|
||||||||||||||||
BWS.
|
||||||||||||||||
fr
|
||||||||||||||||
£J>
|
||||||||||||||||
■
|
||||||||||||||||
AMSTERDAM.
|
|||||
KUNSTHISTORISCH INSTITUUT
DER RIJKSUNIVERSITEIT UTRECHT |
|||||
UITLEGGING
DER
TITEL PRENT E.
J)e groote Stad, en Kroonftad aller Steden,
't Ryke AMSTERDAM, dat Neêrlands aanzien fchraagt,
Wordt hier verbeeld door de aartsaanvalligheden, Van eene fchoone, en vrye, en eedle MAAGD.
Zy toont, vol moeds, befchermd door wyze Wetten, Stads Wapenjcbildl een Wichtje, vlug van drift,
Zweeft herwaarts aan, om op 't Blazoen te zetten De Keizerskroon , een Vorstelyke gift.
Een Ander komt der Schoone een' vollen horen Van Tarwe, en Ooft, en Goud, en Paarlen biên:
Zy grypt den halm, en zegt, van Oosterskooren, Houd ik de Markt, heb ik myn Stad voorzien.
Een Derde torst de dierbre Pergamenten, Handvesten van haar' vrydom, van haare eer;
Van vryen dienst de kostelykfte renten, Gezegeld en bezwooren door den Heer.
Dat in haar' Muur de nutte Kunsten woonen, Leert ons het Wichtje, omringd van wyze hlahi.
De fiere MAAGD, om ook haar pragt te toonen, Biedt ons een trits van Hoofdgebouwen aan.
Zo praaltze aan 't X, daar alle Kielen vaaren; Aan d'Amflelzoom, haar' Moederftroom en Stam-,
En vult haar' Kreits met al des waerelds Waaren. Stads Zegeldrig blaast moedig AMSTERDAM!
|
||||
(-Tl
JL' |
7^MST]E3RBAlC%yISAAK-TIRi01f,
|
||||||
<?ic.
|
|||||||||||
AMSTERDAM,
IN Z Y N E
OPKOMST, AANWAS,
GESCHIEDENISSEN,
VOORREGTEN,KOOPHANDEL,
GEBOUWEN,
KERKENSTAAT, SCHOOLEN,
SCHUTTERYE, GILDEN REGEERINGE,
|
|||||||||||
BESCHREEVEN,
\ D O O R
JAN WAGENAAR,
HISTORIESCHRYVER DER STAD.
EERSTE STUK. |
|||||||||||
Te A M S T E R D A M,
By I S A A K T I R I O N.
M D C C L X. Met Friviligit van de. Edele Groot-Mogende Heeren Staaten van
Hofland en Weftvriesland. |
|||||||||||
KUNSTHISTORISCH INSTITUUT
»SR RIJKSUNIVERSITEIT UTRECHT |
|||||||||||
AAN DE
EDELE GROOT-AGTBAARE HEEREN, SCHOUT,
BURGEMEESTEREN,
SCHEPENEN, EN
R A A D E N
DER STAD
AMSTERDAM.
|
||||
EDELE GROOT-AGTBAARE HEEREN,
JL;ang, veel te lang, hadt het uw
Amsterdam, die welbeßierde Stad,
ontbroken aan eene uitvoerige , * 3 naauw-
|
||||
O P D R A G T.
naauwkeurige en nuttige Befchry-
ving, dan dat eene Wethouder- fchap , die van het dienen en hel- pen der Burgerye een voornaam voor- werp haarer zorgen maakt, niet,ein- delyk eens, de middelen uitvinden, en in 't werk ftellen zou, om het reikhalzend verlangen van het op- merkzaamfr. gedeelte der ingezete- nen naar zulk eene Bcfchryvinge , te boeten en te voldoen. Uwe Voorzaaten , Edele
Groot-Agtbaare Heeren, verftonden , reeds voor ruim der- tig jaaren , dat zy , om de goede; Gemeente van zulk eene Befchry- ringe te voorzien , de Stads Regis- ters , de egte bronnen , waaruit de gegronde kennis der oude en laate- re gelegenheid , gefchiedeniiTen en Regeeringe der Stad gefchept moet worden , moeden openleggen voor |
||||
O'FDRAGT,
zulken, die't werk der Befchryvin-
ge op zig zouden neemen. Maar het voltrekken van dit be-
fluit, het daadelyk openleggen van alle oude en katere Regifters, Brie- ven en Stukken , die van eenigen dienft konden zyn , om de Stad wel te kennen, fcheen gefpaard te we- zen voor deezen tyd , en voor de befcheidene en Vaderlyke Regee- ringe van Uwe Edele Groot- Agtbaarheden, welker groot- moedige Burgerliefde, eindelyk, te raade geworden is, die ryke Schat- kamers van nutte kundigheden , ten dienfte van alle eerlyke ingezetenen, te ontfluiten. Waren 'er, naar 't zeggen van
iemant der Ouden , zeldzaam zulke gelukkige tyden , waarin 9t vry fiondt te gevoelen wat men wilde, en te zeg* gen zvat men gevoelde van 't gene 's * 4 Lands
|
||||
OPDRAGT,
Lands of der byzondere Steden ge-
fchiedeniilèn aanging \ nog zeldzaa* mer9 voorwaar ! zyn , hier ter Ste- de , geweefè zulke tyden, waarin de Overheid zelve den ingezetenen ge- legenheid gaf , om van de Stad, en derzelver ouden en hedendaagfchen toeftand 3 te gevoelen , niet wat zy wilden, maar wat waar is ; en om 't gene zy daarvan gevoelen , onbe- fthroomdelyk, voort te zeggen. Doch die zonderling gelukkige tyden belee- ven de ingezetenen deezer Stad, tegenwoordig. De gunft van Uwe Edele Groot-Agtbaar- HEden fielt hen in ftaat, om al wat voor hun weetenswaardig is te leeren kennen van de Stad, in groo- ter volkomenheid, dan zy 't, ooit voorheen , hebben können kennen, En 't flaat hun vry, de verkreegen kundigheden , befcheidelyk , mede te deelen, daar zy 't goed vinden. |
||||||
<
* |
||||||
O F O R A G T.
Zo 't my, een' gebooren bürget
deezer Stad , nevens andere myne medeburgers , hadt mogen gebeu- ren, blootelyk te ontvangen, 't ge- ne Uwe Edele Groot-Agt- BAARHEDEN aan allen gemeen willen maaken ; ik zou reden t'over gehad hebben, om my in Uwe goedheid te verheugen. Maar nu 't Uwen Edelen
Groot-Agtbaarheden be- haagd heeft , myne pen te gebrui- ken, om den Schat van nutte kun- digheden, die thans ontflooten is, aan alle ingezetenen en anderen rhede te deelen, is myne erkentenis zo veel grooter, als het meer eere en geluk is, te mogen medewerken , tot be- vordering van nutte kennifle in an* deren en in zig zei ven, dan alleen- ]yk te leezen of aan te hooren, 't gene ons weetenswaardigs, door anderen, medegedeeld wordt. * 5 7t Zou
|
||||
P P D R A4 G T.
't Zou vermetelheid zyn , zo ik
immer denken durfde , om deeze en andere gunften , my betoond , aan Uwe Edele Groot-A gt~ Bäarheden te vergelden. De wil mögt 'er zyn; maar de kragten Zouden verre te kort fchieten. Een ding is 'er egter, waardoor
ik myne erkentenis en dankbaarheid aan al de weereld zal können doen blyken, en 't welk Uwe Edele Groot - Agtbaarheden , des houde ik my verzekerd, gun- ftiglyk; voor eene genoegzaame ver- gelding zullen willen aanzien. Gelyk Uw oogmerk , in 't ontfluiten der Schatkift van nuttige kennifle , die uit de Stads Regifters te haaien is, eeniglyk of voornaamlyk was, door myne pen, dienft te doen aan Uwe goede Burgerye, en aan 's Lands in- gezetenen in 't gemeen ; zo zullen |
||||
OPDRAGT,
Uwe Edele Groot-Agt-
baarheden zig vergolden reke- nen , wanneer myn arbeid veel nuts toebrengt aan veelen, en aan de in- gezetenen deezer Stad in 't by- zonder. En 't zal myne poft zyn, my hierop met de noodige naar- ftigheid en omzigtigheid toe te leg-* gen. De tyd alleen zal doen zien, welk een' uitflag myne poogingen, ten gemeenen dienfte, zullen gehad hebben. Betaamlyk is 't, ondertuflchen,
dat ik mynen arbeid, waarvan nu de eerftelingen het licht zien, eer- biediglyk toevvyde aan Uwe E- dele Groot-Agtbaarhe- d e n , van welker gunft, in 't o- penleggen der Stads Regifters, het Werk, zo 't eenige waarde geoor- deeld wordt te hebben, zyne mees- te waarde ontleenen moet. Uw
|
||||
f
|
|||||||
O P D R A G T.
UwAMSTERDAM, Ede-
le Groot-Agtbaare Hee- ren, wordt U dan wedergegeven, wien het eigenlyk toebehoort: niet eeniglyk, op dat het, door Uwe magt en aanzien, zou befchermd worden. Dat het werk , zo 't zig zelf niet ftaande houden kan , liever daale in de diepfte vergetelheid, dan dat men Uwe Agtbaarheid hoonen zou, door 5er , in zulk een geval, befcherming van te vergen of te ver- wagten.'t Wordt Uwen Edelen Groot-A gtbaarheden ei- genlyk opgedraagen, op dat de goe- de Gemeente het, uit Uwe waar- dige hand zelve, niet uit de myne, ontvangen Zou. |
|||||||
Dat de Stad, onder Uwe wyze
en vredelievende Regeering, beften- diglyk bloeije \ dat het Regt aldaar befcheidelyk gevorderd, onzydiglyk ge-
|
|||||||
O P D R A G T.
gehandhaafd worde; dat de ruft, de
welvaart, het eerlyk genoegen van alle ingezetenen het groot oogmerk bly ve van alle Uwe opvolgeren , gelyk het het beftendig oogmerk is van U- WE Edele Groot-Agtbaar- heden; dat, eindelyk, in 't beher- tigen van den welftand der Stad, ook het heil en den welftand des gant- fchen Lands , waarvan zy zulk een aanzienlyk deel uitmaakt, moge ge- zogt en behertigd worden, is myne opregtfte en vuurigfte bede. Zo zullen 5s Lands ingezetenen,
by aanhoudende bevinding, overtuigd worden van het duurzaam en wezen- lyk heil, welk, door de goede Re- geering eener aanzienlyke Stad, over het gantfche Vaderland verfpreid wordt! Zo zullen de inwoonersdee- £er Stad in 't byzonder zig gelukkig rekenen, dat zy den gunftigen in- vloed |
||||
O P D R A G T.
vloed deezer heilzaame Regeeringe,
van nader by, ondervinden ! De naam van Amsterdammer zal altoos een der loffelykfte naamen blyven, en ik tot eere rekenen , dat ik my beftendiglyk moge noemen, £DELE GROOT*AGTBAARE HEEREN,
UWER EDELE GROOT-AGTBAARFIEDEN <
|
|||||||||
Getrouwe ingezeten en
gehoorzaame dienaar, |
|||||||||
JAN WAGEN AAR.
|
|||||||||
VOORREDE.
|
|||||||
0 'er ooit eene Stad ware, in of bui- De stad
ten ons Vaderland, die, in haare 5^"** Opkomft , Aanwas en tegenwoordigen waardig, Staat, omftandiglyk en naauwkeüriglyk,ÏÏSrea verdiende befchreeven te worden ; 't is, be- tuiten tegenfpraak, fchree* ° r 7 ven te
worden:
AMSTERDAM. met
naarne,
ten op- Amsterdam, zeg ik, zonder ee-zigte van
nigen eerlyken bynaam; om dat 'er allehaare bynaamen, die men gewoon is te gebrui- ken i om den roem der Steden te ver- heffen , op paffen, öie van aloud, veel- ligt alleen, uitgenomen: en men 'er, met een' ,der Puikdigteren van de voorgaan- de eeuwe, van zeggen kan: Die fchricfclixt van my fzvyght heeft
allerbefl gefeit. Ziet men op de geringe begwfels, van°Pkomft
welken deezeStad, voor minder dan zes was,an eeuwen, opgekomen, en op den fpoed, mer welken zy, in twee of drie eeu- wen , aan ge wallen en groot geworden is; ziet men, vooral, op de verbaazen- de Vergrootingen der Stad, in de jongft voor-
|
|||||||
ir. VOORREDE.
voorleeden eeuwe ,* men verlangt te wee-
ten , door welken zonderlingen famen- loop van oorzaaken , de liegte Amitel- buurt tot eene Weereldftad uitgedyd, en de laage Vifïchers ftulpen in pragtige Paleizen verkeerd zyn. En 't ontvouwen deezer oorzaaken is eene omftandige en naauwkeurige befchry ving waardig. De Gefchie- Gefchiedenißen van zulk eene Stad ver- engen, dienen, insgelyks, uitvoeriglykbefchree- ven te worden; zo om dat zy, naar ge- lang van de grootte der Stad, menigvul- digerzyn, als inzonderheid, om dat vee- len der zelven, naar maate dat de Stad meer invloeds gekreegen heeft op deRe- geeringe des gantfchen Lands, veel ge- wigtigerzyngeweefl,dan die der meefle andere Steden van Holland: 't welk éé- ne van de redenen is, waarom inwoo- ners van andere Steden onzes Vader- lands zig ook nuttiglyk oefenen können, in de byzondere gefchiedeniflen der Stad Koop- Amfterdam. De uitgebreide Koophandel handel, ^eezer Stad , die aan geen enkel wee- relddeel bepaald is, en mogelyk nergens weêrgade heeft, is dubbel waardig, van zynen oorfprong af, opgehaald , en in zynen voortgang vertoond te worden. Gebou- Het groot getal van treflelyke Gebouwen9 wen, welk nog, van tyd tot tyd, toeneemt, en
|
||||
VOORREDE. m.
en waarin Amfterdam de meefle Steden
van den Aardbodem te boven gaat, is eene waardige ftof voor eene naauw- keurige befchryving. 't Beflier der Gods- huizen, Tugthuizen en andere Geßig- ten, zo vermaard buitens Lands, dat vreemde Mogendheden zig, desaangaan- de, wel hebben willen laaten onderreg- ten, verdient, bovenal, naar waarheid, befchreeven te worden: om niet te fpree- Kerken, ken, van den llaat en 't beflier der Ge-^°e°" reformeerde en andere Kerken, der Door- andere lugtige en Latynfche Schooien , en zo ^ftlg" veele andere Genügten, die hier in over- vloed gevonden worden. Ieder burger, ieder inwooner van Amfterdam heeft , voor anderen, belang , om de natuur en herkomft der Schutteryen en Burger- Schutte-' vendelen , en derzelver voorregten enrycnj pligten te kennen: gelyk de oorfprong en Keuren der byzondere Gilden, voorGilden^ alle Gildebroeders en veele anderen , weetenswaardig zyn. De Privilegien enPrMi«. Voorregten der Stad en Burgerye in 't21*11 gemeen, en die der Regeeringe in 't by- zonder, welke laatflen, boven die van veele andere Steden, uitmunten, ver- dienen dubbel, naauwkeuriglyk gekend te worden. Maar de R e g e e r i n g zei- en Re- ve, waardoor wy verftaan de byzondere jj*** * * Amp-
|
||||
I
|
|||||
iv* VOORREDE.
Ampten van Regeeringe, en de wyze,
waarop dezelven, ten gemeenen nutte van zulk eene volkryke Stad , bekleed worden; de Regeering zelve is, om haa- ren luifter en aanzien niet alleen, maar vooral om den grooten dienft , dien zy aan Stad en Land toebrengt, eene ge- gronde , uitvoerige, en naauwkeurige befchryving waardig. Met één woord, gantfch AMSTERDAM, met al wat 'er in is, het leevende en leevenlooze, verdient, zo wel als eenige Stad 5 en meer dan de meeften, opgemerkt en ge- kend , en, ten deezen einde, behoorlyk befchreeven te worden. Drie re- Doch, 't gene, miflchien, minder te waarom verwonderen dan te beklaagen is, 't heeft zulks, den Amilerdammeren, tot hiertoe-, ont- tot hier- broken aan eene naauwkeurige en uit- ♦qp niet*
gefchied voerige Befchryving hunner Stad: 't welk
is- men, voornaamlyk, aan drie oorzaaken, fchynt te mogen toefchryven.
i.Deny- i. In 't algemeen gefproken, is een verheid Inwooner van Amflerdam beft bekwaam, woone- tot het befchryven dcezer Stad. Doch jen, om toen de Stad nog in 't opkomen en aan- Koopen waffenwas, leiden verre de meefte in- handei wooners zig zo vlytiglyk toe , op het xhigee" voorl;zetten hunner neeringe en Koop- voort te handel > dat hun geen tyd tot fchry ven o- ver-
|
|||||
VOORREDE. v.
verfchoot. Zy zullen zelfs bezwaarlyk zetten,
tyd tot leezen gevonden hebben: 't welk ^ foten anderen ook den luft benomen heeft, om boekoc- iette fchryven, dat voornaamlyk door^ee"r"[n,t hen gelezen moeft worden. Hadria-eeift,ge- Nus Barlandus, of Adriaan £W/ftremd* Baarland) die, in 't begin der zeftien- de eeuwe, bloeide, gewaagt van deeze nyverheid der Amfterdammeren, in zy- ne korte Latynfche Befchryving van Hol- land', met deeze woorden: Boe caierisy quanominavi) recentius Oppidum, genus hominum incolit pecunia fludiofius. Quo circa in remotiffimis etiam terris negotian- tur , habentque toto f ere anno externum domi fu<z mercator em. Praflat boe Ulis commoditas portus. dat is „ Amfterdam „ is jonger dan de andere Steden, wel- „ ken ik genoemd heb" [Dordrecht, Haarlem, Delft en Leiden] „ en worde „ bewoond door eene foort van Lui- 5> den , die zeer op wind gezet zyn, 3, Hierom dryven zy handel, zelfs ia „ de afgelegenfte Geweften, en heb- ,, ben, fchier jaar uit jaar in, vreem- „ de Koopluiden by zig t'huis. De be- „ kwaamheid hunner haven is hier oor- „ zaak van (a)." Maar daar de winft- ploeg
(a) Hollandiae compendiofa Defcript. in P> Scrivsäu
Eatav. illuftr. p. 143. * * «
|
||||||
vi. VOORREDE.
ploeg zo fterk gedreeven wordt, fehlet
zeldzaam gelegenheid tot boekoefenin- ge over. *• De 2. Toen de Stad haaren vollen was- omflag dom gekreegen hadt, en toen't, na de van 't opregting der Doorlugtige Schoole, voor heeft 'er omtrent honderd en dertig jaaren, hier veeien niet ontbrak aan geleerde en fchrande- SikffC re niannen> heeft de groote omflag,
die aan 't behoorlyk befchryven van zulk eene aanzienlyke Stad vaft was, on- getwyfeld , veelen van 't werk afge- fchrikt» Hadt de vermaarde Petrus Francius zyne zuivere pen können en willen leenen tot het befchryven der Stad, daar hem zo veel eers beweezen werdt; men zou niet over gebrek aan goede befchryvingen van Amfterdam hebben behoeven te klaagen. Maar 't werk zal hem te uitgebreid gefcheenen hebben. Ook riepen hem zyn beroep en neiging tot anderen arbeid. En on- ze medeburgers, die der Latynfche taa- ie kundigzyn, moeten zig met een keur- lyk Lofgedigt aan den Amftel, welk uit zyne nette pen voortgevloeid is, en met eenige verzen op beroemde Amfterdam» mers, Hüdden, Huidekoopers, Hoofden, Hoppen, Corvers, Sixen en anderen, te vrede houden. An-
|
||||
VOORREDE. vn.
Andere bekwaame mannen, in vroeger'
en laater' tyd, zyn in het zelfde geval geweeft, of door de dood verraft gewor- den 3 eer zy 't ondernomen werk voltooi- jen konden. 3. Doch de voornaamfle reden, die 3. De
veelen wederhouden heeft van de hand ^ft" te flaan aan eene uitvoerige en naauw-heeft, in keurige Befchryving deezer Stad , is, ^eäer*' ongetwyfeld , deeze geweeft, dat de zwaarig- Magiftraat, in vroeger' tyd , en zelfs, hdadktge~ zo ik my niet bedriege, tot voor ruim 0m by- dertïg jaaren toe, zeer agterlyk geweeft zonde- is, om iemant vryen toegang te gee-fo£npeen" ven tot de Stads Regifters , Stukken toegang en Papieren , zonder welken 3 het op- £e^" Hellen eener goede Befchryvinge van tot stads Amfterdatn volftrekt onmogelyk is. Eenfchriften* Amfterdammer Digter, die, in't begin der voorgaande eeuwe, bloeide, en de opkomft der Stad inLatynfche Digtmaat befchreeven heeft, gaf te verftaan, dat hy,om verder te gaan,'t gezigt deroud- lle Stads Regifters noodig hadt; doch tevens, dat hy wanhoopte, dat dit ge- zigt hem immer gebeuren zou. Zie hier zyne woorden; Publica f er ut ar i modo fi quoque fcrïnia
fis fit; ** ^ Cr e-
|
||||
<
|
|||||
vin. VOORREDE.
Credo, in iis quidam non reticenda
latent. Ipfe etiam, juflo quem dlgnor honore, fenatus Multa patrum longa traditione tenet In medium exponenda. tenet quoque no- mina rerum Nempe vetuflarum quidfibi cafca ve- lint. Simque ego , qui verfus faciam , non pauca docenduS) Pollice qude nequeo fugere du&a meo, Sedfi membrana veter es, fi Üuria defit, Forfan abortivam te tarnen ipfe da- bo (b). De Hiftoriefchryver Pi et er Kor-
neliszoon Hooft zou gaarne toe- gang tot de Stads Regifters gehad heb- ben , om nader kennis te krygen van de partyfchappen, die, omtrent den aan* vang der Spaanfche beroerten, hier ter Stede, in zwang gingen. Doch 't mögt hem niet gebeuren. „ Ik zoude 9" fchryft hy, den twee-entwintigften Ja* nuary des jaars 1634 „ dezelve [de ge- „ melde partyfchappen] noch wel naak- „ ter ontdekt hebben 3 waar my vrye „ toe-
(b) C. G. pLEMni Amfterod. Monogramm, p. 33«
|
|||||
VOORREDE: ix.
„ toegank verleent geweeft tot de {chrif-
„ ten der Stad. Maar, (ach armen l) „ voor zo vreemdt word ik hier geree- „ kent, dat my, op aanbodt van eedt „ om te zwygen, wat Burgermeefteren 5, te heelen docht, niet heeft moogen „ gebeuren, 't geen de Heeren Staaten „ van Uitrecht zo mildelyk aan Pieter „ Bor , by openbaar fchriftelyk be- „ fcheidt, gegunt hebben (c)" Zo lang dan de Stads fchriften , voor anderen dan Leden der Regeeringe , gellooten bleeven, moeflen byzondere Perfoonen flerk afgefchrikt worden van het onder- neemen eener Befchryvinge van de Stad, die haare voornaamfte waarde , zeker« lyk, ontleenen moeft van het gepaft gebruik, welk, in dezelve, van deeze Stads fchriften gemaakt was. Maar fchoon de opgenoemde en an- Nogtans
dere oorzaaken ons, tot hiertoe, verfte-zyn 'fri * van tyd
ken hebben van eene uitvoerige en naauw- tot tyd,
keurige Befchryving der Stad Amfter- "n;fe , ° , ■* ° , - Befchry-
dam, zyn er egter, van tyd tot tyd, vingen
maar voornaamlyk na 't jaar 1660^ klei- van de. ne en groote Befchryvingen in 't licht gegeven! gegeven , die wy den Leezer hier zul- len doen kennen; om daar na, te be- kwaa-
(c) Hoofts Brieven N. 399. hl. 313.
|
||||
x. VOORREDE.
kwaaraer, te können overgaan, tot het
ontvouwen van o is oogmerk, in de Be- fchryving , van welke wy hem nu 't be- gin aanbieden. Optel- Wy maaken egter geen gewag van de oucfftcer Befchryvingen van Guicciardyn, Le Pe- en voor- tit, Boxhor n, Schook, de Laat, Blaauw Sïy- en veeIe anderen; die, Holland in 't veren algemeen befchryvende,ookAmilerdam zelve6 k°rtelyk befchreeven hebben; veel min
van eenige kleine Werkjes, Amfterdam betreffende, die, van tyd tpttyd, uit- gekomen zyn. Wy zullen ons, voornaamlyk, be-
paalen, aan zulken, die Amfterdam op
zig zelf hebben befchreeven, en onder
de anderen alleenlyk melding maaken
van twee oudeSchryvers, door Ponta-
Nüs uitgegeven.
i. De eerfte en oudfte heeft , in eene
genoemd korteBefchryvingvan Holland, die naauw-
schryver lyks zeven bladzyden in folio bellaat,
ü-entTeteene Befchryving van Amfterdam van
jaansoo. omtrent vier bladzyden ingevoegd, waar- in hy verfcheide byzonderheden aante- kent , de gelegenheid en handel der Stad, ten zynen tyde , betreffende , welken men elders vergeefs zoeken zou. Hy heeft geleefd omtrent den jaare 1500, gelyk af te neemen is, uit het gene hy
|
||||
VOORREDE. xi.
hyC^)van 't Kaithuizers-Kloofter meldt,
te weeten, dat het, honderd jaaren ge- leeden , geftigt was. „ [Extra portam ,, Carthußenßum, unde itur ver jus Har' „ lern, efi monaßerium Carthußenßum pul* „ cherrimum, ante cent urn annos funda- ,, tum9 per Alb er tum Bavarice ducem & „ Hollandice comitem]'\ En men weet, dat dit Kloofter , in 't jaar 1393, was geftigt. Pontanus heeft den naam van den Opfteller deezer Befchryvinge nergens können ontdekken. Ook is hy my nergens voorgekomen. Gerard van Nieuwmegen, beter bekend by zynen Latynfchen mam Gerardus Novio- magus, telt , in zyne Hifioria Batavo* rum (V), die in 't jaar 15 20 uitkwam , on- der de geleerde mannen van zynen tyd, vier Amfterdammers, Alard van Amßer- dam9 Mkolaas Kan9 Kornelis Krok en Jan Snyders, of, gelyk hyze in 't Latyn noemt, Al ar dus Amßerodamus, ISi co laus Cannius. Cornelius Crocus en Joannes Sar- lorius. Veelligt, is onze onbekende Schry- ver één van deezen viergeweeft;en, zo 't vryftondt nog verder te giffen 3 zou men mogen vermoeden, dat Alard van Amsterdam onze oudfte Be- fchry
(cl) Ad calcem Pontani Amft. p. 5.
(e) P. 67. in ScaivfiRii Batav. illuftrata.
|
|||||||
i
|
|||||||
xii. VOORREDE.
fchryving heeft opgefleld: want, in dee*
ze Befchryving , wordt beweerd, dat Holland , van ouds , geheel tot Batavia behoord heeft: en dat Alard van Amfter- dam flerk voor dit gevoelen geyverd heeft, blykt uit eenen zyner Brieven, in den jaare 1515, aan Kornelis van der Goude, bekend by den naam van Corne- lius Aurelkis , gefchreeven (ƒ). Doch wy geeven deeze onze giffing gaarne om een beter. Wy merken, ten opzigte van deeze oudfte Befchryving van Amfter- dam, alleen nog aan, dat Pontanus het Handfchrift, waarnaar hy dezelve uitgegeven heeft, bekomen hadt uit de boekery van Doctor Jan ten Groo- tenhuys, Schepen en Raad, en na- derhand Schout van Amfterdam; en dat hyze zo hoog waardeerde, dat hy, vol- gens zyne eigene verklaaring „ de Be- ;, fchryving van oud Amfterdam nooit 3, ernftig zou hebben durven voornee- „ men, zo hy, door deezen Schryver, ,, niet voorgelicht geweeft was" (g). IL Omtrent zeftig jaaren na deeze oud- va^Af- ^e bekende Befchryving,kwam 'er eene ferden. zeer korte van honderd en zestien La- tyn-
(ƒ) Vide Scriverii Batav. illuftr. p. 76.
(g) In Dedic. ad Joiiannem Groten husium. |
|||||
V.
|
|||||
VOORREDE* xiii.
tynfche verzen in 't licht, gefield door
Petrus Apherdianus, een Wa- geninger van geboorte (£), die , in de Stads Regiflers (O, Pi eter van Aphert, dat is, jlfferden, een Dorp in 't Ampt van tuflchen Maaze en Waa- le, genaamd wordt, Na dat de Vroed- fchap, op 't einde des jaars 1555, be- llooten hadt, de twee Latynfche Schoo- ien, aan de Oude en aan de Nieuwe-zy- de, te vereenigen (£), werdt Apherdia- nus , den dertigften January des volgen- den jaars, tot Onder «Rector der ver- eenigde Schoole aangefteld (/). Doch in't jaar 1561, werdt de School weder- om in twee gefcheiden, gelyk te voo- ren (my En in deezen tuffchentyd, heeft Apherdianus fcyne Befchry ving van Amfterdam opgefteld: 't welk niet al- leen blykt, om dat hy,in dezelve,flegts van ééne Schoole gewaagt; maar't wordt ook, ontwyfelbaar, beveftigd, doordien zyne Befchryving, reeds in 't jaar 1560, te Antwerpen, gedrukt geweeft is {n). Som-
(b) J. F. Foppens Bibl. Belg. Tom. II. p. 951.
(0 Groot Memor. N. II. ƒ. <5o.
(fc) Refol. Vroedfch. N. I. 31 Decemb. 1555.
(0 Groot-Memor. N. II. ƒ. 60.
(w) Refol. Vroedfch. N. 1. 10 Decemb. 1561.
(n) In Epigramm. Moralium Libr. II.
|
||||
xiv. VOORREDE.
Sommigen tekenen aan, dat hy, in der
Genzen beroerte, van zynen dienft ver- laaten is (o)-.'t welk, vermoedelyk, eerft na de verandering der Regeeringe van 't jaar 1578, gefchied zal zyn, om dat ik vind, dat Burgemeefteren toen twee nieu- we Reótoren der twee Latynfche Schoo- ien hebben aangefteld (p). Wat zyne Befchryving van Amflerdam betreft , „ eerft roemt hy, in dezelve, den uit- „ gebreiden Koophandel der ingezete- „ nen, naar Ooften en Weften, en in „ allerhande waaren, onder welken hy „ ook de Speceryentelt,dieegtertoen, „ niet uit de Indien, maar van Venetië „ of uit Portugal , herwaards gevoerd „ werden. Ook fpreekt hy, byzonder- „ lyk, van den handel in uitheemfch Bier, „ en telt 'er zes foorten van op, Ham- „ burger, Breemer, Lubekker, Engelfch, „ Roftokker en Dantziger. Daarna ver- „ heft hy de luftige wandelwegen langs „ de Stads muuren; van waar men de „ groene weiden en zeilende kielen be- „ fchouwen kon. Dan gaat hy over tot „ de pragtige Gebouwen , roemende > „ boven al, de Nieuwe Kerk, by wel- (o) J, F. Foppens BibL Belg. Tom. I. p. 20r.
($) Refol. Vroedfcfr. N. 4. 13 Juny 1578. |
||||
VOORREDE. xv.
i5 ke zyne School geftigt was. De wys-
„ heid en voorzigtigheid der Regeeringe „ wordt, vervolgens, van hem gepree- 5, zen, en tenbewyze daarvan,gedenkt 9) hy aan haare zorg voor de Gemeente, „ by gelegenheid van de duurte des jaars „ 1557. Hy vergeet ook niet de Gees- „ telyken te pryzen. Hy begroot de 5, Kloofters op twintig: en 't getal was, ,, inderdaad 3zo groot, als men't Begyn- ,, hof mede, en de Karthuizers« enRe* ,, gulieren-Kloofters buiten de Stad niet „ mede rekent. Wyders , gewaagt hy 3, van de Gafthuizen, en van het Wees- 5, huis, en roemt, ter deezer gelegen- „ heid, de barmhertigheid der Amfter- „ dammeren, omtrent allerlei behoefti- 3, gen. Hy befchryft de ingezetenen, 3, als fchoon, groot en fterk. Hy roemt „ hunne vreedzaamheid en eendragt, 33 en befluit met een kort berigt van de „ Schutters - Doelen, en jaarlykfche 3, Doelen-Feeften". Wy hebben den inhoud deezer Latynfche Befchryvinge van Amflerdam hier wel willen inladen, om dat zy aan weinigen bekend is. Aan 't einde deezer Voorrede, zullen wyden taalkundigen Leezer hetGedigtzelfme- . dedeelen ; minder nogtans, om de fraai* heid der Poëzije, dan om de Oudheden van
|
||||
xvi. VOORREDE.
van Amfterdam, die 'er in vervat zyn,
in gedagtenifle te houden. In de Deliti<z C. Poetarum Belgicorum van Janus Gruterus (#), zyn eenige betere Verzen van onzen Apherdianus te lee- zen. in. Eenige jaaren na 't uitkomen van dit Kornelis Digtftuk, befchreef Kornelis van Haemro Haemrode gantfch Batavia, waar- de- door hy niet alleen Holland, maar ook Gelderland , en de Provincie van Utrecht verftondt, in twaalf bladzyden in folio. De Befchryving van Amfterdam beflaat hier nog geene halve bladzyde : en 't eenige byzondere,dat men'er in vindt, is de juifte aanwyzing der waarfchynly- ke plaats van het oude Slot der Heeren van Amftel. Pont anus, die 't Hand- fchrif t van dit Werkje van den Notaris, Meefter Jakob Gysbrechtszoon, bekomen hadt, heeft het agter den eerftgemelden ongenoemden Schryver willen in 't licht geeven. Haemrode hadt dit Handfchrift, en nog een ander , de gefchiedeniflen der Nederlanden ten tyde des Hertogs van Alva betreffende , aan Jakob Gys- brechtszoon , by uiterflen wil, nagelaa- . ten. Pontanus meldt niet, van welk be-
0 Tom» I. p. 165 &feqq.
|
||||
VOORREDE. xvii.
beroep de Schryver geweeft zy. Doch
daar is nog een Stuk voor handen (r)9 doorhem zelven, in 't jaar 1572, op- gefteld, waarby blykt , dat hy toen Notaris te Amfterdam geweeft is. Som- migen hebben gegift, dat dit werkje, door Haemrode, in zyne jeugd, en terwyl hy te Leuven fludeerde , gefchreeven zy (s). Doch naardien hy 'er in gewaagd van 't inneemen van Naarden, en van de belegeringen van Haarlem en Leiden, welke laatfte Stad hy zegt „ door God 3, verloft te zyn", komt het my veel waarfchynlyker voor, dat hy 't, na't jaar 1778, te Amfterdam heeft opgefteld. Want met PoNTANuste giffen, dat hec gene men van Leiden, Haarlem en den moord te Naarden, in zfyn Werkje, leeft, byvoegfels zyn van eene andere hand, of van Haemrode zelven, in laater' tyd, fchynt my luttel gronds te hebben, om dat zulks , gelyk te vermoeden is , in het by uiterften wil gemaakte Hand- fchrift, zou hebben können befpeurd worden: 't welk nogtans niemant meldt gefchied te zyn. Haemrode is, volgens fom-
(0 By Dapper Amft. bl. 327. Zk ook Le Long Re-
forai. van Amft. bl. 543. $) Pid. PoNTANi Prsfatiuncula R J. F. Foppens Bibl.
Belg. Tm, I. p. 202, |
|||||
.
|
|||||
■ ■ — -■ ■ ypsw!)
|
|||||
xviii- VOORREDE.
fommiger aantekening (/), in't jaar 1599}
te Amfterdam, overleeden. IV# Maar in 't jaar 1611, kort na dat de joan 1- zogenaamde derde uitlegging der Stad ponta- v^ftgefteld en aangevangen was,rgaf J oan nus. IzaakPontanus, toen Profeflbr der Filozoofie in de Hooge Schoole te Har- derwyk, de eerfte uitvoerige Befchry- ving van Amfterdamin'tlicht. DeSchry- ver was wel te Elfeneur in de Zond ge- booren, doch uit Haarlemfche Ouders (u), en, van zyne vroege jeugd af, te Amfterdam opgevoed; gelykhy zelf,in de Opdragtaan Schout, Burgemeefteren, Schepenen enRaaden, te kennen geeft, 't Werk is in drie Boeken verdeeld. In 't eerfle, vindt men eene algemeene be- fchryving van Holland, Batavia en Am- ftelland> en eene fchets van de Opkomft, Vergrootingen en Gefchiedeniffen der Stad, tot op het jaar 1585. Het twee- de vervat eene Befchryving der Godshui- zen , ïugthuizen , Stadhuis, Waag, Doelen en andere openbaare Gebou- wen, Marktplaatfen enz. Hierby komt een uitvoerig verhaal der eerfte reizen naar Ooftiudie, getrokken uit de Reis- be-
(t) J. F. Foppens Bibl. Belg. Tom. I. p. 202.
(u) J. F. Foppens Bibl. Belg. Tm. II. p. 67c |
|||||
VOORREDE. xix.
befchryvingen, die toen in menigte in 't
licht kwamen. Dit verhaal beflaat meer dan een derde van 't geheele Werk; waarna dit Boek, met eene Befchryving van de Beurs, die- toen naauwlyks drie jaaren gefügt geweeft was, en met eene korte lchets van de leevens en werken eeniger Amfterdamfche Geleerden, be- llooten wordt. In het derde Boek, wordt, de Regeering der Stad befchreeven , genoegzaam eeniglyk uit de Handves- ten , zo verze toen het licht zagen. Doch van.de waardigheden van Schout, Bur- gemeefter , Schepen en Raad wordt, in deeze Befchryving, naauwlyks ge- rept. Het Boek wordt bellooten met eene Naamlyfï van Schouten , Burge- meelieren, Schepenen , Thefaurieren, Weesmeefteren enz. van't jaar 1413 tot het jaar itfii. Men heeft, in deeze Befchryving,
die in 't Latyn opgefteld was, en in 't jaar 1614., eenigszins verbeterd , in 't Nederduitfch in 't licht kwam , alcoos berispt de menigvuldige breede uitwei- dingen , die weinig of niet te paffe kwa- men , en 't Boek, zonder noodzaake , deeden uitdyden. Van de geweldigfte deezer uitweidingen hebben wy reeds gefprokeiu In de twee eerfte Boeken, *** zyn
|
||||
<
|
|||||
XX. VOORREDE.
zyn 'er nog meer, die 'er even weinig
voegen Wie zou, by voorbeeld, in ee- ne befchryving van Amfterdam,verwag- ten eene vergelyking tuffchen den afval der Nederlanden van Spanje, onder Prin- fe Willem den i.,en den opftand der Ba- tavieren onder Claudius Civilis? Wie zou hier eene verhandeling van de Peft zoeken V of van den oorfprong van 't Kloofterleeven ? Zeker , zo zulke en diergelyke dingen tot de befchryving ee- ner byzondere Stad behooren; dan kan men, in eene Stad als Amfterdam, de geheele weereld befchryven , om dat deeze Stad, of 't gene 'er in gevonden wordt, eenige betrekking tot het overig gedeelte der weereld heeft. Ponta- Nusis egter, eenigszins, te verfchoo- nen. Hy wilde een boek maaken van Amfterdam. Maar hy hadt genoegzaam geene voorgangers. Hy woonde niet in de Stad Hy kon, derhalve, geenen toe- gang hebben tot de Stads Regifters. WTas ?t wonder, dat hy, van veele gewigtige zaaken , weinig of niet fprak , en zyn boek vulde met uitweidingen, die over- al „ zo wel als in eene Befchryving van v- Amfterdam, zouden gevoegd hebben? Oys"6 En nogtans was dit werk fchier het bertsz. eenige, dat, in den tyd van eene halve
plemP- eeuw, |
|||||
VOORREDE. xxL
eeuw, aangaande Amflerdam, in 't licht
kwam. Het Gedigt van Doctor Kor- ne lis Gysbertsz. Plemp, Am- flerodamum Monogrammon genaamd", fchoon 'er de opkomft en oude gedaante der Stad keurlyk in verhandeld werdt, befloeg maar ruim dertig bladzyden in Quarto, en was geenszins gefchikt, om voor eene eigenlyke befchryving van Amfterdam door te gaan. Het werdt, in 't jaar 1616, in 't licht gegeven. En 't is aanmerkelyk, dat de Digter* in 't Werkje of in 't Voorberigt, zo weinig gewag van Pontanüs Befchryving maakt, als of hy 'er niets van geweeten hadt. Plemp was nogtans een gebooren Amflerdammer. Hy heeft 'er 't groot- fte deel van zyn leeven gefleeten , en woonde 'er niet verre van de Lange- brugge, gelyk hy zelf, in deeze woor- den , te kennen geeft: — Nunc alias longi quoque nomina
pontis Serval, abeflque med non procul U* Ie domo (v). Hy hadt Pieter van Affèrden> van wien
wy,
(v) Amfterod. Monogramm, p. 23.
|
||||
xxii. VOORREDE.
wy, hiervoor, gewaagd hebben, tot zy-
ïien Leermeefter gehad , na dat deeze vanzynendienft in de Latynfche Schoo- ien verlaaten geworden was. Want hy was in den Roomfchen Godsdienft op- gevoed , dien hy ook, tot zynen dood toe, die in 't jaar 1638 voorviel (w), bleef aankleeven. 't Schynt, dat hy voorge- had heeft, meer van Amfterdam te fchry- ven. Doch my is niet bekend, dat hy zyn voorneemen voltrokken heeft. Twee anderen hebben nog, na Pontanus, de hand gelegd aan 't befchryven van Amfterdam, zonder dat zy 't werk ten einde gebragt hebben (x). De laat. Men behielp zig dan met Pontanus grolting Befchryving, totdat, in 't jaar 1657, be- der stad flooten werdt tot de zogenaamde vierde seeft. of laatfte Vergrootinge der Stad, van wel- 3.3.131 Cl* _ 1*9 1 1 •
ding tot ke reeds, in t volgende jaar, een aan-
eenige vang gemaakt werdt. De jongft voor- Befctay- gaande Vergrooting hadt Pontanus vingen, aanleiding gegeven tot het onderneemen zyner Befchryvinge : doch deeze hielp vericheide pennen aan 't werk. Niet minder dan vyf inwooners van Amfter- dam, Melchior Fokkens, Ol- fert
(ia) J. F. Foppens Bibl Belg. Tom. I, p* 201«
(x) Zie Domseuars Voorbericht. |
||||
VOORREDE. xxiii.
fertDapper.Izaak Commelyn,
Tobias van Domselaar, en Fi- Lips van Zesen, arbeidden, ge- noegzaam op éénen tyd , aan het be- fchryven der Stad. Men fcheen Amfter- dam, ter gelegenheid der nieuwe uitleg- ginge , te willen overlaaden met Be- fchryvingen, tot boern''gen toe (O, ge- lyk het, ter zelfder gelegenheid, van alle kanten , met Grondtekeningen en Afbeeldingen der Stad , overlaaden werdt. Elk bevlytigde zig om eerft ge- reed te zyn , en de nieuwsgierigheid en het verlangen zyner medeburgeren fpoedig te voldoen : 't welk hun niet veel gelegenheid liet , om hunnen ar- beid te befchaaven naar behooren. Melchior Fokkens, een Gro-MeJ_L
ninger van geboorte, kwam eeril; voor chior den dag, in 't jaar 1662 , met eene Be- Fokkens, fchryving der Stad van ruim drie hon- derd bladzyden in twaahe: waarin hy eerft haare opkom 11 en een gedeelte haarer Gefchiedenilïen verhaalt; daarna tot eene breeder befchryving der Ge- bouwen , niet het minlte gedeelte van 't
Ci) Zodanige was La D?fcription de Ja VUh
iïAmflerdam en vers burksqmi } die , in 'ï jaar X666, in \ licht kwam. TP t5? 4fc f\
|
||||
xxtv. VOORREDE.
't Werkje, overgaat, en eindelyk, met
eene korte fchets van de gefteldheid der Regeeringe, befluit. Hem volgde Doctor OlfertDap«
per, die, in 't jaar i66d.9 zyne Hiflo« rifche Befchryving der Stad Am fier dam, in een bekwaam Huk in folio, in 't licht gaf. 't Werk is in vyf Boeken verdeeld. In 't eerfte , wordt Oud-Holland; en Oud-Araftelland, met de Ambagtsheer- lykheden in het zelve, befchreeven. Het tweede handelt van de Gelegenheid, Ver- grootingen en GefchiedenhTen der Stad, tot op de overdragt der Landen aan Fi- lips den II., Koning van Spanje. Het derde vervolgt de gefchiedenifïen , tot op het jaar 1652, en is, doorgaans, uit de fchriften van HooFTenAiTZEMA, famengefteld. In het vierde, worden de oude en nieuwe Gebouwen, en het Stad- huis zeer uitvoeriglyk befchreeven. Het vyfde en laatfte handelt van de Regee- ringe , Schutteryen , Poorters, Soldaa- ten en geleerde en vermaarde Mannen. Op 'c einde, vindt men eene korte Be- fchryving der Eilanden Urk en Emmel* oord. 't Werk van Dapper overtrof, buiten tegenfpraak, al wat, tot hier- toe , wegens Amfterdam, het licht gezien hadt. Doch Domselaar merkt
|
||||
VOORREDE. xxv,
merkt (y) aan, dat eenige zaakene door
Dapper, breed genoeg verhandeld; anderen , door grooten haalt, te kort overgeloopen waren. Hy heeft, daar- enboven, het ongeluk gehad, dat hem geen toegang tot de Stads Regifiers ge- gund geweeft is. Alleenlyk, hadt men hem, uit de boekery van den Oud-Bur- gemeefter Kornelis Witsen, van eenige aloude gedenktekenen en fchriften voorzien. Doch hy klaagt, dat eeni- ge voornaame perfoonen hier ter Stede, " die een fchat van gewichtiger zaken en eenige gedenkwaardiger Stads aeloudheden bezaten , zig ongeneigd getoond had- * den , omze hem , ten gemeenen nut- te, mede te deelen (z). Izaak Co mm e Lyn, Regent van vin»
't Nieuwe - zyds - Huiszitten - Huis ( a ), comme- en Schryver en Uitgeever van eenige lyn., andere Werken (£), hadt, ondertus- fchen, insgelyks , aan eene uitvoerige Befchryving van Amfterdam gearbeid. Ook (telde hy 'er een kort Begrip van op, welk, naderhand, agter de Reizen door Frankryk , in 't licht gegeven is. Doch
(y) In zyn Voorbericht,
(z) Zie zyne Opdracht. (a) Zie Commelin bl. 542.
(b) Zie Comajelin bl. 866.
|
||||
xxvi. VOORREDE.
ix. Doch 't gene van de uitvoerige Befchry-
va°niaï ving in orde gebragt was, heeft To« Domfe- BIAS VAN DOMSELAAR , Amfter-
aar# dammer, en Schryver van het Ontroer'
de Nederland door de Wapenen des Kö- rtings van Frankryk (c), ingevlyd in zy- ne Befchry ving der Stad, die, in 't jaar 1665 , in een dik Stuk in quarto, het licht zag, en met grooten haaft famen- gefteld en gedrukt was: 't welk, onder anderen, af te neemen is, uit het, tot driemaal toe, herhaald begin der blad- zyden van 't Werk, die eerft van 1 tot 282; dan van 1 tot 312, en einJelyk van 1 tot 446 loopen : waaruit blykt, dat, tot dit Boek , ten minden drie Drukperfen , op éénen tyd , gebruikt zyn. De inhoud en verdeeling van 't Werk toont ook, dat men 'er zeer mede gehaaft heeft. Het beftaat uit zes Boe- ken. Het eerfte vervat eene Befchryving van oud Amftelland, door Ar noldus Montanus , reeds te vooren, op• gefield, en in 't licht gegeven. In het tweede, vindt men de Hiftorie der Hee- ren van Amftel tot op het jaar 1323 , door Tobias van Doms e laar, opgefteld, en ook reeds te vooren ge- drukt. (c) Zie CoMMELiN U. B66.
|
||||
.
|
|||||
VOORREDE. xxvii.
drukt. In het derde, wordt gehandeld
van de Gelegenheid, Opkomft en ver- fcheide Vergrootingen der Stad, tot op het jaar 166$. Het is, in drie afdeelin- lingen, onderfcheiden. De eerfte, die de Stad tot op het jaar 1482 vertoont, is door Domsela ar iamengefteld ; de tweede, die haare gedaante en ver- grooting, tot op 't jaar 1585, aanwyft, door Izaak Commelyn; en de der- de , waarin de Befchryving der Ver- grootingen, tot op 't jaar 166$, Vervolgd wordt, wederom door Domselaar. In het vierde Boek , vindt men eene Befchryving van de oude en nieuwe Gebouwen derStad,door Izaak Com- melyn. Het vyfde behelft eene Be- fchryving der Regeeringe, die byna ge- heellyk uit Dapper ontleend is, heb- bende Domselaar daar alleenlykee- nige Keuren en eenige geleerde Man* nen bygevoegd. En in het zesde en laatfte, wordt de Hiftorie , die in het tweede Boek afgebroken was, door Dom- selaar, tot op het jaar 1665, groo- tendeels woordelyk uit Dapper en voorts meeft uit A1 t z e m a, vervolgd. Izaak Commelyn hadt, tot de Be- fchryving der oude Gebouwen, eenig gebruik gemaakt van Kloofter« en ande- *** 5 re
|
|||||
xxviii. VOORREDE.
re Schriften , die by de Godshuizen,
en voornaamlyk, naar 't fchynt, in 't Nieuwe-zyds-Huiszitten-Huis, waarvan hy Regent was, bewaard werden. Doch 't blykt nergens, dat hy of Doms e- laar toegang tot de Stads Regifters gehad hebben, x. Ruim een jaar voor dat deeze uit- vanPZe- voeri8e Befchryving het licht zag, hadt fen. Filips van Zesen, Ridder en Raadsheer van zyne Hooghei4 > den Prinfe van Anhalt (^) , en Saxer van geboorte (e), eene Hoogduitfche Be- fchryving der Stad uitgegeven, die om- trent vierhonderd bladzyden in quarto beilaat (a). Zy was, volgens des Schry* vers eigen getuigenis (ƒ), in den tyd van vier maanden , terwyl zy gedrukt werdt, opgefteld, en werdt , hier ter Stede 3 uitgegeven by Joachim Nofchen, op de Haarlemmerftraat, in den Hoog* duitfchen Bybel. 't Werk is in ^/Boe- ken (d) Zie B. Huydecofer Proeve van Taal- en Dicht-
kunde, bl. 379. (e) Vid. Witte Diar. Biograph. Tom. II. ad 13 Nq->
vemb. 1689. P' 171« (ƒ) P. 398. en Narede.
(5) Op den Titel, flaat het jaar 1664; doch de
Opdragt is, den eerften Auguftus des jaars 16Ó3, getekend. |
||||||
VOORREDE. xxix.
ken verdeeld. In de twee eerfien^ wordt
de Hiftorie der Stad , van haare op- komft af, gebragt tot op den tyd der jongft voorgaande vergrootinge. In het derde, vierde en vyfde, doorwandelt de Schryver de gantfche Stad, en befchryft alle de weereldlyke en geeftelyke Ge- bouwen , in die orde, alsze hem voor* komen. Het vyfde Boek wordt befloo- ten met eene Befchryving der Regee- ringe en eene Lyft der vermaarde Man* nen. De Schry ver, die der Augsburg- fche belydenhTe toegedaan was, is naauvv* keurigft, in 't gene den Lutherfchen, hier ter Stede, betrof. Ook was hem het uiterlyke van de Stad ten zynen tyde zeer wel bekend. Hy getuigt, in de Voorrede, dat hy, reeds twee en twintig jaaren , in Amfterdam , ge- woond hadt, en aldaar, in 't jaar 1662, met het Burgerfchap vereerd geworden was. Men vindt nogtans niet veel gewigtigs in deeze Befchryving, 't welk ook niet elders te leezen is. Doch zy vervat, daarentegen, wederom ver» fcheide kleine byzonderheden, die men, te vergeefs, by anderen zoeken zou. De ßefchryving van Amfterdam, door xi.
Tobias van Domselaar uitgege-£omm
ven, na verloop van eenige jaaren, zyn-iin. de
|
||||
xxx. VOORREDE.
de uitverkogt,werdtCasparusCom-
melin, Zoon van bovengemelden I- zaak Commelyn, aangezogt , om daarvan eene nieuwe, verbeterde en ver- meerderde uitgave te bezorgen. Cas- pa rus Comme LiN hadt, Regent van 't Oude zyds-Huiszitten-Huis zynde, ee- nige oude Brieven en Schriften, die al- daar bewaard werden , in handen ge- kreegen. Ook waren hem eenige (tukken, den huize van Amftel betreffende, van Utrecht toegezonden. Hy liet zig dan overhaalen tot het werk, en gaf, in 't jaar 1694, eene Bejcbryving van Amjlerdam in 't licht, in twee (tukken in folio. Men vondt hier de uitgave van Domselaar, in de zelfde orde. Het eerfte Boek, de Befchryving van Amftelland van Mon- tan u s behelzende, is gebleeven zo als 't was. In het tweede* vervattende de Hiftorie der Heeren van Amftel tot op het jaar 1323, zyn geplaatft eenige Brie- ven, de Heeren van Ylfelftein en Myn- den , voornaamlyk , betreffende. Het derde Boek, waarin de Opkomft en Ver- grootingen der Stad beichreeven worden, is opgehelderd, door eenige Schepenen- brieven. de oude gefteldheid der Stad rankende In dit mag men wel voor het nuttigfte gedeelte van Commelins arbeid
|
||||
VOORREDE. xxxï,
arbeid rekenen. Voorts, vindt men, in
deeze twee Boeken, een goed getal van Hittorifche bvvoegiels, uit laatere Schry- vers, gelyk Mattheus Fojfius, Schotanus, Sligtenhorfl , zelfs uitheemfchen , als IMezeray, en anderen; behalve dat ook, in het derde > aangetekend wordt, welke voornaame veranderingen de Stad , in den tyd van omtrent twintig jaaren, on- dergaan hadt. In het vierde' Boek, de Gebouwen betreffende , vindt men de meefte byvoegfels en veranderingen Ook worden, in het zelve, eenige weinige Schepenen- en andere Brieven aange- haald, In het vyfde Boek, de Regeering aangaande, zyn de byvoegfels zeer wei- nig, en van klein gewigt. Commelin haalt hier, daar 't zo noodig was, byna geene oude (lukken aan. Voort?, heeft hy de Lyft der vermaarde Mannen, in Doms klaars uitgave te vinden, met eenige Perfoonen vermeerderd. Maar in 't zesde Boek, waar de Hiftorie der Stad, van 't jaar 1323 af, tot op het jaar 1664 vervolgd wordt, zyn veele by voegfels; doch , ten opzigte der oudtte tyden, zeer zeldzaam uit tydgenooten ontleend. On- der de weinige oude Brieven , die in deeze by voegfels voorkomen, zyn 'er twee van aanbelang, eene Ordonnantie on
|
||||||
xxxii. VOORREDE.
op eene uitrufting ter Zee, door Amftèr*
dam en de Waterlieden, van den vyftien- den April des jaars 1475 (g), dieniemant voor CoMMELiN in 't licht gegeven hadt, en die, fchoon hy zulks niet meldt, uit de Stads Regiflers (h) ontleend is; en de Huwelyksvoorwaarde van Jan, Hertog van Touraine, enjakoba van Beie- ren van den zesden Auguftus des jaars 1415 (/). Doch deeze betrof het Land in 't gemeen; niet Amfterdam in 't byzon- der. De Schryver gafze uit, om dat hy die nog nergens, by eenige Sehry vers, ge* zien hadt. Hy zouze egter, in't III. Deel van 't Groot-Plakaatboek (k), welk reeds in 't jaar 1683 uitgekomen was, hebben können zien: en zelfs in de Chronyk van Zeeland, door Marku sZüeriusvan B o x h o r n uitgegeven (/), die, reeds in 't jaar 1644, het licht gezien hadt. Wy- ders, heeft hy de Hillorie vervolgd, daar Domselaar dezelve gelaaten hadt, tot op het jaar 16*92. Zie daar,kortelyk, watCoMMELiN
heeft,boven Domselaar. 't Voornaam- He (g) Bladz. 915, 916-
(h) Groot-Memoriaal. N. ï. f. 33.
(t) Bladz. 901.
(ik) Bladz. 6.
(0 U. Dtel, W. 182, . _.-
l
|
||||||
VOORREDE, xxxm.
fte zyn eenige Schepenen-brieven, meeft,
naar 't fchynt, bekomen uit het Oude- zyds-Huiszitten-huis, van welk hy, veele jaaren, Regent geweefl was (m). Immers, ik vind niet, dat hy eenige Schepenen- brieven aantrekt, met aanwyzing van de plaats, daar zy beruften > dan zulken, die hy , in 't Oude - zyds - Huiszitten- Huis, gezien hadt (n). Ook klaagt hy, in zyne Voorrede (ö),dat de Regenten van 't Burger-Weeshuis hem toegang tot hun- ne oude Brieven geweigerd hadden, 't Is waar, dat hy, terzelfderplaatfe, zegt, „ dat hy a/les, wat hem noch van Out' „ heden uyt eenige Godshuifen middeler» „ wyle was ter hand gekomen, en ook ter „ Secretarye te vinden was, opgeßelt „ hadt." Doch 't gene hy, uit andere Godshuizen, bekomen hadt, moet zeer weinig geweefl: zyn, om dat hy 'er zo weinig gebruik van gemaakt heeft. Maar niets heeft ons meer verwon*
derd, dan dat hy hier ook zegt, opgefield te hebben alles, 't gene ter Secretarye te vinden was. Zo 'er, voorwaar! ter Se* cretarye, niets meer te vinden ware, dan hy 'er toont gevonden te hebben, zou- den (m) Zie CoMMELiN, bl. 539.
{«) Zie CoMMELiN, bl. 170,170, ipr, 198,437, UC6»
ip) Bfodz. * 2,
|
|||||
•*.
|
|||||
xxxiv. VOORREDE.
den braave mannen, vergeefs, zo veel
moeite hebben aangewend, om toegang ter Secretarye te bekomen. Ik heb by- zonderlyk myn werk gemaakt, om naar te gaan, welke Stads fchriften Comme- lin aanhaalt, en hoe dikwils; en ik ben volkomenlyk overtuigd geworden, dat hy nimmer eigenlyken toegang tot de Stads fchriften, die, of ter Secretarye, of el- ders, bewaard worden, gehad heeft. Ik vind niet, dat hy ergens de Refolutie- boeken der Vroedjchap aanhaalt, een' der voornaamfte Regiiters ter Secretarye, en daar zo veel in te vinden is, tot ophel- dering van den Staat, Gefchiedeniflen en Regeeringe der Stad: de eenige aanhaa- ling (p) van het Refolutieboek Lr. O. ƒ. 59. uitgenomen. Doch deeze aanhaaling is nog verkeerd, en moeft zynRefolutie- boek F. ƒ. 42 ver/o, ten duidelyken be- wyze, dat hy 't Regifler zelf niet inge- zien; maar't lluk, welk hy aanhaalt, vermoedelyk uit het Vervolg op denaaft- laatfte Uitgave de x Handveflen (#), of van elders, overgenomen heeft. In de laat- fte Uitgave der Handveflen, vindt men 't op Bi. 124. Ik heb, wyders, niet ge-
Cp) Bladz. 858. (q) Bladz. 903. |
||||
pi - I -----------^^ ^
|
|||||
VOORREDE. xxxv.
gevonden, dat hy, meer dan eens (r\
een ftuk aanhaalt, uit de menigvuldi- ge Stukken , die in de Oude Kerke bewaard worden; onder welken 'et nog veelen zyn, die nimmer in 't licht zyn gegeven. Wat is 'er waarfchynlyker , dan dat hy geen"' toegang tot de oor- fprongkelyken gehad , noch 'er immer affchriften van gezien heeft? Hyfpreekt> 't is waar, (s) van Stads Boeken, (t) van oude Stads Regiflers* (f/) van een oud Stads Regifter. Doch deeze wyze van aanhaalen toont genoegzaam , dat hy die Boeken en Regiflers zelf niet ingezien heeft ; anders moeft hy by- zonderlyk hebben aangeweezen , van welk Boek, van welk Regifter hy fpree- ken wil. Zo haalt hy ook , op eene enkele plaats (e;), een Sententie-boek aan; doch alzo hy dit Boek niet numereert^ gelyk, tot onderfcheiding, behoorde ge- ichied te zyn , blykt wel , dat hy , *t gene hy 'er uit ontleenc 3 niet uit de eerfte hand heeft. 'Een enkel ftuk van een Stads Regifler fchynt
(0 Te weeteft, hl. ïiöö,
CO Bladz. 191. % (0 Bladz. 207. («) Bladz. 190. (v) Bladz. 939. |
|||||
xxxvi. VOORREDE.
fchynt hy egter te hebben ingezien, te
weeten het eerße Groot-Memoriaal; alzo hy dit, tot zeven maaien toe, aanhaalt (nv)l Doch onder deeze zeven aanhaa- lingen , van welken 'er twee op bl. 857 gevonden worden, zyn 'er twee van ee- ne en dezelfde plaats, die bh 174, wordt aangeweezen , als Itondtze in 't eerße Groot-Memoriaal op ƒ. 5 2 verfo en 53; en bl. 857,0p ƒ. 31 geplaatft wordt, welk laatfte alleen goed is. Op bl. 924 wordt, uit het zelfde Groot - Memoriaal ƒ. 206, verhaald, dat de Slotvoogdy van Gou- da , in 't jaar 1491, aan Jacob van Kra- lingen Floris Zoon opgedraagen werdt. Doch 't Huk, waartoe men ons wyft, zegt, dat Romert Jacobs ,in de plaats van Jacob van Cralingen Florys foen, tot Slot- voogd van Gouda werdt aangéfteld. Uit het een en 't ander blykt dan, dat C o m- m e l 1 n , zo hy dit eerße Groot-Memoriaal al heeft gezien, niet alleen van het zel- ve zeer weinig gebruik gemaakt; maar het ook niet , met de vereifchte aandagt, gelezen heeft. Meer aanwyzingen van Stads Schrif-
ten zyn my, in 't gantfche Werk van CommeliNj niet voorgekomen: ten wa-
(w) Bladz. 174» 857» 9W> 9il> 919, 924,
|
||||
VOORREDE, xxxvir.
ware men ook tot de Stads fchriften be-
trekken wilde eenige Ordonnantien en Sententien van den Burger-Krygsraad, op bL 809, 810,814,815,816,817, 818 en 819 te vinden, van welken hy, als Provooft van 't geele Regement, ge* ]yk bL 8i6, 817 blykt , goede kennis hebben kon. En nu oordeele de Leezer zelf, in wat zin, hy hebbe können zeg- gen , dat hy alles opgefield hadt, wat ter Secretarie te vinden was, Myn voorneemen is geenszins, dee-Menbe-
ze Voorrede te vullen met eene verde- mee*ekde re aanwyzing der misflagen en onnaauw- fykheid keurigheden, in Commelins uitgave vanCom« te vinden, 't Zy my genoeg, aan te nier* uitgave ken, dat men, by 't uitgeeven van den der Be- tweeden druk derzelve, die in 't jaar [cehvyanin* 1726 het lieht zag, reeds befpeurdhadt, Amfter- dat daerin twyjfelachtigheden en feylen ge* ^m' vonden werden; en dat men veelvolfla* gener en netter werk kon vervaerdigen* Ook zagen de uitgeevers toen reeds om, naer middelen, waer door Commelins uitgave verbetert, vervult en vervolgt mocht worden (x . Van 't jaar 16944 af, tot omtrent hetPfeter
jaar Vlaming
(x) P. Vlamings Voorberigt voor den tweeden Druk
van CoMMsus^ |
||||
xxxviii. V O O R R E D E.
arbeidt Jaar J 72<s toe > hadt niemant aan eene uit-
aan eene voerige Befchryving de hand willen flaan. Befchry- Doch toen ondernam de Heer Pi et er ving. Vlaming, door zyne Poëzye en uit- gave van Spiegels Hertfpiegel, ver- maard , deezen moeilyken arbeid. Men hadt hem , ongevraegd, veele zeer ge* wichtige en voor henen nooit gedrukte Ge* denkftukken aangebooden, tot welker be« kooming hem, fchryft hy, mogelyk meer- der gelegenheidt dan anderen gebeurt was. De kunßlievende Heer Christ o ff el Be uDe KeR en veele andere Lieden van, rang en geboorte hadden hem hunne hulp toegezeid. De ryke Verzameling van den onvermoeiden Gerard Schoemaker ftondt voor hem open. En 't gene hem bovenal aanmoedigde tot dit Werk, de Ed. Gr. Achtb. Heeren Burgermeefterm deezer Stede gaven hem, op zyn verzoek, eene Burgervaderiyke toezegging van be- hoorlyken toegang tot zodanige zaeken en papieren, als tot zyn voorneemen dienftig mogten zyn (j). Men viel, hierop 3 vlytiglyk aan den arbeid. Men ver- zamelde , vooreerfl, al wa't men beko- men kon,de Kerken, KlooftersenGods- dienflige Gelligten betreffende. Ook wer-
(y^ P. Vlamings Vooiberigt als vooren.
|
||||
VOORREDE, xxxix.
werden 'er eenige Konftplaaten ver-
vaardigd. Men maakte zelfs, na verloop van eenige jaaren, eenen aanvang met drukken: en zyn 'er, toen reeds , zes bladen van 't werk afgedrukt ge weeft, het grootfte gedeelte van de belchry- vinge der Oude Kerke behelzende. Doch 't Werk de dood van den Heere Vlaming , en ^[Qn eenige andere beletfels zyn oorzaak ge- weeft, dat een arbeid, die met zo veel luft begonnen was, plotfelyk is blyven fteeken, zonder dat iemant , in eenige jaaren, genegenheid getoond heeft, om 't begonnen Werk met y ver voort te zet- ten, Alleenlyk, hadt Isaak le LoNG,iraakie
van wien de Drukkers der onderhanden Lons zynde ßefchryvinge zig'zogten te bedie-lHlHis, 'nen, tot de uitvoeringe van een gedeelte torie der van 't Werk, 't welk egter niet gelukt ^[°T was; in 't jaar 1729 3 een ftuk in folio in van Am- 't licht gegeven , onder den titel van ?ei;dain Hiflorifche Befcbryvinge van de Reforma- acht. tie der Stadt Amßerdam: een Boek, waar- in veel gebruik van Commelins Be* fchryvinge gemaakt is; en dat, van de eerfte beginfelen der Reformatie hier ter Stede omtrent het jaar 1525, byna niets inhoudt, en van de Reformatie, in de jaaren 1566 en 1578 , veel minder, dan |
|||||||
**** 3 men
|
|||||||
■
|
||||||||||||||
VOORREDE.
|
||||||||||||||
XL.
|
||||||||||||||
men by B r a n d t en anderen leezen kan:
zo dat het zeer kwalyk aan zynen titel voldoet. |
||||||||||||||
Aanlei-
ding tot het on- dernee- men der tegen- woordi- ge Be- fcr ge |
't Werk derBefchryvinge van Amfter-
dam zou, veelligt, tot hiertoe, door nie- mant, voortgezet geweeftzyn, zo ik, voor eenige jaaren , na dat myne Va- derlan'dsche H i s To R i e reeds af- gefchreeven was, geene aanleiding ge- "kree^en had, om te hoopen, dat het Bur- |
|||||||||||||
gemeefteren niet onaangenaam zyn zou,
dat ik dit werk ter hand nam. Ik had, reeds voor omtrent twintig jaaren, de Be- fchryvingen van Amfterdam gelezen, en daaruit aangetekend, wat my dienftig fcheen, om de Stad wel te kennen Het famenitellen der Vaderlandfche Hiflorie hadt my gelegenheid gegeven, om veel te zien van Amfterdam, 't welk niet be- kwaamlyk in eene algemeene Hiftorie kon worden ingevlyd, en nogians derge- heugenilTe wel waardig was. Ik fcheen dan niet t'eenemaal ongefchikt tot die werk. Nogtanstezeer,om het met hoop van eenen gelukkigen uitflag te durven onderneemen , indien die hoop niet op- gewekt ware, door haare Edele Groot- Agtbaarheden zelven, die,my, op myn nedrig verzoek, toegang verleend heb* bende tot de Regifters der Stad, ter Se- cre-
|
||||||||||||||
VOORRED E. xlï.
cretarye en elders beruflende, ook tot de
Godshuizen, en waar ik het verder dien- ffcig zou oordeelen; my, naderhand, by fchriftelyke Acle, den eernaam van Hifio» rie-Schrjver deezer Stad toeilonden, jen zelfs verlof gaven, om de gemelde Re- gifters, onder behoorlyke verzekering, voor eenigen tyd, tot myn gebruik ten mynen huize te mogen hebben: eene gunft, voorwaar! zo groot, dat ikze al- toos, met de opregtfte en gevoeligfle dankbaarheid, erkennen zal. Op deeze wyzeaangemoedigd, befloot En tot-
ik , een goed gedeelte van mynen tyd te gJJ^J" befteeden aan het befchryven van myne Van den Geboorte-Stad, AMSTERDAM. IkJanva£| maakte, terftond, gebruik van de vry- heid,my door Burgemeefteren vergund; viel vlytiglyk aan 't leezen en doorbla- deren der gewigtigfte Stads Regiflers, en verzamelde daaruit alles, wat my eenigs- zins fcheen te paffen, in eene uitvoe- rige en naauwkeurige Befchryvinge der Stad. Ik vergeleek het met het gene ik', reeds van elders, voor veele jaaren, ver- zameld had; bragt myne aantekeningen in orde, en befloot, eindelyk, om aan het verlangen van veelen te voldoen, het eerfle Stuk van 't Werk ter drukper- fe over te geeven, met oogmerk om de **** A ove-
|
||||
■
|
||||||
XLii. VOORREDE.
overigen, op het eerfte, te laaten vol-
gen , met zo veel fpoed, als met de ver- eifchte naauwkeurigheid en gepaftheid in de uitvoeringe beftaanbaar is. Zy zal Geenszins, heb ik voor, het werk dee- met met zer Befchryvinge tot eene geweldige stukken grootte te doen uicdyden. Ware dit myn overiaa- oogmerk, 't zou my zeer gemakkélyk ^n.wor vallen. Ik had het werk maar te vullen met oude Stigtingen vanKloofteren,Vi-* caryen , Altaaren enz. die ik in groote menigte in handen heb; doch van wel- ken weinigen het regte gebruik weeten te maaken, en die demeeften naauwlyks leezenswaardig rekenen zouden. Myn toeleg is, deeze Befchryving niet zo groot, maar zo nuttig te maaken als my mogelyk is, eerft voor de ingezetenen deezer Stad, en daarna voor alle myne Landsluiden, die hier ook veel ontmoe- ten zullen, 't gene anderen Steden,en't Land in 't gemeen, zo wel als Amfterdam Doch in 't byzonder, aangaat. Ik zal dan de evenwel Befchryving niet overlaaden met egte nuttig- Stukken; maar, uit de menigte, die ik ften, en reeds heb, en dagelyks bekomen kan, toe on-' alleenlyk zulken uitkippen, die de gewig- gedruk- tigften en nuttigften, en voorheen nooit, atenzyn °^tegebrekkelykuitgegevengeweeftzyn. ' 1y zullen, doorgaans,ageer ieder Boek, wa.ay«»
|
||||||
e
|
||||||
VOORREDE. XLHL
waarin zy eerffc worden aangehaald, ge-
plaatft worden. Van de overigen, die ik niet dienftig agt geheel in 't licht te gee- ven, zal ik, dikwils, de eigen woorden aanhaal en, zo ver zy te paffe komen; 't welk den Leezer, doorgaans, aan de hand geeven zal al het gebruik, welk'er, tot opheldering der Befchryvinge van Amfterdam, van te maaken is. De meefte ongedrukte egte Stukken, De mees,
uit welken een groot gedeelte myner Be- g deezer fchryvinge opgemaakt wordt, heb ik ge-zynont. vonden, ten deele in eene ryke verza-leend> meling derzelven, door den Heere Vla- ming en anderen , byeengebragt; ten deele en voornaamlyk, in de Stads Re- gifters. De verzameling van den Heere Vla- uit de
MiNG en anderen is, door koop, in be-^fP* zit gekomen van den Boekhandelaar dcrzel- T i R i o N, door wienze my ter hand ge- Jen* die Held is. In dezelve, munten uit de Af- oude fchnften van alle de oorfprongkelykeKerke Stads Stukken, die, in de O u d e K e r- %££* K E, bewaard worden , en verfcheide en eeuwen bewaard geweefl zyn ; onder welke Hukken, nog veelen gevonden wor- den, die nimmer gedrukt zyn geweefl, en van welken wy 'er eenigen in 't licht geeven zulien. Dcgedrukten vindt men, **** c by-
|
||||
XLiv. VOORREDE.
byna allen, in de Handveflen deezer Stad,
met naame in de laatfte uitgave, die, door den beroemden Heere Hermanus Noordkerk, den luiiter derRegts- geleerden van ons Vaderland, bezorgd is. Wy wyzen dan den Leezer , wanneer wy gedrukte Stukken uit de Oude Kerke aannaaien, alleenlyk tot de Handveßen; in onze aanhaalingen van welken, op dat wy dit hier, in 't voorbygaan, melden, men doorgaans twee bladzyden zal aan- geweezen vinden, waarvan de eerfte die der uitgave van den Heere Noord- kerk, de tweede, die tuffchen [ ] haak- jes Haat, die der uitgave van den jaare 1662 met de Vervolgen aanduidt. Maar wanneer wy ongedrukte Stukken uit de OudeKerke aanhaalen, noemen wy, nevens den naam van Oude Kerkende by- zondere Laaden, in welken deeze Stuk- ken bewaard worden. Men moet, naam- lyk, om dit te beter te verftaan, wee« ten, dat, in den Weiter muur van het Zuider kruispand der Oude Kerke, oud- tyds het Handboogsfchutters-Choor, en nu de gewoonlyke Catechizeerplaats, omtrent vyftien voeten uit den grond, een yzeren deur is; en agter dezelve een eekenhouten, die een Vertrekje van om- trent tien voeten ia 't vierkant affluit. In
|
||||
VOORREDE. XLV.
In dit Vertrekje, ftaat een zvvaare eeken-
houten kas van omtrent agt voeten hoog, van vooren en van terzyde,weldigtmet yzer beflaagen. Zy heeft vyfenveertig Laaden, die ieder een en een halve voet lang en twee duim diep zyn. En deeze Laaden, die allen genommerd zyn, be- fluiten de oude en laatere Handvesten en Privilegien der Stad, en veele andere egte Stukken , de oudften van welken zelfs zeer wel bewaard zyn,en nog gaa- ve zegels hebben. Men noemde dit Ver- trekje, of deeze Kas, van ouds, het Se- creet , dat is, de geheime Plaats; gelyk my gebleeken is, uit eene Refolutie vati den jaare 1588 ; toen de Vroedfchap goedvondt „ eenige Privilegien, door „ den Koning van Deenemarke aan de 3, Stad verleend, te ligten uit het Secreet „ in de Oude Kerke (3)." Onder de Stuk- ken, die hier bewaard worden,zyn voor- al opmerkelyk de Privilegien > die de Stad, in 't begin der Beroerten onder Alva en Requefens , verkreeg , om dat zy de Spaanfehe zyde zo getrouwelyk aankleef- de; doch die zy, naderhand, by de Sa* tisfacJie van den jaare 1578, wederom af- ltondt. Zy zyn nog nimmer gedrukt ge- weeft: (») Refol. Vroedfch. N. 6. 1 Aug. 1588.
|
||||
XLvr. VOORREDE.
weeft: en wy hebben voor, omze den
Leezer, als Bylaagen tot de Hiftorie der Stad van dien tyd, in 't vervolg, me- de te deelen. uit de De Stads Regifters, die ter Secretarye Stads Re- en elders op 't Stadhuis beruften, zyn zeer SeMiaa- menigvuldig en uitgebreid. De voornaam- me uit ften zyn de Privilegie boeken, de Refolu* tieboeken der Vroedjchap, de Keurboeken, de Groot e Memoriaakn, het Muniment* Regifter, de Mijfwen-boeken, óeConfeffie* en Sententie-boeken, de Krygsraads-boeken enz. En onder deezen, zyn van het mees- te gebruik, tot eenebehoorlykeBefchry- vinge der Stad, de Resolutieboe- ken der Vroedschap, deKEUPv- BOEKEN en de Gr o o te Memo- ria alen. de Refo- Inde Resolutieboeken der lutien Vroedschap,vindt men veel, dege- voed- fteldheid ^er Stad, en haare verfcheiden' fchap, Vergrootingen, en de Stads Werken en Gebouwen betreffende. Ook is, uit de« zelven, het meefte licht te fcheppen, aangaande de Stads gefchiedeniiTen ,door alle tyden,zo ver ditRegiftergaat:want het vangt eerft met het jaar 1536 aan,'t zy dat'er, in vroeger tyd, geen Regifter van de handelingen en beiluiten der Vroedfchap gehouden zy; 't zy dat de vroe-
|
|||||
-.
|
|||||
VOORREDE. xLviï.
vroegere Regifters,by ongeluk van brand,
of andere ongelegenheid, verlooren ge- raakt zyn. De natuur en herkomft van de voornaamfteAmpten en Kollegien van Regeeringe is ook, uit dit Regifler, met den meeiten grond, op te maaken. DeKEURBOEKENdienen,voornaam-de Keur-
lyk, om de wyze, op welke de Stad, van £<?eken, vroeg af aan, beftierd ge weeft is, te lee- ren kennen. Men ziet 'er de herkomft in van oudeenlaatereneeringen en hand- werken, met de verfcheiden fchikkin- gen, die 't Geregt, van tyd tot tyd, op de oefening derzelven gemaakt heeft. De oudheid der Gilden, der Schutteryen, der Burgervendelen, met derzelver byzon- dere Voorregten, wordt 'er in vertoond: voorts, de dienft en 't gebruik der Slui- zen en Waterkeeringen, de wyze van 't brandbluffchen en verlichten der Stad, in vroeger' en laater' tyd, en ontelbaare andere zaaken, die de wysheid der Re- geeringe , tot befcherming der ingezete- nen , tot bevordering der goede orde en ruft onder dezelven, tot bewaaring van derzelver gezondheid, en zelfs om hun een eerlyk genoegen en vermaak te ver- fchaffen , op verfcheiden tyden , 'heeft goedgevonden te beraamen. Het oudfte Keurboek, A. getekend, begint met bet jaar
|
||||
XLViii. VOORREDE.
jaar i4<55,fchoon 'er ook eenige ouder
Keuren in gevonden worden. Maar voor het zelve, is eene verzameling van ouder Keuren gevoegd, die zeer net op franchyn gefchreeven zyn. Eene diergelyke Ver- zameling van oude Keuren, insgelyks, op franchyn, doch wat laater gefchreeven, is geplaatftvoor het KeurboekC De eer- fte beflaat veertig , de tweede twee-en- dertig f oliën. De Keuren, in deeze Ver- zamelingen vervat, zyn byna allen zon- der dagtekening QJ: waaruit af te nee- men is, dat zy, op lafl der Regeeringe, naar alle waarfchynlykheid in 't begin der vyftiende eeuwe , uit ouder Keur- boeken, zullen getrokken wezen; wel- ke ouder Keurboeken, federt, verlooren zullen zyn. Het maakfel der letteren toont klaarlyk, dat deeze franchyne Regifters niet laater dan in den aanvang der vyf- tiende eeuwe gefchreeven zyn. Maar uit de taal, ftyl en inhoud der Keuren , blykr, dat men veelen derzelven, zo niet de mees-
(3) In de eerfte Verzameling f. 8. vind ik al-
leenlyk eene Keur op de wydte der graften, waar- in de oude graften, of Voorburgwallen, op agt, de nieuwen , of Agterburgwallen , op vyf roeden wydte gefteld worden , al omme de Stede: aan 't einde van welke Keure ftaat: Dit wert ghewilcoirt den leflen dach van mairte anno M. C C C C. een. |
||||
VOORREDE, xlïx.
meeften, tot de veertiende eeuwe bren-
gen moet. Beide deeze Verzamelingen worden, nu en dan, aangehaald in an- dere Regifters. Zo lees ik van'tfrancytte Kuer - boeck, en van het francyne Wille- keur-boeck in de Refolutien der Vroedfcbap QO, waarmede op de tweede Verzame- ling wordt gezien; die elders (F)tnyewe Willekeure-boeck genoemd wordt. De Groote Memoria alen,die de Gioo.;
met het jaar 1474beginnen; doch waarinte ¥e* ook Hukken van veel ouder tydgeplaatfl [en™ zyn, zyn van dienft,om deherkomftvan veele mindere en kleine ampten en be- dieningen te leeren kennen. In de oud« ften, zyn ook veele brieven, door Bur- gemeefleren afgevaardigd, en veele o- vereenkomften, by verfcheiden' gelegen- heden, van wege de Stad, gemaakt, te boek gefield; waaruit der Hiftorie geen gering licht bygezet wordt. • De opmerkende Leezer zal, onder-Op wat
tuflehen, ligtelyk gewaar geworden zyn deeze6"' dat de oudffce Regifters der Stad, hoe veel nuts 'er ook , tot eene naauwkeu- ™s dej" rige Befchryvinge, uit te haaien zy,ons d^aiiei" geenszins brengen tot de eerfte opkomft oudfte r tyden,
Van geveftigd
9& ? r; Ä*P*I556-N-3- 7 -**. 1577. zy'
{b) Keurb. D. ƒ. 75 verß.
|
||||
U VOORREDE.
van Amilerdam , omtrent de dertiende
eeuwe. 't Gemeen gevoelen is, dat veele oude (lukken en papieren, in den brand van het oude Stadhuis, die den zeven- den july des jaars 1652 voorviel, ver- nield geworden zyn. Doch 't kan ook zeer wel wezen, dat men, in de oudfle tyden, toen Amilerdam weinig aanziens hadt, en 't fchryven, onder weereldly- ken, ook niet zeer gemeen was, wei- nig aangetekend heeft. Amilerdam (laat hierin gelyk, met de meefle Hollandfche Steden, van welken men ook, voorde vyftiende eeuwe, weinig te boek gefield vindt, buiten de Graaflyke Privilegien, die elk zorgvuldiglyk gadefloeg, en die, hier ter Stede, zo getrouwelyk als er- gens, bewaard geworden zyn. Wy heb- ben, hierom, de alleroudfte gefteldheid en gefchiedenifïen van Amilerdam , zo ver het een en't ander met zekerheid te weeten is, alleenlyk können velligen op onze oudftePrivilegien, die, in de Oude Kerke en in de Privilegie - boeken, voor handen,en, voor het grootfte gedeelte, in de gedrukte Handveßen, te vinden zyn: en op veele andere oude Brieven, van tyd tot tyd, federt eene eeuwe om- trent, in 't licht gegeven. En hier is ons van veel dienft geweefl het Groot-Char- ter-
|
|||||
f
|
|||||
1
VOORREDE. Li.
terboek der Graaven van Holland, on-
langs, in IV. Deelen in folio, door den Heere Frans van Mieris, uitge- geven, waarin veele flukken geplaatfl zyn, oud Amfterdam betreffende , de mees- ten van welken hem , uit de Leen- en Regifterkamer van Holland , zyn mede* gedeeld Zie daar ,Leczer,de voornaamfle be*
hulpfels aangeweezen, van welken ik my bediend heb, en nog bediene, om my^ ne Medeburgers en Landsluiden te voor- zien van eenc volkomener, naauwkeu- riger en allenthalve nuttiger Befchryving van Amfterdam, dan hun, tot hiertoe, is medegedeeld. Myne voorgangers in dit werk mogen bekwaamer geweeil: zyn dan ik ; maar zy zyn zo gelukkig niet geweeft. 't Heeft hun ontbroken aan behulpfels, die my, in overvloed, ter hand gekomen zyn. En fchande ware het, zo iemant zelfs van maar maa- tige bekwaamheid en ervaarenis , van zulk eene gewenfchte gelegenheid, niet ten minltc zo veel gebruik will te maa- ken, dat hy deedt zien, dat de Schatka- mers van de gegrondfte kundigheden niet te vergeefs voor hem ontflooten geweeil waren. ***** f ti
|
||||
lil VOORREDE.
waarop *n eene nllttige Befchryving van
men zig Amfterdam , moet ieder Amiterdam- tideZ-al mer' van wat ^-aat °f beroep hy zy,
gèn,§in können vinden 't gene voor hem, in zy- het be- ne omftandigheden, aangaande de Stad, der . weetenswaardig is , van haaren oor- fprong af, zo ver men daarvan iet mee grond te weeten komen kan, tot op den tegenwoordigen tyd toe. De overige ingezetenen onzes Lands, die zig, ge« lyk wel behoort, iet laaten gelegen zyn aan eene Stad, welke zo veel invloeds heeft op het gantfche Gemeenebelt der Vereenigde Provinciën, moeten 'er ook in können voldaan worden. Of my- ne Befchryving deeze hoedanigheid hebben zal, ftaat anderen te oordee- len. Gebou- Schoon myn oogmerk is , niets wen> van belang over te liaan, wat tot ee- ne nuttige Befchryving der Stad kan geagt worden te behooren, is myn toe- leg egter, voornaamlyk , eenige zaa- ken uitvoeriglyk en naauwkeuriglyk te verhandelen , die anderen , of zeer onvolkomen , of geheel niet befchree- ven hebben. De Befchryving der G E« bouwen zelve, die uitvoerig!!; by an-
|
||||
'.
|
||||||
VOORREDE. lux.
anderen gevonden wordt , zullen wy
niet ilegcs met de befchryving der nieuwe Gebouwen vermeerderen; maar ook , omtrent de ouden en derzelver ïtigtinge en beftieringe^ veele weetens- waardige zaaken aantekenen , die by anderen zyn overgeilaagen. Ik zwy- ge . dat eenige voornaame Gebouwen, oude en nieuwe, koniliglyk , in 't ko- per gebragt, by de uitgave in folio zul- len worden gevoegd : onder welke Konflplaaten uitmunten de keurlyke af- beeldfels der oude Kloofteren , die reeds voor de uitgave van den Hee- re Vlaming vervaardigd waren, en die wy , hierom , te gereeder by het eerfte gedeelte onzer Befchryvinge heb- ben können voegen. Zy zyn ontleend uit de egte en nette Houtfnêekaart van Cornelis Ant hon is zoon, het befle gedenkftuk van oud Am- fterdam , welk tegenwoordig voorhan- den is. Doch onder 't gene tot eene nuttige
Befchryving van Amfterdam behoort, tellen wy byzonderlyk drie zaaken > die, tot hiertoe, zeer gebrekkelyk ver* handeld zyn, en die nogtans, meer dan |
||||||
■-
|
||||||
Liv. VOORREDE.
anderen , verdienen uirvoeriglyk en
naauwkeuriglyk verhandeld te worden, te weeten, de Hißorie, den Koophandel en de Regeering der Stad. Wy hebben ons, hierom, op het verhandelen dee- zer drie zaaken, met verdubbelden vlyt, toegelegd. Gefchie- In de Historie, hebben wy ons deniffen»bepaald tot de Stad alleen, en niet ge- raaden gevonden , het Werk, buiten reden , te doen uitdyden , door een Verhaal van 't gene Amitelland, en den ouden Heeren van Amftel aangaat, zon- der dat 'er de Stad eenig deel in gehad heeft. Van de gefchiedenillen van Hol- land en van de Vereenigde Geweften in 't gemeen, die een aanmerkelyk ge- deelte van de Hiftorie der voorgaande Befchryveren van Amfterdam uitmaa- ken, hebben wy niet meer aangeroerd, dan volftrekt vereifcht werdt, om de Hiftorie der Stad, die ons ftof in over- vloed uitlevert, wel te verdaan. Men verwagte , derhalve , niet, hier nog eens te zullen herhaald vinden , 't ge- ne, in de Vaderlandfche Hißorie, alreeds uitvoerig genoeg te boek gefield is. \ Gene, in die Hißorie, Amfterdam aan- gaan- |
||||
VOORREDE. LV.
gaande , gevonden wordt , is hier al-
leenlyk omflandiger en naauwkeuriger verhaald. En men vindt hier, daaren- boven , eene ontelbaare menigte van by- zonderheden, de Stad betreffende, van welken het niet gevoegd zou hebben, in eene algemeene Hilïorie des Lands, gelyk de Vaderlandfche is, gewag te maa- ken. Zodanigen zyn , by voorbeeld, een omftandig berigt van de gelegenhe- den, by welken de Stad haare oudfte en voornaamfle Privilegien verkreegen heeft, met eene korte verklaaring der duiftere plaatfen in die Privilegien; een uitvoeriger verhaal, dan men ergens vindt, van de eerfte beginfelen der Re- formatie in de Stad , omtrent het jaar 1525 ; een volledig berigt van het in- voeren en affchaffen der openbaare Pree- ke hier ter Stede , in de jaaren 1566 en 1567, en van de gewigtige verande- ring des jaars 1578 , met het gantfche beloop van de handeling over de Satis- fa ff ie of Voldoening, in het laatilgemel- de jaar , door den Prinfe van Oranje en de Staaten van Holland, aan de Stad toegeftaan ; van welke handeling nog geen onzer Hiftoriefchryveren een ee- *F * * * * O Tl 1 (TQ m
|
||||
Lvi. VOORREDE.
nigszins voldoend berigt gegeven heeft:
een naauwkeuriger verhaal , dan men tot hiertoe gezien heeft, van 't voor- gevallene hier ter Stede, in de jaa- ren 1626, 1627, 1628, 1629 en 16^0, toen de geichillen tuflchen de Regee- ring en eenige Kerkelyken hier zeer veel beweeging maakten: voorts, veele byzonderheden der onluften van de jaa* ren 1650, 1672, 1684, 1690 en der volgende tyden , die men vergeefs el- ders zoeken zou Het ontvouwen van zo veele gewigtige gebeurteniflen , die, van tyd tot tyd, in den loop des ver- haak, voorkomen, zal, hoop ik, aan onze Hiltorie van Amfterdam een lee- ven byzetten , welk , anderszins, be- zwaarlyk te brengen is in de Hiftorie eener byzondere Stad, Knop. In de fchets , die wy van Amfler- ïiandei, jamg Koor handel voorhebben pi]
te geeven , ftellen wy ons voor, dée-
ze bron van de welvaart der Stede, in haaren eerften en tederften oor- fprong , naar te fpooren , en vervol- gens te doen zien , hoe zy , allengs - kens , aangewaflen is , en zig , einde* Jyk , wyd en zyd verfpreid heeft, o* ver
|
||||
VOORREDE. LVH.
ver den gantfchen bekenden aardbo-
dem. En hier zal 't byzonderlyk te pas komen , te doorloopen de mees- te en voornaamfte Verdragen van Zee- vaart en Koophandel , die de Staat ooit met uitheemfche Mogendheden ge- flooten heeft, en den inhoud en het waare oogmerk van dezelven, met de veranderingen, die daarin, van tyd tot tyd, gekomen zyn 3 aan te wyzen. Want fchoon deeze Verdragen den Vereenigden Provinciën in 't gemeen aangaan , is 'er geene Stad in den gantfchen Staat, die zo veel belang by dezelven heeft, als Amfterdam. De verhandeling van de natuur en het oog- merk deezer Verdragen zal niet alleen voor Koopluiden ; maar ook voor alle zulken, die begeerig of verpligt zyn, den Staatkundigen toeftand des Koop- handels te leeren kennen, van dienfr, können wezen. De voorgaande Befchryvingen vanRegee-
Amfterdam zyn naauwlyks ergens innngc' zo onvolkomen geweeft, als in het verhandelen van het Stuk der R e- g e e ringe, het gewigtïgfte van al- len. Pont anus heelt het weini- ***** 4 ge,
|
|||||
4
|
|||||
Lviii. VOORREDE.
ge , welk hy van de hooge Ampten
van Schout , Burgemeefteren , Sche- penen en Raaden te boek gefield heeft, nog aangevuld , met Romeinfche en Middel - eeuwfche Oudheden. D a p- r e r s befchryving der Ampten van Regeeiïnge is beter ; doch ook kort en onvoldoende: en Domselaar en Commuin hebben D a p- per byna woordelyk gevolgd. De Stads Regifiers hebben ons gelegenheid gegeven, om de natuur deezer hoo- ge Ampten en Dienflen , gelykze oud- tyds genoemd werden , nader te lee- ren kennen , te gelyk met de wyze van verkiezinge tot dezelven , en van de vereifchten in zulken, die 'er toe bevoegd geoordeeld worden. De oor- fprong, de inftelling , het gezag en de bezigheid der byzondfre Kamers of Kollegien van Regeeringe en Regts- oefeninge is ook niet beter te leeren, dan uit de Stads Renifters. Van dit alles en nog meer heeft de Leezer , in onze Befchryving, een omftandig en gegrond berigt te wagten. Veel nuttigs zal 'er ook nog te zeggen zyn van de wyze, op welke de Regeering baar
|
||||
VOORREDE. Lix-
haar aanzien en gezag handhaaft, waar-
in de verhandeling der Schutterde en Stads bezettinge te pas komen zal; om- trent de eerite van welken twee, ee- nige ingezetenen , nu en dan , zeer verkeerde bevattingen gevoed hebben, die , eens vooral, dienen te worden verbannen. Omtrent het bellier der Stad in veele opzigten ïs ook een groot ge- tal van nutte kundigheden te haaien uit de Stads Regiflers, welken , in de voorige Belchryvingen, niet aangeroerd zyn. Doch deeze Voorrede 3 die reeds
lang genoeg is, zou veel te ver uitloo- pen, zo wy den Leezer breeder ver- flag deeden van 't gene hy, in 't ver- volg deezer Befchryvinge , te wagten heeft. \ Is meer dan tyd, dat wy af- breeken, met eenen hertelyken wenfch, dat onze Medeburgers en Landslui- den zo veel nuts trekken mogen uit deeze onze Befchryvinge , dat wy ons den arbeid van eenige jaaren, daaraan naarftiglyk te kolle gelegd, nimmer be- klaagen mogen. Amsterdam , onze loffelyke Geboorteftad , bloeije lang , onder de wyze en vriendelyke ***** - | -
|
||||||
tx. VOORREDE.
beftiering van braave Overheden, en
zy, tot in het laatfte nageilagt, de Kweekfchool van nuttige Weetenfchap- pen , Konften en Handwerken , de Voedfter van nyvere en eerlyke Koop- luiden, de Voorftandfter van redely- ke Vryheid in den Godsdienft en in den Burgerftaat! |
|||||
P E-
|
|||||
LXI,
|
|||||
PETRI APHERDIANI
Brevis Defcriptio
URBIS AMSTELODAMENSIS.
Jnjtgnibus funt oppida dotibus
Permulta pajjim prcedita: fid tuum
Amfielredamum non videmus
EJJe decus minimum inter Ma,
Ditaris undis quinque flueniibus,
Amfiella quarum latius explicat
Vires fuas, dans civitati
• Nobile nomen ubique notum.
Portum frequenVem navigiis habes: Portantque merces omne genus tibi A Gange & extremis Eois,
Occiduaque plaga repente, Frumenta, pi/ces, vinafuavia, Gratwnque potum t quem celebris coquit
Homborga^ Bremenfes, Lubecum, Anglia, Roßocbium, £f Gedanum. LaCs
|
|||||
LXIL
|
||||||
Lac y cafeos, ö* nobile butyrum,
Carnes, piper, cum purpureo croco, jEt faccaro, Pangcea abundè
20 Cynnama, amoma, 6? oiora ftora. Ficus, nuces, & verficoloria
Poma, Atticummel, lanifica Dea Munus, colorati feruntur
Qualia veilera habere Seres.
25 Circumjacentes qua populos fibi Emptum venire huc quottidie vides,
Ut cceteris pajjim revendant,
Et fibi lucra domum reportent.
Sunt ambulacris moenia commodis,
30 Speftare campos unde virentibus
Herbis licet, <r«n;tf j carinas,
£f fluitantia vela malis.
Strutlura quam fit magnifica cedium, £pd di#o 0£wj ? cwm vix videas parem 35 Germania fines per omnes: Templa quod ipfa queunt docere.
Non poenitendi follicita duo Confirudta eer nas artificis manu,
Mi-
|
||||||
-**«&»»
|
||||||
LXIII.
Miranda pigment is &? arts
Sunt opera t at que foris polita. Altare quantis fumptibus in Novo Templo locatum! quisfimilem heus Picluram habet ? pulchris tapetis Quam locus eß decoratus ille! Res confiituta efi publica legibus Mquis, Senatus jufiitiam colit, Et civium queerit falutem, Utilitate fua relicla. Mufas amat cum Delphicola Deo, Er exit Ulis magnificam domum,
Bonas ubi pubes tenella Cum piet at e docetur artes. Praclarius qub nil fieri potefl, Cum civitatis fint puerifeges. Et prima qualis difciplina, Talis &? efi populus futurus. Et contineri cafiius haec nequit JEtas, parentum quam ante oculos: minor Etfumptus efi Ulis futurus In patria atque domi educando. Quid
|
||||
LXIV.
|
||||||
Quid qubd facultas non datur omnibuf,
Curare proles infiitui ut queant
Extra folum natale: nonne
His bene confuhiit Senatus ?
65 Prudentia ejus confpicua extitit,
-»• 1557« Cum dira panis nos premeretfames i
Nam providus tune nifuijjet,
Innumeri mifere perijfent.
O quanta pajjim tune querimonia
70 Judita, quantis fletibus omnia Tune plena erant ? nulluni patehat
Perfugium, ntfi ad hunc Senatum.
Profpexerat qui civibus antea Ediäo in annum dimidium fuis, 75 Et deinde frumentum coëmit, Quo miferos aluit benigne.
Qyxd clerus hujus non minimum decus Urbis ? piè, ne preeteream, colit
Vit am: facras cedes frequent at, 80 Atque Deum cekbrare gaudet. Numero Vifuntur hic & Coenobia inclyta,
Caßi &? boni quce condecorant virt9 |
||||||
Et
|
||||||
LXV<
Et virgines omni fupremum
Sedulitate Deum colentes.
Quid ampla ducam tiU
Gratis foventur languida corpora ?
Quid pauper is curam popelli?
Egregiumque $ftp«r{tp$7*t ?
■Sunt nota cunclis haec fat is in locis:
Namque hujus urbis tanta benignitas
Spe&atur in quosvis egenos,
Ut vocitetnr alumma corum.
Proceritatem nunc quoque avium,
Formam venußam & fortia corpora
Horum, put o omnino tacenda:
Nam periergon id ejfe dicas.
Concordiae quam ßnt potius decet
Omnes amantes dicere. non vides
Certare de lana caprina-,
Nee tetricas agitare Utes.
Hort os fcoporum confpicuos habent^
Mdesque in Ulis aëreas, übt
Exercitant fefe fagittis,
Atque epulas celebrant frequentes.
I. STUK. ****** Et |
||||
hXVl.
Et difcipUnam confpicias tibi
Tantam inter Mos, improba jurgla Kixaque ut haud unquam audianturi
Sedjoca Uta & honeßa verba. ConfpeBui fe fulgida publico Prabent, gerentes arma, nitentibus Solemnem agant tanquam triumphum
Vefiibus, hoc quoque bis quotannis. Jam plura pojfes die er e, fed fatis: Cum nota eunclis fint, minus arbitror Hoc effe opus. Mufa ergo finem
;- Uicfacias, alioque tendas.
ExtatEPIGRAMMATUM MORALIUM
Libr. II, ANTVERPIM 1560, |
||||||
'1
INHOUD |
||||||
. xxvn.
|
|||||||||||||
I N. H Ö U D
DEELEN en BOEKEN. , , ■ '■■' 'v,
*fer volgende Befchryvinge tan
AMSTERDAM.
|
|||||||||||||
EERSTE DEEL.
Stuk. Bladz.
Opkomst, Aanwas en Vergrootingen van Amsterdam * . I. i - 26a |
|||||||||||||
Eerste Boek,
Oorfprong, jfanwas en Gelegenheid der Stad
Amsterdam , tot omtrent den aanvang der V; Zefiiendè eeuwe. ... I. 1*134
Tweede Boek.
|
|||||||||||||
a
|
|||||||||||||
VergrooTingèn der Stad, in de zefliende
en zeventiende eeuwe, en derzelver tegen- woordige Gelegenheid; . . 1.135-262 TWEEDE DEEL.
Geschiedenissen van Amsterdam. II-VL V
* "■ Eerste Boek.
Amsterdams Geschiedenissen,
Pan de Opkomfi der Stad af, tot op bet jaar
.. 1334« . ' II. 3-88
* ***** a ym
|
|||||||||||||
xxviii. INHOUD.
Stuk. Bladz.
Tweede Boek. Van 't jaar 1334, tot bet jaar 1401. II. 89-194
Derde Boek.
Van 't jaar 1402, tot bet jaar 1477. II. 195- 3aö Vierde Boek.
Fan 't jaar'1477, tot bet jaar 1506, II. 327-43<5 Vyfde Boek.
Van^tjaar 1506, tot bet jaar 1534. H. 437"5a3 Zesde Boek, , 1
Van't jaar 1534, Ut bet jaar 1555. III. 3-120
Zevende Boek.
Van 't jaar i555> tot w 't fogï» &* Jflarx
1567. . . 111.121-246 Agtste Boek»
Van 't jaar 1567, tot in bet jaar 1575, III. 247-392
Negende Boek.
Van 't jaar 1575, tot op de Verandering der
Regeeringe in't jaar 1578. . . III.393"5l* Tiende Boek.
Van 't jaar 1578, tot bet einde van 't bewind
des Graaven van Leicefier, in 't jaar 1587. IV. 3-78 Elfde Boek.
Van't jaar 1588, tof in bet jaar 1612. IV. 79-*6p Twaalf-
|
||||
I N H OU D. lxix.
Stuk. Bladz,
Twaalfde Boek. Van't jaar 1612 , tot in 'f begin des jaars
1617. . . IV, 161-274 Dertiende Boek.
Van 't jaar 1617, tot in bet jaar 1626. IV. 275- 374 Veertiende Boek.
Van't jaar 1626, tot in bet jaar 1632. IV. 375-504 Vyftiende Boek.
Van 't jaar 1632, tot bet jaar 1649. . V. 3- 72 Zestiende Boek.
Van 't jaar 1649, tot bet jaar 1651. V. 73-178 Zeventiende Boek.
Van 't jaar 1651, tot bet jaar 1661, V. 179 - 258 Agttiende Boek.
Van 't jaar 1662, tot bet jaar 1671. V. 259-330 Negentiende Boek.
Van't jaar 1672.....V. 331-430
Twintigste Boek.
Van 't jaar 1673, tot in bet jaar 1684. VI. 3-113 Een en twintigste Boek.
Van 't jaar 16,84, tot in bet jaar 1695. VI. 113-194 ****** 9 Tweb
|
||||
— —
|
||||||||||||||||||
ixx. IN H OU Dl
* .......• ■• Stuk. BJadz.
Tweeen twintigste Boek.
y<m "'t jaar 1696, tot op de Ütrecbtfcbe Pre-
de des jaars 1713. . . VI. 19$-260 Drie en twintigste Boek.
Van *f jaar 1713, tot bet jaar 1740. * VI. 261 - 306
|
||||||||||||||||||
DERDE DEEL.
Gebouwen der Stad Amsterdam. VII. Vlij. |
||||||||||||||||||
- Eerste Boek.
Weereldlyke Gebouwen en Werken.
I. Stadhuis. II. Beurs. III. KOORENBEURS.
IV. KOORENMEETERS-HUIS.
V. Stads-Excyns-Huis.
VI. Oude Waac.
VII. S. Antonis of nieuwe Waag.
VIII. Reguliers Waag. IX. Lomberd of Bank van Leeninc.
X. Vleeschhallen.
« 1. Groote l^leefcbbaL
2. Kleine Vleefcbbal. ,
3. JVefier-baï. «
4. lïeerenmarkU-baU
5. Nieuwe of ßotermarkts-bal.
XI. Staalhof , Zydehal en Saaihal.
XII. Kistenmaakers Pand. XIII. WlTWERKERS PaND. , .
XIV. Stads-Werkplaatsen.
|
||||||||||||||||||
VII. 3-296
------ 3
■------ 89
------ 99
——■ 102
------ 103
------ 104
------ 107
■------ 109
—— ui
—— 124
- 127
—— 127 - 128
------ 129
------ 129
------ 133
------ 141
------- 145
145
|
||||||||||||||||||
1, Stads-Timmcrtuin^,
|
||||||||||||||||||
2. Stad j-
|
||||||||||||||||||
.
|
||||||||||||||||||
I N H OU D.
|
|||||||
iXXIi'
#«*. £/*<&. VII. _J47
'---• 148
"---' 148
--- 150
'---' 151
■--- 152
—' 154
■---- iói
—— 164
— 167
'—• 174
---- i77
— 179:
——— 181
——— 183
-— 216
■--- 219
--- 224
—- 227
—— 229
——— 233
— 238
— 239
"—• 240
— 241
— 241
'— 242 — 242
—■ 244 — 247
— 249
— 252
— 252
— 254
— 257
XXV. |
|||||||
2. Stads~ Steenhouwer^ en Metßl
tuin. . 3. Stads-Scbuitenmaakers-lVerf.
4. Stads-Gefchut- en Klokgietery.
5. Pr oef werf van V Gefcbut.
6. Stads Salpeterbuis.
7. Stadx Kar- en Paardenflallen.
XV. Stads-Wapenhuizen ?« Kooren- pakhuizen. XVI. Wagthuizen. f
XVII. TOORENS.
1. Reguliers-Tooren.
2. Jan-Rooden-Poorts-Tooren.
3. Haringpakkers - Tooren.
4. Scbreijers Tooren.
5. Montelbaans-Tooren
XVIII. Sluizen 0» Waterkeeringen. XIX. Waalen. ,
XX. Havens. . ♦
XXI. Kraanen.
XXII. Bruggen, en in 't byzonder
Oude Brug. . . Nieuwe Brug. .
Paapen - Brug. . .
Lange Brug. . r
Doele Brug. .
Halvemnans Brug, .
Blaauwe Brug. Magere Brug. . Amjiel Brug. . f
XXIII. Doelen. .
1. Handboogs-Éoele. , -
2. Kloveniers-Doele. . -
XXIV. Stads Herbergen. . —
1. Oude-zyds-Heeren-Logement. —
2. Nieuwe-zyds-Heeren-Logement. -?
3. Nieuwe-Stads-Herberg. —
4. Nieuwe Stads Herberg in de
Plantaadje. |
|||||||
ixm. INHOUD.
Stuk. Bladz.
XXV. Generaal-Post-Comptoir. VII. 258
XXVI. Admiraliteits Gebouwen. — 259
1. Admiraliteits- of Prinsen-
hof. . . ------ 261 2. Admiraliteits -Magazyn en
scheepstimmerwerf. . ------ 2ö8 3. Admiraliteits-Lynbaan. ------ 276
XXVII. Gebouwen der Oostinüische
Compagnie. . . — 277
i. Oostindisch Huis. . —— 277
2. Oostindisch Zeemagazyn
en Scheepstimmerwerf. •——- 281
3. Lynbaan der Oostindische
Compagnie. . . —— 285 XXVIII. Westindisch Huis en Pakhuis.-------287
|
||||||
Tweede Boek.
Kerken en Kerkbestier der Ge-
reformeerden. VII. 297-612 I. Oude Kerk. . . VII. 298 IL Nieuwe Kerk. III. Nieuwe-zyds-Kapel. , IV. Oude-zyds-Kapel. V. Gasthuis-Kerk.
VI. Zuider-Kerk.
VII. Wester-Kerk. ifall. Noorder-Kerk. IX. Ooster-Kerk.
X. Eilands Kerk. XI. Amstel-Kerk. XII. Kerkbestier der Nederduitsche
Gereformeerden. XIII. Oude-Waalen-Kerk.
XIV. Nieuwe-Waalen-Kerk.
XV. Engelsche Presbyteriaansche
Kerk.
XVI. Engelsche Episcopaale Kerk.
|
||||||
INHOUD.
|
|||||||||||||||||||||||||
LXXtlI.
|
|||||||||||||||||||||||||
Derde Boek.
Stuk. Blads.
Kerken en Kerkbestier der byzon- dere Gkzindheden, builen de Ge- reformeerden. . , VIII. 3*200 |
|||||||||||||||||||||||||
ï. Lüthersche Kerken. •
II. Remonstranten-Kerk. «
III. Doopsgezinden Kerken.
IV. Collegianten-Vergadekpjlaats.
V. Quakers-Vergaderplaats.
VI. Kerken der Roomschgezinden.
VII. Armenische Kerk. . * VIII. Grieksche of Russische Kerk.
IX. J00DSCHE Synagogen.
X. Kerkhoven. . •
|
|||||||||||||||||||||||||
3
22
33
76
84
88
124
126
127
181
|
|||||||||||||||||||||||||
Vierde Boek.
Godshuizen en Godsdienstige Ge* |
|||||||||||||||||||||||||
VIII. 201-643
|
|||||||||||||||||||||||||
stigten.
|
|||||||||||||||||||||||||
I. Gasthuis en Pesthuis.
II. Mannen-Tugthuis of Rasphuis.
III. Spin- en Nieuwe Werkhuis.
IV. Verbeterhuis. .
|
VIII. 201
--- 232
--- 255
- 270
|
||||||||||||||||||||||||
V. Huiszitten-Aalmoesseniershuizen
en Weduwenhof.
VI. Burger-Weeshuis. VII. Aalmoesseniers-Weeshuis. VIII. Oude-Mannen- en Vrouwen-Gast- huis. IX. Krankzinnigen-Huis. . X. Leproozen-Huis, *
XI. S. Joris-Hof.
XII. Zyde-Windhuis. . .
XIII. Diaconie-Weeshuis. ,'
I. STUK. *******
|
|||||||||||||||||||||||||
- 273
- 320
- 358
- 409
- 43°
- 4^3
- 462
- 472
- 478
XIV. |
|||||||||||||||||||||||||
s
|
|||||||||||||||||||||||||
Lxxiv. INHOUD.
Stuk. Bladz*
XIV. Diaconie-Oude-Vrouwen- en Man- nen-Huis. . . . VIII. 495
XV. CORVERS'HoF. . . ------ 509
XVI. Waalen-Wees- en Oude-Vrouwen
en Manne-n-Huis. . . ------ 516
XVII. Engelsche-Wees- en Oude-Vrou-
wen-Huis. . . . «------ 529
XVIIT. Luthersche-Weeshuis. . •------ 530
XIX. Weeshuis der Doopsgezinden. ——- 538
XX. Oude-Vrouwen-Huis der Doopsge-
zinden. . . . — 545 XXI. Weeshuis Aer Collegianten. —— 549
XXII. Roomsch - Katholtke - Ouden - Ar-
MEN-CofllPTOIR« ♦ . ----' 558
XXIII. Weeshuizen dwRooiiiscHGEZiNDEN. ■—•• 562
Maagdenhuis. . . —■ 562
Jongenshuis. . . — 567
XXIV. Begynhof. . . . — 573
XXV. Hofjes. . . . — 587
1. Deutzen-Hofje. . — 587
2. Raapen-Hofje. . . — 589
3. roeters-hofje. . ----- 590
4. ockers-hofje. . • — 59i
5. Medenblikker-Hofje. . — 591
6. FONTAINE-HOFJE. . •---- 59a
7. LuTHERSCHE-DlACONIE- of KONY-
nen-hofje. . . — 594
8. Van Brantzen-Rus-Hofje. —— 596
9. zw aard vee gers-hofje. — 599
io. Grills-Hofje. . . —« 600 11. Hofje de Zon en Arke Noach. -— 602
12. Linden-Hofje. . . — 604
13. Rypen-Hofje. . —~ 605
14. Hofje Venetia- of Maarloops-
Hofje. • . . «— 605
15. Suiker-Hofje, . . —• 607
16. Anslos-Hofje. .. . — 609
17. Huisjes van Bosch. . . —. 612
18. Hofje in'de Schuijermaakers-
gang. . . —- 613
J9-
|
|||||
•■
|
|||||
INHOUD. Lxxv.
Stuk, Bladz.
19. R0OZEN-H0FJE. . . VIII. 614
20. S. Andries-Hofje. . . — 616
21. Claas-Reiniersz-Hofje. -— 617
22. Hamers-Hofje. . — 617
23. Bouwers-Huisjes. . .— 618
£4. Moens-Hofje. . . — 61^
25. Hofje de Zeven Keurvorsten. — 619
s.6. Paarslarens-Huisjes. . — 620 27. Nieuw Suiker-Hofje. . — 621
28. Swigters-Hofje. . — 62a
|
||||||||||
Vyfde Boek.
Gebouwen, tot bevordering van weeten-
schappen kn nuttige oefeningen aange- LEGD. . . . V11I. 644-786 I. DOORLUGTIGE SCHOOL. . VIII. 644
II. Latynsche School. . «----- 6$7
lil. Stads SchooLen. . . —— 676
IV. Collegium Medicum of Genootschap
DER GeNEESMEESTEREN. ——- 683
V. anatomie of Ontleedplaats. —— 694
VI. Hortus Medicus of Stads - Artseny- tuin en Plantaadje. . -----• 701
VII. Stads-Apotheek. . . —— 714
VIII. Stads-Regenbakken. . —•— 715
IX. Stads-Couranten-Drukkery. —— .717
X. Schouwburg. f . •—— 721
XI. Tekfnschool. • . —— 770
XII. Maneges of Ryschoolen. . ------774
XHI. Drilschool. . . . ------ 777
XIV. Schermschool. . . ------ 77S
XV. Doolhof. t . — 779
|
||||||||||
*******
|
||||||||||
2 VIER-
|
||||||||||
xxxvi. INHOUD.
|
|||||||
VIERDE DEEL.
Stuk, Bladz*
KOOPHANDEL van AMSTERDAM. IX. |
|||||||
EERSTE BOEK.
Handel in de Stad , voornaamlyk ten
gebruike der ingezetenen. . ix. i - 276
I.
OPENBAARE MARKTEN. — 1-64
Dam. . . — 11
S. Antonis of nieuwe Markt. . — 13
Heerenmarkt. • . — 14
Westermarkt. . . — 14
noordermarkt. • . — ió
Botermarkt. . ' . — 17
VlSCHMARKT (gROOTE, BOEREN- ßWKLEINE_). — I9
Beestenmarkt. . . — 30 enz.
Ossen-, Varken-, Schaapen- en
Kalverenmarkt. . '. — 32 enz.
KOORENMARKT (STIGTSCHE eil GoOISCHE). — 38
«——-----------(Westfriesche). — 38
BlERKAAIJEN. . . . — 40
Melkmarkt. . . . — 41
Groenmarkten. . . — 42
Fruit- of Appelmarkt. . • — 48
Boommarkt. . . . — 50
Bloemmaukt. ' . — 50
Turfmarkten. . . . — 51
Hout mar kt. . . — 52
Kuipers-markt. ï . «— 54
Boommaakers-markt. . . — 54
Hoepen-markt. • . — 55
Hennip-markt. . i . —55
- * Hooi-
|
|||||||
I N H O U D, -Lxxvir«
Stuk. Bladz.
HoOIMARKT. » . IX. 55
Stroomarkt. . . * — 57
Zandmarkten. . , . — 58
Kalkmarkt. . . — 59
Stoelenmarkt. * . — 60
Manden-markt. . * * — 60
PïTPEN-MARKT. ♦ . . — 6l
|
|||||||||||||
*
|
|||||||||||||
IL
|
|||||||||||||
CIL DEN van Neeringen, Hanb-
werken en Arbeiders. — 64-224 |
|||||||||||||
I. S. Pieters-Gilde. *. — 73
II. Vleeschhouwers-Gilde. — 75
ÏII. Spek- of Verkenslaagers- Gilde. . 4—78
IV. Hoender.- en Vogelkoopers-
Gilde. * . «— So
V. Groot-Kraamers-Gilde. — 81
VI. Klein-Kraamers-Gilde. * — 84
Vil. Lakenbereiders- en Drogg- scheerders-Gilde. . — 87
VIII. Lakenverwers-Gilde. • — 97
IX. Zydeverwers-Gilde. • — 102
X. Weevers-Gilde. • — 104
XI. Fkuitverkoopers-Gilde. — ioó
XII. Peltiers- of Bontwerkers- Gilde. . . — 108
XlIT. S. Eloijen- of Smids-Gïlde. —■ 109
XIV. Goud-e» Zilversmids-Gilde. — na
XV. BlERDRAAGBRS-GlLDE. . w 115
XVI. BïERBESCHOOIJERS-GlLDE. — lig
XVII. KoORENDRAAGERS-GlLDE. — I20
XVIII, KOORENMEETERS- eTl KoOREN- ZETTERS-GlLDE. . „. 12$
XIX. KooREN-LiGTERMANs-Gilde. — 126
XX. Waagpraagers-Gilde. a;. — 129.
|
|||||||||||||
******* „
|
XXI.
|
||||||||||||
Lxxviii. I N H OUD.
Stuk. Bladz*
XXI. Turfdraagers-Gilde. . IX. 135 XXII. Groot-Binnen . en Buitenlands-
VAARDERS-GlLDE. . ""139
XXIII. Klein - Binkenlandsvaarders«
Gilde. . . . — 146 XXIV. KLEêRMAAKERS-GlLDE. . — 149
XXV. HuiDENKOOPERS , LOOIJERS- e»
ScHOENMaAKERS-GiLDE, — I5l
XXVI. OüDÄ SCHOENMAAKF-RS- of
ScHOENLAPPERS-GlLDE. . — I56"
XXVII. Bergenvaarders-Gilde. —- 158
XXVIII. S. Jozefs-Gilde. . — 160
XXIX. Scheepstimmermans- en Mas- tenmaakers-Gilde. . — 165
XXX. Metselaars-Gilde. , — 169
XXXI. Chirurgyns-Gilde. . — 171
XXXll. Houtzaagmolenaars-Gilde» — 175
XXXIII. S. Victors- of Koorenmole-
naars-Gilde. . , — J78 XXXIV. Broodbakkers-Gilde. . — 182
XXXV. Koeken-, Biscuit- en Pastei- bakkers-Gilde. . . — 1,86 XXXVI. Makelaars-Gilde. . . — 188
XXXVII. Kuipers en Wynverlaaters- Gilde . • — 194
XXXVIII. Wynkoopers-Gilde. . — 197
XXXIX. Schaatsen-, Leesten- en
Klompenmaakers-Gilde. — 199
XL. S. Lucas-Gilde. . — 201
XLI. B0EKVERKO0PERS-, Boekdruk-
kers- en Boekbinders-Gilde, — 20s XLII. Tinnegieters-Gilde. . — 204 XLIII. Glazen Kannen- en Aarden- werksverkoopers-Gilde. — 206
XLIV. Mandenmaakers-Gilde. — 207
XLV. Roei-e» Steigerschuitenvoer-
DERS-GlLDE. . . — 209
XLVl. Vlotschuitenvoerders-Gilde.— 21a
XLVII. Lootsmans-Gilde» , —- 214
XLVUI. Sleepers-Gjlde, * — 216
|
|||||
*
|
|||||
INHOUD. Lxxix.
Stuk. Bladz.
XLIX. HoEDENMAAKERS-GlLDE. IX. 219 L. Lint- en Passement werkers-
Gilde, • . — 221 LI, Compassenmaakers-ctïZeilen- MAAKERS-GlLDE. . . — 222
|
|||||||
HL
|
|||||||
VOORNAAME NEERINGEN,
TOT GEENE GlLDEN BEHOORENDE.
—- 225- 276
I. Brouweryen. . . — 226
II. Mouteryen. . . — 239
III. Brande ryen. . . — 239
IV. Azynmaakeryen. . — 241
V. MEEDEMAAKERYEN. . ----. 24T
VI. Haring- en Zoutenviskoope-
RYEN. . - . ----242
VII. ZOUTKEETEN. . ___ 246
VIII. SUIKE RRAFINEERDERYEN. ---- 247
IX. Tabaksspinneryen. • ___ 249
X. TOUWSLAAGERYEN. . ---- 250
XI. Teerkooperyen. . — 25a
XII. Zeepziederyen. . , *—■. 253
XIII. Houtkooperyen. . — 256
XIV. Steenkooperyen. . — 257
XV. Zydëreederyen. » — 258 XVI. ZydeWeeveryen. , — 259
XVII. Goud- en Zilverdraad trekke-
ryen. . . . — 261 XVIII. Twyneryen. . . — 264 XIX. Katoendrukkeryen. . — 265 XX. Parsseryen. • . . — 266 XXI. Kalanderyen. . . • — 266 ******* 4 XXIL
|
|||||||
.XOT& 1 N H O U D.
Stuk. Blactz*
XXÏI. Yzergieteryen. ♦ IX. 266 XXIII. Salpeeterrafineerderyen. — 267
XXIV. Zwavelrafineerderyen. — 267
XXV. Kruidmaakeryen. , — 267
XXVI. LoODGIETÈRYEN. . . -*~ 27I
XXVII, Glasblaazeryen. . — 271
XXVIII. Smeersmklteryen. , — 274
XXIX. Vermillioen-, Vernis- enTere-
BINTHYNMAAKERYEN. . w 274
XXX. Potten-, Steentjes- en Pla-
TEELBAKKERYEN. , — 275
TWEEDE BOEK.
BiNNENLANDSCHE KOOPHANDEL, VeER-
of Beurt- en Markt-Schepen en
Schuiten. . , , IX. 277.37g <""_..... ■> • ■
- DERDE BOEK.
Buitenlandsche Koophandel , Wissel-
handel en Behulpsels van den Koophandel in 't ■gemeen, IX. 379- 475 I.
>-■
Buitenlandsche Koophandel -en
Scheepvaart, , IX. 379-425
Op Hamburg en Breemen. * — 387
w—m Brabant en Vlaanderen, w 39a |
||||
"" p»
|
||||||||||||||||||
I N H O U D. txxxi.
Stak. Bladz,
Op Zweeden, Deenemarke en Noor- wegen. . . .. JX. 395 —- Duitschland. . — 397 —■ de Oostzee, . ♦ ___400 " ----- Frankryk, . , __ ^0,
----- Engeland , Schotland en Ier-
land. " • f \ — 407
----- Spanje. ... — 4II
—« Portugal. . . t __4I,
—r- Zwitserland. • , __4^
-----Italië, de Middellandsche Zee
en de Levant. . . ___ 4™
-.— MüSKOVIE. . . ---- 4j9
|
||||||||||||||||||
- Oost- en Westindie. .
|
•**- 42a
|
|||||||||||||||||
II.
|
||||||||||||||||||
-
|
||||||||||||||||||
Wisselhandel; * — 425-446
III.
|
||||||||||||||||||
Behulpselsc» Bedienden van den
Binnen- en Büitenlandschen Koophandel. ' , . -«. 447-47^
Posteryen. . . . # j— 447
Wagenaars. ♦ ». . — 457
Jjlgers. . • ♦ — 461
Pakkers. ♦ ♦ ,. — 4<j2
.Hallasters enz.. .. * , \ '^- 4^4
|
||||||||||||||||||
. . ... .-..„. . . . t „ ij
******* r.
|
||||||||||||||||||
VYF-
|
||||||||||||||||||
Lxxxii. INHOUD.
Stuk. Bladz*
VYFDE DEEL. VOORREGTEN, GEWOON-
TEN, KEUREN en BEZIT- TINGEN van AMSTER- DAM. . .X. EERSTE BOEK.
PRIFILEGIEN of VOORREG-
TEN, COUSTUMEN of GE- WOONTEN en VOORNAA- ME en ALGEMEENE KEU- REN. ... X. i -169 PRIVILEGIEN. —2-74
I. Jurisdictie of Vryheid. . <— 2
II. Vereeniging met Holland. — 30
III. Wapen. . . <-— 31
IV. Maat en Gewigt. . • — 50
V. Excyns. . . , — 56 VI. Exue. . . . — 60
VII. Paalgeld% .. . . —68
VIII. Renten. . .. , — 72 ' COUSTUMEN of GEWOONTEN. — 74-114
K E*U REN. . —115-169
1. Op bet Timmeren en Rooijen* — 127
a. Op de Straaten. . . ■— 136
3. Op bet Brandblusschen. . — 139
Op
|
|||||
y
|
|||||
I N H O U D. lxxxiiï.
Stuk. Bltulz.
4. Op de Lantaarnen. . . X. 152
5. Op bet byten. . . • — 159
6. Op bet NAGT WERKEN. . ---- l6t
7. Pp bet DOBBELEN. ' . . ---- 163
8. Op bet bouden van Bordeelen. —' 166
TWEEDE BOEK.
VOORNAAMSTE BEZITTIN-
GEN der STAD. . . — 175-476 AMBAGTSHEERLYKHEDEN. — 176-300
I. Amsterveen of Nieuwer Amstel.— 176
II. Ouderkerk of Ouder-Amstel. — 202
III. Diemen. . . . —-216
IV. Slooten , Slooterdyk , Osdorp, de
Geer en Vrye Ambagten. — 229
V. KUDELSTAART. . . ---- 257
VI. Leimuidën en Vriezekoop. — 266
VIL Volewyk. . . — 281
VIII. Urk en Emmeloord. . — 288
}%. Aandeel der Stau in Suriname. — 309
|
||||||
POL-
|
||||||
■-
|
||||||
vxxxiv. IN H O U D,
'■t
Stuk. Bladzi
POLDERS, WATEÏtEN, DYKEN
en WEGEN.' . . X. 304.393
I. Watergrafts- of Diemer-Meer. — 304
IL Bylemer-Meer. . __318
UI. Abkouder-Meer. . ''■. - —«, 324
IV. Zeeburg of Diemerdyk. — 325
V. Zeedyk ëeoosten Muiden, — 347
VI. Hoogheemraadschap van Am* STELLANÜ. . . ---- «$%
Vil. Amstel. . . — 36tS
VIII. Westfriesche Dyk. ♦ — 370
IX. HONDBOSSCHE. ♦ ---- 372
X. Slaaperdyk. . . — 373
XI. Heilige Weg. . — 376
XII. Vaart , Trekpad en Wagenweg
op Haarlem. . . — 377
Xl!I. Wagenweg en Trekpad op Weesp.—- 381
XIV. Trekvaart en Weg op Muiden en Naarden. , . . —. 383
XV. Trekpad en. Vaart op Gouda. — 385
XVI. Trekpaden en Vaarten over Mo.- nikendam en Edam , en over Pur- merende naar Hoorn. . -— 387 XVII. Zandpad tujjchen Ouderkerk en Breukelen. . . — 389
XVIII. Zandpad van Weesp naar 'jGraa-
venland. . . — 390
XIX. Weg van Duivendrecht op Ab-
koude. . . — 391
|
|||||
Z E S-
|
|||||
INHOUD. Lxmy*
ZESDE DEEL.
Stuk* Blfldüt
POORTERSCHAP, SCHUTTERYEN, KRYGSRAAD, BEZETTING en VER- MAARDE PERSOONAADJEN VAN AMSTERDAM. . . XI. ■ '» ""*""""~"~~"~ ,
EERSTE BOEK.
POORTER- of BURGERSCHAP e*
dbszélfs VOORREGTEN. XI. $ -78
TWEEDE BOEK.
SCHUTTERYEN, BURGER - COM-
PAGNiEN, WAGTEN en BEZET- TING. . . XI. 79-186 I.
Oude Schutteryen. « _ <jgm 9g
II.
■'s
Nieuwe Schutteryen of Burger-Com-
pagnien en Krygsraad. , —— 98-138 III.
Ruiterwagt en Ratel wagt. * -----138-151
IV.
CuARNIZOEN O/BEZETTING. # -____I5I-I62
DER-
|
||||
lxxxvi. IN H OU D.
Stuk. Bladz*
DERDE BOEK. VERMAARDE PERSOONAADJEN. XL 187-445
|
||||||||
ZEVENDE DEEL
REGEERING t>ER STAD AM-
STERDAM. . . XII. XIII. |
||||||||
EERSTE BOEK.
Regeering in *t gemeen. Byzondere be- SCHRYVING DER AmPTEN VAN SCHOUT ,
Burgemeesteren, Schepenen en
Raaden. . . XII. 3-339
I. Oude en laatere Regeering der
STAD IN 'T GEMEEN. . —— 3" 37
II. Schout. . . ------ 38- 59
III. Burgemeesteren. . —— 60-132
IV. Schepenen. . . ------133-280
V. Raaden. . . . —— 281-333
TWEEDE BOEK.
- -1
Commissarissen der Collegien van
Regeeringe of Bewind. —— 34°-543
I. Thesaurieren Ordinaris. — 343- 3 76
II. Weesmeesteren. . ■-----377-420 III. Thesaurieren Extraordinaris.------421-442
IV. Rekenmeesteren. . ------■ 443-462
V. Commissarissen van de Wissel-
• BANK. . . ------463-485
VI. Commissarissen van de Bank van
Leening. . * . —— 486-501 VII.
|
||||||||
INHOUD. Lxxxvii.
Stuk. Bladz.
VIL Excynsmeesters of Commissaris- sen van den grooten Excyns. XII. 502-530 VIII. Commissarissen tot den ontvangst van de honderdste en andere Penningen. . — 531-543 DERDE BOEK.
|
|||||||
Commissarissen der Collegien of
Banken van Justitie of Regts- oefening. . XIII. 3-15S? I. Commissarissen van Huwblyksche
Zaaken en Injurien. , — 3-38
II. Assurantie-Meesters of Commis-
sarissen van de Assurantie-Ka- mer. . . —— 39- 70 III. Commissarissen van kleins Zaa-
ken. • .
IV. Commissarissen van de Zeezaaken. —103 -128
V. Commissarissen van de desolaate Boedels. . , —— 129-158
Twee Alphabetische Registers van de Naamen der
Magistraatspersoonen van Amsterdam. I. Voor,, en tot op bet jaar 1578. XIII. 167 enz,
II. Van de Verandering des jaars 1578.
tot op bet jaar 1768. J , —— 196 enz.
|
|||||||
VIER.-
|
|||||||
^xxviïï. 1 N H O Ü D.
VIERDE BOEK.
v
Stuk. BiadiSi
Voornaamste Ministers en mindere beampten derRECEEkiNGE. XIII. 231-270 -
I. Pensionarissen en Secretarissen
der Sta'j. • * — 231 enz»
II. CoNCHERGE, ClPIEK , BoDEN , Ka-
merbewaarder, Wagters 'bande
Vierschaar en Deurwaarders , van de Hoven en gembene Mid-
|
|||||||||||||
259 enz,
271 enz.
312 enz.
326 enz.
|
|||||||||||||
delen« * * —
|
|||||||||||||
BYVOEGSËLSe» VERBETE-
RINGEN. LYS T van egte Stukken, Amster-
dam betreffende. BLADWYZER mn PERSOO-
NEN en ZAAKEN. |
|||||||||||||
AM-
|
|||||||||||||
AMSTERDAM,
I N Z Y N E
OPKOMST, AANWAS, GESCHIEDE-
NISSEN, VOORREGTEN, KOOP-
HANDEL, GEBOUWEN, KER-
KENSTAAT , SCHOOLEN,
SCHUTTERYE, GELDEN
EN
REGEERINGE,
BESCHREEVEN.
|
||||||||
EERSTE DEEL.
OPKOMST, AANWAS en VERGROO-
TINGEN van AMSTERDAM. |
||||||||
EERSTE BOEK.
Cörfprong, Aanitias en Gelegenheid der Stad
AMSTERDAM, tot omtrent den
aanvang der Zefliende eewwe.
AMSTERDAM, waarvoor menNaanw-
oudtyds Amflelredamme of Aemflel-Iedendei; redamme fchreef, en waarvoor fommigen ^tad* jiu verkiezen Amjieldam te fchryven, heeft, ongetwyfeld, zynen naam gekreegen naar den flroom den Anfiel, van ouds ook I. STUK. A Arne- |
||||||||
JAN ÏAGENAAR,:
HISTÖKIESCHRYVER
der Stad
AMSTERDAM,
aldaar «o-elbooren, den 21 October iyo^ =
Miasma, ek CJte6oe6 &xxm> .
|
|||||
'
|
|||||
■ —
|
|||||
5 AMSTERDAMS IDeeè.
Ameflelk geheeten, die de Staddoorfhydt;
en naar eenen Dam, in deezen ftroom ge- legd. De Plaats is Jmflelredatnme, dat is Amßelerdam, genoemd (i), welk zo veel als Dam des Amfleh betekent; even als Rotterdam, Dam der Rotte, een bekend Water in Schieland; en Zaanredam, of Zaanerdam, en by verkorting Zaardam en Sar dam > Dam der Zaane zeggen wil. Of men Wy verkiezen Amsterdam te fchryven, Jmfler- niet flegts om ons naar het tegenwoordig dam of gemeen gebruik te voegen, maar voor- 4mftfï~ naamlyk, om te nader te blyven by de hoore^te out*e fchryfwyze van Amfielredamme. Wy fchry- willen egter zulken, die tegenwoordig lie- ven, ver Amfleldam Ipellen, geenszins veroor- deelen. Men zegt en fchryft ook Schie- dam , niet Schie-erdam, en Edam, niet Ee- erdam, of T-erdam. 't Schynt dan dat men, op gelyken grond, ook Amfieldam fchry ven moge. Loop De Amßel, die Amfterdam den naam des Am- geeft, neemt zynen aanvang omtrent drie
ßcls. UUren gaans ten zuiden van de Stad, daar de Waters de Dregt en de Kromme Mydregt of Miert famenlopen; deelt Amflelland 'm twee deelen, en loopt, voorby Ouderkerk^ naar
(i) De ouden fchreeven, ook in andere gevallen,
re, daar wy nu er fchryven. Zie Stoke in Floris den HL bl. 51. Die re waren gevaen hielden 't leven.
Dit waren d'Ëdelingbe die re bleven.
en in Ada bl. 69. Menicb Jppelboom die re flont.
|
|||||
L&dfit OPKOMST ®t AANWAS. 3
haar en door de Stad, alwaar hy zig ver-
eenigt met het Y * den bekenden inham der Zuiderzee. Door den Dam, die het ander gedeelte piaats en
van den naam der Stad uitmaakt , moet naamen men, naar alle waarfchynlykheid, den te- Y*n dea genwoordigen Middeldam of Vygendam ver- ftaan, die den eerften deezer twee naamen fchynt gekreegen te hebben, om dat hy midden in den Amflel, of liever, omdathy midden in de Stad legt: de laatfle naam werdt, in de zeftiende eeuwe, gegeven aan het gedeelte van het PPater, welk van de Zoutftceg tot aan den Dam loopt, zo ge- tuigd wordt (2), ter oorzaake vaneene par- ty bedorven Fygen, die aldaar, met verlof of op bevel der Regeeringe, gelyk in dier- gelyke gevallen gebruikelyk is, in 't water geworpen waren» Doch in de zeventien- de eeuwe, heeft dit gedeelte, zo wel als het overige van den burgwal langs het Dam- rak, (2) In 't felffde jaar [1526], lees ik, in eene
aantekening, op de laatfte bladzyde van het eerße Stads Groot - Memoriaal, een nunve burchwal gemaekt, ßreckende van de Soutfleeghe tot den damnie toe, ge* naempt Fyghcndamme, omme arghe vyghen dairin ge- worpen. Zie ook T. v. Domselaar Amft. III. Boek, bl, 194. en C. CoMMELiN Amß. bl. 172. In'tzelfde Groot Memoriaal f. 291 ver/o, vergeleeken met f. 287, wordt ook gefproken van huizen, ftaande op den boiick van de Zoutßeegbe, ende Vyghendam: waar- uit blykt, dat dit gedeelte van het Water toen de Vygendam genaamd werdt. En dien naam draagt het nog, in de groote Kaart van Baltbazar Floris- zoon, die, in 't jaar 1625, eerft geniaalst; doch naderhand inerkelyk vermeerderd i». A z
|
||||
4 AMSTERDAMS I.Deel;
rak, den naam van het Water gekreegen,
en de naam van Vygendam is op den Mid- deldam gepaft geworden. Wanneer Doch de nette tyd, wanneer deeze Dam Se allereerft gelegd werdt, is r/cenemaal on- werdt, is ze^er- Alleenlyk weet men, dat dezelve onzeker, in 't jaar 1275 in wezen was, om dat de Plaats toen den naam reeds hadt van 4m~ fielredamme, gelyk wy beneden zien zullen. Onder- De opkomft en eerfte aanwas van Am- y°^ne^r fterdam is bedolven onder eenen dikken voor de m^ van twyfelagtigheid en onzekerheid. De oudheid Plaats is, waarfchynlyk, van zeer geringe van Am- beginfelen aangegroeid: en heeft, in't eerft, fterdam. denkelyk, geenen byzonderen naam gehad, tot dat zy, allengskens aangewailen, ver- moedelyk niet voof de dertiende eeuwe , den naam van Amfielredamme heeft aange- nomen. E II Re- ^ weet we^' ^at f°mmigen de Plaats veel
den,ont-ouder maaken; doch laat ons, kortelyk, Ie end uit onderzoeken, op wat grond. Zy vinden , de Lyft in eene Lyft der Leenmannen des BiiTchops derLcen- van Utrecht, die tot het jaar 1021,enden van 't tyd vail Biilchop Adeïbold gebragt wordt (a), Stigt van gewaagd van eenen Her e van Amfiely die Utrecht, dat meefie deel van zyn Heerlykheit van den Sticht van Utrecht ter leen Meldt: en hier uit maakenze op, dat 'er, reeds in de elf de eeuwe, eene plaats, Gehugt of Dorp in wezen geweefl is , welk toen Amfiel ge- noemd werdt, en het eerfte begin van Am- fter-
(a) VU, HEDAHift. Vltl.p. III.
|
|||||
' >\
|
|||||
IBoek. OPKOMST en AANWAS. 5
fterdam geweeffc is (b). Doch men moet
hierop aanmerken, 1, Dat deeze Lyft der Leenmannen van 't Stigt, by veele Geleer- den , verdagt is, en door fömmigen, die ze niet geheellyk verwerpen, tot laatere tyden gebragt wordt (c). 't Laatfte blykt, onbetwiftbaar, met grond te gefchieden , naardien 'er,in de gemelde Lyft, gewaagd wordt van eenen Graaf van Gelder, als 's BifTchops Leenman; daar 't bekend is, dat Gelder, niet voor 't jaar 1079, met den titel van Graaffchap vereerd werdt (d)9 en dat de Heeren van dit GeAveft, ten tyde van Biffchop Adelbold, den titel van Voog- den voerden. Voeg hier nu nog 2. by, dat in de Lyft, van welke wy fpreeken , zo alsze door He da in 't licht gegeven is, geheel geen gewag gemaakt wordt van den Here van Amflel Zulks gefchiedt al- leenlyk, in eenige andere uitgaven van dee- ze Lyll (/), waarop minder, immers geen meerder ftaat te maken is, dan op de uit- gave van Heda. Maar genomen, 3. dat 'er, zo vroeg in de elfde eeuwe, reeds een Heer van Amjlel geweeil ware; dan zou nog te bezien ftaan, of men, door Amflel', juift bepaaldelyk een Dorp of Gehugt van dien naam, en niet veel liever het gantfche Land van Amftel, welk zig, van den oorfprong des Amitels, tot aan het Y toe, uitftrek- te,
(b) Lt LONG Reform, van Amft. bl. 61,62.
(c) Vid. BUCHELIUS -jJHEDAMJ). 117.
(d) Vide PONTANi Hift. Gelria;,Libr. V.p. 9s.
(e) VU. Chron.de Traje<5to. in MATTHiEI Anal. Tim.
V. p. 332. GiootcChr. VU.-Div. XIV. Cap. f. 67. verf. A 3
|
|||||
t
|
|||||
-
|
|||||
€ AMSTERDAMS I. Deel.
te, verftaan moefl. Voorwaar, de naam
van Amflel kan zo wel op gantfch JmfleU land 9 sis op een Gchugt of Dorp in'tbyzon- der, worden toegepafl; en paft 'er, daar van eenen Heer van Amflel, die zekerlyk uitgeftrekter gebied hadt dan over een en- kel Dorp of Gehugt, gewaagd wordt, myns oordeels, ruim zo natuurlyk op. Tweede Men tragt, wyders, de oudheid van Am- Re jen, fterdam te bcwyzen, uit eenen Latynfchen van de'1 Br^ef van den jaare 1105 (ƒ) , waarin naamen Wolf gems, Scultetus de Amftelle, dat is , van Am- Wolfger, Schout van Amflel, genoemd wordt, ftel en Hieruit, wordt zelfs opgemaakt, dat het van°Am- -D°rP Amflel reeds eenig aanzien moefl ver- hel, krecgen hebben, om dat het eenen Schout onderhouden kon (g). Doch 't is immers ten hoogften onzeker, of men, door Am~ fiel) een Dorp van dien naam, of, gelyk wy zo even aanmerkten , niet veel eer gantfch Amflelland verftaan moet. In eenen Brief van den jaare 1126, wordt Wolf ge* rus de Amefielle genoemd (7>), dien men, niet zonder reden, voor den zelfden houdt, die, in't jaar 1105, Wolfger, Schout van Amflel, genoemd is. 't Is ook te vermoe- den , dat hy uit den Huize van Amflel ge- fprooten is, om dat de Heeren uit deezen Huize, op gelyke wyze, in oude Brieven > genoemd werden. Zo leeft men van Eg- bertus van Amefiel of Amflelk, in Brieven van de jaaren 1131, 1143, H45> 1*65, (f) V-d. EUCHEL. WHEDAM. p. 1+S,
(m) le lqng *i. si.
(6) .4^. BucHEL. adHzDJiMp. 153.
|
|||||
IBoEK. OPKOMST en AANWAS. 7
1172 en 1176. Van Godefridus van Ame-
flelle, in eenen Brief van den ja are 1131; en van Gifelbertusvan Ameflelle, in Brieven vande jaaren 1176,1220,1224 en 1225 (3). Maar wat waarfchynlykheid heeft het, dat een Heer uit den Huize van Amflel Schout van een enkel Dorp zou geweefl zyn ? 't Is immers veeleer te vermoeden, dat hy, het ampt van Schout of'Baljuw over gantfch Amitelland bekleed zal hebben. De naam van Schout was niet te gering, voor eenen Heer uit den Huize van Amflel. Hy werdt ook, lbmtyds,aan de oude Heeren van Woer- den en Amersfoort gegeven (i). En zo Wolf- ger Schout van Amftelland geweefl zy; dan is 'er, uit den naam van Schout van Amflel,niet op te maaken,dat 'er, reeds in't begin der twaalfde eeuwe, een Dorp of Gehugt in we- zen was, welk toen Amflel, en naderhand Am« flelredam genoemd werdt. In de gantfche twaalfde eeuwe zelfs,is my geen bewys voor- gekomen,dat 'er een Dorp, Amflelgenaamd, in wezen was. Zulks alleen uit de naamen van Wolfger, Egbert, Godefrid enGysbrecht van Amflel te willen befluiten, loopt aan tegen alle waarfchynlykheid. Al was 'er, ten hunnen tyde, een Dorp Amflel in we- zen (i) Uit oude Aantekeningen.
(3) Eenigen van deezeBrieven zyn byïÏEDA, in
de aantekeningen van Buchelius op Heda, inde Werken van Matthjeus , en elders te vinden: van eenige anderen, die in Utrecht bewaard worden,' heb ik affchriften onder my. Wy zullen, in 't vervolg, van fommigen deezer Brieven nog verder gebruik moeten maken. A 4
|
||||
......
|
||||||
* AMSTERDAMS I Deet:
zen geweefl, de Heeren van Amflel zouden
zig niet naar dit Dorp, maar zekerlyknaar hunne gantfche Heerlykheid van Amflel of Amftelland, hebben willen benoemen. Verde Doch voor de oudheid van Amilerdam Reden , worc[t nog eene reden bygebragt, die, in
men"°dt ^en eer^en opflag, meerfchynt te klemmen. zeker m net eerfle Stads Groot - Memoriaal, f. 31 > fchry- en niet, alsCoMMELiN fchryft, f. 52 vers. yens van en 53, flaat een Brief geregülreerd, die, 1 jafr van Stads wege , den een en dertigflen Maart des jaars 1475, aan den Schölte en Stad tot Vollenhoe, of Voilenhove in Over- yffel, gefchreeven is; en waarin men on- der anderen Jeefl: dat wy ende alle onfe me* depoirteren, als een Lit van Aemflerlant, en- de dat principaelfle Litt van dien, fculdig fyn met U tot Vollenhoe ende anders wair daer omtrent tollenvry te we/en, ende altyt vry geweefl hebben, over ijc.endeiijc. jaren, off meer, ende ymmer alfoe lange jaren, dat geen menfche ter contrarie gedynken en mag. Uit deeze woorden, hebben fommigen (k) op- gemaakt, dat Amflelland, en derhalven ook Amfterdam, voor 't jaar 1275, tol- vryheid van de Graaven van Holland gehad heeft. Doch de woorden fpreeken van ge- heel wat anders. Zy fpreeken van eene tolvryheid in OverylTel, alwaar de Graa- ven van Holland, voor 't jaar 1275, e" nog meer dan twee eeuwen daarna, niets te gebieden hadden, en gevolgelyk geene tol-
|
||||||
(k) COMMEJMNAmft. bl. I7f.
|
||||||
Z.Boek. OPKOMST en AANWAS. 9
tolvryheid verleenen konden. Overyflel ,
oudtyds het Overfiigt genaamd, flondt on- der den Biflchop van Utrecht; en deezo alleen hadt regt, om aldaar tolvryheid te verleenen. Doch of hyze, zo vroeg, aan Amftelland verleend hebbe, is my uit gee- ne oude ftukkengebleeken. Wel vind ik, dat Amflerdam, in 't jaar 1478, aan Bilïchop David van Bourgondie verklaard heeft, m den befitte der Vryheyt van de [StichtfcheJ Tollen geweefl te hebben, foo langhe dat ge~ dachtenijje van menfchen anders daer over niet en is; en dat deBiflchop de Stad, daar- op , tot aan Rheenen toe, tolvry ver- klaart (/)• Ook blykt, dat de Stad Zwol- le en die van Amflerdam eikanderen, in 't jaar 1469, wederzyds, tolvry verklaard hebben (m), en dat 'er, omtrent honderd jaaren vroeger, tuflchen Deventer en Am- flerdam, meer dan eene overeenkomfl op 't ftuk der tollen gemaakt is (n). Men vindt zelfs eene Verklaaring van die van Staveren van 't jaar 1353 , omtrent de vryheid van des BüTchops tol aldaar, voor die porters der vryen fleden in Holland in 't gemeen (0). Doch uit dit alles volgt niet, dat Amflerdam, lang voor 't jaar 1275 , in Overyffel tolvry geweefl is; en gevolge- lyk reeds eenig merkelyk aanzien gehad heeft,
(/) Handv. van Amft.*/. 129. [9;.] Gr. Utr. Placaatb. Il«
Deel, hl si?.. (m) Handv. tl. 130. [103.]
(*i) Handv. hl. 67. [161, i«2.] (0) Handv. tl. 130. A5
|
||||
io AMSTERDAMS I. DbeU
heeft. Zulks zou, derhalve, alleenlykbly-
ken moeten, uit het fchryven der Stad aan die van Vollenhove, in 't jaar 1475. Doch uit dit fchryven volgt, ten fcherpften,niet meer, dan dat Amftelland, voor driehon- derd jaaren, dat is,in de twaalfde eeuwe, van de Stigtfche tollen vry was geweeft. Men voldoet zelfs aan de woorden , als menze zo opvat, dat die tolvryheid,maar federt tweehonderd jaaren, genooten was. Zy bewyzen geenszins, dat Amfterdam, al in de twaalfde eeuwe, in wezen geweeft is en gebloeid heeft. Laat ons toegeeven, dat Amftelland, in de twaalfde eeuwe, van de Stigtfche tollen vry verklaard geweeft is; Amfterdam,fchoon laater opgekomen, kon zig immers dievryheidtoeèigenen,om dat het in Amftelland geftigt, en, door den tyd, dat principaelfle Lit van Amftelland ge- worden was. De aangehaalde woorden zeg- gen ook meer niet, dan dat Amfterdam zig een voorregt toeëigende, welk Amftelland in 't gemeen bezat; en deRegeering heeft geens- zins voor, te zeggen, dat de Stad in wezen en bloei was, toen de tolvryheid aan Am- ftelland eerft werdt verleend. De Stad Wy vinden, derhalve, nog geen bewys is niet a}tooS5 dat Amfterdam, of de Plaats, die ^weneft naderhand Amflerdam genoemd is, in de ?oor het twaalfde eeuwe, in wezen is geweeft. Een begin der der oudfte Befchryveren vanAmlterdam (p j, dertien- die
deeeu-
We' O) CORNEL. HAEMBODiUS ad calccm J. I. PONTANI
Amftel. p. 1«.
|
||||
I.BOEK. OPKOMST en AANWAS, ir
die voor 't einde der zeftiende eeuweover-
leeden is, noemt de Stad nieuw, en getuigt dat zy geloofd werdt, eerft omtrent het jaar 1200, opgekomen te zyn. Amfleroda- mum, zegt hy, urbs recens anno falutis humana millefimo ducentefimo aut circiter primum exorta creditur. Een ander, die omtrent honderd jaaren eerder gebloeid heeft (#), befchryft de Stad ook als van eene zeer jonge herkomft [Oppidum Am» ßekedamenfe — ortu noviflimum.~] Daar dan de oudfïe Schryvers, die Amflerdam be- fchreeven hebben, de Stad als van jonge herkomft hebben aangemerkt, behoeven wy 'er ook geene zwaarigheid in te maaken. De Plaats is, naar waarfchynlykheid, niet voor 't begin der dertiende eeuwe, bekend geweefl. Men vindt, op het jaar 1204, in onze oudfte Chronyken, gewaagd van ee- nen inval der Kennemeren in Amftelland „ daar zy den Amfteldyk doorftaken, de „ Amftellandfche Veenen afliepen en plat „ brandden, het Hot des Heeren van Am- „ Hel aan kooien leiden, en den boomgaard „ by dit (lot verdelgden". Op deeze wy- ze, fpreeken de Schryvers van deezen in- val, een van welken den tyd beleefd heeft, waarin dezelve voorviel (V). Laat ons nu zien, hoe uit hun verhaal af te neemen zy, dat de Plaats, die federt Amlterdam genoemd is, toen reeds in wezen ware. Me^
(q) Anonym. Widemp. z.
\r) ndeM&TTHMl Anal. Tm.ll.p.49i,t$ll.p,4S6.
|
|||||
m
|
|||||
- - -..... .. _ . - -^- w—
|
|||||
12 AMSTERDAMS I. Debü
Us&oke Melis S T o K e , die in de dertiende en in 't verfta, begin der veertiende eeuwe bloeide, fpreekt door den (ƒ) van het doorfteeken van den dyc fAem- Dyj fiel. Sommigen verflaan hierdoor een dyk, * emJtel' waarmede de rivier in het Dorp Amftelbe- dykt was (0- Doch 't heeft weinig fchyn van waarheid, dat onze Chronykfchryver, den Amfteldyk willende befchryven, dien genoemd zou hebben den dyk by het Dorp Amftel, daar die dyk zig veel verder, en on- getwyfeld langs den gantfchen ftroom uit- itrekte. Ook getuigt een Latynfch Schry- ver, die honderd jaar en eerder gebloeid heeft, blootelyk, dat de Amfteldyk door- gefteken werdt [indixere , ut communi im- petu aggerem Amftel interrumperent (V).] B e K A, die in 't laatft der veertiende eeuwe leefde, zegt „ dat de Kennemers den dyk „ doorflaken, en alle de.Amftellandfche „ weiden lieten onderloopen". \Walterus quidem & Albertus, preefati milites, Kine- mans induxerunt [1. indixerunt] clqffem ajju- mere, aggerem interrumpere ö* prata totius Amftehndïce fubmergere (w)]. En He da, dit nader verklaarende, paft het woord dyk duidelyk op den dyk langs den Amfiel- ßroom [aggerem adflumen Aemfiel{xj\. Wy zien,uit dit alles, hoe weinig grond'erzy, om Melis Stok e hier van een Dorp Am-
(s) In Ada , U. 69-
(t) LE Long */. iot. (v) In MATTHJE1 Anal. Tum. ll.p. 4PI.
(w) In Theodor. II. p. 64. (x) In Theodor.ll.p. ilf. |
|||||
«I
|
||||||||||
iBöEfc OPKOMST en AANWAS. 13
Amftel te doen fpreeken. Doch hy ge-
tuigt verder, dat Aemßel fine Fefien, of, endoor gelyk men in een ander oud Handfchrift Aemßel leeft (y), Aemßel fine Vefle 'm brand gQJm()Vefie> ftoken zy: en veelen meenen dat deeze woorden op Amfierdam zien, welk toen reeds in wezen , en eene Stad geweeft zou zyn. Doch hier helpt ons de meerge- melde ouder Schryver wederom te regt, ter aangehaalder plaatfe, duidelyk zeggen- de „ dat het Huis des Heeren van Amftel, |
||||||||||
I
Vi |
en treffelyk gebouw, aan kooien gelegd
erdt; en dat zelfs de Appelboomgaard, |
|||||||||
nevens het huis gelegen, aan de vlam ■
werdt ten befte gegeven". [Inter qua domum Gifelberti honorificce flruclurte favilla tenus exujferunt. Arbores pomiferce domui •üïcina exuftulata fine fpe germinis reliftce funt.~] Melis Stoke gewaagt ook van dit verbranden des Appelboomgaards, waar- uit ten hoogften waarfchyniyk wordt , dat hy denLatynfchen Schryver gevolgd heeft: en is dit zo; dan kan hy, door Aemßel fine Vefle, niet anders dan het Huis of Slot des Heeren van Amftel verftaan hebben. Vefle was, gelyk men weet, oudtyds, en inzon- derheid ook by S T oK e (2), de naam van een bevefligd of verfterkt Huis of Slot. Wy zien, uit het bovenftaande, dat, noch Hy ver-
Melis Stokes dyc f Aemßel 9 noch zyne ftaat 'er Aemßel fine Vefle onswyfttot de Plaats, die Amfter-
J J J J r- dam niet ie" door.
(y) By leLongW. 207.
(z) In DUk Y1I. W. 60. in Ad», tl. tfi, 70,7z, 7*.
|
||||||||||
14 AMSTERDAMS I. Dee£.
federt Amflerdam genoemd is. Nogtans is
't my waarfchynlyk, dat deeze Plaats ,
omtrent deezen tyd, opgekomen is. Men
zal ons hierin ligtelyk medevallen, na dat
\vy zullen aangeweezen hebben, waar het
Slot der Heeren van Amftel, naar alle waar-
fchynlykheid, geftaan nebbe.
Aanwy- Onder de laatere Schryvers , plaatfen
Zlaatftfr f°mimSen dit Slot te Ouderkerk aan den
van het Amftel (a); anderen omtrent de plaats,
Slot der daar nu het oudfte gedeelte van Amfter-
Heeren dam is. Met deeze laatften,ftemmentwee
|
||||||||||||||||
van
fiel. |
Am~ onzer oudfte Befchryveren van Amfterdam,
|
|||||||||||||||
'KoRNELIsGYSBERTSZ.PLEMPenKoR-
NELis van Haemrode, overeen. Zie
hier de woorden van den eerftgemelden Q>); Haud a pont e procuït veteris cui nomen
inhceret;
Alteriufque, olim qui puto jaclus erat.
Ponte procul nee ab hoc, nomen cui tran-
fitus olim
Ipfe facerdotum, myflica pompa, dedit.
Tune f uit, ut nunc efl, ripee contraria ripa:
Et heus, occafum qua tenet, ar cis erat*
Van welken de zin is „ dat het Slot der
|
||||||||||||||||
5*>
55 55 55 55 55 |
Heeren van Amftel ftondt, tulTchen de
Oude en Paapenbrug, aan de weftzyde des Amftels". „ De eerfte Heer van Amftelland , welks hoofdftad Amfter- dam is, was, zegt de laatftgenoemde, Engelbert, die een Slot geftigt heeft aart |
|||||||||||||||
„ den
(«) van der Houve Handv. Chron. bl. 134.
(/>) Amttwodain. Monogtamm. p. zo. Ed, Hit* |
||||||||||||||||
J.BOEK. OPKOMST en AANWAS. 15
3, den oever des Amftels, byna op dezelf-
„ de plaats, en tegen over het Huis, welk • „ het Huis van Spanje genaamd wordt, op |
|||||||||||||
3>
3»
|
welke plaats, nu het Huis Hinloopen ftaat.
De grondflagen van deszelfs toorens zyn aldaar gevonden in 't jaar 1564, toen de |
||||||||||||
„ eigenaar van 't huis, Antoni Bontekoe, al-
„ daar eenen kuil tot een heimelyk gemak „ deedt graaven." [Primus dominus Amfler- „ landice, cujus caput efl Amfierdamum, f uit „ Engelbertus , qui arcem exflyuxit in ripa „ Amflellce, eodem ferme loco S éregioneDo- „ mus Hifpaniarum titulo inßgni, quo loco „ nunc Domus Hinlopus diäa, cujus turrium „ fundamenta ibidemfunt inventa anno 1564., 5, cumAntoniusBontekoe domus dommus ibidem j, vellet f oder e f erobern, excipiendis hominum „ excrementis idoneum (07'- Het Huis, welk, ten tyde deezes Schryvers, het Huis van Spanje, of blootelyk Spanje (4), genoemd werdt, was eene voornaame Herberg (d), en heeft gellaan aan den Nieuwendyk, ter plaatfe omtrent van de Dirk van Hafleks- fteeg, in welken nog een fteegje uitloopt, de
|
|||||||||||||
S
|
|||||||||||||
) Ad- calc. Amftel. PoNTANI/), 16.
) VideL. HORTENS.de Tumult. Anabapt. int. S. SCHAR-
|
|||||||||||||
DII German. Script. Tom. II. p. jir.
(4) Met deezen laatften naam, vind ik het aan-
geweezen, in eenen Brief van verzoening voor 't Cellebroeders-Kloofter in de Nes , van den eerften Juny des jaars 1536, die dus beflooten wordt: Aldus gbedaen, binnen der voorsz.flede van Aem~ ftelredamme , ten buyfe van Jan Francken Zoen, in Spaengnen pebeeten, geflaen an de Whidtmoelen-zyde enz. De Windmolen - zyde zullen wy terftond aan- wyzen. |
|||||||||||||
i6 AMSTERDAMS I. Deel,
de Spanjaards-ofSpanjes-Poort genaamd. Op
♦ of omtrent deeze plaats , heeft dan het Slot van Amftel ook geftaan. Pontanus heeft dit niet alleen op den rand van het Werkje vanHaemrodeaangetekend(5), en elders (*) beweezen,uit de oude overleve- ring, en uit de grondflagen van een zwaar gebouw, welk men aldaar, voor veele jaa- ren, in 't graaven, gevonden hadt; maar 't wordt ook beveiligd, uit den eigendom, dien de Graaven van Holland , na dat hun de Heerlykheid van Amftel afgeftaan was, aan den grond hier omtrent gehad hebben: 't welk wy hieralleenlykter loops aanroeren; doch onder, daar wy van de ge- legenheid der Stad in de veertiende eeuwe zullen moeten fpreeken, omftandiglyk be- wyzen zullen. De grond, daar 't Slot der voorige Heeren geftaan hadt, of nogftondt, kon gewiftelyk niemant dan hunnen opvol- geren in eigendom toekomen. Amfter- TJit het gezeide neemen wy af, dat het |Jam Slot der Heeren van Amftel, omtrent tegen naar alle over ^e ^uc*e Kerk, bewerten het Damrak, waar- aan den Nieuwendyk, binnenwaards, geftaan heeft-
U) Amft lab. I. Cap III. p. 9.
(5) Ik houd Pontanus voor den Schryver deezer
aantekeninge , zo om dat hy zig zelven als aante- kenaar op Haemrode , in de Opdragt van zyn ei- gen werk , opgeeft; als om dat hy (ad calc. p. 36.) erkent , iet op den rand van den ongenoemden Schryver te hebben ter nedergefteld: 't welk wy hier byvocgen, op dat men, met LeLong(s/. ih) niet twyfcle, of de aantekening ook door Haem- rode zelven gefield zy. |
||||||||
I Boek. OPKOMST en AANWAS. 17
heeft. Dit Siot was, reeds in de twaalfde fchynlyk-
eeuwe, in ftand. Maar hieruit volgt vanheid'zy* zelf, dat zig, omtrent dien tyd, of weinig ftenaan- laater, eenige luiden metterwoon omtrent vang octh dit Slot hebben nedergezet. De bevinding trent dit heeft altoos geleerd, dat byna overal, waar j^ot §e' hier te Lande Heeren-Sloten van eenig aan- zien werden geftigt,alftondenze in 't eerft ge- heel alleen, niet lang na derzelver opregting, de naafte grond met eenige huizen bezet werdt, die b allengskens toeneemende in getal, dikwils tot Vlekken en Steden zyn aangegroeid. Zo is 't ook omtrent het Slot der Heeren van Amftel gegaan. Eenige opgezetenen van Amftelland , en waar- fchynlyk ook van Waterland hebben zig, is het te denken, al in de twaalfde eeuwe, omtrent het zelve nedergeflaagen. De Am- fterdammer Arts Nicolaas van Was- senaar tekent, in de Opdragtdes Zeven- den Deels van zyn Hiflorifch Verhaal, aan, dat Amfterdam „ eerft van enckele huy- 5, fingen, met een rond fort verfekert , j, zynen oörfprong genomen heeft": en dat *er, naderhand „uit de naburige plaatfen'* van Waterland en Weftfriesland, inwoo- ners bygekomen zyn. Doch 't is jammer, dat hy niet meldt, op wat grond, deeze m zyne aantekening rufte. Dir RICK A- driaensz Valcooch zegt (ƒ) „ dat ,, een van de Gr ebbers zig, in overoude „ tyden, uit Weftfriesland, metterwoon „ be*
(f) Chron. van deSype, */. 34.
L STUK. Ö
|
||||
i8 AMSTERDAMS I Deee,
„ begeven heeft naar de plaats, daar fe-
„ dert Amflerdam geftigt is". Doch op dit getuigenis is geenen vallen flaat te maa- ken. Meer gronds heeft het zeggen van den Amfterdammer Digter, Kornelis Gysbertsz. Plemp, die ,in 't begin der voorgaande eeuwe, bloeide, en (g) ge- tuigt „ dat zyn Overgrootvader, een Zaan- „ redammer, zig, tot voortzetting zyns „ Koophandels, metterwoon, naar Am- „ flerdam begeven hadt". En fchoon dit getuigenis ons op verre na niet brengt tot vroeg in de dertiende eeuwe, wanneer het Slot der Heeren van Amflel verwoeft werdt t zullen egter de opgezetenen der Plaatfe, die federt Amflerdam genoemd is, toe« reeds tot een merkelyk getal zyn aange- groeid; 't welk hier uit is af te neemen, om dat zy, omtrent zeventig jaaren laater, reeds zo veel Koophandel dreeven, dat z(y voor eene gunft rekende, dat hun, in 't jaar 1275, tolvryheid in Holland gefchon- ken werdt (#). Het Privilegie, hiervan verleend, is het oudfte gedenkftuk, my bekend, waarin de naam van Amftelredam- me voorkomt. De ingezetenen der Plaatfe worden genoemd Luiden woonende te Am- ßelredatmne \_Homines manentes apud Amftel- redamme.~] De dam, waarnaar de Plaats haaren naam gekreegen heeft, moet dan, ten deezen tyde, reeds gelegd geweeft zyn. Doch
(g) Amfterodam. Monogramm, p, IX.
|
||||||
*
r
i *
|
||||||
t Boek. OPÉÖMST én AANWAS. 19
Doch hoe veel vroeger, is geheel onze-
ker. Wy vinden, derhalven, Amflerdam klaar- De eerfta
lyk in den dertiende eeuwe: wy vinden de ingezete- beginfels der Plaatfe reeds , met veelnen fchy* waarfchynelykheid, in de twaalfde. Doch ?ƒ„£? wy vinden nog niet , waarmede de inge- ViflcherJ zetenen zig geneerden. DeoudfleBefchry- ge weeft Ver van Amflerdam, meermaalen aange-tezYtit haald, zegt „ dat Amflerdam, zo lang het u, onder de Heeren van Amflel ftondt, zeer b, klein was, en weinige ingezetenen hadt, j, die, voor 't grootfle gedeelte, VifTchers „ waren (/)". Hiermede flemt de oude overlevering overeen ; en de gelegen- heid der Plaatfe aan 't Y en den Amftel maakte dezelve bekwaam tot de VüTcherye. De Amflerdamfche VifTchers en andere inwooners hebben Zig, derhalve, na dat de Dam in den Amftel gelegd was, voor 't grootfle gedeelte, beneden den zelven ten ooflen van den flroom, of eigenlyk van het Damrak, zo als het, van vroeg af aan, genoemd is, nedergezet; de VifTchers , vermoedelyk, digtft naar den Y-kant, de overigen ingezetenen meer binnenwaards. De ooftzyde des Amflels,dus eerfl bewoond zynde, heeft hierom, federt, den naam van oude zyde behouden. Zo veel alleen kan men met zekerheid, Befchou*
of met eenige merkclyke waarfchynlyk- wing van heid, zeggen van de gelegenheid van Am-4mfter" *LC1"trent den
(!) Ad cah. PONTANI,/>. 3»
B 2
|
||||
20 AMSTERDAMS L Deee.
aanvang fterdam, in de twaalfde en dertiende eeu-
tiende1" we' ^at *s> eer no§ C ^ot ^er Heeren
ceuwe, van Amflel verwoeft, en na dat het weder- om herfteld was. En volgens dit geleide, verbeeld ik my de Stad, in haare eerfte gedaante, op deeze wyze. De Amftel , die van ouds den zelfden loop gehad heeft, welken »hy nog behoudt, was, daar nu de Vygendam en groote Vifehmarkt is, afgedamd, en ter wederzyde, gedeeltelyk ten minfte, bedykt. De dyk langs den lin- ker oever was de gewoonlyke weg naar 't Slot der Heeren van Amftel, welkbinnen- waards tegen den dyk, tefi weften van den ftroom, beneden den dam, gefligt was, een' fchoonen boomgaard agter zig hadt, en digt by welk, geene of byna geene ge- meene huizen ftonden; 't welk met het aanzien, en met de vereifchte fterkte van het Slot, niet beftaanbaargeweeflzouzyn. De buurt of het gehugt lag aan de oofl- zyde van het Damrak, in het gezigt van 't Slot, vong aan, omtrent de plaats, daar de oude Kerk lïaat, en de grond noogft is, en liep, in de oudfle tyden, naar den Dam, en wat laater, zo 't ons voorkomt, ook naar den Y-kant, tot op de hoogte der nieuwe brugge toe. Of Amfterdam, in 't begin der dertiende eeuwe, reeds metee- ne graft omringd geweeft zy, is onzeker. MiiTchien, hebben de huizen toen geftaan van vooren tegen het Damrak , op den Oofter-Amfteldyk, nu de JVarmoesjlraati en miiTchien hebben zy, van agteren, geen an-
|
||||
IBoek. OPKOMST en AANWAS. 21
ander water gehad dan de binnen-floot van
den dyk, die federt de Oude-zyds-Voor- burgwal geworden is. Ten weften, daar weinig meer dan 't Slot fhondt, heeft, ver- moedelyk, een diergelyke binnen-floot ge- Joopen, die federt in de Niewwe-zyds-Voor- burgwal veranderd is. De gantfche Plaats werdt dus, in deezen vroegften tyd, ten Coden en ten Weiten, bepaald door de twee Voorburgwallen, zo men anders den binnen-flooten van den Amfteldyk dien naam geeven wil. Ten Zuiden en ten Noorden, ftrekte zy zig van den Dam tot aan 't Y toe uk. Doch een groot gedeelte der erven, die in deezen omtrek vervat waren, lag nog onbebouwd. Ook is 't niet te denken, dat de Plaats Poort of Poorten gehad heeft, in 't begin der dertiende eeuwe. Of'er, behalve 't Slot, eenig ander Kerkelyk ofWeereldlyk ge- bouw geftaan hebbe, is geheel onzeker, 't Gene fommigen, omtrent het ffigten der S. Olofs-, nu de Oudezyds-Kapelle, in de twaalfde eeuwe, hebben aangetekend (&) fteunt op bloote giffingen, zonder eenig be- wys. Zelfs twyfel ik zeer, of men deeze Kapel wel voor de oudfte Kerk der Stad . te houden hebbe , gelyk eenigen doen. Meer reden is 'er, agtik, om der Oude Kerke die eer te geeven. Doch wy zul- len hiervan, naderhand, omftandiger moe- ten handelen. Of 'er ook, zo vroeg, reeds hier
(.k) Le Long, bl. 91 enz.
B3
|
|||||
I
|
|||||
AMSTERDAMS I. Deel,
hier ter Plaatfe, een Raad- of Regthuis ge-
ftaan hebbe, en wel tegen over de S. Olofs Kapel , alwaar men zwaare overwelfde kelders gevonden heeft, in welken groote yzeren ringen en traliën plagten tezyn(7) , mag met reden in twyfel getrokken wor- den. Wy erkennen wel, met fommigen, dat Amflerdam, van omtrent de plaats der Oude Kerke af, tot aan den Y-kant, al zeer vroeg, fchoon niet allervroegft, be- bouwd en bewoond geweell is. 't Is ook niec onwaarfchynlyk, dat het oudfte Raadhuis, in deeze buurt, geffigt is geweell:, ter ge- dagtenis van welk, men lang, voor zeker Huis in de Oude Kapel -fteeg, gelezen heeft het oude Stadhuis ; welk opfchrift, nog voor weinige jaaren, vernieuwd is; doch of het 'er, reeds in de twaalfde, of zelfs in 't begin der dertiende eeuwe, ge- ftaan hebbe, is ten hoogften onzeker. In eenen Brief van den jaare 1282, gewaagt Jan Perfyn van de Huizen, flerkten en an* dere goederen [de domibus, mumtionibus &? ceteris] , die ny in Ameßekedamme (6) bezat (in); doch of deeze Huizen en Sterk- ten, welken zy ook mogen geweell; zyn, reeds
(/) Le Long bl. 91. Domselaar III. Boeky bl. iss.
J, von Zesen , bl. 31. (m) Zit MIERIS Chattcrb. l.O*tl, bl. 423.
(6) In eene zeer gebrekkelyke vertaaling van
deezen Brief, byH. Soeteboom (Befchryv.vanl¥a-> terl. bl. 46), die door Le Long (Reform, van Amfi, W' 135) gevolgd is, leeft men, niet Ameflelredam- me; maar Amfielland,. Wy houden de eerfte leezing voor de waare. |
||||
ï. Boek. OPKOMST en AANWAS. 23
reeds zo vroeg, en wel in de twaalfde eeu-
we , in Amfterdam zyn geweefl, is met geene zekerheid aan te wyzen. Zelfs vind ik niet, dat 'er, zo vroeg, eenige Kerk of Kapel in Amfterdam geweefl is, behalve dat'er, vermoedelyk, volgens het gebruik dier tyden, eene Kapel aan of in 't Slot der Heeren van Amftel, gebouwd geweefl zal zyn. De buuren of ingezetenen van Amfterdam behoorden onder de Parochie of het Kerfpel van Ouder-Amflel, welks Kerlpelkerk te Ouderkerk flondt; en waar- mede de eerfle Kerk van Amfterdam, zyn- de de Oude Kerk, in 't eerft vereenigd geweefl is: al 't welke beneden klaarder blyken zal. Ondertuffchen, zal het fommigen vreemd Wat mea
voorkomen, dat wy Amfterdam, in de*eh°u~ twaalfde, en zelfs in 't begin der dertien- be van de eeuwe, zo klein maaken, daar men een het Kaar- Kaartje der Stad voor de Handveflen ge- tje der plaatfl heeft, waarin zy vertoond wordt, Jjtad > zo als ze, omtrent het jaar i22o,geweeft zou tornen« zyn ; en waar in men het oude Stadhuis Van Har- op den Dam , de Oude Kerk en verfchei- togveld de Kapellen en Kloofters afgebeeld zyn. ontwo*- Ook heeft de Stad daar reeds vyf Poorten,en pen* legt, ten Ooften en ten Weften, in eene graft, nu de Oude- en Nieuwezyds-Voorburgwal, en houten wallen beflooten. Doch als men aanmerkt, dat dit Kaartje, door Kornelis van Hartogveld, eerft in de zeven- tiende eeuwe, voor zyn byzonder vermaak > B 4 op-
|
||||
»4 AMSTERDAMS IDeei;
opgefteld is (u) , zal men terftond moeten erkennen, dat daaruit, omtrent de waare oude gedaante der Stad, niets met zeker- heid te beiluiten is. Anderen hebben reeds voor ons gezien, dat 'er gebouwen in ge- plaatft waren , die, in 't 'jaar 1220 , no^ met waren gefügt. Domselaar heeft hierom geoordeeld (p), dat 'er de Stad in vertoond werdt, zo als zy omtrent het jaar 1260 of 1270 beftondt. C as pa rus Commelin meende, dat hy 'er de Stad in zag, zo als zy was omtrent het jaar 1300 (/>> En Dapper (q) hadt, reeds voor hem, gefehreeven, dat het gemelde Kaartje de Stad afbeeldde, zo als zy was voor 't jaar 1400. De laatfte kwam ze, Jcerlyk naaft aan de waarheid. Doch uit het verfehil deezer Schryveren isklaarlykafte neemen, dat, uit het Kaartje, waarvan wy fpreeken, omtrent de waare gedaante der- Stad in 't begin der dertiende eeuwe, niets met zekerheid te befluiten is. Le Long heeft dit zo klaarlyk getoond (V), datwy noodeloos agten, daarop langer ftii te ftaan. DeKoop- Maar in 't einde der dertiende en iri handel de veertiende eeuwe, begon Amfterdam fterdam al,enëskens aan ^ watfen. Het Privilegie toenee- Ym tolvryhejd door Holland, welk de Plaats, inen., in 't jaar 1275, ontvangen hadt, gaf den x x ~. In-. (n) Z,t DOMSELAAR UI. «*{. bl. I9i. COMMELIN
91. 1J\. \ (e III. Boek, bl. ipz, 193.
(p) TuJJcben bl. 170 en 171. (f) Amft. tuJJihenbL^en 45. \r) Refoim. van Amft, b(, mt m. |
||||||
I Boek. OPKOMST en AANWAS. 25
Ingezetenen gelegenheid om hunnen handel
uit te breiden, niet flegts door de nabuurige gewcften; maar ook allengskensOoftwaards, naar Hamburg en verder, en Weftwaards, naar Brabant: van al 't welke wy omftan- diger handelen zullen, als wy. in 't ver- volg, den Koophandel van Amfterdam zul- len befchryven. De handel kon, in 't klei- ne Amfterdam, niet toeneemen, of het getal der huizen moeft naar gelang aan- waflen. Het Slot der Heeren van Amftel, welk, in 't jaar 1204, verdelgd geworden was , fchynt naderhand wederom opge- bouwd, en omtrent het jaar 1282 , door Jan Persyn, Heere van Waterland, en ook, zo 't ons voorkomt, voor eenen tyd,Hee- re van Amfterdam, bezeten te z'yn (Y). Maar toen, in 't jaar 1297, Amfterdam,* met alle de goederen der Heeren van Am- ftel, aan de Graaven van Holland verviel nam de hoop toe, om de Plaats, onder 't aanwaflend gezag deezer Graaven, nog fpoediger en fterker, te zien bloeijen. Graaf Jan de II. gaf deeze goederen, in't jaar 1300, aan zynen Broeder Guy (f), die fe- dert Biflchop van Utrecht werdt, en Am- fterdam, volgens het verhaal van eeneon- zer oude Chronyken (u), met Keuren voor- zien heeft. Doch terwyl hy Heer van Am- fier-
(f) Zfc'Mieris Charterb. LZ)«/, bl. 4l<, +i+. verxe.
fttfyn me: SOETKBOOM Waterl. */. 47. *■? * (O Mieris Charterb. II.Deel. bl. |i.
(O Ongen. Klerk, bl. ig7. B 5
|
||||||
26 AMSTERDAMS LDeel.
fterdam was, gaf Willem, oudfle Zoon
vanGraaveJan den IL, in 't jaar 1304,be- vel aan die van Amflerdam, om hunne bruggen te brechen, en alle hunne veflen te flechten (V): waaruit ten minfteii blykt, dat de Plaats, voor dien tyd, bruggen en ves- ten, 't zy het Slot vanAmftel alleen, of, gelyk, uit den boven (bl. 22.) aangehaalden Brief van den jaare 1282, waarfchynlyker is, nog andere Sterkten nevens het zelve gehad heeft. Van de bruggen der Stad is, on- getwyfeld, de oude brug eene geweefl; 't welk men niet alleen uit den naam afnee- men kan: maar ook, uit de noodzaakelyk- heid, die 'er al vroeg geweefl is, om ee- nen toegang van de oude naar de nieuwe zydete hebben, nader dan over den Dam. Men vermoedt, wyders, dat Biffchop Guy, die, in't jaar 1311, de Heerlykheid van Amftel aan Willem den III, Graave van Holland, te rug gaf, (w), te vooren reeds,Kapellen en Kloofters teAmiterdarn gelligt hadt, waarvan egter geen duidelyk blyk gevonden wordt. MiïTchien was de S. Olofs Kapel nu reeds in wezen; doch de Oude Kerk, die thans de eenige Kerk van Amlterdam, en aan S. Nikolaas toegewyff! was, was zekerlyk reeds gefügt. Zy was , nog in 't begin deezer eeuwe, onderhoo? rig aan, of famengevoegd met de Parochie- of Kerfpelkerk van Ouder-Amftel, te Ou- der- •v
(v) Mieris Charterb. II. Deel, bl. +o,
(w; ld. il. Deel, bl. IU. |
||||
LBoek. OPKOMST en AANWAS. 27
derkerk, en werdt door een en denzelfden
Paftoor bediend, gclyk duidelyk blykt uit eenen brief van Graave Willem den III. van den jaare 1323, vergeleeken met eenen an- deren van den jaare 1334 (x). Doch in 't laatftgemelde jaar, werdt verklaard „ dat „ de Kerfpel-Kerk van Aemflelredamme, |
|||||||||
5>
|
uit zig zelve, afgezonderd engefcheiden
|
||||||||
was van de Kerken van Oude Aemflelk
[Ouderkerk] en Nieiave Aemfielle [Am- fterveen]". Amflerdamkreeg, derhalve, Amfter- hoe langer hoe meer aanziens, en draagt,dain, zelfs in Brieven van de jaar en 1336 en^^^, 1339 (y), den naam van Porte, Poirte ofnoeml Stad: 't zy dat Graaf Willem de III., of één zyner Voorzaaten de Plaats tot eens Stad verheven hebbe; 't zy dat zulks ge* fchied zy, by de Keuren en Voorregten , door BnTchop Guy, aan dezelve gefchon- ken. In deezen ïtaat der Stad, begon men met DeWefl-
ernft de hand te Haan aan het betimmeren of Nifu' der erven, die op veel e plaatfen binnen de wo^t graft ledig lagen. Na het andermaal fleg- flerker ten van het Slot van Arnftel, in 't begin betim- mer veertiende eeuwe, was de grond, waar mcrd* op het zelve geilaan hadt, en die den Graa- ve in eigendom toekwam, gedeeltelyk ten minften onbetimmerd gebleeven. Van dee- zen grond gaf, naar alle waarichynlykheid, Graaf Willem de III., deneerflenMaydes jaars
(x) É& Mieris Charterb. tl. Deel, hl. 304, j6z.
0) By <ien zelfden, U. Dttl, tl. J7*,«*r. |
|||||||||
t% AMSTERDAMS I. Deel;
jaars 1333, vier hoffieden op die Wefizide
van der havene, fir eckende ut e t'Tetoit der graf te, elke hofßede dortich voeten breet, in eeuwige erfpagt uit (2). In deeze weini- ge woorden, worden verfcheide Hellingen beveiligd, die wy te vooren gemaakt heb- ben. Wy zien 'er uit 1. dat de Weftzyde van de haven, of het Damrak, nog niet overal betimmerd was, en derhalve, met reden, federt, den naam van nieuwe zyde "kreeg. 2. Dat de Stad, ten deezen tyde, maar ééne graft hadt, aan welke deeze Hoffieden of erven (7) paalden, en die hier geene andere dan de Nieuwe-zyds-Voor- burgwal kan geweeit zyn, of ten minften omtrent op de zelfde plaats, en in de zelf- de (trekking geloopen heeft. De zelfde Brief zegt ook nog, dat Griet e Clays Hey* nen Soens de vier verpagte Hoffieden, op die Zuutfide, beleghen hadt, en 's Graaven Hoffiede, dair Louwekyn op woende, op dia Nortfide: 't welk, ten 3., beveiligt, dat het
(z) Zie Mieris Charterb. II. Deel, bl. ƒ44.
(7) Het woord Hofßede heeft hier, en gemeen-
lyk in oude Brieven, geene andere betekenis dan die van Erve. In eenen Brief van Hertog Albrecht van den jaare 1387, leeft men van eenig huys op den Middeldam alhier, dat men breect van der Hof- fiede daer 't op fiaen fal. Zie Handv. bl. 709. [6.] Zelfs vindt men, nog in eenen Brief van den jaare 1518, agter Eikelenbergs Gedaante van Weflfries- land bl. 97. gewaagd van die Hoffieden in het Dorp S. Pancras, daer die huyjfen op fiaen. In beide wel- ke plaatfen, 't woord Hoffiede niet dan in den zin van erve of grond kan genomen worden* |
|||||
i
|
|||||
f. Boek. OPKOMST en AANWAS. 29
het Slot, de Boomgaard, en veelligt nog
andere Landeryen der Heeren van Amftef hier gelegen hebben; alle welken aan de Graaflykheid gekomen waren, en dus door den Graave bezeten werden. Een andere Brief van den twaalfden May des jaars 1336 opent ons de gelegenheid deezer Weftzy- de van het Damrak nog nader. De zelfde Graaf geeft, daarin , aen Copp? Heynen Sone, zynen Schoute van Aemflelredamme , zynen Molenwerf, alfo als 't ghelegen is bin- nen der Porte van Aemflelredamme, op die Weffizide van der haven, tufchen der Porte erve van Aemflelredamme op die Nortzide, en de Louwen Jurdaens Soens erve op die Zuyt- fide (#). Zo men onderflelt, gelyk niet onwaarfchynlyk is, dat deeze Louwen Jur- daens Soen (8) de zelfde is, die, in den voorgemelden Brief, Louwekyn genoemd wordt; dan paalden de vier eerftgemelde erven aan het zyne; het zyne aan de Mo- lenwerf, en de Molenwerf aan de oudfte Haarlemmer-Poort, die, bezuiden de plaats, daar nu de oude Haarlemmerfluislegt, ge- ftaan heeft, en ongetwyfeld naar den Mo- len op deeze Molenwerf, in brieven van den jaare 1418, der Wind-molen-zyde Poirt- huys
(a) Mieris Charterb. II. Deel, bl. 578.
(8) In de Dirk van HafTeltsfteeg , loopt een
dwarsfteegje , Lomven-Poortje, en in de Kaart van Balthazar Floriszoon, Meefier Lomvenßeegje ge* naamd, veelligt, naar deezen Louwen Jurdaens Soen, die zekerlyk hier omtrent gewoond heeft. |
|||||
/
|
|||||
'30 A M ST E R D A M S I. Dee£,
huys (&) genaamd is. Ook draagt de nicu-
riSTvan we zy(*e' *n ^even van 'c ^eg^n der vyf-
de /fond- tiende eeuwe, nog dikwils den naam van de molenzy- Windmolen-zyde (9). Doch in laater' tyd, ie en wcrdt deeze naam, of die van Windmolen- SraST, ßraat bepaaldelyk gepaft op 't gene men n ' nu den Nieuwendyk noemt (V) , van den Dam af tot aan de S. Jakobsftraat, zyndö den naam van Nieuwendyk, in de vyftiende eeuwe, alleenlyk gegeven aan het gedeel- te van den tegenwoordigen Nieuwendyk , welk zig van de S. Jakobsftraat ftrekt tot aan de oude Haarlemmerfluis, welk gedeel- te dyks reeds voor het jaar 14.26 gelegd Was (d): waarom, federt, ook de naam van Windmoïenzyde - Poirthuys , in dien van Nieuwendyker - Poort , is veranderd* Tuftchen de Kolk en Dirk van HaiTelts- fteeg, plagt een fteeg te loopen, die den naam van Windmolen/leeg voerde (Y), en befcheidelyk te zien is, inde grooteliout- fnêe - Kaart van 't jaar 1544, gemaakt door Cor*
(b) Groot Memoriaal, N. I. ƒ. 8. Zie ook Commelin
hl. 176. Aant. h. (e) Groot Memoriaal, N, I. ƒ. 32+ vers. enz. Keur-
boek, A. /. 14 ver/o. (d) Schepenen-brief van 15 Jan. i+kj. in 't Groot Meinor.
N. 1. f. zi5
(e) Handv. hl pgr. [<9°]-
(9) Zie CoMMELiN bl. 201. Aant. b, In eenen
Schepenen-brief van den vierentwintigften Maart des jaars 1423, die in 't Leproozen-Huis bewaard wordt, lees ik van eene erae ghelegen op ti IVyntmo- len zide after ons Vrouwe nye Kerke , tuffchen den tween graf ten—ßr eckende van der ouder gr af te tot ander Stccdc nye grafie toe. |
|||||
r
|
|||||
IBoek. OPKOMST en AANWAS. 31
Cornelis Anthontszoun. Schuin tegen over
deeze fteeg, aan de Ooftzyde van den Nieuwendyk, ftondt de Lieve-Vrouwe-Ka- pel , ter zyde langs eene fleeg, de Lieve Vroumenfleeg, nu de Prouwenßeeg geheeten; gelyk my duidelyk gebleeken is, uit een Afifchrift van een' Schepenen-brief van den jaare 1360, waarin van Onfer - Vrouwen- Capelle, die flaet in die Wintmolen-flraete , gewaagd wordt, en die, derhalve , ook reeds in de veertiende eeuwe, moet geftigt geweeft zyn. Wy hebben de plaats der Windmolen-zyde en Poort, zo duidelyk, willen aanwyzen, op dat men deeze Poort, met CommeLiN (ƒ), niet aan de Oofl- of Oude zyde zoeken zou; en te minder, daar hy zelf, op eene andere plaats (g), de Windmolen-zyde fielt, daar 't behoort; gelykreeds door Le Long (£) is aange- merkt. Ondertufichen, ziet men, aan het uitgee- De Viy-
ven van zo veele erven aan de Nieuwe zy- beid der de, dat de Stad, aan de Oude zyde, totsrtad. , aan of over den Dam , ten deezen tyde, paai,j ir reeds grootendeels betimmerd geweeft moet 't jaar' zyn. 't Leedt zelf niet langer dan tot in J342* 't jaar 1342, wanneer Willem de IV., Graaf van Holland, goedvondt, de uitge- ftrektheid van de Vryheid of Jurisdiäie der Stad nader te bepaalen, in eeneiiBrie£ die, den negenden December des gemelden jaars,.
(ƒ) DL 175. Aant. b,
ig) Dl. zou
(bj Reform, bl. 40+.
|
||||
32 AMSTERDAMS LDElt/
jaars, in den Haage, gegeven werdt. Zie hier de woorden van dien Brief, zo als ze, uit het eerfle Stads Privilegie-boek f. 2., in de Handveflen (i), zyn nagedrukt : In den eerflen, fo füllen die palen van ha*
re vryheyt wefen op die Oofi-zyde van der Poorten, aen Jans Witten Hofßede; op die Noort-zyde, aen het groot e Gods-huys-Lant; op de Wefl-zyde, aen den uytere egge van der Laen, die leghet in Ysbrandts Landt van der Zydwynde; op die Zuidt-zyde, in die Neffe tegens der Lane over: alfo alst metf ter Graft begrepen is. Ende in die Haven, ten halven ßroom toe in 't Te, ende voorts ßt-eckende in 't Te, langhes den Dycke Ooß- waards, vyftigh roeden buiten de Wintmolen, die haer Willem van Outshoorne van onfen wegen maken dede. De ooriprongkelyke Brief wordt tegenwoordig bewaard in de Oude Kerk, Laade N. 4., en komt, in de Helling en fpelling der aangehaalde woor- den , na genoeg met de gedrukte uitgaaven van den Brief overeen. Laat ons nu zien, hoe ver wy tegenwoordig de uitgeflrekt- heid van de vryheid der Stad, uit de aan- gehaalde woorden»können opmaaken. Nadere Stads Vryheid te Lande wordt, by de-
aanwy- zelven, bepaald,
zing van 1. Ten Ooßen, of aan de Oude zyde, tot
f*f Paa" aan Jans Witten Hofßede.
Stad Cr 2- Ten N°orden > aan tot grwte Godshuis-
Land. 3. Tan
(i) BI. 16. Cl].
|
||||||
IBoek. OPKOMST en AANWAS, 33
3. Ten JVeßen, of aan de Nieuwe zycle,
aan den uiteren egge van der Laen, die leg- tet in Tsbrandts Landt van der Zydwynde. 4. Ten Zuiden, in die Neffe tegens der
JLane over. Waarby, tot nadere aanwyzing der
paaien van de Stads vryheid , gevoegd wordt alfo alst met ter Graft begrepen is. Men zal zig niet zeer verwonderen, dat
de aangehaalde woorden , voor ons , na verloop van vier eeuwen, niet klaar zyn. Wy zullen egter beproeven, of wy 'erniet eenig licht aan geeven können. I. Wy zien 'er uit, dat de Stad, in de zy hadc
veertiende eeuwe, nog maar ééne Graft ^^ hadt, die geene andere dan de Oude- engrafc, Nieuwezyds-Voorburgwal kan geweeft zyn; zynde en, na dat de Agterburgwallen gegraaven,den of onder de Vryheid der Stad betrokken y°or"aj waren, < de oude Graft genoemd werdt, kry- gende de Agterburgwallen den naam van nieuwe Graft. Zo leeft men, in Schepenen- brieven van de jaaren 1415 en 1425, dat het S. Paulus-Broeders-Kloofter, nu het S. Joris-Hof, ftondt binnen der vryheden vanAcm- ftelredamme buten ander Stede Nïe Graf- t e (k). En in eenen Latynfchen Brief van den jaare 1437, dat het S. Cecilien-Kloo- fter, nu het Prinfen-Hof, ftondt tujfchen de twee graf ten [infra duo fqffata] (/). In ee- nen Latynfchen Brief van den jaare 1493, van
(k) Uit Affchriften , onder my herufltnic.
(I) Uit een Affchtiiï , als hven. L STUK. C
|
||||
r
|
... .... - ....... .. ..
|
|||||
34 AMSTERDAMS Ï.Deel.
van welken een Affchrift onder my beruft,
wordt het S. Barbaren-Kloofter befchreeven als gelegen „ in Grimmeneffe, tuflchen den „ Am ft el en de oude Graft [tnfra rtpam flu- „ vii, qui vulgariter die Aemftel dicitur, „ fip infra antiquum fbflatum.]" Vergelyk hier mede den Schepenen-brief van den jaare 1455, byCoMMELiN, bl. 209. Deke- 2. Van de vierVryheidspaalenisde Zui- paal ing delyke tegenwoordig beft bekend. De ftraat, der Stad fcQ ^ oudtyds, de Neffe en GrimneJJe of Grim- Zuidzy- meneffe genaamd werdt, en thans nog de Nes de11 was" heet, was weleer een ftuk laag Land,wa- de Nes. terig en met biezen bezet. Ten minfte blykt klaarlyk, dat het Zuidelyk gedeelte der Nes, naar de GrimmeneJJefluu toe, zo gefteld was. Het Noordelyk gedeelte, vanouds Gansoirde genaamd (10), en zig tot aan den Middeldam uitftrekkende , fchynt wat hooger gelegen te hebben. Zulk laag Land lag 'er meer langs den Amftel, en droeg, gemeenlyk, den naam van Nes* Hertog Albrechtfchonk, in 't jaar 1386, twee zulke Neffen weg (m). De Zuidely- ke paaien der Stad hebben zig, derhal- ve, tot aan 't einde der Nes, by de plaats, daar federt de Grimmenellefluis gelegd is, uitgeftrekt. Aan de 3- Wanneer wy nu, van hier naar t Weftzy- Weiten, voortgaan , zullen de fVeftelykc de,debui- paa- (m) ZU Mieris Chaitcrb. III. Deel, hl. 44«-
(io) Dit blykt, onder anderen, uit een Schepe- nen-Brief van 't jaar 1425, ten behoeve van 't Margrieten-Kloofter in Gansoirde. |
||||||
I Boek. OPKOMST en AANWAS. 35
paaien ook niet moeilyk te ontdekken zyn. tcnkanc
't Is waar, dat wy niet naauwkeuriglyk wee- J™" d(r ten, waar Tshrandts Land, en de Laan »Ysbrand« het zelve, gelegen heeft: maar die Laan Land. lag tegen over de Nes: wy konnenze, der- halve, nergens anders dan in de Kalver- ftraat, of weinig Weïlelyker zoeken; mids blyvende binnen dcnNieuwezy ds-Voor burg- wal. De uyteren egge oïuiterfte kant van dee- ze Laan was de uiterfte paal der Stads Vryheid aan deeze zyde. Doch Tsbrand en zyn Land, welk egter ook hieromtrent moet gelegen hebben, zyn my geheel on- bekend. De Zyd-winde, aan welke dit Land fchynt gepaald te hebben, was, naar alle waarfchynlykheid, de dyk, die hier het Am- ilelwater keerde, of tot eene Landfchei- ding tuiTchen Ouder- en Nieuwer-Amftel, plagt te flrekken. Immers, dat het woord Zydwinde, in de betekenis van Landfchei- ding of [Vat er keer ing, dik wils, voorkomt, können verfcheide oude brieven getuigen(V). 4. Van 't Wellen naar 't Noorden voort- gaande, is de uiterfte Grenspaal der Stads/van de Vryheid , aan de Noordzyde, het groote Noord- Godshuis Land. Pontan us maakt hier-zyde>hec van het Land van het groote Kloofler (0) : &°°tQ doch hy zegt niet, wat Kloofler hy op *t huisS~ oog heeft : behalve dat het niet zeer waar-Land. fchynlyk is, dat 'er, reeds zo vroeg, een Kloo
(n) Zie Mieris Charterb. II. Deel. bl. «04. Handy,
»an Rynl. bl. ]o, tl» 107, 109. (t) Amft. LH. I. Cap. IV. p. 10, C 2
|
||||
%6 AMSTERDAMS Lite,
Kloofter in Amfterdam zou geweeft zyn,
welk den naam van groot draagen mögt. Le Long verflaat 'er het Lieve-Frouive- Ga/thuis door, by welk hy onderftelt dat eenig Land zal gelegen hebben Qp). Doch dit Gafthuis ftondt aan de Windmolenzy- de, dat is, aan de Weftzyde, niet aan de Noordzyde der Stad: en 't is zeer twyfcl- agtig, of het ten deezen tyde nog wel ge- ftigt was. De Lieve-Vrouwe-Kapel , te- gen over het Gafthuis, was, 't is waar, in wezen, gelyk my, uit een'Schepenen-brief van den jaare 1355, gebleeken is; doch van het Lieve-Vrouwe-Gafthuis vindt men niet voor de vyftiende eeuwe gewaagd (q). Wat my dan betreft; ik vcrita, door het groote Godshuis, de Oude Kerk, welker Kerkmeeftcrs , in de oudfte tyden , den naam van Godshuis-Beraaders droegen (f). Dit Godshuis was thans het groot/te van de Stad: en zal, waarfchynlyk, een ftuk Lands bezeten hebben, welk zig, Noord- waards van de Kerk af, agter de tegen- woordige Warmoesftraat heen, naar den kant van 't Kamperhoofd uitftrekte. Men mag vermoeden, dat dit Land, omtrent deezen tyd, tot moestuinen verhuurd ge- weeft is, en dat de naafte ftraat hiervan den naam van Warmoe sfir aat (\i) gekree- gen
(p) Reform, dl. 191.
(f) Vide PONTANI Amft. L'ihr. II. Cap. III. p, 71.
(r) Uit een gefchreeven Lyft van dezelven.
(11) CoMMEUN meent (bl. 170) na Domselaa*
(III. Boek bl. 191.) dat deeze ftraat ten onregte Wa)rmoesßraat, naar zekere Warmoestuinen, genoemd wordt,
|
|||||
•
|
|||||
I Boek. OPKOMST en AANWAS. 37
gen heeft. Meer Zuidwaards , naar den
Middeldam toe , droeg zy van ouds den naam van de Kerkfiraat, en in de vyftiende en zeftiende eeuwe, ook dien van de Oude- Zyds-Kerkfiraat. (j). Dus hebben wy dan ook de paaien der Stad Noordwaards ge- vonden. 5. De Ooftelyke paaien der PoorteoFStad Aan de
waren Jans Witten Hofftede, welker gele- Ooftzyde, genheid thans t'eenemaal duiller is; doch 'J^ns ^[t~ die, tuflchen den Oude-zyds-Voorburgwal ftejc> en de Warmoesftraat} gezogt moet wor- den. Wie Jan Witte geweeït zy is ook geheel onbekend. De Digter Joost van den Vondel, wiens vindingryke geeft oud Amfterdam met veele treffelyke ge- Gebouwen heeft opgefchikt, van welken men, •
(s) Uit een gefchreevcn Lyft: der Inkomften van het
Pauliniaanen-Kloofter. wordt, en eigenlyk Warmeflraat heeten moeit, om
dat dezelve warmer was dan de naaftgelegen 'Zee- dyk, daar men bloot ftondt voor de guure Noord- ooften winden. Doch wy houden ons aan den ouden en gewoonen naam, die overal, in de oud- fte Schepenen-Brieven en andere egte ftukken , voorkomt, en ook by den eerften bekenden Be- fchryver van Amfterdam (ad calcem PoNTANip. 5.) gelezen wordt. Efl etiam, zegt hy, in hoc [vetere] parochia, platea Olerum di£ia. 't Is waar, dat de ftraat, van welke wy fpreeken, in de Kaart van CoRNELis Anthgniszoon, de Warmesflraat heet: 't welk weinig van Warmeflraat fchynt te verfchillen. Doch Warmesflraat is eigenlyk Warmoesftraat , 't welk klaarlyk blykt, uit de Grondtekening van het Minderbroeders-Kloofter, in't jaar 1578 gedaan, door Joost Jansz. , gezeid Bilhamer: in welke de Moestuin éiWtrmestuyn genoemd wordt. C3
|
||||||
38 AMSTERDAMS I.Deel.
men, in 't begin der veertiende eeuwe ,
den tyd waarop hy ziet, geen fpoor altoos vindt in egte Gedenkfchriften; fchynt van Jan Witte ook een aanzienlyk man te heb- ben willen maaken, als hy Gysbrecht van Amftel, in het derde Bedryf van het Treur- fpel, welk zynen naam draagt, doet zeggen: Ik zag het groot Gebouw Jan Witten gevels vallen. Hy heeft den naam van Jan Witte,
ongetwyfeld, ontleend uit den Brief van den jaare 1342. Doch milfchien heeft hy 't woord Hofftede in den Brief voor eene Bui- tenplaats genomen, en daar uit 's mans rang afgeleid. Maar wy hebben reeds te voo- ren (bl. 28) gezien, dat het, van ouds , blootelyk erve betekende. Voor 't overige, is my, in oude Schriften, niemant van dee- zen naam, hier ter Stede, voorgekomen, dan een Jan die Witte en een Heynric de Witte, die de Gafthuis-Molen van 't Oude of Heiligen-Geeft-Gafthuis gepagt hebben om acht oude Vrancryxe Schilden in 't jaar, mids zy ook alles, wat het Gaithuis noo- dig hadt, maalden (t). Deeze twee Wit- ten fchynen, derhalve, Molenaars geweeft te zyn. Ten befluite, merk ik aan, dat de gantfche Vryheid der Stad te Landenvan- neer menze naar de tegenwoordige gele- genheid zou willen befchryven , zig be- paalde, van omtrent het Kamperhoofd af, langs deWeftzyde van den Oude-zyds-Voor- burg-
<t\ Uit gcfchrccveti Aantekeningen, het Gafthuis be-
tteffende. |
||||||
ï, Boek. OPKOMST en AANWAS. 39
burgwal, tot aan den Grimburgwal; van
daar voort, over de Langebrug en agter de Begynen, tot aan den Nieuwe-zyds-Voor- burgwal, en , langs de Ooftzyde deszelfs, tot by de oude Haarlemmerfluis toe. 6. Doch te Water werdt Stads Vryheid Vryheid
bepaald uit de Haven, of het Damrak, in l5 ■
, -ir 7 7 r 1 ■ • 1 te Water.
t Y, ten nahenJtroom,dat is, tot op den
halven afftand tuiïchen de Stad en de over-
zyde van den Y-kant, 't zy aan de Vole- wyk,of aan den Waterlandfchen dyk;want dit blykt niet zeer klaar: en voorts Ooft- waards langs den éyk, dat is, langs den Zeedyk, die nu binnen de Stad legt, en nog dien naam draagt, vyftig roeden buiten den Windmolen van Heere Willem van Ouds- hoorn , die op of aan den Zeedyk, op eene plaats, welke federt in de Stad getrokken is, zal geflaan hebben, en buiten welken Molen,"Y-waards, Stads Vryheid zig vyf- tig roeden uitflrekte. 't Is zeer te ver- moeden , dat de gelegenheid van deezen Molen aangeduid wordt, door de Molen- fteeg op den Zeedyk, die, vanouds, een toegang naar denzelven geweeft zal zyn. En zo de Molen over deeze fteeg op den dyk geflaan hcbbe ; dan zal de lengte van vyfiig roeden langs denzelven , ons niet verder brengen, dan tot op de hoog- te van de Waterpoortsfleeg, daar de Vry- heid der Stad aan deeze zyde zig bepaal- de. Wie Heer Willem van Oudshoorn, de Stigter van deezen Molen, geweeft zy, kan C 4 by
|
|||||
mm
|
|||||
"
|
|||||
4o AMSTERDAMS I.Deel.
by van Leeuwen (v) wordennagezien,
die egtcr niet meldt, dat hy het Ampt van Rentmeefler van Graave Willem den III. bekleed heeft; 't welk my, uit eenenBrief van den jaare 1333 (w), gebleeken is. Geboii- £cr wy geheellyk afftappen van de be- Stad ten Paling van Stads Vryheid in 't jaar 1342, deezcn moeten wy alleenlyk nog aanmerken, dat tyde. 'er, ten deezen tyde, zekerlyk verfcheide Weereldlyke, en vooral Kerkelyke gebou- wen binnen de Vryheid geftigt waren, fchoon men niet zeker weet welken. Van de Oude Kerk en Lieve-Vrouwe-Kapel, is het klaar: van eenige andere Godsdienfti- gen gefügten, gelyk van de Heilige-ftede, thans deNieuwe-zyds-Kapel,meer of min School, waarfchynlyk. Vermoedelyk, was 'er ook een openbaar School in de Stad, om dat, in den zelfden Brief van 't jaar 1342, de begeeving van het School-ambagt aan de Stad gelaat en werdt. En 't is waarfchyn- lyk, dat deeze School, aan of in de Oude Kerke, de Kcrfpelkerk der Stede, zal ge- plaatfl geweeft zyn. Immers, in temer* tyd, hadden de beide Parochie- of Kcrfpel- kerk en van Amflerdam, en veel ligt ook verfeheiden' Kloollerkcrken haare Schoo- ien (ar). Een Stadhuis is 'er, ongetwyfeld, gewecit, gelyk wy reeds hebben aange- merkt. En naardien Graaf Willem de III., in
(v) Batav. ilhiftr. hl. 104;.
(w) Zie Mieris Chartert» II. Deel, il. 544. (x) Zie Walich SYVAERTS Roomfchc Myftcr. oat- dekt, Vocrteden. |
|||||
LBoek. OPKOMST en AANWAS. 41
in 't jaar 1323 , bevolen hadt, dat het
Oofterfch Bier ook te Amflerdam vcrtold zou worden (j); zal 'er,waarfchynlyk,tot het ontvangen van deeze en andere Tollen, ook een Tolhuis opgeregt geweell zyn. Ondertufïchen, lagen 'er, binnen de Stads graft, en vooral ten Weflen en ten Zuiden, nog veele erven ledig, die tegen 't einde der veertiende, en in 't begin der vyftien- de eeuwe, betimmerd werden. De Koophandel deedt de Stad zo ipoe- De Vry-
dig aanwaflen, dat men, na ruim veertig heidder jaaren, om eene nieuwe uitbreiding haarer wordt paaien denken moell. De vermaardlle uitge- Koopfleden van Europa hadden, omtrent breid, deezen tyd, een verbond opgeregt; en 't blykt, uit egte flukken vandenjaare 1370, dat Amflerdam toen reeds onder deeze Kooplieden geteld werdt (z). Men kan van het toeneemend vermogen der Stad rekening maaken, uit de boete van tien dui- zend Schilden, van vierentwintig Dordrecht- fche of Vlaamfche grooten ieder Schild, welke zy, in 't jaar 1366 [13Ó7], aan Her- toge Albrecht, Ruwaard van Holland, op- brengen moell (a): 't welk, ten dien ty- de, eene zeer aanzienlyke fomme was. De zelfde Ruwaard vermeerderde, derhalve, by eenen Brief van den zevenden January des
(y) 'Lit Mieris Charterb. II. Deel, hl. 321.
(z) Zte LUNICH Reichs Archiv. Pnrt. Spec. Cent, IV. 2 Tb. 9 A'<tb. p. 8. DUMBAR Deventer tl. 540. (a) tie MIERIS Charterb. III. Deel, tl. 184. |
||||
41 AMSTERDAMS I. Deel;
des jaars 1386 [1387] (12), de Vryhcid
der Stad, van der ouder Vrihede , die zy toen hadt, tot hondert gaerden of'roeden (13) toe, ter goeder fchepe (14), gaende alom die Stede te Water ende te Lande; met ver- lof om dit ruum te mogen betimmeren en bewoonen, ekk op 't zyne die daar binnen erve leghende hebben (b). Sommigen heb- ben gcfchreeven (c), dat de Vryheid der Stad, by deezen Brief, niet vermeerderd werdt, dan tot aan den Oude- en Nieuwe- zyds-Agterburgwal: en indien zy hierme- de alleenlyk willen zeggen, dat de eigen- lyke Stad, van omtrent deezen tyd af, bin- nen de Agterburgwallen, toen de nieuwe graft
(b) Handv. hl. n [«],
(c) Le Long, bl 21%.
(12) In Mieris Charterboek , ftaat deeze Brief
tweemaal, eens verkeerdelyk, op 't jaar 1380. III. Deel, bl. 362: en eens op 't regte jaar 1386. III. Deel, bl. 4.30. (13) 't Woord gaerden wordt met het woord roe-
den verklaard, in het Privilegie van Maximiliaan en Filips, van den zesden February des jaars 1488 [1489]. Zie Handv. bl. 14. [42]. (14) My ftaat niet voor, deeze uitdrukking, ter
goeder fchepe, immer, in eenig oud Stuk of Schrift, gelezen te hebben. De betekenis derzelve is duis- ter. Waarfchynlykft is 't my, dat 'er doorverftaan wordt, dat de Vryheid zig, in eene goede of be- kwaame gedaante of flrekking, rondsom de Stad, uit- breiden moeit In 't Engelfch, zegt men nogSha- pe, voor gedaante , geßalte, vorm, fatfoen. Men weet, dat onze oude Taal veel overeenkomft met het Engelfch heeft. En Schepe heeft geen minder overeenkomft met het Engelfch Shape, dan ons Schaduw. Schaamte, Scherp, Schip, met het Engelfch Sbadow, Sbame, Sharp, Sbip. |
||||
I. Boek. OPKOMST en AANWAS. 43
grafi genoemd, beflooten geweeft is, kan
men hun zeggen aanneemen. Doch de Vryheid of Jurisdictie der Stadftrekte zig, volgens den Brief van Hertoge Albrecht, een goed fhik wegs buiten de Stads nieuwe grafi, of Agterburgwal. Men behoeft, om hiervan overtuigd te zyn, flegts eene Kaart van Amfterdam voor zig te leggen, en met de pafTer honderd roeden te mee- ten, van de Oude- en Nieuwe-zyds-Voor- burgwallen af, zynde deezen de grafi ge- weeft, binnen welke de oude vrihede der Stad, in den Brief van den jaare 1342, bepaald geweeft was: en die honderd roe- den zullen zig veel verder dan de twee Agterburgwallen uitflrekken: zy zullen ons brengen, ten Ooften, tot over de Niéuwe- markt en Kloveniersburgwal; en ten Weften, tot omtrent de Keizersgraft. De Stad is, derhalve, binnen de twee Agterburgwal- len, bepaald geweeft; doch haare Vryheid heeft zig merkelyk verder uitgeftrekt. En deeze Vryheid werdt ook al ipoedig be- timmerd. Immers wy hebben, hier voor (bl. 33) reeds gewaagd van twee Brieven van de jaaren 1415 en 1425, waarin ge- fproken wordt van het S. Paulus-Broeders Kloofter, nu het S. Joris Hof, welk men weet buiten den Oude-zyds-Agterburgwal te Haan; als gelegen, niet binnen de Stad, maar binnen der Vrihed en van Aemjtelre- damme, buten ander Jtede nye grafie. De Stad zelve werdt ook meer en meer be- bouwd. Het getal der Kioofteren, Gaft- |
||||
"
|
|||||
44 AMSTERDAMS LDeel.
huizen en andere Godsdicnflige Gefügten
nam flerk toe. De welvaart der ingezete- nen , die van tyd tot tyd aanwies, lokte de Geeflelykheid van alle oorden herwaards. Hertog Albrecht begiinfligde het opregten der geeftelyke gefügten (d); waarom het getal derzelvcn, terwyl hy regeerde, zeer vermeerderde, te Amllerdam. Zelfs wer- den 'er, ten zynen tyde, twee Klooflers buken de Stad gefligt; een van Regulieren, 'een fluk wegs buken de Vryheid ten Zui- den, op de hoogte der Keizersgraft, by de Utrechtfcheftraat (e), en een van Kar- tbuizers, ten Weftcn, ook omtrent hon- derd roeden buiten de Vryheid, terplaatfe waar nu het Karthuizers Kerkhof is (ƒ). Van de jaarlykfche Pitancie of maaltyd , die Margriete Heertgens^ Huisvrouw van Bartholomeus Jacobszoon , Burgemeefler der Stad , in laater' tyd, aan dit Kloofler befprak;en van het lekker leeven derKar- thuizeren kan men , by Walich Sy- VAERTS (g), een omflandig berigt vin- den. In de vermeerderde Chronyk van Beka, wordt de fligting van dit Kloofler gefield op het jaar 1393.00k leeft men daar, dat 'er, ten zelfden tyde,ecnNonnen-Kloofler by Amflerdam gefligt werdt (b). Maar van dit Nonnen-Klooiler vind ik nergens eenig be-
(d) Zie zyne Brieven by VAN Hiussen en VAN RïN ,
Kerk. Oudh. IV. Deel, */. 200, 200. (e) ZiVCOMMFXIN, hl. '03,204.
(f) Zit COMMELIN, hl 206.
(g) Roomfche Myfterien ontdekt, f. 67. vtrt,
(ij MATTM^El Analed. 'lom. 111. p. 291. |
|||||
LBoek. OPKOMST en AANWAS. 45
befcheid. Miflchien moet het niet by, maar
in de Stad gezogt worden; of miiïchien heeft de Schryver van het Mannen-Kloo- ftcr der Regulieren, by verzinning, een Nonnenkloofter gemaakt. Tot hetftigten van het Regulieren-Kloofter is e erft in 't begin des jaars 1395 verlof gegeven (t). Doch het aantimmeren van Burgerwoo- Keur we-
ningen langs de Oude en Nieuwe graft, was Sens ,lcC esrterniet zo algemeen, of het Gerekt keur- eggen
o o . •• " van cc- de, op den twee en twintigften April desnengang
jaars 1399: So wie fyn erven tujfchen die ot'weg, twee Graften niet en betimmert, die fal hou- .van 'ü den ende maecken een ganck, buyten aen die^arl399> oude Gräfte acht voeten breet, alle de Stede kiaarcj alomme; ende binnen aen den nye Gräfte een ganck houden ende maecken zes voeten breet die Stede alomme, by XL. fchellingen Hol- landfch, uytgezeyt Zuytwaart van der Ca- nonilTen-Brugge, by de oude Graft (&). Uit deeze Keure blykt, dat de buitenzyde van de oude Graft of Voorburgwal nog niet alom- me betimmerd was, veel min de nieuwe Graft , of Agterburgwal; langs welke , zelfs aan de binnenzyde, nog ledige erven lagen. Men oordeelde hierom, dat de ei- genaars der erven van de buitenzyde der oude en van de binnenzyde der nieuwe Graft, elk op zyn erf, tot geryf der voorbygan- geren, langs de graften, eenen gang of ftraat
. (i) Zie den Brief by DAPPER, bl. 324. en LE LONG»#i.
»4i- (è.) Zie CoMMELlN, bl. 20$.
|
|||||||
I
|
|||||||
46 AMSTERDAMS I.Deel.
ftraat leggen moeften, die, langs de buiten-
zyde van de oude Graft, agt ,en langs de bin- nenzyde van de nieuwe Graft, zes voeten breed zyn moeft. Zo men, derhalve, on- derftelt, dat, langs de twee gemelde zy- den der twee Graften, geene huizen ge- ftaan hebben, heeft de ruimte tuffchen die twee graften zig vertoont als een laan of weg, ter wederzyde met twee fteenen pa- den belegd, en miffchien in 't midden met gras begroeid. Waarom nu, langs de bin- nenzyde der nieuwe Graft, Zuytwaarts van der Canonijjen-brugge , geen weg van zes voeten breed behoefde gelegd te worden, zal men ligtelyk begrypen , als wy zullen hebben aangeweezen , waar deeze Cano- Aanwy- njjjcn-brugge geweeft zy. Uit veele oude d^Orfo" brieven blykt, dat de CanoniJJen dezelfden nisfen- zyn als de oude Nonnen, die, voor het ein- bringe- de der veertiende eeuwe, een Kloofler be- ifghh woonden, welk buiten de nieuwe graft aan de oude zyde gefügt was , op de plaats daar nu het Gafthuis en Oude-mannenhuis flaat (0- Een Opdragtbrief van den vier- den April des jaars 1460 , die in 't S. Jo- ris-Hof bewaard wordt, en waarvan ik een affchrift voor my hebbe, begint in deezer voege: Wy fußer Dyert Jacobs dochter , Priorin en 'f ghemeene Convent der Canonis- fen RegulieryfTen des Cloifters Marienvel- de, gheheten die oude Nonnen , binnen der Stede van demflekedam, doen conde alle lu- den, (l) Zie COMMELIN, M. 54+.
|
||||
I. Boek. OPKOMST en AANWAS. 47
den, dat wy wittelic ende wel vercoft hebben
den breuderen van der derden Oerden van Sinte Paulus Convent, binnen derfelver Ste- de , [nu het S. Joris Hof], een erve gelegen an die Noertfide van de breuderen voorffïrec- kende van der Stede gr aft [den Oude-zyds- Agterburgwaf] an Jan van Ghelres Tuyn. Uit deezen brief blykt klaarlyk, dat de Canonijfen en oude Nonnen dezelfde zyn. De Canonijfen-brugge nu vind ik in eenen veel ouder' Schepenen-brief van den jaare 1396, die in 't Gaflhuis, Laade LXXV., bewaard wordt, en aldus begint: Wy Jan Jans Soen en Heynric Hoec Dircxfoen, See- pene in Aemfielredamme, oirconden dat voir ons quam Piet er Hofe , ende gaf e enen vrien eygbendoem den Canonijfen Reguliers, ghele- ghen binnen der Vriheden van der Stede voer f van den erue , van den tymmert en boute dat daer op is, ghelegen tujfchen den twien graf ten, up tie zuutfide van der Canoniifen- brugge, daer die Canonijfen an beyde fiden an gheëruet fin, en gheliede enz. Uit dee- ze woorden blykt, dat de Canonijfen-brug nergens anders kan gelegen hebben, dan op of omtrent de plaats, daar nu de brug voor de poort van 't Gafthuis, over den Oude-Zyds-Agterburgwal, legt. Ook ziet men hier, in de groote Kaart van Corneas Anthoniszoon, regt voor het Klooiler der Canoniiïen of oude Nonnen, eene brug af- gebeeld. Maar zo deeze de CanonifTen-brug is ,
dan blykt dereden, waarom men, ten Zui- den |
||||
48 AMSTERDAMS I. Deel.
den van dezelve, van de nieuwe naar de
oude graft toe, gecne flraat van zes voeten
breed behoefde te leggen. De oude en
nieuwe graft liepen hier, van ouds, gelyk
zy nog doen, zo digt aan eikanderen, dat
de gang van agt voeten breed, die langs
de oude graft loopen moefl, genoeg aan 't
oogmerk voldeedt. Wy hebben de plaats
deezer Canoniffen-brugge hier wel willen
aanwyzen, om dat Commelin dezelve ,
vergeefs, agter de Oude Kerk gezogt(m),
en Le Long (n) Commelins misflag wel
gezien; doch de nette plaats der brugge niet
aangeweezen heeft.
Aanwas pe gtacj nam ^ ~m ^en aanvann- der vyf- in'tbegin tiende eeuwe, zo merkelyk in welvaart toe,
der vyf- dat het aanwaffend getal der Ingezetenen
tiende eene nieuwe Kerfpel-Kerk aan de Weft-
ceuwe. Zyde 0f Nieuwe - zyde vorderde , die ,
omtrent het jaar 1410 , geftigt werdt.
Naar deeze Kerk, federt de Nieuwe Kerk
genaamd, die aan de H. Maagd werdt toe-
gcwyd, en niet, gelyk L e L o n g (0) wil,
naar de Lieve-Vrouwe-Kapel, werdt de
Nieuwe-zyde, federt, dikwils, Onze Lieve
Vrouwe Parochie genoemd; gelyk de Oude-
zyde S. Kicolaas Parochie geheeten werdt,
om dat de Kerk dier Parochie, thans de
Oude Kerk, aan S. Nikolaas was toege-
wyd. De Kloofters waren, in de veer-
|
||||||||
tien-
|
||||||||
(m) El. 209. Aant. b.
(«) Reform, tl. 240. (*) Reform, tl. m, 3 3». |
||||||||
\
|
||||||||
IËOEK. OPKOMST en AANWAS. 4^
tiende, en in 't begin der vyftiende eeuwe, ook zo zeer toegenomen in de Stad ■, dat Hertog Willem van Beieren deri Klooïtef liïigen, in't jaar 141 ij vérböodt, aldaar eenige erven meer aan te koopen (p~): welk verbod egtef kwalyk naargekómert werdt. De Regeering kogt -, omtrent dee- zen tyd, ook een of twee Huizen op dié Plaetfe of Dam, tot een Stedehuis (q): en men ftigtte verfcheide Gafthuizen enHuis- zittenhuizen. De erven binnen de niéuwe grafi werden meer en meer betimmerd. Zelfs bouwde men , naar 't fchynt^ om- trent het midden der vyftiende eeuwë ör* eerder, reeds aan de buitenzyde der nieu- we graft, Burgerwöoningen, na dat men al- daar, aan de Oude zyde, met het fligten van Kloofteren begonnen was4 Ook is toen * vermoedelyk > eene derde Stads graft $ nu dö Singel eil Kloveniers-burgwal, gegraaven: 't welk onder anderen blyken kan uit den naarri Van middelfis graft, die, ten deezen tyde* aan den Oude - zyds - Agterburgwal gegeven Werdt (f). Wyders > lees ik, in eenen Schepe- nen-brief van den jaare 1447 > dat aan 't Margrieten-Kloofter in de Nes opgedraageri Werdt een fVarmoestuynè, twee roeden wyt * gelegen up tie Karcfyde [dat is, de Oude zy- de] over die uterfie grafie: door welke ui- terfte graft, men den Kloveniersburgwal fehynt
(p) Zie Handv. bl. tl*, [iöj.
(q) Zie den Brief hy CommelIN, tl. zj4; (f) Schepenen-brief van 't jaar i+j j. iy COMMEJblNjf/s top. Aanl. a. t STUK. 0
|
|||||||
/
|
|||||||
50 AMSTERDAMS ï. Deel,
fchynt te moeten verftaan; indien, door de
middelfle grafi, gelyk duidelyk blykt, om- trent deezen tyd * de Agterburgwal ver- ftaan werdt. Poorten In deeze graften, en in eenige poorten, der Stad, beftondt, ten deezen tyde, de voornaam- in dien fl.e fterkte der Stad. Na dat haare hou- ty * tenwallen, of andere fterkten, in 't begin der veertiende eeuwe, geflegt geworden waren, vindt men geen blyk, dat zy, van nieuws , rondsom bemuurd geworden is. Zulks fchynt, niet voor het jaar 1480,ge- beurd te zyn. Maar voor en op dien tyd, hadt de Stad reeds verfcheide Poorten. Men leeft, in vroeger of even vroege Brie- ven der vyftiende eeuwe, van eene S. An- tonis-Poort (j) , van eene Kerkzyde- % of Kerkflraate- ofWarmoesflraat-Poort (t) , ook de S. Olofs-Poort genaamd ; van ee- ne Nieuwendyker-Poort («), van eene Bynd- wyker- of Byntwyker-Poort (ij) , en van eene Heilige-wegs-Poort (w). Veelligt zyn 'er nog eene of twee andere Poorten ge- weell, waarvan my egter geen duidelyk blyk voorgekomen is. De S. Antonis- Poort heeft aan denZeedyk geftaan, op of omtrent de plaats, alwaar tegenwoordig de Waag op de Nieuwemarkt is. De Kerk' ßraat-
(t) Zie een Brief van 1469. h Commelin H. 192.
(:) In Brieven van de jaar en 1424 en 1431. en Groot Me-
moriaal N.l.f. 279- ver/e. Keurb A.f. xoi. (u) Schepenen-Brief van i+6i.hy my.
(v) Brieven van 1420, 1441 en 1471. by my. Zit l*k
COMMELIN,*/. 172. (v) Schepenen-brief v*n 14*0. by my*
|
||||
I.Boèk:. OPKOMST en AANWAS. 5*
ßraat- of S. OIofs-Poort ftondt aan 't einde
van de Warmoesftraat. De Nieuwendyker- JPoort heeft geftaan omtrent de plaats vari de oude Haarlemmerfluis $ aan den Nieu- wendyk: de Byndwyker-Poort, die, in vroe- ger' tyd, de Reguliers-Poort plagt te hee- ten (x), in de Kalverilraat , ter plaatfe daar nu de Oflenfluis is. Het gedeelte der Kalverflraat, ten Zuiden der Nieuwe-zyds Kapelle, en byzonderlyk ten Zuiden der Oflenfluis, droeg den naam van Byndwyk, of Bindwyk (15). In eenen Schepe- nen^ (ie) Keurb. A» ƒ. i/8. ver/g.
(15) Domselaar (III. Boek, bl. 193), en Com*
melin (bl. 172), uit hem, fchryven ook Bentwyki doch deeze fpelling is my in geen oud ftuk voor- gekomen. Zy bekennen ook, niet te weeten, wat de naam Bentwyk of Bindwyk betekenen mag, Doch de vergelyking van eenige oude (lukken heeft my zulks ktaarlyk doen ontdekken. Bintwyk of Bind- wyk is niet anders dan Binneniüyk: en Bindwyker- Poort, Binnenwyker- Poort. In de Keur van 't jaar* 1487, die wy terftond zullen aannaaien, leeft men Byndewyk, eene verkorting van Binnende%vyk, en in cene andere van den zesentwintigften Auguftus 1502 {Keurb. B. f. 68.), düidelyk Binnenwyk, wordende in dezelve, bevolen , geene Oflen te koop teftel- len, dan tuffchen die Binnenwycker Poirte ende dii Reguliers Poirte. Men gaf, aan dit gedeelte van de kalverflraat, den naam van Binnenwyk, die eerlang in Bindwyk veranderde, tot ortderfcheiding der. Buitenivyk of Buurt buiten de Poorte: en vooral werdt deezc naam gemeenzaam, na dat de nieuwe» Reguliers-Poort, in 't jaar 1480 of daaromtrent j geftigt was; evenals* na't ftigten der nieuwe* Haarlemmer-Poort, ten zelfden tyde, deoude, did nog eenige jaaren ftaan bleef, de Binnewycker Ha* |
|||||
•
|
|||||
5« AMSTERDAMS 1 Deel.
nen-brief van den jaare 1434, wordt
gefproken van een Huis en Erve , gele- gen in die Byndwyk , ter halver flraet tot aan dïe Bagyngraft: en in e enen ande- ren van den jaare 1457, leeft men van een Huis in die Byndwyk, op ten boek van ie ßraet, die men gaat totter Langebrugge toe (V). Amfterdammers weeten, dat de Begynen-graft langs de Kalverftraat loopt, en dat de'Takfleeg, door welke men naar de Langebrug gaat, ook in de Kalverftraat is. In eene Keur van den jaare 1487, wordt de OlTenmarkt gefchikt in die Bynde- wyk , tujjchen den tween Reguliers - Poir- ten (z). In eenen Schepenen-brief vanden jaare 1471 , die in 't Gafthuis, Laade LXVL bewaard wordt, lees ik van een ßucke Lants gelegen buten de Byntwycker Poorte, neffens die Molen, die men diepape- gaey of plagen te filneten. De plaats, waar de Molen ftondt, op welken de Schutters de papegaai,naar welke zy om prys fchoo- ten, valt maakten, fchynt dezelfde, die federt tot eene Schuttersdoele gefchikt werdt. De Hand- en Voetboogftraaten aan 't Spuy by de Kalverftraat hebben 'er den naam nog van. De Bindwyker-Poort is„ eerft in 't jaar 1526 , in January , afge- broken , en toen is aldaar de brug ge- legd (y) Z'tr COMMELIN» hl. 172. A*M. b.
(z) Keurb. A. ƒ. 158. vfrfo.
fdemmer-Poerte genoemd werdt; gelyk blykt, uit eene Verklaaring van den zevenden November I493> te vinden in 't Grost - Memoriaal, N. I. f. 299» |
||||
I Boek. OPKOMST en AANWAS. 53
legd (a), die nu de OiTenfluis genoemd
wordt. De Heiligewegs-Poort, die ik, 'm 't jaar 1480, gemeld vinde, en die mis- fchien niet veel eerder gemaakt geweeilis, ftondt, volgens de Kaart van CorneUs An- thomszoon, ten einde van de ftraat, die nog de Heilige weg genaamd wordt, aan den Singel. De Oorlog tegen de Utrechtïchen, die De Stad
in 't jaar 1481 aanving, doch waarvan dewordt* |
||||||||||
beginfels reeds eenige jaaren te vooren be- E
|
ren
|
|||||||||
fpeurd waren, hadt der Regeeringe van Am- poorten,
ïterdam aanleiding gegeven, om haare Stad, en Too.
rondsom, met fteenen muuren en toorens,rcns>ora"
te omringen, en dezelve daar door te fier- ^J*^*,
ken tegen de aanvallen der Stigtfchen. De ,;iar
ongenoemde Befchryver van Amfterdam, 1480.
door Pontanus uitgegeven, die deezen
tyd beleefd heeft, fpreekt van dit werk ,
met deeze woorden (£). „ Amfterdam is,
„ zonder muuren, en alleenlyk met eene
„ diepe graft omvangen geweefl, tot in
„ 't jaar 1482. Toen hebben de Burgers,
,, aangezet door den nood des Oorlogs, de
„ Stad, in den tyd van een jaar, voor 't
„ grootfte gedeelte, met eenen muur en
e, fchoone toorens omringd, na dat zy daar-
„ toe van de nabuurige Haarlemmers, ten
j, deele tot wederopzeggem toe, ten deele on-
9, der zekere laßige verbindteniffè , verlof
„ verworven badden. Voorts, hebben zy,
(a) Groot-Memoriaal, N. f. f. jiï. verft,
\b) Ad talc. Amft. PoNTANl, p 4- D3
|
||||||||||
«*fc. - I«
|
||||||||||
$4 AMSTERDAMS I. Deeu
„ in de volgende jaaren, het overige ge-.
3) deelte van den muur, met twee Poor- „ ten, de S. Antonis-Poort en de Regu- „ liers-Poort, voltooid, behalve langs het 3, gedeelte der Stad aan den Y-kant; waar „ het geweld der Schepen nu, door drie ,, ryen paaien, wordt afgekeerd. [Fuitautem ti Amfierdam\absque muris ,foJfa tantum pro- j, funda cïrcwndaium, ufque ad annum 1482. iy tune urgente bello cives animati oppidum uni 3, anno pro majori parte muro ac turribus pul- „ cherrimis cinxere, venia ad ad a vicinis „ Harlemenfibus partim precariö partim „ titulo onerofo obtenta. Demwn annis fe~ 3, quentibus reliquum murorum cum duabus 3, portis, fcilicet S. AnthoniiS) Regularium, „ compleverunt, preeter eam oppidi partemy 3, qua Tya fluvio abluitur, Éf nunc tribus 3, palorum ordinibus contra vimnaviumclaU" 3, ditut"~}. Aanmer- Wy zullen, over deeze woorden, die in kingen verfcheide opzigten duifter zyn, eenige ouefver1 k°rte aanmerkingen maaken. haal des- *• Wanneer hier gezeid wordt, dat Am- aangaan- fterdam, tot in 't jaar 1482,met eenedie- Ge- pe graft omringd geweeft is, moet men y ^o%°\ ^oor ^eeze êraft 5 m ^e oudfte tyden , de
*en, Voorburgwallen, in katere tyden, de Ag- terburgwallen, en eindelyk den Singel en
Kloveniersburgwal verftaan.
Wan- 2. Het bemuuren en verfterken der Stad neer het is, waarfchynlyk, in 't jaar 1482, yverigft bemuu- voortgezet;-doch het was, al eerder, be- gonnen £°nnen. Men heeft nog eene Keur van |
|||||
* *
|
|||||
i Boek. OPKOMST en AANWAS. 55
den veertienden September des jaars 1481,
waarby elk, jongh of out, wyf of man , poorter of gafl, wie hy fy, verbooden wordt, eenige onflant ofte vermindertheyt te doen aen de muragien ende boffen (16) van der Stede, alfoo weldk vanoutsgemaechfynQiy) ah die men nu MAECKT, endedesgelycx aen de flrate die men nu maeckt, ofte maken fal, aen de vefien van der Stede (V). 3. Doch het gene duifterft is, in de In wat
woorden van dert ongenoemden Schryver, zin»die betreft het verlof tot het bemuuren der ÏÏ?*2J*" Stad, welk die van Amflerdam van hetzeidwor. nabuurig Haarlem verworven zouden heb- den.daar- ben, ten deéle precariè, of tot wederopzeggens toe ver- taf , ten deele titulo onerofo of onder laßige ^gte|e" ver' hebben.
f«r) Händv. tl. 70«.
(16) Boffen of Bußen waren de Hukken gefchuts,
die op de vellen lagen. Zie Keurboek A. ƒ. 115 ver/o, 129 verfo. (17) Hier uit fchynt te volgen, dat de Stad, voor
deezen tyd, ten minften hier en daar, bemuurd en verfterkt geweeil is. Ook wordt dit beveiligd , uit eenen brief van Hertoge Filips van Bourgon- die van den vyfentwintigften July des jaars 1452, die, in de Oude Kerke, Laade VIL, bewaard wordt, en gewaagt van eenen zwaaren brand van den vier- entwintigflen May des gemelden jaars, waarin da Poort, de Toorens en de Bolwerken tegen de Stad U~ treebt [la porte, les tours, j&f les bohverebs devers la Ville d'Utrecbt] door de vlam vernield werden. CoMMELiN fpreekt (bl. 1166. Aant. b.) ook van dee- zen Brief; dieegter nog nooitin 't licht gegeven is, en hierom van ons, aan 't einde van dit I. Boek, onder de Bylaagen Letter A. gevoegd zal worden. D4
|
||||
5<5 AMSTERDAMS LDsst.
verbindteniffe, waardoor, veeltyds, het op-
brengen of betaalen van zekere geldfomme verflaan wordt, A m p z i n g , die Cd) de woord- den van onzen ongenoemden Schryver ook aangehaald; doch het woord precario,ver- keerdelyk, door bidden, overgezet heeft, maakt uit dezelven dit beiluit op: „ Hoe ver ook onfe [Haarlems] magt by
ouds beeft uitgekeken,
„ Is dat aen Amfierdam niet merkelykge» bleken ? „ Zy mögt het mfnfi niet doen aen muur, aen vefl, en wal
„ 't Mofl Haerlems wille fynt en Hacr* lems welgeval. Ik weet niet, of anderen ook , gelyk
Atmpzing, geoordeeld hebben, dat Amfier- dam zig niet verfterken mögt, dan met toe- flemming van Haarlem; maar ik weet wel, dat dit oordeel zeer ongegrond, en zeer ongerymd is. 't Is ongegrond, om dat van zulk eene zonderlinge magt van de eene Hollandfche Stad over de andere een egt en duidelyk bewys zyn moeft; 't welknie- mant, tot hiertoe, te berde gebragt heeft. Zo de Stad Haarlem ooit zulk een regt gehad hadt, en hiervan flegts het minde bewys voor handen was, behoorde men het geplaatil te hebben, in de jongfte uifc- gave der Handvejlen van Haarlem. Doch men vindt daar , noch ergens anders, za ver ray bekend is, van zulk een zonder- \4) Befchr. van Haarl. M. $Sfe
|
||||
'
|
|||||
I. Boek. OPKOMST en AANWAS. 57
ling regt eenigen denminften fchaduw van
bewys. Te oordeelen dat Haarlem het waarlyk gehad hebbe, is, daarenboven, ten hoogften engerymd. Men plagt altoos verlof tot het bemuuren, verfterken en vergrooten eener Stad te verzoeken van den Souverain, den Graaf (e); en nader- hand de Staaten van Holland : nooit van eene nabuurige Stad. De Steden over- troffen elkanderen,in ouderdom, rang,groot- te, rykdom; maar hadden geen regt van o-e- bieden over eikanderen, noch konden eikan- deren beletten zig te Herken, wanneer het haar, door den Graave, veroorloofd werdt. Maar,, zal men vraagen, wat betekenis hebben dan de woorden van den ongenoem- den Schryver, die duidelyk zegt, dat Am- fterdam verlof om zig te flerken van het nabimrig Haarlem verkreegen heeft ?Ik kan hierop niet dan by gifïïng antwoorden; en zal elk van de gegrondheid myner giflinge laten oordeelen. 4. Toen Willem , Zoon van Jam
den IL, die naderhand Graaf Wil.lem de III. werdt, in 't jaar 1304, beval, dat Amfterdam zyne bruggen breeken, enzy- ne vefienflegten zou, behieldt hy zig, on- der anderen, het regt voor, omuitfpraak te doen, over 't gene die van Amfterdam, zyns oordeels, jegens die van Haarlem , .misdaan hadden, waarfchynlyk in den bin- nen-
,(') Zie by voorb Mieris Charterb. I. Deel. bl »«*
II, Deelt H. 7Z2. III. Deel, bl. êS. BALEN Dordrecht , Ds
|
|||||
5R AMSTERDAMS I. Dee£
nenlandfchen kryg , ter gelegenheid van
het ombrengen van Graave Floris den V. ontflaan. Zie hier zyne eigene woorden: Vort houden wy noch ane onfe fegghene >
als wi willen, van alfulcke broke , als fi [die van Aemftelerdamme'] misdaenhebben, jegens ons, jegens onfe porte van Harlem,;>£^j onfe goede luden van Kenemerlant ende van ÏVa- terlant, ende jegens andere onfe goede luden, fo wie darfyn, te verbeterene, naflonde en na onflonde: dat is, tydigenontydig(/). Veel- ligt, heeft hy, of één zyner opvolgeren , naderhand, belaft, dat Amflerdam zig niet van nieuws verfterken zou, zonder, vooraf, Haarlem , onder anderen, genoe- gen gegeven te hebben, wegens deneifch, dien deeze Stad vooronderfteld werdt op Amflerdam te hebben. Het niet voldoen aan deezen eifch zal mogelyk eene der re- denen geweeft zyn , waarom Amflerdam zo lang onbemuurd gebleeven is. Maar omtrent het jaar '1480, zal Amflerdam met Haarlem , wegens deezen ouden eifch , overeengekomen zyn. Amflerdam zal Haar- lem in zo verre voldaan hebben, dat Haar- lem zig niet heeft willen kanten tegen het bemuuren van Amflerdam, terwyl Haarlem egter, op deezen tyd, nog niet geheellyk van zynen ouden eifch fchynt te hebben willen afflaan; en hierom zal de ongenoem- de Schry ver zeggen, dat Amflerdam van Haarlem verlof verworven heeft om zig te fter-
(f) Zie Mieris Charterb. II. Deel, bl. 40. ennaauw-
keurigci, hier agter in de liyiaag. Letter B. |
|||||
«
|
|||||
Ï.Boek. OPKOMST en AANWAS. $9
fterken, „ ten deele pw«ri«), dat is, ter-
|
||||||||||||||||
wyl Haarlem noch zekeren eifchop Am-
iterdam openhieldt, en ten deele,titub onerofo of int kragte der voldoening |
||||||||||||||||
van zekere fomme gelds". Men moet
merby nog m aanmerking neemen , dat Jongkheer Willem ook gewild hadt, dat de Amlterdammers hunne bruggen en veilen nimmer hermaaken zouden, bet en fielest ny bi ons, dat is, met ons verlof, en bi on/en goeden luden van onfen Landen. Maar onder die goede luden bekleedde de Stad Haarlem eene voornaame plaats; waarom derzelver verlof tot het bemuurenvanAm- iterdam, nevens dat van andere goede lu- den, veelhgt, ook omtrent het jaar 1480 verèifcht werdt, en gegeven is. Hoe 'czy! dit is, ten mmften, onzes oordeels de waarfchynlykfte betekenis, welke men,zo lang ons geen meerder licht opgegaan is geeven kan aan de woorden des Latynfcher! Schryvers; wiens zeggen, om dat hy den tyd, waarvan hy fchryft, beleefd heeft wy met loffelyk verwerpen moeten; doch die, uit onkunde in zaaken van Regeerin ge, 't gehandelde tu/Tchen de twee Steden wel wat gebrekkelyk befchreeven kan hebt- |
||||||||||||||||
ben.
A
ring
|
||||||||||||||||
mfterdam kreeg, door deeze hemuu-, ....
|
||||||||||||||||
igj eene lang-ionde gedaante, en werdt, r^
merkelyk toegenomen zynde in getal van Kaart der
huizen m tjaar 1536, in platten tondSt****&
^efcmlderd, en in 't jaar i544, op twaalf ^*
•laden, * hout gelheeden, uitgegeven£*£,
|
||||||||||||||||
6o AMSTERDAMS L Deeä*
door Cornelis Anthoniszoon(i7).
Men houdt deeze Houtfnêe - Kaart , die Pontanus, Dapper , Domselaar, Commelin en Le Long, in 't koper, hebben doen nafnyden , voor het oudfte en befte gedenkftuk, dat ons van oud Am- flerdam overgebleeven is. Wy hebben hierom dienftïg geoordeeld, de Stad, zo als zy zig, na de bemuuring omtrent den jaare 1480, vertoond heeft, op het gelei- de van deeze Kaart, die wy hier, insgelyks, verkleind, bygevoegd hebben, eens om en door te wandelen, ©mwan- De Kloveniers-burgwal en Gelderfche- deling i^aai ten Ooften, en de Singel tenWeften, der Stad was mfe uiterfte graft der Stad geworden, ten ten De muur tenOoften begon aan denSchreijers- deez'en tooren, en eindigde in 't Welten, pas be- tyJc. noorden de Haarlemmer-Poort, die toen flondt omtrent daar nu de nieuwe Haar- Icmmerfluis legt, aan den Haringpakkers- tooren: terwyl de Y-kant onbemuurd bleef. Wy beginnen het befchouwen van deezen omtrek der Stad van den Schreijers-tooren af. Van hier, Weftwaards voortgaande, ont- moet ons eerft een uitfteekend hoofd met gefchut beplant, nu het Kamperhoofd : voorts de Oude-zyds-Houttuinen, nu de oude Teertuinen, daar de houtwaaren Honden: ten einde van welken, men, door de S. Olofs-
(17) Deeze Schilder was een man van aanzien in
^e Stad. Hywerdt, indejaaren 1544, 1546, 1548,
en 1550, totSchepen, en in 't jaar i547,totRaa«t
▼erkooren.
|
|||||
■ Juin.
|
|||||
Ï.BOEK. OPKOMST en AANWAS. 6V
OIofs-Poort, regts af, kwam in de Nieuwe-
brugsfteeg, van ouds ook de uyterfle brugs- fleeg genaamd (g) en langs dezelve, over de Nieuwebrug, toen nog, gelyk de ove- rige bruggen inde Stad, van hout gemaakt, in de Nieuwe-zyds-Houttuinen, nu de Texel- fche kaai en Haringpakkery. Omtrent op 't midden der nieuwe brugge, ftondt een vier- kant Blokhuis : en ten einde der zelfde brugge, op den Noordwefterhoek van het Damrak, was een diergelyk Blokhuis ge- fügt. Ten einde der Weflzyde van de nieuive graft, of Nieuwe-zyds-Agterburgwal hier het Sparendammer Hoofd genaamd, e- ven buiten de fluis, die nu de oude Haar- lemmerfluis heet, was een zeskante Too- ren of Blokhuis geplaatft. Ten einde der Houttuinen, nu de Haringpakkery, ont- moette men den Heilige-Krui stoor en, nu de Haringpakkers-Tooren, die met een gor« dyn gehegt was aan de Haarlemmer-Poort, welke, kort na de bemuuring des jaars 1482, nog de buiten Haarlemmer-Poort ge- noemd werdt; om dezelve te onderfchei- den van de binnen Haarlemmer-Poort of Nieu- wendyker-Poort, die, eerft in 't jaar 1506, werdt afgebroken (£). Buiten de Haarlem- mer-Poort , zag men een plas, de Braak genaamd, die federt gedeeltelykgedempt, betimmerd, en in de Stad getrokken is. Langs
(g) ZU eeft* Bäef van H+s , hy Commelin, k 170.
ihveSi°0t Memoriaal» N> l'f' "i vtrf<>- 242 vtrß. |
||||
62 AMSTERDAMS I. thtü
Langs den wal, nu den ooftkant van den
Singel, voortgaande, ontmoette men een Korenmolen, tuflchen twee kleine Toorent- jes, waarvan het zuidelyklïe Sint Jeroens- tooren genaamd werdt. De Molen en Too- ren hebben hunnen naam gelaaten aan de Molenfleeg, die, federt, regt over den Mo- len , werdt aangelegd, en aan de Jeroenen* fieeg, benoorden de Lutherfche Nieuwe Kerk, op den Singel. Wat verder, volg- de Heymavy Tooren, en nevens denzelven een Poortje onderden wal door, welk, waar* fchynlyk, naar Kors Tymensz. Houtzager, die, in 't jaar 1528, en veelligt al eerder, Heymans-Tooren bewoonde, den naam van Korsjes-Poort gekreegen heeft (1) ; welke naam hier nog in de Korsjesfteeg of Kors- jes-Poortsfteeg is overgebleeven. Na Hey* mans-Tooren, volgde nog een groote Too- ren tulTchen twee kleinen, en dan de Jan- Rooden-Poort, die nog in wezen, doch fe- dert tot een hoogen Tooren verbouwd is. De Jan-Rooden-Poort en de Korsjes-Poort waren llegts uitgangen naar de tuinen, die hier even buiten de veflen lagen. Op de Jan-Rooden-Poort, volgden de S. Jakobs- Tooren, een kleine Tooren, die niet ge- noemd wordt, S. Pieters-Tooren, de Lieve Vrouwe-Tooren, de Tooren agter oude Jair Bannings overat Waterpoort je agter den Gaft- huis-molen, de Tooren by Vechters Boom- gaard , S. Jndries-Tooren, de Tooren agter Melk
(ij Zie COMMELIN, tl. ijl Aant„ a.
|
||||
I Boek. OPKOMST en AANWAS. 6$
Melis molen, en eindelyk Oude Leeuwen-
burg : alle welke plaatfen wy niet naauw- keuriglyk befchryven können, om dat de Lyft, uit welke wyze ontkenen (£), hier niet met de Kaart van Cornelis An- thoniszoon overeenkomt. Maar na oude Leeuwenburg, volgde de Heiligewegs- Poort, die, gelyk wy reeds hebben aange- tekend , ftondt ten einde van de Straat, die nog den Heiligen weg heet. Op deeze Poort, volgde een Toorentje, Meyert genaamd, en daarna de Reguliers-Poort , die federt in den Reguliers-Tooren en herberg de Munt veranderd is. Menging, vervolgens, over den Amftel, nu het Rokin, langs eene brug, toen de Roodebrug genaamd, beweften wel- ke een Wagttooren ftondt, Leeuwenburg geheeten , en beooften, een groot half rond (18), nu tot eene burger wooning ver- bouwd , en het Rondeel genaamd. Tuiïchen dit Rondeel, en den volgenden Tooren , Swycht Utrecht geheeten, die nu een gedeel- te van de nieuwe Kloveniers-Doele uitmaakt, lagen eenige ftukken gefchut. Voorts kwam men aan den Tooren Uilenburg, denS.Se- bafliaans- Tooren, den Tooren agter de Bekeer- de Zuflers, dat is,agter het Bethanien-Kloo- fler, welk ftondt, daar nu de Bethanien- ftraat is, en nog twee Toorens, ter weder- zyde
(k) Zie COMMELiN, U. 190. Aant, a. Le Long bl
(18) In eene Keur. van den jaare 1566, wordt
gewaagd van de geërfde tuffcbmde Grimmeneffe'ßuys en 't half ront oen den AmJieL Zie Hmdv. bl. 990. |
|||||
\
|
|||||
64 AMSTERDAMS I. DeeL*
zyde van deezen laatften. Over denToo-
ren Uilenburg, ftonden, langs de buiten- zyde van de Graft, eenige Laakenraamen, naar welken men, door een Poortje onder den wal, omtrent op de hoogte van de Spin- huisfteeg ftaande, toegang hadt. De Raam- graft heeft den naam van deeze Raamen gekreegen. Voortgaande, ontmoette men de S. Antonis-Poort, nu de Waag op de Nieuwemarkt; daar na den Heyman-Kuyfchen of S. Nikolaas-Tooren, het Toorentje Soet- gens genaamd, en nog een of twee ande- ren , behalve het Waterpoort je , welk uit- liep naar de Laflaadje, zynde de overzyde der Gelderfche kaai; waarna men wederom kwam aan den Schreijers-Tooren,daar de Stads muur eindigde. In den muur der Stad, waren alomme overwelfde boogen gemetfeld, waarin de Regeering, eenen tyd lang, arme luiden om niet woonenliet(/). Door- De Stad dus van buiten befchouwd heb- wande- bende, moeten wy dezelve ook van binnen ling der doorwandelen. Wy beginnen aan de Oude Stad aan d(^ by de s> oiofs-Poort, of der Stede zyde Kerkfirate Poirthuus (19), ten einde van
cie
(/) Zie DOMSELA AR, UI. Boek, hl. i45- Commelin,
lih Deezen naam vind ik, in eenen Brief van
den 27 Tan'uarydes jaars 1424, die in 'tLeproozen- huis bewaard wordt. Ook leeft men , in eenen Schepenen-brief van den tienden July des jaars 1431, die ter zelfder plaatfe beruft, van een eruen, ehelelen Uiten der Kerkfirate poirthuus, an den Zee* burcb, of Zeedyk, bi der Jlede fiufe, dat is, de on* de Kolksflui». |
||||
IBoek. OPKOMST en AANWAS. 65
de Warmoesftraat. Hier ontmoet ons eerft, War-
aan de Ooftzyde der gemelde Poorte , de moes-en S. Olofs-Kapel, federt de Oude-zyds-Kapel g1* genaamd; daar na de S. Nikolaas- of Oude s oi'ofs- Kerk, bezuiden de Niezel, oudtyds de Lies- poort en delle en Liesdaal genaamd, 't welk zo veel als Kapel. laagte of dal, met lis of lies bezet, betekende. s- ^ik°* Bezuiden deOude Kerk,daar deWarmoes- Ltesdeï- * ftraat den naam van Kerkflraat aannam, ie. hadt men,in dezelve,noch aan de Oolt-,noch Ganaoir- aan de Wefl-zyde, geene andere openbaa-de,NeïTe re gebouwen. Voorby den Middeldam,kwam °gfl-enm" men, in eene llraat, nu de Nes, en toen, tot op de' hoogte van de Lomberdsfteeg , Gansoirde of Gansoord, en verder tot aan de GrimnelTe-fluis de Neffe en GrimneJJe geheeten. Hier ontmoette men, voor eerlt, s. Pieters aan de Ooftzyde, S. Pieters-Kerk of Kapel en Kerk en Kerkhof, nu de groote Vleefchhal, en het Kerkhof, plein daar nevens en agter. Sommigen heb- ben deeze Kerk voor de oudfte der Stad gehouden (?«); doch zonder eenige waar- fchynlykheid.De grond hieromtrent was laag en waterig, en is hierom, ongetwyfeld, laa- ter bebouwd, dan- het hooger gedeelte der Stad omtrent de Oude Kerke. Tegen S.Pieters over de S. Pieters-Kerk of Kapel, ftondt het Gafthuis. S. Pieters-Gaflhuis, een ruim gebouw, voor mannen gefchikt, en waarin ook Koflgan- gers óf Proveniers werden aangenomen. Het wordt, in 't jaar 1584, totburgerwoo- nin*
(m) Pont aki Amft. Likr. 1. Cap. VI. f. i«..
I. STUK. E
|
||||
66 AMSTERDAMS LDeel.
ningen verbouwd (»). De Poort, nog de
S. Pieters-Poort genaamd, fehynt alleen Gvergebleevcn te zyn. Naaft aan S. Pieters Kerk, aan de zelfde Ooftzyde van de Nes of Gansoord, ftondt het S. Margareeten-Kloo- it&u^ß" ' welks Kerkie of KaPel de k]einQ
Kloolïer. Vleefchhal is, zynde het Kloofter, Zuid- waards van de Kapelle gelegen, federt,
tot burgerwoomngen vertimmerd. Het Kloo- fter van S. Margareet in Gansoirde, gelyk het in oude Brieven genoemd wordt, was een Vrouwen-Kloofter, en door de Nonnen, die het bewoonden, eerft gehuurd (20); tot dat haar, in 't jaar 1425, door Geertruyd Splin- ters van Rqffen Weduixe, een gedeelte van den grond in eigendom opgedraagen werdt (0). In't jaar 1479, kogtenzynog een tuin ofte erve, in het Kloofter gele- gen , en de Vogelenzang genaamd, om hon~ derd gouden Aftdnes guldens (p) : en zy heb- ben dus, vermoedelyk, door den tyd,den eigendom beide aan den grond en opftal van hun gantfche Kloofter bekomen. Naaft aan S. Maria n€t S.Margareeten-Kloofter, volgde, aan jjjgj^ de zelfde Ooftzyde van deftraat, die hier Kloolïer.ntl den naam van ^eJTe en Grimneffe aan-
nam, het Maria-Magdalenen-Kloofler, nu de
(n) Zit COMMHXIN , hl. 544.
(9) Uit een Schepenen-brief van is Off. 142?-
(p) Uit een Schepenen-brief van 14 July i47$>>
(20) Ik hebeen Affchriftonder my, van denHuur-
cedul van een gedeelte van den grond van dit Kloofter, die, in 't jaar 1415, voor den tyd van zeven en negentig jaaren, gemaakt was. De huur beliep drie oude'francrixe feilde goet van goude in 't jaer. |
||||
I. Boek. OPKOMST en AANWAS. 67
de Bank van Leening of Lomberd (21), De Nonnen van dit Kloofler woonden, in 't jaar 141 1, in Willems die Bruyne Roelofs- foens huifinge, ghelegen in Grymneffe (q) Sedert fchynen zy deeze Huizing gckogt te hebben. Zy hebben altoos ter deezer zelfder plaatfe gewoond: 't welk wy te lie- ver aanmerken, op dat men niet,metfom- migen, het Maria-Magdalenen-Klooïïer op Spuije tuffchen d e Oifen-fluis en het Boeren- verdriet, zoeken zou, wanneer men, in oude Brieven (r), las, dat het flondt aan de gr aft door de 'wandeling op de Spotje ge'• naamd. Ik erken, dat zulks in veele oude Brieven gelezen wordt. Ik heb 'er zelfs w , eenige Affchriften van onder my. Doch spuiige- deeze Spotje of Spuije moet nergens dan weeft zy, in de Neffe gezogt worden. Wy zullen waaraan dit klaariyk bewyzen. Men weet, dat,Jiet^eIvö oud-
(^r) Uit een Schepenen-brief va« 4 Dec. 1411.
irj Zit van Heussen en VAN RYN, Keik. Oudh. IV. Deel, bl. 197. Le Long,R 301. (21) Wy fpreeken niet van het Oude-zyds-Huis-
zitten-Huis, welk, in Le Longs uitgave van de Kaart van Cornelis Anihoniszoon, tuflehen de Mar* gareeten- en Maria - Magdalenen -Kloofters , ge- plaatft wordt; om dat het, in 't jaar 1544, toen de gemelde Kaart eerft uitkwam , nog niet gebouwd was, gelyk uit twee Brieven van den jaare 1550, by CoMMELiN bl. 535 te vinden, duidelyk blykt. In 't jaar 1567, werdtden Gereformeerden toegelaaten Jn het Huiszitten-Huis in de Neffe te prediken, Zie G. Brandt Hifi. der Reform. I. Deel, bl. 427.Ver- geleeken met CoMMELiN bl. 1004. welke laatfte het Margareeten-Kloofter kwalyk het GeertniidC' Klooßer aoemt. E 3
|
||||
,'-"WBT ■
|
|||||
68 AMSTERDAMS I Deeu
oudtyds, door een Spuije, een klein Sluis- je of duiker verftaan werdt; welk eenig fmal water fchutte, of doorliet, 't Water zelf, waarin de Spuije lag, kreeg vervol- gens ook den naam van Spuije \ en de Hui- zen , die langs dit water of deeze graft ge- bouwd waren, werden gezeid langs de Spuije gebouwd te zyn. Zulk eene graft of Spuije nu liep, in de vyftiende en in 't begin der zeftiende eeuwe, tuflchende S. Margaree- ten-en S. Maria-Magdalenen-Klooflers, van den Burgwal af, tot in het Rokin, gelyk men duidelyk zien kan in de Schildery van Cornelis AnthonisZwn van *t jaar 1536, en zelfs, eenigszins, in den Houtfnêe-Kaart-; alwaar eene brug, dwars voor de plaats der Lomberds-fleeg,aan den burgwal legt, die 'er niet te pas kwam, zo deeze Lom- berds-fteeg toen geene graft geweeft, was* welke, federt, gedempt geworden is. Langs deeze graft of Spuije, ftondt het Maria-Mag- dalenen-Kloofler. Allerklaarft vind ik dit, in eenen Brief van't jaar 1422, die dit Kloofler befchryft als ghelegen an den Burch- walle in Grymenejje ; en waarin , aan het zelve, opgedraagen wordt de helfte van den hufe en erue ghelegen in Grymenejje lip ten hoeck van der Spotje, daer die voirf. Süßeren erue naeß gheeruct is (s~). In eene verklaa- ring van den Geregte van den twintigllen Auguftus des jaars 1489, die in't Gafthuis, Laade LXXII.} bewaard wordt, leeft men, dat
(s) Uit een Schepenen-brief van zj Jétnuary 1412,»
|
|||||
I. Boek. OPKOMST en AANWAS. 6"o
dat Sinte Maria-Magdalem- en Sinte Mar-
griet en-Khofier elcx die eene fyde aen de wal- len enßraete van der Spoijbrugge, dat is, de brug, van welke wy zo even fpreken, alleen onderhouden/uilen, 't Is waar, de graft of Spuij, waarvan hier gewaagd wordt, moet zeer fmal geweefl zyn. Doch zulke fmal- le graften waren 'er van ouds veelen, en zyn 'er nog eenigen in de Stad. De graft wordt hierom met regt het Spuijtgen genoemd , in een Accoord tuflchen de Nonnen van Ma- ria-Magdalena en deLeproosmeeflerenvan den veertienden July des jaars 1579; waar- by de Klooflergoederen, onder zekere voor- waarden, aan 't Leproozen-Huis worden overgegeven. Het Kloofler wordt, in dit Accoord, welk in 't Leproozen-Huis be- waard wordt, genoemd het Convent van Maria-Magdalena op 't Spuijtgen, binnen de/er Stede. Ik heb nog verfcheide andere brieven onder my, waarin van deeze Spuije, by verkleining , gefproken wordt. Doch wy hebben ons reeds lang genoeg by dit Kloofter opgehouden. Bezuiden het zelve, ftondt het S. Bar- S. Barba-
baren-Kloofler, welk geheel in Burgerwoo« ren- ningen veranderd , en waarvan de naam Kloo^er' alleen in de Barberßraat overgebleeven is. Tuflchen dit en het Maria -Magdalena!« Kloofler, Jiep een fteeg, die beide den Kloofleren, elk voor dehelfte, toebehoor- de , en in de Nes met eene gemeene Poort geflooten was. Men kwam, in 't jaar 1431, overeen, dat men zulk eene Poort ook aan E 3 den
|
||||
70 AMSTERDAMS l Deel.
den burgwal maaken, en de fteeg niet be-
timmeren zou (f). De twee zo digt nevens eikanderen gelegen Kloofters hebben, dik- wils, by vertimmering van 't een of 't an- der, onderling overhoop gelegen, gelyk tny, uit oude Hukken, gebleekenis; doch 't is noodeloos, dat wy ons hiermede op* houden. Alleenlyk merken wy nog aan, dat de Nonnen van S. Barbaren-Kloofter verpligt waren, het Lynwaat, welk tot de Oude Kerke behoorde, te waüchen en te bleeken; waarvoor haar twintig guldens 's jaars werden toegelegd (ü). Celle- Tegen over de twee laaftgemelde Kloo- iaoofter"fters»ennaaft het s- Pieters-Gafthuis, ftondt
'een Mannen-Kloofter van Cellebroeders, welks Kerk juift de plaats befloeg, die nu door de Huizen der Zuidzyde van de Wy- de - Lomberds-fteeg beflaagen wordt. Men weet niet-, wanneer dit Kloofter geftigt zy; doch het was, in 't jaar 1440, reeds in wezen (v~). De Broeders in dit Kloofter, in eenen Brief van den jaare 1453, die in 't Leproozenhuis bewaard wordt, genoemd de Broedertgyns die om broot gaen , maak- ten hun werk van 't oppaflen van kranke, cn vooral met peil befmette luiden (w), en moeften, hierom, inde Oude Kerke, op eene afgezonderde hangkamer, boven in de Smids-Kapelle, by de Zuider- deur, zit-
(t) Uit het Oorfprongkclyk Accoord.
(u) O. Kerks Boek.
(v) Uit een' Schepenen-brief in de Outje Kerk.
\v>) Anonym, ap. 1'üntaN. p- 4,
|
||||
I,Boek. OPKOMST en AANWAS. 71
zitten (ar). Zy hadden nog andere Kloo- fterlyke dienften waar te neemen; doch kweeten zig daarin-zo kwalyk, dat zy, in 't jaar 1536, niet dan met moeite, vergif- fenis verwierven van 't Kapittel der Lieve« Vrouwe-Kapelle indenHaagè, waaronder zy en de andere Amiterdarrifche Kloofters ftonden (3;). Het Cellebroeders -Kloofter is geheel in Burgerhuizen veranderd. By 't omgraaven der grondflagen van twee derzelven, die, in of omtrent het jaar 1721, vertimmerd werden, heeft men nog oude doodkiften en doodsbeenderen gevon- den. De huizen, van welken wy fpreeken, Honden aan de Zuidzyde der Wyde-Lom- berds-fteeg, en dus juilt op de plaats, daar de Ccllcbroeders-Kerk of Kapelle geftaan hadt. De naam van het Cellebroeders- Kloofter is nog in dienva.nde.Ce/fcbroeders- fleeg overgebleeven. Volgens fommiger aantekening O), heeft, nevens het Celle- broeders-Kloofter ten Zuiden, een Peflbuis geftaan , waarvan my weinig befcheids voorgekomen is. De Cellebroeders kree- gen, in't jaar 1505, verlof van den Gereg. te, om-'t water, genoempt Speuijtgen, l'o. pende bezyden beuren Convente en flreckendt tot an dAmjlel of het Rokin, te mogen over- welven O): waaruit beveiligd wordt, 'c geneik, boven (bl. 68) aanmerkte, dat het
{x) Zie COMMF.LTti ^l. 454.
(yj Uit den Ooifpiongkel. Zoen brief, van dem luny
(zj CommeLiN, */. 194,
(*) Groot-Memoriaal, N. I. ƒ. 2jz.
E 4
|
||||
72 AMSTERDAMS I.Deel.
het Spuij, welk uit de oude graft voor de
Lomberds-fleeg begon, tot in 't Rokin ge- loopen heeft. Kloofler Op het S. Barbaren - Kloofler volgde, van s. n0g jn (je j\jes ^ het Kloofler van S. Clara, welk zig tot digt aan de Grim oWrimhurg- wal uitflrekte, wordende alleenlyk, door de huizen, die langs den gemeiden burg- wal flonden, van denzelven afgefcheiden. Le Long heeft getoond (/;) , dat dit Kloofter, in 't jaar 1475, reeds in wezen geweefl is. Doch men kan bewyzen, dat liet zeer veel ouder is. My is, uit eenen Brief van het Kapittel der Lieve-Vrouwe in d.en Haage van den negenden November des jaars 1414, gebleeken, dat het toen al in fland was, eene Kapel hadt, en ge- fchikt werdt, om tagtig Nonnente huis- veften. Het is nu in Suikerbakkeryen en Woonhuizen veranderd, en midden door het zelve is eene dwarsflraat gefchooten , het Gebed zonder end genaamd. S. Ma- Tegen over het Kloofler van S. Clara, m's en naafl het Cellebroeders-Kloofter, of ei- Kloofter. geniyk nt,aft het pefïhuis , ilondt nog een Nonnen-Klooiler, S. Marias-Kloofler ge- naamd. Het heeft dit met de meefle Amflerdamfche Kloolters gemeen gehad, dat men niet weet, wanneer het gefügt geweefl is. De Heer Caspar Buk* man (c), en uit hem Le Long(^) haa- ien (b) Reform, hl. 390,
(c 1 Jn üadriano VI. p, 519,
(d) Reform, bl. 353* t
|
||||
IBoEK. OPKOMST en AANWAS. 73
len eenenBrief van den jaare 1450 aan>waar-
in van dit Kloofler gewaagd wordt. Doch ik bezit een affchrift van eenen Brief van den zeventienden November des jaars 1431, waarby het Kloofler van S. Maria, op den Am- ßel gelegen, door het Kapittel onzer Lieve- Vrouwe in den Haage, voor vyftig Non- nen gefchikt wordt, 't Gebouw van dit Kloofler befloeg het overig gedeelte der Nes tot agter tegen de huizen der Lange- brugs-fleeg, en is geheel tot Burgerwoo- ningen vertimmerd. De Kloofler-Kerk al- leen, die aan 't Rokin flondt, op den hoek van het Styffel- of Kalfsvelfleegje, is wel zeer verbouwd; doch noch tegenwoordig zeer kennelyk voor 't gene zy eertyds was. Zy is, in de voorgaande eeuwe, eenigen tyd tot eene Lakenhal gebruikt geweefl. Dus zyn wy de Nes, de grootite Kloó- Wanrom
fterbuurt der Stad, ten einde geraakt. De de Ncs Klooflerlingen hebben, waarfchynlyk, den JjJ0V(j{ laagen en waterigen grond deezer plaatfe geweeft verkooren, om dat dezelve onkoflbaarfl zy. en ligtft te bekomen was, en veelligt ook, om dat de andere ledige erven der Stad reeds met een genoegzaam getal van KIoo- llers bezet waren, toen de meefte Klooftere in de Nes werden aangelegd. Wanneer wy nu, uit de Nes, de houten Kloofler
brug overgaan, gelegen daar nu de Grim- dernieu- nelTefluis is, ontmoeten wy het Kloofler ter we Non" Leliën of der nieuwe Nonnen, welks Kerk nu een gedeelte der Gaflhuis-Kerke is. Het Kloofler is meefl in Burger wooningen E 5 ver-
|
|||||
i
|
|||||
74 AMSTERDAMS I. Baft,.
veranderd, en een gedeelte van deszelfs
aloude gedaante nog aan het Gafthuis-Hof te kennen. De oude ingang des Kloofters. is ook nog overgebleeven. Men ziet dien, in't afgaan der GrimnelTefluis, en boven denzel- ven een onthoofde S. Dcnys, die zyn ge- myterd hoofd voor zyne borft houdt: 't welk beveiligt, 't gene ook uit veele oude Huk- ken blykt, dat dit Kloofter aan Si Deny's of Dionifius is toegewydgeweeft. De Non- nen worden, in Brieven van de jaar en 1432, 1438, 1439 en i4^3j die allen ih 't Gafthuis bewaard worden , genoemd CanoriJJen f Sint e Dionifius , of fSinte Dio- nifius in die Leiyen; en 't Kloofter, in ee- nen Brief van den jaare 1495, het Huis van S. Dionifius. De juifle tyd, wanneer dit Kloofter gebouwd zy, is na genoeg be- kend. Men weet, uit twee Schepenen- Brieven van de jaaren 1395 en 1400 , dat de grond van het zelve toen nog oh- betimmerd was. In den eerften deezer twee Brieven, gefchiedt de Opdragt van enen tune , ghelegen over den nye grafie by der Zufleren houe (22), daer Hille die Wigger Gherytsfoens wyf was , ende hoir kinderen mit enen tune by gheerfi fyn an die ene fy- de, ende Heynric Bruninxjoen mit enen tune op die ander fyde, fireckende van Barent Claas-
(22) Door der Zufleren Hove, verfta ik hier den Hof van 't Kloofter der Oude Nonnen , die, in twee Schepenen-Brieven van den jaare 1392,reeds zo genoemd wordt. Men bewaartze, in'tGaflbuis, haait LXIX. |
||||
IBofeK. OPKOMST én AANWAS. 75
Claasfoens tune tot Heynrik Dirkfoens Lant
toe (f). In den Brief van 't jaar 1400, ge* fchiedt eene Opdragt van der weederhelfte van eenenfioete, in den uterfie Neffe gek' gen — ßr-eckende van der Aemflel noirtwaert tot an Barent Claeszoen die Stilgancmakers erve (ƒ). Doch in 't jaar 1403 , geeft Claes Jansfoen aan Griete Arents dochter en- de horen Süßeren in den hufi ter Leiyen enen vryen eyghendoem van enen erue ghelegen twiffche den twien graften neffen den hu- wen hufe ter lelye, datdievoirf Zultere» nu tymmeren, van Willeen Ktmfchen turn toi Pieter Vuyden tune waert an vier roeden breet, mit zulken ganc als daertoe behoertj en mit zulker tymeringe ende hueve als nu op ten zelveh erue is (g). Uit welke woord- den blykt, dat de nieuwe Nonnen , in 't jaar 1403, bezig waren met een nieuw Kloofter te timmeren. Maar uit eenenLa- tynfchen Brief van Fredrik van BJankenheim, BhTchop van Utrecht, zie ik, dat 'er,niet voor 't jaar 1419* verlof toe verworven is, van den Utrechtfchen ftoel (h). Uit eene oude tekening van dit Kloofter en dat dei* oude Nonnen, blykt, dat, nevens den Tuin van het eerftgemelde, ter plaatfe daar nu het Oude-zyds-Heeren-Logement Haat, ee- ne Werf was, de Schaffery genaamd, daar %?r' de Stads Timmertuin lag, der Stede Scaf- tufn]mCr" ferie
(e) Schepeneiubrief van \z Febr. *3$jf»
( f) Schepenen brief vun z Aug. i+oo. (g) Sciiepenen-brief van iz Jnn. 1+03. (&) Diploma Fredtrici Eplscopi. Mi, |
||||
7<5 AMSTERDAMS I. Deel.
ferie genoemd, in eenen Brief van den jaa-
re 1547 (23), toen deeze Timmertuin reeds verplaatft was. Omtrent eene eeuw vroe- ger , lag by der nieuwe Nonnen ter Lely een Tuyne, daer dat Baerdfehuys toen gemaect was(i): welk Baerdfehuys, vermoedelyk, de zelfde Timmerwerf geweefl is. Immers men weet, dat Baerdfen eene foort van Vaar- tuigen waren, die in den oorlog te water gebruikt werden (£). Kloofter Het Kloofler , waarvan wy fpreeken, der Oude was, Ooftwaards, door eene floot, die Nonnen. met ^en Oude-zyds-Agterburgwal gemeen- fchap hadt, gefcheiden van het Kloofter der Oude Nonnen, nu het Gafthuis en Oude- Mannen-huis. Het wordt reeds gemeld in eenen Schepenen-brief vandenjaare 1389; hoewel men elders (/) leeft, dat het, eerft in 't jaar 1394, een begin genomen heeft. De naam van Oude Nonnen fchynt te ken- nen te geeven, dat dit Kloofler voor dat der Nieuwe Nonnen geftigt geweefl is. Inver- fcheide oude Brieven, draagt het ook den naam van Marienvelde (ttï), in 't Latyn Do- mus Camp beatce Maries (w), waarvan fom- mi-
■ ,i ■
(i) Schepenen-brief van 14* <S.
{k) Zie Velius Hoorn, */. 43 , nj.
(7) Chron. Windeshem. />. 189.
(«) Opdragt-Brieven van 1421, 1438 > 14S0.
(«) Charta \i Maji 1473.
(23) De Schepenen, die in deezen Brief fpree-
ken, waren Cornelis Anthonisfoen, Schilder enmäa- ker van de vermaarde Houtfnêe-Kaart der Stad van 1544, en Jonge Jacob van Coelen. |
||||
LBoek. OPKOMST ên AANWAS 77
migen (0) Marienkamp gemaakt hebben.
Wy hebben, hier voor, (bl. 46.) by eene andere gelegenheid, reeds getoond, dat de Oude Nonnen ook Regulieren Canoniffen ge- weeft zyn. Imme Eggerl<s, DogtervmJVil- lem Eggert ,heeft, in 't jaar 1415, groote goe- deren , en Heyndrik van Borjjel, Hr. van der Veere, van Zandenburg ende van Heemßede, in 't jaar 1461, zyne Landen, leggende Vinnen den Ban van Amflerveen an die nieuwe Meer, aan dit Kloofler gefchonken, waar- van de bewyzen nog in 't Gafthuis bewaard worden. Het Geregt der Stad beval, in 't jaar 1489, den twintigften Augufhis, dat men, van flonden an, wederom op nieuw, als men eerfi can en mag, maken ende repareren fal die oude Nonnen lange brugge, flaende op beyde die burcbwallen; ende 't Spoijbrugge (p). De Oude Nonnen moeiten een derde tot de koften draagen ; een derde moeft be- taald Avorden door de vyf daaromtrent ge- legen Kloofters, van S.Maria-Magdalene, S. Agniet, S. Clara, S. Maria en S. Bar- bara , mit die Huyfen, Tuynen en Erucn an beyde fyde van de burchwalle, beginnende van de Spoijbrugge voirf. tot die langebrugge toe ; en het overige derde door de Stad(#). DeQude- oude Nonnen langebrug, die op beide de Burg- Nonnen- wallen, dat is, op beide de zyden vandenlanSe- Oude-zyds-Voor-, of Fluweelen-burgwalbrug* Itondt,
(e) H v. Heussen en H. v. Ryn, Kerk. Oudli. IV. Deel.
IU 197- (p) Keutb. A.f. 52.
iq) Uit een Brief in 't Gafthuis, LaaJe LXXII.
|
|||||||
'v
|
|||||||
78 AMSTERDAMS I Deel.
flondt, kan nergens anders gelegen heb-
ben , dan daar nu de fteenen brug voor 't Heeren-Logement legt, De plaats der Spuij- brugge, hebben wy hiervoor (bl. 68) aan- geweezen. Tot het Kloofter der oude Non- nen , behoorde ook de Canoniflen-bmg, die wy,te vooren(bl.47)getoond hebben, dat omtrent of op de plaats, daar nu de brug voor 't Gafthuis legt, moet gelegen hebben. Oude Van de vyf Kloofters, die het tweede graft of derde deel der oude Nonnen Langebrug-
Oolzvde ëe mec^e bekoftigen moeften, hebben wy 'er 'reeds vier gevonden, ter wederzyde der Neffe, te weeten die van Maria-Magdale- na, Barbara, Clara en Maria. Hetvyfde zal ons ontmoeten, als wy uit het Kloofter der ou- de Nonnen de CanoniiTen-brug overgaan tot op de Ooftzyde van den burgwal,of oude S. Agnie- graft,nu den Fluweelen-burgwal.Hier ftondt, ten-° maar weinige huizen van der oude Nonnen Kloofter. langebrugge, het S. Agnieten-Kloofler, ook, gelyk dat der oude Nonnen, gefügt voor Reguliere CanoniJJen. Het is, in 't jaar 1406, reeds bekend geweefl, gelyk blykt uit eenen Brief van dat jaar, die in 't Gafthuis be- waard wordt. In eenen Opdragt-brief van 't jaar 1424, wordt dit Kloofter befchree- ven als het Convent der Zufieren van Sint e Agneten der Oer den van penitencie Sint e Fr an- ciscus, ghelegen binnen der Stede van Aem- ßelredamme twißchen die twee grafie, aen die OeJlfi.de van derfelver Stede (f). Tegen- woor«
(r) Opdragtbricf van z6 Jan. 142+»
|
|||||||
U±—
|
|||||||
I Boek. OPKOMST en AANWAS. 79
woordigisditKloofter, voor 't grootfte ge-
deelte, in Burgerwooningen veranderd. De Kerk of Kapelle heeft nog het meeil van haa-
re oude gedaante behouden, en is in drie ge- deelten onderfeheiden. Het onderfte ver- flrekt tot een Pakhuis voor de Admirali- teit: het middelfte tot de Gehoorplaats van Stads Athenäum Illuflre of'Doorlugtige Schoo- le, en het bovenfte tot de Stads openbaa- re Bibliotheek of Boekzaal. De naam van het S. Annieten-Kloofter is inde naaftgele- gen /Ignieten-ftraat overgebleeven. Noordwaards langs de Ooftzyde der oude s Marsa
Graft voortgaande, kwam men aan het S. reetcn- Margareeten-KIoofler,welk naaft het S. Av- of S.Ca- nieten - Kloofter ftondt, en dikwils, mo^e ^13^" lyk om het te beter te onderfeheiden van hofier het S. Margareeten-Kloofter in Gansoord, het S. Catharynen Khêfler genoemd werdt. Het moet, reeds voor 't jaar 1414,gefügt geweeftzyn, (j), en fchynt, in 't eerft, gemeenlyk, 5. Catharynen- naderhand S. Margareeten-Kloofler genaamd te wezen (?); onder welken laatften naam, het, in de groote Kaart van Cornelis Anthoniszoon, voorkomt. Van dit Kloofter is niets in we- zen ge bleeven, daneenige zwaar gewelfde kelders. De grond,waar het geftaanheeft, is geheel met deftige Burgerhuizen bezet; nevens een van welken, een gang loopt, die
(}) SeparacioDom. S. Katherinar 30Off. UI4.
(t) van HEU5SEN« VAN Ryn , Kerk. Oiidh. IV. DeelM. ïj>8 , 202. » |
||||
8o AMSTERDAMS IDeel.
die nog de S. Catharynen-Klooflers-gang ge-
naamd wordt. S.Ceci- Verder Noordwaards, ftondt, naafl: dit £f% Kloofter, ten Zuiden van de fteeg, die * oudtyds de S. Cecilien-, en tegenwoordig de Prinjen-Hofs-fleeg genoemd wordt, het S. Cecilien-lüoofler, een ruim gebouw, op welks grond, federt, het Prinfen-Hof gefügt is. De Kloofterkerk is, veele jaaren , tot een Comptoir van de Convoojen gebruikt ge- worden, en, eerfl in 't jaar 1758, geheel- lyk afgebroken. Het Kloofter, waarvan wy fpreeken, was, reeds in 't begin der vyftiende eeuwe, gefügt, voor Nonnen , die naar den derden regel van S. Francis- co leefden. Het wordt, in eenen Brief vanden jaare 1437 > befchreeven als gele- gen tujjchen de twee graften aan de Oojtzyde van de Stad [infra duo fojjata , in parte oriënt aliQu).']
Pieter- Even voorby het S. Cecilien Kloofter, lag Jacobs- cene brug, de Pieter-Jacobs-brugge ge- en Dilk"naamd, die op de Pieter-Jacobszoene-flege, bSSen nu de Pieter-Jakobs-ftraat, aanliep, en fe- ' dert, zo wel als de Dirk-P ykn-brugge, die regt voordePylfteeg lag, afgebroken is (V).
Doele Hieromtrent was de Doele der oude Schutte- der Oude reti9 die tuffchen de twee graften langs de Schutte~ middelfle gr aft fchynt gelegen te hebben , ren' gelYk uit eenen Schepenen-Brief van den laare 1455 af te neemen is (w).
J Voorts *
(u) Separacio Domus S. Cecilie 19 Jimiliw.
(v) Zie COMMELlNjW- 195- AOM. a.
(w) Zit Cqmmejlin , hl. 209. A»nt,z,
|
||||
LBöEK» OPKOMST en AANWAS. 81
Voorts, ontmoeten ons, langs de Ooftzy- Nieuwe
de der oude Graft, of Fluweelen Burgwal, Graft, geene openbaare gebouwen meer. Ten? y' einde derzelve, door eene fteeg, van ouds cclle- Cornelis Jacobsz* Brouwers flege, en nu het zufters- ■R ott enefl, of ook de Zout koop ers-, ende Fre- Kloofter. denburgs-fleeg genaamd; en langs de brug, die over dezelve legt , aan de Ooftzyde der nieuwe Graft of Oude-zyds-Agterburg- Wal gekomen zynde, komt ons eerlt voor het Cellezufters-Kloofler, welk tulïchen de Boomfteeg en Molenfheeg geflaan heeft, en agter, aan den Zeedyk, nu reeds in de Stad getrokken, en betimmerd, uitkwam. De Nonnen, Faly-Suflerkyns, en Alexius* of Celle Suflerkyns, in oude Schriften, ge- he eten, moeflen, volgens haaren regel , even als de Cellebroeders, de zieken op- paffen ■, en werden, onder voorwaarden , dat zy zig hiervan getrouwelyk kwyten zou- den, by eene Akte van Scout, Burgermee- fleren , Scepenen ende Rade, dentwintiglten Juny des jaars 1475 gedagtekend (Y),hier ter Stede toegelaaten. Zy namen, in 't kort, zo zeer toe in vermogen, dat het Ge- regt , nog voor 't einde der vyftiende eeu- we, den Overmannen der Timmerluiden en Metfelaaren beval, niet te gedoogen, dat hunne Gildebroeders iet aan dit Kloos- ter maakten of herftelden (y). Na de veran- dering der Regeeringe , werdt het voor- naam- {x) I Privilégieboek, /. 34,
y) Zie Kerk. Oudh. IV< Deel, tl. 200, I. STUK. F
|
||||||
ff» AMSTERDAMS L Dust,
naamfte gedeelte van het zelve, eenen tyd
lang , tot 's Lands-Convoi-Comptoir ge- bruikt (s); doch na dat dit Comptoir in de Kerk van 't Cecilien-Kloofter vcrplaatfl was, is het gantfche Cellezufters-Kloofter tot Burgerwooningen vertimmerd. Aan het zwaar muurwerk van het hoekhuis der Mo- ïenfteeg, fchynt men egter nog te können zien, dat het een overblyffel der Cellezus- ters-Kapelle is. Minder- Zuidwaards naaft het Cellezufters-Kloos- broeders ter ^ ftondt het Kloofler der Minderbroede- 00 er' ren , het grootfte Mannen-Kloofler in de Stad; alzo het zig, van omtrent de Molen- fteeg, tot aan de Barndefteeg flrskte, en van agteren aan den Zeedyk en Kloveniers- burgwal, tot voorby de S. Antonis-Poort, uit- kwam. De brug over den Oudezyds-Agter- burgwal, langs welke, men naar dit Kloo- fler toegang had, fchynt den naam van de Minderbroeder sbrug gedraagen te hebben(V). Sommigen hebben aangetekend, dat dit Kloofler, in zynen eerflen aanleg, in 't jaar 1304, veel kleiner was, en door eene ze- kere foort van Minderbroederen, Gaudentes, dat is, ruimen of rekkelyken , genaamd, be- woond werdt (Z>). Doch in 't jaar 1462, maakten deeze Monnikken plaats voor eene andere foort van Minderbroederen, Ob/er- van-
. , (z) Zie COMMELIN, */. 197.
" (a) W. Syvaerts , Roomfche Myfterien ontdekt , ƒ.
7 vir ja, (b) Zie van HEUSSEN tn VAN Ryn, Kerk. Oudh. IV,
1 Deel, bt. 194. |
||||||||
/
|
||||||||
I Boek. OPKOMST en AANWAS. 83
tantes of naawwgezetten geheeten , die ,
voorfpraak ten Hove van Karel van Bour- gondie in den Haage hebbende weeten te verwerven, zig, tegen den wil der Regee- ringe, ter Stad wiften in te dringen * en al- daar te handhaaven (V). De voornaamfle van 't gezelfchap was Jan Brugman , die gehouden werdt voor zowelbefpraakt, dat 'er van hem een fpreekwoord nagebleeven is , al kofl gy kallen of praaten als Brugman, Doch wy zullen van hem en zynbedryf,in de Hiflorie der Stad, omflandiger handelen. Hendrik Koemans van der Schellink, een ryk Inwooner, heeft veel tot den opbouw van het Minderbroeders - Kloofter toegebragt^ Ook werdt hy in de Kloofter-Kerke begraa« ven; vanwaar zyneGrafzerk, naderhand, in de Oude Kerke is overgebragt. Na de Beeldvorming des jaars 1566 , werdt de Kerk der Minderbroederen, by voorraad, aan die van den Nyeuwen Ghereformeerde Re- ligie ingeruimd; die 'er, flegts tot in 't vol- gende jaar, gebruik van gemaakt hebben. De Minderbroeders behielden, van dien tyd af, hunne Kerk en Kloofter tot in 't jaar 1578, wann%er zy, met de Roomfche Re- geering , ter Stad uit werden geleid: al 't welke wy hier flegts ter loops aanroeren, om 'er, in de Hiflorie der Stad, uitvoeriger op flil te flaan. Het Kloofter, welk toen geplonderd werdt, is, weinige dagen na de
(e) Zie Walich SyVAERTS Roomfche Myfteiien ont-
dekt, ƒ. 47« F 2
)
|
||||
84 AMSTERDAMS I. Deel,
de plondering, door den beroemden Am-
fterdamfchen Konftenaar, Jooft Janszoon, gezeid Bilhamer, naar 't leeven, afgete- kend, en federt geheellyk tot Burgerwoo- ningen- vertimmerd, behalve dat 'er eenige ftraaten en dwarsftraaten door gerooid zyn. In 't jaar 1662, ftonden 'er nog ee- nige Huisjes of Celletjes van dit Kloofter agter de Bloedflraat, die toen door de vlam verteerd werden. Betha- Naafl aan het Minderbroeders-Kloofter, |
|||||||||
nien-
Kloofter |
|||||||||
flondt het Bethanien-Kloofler, ook wel het
|
|||||||||
Kloofier van Maria - Magdalena in Bethanie
genoemd. Het ftrekte zig, van de nieuwe Graft of Oude-zyds-Agterburgwal, tot aan de Stads Vefle uit. Het was geftigt voor Vrouwsperfbonen, die zig van een erger- lyk gedrag bekeerd hadden; hoewel 'er zulke Vrouwsperfbonen, volgens het ge- tuigenis des ongenoemden Schryvers by Pontanus(^), ten zynen tyde, dat is, omtrent het jaar 1500, zeldzaam werden aangenomen. Het Kloofter was toen, veel- ligt, nog geene vyftig jaaren oud. Immers het wordt, in eenen Brief van het Kapit- tel der Lieve-Vrouwe-Kerke ifcdenHaage, gedagtekend den. derden. May des jaars 1462, eene nieuwe, fligting [nova plant at io] genoemd (e). Ik vind ergens aangete- kend, dat Katryn Boelen, Dogter van Dirk Boel Dirksz , die in 't jaar 1447. Burge- mee-
(d) Ai calctm Amft. p. 4.
(e) Separado Domus E. Mari« Magdalenaein Bethania x
3 Maji i-fó2. |
|||||||||
IBoek. OPKOMST en AANWAS. 85
meefter werdt , Nonne in 't Bethanien-
Kloofter geweeft is. Haar Broeder,Mees- ter Claes Boelen, is aldaar Prieftergeweefl, en den dertienden Junydesjaars i5iiover- leeden. De Kerk of Kapel van dit Kloos- ter is, in 't jaar 1594, tot eene Stads La- tynfche School gefc hikt, die haaren ingang in de Koeftraat hadt (ƒ), en lang daarna eene Herberg geweeft is, het groot e School genaamd; doch onlangs tot Burgcrhuizen vertimmerd. Het overige gedeelte van 't Kloofter is, reeds in 't jaar 1679,metBur- gerwooningen bezet geworden (g). Denaam van het zelve is nog in dien van de Betha- nien-ßraat enBethanien-Dwarsßraat bewaard gebleeven. Omtrent tegen over dit Kloofter, op den Oude-
hoek van de Huiszitten-, nu de Stoofßeeg , zyds- ftondt een Oude-zyds-Huiszitteh-Huis, waar- Hu^ff; in twaalf wooningen of kamers waren voor behoeftige Vrouwen. Doch het werdt, in 't jaar 1548 bouwvallig geworden zynde , van daar in de Nes verplaatft (7>). Van het Bethanien-Kloofter , langs de Kloofter
Ooftzyde der nieuwe Graft, ofOude-zyds-der s- Agt er burgwal, voortgaande, kwam men,£ ƒ" even voorby de Hoogftraat, aan het Kloos- ren.c ter der S. Paulus-Broederen, oïPauliniaanen : ook wel Tertiaanen of Tertiar'ffen genoemd, om dat zy naar den derden regel van S. Franciscus voorgaven te'lecven. Menftelt, in
(ƒ) Zit COMMFXIN bl. G\$.
(g) Zit COMMELIN hl. 197. •
ik) ZU COMMEUN bl. 53°. SIS-
ï 3
|
||||||
86 AMSTERDAMS I. Deel.
in 't gemeen, vaft, dat dit Kloofter, in 't
jaar 1409, gefligt werdt: 't welk ook, in een Franfch Opfchrift, nog tegenwoordig, aan de Kerk, thans de Oude-Waaien- of Franfche Kerk, te leezen, beveiligd wordt. En het Gebouw kan niet veel jonger zyn, om dat wy, hier voor (bl. 33.) eenen Brief van 't jaar 1415 hebben aangehaald, waar- in van het zelve gewaagd wordt. E enigen der Klooi!erüngen begaven zig, in 't jaar 1457, naar Hoorn, daar zy, insgelyks, een Kloofter betrokken; doch fommigen van deezen, zig met de overigen niet konnende verdraagen, keerden, in't jaar 1462,naar hun oude Kloofter, te Amfterdam , te rug (t). Het Kapittel der Lieve-Vrouwe- Kerke in den Haage gaf den S. Paulus- Broederen, in den jaare 1470, verlof om hun Huis verder op te bouwen, en daarin tot vyfentwintigBroeders en vier of vyf Koft- gangers [Commenfales] te ontvangen (Jt) : doch vermeerderde, in 't jaar 1493, 't ge- tal der Broederen op veertig, en dat der Koftgangeren op zes of agt (/). Uit eene Lyft der Inkomiten van dit Kloofter in de zeftiende eeuwe, blykt dat dezelven jaar- lyks vierhonderd agt guldens vier ßuivers en een oortgen beliepen ; waartegen jaarlyks agtenvyftig guldens en dertien fluivers moes- ten worden uitgekeerd. Doch in 't jaar 1558, was dit Kloofter genoegzaam uitge- ftor-
(>*) VSLiUS Chron. van Hoorn, */. 39, 41.
(k) Scpnacio Domus Sanóti Pauli, 29 Novtmhr. 1470.
( i) ïepaiacio Domus üaniti Pauli zs Sept. 1493.
|
||||
I. Boek. OPKOMST en AANWAS. 8?
ftorven; waarom by de Vroedfchap befloo- ten werdt, het zelve, voor de Stad , tot een Gafthuis te verkrygen (m) Na de ver- andering der Regeeringe, werdt de Kerk van dit Kloofler aan de Walfche Gerefor- meerden ingeruimd, en het Kloofler ge- fchikt tot een Proveniers-Huis, gelyk het reeds te vooren eenigszins geweeft was. De Koflgangers of Proveniers, uit het S. Joris- Hof in deKalverflraat, werden derwaards overgebragt (»), en het verbouwde Kloos- ter der Pauliniaanen nam den naam van S. Joris-Hof aan, dien het nog heden draagt. Voorby het Pauliniaanen - Kloofler ten o Urfe
Zuiden, ftondt het Kloofler van S. Urfula of len- der elfduizend Maagden, welk zig agter tot Kloofler. aan de Stads-Graft uitflrekte, en ten Zui- den aan het Rusland paalde. Men weet niet, wanneer het geftigt werdt; doch in 't jaar 1419, werdt het, door het Kapittel der Lieve-Vrouwe-Kerke in den Haage 5 voor vyf en zeflig Nonnen en zes of zeven Koftgangfters [Commenfales] gefchikt (o). In eenen Brief des j-aars 1420, wordt het befchreeven, als gelegen over de twee graf - ten [ultra duo foffata]. Na de verandering der Regeeringe, werdt het, in 't jaar 1596, grootendeels vertimmerd tot een Spinhuis of Vrouwen-Tugthuis, welk, in 't jaar 1643, afbrandde; waarna het tegenwoor- dige Spinhuis, op dezelfde plaatfe, gebouwd is
(m) Refol. Vroedfch. N. I. 29 Juny ijjg.
(n) Zie COMMELIN hl. j66.
(o) Scparacio Domus Sandte Urfule, 28 Augufli i4i9
F4
|
||||
88 AMSTERDAMS I. Deel,
is (p). Het gedeelte van het Urfelen-Kloos-
ter, welk agter aan de Vefte, nu den Klo- veniersburgwal , uitkwam, is tot een Krank- zinnigen-Huis gefehikt. Door- ]}L1S hebben wy de Oude-zyde der Stad, nieder zo a's dezelve zig5 omtrent den aanvang Stad aan der zeftiende eeuwe, vertoonde, doorwan- * de Nieu- deld. Wy gaan nu over aan de Nieuwe- we-zyde. Zyde ( en vangen aan van de Haarlemmer- Poort, die, gelyk wy boven (bl. 60.) aan- tekenden , ftondt daar nu de nieuwe Haar- Haarlem- iemmerfluis legt. Hier ontmoet ons eerft " de Haarlemmer-fluis, nu de oude Haarlem- merfluis, die van ouds eene andere gedaante <$ jakobs hadt dan tegenwoordig, gelyk uit de Kaart Kapel, van Cornelis Anthoniszoon te zien is. Over deezeSluis voortgaande, kwam memtenOos- ten van den Nieuwendyk, aan de S. Jakobs- Kapel, die, naar fommiger gedagten, reeds in de veertiende eeuwe gefligt is (q); hoe- wel my daarvan geen bewys altoos is voor- gekomen. Het tegendeel blykt veeleer uit eene Akte van Scout, Scepenen ende Ra- de van den zevenden October des jaars 1435, waarby aan die Broederen van Sint e Jacobs Broederfcip en Capelk op ten Nieuwen- dyeke verlof gegeven wordt om een Capelle, ghebeten Sinte Jacobs Capelle, te volmaken. De S. Jakobs-Kapel ftondt digt aan den Nieuwendyk, en hadt eenen uitgang inde Haflelaarsfteeg, oudtyds het Trouwloos- fleegjs
(p) 2ie COMMELIN hl, JI4, j.lf,
(yj Le Long , bl. Ui, |
||||
I. Boek. OPKOMST en AANWAS. S9
fleegje genaamd (r), zo men wil, omdat, wanneer het huwelyk tuïTchen twee Egtge- nooten, in de S. Jakobs-Kapel, van wege het Geregt, gefcheiden verklaard was, de een de deur der Kapelle aan den Nieuwen- dyk, en de andere de deur in deeze fteeg uit- ging(i-). OndertmTchen is aanmerkelyk, dat van dit,zonderling gebruik, in het oorfprong- kelyk Kapelboek, dat nog voorhanden is, en in deNieuwe Kerke bewaard wordt, geen het minfte gewag is gevonden. De zangers van de S. Jakobs- en de S. Olofs-Kapeil en erkenden zelven, dat zy liefhebbers wa- ren van goeden fier te maaken, verkiezen- de , in zekere Loterye, tot hunne byfpreuk: De Sanghers van Slnte Jacobs- en Sinta
O lofs- Capel
Mogen haer nat gen ende baer droochtgen wel (f).
De goederen derS. Jakobs-Kapelle zyn,
in 't jaar 1578, overgegeven aan de Nieu- we Kerke, welker Kerkmeefters het Too- rentje en uurwerk der Kapelle nog onder- houden; zynde dit het eenige overblyffel van dezelve (u), en het overig gedeelte tot JBurgerwooningen vertimmerd. De Oude-brugs-fleeg en Mandemaakers- Lieve-
fteeg voorby gegaan zynde, kwam men Vl ouwe- aanKapeL
(r) Handy, hl. 9ïi,[jso].
(s) VAN HEUSSEN en VAN RYN Kerk. Olldh. IV. Deel,
il. 190 (t) W. Syvaerts Roomfche Myfter. ontdekt, Voqr-
rcden. (u) COMMELIN, */. 50*.
|
||||
oó AMSTERDAMS I. Deel.
aan de Lieve-f rouwe-Kapel, die op den hoek
der Lieve-Vrowwe-fleeg, nu de Frouwe-fieeg, ftondt; doch geheellyk verdweenen en aan Burgerhuizen verbouwd is. De Lieve-Vrou- we-Kapel is, vermoedelyk, eene der oudfte Kapellen der Stad geweeft, en, naar 't fchynt, geltigt op of omtrent den grond, die tot het Slot der oude Heeren van Amftel behoord hadt. De tyd der fligtinge is egter on- zeker; doch in de Oude Kerke, wordteen Brief bewaard, waarby blykt, dat de Ou- dermam van onfer Vrouwe - Capelle , nader- hand Kapelmeejiers genoemd, reeds in 't jaar 1355, eene rente van drie pondHol- landfch, tot onfer Vrouwe-Capelle bebouf, gekogt hebben. De üudermans, van wel- ken wy fpreeken, waren te gelyk Gaflhuys- meefiers van onzer Lieve-Frouwe-Gafihuis, welk fchuin tegen over de Kapelle fiondt, aan de Weftzyde van den Nieuwendyk , tuffchen de Dirk van HafTeltsfteeg, en de plaats, daar federt de Nieuwflraat gefchoo- ten is. Van dit Gafthuis, weet ik niet, dat melding gemaakt wordt, voor de vyf- tiende eeuwe (V). Het was voor Vrouwen gefchikt, en men ontving 'er ook eenige Koftgangfters. Tot het zelve behoorden een Bayert en Peflilencie huis, gelyk my, uit oude Brieven, die in het tegenwoordige Gailhuis bewaard worden, gebleeken is. Het Kapittel der Lieve-Vrouwe-Kerke in den
(v) in een Accoord tufïï-hcnde Gafthuism. enhetConv.
van S. Gectüuid, van 9 0#, 1431, |
||||
I. Boek. OPKOMST en AANWAS. 91
den Haage gaf aan hetLieve-Vrouwe-Gaft- hüis, in 't jaar 1523, regt om aldaar alle Sondaghen des morgens omtrent haf acht uun, mit open deuren, te preeken voor den zieken ende andere, die daer komen na ouder gewoonte (ra). Het Hof van Holland be- veihgde het Lieve-Vrouwe Gafthuis, welk groote profytcn hadt uyt dien dat men daer preeckte , in deeze vryheid, weluerflaende, dat men nyemant Hete preeken, die gediffa- meerd was van Sefte Lutherane te wefe. of die eenighe fcandahefe of quade Leringe fay- de O). Het Lieve Vrouwen-G althuis kreeg, door den tyd, merkelyke inkomften, ge- lyk, onder anderen, uit de rekening, die de Regenten, in 't jaar 1545 , aan Bürge- meelleren deeden, blyken kan (j); doch na de verandering derRegeeringe ,werdthet, met alle deszelfs goederen, .vereenigd met het tegenwoordig' Gafthuis. De plaats daar 't geilaan heeft, is federt met Burgerwoo- ningen betimmerd geworden. Voortgaande langs dezelfde Weftzyde Graven
van den Nieuwendyk , kwam men, voor ftraatje by de S. Nikoiaas Itraat, aan 't Graven firaatgen en de wyde Kercxflege (2), beide Wyde toegangen naar de Nieuwe Kerke, die hier T£:rks* aan de oude Graft of Nieuwe-zyds Voor- Sf*6' |
|||||||||
uwe
|
|||||||||
burgwal ftondt. De Gravenftraat is nogST
in
(w) De Brief is in 't Gafthuis, en by Dapper, */,
407.
lx) By een befl. Mlffive van i December 15,0, in 't
Gafthuis. * (y) Groot Memoriaal, N l.f m,
(z) Zit Handv. H.$*t. [s9°}.
|
|||||||||
92 AMSTERDAMS I. Deel.
in wezen; doch de wyde Kerksfteeg, die
tuffchen de Kerk en een groot blok Hui- zen , welk tuffchen deeze fteeg en 't Oude Stadhuis flondt, plagt te loopen, is, met het afbreeken deezer Huizen, ter gelegen- heid van het bouwen van het Nieuwe Stad- huis , aan den Dam getrokken en verdwee- DePlaats. nen. Weinige huizen voorby de wyde Kerks-fteeg, kwam men aan de Plaats , nu den Dam genaamd, om welke tever- grooten,de Stad, in 't jaar 1506, Jan van Ghelders huyfinge op den middeldam, met het huis daar tegenover; in de jaaren 1510, 1511 en 1525, nog verfcheide andere er- ven , en zelfs, in 't jaar 1540, Thyman Gerytsz. varckendryvers-huys ende erue fiaende an de plaetfe, gekogt en overgeno- men heeft (a). Op de Plaats, ftondt het 't Stad- oude Stadhuis., vry wat meer voorwaards huis. dan het tegenwoordige, en omtrent op ge- lyken rooijing met de huizen der Weflzyde van den Nieuwendyk. Het was nog niet veele jaaren in den flaat, waarin het toen beflondt, gebouwd geweefl; alzo het voo- rige Stadhuis hier ter plaatfe, waartoe de Stad, nog in 't jaar I4i8,een erf gekogt hadt (&), in den grooten brand des jaars 1452, met drie vierde gedeelten der Stad, door de vlam verteerd geworden was. 't Geval wordt, in zeker Oclroi van Her- tog Filips van Bourgondie, waarvan wy bo- ven (a) Groot Memoriaal, N. I. /. 254 verf., ijp vtrf., 260,
283 verf. 2S4, 197 vetf. (i) Zie COMMEJLiN, hl. 2;+. Aant. a. |
||||
I. Boek. OPKOMST en AANWAS. 93
ven (bl.55.Aant. 17.) fpraken , met deeze
woorden, in de Franfche taaie, befchree« ven (c): De la partie des deputez de par ceulx de notre ville d'Jmflelredam , en not re dit pais d'Hollande, nous a efiè expofé, que Ie xxiiij. jour de May derrenierement paffe , par feu de mefcbief qui fe point a unze beu- res de nmt ou environ en laditte ville, les trois parts äicelle ont eté arfées &? brulées, &ny eß demouré que la quarte partie de laditte ville entiere, &? antre autres chofes ont eté brulées la porte, les tours ö* les bolwerchs devers la ville d1 Utre cht, la Maifon de la Ville & pjufieurs Mglifes , & ont efiè, &? font tous les biens &? Marchandifes qui eßoient es maifons des dites trois parts ainfi arfées &f brulées du tout perduz & defiruiz par Ie dit f èu; lesquels bien& Marchandifes valoient plus fans comparaifon, que lesdittes maifons: dat is, „ Van wege de Afgevaardigden „ onzer Stad Amflerdam, gelegen in ons „ Land van Holland, is ons vertoond, dat „ den vierentwintigften May laatftleeden, „ door eenen ongelukkigen brand, die des j, nagts omtrent elf uuren in de gemelde „ Stad begon, drie vierde deelen van de- „ zelve aangeftoken en verbrandzyn,zyn- „ de een vierde gedeelte alleenlyk over- 3, gebleeven, en onder anderen verbrand „ de Poort, de Toorens en de Bolwerken „ tegen de Stad Utrecht, bet Stadhuis en „ ver-
(e) Zie den Brief van Hertog Filips van Bourgondie,
van 25 July HJi, in de Bylaagen , Letter A. |
||||
-------------------------1------------------------
I
|
||||||||
■
|
||||||||
94 AMSTERDAMS I. Deel.
„ verfcheide Kerken. Ook zyn de Goe-
5, deren en Koopmanfchappcn, in de Hui- ), zen der gemelde drie vierde deelen, ge- „ heellyk door den brand vernield gewor- „ den;welke goederen en koopmanfchappcn „ zeer veel meer waardig waren dan de ge- „ melde huizen". Het Stadhuis, welk in de plaats van het afgebrande Stadhuis geftigt werdt, was eenredelyk fchoon Gebouw van gebakken Heen. Doch de ingang en Vier- fchaar waren van witten gehouwen flccn op- gemaakt. Boven de traliën der Vierfchaar, flonden de Beelden van HertogeWillem den VI., Vrouwe Jakoba enllertoge Filips van Bourgondie; waaruit met veel waarfchyn- lykheid beflooten wordt, dat het Stadhuis, of ten minften de Vierfchaar, ten tyde van den laatften, gebouwd is. Het Gebouw pronkte met eenen hoogen fpitfen Tooren, die , in 't jaar 1601, vry veel naar de eene zyde overhellende, binnen drie dagen, wederom regt gezet werdt. Het hadt, van binnen, verfcheide vertrekken , en onder andere twee fchoone Zaaien , ter wederzyde van den ingang (d). Men weet, dat het,den zevenden July desjaars 1652, terwyl men bezig was met het tegenwoor- dige Stadhuis te bouwen, by ongeluk, verbrand is (e). S.Eliza- Naaft en tegen het Stadhuis ten Zuiden, pelden1 ftondt een Gafthuis en Kapel, S. Elizabets Gafthuis. Ka- (d) PONTANT Amft. ii*f. II. C^. XI. p. IIo.
\e) Zit COMMF.JUjJ, */. 2J7» |
||||||||
'
|
||||||||
IBoek. OPKOMST en AANWAS. 9S
Kapel en Gaflhuis genaamd, waarvan my
weinig befcheids voorgekomen is. De tyd, wanneer het geftigt werdt , is onzeker. Het ilondt 'er reeds omtrent het einde der vyftiende eeuwe (ƒ). Doch het is zekeiïyk veel ouder: 't welk alleen hieruit blykt, om dat het den naam van het Oude Gaflhuis plagt te voeren. In 't gemeen, werdt het, het Heilige - Gcefts-Gaflhuis genaamd : en deezen naam meent Le Long (g), in ee- nen Schepenen-Brief van den jaare 1363 gevonden te hebben. In eenen diergelyken van den jaare 1437, vind ik gemeld van een huyfe en erfve, gelegen achter 't oude Gaflhuys van den Heyligen Gheeft, over die oude grachte (b). En op dat men niet twy- felen zou , welk Gaflhuis hiermede ge- meend werdt; in het tegenwoordige Gafl- huis , worden twee Boekjes bewaard, op Franchyn gefchreeven , en tot opfehrift voerende, het eene: Dit fyn die Landen en Renten des Gaflhuys van den Heyligen Geeß tot Aemflelredamme: en het andere: Dit 's Boec van Renten toebehorende dat oude Gafl- huys binnen Aemflelredamme en wert gemaect A°. LXXU. ende XHII.C In de ez e Boekjes, leeft men dat Symen Abbe Piet er s/oen, die in't jaar 1371 Schepen der Stad geweell is, en Katharyn fyn Wyf den Gaflhufe be- fproken hadden een half huys ende een erue mitte Carthufers ghemeen , ende geleghen bi den
(f) Anonym, ad ealc. PONTANI, p. $.
il) Reform hl. 235'.
(t>) Schepenen-brief van 25 Aug.\^j.
|
||||||
1------—
|
|||||||
$6 AMSTERDAMS LDeel,1
den Gaflhufe an der plaets, dat is, aen den
Dam , alnaifi Willem Noirts. Nog vindt men aldaar deeze woorden; Dit fyn die Renten, die die van der Stede den Gaßhufe hewyß hebben, voir des Raathuus erue, dair dat Gaflhuus Jt huus af hebben fal als men 't afbreect enz. Uit welke woorden blykt,dat het Stadhuis, gedeeltelyk ten minïïen,op het erf van 't Gafthuis gefügt was, en dat de Stad het Gafthuis, voor dit erf, eenige Renten afftondt, benevens den opftal van het Raadhuis, wanneer men het, t'eeni- o-en tyde, afbreeken mögt. Voorts is my, uit Brieven van de jaaren 1410, 1411 en 1413, gebleeken , dat, in het Heilige- Geefts-Gafthuis, ook Koftgangers ontvan- g-en werden, .fomtyds op zeer zonderlinge voorwaarden , gelyk uit de Brieven zel- ven, die wy in de Bylaagen (f) voegen zul- len , blyken zal. Het oude Gafthuis werdt, omtrent het einde der vyftiende eeuwe , waarfchynlyk ter gelegenheid dervergroo- tinge van het Stadhuis, overgebragt naar het S. Pieters Gafthuis in de Nes. De on- genoemde Befchryver van Amfterdam by Pont anus, die in dien tyd leefde, geeft dit klaar genoeg te kennen. Efl quoque in eadem parochia [vetere'], zegthy, hofpitale toüus Hollandw ceïeberrimum — ex duobus hofpitalibus confe&um, S. Petri & S. Elifa- heth ex novo latere eo translatum (k). Doch ' de |
|||||||
(i) Letter C.
(k) Anonym, ad. tak. PONTANI,/>. S,
|
|||||||
I. Boek. OPKOMST en AANWAS. 97
de vereeniging deezer twee Gafthuizen ,
fchynt, in 't jaar 1491, nog niet gefchied te zyn. Immers, my is een uittrekfel ter • hand gekomen uit een Teftament van Ca- tharyn Foppens Dogter, die, in dat jaar , befprak aen 't Ho/pitael van S. Pieter, 12 Rynfche guldens, aen 't oude .Hofpitael, 12 Rynfche guldens, en aen 't Frouwen-Hofpi- tael, 6 Rynfche guldens. Doch uit eenen Schepenen-brief van 't jaar 1497, die in het tegenwoordige Gafthuis bewaard wordt» en waarby een vierendeel van twaalf maden lants aan de Gaflhuysmeefleren van Sinte Pieters en Sinte Elifabethen Gaflhuyfen wordt opgedraagen, fchynt af te neemen te zyn, dat de vereeniging der twee Gafthuizen toen reeds voltrokken was. Ook is my, uit de Stads Regißers, gebleeken, dat de Heeren van den Geregte en de zesender- tig Raaden, mitten Ryckdoeme defer Stede, op den zevenentwintigften Juny des jaars 1508, op de Sael van 't Gaflhuys vergaderd geweeft zyn (/): waaruit blykt, dat het Gafthuis toen reeds aan het Stadhuis ge- trokken was. De S.EIizabets-Kapel,naaft het Stadhuis, was, zo 't fchynt, nog in't jaar 1570, in wezen, zynde, uit aanteke- ningen van dien tyd, klaar, dat toen eene Vicary in die Kapel, door Piet er Piet er s- zoon, Schout, Joofl Sybrandszoon Buik, Oud- Burgemeefter, en Cornelis de Ryk, Oud Regent van 't Hofpitaal van S. Pieter, aan Pieter\ Henrikszoon, Provifoor van Amftel» land,
(/) Groot-Memoriaal, Ar. I. f. zi3. vir/, in m«rf,
l STUK, G
|
||||
o8 AMSTERDAMS LDeel.
land, Waterland en Zeevank, opgedraa-
gen werdt. Na de verandering derRegee- • ringe, is de Kapel, zo wel als het Gafl- huis , geheellyk verdweenen. Van het Gafthuis is de naam overgebleeven in de Gaflkuis-fleeg bezuiden het Stadhuis, en in de twee Gafthuis-Molen-fteegen, tuffchen den Nieuwe-zyds-Voorburgwal en den Sin- gel , zo genaamd naar den Gaflhuis-Molen, die op een bolwerk aan de Veil, agter het Gafthuis, opgeregt was. Waag. De Waag, die eerft in 't jaar 1565 op Redery- fen Dam werdt opgeregt, was 'er nog niet, kers-Ka-toen ^ g^idery en Kaart van Cornelis Anthoniszoon gemaakt werden. Nogtans ftondt 'er een ander gebouw in't gezigt van 't Stadhuis, welk beneden tot eene Waage,, en boven tot eene Re derykers-Kamer gebruikt werdt (m). Doch of 'er zulk eene Waag, reeds in de dertiende eeuwe, geweeft zy, ge- lyk het zogenaamd oud Kaartje van Chris- toff el van Hartogveld aanwyft, is bezwaar- lykte zeggen. In flukkenvandejaaren 1525 en 1540, wordt gewaagd van eene Waag- fleeg,waa.rin ho.tFleyfchhuys ftondt: en 't blykt klaarlyk, dat'er, in't jaar 1550, eene Waag omtrent dePlaats of den Dam geweeft: is («). Vogel- Tuffchen het Stadhuis en het Blok hui- fteeg. zen, welk de Nieuwe Kerk van het Stad- huis^ fcheidde, liep een lïeeg, de Vogelfieeg genaamd, die, met het bouwen van het te-
(ut) Videl,. Hortens. de Tumult. Anabapt. i« Collect.
S.SCHARDIl, lom. II, p. 311. (n i Groot-Memoriaal, N. I. ƒ. ZS4, ij>7 vtrfo. Refol,
Yroedfch. N. 1. 23 Apr. isso. |
||||
IBoek. OPKOMST en AANWAS. 99
tegenwoordige Stadhuis , verdweenen is,
DegrooteAmfterdammer, Pieter Cor- Neliszoon Hooft, wien 't gelui! heeft) Amsterdam, zo als 't omtrent den aanvang der zeventiende eeuwe beilondt, op eene overaartige wyze, af te beelden, in zynen Warenar, maakt gewag van deeze Vogel- fleeg, als hy (Jft. II. Sc. I.) den ouden Vrek van de Fifchmarkt doet loop en „ De Veugclfteeg deur, de kercksbrug over,
„ na myn Heer de Schout. Voorts, lagen 'er, agter dit blok huizen, Elendige
twee Kerkhoven, een van welken, leggen- Kerkhof. de beooffcen de Zuiderdeur der nieuwe Ker- ke , die nu op den Dam ziet, het elendige Kerkhof genaamd werdt (0), om dat 'er geenen dan misdaadigen begraaven wer- den. Dit Kerkhof en het andere doet de Ridder Hooft ons ook kennen } in het zelfde Blyfpel, Jiiï. III. Scen.V., daarhy een barbier mit zyn wyf eerft een Kerkhofje om doet wandelen, tot op de hoogte van 't Groot-School, welk agter de Nieuwe Kerk ftondt, aan het federt genaamde Blaauw erf. Hier was aan het Kerkhof geplaatit het kniels-vat, dat is, het bekkeneels- of doodsbeenderen-vat, waaruit de Barbier een doodshoofdt zoekt, welk zyne Vrouw draagt, 't Grave-flraetje deur, deNuwedyk over tot op het Water veur de Zoutßeegh, daar de jon- gens 't ftuk ontdekken. Warenar befluit hierom, zyne Pot niet in 't Knieh-vat te ver- bergen. Maar, zegt hy, „ Ik
{e) Zie COMMEJLIN , bl. 4S9-
G 2
|
||||
" "■"
|
|||||||
iöo AMSTERDAMS I. Deel;
„ Ikgae ze liever begraeven op 't ellendige
,, Kerkhof,
„ Daer wort niemant begraeven as verwe- ,, zen liên,
„ En daer zei tuffchen dit en morgen geen » Juflicy gefibiên.
Beide deeze Kerkhoven zyn ook ver-
dweencn. Doch de ftraat of fteeg, die ten
Ooft en langs de Nieuwe Kerk loopt, plagt
de elendige fleeg genaamd te worden.
Kalver- De Plwts of Dam dwars overgaande ,
ftraat. kwam men in de Kaherflraat, veelligt zo
genoemd, om dat, in dezelve, voormaals,
de Kalvermarkt plagt te zyn, gelyk men,
Offen- verderop, de Ojjenmarkt hadt, waarvan
markt. de OfTen-fluis, in de zeftiende eeuwe, de
Offen- Ojfenburger- en Offen - markt s -ßuis ge-
Suis noem^ Ö0' ^en naain voerde. En nog
verder , by de Reguliers-Poort, was de
Schaapen $cfjaapenmarfo • zo dat de voornaamfte
Veemarkten hier, van ouds, by eikande-
ren waren. Ten Weften in de Kalverftraat, Jonge- ontmoette men eerft de Jonge Roeien-fieeg, Roeien- zo alsze toen genoemd werdt (q) , en fteeg. daarna, de S. Lucien-fleeg, door welke men, over de Begynen-graft, kwam aan 't S.Luden- Kloofler, nu het Burger-Meisjes-Weeshuis. S. Lu- De tyd der ftigtinge van dit Kloofter is cien- onzeker ; doch fchynt tot vroeg in de vyf- ICloofter. tiende eeuwe gebragt te moeten worden. Ik vind het reeds vermeld, in eenenBrief van den twintigften January des jaars 1420, by den naam van de Süßeren van Sint e Lu- den* (p) Handv. hl. 981 [590.]
(f) Handv. H. 5»si [ƒ$>«•] |
|||||||
I.Boek. OPKOMST en AANWAS, ioi
cien, wonende achter den Baghynen in die
Byndwyk (r). De Nonnen van S. Lucia waren verbonden zig te voegen naar den derden regel van S. Franciscus (j). Van dit Kloofler was, in de voorgaande eeuwe, nog veel overgebleeven ; doch het Ge- bouw wordt, van tyd tot tyd, vernieuwd en verbeterd, zo dat het tegenwoordig naauwlyks te kennen is, voor het gene het Ronde voordeezen was. Agter het zelve, legtßegyn- het groote of ronde Begynhof, waartoe men hoi' ook eenen toegang heeft uit de Kalver- ftraat, door de Begyncnfteeg. Het heeft nog zeer veel van zyne oude gedaante be- houden; fchoon het, tegenwoordig, met verfcheide fraaije wooningen , bezet is. Doch de Begynen-Kapel, die nu door de Engelfche Gereformeerden gebruikt wordt, is nog in wezen. Het Begynhof is één van de oudfte geeftelyke Gebouwen der Stad. Het was, in den jaare 1389, reeds geftigt ; werdt , in 't jaar 1393 , door Hertoge Albrecht, in zyne befcherming genomen (?), en federt met verfcheide gee- ftelyke voorrcgten begiftigd. Het wordt nog door Begynen bewoond. Wanneer wy nu, van 't Begynhof, naar Kapel
de Kalverftraat te rug keeren, ontmoet der Hoi ons, aan de Ooftzyde, omtrent op de hoog- 'l80 Ste* te van S. Lucien-Kloofter, de vermaarde Kapel der Heilige Stede, nu de Nieuwe- zyds-Kapel, die omtrent in 't midden der veer-
(r) Luden Boek I., f. 169.
(5) Zie COMMELIN W lol, %(,%.
(t) van HeusS£N en van R.YN Kerk. Oiulh. IV. Deel,
il. ico, 201, G3
|
||||||
102 AMSTERDAMS I. Deel.
veertiende eeuwe gelligt is. Wy zullen'er,
in 't vervolg, omftandiger van moeten han- Ruck-in. delen. Hier tekenen wy alleenlyk aan, datzy, van ouds, gelyknog tegenwoordig, agter aan den Amfhel, federt, het Ruck-in (u) , of Rak-in, en nu het Rok-in genaamd, uitkwam, Byntwyk. Van de Kapel der Heilige Stede af, Ka^°llS" ^e Kalverftraat ■> hier Byntwyk genaamd (y\ Hof. door-, en de Oflenmarkts-lluis overgaan- de , kwam men, ten Gölten tegen over den Heiligen-Weg, aan S. Joriaans-oïS. Joris- Kapel en Hof, gefchikt voor zieken en Le- proozen, en waarin ook Proveniers of Koü> gangers werden aangenomen. S. Joris-Hof en Kapel flonden nu binnen de Stad; doch waren , reeds in de veertiende eeuwe , buiten de Stad gebouwd. In eenen Sche- penen-brief van den jaare 1399 , wordt gewaagd van enen vryen eygendom totter zieken behouf, die woenen tot Sinte Joe- riaens buten der poerten van Aemjlelredam- me (w). In een' anderen Schepenen-brief van den jaare 1441, wordende Regenten van S. Joris-IIóf genoemd bcwarers van den zieken van Lazaryen 't Sinte Joryacns bute der Byndwiker Poort e , die wy hier voor (bl. 51.) gevonden hebben , ter plaatfe daar nu de Oflen-fluis is. De plaats van S. Joris-Iiof was, na de vermeerdering van Stads-Regtsgebied door Hertoge Al- brecht in't jaar 1386 [1387], egter bin- nen de Vryhcid , en wordt hierom, in ee- nen (u) Refol. Vroedfch, Ar. I. j Dee. J$S9,
(v) Zh hiervoor /;/. $1. Aa,nt.{\$). (w) SchppQnCfl-brièf vqn n April, 1399» |
||||
I. Boek. OPKOMST en AANWAS. 103
nen Schepenen-brief van't jaar 1429, ge-
noemd de zieken van Lazaryen 't Sinte Jó~ riaens binne de Vryheyt van der Stede, Doch 't Gebouw kwam , met de nieuwe bemuuring van omtrent denjaare 1480, binnen de Stad, en werdt hierom, reeds in eenen Schepenen-brief van den jaare 1482 , genoemd Sinte Jorys Cappelle, off die zieken Cappelle binnen der Stede van Am- S. Niko- flehedamme. Doch voor het einde der vyf- laas-of s. tiende eeuwe, werden de Leproozen, ^t^Q« S. Joris-Hof, overgebragt in het S. Niko- huis: ook laas- of S. Antonis-Gaflhuis(#) , welk, iflLeproo den aanvang dier eeuwe, geftigt werdt, zenhuis. en nog onder den naam van Leproozen- Huis in wezen is. Het flondt toen buiten de Stad, en wordt, in eenen Schepenen- brief van denjaare 1402, befchreevenmet den naam van Synte Nyclaes Gaßhuus , dat nu geordineerd ende ghemaect is, flaende op ten Zeedyck twyffchen Aemflelredamme ende Oetenwacl (y): welk Oetenwael of Otiten- waal eene kleine buurt was, gelegen aan den Diemerdyk: gelyk duidelykfr, te zien is, in eene gemeten Kaart van Rynland van denjaare 1647. Outenwaal is, met de laatfte vergrooting der Stad, verdweenen, en de plaats is nu langs de Middellaan der Plantaadje, naar 't einde. Wyders is my, uit Schepenen-brieven van de jaaren 1404 en 1410, gebleeken, dat men toen reeds Koftgangers in het S. Nikolaas-Gafthuis aan-
(x) Anonym, ed calcem Pontani Amft.p.j.
(yj Schepenen-bïief" van rj Maart 1402. G 4
|
|||||
■•-
|
|||||
' ■
|
|||||
104 AMSTERDAMS I. Dm,;
aannam. Aan dit Gafthuis, was ook eenö
Kapel gevoegd (z): en 't gantfche Ge- bouw wordt, in Schepenen-brieven van den jaare 1427, genoemd de Capelle ende Gaflbuze 't Sinter Nycokes en Sinte Antho- tiis, flaende tujjchen Oetevoael ende der Stede van Aemflelredamme (a), of 't Sinter Nyclaes Capelle ende Gaflhuys, flaende an den Zeedyc tujjchen die voirf. Stede ende Oetewael, dat men ghemeenlikcn noempt 't Sinte Anthonis (£). Het Gafthuis , van welk wy fpreeken, mögt ook verkens hou- den, ten kofte van 't gemeen, die vryelyk door de Stad liepen, en door 't volk on- derhouden werden, uit eerbied voor S. Antoni, wien zy waren toegewyd, en die, als een Patroon der dieren, en inzonder- heid der Verkens, zowel hier als elders hier te Lande (c), geëerd werdt. In de oudfle Keuren deezer Stede, die op per- gain ent gefchre even, en in de veertiende, of in het begin der vyftiende eeuwe, ge- maakt zyn, wordt verbooden, Verkens te houden, die fladelk by der ftrate gaan, votghefet dat Sinte Anthonys ende Sinte Cor- nelys (24) moghen jtadelïke houden elcx twee ver«
(«) A&e van 't Gerégt van 30 Ja*:. 14171
(a) Schepenen-Brief va« 10 January i+zj. {bj Schepenen-brief van e July 1417. (e) VideMatth/Ei Fund. & Fata Ecci'es. />. $6z tn K, BUKMAN Utr. Jaarb. I. Deel,bl. 228 enz. (24) Wat plaats-of gebouw, hier ter Stede, aan
S. Cornelis toegewyd geweeft zy, vind ik nergens gemeld. Want het is niet te denken, dat men, in de Keure, S. Cornelis voor S. Nikolaas, ge- fchreeven hebbe. OndertufTchen, blykt, uit, «e- nea
|
|||||
Ï.Boêk. OPKOMST en AANWAS. 105
verkene, gaende wail gheringet mit bellen,
ende elc verken een oir afgefneden. Bats te wetene, Sinte Anthonys twie verkene elcx hoir rechter oir, ende Sinte Cornelis twie ver- kene elcx hoir luchter oir afghefneden. Ende zo wes verken men wil offeren Sinte Antho- nys 9 ofte anders eenighen heylighen , die fal men eerflen leueren den ghenen die 't beuo- len is van dier heylighen weghen, eer men ze laet gaen (d). WaLich Syyaerts- soon gewaagt ook van de S. Antonis ver- kens (e). Het S. Joris-Hof bleef, na dat de zieken daaruit waren ovcrgebragt in 't S. Antonis-G althuis, een bloot Proveniers- huis. Doch in de Kapel, die, ingevolge eener overeenkomft van den vyftienden January des jaars 1540, milchen de Re- genten van S. Joris-Hof en de gebuyren wo- nende buyten de Byntwycker Poorte, door de laatften, in raeck ende dack, mit vyffMiJfcn ter weecken, moeit onderhouden worden (ƒ), werdt gepredikt en dienit gedaan, tot na de verandering der Regeeringe; wanneer» in 't jaar 1579, de Proveniers werden ovcr- gebragt in 't Kloofter der Paulus-Broede- ren, welk toen den naam van S. Joris-Hof aan-
(V) Kcurb. A. ƒ. 13 vtrfo.
(e) Roomfche Myftenen ontdekt, f, ip.
(f) Groot-Memoriaal N. I. ƒ. 195 vers.
nen Brief van Karel den V. van den jaare 1535,
(by Matthäus Fund, £ƒ FataEccl. p. o.)datS. Cor- nelis, eender eerfle Paufen van Rome, wien 't vermogen om de vallende ziekte tegencezen werdt toegefchreeven, ook hier te Lande, bekend was, Cu geëerd werdt. G 5
|
|||||
/
|
|||||
io6 AMSTERDAMS I. DééU
aannam (g), dien het nog heden draagt.
Het oude S. Joris-Hof, boven welks por- taal , S. Margareet, by S. Joris en den Draak, afgebeeld Qj) , en welks platte grond, in't jaar 1578, door Joofi Jansz. afgetekend was, werdt toen aan Perceelen verhuurd en verkogt. De plaats is, federt, met Burgerwooningen bezet. Doch de Ka- pel, op den hoek van de fteeg, die thans de Olieflagers-fleeg heet, ftaande, dient tot een Kiftenmaakers-pand. De naam van S. Joris-Hof is hieromtrent alleen overge* bleeven in de S. Joris-fleeg, tot aan welke het zig , van de fteeg, die nu de Oliefla- gers-fleeg heet, plagt uit te flrekken; ge- lyk uit de tekening van Joofl Jansz. te zien is. Claris- Tegen over het oude S. Joris-Hof, agter IÜoofter. de huizen der Zuidzyde van den Heiligen- ' Weg,ftondt het Kloofler van S. Clara, welk, om het te onderscheiden van het Kloofler van S. Clara in de Nes,het nieuwe Iüooßer ixan S. Clara, of het Clarijfen-Kloofler ge- noemd werdt. Het flrekte zig, in de breed- te , uit tot digt aan de Reguliers-Poort en Stads Wal. De Nonnen van S. Clara maak- ten, eerfl omtrent het jaar 1496, toeleg om hier een tweede Kloofler te betrekken. Doch het Geregt en de Vroedfchap der Stad, de Burgery reeds te zeer overlaaden vindende met eene menigte van Kloofte- ren, kantten zig tegen 't opregten van 't nieuwe Geftigt by eene waarfchuwing , die den
(g) Uit oude Aanteken, in bet S. Joris-Hof.
(h/ Zi? WALICH SVVAERïS Roomfche Myfter. ont- dekt, rooTTeltr.t |
||||
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------■
|
||||||||||||||||
I.Boek. OPKOMST en AANWAS. 107
den drie-entwintigften November des ge-
melden jaars van de puije van 't Stadhuis werdt afgekondigd (i). In de jaaren 1498 en 1499» wer^t het timmeren, aan 't Cia- riflen-Kioofter door Bürgern eefter en en 't Geregt verbooden (k): waardoor de op- bouw van het zelve, ecnige jaaren, ge- flremd werdt. In eene Geflagtrekening van den Huize van Benning, wordt gemeld, dat Imme, eene ryke Boeren dogter van Diemen, die met Jan Benning Janszoon , in den jaaire 1496, Schout van Amfterdam, gehuwd was, Stigtfter van 't Clariflen- Kloofter zou geweeft zyn; doch in de oor- fprongkelyke Brieven en ftukken van de Or- de der Minderbroederen in Nederland , die te Bruffel bewaard worden, en waarvan my uittrekfels ter hand gekomen zyn, lees ik „ dat Jan de Wad, Burger en Koop- „ man te Amfterdam, een Clariflen-Kloos- „ ter aldaar willende ftigten, ten dien ein- |
||||||||||||||||
V -
|
||||||||||||||||
55
S)
Ji
J) J) ^5
|
de , eenige Huizen met e enen Tuin
by de Reguliers Poort, en buiten de Buynwycker [Bintwyker] Poort, onder on- zer Lieve-Vrouwe-Parochie-Kerke gele- gen , gefchikt hadt; alwaar reeds, federt eenige jaaren, eenige ongeordende Maag- den van een eerlyk gedrag gewoond had- den. Dat hy, tot de opregting van een Kloofter voor deeze maagden, de toe- fcemming van den Roomfch-Koning Maxi- |
|||||||||||||||
mi-
|
||||||||||||||||
?5
|
||||||||||||||||
(») Groet. Memor. N. I. ƒ. 214. zU ook van HEUSSEn
en VAN Rvn Kerk. Oudh. IV. Deel, hl. 199, Comme- LIN, K 9Z + , (4) GiOOt -i.icmOI, N, l.f, 221. COMMEÜN, bl. JI2J.
|
||||||||||||||||
io8 AMSTERDAMS I.Deel.
„ miliaan en den Aartshertog Filips , by
„ Brieven van den zesden October des jaars 3, 1494, te Mechelen getekend, verkree- „ gen hadt; dat hierby, in't volg ende jaar, „ de beveiliging van Paus Alexander den „ VI. gekomen was; waärby Herman van „ Lokhor ft, Deken van S. Salvators-Kerke, „ en Antoni de Pott, Kanonnik der Dom- „ Kerke te Utrecht, gemagtigd waren , „ om uit het Clariffen-Kloofter te Delft „ drie of vier wel geoefende Nonnen naar „ Amfterdam over te brengen, en eene „ haarer te kiezen tot Abtdis over het „ nieuwe Kloofter. Dat David van Bour- „ gondie, Bifïchop van Utrecht, nog in 't „ zelfde jaar, de Paufelyke Bulle bekrag- „ tigd hadt. Dat de Gemagtigden hierop, „ den eenendertigden Oclober des jaars „ 1496 , de opregting van het Kloofter „ hadden vaftgefteld enz. (/)". Uit al het welke, klaarlyk blykt, dat JandeWaelde eigenlyke Stigter van 't Clariiren-Kloofter gewceft is. Het raakte, niet voor het jaar 1513, in ftand: fchoon de Raad, reeds in 't jaar 1506, beflootcn hadt, zig, ten befte mogelyk, naar 's Vorften begeerte , te voegen (ra). Het Hof van Holland zondt toen Gemagtigden naar Amfterdam , die eene overeenkomft troffen tulTchen de Re- geering en de Nonnen, waarby aandelaat- iten, onder zekere voorwaarden, vergund werdt, haar Kloofter te volmaaken. Wy zullen deeze overeenkomft, die in ver fchej-
■'/) Ex Inftrumenr, authenr. in Archivo Frau. Minor,
Bru^ciics icpcrt. MS). (m) Gioot-Meinor. N.l.f. zsq.
|
||||
I.BOEK. OPKOMST en AANWAS. 109
fcheideopzigten merkwaardig, en nog nooit
in 't licht gegeven is, hier agter onder de Bylaagen («) plaatfen. Het Clariffen-Kloos- ter is, midlerwyl, naauwlyks tagtigjaaren in Hand gebleeven. De Regeering fchikte het, in 't jaar 1595 en federt, ten deele tot een Mannen-Tugthuis of Rafphuis, ten deele tot een Verbeterhuis, en ten deele tot een Aalmoeffeniers-huis; welk nu de Latynfche School is (0). Door het overi- ge gedeelte, welk met kleine Burgerwoo- ningen bezet werdt, zyn drie flraaten,vaii welken maar eene tot in de Kalverflraat doorloopt; en eene dwarsflraat gefchoo- ten, die nog bet Kloofler genaamd worden. Agter de Noorder-huizen van den Heili- Doelen
gen-Weg, tegen over het Clariifen-Kloos- dcrHand- ter, ontmoette men de Doelen der Voet- en Pn Voet* Handboog - Schutteren, die, van de Veil by schutte- de Heilige-wegs-Poort, liepen tot agter te- ren. gen de Huizen van de Kalverflraat. De plaats, alwaar deeze Doelen, in of kort na 't jaar 1517, wer,den gebouwd, heette te vooren het Schaapenveld (p). Zy werden, in't jaar 1650, afgekeurd, en de erven verkogt (q); dwars door welken, van den Heiligen-Weg af tot aan 't Spuij toe, twee ftraaten gefchooten werden , die nog den naam draagen van Handboogjlraat en Voet- boogßraat. Van den Heiligen-Weg te rug keerende J^ec*
doorlteeg'
(n) Letter D.
(o) Zie Commelin, hl ip9,507.
(p) Groor-Memor. ri. I. ƒ. zs9 verf., 273 vtr/,
{q) COMMKX.IN, W. IJ)J,22f.
|
||||
iio AMSTERDAMS 1. Deel,
door de Kalverflraat, naar de OfTerl-fluis,
en over dezelve voortgaande, voorby de Wet-fleeg (r), nu de Roozeboom-fteeg, eil de Begyneniteeg; kwam men, voorby de laatfte, aan dezelfde Wcftzyde, wederom aan de S. Lucien-fteeg, en door dezelve S. Lu- over de 5. Luden - brugge op de Deventer- cicn- Houtmarkt, nu de Bloemmarkt. Langs dee- brugge. ze voortgaande , kwam men , voorby de ter Hout. Stilfteeg, aan de Huiszitten-fteeg, op den markt. Zuiderhoek van welke, aan de nieuwe graft, of Nieuwe-zyds-Agterburgwal , in 't jaar Nieuwe- i486, het Nieuwe-Zyds Huiszitten-Huis zyds- werdt getimmerd; waarin de voorraad voor ten-Huis ^e Dehoeftigen bewaard werdt. Ook waren " 'er eenige wooningen in, voor arme Vrou- wen. In het tegenwoordige Nieuwe-zyds- Huiszittenhuis , wordt nog een brief be- waard vandenjaare 1477, waarbyblykt, dat Geryt Gerbrant Pauwen/oen die Huysfit- ten aen die Nieuwe fyde gefchonken heeft een- fmeerhuys en een dwershuys daar aan, de Peereboom geheeten, gelegen in de Gafibuys- fieege by de brug aan der Steede middeïfie grafie , willende dat dit Huys en Erve be- woond fal worden door tien Maagden of We- duwen , die onbefprooken fyn, de naajte van den bloede. Zo men wift, dat de te- genwoordige Huiszittenfteeg toen de Gafthuisfteeg geheeten hadt, gclyk zeer wel zyn kan , zou men agten mogen , dat de Huizitten-meeiters aan de Nieu- we zyde, door deeze gifte 5 in ftaat gefield zyn,
(r) Zit Handv. hl. 981. [59°3-
|
||||
I Boek. OPKOMST en AANWAS. 111
zyn, om het Huis, waarvan wy fpreeken te können hertimmeren. Het is, federt' in Pakhuizen en Burgerwooningen veran- derd. Doch in een ouden fteen, die in den zydmuur van het hoekhuis gemetfeld is leeft men nog, in oude Letters, mt $mi£ té 0Ïjctimert in
nie ere $oi$ tat Mjaftt öe^^nneöu^fittßn/anna
MCCCC mLXXXVJ. Waar onder, in nieuwe Letters, ftaat
EN HERBOUWT A°. i7lö.
Dun Y0(SL!!?WaI hnSs voortgaande , Nieuwe
voorby de Molfteeg, de nieuw leg , ^fteeg! naamd Ruyjfen-fleyn, en Geleynen-ßeeste genaamd welke twee laatften nu de Moftaardpots- ^^ fteeg en kleine Lynbaans-fteeg genoemd Gelei worden zag men fchuin over de°laatfte, net7 ^nniAe/^Zyde dec°^ ^> deJT^/fteegje.
en het Klooßer van S. Geertruid, óok Maas-s- Geer- «fcnto/ genaamd, welk van acteren aan tmids- het Lieve-Vrouwe-Gafthuis paalde T f KIoofter' Long fchryft (,), dat het, omtrent den jaare 1455 gefbgt werdt. Doch het is zekerlyk veele jaarcn ouder, alzo Gbeertruyd' Tydcmans Moeder van S. Geertmids-KlooV ter reeds in 't jaar i432 , eene overeet komft met het Lieve-Vrouwe-Gafthuis ge- boten heeft (t). In 't volgende jaar, verwerf ditKloofter vryheid van het KapittelderLie ve-Vrouwe-Kerke in den Haage, om tot (0 Reform, f,1. 339. Vyf-
(t) Zit hier voor bl. 90.
|
|||||||||||
1
|
|||||||||||
ii2 AMSTERDAMS I.Diel.
vyftig Nonnen, en zes of zeven Kollgang-
flers [Commenfalei] te mogen aanneemen (u). Het getal der Nonnen werdt, in 't jaar 1493, tot op tagtig vermeerderd (v). Na de verandering der Regeeringe, is dit Kloos- ter, welk zig van de Suikerbakkersfheeg tot aan de S. Geertruids-lleeg uitflrekte, grootendeels in Pak- en Woonhuizen veran- derd; doch dwars door het zelve, endoor het Lieve-Vrouwe - Gafthuis, tot op den Nicuwendyk , is eene ftraat gerooid , de Nieuwflraat genaamd. De S. Geertruids- Kapel, die nog veel van haare oude ge- daante behouden heeft, en op den hoek van de Suikerbakkers-fleeg ftaat, is in eene Suikerbakkery veranderd. Voor 't overige, vondt men, omtrent den
aanvang der zeftiende eeuwe , langs de Nicuwe-zyds-Voor- en Agterburgwallen , en langs'de Stads vellen, geeneopenbaa- re geellelyke of weereldlyke Gebouwen meer. Wy eindigen derhalve de door- wandeling der Nieuwe-zyde van oud Am- flerdam aan de Haarlemmer-Poort, daar wyzc begonnen hebben. Korte Wy hebben, in de Stad, beide aan de optel- -Oude en aan de Nieuwe-zyde, veel meer
ling van geellelyke Gebouwen ontmoet dan weereld- de Ge- iyken. De laatften waren alleenlyk 't Stad- bouwen ^.^ ^e Waage en de Doelen: doch onder ' de eerllen, waren de Klooflers alleen ne- gentien in getal, drie voor Mannen» en zes- tien (a) Charta 6 Novtmhr. 1433.
(y) Charta 19 Oïïeèr. HS3» |
||||
/
|
|||||||
ï. Boek; OPKOMST én AANWAS. 113'
tien voor Vrouwen. De drie eerften, die
aan de Oude-zyde ftonden, waren die van de Minderbroeders op den Oude-zyds-Agter- burgwal tiuTchen de Molen- en Barndeftee- gen; van de Paulus-Broeders, daar nu het S. Joris-Hof is, en van de Cellebroeders aan de Weftzyde van de Nes tuiïehen de Wyde- Lomberds- en Cellebroeders-fteegen. Van de Vrouwen-Kloofters ftonden 'er dertien aan de Oude-, en drie aan de Nieuwe-zyde^ In de Nes, ftonden die van S. Margareet * welks Kerk nu de kleine Vleefchhal is; van S. Maria-Magdalena, nu de Bank van Lee- ning j van S. Barbara, van S. Clara en van S. Maria, allen verdweenen , en in Bur- gerwooningen veranderd. Over de Grim- nefle-fluis, was dat der nieuwe Nonnen, nu gedeeltelyk de Gafthuis-Kerk en Hof. Naaft het zelve, dat der oude Nonnen, nu het Gaft- huis en Oude-Mannenhuis. OpdenFluwee- len Burgwal aan de Ooftzyde dat van «$** Agniet, nu het Doorlugtige School, dat van S. Catharina of S. Margareet, geheellyk ver- dweenen j en dat van S. Cecilia> nu het Prinfen-Hof. Op den Oude-zyds-Agterburg- wal, ftonden het Kloofter der Cellezußeren aan den Zeedyk; het Bethanien-Kloofler , zuidwaards van dat der Minderbroederen; welke twee Kloofters verdweenen zyn; en eindelyk dat van S* Urfula, welk nu het Spinhuis is. De drie Vrouwen-Kloofters aan de Nieuwe-zyde waren het S. Geertruids* Kloofler, op den Nieuwe-zyds-Voorburgwal, bezuiden de Dirk van Haftelts-fteeg, nu toe I. STUK. H eene |
|||||||
114 AMSTERDAMS L Dtó£
eene Suikerbakkery enBurgerwooningen ge»
fchikt; het S. Lucien-Klooßer, nu het Burger- Meisjes-Weeshuis, en het nieuwe S. Claras oïClariffen-Kloofler, nu voor een gedeelte tot het Rasphuis verbouwd. Buiten de Stad, ftonden nog twee Mannen-Kloofters, een van Regulieren, buiten de Reguliers-Poort, op de hoogte van de Keizersgraft en U- trechtfche-ftraat, nu verdweenen; en een van Karthuizers, buiten de Haarlemmer-Poort of Karthuizers-Poort, waarvan alleen het Kerkhof en eenige oude muuren overge- bleeven zyn. Deeze eenentwintig Kloos- ters en het ronde Begynhof, welk nog in we- zen is, en agter de Kalverflraat ftaat , hadden allen hunne Kerken of Kapellen. De Stad hadt, daarenboven, twee Paro- chie- of Kerfpel-Kerken, eene aan de Oude- zyde, de Oude of S. Nikolaas Kerk ge- naamd , en eene aan de Nieuwe-zyde, de Nieuwe of Lieve-Fr ouwe-Kerk geheeten. Voorts, waren 'er nog vier Kapellen, eene aan de Oudezyde, de S. Olofs, nu de Ou- ie-zyds-Kapel, en drie aan de Nietiwezyde, de Kapel der Heilige Stede, nude Nieuwe-zyds- Kapel, deLieve-Frouwe-Kapelen de &Jakobs~ Kapel, beide op denNieuwendyk. van- wel- ken twee de eerfïe geheellyk verdweenen is; en van de laatfte is alleenlyk een Toorentje overgebleeven. Doch de Gafthuizen had* den ook hunne Kapellen. Zy waren vier in getal. Het S. Pieten Gaflhuis in de Nes, welks Kapel nu de groote Vleefchhal is , was het eenigfte Gaithuis aan de Oude-zy- de
|
||||
t.BoEK. OPKOMST en AANWAS, 115
de. Aan de Nieuwe-zyde, ftonden'er drie,
het Liev e-Vrouw e-G afthuis, op den Niea- wendyk over de Lieve-Vrouwe-Kapelle , het Oude, H. Geeßs of S. Elizabets-Gaßhuis, naaft het Stadhuis aan de Zuidzyde,enhet S- Joris-Hof in de Kalverftraat over den Heiligen-Weg. De twee eerflen zyn ver- dweenen, en de Kapel van het derde is nu het Kiflenmaakers-Pand. Dit laatfte was ook een Leproozen-Huis; doch de Leproo- zen werden, eerlang, uit het zelve over- gebragt in het S. Nikolaas en S. Antonis- Gafthuis buiten de S. Antonis - Poort, welk nog in wezen is, en het Leproozen-Huis ge- naamd wordt. Tot fchuttinge en doorlaatinge van'twa- Sluizen.
ter, was de Stad, reeds ten deezentyde, voorzien van vier Sluizen : twee in den Middeldam, waardoor het Amftel- en Y- water doorgelaaten of gefchut werdt; eene ter plaatfe daar nu de oude Haarlemmer- fluis legt, die 't water van de Nieuwe-zyds- Voor- en Agterburgwallen doorliet of op- hieldt, en eene ten einde van den Oude-zyds- Voorburgwal, daar nu de Oude-Kolksfluis is, door welke het water der Oude-zyds- Voor- en Agterburgwallen opgehouden, of doorgelaaten werdt. De ongenoemde Schryver, door Pon-Bruggen.
tanus uitgegeven, tekent O) aan, dat men van de eene Parochie naar de andere toegang hadt over vyf houten Bruggen, van
(v>) Ad talcem Pontani , p, 4.
H 2
|
||||||||
n6 AMSTERDAMS I. Deel,
van welken 'er twee over den Amflel, en drie
over het Damrak lagen. De twee eerften wa- ren de,Roode-brug9 nu deDoelenbrug en de Langebrug; de drie anderen de Paapen brag, zo genoemd, naar 't fchynt, om dat zy veel van Prieflers en Geeflelyken betreden werdt (26), de Oudebnig, en de Nieuwe- brug. De Oudebrug was, zekerlyk , de oudfle van de drie: de Nieuwebrug is ook reeds voor 't jaar 1424 gelegd geweefl(»; doch of de Paapertbrug toen al in wezen Graften. was ? js my niet klaarlyk gebleeken. De
Schryver, van wien wy fpreeken, voegt'er by, dat de Oude- en Nieuwe-zyde ieder van twee Gräften doorfneeden werden, die var* 't Zuiden naar 't Noorden liepen, en elke zyde in drie deelen deelden: over welke vier graften, in 't geheel dertig houten Tuinen, bruggen lagen. Nog meldt hy (y), dat de
ingezetenen, in de moeraffen rondsom de Stad, den Y-kant uitgenomen, eengroot getal van Tuinen , niet zonder zwaare kos- ten, hadden aangelegd, en dat de Voor- beden ook met Poorten, Graften en Boo- men waren afgeflooten. Hy heeft hier waarfchynlyk byzonderlyk het oog op de Voorflad, deLafiaadje, van welks gele- genheid en den verderen aanwas der Stad / wy, in het volgende Boek, handelen zullen« (x) Groot-Memor. N. I. ƒ. 245, Sfi, 272 vers.
(y) P- s.
(26) Walich Syvaests tekent aan (Roomfcbê
Myfierien ontdekt, ƒ. 18 vers.) dat de Paapenbrug zo genaamd wcrdt, na dat eene voorgaande, die ter zelfder plaacfe lag, door deP'rieiïers,opeenen Vaftcn-avond, moedwilligJyk afgebrand was. |
||||
LBoek. OPKOMST en AANWAS 117
BYLAAGEN
op het I. Deel. I. Boek.
Lr. A.
F1 Lips, Hertog van Bourgondie , verklaart
Amsterdam vry van eene tienjaaiïge Bede, en van 't voldoen van zekere Lyfrenten, mids de Huizen en Muuren der Stad, dje door eenen zwaaren brand befchadigd wa- ren, behoorlyk herbouwd worden. Gege- ven te Bruflel den vyfentwintigftenjuly des jaars 1452» P he Lippe, par la gr ace de Dieu, Duc de
Bourgoingüe, &c. A noz aimez &feaulx confeUlers, les commijfaires ordenezfur Ie fait de noz finances, & a notre Rentmaißre gener al de Hollande, ou autre commis ou a commettre a re- cevoir Vayde a nous derrenierement ottroie & con- fenti en notre dit pais de Hollande, falut & di- kdion. De la partie des deputez de par ceulx de notre ville d'' Amflelredam en notre dit pais de Hol- lande nous a efle expo f e que Ie xxiiij. jour de May derrenierement paffe, par feu de mefchief qui fe point a unze teures de nuit ou environ, en ladite ville, les trois pars dicelle ont efle ar fes & brulees, £ff ny efl demoure que la quarte partie de ladite ville entiere, ßf antre autres chofes ont ete brulees, la porte, les tours, & les Bohvercbs devers la ville d'Utrecht, la maifon de la ville & plußeurs Eglifes, & ont efle, & font tous les biens & marchandifes qui efloient es maifons des- dites trois pars ainfi arfes & brulees, du toutper- duz & deflruiz par ledit feu les quelx biens & marchandifes valoient plus fans comparifon, que H 3 Itf
|
||||
ii8 AMSTERDAMS I Deel.
Bylaa- tesdites maifons. Et ja foit ce que pour obvier a
0E la totale defiruftion de notre dit e ville, il fioi't ne~
L>. A. ceffite de la refaire ,remettre fus £? refortiffier en
toute diligence tant pour caufe des marcbans qui
y affluent de toutes pars, pour Ie notable port qui
y efi •> & am cefl ia Vl^e plus viarcbande de tout
notre dit pais de Hollande, comme pour obvier aux entreprinfes que pourroient faire fur icelle, ceulx dela ville d'Utrecht, qui ne Faïment point, Neantmoins ceulx dicelle notre ville d''Acmftelre- dam, ne pourroient en quelqm maniere, encom* meneer, faire ne accomplir la reparation & for~ tification dicelle, obfiant ce quilz font ainfi gran~ dement appovriz par ledit feu de mefcbief&mef- mement quils font tres fort chargiez de Rentes tant heri'tables comme vi agier es lesquelles ils paioient de laffis qui de prefent par Ie cas dudit feu advenu, efl de nulle valeur, £f ainfi iceulx de notre dite ville qui tousjours ont efte enclins de nouz fervir & compiaire en toutes nos deman- des £V? affaires, comme noz bons & loyaulx fub- f'ez doivent faire, fint demourez en grande tri-
ulation & mi fier e, & en voie de perdition,fepar nous ne leur eftoit pourveu & fecouru de notre gr ace, fi comme ilz dient, requerans furplufeurs poins & articles, pour ce par eulx advifiez,nofi tre dite gr ace leur eftre imparüe, & antre les GUtres, que comme il leur foit impoffible par cc que dit efl, de contribuer a layde a nous derrenie^ tement ottroie en noßre dit pais de Hollande pour dix ans, & de paier la compofition des rentes viagieres, dont ils feroient feaus, en paiant leur portion dudit ayde, nous les vueillions dudit aydè, & auffi de la dite compofition faire tenir quittes & paifibles. Pour ce efi il que nouz les cbofes dejfiis dites confiderees, & fur icelles eu Fadvis de noz amez & feaulx, les gens de noftre confeil, &? des comptes a la Haye en notre dit pais de rJollande, par quoy nous efi apparu, que la part (jf portion a la quelle ceulx de noftre dite ville |
||||
I.Boek. OPKOMST en AANWAS. 119
font ou feront affaz & impofez a caufe dudit ay- uYLAA
de monte par chacun an trois mil Clincarsdupois GE de trente gros de noflre monnoye de Flandres la \^Kt ^ piece, qui font pour dix ans trente mil CUncars^ aux habitans de noflre dite ville dAemflelrsdam , affin que kelle ville puifl eftre rejediffiee, remife fa5 •> & fortifiee , avons par la deliberation de noflre confeil' eflant chez nous, ottroie, & ottroious de grace efpecial que dudit ayde a nous ottrois, pour dix ans comme dit efl, enfemhle de la dite compofition, llz foknt & demeurent pour Ie dit temps de dix ans, frans, quittes, defchargkz^ &paifihles, & tant dkellui ayde, comme de la dite compofition, les avons pour Ie dit tempsquit- ,tez, affrancbiz & decbargiez, quittons, affran- chijfons & dechargons par ces prefentes, von lans de notre dite grace, & pour les caufes deffusdi- tes, que ils en foknt tenuz & demeurent quittes &paifihles pourveu loutevoks que par mi ce les dits habitans de notre dite ville dAemflelredam , feront tenuz faire refaire & ediffier les murailles des maifons & edifices, qui fe feront en icelle vil- le, dumoins des deux coflez, de bonne pierre oié de brique, & les couvrir de tieule, & que pour ce faire, ilz feront ayde & fecours de teile por- ti on & fomme de deniers, que par eulx conioinc- tement fera advifie & conclu, & ainfi que ont fait & font plufeurs autres noz villes de Hollande & Zellande, comme la Goude, Rotterdam, Rem- merswale, & autres diceulx noz pais pourpareil ■cas ; fi wils mandons commandons & expreffe- ment enioingnons &a chacun de vous ,fi comme a lui appartiendra , que de notre dite grace, oc-* troy, defcharge & qmttance , vous feriez , fouffrez & latffiez,foubslesconditions deffusdites, Jes'aits habitans de noflre ditevilledAmflelredam, f oir <2f ufer plainnement £f paifiblement, en les tenant & faifant tenir leur dite part & portion dudit ayde, & de la dite compofition, pour tout H4 U
|
||||
i2o AMSTERDAMS I. Deel.
Ie dit temps de dix ans, que Ie dit ayde a cours,
quittes defchargies & paifibks, fans aucunement les contraindre iraveilkr ou moleflerau contraire\ Et par rapport ant ces prefentes, ou Vidimus di- celles fait foubs feel auttentique, ou copie colla- tionee & fignee de lun de nos Secretaires ou en- notre dit chambre des comptes a la Haye', pour une joiz feukment, & Recognoiffance des dits babi- jam de noflre dite ville ou de la loy dicelle, pour ebaeun an & pour tant de foiz que befoing fera , quilz auront efle & feront tenuz quittes & nau- ront aucune chofepaie dudit ayde, ne de la dite compofition, Ce a quoy monte la portion impofe a la dite ville, a caufe dudit ayde, jusques a la fomme de iijm clincars duditpris, par an, fera alloue es comptes, & rebatu de la recepte de vous Rentmaißre gener al de Hollande, ou de cellui , ou ceulx qui font ou feront commis a cue'tllir & recevoir ledit ayde par nos dits gens de comptes a la Haye, aufquelx nous mandons, qrte ainfi Ie fa- cent fans aucun contredit ou difficulte, pourveu que ledit Rentmaißre ou commis en facent men- tion par ebaeun an en leurs comptes, & non ob- fiant quelxconques mandemens ou defenfes a ce contraires. Donne en notre ville de Bruxelles Ie xxv. jour de jfuillet, lan de gr ace mil quatre- cetts cinquante ££ deux, J^ar Monf. Ie Duc, nous levesque
de Tournay & autres prefens. (Pp den rugdeezes Briefs flaat het volgende)
Les commijfaires ordonnez par Monfeigneur Ie J).uc de Bourgoinge fur Ie fait de ces finances, confentent & accordent que ceulx de Ia ville dAm- sterdam joijfent ßf ufent de la gr ace & oclroy que vtonditSeigr. leur a fait felon Ie contenu ou blanc 4e ces prefentes ainfi & pour ks caufes que moi% dit
|
||||
----
|
||||||||||||
LBoek. OPKOMST en AANWAS. 121
dit Seigr. Ie veult & mande efi fait par kelles
Efcript jbubs Ie feing manuel de lun desditsCom- ByLAA« miffaires Ie premier jour de Septembre lan mi/c c c c ®* cinquante deux, J'r" A* B. DOYNVILLE.
VERTAALING
Van den voorfiaanden Brief.
„ "p 1L1 p s, door Gods genade, Hertog van
„ -F Bourgondie, enz. aan onze lieve en „ getrouwe Raaden, de Gemagtigden terzaa- |
||||||||||||
55
55 55
55 |
ke van onze Geldmiddelen, en aan onzen
algemeenen Rentmeefter over Holland, of iemant anders, gefteld of nog te Hellen , tot den ontvangft der Bede, ons laatftelyk |
|||||||||||
,, in ons gemelde Land van Holland toege- '
„ ftaan en ingewilligd: Onze Groete en Lief- 55 de.. „ Van wege de Afgevaardigden van die van
„ onze Stad Amflelredam , in ons gemelde „ Land van Holland, is ons vertoond, dat „ den vierentwintigflen dag van May laaftle- „ den, door eenen ongelukkigen brand, die „ des nagts omtrent ten elf uuren in de ge- 5, melde Stad begon, drie vierde deelen van „ dezelve aangefteken en verbrand zyn, zyn- 5, de een vierde gedeelte alleenlyk overgeblee- 5, ven, en onder anderen verbrand de Poort, . „ de Toorens, en de Bolwerken tegen de „ Stad Utrecht, het Stadhuis, en verfcheide „ Kerken. Qok zyn de goederen en koop- je manfehappen , in de huizen der gemelde „ drie vierde deelen, geheellyk door den brand „ vernield geworden ; welke goederen en „ koopmanfehappen zeer veel meer waardig „ waren dan de gemelde huizen. En naardien H 5 „het
|
||||||||||||
j
|
||||||||||||
m AMSTERDAMS LDeel.
55 het noodzaakelyk is, tot voorkominge van
5? den geheelen ondergang van onze gemelde ,5 Stad, dat dezelve, ten fpoedigfte, herbouwd, -55 wederom opgeregt, en van nieuws verfterkt 5, worde; zo uit hoofde van de Koopluidën, „ die van alle kanten derwaards komen, om „ de aanmerkelyke haven aldaar en om dat het „ de Kooprykfte Stad van ons gantfche ge- „ melde Land van Holland is, als om te voor- „ komen de onderneemingen, welken die van „ de Stad Utrecht, die haar niet gunflig zyn, „ op de Stad zouden können doen; en die „ van onze Stad Aemflelredam, nogtans, in „ geenen deele, de herllelling en vcrlterking „ van dezelve zouden können beginnen, voort- „ zetten of voltooijen , naardien zy, door den „ gemelden ongelukkigen brand, zo groote- „ lyks verarmd zyn, en zelfs zwaarlyk-be- „ lad met erfelyke en lyfrenten, die zy vol- „ deeden uit de excynzen, welken tegenwoor- „ dig, uit hoofde van den gemelden voorge- „ vallen brand, niets waardig zyn; en dat dus „ die van onze gemelde Stad, welken altoos 5, geneigd geweefl zyn, om ons, in alle on- „ ze eilchen en zaaken, te dienen en te be- „ haagen, gelyk onze goede en getrouwe On- „ derdaanen fchuldig zyn te doen, in groote be- „ kommering en elende, en zelfs op den weg „ van hunnen ondergang gebleeven zouden zyn, „ zo wy daar in, uit onze gunfte, niet voor- „ zagen, en hen onderfteunden: ten welken „ einde, zy dan ook, gelyk zy zeggen} onze „ gemelde gunfte, in verfcheide punten en „ artikelen, door hen voorgeflaagen, verzogt „ hebben, en onder anderen, dat, naardè- „ maal het hun, gelyk uit het gezeide blykt, „ onmogclyk is, te betaalen tot de Bede, die „ ons, laatftelyk, in ons gemelde Land van „ Holland, voor tien jaaren, toegedaan is ^ „ noch te voldoen aan de overecnkomir. we. 5, gens
|
||||
I. Boek. OPKOMST en AANWAS. 123
„ gens de Lyfrenten, waarvan zy vry zyn Eylaa-
„ zouden, wanneer zy hun aandeel in de ge- ^E
„ melde Bede opbragten; wy hun van de ge- *
„ melde Bede en ook van de gemelde Over-
„ cenkomft kwyten en ontheffen wilden; ZO
„ IS 'T, dat wy, het voorftaande in aanmer-
„ king genomen, en daarop gehad hebbende
„ het advis van onze lieven en getrouwen,
„ de Luiden van onzen Raade, en van de Re-
„ keninge in denHaage, in ons gemelde Land
„ van Holland, waarby ons gebleeken is dat
„ het aandeel, waarop dïe van onze gemelde
„ Stad, uit hoofde van gemelde Bede, gefchat
„ of aangeflaagen zyn, of zullen worden ,
„ jaarlyks beloopt drie duizend Klinkaarts van
„ 't gewigt van dertig grooten van onze munt
„ van Vlaanderen het Irak, 't welk, in tien
„ jaaren, dertig duizend Klinkaarts uitmaakt;
„ aan de inwooners van onze Stad Amftelre-
„ dam, op dat die Stad herbouwd, wederom
„ opgeregt en verflerkt zou wordein, met over-
„ leg van onzen Raade by ons wezende, uit
„ byzondere gunft, verleend hebben en ver-
„ leenen, dat zy van de gemelde bede, aan
„ ons, gelyk gezeid is, voor tien jaaren, toe-
„ geftaan, en tevens van de gemelde Over-
„ eenkomft, voor denzelfden tyd van tien jaa-
„ ren, vry, ontheeven en ontlaft zullen zyn.
„ Wy hebben hen dan, voor den gemelden
„ tyd,bevryd, ontheeven en ontlaft, en be-
„ vryden, ontheffen en ontlaften hen, mids
„ deezen; willende, uit onze gemeldegunfl,
„ en om de gemelde oorzaaken, dat zy daar-
j, van vry en ontheeven zyn en gehouden zul-
„ len worden. Met dien verftande nogtans ,
„ dat de gemelde inwooners van onzegemel-
„ de Stad Amftelredam, ondertuffchen, ge-
„ houden zullen zyn, de muuren der Huizen
„ en Gebouwen, die in die Stad gemaakt zul-
9, len worden, te maaken, te hermaaken en te
|
|||||
....^..,.
|
|||||
124 AMSTERDAMS LDeel.
B „ ftigten, ten minften aan twee zyden, van
LAA" 5? goeden gehouwen of gebakken fteen, en de
Lr A 5ï zelven met hard dak te doen dekken;waar „ toe zy geholpen en onderfteund zullen wor- „ den, met zulk een gedeelte en fomme van „ penningen, als by tien gezamenlyk zal ge- „ raaden gevonden en beflooten worden, op „ gelyke wyze, als verfcheide andere van on- „ ze Steden van Holland en Zeeland, als Gou- „ da, Rotterdam, Remmerswale en andere „ Steden van onze gemelde Landen, in gelyk „ geval, gedaan hebben, en nog doen. Wy „ beveelen, gebieden, en verpligten ulieden „ en een iegelyk van u, die het aangaat, dan „ wel uitdrukkelyk, dat gy de gemelde in- „ wooners van onze gemelde Stad Amftel- „ redam, deeze onze gunft, oótroi, ontheffing, „ en kwytfchelding, onder de voorgemelde „ voorwaarden, volkomenlyk en vrcdelyk laat „ genieten , en gebruiken, dezelven vry en „ ontlaft houdende, en doende vryhoudenvan „ hun aandeel in de gemelde Bede en in de ge^ „ melde Overeenkomft, voor den gantfchen „ gemelden tyd van tien jaaren, dien de ge- „ melde Bede loop heeft, zonder hen eenigs- „ zins tot het tegendeel te dwingen, ofte per- „ fen. En zullen zy, op het vertoonen van „ deezen Brief, of van een Vidimus van den „ zelven onder een behoorlyk zegel, of een „ Affchrift, door een van onze SekretarhTen, „ of in onze gemelde Kamer van Rekeninge „ in den Haage, vergeleeken en getekend , j, voor een enkele reize alleen; en op erken- „ tenis der gemelde inwooneren van onze ge~ „ melde Stad, of van derzelver Wethouder* „ fchap, eens 's jaars, of voor zo veele rei-r „ zen als 't noodig zyn zal, vry zyn en vry „ gehouden worden, en niets van de gemelde |
|||||||||
betaalen hebben. Waarom ook het aandeel,
„ der
|
|||||||||
97
|
|||||||||
_~
|
|||||||||
LBoek. OPKOMST en AANWAS. 125
|
||||||||||||||
5?
5? |
der gemelde Stad, uit hoofde der gemelde
Bede, opgelegd, ter fomme van drieduizend ÖYLAA" |
|||||||||||||
„ Klinkaarts van den gemelden prys in 't jaar ,?* A
„ in rekening geleeden en afgetrokken zullen " „ worden van de rekening van u algemeenen „ Rentmeefter van Holland, of van hem, of ,, hun, die tot het inzamelen en ontvangen der „ gemelde Bede gemagtigd zyn, of zullen wor- „ den, door onze gemelde Luiden van Re- „ keninge in den Haage; aan welken wy be- „ veelen, dat zy het zo uitvoeren, zonder we- w derzeggen of zwaarigheid, mids de gemelde „ Rentmeefter of Gemagtigden daarvan, jaar- „ lyks, in hunne rekening melding maaken, en „ niettegenftaande alle andere bevelen of ver- „ boden, hoe genaamd, hiermede ftrydende. „ Gegeven in onze Stad van Bruflel, dan XXV. „ dag van July, in 't jaar onzes Heeren veer- „ tien honderd twee en vyftig. By myn' Heere den Hertoge.
In de tegenwoordigheid van ons, den BifTchop van Door- nik, en anderen. (Op den rugftondf)
„ De Gemagtigden, door myn' Heere den
|
||||||||||||||
il
|
Hertoge van Bourgondie, gefield ter zaake
|
|||||||||||||
van zyne Geldmiddelen, bewilligen en ftaan
toe, dat die van de Stad Amfterdam de gunft , en het Oétroi, welk myn gemelde Heer hun „ volgens den inhoud of het witte van deezen, „ verleend heeft, genieten en gebruiken, op „ zulk eene wyze, en uit zulke oorzaaken, als „ myn gemelden Heer gewild en by deezen „ bevolen heeft. Gefchreeven onder handte- „ kening van eenen der gemelde Gemagtigden , „ den eerflen dag van September, in 't jaar „ veertienhonderd twee en vyftig. B. DOYNVILLE.
1/. B.
|
||||||||||||||
126 AMSTERDAMS I. Deel,
Bylaa« Lr. B. |
||||||||
CE
Lr. B. |
||||||||
Brief van Grave Willem *vceegen$ Brug-
gen te breeken, Vèflen neder leggen, als an-, den , teegens die van Ämflelredam, om dat. 73> Jtott van Aemflel hadden ingehaeh. Gege-. ven te Aalbreehtsberg, den tvvee cn twin- tigften May des jaars 1304. WY Willaem outfte zoe s'grane van He-
neg: van Hollant, van Zeelant ende heere van Vrieslant, maken kont allen Luden 9 omme dat die van Aemftelredamme die ghenen waren die Janne van Aemftelle inhaelde, en die ghenen die dien graue Florenfe mettehant vermorede, die wi ute die Landen verfworen nadde ende fo mede omme die broke en mis- daet di ii daer ane jegens [ons] misdacn heb- ben , fo es ons feggen, in den eerften, dat (1 haere brugge breecketi füllen end alle haere veften flechten, ende nu in manedage die naeft cornet dat te beginnene efi binnen vierüenda- ge daer naeft coemende al vuldaen, ende nic- mer meer brugge efi vefte weedertemaekene, het en üe bi ons en bie onfen goede Luden van onfen Landen, vort foo ontfegge wi hen al hare vryheyden efi maróten die fy van ons , ende van onfe voorvaders hebben, vort dat men dat gruytgelt dubbelen oft twievoudich daer geuen fal......... • • • . • • -dat
nier nae te Spaernedamme leghet na den ma-
ïiendage in te ghane, behouden elke manne fyns rechts, ute ghenomen die van Aemftelredam- me , dien wy met defen brieven ontfeggen hoer recht alft voors:es: vort houden wy noch ane onfe fegghene alfe wi willen van al fulc- ker broke alfe fi misdaen hebben jegens ons jegens onfe porte van Harleni,jegens onfe goe- |
||||||||
\
|
||||||||
ï. Boek. OPKOMST en AANWAS. 127
de Luden van Kenemaerlant en van Water- bylaa-
lant, end jegens anderen onfe goede Luden, G£N fo wie dat fyn te verbeterene na flonde en na Lr. b. £ ontftonden. in Keneflèn van defer dinc , fo hebben wy defen brief bezeghelt uythangende met onfen Zegejen. Gegeuen in 't jair ons hen MCCC en viere des vriendagh naPymt-dagr* toit Aelebrechtsberge. Ende wy broeder Brune, Prioer van onfèr
Vrouwen broeders te Harlem, ènde mieft. Gheryt Priefl. en Scholaft. te Harlem, Oircon- den allen Luden, die defen brief fien feilen ofte horen lefèn, dat wi, in den Jaire ons hen MCCC en viue, des manedagh voer fent Jans- dagh baptifte te middezomer defe letteren voorst gans goet en hiel, Egelykf] fi horen te wefen „ en wel gefegeld mit des grauen Willaems ze- gel van Hollant, in felkdanige woorden als hier voirfcreuen ftaen, hebben gefien en ge- zegelt met onfen zegele in den felver tydvoir- fchreuen. Wefene bezegelt mit een langachtich en
een klyn rond zegelken, beyde in groe- nen wafïè, onder uythangende een dou- ble Franchynen ftaerte. u. c.
Drie Schepenen-Brieven van den 10 May 1410,
den 17 April 1411 en den ig December 1413, het Oude-, of Heiligen-Geefls-,of S. Elizabeth Gaßbuis betreffende. WY dirc heynenfoen en ghysbert peter-
fben Scepene in Aemflelredamme oir- conde en kenne dat voir ons quame die bera- ders en oudermans, des Heyligengheeftes Gafl- huusbinné defer Stede alze Jacob yfebrants die Smit «,
|
||||
128 AMSTERDAMS t Deel,
Smit, ClaesdieZaelJacobs, gheryt Willems.,
Bylaa- en Jan beth walichs, van des gaflhuus weghen c& voirn. an d'eene fyde, en Joeft euerts ende L'. C. agnefe fyn getruwede wyf, mitte felve Joefl
höre man höre mondbair fup d'ander fide, en geliede an beyde fide by conferite der rade van der Stede, dat fy mit malcandere fyn ouer- draghen inder maniere en voirwairdè nabe- fcreue te wetene is eerfl dat joeft euerts en agnefe fyn wyf voirs. hebben quyt gefcouden en ouergaue tenen vryen eighene denberaders en oudermans voirm tots gaflhuus behoef voirs. alle die goede die joefl en agniefe fyn wyf nu ter tyd hebben en namaels lullen uercrighe rorende efi onrorende, foe waer en an wat goede die fyn, en füllen wefen ghelegen, be- houdeliken dat joefl en agniefe fyn wyf voirC befighen en bruken zullen in den gafthuze voirn. alfulke ingeboedele en tilbair goede als iy nu hebben, en namaals uercrighe moghen , durende alfoe lange als een van he beide voirn. leuet en niette langher en na hoire beyder doot te mael in den gafthufe voirf. te bliuc des foe füllen joeft efi agniefe fyn wyf voirn. hebben in den gafthufe voirf. höre cofte alfoe langhe als fy beyde of hoire ene leuet, alfe te eten van fulker fpyfe alsme in den gafthufe ghewoen- lic is te gheuen, en tot höre dranke een yghe- lic van nem beyde een minghele biers elkes daghes : voert foe fal Joeft voirn. tot allen ti-< den alst te doen is die Clocke luden en dafc Outaer bereyden, item foe fal hi mitten bor- den omgaen bidden, in den gafthufe als die beraders en oudermans daer niet en fyn, item foe fal hy opter Market gaen bidden, viffche , en [vlyfch] cope daertoe van des gaflhuus we> ge alfoe veel alsme daer behoeft, item foe fal ny tots voirf. gafthufe en profyt doen, alle dat- ten beraders efi oudermans van den zelue gaft- hufe die nu fyn en naemaels wefen füllen re- de- |
||||
LBoek. OPKOMST en AANWAS. 129
delike fal duncke alfoe lange als hi levet, wt- bylaa.
genome zwair werke, alze dyken damme ofGE zieken te uerbedden en dierghelyc, item zoe fal l-, C. agniefe voirn. de dekene cufït.ne e n flaepla- kenen najen tot allen tiden, als des te doen is, en voert fal fy die flotelen, en alle dinghe in de gaflhufe bewaren, ter tyd toe dat die be- raders en oudermans van den gaflhufe voorH een ander vrouwe dairtoe aennemen. in Oir- conde defen biïeue befegelt mit onzen zeghe- len, gegeuen upten tienden dach in Meye int jair ons heren MCCCC efi tien. Wy Claes Brunincx, en Jacob Jan Adams-
focns foen Scepene in Aemflelredamme Oircon- den en kennen dat voir ons quamen, die^ be- raders en oudermans des Heyligengeefls gafl- huys der Stede voirn. alfe Jacob Yiebrants die Smit, Coppe Jans, Tiedcman Heynricx en Claes Dammas, van des gaflhuus weghen voirf. op d'eene fyde en Harment Ditmers op d'ander fide, en geliede bi confente van der Rade van der Stede dat fi fyn overdraghe dat Härmen voirf. heeft quytgefcoude tots gaflhuus behouf alle rorende en onrorende goederen die hy heeft of namaals uercrygen zal, des zo fal harman neb- be in de gaflhuus voirf. fyn cofle foe langhe hy leeft etc: in oirconde deze brieue bezeghelt mit onfen zeghelen gegeuen op te zeuentienden dach in Apriile int jair ons heren MCCCC. en elue. Wy Claes Brunincx, en Vranke noirt Sce-
pene in Aemflelredamme oirconde en kenne dat voir ons quame die beraders en oudermans, van des Heyligen ghcefts gaflhufe, binnen der Ste- de van Aemflelredamme alze gheryt Willems, Seruaes Roelofs, Jan beth Walichs, en Vrederic Jans , van des gaflhuus wege voirf. an d'eene fide, en Claes 'Willems op d'ander zide, en L STUK, I ghe-
|
||||
i3o AMSTERDAMS IDeeU
Bvlaa- gheliede bi confente der Rade van der Stede
0£ Li. C. voim. dat zy mit malcander zyn overdraghert in defer manieren ende voirwaerde, eerft dat Claes voirn. fal hebben in den voirf. gafthufe fyn lcuen lanc durende huusveftinge beddinge beddecleede, luchte en Vuer, alfe redeliken is, en finen cofte van bequamelike brode en fpife zoete ende zuere alst in den gafthuze gewoon- liken is, eri voirt tot finen dranke dagelixe drie pynten Hoppenbiers, voirt fo fei Claas voirn. bewaren die huusraet in den gafthufe , ghelikerwys als hi fyns felfs huusraet beware zoude, dats te wetene den cofte te bezettene van rogghe, vleyfche, zoute, barninge en an- ders dat daertoe behoert, te copen, en oec die huzinge te doen floppen, en te verhemelen, en des zoe zullen die oudermans vnn de gafiV hufe die nu fyn of namaels zullen wefen hem van alle flucken voirf. dat ghelt daertoe leve-* ren iof doen him betalen van den gafthuus we- ghen voirf. item zoe zal hi alle zeuentughe van des gafthuus weghe bewaren buten der vriheden van der Stede, na behiets en goet- dunken der oudermans van der Gafthufe voirn. die nu fyn of namaels zullen weefen op hare confiencie, ert op des gafthuus cofte, item zoe zal hi den zieke in den gafthufe hoer behoefte doen hebben, van des gafthuus goede en boe- de, en oec die vreemde gafte beftuwen, ert gheviel hem daer hinder in dat hys niet mach- tich en ware ^ zoe foude hyt den oudermans toeghen, en die fouden hem daer in fierken , en te bate koomen, item wairt zake dat joefl euerts, en Härmen dttmer beide ziec worde iof wt ware iof aflivich worden zoe foude claes voirf. die clocke luden en dat Outaer be- reyden, mer gheen fwair werc te doen als di- ken dammen flocthë zieken te hauene of te uerbedden of diergelyc, en niet te bidden, item wairt fake dat hi eenige onbehoorlike punte dee-
|
|||||
A .
|
|||||
ï. Boek. OPKOMST en AANWAS. 13 i
Öeede of hantierde, dat zoude hi wtgaen bi den bylaä-
gerechte te nerbetere. {item' zoe zal claes voirn. 0EN. moghen utreyfen om zyn rieringe te doen en ]>, C. Ö. anders daer hi te doen zal hebben tot allen ti- dcn, alsét hem genoecht, en telken als hi we- der coemt, hi zy cort of latige wtgeweeft, foe fal hy weder comcn op fyn proucn voirf. voirt fo heeft cläes voirn. in defen gäfthufe gebrocht een bedde, een paer flaeplakenen' eri een dee- ken, ende daer toe in ghelde hondert francrixe kroonen, driecnviertich enkele vlaemfe botgins voor elkert croen voorf. gherekent te bliue in den zelue gafthufe tot ewigen dage :> mer alle zyn andere goede zullen comen op zinen erfna- mcn ten waere dat hi daer af yet befprake. iri bircondc defen brieue bezeghelt mit onfen ze- ghelen gegeven opten negentienden dach iri Deccmbriint jaar ons heren MCCCC. eii der- tien« iiè o.
fcerfie Compackt of Overeenkomß van den der-
tigflen April des jaars 1513, tujfchenhet Hof van Holland en de Regeer ing van Amfterdam , wegens het fligten van het Clarijfen- Kloos- ter op den Heiligen Weg. Tn nomine Domini, Amen. Nicolaits Everard
•*■ Prefident Jan Boudewynsz ende Jan Ban- riinck Raden shoefs van Hollandt ghecommit- teert by onfe ghchadichfte vrouwe Eertherto- ghinne van Ocïtcnryck Hertoginne en Graef- vinne van bourgougen &c. Regente eii Gou- vernante van Hollandt, zeelarit eii vryeflant. Omme te vcrenighen fekere Sufterkens die ger- ne doerdc van Sinte Clara föuden annemen ari ifecn zydc Eii die Stede van Acmdelredamme |
|||||
/
|
|||||
132 AMSTERDAMS I.Deel.
Byi.aa- des nyet admitteren wilde ter andere, int mo-
geL.D. gelick waere Oft anders ons op beyden partien recht te informeren all nac luydendercommis- fien mit fekere requeile ons daer affoever ghe- fondcn ter eender zyden. Ende die Scout Bur- germeefters Scepcnc mit die alinghen Vroet- fcap der vocrfcreven Stede ter andere zyden , Doen kondt en openbare Dat wy mit minnen efi vrienfcape oever coemen zyn ter eeren Goids •yermeerderinghe fyns godlicken dienfts Dat die voerfchreven Suflerkens plaetfe efi ftede heb- ben zullen ommc inder felver Stede heure Con- vent te crighen, tymmeren en volmaken In manieren cfi op conditien en voerwarden hier naevolghende En eeril dat die plaetfe van tfelve Convent groet zal zjn tfeftich roeden ommcgacns efi niet groetcr nu noch tot ghenen tyden. Item dat die plaetfe zal wefen langes de veilen by den heilighen wcch blivende all omme dertich voeten vanden platten mure van- der Stede. Ei! twe Roeden van booghen van de mure van der Stede van de floet after ande zuytzyde vanden heilighen wech beghinnende Eii foe voertan nac die Reguliers poirte zuyt- waert opgaende. XV. Roeden efi van dair oifl- wacrt op nac die flrate Ende foe noirtwaert langhes den huyfen die mit hoeren erfven on- ghequefl bliven zullen wedcromme tot ande voerfeyde floet comende Ende foe voert oefl- waert an comende daermen beghonnen heeft. In all nyet meer inden ommeganck makende dan tfeflich Roeden, maer wel min. In aider manieren alsmen die lyn hier op fcheren fall. Voert an zullen zy ende hoere naecomelinghen gehouden wefen alle erfven pachten eii renten die zy nu hebben oft namaels zullen moghen vercryghen by coope, ghifte, teflament ofte enighe andere manieren buyten de vocrfcreven limiten binnen der Stede ende hoere vryheit te doen vercoopen an waerlicke luyden handen voer
|
||||||
I.Boek. OPKOMST en AANWAS. 133
voer tjaer alsmen fcrieven zal van Goids ghe- "Y
boertten xvc. eil xiirj. Item indien zy nae dien GE tyt enighe vanden voerfeiden goeden vercre,- ghen inder manieren voerfcreven directe vel indirecte by hem ofte hoeren vaderen die zul- len zy oft hoere vaderen doen vercopen an. waerlickcr luyden handen binnen drie maenden. na dat fy die vercreghen zullen hebben. Op pene indien bevonden wordde yett contrarien van tgenc dat voerfcreven is van die goeden verbuert te zyn tot behouif van der Stede Die alsdan alfulckc goeden mitter daet an taften , ghebruycken, oft vercoopen zal moghen als hoer eyghen goet fonder voerder treyn van Rechtveirderinghe daer op te doen fonder con- tradictie van heute oft van hoeren vaderen , oeverften, geeftelick ofte waerlick ofte yemant anders daer aff zy mits defen ten ewyghen da- ghen renuncheren En hoer recht dat fy heb- ben oft cryghcn zullen moghen in handen van der Stede tranfportcren En dit recht vander Stede en falnyet moghen gheprefcribcert werd- den by verfumcnhTe oft by de contrarie te ghc- bruyken, oeck hoe langhe den tyt verloepen waere all waert oock faeke dat zy in tocco- menden tyden by enighen weghen confent van den Burgermeefteren int gheheel oft int deel daer toe ghecreghen hadden, des zullen heure die Burgermeefteren behulpelick zyn orarae tot redelycken pryfe te vercryghen die erfuen die zy noch nyet en hebben binnen die voerfcre- ven limiten hoere byder Stede ghegunt. Item fy zullen tot ghenen tyden meer in ghetalle zyn dan dertien befloeten Nonnen en vier uyt- ganckfters. Item zy en zullen tot ghenen ty- den als daer plaetfze waere enighe vreemde maechden annemen indien daerom bidt een poh> terfTe bequaem fynde. Item fy zullen hoer tot cwighen daghen houden onder die obedientie vanden obfervanten binnen defe Stede woe- I 3 nen»
|
||||
134 AMSTERDAMS Aanw. I.Deel.
Bvläa- nendc Ten waere dat God verhoeden moet
ußLr. D. ^at &c obfcrvanten vander puerheyt hoers re- gels mcrckelicken dwaeldcn. Item fy zullen der Stede altyt onderdanich zyn in tamelicken faeken. Énde hoere vaderen kyefen by advys, en wille vanden BurgeYincefteren Op dat alle beloften te bet onderhouden moghen werdden. Item d,at fy die plactfe heure gheconfenteert nyet en zullen maghen bctymmercn voer dat alle defe :v,oerwaerden an beyden zyden ghe- vefticht zullen zyn, hoger dan een vadem bo- ven der aerden. Item om dit te vellighen, Die voerfcreven Sufteren voer hoer eii hoe- ren naecomclinghcn zullen loeven alle die voer- fcreven Artieulen vaft ende onverbreckelick te houden op die zalicheyt huerdcr zielen ende penen inden Artieulen begreepen, fub inftru- mento publico. Ende dit geconfirmeert by trans- flxe vanden Hove van Hollandt ende van hoe- ren Vicarys generael en Capittel. In kennifle der waerheit hebben wy, Nicolaus Everardi Prcfident, Jan Boudewynfzoen ende Jan Ban- ninck Raden voerfcreven onfc ghewoenlycke hanteykenen hier beneden ghefereven Ende wy fcout Burgermeefteren Scepenen en Raedt voerfcreven der voerfeider Stede van Amftel- redamme zeghel ten faken hier beneden an doen hangen. Gegeven op den dartichften dach van Aprille int jaer ons Heren duyfent vyfhondert en.derthien. Ondergeteykent, N. Everardi 9 Jo. Boudewynsz, Jo. Banninqh En-r $e opde plycke was geteykent Ja. Pouwelsz. |
|||||||||
¥SR-
|
|||||||||
•■
|
|||||||||
■ .
|
|||||||||
AMSTERDAM
,' BESCHREEVEN.
|
|||||||||||
EERSTE DEEL.
OPKOMST, AANWAS en VERCROO-
TINGEN wn AMSTERDAM. |
|||||||||||
TWEEDE B O EK.
VERGROOTINGEN der Stad in de zes-
tiende en zeventiende eeuwe, en derzel- ver tegenwoordige GELEGENHEID. |
|||||||||||
't T eedt niet veelejaaren,nadatAmfl:er- Aanwas
-Lrf dam, omtrent het jaar 1480, al-van Am omme, uitgenomen Jangs den Y-kant^eïff™i met muuren, toorens en poorten om- ^uuring" ringd was, of de Stad werdt te klein voor van om- de menigte van inwooneren , die 'er , trent het van alle kanten, naar toe zakten. Zy hadt Jaari48o. zulk een' ongemeenen aanwas eeniglyk te danken aan haare toeneemende Scheep- vaart en Koophandel. Maximiliaan en Fi- lips, den zesden February des jaars 1488 [1480], der Stad regt geevende om aller- lei misdaadigen e ene myl buiten de Vryheid te mogen vangen en bannen, noemen haar reeds een Coopflede, waer converferen veel en diverfche Coopluyden, ende menighte van Volck (a). En Keizer Karel de V. getuigt, in 't jaar
(a) Handv. bl. i+ [42],
ï 4
|
|||||||||||
i36 AMSTERDAMS I. Dei*.
jaar 1544, dat Amflerdam principaelickgé*
jondeert is op de Seilagie van Weflen enden
Oofien, daar by de inwooners leven, en 's Vorften beden en /zeventien betalen, dycken ende dammen onderhouden (Z>). Geen won- der , dat de Stad haafl zo digt betimmerd . werdt, als de Kaart van Corneüs Anthonis- zoon uitwyft ( 1) , en H e n r i k L a u- renszoon Spieghel beveiligt (c), zingende van Het fihipryck Amflerdam , vol nawvo-be-
huysde Huyfen Ghepropt < 1
Houten De meefle huizen der Stad hadden eg-
gevels ter, in den aanvang der zefliende eeuwe, en wan- no2; houten gevels, en houten wanden ter de hul wederzyde, en raakten eikanderen niet; zen. doch Honden ook niet zo ver van een, dat men, by ongeval van brand, tuiTchen de fnyding in komen kon, om 't vuur te blus- fchen of weg te neemcn: waarom Keizer Karel de V. der Regeeringe , reeds in 't jaar
(b) Handv. bl. fii [tf^.
(c) Apud PONTANUM Libr. II. Cap. XXVII. p. 234.
(i) 't Schynt nogtans, dat 'er, in deeze Kaart,
plaatfen betimmerd worden gefield, die, in 't jaar 1544, toen dezelve eerft uitkwam, nog niet be- timmerd waren. Onder anderen, wordt de plaats tuflehen de Graven-ftraat en Dirk van Haffelts-fteeg vertoond als betimmerd , en in 't jaar 1552 befluit de Vroedfchap eerft, eene Kaart van die plaats te doen maaken , om te zien of men daar huizen zou können zetten. Refol. Froedfch. N. I. 26. Nov. 1552, |
||||
II. Boek. Aanwas en Gelegenheid. 137
jaar 1521 , magt gaf, om de rycke ende
machtighe Poorters ende Inwoonders te nood- zaaken, om hunne houten huizen af te bree- ken, en fteenen in de plaats te bouwen; en om den onvermogenden daartoe de behulp- zaame hand te bieden (d). En in gevolge van deeze magt, vindt men , dat eenige bewooners der oude-en nieuwe-brug-ftee- gen, in 't jaar 1536, bevel gekreegenheb- ben , om de houten wanden hunner huizen in fteenen te veranderen (e). Van dien tyd af, namen de fteenen huizen allengskens toe in getal. De toevloed van Inwooneren en het aanbouwen van huizen maakte de Stad, ondertufTchen, binnen weinige jaa- ren, te klein; en gaf gelegenheid tot flerkfiet tlm- ümmeren binnen de Vryheid; 't welk zo ver meren gegaan was, dat het Geregt, in de jaaren buken de 1542, 1543 en !545> voor eenen aanval^^ der Gelderfchen dugtende, beval, alle ftcr^ t0C¥ timmeraadjen, ftaande binnen de zeflien roeden buiten de Stads muuren , ten gron- de toe, af te breeken (ƒ); welk bevel nog- tans niet in allen deele naargekomen , en, toen 't gevaar over was, ook minder noo- dig werdt. Het timmeren binnen de Vryheid was inzon-
nergens rykelyker gefchied dan op de derheid Laßaadje, gelegen buiten de S. Antonis-°P de poort, ter plaatfe waar nu de overzyde der • ^aa " Gelderfche kaai is. Hier waren, al voor '• den
(d) Händv. */. 978 [ƒ*]•
(*) Groot-Mcmor. N. I. ƒ. 309 vffo.
(f) Handy, bl. iooj [j9«].
is
|
||||
138 AMSTERDAMS I. Deel,
den aanvang der zefliende eeuwe, fcheeps-
tlmmerwerven, in merkelyken getale, op- geregt, die, met de gebouwen, welken 'er toe behoorden, zig ftrekten, van omtrent het Leproozen-huis aan den S, Antonis- dyk af, tot omtrent den Y-kant toe (g). Zy ftonden allen op buitendyks land; welk hier, met het verloopen des Y-flrooms , aangewaiTen was. Men gaf aan deeze flreek, veelligt, den naam van Laflaadje, welk woord, in baflaard-latyn der middel- eeuwe, zo veel als Bailaß betekende (2) , om dat de Schepen hier ook behallaft wer- den. Gele- Regt voor de Laflaadje, was de Waal genheid met paalwerk afgeflooten, waarin de Sehe-
veezCft 1 pen, by wintertyd, gebergd-werden. In in de zes-'t jaar I512' hadden de Gelderfchen hier tiende een groot getal van Schepen in den brand eeuwe. gefloken(Ä): 't welk de Regeering, federt, bewoog, de plaats te ilrerken met een aan- zienlyk Blokhuis, 't Huis te Montelbaan ge- naamd ,en gefligt ter plaatfe, daar nu nog de Montelbaans-tooren ftaat. Voorts, werdt 'er, langs de Laflaadje, naar den S. Antonis- dyk toe, eene breede graft gegraaven, en van
(g) Anonym, ad ealc. PoNTANi, p. $•
\h) Pontan. Hift. Gelr. Libr. XI. p. 6+6. (2) Ditblykt, onder anderen, uit deeze woor-
* den van eenen Brief van Waldemar, Koning van Deenemarke, van den jaare 1324: Item liceat ipfis LKSTAmAfiimere influ&ibus tnaris ubi volunt. Vide BoxHORNii A-pol. pro Navigat. Holl. p. 12. Adde Du Cange Glojfarium Voce Lastagium. |
||||||||||
lÉËi
|
||||||||||
__________________________________-"-......"--■ ■•■
|
||||||||||
II. Boek. Aanwas en Gelegenheid. 139
van de uitgegraaven aarde eene Schans op-
geworpen , ter plaatfe, die nog de Oude Schans heet. In 't midden deezer Schanfe, ftondt een gemetfeld half rond, waardoor de Schans beftreeken werdt. Men kwam, uit de Stad, op de Laftaadje, door een Waterpoortje , tiuTchen de S. Antonis- poort en den Schreijers-tooren, over eene ophaalbrug, gelegen, daar nu nog de Wa- terpoort s-brug legt. In deezen Haat, was de Laftaadje voor 't jaar 1536, toen de Stad door Cornelis Anthonhzoon gefchilderd werdt. Doch 't bevel om alle buitentim- meraadjen, tot op zeflien roeden van de Stads muuren te flegten, welk, in de jaa- ren 1552 en 1553, vernieuwd werdt,was oorzaak dat de fcheepstimmerwerven en huizen voor 't arbeidsvolk op de Laftaad- je , federt, werden afgebroken. Filips de IL egter, een ambagt van zoveel belangvoor den Lande, als het Scheepstimmerenwas, willende begunftigen, gaf, in 't jaar 1556, verlof, om binnen de vyf en twintig roeden zekere hutten met week dak en houten wan- den te mogen opflaan. En onder dekfelvan dit verlof, werdt de Laftaadje, wel haaft, met Schuuren, Pakhuizen en Huizen be- timmerd. De Regeering , na eenige jaa- ren, de zaaken willende doenherftellenop den voorigen voet, ontmoette veel tegen- kantens van de geërfden in de Laftaadje, die verftonden, dat hunne fchade, te gelyk met het gevaar voor de Stad, voorkomen kon worden, als men de Stad uitleide,en de
|
|||||||
_____,_________
|
|||||||
140 AMSTERDAMS I. Deel.
de Laftaadje binnen de muurentrok. Doch
eer men hierover befluiten kon, deedt de vrees voor de aankomfh van den Graave, Van der Mark, die de Stad, in Auguftus des jaars 1572, beftondt te belegeren, de Regeuring overgaan tot het afbranden der Laltaadje (t), die, eerft na het uitleggen der Stad, wederom betimmerd werdt. Vergroo, Men begon op dit uitleggen ernftelyk te ting der raadpleegen, na dat de Stad , in 't jaar Stad, die t578} de Staatlche zyde gekooren hadt. y°rße de. Willem de L, Prins van Oranje, die zig, rekend i11 'c jaar I5^1> tc Amftcrdam bevondt , wordt, riedt de vergrooting der Stad aan, en Ro- bert Dudlei, Graaf van Leicefler, alge- meen Landvoogd der Nederlanden, ver- leende 'er verlof toe, op den eenentwin- tigden Maart des jaars 1586 (£), wanneer hy zig ook tc Amfterdam ophieldt. De Staaten van Holland beveiligden dit ver- lof, in 't jaar 1594 (/). De toeleg was, de Stad, van den Haarlemmerdyk af, tot den Amfteldyk toe, uit te leggen en te vcrllerken, en de Regeering verwierf Oc- troi om de erven, die tot graften vergraa- ven, of tot ftraaten gerooid Itonden te wor- den , van de eigenaars, volgens de waar- deering van Schepenen , over te nee- men (w). Doch eer men deeze merkely- ke
ft) Hooft Hift. II. Beek, U. 64. VII. Botks bl 257
(k) Handv. bl. 4 [99]. (I) Handv. *■'. s ho«3]. (m) Handy, bl. 5 [9*]. |
||||
II. Boek. Aanwas en Gelegenheid. 141
ke vergrooting begon, ving men aan met
het betimmeren der Laflaadje, van het plein buiten voor de S. Antonis - Poort af, langs den Stads-Buitenfmgel, tot aan den Y-kant, over den Schreijers-Tooren, daar eene ry huizen gezet werdt, die nog de Laflaadje heet. Van hier vervolgde de nieuwe aanleg, met eene bogt langs den Y-kant oïWaal, nu de Oude PFaal, tot aan den Montelbaans-Tooren: van waar de Schans, nu de Oude Schans, ook met huizen betimmerd werdt, tot aan den S. Antonis-dyk, nu de S. Antonis-Breeftraat, toe. De dyk was buitenwaards bezet met houten flaketfels, die geopend en gefloo- ten konden worden, en deStadnogfcheid- den van de Laflaadje. Voorts waren, door dit gantfehe blok, gefchooten zes groote en eenige kleine ftraatcn en dwarsflraaten, nevens eene graft en dwarsgraft, Boom- floot en Dwars-Booinfloot genaamd, en eerfl Cornelh-Boomen floot, naar Cornelis Boom , die dezelve, naar 't fchynt, hadt doen graaven («). En naardien men voorhadt, de Stad, aan deeze zyde, nog verder uit te zetten, werden 'er, voor eerfl, geene nieuwe toegangen gemaakt, naar de nieuwe uitlegging. Men kwam 'er alleenlyk door den ouden uitgang naar de Laflaadje , zynde het Waterpoortje en de Water- poorts-brug. De uitlegging, van welkewy fpreeken, draagt, in 't gemeen, den naam van
(n) Rxfol. Vroedfch. N.l, 24 July iyöi. 2$7*»yij$4.
|
||||
142 .AMSTERDAMS IDeel.
van de uitlegging van 't jaar 1585, waar-'
fchynlyk , om dat zy toen werdt aangevan- gen 0). Doch 't leedt maar weinige jaaren, of
Buf gemeefteren en Raaden beflooten , de voorgenomen vergrooting der Stad verder üit te ftrekken tot op den Zuiderhoek der Waale, en, van daar, door't buitens- en binnensdyks Land, tot aan en over den Amftel, daar de Stads muur, aan de Nieu- we-zyde, eindigde. De Staaten van Hol- land verleenden j den agtften Maart des jaars 1591, het gewoonlyk Ocïroi tot het överneemen der noodige erven, volgens waardeeringe van Schepenen (p): en ver- klaarden, den zevenden September des zelf- den jaars, dat de Vryheid i en het Ban- ^ en Vang-Regt der Stad zig zo ver buiten de nieuwe Graften uitftrekken zouden, als dezelven zig eértyds buiten de oude Graf- ten hadden uitgeitrekt, te weeten de Vry- heid tot op honderd roeden , en het Ban- en Vangregt tot op cene myl in 't ronde (g).Meri beoogde egter $ met deeze vergrooting , inzonderheid ook de verfterking der Stad; 't Werk werdt, in 't jaar 1593, aangevan- gen , en was , in 't jaar 1601, grooten- deels voltrokken. De Stad werdt, in deeze vergrooting, met
eenige nieuwe houten Poorten voorzien, en voorts verfterkt met aarden wallen en twaalf Bot-
(«) Zie Handv. hl. 10C7 [601],
Cp) Handv. hl. 4 [97]. (ƒ} Handv. bl. iz [97}. |
||||||||
De Stad
wordt, troor de tvjecde reize, uitge- legd. |
||||||||
Èn met
twaalf aarden bolwer- ken ver- fterkt. |
||||||||
il. Êoek. Aanwas en Gelegenheid. 143
Bolwerken , gefehikt naar de wyze van Veftingbouwen, die toen in gebruik begon te komen. Aan de Oude-zyde , werdt de Stad meelt, aan de Nieuwe-zyde minft uit- gelegd. Het uiterfte Bolwerk aan de Oude- zyde , het Ryzenhoofd genaamd, lag ten einde van de Y-graft, omtrent de plaats , daar nu de Kattenburger-brug legt. Hier op volgde het tweede, een weinig bewes- ten de plaats, daar nu de Raapenburger- Huis legt. Op dit Bolwerk plagt eene Goud- ïedermaakery te ftaan. Binnenwaards tegen het zelve, waren groote Lynbaanen aan- gelegd , daai' nu de nieuwe Raapenburger- ftraat is. Ten einde derzelven b ontmoette men het derde Bolwerk, gelegen digt aan den S. Antonis-dyk, die hier door de Stads wallen liep, en op welken de nkuwe S. An- tonis-poort van hout gemaakt was, fchums tegen over het Lepfoozen - huis ,' welk nu binnen de wallen getrokken werdt. Het vierde Bolwerk lag tegen den Amftel, ag- ter hetOude-zyds-Huiszitten-Huis, en juiifc op de plaats, daar federt de Synagoge der Hoogduitfche Jooden gebouwd is. Hier ftondt het Stads Salpeterbuis , alwaar de Salpeter , voor de Stads Kraidmaakery, gezuiverd werdt. Deeze vier Bolwerken waren de cenigften aan de Oude-zyde; doch bcflooten , met de wallen, waardoor de- zelven aan een gehegt werden, een uitge- ftrekt gedeelte,van de Stad: eerfl gantfch Raapenburg,aan den Y-kant;daar na Marken en Uilenburg, twee Eilanden, met de ftraa- teiï
|
||||||
144 AMSTERDAMS I. Deel;
ten en dwarsflraaten, die 'er door gefchoo-
ten waren: voorts, de Houtkoopers-graft en S. Antonis- of Jooden - Breêflraat. Op Raapenburg, werdt eene houten Loots ge- zet , de Oofler - Loots genaamd, waarin , by voorraad , werdt gepredikt. Wy- ders , waren , bezuiden den dyk, nog vier grooten blokken in deeze uitlegging begreepen, twee ten Ooften, en twee ten Wellen van den Zwaanen-burgwal- In de twee eerften, (tonden het Leproozen-huis en het Oude-zyds-Iiuiszitten-Huis. In het Noordclykïle der twee laatllen, werdt, in 't jaar 1611, de Zuider-Kerk volbouwd. Het Zuidelykfte beilondt grootendeels uit Verweryen. Voortgaande naardeNieuwe-zyde, over
de Amflel-, nu de BIaauwe-brug,ontmoet- te men, terllond , het vyfde Bolwerk, ge- legen daar nu de Amilelftraat eindigt. Tus- fchen dit Bolwerk en het zesde, flondt de nieuwe Reguliers-Poort, die ook maar van hout gebouwd, doch met twee Ophaal- bruggen voorzien, en geplaatfl was, daar nu de Waag op de Botermarkt ilaat. Bin- nen deeze Poort,op de Reguliers-Breêllraat, werdt, ten deezentyde, de vette Beellen- markt gehouden. Het zesde Bolwerk lag digt aan deeze Poort, omtrent de plaats, daar de Reguliers-dwarsflraat eindigt, en het zevende, daar dezelfde llraat aan- vangt , digt by de nieuwe Heilige-we gs-Poort, ook van hout gemaakt, ten einde van 't Konings-Plein, zo als het federt genoemd |
|||||
Jttafll
|
|||||
ÏLBöek. Aanwas en Gelegenheid. 145
ig.Het agtfte Bolwerk lag omtrent tegen over
de Leidfche-graft, daar de Wal toen, gelyk nog, begon te wenden. Op het zelve was de Stads-Steenhouwery. Het negende Bol- werk lag omtrent de plaats daarnu de Wol- venftraat begint. Digt aan het tiende , welk omtrent tegen over de plaats , daar nu de Warmoesgraft eindigt, gelegen was, ftondt de nieuwe Jan-Rooden-Poort, gemeen- Jyk Jan-Roon-Buiten-Poort genaamd. Zy was van hout gemaakt, liep onder den Wal door, en hadt, van buiten, twee op- haalbruggen en eene hameije. Het elfde Bolwerk lag omtrent de plaats, daar te- genwoordig de Heerenflraat begint, en dus tegen over den Blaauwburgwal. Hier op volgde de nieuwe Haarlemmer-Poort, die ook van hout gemaakt was, twee ophaal- bruggen en eene hameije hadt, en ïïondt tegen de Brouwersgraft, daar nu de kaai van de Heeren-markt is. Tuiïchen deeze en de Jan - Rooden-Buiten-Poort, Honden , aan den binnenkant van den Wal, Lynbaa- nen, die van vooren met boomen beplant waren. De gedagtenis deezer Lynbaanen is in de Lynbaansfleeg en Lynbaansbrug , door en over welken men derwaards ging, bewaard gebleeven. Even voorby de Haar- lemmer-Poort , kwam men aan het twaalfde of laatfte Bolwerk, welk op en over den dyk gelegd was, ter plaatfe daar de brug begint, die naar de Oude-Stads-Herberg plagt te loopen. De agt Bolwerken en de Wallen aan de Nieuwe-zyde lagen, gelyk I. STUK. K men |
||||
146 AMSTERDAMS LDeii,.
men uit het voorgaande heeft können meiv
ken, niet ver van den Singel, die langs de oude muuren liep. De Stad werdt, der- halve , door deeze vergrooting, aan de Wefl- of Nieuwe-zyde,, niet merkelyk uit- gelegd. Men fchynt, in dezelve, meeft: op de verfterking der Stad gezien te hebben. De vergrooting der Stad aan de Nieuwe-zy- de was, in de breedte, bepaald tuflchen den Singel of Konings-graft, en't gene men nu de Heeren-graft noemt, en in de leng- te <, van omtrent de Buiten-Wieringerflraat op Droogbak, tot aan de Botermarkt.Doch de Heeren-graft, die, ten dien tyde, maar half zo breed was als zy tegenwoordig is, liep van de Brouwersgraft, tot omtrent de Huideflraat of Leidfchegraft, daar zy ein- digde. Waarom, 't Gene in deeze uitlegging der Nieuwe- aan de zyde begreepen was, werdt al ras betim- Ooftzyde merc(. ße Weflzyde van den Singel, eer- Heèren- ty^5 ^e Stads buitengraft, werdt met aan- graft, zienlyke huizen bezet. Doch aan de Ooft- nog ec- zyde der Heeren-graft, voorheen de Sin- nige ge- gei-floot, timmerde men geringer huizen, iln?e alzo dezelven vlak tegen den Stads wal aan
Huizen .. • • i <• • t. • j fhan. kwamen, waar weinige deftige ruiden ver-
kiezen te woonen. Van deeze geringe hui- zen zyn nog eenigen overgebleeven : en van deherbouwden zyn de erven doorgaands lmal. Paaien in De Amftel en het Y waren, buiten de den Am- Stad, met twee ryen paaien afgeflooten, ftel, het ne van weilcen verder rondsom de Stad
Y en de , door
|
||||
II. Boek. Aanwas en Gelegenheid. 147
door de buitengraft liep. In deeze ryen Stads
waren, op zekere afftanden , bekwaame Graft.
doorvaarten gemaakt, die met boomen ge-
flooten werden.
De Vergrooting, van welke wy fpree- Over«
ken,in 't jaar 1601 ,meefr. voltrokken zyn-blyffeIs
de, begon men, met vlyt, te arbeiden aan der ouc
» 1 • j _r L* ! toorens t betimmeren der erven, die nu binnen de
Stad getrokken waren. De oude muuren
en de meefte toorens, te vooren (bl. 60.) door ons opgeteld, werden afgebroken. Doch op de Jan-Rooden-Poorts- en H.£ruis» toorens , welke laatfte nu den* naam van Haringpakkers-tooren aangenomen hadt, wer- den nieuwe fpitfen gezet. Op de grondfla- gen van het Huis te Montelbaan, ftigtte men, in 't jaar 1606, den Montelbaans-too* ren (f), die nog in wezen is, en, na twee of vier jaaren verloops, wel vier voeten o- ver zyde hellende, met veel beleid, we- derom regt gezet werdt. De Schreijers- tooren, en de tooren aan de Kloveniers- Doele, Swycht Utrecht genaamd, bleeven in wezen. „Ook is nog tegenwoordig, aan de Bantammer-brug, een voet van eenen too- ren te zien, waaraan nog eenige Kareel- fteen is; die den S. Nikolaas-tooren plagt te heeten (Y). De oude Reguliers-Poort, in 't jaar 1618, meeft afgebrand zynde, werdt, op de grondflagen, de tegenwoordige Re- guliers-t oor en gefligt. De oude S. Antonis- poort
(r) Refol. Vroedfch. N. 10, ;o Aug. i6oj. ƒ. 7».
(s) Refol. Vioedfch. N. u s April 15 j*. K %
|
|||||
\
|
|||||
—•
|
|||||
Ï4S AMSTERDAMS LDeel.
poort werdt in ftand gehouden, en is te-
genwoordig de Waag op de nieuwe Markt, Voorts, hadt de Stad, ten deezen tyde, nog eenige kleine Poorten, als de Heipoort, daar nu de Heifleeg is; de Buspoort, ten einde van de oude Hoogftraat, die ook de Busflraat genaamd werdt, om dat 'er Stads Bushuis flondt; en de Gaßbuispoort, daar nu de Gafthuismolen-fteeg is (3) ; om niet te fpreeken van twee of drie anderen, die, reeds te vooren, in wezen geweefl waren. De gedagtenis der voornaamfte verande- ringen, die in en omtrent het jaar 1601 in de Stad voorvielen, zyn in de volgende ry- men bewaard: In 't jaer duyfentfes hondert ien,
Sagh men t' Amflerdam veel wonders ge*
fchien,
De Stads Tooren rechten, De Stads muuren ßechten, Twee ßeenen ßuyfen fiiehten, En feven hondert huyfin richten (f). Of, gelyk men elders (u) leeft:
In 't jaar fiflhien hondert een,
Werden des Stads Veßen gheßecht > De Toorn gherecht, Ende ghemaeckt dry ßuyfen, En wel fes hondert huyfin. Het
(/) Zie DOMSELAAR III. Beek, hl, 2+4. COMMELIN,
*;. 217.
(u) Apui Pontan. Ubr. II. Cap. XXVII. p. 228.
(3) Zy worden genoemd in de Refol. VroedJcK N. $ 19 0&. 1596. 27N0V. iöoo f.149 verfo 321. |
|||||
II. Boek. Aanwas en Gelegenheid. 149
Het regten van den Stads Tooren, waar- van deeze rymen fpreeken, ziet op het regt zetten van den Stadhuis-Tooren, die ruim zes voeten overhelde, en binnen drie dagen wederom regt gezet werdt. Men leert dit, onder anderen , uit een Rym , in 't jaar 1628, famengefteld en uitgegeven doorjA- coBUS Laurentius, toen Predikant te Amfterdam, ter gedagtenhTe van de Stads Werken, die, onder het opzigt van Hen- riek Jacohsz. Staats , Stads Timmer- man , en toen in den ouderdom van zeven- tig jaaren bedlegerig, gemaakt waren. Uit dit Rym, blykt ook, dat de S. Antonïs- en Sluizen. nieuwe Haarlemmer fluis, in 't jaar 1601, en de Heilige Wegs- en de Jan-'Rooden-Powts- fluis, in 't jaar 1602, gemaakt zyn:'t welk, zo wel tot opheldering van de aangehaalde rymregels, als van 't gene Domselaar enCoMMELiN daarover aangetekend heb- ben, ftrekken kan. Wy zullen hierna nog meer dan eens gelegenheid hebben om ons van het Rym van Laurentius te be- dienen. Hier tekenenwe 'er alleenlyk uit aan, dat, in de Vergrooting van welke wy fpreeken, nog gemaakt zyn twaalf Kruid- Kruid_ toorens onder de Wallen, in 't jaar i6oi;toorens. en dat de Timmerman Staats, reeds in 't jaar 1596, de Oorgaten uitgevonden hadt, 0orga- die toen aan de bruggen in het Damrak, ten. en federt ook aan andere bruggen in de Stad gemaakt werden. Dit moet egt er zo niet verftaan worden, dat 'er, in vroeger tvd, nergens Oorgaten geweeft zouden zyn. K 3 " In
|
||||
l$ó AMSTERDAMS I.Deel.
In eene der oudfle OrdonnantienopdeBur-
gerwagt van 't jaar 1481, wordt reeds van- het Oirgat aan de nieuwe brugge gewaagd (V). Doch deeze Oorgaten zullen , naar alle waarfchynlykheid , van eene andere gedaante geweeft zyn. Ook blykt, dat de opening in de paaien om de Stad, welken men al vroeg, gelyknog, met boomen plage te fluiten,vanouds Oorgaten genoemd wer- den (w). De volgende regels van den Am- fterdamfchen Digter HenrikLaurens- zoonSpieghel können ten befluite die- nen van onze Befchryvinge der twee laatft- gemelde uitleggingen van Amflerdam. j 5 3 5, Hetfcbipryck Amflerdam, vol nauw-bebuys-
de Huyfen Ghepropt, den Amflel damt met fes ghe-
'welfde Sluyfen: Die (als de vruchtbaer Nyl) door f even ar-
men braackt 't Veen overtollich nat, en thien Eylanden
maackt. ï6oo. Dus wast bemuert, doe dit gberym wert voorgbenomen: Sint ijfer mette wall nocb vyfthien by ghe-
comen. Derde Weinige jaaren verliepen 'er maar, of de
uitleg- Stad moefl van nieuws worden uitgelegd,
ging der £)e opregting der Ooftindifche Maatfchap- Sta ' pye in 't jaar 1602 bragt, onder anderen, veel
(v) Groot-Memor. N. I. ƒ. 324 ver/, enz.
(w) Keurb. A. ƒ. 14 ver/e* |
|||||
...äkfenamä«*:-'
|
|||||
iL Boek. Aanwas en Gelegenheid. 151
veel toe tot den aanwas der Stad, die wel Gelegen-
haaft wederom overkropt werdt van in-heidtot wooneren. Allermeefl: was deeze uitleg-dezelve, ging noodig aan de Weftzyde, daar zy, gelyk wy boven (#) aanmerkten, kleinft ge- weeft was, en daar een groot getal van paden liep, die allen betimmerd, en ee- nigen van welken, by de jongfte vergroo- ting, gedeeltelyk, in de Stad getrokken wa- ren. De buiten-erven werden geduuriglyk gehoogd, en met wooningen bezet , on- aangezien zulks met de Keuren ftrecdt,die zeldzaam ftreng werden uitgevoerd, om dat het krenken derzelven een bewys was van cle toeneemende welvaart der Stad. Men hadt, tnflcKen de jaaren 1586 en 1589, een Singel en Singel-floot, famenvyftig voe- ten wyd, doen graaven buiten de nieuwe wallen, die zig, toen reeds, van den Haar- lemmerdyk, tot voorby de Jan-Rooden- Poort ftrekten ; doch men bevondt, in 't laatftgemelde jaar , dat 'ér , onaangezien het verbod, reeds veelt timmeraadjen en af- gefchutte tuinen gefteld waren binnen de vyftig roeden van den buitenkant der Sin- gel-floot (y). De Wethouderfchap ver- zogt (%) en verkreeg dan, in 't jaar 1609, wederom een gewoonlyk Oftroi van 's Lands Staaten , tot vergrooting der Stad en overneeming der vereifchte erven. Zy hadt geklaagd „ dat het timmeren en hoo- » gen
(x) Bladz. 146.
(y) Handv. */• i°07, 1007. [601, jfolj.
Iz) Reibl. Vioedlch. N. 10. lojuly 1609. f. 207.
K 4
|
|||||
.. . JCUÉ ■ \__iinrtÉMiliiilfciiii . „jsBBv
|
|||||
i$% AMSTERDAMS I.Deel.
„ gen tegen de Keuren den jongden aan«
„ leg der Veftingwerken byna nutteloos „ gemaakt hadt; en dat de buitenwooners ,, ook groote gelegenheid hadden tot het „ (luiken van der Stede Excynzen:" Hier- op hadt zy verzogt om Oélxoi „ tot zulk |
|||||||||||
3>
|
eene vergrooting der Stad, als zy beft
|
||||||||||
dienflig oordeelen zou; en om uitbrei-
ding van Jurisdifikie ofRegtsgebied, naar gelang van de vergrooting: " al 't welke haar vergund werdt (a). Men begon dan, eerlang, een ontwerp der aanflaande ver- grootinge te maaken. De toeleg was, de Stad wel een vierdendeel uurs aan de land- zyde uit te zetten; en om dat dit werk niet fpoedig uit te voeren was, midlerwyl, Oc- troi te verwerven tot de uitbreidinge van de Jurisdictie, naar alle zyden, tot op hon- derd gaarden buiten de ontworpen' Ves- tingwerken. De voorgenomen' Vergrooting werdt, met overleg van Piïnfe Maurits, 's Lands Stadhouder, in eene Kaart gebragt (ƒ?), en elk wel uitdrukkelyk bevolen, bin- nen de honderd gaarden van de Stads graf- ten of Singel -flooten, niet te timmeren , noch erven of tuinen te hoogen. Ook ge- fchiedde dit niet, van buiten de Haarlem- mer-, tot buiten de Heilige-W egs - Poort, daar de Vergrooting, ten deezen tyde, vol- bragt werdt. Doch men was bedugt, dat het, buiten de andere poorten, alwaar de Ver-
(a) Handv. hl, 6 [104].
(bi Reiol. Viocdlch. A:. 10. 6 Feh. I610. f. zi+ vtrft*
N. 11. p April 161;, ƒ. 6c, |
|||||||||||
II. Boek. Aanwas en Gelegenheid. 153
Vergrooting, om de moeilykheid van 't
werk, en de koflen die 'er aan vaftwaren, nog moefl uitgefteld worden, ligtelyk zou können gefchieden. Om 't welk te voor- komen , de Regeering, in 't jaar 1613, ver- zoo-t, dat 's Lands Staaten de ontworpen' Vergrooting volgens de Kaart, ook buiten de andere poorten, als voltrokken wilden aanmerken; in welk verzoek bewilligd werdt (O- Hierdoor kreeg de Stad vry- heid om het buiten-timmeren, ook aan de Ooflzyde , daar de Stad, vooreerft, niet vergroot werdt, te beletten, niet flegts tot binnen honderd, maar zelfs tot binnen twee- honderd gaarden , buiten de toenmaalige graft aan dien kant. Men Helde, terllond, nieuwe paaien, die de uitgeftrektheid der Stads Vryheid aanweezcn , en die, van buiten de Haarlemmer-, tot buiten de Hei- lige Wegs-poort, (tonden, op den afftand van honderd gaarden van de nieuwe Ves- tingwerken; doch van den Heiligen-Weg over den S. Antonis - dyk, op den afftand van tweehonderd gaarden van de ouden: 't welk duidelyk blykt uit eene Keure van den dertienden Auguftus des jaars 1613, waarby myne Heeren van den Gerechte, ach- tervolgende d'Ampliatie van het Oäroy, van de Ed. Mo. Heeren Staten van Holland geob- tineert, verehren ende ordonneren, dat binnen de naergenoemde Umiten geen timmeragie, repa- ratie ofte hooginge fal mogen gedaan worden; te
ft) Handv. hl. ij [iog].
\ * TT
K 5
|
||||
154 AMSTERDAMS LDeel.
te weten van de tegenwoordige Stads graf ten
buyten de nieuwe fortificatie van den Te buy- ten de Haarlemmer dyck, tot aen de Heyli- ge Weg flreckende, tot hondert gaerden toe, ende van de voorsz. Heyligen Weg over de St. Antonis dyck mede tot twee hondert gaer- den toe, uytwyfende de palen tot dien eynde buyten de refpeclive plaetfen gefielt (d). Elf nieu- De uitlegging, van welke wy fpreeken, we Bol- was 9 in 't jaar 1611, aangevangen, fchoon werken ^Q njeuwe Waal, een gedeelte derzelve, fn de ' a* eerder, begonnen was. In de plaats der plaats vyf Bolwerken, die tulTchen den Haarlem- van vyf tner-dyk en Heiligen Weg lagen, werden ouden. nu ^ 0p verderen afftand, elf Bolwerken ge- legd, die nog in wezen zyn. De drie eer- fte en uiterfte Bolwerken in 't Noorden leg- gen buitens-dyks, aan den Y-kant, op een ftuk Rietland, en begrypen drie Eilanden, die, federt, het Reaalen-, Prinfen- en Bik- ker s-Eihnd genoemd zyn, en voor welken, ten Ooften, eene geheel nieuwe Waal, tot berging van Schepen,gemaaktwerdt,wel» ke men, vooraf, gerekend hadt, wel twee- honderd en vyftig duizend guldens te zul- len koften (f). Het Weflelykfte deezer drie Bolwerken werdt met een lleenenBeer gehegt aan den Haarlemmer-dyk, op wei- Haar- ken, een weinig binnen - waards, in 't jaar lemmer- 1615, de Haarlemmer - Poort werdt aange- Poort. jgg^} jjjg nog jn Wezen is. Even voorby de-
(d) Keurb. I. ƒ. 39. Handv. bl. ico8 [602].
(e) Rofol. Vroedfch. N. 10. 9 Jutiy, 5 Juiy 1610. f.
237 verf°i z^8. |
|||||
, ... .-MUQÉ...
|
|||||
II. Boek. Aanwas en Gelegenheid. 155
dezelve, en dus binnensdyks, legt het vier-
de Bolwerk over de Brouwers-graft. Het vyfde legt tuffchen de Palm- en Linden- graft; het zesde tuffchen de Linden- en Anjeliers - graft , tegen het Zaagmolens- Poortje ten Noorden, welk egter laaterge- bouwd is; het zevende tuffchen de Anje- liers- en Egelantiers-ftraat; het agtfte, ten Zuiden van welk, federt, het Raam-Poort- je gemaakt werdt , tuffchen de Egelan- tiers- enBlom-graft; het negende tegen over de Roozen - graft; het tiende tegen over de Elands - ftraat, en het elfde en laatfle, tus- fchen de Looijers- en Paffe crder-graft. Van hier ffrekte zig de wal Ooftwaards tot voor- by de plaats, daar federt deLeidfche graft gegraaven werdt, alwaar, in 't jaar 1630, een twaalfde Bolwerk gelegd werdt. Voorts liep de walNoordooïhvaards naar deHeilige- Wegs-Poort en oude wallen toe. De oude wallen, van de houten Haarlemmer-poort, of Heeren - markt, af, tot omtrent de Heilige- Wegs-poort toe, waren, al in of kort na 't jaar 1613, geflegt (ƒ). Door deeze uitlegging, werdt de Stad aan Wat bin-
de Weftzyde vermeerderd met drie aan- nen de zienlyke graften, de Heeren-graft ^ de Kei-^}^Q zers-graft en de Prinfen-graft, die van 't ginJ^bë- Noorden naar 't Zuiden liepen, en omtrent greepen de plaats der Leidfche-graft eindigden, was. Ook liep 'er eene graft, de Lynbaans-oï Baan-
(f) Refol. Vroedfch. N. n. 2g 03. z9 iV«v. 31 Dtc.
I613. /. 89, 91 verß y 5g ver/v. |
||||
156 AMSTERDAMS I. Deel.
Baangraft genaamd , langs de nieuwe
Wallen, omtrent van het een tot het ander einde. Van den Singel, tot de Heeren-, van de Heeren-, tot de Keizers-, en van de Keizers-, tot de Prinfen-graft, werden eenige flraaten en graften gefchooten: en in de uitgeftrekte ruimte twTchen de Prin- fen- en Baangraft, veele graften, flraaten en dwarsltraaten gerooid, in welken nog een groot getal van floppen en gangen lie- pen, die, door den tyd, zeer digt met met Huizen en Huisjes betimmerd werden. Het Karthuizers-Kloofter was het eenige oude Gebouw, welk, met deeze vergroo- ting , binnen de Stad kwam; doch de nieu- we Stad werdt, eer men op verdere uit- legging dagt, met verfcheide openbaare en andere gebouwen , betimmerd. In 't jaar 1614, werdt de Weftzyde van de Heeren-graft of oude Stads Wal reeds met verfcheide aanzienlyke Huizen bezet. Op het betimmeren der beide zyden van de Kei- zers-, en der Ooftzyde van de Prinfen-graft, kwamen, in de jaaren 1615 en 1616 , verfcheide Keuren uit (g). Omtrent den- zelfden tyd, maakte men, aan de Noord- zyde des Binnen-Amflels , tegen over de Kloveniers Doele, van de Halvemaans- tot aan de Blaauwe-brug, veel water tot land, waarop deftige Huizen gebouwd werden. De Nieuwe Doeleflraap,fangs welke voorheen de Stads Wal plagt te loopen , werdt , Ver-
te) Handv. IL »pi, 991 £m]> |
|||||
\
|
|||||
ÏÏ.Boèk. Aanwas en Gelegenheid. 157
vervolgens, met fchoone Huizen bezet, en
de Stads Timmertuin, die hier lag, naar elders verplaatft. Ook werdt toen de fraaije fteenen Doelebrug gemaakt. De Wetter- en Noorder-Kerk werden aangevangen en volbouwd. De oude Waal, aan den Y- kant, voor den Montelbaans - Tooren Nieuwe- gelegen, werdt, in 't jaar 1644,gedeelte-y,aaH" lyk, tot land gemaakt, welk den naam van Nieuwe-JVaah - Eiland kreeg. Dit Ei- land werdt in drie blokken gefcheiden. Door het zelve, liepen twee ftraaten. Al- les was in honderd twee en twintig erven verdeeld, die, in't jaar 1646, voor vier- honderd vyf en zeventig duizend agt hon- derd en agt guldens verkogt (b), en eer- lang , langs den Binnen- en Buitenkant, met aanzienlyke Huizen bezet werden. Voorts, werdt de nieuwe Stad met veele fleenen en houten bruggen voorzien. De geringe Nieuwe houten Poorten van de voorige uitlegging fteenen werden ook, gedeekelyk , weggenomen Poorten* en in fleenen veranderd. JDeHeilige-wegs- Poort werdt, in 't jaar 1636, vangraauwen gehouwen fteen fierlyk herbouwd. Buiten dezelve lagen, over de breede Stads-graft, twee ophaalbruggen. Van binnen liep naar deeze Poort, en onder door denWal,eene graft, die naderhand gedempt geworden, en 't Körtings-Plein genaamd is. De Regu- liers-Poort werdt, eerft in 't jaar 1655, zeer fraai
(b) Domsela ar lil. B»tk, H, jy+. CQmmklih *A
12 j. F. VON ZE3EN. H. 177« J7S-
|
||||
158 AMSTERDAMS I.Deel.
fraai, meefl van gebakken fleen, herbouwd«
Zy was eene der zwaarfte en fterkftePoorten der Stad, is, nog tegenwoordig, op de Botermarkt, in wezen, en dient nu, onder anderen, tot eene Stads Waage. De hou- ten S. Antonis-Poort was, reeds in 't jaar 1636, meefl van graauwen gehouwen Heen, fierlyk herbouwd, en ftondt op den Dyk aan 't einde der S. Antonis- of Jooden- Breêftraat, nevens de plaats, waar federt de Portugeefche Jooden-Synagoge gebouwd is. De ban- of mylpaalen buiten de Stad waren, al in 't jaar 1624, wel honderd roeden verder uitgezet. En in 't jaar 1611, hadden Dykgraaf, Hooge-Heemraaden en Hoofd-ingelanden vanRynland, ten behoe- ve van de Regeering der Stad, reeds afftand gedaan van hun Regtsgebied over de Dy- kaadje en Wateren , die, met de jongfte vergrooting, binnen de Stad of derzelver Vryheid getrokken waren, mids men aanna- me,dat gedeelte der Dykaadje,teneeuwigen dage , te onderhouden , en, ten behoeve van Rynland, eene rente van tweehonderd guldens 's jaars opbragt (i). Het tim- ' De Stad dus, aan de Weftzyde, meer meren fan 00it te vooren, zynde uitgelegd, bleef buiten de ^ voorgenomen uitlegging aan de Ooft- ftertgaatzyfe5 omtrent veertig jaaren , fteeken. voort, Veeïen, hierdoor in den waan geraakt, aan de dat zy geheel agterblyyen zou, begonden, naar gelang dat de nieuwe Stad van bin- nen (i) Oude Kerk Laadt XXXII. Handv, W. 9 {156].
|
||||
II. Boek. Aanwas en Gelegenheid. 159
nen bebouwd werdt, fterkvan buiten,aan Ooft- en
de Ooft- en Zuidzyde, te timmeren, zon- Zuidzy- der het gevaar te ontzien van, by hetde- voortzetten der ontworpen' Vergrootinge, tot het af breeken hunner timmeraadjen , zo ver dezelven tegen de Keuren waren opgeregt, genoodzaakt te worden. De Wethouderfchap, ondertuflchen, geduu- riglyk het oog houdende op de voorgeno- men' Vergrooting, hadt, in 't jaar 1625, by wege van verklaaring van 't OcTxoi des jaars 1609, van 's Lands Staaten verkree- gen, dat zy alle erven en timmeraadjen, die binnen de paaien der voorgenomen' vergrootinge gelegen waren, na 't betaa- len der waarde, zou mogen naar zig nee- men, zonder daartoe eenige overdragt of kwytfchelding noodig te hebben (k). 't Ver- krygen van zulk eene verklaating op het voorige OcTroi behoorde de Luiden te hebben afgefchrikt van het bouwen binnen de paaien der voorgenomen' vergrootin- ge , alzo 'er duidelyk genoeg uit bleek, dat de Wethouderfchap die Vergrooting ; geenszins uit den zin ftelde. Evenwel ging het buiten-timmeren voort, aan de Zuid- en Ooftzyde der Stad, daar menigten van paden liepen, die met tuinen en huizen be- zet werden, in zo grooten getale, dat 'er, by de jongfte Vergrooting, naauwlyks, een vierde van de buiten - tim meraadjen , die nu in de Stad getrokken Honden te wor- den, (k) Handy, bl. 7 [113}.
|
||||||
i<5o AMSTERDAMS I. Dunk.
den, binnen dezelve gebragt geweeft wa-
re co. Vierde Eindelyk , werdt , in 't jaar 1657, en laat- een ernfl;ig befluit genomen, om de ont- legdng worpen' Vergrooting te voltrekken, en, in dèrStad,'t volgende jaar, maakte men eenen aan- vang met het graaven der nieuweGraften. In de plaats van de zeven Bolwerken der twee- de uitlegging, werden 'er veertien gelegd, zo dat de Stad nu, met de voorige elf, en nog een twaalfde , welk ten Weflen der Leidfche - graft opgeworpen was, in 't ge- heel zesentwintig geregelde Bolwerken hadt, die, eerlang, met fleen bemuurd, en, door hooge fteenen gordynen of muu- ren, die voor de aarden wallen lagen, aan eikanderen gehegt werden. Een groot ge- deelte van den buitengrond kwam, door deeze Vergrooting, binnen de Stad. Men rekent, dat zy, in 't begin der veertiende eeuwe, toen zy, door de oude Graft, zyn- de de Oude- en Nieuwe - zy ds - Voorburg- wallen , bepaald werdt, befloeg . . . 59 Morgen 503^ Roeden.
Toen zy zig, wat laat er,
tot aan de nieuwe Graft, of Oude- en Nieuwe- zyds-Agterburgwallen , uitftrekte, werdt zy ver- groot met . . 18 -------- 92 -------- En befloeg dus . . 77Morg. 595! Roeden.
(i) DOMSEHAR III. Botk.) #/. »71.
|
||||
ÏLBoek. Aanwas en Gelegenheid. i6t
Na dat zy, omtrent het
jaar 1480 , met cenen fteenen muur, omringd was, en den Singel tot haare uiterfte graft ge- kreegen hadt, kwamen hierby nog . 52 Morg. 387 Roeden, Zy befloeg, derhalve, toen
130 Morg. 3 8 2§ Roeden,
De Vergrootingen van de jaaren 1585 en 1593,
hierby gekomen zynde,
vermeerderden de Stad
met . . . 96 -------- 233ï—-----
waardoor zy groot werdt
227 Morg. ió Roeden.
Doch de Vergrooting, die in 't jaar ióii begonnen
werdt, maakte de Stad
meer dan tweemaal zo
groot,en beiloeg 303-------'346 ■-------.
|
||||||||||
I
|
||||||||||
■■ ■ ,1
Zo dat zy toen groot werdt
530 Morg. 362 Roeden,
Eindelyk kwam hier de
Vergrooting , van wel- ke wy fpreeken, by,waar- door aan de Stad werden toegevoegd. . 362 --------160-------* |
||||||||||
Weshalve zy nu binnen
haare muuren beflaat 893 Morg. 22 Roeden.
I. STUK. L Uil |
||||||||||
(
|
||||||||||
I
|
|||||||||||||
162 AMSTERDAMS LDeel.
Uit welke onderfcheidene aanwyzing, niet
alleenlyk blykt, hoe zeer de Stad, vantyd tot tyd, vergroot geworden is; maar men kan 'er ook byzonderlyk uit afneemen, dat 'er, met de laatfte Vergrooting, veel meer gronds binnen de Stad gekomen is, dan niet de onmiddelyk voorgaande. De Regeering hadt, by de jongde Ver-
grooting , geraaden gevonden, de overge- nomen' erven, die niet aan ïtraaten of graf- ten verdeeld werden, te rug te geevenaan de voorige eigenaars, mids dezelven, on- der den titel van Melioratie of Verbetering, wat meerder betaalden voor hunnen ouden grond, dan zy 'er voor genootcn, hadden, gelyk dezelve ook, .inderdaad , meerder waardig geworden was, na dat men dien in de Stad getrokken hadt. Doch het fchat- ten deezer Verbeteringe, welk door Sche- penen gefchiedde, hadt, nu en dan, mer- kelyke onluften veroorzaakt. Ook waren veelen onvermogend geweeft, om de pen- ningen, waarop hunne verbeterde erven ge- fchat waren, te voldoen. Men vondt, der- halve, geraaden, by 's Lands Staaten, Oc- troi te verzoeken „ om alle Landen, tuinen, erven en gronden, die met de voorgeno- men Vergrooting binnen de Stad zouden getrokken worden, van Stads wege, naar de fchattingvan den Geregte, te mogen |
|||||||||||||
Octro-
jen en Keuren deeze uitleg- ging be- treffen- de. |
|||||||||||||
S)
91 |
naar zig neemen niet alleen; maar ook zul«
ken, die niet tot graften, üraaten, mark- |
||||||||||||
ten en diergelyke openbaare werken of
„ plaatfen gebruikt, maar tot erven om te >s be-
|
|||||||||||||
II. Boek. Aanwas en Gelegenheid. 163
„ betimmeren gerooid zouden worden, in
„ volflrekten eigendom, te mogenbehou- „ den". En dit verzoek werdt der Stad, op den tweeden May des jaars 1663,toe- geftaan (in). De Stad nam, derhalve, fe- dert, alle de erven aan, die binnen de nieu- we uitlegging kwamen, en verleende, voor de waarde, waarop dezelven, door het Geregt, gefchat waren, Rentebrieventen behoeve der eigenaaren: op welke Rente- brieven , ZLilken, die te vooren op de erven geld gefchooten hadden, regt van wettige pandfehap bchiclden,terwyl de erven zelven in volkomen eigendom aan de Stad behoor- den , en federt, van tyd tot tyd, voor een zeer groot gedeelte, in 't openbaar ver* kogt zyn. Wyders, werdt de Regeering, in 't jaar 1670, gemagtigd door's Lands Staaten, om de uitgegeven Rentebrieven, binnen zes jaaren, afteloffen (n); gelyk fe- dert gefchied is. Doch de eigenaars van de opftallen derbuiten-timmeraadjen, die, na 't jaar 1613, tegen de Keuren, waren opgeregt, werden verpligt , om dezelven ten hunnen kolte af te breeken: alleenlyk was hun, in 't jaar 1663, van Stads we- ge, toegeftaan het gebruik hunner erven, tot dat hun het opruimen derzelven nader gelaft zou worden, mids zy zig terftond verklaarden, of zy dit gebruik, tot dien tyd toe, begeerden te behouden, dan of zy
(m) Handv. hl. g. [887]. ,
In) Haßdv. il. %. La
|
||||
16*4 AMSTERDAMS I.Deêl,
zy hunne erven , van flonden aan, aan de
Stad wilden overgeeven (0). De veertien Bolwerken, die, met de nieu-
we Vergrooting, langs de Zuid- en Ooftzyde der Stad, gelegd werden , begonden van het twaalfde Bol werk af, welk, in 't jaar 1630, beweflen de plaats der Leidfche Poort op- geworpen was, en liepen, met de nieuwe Wallen en Graften, dwars over de Heilige- wegs Vaart, tot aan den Amftel, over welken eene fraaije fteenen brug gelegd werdt. Van den Ooftkant van dien ftroom, vervolgden de Wallen en Bolwerken tot aan eene breede gegraaven' Vaart, de nieuwe Vaart genaamd, die tulTchen den Zeedyk, en de nieuwe Eilanden, Kattenburg, W\t~ tenburg, zo genaamd naar Jan Witten, een' Houtkooper, die aldaar de eerfle Scheeps- timmerwerf aangelegd hadt (p), en Oofien- burg liep; en over welke nog twee Bolwer- ken lagen, die de Stad, aan de Ooftzy- de, beüooten. Van de veertien Bolwerken, lagen 'er zes beweflen , en zes beooften den Amftel. De twee Bolwerken bcooflen de nieuwe Vaart maakten met deezen twaalf het getal van veertien Bolwerken uit. Zie hier de naamen van alle de zes en twintig |
|||||||||||||||
Naamen
van de zes en twintig Bolwer- ken der Stad. |
|||||||||||||||
Bolwerken der Stad, die
|
nog tegenwoor-
|
||||||||||||||
dig in wezen zyn.
De twaalf Bolwerken van
|
|||||||||||||||
de voorige
ver- |
|||||||||||||||
(0) Zie DOMSELAAR, UI. Bcefr, II. :6j>.
(p) F. VON &ESEN, U% I8J-. |
|||||||||||||||
II. Boek. Aanwas en Gelegenheid. 165
vergrooting, beginnende van den Noord-
Wefterhoek van 't Y, heeten |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
19. 't Oofter-Blokhuis.
Ieder van deeze Bolwerken ruit. op vier
en veertig overwelfde boogen, en heeft vyf en vyftig roeden in zynen omtrek; en juift zo lang is ook elk der gordynen, die de Bolwer- ken aan een hegten, en ieder zeven en veer- tig overwelfde boogen onder zig hebben. In 't midden van eenigen deezer Gorr Poorten
dynen, zyn nieuwe Poorten gezet, wor- dende de voorigen, die nog maar weinige jaaren geftaan hadden , of afgebroken, of tot een; ander gebruik gefchikt. Tus- fchen de Bolwerken , Slooten en de Schin- kel , bouwde men de Leidfche Poort, in de/ plaats der onlangs gebouwde Heilige-Wegs- Poort aan 't Konings-Plein, die afgebroken werdt. Tuflchen de Bolwerken Amfler- L 3 veen
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
^ _
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
i66 AMSTERDAMS I.Deel.
veen en Weteringspunt, kwam het Wet e*
rings-Poortje, zynde een uitgang onder den Wal door. Tuflchen de Bolwerken Ou- werkerk en 't Wefler-Blokhuis, bouwde men de fraaije Utrechtfche-Poort, in de plaats van de Reguliers-Poort, die nog in we- zen , en nu de Waag op de Botermarkt is. De Weesper-Poort, ook zeer wel ge- bouwd , werdt geplaaft tuflchen de Bolwer- ken Ooßer-Blokhuis en Weesp; en de Mui- der-Poort, die juift dezelfde gedaante heeft als de twee voorgaanden, werdt tuflchen de Bolwerken Muiden en Üutewaal ge- plaatfl; waartegen de net gebouwde S. An- tonis-Poort afgebroken werdt. Gräften De grond, die, door deeze laatfte groote en Straa- uitlegging, in de Stad getrokken was, werdt !?ntft haait aan Graften enStraaten verdeeld. In uitleg- de plaats van den ouden Stads Wal tegen ginge, 't Ooften, die van tegen over de Beuling- flraat liep tot omtrent de plaats daar toen het Pefthuis ftondt, en tegen welken de Heeren-, Keizers-, en Prinfen-graften plag- ten te fluiten, werdt eene graft gegraa- ven, die federt de Leid/che-graft genaamd werdt, en van de Heeren- tot de Baangraft loopt. Voorts liepen de Heeren-, Keizers- en Prinfen-graften door de gantfche nieu- we uitlegging, de e erft e tot door deRaa- penburger-fluis in 't Y; de tweede tot in de Muider-graft, agter de plaats, daar fe- dert de Hortus Medicus of Jrtfeny-tuin werdt aangelegd; en de derde tot in de nieuwe Jlaapciibiirger-graft. De Baangraft liep za ver;
|
||||
II. Boek. Aanwas en Gelegenheid. 167
ver als de Heeren-graft, tot in de nieuwe Vaart. De Straaten en Gräften, die, van 't Noorden naar 't Zuiden, door de nieu- we uitlegging, gerooid werden, warende Leidfche-firaat, de Spiegel-flraat en Graft, de Vyzel-flraat en Graft, de Reguliers-gr aft, de Utrechtfche-flraat, de Weesper-flraat ,de Muider-graft, de Muider-flraat, nu ook de middellaan der Plantaadje, en de nieuwe Raapenburger-graf t; om niet te fpreeken van de Straatcn en Dwarsftraaten, die, door de drie Eilanden benoorden de nieuwe Vaart, Kattenburg, Wittenburg en Ooften- burg, gerooid werden. Nog liepen 'er, in gelyke ftrekking met de Keizers- en Prinfen-oraft , eeniffe ftraaten en dwars- ftraaten,van welke de Kerkflraat, tünchen de Keizers- en Prinfen-graft , devoornaam- fte is; en eene Graft, de Agtergraft ge- naamd , tuiïchen de Prinfen- en Baangraft, van de Resuliers- tot aan de Muidereraft. De vier Poorten der nieuwe uitlegginge , de Leidfche, Utrechtfche, Weesper- en Muider-Poort, maaken, met de Haarlem- mer-Poort in de oude Stad, de vyf voor- naämfte Poorten uit. Voorts, zyn 'er drie Poorten onder de Wallen door, het Zaag- mokns- en Raampoortje in de oude, en het PFeteringspQortje in de nieuwe Stad. Aan den Y-kant blyft de Stad,gelykvan ouds, nog onbcmuurd ; doch bezet met twee ryen paaien, binnen welken de Scheeps- Waaien afgeperkt zyn, waarin, doorgaands, cn vooral des Winters, een groot getal L 4 vaa
|
||||
ï68 AMSTERDAMS I. Deel,
van Schepen leggen, behalve zeer veele
anderen, die hunne legplaats binnen de paaien voor de Stad, of buiten tegen de- zelven, en verder af op ftroom verkiezen. De Stad vertoont zig, van buiten, ner. gens zo grootfch en aanzienlyk als van den Y-kant, waarom zy ook doorgaands, van die zyde , gefchilderd en getekend wordt. Zy is, na de uitlegging, van wel- ke wy nu gefproken hebben, niet verder vergroot; doch van binnen, meer en meer, betimmerd geworden; en laatflelyk, langs den nieuwen Zeedyk , tuffchen de Raapen- burgergraft en nieuwe Vaart, daar twee Straaten gelegd zyn: ook op de Keizers- graft aan 't Oofteinde, en elders; doch in de nieuwe uitlegging, behooren nog veele erven aan de Stad, die niet verkogt of uit- gegeven , en derhalve nog niet betimmerd 1 zyn. Zy leggen egter na aan de Wallen. De Stad is van binnen alomme digt be^ bouwd. , , Bcgroo- Het getal der Huizen en Inwooneren in
tmg van Anifterdam is •, van ouds, en zelfs nog te- taTder genwoordig, aan geduurige veranderingen Huizen onderhevig geweeft; waarom het niet met volkomen' zekerheid te bepaalen is. De Inwooners zyn zeldzaam geteld; en nu, in veele jaaren, niet: weshalve het getal derzelven, met nog veel minder naauw-» keurigheid, dan dat der Huizen gemeld kan worden. Zie hier, wat wy, omtrent Jjet een en het ander, hebben aangetekend. In
|
||||
i
|
|||||||||||
II. Boek. Aanwas en Gelegenheid. 169
In 't jaar 1515, toen de Singel ten Weilen,
en de Kloveniers-Burgwal en Gelderfche- kaai ten Ooften de uiterfle paaien der Stad waren, werden 'er maar tweeduizend vyfhonderd een en dertig Haardfteden in de Stad geteld (g), 't Is te vermoeden, dat het getal der Huizen toen niet veel boven de twee duizend zal geweeft zyn, alzo 'er zekerlyk veele Huizen waren, die meer dan ééne haardftede hadden : ten ware dat men toen vcrfcheide haardfteden niet geteld hadt, om dat de huizen, in welken zy gevonden werden, aan onvermogenden behoorden, die niet in 't Haardftedegeld droegen; gelyk men, zekerlyk, de haard- fteden der Kloofteren en Godsdienftige Geftigten overgeflaagen heeft. Het ge- tal der Huizen zou, in zulk een geval, ook grooter geweeft zyn. In 't jaar 1632, toen de derde uitlegging, reeds voor een goed gedeelte, betimmerd was , fchoon 'er, tuffchen de Prinfen- en Baangraft, nog veele erven ledig lagen (V), werden veertien duizend vier honderd en veer- tig Huizen in de Stad , en elf honderd twee en twintig in de Voorlieden, famen vyf tien duizend vyf honderd twee en zefiig, geteld (V). Mén ziet hieraan, hoe zeer de Stad, in den tyd van ruim honderd jaa-
|
|||||||||||
(q) Zh Crlers Leiden , */. $%.
|
|||||||||||
(
|
t) RefoJ. Vioedfch. N 16. 6 OEI. i6z%. f. jt.
tj Cluon. van Medénblik , *i, 200.
|
||||||||||
L 5
|
|||||||||||
l7o AMSTERDAMS I. Deel.
jaaren > in getal van Huizen, toegenomen
was. Met de laatfte uitlegging, zyn dee- ze Voorlieden, grootendeels, in de Stad getrokken, en, na 't genoegzaam betim- meren dier uitlegginge, zyn 'er, in 't jaar 1732, binnen de Stad en de Vryheid, zes en twintig duizend vyf en dertig Hui- zen in de Lyften der Verpondinge gebragt; welk getal, tot in 't jaar 1740, met twee honderd twee en tagtig vermeerderd was (f); zo dat 'er toen zes en twintig dui- zend drie honderd zeventien Huizen geteld werden , 4ie verponding fchuldig waren. 't Getal der Huisgezinnen is , in 't jaar 1747, opgenomen, en bevonden te zyn een en veertig duizend vyf honderd een en zes- tig, naamlyk twee en twintig duizend agt jhonderd een en twintig Huisgezinnen, die in Huizen, en agttienduizend zevenhon- derd en veertig, die in Agterhuizen , in Kelders en op Kamers woonden. en in- Zo na weet men, tegenwoordig, 't ge- woone- tai der Huizen en Huisgezinnen. Het te- var^Ain- genw00I*dig getal der ingezetenen is moei- fterdam. lyker te bepaalen. In't jaar 1622, zynze geteld geworden, en bevondt men toen in de Stad, negen en negentig duizend vyf honderd zes en tagtig menfchen: in de Voorftad buiten de S. Antonis-Poort, ze« ventien honderd negen en tagtig; buiten de
(t) Zie N. Struyck Nader Ontdclck. omt,r. den (hat
van 't Menich. gefhgt gedr. ijsi- H> is:- |
||||
II. Boek. Aanwas en Gelegenheid. 171
de Reguliers -Poort, veertien honderd zes
en zeventig; buiten de Heilige-Wegspoort, veertien honderd drie en twintig; en buiten de Haarlemmer-Poort, drie honderd zeven en tagtig; en dus, in de vier Voorlieden met eikanderen, vyf duizend drie honderd vyf en zeventig: en in de Stad en Voorlie- den famen, honderd en vier duizend negen honderd een en zeßig ingezetenen (a). De Vroedfchap heeft Burgemeefteren, nog in 't jaar 1630, gemagtigd, om alle de zie- len in de Stad te doen opfchryven (u). Doch of zulks gefchied zy, is my niet gebleeken. Naderhand, is 'er geene net- te telling gefchied. Men kan, derhalve, het tegenwoordig getal der ingezetenen , riiet dan uit gisrekening,weeten. De Heer J\ticolaas Struyck heeft zig,vooree* nige jaaren, veel moeite gegeven, om het getal der inwooneren van eenige Dorpen te laaten tellen, en uit vergelyking van de getrouwden , geboorenen en geftorve- nen aldaar, met de getrouwden en geboore- nen , en vooral met de geflorvenen alhier, opgemaakt, dat het getal der ingezetenen deezer Stad, naauwlyks twee honderd dui- zend beloopt (ïo). Anderen Hellen 't groo- ter; doch, zo 't ons toefchynt, op Joffer grond. Vemgft is 't, nogtaos , in eene zaak;
(u) N. Struyck Nader Ontdekk. hl. nj.
(v) Refol. Vroedfch. N. i6 i Nov. iójo. ƒ. 137 verft.
(wj N,. Stkuyck, Nader Ontdckk. bl. 1^0.
|
||||||
J72 AMSTERDAMS LDeel/
zaak van deezen aart, die niet op bevin- ding ruft, niets als volkomen zeker vaft te ftellen. Tot de regte kennis van de Stad, en van
derzelver Gelegenheid en Gefchiedeniflen, is van veel dienft, dat men de gelegen- heid van alle Graften, Straaten en Stee- gen wel kenne. Wy hebben hierom de moeite genomen, om van deeze allen , twee Naamwyzers op te ftellen, die wy hier tuffchen voegen. |
|||||
NAAM-
|
|||||
IL Boek. Aäswas en Gelegenheid. 173
NAAM- en PLAATS-WYZER Fnnalle GRAFTEN, STRAATEN,
S TE E GEN en voornaame
GANGEN der Stad
AMSTERDAM.
|
||||||
B E R I G T.
De volgende Naam- en Plaatswy-
zer is verdeeld in zeven Hoofddee- len, met I. IL III. IV. V. VI. en VIL aan- geweezen, geichikt naar den oudften be- kenden ftaat der Stad en derzelver ver- fcheide Vergrootingen. In ieder derzelven, vindt men de voornaame Graf ten, Straaten en Eilanden, met groote letters, en A. B. C. D. enz. getekend: de mindere Graften, Straaten,Steegen, Gan- gen, o.p de voornaame Graften of Straa- ten beginnende of eindigende, met 1. 2.3. enz., a. b. c. enz., f, j. *. enz., en klei- ne letters; gaande de telling derzelven 0- veral van binnen naar buiten, of, in de oude Stad, naar den Y-kant, en in de twee laatfte uitleggingen VI. en VIL, naar de Vellen, Agter de naamen der doorloopen- de Graften , Straaten , Steegen, of Gan- gen , wordt overal aangeweezen, waar zy tütkomen. Als 'er niets agter flaat, blykt, |
||||||
174 AMSTERDAMS I. Deel.
dat zulk eene Graft, Straat enz. niet door-
loopt, ten ware het tegendeel daarby aan- getekend ftondt, gelyk fomtyds , omtrent Graften, Straaten of Stcegen,die op Mark- ten, Pleinen, of aan de Schans uitkomen, gefchiedt. De Naam- en Plaats-wyzer toont dus, welke Graften, Straaten, Steegen enz. in de oudftc en jongere gedeelten der Stad leggen> en wat 'er, in elke vergrooting, bygekomen is. De ftrekking of loop dier Gräften, Straaten enz. wordt 'er, insgelyks, in aangeweezen. Ook kan men 'er den naam in vinden van eene Graft, Straat of Steeg, welker plaats bekend is. Zomen, by voorbeeld, weeten wil, hoe de zeven* de Steeg aan de Ooftzyde van het Rok- in heet , ziet men , in Hoofddeel I. , op de Letter A., by 7., dat derzelver naam Heremyten-ficcg is. Agter dien naam, Haat, Zie I. I. 14. 't welk, in 't zelfde Hoofd- deel , wyft op de Letter I. zynde het teken van de INJ es; waar men,by 14.5 de zelfde Heremyten-flecg getekend vindt : waaruit blykt, dat dezelve in de N e s uitkomt. Zo de naam van eenige Graft, Straat of Steeg bekend is, en men derzelver plaats begeert te weeten;kan men, in de Lyst naar orde vari't A. B. C., die op den Naam- en Plaats* wyzer volgt, vinden, waar dezelve , in den Naam- en Plaatswyzer, getekend ftaat. i
■
JU |
||||
IL Boek. Aanwas en Gelegenheid. 175
I.
Het oudße bekende gedeelte der Stad, toen zy,
in 't jaar 134a, ten Oosten, met denOvDK- ZYDS - Voorburgwal , ten Westen met den ;Nieuwe-zyds-Voorburgwal , ten Zuiden, met den Grijvt- burgwal en het Spuij, en ten Noorden , met den Y-kant beflooten was. De Dam
legt omtrent midden in de oude Siad.
Op den zelven loopen uit
het Damrak of Water. Zie I. B.
de Vygendam of Middeldam. Zie I. I. 15.
de Beurs-fteeg (Zie I. A. 18.), uitkomende op
het RoKiN. Zie I. A.
de Kromelleboog-fteeg. Zie I. ^. 17. de Kalverstraat. Z/e I. L. de Gafthuis-fteeg. Zie I. D. 13. de Mozes- en Aäron ftraat. Z/e I. D. 14. Beooften o/ agter de Nieuwe Kerk, genaamd de Elendige-ftecg. Zie I. M. 12. a.
de NieuwendYK, Z/e I. M. G R A F T E N,
de oude Stad in de lengte doorfnydende:
J. 't Rokin, öudtyds , de Amflel.
B. 't Water of Damrak.
Aan de Ooft- of Oude zyde:
C. Oude ZYDS-Voorburgwal.
Aan de Weft- of Nieuwe zyde:
D. NlEUWE-ZYDS-VoORBURGWAL.
In 't Zuiden:
E. de Grim-burgwal, öudtyds, de Grim.
F. HetSpuij.
In
|
||||
Ï7<5 AMSTERDAMS I.Dee£<
In 't Noorden :
G. Oude Teertuinen, oudtyds, Houttuinen.
H. Texelsche Kaai , oudtyds, Nieuwe-zyds-Hout- tuinen. Groote Straaten.
Aan de Ooft- of Oude-zyde.
ï. Nes, oudtyds, ten deele, de Neffe of Grimnes-
fe, ten deele, Gansoord.
K. Warmoesstraat , oudtyds , ten deele , Kerk- flraat, ten deele, firartmesfiraat.
Aan de Weft- of Nieuwe-zyde :
L. Kalverstraat, oudtyds, ten deele Bindwykoi
Binnervwyk.
M. Nieuwendyk , oudtyds, Ffindmoleußraat. Kleine Straaten en Steegen.
A. op 't R o K - i N.
Van de Lange -brug tot den Dam,
Ooflzyde. i. Lange-brugs/'fteeg. Zie I. /. 8.
2. Kalfsvel fteeg of Styffel-fteeg. Zie I. L 9.
3. Cellebroêrs-fteeg of Pens-fteeg. Zie I. 1. 10.
4. Wyde-Lomberds-fteeg. Zie I. I. 11.
5. S. Pieters-Poort. Zie I. I. 12.
6. Nadorft-fteeg. Zie I. ƒ. 13.
7. Heremyten-fteeg , eertyds , Utrecht/ehe Stei-
gers-fleeg. Zie I. I. 14.
H^eflzydt. 8. Tak-fteeg. Zie I. L. 1.
9. Water-fteeg. Zie I. Z,. 2.
10. Enge Kapel-fteeg. Zie I. L. 3.
11. Wyde Kapel-fteeg. Zie I. L. 4.
12. Mooren-fteegje.
13. Duifjes-fteeg. Zie I. L. 5.
14. Gaapers-fteeg, oudtyds^ Oven-fleeg. Zie I. L. 6.
15. Spaarpots-o/ Spreeuwpots - fteeg, oudtyds,
Jakob van Qlen-fleeg. Zie I. L. 7.
16. Pa»*
|
||||
IL Boek. Aanwas en Gelegenheid. 177
16. Paapenbroek-fteeg, oudtyds, Popius-fleeg. J.
Zie I. X. 8.
|
|||||||||||||||||
17. Kromelleboog-ftceg, oudtyds, 't Roode-keu-
|
A.
|
||||||||||||||||
<wen-ßeegje, komt uit op den Dam.
Het RoKiN ter wederzyde de Beurs
heet 18. Agter of bezyden de Beurs,
en
Beurs-fteeg. B. Water of Damrak. ßt
Weflzyde.
1. Valken-fteeg. Zie I. M. i.
2. Dubbelde-Worft-fteeg, eertyds, Romeni-flraat.
Zie I. M. 2.
3. Zout-fteeg. Zie I. M. 3.
4. Baafjes-fteeg, ifc I. M. 4.
5. Vrouwen-fteeg. Zz'e I. M, 5.
6. Mandemaakers-fteeg. Zie I. M. 6.
7. Oude brugs-fteeg. Zie I. M. 7.
8. Karnemelks fteeg. ZzV I. M, 8.
9. Kapel-fteeg. ifo I. M. 9.
2 e/2 einde van 't Water , komt men Weßwaards
aan de Texelsche Kaai. Zie I. H. |
|||||||||||||||||
C. OUDE-ZYDS-VOORBURGWAL.
TVeflzyde.
i. Kuipers fteeg of Zilver-fteeg. Zie I. I. j.
waarin, a. 't Gebed zonder end. Z.z.ZieLE. t. 2. Barberftraat. Zie I. L 2.
3. Lomberds-fteeg. Zie I. /. 3.
4. Engelfche Poort.
5. Agter de Hal, en ter wederzyde
van de Groote Hal.
ten Zuiden heette ook S. Pieters-fteeg.
Zie I. I. 5. 6. Pieter Jakobsz-ftraat. £ie I. ƒ. 6. en in de-
zelve
a. Pieter-Jakobsz-Dwarsftraat. (Zie I, C. 7. a.), in welke is O. z. de ï. STUIi M I Steen- |
|||||||||||||||||
S'
|
|||||||||||||||||
■■
|
|||||||||||||||||
g AMSTERDAMS 1. Dee£,
f. Steenhouwers fteeg op den Voorburgwal
uitkomende. 7. Hal-fteeg, waarin
a. Pieter-Jakobsz-Dwarsftraat (Zie I. C. 6. a.)
uitkomt. Zie I. I. 7. 8. Pyl-fteeg. Zz'e I. K. 1. heeft Z.z. twee gan-
gen en N. z. een: loopende in de
9. Jan de Vriczen-ftceg: heeft N. z. een gang,
loopende in de
10. Servet-fteeg, oudtyds, Ravet-ßeegje. Zie I. K. 2.
in dezelve is N. z. een gang, loopende'
in 't 11. Duive-fteegje, oudtyds, Arend Jakobszoons-
fleeg, heeft ook N. z. een gang, loo-
pende in de. 12. Schouten-fteeg, oudtyds, Jan Schouten-Aarts-
zoom-ßeeg. (Zie I. K. 3.) heeft een gang
Z. z., loopende in't Duive-fteegje, en een N. z. in de 13. S. Jans-ftraat. (Zie I. K. 4.). In dezelve is
N. z. een gang, loopende in de
14. Leidekkers-fteegjkomt Z.z. door een gang
in de S. Jans-ftraat.
15. Gooijers-fteeg.
16. Blaauwlakens-fteeg.
17. Zwartlakens-fteeg.
18. S. Anne-ftraat. Zie. I. K. 5. in dezelve N. z.
a. S. Anne-Dwarsftraat, in welke, tenOofleni uitkomen, de volgende twee Steegen,
die op den Burgwal ingaan« 19. Dolle -Begynen-ftceg.
20. Trompetters-fteeg of Zoger-fteeg.
21. Oude-Kerks-Plein. Zie I. #. 6. 7- 3.
22. Agter de Oude Kerk, in de Bogt.
23. Sleepers fteeg, eertyds, Patemoflers-fleegi
24. Niezel. Zie 1. K. 9.
25. Heintje-Hoek-fteeg. Zie I. 7iT. 10.
26. Zak-fteeg o/ Suikerbakkers-fteeg.
27. Oude-zyds-Arm-fteeg. Zie I. Ä". 11.
28. Wyngaardsftraatje. Zie l.K. 12.
|
|||||
J). N|äü-
|
|||||
-------——m------
|
||||||
■
|
||||||
iL; Boek. Aanwas en Gelegenheid. 1751
D. NlEUWE-ZYDS-VoORBURGWAL.
Ooßzyde.
1. S. Lucien-fteeg. Zie I. L. n.
2. Turf hok-fteeg of Turkfche Keizers-fteeg.
3. Zwarte Paard-fteeg.
4. Witte Kelk-fteeg.
- 5. Mooriaans-fteeg. 6. Stoutehaans-fteeg of Penfionaris-fteeg.
7. Slooterdyks-ftceg.
8. Melkmeisjes-fteeg.
9. Azynmaakers-fteeg of Zwartlakens-ftecg. .
io. Spykerboors-fteeg. ii. Jonge Roelen-fteeg. Zie I. L. 12.
12. Boeren-fteeg of Melkboeren-fteeg, ofBlaau-
wehaan-fteeg.
13. Gafthuis-fteeg. I komen uit op
14. Mozes en Aiiron-ftraat. f* den Dam.
15. Gravenftraat. Zie I. M. 12.
16. Zwartehand-fteeg, eertyds, School-ßeeg. Zit
I. M. 12. a. |.
17. 't Hol. Zie I. M. 13.
18. S- Nikolaas-ftraat. Zz'<? I. M. 14.
19. Gccrtruid-fteeg, komt N. z. met een gang
uit in de
io. Nieuwftraat. Zie 1. M. 15. In deeze is N.z*
een flop, waarin Ooßwaards een ande- re loopt, a. Spanjaards- o£Spa?ijes-poort genaamd, met een winkelhaak in de Dirk van Hajfelts-ßeeg uitkomende: en Wefiivaards de 21. Suikerbakkers-fteeg.
ï2. Dirk van Haflelts-fteeg. Zie I. ilf. i$. < es
in dezelve ßüm rfe Ziiidzyde,
a. Louwen-poort &ƒ Meefter Louwen-fteegje,
b. Spanjaards- e/ Spanjes-poort, uitkomende
in «ie Suikerbakkers-fteeg.
aan de Noordzyde, c. Zilverfmids gang, of Kruimans-fteegje.
d. Stuivers gang.
Ma ' aj. Ko&
|
||||||
1WT'
1 |
|||||||||||||||
180 AMSTERDAMS I. Duu
T 23. Kolk en Kolk-fteeg. Zie I. Af. 17.
** 24. S. Jakobs-ftraat. Zie I. Af. 18.
a£7j ^ Zuidzyde
Z). Dwarsftraat, uitkomende op de Kolk. »5. Oude Braak
in dezelve, drie niet doorloopende gan-
gen , een gang , uitkomende in de 1, Kromelleboog-fteeg op den Nieuwendyk. Zie I. Af. 19., en een gang, uitkomende in de 26. Nieuwe-zyds-Arm-fteeg. Zie I. M. 20.
27. Brouwers-fteeg. Zie I. M. 22.
22. £. Gkimburgwal.
r. Gebed zonder end, hebbende
ter wederzyde een niet doorloopende dwars-gang , en uitkomende in de Kuipers-fteeg. Zit
I. C. 1. I. I. 1.
F. E S p u ij.
1. Noordzydey of agter de begynen.
G. G. Oude Teertuinen,oudtyds,
Houttuinen. Zie III. F.
1. Zeedyk. 2ft? onder III. ƒ.
ƒ/. //. T e x e L s c H e Kaai.
1. Haffelaars-fteeg, oudtyds, Trouwloos-ßeeg,
Ziel. Af. 10.
4. Ramskooi. Zie I. Af. 11. |
|||||||||||||||
/.
|
J. Nes.
|
||||||||||||||
Oofizyde.
1. Kuipers- o/Zilver-fteeg. Zie I. C. r.
waar in a. 'c Gebed zonder end Z.z. Zitl. i£. r.
2. Barber ftraat. Zje I. C. 2.
3. Lomberds-fteeg. Z/e I. C. 3.
- 4. Hal-plein of Boeren-VifcUiaarkt. Zie L C. 5. 5- Ag*
|
|||||||||||||||
JE. Boek. Aanwas en Gelegenheid. i3i
5. Agter o/ nevens de Hal, eertyds S. Pieters-
fleeg. Zie I. C. 5.
6. Pieter-Jakobsz ftraat. Zie I. C. 5.
7. Hal-fteeg. Zi<? I. C. 7.
IVeßzyde.
X. Langebrug-fteeg. Zie I. ^/. 1.
9. Kalfsvel- of Styffel-fteeg. Zie I. ^. 2.
10. Cellebroêrs-fteeg o/Pens-fteeg. Ziel.4. 3.
11. Wyde-Lomberds-fteeg. Zw I. A. 4.
12. S. Pieters-Poort. Zie I. ^. 5.
13. Nadorft fteeg. Zie I. y£ 6.
14. Heremyten-fteeg. Zw I. ^. 7.
15. Vygen- o/ Middeldam : en daar op
een poort of doorgang ten Zuiden naarde
Beurs-fteeg, en
twee ten Noordtn naar de groote Vifch ■ markt. ■
K. Warmoesstraat.
Ooßzyde* 1. Pyl fteeg. Zie I. C. 8.
2. Servet fteeg. Zie I. €, 10.
3. Scbotiten-fteeg. Zie I. C. 12.
4. S. Jans-ftraat. Zie I. C. 13.
5. S. Anne-ftraat: in dezelve
'a. een Dwarsftraat, hebbend« ten Weßen
f. Goudbergs-fteeg. |. Bethlehems-fteeg. $. Trompetters-fteeg. wn Ooflen, Zw I. C. 18. a.
<$. Zoete-naam-Jezus-fteegje. T komen uit op 't 7. Wyde-Kerks-fteeg. SOude-Kerks- S. Enge-Kcrks-fteeg. J plein. ZwI.C.ai.
9. Niezel. Z/ff I. C. 24.
29. Heintje-Hoek-ftceg. Zie I. C. 25. 11. Oude-zyds-Arms-fteeg. Ziel. C. 27.
12. Wyngaards ftraatje. Zie I. C. 28.
jjj. Oude-zyds-Kapel-fteeg, loopt naar de O. Z.
yoorburgwal JVeßzyde. M 3 hel
|
||||
i82 AMSTERDAMS IDeel,
het einde der Warmoesftraat heet
14. S. Olofs-poort, buiten welke is de
irs. Kamper-fteiger. Weßzyde.
16. Vifch-fleeg, oudtyds , Henrik Katrynszoons*
fleeg, loopt naar de Vifchmarkt.
17. Eerfte Waaigat. ^
18. Paapenbrug-fïeeg. }
19. Tweede Waaigat. |_ loopen regt tegen '£
20. Oudebrug-fteeg. f Water Ooßzyde.
21. Guldehand-fteeg. !
S2. Nieuwebrug-fteeg.-' L. Kalverstraat.
Van de Offèn-fluis tot den Dam,
Ooflzyde.
X. Tak-fteeg. Zie I. A. 8.
2. Water-fteeg. Zie I. A. 9.
3. Enge-Kapel-fteeg. Zie I. ^. 10.
4. Wyde-Kapel-fteeg. Zz'<? I. ^. 11.
5. Duifjes-'fteeg. IT/e I. A. 13.
6. Gaapers-fteeg. Z/e I. A. 14.
7. Spaarpots-ftecg. Zie I. ^. 15,
8. Paapenbroeks-fteeg. Zie L ^/. 16.
Weßzyde.
9. Roozeboom-fteeg, loopt regt agter de Be-
gynen. Z« 1. F. 1.
10. Bcgynen-ftéeg, Io'opt naar 't Begynhof.
11. S. Lucien-fteeg. Zz'e I. D. 1.
12. Jonge Roelen-fteeg. Zie 1. D. 11.
M. NlEUWENDYK.
Van den Dam tot de Oude Haarlemmer-ïluis.
Ooßzyde.
I. Valken-fteeg. Zie I. B. 1.
I, a. Dubbelde Worft-ftecg. Zfc I. 5. 2. 3. Zout»
|
||||
IÏ-BoEK. Aanwas en Gelegenheid. 183
3. Zout-fteeg. Zie I. B. 3.
4. Baafjes-fteeg. Zie I. 5. 4.
5. Vrouwen-fteeg. Zie I. 5. 5.
6. Mandemaakers-fteeg. Z/e I. B. 6.
7. Oudebrugs-fteeg. Zz> I. B. 7.
8. Karnemelks-fteeg. Zie I. #. 8.
9. Kapel-fteeg. Zfe I. 5. 9.
10. HaiTelaars-fteeg. Zie I. ƒƒ. 1.
11. Ramskooi. Zz'e I. H. 2.
FPeßzyde.
12. Graven-ftraat. Zie I. D. 15. aldaar
ten Zuiden
a. Agter de Nieuwe Kerk, of Elendige Reeg,
uitkomende op den Dam.
ten Noorden b. de Blaauwe ftraat en erf, loopende
Weflwaards, naar de
f. Zwarte hand-fteeg. {Zie I. D, 16.) en Ooflwaards, naar het Ï3. Hol, {Zie I. D. 17.) welk ook fm Noorden uitloopt in de 14. S. Nikolaas-ftraat. Zie I. ZX 18.
15. Nieuw-ftraat. Zie I. D. 20.
16. Dirk van HaiTelts-fteeg. Zie I. D. 22.
17. Kolk-fteeg. Zie I, D. 23.
18. S. Jakobs ftraat. Zie I. D. 24.
19. Kromelleboogs-fteeg. Zie I. D. 25. a.
20. Nieuwe-zyds-Armfteeg. Zie I. D. 26.
ai. Klapmuts-fteeg, eertyds, Malle Frans-fteeg.
22. Brouwers-fteeg. Zie I. D. 27. II. .
■
lrergrootïng der Stad, federt het graaven der
NIEUWE GRAFT , flU de OuDE- en NlEüWK-
zyds-Agterburgwal , voor het jaar 1400.
G R A F T E N.
A. Oude-zyds-Vooreurgwal Ooßzyde, of Fluweh-
I.EN-BURGWAL.
B. Nieuwe-ztos-Voorburgwal. Weßzyde.
M 4 C. Ou-
|
||||
i84 AMSTERDAMS I.Deel.
tt C. Oude-zyds-Agterburgwal Weflzyde.
^ D. Nieuwe-zyds-Agterburgwal Ooflzyde. 4* 4- OüDE-ZYDS-VoORBURGWAL,
Ooflzyde.
of Fluweelen-Burgwau 1. Agnieten-ftraat. Zit II. C. i,
2. S. Katrynen-Kloofters gang.
3. Prinfen-Hof-fteeg, oudtyds, S. Cecilien-fleeg.
Zie II. C. 2.
4. Oude Doele-ftraat. Zie II. C. 3.
« 5, Stoof-fteeg, oudtyds, Huiszitten-fteeg. Zie
11. C. 4. 6. Kreupel-fteeg. Zie 11. C. 5.
7. Minderbrocders-fteeg, gok Oude-Kerks-fteeg,
in 't gemeen Oude Kennis - fteeg. Zie
II. C.6. 8. Korte-Niezel o/ Blaauwe Lelie - ftraat. Zfc
II. C. 7.
9. Rotteneft, of Zoutkoopers-fteeg, o/Vreden-
burgs-fteeg. Zie IL C. 8.
#. #. NlEUWE-ZYDS-VoORBURGWALj
Weftzyde.
1. Roskam-fteeg. Zie IL D. r.
2. Roosmaryn-fteeg. Zie 11. D. 2.
3. Wyde-fteeg. Z/<? IL D. 3.
4. Kaatsbaans-fteeg.
5. 't Keizerryk. Zie II. D. 4.
6. Stil-fteeg. Zw IL D. 5.
7. Huiszitten-fteeg. Z/e 11. D. 6.
8. MoLfteeg. Zie 11. D. 7.
9. Mostaardpot-fteeg o/ Schuitmans fteeg. Zie
II. D. 8.
io. Korte Lynbaans-fteeg of Kleimans-fteeg. Zie II. D. 9. 11. Pottebakkers fteeg. Zie IL D. 10.
12. Wateifcheeps-fteeg of Hopkuil - fteeg. Zit
IL D.11.
13. Klimop fteeg. Zie II. D. 12.
C. Ou*
|
||||
3ki3oEK. AAnwas en Gelegenheid. 185
C. Oude-zyds-Agterburgwal,
Weßzyäe. 1. Agnieten-ftraat. Zie II. A. r.
2. Prinfen-Hof-fteeg. Zie 11. A. 3.
3. Oude Doele-ftraat. Zie. II. A. 4.
4. Stoof-fteeg. Zie II. y/. 5.
5. Kreupel-fteeg. Zie II. ^. 6.
6. Mïnderbroeders-fteeg. Zie II. A. 7.
7. Korte-Niezel. Zie II. A. 8.
s 8. Rotteneft. Zie 11. ^. 9. D. Nieuwe-zyds-Agterburgwal,
Oofizyde. c 1. Roskam-fteeg. Zie II. 5. 1.
2. Roosmaryn-fteeg. Zw IL B. 2.
3. Wyde-fteeg. Zie II. B. 3.
4. 't Keizerryk. Zie 11. 5. 5.
5. Stil-fteeg. Zie II. B. 6. ..
6. Iluiszitten fteeg. Zie II. 5. 7. •*
7. Mol fteeg. Zie IL B. 8.
8. Mostaardpot-fteeg. Zie 11. B. o.
9. Korte Lynbaans-fteeg. Zie II. #. 10.
10. Pottebakkers-fteeg. Zie II. B. 11.
11. Waterfcheeps-fteeg. Zie II. B. 12.
12. Klimop fteeg. Zie II. 2?. 13.
III.
. .....: . .;, • .
färgroot ing der Stadv omtrent het jaar I480,
door het bemuuren derzrlve^ langs de Oost- Zyde van den Singel, en de Westzyde van den Kloveniers - Burgwal en Geldersche Kaai.
■ -
G R A F T E N.
A. Oude-zyds-Agterburgwal OoßzyJe.
B, Nijsuwe-zyds-Agterburgwal fVeftzy&c. •
M 5 C. Sjn-
|
||||
j86 AMSTERDAMS I.Dee&;
C. Singel Ooflzyde.
D. Kloveniers-Burgwal Weflzydt.
E. Geldersche Kaai.
F. Oude Teertuinen, oudtyds, Houttuinen.
G. Rokin, van de Schaapenmarkt tot de Lange bntg,
H. Oude Turfmarkt. G r o o t e Straaten.
I. Zeedyk.
K. Kalverstraat , van de Schaapenmarkt tot dg
OJfen-Jïuis.
L. Nieuwendyk , van de Oude tot de Nieuwe Haarlemmer-fluis.
4t Oude - zyds-Agterbürgwal,
Ooflzyde.
i. Blyde Hoek, zynde het Zuideinde van die»
Burgwal. 2. Oudeman-huis-Poort. 7Je III. D. 2.
3. Slykftraat. Zw III. D. 3.
4. Rusland. Zie III. D. 4.
5. Spinhuis-deeg. Zie III. D. 5.
<5. Korte-Spinhuis-fteeg. Deeze twee Spinhuis-fteegen loopen in
't midden door een a. Dwarsftraat in eikanderen , in welke dwars-
ftraat, Oofiwaards een niet doorloo-
pende fteeg loopt, genaamd de b. Zak-fteeg.
7. Waalen-Kerks.-Plein.
S. Oude Hoog-ftraat. Zie lil. D. 6. en daarin,
. ten Zaaiden, \ a. Bethanie-Dwarsftraat.
9. Bethanie-ftraat. Zie III. D. 9. in dezelve a. Bethanie-Dwarsftraat, waar in uitkomt do f. Boeren-fteeg, die ook in de Bethanie- ftraat, en op den Kloveniers-Burgwal (Zie III. D. 8.) uitkomt. 10. Koeftraat. Zie III. D. 10. en in dezelve Z.2, a. Oude Hoefyzers gang.
b, Nieuwe Hoefyzers gang.
II. Hoog-
|
||||
IL Boek. Aanwas en Gelegenheid. 187
11. Hoogkamers-fteeg of gang. jt*
»"/ia; Barnde-fteeg. (Zfe III. D. 11.), daarin, N.z. '
a. Bruiniften gang. a
13. Bloedftraat. (Zfc III. D. 12.),waarin,N.z. #■
twee Dwarsftraaten, de Ooftelyke ge-
naamd a. de Gordynen-fteeg, de Weftelyke
b. de Bloed- of Monniken-dwarsftraat, beide
uitloopende in de
14. Monniken-ftraat. Zie III. D. 13.
15. Molen-fteeg. Zie III. I. 6.
16. Boom-fteeg. Zie III. 7. 7.
17. Korte Storm-fteeg. Zie III. 7. 8.
J3. Nieuwe-zyds-Agterburgwal, &
JVeflzyds.
1. Korte Hei-fteeg. Z/e III. C. 4.
2. Houtzaagers gang.
3. Vliegende fteeg, oudtyds, Fye Vliegen-ßeeg
en Vyf vliegen-fleeg. Zie III. C. 5.
4. Raam-fteeg. Zie III. C. 7.
5. Kruis-fteeg o/ Schoorfteenveegers-fteeg. Zz«
III. C. 8.
6. Korte-Gafthuig-Molen-fteeg. (Zz'elII. C9.),
en daar in, N. z.
a. Naaldenmaakers-gang,eertyds, Hamfleegje. 7. Wyngaards-fteègje.
8. Sprokkelbeurs-fteegje.
9. .Korte Huiszitten-fteeg. Zie III. C. 10.
• 10. Jan-Rooden-Poorts-Tooren-fteeg, ofTooren-
fteeg. Zie III. C. 11. 11. Spaarpots-fteeg. Zie III. C. 12.
12. Lynbaans-fteeg. (Z{e III. C. 13.) in dezelve
een Dwarsftraat, genaamd de
a. Oude Nieuw-ftraat, uitloopende in de 13. Korte Korsjcs-poorts-fteeg. (7Je III. C. 14.),
waar in nog een Dwarsftraat, genaamd
de a. Teerketels-fteeg, komt uit aan 'twaterran 14- 'tKattegat. (Zie III. C. 17.a.),waarin,Z.z. een fteegje, uitloopende op den Singel, genaamd a. Qs- |
|||||
/
|
|||||
i88 AMSTERDAMS I. Deel.
a. Osjes-fpook-fteeg, eertyds, Steeg naaft do
Brouwery van den Os. (Zie III. C. 15.), en N. z. een diergelyk, uitloopendc oj» den Agterburgwal, genaamd het. 15. Hemelryk.
16. 't Kleine Hemelryk.
17. Zwarte-byl-fteeg.
18. Smids-fteeg.
19. Nieuvvendyk. Zie III. L.
De Nieuwe-zyds-Agterburgwal tuffchen 't
Kattegat en den Nieuvvendyk, heet het 10. Hekel veld. en tuffchen den Nieuvvendyk en de Ha-
ringpakkery, de ai. Martelaars-graft. 12. Haringpakkery. Zie lil. C. 19. C. Singel.
Oofizyde.
1. 't Kloofter, hebbende drie ingangen, een
Dwarsftraat, en de middelfte ingang
één' uitgang in de Kalverftraat. Zie III. K. 3. 2. Heilige Weg. (Zie lil. K. 4.) en op den
zelven Z.z. de
a. Vrouwen gang: en N.z.
b. Handboogftraat. Zie III. C. 3. a.
c. Voetboogftraat. Zie III. C. 3. b.
d. Schaapen-fteegje , in de Voetboogftraat
uitkomende.
3. 't Spuij, (Zie lil K. 5.) waarop uitkomen ,
aan de Z.z.
a. Handboogftraat. Zie III. C. 2. b.
b. Voetboogftraat. Zie III. C. 2. c.
4. Korte Hei-fteeg. Zz'e III. B. I.
5. Vliegende fteeg. Z/e III. 5. 3.
, .6. Kaatsbaans gang. 7. Raam-fteeg. Zie III. 5. 4.
8. Kruis-fteeg o/ Schoorfteeriveegers fteeg. Zjï
III. B. 5.
9. Korte Gafthuis Molen-fteeg. Zie III. 5, <5.
jo. Korte Huiszitten-fteeg. Zie III. B. 9. xi. Jan»
|
|||||
<
|
|||||
JI.Boek. Aanwas en Gelegenheid. 189
11. Jan-Rooden-Poorts-Tooren-fteeg o/Tooren-
fteeg. Zie III. B. 10.
12. Spaarpots fteeg. Zie III. B. n.
Ï3. Lynbaans-fteeg. Zie III. B. 12. 14. Korte Korsjes-poort-fteeg. Zie III. 5. 13.
15. Osjes-fpook-fteeg. Zie III. 5. 14. a.
16. Jeroenen-fteeg, uitkomende op de
17. Kuip of Stroomarkt, waarop nog uit-
loopen.
a. 't Kattegat. Zie III. 5. 14.
b. Engel fche-fteeg. Zie III. L. 3.
c. Smak fteeg. (Zie III. L. 4.) waarin N. z,
een gang.
d. Gouwenaars-fteeg. (Zie III. £. 5.)
18. Nieuwendyk Zfe onder III. L.
19. Haringpakkery. Zie III. 5.22. aldaar
a. Panaals-fteegjc , eertyfc Holmans - ftcegje.
Zie III. L. 2. D. Kloveniers-Burgwal,
TVeflzyde.
1. Nieuwe-Doele-ftraat. Zie III. //. 1.
2. Oude-Manhuis-Poort. Zie III. -^. 2.
3. Slykthaat. Zie III. ^.3.
4. Rusland. Zie III. ^. 4.
5. Spinhuis-fteeg. Zie III. ^. 5,6.
6. Oude Hoogftraat. Zie III. A. 8.
7. Klokken rteegje.
8. Boeren-fteeg. Zie lil. A. 9. a. f.
9. Bethanie-ftraat. Zz'e III. ^. 9.
10. Koeftraat. Zie lil. A. 10.
11. Barnde-fteeg. Zie III. A. 12.
12. Bloed-ftraat. Zie III. ^. 13.
13. Monniken ftraat. Zie III. ^. 14.
E. Geldersche-Kaai,
1. Storm (leeg. Zie III. ƒ. 1.
2. Waterpoprts-fteeg. Zie III. I. 2.
3. Frans Talingen fteegje, o/Frans Teilingen-
fteegje, ook Kromelleboog-fteeg. Zie III.
L 3. F. Ou«
|
||||
loo AMSTERDAMS I Deêé*
F. Oude Teertuinen, oudtyds HoUTTUINNEN.
i. Zeedyk. Zie III. 7.
2. Katnperhoofd, en
3. Schreijers-hoek.
4. Oude-zyds-Kolk. Zie III. J. 4.
G. Rok in, van de Schmpenmarkt tot de
1. S. Joris-fteeg. Zte III. 7C 1.
2. Katerslleeg: heeft ter wederzyde een dwars-
gang.
3. Olieflaagers-fteeg. Zie III. K. 2.
H. Oude Turfmarkt.
1. Nieuwe Doele-ftraat. Zie III. D. 1.
2. Gafthuis-Hof, eertyds Gafthuis-KerkhoJv
3. Grimmenefle-fluis.
/.Zeedyk,
Ooflzyde. 1. Storm-fteeg. Zie III. -E. 1.
2. Waterpoorts-fteeg. Zie lil. E. 1.
3. Frans Talingen-fteegje o/ Frans Teilingcri-
fteegje, ook Kromelleboog-fteeg. Zie
III. E. 3. 4. Oude zyds-Kolk. Zie III. jF. 4.
5. Muggebeensgang.
Wejizyde*
6. Molenfleeg. Zze III. A. i$.
7. Boomfteeg. Z/e III. A. 16.
S. Korte Storm-fteeg. Zie lil. A. 17.
een gang.
9. Oude-zyds Wyde Kapelfteeg , uitloopende op de O. z. Voorburgwal Weftzyde. |
|||||
K. Kal-
|
|||||
II. Boek, Aanwas en Gelegenheid. 191
K. Kalverstraat, van de Schaapen- Ut
markt tot de OJJen-fluis* Ooflzyde. K.
1. S. Joris-fteeg. Zie III. G. i.
2. Olicflaagers-fteeg. Zie III. G. 3,
Weftssyde.
3. 't Kloofter. ZzV III. C. 1.
4. Heilige-Weg. Zfc 111. C. 2.
5. 't Spui]. Zie III. C 3.
6. Oüen-iluis.
i. Nieuwendyk, van de Oude tot de X».
Nieuwe Haarlemmer-fluïs. Ooflzyde*
I. Roozebooms-fteegje.
2 Panaals - fteegje, oudtyds, Holmans - fleegj'e» Zü'e III. C'19. a. fVeflzyde.
3. Engelfche fteeg. Zie III. C 17. b.
4. Smak-fteeg. Zz> IH. C 17. c.
5. Gouwenaars-fteeg. Zie III. C. 17. d.
IV. IV.
Vergrooting der Stad in "'t jaar 1 <,%<$,gemeenlyk
de eerfle Vergrooting genaamd. G R A F T E N.
,/£. De Lastaadje.
B. De Waal o/ Oude Waal.
C. Boomsloot e« Dwarsboomsloot.
D. Oude Schans o/ Montelbaans-Burgwal.
^.Lastaadje. Ä*
I. Dykftraar. Zfe IV. C. 3. d.
waarin , ten Noorden,
a, Dyk-Dwarsftraat. 2. Kei-
|
||||
\
|
|||||
192 AMSTERDAMS LDeei.'"
2. Keizers ftraat. Zie IV. C. 3. f.
waarin , ten Noorden,
a. Keizers Dwarsftraat. 3. Konings ftraat. Zie IV. C. 3. g.
waarin, ten Noorden,
a. Brandewyns-fteeg. Zie 1V. C. 1.
ten Zuiden.
b. Suikerbakkers-fteeg.
waarin
f Zak-fteeg. O. z. 4. Boomfloot. Zie IV. C.
5. Ridder-ftraat. {Zie IV. D. 6.), waarin
a. eerfte Ridder-Dwarsftraat. Zie IV. C. 4.
b. tweede Ridder-Dwarsftraat. 7Je IV. C. 5.
6. Jonker ftraat. (Zie IV. D. 7.), waarin
a. eerfte Jonker-Dwarsftraat. Zie IV. 5. 2.
b. tweede Jonker-Dwarsftraat. Z?e. IV. B. 3.
7. Bantammer ftraat. (Zie IV. B. 5.), waarin
a. de Kollegats-deeg, loopende toe door de
tweede Jonker-Dwarsftraat. 8. Schippers ftraatje. Z/e IV. B. 6.
9. Lelie ftraatje. Zie IV. Z?. 7.
10. Wittepaards-fteeg.
11. Smids-fteeg. Zie I-V. B. 8.
J5. Waal of Oude Waal.
1. Smids-fteegje.
2. eerfte Jonker Dwarsftraat. Zj'<? IV. A. 6. a.
3. tweede Jonker Dwarsftraat. Zie IV. ^. 6. b.
4. Kollegats dwars-fteeg. 7Je IV. ^/. 7. a.
5. Bantammer ftraat. Zie IV. A. 7.
6. Schippers ftraatje. Zie IV. ^. 8.
7. Lelie ftraatje. 7Je IV. X 9.
8. Smids-fteeg. Zz'e IV. A. 11.
C.BOOMSLOOT eßDwARSBOOMSLOOT.
Zuidzyde van Boomsloot.
1. Brandewyns-fteeg. Ztó IV. A. 3. a.
2. Korte Konings Dwarsftraat. Zie IV. D. 4. a.
3. TuJJchen beiden loopt Dwarsroomsloqt.
en daar op ten Ooflen
a. Korte Dyksftraai. Zie l V. D. 2. b. Kor-
|
|||||
iL Boek. AanWas en^ Gelegenheid. 193
b. Korts Keizers-ftraat. (Zie IV. D. 3.), in tt/
welke l v'
f. Korte Keizers-Dwarsftraat. Zz'elV. Z). 3. a.
c. Korte Konings-ftraat. (Zie IV. D. 4.)* waarin &
f. Korte Konings-Dwarsftraat. Zie IV, Z). 4. a. f e;i Weflen,
d. Dyk-ftraat. Zie IV. ^. f.
e. 't Slootje, uitloopende, met twee uitgan-
gen in de Keizers-, en met één uitgang
in de Dyk-ftraat. f. Keizers-ftraat. Zie IV. A. 2.
g. Konings-ftraat. Zie IV. A. 3;
h. Boom-fteeg. Noordzydë van Boomsloot.
4.. eerfte Ridder-Dwarsftraat. %ie IV. A. 5. a.
5. tweede Ridder-Dwarsftraat. Zie IV. A. 5, b. £). Oude Schans o/Montelbaans- &
Burgwal
*
1. Snoekjes-graft, en daarop
Ooßzyde,
a. Dwars-Boomfioot. Zie IV. C. 3;
mfizyde,
b. Snoekjes-fteeg of Korte Hoog-ftraat. Zie
V. /. f 1.
c. Linker vleugel van de S. Antonis-fluts. Zie
V. L 12.
2. Körte Dyk-ftraat. Z/e IV. C. 3. a.
3. Korte Keizers-ftraat. (Zie IV. C. 3. b.) en
a/Dwarsftraat. Zie IV. C. 3. b.f. 4. Korte Konings-ftraat. (Zie IV. C. 3. c.) erf
a. Dwarsftraat. Zie IV. C. 2. 5. Boomfloot. Zie IV. G.
6. Ridder-ftraat. Zi« IV. ^. 5.
7. Tonker-ftraat. Zi'e IV. A. 6,
8. Oude Waal. Zie IV. B.
|
||||||||||
ÏI. STUK. N ^
|
||||||||||
..........
|
||||||||||
194 AMSTERDAMS I. Deel.
V.
Vergrooting der Stad van "'t jaar 1593, gemeen-
lyk de tweede Vergrooting genaamd, Aan de Oude zyde.
G R A F T E N.
A. Kloveniers - Burgwal Ooßzyde.
B. ZWAANEN-ïiURGWAL.
G Hout - Graft.
D. Leproozen-Burgwal.
E. Houtkoopers-Graft of Jooden Houttuinen.
F. Oude Schans of Monteleaans - Burgwal ,
Ooßzyde.
G. Raapenburg.
H. Y-Graft. Straaten.
I. S. Antonis- en Jooden-BreS-straat. Eilanden,
y
K. Uilenburg.
L. Marken. Aan de Nieuwe zyde.
G R A F T E N. M. Amstel , van de Reguliers- tot de Blaawwe-brug.
N. Singel , Zuid- en Weßzyde. O. Heeren-Graft, Ooßzyde, van de Beulingßraat tot de Brouwers-graft. A. Kloveniers-Burgwal,
Ooßzyde.
1. Binnen-Amftel, Noordzyde. {Zie V. B. 1.),
en daarop
a. Verwers-graft of Groene-burgwal. Zie V. A. 3. a. b. Zvvaa-
|
|||||
■■
|
|||||
II. Boek. Aanwas en Gelegenheid. 19$
b. Zwaanen-burgwal. Zie V. B. _r
2. Staal-ftraat. (Zie V. A. 3. a. ff. \\. en V. B> V«
2.), door dezelve
a. Verwers-graft of Groene - burgwal. Zie V. A*
A. 3. a.
b. Verwers-ftraat. Zie V. A. 3. b,
3. Raam-graft. (Zie V. 5. 3.), en daarop,
ten Zuiden
a. Verwers-graft.(ZjeV.^.i.a.)hebbendeaan de
PFeftzyde,
f. Jan Krimpen gang.
j. Groene gang.
\\. Staal-ftraat. (Zie V. A. 2.), en aan de Ooflzyde, alleen
\\. Staal-ftraat. Zie V. A. 2. b. Verwers-ftraat. Zie V. A. 2. a.
c. Zwaanen-burgwal. Zie V. I?.
ten Noorden,
d. Zand-Dwarsftraat. Zie V. ^. 4. a. 6. a»
e. Beeren-fteeg.
f. Moddermolen-fteeg. Zie V. /. 4.
g. Korte Raam-graft. Zie V. /. 5.
4. Zand-ftraat, waarin, ter wederzyde,^
a. Zand-Dwarsftraat. Zie V. ^. 3. d. 6. a.
b. Trompetters gang Z. z.
c. S. Antonis-Breê-ftraat. Zfe V. /.
5. Onkelboer-fteeg , byfommigen, Jonquiel Boe-
ren fteeg. Zie V. A. 6. a. f.
6. Nieuwe lïoog-ftraat. (Zie V. /.3.)» waariu
ten Zuiden
a. Zand-Dwarsftraat. (Zie V. A. 3. d. 4. a.),
in welke
lVeflwaards uitloopt
f. Onkelboer-fteeg. Zie V. A. 5. ten Noorden,
b. Spykermaakers gang.
7. Water-fteeg. (Zie V. I. 1.)
8. S. Antonis-Breê-ftraat. Z/<? V. /.
|
|||||||
N 2 J&> Zw ia-
|
|||||||
1
|
|||||||
t
|
|||||||
iqó AMSTERDAMS I.Deel,
V. ßt B. ZwAANEN-BURGWAL. Zie V. A. I. b. 3. C,
fFeßzyde.
1. Binnen-Amftel. Zie V. A 1.
2. Staal-ftraat. Zie V. A. 2.
3. Raam-graft. Zz> V. A. 3,
4. Zwaanenburg-ftraat, waarin
ten Zuiden,
a. Waaigat.
ten Noorden,
b. VIooijenburgs-Dwarsftraat. ZieV. C. 3.
5. Vlooijenburg, waarop gemelde
a. Dwarsftraat. Zw V. C. 3. C. C. HoUT-GRAFT of JoODEN-
Groenmarkt.
1. Vlooijenburgs-fteeg. Zie V. ƒ. 7.
2. Leproozen- o/ Lazarus-fteeg. V. I. 8.
Zuidzyde
3. VIooijenburgs-Dwarsftraat. Z/<? V. 5. 4. b,
£)t D. Leproozen- of Huiszitten-
BuRGWAL, of TuRF-GRAFT.
ï. Turf-fteeg. Zie VIL /f. 8. a. £, £. HoUTKOOPERS-GRAFT ofjoo-
DEN-HOUT TUIN EN.
1. Uilenburgs-fteeg. Zie V. I. 14.
2. Markens-fteeg. Z«V V. I. 15.
3. Raven-gang, en nog vyf anderen.
P. F. Oude Schans of Montelbaans-
Burgwal.
Ooßzyde.
1. Heeren gang.
2. eerfte Batavier-Dwarsftraat. Zie V. /f. i,a.
3. twee-
|
||||
n.BoEK. Aanwas en Gelegenheid. 197
3. tweede Batavier-Dwarsftraat. Zie. V. K. i.b. y^
4. Oofterfche Kaai.
G. Raafenburg. G.
twee gangen.
1. Peper-ftraat. Zie V. H. 1.
2. Foelie-ftraat. (Zie V. /f. 2.), waarin
a. Foelie-Dwarsftraat. (Zie V. 7/. 4. a.), heb-
bende ten Zuiden,vier, ten Noorden, drie gangen.
3. Schippers-graft. Zie V. H. 4.
H. Y - G R A F T. //.
1. Peper-ftraat. Zie V. G. r.
2. Foelie-ftraat. Zie V. G. 2.
3. Drie Kardoezen gang.
Nog twee gangen. 4. Schippers-graft. (Zie V. G. 3.), waarop uit-
loopt
a. Foelie-Dwarsftraat. Zze V. G. 2. a. I. S. ANTONIS en JoODEN-BREê-STRAAT. I"
fVefl- en Zuidzyde.
1. Water-fteeg. Z/e V. ./£ 7.
2. Salemanders-fteeg.
3. Nieuwe Hoog-ftraat. Zie V. A. 6.
4. Moddermolen-fteeg. Zie V. ^. 3. f.
5. Korte Raam-graft. Zie V. A. 3. g.
6. Zwaanen-burgwal. Zie V. 5.
7. Vlooijenburgs-fteeg. Zie V. C 1.
8. Leproozen- of Lazarus-fteeg. Zie V. C. 2.
9. Plein voor 't Leproozen - huis en de Portu-
geefche Jooden-Kerk.
Ooß- en Noordzyde, 10. Brand-gang.
II. Snoekjes-fteeg of Korte Hoog-ftraat. Zie
IV. D. 1. b.
12. Linker-vleugel van de S. Antonis-fluis. Z/e
IV. D. 1. c.
13. Regter-vleugel van de S. Antonis-ßuis.
N 3 14.
|
||||
ip8 AMSTERDAMS I.Deel,
14. Uilenburgs-ftccg. Zie V. E. 1.
15. Marken-fteeg. Zie V. E. 2.
16. Plein voor de nieuwe Raapenburger-ftraat.
K. Uilenburg.
1. Batavier-ftraat, waarin
a. eerde Batavier-Dwarsftraat. ZieV. F. 2.
een gang. b. tweede Batavier-Dwarsftraat. Zie V. F. 3,
2. Uilenburgs- of Agterftraat,
waarin, ten iVeßen,
a. b. de twee Batavier-Dwarsftraaten. Zie V*. F. 2, 3. en ten Ooften, Agt gangen, uitloopende aan 't Water.» waar onder c. Fortuinen gang.
d. Engel-Gabriels-gang.
C. Koks-hofjc. f. Schollevangers gang.
L. Marken.
De Straat, die 't Eiland in de lengte door-
loopt, heet ook 1. Marken. In dezelve zyn,
ten Hießen agttien, en ten Oofien
twaalf gangen. Aan 't Noordeinde van Marken, loopt, TVeßwaards, ï. 't Nieuwe graftje, en Ooßwaards,
3. Boltens graftje. M< Amstel, van de Reguliers- tat
de Blaauwe-brug. 1, lleguliers-Brêeftraat, loopt op de Botcr-
markt. aan en in dezelve, zyn Zuid-
|
|||||
■
|
|||||
II. Boek. Aanwas en Gelegenheid. 199
Zuidzyde,
a. Houtzaagers-gang. |
||||||||
V.
|
||||||||
b. Arend-Bouwen-ftceg.
c. S. Pietèrs-fteeg. ZieV.N. i.a.f. M.
d. Suikerbakkers-fteeg. Zie V. JV. i. a. |.
e. Land-van-Beloften- of Blindemans-fteeg.
f. Schaapen-fteeg. Zie V, Ar. i.a. ff.
Deeze vyf fteegen , die in eikanderen
loopen, en gedeeltelyk in de Vyzel- fträat en Reguliers-Dwarsftraat uitko- men, heeten ook den Duivels-hoek. een gang, g. Korte-Reguliers-Dwarsftraat. Zie V.N.
1. a. jf.
Afyorisyfife.
h. Water-fteeg, komt uit op den Amftel. drie gangen, 2. Watcr-fteeg. Zie V. M. 1. h.
3. Schuitevoerders-fteeg.
4. Haivemaans-fteeg:, uitkomende op de Bo-
termarkt ,
heeft, ten PVeflen,
twee gangen, en ten Ooßen,
een gang. 5. Sleepers-fteeg.
6. Balk in 't Oog-fteeg, uitkomende op de Bo-
termarkt, heeft
ïFeflwaards,
een kromme gang. 7. Bakkers-ftraat, uitkomende op de Boter-
markt, heeft
Weftvoaatrds.
een gang. 8. Paarden-ftraat, (Zie V. M. 12.a.) waarin ter
wederzyde
een gang. 9. Suikerbakkers-fteeg.
10. Wapen van Delfts-fteegje.
11. Wagen-ftraat, (Zie V. M. 12. b.) waarin, aan
elke zyde, twee gangen.
N 4 12. Am-
|
||||||||
—
|
||||||||
2Q0 AMSTERDAMS LDeel.
12. Amftel-ftraat, waarin , aan de Noordzyde K
uitkomen a. Paarden-ftraat. Zie V. M. 8.
b. Wagen-ftraat. Zie V. M. n.
twee gangen, waar onder c. Splintermaakers gang.
N, Singel.
Zuid' en Weflzyde. i. Vyzelftraat, (Zie VIL B. 3.) waarin,
ten Ooflen, drie fteegen van den Duivelshoek: en ter wederzyde a. Reguliers - Dwarsftraat, (Zie V. N. 8. a.) waarin, ten Noorden ook
drie fteegen van den Duivelshoek uitko- men, te weeten f. S. Pieters-fteeg •> \. Suikerbakkers-fteeg > Zie V. M, c. d. f. ff. Schaapen-fteeg J Voorts zyn.aan de zelfde zyde,
\{. Korte Reguliers-D warsftraat. Zie V.M. i.g, ttt- Slaagers-gang. nog een gang. 2. Mandemaakers-fteeg. Zie V. N. 8. a. f.
3, Geelvinks-ftceg. Zie V. N. 8. a. L
4. Openhart-fteeg. Zie V. AT. 8. a. ff.
Doordeezendrie, loopt een dwars-fteeg.
5, 6. Twee KariTebooms-fteegen.
7- S, Joris-ftraat, Zie V. N. 8. a. |L
8. Konings-Plein (Zie VII. B. 2.), alwaar be- gint, Ooflzyde.
a. de Reguliers-Dwarsftraat (Zie V. AT. 1. a.) in welke, uitkomen f. Mandemaakers-fteeg. Zie V. N. 2. .j. Geelvinks-fteeg. ZieV. A7.3. tl- Openhart-fteeg. Zie V. AT. 4. 4- S. Joris-ftraat. Zie V. AT. 7. o. Katers-fteeg. ZjV VIL B. i. ie. Beuling-ftraat. Zz'e V, O. 1, f;. Dub.t
|
||||
IL Boek. Aanwas en Gelegenheid. 201
|
|||||
11. Dubbeldeworft-fteeg. Zie V. O. 2.
12. Heifteeg. Zie V. O. 3.
13. Goudsblom-fteeg. Zie V.O. 4.
14. Vlasblom-fteeg. Zie V. O. 5.
15. Oude Spiegel-ftraat. Zie V. O. &
16. Romeins-Arm-fteeg. Zie V. O. 7.
17. Koks-fteeg. Zie V. O. 8.
18. Treeft-fteeg. Zie V. O. 9.
19. Gafthuismolen-fteeg. Zie V, O. 10. '
20. Warmoes-graft. Zie V.O. n.
21. Schilders-fteeg.
22. Drie Konings-ftraat. Zie V. O. 12.
23. Ham-eeters-fteeg.
24. Oude Lelie-ftraat. Zie V. O. 13.
25. Bergftraat. Zie V. O. 15.
26. Blaauwburgwal. (Zie V. O. 16), en op de-
zelve Noordzyde
a. Lange-ftraat. (Zie V. N. 29. a.), die dwars doorfneeden wordt van de 27. Korsjes-Poort-fteeg. (Zie V. O. 17.) en
28. Molen- of Roo-molen-fteeg. Zie V. O. 18.
29f Brouwers-graft. (Zie VI. £.), op welke, uit- komen ten Zuiden, de
a. Lange-ftraat. Zie V. N. 26. a. V. O. 16". a. ten Noorden, Zie V1. E. n. enz. 30. Haarlemmer-Dyk of Straat. Zie VI. H.
31. Haarlemmer-Houttuinen. Zie VL F.
O. Heeren-graft, Ooflzyde , dj» ie
Beuling-flraat tot de Brouwers graft. 1. Beuling-ftraat. Zie V. N. 10.
2. Dubbeldeworft-fteeg. Zie V. A7". II.
3. Hei-fteeg. Zie V. N. 12.
4. Goudsblom-fteeg. Zie V. N. 13,
5. Vlasblom-fteeg. Zie V. Ar. 14.
6. Oude Spiegel-ftraat. Zie V. N. 15.
7. Romeins-Arm-fteeg. Zie V. AT. ió.
8. Koks-fteeg. Zie V. N. 17.
9. Treeft-fteeg. Zie V. Af. i8.
10. Gafthuismolen-fteeg. Zie V. N. 19.
|i. Warmoes-graft. Zie V. N. 20. È 5 12. Drie
|
|||||
202 AMSTERDAMS LDeel.
12. Drie Konings-ftraat. Zie V. N. 22.
13. Oude Lelie-ftraat. Zie V. N. 24.
14. Pottebakkers gang.
15. Berg-ftraat. Zie V. N. 25.
16. Blaauw-burgwal. Zie V. N. 16.
op welken zyn, ten Noorden,
een gang, en a. Lange-ftraat. {Zie V. N. 2.6. a. V. AT. 29. a), in welke zyn te» Ooflen
twee gangen, en te« fVeflen
negen gangen. 17. Korsjes-poort-fteeg. Zie V. AT. 27.
18. Molen- of Roo-molen-fteeg. Zie V. Ar. 28.
vier gangen.
19. Brouwers-graft. Zie V. N. 19,
VI.
Vergrooting der Stad van 't jaar 1611 ?» »-
volgens, /» V gemeen de derde genaamd. G R A F T E N.
^. Heeren-Graft, Weflzyde.")
B. Keizers - Graft. Cvan de Leidfche
C. Prinsen - Graft. f graft, Noordwaards.
D. Lynijaans-o/Baan-graft.J
E. Brouwers-graft.
F. Haarlemmer-Houttuinen.
G. Nieuwe Teertuinen.
Straat.
H. Haarlemmer-d YK, van de Nieuwe Haarlemmer*
ßuis tot de Haarlemmer-Poort. Eilanden.
ƒ. Bikkers-Eiland.
K. Prinsen-Eiland.
L. Reaalen-Eiland.
M. Nieuwe-Waals -JSiland.
A. Hee-
|
|||||
.
|
|||||
II. Boek. Aanwas en Gelegenheid. 203
A. Hebren-Graf T.
Weflzyde.
i. Leidfche-graft. Zie VI. B. 1.
2. Huiden-ftraat. Zie VI. 5. 2.
3. Wolven-ftraat. Zz'e VI. B. 3.
4. Harten-ftraat. Zie VI. B. 4.
5. Lelie-graft. Zie VI. 5. 5.
6. Heeren-ftraat. ZJe VI. 5. 6\
7. Brouwers-graft. Zie VI. 5. 7.
#. Keizers-Graf T.
Ooflzyde. 1. Leidfche-graft. Zie VI. ^. 1.
2. Huiden-ftraat. Zw VI. y£ 2.
3. Wolven-ftraat. Zie VI. A. 3.
4. Harten-ftraat. Zie VI. A, 4.
5. Lelie-graft Zie VI. ^. 5.
6. Heeren-ftraat. Zz'e VI. ^. 6.
7. Brouwers-graft. Zie VI. ^. 7.
tfófizyde.
8. Leidfche-graft. Zie VI. C. 1.
9. Molen-pad. Zie VI. C. 2.
10. Runftraat. Zie VI. C. 9.
11. Beeren-ftraat. Zie VI. C. 12.
12. Ree-ftraat. Zie VI. C. 16.
13. Weftermarkt. Zie VI. C. 17.
14. Lelie-graft. Zz'e VI. C. 18.
15. Prinfen-ftraat. (Zie VI. C. 19.) waarin
ten Zuiden, de
a. Wyde gang.
ten Noorden.
b. Arke Noachs-gang. #
Nog een gang. 16. Klaver-gang.
17. 't Keizers-hof.
18. Zaaijers-gang.
19. Brouwers-graft, (Zie VI. C. 24 en VI. 2S.)
waar op,
aan de Zuidzydc.
drie gangen, C. pÄisr-
|
||||
. .. .
|
|||||||
204 AMSTERDAMS I.Deel,
C. Prinsen-Graft. Ooflzyde.
i. Leidfche-graft. Zie VI. B. 8,
2. Molenpad. Zie VI. B, 9.
3. Lindebooms-gang.
4. Stecnkoopers-gang.
5. Glazemaakers-gang.
6. Bleekers-gang.
7. Kuipers-gang.
8. Sleepers-gang.
9. Run-ftraat. Zie VI. B. 10.
10. Kalver-gang.
11. Schaaven-gang.
12. Beeren-ftraat. Z/e VI. B. 11,
een gang.
13. Rotterdammer-gang.
14. Arnouds-gang.
15. Begynen-gang.
16. Reeftraat. Zie VLB. 12.
een gang. 17. Weftermarkt. Zie VI. B. 13.
18. Lelie-graft. Zie VI. B. 14.
19. Prinfen-ftraat. Zie VI. 5. 15.
20. Schippers-gang.
21. Lindebooms-gang.
22. Prinfenhofs-gang.
23. Kruis-gang.
cen gang, een gang. 24. Brouwers-graft. Zie VI. B. 19.
vier gangen. 25. Haarlemmerdyk. Zie VI. H.
16. Haarlemmer-Houttuinen. Zie VI.F.
fFeflzyde. 27. Leidfche-graft. Zie VI. D.i.
28. Raam-ftraat. Zw VI. D. 2.
29. Pafleerder-graft, eertyr/j Parfumeerders-grartj
(Zie VI. Z>. 3.) en daarop,
Zuidzyde. a. Waalenhoek. b. Ke«
|
|||||||
•
|
|||||||||
II. Boek. Aanwas en Gelegenheid. 205
b. Ketel-gang. yj
c. Nieuwe-gang.
Nog drie gangen. Noordzyde. C
twee gangen.
d. Pafleerder-Dwarsftraat (Zie VI. C. 31. a.),
en daar in
drie gangen aan de JVeßzyde. 30. Knollen-gang.
31. Paffeerder-ftraat ,mty</.rParfurneerders-ftraat
(Zie VI. D. 4.) en daar ih
ter wederzyde. a. Pafleerder-Dwarsftraat. Zie VI. O. 2p. d.
en aan de Noordzyde.
b. Prinfen-gang, loopt uit op
f. Blok-en-hofje. 32. Looijers-graft (Zie VI. D,$.y, en daarop
Noordzyde.
a. eerfte Looijers-Dwarsftraat.
b. tweede Looijers-Dwarsftraat,
door de eerfte tot in de tweede loopt de
f. Looijers-flraat. (Zie VI, C. 33.) en in de twee Dwarsftraaten zyn tien of twaalf gangen. , Zuidzyde.
drie gangen. 33. Looijers-ftraat (Zie VI. C. 32.b.f).waarin
a, b. twee Dwarsftraaten (Zie VI. C. 34. a. b.)
en tien of twaalf gangen , ter wederzyde, waaronder, aan de Zuidzyde. c. de Kerkkroonen-gang.
d. de Hoekfteen.
34. Elands-graft. (Zie VI. D, 6 ) waarop
Zuidzyde.
a. b. de twee Looijers-Dwarsftraaten. Zie VI. G. 33. a. b. zes gangen. Noordzyde.
c. Haazen-ftraat. Zie VI. C. 35.3.
twaalf of veertien gangen, waar onder d. Een uurs gang.
c. Zevenhuizen-gang,
f. Kul-
|
|||||||||
:
|
|||||||||
•
|
|||||||||
to6 AMSTERDAMS I.Deel.
f. Kuipers-gang.
g. Sleepers-gang.
h. Drie Lelien-gang«;
i. Arke Noachs-gang. 35. Elandsftraat. (Zie VI. D.S.) waarin,terw;< derzyde a. Haazen-ftraat. (Zie VI. C. 34. .c.) en in
dezelve
Ooflzyde.
drie gangen. Weflzyde.
drie gangen, waar onder b. Turkfche Keizers-Po ort.
en ter Noordzyde in de Elandsftraat
c. Konynen-ftraat (Zie VI. C. 36. c.) waarin ter
wederzyde
drie gangen, 2 O.z. 1 W.z. ter wederzyde in de Elandsftraat
tien of twaalf gangen, waaronder, Zuidzyde. d. S. Jans-Vredehof.
e. Ketclmaakers-gang.
36. Laurier-graft. (Zie VI. D. 10.) en daarop
Zuidzyde.
a. Haazen-ftraat. Zie VI.®C. 34. c. 35. a.
b. Koperflaagers-gang.
c. Konynen-ftraat. Zie VI. C. 35. c.
d. Terebinthyns-gang.
Noordzyde.
e. eerfte Dwarsftraat. (Zie VI. C. 37. a.)
waarin een gang W.z.
f. Prinfenhofs-gang.
g. tweede Dwarsftraat. Zie VI- C. 37. c.
37. Laurier-ftraac. (Z?e VI. D. n.), waarin
ten Zuiden.
a. eerfte Dwarsftraat. Zie VI C. 36. e.
vyftien gangen, waar onder de b. Waalen-wees-poort.
C, tweede Dwarsftraat. 7Je VI. C. 36. g.
ten Noorden. d. eerfte Dwarsftraat. Zie VI. C 38. a.
e. tweede Dwarsftraat. (Zie VI. C. 38. b.), in
welke is,
mfi-
|
||||
IL Boek. Aanwas en Gelegenheid. 207
ffeflvoaards, het y
•f. Vuile weespad, loopt door, in de Roo- '
, zen-ftraat, en
Ooflwaards het C.
4. Schoone weespad.
f. Prinfen-gang, loopt door. 38. Roozen-ftraat. (Zie VI. D. 12.), waarin
ten Z.uiden
a. eerfte Dwarsftraat. Zfe VI. C. 37. d,
b, tweede Dwarsftraat. Zie VI. C. 37. e.
dertien gangen. ten Noorden
o Zak-fteeg. d. Stuurmans-hofje. Zie VI. C. 39. a.
e. eerfte Dwarsftraat. Zie VI. C. 39. b.
f. tweede Dwarsftraat. Zie VI. C'. 39. c.
tien gangen, waar onder g. Smids-fteeg.
h. Bierdraagers-gang.
i. 't Keizers-hof. 39. Roozen-graft. (Zie VI. D. 13.), waar op
ten Zuiden
a. Stuurmans-hofje. Zie VI. C38.d.
b. eerfte Dwarsftraat. Zie VI. C. 38. e.
c. tweede Dwarsftraat. Zie VI. C. 38. f.
ten Noorden.
d. eerfte Dwarsftraat- (Zie VI. C. 40. a.),
waarin een gang O. z.
e. tweede Dwarsftraat. 7Je VI. C. 40. b,
f. Acolye-ftraat. Zz'e VI. C. 40. c.
40. Blom-ftraat. (Zie VI. /?. 14.), waarin
te« Zuiden
a. eerfte Dwarsftraat. Zz'e VI. C. 39. d.
b. tweede Dwarsftraat. Zie VI. C 39. e.
c. Acolye-ftraat. Zie VI, C. 39. f.
twintig gangen. ten Noorden.
c. eerfte Dwarsftraat. Zie VI. C. 41. a.
d. tweede Dwarsftraat. Zie VI. C. 41. c.
drie-entwintig gangen. 41. Blom-graft. (Zie VI. D, 15.), waarop
te« Zuiden
cen gang. a. eer^
|
|||||
f
|
|||||
èo8 AMSTERDAMS UksL
a. eerfte Dwarsftraat. Zie VI. C. 40, c.
b. Vrede-hofje,
vier gangen. c. tweede Dwarsftraat. Zie VI, C. 4c« d.
tien gangen. tén Noorden
d. eerfte Dwarsftraat. (ZzV/VI, C. 42. a.) waar-
in een gang W. z*
twee gangen. e. tweede Dwarsftraat. Zie VI. C. 42. b.
een gang, f. derde Dwarsftraat. Zie VI. C.42.C.
42. Nieuwe Lelie-ftraat. {Zie VL Z), i 6\) Waarin
fó^ iyederzyde.
a. eerfte Lelie-Dwarsftraat. Zie VI. C. 41. d.
43- a.
een gang. Z.z. b. tweede Lelie-Dwarsftraat. Zie VI. C.41.C.
43. b.
een gang. Z. z. [ c. derde Lelie-Dwarsftraat. Zie VI. C. 4t. f. 43- c
twee gangen Z. z. twéé gangen N. z. 43. Egelantiers-graft. (Zie VI. Z). 17.) waarop
Zuidzyde.
een gang". a. eerfte Dwarsftraat. Zie VI. C, 42. a.
een gang, b. tweede Dwarsftraat. Zie VI. C. 42. b.
vier gangen. c. derde Dwarsftraat. Zie VI. C. 42. c.
drie gangen. Noordzydë.
d. eerfte Dwarsftraat. Zie VI. C, 44. **
vyf gangen, waar onder e. Wittevoets-gang.
f. Schuitebooms-gang'.
g. Knoopemaakers-gang.
h. tweede Dwarsftraat. Zie VI. C, 44. b.
drie gangen, waar onder
i. Hoedemaakers-gang. fc. der-
|
|||||||
■:
|
|||||||
II. Boek. Aanwas en Gelegenheid, '209
k. derde Dwarsftraat. Z/e VI. C. 44. d. VI.
vyf gangen.
44, Egelantiersftraat. (Zie VI. Z). 18») waar- Q.
in,
Zuidzyde,
een gang. a. eerfte Dwarsftraat. Zie VI. C. 43. d.
agc gangen. b. tweede Dwarsftraat. Zie VI. C. 43. h.
vier gangen, waar onder c. Twaalfuurs-gang.
d. derde Dwarsftraat. Zie V I. C. 43. k,
drie gangen. Noordzyde ,
twee gangen. e. eerfte Dwarsftraat. Zie VI. C. 45. a.
zes gangen. f. tweede Dwarsftraat. Zie VI. C. 45. b,
zes gangen, waar onder g. Kuipers-gang.
h. derde Dwarsftraat. Zie VI. C. 45. c.
vyf gangen. 45. Tuin-ftraat. (Zie VI. D. 19.), waarin
Zuidzyde,
a. eerfte Egelantiers Dwarsftraat. Zie VI. C.
44. e.
negen gangen» b. tweede Egelantiers-Dwarsftraat. ZfeVLC.
44- f.
negen gangen. c. derde Egelantiers-Dwarsftraat. Zie VI. C.
44. h.
Noordzyde,
zes gangen , waar onder
d. Karffebooms-Hofje.
e. eerfte Tuindwarsftraat. Zie VI. C.4Ö.3.
twaalf gangen, waar onder f. Haverzaks-gang.
g. Bierdräagers-gang.
h. tweede Tuindwarsftraat. Zie VI. C. 46. b.
waar in, een gang W*z. vyf gangen. I. STUK. O i. Ra* |
||||
2id AMSTERDAMS LDeel.
i. Ratelwagts-fteeg, of kleine Anjeliers-ftraat.
Zw VI. C. 46. c.
k. Maagdelicven-füaat. (Zie VI. C. 46. d.) in welke, ten Weflen, f. Slootftraat. (Zie VI. .0. 20), waar in een gang, Z.z. 46. Anjeliersftraat. (ZiV VI. Z>. 21.) waar in Zuidzyde, vier gangen. a. eerfte Tuindwarsftraat, Z/if VI. C. 45. e.
vier gangen. b. tweede Tuindwarsftraat. Zie VI. C. 45. h.
twee gangen. c. Ratelwagtsfteeg. Z/e VI. C. 45. i.
d. Maagdelievenftraat. Zie VI. C 45. k.
Noordzyde,
twee gangen. e. Violetten-ftraaf. (ZzVJVI. C 47. a.), waarin
een gang W. z.
vyf gangen. f. eerfte Dwarsftraat. (Zie VI. C. 47. b.),
waarin een gang W. z.
zeven gangen. g. tweede Dwarsftraat. Z/<? VI. C 47. c.
drie gangen. h. Kromme Tuin-ftraat, heeft twee uitgangen
op de Anjeliers-, en een op de Baan- graft. Zie VI. C. 47. d. e. VI. D. 22. zes gangen. 47. Anjeliers-graft. (Zie VI. Z). 23.), waar op Zuidzyde, vier gangen. a. Violetten-ftraat. Zie VI. C. 46- e;
vyf gangen. b. eerfte Dwarsftraat. 7Je VI. C. 46. f.
zeven gangen.
c. tweede Dwarsftraat. Zie VI. C. 46. g.
twee gangen. d. e. twee uitgangen van de Kromme Tuin-
ftraat. Zie VI. C. 46. h.
Noordzyde, twee gangen. f, eer-
|
||||
II. Boek« Aanwas en Gelegenheid. 2ït
f. eerfte Dwarsftraat. Zie VI. C. 48.. a. f.
agt gangen. g. tweede Dwarsftraat. Zie VI. E. 4. c.
agtgangen. h. Tichelstraat. Zie VI. C. 48. b. }. *.
agt gangen. 48. Noorder-markt, en daarop, tenWeflen, a. Boom-ftraat, looptin de tweede An jelïers-
Dwarsftraat. (Zie VI. C, 47. g.) en heeft,
ter wederzyde, een f. L Dwarsftraat. (Zie VI. C. 47. f. 48. b. L), in welke, ten Noorden, een gang aan de W. z. Voorts, zyn in de Boom-ftraat, ten Zuiden, vyf: ten Noorden, zes gangen. b. Linden-ftraat, loopt tot aan het Karthuizers
Kerkhof, en heeft
Zuidzyde, vyf gangen , waar onder \. Melkmeisjes-gang : een \. Dwarsftraat- (Zie VI. C. 48. a L) en een gang. Noordzyde,
\\. eerfte Dwarsftraat of Kerkftraat. (Z& VL £.4. a.) , waar in, ren Ooflen, twee gan- gen , ten IVefien, een. vyf gangen. J.L tweede Dwarsftraat. (Zje VI. E. 4. b.), waarin, ten Hießen *. S. Hieronimus Hofje. Ten einde van de Boom-e?jLindenftraaten, hopen tuffchen beide twee gangen, en PFeflivaards,
\. Karthuizers-ftraat, waar in, ten Zuiden, uitkomt de *. Tichel-ftraat. Zie VI. C. 47. h. en ten Noorden, twee gangen, en de **. Blindemans-fteeg. Zie VI. E. 4. d* beweflen de Karthuizers-ftraat, ü de $. Gieters-ftraat. Zie VI. Z). 24. en daarin O a *. Tichel* |
||||
212 AMSTERDAMS LDeel.
vr^ * Tichel-ftraat. Zie VI. E. 4. e.
Nog zyn op de Noorder-markt, Noordzyde,
-, vier gangen, waar onder de k* c. Blaauwhuizen-gang,
49. Brouwers-graft. Zie VI. E.
een gang.
$o. Vinken-ftraat (Zie VI. G. 24. a.),waarin; Zuidzyde, vyf gangen. a. Oranje-ftraat. Zie VI. E. 20.
b. Mouthaan-fteeg. Zie VI. £. 21.
een gang. c. Dommer-ftraat. Zie VI. E. 22.
een gang. d. Baanbrug-fteeg. Zie VI. £. 23.
twee gangen. Noordzyde
zes gangen. e. Oranje-ftraat. Zie VI. #. 10.
f. Mouthaan-fteeg. Zw VI. H. ir.
g. Dommer-ftraat. Zie V Ï.H. 12.
h. Baanbrug-fteeg. Zw VI. H. 13. twee gangen.
51. Haarlemmer-dyk. of Straat. Zie VI. H.
een gang. 52. Haarlemmer-Houttuinen. Zw VI. F.
D. D. Baan-graft of Lynbaans-graft,
1. Leidfche-graft. Zie VI. C. 27.
2. Raam-ftraat. Zie VI. C. 28.
3. PaiTeerder-graft. Zf«? VI. C. 29.
4. Paffeerder-ftraat. Zw VI. C. 31.
5. Looijers-graft. Zw VI. C. 32.
6. Elands-graft. Zie VI. C. 34.
7. Leertouwers-gang.
8. Elands-ftraat. Zw VI. C. 35.
9. Kramers-gang.
10. Laurier-graft. Zie VI. C. 36.
11. Laurier-ftraat. Zie VI. C 37.
12. Roozen-ftraat. Zz'e VI. C. 38.
een gang. 13. Roozen-graft. Zie VI. C. 39»
14. Blom-
|
|||||
.........,-:.,.„ ,,
|
|||||
II. Boek. Aanwas en Gelegenheid. 213
14. Blom-ftraat. Zie VI. C. 40.
15. Blom-graft. Zie VI. C. 41.
16. Nieuwe Lelie-ftraat. Zie VI. C.42,
Twee gangen.
17. Egelantiers-graft. Zie VI. C.42.
18. Egelanrierftraat. Zie VI C. 43,
19. Tuin-ftraat. Zie VI. C. 45.
20. Sloot-ftraat. Zie VI. C. 45. f.
ai. Anjelier-ftraat. Zie VI. C. 46. 22. Kromme Tuin-ftraat. Zie VI. C. 46. h. 47.
d. e.
23. Anjeliers-graft. Zie VI.C. 47.
24. Gieters-ftraat. Zie VI. C. 48. b. $.
25. Linden-graft. Zie VI. £. 4.
26. Goudsbloms-ftraat. Zie VI. £.5.
twee gangen. 27. Goudsbloms-graft. Zie VI. E, 6.
twee gangen. 28. Palm-ftraat. Zie VI. £. 7-
29. Palm-graft o/" Nieuwe Braak. Zi* VI. £.8.
twee gangen. 30. Kromme-Palm-ftraat Zie VI. E.%.e.
31. Drie-hoek-ftraat Zie VI. E. 8. d.
32. Brouwers-graft Zie VI. E.
33. Schaapen-fteeg. Zie VI. E. 24. b.
34. Haarlemmer-Plein of Wagen-Plein by de
Haarlemmer-Poort.
E. Brouwers-Grapt, waarop
Zuidzyde, Zie V. N. 29,
en verder, 1. Heeren-graft. Zie V. O. en VI. A.
2. Keizers-graft. Zie VI. B.
3. Prinfen-graft. Zie VI. C.
4. Linden-graft (Zie VI. D. 25.) waar op,
Zuidwaards,
vyf gangen. a. eerfte Dwars-ftraat. Zie VI. C. 48. b, ff.
vyf gangen. b. tweede Dwars-ftraat. Zie VI. C 48. b. Jj.
zes gangen. O 3 c. d^r-
|
||||
4 AMSTERDAMS I. Deel.
c. derde Dwarsftraat. Zie VI. C. 47. g.
d. Blindemans-fteeg. Zie VI. C.4&,'b. i.**.
e. Tichel-ftraat. Zw VI C. 48.b. $.*.
Noordwaards,
zeven gangen, waaronder f. Schuitemaakers-gäng.
g. eerfte Dwarsftraat Zfe VI E. J»a.
vyf gangen , waar brider h. Eendragts-gang,
i. tweede Dwarsftraat. Zie VI. E. 5. b.
zes gangen, waar onder
k, S. Jakobs-gang. 1. derde Dwarsftraat. Zie VI. E. 5. c. agt gangen 5. Goudsbloms-ftraat. (Zie VI. />. 26.) waar in Zuidwaards,
zes gangen. a. eerfte Dwarsftraat. Z/e VI E. 4.g.
agt gangen. b. tweede Dwarsftraat. Zz'<? VI. E. 4. i.
agt gapgen. c. derde Dwarsftraat. Zie VI. E. 4,1.
vyf gangen Noordwaards,
vyf gangen. d. eerfte Dwarsftraat. Zie VI. E, 6. a.
vier gangen. c. tweede Dwarsftraat, Zie VI. E. 6. b.
vyftien g. in gen. 6. Goudsbloms-graft of Franfche-Pad. (Zie VI. Z). 27.) waar op Zuidwaards, vier gangen. *. eerfte Dwarsftraat. 7Je VI. £. 5. d. zeven gangen. b. tweede Dwarsftraat. Zie VI. E. 5. e.
zeventien gangen. Noordwaards,
negen gangen, waar onder de c. Wyde-gang , die doorloopt in de Pnlm-
ftraat. 7Je VI. E. 7. a.
d, eer-
|
||||
II. Boek. Aanwas en Gelegenheid. 215
d. eerftc Dwarsftraat. Zie VI. E. 7. b.
vier gangen. e. Rottige o/Roozebooms-fteeg.Zfe VI,E. 7.C
7. Palm-ftraat. (Zie VI. D. 28 ) waarin
Zuidwaards,
2es gangen, waar onder. a. Wyde-gang. Zie V,L E. 6. c.
b. Dwarsftraat. Zie VI. E. 6. d.
vier gangen. c. Rottige of Roozebooms fteeg. Zi« VI.
E. 6. e. Noordwaards,
twee gangen. d. Dwarsftraat. Zfe VI. E. 8. c.
tien gangen. 8. Palm-graft of Nieuwe Braak (ZieVI. D. 29,)
waar op
Zuidwaards,
drie gangen , waar onder a. Turfdraagers-Agtcrhuis.
b. Koorenmeeters-Agterhuis.
c. Dwarsftraat. Zie VI. E. 7. d. w
zes gangen. Noordwaards,
d. Drie-hoek-ftraat, komt uit op de Brouwers-
en Baangraft. Zie V I. D. 31. E. 9.
e. Kromme Palm-ftraat. Zie VI. D. 30.
9. Drie-hoek-ftraat. (Zie VI. Z>. 3*- £• 8. d.)
waar in
een gang. W.z. 10. Lynbaans- of Baangraft. Zie VI. ö.
Brouwersgraft Noordzyde van den Singel af,
vyf gangen, waar onder de 11. Rotgans-gang.
12. Viflchers-ftraat. (Zie VI. II. 4.) waar in
drie gangen Oofizyde.
twee gangen IVeftzyde. 13. Wieringer-ftraat. (Zie VI. H. <5.) waarin
twee gangen Oofizyde.
14. Heeren-markt. Zw VI. H. 7.
15. Brouwers-ftraat. (Zfe VI. H. 8.) waar in
tfier gangen Oofizyde.
zes gangen JVefizyde. O 4 16. Man-
|
||||
------- ---------""""flflW
|
"
|
|||||||
216 AMSTERDAMS I. Deel.
16. Mandemaakers-gang.
17. Steenkoopers-gang.
18. Olie-flaagers-gang.
19. Korte Prinlen-graft. Zie VI. 77.9.
20. Oranje-ftraat. Zie VI. C'. 50. a.
21. Mouthaan-fteeg. Zie VI. C. 50. b.
22. Dommer-ftraat. (Zie VI. C. 50. c.) waar in
een gang O. z.
23. Baanbnig-fteeg. Zie VI. C. 50. d.
24. Wagen-ltraat. (Zz'e VI. //. 14.) waar in,
Ooflwaards,
een gang, en a. Vinken-ftraat. Zie VI. C. 50.
en
ffeßwaards,
b. Schaapen-fteeg. Z?'e VI. Z). 33.
77. Haarlemmer-Houttuinen,
beginnende van de kleine Vifchmarkt en
Droogbak, 1. Buiten-Vinthers-ftraat. Zie VI. TT, 15.
2. Buiten-Wieringerftraat. Zw VI. /ƒ. i5.
3. Buiten-Brouwers-ftraat. Zie Vl.H.17.
4. Eenhoorns-gang.
5. Schager-gang.
6. Paauwen-gang.
7. Schiedammer-gang.
8. Korte Prinfen-graft.(z«V VI. H. 18.) waarop,
/Veßzyae,
twee gangen. 9. Buiten-Oranj'e-ftraat. Z*e VI. H. 19,
zes gangen, waar onder
10. eerfte Diflels-gang.
11. tweede Diflels-gang.
12. Hagedoorns-gang.
13. Buiten-Dommer-ftraat Zie VI. H 20.
14. kleine Houtstraat, zie V 1. H. 21.
Teneinde de Houttuinen, loopt, in de-
zelfde (trekking If-'eflivaards, de 15. Groote Hout-ftraat, tot aan de Schans.
|
||||||||
G. NiEü-
|
||||||||
■" '■^■f'i»»"iPi'.i..,.pBPii» - — wrr^v^ M , iii^pp»iijpjii>, M11,■ i i,-w-1. null«mmmm>>' ■■*
|
||||||||
II. Boek. Aanwas en Gelegenheid. 217
VI.
G. Nieuwe Teertuinen, beginnende
by de groote Houtfiraat. **.
»'m dezelven zyn
1. Slooterdyks-ftraat.
2. Breeuwers-ftraat,
^g-fer owe/fce flraaten loopt het
3. Smalle-Pad, langs de Schans:
ten Noordeinde van welk, men komt op de
4. Zoutkeets-graft, waarop zyn
a. KarlTebooms-gang.
b. Baan-fteeg: en om den Oofterhoek de
c. Bokking-hangen , waar zyn
d. Blaauw-hoofd.
vier gangen. H. Haarlemmer-Straat , of Dyk, H.
van de niewive Haarlemmer-ßuis af.
waar op zyn
Zuidzyde,
1. Rotgans-ftecg.
2. Hooiwagens-fteeg, eertyds, 't Fraai je Steegje.
3. Brandevvyns-fteeg.
4.\Binnen-Vifl*chers-ftraat. Zie VI. E. 12. 5. Rookoes gang,
6. Binnen-Wieringer ftraat. Zie VI. E. 13,
7. Heeren-markt. Zie VI. E. 14.
8. Binnen-Brouwers-flraat. Zie VI. E. 15.
een gang.
9. Prinfen-graft. Zie VI. E. 19.
10. Binnen-Oranje-ftraat. 2:te VI. C. 50. e,
11. Mouthaan-fteeg. Zie VI. C 50. f.
12. Binnen-Dommer-ftraat. Zie VI. C. 50, g.
13. Baanbrugftecg. Zie VI. C. 50. h.
14. Wagen-ftraat. Zie VI. E. 24.
Nuordzyde, _
15. Buiten-Viflchers-ftraat. Z& VI. /^. r.
jó. Buiten-Wieringer-ftraat. Zie VI. F. 2, 05 17. Bui-
|
||||||||
intuin ÉÉiftin ■^^^£'- ■ -ai
|
||||||||
lim&äbü»,-«—-s.-.
|
||||||||
2i3 AMSTERDAMS I. Deel.
17. Buiten Brouwers-ftraat. Zie VI. F. 3.
een gang.
18. Korte Prinfen-graft. Zie VI. F. 8.
19. Buiten-Oranje ftraat. Zie VI. F. 9.
20. Buiten-Dommer-ftraat. Zie VI. F. 13.
21. Kleine Hout-ftraat. Z/e VI. F. 14.
J. Bikkers-Eiland, benoorden de Hout-
tuinen , op de hoogte der Oranje-ßraat: waar op,
1. Bikkers-graft.
2. Bikkers-ftraat, en in dezelve,
a. Minneraoers-ftraatje.
b. Kleine Bikkers-ftraat.
beide uitkomende of de Bikkers-graft.
K. Prinsen-Eiland, beweflen 't
Bikkers-Eiland: waarop de
1. Galge-ftraat of Prinfen-Eilands-Dwarsftraat. L. Reaalen-Eiland, benoorden de
Bikkers- en Pr in/en Eilanden: waar op,
1. Taan-ftraat.
2. Ïaan-Dwarsftraat.
3. Vier-winden-ftraat.
4. Zandhoek.
M. Nieuwe-Waals-Eiland , tus'
f eben het Kamperhoofd en de T-grafi9 is verdeeld in
1. Binnenkant, en
2. Buitenkant, tuffchen welken, aan de Oofl-
zyde, is de
3. Kalk-markt, en door welken loopen
4. Nieuwe of Buiten-Bantamincr-ftraat.
5. Schippers-ftraat.
|
||||
II. Boek. Aanwas en Gelegenheid. 219
VIL VIL
Vierde en laatfte Vergrooting der §tad^ begon-
nen in 't jaar 1658, in 't gemeen de nieuwe uitlegging genaamd. G R A F T E N.
A. Letdsche-graft.
B. Heeren-graft, van de hoogte der Leidftbe-grafk
af, Qojlwaards.
C. Keizers-graft , als boven.
D. Prinsen-graft, als boven.
E. Lynsaans- of Baan-graft, als boven*
F. Agter-graft.
G. Reguuers-graft.
H. Binnen-Amstel. ƒ. Mui DER-GRAFT.
K. Nieuwe-Raapenburger-graft.
Straaten.
L, Muider-straat.
M. Nieuwe Zeedyk of Kadyk.
Eilanden.
N. Kattenburg.
O WlTTENBURG,
P- Oostenburg,
A. Leidsche-graft. A.
waar op
Wefizyde. 1. Heeren-graft. zie VI. 4. 1. Keizers-graft. Zie VI. B. 3. Prinfen-graft. Zie VI. C.
4. 't Kleine Plein, aan de Schan*.
Ooflzyde.
5. Heeren-graft. Zie VIL B.
6. Keizers-graft. Zie VIL G
7. Kerk-
|
|||||
_
|
|||||
220 AMSTERDAMS I.Deel;
VII. 7- Kerk-ftraat, loopt door, tot aan den Amftel.
(/Je VII. H.) en over denzelven tot aan A 't Weefper-veld. (Zw V IL I. 6.) 8. Prinfen-graft. Zie VII. ö.
9. Lange Leidfche Dwarslhaat. (Zie VIL Z).
14. a.)
loopt door tot aan de a. Spiegel-graft. Zie VIL £>. 17. 10. Korte Leidfche-Dwarsftraat. Zi« VIL Z).
14. b.
11. Lynbaans-of Baangraft. Zie VII. E.
B, B. Heeren-Graft.
van de hoogte der Leidfche-graft af»
Noordzyde.
1. Katersfteeg. zie V. N. 9.
2. Konings-Plein. {zie V. t'V. 8.) waarop
Ooßzyde
a. Reguliers-Dwarsftraat. Zw V. N. 8. a. 3 Vyzelftraat. (Zie V. N. 1.) waarin IVeßwaards, een gang Ooßwaards,
a. drie ftraaten van den Duivelshock. zieV. N. 1. a. 4. Reguliers-graft. Zie VIL G.
5. Utrechtfche-ftraat, komt uit op de Botermarkt.
6. Binnen-Amftel. Zie V.M.
7. Muider-graft. Zie VIL J.
8. Muider-ftraat. Zie Vil. L.
Zuidzyde.
9. Leidfche-graft zie VIL ^. en C. 1.
10. Leidfche-ftraat- zie Vil. C. 2.
11. Spiegcl-ftraat. Zw VIL C 3.
12. Vyzelftraat. zie VIL C. 4.
13. Reguliers-graft. Zw VIL C. 5.
14. Utrechtfche-ftraat. Zw VIL C. 6.
15- Binnen-Araftel. Zie VIL C. 7. 16. Weesper-ftraat. Zie VIL C. P.
17, Muider-graft. Zie VIL C. 9.
18. Mui-
|
||||
II. Boek. Aanwas en Gelegenheid. 221
18. Muider-ftraat o/eerfte Middellaan derPlan-
taadje. Zie Vil. D.h.
19. Nieuwe Raapenburger-graft. ZieVll.D. 13.
C. Keizers-Graf T.
van de Leidfche Graft af. Noordzydc.
1. Leidfche-graft. Zie VII. 2?. 9. t. Leidfche-ftraat. Zie VIL 5. 10. 3. Spiegel ftraat. Zie VII. 5. il.
4. Vyzel-ftraat. 2w VII. B. 12.
5- Reguliers grafie ZieVll. B. 13.
6. Utrechtfche-ftraat. zie VII. B. 14»
7. Binnen-Amftel. 2« VII. #. 15.
8. Weefper-ftraat. ZieVll, B. 16.
9. Muidergraft o/ agter 't S. AntonisKerkhof.
Zie VIL B. 17.
Zuidzyde.
10. Leidfche-graft. (zie VII. D.i.) en op de-
zelve
Ooßwaards.
a. Kerk-ftraat. Zie Vil. d. 7. Cu. 11. Leidfche-ftraat (zie VIL D. 2.) en daarop
ter wederzyde
a. Kerk-ftraat. Zie VIL C.io. ?. 12 Spiegel-ftraat. (Zie VIL ö.) en daarin a. als boven. 13. Vyzel-ftraat. (Zie VII. D. 5.) en daarin
a. als boven.
14. Reguliers-graft. (zie VII. Z). 6.) en daar op
a. als boven.
15. Utrechtfche-ftraat. (Zie V11. D. 8.) en daarop
a. als boven.
16. Binncn-Amftel. (Zie Vll.D.g.) en daar op
a. als boven.
17. Weefper-ftraat. (Zie VIL D.10.) en daarop
a. als boven.
en ten Osfien
b. Weefper-veld. Zie VIL 1.6.
18. Muidergraft (Zie VIL D. 11,) kopende langs
de Plantaadje.
|
|||||
D. Prin-
|
|||||
222 AMSTERDAMS I. Duel,
D. Prinsen »grapt.
mn de Leidfche-graft af.
Noordzyde.
1. Leidfchc-graft. Zie VII. C. 10.
2. Leidfche-ftraat. Zie VIL C, i r.
3. Spiegel ftraat Zie VIL C. 12.
4. Turfdraagers Hofje of gang.
5. Vyzel-ftraat. Zie VII. C. 13.
6. Reguliers-graft. zw VIL C. 14.
7. Amftel-veld. Zie VIL G. 11.
8. Utrechtfche-ftraat. Zie VIL C. 15.
9. Binnen-Amftel. Zie VIL C. 16. "
io. Weesper-flraat. Zie VII. C. 17. 11. Muider-graft. Zie VII. C. 18.
12. Muider-ftraat, of eerfte middellaan der Plan-
taadje. Zie VIL ZJ. 18.
13. Nieuwe Raapenburger graft. Zie VII. B. 19.
ZwWzWe.
14. Leidfche graft. (Zie VIL E, 1.), en daarop
a. Lange Leidfche-Dwarsftraat. Zis VII. D.
15- a
b. Korte Leidfche-Dwarsftraat.Zie VIL ZP.15.b-
15. Leidfche-ftraat (Zie VIL £. 2.), en daarop
ter wederzyde
a. Lange Leidfche-Dwarsftraat. Zie VIL A.
9. £>. 17. a.
ten Weflen,
b. Korte Leidfche-Dwarsftraat. ZieV 11. v^. 10.
ten Ooflen,
c. Leidfche Kruis-ftraat. (Zie VIL Z) 16.),
waarin
drie gangen, en f Korte Leidfche-Kruis-ftraat. Zie VIL£.3. 16. Leidfche-Kruis-ftraat Zie VII. Z>. 15. c.
17. Spiegel-graft. (Zie V11. E. 4.), en daarop
ten Hefien,
a. Lange Leidfche-Dwarsftraat. Zie VIL
D. 15. a.
b. Korte Leidfche-Dwarsftraat.zieVlLD.15.b-
ten Ooflen,
C. eerfte Weterings - Dwarsftraat. Zie VIL D. 18. a, <*. twee- |
||||
II.Boek. Aanwas en Gelegenheid. 223
d. tweede Weterings-Dwarsftraat. z/e VILD. TrTT
18. b. ' V II 18. Wetcrings-ftraat. (Zie VII. E. 5.), en daarin
ter weder zyde, n
a. eerfte Weterings-Dwarsftraat. Zie VIL D.
17. c.
b. tweede Weteiïngs-Dwarsftraat. Zz'e VIL
O. 17. d.
te/z Ooflen,
c. derde Wetcrings-Dwarsftraat o/ 't Vlakke-
veld. Zie VIL D. 19. c.
19. Vyzel-graft. (Zie VIL £. 6.)» waarop
ten Weflen
a. eerfte Weterings-Dwarsftraat. Zie VIL D.
18. a.
b. tweede Weterings-Dwarsftraat. Zie VIL
D. 18. b.
c. derde Weterings-Dwarsftraat, of 't Vlakke-
veld. Zie VIL D. 18. c.
ten Oofien, d. Noorder ftraat. Zie VIL G. 5. waar in
\. Dwarsftraat. e. Nieuwe Looijers-ftraat. (Zie VIL G. 6,)»
waarin Zuidzyde,
\. HoutkoopersHofjc, en Noordzijde, J.. Dwarsftraat. Zw VI I.D. 21. 20. Nieuwe Looijers-Dwarsftraat.
21. Reguliers-graft. £m VIL E. 7.
22. Utrechtfche-ftraat. (Zie Vil. F. 1.), waarop,
ter wederzyde,
a. b. Utrechtfche Dwarsftraat. Zie VIL G. 13- #. 5-
23. Binnen-Amftel. Zie VIL F. 2.
24. Weesper-ftraat. (£/e VIL F. 3.), waarop
ter wedcrzyde,
a. b. Lepel-ftraat. 25. Roeters Burgwal. Zie VIL F. 4.
26. Muider-graft, langs de Plantaadje-, Zie VIL
F 5.
27. Muider-ftraat of eerfte middellaan der Plan-
taadje. Zz'e VIL £. 13.
28. Nieuwe Raapenburger-graft. Zie Vil E. 14«
E. Lyn-
|
||||
224 AMSTERDAMS LDeel,
E. Lynbaans- ö/Baan-graft,
van de Leid/ehe graft af. i. Leidfche-graft. Zie VIL D, 14.
een gang. 2. Leidfche Plein of Wagen-plein by de Leid-
fche Poort.
3. Korte Leidfche - Kruis-ftraat. Zw VII. D.
15. c. f.
4. Spiegcl^graft Zw VI LZ) 17.
5. Weterings-ftraat. ZW VII. D. ig,
6. Vyzel-graft Zw VII. D. 19.
een gang.
7. Reguliers-graft. Zw VII. D. 21.
8. Binnen-Amftel. Zw VII. F. 9.
9. Weesper-plein. Zie V11. F. 11.
10. Roeters-Burgwal. Zw VII. F. 12.
11. RoetersEiland, Zw VII. F. 14.
12. Muider-graft, langs de Plantaadje, Zie VII.
F. 13.
13. Muider-ftraat, o/ eerfte middellaan derPlan-
taad|e. Zw VII, D. 27.
14. Nieuwe Raapenburger-graft. Zw VII. D.28.
15. Nieuwe Zeedyk of Kadyk. Zie VII. M.
F. Agter-grapt, beginnende aan de
Reguliers.graft. Noordzyde.
een gang. 1. Utrechtfche-ftraat. Zw VII. D. 22.
ecn gang. 2. Binnen-Amftel. Zw V11. D. 23.
3. Weesper-ftraat. ZW VII. D. 24.
4. Roeters-Burgwal. Zw VII. D. 25.
5. Muider-graft, langs de Plantaadje. Zw VII.
D. 26.
Zuidzyde.
6. Offen-markt.
7. Varken-markt.
8. Nieuwe Amftel-ftraat.
9. Binnen Amftel. Zw VII, E. 8.
ten
|
||||
fa. Boek. Aanwas en Gelegenheid, 225
|
|||||||||
ten Noorden van de Agter-graft, die beoos-
ten den Anfiel ook de Onbekende-graft heet, loopt aldaar eene korte Graft, ge- naamd het |
VIL
F. |
||||||||
ïo. Onbekende graftje.
twee gangen.
ïï. Weesper-Plein. Zie VII. E. 9. 12. Roeters-Burgwal. Zie VIL E. 10.
13. Muider-graft langs de Plantaadje. Zie VIL
E. 12.
Tuiïchen de Baan en Agter-graft, en den Roeters-Burgwal en Muider-graft, legt het , 14. Roeters-Eiland, doorfneeden iu de lengte
van de Roeters-üoot.
G. Reguliers-graf t. Qr
Weflzyde.
1. Heeren-graft. Zie VIL B.
2. Keizers-graft. Zie VIL C.
3. Kerk-ftraat. Zie VIL A. 7.
4. Prinfen-graft. Zie VIL D.
5. Noorder-ftraat. Zie VIL D. 10. d.
6. Nieuwe Looijers-ftraat. Zie VIL D. 19.e*
7. Lynbaans-o/Baan-graft. Zie Vil. E,
Oofizyde.
8. Heeren-graft. Zie VIL S.
9. Keizers-graft. Zie Vil. C.
io. Kerk-tlraat. Zie Vil. A. 7. 11. Amftel-veld. Zie Vil. D. 7.
12. Prinfen-graft. Zie Vil. D.
13. Utrechtfche-Dwarsftraat. Zie VIL D. 22. a>
14. Agter graft, Zie VII. F.
H. Binnen-Amstel, /£
van den Blaauw-burgwal af.
Weflzyde. ï. Heeren-graft. Zie Vil. B.
2. Keizers-graft. Zie Vil. C.
3, Kerk-ftraat. Zie VIL 4. 7.
I. STUK. P * 4, Prin-
|
|||||||||
ii6 AMSTERDAMS LDeel,
4. Prinfen-graft. Zie VII. D.
5. Utrechtfche-Dwarsftraat. Zie VIL D. 22. b.
6. Agter-graft. Zie VII. F.
7. Amftel-graft of Baan-graft.
Ooßzyde.
S. Amftel-ftraat, loopt naar de Jooden-Hout- markt, waarin Noordwaards,
a. Turf-fteeg. Zie V. £>. 1. 9. Heeren-graft. Zfe VII. 5. 10. Keizers-graft. Zie VII. C.
11. Kerk-ftraat. Zie VIL A. 7.
12. Prinfen-graft. Zie VIL D.
13. Korte Amftel-ftraat, loopt regt op de Agter-
graft.
14. Lynbaans- of Baan-graft. Zie VII. E,
L Muider-graf T.
Ooßzyde.
1. Heeren-graft, over de Plantaadje. Zie VI 1.7?.
2. Prinfen-graft, dwars door de Plantaadj*. Zie
VII. D.
3. Lynbaans- of Baan-graft, ten einde der Plan-
taadje. Zie VII. E.
Weflzyde. 4. Heeren-graft. Zie VII. B.
5. Keizers-graft. Zie VII. C.
6. Weesper-veld. Zie VIL C. 17. b,
7. Prinfen graft. Zie VIL D.
8. Agter-graft. Zj> VIL F.
9. Roeters-Eiland. Z«V VIL F. 14.
10. Lynbaans-o/Baan-graft. 2fc VIL E. K. Nieuwe-Raapenburger-graft,
Weflwaards.
1. De Plantaadje, verdeeld in vyftien Perken,
Ooßwaards.
2. Kerk-ftraat (Zie VII. A. 7.) en nog een
% Dwarsftraat, uitkomende op den Nieuwen Zecdyk of Kadyk. Zie VII. Af.
£. Mor-
|
||||
ÏL Boek. Aanwas en Gelegenheid. 227
L. Muider-straat, begint by het
Plein der Portugeefche jooden-Kerke. Weflwaards,
1. Heeren-graft. Zie VIL B. 1. Prinfen-graft, inde Plantaadje. Zie VIL D„ 3. Lynbaans- of Baan-graft, ten einde der Plaw
taadje. Zie VIL E.
Ooflwaards, 4. Raapenburger-ftraat, of Vinkebuurt, komt uit
op de Schippers graft. (Zie V. G. 3.),
waarin ten Noorden,
a. eerfle Waaigat.
b. tweede Waaigat.
ten Zuiden,
c. een gang naar 't Hofje BulTenfchut
twee gangen. $. lïceren-graft, over de Plantaadje. Zie VIL Bt
6. Prinfen-graft, in de Plantaadje. Zie VIL D.
7. Lynbaans- of Baan-graft, ten einde der Plan-
taadje. Zie VIL E.
M. Nieuwe Zeedyk of Kadyk,
verdeeld in de
1. Hoogte van den Kadyk, en
2. Laagte van den Kadyk.
elk, aan ééne zyde, ten einde toe, bebouwd,
en aan 't Wefteinde elk, aan twee zyden, hopende, door de Laagte, de a. Kerk-ftraat. (Zie VIL K. 2.) en nog een
b. Dwarsftraat.
beide uitkomende op de
nieuwe Raapenburger-graft. Zje VIL K.
op de hoogte is c. een Waaigat aan de nieuwe Vaart.
een gang. De nieuwe Vaart loopt langs Kattenburg, Wit-
tenburg en Oofienburg. P 2 N.Kat-
|
|||||||
VII
|
|||||||
M.
|
|||||||
•
|
|||||||
225 AMSTERDAMS I.Déeï,,
N. Kattenburg: waarop
1. Groote Katten burger-llraat, hebbende
Ooflwaards,
a. eerfte Kattenburger-Dwarsftraat. Zie VIL
N. 2. a.
b. tweede Kattenburger-Dwarsftraat. ZieVIL
N. 2. b.
c. derde Kattenburger-Dwarsftraat. Zie VIL
N. 2. C.
twee gangen.
2. Kleine Kattenburger-ftraat, hebbende
JVeßwaards,
a. eerfte Kattenburger-Dwarsftraat. Zie VIL
N. i. a.
b. tweede Kattenburger-Dwarsftraat. ZieV IL
N. i. b.
c. derde Kattenburger-Dwarsftraat. Zie VIL
N. I. c.
Ooßwäctrds,
d. eerfte Waaigat.
e. tweede Waaigat.
O. Wittenburg: waarop
i. Groote Wittenburger-ftraat, hebbende
tFeflwaards, a. eerfte Waaigat.
b. tweede Waaigat.
Oofiivaards,
c. eerfte Wittenburger-Dwarsftraat. Zie VIL
O. 2. a.
d. tweede Wittenburger-Dwarsftraat. ZieV IL
O. 2. b.
2. Kleine Wittenburger-ftraat, waar in tVeJlvuaards, a. eerfte Wittenburgei-Dwarsftraat. Zie VIL
O. i. c.
b. tweede Wittenburger-Dwarsftraat. ZieV IL
O. i. d.
De
|
||||
II. Boek. Aanwas en Gelegenheid. 229
De Groote Wittenburger-ftraat is, van de twee- yjj
de Dwarsftraat af, tot aan het einde, alleen aan de Weftzyde bebouwd. ^ De Kleine Wittenburger-ftraat is, van de twee- ^*
de Dwarsftraat af, terwederzyde, onbebouwd. P. Oostenburg: waarop p
een gang.
1. Kleine Ooftenburger-ftraat, waar itt
Weftwaards,
a. een Waaigat.
Ooßwaards,
b. Ooftenburger-Dxvarsftraat. ZieVll.P. 3. a.
2. Groote Ooftenburger-ftraat.
3. Agter-itraat, waar in
ten IVefien,
a. Qoftfnburgcr-Dwarsftraat. Zie VII. P. i.b.
Ooflnvaards,
een gang. b. een Waaigat.
Beooflen Ooftenburg is
4. Funen en
<. Keerweêr, daar de uiterftc Wagt der Stads
Soldaaten is, |
||||||
P 3. LYSX
|
||||||
.
|
||||||
L Y S T,
Waarby de plaats ^-Gräften, Straa-
t e n , SteegenctuornaameGAü' gen van AMSTERDAM,
in den voor gaanden Naam-toPlaats-
w y z e r, aangeweezen wordt. |
|||||||
A,
X\colye-ftraat VI. C. 39. f.
Agnieten ftraat. II. A. 1.
Agter-burgwal (Nieuwe-zyds) II. u. III. 5.
Agter-burgwal , (Oude-zyds-) II. C. 111. A.
Agter de Begynen. I. F. 1.
Agter de Hal. I. C. '5.
Agter de Nieuwe Kerk, of Elendige-fteeg. I. M.
12. a.
Agter de Oude Kerk. I. C. 22. Agter, of bezydcn de Beurs. I. A. 18. Agter 't S. Antonis Kerkhof. VIL C. 9. Agter Graft, VII. F, * Agter ftraat. V. K. 2. Agter-ftraat op Ooftenburg. VII, P. 3. Amstel. V. M. VIL H. Amftel-graft. VIL H. 7. Amftel-kerk-ftraat. Zie Kerk-ftraat. * Amftel-ftraat. V. M. 12. VIL H. 8,
Amftel-ftraat (korte). VIL H. 13. Amftel-ftraat (nieuwe). VIL F. 8, Amftelveld. VIL D. 7, Anjeliers-graft. VI. C. 47, Anjeliers ftraat. VI. C. 46. Anjeliers-ftraat (kleine) VI. C. 45. i, Anjeliers-dwarsftraat (eerfte). VI. C.4.6. f. Anjeliers-dwarsftraat (tweede). VI. C, 46, g. Arend
|
|||||||
._ '
|
|||||||
IL Boek. Aanwas en Gelegenheid. 231
Arend-Bouwenfteeg. V. M. i.b.
Arend Jakobszoons-fleeg. Zie Duiven-fteegje.
Arke Noachs-gang. VI. B. 15. b.
Arke Noachs-gang. VI. C. 34. i.
Ann-fteeg (Nieuwe zyds). I. D. 26.
Arm-Heeg (Oude-zyds). I. C. 27.
Arnouds gang. VI. C. 14.
Azynmaakers-fteeg, of Zwart-Lakens-fteegl. D. 9.
B.
XJaafjes-fteeg. Ï.B. 4.
Baanbrug-fteeg. VI. C. 50. d. Baangraft. VI. D. V11. £. Baan-fteeg. VI. G. 4. b. Bakkers-ftraat. V. M. 7. Balk in 't Oog-fteeg. V. M. 6. Bantammer-ftraat. IV. A. 7. Bantammerftraat (nieuwe). VI. M. 4« Barber-ftraat. I. C. 2. Barnde-fteeg. III. >£ 12. Batavier-ftraat. V. K. 1. Batavier-dwarsftraat (eerfte). V. F. 2. Batavier-dwarsftraat (tweede), V. F. 3, Beeren-fteeg. V. A. 3. e. Beeren-ftraat. VI. B. 11. Begynen-gang. VI. C. 15. Begynen fteeg. I. L. 10. Begynen-fteeg (dolle). I. C. 19. Berg-ftraat. V. JV. 25. Bethanie-ftraat. III. A. 9. Bethanierdwarsftraat. III. A.S.z, Bethlehems-fteeg. I. K. 5. a. |. Beuling-ftraat. V. N. 10. Beurs-fteeg. I. A. 18. Bezyden de Beurs. I. A. 18. Bierdraagers-gang. VI. C. 38. h. Bierdraagers-gang. VI. C. 45. g. Bikkers-Eiland. VI. I- Bikkers-graft. VI. I. I. Bikkers-ftraat. VI. /. 2. Bikkers-ftraat (kleine). VI. /. 2. b. P 4 Bini'
|
||||
*3* AMSTERDAMS I.Deei,
Bindwyk of Bjnnemvyk. Zie Kalverstraat.
Binnenkant van 't Nieuwe-Waals-Eiland. Yh M. i.
Binnen-Amstel. V.M.VII.H. Binnen-Brouwers-ftraat. VI. E. 15. Binncn-VifTchers-ftraat. VI. E. 12. Binnen-Wieringerftraat. VI. £. 13. Blaauwburgwal. V. N. 26. Blaauwe Erf. Ï.M. 12. b. Blaauwe-Haan-fteeg, I.D. 12. Blaauw-hoofd. VI. G. 4. d. Blaauwe Lelie-ftraat, of korte Niezel. II. A,% Blaauwe-ftraat. I. M. 12. b. Blaauwhuizen-gang. VI. C. 48.c. Blaauw-lakens-fteeg. I. C. 16. Bleekers-gang. VI. C. 6. Blindemans-fteeg. V. M. 1. e. Blindemans-fteeg. VI. C 48- b. \. **. Bloed-ftraat. III. ^ 13. Bloed-dwarsftraat. III. ^. 13. b, Bloks-Hofje.VI. C. 31. b. f. Bloin-graft. VI.C. 41. Blom-ftraat. VI. C. 40. Blom-dwarsftraat (eerfte). VI. C. 40.3. Blom-dwarsftraat (tweede). VI. C. 40. b, Blydehoek. III. Ai. Boeren fteeg. I. D.11. Boeren-fteeg. III. A. o. a. \. Bogt agter de Oude Kerk. I. C. 22, Boltens-graftje. V. L. 3. Bokkinghangen. VI. G. 4 c. Boomsloot. IV. C. Boomsloot (Dwars). IV. C. 3. Boomftceg. III. A. 16. Boomfteeg. IV. C. 3. h. Boom-ftraat. VI. C. 48. a. Boom-dwarsftraat. VI. C. 48. a.f.J. Braak (nieuwe) o/Palmgraft. VI. £.8. Braak (oude). I. D. 25. Brandewyns-fteeg. IV. A. 3. a. Brandewyns-fteeg. VI. ƒƒ. 3. Brand-gang. V. 1.10. Breéftraat (Reguliers-). V.M. 1. Bre^
|
||||
iL Boek. Aanwas en Gelegenheid. 233
Breêftraat (S. Ante-nis- en Jooden-) V. I.
Breeuwers-ftraat. VI. G. 2.
Brouwers-graft. V. N. 29. VI. E.
Brouwers-fteeg. I. D. 27.
Brouwers-ftraat. VI. E. 15.
Bruiniften-gang. III. A. 12. a.
Burgwal (Blaauw-) V. N. 26.
Burgwal (Fluweelen-) 11. A.
Burgwal (Grim-) I. E.
Burgwal (Groene). V. A. 1. a.
Burgwal (Kloveniers-). 111. D.
Burgwal (Leproozen-). V- D.
Burgwal (Nieuwe-zyds-Voor-) I. D. 11. B.
Burowal (Nieuwe-zyds-Agter-) 11. D. 111. B.
Burgwal (Oude-zyds-Voor-) I. C. 11. A.
Burgwal (Oude-zyds-Agter ) II. CAll.A,
Burgwal (Roeters-) VII. D. 25.
Burgwal (Zwaanen-)V. B.
Buitenkant van 't Nieuwe-Waals-Eiland. VI.
M. 2.
Buiten-Bantammer-ftraat. VLM. 4.
Buiten-Brouwersftraat. VI. F. 3.
Buken-Dommerftraat. VI. F. 13. Buiten-Oranjeftraat. VI. F. 9. Buiten-Viffchersftraat. VI. F. 1. Buiten-Wieringerftraat. VI. F. i. Bullen fdiuts gang. VIL L. 4. c. (L^ellebroêrs- of Pensftecg. I. A. 3.
D,
JL_Jamrak. I. B.
Dirk van Haffelts-fteeg. I. D. 22. PifTels-gang (eerfte) VI. F. 10. DiiTels-gang (tweede) VI. F. 11, Doele-ftraat (Nieuwe) III. D. Doele ftraat (Oude) IL A. 4. Dollebegynen-fteeg. I. C. 19. Dommer-ftraat. VI. C. s°- c- Driehoek-ftraat. VI. E. 8. d. • f 5 Ene
|
||||
234 AMSTERDAMS LDeel.
Drie Kardoezen gang. V. H. 3.
Drie Konings-ftraat. V. N. 22. Drie Lelien-gang. VI. C.34.I1. Droogbak. VI. F. Dubbelde Worft-fteeg. I. B. 2. Dubbelde Worft-fteeg. V. iV. ir. Duifjes-fteeg. I. A. 13. Duiven-fteegje. IC. 11. Duivels-hoek. V. M. 1. b. c. d. e. f. Dwars-Boomsloot. IV. C. 3. Dyk-ftraat. IV. A, 1. Dyk-dwars-ftraat. IV. A. 1. a. Dyk-ftraat (korte). IV. C. 3. a. E. .
XLendragtsgang. VI. E. 4.I1.
Eenhoorns-gang. VI. F. 4. Een uurs-gang. VI. C. 34. d. Egelantiers-graft.VI. C. 42. Egelantiers-ftraat. VI. C. 44. Egelantiers-dwarsftraat (eerfte). VI. C. 43. d. Egelantiers-dwarsftraat (tweede). VI. c. 43. h. Egelantiers-dwarsftraat (derde). VI. c. 43. i. Eiland (Bikkers-) VI. I. Eiland (Nieuwe-Waals-) VLM. Eiland (Prinsen) VI. K. Eiland (Reaalen-) VI. L. jylands-graft. VI. C. 34. Elands-ftraat. VI. C. 35. Elendige-fteeg. I. M. 12. a. Enge Kapel-fteeg. I. A. 10. Enge Kerk-fteeg. I. K. 8. Engel-Gabriels-gang V. K. 2. d. Engclfche-fteeg. III. C.17. a. F.
Jt* luweelen-Burgwal. II. A,
Foelie-ftraat. V. G. 2. Foelie-dwarsftraat V. G. 2. a. Fortuinen gang, V.K. 2. c. Fraaije-fleegje. Zie Ilooiwagens-fteeg. Fran-
|
|||||
•
|
|||||
s
|
||||||
II. Boek. Aanwas en Gelegenheid. 235
Franfche Pad. VI. £.6.
Frans-Talingen-fteegje,o/Frans-Teilingen-fteegje. 11J. E. 3.
Funen. Vil. P. 4. Fye Fliegen- en Vyf-Vliegenfleeg. Zie Vliegende- fteeg.
G.
Ijjraapers-fleeg. I. A. 14.
Galge-ftraat. VLA". 1. Gansoord. Zie Nes. Gafthuis-hof. III. H. 2. Gafthuis-molen-fteeg. V. /V. 19. Gafthuis-molen-fteeg(korte) III, 5»6. Gafthuis-fteeg. I. D. 13. Gebed zonder end. I. C. 1. a. Geelvinks-fteeg. V, N. 3. Geertruids-fteeg. I. D. 19. Geldersche-Kaai. III. £. Gieters-ftraat. VI. C. 48. b. [$. Glazemaakers-gang. VI. C. 5. Gooijers-fteeg.I. C. 15. Gordynen-fteeg. III. A. 13. a. Goudbergs-fteeg. I. K 5. a. f. Goudsbloms-graft. V I. E. 6. Goudsbloms-fteeg. V. N. 13. Goudsbloms ftraat. VI. E. 5. Goudsblomsdwarsftraat (eerfte). VI.E. 5. a. Goudsbloms-dwarsftraat (tweede). VI. E. 5. b. Goudsblomsdwarsftraat (derde), VI. E. 5.C. Gouwenaars fteeg. III. C. 17. d. Graven-ftraat. I. D. 15. Grim. I. £. Z« Grimburowal. Grtmburgwal. I. E. Grimmenefle-fluis. III. H. 3. GrimneJJe. Zie Nes. Groene Burgwal. V. A. 1. a. Groene-gang. V. A. 3. a. J. Groote Hout-ftraat. VI. F. 15; Groo-
|
||||||
- r -ttMfrattfk.i
|
||||||
236 AMSTERDAMS I. Deel,
Grootc Kattenburger-ftraat. VII. ZV. I.
Groote Ooftenburger-ftraat. VII. P. 2.
Groote Wittenburger-ftraat. VII. 0. 1.
Guldchand-fteeg. I. K. 21. ,
H.
JTIaarlemmer-dyk , of Straat. V. N. 30. VI. tf,
Haarlemmer-Houttuinen. V.N. 31. VI. F. Haarlemmer-Plein. VI. D. 34. Haazen-ftraat. VI. C. 34. c. Hagedoorns-gang. VI. F. 12. Hal.Plein. I. /. 4. HaMleeg. I. C. 7. Halvemaansrjfteeg. V. M. 4. Hameeters-fteeg. V. ZV. 23. Hamfleegje. Zie Naaldemaakers gang. Handboogs-ftraat. III. C. 2. b. Haringpakkery. III. B. 22. Harten-ftraat. VI. A. 4. Haiïel aars fteeg. I. U. 1. Haverzaks-gang. VI. C. 45. f. Heeren-gang. V. F. i. Heeren - Graft. V. O. VI. ^. V11. Ä> Heeren-markt. VI. E. 14. Heeren-ftraat. VI. A. 6. Heilige-Weg. III. C. 2. Hcintjc-Hoeks-fteeg. I. C. 25. Hci-fteeg. V. N. 12. Hei-fteeg (karte). III. B. 1, Hekel veld. III. B. 20. Hemelryk. III. B. 15. Hemclryk (kleine). III. B. 16. Henrik-Katrynenzoons-fleeg. Zie Vifch-fteeg. Hcremytenfteeg. I. -^. 7. Hoefyzers-gang (nieuwe). III. A. 10, b, Hoefyzers-gang (oude). 111. A. 10. a. • Hoedemaakers-gang.Vl. C. 43. i. Hoek (blyde). III. A. t. Hoek (Duivels). V. M. 1. b. c. d. e. f, Hoek (Waaien-). VI. C. 29. a. Hoek (Zand-). VI. L. 4.
Hol.
|
||||
ILBöEK. Aanwas en Gelegenheid. 237
Hol. I. D. 17.
Holmans-fleegje. Zie Panaalfteegje.
Hoofd (blaauw). VI. G. 4. d.
Hoogkamers fteeg, of gang. III. A. n.
Hoogftraat (korte). IV. D. 1. b.
Hoogftraat (nieuwe). V. A. 6.
Hoogftraat (oude). III. A. 8.
Hoogte van den Kadyk.* VII. M. 1.
Hooiwagens-fteeg. VI. H. 2.
Hopkuil- o/Waterfcheeps-fteeg. II.fi. 12.
Hout-Graft. V. C.
HoutkoopersGraft. V. E.
Houtkoopers-hofje. VII. D. 19. e. f.
Houtftraat (groote). VI. F 15.
Houtftraat (kleine). VI. F. 14.
Houttuinen. Zie Teertuinen (Oude).
Houttuinen (Haarlemmer), V. N. 31. VI. H.
Houttuinen (Jooden-). V. E.
Houttuinen (Niewwe-zyds-). Zie Texelsche Kaai.
Houtzaagers-gang. III. 3. 2.
Houtzaagers-gang. V. M, 1. a.
Huiden-ftraat. VI. A. 2.
Huiszitten- Burgwal of Turfgraft. V. D.
Huiszitten-ßeeg. Zie Stoof-fteeg.
Huiszitten-fteeg. II. B. 7.
Huis^itten-fteeg (korte). III. B. 9.
■
J.
\akob van Olen-ßeeg. Zie Spaarpots- of Spreeuw-
y pots-fteeg. Jan de Vriezen-fteeg. I. C. 9. Jan-Krimpen-gang. V. A. 3. a. f. Jan-Rooden-Poorts-Tooren-fteeg. III. B. 10. Jan Schouten Aartszoonsßeeg. Zie Schouten-ftceg. Jeroenen-fteeg. III. C. 16. Jonge Roelen-fteeg. I. D, ir. Jonker-ftraat. IV. A. 6. Jonker-dwarsftraat (eerfte). IV. A. 6. a. Jonker-dwarsftraat (tweede). IV. A. 6. b. Jonquiel-boeren-fteeg. V. A. 5. JOODEN-BREêSTRAAT. V- /•
JoODEN-HoUTTUINE». V. F. *
|
||||
ü38 AMSTERDAMS LDeel,
K.
K
aai (Geldersche). III. E.
Kaai (Oofterfche). V. F. 4
Kaai (Texelsche). I. H.
Kaatsbaans-gang. III. C. 6-
Kaatsbaans-fteeg. II. B. "4.
Kadyk. VIL M.
Kalfsvel- of Styffel fteeg. L A. %.
Kalkmarkt. VI. M. 3.
Kalver-gang, VI. C. 10.
Kal verstraat. I. L. III. K.
Kamperhoofd. III. F. 2.
Kamper-fteiger. I. K. 15.
Kapel-fteeg. I. B. 9.
Kapel-fteeg (enge). I. A. 10.
Kapel-fteeg (wyde). I. A. 11.
Kapel-fteeg (Oude-zyds-). I. K. 13.
Karnemelks-fteeg. I. B. 8.
Karflebooms-gang. VI. G. 4. a.
Kariïebooms-hofje. VI. C. 45. d. Karflebooms-fteegen (twee). V. N. 5. 6, Karthuizers-ftraat. VI. C. 48. b. ]. Katers-fteeg. III. G. 2. Katers-fteeg. V. N. 9. Kattegat. III. B. 14. Kattenburg. VIL N. Kattenburger-ftraat (groote). VII. AT. 1. Kattenburger-ftraat (kleine). V11. AT. 2. Kattenburger-dwarsftraat (eerfte). VIL N, 1. a„ Kattenburger-dwarsftraat (tweede). VIL Af. i.b. Kattenburger-dwarsftraat (derde). VII. Af. 1. c- Keerweêr. VII. P. 5. Keizerryk. IL B. 5. Keizers - Graft. VI. B. V11. C. Keizers-hof. VI. B. 17. Keizers-hof. VI. C. 38. I. Keizers-ftraat. IV. A. 2. Keizers-ftraat (korte). IV. C. 3. b. Keizers-dwarsftraat. IV. A. 2. a. Keizers-dwarsftraat (korte). IV. C, 3, b. f. Kerkkroonen-gang. VI. C. 33. c. Kerk*
|
||||
- - - ■- ■'**—.,..
|
|||||
II. Boek. Aanwas en Gelegenheid. 239
Kerkflraat. Zie Warmoes-flraat.
Kerk-ftraat. VII. A. 7.
Ketel-gang. VI. C. 29. b.
Ketelmaakers-gang. VI, C. 35. e.
Klapmuts-fteeg. I. M. 21.
Klaver-gang. VI. B. 16.
Kleimans-fteeg of Korte Lynbaans-fteeg. II. B.io*
Kleine Anjelicrs-ftraat. VI. C. 45. i.
Kleine Hemelryk. III.fi 16.
Kleine Hout ftraat. VI. F. 14.
Kleine Kattenburger-ftraat. VII. N. 2.
Kleine Ooftenburger-ftraat. VII. P, 1.
Kleine Plein. VII. A. 4.
Kleine Wittenburger-ftraat. VII. O. 2.
Klokken-fteegje. III. D. 7.
Kloofter. III. C. 1.
Kloveniers-Burgwal. III. D. V. A.
Knollen-gang. VI. C. 30.
Knoopemaakers-gang. VI. C. 43. g.
Koe-ftraat. III. A. 10.
Koks-hofje. V. X". 2. e.
Koks-fteeg. V. N. 17.
Kolk. I. D. 23.
Kolk (Oude-zyds-). III. F. 4.
Kolk-fteeg. I. £>. 23.
Kollegats-fteeg. IV. A. 7. a.
Kollegats-dwarsfteeg. IV. B. 4.
KONINGS'GRAFT of SlJNGEL. III. C. V. N.
Konings-Plein. V. N. 8.
Konings-ftraat. IV. A. 3.
Konings-ftraat (korte). IV. C. 3. e.
Konings-dwarsftraat (korte). IV. C. 2.
Konynen-ftraat. VI. C. 35. c.
Koorenmeeters-Agterhuis o/gang. VI. E. 8. b.
Koperflaagers-gang. VI. C. 36. b.
KorsjesvPoorts fteeg (korte).- III. D. 13..
Korsjes-Poorts-fteeg. V. /V". 27.
Korte Amftel-ftraat. VII. ƒƒ. 13.
Korte Dyk-ftraat. IV. C. 3.
Korte Gafthuis-molen -fteeg. III. Z?. ^,
Korte Hei-fteeg. III. B. 1.
Korte Hoogftraat. IV. D. 1. b.
Korte Huiszitten-fteeg. III. B. 9.
Kor.
|
|||||
240 AMSTERDAMS LDeel,
Korte Keizers-ftraat. IV. C. 3. b.
Korte Keizcrs-dwarsftraat. IV. C. 3. b. f.
Korte Konings-ftraat. IV. C. 3. c.
Korte Konings-dwarsftraat. I V. C. 2.
Korte Korsjes-Poorts-fteeg. III. B. 13,
Korte Leidfche dwarsftraat. VII. A. 10.
Korte Leidfche-Kruisftraat. V II. D. 15.c.f.
Korte Lynbaans-fteeg of Kleimans-fteeg. II. B.ia.
Korte Prinfen-graft. VI. £. 19.
Korte Raam-graft. V. A. 3. g.
Korte Reguliers-dwarsftraat. V. M. 10.
Korte Spinhuis-fteeg III. A. <5.
Korte Storm-fteeg. III. A, 17.
Kramcrs-gang. VI. D. 9.
Kreupel-fteeg. IL A. 6.
Kromelleboogs-fteeg. I. A. 17.
Kromelleboogs-fteeg. I. D. 25. a.
Kromelleboogs-fteeg. Zie Frans-Talingen-fteegje»
Kromme Palm-ftraat. VI. E. 8. e.
Kromme Tuin-ftraat. VI. C, 45. h.
Kruimans-fteegje of Zilverfmids-gang. I. D. 22, c.
Kruis-gang. VI. C. 23.
Kruis-fteeg. III. B. 5.
Kuip. III. C. 17.
Kuipers-gang. VI. C. 7.
Kuipers-gang. VI. C. 34. f.
Kuipers-gang. VI. C. 44. g.
Kuipers-fieeg of Zilver-fteeg. I. C. 1,
i-iê
JL/aagte van den Kadyk. VIL M. 2.
Land-van-beloften-fteeg. V. M. 1. e. Lange-brugs-fteeg. I. A. 1. Lange Leidfche-dwarsftraat. VII. A. 9, Lange-ftraat. V. N. 26. a. Lastaadje. IV. A. Laurier-graft. VI. C. 36. Laurier-ftraat. V I. C. 37. Laurier-dwarsftraat (eerfte). V I. C. 36. c. Laurier-dwarsftraat (tweede). VI. C. 36. g. Lazarus-fteeg. V. C. 2. Lcertouwers • gang. VI. D. 2, |
||||
H. Boer. AmvtAs ÉKf GêIeg-eükeid. 241
Leidekkers-fteeg. I. C, I4.
Leidsche-graft. VI. A. 1. VII. A.
Leidfche-ftraat. VII. B. 9.
Leidfche dwarsftraat (korte). VII. A.io,
Leidfche-dwarsftraat (lange). VII. M 9.
Leidfche Kruis-ftraat. VII. D. 15. c.
Leidfche Kruis-ftraat (korte). VII. D. 15. c. f.
Leidfche Plein. VII. E. 2.
Lelie Graft. VI. A. 5.
Lelie ftraat (nieuwe). VI. C. 42.
Lel ie-dwarsftraat (eerfte) VI. C. 42. z.
Lelie-dwarsftraat(tweede) VI. C. 42. b.
Lel ie-dwarsftraat (derde). VI. G. 42. c.
Lelie-ftraat (oude) V. N. 24.
Lelie-ftraatje. IV. A. 9.
Lepelftraat. VIL D. 24.a.b.
Leproozen-Burgwal. V. J>.
Leproozen- <ƒ Lazarus-fteeg. V. C. 2.
Lindebooms-gang. V I. C. 3.
Lindebooms-gang. VI. C.21.
L inden -gr aft. VI. £ 4.
Linden-ftraat. VI. C. 48. b.
Linden dwarsftraat (eerfte). VI. C.48.b.f f.
Linden-dwarsftraat (tweede) VI. c.48.b.]|.
Linden-dwarsftraat (derde) VI. E. 4. c.
Linkervleugel van de S. Antonis-fluis.I V.D. i.e.
Lomberds-fteeg. I. C. 3.
Looijers graft. VI. C. 32.
Looijers-ftraat. VI. C. 32. b. Y-
Looijers-dwarsftraat (eerfte). VI. C. 32. a.
Looijers-dwarsftraat (tweede). VI. C. 32. b.
Looijers-ftraat (Nieuwe). VII. Z>. 19. e.
Looijers-dwarsftraat (Nieuwe). VII. D: 19. e. f.'
Louwen-Poort of Meefter-Louwen-fteegje. I. jy.
22. a.
Lynbaans- of Baangraft. VI. D, til. E. Lynbaans-fteeg. III. B. 12. M.
M aagdelieven-ftraat. VI. C. 45. k.
Mandemaakers-gang. V*I. E. 16. Mandemaakers-fteeg. I. B. 6. h STUK. Q Man-
|
|||||
.
|
|||||
242 AMSTERDAMS I. Deel.
Mandemaakers-fteeg. V. N. 2.
Marken. V. L. Marken-fteeg. V. E. 2. Martel aars -graft. III. B. 21. Meefter-Louwen-fteegje of Louwen-Poort. I. D. 22. a.
Melkboers-fteeg. I. D. 12. Melkmeisjes-gang. VI. C. 48.b.f. Melkmeisjes-fteeg. I. D. 8. Middeldam of Vygendam 1.I. 1. Minderbroeders-fteeg of Oude-Kennis-fte«g. IL A. 7.
Minnemoers-ftraatje. V1.1. 2. a. Moddermolen-fteeg. V. A. 3. f« Molenpad. VI. jb. 9. Molen-fteeg. III. A. 15. Molen- of Roómolen-fteeg. V. N. 28. Mol-fteeg. 11. B. 8. Monniken-ftraat. IIL A. 14, Monniken-dwarsftraat. III. A. 13. MONTELBAANS-BURGWAL. I V. D. V. F.
Mooren-fteegje. LA.12.
Mooriaans-fteeg. I. D. 5.
Moftaardpots-fteeg of Scbuitmans-fteeg. 11. B. 9-
Mouthaan-fteeg. VI. C. 50. b.
Mozes- en Aäron-ftraat. I. D. 14.
Muggebeens-gang. III. /. 5.
MUIDER-GRAFT. VII I.
Muider-straat. VIL L,
N.
lNaaldenmaakcrsgang. III. B. 6. a.
Nadorft-fteeg. I. A. 6.
Negelantiers-grafc en ftraat. Zfc Egelantiers-graft
en ftraat.
Nes. I I. Neffe. Zie Nes. Nieuwe Amftelftraat. VII. F. 8.
Nieuwe Bantammerftraat. V I. M. 4, Nieuwebrug-fteeg. I. K. 22. Nieuwe Doele-ftraat. III.* D. 1. Nieuwe gang. VI. C. 29. c. Nieuwe
|
||||
II. Boek. Aanwas en Gelegenheid. 243
Nieuwe Hoefyzers-gang. III. A. io. b.
Nieuwe Hoogflraat V. A 6. Nieuwe Lelie-flraat. VI. C. 42. Nieuwe Looijers flraat. V II. D. 19. e. Nieuwe Looijers-dwarsflraat, VII. D. 19. e. \. NlEUWENDYK. LM lil. L
Nieuwe Raapenburger-graft. VII. üf.
Nieuwe Spiegelftraat. VII. B. 11.
Nieuwe Teertuinen. VI. G.
Nieuwe Waals-Eiland. VI. M.
Nieuwe Zeedyk. VII. M.
Nieuwe zyds-Agterburgwal. II. D. III. B,
Nieuwe-zyds Armfteeg. I. D. 26.
Nieuwe-zyds- Voorburgwal. I. D. 11. B,
Nieuwe graftje. V. L. 2.
Nieuwftraat. I ö 20.
Nieuwftraat (Oude). III. B, 12. a.
Niezel I C. 24.
Niezel (korte) of Blaauwe Lelie-ftraat. 11. A. 8.
Noorder-markt. VI. C. 48.
Noorder-ftraat VIL D. 19. d.
Noorder-dwarsftraat. VII. D. 19. d. f.
O.
V^/lieflaagers-gang» VI. E. 18.
Olieilaagers-fteeg. III. G. 3. Onbekende Graftje. VI f. F. 10. Onkelboer-fteeg. V. A. 5. Oostenburg VII. P. Ooftenburger flraat (groote). VII. P. 2. Ooftenburger-ftraat (kleine). VII. P. 1. Ooftenburger dwarsftraat. VII. P. 1. b. Oofterfche Kaai. V. F. 4. Openhart-fteeg. V. N. 4. Oranje-ftraat. VI. C. 50. a. Osjes-fpook-fteeg. III. B, 14. a, Offen-markt. VII. F. 6. ' Oflcn-fluis. III. K.6. Oude Braak. I. D. 25. Oude-brugs-fteeg. I. B. 7. Oude-biugs-fteeg. I. K. 20. Oude Doele-ftraat. II. A. 4, . |
||||||
244 AMSTERDAMS LDeel.
Oude Hoefyzers-gang. IIL A. 10. a.
Oude Hoogltraat. III. A. 8. Oude Kennis-fteeg. II. A. 7. Oude Kerks-Plein. I. C. 21. Oude Lelie-ftraat. V. N. 24. Oude-Manhuis-Poort. III. A. 2. Oude Nicuw-ftraat. III. B. 12. a. Oude Schans. IV.D.V.F. Oude Spiegel-ftraat. V. N. 15. Oude-zyds-Agterburgwal. II. C. III. A. Oude-zyds-Arm-fteeg. I. C. 27. Oude-zyds-Kapel-fteeg. I. K. 13. Oude-zyds-Kolk. III. F. 4. OUDE-ZYDS-VOORBURGWAL. I. C. IL A.
Oude-zyds-wyde-Kapel-fteeg. III. /. 9.
Oven-fteeg. Zie Gaapers-fteeg. P.
xf aapenbroek-fteeg. I. A. 16.
Paapenbrug-fteeg. I. K. 18.
Paarden-ftraat. V. M. 8.
Paauwen-gang. VI. F, 6.
Palm-graft of Nieuwe Braak. VI. E. S.
Palm-ftraat. VI. E. 7.
Palm-dwarsftraat. VI. E. 7. d.
Palm ftraat (kromme). VI E. 8. e.
Panaals-fteegje. III. C. ig. a.
Parfumeerders-graft. Zie Paflberder-graft.
Parfumeerden-firaat. Zie Pafieerder-rtraat.
Pafleerder-graft. VI. C. 29.
Paffeerder-ftraat- VI. C. 31.
Pafleerder-dwarsftraat. VI. C. 29. d.
Paternorters-fteeg. Zie Sleepers-fteeg. I. C 23.
Penfionaris-ftecg of Stoute-haan-fteeg. I. D. 6.
Pens- of Cellebroêrs-fteeg. I. A. 3.
Peper-ftraat. V. G. 1.
Pieter Jakobsz- ftraat. I. C. 6.
Pieter Jakobsz-dwarsftraat. I. C. 6. »v
Plantaadje. VII. K. 1.
Plein (Haarlemmer-). VI. D. 34.
Pleine (kleine). VII. A. 4.
Plein (Konings). V, N. 8.
Plein (Leidfche). VII. E. 2.
Plein (Weesper). VIL & 9.
Poort
|
||||
II. Boek. Aanwas en Gelegenheid. 245
Poort (Engelfche). I. C, 4.
Poort (Louwen-). I. Z). 22. a. Poort (Spanjaards- of Spanje'«-). ï. D. 20. a. Poort (S. Pieters-). I. A. 5. Poort (Turkfche Keizers-). VI. C. 35. b» Poort (Waaien-Wees-). VI. C. 37. b. Popius^leeg. Zie Paapenbroek-fteeg« Pottebakkers gang. V. O. 15. Pottebakkers-fteeg. II. B. 11. Prinsen-Eiland. VI. K. Prinfen-Eilands-dwarsftraat. VI. K. 1. Prinfen-gang. VI. C. 31. b. Prinfen-gang. VI. C. 37. f. pRINSEN-GRAFT. VI. C. VII. D.
Prinfen-graft (korte). VI. E. 19.
Prinfenhofs-gang. VI. C. 11. Prinfenhofs-gang. VI. C. 36. f. Prinfenhofs-fteeg. II. A. 3. Prinfen-ftraat. VI. B. 15. Pyl-fteeg. I. C. 8. R.
R aam-graft. V. X 3.
Raam-graft (korte). V. -^. 3. g.
Raam-fteeg. III- B. 4.
Raam-ftraat. VI. C. 28.
Raapenburg. V. G.
Raapenburger-graft (nieuwe). VII. ÄT.
Raapenburger-ftraat. VII. L. 4.
Ramskooi. I. H. 2.
Ratelwagts-fteeg. VI. C. 45. i.
Raven-gang. V. E. 3.
Ravet-fleeg. Zie Servet-fteeg.
Reaalen-Eiland. V I. L.
Ree-ftraat. VI. B. 12.
Regtervleugel van de S. Antonis-fluis. V. /.13.
Reguliers-graft. VIL G.
Reguliers-Breêftraat. V. M. 1.
Reguliers-dwarsftraat. V. ÏV. 1. a.
Reguliers-dwarsftraat (korte). V, M. r. g.
Ridder-ftraat. IV. A. 5.
Ridder-dwarsftraat (eerfte). IV. A. 5. a.
Q 3 RicL
|
||||
&4Ó AMSTERDAMS I. Deel.
Ridder-dwarsftraat (tweede). IV. A. 5. b.
Roeters burgwal. VIL D. 25.
Roeters-Eiland. VIL E. 11.
RoKiN. L A. III. G.
Romeins-Arms-fteeg. V. N. 16.
Romeni-ftraat, Zie Dubbelde Worft-fteeg. I.B, i\
Roode Leeuwen-fteegje. Zie Kromelleboog-fteeg.
Rookoes-gang. VI. H. 5.
Roomolen- of Molen-fteeg. V. N. 28.
Roosmaryn-fteeg IL B. 2.
Roozebooms-fteeg. I. L. 9.
Roozebooms- of Rottige fteeg. VI. E. 7. c.
Roozebooms-fteegje. III. L. 1.
Robzen-graft. VI. C. 39.
Roozen-ftraat. VI. C. 38.
Roozen-dwarsftraat (eerfte). VI. C. 38; a.
Roozen-dwarsftraat (tweede). VI. C. 38. b,
Rosk'am-fteeg. IL B. 1.
Rotgans-gang. VI. E. 11.
Rotgans fteeg. VI. H. 1.
Rotteneft. IL A. 9.
Rotterdammer gang. VI. C. 13.
Rottige- of Roozebooms-fteeg. VI. E, 7. c,
Run-ftraat. VI. B. 10.
Rusland. III. A. 4.
S.
Oalamantters fteeg. V. /. 2.
Schaapenmarkt. III. G. K* Schaapen-fteeg. V.M. 1. f- Schaapen-fteeg. VI. D. 33. Schaapen-fteegje. III. C. 2. d. Scbaaven-gang. VI. C.11. Schager-gang. VI. F. 5. Schans (Oude). I V. D. V. F. Schiedammer-gang. VI. #7. Schilders-fteeg. V N. 21. Schippers-gang VI. C. 20. Schippers-graft. V. G. 3. Schippers-ftraat. VI. M 5. Schippers-ftraatje. IV. A.Z. Schollevangers-gang. V. K. 2, f. SchooJ-
|
|||||
t
|
|||||
.
|
|||||
II, Boek. Aanwas en Gelegenheid. 247
School-ßeeg. Zie Zwarte hand-fceeg.
Schoone Weespad. VI. C'. 37. e. \.
Schoorfteenveegers-fteeg. III, B. 5.
Schouten-fteeg. I. C. 12.
Schreijers-hoek. III. F. 3.
Schuitebooms-gang. VI. C. 43. f.
Schuitemaakers-gang. VI. E. 4. f.
Schuitevoerders-fteeg. V. M. 3.
Schuitmans fteeg of Mofterdpots-fteeg. II. B. 9.
Servet-ftecg. I. C. 10.
Singel .<?ƒ Koningsgraft. III. C. V. N*
S. Agnieten-ftraat. 11. A. 1.
S. Anne-ftraat. I. C. 18.
S. Anne-Dwarsftraat. I.) C. 18. a.
S. ANTONIS-BREêSTRAAT. V. /,
S. Cecilien-ßeeg. Zie Prinfenhofs-fteeg.
S. Hieronimus-Hofje. VI. C. 48. b. jj.*.
S. Jakobs-gang. VI. E. 4. k.
S. Jakobs-ftraat. I. D. 24.
S. Jans-ftraat. I. C. 13.
S. Jans-Vredehof. VI. C. 35. d.
S. Joris-fteeg. III, G. 1.
S. Joris-ftraat. V. N. 7«
S. Katrynen-Kloofters-gang. 11. A. 2.
S. Lucien-fteeg. LD, 1.
S. Nikolaas-ftraat. I. D, 18.
S. Olofs-Poort. I. K, 14.
S. Pieters-Poort. I. A. 5.
5. Pieters-ßeeg. I, C. 5.
S. Pieters-fteeg. V. M. 1. c.
Slaagers-gang. V.A7". 1. a. fff.
Sleepers-gang. VI. C. 8.
Sleepers-gang. VI. C. 34. g.
Sleepers-fteeg. I. C. 23»
Sleepers-fteeg. V. M. 5.
Slooterdyks-fteeg. I. D. 7.
Slooterdyks-ftraat. VI. O. 1.
Slootje. IV. C. 3. e.
Sloot-ftraat. VI. C. 45. k. f.
Slyk-ftraat. III. ^1 3.
Smak-fteeg. III. C. 17. c.
Smalle Pad. VI. G. 3.
Smids-fceeg. II 1.5. 18.
Q 4 Smid«-
|
|||||
248 AMSTERDAMS I. Deel.
Sunds-fteeg. IV.^. u.
Smids-fteeg. VI. C. 38. g,
Smids-fteegje. IV. B.i.
Snoekjes-graft. IV. D. 1.
Snoe ;jes-fteeg of korte Hoog-ftraat. IV. ZX.i.b„
Spaarpots- of Spreeuwpots-fteeg. I. A.15. .
Spaarpots-fteeg. III. B. 11.
Spanjaards- of Spanjes-Poort. I. D, 2c. a.
Spiegel-graft. VII. JD. 17.
Spiegel-ftraat. VII. B. 11.
Spiegel-ftraat (Nieuwe). VII. B. 11.
Spiegel-ftraat (Oude). V.2V. 15.
Spinhuis-fceeg. III. A. 5.
Spinhuis-fteeg (korte). III. A. 6.
Spinhuis-dwars-fteeg. III. A. 6. a.
Splintermaakers-gang. V. M. 12. c.
Spook-fteeg. III- B. 14. a.
Spreeuwpots- of Spaarpots-fteeg. I. A. 1$.
Sprokkel beurs-fteegje. III, B. 8.
Spuij. I. F. 111. C. 3.
Spykerboors-fteeg. I. D. 10.
Spykermaakers-gang. V. A.6. b.
Staal-ftraat. V. A. 1.
Steenhouweus-fteeg. I. C 6. a. f.
Steenkoopers-gang. VI. C. 4.
Steenkoopers-gang. VI. E. 17.
Stil-fteeg. II. B.6.
Stoof-fteeg. II. A. 5.
Storm-fteeg. III. E. 1.
Storm-fteeg (korte). III. A. 17.
Stoutehaan-fteeg o/ Penfionaris-fteeg. VB. 6.
Stroomarkt. III. C. 17.
Stuivers-gang. I. D. 22. d.
Stuurmans-hofje. VI. C. 38. d.
Styflel- o/Kalfsvel-fteeg. 1.^. 2.
Suikerbakkers fteeg of Zak-fteeg. I. C. 25.
Suikerbakkers-fteeg. I. O. 21.
Suikerbakkers-fteeg. IV. ^. 3. b.
Suikerbakkers-fteeg. V. M. 1. d.
Suikerbakkers-fteeg. V. Af. 9.
|
||||||
Taan-
|
||||||
1
|
||||||
II. Boek. Aanwas en Gelegenheid. 249
T aan-ftraat. VI. L. i.
Tuan-dwarsftraat. VI. L. 2.
Tak-fteeg. I. A. 8. Teerketels-fteeg, III. B. 13. a. Teertuinen (Nieuwe). VI. G. Teertuinen (Oude). I. G. Terebinthyns-gang. VI. C. 36. d. TexelscHE Kaai. I. H. Tichel ftraat. VI. C. 47. h. Tooren-fteeg. III. B. 10. Treeft-fteeg. V. iV. 18. Trompetters-gang. V. A. 4. b. Trompetters- of Zoger-fteeg. I. C. 2Q. Trouwloos-fieeg. Zie Haffelaars-fteeg. Tuin-ibaat. VI. C. 45. Tuin-dwarsftraat (eerfte). VI. C. 45, e. Tuin-dwarsftraat (tweede), VI. C. 45. h. Tuin-ftraat (kromme). VI. C. 46. h. Turfdraagers-Agterhuis of gang. VI. E. 8. a, Turfdraagers-Hofje of gang. VII. D. 4. TURF-GRAFT of HuiSZITTF.N-BuRGWAL. V. D.
Turfhok-fteeg of Turkfche Keizers-fteeg. I. Z). %,
Turfmarkt (Oude) lil. H.
Turf fteeg. V. D. 1.
Turkfche Keizers-PoQft VI. C. 35-b-
Turkfche Keizers-fteeg of Turfhok-fteeg. I. D.i..
Twaalf-uurs-gang. VI. C. 44. e.
v.
u ILENBURG. V. K.
Uilenburgs of Agter-ftraat. V. JT. 2,
Utlenburgs-fteeg. V. E. 1. Utrecbtfcbe Steigers-ßeeg. Zie Heremyten-fteeg. Utrechtfche ftraat. VII. B. 5.14. Utrechtfche-dwarsftraat. VII. D. %%,3, J>. |
|||||
Q S Val-
|
|||||
25o AMSTERDAMS LDeel.
V.
V alken-fteeg. I. B. i.
Varken markt. VII. F. 7. Verwers-graft. V. A. 1. a. Verwers-ftraat. V. A, 2. b. Vierwinden ftraat. VI. L. 3. Vinken-buurt. VII. L. 4. Vinken-ftraat. VI.C. 50. Violetten-ftraat. VI. C. 46. e. Vifch-fteeg. I. K. 16. Viffchers-ftraat. VI. E. 12. Vlakkcveld. VII. D. 18. c. Vlasblom-fteeg. V. A^. 14. Vliegende-fleeg. III. B. 3. Vlooijenburg. V. B. 5. Vlooijenburgs-dwarsftraat. V. B. 4. b, Vlooijenburgs-fteeg. V. C. 1. Voetboogs-ftraat. III. C. 2. c. Voorburgwal (Nieuwe-zyds-). I. D. IL B, Voorburgwal (Oude-zyds-). I. C. IL A. Vrede-hofje. VI. C. 41. b. Vredenburgs-fteeg. II. A, 9. Vrouwen-gang. III. C. 2. a. Vrouwen-fteeg. L B. 5. Vuile Weespad. VI. C. 37. e. f. Vygendam of Middeldam. I. I. 15. Vyzel-graft. VII. D. 19. Vyzel-ftraat. V. N. 1. w.
W aaigat (eerfte). I. Ä". 1?.
Waaigat (tweede). I. Ä". 19. Waaigat in de Zwaanenburg-ftraat. V. B. 4. a. Waaigat (eerfte) in de Raapenburger-ftraat. VII. L. 4. a.
Waaigat (tweede) in de Raapenburger-ftraat. VII. L. 4. b.
Waaigat aan de Nieuwe Vaart. VIL M, 2. c. Waal of Oude Waal. IV. B. Waale-Kerks-Plein. III. A. 7. Waa.
|
||||
II. Boek. Aanwas en Gelegenheid. 251
Waaien hoek. VI. C. 29, a.
Waaien-Wees-Poort. VI. C. 37, b.
Wagen-Plein by de Haarlemmer-Poort. VI. D. 34.
Wagen-Plein by de Leidfche-Poort. VII. E. 2.
Wagen-ftraat. V. M. 11.
Wagen-ftraat. VI. E. 24.
Wapen van Delfts-fteegje. V. M. 10.
Warmoes-graft. V. N. 20.
Warmoes-straat. I. K.
Water. I. B.
Waterpoorts-fteeg. III. E. 2.
Waterfcheeps-fteeg of Hopkuil-fteeg. II. B. 12.
Water-fteeg. I. A. 9.
Water-fteeg. V. A. 7.
Water-deeg. V.M. 1. h.
Weespad (fchoone). V I. C. 37. e. \.
Weespad (vuile). VI. C. 37. e. f.
Weesper-Plein. VII. E. 9.
Weesper-ftraat. VII. Ä. 16.
Weesper-veld. VII. C. 17. b.
Wefter-markt. VI. B. 13.
Weterings-ftraat. VII. D. 18.
Weterings-dwarsftraat (eerfte). VIL D. 17. c.
Weterings-dwarsftraat (tweede). VIL D. 17. d.
Weterings-dwarsftraat (derde), o/ Vlakke -veld.
VII. D. 18. c
Wieringer-ftraat. VI. E. 13. JVindmolen-flraat. Zie Nieuwendyk. Witte kelk-fteeg. L D. 4. WlTTENBURG. VIL O.
Wittenburger-ftraat (groote). VIL O. r.
Wittenburger-ftraat (kleine). VIL O. 2. Wittenburger-dwarsftraat (eerfte). VIL O. 1. c. Wittenburger-dwarsftraat (tweede). VIL O. 1. d. Witte paards-fteeg. IV. A. 10. Witte-Voets gang. VI. C. 43. e. Wolven-ftraat, VI. A. 3. Wyde gang. VI. B 15. a. Wyde gang. VI. E. 6. c. Wyde-Kapel-fteeg. I A. ir. Wyde-Kerks-fteeg I. Ä". 7. Wyde-Lomberds fteeg. I, A. 4. Wyde fteeg. IL B. 3. Wyn-
|
|||||
■
|
|||||
252 AMSTERDAMS I. Deel.
Wyngaard-fteegje. III. B. 7.
Wyngaard-ftraatje. I, C. 28. |
||||||||||||||||
Y.
|
||||||||||||||||
Y
|
||||||||||||||||
Gkaft. V. H.
|
||||||||||||||||
Z.
|
||||||||||||||||
___raaijers-gang. VI. B 18.
Zak-fteeg of Suikcrbakkers-fteeg. I. C. %6.
Zak-fteeg, in de Spinhuis-dwars-fteeg. 111. A, 6. b. Zak-fteeg. IV. A. 3. b. f. Zak-fteeg. VI. C. 38. c. Zandhoek. VI. L. 4. Zand-ftraat, V. A. 4. Zand-dvvarsftraat. V. A. 3. d. Zeedyk. I. G. 1. III. ƒ. Zeedyk (nieuwe). VIL M. Zevenhuizen gang. VI. C. 34. e. Zilverfmids-gang of Kruimans-fteegje. I. D. 22. c. Zilver-fteeg of Kuipers-fteeg. I. C 1. j Zoete naam jezus-fteegje. I. K. 6. Zogers-ftecg of Trompetters-fteeg. I. C. 20. Zoutkeets-graft. VI. G. 4. Züutkoopers-fteeg. II. A. gl Zout-fteeg. I. B. 3. ZwAANEN-BuRGWAL. V. B.
Zwaanenburg-ftraat. V. B. 4.
Zwarte byl-fteeg. III. B, 17. Zwarte hand-fteeg. I. ü. 16, Zwarte paards-fteeg. I. D. 3. Zwart-Lakens-fteeg. I. C. 17. Zwart-Lakens-fteeg, of Azynmaakers-fteeg. I.D. g. |
||||||||||||||||
Tot
|
||||||||||||||||
___
|
||||||||||||||||
II.Boek. Aanwas en Gelegenheid. 253
Tot hiertoe, hebben wy Amflerdam over-
befchouwd in zyne OpkomJt, Aanwas en gang tot verfcheiden' Vergrootingen. Doch 't zal de te- niet ondienfUg zyn, de gelegenheid der JT'n5 Stad, in opzigt van den grond, daar zy op ,rrori(jen fr.aat,endeLand;ftreek, die haar omringt, waarop een weinig byzonderer dan in den aanvang de Stad van het eerße Boek gefchied is, aan te wyzen. seftigt is. De Stad legt, eigenlyk, aan het Noord-
einde van Amffcelland, eene laage, moe- raiïige, broek- en veenagtige Landstreek in Holland, geheellyk uit Wei- of Veen- land beftaande. Het Veenland levert turf uit, en,daar 't uitgeveend is, waterp raffen van meerder of minder uitgestrektheid. Het Wei- en Hooiland is verdeeld in verfchei- den' polders , die met kadyken omringd zyn, op welken watermolens fïaan, die 't water uit dit laage Land opmaalen , en door menigvuldige togtflooten loozen , in den Amftel, in het Y en in de Haarlem- mer-Meer. De Stad legt op deezen zelf- den weeken, waterigen veengrond, die eg- ter , buitens- en binnensdyks, nog eenigs- zins ond'erfc heiden is. Buitensdyks vindt men eerft omtrent drie voeten harde klei, daarna tien of elf voeten veengrond, aan welken een korft zit van derri, zynde eene lolTe, pypagtige ftoffe , die, van 't veen gefcheiden zynde, op 't water dryft. Dee- ze derri-korit is twee of drie voeten dik, en onder dezelve legt wederom klei, ter dikte van negentien, twintig en zelfs twee- of drie-entwintig voeten. De klei is dik- ker , naar gelang dat men verder Y-waards graaft
|
|||||||
1
|
|||||||
254 AMSTERDAMS I.Deél.
graaft, en onder deeze klei, vindt men,
eindelyk, den harden zandgrond, in wel- ken de paaien geheid worden, die de muu- ren van alle de huizen en gebouwen van Amflerdam draagen moeten. Binnensdyks, beflaat de grond eeril uit een voet of wei- nig meer loile aarde, die meefl aangehoogd is uit meft, vuilnis, zand en andere Hof- fen, toen hier nog vee geweid werdt. On- der deeze aarde, heeft de veengrond om- trent twaalf voeten dikte; daarna volgt de derri, het klei en het zand, even als op den buitendykfchen grond. Voorts , zyn de flraaten en erven binnen de Stad, met zand en veelerlei andere Hoffen, zeer aan- gehoogd ; welk aanhoogfel eerft wcggedol- ven moet worden , eer zig de eigenlyke grond van Amftelland en Amflerdam, zo äs dezelve hier befchreeven is, ontdekken kan. 't Gebeurt dikwils, in 't graaven, dat de grond , die hier alomme water onder zig heeft, wanneer men omtrent de derri komt, ligter zynde dan het water, opdryft; zo dat men, fomtyds, genoodzaakt is, de ligte aarde- of denï-korit, tot op het wa- ter toe, door te zaagen, en aan (lukken en brokken weg te voeren : 't welk , onder anderen, by 't graaven der nieuwe vaart op Kattenburg, gefchied is (£)• Voorts, loopt, door een gedeelte der Stad, naar 't midden toe, een ftrook van 't Muider-zand. De putten , die tot in deeze llrook ge- maakt worden, leveren veel beter put-of pompwater uit, dan de putten, die men el-
(x) ZitDOMSEJ-AAR UI, Boekt *'«J 7«
|
||||
ÏLBoek. Aanwas en Gelegenheid. 255
elders in de Stad vindt (y).
Het water in de graf ten, die de Stad Van het
omringen en doorfnyden, is tegenwoordig, water, en federt lang, overal brak, en onbekwaam w^> om gedronken te worden. Het meeftezeive pomp- of putwater is ook (legt. Men be- loopt.' dient zig, hierom, meelt van regenwater, tot drank en ander gebruik, hebbende ie- der huis een of meer bakken, waarin het water, uit gooten, die langs de daken leg- gen, en uit buizen, die langs de wanden of gevels der huizen loopen, gevangen en be- waard wordt. De Brouwers haaien het zoete water tot vhet brouwen van bier, den ge- woonlyken drank hier ter Stede, van boven Weesp, uit de Rivier de Vegt. De waterige en moeraflige grond, in en Van de
om Amfterdam, maakt de lugt aldaar , J11^.» dic voor zulken, die 'er niet aan gewend zyn, ^^6" meer of min zwaar en dampagtig. De graf- wordt, ten, van welken de Stad doorfneeden wordt, geeven, inzonderheid by dampig en vog- tig weder, ook een' onaangenaamen waas- fem uit. Nogtans, bevindt men niet, dat 'er, het groot getal van ingezetenen in aan- merking genomen zynde, te Amfterdam, meer menfchen fterven of ziek zyn dan in andere Steden van Holland. ' De Amftellandfche wateren, en deftroom Van de
de Amftel inzonderheid, voorzien de Stad levens- van veelerlei leevende Vifch, met naame midde" van Aal, Snoek, Karper, Vooren, Braks-<£"om- fem , Zeek, en vooral van fmaakelyke leggende Baars.en afëe-
(y) Dezelfde IV. Eotk,, hl. 47,<f«.
|
||||
i$6 AMSTERDAMS I.DÈEt.
legene Baars. Het Y en de Zuiderzee levert Both,
Wateren paaling en anderen Vifchuit. Uit de Noord- den aaanzee' met naame over Wyk- en Egmond- de Stad op-Zee, wordt de Stad voorzien van Zee- verfchaf- vifch. De Amftellandfcfoe Veenen leveren fen. der Stad een gedeelte van de turf, die hier verbrand wordt. Uit do AmfteMandfcfoe Weiden, bekomt de Stad melk, eenige bo- ter en eenige vetgeweide beerten. Ook zyn 'er , omtrent Amfterdam , veele moes- tuinen aangelegd, welker gewas in de Stad vertierd wordt. Doch het groot- fte gedeelte van haar onderhoud bekomt zy van veel verder. Veete aard- en boomvrugten krygt zy uit Kennemerland, uit Rynland, uit de Provincie van Utrecht, en uit Gelderland. Zy ontvangt haar mees- te Boter uit Rynland, uit Delfland, uit O- veryffel, uit Groningerland, en vooral uit Friesland; om niet te fpreeken van de uitlandfche Boter, die hier, onder de klei- ne Gemeente, en tot Scheepsgebruik ver- tierd wordt. De meefte Eaas komt uit Ryn- land , de Krimpenerwaard en het Noorderk- wartier van Holland. De Graanen, tot brood en andere fpyze dienende, komen, voor 't grootfte gedeelte,uit Poolen, Pruiflen,Pome- ren, en van omtrent de Elve: voorts, van na- derby, uit Vlaand eren, Gelderland, Fries- land en andere nabuurige Provinciën. Gooi- land levert veel Boekweit aan Amlterdam. Wy fpreeken niet van 't gene meer tot on* derhoud van't leeven, uit verren Lande, herwaards gevoerd wordt; om hier niette ver-
|
|||||
-.
|
|||||
II.Boek. Aanwas ën Gelegenheid. 257
verhandelen, 't gene hierna, in't bcfchry- ven van den algemeenen Koophandel van Amfterdam. te pas komen zal. Het Y, welk Amfterdam Noordwaards E^be en
befpoeit, heelt gemeenfchap met de Zu*- ^°0fen der Zee, die, milchen de Hollandfche en 00k,nier Friefche Eilanden door, gemeenfchap met en daar, de Noord-Zee heeft, waardoor veroorzaakt ^ de wordt, dat 'er, tweemaal in vierentwintig Stad uuren, vloed en ebbe is, voor; en in de Gräften, dicbuitensdyks leggen, ook bin- nen de Stad. By gewoone tyden, heeft men, als de Maan nieuw of vol is, het hoogfte water voor Amfterdam, des mor- gens en des namiddags ten drie uuren, en ais de Maan in de Wartieren is, heeft men hier,op dezelfde uuren, het laagfte water. De afftand twTchen deeze Stad en de reede van Texel, die op omtrent zeftien mylen gerekend wordt, is oorzaak dat men hier het hoogfte water heeft, wan- neer het, voor Texel, het laagfte water is. Tegen over Amfterdam ten Noorden, Naaftge-
wordt" het Ygefluit door den Waterland- legen' fchen Dyk, op en aan welken, in 'tgezigtPlaatfe» van de Stad , leggen de Dorpen Dnrger- ™d^s dam , Schellinkwoude , Nieuwendam en |
||||||||||
Buikfloot; Beneden Durgerdam, legt, aan pamj
|
DUS.
|
|||||||||
den mond der Zuider-Zee, eene droogte,
Patnphuis of Pampus genaamd, over wel- ke, diepgaande Schepen, door Kameelen, zynde eene foort van platte Schuiten, die men cerft vol w^ater laat loop en, en nader- hand ledig pompt, geligt worden. Keizer Karel deV. heeft, reeds in 't jaar 1544, I. STUK. R be-
|
||||||||||
•
|
||||||||||
■
|
||||||||||
£58 AMSTERDAMS LDeee.
bevolen, op 't Pampus geen ballafr, over
boord te werpen (2). Tuflchen Nieuwen- dam en Buiklloot, legt een ftuk buitensdyks Vo^e" Land, de Folewyk, en oudtyds de Voel-
wyk genaamd (a), 't welk zo veel als Vogel- <wyk fchynt te betekenen. Tot aan en op dit ftuk Lands, ftrekt zig de Vryheid der Stad te water uit. Zy heeft dit Land, af voor meer dan drie eeuwen, doen bedy- ken, en onderhoudt het nog wel met fchoeijinge en paalwerk, om, door mid- del van het zelve, fchuuring en diepte aan den Y-kant en voor de paaien te behou- Galge- den. Ook zyn, op den hoek der Vole-
veld. Wyk, een fteenen Galg en eenige raden en
ftaaken geplaatft; waar aan en op de ly- ken van misdaadigen, die met de dood geftraft geworden zyn, gehangen en vaft- De Nes. gemaakt worden. Wat meer NoordwenS
waards, omtrent voor Buiklloot, legt nog een kleiner ftrook buitensdyks Land, de Nes', en van ouds de kaale Nes geheeten. Dit Land wordt ook, door de Stad, met paalwerk onderhouden, hebbende zy , in het jaar 1662, niet willen gedoogen, dat die van Waterland, fchoon eigenaars van 't Rietland tuflchen de Nes en den Wa- terlandfchen Dyk , eene doorgraaving in het gemelde Rietland maakten (b). Het Y loopt, voorts, Noordweftwaards, buiten de Vryheid van Amfterdam, tot in de fPy- kcr-Mecr, daar Holland op 't fmalll;, en niet boven een uur gaans breed is. Ten
(z) Zie Handv. hl. 352 [02].
(a) Handv. W. 2,337. L*5»1 i• 3 {b) Handv. */. 337. [ï+i]. |
||||
II Boek. Aanwas en Gelegenheid. 259
Ten Zuiden van het Y, loopt de Haar- siooter-
lemmer- of Spaarnedammer-Dyk, die in de dyk. Stad aanvangt, en, door de Haarlemmer- Poort , daar dezelve van de Stads graft doorfneeden wordt, voortgaat, tot heel aan het Dorp Spaarnedam. Naaft aan Amfter- dam, binnen deezen Dyk, legt het Dorp SIoo* terdyk, een half uur gaans van de Stad ten Weiten. Een uur gaans ten Zuid-weften siootcn. van de Stad, legt het Dorp Slooten, niet verre van de Haarlemmer-Meer, die haar overtollig water looft in 't Y, door drie zwaare Sluizen, op halfweg tuflchen Haar- lem en Amfterdam, en door vier anderen, te Spaarnedam leggende , terwyl het , door den Dam aan den Overtoom, een half Over- uur gaans van de Stad, aan den Heiligen- toom. weg gelegen , belet wordt , langs den Schinkel, in de Heilige-'wegs- en Kofiverloo- ren-Vaart, en voorts in de Graften van Amfterdam te loopen. Het Dorp Amfler- Amfter- meen legt een uur gaansten Zuiden van den veen. Overtoom. Langs den Amftel, isheteer- fte Dorp, welk men, Zuidwaards van de Stad, ontmoet, het Dorp Ouderkerk, al-Ouder- waar eene groote houten brug over den kcj*« ftroom legt. Ook hebben de Portugeefche Jooden van Amfterdam, by dit Dorp, een Kerkhof. Tuflchen den Zeeburg of Die- mer-Dyk en den Amftel, omtrent een vier- dendeel uurs van de Stad, legt de Wa-Wat£r. : tergraafs- of Diemer-Meer, die Amfter- graafs- dam in eigendom toekwam (c) ; omtrent °f Die- het ?ler- (t) Zit Handv. hl. 338 [m]. Meer.
R 2
|
||||
aöo AMSTERDAMS I.Deel.
het jaar 1630, droog gemaakt werdt, en
federt, met fchoone Luflplaatfen en Moes- Diemen tuinen , bezet is. Het Dorp Diemen ende
en Die- kllurt Diemer-brug leasen eenweiniffbeoos-
ten de Diemer-Meer. Tuflchen de Meer en den Zeedyk ten Noordweften, ]e.ot een Nieuwe klein Meertje of Braak, het Nieuwe Diep
iep' genaamd, welks water, door het Polder- water der Meer, en vooral door het Am- flellandfche water, zynde aangewaflen , Ypefloo door de Tpeflooter-fluis, even boven Jaap
ter Huis. jjannes gelegenen 't Y geloosd wordt. Het
gemeen Landshuis van het Hoog-Heem- raadfehap van den Zeedyk ftaat, tuflehen Jaap de flu is en de kleine buurt Jaap Hannes.
Hannes. Tpeßoot was ook eene buurt hier omtrent,
die, door het inbreeken van 't Nieuwe Zeeburg. £)iep 9 weggeraakt is. Digter naar de Stad,
op een' hoek van den Zeedyk, werdt, in't jaar 1649, een iteenen reduit opgeworpen, Zeeburg genaamd; doch twintig jaaren daarna, werdt dezelve wederom afgebro- ken en eene Herberg in de plaats gelligt, die nog den naam van Zeeburg draagt. Niet lang na 't fligten van de reduit , gaf de Traan- gtacj verj0f tot het opregten eener Traan-
00 ery" kookerye, digt aan Jaap Hannes, midsmen daar geene andere waaren bergde, niet dan eigen fpek kookte, en niet ilookte met een' Ooftenwind (d). Decze Traankookery is nog in wezen. De Stad heeft, in 't jaar 1697, het onderhoud van den Dyk, tot aan de Traankookerye toe, alleen op zig genomen {e). De {.d) RefoL Vroedfch. 10 Sept.\6$a. N, 20.ƒ, jiö. virjf%
{e) Handv. bil 370. |
||||||
II. Boek. Aanwas en Gelegenheid. 261
De voornaame Steden naait aan Amiter- Naafte
dam gelegen, zyn Haarlem ten Weiten , Steden op den afftand van drie uuren gaans, Lei- j^jS?11 den ten Zuidweften, op den afftand van dam. agt uuren , en Utrecht ten Zuid-ooften , insgelyks op den afitand van agt uuren. Wy fpreeken niet van Edam, Monniken- dam en Purmerende in 't Noorderkwartier van Holland, noch van Weefp, Naarden en Muiden in Gooiland, alle welke Ste- den ook op eenen kleinen afftand van Am- lterdam gelegen zyn, en dagelyks, zo wel als Haarlem en Leiden, Utrecht en ande- ren , met Zeil- en Trekfchuiten , bevaaren worden.
Amlterdam, welk, nevens de gantfche Rang der
Heerlykheid van Amftel, oudtyds, onder Stad on- het-Stigt van Utrecht behoord hadt,heeft, ^r de omtrent het einde der dertiende eeuwe , va^ ^. met het Graaffchap van Holland vereenigd land. geworden zynde, eerlang, zitting en item ter Dagvaart van Holland gekreegen, on- middelyk na de vier Hoofd- of groote Ste- den , gelykze fomtyds genoemd worden (f), Dordrecht, Haarlem, Delft en Leiden, en bekleedt de vyfde plaats onder de Holland- fche Steden, liet oudite blyk, my voor* gekomen, dat Amlterdam de Dagvaar- ten , die gemcenlyk in den Haage gehou- den werden, bygewoond heeft, en, ne- vens andere Steden , by 't verleenen van Graaflyke Brieven, gekend geworden is, vindt men, in eenen Brief van den vyfden Tanuary des jaars 1348 [1349], waarinde Hol-
(ƒ} ZU eene Handveft, *v Balen Dordrecht, bl.su.
R3
|
||||||
2Ó2 AMSTERDAMS enz. I.Deel.
Hollandfche en Zeeuwfchc Steden, die Her-
tog Willem den V. tot Graave inhuldig- den, in deeze orde, worden opgenoemd: Dordrecht, Middelburg, Zierikzee, Geer- truidenberg , Leiden, Delft, Haarlem, Alkmaar, Amflerdam en Oudewater (g). Ook heeft men eenen Brief van denzelfden Hertoge Willem vanden jaare 1351, onder welken gelezen wordt: JuJJu domini comi- tis. Per commune Confiliwn Villarum Delf, Leyden, Amstelredam, Alkemaer. dat is „ Ten bevele van den Heere Graaf, by „ gemeenen raadc der Steden Delf, Ley- „ den, Amftelredam, Alkemaer(£)". Doch wat laater komen hiervan overvloedige be- wyzen voor, in oude Hukken (i). Ook zal 't, in 't gevolg, te pas komen, hiervan nader te gewaagen. 't Genewy, tot hiertoe, van de Oud-
heid, Opkomfl, Aanwas en tegenwoordi- ge Gelegenheid van Amflerdam te boek gefield hebben , kan dienen om den Lee- zer voor te bereiden tot het beter verflaan van de Hiflorie der Stad, tot welke wy nu moeten overgaan. (g) Zie Groot-Plakaatb. III. Deel, bl. i. Mieris Char-
terb, ii. Deel, hl. 74j. (è) Zie Privileg, van Haarlem, bl. 35.
(i) Zie,onder anderen, Mieris Chsuterb,II1,Dttlt bl.
416» 417. $ &«$
JVfK ïlps *JK
*
|
|||||||
*« . Jat&ixmik- .- ,.:. . .'-Jfc»:.
|
|||||||
Byls. T ir ion wordt thans met Privilegie
in groot Oftavo uitgegeven de V ADERLAN DSCHE
HISTORIE, VERVATTENDE DE
GESCHIEDENISSEN
DER
VEREENIGDE NEDERLANDEN,
INZONDEHEID DIE VAN
HOLLAND,
Uit de geloofwaardigfte Schryvers en egte Gedenk-
ftukken famengefteld. Verfierd met eenige Landkaarten, veele Kmiflplaaten en meer
dan Tagtig Porfraiten van de vermaardfle Mannen,
door J. Jtioubraken in 't koper gebragt.
EENENTWINTIG DEELEK
Beginnende met de aankomfl der BATAVIEREN hier te
Lande, voor Chrißus Geboorte; en eindigende met de
dood van den Erfftadhouder Willem IK in 't jaar 1751.
|
|||||||||
VADERLANDSCHE
HISTORIE
VERKORT
E N B Y
VRAAGEN en ANTWOORDEN
VOORGESTELD.
Dit Werkje, zynde een Kort Begrip van de bovengemelde Va-
derlandsciie Historie, is door den zelfden Schryver, zo kort- en klaar als mogelyk is opgefteld, ten dienfte van de Huis- gezinnen en Schooien, om de luft tot het leezen van 's Lands Gefchiedeniften in de Jeugd op te wekken. Het is ten dien. eindeniet alleen in de Nederduitfche,maarookindeFranfche Taal gedrukt in klein Oftav». Doch ten dienfte van de Lee- zers der Vaderlandfche Hiflorie, is het ook op het zelfde For- maat gedrukt, om daar by te können worden gevoegd. |
|||||||||
.
|
|||||||||
Byls. T IR ion wordt thans met Privilegig
in groot Oftavo uitgegeven de VADERLANDSCHE
HISTORIE, VERVATTENDE DE
GESCHIEDENISSEN
DER
VEREENIGDE NEDERLANDEN,
INZONDEHEID DIE VAN
HOLLAND,
Uit de geloofwaardigfte Schryvers en egte Gedenk-
Hukken famengefteld. Verfier A met eenige Landkaarten, veele Konfiplaaten en meer
dan Tagtig Porfraiten van de vermaardfie Mannen,
door J. Houbraken in 't koper gebragt.
EENENTWINTIG DEELEN.
Beginnende met de aankomß der BATAVIEREN hier te
Lande, voor Chriflus Geboorte; en eindigende met de
dood van den Erffladhoiider Willem IF, in 'f jaar 1751.
|
|||||
VADERLANDSCHE
HISTORIE
VERKORT
E N B Y
VRAAGEN en ANTWOORDEN
VOORGESTELD.
Dit Werkje,zynde een Kort Begrip van de bovengemelde Va-
derlandsche Historie , is door den zelfden Schryver, zo kort- en klaar als mogelyk is opgefteld, ten diende van de Huis- gezinnen en Schooien, om de luft tot het leezen van 's Lands GefchiedenifTen in de Jeugd op te wekken. Het is ten dien einde niet alleen in de Nederduitfche, maar ook inde Franfche Taal gedrukt in klein Ottavt. Doch ten dienfte van de Lee- zers der Vaderlandfche Hifiorie, is het ook op het zelfde For- maat gedrukt, om daar by te können worden gevoegd. |
|||||
Nog wordt by den Drukker van dit Werk
met Privilegie uitgegeven de HEDENDAAGSCHE
HISTORIE,
O F
TEGENWOORDIGE STAAT
VAN |
ALLE VOLKEN
DES
AARDBODEMS. |
en in 't byzonder van de
VEREENIGDE NEDERLANDEN.
-•Vervattende niet alleen
Een KORT BEGfRIP van de HISTORIE of GESCHIEDENISSEN
der byzondèxe KONINGKRYKEN en VOLKEN, van den Aanvang tot op den tegenwoordigen Tyd: Maar ook een Befchryving van derzelver Gelegenheid, Ze-
den, Wetten, Gewoontens, Aart, Godsdienft, Regeering, Vermogen, Inkomften , Handel, Handwerken, Konften, Geld, Gewigten, Maaten, Landbouw, Landziekten, Plan- ten, Dieren, Mineraalen en andere Zaaken, totdenatuur- lyke Hiftorie behoorende: en inzonderheid
Eene naauwkeurige BESCHRYVING van alle de byzondere Pro-
vinciën, Landftreeken, Steden, enz. Alles opgehelderd met zeer veele Landkaarten, Plans
en Gezigten van Steden en andere Konftplaaten. %
Van dit Werk zyn reeds XXVI Deelcn uitgegeven; behel-
zende de Hedendaagsche Historie van China, Japan, en van de andere OoflJndijche en AfnaijcheVolken en Landen, gelyk ook van alle de Europifche Volken en Ryken; Zwüjerland, Italië, en een gedeelte van de VereenigdeNederiandjcheProvin- ciën , uitgezonderd; 't welk insgelyks ten fpoedigfte in 't ligt zal worden gegeven. |
||||