VAN DEN
HOOGWAARTUGSrEK HEER
VA N D E N
HOOGWAARBIGSTBN H E E It.
lOANNES door Gods voorzienigheitBiflchop van Haarlem, aan allc Kathol yken van ditBifdom,Gecftelyken en Leeken,hcil en zaligheic.
Indien de wonde, welke de Haarlemfche Kerk door het afllerven van onzenDoorlugtigften Voorzaat,geleden heeft, genezen ware^nbsp;zo haaft zy eenen Nazaat bekomt. Zeer Eerwaarde Medewerkersnbsp;cn Beminde Geloovigen , wy zouden ons enkelyk met Uluidcn behoevennbsp;te verheugen, zonder van enige zorgelykheit of droef heit te melden. Denbsp;Vaderlykc zorg van den Doorlugtigften Aarts-Biflehop van Utrecht, onzennbsp;j^'aarden Metropolitaan en Inwyder, heeft deze bedrukte Kerk niet lang innbsp;haren Weduwlyken ftaat laten verzugten. De tyd van drie maanden, binnennbsp;^velke, volgens de Kerk-wetten, het Capittel van Haarlem den keus hadmoe-^n verrigten , verloopen zynde, en het Capittel dus, volgens de zelvenbsp;Kcrkregels voor deze maal van het Regt om te kiezen vervallen zynde,nbsp;heeft zyn Hoogw: ten eerfte bezorgt geweeft,om als Metropolitaan dienbsp;^alatigheit te vervullen, volgens de bevelen der Algemeine Kerkvergaderingen van Laterancn en van Trenten, welke ook door de Pauzen aahgeno-en,zo men dus Ipreken willé, beveftigt zyn. Nadat dan die Hoogw:nbsp;^erkvoogd het behoorlyk onderzoek en raadplegingen met zyn eigennbsp;hnbsp;nbsp;nbsp;nbsp;aanzienclyke Geeftclyken van dit Bifdom te werk geftelt
acl heeft Hy niet alleen met raad, maar ook met toeftemmin^e van hetzel-e Capittel en Geeftclyken, onzen Perfoon tot Biflehop verkozen en vet-vyfden Mcy van het tegenwoordige Jaar 1745. Hoe vurige ^quot;^ft^nd wy aan dien keus geboden hebben, uit overweginge van onzenbsp;^.öequaaraheit om zulken laft te dragen, zullen wy hier niet melden: alnbsp;Bür enige kennis cu indruk van deEvangelifche Waarheden en van denbsp;hetpligten heeft, die kanenigzins giften, hoe een gemoed, datnbsp;van zyne euwigezaligheitnietreukcloos behandelt, op het aanfehou-ons^nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;verfchrikke/yken laft moet aangedaan zyn. Dog wy hebben
pjg^^^^^helyk moeten ten onder geven aan de tekenen vsih ften wille des
oils langs vele kanten vertoonde.- Onze toeftemming gc-fe'-ven zvnrif' .....__r.i_________ ® andere Ir j '^‘‘“andere biiicnoppen te laten gc.lcniedcn, mdilt;
nier K nbsp;nbsp;nbsp;wilden komen i welke difpcnfatic de Pauzen nu gewend
c bczwaarlyk te vergunnen. Men heeft ook door beleefde Brieven
A 2 nbsp;nbsp;nbsp;enige
-ocr page 4-enige naburige BUrchoppen’verzogt om dcWyding met hunnetegenwoör-digneit en behulpzaamhcit te'vereren: dog al wederom heeft men, nog van Hen,nog van Romen,enig antwoord bekomen. DcHoogw: Aarrs-Biilchopnbsp;ondertuffehen aangetaft zynde van ene ziekte, die niet zonder gevaar was,nbsp;wierd by die gelegentheit zeer ernftelyk gebeden om de Wyding, zo haallnbsp;als het Hem zou mogelyk zyn, teverrigten; opdat, indiende Heer Hemnbsp;haart quam tot zig te roepen, de Biflchoppelyke waardigheit hier te Landenbsp;niet teifens zou ontbreken. Hier door heeft Zyn Hoogw: zig dus verre ia*nbsp;ten bewegen, dat Hy onze Wyding enige weken vroeger verrigt heeft, dannbsp;Hy anderzins had voorgenomen. Dit gewigtig werk is dan voltrokken op-den elfden Julius laaftlcdenmet de gewonelyke plegtigheden.
Ttem. xu.
JiiJ,
den, Raphael, de Engel des Heren , volgens deze
Tot hier toe, zeer Eerwaarde en Beminde, fpreken wy van het gene UI: tot trooft en vreugde verrtrekt heeft: uwe Vreugd in den Here behoort ooknbsp;de onze te zyn, volgens de vermaning des Aportcls, Verblydt u met de bly~nbsp;den. Maar zo ,wy cte ogen laten vallen op den lart, die ons is opgelcit, ennbsp;op de menigvuldige elenden der Kerke,bezonderlyk in deze Landen, elen-den, die ’t als onmogelyk fchynt te boven te komen, zo 'verandert de vreugdnbsp;wel haart in droefheit, en wy zouden U liever aanlpreken met deze anderenbsp;woorden van den Apoftcl ter zelve plaats, Weent met de wenenden. Wy zullen ons nogtans over die elenden hier niet uitbixidcn: dcwyl de voornaam-ftc kort en bondig vertoont zyn in den Harderlyken Brief van onzen Door-* j, D«- lugtigften Voorzaat, en de geneugenis van dien Brief noch verfch is. *nbsp;few^.i74z.'bidden U dan enkelyk dit alles t overwegen onder Gods ogen , en daar bynbsp;nog de menfchclyke zwakheden, daar wy mede omringt zrm , om doornbsp;ïculke menigte van beweegredenen opgev/ckt te worden om des te vurigernbsp;'te bidden, hoe wy meer nodig hebben den allcrkragtigften byrtand van Hem,nbsp;IV. door wien alleen wy konnen bequaam worden om alles te vermogpi. Dognbsp;*3- laat het, bidden wy, by het Gebed alleen niet blyven. Laren wy by het Gebed de werken van Liefde en van Boete voegen, om de medogentheit desnbsp;Heren over Ons, over deze ganfehe Kerk, en over alle onze Broederen tenbsp;verwerven. Hier toe vermaant ons, en voornamelyk in deze droevige ry-
getuigenis
TcP.-xii.S woord: Het Gebed^ nm Faften en Aalmijje vervoegt.^ is beter dan [chatteri van Goud op te fiuiten. 'T was buiten twyfcl op dien Text, dat de groorcnbsp;Auguftinus betoog had, als Hy aan zyne toehoorders deze zoete vernia-.«j. inning gaf: Wilt gyaat uw Gebed tot Gcdt opvliege? Maakt ’er twee vleugelennbsp;rf.^x.N.'è. aan vafi, het Vajien en de Aalmis.
- Wy vertrouwen. Beminden, datgy, wegens zo billykc vermaninge, of beter wegens zo noodwendige waarheden, naar de rtemme van uwen Hardernbsp;ïiandei. zult luijleren met de oren des hertc, welke wy bidden en hopen dat de Heernbsp;ivi.14. jjQQj. j-yne zoete en kragtigc werking zal openen: wy vertrouwen, dat gynbsp;in alles door uwe leerzaamheit en ehrirtelyk gedrag onzen lart zult verlichten, en grooten troort zult bybrengen aan de genen, diegclyk wederomnbsp;uthr. xin.Paulus (preekt, over uwe z.ielen waken, als zullende rekenfehap daar vange-*7- ven., opdat zy het zelve met vreugde mogen doen, en niet al zugtende: wemnbsp;dat is u niet nuttig.
Wy zullen uwe aandagt ook niet ophouden met bcwyzen en redenentf-
feca over de Geeftclykc Rcgten der beide Blfdommen en Capitrclen, over de regtmatigheit van heel ons gedrag in deze droevige gefchillcn,over onze onwrikbare aankleving aan alle de Leerftukken en de Ecnheit der Katholykenbsp;Kerke, over onze opregte ccrbicdighcir en onze wettige gehoorzaamheit aannbsp;den Paus, zo als ons die door de Leer en Tugtregclcn der Katholyke Kerkenbsp;word voorgeichreven; alle deze zaken zyn nu zo menigmaal gezeid en zonbsp;duidelyk bewezen, dat 'er niets dan ene onverfchoonbare iaftertaal langernbsp;kan tcgenlpreken. Ook hebben wy veel mindere genegentheit om van twi-ftingen te handelen, dan om te fpreeken van het gene tot vrede f rekt, en Kcw.xit.nbsp;tot herftellingc der Kerkelyke Eendragt, welke onder de Katholyke Ingeze- '?•nbsp;tenen dezer Landen op zo beklagelyke wyze verhoort word.
Wat zouden wy niet geven en opofFeren, om na zo langdurige tweeipalt dien gcwcnfchtcn Vrede eindclyk te bekomen. Wy hebben in den Brief, diennbsp;Wy kort na onze Wyding met alle fchuldige eerbied aan Zyn Heil igheit ge-Echreven hebben, nietallecnlyk betuigt, dat wy om enen chriftelyken en be-¦ftendigen Vrede te verkrygen, bereid waren de Biflchoppclyke Bedieningnbsp;neder te leggen, maar dat wy 't ook hielden voor eene fchuldige pligt; aan-gezien men en waardigheden, cn al wat men heeft,en het leven zelve, tennbsp;nefte moet geven voor de Liefde en voor d’Ecndragt der Kerke, al zo welnbsp;5^1s voor hare Lere, als er niets anders tot het herftellcn der Eendragt zounbsp;t'creifcht worden. Wat voor Chriften zou 'er aan zo ene waarheit konnennbsp;tWylFclcn.^ of wat is 'er zoeter en doortreffender, dan het gene de Katho-tyke BiflTchoppen der Africaanfche Kerke deswegen fchreven in enen Brief,nbsp;nic waarfchynelyk door den H. Auguftinus opgcftelt is? Wel hoe,zcïdcn zy, /iptulauAnbsp;!^ouden wy nog in beraad oj in twyffel ftaan^ ene Offerhande van zoodanige oot- tih. (k zc-\nbsp;^oedigheit aan onzen Zaligmaker op te dragen? Zal Hy dan om menfchelyke^'^nbsp;d-edematen aan te nemen van den Hemel nedergedaalt zyn, opdat wy zyne^°'''quot;‘^'nbsp;Ledematen zouden wezen: en zouden wy nog vrezen van onze Biffchoppelykenbsp;^Joelen af te gaan, opdat zyne Ledematen door ene wrede fcheuring niet zou-uen 'Van een gerukt worden? Neen, Beminden, niets is 'er dat een Chriften,nbsp;veel min een Biflehop, van het toeftemmen aan zulken Vrede wedervonden mag, dan het gene hy, niet zou konnen doen zonder zyn gemoednbsp;quetzen , zonder Godt te vergrammen , zonder de euwige waarheit ofnbsp;¦de regtvaardisheit te benadelen; kortom, zonder zig te bezondigen.
; Ah! of het den Here beliefde, die grote en kragtigc zugt tot den Vrede te ftorten in de herten onzer Broederen, die zo verkeerdelyk tegen onsnbsp;yt'eren! Wy betrouwen niet zonder reden, dat zy niet allen even vurig te-Scn ons zyn ingenomen, en dat 'er onder hen zyn, die ook hertelyk naarnbsp;den Vrede weni'chen. Maar is het genoeg laaat het goede te wenfehen, alsnbsp;^cn niet werkt volgens zyn vermogen om het te l'gt;creiken ? Wy bidden dienbsp;^teedfamige Pettonen ten befte te nemen het gene wy ons verpligt agtennbsp;deswegen te vertonen. 'I is gene bitterheit, 't is ene ongeveinsde licBnbsp;die ons praamt om hier van te fpreken. Indien onze zaak regtvaardignbsp;ts, mdien zy ten minften zodanig is, dat zy gene wettige reden tot affeheu-^hge of affnydinge geeft, hoe kan men langer blyven die fcheuring ftyven,nbsp;vtinftc naar het uitwendige dezelve opvoigen? Hoe kan men geru-^^v’k blyven aanfpannen met zulken,die zo bcwcnelykc twedragtmet alle
A 3 nbsp;nbsp;nbsp;kragt,
-ocr page 6-kr.vsi'-, nbsp;nbsp;nbsp;slic Vuuüghelt indrukken cn VOOrtzetten? Meint mm, dat ene
I Citif» XI. U J-C.87
onbepaalde gehoorzaamheit dit alles kan verlchonenlElk een weet immers, en alle Katholyke Gods- of Regtgelecrden belydenhet, dat er geen Overftenbsp;is, Gecftelyke of Wereldlykc,hóe -verheven die ook wezen mag, of Hynbsp;kan een onwettig vonnis uitforeken en onnozelen veroordelen, 't zy doornbsp;verkeerde opvattingen en mirfeidingen van anderen, 't zy door eige driften'nbsp;en hertstogten. Iridieridan alle dieBanvonniflen, daar men op fteunt,vannbsp;zulke.flag zyn, indien ’er ene menigte van tafteiyke mifllagen in begaan is,nbsp;.uidien ’er miflehien noit ene Kerkelyke :zaak onwettiger behandelt is, indien dit alles meermaals ten klaarfte bewezen is, hoe kan cue zo genaamdenbsp;gchoorzaamheit aan zulke vonniffen- een Chriften gemoed bevredigen, alsnbsp;het ’er op aankomt om met woorden of werken deel te nemen in de fcheu-ringc? Dc H. Auguftinus verklaart zonder enige twyfel, dat indien iemandnbsp;der Gelovigen onregtvaardiglyk ge'excommuniceert vJord, z,ulks eer soal benadelen den genen, die dit ongetyk begaat, dan hem, die het lydt: cn deze onbe-twiftbare Grondregel is met die eige woorden van Auguftinus in hetPauzelyknbsp;Regtbock geplaatst. Dit ongelyk nu begaan zy meer of min alle, die zulkenbsp;Banvonnillcn doen gelden, .cn die, om.ze op te volgen, de Kerkelyke Gc-meinlchap jegens ons af breken,: en ons houden voor geëxcommuniceerden.
Zy benadelen dan zich zelven veel droeviger dan ons met zulken ongelyk te begaan, en te ftyven: en Godt geve, dat zy eens met ernft overwegen,nbsp;ikom. 1.3z wat ^r ons in Gods Woord gezeid is: niet alleen van die het quaad doen.,nbsp;maar ook van die den. genen, die het doen, medeflemmen.
Zulken bezonderlyk, die de Geeftelyke Regten der Haarlemfche Kerke -en Capittel enigzins ter herte hebben, konnennu eindelyk zien, waar onze vinnigfte beftryders, die ook hunne beftryders zyn, op doelen, en behoorden zig daarom opentlyk te verenigen met ons, die voor de zelve Regten ftryden, om gczamentlyk deze dierbare panden te verdedigen, en desnbsp;tc kragtiger, hoe wy beter zouden verenigt zyn. Zy wiften wel, dat’ernbsp;onder hunne party waren, die de beftendigheit der Haarlemfche Kcrkc-ennbsp;Capittel alzo wel loochenden als de beftendigheit van de ütrechtfeMoeder-kerke en haar Capittel: dog federt nu ruim een jaar is dat gelchil zo vurig-lyk uirgeborften ,het Haarlemfche Capittel en des zelfs Ledematen zyn doornbsp;zo vinnige en zo onbetamelyke Schriftjes aangetaft, dat des Capittcls Verdedigers en Aanhangers niet langer konnen twyifelen , dat hunne Wederparty de volkome vernietiging van alle Geeftelyke Regten dezes Bildomsnbsp;betragt, en hier niets wil overig laten buiten ene blote Zending. En hetnbsp;gene ondertuflehen van wegens enige Roomfche Bedienden is voorgevallen,nbsp;tot nadeel van Opzienders cn Overften door hen zelve aangeftelt, doet genoeg blyken, welke der twe ftrydendc partyen door die Bedienden geftyftnbsp;en begunftigd word. -Zo dat ’er niet te twyfelcn is, dat, indien men dusnbsp;blyft dralen, die bovendryvende party, door het middel cn grondregel van.nbsp;ene onbepaalde gchoorzaamheit, haaft het hele Capittel zal onder den voetnbsp;halen. Waarom dan niet ten laatfte opentlyk geftreden en geleden voornbsp;de Gcregflghcit, voor het toevertrouwde en dierbare Regt dezes Bifdoms?nbsp;Waarom zig niet vaftgehouden aan het wettige Kerkbcflicr,^zo als het innbsp;alle Katholyke Landen geoeffent word, .en zonder het welke men dagclyks
zal
-ocr page 7-«al zien aanwaffcn het getal van onwetende en ziclverdcrfelyke Bcftictders? Waarom zig eindelyk met ons niet verenigt, nu de gemelde Beftryders zelve belyden, dat, indien het Biiï'choppelykc Capittel van Haarlem in ftandnbsp;is, en evenwel zyn Regtsgebied niet wil oefFenen, de Aarts-Biflehop vannbsp;iJtrecht geregtigt is om die nalatigheit te vervullen, zo als Hy gedaan heeft.
Want dog, zegt een zeer vinnige Schryver onder uwe Beftryders, als het Haar: Kapittel nog langer beweerd word, dan legt de Zending-magt van Roo~ Copyvavnbsp;tnen.en Brufjel door een wettig gevolg in duigen, en darS’ moeten wy gewillig often-Ant-ongewillig bekennen, dat die van Utrecht, jure devolutionis,'voe/ hebbennbsp;had, om een Bijfchop van Haarlem te verkiezen.. Hoe kan men ook aan zx)nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;quot;
een gevolg twyfFelen? Hoe konnen zy,dic het Haarlcmfche Capittel erkem nog aarlèlen omtrent de. wettigheit van onzen keus en Inwydinge»
Kog men moet niet denken, dat men door zulke openbare vereniginge Siet ons, zig zou affeheiden van andere Katholyken, die van gene vereni-singehooren wilioi,.Neen; verre zy van ons,dat wy iemand zouden aan-*etten om zig van de Kerkelyke Gemeinfehap van enig Katholyk ter wereldnbsp;^ te zonderen 5 aangezien wy zelfs fchromen voor zulke afzondering. Maarnbsp;«e Waarheit en de Geregtigheit, daar men van overtuigt is, opentlyk metnbsp;\voorden en werken te belyden , is ene pligt, die men wel kan en moetnbsp;}^oibrcngcB, zonder zig van iemands Gemeinfcfaap af te fcheiden. Dog zonbsp;als dan bittere yveraars gevonden wierden ,-dk om zulke redenen zoudennbsp;Van bunnen kant de Gemeinfehap af breken , dan zouden't dezen zyn,
^aar niet de vreedzamigenwelke zig pligtig aan fcheuringe zouden ma-En niets is ’er zekerder, dan dat men ene wezentlykc pligt niet mag ^atenuit vreze voor ene verargernis, die ongegrond zou zyn. Dc H. ^msHomi. 7.nbsp;Gregorius de Grpte, die voorzigtige Leidsman der Geloovigen, aanmerkt,
^ Uien 2somtyds enig goed werk moet agterlaten uit vreze voor zekere ver-^¦Serniften-, en. dat men ook zomtyds in tegendeel enige vcrargernifleni misagtenals een enkele niet,:pro mhilo contemnendum: hy toont bei-*
^deze dingen uit het voorbeeld des Zaligmakers, die, hoewel niet ycrpligt ^nde zekeren tol of [chatting te betalen, het egter lieeft willen doen, oaiiMatii.nbsp;^^eifchers dier fchatiinge w'c/' te verargeren, zo ais hy zelf getuigt; en diexvn.-^gter op het vettoo'g,dat de P horreen wegcïis zekere waarheit verargert wa-^gt;'^^-aldus antwoorden: Laat ze geworden. Zy zyn blind, en Leidsmannennbsp;blinden. En als d’ene blinde den anderen leidt, zo vallen zy beide in
Waar over dan de H. Gregorius dus redeneert en befluit; Hier uitoreg. un cicri wy trtmerRen, dat wy de verargernis van' onzen evenmenfeh moetenp^f.nbsp;quot;^ermyden, voor zo veel als men ’t kan doen zonder te zondigen. Maar zo ‘ernbsp;'^tt de waarheit verargernis opgevat word, dan is ’t beter, dat men de verar-^rnts late .nntfiaan, dan dat men de waarheit verlaten zoude, Utiliüsnbsp;P^^.^tttitur ncifci fcandalum, qudm ver it as relinquatur.
Nog ’t is niet nodig, dat men om tot die heilzame vereniginge te komen dg^È-^-^cpnftemuae wegens, alle de Gefchillen, die ’er hedendaags binnennbsp;th ]nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;Kerke in zwang zyn. Daar zyn immers duizenden van Ka-
j^oiybcn in de wereld, die omtrent gewigtige gefchillen van ander gevoc-tcr nbsp;nbsp;nbsp;egter wel vervreemd zyn van ons daarom voor ket-
of fcheurmakers te houden;, en wy van onzen kant zyn ten uiterften
ver-
-ocr page 8-vervreemd van om een van die gefchillen, of zelfs om alle die gefchilleit te gclyk,de Kcrkclykc Gcmcinrchap af fc breken. Men kan in zul-kc voor-vin. vallen de opaarheit en den vrede liefhebben, zonder d’ene of d’andcre tenbsp;’5’-nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;fchenden; men kan de waarheit opregtelyk onderzoeken,en ondertullchcn
den band der Licfdc-en der Eenheit niet afbreeken; men kan het oordeel en de duidedyke blyken van ene algemeine overeenttemminge der Kerke af~nbsp;wagten, zonder haar vonnis'door voorbarige en reukeloze aflcheidingcn tenbsp;voorkomen; en dus kan men wedcrzyds getrouwelyk opvolgen deze zoetenbsp;.vermaning van Paulus: Zo wie dan onder ons volmaakt zyn, laat ons dit gevoelen hebben : en z,o gf iet anders gevoelt, dat zal Godt » ook openbaren.nbsp;Ondertuffehen daar ovy toe gekomen zyn, laat ons daarin het zelve gevoelennbsp;hebben, en-in den zelven regel blyven. De Barmhertigheit des Heren 'is oneindig, zyne Almagt is onbepaalt. Waarom zouden wy niet hopen, indien men wederzyds deze vreedzaraige gedagten werkheilig make, dat Hynbsp;enen onverwagten Zegen over dit 'Vredewerk zal uitftortenj dat Hy, hetnbsp;vuur der Liefde kragtiglyk ontdoken hebbende, de heilzame vlam derzelvenbsp;wyds en zyds verbreiden zal; dat Hy door haar verllinden zal alle hertstog-ten, die haar wederftaan; ten laatfte, dat Hy allengsjes tot de verenigingnbsp;brengen zal de zodanigen zelfs, die ’er tot nu- toe naeeft van vervreemd zyn.nbsp;Zagen wy eens dien gelukkigen dag, wat'Chriften hert zou 'er niet uitroe-|l,«^.II,ip.pcn; Na laat gf, Heer, uwen Bienaarnaar uw woord in vrede gaan? Tennbsp;minfte is het onzer allen pligt, Zeer Waarde Medepriefters en Bemindenbsp;Geloovigen, naar zo grote Zegen over Gods Kerke grondhettiglyk te ver-zugten, en 'er vuriglyk om te bidden tot Hem,aan Wien niets onmogelyknbsp;is; milichien zou die gewenfchte zaak al verre gevordert zyn , indien'er,nbsp;yder van ons wel hertelyk en volftandelyk om gebeden had.
3CUUII.
Laten wy dan in 't toekomende nog meer bezorgt zyn om over de clen-den der H. Kerke onder Gods ogen te zugten en te fmeken, dan om 'er Tertuil. A- lïiet (dc mcnfchen over te redeneren; en door eenparige Gebeden den Herenbsp;\folos. cap. een aangenaam geweld aandoende, den Vrede uit den Hemel tot ons doennbsp;39- nederdalen. Voorts, Broeders, verblydt u, weed volmaakt,vertrooft ti,weejlnbsp;a. coT. eensgezind, leeft in Vrede, en de Godt des Vredes en der Liefde zal met tt zyn.nbsp;Gegeven t’Amfterdam den 27. Auguftus .i745*
Petrus Borger, Secret;