' D' K N
P I E G E L
D E K
^^ondàaren,
A4
den ftaal van ecnen Mensch, ftct-vende in de gratie Gods.
¦Âlles äoor Figuuren afgebeeld.
Tamp; Y EQ,
y lt;3« Weduw H. Bontamp^
'X
-ocr page 6-rgt; E E ' afbeelding.
-ocr page 7-s P I E C E .L
J-' gew.ionlyk kven der wacrJdfche ir.en-•cheii.^ Dezeu insrsch is zorgvuldig voor ^yn Hghaaro, hetwc'k zyn aangezigc en denbsp;ichoonhf.’jS-vnn zj-n gekruld hair geiioagnbsp;iti'.wyzen'.br.^ t. 'iquot; ev„
Hem aan7,iérde'’’.i 'zou.le^'Zeggen , dsr hysien gdukki^e‘ßugt;/--gt;fnsch des waereldsnbsp;rnaar bezieritëe'? het binnenile,, zyusnbsp;J Sy ’ult hetzeJv’c in C£nend;z5er^;he-klîgelyken fiaat vinden. Bemerkt'i'isr,lïo3nbsp;den Du;?eJ door ce zeven Hoofdionrie«nbsp;over hem is zcgerpralende, want een Dui-*ei I’szit eene ziel, die in Hast van dood-Evangelie zegt vasinbsp;,? 11. Mrgdalena, dat onzen Heere vannbsp;nsar zeve.T duivels verjoeg.
hart ver-9???'t’ ons, dat Gods oog overal alias Cn WCOt. n tr.t Hi« minlVa
Xgt;e •Hovnardy is hier afgebeeld door eene
¦ ri'iwe, (Jis haar behagen neemt in de fchoon-van hare pluimen.
ƒ• A'zo doet ook den hovaatdigen messch, ;-ï*ie hem veriieft in het wtlvaareii van zynnbsp;i bghaam en ydele gedagien.
i Oen ß'k bei- ekent de onksisheiJ, daar f dien zelven zeer onzuiver is.
} Het Varken , li. twelk zçer gulzig is , bs-j teekent de gulzigheid.
I De Padde, die aarde eet, en daar in ge-j voed word, beteekent de gierigheid.
J Het S rptnt beteekent den haat en nyd.
Gy ziet den H. Cytst tbiiiten zyn hart, die riSatt'/ra... niet laat4 bem^oede’^i: fprakennbsp;te ^vïi^^maar by hoort die niet, doórnbsp;dien zy hem ! i; t aa genaam zyn.
O wat een rampzalig weezeii ! Is dit niet onze waare afbeelding, al* wy de zondennbsp;iii ons hart hebben, en de godulyke in-fpraken buiten (luiten; zynen goeden Eii-fel bid den H. Geest voor hem. Laat onsnbsp;dan ook voor enszelven bidden, en zeggen: Mynen God, verleent my, dat iknbsp;eens tien el ndigen (laat van myr. hart magnbsp;kennen, en deuzelven door Uwe genade magnbsp;beteren. *
-ocr page 9-Bekeertng van eene Zis! tet Gsti.
Verheft u, myns Ziel, tot uwen Schepper, die u hei leven gsf. En fielt uwn bekfeiing niet eenen oogcnblik uit; al dätnbsp;yooihyis, is t.iet meer; het toekomende isnbsp;in uwe magt niet, het is maar het tegenwoordige dat tl is , en het tegenwoordigenbsp;is traar eetien oogenblik, die u gegeven isnbsp;om God te dienen , en de eeuwigheid lenbsp;winnen.
Begrypt wel deze woorden : eencn God , eenen óogenblik , etene eeuwigheid.
Eenen God, die u aanziet, een oogenblik die gy mist, een; emwighetd, die u wagt-
Eenen God, c.'i net al is, een oogenblik. die riet is, een eeuwightii, die u berooftnbsp;of geeft voor altyd,.
Êenen Gtd, die gy «oç* ïiittvl dient, ern oogeib'ik, die gy zo nishandelt, een eeuwigheid, die gy mi.sfchien verliest.
ö God ! Ô oogei blik J Ô e iiwigheid.
o God, myn hart annziet U, myn hart beaeert U, myn hart zoekt U, om zi» aan ¦nbsp;U te geven. Ik bid U, lieven Heere, datnbsp;Fy hetzelve whlt bezitten, en alle zonden,nbsp;kwade genegenheden, en ongeregelde li.fdanbsp;daar uit bannen : opdat ik U dan zo ge-trouwelyk mag dienen alle de dagen mynsnbsp;levers, tn. eens mag waardig worden U tenbsp;genieten ih alle eeuwijih-id. Atncm
-ocr page 10- -ocr page 11-Het tweede Beeld vertoont ons het Berouw, hetwelk is een opregte inwendige droefheid van God ooit vergrämt te hebben, ter oorzaak zyner oneindige goedheid.
Zyn aanfchyn toont ons dat hy nit er harte dr'gt;e\ ig is God ooit vergrämt te nebbef?«
Den H. Geest ts daar binnen , en hetfc daar heerfchappy genomen , hy fpreid er zy-ne godeljke vlammen, en den zondaar vermengt ze met zyne traanen.
De blinkende fterre bedied hier, dat hy een levendig geloof heeft van de verbor-gendheden en almagt Gods , als ook denbsp;zwarigheid van zyne zonden.
Zynen goeden Engel toont hem twee hoeken, het een is Jezus onzen Zaligmaker aan ’t Krirs, waar in hy ziet en overdenktnbsp;de godclyke goedheid co liefde tot hem^nbsp;het andere Boek is zyne confcientie, waarnbsp;in hy met fchrik ziet alle zyne zonden ,nbsp;die hy tegen de godelyke Majesteit bedreven heeft. Uit deze beide gezigte.n, zo isnbsp;het dat hy is uitroepende: O wa/nbsp;liefde en goedheid van tnynen Schepper ennbsp;Kerlnsfer. En van taynen kant, wat en-dankbaarheid. wat engeloovigheid tn watnbsp;wriedherd tegen hem?
Den duivel en de zonden zyn uit zyi» hart, omdat het berouw, wanneer het op-regt is, van zulke mögt is. dat het alle dftnbsp;doodzonden uit do ziel vi.fjaagt..
-ocr page 12- -ocr page 13-Het 3de ßerlti vcrt'^or.t o:’s penen ni“r?5»». dis tie-,fü g'J’prok'tn eeiie gocrfe^bicgt;.nbsp;van alle zvoe zonden en fouten, voortgaitnbsp;en volherd in het goeJ.nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;¦nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;:
Zyn Weezen is heel fiil en vrindelyk , de dnivf-ls bevegten h?m van alls zyden metnbsp;allerhande z'^inlen , waar zy blyven buiten.
Zyn Sterre is zeer bn ,kende, door dieu’ by eeii b vendig gel of he fr. Hy heeft innbsp;zvn hart een H. Hosti”, het is re zeggen,nbsp;dar hy het Lighaatn J fu (Ihristi zeer dik-wils met groote devotie o’tvangr. De Kerlenbsp;bewyst, dar hy dez-.lve dagelyLs bezoekt.nbsp;De omgekeerde beurze b.dieij, dat hy veelnbsp;ahnotsfen geeft. In ’t midden van zyn hartnbsp;Haan deze woordni; ^czus., inyne Liefde^nbsp;rot Jezus in het H. S cranienr, en aan h -cnbsp;Kruis is alU zync lirfde. He.t brood metnbsp;deh visch leeren ons, dat hy is volhardende in het vasten cii pmitentie.
Daar (laan ook deze woorden : Csd wie is er gelyk mn U? ^nde die van den H.-Michaël , tegen deiMhelfchen Draak ventende, niet die van den Apisiel Paulus:nbsp;zal ons affeheiden rast de Liefde vannbsp;Curislus?
D n Engtl houd ook irj beide banden de twee fehoone fentrntien uit de-H. Schriftuur; Daar zal niewand r-ali^ worden^ tennbsp;zy hy wel geflreden heeft En de andere: Dianbsp;voleind tot hst jinde toe , ml zusvizen..
-ocr page 14-eeiien mensch hervallen ia aondeu,.
-ocr page 15-Het vierde Beeld fielt ors voor ooptf ' eenen mei.sch hervallen in doodzondenbsp;den allerelendïgften (laat, waar in den zondaar ooit kan zyn. Dezen mansch, omdatnbsp;hy niet heeft wederflaan het kwaad, maarnbsp;hem vrywillig daartoe begeven, is eindelyknbsp;gekomen tot dien ftaat, waarvan Christusnbsp;fpreekt in het Evangelie; dat, alswanneernbsp;den fterkgrwapenden (dat is den duivel) is-verjaagt geweest uit de ziel, hy houd nietnbsp;op, maar zoekt nog zeven andere duivels,nbsp;erger dan hy, die altefamen zulken Herkennbsp;aanval doen, tot dat zy eindelyk daar in geraken, en veroorzaken, dat dezen menschnbsp;veel boozer word als hy te vooren was. Dennbsp;H. Geest beeft hem verlaten, de duivel meenbsp;de zonden hebben wederom hunne woonplaats in zyn hart genomen.
Zynen goeden Engel is ook verre van daar, en zeer bedroeft, keert zyne handennbsp;na den Hemel, voor hem biddende, wantnbsp;onzen goeden Engel verlaat ons niet, £•nbsp;lang wy in dit vergankeiyk leven zyn, ai-tyd voor ons biddende.
Is dat niet een arm hart en een fchoon aangezigt,^ ’t is alhier, dat hy in verfteent-heid des harte, en in moedwilligheid valt,,nbsp;rdei meer achtende de openbaare zonden,nbsp;als de verborgen; is het niet beklagelyk/*nbsp;Maar wat is hy te verwagt«» als een ?lt;.-gelukkig einde?.
-ocr page 16-b V . AFBEELDING.
-ocr page 17-Dezen menseb , die in bet vierde ßesid 20\welvaarende, dik en verwas, wordnbsp;ziek tot er dood tquot;C, hy ligt daar op zynnbsp;bed met groote pynen ovirvallen , maarnbsp;met nog grooter van zyn veiftand, zeer verdagen zynde te m eten llerven, eerder alsnbsp;by gedagt ha l.
Eenen hoop duivels vertonnen zig aan hem , w.aar van den eenen hem een Boeknbsp;tooLt, waar in gerchreven is zyn kwaad leven, op het eene blad (laan de zeven hoofdzonden, op het andere fchvnheiligheid-, on-agtzaatnheid, hervallingen, on verduldigheidnbsp;en meer andere zonden.
De dood met haare fute rtast bereid om hem den dooddag te geven : hetzelve kaïinbsp;hy niet beletten.
Zyr^en goeden Engel zeer bedroeft zyn-de, laat zynen Boek vallen, daar niit ia g'.leiireyen is, omdat dezen mensçh, (kr-vende in zonden, niets goeds in zyn zielnbsp;heeft, hetwelk zynen goeden Engel hiddenbsp;können aanteckenen, om hetzelve aan Godnbsp;te tonnen.
De Hel Baat;op?n om hem inteflokken; boven, is Jezus, Ch'istus , uiifprekende denbsp;fenteniie van zyne verdoemenis ; Vertrektnbsp;*«« wy rermaledyden in het eeuwig vuur.
O dïoevigen en elendigen Haat, van wat kant gy hem keert, zo vind men niet anders kis, dreef hud vau. bwitap au hianan.,
-ocr page 18-regter «n linker tyde, Beneden en o» boog. Van buiten moet hv alles verlaten,nbsp;goed, vrienden^enz. H.tfcheiden van zvnnbsp;lighaain met de ziel, en de ziel vin zyn lig-haam, maar dafhet ergfte is, de coiifcien-tie vol zonden. Op den regten kant zynennbsp;goeden Engel, die na zeer harde verwytin-gen h m verlaat. Op de linker zyde zynennbsp;kwaden Engel, die hem ryn boos levennbsp;voor oogen ftelt, met veele andere duivels, die bereid ftaan om htiu weg te voeren, zo haast als de dood haaren (lag zalnbsp;gegeven hebben. Beneden de hel open omnbsp;hem te ontvangen. Om hoog zynen ver-ftoorden Regter, die over hem uitfpreektnbsp;het onwederroepelyk Vonnis- van zyne eeuwige verdoemenis.
Zo v.’y dit wel overdenken, wie kan hem tot de zonde begeven.? en wie daar medenbsp;behebt is, niet tragten zig tetftond te be-keeren ?
De ydele Flesfe, die daar ligt, leert or», dat men alles verlaten moet, wanneer dcnbsp;dood komt-
Het Boek is den geeftelyken Staat.
Htt zwaard den Edeldom.
De Penne het volk van Justitie.
De Hand hef Werk en Akkerman , on* ens te leeren, dat er van alle ftaaten zyn »nbsp;die 20 fterven, en dat ryken zo wel 11*'nbsp;armen op boa zsifs mouea Riten..
-ocr page 19- -ocr page 20-quot;ttet zesde Be Ïd is dien m'erscb, die 2ig JLAtot de zondn begeef:, de (ieiigd en penitentie verlaten hebbende, wederom zynnbsp;voorgaande boos leven heeft aangenomen,nbsp;waar in hy is geftorven, en brand nu in denbsp;hel voor alle eeuwigheid.
Daar ligt hy gekeetent op eenen yzerm Rolt; fier , brandende in de vlammen hynbsp;heeft Serpenten in p'aats van hair op zynnbsp;hoofd , die hem geduurig fteken- en byten.nbsp;De duivels pynigen hem van alle zyden ,nbsp;een padde fchyt hem fenyn in zynen mond.
Een vuurige beurze hangt aan zynen hals, ons leerende, dat ’t eeq van zyne ronde isnbsp;geweest de gierigheid, en het bezitten vannbsp;onregtvaardig goed, dat hy ni.t wederomnbsp;gegeven heeft; het is eene zonde, die me-nigen mensch ter helle brengt ; want daar
zyn er vetle, die hetzelve bezitten, maar weinig, die het wederom geven.
Eenen grooten worm komt uit zyne borst, dit is den knagenden worm van zynenbsp;cor.fcientie, die hem geduurig doet denkennbsp;aan alle de godelyke iiifpraken , die hy gehad en veragt heeft om zyn zaligheid in ditnbsp;leven uittewerken.
Drie dingen worden hem geduurig voorgefield, ten eerften: de gruw lyke lornn”-ten, die hy lyden moer. Ten iw.eden: de eeuwige en altydduurende eeuwigheid. Ennbsp;Kyi derden:, de eeuwige lieaKdcue vreugd,
^12 hy verloren beeft, fioidnt by, de yiféT* heid rie.lt;; waersld.s bemii;t heeft, daaretn zalnbsp;fey aityd branden, zo lang als God zal wezen God, dat ’S zon ier einde,
H e zo g.’tnakkïlyk den Hitntr te hebben können wi'^nen, en dît niet gedaan te h.' bben ! Ligte'yk te k' 'nnen hebben de eeuwige en aity-'d'iiifende vrtugd, en de helnbsp;fch( uwen , en hetztke verzuimd te hebhtninbsp;Staat hier avat (ld, A Chriilene Ziel, Overdenkt eens, wat ctjammer, geluil, wat ra-• zerny, wat bloedige traanen deze verdoemde ziel zal omvangen, wanneer zy dit alle»nbsp;ovrdeikr.
Spreekt hy l u, gehk hy voorty’^s deds, als men hem den eeuwigen brand en tormenten der hel voor oog.n fieldt? Sp?t ennbsp;kent hy ril daar mede, gelyk hedendaagsnbsp;nog waercldfche mepfclien dOvO, die hunnbsp;i'itt willen tot God bekeeren, en de zonden verlaten.
B mipdin Lezer, kat ois van deze booze kwaadwütieen riet zvn , en wilt de Zonden fch-uwen, wart zy zyn het, dienbsp;ter helle brengen, dat is buiten allennbsp;'w.fl.
O zondaar, ik bidde u, door het bitter Lvden van on2en lieven en g^beiiedydennbsp;^-'îligmaker Jezus Chrirtus, htk.'ert n, ennbsp;'’f'rc p niteoiie, het is den eenigfle middelnbsp;d-,n Hemel te wiiineij.
-ocr page 22- -ocr page 23-Dit zevende Betid vertoont ons denzeî-* ven inensch, die gy in ’t derde Beeldnbsp;hebt gezien met eena Hostie, een Crucifix,nbsp;enz. is op zyn Berfbed , raaar met wat voordeel? Zyn cordcientie is g rust, want zynbsp;zuiver van zonden is, daarom kan den boo-zen g-est hem niets opleggen, dat hem ee-Mgzints zonde können bezwartn.
Hy houd in syiie handen den gekruiftan Jezus, ttt denwelken hy geheel zyn levennbsp;eeiie groots devotie gehad hetfc , en nanbsp;een vast betrouwen tegen de dood. Zynnbsp;gemoed is ttil en asndagtig, zyne oogen,nbsp;hart en gedagten na den Hemel.
à Den helfchen Satan, raazend van fpyt, (werpt zig ter aarde met zynen boek, daarnbsp;(miet in gtfclreven is, omdat de ziel vannbsp;I dezen Bervenden mensch zonder zonden is.nbsp;; Maar zynen goeden Engel toont hem eennbsp;i ! Boek, dat vol gefchreveu is van zyne goe-‘ de werken.
' Onzen Heere vertoont hem een minne-lyk aangezigt, en roept hem om in zyn Kyk te kome.n.
Wat eenen troost voor hem, wat een»» kïlukkigen Baat, de Confciei tie vry vaanbsp;^oiid'en, den Hemel open eu de hel getlo-den duivel op de vingt, de H. Maagdnbsp;de Engelen, en Heiligen bidden voornbsp;' J 1 omdat hy geheel zyn leven eene groo-devotie tot hun gehad heeft.
-ocr page 24-TOT DEN LEZER.
Dit if tien S^issd van eencn TLen-daar, luaarin iedereen trin zien den elendigen ßaai van een zondaarigenbsp;Ziel. Gy hebt ouk gezien den zaligennbsp;ßaat van eene Ziel, die in de gratienbsp;Gods is: met eene kleine vertoor.ùtg vannbsp;de pynen der belle van eene Väy'docmdenbsp;ziel, en' 'vervolgens bebt gy gemerkt dennbsp;loon, die God is..gevende,, aan ße ger.enbsp;nen, die bem vreczen, ccten en dienennbsp;ep deze 'leacreld. Zö gy dit Boekje bebtnbsp;door Zien en ovcrlezen, niet -vast voorneemt u te beketren, uw leven te bete
ren, en de zonden te verlaten, zo moogt gy i-i wel verzekeren, dat het met uwinbsp;zaaken kwal^k 'zal gaan.
Daarom in alle uwe werken gedcnlit uwer Gitterßen , en in der eettwigbei»nbsp;zitlt gy niet zondigen.
APPROBATIE.
Mag profvtelyk gedrukt worden, aldus gedaan tot Brusfel den 30 Deccra-ber lóSj.
A, HERREMANS, Pleb. Libr- Ce lij.
APPROBATIE.
IL ondergef. Paulus Bondot, Kano-nd: en Aarts-Diaken van de Hoofd-Kerk tot Keulen , bekenne gezien en gelezen te hebben dit klein Boekje,nbsp;den Spiegel der Zondaaren. Den 9. January 1589.
P. BOUDOT, Jrfi.
î\
^6
-ocr page 29- -ocr page 30-