'SUL Ö. E.IiO
-ocr page 2- -ocr page 3- -ocr page 4-Vjî Ű. h.
'•.i' );'/crsîiO'i igt;
der
Ruimîôlijke 'vVet-snscriapprtti Kaartenverzameling
tînivcrsifosî Utrecht
Facuiîeiî der
-ocr page 5-V_L' Ű
„Gaat dan henen, maakt al de volken tot mijn discipelen en doopt hen in den naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes en leertnbsp;hen onderhouden al wat ik U bevolen heb. En zie. Ik ben met u al denbsp;dagen, tot aan de voleinding der wereld”.
(Matth. 28 : 19, 20)
herdenkingsnummer 225 JAAR SURINAME-ZENDING
samengesteld door Ds. J. J. Legęne nouember 1960
Universiteit Utrecht Faculteit dernbsp;Ruimtelijke Wetenschappennbsp;Kaartenverzameling
-ocr page 6- -ocr page 7-,,Gaai dan henen . . .
Door de nog stille en slapende tropenstad haasten zich in hetnbsp;wit geklede mannen, vrouwennbsp;en kinderen. Het is Paasmor-gen, het feest der Opstanding,nbsp;het feest van het nieuwe Leven. De gemeente van de Opgestane Heer gaat naar het kerkhof. Nog is de zon niet bovennbsp;de horizon, als de mensen opnbsp;de begraafplaats aankomen,nbsp;maar hoog in de bomen rondom, zingen de vele bonte vogelsnbsp;hun morgenlied. Al gauwnbsp;wordt hun lied echter over
stemd door het gezang van de ... meer dan 200 in getal...nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;gemeente, begeleid door koper
blazers. Daar staat de gemeente ; rondom liggen de graven van de zendelingen, van mannen, vrouwen en kinderen. Sinds meer dan een eeuw worden hier de evangeliebodennbsp;ter ruste gelegd.
Wanneer we al die graven zien en denken aan de vele bekende en ook onvindbare graven in het oerwoud, meer dan tweehonderd in getal, dannbsp;vragen wij ons af, was dat nodig? Zijn de offers niet te groot en te talrijknbsp;geweest?
„Ik geloof, dat onze broeders en zusters, die in de Heer ontslapen zijn, tot de hogere gemeente zijn opgevaren en ingegaan in denbsp;vreugde van hun Heer,”
spreekt de predikant.
En de gemeente rondom ons is er het levende bewijs voor, dat hun offer niet tevergeefs was. Rondom hun graven verzamelt zich de door denbsp;eeuwen heen tot een zelfstandige kerk gegroeide gemeente, die nu zelfnbsp;haar boden uitzendt naar het bosland.
Niet allen liggen zij hier begraven. Van velen kennen wij niet eens het graf. „Gods-akker” wordt in de Broedergemeente met voorkeur de begraafplaats genoemd. Gods-akker is heel Suriname geworden voor denbsp;mannen en de vrouwen, uit het verre Herrnhut hierheen gekomen, omdatnbsp;de Heer hen zond en de gemeente hen afvaardigde. Zij kwamen naar ditnbsp;land: „om te zien of er soms onder de Wilden (Indianen) en Moren (Negers)nbsp;iets voor de Heiland te winnen was.”
Ook hij ligt hier niet begraven, broeder von Larisch. Te voet vertrok hij met Georg Piesch en Georg Berwig op 7 augustus 1735 uit Herrnhut opnbsp;weg naar Amsterdam. 30 oktober zeilden zij weg om „reeds” op 20 december te Paramaribo te landen. Maar op 4 februari daaropvolgend moestennbsp;Piesch en Berwig hem reeds begraven, bij de Blauwe Berg in het binnenland van Suriname. Ontmoedigd verlieten weldra de andere twee hetnbsp;land. Maar het begin was gelegd, het eerste zaad gezaaid. Twee jaarnbsp;later landden er weer nieuwe zendboden in Suriname, onder hen ooknbsp;weer broeder Berwig. Want Gods werk moest immers doorgaan. En wienbsp;hadden de Blijde Tijding van Leven en Verlossing meer nodig dan denbsp;negerslaven op de plantages in Suriname? Naar hen keek niemand om,nbsp;maar de Heer had wel naar hen omgekeken, toen Hij aan het kruis ooknbsp;voor hen stierf. Die boodschap moest hen gebracht worden, koste watnbsp;het kost. Zij verhuurden zich als slavenopzichters, omdat dat de enigenbsp;manier was met de slaven in aanraking te komen. Hoe zwaar viel hunnbsp;die taak, maar: „omdat wij ervaren, dat de Heiland ons van dag tot dagnbsp;helpt, vertrouwen wij, dat Hij het ook verder doen zal, al is de weg, dienbsp;voor ons ligt duister,” zo schreef een van hen naar huis. Allen en allesnbsp;spande ook wel tegen deze eenzame broeders samen, de planters en denbsp;officiële kerk, het klimaat en de onbekende tropische ziekten. Maarnbsp;hoevelen er ook stierven, telkens weer waren er nieuwe broeders en
3
-ocr page 8-zusters bereid, hun plaatsen in te nemen. Het was immers de Heer, die hen tot deze dienst riep. Vol geloofsmoed en bezield met een vurig verlangen: „zielen voor het Lam te winnen”, kwamen zij in Suriname aan.nbsp;Onder hen ook de jonge broeder en zuster Stolt Na een week op hunnbsp;post gestaan te hebben, stierf zuster Stolt Haar man volgde haar binnennbsp;enkele dagen. Ergens diep in het oerwoud, wijst een op zijn kant geplaatste riviersteen, de plaats aan waar hij begraven ligt.
„Ere zij Hem, die is de opstanding en het leven”, spreekt de predikant over de graven.
Een holle frase? Toch niet, de gemeenten over het gehele land verspreid bewijzen het tegendeel.
Paasmorgen op Langatabbetje aan de Marowijnerivier. Ook hier de bos-land-gemeente zingend op de Gods-akker. Enige jaren geleden werden de graven hier nog geschuwd en gevreesd. De geest van de gestorvenenbsp;woont immers bij het graf. Niemand durfde de begraafplaats schoon tenbsp;houden van onkruid. Maar nu, op de dag vóór Pasen zijn een paar broedersnbsp;toen het reeds donker begon te worden, onder aanvoering van het opperhoofd aan het wieden geslagen. Want Jezus leeft immers, en daaromnbsp;vrezen wij geen geesten meer. Omdat we het weten: „wie in Hem gelooftnbsp;zal leven, ook al is hij gestorven”, zoeken we op Paasmorgen de gravennbsp;op, als een getuigenis van het Leven en de Verlossing.
Het leven en de verlossing in Christus aan alle mensen geschonken, hebben de Broeders in woord en daad naar Suriname willen brengen.nbsp;Zij hebben daarbij hun eigen leven niet geteld. Het ware, blijde levennbsp;wilden zij verkondigen en daarom verhuurden zij zich op de plantages,nbsp;en volgden zij de wegvluchtende slaven tot diep in het oerwoud, overnbsp;stroomversnellingen heen. Op een bijna verkwistende wijze werden levensnbsp;gegeven in de dienst van de Heer. Maar men wist zich geroepen en wistnbsp;ook, dat geen offer te groot kon zijn om mensen de verlossing te brengennbsp;en hen te redden uit denbsp;macht van de Boze, dienbsp;daarginds in levendennbsp;lijve rondging. Geennbsp;offer was te groot, omdat de Heer zelf Zijnnbsp;leven gegeven had alsnbsp;offer voor henzelf ennbsp;de negers van Suriname. De graankorrelnbsp;moest in de aarde vallen wilde hij vruchtnbsp;voortbrengen.
Wij vandaag kunnen slechts met dankbarenbsp;verbazing de geschiedenis der zending innbsp;Suriname lezen, een geweldig epos van mannen en vrouwen, dienbsp;met hun eigen leven denbsp;grenspalen van Godsnbsp;koninkrijk vooruitschoven tot de Boven-Suri-namerivier en stroomopwaarts langs de Ma-rowijne. Veel is overnbsp;hun leven niet bekend,nbsp;zij zouden het ook nietnbsp;anders gewild hebben, maar „hun daden volgen hen na”, hier op aarde,nbsp;maar zeker ook ginds voor de troon van God.
Ook hij ligt hier niet begraven: Theophilus Salomo Schumann, de apostel onder de Indianen, de oorspronkelijke bewoners van Suriname en hetnbsp;aangrenzende Berbice. Reeds in 1740 was men daar de arbeid onder de
4
-ocr page 9-Indianen begonnen. Zelfs was het gelukt de Indianen rondom een eigen nederzetting „Pilgerhut” samen te trekken. Toen dan in 1748 de taalgeleerde Schumann de leiding van de gemeente op zich nam, groeide dezenbsp;Indiaanse gemeente uit tot meer dan driehonderd zielen. Helaas echternbsp;moest ook dit werk gestaakt worden, vanwege de tegenwerking van denbsp;blanken en de haat van de gevluchte slaven. De Indianen werden immersnbsp;door de plantage-bezitters gebruikt als jachthonden om de gevluchtenbsp;slaven te vangen en dood of levend terug te brengen. In 1763 werdnbsp;Pilgerhut door opstandige slaven ge
heel verwoest. Schumann beleefde dit niet meer, hij was reeds in 1760 gestorven, een en veertig jaar oud.nbsp;Verschillende gemeenteleden warennbsp;echter reeds uitgeweken naar Suriname en hadden zich daar aangesloten bij een andere Indiaanse gemeente. Maar ook deze en nog meernbsp;gemeenten zijn om verschillendenbsp;redenen in de loop der jaren verdwenen.
Is deze arbeid dan toch tevergeefs geweest? De offers onnodig gebracht? Of is het zo, dat God Zijnnbsp;boden zendt volgens Zijn plan ennbsp;wil, ook dan wanneer hun werk nietnbsp;blijvend is? Zo hebben de oude broeders het begrepen. God zendt ennbsp;wanneer wij vruchten mogen ziennbsp;van onze arbeid, dan is dat slechtsnbsp;zijn genade. Maar in de eerste plaats
r-ndinnen nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;gaat het Om gehoorzaamheid aan zijn
bevel, de rest mogen wij in Gods handen laten en geloven, dat iedernbsp;woord in zijn naam gesproken, iedere daad in zijn naam verricht, nietnbsp;zonder gevolg zal blijven. Eens, op de laatste dag, zal blijken, dat ook denbsp;arbeid van de Indianen-zendelingen der Broedergemeente niet ijdel was.nbsp;1 juli 1863. Tweemaal vulde zich op de morgen van 1 juli 1863 de Grotenbsp;Stadskerk in Paramaribo. Het was de dag van de „vrij-wording” (Emancipatie). „Indien dan de Zoon u zal vrijgemaakt hebben, zo zult gij waarlijk vrij zijnquot;, was de tekst der prediking op deze dag. Acht en twintigduizend slaven waren er toen reeds gedoopt of ontvingen dooponderricht.nbsp;Een volkskerk was geboren met alle vreugden en gebreken van dien.nbsp;Maar uit die kerk zal in de eerstvolgende jaren een zelfverantwoordelijkenbsp;kerk ontstaan. Zelfverantwoordelijk wil zij zijn tegenover haar Heer ennbsp;zijn opdracht aan haar, het Evangelie te prediken tot een getuigenis voornbsp;alle volken.
...maakt al de volken tol mijn discipelen en doopt hen...
En hiertoe heeft zij alle kans. Bijna uniek in de zendingsgeschiedenis is de situatie in Suriname, waar Hindus en Mohammedanen, Confucianennbsp;en Animisten naast elkaar wonen. Dagelijks wordt de kerk van Christusnbsp;daar geconfronteerd met het heidendom in al zijn vormen, van ultramodern asfalt-heidendom tot het diepzinnige denken van de Hindus.nbsp;Want na de slavenbevrijding kwamen hindustaanse contractarbeidersnbsp;naar Suriname. Hindus, zoekers naar het ware Leven sinds duizendennbsp;jaren. Hoe kon het anders, dan dat de zending ook hier een taak zag.nbsp;Maar een geheel andere aanpak van het werk was hier nodig, taal, zedennbsp;en godsdienst moesten worden bestudeerd om de boodschap van hetnbsp;Leven met vrucht te kunnen verkondigen. Groot was ook de sociale noodnbsp;onder de contractarbeiders en vooral ook onder hun kinderen. Daaromnbsp;opende de zendeling P. M. Legęne in 1917 een kinderhuis voor hindustaanse kinderen. Tot op deze dag worden hier kinderen met Jezus innbsp;aanraking gebracht en opgevoed tot volwaardige en verantwoordelijke
5
-ocr page 10-nPHElUtAdKlf MET lIOOdSTDKSZ. l’OEUTEMMINd, AAE 7.1JEE. ilAJKXlEIT nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;j, lŚN KONING DEK NEDEKI.ANDEN, GH O OT “ lîEKTOG VAN I.UXEMBUKG knz.knz.enz. h ^oor nbsp;nbsp;nbsp;^i/vuugt;m- en- cnJeriűini^ô-tlt;'n˙)n'nlt;!(rrPIEHRK BERANGER en^•it \-xen (čmmů^'trŕ-^neeiia/en^'uvennenn iE'/- Ečŕtnie-Burinant’- 'i‘»'^0»fMeTa^ŕf^inviif/uŕ.ô^,if.Cc/iecÜ!n7tlt;ieiillt;e(iŁ,i.l(.V:Gei.enlt;7esu-.Nefgt;-Jlt;nEilt;/j7t.rMrcSer^ii˙a-J)cSirclt;-(gt;'.-(Hl/ir˙agt;mi^f:.MaaNŔA^ti.-A’»Atflt;JaA,2sF(^gt;-,,,,gt;-^,/l,7. |
PARAMARIB 0 1)2:DiÉ Al APEEtlJiArjOE; A SA MAJESTÉ LE KOI DES PAIJS-BAS, GHAND DUC LE LUXEMBOURG ktc.etc.etc. ÉF,»- Ačn- Jiafnéi-. e7^/igt;7č7c FIFJIRE BFäÄEGER dliva/ier. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;c/J'oav»-/ilt;-jR- (/,¦ /a. (ű/oftie JRf /naBie.- Ji'upr.-A A-’uiniN ftti.!eüy)itgt;vr/a/K it Cc/ÉrTeienJ.'NFnsifu.~i’iieya//frPiezrfflem/i^fr. Gnrrc flar /'.Jiiftenei .tcM /lt;gt; PirtcAcn Ne i’-Xattrisof! ęNNeur ŕAifbrte/Naiil/eifrATicriSip |
nPHElUtAdKlf MET lIOOdSTDKSZ. l’OEUTEMMINd, AAE 7.1JEE. ilAJKXlEIT nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;j, lŚN KONING DEK NEDEKI.ANDEN, GH O OT “ lîEKTOG VAN I.UXEMBUKG knz.knz.enz. h ^oor nbsp;nbsp;nbsp;^i/vuugt;m- en- cnJeriűini^ô-tlt;'n˙)n'nlt;!(rrPIEHRK BERANGER en^•it \-xen (čmmů^'trŕ-^neeiia/en^'uvennenn iE'/- Ečŕtnie-Burinant’- 'i‘»'^0»fMeTa^ŕf^inviif/uŕ.ô^,if.Cc/iecÜ!n7tlt;ieiillt;e(iŁ,i.l(.V:Gei.enlt;7esu-.Nefgt;-Jlt;nEilt;/j7t.rMrcSer^ii˙a-J)cSirclt;-(gt;'.-(Hl/ir˙agt;mi^f:.MaaNŔA^ti.-A’»Atflt;JaA,2sF(^gt;-,,,,gt;-^,/l,7. |
PARAMARIB 0 1)2:DiÉ Al APEEtlJiArjOE; A SA MAJESTÉ LE KOI DES PAIJS-BAS, GHAND DUC LE LUXEMBOURG ktc.etc.etc. ÉF,»- Ačn- Jiafnéi-. e7^/igt;7č7c FIFJIRE BFäÄEGER dliva/ier. nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;nbsp;c/J'oav»-/ilt;-jR- (/,¦ /a. (ű/oftie JRf /naBie.- Ji'upr.-A A-’uiniN ftti.!eüy)itgt;vr/a/K it Cc/ÉrTeienJ.'NFnsifu.~i’iieya//frPiezrfflem/i^fr. Gnrrc flar /'.Jiiftenei .tcM /lt;gt; PirtcAcn Ne i’-Xattrisof! ęNNeur ŕAifbrte/Naiil/eifrATicriSip |
Evangelie. Eerst in 1947
te werken. Nu hebben zij — voor een
burgers in de wereld en, zo God wil, ook in zijn Koninkrijk. Ook uit dit volk groeide in de loop der jaren een kleine gemeente, die in Christusnbsp;haar eeuwenoud verlangen naar verlossing gevonden heeft. Maar bijnanbsp;door al die jaren heen rustte heel het werk op een of twee zendelingennbsp;en enkele hindustaanse evangelisten. Door gebrek aan geld kon de stafnbsp;nooit worden uitgebreid. Vandaag is er temidden van dit zich snel uitbreidende volk van bijna tachtigduizend zielen, een gemeente van netnbsp;vijfhonderd leden. Ook voor onze generatie geldt nog de zendingsopdracht,nbsp;heen te gaan en de volken tot zijn discipelen te maken.
Naast de Hindustanen kwamen de ijverige Mohammedanen uit India, maar ook uit Java, naar Suriname. En weer zag de zending der Broedergemeente zich geroepen haar werk ook onder dit volk uit te breiden.nbsp;Zendeling Bielke werd als pionier voor dit werk opgeleid en uitgezonden.nbsp;Moeizamer nog dan het werk onder de Hindus, was en is dit werk ondernbsp;de Mohammedanen. Ook voor de kinderen van deze Javanen werd tenbsp;Leliëndaal een kindertehuis geopend, dat tot op de huidige dag plaatsnbsp;biedt aan omstreeks tachtig kinderen en steeds geheel gevuld is. Evangelisten werden en worden opgeleid en reeds is de eerste indonesischenbsp;predikant in Suriname aan het werk onder zijn eigen volksgenoten. Metnbsp;woord en geschrift tracht de zending hen God te leren zien, niet als denbsp;onbewogen en onbeweegbare ijsberg die Allah is, maar als de levendenbsp;en met zijn mensenkinderen meelevende Vader en Heiland.
In en om de stad Paramaribo leven ook nog enkele duizenden Chinezen. Enkelen van hen behoorden reeds in China tot de christelijke kerk.nbsp;Anderen, die het Nederlands of Surinaams machtig waren, sloten zichnbsp;bij de Creolengemeente aan. Maar het overgrote deel leefde zonder innbsp;aanraking te komen met hetnbsp;Broedergemeente ook onder hennbsp;groot gedeelte uit eigen middelennbsp;gebouwd — een kapel, waarnbsp;iedere zondag in het Chinees denbsp;ene boodschap van het Leven aannbsp;hen wordt verkondigd. En kortgeleden is een jonge Chinese predikant uit China in Surinamenbsp;aangekomen om samen met zuster Streefland deze kleine actievenbsp;gemeente leiding te geven.
.. . en leert hen onderhouden
alle wai Ik u bevolen heb .. .
Zo wordt zondag op zondag in vele talen het evangelie verkondigd aan de volken, samengekomen in Suriname. In het Hindi ennbsp;Indonesisch, in het Chinees en innbsp;het Surinaams wordt het Woordnbsp;Gods uitgedragen tot de mensen.nbsp;Maar niet slechts met het woord,nbsp;ook met de daad heeft de Broedergemeente van den beginne afnbsp;het evangelie van de liefde Godsnbsp;tot alle mensen verkondigd. Totnbsp;diep in het oerwoud verrezen internaten en scholen voor de kinderen. En wie zal zeggen, voor hoeveel kinderen in de loop der jaren hetnbsp;verblijf in zulk een internaat van blijvende betekenis geweest is? Hiernbsp;immers wordt hen de kans geboden werkelijk en helemaal kinderen tenbsp;zijn. Hier mogen zij in een christelijke omgeving spelen en leren, en hiernbsp;wordt hun verantwoordelijkheid in vrijheid geleerd. Geen wonder, datnbsp;b.v. de gemeenten uit de Aziaten voor een groot deel gevormd worden
8
-ocr page 13-uit oud-internaatskinderen. Vele vooraanstaande mannen in het land waren eens internaatskinderen der Broedergemeente.
De eerste zendelingen waren mannen met een vooruitziende blik, want reeds zij zagen de noodzakelijkheid van het onderwijs ook voor denbsp;slaven. Helaas duurde het tot 1844 voor het officieel toegestaan werdnbsp;slaven te onderrichten. Veel is er door hen en ook later gedaan op hetnbsp;gebied van bijbelvertaling en literatuur-verspreiding en veel ook vooralnbsp;op het gebied van hetnbsp;kerklied. De eerstenbsp;zendingsschool in hetnbsp;bosland stond er reedsnbsp;in 1767! Nu staan ernbsp;over het gehele landnbsp;verspreid ruim 50nbsp;scholen met ongeveernbsp;achttienduizend kinderen en een lerarenkorps van vijfhonderdnbsp;zes en twintig krachten.
Ook op het gebied van de sociaal-econo-mische verheffing vannbsp;het volk is vanaf hetnbsp;begin veel gedaan. Denbsp;eerste zendelingen —nbsp;zelf handwerksliedennbsp;— namen slaven innbsp;dienst, niet alleen omnbsp;hen tot het evangelienbsp;te kunnen brengen,nbsp;maar ook om hen opnbsp;te leiden zelfstandignbsp;een beroep te kunnennbsp;uitoefenen. Om mannen en vrouwen werknbsp;te verschaffen, werdnbsp;in 1768 de zendingsfirma Kersten amp; Co opgericht. Vandaag is er het uitgebreide werk van de stadszending, met daaraan verbonden het diaconaal-sociale werk onder armen, ouden, wezen en werklozen. Daarnaast staatnbsp;er in de stad het prachtige Jeugdcentrum. Vanuit dit centrum, metnbsp;stadion, sportvelden en gymnastieklokaal, wordt getracht de jeugd eennbsp;goede vrije tijdsbesteding te bieden in sport en spel en hen daarnaastnbsp;ook door middel van lezingen en jeugddiensten geestelijk op te voeden.nbsp;Hier worden ook cursussen gegeven voor jeugdleiders en leidsters, dienbsp;op hun beurt in de verschillende stadswijken jeugdgroepen organiserennbsp;en leiden.
Ook de medische nood, destijds ontstellend groot in een land met slechte hygiënische omstandigheden, diepe armoede en allerlei tropische ziekten,nbsp;heeft steeds de aandacht van de zending gehad. Iedere zendeling wasnbsp;ook een soort dokter. En we kunnen niet anders zeggen, dan dat metnbsp;Gods hulp vaak wonderen door hen werden verricht. Verbazingwekkendnbsp;is echter, dat reeds in 1740 een duitse zendeling-arts werd uitgezonden.nbsp;Veel succes hadden zijn pogingen wel niet, mede door tegenwerking vannbsp;de plantage-heren en ook vanwege de angst van de slaven voor denbsp;westerse medicijnen. Werkelijk blijvend medisch werk werd er eerstnbsp;begonnen, toen in 1934 de hollandse diakones zuster Nellie de Borst uitgezonden werd. Uit haar medisch werk ontstond het eerste zendings-hospitaal te Kabel. Maar een hospitaal voor een gebied bijkans drie maalnbsp;zo groot als Nederland, zonder andere verbindingen dan de rivieren wasnbsp;veel te weinig. Daarom werd aan de andere kant van Suriname, aan denbsp;Marowijne-rivier op Stoelmanseiland het Johannes King Zendingshospi-
9
-ocr page 14-taal opgericht. Ter vervanging van het hospitaal te Kabel, dat over enige jaren door het Brokopondo-stuwmeer overspoeld zal worden, werd eennbsp;begin gemaakt met de bouw van een nieuw hospitaal te Djoemoe. Ooknbsp;het poliklinische werk in het bosland zal in de komende jaren uitgebreidnbsp;worden. Kabel en Stoelmanseiland zijn voor alle boslandbewoners begrippen geworden. Er is welhaast geen van hen, die niet een van dezenbsp;twee hospitalen kent. Dag aan dag vullen zich de poliklinieken en ziekenzalen. Nu eerst hebben de Bosnegers werkelijk gelegenheid medisch verzorgd te worden. Nu eerst kon er een werkelijk begin gemaakt wordennbsp;met de bestrijding van de vele tropische ziekten. Nu kon de schrikbarendenbsp;kindersterfte bestreden worden. Zonder vrees en in vol vertrouwennbsp;komen de mannen, vrouwen en kinderen om zich te laten behandelen.nbsp;Zij weten, dat niemand van hen gedwongen zal worden christen te worden. Maar zij weten ook dat, na als genezen ontslagen te zijn, zij naarnbsp;huis zullen gaan met allerlei vragen in hun hart. Want iedere morgennbsp;horen zij in het hospitaal de morgenzegen, zij horen er — en vaak voornbsp;het eerst — van Jezus, de Arts voor ziel en lichaam. Bovenal ervarennbsp;zij het aan hun eigen lichaam, dat de „boze geest” in hun buik een ontstoken blinde darm bleek te zijn. Hollandse dokters samen met Surinaamse en hollandse verpleegsters staan dag en nacht voor hen klaarnbsp;met de modernste middelen, hun ter beschikking gesteld door particulieren en instanties in Suriname en Nederland. Ook daar in het bosland is met de komst der zending een nieuwe tijd aangebroken, een tijdnbsp;waarin geestelijke en lichamelijke bevrijding niet alleen gepredikt, maarnbsp;ook daadwerkelijk geboden werd. Vandaag is dat nieuwe leven overalnbsp;zichtbaar en merkbaar, dank zij hen die uitgingen en dank zij hen, dienbsp;thuis met gebed en gave hen steunden en kracht schonken.
, . . En zie, Ik ben met u, al de dagen . . .
Weer staan we in Suriname aan het begin van een nieuwe tijd. Suriname, als een vrij en zelfstandig deel van het Koninkrijk der Nederlanden, bouwtnbsp;aan een grootse toekomst. Onvoorstelbaar grote veranderingen op sociaal-economisch en geestelijk gebied staan voor de deur. Met deze komende veranderingen komt ook de grote krachtproef voor de gemeente van Christusnbsp;in Suriname. Zal zij in staat blijken te zijn aan de vele verzoekingen dernbsp;nieuwe tijd weerstand te bieden? Zal zij God boven de Mammon blijvennbsp;kiezen? Zal zij op de vele vragen door de nieuwe tijd haar gesteld, hetnbsp;juiste antwoord weten te geven? Zal zij door alles heen vast willennbsp;blijven houden aan de simpele, maar met kracht geladen waarheid: dat
Christus gekruisigd is en opgestaan? In deze krachtproef, die zij moet doorstaan, mogen wij hiernbsp;haar niet alleen laten staan. Hetnbsp;werk van tweehonderd vijf ennbsp;twintig jaren mogen wij maarnbsp;niet zo afbreken, maar moetennbsp;wij samen met haar voltooien, innbsp;verbondenheid als leden van denbsp;ene algemene christelijke kerk,nbsp;wiens Hoofd en Heer Jezus Christus is.
. . . fof aan de voleinding der wereld . . .
Meer dan tweehonderd graven over heel Suriname verspreid,nbsp;spreken van de verschrikkelijkenbsp;macht van de dood, maar zij ge-
tuigen ook in alle eenvoud en stilte van de macht van Hem, die het Leven is. Nog leven ginds mensen, die de naam van Christus en het ware leven
10
-ocr page 15-niet kennen. Nog sterven er kinderen, die met een klein beetje medische hulp in het leven gehouden hadden kunnen worden. En nog zijn er in hetnbsp;oerwoud vele kinderen, die nooit naar school gaan, omdat er tot in de verrenbsp;omtrek geen school voor hen is. Binnen enkele jaren zullen grote gedeeltennbsp;van het oerwoud opengelegd worden en zal de moderne wereld van bulldozers en pneumatische boren, van het geld en de onrust het stille boslandnbsp;binnendringen. Vele mensen zullen moeten verhuizen, omdat het grotenbsp;stuwmeer bij Brokopondo aan de Surinamerivier hun woonplaatsen zalnbsp;overspoelen. Maar met die verhuizing zullen zij eveneens losgemaakt worden van eeuwenoude bindingen, door tradities en godsdienst bepaald. Hun afgodstempels en heilige bomen, hunnbsp;jachtgronden en akkers zullennbsp;door het water bedekt worden.nbsp;Wie en wat zal hen dan voornbsp;geestelijke, sociale en culturele ondergang behoeden? Denbsp;zending zal bereid en klaarnbsp;moeten zijn hen geestelijk ennbsp;lichamelijk die hulp te bieden,nbsp;die zij meer dan ooit nodignbsp;zullen hebben. Zal zij daartoenbsp;ook in staat zijn?
De gemeente is van de Godsakker naar huis teruggekeerd. Stil liggen de graven der „oudenbsp;Helden” weer in de fellenbsp;tropenzon, de heel oude, maarnbsp;ook de nieuwe. Want voor denbsp;uitbreiding van Gods Koninkrijk offeren ook vandaag nog mannen ennbsp;vrouwen hun leven.
Onderweg naar huis worden we telkens gegroet met de woorden: de Heer is opgestaan!
Dat is de vrucht van tweehonderd vijf en twintig jaar zendingsarbeid: de graven hier op de Gods-akker en ginds in het bosland langs de grotenbsp;rivieren en deze blijde groet.
Tweehonderd vijf en twintig jaar lang heeft vanuit Europa, eerst uit Duitsland en toen uit Nederland het antwoord in woord en daad op dezenbsp;groet geklonken, even blij, even spontaan over de graven heen: Ja, Hij isnbsp;waarlijk opgestaan!
Omdat Hij leeft, konden de zendelingen vrijmoedig hun leven ten offer brengen voor de uitbreiding van Zijn Koninkrijk. En dat Koninkrijk isnbsp;gekomen, ook in Suriname onder alle volken daar en het zal zich verdernbsp;uitbreiden, omdat de gemeente daarginds en de gemeente hier weet vannbsp;de Heer, die leeft, die kwam in de gestalte van het Lam Gods, dat denbsp;zonde der wereld naar het kruis droeg, die komt in het woord der prediking en die komen zal als Overwinnaar.
11
-ocr page 16-l Vv'/’zEďiquot;'
Üniversitôlt Utrecht
-ocr page 18-