 'er mede gemoeid waren, en ge-
legenheid gaf, tot een aantal van Schrif-
ten, die deels de kennisneemingen veroor-
deeling der Hooge Overheid niet ontgaan
konden, ftaat ons te befchryven, of liever
de voornaamfte Stukken, dezelve betref-
fende , even aan te roeren.
Een reeks van Jaaren, bekleedde de Heer Aanzienly-
van haren aanzienlyke pollen, we- ^e Potten
J r                      door hem
gens bek|eed.
(♦) Ntderl. Jaarb. i?ö2. bl. 417.
-ocr page 210-
208 VADERLANDSCHE
lxxxvii. gens Friesland, in de Algemeene Vergade-
boek. ringen, tot aan de verheffing des laatst over-
--------■ hden Stadhouders: deeze, wel verre van
1762. hem, die zich altoos een groot Voorftan-
der van het Stadhouderlyk Huis betoond
hadt, en het vertrouwen van dien Vorst
bezat, in aanzien te doen daalen, vermeer-
derde het zelve, en ftondt hyfteedsinblaa-
kende gunfte by de Gouvernante. Zyn
Gezantfchap naar de Zwitzerfche Cantons in
den Jaare mdccxlvii, in het Charac-
ter van Buitengewoon Afgezant en Gevol-
magtigden hunner Hoog Mögenden, op de
Vredehandeling te Aken, ftrekken hier van
ten blyke. Behalven, dat hy blyvendCom-
misfaris Generaal was van de Zmtzerfche
en Grifonfchc Troepen in dienst van den
Staat, zat hy, buiten den tyd in de ge-
melde Gezantfchappen gefleeten, wegens
Friesland, in de Admiraliteit te Amfierdarriy
of in de Vergadering hunner Hoog Mogen-
den. Omtrent dertig Jaaren den Lande,
in die onderfcheide betrekkingen, gediend
hebbende, werd in den Jaare mdcclx
eene zaak openbaar, die veel opfpraaks
verwekte, en debeklaaglykfte gevolgen naa
zich fleepte.
Befcbuldi- uit zyn talryk Huisgezin van tien Kin-
j^"8ing8/" deren, was de Oudfte Dogter gehuwd,
bragt. met den Heere janalexandervan
zandyk, door voorfpraak zyns Schoon-
vaders , met gewigtige Ampten bekleed.
Zyne Derde Dogter werd, in den Jaare
MDCCLix, ten Huwelyk verzogt door
Mr. WILLEM VAN HOGENDOR.P.
Reeds
-ocr page 211-
HISTORIE.           209
Reeds waren deezen Bruidegom en Bruid, lxxxvii.'
de Huwelyks Afkondigingen in Friesland b o e k.
drie-., en in 's Gravenhaage twee-maaien--------
gefchied, toen deeze Bruiden eene jonge-1762.
re omtrent Zeftienjaarige Zuller, aan het
Huis haares Behuuwd Broeders van
zandïk, in tegenwoordigheid des Brui-
degoms, en eenige anderen, werd overge-
haald, tot het geeven van een fchriklyk
klinkend Getuigenis tegen haaren Vader,
hem betigtende van den wil om Onbetaa-
melykheden met haar te bedryven, dooi-
de Regtsgeleerden Tentamen Criminis Inces-
ii
genaamd. Veelvuldig en groot waren de
Familiebeweegingen om het daar toe te
brengen: en hadden ten gevolge, dat de
Huwelyks Afkondigingen, op last van 's
Bruidegoms Vader, in 's Gravenhaage ge-
lchut wierden. Deeze en de Bruidegom,
gefterkt door den Heere van zandyk,
en anderen van de Familie, traden met den
Heer van haren in onderhandelinge,
om de voltrekking des Huwelyks niette-
min voortgang te laaten hebben, zo deeze
eene Acte wilde tekenen, waarby hy ver-
klaarde , dit gruwzaam misdryf aan de Fami-
lie te hebben moeten erkennen, buiten Hol-
land
te zullen gaan, en aldaar niet weder
te komen , dan met fchriftlyke toeftem-
ming. Men wist hem, met de grootfle
moeite, te beweegen, tot het maaken, te-
kenen en zegelen van twee Affchriften ee-
ner zodanige Verklaaring, in 't byzyn van
den Collonel v a n d e r d u s s e N^en den
Advocaat jan de roy: welke in twee
:XXIlt deel.' O
                     yze-
-ocr page 212-
aio VAD ERLANDS CHE
yzeren kistjes, ieder met drie onderfcheide
flooten, zorgvuldig bewaard werden, ne-
vens de befchuldigende Verklaaringen der
Bruid en haarer Zufter.
Overeenkomflig met de getekende Acte,
begaf zich de Heer van haren, den
volgenden dag, na Bras/el, by zynen
Broeder Willem van haren, Mi-
nifter van deezen Staat ten dien Hove,
en vervolgens na een Buitenplaats diens
Broeders, in de Meijerye van 's Hertogen-
bosch;
van waarhy eindelyk naar Friesland
trok. Dit fchielyk vertrek, en deeze afwee-
zigheid, deedt de gerügten ten zynen na-
deele verfpreid, meer en meer geloofs vin-
den. — Hy bleef in Friesland tot den voor-
tyd des Jaars mbcclxi, wanneer hy,
op nieuw, van wegen dat Gewest, ter Al-
gemeene Staatsvergaderinge afgevaardigd,
in dezelve zitting nam. Schoon veele Le-
den , ter oorzaake van de fchandelyke ge-
rugten eenige bedenklykheden hadden ,
vondt men raadzaam, uit agting voor de
Heeren van Friesland, hem toe te laaten,
gelyk hy ook eenige agtereenvolgende da-
gen in die Hooge Vergadering verfcheen.
De Collonel van der dussen, open-
baarde aan den Hertog van Brunswyk, het
voorgevallene, omtrent de ondertekende
Acte, deeze deelde het mede aan den Raad-
penfionaris steyn, met verzoek, om des
opening te doen in 't Geheim Befoigne der
Afgevaardigden van hunne Hoog Mogen-
den. Dit gefchiedde met de overhandiging
Van een Affchrift der Acte, die eene groo-
LtfXXVII.
BOEK.
1762.
Vertrek
uk Hol-
land,
We
derkomst.
Uit de
Scaatsver-
gaderin«
geweerd.
te
•■'
-ocr page 213-
■'■: '                                                                                                                                                                                                                    ■■■
HISTORIE»          äii
té verbaasdheid verwekte s en befcho.uwd Lxxxvit.
werd van dien aart te zyn, dat de Heer boek.
Van haren, zo lang hy zich daarvan --------
niet gezuiverd laadt, in de zamenleeving i^fo;
Van eerlyke Lieden,, Veel mifiin deRegee-
rings Vergaderingen, niet behoorde toege-
laaten te worden, en dus uit die van hun-
ne Hoog Mögenden hadt te blyven, tot hy
volkomen zuiver zou verklaard weezen;
De Heer de kempenaar, Mede - af-
gevaardigde met den Heer van haren,
gaf hem berigt van dit Befluitjj doch ont-
fchuldigde zich Staaten van Friesland, daar'
over tefchryven, waar.op de Griffier fa-
gel last kreeg, deezen kundfehap te laa*
ten toekomen.
          - • •-'• .'-.•-.
De Heer van haren, daar op van öpenbaaté
zich geevende en; overal verspreidende, dat Twist-
deCollonel van.de-rbhssen, nevens s
         ;
anderen, voorheen in de Familietwist ge^
moeid, een helsch Complot gemaakt had-
den, om lierii te bederven^ en dathy be-
wysflukken, zeer tot fchande van deeze
Heeren > ja die hun lyfftraflyk zouden maa-
ken , kon te. vöörfehyn brengen, gaf dé
Collonel een nader Berigtfchrift, met dé
oorfpronglyke Acte, aan den Hertog van
Brunswyk over, 't welk de Raadpensionaris ^
op diens verzoek, weder inleverde. —-~
't Leedt niet lang of de geheele zaak werd
rugtbaar^ door een breedvoerig Betoog-
fchrift, 't welk de Heer van haren j té
zyner zuiveiïnge,in't licht gaf; waar in hy
omftandig verhaalde, op welk een' wyze hy
tot het tekenen van die Acte gedwongen
■:;:;•                                                 Ö 2                                  Was*
-ocr page 214-
w
ais VADERLANDSCHE
Lxxxvii. was. Het dus lang in 't Geheim Befoignè
B o e K.'verhandelde en aangetekende, werd in 't
--------gewoon Regifter der Befluiten van hunne
176a. Hoog Mögenden 'overgebragt. Behalven
de kennisgeeving des Griffiers aan Staa-
ten van Friesland, deedt de Heer van
haren zelve deswegen verflag. Zy
toonden zich zeer gebelgd over de gehou-
dene handelwyze met hunnen uit de Ver-
gadering geweerden Afgevaardigden , die
zich voor 't Hof van Friesland ter zuive-
ring gefteld hadt. Deeze Brief werd be-
antwoord met reden geeving van 't geen in
dit geval, gedaan was; en hadt zulks geen
verder gevolg. . '
Maar naauwlyks zag de Verdeediging
des Heeren van haren het licht, of
de Drukpers zweette van Gefchriften over
dit Stuk: waar onder veele den naam van
Laiïerfchriften mogten draagen , of opge-
vuld waren met alle eerbaarheid kwetzende
fchandelykheden. Boven al liep in 't oog,
een Werkje getyteld , Hiflorisch Verhaal',
onder een verzonnen naam, te Harlingen
gedrukt. In't zelve werd, even als in het
Betoogfchrift des Heeren van haren;
doch vergezeld van veel fterker aanmerkin-
gen, beweerd , dat diens Kinderen, en de
overigen van de Familie in deeze zaak ge-
mengd, een Complot tegen hem gemaakt
hadden, om hem te ruineeren en te nood-
zaaken van zyne Ampten én Waardigheden
af te liaan; in 't flot gaf men in overwee-
ging, hoe het bedenkefyk moest voorko-
men aan 's Lands Ingezetenen, dat de'Her-
.s-wl '
                s '                            tog
-ocr page 215-
iir Hl S TORI E.          si3
tog van Brumwyk , zich..in een Huislyk Lxxxvifc
Gefchil tusfchen Ouders en Kinderen hadt b o e k.
kunnen fteeken , ende befchuldiging ten -------«
lafte van den Heer van haren over- 1762.
■neemen, op het bloote Getuigenis van ee-
nen Officier, zonder daar op een Man te
hooren, na wiens redenen de Souverainen
van deezen Lande, en ook van andere Lan-
den , meermaalen hadden geluifterd, en
daar om de opmerking des Legerhoofds
van den Staat wel hadt verdiend, 't welk
de Gemeente zou overtuigd hebben, dat
eene volmaakte Onzydigheid in dit Stuk,
-den Hertog hadt beftuurd, en te wege ge-
bragt dat geen zodanig eenBefluit, by hun?
11e Hoog Mögenden was genomen, ges-
paard met andere haatlyke bedenkingen,
den Hertog, en de Staats Vergadering, voor-
stellende , als Lieden, die in de Bekend-
maaking vaade.Befluiten omtrent dit geval,
iiiet naar behooren gehandeld hadden. Op
Voordragt van Gelderland werd dit Werkje,
door 't Hof van Holland, verboden, en ee-
ne belooning van drie duizend Guldens^
aan den Aanbrenger des Sehryvers ber
loofd (*). In alle Geweften volgde een
verbod van dit Boekje, en werd te Amfler-
dani
een Böekverkooper , overtuigd dit
Werkje verzonden en- verkogt te hebben,
In eetie aanzierilyke Geldboete beflaagen en
.verweezen eenigen tydte Water en te Brood
te zitten. Dit alles belette de drift van
' ....:: .,..;' .... ,,, .*,* r <
(*J RefiI,,vamHoil. iS Juny 17$*-,;^X \ t\
O 3
-ocr page 216-
1*4 VADERLANDSCHE
txxxvii. fchryven over dit onderwerp niet, en het
B o e it, uitgeeven van naamlooze Gefchriften hädt
'm.......- geen einde (*). 't Welk een algemeen
57^2. verbod van Naamlooze Gefchriften in de
zaak des Heerfin van haren ten ge-?
volge hadt.
De Heeren van zandyk en ho*
gendorp lieten, zo ras het Verdeedig-
fchrift huns 'Schoonvaders was uitgekomen^
in meest alle Nederlandfche Nieuwspapie-
ien bekend maaken, dat zy dit Stuk voor
^ene aaneenfchakeling van Onwaarheden,
<$i eene argliftige Verdraying van Waar-
heden hielden, eene volkomene Wederleg-
ging beloovende. Deeze bleef niet lang ag-
terwege; doch verwierven, die Heeren by
Staaten van/fo/Zö/zö?, het Verzogt Octroy niet,
voor deeze Verdeediging en andere Stuk-
ken , welke zy, dit Qefchil betreffende, zou-
den mogen uitgeeven (f). De Generaal
Majoor e. van tibdinga, verdee-
digde zyn gehouden gedrag in deezen Fami-
lie twist. Een tweede Betoogfchrift van
4en Heer van haren, gepaard met
•$en voor zyne Egtgenoote, diende ter na-
■" 'i               'n'jfi ■ II:; tI .{             de-
{*) 'De Schryvexs »an de Faderlimdfibe Lettere
jttfeningtn,
hebben zich de moeite gegeeven, om,
de. Tytels van deeze veelvuldige Schriften, en va«
de meeftén den voörnaamen inhoud mede te dee-
len$ tnen zal deeze oaflaande verbaasd ftaan, zo.
pyer de menigte^ als twer de vreemdheid;, jeofpree-
-kende onbefchaanidbeid veeier Tytelen. Vaderl.
JLetteraejj.
I Deel, bl. 955 enz- II Deel, bl. 77,
163. 248. 331- 41a. S70. 648. 800. 870.
>
-ocr page 217-
;*
HISTORIE.           215
dere ftaaving van het voorgaande, en ter lxxxvii.
wederlegging van het tegenhem ingebragte. boek.
Dit baarde verdere Verweerfchriften van de --------
hier in betrokkene Perfoonen, boven al van 1762.
den Collonel van der dussen: door
den Heer van haren, in een derde
Betoogfchrift,op de fterkfte wyze wederlegd.
Naa de genomene befluiten van hunne voortzet-
Hoog Mögenden, om van haren in ting des
geene Vergaderingen der Algemeene Staa- ?T?fphil\
ten toe te laaten, eer hy zich zou gezui- dès Hofs"
verd hebben, ftak hy naar Friesland over, van Fries-
en vervoegde zich by Staaten van dat Ge- land.
west, als zyn eenigen bevoegden Regter,
ten einde hy van de hem aangewreeve blaam
mögt ontheeven worden, en leverde een
Verweerfchrift te zyner verontfchuldiginge
over. De Procureur Generaal kreeg last
Befcheiden, wegens het geval, in te win-
nen , en vervolgens het Geding te ondcr-
neemen. Zo voor den Hove van Holland als
in Friesland werden verfcheide Perfoonen,
die in de zaak gemengd geweest waren,
gedagvaard om getuigenis der Waarheid te
geeven. Onder deezen bevonden zich dé
Heeren van zandyk en van h o gen-
dorp, benevens de Vroedfchap van
der dussen en derzelver Vrouwen j
doch deezen verfchoonden zich daar van,
om dat de Regten Kinderen, Schoonbroe-
ders en Schoonzufters, omtrent hunne Ou-
ders en Behuuwd Broeders van de verplig-
ting, tot het geeven van zodanig een Ge-
tuigenis uitzonderen. Wanneer het Ge-
ding op de gewoone wyze volfchreeven
O 4
                    waSj
-ocr page 218-
iïé VADERLA ND SCHE.
Lxxxvii. was, wees het Hof 't zelve op bewys uit.
•boek. Hier naa, ter wederzyde, de Stukken ge-
--------. wisfeld, en, vervolgens, van het overgee-
1762. ven van verdere Bewyzen affland gedaan
zynde, werd van wegen den Heer van
haren eene breedvoerige Remonftrantie
ingeleverd, waar in alles, wat voor of te-
gen hem ingebragt was, onderzogt en naa
gegaan werd, met aanhaalinge der Bewy-
zen , onder Éede aan den Regter overge-
legd , of door den Regter ingewonnen: in
't flot van welke van haren zyneCon-
J clufie, in houdende, dat de Procureur Ge-
neraal, die als Klaager geè'ischt Tiadt
, dat hy
veroordeeld zou worden, om zodanig gefiraft
te worden, als het Hof, in goede Juftitie,
verß aan zou te behooren, metdeKofien,
ver-
nieuwde, en, als Beklaagde verzogt, dat
de Klaager zou worden verklaard tot zyn ge-
nomen tisch en Conclufie niet ontvangbaar te
zyn, en, ter contraria, hy Beklaagde zou-
verklaard worden, compleet en ten eenemaal
gezuiverd te zyn van het Crimen hem ten laße
gelegd, met de Koften,
Van de zyde des
Procureurs Generaals, volgde geene Con-
tra Remonftrantie, 'tzy hy zulks onnoodig
vondt, 't zy hy aanmerkte dat met geene
genoegzaame redenen tegen de Stellingen,
in de Remonftrantie vervat, iets ingebragt
kon worden.-----Men wagtte op de Uit-
ïpraak des Hofs, welke in Wynmaand des
Jaars mdcclxii, gefchiedde vervat in
'deeze woorden. „ Het Hof van 'Friesland
?, verklaart den Klaager , voor als nog,
„ tot zyn genomen Eisch en Conclufie
4 •' '■'■•■'                                   v                                                  „ niet
-ocr page 219-
H IS T Ö R ï E.          tor
& niet ontvangbaar ; abfolveert den Be- lxxxvii.
j, klaagden ab inflantia: en ontzegt, daar boek.
,, en boven, vooralsnog, den Beklaagden --------
„ zyn verzoek, in 't tweede Lid van zyn 1762.
„ Conclufie gedaan; en -ora redenen com-
„ penfeert de Koften van den Proces-
Gaven de Lafteringen en Aantygingen Bepaalin»
in naamlooze Schriften den Staaten aanlei- een der
ding tot het verbieden van dezelve in 'tbe- J-)rukD>eri"
paald geval des Heeren van haren; mik van
hadden zy, in den voorleden Jaare^ het rousseau
noodig gekeurd, ter dempinge van Kerk- »erboden.
lyke Gelchilvoeringen, waar in de paaien
van Befcheidenheid en Liefde verre over-
fchreeden wierden, een Plakaat uit te vaar-
digen , tegen het uitgeeven van Godge-
leerde Werken of Gefchriften, door Le-
den tot de Hervormde Kerk behoorende,
zonder daar op Kerklyke Goedkeuring ont-
vangen te hebben (f), thans vonden zy
zich in de noodzaaklykheid, het drukken
en uitgeeven eens veel gerugts maakenden
Boeks te verbieden. Je an jaques
rousseau Burger van Gerieve, hadt een
Werk, getyteld Emik, ou Ie Education, in 't
licht gegeeven, opgéfteld in zynen keurly-
ken en innëemenden ïftyl, bevattende zeer
fchoone Regels van Opvoeding; doch d-oor-
• - mengd
■-■'-.                                                                                                                                                          .                                                   '
(*) Refol. van Hell, ig Juny 1761. De voor-
naamfte Stukken hier toe betrekkelyk zyn, of ge-
heel , of zaaklyk, by een te vinden in de Nedtrl. Jaarb,
?an 1762. bl. 981 — 1306.
<i) Zie hier boven bl. 1S0.                      ,r>
O5
-ocr page 220-
si 8 V ADE RL AND SC HE
xxxxvn.mengd met byzondere en den Christlyken
jj o e K. Godsdienst ondermynende Stellingen. Een
—— Boekverkooper te Amfierdam, hadt van
1762. Staaten van Holland, een Octroy voor den
tyd van vyftien Jaaren verkreegen om dit
Werk te mogen Drukken, uitgeeven en
verkoopen. Dit verworven Voorregtwerd,
toen den fchadelyken aart en verderflyke
ftrekking deezes Werks, te hunner kennis-
fe gekomen was, niet alleen ingetrokken;
maar ook het verkoopen van 't zelve alles-
zins op het fterkfte verboden (*). Een
dergelyk lot hadt dit Werk in verfcheide
Landen reeds moeten ondergaan , inzon-
derheid in Frankryk, te Parys was het ten
vuure gedoemd.
Grafteken Noch kwiftig, noch vaardig, mogen de
vootT>OER' Nederlanders geheeten worden, in het op-
gerlgü °p"rigten*van Gedenk- en Eeretekenen voor
Mannen in Letterroem en Geleerdheid uit-
fteekende, of die, door de Weetenfchap-
pen een nieuw licht byte zetten, den luifler
huns Lands, en 't heil des Menschdoms, be-
vorderden. Schoon het onze Kerken niet
ontbreekt aan Graftombes, die den naam
van Helden vereeuwigen, zyndie, den an-
ders groote Mannen gewyd, fchaars te
vinden , en loopt het menigwerf Jaaren
naa hunnen dood aan , eer men bedagt
wordt, die fchatting aan Letter - en Kunst-
verdienften te betaalen. Lang, veel te lang,
was dezelve onthouden aan Hem , die
de
(*) Refil. van HollA 23 Junjr 22 en 30 Juuy 1762.
-ocr page 221-
■■■ ■ :■'.......                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                  ............
HISTORIE,          519
de HiPfDCRATES, deezer Eeuwe jljqcxvh,
mögt genaamd 'worden; een der grootfte boek.
Lichten, die ooit in Nederland blonken, en-----—.
dat met een onvergelyklykenglans een groot 1762.
deel der Wereld overfcheen, de Hoogleer-
aar hermanus boerhave, in den
Jaar e mdccxxxviii der Leydfche Hoo-
ge Schoole ontrukt (*). thans werd ia
Herfstmaand, die fchuldpligtige Eere aan
hem betoond, en zag men in de St. Pieten
jpsri
te Leyden,zyn anders reeds onver-
ganglyken Naam, ook door 't middel eens
Graftekens, voor de vergetelheid bevryd.
Het beftaat uit een Marmeren Lykbusch,
gezet op een voetftuk van zwarten fteen,
zeer net, doch zonder uitfteekende cieraa-
den; die men 'er aantoevoegde zyn zeer
eigenaartig,verbeeldende de VierLeevens-
ftanden in manlyke en vrouwlyke gedaante,
ter aanduidinge dat hy, ter wiens Eere dk
Gedenkteken ftrekte, in allerlei Leevens-
ftanden, aan de beide Kunnen zyne kunst
wydde, en geneezing bevorderende hulpe
toebragt. Op een Medaillon vertoond zich
zyne Beekltenis in Gryzen ouderdom, en
ender de zelve 'sMansgewooneZinfpreuk^
SIMPLEX SIGILLUM VERIi Het
Eenvouwdige is 't Kenmerk der Waarheid:
bm Ibvnvt- ■■-:•■            - ff ..:■•• 1
rr;r»»j) De Naavolger van c er i-sier ^jedenkt dee*
zen Waardigen Vaderlander in zyn Tafereel , het
X Deel, hl. 619. En vindt men een Leevensberigt
van hem in de Leevensbefcbryvingen van eenige voor»
gaarne meest ^ederlandfche Mannen en. froivwen, UD,,
-ocr page 222-
220 VADERLAND SC H E
x-xxxvii. eene Spreuk, die hy altoos voor oogen
boek. hadt en opvolgde, in een zo werk-
--------zaam en nuttig leeven, 't welk hy, van
1762. den Jaare mdclxviii tot den Jaare
MDCCxxxviii mögt brengen. Op 't mid-
den des voetftuks leest men, saluti-
FERO BOERHAVII GENIO SACRUM.
Aan den geneezing bevorderenden Geest van
Boerhave toegewyd
(*). -
Brand in Het grootsch Stadhuis, 't welk Hol-
hecStad- janij[sofi eerlle Koopftad ten cieraad dient,
Amjler- en 'l bewonderend oog van Vreemden
dam.
          en Inianderen trekt, liep in Wynmaand
groot gevaar. Op de derde Verdieping
van 't zelve aan de Zuidzyde ,. boven de
.Zegelkamer van Stads Secretarye, ontdek-
te men, 's avonds omtrent elf uuren, met
de uiterfle verbaasdheid, brand. Alle mid-
delen , die op 't Stadhuis zelve by de hand
waren, werden met allen y ver, dochvrugt-
loos, aangewend; de voortflaande vlam-
men, boorden door de houten Zoldering
heen, de vlam borst aan de/Zuidzyde, en
op de Binnenplaats, met ysfelyke woede
uit, zo dat Dak en ïooren, een rooden.
gloed te rugkaatflen. De geheele Stad ge-
raakte in opfchudding, de Regeeringsleden
begaven [ zich na 't brandend Gebouw ; de
Brandfpuiten kwamen in menigte toe fchie-
ten; wat-de vergebragte kunst van Brand-
blusfèn vermag, werd te werk gefteld om
JStl , :...:. '., ;.-. : ! -:::•:■. u.; Üygkv ."..' des
3\'T ■H':'V>-)'.1. J (1:1':) il . .          ■'".• r/l (^ f<]) ;0 r:v«' X
. .\sm IW? :''-'-■■■'■• i\»Ül«S'.K 5 aifj (!l fïjsd riSfo
.'(*) F. -v*N• MTeRis Befthfyving-der StadLêfdiii
IDsel, bl. 62. Nederl. Jaarb. 176a. bl. p^fóW
-ocr page 223-
HJ. SÏORIE.         
den voortgang der woedende vlamme te lxxxvh.
iluiten. Met veel moeite kreeg men zo boek.
verre de overhand, dat de Zegelkamer-------_
zelve buiten het zeer gedugte gevaar was, i^Sz.
en overweldigde men de vlam, vervolgens
■©okindebovenflegedeeltens; meer dan één
derPerfoonen,die,tot blusfing van dien brand,
het leeven oogfchynlyk gewaagd hadden,
■ontvingen naderhand van de Regeering 't
ioon van hunnen yver en moed. De Rook
vloog in den morgenftond nog ten venfter
uit, het fmeulen hieldt den volgenden dag
aan, ook bleeven eenige Brandspuiten, zo
lang in beweeging, en de Burgeryin de wa-
penen. Gelukkig bevondt men, alles on-
derzogt zynde, dat de vlam meest gewoed
hadt in oude, en voor de Stad minst aan-
merkelyke, Papieren (*).
Meermaalen gebeurde het, dateenefoort Graotaan-
van Walvisfchen, Kazilotten of Potvisfchen talKazilot-
geheeten, van de gewoone verblyfplaätzen ^f^ °n"
verwyderd, onze Vaderlandfche kust na-
derden , met de Ebbe vast en in handen
Van de Strandbewoonders geraakten; doch-
vinden wy geen voorbeeld dat zulks im-
mer, in zo groot eene menigte gefchiedde,
als ten deezen dage, waarom wy het opte-
•kenens waardig keuren. De eerfte, waar
van men berigt kreeg , fpoelde, ïn
't begin van Wintermaand , des Jaars
iMDccLxi, op 't Eyerland, een gedeelte
, .<*) J. kok Vaierlanisch Woordenboek Hl Deel,
fal.
909, Neder!, Jaarb. 1161. bl. 1369.
I
1
\
-ocr page 224-
aas VADÉRLANDSCHE
Lxxxvn. van het Eiland Texel, aan: in de volgende
boek. Louwmaand, ftrandden 'er drie op den
--------Oostkant van Vlieland*, twee op 't Eiland
fi6z. Ter Schelling, en één op 't Eilandje Grind,
niet verre van Hartingen, in Sprokkelmaand
geraakte 'er één beklemd op 't Strand, tus-
ichen Zandvoort en Wyk op Zet, die, on-
danks het guurejaargetyde, duizenden van
Aanfchouwers derwaards lokte, By Oost-
ende
was 'er één, en op een Eilandje, aart
den mond van de Theems, waren 'er zes
aan land gedreeven. Schoon veelen voor-
deels trokken, van de verkoop des Traan
leverenden Speks, en de zo genaamde Sper-
ma Ceti,
uit den Kop deezer Visfchen,
fchreeven veelen de fchaarsheid van Kab-
beljaauw en anderen Zeevisch, waar over
men aan Strand, en op de Vischmarkten
in de Steden, deezen Winter klaagde, niet
onwaarfchynlyk toe, aan de menigte van
Vischvraatige Kazilotten, die den hollen
balg daar mede vulden, of s ze van de ge*
woone Vischplaatzen verdreeven ( * ).
W. c. L o- Schonk de twaalfde van Wintermaand
öEWYK QS voorleden Jaars, aan't Vorstlyk Huis
e. w. " van Nas/au Weilburg, eene nieuwe Man-
BELGi- lyke Spruite, by den ftaatlyk volvoerden
cus fterft. Doop, WILHELM CAREL LODE*
Wyk geheeten, op den zeven- en- twin-
tigften van Bloeimaand deezes Jaars, werd
dat
(*) Nederl. Jaarb. 1762. bl. 253. Perbandelingen
van de Holi. Maatfeb. der fPeetenfibappen
, IXDe cl,
UI Sc. bl. 104-
-ocr page 225-
HISTORIE.
dat Huis in rouwe gedompeld, door het lxxxvii.
overlyden van den eerstgebooren Zoon boek.
GEORGE WILL EM BELG1CUS (*),------—
■die van de Lustplaats Hondsholredyk, waar 1762.
dit flerfgeval voorviel, met Vorstlyke
Staatfie , naar Delft gevoerd., en in den
Prinslyken Grafkelder bygezet werd. —
Afgevaardigden van Overysfil, fielden ter
Algemeene S taatsvergadering voor, om,
den Lyftocht van vier duizend Guldens 's
Jaars, door de Algemeene Staaten, als Ge-
vaders beftefnd, op diens eenigen Broeder
over te brengen. Men nam deezen voor-
flag over (f).
Hadt men reeds op den Elfden Jaardag ï/óg.
des Erfftadhouders, hem in de Vergade- De Tyd
ring der Algemeene Staaten, voor veelen ~* WJ«V
onverwagt, ingeleid (§), de Ouderdom, jnc)eHoo.
op welken hy in de Hooge Vergaderingen ge Staats-
des Lands, volgens de Plans der Voogdy- vergade-
fchappe , ter kennis verkryginge van 's J-"!^"1*'
Lands zaaken, onder den Eed van Ge- neemea
heimhoudïng, Zitting zou neemen (§§), naden,
naderde met zynen Vyftienden Jaardag, ïn
den Jaare mdcclxiii. In Louwmaand
deedt Gelderland den voorflag, om de wy-
ze te beraamen, op welke die Zittingnee-
ming zou gefchieden, en vier dagen laater
werd op dit ftuk beflooten, met bepaaling
van
(*)Zie hier boven, bl. i«5.
Cf) Ntderl. Jaarb. 1762. bi. 8, 414. Refil. Gen.
Luna- 28 May 1762.
( 5) Zie hier boven , bl. 41.
tU) Zie bier boven, bl. 13.
-ocr page 226-
224 VADERLAND SC HE
ï-xxxvii. van den negenden van Lentemaand, tot
boek. die Plegtigheid (*). Daags eer dezelve
.-------plaats greep, viel de Jaardag in, welke
•1763. hem daar toe bevoegd maakte. Eene aan-
zienlyke Bezending, met den Heer zen o
D1D e r1K w A L R A e D, Baron van Teng-
nagel,
Heer van Bronkhorst, aan 't hoofd,
begroette den Erffladhouder ftaatlyk,
wegens den vervulden Ouderdom van
Vyftien Jaaren, met heuchlyke verwitti-
ging , dat de dag nu gekomen was , op
welken hy in 's Lands hooge Vergaderin-
gen Zitting zou neemen.
By de AI. Ingevolge der gemaakte fdiikkingen, om
gemeene den jongen Vorst op gelyke wyze, alswy-
getód. in* ^en zYn doorlugtigenHeer Vader,ter Hoo-
ge Vergaderinge in te leiden , begaaveü
zich de Heeren cau, en d'ablaing.
van GiESSENBURG, Afgevaardigden,
wegens Zeeland en Utrecht, door den Voor-
zitter daar toe verzogt, uit de Vergade-
ring van hunne Hoog Mögenden, naa het
Stadhouderlyk Kwartier, keerden , verge-
zeld door den Erffladhouder, aldaar te rug-
ge, geleidden hem tot. den uit Overysfel,
VoorzittendenHeer gysbert jan,Ba-
ron van Pallant, Heer van Glinthuis, die
zyne Hoogheid verwelkomde, en vroeg- of
hy gereed was, denEed.vah GeheimhouT
ding af te leggen ? Op een toeftèmmend
antwoord, deedt hy denzelven by handtas-
ting, en werd ? -door I de Heeren die hem
■■"'."<■ >Mi> '• •• ■■■ i                                rin-
.                                                      ,,:t jl ., ,/j i, a ■ ■ ■
(*) Reßl, Gm. Martls 25 Jan. 1763-
-ocr page 227-
HISTORIE.           2.2$
ingeleid hadden, naa den Stadhouderlyken Lxxxvir,
Stoel gebragt en verzogt in denzelven boek,"
plaats te neem en,
                                         -■——s
■ Wanneer de Prins eenige Staatsover- ifßgt
v/eegingen bygewoond hadt, werden de in den
Baron van Tengnagel? a. van bergs-^'^
ma, u, de DREws, wegens Gelderland? veweU
Friesland en Staden Lande? ter Algemee- komd.
ne Staatsvergadering Zitting hebbende,
door den Voorzitter verzogt, zyne Hoog-
heid in te leiden by den Raad van Staaten ,
't welk gefchiedde met eene Aanfpraak van
gemelde Baron vanTengnagcl, die in 't breede
beantwoordt werd doorcAREL georg,
Graaf van Wasfenaar, Heer van 2\vikelo,
wegens Friesland, in deezen Raad voorzit-
tende. Niet ongepast merkte hy op „ dat,
„ gelyk het een Jaar des Vredes was, toen
„ zyne Doorlugtige Hoogheid het eerfte
„" licht aanfchouwde, het ook een Jaar des
Vredes was, een Jaar dat de Tempel van
Janus weder ftondt geflooten te worden \
„ dat hy de eerfte flappen deedt indeloop-
„ baane thans voor hem geopend, aan
„ welker einde de Tempel der Onfterflyk-
,, heid zich ontfloot voor die geenen, wier
„ Naamen zich haare Kroon waardig maak-
,, ten."— Naa 't vermelden van de Hoofd-
bezigheden des Raads van Staaten 'er by
voegende : .„de Raadpleegingen betrekke-
a, lyk tot het voeren van Oorlog enKrygs-
„ toerustingen hier gehouden, zullen uwe
,„ Doorl. Hoogheid overtuigen, dat,in de
^, diepfte rust, de ontzaglykfte toerustin-
t, gen moeten gefchieden. om altoos niet
XXIII, deel.          P                      ,. al»
-ocr page 228-
&z6 VADERLANDS CHË
I.XXXVII. s, alleen in een gedugten ftaat van Tegen*
boek. „ weer tezyn; maar om,desnoods, onze
—-----„ Verbonden geftand te doen'j op dat de
1763. „ -dierbaare Vreede bewaard moge wor-
„ den, zonder dat men, by gebrek vari
3, genoegzaame voorzorgen , Laagheden
,, behoeve te verduwen van trotfche Vyan-
5, den; en, boven dien, op dat men, ge-
„ noodzaakt zynde, een hartlyke en recht-
5, geaarte Nederlandfche Taal te voeren,
„ ook in ftaat zy dezelve kragtdaadiglyk
„ ftaande te houden, en onzen Leeuw nim-
j, mer vergeefsch te doen brullen."-------
„ En," voerde hy den Prins vervolgens te
gemoete, „ wat heeiiyker belooning is 'er
■„ voor een Vorst, dan eene algemeene en
„ op Deugd gevestigde Liefde des Volks!
„ Deezezalu, ó Vorst! nimmer misfen,
„ by aldien u v teder hart ontllooken wordt
5, in Liefde voor het lieve Vaderland, en
„ deszelfs belangen, zo naauw, ja zo on-*
„ fchendbaar, met die vanuweDoorlugtige
„ Hoogheid verknogt en verbonden, ftand-
j, vastig en getrouw gadeflaat, en onver-
„ moeid zoekt te bevorderen. Immers hoe
„ magtiger onze Vrye Staat is, hoe hooger
„ de Luister van uwe Doorl. Hoogheid
j, klimmen moet. — Roemrugtiger is het
„ aan het hoofd van een Vry volk te zyn,
5, dan over een laffen hoop Slaaven te ge-
-,, bieden!"
De Baron van tengnagel hadt,
■volgens lastjby zyne inleidende Aanfpraak,
Berigt gegeeven van de gedragene zorgen
voor 't Geheim, en het afleggen desEeds,
des
-ocr page 229-
HISTORIE.          aa?
des betreffende j door den Erf-Stadhouder; txxxvm
by Handtastinge, ter Vergaderinge van hun boek.
Hoog Mögenden gedaan, en woonde hy--------
dus de Raadpleegingeh van den Raad van 17&3.
Staaten by; naa afloop van dezelve deeden
vier Leden van den Raadjuit.Gelderland'>
Holland, Overysfel, Stad en Lande
, met
den Secretaris Mr. d. van RöYENzyné
Hoogheid uitgeleide, hem tot inhétStad-
houderlyk Kwartier vergezellende.
Niet ongepast werd zo veel Staatlykheids ftjaaltyd
vervangen door een Maaltyd, tot welken, en vreugd.
door den Hertog van brunswyk; de betooning
Leden der beide hooge Vergaderingen, in iLg^lfdi
welke zyn Kweekeling thans Zitting geno-
men hadt, genoodigd waren. Uit beiden
verfcheenen op denzelven,de, daar toe be-
noemde Heeren,gelyk hun hooge Gastheer
met deszelfs Edellieden, in rang, met de1
grootfte Staatfie, naa het Oude Hof ryden-
de; waar, in de groote Zaal, een Tafel
voor honderd en twintig Perfoonen was
aangeregt.
. Geheel de Hofplaatzé deelde iri deezé
dubbele vreugd, en vierde zo wel de Zit-
tingneeming des jongen Erf-Stadhouders,
als den Dag zynerVerjaaringe; de wapper
rende Vlaggen, de Vuurwerken, en de II-
luminatienj, ftrekten tot openbare vreugde
tekenen. —De Broederfchap van St. Joris,
die reeds Vroeg in hunne Ridderorde zyné
Hoogheid aangenomen hadt (*),, vierde
eeni-
(♦) ïie het XXli Deel onzer Vad. Hist. bl. i$6
P 2
-ocr page 230-
S28 VADERLAND SC I-I E
lxxxvii. eenige dagen laater deeze Gebeurtenis pleg-
ECEK. tig, en ftelde hem tot Voorzitter der
-------- Broederfchappe aan , teffens een aanzien -
1763. lyk getal nieuwe Ridderen, onder welken
zich de beide Prinsfen van Hesfen-Casfel
bevonden, inhuldigende (*).
Willem Eer deeze in zo veel vreugds geüeete
ds v. »an Lentemaand ten einde liep, dreigde die
zfektehcr- vreug^ m droefenisfe te verkeeren. Naa
fteid.         de voorafgaande tekens openbaarde zich
hy zyne Hoogheid de Kinderziekte. De
heftige aanvang baarde niet weinig bekom-
mernisfe; doch deeze week, toen die ge-
vaarlyke Ziekte bleek van eene goedaartigc
foort te zyn, 't gewoon beloop hadt, en
zonder zwaare toevallen, of eenige fmer-
telyke gevolgen, gelukkig eindigde. ------■
Bedeflon- Zints den Jaare mdcclvi, hadt men in
2eriJÏ/ï <*elderland-> tot nu Maandlykfche Bede-
•ëindigd.8*" bonden gehouden. Staaten van dat Gewest
beflooten, eindelyk, met den aanvang van
Bloeimaanddeezes Jaars, dezelve af teichaf-
fen, en een Dankdag uit te fchryven, voor
de bewaaring van deezen Staat in volkome-
ne Rust en Vrede, zonder eenig deel te
hebben in de Oorlogs - onlusten, thans door
eene lang gewenschte vereeniging der Oor-
logvoerende Mogenheden geëindigd; en op
denzelven byzonder te gedenken, aan de
gelukkige en voorfpoedige herftelling des
Erf-Stadhouders vän eene fmertlyke en niet
min gevaarlyke Ziekte.
Staa-
Nederl. J'aarb. 17(53. b!. 203—225.
(*;
-ocr page 231-
HISTORIE.
229
Staaten van Friesland lieten den herfiel- lxxxvii.
den Vorst geluk wenfchen,by gelegenheid, boek.
dat zy, volgens een Befluit, den zeven----------
en-twintigften van Bloeimaand genomen, 1763.
hem Zitting vergunden in de Provinciaale Friesland
Staatsvergaderingen, en andere Hooge Col- *"r^'j^
legien van Fries/and, ten einde hy, in zyne ^en prjns
jonge Jaaren, kennis mögt krygen van de Zitting in
Friefche Gewoonten, Regten en Voorreg- de Verga-
ten, om, by het aanvaarden der Stadhou- erinSen-
derlyke waardigheid, daar van onderligt,
dezelve te kunnen handhaaven (*). ------■
Die van Holland lieten zyne Hoogheid,in
Zomermaand toe, als eerfte Lid van de
Ridderfchap, de Raadpleegingen by te
woonen (f).
Ondanks de Zeefchadens, deezen Lan- Verval van
de, door de Zeerooveryeii der Oorlogende pïabn^e,' en
Mogenheden, toegebragt, waar door de
regtmaatige klagten, zo hoog, en de Ge-
westen doorklonken, was 'er, door de On-
zydigheid in den nu geëindigden Kryg,
met veel ftaatsbeleids gehouden, ter Zee
en te Land veel Gelds gewonnen. Kooplie-
den , die eenen uitgebreiden Handel dreeven,
behaalden groote voordeden, en voelden de
tusfchenbeide vallende fchadens bykans niet;
terwyl deeze de mindere Handelaars krenk-
ten. Met veele Fabrieken was het deerlyk
ten agterengeloopen;ten deele door gebrek
aan vertier by de Buitenlanders , die zich
meer
(*) Nederl. Jaarb. 1760. bl. 273- *53. 401.
<t) Re/ui. van Holl. 8 Juny 1763.
?3
-ocr page 232-
a3o VADERLANDS CHE
kxxxvn. meer en meer daar op bevlytigd hebbende,
boek. langs hoe minder ontbooden; ten deele door
-------. den niet verzetbaaren fmaak der Landzaa-
I763. ten op al wat Vreemd, en de yerfmaading
van al wat Inlandsch is. Het gewonnen geld
baarde ook dat heil niet, 't welk men 'er
van zou ..hebben mogen verhoopen. Vee-
len, door den Handel verrykt, volgden een
reeds te lang hetreeden fpoor, om denzel-
ven in te krimpen, of geheel teftaaken,en
het geld, dat werkloos in hunne Kisten
lag , voor Rentegeevende Papieren , en
meest Buitenlandfche, naar dien deeze de
hoogfle Rente opleverden, te verwisfelen.
Het getal der zo genaamde Renteniers
groeide aan, en daar mede Pragt, Weelde
en Werkloosheid; kwaaien, die met een
verdubbelend verderf, op de Erfgenaamen
overgaan. Het Geld, uit den omloop ge-
trokken, meest aan Vreemden opgefchoo-
ten,mogt aangemerkt worden als het bloed
uit de aderen van een handeldryvende
Maatfchappy getapt. De Koophandel en de
■ Handwerken kwynden, Veele Kinderen van
aanzienlyke Kooplieden , fchaamden zich
het voorig Beroep hunner Ouderen, een
^eefkring intreedende, hun en den Lande
nadeelig; daar nog werkzaame, doch min
bemiddelde Ingezetenen, tot het voortzet-
ten van den hun overgelaaten Handel en
Fabrieken, zeer bezwaarlyk penningen kon-
den bekomen, tot eenige bewinbaare Ren-
te ; zo zeer. was men verlekkerd op de
hooge Rente, die de Vreemde Rentebrie-
yen gaven. -Üit welken hoofde de Burger-
fland,
-ocr page 233-
HISTORIE.          ztf
Äand, de hegte fteun van het Staatsgebouw, lxxxvii.
verzwakte.
                                               boek.
Van de Zeevaardye, die, naa den ge- --------
troffen Vrede , ongeftoord haare Kielen 1763.
mögt laaden, afzenden, ende wyde We- Zwaare
reld omftuuren, beloofde men zich, in dit Bankbreu-.
beloop der dingen, niets dan alles goeds; ken'
een bly vooruitzigt, droevig verdonkerd
door een onvoorzienen en zwaar treffen-
den flag. In Hollands grootfte Koopftad
was een der voornaamfte Huizen omnag-
tig geworden om te betaalen; 't welkveele
andere, buiten hunne fchuld, in 't onver-
mogen bragt, om aan de gemaakte verbin-
tenisfen te voldoen, waar door zy zich in
dien ramp vonden ingewikkeld. Een voor-
val van zo veel belangs, dat Buitenlanders
'er zich.inmengden, en 's Landsvaders'er
in betrokken werden.— Het openbaar Ver-
trouwen , de eerfte grondzuil van den
Handel, week voor een algemeen Mistrou-
wen. Degantfche Wisfelhandel,op den fpil
van dit Vertrouwen draayende, ftondt ftil,
en 't liet zich aanzien, als of het noeste
Koopbedryf, eensflags, voor altoos, van
veerkragt beroofd, werkloos zou blyven,
of zich niet verder beweegen, dan ge-
reed Geld, fchaars opgefchooten, 't zelve
in den gang kon brengen en honden.
Van dit den Lande zo droevig verfchyn- Waardoor
zei, geeven, de onpartydigften en Handel- veroor-
kundigften, deeze rede. De groote en zaalst'
wyduitgeftrekte Handel,welken Amflerdam
dryft, beftaat in het verbaazend Credit, 't
geen men aldaar boven andere Handeldry- *
P 4                 vea-.
-ocr page 234-
te* VADERLANDSCHE
ixxxvii. vende Steden, gewoon is den Buitcnlan-
jioEK. deren 12 verleenen; en dewyl uit die Stadj
------_ na het Noorden > Didtschland en andere Ge-
$763, westen, ten minften driemaal meer aan fy*
ne Metaalen en kostbaar bewerkte Koop*
manfchappen, uitgevoerd wordt, dan de
groove Goederen, in die Landen vallende,
en na Holland gezonden, bedraagen, bly-
ven de Buitenlanders altoos dat meerdere
fchuldig, 't welk een nadeelige Balans voor
onze Kooplieden oplevert Tef goedmaa*
kinge van dit te kort komende, hebben de
Buitenlanders een zogenaamden omloop
van Wisfelbrieven uitgevonden. Dezelve
rust alleen op 't daar aan verleende Crediti
en moetj dit ophoudende, de Wisfelhan-
del van zelve in duigen fpatten.----- Hier
toe was het ten deezen dage gekomen.
Naa ruim eene halve Eeuw op die wyze
den Handel gedreeven te hebben, bevondt
men, dat de Omloop dier Wisfelbrieven,
door de onkosten, daar op vallende, van
tyd tot tyd, zo vergroot, en eindelyk, in
de laatfle Jaareii, tot die uitgebreidheid ge-
komen was, dat ze* volgens eene vry
jiaauwkcurige uitrekening, vyftien maaien
het gereed Geld, of de Aveezcnlyke Goe-
deren in Holland overtroffen. Niet alleen
ihadt men in den Omloop der Wisfelbrieven
op 'Diiitschland moeten brengen, het meer-
dere , dat de uitgevoerde Koopmanfchappen
boven de Buitenlandfche Voortbrengzels
bedroegen; mäar ook de fchaade van derl
Duitfchen Oorlog, aan buitengewoone Be*
lastingen, Braiidfchattingen, en het verlies
':.\ '                                             op
-ocr page 235-
HISTORIE.          233
«p de verminderde Muntfpecien. Hier lxxxvii,
1
             floeg nog toe, dat beleggingen van Gelden boek. '
in Engeland, ongelooflyk groote Geidfom- -------
:              men uit den Lande weggefleept hadden. 1763.
Dcwyl nu aan den eenen kant, de Omloop
der Wisfelbrieven zo zwaar en uitgebreid
was, en aan den anderen kant, het geree-
de Geld zo fchaars geworden, geraakten de
kasfen van veele vermogende Lieden, ge-
.woon hun overvloed van Geld te gebrui-
ken tot het geen men difcomteeren, der loo-
pende Wisfelbrieven noemt, en de eigen-
lyke Geldfchieters zyn, ledig: terwyl an-
deren, des gelyks gewoon langs dien weg
met hunne Penningen voordeel te doen,
het verhaast befluit namen om hun Geld te
bewaaren, en tevens de Wisfelbrieven in
'te vorderen, zonder op nieuw aan andere
op tyd loopende Wisfelbrieven Credit te
geeven. De zogenaamd« Discomto ophou-
dende, was de loop der Wisfelbrieven ge-
ftremd, de Bankiers waren in verlegenheid
gebragt, en eindelooze verwarringen wer-
den 'er ylings uit gebooren, gepaard met de
droevigfte ongevallen. Waar van ons Ge-
ichiedblad , naa deeze aanwyzing van de
aanleidende oorzaak ? wat byzonderder moet
gewaagen.
In 't laatst van Hooimaand, vernam men, Voorflaq
dat het voornaam Handelhuis der Gebroe- va" Ham-
deren DENEUPViLLEte Amßerdam ge- ™£ °™
zonken was, en met het zelve, eenige an- naam Haiï.
dere. De algemeene verbaazing over dat deihuis te
geheel onverwagt ongeval, floeg een ieder helPen*
«laar toe betrekking hebbende, dermate ne-
P 5
                   der,
-ocr page 236-
234 VA DER LA ND SC HE
txxxvn. der, dat men verwaarloosde, zo den Bron«
boek. ader van 't zelve te ontdekken, als hetOn-
--------heil daar uitvoortgevloeid, op de gevoeg-
1763. lykfte wyze, te herftellen. Demaarevan
die den Koophandel noodlottige gebeulte-
nisfe , kon niet verwylen naa de buiten-
landiche Steden, over te vliegen. — Na
Hamburg hadt men reeds gefchreeven, dat
men hier niet voorneemens was, het ge-
melde Huis te helpen : verbazend klonk
die tyding de Handelaaren te dier Stede
in de ooren : naardemaal men daar bezig
was, met middelen uit te denken tot on-
deffteuning der wankelende Huizen van
Koophandel, De voornaamfte Kooplieden
en Bankiers te Hamburg, lieten aan die
van Amflcrdam, een rondgaanden Brief af-
gaan , in welken zy, onder andere, fchree-
ven „ hoe zy zich onmogelyk konden ver-
„ beelden, dat zo veele lieden van oor-
„ deel tot dien ftap konden komen, omdat
„ voornaam Huis van Negatie te laaten
„ vervallen ; een ftap, die, zekerlyk en
„ zonder twyfel, geheel Europa in een
„ poel van ongelukken moest dompelen;
„ indien daar tegen geene middelen wier-
den in 't werk gefield." In deezen zelf-
den Brief biddende, dat men het ftaande
bly ven van dat Huis wilde bezorgen, door
't zelve zo veel Gelds, als noodig zou be-
vonden worden, by te zetten, en dieHan-
delaaren twee of drie Perfoonen toe te voe-
gen , op dat derzelver zaaken en verbinte-
nisfen vereffend, en aan een einde gebragt
WPgten, worden, zonder een algemeen ver-
-ocr page 237-
HISTORIE.          335
val in den Handel te veroorzaaken; betui- lxxxvi?,
gende, dat zy geen oogenblik zouden ver- boek.
zuimen, om dit voorbeeld naa te volgen, ------.
en de wankelende Huizen te onderfchraa- 1763.
gen: ten flat'er by voegende, „dat, zo
„ men zulks te Amfterdam niet wilde doen,
^ zy, fchaon zy een aanzienlyk Lichaam
„ van vermogende Kooplieden uitmaakten,
„ egter, gezamenlyk voorgenomen had-
„ den, hunne eigene Betaalingen op te
„ fchorten, zo lang als zy zulks goed en
„ noodig zouden oordeelen, en dat zy zo
„ min de Contraprotefien, die van hier
„ zouden - komen , als iets anders op de
„ wereld, van wat natuur het ook zou mo-
„ genzyn, zouden betaalen; van welk be-
„ fluit men niet zou afgaan, daar mögt van
„ komen wat 'er van wilde."
De voorflag der Hamburgfche Handelaa- 't Handel
ren, met hoeveel klems, ook aangedron- verloop
gen, vondt geen ingang. Het Handelver- neemt toe'
loop fnelde met vafte fchreeden voort. Da-
gelyks hoorde men van andere Huizen, die
wankelden, of reeds gevallen waren: en
dewyl niets dien ftorm wederhieldt, telde
men , eer Oogstmaand ter helft gekomen
was, reeds omtrent veertig zo voornaame
als mindere Handelhuizen, in een redloo-
zen ftaat gebragt. Vloekwaarde Oneerlyk-.
heid, wel is waar, nam, op de fchande-
lykfte wyze, uit deezen ramp, in welken
veelen ongelukkig ingewikkeld wierden,
gelegenheid om 'er zich, door het opgee-
ven hunner zaaken, ten koften der Schuld-,
eifcheren mede te verryken. Ja zommige Kas-
fièrs
-ocr page 238-
'Vjfi VA-D ERLANDS.CHE
IaSèevïi". fiers toonden fnoodheids genoeg, om het
boek. eene oogenblik Geld te ontvangen, en 't
-------■ volgende met 't zelve, en alles wat hun
1^63, toe vertrouwd was, door te gaan.
Onbefchryflyk groot,ondertusfchen,was
de algemeene verflaagenheid, de onrust,
de kommer, de angst, uit deezen toedragt
van zaaken gebooren. Zo verre ging het
Mistrouwen , dat veele Kooplieden , die
uit zich zelven, en door hunne Familien
onderfteund, wel in Hand zouden hebbeu
kunnen bly ven, in de algemeene verlegen-
heid verward geraakten. Voor meer dan de
gewoone Renten , op de aanneemelykite
voorwaarden, op Effecten of Goederen
daar voor beleend, was geen Geld te be-
komen. Geen Discomte van Wisfel ging
'er om. De verfchrikte en bevreesde Ren-
tenier , was doof voor allen aanzoek, en
hieldt zyn Geldkist geflooten. Het ftran-
den van veelen in dit laag ebbende Beurs-
gety verflrekte, anderen wel tot een Baak;
maar te vergeefsch : dewyl de aanhouden-
de afloop , hun noodzaakte om heden of
morgen op dezelfde klippen te moeten ver-
vallen. Hoe naar het 'er reeds uitzag men
fpelde nog grooter onheilen, de befte Hui-
zen , over welken nooit twyfel viel, dugt-
te- men dat, zo ze niet geheel ten gronde
gingen, in de benardfle omflandigheden
zouden komen : om niet te fpreeken van
het aantal Jvodfche Kooplieden, die, by-
kans hun geheel beflaan , in den Wisfel-
hiindel gevonden hebbende, thans een on-
iierflelbaar verderf voor oogen hadden. De
naau-
-ocr page 239-
HISTORIE.          ztf
naauwe verwantfchap tusfchen den Koop- LxxxvxrJ
haodel, de Handwerken en de Kostwm- boek.
Hingen van duizenden , doet elk bevroe---------
den, van welk een bedroevenden invloed, 1763.
dit onheil was op 't algemeen; van den eer-
flen tot den geringften. Te midden van
dit alles, leefde men in de laflige onzeker-
heid , welke fommen in de Oostzee, in
Zweeden, 'm Rusland, en elders liepen, of
de Koopkantooren in die Oorden, op de
ingeloope berigten van hier , en andere
plaatzen, ftaande bleeven, dan niet.
In zo hachlyke omftandigheden fcheen Middden
het raadzaamst, door eenig'fpoedig hulp- ™"b"^l
middel, het voortvreeten van dien beder- v00rgeiia_
venden Kanker te fluiten, en het verzwakt, gen.
of liever vervallen Credit, ware het mo-
gelyk, te herflellen, en op te beuren, 't
Ontbrak niet aan Ontwerpen, onder aride-'
re, werd'ereen indrukuitgegeeven, waar
door men meende, dat gewenschte einde
te zullen bereiken, en wel zonder gereed
Geld; doch, dewyl de middelen, by 't
zelve voorgeflaagen, alleen zouden (trek-
ken, ter onderfteuninge van eenige weini-
ge Huizen: terwyl men de andere aan hun
noodlot overliet, erlangde het geene goed-
keuring, die Jer daarenboven te minder aan
toekwam: uit hoofde van de onoplosbaar?
zwaarigheden , waar aan loet onderhevig
•was. — Anderen oordeelden, dat men al-
leen na middelen om Geld in beleening te
bekomen , zoeken moest, en derhalven,
de fchroomvalligheid van vermogende Lie-
den,
-ocr page 240-
%8 VAÖÈRLANDSCHÈ
i-Xxxvit. den, die j verbyfterd door de menigte der kort
boek» elkander opvolgende toevallen, genoeg-
en.-----zaam niemand vertrouwden, en hun Geld
1763» liever renteloos lieten leggen, dan op een
hachlyken kans waagden, te gemoete ko-
men $ om zekerheid te geeven; waar toe
zy het oprigten van een Bank van Credit j
of van een Bank Courant van Beleening,
door de Regeering van dmßerdam, een ge-
past middel keurden. — Anderen floegen
andere middelen voor; doch die, even als
de gemelde, in rook verdweenen»
De Koop. Zieltoogend bleef de Handel > den gan-
handei fchen, anders woelig drukke Oogst-, en het
herleeft, grootfle gedeelte van Herfst-maand; dan
deeze liep niet ten einde, of dezelve be-
gon het hangend hoofd eenigzins op te beu-
ren, verkwikt door de tydingen uit bui-
tenlandfche Koopkantooren, by lange zo
nadeelig niet, als de vrees ze in den begin-
ne beevende verwagt hadt. De Handelaars
fchepten nieuwen moed, de eerfte Handel-
huizen beflooten, naar gewoonte, Credit
te geeven, de heilftar van het goed Ver-
trouwen, zo lang droevig beneveld, blonk
weder door. Men wist op welke Kasfiers
men ftaat kon maak en, de proef hadt, in
dit netelig beloop van zaaken,.de zodani-
.gen uitgemoniierd, die de hun toevertrouw-
de Penningen, meer dan teveel, ten eiges
voordeel aangelegd hadden» By dit alles
kwam, dat buitenlandfche Koopkantooren
te Hamburg, te Altona, te Berlyn, en el-
ders , hunne Wisfelbrieven in trokken j en
-ocr page 241-
HISTORIE.
£39
dat men aan verfcheide Kooplieden, door lxxxvü,
deezen dwarlwind in den Händel overrom- boek.
peld, die, niet tegenftaande hun vermo- ———
gen, hadden moeten vallen , tyd gaf om 1763.
hunne zaaleen met In- en Buitenlanderen
op een geregelden voet te brengen, en de
geftaakte Betaalingen te hervatten. Wel^
haast vingen eenigen dit aan, eil de hoop
dat alles eerlang ten befte zon keeren wak-
kerde ter Beurze op»
Middelerwyl hadt de Koning van Pruis- Staatska."
fen, twee Brieven afgevaardigd , ter be- ^y^,.
gunftiging van het Kantoor der Gebroede- ae| aes
ren de neufVille, één aan de Alge- Koning«
meene Staaten, één aan Burgetlieefteren Yan f™**-
van Am fier dam 1 ten einde de noodige fchik-^"'ndeU»-
kingen mogten gemaakt worden, dat het treffende.
Credit weezen van 't zelve niet door de.
Kamer van Dcfolate Boedels; maar, onder
het opzigt van eenige Syndici, door die
Handelaaren zelven b in orde gebragt en ver-
effend mögt worden : dan vondt dit by
Burgemeefteren van Amfterdam en by de
Staaten, even weinig ingangs, als de bo-
vengemelde voorflag der Hamburgfche Koop-
lieden : aan Beleiders van eenen Windhan-
del, eenig voorregt te vergunnen, oordeel-
den zy , zou de verregaandfte gevolgen
naa zich fleepen. Overeenkomftig met den
ingedienden raadflag der gemelde Burge-
meefteren , en hun fchryven aan dien
Vorst, viel het Staatsbefluit. „ Dat'zo-
„ danig eene verzogte Commisfie , vol-
5,* gens de Grondwetten deezer Landen,
„ het
-ocr page 242-
24tf VADERLANDSCHE
txxxvii. „ het vereiseh der Juftitie alhier, als me-
boek. J5 de het Credit derWisfels, geene plaats
n
kon hebben (*).
t-7&%' Zints 't laatst der voorgaande Eeuwe
Gefchil waren eenige Gelden die Heeren Di-
Staaten" recteuren van c^e Geoctroieerde Sociëteit
van Ut- van Suriname, oordeelden te moeten ont-
recbt en vangen, door Staaten van Utrecht, onbe-
Directeu- taagebleeveli. Deezen naamlyk hadden ,•
cfetelTvwi met ^e andere Geweften, by de koop van
Suriname. Suriname, tot inftandhoudinge en voort-
zettinge dier Volkplantinge, aan de West-r
Indifche
Maatfchappy deezer Landen, het
Regt gegeeven, om voor één Man te dee-
len in alle de Ordonnantien tot Betaalinge,
welke ten behoeve van 's Lands Capitei-
nen te voet, maandlyks afgegeeven zouden
worden, voor alle de Compagnien, die,
volgens den Staat van Oorlog, ter Betaa.-
linge van Utrecht ftonden, 't welk eene font
van negentig Guldens in 't Jaar beliep ,
voor ieder der gemelde Compagnien, die
de Maatfchappy 's Jaarlyks, uit hoofde
van dit Regt, zou trekken. Door deeze
bewilligingen was dezelve inftaat, om op
de Volkplanting zo veel gelds op te neemen,
als zy behoefde, tot voldoening der Koop-
penningen aan Zeeland, doch niet magtig
genoeg, om de gelden, tot het verder be~
zor-
. (■*) A. rog o e Verhandelingen van de Holland-
febe Maatfchappy der fVeetenfcbappen te Haarlem
XVJ
Deel, bl. 241 en c. zillesen Aid. hl. 494- 'Ni\
$stl. Jaarb.
17(53. bl. 638 — 648. Refol. van Roll,
8 en ra Sept. 1763.
-ocr page 243-
\
HISTORIE.           241
zorgen der Volkplantinge, by een te bren- lxxxviï.'
gen. De Stad Amflerdam hadt lang het boek.
oog gehad, op deeze Volkplanting'-, en het ■-----—
overneemen daar van bewerkt. Zy zogt 1763.
ten minften een gedeelte van den eigendom
voor zich te verkrygen, en kwam men over-
een, dat de Volkplanting, voor een derde
gedeelte door die Stad, voor een derde ge-
deelte door de West - Indifche Maatfchap-
pye, en voor het overige derde gedeelte,
door den Heere cornelis van aars-
se n, Heer van Sommekdyk, bezeten zou
worden. Terwyl de Algemeene Staaten
de Oppermagt behielden (*). — Staa-
ten vzw Utrecht, hadden maar driemaal, en
laatst in den Jaare mdc:lx,xxix, de by
de eerfte koop ingewilligde fomme doen be-
taalen, waar om de tegenwoordige Direc-
teuren de Agterftallen, die bykans viermaal
lionderd en vyftig duizend Guldens belie-
pen, van 't gemelde Gewest, in den Jaare
M D c c L x 11, onder geleide van een breed-
ipraakig Vertoog, vorderden. — Tot het
overleveren van 't zelve vonden zy zich
gedrongen, zo uit hoofde van de benoo-
digdheid om Penningen, tot betaaling van
een meerder aantal Krygsvolks, om de ftout-
heid, euvelmoed en wreedheid der Bosch-
Negeren en weggeloopene Slaaven, te be-
teugelen, als om dat zy de redenen van be-
zwaar, door Staaten van Utrecht, eenigen
'tyd
(*) Tegenwoordige Staat, I Deel, b!. 534. Wa«
$ENA'Att Amfierd. Gefcb. VI Stuk, bl. .53.
XXIII, DEEL,        Q
-ocr page 244-
a42 VADERLAND SC HE
Lxxxvii. tyd geleden bygebragt, om aan deeze ver-
BoEK. pligting eens Staatswyze genomenBefluits
..........• te voldoen, vernomen hebbende, oordeel-
1763. den in ftaat te weezen, die te wederleg-
gen , en de deugdlykheid dier fchuldvorde-
ringe, zo menigmaal vergeefsch gedaan,
aan te toonen.
Dan hoe duidelyk zy meenden hun Regt
geftaafd, en de wettigheid dier oude fchuld
beweezen te hebben, bragten Staaten van
Utrecht, die dit ftuk in handen van derzel-
ver Gelaftigden tot den Staat van Oorlog
ten Onderzoek gefield hadden , in Lente-
maand deezes Jaars , overeenkomflig met
den Raadflag deezer Heeren, een weige-
rend Befluit, aan den dag : redenen van
Ongehoudenheid aanvoerende, boven al
daar op gegrond, dat de West - Indifchc
Maatfchappy, zich voor twee derde deelen
van deeze Volkplanting ontdaan, en, op
eene voor deBondgenooten bedekte wyze,
met Amflerdam, en den Heere van Som-
mehdyk
gehandeld hadt ( * ).
Kerk ver- Meerder en algemeener gerügt dan dit ge-
gadering ^ ^feü tusfchen Staaten van Utrecht, en Di-
jcbe Geest- ïecteuren der Sociëteit van Suriname, ver-
lykheid te wekte eene Kerklyke Gebeurtenis, ten
Utrecb». deezen Jaare, in Utrecht voorgevallen; het
houden naamlyk eener Kerkvergadering der
Roomfche Gecstlykheid, hoedanig 'er geen,
zedert den Jaare mdlxv, ten tyde van
den
(*) Nederl. Jaarb. 17öS. bl. 501. Voor 't Jaar
1763. bl. 281 — 327-
/
-ocr page 245-
HISTORIE.          243
den Aartsbisfchop f red rik schenk Lxxxviii
van to Utenburg, en dus, in'tver-boek.
loop van by naa twee Eeuwen, gehouden ——■
was. DeRoomschgezinden in deNederlanden, 1763»
zyn onderfcheiden in Aanneemers of Ver-
werpers van de Pauslyke Bulle, naar de
woorden des aanvangs, met den naam van
Unigenitus betyteld, of gelyk ze elkander
noemen, in Jefuitsgezinden, en Janfenis-
ten
(*). De eerstgemelden maaken ver-
re het grootfte gedeelte uit, en weigeren
alleKerkgemeenfchap met de anderen, uit-
hoofde van eenige Gefchülen, tusfchén die
beide Partyen gereezen, en tot zulk eene
hoogte geklommen , dat ze elkander derf
naam van Seheurmaakers geeven. De zo-
genaamde Janfeniflen , fchryven de oor-
fprong dier Verdeeldheden aan de Jefuitsge-
zinden
toe, als die, in den Jaare mbxcii,
eerst in deeze Landen gekomen , zedert
niets onbeproefd gelaaten hebben, om de
Nederland/the Kerkregeering, het onderst
boven te keeren, welke de zogenaamde
Janfeniflen poogen ftaande te houden. —
De Aanneemers van de Bulle Unigenitus^
wxaaken de Behendigheid des Capittels van
UP-
(*)Mosheim Kerklyke Cefcbiedenis, XDee!,
fel; ao en 21. vergeleeken met de noodige Aanteke-
ning, bl. 66. (trekkende tot een beter verftand vaa
de Geftelcenisfe dier Aanhangen in ons Vaderiand,
«n het wegneeraen van de haatlykheid, aan die door-
gaans gebruiklyke Benaamingen gehegt. Zie over
feec Kerkgefchil zelve, mosheim VIII Deel, M»
302.
Q »
-ocr page 246-
344 VAD ER LAND SC HE
i/xxxvii. Utrecht, beweerende, dat de Kerk vznUt*
B o e ic. recht, naa den dood van bovengenoemden
--------Aartsbisfchop, in den Jaare mdlxxx
1763. overleden, geen eigen Bisfchop gehad
heeft : dewyl de Aartsbifchoplyke Stoel,
door het invoeren van den Hervormden
Godsdienst vernietigd, en het Capittel te
onder gegaan is; eerst door het vermengen
van Qnroomfchen onder de Roomfihe Canun-
niken, vervolgens door de uitiluiting der
Roomfchen, en eindelyk, door de Secula-
rifatie,
gelyk men 't noemt, van het Capit-
tel. — De Verwerpers der Bulle, integen-
deel, houden ftaande, dat de Beftendig-
heidvan het Capittel, en de daar uit voort-
vloeijende Wettigheid van de Bisfchoplyke
enPriefterlykeBedieningen onder hetzelve,
op geene genoegzaame gronden ontkend
kunnen worden. In gevolge hier van heb-
ben zy, op veelerlei wyzen, en onder ver-
fchillende benaaniingen, dit Capittel en de
Waardigheden daar toe behoorende, poo-
gen inftand te houden, en beweeren by de
Beftendigheid des Capittels, ook de opvol-
ging der Aartsbisfchoppen, op den Stoel
van Utrecht; en hebben zy, hoe gering in
.vergelyking, met de andere Partye hun
Aanhang ook wierd (*), zorge gedraagen,
. om
C*") De Janfeniflen hebben, hier te Lande, niet
meer dan één en vyftig Kerken, en onder deezen
zeer weinig talryken, die door vier en zeventig Pries-
ters bediend worden; Aejefuitsgezinden bezitten by
de drie honderd Standplaatzen, onder deeze zeer tal-
ryke Geraeentens, en een daar aan geëvenredigd
aantal van Frieders.
-ocr page 247-
HISTORIE.          US
öm vantydtottyd, eenAartsbisfchop, Bis- Lxxxvir.
Ichoppen van Haarlem en Deventer, en de b o e k.
mindere Kerklyke Waardigheden zelve te-------.
benoemen; en, wanneer de Paus van Rome, 1763.
die Verkiezingen, voor van geener waarde
verklaarde, zich fleeds op eene toekomen-
de Algemeene Kerkvergadering te beroe-
pen. — Zy lieten nimmer af alle moeite
aan te wenden, om met het Roomfche Hof
eene Verzoening te treffen: in de Verkie-
zingen van Aartsbisfchoppen en Bisfchop-
pen , betoonden zy alle tekenen van eer-
bied voor denPauslykenStoel; dochvrugt-
loos , het Roomfche Hof bleef onverzette-
lyk, by elke Verkiezing en Inwying kwa-
men 'er uit Rome Brevetten aan de Roomsch-
Catholyken
deezer Landen , om zich de
Magt en het Regtsgebied dier Kerkvoog-
den te onttrekken, en, op geenerlei wyze,
inzonderheid in Godlyke dingen, met de-
zelven gemeenfchap te hebben, terwyl die
zelfde Brevetten, de aangeftelde Bisfchop-
pen, onder flraffe van den Ban, allen Bis-
fchoplyk bedryf verboden, of, wat zy als
zodanig deeden, kragtloos verklaarden.
Zy bleeven niet in gebreke, om hun gedrag
te verdeedigen, de wettigheid van 't zelve,
aan te toonen, voorts zich op een Alge-
meene Kerkvergadering beroepende , on-
der aanhoudende verklaaring, dat zy het
Geloof der Roomsch Catholyke Kerke zui-
ver beleden, en niets vuuriger wenschten ,
niets yveriger zogten, dan in Gemeenfchap
met de ganfche Kerk, ten allen tyde, te
leeven',
                                      - ! -- •■■■■•
Q 3                   Hiet
-ocr page 248-
%t& VADERLANDSCHE
»xxxvii. Hier van oordeelen zy een allerklaarst be-
BOEK. wys aan den dag te leggen, op de Kerk-
------— vergadering, in Herfstmaand, te Utrecht ge-
1763. houden. Gelegenheid tot dezelve, gaf ze-
ker Boek in de Franfche Taal gefchreeven,
door pierre LE cl ERC, Onderdia-
ken van de Kerk te Rouan, en Meefter in
de Vrye Kunften te Parys, in 't zelve wer-
den verfcheide Leerftellingen, van welke
de Roomfche Kerk belydenis doet, .aange-
tast. Dewyl deeze Vreemdeling zich on-
der de Janfeniften ophieldt, en hy in dit
zyn Gefchrift de Nederlandfche Kerk fcheen
te willen verdeedigen, vorderden de Dwaa-
lingen deezesMans, naa 't oordeel der Jan-
feniflifche Geestlykheid
, eene kragtdaadige
Herroeping. Zy agtte zich verpligt die
Stellingen tegen te gaan: aangezien haare
Partyen niet zouden nalaaten, om ze haar
ten lafte te leggen, indien zy dezelve niet
openlyk afkeurden. Over de wyze om dit
tt bewerkftelligen met des bekwaame Man-
nen geraadpleegd hebbende, verklaarden
deezen, geen wettiger, of met de Kerkre-
gelen overeenkomfliger, te kunnen uitden-
ken, dan het byéénroepen van een Provin-
ciaal Concilie
, indien de omftandigheden.
van Tyd en Plaats zulks toelieten. Te ge-
reeder. namen de raadpleegenden deezen
raad aan: naademaal zulks hun eene voe-
gelyke gelegenheid verfchafte, om zommi-
ge Dwaalingen van h a r d o m n , en b e r«*
RuiERen pich on, Je/uiten, wjer Wer-
ken hier te Lande gedrukt waren, te ver-^
oordeelen. Men befloot, derhalven, tot
-ocr page 249-
HISTORIE.          jfigB
het houden der aangeraade Kerkvergade- lxxxvii;
ringe.
                                                       boek.
DeAartsbisfchopvan£7>ra;fo, petrus ■
Joannes, vaardigde Uitnoodigings Brie- 1763.
ven af, aan de Bisfchoppen, en andere
Geestlyke Perfoonen zyner Kerke. In ge-
volge hier van verfcheenen te Utrecht, j o-
annes van stiphout, Bisfchopvan
Haarlem, bartholomeus Joan-
nes byeveld, Bisfchop van Deventer,
FRANCiscus MEGANEK, Deken van
't Metropolitaan Capittel van Utrecht, ne-
vens eenige Canunniken, en Afgevaardig-
den uit het Aartspriefterfchap van Schie-
land
, uit de Haarlemfche Geestlykheid,
uit het Aartsprieflerfchap van Utrecht, uit
de Aartspriefterfchappen van BJiyn- en
Delfts - Land, met nicolaas van
MA EREN en HENRICUS MILIUS,'
Paftoors te Utrecht en te Amflerdam, als
Secretarisfen van deeze Vergadering. Op
den beftemden dag, den dertienden van
Slachtmaand, vervoegden zich deeze Geest-
lyken, 's morgens ten zeven uuren, na
de Kapelle van St. Geertruid, de plaats ter
Vergaderinge gekoozen. De Aartsbisfchop
verrigtte de Misfe van den Heiligen Geest,
en opende vervolgens de Vergadering met
eene Latynfche Redenvoering, waar in de
Jefuiten met zwarte kleuren afgefchilderd,
en als veroorzaakers eener geheele omkee-
ring van de Heerfchappy in de Kerke van
Nederland, gebrandmerkt werden. De Aarts-
bisfchop droeg zynen Onderhoorige Geest-
lyken, het nut en de noodzaaklykheid voor
Q 4
                     der
-ocr page 250-
a43 VADERLANDSCHf
txxxvii. der Kerkvergaderingen; herinnerde hun het
boek. oogmerk der tegenwoordige, met aanmaa-
--------ning,om de Verkeerdheden, ter Kerke in-
1763. gefloopen, op 't ernfligst, te keer te gaan. -
Onder de Handelingen zelve komen meest
in aanmerkinge, de Befluiten, betreffende
de Leere des Geloofs, en de wyze om daar
van Belydenisfe te doen. Alle Dwaalingen,
die de Kerk veroordeelde, werden by een
Befluit deezer Kerkvergaderinge veroor-
deeld, terwyl men de Belydenisïè van Paus
pius den IV, voor den Geloofsregel,
bleef behouden. Doch dewyl deeze onder-
werping, aan alle de Leerftukken van de
Catholyke Kerk, de Lafteraars niet hadt
kunnen te rug houden , om de Leer der
Hollandfche Geestlykheid verdagt te maa-
ken, omhelsde de Kerkvergadering deUit-
legging des Geloofs
van den Heere b o s-
suET, Bisfchop van Meaux, by de gan-
fche Catholyke Kerke goedgekeurd ; be-
rußende wyders, in de Geloofsbelydenis-
fen, dié door de Aartsbisfchoppen van
Utrecht, en derzelver Geestlykheid, en in-
zonderheid in die, 'welke, in den Jaare
MBccXLiv, aan Paus benedictus
ben XIV overgegeeven was. — 'Er ge-
fèhiedde door den Heer lodewykvan
zeller, benoemd om, op deeze Kerk-
vergadering, de post van Regtsvorderaar
waar te neemen, eene algemeene aanklag-
te tegen de Gefchriften, door den gemei-
den Heer le clerc, en door de Je-
fliten HARDOUIN, BERRU1.ER eilPI-
CHON, in 't licht gegeeven. Om op dee-
ze
-ocr page 251-
•S HI STOR'IE.          349
ze aanklagten'Regt te doen, bepaalde de lxxxviij
Kerkvergadering vier Congregatien,die de boek.
aangeklaagde Werken zonden Onderzoe----------
ken, en hier van der Kerkvergaderinge 1763.
verflag geeven. De Belluiten deswegen
gemaakt, beftonden uit twee deelen; het
eerfle behelsde de Leer der Kerke, ten op-
zigte van zommige Stukken, omtrent wel-
ken de gemelde Schry vers, andere Gevoe-
lens hadden; het tweedede Veroordèeling
der Dwaalingen van die Schryveren, zo en
in diervoege, als de Kerkvergadering de-
zelve ftrydig vondt, met de Leer der Ker-
ke.
In de laatfte Zitting, bepaalde men de
Bcfluiten deezer Kerkvergaderinge, naar
ouder Gewoonte, in gefchrifte aan den Paus
te zenden , onder 't geleide, van eenen Brie-
ve aan zyne Heiligheid, vol betuigingen
van Getrouwheid, en nauwgezette aanklee-
ving aan den Stoel van den Heiligen p e-
trus, en de omhelzing van alle Catho-
lyke Leerrtukken. De Aartsbisfchop met
de beide Secretarisfen der Kerkvergaderin-
ge , hadden denzelven ondertekend. — Ten
zelfden tyde belafte men den Regtsvor-
deraar, den Heer leclerc te fchry ven ,
en hem te overreden, om zich aan de Uit-
fpraak der Kerkvergaderinge te onderwer-
pen, zyne Dwaalingen openlyk te herroe-
pen, en de Ergernisfen, aan de Kerk ge-
geeven, weg te neemen. — Den een- en-
twintigften deedt de Aartsbisfchop de Mis-
fe van Dankzegginge; de Leden onderte-
kenden het verhandelde; men zong het Te-
Q 5
                 Deum9
-ocr page 252-
H IS T O R I E.          i$4
dien zy dit Hoofd der Kerke, tegen de Aan- lxxxvii.
klagte, wegens 't zelve gedaan, verdee- boek.
digden. Hy voegde 'er bedreigingen ne- _____
vens, van een nader Gefèhrift, waar in hy 1763.
de Qngeregtigheden dier Kerkvergaderinge
zou ontleden , en fpaart geene allerhaat-
lykfte verwyten, zo tegen de Franfcheny
als tegen de Leden der Kerkvergade-
ringe (*). ------- Indien de Verwerpers
der BulleUnigenitus, hier te Lande, gelyk
de Heer le glerc wil, door dit hun
Bedryf, de Vriendfchap van den Roomfchen
Paus meenden te winnen, hebben zy eene
verkeerde rekening gemaakt; dewyl Cle-
mens de XIII, niettegenftaande, hy
eerst die Kerkvergadering, met deBeflui-
ten op dezelve genomen, goedgekeurd
hadt, dezelve, in't einde, op aanftooking
der Jefuiten, veroordeelde (f).
Trok dit voorgevallene in de Roomfche Gefchi! te
Kerke, de aandagt van veelen, en byzon- Leeuwaar-
de!
der Roomschgezinden ; in Frieslands de Magt
Hoofdftad, ontftonden groote Oneenighe- der Kerk-
den, en daaruitfpruitendeVerwyderingen, tyken.
tusfchen de Magiftraat, en den Kerkenraad
der Hervormde Gemeente, die niet alleen
dat Gewest doorklonken; doch, door de
vreemde omftandigheden, daar mede ge-
paard, en door de veelvuldige Gefchriften
te
(*) Nederl. Jaarl. 1763. bl. 649.926. Voor 't
Jaar 1764. bl. 277.
(t) J. Frbdojsiws de Statu Ecclefice, Tom. II.
p. 16 & 87.
'. 1
-ocr page 253-
*5a VADERLANDS CHE
ï-xxxvir. te dier gelegenheid in 't licht gegeeven, al-
boek. lerwegen veel gerugts maakten, het oude
-------- Gefchil, wegens de Magt der Wereldlyke
1763. Overheid in 't Kerklyke, ter baane bren-
gende. ------Eene opengevalle Predikants-
plaats moest vervuld worden. De Regee-
ring van Leeuwaarden, toonde hoe zy gaar-
ne de'Verkiezing zag vallen op een Inboo-
reling van Friesland, en die teffens de
Leerwyze van coccejus volgde. Voor
het eerfte deel hunner begeerte, pleitte een
Lands - Wet, die zy, fchoon in vergetel-
nisfe geraakt, thans in 't oog wilde gehou-
den hebben; voor het tweede debillikheid,
die vorderde, dat men zodanige Leden der
Gemeente, welke die Leerwyze behaagde,
genoegen gaf : naardemaal 'er reeds vier
Foetiaanfche Leeraars Honden, allen als
Vreemdelingen daar ter Stede gekomen.
't Zy de Leden van den Kerkenraad oor-
. deelden, dat het tegen hunne Voorrégten
ftreedt der Magiftraat dat geen in te wil-
ligen , 't welk zy van naby willen, dat de-
zelve aangenaam zou weezen; 't zy ze an-
dere redenen meenden te hebben, om zich
aan te kanten tegen de begeerte der Re-
geeringe, en den bekenden wensch, van
eene hoog aanzienlyke Perfoonadie , die
gaarne een rykbegaafden Leeraar, uit eene
nabuurige Stad, op den Leeuwaardfchen
Predikftoel zag, zy leverden een Drietal
ter goedkeuringe in, waar op geeuen dan
1 GSdeng Vreemdelingen ftonden.
EaerW,             Ondanks de poogingen, door den Ker-
BLOM. kenraad , van tyd tot tyd, aangewend,
bleef
-ocr page 254-
'i$& VADERLANDSCHE
txxxvii. te dier gelegenheid in 't licht gegeeven, al-
boek. lerwegen veel gerugts maakten, het oude
--------Gefchil, wegens de Magt der Wereldlyke
1763- Overheid in 't Kerklyke, ter baane bren-
gende.------ Eene opengevalle Predikants-
plaats moest vervuld worden. De Regee-
ring van Leeuwaarden, toonde hoe zy gaar-
ne de Verkiezing zag vallen op een Inboo-
reling van Friesland, en die teffens de
Leerwyze van coccejüs volgde. Voor
het eerfte deel hunner begeerte, pleitte een
Lands - Wet, die zy, fchoon in vergetel-
nisfe geraakt, thans in 't oog wilde gehou-
den hebben; voor het tweede de billikheid,
die vorderde, dat men zodanige Leden der
Gemeente, welke die Leerwyze behaagde,
genoegen gaf: naardemaal 'er reeds vier
Foetiaanfche Leeraars Honden, allen als
Vreemdelingen daar ter Stede gekomen.
't Zy de Leden van den Kerkenraad oor-
deelden , dat het tegen hunne Voorrégten
ftreedt der Magiflraat dat geen in te wil-
ligen, 't welk zy van naby willen, dat de-
zelve aangenaam zou weezen; 't zy ze an-
dere redenen meenden te hebben, om zich
aan te kanten tegen de begeerte der Re-
geeringe, en den bekenden wensch, van
eene hoog aanzienlyke Perfoonadie , die
gaarne een rykbegaafden Leeraar, uit eene
nabuurige Stad, op den Leeuwaardfchen
Predikftoel zag, zy leverden een Drietal
ter goedkeuringe in, waar op geeuen dan
'l Ge<i 'n5 Vreemdelingen ftonden.
Eerw.           Ondanks de poogingen, door den Ker-
SLOM. kenraad , van tyd tot tyd9 aangewend,
bleef
-ocr page 255-
HISTORIE.           253
bleef dit Drietal zes maanden oriafgedaan lxxxvii:
liggen. Eene Bezending uk den Kerken- boek.
raad, met den Eerw. c. blom aan 't -------.
hoofd, verzogt gehoor, gelast om, op 1763.
eene befcheidene, vriendLyke, eerbiedige,
maar tevens ernftige, nadruklyke en krag-
tige wyze, de Magiftraat de onvoegzaam-
heidj en 't nadeel van het zo langduurig
ophouden der Beroepinge, onder 't ooge
te brengen, en afdoening van zaaken te
verzoeken. De Eerw. blom deedt het
door eene zonderlingeAanfpraak, waarin
valfche Welfpreekenheid met Geestlykea
Hoogmoed, een vreemd mengzel uitlever-
den. Dit ftuk werd, op des Redenvoer-
ders verzoek, niet alleen in de Handelin-
gen des Kerkenraads woordlyk aangete-
kend; maar men zag 't zelve, zeer fchie-
lyk in druk, en teffens, dat het voor een
groot gedeelte overgenomen was, uit eene
Leerreden, in de voorgaande Eeuwe, door
den Eerw. w. brak el uitgegeeven. *
Eenigen verhieven die Aanfpraak hemel-
Jioog , anderen fielden ze zeer laag, en
vonden in dezelve hoonende, fmaadlyke,
en naar oproerigheid fmaakende uitdrukkin-
gen, het gezag van den Magiftraat, ten
hoogften beledigende. Met zulk. een oog,
zag de Regeering van Leeuwaarden dit Stuk
aan, en befloot zodanige middelen aan te
wenden, als kragtdaadig konden ftrekken,
om zyn Eerw. te leeren, hoe hy zich je-
gens zyne Overheid te gedraagen hadt, en
'den Drukker tot meer omzigtigheids tever-
maanen, De Eerw. blom werd verwee-
zen
-ocr page 256-
^^.TV.'---' '■-'-V.:.'^"F-'-.l-^.-;"
254 VADERLANDS CHE
txxxvii. zen in eene Geldboete van honderd Goud-
boek. guldens, van de eerstkomende vervallene
-----— Penningen zyner Wedde af te trekken, teil
1763. behoeve van 's Stads Armenkamer, en
voorts om, in de volle Vergadering der
Magiftraat, zich te vervoegen; teneinde,
daar op 'ternftigst beftraft, en tot zynPligt
als Leeraar, als Onderdaan van den Staat,
en als Ingezeten van de Stad, vermaand te
worden. —:— Den Drukker werd eene
Boete van vyftig Goudguldens opgelegd,
het gedrukte afgenomen, en 't verder ver-
koopen hem en de andere Boekvericoo-
pers daar ter Stede , verboden. Deeze
vervoegde zich, oordeelende dat de Magi-
ftraat in deezen iets gedaan hadt, waar toe
dezelve niet geregtigd was, met een Ver-
zoekfchrift by den Hove van Friesland, ver-
gezeld van een Betoog, dat 'er in de door
hem gedrukte Aanfpraak, niets gevonden
wierd, 't welk hem het drukken zou heb-
ben kunnen beletten. De Magiftraat lever-
de haare tegenbedenkingen in, en 's Druk-
kers Verzoek werd van de hand gewee*
zen.
Wanneer de Eerw. blom kennis ge-
kreegen hadt van het Befluit, ten zynen
opzigte genomen, maakte hygeenezwaa-
righeid, om, eer 't zelve hem was voor-
geleezen, over SALOMOS woorden, Ver-
der heb ik ook gezien onder de zonne, ter
plaatze desGeregts, aldaar y/as Godloosheid9
en ter plaatze der Geregtigheid, aldaar was
Godloosheid. Ik zeide in myn harte,
god
zal den Regtvaardigen en den Godloozen oor'
det*
-ocr page 257-
HISTORIE.          <tf5
'deekn: want aldaar is de tyd, voor allen voor- lxxxvii^
neemen, en over allen werk, te prediken ( * ). boek.
Tot welk eene Leerreden zulk eene Text----------
keuze, in die omflandigheden, aanleiding 1763,
gaf, is gereedlyk te bevroeden; dezelve was
een beroep op 't algemeen, en boezem-
de 't zelve in, dat 'er in de Vergadering
der Leewwaardfche Magiftraat Godloosheid
heerschte. Voor de Magiftraat ontboo-
den, weigerde hy verfcheide maaien te
verfchynen, ondanks de verdubbeling der
boete, van dagvaarding tot dagvaarding.
Eindelyk, door zyn Advocaat en Vrienden
geraaden, dit niet langer uit te houden,
vervoegde hy zich naa 't Raadhuis; doch
op eene wyze , zeer gefchikt, om zyne
zaak te verilimmeren. Hy nam een groote
QuartoBybel, met een witten Band, on-
der den arm, en koos een grooten omweg,
om in dit vreemd vertoon na 't Raadhuis
te wandelen. Eene groote meenigte Men-
fchen vloeide zamen: want men wist, dat
hy, met den Bybel, na 't Raadhuis zou
gaan. Op de Raadkamer gekomen, begon
hy, met groote verheffing van ftem en ge-
baarden, te fpreeken; doch de Voorzitter
viel hem in de reden, geboodt hem te gaan
zitten, en liet het Befluit,ten zynen opzig-
te genomen, voorleezen. Van het Raadhuis
afkomende was de zamengefchoolde me-
nigte nog zeer aangegroeid: onder dee-
zen hoop, waren 'er veelen zyner Aanban-
ge-
(*) Pbebikbr III. vs. 16, 17.
-ocr page 258-
©56 VAD ERLAND SC HE
hxxKVH. geren, die hem by de mouw en hand vat*
B o Et tende, naa zyne Gezondheid vroegen, hem
■-----— Gods zegen en onderfteuning toewensch-
2763. ten, hy bedankte, voor hunne genegen-
heid, zeggende j Ik ben wel; houdt uflil;
god zal wel zorgen voor zyne Kerk, en my
bewaar en !
. ZynEerw., die alle openlykheid aanzyn
geval fcheen te willen geeven, liet een zo
getyteld Eenvoudig Verhaal drukken : waar
in men vindt, dat de Kerkenraad, die de
Aanfpraak overgenomen hadt, eene Com-
misfie benoemde, om de zaak te onderzoe-
ken , en met meerderheid van ftemmen be-
floot, zich in 't Beroep, op een Hooger
Regtbank , by den E erw. blom te
voegen; gelyk gefchiedde. By het Ver-
zoekschrift ten dien einde, zo aan Gede-
puteerde Staaten van Friesland, als aan den
Hove, ingeleverd, werd gevoegd, en ver-
volgens in Druk uitgegeeven, een Betoog-
fchrift ter Verdeediging derAanfpraake, eri
het verdere gedrag des Spreekers in dee-
ze zaake gehouden. Veel opziens baarde
dit Betqogfchrift; men ftondt verfteld, dat
men, in openbaaren Druk, voor de Vier»
fchaare van het hooge Hof van Juftitie, en
voor gansch Nederland, beweeren durfde
„ dat de Beftuuring der Kerke alleen was
„aanbevolen aan Kerkenraaden, Clasfen,
„ en Synoden, zodanig, dat niemand daar
„ buiten, inKerklykezaaken,en welvoor-
„ naamlyk in het Beroepen van Kerkdie-
„ naaren, iets te zeggen hebbe; zelfs niet
de Overheid. ----- Dat de Kerkenpad,
„ en
-ocr page 259-
M i s T o R i èj &$r
g en vooral ook de Predikanten j als zoda- liXxxviïï
& nig, over 't geen zj zeggen of doens in boek;
fr zaaken, die het Beftuur en liet Welzyn ,
ü, der Kerke betreffen $ aan niemand Re- 1763;
jj kenfchap fchuldigwaren, dan aart god
j, en Christus alleen; voor niemand
daar buiten behoefden te regt te itaan,
„ wiehyookzy. ----- Datzy, in de Be-
jj diening van hun Ampt, hooger en meer-
7j der waren, dan hunne Overheden." —■
Stellingen, door allenj die Orde en Vre-
de lief hebben, en der wettige Overheid
behoorelyk ontzag toedraagen , en Kerk-
lyke Overheerfching verfoeijen, hoogst ge-
Wraakt, en in dit Betoogfchrift, nog door-
tnengd met hoonende en lafterlyke uitdruk-
kingen , ten opzigte van de Magiftraat dey
Stad Leeuw aar dem
Dan verwonderde men zich, over derf
buitenfpoorigen inhoud van dit Gefchrift,
men ftondt niet minder verbaasd, toen het-
bleek , dat in 't zelve de Leden van den
grooten Kerkenraad^
ten onregte als Dedu-
centen
wierden ingevoerd (,*), daar het al-
leen een Voortbrengzel was , 't welk dé
Eerw. blom, met eenige weinigen zyner
Aanhanger en , goedgekeurd en ter Druk-
persfe overgegeeven hadt: niet alleen zon-
der voorafgaande toeftemminge van" de an-
dere Leden; maar zelfs in weerwil van derf
vollen Kerkenraad, die het laaten Drukken
vol»
(*) De tytel was, Deductie*, Ordre vin rffi öfe
gommitteerJen van den Grooten Kerhnraad', .';,•;■;. .; ',;
XXIII. DEEL,            R?
-ocr page 260-
£58 VADERLAND SC HE
Lxxxvii. volftrekt hadt afgekeurd; zo dat de Com-
boek. misfie geene vryheid hadt, om daar in te
.--------bewilligen. Een aantal Leden des Ker-
1763. kenraads, maakten dit tenHove, en in het
Stads Nieuwspapier, openlyk bekend, ver-
klaarende zich met den inhoud van dat Ge-
fchrift, niet te kunnen vereenigen, geen
deel daar aan, noch aan de gevolgen, te
neem en, van de be wufte Regts vorderingen
af te zien, en den Eerw. blom, daar in
niet meer by te ftaan.
De zaak Hangende deeze zaak, was 'er geen eïn-
loopt ten de aan Gefchriften, daar toe betrekkelyk,
zynen na- wej van onderfclieiden aart; doch grooten-
ee e a' deels, den Eerw. blom, met de zynen,
in't ongelyk Hellende (*). Hoe zeer meest
NaamloozeSchryvers, voor de Overheid in
de bresfe traden, en derzelver Regt verdee-
digden, reikhalsde een ieder, den uitllag
teverneemen, daar deMagiftraat, zich met
een Verzoekfchrift tot de Gedeputeerde
Staaten van Friesland, gewend hadt, ten
einde zy het Gezag der Regeeringe, om-
trent Kerklyke zaaken mogten handhaaven,
en zodanige Bevelen geeven, als zy naar
hunne hooge wysheid zouden verftaan te
behooren. Om te meer klems, aan hun
Verzoekfchrift by te zetten, voegden zy
'er drie Stukken nevens. Het eerfte beftondt
in een Vertoog, van het gebeurde omtrent
de
(*) Men vindt 'er een verflag van in de Vaderl.
Lateroef.
IV Deel» IfteStuk, bl. J37. 185« *?*•
3S7- 398.
-ocr page 261-
M ï S 1* O R I Ë«           m
éé zaak van den Eerw, blom; met eeni- lxxxvü*
ge aanmerkingen daarop, en 't geen door boek.*
hem in 't werk was gefteld $ om Oproer te ■- ■,.- -..■■«
Verwekken j als mede, een aanwyzing vart 1763*
verfeheide Onwaarheden, in zyn Eenvoudig
Verhaal.
Het tweede bevatte een Uittrek^
zei $ van de voornaamfte buitenfpoorige
Stellingen, in het Betoogfchrift, ftrekken-
de tot wegneeming van alle Regten der
Hooge en Mindere Overheden, zelfs vart
den Souverain, en tot volkomen Onafc
hangelykheid derKerkelyken. Het derde s
leverde eene Iyst op, van de in 't oogloo-
pendfte lafterlyke ell hoonende Uitdruk-3
kingen, omtrent de Magiftraat, in hetVer-
weerfchrift van den Eerw, bloms ———-
Dit alles, was van eene voor de Magiftraat
gewenschte uitwerking, de Gedeputeerde
Staaten Van Friesland keurden > by een Bé-
fluk den dertienden van Louwmaand, deS 1
volgenden Jaars genomen, niet alleen het
gedrag der Leevïïaardfche Magiftraat, goed
in het boeten des Leeraars en des Druk-
kers; maar wraakten daar en boven ^ het
gedrag en de handelwyze Van den EerW*
blom, dermaate dat zy hem$ voor deri
tyd van zes weéken, in zyne Bediening eri
Wedde fchortten: een Vonnis, Waar aart
hy zich moest onderwerpen, onder bedrei-4
ging j dat mert anders, tot zyn leedweezen j
nadere fchikking zou maaken*
Verkeerd zou dit onbehoorelyk, eri doï- De Clasfis
driftig gedrag eens Leeraars, met zynen van £«».
Aanhang, andere Leeraars in verdenking ^^ff1.
hebben kunnen brengen* als of zy de ver- SteHingefi
R 3
                       ?e- diens
-ocr page 262-
z6o VADERLANDSCHE
Ixxxvii. regaande Stellingen, en verderflyke Begin-'
boek. zelen, door hem beweerd, toe gedaan wa-
—-----ren, indien zy zulks ongemerkt hadden laa-
1763. ten doorgaan j hier om werd de Clasfis van
Leeuwaarden te raade, om, op de eerfte ge-
woone Vergaderinge, naa 't regterlyk af-
doen deezer zaake, te verklaaren, dat zy
tot betoon van haaren verfchuldigden Eer-
bied en Ontzag voor de wettige Overhe-
den , voor de Wereld plegtig betuigden de
Drie Stellingen in de Deductie vervan-
gen (.*) verfoeiden, afkeurden, en teeene-
maal verwierpen
(f).
De Graaf Heilig is net Character, eens openbaaren
TENSLMEN Afgezants , en kan 't zelve niet beledigd
te Casfel worden, zonderden Souverain, door hem
veronge- verbeeld, te hoonen. Ten deezen dage,
Jykt.
        vondt zich onze Staat, in de onaangenaa-
me noodzaaklykheid gebragt, om, wegens
eene Verongelyking den Graave van
wartensleben, Buitengewoon Ge-
zant, by de drie Geestlyke Keurvorften,
mitsgaders by den Opperrhynfchen, Neder-
rhynfchen
en Westphaalfchen Kreits, door
de Regeering van Casfel aangedaan , vol-
doening te vorderen. De Baronesfe van
Goerts, den laatften van Wintermaand, des
af-
(*) De Drie Stellingen, door de Eerw. Clasfis be-
doeld, waren die wy hier boven bl. 256. hebben
opgegeeven: welke zy bondig en onwederfpreeke-
lyk wederlegd oordeelden, in de Brieven van een
Liefhebber der Waarheid.
(f) Nederl. Jaarb. 1763. bl. 695 enz. Voor 'l
Jaar 1764. bl. 149 enz. en 458.
-ocr page 263-
HISTORIE:          -aJSi
afgeïoopen Jaars te Frankfort overleden, lxxxvii."
hadt hem aangefleld tot Uitvoerder van boek.
haaren Laatflen wil; in die hoedanigheid--------
eenige goederen willende invorderen, ver- 1763.
voegde hy zich by den Landgraaf van Hes-
fen-Casfel,
en werd daar toe geregtigd;
doch, by 't gebruik maaken van dit regt,
reezen 'er eenige gefchillen. De Regee-
ring verbeeldde zich, dat hy 't zelve te
verre uitftrekte, verzette 'er zich tegen, en
nam eenige goederen in beflag. Het bleef
hier niet by. Uit vreeze, dat de Graaf de
Naalaatenfchap der Baronesfe uit het Land
zou vervoeren , kon de Regeering, met
den Landgraaf, goedvinden, hem in zyn
eigen huis vast te houden, rotting en de-
gen af te neemen, zyne papieren te onder-
zoeken, een Gefchrift daar uit te ligten,
en te beletten een Boode naar den Haag te
zenden, om den Staat van deeze gewelde-
naaryen te verwittigen.
Dan de Geheimfchryver des Gezants, De Alge-
de Heer pestel bleef niet in gebreke, meene
om zo aan hunne Hoog Mögenden , als f"^™
aan de Vergadering van den Opperrkyn- uien zyns
fchen Kreits, van 't voorgevallene kennis aan, en
te geeven. De Algemeene Staaten ver- v°"teren
klaarden, geheel onkundig te zyn, van de njL0C"
redenen, die zyne Vorstlyke Doorlugtig-
heid van Hesfen - Casfel, mogten bewoögen
hebben, tot het doen van een zo verre-
gaanden flap; maar dat zy, Welke die ook
zou mogen weezen , eene zo geweldige
behandeling niet anders konden aanzien,
dan ajs eene kleinagting van deezen Staat,
R 3
                        en
-ocr page 264-
s6a VADERLAND SCHE
Ï.XXXVH. en eene verbreeking van het Regt der Vok
Boek. ken, volgens 't welk alle Staatsdienaars,
■------- met een openbaar Character bekleed, voor
176%. hunne Perfoonen, Bedienden, en Goede^
ren, in veiligheid moeften weezen, over-
al waar zy zich bevinden, en inzonderheid
aan Hoven, die hun als zodanig erkend
hadden, gelyk het geval was, des Graven
van wartensleben. Zy beklaag-
den zich deswegen ten hoogften, en gaven
hunne gevoeligheid den Landgraaf te ken-
nen, verwagtende dat deeze, ten fpoedig-
flen 5 't aangedaane ongelyk zou beteren,
hun Staatsdienaar teffens op vrye voeten
ftellen , zonder hem, zyne papieren, of
goederen, in 't minfte te ontruften, vorde-
rende teffens eene Voldoening geëvenre*
digd aan het Ongelyk,
Op den eigen dag, wanneer de Algemee-
ne Staaten dit Befluit namen, den één - en -
twintigften van Slachtmaand hadt, de Graaf
van wartensleben zyne vryheid
weder bekomen: waarfchynlyk door detus-
fchenfpraak des Keurvorsts vanMewtö, die
de zaak zo zeer ter harte nam, als of men
de veiligheid van zyn eigen Character hadt
gefchonden, en zyne gevoeligheid over den
hoon, onze Staat in 't Character van des^
zelfs Gezant aangedaan, in eenen Brieve?
den Landgraave te kennen gaf,
pe Land- De Regeering van Qasfel liet een Berigt,
graaf van jegens het gebeurde drukken; door een
^lÈi' Tegenyertoog des Graaven van war-
zoekt die tensleben beantwoord, De Land-
te ontdjj- graaf zogt de gevorderde Voldoening te
M- 9                  .                                    Qnu
-ocr page 265-
HISTORIE.
£63
ontduiken, door de Staaten aan te fchry- lxxxvix.
ven, dat de Graaf van wartensle- boek.
ben, zich niet als MiniflerPknipotentiarh--------
aan hem hadt aangegeeven, of als zodanig 1^63.
gewettigd was; weshalven het diens eigen
fchuld was, dat de Regeering van Casjèl,
hem aanmerkende voor een Particulier Per*
foon
, als Uitvoerder van den Uiterften wil
derBaronesfe van Goerts, zich aan zynPer-
foon hadt moeten houden:, weshalven hy
Voldoening verzogt, ter zaake dat gemel-
de Graaf, zyne byzondere belangen hadt
willen doorzetten, onder het voorwendzel
van een Publiek Character, door hunne
Hoog Mögenden aan hem by verfcheide
Kreitfen, en aan deeze en geene Keurvorst*
lyke Hoven, gegeeven.
Hunne Hoog Mögenden, zeer gebelgd p« Staate»
over deeze uitvlugt, welke zy toonden aller- ^e^°l.
nietigst te weezen, en nog meer, wegens ningaan-
de in allendeele ongepast gevraagde Vol- dringen,
doening, herhaalden, onder bedreiging van
fterker middelen te zullen aanwenden, den
gedaanen eisch eener Voldoening, over
het ongelyk hunnen Staatsdienaar aange-
daan : dewyl zy nooit zouden toelaaten,
dat de Naakomelingfchap by hun een voor-
beeld zou vinden, van het verwaarloozen
eens Regts, hun met alle Volken gemeen.
Ten flot verklaarende dat zy, wanneer zy-
ne Vorstlyke Doorlugtigheid, aan dit hun
verlangen zou hebben voldaan, zich-niet
zouden onttrekken, om de klagten, welke
de Landgraaf tegen dien Minifter hadt in
R 4
                       te
-ocr page 266-
ae>4 VADERLAND SC HE
. fcxxxvii. te brengen , aan te hooren , en 'er naauf
Boek. eisch op te befchikken.
-......- Dit laatfte vatte de Landgraaf eerst aan,'
1763. zendende een Berigt van het voorgevallen
ne, ten einde de Staaten daar uit de regt-
maatigheid van de handelingen der Casjèl-
fche
Regeeringe mögt afneemen: met by-
voeginge, nogthans , dat, indien hunne
Hoog Mögenden mogten oordeelen , dat
die Regeering daar in te verre gegaan was,
hy zich aanboodt, tot zodanig eene Vol-
doening , waar van de nadere bepaalug
pvereenkomftig zou zyn, met de billyk-
heid in de omftandigheden der zaake. —
Het wederantwoord behelsde hoe weir
nig de Algemeene Staaten voldaan wa-
ren , zo over deeze opgave des gevals, als
over de redeneeringen daar op gebouwd.
Dan dit weinig, ter groote hoofdzaak de
belediging huns Gezants, doende, traden
zy in een dieper onderzoek, wegens't geen
het Regt der Volken ten dien opzigte eisch-.
te, aantoonende, dat zy zich daar op mog-
ten beroepen, in 't geval der Graven van
wartensleben. Hier op grondden
zy den eisch der Voldoening, te weeten,
dat de Landgraaf het gedrag der Gasfelfchè
Regeering zou wraaken, en verklaaren, dat
men in alles, wat gedaan was, nooit gedagt,
veel min ten oogmerk gehadt hadt, om de
Republiek te beledigen, of nadeel aan des-
zelfs Regten en Waardigheid te doen; dat
die Verklaaring zou gefchieden, door eer*
Staatsdienaar van voeglyken Rang, voorr
-ocr page 267-
HISTORIE.          36$
gien van de volmagt daar toe noodig, Zy xxxxvii,
eischten niets meerder; doch hier van zou- n o e k.
den zy niet afgaan.--------
De Landgraaf ziende, hoe ernftig de 1763.
Staaten dit ftuk opnamen, erkende, by De Land.
eenen Brieve, nooit eenig oogmerk gekoes- |raafj ëeefS
terd te hebben, om het Gemeen ehest te eze Vl?'
beledigen, of toe te ftaan, dat zulks door
deszelfs Regeering zou gefchieden, en be-
reid te weezen om die erkentenis te doen
herhaalen door eenen Gezant. By dit fchry-
ven, was weder eene nieuwe Verdeediging
der Casfelfche Regeering gevoegd, op weh-
ke de Staaten oordeelden niet te moeten
letten, maar op de voorheen geëischte Vol-
doening onveranderd te blyven dringen.
De Landgraaf befloot, in \ einde, aan die
begeerte te voldoen, en zondt, in Hooi-
maand des Jaars mdcclxiv, den Ge-
heimraad van m o s e r , niet behoorlyke
Geloofsbrieven voorzien, die eerlang gehoor
kreeg, de geëischte Voldoening mondling
gaf, en fchriftlyk overleverde 5 waar in
men genoegen nam, en den Heer van Mo-
ser des verwittigde.
Zo verre was die zaak afgedaan; doch Nadere
dewyl hunne Hoog Mögenden, in verfchei- oXent8
de Brieven daar over gefchreeven, betuigd den Graaf
hadden, dat zy, wanneer hetMisverftand met van wa^.
den Staat beliegt, en de Voldoening zou ge- tensi-e-
geeven zyn, de bezwaaren van den Landgraaf
tegen den Graaf van warten sieben
wel wilden verneemen, die onderzoeken, en
zodanig beoordeelen, als zy overeenkoms-
tig vonden, met de Waardigheid van den
II5              ' Staat
-ocr page 268-
aöö VADERLANDSCHE
Lxxxvii, Staat, en deszelfs Agting voor het Huis
boek. van Hesfen. De Geheimraad leverde die
.-----— redenen van bezwaar over: van welke hun-
1763. ne Hoog Mögenden een Affchrift, aan den
Graaf van wartensleben ter hand
fielden, met aanfchryving om zyn belang,
op de daar in vervatte klagten, aan de Al-
gemeene Staaten te doen toekomen : hy
deedt zulks. Maar zyn antwoord, niet in
allen deele aan de verwagting voldoende,
en het gedrag omtrent hem gehouden, aan
veel aanmerkingen onderhevig blyvende;
konden hunne Hoog Mögenden, wel niet
befluiten, om dien Staatsdienaar te rug te
ontbieden, waarop de Heer vanmoser
hadt aangedrongen; maar keurden best,
om, daar, hangende de Gedingen, tusfchen
den Landgraaf en den Graaf van war-
tensleben, de dienst des laatflen, als
Minifier by den Opperrhynfchen Kreits, waar
van de Landgraaf een voornaam Lid was,
van geene groote vrugt kon zyn, en die
Kreits ook zedert korten tyd afgefcheiden
was, dien Graaf aan te fchryven, om zich,
by voorraad, te onthouden van de waar-
neeming zyner verrigtingen by dien Kreits,
en gevolglyk, ook aan het Hof van Casfel,
tot dat nadere bevelen van hunne Hoog
Mögenden hem gelaflen, die te hervat-
ten (*).
Strenge De Winter des Jäars mdcclxih,
Winter                                                                      wdks
deezes
]aars.
(*) Nederl. Jaarb. 1763. hl. 854. Voor 't Jazï
1764. bl. G2Q. 679.
-ocr page 269-
HISTORIE.           S6>
welks voornaamfte Gebeurtenisfen , wy lxxxvii,,,
dus verre geboekt hebben, was te opmer- boek,
kelyk, om die onaangeroerd voorby te tree- -—■—-
den. Eene ftrenge Koude, gepaard met 1763.
harde Vorst, begon den twintigften van
Wintermaand, des voorgaanden Jaars te
heerfchen, en hieldt onafgebrooken aan,
tot den drie- en- twintigften van Louw-
maand (*), wanneer het Ys, in ftilftaande
wateren, bykans twee voeten dikte beko-
men hadt. Behalven de belemmeringen der
Zeevaard, die, wegens de Ysfchotzen,het
inloopen der Zeegaaten onraadzaam vondt,
terwyl de reeds binnengekomenen, op de
Zuiderzee in'tYs beklemd zaten,ftondende
handwerken het grootfte gedeelte van Louw-
maand ftil. Het dik gevroozen Ys lever-
de overal woelige Winter tooneelen op.
T en Maas werden, door zwaare Vragtwa*
gens en Koetzen met vier paarden beree-
den; en waren de Vreugdebedry ven, op de
ïaatstgemelde Rivier genomen, zo groot,
dat ze den Erfftadhouder, den Hertog van
Brunswyk, en den Prins van Nas/au Weil-
burg
, uit 's Gravenhaage na Rotterdam
lokten, om ooggetuigen van eene vreem-
digheid te weezen, die de Maas in den
Neva ftroom des Rusfifchen Ryks fcheen te
herfcheppen. Naa dat eenige dagen, de
Zuiderzee, tusfchen Enkhuizen en Stavoren,
door
(*) Zie de Waarneemingen op Zwaanenhirg, in
ie Verhandelingen van de Hollandfibe Maatjcbappy der
Weetenfcbappen te Haarlem.
-ocr page 270-
w^mm^nmmmm
a63 VADERLANDSCHE
fcxxxvii. door eene menigte van Menfchen te voet
boek. bewandeld, en ter fchaats bereeden was,
----— kon dit wydewater, den zeventienden van
1763. Louwmaand, Paard en Sleede draagen; en
zints dien dag, waren Stavoren en Enk^
Jiuizen
, geduurende verfcheide dagen, de
Pleiflerplaatzen voor de Noordhottanders en
Friezen, die zich op de Zuiderzee metArre-
fleden verlufligden > en 't oog van duizen-
den aanfchouwers trokken. Voor Scheve-
ningen,
hadden de Schützen Zee-Ys zieh
zodanig opgehoopt, dat ze een Ysdam
vormden, hooger dan de hoogfle Duinen
by dat Zee - Dorp: met welk vreemd Zee-
gezigt de Inwoonders van 's Gravenhaage,
en het nabygelegen Westland, zich. dage^
lyks vermaakten.
• Mögt de Rykdom en deMiddelftand, in
al dit buitengewoone uitfpanningen vin-
den , welke gewoone Winters weigeren;
de werkloosheid der fchaamele Gemeente,
baarde een knellenden last, alleen door de
hand der Milddaadigheid, die zich bereid-
vaardig uitfïrekte, verligt. Gebrek aan
Water was eene algemeene behoefte, waar
in Amfierdam diepst deelde, door de laag>
te van het Water in de Trekvaard tusfchen
die Stad en Weesp, langen tyd van 't ge-
woon behulp des Ysbreekers, die met de
daar op volgende Waterfchuiten zitten
bleef, verftooken. ------- Een zwaare Ys->
gang in Texel, kroodt , tusfchen den
één- en twee- en twintigflen van Louw-
maand, verfcheide Schepen op gevaarlyke
plaatzen, eenige kwamen in dit gevaar om.
Waii.3
-ocr page 271-
'•
HISTORIE»           n6$
Wanneer de Vorst ■, die met een Zuiden Lxxxvtt*
wind, niet min dan met een Ooften- en boek*
Noorden wind aanhieldt, en van genoeg--------—
zaam geen Sneeuw vergezeld ging, in 't 1^63«
laatst van Louwmaand afliet, en men zich
beloofde, door een zagten Dooy, van liet
Ys bevryd te zullen worden, hervatte de*
zelve op de helft van Sprokkelmaand, haa-
re heerfchappy weder voor eenige dagen*
Het Wintergezaayde hadt, door de felle
Vorst veel geleden, Garst en Tarwe moest
men, op veeleplaatzen, omploegen,en her^
zaaijen, het Koolzaad was voor een groot
gedeelte weg. De Veeman, vondt ftoffe
tot klaagen over gebrek aan voeder, daar
door het fehraale weer, op die Koude ge-
volgd , het Gras laat aankwam.
Zeer zagt was de Winter des volgenden 1764.;
Jaars ; doeh geenzins van leed voor den De #*>«&;
Landzaat ontheeven. De veelvuldig ge- krmtmi
vallen Regen, veroorzaakte veel Opperwa- '"««*£
ters, dat van den Rhyn bragt de Stad Wa- dcMJr*
geningen, in Louwmaand, in groot gevaar,
en dugtte men in Overysfel, voor het hoog
ryzen van den TsfoL De Inwoonders van
de Bommelerwaard', noch nauwlyks beko-
men van de rampen des Waterwees, in
den Jaare mdcclvii, zo zeer prangen-
de (*), hadden weder het ongeluk, dat
de Waaldyh. tusfchen Rosfum en Henvynen
doorbrak , de geheele Waard onderzette,
en de Ingezetenen op nieuw, in elende en
ar-
{*) Zie bet XXII D. onzer Faderl Hifi. bl. 297-
-ocr page 272-
&?ó VAÖÊR.LANDSC H Ë
LXXXVil. armoede dompelde. De onverkrygbaarheid
B o e ie. van Hooi en Stroo, deedt veel Vees, uit
-■■..... het water gered, van gebrek., omkomen*
1764. Hulp vaardigen van Gorkum afgevaaf en, om
de herwaards en derwaards gevlugten te
redden, vonden in dit Menschlievend be-
ftaan hun dood. -------- In de Meyerye van
's Hertogenbosch, was de doorbraak derDy-
ken wel afgewend ; doch des niet tegen^
ilaande, was 'er een groot gedeelte van de
Heerlykheid Vucht overftroomd; verfchei-
de Dorpen rondsom 's Hertogenbosch bevon-
den zich in dien zelfden toeftand. Veele
plaatzen in die Stad, waren door 't water
onbruikbaar , doch zondt de Magiftraat $
getroffen door het lot der veel ongelukki-
ger nabuuren, vier Schepen met voorraad
en noodwendighedeu , na Bommel en de
Bommelerwaard» --------■ Boven en beneden
Hèusden dreigde de Maas de Dyken te
overweldigen, met veel moeite kwam men
zulks te boven, en de Stad 'er af, met de
befchaadiging van eenige der Vefringwer-
ken. -------- Schoon de Lekkendyk veel ge-
vaars liep , viel het water dier Riviere,
door de ontlading der Doorbraaken van den
Dyk boven Emmerik en in de Bommeler*
waard.
Waters- Met het einde van Louwmaand was,
"O0J1 'n daar de wateren der Rivieren van dag tot
en Ovens- dag zakten, de vrees voor verder Water-
pi. leed geweeken; dan met den aanvang van
Sprokkelmaand, beving dezelve de gemoe-
deren op nieuw, en van alle kanten, was
men voor de herhaaling dier Droeve Too-
nee-
-ocr page 273-
HISTORIE.          aft
neelen bedugt, gelyk ze zich ook,op ver- r,xxxvii.
fcheide Plaatzen, met veel Jammers, ver- boek.
toonden. Niet minder dan Vyf Doorbraa-----—
ken te Herwen veroorzaakten een onge- 1764.
meene hoogte des waters op den Rhyn; en
zou men naar alle waarfchynlykheid,indien
'er even boven Rees, geene Doorbraak voor-
gevallen was, nog meer waters gehad heb-
ben. De laatfte Doorbraak te Herwen; was
op het Kerkhof, en fpoelde de Lyken uit
de graaven. De Inwoonders van dat Dorp
en van Panderen, zogten hunne veiligheid
in de vlugt, genoodzaakt hunne Huizen,
die ten deele weg dreeven , ten deele in
flukken floegen, te verlaaten. — Te Zut-
phen
groeide het water tot eene ontzet-
tende hoogte, in die Stad , hoorde men
van alle kanten niets dan jammer, en zag
naa het breeken van twee gaten in de Ka-
nonsdyk,
aldaar niets dan een baare Zee.
De noodfchöoten van den kant van Does-
burg,
en meer andere Plaatzen, deeden de
bekommering voor meer leeds aan de Dy-
ken, grootlyks toeneemen. Te midden van
dien nood, fluimerde de zorg der Overhe-
den niet,om den noodlydendenbyftand toe
te brengen, opfteekende ftormwinden,
bragten eenigen met leevensmiddelen , in
vaartuigen afgeftooken, in het uitterst ge-
vaar , en derzelver aanhoudend woeden,
veroorzaakte grooten kommer , voor den
Warnsfeldfchen Dyk, die met veel moeite
behouden, en daar door het Dorp Warm-
feld,
voor een geheel, of gedeeltlyk, weg-
fpoelen bewaard bleef. — De Tsfel voor
-ocr page 274-
a72 VADERLANDSCHË
Lxxxvii. Deventer klom tot zulk eene hoogte, dal
boek; men de Stads fchipbrugge moest afneemen
-------- en in veiligheid bezorgen; De fterke Storm
i/64» bragt de Snippetings Dyk,voor die Stad,
in groot gevaar, en joeg het water over
den weg geflaagen kruin , eenige voeten
heen: de uiterlle waakzaamheid^ met ver-
baazende kollen, behieldt denzelven ^ fchoori
het water reeds hier en daar 'er doorliep;
Met het bedaaren des Winds zakte het Wa-
ter. -— Wageningen vondt zieh weder even
als in Louwmaand gedreigd; te Soelmond^
Honden de Dienaars met gelaaden pifloolen
op den Dyk, om de onwilligen onder de
Boeren tot werken te noodzaaken, by eene
verzakking van veele roeden Dyks. -----
Aan de Lek behieldt het werkzaam Dyk-
Collegie, en de trouwe waakzaame byftand
der Ingezetenen j de Dyken. Geene ge-
ringe vreugde vervulde de gemoederen van
allen, die met deeze Waterelenden gedreigd
werden, of daadlyk bezogt waren, op de
tyding dat het water begon ftil te ftaan, en
vermeerderde deezej op 't befpeuren dat
het met de daad zakte, en zich fchikte om'
eerlang binnen de gewoone oevers te kee-
ren; welk heuchlyk gezicht vóór het afloo-
pen van Sprokkelmaand > de oogen ver-
kwikte (*).
't Moet elk Leezer van 's Lands Gefchie-
denisfen verbaazen, zo veel maaien die bla-
deren vervuld te zien, met berigten vart
Dyk-
(♦) Ntderl. Jaari. 1704. bl. 172 en 23»»
ÖgdrfdH
Vtrecbu
-ocr page 275-
H I S T O R I E,          273
DykbreukenenOverftroomingen; enfchoon; Lxxxvit'.
de oppervlakkigfte kunde van onze Lands- boek.
gefleltenisfe dceze verwondering wel ras------*
zal doen ophouden, zal het hem op nieuw 1764.'
bevreemden , in die eigehfte Gefchiedbla-
den niet meermaalen gewag te vinden, vari
algemeene voorzorgen en hulpmiddelen ,
tegen dat Land en Volk Bedervende On-
heil, beraamd en te werk gefteld. Zeer
ten onregte, riogthans zou jnen daar uit
befluiten, dat 's Lands vaderen zich des
niet bekreunden. Wy moeten daarom op
tekenen, wat, omtrent deezen tyd, des-
wegen^ gebeurde: ons, naa den aart onz'etf
Werks alleen bepaalende tót eene korte
opgave der gehoudene Handelingen, zon-
der ons in te laaten tot de beoordeeling der
zaak zelve, - •..._.
Het werk der Rivieren, en de geduïïfige
Overftroomingen, byzonder op den Neder-
Rhyn,
de Lek en den Tsßl, , voörnäarnlyk
veroorzaakt door den zwaaren toevloed van
afkomende Wateren, verfchaften, zints een
geruimentyd, veel ftofs tot raadpleegingen
aan de Staaten van Gelderland, Holland én
Utrecht; dan verscheidenheid van Gevoe-
lens , door die Geweften', mitsgaders der-
zelver Kwartieren en Leden, ten opzigte
van die zaak gevoed, en de weezenlyke of
vermeende ftrydige belangen , bragten té
wege, dat men langen tyd niets bepaalde,
en, fehoon overtuigd van 't Gevaar en 't
Nadeel, het niet ééns werd in het uitden-
ken van middelen om die beide af te wee-
ren. Twee Brieven, door Staaten van
XXIII. deel,
         S                    Hóh
-ocr page 276-
£74 VADERLANDSCHE
Lxxxvii. Holland en Utrecht aan de Staaten van Gel-
boek. derland) over de Gefteltenis der Rivieren
.-------gefchreeven , deeden de laatflen 9 in den
1764. Jaare mdcclxii beiluiten, de zaak der
Rivieren ernftig aan te vatten, en de twee
eerstgemelden tot eene Onderhandeling uit
te noodigen, teffens hunne gedagten op het
fluk mededeelende; die van Utrecht gaven
in den Jaare mdcclxiii, hunne toe-
flemming tot liet aangaan der Onderhande-
Iinge, op zekere voorwaarden, in eendaar
van gemaakt Plan uitgedrukt. Het Kwar-
tier van Nymegen vondt het Plan der Ut-
rechtfehen
hard en onaanneemelyk, en be-
raamde een ander Ontwerp ; deezen vcr-
deedigden, op hunne beurt, het voorge-
melde Plan, en beweerden de noodzaaklyk-
heid van 't zelve.
Tusfchen die van Holland en Utrecht was
gehandeld over opruimingen in de Lek.
Eerstgemelden hadden eene byeenkomfte
van Rivierkundige Lieden voorgeflaagen,
die te gader een raadflag zouden uitbrengen,
omtrent het geen tot herfiel der Rivieren
diende ter hand genomen te worden. Dewyl
de begrippen der kundigfle Lieden reeds
bekend waren, en men niet min zeker wist
hoe wyd ze van elkander verfchilden, kon-
de-n die van Utrecht, zich niet veel vrugts
van dus eene zamenkomst belooven : te
minder daarzy oordeelden3 dat de aanhou-
denheid van het kwaad, voor geen gering
gedeelte moest worden toegefchreeven aan
het vertrouwen, dat de Belanghebbende,
in derzelverRaadgeevingen fielden, die zy
meen-
-ocr page 277-
HISTORIE.           a/5
meenden te kunnen aantoonen, datdikwyls
verkeerd en beuzelagtig waren. Het kwam .
hun derhalven voor, dat, in plaatze van
zulk eene Byeenkomst, niet alleen de On-,
derhandeling door die van Gelderland'voor-
geflaagen, voortgang behoorde te hebben;
maar dat ook door Gelaftigden van Holland
en Utrecht, eene fchouwinge gedaan werd
van de Lek boven,bij, en beueden Schoon-
hoven.
Een Brief deezen voorflag bevat-
tende vondt ingang: en werd den negen-
den van Slachtmaand bepaald tot' eene
vriendlyke Byeenkomst der Gelaftigden uit
de drie Geweften te Arnhem. . Aanziehly-
ke Staatsieden, aan welken uit Hollafid de
Hoogleeraar j. lulofs, als Infpecteur
der Rivieren van dat Gewest, was toege-
voegd , maakten deeze Vergadering uit.
Van Orerysfil, zich die zaak geheel ont-
trekkende , verwagtte men geen Gemagtig-
den. Men kon het bylange niet ééns wor-
den , en fcheidde den zeventienden dier
Maand. ----- De Schouwinge van de Lek
gefchiedde des gelyks, door de Afgevaar-
digden van Holland en Utrecht; men ftel-
de , tot verminderinge der Opkroppinge
van het hooge water, tien punten voor,
wegens welke Gelaftigden van Holland aan-
namen verflag te zullen doen , teffens te
kennen geevende, dat , vermids men te
Arnhem het niet ééns hadt kunnen wor-
den , omtrent het algemeene Werk der
Bovemïvieren', Holland ook wel ligt zwaa-
righeid zou kunnen maaken omtrent de
Opruiminge van de Lek, hoe gereed an-
S a
                        devs
-ocr page 278-
ij6 VAD ERLANDS.CHE
Lxxxvii. ders om alle toegeevenheid daar in te ge-
ls o e k. bruiken. Die van Utrecht wilden dit, met
---------allen ernst en fpoed, voortzetten zonder
1764. daar toe af te wagten wat 'er omtrent de
Bovenrivieren zou mogen beflooten of
werkftellig gemaakt worden: beide de Ge-
weften hadden 'er even zeer belang by.
Het dreigend gevaar van Watersnood,
voor beide de Geweften in Louwmaand
deezes Jaars (*) groot geweest zynde,
fchreeven Staaten van Utrecht een bree-
den Brief aan die van Holland:, behelzende
eenen voorflag van middelen om de Lek te
verbeteren, en dus dat Gewest, zo wel
als Utrecht, tegen den overloop van 'thoo-
ge Lekwater te beveiligen. Zulks hadt
ten gevolge de benoeming van kundige
Lieden van wederzyden , om die Rivier
by en boven Schoonhoven en op eenige an-
dere plaatzen, te doen water pasfen. Dit
verrigt zynde, ging men over tot een on-
derzoek van de wyze, op welke de voor-
gefielde Opruimingen best zouden gefchie-
den, en in hoe verre het leggen der Inlaag-
dyken, ten opzigte van den toeftand der
gronden , daar dezelve opgelegd zouden
moeten worden, en ten aanzien van de
daar toe vereischte Specie , uitvoerelyk
waare. — Alle de Stukken hier toe betrek-
kelyk, zonden Staaten van Utrecht aan die
van Holland, vergezeld van eenen aanpry-
'zenden, een fterk aanhoudenden Brieve.
Ter-
(*) Zie hier boven, bl. 270.
-ocr page 279-
HISTORIE.            2.77
•Terwyl dit in bewerkinge was, rees 'er lxxxvii.
een Dykgefchil van eenen anderen en be- boek.
zwaarlyker aart. Op de Millingfche Uiter---------
waard hadt de Eigenaar niet flegts een Zo- 1764.
merdam, maar een Winterdam, ter hoogte
van omtrent twintig voeten Arrihemjche,
peil, doen aanleggen,die aan den mond van
den Beneden Waal, by eene hooge Rivier,
eene groote opening, tot merkelyk bezwaar
van den Neder-RJiyn en Tsfel, benam.
Doch, naardemaal de Dam, op eigen ge-
zag , en buiten weeten van Staaten van
Gelderland, was aangelegd, oordeelden dee-
zen zich bevoegd,denzelven,als ftrydende
niet alleen tegen Dykregten, maar ook met
het waare oogmerk, zo wel by de Heeren
van de Kleeffche Krygs- en Domeinkamer,
als by Gelderland, Holland, Utrecht en
Overysfel, in het aangaan eener overeen-
komfte in den Jaare mdccxlv, be-
doeld, te doen flegten, en tot de hoogte
van zestien voeten Arnhemfche peil te-ver-
laagen; 't welk men in 't begin des Jaars
MDCCLxii volvoerde. Het gevolg hier
van was dat de Dykfchouw van Duffelt
zich daar over by de Kleeffche Regeering
beklaagde, en in Zomermaand deezes Jaars
te kennen gaf, dat, door die ondernomen
flegting , niet alleen een zeer fchadelyke
Doorbraak in haaren Bandyk, by het Dorp
Zeȣ was veroorzaakt; maar dat ook het wa-
ter van de Millingfche Uiterwaard, over
die groote vlakte, by het Dorp Kerker dom ^
zulk een geweld hadt veroorzaakt, dat de
Kerk, benevens de daar by {taande Hui-
S 3
                    zen,
-ocr page 280-
s78 VADERLANDSCHE
Lxxxvii. zen, in gevaar ftonden om éensflags weg-
b o e k. gerukt te worden, indien men het ongeluk
--------niet weerde, door het herftellen van den
1764. MilUngjchen Dam; dat deswegen, de ge-
melde Schouw genoodzaakt zou weezen,
een fterken Bandyk van de MillingJ'che
Grenzen af tot over deeze laagte te leggen,
welke haar op meer dan twintig duizend Gul-
dens zou te ftaän komen, en dat ze zich
tot fchadeloosftelling geregtigd oordeel-
de. — De Kkeffche Regeering deedt de ge-
ledene fchade behoörelyk onderzoeken, en
bevonden hebbende dat dezelve door de
flegting van den Dam ontftaan was, fchreef
ze aan Staaten van Gelderland, om, eer ze
aan de Duffelfche Schouwe het aanleggen
van een nieuwen Bandyk vergunde, derzel-
ver gevoelens op de gedaane Klagten te ver-
noemen en over de gevorderde fchadeloos-
ftelling. Die van Gelderland vonden dee-
zen Brief van dat gewigt, dat ze oordeel-
den een Affchrift aan de drie andere be-
langhebbende Geweften te moeten zenden.
Staaten van Utrecht onderhielden die van
Holland over de Verlaaains; van den Mil-
Hngfchcn Dam,
endrongen in hunnen Brie-
ve aan, op het voortzetten der Opruimin-
gen in de Lch. Zy verzognen de Gelder/ehe
Staaten het daar heen te wenden, dat die
fchadelyke Dam verlaagd mögt blyvtn.
Deezen gaven hier op ten antwoord, dat
het hun aan geen redenen zou ontbreeken ,
om aan de Kleef [che Regeer ing te toonen,
hoe groot een ongelyk zy haat om aan de
klagten van den Daffelfchen Dykfchouw,
we-
-ocr page 281-
HISTORI E.          &?9
wegens het verlaagen van den Millingfchen lxxxvii.
Dam gehoor te leenen; doch, dat het hun boek.
voorkwam of het niet ruim zo goed zou -----—
weezen om, zonder zich over dit ftuk, even 1764.
min cds over andere in den Kkeffchen Brief
begreepen, uit te laaten , deeze gelegen-
heid aan te grypcn om die Regeeringe eene
Onderhandeling voor te (laan, ten einde
daar by te overleggen, wat 'er kon en be-
hoorde gedaan te worden tot voorkoming
van de gevreesde onheilen en het verioo-
pen der Rivieren, voor de wederzydfche
Landen van zo veel aangelegenheids. Ut-
recht
en Holland oordeelden zig aan die
voorgellaagen Onderhandeling niet te moe-
ten onttrekken. De twintigfte van Oogst-
maand werd 'er toe bepaald, op welken
dag de Gevolmagtigden uit de drie Gewes-
ten te Arnhem verfcheenen, die van Overr
ysfel,
mede aangefchreeven, lieten met een
Brief weeten, dat zy die Zamenkomst niet
zouden bywoonen. De Kkeffche Afgevaar-
digden kwamen. Zo groot en onoverbren-
gelyk was de verfcheidenheid van Gevoe-
lens dat men zonder iets weezenlyks uitge-
werkt , of iets dat den naam van een Plan
mögt draagen bepaald te hebben, van een
fcheidde.
Vermids deeze zaak hangen bleef, en 'er
tot niets bepaalds kon beilooten worden,
zo lang 'er geene nieuwe openingen vanden
Kleeffchen kant in kwamen, en zo lang 'er
geene meerdere eensgezindheid plaats greep
tusfehen de belanghebbende Geweften, en
derzelver Leden , noodigden Staaten van
S 4
                   Hol-
-ocr page 282-
s8o VADER LA ND SC HE
jLxxxvii. Holland., op hunne beurt, die van Utrecht
$oek. uit, om in nader gefprek te treeden, en
------r niet zamcngevoegde kragten en eensge-
I/64. zindheid het verbeteren van de Lek te
hervatten, en de voprnaame oorzaaken
van het groot bezwaar , 't welk op dè
Neder-Rhyn en Tsfil byna 's Jaarlyks, eri
20 duidelyk, in 't begin van dit Jaar, be-
ipeurd werd, weg te neemën, en het daar
toe te brengen, dat de afhanglykheid huns
Gewests van de gefteldheid der Boven Ri-
vieren mögt vermindert worden , fchoon
dezelve niet geheel zou verdwynen. Ge-
reed toonden zich de Stichtenaaren, om de
aangeboode Onderhandeling te aanvaarden,
in hunnen Brieve tot antwoord, nogthans
vooraf gerustllelling verzoekende omtrent,
eenige ftukken van aangelegenheid. Dee-
ze bekomen hebbende werd in Wynmaand,
door wederzydfche Gelaftigden, in 's Gra-
yenhaage
de Onderhandeling aangevan-
gen. — Hoe veel vrugts men 'er zich ook
van beloofde liep,' dezelve zonder vrugt
af; die■■ van Holland keurden de verhoo-
ging' en verzwaaring van de Noor der Lek-
dykcn
ten uiterften noodzaaklyk, waartoe
die van Utrecht verklaarden niet te kunnen
verdaan, zo men hun geen genoegen gaf,
.omtrent het ftuk 'der Inlaagdyken op. die
Rivier, waarin die, van Holland geerie nut-
tigheid zagen.
; Naardemaal, egter, het gemeen belang
dier Geweften vorderde, dat 'er geen an-
der Water na' den Neder - Rhyn en Tsfel af-
kwam, dan door het Pander [cht Kanaal,
' .':.                                                              , -'■■                                                                                          en
-ocr page 283-
HISTORIE.          a8i
en door den mond van den verzanden Rhyn lxxxvii.
tegen over Schenken Schans, deeden Staa- boek.
ten van Holland by die van het Sticht, in--------
Wintermaand , eenen voorflag , om, de 1764.
Verfehilpunten der laatstgehouden Onder-
handelinge, voor een tyd ter zyde Hellen-
de, de handen in één te Haan, om de ont-
worpe Verbeteringen aan 's G-ravenwciard
en by Herwen te verkrygen. Hier toe von-
den zy deezen gereed; doch zonder het
Kwartier van Nymegen te kennen, en daar
mede de zaak te vinden , was het niet
volvoerbaar. Eene nadere Brief door
Staaten van Holland aan die van Utrecht
afgevaardigd, bevatte hunne verdere ge-
dagten over de Opruimingen en Inlaagdy*
ken, waar öp de Stichtenaaren fteeds aan-
drongen, als mede over de wyze, op wel-
ke dit ftuk by Staaten van Gelderland dien-
de aangelegd te worden. Die van Utrecht
gaven hier op, als mede over de wyze van
fchryven aan de Gelderfchen, hunne gedag-
ten te verflaan. — Het fluk der Rivieren bleef
fleepende, en floegen 'er andere byzonder-
heden aan toe, welke te vermelden, de Tyd-
örde eischt dat wy uitflellen ( * ).
Gereeder viel het voldoen des Aanzoeks De Bedy-
der voornaamfte Ingelanden van de Boven- jdng van
kerker Polder, by Amfleheen, ter droog- j^jTp1^.
fnaakinge van zeventien honderd, en één - ^er.
en-
(*) Nederl. Jaarb. 1764. bl. 4. iio. 267. 500.
595- 752. 916. 919. 916. Voor 't Jaar 1705. bl.
6. 43- 71. 96.
S 5
-ocr page 284-
aSaVADERLANDSCHE enz.
jLrXSXvn. en- veertig Morgen Gronds , by Staate«
boek.van Holland, die ter begunftiging deezer
*------nutte onderneeminge, om fchadelyke/Wa-
17614. terpoelen in vrugtbaar Land te hervormen ?
veele der gewoonlyk in 't geval van Bedy-
kinge verzogte Voorregten en Vrydommert
vergunden (*)•
(*) Neierl. Jeath. 1764. bl. 6Ö4.
VA-
-ocr page 285-
VADER.LANDSCHE
HISTORIE.
ACHT- EN- TACHTIGSTE BOEK.
INHOUD.
Gefehlt tusfchcn de Nedetiandfche en En-Lxxxvin
gelfche Oost-Indifche Maatfchappyen. Klag-
boek.
ten van yorke, over de Handelwyze der •>
Nederlanderen in Bengale. Vcrdeediging
van Bewindhebberen der Nedetiandfche Oost-
Indifche Maatfchappye. Nadere klagten van
de zyde der Nederlanderen. De Bewindheb-
bers door de Staaten verzogt de Bezwaarpun-
ten op te feilen. Antwoord der Engelfchen.
Gelaftigden trekken ter Onderhandeling na
Engeland. Nieuwe verongelykingen der En-
gelfchen. De wederkomst der Nedetiandfche
Gelaftigden vergund. Verftag. Verfchil over
den zin der uitflaande Verdragen. Nieuwe
klagten over de mishandelingen der Engel-
fchen
, wegens Stoorenisfen in den Handel,
Last
-ocr page 286-
2B4 VADERLANDSCHE
txxxvni Last aan van welderen gcgeeven om
boek. op afdoen van zaaken ten Engeljchcn Hove
------— aan te dringen. Overwinningen op den Ko-
ning van Candia behaald. Het Oost-Indisch
Schip Nyenburg afgeloopcn. Straf der Mui-
telingen. Gevaarlyke Opfland op Rio de
Berbice
, die het verlaaten dier Volkplanting
dreigde, gedempt, fchriklyke Strafoefening
aan de Muiters. Voorflag der Directeuren van
de Sociëteit van Suriname omtrent het vermeer-
deren der Blanken
, wederfprooken door Deel-
hebberen
, en het Befluit daar opgenomen
buiten werking gefield. De vrees voor eene
Fr edebreuk met den Keizer van Marocco
> er-
dwynt. Staaten van Holland bewilligen in
eene Vermeerdering van de Landmagt
, doch
willen een vafle post op den Staat van Oorlog
voar den Zeedienst gebragt hebben. Oproeri-
ge Beweegingen en Godsdiensfloorenisfen der
Proteflanten te Vaals van hooger hand ge-
fluit.
Willem de V tot Lid der Her-
vormde Kerke aangenomen. Bepaaling om-
trent de Emigranten. Het hooge. Leenregt
onder den Eikenboom te Zutphcn. Vreemde
Strafoefening der Wyvenplaagers in de Meie-
ry van 's Hertogenbosch tegengegaan'. Pla-
kaaten tegen Landloopers
, Lediggangers en
Vagebonden in verfcheide Geweflen. 't Voor-
gevallene met
JOANNES CATO. KAMER-
LING. Voltaires Verhandeling over
de Verdraagzaamheid in Friesland verboden.
De Eerw. G.
t. de c oc k in Friesland
mn Onregtzinnigheid befchuldigd. Befluit
der Gedeputeerde Staaten ten zynen voordee-
k. Beklaagfchrift daar tegen ingeleverd.
-ocr page 287-
HISTORIE.           o&$
Volharding in dit Staatsbefluit. De Leden lxxxvh$
der Leeuwaar dfche Clasfis vinden by zyne boek.
Hoogheid geen heul. Beweegenisfen over dee-
ze zaak op de Clasßs van Schieland. Ont-
werp in Friesland, om de Meerderjaarig Ver-
klaaring des Erffladhouders één. Jaar te ver-
vroegen. Tegenverklaaring der Prinfesfe Dou-
ariere
. van Oranje en Nasfau. De Inleeve-
raars van dat Ontwerp verzogt hetzelve in te
trekken, 't Wordt als nooit gedaan aange-
merkt.
Maria louisa fierft. Haar
Character. De Prinfes van
n a s s a u
weilburg aanvaart, naa den dood
haars Grootmoeders
, de Magiflraatsbeflelling
in de Friefche Steden. Gefchil tusfchen de
Magiflraat en de Gildens te Bommel
, wegens
de Regeer ingsaanflelling
, ten voordeele van de.
Gilden uitgeweezen, Canunnik te Utrecht
en daar in den Eed te zyn maakt iemand
niet onbevoegd om Lid der Vergaderinge. van
«-'
hun Ed. Groot Mögenden te 'Weezen. Klag- ' 'y
ten des Konings van Pruis f en over het Plan
tot verbetering der Rivieren gemaakt. Door
Staaten van Holland beantwoord. Zeven ■•'.
Fregatten ter beteugeling der Algerynen be-
            ''"'<.
flemd.
M
eermaalén reezen 'er tusfchen de Be- Jr 7*
windhebbers der Engelfche en Nederland- f^Jc^en
' fche Oost
-ÄJi/c^Maatfchappyen geene ge- de Neder-
ringe gefchillen, door Koopbelang en Baat- landfibe e*
zugt ontvonkt, en tot dus eene hette aan- q';^««'
geftookt, dat in die afgeleegene Oorden, uLt-""
het fchappyen
-ocr page 288-
286 VADERLANDS CHE
lxxxviii liet Oorlogsvuur ontbrandde , 't welk in
boek. Europa wederzydiche klagten baarde en
.--------aanleiding gaf tot langwylige Onderhande-
1764. lingen. De laatfte Jaaren der Regeeringe
van den Gouverneur Generaal jacob
mossel, in den Jaare mdcclxi over-
leden, en in die hooge Waardigheid opge-
volgd, door PETRUS ALBERTUS VAN
der PARRA, werden verbitterd door een
allerhevigst Gefchil tusfchen beide de Maat-
fchappyen in Bengale , waar van wy dus
verre uitgefteld hebben te ipreeken; doch het
geen ons thans kortlyk fhaat te melden: dewyl
het tot deezen Jaare, met herhaalde onaan-
genaamheden, geduurd heeft. Zwaar valt
het te beoordeelen: dewyl ieder der Par-
tyen Waande het Regt op zyne zyde te
hebben, en zulks in breedvoerige Berigt-
en Wederlegfchriften te hebben betoogd.
Klagten
         Loopende gerügten, in den Taare
Van YORKE               r           f        1                                     1 r\
over ds 'MDcc lx, ipraaken van verregaande On-
handelwy- eenigheden tusfchen die handeldryvcnde
zederiVe- Maatfchappyen, en de vyandlykheden daar
t^Ben^r u^ gereezen5 men hieldtze voor vergroot,
e' tot dat in Oogstmaand des gemelden Jaars
de Engelfihe Afgezant yorke, met eene
klagte deswegen by hunne Hoog Mogen-
den verfcheen, en een Brief over het voor-
. gevallene in Bengale, door de Bedienden
der Engelfche Oost-Indifche Maatfchappy ge-
fchreeven, overleverde. Deeze behelsde
hoofdzaaklyk , dat de Holländers in den
Jaare mdcclix zich gewapend hebben-
de, zo men vermoedde, onl een inval in
Bengale te doen, de Engélfchen,• vän hun-
,'' aen
-ocr page 289-
---,—_——, —
HISTORIE.          aß/
»en kant, zodanige maatregels hadden ge- i,xxxvm
nomen, als ftrekken konden tot hunne ei- boek.
gene veiligheid, indien zy van de Hollan-----------
ders onverhoeds werden aangetast. Dat 1764-
deezen eerst met e'én, vervolgens met nog
zes of zeven Schepen , op de Rivier de
Ganges waren gekomen, terftond zich van
verfcheide Engelfche Schepen en Bezittin-
gen meefter gemaakt en daarenboven een
Leger van zeven honderd Europeaanen,
met eenige honderden Inlanders, in de wa-
penen gebragt hadden , om de Engelfche
Sterktens en Koopkantooren te overweldi-
gen. Dat zy, egtef, in hunne ondernee-
mingen kwalyk flaagende, zo wel te Wa-
ter als te Lande, door de Schepen en
Krygsmagt der Engelfche Maatfchappye,
werden overwonnen, en genoodzaakt, haar
om Vrede te vraagen , met bekentenisfe ,
van den aanval te hebben begonnen, en be-
lofte om de geledene fchade te boeten.
Hunne Hoog Mögenden gaven hunne VerdeedE-
verwondering te kennen, en terTens,hoe zy |5ng.v*a
buiten ftaat waren om over het geval te hebbers"
oordeelen, eer zy Berigt wegens het ge- üerNedetl.
beurde, van hunne Maatfchappy bekomen Oost-lmL
hadden, met belofte, om zyne Groot Brit- ™*at"
tannifche Majefteit, eene volkomene Vol- pp
doening te bezorgen, ingevalle zy vande
gegrondheid der klagten overtuigd wier-
den. — Wel verre was deeze overtuiging,
toen in Lentemaand des Jaars mdcclxi,
de Bewindhebbers der Nederlandfche Oost-
Indifcbe
Maatfchappy , een breedvoerig
wederleggend Vertoog in leverden} en met
veel
-ocr page 290-
288 VA0ERLANDSC H E
uxxxvm veel gronds , aanmerkten, dat de zaaken
boe K. ter belchuldiging ingebragt, alleen fteun-
--------den, op 't getuigenis des Raads van 't Fort
1764. William in Bengale, welke, de Hollanden
kwalyk behandeld hebbende, 't grootst be-
dang hadt om zulks te ontveinzen, en, in
tegendeel de fchuld op de Hollanders te
fehuiven. Weshalven de Bewindhebbers
dit getuigenis alleen van geen genoegzaa-
men grond rekenden om 'er de zaak op af
te doen. ------- Wat de zaak zelve betrof
moeiten zy aanmerken, dat de uitrufting
der Maatfchappye in den Jaafe md c c l i x
te Batavia , den Engelfchen,- hoewel. zy
met zekerheid hadden geweeten, 't geen
by lange na 't geval niet was, dat dieMagt
na Bengale beftemd' geweest ware , zulks
hun geen reden van argwaan hadt moeten
geeven: naardemaal de Maatfchappy aldaar
aanzienlyke bezittingen hadt, die fteeds ,-
wegens den Oorlog tusfchen de Engelfchen
en Franfchen in die Geweften onveilig wa-
ren. Dan het oogmerk deezer uitruftinge
hadt geenzins Bengale, maar de kust van
.,- -,. •' Cormandel bedoeld. — Terwyl dit ge*
fchiedde kwamen den Gouverneur Generaal
mossel menigvuldige klagten ter oor'en'
over de geweldenaryen van den Nabab van
Bengale, die, by aanhoudenheid, zwaare
Geldfommeti van de Hollanders vorderde,
hunne Bezittingen en Handel, zo veel hy
kon, benadeelde, 't geen hem bewoog den
Gouverneur van Cormandel last te geeven,
om zo veel krygsvolks ^ als hy gevoeglyk
kon misfen, na Bengale te zenden. -------
'* ■ •.                                                                                                           Dee-
-ocr page 291-
HISTORIE:           &3£
Deezen in Bengale landende werden geweld- lxxxviiï
daadiger hand door de Engelfchen in hunne boek.
Tochten verhinderd j die ook konden goed- —-—-
vinden dp de »Schepen der Maatfehappye 1.764.'
dé Rivier opzeilendë te fchieteri, dezelve
té berooven , en de opwaatds gezonden-
Mahfchäp weder benedenwaards te dry-
           ">./
ven. Daaden volvoerd, onder 't vöorwend-
zel^ dat zy Bondgenooten des Nababs wa-
ren en dus verpligt, om een ieder', die
zich tégen hem durfde verzetten, alsvyand.
te behandelen* Deeze geweidehaaryen
noodzaakten, in 't einde, de Hollanders,,
geweld met geweld te keeren, 't welk aaa-,
leiding gaf tot den flag op de Ganges, waai
in de Nederlanders te kortfchooten. , üifj,,;.
Wyders toonden Bewindhebbers aan^
dat toen de Holland/the Krygsmagt in Ben-
gale
zou landen, de Engelfche Officieren^
hun op allerlei wyzén in dat voorneemen
verhinderden., die*, den optocht en ver-;
ëeniging der Hollanderen niet kunnende bé-;
letten, tot een gevegt kwamen, waar in zy
de overhand kreegen, en de Bedienden derj
Maatfehappye in Bengale dwongen met jde:
Mooren een Vrede te fluiten $ welks voor-
waarden ; door de Engelfchen ontworpen?
ftrekten om de Nederlandfche Maatfehappy
in Bengale volftrekt werkloos te doen wor-
den , ën alles j wat dezelve nog overhieidt.j
met dentydj onder him geweld te bren-
gen. — 't Geen zy in 't breede pntvpuden$
én daar uit beflootert^ dat niet de Engel-
fihe,'msM-
de Nederlandfche Maatfehappy
Voor' de beledigde Party moest worderi
.XXIIL DEELi           T                  ' g|*
-ocr page 292-
^VADERLANDSCHE
lxxxviii gehouden, verzoekende de goede.dienfteö:
boek. van hunne Hoog Mögenden , om herfiel
—;— van fchade, en verder behoorelyke .voldoe-.
1764. ning en zekerheid, te verkrygen.
Nadere
         Een Afichrift van dit Bcrigt werd, door
klagten hunne Hoog Mögenden, aan den Gezant
«teder6hoï> gezonden, met last om het ten En-
derlande- gelfchen
Hove in te leveren. Onder .het
ren.
          wagten'na Antwoord liepen de zaaken m
Indie dermaate van kwaad tot erger, 1 dat
Bewindhebbers, zich, voor 't einde des ge-
melden Jaars, met vernieuwde en verzwaar-
de klagten aan hunne Hoog Mogenden by
eenen Brieve vervoegden. — De Bondge-
noot en 't Werktuig der Engelfchen, de
Nabab, met wien men de Nederlanders ge-
dwongen hadt een zo nadeelig Verdrag te
tekenen, hier mede niet te vrede, beleger-
de een Fort der Maatfchappye, onder voor-
wendzel, dat de Hollanders eene Zamen-
zweering tegen hem gemaakt hadden, fneedt
allen toevoer af, zo dat men van hem niet
ontflaagen kon worden, zonder, behalven
het betaalen eener groote fomme, ook de
buitenwerken van het Fort af te breeken.
Hy vorderde, onder een nieuw voor-
wendzel, meer dan twee - en twintig Ton-
nen fchats, hieldt een Hollandfchen Officier,
by hem ter verantwoording ontbobden, in:
hegtenis, en maakte toeflel om de Vaftig-
heden der Maatfchappye om verre te fchie-
téhj-ée'n geweld 't geen men' niet dan voor:
ruim zeven Tonnen Gouds ikon afkoopen,
en de belofte van alle de zich daar bevinden-
de Krygslieden weg te zenden. Aan dit Ver-
-ocr page 293-
dragvverd voldaan; doch de Vaftigheid der lxxXvhI
Maatfcliappye bleef bezet door de Krygs- boek.
magt des.Nababs, Van wiens wege, toen *——-
men op den Aftocht aandrong, het ant- 17640
woord •kwain',' Mi 'her niet' in dè Magt .. :', o
van meè --Fb^-si ■wäs'-'tääaf wel in die der
Engeljcheii -:'
die* des aahgefprooken , de
Bedienden' dei1 -Nederlandfche Maatfchap-
p'ye van vërftandhóudiiig 'met hunne Vyan-
deri befchuldigdën, en het zo verre wis^ * ■'■-',
■teii te hrengen j-dat; de Dienaars der
Maatfl-happye,' Wilden zy ;het volftrekt beA
derf 'éëv -Halldndfche 'Bezittingen in Ben*
gale'AFkeerén
, gedwongen waren , eené
nieuwe en fchahdelykë Bevrediging te të*
kèrfè'n,:: volgens welke zy ziëh geheel ön*
der. het öpzigt des Nababs en der Enget*.
fcMn
ftelden,' en' zelfs moeften gedoogeti$
dat', dër^éiveï -Officieren 'm-''hunne Fórteii-
kwaniè'tt, .om tezierfufzy óók meer Sol-
daatén'; én -'Oorlogstuig, -hadden, dan by 't"
Verdrag; was 'bepaald/ ^ Daarenbovèit
klaagden Bewindhebbers^ dat de Engel--
fctieh
tSßfK -" ;-defi Salpeter - handel allëerï
toeëigendert',. 'eii; hét, den 'Hollanderen by-'
kaïis oncfóenlyk -rriaakteri ëénige Lywaa-
ten té'békörtieiK Voorts dat zy zich niet
oritzagèW Öp^'de 'bevoorregte Plaatzen der
^ïaatfchap^ye^ ja zelfV op de Specery - ei-
landen,' tè' handelen,, 'ja te dreigen, aan
de Maatfchappy, wanneer zy dit belette^
op;/Ëdta^ia eën bezoek të zullen geevem
Tën Dot verzoekende , ëéne vernietiging
deï 'aangegaane nadeelige Verdragen , en
Bevelen aafl de Engeljefie Maatfchappys:
T 3                           QQÏj
-ocr page 294-
»?& V ADE RL AN DS CHE
Lxxxyiii om, in 't vervolg, ge-ene hulp aan den-Na-
boeic. bab tegen de Hollanders te geeven, bene-
------ss vens te regtbrenging der overige bezwaa-
1764. ren.            ,,, ,,                          , , ,
De iie : Der Staaten bukengewoone Afgezant
windheb- boreel, bragt deeze herhaalde klagten
frers door onder 't oog van Milord bute, Staats-
verzoat'de Secretaris zyner Groot Brittamifche .-Maje-
Bezwaar fteit»- Een geen ongunftig, maar.yerwylend,
punten op antwoord was alles wat hy bekwam, j On?
te ftellen. dertusfchen zogten hunne Hoog Mogen-,
den maatregelen te beraamen-.,, :tot-eene
minnelyke wegruiming deezer'. gefchillen,
en deeden Bewindhebberen, in Sprokkel-
maand des Jaars mdcclxxii, aanfchry-
ven, om de Punten van Bezwaar op te
geeven , waar over Gevolmagtigden der
beide Maatfchappyen zouden moeten han-
delen, en dezelve aan hunne Hoog Mo-
genden doen toekomen. Zy moeiten
verklaaren, dit niet te kunnen doen vóór
dat het Antwoord der Engeljche Oost-In-
difche
Maatfchappye hun ter hand gekomen
was, wanneer zy met de verzogte zaak
ten fpoedigften zouden voortvaaren, .,:
Antwoord Middelerwyl leverde de Afgezant y p r-
der Engel- KE het iang verwagte Antwoord 'van de
* ' Engelfche Oost - Indifche Maatfchappye ter,
Älgemeene Staats vergadering over i, . met
een daarby gevoegd Vertoog, te verftaarï
geevende , dat de Koning zyn Meefter
niet twyfelde, of de Leden dier Ver'ga-
deringe, zouden, het ftuk onderzogt heb-
bende, aver 't gedrag der Bedienden yan
de beide Maatfchappyen geheel anders
" oor-
-ocr page 295-
HISTORIE.
.593
oordeelen dan zy tot nog gedaan had- lxxxviïi
den.
                                                 '- boek.
Bewindhebbers der Nederlandfche Oost ——_
Indifche Maatfchappye bragten de Bezwaar- 1764.
punten in gereedheid, en benoemden drie Gelaftig-
Heeren om met Gemagtigden der Engel- den
'«■<*•
[che Maatfchappye in Onderhandeling te onderLn-
treeden. Van 't een en ander gaf de Af- deling naa
gezant boreel ten Engelfchen Hove J£ngeian4.
berigt, en vervolgens aan de Staaten, dat
van de Engelfche zyde twee Heeren tot
de Onderhandelinge benoemd waren. De
Nederlandfche Afgevaardigden tot dezelr
ve vertrokken in Hooimaand naar Lon-
den.
Te midden der Onderhandelinge ont- Nieuwe
vingen Bewindhebbers onzer Maatfchap- Veronge-
pye kennis van nieuwe Verongelykingen, 'y^ngen
in Oost-Indien, den onzen door de En- r^en'"se'
gelfchen
aangedaan. De Engelfche Com-
mandeur TiNKER hadt op Batavia voor
de vyf Oorlogfchepen onder zyn bevel
alle geryflykheden, fcheepsbehoeften, en
lyftocht, ontvangen ; doch deeze gunstbe-
tooningen ras vergeetende, drie fchooten
met fcherp op een Schip der Nederland*
fche
Maatfchappye gedaan , het tusfchen
twee Oorlogfchepen genomen, om 't zek
ve te noodzaaken den Wimpel te ftry-
ken; een Eerbetoon, 't geen hy aan den
Gouverneur van der p ARRAfchreef j
dat door de Koopvaardyfchepen der Staaten,
in alle gedeeltens der Wereld, by ontmoe-
ting van Engelfche Koningsfchepen, moest
beweezen worden. En hadt deeze Vloot-
T 3
                voogd5
-ocr page 296-
.$94 VADERLAND SC HE
kxxxvm voogd , hoe zeer ook van'Vkesch. en
PB5. Spek op Batavia bezorgd, zich niet ont*
»—■ — zien, een uitkomend Schip der Maat-.
.1764. fchappye te dwingen Vleesch, Spek en
; Gort, aan hem af te ftaan, den Schipper
ter betaaling verzendende aan den Engel-
fchen
Zaakbezorger op Batavia. ■,
De weder- Men zette de aangevangene Onderhan-
njTV^i delingen te 'Londen■ voort, tot ,in. Hooi-
rc^eQg"as. maand des Jaars mdcclxiii, wanneer
tigden ver-Bewindhebbers der Maatfchappye hunne
gund. Hoog Mögenden fchreeven, hoe uit de
berigten hunner Gelaftigden bleek, dat
zy geene de minfte voldoening hadden
kunnen erlangen, op de regtmaatige klagv
ten en eifchen, vervat in de drie eerfte
Punten der Onderhandelinge; te weeten
de gevraagde Voldoening, wegens de ver^
,-», ongelykingen en fchaden, door de Bedien-
den der Engelfcheiii Maatfchappye, aan de
onze in: Bengale toegebragt, t- d.e vrye
inzameling van Salpeter 4- ' de verhinder
ringen van den Lywaathandel — zynde
de". Vertoogen wegens het vierde Punt,
het; beraamen der.. vereischte Schikkin-
gen., om, in het toekomende te zorgen,
dat eene Maatfchappy door de andete niet
benadeeld, of in haare verkreegene Reg-
ten verkort wierd,' en om te ..beletten dat
dei. wederzydfche Bedienden, geene ;feit-
Jykheden tegen den anderen pleegden,
reeds opgemaakt en van wederzydeh uitr
gewisfeld : weshalven een langer verblyf
hunner Gelaftigden te Londen % als te.eenèr
ïfiaale nutloos kon i wouden aangemerkt,
r %oo7"
               f T                " waar--
_____________J
-ocr page 297-
HISTORIE.'          ap5
waarom zy verzogten dat dezelven mogteii Lxxxvm
te rug keeren, ten einde van al het ver- boek.
handelde mondeling verflag te doen. In --------
dk verzoek bewilligden-de Staaten, mits 1764.
de Gelaftigden, vóór hun vertrek, aan
de Engelfche Gevolmagtigden daar van
kennis , en teffens te verftaan gaven,
dat hun oogmerk niet was de Onderhan-
delingen af te breeken; maar alleen, .voo£
een tyd, van daar te vertrekken, om ver-
flag te doen aan hunne Heeren en Mees-
teren. Overeenkomftig hier mede kwa-
men zy in 't Vaderland te rugge, en 't
verflagby Bewindhebberen afgelegd hebben-
de , deelden deezen 't zelve in eenen Brief
aan hunne Hoog Mögenden mede.
Dit verflag, in handen gefteld van de Verfla^-
Gelaftigden dier hooge Vergaderinge tot VerfcMl
de zaaken der Oost - Indifche Maatfchap- zin jereuit.
pye, werd door deezen onderzogt, en ftaande
gaven zy , in Louwmaand deezes Jaars Verdra.
mdcclXiv, te verftaan; hoe alles uit- 8en"
wees, dat de Onderhandeling te Londen,
vrugtloos was afgeloopen, ter oorzaake
van de verfchillencle begrippen , welken
de beide Maatfchappyen over de Verbon-.
den van de Jaaren mdclxvii en
MD clxxiv, vormden. Beweerende de
Engelfchen, dat zy, behoudens dezelve,
met den Nabab van Bengale, zodanige
Overeenkomften mogten aangaan,: als, zy
goedvonden, zo ten opzigte van de...on-
derlinge Verdeediging, als met betrekking
tot het inzamelen der Voortbrengzelen
in dat Gewest vallende, terwyl de Ne-
T 4                      der- ^
-ocr page 298-
a95 VADERLANDSGHE
Lxxxvm derlandcrs oordeelden, dat de bovenge-
ßQEK. melde Verbonden, ten rigtfhoer moeiten
-—— ftrekken, naar 't welke beide de Maat-
1764. fchappyen zich te gedraagen hadden, en
gevolglyk, dat de Engelfihen, wilden zy
niet ftrydig met deeze Verbonden hande-
len , geen regt bezaten om dusdanige
Qvereenkomften met den Nabab aan te
gaan. ^— De Algemeene Staaten oordeel-
den dat dit Gefchil, over den regten zin,
het verfland, en de toepasfing der Verbon-
den , eene zaak van het uiterfte belang,
door eene nadere Verklaaring, zo van den
Koning van Groot Riittaaje., als van hunne
Hoog Mögenden zelve, ten fpoedigfte be?
hoorde uit den weg geruimd te worden,
weshalven zy hunnen Gezant van wïli
r> ii R e N gejafteden, van zyne Groot Brit-
tanrnjcht
Majefteit eene Verklaaring af te
vraagen , wegens den zin der uititaapde
Verdragen, hier betwist.
J^leu^è - De eene onaangenaamheid, in de Oost-
kiaüen Jndien? den onzen aangedaan, fcheen de
Kinde- andere op de hielen te volgen, en ge-
lingen der fchikt om de Scheure, welke men in Eu-
Engeifcben.ro^a zogt tQhecltn0
te verwyderen: want
ten eigen dage dat hunne Hoog Mogen-
den den bovengemelden last voor hunnen
Afgezant ten Londenfchcn Hove vervaar-
digden, vonden zy zich in de noodzaak-
lykheid om denzelven te verbreeden.
Nieuwe, klagten, door Bewindhebberen
uitgeftort, hielden in, dat de Bedienden
der Engeïfche Maatfchappye, met den Ko-
ping. van Candkt, tegen welken de Neder-
-ocr page 299-
HISTORIE.
29?
fandfche Maatfchappy in Oorlog was, niet lxxxviii
alleen Onder handelingen, ten nadeele der boek,
laatstgemelde , gehouden hadden ; maar--------
fpraaken in 't brede van feitlyke ondernee- 1764.
mingen tegen de Plaatzen Natter en Tapar
moly, doox dt Engelfchen
overweldigd, en in
bezit genomen; als mede van het haatlyk ge-
drag van zommige Engelfche Officieren,die,
rnisbruik maakende van de herbergzaamheid
hun beweezen, zich niet ontzien hadden,
verregaande buitenfpoorigheden tegen de
Bezittingen, Schepen, en Qnderhoorigen
van de Nederlandfihe Maatfchappy in de
Oost-Indien te pleegen ; thans niet vergee-.
tende het wanfchiklyk gedrag van den
Commandeur tinker (*) op te haa-
ien. Een reeks van Bedryven ftrydig met
de Verb.intenisfen , waar op hunne Hoog
Mögenden zich beriepen, waar tegen zy
de noodige Voorziening verzogten, en by
de wedergave der twee overweldigde
Plaatzen, behoorlyke voldoening wegens
alle vyandlyke onderneemingen.
't Was 'er zo verre af, dat herhaalde Wegens
klagten iets toe bragten om de Nederland- Stoorems-
fche Maatfchappy in een ruflig en vredig ge- Handel,
not van haare Bezittingen, en verkreegene
Voorregten 'm Bengale, te doen treeden, dat
de verdrukkingen 'er tegen fcheenen aan te
groeijen. Dit bewoog Bewindhebbers, in
Wynmaand, op nieuw ter Algemeene
Staatsvergaderinge voor te draagen , een
ver-
(t) Zie hier boven, U. 295.
-ocr page 300-
SO»
VADERLANDSCHE
Lxxxviii verflag van de aanhoudende verhinderingen ,
boek. door de Engelfchcn toegebragt m de Inza-
■------- meling van Salpeter en Amphioen. Van
1764. geen deezer Voortbrengselen hadden zy,
m den Jaare mdcclxiii, iets kunnen
bekomen, terwyl de Engelfchen aanzienly-
ke partyen naar Europa hadden overgezon-
den , behalven het in Oost-Indien ten eigen
gebruik bewaarde, 't Verwyl van bepaa-
ling hoe de Maatfchappyen zich ten aan-
zien van elkander te gedraagen hadden,
deedt de zaaken der Nederlanderen in Ben-
gale,
van dag tot dag, erger worden.
Last n Ingevolge deezer klagten kreeg de Ge-
VAN wel- zant van WELDEREN last, dezelve
BERFNge- ten Engelfchen Hove bekend te maaker,
ff on »f en tevens te verklaart* 5 dat daar de oor-
dóen van zaak van alle deeze moeilykheden , aan
zaaken aan niets anders kon toegefchreeven worden,
te dringen. dan aan de Verfchillen , zedert eenigen
tyd, tusfchen de beide Maatfchappyen ge-
reezen, en tot nog onafgedaan, het oyer-
zulks hoogst te wenfchen was , dat een-
maal de noodige middelen by de hand
mogten genomen worden, om die Ver-
"..'..' fchillen, op eene billyke wyze, uit den
weg te ruimen, fchikkingen te beraamen
en vast te Hellen, naar welke de zaaken, m
het toekomende, zouden worden behan-
deld, op dat de Ntderlandfehe Maatfchap-
py m-t zekerheid mogtweeten, naar welk
een regel zy' zich in 't vervolg , met op-
zigttot de Engelfchen, zou hebben te ge-
draagen. - Op die gronden moest de At-
gezant zyne meermaals gedaane aanzoe-
-ocr page 301-
HI.STOR I E,
m
ken vernieuwen, en, op het: erniligst aan-, lxxxviu
dringen, dat.de eindelyke Afdoening dier boek«
Verfchillen eenmaal ernftig. het voorwerp--------
der Overweegingen mögt worden j en, ten 1764.
gevolge hebben het maaken van .zodanige
fchikkingen, -$a§© door, voortaan alle re^
denen van klagten, en oneffenheden zouden
verdwynen, — Als. mede,' dat, geduuren-
de de Ouderhandelingen daar over , tot
voorkoming van nieuwe feitlykheden, dis
de Bedienden van de eene. Compagnie te-
gen die der andere zouden mpgen pleegen,
aangenoomen mögt worden, het Plan van
de Orders aan de Bedienden van beide de
Maatfchappyen, door hunne. Hoog Mo-
genden, in laatstleden Grasmaand voorge^
ijaagen, overeenkomftig met het oogmerk
van zyne .Groot Brittannifche Majefteit. -~
Dat 'e? geen goede rede kon worden by-
gebragt waar om 't zelve niet werd om-*
helsd; en-dat, dien onverminderd, ten
allerfpoedigfte, fliïkte en nauwkeurige Be-
Vielen mogten worden afgezonden, aan de
Bedienden van de EngelftheOost - Indifche
Maatfchappy in Bengale, rom den Handel
der 1 Nederlandfchen in Salpeter en Am-
phioen, onverhinderd te laaten voortgaan,
ten einde, in alle gevallen, de vrugt te ge-
nieten Van de Orders , door Beftuurderen
van de Engelfche Maatfchappy \ in den Jaa-
re Ht)C gl.xiï, aan haare'Bedienden-,ge-
zonden ; .dewyl hunne Hoog •Mögendem
zieh niet konden verbeelden ,• dat het oogv
merk van. zyne Koninglyke Majefteit," of
z_elfs van Beftuurderen der, Qngelfche Maat-
fchap-
-ocr page 302-
^oo VADERLANDSGHE
?,xxxvin fchappye , zou weezen; hun van hunnen
boek. wettigen en onafgebrooken :Handel in de
--------gemelde • goederen te ontzetten, vooral
1764.
naa de uitdruklyke verzekeringen, nog On-
langs door zyne Majefteit gegeeven , dat
die Beftuurders in Indie op (Je vriendlykfte
en hartlykfte wyze zouden leeven met de
Nederlanderen, en in geener voege eenigen
onregtvaardigen inbreuk doen op den Ne-i
derlandfchen
Handel, of derzelver Vaftig-
heden in dat gedeelte van de Wereld (*).
Overwin- Te midden van deeze verdrietlykheden
d'ngKo.°P over ^e zaaken m 't Ooflen, werden de ge-
ning van moederen opgebeurd door de gunftige ty-
Cawiia be- dingen, welke de Maatfchappy ontving, we-
feaald. gens (jen Oorlog reeds Jaaren lang op Ceylon
tegen den Koning van Candia gevoerd; en,
in 't volgend Jaar, met eene volflaagene Over-
winning bekroond. De Gouverneur diens Ei-
lands ,LUBBERTjACOB Baron van Eek,
hadt, van 't- midden van Louwmaand tot
het begin van Lentemaand, in negen Veld-
flagen, de Vyanden der Maatfchappy den
zegen afgewonnen, den Rykszetel Candia
vermeefterd, den trotschen vlugtenden Kó-
v. . uhig
(*) Verzameling van Papieren j 'rankende de Qnlus-,
ten tusfeben de Holland/eben en EngelfibenJn Bengale.
Te Amft. by h. w. dronsberg —'■ Perdeedigihg
der
O. I Comp, van Engeland én baare Bedienden te-
gen de Klagten van de Hollanrifcbe
O L Compagnie..
In 's Gravenhaage, by t.,DB: hobdt, NeßerU
Jaarb.
i76r. hl."13. 23. ,}$?} n84- Voor't Jaar
1764. bl. 71. 1007. Univerfal Magaz. Vol. x^vi,
p. 364. Vol. xxx. p. 86,
                           ; 81.S«
-ocr page 303-
HI 3 TOR IE, , 301
ning naa het uiterfte van,'t Gebergte ver- lxxxviiI
jaagd, de Hovaardy van het Hof verne- boek.
derd,; de eer en huiler der Maatfchappye -------»
in't Weftergedeeke van Indië, niet alleen 1764.
herfteld, rnaar uitgebreid. Het Vrede ver-
hond met hem/ in gevolge daar van eerlang
geflooten: (-!*ü)^;W.y,sjt zulks ten vollen uit,
alsvwaar in.,niet-,aileen de- oude Bezittingen,
Regten en ..Voordeden , bedongen ; maar
opk. Vryhiäden .vastgefteld worden ^ die
voorheen geen plaats greepen: als de vr.y-
heid om Kaneel te fchillen in zekere Land- t ,.
ftreek, welke, vópr deezen Oorlog, Jaar? *■,].
lyks plegtig: aan het Hof moest verzogt :-
worden, en dan, onder allerlei voorwend-
selen, en met nauwe bepaalingen, moeilyk
        ";:':i
verworven werd;, Ook zouden de weder-
zydfche Afgezanten: vervolgens met,zoda-
nige Eerbewyzingen ontvangen worden,
^ls 'onder Vrienden en Bondgenooten be-
taamde; het plëgtftaatige zou . aan beide
kanten volkomen gelyk zyn: vóór "deezen
Oorlog waren de Gezanten van wegen
;<J*) Zie dit Vredes Verdrag déüdertietiden van
Sprokkelmaand des Jaars i.766\ getekend, in de
iV. Nedtrl. Joarh.. 1766. bl.( 1241. ; De zegepraa-
leride Gouve.rneurvan, Ceylon van fcCK, beleefde
dien. Vrede niet, éii-^genoot flegts zeer korten tyd
dé vtugten zyner'O.vérwinnihgey want den,tienden
van Lentemaand riiet gröote vreugde te Candia inge?
haald zynde, civerleedt hy aldaar naa eene ziekte
van tien dagenven. werd met eene vörstlyke ftatie,
in dé volgende fiiäahdbegraaveri.' JV, Nederl. Jamb.
1766. bl. 488. Een verhaal zyner kort opeenvol-
gende zegepraalea vipdc men aldaar bl. 412 — 420,
-ocr page 304-
^a VADERLANDSCHË
LXXXVHI. onXe Maätfchappye genoodzaakt den Ko>
■ B o e K. ïiing van Candia knielende de öiiderwerp-
~=~— lykfte eerte .beWyzeny zo 'menigmaal hy
•1764. zich verwaardigde hüri' gehoor te ■ verke-
nen , wanneer hèt liuii;' flégt's vergund
werd 'dien 'Monarch iri;t 't1 verleidet c
zien. — Deezè Vrede fchonk\alle hoop 'orö§
ïn dat dierbaar gedeelte orizer Ooflerfche
Bezittingen,''
de rust tn wèlvaard ;op een
vallen en beteren voet dan ooit herftêld
zien»
Het Oost» .De Maatfchappy mögt zich over 't' gé*
Ind. Schip lukkig heèti ën wedervaaren der Sehe*
Nyenburg pcn verheugen. — Stoffe van fchäde,fmert,
ven °°" nioeite,' ën veel beweegenis, vèrfch&fte eg*
ä
             ter, het voorgevallene op Két' üitzeilend
Schip Nyehbürg, gevoerd dö6rr Schipper"
Jacob' ketel, ih:Biöëimaand dèS
voorleden ' jaars in Zee géftööken, 4ëfi
dp'or éen'hoop Muitelihgen vermeefterd.
Zo veel; zónderlings liep > in'; dit geval
Zamen'., zó: ;veeï handelens hier te Lande*
eri'by Vreemden , veroorzaakte' 't zelve3
dat het een kort verflag verdiene.
Naa eenige kleine ongeregeldheden kwam
op 't oiiveïwagtfte, in -'t hplfte van- den
nagt, den -veertienden taniiZömermaaiid^
een hoop Volks op 't Half dek met èené
groote.yerwoedheid, fcbreeüweftde ÄHörni.
Jfal aan! Slaa dood! -Sta- by^ Duitfihe
Broeders!
Schoon 'er in dien eerften op*
loop geen onmiddelyk'r,foe)iyèlde Was het
getal der Gekwetften ze&ïm j en de Om
derftuur-man dóodlyk gewond. •: De Mot«
telingen maakten zich fnfeëfter van' 't
Schip
-ocr page 305-
H I S T. O R I E.           303
Schip, door, naä veel mishandelings den lxxxvjh
Schipper, met de voornaamfte Scheeps- bo ek.
Officieren, vast te zetten; allen Pardon --------
beloovende, indien zy hun op eene vrye 1764.
Plaats bragten, zo niet, dan hadden zyeen
oogenbliklyken dood te wagten. Meesters
van 't geweer zynde zetten zy overal gewa-
pende wagten uit: en befchikten.op eene
willekeurige wyze over fpys en drank,
tot -de grootfte ongeregeldheden uitfpat-
tende. Voorts lieten zy twee Kiften,
één, met Staaven Goud , en één met elf
zakken Dukaaten, boven op' 't halfdeks
haaien, en open maaken, vorderden te
weeten of 'er meer Gelds aan boord was,
roofden alles wat. zy van waarde by by-
zondere Perfoonen konden vinden, ver-
deelden de gekapte Goudftaven en Du-
kaaten. Onder de fchriklykfte bedreigin-
gen, wegens den by hun verdagten koers,
ontdekte men eindelyk Land , doch het
Schip ftiet, en twee- en- zeitig Man be-
gaven zich met de Boot en Schuit vlug-
tende naa Land. De overgebleevene
Muiters klaadgen, onder gruwzaam zwee--
ren. en vloeken, dat hunne Kammeraats
hun fchelmagtig verlaaten hadden; doch
Helden nieuwe Officieren aan, met roo-
ven.: en plunderen voortgaande,,: terwyl
zy op het weder vlotgeworden Schip drie
Vaartuigen timmerden. In deezeh" flaat
bereikten zy, op den dertigften van.
Oogstmaand, de Reede van Cajenne, waar
zy, op 't onverwagtst, vonden, dat het
ongeluk hun Schip'bejegend bekend was.
Te
-ocr page 306-
3o4 VADER L AN D 'S C H Ë
Lxxxvin Te weeteri met éen der vervaardigde
13 o e K. Vaartuigen waren aeht Mannen den veer-
------- tienden van boord gegaan , om aan eené
1754», ontdekte kust te zien of zy daar konden
landen, en niet weder opgedaagd; dee-
zm hadden Cajenne bereikt; Hun onge-
bonden leevenswyze j, en de oneenpaarig-
heid van <. hunne berigten , maakten huil
verdagt: de Majoor van het Eiland liet
ze vast zetten. Onder deeze Gevange-
nen bevonden zich twee Officiers van de
Muitelingéri, die, gehoord hebbende dat
het Schip in 't Gezigt van Cajenne Was.*
een Briefje fchreeven , waar mede ^zy
hunne Spitsbroeders kennis van hun toe-'
ftand gaven^ met aanraading oriij, op dé
ontvangst, het Schip in de lügt te laaten
vliegen. Een Soldaat liet zich tot het
beflellen van dit Briefje omkoopen, doch
de Commandeur, eenigen onraad befpeu-
rende , liet dien Brenger agterhaalen, en
de Officieren des te vafter kluiftereru
's Anderen daags verfcheeii' de Majoor,
aan boord, met bevel dat de Duitfchers
het Schip moeflen ruimen.
Stmf der Men droeg te Cajeïwe, alle zorge om
Muitehn- het Schip en de Laading in behöörely-
se '         ke verzekering te brengen ; ! ook ftetóe'.
men.den-Schipper, op zyn verzoek, in't
bezit van 't één en ander > als mede de:
geroofde Dukaaten en 't ongemunte Goud
ter hand < doch weigerde hem de Mari-
fchappen over te- geeven, die hy als On-
derdaanen van den Staat j te rug eischte.
Bewindhebbers der Oost - hdifihe Maat-
fchap-
-ocr page 307-
H I S T O k i Ë,         $4
fchäppye, groot belang hebbende > dat het LxXxVtïf
f epleegde Oproer llrenglyk geftraft wierd, b o ë k*
ewerkten $ door tusfchenkomst van hunne.......~—
Hoog Mögenden, by het Hof van Frank- 1764.
ryk, dat deeze Muitelingen , overgeleverd
en naar Suriname gevoerd wierden, om
daar loon naar werk te ontvangen, 't welk
in Herfstmaand deezes Jaars aan zeven
gefchiedde,
De waarfchynlykheid, dat de twee *
en- Zeitig, die, by 't ftooten van het
Schip Nyenburg, 't zelve vetlaaten had*
den, in eene Poriugeefche plaats zouden
geland weezen, deedt de Algenieene Staa*
ten, op 't voorftel der Bewindhebberen *
aan 't Hof van Portugal verzoeken, dat
die Manfchap, naagefpoord en gevonden
zynde, gevangen genomen en aan de Oost-
Indifche
Maatfchappy deezer Landen over*
geleverd mögt worden. Gegrond was de
gisfmg waar op dit verzoek fteunde i
want deeze Gevlugten aan land geko-»
men beflooten na Rio Grande, eene Por-
tugeefche
Haven 5 te trekken. Daar gaven
zy zich uit voor Officieren, die hun Schip
verlooren, en niets dan hun Geld behou^
den hadden. Het Portugeefcbe Opperhoofd t
geloofde zulks, bewees hun veel eers*
vergezeld van een deftig onthaal j naä
een week toevens , in niet weinig onge-
bondenheids . doorgebragt, vertrokken zy
na Phernabucq^ Waar de Gouverneur, in
den waan, dat zy Kooplieden waren van
een verongelukt Schip, hun zeer heusch
ontving : doch dit was van korten duur,.
XXIII. deel.
          V                    De
-ocr page 308-
3©6 VABERLANDSCHE
i»xxxvm De Opperftuurman en de Derdewaak, oh-
boek. fchuldig door deeze Onverlaaten medege-
.-------voerd, onderzogten, in ftilte, of 'er nie-*
3764. mand te vinden was, die de HoUandfche
Taal verftondt. Op 't ontdekken dat een
Geneesheer dezelve magtig was^ vervoeg-
den zy zich by deezen, openbaarden de
zaak, hem biddende aan den Regter ken-
nis te geeven, dat de daar met hun geko-
men Lieden Muitelingen , Dieven en
Moordenaars waren , die een Schip der
Oost-Indifche Maatfchappye hadden afge-
loopen. De volgende nagt nam 't Geregt
hun in Gevangenis , en vondt men by 't
onderzoek hunner Kleederen aan Dukaaten
en Hukken Goud, tusfchen de zes- en ze-
ven- en- twintig duizend Guldens. Men
befloot de Booswigten naar Europa over te
zenden, gelyk, by Scheepsgelegenheid,
gefchiedde. Hier by kwam toe, dat, eer-
de Heer van haeften te Lisfabon
aanfchryvens op dit ftuk van hunne Hoog
Mögenden kreeg, reeds een gedeelte dier
Muitelingen in Portugals Hoofdftad waren
aangekomen, en men de overige verbeid-
de. Omtrent allen vergunde de Koning
van Portugal, dat ze aan de Bewindhebbe-
ren der Nederlandfche Oost-Indifche Maat-
fchappye zouden overgeleverd worden.
Met HoUandfche Oorlogfchepen overge-
voerd, flelde men ze aan de Texelfche Ree-
de, volgens goedvinden van hunne Hoog
Mögenden, voor een Krygsraad van Zee-
Officieren te regt, doende de Muitelingen
naar maate van de zwaarte van hun mis-
.. ,dryf
-ocr page 309-
HISTORIE.           §07
äryf ftraffen ondergaan, Welket uitvoering lxxxvik
alleryslykst was. Galgen.en Räaden be- boek;
zyden Kykdüin aan den Heläerfchen Wal, -----»-a
vertoonden nog lang op ortze Reede deeze i?6%<,
affchrikkende Schquwfpiegels van een zo
boos beftaan, aan 't ,oog der Zeevaaren-
den. Van de Geftraften. op Suriname hadt
men desgelyks aan den Rivierkant, by de
Scheepswerf j een duurzaam fchrikbeeld
opgerigt. Óver dé Strafplaats aan den
Helder vielen eenige onaangenaamheden
voor tusfchen den Luitenant-Admiraal
acHRYVERj Voorzitter in den Zee*
Krygsraad, en Heeren Gecommitteer-
de Raaden van het Noor der Kwartier j
doeh .welke geen ernftige gevolgen had*
den..^.).;}^
                   .
, Lieps' in t voorleden Jäär, de Volk- Gevaar??-'
planting van den Staat Rio de Berbice g-root ke ^Pfta"^
v         ° .        i . c i .                 p        op Rn de
gevaar om geheel afgeloopen en vermees- Berbice*
terd ;tej worden $ in,,het tegenwoordige
mögt men . de, gerustftellende tyding ont-
vangen^ dat die Opfiand gedempt en de
Volkplanting weder in handen der voorige
Bezitteren gekomen was;. Van 't een en
ander zal een kort verflag hier voegen.
f ,f^iet zeldzaam, is het, dat de Negerflaa-
.ven, in x>nze Volkplantingen j op deezfe
(*) Êgt Journal van het yotrgevallene op de Reizè
"mei bet Öost-Indijcbe Schip'Nyeniurg.
Te Amtt. by'
'•k; v. p. 'Hot Neder). Jaarb. 1763. bl. Q$4<
Voor 't Jaar 1764. bl. 403. ó9o- 495. Voor °c /aa*
1765. tl, 387;
         ,-. ,.f
V 3 '
-ocr page 310-
3o3 VADERLAND SC HE
LXxxvHi en geene Plantadien, muiteryen aani'egten,
boek. en dat deeze op de eene begonnen tot de
—— andere overflaan; doch zelden worden zè
. a^öïj.. 'van eenen zo algenieenen en alles met ver-
«woefting dreigenden aart, als die op Rio de
Bzrftice
thans 'voorviel. Weinig dagen naa dat,
in'Sprokkelmaand -des verftreeken Jaars,
éëne Plantäclie door de Negerflaaven !ver-
meefterd was:, en zy te vergeefsch twee
andere een zelfde; lot zogten te doen over*
körnen, vertoonde zich, door de geheels
Volkplanting, de geest van muitery, eerst
op de Plantadien zes uuren van het Fort
-Nasfau, en drie uuren van de Ke'fk gelee-
geri.. De Negers namen hier toè'dèh tyd
waaï, dat de Beftuufders' der Volk^laWtm;-
ge, ter handhaavinge van den Godsdienst,
zich na de Kerk begëeven hadden", en
kreegen, alles openbreekende, SMphaanen,
Kruid en Lood in hun-geweld,} "met welke
zy verder opgelegene Plantadien aanvielen >
de Vrouw eens Directeurs, en 'een Direc-
teur vermoordden ,■ én alle Blanken , die
zy op dezelve vonden, uitgenomen eenige
weinigen, die door >de vlugt nä het Fort
Nasfau hun leeven gered hadden', örribrag-
•ten. Men hoorde dien gehèelen nagt op
de na beneden gelegene Plantadien fchie-
«en, de klokken luyen, op den hoorn blaa-
zen, trommelen en joelen als of de Ne-
gers reeds vermeefteraars van de geheele
Volkplanting waren. Op het gerügt dat
de Muitelingen naderden, begaven zich de
Burgers van de Bovenplantadien, die den
Weg afgefneeden was om in het Fort té
ko-
-ocr page 311-
HISTORIE.
3°9
komen,' na eene Plantadie de Peereboom, lxxxviii
een groot halfuur van de Kerk gelegen. boek.
De hoop deezer zamengefchoolde Vlug- ...... ,„■
telingen op fpoedigen byltand en onder- 1764.
fteuning, zette moed by aan hunne
vereende poogingen om die wykplaats, in
den beften ftaat van tegenweer te brengen.
Zy kreegen tyding, dat de Gouverneur
HOGENHEiM een aangeland Slaaven-
fchip de Rivier hadt opgezonden, om de
Plantadie te ontzetten. Dan die hoop
werd verydeld, door de laage baatzugt
van de drie Heeren Raaden, die 't zelve
voor hunne Plantadie ophielden om 'er het.
hunne in te bergen: de Matroozen onge?
neegen om zich aan dit befluit te onder-
werpen , werden omgekogt door de belof-
te van drie honderd Guldens , indien zy
daar bleeven. ----- Het aantal der muiten-
de Negers was van Plantadie tot Plantadie
aangegroeid en beliep tusfehen de zes - en
zeven honderd, die voor de Peereboom
verfcheenen , op die Plantadie met allen
geweld aanvielen, en afgeflaagen, het
hervatten; onder betuiging dat zy nu Hee-
ren van de Berbice waren, en zich niet lan-
ger door Chriflenen zouden laaten regee-
ren; dat zy alle Plantadien wilden hebben,
en alles wat de Chriflenen hadden. Het
niet op daagen des Slaavenhaalers, die wel-
geplaatst niet alleen deeze Plantadie zou
ontzet, maar alle hooger opgelegene bevryd
hebben, benam hun den moed. Afgemat
door waaken en gebrek aan water, dewyl
hun de toegang tot de Rivier was afgefnee-
V 3
                    den,
-ocr page 312-
gio VA'DERL'ANDSOHE
^xxxvm den, neigden zy tot het aangaan eens Ver-
BOEK. drags; bèzwaarlyk wilden de Negers hier
—■-----toe verftaan. In 't einde bedongen zy dat
1764. ze gewapend zouden aftrekken; doch zy
hadden éene deerlyke ondervinding van dé
trouwloosheid hunner Belegeraarén , die,
met voordagt, het fluiten des Verdrags
fcheenen opgehouden te hebben , tot dat
de vloed begon, op dat het hun onmoge-
lyk zou zyn, de Rivier af na het Fort te
keeren: dewyl zy dan, wind en ftorm te-
gen hebbende , 'te gereeder prooy voor
hunnen moordlust zouden ftrekken. Nauw-
lyks waren ze in de Vaartuigen getreeden,
en zommigen ftonden nog aan land', wan-
lieer zy hun moordrol begonnen te fpee-
len, eönigen d©odfchqoten, zommigen de
hoofden af hieuwen, anderen gevangen na-
men, om ze op de mishandelendfte wyze
van kant te helpen; terwyl veelen, vlug-
tende in 't water hun dood vonden. Dé
ylugtende vervorderden hun weg onder
ontelbaare gevaaren; veelen gëgreepen
werden uitgefehud, gebonden, en' na de
verlaatene Plantadie de Peereboom> "ge-
voerd.' Onder deezen was 'de Predikant
ram ring met zyne Vrouw "en Zufter,
fchoo'n zy, deezen vry lieten, dewyl zy,
zo ze voorgaven, vreesden, dat god'
hun anders fïrafren mögt, hieuwen zy het
hoofd eens niet hun vlugtendén Matroos
af, en wierpen het den Predikant tegen de
borst, dat het gudzend bloed hem in 't
äangezigt fpatte; dé overige Vrouwen en
Kinderen werden allen, in weerwil van 's
• ,
                 Leer,-
-ocr page 313-
- HISTORIE. "" 311
-Leeraars voorfpraak en gebeden, voor lxxxvih
Slaaven verklaard, en, naa dat hy met de boek.
zynen vertrokken was, om 't leeven ge- ———
bragt, uitgezonderd drie jonge Juffrou- 1764.
wen, welke zy by zich hielden.
Aan deezen Leeraar toonden zy hun
gewapende Manfchap, om den Gouver-
neur daar van verflag te doen, en hem te
boodfchappen , dat hy terflond met alle
Blanken uit de Volkplanting moest ver-
trekken , naardemaal zy geenen van de-
zelven langer wilden dulden. Die hooger
aan de Rivier woonden, de elenden der
gevlugten na de Peereboom verneemende,
namen de wyk over Land naa Demerary
en Esfequebo. Ondertusfchen hadt men
reeds een begin gemaakt om veele welge-
laade Kiften en Kasfen, van het Fort Nas-
fau
aan boord van een Schip te brengen;
een lafhartig gedrag van die aan 't roer der
Regeeringe zaten , en allen , die wat te
bergen hadden, volgden dit voorbeeld. In
't Fort zelve bevondt zich de Gouverneur
alleen, de drie Raaden hadden het te druk
met de goederen in de Vaartuigen te laa^
den, dan dat zy aan 't onderfteunen van
den Gouverneur dagten. Deeze hadt laa-
ten - weeten dat elk, op de eerfte fein-
fchoot, in 't Fort moest komen, en dat de
Burgers in Canje als dan hunne Plantadien
moeden verlaaten, gelyk gefchiedde, ook
verfcheenen 'er eindelyk de drie Raaden,
vonden 'er alles in rep en roer, en de
meefle Huisgezinnen ingefcheept. De.
zwakke Bezetting van vyftien Krygskneg*.
V 4                    'ten,
-ocr page 314-
gia VADERLANDSCHE
£xxxvm ten, met de Burgerye, was tegen de Mui*
BQEK, ters in de wapenen. Men beraadflaagde
*----«■ over de verdeediging , eenige beweerden
(?&£ éat het Fort met Gefchut voorzien, de
Zwarten, die geheel geen Gefchut hadden,
wel' kon afweeren, anderen hielden het te
bouwvallig om een aanval te kunnen we^
derftaan, Dit laatfte gevoelen woog over,
hoewel een groot gedeelte der Burgerye
weinig geloofllöeg, aan. 't geen men hun
van de zwakheid des Forts zogt diets te;
maaken, en het daarvoor hieldt, dat de
Raaden , die zorg gedraagen hadden om
liet hunne te bergen, niets anders zogten
dan hun den moed om in 't Fort te hlyven
te heneemen. De meeften., hier door aan 't
aarzelen geraakt, kreegen vryheid om bui^
ten het Fort te gaan;, zy kwamen niet te
$ug, en lieten de weinigen gebleevenen in
het uiterfte gevaar; dit werd vergroot,
dewyl men, op last der Raaden, het Kruid
weghaalde, en 't Gefchut vernagelde; dan
Zulks viel m: derzelver plan: want dit ge^
vaar* bewoog hun om- een Verzoekfchrift
m te leveren, dat zy- zkh uit de doodlyke
Sterkte na de Schepen, magten begeeven.
De Raaden bewilligden, het verlaaten
Fort wetfd,- naa- *t losfën- des Gefchuts, in.
b#and geflooken, de daar in gezette Pekr
tonnen ea Spaanders deeden hét welhaast,
dewyl-het meest uit zwaar e balken beflondt
s
in ligtseflaaye viamme opMaaken. Men
dreef- met- de Sehepien de Rivier af, en
#oii de Volkplanting verlaat en hebhen 3
<to gekoinen W w Post St, ^NSw'«>-
pp
-ocr page 315-
HISTORIE.          313
op welke geene Bezetting altoos was, ont- lxxxviïi
moetten, zy een Schip uit Suriname, met boek.
honderd man Krygsvolk , derwaards ge- •■ —>
zonden op 't verzoek des Gouverneurs 1764,
van hogenheim tegen de Wegloo-
pers van de Plantadie, waar op de Muite-
ry eerst ontftaan was. Zeer verbaasd Hon-
den deezen, geheel onkundig van den al-
gemeenen Opiland, dat niet alleen Canje.
waar die Plantadie lag, maar geheel Berbh
ce,
van de Blanken verlaaten was, zo dat
op ééne Plantadie naa, ze alle in handen
der Negerflaaven. waren. Schoon men
op de Schepen reeds gebrek aan voorraad
hadt, viel egter het befluit om met deeze
verfterking de Rivier weder op te vaaren,
en den Muitelingen het hoofd te bieden.
De Gouverneur vatte met zyne Manfchap
post op eene Plantadie: naa een voordee-
lig gevegt tegen de Muiters, hernamen zy
deeze en geene digt by gelegene Planta-
die, waar zy zich legerden , fchoon niet
zonder vreeze dat de op de vlugt gedree-
vene Negers, fteunende op derzelver over-
magt, hun weder zouden overvallen.
Wanneer de Beftuurders deezer Volk- D"eIve
plantinge in 't Vaderland, langs verfcheide &e em? '
wegen, berigten bekomen hadden van den
deerlyken, zo niet gansch verlooren ftaat
der Berbice, verzogten zy by hunne Hoog
Mögenden, dat onderftand van Krygsvolk
derwaards mögt gezonden worden, tefFens
opening geevende van den Staat dier Volk-
plantinge. De ondiepte der Riviere bragt
je-wege., dat men zich van geen grooter-
Y|                   'Oor*
-ocr page 316-
3H VADERLANDS CHE
LxxXviii Oorlogfcheepen dan Fregatten kon bedie»
boek. nen, drie werden 'er toe beftemd, onder
—— 't bevel der Capiteinen haringman,
1764. BISDOM eil VAN OYEN (*). De
Gouverneur hadt intusfchen met den: Be-r
velhebber der nabuur ige Volkplanting Es*
/«^tóo, LAURENS. STORM VAN 's
gravesande, een plan beraamd om
eenige Manfchap naar Demerary af te vaar--
digen, om van daar, landwaards in, na
een Plantadie in Berbice te trekken op wel'
ken de Muitelingen zich zeker oordeelden ,
en ze dus tusfchen twee vuuren te zetten;
by die Manfchap had men eene Bende Vry^
willigen , van Barbados tot befcherming
deezer Volkplanting gezonden, gevoegd;
de dappere Capitein Luitenant smith
voerde deezen aanflag gelukkig uit, een
aantal fneuvelde, eenigen werden gevan^
gen, en de overige verftrooid. De Gou-?
verneur was, volgens affpraak, de Rivier
opgezeild met eenig Krygsvolk, behalven
het Volk van de Oorlog - en Koopvaardy -
Schepen, tot de Plantadie de Peereboom,
waar de Muitelingen hun meefte voorraad
van Krygstuig en Mondbehoeften gebragt
hadden, met oogmerk om zich tot het uk
terfte te verweeren. Op den zes- en^
twintigften van Wintermaand, viel 'er een
hevig gevegt voor , waar in de wakkere
smith fneuvelde. Dan de ondernee*
, :-is£
                                        ming
(*) Refol, van HM. 8 en 15 Juny. 4 Au'g, g
Sept. 1703. .; ;                          ■ .-l!                         «■*• '"■ :;
-ocr page 317-
'H f[S TO RÏÉ7- 315
ming hadt ten gevolge, dat het grootfle txxxvi'ft
'gedeelte der Muitelingen de wyk nam naa boek,
èene Kreek, waar ze' zich genoegzaam in-------->
een fuik bevonden; zo dat men het genoe- 1^64.
gen hadt, om dé Volkplanting van dit Ge-
fpuis grootendeels gezuiverd te zien. Het
Krygsvolk van den Staat den voet aan
Land gezet hebbende, voltooyde het aan-
gevangen te onderbrengen der Muitelin-
gen.
In Lentemaand deezes Jaars, fchreef
de Gouverneur van hogenheim,
dat hy van de te rug gekomene Slaaven een
getal van zes- en- twintig honderd by een
hadt, meeréndeels mét berouw over hunne
gepleegde Muiterye, vrywillig weder on-
der zyn bevel gekomen,' dat hy verfcheide
Aanvoerders van den Opftand , behalven
de Slaaven gevangen genomen hadt, en
drie - en - vyftig met den dood doen ftraf-
fen, deels gehangen, deels geradbraakt,
deels leevende verbrand; dat een nog veel
grooter getal dier Booswigten in hegtenisfe
zat, en onder deezen het tweede Opper-
hoofd dier Bende, terwyl het eerfte zich
zelven hadt omgebragt, om niet in handen
van't Krygsvolk te vallen. — Teffens ont-
vingen hunne Hoog Mögenden berigt van
den Heer de salve, Colone! der Troe-
pen van den Staat, dat de Opftand ge-
dempt was, dat alle de Indiäanen , die,
geduurende deezen Opftand-, hunne Woon-
plaatzen hadden moeten verlaaten, op de-
zelve wedergekeerd, gelyk ook veelePlan-
ters , na de nabuurige Volkplantingen
ge-
-ocr page 318-
$i6 VADERLAND SC HE
Lxxxviii gevlugt, te rug gekomen waren, zodat zy
boek. op nieuw reeds zeven- en- dertig Planta-
--------dien bewoonden (*), en men geen meer
1764. reden van vreeze voor de Muitelingen be-
hoefde te hebben. Waar om het Krygs-
volk weder werd opontboden.
Schriklyke 't Gevolg van dit alles was, dat eene
Strafoefe- Volkplanting, bykans in 't volle bezit van
Je Mui- eenige duizenden muitende Negerflaaven,
tets.
         in minder dan drie maanden tyds, weder
zo verre in ftaat kwam, dat de Planters,
op nieuw, hunne Plantadien konden bou-
wen. Alle de gevangen Negers, niet
fchuldig aan moord of brand, werden den
Eigenaaren weder gegeeven; doch de
meest fchuldigen kregen in Bloeimaand
hunne ftraf, eenigen werden gehangen,
geradbraakt, zommigen met een kleinvuur
verbrand, of liever gebraaden, en geduurig
met tangen geneepen. Uitgezogt wreed
was de ftraffe een Vrouwsperfoon aange-
daan , die eenige Chriften- Vrouwen op
eene allerysfelykfte wyze hadt doen ver-
moorden , en derzelver bloed uit wraak-
lust gedronken. Dit elendig Ondier bleef
twee uuren op 't Rad leeven, naa dat alle
haare Beenderen door een moker aan Huk-
ken waren geflaagen, zonder dat zy een
genadeflag ontving. Voor het Opperhoofd
Atta was een byzondere houthoop toege-.
(leid, in 't midden van welke een paai
ftondt, waar aan hy met een keten vastge-
. •;-.
                                          .:■'.'', •1-.-\:k:\><-'-\ maak*
(*) Refpl, Oen, Luns 25 Juny. 1764*
-ocr page 319-
HISTORIE.           3ï7
maakt was, en rondsom loopen kon. Van lxxxvïh
's morgens ten half zeven af tot 's middags boek,
ten twaalf uuren, werd hem alle vieren- —------
deel uurs,met een gloeiende tang, een ftuk 1764.
vleesch uit het lichaam gerukt; in deezen
toeftand aanfchouwde hy de ftrafoefening
zynër medépligtigen; . eindelyk werd het
vuur rondsom hem aangeftóoken j «n \
zelve, op dat zyn pyn langer zou duur en,
telkens mét water gébluscht, zó dat, niet
tegenftaande omtrent elf uuren de 'Houtfta-
jpél hegón te branden, niet dan voor half
léén zyn deerlyk gerekt leeven eindigde.
Men beraamde eene fchikking om eenig
Rrygsvolk, ten beftendigen vefblyve al-
daar, te werven, en den Colonel de
«alve met zyne Manfchap te rug te
doen keeren. Ook ftemden Staaten van
Holland toe in den voorïlag des Hertögs
van Brumwyk , om van deeze Manfchap
een Regiment op te richten, -ïn-de veron-
derftelling, dat het gehouden zou worden
voor een Regiment Mariniers, gefchikt tot
het doen van Tochten over zee; daar zy
zich. tot 'deezéri Tocht vrywillig aan-
geboden en in'denzëlven zo wel „gekweeten
:hadden £^.'--—"--
             • --<-:-'-'
'Om deeze Volkplanting van Berbice, die
zo veel geleden'hadt, in den ouden ftaat
"te hèrftellen, en door voorraad van Krygs-
behoeften en Manfchap, in een ftaat van vei-
.5?ü. ■,: ■ .:■ W : ...'— .l.:.-v. %"
(*) Refol. Gen. Martis a Oél. 1764. Refil. vm
Em.
1 Dec. Ï764. '
-ocr page 320-
SiS VADERLANDS CHE
txxxvin lïgheid te houden, hadden Staaten van Hol-
BOEK. land, op voordragt der Belanghebbenden^
.,>,,. een gunftig befluit genomen} doch Fries-
ifÓA.. land en Overysfel
weigerden eenig aandeel
te hebben in de daar toe noodige kos-
ten (;?.); u;> v': '- ^.v-uï-jh^f; :.•:. y'<:cï
Capitein-van o yen, op den tocht
na Berbice., de Volkplantingen Demerary
en Esfequebo aandoende, vondt ze beide in
zulk een jammerlyken ftaat yan tegenweer,
dat zy geen de minfte tegenftand aan Binnen-
of Buitenlandfche Vyanden. zouden kunnen
bieden,en gaf des berigt aan hun Hoog;Mö-
genden, Staaten van Holland lieten Be-
windhebberen der West-Indifche Maatfchap-
pye ter Kamer e van Am fier dam daar oyer
raadpleegen: doch vrugtloos, uit hoofde
der handelwyze van de Kamer Zeeland om-
trent die Volkplantingen gehouden, boven
al zedert den Jaare mdccl „. aan welke
gereezene verfchillen zy den vervallen ftaat
dier Volkplantingen toefchreeven (f): :..;,
Menzoekt Wanneer de maare deezes Opftands-in
te ver. Berbice, in 't Vaderland overwoei, vrees-
slfhmne? de men ' dat die Geest van Muitery;tot
het getal de Slaaven der nabuurige Volkplanting^
der Blan- zou overflaan. Men fchreef het ongeluk
km te ver- jy0 je ßertyce overgekomen; byzonder «toe
f^ e~ aan het gering getal, vin BJaqfan, en.de
,..... ^,.r,,-' .,;-,„f, ,,,, „,'.;' i' over-
(*) Nederl. Jaarb. f763. bl. 586. 611. 6o->. 93$.
Voor 't Jaar 1704- bl. 362. 559-'782. 952. Voor
't Jaar 1765. bl. 338.
           m           . ,; - •,
(f) RefoLvan Roll, 28 Juriy en a8 Sept. 1764.
-ocr page 321-
HISTORIE.          319
oVermagt der Zwarten. De Befluurders lxxxviIe
van de Sociëteit van Suriname oordeelden, boek.
dat die wyduitgeftrekte Volkplanting voor--------
een dergelyken ramp blootftondt 5 dewyl 1764.4
tegen een getal van omtrent zes- en- dertig
duizend Slaaven
, niet meer dan omtrent
dertien honderd Blanken geteld werden: een
getal zekef veel te zwak, in gevalle deeze
Negers gezamenlyk een Opftand verwek-
ten , en , gelyk te wagten was, de be-
vredigde Boschnegers zich met hun veréé-
nigden. Zy verzogten, derhalven, by ee-
nen Brieve aan hunne Hoog Mögenden*
dat, agtervolgens een oud, doch in on-
bruik geraakt, Befluit, Gouverneur enRaa-
den zou worden aangefchreeven, dat men,
by ieder twintig Slaaven, één Blanken te
houden hadt. Het befluit der Staaten viel
overeenkomftig met dit Verzoek. --------
E.enigen der meest belanghebbenden in de
Volkplanting van Suriname hadden op dit
ftuk een geheel ander inzien, waar om zy,
in Lentemaand deezes Jaars, door hunne
Gemagtigden, ter hooge Staatsvergadering
een Verzoekfchrift inleverden, in 't bree*
de aantoonende , dat de wyze, waar op
dit Befluit in de wereld gekomen was, hun
hoogst bezwaarde : dat 'er, in de tegen-
woordige tyds. omftandigheden, geene re- . .
denen waren tot het neemen van zodanige „■., : . -.
maatregelen omtrent de veiligheid en be-
fcherming der Surinaamfche Volkplaiitinge:
en eindelyk dat het genomene Befluit vol-
flrekt onuitvoerbaar was, wilde men de ge-
heele Volkplanting niet ten gronde doen
gaan.
-ocr page 322-
gap VADERLAND SC HE
ifpxxxvni gaan, £y fchreeven den Opffcand in de
e pek. Berbice aan geheel andere oorzaaken toe
-~«'^-- dan die Befluurders ten grondflage van
1764, hun Verzoek tot het doen neemen van dit
Befluit gelegd hadden; en beweerden dat
dezelve moest toegekend worden, aan de
verregaande mishandelingen van zommige
Planters, mitsgaders aan de lafhartigheid
van anderen, die in den aanvang der Mui-
terye, in -ftede van, volgens de daar toe
gefielde orders , zich tegen de opflaande
Negers te verzetten, hunne Plantadien met
Geweer en Krygsvoorraad verlaaten had-
den , en daar door oorzaak geweest wa-
ren, dat derzelver getrouwe Slaaven, door
de Muiters gedwongen wierden hun hoop
te vermeerderen, als mede aan de Onwil-
ligheid van nog anderen, en in 't byzon-
der van de meefte Schippers en Scheeps-
volk, zich ten dien tyde in de Volkplan-
ting bevindende. De redenen door deeze Be-
langhebbenden aangevoerd, vonden de Staa-
ten gewigtig genoeg om het reeds geno-
mene en afgezondene Befluit buiten wer-
king te Hellen (*).
De vrees Niet zonder vrees voor eene Vrede-
voor eene breuke met den Keizer van Marocco werd
breuke met dit Jaar gefleeten- Der Staaten Conful
den Keizer DEMETRio COLETY, die byna vier-
vanMaroc- en- veertig Jaaren in dat Ryk gewoond
<over-
                      ' "                                  hadt,
C*) Refil. Gen. Luna; 18 Juny, Veneris a Dec.
1763- Luns 14 Mey 1704. JNederl. Jaarb. 1764.
bl. 334.
-ocr page 323-
HISTORIE,           äii
hadt, en aan het Hof des Keizers altoos lxxxviiÏ
zeer gezien geweest was;, liet, door eenen b o e'k»
Brieve, den zeftienden van Herfstmaand •—-----
gedagtekend, hunne Hoog Mögenden wee- 1764*
ten, dat hy, op 't onverwagtst, van den
Keizer bevel ontvangen hadt , om, bin-
nen den tyd van drie dagen, hetMaroccaan-
[che
llyk te ruimen, zonder hem gelegen*
heid te geeven, om de geringfte. betoo*
gingen te doen ten bewyze van zyne on^
fbhuld, daar de eenigfte reden, voor dit
bevel, door den Gouverneur van Tetuati
hem gegeeven, daar in beflondt, dat de
Keizerin hem eenigezaaken, onbeftaanbaar
met de Wet, zou befpeurd hebben. Hy
beklaagde zieh over de belediging zyns
Eere en die van zyne Souverain aange-
daan, verzogt ten Keizerlyken Hove te
mogen verfchynen, om zich tegen de aan*
tygingen van kwaalyk gezinden te ver-
deedigen, terwyl hy, overeenkomftig
met het gegeeven bevel aan boord eens
Vaartuigs in de haven gereed liggende,
zou gaan , wagtende op de gelegen-
heid om te doen zien, dat zyne vyanden
iets tegen hem gefmeed hadden , om de
goede verftandhouding tusfchen den Keizef
en dit Gemeenébest te ftremmen. De£
Staaten C onful te Gibraltar, Francisco
butler vergezelde deezen berigtgee-
venden Brief, met eenen van zyne hand, in-
houdende , dat hy den Heer colety
onbekwaam keurde tot het pleegen vaii ee=
nige daad, die zulk eene behandeling zou
verdienen, en dat zulks zeker moest orit*
XXIIL deel,
         X                  ftääft
-ocr page 324-
32ä VADERLANDSCHE
lxxxviii ftaan weezen uit valfche en fchandelyke in*
boek. boezemingen by den Keizer te werk ge-
--------fteld, fpruitende uit nyd tegen dien ouden
1764. Gunfteling, of met andere kwaade inzig-
ten, welke hy hoopte dat ras zouden ont-
dekt worden.
In gevolge hier van gaven hunne Hoog
Mogenden den Keizer van Marocco hunne
hoogstgaande verwondering te kennen, en
drongen tevens aan, dat hunnen Conful
gelegenheid mögt gefchonken worden om
zich ten Hove te verdeedigen, wegens het
ongelyk hem aangedaan ; dat de Graaf
van BYLANDT, binnen kort, met een
Schip van Oorlog, zich te Tetuan zou ver-
voegen, om, te Gibraltar nader kundfchap
ingenomen hebbende, deeze zaak op de
best mogelyke wyze te vereffenen.
Nadere Brieven van die beide Confuls
Zetten meer ligts aan de zaak by. Een
Brief des Keizers van'Marocco, aan but-
ler gefchreeven, hieldt in, dat men tegen
den Heer cölety als befchuldigingen
inbragt, dat hy Voorraad aan de Spanjaar-
den
zou gezonden , en in eenige zaken
ftrydig met de Wet gehandeld hebben.
Tegen deeze betuigde, hy gereed te zyn
zich te verantwoorden.
Eerlang begonnen de zaaken van den
Heer colety een gunftiger keer te nee-
men , en kreeg hy te Gibraltar van 't Kei-
zerlyk Hof berigt, dat de Keizer, van zy-
ne onfchuld te eenemaal overtuigd was:
Waar op hy de Staaten verzogt zich weder
derwaards te mogen vervoegen j dan vor-
der-
-ocr page 325-
HISTORIE,           323
derde, óm zich daar op eene aangenaarae lxxxviïi
Wyze Weder te vertoönen > eene menigte boek,
van Gefchenkén. De Maroccaanfihe Vorst -'■ •
hadt hem de Wederkomst ten Hove ver- 1764;
Oorlovende , dit gedaan onder voorwaar-
de , dat hy vergezeld móest zyn van deri
Capitein bylandt, den Conful but-
ler, of ten minden door eenige Officieren
van het Oorlögfchip. De Staaten hunnen
Conful toeftaandé zyn post weder te her-
vatten , en uit alles bemerkt hebbende^
dat 's Keizers misnoegen tegen hem louter
perfoneel geweest was^ zonder eenige be-
trekking tot de Republiek j en zonder na-
deelig gevolg voor derzelver Zeevaard,*
konden zich niet volkomen bepaaleh We-
gens den voet en de wyze, op Welke hy
derwaards gezonden en geleid zou wor-
den j volgens 's Keizers eischi De gevor-
derde Gefchenkën kwamen hun buitenfpoo-
rig voor, dewyl ze meer dan een halve
tonne Gouds beliepen; en was 'er geené.
gelegenheid om dezelve zo fpoedig gereed
en óvef te maaken als de eisch luidde,
Te min toefchietelyk Waren de Staaten om
alles in te Willigen, daar 't hun niet onduis>
ter Voorkwam, dat de Heer coletï
een voorneemen mögt hebben om^ herfteld
zynde, -deii Staat te bedanken, en na dr
ders te vertrekken, in welk geval zy het
zeer bedenkelyk vonden zo veéle koften te
doen, om de lierftelling te bewerken eens
Mans, die het Ongeluk gehad had? oiïi
2ich onaangenaam te maakem
Het dóen vertrekken eens Gonfuls kón
X 0
                    raó*
-ocr page 326-
324 VADERLANDSCHE
ïlxxxviii mogelyk wel eens ten oogmerk hebben
boek. om, onder dat voorwendzel, te welvoege-
--------lyker, eenige buitengevvoone Gefchenken
1764. te vorderen; maar uit alle om Handigheden
was af te neemen, dat de Keizer ,- dit
thans niet bedoeld hadt. De ondervin-
ding der laatfte Jaaren wees daar en bo-
ven uit, dat de Maroccaanfche Keizer eenig
Regaal verlangende, niet zeer fchroomagtig
was in dit te doen vraagen, zonder eenig
voorwendzel te zoeken. — Hier uit kon de
Heer colety zeer ligt begrypen , dat
hy dankbaar moest erkennen , alle koften
tot zyne herftelling gedaan, alleen uit aan-
merking van zyne perfoonlyke belangen,
en geenzins uit noodzaake, om den Keizer
tot het onderhouden van den Vrede te be-
weegen. Zonder bekommering zouden hun-
ne Hoog Mögenden hunnen tegenwoordi-
gen Conful hebben kunnen: laaten daar hy
was , en na een ander bekwaam en den
Keizer aangenaam Perfoon doen omzien.
De Conful butler kreeg last om
met den Heer colety haar Tetuan over
te fteeken,hém ten Hove, naar de begeerte
des Keizers , te leiden , waar voor hem
eene bepaalde fom in ée'ns werd toegelegd,
gelyk men ook de fom der Gefchenken op
een maatigen prys bepaalde. Door een
Schip van Oorlog te zenden, om den Con-
ful colety over te voeren, betuigden
de Staaten gaarne meer luifters aan deeze
Bezending te hebben willen by zetten;
doch dat baarde een te lang verwyl. Naa
volkomene Zuivering hadt cqlëty op
zyn
f
-ocr page 327-
H rSTORIE,
zyn post te blyven, en butler zich lxxxviie
weder na de zyne te begeeven. Alles boek.
gefchiedde overeenkomftig met deeze--------
Schikkingen, en de gevreesde Vredebreuk 1764.
verdween, en met die vrees hielden de
reeds gemaakte beraamingen , wegens de
Schepen van Oorlog als dan uit te zenden,
op (*).
By het bewilligen in de gewoone en bui- Staaten
tengewoone Staaten van Oorlog' voor het ]andPol~-,
loopende Jaar, vonden Staaten van Hol- j?n fn
land,
die onlangs zo zeer voor het ver- eene ver-
meerderen der Zeemagt geyverd had- meerde-
den (f), goed teverklaaren, dat, hoewel V^Jzn ,.
de Landmagt, thans by den Staat in doch wil'
dienst, nu op geen min fierken voet gebragt Jen een
ware dan by voorige Vredestyden, en vaft^ post
dus het bezwaar van 's Lands fchatkist, sfaate"an
door eene meerdere verflerking, zou be- Oorlog
hooren ontzien te worden, zy nogthans, voorden
om genoegen te geeven aan de Geweften, Zeedienst
die, volgens den voorflag des Raads van lebben.
Staaten , daar op aandrongen, reeds ge-
flemd hadden, in de overkomst binnen de
Grenzen, van de twee Bataillons, die de
Staat in Duitschland op de been hadt, en
om dezelve te brengen op den Nationaalen
voet van vier Battaillons , mits Zeeland
zich verbondt om wederom twee Ruiters
en Paarden in elke Compagnie Cavallerie,
en
(*) Refil. Gen. Mercurii 24 Oft, Martfs ö Nov,
1764. Luns 18 Maart 1765.
(f) Zie hier boven, hl. 20a
X 3
-ocr page 328-
3i6 VADERLANDSCHE
jlxxxviii en twee Man in elke Compagnie Infanterie
per. aan te fchaffen: en daar en boven wel wik
. :." den toeftemmen , in de aanwerving var*
176^, twee duizend en honderd zestig man Zwit-
zersy
boven het gewoon getal. —- Hier
mede oordeelden zy, dat aan het oogmerk
der Geweilen, fteeds op de vermeerdering
derLandmagt dringende, zou voldaan wee-
zen, en allé verdere Raadpleeging op dit
ftuk voor als nog kunnen uitgefteld wor-
den : dan zy moeften 'er byvoegen tot dit
laatfte gekomen te zyn, in die zekere ver-r
pnderftelling, dat de Bondgenooten toonen
zouden den zelfden yver en hartlykheid,
pm mede te werken tot de Befcherming
des Handels en der Zeevaard van 's Lands
Ingezetenen, waar op zy op het nadruk-
lykst moeften aanhouden, en dat zulks tef-
fens en te gelyk, en het een zonder het
ander niet tot ftand werd gebragt: dewyl
uit 4e welvaard des Handels, die zonder
de noodwendige Befcherming vervallen
moest, het vermogen om voor de Befcher-
ming van den Staat te zorgen, gevonden
moest worden.
Zy oogden hier mede op het verzoek
des Raads van Staaten, om vast te flellen
f ene Jaarlykfche Equipage, ten kofien vali-
de Provinciën
, boven bet geen de Collegien-
ter Admiraliteit uit haar ordinarh inkomji en
konden doen
;. waar over reeds raadplegin-
gen in den Jaare mdcclvii, gevallen
waren. ~— De nuttigheid hier van over-
woogen hebbende oordeelden zy, dat tot
fiet doen eener Jaarlykfche Uitruftinge van
-ocr page 329-
HISTORIE.
3*7
zes Fregatten, op den Staat van Oorlog, lxxxviii
een vafte post moest worden gebragt, tot boek.
tweehonderd en vyftig duizend Guldens, of-------.
zo veel meer als men dienflig en noodig 1764,
mögt vinden, verdeeld over Holland, Zee-
land
en Friesland, met last om die Pen-
ningen 's Jaarlyks, vóór den eerften van
Slachtmaand, ten Comptoire Generaal van
de Unie, te bezorgen, om daar bewaard
te worden in eene afzonderlyke Kas, on-
der een byzonder beftuur, zonder die tot
eenige andere eindens te mogen aanwen-
den (*).
Gelderland kwam de Voorflag des Raads
van Staaten omtrent de Landmagt, niet
voldoende voor, en oordeelde dat de ver-
meerdering vyftien of zeftien duizend Man
moest bedragen. — Zeeland bragt op de
Vermeerdering van Land - en Zeeraagt de
gewoone verontfchuldiging van bekrom-
penheid aan Penningen in. — Utrecht kon ,
wegens het aanwerven der Zwitzers, zich
nog niet uitten; doch toonde zich ten aan-
ziene van de eene Jaarlykfche Uitrufling
ter Zee niet ongeneegen. — Friesland; als
mede Stad en Lande flemden in algemeene
bewoordingen toe. — Overysfel wilde de
Vermeerdering der Landmagt op den voor-
geflaagen voet; doch zweeg van die der
Zeemagt (f).
Val-
(*) Refol. Vën Heil. 2 Mey fjß*.
(f) R'f*l- Vên Htli !* Mey 1764.
X 4
-ocr page 330-
328 VADERLAND SC HE
kXxxviïi Valfche Gezindheid-yver, door een
Boek. Geestlyken aan den gang gebragt, endoor
—«—*- 't Gepeupel in woelende beweeging gehou-
1764. den, moest van hooger hand beteugeld
Oproerige worden, daar dezelve zo feitlyk voorthol^
Beweegin- fe a]s ze hadt aangevangen. Vaals,
5o,is, een Dorp van weinig huizen , een klein
dienst uur gaans van Aken, gelegen in het Staats^
ftooreiiis- land van Overmaaze, pronkt met vier Ker^
Proteflan- ken' ^ehalven een Huis, van 't welk eene
XmtzVaals Kamer, door de Doopsgezinden van Aken,
gettwt. Borchet en Eupen, tot eene Godsdienftige
Vergadering gebruikt wordt. De Proter
ftanten, die in en om Aken woonen, zyn
gewoon te deezer plaatze ter Kerke te
gaan, Meermaalen gefchiedt zulks niet
zonder ftoorenis der Roomschgezmden • doch
liepen, zints eenigen tyd, die gewelddadig-
heden tot een onverdraaglyk uiterfte. 't Be-
gin deezer woelingen moet reeds van
den Jaare mdcclxii gedagtekend wor-
den, wanneer een Roomsch Priefler, naa
vrugtlooze poogingen om den Roomschge-
zinden
Man eener Rrotefiantfche Huisvrou-
we, over te haaien, dat hy, eene uitdruk-
lyk vóór den Egt gemaakte affpraak tot het
tegendeel, zou verbreeken, en zyn Kind
in de Rocpifche Kerk laaten doopen, de
Zufter deezes Mans, bewoog, om, waa-r
nende go.de. een dienst te doen, de
Doopplegtigheid in de Hervormde Kerk te
ftooren, het kind met geweld weg te nee-,
men, en der plegtigheid des Döops te ont-
rukken ; fchoon even naa^ de- Doopverrig-
{ipg ftout ter Kerke tot dat einde intree-
"
                                                      den-
-ocr page 331-
HISTORIE.          329
dende , werd zy, in die dolle ondernee- Lxxxvii£
ming verhinderd; men floot: de Kerkdeur, boek,
en nam haar gevangen. De Priefter, on----------
derrigt van deeze mislukking, vervoegde 1764.
zich met zyn Kapellaan en den Koller op
weg, om den Grootvader van 't gedoopte
Kind, in 't na huis keeren, te ontmoeten;
de fpyt fcheen hun tot raazernye tevervoe~
ren, en zy floegen fchriklyke bedreigingen
tegen den Gevader van 't Wicht uit; dieon-
middelyk, naa dat zy vertrokken waren,,
volvoerd werden door drie Vervolgers,
die op hem afkwamen, hem mishandelden
en zo deerlyk met flagen teifterden dat hy
voor dood bleef liggen, en niet dan door
medelydende Proteflanten opgebeurd en
geholpen, 's anderen daags, in een draag-
ftoel naar Borchet, de plaats zyner woonirt-
ge, gebragt werd. —- De Regtspleegingen
tegen de Godsdienst floorende Vrouwe
waren reeds begonnen, en dewyl zy het
misdryf genoegzaam met alle omftandig-
heden beleden hadt , zou haare wel
verdiende ftrafFe niet lang verwyld hebben.
Dan men vondt middel om haar des te be-
vryden, het Gepeupel, van geweer voor-
zien , en vergezeld van eenige Franfche
Soldaaten , begaaven zich naa Vaals, én
braken, naa het verrigten van andere bald-
daadigheden, het Huis, ter bewaaringe van
de Gevangene gebruikt, open, en fielden
haar geweldaadig op vrye voeten.
Zulk eene opeenftapeling van feitlykhe-
den door het Akenfche Graauw gepleegd,
X $                   kon
-ocr page 332-
33° VADERLANDSCHE
txxxvm kon de Luitenant Drosfaart des Lands van
boek. 's Hertogenrade niet ongemerkt laaten door-
--------gaan ^ en ftondt hem geen anderen weg
1764. open, dan byftand van den Souverain te
verzoeken tegen de Verhinderaars van het
verrigten des Proteftantfchen Godsdiensts,
en de vSchenders van het Grondregtsgebied
der Algemeene Staaten , die tot volmee-
ting der maate van balddaadigheid en ter-
ginge, zich niet ontzagen op een Zondag,
onder veel getiers en geraas, te Vaals te
verfchynen, en wel voorzien van zwaare
Stokken , door de Franfche Soldaaten in
gelederen gefchaard, het Dorp, op eene
hoonende en fchimpende wyze, door te
trekken. De Staaten gaven last dat 'er
Krygsvolk naar Vaals zou gezonden wor-
den , om de Moedwilligen in Regten te
vervolgen, en de Roomfche Kerkfchuur te
Vaals te fluiten, den Paftoor nevens zynen
Kapellaan alle Paftoraale verrigtingen ver-
biedende , tot dat de met geweld den Reg-
ler ontvoerde Kerkdienst verftoorfter, we-
der in handen des Geregts zou gefteld
weezen. Zeitig man Voetvolk en vier-
en- twintig Ruiters zetten aan dit werk
den noodigen klem by: en bleeven de Pro-
teftantfche Ingezetenen eenigen, fchoon
korten, tyd, van overlast en geweldenaa-
ryen bevryd.
. In 't laatst van 't gemelde, en 't begin
van 't volgende Jaar ondervonden zy, op
nieuw, wat blinde en verftandlooze Gods-
dienstyver vermag, en hoe bezwaarlyk het
valt
-ocr page 333-
HISTORIE,
33*
valt een verbitterd Graauw te beteugelen, lxxxvhï
wanneer het in de onzinnige verbeelding boek,
gebragt en gehouden wordt, dat het de-------,.
Zaak van den Godsdienst bevordert, door 1764.
anders denkenden , te hoonen , te fchel-
den, te mishandelen, en te vervolgen, In
weerwil der Bevelfchriften te Aken, door
de Magiftraat afgekondigd, tegen de zoda-
nigen , die den Protefianten overlast aan
deeden, konden deezen, zich, zonder vrees
Voor gevaar, niet ter Godsdienstverrigtin-
ge naar Vaals begeeven; de Voetgangers
werden mishandeld ? roet ftokken geüaa-
gen, en zwaar gewond, de Rydtuigen
aangerand, de daar op zittende Perfoonen
met fteenen geworpen; met één woord de
vrye en gerufte toegang en wederkeer ing
na en van Vaals was den Protefianten te
eenemaal benomen. De Predikanten der
Gereformeerde en Waalfche Gemeente te
dier Plaatze leverden hunne klagten by Al-
gemeene Staaten in, die, by Staatsbefluit,
vastftelden, dat, indien de Protefianten,.
ter bywooninge van den Godsdienst zich
ter Kerke van Vaals hegeevende, eenige
verhinderingen daar in verder mogten ont-
moeten , de Luitenant-Hoofd Officieren
van de drie Landen van Overmaaze, des
onderzoek zouden doen ; en zulks waar-
heid bevindende, de Roomfche Kerken flui-
ten , en alle Roomfche Godsdienst verrigtingen
doen ftaaken.
Tot het volvoeren van deezen last
YQndt zich de Luitenant Drosfard van
den
-ocr page 334-
33* VAD E RL AND SC HE
t-xxxvni den Lande van 's Hertogenrade, in Louw-
boek, maand deezes Jaars, genoodzaakt. De
--------Proteflanten van Borchet van Vaals we-
1764. derkeerende ? werden in het yikerrykf
door eenige Boerenjongens en het Ge-
peupel van Aken, niet alleen gefcholden,
maar met fleenen gefmeeten , met drek
bevuild, en voorts in die maate bele-
digd, dat één derzelven aan eene bekoo-
mene wonde overleedt. In gevolge dee-
zer verguizingen en feitlykheden, door de
Proteflanten , hoe noode, geduldig ver-
draagen, deedt hy niet alleen de Room-
[che
Kerk te Vaals, maar ook van nog
vier andere Dorpen fluiten, met verbod
van alle Roomfche Godsdienst verrigtin-
gen. De Staaten keurden dit zyn bedryf
goed hem teffens bevelende, wel fcherp-
lyk toe te zien, dat 'er, noch openlyk,
noch heimelyk , iets ftrydig daar mede
zou beflaan, en dus deeze Kerken niet
weder geopend zouden worden, eer we-
gens die feitlykheden, voldoening ge»
fchonken en hem daar toe nadere last ge-
geeven ware. Ruim een Jaar bleeven
deeze Kerken geflooten. Een verzoek-
Ichrift der Roomschgezinden van twee Heer-
lykheden, in dit lot deelende, gegrond
op de ongeftoorde handhaaving van
den Proteftantfchen Godsdienst te Vaals,
thans eenige maanden agter een vol-
voerd , bewerkte de ontfluiting der Roomfche
Kerken:
terwyl hunne Hoog Mögenden,
by deeze opheffing der ftraffe, te verftaan
-ocr page 335-
HISTORIE.
333
gaven, dat, indien onverhoopt,die ftoore- lxxxvuï
nisfen weder mogten gebeuren, zymidde- boïR.
len vanfterker aandrang ter weeringe zouden-------■
kunnen bezigen, als het in beflag nee- 1765.
men van aanmerkelyke Tienden , die de
Geestlykheid van Aken, doorgaans de oor-
zaak van dergelyke gewelddaadigheden, in
den Lande van Hogenrade hadt (*).
Met eene meldenswaardige ftaatlykheid Willem
en gepafte omftandigheden ging het aan- »« V tot
neemen van den Erfftadhouder tot Lidmaat Herwta-
der Kerke toe. De zeftiende van Gras- <je Kerk
maand was tot deeze Godsdienftige verrig- aangena-
ting bepaald. In een der gro.otfte vertrek- mea*
ken van het Stadhouderlyk Hof verfchee-
nen, ter bywooninge van dezelve, eenige
Afgevaardigden uit de Algemeene Staaten,
en uit den Raad van Staaten, als mede de
Raadpenfionaris van Holland, daar toe ver-
zogt door den Hertog van Brunswyk, haa-
re Hoogheid de Prinfes van Nasfau Weil-
burg,
de gemelde Hertog zelve, voorts al-
le Leeraars der Neder- Hoogduitfche- Waal-
fche-
en Engelfche Kerke van 's Gravenhaa-
gey
en eindelyk de Domeinraaden, Edel-
lieden en verdere Bedienden van zyne
Hoogheid. Kort daar op verfcheen de
Erfftadhouder, vergezeld van den Eerw.
jEANRoijER, zyn Capellaan en oudfte
Leeraar der Waalfche Gemeente in de Hof-
plaatze, die, wanneer alle de aanweezen-
den
(*) Ntietl. Jaarh. 1763- bl. 777- Voor Jt Jaar
1704, bl. 343. Voor 't Jaar 1765. bl. 189.
-ocr page 336-
' 334 VADERLANDS CHË
Ï.XXXV111 den hünne toegefchikte piaatzen geno-
BOEK. men hadden, naa het uitftorten van eeri
—----ernflig gebed, den Geloofsleerling over de
1764. Godsdienstwaarheden van den Natuurly-
ken en Geopenbaarden Godsdienst eenen
gertümen tyd ondervroeg, waar op deeze
zo voldoende antwoordde, dat, de EerWi
RoijER, op de vraage aan de tegenwöor*
dig zynde Leeraaren, en aan allen in 't al-
gemeen, of zy zich met de afgelegde Ge*
ïoofsbelydenisfe voldaan rekenden, een toe*
Hemmend antwoord ontving, — Zeer na* -
druklyk en gepast Was de Aanfpraak den
jonge Vorst by deeze gelegenheid , door
dien Leeraar te gemoete gevoerdt Hy
herinnerde hem; dat het oogmerk deezef
plegtige Byeenkomst eene zaak was van het
uiterfle gewigt: want dat alles tot nog toe
verrigt, voor rekening kwam zyner Voog-
den en Verzorgeren: doch deeze zaak voor
zyne eigene ; dat 'er een Dag te komen
ftondt, waar op men aan den Regter van
Hemel en Aarde Rekenfchap zou moeten
geeven, daar Prinfen en Vorften, even als
de geringde en onaanzienlykfte Menfchen,
zouden geoordeeld worden: dat, naarmaa*
te ons veel was toevertrouwd, men ook
veel zou te verantwoorden hebben ; dat
de oogen van gansch Nederland op hem ge-
veftigd waren; dat het lieve Vaderland een
Voorftander van Vryheid en Godsdienst*,
een Steun en Handhaaver der Proteflant-*
fche Kerke
in hem verwagtte i, dat de tyd
reeds naderde, op welken hy de hooge en
ge«
-ocr page 337-
HISTORIE.          335
gewigtige Poften, waar toe de Voorzienig- Lxxxvut
heid hem geroepen hadt, ftondt te aan- boek.
vaarden, dat Vleiers, Oorblaazers, Atheïs--------*
ten en Deïsten, ongebondene en welluftige 1764«
Menfchen, zich by hem zouden zoeken in
te dringen: waar om hy niet nalaaten kon
te wenfchen, dat god hem beftendig den
Geest des Verftands en der Voorzigtigheid
wilde geeven, om het waare van het val-
fche te onderfcheiden; dat hy nooit uit het
ooge wilde verliezen, de zorg, moeite en
vaderlyke toegenegenheid, welke de Her-
tog, zyn Voogd, fteeds hadt doen blyken
om alles te werk te ftellen, wat tot zyn
tydlyk en eeuwig Welzyn dienen kon;
dat alle braave Lieden, alle Liefhebbers
van dit hun Vaderland, zich daar voor aan
dien grooten en goeden Vorst verpligt re-
kenden ; en eindelyk, dat zyne Hoogheid
het niet kwalyk geliefde te neemen dat hy,
zo lange hy de eere hadt om hem te mo-
gen naderen, hem by aanhoudenheid den
regten weg zou zoeken onder 't oog te
brengen, wenfchende dat hy altoos ftand-
vaftig mögt weezen in 't werk des Hee-
ren. — Naa het eindigen deezer treffende
Aanfpraak en een daar op pasfend Gebed,
vatte de Eerw. van staveren, oud-
fte Leeraar der Nederduitfche Gemeente,
het woord , betuigde, uit naam zyner
Amptgenooten, het genoegen over de vol-
voerde verrigting, onder een vloed van
zegenwenfchen. Den Zondag op deeze
plegtige aanneeming volgende, ontving de
Prins het teken des Avondmaals in de
i;
                                                   Groo-
-ocr page 338-
336 VADERLANDSCHË
Lxxxviii Groote Kerke, honderd Gouden Ryders
boek. flrekten ten betoon van 's Vorften Danker-
-------kentenisfe en Liefde voor de Armen (*).
J764. Nooit weigerde de'medelydende en be-
Bepaaling hulpzaame Nederlander, de hand uit te
omtrent de fteeken om Armen te helpen, en Vreem"
tertio™' ^en ^e blyken van hulpryk mededoogen te
betoonen; dan goedheid kan misbruikt wor-
den. Dit ondervondt men ten deezen Jaa-
re te Rotterdam, waar zich eene menigte
Duitfcjie Emigranten, na de Engtlfchê
Volkplantingen beftemd, eengeruimen tyd
onthielden, op fcheepsgelegenheid wag-
tende: onder deezen bevonden 'er zich ver*
fcheidenen, die zonder rechtftreekfche voor-
fchryving, alleen in hoop van Schepen ten
overtocht gereed te zullen vinden , der-
waards gekomen waren : dit baarde niet
weinig overlast en bezorging, *t welk de
Admiraliteit te dier Stede bewoog aan hun-
ne Hoog Mögenden te fchryven, en teffens
hun onder 't oog te brengen; hoe uit der-
gelyk een toevloed van arme Emigranten ,
veele ongemakken voor de Ingezetenen
deezer Landen te wagten ftonden, indien
allerlei Vreemdelingen, zonder kennis van
den Souverain, zich binnen in 't hart van
't Land zouden mogen verzamelen.-------
Men vondt hier op goed vast te flellen,
dat, voor het toekomende, aan geen Emi-
granten
uit Duitschland, en van elders, ko-
men-
(*) Refol. van Holl. 25 April 1764. Nederh
Jaarb.
J764. bl. 368.
-ocr page 339-
Historie; 337
rriende, eenigen doortocht door deezeLari- LjbörMt
den zou worden vergund, dan die voor^- boeK.
zien Waren van een Verloffchrift van huri ~-----*
Hoog Mogenden, op den voet als in voö-> 1764*
rige Jaäreri^ eh laatstlyk- in den Jaar^e
MDCcLiii was toegeftaan. De nöódige
aanfchryvingen, om ditBefluit te doen wer^
ken, werdeil verzonden naa de Grensfte-
den en allePlaatzen, waar zulks van dienst
zou kunnen weezen, rnet last om alle.Êwz-
granten , welke daar mogten komen, on-
voorzien van den vereischten Verlofsbrief,
af te wyzen, en te doen aanzeggen om het
Grondgebied van den Staat binnen driemaal
vier-en-twintig uuren te verlaaten, op
ftraffe, om naa langer verblyf, als Bedelaars
en Landloopers, behandeld te zullen wor-
den (*>
Zeldzaam voorkomende zaaleen, gegrond Hettioo*
op oude Gebruiken, en die de' overblyfzels geLeenge**
opleveren van Regtspleeringen , in vroé^ «8* P"**
r j              i_ 5          ö j- >           1 den Eiken-
gere dagen gehouden, verdienen eene by- boon, te
zondere plaats in de Gefchiedenis. Van Zutpbtn,
dien aart is het Hooge Leengeregt onder den
Eikenboom;
een der aanzienlyke Voorreg-
ten der Stad Zutphen. Volgens 't zelve
moeten, de Gedingen over Leenzaaken,
ftrekkende tot Toeëigening^ of gelyk men
in den ftyl van Regten gewoon is te fpre-
ktVL,Findicatie van Leengoederen, den Zut~
■phenjfihert
Rêgtèohderhoorig, en boven de
vyftien of zeftien duizend. Guldens waar-
f*) Hejbi. Gin. Vejieris 6 Ju'y 176*.
XXJII. DEEL;
         Y
-ocr page 340-
33$ VADËRLANDSCHË
KXXXVïii dig, binnen die Stad, in de open lugt, on-
boek. der een Eikenboom op het 's Grafenhof'r
->-**
— dezelfde plaats, waar wel eer het o'udeHof
ï7%» der Graven vaxiZmphen geftaan heeft, aan-
gevangen, volvoerd en uitgeweezen wor-
den (*). Het laatfte Leenregt werd in
den Jaare mdgxcviii geopend«
- Ten deezen Jaare werd het gehouden in
het gefchil tusfchen den Heer wii/EEKï
■ottjo frederik, Graaf van Quad?
•genaamd Hey den, Heer van Wykraad, en
den Heer derk b e r t r a m , Baron des
Vülates
, Heervan Gend, over zekeren Ui-
terwaard, 't Zelve was f eeds, in den Jaare
UD.CCLVI, ontftaan en alle aangewende
poogingen om het te vereffenen waren
vrugtloosafgeloopen. Hier op Verzogt eerst-
gemelde Heer, in het Jaar mdcclxiii,
opening van het Leengeregte, en> dit toe-
geftaan zynde , verder , dat Staaten van
Gelderland, als deVoogdy over denminder-
jaarigen Stadhouder oefenende i een Leen-
• < , regter geliefden te benoemen; die deeze
waardigheid aan den Heer joh an Baron
van Fygh, Heer van de Snor en Appelen-
éerg,
in de grootfte uitgeftrektheid, op§
t droegen. Ingevolge waar van hy, alle an-
ï^V- '                         . . ' K '        •:'!:•; dc-
_ (*) Tegenwoordige Staat van Gelderland, b.I. 3Ä5.
366. Zie ook cH. h. trotz Academifche Reden-
voering, pro Feudis Patris pracipiie ad exemplura
Zutpbanienfum fundatis, den
3 April 1758 te Ut-
recht
gehouden. — Leenzaaken onder de gemelde
fomme behooren ten Hove. Groot Geld. Plakaatm.
Boek
II Deel, kol. 369. 540.
-ocr page 341-
HISTORIE.           339
äere vereischteris in agtgendfflen zynde 9 LfLtätütß
Leenmannen behoenlde ^ tbt het bywoo boek.
nen van den eerften Man- of Leendag, < '». ••
tegen den zeventienden vari Wynmaand 1764»
deezes Jaars, hiin de weete van Verdaa-
ginge zondt, niet het Formulier van den
Leenriianrieri Eed.
In tyds gaf de Lee'nregter äah de Magi?
ftraat der Stad Zütphen kennis van den be^
ftemden Mandag , niet verdoek , dat de-»
Zelve de noodige fchikkiflgen zouden ftiaa-?
ken, tot volvoering vari 4it Gefegte. Dee^
ze liet de plaats, waar 't Leerigeregt ftoinjt
gehouden te worden, bevloeferi, eüirieteeri
ftaketzel af perken 5 binnen deeze jkluftra-
de, met groen karfai bekleed, een vei'hee-
yen Stoel zetten» aan hét rugfluk cierlyls
m.e.t het Wap'eri -vari Gelderland befchil-
derd, eenige trappen orjgaaride,- onder eert
Eikenboom met den rug tegen den zel-
ven ( * ). Voor deezen Stoel des Leen.-
regters ftondt een Tafel met groen laken
bekleed,- ter regier zyde van den zelven
drie Stoelen vöör den eerflen, derden en
vyfden Leenman,- en ter flinker zyde voor
den tweeden en vierden, en tegen pver den
Leen»
\ '(*) De oude Stoel was niét meer bruikbaar4
derhalven hadt men een nieuwen, volkomen ge-
lyk aan den ouden, laaren maaken, en wordt de-
zelve in de Groote Kerk ter eeuwige Gedagtenisfsi
bewaard, gelyk de Oude ook bewaard werd, vol-
gens pont anus Hifi. GeL Lib I. p '35, 'ea
schligten horst Gelderfche GefiMedenisfen 1 B.
bl. 67.
'Y a
-ocr page 342-
340 V A D E R L A N D S C H È
ixxxviii Leenregter een Stoel voor den Heer Grif*
boek. fier vanLeenen, agter deezen was eenLes-
--------fenaar voor de Advocaaten gezet.
1764. De Leenregter, daags voor den vastge-
fielden dag, op welken dit alles in gereed--
heid gebragt was , te Zutphen gekomen
met den Griffier wil hem jan tulj
LEKEsf, ontving van de Magiftraat,■ en
de Krygsbezettinge, alle de eerbewyzirï-
gen, als in deezen den Hertog van Gelder
en Graaf van Zutphen verbeeldende. De
tyd des Leengeregts naderende, begaven
zich de Leenregter en Leenmannen, zon-
der flaatfie, na 't huis des Landdrosts van
hekeren tot Enghuizen, van waar zy,
naa eene korte poos toevens, en naa dat
de Leenregter den Leenbode gelast hadt,
den Schepter op te neemen, na het 's Gra~
venhof
tot onder den Eikenboom gingen,
voorgegaan door twee Ordonnantie Ser-
geanten, en vervolgens door den Leenbo-
de, die met ontblooten hoofde, den Schep-
ter op zyn flinker arm droeg, wordende
onder den weg, door de Hoofdwagt be-
groet. De Leenregter ging tusfchen de
twee voorzittende Leenmannen, voorts de
overige drie Leenmannen en de Griffier,
twee aan twee, fluitende de acht Advocaa-
ten, vier van de zyde des Aanleggers en
vier van die des Gedaagden, den trein by
paaren.
In'deeze orde traden zy in 't afgefchutte
perk, en namen ieder hunne beften de plaat-
zen. De Leenregter, op zyn verheeven
Stoel gezeten, nam een Staf in zyn regter
hand,
-ocr page 343-
HISTORIE.
341
hand, terwyl de voor hem heen gedraage Lxxxvnt
Schepter voor hem op tafel werd gelegd, boek.
Hy opende het Leengeregt, toen zy allen--------
gezeten en gedekt waren, behalven de Ad- 1764.
yocaaten, die ongedekt ftonden, meteene
korte Aanfpraak, en deedt den Griffier een
gedeelte van het jongfte Reglement op
de Manier van procederen in Leenzaa-
ken (*), voorleezen, die daar op het vol-
gende Gebed,naar 't voorfchrift, uitftortte,
„O, eeuwige, barmhertige god en He-
melfche Vader, wy uwe arme Cream-
„ ren en Dienaaren, tot deeze wigtigen
„ en hoogen werke der Juftitie deezer ty-
„ de beroepen zynde, bekennen en bely-
„ den, van grond onzer harten, daar toe
„ ondugtig en onbekwaam te zyn, ten zy
„ dat het U believe ons daar toe uwen
„ Godlyken zegen en byftand te verlee-
„ nen, verootmoedigen ons daarom voor
„ uwe heilige Majefteit, en bidden U van
„ herten, in 't vertrouwen onzes eenigen
5, Middelaars en Zaligmaakers jesu
„ Christi, dat Gy ons eerst wiltver-
„ geeven en geneezen van alle onze zon-
„ den en gebreken, en voorts, met uwen
„ Heiligen en goeden Geest, in deeze han-
„ delingen, en in alle zaaken, zo byflaan,
„ befluuren en geleiden, dat wy in den
» weg
(*) Naamlyk het Reglement des Jaars I7SÖ»
wordende invoorigen tyde, en voor het Reglement
vaiiiyri, deConftitutie van Keizer carelpbmV
geleezen.
y 3
-ocr page 344-
341 VADERLANDSCHE
fcxxxviïi „ weg der Geregtighêid ? en waarheid bly-
BOEK. „ venj en alle affecten en omwegen, die
-----— „ ons daar van verhinderen mogten afleg-
1764. J? gende, bevonden mogen worden uwe
„ getrouwe Dienaars geweest te zyn* en
„ niets anders dan uwe E ere daar in ge-
5, zogt te hebben; op dat wy* op den Dag
„ des Oordeels , voor uwe Kinderen en
„ Erfgenaamen pp éh aangenomen wor-
?, den, en met dé Onregtvaardigen geen
5, part en deel verkrygen. Verhoor ons
5, daar in o Heer en god! en in alles ?
,, dat ons verder haar ziel en lyf van noo-
„ den is, en geef dat wy zulks in den,
j, naam.uwes gelyk eeuwigen Zoons, on-
51 zes Heilands jesu Christi, uit
9, zyne hand verkrygen mogen , naär de
?, Beloftenis, die hy ons daar van in zyn
& Heilig Euangelie gedaan heeft ? zeggen-
j,, de, voorwaar, voorwaar! alles, wat gy
den Vader in mynen naame zult bidden,
j, dat zal Hy u geeven, en heeft daar op
jj ons geleerd Onze Vader enz,"
Naa dit Gebed deedt de Leenregter zyn
Lastbrief, en het Formulier van den Eed
leezeh, welken Eed ieder der Leenman-
nen, een voor een, ftaande afleiden. De
Leenmannen weder gezeten zynde deedt
$e Leenregter verfcheide voorftellen j Or-
delcn
geheeten, aan de Leenmannen voor-
houden die dezelve voorheen fchriftlyk
ontvangen hebbende , daar op yoeglyke
antwoorden gaven; deeze Or delen betrof-?
ftn, verfcheide byzonderheden alle tot het
gouden des Leenregts behoorende* J$.$
Leen-
-ocr page 345-
HISTORIE,          343
Leenböde eischte, op last des Leenregters, lxxxviiï
Partyen aan j waar op de Advocaaten toe- boek»
traden, en zich te wederzyde van den —-—,
Griffier vervoegden, terwyl de jongfte van i-fè^i
elke Party "zich by den lesfenaar, agter den
Griffier ftaande, plaatften: zy zetten alten'
de hoeden op, en leverden de Papieren
over.
Om den hinderenden toevloed des Volks,
by die zonderlinge openlyke Plegtigheid,
af te weeren, en Lieden van fatfoen gele»
genheidte geeven om, zonder verhindering,
te kunnen naderen, alles op hun gemak e»,
van naby te aanfchouwen , diende het
Krygsvolk in dier voege gefchaard, dat het
de afgefchutte plaats des Leengeregts om-
zette, met eene opening tusfchen hun en
dezelve groot en wyd genoeg om de aan»
zienlyke menigte van Aanfchouweren, der-
waards toegevloeid , te bevatten : terwyl
het gemeene Volk daar buiten moest bly»
ven,'t welk, op een grooier afftahd, als me»
de van de daken der Huizen, der digt by*
ftaande Groote Kerk, en van de Boomen zy»
ne nieuwsgierigheid völdeedt. De voor»
zorg der Magiftraat voorkwam alle verwar-
ring en ongeregeldheid , en het heldere
Weer begunftigde eene Plegtigheid, die
onder den blooten Hemel anderzins zeer
gebrekkig zou hebben kunnen volvoerd
worden,
Een groot uur duurde deeze Plegtigheid
onder den Eikenboom, de Leenregter met
zyne Leenmannen ftonden op, en gingen
m den zelfden xmg, en met dezelfde ftaat*
Y 4                        ffe»
-ocr page 346-
344: VAJ3ERLANPSCHE
kxxxviii fie, als zy ter Geregtsplaatze gekomen wa«.
boek. ren, na 't Stadhuis, op de Landfchapska^
r------; nier, waar alles door de Magiftraat, ver-
J?6a, vaardigd en zo gefehikt was, dat de Per-
fponen in deeze Regtszaake dienende, in
zodanig eene orde konden zjtfen als zy on-
der den Eikenboom gezeten hadden.
Waarop de Partyen weder binnen geroe-
pen zynde de Adyocaaten het vereiscfite tot
het Gediqg volbragten. E)e Leenregter-
benoemde de Leenmannen , die by den
tweeden Mandag mqeften zitten, 't Leen-
geregt werd tot 's anderen daags verlengd a
ei] de Leenregter, in ftaatlyken Qptocht
»a zyn Verblyf gebrag£. 's Daags daar
aan vergaderden de Leden van het Geregt
weder op 's Landfchapskamer-; dqch gin-
gen niet irj ftaatfie, maar ieder afzonder-
ïyk, alleen werd de Leenregter voorgegaan
door den Leenbo.de met den Schepter, en
door de Hoofdwagt begroet. De Advo-
caaten ito.nden binnen,- en de deuren open-;
gelaaten zynde vroeg hun de Leenregter o£
zy nog iets hadden voor te draagen? Men
beantwoordde dit met Neen. De Leenreg-
ter maande hun ernflig aan tot Verdrag en
o.nderlinge Schikking. De Adyocaaten van
wederzyden betuigden hier pp ongelast te
weezen; doch namen aan des berigt te zul-
len geeyem Hier mede eindigde , voor
dit maal, het Leengeregt, en fcheidde tot:
het uitïchryven van een tweeden Man-
dag/(*>                               ;' Teei
-:*f*«y NtderLjaari, 1765. bl. 63S- Deeze tweede
Ai *" "'" ' V\ "                Ma*
-ocr page 347-
H I S T O R I E.          345
Veel verfchillende van deeze zeer ftaat- lxxxvii?
ïyke en Jangwylige Regtspleeging in Geh boek.
derland, is eene Volksregtsoefening , op --------
yeele plaatzen der Meierye'van 's Hertogen ifó5?
bosch
in gebruik, welke de lidtekens draagt Vreemde
der oude ruw- en onbefchaafdheid, en niet St.rafoefe-
zelden jammerlyke gevolgen bfiart. Men wfve™
heeft daar de gewoonte om Mannen s van piaagers in
welken het gerügt gaat dat zy hunne Vrour de Meiery
wen flegt behandelen, loon naar werken te JA"^^'
verfchaffen. Zo ras een Man by 't gemeen tegen ge-
voor een Wyvenplaager bekend is, verga- gaan.
deren ftraks eene menigte van Wyven en
Jongens, by welken zich veel al eenige
volwasfe Mansperfoonen vervoegen, voor
't huis, van den kwaalyk berugten, dien
men vervolgens voor eep Ploeg fpant, en
met geweld, een gedeelte gronds, onder
het geflaadig geblaas op een Hoorn, ge-
paard met een vervaarlyk geraas en getier,
doet omploegen. Met den aanvang des
Jaars mdcclxv wilde men die zo onge-
regelde Volksregtsoefening volvoeren aan
een Boer op het Dorp Osch, in gemelde
Meiery gelegen; de menigte was reeds za-
mengerot, de Hoorn werd geblaazen, het
gefchreeuw en gejouw vervulde de lugt;
doch 4e Man, op welken het gemunt was,
voor
Mandag werd tegen den derden van Hooimaand des
Volgenden Jaars 1765 uitgefchreeven, en met de-
zelfde Staaclykheden als de eerfte gehouden: dan de
zaak, over welke zo veel omflags gemaakt was, kwam
daar dqor niet,- doch door een minnelyk vergelyk,
ten einde. AU. bl. öj9 enz.
-ocr page 348-
346 VADERLANDSCHE
Lxxxvm voor die gewoonlyke mishandeling vree*
boek. zende, floot zyn deur, vlugtte na den zot
-r------der? van waar hy met een piftool, gelaaden
1765. rnet een kogel, onder de zamengefchoolde
menigte fchoot, en eene jonge Dogter
kwetite. Hier over in regten betrokken
bragt hy de vrees voor het daar gebruikly-
ke mishandelen te zyner verfehooninge
by. t)it bewoog den Hoogfchout om den
Algemeenen Staaten m bedenking te geeven
Of zy niet zouden kunnen goedvinden,
door een Plakaat, die flegte Gewoonte, za
zeer aanloopende tegen de oogmerken van
den Souverain, om de gemeene rust onder
de Ingezetenen te bewaaren, tegen te gaan
en af te fehaffen. Terwyl men hier over
Zou raadpleegen kreeg de Hoogfchout last
om op 't aflerfterkst te waaken tegen alle
zamenrottingen en handdaadigheden , on*
der welken naam of voorwendzel ook aan-
gerigt (*).
piakaaten * J-Jet waakzaam oog der Overheid veftig-r
tegen <je zich,, in meer dan één Gewest, op het
™lc n;P beveiligen van de Perfoonen en Goederen
ven en der Ingezetenen tegen de op zommige plaat?
Roovers in zen reeds aangevangetie en op andere ge-
verfcbeide ^^-è mishandelingen , afpersfingen , en,
dieïïlalletï, eener groote Bende Roovers,
Dieven en Landioopers, uit zogenaamde
Qhriftenm, doch meest Jooden of Smous^
fen, beftaande, die veel al onder 'tmaska?
van 't eeil of ander gering ßedryf of Koop-
han-s
(*) merl. Jaarh, 1765. bl. (52Ä.-
-ocr page 349-
HISTORIE.          347
handel, de Ingezetenen, en voornaamlyk lxxxvii£
die van 't Platte Land, plaagden, de open- boek.
baare rust en veiligheid floorden, en uit ——~
Duitschland, den Rfiyn af, herwaards kwa- 176$*
men. De Staaten van Overysfel, vwo. Gronin-
gen en Ommelanden,
als mede van Friesland,
voorzagen hier in door het yernieuwen en
verftrengen der Plakaaten tegen de Land-
loopers, Lediggangers, en Vagebonden,
gelyk ook de Drost en Gedeputeerde Staa-
ten des Landfchaps Drente, door een Pla-
kaat, daar tegen in de weere waren (*)•—?
Holland was niet vry gebleeven van deeze
zwervende Bende. Een geweldige Huis-
braak en Roof onder Kennemerland ten
huize eens Landmans gepleegd, door ten
minften negen Perfoonen, van welken men
?er, niet tegenftaande het uitlooyen, van
tweehonderd en vyftig Guldens aan den
Ontdekker van een of meer der Daaderen,
geen in handen gekreegen hadt, gaf aan,-
leiding dat Staaten van Holland alle Balju-
wen, Officieren en Crimineele Regters ten
Platten Lande ïnagtigden om eene beloor
ning van zeshonderd Guldens, uit 's Lands
Kasfe te betaalen, te mogen belooven, aan
die iemand aan Huisbraak, of het pleegen
van eenig openbaar Geweld fchuldig , of
tot de Bende behoorende, die deeze ge-
welddenaaryen aanrigtte , met toezegging
yan Strafloosheid voor den Aanbrenger,
                                 als
(*) Bfederl. Jaarb. 17155. bl. 436, SOS- 5SO. £5«.
-ocr page 350-
348 VADERLANDSCHE
Ï.KXXVI11 als hy op eenigerlei wyzemedepligtigmogt
boek. weezen, 't zy door zich werklyk daar aan
-------- mede fchuldig gemaakt te hebben, het zy
i/^d- door het verbergen of koopen van 't ge^
roofde, of het herbergen dier Vagebon^
den (*). —------ De ftrenge Plakaaten te-
gen de Landloopers en Bedelaars in de an-*
dere Geweften, afgekondigd, deeden hun
die ruimen, en met grooten getale naar
Holland afzakken, dit bewoog de Raaden
van den Hove aan hun Ed. Groot Mogen-
den, het Ontwerp eens Plakaats te doen
toekomen tot bevordering van de openbaa-
re veiligheid der Ingezetenen, en nadere
middelen voor te Haan tot betere in ftaat-
ftelling der Officieren, om het Platte Land
van die fchadelyke Onzwervers te zuive-?
ren (f>
't Voorge- Meer dan zulk
een Vagebond was een
i«et den Aartsfchelm, die ten deezen Jaare veel ge-
Aarts- rugts maakte, en het loon zyner langge-
fcheimj. c. pleegde Bedriegeryen ontving. De zonder^
\i$ß * engheid zyns gevals verdient dat wy 'er by
ftilflaan, en de hoofdbedryven deezes
fnooden Veinfaarts , die in behendigheid
van overleg, in het uitdenken van redmid-
delen en floutheid, veelen zyner voorgan-
geren in fchelnieryen overtrof, aanftippen,
Zyn eigen naam was abraham mag--
garis, doch hy bekender onder dien
Van JOANNES CATO KAMUHtlNQ,
(*) Réfol' van Ttdl.i Feh. ifa.
(f) Rcßl.van
Hill. 8 Nov. 17(55.
-ocr page 351-
HISTORIE.           349
Naa eenen korten tyd zich in de Heelkunst lxxxviii
geoefend, en als Meefterna de West-In- boek,
dien gevaaren te hebben, zette hy zich te-------?
Rotterdam neder. Eene aaneenfehakeling 1765.
van valschheden, zo ten opzigte van Wis-
fels, als anderzins, gepleegd, bragt hem
aldaar op 't Schavot, voor twaalf Jaaren in
't Tugthuis, gevolgd van eene vyf- en-
twintig jaarige Uitbanning. Deeze flraf
werd hem reeds in den Jaare mdccxli
opgelegd 1 Uit het Tugthuis geflaakt ging
hy weder ter vaardj en volgde in den
laatften Oorlog het Franfche Leger als
Commisfaris van de Leeftogt, De
Hoofdrol van Bedrieger begon hy, in den
Jaare mdcclxiii, te Hoogeveen in 't
Landfchap Drente op nieuw te fpeelen,
onder den naam van Joannes lam-
bertus koster, op eigengemaakte
Getuigfchriften zich uitgeevende voor ge-
weezen Veldprediker en Doctor in 't Leger
des Konings van Pruis/en; by 't openval-"
len der Predikants plaatze aldaar, dong hy
na dat Beroep, voorgeevende dat hy op de
Hoogefchool te Herbom tot Candidaat in
de Godgeleerdheid was bevorderd en als
zodanig voor den Rotter damfchen Hoogleer-
aar PATYN, eenige weeken den diepst
hadt waargenomen , zulks bekragtigende
door een Brief, aan den Kerkenraad door
hem zelven gefchreeven, en met den naam
van diens Hoog-leeraars getekend. Dan de
ontdekking zyns gepleegden bedrogs vree-
zende hadt hy zich van daar weg gemaakt,
onder voorwendsel van te-Kampen als Con-
1: .;
                                                        ree-
-ocr page 352-
%Sö VADERLANDSCHÊ
ÊxxxVni rector het beroep gekreegeri te hebben.'
boek. Eene jonge Dogter, door hem in de groii-
«''''-|>: '• den van den Godsdienst onderweezen, en
1765. teiferis tot het geeven van het ja-Woord be-
praat, liet hy daar zitten, om elders zyne
fnoode Hukken te hervatten.
Hier mede toefde hy niet lang^ in den
vóorleeden Jaare verfcheen by te Brouwers-
haven
, onder den naam Joannes ca-
to kamerling, uit de Keurkeul/che
Stad Ryfiberk geboortige van daar vertrok-
ken, om dat de fneefte Menfchen van den
Roomfchen Godsdienst waren, en de Leeraar
der Prouftantfche Gemeente hem niet fmaak*
te. Hy deedt zich voor als een byzon-
der Godsdienftig Chriflen, die magtig veel
op hadt met het bevindelyke van het innig
Chrifiendom, waar over hy op eene zeer
voldoende Wyze fprak met allen, aan dus-
danige begrippen overgegeeven; ook wend-
de hy voor tot de keuze om Brouwershaven
boven Rynberk te ftellen* grootlyks bewoo-
gen te zyn, door het plan by hem ge-
vormd, om daar in meerder rust en ftilte
zich aan de uitoefening van het innig Chris*
tendom
over te geeven, en de Geneeskunst
alleen aan de hand te houden tot welzyri
van zyn Naaften, en ter verluftiging van
den Geest. Door dit hulpmiddel der
•Dweeperye , gepaard mot eene bevallige
en inneemende houding * wist hy zich eer-
lang by veelen aangenaam te maaken, en
eene aïgeriieenè agting te verwerven ; te
meer daar hy, in zyne gefprekken, over
verfcheide onderwerpen, zich gedroeg als
een
-ocr page 353-
H IS f O R I E.         m
ëeü Man van verftand en oordeel, die wyd- lxxxviiï
uitgeftrekte kundigheden en eene groote boek.
ervaarenheid bezat; deeze laatfte betuigde -------■
hy te moeten dankweeten, aan zja menig- tf6g.
vuldig reizen, waar toe eenzwaare Koop-
handel , met zyne Zufter in gemeenfchap
gedreeven, hem genoodzaakt hadt.
't Gevolg van dit alles was, dat de Re-
geering van Brouwershaven hem weldra de
Inwooning vergunde, onder voorwaarde *
dat hy zyne Doctoraale Bulle en een Ge-
tuigfchrift van een goedgedrag, bezorgde:
dit nam hy gereedlyk aan, en gaf voor ten
dien einde naar Rynberk te zullen Vertrekken.
Dan, eer hy deezereis aanvaardde, beveilig-
de hy zyne verkreegene agting door zyn
gedrag omtrent eenige Zieken, die hy niet
naar 't Lichaam, maar ook naar den Geest,
volgens ieders onderfcheiden Gemoeds-
ftand, met alle oplettenheid en zorgvuldig-
heid behandelde. In 't laatfte opzigt ba*
ven al gedroeg hy zieh zo ernftig, gemoe-
delyk, en inneenlende, dat geen Leeraar
van die leiding hem daar in kon overtref-
fen. — Een Doctoraale Bulle en een Kerk-
lyk Getuigfchrift kon hem niet ontbreeken j
hy leeverde ze beide .over, en niemand
voedde eenigen twyfel aan derzelver egt-
heid. Om het denkbeeld dat hy de Ge-
neeskunst meest tot bovengemelde eindens
te Brouwershaven zou oefenen , te meer
jfchyns van waarheid tegeeven, fprak hy,
(choon met de houding eens Mans wiens
hart los was van de Wereld, niet alleen
iran groote Goederen hem en zyne Zufter
s-
                                                     toe*
-ocr page 354-
352 VADERLANDS CHE
ï/Xxxviii toebehooreiide , en te Rynberk gelegen;
boek; maar ook veel van den Heer j. j. win-
—-----kelman Raad en Directeur van Neer-
176$. landsch Indie, die zyne groote Bezittingen
aan hem en zyne Zufter by Uiterften wille
ftondt naa te laaten, 'Er reezen wel eenige
vermoedens ten opzigte van den vroomen
Arts; doch deeze konden hem geen nadeel
toebrengen,; daar hy, door uitwendig, ver-
toon van Godvrugt, van Medelyden en
Weldaadigheidj jegens verlegenen en be-
hoeftigen, zyne agting veftigde: en by de
zodanigen> die hy vatbaar oordeelde, om
zulks aan te neemen, de bevreemding dat
hy een fchoon Huis en eene pragtige Lust-
plaats te Rynberk verlaaten hadt, wegweer-
de door j onder fterke betooningen van een
eerbiedigen indruk * te betuigen, dat het
gefchied was op eenen uitdruklyken last
hem van god in een Droom gegeevenv
Brieven als van zyne Zufter gefchreeven
nu en dan vertoond , en ook van zynert
Neef winkelman, hielden de voor-*
geevenSj die hy ingeboezemd hadt^ lee-
vendigjj en zyn uitwendig ftïgtlyke wandel
deedt hem als een Befchermengel van Brou*
tvershaven
eerbieden.
-, Bovenal hadt hy zich weeten in te drhv
gen in de gunst eens Raads en Oudburge-
meefters dier Stad, jan van der byl*
en diens éénige Dogter, door hem van ee-
ne zwakheid en ongefteldheid geneezen,
en teffens tot het aangaan eens Huwelyks
overgehaald. Terwyl de Vader eenigen
tyd Van beraad genomen en hem intusfchen
-ocr page 355-
H t S t O R I Ë.           353
de vryheid eener gemeenzaame verkeering Lxxxviii
ten zynen Huize toegelaaten hiadt, welke boek*
hy misbruikte tot het pleegen eens Minne* -
handels van bezwangering gevolgd: önt* 1765*
ftondt 'er een geval, 't welk in 't eerst
hem een volflaage mislukking dreigde;
doch , by de uitkomst, te baat kwafti.
Een Doctor in de nabuurfchap hadt, onder
foortgelyke voorgeevens ,, eene jonge Dogter
om den tuin geleid en verlaaten , en 'er
rees een vermoeden of kamerling
die zelfde Man niet mögt zyn; maar hier
van wist hy zich ten vollen te zuiveren,
en dit deedt alle Verdere vermoedens wy-
ken. De aanleg eener byzondere Oefe-
ning met Lieden, die voor Godvrugtig be-
kend flonden, het zich aangeeven tot eert
openbaar Cathechifant, velligde meer én
meer het begrip zyner Godsdienfligheid.
De Brieven van Kynberk aan hem, en aart zyn
aanftaanden Schoonvader, vermenigvuldig-
den, deeze gaf zyne toeftemming tot het
Huwelyk. De geboden te Brouwershaven
hepen ongeftoord af; hy vervaardigde de
Getuigichriften dat ze te Kynberk gegaan
waren j en leverde dezelve, op. zyn tyd
in, waar op in Hooimaand des voorleden
Jaars de voltrekking der Egtverbintenisfe j
in gemeenfchap van Goederen, volgde.
In den Handel met zynen Schoonvader
deel neemende pleegde hy zyne fchelme--
ryen by aanhoudenheid; doch wist zt,
wel als de andere, liftig te dekken/ Eeri
Reis naar Kynberk voorgeflaagen bragt hëtrt
XXIII. DKEi,,
          Z                      iii
-ocr page 356-
354 VADERLANDS CHE
lxxxviiï in groote engte; en hielden veelen zicli
boek. langs hoe meer verzekerd, dat kamer-
—---- LiNG, ondanks alle zyne veelvuldige
1765. voorwendzels, en vertoon van Gods-
vrugt, een Schelm en Bedrieger moest
weezen. De verdenkingen groeiden aan.
De egte Brieven van Duisburg, waar hy
voorgegeeven hadt op de Hoogefchool de
Bevordering totDoctor bekomen te hebben,
en van Rynberk, logenftraften den flap el
valfche Befcheiden door hem ingeleverd.
Ten einde geheel zeker te gaan benoemde
de Magiflraat van Brouwershaven twee Ge-
ïafligden om op die beide plaatzen onder-
zoek te doen. Kamerling hadt de
onbefchaamdheid om de Haeren , die na
Rynberk flonden te vertrekken, een open
Brief aan zyne Zufber mede te geeven,
om hun, met alle deftigheid, overeenkom-
flig hun Ampt, te ontvangen, en alle hul-
pe in 't uitvoeren van den hun opgelegden
last toe te brengen, op dat zyne en haare
Eer, als mede die der ganfche Familie,
mögt worden herfteld. Deezen vonden
geene Zufter, geene Goederen, en alles
verdicht; waar op de reeds burgerlyk vast-
gezette kamerling in de lyfftraflyke
Gevangenis werd overgebragt, en in
Slachtmaand deezes Jaars verweezen om
andermaal op 't Schavot te treeden, aldaar
met een ftrop om den hals, onder de galg,
ftrenglyk gegeesfeld en gebrandmerkt, in
het Tugthuis zyn leeven lang bewaard, en
op eigen koften, of handen arbeid, onder-
hou-
-ocr page 357-
HISTORIE/        355
houden te worden (*). Kort maar vol Lxxxvni
van tooneelen was het laatfle Bedryf dee- boek.
zes Bedriegers, die door zyn Godsdienfti- —------
ge Geveinsdheid , de Ligtgeloovigheid ver- 17^5.
kloekt, en een Onderzoek, 't welk vroeger
Inet alle vrugt te werk gefield hadt kunnen
wórden, ontdooken hadt. — Men verzogt
vervolgens by Staaten van Zeeland \ om
Vernietiging van het aangegaan e Huwelyk
en Wettiging van het Kind daar uit geboo-
ren (f).
Oordeelde het Hof van Holland, Zee- Voltaires
land en Friesland, in 't laatst des verftree- Verhande.
ken JaärSjj de Belangen der Waarheid en jDyv.er
van den Godsdienst, best te handhaaven, draag "
toet openlyk, door handen des Scherpreg- zaamheid,
ters, twee Franfche Werkjes te doen verbr an- in
Fr'm'
den, alsingerigt om de Gronden der Open- (^den""
baaring te ondermynen, eh de dierbaarfte
Ontdekkingen der Godheid te befpotten,
en verder het vertier, 't welk in 's Gra-
venhaage
zeer fterk ging, op zwaare Geld-
boete, te verbieden (§);' 't zelve, de
vermenigvuldiging van dusdanige gefehrif-
ten, met groot leedweezen ziende, fchreef
des-
•(*) Daniël viehgever. De Scbyn Deugd op
het Schavot,
II Deden te Zierikzee by l. v. zwïm-
VOER ' N I766.
(t) Nat. van Zeel 29 Oft. I767.
(5) Het een voerde ten tyte!, ÏEvangile de ïé
Raifon
, Ouvrage pofthunie, de M. D. M . . . . y,
het ander OuvragesPhilofopbiques pour fervir depreuve
a la Religion dé l'Auteur, CMeüimi complette des Oeu-
vres de Mr.
de v o l t AI r e. Nederl. ^dath. I ]64*
feli 962.
Z 9
-ocr page 358-
35Ó VADERLANDSCHË
LXxxvm deswegen aan hun Ed. Groot Mögenden.
B o EK. Wel hadt het de gedagten laaten gaan op
>-------het aanftellen van Cenjbres Liberorum, of
1765: Keurmeeßers ^an Boeken: doch dit middel
met zo veel zwaarigheden omzet gevon-
den, dat het voorftellen agterwege bleefj
maar het Ontwerp van een Plakaat aan-
boodt, 't welk, huns oordeels , niet weinig
zou kunnen ftrekken om Godsdienst- en
Zedebedervende Boeken te weeren (*).
Het werd niet vastgefteld. — Staaten van
Friesland floegen een ongunftig oog op eene
te Leeuwaarden uitgegeevene Vertaaling van
Voltaires Verhandeling over de Ver-
' draagzaamheid in het Stuk van Religie
, en
verboden, met den aanvang deezes Jaars,
het drukken, uit geeven en verkoopen
van dit Werkje (f); hoewel het elders,
een vryen loop bleef houden, als behelzen-
de , behalven de reeds meermaalen weder-
legde Spotternyen diens bekwaamen, doch
trouwloozen en fpotzugtigen Schryvers,
veel fchoons en dubbel leezens waardigs.
O. T. de Korten tyd, naa de Veroordeeling dee-
cocK van zes Gefchrifts, deedt de Eerw. g. t. de
ni«hefdZin" cocK, toen Leeraar te Haring, eene
verdagt en Predikbeurte in Frieslands Hoofdftad, wel-
befcbul- ker Predikanten over dat Werkje, des door
d'sd"
         de Regeering verzogt, hunne af keurenden
Raadflag ingeleverd hadden; doch welke,
door het reeds van een hooger Geregtshof
uit-
(*) Refol. van Holl. 2 Feb. 1765.
(fj JSfederl. Jaarb. i7<55- &'• S7-
-ocr page 359-
HISTORIE.          357
»itgebragt Verbod, onnoodig geworden lxxxviiï
was. De Leerreden deezes jongen en ryk- e o e k.
begaafden Leeraars, onder de Nederland-----1—<
/che Dichters met roem bekend (*), over 1765.
de Christlyke Liefde, op eene wyze vry
veel van den algemeenen Prediktrant ver-
fchillende voorgedraagen, ademde daar en
boven eene veel grooter maate van Ver-
draagzaamheid, dan de Stadspredikanten,
die hem gehoord hadden, konden verdraa-
gen, deeze vondt 'er dit, geene wat anders,
in te berispen, en zy gaven 't hem onmidde-
lyk, naa dat hy afgetreeden was, te ver-
ftaan. Een hunner verhandelde, den vol-
genden Zondag, den zelfden Text en 't ei-
genst Onderwerp. Schoon zulks niet wei-
nig opfpraaks verwekte, en veelen in de
gedagten kwamen , dat de Armimaan op
zyn minst in de Leerreden van de c o c k
hadt uitgekeeken, zou de zaak waarfchyn-
lyk hier by hebben blyyen beruften, indien
het Beroep te Beetgum, een Dorp onder
de Clasfis van Leeuwaarden, op hem niet
gevallen ware. Een Brief, door drie Le-
den deezer Gemeente gefchreeveiï, haalde
de veel gerugts gemaakt hebbende Leerre-
den op, en verzogt de Clasfis, deeze zaak
nauwkeurig te onderzoeken ten befte
hunner Gemeente. Veele Leden keurden
het doen der Schryveren van deezen Brief
goed^
(*) Hy hadt, in dit Jaar eene kleine, doch keu-
rige, Verzameling uitgegeeven, getyteldProeve van,
Sybsldicbten, Brieven en Mengeldichten.            , .
-ocr page 360-
358 VADËRLANDSCHE
fcxxxvmgoedj doch door de meerderheid werd de
Boek,Leeraar, aan de Gemeente te Beetgum toe-;
———geweezen, Men vondt naderhand reden
1?6$: om die Brieffchryvers aan de Clasfis voor
te drangen als Lieden, die niet uit zich
zelven, maar door anderen aangezogt en
opgezet dien bezwaarenden, Brief fchree-
ven. De Eerw. j. Chevalier, des
verdagt,werd gedagvaard en maakte zwaar
righeid, om hier op gedrongen, onder ee-
de te verldaaren, geen deel 'er in gehad te
hebben.
Alle deeze handelingen hielden de ge-^
fprekken over de Leerreden van de cock,
en 't vermoeden zyner Onregtzinnigheid,
l@evendig. Een vermoeden niet weinig toe^
genomen, dewyl hy zich niet gehaast
Jtadt, om op de Clasfis van Leeuwaarden
te vérfchynen-, daar zitting te verzoeken,
en uit eigen beweging, wegens de {tukken,
Waar omtrent men hemverdagthieldt, zich
regtzinnig te verldaaren. Een der Leden
bragt in 't midden of het niet dienftig was
onderzoek na deeze Leerreden te doen:
het vondt ingang, en vier Leeraars, daar
toe benoemd, vervoegden zich by de Pre-
dikanten , die ze gehoord hadden. De ver-
klaaringen van Leeuw aar äßhe Predikanten
HÏLTRQP, en RATELBAND, Vol be-
zwaaren, werden verfterkt, door die van
■£. VAN DER FEEN en H. REINAL-«
da, Predikanten te ÏVoudsenalm Huifiim.
Dan, eer deeze Verklaaringen ingeleverd
werden, hadt de Eerw. de cock, door-
den raad van oordeelkundige Vrienden be^
WOQ-!
-ocr page 361-
HISTORIE.           359
woogen, zyne Leerreden in 't licht gegee- lxxxviii
ven, in hoope , dat hier door het wan- boek.
gunftig uitftrooizel van Onregtzinnigheid, ;--~
als een loopend vuur voortgeflaagen , in 176$.
zyne vaard gefluit, zyn goede Naam voor
den fel bytenden lafter beveiligd, en zyn
dienst by zyne tegenwoordige Gemeente
niet onnut zou gemaakt worden. Veel
mögt hy zich des belooven; dewyl ze met
eene volledige Goedkeuring der Hoogleer-
aaren in de Godgeleerdheid op Frkdands ■
Hoogefchool te voorfchyn tradt.
De Gelalligden om op die Leerreden on- BeflultUfer'
derzoek te doen maakten, uit de ingewotme t,ed^Pu"
Getuigenisfen, drie Punten van Bezwaar Staaten
op, tegen de Regtzmnigheid van den ten zynen
Eerw. de co CK, die dezelve beant- voordeele.
woordde; doch in verfcheide fchriftlyke On-
derhandelingen , die tot in het volgende
Jaar liepen , niets vorderde. In Lente-
maand befloot de Clasfis alle de ingelever-
de Stukken te doen drukken, aan elk Lid
een Afdruk te bezorgen, ten einde men in
eene aanftaande Vergadering, met de ver-
eischte omzigtigheid, zynen raadflag zou
kunnen inleveren. Maar de tyd beftemd
om deeze zaak af te doen daar zynde,
werden de raadpleegingen der Clasfikaale
Broederen, van welken de befchuldigde niet
veel goeds te wagten hadt, geftrenid door
een Befluit van Gedeputeerde Staaten van
Friesland, die, het ongeregelde, onwettige,
en flinkfche in de handelingen omtrent den
Eerw. de cocK, aangetoond en opge-
merkt hebbende; hoe eenige Zeloten,
Z 4
                   thans
-ocr page 362-
3ÖQ VADERLANDSCHE
Lxxxviii thans gereed ftonden, om, hy opgemaakte
boek. Cabaalen , over deezc zaak te oordeekn,
.
           goedvonden de hand op dit Gefchil te
1765. leggen en de Clasfis van Leeuwaarden het
verder voortzetten te verbieden; ,, en in
„ deezen , " gelyk zy zich uitdrukten,
„ zorge te draagen, dat de Driften der
„ Geestlyken de Kerk niet op nieuws be-
,, roerden, Kerklyken tegen Kerklyken,.
„ Ledematen tegen Ledemaaten, op zet-
„ teri, door het tragten om eene haatiy-
„ ke Inquifitie in te voeren."
Beklaag-
         Door dit Staatsbefluit zag de Leeu-
fchriftdaar waardfihz Clasfis zich genoodzaakt het
tegen in- Onderzoek , met zo veel vlyts en hoope
'""''"' ' van een gewenschten uitflag , door de
Partyen van de cock aangevangen, te
laaten fteeken, fchoon de gevoelens der
Leden , over den Inhoud van het Staats-.
befluit, wyd uit elkander liepen: terwyl
de bezaadigflen oordeelden, dat men ter-^
ftond aan de Bevelen van hoogerhand
moest gehoorzaamen, befioöt de Meer-
derheid tot het doen van Tegetyverklaa-.
ringen, zo by Gedeputeerde Staaten, als.
by den Erfitadhouder. Een Tiental oiu>
trok zich aan deeze handelwyze , door
een Tegenfchrift, betuigende, geen deel
in dezelve te neemen. Zeftien Predikan-
ten arbeidden aan een breedvoerig Be-
klaagfchrift, 't welk by Gedeputeerde
Staaten werd ingeleverd; als mede aan
't geen hy den Erfftadhouder' moest die^
nen, en door twee Afgevaardigden , in
gen afeonderlyk gehoor , zyne Hoogheid.
-ocr page 363-
HISTORIE.           361
werd terhand gefield, nevens twee Ver- lxxxvih
zoekfchriften van de Eerw. Meeren hil- boek.
TROP en CHEVALIER.                             ---------
De zich beklaagende Leden der Clasfis 1765.
van Leeuwaarden meenden eenen gewisfen Volhar-
weg tot verkryging van hunnen wensch jjin8 >" <&
ingeflaagen te hebben, en dagten dat Ge- fll^s °"
deputeerde Staaten, met het beantwoor-
den van het ingeleverd lang en groot
Verzoekfchrift, niet zouden voortgaan,
eer zy de gedagten van zyne Hoogheid
daar op vernomen hadden; doch zy von-
den zich hier in bedroogen, wanneer zy
kennis kreegen, dat dit Staats-Collegie
volhardde by het laatst genomen befluit
om de zaak van den Eerw. de cock.
voor afgedaan te houden , en de Inleve-
raars des Verzoekfchrifts wel ernftig ge-
lastte, zich flipt overeenkomflig daar me-
de te gedraagen, zullende by gebrek hier
in als Verfloorders der gemeene rufte ge-
flraft worden. Zy merkten aan, dat dit
Verzoekfchrift voornaamlyk gegrond was
op eene algemeene flelling onder de Kerk- ;
lyken, dat zy een onaf hangelyk Regt be--
zitten, om over 't geen de Leer betreft
te oordeelen en te beflisfen , zonder dat
de Wereldlyke Magt en Regeering zich
daar mede hebbe te bemoeijen:. welke
verregaande flelling en meening altoos
yeele floornisfen verwekt en droeve ge-
yolgen naa zich gefieept hadt : alle de
Leden der Clasfis ten ernfligfle aanmaan
nende om zich van alle rustfloorende In-
cjujfitien in de Confcientien der Menfchen
Z $
                       
-ocr page 364-
%6% V A D E 31 L A N D S C H E
Lxxxvin te onthonden , en zo veel mogelyk , als
boek. Christlyke Leeraaren en Vredepredikers
--------betaamt, den Vrede aan te kweeken. Met
176$. by voeging , dat zy, in dit genomene en
nu herhaalde Befluit, geenzins ten oog-
merk hadden de handen der Kerklyken
te eenemaale te binden, of hun wettig
Regt te na te komen, als zy, op eene wet-
tige wyze, de zaaken vervorderden; en,
gelyk zy altoos verpligt waren, de be-
zwaar en en Vraagftukken, welke zy op
Synoden wilden brengen, ter Tafel van
Gedeputeerde Staaten overleverden, ten
einde ze onderzogt en 'er geoordeeld mögt
worden, of men daar over, ten nutte van
de Kerke, in die Vergadering kon hande-
len.
De Leden Alle hoop was intusfchen den Tegenftan-
van de deren van den Eerw. de cock niet be-
Jaärdfcbe nomen, zy vleiden zich met de gedag-
ciasfls vin-ten , dat zyne Hoogheid, door zyn veel
den by zy- vermogend gezag, zou uitwerken, dat de
hei^eeen zaa^ diens Leeraars aan 't onderzoek van
heul. ' de Claslis zou overgelaaten worden : dan
deeze hoop ontzonk Hun, toen in Slacht-
maand, uit het antwoord des Erfftadhou-
ders bleek, dat hy dit ftuk insgelyks voor
afgedaan hieldt. Naardemaal hy dus met
de Gedeputeerde Staaten uit eenen mond
fprak , is het geenzins te verwonderen,
dat de te leurgeftelde Clasfikaale Broeders,
hunne verdere poogingen in 't verdeedigen
van Regten en Vryhederi, die zy beweer-
den der Kerklyke Vergaderingen toe te
komen , zo gemaklyk ftaaktén, verheugd
ge-
-ocr page 365-
,■■■
HISTORIE.          363
genoeg over de verzekering van zyneHoog- lxxxviiï
lieid „ dat hy de wettige Regten van de boek,
„ Kerk in 't algemeen, en van de Eerwaar------—
„ de Clasfis in 't byzonder, altoos, op 't 176$.
„ kragtdaadigfte, zou handhaaven." Van
deeze berufting gaven zy, by eenen dank-
betuigenden Brief, kennis aan zyne Hoog-
heid.
Het Friefche Staatsbefluit hadt, onder- Beweego-
tusfchen , in andere Geweften vry veel "is("en ove*
bekommernis verwekt by de Voorftan- 0pCje ce-
ders der Kerklyke Magt , onder andere fis Van
bragt de Clasfis van Schieland, op de Schieland,
Zuid-■. Holland/ehe Synode,
by het voor-
ftellen van 't Lemma Kerklyke Zaaken
Kerklyk te behandelen,
dit Staatsbefluit ter
baane, met by voeging van de Bezwaaren
tegen de Eerw. de c oc k ingebragt,
betuigende hier uit geen ander begrip te
kunnen vormen, dan dat aan de Kerkly-
ke Vergaderingen van Friesland, door dit
Staatsbefluit, belet werd, over 't ftuk der
Leere vry en Kerklyk te handelen :
eenë
zaak, welke de Clasfis van Schieland be-
kommerlyk voorkwam, en gefchikt om de
nadeeligfte gevolgen voor Kerk en Bur-
gerftaat te veroorzaaken, wenfehende dat
Neerlands Kerken bewaard mogten wdrJ
den , by de Vryheid om over 't ftuk der
Leere, naar go ds woord, en de aange-
nomen Formulieren van Eenigheid, on-
belemmerd te waaken en te óordeelen j
hoopende dat dit Staatsbefluit of veran-
derd, of buiten werking gefield, mögt wor-
den, — Dan zy vonden zich in die ver-i
wag-
-ocr page 366-
3^4 VADERLANDSCHE
Mcxxvm wagting, even zeer als hunne Frkfcjie
boek, Medebroeders, bedroogen (*).
•------- Voeren, in deezer voege, de Geestly-
1765. ke Yveraars tegen den Eerw. de cock
in Friesland flegt , zekere Staatkundige
Yveraars in dat Gewest verging het niet
beter; zy wilden naamlyk de Meerderjaa-
rig Verklaaring van zyne Hoogheid één
Jaar vervroegen. By het Reglement van
Voogdyfchap was in Friesland, even als
in de andere Geweften , die Meerderjaa-
righeid bepaald op den vervulden Ouder-
dom van Achttien Jaaren
, en hadt men
aan Mevrouwe de Prinfesfe, eerfte Doua-
riere van Oranje en Nas/au, tot dien tyd
toe, de Raads - beltellingen in de Steden,
met den aankleeven van dien , opgedraa-
gen ( f); men berustte in die Schikkin-
gen, zonder eenige gedagten, dat 'er in-
dragt op zou gemaakt worden. Dan een
der Volmagten in de Kamer van 't Kwar-
tier der Zevemvouden , bragt den vierden
van Lentemaand eenige flukken te berde,
die ongelegenheden zouden kunnen baa-
ren, indien men langer verwylde met die
MeerderjaarigVerklaaring, en ftelde voor,
het daar omtrent beflootene in te trekken,
en den eerst volgenden Jaardag, wanneer
zy-
(*) Hißeriscb Verhaal van bet voorgevallene in de
lerugte zaak van Ds.
de cock. Te Gron by de
Wed. Spandau. Nederl. Jaarb. 1766. bl. 3°7 tot
784. 1226.
(t) Zie het XXII D. onzer Vaderl. Hifi. bl. 203.
En hier boven bl. 26.
-ocr page 367-
* . HISTORIE.          5S5
zyne Hoogheid in zyn Achttiende Jaar zou lxxxvih
treeden, te bepaalen tot het Tydperk zyner boek*
Meerderjaarigheid ; zich verzekerd hou—------
dende dat de drie andere Kwartieren, zon- 1765.
der twyfel, zich by den Raadflag van dee-
ze Kamer zouden voegen. Zy lieten 't hier
niet by; maar begeerden, „ dat van dit
„ Befluit aan de overige Bondgenooten
„ kennis zou worden gegeeven, en dezel-
„ ven verzogt, om dit loflyk voorbeeld
„ van Friesland te volgen, ten einde de
„ Bondgenooten, allen onder één werk-
„ zaam Hoofd verzameld, te beter in Haat
„ zouden zyn om zich tegen allen Bui-
„ tenlandsch geweld te befchermen : voor-
„ naamlyk , daar dit Hoofd een Vorst
„ was, wiens Verftand en Bekwaamheden
„ zyne Jaaren voorby vlogen, en wiens
„ groote Talenten en Bekwaamheden reeds
aan alle kanten , met zo veel luifters,
„ uitblonken."
Op de omvraage over dit Voorftel in Tegenver*
't Kwartier der Zevenwouden verklaarde klaaring
de Meerderheid der Leden wel te mogen p^"nfee
lyden, dat het aan de Gecommitteerden pouariere
in het Mindergetal werd medegedeeld , van Oranje
en vervolgens in de drie andere Kwartie- en
Nasfau.
ren gebragt, gelyk gefchiedde. Zodanig
een flap kon niet verborgen blyven voor
de oude Prinfesfe, die, deswegen hoogst
verwonderd en misnoegd, de Gecommit-
teerden van 't Mindergetal ten Hove ver-
zogt , aan welken zy hoofdzaaklyk te ken-
nen gaf, „ dat het hun Ed. Mögenden
„ niet vreemd zou voorkomen, dat zy, in
„ haar
-ocr page 368-
$66 VADERLANDSCHE
lxxxviii „ haar geweeten overtuigd van de Lands^
boek. „ nioederlyke zorge , en hartlykè zugt,
--------„ niet welke zy, geduurende eene zo la'n*
1765. „ ge reeks van Jaaren, in alle gevals - ver^
„ wisfelingen , en wol voornaamlyk zints
„ de Acte van. Tutele, de belangen des Ge*
„ wests, hadt in agt genomen, verklaarde
„ ten uiterllen verbaasd geftaan te hebben,
„ over het onverwagte Voorflel, in 't
„ Kwartier der Zevsnwouden gedaan , en
„ door de Meerderheid van 't zelve om-
„ helsd, om de Meerderjaarig Verklaaring
„ van zyne Hoogheid één Jaar te vervroe-
„ gen, zonder haar des vooraf eenige ope-
„ ning te gceven, of het gevoelen van
„ den Erfftadhouder in te neemen. — Zy
„ hadt daarom niet kunnen afzyn haaren
„ Kleinzoon terftond kennis te geeven van
„ deeze byzondere flappen des Kwartiers
„ van Zevemvouden, en te verzoeken Hoogst-
„ deszelfs meening daar op te mogen
„ verftaan; en ken zy, den inhoud van't
„ antwoord des Stadhouders mededeelen-
„ de, verzekeren, dat zyne Hoogheid
„ zeer misnoegd was over het Voorflel,
„ door het Kwartier der Zevemvouden ge-«
„ daan, en 't zelve aanmerkte als zeer ge-
„ vaarlyk, zo voor den Staat, als voor
„ Hoogstdeszelfs Perfoon , en zeer hoo-
„ nend voor Haare Hoogheid, weshalven
„ de Prins verzogt dat Haare Hoogheid
„ wilde mede werken, ten. einde dit
„ Voorflel by de Staaten niet mögt wor-
„ den vastgefteld; Waar uit bleek dat
„ de Stadhouder zich flipt dagt te houden
„ aan
-ocr page 369-
HISTORIE.           367
„ aan de genomene Befluiten omtrent het lxxxviii
„ Stadhouderfchap, enzich, naast god, boek.
„ op dezelven, gelyk 00k op de Acte van ———
Tutek) als een vast anker, verliet : ja 176$.
„ zelfs voor zyne Vrienden niet kon hou-
„ den, die eenige veranderingen daar in
„ voorftelden, of het beftonden zulke ge-
wigtige Staatsbefluiten, met eenpaarig-
,, heid genomen , by meerderheid in één
„ Kwartier te veranderen. Zy twyfelde,
„ over zulks niet, of de Staaten zouden
„ van gedagten weezen, dat het Kwartier
„ van Zevenwouden behoorde voorgefteld
„ te worden, om van het gedaane voor-
„ baarig Voordel af te zien, en 't zelve in
„ te trekken ; en by aldien , dit onver-
„ hoopt mögt worden afgeweezen, dat
„ dan de Staaten der andere Kwartieren
„ niet zouden goedvinden, tot hetzelve
„ toe te treeden, maar 't zelve te eene-
„ maal te verwerpen."
Het verzoek der Vorftinne om den Staa-De In!es'
ten het Gefchrift, welks inhoud wy mede-^^rsst(fö
deelden, over te leveren, werd volbragt, Voorftel
en gaven zy teffens berigt van hun weder- in te trek«'
vaaren ten Hove. De Kwartieren van Oos-ken-
tergo, Weflergo , en de Steden , gevoelig
aangedaan over de zorge, yver en waak-
zaamheid van haare Hoogheid , verklaar-
den verwonderd te zyn, zo over het
Voorftel zelve, als dat het, by de Meer-
derheid van het Kwartier der Zevenwouden^
ter overweeging van de andere Kwartieren
gebragt was, zonder te vooren, omtrent
eene zaak van die aangelegenheid, h.etge-
voe-
-ocr page 370-
3é8 VADERLANDSCHË
txxxvni voelen van den Prins Erfftadhouder, en
boek. van de Prinfesfe Douariere gevraagd te
«-----— hebben: dat zy het Voorflel aanzagen als
1765. ftrekkende om 's Lands bepaalde Beiluiten
te verbreeken, en der Vorftinne, die het
zeker niet verdiende, dat men zich van
haar zogt te ontdoen , een Regt te ont~
rieemen, haar, naa ryp overleg en met
éénpaarigheid van flemmen, by het Re-
glement van Voogdyfchap opgedraagen;
waarom het Kwartier der Zevenwoudat
verzogt werd, het zelve, als onaannee-
melyk, en beledigend voor de beide hoo-
ge Perfonaadien, weder in te trekken.
't Wordt Zeer ftonden de Volmagten van dat
als nooit Kwartier verfteld, daar het zo wyd mogelyk
Innee? buiten de gisfing dier Voorbaarigen liep,
merkt. Op het ftuk geraadpleegd hebbende, brag-
ten zy, als hun Kamer-advys, by dezelve
Meerderheid als vooren genomen, in, dat
één der Leden het bekende Voorftel ge-
daan hebbende, de Meerderheid, op ge-
daane Omvraage , alleen verklaard hadt,
wel te mogen lyden dat het aan het Minder-
getal werd mede gedeeld, en verder in de
Kwartieren gebragt, zonder dat 'er iets
meerder gedaan, of eenig verder Beduit
daaromtrent genomen , veel min 't zelve
te boek gefteld was, dan dat dit fchriftlyk
Opftel zo eenvoudig aan de beide Heeren
van het Mindertal, ten einde daar op te
overleggen, was mede gege.even, betui-
gende alle de Leden van het Kwartier, dat
zy niet het minfte van dat Voorftel gewee-
ten hadden, eer 't zelve, op 't alleronver«
wagtst,
-ocr page 371-
HISTORIE.           369
wagtst , in hnr,ii2 Vergader inge gedaan Lxxxviii
was. Dat het Kwartier, thans verftaande boek;
de welmeeningen van hunne doorlugtige--------
Hooglieden , om zich flipt te houden by 1765,1
het Reglement van Voogdyfchap, .daar in
ten vollen berufte, j en het Voorftel aan-
merkte als nooit gedaan; Voorts namen
zy op zich den Stadhouder te fchryven, en
der Vorftinne voldoening te geeyen. Dé
Gecommitteerden in 't Mindergetal deeden
haar de weete van 't beflootene $ waar in
zy volkomen genoegen nam (*).
          ,,
Deeze Vorftinne, wier beledigde Eer Maria
dus herfteld was, beleefde het verlangde jj0.^1**
tydperk niet, waar in zy haaren Kleinzoon Haar'cHä:
den Ouderdom mögt zien bereiken, op racteh
Welken zy het gedeelte der Regeeringe van
Friesland t, in hooggeklomme Jaaren, op
zich genomen, volgens de gemaakte endoor
haar ftaande gehoudene fchikking, aandien
Prins kon afftaan. Eene verzwakking vari
Leevenskragten, 't gevolg van eenen hpo-
gen ouderdom j fleepte haar den negenden
van Grasmaand, uit dit leeven,: acht -. en -
zeventig Jaaren bereikt hebbende. Haaré
verdienften vorderen eene körte vermelding .
van haarPerfoon en Character; Maria
e o u 1 s A was den achttienden yan Sprpk-
kelmaand van 't acht- en- tachtigst Jaar
der voörledene Eeuwe gefprooten uit .c A-
R e L, Landgraaf van Hesfen - Casfel eri
Maria am el ia Dogter van jacok^
Her-
(*} NedeH. Jaarl. 1765. t>t- 159 «té; .
XXIII. DEEt;
         Aa
-ocr page 372-
370 VADERLANDSCHË
t,xxxvm Hertog van Courland. Zy betoonde zich*
boek. eene waardige afflammeling dier Vorflinne ,
-------a uitfteekende in Deugden, en van eenegade-
1765. looze Godsvrugt, haar vroegtydig Gods-
dienflig gedrag beantwoordde ten vollen
aan de zorgvuldige opvoeding haar ge-
fchonken. Haare fchoonheid en bevallig-
heid van lichaam, gepaard met verfland,.
geest, en deugd, trokken't oog en't hart
van jan Willem FRiso, éénige
Zoon van Frieslands Erfftadhouder hen-
brik Casimir: hy bewoog haar af te
zien van het eens opgevatte oogmerk om
in den ongehuwden ftaat haare dagen te
flyten ; op raad haarer Ouderen tradt zy
met hem in 't Huwelyk, welhaast geze-
gend met eene Vrouwlyke Spruite anna
charlotta AMELiA. Haare Ge-
maal, die zyne vroege jeugd onder de wa-
penen van den Staat gefleeten, en reeds veel
krygseere ingelegd hadt, werd haar ont-
rukt, by den overtocht na het Stryenfche Sas
aan den Moerdyk, toen hy nauwlyks den
ouderdom van vief- en- twintig Jaaren
bereikt hadt. Zy verdroeg dien flag met
Christlyke gelaatenheid, en werd zes wee-
ken naa denzelven, Moeder van Prins
WILHEM CAREL HENDRIK FRISO,
aan wiens opvoeding zy niets fpaarde.
Wanneer zy deezen tot Stadhouder Capi-
tein Generaal en Admiraal over Gelder-
land
, Friesland eu Groningen gehuldigd
zag, begeerde zy niets meer dan haare
overige leevensdagen , in ftilte , en van
Wereldfche beflommeringen ontflaagen, door
te
-ocr page 373-
HISTORIE.           371
te brengen. Om den flaatlyken omfläg des lxxxvïiï
Hofs te vlieden j ftichtte zy een afzonder- boek.
lyk Gebouw voor zichzelven, tot haaren ■;'-. .-
dood, door haar bewoondde Lüsttuin ifófj.
Marienburg}
even buiten Leeuwaarden aan-
gelegd j vérfchafte haar eene meest geliefde
uitfpanning.' Den tyd wydde zy grqq'ten-
deels den Godsdienst, dieingeeneblootèbe-
fpiegeling beftondt, maar in verrigtingeh l
welke tot openbaare blyken ftrekten.van dé
Godvrugtigé aandoeningen haars Gemoeds |
in daaden van Regtvaardigheid en Liefde |
WeldaadigTieid frak onder haare Deugderf
uit en maakte haar den Wellust des Vólksi
Hoe veel deels zy ham, in de Verheffing'
van haaren éénigen Zoon,- in den bloey;
fan zyn Huis, als mede in de fmêrtlyke
lotgevallen, welke 't zelve troffen^ heeft"
orïs Gefchiedblad genoegzaam aangewée{
zen. Staaten van Friesland mogten, in hmi
Brief van Rouwbeklag aan den Erfftadhoü-
der, van zyne Grootmoederj zonder
groótfpraak^ dit getuigenis geeven,' „dat
„ zy een allergezegendst middel in god f
,', hand geweest was, om den welvaar^ desf
j-, Lartdfchaps, met den uiterfte'n yvefƒ
„ daadlyk te bevorderen, op eenë zo min-
;,
zaame en vriendlyke wyze / dat zy de
,, Liefde en Hoogagting van Régenterf/
ï; en Ingezetenen, van allerleien Staat;
„ voor länge Jaaren verkreegen, tot de'ff
j, einde toe volkomen behouden hadt."
Hoogstftaatlyk was de Uitvaard déezet
Prinfesie, wanneer zy, den dertienden taf
Zomermaand, in de GrooteKerk vm Fries-
Aa a                landi
-ocr page 374-
372 VADERLANDS-CHE
Lxxxvm lands Hoofd - en Hofftad werd bygezet.
B o EEi De beide s c tt rad ers, Vader en Zoon,
■—<— die het hadt mogen gebeuren, de uitmun-
1765* tende Deugden deezer Vorftinne van-naby
te befchouwen , vereerden haare naage-
dagtenisfe; de eerfte als óudfte Predikant
van Leeuwaarden, door eene Lykreden
daags naa den Uitvaard in de Groote Kerk
te houden, de ander, als Hoogleeraar in
de Gefchiedkunde , en Welfprekenheid ,
door een keurlyken Lykzang, in de Aca-
demie Kerk te Franeker, eenige dagen ka-
ter, uittefpreeken. Eene künftige Rouw-
gedenkpenning , ftrekte desgclyks om haa-
ïe Gedagtenis der vergetelheid te-ontruk-
ken (*).
De Prinfes Hoe zeer de Meerderjaarigheid des Erf-
van Nasfau ;ftadhouders naderde, en eenigen in Fries-
Weiiburg fan£ g-eiyk wy gezien hebben, die wilden
aanvaart             7 0 j j t>                         ?
de Magi- vervroegen, hieldt men zich zonder beden-
ftraatsbe- ken, aan de Schikking op de Voogdyfchap
jjell^n§'" gemaakt, ingevolge waar van Prinfes ca-
Steden. & o Lina, vóór haars Broeders Meerder-
jaarigheid achttien Jaaren bereikt hebben-
de, byaflyvigheid haarer Grootmoeder,
de Magiftraatsbeftellingen in de Friefche
Steden moest worden opgedräagen (f).
De Prinfes van Nasfau Weilburg aanvaardde
de haar toegefchikte nu aangebodene Op-
vol-
„ (♦) Af'kernst, Godvrugtig Lieven en Zalige Dood
. Van Maria LoutsA, te Leeuwaarden by h. a.
OE CHALMOT.
(f) Zie onze Vadert. Hifi. XXIID. bl, 1103.
-ocr page 375-
HISTORIE.           373
volging haarer Grootmoeder in dit ftuk, lxxxviïi
tot "dat haar Broeder, den nu kort aanftaan- boek.
den Ouderdom, om in zyne Waardigheden-------
te treeden, zou bereikt hebben (*).          1765.
De Magiftraat te Bommel, naa het over- Gefchil
lyden eens Schepens en Raads dier Stad, tusfchen
voorziende dat, v/anneer zy de Gilden de ^e ^a8{"
keuze lieten in 't benoemen eens Beklee- enden te
ders dier opengevallene Regentsplaatze, Bommel.
die benoeming zou vallen op een Perfoon
hun onaangenaam, hadden de Gilden zoe^
ken te beweegen, om met deeze vervul*
ling te wagten tot dat zyne Hoogheid, in
het naastvolgend Jaar , zyne Meerderjaa»
righeid bereikte, en daar door een blyk te
geeven van de gereedheid der Magiftraat
enBurgerye, om, naar diens verkiezinge,
een Regent te ontvangen. Alle de Gil-
den, dat der Zakkendraageren alleen uit-
gezonderd, leenden geen oor aan dien
voorflag , en verzogten , overeenkomftig
met het bezvvooren Reglement van Voog-
dyfehap, ftaande de Minderjaarigheid des
Erfftadhouders , te mogen blyven by de
vrye Benoeming van eenen nieuwen Re-
gent. De Magiftraat gaf vryheid om de
Gilden te mogen vergaderen, en, gelyk
men het daar noemt, te plooijen; één der
Verzoekeren tot dit voorregt, dien zy
gaarne in de Regeeringe zagen noemden
zy, den naam des andersn Verzoekers,
dien
(*) Ntderl. Jaark, i/fcj. bJ. 159. 252. 3<SJ.
gßg,
Aa 3
-ocr page 376-
374 VADERLANDSCHE
Lxxxviii dien zy vreesden tot Mederegent te zullen
B'o Ê k. krygén, verzwygehde. Wanneer deeze
-------- laatfte het Befluit des Magiftraats hoorde
1765. voorleezen, zonder melding van zyn
naam, vroeg hy den voorzittenden Burge-
meefter of het hem ook zou geoorlofd zyn
plooijeri? 'Dit' werd toegeftaan. By dè
opneeming der ftemmen bleek, dat de
Heer, dien de Magiftraat liefst verwyderd
zag, eene groote meerderheid van ftem-
men hadt. De Magiftraat, dit ziende,
werd te raade, overeenkomftig met een
hy haar genomen Befluit, van het voorge-
vallene aan de Staaten kennis te geeven.
De Dekens der Gilden, bleeven niet ftil-
zitten orri het Regt der vrye verkiezinge
derBurgerye, of wel den Gilden, toebe-
hoorende, te verdeedigen, en vorderden
van de Magiftraat door aangeftelde Zaakbe-
zorgers , de Staatspapieren betreklyk tot
het verhandelde wegens verlaaten of open-
gevallene Magiftraatsplaatzen. Deeze ver-
gunde zulks gedeeltlyk.
Ten voor- ' Tegen den Voorjaars Landdag, in Gras-
deel der _ maand, maakten de ftrydende Partyen zich
Sweezen!" gereeci om voor de Staaten ieder haar regt
' ' te verdeedigen. De Magiftraat ontvouw-
de in'eenen Brieve haarë gehoudene Han-
delwyze en beweerde derzelver Regtmaa-
tigheid; tefwyl de Dekens der Gilden, in
èen Bctoögfchrift, het Regt eener vryë
"Verkiezing ftaande hielden. Twee wegen,
om door 'vriendlyke tusfchènfpraak het ver-
fchü te vereffenen, werden vrugtloos inge-
ilaagen : waar op Staaten van Gelderland'
;" o ;        "                                                    OOEr
-ocr page 377-
HISTORIE.
oordeelden, dat de Perfoon, door de meer- lxxxviii
derheid van de Hemmen der Gilden gekoo- boek.
zen', als wettig, volgens de vrye keur hun, —------
geduurende des Stadhouders Minderjaarig- 1765.
heid toekomende, moest worden aange-
merkt (*).
Weinig werks hadt het in , by Staaten jCanunnik
van Holland, een zwaarigheid uit den weg te Utredt
te ruimen, die zich te Rotterdam op deedt tezynfluic
omtrent den Secretaris dier' Stad Mr. d. r; J2*J,t
WYKERHELD BISDOM. De Regeer OID Lid t«
ring, ten oogmerk hebbende dien Heer voor worclen
te Hellen tot Lid der Vergaderinge van hun J™ gjj (
Ed. Groot Mögenden , vondt, daar hy Mogen.
Canunnik van het Capittel van St. Pieter den.
te Utrecht was, en oyerzulks aldaar in den
Eed, zich verlegen met den Regel in den
Jaare mdclviii op de Leden dier Ver-
gaderinge gefield, inhoudende, dat dezel-
ve niet zullen mogen wezen in den Eed,
Dienst of Tractament van iemand dan van
hun Ed. Groot Mögenden zelve, van de
Steden, op welker last zy ter Vergaderinge
verfchynen, en van eenige Collegien in
Holland en Westfriesland. Zy gaf, by de
voordragt deezer zwaarigheid, te kennen in
't zekere onderrigt te weezen, dat de Eed,
dien de Canunniken vmSt. Pietene Utrecht
moeten afleggen , hun alleen verbondt tot
bewaaring van de Goederen en Geregtigher
4en des Capittels; en begreep dat het oog-
merk van het Reglement niet kon zyn uit
.(■*) Nederl. Jaitï. 1765. hl. 163.
Aa 4
-ocr page 378-
VADERLAND SCHE
ar<5
Lxxxviii de Vergadering de zodanigen uit te fluiten x
boe js., die een Eed hadden moeten doen ter rigtige
-------■ beftuuringe en handhaaving van Goederen
I76'5. buiten Holland en Westfrksland gelegen;
dewyl de ligging der Goederen,'t zy binnen,
't zy buiten dit Gewest, geene verandering-
kon maaken in de natuur- der zaake. Waar
by nog kwam, dat, als men op de letter
van het Reglement zag, de Canunniken ei-
genlyk niet 'gezegd konden worden in den
Ëed van iemand buiten dit Gewest te zyn \
maar wel gezamenlyk met de andere Le-
iden van dat Capittel, den Eed te doen
tot hevordering van hun algemeen belang.
Zy ftelde, derhalven, voor, dat dewyl
door Canunniken van andere Capittels te
Utrecht, dezelfde of foortgelyke belofte,
onder Éede gefchiedt, door hun Edele
Groot Mogenden mögt verklaart worden,
dat Canunniken van eenige Capittels in
Utrecht, teffens Minifters zynde van een
der Stemmende Steden in Holland, tot
de Vergadering mogten worden toege-
laaten. —-—- Alle de Leden, Rotterdam
uitgeflooten, deeze zaak overwogen heb-
bende, vonden goed de Canunniken van
penige Capittelen in Utrecht, die geen
fterker verband dan het gemelde vorder-
den, mits zy de andere vereischten in het
-Reglement 'bepaald bezaten , toelaatlyk
;n hunne hooge Vergadering te verklaar
fen(*> '" " " ""\
(*) Refil. von Holt. 3 Aug. en 13 Sept. 1.76s-
-ocr page 379-
HISTORIE.          $77:
In den voorleden Jaare zagen de Ge- lxxxviii
laftigden van Gelderland, Halland en Cfr-B o e «t -
recht over de aangelegene zaak der Ri---------.
vieren, een antwoord van de Klceffche 176$.
Krygs- en Dorneinkamer te gemoete, in Klagten
verlangen om dan in verdere minlyke On- d?s Ko-
derhandelinge te treeden (*). Doch, wel ™%H*n
verre dat aan deeze verwagting werd bèr 0ver het
antwoord, hadt men het ontworpen Plan Plan hier
den Koning van Pruisfen in zulk een licht tot_verbeT
o                  **                      ,             tcrin0" der
voorgefteld, als behelsde 't zelve niets an- Riviüen
ders dan eene aaneenfchakeling van onbil- gemaakt,
lyke vorderingen, en voor de Ingezetenen
van de Landen zyner Majefteit nadeelige
gevoelens. Het gevolg hier van was eene
fcherpe Verklaaring, den veertienden van
Lentemaand, by hunne Hoog Mögenden,
door den Pruïsfifchen Afgezant thüle-
Meijer ingeleverd, waar in hy, onder
eene menigte van klagten, aandrong op den
gedaanen eisch, wegens de verhooging van
den Millingfthen Zomerdam, of in plaats
van dien, op de herftelling der koften,
door den Kerker domfchen Dyk veroorzaakt
en een fchadeloosftelling vorderde. By
mangel van een behoorelyk antwoord, zoi*
men van de Pruisßfche zyde niet anders
kunnen denken , dan dat de Staaten niet
meer wilden handelen overeenkomftig met
het algemeen welzyn ; maar ftrydig met
voorheen gemaakte Verdragen ten opzigte
van de Waterwerken. Zyn Majefteit ver-
wagt-
{*) Zie kier boven, UI. 272.
Aa 5.
-ocr page 380-
3?8 VADERLANDS CHE
Lxxxviii wagtte eene vaardige en ftellige verklaaring
boek. over alles wat den MMingfchen Zomerdam
-------- betrof, en dit met te meer reden: dewyl
1765. hy, anderzins zich zou genoodzaakt zien
om gebruik te maaken van de middelen,
die de nood en behoudenis zyner Onder-
daanen hem zouden voorfchryven (*).
Door Hol- " Terwyl dit Vertoog ter overweeginge
land faeanc- in,handen gefteld werd van de Geweften
woord. |n deeze Zaak betrokken , waren Staaten
van Holland, in de volgende Maand, reeds
gereed met hun Antwoord en Befluit. Zy
merkten op , dat de belangen van zyne Ma-
jefteit, ten opzigte van den Rhyn en des-
zelfs Takken, zo nauw vereenigd waren,
liiet die van Gelderland, Holland, Utrecht
en Owrysfel, dat die Mogenheden, als 'er
iets zou ondernomen worden tot verbete?
ringe dier Rivieren, of tot aïwendinge van
dreigende gevaaren, elkander nauwlyks
konden misfen , als mede dat alles , wat
tot heil dier vier Geweften werd ter hand
geflaagen, mede tot voordeel der Kleeffche
Landen ftrekte. Op dien grond waren de
Onderhandelingen in den voorleden Jaare
aangevangen, en hadt men van deeze zy-
de geen oogmerk altoos gehadt om de kos^
ten grooten deels op de fchouderen van
Rleefsland te fchuiven ^ het overgelever-
de Han -ftrekte om op eene vriendna-
-buuriyke wyze, in deeze zaak-voort te
gaan, en weinig hadt men gedagt dat dit
Plan
<*) Refel. Gm. Veneria 19 April 1765.
\
-ocr page 381-
HISTORIE.           379
Plan zyne Majefteit in 't ongunftigst licht lxxxvih
zou zyn voorgefteld. —- Zy beweerden, boek.
dat 'er geen oogmerk in 't minfte geweest--------•
was om, tegen de natuurlyke billykheid en 1765.
tegen de Regten by befchaafde Volken hei-
lig in agtgenomen, op het Geldersch Grond-
gebied iets te doen, 't welk de Kleeffche
Ingezetenen kon benadeelen. Niets was
'er verrigt aan den Milüngfchen Dam,
ftrydig met voorgaande Verdragen. Men
hadt , zo ras de tydsomftandigheden des
Oorlogs het toelieten, onderftaan by die
van de Kleeffche zyde, om, op billyke en
voor de Onderdaancn zyner Majefteit geen-
zins laftige voorwaarden, toe te ftemmen
in 't herdyken van 's Gravemvaard. Al-
le handelingen weezen uit, dat de vier
belanghebbende Nederlandfchc Geweften,
              >
geenzins ten oogmerke hadden, de Dyken
by Herwen ten prooi te geeven aan de woe-
de der Rivierwateren; de belangen van de
Nederlanden waren te nauw verbonden met
die van Kleefsland dan dat men by Herwen
iets zou onderneemen , 't welk aan de
Kleeffche Regeering onaangenaam kon zyn,
of iets nalaat en, dat tot voordeel vaia bei-
der Grondgebied zou kunnen ftrekken.
Zy preezen daarom nogmaals het ingeleverd
Plan aan , als het ée'nig middel om de
grootfte bron des kwaads te floppen, en de
heilzaame vrugten van die aangelegde Wa-
terwerken te plukken. ----- En zou men,
om te toonen hoe genegen men was om be-
hoorlyk agt te flaan op het voorgedraagene
door 's Konings Staatsdienaar, de zaaken
in
-ocr page 382-
38© VADERLANDSCHE
jcxxxvtii in dier voege kunnen fchikken, dat, 's Gra-
boek. vemvaardherdykt wordende, buiten koften
------— van de Kleeffche Regeeringe, van ter zyde
1765. eenige vergoeding werd gegeeven voor de-
fchade , zonder en tegen 't oogmerk der
belanghebbende Geweften, door de verlaa-
ging van den Millingfchen-Dam toege-
bragt. ------- Niets was 'ervoor 't overige
aan de Rivier, of derzelver Takken, ge-
daan , tot ftremming der bevaarbaarheid
ftrekkende (* ). ■------- Hunne Hoog Mö-
genden over dit Beiluit van Holland ge-
raadpleegd hebbende, verzogten de Afge-
vaardigden van Gelderland, Utrecht en
Overysßl, die zich op dit Onderwerp nog
niet verklaard hadden, zulks met den eer-
ften te doen.
Zeven Fre- Om de Algerynen, en andere Barbaar-
gauen ter ßfe RooverS;i in toom te houden, en
lin»6 der' net benadeelen van 's Lands Handeldry ven-
Mgerynen de Onderzaaten te beletten, bezigde men
befteind. voorheen twee middelen; 't een beftondt
in hun, door het zenden van ongewoone
Gefchenken, te vrede te ftellen en 't aan-
belang van de Vriendfchap deezes Staats
te doen ondervinden; het ander om, door
't vertoonen van 's Lands Vlag, en een
goed getal Ooxlogfchepen, hun met na-
druk te doen bezeffen hoe zeer het hun-
ne zaak was, deezen Staat te ontzien,
en deszelfs Zeevaard ongemoeid te laa-*
ten, en dat zyhunne Rooveryen nietonge-,
ftraft
(*) Refol. van Holl. 26 April 1765.
-ocr page 383-
■'-"
HISTORIE.         sör
ftraft konden pleegen. ------- Zints eeni- lxxxviii
ge Jaaren, en wel naa het fluiten van den boek.
laatften Vrede met de Algerynen (*), was----->*-•
men van die oude handelwyze eenigzins 1765.
afgeweeken, en hadt zich verbeeld, dat door
de verbintenis tot het geeven van Jaar-
lykfche vastbepaalde Gefchenken, de Vre-
de en Vriendfchap met de Algerynm be-
ftendig gemaakt, en de onkoften der
Jaarlykfche Uitruftingen na de Middel-
landfche
Zee daar door belpaard zouden
kunnen worden. Dan de uitkomst was
zo verre van aan de verwagting te beant-
woorden, dat de ondervinding, integen-
deel, leeraarde, dat zy,hoe meer men hun
beloofde, des te minder vergenoegd waren,
en dat, naar maate men hunne begeertens
inwilligde, zy telkens nieuwe eifchen en
zelfs buitenfpoorige afvergingen deedefi,
die, genoegzaam by elke gelegenheid,
vergezellende met bedreigingen van eene
Vredebreuk, zo men aan hun verlangen
niet ten vollen beantwoordde ; waar van
de jongst ingekomene tydingen uit Algiers,
met betrekking tot het geen aan den Con-
ful ELLiNKHUYSEN, en den Capitein
vis, laatstlyk derwaard gezonden , was
ontmoet, een fterk en overtuigend be-
wys hadden uitgeleverd (f).
De overweeging van de noodzaaklyk-
heid
(*) In den Jaare 1757. Ziehet XXII D. onzei
Vaierl. Hiß. bl. 332.
{]) Rejol. van Holl, 31 Jan.. 1765.
-ocr page 384-
382 V Ä D E R L Ä N D S C H E enz.
Bftxxviïi held om die van Algiers y door middelen
boek. van klem , tot rede te brengen, deedt hun
--------Hoog Mögenden, belluiten voor dit Jaar,
1765« op voordragt van Holland, eene buitenge-
woone Uitrusting van zeven Fregatten na
de Middellandfche Zee vast te ftellen } en
de bewilliging der Geweften op de daar
toe gemaakte Petitie by de Geweften ten
érnftigfte te verzoeken (.*)< Men zette
dit der Zeevaard hoogstheilzaam plan met
allen yver voort.
Einde ■van het Drie - en - linntigfie Deel:
(*) Refol. van Heil. 15 Maart z:o April en 10
Mey 1765-
-ocr page 385-
BERICHT voor den BINDER,
De Plaaten moeten tegen over de volgende Bladzy'
den ingevoegd worden.
De Hertog van brunswyk in den Eed
genomen.         - -           tegen over bl. io
De Prins van nassaü weilbürg.               32
De Prins Erffladhouder willem de V,
legt den Eed van Geheimhouding af.
           224
Prinfes mar ia louisa.          -         -           372
1