TOT
bevestiging van de WAARE , WEEZEN-LYKE, EN EIGENLYK GEZEGDE TEGENWOORDIGHEID van
IN HET
ÜOOGWAARDIGSTE SACRAMENT DES AUTAARS, UIT DE WOORDEN DER INSTELLINGE:
gepredikt op het becctnuof te
AMSTERDAM, OP DEN ij MAART DES JAARS 1773.
'TER GELEGENHEID VAN DE JAARLYKSCHÈ GB. DACHTENISSE, en PLECHTIGE FEESTVIE-RINGE van het HOOGWAARDIG, HEILIG, en AANBIDCYK AMSTERDAM-SCHE WONDER-SACRAMENT.
gt;t£'
'r nbsp;nbsp;nbsp;• ¦ ' • ' ¦ jf' I r quot;t f « • Jnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;' JAi
i. vgt; JL
.•y
aï7cv'
q ^ ''•77 q :¦ .).
¦ v-.dv. u t.-„.£\ - :\A v.v.\^
• •.'•'.* ' gt;'¦'•.'¦ _¦quot; f q.ü.
a-l-'¦¦'¦'• - -••¦••»¦' quot;-r.quot;.- nbsp;nbsp;nbsp;t,.. .nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;l.r^ ..-- ,2.
'^¦
.\; ».,v. •'»
. -.1-*,; « •** -;3Sg-7
ï'/'i.:,.'
¦ ¦¦
'T’T-I
•; 7,
y' '¦
A*?
'. ï ix
¦ü.'.
T.T
[en twyfelt min* aan Amstels Wonder Hoe-meer men ’sHeilands^Woord gelooft;
niet aan Leeraars’, in ’t’byzoftder.
Maar aan Gods Kerk den Geest belooft. M^at Ziel word hier niet opgetoogennbsp;nbsp;nbsp;nbsp;*•
Door hem, wiens fchrand’ren Predik - Geest ^ De kracht van ’t God’lyk Alvermogen,
Zoo klaar betoogt op ’t Wonderfeest ?
Dat dan ook ydef Nederlander
^ Onzydig oordeel vryheid laat’, '^•^Zaak en Tèeken van elkandernbsp;Te fchiften , haar ’t gefchreeven ftaat.
zal dit Leerftuk yder (lichten.
En zetten ’t WONDER Luister by; E'en zal Vernuft voor Godfpraak zwichten;nbsp;Vervreemd van twist en vittery.
f*) Luc. Cap. XII. VS. 12. Toann. Cap. XIV. vs. ad. Idem XVI. VS. ,3.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;¦’
TER
TER
V A N D E
Tot bevestiging van de Waare,aveezenlvke, eigenlykgezegde Tegenwoordigheid vannbsp;JESÜS CHRISTUS in, het Hoogwaardigste Sacrament des Altaars.
DOOR
J3e Leer, dat Irood en wjti verandren In ’sHeilands leevend Vleesch en Bloed,nbsp;Daar ’t eêlst verftand voor zwichten moet.
Bied Godsvrucht hier den Nederland’ren.
Niet dat zy deze Hemel - Giften Befchouwe als eertyds ’t Joodendom,
In ’t wrevelig Capharnaüm ;
Verblind door vleefchelyke Driften.
’tVLEEscH ware onnut, aldus gegeeven:
( Gedoodigd Vleesch is haast verteerd.)
’t Is Jesus Godheid die ’t vereert:
Zyn Woord biedt ons ook Geest en Leeven.
Dies zie ’k zyn Tolk op’t klaarft betoogen,
Dat deze Leer geen Beeldt’nis maalt:
Dat ’s Heilands Bruid niet heeft gedwaald, Betronweade op Gods Alvermogen.
Geen
Geen Letterheld ontwringt hem ’t voordeel:
Zyn Zwaard is Jesus Godlyk woord.
Geen Schicht die ooit zyn Schild doorboorc.
Hy ftrydt met letterkunde en oordeel.
6 Mensch, vol zonden en ellenden,
I^ie niets dan Glorie-Throonen acht.
Zie hier wat Ned’righeid betracht:
Wil hier uw oog naar ]£sus wenden-
God-laster, fmaad, mishandelingen;
Dit-air deert Jesus Ligchaam niet.
Daar hy de onlyd’lykheid geniet,
Schroomt hy geen Dood, of folteringen.
Leer hier uw Zinnen dan beteug’len.
Gods alvermogen blyve uw baak; Ootmoedigheid uw Ziels-vermaak:
Zweef dus op Seraphynen-Vleug’I^.
Ken Sterv’ling, ken Gods Wonderwerken;
Ken Jesus Liefde en Ned’righeid:
Smeek, dat de Hemel-Majefteit Stadg uw geloof en deugd will’ Herken.
Dan zult ge, ó Ziel, welhaast bevroeden Dat ’s Heilands VLEEscH,aIs 'wiare Spys,
Op de onbegrypelykfte wyz’,
Gantsch Godlyk ’s Menfchen Ziel’ kan voeden.
’t Offerbloed langs ’t Kruis ziet vloeijen, Evkenn’ Gods Liefde, in Lof en Dank:nbsp;®efchouw’ zyn Bloed als waare Drank:
Kb Drink' bet, om in deugd te groeijen.
* fj
ó God,
-ocr page 6-6 God, ’k ontvlam door zulk-een Liefde;
En roep, als eertyds Cypriaan:
Hoe kan ’t iTiCt myn vernuft beftaan?
Is ’t Dwaasheid die uw Goedheid griefde ?
6 Neen: uw Liefde wil my toonen,
Hoe-laag uw grootheid zich verneêrt:
En hoe myn Ziel word overheerd Door Driften die uw Godheid hoonen.
’k Heb Schuld, ó God, myn Ziels-verlangen ! Helaas,! hoe zwelt myn’ hoogmoed niet;
Daar ik ’t Beftand van U geniet!
Bereidt myn Ziel om U te ontvangen!
Sou Deo Gloria.
* ^ jL -ceb met aandagt geleezeti deeze LËER- en LOFREDE, #nbsp;^ die zeer bondig en kragtig oppfteld is, toe beveiliging van -fi!-•fis de waare, weezenlyke, en eigenlyk-gezegde Tegenwoor- ^nbsp;digheid van Jesus Christus, in het Hoogwaardigfte ^nbsp;^ Sacrament des Autaars, uit de Woorden der Inilellinge:
^ dit is myn Ligchaam; daarom oordeel ik ze waardig door # ^ den Druk gemeen te worden.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^
* nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;I
•fi^ Antwerpen i6 April nbsp;nbsp;nbsp;^
* nbsp;nbsp;nbsp;1 773*nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^
A. deVRIES, Licentiaat in * •fisnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;de H. Godtsgeleerdbaid, Cano-nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^
^ nbsp;nbsp;nbsp;nik Gradueel en Paenitenper.
^ nbsp;nbsp;nbsp;Boekkeurder.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;^
% '
Nooit fchitterde de liefde luisterryker; nooit W3« uenbsp;nbsp;nbsp;nbsp;handel, de taal, en de werken van
“En Middelaar des nieuwen Verbonds wonderwaar-» erk ’ *^^0 op de iaatfte uure van ryn Leeven, Iknbsp;denbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ze!ven den grootllen fchuldenaar, o Lief-
op nbsp;nbsp;nbsp;leeven! o Leeven van myne liefde 1 die
P oie upie yQQf jjjy gj 66x1008 hout de dood
A a nbsp;nbsp;nbsp;gaas
-ocr page 8-4 LEER- EN LOFREDE.
gaat fterven, en uw fchuldeloos Bloed voor myiie verdiende fchuld gaat plengen. Doch ik aanbid gt;nbsp;en veïwonder uwe onbegryplyke liefde, terwyl gynbsp;dat allerfiéiligfte Zoenoflèr ons allen aanbiedt, ennbsp;beveelt 'er van teeeten: Neemty en eet; dit is.mynnbsp;Ligchaam.
riier is lïu .dat allerheiligfte oogenblik, in de laat-fte Maaltyd; bier fteiat nu Jesus, die groote Middelaar,«11 Wonderdoender in bet midden zyner Apostelen ,”voOr bet Joodfche Paaschlatn hetAvaare geeven-de in dien nacht, toen hy verraaden en gdeyerd wierdt.
Hier zullen alle Geflachten van de fae.^bonbaare Waéfeld opgetqogen en oplettende wee'zen, welke denbsp;laatfte-woorden en werken zyn, welk dë 'lüterfte ennbsp;laatfté Wil is van dien fteryenden Godmensch. Allenbsp;Taaien en Volken , „alle Geflachten der Waeïeldnbsp;hebben ’er deel aan; -het raakt ons allen, en'elk innbsp;*t byzonder ; het raakt alfe Gezindheden van allenbsp;Landfchappen en van alle eeuwen, die ’ergeweeftnbsp;zyn, nog zyn, en zyn zullen tot het einde der Wae-reld; de Grieken en Latynen, de Koningen en Vorsten , de Edelen en Onedelen.
Wat Natie is ’er onder de Zon, die geen’ eerbied heeft voor het Avondmaal des Heeren ? Wat Chriften,nbsp;die het Teilament van Jesus niet met hart en zielnbsp;omhelst als het pand van liefde, en als het gedenk-teeken van zynen Verlosfer en Zaligmaaker ?
Het is eene Maaltyd, welke Jesus inftelt, waarover alle eeuwen zich zullen verwonderen, en waarvan de grootfte Monarchen der Waereld zullen ee-ten. Wie twyffelt, of het is eene koftlyke, eene koninglyke, ja eene hemelfche Maaltyd, overeen-komftig met de waardigheid des Inftellers, en heug-lyk voor de genoodigden.
Jesu s is ’er de hemelfche en Godlyke Hofmeester; Hy neemt het brood, Hy zegent het, en zegt: Dit is myn Ligchaam, Dit is die koninglyke Maal-
tydgt;
LEER- EN
lofrede. 5
^ gt; dat Godlyk Banket; dit is het Scheimaal, het vondmaal, het Verbond en Teftaraent van Jesusnbsp;^ en Mensch met den Mensch.
Het is geen brood, het is geen wyn, fchoon zulks aan de zinnen fchynt; het is het eigen Ligchaa|p ,nbsp;Oet eigen Bioed, uit de Maagd geWen, van denbsp;aangebeden; het eigen en natuurlyk Lig-• p ’ dat aan den Kruifle gehangen heeft, en datnbsp;, ^ 2jt aan Gods Rechterhand; het is het weezenly-d^adlyke, ligchaamlyke,enwaarachtige. Want,nbsp;is tnyn Ligchaam: zegt de Heer.
Het geloof heeft niet anders van nooden, om ''^’¦zekerd te worden; de zinnen ni?t anders, omnbsp;''^rtuigd te zyn; een Chriften, om ’er de doodnbsp;Oor te fterven, en zyn bloed voor J £ s u s Bloednbsp;te ftorten, dan alleen, _
Htï is myn Ligchaam; Dit is myn Bloed,
alle eeuwen, zo lang de Chriftelykè Kerk pltaan heeft, doorreist de Waereld, en vraagt al-Eandfchappen van het Oosten en het Westen,nbsp;g j tieken als Latynen, alle Taaien en Volken: Watnbsp;nnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Avondmaal des Heeren ? Zy zul-
s V nbsp;nbsp;nbsp;®®nftemmig antwoorden, en Zeggen met Je-
Dit is tnyn Ligchaam.
tien nbsp;nbsp;nbsp;Proteilanten federt het begin der zes-
Sac ^ouwe vraagen: wat gelooft gy van het H.
„ nbsp;nbsp;nbsp;Laaten Engelen en duivelert het vraa-
jgj^ ¦ Alle Catholyken van de geheele Waereld zul-Chri ^Hlteels ©n eenftemmig antwoorden : 'T ü en Ligchaam. Zy zullen dit roepen in leevennbsp;daffd voor Heidenen en Turken, tot aan dennbsp;toe *^^^^ordeels, en tot voor Gods Rechterftoelnbsp;hebbe bonnen, ¦ wy willen geen ander bewysnbsp;Oh het^n overtuigd te zyn, oni ’er de doodnbsp;^on vanbsp;nbsp;nbsp;nbsp;op te ondergaan, dan de laaifte woor-
^ nbsp;nbsp;nbsp;Majefteit: Dit is myn Lig-
iloem
Roem vry, o Amftelftad ! op de Wonderen vat dit aanbidlyk Wonder; laaten vry uwe oude Büf*nbsp;gers Gods grootdaadigheden roemen; laaten allen,nbsp;die door dit aanbidlyk Wonder gered, geneezen ennbsp;herfteld zyn in hunne volle gezondheid; laaten nognbsp;uwe nakomelingen dank- en vreugdeoffers opdraagennbsp;aan dat alom bekend, aloud, en overheerlyk Wonder , dat op zulke onwraakbaare getuigen fteunt;nbsp;door zo veele duizenden, die in die dagen leefden,nbsp;hunne toeftemming en verwondering in hunne nakomelingen vereeuwigen. Ik heb grooter Wondernbsp;te verwonderen. Immers dat het Braambosch brandde en niet verbrandde (a'j; dat de drie Jongelingennbsp;in den brandenden Oven te Babylon Honden, zonder dat de hairen hunner hoofden verzengden, nochnbsp;hunne kleederen naar het vuur rooken, noch hunnenbsp;mantels eenige verandering ondergingen. Het wasnbsp;7eker zeldzaam tegen den loop der natuure, en ver-wonderenswaardig: maar het is grooter Wonder, datnbsp;de God der Hemelen zo eene overwinnende krachtnbsp;aan het aldoordringend vuur gegeeven heeft, datnbsp;het door niemand, dan door den Schepper der natuure bedwongen worde.
allo
Land-
en onophoudelyk, en by alle Geflachten, in
((») Exod. III. (f) Hebr. I: 4,
(fj I Tim. VI; i6. nbsp;nbsp;nbsp;Coll. II; g.
Zo was het ook Wonder, dat het uitwendig Tee-ken , waaronder zyne aanbidlyke Majefteit ons zyn Vleesch en Bloed aanbiedt, in het midden des vuursnbsp;ongefchonden en onbedorven bewaard wierdt. Maatnbsp;grooter Wonder, dat die Mensch geworden God»nbsp;die zit aan de Rechterhand der Majefteit in dennbsp;hoogften , zo veel voortreffelyker dan denbsp;(b) hoe hy uitrauntender Naam boven hen ge^”.nbsp;heeft; die het ongenaakbaar (c) Licht bewoont;nbsp;wien de Godheid (d) ligchaaralyk woont, geduur’^
-ocr page 11-L E E R. E N L o F R E D E. 7
^ndfchappen der Waereld zich zei ven in zyn eigen W^eezen en Zelfftandigheid ons aanbiedt, eh vannbsp;ons wil aangebeden en genuttigd worden; Neemt^nbsp;^ dit is myn Ligchaam: fchoon men by denbsp;'Judyaders verfcheidene Mirakelen vindt, die zynbsp;Rntuigen met eigene oogen gezien te hebben, ge-Cyprianus Lib. de Lapfis, bladz. 94, de H.nbsp;^ptatus Lib. 2, de Schismate Donatist. N. 19. denbsp;¦ ^hryfostomus Lib. 6. de Sacerdotia, en meer
anderen.
grootfte Mirakel, dat de heilige Oudvaders ^erwonderen in het H. Sacrament, is, dat hetnbsp;vleesch en Bloed van onzen God en Zaligmaakernbsp;den zelfden tyd aan zo veele duizenden wordtnbsp;. ^^gedeeld; dat hy op verfcheidene plaatzen te ge-y tegenwoordig is; dat brood en wyn verande-gt; Zonder dat de zinnen’er getuigen van zyn. Hiernbsp;erwonderen zy Gods Almagt; hier beroepen zynbsp;op de Schepping van het Geheel-al, op denbsp;j.g5^^^hwording van Gods Zoon, op alle de Mi-^ slen van het oude en nieuwe Verbond, op denbsp;^^randering van het water in bloed, van water innbsp;erkennende, dat hier geen minder Mirakelnbsp;Va» Almagt zy, dan in de grootdaadighedennbsp;Gods alwerkende Hand.
hei!’ nbsp;nbsp;nbsp;my dan dit grootfle Mirakel, dit aller«
der Wonder, waarop niet alleenlyk het Won-le nbsp;nbsp;nbsp;Voorvaders gefchied, maar de gehee-
”^*^lyke Godsdienst fteunt, voor te fteilen. dee'^'^*^^ zullen wy uwe Aandacht de kracht vannbsp;ttiet^^ .'''^’’‘^otden voordraagen: Dit ir myn Ligchaantinbsp;alle derzelver gevolgen.
heHquot;v nbsp;nbsp;nbsp;te zyn wegens de eeuwige God-
delaar nbsp;nbsp;nbsp;Christus onzen God en Mid*
Ze en V bet rechtzinnig Chriftendom op dee-oortgelyk^ Texten: Gy zyc de C h R i s x u s, A 4nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;de
de Zoon van den leevenden God («); Het WooriJ , is Vleesch geworden (b) ; Dit is myn welbemindenbsp;Zoon(c^: die in alle Bybels van de VVaereld, ennbsp;van alle eeuwen ftaan, en gevonden worden. Tennbsp;tweeden , nergens in eenigen Bybel ftaat, dat dienbsp;woorden anders moeten verdaan of begreepen worden , dan zy daar liggen: overzulks die woorden zonbsp;verftaan en verklaard zynde, gelyk de letter luidt,nbsp;overtuigen en bewyzen ons de eeuwige Godheid vannbsp;Jesus Christus. Alle menfchlyke redenen,nbsp;die onbegryplykheden van dit Geheim, alle tegen-fpraak der zinnen moeten zwigten, zich gevangen,nbsp;en ten onder geeven aan de getuigenilTe van hetnbsp;zuiver en louter woord van Gods Majesteit*
In alle de Bybels van het Christendom, in alle Taaien , Landfchappen en eeuwen worden deeze klaare, heldere, en eenvoudige woorden gevonden van drienbsp;Evangelisten en van Paulus befchreeven ; Dit isnbsp;myn Ligchaam. De Nederlandfche Bybel is uit denbsp;oorfpronklyke in onze Taal overgezet; en daarnbsp;vindt men overal by Mattheus, Marcus, Lucas,nbsp;en Paulus deeze woorden : Dit is myn Ligchaam.nbsp;Ten tweeden, nergens ftaat in eenigen Bybel, datnbsp;deeze woorden: Dit is myn Ligchaam, anders moeten verftaan worden, dan zy daar geboekt zyn: over»nbsp;zulks die woorden zo verftaan, gelyk zy daar liggen, volgens hunne eigene, natuurlyke, en letter-lyke betèekenis , verklaaren , dat de Zaligmaakernbsp;zyn eigen, weezenlyk, en natuurlyk Ligchaam ge*nbsp;geeven heeft; fchoon alle zinnen daar tegen ftry-den, fchoon het aan het verftand onmogelyk fchynt gt;nbsp;en onvatbaar aan de reden : alles moet zwigteOnbsp;voor de getuigenis en voor de kracht der woorden van Gods eeuwige Majefteit: Dit is mynnbsp;chaarn.
(cty Match. XVI.- lö. n') Joan. I; 14, Macth, XVII- 5,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;'.-et
(-aquot;) Match. XVI.- lö.
Morrh YVIT.
-ocr page 13-leer- en
LOEREDï:- 9
*.
js Gods woord, en dit alleen is genoeg,om overtuig^] ^yn; ’t is Gods woord, de grondfiagnbsp;van het Chriftendom; ’t is Gods woord, buiten hetnbsp;welk de Proteftanten geen onfeilbaar gezag erken-’¦gt; ’t is de regel van het geloof, de rechter vannbsp;geloofsgefchillen; 't is dat woord, daar de dui-velen voor zwig^^^, de natuur, de dood, de He-en de aarde aan geboorzaamen; ’t is dat woord,nbsp;aar zo veele duizende Martelaars hun bloed voornbsp;wrtteij, en de ylTelykfte tormenten op verduur-Gods woord, waarop men de onbegryp-^yafte Geheimen gelooft, zo onvatbaar voor de zin-, zo onmogelyk voor het verftand. Waarop gelooftnbsp;de onflerffelykheid van de ziele? de eeuwig-^•^ürendheid van loon en ftraffe? van helle en He-gt; dan op de getuigeniffe van Gods woord ?nbsp;aarop gelooft men dat onbegryplyk Geheim vannbsp;ods Menfchwordinge , en dat het Kind van eenenbsp;ebreeuwfche Vrouwe waaragtig God is,God vannbsp;od, eeuwig God, zelfilandig met den Vader, ennbsp;jg*quot; Zelfde Godmensch aan het Kruis tusfchennbsp;/ jnoordenaars , de pynelykfte, en eerloosftenbsp;dennbsp;nbsp;nbsp;nbsp;is ? (eene ergernis voor de Joo-
de^’/r” eene dwaasheid voor de Heidenen) On-Gods woord verzekert het u; het ge-^en vollen overtuigd , hoe onvatbaar, hoe r.^ jnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ook voor het verftand, kennifle, en
oordeel zy.
J^eezens, alle fchepfeien , alles, wat het kannbsp;nbsp;nbsp;nbsp;denken, wat het oog kan zien, het oor
hoo ’ ’s uit Gods woord. Hoor Hemel,
woord des Heeren zyn de He-
Van Q^f’^^'^^g^’Onalle hunne kracht.’t Is dat woord nietcnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;het welk de Hemelen, en aan het welk
onmogelyk is (b) ¦. hy heeft gefproken, en zy
zytt
C») Pt. XXXll; 6, |
(i) Pf. CXXXII.' 9» A 5 |
¦io L E E R. E N L o F R E D É.
zyn gemaakt; hy heeft bevolen, en zy zyn gefchapen* ]N4yn woord zal niet ledig tot my wederkeeren, maai'nbsp;zal alles doen, wat ik gewild heb(a). Hemelen aarde zullen voorby gaan. maar zyne woorden zullennbsp;niet voorby gaan (b) \ hy draagt alles op het woordnbsp;zyner krachte (c'); het woord des Heeren is leeven-dig en krachtig, fcharpfnydende als een tweefiiydendnbsp;zwaard, het gaat door tot de verdeeling van zielenbsp;en geest, en de famenbinding des mergs. (d)
Ach myn’ ziel, verwonder ii niet meer over alle de grootdaadigheden van eenen onbegryplyken God!nbsp;Laat uw verftandgeen aanftootlyden in zo veeledui-zende Wonderen; het zy in den loop der natuure,nbsp;het zy in de Geheimen des geloofs, het zy in denbsp;werkinge der genade,verkiezinge ofvoorbefchikkin-ge, die noch reden, noch verftand bevatten kunnen (0- Ey God is niets onmogelyk. Het is voldoende en overtuigende genoeg, dat Gods woordnbsp;het verzekert.
Hy is de eerfte,dehoogfte,en onfeilbaare Waarheid, die van alle fchepfelen moet geloofd worden (ƒ); die niemand kan bedriegen , of door welke niemand kan bedroogen worden; hy is getrouw in alle zyne woorden, en heilig in alle zyne wer-*nbsp;ken (g); bet is onmogelyk, dat God zoude liegen;nbsp;God is waaragtig, de mensch is leugenagtig. (/;)
Hoe
Wat mensch durft dan Gods woorden wederftree-ven? Wie durft eenen anderen zin, eene andere uitlegging, of verklaaring geeven, ftrydig aan denbsp;letter en natuur van Gods geheiligd woord? Wi®nbsp;zal niet met ziel en geest, en met aanbiedinge vaUnbsp;goed en bloed omhelzen, aanneemen, engelooven,nbsp;als de onfeilbaare Mond zegt: Dit is myn ligchaff
ia) Ifai. LV. nbsp;nbsp;nbsp;(b) Rïatth. XXIV. CO Hebr. 1.
licu. IV. nbsp;nbsp;nbsp;i^uc. 1; 3/.
(^3 Hebr. VI. nbsp;nbsp;nbsp;Rom, lil; 4.
(lt;/) Heb. IV. nbsp;nbsp;nbsp;rej Luc. I: 37.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;(ƒ) Pf, CXLIV.
-ocr page 15-LEER' E
lofrede. it
Hoe onbegryplyk het zy, hoe meer ik myn ver-Rand buige ten dienfte des geloofs; hoe groocer en dierbaarder die minnegiftis, dat pand van liefde,nbsp;hoe meer myne wederliefde, aanbidding, en erken-tenis voor u moet blaaken en branden.
Hoe ftraf en ftreng, o aanbidlyke God, zyn uwe bedreigingen den geenen, die uw heilig woord ver-draayen! Al ware het een Apostel, ja een Engel,nbsp;dJe iets anders leert, dan uw heilig woord: hy zynbsp;^^rvloekt. Schoon wy, of een Engel van den He-u een ander Evangelie verkondigden, benevennbsp;bs'-Röen wy u verkondigd hebben: by zy vervloektenbsp;^^lyk wy tl te vooren gezegd hebben, zo zeg iknbsp;(a): by aldien iemand u een ander Evangelienbsp;^erkondigt, beneven het geen gy ontvangen hebt:nbsp;hy zy vervloekt. En in het Boek der Openbaarin-8®' indien’er iemand iets by gedaan zal hebben,nbsp;op hem zal de ftraf liggen , gefchreeven in dicnbsp;Boek (i): en indien 'er iemand iets afgedaan zalnbsp;hebben , God zal zyn deel wegneemen van het Boeknbsp;f's leevens , en van de heilige Stad, en van deezenbsp;’•’gen, welke in dit Boek gefchreeven ftaan.
Hoe hebt gy nu het Evangelie verkondigd ? o Evan-phfcheWaarzeggers! Doe en wat hebt gyl, ge-p “^^even van het heilig Avondmaal ? Gy groote suiiiSj Leeraar der Heidenen! Gy hebt het vannbsp;mensch, of door geen’ mensch, gy hebt hetnbsp;1 den Heer zelven ontvangen: in dien nacht, toennbsp;y geleverd wierdt, (c) heeft hy het brood geno-eci gezegd : Dit is myn Ligchaam- Engy, pnbsp;^ vatigelifche Tollenaar! gy zyt 'er zelf tegenwoor-geweest, hoe heeft de Zaiigmaakcr geiproken ?nbsp;Lel Y- Ligchaam. En gy, o Marcus, die denbsp;ing xyi; geweest van Petrus, die ’er tegenwoordig
-ocr page 16-12 LEER- EN LOFREDE.
dig was , hoe heeft hy gefproken ? Dit is myn Li^' chaam. En gy, Lucas, die het door overlevering hebtnbsp;van hun, die aanfchouwers en bedienaars van hetnbsp;woord geweest zyn, hoe was het woord? Dh iinbsp;myn Ligchaam.
Nu zal ’er geen mensch, noch Engel een ander Evangelie verkondigen op flraffe van den banvloek;
feene Philofoophifche fpitsvindigheden , geene wis-undige bewyzen, geene menfchJyke redenen, geene ongerymdheid,geen fchyn van onmogelykheid kunnen de minfte kracht,noch invloed op de ziele maaken, daar Gods aanbidlyk woord in zo een heerlyk daglicht gefteld is. En dit in een zo verheven ,zo voor-treflyk , en zo aanbidlyk Geheim van liefde en genade ; daar de Middelaar van het eeuwig leevennbsp;flechts weinige uuren voor zyn’ dood een Verbond
gaat inftellen, een Testament gaat maaken , en Ge-eim en Leerftuk gaat vast Hellen, het welk aan alle Landfchappen, Taaien, en Volken moet verkondigd worden ; het welk in het Oosten en hetnbsp;Westen geloofd, geleerd en gevierd moet worden;nbsp;bet welk in alle Bybels van Natiën en Taaien metnbsp;de zelfde letters gefchreeven Haat, en het welk totnbsp;het einde der Waereld geëerbiedigd en verwonderdnbsp;zal worden.
Hoe overdeftig is het oude Verbond ingewyd, en met wat al plechtigheden! Moyfes nam het bloed, ennbsp;fprengde het over het Volk («), zeggende: Dit isnbsp;het bloed desVerbonds. DeNederlandlche Bybel zendtnbsp;U van Mattheus 26. vs. 28 tot de voornoemde plaats.nbsp;Was het geen natuurlyk en v/aaragtig bloed, hetnbsp;bloed der offerdieren, daar het Joodfche Verbondnbsp;door bezegeld en bekrachtigd wierdt 9 Zo is ooknbsp;het nieuw Verbond verzegeld door natuurlyknbsp;waaragtig Bloed. Dit is het bloed van het
TeS‘
(^) Exod. XXIV: 8,
-ocr page 17-het welk vergooten wordt tot vergiffenis zonden. Was die groote Wonderdoender, denbsp;V^*^geever des nieuwen Verbonds zo geloofwaardignbsp;ais Moyfes? Waarom Moyfes, die het Jood*nbsp;cne Verbond met waariyk bloed bevestigt, naar denbsp;leccer^ verltaan, en den Zaligmaaker figuurlyk ? ennbsp;«et nieuw Verbond door een’ fchyn of fchaduvve vannbsp;bloed bezegeld ?
De Wet is door Moyfes gegeeven (a): de gena-^ en Waarheid door JesusChristus gefchied. Waar zag tnen ooit verdragpuncen, burgerlyke be-«uiten , of ftaatkundige verhandelingen, diefiguur-zinnebeeldig, dubbelzinnig en twyffelagtigwa^
^ ^ Hoe veel te meer betaamde het Gods eeuwige ^''ysheid, klaar, duidlyk, en volgens de letter zy-welbehaagen te verkondigen?nbsp;t Was een Verbond, maar ook een Testament,nbsp;e laatfte wilfchikking, weinige uuren voor de doodnbsp;^0 dien Godiyken 'Testamentmaaker uitgefproken.
gebruikt niet de duidlykfte en kiaarile orden; om alle twist onder zyne kinderen wegnbsp;deernen.? Wie durft eens anders Testament ver-, yerrninken, of krachteloos ftelien? Eensnbsp;te ntnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;bevestigd is, doet niemand
durftminder mensch zich zelven verffouten, het Tes-naar'dnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;God en Zaligmaaker anders dan
ders d nbsp;nbsp;nbsp;verklaaren? en zyne woorden an-
npp nbsp;nbsp;nbsp;onderwerpinge van ziel en geest aan te
en te omhelzen?
en nbsp;nbsp;nbsp;eene Wet,; die alle Volken, alle Taaien,
grootft*^'’ verplichtte; het was een gebod van den de Eoningen WetgeeverriVemf en m;moescnbsp;tQnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;dan niet weeten, wat zy moest neemen,
b? of het een gemeen lluk broods, of wel
W ¦lt;»«gt;. I.- n- ® G.1. Hl- .5.
-ocr page 18-het eigen Ligchaani van haaren God en ZaligmaakeJ* was ? Wat Wetgeever fpreekt niet duidlyk?
Het was een Leerfluk, dat allen Chriflenen deï Waereld moest verkondigd worden; dat klein ennbsp;groot, Koningen en Vorften moest ingeboezemd,nbsp;voorgefteld, en aanbevolen worden. De Apoftelennbsp;^dden bevel: Gaat, leert, en predikt allen Volleen; fa') alle Volken hebben van dfcr Apostelen ty-den zelfs met de Apostelen het Avondmaal gevierd;nbsp;daar is nooit erger.s plechtiger uitwendige Godsdienst-oefFsning onder de Christenen gevierd, dannbsp;de plechtige Sacrament-viering van het Avondmaal;nbsp;onder alle Chnstene Gezindheden der eerfte eeu'nbsp;wen, zelfs onder hen, die van de Catholyke Kerkenbsp;jti de vier eerfle algemeene Kerkvergaderingen ge*nbsp;banvonnist en veroordeeld zyn: als /Jriaanen, Ma*nbsp;esdoniaanen i Nejioriaanen ^ Eutichiaanen ; zWe hehhennbsp;zy het Avondmaal des Heeren plechtiglyk gevierd,nbsp;en dagelyks herhaald; toen zo wel als nu wierdtnbsp;het onder alle Christenen gevierd.
Hier is nu de groote zaak. Hoe en wat hebben de eerfle Chriflenen van het H. Avondmaal geloofd?nbsp;hoe en wat. hebben de Apoflelen geleerd, gepredikt, en aan de Waereld verkondigd? juist hetnbsp;zelfde, het geenzy door de beweeging des H. Geescsnbsp;gefchreeven hebben, (è) Wat hebben zy gefchree-vtnl Dit is myn Ligchaam, en niet de figuur, denbsp;fchaduwe, of het afbeeldfel. Apostelen, die dui-zende uuren van malkanderen gefcheiden waren,nbsp;die in vtrfcheidene tyden, Landfehappen, enTaa»nbsp;kn hun F.vangelie befchreeven heuben; Mannen,nbsp;die voor heidenfehe Koningen en Vorften predikten;nbsp;'Mannen, die noch fchande, noch tormenten, nochnbsp;dood vreesden, om Gods waarheden te verkondigen, en voor de rechtbank te verklaaren: Dit is
tnytt
(tf) Mare. XVI; 15. nbsp;nbsp;nbsp;(i) 2 Petr. I; aj.
-ocr page 19-le
dit is myn Bloed, alle met eene zelf-
deftemme.
Het geen de Apostelen geleerd en gepredikt heb»-hebben alle de Oosterfche en Westerfche Ker. geloofd en erkend; alle de Gemeenten hebbennbsp;den beginne des Christendoms hen Avondmaalnbsp;pvierd, gelyk zy van de Apostelen gehoord en ge-• hadden.
Alle 4e Lyturgien van het Oosten op den naam Jacobus, Bafilius, Chryfoftomiis en anderen,nbsp;yn openbaare getuigfchriften, en belydenilTen vannbsp;geloof der eerfte Christenen; de overeenftem-in het zelfde Geloofsgeheim van de Griekennbsp;|h Laty^en getuigt, dat de Woprden des Zallgraaa-lénbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Lig(;haam, letterlyk geloofd, ge-*,
Fr’ nn aangenomen zyn.
j,~ nbsp;nbsp;nbsp;vindt men in de Oudvaderen debe-
j-.^^ll^SJvan Ligchaam en Bloed, van waarachtig g aam eh Bloéd, de verandering van•Bie«e4'ennbsp;yn m het Ligchaam en Bloed, het zelfde Lig-bloeir '^srfcheidene plaatzen, Mirakelen, on-j j^hige Offerande , en aanbidding van Chris t u stnbsp;tg Avondmaal? En om ten vollen overtuigdnbsp;Van d ’nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;geheele Oudheid, dat de Vaders
Jyke K nbsp;nbsp;nbsp;zuiverfle eeuwen voor de Catho-
h.eid nbsp;nbsp;nbsp;voor de waarachiige Tegenwoordig-
chaa^ nbsp;nbsp;nbsp;letterlyke woorden: Dit is myn Lig.
iand^h nbsp;nbsp;nbsp;zevende Artikel van de Neder-
gaded ^ ^eloofsbelydenisfe verwerpt alle Kerkver-hrat nbsp;nbsp;nbsp;Oudheid van wat plaatzen en van
neemen gaerne aan, wat het gehnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;is boven dien zeker, dat
den in Christendom, alle Koningrykenen Lan-Jaar i nbsp;nbsp;nbsp;zelfden Godsdienfl waren in het
Godsdienrr’nieuwe Kerk en invoerden, geboren waren in de Catbo-
ly-
-ocr page 20-lyke Kerke, en den Catholyken Godsdienst beoef-fend hebben.
Wie waren het nu, die de woorden des Zalig' ligmaakers 1500 Jaaren, na dat het geheele Chriiquot;nbsp;tendom door degantfcheWaereld den zelfden Godsdienst beleeden hadt, eenen anderen Zin gaven,nbsp;zonder zulke letterlyke cexten uit den Bybel aan tenbsp;voeren, als deeze letterlyke text van alle Bybelen :nbsp;Dit is tnyn Ligchaam ? Het waren menfchen, wiernbsp;verklaaring niet hooger ging, dan het gezag, daarnbsp;die op lleunde.
Dit was hunne voornaarafte bewysrede .* Daar zyn meer texten, die figuurlyk moeten genomennbsp;worden, Het Lam is het Phafe, fa) drie korven zynnbsp;drie dagen, {h) de befnydenis is het Verbond, (c) allénbsp;deze beenderen zyn het Huis van Ifraël, (d) gy zyt hetnbsp;guide hoofd, (e) de Steenrots vaas Christus, (ƒ)nbsp;ik ben de waare mynfiok: (g) by gevolg ook deez0nbsp;woorden: Dit is myn Ligchaam.
Maar het Boek der Scheppinge verklaart zich zelf, hoe de woorden : de befnydenis is bet Verbond, verftaan moeten worden; in het elfde versnbsp;Raat: de befnydenis is het teeken des Verbonds; Jo-feph verklaart, wat de drie Korven beteekenen,nbsp;en wat de vette oflen wilden zeggen; het Boek dernbsp;Uitgangen i2-43^^g’^' Dit is de inzetting van hetnbsp;Phafe; Ezechiel verklaart, wat de dorre beenderen; Daniel wat het goude hoofd beteekende; Pad*nbsp;lus, wat de fteenrots; want vs. 4. Raat, de geeste*nbsp;]yke fteenrots : maar nergens heeft Christus»nbsp;nergens hebben de Apostelen verklaard, dat dee^unbsp;woorden: Dit is tnyn Ligchaam anders moetennbsp;ftaan worden.
(a) Exod. XII. (b) Gen. XL. (c) Gen. XVII.
(ö?) Ezech. XXXVII. (e) Dan. ll.
If) I Cor. X: 4; nbsp;nbsp;nbsp;(£) Joan. XV.
-ocr page 21-, ®y aldien men- zo mag redeneeren, dan kondea e ^ onbegryplykfte (Jeheimen van den Christely-Godsdienst verdraaid, verminkt, en krachie-os geO:eki worden; by voorbeeld, de onllerflyk-Vaf5 de ziele, bet Geheim van Gods Mensch-ordinge^ de eeuwigheid van helleen Hemel: dannbsp;^“gopraalen de Sociniaanen, die op dien zelfden voetnbsp;ennbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Godheid van Christus loochenen,
he'd ^ de letterlyke woorden,die de eeuwige God-vg ^ Zoons bewyzen,tot eene enkele figuur doen Ghrirtendom vervalt tot de grootftenbsp;. fiodery, en alle de befchuldigingen en verwytennbsp;den Cathoiyken Godsdienst over het H Avond- 'nbsp;vallen op alle de Gezindheden, die de eeu-,'£0 Godheid van Jesüs Christus erkennen;nbsp;ryenbsp;nbsp;nbsp;nbsp;fchuldig aan de gruwelykfte afgode-
aanK',oj^ ooit onder de Heidenen gepleegd is: zy _ ooen voor God eenen menfch, die zo eerloos
' quot;¦hot jralgeveid van Calvarien.
• -u He anders
oou ui.uw.
„ , “'oden voor God eenen roenfcn, oic °nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;op het galgeveld van Calvarien.
^oe roepen, hoe verdedigen zich nu de anders pg^'oden? niet welken text van Gods woord w-a-trounbsp;nbsp;nbsp;nbsp;zelven? Waarop doet men zyn be-
en zyne zaligheid berusten omtrent de eeu-jgj,j i^^'^dheid van C H RI s T ü s, dan Op deeze let-
2oon ^ ^^xten van den Bybel. Jesus is Gods zyt de C H RI s T u s, de Zoon van dennbsp;ij. gj/p God, Het Woord is Vleefch geworden,nbsp;f533 r! inbsp;nbsp;nbsp;nbsp;zyn één, die zonder tegenfpraak
tgjj j o letter behelzen al, wat het rechtzinnig Chris-Je sus eeuwige Godheid gelooft, en
l^oe nu de bewysredenen van Lelius, en David^^'^’nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;van Blandrac, van Franciscus
Weet nbsp;nbsp;nbsp;andere Sociniaanen beantwoord'? ik
%aurlvk?v®quot; gelden: hier en daar zyn fommige j Spreuken, by gevolg moet ’er ook eenenbsp;Bnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;zya
-ocr page 22-zyn in deeze woorden des Heer en: Dit is myn tigquot; chaam. Dan is het geloof en Godsdienst van denbsp;Catholyke Kerke omtrent het H. Avondmaal zonbsp;veel te fterker beweezen, hoe meer letterlyke dannbsp;figuurlyke Spreuken 'er gevonden worden.
Geeft acht! Het woord Is of Zyn, het welk men hier figuurlyk wil doen verdaan, ftaat vyf duizend, drie honderd en vyftig maal in dcn Bybel;nbsp;en zo’er nu tien, twintig of vyfdg figuurlyke Spreuken zyn,dan blyven’er voor deCatholyken nog vyfnbsp;duizend en drie honderd letterlyke Spreuken. Indien men nu daarom deeze woorden des Zaligmakers ; Dit is myn Ligchaam, figuurlyk wil verklaa-ren, om dat ’er tien of twintig zyn, die figuurlyknbsp;moeten genomen worden; dan ben ik vry wat meernbsp;van den letterlyken zin verzekerd, om dat ’er vyfnbsp;duizend en drie honderd letterlyke texten in dennbsp;Bybel ftaan, die my noodzaaken, om ook deezenbsp;woorden: Dit is myn Ligchaam^ naar de letter tenbsp;verftaan; Texten, die volmaakter met Jesus woorden over een ftemmen: de Hemelfche Vader zegt:nbsp;Dit is myn beminde Zoon; (a) en Gods Zoon zegt:nbsp;Dit is myn Ligchaam, dit is myn Bloed; waarom nunbsp;de Vader in den letterlyken, en de Zoon in dennbsp;figuurlyken zin verftaan ? J e s u s is Gods Zoon, enz.
Maar wondere beftiering van Gods Wysheidl hoe twyffelagtig, hoe onzeker wordt Gods woord»nbsp;wanneer men het uit zyne letterlyke beteekeningsnbsp;tot eene figuur overbrengt? hoe veelerhande figuu'nbsp;ren kwamen ’er niet aan den dag, na dat denbsp;tholyke Kerk 1500 jaaren in het vreedzaamig he*nbsp;zit van den letterlyken zin was geweeft? Overalnbsp;leerde en geloofde men het zelfde, alle Koningty*nbsp;ken waren in eenen en den zelfden vreedzaamig^h
Godsi
Qi) Matth, 3CVII,
-ocr page 23-L E E R- t N L o F R E D E.
Godsdienst; overal vondt men ten platten lande ^aar eene publike Kerk, die van de eerfte tyden,nbsp;at het Christendom gepredikt en aangenomen is,nbsp;zelfden Godsdienst beleedt, tot dat ’er zo vee*
® ^^tdeeldheden in het Christendom opreezen-Wie zal nu optellen alle de verfcheidene en met Alkandere ftrydende figuurlyke uitleggingen? Zwin-CareHtad, Bucerus, Oecolampadius, Calvi*nbsp;ieder verdedigt zyne manier van figuurlykenbsp;^tklaaringe; Luther telt ’er tien in Toni. O Dunbsp;erron 25, en Bellarminus ,Ct) met a Lapide over inbsp;Xl getuigt, dat ’er in het jaar 1577 een boeknbsp;^ «et licht kwam met 200 verfcheidene figuurlykenbsp;prklaaringen; en Adam Contzen toont en bewystnbsp;k de Hoofden van andere Gezindheden 84 ver-cneidene figuurlyke verklaaringen. (S)
Het is aan alle iswoonders van Europa bekend, oe veele en verfcheidene gevoelens ’er nog op dennbsp;*g v^ heden over de zelfde woorden zyn; hoenbsp;j^^genftreevers elkanderen veroordeelen, ennbsp;:nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;hun Avondmaal vieren; terwyl zy 250
elkanderen getwist hebben, zonder dat 2enbsp;nbsp;nbsp;nbsp;anderen heeft kunnen overtuigen. Dee-
duuren nog. Mannen, die zo verbitterd de Catholyke Kerk, dat zy die alsnbsp;{jgj ^^§«difche Kerk, als een Babylon, en als eenenbsp;Kerk uitkreeten, en wel byzonderlyk innbsp;„ der letterlyke woorden en weezenlyke Te.
Na
van Jesüs Christus in het H. jg «^aal, kunnen allen in zo eene lange reeks vannbsp;malkanderen nog niet over een komen ,nbsp;hunne ftdes Zaligmakers, die zy alle innbsp;opgefiooten hebben,moeten verklaard
(ti nbsp;nbsp;nbsp;lt;1“°^ verba Coeni adhuc firmitet fteut.
8)570*^® Euch.Fol. 417-
® Contz, over »5 Gap, van Matdu
B i
-ocr page 24-sta ITB. ER. E N X O F RED E.
Nu lust het my die grbote party van Europa hooren over myne textwoorden; Dit is 7nyn Lig*nbsp;cbaam. Lucherus (*) bevestigt het geloof der wee-zenlyke, daadlyke, en ligcbaamlyke Tegenwoordigheid van Christus Ligchaam en Bloed in hetnbsp;H- Avondmaal; hy ftaaft zich op Gods woord; hynbsp;toont, dat, in dien men die klaare, duidelyke, ennbsp;eenvoudige woorden des Zaligmaakers tot eene,figuur mag brengen, onder voorwendfel, dat ’er opnbsp;andere pla'atzen der Schriftuur ook wel figuurlykenbsp;lexcen gevonden worden, dit is de deur wyd opennbsp;zetten, om den geheelen Bybel omtrent alle Geloofsgeheimen figuurlyk te verftaan. Dat men gevolglyknbsp;fchuldig is met den zelfden geest en onderwerpingenbsp;de woorden van Jesus aan te neemen, gelyk innbsp;andere Geloofsgeheimen,zonder zich aan menfch-]yke reden, of aan de natuur te flooren. Dat ’er innbsp;de Infteliinge van het H. Avondmaal niet gefprokerinbsp;wordt noch van geloof, noch van den H. Geest,nbsp;noch van figuiire; maar dat Jesus gezegd heeft:nbsp;Ditismyn ligchaam: en niet het geloof zal ’er u aannbsp;deelagtig maaken. Dat het eeten, waar van denbsp;Zaligmaaker hier fpreekt, geen geestlyk eeten is ,nbsp;inaar een eeten met den mond des ligchaams. Dat
de mededeeling en vereeniging door het geloof Ook
gefchiédt.’ en voltrokken wordt buiten het H. Sacrament. Dat men niet kan gelooven, dat Chris*
Tus hier niets byzonders zoude gegeeven hebben door de woorden, die zo net, zoduidelyk, en fterknbsp;zyn, en dat men wel ziet, dat zyn inzicht was ,onlnbsp;ons te verzekeren van zyne gaven, ons geevend^nbsp;zjch zelven. Dat de gedachtenis van zyne dood, d'®nbsp;hy ons beveelt, zyne Tegenwoordigheid niet uit'nbsp;•lluit: maar ons verplicht, om zyn Ligchaamnbsp;Bloed te ontvangen, als een Slagt-offer voor ons
Lmk. Tom. de Copna Dom, Tom. 7. Fol, 377.
-ocr page 25-®fferd, en'dac die Offerhattde de onze wordt met ’er Van te eeten. Dat het wel waar is, dat het geloofnbsp;oy lïioec komen, maar-alleen otn het met vruchtnbsp;Voordeel te ontvangen; anderszins dat men hetnbsp;'^pk Zonder geloof kan ontvangen, en dit bewysthynbsp;Paulus,* (a) hy voegt ’er by, dat Paulus over alnbsp;Spreekt van Ligchaara en Bloed, en van geene fi-; dat de godloozen Christ üs onteeren, nietnbsp;gaven, maar in zyn’ eigen Perfoon.
Ptoorc nu Melanflon zynen leerling: (*)indiengy ,’ïi itienschlyke redenen loochent, dat Christusnbsp;W het H. Avondmaal is; wat za! uwe Confcienüenbsp;de bekooringe zeggen? Wat oorzaak zal zy bynbsp;, om zich af te zonderen van de overeen-cinminge der Kerke ? Dan zullen die woordennbsp;f Wt is myn Ligchaam) blikfemen zyn. Wat zalnbsp;benaauwde ziel tegen zeggen? met watnbsp;phriftuurplaa^ge, met wat woord van God zal zynbsp;•’7 wapenen, of overtuigen? Zegt uwe Confden-_ dit moet figuurlyk verftaan worden; Godsnbsp;binnennbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Rellen, dan het oordeel der
open de Augsburgfche Belydenis , de baa rvoornaamfte, die in volle vorm en open-ften 'uitgegeven, en geteekend door de Vor-maalnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;De tiende Artikel over . het Avond-
SUs nbsp;nbsp;nbsp;Ligchaam en Bloed .van Je-
het nbsp;nbsp;nbsp;waarlyk gegeeven aan de geenen, die
jgn y nbsp;nbsp;nbsp;eeten; in het Avondmaal des Hee-
cn nbsp;nbsp;nbsp;Ligchaam en Bloed van Jesüs wa^rlyfc
lyk ^®“*^^udigheid tegenwoordig, en wordt waar-gegj^^^S^cven met het brood en den wyn aan de
Mefanrt ® nbsp;nbsp;nbsp;ontvangen.
^‘Cton, die de opfteller was van de Augs-
burg-
‘ ’ Corp. amp; Sang. Dom.
S8 LEER- EN LOFREDE.
burgfche Belydenisfe, getuigt, dat de Artikel vaB het Avondmaal door Gods woord in de Augsburg*nbsp;fche Belydenisfe alzo is voorgefteld; dat het waarenbsp;Ligchaam en Bloed van J e s u s waarlyk tegenwoordig zyn, uitgedeeld, en ontvangen worden in hetnbsp;Avondmaal onder de Gedaante van brood en wyn.nbsp;Wat gelooft de Catholyke Kerk anders, en wy metnbsp;haar?
Straasburg met de drie andere fteden heeft ook zyne Belydenis over den figuurlyken zin overgeleverd; ieder heeft zynen aanhang gehad, bitterenbsp;vyandfchappen en verfchillen zyn ’er opgereezen;nbsp;Luther met de zynen verdedigt de letterlyke woor*nbsp;den; Zwingel de figuurlyke, ieder verdedigt zynnbsp;gevoelen tot de dood toe; Boeken, Geloofsbelyde-nisfen, Predikatiën, Synoden zyn ’er ontelbaar vannbsp;wederzyde.
Maar hier zullen wy hen hooren pleiten voor het geloof der Catholyke Kerke. Lutherus roemt, datnbsp;niemand beter dan hy den letterlyken zin van dienbsp;woorden verklaard heeft; hy blyft het doen, en alnbsp;wat hy bewyst, is voor de Catholyke Kerke, dienbsp;in alle eeuwen en tyden op de letter van die woorden haaren Godsdienst gevestigd heeft.
Nu komen de Zwlngliaanen van hunnen kant, en zeggen en bewyzen, wanneer die woorden letterlyknbsp;verftaan worden, dan volgt daar uit de Transfub-ftantiatie, de Offerande, de aanbidding, en Pries-terfchap. Ulricus Zwingel zegt by Hospiniaan overnbsp;hetjaar 1527 bladz. 49; Christus heeft niet gezegd Jnbsp;Dit Brood is myn Ligchaam, hier onder is my**nbsp;Ligchaam, dit Brood omvat myn Ligchaam,nbsp;Ligchaam is met dat Brood ; maar ChristU*nbsp;heeft gezegd: Dit is myn Ligchaam, bet geen ik “nbsp;geef, is myn Ligchaam; men kan wel zeggen: ditnbsp;is Wyn, wanneer het water in wyn veranderd J®»nbsp;maar men kan niet zeggen: water, water blyv^^'
-ocr page 27-I-EER. EN LOFREDE. s$
br* rJ* nbsp;nbsp;nbsp;men ook niet zeggen, dat,
^ nbsp;nbsp;nbsp;, brood blyvende, Christus Ligchaam is ,
j Wel het geen brood fcl^nt te weezen is myn
ZwingUaanen Luther, hp. volgens zyne leerftelling gelooven moet,nbsp;J- geen de Catholyke Kerk gelooft; dat het broodnbsp;crandert in het Lighaam van Christus , dat ’er nanbsp;Linbsp;nbsp;nbsp;nbsp;brood meer is, maar het eigen
'gchaam van Christus. j^flet Synode van Czenger zegt: (a) de roede Vannbsp;was geen ferpent dan door verandering,nbsp;5 Huisvrouw van Loth was geen Zoutfteen dannbsp;'^orandering, het water van Egypte geennbsp;noch het water wyn dan door verandering:nbsp;ook het brood niet het Ligchaam van Chris*nbsp;tiat'nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;verandering; en dit is de Transfubftan»
jj oie, hoe haatelyk zy ook by andere gezind-^ oen zy ^ evenwel vry gelykvormiger is aan de des Zaligmakers: Dit is myn Ligchaam,nbsp;de medezelfftandigheid, de broodwording, ofnbsp;s alomtegenwoordigheid der Lutheraanen.
Wn j zegt: {b) De eenvoudige zin van deeze Li kan niet beftaan, ten zy het brood in hetnbsp;. gohaaru verandere, Beza verklaart; (f) men kannbsp;aandringen op de letter van deeze woorden:nbsp;rjg v*?» Ligchaam, of de Paapfche Transfubftan-moet bevestigd worden. En wederom: (jd) wynbsp;oen dikwerf gezegd, en herhaalen het nog, datnbsp;hp^t? quot;^^od de letter deezer woorden niet kannbsp;^ °oden, of de Translubftantiatie moet bevestigdnbsp;orden;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;famenhandeling te Moubeliar
bladz.
n nbsp;nbsp;nbsp;Confeffionum.
Colum. I nbsp;nbsp;nbsp;^ orchodox.de Sacr. TotB. 7. pag, 773.
Dom. conf. Westph.
24 LEER- E M L O F R È Ij» E.
bladz. 32, dat, indien men de woorden der Infïeï' jinge letterlyk opvolgt, de Catholyken er boven denbsp;Lntheraanen deri waaren zin van bcgrypen.
Wegens de Aanbidding zullen wy nif*-minder bevestigd worden door hen, die het van onzen Godsdienst af zyn. Calvinus fpreekt daarnbsp;van aldus: (a) Heshufius kan niet ontkennen, datnbsp;.Christus moot aangebeden worden in het brood,nbsp;of onder het brood; want waar hy ook zy, hy kannbsp;,van zyne eere en aanbiddinge niet beroofd worden.nbsp;Wy hebben altoos geredeneerd: indien Christu*nbsp;in het brood is, dan moet hy onder het brood aan*nbsp;gebeden worden. Kemnitius zegt: (Z») niemand ontkent, dat God in de Euchariftie moet aangebedennbsp;worden, ten zy hy loochene, of iwyffele, dat Godnbsp;’er tegenwoordig is. Urfinus zegt: (c) in bet gevoelen van de Ligchaamiyke Tegenwoordigheid be-ftaat ook de Paapfche aanbidding, de Offerande,nbsp;en de geheele Paapfche Misfè. Dallaiiis zegt in zy-ne Apologie,(d)onderteekend doorMeftrefat, Dril'nbsp;lincourt en Aibertinus, dat de aanbidding van denbsp;Euchariffie een gevolg is van de Roomfche Leere,nbsp;voor zo veel het recht en de daad belangt; en i^'nbsp;dien het Voorwerp, het welk men het Sacramentnbsp;van de Euchariftie noemt, in zelfftaridigheid- het
Ligchaam van Christus is, gelyk zygelooven, dan is het biykbaar, dat men het kan en moet aanbidden, aangemerkt het Ligchaam van Christusnbsp;een aanbidlyk Voorwerp is. De Ministers van'Tu'nbsp;ringen verklaaren opentlyk, (e) dat zy met de C^-tholyken het Sacrament getrouwlyk zouden aanbi*^'nbsp;den, indien zy geloofden, dat het Ligchaam desnbsp;Heeren aldaar met ’er daad tegenwoordig ware. HoS'
pi-
C«) Lib'. de vera part. Corp. Chrift. ia Coena Tom.
862. Col. I. amp; pag. 844.
(/gt;) Examen Self. 3. Cone. Trid. pag. 151.
(c) Paft. 2. de libert. hom. qaaist. 78. QJ) Apolog.
(O ApoU Cont. uit. conf. Lutheii. anno 1545.
-ocr page 29-LEER' EN
lofrede. 25
da nbsp;nbsp;nbsp;de Ligchaarolyke en
3cliy]ie Tegenwoordigheid van Christus aan-kan de Offerande der valfche Christenen mtgeroeid worden. De Ligchaamiyke Tegen-^^^^igheid is de bron der Pauslyke Misfe, denbsp;ö Eimflag, en zuil- die dezelve onderfchraagen,nbsp;wtffellen en bevestigen. De Heer Jurieu, Miniftei;nbsp;^Vrankryk, zegt: (^) Waarom de Catholykenver-
Lutheraanen hebben aange* ^ onzen antwoorden : de Lutheraanennbsp;'het weezen des broods niet weg, zy aan-deij Euchariftie niet, zy offeren dezelve nietnbsp;eene Offerande, zy neeraen de eene gedaan-
niet
quot; weg.
jjj ^9 '^eel te erger voor hun , zegt men ons, 't is be^‘”r f kwaalyk redeneeren , en hunne grond^
V nbsp;nbsp;nbsp;niet volgen; want indien het Ligchaam
Knuist os in der daad aldaar tegenwoordigis, ™en het ook aanbidden, dan moet hy aannbsp;^ynen Hemelfchen Vader geofferd worden, dan isnbsp;8v ^ ónder elke gedaante. Zeg niet, datnbsp;eii n gevolgen ontkent, want zy vioeijen beternbsp;-¦^(^^^’¦^Hrlyker uit uw leerftuk, dan die gy ons aan-hiaal'^K is zeker, dat uwe Leer over het Avond- .nbsp;ring beginfel is van de dwaaling, de verande-op° Weezen is ’er op gegrondvest; het is daar-’er’z'^hnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;aanbidding bevolen heeft, men kan
iyke nbsp;nbsp;nbsp;gemakiyk van ontdoen, de mënsch-
sanbidH^” leidt er naar toe, men moet Christus
Lmjj ^*^%eleerden van Wirtenberg, na de dood van Van C ’nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;de daadlyke tegenwoordigheid
‘^kisTüs in het brood, om dat daar nood-
zaak-
Caquot;) p-„
fi) Coni'?¦' nbsp;nbsp;nbsp;Fob 5- et FoU tSr.
CO Hosn' nbsp;nbsp;nbsp;den vreede aan Doftor Schuket.
P'nian. 64. 1501.
-ocr page 30-t6 L E E R- E N L O F R E D E.
zaaklyk uit volgt de aanbidding en de OfFerandegt; zeggende: zy (de verdedigers der letterlyke woot'nbsp;den) zullen altyd de zelfde reden hebben den he'nbsp;melfchen Vader te bidden, om hen te verhooreönbsp;door zynen Zoon, dien zy daar tegenwoordig ftellen.nbsp;’t Was een oud gebruik van allen, die ootmoedignbsp;om genade fmeekten, het Kind des geenen, diennbsp;men om genade badt, in hunne handen te neemen,nbsp;en het zelve aan zyrten Vader te vertoonen, omnbsp;hem door deszelfs tusfchenkomfte tot barmhartigheid te beweegen. Op de zelfde wyze, zeggennbsp;zy , dat niets ons kan beletten, om Christusnbsp;tegenwoordig zynde onder het brood aan zynennbsp;Vader te vertoonen , om hem tot verzoening eOnbsp;genade te beweegen. Het zal gemaklyker zynnbsp;de Transfubftantiatie te beweeren, dan het hun zalnbsp;zyn dezelve te beflryden, die, fchoon zy dezelvenbsp;met woorden verwerpen, niet nalaaten te verzekeren, dat het brood het weezenlyke Ligchaara vaönbsp;Christus is.
Tot dus verre hebt gy gehoord , hoe ftandvastig de Catholyke Kerk de ietterlyke woorden van J £'nbsp;sus geloofd, verdedigd, en altoos bewaard heeft'nbsp;hoe Luther met de zynen de letter van deeze woorden roemt, en bekrachtigt: maar ook hoe de andere Gezindheden leeren, wat de gevolgen zyn, alsnbsp;men gelooft, dat Jesus Christus daar waarag'nbsp;'tig tegenwoordig is. Nu vraag ik, waarom ChriS'nbsp;Tus Ligchaam daar tegenwoordig is , zo dra denbsp;woorden des Zaligmaakers gefproken zyn, en noènbsp;eer het van de geloovigen gegeeten wordt ?nbsp;uwe toeftemming zal met my antwoorden : Hynbsp;’er, om onze fmeekingen en gebeden aan te nee*nbsp;men, en dezelve aan den Vader op te draagen;nbsp;is ’er, om zich zelven tot een Zoen-offer opnbsp;feren, want hy is altoos en overal de Hooge-Pri^®^
-ocr page 31-Leer- EN LOFREDE, «f
j hy pieic altoos voor ons by zynen Vader, (b) onze Pleitvoogc en Advocaat; zyn gehei-Ligchaam kan niet zyn zonder het Priesteramptnbsp;edienen , hy is de eeuwige Offeraar en Offeran-Offeraar en Offerande,die aan het kruis zichnbsp;- en geofferd wierdc, is hier de zelfde , alleennbsp;,, banier van offeren verfcheiden ; daar bloedig,nbsp;onbloedig.
Nu begrypt ieder man wel, wat de woorden van Ie ^ ^sligmaaker, naar de letter verdaan, behelzen,nbsp;®ren ^ bevatten , en aan het geloof voordraagennbsp;i u getuigenis van andere gezindheden; naam-andnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;verandering van Weezen, Offer-
» Communie onder eene gedaante, met één alles, wat de Catholyke Kerk geloofd heeft,nbsp;mv H en overal zal geiooven. Maar nu dwingtnbsp;J oe lust en nieuwsgierigheid, om te weeten watnbsp;Zou moeten geiooven, indien de woorden: Ditnbsp;^yn Ligchaamt figuurlyk verdaan wierden.
} j^och gy hebt reeds gehoord, hoe veelerleie figuur-yg ® ^^rklaaringen ’er aan den dag kwamen ten tyde jQ ^therus;hoe veele ’er te vinden zyn by duPer-lejj ^ellarminus, en Adam Contzen; en het is by aide a jveelerleie gevoelens ’er zyn ondernbsp;kan^^ Gezindheden wegens het Avondmaal; men
'binden in Syntagmata Confeflionum, te Geneve zsker, dat alle figuurlyke verklaa-nea ^^icen Gods woord zyn, en alleen maar deu-gennbsp;nbsp;nbsp;nbsp;der geenen, die dezelve voordraa-
lag ’ f^'^olglyk gelden ze niet hooger dan hun ge-te^ dechts menschlyk is. Evenwel begeer ik hoogdraavende taal, wat kracht vannbsp;de ver^h' ’ v^elfpreekendheid men gebruik.e, omnbsp;Q^l * 'eenheid van dit Geheim uit te drukken.nbsp;^Dnszegt: met de teekenenmoet onsdewaar-
°®. 8, et Hebr. 7. (f) i Joan. H: a.6.
-ocr page 32-'aS -LEER. : e n.' L. O- F R E D Ë.
heid gegeeven worden (a); onder de reekenen onC* wa4igen vvy waarlyk bet Ligchaam en Bloed van JfiseSnbsp;•Chkistus. lin Lib 4to getuigt hy, cat denbsp;Verborgenheid der Eucharistie een onbegryply*^nbsp;werk is van üods Airnagc, een onvatbaar Gehei®nbsp;voor het verlland^ en dat hem de woorden ontbree-dcen, om zyne gedachten, uit te drukken, en datnbsp;zyne gedachten, fchoon verre boven ZynC uitdrdk'nbsp;Iciiig , echter niet evenaaren aan de hooge verheven-dieid van dit onuitfpreeklyk Geheim. Dikwerf vindtnbsp;men het Ligchaam met ’er daad, het waaragtig Lig-haam enz. Anderen zeggen: (a) dat het Avondmaal , wettig bediend, ons mededeelt alle de fchat-ten van den Hemel, het Vleesch en Bloed van Je'nbsp;sus ChristuSv vergeeving der zonden, vreedenbsp;in het -gemoed, heiligmaaking in de ziele, het rechtnbsp;tot de gelukzalige oaiterflykheid.
- Om nu nog meer verzekerd te zyn omtrent den grond en de waarheid van dit hoogwaardig Geheim,nbsp;tiaar men zo veel over getwist heeft, en daar mennbsp;zo veele befchuldigingen en lasteringen opgebouwdnbsp;heeft, hoort de drie belydehisfen van de Hoofd-reÜ-gien van Europa; De Augsburgfche Belydenis Art-lo. in Synt. Met brood en wyn wordt waarlyk ge-geeven het Ligchaam en het Bloed van ChkistUS
aan de geenen, die het Avondmaal eeten. De Ca-tholyke Belydenis Conc. Trid. felT 13. Cap. i. Onder de Gedaanten van brood en wyn is het Ligchaa®nbsp;en het Bloed van Christus waarlyk, daadlyk ennbsp;in zelfllandigheid tegenwoordig. De Nederlandfchenbsp;Belydenis Art. 35. _Het geen van ons gegeeten_et*nbsp;gedronken wordt, is het eigen en natuurlyk Liê'nbsp;chaam, en het eigen Bloed van Christus, ni^^
. {a') Lib. Inft. 4 Cap. 17. Num. 17. ecLib. 4C. 17. n. 3®-{a) Albertiu. Fol. 258, eh Dallaius over z Cor. 5. nbsp;nbsp;nbsp;®
Mellrefat Fol. 140.
-ocr page 33-doör den mond des ligchaaras, maar door den geest
ten ieder onderzoeken, op welke Bybeltex-Cath 1 ^®^°ofsbelydenisfen gegrondvest zyn. De in II Kerk Haat onwrikbaar en onveranderlyknbsp;\V^ ^ Eandfcflappen en tyden, in het Oosten ennbsp;renbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Grieken en Latynen op deeze klaa-
en eenvoudige woorden van Gods eeu-ben nbsp;nbsp;nbsp;by drie Evangelisten en by Paidus
is nbsp;nbsp;nbsp;Ö!t is iK'jn Li^chaam. Ondertusfchen
en ^^bsgryplyk voor het vertland, hoe bedaarde Sfinoedelyke Lieden, die op Gods woord roemen,nbsp;anders dan den Bybel voor den Rechter dernbsp;(joj'^'^S^ibhiilen houden, zulke klaare woorden vannbsp;noff* ^^nwige iVTajesteic durven tegenfpreeken; maarnbsp;met wat gemoed of Confcientie durft mennbsp;Ctirinbsp;nbsp;nbsp;nbsp;als afgodendienaars en als valfche
Iqjj nbsp;nbsp;nbsp;becigten, en hunne Kerk als een'Baby*
o—, nbsp;nbsp;nbsp;CO zclfs huD blocd aanbieden,
^n voor Gods woord de dood te fterven; maar '^^tder, men heeft reeds 250 jaaren onder onzenbsp;etj^^ptreevers getwist , gepredikt, gefchreeven,nbsp;Opgezocht, wat het verftand kan uitdenken;nbsp;^Jkanderen, men houdt afzonderlyknbsp;dienbsp;nbsp;nbsp;nbsp;geen Rechter of .Bybel,
‘3at{l:e vonnis hebbe uitgefproken. De zaak
dpri n ¦^*'yt6nMenfchen, die zich op de letter van beroepen,
de nbsp;nbsp;nbsp;Zwingel en Luther begonnen, en
jfiyn r- nbsp;nbsp;nbsp;nog, en zal eeuwig zeggen' »'•
^^erdenk
t nu de algemeeneovereenftemming van
de n Loe aigcuiccucuvcicciiiLemiuiiij^ van pen ^'¦bt’lyke Kerke in alle eeuwen en Landfchap-in Welk' byzonderlyk in de vyfciende, eeuwe,nbsp;mig ggAeensgezind geloofden, en eenllem*-Zaligmaaker zyn eigen Lig-Dq ^ Bloed in Zelfftandigheid ons aanbiedt,nbsp;awheid dan nu beveffigd zynde door dé
woor*
-ocr page 34-so
woorden van Gods eeuwige Waarheid, zou het nö myne plicht zyn, om op alle de opwerpfelen uit dönbsp;Schriftuur, uit de reden, uit de onbetaamlykheid,nbsp;uit de onmogelykheid, uit de afgoderye enz. tenbsp;antwoorden: maar geeft acht; met twee woordennbsp;is alles, wat het verftand bedenken kan, beant'nbsp;woord. Wy hebben twee pleitvoogden buiten denbsp;Kerk; laaten anderen vraagen, en op werp en : hoenbsp;het Ligchaam van Christus op verfcheidenenbsp;plaatzen, op den zelfden tyd, en onder eene zonbsp;kleine Hoftie kan zyn? Hoe Christus in hetnbsp;H. Sacrament kan weezen, daar hy zit aan denbsp;Rechterhand Gods ? De Lutheraanen zullen voornbsp;ons pleiten, die zo wel als de Catholyken de wee-zenlyke en waaragtige tegenwoordigheid van Christus in het H. Avondmaal gelooven.
Laaten de Lutheraanen alles opwerpen tegen de aanbidding, de Offerande, de Transfubflantiatienbsp;enz. Andere Gezindheden, gelyk gy reeds gehoordnbsp;hebt, zullen voor ons pleiten: indien die woordennbsp;naar de letter verftaan worden, gelyk gyl. zegt»nbsp;dan zyn de voorgemelde dingen gevolgen; het Hgcnbsp;in de woorden opgeflooten, de Catholyken begry-pen ’er den zin beter van dan gylieden.
De waarheid dus in het daglicht gefield zynde, volgt en vloeit ’er van zelf uit voort de hoogachting, het ontzag, en de eerbied. Mirakelen worden niet meer verwonderd, daar men zulk een aan*nbsp;bidlyk, Godlyk en hemelfcb Mirakel dagelyks onder de oogen heeft; over ’c welk wy vry met ver-wonderinge mogen uitroepen: fchoon gy de Almag'nbsp;tige zyt, gy kunt geen grooter Mirakel werken»nbsp;o Heer! Schoon gy de Allerwyfte zyt, gy wiftge®*nbsp;ne grootere genade-gift te geeven; fchoon gynbsp;allerrykfte zyt, gy hadt geen dierbaarder pand»nbsp;geen’ ryker fchat dan uw eigen Vleefch en Bloed-Hoe groot, o God, is uwe aanbidlyke Liefde! ho®
de Waardigheid, tot welke gy ons verheft, ^ Uwe gaften en disgenooten te zyn. Maar, onbsp;^nbidlylje Majefteit! vermeerder in ons het geloofnbsp;P uw geheiligd woord gegrondveft, want nooitnbsp;yn de aandoeningen, overdenkingen en betrachtin-p ^ ^uuriger, leevendiger, en doordringender innbsp;die aan dat allerheiiigfte Geheim dagelyksnbsp;uelagjjg zyn, dan wanneer het geloof het aiier-het zekerde en onwrikbaarfte is.
, Weer, waar zullen wy gaan? Gy hebt de woor* des eeuwigen leevens! ik ben fchuldig naar uwnbsp;°ord te luifteren, uwe Stem te gehoorzaamen,nbsp;V ^j^t die van andere menfchen, die zo ydel zynnbsp;t ® ydelheid zelve, en die uw woord volgensnbsp;goeddunken willen verklaaren. ’Er is geenenbsp;geene onfeilbaarheid dan op uw heilignbsp;menfchen zyn bedrieglyk, onderhevignbsp;Uenbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, aan dwaalingen, aan verfcheide-
onfcejj en hartstochten; en wanneer meer dan p.*’* onder zo veelerhande gevoelens over dennbsp;^oonh Godsdienft? Vaart wel dan alle Philo-vaart wel alle wyze Redeneerders, Vaartnbsp;menschlyke gedachten! Jesus en zynnbsp;fch uiyne vafte Steenrots, myn fterke wapen-winn^^’ niyn onbeweeglyk anker; hier ben ik over-hier rust ik op, hier fterf ik op, hiernbsp;ftoel^ §^2 ik vol vertrouwen voor Gods Rechcer-
geloofde wel op hoop tegen hoop, {a) VruchfL fchyn van mogelykheid, (b) uit eenon-otitva ^^ohaam een gezegend Eind te zullennbsp;hy i Abraham gehoorzaamde uwen woorden;nbsp;gehooj-2nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;dooden en offeren; de natuur
Wil • o ’ alle fchepfelen volbrengen uwen ’ P Uw vFoord ftut de zon haaren (hellen loop ;
^0®- 4. x8. nbsp;nbsp;nbsp;la, •
By den Drukke r dtees^T. CRAJENSCHOT, worden uitgegeven, en zyn te bekomen, denbsp;volgende Boeken.
J. Ferjl^pe, Predikatiën op de Zon- en Heilige dagen, vent, Vafteo, tien Geboden, en op het Leiden Jefus Christus enz. met het generaale Regifter, Compleet 20 Deelen innbsp;8vo,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ƒ ld:quot;'
Hennequin, Nieuw-Jaars en I^yk-Predikatien, % deelen 8vo. ingenaaid.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ƒ 2; 14!
Bybelfche Hiftorie in Vragen en Antwoorden, 2 dèelen met plaaten gr. 8vo. ingenaaid.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;, ƒ 4:10.'
Canifii, den vol/hndigen Catechismus, 5 deelen 8vo. ingenaaid, vertaald door Smits. nbsp;nbsp;nbsp;f9' -
Zielefpys of Chriflelyke Leeringe voorgemeld en uitgeleid volgens de order, op elke Vrage en Antwoord van den Me-chelfcben Catechismus, door P. Ferbeyen , 5 deelen groot 8vo.nbsp;ingenaaid.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;fp-.\ot
De Godvrugtige Leidsman, aanwyzende HemelfcheOefFenin-gen en de Gebeden; en de kleine Getyden van de H. Maget Maria, nieuwe Druk, met 13 fraaije in het Kooper gefneeddnbsp;Plaaten, in Schüpadde Fr. band.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ƒ i:io-
Bosfuet, Variations des Eglifes Protedantes, 4 vol. 8vo.
-- Dito in het Hollands, 3 deelen 8vo.
¦- Algemeene Hiliorie - -
—- over de Openbaringe, 2 deelen.
»—• nbsp;nbsp;nbsp;Verhandeling van de.H- Communie onder twee Gedaan-
tens,uit het Frans \ïnsz\Ad.ooxeeviRoomfchPrieftef 1 8vo.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ƒ -
' ' Verhandelingen over den vryen Wil en de Begeerlyk-heid, uit het Frans vertaald dooi Leonard vanRhyni^ in 8vo,nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ƒ --¦nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;14'
¦— Uitlegging der Cathoiyke Leeringe met de Approba-tien, nbsp;nbsp;nbsp;8vo.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ƒ' •nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;quot; ;
•- dito zonder Approbation. nbsp;nbsp;nbsp;ƒ •:5k'
Onderwyzing en Gebeden voor de geduurige Aanbiddinge vaö het Alderheiligfte Sacrament des Autaars met een fraaye Tytel'nbsp;plaat, in 8vo.
MoUna, Roomfch-Catholyken Mond-Stopper, nieuwe Druk* 8vo. Fr.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;band.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ƒ quot;’1°-quot;.
Leven der groote Catbarina van Alexandrien, Maagt en telareiïe, gezongen door den Hoogdravenden Poëet C. Caudrti^^\nbsp;gr. 8vo.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ƒ '
Lyk-Predikatie over Pfalm XXXVIII. vs. 5, gedaan gf affterven van den IFel Eerwaarden , en fFydberocmden He^^nbsp;JaCobus de Roepf.r, in zyn Eerwaarde Leven R. p' gtnbsp;OverPe van het Begynhoff te Amfterdam, door T. H. O. ufL;nbsp;een fraai zinnebeeldig Vignet, gr. 8vo.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;/Kerk»
Leerreden, uitgefprooken ia de Franfébe (Roomfche^^
-ocr page 37-7? Algemeene DANK-, VAST-, en BEDEDAG, over do
en doet om niet na onze zonden, en vergeld ons niet °^Serecbtigheden, Pf. CII. vs. lo, uit ’r Franfch ver-’ “Oor D. H. D. in groot 8vo. met een fraai Koper Vigner,
ƒ' * 5quot;?quot;
0p^®®y''®denen van den Eerw. V. L. Bourdaloue des G. v. J.* ^““dagen des garrtfehen Jaars, in den Vallen, en op de Feeft.nbsp;hetFrans vertaald doot^. Sinkei XII Deelen ingr. 8vo.nbsp;^ ^^“''^'¦ait des Auteurs, ingenaaidnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;f 14:-;
8vo nbsp;nbsp;nbsp;Leerredenen op alle de Zondagen des Jaars 4 deelen
C. ^ ^““dige Zamenfpraaken wegens ’t Mirakel van Bruffel; doo^
r , 8vo. nbsp;nbsp;nbsp;ƒ n ;
Jj “'y^fch en Nederduitfeh Vefperboek voor alle de Dagen des
Pen 1 Verhandelingen over deWydinge der JanfenilleBifichop.
ded
dei's ^^'^'^^eeren ; Rechtzinnige Leeraars, en ftandvaftige Belj-^egen de Be ledigende Gefchriften van dezenTyd, ingr. 8vo. Tnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ƒ* • i 12. **
der nbsp;nbsp;nbsp;op den Jaarlykfchen Gedenkdag vanihet Won-
NllVf, nbsp;nbsp;nbsp;Stede, gedaan binnen Amfleldam door J. NAN»
üe,.' S''°ot8vo. metPlaaten, 811. depJ*‘^’j^pougt;'Lrivent, Ie Caremei^ quelques principales Fétesnbsp;prechésd Paris, VAn 1760, ö? 1761 park B. Pere du,nbsp;Pgpr, Gomp. de J. 4 Tomes in ivo.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;f6:6:
Cofmopbilite d tin Antifiir la Revolution de Pola,-ie nbsp;nbsp;nbsp;X. *** avec une Dedicace a fa Majeflé Ie Roi de Prus-
deey Een Werkje, waarin vrymoedig en onpartydigbeoor» Hyksnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;tegenswoordige beklaaglyke Staat des PoolfcheiJ
hedeti’ nbsp;nbsp;nbsp;de behandelingen der drie vereenigde Mogend»
' “et 2fgt;h,p nbsp;nbsp;nbsp;in Rvo.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;f ~:6:
Q ^^Hluyttn Peterfobn, 8 Stukken gr, 8vo. nbsp;nbsp;nbsp;/ 2; 12:
van derzelver Grond CONSTITUTIE, Leere, aanzieniyke
Hi! Advocaat der Roomfeh Catholy ke Kerk, of vrymoedige Ver»
¦ Zelve betrekkende, in 8vo,
»en
fraai Stel van vier Konflplaaten, ah:
Ke
'zersgra;
'« -^tielks een
den yffelyken Brand van den Schonwburg van de zien, verbeeldende een gezigtvan tien Huizen,nbsp;vertch'.-u^^^^^^ (/e Schouwburg door deszelfs woedende vlamnbsp;^oPlaatfnvdnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;''^^'quot;iooning maakt, door denzelven Teekenaar,
genjjij^^’^^'fgevoert ,a 12 ft. de kl. pap. en 16^ ft. de groot pap. van de Ruinen of Overblyfzels van den Schouwburg, zonbsp;C 2nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;alj
-ocr page 38-ifs dia zich voort na den Brand vertoond hebben, na het/even op lt;Je Plaats met veel nauwkeurigheid getekend, en in’i Koper ga*nbsp;bragt door C. BOG BRTS, a 12 ft, de kl. pap. en 16-g- ft. de gr. pap-Een dito , verbeeldende de Schouwburg van binnen, zo als dezel'nbsp;vena den laatften vertimmering van het Theater af te zien, zich vCf'nbsp;toond heeft; zynde daar indoor denzelvenTekenaar, ^everwaf'nbsp;ring der Aanfchowiioen met veel oplettendheid waargenomen,nbsp;niet minder uitvoerig dan de andere, door bovengenoemdennbsp;fnydergefneeden , a 16 ft deltleinpap.en zoft.degrootpap.nbsp;Koftende du Stel te zamen op kl. p./a; 14, enop gr.p./3 : n 'nbsp;Dezelve heev'.yk met Kleuren afgezet; om voor de Optica Spiegelnbsp;tegebruiken)nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;f6'-''
Onafgezet in drie zwarte Lyften met vergulde Kraaltjes ƒ 14.- -Afgezet in Lyften. nbsp;nbsp;nbsp;ƒ 16:16
Zynde waardig om derzelver fraaijeUitvoeringeals Schilderye» opgehangen te worden.
Mede eenige van de Brand van buiten des Scbouwburgs, en vat* de Brand op ’t Toneel, als mede van de Schouwburg vanbinnen gt;nbsp;beerlyk afgezeten geillumineerd , voor de Illuminatie Kas, waarinnbsp;dezelve de fraaifte Gezigten vertoonen, het ftuknbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ƒ 2 :5
Zullende deeze Afbeeldingen gevolgd worden vaneen netteen beknopte Befchryving des Scbouwburgs, van den Oorfprong af *nbsp;tot den ongelukkigen Af branding, zo in ’t Franfch al.s Hollandfch»nbsp;vercierd van een fraai Plaatje des Deferteurs, in groot Oélavo.
Een fraaije Afbeelding uitbet Bedryf van den OpsradesDESER' TEURS, waar in de Brand op het Toneel het eerfte ontdekt wierdlt;nbsp;op klein pap. a 16 ft. en op groot pap. a ao ft.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;in ’t klein sk
Een Af beelding van het XII Toneel, uit den Opera van den KUl' PER, zoalshetdoorde Vlaamfche onder de Diredtie van denHe^fnbsp;J. T. NEYTS vertoond word, getekend door bovèngemelden Te‘^'nbsp;kenaar, en in’t Koper gebragt door bovengenoemden Plaaifnydef»nbsp;ópkl.pap.aasft. engr. pap.a.3oft.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;in’tkl. gebragt 5^
LeTemple deCnide pay Cl,^ciVktGamp;lt;\vi\e\j ,Piouvelle Rdftiony aVfC
Jtigures gravées par'ii. leMire, des Academies de Vienne en AH' triche, amp; de Romen, tTaprès les jDc/ê/«sd'eC. Eifen, leTexVnbsp;sravépar VtxoViCi, a Paris 1772. zynde de Letterdruk op eene ziO'nbsp;delyke en fraaije wyze op de Plaat gedrukt, en de Plaaten zo van TC'nbsp;kening als ’t Graveeren , door zuik eene Meefterlyken hand uitg^nbsp;voerd, dat dezelve de verwondering aller Kenners dezer edele Kununbsp;na zich trekken , tot den goedkoop prys vannbsp;nbsp;nbsp;nbsp;ƒp.•I°®
2 Tot»’
ap/t
Lamentations de Jiremie, Po'éme en quatre Chants, avct Priere S? fa Lett re au Captifs, prêtsd partir pour Babylone -p^^nbsp;M. Desmarais, Cbanoine Regulier de la St -Trinité; verciertnbsp;fraaijeKopere Platen, en zindelykgedrukt in groot 8vo, f x: to-Abregé de XHiftoire des Provincies- Unies, avee figures gt;nbsp;fn Francois S llollandois
^ nbsp;nbsp;nbsp;-èquot;
•iö-