SSttMH
BEOj |
|||||||||||||||||||||||
'......
|
|||||||||||||||||||||||
UI
|
fTgreoEN).
|
||||||||||||||||||||||
iß
m
WM
|
|||||||||||||||||||||||
m
|
|||||||||||||||||||||||
Ff:»**
|
|||||||||||||||||||||||
QbL,
|
|||||||||||||||||||||||
!■!
|
|||||||||||||||||||||||
AMSTERDAM,
IN ZYNÉ
OPKOM ST, AA N WAS, GESCHIEDENISSEN,
VOORREGTEN,KOOPHANDEL, '
GEBOUWEN,
KER KENSTAAT, SCHOOLENj
SCHUTTERVE, GILDEN REGEERINGE,
BESCH REEVEN,
|
||||||||||
DOOR
J A N HAGENAAR,
HISTORIESCHRYVER DER STAD.
TWEEDE STUK,
|
||||||||||
fc»
Te AMSTERDAM,
By / £ A A K T I R I O N,
M D C C LX I.
Mst Privilegie van'de Edele Groot-Moeende Hseten Staaten vas
Holland en Weftrriesla'fid. |
||||||||||
lHD3üin H31ISü3AINnS>inï «30
inniiisNi HDsiaoisimsNna
|
||||||||||
1
|
||||||||||
TWEE DE DEEL.
GESCHIEDENISSEN VAN
AMSTERDAM.
EERSTE BOEK.
Amsterdams Geschiedenissen*
van de Opkomfl der Stad af) tot
op het jaar 1334.
In het voorgaande eerste Deel,heb-Hiftor(ö
ben wy de opkomfl; en aanwas van AM- der S£a<* STERDAM befchouwd. en deszelfs tegen- ^m woordige gelegenheid kortelyk aangewee- zen. Nu gaan wy over tot de Historie der Stad, die wy, van de vroegfte tyden af, opnaaien, en tot digt aan den tegenwoordig gen tyd toe, vervolgen zullen. Wy hebben, in 't eerfie Boek van 't eer- Onderde
fte Deel, op waarfchynlyke gronden , zo ^e§ee- wy vertrouwen, getoond , dat het ftigten ^ifHuU van het Slot der Heeren van Amftel gele- ze van genheid gegeven heeft tot den eerflen aan- Amftel, bouw van eenige huizen, die naderhand Am- fierdam geworden zyn. Wy hebben ook gezien, dat Egbert van A ms tel voor Stigter van dit Slot gehouden wordt. Hy bloeide in de twaalfde eeuwe; en , voor hem, vindt men geen gewag van iemant uit dit huis,uitgenomen van Wolfger van Amstel, die, in brieven van de jaaren IJ. Stuk. A 2 1105
|
||||||||||
-
|
||||||||||
4 AMSTERDAMS IL Deel.
1105 en 1126, gemeld wordt («). De
Heeren van Atnftel waren, ten deezen ty- de , Leen- en Dienflmanncn des Bifïchops van Utrecht: 't zy dat zy eenige ampten uit zynen naame bekleedden; 't zy dat zy eenige goederen van hem ter leen hielden, PFolfgert, Schout van Ameflelle, wordt, in den aangehaalden brief van 't jaar 1105, geteld onder de Seruientes Ecclefics of Dienfl- manncn der Kerke. Egbert van Amftel draagt, in eenen Brief van den jaare 1156, die in 'de Domkerke te Utrecht bewaard wordt , en waarvan my een affchrift ter hand gekomen is, den naam van Minifle- rialis Beati Martini, dat is, Dienflman van S Maarten, aan wien de Utrechtfche Hoofdkerk gewyd was. De Brief is, door Keizer Fredrik den I., gegeven, en by den zelven worden zekere goederen, in Brun thesloithe , in Hurfceldrecht, in JVifepe, in Curtevenne en elders , op welken Egbert regt voorgewend hadt , toegeweezen aan het Kapittel van S. Maria te Utrecht (1). In eenen anderen Brief van den jaare 1172, die my ,uit het Kapittel der S. Jans Kerke, ter hand gekomen is, wordt Egbert van Amftel ook onder de Dienflmannen [Minis- teriales] des Bijfchops gerekend. Twift 't Blykt, uit egte ftukken , dat Egbert derHee- van Amftel, meer dan eens, met de Bis-
ren van fchoppen van Utrecht, zyne Leenheeren, ov er-
fa) Apud BUCHKL. ai HEDÄM p. 145, ij}- (1) zie den Brief in de Bylaagen Lr. A. en ver- gelyk daarmede eene andere uitgaave, in Mieris Chartert. I. Deel, bl. 103. |
||||||
LBoEK. Geschiedenissen. 5
overhoop gelegen heeft; 't zy dat hy, ge- Amftel
lyk men hem befchuldigde , zyn gezag, met de ten nadeele zyns Leenheers, te zeer zogtBiffchoP uit te breiden; 't zy dat de Leenheer meer JjetJe™£ vorderde dan hem toekwam. Egbert van Amftel hadt reeds met BiffchoJ) Herbert, die den Utrechtfchen Stoel van 't jaar 1139 tot het jaar 1150 hudt bekleed, verfchil gehad. Doch 't was bygelegd. De twift verrees wederom, na dat Godefrid van Rheenen, in 't jaar 1156, tot de Biffchop- pelyke waardigheid verheeven geworden was. Godefrid was dapper uit den aart, en ontzag zig niet, de wapenen op te vat- ten , om de regten der Kerke te verdedi- gen tegen 't gene hy de geweldenaaryen der Leenmannen noemde. Hy was inzon- derheid geftoord op Heere Egbert, die hem de inkomften uit Amftel en het omgelegen Land onthieldt, onaangezien hy 'er een ge- grond regt op oordeelde te hebben. Hy daagde Egbert voor zyne Vierfchaar, en bande hem, eerlang, ten Lande uit. Eg- bert vervoegde zig, naar 't fchynt, ten Keizerlyken hove, daar hy even weinig ge- hoor vondt. Keizer Fredrik de I. verklaar- de hem fchuldig aan gekwetfte Keizerlyke Majefteit, en deedt hem in den Ryksban. Ein- Verdrag delyk,werdt 'er, door bemiddeling van Filips, AartsbifTchop van Keulen, onder wien het Bisdom van Utrecht ftondt, en die, van 't jaar 1167 tot het jaar 1191, in't bewind geweelt is, een verdrag getroffen, tuffchen Biflchop Go- defrid en Heere Egbert, omtrent op gelyken voet, als de overeenkomft , die ten tyde A 3 van
|
||||||
0 AMSTERDAMS IL Deel,
van BifTehop Herbert gemaakt geweeft was.
„ De Heer van Amftel beloofde alles,wat „ hy zig, te vooren, in den gantfchen on> „ trek zyns Lands, naar Leenregt, toege- „ eigend hadt, aan den BifTehop te zullen „ afftaan, om het , voortaan , als 's Bis- „ fchops Stedehouder [in Officium Vfflica- „ tionis] te bezitten; gelyk een zyner Zoo- „ nen, Gysbrecht naamlyk, het ook,na zy- „ nen dood , bezitten zou, mids hy zyn „ ampt wel waarname , en den BifTehop „ getrouw bleeve. Doch het Moeras Ben- „ delmerbruc [waarfchynlyk de Bylemermeet] 5, met het gene 'er toe behoorde, en de „ helft der tienden in Wispe [Weesp], die „ Egbert zig,naar 't oordeel des BiiTchops, „ ten onregte toegeëigend hadt, moeft hy, „ voor altoos, aan de Utrechtfche Kerke „ overgeeven (/;)." Men weet niet, wan- neer deeze overeenkomft getroffen werdt. Doch zy moet, voor 't midden des jaars 1176, geplaatft worden, alzo 'er, in 't Ka- pittel van S. Maria te Utrecht, een brief van dien tyd wordt bewaard, by 't geeven van welken , niet Egbert, maar G y s- brecht van Amstel , zyn Zoon , te- genwoordig is geweeft: waaruit af te nee» men is, dat Egbert toen reeds overleedcn geweeft zal zyn. Ik vermoed ook, dat de overeenkomft, van welke wy fpreeken, na 't jaar 1172 geflooten is, om dat Egbert, in dat jaar, nog als getuige geftaan heeft over eencn Brief van BiiTchop Godefrid, "die
(k) Fide BUCHF.L. *A H F.D. AM p, 17S.
|
||||
IBoek. Geschiedenissen. 7
die in 't Kapittel der S. Jans Kerke te U-
trecht beruft: waaruit volgt, dat de twifl tuffchen den Biflchop en Egbert van Am- Hel toen nog niet op 't hevigfl geweeft kan zyn, en derhalve, eerft naderhand, byge- legd is. Ik plaats de overeenkomftdantus- fchen de jaaren 1172 en 1176. Wy zien, uit dezelve*, dat Egbert regt Of Am-
oefende over Amftel, over de Bylemer- fterdam, meer, en in Weesp. Doch wy zien niet, ^aaffde dat de plaats, die naderhand Amfterdamge- eeuwe,in noemd is, reeds in wezen was, en deel hadt wezen, aan 't gene 'er geflooten werdt. Zo Egbert en in dit van Amftel egter , gelyk de overlevering J^™? wil, het Slot geftigt heeft, welk het begin pe„ ge_ aan Amfterdam gegeven heeft , kan het weeft zy. zeer wel zyn, dat 'er thans, omtrent dit Slot, reeds eenige wooningen geftaan heb- ben , die naderhand Amfterdam geworden zyn. De bewooners derzelven zullen zig dan ook hebben moeten voegen, naar de nieuwe fchikking op de Regeering, die,by de overeenkom!!, van welke wy fpreeken, gemaakt was. Weinige jaaren verliepen 'er maar , of Gys-'
Gysbrecht van Amftel, Zoon en Opvolger brec^ van Egbert, ftak zig in den twift, die, infteifteekt 't nabuurig Holland , welk door Graaven zig jn geregeerd werdt, ontftaan was. Dirk den den twift /^//., Graave van Holland, in 't jaar 1203, }n ^ol* overleeden zynde, zogt 's Graaven Wedu- wmêo we, Vrouw Jleid, de Graaflyke RegeeringRegee- te doen opdraagen aan haare Dogter Ada, ringe, die zy met Lodeivyk, Graave van Loon,in de egt hadt doen treeden. Eenige Edelen A 4 hiel-
|
||||||
8 AMSTERDAMS II. Deel,
hielden haare zyde. Doch eenige anderen
zogten 't Graaffchap te verzekeren voor Willem, Broeder van den overleeden Graa- ve. Zy kreegen de Kennemers aan hunne koorde, die zig flerk maakten om Vrouw Aleid en de jonggetrouwden , terwyl zy den Maandelykfchen Lykdienft voor denaf- geflorven Graave,* te Egmond, zouden ko- men bywoonen, te overvallen en in hegte- nis te neemen. Doch Vrouw Aleid en het Paar kreegen kennis van den toeleg te Haar- lem , en beflooten, terftond, zig te bedie- nen van de aanbieding van den Heere Gys- brecht van Amftel, die aannam, het Vor- ftelyk huisgezin te fchepe uit Holland, en naar de Stad Utrecht te voeren, 't Geluk- te ; fchoon de buuren van Aalsmeer en Os- dorp de vlugtenden dagten te onderfcheppen (c). Hoe, federt, uit deeze oneenigheid, een felle kryg in Holland ontftondt, tufïchen de Graaven Lodewyk van Loon en Willem van Holland , waarin de eerlte door den BiïTchop van Utrecht geholpen wer dt, en de laatfte, eindelyk, de overhand behieldt, flaat ons hier niet te verhaalen; alzo niet blykt, dat de Heer van Amftel eenig ver- der deel genomen hebbe in den Holland- fchen tweefpalt. De Am* Ondertuiichen, hadt de hulp , aan het iteldyk Graaflyk huisgezin beweezen, hem, in 't doorse Jaar I2°4' een^n inval der Kennemeren op ftcken, den hals gehaald. IVouter van Egmond en en't Slot Albrecht Banjaard van Brederode, aan wel- ken C*) Wilhelm. Prccuxat. ei ent. •-;-- Fy 1104. |
|||||
in'hiiiMiiiair
|
|||||
Ï.Boek. ' Geschiedenissen. f
ken Graaf Willem 't bevel over de Kenne- te Amftel
mers hadt toevertrouwd, voerden dit volk, verbrand te fchepe,waarfchynlyk langs de Haarlem-jJoor de mer Meer en Schinkel, naar Amflelland; m^""e" deeden den dyk langs den Amftel, vermoe- 1204. delyk aan de weftzyde, doorfleeken, en de landeryen in Amftelland onder water zet- ten; 't welk de opgezetenen , van eenige Utrechtfche knegten geholpen, vergeefs had- den gezogt te voorkomen. De Kennemers, door den uitflag hunner onderneeminge aangemoedigd, liepen de Amftellandfche Veenen af, alles alomme ledig plonderen- de en plat brandende. Zy ontzagen zelfs het deftig Slot van Heere Gysbrecht niet; maar ftaken 'er den brand in , en offerden ook den Appelboomgaard, die by het Slot ftondt, op aan de vlamme (cï). Wy heb- ben, voorheen (V), getoond, dat dit Slot, naar alle waarfchynlykheid, bewerten den Amftel, op of aan den dyk, omtrent op de hoogte der Oude- en Paapenbrugge , ge- {laan heeft. Of de huizen omtrent dit Slot, die 't beginfel aan Amfterdam gegeven heb- ben , by gelegenheid van deezen inval, ook eenigen overlaft hebben geleeden , blykt nergens, hoewel 't niet buiten waarfchyn- lykheid is. De woedende Kennemers, voort- gerukt naar Muiden en Weesp, welke Ste- den ook onder Heere Gysbrecht flonden, leidenze beide, insgelyks, aan kooien, en Itroopten de Vegt langs, tot aan Breuke- len
ffi) WILHELM. PROCURAt. ad ann, ize-f. p, 4ji.
(t) I. Deel, I. Boek» **> »4- A 5
|
||||||
Ko AMSTERDAMS II. Deel.
len toe (ƒ). De vyandelykheden eindigden
niet volkomenlyk, dan na dat 'er, in't zelf- de jaar 1204, een Verdrag tuflchen Bis- fchop Dirk van der Aare en Graave Wil* lern getroffen was. By dit Verdrag, werdt, onder anderen, vaftgefteld „ dat de Ste- „ dehouders [Villict] eerft hunne ampten „ van den Biifchop , en daarna van den „ Graave zouden komen ontvangen, en den „ eed van getrouwheid aan beide afleg- „ gen (g)." De Heer van Amftel, die, ge- lyk wy gezien hebben , ook Stedehouder des BilTchops was , geraakte , in gevolge van dit Verdrag, ook in eenige afhangkë- lykheid van den Graave van Holland. Ook droeg hy Graave Floris den IV., in 't jaar 1231, zyn fleenen huis te Utrecht op, en ontving het wederom van hem ter leen (h)\ door welke handeling, hy tot hulde en man- fchap aan den Graave van Holland verbon- den werdt. In 't jaar 1225,was hem,daar- entegen , het Geregt van Muiden, Weesp en Diemen, welk hy, te vooren,met Hen- rik van Velde in gemeenfehap bezeten hadt, door Biflchop Otto den IL , alleen opge- draagen (i). Maar ten opzigte van Nardin- gherland, federt Gooiland genaamd, welk hy, door gunfl van de Abtdijffe van Elten, be- zat, hadt hy, in 't jaar 1224, verklaard, dat zyne erfgenaamen geen regt altoos op het zelve hebben zouden, dan 't gene hun, door
(f) MKL1S STOKE in Ada, bl. 68.
,(g) leidend. HEDA p. 188.
(b) Uit een Afitlirift van 'jt Oorfpiongkelyke.
(ij Vidtnd. MATTHÄUS de Juie clidii. p. 4H«
|
||||
IBoEK. Geschiedenissen. ii
|
|||||
door de gemelde AbtdiiTe , zou gegund
worden (k). In eenen Brief van den jaare
1252, vind ik gewaagd van eenen Gerard
van Amstel, Ridder, en van eenen Gys-
brecht, Jongkheer van Amflel, welke Iaatfte
ik vermoed , dat , naderhand , Heer van
Amftel geworden is. Hy wordt, by vee-
len, Gysbrecht de II. genoemd.
Terwyl de Heerlykheid van Amftel dus Het leg-
van Heer veranderde , was het Slot der 8en van
Heeren van Amftel, welk, in 't begin dee- 5ene"
n i 1 uaro in
zer eeuwe, verwoeit geworden was, weder- den Am.
om opgebouwd , zonder dat men weet , fiel geeft
door wien of wanneer. De huizen omtrent den naam dit Slot waren ook zo zeer toegenomen in l!anƒm* getal, dat zy reeds eene bekwaame buurt of gehugt uitmaakten , aan welk het leg- gen van eenen dam in den Amftel, eenftuk wegs boven het Slot , eerlang den naam van Jmflerdam gaf; onder welken naam, de plaats, zekerïyk, in 't jaar 1275, be- kend geweeft is. Doch voor deezen tyd, was Gysbrecht Oorlog
de II. wederom in moeilykheid geraakt Ju(rcnen met Henrik van Vianden, BhTchop van U- brecht trecht, die Gozswyn van Amfiel, wien men van Am- genoodzaakt hadt afftand te doen van de ftfl en BilTchoppelyke waardigheid, in 't jaar 1250, j*lffchop opgevolgd was. De ftap, tot welken men vaennn Biflchop Gozewyn gedrongen hadt, fmertte Vianden, zynen Bloedverwant, Gysbrecht, zozeer, dat hy, zig met Otto, Graave van Gelder, en Herman, Heere van Woerden, verbon- den (k) Vide Matth.ïi Anal. Tom. lil.p, 46j.
|
|||||
--------------------------------------------.—-—,--------- .....----------------------■—->
|
|||||
12 AMSTERDAMS II. Deel.
den hebbende, BifTchop Henrik den oorlog
aanzeide. Men deedt eikanderen, weder- zyds, alle mogelyke afbreuk. Amftelland, en veelligt ook Amfterdam leeden veel by deeze gelegenheid. Doch partyen raak- ten, eerlang, in een hevig gevegt, buiten de Weerdpoort van Utrecht. De Heeren van Amftel en Woerden kreegen de neder- laag, en werden gevangkelyk binnen U- trecht gevoerd; doch eerlang, op de voor- fpraak van Willem , Roomfch Koning en Graaf van Holland, wederom op vrye voe- Vrede. ten gefield (/). Het duurde egter tot in 't I257- jaar 1257, eer de Vrede, tufTchen den Bis- fchop ter eener, en Floris, Voogd van Hol- land, en Broeder van Koning Willem, die toen reeds dood was, enGysbrechtvanAm- flel met de zynen ter anderer zyde, getrof- fen werdt. Guy, Graaf van Vlaanderen, en Otto, Graaf van Gelder , met welken laatflen, de BifTchop reeds te vooren ver- zoend was, bewerkten deeze Vrede. Zy werdt, te Bodegrave, op S.Odulfs dag, dat is, den twaalfden Juny des gerneldcn jaars, getekend. Men kwam overeen „ dat de „ wederzydfche gevangenen geflaakt zou- „ den worden, tegen voldoening der kos- „ ten; dat Gysbrecht van Amftel endezy- „ nen den BifTchop een duizend ponden be- „ taaien zouden; welke fomme hun egter „ door den Biflchop gunfliglyk zou worden „ kwytgefcholden. Dat zy, wyders, ten „ getale van vyf honderd, ontfehoeid en in „ wol-
(/) BEK.A p. 841 «5. HEDA p. ZI4.
t
■ ;
|
|||||
IBoEK. Geschiedenissen. 13
„ wollen kleedinge, den BiiTchop, tennaaft-
„ aanftaanden Zondage, in de S.Maartens „ Kerke van Utrecht, knielende om ver- „ gifFenis zouden komen bidden; die hun „ ook,terftona, verleend zou worden.Dat 9, Gysbrecht van Amftel en Gysbrecht van „ Goye, eenStigtfch Edelman, die Amftels „ zyde gehouden hadt , den eed van ge- „ trouwheid aan hunnenHeere,den BiiTchop, „ van nieuws, zouden afleggen; en dat de „ eerfle de agterftallen der BiiTchoppelyke „ inkomlten getrouwelyk voldoen zou (tri)" Gysbrecht won, na het treffen van deeze Vrede , het vertrouwen des Biflchops zo zeer, dat hy, in 't jaar 1265, verkooren werdt, tot eenen der Zegsmannen van 's Biffchops zyde, om de gefchillen, die tus- fchen de Gelderfchen en Stigtfchen ontbon- den , af te doen («). Doch omtrent het jaar 1268, geraakte hy Opftand
in nieuwe moeite, ter gelegenheid van den der Ken- opftand der Kennemeren, die de minder-nemerfn jaarigheid van Graave Floris den V. waar- j2jf£s namen (0), om 's Lands Edelen den klem Edelen, der Regeeringe uit de handen te wringen. Zy hadden zig met de Weitfriezen en Wa- terlanders verbonden, en vielen eerft aan op de adelyke floten in Kennemerland, die gedeeltelyk bemagtigd en vernield werden. Toen rukten zy in Amftelland; 't zy dat de oude wrok tegen den Huize vanAmflelriog niet
(n>) Uit een Affchrift van 't Oorfprongkelyke. Zie ook,
Mieris Charterb I. Deel, bl. 319 (n) Uit een Affchrift van den Oorfpioiigkelyken Brief. (e) Hf da in Josnne I. />. 2»z. |
||||
14 AMSTERDAMS II. Deel,
niet verftorven was, 't zy dat zy, op huiv
nen togt, geene flerkten agter de rugge Zy ruk- laaten wilden. De ingezetenen van Am- aCIV?. fterdam, daar nu reeds eenige Koophandel land en was •> leeden vry wat, ter gelegenheid van Amrter- deezen inval. Gysbrecht, zig onmagtig be- dam. vindende om den woeflen hoop te fluiten, JJys', floot een Verdrag met de Kennemers, en ftelt zig liet zig tot hunnen Hoofdman aanftellen. Zyn aan hun toeleg was, zig van de magt, die hem toe- hoofd, en vertrouwd werdt, te bedienen , om zyne trekt naar byZondere vyanden in 't Stigt aan te tas« trecu' ten, en te beteugelen. E erft trok hy voor 't Slot Vreeland, welk Biflchop Henrik, ter gedagteniile, naar alle waarfchynlykheid, van de Vrede des jaars 1257, geftigt hadt. Doch hy belegerde dit Slot vergeefs. Hy voerde de Kennemers , vervolgens, voor Utrecht, daar de Gemeente, op hunne aan- komft,eene geheele verandering maakte in de Regeering, die, federt, uit en door de Gilden, verkooren werdt. Ook floot zy een Verbond met de Kennemers , die hierop aftrokken, en de Sloten van Gysbrecht van Abkoude, Willem van Ryzenburg en Huibert van Viane, byzondere vyanden des Heeren van Amftel , ten gronde toe verdelgden. Vervolgens, lieten zy zig, door Heere Gys* brecht, overhaalen, om te rug te keeren naarKennemerland,en't beleg te ilaanvoor Haarlem , binnen welke Stad , de voor- naamfteKennemer Edelen geweeken waren. Doch Jan Perfyn, Heer van Waterland, en een deezer Edelen, vondt middel om hen het beleg te doen opbreeken. Hy reedt hei- me- |
||||
LBoek. Geschiedenissen. 15
melyk ter Stad uit, maakte zig meefter van
eenige agtergebleeven' wagenen derKenne- meren, en ftak den brand in eenige Ken- nemer Dorpen. De belegeraars, de vlam hunner wooningen agter zig ziende opgaan, verlieten de Stad , en keerden naar huis. BifTchop Jan van Naffau, van den Graave van Gelder geholpen , trok , federt, ook voor Utrecht, en werdt eindelyk meefter van de Stad, by verrafling. Men verdreef de nieuwe, en herftelde de voorige Regen- ten; doch de eerftgemelden kwamen, na verloop van eenigen tyd, heimelyk in de Stad, en verwekten nieuwe beroerte, die niet geftild werdt, dan na dat Nikolaas van Kats, met vyfhonderd man in de Stad ge- komen zynde, de ruft herfteld, en de Re- geering naar zynen zin gefchikt hadt. Som- migen fchryven, dat deeze Heer van Kats Voogd was van Floris den V. Graave van Holland (£). Vafl gaat het, ten minfte, dat hy diep in deszelfs gunfl ftondt (q). 't Schynt, dat de vyandelykheden der Kenne- Uitflag meren, ondertuflchen, een einde genomen zyner hadden. Ook mag men vermoeden, datonder.- Gysbrecht van Amftel zig met den BifTchop ™*mn' van Utrecht zal hebben bevredigd; en zal hy, by deeze gelegenheid, het Slot te Vree- land in pandfehap verkreegen hebben (r), welk men weet, dat hy, weinige jaaren laa- ter,
(p) Beka p. 9*, 9i' HiDA p. in. Zie eek Ongen.
Klerk, hl. i+i enz, (ij) Z\e Mieris Charter!». I. Deel, bl. 36J, 38? , 38». (r) Bek/v p. 9S' Zie ook. MiEUS Chartert). I. Deel, |
||||||
1
1 *».«*... ■ m —--■ -—— ■._,.,. |
||||||
»
|
|||||||
ió AMSTERDAMS II. DeeL,
ter, bezeten heeft. De opftand der Ken-
nemeren hadt, midlerwyl, Graave Kloris den V. gelegenheid gegeven, omzyn gezag uit te breiden in 't Stigt. Nikolaas van Kats hadt zig , gelyk wy gezien hebben , ten dienfte van Graave Floris, niet alleen mees- ter gemaakt van de Regeering tè Utrecht; maar Gysbrecht van Amftel was, reeds in 't jaar 1270, tot 's Graaven Raad aange- Verbond nomen (Y): en op den vyfentwintigften July fteïlandè- ^es Jaars 1274>"00t de Graaf een Verbond
ren met van Vriendfchap met de Stad Utrecht, en Graave met den Raad en gezwooren"1 gemeente [Con- F'oris cilium & Univetfitas Conjuratorum~\ van den V. jijden ? Amftel,' Mydrecht en Loenen (f). Biilchop Jan van Naflau zelf zag zig ver- pligt, om alle zynenogopenftaandegefchil- len met Gysbrecht van Amftel te onder- werpen aan de uitfpraak des Graaven van Holland (v). Waarin Men zou hier können onderzoeken, of Amfter- Amfterdam zig ook begeven hebbe in het dam zig yerbond, welk die van Amftel onder ande- fchynt ren » m 't Jaar I274 > meC Graave Floris
bsgeven maakten. En fchoon men hier van geen te heb- duidelyk bewys vindt, is het my egter ten ben* hoogfte waarfchynlyk. Het oudfte Privile- gie , welk Amfterdam heeft, is, den zeven- entwintigften Oftober des jaars 1275, door Graave Floris den V., gegeven: doch dit zou, vermoedelyk , ten deezen tyde , niet ge- fchied zyn , zo Amfterdam zig gehouden hadt
(s) Zie Mieris charterb. 1. Deel, hl. i$i. (t) Zie Mit-Kis Charterb. I. Deel, M 3??, 375-
(y) Zit MiEKlï Chiuteib. I. Deel, il. 370. |
|||||||
LBoek. Geschiedenissen. i^
hadt buiten het Verbond , welk, door 't
Land van Amftel , met den Graave vin Holland gemaakt was. BhTchop Jan van jan Per- NaiTau hadt ook aan Jan Perfyn, Heere van fyn worde Waterland, zo 't fchynt, in erkentenis van Hec?"vai* den dienfl, door hem in 't verdry ven der ^mftsr" Kennemeren beweezen, met bewilliging van Graaw Floris, eenig regt over Amfterdam, iheenen Brief van den jaare 1285, de gifte van Amßelfedämme genoemd '(wj, met ze- kere buizen, flerkten en andere goederen, opgedraagen (#). Waarfchynlyk is dit regt het regt van Heerlykheid igQwedl, welk de Bilfchop , met 's Graaven toeftemming, Heerc Gysbrecht, .wiens goederen verbeurd geagt warden, benomen, en Heere Jan toe- geweezen heeft: en mogelyk is hieruit ont- ftaan, dat Gysbrecht, in zekere Handveffc .van Jan Perfyn, inden jaare 1275, aan die van Waterland gegeven, met nadruk, Heer van Amflerlandt, niet Heer van Amfiel ge- noemd wordt (y); alzo Amflerdain, welk tot de Heerlykheid van Amftel plagt t^fc-., |
|||||||||||
-■ÏMnt-i
|
|||||||||||
hooren,ten dien tyde, eenen andejpnfj^er
hadt. Doch van den juiften tyd en wyaj deezer opdragt is my;tot nog toe, geen egt befcheid voorgekomen* 't Zy ons genoeg/ dat Jan Perfyn eenig regt in of over* Am- fterdam gehad heeft, eii dat hem dit, met bewilliging des Graaven van Holland, op- gedraagen geweeft is. En hieruit volgt klaar- Jykj
(tv) Zie, onder anderen, MiEßiS Chartert». I. Deelt
H. 460. (x) Zie Mieris Charterb. I. Deel, bl. 413.
(y) Z,e Mieris Chartert». I. Deel, bl, 379. II« Stuk. B
|
|||||||||||
'*,
|
|||||||||||
• /
|
|||||||||||
i8 AMSTERDAMS II. Deel.
lyk, dat Amfterdam mede in het Verbond
van Vriendfchap met Graave Floris den V. begreep en is geweeft. Arafter- ^et oudfte Privilegie van Amfterdam, dam ver- waarvan wy terftond gewaagden , verdient, kry?t het ondertuffchen, wel, dat wy 'er eenige aan- £ ft,e merkinffen over maaken. Het luidt aldus: f lK'Va Florentius Comes Hollandia. univerfis pr&-
heid fentes litteras infpefturh Salutem. Noverit uni- verßtas vefha quod nos homines manentes apud amflclredamme in reflitutionem damnorum qua nos et homines noflri ipfis fecimus abhinc deinceps ab omni exaclione noflri telonii cum bonis fuis pro- priis qua deducent feu deducunt per totam terram noftram duximus eximendos. In cujus rei teftimo- nium prafens fcriptum flgillo noflro fecimus com- muniri. Datum apud Leyden dominica ante dicm Simonis et juda Apoflolorum anno Domini mille- fimo ducentefimo feptuagefimo quinto. Onder aan hangt 's Graaven zegel in
W't wafch, aan een enkelen franchy- nen ftaart, vertoonende den Graaf te paarde, zonder helm, met een fper- wer op de hand. Dat is, volgens eene oude overzetting:
Floiuïns grave van Hollant doen condt ende
kenlic allen Luden, dat wy onfen Luden van Aemftelredamme overmids een verfettinge hoir- re feade die wy ende onfe Lüde hem ghedaen hebben. Soe gheven wy hem tollenvry te va- ren mit horen eyghen goeden wair dat fy 'm onfen Lande varen of keren In oirkondc der wairheyt foe hebben wy defen brief bezegelt mit onfen Zegele. Gegeven tot Leyden des Son- nendages voir finte Symons ende Juden dach A- poftolen, Int Jare ons heren Mcc enLxxv. |
|||||
i. In
|
|||||
I. ËoEit* Geschidënissëtf. ip
i. In de eerfle plaats, merken wy korte*- Aänrtief-
lyk aan, dat dit Privilegie, gelyk veele an- kingen deren van deezen tyd, te Leiden gegeven SJuJL 6É is, alwaar Graaf Floris zig, in zyne jeugd, veel fchynt opgehouden te hebben. Ook houdt men voor zeker, dat hy aldaar ge- booren is (z). De Feeftdag der Apoftelen Simon en Judas komt op den agtentwintig- flen 06tober, en de Zondag voor den zel- ven, viel, in 't jaar 1275, op den zeven- cntwintigften. 2. Floris de V., Graaf van Holland, de
fchenker van dit Privilegie, begon zig, ge- lyk wy gezien hebben, ten deezen tyde, wel toe te leggen op het uitbreiden van zyn ge- zag in 't Stigt van Utrecht; doch hy was nog geen Heer van Amftelland ofAmfter- dam. Hierom noemt hy de Amfterdam- mers niet Homines noftros ,* dat is, onze Lui- den ; maar blootclyk Hommes manentes apud Amflelredamme, dat is, de Luiden woonendé te Amflelredamme. 't Is een misflag in de aangehaalde oude overzetting, dat aldaar, voor homines 9 onfen Luden gelezen wordt. 3. Amfterdam fchynt, ten deezen tyde,
ook nog geene Stad geweeft te Zyn. Im- mers Graaf Floris geeft zulks, nergens door, te kennen. Hy noemt de ingezetenen gee- ne Uppidanos of Burgen/es, Burgers of Foor* ters; maar blootelyk Homines, Luiden, 4. De gelegenheid, waarby den Amfter-
dammeren dit Privilegie gefchonken wordt, is de fchade, hun , door den Graave en 's Graa-
(*) ORLERS Leyden , bh 29g.
B 2
|
||||
20 AMSTERDAMS ILDeêL,
|
|||||
's Graaven Luiden, aangedaan; welkefcha-
de de Graaf, door het fchenken van tolvry- heid, vergoeden wil. Vermoedelyk heeft hy het oog op den jon giften inval der Ken- nemeren, die zelven den Amflerdammeren merkelyke fehade zullen hebben aangedaan, met pionderen en branden, of, ter gelegen- heid van welken, of van eenen laaterentogt tegen de Weftfriezen, de Graaf en 's Graa- ven luiden eenig nadeel aan de Plaats had- den toegebragt. Hoe 't zy, de Graaf re- kende zig gehouden , tot vergoeding der fehade, die zyne onderzaaten den onderzaa- ten van eenen anderen Heer veroorzaakt hadden. En dit oudfte Privilegie van Am- fterdam is, zo wel als veele laateren, door de Landsheeren zelven verleend, niet ver- kreegen uit loutere gunfl van den Vorfl , maar uit erkentenis van 's Vorflen verplig- ting aan het "volk. 5. De gunfl of erkentenis, welke hierbe-
weezen wordt, is een verlof aan de Amfler- dammeren , om hunne eigene goederen tol- vry te voeren door gantfeh Holland. Men weet, dat de Graaven van Holland, al van ouds, eenen tol plagten te heffen van alle waaren en koopmanfchappen , die in hun Land gebragt werden: om welken tol te ontvangen, op verfeheiden plaatfen langs de flroomen, tolhuizen waren opgeregt. De Amflerdammers kreegen hier dan vryheid, om deeze tolhuizen, met hunne eigene goe- deren , voorby te vaaren, zonder dat hun eenige tol mögt afgevorderd worden. Doch 't gene, in deeze vryheid, onze opmerking meeft
|
|||||
■
|
||||||||||
I. Boek. Geschiedenissen. 21
meeft verdient is, dat 'er klaarlyk uit blykt,
dat de Amfterdammers, ten deezen tyde, reeds eenigen binnenlandfchen Koophandel dreeven, en het nabuurig Holland voorza- gen van 't gene hunne wateren en weiden uitleverden. Zy hadden fchade geleeden van 's Graaven luiden, en in vergoeding van die fchade , wordt hun tolvryheid door Hol- land toegeliaan. Zy moeten, derhalve, ge- woon geweeft zyn , met hunne koopman- fchap, door Holland te vaaren; of de tol- vryheid zou hun, niet gevoeglyk, als eene vergoeding der geleeden' fchade hebben können toegerekend worden. Doch hetvoor- regt was alleen bepaald aan hunne eigene goederen. Of hieruit volge , dat zy ook vreemde goederen 'm Holland plagten te bren- gen , en, derhalve, ten deezen tyde, reeds eenigen uitheemfchen handel dreeven, is mogelyk met geene volle zekerheid te be- paalen. 6. Ten befluite van onze aanmerkingen
over het oudfte Privilegie van Amfterdam, melden wy alleenlyk, dat het, den derden February des jaars i2oi,door den zelfden Graave, van woord tot woord, vernieuwd geworden is (a). Weinige jaaren na 't verleenen van dee- Gys_
ze Handveft, geraakte Gysbrecht van Am- Jan Ai - fiel wederom in moeite met Biffchop Jan ftel ge-" van Naffau. Hy hadt eenen tol gelegd op raakt op het Slot te Vreeland, dien de Utrechtfchennieuwsi« ongaarne betaalden. De Biffchop, de zy- ™°teiS neu n
{a) Handf. */. l2s [»].
BS
|
||||||||||
riifeaÉhiiiii' •
|
||||||||||
w AMSTERDAMS II Deel,
BifTchop, nen voor altoos van deezen tol willende be-
over 't vryden , zogt Heere Gysbrecht het Slot bezit van wederom afhandig te maaken, door het op- land, ichieten der pandpenningen. Men tradt in onderhandeling. Ecnige Hollandfche Ede- len , tot zegs mannen verkooren, verklaarden, den eenentwintigden January des jaars 1279, te WafTenaar ,, dat de HeervanAmftel,na „ dat hem de pandpenningen waren opge- „ bragt, nog een jaar op het Slot zon mo- „ gen blyven; waarna hy het den BifTchop „ zou moeten inruimen (5)." Doch 't zy dat deeze uitfpraak, van 's Biflchops of van Hee- reGysbrechts zyde, nietnaargekomen werdt, de BilTchoppelyken hadden, midlerwyl, ee- nen invalgedaaninAmftelland,daarzy,van Heere Gysbrecht, en van Herman van Woer- den, met wien hy verbonden was, zulks ont- vangen waren, dat zy met groot verlies wy- ken moeften. Steven en Fredrik van Zuilen fneuvelden in deezen flryd, aan de zyde des BilTchops. De BifTchop nam toen zyne toe- vlugt tot Graave Kloris, die 't Verbond van 't jaar 1274, in de jaaren 1277 cn I27&> met den BifTchop, met eenige Stigtfche E^ delen, en met de Stad Utrecht vernieuwd hadt (c), en terftond het beleg floeg voor 't Slot te Vreeland, welk, door Arnoud van Amflel, Gysbrechts Broeder , verdedigd werdt. Gysbrecht zelf, midlerwyl, eenig volk byeen gerukt hebbende tot ontzet van 't Slot, werdt , by Loenen, aangevallen, door
(*) Zie Mieris Charterb. I. Deel, bl. %$%.
\i) Id. ib. bl. 38g, jap, 357, 3SS, |
||||
IBoEK. Geschiedenissen. 23
door eenen hoop Zeeuwen, onder Koflyn van
Renejje. De ftryd was hevig; doch Gys-Hywordt brecht kreeg de nederlaag, en werdt ge- gevan- vangen genomen; waarna het Slot zig, op Sen* genade en ongenade, overgeeven raoefl. Het Huis te Montfoort, welk Herman van Woer- den in pandfchap hadt, werdt ook ingeno- men door den Graave van Holland, na dat het, omtrent een jaar, belegerd geweefl was. Doch Heer Herman was, ondertufïchen , ten Lande uit geweeken. Gysbrecht en Ar- noud van Amftel waren, reeds lang te voo- ren, gevangkelyk naar Zeeland gevoerd (d). ■ De oude Schryvers hebben niet naauw- Onder -
keuriglyk aangetekend, wanneer deeze din- zoek gen gebeurd zyn. Doch Be ka plaatfl de- °etten zelven, tenonregte, onder de BilTchoppe- tyd dee- lyke Regeeringe van Jan van Zier ik, d\è Jan zer ge- van Naflau, eerft in't jaar 1288 , opgevolgd büi""te- is. H e D A begaat (ff) den zelfden misflag. n Melis Stoke fielt (ƒ), naar waarheid, dat alles, onder de zwakke Regeeringe van Jan van Naflau, gebeurd is. Men heeft nog eenen Brief van den vierentwintiglfen Janua- ry des jaars 1280 , waarby Biffchop Jan van Naflau, ter voldoeninge van zesduizend ponden Hollandfch, welken hy Graave Flo- ris fchuldig was, wir finen aerbeyt ende fire liede, die, zegt hy, harde groet gewefet he- vet in onfcn hulpe,ende in onfen oirloghe; voir fine doode liede, ende mennighe fwaere wonde ende fmarte, die fyne liede ontfaen hebben, be-
id) BEK* p. 97, pj. (e) In Joanne II. p. 11$. {ft In iloiis V. bl. 102. B A.
|
|||||
\
|
|||||
24 AMSTERDAMS II. Deel,
behahen den cofle^ die hy gedaen hevet vore
Vredelant ende Montforde, aan den Graave, uit de goederen des Heeren van Amftel, Mü- den , Wejepc , Diemen en Bindeimerebofch, vierduizend ponden; en uit de goederen des Heeren van Woerden, Oudewatre, Worden ende Budegraw, tweeduizend ponden toewyft (g). Uit welke woorden, klaarlyk blykt, dat de Sloten Vreeland en Montfoort, reeds voor 't jaar 1280, en, derhalve, tentydevanBis- fchop Jan van Naßau, bemagtigd geweeft zyn. En kift het ons, den juiften tyd van het winnen deezer twee Sloten nog nader naar te fpooren; onze oudfte Chronyken (/;) getuigen, dat Montfoort niet belegerd werdt, dan na dat Vreeland gewonnen was; en dat het beleg van Montfoort een jaar geduurd heeft. Hieruit volgt, dat Montfoort, in 't jaar 1279, en Vreeland, in 't jaar 1278, overgegaan is. Melis Stoke geeft te verftaan, dat Graaf Floris in den Zomer voor Montfoort gekomen is, en dat hy 'erj den gantfehen volgenden winter, voor ge- legen heeft. De Plaats zal dan, onderftel ik, omtrent het midacn des jaars 1279,zyn overgegaan. Immers, dat Vreeland, in 't jaar 1278, gewonnen is, wordt, dooreen' ander' Chronykfchryver (ï), beveftigd, die getuigt, dat de Broeders van Amftel zeven jaaren gevangen gezeten hebben. Nu is 't bekend , dat hunne gevangenis, ten tyde van
tg) Zie Mieris Charteib. I. Diel, II. 4°i-
(b) Mklis Stoke il. '02. Ongen. KlerU, il. 153. DE- SA P. St. " (i) L. VAN V&.THEM Spiegel. Hillor. Csp. XLV. hl. xti. |
||||
I. Boek. Geschiedenissen. 25
van het bemagtigen van Vreeland begonnen
is, en wy zullen terftond zien, dat zy, in 't jaar 1285, geflaakt zyn. 't Was noodig den tyd van het winnen De Heer.
van Vreeland naaiiwkeuriglyk aan te wyzen, y^hfid om dat dit voorval den weg baande tot eene fterc|am" geheele verandering in de Regeering van wordt Amftel land, en eerlang ook van Amfterdam aanFloris zelf. Wy hebben, onder anderen uit den jjf« v-» aangehaalden Brief des jaars 1280, reeds vaivHol- gezien, dat Biflchop Jan de leengoederen land, op- van den Huize van Amftel aanmerkte als gedraa« verbeurd, en dat hy dezelven, gedeeltelyk, Sen« aan (iraave Floris opdroeg. Gysbrecht van Amftel en zyne Broeders verklaarden ook, in 't jaar 1285, dat hun dat lant van Ame- ftelle ontwifet was (k). En wat Amfterdam betreft; wy hebben reeds getoond, datBis- fchop Jan zeker regt tot de Plaatfe, naar alle waarfchynlykheid de Heerlykheid der- zelve , gefchonkcn hadt aan Jan Perfyn. Doch deeze droeg , den zevenentwintigften July I2g2 des jaars 1282,nevens zyne Heerlykheid in Waterland en Zeevank, alles wat BiiTchop Jan hem in Jmflelredamme afgeftaan hadt, met de huizen, flerkten enz., tegen verwis- feling van benige goederen in Lire en Zome- nene , aan Graave Floris den V. op (/); die dus, veel vroeger dan men in 't gemeen ge- loofd heeft, Heer van Amfterdam fchynt geworden te zyn; ten ware, naderhand, ee- nige verandering in deeze opdragt geko- merj
{k) Zit Mieris Chaiterb. I. Deel, bl. 46®.
{I) Zie MiEKiS Charterb. I. Deel, bl, 42*. B 5
|
||||
i6 AMSTERDAMS II. Deel.
men mögt zyn, 't welk wy, wat laager, on-
derzoeken zullen. Gys- De Broeders van Amflel, fchoon zv, zo biecht a]s Graaf Floris zelf, naderhand, verklaar-
zigmet de (m), heufchelyk gehandeld werden, kree- denBis gen egter, door den tyd, verdriet in hunne fchop en langduurige gevangenilfe, en zagen om naar met den middel, om zig met den Biflchop en met den Graave te verzoenen. Zy namen hunne toeviugt tot hunne vrienden en maagen, die 1285. eindelyk den ZoentrofFen, op den zevenen- twintigften Oétober des jaars 1285, op de volgende voorwaarden:,, Gysbrecht, Heer „ van Amflel, beloofde, nimmer eifch te „ zullen maaken op Nardingerland, dat is, „ Gooiland , welk de Graaf van Holland „ van de AbtdilTe van Eken gekogt hadt. „ Hy fïondt af van zyn regt op Muyden , „ Muyderpoort, Vindelmerehroecke, ende dat „ bujfche daer die reygers inne broeden, ten „ behoeve van den zelfden Graave, die al „ dit goed van het Stigt ter leen houden „ zou, als hy ander goed deedt. De Graaf „ fcholdt Heere Gysbrecht, daarentegen, „ tweeduizend ponden kwyt van de vier- „ duizend, die hem, door den BifTchop, „ uit den Lande van Amflel waren toege- „ weezen. Gysbrecht, noch zyne maagen „ zouden geene vefle maaken tüiTchen de „ Stad Utrecht en het Graaffchap van Hol- „ land, noch ergens anders in zyn Land, „ noch in het Bisdom, dan met 'sGraaven „ bewilliging. Hy en zyn broeder verbon- „ den
(m) Spiegel. Htftor. Cap. XLV. hl, io+.
|
|||||
!
|
|||||
L Boek. Geschiedenissen. 27
„ den zig, op verbeurte van al hun goed,
„ ende al Gysbrechts Heerfcap geheeïïcke , „ ten behoeve des Graaven, en met onder- „ werping aan den Paufelvken en Billchop- „ pelykenban,datzy nooit eenige vyande- „ lykheid pleegen zouden jegens den Graa- „ ve of zyne .helpers, noch binnen noch „ buiten de Stad Utrecht; zy zouden, daar- „ entegen, zig tragten te verzoenen rnet „ de maagen der gefneuvelden in 't gevegt „ by Loenen. Gysbrecht en Arnoud droe- ,, gen, daarenboven, hun eigen goed den „ Graave van Holland op, en ontvingen 't ,, wederom van hem ten regten leen. Ook „ zouden zy de Graaven van Gelder en „ Kleeve, den Hertog van Brabant en den „ BifTchop van Utrecht zoeken te bewee- „ gen, om fchriftelyk te verklaaren,datzy „ die van Amftel, nimmer, in eenen oor- „ log tegen den Graave van Holland, zou- 9, den byflaan. Tot borgen voor dit Ver» „ drag, verbonden zig, van de zyde der „ Amftels, drie-entwintig Edelen, te wee- j, ten drie Ridders en negen Knaapen uit „ Holland,en zeven Ridders en vierKnaa- „ pen uit het Bisdom; die bedongen, dat, s, in geval de Graaf eenen onmondigen Zoon „ nalaaten mögt , deszelfs Voogd geene j, verandering in dit Verdrag maaken zou, „ voor dat 's Graaven Zoon twintig jaaren „ oud geworden zou zyn. Of zo de Graaf „ eene Dogter naliet, die in de egt tradt, j, zo zou het Paar dit Verdrag niet mogen 9, veranderen, dan na dat het zes jaaren „ getrouwd geweeft was. Doch behalven 5, dee
|
||||
23 AMSTERDAMS IÏ.Deel.
„ deeze borgen, fielden 'er de Amftels nog
„ zeven uit de Hollandfche Ridderfchap, „ die beloofden, denGraave van Holland, „ met honderd en twintig man, tegen hen „ te zullen dienen,zo zy ooit deezenZoen „ fchonden («)." Op den dertigften Maart des jaars 1287, werdt de Zoen ook met Hee- re Herman van Woerden getroffen, met welks inhoud wy ons hier niet zullen op- houden. Doch de Zoen met die van Ara- ftel verdient wel, dat wy 'er nog eenige aanmerkingen over maaken. 1. En wel voor eerfl, dat Gysbrecht van
Amftel, by deezenZoen, niet alle de Heer, lyke en Leengoederen, welken hy bezat, aan den Graave van Holland heeft afgeftaan, fchoon zulks gemeenlyk zo opgevat wordt. De woorden zelvcn van den Zoenbrief gee- ven te verftaan, dat hy nog Goet hadt bin- nen den Stifte van Utrecht, welk hy verbeu- ren zou, als hy den Zoen fchondt.liy noemt dit goed all onfe Goet, ende al onfe Lant, en- de al onfe Heerfcap.'tBlyktoók. klaarlyk,dat hy dit goed ter leen hieldt van den Biflchop van Utrecht; want de Zoenbrief hieldt in, dat de Graaf, wanneer het, t'eenigen tyde,ter gelegenheid van het fchenden van den Zoen door die van Amftel, aan hem vervallen mögt, daeraff doen zou alfulcken dienfl, als men daeraff Jchuldich was te doene den Stif- te , ende betalen alfulcken pacht als daerop flondt. Maar wat dienfl kon men van dit goed
(n) Zie deezenZoen ap. Matthjeum de Nobil. Tom,
II. Prtf. agter Alxoiades Melis Stoke, in Mieris Chat- terb. I. Deel. tl. 460, en elders. |
||||
I. Boek. Geschiedenissen. 29
goed den Stigte fihuldig zyndanLeenmans-
dienft, waartoe die van Amftel verbonden geweeft waren? En wat pagt kon daarop flaan,dm die 'er, ten tyde der Heeren van Amftel, op geftaan hadt? Ook zouden de Graaven van Holland zig niet hebben wil- len verbinden , om de goederen van den huize van Amftel, in eenig geval, onder laftiger voorwaarden, te aanvaarden, dan dezelven, door die van Amftel, bezeten ge- weeft waren. De goederen, waarop hier gezien wordt, waren , derhalve , Leenen van den Utrechtfchen ftoel. 2. Doch welke de goederen waren, die
de Heer van Amftel, ten deezen tyde,nog behieldt, wordt in den Zoenbrief niet klaar- lyk uitgedrukt, 't Komt ons egterten hoog- ften waarfchynlyk voor, dat 'er de Heerlyk- heid van Amftel, Amfterdam uitgezonderd, onder begreepen geweeft is. Gysbrecht wordt, na deezen tyd, in alle de brieven, waarin men zynen naam vindt, tot in 't jaar 1296 toe, Heer van Amfiel genoemd. Hyge- waagt , in den Zoenbrief zelven, van al zy- ne Heerjcap, als dezelve nog bezittende: en op welke Heerjcap of'Heerlykheid kan hy hier eigenlyker het oog hebben, dan op de Heer- lykheid van Amftel, waarnaar hy en zyne voorzaaten zig altoos plagten te benoemen? 't Is waar, dat Gysbrecht, in den Zoen- brief, erkend, dat hem dat lant van Amc- ßelle ontwifit was, altemale van des Stifftes mannen van Utrecht, met vonnijfe ende eerde- Ie voor den Biffchop van Utrecht, met vollen gevolge. Doch dat dit vonnis van verbeurdver- klaa-
|
||||
go AMSTERDAMS IL Deel.
klaaring, by het treffen van den Zoen, we-
derom te niet gedaan, en Gysbrecht in 't bezit zyner Heerlykheid van Amflel herfleld geworden is, kan hieruit afgenomen wor- den „ dat de Biflchop den Graave van „ Holland, te vooren, uit de inkomflen van „ het verbeurdverklaarde Land van Amflel, „ vierduizend ponden toegeweezen hadt, „ die Heer Gysbrecht nu gehouden werde „ te voldoen:" 't welk hem met geenen fchyn van regt gevergd kon worden, zo hy niet in 't bezit van 't Land van Amflel her- fleld geworden was. Ook beloofden de drie Broeders van Amflel, Willem, Proofl van S. Jan te Utrecht, Gysbrecht en Arnoud, by een byzonder Handfchrift, ten dage van den Zoen getekend , tweeduizend ponden van deezen vier, tegen S. Maartens MifTe in den Winter desjaars 1286, te zullen vol- doen (0). De andere tweeduizend ponden waren hun, by den Zoenbrief zelven, kwyt- gefcholden. 3. De Leengoederen, die de Heer van
Amflel den Graave van Holland , by den Zoen, afflondt, waren NafMngerlant, Muy- den en Muyderpoort, Pindelmerebroecke, en dat bujfche , daer die Reygers inne broeden. Nardingerland bezat de Heer van Amflel flegts voor zyn leeven, door gunfl der Abt- difle van Eken; doch Graaf Floris de V. hadt het, gedimrende de gevangenis van Heere Gysbrecht , in 't jaar 1280 , voor vyf-
(9) Zit Mieris Cliarterb. I. Deel, bl. 46z en MAT-
THÄUS de Jiue Gladii. p. 417. |
|||||
.
|
|||||
I. Boek. Geschiedenissen. 31
vyfentwintig Utreehtfche ponden 's jaars,
gekogt van de tegenwoordige AbtdifTe Go- dela of Godelinde, naar wie het Land den naam van Godelenland, by verkorting Gooi- land, gekreegen heeft. De Abt dis bedong egter,dat de koop te niet zyn zou,zoGys- brecht van Amftel bewyzen kon, meerder regt tot dit Land te hebben, dan de Graaf daar op, van wege de AbtdifTe, verkreegen hadt(p). Doch dit bewys fchynt agter- gebleeven te zyn, en Gysbrecht heeft al zyn regt op Nardingerland, by den Zoenbrief, aan Graave Moris afgedaan, 't Geregt van Muyden was Gysbrecht den I, reeds in 'c jaar 1225, door den Biflchop van Utrecht, opgedraagen geweefl, benevens de tienden, den tol, de landeryen, de vifleheryen, en 't gene 'er verder toe behoorde (q). Doch de naam van Muyderpoort is my , tot nog toe, nergens, dan in den Zoenbrief, van welken wy fpreeken, voorgekomen. Al- kemade fchynt 'er Muider berg door ver- ftaan te hebben. Doch naardien Muider- berg nooit eene Poort of Stad geweefl is s zou ik hier liever, door Muyden, het gant- fche Geregt of de Ban van Muiden, en door Muyderpoort, de Stad Muiden in 't byzon- der verflaan. Vindelmerebroecke, of, gelyk het gemeenlyk heet, Bindelmerebroek was, gelyk .wy, hier voor (bl. 6.) hebben aan- gemerkt, al van ouds, onder de goederen van Amftel gerekend geweefl. Men neemt 'er, in
|
||||||
(p) Vide Matthjei Anal. Tom. lil. p 458,459,402.
MiKRis Charterb. I. Deel, bl. 404,406,408,408. (l) ZJ* Mieris Chartert). I. Deel, bl, i96. |
||||||
32 AMSTERDAMS II DeéL
in't gemeen, de Bylemermeer en't naafte Land
voor, Het Bofch, daar de reigers in broeddennen welken men zig bediende in de vogeljagt, fchynt niet verre van of in de Meer gelegen geweeft te zyn, om dat het, meermaalen, te gelyk met, of in plaats van de Meer, ge- noemd wordt. VeelHgt wordt het hierom* inden Brief van den jaare 1280, dien wy boven (bl. 23) aanhaalden, onder den naam van Bindelmerebofcb betekend. In eenen Brief van den jaare 1298, wordt gewaagd van Bendehnerebroeke, daer die reygers in broe- den (f) : waaruit volgt, dat het bofch in de broek gelegen geweeft is. Hertog Al- brecht meldt ook, in eenen Brief van den negenden July des jaärs 1386, van zyn Reygerbofch in Bindelmerbroec (V). Zyfchy- nen dan van den weg af te zyn, die dit Rei- gerbofch, aan of omtrent den Amftel, even boven Ouderkerk , geplaatft , en 'er een Lufthuis der Heeren van Amflel van ge- maakt hebben. 4. Doch behalve deeze Leengoederen,
droegen de Broeders , Gysbrecht en Ar- noud van Amftel, al hun Eygen of allodiaal goed den Graave van Holland op, en ont- vingen 't wederom van hem ten rechten Lee- ne, dat is te zeggen, dat het alleenlyk op hunne mannelyke nakomelingen verfterven kon, en, by mangel van dezelven, verviel aan de Graaflykheid. Welke goederen al onder dit eigen goed van den Huize va» Am-
|
|||||||||
Uit een Affclulft van 't Qorfprongkelyke.
Zit Mieris Charterb. III. Deel, bl.'^i, |
|||||||||
O)
|
|||||||||
......
|
|||||||||
t Boek. Geschiedenissen. 33
Amftel begreepen waren, is bezwaarlyk te
zeggen. Zekerlyk behoorden 'er de gebou- wen \jsdiflcia~] in Loenen onder, die Gys- brecht , Heer van Amftel, in 't jaar 1291, erkende, zo wel als zyn ander goed, ter leen te houden van zynen Heere, den Graave van Holland (f). Men moet 'er de tienden te Bodegrave, die Gysbrecht, in 't jaar 1289, fchonk aan het Witte Vrouwen-Kloos- ter te Utrecht, ter gelegenheid dat zyne Dogterj Elizabeth aldaar Nonnewerdt(w), insgelyks onder rekenen. Men weet, uit Brieven van de jaar en 1319 en 1408 (V), dat de Graaven van Holland, naderhand, dee- ze tienden, met zekere jaarlykfche fomme, voldeeden. Ook behoorden 'er de Lande- ryen toe, die in de Geyne, in Replickerweer- de, in Polsbroec> in Benfchop, en in Hoencop gelegen, en door Arnoud van Amftel, tot een lyftogt, aan Janne, zyne Weduwe, na- gelaaten waren; doch die zy niet bezitten kon, dan na bekomen verlof van Jan den II., Graave van Henegouwen en Holland ;gelyk my, uit een egt affchrift van eenen Brief van den jaare 1299, gebleeken is. En indien 't der moeite waardig ware, zou men, uit ou- de Gedenkfchriften, nog meer van deeze goederen können opfpooren. Doch 't zy ons genoeg, met drie voorbeelden getoond te hebben, dat die van Amftel, welken, te vooren reeds, Leenmannen beide van Hol- land CO Vld. Matthäus de Jure Glatlii. Cap. XXV. p, +17.
Mieris Charterb. I. Deel, il. $40. (u) Viie Matth«! Fundat. & Fata Ecclef. p. Z7f. (v) E Regiftro Cgnv. Albar. Domin. Trajeftenf. II. Stuk. C
|
|||||||
.
|
|||||||
34 AMSTERDAMS II. Deel.
land en van 't Stigt waren, door deeze op-
dragt van hun vry eigen goed aan Graave Floris nog nadere verbindteniffen aan Hol- land hebben gekreegen. 5. Wy moeten, wyders, niet verzuimen,
in den Zoenbrief, op te merken, dat die van Amftel zig verbonden, nergens tujjchen dt Stadt Utrecht ende die Graeffchap van Hollant, nochte nergent in hunnen Lande, noch in den Bisdomme, eenige vefte of Sterkte te maec- ken, dan met bewilliging van de Graaven van Holland. Deeze plaats zal ons, tot opheldering van 't vervolg der Hiftorie van Amfterdam, eenigszins te paffe komen. 6. De Borgen, die zig voor de onderhou-
ding van het Verdrag, van de zyde der Broe- deren van Amftel, verbinden, zyn een tas- telyk bewys van de zwakheid derVorftely- ke Regeeringe deezer Landen, op zig zelve aangemerkt. De Graaf van Holland fluit een Verdrag met een' byzonder' Heer, zynea Leenman, en hy is niet in Haat, om dien Heer tot naarkoming van de voorwaarden des Verdrags te dwingen, zonder de hulp van eenige Edelen, die hem daartoe van manfchap voorzien moeften. Zo lang de -Vorften geene bezoldigde Knegten in dienft hadden , warenze altoos genoodzaakt , in geval van binnenlandfehe beroerte of uit- heemfchen oorlog, hunne toevlugt te nee- men tot 's Lands Edelen, en naderhand ook tot de Steden: 't welk hen eenigszins af- hangkelyk hieldt van den adel en de ge- meente ; en den Steden, die maar in zekere gevallen en tot bepaalde hulp verpligt wa- ren , |
||||||
1. Boek. Geschiedenissen. $f
ren , vêele Privilegien verworven heeft $
wanneer zy , om den Vorft te believen * meer gedaan hadden dan zy gehouden wa- ren te doen: 't welk wy,by deeze gelegen- heid, flegts in 't algemeen hebben willen" aanmerken, zullende 't gevolg deezer His- torie ons daarvan byzondere bewyzen uitle- veren. De aanmerkingen, welken wy, tot hier- Onder-
toe , over den Zöenbrief des jaars 1285, ge-zoek naar maakt hebben, betreffen Amfterdam niet in J^J^j *t byzonder. De brief heeft egter nog een cen punt punt, welk deeze Plaats byzonderlyk aan- in den gaat, en hierom verdient,op zig zelf,over- ^oe"" woogen te worden. Dus luidt het: Amftér- Voert fo hebben <ay dat gelooft mit goeder jam -m >t
trouwen, dat die gifte van Ams tel re-byzonder dämme , die gegeven was Heren jan Per* betref- fynne, ende al dat daer toe behoort, als van fende- 'verhoede [lees verboerde, dat is, verbeurde'] goede, geflade Jolen houden voer ons ende on- fe nacomelingen. Wy hebben hier voor (bl. 17;) geziert,
dat BifTchop Jan van NafTau,na'tjaar 1268* eenig regt in Amfterdam, waarfchyrtlyk on- der anderen de Heerlykheid der Plaatfe 4 aan Jan Perfyn hadt opgedraagen: wy heb-« ben (bl. 25.) ook getoond, dat Jan Perfyri zyn regt in Amfterdam , in 't jaar 1282, aan Graave Floris den V. afgeftaan heeft; En hier leezenwe, dat de gifte van AmfleU redamme , aan Jan Perfyn gedaan , ftand houden zou. In den eerften opflag , zou dit fchynen te betekenen , dat de afftand van Amftelredamme aan Graave Floris hiér- C 2 by
|
||||
%6 AMSTERDAMS II. Dee£J
by vernietigd, en dat Jan Perfyn in 't be-
zit van de Heerlykheid der Plaatfe , die hem, door BifTchop Jan van NafTau, op- gedraagen was, herfteld werdt. Ook heb ik zelf, voor deezen, de woorden in dien zin opgevat. Doch in aanmerking neemen- de , dat Jan Perfyn , volgens de Doodlyfl derEgmondfche Abtdye, door Mattheus uitgegeven , den zesentwintigften Decem- ber des jaars 1283 , reeds overleeden, en in zyne Heerlyke goederen , door zynen Zoon Claas of Nicolaas , opgevolgd was, van wien, onder anderen, in brieven van de jaaren 1291 en 1293, gewaagd wordt (iü) ; zo zag ik klaarlyk, dat de Zoenbrief des jaars 1285 niet fpreeken kon van eene Gift "jan /hnflerdam , die toen nog door Jan Perfyn bezeten werdt ; en ik befloot, dat de woorden geenen anderen zin heb- ben konden, dan „ dat die van Amftel ver- 5, klaaren te beruften in de gifte van Am- 3, flerdam,die, voor deezen, door den Bis- fchop van Utrecht, uit de verbeurdver- klaarde goederen van hun Huis, aan wy- |
|||||||||||
5?
|
len Heere Jan Perfyn gedaan was;" waar-
|
||||||||||
uit klaarlyk volgde, dat de overdragt van
die Gifte, in 't jaar 1282, aan GraaveFlo- ris den V., wel en wettiglyk gefchied was, en derhalve ook tegenwoordig ftand grypen moeft. Zo wy de meening van den Zoen- brief wel gevat hebben; komt de inhoud overeen met andere egte Hukken, en met de Hiftorie deezer tyden. Gysbrecht van Am-
(w) Zit Mieris Chartert. I, Detl, bl. m» $St* |
|||||||||||
I. Boek. Geschiedenissen. 37
Amftel is , na den Zoen des jaars 1285,
Heer van Amftelland gebleeven. Doch Graaf Floris de V. is beveftigd geworden in de Heerlykheid van Amfterdam, welke hy, reeds van 't jaar 1282 af, door den afftand van Heere Jan Perfyn, bezeten hadt. Hoe lang Jan Perfyn Heer van Amfterdam Hoe lang geweeft zy, weet men niet, om dat men Jan Pei> niet weet, wanneer hem deeze Heerlykheid g[" ™fr opgedraagen geweeft is. Doch hy heeftze, fterdam" waarfchynlyk , niet veel boven de twaalf geweeft jaaren bezeten. In of kort na 't jaar 1268, zy ? deedt hy den dienft, die hem deeze gifte verwierf (#), en in't jaar 1282, deedt hy reeds afftand van zyne Heerlykheid. Of Of hy wyders Heer Jan Perfyn, als Heer van Am- der Stad fterdam, eenige Keuren gemaakt, of eenige Handves* Wetten gegeven hebbe, is niet tot myne ten ge_ kennilTe gekomen. Alleenlyk kan ik niet geven voorby,hier aan te merken, dat men Hand- hebbe? veften voor Waterland van hem heeft, die inde jaaren 1273 en I275 gegevenzyn. De eerfte deezer Handveften is gevoegd agter den Druk der Handveften van Amfterdam van den jaare 1624. De andere wordt ge- vonden onder eene Verzameling van ge- fchreeven' Handveften der Stad (y). Of hieruit te befluiten zy, dat deeze Handves- ten van Waterland , gegeven , terwyl de Heer van Waterland ook Heer van Am- fterdam was, van ouds zyn aangemerkt, als Amfterdam betreffende, wil ik gaarne aan het
(x) Zie hier voor, il. i+.
(y) Zit dezelve ook in Mieris Chatterb. I. Dttl, il.
17*. C3
|
||||
S8 AMSTERDAMS II. Deel,
het oordeel van kundiger overlaaten. Wy
hervatten den draad der Hiftorie. Gf3- Gysbrecht van Amftel werdt, terftqnd na brecht de verzoening des jaars 3*285, niet alleen
T01?! °P vrye voeten gefteld; maar de Graaf van irf'sGiaa- Öplland liet hem ook wederom toe in zy- ven nen Raad (2), waar in hy, reeds te vooren, gunft. plaats gehad hadt (a). Herman van Woer- den genoot gelyke eere. En zo men flaat maaken mag. op 't gene Mireus verklaart, uit een oud Regifler derRidderfchapinden Haage, getrokken te hebben, is Gysbrecht van Ämftel, nevens elf andere Edelen, in 't jaar 1290, door Graave Floris den V., met eene nieuwe Ridder-Orde van S. Jakob vereerd geworden CbJ. Misnoe- Doch omtrent deezen t^d, rees 'er, on^ gen der der de HoUandfche en Zeeuwfche Edelen, F ritn een zwaar misnoegen tegen de Regeering van ye Floris. Graave Floris den V.» waarvan de oorzaa- ken nergens, myns weetens, klaar lyk: zyn aan- geweezen. Wilhelmus Procura tor tekent aan (c),dat de Zeeuwfche Edelente onvrede waren, om dat de Graaf hun eene ongelyke en zwaare fchatting , te weeten den vierden penning hunner inkomften, hadt opgelegd. Men mag 'er byvoegen, dat de Graaf, federt eenige jaaren, zyn werk ge- maakt hadt, om het aanzien der Hollandfche en Zeeuwfche Steden, door het verieenen van gunflige Handveflen, te doen toenee- men i (t) MF.L15 STOKE, */. II+.
(a) Zit hier voor, hl. ié.
(b) Mjräi Opera Diplom. Tom. I. p. 441.
(c) Ad annum 1287. p. 532.
|
||||
1 Boek. Geschiedenissen. 39
men ; 't welk den Edelen , ongetwyfeld,
zeer in den krop gefteken heeft. Melis Stoke geeft (d), niet donkerlyk, te ken- nen „ dat Floris de V. de gunfl der Ge- |
|||||||||
5»
il 3> |
meente hadt weeten te winnen; dat zulks
den Grooten tegen de borfl was; doch dat de Graaf volhardde by de genomen* |
||||||||
„ maatregels. Dat de Edelen zig hierom
„ aanmerkten, als te zeer onder bedwang „ van den Graave, wiens gezag , onder- „ tuflchen, door het toeneemend vermo- „ gen der Steden, kragtiglyk geflyfd werdt." Zie hier de woorden des Rymchronykfchry- yers, waaruit wy dit afneemen : BI. 106. Doe die Vriefen hadden verlonn,
Als ie u feïde hier te voren, Den feghe, ende hiß hadontfaen, Ende ten beße was vergaen, Alfo als ie te voren feide, Dat hi fine finnen daer an leide, Hoe hi berechte fine Liede, Dat rike ende arme ghediede; Ende hoe hi dat volbringhen mochte. Den Heren van Zelqht doe dat doch- ten, Beide den Ouden ende den Jonghen „ Dat fi te fiere waren bedwonghen. Bl. 107. Grave Florens,die grote minne
Hadde gheleit an fine Liede,
Dat hy, dor have, no dor miede. "
1 f
Noch doer bedwanc woude late,
Dat hy den armen ende den maten
AI
WfcïloxisdeiiV. «. io«, t,7.
C4
|
|||||||||
4« AMSTERDAMS II. Deel.
Aldus woude laten verduwen
Pensde enz.
Bl. 106. Afcr die Ghemeente ende die Steden
*Hiel- ///Äfc» (*) ^öi? 01 mogentbeden.
den hem,
t. w. den Onder de Zeeuwfche Edelen, die op den
Graave geftoord waren, bevonden zig WoU ferd en Floris van Borfelen, 's Graaven Raa- den Ce), en Jan van ReneJJe: onder de Hol- landfchen, Dirk van Brederode, Zwager van RenefTe. 't Misnoegen ging zo ver, dat de Zeeuwen ondernamen , Guy , Graaf van Vlaanderen, in Walcheren te lokken, die egter, eerlang, genoodzaakt werdt, het Land Wordt te ruimen. Brederode en RenefTe waren, bygelegd. midlerwyl, Graave Floris in handen geval- len, en werden te Geerfruidenberg in heg-« tenis gehouden (ƒ), tot dat zy zig, in c begin des jaars 1291, met den Graave ver- zoenden (g). Verfcheiden' Edelen Honden borg voor 't gene met Dirk van Brederode gellooten werdt; en onder anderen ook Gys- brecht van Amftel, die beloofde,, den Heer „ van Brederode, zo deeze 't Verdrag fchen- „ den mögt, te zullen helpen uit het Land j, houden; of deedt hy 't niet, al zyn goed „ aan den Graave te zullen verbeuren, en „ zig aan 's BifTchops ban, als een trouw- „ looze en meineedige, te zullen onder-i „ werpen (#)." Het Verbond van Vrede en Vriendfehap, tuflehen Graave Floris en Bis-
(e) Zte Mieris Charterb. I. Deel, bl. jio, ju.
(ƒ) WlLH. PROCURAT. ad ann. 1287. f. 53 3.
Ig) Zie Mteris Ch'arterb. I. Deel, bl. s**> J*9»547«
(b) Id. ibid. tl. 533.
|
||||
1 /
|
|||||
ï. Boek.. Ge schieden is se«. 41
Biflchop Jan van Naflau geflooten, werdt, in 't jaar 1293, met Biflchop Jan van Zierik vernieuwd. Onder het groot getal boegen voor de onderhouding van dit Verdrag, wel- ken Graaf Floris den Biflchop ftelde, be- kleedde Gysbrecht van Amftel de tweede plaats (i). 't Blykt hieruit klaarlyk, dat Heer Gys- Nieuwe
brecht, ten deezen tyde, in gunft was by toele& Graave Floris: doch 't leedt maar weinige ™geec" jaaren, of hy liet zig inwikkelen in eenen Edele» toeleg op de vryheid van den Graave, die op 's met deszelfs ongelukkigen dood eindigde. Gra*v5.n Wy hebben, by eene andere gelegenheid vry ei ' (£), omftandiglyk gehandeld van de oor- zaaken van deezen toeleg. Hier moetenwe 'er alleenlyk van fpreeken, voor zo ver 'er de Heer van Amftel in gemengd ge weeft is, en voor zo ver de gevolgen van den aanflag betrekkelyk geweeft zyn op de gefchiede- niflen van Amfterdam. Floris de V., naauw verbonden geweeft Aanlei«
zyride met Eduard den ƒ., Koning van En- dinS daa* geland, en zelfs een Huwelyk geflooten heb-toe' bende tuffchen zynen Zoon Jan en 's Ko- nings Dogter Elizabet, bevondt, na eenige jaaren verloops, dat de Koning zig met Guy, Graaf van Vlaanderen, met wien hy thans in oorlog was, zogt te verbinden: 't welk hem bewoog tot het fluiten van een Ver- bond met Filips den IV., Koning van Frank- ryk. Doch hy gaf hiermede zo veel onge- nos-
9l, ^''Mieris Charterb. I. Deel.U. jji,
W Vaderl. Hift, m. Deel, bU ^ enz. c5
|
|||||
42 AMSTERDAMS II.Deel.
noegen aan 't Engelfche Hof, dat Koning
Eduard een belluit nam, om zig van 's Graa- ven perfoon te verzekeren. Hy bewerkte, federt, onder de hand, eene verbindtenis van veele Edelen, die, uit meer dan eene oorzaak, misnoegen opgevat hadden tegen den Graave, en,in 't begin des jaars 1296, te Kameryk byeengekomen zyhde, een be- fluit namen „ om Graaf Floris te ligten, en „ naar Engeland te voeren, alwaar men „ hem, zyn leeven lang, gevangen hou- „ den zou, terwyl men 't Graaflyk be- „ wind zynen Zoon Jan in handen zou fiel- „ len (l)" Hoofden van dit eedgefpan wa- ren Gerard van Uelzen, een der borgen van den Zoen des jaars 1285 , Herman van Woerden en Gysbrecht van Amflel. Woer- den hadt Amflel, die hoog bejaard was en weinig loosheid bezat , in het eedgefpan weeten in te wikkelen. De Graaf werdt, in den Zomer des jaars 1296, verzogt, te U- trecht te komen, om Gysbrecht van Amflel te verzoenen met de maagen der Heeren van Zuilen, die, in den oorlog des,jaars 1278, geiheuveld waren. En deezen tyd dagt men waar te neemen, om den Graaf te ligten en te vervoeren. Na het treffen van den Zoen s hieldt men de middagmaal- tyd te Utrecht, op welke de Graaf, geze- ten tuffchen Amflel en Woerden, het ge- zelfchap aanfpoorde tot vreugde. Na de maaltyd, begaf hy zig een weinig ter rufle; doch, toen men alles tot het uitvoeren van de«
(/) Ongen. Kleik, il. 166. BljtA i$ Joitme XI. p. js.
|
||||||||||||||
'
|
||||||||||||||
Gys-
brecht
van Am- ftel laat 'er zig in inwikke- len. 1296.
|
||||||||||||||
I. Boek. Geschiedenissen. 43
den toeleg gereed gemaakt hadt, werdthy
gewekt van den Heere van Amflel, die hem tot eene Vogeljagt nodigde. Hy toonde zig bereid; doch verzogt Amflel vooruit te ry- den, hem, in 't affcheid neemen, ter ge- dagteiiilTe van S. Geertruid, naar het ge- bruik dier tyden, een beker wyns toebren- gende. De Graaf was maar een half uur gaans Graaf
buiten Utrecht naar den Vegtkant gekomen,Fio1'^ toen Amflel, Woerden, Velzen en anderen „ * n te voorfchyn kwamen, den Graaf aangree-gen en pen, en eerfl; naar't Slot Kroonenburgaande ver- Vegt, den Heere van Amftel tocbehooren- moord., de, en daarna naar 't Slot te Muiden voer- den. Hier hieldt men hem vier dagen gevan- gen, binnen welken tyd, het Slot, door de Kennemers, Waterlanders en Weiïfriezen, te water en te lande, belegerd werdt. Men vondt hierop geraaden, den Graaf te paar- de te zetten, en langs ecnen afgelegen weg naar Brabant of Vlaanderen te brengen, 't Befluit werdt, den vyfden dag na's Graaven gevangenis, in 't werk gefield Men floeg den weg naar Naarden in. Maar Velzen, vooruit, gereeden, kreeg , niet verre van Muiderberg, eenen hoop Naarders in 't oog, die den Graaf, hunnen Heer federt het jaar 1285 (jri), kwamen verloffen. Velzen be- geeft zig, hierop, in alleryl te rug: en toen eeril fchynen de Edelen een fchietyk en een- paarig befluit genomen te hebben, om den Graaf van kant te helpen. Velzen gaf hem den
(«»} Z\e hier voor, II, 26.
■ ■
|
||||
" .....---------------y i«fP'.«p»np«w»^—------■—-----------■--------------------——
|
||||||
44 AMSTERDAMS IT. Deez.
den eerflen houw; waarnahy, door deezen
en eenige anderen, met meer dan twintig wonden, afgemaakt werdt (w). Wy hebben niet voor, omflandiglyk te
verhaalen, hoe 't met de Edelen, die deel aan deezen moord hadden, afliep. Eenigen werden gevat en geflraft. Anderen weeken ten lande uit: van welke laatflen ook eeni- gen, eerlang, te rug keerden, en zig met de Opvolgers des vermoorden Graaven ver- zoenden. Wy bepaaien ons by het lot van Heere Gysbrecht en van de Heerlykheid van AmfteK Gys- Een groot getal van Edelen en de voor- brecht naamfle Steden, die allen den moord ver-
LandeCn f°e^en» waren terflond op middelen be- uit, dagt, om de moorders in handen te kry- gen, en 't bewind der Regeeringe, voor 's Graaven Zoon, Jan den I., te verzeke^ ren. Gysbrecht van Amftel vondt toen ge* raaden het Land te ruimen, en onthielde zig, in 't jaar 1297, eenigen tyd in Vlaan* deren (0). Eenige Chronyken melden, dat hy , buitens Lands, van zyne vrienden on* derhouden werdt, zo lang hy leefde (p). Ofhy, gelyk fommigen fchryven(g), na de dood van Jan den I., nog wederom in Amfterdam gekomen zy, zullen wy bene- den onderzoeken, jan, ffillem vßn MechcUn, BifTchop van U- üraaf trecht,
(«) WlLH, PäOCUR. »dann, 129«. p, SM &"*• MELIS
STOKE */. i*2 enz. Spieg. Hill. K 2*2 er.z. (e) Zit Melis Stoke in Jan I. w. 152. (p) Ongen. Klerk, bi. 174. BEKA. in Joanne II. p. ?$< \q) D£KA in Wilhehno J.I. p. 102, |
||||||
^^tm^^Êm-.....
|
||||||
t Boek. Geschiedekissen. 45
trecht, zyn voordeel willende doen met de van Hc- verwarringen, waarin Holland, na de dood negou- van Floris den V. geraakt was, floeg het be-wen, leg voor het Slot te Muiden, en bemagtigde A°^ere
het, na eenige dagen verloops. Jan van dam. Avenues, Graaf van Henegouwen, die zig voor Voogd van Graave Jan den I. hadt doen erkennen, was reeds, met een Leger, te Aemßelredam gekomen, om het Slot te ontzetten; doch 't was overgegaan, eer hy zynen toeleg in 't werk flellen kon (r). Wy melden deeze byzonderheid, om dat deeze de eerfle reis is, dat wy den naam van Am- sterdam ^ by oude Schryvers, gefpeld ge- vonden hebben. De BifTchop, in 't jaar 1297, eenen on-DeS°e- gelukkigen togt in Waterland eedaan heb- "
c j • 1 11 van CtVS- bende,zag zig, eerlang, genoodzaakt, vre-brecht
de te maaken met Graave Jan den I. Zy van Am-
werdt, den negenentwintigften September, ftel Wor- te Kampveere in Zeeland, getekend. Wy Jen ?atl zullen 'er niets uit aantekenen, dan 't gene{anGr^ de goederen van den huize van Amftel be- ve van treft. Graaf Jan verkreeg of behieldt, by Holland, deeze Vrede, gbeheelike ende al alle dat ghoet, jfge" dat Ghifebrecht, die men biet Her e van Am- 12o7 fiele, hadde ende houdende was in 't Gheflifte van Utrecht, omme die grote openbare ondaet, die hi gedaen heeft an zynen lieven Her e, 's Graaven Vader, Haren Flurenfe, voilemneer Gr ave van Hollant, van Zelant, ende Her e van Vrieslant, daer God die Ziele of hebben moete9 ende mede dat hyt verwilcoert heeft met zine ope-
CO Melis store K 137.
|
||||
«
|
|||||
4<5 AMSTERDAMS II. Deel,
openen letteren, naamlyk, by den Zoen des
jaars 1285. Ende in den voer ghenoemden goede zou de Graaf zetten enen nian, die zy- nen lieven Neve, Haren Wilame, Bisfcop van Utrecht, van defen daghe voert dienen zou, ende ghelden van den voer ghenoemden ghoede alfulken pacht, al/en Ghifebrecht voerfeyt, die men hielHer e van Aemfiele, die wile dat hl een befitter daer af was ^ fchuldich waste ghel- den , weder dat hi den pacht ghave jof enne dec* de, dat is, 't zy dat hy de pagt betaald badt, of niet (2). Voert zou die Bisfcop van Utrecht voerfeyt behouden an den voer ghenoem- den ghoede alle dat recht, eß hoghe Gherechte, jof anderfins dinghe, die hire fchuldich es ane te hondene en te hebbene, in wat maniere dat het zi. In Weesp, Muiden ende 't goet bi der Vecht, veelligt, ten minften onder an- doren , het Huis te Kroonenburg by Loenen, zou de Graaf boden mogen zetten, tot daC de BifTchop plegtiglyk verklaard zou heb- ben , dat deeze goederen aan 't Stigt be- hoorden, gelyk hy, tien dagen laater, deedt (j). De Graaf van Holland zou, daarente- gen, met zynen Raad onderzoeken, ofßf/z« delmaerbroec aan 't Stigt, of aan den huize van Amftel behoorde, en, zo hy 't laatfte bevondt,dan zou hy, in 't bezit van het zel- ve (s) Vid. Matthots de Jure Gladii, p, 422. MiEfui
Chatterb. I. Deel, bl. jjo. (2) Diergelyke fpreekwys vindt men, in eenert
Brief van Vrouwe Janne, Weduwe van Arnoud van Amftel, die zegt, nveder ie hinder ivonne,ojf endede, dat is, 't zy ik kinderen kreege, of niet. Zie Mieris Cbtirterbtek II. Deel, bl. 7. |
|||||
J. Boek. Geschiedenissen. 47
ve blyven. Ook wees hy't, in 't volgende
jaar, zig zelven en zynen nakomelingen toe (f). Wyders, beloofden de BifTchop en de Graaf eikanderen, dat zy zig nimmer met Ghyfebrecht, die men hiet Here van Amflely zouden laaten verzoenen, noch hem op zyn goed, dat hy in 't Stigt plagt te bezitten, laaten wederkeeren («). Wy zien, uit de voorwaarden deezer Vre- Verdere
de, dat de Graaf van Holland nu eerfl in't^0^11 bezit raakte van den Lande van Amftel, op ni00rd gelyken voet als Gysbrecht het zelve beze- van Flo- ten hadt, dat is, leenroerig van het StigtrisdenV. van Utrecht, en terwyl de BifTchop het hoog geregt over het zelve behieldt. Gysbrecht werdt de naam van Heere van Amflel voor- taan onwaardig gekeurd. Het deel, welk" hy aan den moord van Graave Floris den V. gehad hadt, werdt gehouden voor zulk eene blykbaare fchending van den Zoen des jaars 1285, dat hy geoordeeld werdt, zyn Land aan den Graave van Holland verbeurd te hebben. Amfterdam in 't byzonder was, reeds te vooren, in 't bezit van den Graave van Holland geweeft. De haat tegen Hee- re Gysbrecht bleef zo beflendig, dat Jan, Graaf van Henegouwen, en Jan, Graaf van Holland, den zeventienden Oktober des jaars 1299, een Verbond flooten met de Steden .Dordrecht, Middelburg, Zierikzee, Lei- den, Delft, Haarlem, Alkmaar enGeertrui- denberg, waarby men beloofde , met de Ver-
CO Mieris Chartere. I. üttlt II. J93. f«) Zie Mieuis Ciuitesl). 1. Deel, bl. S 7, stt, $191 5>e- |
|||||||
•
|
|||||||
♦•
|
|||||
4$ AMSTERDAMS IL Deel.
m
Verraaders en Moorders van Graave Floris,
en onder anderen met Gbyfebrecht, die men biet Heere van Aemflelle, en met hunne man- nelyke nakomelingen, tot in 't zevende Lid toe, geene Vrede te zullen maaken; maar hen uit het Land te zullen houden, en hun aan lyf en goed alle mogelyke fchade te zul- len doen (v). Verfcheiden' Hollandfche en Stigtfche Edelen traden, naderhand, in de- zelfde verbindteniiTen (w). De Vrede met den Bilfchop van Utrecht
was midlerwyl van korten duur geweeft. Hy begon de vyandelykheden reeds in 't jaar 1297 (x); doch de Hollanders wonnen 't Slot te Yffelftein, welk, door Gysbrecht van TJJel- fiein, Zoon van Arnoud van Amftel, of lie- ver door deszelfs Egtgenoote , Vrouwe Baarte van Heukelomy verdedigd was (y). Graave Jan den I., federt, in November des jaars 1299, overleeden zynde, ging het Graaffchap van Holland over aan Jan van Avennes, Graave van Henegouwen, wiens Moeder eene Moei van Floris den V. ge- weeft was. Guy van Jan de IL was nog maar weinige maan- Hene- den Graaf van Holland geweeft, toen hy de gouwen inkomften van alle de goederen, die, door Heer van zu^en > welken deel aan den moord van Amftel. Graave Floris den V. gehad hadden ,beze- 1300. ten geweeft, en in 't Stigt van Utrecht ge- le-
(v) 2it Balen Dordrecht bl. 726. Mieris Charterb. I«
Deel, bl. (S13. (iv) Zit MiEius Charterb. II. Detl, bl. 16, 27,28 >jl» (x) BEKA in Wilh. II. p, ka. ly) MïXIS STOKE in Jan I. bl, ïJJ »»«. |
|||||
i Boek. Geschiedenissen. 49
legen waren, en in 't bvzonder alle dat goet
ende gherechte van Ghifebrecht van Ameflellc uuytghenomen den reynherbrfch in t länt van Amefielle ende de manfchup van alles, opdroeg aan Guy van Henegouwen, zynen Broeder, mids dat dezelven^ na deszelfs dood, of wanneer hem een bisdom, of eenig ander goed zo waardig als een bisdom mögt opgedraagen worden, wederom aan Graave Jan , of deszelfs nakomelingen vervallen zouden. De Brieven , hiervan verleend, waren den eenentwintigden May des jaars I300 getekend («). In dezelven is meelt opmerkelyk, dat Graaf Jan de manfchap der goederen van Amflel, welke de Graaven, zyne voorzaaten, erkend hadden aan't Stigt fchuldig te zyn > aan zig behieldt; 't zy dat hy geoordeeld hebbe, dat Bifïchop Willem deeze manfchap, door 't fchenden der Vre- de, verbeurd hadt; 't zy dat hy Guy eene manfchap heeft willen afvorderen, wegens goederen, die hy zelf van 't Stigt ter leen hieldt, en die, door deeze zyne opdragt, agterleenen van 't Stigt werden. Dus kreeg Amftelland, welk, eerfl in 't Hy geeft
jaar 1297, aan denGraave van Holland opge- Ke"rea draagen geweefl was, wederom eenen nieu- heden wen Heer aan Guy van Henegouwen. Niet aan Am- geheel zeker is 't, of hy ook Heer van Am- fterdam. lier dam geworden zy. Doch 't is ten hoog- fle waarfchynlyk. Amfterdam hadt,voor- heen, altoos tot delieerlykheidvanAmftel behoord, en was 'er,eerfl na 't jaar 1268, van
(*) Zit Mieris Chaiterb. II. 0«/? tl, »,
II. Stuk. D
|
||||
SP AMSTERDAMS^ Ü.Dm;
van afgefcheiden, en in't jaar 1282 aan den
Graave van Holland opgedraagen. Het zal> derhalve, na dat gantfch Amftelland, in 't jaar 1297, aan Graave Jan denl. afgeftaan was, wederom met het zelvevereenigdge- weeft zyn, en nu, in 't jaar 1300, te gelyk met Amftelland, aan Guy van Henegouwen opgedraagen zyn geworden. Deeze waar- fchynlykheid wordt beveiligd door de woor- den van den Ongenoemden Klerk, die maar omtrent vyftig jaaren na deezen tyd ge- bloeid heeft, en (a) dus fchryft: Gy fik wes- ten , dat defe Ghye [van Henegouwen, Broeder van Gr ave Jati] , eerhyBiscop f Utrecht wart, der Stede van Amfielredamme gaff veel vryhee* de van keuren ende van rechte, daer men die Stede mede regeerde. Doch 't getuigenis van deezen Schryver is te merkwaardig, dan dat wy 'er niet eenige aanmerkingen over maa- ken zouden. Aanmer- I# Schoon ons, tot hiertoe, nergens, noch ge? m in gedrukte, noch in ongedrukte fchriften, ze Keu- nocn m de ouc^e Kerke deezer Stad, daar de ren en oude Handveften bewaard worden, noch op Vryhe- 't Stadhuis, noch elders, de Keuren of Hand- den' veften van Heere Guy van Henegouwen voorgekomen zyn; durven wy egter het getui- genis van zulk een' ouden Schryver geens- zins van de hand wyzen. Te minder, daar hy blyk van naauwkeurigheid geeft, in het aanwyzen van den tyd, wanneer deeze Keu- ren aan Amfterdam gegeven zyn, te weeten eer Guy BhTchop van Utrecht werdt: en dit
(m) Blad». 117. *
|
||||
I; Boek. Geschiedenissen. 51
dit werdt hy , waarfchynlyk , in July des
jaars 1301, op den vierden van welke maand, zyn Voorzaat overleeden was (b); naardien hy zelf, op den negenentwintigflen May des jaars 1317, geftorven is, en men aange- tekend vindt, dat hy de Bifïchoppelyke waar- digheid zeitien jaaren bekleed heeft (<r). Hy moet, derhalve, overeenkomflig met het getuigenis van den ongenoemden Klerk, de Keuren aan Amflerdam, na den eenen- twintigflen May des jaars 1300, toen hy eerfl Heer van Amflel geworden was, en voor de maand July des jaars 1301, toen hy Bifïchop van Utrecht werdt, gegeven hebben. 2. De aangehaalde plaats is de oudfle,
in welke Amflerdam met den naam van Ste- de of Stad voorkomt. In de gedrukte Hand* veflen, vindt men geen ouder' Brief dan van 't jaar 1339 (i), waarin de ingezetenen van Amflerdam Poorters genoemd worden : 't welk onderflelt, dat de Plaats toen Stads geregtigheden hadt. Wy zullen dit egter beneden nog met ouder Brieven toonen.Doch zooud als het jaar i3ooof i30izynonsgee- ne Brieven voorgekomen, waaruit dit bly- ken zou. 3. De ongenoemde Klerk alleen fchynt te
onderftellen, dat Amflerdam eene Stad ge- weelt is, omtrent het begin der veertiende eeuwe. Zy zal, derhalve, naar alle waar- fcbynlykheid, by de Keuren van Heere Guy, met
(b) Bek\ p. 103.
(O HEKA p. 109.
(<*J Biadz. jjo. D 2
|
||||||
1
|
||||||
______________
|
||||||
52 AMSTERDAMS IL DßEt;
met Stads Regt, dat is, met eene Regee-
ring, uit Schout en Schepenen beftaande, en met befchreeven' Keuren, waarnaar de- zelven regt oefenen moeften, befchonken geweeft zyn. De Steden Alkmaar, Hoorn, Enkhuizen, Medenblik en anderen hebben ook diergelyke oude Keuren, by welken zy voor Steden erkend, en aan eene Regee- ring , gelyk in de Steden deezer Landen ge- bruikelyk was, onderworpen zyn. Jammer is 't maar, dat de Keuren van Heere Guy niet meer voorhanden fchynen. Zy zouden ons, vermoedelyk, omtrent de oudfte ge- fteldheid der Regeeringe van Amfterdam, eenig licht geeven. Onder- Het jaar 1300, waarin Guy van Hene- zoek yan g0Uwen Heer van Amftelland en Amfter- verhaal ^am wefdt, is juift het tydpunt, waarin B e- aangaan- ka de wederkomft van Gys brecht van Am- de de we-ftel , en het fterken en wederom flegten derkomft van Amfterdam geplaatft heeft. Ziehier brechtyS" zvne woorden: „ Na de dood van Graave van Am- 5, Jan den I., beveftigde Gysbrecht van ftel, en „ Amftel zyne Stad rondsom met houten het lier- ^ bruggen en toorenburgten. Doch de ge- flesten » meente van Waterland , en de burgers van Am- }J van Haarlem , Gysbrecht verjaagd heb- fterdam. „ bende, verbrandden de bruggen en fterk- „ ten tot affche." [Pofi ejus dem Domicelli [Joannis I.] mortem, Gifelbertus de Aemfleï oppidum fuum ligneis pontibus, &? turritis pro- pugnaculis undecunque munivit. Sed vulgus fVaterlandia cum oppidanis de Har lern ,profu- gato Gifelbtrto, pontes &? munhiones favilla- ti-
|
||||
I. Boek. Geschiedenissen- 53
ttnus inflammavit (<?).] En naardemaal de o-
verlevering dit vernaai meer of min beves- tigd , en het Hoofd der Nederduitfche Dig- teren, Joost van den Vondel, op het zelve , zynen deftigen Gysbrecht van Amfttl) die nog, jaar op jaar, te Amfter- dam ten tooneele gevoerd wordt, gebouwd heeft; zo zal 't niet ondienftig zyn, dat wy, met de vereifchte naauwkeurigheid, onder- zoeken , hoe veel ftaats 'er op te maaken zy. 1. Wy moeten, in de eerfle plaats, aan* Getuige,
merken, dat Beka, die op 't einde der ni flen veertiende eeuwe bloeide, de oudfte Schry-Yn an" ver is, die van Gysbrechts wederkomft te schry- Amfterdam, en van het Herken en Hegten vers, derVeften ten dien tyde gewag maakt. De aangaan- ouder Schryvers, met naame de On ge-
de Gys-
NOEMDE Klerk, Wilhelmus Pro-^0^
curator en Melis Stoke, welkeftel. twee laatften den ty d beleefd hebben, waar- in deeze dingen zouden moeten gebeurd zyn, maaken 'er geen het minfte gewag van. De ongenoemde Klerk drukt zig, omtrent het lot van Heere Gysbrecht, op deeze wyze, uit (ƒ): Ghysbrecht [van AmftelJ ende Her- man [van Woerden ] en woudens den bufe \yan Cronenburciï] nyet betrouwen , pynden oem op 't mme te comen, ende toegen butens Lants. Hermanfterf in ellende, maer Gys- irecht , want hy een outfimpel man was, warp buitens lants van zyn vrinden onthouden, zoe lange als hy leefde, 't Was hier de regte plaats
(O bkka. p. 101,
(f) ßietdx. I7+,
Dj
|
||||
54 AMSTERDAMS ILBälJ
plaats geweeft, om van Gysbrechts te rug
komft te Amfterdam te gewaagen; doch hy ■ rept 'er, noch hier noch naderhand, geen enkel woord van. Wilhelmus Procu- rator zegt alleenlyk „ dat de Heeren van. „ Amftel en Woerden gevlugt, en in bal- „ lingfchap geftorven zyn." [Hujus verb malediclionis primi &? prcecipui, Dominus vi- delicet de Aemflel &f Dominus de Woerden , fuga fubtrahuntur 6f in exilio moriuntur (g)~}- Melis Stoke fpreekt (/;) ook alleenlyk van de vlugt der twee Heeren. Onder de laatere Schryvers, die B e ka gekend en ge- bruikt hebben, zyn 'er ook eenigen, die hem, in 't gene hy van Gysbrechts wederkomfl te Amfterdam verhaalt, niet gevolgd zyn. Veldenaar komt met den Ongenoemden Klerk overeen (f), 't Goudtfihe Kronycxken zwygt 'er geheellyk van: en de Haarlem- mer Karmeliet JOAN Ge RBRANDSZ. VAN Leiden, die immers wel weeten moeft, wat 'er, ruim honderd jaaren voor zynen tyd, omtrent Amfterdam voorgevallen wa- re, wykt hier af van Be ka, dien hy door- gaands volgt, en zegt alleenlyk,, dat Gys- „ brecht, van zyne goederen beroofd en „ buitens Lands gebannen zynde, tot zynen „ dood toe, door zyne vrienden, onderhou- ,, den is (£)." En meer vindt men ook niet in de Oude Hollandfche Cbronyk (J). Al het wel-
C^r) Ad annum 129«. *. 540, ' (b) in Floris V. hl. 1-7. (i) Zie Chron. bl 59. (k) Chron. Libr. XXIV. Cap. XXX. p. 127.
(I) Divif. XIX. Cap. XXVI. |
||||
L Boek. Gesciïïedenïsseh. $$
welke ons byna zou doen vermoeden, dat Be- ka , in zyn verhaal van Gysbrechts weder- komfl te Amflerdam , kwalyk onderregt geweefl is. 2. Voeg hier nu nog by , dat BEKAZwaarig-
zelfden tyd deezer wederkomfle nietnaauw- beid om~ keuriglyk aanwyfl. Hy plaaftze alleenlyk, ™zl d™ na de dood van Graave Jan den I. Doch wede£Cr wy hebben reeds gezien, dat Amftelland en komfte te Amflerdam, kort na de dood van Jan den Amfter- I., door Jan den II., aan Guy van Hene-dam- gouwen opgedraagcn werden; 't heeft, der- halve , weinig fchyns, dat Gysbrecht, voor deeze opdragt, van buitens Lands, te Am- flerdam zou hebben können wederkeer en niet alleen; maar zyne Stad, daarenboven,
rondsom met wallen en toorens verflerken. En na de opdragt kan men dit werk niet ge- voeglyk aan hem toefchryven, om dat Heer Guy toen meefler van Amflerdam was. De Amflerdammer Schryver Petrus Op- meer, die inde zefliende eeuwe bloeide, heeft-wel begreepen , dat men het fierken van Amflerdam door Heere Gysbrecht voor de opdragt aan Heere Guy flellen moefl; doch hy plaafl het in 't jaar 1304 (m), en dus wel vier jaaren na den tyd, waarin wy, uit egte flukken, getoond hebben, dat de opdragt aan Heere Guy gefchied is. 3. Maar al was 'er kans, om eenen be- Omtrent
Jtwaamen tyd aan te wyzen, waarin Gys-demiddej .brecht zyne Stad zou hebben können ftei> ^eSta* ken;
■(mlc]?xoaoS™ph' ?• «74- hvanHküMIN, Kexk.Oudl*.
'IV. Dtti t M, iy+% |
||||
5ö AMSTERDAMS II. Deel,
rondsom ken; hoe komt hy aan 't vermogen en aan
te ver- de middelen, om een werk van zo veel om: fterken. ßags ^ onder 't 00g Zyner doodvyanden, die zig, federt het jaar 1297 of eerder, in 't
bezit van alle zyne goederen gefield had- den , ter uitvoeringe te brengen ? "Men be- denke eens,aan de eene zyde,in welkeen* ftaat Gysbrecht, federt het jaar 1296, ge- weeft .ware; en aan de andere,in welkeen* ftaat Graaf Jan de II. zig,ten deezen tyde, bevondt. Gysbrechts goederen waren, reeds in 't jaar 1297, allen verbeurd ver- klaard; hy zelf zworf halling 's lands, in hoogen ouderdom, en zo arm, dat hy door zyne vrienden onderhouden moefl worden. Graaf Jan de II. was, daarentegen, in't be- zit van alle de goederen van den huize van Amftel, en hadt, reeds ten tyde van Jan den L, met den Bifïchop van Utrecht niet alleen, maar ook met devoornaamfteHol- landfche en Zeeuwfche Steden, een Ver- bond geflooten, om Gysbrecht van Amftel uit het Land te houden. Van waar toch kon de arme balling volk, geld en andere middelen bekomen, om eene Stad, die in de handen van zyne vyanden was, te fter- ken , rondsom te fterken, met bruggen en toorens te fterken? Moet men niet zeggen, dat, zo hy dwaas genoeg geweeft ware om het te onderneemen, de ondervinding hem terftond zou geleerd hebben, dat de uit- voering onmogelyk was ? Men mag hierby, miifchien, nog in aanmerking neemen, dat hy, volgens den Zoen des jaars 1285, bui- ten |
||||
I. Boek. Geschiedenissen. 57
|
|||||||||||
ten bewilliging des Graaven van Holland,
|
«»v
|
||||||||||
geene vefie of flerkte tuffchen Holland en
Utrecht maaken mögt (n) : hoewel hierter gen wederom in bedenking komt, dat dee- ze Zoen, door den moord van GraaveFlo- ris, en 't gene 'er op gevolgd was, als reeds geheel verbroken, werdt aangemerkt. 4. Sommigen, naar 't fchynt, deeze zwaar Som-
righeden merkende, hebben hierom gefield, migen dat het bewallen en verfterken van Amfter- ^j"* dam en van het Slot aldaar flegts begonnen verfter. geweefl, en terflond, door de Kennemers king en Waterlanders, gefluit geworden is ( o ). flegts Doch, behalve dat zy de dwaasheid derbeSon"_ onderneeminge dan nog niet verdedigen, zo weeflis. verfchilt hun verhaal ook van dat van B Et ka, dien zy nogtans gevolgd zyn;doch die
niet zegt, dat de verfterking flegts begon» nen geweeft, maar rondsom [undecunque] vol- tooid geworden is. Alles fchynt dan famen te loopen, om opmerkenden te doen ver- moeden, datBEKAkwalyk onderregt is ge- weeft , in 't gene hy van Gysbrechts weder- komfl te Amflerdam en 't gene 'er op ge? volgd is te boek heeft gefield. 5. Eene bedenkelykheid blyft 'er egterBeden-
nog overig,volgens welke,aan het verhaal king» of van B e K A eenige waarfchynlykheid zou kon- ?ys ht nen worden bygezet. Wy hebben, hi_T-ookmet voor (p), gezien, dat de Biffchop van U-den Bis-» trecht de vyandelykheden tegen den Graa- fchop |
|||||||||||
ve
|
|||||||||||
f») Zit hier voor, hl. 34.
(«. Anonym, ap. PONTANUM p. J. H. VAN RYN Op de
Kerk. Oadk. IV. Detl.hl ïgi.
(P) Bladz. +j,
D 5
|
|||||||||||
------------------------------------------------------,---------------------------------------------i—_—_
|
|||||
$8 AMSTERDAMS n. Deel
•
van U- ve van Holland, in 't jaar 1297, kort na het
trecht fluiten der Vrede, wederom begonnen hadt;
^*e öiMelisStoke verhaalt (4), dat hy, in
fpannen. #t jaar I3°I» eenen inval deedt in Amflel-
' land, welk aan Heere Guy afgeflaan was,
en welk hy, met geweld, wederom aan 't
Bisdom zogt te brengen. De Rymchronyk-
fchryver voegt 'er by, dat deeze togt den
Biflchop kwalyk bekwam; dat de Holland»
c fche Edelen en Steden de wapenen aangree-
Een, en de Stigtfchen overwonrien, in een
evig gevegt, op de Hoogewoerd buiten Utrecht, waarin de Bifïchop zelf, den vier- den July des gemelden jaars, omkwam. Zo men nu onderftellen mögt, dat Gysbrecht van Amflel deel gehad hadt aan de onder- neeming des BiiTchops, en dat deeze hem van middelen en manfchap voorzien hadt, om Amflerdam wederom in te neemen en te verflerken; dan zou het verhaal van Be- k A veel meer fchyn van waarheid hebben, en niet zo zeer aanloopen tegen deHiflorie en gefleldheid dier tyden, alshetnufchynt te doen. Doch jammer is 't dat zulk eene onderflelling op loutere gisfing fleunt, en door geen egt ftuk of oud getuigenis, my be- kend , beveiligd wordt. Bewys 6. Maar nu zal ik, ten befluite, een egt dat de ftuk bybrengen, waardoor het verhaal van engten B e ka , aan den eenen kant, onwaarfchynly- van Am- ker, en aan den anderen, waarfchynlyker fterdam, gemaakt wordt. Volgens de aangeroerde Mietvoor onderflelling, zou Gysbrecht, in't jaar 1301, (f) In Jan II. */. 191.
|
|||||
LBoek, GevSCRïedenissen. 50
te Amfterdam wedergekeerd moeten zyn; het jaar
volgens B e ie A, zou hy toen de Plaats ronds- i3°4> ge- om gefterkt hebben; volgens anderen, zou fleStzyn- hy hiervan flegts een begin hebben gemaakt. Doch 't zy het werk begonnen of voltrok- ken ware; Be ka, en anderen, die hem ge- volgd zyn, verhaalen, dat de Haarlemmers en Waterlanders Gysbrecht verdreeven en de nieuwe werken om de Stad aan kooien gelegd hebben: en zy plaatfen dit hun ver- haal lang voor het verhaal van het omko- men des BiiTchops van Utrecht. Maar men 1304, heeft nog eenen Brief (f) van Willem, Zoon van Graave Jan den II., tolt Aelbr echt sb erge > den twee-entwintigften May des jaars 1304, gedagtekend, waarby blykt, dat Amfterdam toen nog bruggen en vefien hadt, die Jongk- heer Willem beveelt „ af te breeken en te „ Hegten : te beginnen met den naaftko- „ menden Maandag, en binnen veertien da- „ gen daarna te voltrekken; zonder dat men „ dezelven ooit zou mogen hermaaken, dan „ by believen van hem en van den goeden „ luden van zyne landen" Zo nu Amfter- dam , in 't jaar 1304, nog bruggen en ves- ten gehad heeft, dan können dezelven, kort na de dood van Graave Jan denl., of zelfs in 't jaar 1301 , door de Haarlemmers en Waterlanders, niet geflegt geweeft zyn. In dit opzigt, maakt, derhalve , de brief het verhaal van Be ka onwaarfchynlyker. Doch men vindt 'er, daarentegen, iet an- ders in., welk Bekas verhaal waaïfchyn- fr) Zu Mieris Charterb. II. Detl, H. +o tn tnze Bylaagcn
•/> & Dttl, l. Mtkt **• B. |
||||
6o AMSTERDAMS TL Deel;
lyker moet doen voorkomen. Jongkheer
Willem geeft, volgens ons affchrift van zynen Brief, voor reden van zyne ftreng* heid over de Amfterdammers „ dat zy „ Jan van Amßel, Gysbrechts Zoon, en 3, de moorders van Graave Floris hadden" „ ingehaald." Maar onder deeze moorders werdt Gysbreeht van Amftel geteld. Is 'c dan niet te vermoeden, dat zy deezen, zo wel als zynen Zoon, Jan, in de Stad ont- vangen zullen hebben? En zo hy 'er ge- weeft is; zou hy de verfterking der Stede dan niet hebben können uitvoeren ? Of al- ware hy niet in de Stad geweeft; zou eene verfterking, door zynen Zoon ondernomen, niet bekwaamlyk aan hem können worden toegefchreeven ? En zouden de veften, na- derhand, niet op bevel van Jongkheere Willem hebben können geflegt wordtn?En fchoon de brief dit flegten niet aan de Haar- lemmers en Waterlanders toefchryft,gelyk B e K A doet; 't kan egter zeer wel zyn, dat, die van Amfterdam zig, in 't jaar 1304, niet zeer gereed getoond hebbende tot het vernielen hunner Sterkten; Jongkheer Willem zig daar- toe van eenige Haarlemmer- enWaterland- fche manfchap bediend heeft. Doch dan zelfs zou het verhaal van Be ka, zo wel ten opzigte van den tyd als ten opzigte van verfcheiden* omftandigheden van 't gebeurde, voor zeer onnaauwkeurig moeten gehouden worden. Immers hy gewaagt niet van 't inhaalen van Jan van Amftel, Zoon van Gysbreeht, waar- van in ons affchrift van den Brief van den |
||||
I.Boëk. Geschiedenissen. 6i
jaare 1304 klaarlyk gemeld wordt; fchoon
de plaats, in de uitgaave van den Heere van Mieris, waarfchynlyk door een'misflag van den lütfchryver of letterzetter, overge- flaagen is: welke uitlaating, ondertiuTchen, den zin van den Brief merkelyk verandert, gelyk wy wat laager zien zullen. 7. Zo men, eindelyk, na al 't gezeide, Onder-
nög zo veel agting voor Beka behouden*j.elllRng» wil, dat men aan zyn verhaal eenen goeden kla,s ve"r. zin zou willen geeven, dan zal men 't, op haal met deezewyze, verllaan moeten „ dat Gys-andere „ brecht van Amftel, na de dood van Graa- ^uk" „ ve Jan den I., wederom in't Land geko- Schriften 3, men zynde, aangefpannen heeft met Bis-doet o- |
|||||||||||||||||||||||||||
9>
99 33
33 3» |
fchop Willem, die hem in ftaat gefield vereen-
heeft om , waarfchynlyk onder beleid komen, van zynen Zoon Jan, Amfterdam weder- om in te neemen en te flerken, in't jaar 1301. Dat Gysbrecht, tot in 't jaar 1304, |
||||||||||||||||||||||||||
33
|
in 't bezit van Amfterdam gebleeven is,
|
||||||||||||||||||||||||||
33
9» 33 53 93 9» |
alzo de Hollanders, in dien tuflchentyd,
de handen vol werks hadden aan het ver- dryven der Vlaamingen uit Holland en Zeeland. Dat Jongkheer Willem , dit werk, gedeeltelyk ten minften, onder de knie hebbende, om het verzwakken van |
||||||||||||||||||||||||||
33
|
Amfterdam begon te denken; dat hy, ten
|
||||||||||||||||||||||||||
„ dien einde, het af breeken der bruggen en
„ het flegten der veften beval, by den aan- „ gehaalden Brief. Dat Gysbrecht en de 9, Amfterdammers zig hiertoe ongereed ge- *, toond hebbende,de Haarlemmers enWa- » terlanders, of uit eigen beweeging en ou- |
|||||||||||||||||||||||||||
3»
|
den.
|
||||||||||||||||||||||||||
.
|
|||||||||||||||||||||||||||
Mfik_
|
|||||||||||||||||||||||||||
I. Boek. Geschiedenissen. 63
nen, zo als het kort voor en in zynen tyd •
was, dan zo als het beftondt, in 't begin
der veertiende eeuwe. Hy erkent, in het Foor/pel, dat hy eene gefchiedenis ten too- neele voert, die toen drie honderd jaaren oud was; zingende Het nieuw Toonecl dry eeuwen fpringht tt
rugb, Om Aemflels veflen te verflooren. En nogtans doet hy (Aft. IV. Sc. II.) Arend
van Aemßel van Amflerdam zeggen: De groot e aeloude Stad, vermaert in oore-
logen, Zoo Scheeprycky en voor wie zich zee en
flromen bogen, Gaet plotfelijck te grondeen zinckt met ei-
nen flagh. Doch. men ziet ligtelyk, dat de Digter zïg
hier Amflerdam verbeeld heeft, zo als het
in de zeventiende, niet zo als het in de veer*
tiende eeuwe was. Al dit zy egter niet ge-
zeid, om de waarde van zyn fchoon Too-
neelftuk te verkleinen; maar alleen om min
opmerkende te binnen te brengen, dat men
de waarheid der gefchiedeniflen uit andere
bronnen fcheppen moet.
Werwaards Gysbrecht van Amflel, 't zy Onder-
na den moord van Graave Floris, in 't jaar zoek, of
1296, 't zy na het (legten der veflen vanGys"
Amflerdam, in't jaar 1304, eindelyk ge-^601^
weeken, en waar hy overleeden zy, is, on- ftei z\gt
zes weetens, van geen oud Schryver aan- op't laatft
getekend. Wy hebben, hier voor (», reeds van zyQ
é_leeven.
|
||||
64 AMSTERDAMS II. DEEtJ
troon gezien, dat hy zig , in 't jaar 1297 , ten
raar minden eenigen tyd, in Vlaanderen onthou- b™even den heeft. Zyn Zoon b e von dt zig, volgens hebbe. 't gene men Melis Stoke berigt hadt, in 't jaar 1304, te Utrecht (t). Maar zo hy zelf, van deezenZoon verzeld, omtrent het jaar 1300 of 1301 Wederom in Amfterdam gekomen is, fchynt hy aldaar, tot in 't jaar 1304 , gebleeven te zyn. Doch werwaards hy toen vertrokken zy, is onzeker. Eene oude overlevering, van welke ik egter geen ouder s;ewagvindt, danbyMoNTANUs(«), ten ware men zig hier ook op de gedagten van den Digter Joost van den Von- del beroepen wilde (V); berigt ons „ dat „ Gysbrecht naar PruifTen getrokken is, en „ aldaar eene Stad, Holland genaamd, ge- „ bouwd of bewoond heeft." En fchoon de gegrondheid deezer overleveringe, tot hier- toe , door geene egte bewyzen, heeft kön- nen beveiligd worden, agt ik het der moeite waardig,in eenige aanmerkingen te doen zien, dat zy niet van waarfchynlvkheid ontbloot is. 1. Wy merken, in de eerfle plaats, aan, dat PruifTen, ten deezen tyde, een land was, Waarin zig edel en onedel, uit Duitfchland en uit de Nederlanden, begon neder te zet- ten. De Ridders van de Duitfche Orde had- den, omtrent het jaar 1226, eerft voet ge- kreegen in PruifTen, welk toen nogongeloo- vig was. De overwinningen, die zy op de on-
(t; Zie hem in Jan den II. bl. 2^3.
(«, Leeven der Heeren van Amfrei, hy DOMSELAAB II. Boek, bl. 148. en by Comwrlin bl. 122. (vj Zie zyn' Gyswccnt vanAemftel, AS. V. Sten* IV. |
||||
t Boek. Geschiedenissen. 65
ongeloovigen behaalden , waren oorzaak>
dat hun > door den tyd, een groot gedeelte Van 't geweft onderworpen werdt (w). De voorfpoed der Ridderlyke wapenen lokte elk uit, om zig naar PruiiTen te begeeven, en deel te vérkfygen aan de zege, die aldaaf bevogten werdt. Veele Duitfche en Ne- derlandfche Edelen traden zelfs in de Orde* en, in de Veertiende eeuwe in 't byZonder, werden, onder de Vreemden , die zig in PruiiTen onthielden, Brabanders, Vlaamin- gen, Gelderfchen en Hollanders zelven op- geteld (#). Wat wonder is 't dan, dat ook veele Hollandfche Edelen, die, na het om- brengen van Graave Floris, balling 's Lands Zwerven moeften, zig naar PruiiTen onder de Ridders der Duitfche Orde begeven heb- ben ? En wat onwaarfchynlykheid is 'er in ï dat Gysbrecht van Amftel zig, toen hy 't hier te Lande niet langer houden kon, by zyne oude vrienden in PruiiTen Vervoegd heeft ? Sommigen , 't is waar , fchynen vreemd te vinden, dat Gysbrecht een ver- blyf zou hebben gaan zoeken in een land, daar't, federt veele jaaren, vol önruft en oorlog was (y). Doch de oorlog, en voor^ al een .oorlog tegen de ongeloovigen was juift, 't gene de Ridders van deezen tyd fterk aanlokte; inzonderheid * wanneer de- zelve , gelyk in PruiiTen, met voordeel ge^ voerd werdt. En zo men al waanen mögt, dat
(tv) Vide Chron. Eq. Ord. Tcuton. in MATTHJEl Analeft.
7om. V. p, 682, & fe^q. (x) Chron. Eq. Ord. Tcuton. p. 781, 792.
(y) H. van R.YN in de Kerk. Oudh. IV. Deel,bl.iti.
II. Stuk. E
|
||||
66 AMSTERDAMS IL Deel.
dat Gysbrecht, die, toen hy Amfterdamof
AmftelJand verliet,al zeer hoog van jaaren geweefl moet zyn, weinig lufl ten oorloge kan gehad hebben; was hy gewiffelyk ner- gens veiliger, dan onder zyne vrienden,de Hollandfche Edelen, welken men, volgens onze onderflelling, in Pruiflen een verblyf hadt toegeftaan. 2. Men voege hier nu, in de tweede plaat-
fe, by, dat het meer dan eene bloote on- derflelling is, dat 'er, omtrent het einde der dertiende, of het begin der veertiende eeuwe, Hollanders in Pruiflen aangekomen zyn, naar welke het Steedje Holland, welk nog in wezen, en drie mylen zuidooflwaards van Elbing gelegen is, den naam gekreegen heeft. ChristoffelHartknoch heeft, uit oude Handveflen, dit Holland betreffen- de, opgemaakt „ dat het, omtrent het jaar „ 1290, door Meneko, of Meinhardus de „ Querfurt, Opperkommandeur van Pruis- „ fen, in de Landflreek Pazlaken, gebouwd, „ en naar de eerfte bewooners, die uit Hol- „ land gekomen waren, Holland genoemd „ is (z)." Een ander Hoogduitfch Schry- ver tekent aan „ dat de Stad Holland, door „ eenige Hollanders van Adel, die uit Hol- „ land verdreeven waren, gebouwd is (a)." 't Is waar, dat, volgens onze onderflelling, de Hollandfche Edelen, niet voor het jaar 1296, in Pruiflen gekomen zyn , en Gys- brecht (z) De Orig. Gent. Pmffic. by H. VAN RYN op de Kerk.
Oudh. IV. Deel, hl. igz. (a) Casp. Henneberg Verkl. der groote Pruiffifche Land-
tafel, f. ist. |
||||
ï. Boek. Geschiedenissen. 6?
brecht van Amftel nög laater; daar Hart-
knocb het ftigten van Holland vroeger fchynt te ftellen ; doch men moet hierop , voot eerfl, aanmerken, dat Hartknoch met eenige ruimte fpreekt van den tyd van het ftigten vari Holland, dien Hellende omtrent het jaar 1290, 't welk zeer wel zo opgevat kan worden, dat het met onze orcderftelling, volgens welke, de Hollanders, niet voor het jaar 1296, in PruiiTen gekomen zyn, overeenflemt. Hart" knoch fchryft, ten anderen, het ftigten van Holland toe aan Meneko van Querfurt, Op- perkommandeur van PruiiTen. Doch, vol* gens de boven aangehaalde Chronyk van de Kidderen der Duitfche Orde, is 'er geen Kom* mandeur in PruiiTen geweeft, die diergely- ken naam gevoerd heeft, voor het jaar 1299. Zie hier de eigen' woorden deezer Chronykei Ende in den jaer M. C C. ende X CIX. Jet te defe Hoichmeifier[Godefridus, Gr ave van Hoen* locb~\, enen anderen Lantmeifter in PruylTen, ende heit Heer Mencke van Overbrouwe» ende was die dertiende Lantmeifter in Pruys« fen (Z>). Zo Menke van Querfurt of van O- verbrowvoe,'m 't jaar 1299, eerft gebied in PruiiTen gekreegen heeft, fchynt hy de Stad, voor dien tyd, niet te hebben können ftigten: hy heeftze, derhalve, naar'de aangekomen* Hollanders, die na, en, milTchien, eenige jaaren na het jaar 1296, in PruiiTen aan- kwamen , zeer wel Holland können noemen* De Ridders der Duitfche Orde behielden» wyders , de Stad en het Slot Hollant, b/ d«
(*) Chton. Equit. Old. Teuton. p. 76i*
E a
|
||||
08 AMSTERDAMS II. Dem,.
de verdeeling van Pruiffen, die, in 't jaar
1466, tuffchen hen en den Koning van Poo- len , gemaakt werdt; gelyk uit de lyft van de plaatfen, welken in die verdeeling kwamen, te zien is (c). 3. Wat nu, in de derde plaats, Gysbrecht
van Amftel in 't byzonder betreft; 't ver- trek van veele Hollanders naar Pruiffen was, veelligt, nog de eenige reden niet, welke hem befluiten deedt,omderwaards de wyk te neemen. Hy was een Stigtfch Edelman. En de Ridders der Duitfche Orde hadden, reeds van omtrent het jaar 1230 af, een een Huis by Utrecht gehad, 't Is zeer te vermoeden , dat Gysbrecht, onder deeze Ridders, ook zyne vrienden gehad zal heb- ben , die hem gelegenheid hebben können geeven tot een verblyf in PruiiTen onder hunne medebroeders : en zal dit dan de plaats buitens Lands zyn geweefl, alwaar zy hem, volgens het getuigenis onzer Chro- nyken (d), tot aan zynen dood toe, van on- derhoud zullen verzorgd hebben. Men vindt, ten minflen , dat, in laater tyd, een, uit het geflagt van Amftel zelf, Ridder, en een ander, Landkommandeur van den Duit- fchen Huize te Utrecht geweefl is (<?). 4. Wanneer wy hierby nu , emdelyk, in
aanmerking neemen, dat men niet alleen o- verblyffels van Nederlandfche, maar zelfs in 't byzonder van Stigtfche naameninPruis- fen
(c) Vide Chron. Eq. Ord. Teuton. p. gij.
(d) Zie hier voor, bl. 44.
(e) MATTHJSI Contin. Chron. Ord. Teuton.^. SS4. MON-
TANUS by DOMSELAAR II. Bod, bl. I4J>. |
||||
LBoek. Geschiedenissen. 69
fen vindt, dan zal de overlevering , dat
Gysbrecht van Amflel, een Stigtfch Edel- man, zig, in zynenhoogen ouderdom, naar Pruiflen begeven heeft, nog al meer beves- tigd worden. Men vondt aldaar, nog in 't jaar 1466,een Slot Belgenhorch, vermoede- lyk zo genoemd naar de Belgen of Nederlan- ders; eene Stad Rofenborch , van welken naam men, ten deezen tyde, een Slot hadt tuflchen Leiden en den Haage; een Slot Wildenborch, vernoemd, zo 't fchynt, naar een Huis van dien naam, te Vegten by U- trecht, en eene Stad Vredeland , welken naam ook het Slot aan deVegt droeg, welk eertyds, door Gysbrecht van Amftel, beze- ten geweeft was; om niet te fpreeken van verfcheiden' andere Steden en Sloten in Pruis- fen, welker naamen van Stigtfche of Hol- landfche Plaatfen ontleend fchynen (f). Al het welke, gevoegd by den naam der Stad Hollandby Elbing, het meer dan waarfchyn- lyk maakt, dat zig, omtrent den aanvang der veertiende eeuwe, Hollanders en Stigt- fchen in Pruifïen hebben nedergezet, en on- zes agtens niet weinig flrekt tot beveiliging der overleveringe, dat Gysbrecht van Am- flel zig, op 't einde zyns leevens, met der woon naar Pruiffen begeven heeft. Doch wat 'er van de gegrondheid deezer Verval
overleveringe zyn moge, het huis van Am- y5n. 'c Hel heeft, na deezen tyd, nooit wederom amftel eenig bewind over Amflelland of Amller- dam gehad. Zelfs durfden zy, die uit dee- |
|||||
(ƒ) Vüt Chron. Eq. Onl. Teuion. p, $14, Jij,
|
|||||
7© AMSTERDAMS II. Deel.
zen huize in 't Land bleeven, of naderhand
uit,hunne ballingfchap te rug kwamen, den voorigen naam, of het oude geflagtwapen in langen tyd niet voeren. Sommigen na- men, volgens eene oude overlevering, die in den huize van Wit se n bewaard is, den naam van Banning aan, om dat zy balling 's Lands gezworven hadden , of gebannen geweefr. waren (g), en geraakten hier, door den tyd, in de Regeeringe. Eenigen bega- ven zigtot den landbouw, en betaalden fchot, gelyk de on edelen plagten (&). De naam van Amficl is dus, voor eenen tyd, hier te Lande, geheellyk ondergegaan. DeZoonen van Arend van Amftel, Gysbrechts Broe- der, namen den naam aan van Tffelflein, welk hy by huwelyk verkreegen hadt (i). Doch hunne nakomelingen hebben, in laa- ter' tyd, den naam van dmflclwederom aan- genomen : die ook , federt, door anderen van burgerlyken flamme, doch uit deezen huize herkomïtig, gevoerd is. Amfter- Het jaar 1304, waarin JongkheerWillem dam ver- van Holland, gelyk wy boven zagen, het nemark- t>ree^en ^er bruggen en het flegten der ves- ten en ten van Amfterdam beval, was, ook in an- vryhe- dere opzigten, ongelukkig voor de Stede, den. Volgens de uitgaave van Jongkheere Wil- lems Brief in het Charterboek van den Hee- re van Mieris (T), waren de Amfterdam- mers fchuldig geweeft aan den moord van Gra.3*
(g) Uit Aanrek. van Bürgern. N. Witsen.
(h) Oiigen. Klerk , 61, 17g. (ii Zie Mieris Charterb. II. £«/, 61. 71,71, (k) II. Deel, 61. 40. |
|||||||||
_«.
|
|||||||||
y
|
|||||
XBoEK. Geschiedenissen. 71
Graave Floris den V. Man leeft aldaar,
dat die van Aemfielerdamme die geene waaren, die dier Graue Floris mettcr bant vermoorden, die <wy ut e die Lande verfwooren hadde.Doch 'm deeze leezing fchuilt een blykbaare mis- flag, die zig, voor kundigen en opmerken- den, terftond ontdekken moet. Nergens vindt men, dat de ingezetenen van Amfter- dam deel aan den moord van Graave Flo- ris gehad hebben; veel min, dat zy dit werk, met eigen hand, zouden hebben uitgevoerd; eneven weinig, dat zy daarom uit den Lande verzwooren waren. De moord des Graaven was een werk van de Edelen, niet van de Steden of van de Gemeente. Men hadt zig ook by eede verbonden (/), niet om de in- gezetenen van eenige Stad, 't welk in zig zelf ongerymd geweeft zou zyn, maar om zeker getal van Edelen uit het Land te hou- den. Gysbrecht van Amflel, een deezer Edelen, was zelfs geen Heer van Amfterdam meer, toen hy Graaf Floris hielp vangen en ombrengen. Men ziet, uit dit allos, klaar- lyk, dat Jongkheer Willem niet kan hebben willen zeggen, dat die van Amfterdam Graaf Floris vermoord hadden, en daarom ten lan- de uit ver zwoor en waren. In de uitgaave van den Heere van Mieris, zyn eenige woorden uitgelaaten, die, in ons affchrift van den Brief, bewaard zyn, en alle zwaarig- heid ophelderen. Wy leezen, dat die van Aemfielredame die ghenen -uwtfndiejannevan Aemftelle inhaelde, en die ghene die dien
graue
{l) Zit hier voor, tl. 47.
E 4
|
|||||
72 AMSTERDAMS IL Deel.
graue Florenfe meute haut vermorede, die m
nte die Landen verfivoren hadde. En hier worden de Am fierdammers niet van den moord befchiildigd; maar van het inhaalen voor eerfl van Jan van Amflel, Gysbrechts Zoon, enten anderenvan zulken, diefchuldig aan den moord geweeft, en daarom ten Lan- de uit gezwooren waren; onder welke laat- ften , volgens Beka, Gysbrecht zelf ge- weer! is.'t Schynt, dat de Heer van Mie- ris, in zyn AfTchrift van den Brief, juiffc zo als wy gelezen heeft, om dat hy,inden inhoud van den zeiven, gefield heeft, dat Amflerdam veroordeeld wordt, om bruggen en veflen te flegten, als ingehaald hebbende Jan van Aemßel, en de genen, die Graaf 'Flo- retts vermoord hadden: 't welk, in zyne uit- gaave van den brief zeiven, is overgeflaa- gen. Dat nu de Stad zulke Luiden ingelaa- ten, of ingehaald hadt, werdt haar zo duur aangerekend, dat haar „ alle haare vryhe- „ den en markten,'die zy van den Graave „ of van deszelfs Voorvaders verkreegen ,, hadden, werden afgenomen. Zy moefl, „ daarenboven , het gruitgeld dubbel be- ,, taakn: en nog behieldt, 's Graaven Zoon „ aan zig, haar te doen boeten voor 't ge- „ ne zy, jegens hem, jegens de Stad van „ Haarlem , jegens de goede luiden van „ Kennemerland en Waterland, en jegens „ andere goede luiden misdaan hadt Qri)." Aanmer- Men ziet hieruit Jigtelyk, dat Amflerdam, kingen ^oor zulk een vonnis, in veel erger ilaat
over het ° ^r ge-,
(«f) Zie in de Bylaagen op l. Deelt I. Botk% Lr. B/
|
||||
I, Boek. Geschiedenissen. 73
geraakte, dan het te vooren geweeft was. vonnis,
Ondertuffchen , geeft ons dit vonnis zelf ten na^ eenig gering licht omtrent den voorigen toe-^eje d^ Itand der Stede, welk men elders te ver- geeve^f gcefs zoeken zou. Wy moeten 'er, der- halve , nog eenige korte aanmerkingen over maaken. 1. Voor cerfl, blykt uit dit vonnis, welk
men met regt een Graaflyk vonnis noemen mag, alzo Jongkheer Willem, ten deezen tyde, 's Lands Regeering, van wege zynen Vader, Graave Jan den II., waarnam, dat Amfterdam, voor deezen tyd, vryheden en markten van den Graave of deszelfs Voor- zaaten verkreegen hadt. Maar men heeft, tot nog toe, geen blyk gevonden van eeni- ge andere vryheid, aan de Stede verleend, dan van de tolvryheid, haar, in 't jaar 1275 en in 't jaar 1291, door Graave Floris den V., gefchonken. 't Vonnis alleen leert ons, dat zy ook markten, 't zy week-, of jaar- of andere markten, gehad heeft, die haar nu, nevens alle haare andere vryheden, en der- 'halve ook met de tolvryheid, benomen wer- den. Wy. hebben tegenwoordig te weinig kennis van de omftandigheden, waarin, en van het oogmerk, waarmede dit vonnis ge- veld werdt, om van de regtvaardigheid of onregtvaardigheid van het zelve te können oordeelen. Wy weeten niet, hoe v.eel magt de ingezetenen van Amfterdam gehad heb- ben, om den intogt van Jan van Amftel en van de moorders van Graave Floris te weeren. Wy weeten, derhalve, qok niet, E 5 ho?
|
||||
74 AMSTERDAMS II. Deil.
hoe ver zy over dit innaaien te befchuldi-
gen zyn. 't Moet ons zelfs zeer vreemd voorkomen, dat Jongkheer Willem, in 't jaar 1304, zo ftreng een vonnis velt over eene Plaats, waarvan de Heerlykheid, in't jaar 1300, aan zynen Oom Guy opgedraa- gen was, en die, na deeze opdragt, keu- ren en voorregten van denzelven ontvangen hadt. 't Komt daarom by my zeer in be- denking , of men niet agten moet, dat Jongk- heer Willem, het Graaffchap van Holland, ten deezen tyde, ingewikkeld vindendein den oorlog met Brabant en Vlaanderen,om welken te voeren onder anderen geld noo- dig was , het vonnis van Amfterdam zo ftreng heeft willen Hellen, om de Plaats, die in haare eerfte opkomft was, te nood- zaaken om hem,tegen hergunning der voo- rige vryheden, eenige penningen op te fchie- ten. Wat hiervan zy, zeker is't, dat de Stad de voorige vryheden, en nog meer an- deren daartoe, eerlang, wederom gekree- gen heeft, gelyk wy beneden toonen zullen. Wat 2. Dat het ondertuflchenjongkheere Wil- Gruüe en lem om geld te doen was, blykt uit dat ge-
Gruitgeld Veelte van het vonnis, waarby aan die van geweeft amfterdam belaft wordt, het Gruitgeld dub- bel te betaalen. De Graaven van Holland vorderden, ten deezen tyde, onder andere laften, zeker Gruitgeld van 's Lands inge- zetenen , die bier brouwden, en van zulken, welker beroep brouwen was, in't byzonder. Jan van Hout, een Schryver der zes- tiende eeuwe, vermoedt, niet zonder grond, dat
|
|||||
|
|||||
I. Boek. Geschiedenissen. 75
dat het woord grute of gruite afkomftig is
van gruijen, dat is, groeijen , en zo veel betekent, als mout, zynde gerfl of ander graan, welk, eenigszins vogtig gemaakt, groeit of uitfpruit, en zo om bier van te koo- ken gebruikt wordt (»). De Graaven wa- ren van oiids gewoon, de gruit of het mout te leveren aan elk, die bier brouwde, en hiel- den 'er voorraad van, in een Grukhuis of Moutery, ten deezen einde opgeregt, wel- ke zy gewoon waren te verhuuren; gelyk duidelyk blykt uit eenen Brief van Graave Willem den III. van den zeftiendenMay des jaars 1322 (0). Doch 't fchynt, dat zy, door den tyd,ook aan byzondereperfoonen hebben toegeftaan, hun eigen mout te maa- ken, en zelfs bier met hoppe, welk duuren kon, te brouwen ( p ), mids men hun zeker regt betaalde, welk gemeenlyk gruitgeld, en ook wel kstelgruit, naar den brouwketel, waar- in de gruit werdt gekookt, genoemd werdt (q). De Amfterdammers, die, federt het jaar 1297, den Graave van Holland niet al- leen ter heirvaart plagten te volgen, maar hem ook zekere lallen te betaalen (V), vol- deeden ook dit Gruitgeld. In 't begin der zefliende eeuwe, beloofden negen brouwers, en veelligt waren 'er, ten dien tyde, geen meer in de Stad, vier ponden grooten vlaams 's jaars
(n) Dienftbouck der Stede ï„eyden , hl. 14.
(o) Zit MiEHls Charterb. II. Deel, il. J8<j.
(p) Id. ibid. H. 2j6.
. (V) f^dtMATTH.de Jure Gladü. p. 2^8,248. ejnsd. Nor. 1» Tom. ni.Anah0.2jS &feqq, BtEVSWïCK beichr. van Pel ft bl. 69<; enz. (r) Zie MiEÄis Charteib, II. Deel, H. il,
|
||||
7<5 AMSTERDAMS II. Deel.
faarsvoer de grute te zullen betaalen in Stads
KaiTe, mids dat de Regeering deGraaflyk- heid voldeede (j). 't Gruitgeld beliep, eeni- ge jaaren laater , wanneer het, door den Graave, aan de Stad verkogt werdt, een negenmanneken of deutgen op elk vat bier (f). 't Was dit regt, welk zy, in 't jaar 1304, verpligt werden dubbel op te brengen. In Mieris uitgaave van den Brief van Jongk- heere Willem, leeft men, desaangaande, voort dat men dat gruitgeld dub beid aftwevou* dig aldaer ge even zal, dat hier na Sparendam- me legghet na en maendaghe in te gane, behou- dende elke manne zyns rechts, utegenomen die van Aemßelredamme. Doch het oorfprong- kelyke van ons affchiïft was, na de woor- den geuen /al, ten minften een regel ver, onleesbaar, en dan volgden eerft de woor- den dat hiernae te Spaernedamme leghet; die ons, by gebrek van kenniffe van 't gene 'er onmiddelyk voorgaat, duilier blyven, en die ook in Mieris uitgaave geenen zin hebben. Zienze op het Sluisgeld, welk te Spaarnedam betaald werdt (u) ? of zienze op het leggen van den Spaarnedammerdyk, dien Graaf Floris, in 't jaar 1285, belaft hadt te leggen, naar de raaminge der Heem-r raaden van Rynland, die toen Heemraaden van Spaarnedamme genoemd werden (V), behouden elkes mansfyns rechts (w)? 'tLaat- ftq
(1) Groot Memoriaal'i. N. I. ƒ. zss vtrf,
(t) Handv. */. i8j- [7-] (u) Handv. van Rynl« bl. 1. (v) Ibid. h{. 7. (w) Ibid. bl. j. |
||||
h Boek. Geschiedenissen. 77
fte zou eenigen fchyn hebben, om dat men
deeze laatfte woorden ook in den Brief van JongkheerejWillem vindt. Doch wy durven hier niets befluiten. De plaats is verminkt en duifter. 3. Wy maakengeene aanmerking over't
regt, welk Jongkheer Willem zig voorbe- hieldt, om de Amfterdammers te doen boe- ten wegens 't gene zy, tegen de Haarlem- mers, Kennemers, Waterlanders en ande- ren , geoordeeld werden misdaan te hebben; om dat wy 'er, te vooren (#), reeds van hebben gewaagd. Guy van Henegouwen, Heer van Amftel- Guy van
land en Amfterdam, was, in 't jaar 1301,Hene- Biffchop van Utrecht geworden, en moeit |°^Ten' derhalve, volgens de voorwaarden, waarop gewor. hem die Heerlykheden waren opgedraagen den, blyft (3/), van toen af, afftand van dezelven ge- egter daan hebben ten behoeve van zynen Broe- *Jee2; vm der, Graave Jan den II. Doch hy deedt den AmlteK den Graave zo veel dienfl in den kryg tegen de Vlaamingen, in welken hy zelfs gevan- gen , en niet dan na verloop van eenen ge- ruimen tyd, tegen den Zoon des Graaven van Vlaanderen , uitgewhTeld werdt ; dat Graaf Jan hierdoor fchynt bewoogen gewor den te zyn, om Guy in 't bezit der Heer lykheid van Amftel te laaten. Maar toen Willem de III., in Auguftus des jaars 1304, Graaf geworden was, fchynt hierin eenige verandering gekomen te zyn. De Graaf werdt,
|
||||||
(x) I. Deel, I. Boek , tl.
(y) Zit hier voor, bl, «. |
||||||
m
|
||||||
78 AMSTERDAMS TL Drei.
werdt, zo 't ons voorkomt, bedugt, dat
Biflchop Guy de Heerlykheid van Ämftel, die van ouds tot het Stigt behoord hadt, voortaan , als Biflchop, en niet meer uit hoofde der gifte vanGraaveJan den II. zou willen blyven bezitten; waardoor hy van het regt, om, ten minfte na Guys dood, we- derom in 't bezit der Heerlykheid te tree- I3°9' den , verfteken geweeft zou zyn. En de Biflchop fchynt hem hieromtrent niet te heb- ben können geruft flellen, dan door het ver- leenen van eenen Brief, die nog voorhan- den, en den negenentwintigften Juny des jaars 1309 gedagtekend is. De Biflchop verklaart, in den zelven „ dat hy de Heer- „ lykheid van Amftel niet hieldt, uit hoof- „ de van zyn Bisdom van Utrecht; maar „ eeniglyk uit hoofde der gifte van zynen „ Broeder, Graave Jan den II. hem, eer hy „ Biflchop van Utrecht werdt, gedaan (z)" Op deezen voet, liet Graaf Willem de III. Biflchop Guy in 't bezit der Heerlykheid van Amftel. Hy ftaat Doch 't leedt niet lang, of daar viel iets deeze1 voor' * we^ Graaf Willem, eerder dan men Heerlyk- verwagt zou hebben, treeden deedt in'tbe- heid,tenzit deezer Heerlykheid. De aanhoudende behoeve beweegingen der Stellingwerver Friezen had- yenwifa"^en Biflchop Guy aangezet, om, ter hunner lern den beteugelinge, een Slot op te werpen te Vol- III. lenhove. Voor dit Slot, floegen de Stelling- wervers het beleg. Doch Graaf Willem, om byfland aangezogt door zynen Oom, be- fchreef
(?) Zit MjEuii Ckaitcti). II. Dtel, il. U.
|
||||||
..,-..
|
||||||
I.Boek. Geschiedenissen. 79
fchreef Heirvaart in Holland, Hak de Zui-
derzee over met een Leger, en noodzaakte de Friezen tot het opbreeken van 't beleg; waarop eerlang een Verdrag volgde (a). De i*ut dienft, dien Graaf Willem, ter deezer ge- legenheid , deedt, was BifTchop Guy zo veel waardig, dat hy hem, of eer, of kort na dat dezelve gedaan was, by eenen brief van den elfden Ö&ober des jaars 1311, onder andere goederen, alle de inkomftenvanden Lande van Amftel opdroeg, alle inwooners van den gemeldenLande ontbiedende,^^ hem ghehorich ende onderdankh zouden ßen al- fe haren Here>, tot alle finen ghebode ende wil- le, met beding dat hy alles zo lang bezitten zou, tot dat het Bisdom hem de kollen, in den Friefchen oorlog gemaakt, volkomen- lyk voldaan zou hebben (£). Op deezewyze, kwam Willem de III. wederom in'tbe. zit der Heerlykheid van AmftellandenAm- fterdam, die, in 't jaar 1300, aan Guy, te- genwoordig Bilïchop van Utrecht, opgedraa- gen geweeft was. Ondertuffchen, was, ten deezen tyde, nog Die de-
niet klaarlyk beflift, of de Graaf van Hol- zelve land de Heerlykheid van Amftel niet nog ter ?°s tcr leen bleef houden van het Bisdom van U- fieldt trecht. Immers Graaf Willem de V. ver-van den klaarde, in de jaaren 1351 en 1356, dat hy Utrecht« deeze Heerlykheid nog op den zelfden voet |[che? van 't Stigt houden wilde, als zy, door de toc ' laatfte Heeren van Amftel, bezeten geweeft was;
(1) Bek/v in Guldone p, 107, toj.
(*) ZU Mieris cUaitérb. II. Dttlt hl. \x\.
|
|||||
.
|
|||||
8g AMSTERDAMS II. Dm.
was; gelyk wy, in 't vervolg deezer Hiflo-
rie, zien zullen. Eenige oude Schryvers
hebben aangetekend, dat Willem de III.,
eerft na de dood van Biflchop Guy, die op
den negenentwintigften May des jaars 1317
voorviel, in 't bezit tradt der Heerlykheid
van Amftel (c); doch 't is ten hoogften waar*
fchynlyk, dat hyze, al terftond na de opj
dragt des jaars 1311, bezeten zal hebben.
Een ige Willem de III. was nog niet veele jaaren
ballin- in 't bezit deezer Heerlykheid geweefl, of
gen kee- eenigen, die, ter gelegenheid van den moord
ï6!1 !n 1 van Graave Floris, uit den Lande van Am-
jLand van ., , , ~, c Amftel ftel voorvlugtig geweelt waren, zogten naar
weder, middel, om veiliglyk derwaards weder te keeren. En't gelukte hun, eerlang, den Graaf te beweegen, om hun zulks te ver- 1321. oorlooven. Hy magtigde, op den agten- entwintigften April des jaars 13 21, Jakob, Biflchop van Zuden, in 't Eiland Creta, Si- mon van Benthem en Gerard vart Raap- hórft , Ridders, en Engel brecht, zynen Rentmeefter in den Haage, om met de bal- lingen te handelen over de voorwaarden , waarop zy zig met den Graave verzoenen, en voortaan veiliglyk in 't Land van Amftel verblyven zouden können (d). En 't is ten hoogften waarfchynlyk , dat verfcheiden' zig van deeze gelegenheid bediend zullen hebben, en federt in hun Vaderland weder- gekeerd zullen zyn. Staat der ^n wat ^aat» Amfterdam zig, omtrent dee-
(e) BEKA in Guidoue p. 109. VELDENAAR hl. 75.
(dj Zit MIK RIS Charterb. II, Deel, Irl. 23 j. |
|||||
-
|
|||||
I, Boek* Geschiedenissen. 8i
deezen tyd, bevondt, hebben wy, in 't Stad Am«
eerfle Boek van't eerfle Deel, kortelykonder- fterdara, zogt. 'De Plaats hadt, naar 't fchynt, in't te£ "^ jaar 1300 of 1301, Stads regten verkree*zcn y ' gen van Heere Guy. Doch haare vryhe- den en markten waren haar, in 't jaar 1304, benomen: haare bruggen werden afgebro- ken, en haare wallen geilegt, in 't zelfde jaar. Hoe lang zy haare Vryhedeny heeft moeten miffen, is my tot hiertoe nergens klaarlyk gebleeken. Zy is egter,ongetwy- t$$$, feld voor 't jaar 1323, eenigszins verzoend geweeft met Graavc Willem den III., die, in eenen Brief van den eerflen Auguftus des gemelden jaars, beveelt, het Oofterfch en Stigtfch bier, welk in zynen Lande gevoerd werdt, in eene der twee Steden, Medenbück of Amfielredamme, te komen vertollen (e): uit welken Brief niet alleen op te maaken is, dat de buitenlandfche handel, ten dee- zen tyde, begon toe te neemen te Amfter- dam; maar ook, dat de Graaf de Plaats wel wilde begunfligen met den ontvangft van zynen tol: 't welk overal, waar het Ooit gefchiedde ,neeiïng ert vertiering plagt aan te brengen. Men merke hier ook, in 't voorbygaan, aan, dat de Graaf Amfter- dam eene Stad noemt. Ook leeft men, in eenen anderen zyner brieven van den jaare 133Ó, reeds in 't eerfle Boek van 't eerfle Deel (ƒ ), aangehaald, van der porte, dat is,
(e) MiERts Chanerb. II. Deel, bl. jiï»
(ƒ) BUdz. 29. II- Stuk, F
|
||||
82 AMSTERDAMS IL Deel.
is, de Stad van demflelredamme. 't Een en
't ander toont klaarlyk, niet alleen dat Am- fterdam, niet eerft in 't jaar 1342, gelyk in 't gemeen geloofd wordt, voor eene Stad erkend geweefl is; maar ook, van Willem den III. eenige Privilegien ontvangen heeft, die niet in de uitgegeven' Handveflen ge- plaatft, en daarom aan onze Befchryvers van Amfterdam onbekend geweefl zyn (g). 't Is,' wyders, ten hoogde waarfchynlyk, dat die van Amfterdam ook geweefl zyn onder de ingezetenen van Amflelland, die, in't jaar 1332, of wat eerder, onder be- leid van Willem Kufer, Baljuw van Ryn- land, het Slot te Hageftein, waaruit de Slotvoogd Henrik het Stigt van Utrecht veel overlafl plagt aan te doen , ten be- hoeve van Graave Willem den III., hiel- pen bemagtigen (h). Haare De Stad was nu zo zeer aangenomen Kerfpcl- jn getai van Huizen en ingezetenen , dat
kei\ haare Kerk, in 't jaar 1334, verklaard van de werdt voor eene Kerfpelkerk op zig zei»- Kerk van ve ; daar de ingezetenen der Stede , nog Ouder- in 't jaar 1323 , tot het Kerfpel van Ou- An^eI. der Amflel of Ouderkerk behoord hadden denC ver- (0- Nogtans blykt niet, dat zy tegenwoor- klaard. dig nog in eenige Staatshandelingen ge- 1334. kend , of tot bekragtiging van Graaflyke Verdragen geroepen werdt; gelyk, ten dee- zen tyde, van de Steden Dordrecht > Haar- lem, (g) Lk Long hl. 189 enz.
(h) Beka in Joanne III. ƒ>. 114.
(ij Zifi MiiAis Ciurteib. U. Dttl, hl, 504, J6*.
|
|||||
*
|
|||||
I. Boek, GesgiïiëdènissèïI. gg
lern, Delft en Leiden aangetekend is (£)4
Doch daar verliepen maar weinige jaaren, of Amfterdam werdt onder de goede Ste- den van Holland geteld, in gewigtige Graaf- lyke handelingen gekend, en ter gemeene Dagvaarten befchreeven; gelyk wy, in 'C volgende Boek, zien zullen. ■ (k) Voiez p. d'Oudegherst Chron. de Flandres C&t
CXL1X. ƒ. a*6 verf. |
||||
84 AMSTERDAMS II. Deel.
feu» B Y L A A G E
Lr. A.
op het IL Deel, I. Boek.
LV A. Keizer Fredrik de I. beflift het gefchil
tuflchen de Kanonniken van S. Maria te U- trecht , en Egbert van Amftel, in 't jaar ii 56. Ex Copia,qua2 fervatur in Scriniis Majoris
Ecclefiaj Trajeclinas. In nomine fanSta & individua Trinitatis Amen.
Ego Fredericus Dei gratia Romanorum Im- perator Auguflus notum facio tam pofteris quam prafentibus , quomodo contentionem , qua inter fratres noflros Canonicos videlicet Beata Maria ^Engbertüm Minifterialem Beati Marti- ni fuerat, abfciderimus, Q? quomodo eorum que- rimoniam, qua cor am nobis mota efl« prudenti principum confilio terminaverimus. Cum enim di&i fratres cum ipforum Advocato, Henrico vi- delicet Comité de Ge/re, cor am nobis conquereren- tur, quod idem Engbertus quorumdam novalium juflitiam , cenfum , decimas , quas coram Her- berto bona memoria Epifcopo eis recognoverat, iterum invafijfet, &"ad hocprobandum tefles ido- neos produxiffent, ipfe artatus difpenfationem tandem ceflït, & ea, de quibus fratres conquere- hantur, tam Ecclefia quam Advocato £f fratri- bus coram nobis refignavit. Sed, nihilominus or- ta contentione de latitudine terminorum, princi- pum confilio <2f utriusque partis confenfu pruden- tes regionis illius viros Walterum videlicet de A9 Alberonem de A, Henricum de Londerfloethe , *l Alar- |
||||
I. Boek. Geschiedenissen. 85
Alardum Culteïl facramento confirinximus, ut ac- jjYlaa-
ceptis judiciis ficut fcirent, vel ficut perfcrutari a GE.' veracioribus terra pojfent fub attefiatione juris ju- Lr, a. randi fui eos veraciter fegueßrando difcemerent. Idem ad nos reverfi conteflaü funt, a Brunthe- ßoithe fratrum ejfe omnem decimam nova terra ufque ad terram Wilhelm de Vel f en & do mum Walteri & ad valium quod Dyck vocatur, ex- cepto uno Voirlant menfurato brevi vir ga, vir ga undecim pedum. A terra vero Wilhelmi & domo Walteri ufque ad Hurfceldrecht & ad terminum Wifepe & contra flumen ufque ad loca, tibi funt curvatura, quas Kui vocant. Übt vero hac non funt, ad menfuram dicla prius Voirlant , deci- mam fratrum ejfe conteflaü funt. Decimam e- tiam earum terrarum, qua Retfelt vocantur £f jufiitiam & cenfum ibidem fratrum ejfe contef- tati funt. Item ex altera parte fluminis ab Am- ne Sidubbinde ad lacum qui dicitur Vuermere jufiitiam £P cenfum, £f in Curtevenne jufiitiam &f cenCéfm &? omnem decimam Ecckfia ejfe con- té fiati funt. Hac itaque omnia Ecclefia £ƒ fratri- hus auBoritate noflra firmavimus, éf ne quis in- pofierum infringere prafumat , hac pagina, fi- gilli noßri imprejfione roborata ,prohibuimus. Ce- tera vero , qua adhuc de ecclefia B. Maria , fratribus contradicentibus, prefumptuofe &f con~ tumaciter retinet, judicio epifcopi difcutienda relinquimus. AEta funt hac Trajecli anno Do- minica incarnatioms millefimo centefimo quinqua- gefimo fexto, anno regni noflri quinto, imperii primo , principibus tefiibus Arnoldo Venerabili Colonienfi Arcbiepifcopo Henrico Leodienfi Epif- copo, Godefrido Trajeclenfi ele&o, Comitïbus Hen- rico de Gbelre, Theodrico de Hollant, Theodri- C9 de Cleve% |
|||||||
F 3 VER-
|
|||||||
_
|
|||||||
"
|
|||||||
%6 AMSTERDAMS II.Deèl.
VERTAAL ING Van den voorßaanden Brief,
„ Tn den naam der heilige en onverdeelde
>i 1 Drie-eenheid, Amen. Tk Fred rik, „ door Gods genade, Roomfch Keizer, Ver- „ meerderaar des Ryks , doe kond beide aan „ nakomelingen en tydgenooten , dat wy den „ twift, die, tuflehen onze broeders, de Ra- ,, nonniken van S. Maria, en Engbertus, „ Dienflman van S. Maarten, geweeft is, be- ,, flegt, en de klagte, diezy voor ons hebben „ gebragt , by wyzen raade onzer Vorften, „ ter neder gelegd hebben. Want naardien „ de gemelde Broeders , met hunnen Advo- ,, kaat , Henrik , Graaf van Gelder, aan ons „ geklaagd hadden , dat gemelde Éijgbertus ,, zig, op nieuws , hadt toegeëigend net regt ,, van eenige napalen * cynzen en tienden, wel- „ ken hy , voor BiiTchop Herbert goeder ge- ,, dagteniiïe, erkend hadt, hun top te bchoo- „ ren ; en zy, ten bewyze hiervan, wettige 5, getuigen hadden bygebragt; zo ishy ten laatfte „ genoodzaakt geworden, het [aangenomen]] ,, bewind af te ftaan , en alles, waarover de „ broeders geklaagd hadden , aan de Kerk , „ aan den Advokaat, en aan de broeders, in „ onze tegenwoordigheid , over te geeven, „ Doch, alzo 'er, daarenboven , gefchil ont- „ ftaan is , over de uitgeflrektheid der gren- „ zen, zo hebben wy, by raade derVorften, J5 en met tocflemming van beide de partyen, „ de voorzienige mannen van die LandftreeJc, ,. Wouter van der A, Albrecht van der A, „ Henrik van Londerßoetbe , en Alard Cuïtell 3, by eede doen belooven , dat zy, op ge- „ daan
|
||||||||
Bylaa-
GE.
L. A,
|
||||||||
'i
|
||||||||
.
|
||||||||
I. Boek. Geschiedenissen. 87
„ daan onderzoek , naar hunne belle kennis, Bylaa-
„ en naarfpooring by de eerlykfle Landzaa-GE. „ ten, die zy onder eede zouden moeten hoo- Lr. A. „ ren, de grenzen regelen zouden. En dee- „ zen, tot ons zynde wedergekeerd , hebben „ verklaard, dat de gantfche tienden van het „ nieuwe Land, van Brunthefloitbe af, tot j, aan het Land van Willem van Velzen, het ,, huis van Wouter , en den Dyk toe, den ,, broederen toebehoort, een fluk Voorlands, ,, gemeeten met de korte roede van elf voe- ,, ten , uitgenomen. Voorts , van het Land „ van Willem en het huis van Wouter af tot „ aan Hurfceldrecht en de banne van Wife- „ pe, en tot tegen den flroom [de Vegt] tot s, aan de plaats, daar de kromten zyn, Kut „ [of het Keuijenland~] geheeten : en daar die ,, kromten niet zyn , hebben zy verklaard , ,, dat de tienden, volgens de maat van 't ge- „ melde Voorland, den broederen toekomen. „ Ook hebben zy verklaard , dat de tienden j, der Landeryen , Ret feit [Rietveld] ge- „ naamd , en de geregtigheid en cyns aldaar „ den broederen toekomen. Voorts, hebben „ zy verklaard, dat, aan de andere zyde van „ den flroom , van het water Sidvvinde af, „ tot aan de Meer , die Vuermere genaamd 3, wordt, de geregtigheid en cyns, en in Cur- „ tevenne de geregtigheid, de cyns en de ge- „ heele tienden der Kerke toebehooren. Wy „ hebben, derhalve, de Kerk en de broeders, j, door ons gezag, in dit alles bevefligd, en 3, op dat niemant zig vermeete hierin, na dee- „ zen , eenige inbreuk te doen, hebben wy „ bevolen, dit gefchrift met ons zegel te be- j, kragtigen. Het overige, welk hy [Engber- s, tus] van de Kerk van S. Maria, tegen den ,, wil der broederen, hoogmoediglyk en hard- n nekkiglyk, onder zig houdt, fieïlen wy ter F 4 „ be-
|
||||
88 AMSTERDAMS Gesch. II. Deel.
|
|||||||||||||||||||
Bylaa- 55 befliflïng van de Biflchoppelyke regtbank.
r,E. » Gedaan te Utrecht, in 't jaar van des Hee- 1/. 4. a ren Menfchwordinge duizend, eenhonderd,
„ zes en vyftig , in 't vyfde jaar onzer Ko- „ ningklyke, en in het eerfte onzer Keizerly- 3, ke Hegeeringe, in tegenwoordigheid deezer ,, Vorftelyke getuigen , de eerwaardigen Ar- ?, nold, Aartsbiffchop van Keulen Henrik, Bis- „ fchop van Luik, Godefrid, ver koor en Biffchop |
|||||||||||||||||||
5>
|
van Utrecht , en de Graaven Henrik van
|
||||||||||||||||||
Ghelre , Dirk van Hollant, en Dirk van
|
|||||||||||||||||||
Qeve.
|
|||||||||||||||||||
"
|
|||||||||||||||||||
XJit een Affchrift, welk in de Archiven der
Domkerke van Utrecht bewaard wordt. |
|||||||||||||||||||
>
|
|||||||||||||||||||
TWEE
|
|||||||||||||||||||
w
|
|||||||||||||||||||
89
TWEEDE DEEL. GESCHIEDENISSEN
VAN
AMSTERDAM.
TWEEDE BOEK.
Amsterdams Geschiedenissen,
van''t jaar 1339 tot het jaar 1401. Niet lang na dat Graaf Willem de III., Verzoe-
die injuny desjaars 1337overleedt, "ing van door zynen Zoon, Graave Willem den""' IV,, opgevolgd was, viel 'er, in Amflel- i^'aJ? land, een doodflag voor, zonder dat men ftelland. weet by welke gelegenheid. De nederge- 1339. flaagen was Dieric Frederics /oen , en de fchuldigen aan den manflag waren Baerde Hoeft [of Hooft] en Vedeke Ghyerlofs fine. De manflag werdt, naar het gebruik dier ty* den , en na den rechte van Aemßelreland, op laft van den Graave, door eenige Ede- len, onder welken ook was Gherard van Heemskercke, Bailiu van Aemflerland, ver- zoend , op de volgende voorwaarden: „ Baer« „ de Hoeft en Vedeke werden ten Lande uit 3» gebannen. Hunne onfchuldige maagen „ moeiten, in drie termynen, tot Aemflel* „ redam, betaalen honden ende tfeflig pond „ Hollands ; van welken , tagtig ponden ,, onder de maagen van den nedergeflaagen F 5 » ver-
|
||||||
5>o AMSTERDAMS II. Deel.
„ verdeeld werden. De Vader kreeg XX. „ pond: de overige maagen,£erc voerfoene,XV. „ pond, die zy onderling deelen moeiten, „ of die , zo zy eikanderen, niet mogten „ können verflaan, door den Baljuw en ee- „ nigen hunner, naar zyn welgevallen te „ kiezen, gedeeld moeften worden, mids „ 'er veertig fchellingen Hollandfch van wer- „ den uitgekeerd aan een Keefs- oïBaftaard- „ kind van den nedergeflaagen. Het zelfde „ Baflaardkind kreeg, daarenboven, kos- „ teloos, voor fine erfzoene, XX. pond, en „ de overige XXV. pond werden, als maech- 3y zoene, onder de maagen, verdeeld. Uit „ de andere tagtig pond , werden VIII. „ pond uitgekeerd aan Hanneken Felyensz, „ die, zo 't fchynt, in 't gevegt, gekwetft „ geworden was, vor fine fmerte. De Graaf , „ kreeg XXV. pond, om dat die doitfiag in „ finen Lande van Aemflel ghefchiede. Hy „ deelde, daarenboven, XXXV. pond met „ Jan Perfyn van Velfen, Her e van Water- „ land, eenen der Edelen, die de uitfpraak „ gedaan hadden. De overige XII. pond „ werden, naar 't goedvinden dier Edelen, „ verdeeld. De maagen der fchuldigen „ moeiten, wyders, op den middelften ter- „ myn van den betaaltyd , overveede of oir- „ veede doen ," dat is, plegtiglyk zwee- ren, dat zy nimmer iemant, ter oorzaake vandeeze uitfpraak,eenig leed zouden aan- brengen (a). „ Op den laatilen termyn, „ moes-
fa) L ff- Saron. Th. II. Leg. $■ Longohard. Tit. XXX. Lt£. S. yidlnd. b" $• SICCAMA ai Ltg. Frifion. p.ii$. |
||||||
II. Boek. Geschiedenissen. 91
„ moeften zy,naar 's Lands gebruik, voet- „ val doen met vyftig man, dat is, God en „ 't Geregt plegtiglyk om vergiffenis bid- „ den. De ballingen mogten nergens ge- „ huisd noch gehoofd worden. De huizen „ in Waterland, daar zy zig onthielden , „ mogten vryelyk, by nagt en by dage, „ omringd, en daarna door den Regter be- „ zogt worden, zonder dat 'er zig iemant »,. tegen Verzetten mögt." Al het welke om- ftandiger te vinden is in den Zoenbrief zel- ven, die, den vierden July des jaars 1339 , te Monikendam, gedagtekend is (b). Wy hebben 'er wel zo veel uit willen aannaaien, om dat 'er uit blykt, welk ecne wyze van regtpleegen men, van ouds, in Amitelland en te Amfterdam, in geval van doodflag, plagt te houden. Wat laater, in 't zelfde jaar, werdt'er, GefcMi
door 's Graaven Raaden, Jan van Pofowe» tufl(Jen en Jan van SaJJenheim, op 's Graaven naam, ^ ee^ nog een ander gefchil afgedaan, welk, tus- siooten fchen der poirteof Stad vanAemßelredamme bygelcgd. en die van Slooten, ontdaan was. De Ara- fterdammers, die, met het toeneemen van hunnen Koophandel, ook hun vermogen za- gen aanwailen, waren, ten deezen tyde, reeds bezitters van eenige Landeryen, in het Ambagt van Slooten gelegen. Van deeze Landeryen begeerden zy mindere laften te betaalen, dan die van Slooten oordeelden dat zy fchuldig waren. Hieruit wasdetwiil ontdaan, die 's Graaven Raaden, den twee- den (b) Zie mieris Chsnerb. II. Deel. hl. 6zi.
|
||||
ai AMSTERDAMS II.Deel.
den December des jaars 1339, in deezer ■
voege, afdeeden ,, dat de Amfterdammers „ van alle Landen, die zy in den Ban van „ Slooten reeds bezaten, of na deeze ver- „ krygen mogten, zo veel dyk-, dam- , „ weg-, watering- en fluisgeld betaalen zou- 3, den,als de andere Landen aldaar betaal- „ den." Ford, ftäat 'er wyders, in deuit- fpraak, füllen fi ghelden met boren lande, ghe- liken dien van Sloten ^onfe rechte jairfcotybot- tinghe, ende onfe rechte hergvaird (c): welke woorden eenige opheldering noodig hebben. Aanmer- De Graaven van Holland vorderden van kingep hunne onderzaaten zekere fchatting in geld, Graav- en ze^eren Krygsdienft, in geval van oor- Schot l°ge- ^e fchatting in geld ftaat, in oude flukken, bekend onder de naamen van Schot en van Bottingen: de krygsdienft, onder den naam van Heirvaart. Scbot, welk zo veel is üsfchat of fchatting, en daarom, fom- tyds, met het woord fchat, verwiffeld wordt (d), was eene jaarlykfche belading op per- foonen en goederen, en werdt, onder ande- ren, geheeven in Kennemerland (e), waar- onder Slooten gelegen was: waarom niet vreemd is, dat de Amfterdammers ook van hnnne Landeryen in den Ban van Slooten de rechte of gewoonlyke jairfcot moeften op- brengen. Het hoogfte fchot, waarop de perfoonen gefield waren, fchynt, in Kenne- rn er- ft) Zie MiF.Ris Charterb. II. Deel, bl. 639. Handv, van Kcnncmcrl. bl. 750. (d) Zh Handv. van Kennemerl. hl. 40.
(ej Handv. van Kennemerl. bl. 6, 44» 741 > 8 31.
|
||||
II. Boek. Geschiedenissen. 93
merland, tien pond beloopen te hebben (ƒ). De Vorften uit den Ham van Karel den Groo- ten van welken de oudfte Graaven van Holland hun gezag ontleend hebben, plag- ten dit fcbot reeds, hier te Lande, te hel- fen; doch zy hadden'er't Stigt van Utrecht, al in de negende eeuwe, van vry verklaard (e) • weshalve niet te vermoeden is , dat Amftelland en Amflerdam aan het zelve onderhevig geweefl zullen zyn, voor dat zy onder 't gebied der Graaven van Hol- land kwamen. En na dien tyd, fchynt men, ten minden in Amflerdam > de Graaflyke in- komften, onder den naam van Jaarfchot, onder verfcheiden' andere naamen, en ook onder dien van Bottingen en Beden te hebben opgebragt. De naam van Bottingen is van Bottin- onzekere betekenis: want dien, met foinmi- gen» gen af te leiden van het Bod, welk de Ste- den'op 's Graaven k<fcdeeden, heeft te minder fchyns, om dat de gewoonlyke Bot- tineen, niet in gevolge van zeker Bid, welk men verhoogen of verhagen kon; maar, in gevolge van eene vaftgeftelde fchikking , werden opgebragt, gelyk wy terftond zien zullen In eene Handvefl der Stad Leiden van dènjaare 1266, wordt,voor het woord Bottinghe, het Baftaard-Latynfch woord Caligia of Collega gefield (£); t welkfihat- jiiur of belafiing betekende (i): en dierge- lyken zin hadt ook het woord Bot, van J ouds, (f) Handv. van Kennemerl. */. 6.
(g) Diplom, ap. HEDAM p. 4J » •>• , _ , ,.
{h) Zie jan van Hout Dienftb. der Stede Leyden,*/. 9. (i) Vïit Du CANGE Vott CALLÏGA.
|
|||||
«
|
|||||
94 AMSTERDAMS II. Deel.
OLids , in 't Anglo-Saxifch (T); waarvan,
veelligt, by onze Voorouders, zo wel Bot' tinge als Boete\ gemaakt is. Doch wat ook van de waare betekenis deezes woords zyn moge; de Graaven vorderden gewoonlyke Bottingen en Beden, die jaarlyks (7), of om de drie jaaren, betaald werden. Ook werden- ze buiten gewoon opgebragt, wanneer de Graaf, of zyn Zoon of Dogter, Broeder of Zufter trouwden; wanneer hy of zyn Zoon of Broeder Ridder werden; en wanneer hy ten Keizerlyken Hove trok. De grootheid der Bottinge was by de Handveften bepaald; doch beliep, in alle Steden, niet evenveel. De burgers van Leiden moeften, by voor- beeld, om het derde jaar, maar drie pon- den vyf fchellingen, voor gewoone Bottin* gen, opbrengen, en, in leder der andere genoemde buitengewoone gevallen , tien ponden Hollandfch Qn). Die van Haarlem betaalden , daarentegen , jaarlyks twintig pond; doch in de andere genoemde buiten* gewoone gevallen, gaven zy, zo dezelven den Graaf in perfoon betroffen, twintig, an- ders maar vyftien pond (n). Maar die van Rotterdam moeflen, zo wel in alle de bui- tengewoone gevallen, als jaarlyks, twintig pond geeven (o). De Kennemers zaten, ge- lyk die van Leiden, twee jaaren vry van Botüngen (p); doch hoe veel zy in het der- de (k) 'Vtii Du CANGE Vit et BOT.
(I) Mieris Charterb. II. Deel, bl. S39.
(m) Mieris Charterb. 1. Deely bl. 344.
(nj Privil. van Haar!, bl. ig.
(o) Zit Mieris Charterb. II. Deel, bl, «39.
(^j Handy, van Kcnnemeil. H. +j.
|
||||
i
II. Boek. . Geschiedenissen. 95
de jaar moeden opbrengen, vind ik nergens gemeld. Ook weet ik niet, wat Amfter- dam, 't zy jaarlyks, of om de drie jaaren, aan Botti?igen opbrengen moeft: 't welk ten minften, uit hoofde der Landeryen inSloo- ten gelegen, niet meer geweeft zal zyn, dan men in Kennemerland plagt tegeeven. Doch 't blykt, uit een en Brief van Graave Willem den IV. van den jaare 1342,waar- van wy terftond nader zullen moeten han- delen , dat de Graaven, ook van de Stad op zig zelve, Bottinge heften. Soo waer dat der Poorter goet gheïegen is , leeft men in dien Brief, dat en f al nerghens ongelt gelden dan binnen Amflelredamme, anders dan onfe Jaerfchot, bockinghe, [lees, vooral, bottiU' ghe, gelyk fommigen (#), te regt,gelezen hebben] zwynbede [waarfchynlyk, een regt op de Zwynen, die, ten deezen tyde, in en om Amfterdam, gemefl werden] wederbede [een diergelyk regt op de Weder s, we eren of Fchaapen (r)], ende diergelycke Dyck-, Dam-, JVegh-, Wetering- ende Sluysgelt (.r). Men ziet, uit deeze woorden, dat de Stad Am- fterdam den Graave geene andere fchatting fchuldig was, dan het bepaalde Jaarfchot, de Bottinge en andere bekende regten. En zo was 't ook gelegen met de andere Hol- landfche Steden. Ten opzigte van Leiden, by voorbeeld, hadt Graaf Floris de V., in de aangehaalde Handvefr. van't jaar 1266*, reeds verklaard „ dat die Stad niet verpligt „ zou
(q) Mieris Chatterb. II. Deel, hl. 669-
(r) Zn KiLiANi Diftion. Etyiu. op war i. e. vitdtr.
(O Haadv. *;. u. [3]
|
||||
o6 AMSTERDAMS II. Deel,
„ zou zyn, hem of iemant eenige andere
„ /chatting op te brengen dan de driejaari- „ ge en buitengewoon e Bottinge (f)", van welke wy, zo even, gefproken hebben De Graaven vorderden, 't is waar, naargelang dat zy zig dieper inwikkelden in uitheem- fche oorlogen, door den tyd, zwaarder Be- den van de Steden; doch 't ftondt aan dee- zen, in dezelven te bewilligen, of niet: 't welk, uit het vervolg deezer Hiftorie, by verfcheiden' gelegenheden , klaarlyk bly- en Heir- ^en zal* ^och ^e van Amflelland, en ge-
vaart, volgelyk ook die van Amfterdam dienden den Graave, reeds voor 't jaar 1300, in heervaarden; gelyk,uit eenen Brief van Guy van Henegouwen van den dertienden May des gemelden jaars, klaarlyk af te neemen is (w). De Kennemers lagen onder dezelf- de verpligting (V). 't Was dan geen won- der , dat de Amfterdammeré, wegens hun- ne Landeryen, onder Slooten gelegen , in den Brief, welken wy onderzoeken . verpligt werden, den Graave, in zyne rechte here- vaird, te ghelden. Toen de Graaven hier te Lande nog van de Frankifche Koningen afhingen, werden zy, by derzelver Wet- ten , verbonden, 's Konings Leenmannen, die in hun Graaffchap woonden, en alle de Ridders, by 't ontftaan van eenen oorlog, ter Heirvaart te befchryven. De onedelen, f gemeenen werden ook verpligt, een ze- ker (/) ifit van Hout Dienftb. */. 9. Mieris Chartert).
I. Deel, bl. 344. (u) Zie Mieris Charterb. II. Deel, bl. 11. (v) Handy, van Kennemeil. bl. 43, {7. |
||||||
e
|
||||||
I
|
||||||
II. Boek. Geschiedenissen. 97
ker getal van manfchap te leveren, welk, fomtyds, op een van de zeven bepaald werdt (w). En toen de Graaven zig, na- derhand , genoegzaam ontflaagen hadden van de afhangkelykheid van uitheemfche Vorften, bedienden zy zig van het zelfde regt, om de Edelen en Steden terHeirvaart te befchryven. Het getal der manfchap, welke de Steden leveren moeiten, was, by de oude Handveften , bepaald. Haarlem moeft, by voorbeeld, vierenzeftig man te velde brengen (V); Leiden maar vyfentwin- tig man (y); Rotterdam , insgelyks, een kogge van vyfentwintig man (2), ende an- dere Steden naar evenredigheid. Doch hoe veel manfchap Amfterdam te velde bren- gen moeft, is my nergens klaarlyk geblee- ken. Alleenlyk weet ik, dat, by de Hand- veft van Graave Willem den IV. van den jaare 1342, gevorderd werdt, dat de Am- fterdammers den Graave dienden tot zyner wille, naer hare macht Qa); en dat 'er, in 'c jaar 1405, tot denArkelfchen oorlog,hon- derd en twintig gewapenden van de Stad gevorderd werden. Doch toen moeft Haar- lem tweehonderd envyftig, en Leiden twee- honderd man leveren (b): waaruit blykt', dat de Graaf de paaien reeds te buitenging, die by de oude Handveften gefield waren; in
(w) Capit., Reg. Franc. Tom. I. c. 459. Edir. BAluzH.
(x) Privil. van Haarl. bl. 19.
(y) Zit VAN HOUT */. 9.
(z) Mieris Charterb. II. Deel, bl, 619-
(a) Handv. bl. ij. [3.]
(b) Zie Mif.au Charterb. IV. Deel, bl. ij.
II. Stuk. G
|
||||
o8 AMSTERDAMS IL Deel.
in welke gevallen, de Steden niet gehou-
den waren , aan 's Graaven eifch te vol- doen , en hy 't voor een e gunft rekenen moeft, wanneer zy 't egter deeden. De in- gezetenen deezer Landen waren, wyders, oudtyds, niet verpligt, buiten hunne Land- paalen ter heirvaart te trekken. Hiervan kwam de gewoonte om 's morgens uit te trekken, en 's avonds wederom t'huis te zyn. MelisStoke gewaagt hiervan duidelyk, met opzigt pp de Friezen, zeggende (c), Macr jeghen nacht ginghen fl fcaven
Die Vriefen weder te haren wiven: Want hare Jede nes niet dat bliven Bi nachte felden of nimmer me e , Van haren hufe, wien lief of wee. En 't wordt beveiligd in de oude Friefche
Regten (d), die dus fpreeken: It is riucht dat dy frie Frefa oen nen .heerferd thoer for f ara dan mïtta ehha wt, ende mitta floed op. En wat verder wordt hun vergund, dat fe neen heerferd fordera folgia wolden enich Hera dan aefier toda wifere ende wefler toe da flee, wt mitta ebba, ende op mitta floed: van wel- ke woorden de zin is „ dat de vrye Friezen „ niet gehouden waren, eenigen Heere ver- 3, der ter Heirvaart te volgen, dan ooft- „ waards tot aan de Wezer, en weftwaards 3, tot aan 't Vlie, uittrekkende met de ebbe, „ en te rug keerende met den vloed." 't Is waar, dat onze Landsluiden , in laater tyd,
(e) In Dirk den VI. bl. 44.
(d) £y C. Schotanus Befchr. van Fxicsl, R<fi) jj.
|
|||||
f
|
|||||
ÏI.Boek. Geschiedenissen. 99
tyd, dikwils verder trokken, en langer uitblee-
ven (Y): doch dan weekenze af van hunne gewoonte, om den Graave te believen, die 'er hun dikwils byzondere gunftcn voor toe- ftondt, gelyk wy, in 't vervolg, met opzigt op Amfterdam, toonen zullen. Eindelyk, waren de ingezetenen deezer landen, oud- tyds, niet verpligt , den Graaf op hunne eigene koften in den kryg te dienen. M e- lis Stoke tekent, als heel iet byzonders, en dat te vooren in Holland nooit gezien was, aan (ƒ), dat zulks, in't jaar 1303, door de Edelen en Poorters, in den kryg te- gen de Vlaamingen, gefchiedde. Van der Steden-Poorteren in 't byzonder, zegthy: Oec dienden hem Porters (fonder waeri)
Die hem doe der eren jonden.
So fi alrefcoenfle konden,
Op haren cofl met haren vrienden,
Sonder die hem anders dienden
Op ter Porten cofl ghemene.
Alleenlyk fchynt gebruikelyk geweeftte zyn,
dat de Poorters, by hunnen uittogt, eti toe dat zy aan de zamelplaats des Legers geko- men waren? zig zelven onderhielden, of door de Steden onderhouden werden; doch daar- na, en zo lang als de oorlog duurde, kwam hun onderhoud ten lafte van den Graave. Immers, men leeft zulks, met duidelyke woorden, in de meeraangehaaldeHandveft der
(#) 2"«'* Handy, van Kennemerl. bl. 4.}.
(f) In jan den 11. bl. 225 , 22«. G 2
|
||||||
-
|
||||||
1
|
||||||
ioo AMSTERDAMS ILDeel
der Stad Leiden van den jaare 1266 (g).En
dat de Steden, en de Stad Amfterdam in 't byzonder, alleenlyk eenige koften droe- gen , die, door de Poorters, by hunnen uit- togt ter Heirvaart, gemaakt werden, blykt uit eene Keur op de oude Amfterdamfche Schutterye van den vyfden September des jaars 1394, die dus fpreekt: „ JVanneer „ wy, [Schout, Schepenen ende Rade~\ die „ Schutters uytbieden in ons liefs Heeren Heer- „ vaart of elwaer, daer wy van der Stede we- i9 gen te doen hebben te varen, met hare bo* „ gen , foo füllen wy hen mede geven aljo ve- „ Ie Knechten als den Gherechte van der Ste- „ de voornoemt ende den Overmans van der „ Schutteren Gilde fal goetduncken, die hun „ haer Taertfen [toortfen] dragen, op der Ste- „ de kofle, en buyten der Schutteren kofle(h). Wanneer de Graaf nu , in 't gebieden van Heirvaart, zig hieldt aan 's Lands wel herbragte Gewoonten, of aan de befchree- ven' Handveften,dan werdt hygeagt,m7> te Herevaird, gelyk de Brief, dien wy on- derzoeken , fpreekt, te gebieden , en dan waren 's Lands ingezetenen en de Amfter- dammers in 't byzonder verpligt, hem in den kryg ten dienfte te ftaan: 't welk wy, nevens het gene wy van het Jaarfchot en de Bottingen gezeid hebben, hier wel heb- ben willen aantekenen, niet flegts om den Leezer op te leiden tot de kennis van de geileldheid der aloude Regeeringe deezes Lands
fg) Zit van Hout Dienftb. bl. 9. MiERilChaiterb* 1.
Deel, bl. 342 enz, (b) Handv. bl. i+c. [ijo.J , |
||||
II.Boek. Geschiedenissen. ioi
Lands in 't gemeen; maar vooral ook, om
dat het dienen kan, tot beter verftand van
het vervolg onzer Hiftorie van Amfterdam,
tot welke wy nu we derkeer en.
Op 't einde van 't voorgaande Boek, za- De Stad
genwc, dat Amfterdam , welk, in 't iaar verkrygt
•n. i nieuwe
1304, gevonmft was, om bruggen en ves-enmerk,
ten te Hegten, en markten en andere vry- waardige
heden te miffen, nog voor 't einde der Re- Handves- geeringe van Willem den III., meer ofmin,ten van herfteld werdt in 's Graaven gunft. De Stad ^mlm verkreeg egter de verlooren' vryheden niet den IV. volkomenlyk wederom, voor dat Graaf Wi l- i 342. LEMDEIV. aan 't bewind gekomen was. Ge- legenheid hiertoe gaf, dat de Graaf zig inwik- kelde in verre reistogten, en in verfcheiden' oorlogen (i), 't welk zyne fchatkifl uitput- te. De Amfterdammers bedienden zig van 's Graaven behoefte, en booden hem ze- kere fomme gelds aan, zo hy hun de voo- rige vryheden wedergeeven en vermeerde- ren wilde; waartoe hy befloot (&). Op den negenden December des jaars 1342 in den Haage zynde, gaf hy hun verfcheiden' Hand- vellen, en onder anderen de volgende: In den Name des Vaders des Soons ende
des H. Geefls Amen. Willem, Grave van Henegouwen , van Hol-
landt, van Zeelant, ende Heere van Vrieslant doen kont ende kennelyck allen Luyden, dac wy, by onfen goede lüde van onfen rade, ghc- (i) Zie Vadcrl. Hift. III. Deel,hl. xi7, 1+0,246,151,
(k) Zit MiF.ius Chaiterb. II. Deel, hl. 670, G3
|
||||
loa AMSTERDAMS IL Deel.
geven hebben ende gheven onfer poorte van
Amftelredamme , voor ons ende voor onfen nakomelinghen, alfulck reght ende alfulcke vry- hede, eeuwelyck te du eren , als hier na be- fchreven ltaat. i. Tn den eerften fo füllen die palen van ha-
re vryheyt wefen, op die Ooftzyde van der poorten, aen Jans Witten hofftede, op de noord- zyde, aen het groote Gods huys lant; op de weflzyde aen den uytere egge van der laen die leget in Isbrandts landt van der Zydwynde; op die Zuydzyde in die neflè tegens der lane over, alfo alft metter graft begreuen is, ende In die Haven ten halven ïtroom toe in 't ye, ende voorts flreckende in 't ye, langhes den dycke ooftwaerts, vyftigh roeden buiten de Wintmo- len , die haer Willem van Outshoorne van on- fen wegen maken dede. i Voorts foo füllen fy tollen vry varen met
alle hare goeden voor by alle onfen tollen in onfen landen, beyde te water ende te lande, ende niemant en fal tollen vry varen, eer hy jaer ende dagh poorter ghcweefl is , ende in der poorten gewoont heeft: ende der poorte brieve, daer die poorters mede varen voor by onfer tollen, die füllen fy alle jaren vernieu- wen , 't en ware fy buytens lants al foo langhe ghcweefl hadden, dat fy ze binnen den jare niet vernieuwen en moghten; ende tot elckcr . tollen aen te varen daer fy voor (*) liden zei- len, ende oorlof te nemen; ende wacrt fake, dat eenigh poorter, by avontuere, fonder brief ter rolle quame met zyns felfs goede , zoe zou- de hy weder achterwaert varenende halenzyn betoogh, ende daer mede foude hy quyt wefen; ende waer oock dat fake dat eenigh poorter hem misgrepe of misdede voor onfer tollen, dat foude komen op hem felve; ende die gemeene poorte en fouder niet by verliefen , noch aen rechte, noch aen vryheden, noch aen tollen. 3. Voorts
|
||||
II. Boek. Geschiedenissen. 103
3. Voorts foo wie dat eenen man doodt flaet,
ende daer mede begrepen wort, die fal zyn lyf verliefen, wordt hy verwyft als recht is, ende ons ghelden 10 pont hollandts van zynen goe- de. Ontruymt hy, ende wort hy ballinck ghe- maeckt, als recht is, foo füllen wy hebben van zynen goede 2.0 pont hollandts ? ende die Schout fal voorts rechten by den Schepenen, als recht is. voorts willen die maghe klagen metten dooden, foo füllen vier mannen uyt der maegfchap zweren, die den Schepenen dunc- ken goede knapen zyn, dat fy ghene onfchul- digen man beklagen en füllen. Ende worde een ellendigh man doot gheflagen, daer foude die balljeu, of dien hy 't beval van onfen weghen mede klagen, ende die Schepenen daer af wy- fen dat recht is. 4. Voort waer dat faecke dat een menfch den
anderen lemde, dat waer om vyf pont hollandts, of op zyn handt. het en waer of hy hem leem- de te vollen, als van eenen ooge uyt of voet of hant al af, die waers op tien pont hollandts. 5. Voorts foo wie vrede brake, die waers op
lyf ende goet. 6. Voorts fo wie een huys aenftormt, by da-
ge , die waers op vyf pont hollants, ende by nachte op thien pont hollants. 7. Voorts foo wie knyf of fwaert toghe in
arren moede, die waers op een pont hollants; of die vochte met ftaven of met verbodene wa- penen, die waers op een pondthollandts; ofte die metter vuyfl floege, die waers op thien fchellingen hollants. Voorts foo wie eene Coor- wonde den ander dade, die waers op drie pont hollandts: ende van tillen vervochte boeten, fo füllen wy hebben die twee deel, ende die poorte ende die Schepenen metten Schoute dat derden deel, ende van dien derdendeele half de poorte ende half den Schoute ende den Schepe- ne , even gelyclc te deelen, fonder van doot- G 4 IIa-
|
||||
k>4 AMSTERDAMS ILDeel.
flaghe, vredebrake ende diergelycke , dat fal
alleene aen ons komen. 8. Voort fo waer een vechtelyck is, ende die
Schout met twee Schepenen vrede eyïfchet, of twee Schepenen, daer die Schout niet by en is, fo wie die des weygherde, die waers op vyf pont hollants, tot elcker tyt dat men hem eys- fchede, tot dryen tyden; ende fo fal dat ghe- recht helpen den genen dies vreden beghee'rt. 9. Ende foo wie an der Schepene eedt
fpreeckt, die waers teghen elcken Schepene op twee pont hollants, ende onsalfoo veel als hem allen. 10. Wat vonniffen den Schepenen wert ghe-
vraeght, ende zyzynsniet wys,foo füllen zyt foecken te Haerlem, ofte daer zys befte wys mogen worden, binnen onfen lande; ende dan fal 't voortgaen ; maer en ghecn vonnuTe langer te dragen dan drie veerthien naghten. 11. Wat Willekore dat die Schout metten
Schepenen maeckt, dien moghen fy houden een jaer, alfoo verre als hen goetdunkt behouden ons ons rechts, ende ten eynde van den jaere te vernieuwen. 12. Ende wat poorter dat die Schoute ende
die Schepenen ontfaen , die goedt knaep is, en- de onberuft daer en füllen wy niet weder feg- gen-
13. Ende foo wacr dat der poorter goetghe-
leghen is, dat en fal nerghens ongelt gelden dan binnen Amftelredamme , anders dan onfe jaerfchot, bockinghe {lees bottinghe], zwyn- bede , wederbede ende diergelycken dyck , dam, wegh, weteringhe ende fluysgelt. 14. Ende foo wat poorter fy ontfaen, die
heeft fes weken hem te bereyden, ende dan binnen te komen metter woone. 15. Ende die binnen der poorte woonach-
tigh zyn, foo moch elck poorter buyten we- fen zynen lenten te doen fes weken, ende in den
|
||||
II.Boek. Geschiedenissen. 105
den ooft zynen bouwen te doen fes weken.
16. Voort wat poorter dat uyt der poorte
vaert, buyten ons of buyten den Schepenen en buyten den rade, rooven ende bomen , of luyden te vaen, die is op thien pont Hollants, ende zyns poortrechts quyt : ende defe boete fal gaen als die ander, daer wy die twee deelen af hebben ende die poort, Schepenen ende Schout dat derden deel. 17. Waer dat zaeke dat een poorter buyten der
vryhede in noode quame, of buyten belegen worde, foo lal die ghemeyne poorte dien man ontfetten, ende uyt zynen noot helpen , iil dat faecke dat zy willen, by den gemeenen rade des Schouten ende der Schepenen, daer 't re- gens ons niet en gaet: ende van dien uitvaren lullen zy teghens ons niet misdoen maer floe- ghen zy yemant doodt of lam of wonde, of de- den zy overdaet, dat fouden zy beteren ons ende den genen daer zy op misdeden, nae den rechte van den lande. 18. Voort wat ghefchiede binnen der vryhe-
den van Amftelredamme, dat fal berechten on- fen Schout met den Schepenen van binnen!1 daer 't tegen onfen heerlyckheyt niet en draget. 19. Voort daer die rechter of Schepenen ye-
mant vermaent onfen recht te ftercken, die des weygerde, die is op een pont hollandts. 10. Voort füllen zy ons dienen tot onfer
wille, naer hare machte. ai. Voort dat men gheenen poorter van Am-
ftelredam noch zyn goet befetten en mach van fchade of van fchoude onverwillecoeurt , be- noorden der mafe, in al onfen lande, uytghe- nomen onfen vrye Steden. zi. Voort foo en fal men geenen poorter
campen moghen binnen onfen lande, hy ne wil hem felven daer in verwilcoren. 23. Ende alle ftucken vporfz. fonder argelift,
ende behouden ons onfer heerlyckheden. G 5 34. Mer
|
||||
io6 AMSTERDAMS II. Deel.
24. Mer zy füllen behouden die Schole, dat
Schryfambocht ende die Cofterye binnen hare vryhede, te geven den genen die 's hen ge- noeght. 25. Ende want wy alle defe puncten voorsz:
vaft ende gheflade willen houden , voor ons ende voor onfe naekomelinghen, hen ende al- le hare nakomelinghen , duerende tot eeuwe- lycken jaren; hier omme foo hebben wy de- fen brief bezeghelt met onfen grooten Zegele. Gegeven in den Hage, op den negenden dagh in Decembri, in 't jaer ons heeren duyfent drie hondert twee ende veertigh. (geteykenO
Per Dominum Comitem prsefentibusdominïs
de Mourmont. Th. de Brederode. W. d'Outshoorn. Th. Mulnaer. P. de Ha- ye mag. N. Stuye & G. Ale win. P: R: V: Lee. Dominus C. H. de Matthenifle. Wy hebben deeze Handvcft hier wel vol-
komenlyk willen invoegen, naar een affchrift van 't oorfprongkelyke , welk in de Oude Kerke, Laade IV. bewaard wordt, niet flegts om dat zy nog nooit met de ondertekenin- gen in 't licht gegeven is; maar voornaam- lyk om, over dit oude ftuk, te bekwaamer, eenige ophelderende aanmerkingen , ge- fchikt naar de punten, waarin wy het zelve verdeeld hebben, te konnenmaaken. 1. Over de bepaaling van de uitgeflrekt-
heid der Stads Vryheid, hebben wy, in 't terße Boek van 't eerfle Deel (/), onze ge- dagten reeds geopend , waartoe wy den Leezer wyzen. 2. Het
(l) Bladz. 32 enz.
|
||||
1
I
ILBoEK. GESCHIEDENISSEN. 107
2. Het tweede punt herfielt de Amfter- Tolvry-
dammers volkomenlyk in detolvryheid door beid, 's Graaven Landen,welke hun, door Floris
den V., toegeflaan, en in 't jaar 1304 be- nomen geweefl wat. De Markt en, welken Markten, zy toen ook kwyt raakten, hebben zy, waar- fchynlyk, ten deezen tyde, zo niet al eer- der, wederom gekreegen. Immers, men vindt, in de oudfte Keurboeken der Stad, be- wyzen, dat 'er, reeds in de vyftiende eeu- we, weekmarkten gehouden werden, waarop vrygegeleide plagt verleend te worden (m). 3. In 't derde punt, wordt verklaard, dat straffe
een doodüzg, daar mede de daaderbegrepen, des of waarop hy gevat wordt, met den hals, P°oc*" en met twintig pond Hollandfch, ten be- ags' hoeve des Graaven, geboet zal worden. De reden, waarom, boven de doodftraf, nog eene geldboete gevorderd werdt , fchynt deeze geweefl te zyn. In de oudfte tyden, plagt de doodflag, in deeze Landen, niet met den hals, maar met een zeker getal
van vee of van wapenen (»), en naderhand met eene zekere fomme gelds geboet te worden. De Friefche en andere Wetten, voor en na den tyd van Karel den Grooten gegeven (0), flcllen zulks buiten twyfel. Deeze gewoonte is, eeuwen lang, hier te lande gevolgd. In de oudfte Handveft van Haarlem van den jaare 1245* wordt op voor- bedagte moord wel doodftraf gefield; doch en-
fm) Keurb. E. ƒ. 13 verfo , 16 vfrfo, S9.
(n) Tacit. de Morib. German. Cap. XII. (•) Leg. Friüor. Tit. I. II. XX. Saüor. Tit. XUH. Ripuarior. Tit. VII. X. Anglor. Th. I. Saxon. Tit. II. |
||||
io8 AMSTERDAMS n. Deel.
enkele doodflag werdt met twee en dertig,
en als hy in des nedergeflaagen huis gefchied was,met vier en zeftig ponden geboet(p). De geduurige oorlogen, waarin deeze Lan- denwerden ingewikkeld, veroorzaakten, on- dertuiTchen, naar 't fchynt, zo veel woeft- heid en tweedragt onder de byzondere per- foonen, dat men, om de menigvuldige dood- flagen, die hieruit ontftonden, te vooj ko- men , kort na deezen tyd, geraaden vondt, den doodflag met halsïlraffe te doen boe- ten. Het oudfte blyk, my daarvan voorge- komen , vindt men in eene Handvefl: van 's Graavenzande van 't jaar 1246, waarin men leeft, die den anderen dooi fal men ont' hoofden. Doch 't is twyfelagtig, of zulks niet zie op doodflag met verbooden geweer, waarvan te vooren gefproken was; naar- dien , terftond daarna, verklaard wordt, dat men een doodgeflaagen Poorter zonder doodelyk geweer, met twee en dertig pond, zal beteren (#). Maar eene Handvefl van Dordrecht van den jaare 1252 fpreckt klaa- rer,Hellende, duidelyk, halsftraf op dood- flag. Quicumque, ftaat 'er, homicidiumfecerit illipoena capitis inferetur, dat is , volgens eene oude vertaaling, Soe wie een doodßach dede, die f al men 't hoofd of ßaen (r). Van dien tyd af, begon men, hier te Lande, den doodflag met de dood te ftraffen,eerfl:,zo 't fchynt, in 't Zuiderkwartier, en vervol- gens (p) Privil. van Haail. 61. 12, 13.
(ij) Zie Mieris Charterb. 1. Deel, il. n6. (r) Balen Dordrecht èl. 41°. MlEJRIS Charteïb. I. Ditl, il. 263, *«4. |
||||||
ILBoek. Geschiedenissen. 109
gens ook in Weftfriesland en 't Noorder-
kwartier , daar men langft aan de oude ge- woonten plagt te kleeven. Immers, in eenc Handveft van Enkhuizen van den jaar e 1299, en zelfs in eene andere van den jaare 1346, Haat nog geldboete op doodflag (V); hoewel dezelve, in laater' tyd, aldaar met den hals en zeitig ponden geboet werdt (f)- 't Was dan niet vreemd, dat Graaf Willem de IV. ook oordeelde, dat een doodflaager in Am- fterdam den hals verbeuren moefl. Maar alzo de Graaven niet gaarne de geldboeten milten, welken zy, voorheen, van enkele doodflaagers plagten te trekken, vonden zy goed, behalve 't lyf, 'eene zekere fomme te vorderen, die meerder of minder was, naar gelang van 't vermogen der Steden, of veelligt naar gelang van de grootte der geldboete, die daar, van ouds, op den dood- flag plagt te ltaan. In Amiterdam,verbeur- de de doodflaager, behalve zyn lyf, maar twintig pond uit zyne goederen, ingevolge van deeze Handveft. De maagen des doo- den, hem willende befchuldigen, moeiten vier in getal, en allen voor goede knapen, dat is, voor eerlyke luiden, bekend zyn, en vooraf zweer en, dat zy geenen onfcbuldi- gen zouden aanklaagen. Doch zo de doode een ellendig man ware, dat is, iemant die arm en zonder maagen was, die zig zyns aantrokken, klaagde de Baljuw, of iemant van zynentwege,uit 's Graaven naam, den dood-
(*) Handv. van Enkh. bl. i, J.
(t) Handy. v»n Enkh. il. +2. |
||||||
lio AMSTERDAMS II.Deel.
doodflaager aan, en de Schepenen fpraken
'er regt over. De Baljuw fchynt dezelfde te zyn, die te vooren Schout genoemd was, ten ware men hier om den Baljuw van Ara- ftelland denken moefl, die, omtrent deezen tyd, zelfs wel eens gemagtigd werdt, om den Schout van Amflerdam aan te Hel- len (w). Straffe 4. Het vierde punt handelt van zwaare derkwet- kwetfing of verminking, oudtyds Leemte ge- fin&' naamd, die, als zy een gedeelte van een Lid betrof, met vyf, en betrof zy een geheel Lid, een oog, voet of hand, met tien pond geboet werdt. Doch die de boete niet vol- doen kon, moefl: zyne hand miifen. Al die kwam met de oude Friefche en andere Wet- ten (y), en met de Handveflen van andere Steden (w) overeen. Vrede- 5. 't Brecken van Frede, welk, in't vyf- braak, Jffpunt, op ftraffe van lyf en goed, ver- booden wordt, zal ligtelyk begreepen wor- den , als men weet, waarin het maaken of leggen van Vrede beflondt, waarvan, hierna, in tagtfle punt, wordt gefproken. De oude Keuren leeren ons, dat, wanneer twee peribo- nen gefchil famen hadden, en zulks totken- niffe van 't geregt gekomen was, den ver- fchillendén, door den Schout of Regter, eene vrede gehooden, dat is, belafl werdt, eikanderen, terwyl hun geding onafgedaan hing,
(u) Zie een' Brief van 1327. iy MIERIS II. Deel, bl.
4M-
(v) Leg. Frifion. Tit. XXII. Ripuar. Tit. V. Saxon.
Tit. I. (w) Privileg, van Haail. il. II. Mieris Charteib. I.
Deel. bl. 233, 237. |
||||
II. Boek. Geschiedenissen. iii
hing, noch met woorden, noch met daa-
den, te beledigen. Die de vrede niet aan- nam , verbeurde zekere fomme, ten behoe- ve des Graaven. Doch gemeenlyk werdt zy,van beide de zyden, aangenomen.'t Ge- bod om vrede te houden werdt, tot drie da- gen toe, en daarna, voor jaar en dag, ver- nieuwd (V). Doch zo, ondertuiTchen, een van beide de vrede brak, werdt hy aan lyf en goed ftrafbaar. 6. 't Aanftormen van iemants huis, welk Huis aan-
in 't zesde punt verbooden wordt, was, infto"nea, deeze onbefchaafde eeuwe, ook niet onge- meen ; en werdt hooger genomen, wanneer het by nagt, dan wanneer het by dage ge-
daan werdt, om dat 'er, by nagt, minder gelegenheid was om hulp te bekomen. 7. Het trekken van een zwaard oïknyf, Vegten;
dat is, een puntmes of opfteeker (3/), wan- neer het in arren, of haafligen moede ge- fchiedde, en het vegten maftaaven of hal- ve pieken, en ander verbooden geweer; ja het geeven van een' vuiftflag, welk laat-
fte ook reeds, in de oude Friefche Wetten, verbooden was (z), werdt, volgens het ze* •uende punt, ook met geld geboet. Doch wanneer hierdoor eene wonde veroorzaakt werdt, die minder was dan Leemte en eg- ter by de oude Keuren bekend ftondt, waar- om zy Coorwonde of Keurwonde werdt ge-g;eur. naamd, werdt de daader in drie pond Hol- wonde, landfch
(x) Zit Erfgraafl. Bedien, hl. 271. Ftivileg. van Haail.
//. 11. (y) Dv CANGE Voce CANIPULUS.
(rj Leg. Fiifion. Jit. XXII. Leg. ij. • l
|
|||||
_..______________ ^^^^^^^MLL_^^^^^^^|
|
|||||
112 AMSTERDAMS H. Dm.
landfchgebreukt. In den aangehaalden XXII Titel der oude Friefche Wetten, vindt men eene byzondere optelling deezer Keurwon- den. In de Graaflyke Handveften, worden zy niet zo naauwkeuriglyk onderfcheiden. En in die van Amfterdam, was zulks te min- der noodig, om dat alle Keurwonden, met eene en dezelfde boete, werden afgemaakt. Wyders, ziet men, uit dit zevende punt, dat de Graaf de boeten der zwaarfte mis- daaden voor zig alleen behieldt : van de vegtboeten kreeg hy zelfs twee derde dee- len: het overige derde kwam, voor de helft, aan de Stad, en de andere helft werdt tus- fchen den Schout en de Schepenen gelyke- lyk gedeeld: doch hierin is, naderhand, om gewigtige redenen, verandering gekomen. Vrede 8. In het agtfle punt, handelende van cifchen, vre^e te eifchen, Avanneer 'er een vegtelyck,
gevegt of twifl voorviel, wordt beveiligd, 't gene wy, over V gebieden van eene Frede, tot verklaaringe van hetvyfdepunt, hebben aangemerkt. Aan der 9- An der Schepenen eedtefpreeken,'tge- Schepe- ne, in het negende punt, veroordeeld wordt, nen eed fchynt het zelfde te zyn, als 't gene, in fom- piee en, mjge an(jere Handveften, genoemd wordt eens fchepens oirdeel te niet of vrugteloos ma- ken (a): 't welk gefchieden kon, door 'er zig tegen te kanten, of het niet naar te ko- men : en dit werdt zo hoog genomen, als of men an of tegen der Schepenen eed,'m ge\rol- ge van welken, zy moeften geagt worden ge-
(a) Privileg, van Haarl. il \6.
|
||||
II. Boek. Geschiedenissen. 113
gevonnift te hebben, gefproken, en hen voor
meineedig verklaard hadt. 10. In het tiende punt,worden Schepenen, 't Wyzen
zo zy vonnilTen moeften, over zaaken * waar- van Sche,< in zy geene genoegzaame doorzigt hadden, ^^n geweezen naar Haarlem, of eenige andere Haarlem Stad, daar, omtrent het ftuk in gefchil, om von-' meerder klaarheid te bekomen was. En niffen te hiervoor was, ten deezen tyde, gewigtige en > reden. Amflerdarn was eene opkomende Koopflad. Ongetwyfeld , vielen 'er, van tyd tot tyd, gefchillen voor over 't ftuk van den Koophandel, die, naar 't gene, hier te Lande, onder Koopluiden, gebruikelyk was, beregt moeften worden. En waar toch kon men deeze kennis beter bekomen, dan by de Regters van ouder nabuurige Koop* fteden, in eenen tyd vooral, waarin nog niet gebruikelyk was, dat Schepenen der Steden met Regtsgeleerden raadpleegden? Schepenen van Amfterdam werden dan, in zulke en diergelyke gevallen, met reden s geweezen naar Haarlem; even als Schepe- nen van Delft, reeds in 't jaar 1259 > mge~ lyke gevallen, naar 's Hertogenbofch; Sche- penen van Gouda, in 't jaar 1272, naar Leiden, en Schepenen van Schoonhoven, in 't jaar 1322 , naar Dordrecht gewezen waren (b). Wyders, wordt, in dit punt > ook het doen van kort regt aangepreezem De langwyligheid in de Regtspleegingen is, cerft onder de Regeering van 't Huis van Bour-
(b) inde BoxHORN. Theatr. Uib. Holl. p. 170. MlBRl«
Charterb. 1, Deei% |/| 33Jj 362) 3Ö3< lh Deel, tl. z«f. II. Stuk. H
|
||||
114 AMSTERDAMS II.Deel.
BoLirgondie , hier te Lande, ingevoerd ge-
worden, de duur- 11# In het elfde punt, wordt bepaald, zaamheid ^ ^er stecje Keuren niet langer dan een Keuren Jaar van kragt zouden blyven: en dit regt duurt nog, tot op den tegenwoordigen dag. Met het afgaan der jaarlykfche Wethouder- fchap, worden alle Keuren aangemerkt als vernietigd, zo lang zy niet , door de aan- komende Wethouderschap, vernieuwd zyn; 't welk, ook in gevolge van dit zelfde punt, zonder uitftel, gefchiedt. Wyders , wor- den Schout en Schepenen hier alleen gemag- tigd om Keuren te maaken, alzo de Stad, ten deezen tyde, nog geene Burgemeefters hadt. Doch eenige jaaren laater, willekeur- den Schout en Schepenen , dat die Raden van der Stede, zo werden toen de Burge- meefters genoemd, met hen willekeuren mog- ten (c): en van dien tydaf, zyn de Keuren meeft altoos gemaakt by myne Heeren van den Geregte , zynde Schout , Burgemeefleren en Schepenen. 't Aan- 12. Volgens het twaalfde punt, namen neemen Schout en Schepenen Poorters of Burgers vanPoor- aan> Docn by eene Handveit van Hertog Willem van den jaare 1411, werdt zulks aan Burgemeelteren en een of twee Schepe- penen gefteld (d): en in laater' tyd , is het aan Burgemeelteren alleen overgelaaten. Wyders, vordert dit punt, dat iemant, die Poorter begeert te worden, zygoedtKnaep, of
(t) Keurb. A. ƒ. i, Handv. bl. 103 [1*7.]
(dj Handv. bi. 111 [16.] |
||||
Il.BoEK. Geschiedenissen. lij
of een eerlyk perfoon, ende onberuft, of on- befproken. :-
13. Over deGraaflyke en andere< regten,de> belas-
die de Amflerdammers, volgens het <fer- \Q%iQX% tiende punt,van hunne goederen,evenveel
goede-
waar hier te Lande gelegen, fchuldig wa-ren, ren, hebben wy hier voor («) reeds genoeg gezeid. Dat hier wyders verklaard wordt dat de Amflerdammers nergens gelden , dat is, eenige fchatting van hunne goederen geeven zouden, dan te Amflerdam, heeft niet können worden naargekomen. De Graa- ven en naderhand 's Lands Staaten hebben verfcheiden lallen ingevoerd, die ook bui- ten Amflerdam geheeven werden, en waar- aan de goederen der Amflerdammeren , buiten de Stad leggende, onderhevig ge- maakt zyn. Zelfs hebben de Steden Excynzen opgefleld, die ook van de goederen , door inwooners van andere Steden derwaards ge- voerd , hebben moeten betaald worden. En als men zyne eigene ingezetenen niet min- der belaßte dan zyne nabuuren, heeft men *er, om dat het over en weder gefchiedde, ook over en weder in beruft. 14. Uit het veertiende punt, welk den «en Tyd,
buitenluiden , die te Amflerdam Poorters w1™™ werden, zes weeken tyd geeft, om zig ter dePoor- inwooninge gereed te maaken, is af te nee- terszig men, dat zig, ten deezen tyde, vreemden»*™ hier ter Stede begonden neder te zetten, komen welken men zulks, onder anderen, door dit necjer. punt, gemakkelyk wilde maaken; hun ee- zetten, nen
|
|||||||||
(<) Blaiz. 92.
|
|||||||||
H 2
|
|||||||||
116 AMSTERDAMS II. DeäL
|
|||||
nen bekwaamen tyd toeflaande, om zig te
bereiden. Deeze tyd werdt nogtans niet te lang genomen, op dat de opkomende Stad het voordeel van de inwooning haarer Poor- teren niet lang miflen zou. den Tyd, 15. Het vyftiende punt, welk den Poof- «an de., teren verlof geeft, om zes weeken in de to°t°hetS'Lente, en zes weeken inden Herffl, tot voortzet het waarneemen van hunnen akkerarbeid, ten van uit de Stad te zyn, bewyft niet alleen, dat denLand- ^e Amfterdammers zig, ten deezen tyde, toege- no§ rnet den landbouw bezig hielden;maar ftaan, toont ook,hoe zeer men 'er op gefield wa- re , om de Poorters, zo veel mogelyk, in de Stad te houden. 'tRooven 16. Het zefliende punt levert een nieuw opeigen beWyS u^ van de woeflheid deezer tyden; * b' waarin de Poorters, door geldboeten en't verlies van hun Poorterregt, wederhouden moeiten worden van op eigen gezag te gaan rooven, branden en vangen* Doch men ziet 'er ook uit, dat Schepenen en Raaden regt hadden, om hunne Poorters tegen der Stede vyanden te doen uittrekken : 't welk ons ook reeds, uit eene Keur van den jaare 1394, gebleeken is (ƒ). 't helpen 17. Volgens het zeventiende punt, fchynt van Me- het den Poorteren vry te liaan, hunnen me- depoor- depoorter, die zig , buiten de Stede, in Ten der" nooc* bevindt, op eigen gezag, by te fprin- Siede. gen. Doch zy behoorden 't, als 't hun ge- vergd werdt, ook te doen by den gemeenen Rade des Schouten ende der Schepenen , zo de per-
(fj Zit hier voor, bl, 10«,
|
|||||
II.BoEK. Geschiedenissen. 117
perfoon, dien zy hielpen, niet om eenige
misdaad jegens den Graave, in ongelegen- heid gekomen was,'t welk ik meen den zin te zyn van de woorden daer 't tegens ons niet en gaet. En op zulk een' togt, verbeurden de Poorters niet, ten ware zy overdaet dee- den, dat is, onfchuldigen beledigden. 18. Het agttiende punt vervat een der'tltereg-
merkwaardigfte voorregten van Amfterdam, ge? J°e°r zo wel als van de Steden van Holland in 't nen ^an gemeen. Volgens het zelve , moet al wat alles wat binnen der Stede vryheid voorvalt , door binnen Schouten Schepenen, van binnen, dat is, ^e.Jry" in de Stad, beregt worden. Geenerlei zaa- voorvait ken worden hiervan uitgezonderd, dan zul- ken, die tegen 's Graaven heerlyckheyt dra- gen of ftryden: en welke deeze zaaken wa- ren , blykt klaarlyk uit eene Handveft van Hertog Albrecht van den jaare 1387, aan Amflerdam, met Amilelland en Gooiland in 't gemeen, gegeven. De Ruwaard zon- dert, in deeze Handveft, alle de gevallen uit, waarover hy zelf met zyne beerlykheyde regten wil, te weeten, moort, moortbrant of brandfligtinge met gevaar van moord (g), vrouwen verkraft, raeroof, dat is,Kerk-,of liever grafroof (A), ende die hem teghens 's Graaven lyf fet met ghewapenderhandt, ende die mis de de binnen den Raefloet of Ringlloot van zynen reygberbroeck ter ouder Amflel, en- de an zyne Konynen in Goylandt , ende an- ders niet (i). Men ziet hieruit, dat de ge- val-
(g) VU, S. SiccamA ai Leg. Frifion. Tit. Wl.p.96.
(b) Idem p. 14 j.
O) Hamiv. tl. 73. [p]
H3
|
||||
ii8 AMSTERDAMS IL Deei,
vallen, waarover de Graaf de regtfpraak
aan zig zelven behieldt , alleenlyk waren i. zekere zwaare misdaaden, 2. de hoogfle misdaad van gekwetfte Hoogheid, het ge- wapend aantallen van 's Graaven perfoon, en 3. het benadeelcn van 's Graaven Jagt- huis in Reigerbroek, onder Ouder-Amftel of Ouderkerk, en van zyne Konynenjagt in Gooiland. Alle burgerlyke regtszaaken niet flegts; maar ook alle gemeene misdaa- den , als , manflag, kwetfing, hoon, die- very, gemeene roof en diergelyken werden, door de Geregten van dePlaatfen, daarze voorvielen, en gevolgelyk, zo ze in Am- flerdam begaan werden , door Schout en Schepenen aldaar, beregt. De Stad is al- toos zeer zorgvuldig geweeft,om haare in- gezetenen by dit voorregt te handhaaven; gelyk wy, in 't vervolg deezer gefchiede- nifle, meer dan eens , zullen können op- merken, 's Graa- 19. By het negentiende punt, wordt elk ver- ven regt pligt, ter vermaaninge van den Regter, 's ken er" Graaven recht teßereken, 't zy zulks gefchied- de door het geeven van getuigenis der waar- heid, of door Schepenen by te Haan, in het onderzoeken van , of oordeelen over het gene regt was. Want dat dit laatfte ook, ten deezen tyde, plagt gevorderd te wor- den , is, uit deeze woorden van het oudfle Privilegie van Haarlem, af te neemen: Tot- ten rade der fcepene fal nyemant gaen, bi en ß van hem geroepen (&). 20. Het
(k) Privil. van Haail. tl. 16.
|
|||||
f
|
|||||
II.Boek. Geschiedenissen. 119
20. Het twintigfle punt vordert, dat dedenGraa-
Amfterdammers den Graave in den kryj^ ^e in den. dienen tot zyner wille; doch ook naar hare dienen* macht. En wy zullen hierna gelegenheid hebben om te doen zien, dat zy zelven oor- deelden , of hun eenige krygsdienft, boven hunne magt, werdt afgevergd. ai. Het voorregt, welk den Amfterdam-dePoor-
meren, in*het eenentwintigßepunt,gegeven tersPl.e5 wordt, bewyft dat de Graaf hunnen opko- ^noe- menden Koophandel wilde begunftigen. Hyden de vordert, dat hunne goederen, nergens inMaaze, zyn Land benoorden der Mafe, om Jchade, «itgeno- van hun voorheen geleeden, of om fchoude, ^"/„g dat is, fchuld, die niet verwillekeurd is ,of, steden, om welke te voldoen, men zig niet. by SchepenenkennnTe of anderszins, geregte- lyk verbonden heeft, zullen befet, of, ge- lyk men 't, federt, met een ondukfeh woord, genoemd heeft, gearresteerd worden, uyt- ghenomen> zegt de Graaf ,-in onfenvry e Ste- den. Hy bepaalt, voor eerfl, het voorregt, hier verleend, benoorden de Maaze, om Am- fterdam niet te zeer te begunftigen ten na- deele van de Koopfteden bezuiden de Maa- ze , met naame Dordrecht in Holland, en Middelburg en Zierikzee in Zeeland. Hy voegt hierby, ten tweeden, nog eene bepaa- ling , volgens welke hy de vrye Steden, be- noorden de Maaze zelfs, uitzondert van de Plaatfen, waar men de goederen der Am-* fterdammeren niet bezetten mögt. Door vrye Steden, zou hy zulken können verdaan, die pnder geenen byzondercnlleer ftonden, en H 4 wel-
|
||||
s
|
|||||||
120 AMSTERDAMS II. Deel,
welken, ten deezen tyde, naar 't fchynt, in
?t Zuiderkwartier, benoorden de Maaze, al- leenlyk Haarlem, Delft en Leiden waren. Want Gouda, Gorinchem , Schiedam en Schoonhoven, om van geene kleinere Ste- den te fpreeken, ftonden, ten deezen tyde, allen nog onder byzondere Heeren. De Ste- den van 't Noorderkwartier, zo yer zy gee- nen byzohderen Heer hadden, werden, ten deele, aangemerkt, als door 's Graaven voorzaaten overheerd , ten deele als aan hun, door de voorige Heeren, afgedaan, waarom hyze niet gevoeglyk vrye Steden fcheen te können noemen; fchoon zy, na- derhand , altoos, voor vry erkend zyn. De drie Steden , Haarlem, Delft en Leiden, die ouder waren dan Amfterdam, en die, te vooren , de goederen der Amfterdam- irieren hadden mogen bezetten, zouden dan, in deeze Handveft, gelaaten zyn by haar regt: 't welk ook aan de Graaflyke Steden van 't Noorderkwartier zou toegekend ge- weeft zyn. HertogAlbrecht,in'tjaar 1401, de Poorters van Amfterdam beveiligende in de Vryheid, om nergens benoorden de Maaze van eenighenbreucken te mogen bezet en bekommerd worden, dan binnen de Stad zelve te berechten ; voegt 'er, insgelyks, by: maer breuckte eenighePoorter van Amfielredam- me erghent anders binnen onfen vryen Steden, dien Joude men^in dier Stede , van dier breucke moghen befetten ende becommeren (/): 't welk men, in gelyken zin, zou können opvatten. Nog,
.(/) Handv. il. Hf [?*]
|
|||||||
■
|
|||||||
JL
|
|||||||
II. Boek. Geschiedenissen. 121
Nogtans, is 't my waarfchynlyker, dat men
de woorden vrye Steden ruimer behoort te neemen. Men kan 'er, gevoeglyk, alle be- muurde Graaflyke Steden door verftaan, wel- ken , door de bemuuring, in zig zelven, te- gen aanftoot van buiten, gevryd werden. In deezen zin, is het woord vrye, door de Re- geering deezer Stad zelve, opgevat, in 't jaar 1570, toen zy, op dit Privilegie zien- de, zig dus uitdrukte: Item heeft de Stede van Aemflelredamme priuilegie , ende es daer aff in gebruyck, dat men gheenen poorter der zeluer Stede noch zynen goeden mach arreflee- ren, in eenigen Dorpen, gelegen benoorden der Maefe, vuytgefeyt in befloten Steden (m). 22. Onder de zogenaamde Judicia Dei^z Poot-t
of Goddelyke Regtfpraaken, waren, gelyk wy, terl. n[et reeds by eene andere gelegenheid, getoond tg jaï? hebben (w), hier te Lande, de Kampvegten gen, in een overoud gebruik geweeft. Zy had: den, inzonderheid , plaats, wanneer een befchuldigde zyne onfchuld niet anders will te bewyzen. In zulk een geval, daagde hy zynen befchuldiger tot eenen Kamp oïtwee- gevegt uit. 't Gebeurde ook, vdat de be- schuldiger, om zyne befchuldiging te bewy- zen , den befchuldigde te kamp daagde. De overwinnaar werdt voor onfchuldig ge- houden. Doch men was niet verpligt, in perfoon te kampen, 't Stondt vry, eenen kampvegter te huuren (0). 't Kampen ge- fchied-
(m) Refol. Vroedfch. N. z. $> 7««. iJ7°. ƒ• iJ5. Zit
uk. Handv. hl. 447. (n) Vsderl. Hift. III. Deel, */. 118 tnz.
(t) Leg. Frifion, Th. XI. Leg. 4- Tit. XIV. Leg. 4, j, 6, 7.
H5
|
||||||
12* AMSTERDAMS II. Deel.
fchiedde ten overflaan van den Graave, of
van 's Graaven Gemagtigden. De Graaf zelf hadt zynen Meefler fchermer om kempen te keren, en om, by gelegenheid, enen camp voor hem te vechten (p). En te Leiden was eene vermaarde Crythoeve, die Willem de III., in 't jaar 1322, onder geene andere voor- waarden , aan Gerard Alewynszoon , zynen Knaap, verhuuren wilde, dan datmer cam- pe in vechten zou, ah men, tot dien tydt toe, gedaen hadt (q). Het toeneemen der ge- fchillen onder 's Lands ingezetenen, door het toeneemen van den Koophandel veroor- zaakt, fchynt, ondertuffchen, de Graaven, al in de dertiende eeuwe, bewoogen te heb- ben, om de Poorters der Kooplieden te ont- flaan van de verpligting, om hunne gefchil- leti, door middel van eenen Kamp, af te doen. De Poorters van Haarlem mogten, volgens eene Handvefl van 't jaar 1245 (r), en die van Delft, volgens eene Handvefl van 't jaar 1246 (V), door niemant te cam- pe geroepen worden: 't welk egter, zo fchynt te moeten verflaan worden, dat zy zigwel mogten te kamp laaten uitdaagen, indien zy 't geraaden vonden. Immers, eene Hand- vefl , door Graave Willem den IV., in 't jaar 1340 , aan die van Rotterdam gege- ven, behelfl deeze uitdrukkelyke woorden, voert en/al men onfenpoortersnergent campen binnen onfen landen, ten waere dat fy 't /ehe ver-
(p) Zie Mieris Charterb. II. Deel, bl. <Jos.
(j) Id. ibid. bl. z')~i.
(r) Privil van Haivl. bl. IJ.
'{§) Mieris Charterb. I. Deel, II. tjf.
|
||||
II.BoEK. Geschiedenissen.
|
||||||||||
123
|
||||||||||
verwUlekoorde voor 'metachtige luyde (f). En
dit is 't ook juift, dat,by het %wee en twin- tigße punt van de Handveft van Amfter- flerdam, welke wy onderzoeken , valTge- fleld wordt. 23. Wat de Graaf meene, met de woor-'s Graa^
den in het drie en twintigfle punt, behouden ,ve" . Jr' ons onfen heerlyckheden, is, uit het gene wy y over het agttiende punt hebben aangemerkt, genoegzaam af te neemen. 24. In het vier en twintigße punt, wordt 't School-
verklaard, dat de Stad de vrye begeevingSchryf- behouden zou van die Schok.dat Schryfam- en K.os* * f*f*i*Q /Vin*
bocht ende die Coflerye, die anders, alomme baut"
hier te Lande, ter begeevinge van de Graa- ven plagten te ftaan; fchoon zy hun regt daartoe, op de meefte Plaatfen, van tyd tot tyd , aan de Steden afftonden. Van het Schoolambagt of ampt te Amfterdam, hebben wy, in het eerfle Boek van het eerfle Deel, reeds gefproken (w). Het Schryfambagt was het Secretarisfchap der Stede. De Secretary werdt hier, nog in de zeftiende eeuwe, derSte- de Scryfkamer genoemd (ü). De Koflery of het Koftersampt der Oude Kerke, thans de ee- nige Kerfpel-Kerk der Stede, is ongetwyfeld zeer voordeelig geweeft : en het zal, met het toeneemen der Stad, van tyd tot tyd, voordeeliger geworden zyn; waarom het, voor de Stad, veel waardig was, dat haar de begeeving van dit Ampt werdt overge- laaten. Het beftondt, ten deezen tyde, in (f) Zie Mieris Charterb. II. Deel, bl. 6%%.
(u) Bladz, 49.
(v) Groot tyempr. N, I. ƒ. 2+0.
|
||||||||||
.
|
||||||||||
124 AMSTERDAMS IL Deel,
het bewaaren der Kerkfieraaden en kofte-
lykheden, het openen en fluiten der Ker- ke, het ontfteeken en uitblufTchenderkaar- fen, het verzeilen van den Priefter in 't waarneemen van eenige kerkelyke dienfte», en in veele andere dingen, die, by fom« migen , naauwkeuriger aangeweezen zyn (w). De Kofleryen waren, in 't algemeen, voordeeliger dan de Schoolafteryen; waar- om de Graaf de begeeving der eerften op veele Plaatfen aan zig bèhieldt, terwyl hy van de begeeving der anderen, op de mees- te Plaatfen, afftondt (#). 25. In het vyf en tmntigße punt, is al-
alleen merkwaardig, dat alle de voorgaan- de punten verklaard worden eeuwiglyk te zullen duuren. De ondertekening gefchiedt. door den Heere Graaf, in de tegenwoordigheid der Heeren van Moermont, van Br ederode, van Oudshoorn, Mulnaer [Molenaar], de Haye9 Stuye, Alewyn, van Lee , en van Mathe- nejfe, die allen 's Graaven Raaden in den Haage, enten deele Hollanders, ten dee- le ook Henegouwers fchynen geweeft zyn l'ewys Ten deezen zelfden tyde, beval de Graaf dat de nog9 by twee byzondere Brieven, dat alle
bovenee- zyne Amptenaars in Holland, byzonderlyk melde in Rynland, het Land van Woerden, Delf- Privile- land, Kennemerland, Friesland , dat is , gie ge- Weftfriesland, en in al het Land henoorden, v°g£ de Maaze.die van Amfterdam alomme tol-
neert.
vry
(w) Vid. Matthäus de Fundat. Be Fata Ecclef. p. 164.
fyßqq. (x) Zit Erfgra3f. Bedien. VIII. Deel, il, 132, 133. |
||||
\
|
|||||
ÏLBoek. Geschiedenissen. 125
vry zouden laaten vaaren (y). Ook mag-
tigde hy Schout, Schepenen en Raaden , om zes goede Knapen in den eed te neemen, en, met derzelver hulp > de penningen, die zy hem voor het verleenen der vryheid fchuldig waren, over de ingezetenen der Stede te ontfetten of om te flaan (z); ge- lyk ongetwyfeld gefchied zal zyn. En heeft dus de Stad eene der oudfte Handveften, welken zy bezit, niet uit loutere gunft des Graaven, maar voor haar geld, en derhal- ve , buiten tegenfpraak , op eene wettige wyze, verkreegen. 't Was, voor de opkomende Koopftad, Oor-
van veel aanbelang, dat zy zig tolvryheid fprong verkreeg, daar 't maar eenigszins mogelykva" den ware. Doch daar zulks niet gefchieden kon, ^eVe^ct was 't haar pligten haar belang beide, zorg ter, over te draagen, dat men haar niet tegen reden de Ko- rnet tollen bezwaarde. Zulks gefchiedde,terto1« naar men 't hier inzag, ten deezen tyde, door de Stad Deventer, alwaar deAmfler- dammers thans vry wat handels dreeven. En naardemaal de twiffc, die hieruit ont- flondt, reeds tot hevige daadelykheden uitgeborften was , en nog veele jaaren duurde, zal het der moeite wel waardig zyn , dat wy deszelfs oorfprong hier wat naauwkeuriger aanwyzen, dan tot nog toe, door de Befchryvers van Amfterdam , ge- fchied is. Weftwaards van de Stad Zwolle, aan oude
den ftaat van
dien tol. (y) Handy. */. 22, iz6. [|]«
(z) Zie MlEius Chartcib. 11. Dtil, bl. 670.
|
|||||
I2Ó AMSTERDAMS II. ÜéeU
den Yffel, lag al van ouds, en legt nog te-
genwoordig eene kleine buurt, Kote of Ka- te, dat is, in de landtaale, zo veel als Hoe- i>e, genaamd; by welke, in laater' tyd, eene fchans opgeworpen is, den Koter-Schans ge- treten (ß), en alwaar nog een veer is, het Koter- of Kater-veer genaamd. Hier werdt * al in de tiende eeuwe of eerder, een tol ge- heeven, naar de plaats, daar hy ontvangen werdt, Koter- of Katertol geheeten (i); dien Keizer Otto de I., in 't jaar 973 , aan de Abtdye van Eltea opdroeg (&). Keizer Ot- to de III. beveiligde deeze gifte, in 't jaar 996; want, fchoon de tol, in den brief, hiervan verleend, Hachdoll genoemd wordt, twyfelt men niet, of zulks is aan eenen mis- flag der uitfchryveren te wyten, naardien dezelve wordt befchreeven als „ een tol op „ de VhTchery in Salland, en in den YlTel" [Theolonen de pifcatione in Pago Salon £ƒ in fluvio Ifula, quod vulgari numero Hachdoll dicunt (c)]; en Keizer Lotharius, in eenen brief van den jaare 1134, van dezelfde Gif- te gewaagende, den tol klaarlyk den naam van Coetertol geeft Qd). De Abtdis van El- ten (a) Alting. Not. Germ. Infer. P. II. p. 38.
\li) Dipl. Vide ap. PüNTANUM Hift. Geliix. I.iïr.V.p.
69 & accuratius «pud DUMBAR Kerk. en Weer. Deventer, bl. +6+. en in 't Landb. van Vrieslant. MS. f. 1^9. (c) Vide Pontan. ubifupra p. 72.
(dj Vide Pontan. ubi fuprn IJbr. VI. p. 102.
(1) Deeze afleiding van den naam van Kater-
tol is veel natuurlyker, dan die van Matthäus, volgens welke, Katertol een tol zyn zou, die be- taald werdt van goederen, welken, met een takel of Katrol, uit de Schepen gearbeid werden. Vide AmleSl. Tom. III. p. 464. Net. t. |
||||
II.BoEK. Geschiedenissen. 127
ten plagt deezen tol aan byzondere Perfoo-
nen, doorgaands Edelen, te verpagten; doch, in 't jaar 1241, gaf zy dien aan de Stad De- venter in erfpagt uit, voor twintig ponden, tien fchellingen , Deventerfche munt, 's jaars, ten behoeve van de Abtdye, en nog zeven fchellingen, ten behoeve vandeAbt- duTe (e). Na honderd jaaren verloops, was de waarde van 't geld zo zeer veranderd, dat men overeenkwam, om de pagt van der Tolle te Coten te voldoen met twee en ne- gentigfte halve gouden overlandfche Keur- vorften-Rynsguldens: 't welk geduurd heeft tot omtrent het einde der zefliende eeuwe, wanneer de Erfpagt op drie honderd en twin- tig Karels guldens en vyf Huivers gefield werdt; zo als dezelve, indien ikmy nietbe- driege, nog tegenwoordig betaald wordt (ƒ). Over 't betaalen van deezen Koter- ofDaade-
Katertolnu, was, omtrent den jaare i33o,lykheden gefchil ontftaan tuflchen de Steden Deven- ^Jffchen ter en Amfterdam , welk Reinoud, Graaf en ^m. van Gelder, wien Jan van Dieß, Biffchopfterdara. van Utrecht, in 't jaar 1336, een groot ge- deelte van OveryfTel, en onder anderen ook de Stad Deventer verpand hadt (g), ver- geefs gezogt hadt by te leggen. Zo hoog was de twift geloopen, dat de wederzyd- fche ingezetenen handgemeen geraakt, en 'er, van de eeneen de andere zyde, eeni- gen gefneuveld waren. De Regeering dei- twee Steden, voor erger bedugt, kwam, eer-
f*) Zit Dumbak Deventer, tl. 41J«.
(f) Dezelfde bl. 467.
(f) Dumbar Derentet bU 4SJ.
|
||||
-- —i- m
|
|||||
Ï28 AMSTERDAMS II. Deel,
eerlang, overeen, dat men de gefchilleri
verblyven zou aan drie Steden, van elke zyde te benoemen; en dat men, ondertus- fchen, eikanderen, voor zekeren tyd, eene volkomene Vrede geeven zou,of,gelykmen flu zou fpreeken, een Beftand toeftaan, welk, Éeftand. van tyd tot tyd, verlengd werdt. Willem de Cu/er, Baljuw van Amftelland en Waterland, zeide op S. Thomasdag, zynde den eenen- twintigften December des jaars 1336, die Van Deventer, van wege de Stad Arnfter- dam, verlenging van vrede aan tot belooken Paafchen naaftkomende. Schout, Schepenen en Raad van Amfterdam verlengden die Vrede, op S. Matthys avond, zynde den drie-entwintigften February des jaars 1338, tot belooken Pinkfteren aanftaande. De Ste- den, die tot zegsluiden verkooren waren, te weeten Haarlem, Leiden en Delft van de zyde van Amfterdam, en Kampen, Iiaf- derwyk en Amersfoort van de zyde van De- venter , deeden, niet voor den Herfft des gemelden jaars, uitfpraak over't gene men wederzyds geeven zou, om het geftortte bloed te verzoenen; 't gefchil over den tol laatende aan den eed van twaalfSchepenen en twaalf Raaden van Deventer, onder ver- beurte van duizend ponden Hollandfch, ten behoeve der zegsluiden. Doch Amfterdam was niet te vrede met deeze uitfpraak, en bragt, zo fommigen verhaalen, te wege, dat den inwooneren van Deventer, die de Amfterdammers met hunnen Kotertol be- zwaard hadden, in Holland ook meer tol werdt
|
|||||
II.BoEin Geschiedenissen. 129
werdt afgevorderd dan naar gewoonte: 't
welk Graaf Willem de IV. j egter,in'tjaaf 1339, verbieden deedt (/?)r daar tegen te wege brengende, dat de Amfterdammers, ook te Deventer en elders langs den YfTel, op hunne oude tollen voeren; waarvan, in 't jaar 1342 , brieven verleend werden. Doch alzo zulks, volgens de gemaakte o- vereenkomft, flegts tot Kersdag des gemel- den jaars, duuren moeft, bleef het gefchil onafgedaan. Graaf Willem verlengde, mid- 1343^ lerwyl, zelf de Vrede of het Beftand tus- fchen de twee Steden, eens in 't jaar 1343, en eens in 't jaar 1345 , wanneer de ver- Ï345. lenging tot Alierheiligendag, zynde den eer- ften November des gemelden jaars, werdt uitgerekt (f). Doch de Graaf beleefde dee- zen tyd niet. Hy fneuvelde, den zesentwin- tigllen of zevenentwintigften September te vooren, op eenen togt tegen de Friezen,op welken hy , naar alle wäarfchynlykheid , door de Amfterdammers met fchepen by- gsftaan is; en zal dit, onder anderen, de reden geweeft zyn , waarom hy, nog zo onlangs , het Beftand met Deventer ver- lengd hadt. Wy zullen 't gefchil over den Kotertol hier eene wyle "laaten beruften* en eerft zien, wat 'er, terftond na 's Graa- ven dood , met opzigt op Amiterdam , werdt vaftgefteld* Zy,
(h) ÜUMBAR Deventer hl. só6, 507'. M00NI.N Chron.
Van Deventer, bl. 24. (i) Dumbar Deventer bU f 13, S'A> MiEiusGhaiteib.-
Jl: Deel, H 690. IL Stuk. I
|
|||||
■ -. ■
|
|||||
- ■ -. —
|
|||||||
ISO AMSTERDAMS IL Deel.
Vrouw Zyne oudfle Zufter , Vrouw Marga-
Marga- reet, die met Keizer Lodewyk gehuwd reet be- was> volgde hem op in 't Graaflyk bewind, Amfter- enkwam, in de Lente des jaars 1346, in dam Holland en in den Haage, daar zy denLan- nooit van de, by haare inhuldiging, verfcheiden' voor- Holland regten toeftondt, onder anderen belooven- fcheiden. ^e »» n*et kuiten de paaien van Holland , ' „ Zeeland en Friesland, te zullen oorloo- „ gen, dan by goeddunken der Ridderen, „ Knaapen en goede Steden; of deedt zy 't, „ dan zouden 's Lands ingezetenen niet ge- „ houden zyn, haar te dienen, dan uit gunft 1346. t) en vrywilliglyk (k)" Doch ten opzigte van Amfterdam in 't byzonder, beloofde zy, den zeventwintigften May „ dat zy, noch ,, haare nacomelinghen de Stad nimmertrieer „ in geenre manieren vervreemden nochfchey- „ den zouden van der Graeflyckheden van „ Hollandt, zullende dezelve, in tegendeel, „ blyven aen der Graeflyckheyt van Hollandt^ ji ëehck anderen Steden in Hollandt, /onder „ eenigh verfcbeyt, tot eewtoelycken jaren (/)." En deeze belofte was van veel belangvoor de Stede. Zy was , eerft onder de Graaf- lyke Regeering, begonnen op te komen, en, onder 't Igebied van den Huize van Amftel, naauwlyks bekend, en in geduurige zwaa- righeden ingewikkeld geweeft, zonder dat zy van haare magtelooze Heeren hadt kön- nen befchermd worden naar behooren. Heel wat anders beloofde zy zig van de Graafly- ke
(£) Zit Mieris Chajterb. II. Dultbl,-jo% , 710, 7:2.
(/; Handv. */. 1 [+.] |
|||||||
ItßoEK. Geschiedenissen. 131
ke Regeering, die ook, door haaren invloed
op vreemde Ryken en Staaten, denbuiten- landfchen Koophandel der Stede kon doen aanwaffen. Zy fchynt, tefl deezen tyde , bedugt gewêeft te zyn, dat Vrouw Marga- reet , die verfcheide Zoonen hadt, de Heer- lykheid van Amftel en Amfterdam aan ec- nen der zelven weg fchenken mögt. Men wift, wat, onder Graave Floris den V., toen Jan Perfyn de Heerlykheid van Amfter- dam verkreeg, en onder Jan den II., toen de Heerlykheid van Amftel aan Guy van Henegouwen opgedraagen werdt, gebeurd ware. Men wift zelfs, dat Willem de III., in 't jaar 1308, de Heerlykheid van Gouda, en, in 't jaar 1309, de Heerlykheid van Schoonhoven aan zynen Broeder, Jan van Henegouwen, Heere van Beaumont, hadc gefchonken(tri).Men zal, derhalve, Vrouw Margareet, by haare inhuldiging, bewoogen hebben, om zig te verbinden, dat Amfter- dam, door haar,noch door haare nakome- lingen , nimmer van de Graaflykheid ge- fcheiden zou worden; welke verbindtenis de volgende Graaven altoos naargekomen zyn: en is Amfterdam, van deezen tyd af, altoos een Lid van Holland gebleeven. Vrouw Margareet beveftigde, twee da- Zybeves-
gen na 't verleenen der Handveft van wel- tigt de ke wyfpreeken, alle de Handveften, die voonge* den Poorteren van Amfterdam, door haare noggeeni- Voorzaaten, de Graaven van Holland, ge-genieu- geven waren. Zy voegde 'er nog deeze we Hand- ky-veften*
(») Zie Mieris Chaiterb. II. Deel, IL 77, sa.
I 2
|
||||||
i^ AMSTERDAMS II.Deel,
byzondere Handveil by „ dat een Poorter,
j, eenen dootßagh doende buyten der Stede, „ na dat hy zig met de magert des dooden j, verzoend hadt, der Graaflykheid niet „ meer dan twintig pond fchuldig zyn zou, „ thien pondt van boeten, ende thïen pondt tér ,, Landtwinninghe, of verkryginge van vry- „ geleide (n)." In de Handvefl van den jaare 1342, was, gelyk wy boven (bl. 107) zagen, vaitgefteld , dat een doodflaager, die op de daad gevat werdt, den hals en twintig pond verbeuren zou; en dat een ge- weekene balling verklaard zou worden, en dezelfde boete betaalen; doch VrouwMar- gareet fchynt hier wat nader te hebben wil- len komen by de aloude gewoonte, en toe- ftaan, dat een doodflag, die buyten der Ste- de begaan was, na dat de daader zig met de maagen des nedergeOaagen verzoend zou hebben, alleen met geld geboet werdt. De doodllag binnen de Stad , aan welker in- wendige ruft meelt gelegen was, bleef al- leen nog ftraf baar aan den hals. Amfter- Midlerwyl, duurde de twift met Deven- dain ver- ter nogt £)e Stad Amfterdam deedt haar met" een?- ^e^' 0m ^e an(^ere vrye ^te^en van Hol-
ge Steden land over te haaien, om zig haare belangen tegen aan te trekken: en 't gelukte haar,eerlang, Deven- eenige Steden hiertoe te beweegen. Men ter* kan zulks afneemen uit een Verbindfchrift . ?ij' der Stede Beverwyk, welk nog, behoorlyk
zonder bezegeld, in de Oude Kerke, Laade XXVI., met Be- bewaard wordt, en onder anderen ten be- verwyk. wy- (k) Handy. SI. 70, 13; [4].
|
||||
ILBoek. Geschiedenissen. 133
wyze verftrekt, dat byzondere Steden, ten
deezen tyde, verbonden van onderlinge be- fchcrminge plagten te fluiten. Het is nog nimmer in 't licht gegeven; waarom het den Leezer niet ongevallig zal zyn, dat wy 't hier invoegen : Wy fcoute fcepenen ende raedt van Beverwike
make cond allen luden alffe dat ra)i ons verwilkoert hebben mit ter Stede van Amflerdam hare helpers te ivefen ende here befte te doene mit den anderen vryen fteden in hollant aljfe van den fwiftè de zi fiu hebben theghens de van Deventer, In or- conde de f en letteren befeghelt mit on f er ft e de ze- ghele, ghegheve des dyngsdach nae on f er vrou- wen dach annonciatie int j'are ons heren dufent drie hondert feven ende veertich. Hier onder hing het zegel der
Stede Beverwyk , in groen wafch , aan eenen enkelen franchynen ftaart. Men weet niet regt, welke gevolgen dee- Zoen
ze en diergelykc verbindteniffen gehad heb- röchen ben; doch 'tblykt,dat die van Amflerdam, ^f^ de fchade,hun door de Stad Deventer toe- ftercUm. gebragt, op derzelver ingezetenen willende verhaalen, dezelven van eenige goederen beroofd hebben. Jan van Jrkel, midierwyl tot Biffchop van Utrecht verheeven zynde, en het gedeelte van Overyflel, welk aan den Graave, nu Hertoge van Gelder, ver- pand geweeit was, wederom gelofl hebben- de , bewoog Vrouw Margareet, om haar beft te doen, tot het verzoenen der twee Steden: 't welk eerlang gelukte (0). Men kwam
(#) Dumbar Deventer,'*/, sh, JiJ.
I 3
|
||||
' '""
|
||||||
134 AMSTERDAMS ÏÏ.Deei,.
kwam overeen, dat Amfterdam den Koter- tol voortaan niet betaalen zou van boter, kaas en zout; en van andere waaren zo veel, als twaalf Schepenen van Deventer, op hun- nen eed, verklaaren zouden regt tezyn. En deeze verklaaring , waarin Schepenen en Raad van Amfterdam beruftten, gefchied- de op Dingsdag na S. Vi&orsdag, zynde den zevenentwintigflen February des jaars 1347 (p). Wat laater, in 't zelfde jaar, be- taalde Amfterdam aan Deventer ttffalfpunt groet e ende drie punt groet e, die den burghe- ren der laatftgemelde Stad , door die der eerftgemelde, ontnomen geweeft waren (q). 1348. En in't begin des jaars 1348, erkende De- venter nog vierhundert punt f mart e tornoyfe, voor zoengeld, van Amfterdam ontvangen te hebben (r). De twift tullchen de twee Steden was hiermede, voor eerft, bygelegd. De andere Hollandfche Steden, die Deven* ter, federt eenigen tyd, ook zwaarer tol- len hadden afgevorderd, kreegen, eerlang, bevel van Hertoge Willem van Beieren , Zoon van Vrouwe Margareet, om de inge- zetenen deezer Stad, op hunne oude tollen, te laaten vaaren (x). Amfterdam moeft zig, ondertuflehen, te vrede houden met zo veel vryheid van den Kotertol , als men , ten deezen tyde, hadt können bedingen. De
*
(p) Handv. hl. 67 [l*I.] DuMBAR hl. jij.
(q) Quirantie, in ie Oude Kerke, Laait XXVI. (r) Quuanrie ais hoven. (s) Zi« Dumijar H. $16. M1EÄI5 Chanerb. II. Deel,
*/. 731. |
||||||
Shiw
|
||||||
II. Boek. Geschiedenissen. 135
De Regeering der Stad, bezeffende, hoe Amfter-
veel 'er, voor den opkomenden Koophan- da«i ver- del haarer ingezetenen, aan gelegen ware. ^s1 tol- dat zy,in Holland niet alleen, maar ook in J^wa- 'tStigt vanUtrecht, voor tolvry erkend werdt, terland bragt te wege, dat men haar, in 't jaar 1350, en elders, tolvry verklaarde in Waterland (t). De Re- geering van Staveren , de Bifïchoppelyke tollen aldaar aan zig genomen hebbende, verklaarde ook, in 't jaar 1353 , de Porten der vryen Steden in Holland tolvry (u). Am- fterdam werdt thans onder de vrye Hol- landfche Steden geteld. De Stad hadt, niet al- leen, reeds in't jaar 1351, eene Dagvaart dier Steden, in den Haage, bygewoond (V); maar was zelfs, gelyk wy wat laager zien zullen, in't jaar 13 49, op eene Dagvaart derHolland- fcheSteden te Geertruidenberg verfcheenen. 't Was dan niet vreemd, dat zy zig het voor- regt toeëigende , welk de Regeering van Staveren aan de Hollandfche vrye Steden in 't gemeen verleend hadt , en dat zy den Brief dier Regeeringe plaats gaf onder haa- re Handveften. In 't jaar 1360, kogt zy zig ook vry van den tol der Heeren van Was- fenaar, die te Leiden, te Gouda en te Kat- wyk ontvangen werdt QuS), voor eene jaar- lykfche rente van twee en dertig pond Hol- landfch; welke rente, eerlang, aan Heere flo- ris van Alkemade verkogt werdt, diezeder Stad, in 't jaar 1403, kwytfcholdt. Alleen- lyk
(t) Handv. bl. 24.
(u) Handv. bl. 130.
(v) Zie Privileg, van Haarl. bl. ï«.
(wj Zit Gioot Plakaatb. lil. Detl, bl. 7Jj. .
I4
|
||||
•
|
|||||
i%6 AMSTERDAMS II. Deel.
lyk bleef zy verpligt, de WafTenaarfche
marktollen, te Vlaardingen, te Voorfchoo- ten en te Valkenburg, te voldoen (x). Oor-' Doch terwyl de Stad dus zorgde voor't fprong belang van haaren Koophandel, was, hier
lTock-en teLan^e» ontftaan de hevige tweefpalt der fchen en Hoekfchen en Kabbeljaauwfchen, die om- Kabbel- trent anderhalve eeuwe geduurd heeft, en jaauw- waarin Amfterdam ook diep gemengd ge- twee" weefl is; waarom het wel dienftig zyn zal, fpalt. dat wy deszelfs oorjfprong alhier kortelyk aantekenen. Vrouw Margareet hadt het bewind der
Regeeringe van Holland, reeds in Septem- ber des jaars 1346, afgedaan aan haaren tweeden Zoon, Hertoge Willem, onder den titel van Stedehouder en Regent [Vica- rius & Gubemator (y)], dien hy egter niet gevoerd heeft. De Graavin was, hierop, naar Henegouwen, en federt naar Beieren Ï349- vertrokken. Hertog Willem hadt, in haar afzyn, zo veel gezags' weeten te verkrygen hier te Lande, dat Vrouw Margareet zig genoodzaakt zag, hem, in 't begin des jaars 1349, het Graaffchap van Holland, Zee- land en Friesland af te ftaan, alleenlyk He- negouwen voor zig behoudende. De brie- ven, hiervan verleend, werden bezegeld, door de Edelen en Steden van Holland en Ferfte Zeeland, die te Geertruidenberg befchree- blyk, dat ven waren. Amfterdam bevondt zig ook ^mijter-, on- (x) Handv. */. 127, m. [ƒ]. Mifhis Charterb. III.
Dt el, '>L 110, 120, 12 ï , 77g, 7$ 11 783. ''(y) ZteJA\ixit Charterb. II. Dttl%.bl. 728.. |
|||||
II. Boek. Geschiedenissen. 137
onder de Steden (2): en deeze is de eerfte dam eene
reize, dat ons de Stad, in oude Schriften, Dagvaart op eene Dagvaart der Edelen en Steden van der Ede"
icn en.
Holland, is voorgekomen. Steden Doch 't leedt niet lang, of daar ontflondt van Hol-
een hevige twift tuflchen Moeder en Zoon, land ter gelegenheid, naar 't fchynt, dat Hertog jieeft Willem draalde met zyner Moeder bezegel- J^j de Brieven te leveren, waarby haar eene . ft " jaarlykfche fomme,uit de inkomften der af- dam geftaane Landen, werdt toegelegd (a). Zo voegtzig ver ging de af keerigheid, dat Vrouw Mar- aan de gareet zig, met eenen aanhang van Edelen, Kabbel- zogt te fierken, om haaren Zoon wederom [^ te ontzetten van de Regeeringe; terwyl Her- Zyde. tog Willem ook zyne vrienden hadt onder de Edelen, en vooral de voornaamfte Ste- den aan zig hadt weeten te verbinden. Die de zyde des Zoons hielden, werden Kab- beljaawwfchen genaamd , veelligt, om dat zy de magtigften waren, en als groote vis- fchen de minderen dreigden te verflinden. Die der Moeder aanhingen, heetten Hock- fchen, om te kennen te geeven, datzy mid- del hadden, om hunne partyen te verkloe- ken, gclyk de Kabbeljaauw met den hoek gevangen wordt. Men-vindt dat, reeds in 135°- 't Degin des jaars 1350, Wolf er d^ Nikolaas en Floris van Borfelen, onder deZeeuwfche, . en Dirk van Br ederode, onder de Llollandfche Edelen, zig verbonden hebben, om Vrouwe Margareet getrouw te zyn. Jan van Noor- de- (x) Groot-Plak;mb. III. Deel, hl. i. MlEfUS Charter!}.
II. üeel, hl..--45, 7<sjj. {a) Zie MiEius Chartcrb. II. Deel, */. 771.
I 5
|
||||
138 AMSTERDAMS II. Deel.
deloos verbondt zig, wat laater, om haar
te dienen, doch niet tegen haaren Zoon, ten ware deeze haar eerfl met de wapenen aantaftte (b). Maar Hertog Willem (loot, in May, een Verbond met die van Arkel, Egmond , Heemskerk en andere Edelen, en met twaalf Hollandfche Steden, onder welken ook Amfterdam was, die 'allen be- loofden , hem te zullen handhaaven in 't Graaflyk bewind (<r). Men kwam, van de eene en de andere zyde, tot hevige daade- lykheden, waarin ook die van Amfterdam de hand hadden. Eenige Hoekfche Sloten werden bemagtigd en vernield, door de Kabbeljaauwfchen. Het Slot te Geertrui- denberg, welk, door Filips van Polanen, die de Hoekfche zyde hieldt, bewaard werdt, ging over by verdrag (d). 't Schynt, daaren- tegen, datdeHoekfchen eenigen tyd mees- ter van Dordrecht geweeftzyn, en dat Her- tog Willem toen, by eenen Brief van den zeventienden September desjaars 1350,te Geertruidenberg gedagtekend,de Landzaa- ten in 't gemeen en die van Dordrecht in't byzonder veroorlofd heeft Vrouw Marga- reet te erkennen; doch 't leedt maar tot in April des volgenden jaars, toen hy die van Dordrecht wederom ontfloeg van den eed, * dien zy aan zyne Vrouwe Moeder gedaan hadden, en hunne hulde ontving (O- Her-
(h) Zie Mieris Chatterb. II. Dul, il. 767,773,774.
(c) Groot-Plakaatb. III. Deel, il. 2. Zit ook. MiERlS II. Deel, hl. 778. (dj Zie MIFK1S IL Deel, bl. 7%$, 8io, «13, 844. (e) Id. ibid. il. 7$6, 7,90. |
||||
IL Boek. Geschiedenissen. 139
Hertog Willem, de gunft der Edelen en Hertog
Steden, die zyne zyde gekooren hadden, Willem noodig hebbende, vooral na dat hy, in 'tjj^0^. begin des jaars 1351, den Scheepsftryd voor van tienL Veere verlooren hadt, beloofde hun, wat Steden, laater, dat hy , ten naaften jaare, geene waaron- etffènifle, renten noch heerlykbeden vercoopen J,erj?ok verfetten, noch weg geeven; geene Vryheden dam v""s verpagten, noch geene Baljuwfchappen ofte zullen' Schoutampten, voor 't leeven of erfelyk,innee- opdraagen zou, dan by zynengemeenenRa-men« de en tien Hollandfche Steden , van wel- ken Amfterdam de vyfde in rang was; of deedt hy 't, zo zou 't niet, en van geener waarde zyn (ƒ). Hy begunftigde Amfter- dam , wat laater, nog in een ander opzigt: want, by eene Handveft van den vyftien- den December deszelfden jaars, 't verkoo- pen van uitheemfchbier,inKennemerland, Weftfriesland, Amftelland, Waterland en Zeevank, verbiedende , geeft hy aan de Stad alleen verlof, om, binnen haare vry- heid, zulk bier te verkoopen, als zy goed- vondt (g). Doch Hertog Willem, thans zo zeer in- Hy ver-
gewikkeld in den oorlog met den aanhang draagt zyner Moeder, hadt, kort te vooren,vrede ziS» ™e- gemaakt met Jan van Arkel, BifTchop van£eerj ^ Utrecht, wien hy, in 't jaar 1348, den oor- heid van log verklaard hadt. De BhTchop beloofde Amftei, by 't Verdrag van Vrede, Hertog Willem j?" j*en te zullen beleenen met de Heerlykheid van v:|nc,{j0_p Am-trecht.
(ƒ) Zie Mieris II. Deel, hl. 79S.
(g) Privilegien van Haad. ti. is. |
|||||
tlJ'ÉWY uil „1 ■ 1 , ■ —■............-
|
|||||
I40 AMSTERDAMS IL Deel.
Amftel ,op gelyke wyze, als de Heeren van
Amftel dezelve van den Stigte plagten te houden, behoudelick elk zyns rechts (£). Doch hy floot, in't volgende jaar, den vierentwin- tigften July, juift op dezelfde voorwaarden, een Verdrag van Vrede met Vrouwe Mar- gareet (i), die hy, naar 't fchynt, zo wel als haar Zoon , onverkort laaten wilde in haar regt tot de Landen. OndertiuTchen, moet men niet denken,dat de Heerlykheid van Amftel, en de Stad Amfterdam in 't by- zonder thans meer afhangkelyk werden van 't Stigt, dan zy, federt eenige jaaren, ge- weeft waren. De uitdrukking behoudelick elk zyns rechts geeft wel te kennen, dat de Bis- fchop nog eenigen eifch op deeze Heerlyk- heid open hieldt; maar te gelyk,dat hem, van de andere zyde, deeze eifch niet toe- geftaan werdt. Voorts, hadden de Steden Delft, Haarlem, Leiden, Amfterdam, Alk- maar, Schiedam en Rotterdam zig verbon- den, om denBhTchop en der Stad vanUtrecht vyfendertighonderd ponden en vierhonderd ponden zwarten tournois te zullen voldoen, in vergoedinge van zekere geleeden fchade en gedraagen' koften; welke penningen Her^ tog Willem den Steden beloofde te zullen wedergeevcn: ook verpandde hy haar, daar- tegen , eerlang, zyne renten van Noordhol- land, dat is van Holland benoorden de Maa- ze, tot aan Kennemerland en Amftelland toe,"en alle de goederen, die, ten behoe? (h) Zie MiFRiS II. Deel, hl, 791, 793.
(ij Id. ibid. kl. sic, 812. |
||||||
ILBoek. Geschiedenissen. 141
ve der Graaflykheid verbeurd verklaard wa-
ren (&). De zeven genoemde Steden, ne- Merk- vcns Geercruidenberg, Oudewater, Meden- waardig blik enVlaardingen,flooten,in September,^aenrb^ een onderling Verbond, inhoudende „ dat fterdam „ zy, zig onderwonden hebbende Hertog en tien „ Willem Jiere te maken ende macht ich fyns*n^er& „ lands f en zig, ten dien einde, in zwaare She „ fchulden hebbende gefteken, eikanderen steden. „ byftaan zouden, wanneer eene van allen j, daarom in ongelegenheid of vyandfchap 5, kwame. Ook zouden zy, na 't afflerven „ van Hertoge Willem , geenen anderen „ Heer aanneemen, dan gelykelyk enover- „ eenkomftig met deKeizerlyke Brieven(/)>" by welken de Landen, na Hertog Willem, aan zynen jonger Broeder , Hertoge Al- brecht, waren toegezeid (?n). Voor 't fluiten van dit Verbond, was 'er, Zoen
op den vierden Jaly, wederom een Scheeps- tuffchen ftryd voorgevallen by de Zwarte Waal, op ^are*. de Maaze, waarin Vrouw Margareet te kort reet en gefchooten was. Zy week federt naar En- Hertog geland, en bewoog Koning Eduard den III., Willem, die met haare Zufter, Filippa, gehuwd was, om aan de verzoening met haaren Zoon te arbeiden. Hy wendde 'er, eenen tyd lang, zyne poogingen toe aan. Doch de Zoen werdt, eerft op den zevenden December des jaars 1354, te Bergen in Henegouwen, door bemiddeling van Jan van Henegouwen, Heere van Beaumont, en FTalraven van Lu- xem- (k) Z't Mieris Charterb. II. Deel, bl. 79«, 801,
(l) Groot-PIakaatb. lil. Deel, bl 3. (m) Mieris Charterb. II. Deel, bl. 727, |
||||
ï42 AMSTERDAMS II. Deel.
xemburg, Heere van Liny,getroffen. Her-
tog Willem werdt verpligt, zyne Moeder om vergiffenis te verzoeken. Holland,Zee- land en Friesland werden hem, op nieuws, afgeftaan. Vrouw Margareet behieldt al- leenlyk zeker jaarlykfch inkomen uit dee- ze Landen, benevens het Graaffchap He- negouwen («). Doch zy flierf, kort hier- na , op den dertigften September des jaars 1355-
Hertog Hertog Willem zag zig zo dra niet ge- Willcm field in't geruft bezit deezer Landen, of verleent hy bevlytigde zig, om den Steden, die hem, verfchei- *n ^en verzoenc^en binnenlandfchen oorlog,
den' niet geld en volk, boven verpligting, ge- Handves- diend hadden, op allerlei wyze, genoegen ten. te geeven. Aan zyne goede Luyden van zy- I355- ne Stede van Aemfielredamme onder anderen, beloofde hy, by cencn Brief van den der- tienden May des jaars 1355, in denHaage getekend, dat hyze ontheffen zou van alre Borgtochten, die fy voor hem ghelooft had- den ; ende dat hyze quyten zou van al Jukken ghelde^ als fy voor hem hetaelt hadden, ende fy wettelyck betoogen mogten (0). By eenen anderen Brief van den zelfden dag, beves- tigde hy niet alleen de Handveft van Graa- ve Willem den IV. van den jaare 1342, en alle andere Handveften van de Graaven, deszelfs Voorzaaten; maar hy verbondt zig ook, om alle verouderde of verdonkerde Handveften te vernieuwen; hy beloofde zy- ne (ft) Groot-riakaath, III. Dtelt il. «f-.
(0) Handv. bi. 75. [s] |
||||
I
|
|||||
II.Boek. Geschiedenissen. 143
ne lieve Stede van Amflelredam nimmer te
zullen fcheiden van 't Graaffchap van Hol- land; en hy verklaarde, dat een Poorter, die zyn Lyf met rechte verbeurde, aan hem niet meer dan half zyn eyghelyke goedt zou mogen verbeuren, zullende de andere helft blyven zynen wyve, wettige kinderen, e« regten erfgenaam. Volgens de Handvefl van't jaar 1342, verbeurde een doodflaager, gelyk wy boven (bl. 107) zagen,niet meer dan twintig pond uit zyn goed, boven den hals of de ballingfchap. Doch 't fchynt, dat men,om zwaarder misdaaden,ten dee- zen tyde, fomtyds al de goederen verbeurd verklaarde. En hiervan heeft Hertog Wil- lem de Poorters van Amflerdam willen be- vryden, verklaarende dat iemant wel min- der , maar nooit meerder dan zyn lyf en de helft van zyn goed zou mogen verbeuren. Eindelyk, ontheft hy die van Amfterdam ook van alle verpligting tot betering der fcha de, die zy hunnen Landsluiden van de Hoek- fche zyde, in den jongflen inlandfchen oor- log, hadden toegebragt. Voort, zegt hy, foo nemen wy op ons , ontheffen ende füllen ontheffen onfen goeden luyden van Amflelre- damme ghemeynlyck alle doodjlaghe, roof, bran- de, fcbattingbe, rechteniffe [lees vecbteniffe, dat is, gevegt, gelyk anderen (p) te regt leezen] van lyve, vanghemffe, brekinghe van Huyfen ende van Veften, dat in defen oorloghe om des oorlooghs willen gefchiet is, ende dat gheweefi beeft tuffchen onfer liever Vrouwen en-
(p) ZU MiSEis Charterb. II. Detl, bl. 841.
|
|||||
144 AMSTERDAMS II. Dell,
ende Moeder ende hare hulperen, ende ons en'
de onfen kdperen, fonder ons ofte yemande be~ teringe daer af te doene (q). Volgens de ge- woonte deezer tyden en het regt des Lands* waren zy, die, in eenen burgerkryg, ande- ren befchadigd hadden, gehouden tot ver- zoening met'de befchadigden of derzelver maagen, en tot boete aan den Graave. Doch van 't een en 't ander ontheft Hertog Wil- lem de Amfterdammers, om dat de vyan- delykheden, ten zynen behoeve, gepleegd waren. Zo hadt hy reeds te vooren aan die van Leiden, het doodflaan van Klaas van Zwieten vergeeven, en voor zyne rekening genomen al 't gene die van Dordrecht tegen zyne vyanden gedaan hadden, en nog doen zouden (r). OndertuiTchen, ziet men, uit de aangehaalde woorden onzer Handvefl, tot welke uiterflen, de partyfehap, in zo wei- nige jaaren, reeds, gekomen was. 't Was by geen beftormen en vernielen van Huizen en Sloten gebleeven; maar't Land was met roof en brand, met vegten, vangen en dood- flaan , vervuld geweeft. Én fchoon de he- vigheid, na den Zoen des jaars 1354, be- daard fcheen, herleefde zy egter geduurig- lyk, gelyk wy, wel haaft, zien zullen. Nieuw 't jaar ig 55 was nog njet verloop en, toen met den 'Hertog Willem, t'onvrcde op de Stigtfchen*
Bishop die, na 't jongfte Verdrag, eenige vyande- van U- lykheden gepleegd hadden, befloot, den Bis- trecht, fchop van Utrecht den oorlog te verklaaren, Do
(q) Handv. hl. i;j. [*]
(r) Zie Afimus Chaiicrb. II. Deel, bl. 804, jh»
|
||||
II.Bosk. Geschiedenissen. 145
De oorlog werdt, van wederzyde , fterk wegens
voortgezet. Weesp en Muiden vielen, in de Heer. 't volgende jaar, den BilTchop in handen, v^^id Doch Hertog Willem bragt hem, eerlang, ^ej zo zeer in 't naauw, dat hy genoodzaakt 1356. werdt tot het aangaan van een Verdrag , welk, den dertigflen Juny des jaars 1356, op de Hoogewoerd by Utrecht, getekend werdt. Het behelsde, onder anderen „ dat „ de Biflchop Hertog Willem, als Graaf „ van Holland, verlyden zou met de Heer- „ lykheid van Amtlel, behoudelick hem ende „ zynre Kerken haaren pagt, gelyk van ouds, „ ende elckermalckzyns recht (s^X welk, met den Zoen des jaars 1351 (f), overeenkwam. Hertog Willem dcedt, in 't volgende jaar, een' keer naar Engeland , alwaar , zo 't fchynt, nog eenige zaaken te regelen waren met Koning Eduard, wien Vrouw Marga* reet, reeds in't jaar 1350, de Regeering haarer Landen,voor een bepaald getal van jaaren, afgeflaan hadt (u). Magteld, Dog- ter van Henrik, Hertog van Lancafier, en Gemaalin van Hertoge Willem, nam de Re- geering der Landen waar, in 's Hertogs af- wezendheid. Maar Hertog Albrecht, zo 't fchynt, bedugt, dat'er, in Engeland, iet geilooten mögt worden , ten nadeele van zyn regt van opvolginge in 't Graaflyk be- wind , hadt zig, terwyl zyn Broeder uitlan- dig was, herwaards begeven, en zogt zig het Slot te Geertruidenberg , welk toen , door
(O Zie Mieris Charterb. III. Deel, bl. i, i.
(t) Zie hier voor, hl, 139.
(«) Vaderl. Hift. m. Deel, bl- Z77, *5>o.
IL Stuk. K
|
||||
146 AMSTERDAMS II. Deei,
door Simon van Teilingen, bewaard werdt,
te doen in handen Hellen. Vrouw Magteld, die zig binnen Aath in Henegouwen bevondt, fchreef van daar brieven naar Holland , waarby deEdelen en Steden vermaand wer- den , om de Stad en 't Slot van Geertrui- denberg te befchermen tegen Hertog Al- brecht (v~). In Auguftus , keerde Hertog- Willem wederom naar Holland (w); en kort na zyne te rugkomft , befpeurde men, in hem, taftelyke blyken van krankzinnigheid; waarop hy, eerfl in den Haagcvaflgezet; en naderhand naar Quesnoi in Henegouwen gevoerd werdt; alwaar hy, tot aan zynen dood toe, die in 't jaar 1389 voorviel, op- gellooten geweefl is (Y). Hertog Doch in deezen fland der dingen, herleef- Albrecht fe ^e voor]ge partyfchap der Hoekfchen ^00r ' en Kabbeljaauwfchen wederom. Delaatften beleid waren, door Hertoge Willem, alommebe- derHoek- gunfligd, en hadden der Steden Regeering S"ncn'tj'in» ^y beweerden, derhalve, dat men, aan^e-*" geduurende de ongefleldheid van Hertoge nomen. Willem, 's Lands Regeering aan zyne Ge- maalin, Vrouwe Magteld , toevertrouwen moefl. Doch Hertog Albrecht , hiervan niet onbewufl, hadt zig, ondertuffchen, ee- nen magtigen aanhang weeten te verkrygeu onder de Hoekfchen, die eenpaariglyk flaan- |
||||||||||
de hielden, dat men hem , tot Ruwaard,
|
||||||||||
Toeziender enBefchermerderLandcn behoor-
de te verkiezen: en zy bragten 't zo ver, dac
(v) Z'u Mieris Charterb. UT. Deel, bl. iz , iz,
(w) Aft. publ. Angl. Tem. III. P. 1. p, i^, (x) Yadcrl. Hift. III. Dtel, bl. zji, |
||||||||||
IT.Boek. Geschiedenissen. 147
dat hiertoe,den zevenentwintigftenFebrua- 1358.
ry des jaars 1358, op eene Dagvaart der Edelen en Steden te Dordrecht, zelfs met bewilliging van Vrouwe Magteld, beflooten werdt (y). Hertog Albrecht werdt, ver- volgens , in de voornaamfle Steden van Holland en Zeeland, als Ruwaard ingehul- digd, zelfs te Amfterdam, daar men, te vooren, de Kabbeljaauwfche zyde gehou- den hadt. Hy beloofde, alomme, en ook Ook te hier ter Stede „ de Landen te zullen regée- Amfter- „ ren, by de goede Steden, en by den raad am* 5, der genen, welken hy, met gemelde Ste- „ den, daartoe neemen zou, op fulke goede 5, Coßumen ende recht, als zyne lieue Ouders „ voertyts 'f Land geregbkrt ende beleet had- 3, den: alles behoudeik Ridderen, Knapen, „ Steden, ende e enen yghelikenfyns rechts (V)." De brief was te Amfterdam gegeven, in de tegenwoordigheid van verfcheide Duitfche Edelen van des Hertogs gevolg, op ten elfden dach der maent van Maerte,in't jaer ons he- ren du/ent drie honden zeven ende vyftich , dat is, naar de wyze van rekening, die Hertog Albrecht volgde, en, volgens welke, het jaar met Paafchen begon, 1358. Men ziet, uit de voorwaarden, op wel- Aanmer-
ken Hertog Albrecht Ruwaard werdt, iworkingen eerfl, dat de Edelen en Steden zekere ^-^erzy* Un hadden, naar welken de Graaven ge- ftelling, houden waren te regeeren; en ten anderen, dat
(y) Groot - Plakaatb. IV. Dtel, bl. i. III. Deel, bl. $.
Mieris Charterb. lil. Dtel, bl. 39, 40, +j. Privil. vao Jiaarl. il. 3v. (z) Handv. W, 71. [<].
jK 2> '■
|
||||
14$ AMSTERDAMS II. Deel.
dat zelfs de oude en welherbragte Cofiiimen
of gewoonten een regelmaat verftf ekten voor de Graaflyke Regeeringe. 't Laatfte was, reeds in 't jaar 1281, door Graave Floris den V. erkend, die, in eene Huwelyks- handeling tuflchen zyne Dogter Margarcetr en Alfonfus, Zoon van Eduard den I, Ko- ning van Engeland, verklaarde „ dat de „ voorwaarden van het geflooten Huwelyk „ geenen ftand zouden können houden, zo „ zy bevonden werden onbeftaanbaar te „ zyn, met 's Lands Wetten en Gewoon-. „ ten." [Qiiodß forte pacla hujusmodi adeo formari & ajfecurari non pofjint, quodfecun- dum leges & confuetudines terra nefira habeant perpetui roboris firmitatem, pro infetlis om- nia,. qua promifimus, habeantur (#).] Zoen der Wat laater, in't jaar 1358, betaaldede Stad we- Stad Amfterdam aan Dirk Foppens zoon^ 's gens Ku-jJertogs Klerk, zeshonderd bruxer of Brus- ^ lt#felfche Schilden, die zy, wegens zekere be- lediging , den buuren van Kudelflaart aan- gedaan, jegens de Graaflykheid verbeurd hadt. De kwytfchelding , die door Her- toge Albrecht bezegeld, en op fint e Lucas dach, dat is, den agttienden Oétober des jaars 1358, te Geertruidenberg gedagtekend was, is in het eerfle Privilegieboek der Ste- de f. 7 te leezen (b). Doch by welke ge- legenheid, of om wat reden, die van Am- fterdam den opgezetenen van Kudelflaart eenige fchade hadden toegebragt, is niet £ot myne kenniffe gekomen. On--
(a) Aft. puhl. Anel Tom. I. F. II. p„ i9j.
(é; Hit ook. M^iiiis £ha#eib. lil. Dtel, H. «*. |
||||
ILBcek* Geschiedenissen. 149
OndertufTchen, was Delft de eenige voor- Bewed-
naame Stad in Holland , die Hertog Älbrecht gingen té niet hadt ingehuldigd, ofdie, na dat zy hem Delft, te ingehuldigd hadt, tegen hem opftondt. De f™e ü reden van deezen opftand fchynt geweeftté Leiden« zyn, dat de Ruwaard aldaar, buitens tyds* eenige verandering in de Regeeiïnge maa- ken wilde,welke men hieldt te ftrydenmet der Stede Privilegien (c). Hieruit rees zo groot eene beweeging in de Stad, dat Dirk Ader op gedood, en eenige anderen in heg- tenis genomen werden (d). Zelfs overwel- digden de Delvenaars de Sloten Polanen eri Binkhorft. \ De Ruwaard belegerde hierop de Stad omtrent tien weeken agtereen, in de Lente des jaars 1359, en bemagtigdeze ten laatfte : waarna de ruh: aldaar, vooi* eene wyle tyds, herfteld werdt. Te Haar^ lern en te Leiden, was ook eenige bewee- ging geweeft (0, die , vermoedelyk, uit de zelfde oorzaak ontflaan was: doch waar- van ons, myns weetens, nergens eenig klaar befcheid nagelaaten is. Even weinig is my gebleeken, hoe'tzig, Ondér-
by deeze verandering der Regeeringe , té zoek, of* Amfterdam hebbe toegedraagen. 't Is ge-de Wet_ heel onzeker, of Hertog Albrecht ook hier j^l^é de wet buitens tyds verzet hebbe. Zulks Amfter- zou niet te wagten geweeit zyn, zo de Stad, dam, ten selyk fommigen aantekenen<ƒ), voorheen, deezen
ö J j tyde.ook buitenge-
(e) Fragm. Chron. Rhytm. in MAtïUzei AftiU Jam,
I. p 6$. (d) Zit Miïris Charterb. III. Deely hl. 41.
(i) Id. ibid. hl. 58, 87. (f) M. VQSSii Annal. Ubr. X. p. W*
K 3
|
||||
150 AMSTERDAMS IL Deei.
woonlyk derHoekfchepartye toegedaan geweeftwa-
veran- re. Doch wy hebben, uit egte ftukken, ge- derd zy. toond, dat zy altoos de Kabbeljaauwfche zyde gehouden hadt. Zy hadt,'tiswaar, gelyk de meefte Steden van Holland, Her- tog Albrecht voor Ruwaard erkend; doch hy oordeelde, veelligt, dat zulks niet zeer van herten gefchied was; en zo hy dus ge- oordeeld hebbe, heeft hy, mnTchien, on- tydige verandering gemaakt in de Wet. Maar 't zou ook zyn können, dat de Wet- houder fchap van Amfterdam zig zo fpoedig gevoegd heeft aan de zyde van Ilertoge Al- brecht, die thans de magtigfte was, dat zy, daardoor, zyne genegenheid gewonnen heeft, en in 't bewind gebleeven is. Wat Het Pas- 'er van zy, ik vind niet, dat Hertog Al- toor- brecht, ten deezen tyde, eenige verande- Oide rm& te Amfterdam gemaakt heeft, dan dat Kerke hy Gerard Hert, die de Kerfpelkerk,zynde wordt de Oude Kerk,eenigen tyd kvvalyk bediend a;n Jan hadt, van den dienft afzette, en het Pas- van AI- toorfchap, in Juny des jaars 1359, aanjfcz/i gedraa- van Alten opdroeg; in welke opdragt, merk- ger. waardig is, dat dezelve gefchiedde, op be- •I3Ó9» ve l van den Heer e Hertoge, by gemeenen Raade der Heeren en Steden, toen tegenwoordig.[Jus- , Ju üornim Ducis, per commune Confilium Do- Patroon minorum & Villanim tune prefens {g)]. Kort fchap hierna, ftondt hy het regt om deeze Paftoo- daarna ry te begeeven aan zynen Raad, Gerrit van aanGer- }jeemjlede, af. Ook gaf hy eene opengeval- Heem- ^en Kapellaansplaats aan S. Katherynen - al- ftedc. taar, U) Zit MiSRis Charteib. UI. Deel, bl. 99,
|
||||
•
|
|||||||||||
II. Boek. Geschiedenissen. 151
taar, in dezelfde Kerke, aan Heere Evcrard
Ludekyn (&). Al dit gefchiedde, uit krag- te van het Regt van Patroonfchap, welk de Graaven, hier te Lande, hadden, over alle Kerken , die geene byzondere Patroonen hadden. Sedert, verliepen'er eenige jaaren,zon-Opfchud-
der dat men veel van de partyfchap der ding te Hoekfchen en Kabbeljaauwichen hoorde. Delft* Doch op den vyfentwintigften July des jaars i3Ó4,ontlT:ondt 'er eene merkelyke opfchud- ding te Delft, waarin drie perfoonen dood bleeven. Verfcheiden' Edelen,die deHoek- fche zyde hielden, hadden de hand gehad in deeze beroerte. Doch 't fchynt, dat de Ruwaard zig ligtelyk met hen heeft laaten verzoenen (z), even als hy, in 't volgende jaar, het dooden van Willem Bart vergaf aan eenige Edelen, die ook altoos de Hoek- fche zyde gehouden hadden (&). Te Haar- te Haar- lem, viel, omtrent deezen tyd, insgelyks, lern, een opiland voor,waarin de gewezen Schout, Simon van Zaanden, de hand hadt, en die drie menfchen het leeven koftte (0- En en te Am- Amfterdam bleef ook niet vry van bewee- fterdam. ging, fchoon my nergens eenig klaar be- fcheid voorgekomen is van 't gene 'er, ten deezen tyde, voorviel. Men weet alleen- 1366; lyk, dat Hertog Albrecht zig, den zeven-De'Stad tienden February des jaars 1366, verzoende verzoent
metzig meÉ
|
|||||||||||
(t>) Mieris Chartetb. III. Deelt hl. ioz, loj.DlR«:
|
|||||||||||
MER
|
|||||||||||
er 's Gravcnh.I. Deel, bl. i%+. Aant. (q)
(«') Miebis Chatterb. III. Deel, */. 171, (k) Id. ibid. kl 179. (i) Id. ibid. bl, 182. K4
|
|||||||||||
152 AMSTERDAMS II.Dêzu
Hertoge met de Stede „ die, om menigen trouwen
Albrccht. „ dienil, hem en zynen voorouderen gedaan „ en nog te doen, in alle haare Handves- „ ten en regten beveiligd werdt, mids zy „ den Hertoge tienduizend Schilden van „ vierentwintig Dordrechtfche of Vlaam- „ fche groot en ieder fchild opbragt ; in „ welke fomme, alle de ingezetenen draa- „ gen zouden, negentien peribonen uitge- „ nomen, die de voorwaarden van hunnen „ Zoen byzonderlyk aan den Ruwaard ver- „ bleeven hadden (2)." Ook vindt men, dat die van Amiterdam de boete,in welke zy verweezen waren, ten behoorlyken tyde, met tien hondert pont groete betaald hebben (tri). Of nu de beweeging, die gelegenheid gegeven hadt tot deeze verzoening, geitrekt hebbe tot verandering der Regeeringe van Kabbeljaauwfch in Hoekfch; en of de ne- gentien perfoonen van den Zoen uitgeiloo- ten zyn, op dat zy te genadiger van Herto- ge Al brecht, ten wiens behoeve zy, mis- fchien, gewerkt hadden , zouden können gehandeld worden; dan of de beroerte een geheel ander oogmerk gehad hebbe, en de negentien perfoonen, naderhand, zwaarder gebreukt zyn, zou ik, fcy gebrek van egte aan-
(m) I. Privüegieboek ƒ. 8. en Bylaagen L*. A. N. 2.
(2) Zie de Bylaagen V. A. N. 1. en Mierts
Cbarterboek UI. Deel, bl. 184; daar men ten onregte leeft IVaeringhelden, in de plaats van Wiringerlani, gelyk ons aftchrift heeft; welk, naar het oorfprong- kelyke, dat inde Oude Kerke,LaadeXX., bewaard wordt, vergeleeken met het eerße Stads Privüegieboek, f. 8., gemaakt is. |
||||
II. Boek. Geschiedenissen. 153
aantekeningen, niet durven verzekeren.
Nogtans wil ik niet ontveinzen, dat de eer- fle giffing my de waarfchynlykfte voorkomt. De Stad, fchoon Kabbeïjaauwfch,hadtzig van de eerden verklaard voor het Ruwaard* fchap van Hertoge Albrecht, en hem, in perlbon, ontvangen en gehuldigd. Doch de Ruwaard zal, waarfchynlyk, naderhand, zy- ne Hoekfche vrienden, op welken hy meefl vertrouwde, zowel te Amfterdam, als in andere Steden, ter Regeeringe hebben wil- len indringen. Maar dit heeft niet können toegaan zonder opfchudding, weïke, door de negentien perfoonen, die ik voor Hoek- fchen houde, verwekt of gevoed geweefl zal zyn; waarom de Ruwaard hen zal heb- ben willen ontheffen van hun aandeel in de boete, die de overige ingezetenen, en on- der dezelven ook de voorige Regenten,om hunne Kabbeljaauwfchgezindheid, veipligt werden op te brengen. De opmerkende Leezer zal, ondertulTchen, deeze onze gis- fingen zeer wel weeten te onderfcheiden van 't gene wy voor egte Hiftorie opgeeven. Ruim een jaar voor 't verkenen vandee- yrye ufc.
zen Zoen, hadt Hertog Albrecht de Dor- wacering pen Nieuwveen en Kalflagen beveiligd in var> <fc het regt van uitwatering, langs de Drecht JJorPCI1 en Amflel door Amflerdam, vry van dyk- en veeJJ en fluisgeld; welk regt deeze twee Dorpen, Kalfla- eertyds, van Gysbrecht van Amflel en des- gen door zelfs Broeder Willem , Proofl van S. Jan, Amfter-,, gekogt hadden. De brief, hiervan ver- am' leend, was, den vyftienden November K 5 des
|
|||||
t
|
|||||
154 AMSTERDAMS Iï. Deel;
des jaars 1364,111 den Haage getekend(n).
De Stad Amfterdam kogt zig, daarentegen, in't koopt zig jaar 1367, voor vier Ceulfche marck Lodichs vry van ^ Luikfch Silvers, fefiien loot voor de marck Goud- gherecckcnt, in 't jaar, vry van de tollen te fchen tol. Gouda en te Schoonhoven, de marktollen 1367* uitgenomen; waarvan Jan van Blois, Heer van Schoonhoven en Gouda, der Stad brie- ven verleende, die, den twintigflen July des gemelden jaars, te Schoonhoven, getekend waren (0). Gelegen- Dat de Stad zig, van tyd tot tyd, zogt heid, Vry te koopen van de tollen, die hier en Jvaacb^ daar, door byzondere Heeren, binnens Lands haaren geheeven werden (p), was een taftelyk be- handel in wys van haaren toeneemenden Koophan- Zweeden del. Doch zulks bleek nog klaarder, uit en Dee- ^e vryheid van handel in Zweeden en Dee- Saeidet.nemarke' welke zy zi£' ^en deezen ty^e *
' wift te verkrygen. Zie hier, by welke ge- legenheid. Schoonen, een Landfchap in Zweeden *
was, eenige jaaren geleeden, in bezit ge- nomen door Waldemar den III., Koning van Deenemarke, die 'er, voorheen, eenigregt op gehad hadt Qj). Magnus, Koning van Zweeden, hadt hiertoe zelfs aanleiding ge- geven , en was, daardoor, en uit andere oorzaaken, zo zeer in den haat geraakt der Zweedfche Grooten, dat deezen Albrecht* Zoon
(h) Zie Handv. van Rynl. hl. 3*4.
(0) Handv. U, iz*. [ia]. Mieris Charterb. 1U. Deel, II. 209. (/>) Zie hier voor, */. uj.
(f) A1.B. KRANTZU Dani* Libr, II. p, 34.,
|
||||
II. Boek. Geschiedenissen. 155
Zoon van Albrecht, Hertoge van Mekclenv
burg, in 't Ryk haalden, en tot Koning uit- » riepen, in 't jaar 1363. Albrecht hadt, om zig in 't nieuw bewind te veftigen, niet alleen de hulp zyns Vaders noodig (r): maar hy zogt ook onderftand hier te Lande, Zy on- die hem, onder anderen, door Amfterdam, derfteunt Enkhuizen, Wieringen en den Briele , in^lhr?cht» Holland; door Staveren en Hindeloopen, v °nning in Friesland, en door verfcheiden' andere Zwee- Neder landfche Steden, beweezen werdt (j).den. ]V1 en weet niet zeker, of deeze onderftand in fchepen beftaan hebbe; hoewel zulks ten hoogfte waarfchynlyk is. Ook weet men niet naauwkeuriglyk, wat 'er mede verrigt zy. Alleenlyk blykt, dat Koning Albrecht, eerlang, Schoonen gedeeltelyk wederom veroverd heeft. Doch eer hy 't nog zo ver gebragt hadt, gaf hy, den vyfentwintigften 136& July des jaars 1368 , allen den gemelden Hollandfchen en FriefchenPlaatfen, en Am- fterdam in 't byzonder „ vryheid om in „ Deenemarke, of in Schoonen, zo verhy i? beide deéze Landen, binnen dentydvan 5, 't Verbond, welk hy met Amlterdam en „ de andere Plaatfen gemaakt hadt, mögt 5, magtig worden, te komen handel dry- „ ven, te water en te lande; zonder dat 5) zy , in geval van fchipbreuk, eenig ftrand- j> regt fchuldig zouden zyn; maar in tegen* „ deel
(V) AlR. Krantzii Danix Liht. VII. p. 17«. ld. Sue*
ciae Lihr. v. p. 315. S. Puffndokf Inl. tot de Zweed- fche Hiftorie, hl. 114, 117, tu, 122, 12+, 125. (s} Handv. van Anift. tl. $1, [go] Privileg, van den
JSiiel, bL 4i. WiNSEMius Chïon. van friesl. bl, 407, |
||||
ï5ó" AMSTERDAMS IIDëel,
„ deel vryheid hebben, om haare geflrand-
„ de goederen alomme te benaderen. De „ tollen, welken men van allerlei waaren „ hadt te betaalen, werden ook, op eenen Hy geeft „ maatigen prys, geregeld." Doch 'tby- haar regt, zonderfte van de vryheid, die Koning Al- om ee- brecht ? ten deezen tyde, verleende, was Voogd de beveiliging in het voorregt van elk der op gemelde Plaatfen, en onder anderen van Schoo- Amfterdam, om op Schoonen, en inzon-
teftelf11 derheid te Falller bode, aan den zuidwes- 'terhoek van Schoonen gelegen, eene foort van Volkplantingen of Kantooren te mogen hebben, over ieder van welken, een Voogd, wegens elke Plaats aaiigefteld, geregtelyk bewind hadt. De voorige Koningen van Zweeden hadden zulk een voorregt reeds aan eenige Steden hier te Lande verleend, en 't fchynt dat Kampen een van de eerllen geweeil is, aan welken het zelve gefchon- ken werdt. Amfterdam fchynt het ook, al voor deezen tyd, gehad en gebruikt te hebben; doch de Stad werdt 'er, ten dee- zen tyde, in beveiligd. Zy kreeg, zo wei als de andere Plaatfen, regt „ om in haare 3, Vkten (3) ", zo werden haare Kantooren of
(3) 't Woord fkten is van eene onzekere bete-
kenis , en wordt ook overal niet even eens gelezen. In de Handveflen van Anfierdam , leeft men byna overal Victen: en zulk een woord zou men van hee Latynfche woord Victus, Leeftogt, Onderhoud, kön- nen afleiden, en by overbrenging doen zien op eene Plaats daar men zyn onderhoud of kofl won. Doch in de Privilegien van den Briel, bl. 42, 52. leeft men, voor Fitten ritten; 't welk men wil, oudtyds, hutten betekend te hebben, en derhalve zou können zien |
||||
II. Boek:. Geschiedenissen. 157
of Volkplantingen genoemd „ op Schoo-
„ nen, en te Falflerbode in 't byzonder, j, Voogden te mogen zetten, die regtfpra- „ ken over alle haare burgeren en anderen, j, die op deeze Victen lagen of woonden, „ tot halsregt toe; en die hierin hun by- „ zonder Stadsregt volgde. De bewooners „ deezer Volkplantingen mogten vry wyn „ en bier tappen, laken en lynwaat uitfny- „ den en verkoopen, en eenige handwer- „ ken oefenen. Zy mogten vry viilcnen, 5, in de wateren van Schoonen, en daartoe „ hunne eigene Visfchuiten gebruiken, mids „ betaalende, van elke fchuit, eene halve „ mark Schoons. Ook mogtenze zig,on- ,, der gelyke belafting, bedienen van hm> „ ne eigene wagenen en praamen. De „ Koopluiden mogten hunne eigene goede- „ ren, in de havens des Ryks, van 't eene „ fchip
op de tenten of logien, gelyk menie nu noemt, die
de buitenlanders op Schoonen hadden opgeflaagen. By KiLiAAN, betekent Vitfe zwaare teenen of rys, en vitfelen teenvlegten: 't welk ook plagt te ge- fchieden , om hutten ter wooninge temaaken. Ein- delyk , hebben Witsemius , Cbron. van Friesland, bl. 207, en Schotanus, Cbron, van Friesland, bl. 191. voor Victen, of Fitten, Witten gelezen: welkwo'ord, in KiLiAANs tyd, de huive of tent van een' Wagen betekende, en derhalven eertyds zeer wel .voor eene tent of hut in't gemeen kan genomen geweefl zyn. Zo eene der twee laatfte leezingen de waare zy, zou men, in onze Handveflen, voorVicten, ook Fitten of Witten leezen moeten. En deeze laatfte leezing vindt men, in de oudfte uitgave eener Handveft van Hertoge Albrecht van 't jaar 139t li302]- (Zie Handv. van Amfl. druk van 1597. bl. 24.) en in dè oudft^Affchriften van het zelve. |
||||
158 AMSTERDAMS II. Deel.
„ fchip in 't andere overfcheepen; en bin-
„ nens Lands, van de eene markt naar de „ andere, voeren, zonder tol fchuldig te ,, zyn, Ook flondt het hun vry, hun ge- „ weer te draagen, van fcheepsboord tot j, aan hunne herbergen , en wederom van 3, daar te rug naar fcheepsboord; doch zo 3, zy 't, by eenige andere gelegenheid, droe- 3, gen, verbeurdenze, t'eiken reize, een „ mark Schoons. De goederen der over- „ leedenen werden door den Voogd aan- „ vaard, en aan de wettige erfgenaamen, „ 't zy binnens- of buitens Lands, uitge- „ keerd (*)■" Amfter- Alhoewel nu de vryheid, van welke wy dam gaat, fpreeken ? aHeen aan Schoonen, en in 't eerft deHanze- nog maar aan een gedeelte van Schoonen be- steden, paald was, alzo Koning Albrecht, in Dee- cen nemarke, niets te gebieden hadt; zo kan Verdrag men njet tWyfelen, of de Stad Amfterdam Walde- heeft, onder begunftiging der verwor- mar den ven' voorregten in Schoonen, haaren han- III., Ko- del flerk voortgezet in 't Noorden. De ge- ning van Jegenheid werdt haar hiertoe nog gunftiger, vmke na dat zy! nevens -^e Wendfche , Priiisfi- joyó. iche, Lyflandfche en Nederlandfche Ste- den, met welken zy, ten behoeve van Ko- ning Albrecht, tegen Waldemar den III., Koning van Deenemarkc, verbonden ge- weeft was, zig, in 't jaar 1370, met deezen bevredigd hadt. 't Verdrag werdt, den vier- entwintigften May, te Straalzond in Pome- ren, getekend. De Steden, die het floo- ten,
{t) Handv. */, ji, ji. £$o, go],
|
||||||
ILBoek. Geschiedenissen. 159
ten, worden in deeze orde opgenoemd: de
Wendfche en Pruisfifche Steden Lubek, Roftok, Straalzond , Wismar, Grypswal- de, Stettyn, Kolberg en Nieuw Stargard; voorts, Keulen, Hamburg en Breemen;de Lyflandfche Steden Riga, Dorpt, Revel en Pernau; de Steden aan de Zuiderzee en in Holland en Zeeland, Kampen, Deventer, Utrecht, Zwol, HaiTelt, Groningen, Znt- fen, Briel, Middelburg, Arnemuiden, Har- derwyk, Zirikzee, Elburg, Staveren, Dor- drecht en yJmflerdam. Men heeft deeze Ste- den en veele anderen , van ouds, Hanze- Steden genoemd , naar de Hanfa of alge- meene Vergadering, welke zy, van tyd tot tyd, plagten te houden, tot bevordering van het onderling belang des Koophandels (u), welk haar ook fomtyds, gelyk ten dee- zen tyde, inwikkelde in oorlogen, waarin zy eikanderen byflonden. De Steden langs de Ooflzee en eenige andere D'uitfche Ste- den zyn, naar alle waarfchynlykheid, vroegfl in het Hanze-Verbond geweeft; waarom de verbonden Steden, in de veertiende eeuwe, den naam van Duitfihe Hanze droegen (v). Zo leeft men, in eenen Brief van X^rouwe Machteld van Foorne van den jaare 1358", dat zy overeengekomen was met de Stad Dor- drecht ende mit den Cooplieden van delmanje uitten Roomfihen Ryke, der Duytfcher Jnze foeb'ehoorende, om vier tonnen te leggen in 't gat
(u) Zie Vaderl. Hift. III. Deel, hl. joo. Aant. (2).
(v) Vide A. KltANTZli Wandal. Libr. IX. p. zi$,Ubr- %. p. Z4i. Libr. XII. p. *J». Libr. XIV. ?. I*|« |
||||
ï6o AMSTERDAMS IL Dee£.
gat van de Maaze (w). Hoe oud dit Ver-
bond , ten deezen tyde, reeds ware, is, myns weetens, nergens klaarlyk aangete- kend. Doch Albertus Krantzius geeft, op het jaar 1381, te kennen, dat de Hanze-Steden, reeds lang tevooren,vryen handel gedreeven, en openbaare Hallen ge- had hadden, te Brugge in Vlaanderen, te Londen in Engeland, te Bergen in Noorwe- gen, en te Novogrod in Rusland (Y). 't Is my, ondertuffchen, niet waarfchynlyk, dat de Nederlandfche Steden, en Amfter- dam in 't byzonder, lang voor 't jaar 1368, met die van deDuitfche Hanzeverbonden geweeft zyn, alzo ik 'er, voor dientyd, ner- gens eenig gewag van gemaakt vinde. Wat nu 't Verdrag zelf betreft, welk met Koning Waldemar geflooten werdt, het behelsde dezelfde vryheden voor de Steden in 't ge- meen , en met naame ook voor de Stad Ara- fterdam, zo wel in Schoonen als in Deene- marke, welken haar, in 't jaar 1368, door Koning Albrecht, verleend waren. Alleen- lyk merk ik aan, dat fommigen, in de af- fchriften van't Verdrag met Koning Wal de- mar, Vesten,voor Vkten of Vitten, gelezen hebben (y): doch anderen (2) leezen klaar- lyk Vitten, aan welke leezing ikagtdatmen zig houden moet. Wy moeten niet vergeten te melden,dat Koning Waldemar, byeene afzonderlyke Akte, beloofde, den Steden en
(w) Privil. van den Brie! , bl. 37.
fjfj Wandal. Libr. IX. p. 207.
(<y) Zie MJF.R1S Charterb. III. Deel, bl. *JX.
(z) Dumbar Deventer, bl. ;4©.
|
||||
1 '■ ---------------------------------------------------------------------------------——"—"--------------------------------------------------------------" ■———
|
|||||||||||
II.Boek. Geschiedenissen. io*i
en daaronder ook Amfterdam, voor den tyd
vanvyftien jaaren, in handen te Hellen twee derde der inkomfben van Schoonen, en eeni- ge Sloten, tot dat zy vergoeding gekreegen zouden hebben van de fchade, welke zy, in den jpngflen oorlog, geleeden hadden. Doch na vyftien jaaren verloops, zou alles wederom keeren aan de Kroone van Deene- marke (a). De verdragen, van welken wy (preeken, werden, in 't jaar 1376, door Olaus den IV., Dogters Zoon en Opvolger van Koning Waldemar, bekragtigd ( b ). Van deezen tyd af, of eerder, ftelde de
Stad Amfterdam, veele jaaren agtereen, van jaar tot jaar, eenen Voogd op Schoo- nen aan. En Hertog Albrecht, toen niet meer Ruwaard, maar Graaf van Holland, ftondt haar , den zesden April des jaars 1391, toe, datfy tot eeuwighen dagen jaer- Hcx een Voocht Jetten mögt op den Landen te Schonen op haaren Victen [Fitten] ende landt, datfy nu daer hadt, of naemaels daer verkry- ghen mögt van den Coninok van Denemarcken (4), alle faken ende recht van der Stede we- ghen te bedryven ende te bewaren, ah fy daer te
(a) Zit Mierts Charteib. III. Deel, hl. 2J3.
\b) Zie SCHRASSEßT iïefchr. van Hardeiw. bl. 143.
(4) Hertog Albrecht fpreekt van eenen Koning
van Deenemarke. Doch Deenemarke, Z'veeden. en Noorwegen ftonden , federt het jaar 1389, on- der de Regeering van eene en dezelfde Koninginne, Vrouwe Margarm,die Koning Albrecht hadtdocn onttroonen. Vide Alb. Krantzii Daniam , Lib. VII. p. i7<5. sueciam, Libr. V. p. 316. fVandaL Libr. IX. p. 2i<5. II. Stuk. L
|
|||||||||||
i6% AMSTERDAMS n. Deel.
te doen hadt (c). Doch Hertog Jan van
Beieren ftelde, als Heer van Voorne, in 't jaar 1402, van wegede Stede van den Brie- Ie, eenen Voogd op Schoonen, voordes* zelfs leeven, aan (d). Amfter- 't Verbond van Amfterdam met de Han- dam ze-Steden en de Verdragen van vryen Koop« ?oe7n handel in Zweeden en Deenemarke, wel- geeftely- ken daarvan de gevolgen waren, beweezen ke ge- ten klaarfle, dat Amfterdam begon aan te bouwen, waflen. Ook nam aldaar, in deeze eeuwe, het ftigten van geeftelyke gebouwen fterk toe. De Kapel der Heilige Stede, thans de Nieuwe-zyds-Kapel, ftondt 'er reeds, teil deezen tyde. Ook was 'er een Gafthuis , waarfchynlyk het Heilige Geefts- of S. Eli- zabets-Gafthuis aan de Plaats of Dam, alzo het zelve,inlaater' tyd,toen 'ermeerGaft- huizen kwamen, het oude Gaflhuis plagt ge- llet Gaft- noemd te worden (je), 't Schynt zelfs, dat huis al- ^[t Gafthuis, ten deezen tyde, reeds eenig tStzte' merkelyk vermogen hadt, alzo het, in 't jaar met het 1371 • net onderhoud op zig nam van den onder- Heiligen weg, die, van den Amftel by de houd van Heilige Stede, tot heel aan Slooten liep, en, dra Hei- ky eenen Schepenen-Brief van den negen- Weg. entwintigften December des gemeldenjaars, 1371. door de Provifoors en bewarers der Heilige Stede, aan't Gafthuis opgedraagen werdt (ƒ). De Stad De Stad werdt ook beftendiglyk gerekend doet> onder de goede Steden, met welker raad, |
||||||||
nevens
|
||||||||
de
(c) Handv. bl. <5i. [10.]
(d) Privileg, van den Briel, bl. $1.
(e) Zie hier voor, I. Deel, I. Boekt bl. 95, ?7»
(f) Oude Kerk, Laait X. Handv. bl, 421.
|
||||||||
II. Boek. Geschiedenissen. 16*3
de Ruwaard, Hertog Al brecht , beloofd anderen, hadt, het Land te zullen regeeren: 't welk, ult(Praak onder anderen, hieruit af te neemenis,datgef-ch^ zy, in 't jaar 1385, op 't verzoek van de met Dor. Stad Dordrecht, die geoordeeld werdt tegen drecht. de Graaflykheid misdaan te hebben,nevens l3%5* Hertog Albrecht en deszeifs Gemaalin, en nevens de Steden Delft, Haarlem en Lei- den, den zeventienden September,opeene Dagvaart in den Haage, uitfpraak deedt o- ver 't gefchil; volgens welke, Dordrecht, onder anderen, in eene boete van zesduizend oude fchilden verweezen werdt (g). Am- Verder flerdam hadt ook, nevens de Edelen en Ste-Jj^s' den van Holland, de voorwaarden bekrag- onder de tigd van het Huwelyk, welk, den zevenden goede April des jaars 1377, tulTchen Katharina, Steden Dogter van Hertoge Albrecht, en Willem, ,vandHo1* Hertog van Gelder, geflooten was. In het geteld Verdrag,hiervan gemaakt, werden de Ste-werdt. den van Holland, in deezen rang, opge- noemd: „ Dordrecht, Haarlem, Leiden, Delft, Alkmaar, Jmflerdam, Rotterdam, Schiedam, Geertruidenberg, Vlaardin- gen, 's Graavenzande, Oude water, Mo- nikendam , Edam, Medenblik, Hoorn, Enkhuizen, Grootebroek: en dé Steden van Zeeland, in deeze orde, Zierikzee, „ Middelburg, Briel, Weftkapelle, Vlis« „ fingen, Reimerswaale (h):" in welke op- telling , aanmerkelyk is, dat Briel onder de Steden van Zeeland gerekend wordt. Ter-
(g) Zie MiF.nis Chnrteih. TIT. Deel, bl. 42«, 417.
(f>) Vide Pjntani Hift. Gelri* Libr, VIJJ. f- Ji# L %
|
|||||
ï<54 AMSTERDAMS II. Deel.
Hertog Terwyl Amfterdam dus toenam in ver-
Aibrecht mogen en aanzien, kon 't niet agterblyven, dert de °^ ^e ^tad mo^ uitgelegd worden. Ook vryheid befloot Hertog Albrecht, om menigen trou- der Stad wen dienft, dien de ingezetenen hem ghe- met h°n-daen hadden , ende noch doen moghen , de gaarden, vryheid der Stede te vermeerderen met 1387. hondert gaerden buiten de voorige vryheid; elk, die binnen deeze honderd gaarden of roeden woonde, het zelfde regt en dezelfde vryheid geevende, die de inwooners der Stad, tot hiertoe, gehad hadden. In den Brief, waarby deeze vermeerdering van der Stede vryheid gefchiedde, en die den ze- venden January des jaars 1386 [1387] ge- tekend was (f),wordt het nieuwe voorregt gratie of gunfl genoemd; doch dat dit woord niet te zeer moet aangedrongen worden, blykt, uit de boven aangehaalde woorden zelven, waarinde Ruwaard erkend,dathy deeze zogenaamde gunfl bewyft, om meni- gen trouwen dienfl, hem reeds gedaan, en nog te doen. Voorts, hebben wy, by eene andere gelegenheid (£), nog eenige ande- re aanmerkingen over deeze Handvefl ge- maakt, tot welken wy den Leezer wyzen. Hygeeft Sedert dat Amfterdam met de Graafelyk- haar met heid van Holland vereenigd geworden was, Amftel- en zitting verkreegen hadt in de Vergade- Gooi- rmë der Edelen en Steden van 't Gewefl, land fcheen de Stad te mogen worden aange- eene merkt als afgefcheiden van Amflelland , merk" waartoe zy oudtyds behoord hadt. Hertog Al*
|
|||||||||||
Zit Handv. hl. il. [<$.]
Deelt 1. Lonkt H- ♦»• |
|||||||||||
O)
Wh
|
|||||||||||
j
|
|||||||||||
II. Boek. Geschiedenissen. 165
Albrecht vondt egter geraaden, haar, op denwaardjgj vyftienden Maart des jaars 138/C1388], eeneHand- aanmerkelyke Handveft, met Amftelland en veft- Gooiland in 't gemeen, te verleenen. Wy J3^- hebben, hiervoor (ƒ), reeds van eenige pun- ten uit deeze Handveft gewag gemaakt. En 't zal hierna te pas komen, byzonderer van eenige andere punten te fpreeken. De merk- waardigften zyn „ dat elk, naar 's Lands 3, regt en Couflume of gewoonte, regt ge- j, fchieden zou, en wel by Schepenen-von- „ nilTe, in de Stad, of op het Dorp, daar 5, de zaak voorgevallen was. Dat men nie- j, mant, die borg ftellen kon naar 't goed- „ dunken van Schepenen, vangen, bekom- „ meren, of te gyzel daagen zou. Dat alle „ misdaaden binnen 's jaars vervolg dmoes- „ ten worden, of dat 'er de misdaadige an- „ ders kwyt van zou zyn, ten ware hy, „ voor dien tyd, voorvlugtig geweeft wa- „ re. Dat hy, die eene vrede brak binnen „ Amfterdam, zyn lyf en de helft van zyn 3, goed verbeuren zou, behalve dat de hand- 3, daadige borg Hellen moeft, omzynemis- „ daad te beteren, of men zou't rechten aen ,, zyne rechter hand. Dat iemant, die Ding- „ flooringe deedt, dat is, het geregt onc- „ ruftte, met rechtender handt, twintig pond „ verbeurde; en dat men, op gelyke boete, „ niet op Schepen of op feven (5) fpreeken „ mögt.
(I) Bl/tdz. 117.
(5) De Regtfpnak van zeven , zeventuig ge*
naamd, beftondt in cenc uitfpraak van zeüennaaft- geërfden , over verfchiUen, de Landeryen of gron- den betreffende, en hadt hier volkomen kragt van gewysde. Zie Handv. bl. 446. L 3
|
|||||||
■
|
|||||||
i66 AMSTERDAMS II. Deel.
„ mögt. Dat de Graaf, noch iemant van „ zynentwege gcene Schepenen noch feven s, corrigeren zou, zo zy op hunnen eed ge- „ vonnift hadden, ten ware de andere Sche- „ penen, onder eede, verklaarden, dat zy „ daarvoor myede of gefchenken genooten „ hadden, in welk geval zy twee-endertig „ pond verbeurden: en hun gewysde mögt i, nimmer in regte worden bygebragt. Dat „ de Amftellanders en Gooilanders niet „ meer, omtrent de Stigtfchen, verbeuren „ zouden, dan de Stigtfchen omtrent hen „ verbeurden, in gelyke gevallen. Dat nie- „ mant beeften weiden zou op den zeedyk j, tufTchen Amfterdam en Muiderberg, uyt- „ gefeyt die geringhede Vereken (6); doch dat 5, die van Nieuwer-Amftel hunnen eigen „ Amfteldyk, het oude Loopveld, en de „ Kerklaan beweiden mogten. Dat, in Ou- j, der- en Nieuwer-Amftel, in plaats van s> Afingen, zynde eene foort van buurreg- „ ters, voortaan, Schepenen regt fpreeken „ zouden. Dat men zig van de vonniflen, „ op de Dorpen geweezen, niet zou mo- „ gen beroepen; doch dat een der twee par- „ tyen, op koften van hem, die ongelyk „ hadt, een vonnis te Amfterdam zoumo' >y gen haaien. Dat Baftaarden-goed aan den f> erfgenaam kwam, indien de Baftaard zon- „ der
(6) Wat geringde Verkens waren, zal men eenigs-
Stins nader begreepen hebben, uit ecne Keur,die, niet veele jaaren na 't geeven deezer Handveft, fchynt gemaakt te zyn; in 't Keurboek A. f. 13 verfo gevonden wordt, en door ons (l.Deel, l.Boekt bl. 104) reeds aangehaald is» |
||||
ILBoek. Geschiedenissen. 167
„ der wettige nakomelingen overleedt:'* 't welk, by eene Handveft van den zesden December des jaars 1389, nader verklaard werdt „ dat aangeërfd of gegeven goed van „ eenen Baftaard, die binnen Amfterdam, „ zonder wettige geboorte, overleedt, ko- ,, men zou op de erven van dengeever;en „ dat zyn moederlyk goed, tufichen den ., Graaf en de maagen zyner Moeder, half „ en half gedeeld zou worden (m). Dat 3, alles, wat in deeze Keure niet gemeld 3, was, beregt zou worden na der befle re* 3, den, by vonnis der Schepenen, nae der handt- „ veßen, nae keuren, nae reebten ende oude „ coflumen der fl e de of landts, daar het voor- „ valt." Wyders, is merkwaardig , dat alle de Steden en Dorpen van Amftelland en Gooiland verwillecoerden of beloofden , de Keuren, hun door Hertoge Albrecht ge- geven , te zullen naarkomen, behoudelyken de bandtvefien, die zy van hem of zyne voor- ouders gekreegen hadden, en naar welken, de punten, die in deeze Keuren niet begree- pen waren, beregt zouden worden («). In 't zelfde jaar 1388, werdt Amftelland, Amftyr-
met de Steden en Dorpen daarin gelegen, wa0^dü en gevolgelyk ook Amfterdam, door Herto-ontflaa-
ge Albrecht, ontilaagen van hetdraagentotgen van de koften der dykaadje van de Zype, een <je koften groote Polder in Weftfriesland , van wel- fajjt ke, zo 't fchynt,reeds in 't begin der der-van Jj0 tien- Zype.
(m) Mieris Chartetb. III. Dtcl> BI. J40.
(«> Handv. il. 7l. [7.] Mieris Chartert). III. Dttl, tl. t«+. i.4
|
||||
i68 AMSTERDAMS II. Deel.
tiende eeuwe, gewag gemaakt wordt (o),
en die, te vooren, op 's gemeenen Lands koften , bedykt geweeft zynde, omtrent dee- zen tyd of eerder, doorgebroken was, en nu, zo fommigen aantekenen^), wederom bedykt werdt. Hertog Albrecht verklaar- de, op Dingsdag na S. Luden dag, zynde den vyftienden December , dat hy zynen Lande van Amftel voortaan niet vergen zou, meer aan de Zype te dyken, ten ware zulks ook, door de andere Landen en Steden van Holland, gefchiedde (q). In Auguflus te voo- ren, hadt hy diergelyke verklaaring ook ten behoeve van Rynland en Schieland gedaan (r). En federt fchynt het bedyk'en der Zy- pe, door byzondere Heeren, ondernomen te zyn. Immers, de Haarlemmer l£arme- liet Joan Gerbrandszoon van Lei- den heeft aangetekend, dat Willem, eerfte Heer van Schagen en natuurlyke Zoon van Hertoge Albrecht, een groot en fchoonfr.uk Lands, uit het Eiland van de Zype, digt by het Dorp S.Maarten, bedykt heeft, welk hy het nieuwe Land [novam terrmi] noem- de (Y). De Stad De jongfle overeenkom!! tiuTchen Am- raakt op flerdam en Deventer, wegens den Kotertol nieuws _ getroffen (?), werdt niet zo volkomenlyk on- in gefchil Verhouden, of daar ontftondt, van tyd tot venter" ^» "ieuw gefchil tuflchen de twee Steden: over den f
Kotertol. (*) %*' Mklis Stoke in Ada, //. 67,
(p) Vf.LIUS Hoorn, II. 10.
(l) Zie MIERIS Charterb. III. Ditl, lil. 51«.
(r) Handv. van Rynl. */. zz.
(s) Joann. A Leydis IJbr. XXXII. Cap, zt*
(tj Zit hier voor, il, HU
|
||||
ILBoek. Geschiedenissen. 16*9
't zy dat de tollenaars meer tol vorderden
dan hun toegeweezen was, 't zy ook dat de handeldryvende ingezetenen van Holland, en van Amfterdam in 't byzonder fomtyds middel vonden,om den verfchuldigden tol te ontgaan. Men vindt, dat de Tollenaars van Deventer, reeds in 't jaar 1368, eenige Hollandfche goederen hadden aangehaald, die op den tol verzweegen waren geweeft: waarover Hertog Albrecht eenen fcherpen brief aan de Wethouderfchap van Deventer Uet^afgaan. D*e Wethouderfchap zondt, fe- dert, op 's Hertogs vrygeleide, Gemagtig- dén naai* den Haage,en 't gefchil werdt ge- vonden (u). Doch 't blykt niet, dat deeze aangehaalde goederen Amfterdamfchen ge- weeft zyn. Zeker is 't egter, dat Amfter- dam , omtrent deezen tyd, over 't betaaleu van den Kotertol, wederom gefchil met De- venter gehad heeft, welk, in July des jaars 't Wordt 1388, bygelegd werdt, in een Verdrag by bygelegd, voorraad, inhoudende „datdie van Amfter- „ dam, voortaan, een ouden Vranckryckfcbe „ of Ksyfers fihilt, of de waarde daarvan, „ aan tol betaalen zou, tot dat de zes Steden, „ Kampen, Harderwyk, Amersfoort, Haar- „ lern, Leiden en Delft, deswege nadere „ uitfpraak zouden gedaan hebben (y)" Hertoge Willem van Beieren, in de Len- Amftw-
te de6 jaars i38o,overleeden zynde, werdtdam doet Hertog Albrecht, die Holland, tot hiertoe, v^wiin, onder den titel van Ruwaard, geregeerd ge gift" hadt,
C«) Dumbar Deyenter, il. 539.
(v) it&ndr. bU 67 [><».] L 5
|
||||||
I7ö AMSTERDAMS II. Deel.
aan Her- hadt, alomrne, voor Graave erkend. By
toge Al- deeze gelegenheid, werden hem, door de biecht, Steden, vrywillige giften gedaan. En fom- gewor- migenhebben,uit oude gedenkftukken,aan- den. getekend, dat hy van Haarlem 5000, van Delft 4000, en van Amfterdam 3000 pon* den ontvangen heeft (w); waaruit het ver- mogen der laatftgemelde Stad ten deezen tyde, in vergelyking der twee anderen , ee- Hy be- nigszins is af te neemen. 's Graaven in- veftigten huldiging te Amfterdam werdt , eerlang, derfde1" gev0^S^ vatl eene beveftiging'van alle der voorreg- Stede Privilegien, die daarenboven nog ten der vermeerderd werden met dit byzonder voor- Stad, regt „ dat een van de Schepenen, of van |
||||||||||||||
den Raade, met eenen Poorter der Stad,
eene Vrede maaken mögt, en met eenen Poorter deswege getuigenis geeven;daar zulks, volgens de voorige Handveften, niet dan door den Schout en twee Sche- penen plagt te mogen gefchieden (#)•" |
||||||||||||||
Het regt van den Graaflyken Schout werdt
dus, door dit nieuwe voorregt, eenigszins befnoeid, en dat der Schepenen en Raaden of Burgemeefteren, ja dat der Poorteren Zy ver- zelven, juift zo veel uitgebreid. Doch eer krygt de dit nog gebeurde, hadt de Stad, die't van Maat en haar belang rekende, om zig, op eene wet- hetOkm- t-ge wyze, zo vcele Graaflyke Domeinen ter in a te verkrygen, als zy bekwaamlyk konde mag- eeuwige tig worden , 's Graaven Water binnen en eifpagt. guiten de Stad, het Gouden Water genaamd» en
|
||||||||||||||
(w) VOSSil Annal. Lihr. XIII. p, 40g.
(xj Handy, tl. 74. [10.] |
||||||||||||||
II.BoEK. Geschiedenissen. 171
en 's Graaven Maat in de Stad, die, door den Graaflyken Rentmeefter van Amftel- land, plagten verhuurd te worden , voor agt en veertig pond in 't jaar, in eeuwige erf- pagt, gepagt. En hiervan werdt eene Hand- 1389. veft verleend, welke, des Woensdags na S. Lucien dag, dat is, den vyftiendenDecem- ber des jaars 1389, in den Haage, getekend was (y). Tot opheldering derzelve, mer- Wat door ken wy aan, dat, door de Maat,ongetwy-deMmt feld, verftaan wordt het regt om opzigt te ^aavneT' ? hebben op de Maat van allerlei natte en drooge waaren, enomMeeters van dezelven aan te ftellen. 't Is zelfs niet onwaarfchyn- lyk, dat het woord Maat zo ruim genomen moet worden, dat 'er ook het regt der Waa- ge , dat is, het regt om goederen, die by 't gewigt verkogt worden, behoorlyk te doen weegen, onder begreepen zy. Zeker is't, ten minile, dät het regt der Waage, oud- tyds, tot de Graaflyke domeinen behoord heeft, 't Is niet minder zeker, dat het, al zeer vroeg, door de Stad bezeten geweeft is. En my is geene Graaflyke Handveft bekend , waarby het aan de Stad is afge- ftaan, zo het by deeze Handveft niet ge- fchied zy. Doch wat men, door het Gou- den Water, te verftaan hebbe, en waarom het zo genaamd zy, is tegenwoordig, in 't algemeen, zo bekend niet. 't Laatfte is ten minfte bezwaarlyk te zeggen. Ook heeft het niemant der Befchryveren van Amfter- dam, tot hiertoe, ondernomen. Wy können |
||||
17» AMSTERDAMS II.DßEt.
't ook niet doen, met verzekering, dat wy
niet zullen mistaften. Nogtans zullen wy 't waagen, den Leezer voor te houden, 't gene ons onze nafpooringen van dit duifter punt der oude gelegenheid en Hiftorie dee- zer Stad, met de meelte waarfchynlykheid, hebben opgeleverd. Wat de De naam van Gouden Water moet ons naam niet doen denken om het bekend metaal, ™n. Goud gehceten. Ons Amftellandfch water, Water en onze I°fl*e A'Jiflellandfche grond leve- bcteke- ren geen het mmHe goud uit. 't Is hierom ne? niet te vermoeden, dat men hier een Wa- ter, naar het Goud, zou genoemd hebben. Maar men noemde, van ouds, de Landen, Gouwen (z). Voor Ooflergo en Weßergo, zynde het ooflelyk en weftelyk gedeelte van Friesland, zeide men, eertyds, Oojlergou- we en Weflergouwe: en nog tegenwoordig wordt het Landjchap aan de Haine , in 't Franfch Hainaut, in 't Nederduitfch Hene- gouwen genaamd. En hierom komt myzeer waarichynlyk voor, dat Gouwen-Water, of by verandering Gouden-Water (gelyk men, voor Vkefchhouwtr, Fkejuhhouder plagt te fchryven (a)) zo veel als Landwater be- tekent. De Gouwe, eene gegfaaven Vai,rt door 't Land by Gouda, plagt van ouds de Goude vaart9dzt is, de Landvaart genoemd te worden (£): en het Water tiuTchen 't Eilandje Marken en Waterland wordt, veel- ligt, (z) Viit JUNIi Gloflar. Gothicum. Voet GAUJE p. iz«.
XlHANi Di&ionar. JToet Gouw. (*) Groot-Memor. N I. ƒ. ijg. (i) Zit Mieris Chaiterb. 1U. Dal, bl. 54, |
||||
ir.BoEK. Geschiedenissen. 173
ligt, de Goudzee genoemd, om dat bet tus-
fchen de Gouwen of Landen loopt. Vraagt En waar men nu, waar ons Amfterdamfch Gouden-dit Wa* of Landwater geloopenhebbe;wy antwoor-*"rp" den, dat denaam van Gouden Water zo zeldmoet zaam, in onze oude Stads Papieren, voor-worden? komt, dat men daaruit weinig lichts om- trent de waare plaats van het zelve haaien kan. Uit de Handveft, welke wy onder- zoeken , blykt, dat het binnen en buiten de Stad liep. Hertog Albrecht verpagt zyn Water, ghekghen binnen der Stede ende daer buyten, gheheeten dat Gouden Water. Even- wel, moet men'er, zo 't ons voorkomt, de Stads graften , zynde ten deezen tyde de Voor- en Agter - burgwallen, niet door verftaan ; want de Vifïchery in de Stads graften werdt, in 't jaar 1394, aan het Schutters Gilde, welk naderhand de Oude Schuttery genoemd werdt, gefchonken (c): en de VuTchery van het Gouden-Water kwam, eerft jaaren laater, aan twee federt opgeregte Schutteryen, te weeten, de jon- ge Schuttery van de Voetbooge en de Schut- tery van de Handbooge (d), terwyl de Ou- de Schuttery nog in wezen was, en, onge- twyfeld, de Viffchery in de Stads graften behieldt. Het Gouden Water wordt, daar- enboven, klaarlyk van de Stads graften on- derfcheiden, in eene Keur van den jaare 1479, die dLls luidt: Item dat oick nyemant en moet dat gouden water noch der flede graf- ten
|
|||||||
(c) Handv. bl. 140. [kc]
(d) Handt, H, 1+1. ["»5.1.3
|
|||||||
•
|
|||||||
V
|
||||||
ï74 AMSTERDAMS n. Deel.
ten vijfchen in gheenre manyeren, anders dan
alleen mitten angel op een boet van nj W (*). Ook wordt het, in eene Refolutie der Vroed* fcbap van den jaare 1555 , onderfcheiden van de veflen buyten, ende de fluifen binnen defer Stede (ƒ). Maar zo het Gouden Wa- ter de Stads graft niet geweeft is, dan kan het geen ander water, in en buiten de Stad, geweeft zyn dan het water van den Amftel, welk door, of het water van het Y, welk langs en in de Stad liep, en die beide Gou- den- of Landwater können genoemd geweeft zyn, om dat zy,van ouds, langs het Land van Jmflel geloopen, of het zelve doorihee- den hadden. En men zal naauwlyks twy- felen können, welk van beide ons Gouden Water geweeft zy, als men aanmerkt, dat, nog tegenwoordig , van tyd tot tyd, van Stads wege, verhuurd wordt de Viflchery in het Gulden Water, gelyk het nu genoemd wordt (g), welk zig ftrekt, van de Beurs- iluis af, tot buiten de Stad , in den Am- ftel , by Meerhuizen toe. Het Gouden Wa- ter is, derhalve, het water van den Am- ftel, binnen en buiten de Stad. De naam is alleenlyk, van Gouwen-, in Gouden-, en eindelyk in Gulden-Water veranderd. Eer wy van het Gouden-Water afftappen, mer- ken wy alleenlyk nog aan, dat de agt en veertig ponden 'sjaars, waarvoor hetzel- ve , nevens de Maat, verpagt was , den vyfden Auguftus des jaars 1393, door Her- (e) Keurb. A. ƒ. iog. C. ƒ. 18.
(f) Refol. Vroedfch. N. I. 3. Jan. 15ss,
(g) Zk Handy, hl, 746. [30/.]
|
||||||
/
|
||||||
■>
|
|||||
ILBoek. Geschiedenissen. 175
toge Albrecht, aan 't Karthuizers - Kloofter
buiten Amflerdam gefchonken werden. De brief, waarby zulks gefchiedde , is nog nooit in 't licht gegeven. Men vindt dien, in een Vidimus van Schepenen en Raaden, welk, tuffchen Stukken van 't jaar 1501, in 't eerfte Stads Groot-Memoriaal,ƒ. 239 ge- boekt j en hier agter, onder deZfylaagen (b), te leezen is. \ Hertog Albrecht hadt , nog Ruwaard Hertog
zynde, in't jaar 1388, by raade van zy- Albrecht nen Raad, van de gemeene Steden van Hol- JJïdeoL land en Zeeland, en ook van Amfterdam der au- beflooten, eenen gouden penning te doen deren munten, die Dor dr e cht f che Schild genaamd van Am - werdt, en voor veertig grooten gangbaar anu zyn zou. Zulke grooten befloot men, ten zelfden tyde, ook van nieuws te doen flaan (i). Doch 't zy dat dit befluit niet uitge- voerd werdt; 't zy dat Hertog Albrecht voordeel zag in op nieuws diergelyke pen- ningen te doen munten; hy befloot, Graaf geworden, by gelyken raade , in 't jaar 1393, een gouden Hollandfchen Schild van gelyke waarde en een zilveren groot met derzelver gedeelten te doen munten (&). By deeze nieuwe munt, zou men, voortaan, alleen hier te Lande koopen en verkoopen mogen. De vreemde munt, welke men hier vondt, diende den Koopman, om met dezelve zyne inkoopen buitens Lands te doen
(*) Lr. B.
(i) Mieris Charterb. III. Deel, IL j<H,
(k) ld. UI. Dttl, bl. S9ï*
|
|||||
176 AMSTERDAMS II. Deel,
Wat 's doen. En om dezelve, ten zekeren bepaalden
Graaven pryze, voor de Graaflyke ftandpenningen Wiffèl in te können bekomen , kon hy zig vervoe- den én §en in 's Graaven Wiffekn ofWiJJelhuizen,: te Am- die, ten deezen tyde, in alle of de meefte fterdam Steden, waren opgeregt. In ieder van dee- in 't by- ze WhTelhuizen, was een Graaflyke IVis- eeweeft ftkuar aan§efteld : in den Wtffd te Dor-
2y ? drecht, daar de Munt was, waren 'er twee. En deeze WifTelaars moeften den Koop- man, voor inlandfche, vreemde, en ver- moedelyk ook voor vreemde , inlandfche penningen leveren; voor welke verwifle- lingen, zy maar twee penningen Hol- landfch van ieder Schild genieten mog- ten (/). De WiJJel werdt 'fomtyds door den Graave verpagt (m): fomtyds aan de Steden gefchonken («). Te Amfterdam, werdt dezelve, in 't jaar 1417, door Vrou- we Jakoba, aan den regeerenden Burgemees- ter Tsbrand Heynen gegeven, dieze, reeds voorheen, waargenomen hadt (0). Behalve den Graaflyken Wiffelaar, mögt niemant lig het wiiTelen onderwinden. Doch het in- voeren der WifTelbrieven deedt, door den tyd , den WhTelhandel geheel van natuur veranderen: de Graaflyke Wiüel werdt noo- deloos, en 't verwhTelen van geld, dat nu veel minder gefchiedde dan het plagt, een handel, die aan elk vrygelaaten werdt. De
(l) Mieris Chartert), in. Deel, II. soe.
(m) ld. II. Deel, bl. z*9. IV. Deel, bl. 154, 231.
(n) ld. II. Deel, bl. 806, 807,
(#) ld. IV. Ltil, bl. +2*.
|
||||
IkBoEic Geschiedenissen; 177
De Stad Dordrecht, eene der oudfte Koop- Arnftei--
fteden van Holland, hadt, by verfcheide dam en Handveften, verkfeegen, dat de meefte waa- g™^0 ren, die deMerwe en Lek op- of afgevoerd Verfchil- werden, aldaar of verbodemd en geveild len met moeften worden, of zeker regt betaalen, D°r- we\kStapslregt, of Marktregt genaamd werdt. J^E 't Betaalen van dit Regt viel den anderen stapel- Hollandfchen Koopfteden laftig, die fom-regt, tyds door de Graaven befchermd geworden waren (p). Ten deezen tyde, was 'er we- derom gefchil over ontftaan, tuiTchen Dor- drecht ter eenenen de meefte Hollandfche Steden, en daaronder ook Amfterdam, be- nevens eenige Porpen, ter anderer zydej die egter thans zo veel vermogten op Her- toge Albrecht, dat hy ,om andere redenen* ook op Dordrecht misnoegd (tf), deSteden* 1394* by eene Handveft van den tweeden January des jaars 1393 [1394]* die den dertienden Öclober daaraan, door zynen Zoon Willem^ Graave tian Ooflervant, beveiligd werdt, van het Dordrechtfehe Stapelregt, en van allo ongelden, die te Dordrecht plagten gehee- ven te worden, voor altoos, vry verklaar- de (r). Doch die van Dordrecht, gelyk zy naderhand beweerden, op deeze vryver- klaaring ten behoeve der andere Steden * niet naar behooren gehoord geweeft zyn- de, wiften zig in 't bezit van het Stapel- regt , ook door de gunft van eenige volgen- de (p) Vidi WILHELM. PROCUR.AT. ad, MHum Ijl*, p,
(f) Zie Mieris Charterb. III. Deel, bl, 616 , ilfi
(r) Zie Hcindv. ti. z6 , »7 [10, u.] II. Stuk. M
|
||||
178 AMSTERDAMS E Deel;
de Graaven, te handhaaven. En men was
den anderen Steden niet verder te wille , dan dat het Dordrechtfche Stapelregt, by laatereHandveflen, in eenige opzigten, be- paald werdt (Y). Het Bo- Het Ambagt, of Ampt van Stads- of Ge- de-ampt regts-bode plagt, vanouds, alomme, en aaiTde 00 *n Amfterdam, door den Graave, be- Stad. geven te worden. Dit Ampt, welk thans, hier ter Stede, door Daniel Sappe!,'s Graa- 1395- vcn knegt, werdt bekleed , werdt , door Hertoge Albrecht, by eene Handvefl van den eenentwintigflen January des jaars 1394 f1395], na dat Sappel overleedenzouzyn, ten eeuwigen dage, aan de Stad afgeftaan. Dobbel- In de zelfde Handvefl, werden deQuaack* fchoolen borden, vermoedclyk, Tiktakborden,enDob* de?00* telfiboolen, die, in andere Steden, zelfs uit kragte van Graaflyke Privilegien, openlyk gehouden werden (f), binnen Amflerdam, uitdrukkelyk verbooden. De Tynze-pen- ningen of erfpagt, die de Graaflykheid op zekere Hoffleden of erven in de Stad te vor- deren hadt, werden aan dezelve, om tien ponden tien fchellingen 's jaars, verhuurd. Eindelyk , werdt verklaard , dat niemant Schout, Schepen of Raad zou mogen zyn, dan die zeven jaaren Poorter geweefl was (u): uit welke Jaatfle fchikking, fchynt te mogen worden afgeleid, dat de Stad reeds zo ver in getal van Poorteren toegenomen was, dat zy Perfoonen genoeg tot de Re- (j) Zie Vaderl. Hift. V. Deel, II. i\% enz.
(t) Zie Mieris Charteib. IV. Deelt il. 741, 770.
(f) Handy, bl. 115. [n.J
|
||||
II. BoEtf. Geschiedenissan. 179
geering uitleverde, die zeven jaaren Poor-
ters waren geweeft. Men moet zig geenszins verwonderen, Fiiefclie
dat Hertog Albrecht den Steden, en Am- oorlog, fterdamin't byzonder, omtrent deezentyd, verfcheide gunftige Handveften verleende; hy hadt derzelver byfland noodig in den Friefchen oorlog, dien hy in den zin hadt. De Friezen, den ftorm ziende aankomen, flooten,in de Lente deezes jaars, een Ver- drag met Fredrik van Blankenheim, Biffchop van Utrecht, die zig verbondt, om Herto- ge Albrecht geenen onderfland noch door- togt door 't Stigt te zullen verleenen, in ge- val hy Friesland met de wapenen mögt wil- len aantallen (V). De togt moefl, derhalve, te water ondernomen worden; waartoe, van alle kanten, met naame uit Holland en Zee- land, Schepen verzameld werden. Am-Amfter- fterdam leverde, tot den zelven, eenigedamJe" groote en vyftig kleine Schepen. De Vloot schepen landde aan de Kuinder , in Auguftus des toe. jaars 1396; de Friezen werden gellaagen, 1396. en een gedeelte derzelven genoodzaakt, Hertog Albrecht voor Heer aan te neemen (w). Doch 't leedt ilegts tot in de Lente des jaars 1398,toen de Friezen, tegen Her- toge Albrecht zynde opgedaan, wederom met de wapenen bedwongen moeiten wor- den. Men vaardigde, uit 's Hertogs naam, brieven af aan alle de Steden, en ook aan Amllerdam, die, den tweeden May des ge- 1398. mel-
(v) Vid. Matthäus ^Anonym.de RebnsUltraj.9. 93*
(w) Zit Yadetl, Hift. III. Deel, bL 33a enz. M 2
|
||||
------------------------------------------ *^n^^MMH|
|
|||||
i8o AMSTERDAMS II. Deel.
melden jaars, in den Haage, getekend wa-
Ook ren' Van e^ deezer Steden werdt zeker man- getal van gewapende mandfchap , hand- fchap. werksluiden en arbeiders begeerd: van Dor- drecht daarenboven een groot deel borden, vermoedelyk gefchikt, om de kuilen te be- dekken, die de Friezen, ter lantwere^ of om zig ongenaakbaarder te maaken, gedolven hadden (x). Van Amfterdam werden drie- honderd gewapenden, vyf Timmerluiden, vyf Smids, en vyf Metfelaars gevorderd. Doch op dat de Leezer de tegenwoordige magt deezer Stad, in vergelyking van die der andere Steden, te beter begrypenzou, zullen wy hierby eene nette Lyft voegen van 't gene van alle de Steden van Holland en Zeeland begeerd werdt. Zy is uit een oud ftuk getrokken (j). Gewapenden. Timmerl. Metfel. Smids. Arbeiders.
Dordrecht. 600. 20. 10. 10. ■
Haarlem. 600. 20. 10. 10. .---------
Delft. 500. 20. 10. 10. ---------■
Leiden. 400. 10. 5. 6. ■■-•
Alkmaar. 300. 5- 5« 5. ----------
Amsterdam. 300. 5. 5. 5. »
Rotterdam. aoo. ------- 4. 4.----------
Schiedam. 100. 4. 3. 3. ■■
Oude water. 150. 4. 3. 3. -
Schoonhoven. 25c 6". 5. 3. _____mm
Gouda. 400. 10. 5. 5, ,
Beverwyk en Wyk op Zee. 100. 4. 4. 4. ■
Geertruiden- berg. 30. —— — —- 5. Heus«
(x) Zie MiKRis Chartert. UI. Deel, U. 679,
(y) Id. ibid. tl. 670, |
|||||
ILBoek. Geschiedenissen. i8i
Gcwapenden. Timmerl. Metfel. Smids. Arbeiders.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Heusden. 80.
's Graavenzande.20.
Vlaardingen. 20. ^edenblik. 100. Monikendam. 100. Edam. 50. Enkhuizen. 150.
Grootebroek. 50. Woudrichem. 60. Weesp. 25. Middelburg. 500.
Zierikzee. 500. Reimerswaale. 60. Thoolen. 60. Briele met het
Land van
Voorne. 100.
Weftkapelle. 20.
Vullingen, 20. Haage, behalve
de knegten. 100.
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Goes. 40.
« i' 1 ■
5985. 159. 101. 100. 72.
Behalve de manfchap, die van de Ste-
den gevorderd werdt, werden, van deHol- landfche Edelen ,1615, van de Zeeuwfchen, 800 gewapenden gevraagd (z), en buitens Lands werdt ook hulp gezogt. De Steden Haarlem , Delft, Leiden en Amflerdam fchooten Hertoge Albrecht ook zekere fom- rne gelds, die hy, binnen een jaar na dat hy uit Friesland te rug gekeerd zou zyn, beloofde te zullen afloflen, of deedt hy 't niet, dan zou menze op zyne eerfte bede mo-
(«0 M»ÄH Charterb, m. Deel, bt. 673, «7J?
M 3
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ï&s AMSTERDAMS IL Deel.
mogen korten. Haarlem hadt 5000, Delft
4000 oude Schilden,Leiden 3000, en Am- fieraam 4000 Dordrechtfche guldens ge- ichooten (a). Voorts , werden wederom Schepen geleverd tot den togt. Van Ara- fterdam werden, onder and eren, vier groo- te Schepen gevraagd, in ieder van welken, vyf bakovens gemetfeld, en by ieder van welken, een fchip met meel gevoegd zou worden. Ook werdt, te Amflerdam, de haring gekogt en gepakt , die 't Krygs- en Bootsvolk gebruiken zou (6). De verza- melplaats van 't Leger was te Enkhuizen. De groote Schepen, die uit Zeeland en uit de Maaze kwamen, voeren buitenom door het Marsdiep ; de kleine fchepen binnen door, door Haarlem en Amflerdam, der- waards (V). Hier werdt al 't volk gemon- flerd. De Graaf van Ooflervant hadt het opperbevel over 't Leger. De Vloot land- de in de Lemmer , en 't Leger trok voort naaf Staveren, welk bemagtigd werdt (d): De Stad waarna die van Ooftergo en Weilergo, den bezegelt eerflen Augullus, wederom een Verdrag 1en,^e^van verzoening met Hertoge Albrecht en ^Frie- Graave Willem flooten te Staveren, welk, zen. door 's Hertogs Raaden en door de Steden Dordrecht, Haarlem, Delft, Leiden, Alk- maar, Amflerdam > Middelburg en Zierik- zëë, bezegeld werdt (<?). De
(a) 2h Mieris Chartetb. III. Deel, hl. 67t,
(b) ld. ibid. i/l. 682.
(ef ld. ibid. il. 683. (d) Vadeil. Hift. III. Deel, il. Hf.
U) Zie MiEfils Chartert). III. Deei, 31. 684.
|
||||
II. Boek. Geschiedenissen. 1S3
De Friefche oorlog hadt, midlerwyl, de^y ver-
Steden in 't gemeen en Amfterdam in't by-krygt, tot zonder in zulke zwaare kollen ingewikkeld, jergoe- dat Hertog Albrecht op middelen verdagt dienft^eri zyn moed, om haar daar voor vergoeding fcbade in te bezorgen. Amfterdam hadt veel gelds den Frie- gefpild aan 't leveren van fchepen en man-fcnen fchap, en Hertoge Albrecht, daarenboven,krys' vierduizend Dordrechtfche guldens gefchoo- ten. De Stad hadt den Hertoge ook eene goede Kogge geleend, die met Zout gelaa« den was, en door Heere Gerrit van Heems- kerk , met deszelfs gezellen, gevoerd werdt. En dit fchip was, op de reize, door ftorm gebleeven. Om de Stad voor 't een en 't vryheid ander vergoeding te verfchaffen, verleende om Ex* Hertog Albrecht haar, den eerftenO&ober^j^j? des jaars 1398 , verlof om excynzente mo- ' gen zetten op alle goede, daar haar op genoe-
gen fal, binnen der Stede of havenen (ƒ). en ont- Voor de gebleevcn Kogge betaalde hy haar *Ja|, va!J vierhonderd en vyftigHollandfchefchilden. fceheou " Doch alzo dezelve meerder waardig ware, tollen, onthief hy haar, daarenboven, van eene jaarlykfche erfpagt van vier mark zilvers, die zy verpligt was voor de Goudfche tol- len te betaalen. En hy kon dit met regt doen, alzo de Heerlykheden van Guy van Chaßillon, Graave van Blois, onder welken, ook Gouda en Schoonhoven waren, by des- zelfs overlyden, op den twee-entwintigften December des jaars 1397 , wederom aan de Graaflykheid van Holland gekomen wa- ren. (/■) HjuhIv. H. iji.
M 4
|
||||
x84 AMSTERDAMS II. Deel.
ren. De Handveft, waarby de Amfterdam-
fche Kogge vergoed werdt, was, den twin- tigftenOcibber des jaars 1398,in den Haa- ge , getekend (g): en wy hebben 'er .te liever van willen gewaagen , om dat 'er klaarlyk uit blykt, dat deHollandfche Steden niet verpligt waren, buitengewoone koften te doen ten behoeve des Graaven, zonder dat haar daarvoor, op de eene of de andere wy- ze, vergoeding gedaan werdt. Wat het ver- jchot van vierduizend Dordrechtfche of Hol- Iandfche guldens betreft; Hertog Albrecht beloofde, op den zelfden twintigften O6I0- ber, deeze fomme, binnen 's jaars, te zul- len afleggen, of van de eerfte bede te zul- len laaten korten. De Handveft, waarby deeze belofte gefchiedde, wordt, in de Ou- $e Kerke, Laade XVI. bewaard. Zy is nog nooit gedrukt geweeft: waarom wy vertrou- wen, dat het den Leezer niet onaangenaam zal zyn, dat wyze, pnder de Bylaagen (h) plaats geeven.' pnvei- De Friezen konden, ondertuflchen, niet ligheid ruften. Zy begonden de vyandlykheden op der vaart nieuws in't jaar 1399, en dreigden Staveren Zufdet- ^t ee- b,eleg. Veelligt, maakten zy de zee naar Zuiderzee ook onveilig. Men weet ten min- Amftcr- ften, dat de fchepen, die langs de ftroomen dam. naar Amfterdam wilden, ten deezen tyde, 1399' zo dikwil? aangetaft en beroofd werden, dat Hertog Albrecht, den zesentwintigften September des gemelden jaars, tot weder- opzeggens toe, verlof gaf om geweld met I (r) Handv. il. 12$. [12.]
|
|||||
■ÉI^BBïSfiArfWf^^ '.:.
|
|||||
H.Boek. Geschiedenissen. 185
geweld te keeren , zonder dat men daar
door jeghens hem ende zyne heerlkheit mis^ doen zou (J). ' Midlerwyl, was de Graaf Togtvan van Ooftervant, niet, gelyk te vooren, van s°a°drnd^r Enkhuizen, maar van Amfterdam fcheep deFrie^ gegaan naar Friesland, en hadt de Friezen,fche,kuft, op nieuws, tot een Verdrag genoodzaakt. Doch in't volgende jaar, braken zy de Vre- 1400. de al wederom. De Heeren van Egmond en van Brederode hadden toen het beleid over den togt naar Friesland, die ongelukkig- lyk uitviel, en met een Beftand voor eenige jaaren eindigde (£). Hertog Albrecht, ten hoogfte voldaan o-Hertog
ver den byftand, dien de Stad Amfterdam Albrecht hem, in den Friefchen oorlog, beweezen scheept hadt, voer voort met haar te begunftigen, vaart toe zo lang hy leefde. Op den zeftienden Ja- van en nuary des jaars 1399 [1400], verklaarde "aal,Am- hy,dat alle fchepen en goederen het Mars- m' diep en het Vlie, van en naar Amfterdam, uit- en ingevoerd zouden mogen worden, zonder iets fchuldig te zyn dan degewoon- lyke Graaflyke tollen, van welken de Poor- ters goederen egter vry waren; en andere Graaflyke regten. En dit voorregt werdt, naderhand, door zynen Opvolger, Graave Willem den VI., beveiligd. Ten zelfden dage, ftelde Hertog Albrecht ook de ver- kiezing van drie Burgemeefteren aan allen, die Burgemeefter of Schepen waren of ge- weeft waren; en de verkiezing van eenen Oud.
fi) Handv. hl, z$.
Ik,) Vaderl. Hift. ni. -D<W, II. 3+I tn%t , <***
M5
|
||||
i86 AMSTERDAMS ILDeeï,.
Oud-Burgemeefler uit de afgaanden, aan
Andere deezen drie (/)♦ Op den zesentwintigften voorreg- Juny des jaars 1401 , verleende hy der ten door gtaj ^ ^at geen haarer Poorteren, 's Graa- de Stad » ven dienflluiden , als Baljuwen, Rent- ver- „ meefters, Tollenaars en Schouten, die leend. w jn hun ampt misdaan hadden, uitgeno- 140h „ men, wegens eenigerhandebreuken,er- „ gens benoorden de Maaze, zou mogen in 5, regten worden aangefproken dan binnen „ Amflerdam, voor de bank van Schepe- „ nen; ten ware hy vegtenderhand, of ge- 3, ftolen goed voerende , betrapt werdt. 3, Ook zou een Poorter, die binnen eenige „ andere vrye Stad misdeedt, aldaar mo- „ gen bezet en bekommerd worden. Wy- „ ders, werdt, by dezelfde Handveft, be- ,, paald, dat de Stads Excyns op elk vat „ biers niet hooger dan zes groot en zyn 3, mögt, en op andere middelen zo veel „ als de Raaden redelyk zouden oordee- 3, len: en werdt den Schout gelaft, over 3, de Excynzen, met Schepenen, regt te „ doen en pande te geeven, op vermaa- 3, ninge der Raaden (m)." Wy fpreeken niet van eeeige andere Handveflen van Her- toge Albrecht, ten deele, om dat wy 'er, reeds te vooren, melding van gemaakt heb- ben, ten deele, om dat wy 'er, by andere gelegenheden, nog van zullen moeten fpree- ken. In Maymaand te vooren , was de Hertogin , Vrouw Mar gar eet van Jüeeve, Ge-
(l) Handv. hl. zs. [i3, H']
(wJHandv. bl. 134. [13.] |
||||
II.Boek. Geschiedenissen. 187
Gemaalin van Hertoge Albrecht, in Amfter-
dam geweeft, daar zy eenen nagt vertoef- de , en van Stads wege, met vyftien {hoe- ken, befchonken werdt (7). (7) Dit is my gebleeken, uLt eene oude Reke-
ning van 's Graaven Huishouding , op pergament gefchreeven, waarin ik deeze woorden leeze: Des donredagbes avonts XIX dagloen in meye quam myn Vrouwe die hertoginne mid een deel hare herberge tote aemfterd&mme ende kleef aldaer dien nacht anno CCCC ende een — — Ende die van aemßerdamme miere Prowvoen fcherikeden XV grote fnoeken. ende uten rey- gherbofcb gheleuert waren XIX reyghers. Men moet niet vreemd vinden, dat hier vierhenderd en een, in plaats van veertienhonderd en een gelezen wordt. Kundigen weeten, dat men, in deeze eeuwe, dik- wils , in 't melden van 't jaartal, de duizend overfloeg. |
||||
i88 AMSTERDAMS II. Diel.
bv,.m- BYLAAGEN
T ''
N<' j ' öp Äff II. Deel, II. Boek.
Lr. A. N. i.
Zoen van Hertoge Alb re cht vanB eieren en
de Stad Amsterdam. Gegeven in den Haage, den zeventienden February des jaars 1366. AELBreCHTby goeds ghenade hertoge in
beyeren palensgraue optcn Ryn Ruwaert van hollant,van zeelant ende van vrieslantdoen cond alle luden dat wi aenghezien meneghen trouwen dienden die onfe goede luden van Aem- Itelredam en hore voervorders onfen lieven broe- der hertoge Willem grave van Henegouwen van Hollant van Zeelant ende Heere van Vrieslant ons ende onfen voervorders dickwilen gedacn hebben ende ons noch doen moghen onfe fte- de ende porteren van Aemfterdam ghemeenliic, uytgefet die neghentien perfonen die hare bro- ke bezonderlinghe an ons gebleven zyn gheno- men hebben ende nemenfe tot onfer zoene ende volre vriendfeapendekennenfejeghens ons vas- tclic verfoent van alre broken ende van allen punten die wi hun opghefeit ane getegen heb- ben ende brokich in gevonden hebben jof eni- ge andere die der ftede ende den porteren ge- menelich roeren mach tot defen daghe toe en- de bekennen hun weder dat fi bliven ende we- fen füllen in allen handveften ende rechte alfa fi waren ende fchuldich waren te wefen eer wife bezaeten jof befchuldigheden van den pun- ten jof broken voerfz. voer welken broken (I ons ter zoene ende beteringe geven zeilen en- de ghelevert hebben te gheven tienduzent feil- den vier en twintich dordrechtfe jof vlaemfe gro- ten |
||||||
ILBoek. Geschiedenissen. 189
ten voer elcken fcild gerekent jof andere paye- p)Ylajl«
ment na dier waerde dewelk zi verfekeren zei- 0EN ïen ende loven an des heren hande van Egmon- \j:, A. de ende van Yffelfteine in betalinghe van den^. 1. ghelde dat wi ende onfe medelovers ende bor- ge hun fchuldich zyn van der lofïènüTc van Wieringerland ende fi feilen den here van Eg- monde voerfz. alfo voldoen mit zekerhede en- de mit beloeften twifchen dit ende grote vaf- telavont naeftcomende dat hi ons overghcve onfen brief ende onfe medelovers ende bor- ge dien hy van ons hevet van tiendufent feilden vier en twintich groten voer den fcild bezegelt mit onfen Zegele en mit den Ze- ghelen vele onfer raden ende Heden ende zo wanneer fi ons dien brief overleveren zo loven wi hun te gheven onfen openen brief dat wi ons ghelyen ende kennen wel betaelt van de fom- men voerfz. ende dit voerfeide ghelt zeilen ghelden alle de ghene die porters waren tot Aemftelredam up die tyt doe wife eerft befcult ghedaen van den voerf. broken ende waer ie- mant die daer in onwillich ware jof die niet mede gelden en woude des befceidelic up hum gherekent ende ghecoornen worden na den be- loepe van andere poerters die loven wi jeghens ons nimmer meer te laten verfoenen voerder tyt dat fi dat vol ende al betaelt ende voldaen hebben ende loven den willeghen poerters daer inne te helpe comen mit onfen baeliu ende rechters datmen van der onwilligher lüde goede fo waert ghelegen is dat ghelt datup hun ghecoor- nen wort geinnet werde ende allen feade ende colt die daerom te vervolghen gedaen jof ghele- denwort. maer hier mede en zeilen die neghen- tien perzone die te voren fonderlinganonsghe- bleven waren niet belaft noch befcaedt wefen want wife fonderlinghe tot onfe zeggen ende be- teringhe gehoude hebben en mit defen punten en \ip den vorwerden verfcreven hebben wi qui- |
||||
zoo AMSTERDAMS II. Deel.
Btlaa- te gefcouden ende fcelden quite onfe ftede van
GEN Aemfterdam ende die porters aldaer uytgheno- Lr. A. nien die neghentiene voerf. van alle punten daer N- 2. wife up befchuldicht hebben ende van anders allen broken roerende de ghemiene ftede ende porters tot defen daghe toe. Ende om dat wil- len dit vafte ende geftade houden ende gehou- den hebben van ons lieves broederswege voer- fcreven ende van den onfen, der ftede ende den porters van aemfterdam uytghenomen den neghentiene voerf. fo hebben wi defen brief open bezeghelt mit onfen zeghel, ghegheven in den Hage des dengesdaghes na finte Valen- tyns dach in tjare ons here M. CCC feflTe ende tfeftich. Juflii domini ducis Alberti praefentibus domi-
no de Brederode domino Philippo de Pot. domino C. de Heimftede domino Johanne de Langh. & domino Coenrade. Onder aen hing shertogen Zegel
in groenen waf che aen tent dubbele francjneflaerte. Lr. A. N. 2.
Qtiytfceldinghe der betalinghe van den dedinghe
voirfcreven. Gegeven te Geertruidenberg, den negenden Maart des jaars 1366. AELBRECHT by goeds ghenade hertoge 111
beyeren palensgraeve opten Ryn Ruwaert van hollant, van zeelant ende van viïeslant doen cond alle luden dat onfe goede luden van Aem- ftelredam ons voldaen hebben an hande s heren van Egmonde ende van Yffelfteyne dien wyze hebben doen innemen voir al zulke fcout als wy hem fculdich waren van der Lofleninge van onzen lande van Wiringeland tien hondert pont
|
||||
IL Boek. Geschiedenissen. 191
pont groete die welke onze goede lüde van bylaa«
Aemftelredam ons fchuldig waren te beteringhe GEN van alrehande broken die wy den ghenen dair Lr. b. die fomme op gezeyt ende gtiezet wort tyenden Waren gheliker wys alze die Zoenbrief inhout, die zy dair af hebben mit onzen Zeghel beze- ghelt. ende gehen dat zy ons overghelevert heb- ben dien brief dien die heere van Egmonde en- de van Yffelfteyne van ons ende van onfen me- delovers hadden van fynre fcout, die wy hem fculdich waren inhoudende die fomme voirfcre- ven ende fchelden onfen goede luden van Aem- ftelredam dien dit daghedinghe roert na den Zoenebrieve voirf. daer af vry enda quyte mit dezen brieve bezegelt mit onzen Zegel, gheghe- ven tot finte gheerdenberghe up den negenden dach van Mairte Int jair ons heren dufent drie- hondert zelfe ende tzeftich. L\ B.
Vidïmus van Schepenen en Randen van Amfler-
dam van eenen Brief van Hertoge A l- brecht van Beier e.n , Qraavt van Hol- land, waar by zekere rente, die de Stad den Hertoge voor 'f Gouden Water en de Maat fchuldig was , aan yt Karthuizers Klooft er ^ opgedraagen wordt. Gegeven in den Haage, den zevenden Auguftus des jaars 1393. Allen den ghenen die defen brieff füllen fien
off horen lefen falut maken condt ende kenlick wy fcepenen ende rade der Stede van amftelredamme dat wy wel gefien hebben ende gelefen eenen brieff ganlfe ende gaue ongecan- feleert ende zonder eenige rafur wel befegelt met des hoich geboren Vorftens zegels ons liefs geduchts heeren hertoge aelbrecht faliger ge- dachten ende geteykent gelyck beneden op de 5pacie van defbn brieue gefcreuen ftaet ende |
|||||
•
|
|||||
ioa AMSTERDAMS IL Dutt.
Bylaa- inhoudende van woerde tot woerde gelyck hief
OENi nae volghet. Lr, B. Aelbrecht by gods genaden palensgrauen op-
ten Ryn hertoge in beyere graue van hene* gouwe van hollant van zeelant ende heere van vrieslant doen condt allen luden dat wy voor ons ende voor onfen nacomelingen gegeuen hebben ende geuen mit defen brieue onfen Cloeflre van den fartreyfen by onfe flede van amflelredamme voor duyfent dordrecht- fche gulden die wy hem noch fchuldich zyn ende gegeuen hebben te helpen tot nootdors- te der broederen die den dienfl Gods doen füllen by daghe ende by nachte die acht en- de veertien pont sjaers die onfe flede voirf. ons jaerlicx fchuldich is van den gouden wa- teren ende van den maten, dat zy jegens ons gepacht hebben tot eweghen dagen. Ende want wy willen dat*dit tot ewegen dagen (la- de ende vafte gehouden worde voor ons en- de voor onfen nacomelingen foe ontbieden wy gebieden ende beuelen onfe feepenen ende ra- de van onfe flede voerf. die nv zyn ofte na- mals wefen füllen dat fy defe voorf. renten den Cloefter voorf. alle jaer betalen zonder eenich wederfeggen , Behoudelyk dät wy en- de onfe nacomelingen de vorf. rente lofTen mogen ende vryen mit duyfent guldens voorf. ende een jaer renten wanneert ons ende onfe nacomelingen genougen fall. In oirconde de- fen brieue befegelt mit onfen fegele gegeuen in den haage op ten vij,eo dach in Augufto in 't jaer ons heeren duyfent uj? xciij. |
|||||
Lr. Q
|
|||||
II. Boek. Geschiedenissen. 193
V. C. « bh
GEN
Brief,waarby Hertog Albrecht fo/00/*, de '
Stad Amfterdam te voldoen van'/ verfcbot, welk zy voor bem tot denFriefcben oorlog gedaan hadt. Gegeven in den Haage den twintigften Oc- tober des jaars 1398. Aelbrecht by Godes ghenade Palyns-
graue op ten Ryn, Hertoghe in Beyeren, Grave van Henegouwen, van Hollant, van Zee- lant, ende Heere van Vrieslant doen cond al- len luden dat ons onfe goede ftede van Aem- ftelredamme gelient ende verleid heeft tot on- fe reife behoef van Ooft-Vriesland die wy left deden 4000 Wilhelmus Hollandfe gulden die zy van onfentwegen uitgedaen hebben in ful- ker maniere als hier na gefchreven ftaet; dat 's te weten eerft van allerhande fchip - huur die by onfen Ammirale binnen onfe ftede voorfz. gehuurt waren in ons reife voorfz. ende gefet worden bi onfen getrouwen Heere Jan van Heenvliet ende onien gerechte van onfer ftede voorfz. bi onfen bevele daar die fomme of be- liep gelykerwys als dat by onfe Clerke gere- kent word 1390 Hollandfe fchilden item noch die zy Huge Starken ende Symon van Zaenden Gerytsfoen gegeven hebben bi onfen bevele bier mede te betaalen op onfen reis voorfz. aio Hollandfe fchilden: item noch ende onfen ftede voorfz. van onfentwegen bi onfen bevele betaeld heeft van eenen Coghe die geladen mit een deel Souts verloren word in eenre ryfe als Heer Jan voorfz. en Heer Geryt van Heems- kerke getogen waren van onfentwege op die Ooft Vriefen boven nochtan vriheden die wy onfer ftede voorfz daerom gedaen hebben van der tolle tot Sparendamme ende van den vier mark filvers die fy daer of onfen neve van II. Stuk. N Bloys |
||||
ip4 AMSTERDAMS Gesch. IL Deel
Bylaa- Bloys te geeven plagten 450 Hollandfe fchil-
0EN# den. Item noch ende onfe (lede voorfz. ge- Lr. *C. levert heeft onfer lieven ende getruwen Tre- forier defi Domprooft van Utrecht die re ons goede rekening ende bewifinge of doen fal75o Hollandfe fchilden. komt te famen dat onfe ftede voorfz. betaald heeft a8oo Hollandfe fchilden, die maken 4000 Hollandfe guldens voorfz. welke 4000 guldens voorfz. wy gelooft hebben voor ons ende onfe nakomelingen on- fer goede ftede voorfz. wael te betaelen binnen 's jaers of van den eerflen beden die ons ver- fchynen füllen in onfer lande van Aemfter- lant van Waterlant ende van den Zeevank. In oirkonde defe brieve befegeld met onfe fegele. Gegeven in den Hage op den aoe dag in Oclo- bri in 't jaer onfes Heeren 1398. Onder aen hing 's Hertogen
fegel in groene wafle aen een enkelen Francynen ftaerte. |
|||||||
1
/
|
|||||||
TWEE-
|
|||||||
195
TWEEDE DEEL.
..->■■
GESCHIEDENISSEN
VAN
■ - ■
AMSTERDAM.
DERDE BOE K.
Amsterdams Geschiedenissen,
van 't jaar 1402 tot het jaar 1477. De Friefche oorlog , waarin Amfter- Amfter-
dam zo veel deels genomen hadt, dam on- was naauwlyks mee een bcfland geëindigd, cSjï?1* of Hertog Albrecht befloot,de wapenen op Abbrecht te vatten tegen jan , Heere van Jrkel, dieitrdenAr- tien jaaren Rentmeefter of Thefaurier van kelfchen Holland geweeft was, zonder rekening ge- oorlog, daan te hebben: 't welk den Hertog, die |
|||||||||
■,«1
|
|||||||||
thans verpligt was zyne inkomften te raade
te houden, zeer ongelegen kwam. Hy hadt, in 't jaar 1397, een begin gemaakt met zy- ne Rentmeefters tot het doen van rekening te verpligten, en Brufiyn van Herwyne, Rent- meefter van Zeeland Bewefter - Schelde , te Amfter dam, doen gyzelen (V); waarna hy, met eenige moeite, tot reden gebrast was (£): doch Tan van ArkeJ, veel magti- ger Heer, moeit openlyk, en met geweld van
(«) Zie Mrenig Charterb. III. Ditl, hl. 6S7-
(è) JOANN. A LEYDIS '<*br. XXXI. Cap, ;*. N 2
|
|||||||||
ioó* AMSTERDAMS II.Deil.
van wapenen worden aangetaft. De wedcr-
zydfche vyandlykheden werden aangevan- gen, in 't jaar 1401. De Poorters derHol- landfche Steden, en die van Amfterdamin 't byzonder leverden manfchap tot denAr- 1402. kelfchen kryg (c). Ook werdt den goeden Steden, in 't jaar 1402, gevergd, eenige penningen , ten diende van Hertoge Al- brecht, in deszelfs reyfe op zyne vyanden, den Arkelfchen, te ligten. Amfterdam ver- itrekte hem vyftienhonderd goede gouden gent- fche Noblen, waarvan hy tien ten honderd jaarlykfche rente beloofde; om welke te vin- den , hy der Stad, by eene Handveit van den negenden Juny des gemelden jaars, die nog nooit uitgegeven geweeft, en daarom van ons, onder de Bylaagen (d), geplaatft is, De Stad een gr0ot getal van Graaflyke renten en veefe™ pagten in handen flelde. Onder deezen, Graafly- waren „ die grute tot Aemftelredamme" die ke renten de Amfterdammers, in 't jaar 1304 , ver- en Pag_ pHgt geworden waren dubbel op te bren- gen (e) „ verfcheide Hofßeden of erven in „ en buiten de Stad, met naame die van j, der moolen ßege, van der moolen hütender Bynwiker poirt, van der moolenop de weft- zyde, en van der moolen op de ooftzyde |
||||||||||
99
?»
|
der Stad; verfcheide erven op deßufe;
de fiempels van derflufe; het veerneffens Quadoelen; het veer neffcns Tppenfiote; het veer neffens Diemerdam; de fValen by de |
|||||||||
Stad; de ßufen aldaar, te Tppenfiote, en te
„ Die-
et) Verroeerd. BekA »nMATTHiBI Aaal. Ttm.lli.p. 3is. (4) Lr. A. (ij iii U. Heel, t. BitJt, il. 74. |
||||||||||
III.Boek. Geschiedenissen. 197
Diemerdam; de cynfe [tynfe] te Amiïer- I4o2.
" dam, te Monikendam , en te Diemen; " de iaarlykfche beden van Waterland, van " Warder, van Middel-ie en van Koedyk, " de Maybedetot Marken, en de Koren- tienden te Warder, te Middel-ie en te ' Koedvk." Twee dagen na 't verleenen Zy ver- deezer Handveft, gaf Hertog Albrecht diekrygt van Amfterdam vryheid, om, voor de op- ™*ct gefchooten vyftienhonderd nobelen , Lyr- verkoo. of erfelyke renten te mogen verkoop en. De pen vaa brief, die door Willem, Graave van Oos- renten. tervant, bezegeld werdt, wordt, in de Oude Kerke* Laadi Xflï. bewaard. Hertog Albrecht, op deeze wyze ïnltaat
gefield zynde, om den Arkelfchen oorlog voort te zetten, verzamelde, in 't jaar 1403, een aanzienlyk Leger. Graaf Willem hadc 'er het opperbevel over. Hy iloeg het be- leg voor Gorinchem , de Hoofdftad der Heerlykheid van Arkel, en drong Heer Jan tot een Verdrag (ƒ) , welk egter met lang gehouden werdt. ' , ■ Midlerwyl, was Hertog Albrecht , den Graaf
twaalfden December des jaars 1404,over- wiiiem leeden, en opgevolgd door zynen Zoon,bcve$. Willem den VI.,die alomme 111 deSte- t\ët en den werdt ingehuldigd: ook te Amfterdam; vermeer- by welke gelegenheid, hy de Stad, den twm- Jcr^d. tieften Maart des jaars 1404 [1405J1 be' ^ien der veftiede in alle haare Privilegien (g);haar, stad. den volsenden dag,tot beloomngc van ge- 1405. 0 daa- |
||||||
(f) Vad«rl. Hift. III. Deel, hl. »47 •«*•
(r) Handv. */. 74- C'40 N 3
|
||||||
ioS AMSTERDAMS II. Deel.
*ï"4ö<. daane en nog te doen e dienfien, ende oock
om dat die Coopnan te bet zyne goede Stede verfoeken, dat is, bezoeken zou, byzonder- lyk vergunnende, dat elk onbelemmerd het Marsdiep en het Vlie, naar en van de Stad, in en uit zou mogen vaaren, zonder iet an- ders dan 's Graaven rechten toll van Amflel- redamme fchuldigte zyn. Ook zou een Poor- ter, voortaan, niet meer dan.zynXyf en honderd pond uit zyn goed verbeuren (F). 9?' . Doch H ertog Willem was naauwlykstot ding te ^raave ingehuldigd, of hy kreeg de handen
Amfter- v°l werks aan het ftillen der beweegingen, dam. die, tuflchen de Hoekfchen en Kabbeljaauw- fchen, in verfcheide Steden, en ook te Am- flerdam, ontftaan waren. Dé Kabbeljaauw- fchen waren, op 't einde van Hertoge Al- brechts Regeeringe, alomme in 't bewind geraakt. Doch Hertog Willem hadt altoos de Hoekfchen begunftigd. 't Was dan niet vreemd, dat hyze in 't verlooren bewind zogt te herftellen: 't welk egter, niet zon- der merkelyke opfchudding, toeging. Te Amfterdam, werdt de Priefter Willem Bruins- zoont op het Kerkhof der Oude Kerke, of in de naafte ftraat, in eenen oploop, van kant geholpen (/). De fchuldigen werden, federt, voor het Kerkelyk Regt des Bis- fchops van Utrecht, betrokken;gelyk blykt uit eenige egt e ftukken, die nog nooit in 't licht gegeven, en daarom van óns, onder de Bylaagcnvm dit Boek (£), geplaatfl zyn. Her«
(h) Handv. bl. z$. [14.]
(i) Joann. A Leïdis Libr. XXXI. Cap. <+, ,
(k) V. B.
|
||||
ÏÏLBoek. Geschiedenissen. 199
Hertog Willem deedt JanNottaard, Schout 1405.
der Stad, Amel Jansfoon Ryzer, die de hand De gehad hadt in 't ombrengen des Prieflers, en Schouc Dirk Symonszoon, voornaame burgers van de ?n twee Kabbeljaauwfche zyde, onverhoeds ligten, JJJ^" en ter Stad uit voeren: waarna, eerfl Not- onthalsd. taard en Ryzer, en wat laater ook Dirk Sy- monszoon, op verfcheide Plaatfen, onthalsd» en hunnen vrienden dood t'huis gezonden werden. De drie lyken werden, buiten de Stad, in den omgang van het Karthuizers- Kloofter, begraaven (/). De oude en laatere Schryvers zyn 't niet eens, omtrent de naa- men der twee laatftgemelde onthalsden. De ongenoemde oude Schryver noemt den eer- ften van de twee, dien laatere Schryvers (m) Amel Janszoon Ryzer heeten, blootelyk Amulius Johannis , of Amel Janszoon. In den naam van Dirk Symonszoon, is nog groo« ter verfchil. De oude Schryver noemt hem Theodoricus Symonis de Heemskercke ,of Dirk Symonszoon van Heemskerk. Onder de laa- teren,noemen Domselaar en Dapper hem Symon Dirkszoon, en Commelin Dirk Symonszoon Bennink , die te vooren Schout der Stad geweeft was. En met dee- zen laatften, zou ik het houden; te meer, om dat de oude Schryver zelf Dirk Symons- zoon befchryft als een muitzugtigburger van Amßerdam [ejusdem Oppidi civis faftiofus~]x 't welk zeer wel op een gewezen, en ver- moedelyk misnoegden Schout pallen kan. 't Is
(l) Anonym, ad calc. PONTANI />. 6.
(m) Domselaar vi. £otkt bl. 137. DAPPKR t/. 100. CQMMEL1N tl. %9%. N 4
|
||||
200 AMSTERDAMS II. Deel.
1405. *t *s waar»dat hy Dirk Symonszoon den toe-
naam van van Heemskerk, niet van Bennink geeft; doch hy fchynt Dirk Symonszoon van Amfterdam verward te hebben, met eenen Dirk Symonszoon van Haarlem, die ook, om- trent deezen tyd, gedood werdt (n), en veelligt van Heemskerk bygenaamd geweefl Onder- is. Voorts, is my nergens gebleeken, of zoek,of 'er, ten deezen tyde, te Amfterdam,eeni- dee 'n" Se verc*ere bukengewoone verandering ge- tyde, te maakt zy in de Regeering; dan of de Re- Amfter- geering, op den gewoonlyken tyd, in Fe- dam, ook bruary, verzet zy geworden. Indien het eenige eerfte gebeurd is, dan zal Hertog Willem, gewoo" vermoedelyk, aan de Stad eene Akte ver- ne ver- leend hebben, waarby hy verklaarde, dat andering'zulk eene afwyking van de Privilegien haar, j» de voor het toekomende,niet tot nadeel ftrek- tin^Te. ken zou J a^z0 net geeven van diergelyke maakt Akten,in zulk eene gelegenheid, reeds om- zy? trent deezen tyd, in gebruik was (0). Doch 't zou ook können zyn, dat Hertog Willem, de Wethouderfchap te Amfterdam, op den gewoonlyken tyd, in February des jaars 1405, veranderd hebbende, eerft in Maart daarna, en dus door de nieuwe Regeering, ingehuldigd was. De binnenlandfche oneenigheden verhin-
derden , ondertufTchen, Hertog Willem niet, in het voortzetten van den Arkelfchen oor- log. In den Zomer des jaars 1405, werdt het beleg der Sloten Hageftein en Everftein on-
(n) JOANW. A LKYDIS Libr. XXXI. Cap. «4,
(«; Zit Handv. van Oudewater, hl. jjy.
|
|||||
•
|
|||||
III. Boek. Geschiedenissen. 201
ondernomen. Het duurde tot in December, 1405.
en eindigde met het overgeeven van beide deeze Sloten ; waarna, een befland voor eenige maanden , met den Heere van Ar- kel, getroffen werdt (p). Amfterdam en eenige andere-Hollandfche Amtier-
en Zeeuwfche Steden hadden, om Hertog dam en Willem tot het uitvoeren van dit beleg in *ndcre ftaat te Heilen, twaalfhonderd Engelfche ften0n Nobelen aan Lyfrenten verkogt in Brabant; Hertog van welke renten hy, den een-entwintigften Willem en twee-entwintigftenNovember,beloofde,in **aat* de Steden fchadeloos te zullen houden , uitV0e. doende dezelven jaarlyks betaalen door zy- ren der neRentmeefters van Kennemerland en Fries- belege- land, dat is, Weftfriesland, en de Stedenrin§® magtigende , om de Graaflyke inkomflen ge^eina" zelven aan te taften, ingeval de Rentmees- ters, in het voldoen der renten, nalaatig bleeven (q). Toen, wat laater, de Arkel-entothet fche oorlog werdt voortgezet, en Hertog verder Willem het eindelyk zo ver bragt, dat hy voort* tot Heere van Arkel werdt ingehuldigd, ^"den hadden Amfterdam en de andere Steden Arkcl- hem wederom met geld onderfteund, en, fchen ten dien einde, omtrent duizend en vyftig krv£« Engelfche nobelen aan jaarlykfchc Lyfren- ten verkogt; voor de voldoening van welke fchuld, de Hertog, in Maymaand des jaars 1407. 1407, gelyke verzekering gaf (r). Wy te- kenen 't een en 't ander hier te liever aan, om dat 'er klaarlyk uit af te neemenis,dat de
(/>) Vader!. Hift. I!I> Dttl, H. 371 enz.
{q) Mieris Charteil). IV. Dtel, H, z», jo. (r) ld. ibid. tl. «j, «7, <ss. N 5
|
||||||
o
|
|||||||||||
sou AMSTERDAMS II. Deel.
1407. de Steden, van ouds,niet gehouden waren,
zig,ten behoeve des Graaven,in fchulden
te fteeken; en dat zy 't nietdeeden,danop
goede verzekering voor de voldoening van
hun verfchot.
Amfter- Wy hebben, hiervoor (ƒ), gezien, dat
komt^ê hertog Albrecht, tegen een honderd vyftig
gen den n°kelen 's jaars, die hy der Stad Amfter-
afftand dam fchuldig was , een groot getal van
der voor- Graaflyke pagten en renten aan haar afge-
heen fl-aan ha(jt_ >t zv nu, dat de Stad haare re-
v« ree- kenjng u[et gevonden hadt by deezen af-
Graafly- ftand; 't zy dat Hertog Willem niet gezind
ke ren- was, haar nieuwe en grooter voorregten te
ten, yer-ver]eenerij ten ware zy de afgeftaane ren-
nieuwe ten en Pagten wederom opdroege aan de
vryhe- Graaflykheid; men kwam, eerlang, wegens den. dit laatfte, overeen, mids de Hertog der 1409. Stad overgaf „ de vifTchery van de twee |
|||||||||||
fluizen binnen haare Vryheid, en van alle
anderen, die, in den Zeeburg, of Zee- dyk, tuïTchen de Stad en Ypefloot, zou- |
|||||||||||
Uitbrei- „ den mogen gelegd worden. Voorts, ver-
ding van }j meerderde hy haare Vryheid in't Y, van 1 *dT " ^e Volewyk af, tot zo ver als de Vry- water. » heid te lande zig uitflrekte, dat is, hon- Magt' » derd gaarden. Hy gaf zynen Schout van van den „ Amfterdam magt,om alle breuken te be- Schout. i9 regten , /onder eenich toefeggen van den ,, Baljuw van Amftelland en Waterland, of „ van iemant anders, van 'sGraavenwege. Alle „ De Stad kreeg ook het merkwaardig voor- Ainpten „ regt, om alle Officien} dienßcn ende goe- „ den9
(s) Bladz. 196,
|
|||||||||||
III. Boek. Geschiedenissen*. 203
,,.<fcw, ten haaren behoeve, tot eeuwighen 1400..
„ daeghen, te gebruiken, gelyk zynu,vyf-en die*, 4, tig jaaren en langer, gedaan hadt, zon-ftenbiy-
5, der eenig weder/eggen van den Graave, ven aan
„ van deszelfs nakomelingen, of van ie- de Stad. j, mant anders van zynenwege." Alle welke voorregten begreepen waren in eene Hand- veft, den vyftienden July des jaars 1409, te Rotterdam, gedagtekend (*). Den der-
tigften April te vooren, hadt hyhaar,daar- enboven , van de Woudrichemfche en Heus- denfche Markttollen vry verklaard (w). Voorts, blykt, dat Hertog Willem, na 't verleenen der eerftgemelde Handvefl, de pagten en renten, die de Stad hem daarby te rug gaf, inderdaad bezeten heeft; alzo hy,by eenen brief van den vyfdenOclober 1410. des jaars 1410, een groot gedeelte der zel- ven, en daar onder ook de grutte te Amfter- dam,aan Jongkvrouw JleidvanHonthuizcn, die tweehonderd guldens 's jaars fpreeken- de hadt op het ßaljuwfchap van Amflelland en Waterland, heeft afgeftaan (V). Maar de voorregten, die Amfterdam ten
deezen tyde verkreeg, konden de overgift der voorheen bedongen pagten en renten rykelyk opweegen-. De uitbreiding van der Stede vryheid te water was haar veel waar- dig ; vooral, na dat de Koophandel en Scheepvaart der Stad zig begonden uk te breiden, en 't Y, fomtyds, met fchepen be- \ zetwas. Ook was 'er den burgeren veel aan ge-
CO Handy, hl. z. [15.] (u) Hand», bl. izy. [ij.] (v) Zie Mieris Chsrterb. IV.Dett, bl. i;j. |
|||||
IÜL11
|
|||||
204 AMSTERDAMS II.Deel.
ii.10. gelegen , dat zy alleen door 's Graaven
Schout aan regt gevorderd konden worden, en in geenen deele van eenen Baljuw van Amftelland, waaronder zy oudtyds plagten te Haan, hadden af te hangen: welke fchik- king de Stad, eindelyk, geheellyk fcheidde van Amftelland, waartoe zy, eertyds, be- hoord hadt. Doch 't meefte nut hadt de Stad te wagten van het voorregt, dat alle Ampten en dienften, die,federt meer dan vyftig jaaren, dat is, federt de Handveft van Willem den IV. van't jaar 1342, waar- by haar eenige ampten waren afgeftaan , door de Stad begeven waren, voortaan ook, ten behoeve van de Stad, en niet van den Graave of de zynen, zouden gebruikt wor- den. Zeker, in eene aanwairende Stad , moeften alle Ampten, van tydtottyd, ver- meerderen in getal en in waarde; en daar was den burgeren in 't gemeen veel aan ge- legen , dat het begeeven der zelven niet flondt aan eenen dikwils uitlandigen Graa- ve , of aan deszelfs Staatsdienaaren; maar aan de Wethouderfchap zelve, die uit de befte burgers gekooren werdt, en de bur- gery verbeeldde. Men ziet dan,uit deeze aanmerkingen, klaarlyk, van hoe veel aan- belang de Handveft van den vyftiendenju* ly des jaars 1409 voor Arhfterdam geweeft zy. Reinoud, Hertog van Gelder, met Jan,
Heere van Arkel , zynde aangefpannen, hadt, reeds in 't jaar 1407, de wapenen opgevat tegen Hertoge Willem. Hierop was,
|
||||
Ilï.BoEK. Geschiedenissen. 205
was, in't volgende jaar, een Beftand ge- I41o. volgd. Doch de kryg ontdak op nieuws, in 't jaar 1411, en eindigde, in 't jaar 141», met een Verdrag van Vrede, waarby Go« rinchem en 't Land van Arkel aan Holland werden afgedaan. Midlerwyl, hadt de Gelderfche oorlog Amfter-
Hertoge Willem gelegenheid gegeven tot™. ^ het doen eener buitengewoone bede aan de in eene goede Steden van Holland, en ook aan Am- Graafly- fterdam : in welke bede niet bewilligd ke bede. werdt, dan na dat de Graaf zig verbonden hadt, om zulk eene gund, door het ver- leenen van nieuwe voorregten, te erkennen. Haarlem, welk Hertoge Willem zesduizend oudefchilden, in drie jaaren te betaalen. hadt toegedaan , verkreeg Privilegie, om tot op driehonderd roeden buiten de Stad cxcynzen te mogen heffen (w). Wat Am- sterdam opbragt, vind ik nergens aangete- kend. Doch, by eene Handved van den negenentwintigden May des jaars 1413, die in de .Oude Kerke, Laade XIII. bewaard wordt, kreeg de Stad, tot voldoening der ingewilligde bede, O&roi om tot tweehon- derd en vyftig nobelen 's jaars aan renten, tegen den twaalfden penning, te verkoopen; waaruit men fchynt te mogen afheemen, dat zy den Hertoge drieduizend nobelen hadt toegedaan. Doch wat hiervan zyn moge; de Stad en Poorters, den Hertoge nu gunflelyck ende willicblyck ghegeven heb- bende aÏÏulcken bede, als hy op henluyden be- geert |
|||||||
(w) Pi'mL van Haatl. hl. 6t.
|
|||||||
2o6 AMSTERDAMS UDezz.
141 i. geert hadt, verwierven, den vierden No- Verkrygt vember des jaars 1411 „ dat Schepenen en het regt „ Raaden, jaarlyks, Waerdyns of Opzig- omWaar- „ ters over de Lakenneeringe (1) mogten dyns der ?j kiezen, zonder dat 'er de Graaf of ie- te mogen" mant anders eenig zeggen in hebben zou: ftellen, » dat de Raaden, met een of twee Sche- en ande- „ penen, Poorters mogten aanneemen, zon- revoor- ^ der 's Graaven bewilliging te behoeven: legten. ^ ^ geen pQorter aan je §ta(j ggjjj zou „ behoeven te leenen, dan tegen eeneren-
„ te van den twaalfden penning, en dat de „ Stad van geen' Poorter minder dan zes „ nobelen leenen mögt: dat geene Kloos- 3, ters of Geeftelyke Gefügten, de Kers- „ pelkerken en Gafthuizen uitgenomen , „ voortaan eenige erven of timmering zou- „ den mogen koopen of verkrygen: dat de „ Raaden, met twee of drie Schepenen, |
|||||||||
55
5>
|
twee, drie of meer goede knapen zouden
mogen aanflellen, om opzigt te hebben op de herltelling van bruggen, ftraaten, |
||||||||
„ fteigers of kaaden binnen de Stad."
Voorts, behelsde deeze Handveft eene or- de op de wyze van panding door den Schout der Stad (a;); waarop wy hier niet zullen ftilftaan. In eene Handveft van den twin- tig- (x) Handy, il. iir. [ij.]
(1) 't Woord Waardyn, 't welk ook nog in ge-
bruik is, om Opzigter derMunte te betekenen »is afkomftig van het oud Vlaamfch woord waarden of waaren, dat is, toezien, bezorgen; en van éénen oorfprong met het Franfche Gardien, welk genoeg- zaam het zelfde woord is. ZiejKiuAm Diäionariam Etymologicum. |
|||||||||
III.Boek. Geschiedenissen. 207
tigften September des jaars 1413, die in j^n.
de Oude Kerke, LaadeXUL, beruft, wordt de fomme, welke men te Amfterdam gee- venmoefl om Poorter of Burger te worden, van vyf Kroonen, op twee Kroonen en elf »grooten verminderd : 't welk niet nalaaten kon te ftrekken tot aanwas der Stede, in getal van burgeren. De zee was, gelyk wy, reeds by ecneAmfter-
andere gelegenheid (j) , getoond hebben,*"""* al federt veele jaaren , onveilig gemaakt,uit £geii door eene foort van fchuirners, Victualie- de Ooit- broeders en Likedeelers of Gelykdeelers ge-friefche_ naamd, die zig, wanneer zy aan land Wa-zeefchui* ren, veel in Ooftfriesland onthielden; al-mers' waar hun, op de Sloten van fommige Ede- len , met naame van den ouden Êeno ten Broeke , huisvefling vergund werdt. De Hanze-Steden en Hamburg in 't byzonder hadden, al lang, jagt gemaakt op deeze zeefchuimers , en fommigen , die hun in handen waren gevallen, eenen harden dood aangedaan (2). Doch 't nefl was niet ge- makkelyk uit te rooijen. De jonge Keno ten Broeke, Zoon des gemelden, eenige jaa- ren laater, gefchil gekreegen hebbende met andere Ooitfriefche Edelen, oordeelde den byftand van Lubek en Hamburg en andere Hanze-Steden noodig te hebben , en liet hierom na, de zeefchuimers te onderfleu- nen,gelyk zyn Vader, en hy zelf, te voo- ren, gedaan hadden. Zelfs boodt hy Lu- bek (y) Zie II. Om/, II. Boek, */• i«4.
(z) E. BBNiNGA Hift. van Ooftfi. I. £etk, Cap.CLll. CUV. CLY. il. 147, 149, ifo. |
||||||
2o8 AMSTERDAMS II. Deêi.
141 i. beken Hamburg zyne hulp aan tegen de roovers, mids men hem met Schepen en manfchap byftonde tegen de Edelen , die hun huisvefting verleenden, en zyne by- zondere vyanden waren. De twee Steden, dit werk alleen niet willende op zig nee- * men, zonden afgevaardigden naar Amfter- dam, alwaar ook eenige andere Holland- fche, Stigtfche en Friefche Hanze - Steden befchreeven werden (d). En hier werdt, met bewilliging van Hertoge Willem, be- flooten, eene Vloot uit te ruften, die, te Embden, welk, omtrent deezen tyd, door Keno ten Broeke, ingenomen was (b), ver- zamelen zou. Amfterdam ruftte eene groo- te Hulk uit, die onder Schipper Jan Ger- rit szoontiondt , en eenen grooten Ever, waar- over Jan Alfaartszoon het bevel hadt. Al 't bootsvolk was gewapend. En de fche- pen hadden , daarenboven , honderd zes en dertig Soudenaars, of bezoldigde kneg- ten op , onder den Hoofdman Klaas Pie- terszoon. De koften der uitruftinge werden gevonden, uit een pondgeld van fchepen en goederen. De Amfterdamfche fchepen liepen, omtrent Pinkfteren, uit, en voeg- den zig, te Embden, by deVioote hunner Bondgenooten. 't Krygsvolk tradt hier aan Derzel- land. Keno ten Broeke voegde 'er zig by. ver ver- Men trok aan op de Sloten, in welken de rigun- Zeefchuimers zig ophielden. Agt der zel- ven werden bemagtigd, eenigen geflegt, en
(*) E. Beninga I. Eoek, Cap. CXCI. tl, 17;. met dt
(b) ld. ibid. Cap. CXCVlIl tl. i«o. |
||||
III.BoEK. Geschiedenissen. 20g
en de overigen aan Keno ten Broeke afge- 1411;
ftaan, onder voorwaarde, dat hy 'er nim- mer zeefchuimers in zou laaten neftelen. Na 't gelukken van den togt, keerden de Am- flerdamfche fchepcil, omtrent den dag van Marias geboorte, die op den agtiïen Sep- tember valt, voor Amfterdam te rug (c). De oude Schryvers, die dit voorval ver- Onder-
haaien, hebben niet naauwkeuriglyk aan-zoek getekend , in wat jaar , het gebeurd zy; ^1^. Egge hik Beninga en anderen plaatfen Zer ge- het, omtrent het jaar 1407, of vroeger, bemte- Doch, volgens de Vermeerderde Chronykvanni^tii Beka , is de Vloot te Embden geland , daar Keno ten Broeke zig toen onthieldt: en Beninga zelf tekent aan, dat Keno ten Broeke, eerft in 't jaar 1413, meeiter van Embden werdt , welke Stad hy vier jaaren inhieldt. Ik vermoed ook, dat men den togt naar Ooftfriesland niet voor het jaar 1412 of 1413 plaatfen moet,voor- 1412. naamlyk, om dat 'er nog een Brief voor- handen is , den twaalfden May des jaars 1412, in den Haage, getekend, waarby Hertog Willem, om ootmoedich verfoek ende om bede wille zyner getruwer fiede van Aem- fierdam, een Beftand maakt met Kenen Ho- vetling then Broeck, welk, op S. Georgius dag, zynde den drie-entwintigften April, ingegaan was; van dien dag, tot aan Ma- ria-Hemelvaart, zynde den vyftienden Au- guflus, en voorts nog twee jaaren laater dutH
(e) Vërmeerdetdc BEiu, W. 3 3<J.
II. Stuk.* ö
|
|||||
*
|
|||||
aio AMSTERDAMS II. DsEti
|
|||||
1412. duuren zou Qd). Veelligt, is dit Beftand
geflooten, eer de Amfterdamfche fchepen uitgeloopen waren, zullende zy zig, zon- der een behoorlyk Verdrag, niet hebben durven vertrouwen aan eenen Heer, die hunne vyanden, de zeefchuJTiers, te voo- ren, begunftigd hadt. Doch wat ook van den juiften tyd van
den Ooftfriefchen togt zyn moge; wy heb- ben dienflig geagt, van den zelven een wei- nig omftandiger gewag te maaken, om dat ons geen ouder blyk bekend is, dat Am- fterdam, op eigen koften, en vermoedelyk onder Hoofdluiden, door de Stad zelve aan- gelleld, krygsvolk geworven en bezoldigd, en oorlogsfchepen uitgerufl heeft: waarvan ons, in 't vervolg deezer gefchiedenifle, nog duidelyker bewyzen zullen voorkomen, 't Is waar, dat, in het geval , waarvan wy fpreeken, de bewilliging des Graaven fchynt verzogt te zyn geween. Doch zulks ge- fchiedde niet altoos; gelyk hierna getoond zal worden. En 't was ook doorgaands ge- makkelyk, deeze bewilliging te verkrygen, als de uitrufting noodig of dienftig bleek, en de Graaflyke fchatkifl niet bezwaarde. Hande- Het Beftand, welk, ten tyde van Herta- ling te ge Albrecht, met de Friezen was gefloo- Amfter- ten t was f Van tyd tot tyd, verlengd gewor- e Be" ^en' ^et ione^e neP 9 *n ^e Lente des jaars
ftand met I4I4»ten einde. En 't was niet of naauw- de Frie- lyks uit, toen die van Weftergo Staveren, zen. 0p den twaalfden Maart, innamen by ver- I4I4« ras-
(d) Zit Mieris Charterb. IV. Dttl, il. *oi.
|
|||||
lil. Boek. Geschiedenissen. 211
raffing, de Hollandfche bezetting ter Stad j,
uit jaagende (e). De Prelaaten, Grietman- nen en Mederegters van Ooftergo en Wes- tergo zonden , terftond hierna, Afgevaar- digden naar Amfterdam, alwaar eene by- eenkomfl aangelegd was tegen den zesen- twintigften April. Van 's Hertogs zyde, verfcheenen hier Willem Eggart, Heer te Purmerende, Thefaurier van Holland, ne- vens eenige andere Raadenen Vrienden des Hertogs. Men trof een Beftand, welk, op den dag van S. Pieters banden, zynde den eerften Auguftus, ingaan , en drie jaaren dimrcn zou. Doch die van Ooftergo en Weftergo waren gehouden, den Hertoge, voor dit Beftand , vyf en twintighonderd Vrancrixe cronen uit te reiken , indien de Sendeboden of Afgevaardigden zo veel van de Landen verkrygen konden. En zo zy dit niet konden doen, moeften zy ten min- den twaalfhonderd Kroonen opbrengen. Maar dan zou 't aan 's Hertogs keur ftaan, of hy 't Beftand wilde houden, of op een jaar bepaalen , zonder eenig geld daar- voor te ontvangen. Men beloofde, weder- zyds, op alles , binnen drie weeken , te Amfterdam befcheid te brengen. Van de beraamde voorwaarden werden drie affchrif- ten op één blad gemaakt, die uit eikande- ren gefneeden, en van welken een aan den Thefaurier, een aan de Friefche Afgevaar- digden , en een aan de Steden Haarlem en Amfterdam, ten overftaan van welken , de hand-
(0 E. BEN1NGA Hift. van Ooftfr. I. Boekt Cap. CG1V,
H. 185. O a
|
||||
212 AMSTERDAMS IL Deel,
1414. handeling fchynt gehouden te zyn, ter hand
gefield werdt (ƒ). Het Beftand kreeg fe- dert zyn beflag: doch het werdt niet lang gehouden. Amfter- De toeneemende Scheepvaart en Koophan- dam del der Amflerdammeren hadt niet flegts* cema«- £etyk wy boven zagen, Ooftfriefchen Zee- tigd o'm fchuimeren aanleiding gegeven om op hen fchepen te kaapen; maar de Schotten maakten, om- tegen de trent deezen tyd, ook de zee onveilig. Te Schot- Edenburg , onthielden zig ook Lïkedeelres Kaapers of kaapers, die den Koopluiden van Am- uit te fterdam en van eenige andere Hollandfche ruften, Steden, met naame van Haarlem en Mo- enbdÄ nikendam , reeds grootelyks befchadigd tevin(jgJJ hadden, en van welken men nog verdere uit een fchade vreesde. Men was, derhalve, be- pond- dagt op middelen, om zulk eenen overlaffc geld. te weeren. Hertog Willem , in 't begin des jaars 1416 , naar Engeland verreisd zynde, hadt de Regeering des Lands ver- trouwd aan Hubrecht, Heere te Kuilenburg, 1416. en aan Walraven, Heere te Br ederode. En deezen magtigden, den zevenentwintigften May des gemelden jaars, de Stad Amfter- dam, om de vereifchte fchepen uit te rus- ten, en met dezelven op de Schotfche Kaa- pers te kruiflen. De Stad kreeg verlof, om de Kaapers op te brengen, en over dezel- ven te regt te zitten, zonder dat zy ver- Haan werdt, daar door eenigszins te mis- doen , tegen den Hertoge., of iemant van zynen wege. De buit, dien men den Kaar pe-
(f) Zh MIERIS Charteib. IV. Deel, bl. zs«.
|
||||
IH.BoEK. Geschiedenissen. 213
peren ontjaagde, moefl naar behoeften ge- ï4Iö. deeld worden, volgens de uitwyzing van den Hertoge en van de Stad. Tot verval- ling der onkoflen, kreeg de Stad wederom verlof, om een pondgeld te heffen van alle in-en uitgaande fchepen en goederen: welk, door alle onderzaaten des Hertogs, en voor- al door de Poorters van Amfterdam, fche- pen of goederen ontvangende of uitzenden- de, betaald zou worden; doch niet langer ftand houden, dan tot dat de Stad vanhaar verfchot voldaan zou zyn. De gaarders van het pondgeld zouden, des vermaand zyn- de, aan den Hertoge en aan de Stad reke- ning moeten doen. Doch deeze orde was, flegts by voorraad , en tot wederzeggens toe, gefield. Hetfluk, waaruitwy dezel- ve ontleend hebben (g), is het oudfle blyk, my bekend, van de wyze waarop, in 't be- gin der vyftiende eeuwe, de zaaken der Ad- miraliteit, hier te Lande, en metnaame te Amfterdam, geregeld werden. Doch of de uitrufling hier ter Stede, ten deezen ty- *%e, voortgang hadt; en wat 'er 't gevolg van geweeft zy, is my nergens gebleeken. Men weet alleenlyk, dat, den eerften Au- guftus hier na, tuffchen Hertoge Willem en de Regeering van Schotland, een Ver- drag van Koophandel geflooten werdt (/;); waarmede de overlafl der zeefchuimeren, vermoedelyk, voor eerft, een einde geno- men zal hebben, Jan,
(s) Zie Mieris Charterb. IV. Letl, il, 570.
(k) ld. jbid. bl, 37*. O 3
|
||||
214 AMSTERDAMS IL Deel.
1416. Jan* Heere van Egmond, en zynen Broe*
Amfter- der Willem, Beere van Tffèlfiein, zig ver- dam en dagt gemaakt hebbende van eenen toeleg andere 0p het leeven of de vryheid van Hertoge verbin- Willem; werdt de eerfte, in dit zelfde jaar den zig, 1416, voor 's Hertogs Raad in den Haage, tot het gedagvaard, en, niet verfchynende, op het voldoen Slot te Yflelftein, werwaards hy geweeken ke"eZe~ was' belegerd. Men trof eerlang een Ver- Graaf- drag ï volgens welk, alle de goederen van lyke Egmond en Yflelftein aan Holland werden fchuld, afgedaan, mids de Graaflykhcid zekere aan de jaarlykfche fomme aan de twee Broeders en van Eg- aan Yolande, hunne Moeder, uitkeerde (i). mond en Wy maaken hier melding van dit Verdrag, Yffel. om dat de Stad Amfterdam zig , nevens ftein* Haarlem , Delft, Leiden en Gouda, den eerften Auguftus, verbondt tot het voldoen van tweeduizend Franfche fchilden 's jaars, die, by het zelve, aan Heere Jan van Eg- mond , en van agthonderd Franfche fchil- den , die aan Heere Willem van Yflelftein beloofd waren. Hertog Willem verklaarde, wat laater, dat hy de vyf Steden van deeze verbindtenis fchadeloos houden zou (T). Doch zy waren niet geruft, voor dat de meefte Ilollandfche en Zeeuwfche Steden in de zelfde verbindtenis getreden waren: 't welk den twintigften September gefchied- de (0- De verwarringen, die, kort hier- na, binnen 's Lands ontftonden, waren,fe- dert , oorzaak , dat de vyf Steden haare ver-
(i) Vadetl. Hift. III. Deel, hl. 390 enz.
(k) Oude Keik , Laaie XIV,
m AliEKis Charterb. iy. Deel, U. 379, 331 y 3Js.
|
||||
IILBoek. Geschiedenissen. 215
verbindtenis niet ftiptelyk naarkwamen. lm- 141 &
mers, in 't jaar 1421, waren zy dertien- duizend Franfche fchilden aan Heere Jan van Egmond te kwaade; gelyk blykt uit een' fchuldbrief, die, onder anderen, door Dirck Hollant, Burgemeefler der Stede van Jmfler- dam, getekend is (trï). De renteg, aan Wil- lem van Yffelftein verfchuldigd , werden, eerflin'tbegindesjaars 1431, volkomenlyk afgedaan («). Hertog Willem, geene wettige kinderen
hebbende, dan eene eenige Dogter, Jako- b a genaamd, zogt haar, omtrent deezen tyd, van de opvolging in 't Graaflyk bewind der Landen te verzekeren; en vergde, onder an- deren , den Edelen en Steden van Holland en Zeeland, in Augufhis des jaars I4i6,eene plegtige verbindtenis af, om Vrouw Jakoba na zyn overlyden als Graavinne in te huldi- gen (o). 9 Amfterdam hadt deeze verbindtenis ook De Stad
op zig genomen, en deedtze, na de dood verbindt van Hertoge Willem , die den eenendertig- yfouw"1 ften May des jaars 1417 voorviel, in meer jakoba dan één opzigt, gefland. Onze Chronyken in te hul- melden, dat Vrouw Jakoba, in alle de Hol- diSen» landfche Steden, behalven te Dordrecht, ingehuldigd werdt (p). Zy zal, derhalven, ook te Amfterdam ingehuldigd zyn ;fchoon my daarvan, in de oude Stads Regiflers, geen het minlte blyk voorgekomen is. Ook vind
(m)Zie MiFRis Charterb. IV. Deel, iL $6%.
(n) Zie Mieris Charterb. IV. Deel, bl. 991,
(0) Zie MiKius Charterb. IV. Dul, lil, 3»3, 384» 5**«
(p) VJU.DENAAR */. ui.
O 4
|
|||||
temp
|
|||||
si6 AMSTERDAMS II. Deel,'
•1416. vind ik niet, dat zy, gelyk gewoonlyk by
zulk eene gelegenheid gebeurde, de Stads 1418. Privilegien beveiligd heeft. Maar men heeft Bel aft blyk , dat Amfterdam zig, op haar ver- Z1S mftf zoek,nevens Gouda, Alkmaar,Rotterdam, rente ten Schiedam, Hoorn en Oudewater, in Janua- haaren rydesjaarg 1418, ver bonden heeft, om eene behoeve. Lyfrente van omtrent vyfhonderd negenen- twintig Engelfche Nobelen, door Haarlem, Delft en Leiden, ten haaren behoeve, in Brabant verkogt , te helpen draagen (q); gelyk, onder anderen, uit eenen Brief der Graavinne van denagtflenjanuary des jaars 1417 [x 418], die, in de Oude Kerke, Laade XIII. bewaard wordt, tjlyken kan. Nader- hand, fchynt de Stad, nevens Haarlem, Delft, Leiden en Gouda, nog tweeduizend nobelen jaarlykfehe lyfrenten, in Brabant en elders, ten behoeve van Vrouwe Jako- ba en haaren tegenwoordigen Egtgenoot', Hertoge Jan van Brabant, verkogt te heb- ben; tot voldoeninge van welken, alle de tollen van Holland en Zeeland aan de vyf Steden verbonden werden, by brieven van den zesentwintigften Auguftus des gemel- den jaars, door Hertoge Jan en Vrouwe Vrouw Jakoba gegeven (f). Wyders, blykt, dat jakoba Vrouw Jakoba , reeds in November des gfren jaars 1417, Tsbrand Heynen, tot het waar- Wifle- neemen van haaren Wijfel te Amfterdam, laar en hadt aangefteld (x); gelyk zy ook, op den Schout te eenendertigden Tanuary des jaars 1418, het £mfter- . Schout- Öam' (ij) Zie Mieris Charterb. IV. Deel, il. 443,443,446.
(r) Mieris Chartert). IV. Deel, bl. 494.
(s) Mieris Chaiterb. IV. Deel, bl. 41?. |
||||
III.Boek. Geschiedenissen. 217
Schontampt der Stad aan Thyman Heinrics-
zoon, in de Naamlyft der Regeeringe, Ty~ deman Hendrick üircksz, van der Schelling ge- heeten, opgedraagen hadt (t): al 't welke klaarlyk doet zien, dat haar gezag in Am. fterdam erkend werdt: waarom zy de Stad, in verfcheiden der aangehaalde brieven, ook onder haare goede en getrouwe Steden rekent. Wy hebben dienftig geoordeeld, zo klaar-
lyk te toonen, dat Amfterdam de zyde van Vrouwe Jakoba hieldt, om dat men daarin de reden ziet van de buitengewoone veran- dering in de Regeeringe , die hier, in 't volgende jaar, voorviel. Hertog Jan van Beieren, Oom van
Vrouwe Jakoba, haar het bewind over de Landen misgunnende, hadt zig,reeds voor cenigen tyd, te Dordrecht en te Briele, in welke laatfte Stad hy, als Heer van Voor- ne, groot gezag hadt, voor Ruwaard doen erkennen. Naderhand wilt hy zig, door Keizer Sigismond, met de Graaffchappen van Holland, Zeeland en Henegouwen, te doen verlyden: en toen nam hy, openlyk, den naam van Graave aan (u). De Hoekfchen, die, in de meeiïe Steden,
op 't kiuTen zaten, bleeven, in deeze ver- deeldheid , Vrouwe Jakoba getrouw; terwyl de Kabbeljaauwfchen , eenige jaaren bui- ten bewind geleefd hebbende, het oog be- gonden te wenden naar Hertoge Jan van Beier
(t) Mieris Charterb. IV. Deel, hl. 45J.
Lu) Vadcrl. Hift. III. Deel, bi. 418, 424, 415.
O 5
|
||||||
ai8 AMSTERDAMS II. Deel.
1418. Beieren, die, heimelyk en openlyk onder-
fleund, toeleg hadt, om zig van de eene Stad na de andere meefter te maaken, en Rotterdam, by verrasfing, innam, op den tienden October (V). Amfter- In deezen flaat der zaaken, was Vrouw dam Jakoba met reden bedugt voor Amfterdam. Hoelf *n -Amftelland, was reeds geftroopt, door fche be- den aanhang van Jan van Beieren (w). De zetting Stad liep ook gevaar van overrompeld te in- worden. Om hierin te voorzien, zonden Hertog Jan van Brabant en Vrouw Jakoba,
in November, Heer Bertout van Jjjendelft en Heer Gerrit van der Zyl, ieder met een- endertig gewapende gezellen onder zig, naar Amfterdam; met laft, naar 't fchynt, om de Stad, tegen aanflagen van buiten, en veelligt ook tegen oproer van binnen, te ver* zekeren. Doch de eerfte bleef 'er maar agt- entwintig, en de andere niet boven negen- endertig dagen. Ieder gewapende hadt agt grooten , en ieder Hoofdman een gouden fchild 's daags aan foldye bedongen, die, nevens eenige andere koften, door de twee Heeren gemaakt, in alles, met de foldye, vyfhonderd en vyftig gouden Hollandfche fchilden en eenendertig grooten, den fchild voor vyftig grooten gerekend,beloopende, van wege de Graaflykheid, der Stad Am- flerdam werden afgevorderd, in afkorting op de bede, die tegen Kersmis des jaars 1410. 1419 vervallen zou (V). Doch op den der- tien- (v) VELDENAAR, hl. 117.
(w) Zie Grnot-Plakaatb. III. Deelt hl. 10. 4
{x) Zie Mieris Chanexb. IV. Deel, kl. J07,
|
|||||
. •
|
|||||
IILBoEK. Geschiedenissen. 219-
tienden February des gemelden jaars, was 1419.
de verzoening, tuflchen den Hertog en de Hertogin van Brabant ter eener, en Hertog Jan van Beieren ter anderer zyde,teWou- drichem, getroffen, en daarby, onder an- deren , bedongen „ dat de Landen, vyf jaa- „ ren agtereen, door de twee Hertogen in „ 't gemeen, geregeerd zouden worden, „ die de Schouten en Geregten in de Ste- „ den gezamentlyk zouden (tellen, fchoon „ dezelven, aan Hertoge Jan van Brabant „ en Vrouwe Jakoba alleen, eed zouden „ doen; aan Hertoge Jan van Beieren, on- „ der Jan en Jakoba, flegts gehoorzaamheid „ beloovende (y)." Té Amfterdam was, weinige dagen voor Gewoon-
het treffen van deezen Zoen, degewoonly- tyke Yer" ke verandering der Wethouderichap ge-fa^l?. fchied. Tydeman Henrik Dirkszoon van <ferhouder- Schelling, in 't jaar 1418, door Vrouwe Ja- fchap. koba, tot Schout aangefteld, was in zyn ampt gebleeven. Servaas Roelofszoon, Gys- bert Huisman en Daam Brafeman waren tot Burgemeefteren verkooren : en uit de Bur- gemeefteren, die het voorgaande jaar ge- diend hadden , was Jan Arendszoon , als Oud - Burgemeefter , aangebleeven. Tot Schepenen waren gekooren Ysbrand Hein Meinertszoon de Wiffelaar (z), Klaas Brui. fiing , Gysbert van Amflel, Ruifch Jakob Koppenszoon, Jan Oude Symonszoon, Brui- nink Spruit, Steven Dirk Meliszoon en Mei- ner d |
||||||||
(y) Groot-Plakaatb. III. Deel, I>1. 9.
\z) Zie hier voor, tl, 210. |
||||||||
220 AMSTERDAMS II. Deel;
1419. nerd Symonszoon. Men verwagtte, derhal-
ve , dat 'er geene ongewoone verandering in de Regeeringe voorvallen zou. Doch regt het tegendeel gebeurde. Hertog Jan van Beieren, niet vergenoegd met het aandeel in de Regeeringe, welkhern, by den Zoen, opgedraagen was, ftondt wel haait naar meer gezags. Hy bemagtigde de Stad Lei- den met de wapenen, en hadt zig, tevoo- ren reeds, meefter gemaakt van Amfter- dam, fchoon ik niet vinde, op welk eene Hertog wyze, noch by welke gelegenheid. Toen fc" van raakten °°k de Hoekfche Regenten van 't veraiv" kliffen , welk terftond met Kabbeljaauw- dert de- fchen voorzicn werdt. De verandering ftaat, zelve,op in de Lyften van de Regeeringe der Stad, een' on- 0p net jaar 141p, met deeze woorden, aan- ne'n tvd getekend: Indit jaer, verwandelde Hartog en wyze.
Jan van Beyeren 't Gerecht, en al de Heeren
wierden verfet. De Hertog ftelde Jan HeU
nenszoon tot Schout aan. Burgemeefters werden Dirk Holland, Willem Reynerszoon, Herman Hermanszoon en Heyn Noiert, wel- ke Jaatfte, in 't jaar 1417, Schout geweeft, en door Vrouwe Jakoba van zyn ampt ver- laaten was. Tot Schepenen werden aange« fteld Symon Meeuszoon , Bruinink Spruit, Jan Oude Symonszoon, Dirk Bardeus^ Ger- rit Deyman Janszoon, Gysbert van Amftel en Ruifch Jakob Koppenszoon: onder wel- ken 'er vier waren, die ook door Vrouwe Jakoba aangefteld waren geweeft. En dee- ze is de eerfte reize, dat men, omftandig- lyk, van eene buitengewoone verandering in.
|
||||||
IILBOEK* GESCHIEDENISSEN; 22%
in de Regeering te Amfterdam gemeld vindt. 1419,
Zy flreedt regelregt met de Privilegien. Vol- Aanwy- gens de Handvefl van Hertoge Albrecht van zing der denzefliendenjanuary des jaars i399[i4oo],?nvile- moeften drie Burgemeefters gekoDren wor- waarme- den, door allen, die BurgemeeflerofSche- de zulks pen geweefl waren, en deezen drie moes-ftrydig ten den vierden, uit de afgaande Burgemees-was# ters, tot zig kiezen,om nog een jaar tere- geeren (#). Doch nu flelde Hertog Jan van Beieren vier nieuwe Burgemeefters aan , zonder dat de voorigen hunnen tyd hadden uitgediend. By de Handvefl van Hertog Albrecht van den vyftienden Maart des jaars 1387 [1388], aan Amfterdam met Amflelland en Gooiland in 't gemeen gege- ven , was beraamd, dat de Graaf, of iemant, dien hy 't beval, jaarlyks, op den tweeden February, zeven Schepens kiezen zou, die een jaar Schepen zouden hlyven (/?). En nu werden zy, binnens jaars, verzet, door Her- toge Jan van Beieren: die zig, veelligt, ver- genoegd zal hebben met de verklaaring, dat het krenken der Privilegien, voor deeze reize, de Stad, in het toekomende, in haa- re voorregten niet benadeelenzou;hoedaa- nigeverklaaring, gelyk wy boven (c) reeds hebben aangemerkt, omtrent deezen tyd, gebruikelyk was. Omtrent de Perfoonen, die, ten deezen tyde,inde Regeering kwa- men, merken wy alleenlyk aan, dat Dirk Holland, die eerfle Burgemeefter werdt,en aan .
(a) Handv. hl. z$. [13.]
\b) Handv. bl. 71. [7.] (f) Bladz. 200.
|
||||
*M AMSTERDAMS ïï. Deel
j^j^ aan wien wy, reeds by eene andere gele- genheid (d), gedagt hebben, een man van vermogen fchynt geweeft te zyn. Immers Hertog Jan van Beieren gaf hem, in 't jaar 1422, verlof, om, uit zyne eigene goede- ren, een Gafthuis te fligten binnen de Stad, tegen over de Heilige Stede, en dus op of omtrent de plaats van het tegenwoordige Burger-Wees huis; en om een altaar op te regten in de nieuwe Parochie - Kerke der Lieve Vrouwe (e), die nog de nieuwe Kerk heet, en in 't jaar 1414, door Willem Eg- gert,Heer te Purmerende, aangelegd was* Ook was hy 'er, den vyftienden July des jaars 1417 , begraaven (ƒ). Dirk Holland is, kort hierna, 's Hertogs Raad gewor- den (g). Amfter- De verandering der Regeeringe des jaars damblyft 1419 hadt de Stad Amfterdam geheellyk Kabbel- <joen overflaan tot de Kabbeljaauwfche zy- jaauwicn. de>die zyj federt> byna beflendiglyk ble'f aankleeven. Hertog Jan van Beieren, die
haare hulp, tegen de Hoekfche aanhangers van Vrouwe Jakoba, hoognoodig hadt, be- wees haar , van tyd tot tyd, merkelyke Hertog gunften; vooral na dat Vrouw Jakoba, mis- Jan van noegd op haaren Egtgenoot, Hertog Jan van ?«ft der Brabant »in 'c beSin des Jaars W 1, naar En-
Stad ver- geland verreisd was, en haaren Oom de fcheide gantfche Regeering van Holland en Zeeland voorreg- ïn handen gelaaten hadt. Op den agttien- ten. 1
1A0T den
A^lé (d) Eoven, II, zu.
(e) Zie MiEHis Charterb. IV. Deel, hl. 66x, e€z.
(f) Regeer. Lyft voorde Handv. opdtjaaren 14.14. ^'14.17
(g) Zit Mieris Chaitetb. IV. Deel, il. 640,
|
||||
IILBoek. Geschiedenissen. 223
den January des gemelden jaars, gaf hy der 1a% I%
Stad, op haar verzoek, en in erkentenis van gedaane en te doene dienflen, eenige vry- heden en regten, die hy verflondt, noch hem, noch der Graaflykheid tegen te draa- gen: als „ 1. tolvryheid voor allen, die tot „ Poorters zouden worden aangenomen. 2. „ Dat men geen' Poorter, in Holland, Zee- „ land of Weftfriesland, tot zeventuigzou 3, mogen daagen, dan op koflen van hem, „ die in 't ongelyk gefield werdt. 3. Dac „ die van den Geregte, noch derzelver die- „ naars geene Stads Excynzen zouden mo- „ gen huuren. 4. Dat Schout, Burgemeefle' „ ren, Schepenen ende Raede , op dien tyd „ wefende, willecewen mogten op eenen dach, „ te weeten op Sintc Pawwels avont naeflco- „ mende, ende daerna niet meer, datfaldue- „ ren tot eeuwigen dagen (b):" in welk laat- fte punt eene merkelyke duifterheidfchynt, over welke wy, by bekwaamer gelegen- heid , in 't handelen over de magt om wil- lekeuren te maaken, eenige ophelderende aanmerkingen zullen voorflellen. By de ge- melde voorregten, voegde Hertog Jan van Beieren, den derden November des jaars 1422, nog de beveiliging in het voorregt, dat de Poorters, in perfoon, noch in goe- deren , tuffchen de Maaze en de Zype,niet zouden mogen bekommerd worden (i). OndertulTchen, hadt Amflerdam deeze De U-
gunflen niet verworven, zonder zig, voor- trecht-
af fchenko
(h) Handv. hl. 126. [19.]
(/; Mieris Chaitexb. iv. Detl, H. itt.
|
||||
224 AMSTERDAMS IL Deel;
1421; af, te hebben blootgefteld voor verfcheide men voor nadeden, die der Stad, door de aanhange- Amfter- lingen van Vrouwe Jakoba, waren toege- dam, en bragt. De Steden Utrecht en Amersfoort van-en" hadden ziS verbonden met de Hoekfchen eenfge teSen Hertoge Jan van Beieren, en gevol- Stedelin- gelyk ook tegen de Steden, die zyne zyde gen. hielden, onder welken Amfterdam, federt het jaar 1419, gerekend was. Die vanU- trecht waren hierom, in 't jaar 1420, om- trent Remigius-dag, die op den eerften Oc- tober valt, heimelyk voor Amfterdam ge- trokken, daar zy zig in eene hinderlaage hadden nedergeflaagen ; terwyl zy eenige ligt gewapende manfchap zonden naar de weiden, onder de Stad, om, onder dekfel van de koeijen weg te voeren, de Amfter- dammers naar buiten, en in de hinderlaage te lokken. De toeleg gelukte ten deele. De Amfterdammers , onraad verneem ende-in de weiden, liepen te wapen, en toogenter Stede uit, den wykenden vyand agter na; doch de hinderlaag nog even by tyds ont- dekt hebbende, keerden zy Stedewaards. De Utrechtfchen vervolgden hen toen met hunne gantfche magt, en floegen of vingen wel tweehonderd en vyftig Amfterdammers. 't Gerügt van deeze nederlaage, fchielyk vooruit gevloogen , hadt , midlerwyl, zo groot eene verflaagenheid onder de overi- ge ingezetenen veroorzaakt, dat veelen aan 't zakken en pakken gevallen waren, ge-' reedfchap maakende om de Stad te ruimen, met het gene zy konden medevoeren. En ineen!
|
||||
tll.BoEK. Geschiedenissen. 225
meent men, dat de Stad ligtelyk overrom- ia%x.
peld geweefr. zou zyn, zo de Utrechtfchen tot digt onder dezelve genaderd waren ge- weeft. Doch zy hadden zig te vrede ge- houden , met de Amfterdammers alleenlyk een Huk wegs agter na te zetten, en waren toen, met den buit en de gevangenen,naar Utrecht te rug gekeerd (k). By gelegen- Tide man heid van deezen aanflag der Utrechtfchen, Simons- en terwyl zy tot by 't Reguliers -Kloofter,^°o°nndg8* omtrent de Reguiiers-iluis, genaderd wa- ren , gebeurde het, dat een Poorter, Ti- deman Simonszoon, door het onverhoeds af- gaan van eene der Stads BufTen 4 in den regter arm gewond werdt* zo ongelnkkig- lyk, dat hy den arm moeft laaten afzetten. Doch tot vergoeding van dit verlies,werdt hy, van Stads wege, voor al zyn leeven, heervairtvry ,fcotvry en waeckvry verklaard: gelyk blykt by de Akte, hem hiervan ver- leend, en van ons onder de Bylaagen (/) geplaatili Sedert, milten de onzen, den De Airi- Stigtfchen den gepleegden moedwil willen- fterdam- de betaald zetten, in 't jaar 1421, twee™"| groote fchepen, Hulken of Koggen, en veele eenjge Baardfenuït, met welken zy de vaart op de fchepenl Eem belemmerden, en onveilig maakten:uit, ora waardoor de Steden Utrecht en Amersfoort,den t08i • /*» voer
die haaren meeden toevoer uit OveryiTel, iantrsde
en byzonderlyk van Kampen, langs de Eem, Eem te bekomen moeiten, in merkelyke verlegen- beiem- heid meren'
(k) Vermeerderde EEK& hl. u>*;
(/; L*. C. W. StUK, P
|
||||
22é AMSTERDAMS 'II. Deel.
1421, hei'd gebragt werden (m). De vyandlykhe-
den tegen de Scigtfchen eindigden eerfb in 't jaar 1423; en werdt het Verdrag, welk toen, tuflchen Hertoge Jan van Beieren en hen, getroffen werdt, onder anderen, door de Stad Amflerdam, benevens de Steden Haar- lem, Delft, Leiden, Middelburg enZierik- zee, bezegeld (»)." Zwaare Maar het jaar 1421, welk de Stad Am- brand, fterdam in de koflen van eene aanmerkely- die een ^e uitruffcinff ter zee ingewikkeld hadt, was,
derde • ° 1 - ° ir 1. der Stad 110S in een anderopzigt ,nadeehg voor haar
verflindt.geweeft. Op Zondag, den drie-entwintig-
ften April, was 'er een felle brand in de Stad ontftaan, die wel een derde deel der zelve verflonden hadt. Onder de openbaa- re gebouwen, die, ten deezen tyde, door de vlam vernield werden, worden met naa- me opgeteld de nieuwe Kerk, die naauw- lyks zes jaaren geflaan hadt, het Raadhuis, het Gafthuis, waarfchynlyk het oude of H. H. Geefts-Gaflhuis, welk nevens het Raad- huis flondt, de Heilige Stede, nu de nieu- we zyds Kapel, en het Begynhof met des- zelfs Kapelle (0). Uit de flandplaats dee- zer gebouwen, is af te neem en, dat de brand zig, van omtrent de nieuwe Kerke, over de Plaats of Dam, door deKalverltraat, tot digt aan de Bindwyker-Poort, die geflaan heeft omtrent de plaats, daar nu de Offen - fluis legt,
(m) Vermeerd. BF.KA, bl. 399. ^« *°k BUKMAN Utr.
]aarb. I. Dkl y bl. is6. (n) VÜe Matth;eum ad Remm Arnoifort. Script, p.
Z58. Vtrgd. met BuRMAN Utr. Jaach. I, ßtel, bl, 26$ enz, (0) Vecmeeideide Beka, hl. $»*,
|
||||
IILBoek. Geschiedenissen. 227
legt,heeft uitgeftrekt;en dus zeer wel een 1421»
derde van de Stad, die toen nog maar bin- nen de agterburgwallen begreepen was, ver- teerd kan hebben. Men kan hieruit ligte- lyk afneemen, hoe groot de fchade geweeft zy, welke de ingezetenen, by deezen brand, geleeden hebben* De fcheepvaart op de Oollzee hadt, fe- Gefchit
dert eenige jaaren, merkelyk gebloeid te toffchen Amfterdam; doch . ter gelegenheid der zei- d "^ ^ ve, was eenig gefchil ontftaan met de Stad Dantzig Dantzig, die een pondgeld vorderde, welk veref- onze Koopluiden ongaarne voldeeden. Menfen^- verdroeg zig egter,in 't jaar 14.22, met be- 1422» williging van Hertoge Jan van Beieren. Die van Dantzig hadden, van Amfterdam en Zierikzee, zevenhonderd Nobelen aan ag- terftallen gevorderd; welke fomme de twee Steden beloofden te voldoen, uit een pond- geld van een' nieuwen fchelling van elk pond groot aan goederen, die de Koopluiden der twee Steden in PruifTen zouden brengen; en van twee oude penningen van elke ou- de mark aan goederen , die zy van daar voeren zouden. Tot het ontvangen van dit pondgeld, werden twee perfoonen te Dant- zig aangefteld, te weeten, Jan Huge, van Amfterdam, en Michiel Michielszoon, van Zierikzee. De gantfche overeenkomft werdt, den twee-entwintigften May, door Herto- ge Jan van Beieren, in den fctaage,bekrag- "sd(?)- wy
(f) Zie MiK&is Charwrb. IV. Detl, bl. 63«.
P 2
|
||||
■pTJflt'»- W-"! -■' ■*. ■ ■
|
|||||||||
228 AMSTERDAMS II. Déeï,.
1422. Wy hebben, reeds meer dan eens, ge- De Stad toonc^ 5 dat net wederftaan van Schepenen krygt te Amfterdam , by verfcheide Graaflyke magt, om Handveften , ongeoorlofd verklaard was. iemant, Maar omtrent deezen tyd, hadt zekere Dirk nen Bur "e Smid, Auwel Pieterszoon, die, in 't jaar geinees- 1420, tot Schepen aangefteld geweeft, en ter ge- in 't jaar 1422, Bürgerneefter geworden was, k wetft om (jes recfas wjne van der ste(fe} ter (Jood alomme toe gekwetft; en was daarna ter Stad uit
te mogen gevlugt. Hertog Jan van Beieren gaf, ter vatten, deezer gelegenheid, der Stad, die anders, *423- niet dan binnen haare Vryheid , vangen mögt, op den derden Auguflus des jaars 1423, byzonder verlof, om Dirk denSmid, overal waar zy hem in 's Hertogs Landen mögt aantreffen, te mogen vatten, Jondtr dair oftegens hem of zyne Heerlicheit te breu- ken of te misdoen, in enigerwys (q). Onder- tufTchen, blykt, uit eenen Brief van den der- den November des jaars 1425, dat deOud- Burgemeefter Auwel Pieterszoon, aan zyne wonde, niet overleeden was (r). Twee In de Lente des volgenden jaars, werden Amfter- Dirk Holland, Oud-Burgemeefler van Am-
dammers fterdam» en Jan Jan Heinenszoon, Schout vanßeie-^er ^tad» door Hertoêe Jan van Beieren,
ren ge- gemagtigd, tot het bywoonen eener Dag- magtigd, vaart te Elburg, alwaar over een Verdrag om met raet de Friezen van Ooflergo en Welïergo zei/tT ft°n^t gehandeld te worden. Ook gelukte hande- het hun, aldaar, op den zevenentwintigflen len. Maart (tf) Zit Mieris Chartert). IV. Detl, hl. i)U
(rj 1(1. ibid. l/l. 8«o. m
|
|||||||||
III.Boek. Geschiedenissen. 2*9
Maart des jaars 1424, een Verdrag te tref- 1424. fen, waarby bedongen werdt „ dat de Frie- „ zen Hertog Jan voor Heere erkennen, en „ hem de gewoonlyke Heerenregten betaa- „ len zouden (Y)." Midlerwyl, hadt Vrouw Jakoba haar Hu-
welyk met Jan van Brabant, door Benedic- tus den XIII., die alleen in Spanje voor Paus erkend werdt, doen fcheiden, en was, fe- dert, in Engeland, hertrouwd met Hum- frey, Hertoge van Glochefler, die haar, met eenigKrygs volk, in Oftober des jaars 1423, •over Calais, naar Henegouwen geleid hadt. Terwyl hy een keer naar Engeland deedt, werdt Vrouw Jakoba, door Filips, Hertog van Bourgondic, haaren Neef, die zig aan de zyde van Hercoge Jan van Brabant ge- voegd hadt, uit Bergen in Henegouwen ge- ligt , en gevangkelyk naar Gend gevoerd, op den dertienden Juny des jaars 1424. Zy ontfnapte gelukkiglyk uit de hegtenis, in 't begin van September, en begaf zig, over Antwerpen, naar Holland, alwaar zy, door de Steden Gouda, Schoonhoven, Oudewa- ter en Woudrichem, als Graavinne, ont- vangen werdt (t). Doch terwyl zy nog in hegtenis zat, was De Ste-
Hertog Jan van Beieren, bedugt voor de deQ en Engelfche Krygsmagt, die met den Herto- ^gjd^m" ge van Glochefler overgekomen was, op krygen middelen verdagt, om 't gevaar, welk den aanfchry- Landen van den kant der Engelfchen dreig- vens, om de, tegen de
|
|||||||||||||
Engel-
|
|||||||||||||
($) Z'it Mieris Charterb. IV. Dielt hl. 71*,717, 72«.
(1) Vadcrl. Hilt. lil. Deel, tl. 4Jj ent. |
|||||||||||||
*r&
|
|||||||||||||
230 AMSTERDAMS II. Deel,
1424. de," zf te keeren. Hy zondt, den vierden
fch i J11^> ron<3gaande Brieven af aan de Balju- hunne PWQn9 Schouten, Burgemeefleren, Schepe- hoede tenen, Raaden, Vroedfchap, ende alinge ge- zyn meynte van alle de Steden, en derhalven ook van Amfterdam, om hun harnafch, arm- borflen en ander geweer gereed te houden, en, in geval Glochefter, of de zynen er- gens iet vyandelyks ondernamen, den klok- ifiag te volgen, op verbeurte van lyf en goed, en den vyand tegenitand te bieden (u). De Engelfchen hadden, ten deezen tyde, ook eenen aanllag gefmeed, om Hertog Jan van Beieren, door vergif, van kant te helpen. Zeker Koopman uit Engeland, die zig Jan Henrikszoon noemde, hadt hiertoe bewilligd Heer Jan van Vliet, die onlangs tot Baljuw vanAmftelland aangefteld geweeft was (V), en 't vergif, welk men hem, in hartenleêr om- vangen , in een doosje ter hand hadt ge- field, aan 's Hertogsbroek geftreekenhadt. Aanflag Al 't welk hy, federt, beleedt, voor 's Her- °P 'c togs Raaden, en voor Gemagtigden der Ste- leeven den Dordrecht, Haarlem, Delft, Leiden, tog Tan " Amfterdam , Gouda, Briele, Oudewater, onder ' Rotterdam en Schiedam: waarop hy, den anderen, derden Auguilus, in den Haage, onthalsd voor Ge- wercit (w). Hertog Jan van Beieren leefde dea'wii maar tot den zesden January desjaars 1425. Amfter- 't Zy dat het vergif des Heeren van Vliet zo dam bc- langzaam gewerkt hadt;'t zy dat men hem, lecden, naderhand, op nieuws, vergif hadt weeten in
(*) Zit Mieris Chartert). IV. Deel, tl> 72$.
(v) ld. ibid. hl. 701. fwj Jd. ibid. bi. 719. |
||||
IILBoek. Geschiedenissen. 231
in te krygen; men ftelde ten minften, in't 1424;
jaar 1428, nog vaft, dat hy eenen gewel- digen dood geftorven was, en dat de regte moorders nog niet ontdekt waren (as). Terflond na zyn overlyden, werdt, door Amfter-
den gemeenen Raad en Ridderfchap van dam- Holland en de goede Steden , die op de S^i Dagvaart in denHaage befchreeven waren, ian' vall en waaronder zig ook Amfterdambevondt, Brabant by een befluitvan den agtften January des voor jaars 1425, vaftgefteld, dat men zig zouGra^'_ houden aan de zyde van Hertoge Jan vantogFnjpS Brabant, op wiens naam, men, voortaan, van bede vorderen, en regt oefenen zou(y). ZyBour- vermaanden ook de Steden, die de zyde§on(iie ■ voor
van Vrouwe Jakoba hielden , immers de RUwaard.
Stad Oudewater, om te blyven, daar de 1425. vier Hoofdfleden van Holland, Dordrecht, Haarlem, Delft en Leiden, bleeven (2). Doch hunne vermaaningen vonden weinig ingang. Midlerwyl, was Hertog Jan van Brabant, in de meefte Steden en ook te Am- flerdam, als Graave ingehuldigd. Hertog Filips van Bourgondie werdt, in dezelfde Steden, voor Ruwaard erkend, en beves- tigde dezelven, in deeze hoedanigheid, in alle de voorige Privilegien, met naame in die, welken , door Hertoge Jan van Beie- ren , verleend waren (<z). Midlerwyl, hadt Jakob van Gaasbeek ^-qq Stad
Heer van Abkoude, die, door de Hertogen, verHeft
tothaare
, , banier in
(x) Zie Groot-Plakaatb. III. Dtel, bl. 17.
(y) Zie MiF.Ris Charter!). IV. Lttl, bl. 74S , 7+71 7*7«
(z) ld. ibid. bl. 745.
(a) Handv. bl. 7+,
P 4
|
|||||
, . .., .
|
|||||
*3* AMSTERDAMS IL Deel,
tot Stadhouder van Holland aangefteld was
in t beginder Lente, het beleg geflaasen voor Schoonhoven. Het duurde zes maan" den en werdt eindelyk, vrugteloos opge- doken Doch toen werdt Gouda , waar Vrouw Jakoba zig onthieldt, gedreigd met een beleg De Poorters der meefte Hol- landfche Steden, ook die van Amfterdam, waren, onder hunne banieren, uitgetrokken in Oäobers om de Stadj ]angs den Ryn. kant en 't water de Gouwe, te naderen. Do
Hoekfche aanhangers van Vrouwe Jakoba, zig met de Stigtfchen vereenigd hebbende, trokken hun te gemoet, en op den eenen- twintigden, viel 'er een hevig gevegt voor byAlfen, waarin de Hoekfchen en Stigt- fchen de overhand behielden, en met veels gevangenen, en met de banieren der Ste- den Haarlem, Leiden, Amfterdam en an- deren , naar Gouda te rug keerden (b). Hertog Filips fchreef, twee dagen na 't
gevegt, een' trooftbrief aan Amfterdam en de twee andere Steden, welken hy twee Ka- piteins zondt, Frank van Borfek, en nog een, dien hy niet noemt; doch die, veelligt, Jan de Villers, Heer van l'IsIe A'dam, geweeft is. Hy vermaande haar ernftelyk,moedte hou- den , haar verdere hulp toezeggende (c). Ook verlooren de Engelfchen en Hoek-
fchen, op den zevenden January des vol- genden jaars, den fcheepsftryd by Brou- wershaven. Vrouw Jakoba belegerde, wat ka
(6) Groote Chron. Div-f. XXVIII. Cap, jt.
(f) Zie Mieris Chajcterb. IV. Dtclt bt. 794. |
||||||||||||||||
1425.
den flag
by Alfen |
||||||||||||||||
Hertog
Filips
fchiyft
haar cen'
trooft-
brief.
|
||||||||||||||||
Tweede
gevegt byAlfen, ten na- deele der |
||||||||||||||||
#
|
||||||||||||||||
.*•».<
|
||||||||||||||||
f.
|
||||||||||||||||
—
|
|||||||
■
|
|||||||
III. Boek. Geschiedenissen. 233
laater, Haarlem, tot tweemaal toe, te ver- Ia26.
geefs. Doch toen zy de Stad, voor de twee- A n.er' de reize, verliet, floeg zy de Kabbeljaauw- damme- fchen andermaal by Alfen, op den dertig- ren. ften April, alwaar wederom eenige Amfter- damfche Poorters omkwamen. Ook wer- den 'er eenigen gevangen. Zes of zeven van de aanzienlykften ftonden af'van hunPoor- terregt, en hingen Vrouwe Jakoba aan (d). De Kennemers, die deeze zelfde zyde volg- Zy flui- den, liepen, hierna, 't gantfche Land af;ten do doch werden, voor Hoorn, door den Heer Kenne" 1116 rs
van risle-Adam, met hulp, onder anderen, voor
van eenige Amfterdamfche Poorters, gefluit Hoorn. en geflaagen (e). Sedert, werden zy te Amfterdam gedagvaard, alwaar hunne Pri- vilegien verbeurd verklaard, en zy, daar- enboven, in eene zwaare geldboete verwee- zen werden (ƒ). De hulp, die de Stigtfchen Vrouwe Jako- De toe-
ba beweezen, gaf, kort hierna, gelegen-voer, heid, dat Hertog Filips allen toevoer naargj^ c Utrecht en naar 't Stigt in 't gemeen, te Am- wo'rdt te fterdam, en door gantfch Amftelland en Amfter- Gooiland, verbieden deedt. Zelfs fhelde dam yer_ hy, in deeze Stad,twee perfoonenaan,om 0O en' toe te zien, dat dit verbod fliptelyk naar- gekomen werdt (g). Ondertufïchen , deedt hy , in Oclober, Amfter-
eene bede van 30000 fchilden van vyftien dam,s . duivers ieder van de Hollandfche Steden ; ^Ptwee in
(t) Veldenaar H. ut, 129.
(e> Vel 1 us Hoorn, l/l. z6,
(f) MliaiS Chartcrb. IV. Deel, IL I47.
{g) Id. ibid. */. j6;, j67. .. }
P 5
|
|||||||
Hui
|
|||||||
234 AMSTERDAMS II. Deel.
in welke fomme , Haarlem 5000 ; Delft
4250; Leiden 3500; Amflerdam 3000; Rot- terdam 1250; Hoorn 2000, Enkhuizen 625 fchilden, en de andere Steden naar evenre- digheid draagen moeiten (h). In de Lente des volgenden jaars, deedt Hertog Filips eene nieuwe Bede van 20000fchilden; waar- in Haarlem 4622; Delft 3305; Leiden ook 3305; Amflerdam 2833; Rotterdam 833; Enkhuizen 100 fchilden, en andere Steden naar gelang van haar vermogen moeden draagen (i). Amflerdam was, kort voor dat deeze laatfte bede gedaan werdt, nog duizend fchilden op de voorigebede fchul- dig. Doch Hertog Filips gaf der Stad, op den veertienden Maart des jaars 1427, ver- lof, om van deeze duizend fchilden te kor- ten het beloop derzwaarekoften, door haar gemaakt, in het zenden van een groot getal van Schepen en Poorteren voor de Eem, tot belemmering van den handel der Stigtfchen: of, zo deeze kollen meer dan duizend fchil- den beliepen , zoudenze het meerder van de eerftvolgende Bede korten mogen (k). 't Verlies van den fcheepsftryd by Wie-
ringen, die federt voorviel, en waartoe Am- flerdam ook fchepen en manfehap geleverd hadt, bragt de zaaken van Vrouwe Jakoba in zulk een verval, dat zy, eindelyk, ge- noodzaakt werdt, een Verdrag aan te gaan, met Hertoge Filips, zynde Hertoge Jan van Brabant reeds overleedenrwaarbyzy, hem |
|||||||||||||||||||||||
1426.
Graaf-
lyke Beden, 1427. |
|||||||||||||||||||||||
Amfler-
dam doet den eed aan Hertog
FiJips. |
|||||||||||||||||||||||
voor
|
|||||||||||||||||||||||
(h) Oude Regift. by Ampzing Haarl
|
H.
|
||||||||||||||||||||||
39, J02.
|
|||||||||||||||||||||||
(i) Oude Regift. als J/oven, 01. 50;.
(k) Zie Mieris Charteib. IV. Zletl, bl. 881 |
|||||||||||||||||||||||
t
|
|||||||||||||||||||||||
-
|
|||||||||||||||||||||||
III. Boek.' Geschiedenissen. 235
voor Ruwaard en Oir of Erfgenaam der j* 27.
Landen erkennende, de Regeering genoeg- zaam aan hem afftondt. Dit Verdrag werdt, den derden July des jaars 1428, te Delft 1428- geflooten (/): en in gevolge van het zelve, leiden de Ridders, Knaapen en Steden, en ook Amfterdam den eed van getrouwheid en onderdaanigheid af aan Hertoge Filips (m); die, federt, de Stad Amfterdam, om Bekome de groote koften, die zy, geduurende den zeker binnenlandfchen oorlog, gemaakt hadt, ont- voorregt hefte van de uitkeeringe der ontvangene in-vanhem* komften van de goederen der zulken, die, ter oorzaake der voorige onluften, ter Stad uit gezet of geweeken waren. De brief, hiervan verleend , is den eerften Auguftus getekend, en wordt in de Oude Kerke, Laa- de XII. bewaard. Wy hebben, hier voor (w), gezien, dat Wordt,
Amfterdam, nevens eenige andere Steden, d°or zig, ten behoeve van Vrouwe Jakoba,methe™'tot eenige lyfrenten bezwaard hadt. Deeze ™n °®*n fchuld hadden de Steden nog te vorderen zekere van de Graaflykheid. Hertog Filips wees fchuld, haar, derhalve, in 't jaar 1430, op de tien-°P de jaarige Bede, die Vrouwe Jakoba en hem, mgr bede onlangs, door eenige Steden en Dorpen van gewee- Kennemerland , Weftfriesland en Water- zen. land, was toegeftaan. Zelfs beloofde hy, 1430« haar fchadeloos te zullen houden, in geval eenigen der gemelde Steden of Dorpen, ter oorzaake van dykbreuken, oorloge, we- der- (l) Groot-Plakaatb. ir. Dtd, BI. 14.
(m) Mieris Chatterb. JV. Dtel, tl. jjj. (nj Blaiz. 216, |
||||||||
/
-
|
||||||||
a36 AMSTERDAMS II. Deel.
i4qo. derfpannigheid of anderszins, in 't opbren-
gen der verfchuldigde Bede, nalaatig wa- ren; haar ook magt geevende, om de per- foonen en goederen der fchuldigen, voor de agterflallen, aan te fpreeken: van al 't welke brieven verleend werden, die, den vyfden en zesden December des gemelden jaars, getekend waren (o). Vrouw Jakoba zig, daarna, tegen haa-
re belofte, buiten bewilliging van Hertoge Filips en de Staaten, in huwelyk begeven hebbende met Frank van Borfele, gaf daar- door den Hertoge gelegenheid, om haar te noodzaaken tot eenen geheelen afftand ook van den naam van Graavitme, dien zy, tot hiertoe, nog behouden hadt. Filips nam, van toen af, den titel van Graave aan (p). Hy wikkelde zig, federt, in, in eenen oor- log met Frankryk, die, in't jaar 1435, met 1435. de Vrede van Atrecht eindigde. De goede
Steden van Holland, en ongetwyfeld ook Amfterdam, hadden haare Afgevaardigden gehad op de Vredehandeling te Atrecht (q). Terftond na 't fluiten der Vrede, ving Her- tog Filips eenen nieuwen oorlog aan tegen Henrik den IV., Koning van Engeland, die brieven afzondt aan de Steden deezer Lan- den, waarby hy dezelven vermaaade tot het bewaaren der Vrede (f). Dochdekryg werdt egter voortgezet. De Hollandfche $te-
(q) Oude Kerk, Laaie V. Zit c»k Mieris Chatterb.
IV. Dttl, H. 988, 989, 99«.
(p) ld. ibid. hl. 1012. (q) MONSTIWET Vol. II, ƒ. 10« ver/e. (r) MONSTRELET Vol. II. ƒ. 12* ver/o. |
||||
ÏILBoek. Geschiedenissen. 237
Steden onderfteunden den Hertog (j) met 140^
geld, manfchap en fchepen, onder anderen in 't beleg van Calais, welk, in 't jaar 1436, ia<*6. vergeefs ondernomen werdt, en waarin Haar- lem en Leiden ieder een zwaar ftukgefchuts verlooren (£)• Men vrees de, federt, voor eene landing der Engelfchen in Zeeland, of in de Maaze, en flelde orde om'er, bin- nen korten tyd, door middel van vuuren van de toorens , door 't gantfche Land, van Vlilïingen af tot Texel toe, kennis van te geeven. In Amfterdam , moeft gevuurd voor- worden, zo dra men, aldaar, van den too- zorg tö ren te Haarlem, hadt zien vuuren. Zo de Amfter- 1 an ding in de Maaze gefchiedde, moefteng*^eene de Steden , terflond , te Delft of in den |evrees- Haage,daar de Stadhouder en Raadenwa-de lm- ren, byeenkomen, om op 's Lands befcher- dinS der ming te raadpleegen. Zo de vyand in Zee- SXn land landde, moeit Holland den Zeeuwen met agtduizend man byfpringen; en ge- fchiedde de landing in Holland,dan waren de Zeeuwen gehouden, hunne nabuuren te helpen uit al hun vermogen (w). De Stad- houder , Hugo van Lannoi, Heer van Santes, met eenige manfchap naar Zierikzee getrok- ken zynde, om eene gevreesde landing der Engelfchen te beletten, ontboodt derwaards Gemagtigden der Steden Haarlem, Delft, Leiden en Jmflerdam.Doch de Steden wei- gerden te komen. Ook was men met de vree- ze vry geraakt. De vyandlykheden, waar- in (s) Mieris Charterb. IV. Dtil» bl. 1079.
(t) Vaderl. Hill. m. Deel, bl. Sz7.
(») Zit Mieüus Chaiterb. IV. Deel, bl. 10S4, ioljr.
|
||||
238 AMSTERDAMS llVaU
in die van Amfterdam ook deel gehad had-
den , hebbende zy den Engelfchen vry wat nadeels toegebragt op zee, eindigden, eer- lang, met een Beftand, welk, naderhand, meer dan eens, vernieuwd werdt (t>). Dochterwyl deEngelfche kryg nog duur-
de, was Holland in oorlog geraakt met de Kooplieden langs de Ooftzee. Het koopbe- lang was oorzaak van deezen oorlog, en Amfterdam, welk fterker dan eenige ande- re Hollandfche Stad op de Ooftzee handel- de, leedt ook, boven de andere Steden, by den kryg tegen de Oofterlingen. Men hadt de beginfels der vyandlykheden reeds befpeurd, in 't jaar 1428: en federt was'er een Beftand getroffen. Doch 't werdt kwa- lyk gehouden: en in't jaar 1437, werden al- le de Hollandfche Koopvaardyfchepen , waaronder zeer veele Amfterdamfchen wa- renen de Ooftzee, bekommerd en verbeurd verklaard: ook namen de Oofterlingen alle de Hollandfche fchepen weg, de laading prys verklaarende en het Boots volk in de ge- vangenis fmytende. De fchade, die hier te Lande werdt geleeden, werdt op vyftigdui- zend goudguldens begroot. Men tradt in onderhandeling over een Verdrag: waartoe, van de Hollandfche zyde , onder drie of vier anderen, ook Evert Jakobszoon, Sche- pen van Amfterdam, gemagtigd werdt. Doch de Oofterlingen hadden geenen wil, om zo groote fchade te vergoeden. Ook wer-
|
||||||||||||
1436
|
||||||||||||
Schade
der Am fterd ani- meren by den oorlog met de Oofter- lingen. |
||||||||||||
1437-
|
||||||||||||
Een
Schepen
der Stad wordt tot hande- ling ge- magtigd. |
||||||||||||
(v) Vaderl. Hift. III. Deel, bi. sittS*». IV./>*«/, W. S*
|
||||||||||||
ÏÏLBoek. Geschiedenissen. 239
werden de onderhandelingen, eerlang, vrug- 1437.
teloos afgebroken (w). Het ftremmen van de vaart op de Ooft- Toerus-
zee veroorzaakte, midlerwyl, groote duur- ting te te in de graanen te Amfterdam, en door™atj;r\_t0 't gantfche Land. Men was , derhalve, danu op middelen bedagt , om de Oofterlin- lingen, door de wapenen, tot reden te bren- gen. De Ridderfchap en Steden beflooten, 1438. in May des jaars 1438 , na 't houden van verfcheide Dagvaarten , om alle groote fche- pen, als Hulken, Kraaijers, Ballengiersßuizen, Koggen, Evers en anderen, ten oorloge toe te ruften, en daarenboven omtrent tagtig nieu- we Baard/en te timmeren, waartoe Amfter- dam 'er vier leveren moeft, zynde het groot- fte getal, dat door eenige Stad geleverd werdt. Hertog Filips beval, den zeftienden May, dat elk dit befluit zou naarkomen (x). Ook gaf hy verlof, om op de Oofterlingen tekaapen, de gemaakte pryzen geheellyk toeleggende aan de Kaapers. De Vloot raak- te , nog voor den Herfft, in zee, en ftondt onder 't bevel van Klaas de Grebber en A- rend Jakobszoon, die door Amfterdam als Kapiteins en Hoomans waren voorgeflaagen. Zy deedt den Oofterlingen, in dit en in de Zes Am- twee volgende jaaren, zeer veel af breuk, fterdam- Doch, in 't jaar 1440, werden Jan Jan Hei- rae™{g^~ neszoon, Schout, Jan Klaaszoon , Bürge- totbhall. meefter van Amfterdam, nevens nog vier deling. aanzienlyke Burgers, Dirk van Warmer, KIe- 1440. ment
|
||||||
(vj) Velius Hoorn, bl. iz.
(xj Zit de Riemer 's Giavenh. II. Öv/, II. +09.
|
||||||
240 AMSTERDAMS IL Dee£,
IJ.AÓ mmt Klaaszoon > Jan Pawaelszoon en Wil-
' km Zaal, met eene VJoot naar 't Ooften ge- zonden , om een Verdrag te bewerken (y). 144.1, En op den drie-entwintigften Auguftus des volgenden jaars, werdt, te Koppenhagen, een tienjaarig Beftand geflooten met de Wendfche Steden , Lubek, Hamburg, Ros- tok, Straalzond, Wismar en Lunenburg, welk , federt , dikwils vernieuwd werdt. Ook werden 'er, ten dien tyde, nog drie Verdragen van Vrede getroffen, met Dee- nemarke, Holftein en Pruiffen (2) , waar- door de Amfterdamfche fcheepvaart op de Ooilz-ee, die lang gekwynd hadt, wederom herfteld werdt. Chrißoffel, Koning van Dee- nemarke, verleende der Stad, in 't jaar 1443, vryheid, om alomme in Noorwegen te mo- gen handelen, uitgenomen op Yslafid en an- dere Schat landen, op welken de uitheemfche Gefchil handel verbooden was (a). Dochin'tjaar der 1438, toen de oorlog tegen de Oofterlin- Graariyk-gen 0p 't hevigffc werdt voortgezet, hadden
Amfter-' ^*e van Amfterdam, onder anderen, drie- dam, over entwintig fchepen genomen van die van 'tneemen PruifTen en Lyfland, en in Zeeland opge- van ee- kragt 9 daar de buit, tegen 't bevel des fchepen St^houders van Holland en Zeeland, ge- deeld werdt. Izabel, Hertogin van Bour- gondie, die de Nederlanden, in afzyn van denHertoge, haaren Gemaal , regeerde, nam dit den Amfterdarnmerenzeerkwalyk, en
(y) Vaderl. Hift. III. Deel, hl. si* '«*.
(z) Keurb. A. ƒ. «2 verft enz. ZiettkhlTZtMkl. Deelj il. 19Z enz. (*) Hmdr. tl. si. [»*•] |
||||
III.BoErt. G E SCHtE DENISSEN. $t\.t
en vorderde hun, na het (luiten der Vrede, 1441,
uitkeering af van 't voordeel, door hen op die van Pruifïen en Lyf land behaald: en toen de Stad dit weigerde, beval zy, dat de Per- foonen en goederen der Amfterdammeren alom me zouden aangetafl worden. My is niet voorgekomen, wat de Stad tot haare verdediging bybragt: ook niet, hoe 't af- liep met dit gefchil, welk zekerlyk fpoedig werdt bygelegd: -doch wat men tegen de Amfterdammers hadt, kan blyken uit het Mandament der Hertoginne zelve, welk nog nooit uitgegeven, en daarom, hier agter, onder de Èylaagen (b), geplaatft is. De Kabbeljaauwfchen waren nu, eenige DeHoek*
jaaren, mecfter geweeft van de Regeerin- fch(?n ge der Steden. Ook zaten zy te Amfterdam t^Arn^ op 't kuffen. Doch, na dat Willem van La- fterdam hing. Heer van Bingitkourt, in 't jaar 1440, op'tkus- Stadhouder van Holland geworden was,^en te betonden de Hoekfchen, welker hoofd i£d-iaaven* noud, Heer van Brederode, met Tolanda van Laking, Dogter des Stadhouders, getrouwd was, 't hoofd op te fleeken. Te Amfter- *444- dam, zogtenze zig, by de gewoonlyke veran- dering der Wethouderfchap, in 't jaar 1444, wederom ter Regeeringe in te dringen. Lo- dewyk van Montfoort en Gysbrecht van V'ia- nc, 's Hertogs Raaden , waren, tegen 't einde van January, te Amfterdam gekomen, om de Wet te vernieuwen. Zy vonden de Oproer Stad vol beweeging. Beide de partyen yver- in de den, om zig aanhang te verkrygen uit de Stad* bur-
{b) Lc.D.
II. Stuk. Q
|
||||
242 AMSTERDAMS II. Deeï,.
1444. burgerye. Men hieldt afgezonderde Ver-
gaderingen. En eerlang raakte de gemoe- den zo zeer aan 't giften, dat de klokken getrokken werden, en 't graauw en de bur- gers alomme op de been kwamen. De Schout Klaas de Grebber, de zelfde, meen ik, die, in 't jaar 1438, tot een' der Hoofdmannen over de Vloot tegen de Oofterlingen aange- fteld geweeft was, werdt geweldiglyk aan- gevallen; en iemant, die ondernam de me- nigte met woorden tot bedaaren te brengen, in 't heetfl van den oproer, doodgeflaagen. De Priefter, zig met het Sakrament op ftraat en onder den hoop begeven hebbende, was naauwlyks in ftaat, om 't graauw een wei- nig tot bedaaren te brengen. Vierendertig Perfoonen, die, naar men 't inden Haage begreep, deel aan den oproer gehad hadden, werden voor 't Hof gedagvaard. Zie hier hunne naamen: Ruyfch Jacobsz., Meefter Jacob Ruyfch , Melys Aelbrechtsz., Pou- wels Aelbrechtsz. , Grebber Dircxz., Mens Peter Reynersz. , Andries Jacobsz., Claas Abbelsz., Henrkk Autyelsz. , Claas Rodde [lees Rolle], Jan van Wip, Jan Claasz., Sy- mon Henricxsz., Clement Claasz., Meyert Hoyfch Jansz., Willem Zacl, Goofen Dircxz., Dirck van Worm er, Jan Ruyfch van Lants- mer, Jan Allaartsz. , Joolt Gerytsz. --den Ouden , Claas Jacob Euvel , Jan Schout- gen , Lambert Jacobsz., Jan Melys Ge- rytsz., Geryt Jansz. van Loenen, Henrick Cuperf;]an Vont Aelbertsz., Jacob Jonge Jacobsz., Govaart Wermboutsz., Symon£o- lyn, Ghysbrecht Jacobsz., Symon Jan Hent- gensz.
|
||||
IIL Boek. Geschiedenissen. 243
gensz. en Huge Heynensz. (c). Onder dee- 1*4*
zen,waren veelen in de Regeeringgeweeft: welker naamen wy met een onderfcheiden letter hebben doen drukken. Doch of zy, of eenigen hunner voor 't Hof verfcheenen zyn, is ons niet gebleeken. 's Hertogs Ge- magtigden troffen, eindelyk, op den eer- Hen February, een verdrag, welk, door tien Perfoonen uit ieder partye, getekend werdt (d). Ook is, uit de naamen der Bur- gemeefteren en Schepenen, die thans in de Regeeringe kwamen , af te neemen, dat fommigen derlioekfche en andere derKab- beljaauwfche partye zyn toegedaan geweeft; hoewel de eerflen, veelligt, onder de nieu- we Regenten, het grootfte getal uitmaak- ten. Sommigen hebben aangetekend, dat deHoekfchen veel geldsgefpild hadden ten Hove , om te Amfterdam op 't kuffen te geraaken (e). Doch hiervan is my niets met zekerheid gebleeken. De Hoekfchen toonden nogtans wel haaft,dat zy den Kab- bel jaauwfehen geen deel gunden aan 't be- wind. Tegen 't einde van het jaar hunner 1415, Regeeringe, lieten zy Reinoud en Gysbrecht van Brederode, met een goed aantal van ge- wapende manfehap, by nagt, ter Stad in, met oogmerk om, met dcrzelver hulp, de Kabbeljaauwfchen uit de Regeering te zet- ten, en de Stad te doen ruimen. Ook ge- lukte dit. De Kabbeljaauwfche Regenten rjeHoek* wer-
(c) IX. Mentor. ROSA /". 6$ h RotY over de Oudheid
van 't Hof, Syt. Num.XL. bl. 2,+j. (d) Vadeil. Hift. IV. Deel, hl. j.
{e) Anonym, ad calc. 1'ontani p. 0.
Q2
|
|||||||
__
|
|||||||
iU AMSTERDAMS II.Deel.
1445. werden, na verloop van weinige dagen, on-
fchen verhoeds overvallen, en ter Stad uit gejaagd. verjaa- Zy begaven zig naar Haarlem, alwaar die gen de van hunnen aanhang de overhand behouden, Kabbel- en de Hoekfchen verdreeven hadden: waar- fcheiT om ZY a^aar met °pene armen ontvangen
D " werden (ƒ), Na hun vertrek, gefchiedde geering ^e gewoonlyke verandering der Wethouder- wordt fchap , die nu geheellyk met Hoekfchen Hoekfch. vervuld werdt. Klaas de Grebber bleef Schout. Velkrt Brafeman Vechterszoon, die in 't voorleeden jaar tot Burgemeefter ge- kooren geweell was , bleef als Oud - Bur- gemeefter aan. Voorts, werden, van nieuws, tot Burgemeefters gekooren Claas Rolle, Rui/eb Pieterszoon en Gerrit Groote Pieters- zoon: en tot Schepenen, Jan Symonszoon van Muiden, Jonge Dirk Jakobszoon Zaal, Klaas Lambertszoon van Goyen , Kinne de Waal, Willem Blok Arendszoon, Jan Dob- benszoon en Härmen Byenszoon. Hertog Hertog Filips wasegter ten hoo'gften mis- Filips noegd, over deeze verandering te Amfter- herftelt^ jam; en kwam, eerlang, zelf in Holland, beljaauw-orn de zaaken te herflellen op denvoorigen fchenin voet. De Stadhouder Willem vanLalaing, 't be- die de Hoekfchen zeer begunftigd hadt, wind* was, reeds in't voorleeden jaar, verlaaten Van zyn ampt. De tegenwoordige Regee- ring van Amfterdam mifte, derhalve, haa- ren voornaamften iteun. Ook fchynt de gewapende manfehap, die door de Bre- de- |
||||||
(f) Anonym, ad calc. PONTANI p. 6. R. SNOl Liïr.
X. f- 14*. |
||||||
III.Boek. Geschiedenissen. 245
derodes in de Stad gebragt was, dezelve, federt, wederom verlaaten te hebben. Her- tog Filips dan, in November , aan 't hoofd van eenig Krygsvolk, in Arnfterdam geko- men zynde, dreef alle de Hoekfche Regen- ten ter Stad uit, eenigen derzelven in zwaare geldboeten beilaande. De verdreeven Kab- beljaauwfchen keerden, op S. Elizabets dag, zynde den negentienden November, in de Stad, en werden herfteld in de Regeerin- ge,om den gewoonlyken tyd uit te dienen. De Schout de Grebber zelf werdt van zyn ampt verlaaten, en in deszelfs plaatfe aan- gefield Mee fier Jakob Ruifib. Tot Burge- meefters werden gekcoren Jakob Brafeman, Paulus Albertszoon , Grebber Dirkszoon en Bartholomäus Doos Dirkszoon, en tot Sche- pens, Godevaart Wormboutszoon, Melis An- drieszoon, Willem Symonszoon, Jonge Gerrit Janszoon , Jan Allertszoon , Meeus Pieter Reinierszoon en Gerrit Pieter Boutenszoon. De dag, waarop deeze verandering voorviel, werdt, federt, nog veele jaaren agtereen, met ecne plegtige maakyd, gevierd. De Kabbeljaauwfchen bleeven, van deezentyd af, in 't bewind der Regeeringe, fchoon zy, nu en dan, eenigen der aanzienlykfle en rekkelykfte Hoekfchen nevens zig op 't kus- fen bragten, meer ziende naar zulken, die bekwaam waren om de Stad naar behooren te helpen regeeren, dan naar de party, die zy gehouden werden meeft toegedaan te zYn (&)• Gok magtigde Hertog Filips, den veer-
(g) Anonym, ad calc. Pontan f*p. 6.
0.3
|
||||
24Ó AMSTERDAMS II. Deel,
veertienden April des jaars 1449, de drie Burgemeefters en de zeven Schepens, die dat jaar verkooren waren, om nevens de vierentwintig, die van oiits ende 011er langhen als Raeden der Stad Amlterdam by der ghe- meynte waren ghckoyen, jaarlyks veertien Perfoonen te benoemen , uit welken, de Graaf of zyne Gemagtigden zeven Schepens kiezen zouden, om een jaar lang te dienen. En deeze fchikking zou agt jaaren duuren; doch werdt, den twee entwintigften May des jaars 1452, nog tien jaaren, na 't ein- digen der gemelde agt jaaren, verlengd (b). De oorlog met de Oofterlingen, die den Amfterdammercn aanleiding gegeven hadt, om eenige fchepen ter kaap uit te ruften, hadt, gelyk ook uit het f tuk, boven (/) aan- gehaald , heeft können bJykcn, klagten ver- wekt in fommige onzydige Kooplieden, die onzen kaaperen te lalt leiden,dat zy haare Koopvaarders beroofd hadden op zee. Brug- ge, eene voornaame Vlaamfche Koopltad, in't byzonder, klaagde over meer dan twin- tig Amfterdammers, onder welken zelfs eenige Regenten waren, die haare fchepen op zee zouden aangetaft, en haare goede- ren, beltaande in Hamburger enOoiterfch bier, Wagefchot, Kooren , Wyn, Zout, Meel, Spek, Pelteryen, Kleederen, Kis- ten , barnajeh of krygsgereedfehap enz. ge- roofd hebben. De Stad werdt, hierover, van we^c die van Brugge, in regten betrok- ken (b) Oude Kerk, Lande I, Handv. bl. 104.. [24.]
{i) Biadz, 240. |
||||||||
1449-
De Stad bekomt een e Handvcft om Sche- penen te benoe- men. |
||||||||
Klagten
vanBrug-
ge over
Amfter- ,
damfche
kaape*
ryen.
|
||||||||
III.Boek. Geschiedenissen. S47
ken voor Stadhouder en Raaden, in den 144*
Haage. Zy bragt, tot haar verdediging, in, dat de overlaft, over welken die van Brugge klaagden , zo dezelve al gebeurd mögt zyn , het werk was van byzondere Perfoonen, niet van de Stad, die 'er nim- mer verlof toe gegeven, noch kennis van gehad hadt. Ook ontheften Stadhouder 1452. en Raaden, op den zevenden February des jaars 1451 [1452], de Stad van de aanklag- ten en eifch van die van Brugge, welken egter hun regt behielden op de byzondere ingezetenen van Amfterdam, door welken zy meenden verongelykt te zyn. De Sen- tentie, waaruit zulks blykt, wordt nog in de Oude Kerke, Laade VIII. bewaard. De oorlog met de Gentenaars, in welken Amter-
Hertog Filips zig, ten deezen tyde, geile-dam ken hadt, veroorzaakte wederom nieuwe Ïf-K,- laflen voor de Steden van Holland,en ookpiijps te voor Amfterdam. De Stad hadt, nevens gen de de andere Hollandfche Steden, in 't jaarGente- 1447, bewilligd in eene tweede tienjaarige naars' Bede (k); doch nu moeft zy haar aandeel opbrengen in drieduizend man, die Holland en Zeeland leveren moeden, tot verfterking van 't Leger tegen de Gentenaars (/). Her- tog Filips vergoldt deezen dienft nogtans met verfcheide wydluftige Privilegien, zo aan 't Land in 't gemeen, als aan de Ste- den , en aan de Stad Amfterdam in 't by- zonder. Hy maakte, ten behoeve der Hol- land« (k) Vaderl. Hift. IV. Deel, bl. 22.
(I) Vaderl. Hift. iv. Deel, U. 36 enz. Q4
|
||||||
—•»
|
||||||
■
|
||||||
pp
|
|||||||||||
■ ■ ■ '
|
|||||||||||
248 AMSTERDAMS II. Deel.
ja 52. ïandfche en Zeeuwfche Kooplieden, eenige
verandering in het verbod op den invoerder Engelfche Lakenen (m), en gafAmfterdam in 't byzonder verlof, om een of twee der oude Waardeins van de Laken-neeringe in dienft te mogen houden (n). Hy onthefte Holland en Zeeland van den tol, dien men te Grevelingen vorderde van de Engelfche Wolle, welke, van Calais, voorby deeze Stad, herwaards gevoerd werdt, zo ver hy eenigen zyner andere Landen van den zei- ven ontheffen zou (0). Hy beloofde, daar- entegen , geenen uitheemfchen tolvryheid te zullen verleenen door Holland of Zee- land (p). Hy nam alle bezendingen, die, ten dienfle des Lands in 't gemeen, gedaan werden, en, volgens voorige Ordonnantien, ten laftc van den Graave en van 't Land in 't gemeen plagten te komen, fchoon menze dikwils door 't Land alleen hadt doen be- taalen, ten zynen byzonderen lafle(#). Hy verbondt zig , nimmer Brieven te zullen geeven , die met der Steden Privilegien ftreeden: en beveiligde het voornaam Pri-» vilegie van niet buiten de paaien des Lands te regt gefield te worden, de gevallen van wederfpannigheid , oproer, gefchil onder de Steden, en zulke anderen, die voor den gewoonlyken Regter , en voor den Raad in denHaage, niet konden worden afgedaan, a>
(m) I. Privileg, lock , ƒ. 4j.
(n) Handr. bl. 112. [29.]
(e) I. Privileg. Boek,/. 47 v?rf. Hantfv. H. UU
(p) Handr. il. Uj. fltf-}
(y) ifandv. bU 7*.
|
|||||||||||
'
|
|||||||||||
III.Boek. Geschiedenissen. f49
alleenlyk uitgezonderd. Hy beloofde, voor- 1452.
taan, geene Beden te zullen doen vorderen in 's Graaven afwezendheid , en de Lan- den , in geval van oorloge of overflrooming, van de ingewilligde tienjaarige Bede te zul- len ontheffen (r). Alle deeze Privilegien hadt Amflerdam Bekomt
met de andere Hollandfche en Zeeuwfche daar Steden gemeen; waarom ook de meeden, voo.r in de uitgegeven' Handveften der Stad, ge- privUc- plaatft zyn. Doch der Stad in 't byzondergien. was, op den zeflienden May, verlof gege- ven , om het Paalgeld, welk zy, voor het leggen van omtrent zeflig tonnen, en het •flellen en onderhouden van vierKaapen, plagt te heffen, van eenen halven Filips pen- ning , op eene goede Vlaamfche groot van 't lafl, te verhoogen (j). Ook beval Her- tog Filips, dat, tot op een vierdcndeel uurs buiten Amflerdam, niet mögt getapt noch gedronken worden, dan op Stads excyn- zen (t): uit al het welke, klaarlyk blykt, dat de Hertog den dienfl erkennen wilde, dien de Stad hem, met bewilligen in zyne Bede, en met leveren van manfehap tot be- teugeling der Gentenaaren, beweezen hadt. Een deerlyk ongeluk, welk Amflerdam, Brancj -m
omtrent deezen tyd, overgekomen was, gaf de Stad, zelfs gelegenheid, dat de Stad geheellyk die om; ontheeven werdt van het opbrengen der in- tr.en^dne gewilligde tienjaarige Bede. Den drie-en- derzelvo twintigflen Maydeczesjaars 1452, omtrent verteert. ten
(r) Handv. II. 7+ , ys * 76« [**•]
(s) Handv. bl. zg [Z4>]
(f) Handv. H. 17. 18» 171. [iö, 28.]
Qs
|
||||
%$o AMSTERDAMS II. Deel.
Ï4K2. ten e^ miren ^es nagts> was 'er wederom
een felle brand onritaan, die wel drie vier- de gedeelten der huizen en gebouwen ver- teerd hadt. De Poort, de toorens, de bol- werken naar den kant van Utrecht waren, gehcellyk, verbrand: ook het Stadhuis, ver- fcheiden' Kerken, waaronder de Kapelle der Heilige Stede («)', en eene zeer groote menigte van koopmanschappen, die meer- der waardig gefchat werden dan de verbran, de huizen; zynde de Stad, reeds ten dee- zen tyde, volgens de befchryving in den brief van Hertoge Filips zelven, uit welken wy 't verhaal van deezen brand ontleenen, de voornaamjie Koopßad van Holland [la Vitte plus marebande de tont notre dit Pais de Zy Hollande'], 't Was noodig, dat de Stad ten wordt, fpoediglle herbouwd werdt. Ook moeftzy,
oiKiwr naar ^cn }{ant van unecht, noodwendig ver- voor-6 fter^c worden, alzo de Utrechtfchen, die het, waarden, ten deezen tyde, met de Hoekfchen hiel- onthce- den, den Amiter dam meren niet gunftig wa- J^n" Va" ren" ^e ^tac^ vervoegde zig , derhalve, decMnan"aan ^en Hertoge, begeerende ontflag van de tien- haar aandeel in de tienjaarige Bede, welke jaarige drieduizend Klinkaarts van dertig grooten J3cdc. VlaamfcKe munt in 't jaaf, en dus, in tien jaaren, dertigduizend Klinkaarts beliep. De Hertog bewilligde in haar verzoek, mids dat de Stad herbouwd, en, ten minflen aan twee zyden, met ileenen muuren beflooten werdt. En hier van werden brieven verleend in de Franfche taaie, die, den vyfentwintigflcn July, te Bruflel, getekend waren; en nog in
(u) ZU L» Long, */, 324.
|
||||
HL Boek. Geschiedenissen. 251
in de Oude Kerke,Laade VII. bewaard wor- i452- den (u). De Regeering van Utrecht, nog geenen wil hebbende, om haare ongunft je- gens die van Amflerdam te doen blyken, verleende den inwoonercn der Stad , ter gelegenheid van deezen brand,vryheidom zig, met hunne goederen, daar ter Stede, te komen ophouden, en te rug te keeren, als zy 't goedvonden: ook van daar te mo- gen haaien, 't gene zy van bouwftoffen en andere behoeften zouden noodig hebben: al 't welke blykt, by een belluit van 's maan- dags na Magdalecnen-dag, dat is,denvier- entwintigften July: welk wy, hier agter,
onder de Byïaagen (», geplaatft hebben.
Met het herbouwen der Stad, werdt ook,
terilond, eenen aanvang gemaakt. Doch
de bemuuring bleef nog omtrent dertig jaa-
ren agter. De Stad was, ten deezen tyde,
nog'omrin^d met eenc graft van vyf roe-
den wyd (i), en met aarden vellen of wal- +•>*
len, die men boomen bezet waren. 'tLaat-
lle blykt, onder anderen, uit eeneKcui; van
den twaalfden April des jaars 1454, waar-
by belaft wordt, de boomen op de Vellen
niet te kwetfen (y). . f
Amfterdam was nu rykelyk voorzien van f*f*
Kloofters en Geeftelyke Getilgten. Doen, B*roeder3
't zy dat eenigen derzelven, door den brand, verlaa-
befchadigd waren geworden, en daarom het ten hun
gewoone getal van Kloollerlingen niet be-poorter
vat"fterdam.
(v) Zie iMa^en op I. Duel, I. Bcek% Lr. A.
(w) Lr. E. Zie ook BURMAN Utr. Jaarb. l.Deel,bl. zos.
(x) Kcurb. A. ƒ. s.
(y) Kcuib. A. ƒ. ij verft,
|
|||||
K_
|
|||||
252 AMSTERDAMS ILDeel;
1454- vatten konden; 't zy dat 'er andere redenen
waren, waarom fommigen, omtrent deezen 1457. tyd» ntm Kl°°fter m deeze Stad verlieten; men vindt ten minfte, dat eenige S. Paulus Broeders, die naar den derden regel van S. Franciscus leefden, en daarom ook Tertiaa- nen of Derdelingen genoemd werden , uit hun Kloofter, nu het S. Joris Hof, vertrok- ken, en naar Hoorn verhuisden, in't jaar 1457. Hier woonden zy eenige jaaren, tot dat de meeften eene firenger Orde aanna- der-v men » waarna "e overigen wederom naar waards hun oude Klooiter in Amiterdam te rug weder, keerden (2). De Min- Het Minderbroeders-Kloofter in deeze
derbroe- stad werdt, wat laater, zeer tegen dank f f°b' der Regeeringe, ingenomen door eene an ten ge- dere f°ort van Minderbroederen, Obferwn- naarad, ten of naauwgezetten genaamd; daar het, betrek- federt veele jaaren, door de Gaudenten^ of In" ft6" rekkelyken, bewoond geweeiï was. Om- in de trent Pinkfteren des jaars 1462, kwamen Stad, te-deeze nieuwe Kloofterlingen in de Stad, gen Jank hunnen intrek neemende in zeker Huis of derjle- j-ïuisje, welkzy zeiden hun gegeven, of be- |e!ri fproken te zyn, waarom zy 'er blyven wil- 1462. den tot der dood toe. De Stad hadt, gelyk wy boven (0) hebben aangetekend, reeds in 't jaar 1411, eene Handveft verkreegen van Hertoge Willem, waarby allen Kloos- terlingen het aankoopen of erven van nieu- we vaftigheden uitdrukkelyk verbooden was. De aankomft deezer nieuwe Kloos- terbroederen, die, dit wifb men, door ui- ter-
(2) VELius Hoorn, bU 39, 41.
(a) JBladz. zo6. |
||||
III.Boek. Geschiedenissen. 253
terlyke ingetoogenheid, zeer veel vermog- 1462.
ten op 't gemeen, ftondt, derhalve, der Wethouderfchap zeer tegen de borft. Maar Predik- de Minderbroeders hadden eenen wakkeren ^yzevan voorftander aan hunnen Medebroeder ,^a>ms~ Jan Brugman, geboortig van Kempen, en Voorleezer der Godgeleerdheid in 't Min- Iderbroeders-Kloofter van S. Omer (b), wien de tong zo wel hing, dat hy 't volk daar- mede wift te leiden, waar hy't hebben wil- de. Ter gelegenheid dat men, te Amfter- dam, een Oiïave of r)yeenkomft hieldt van de Franciskaaner Orde, predikte Brugman, dagelyks, zonder verlof van den Parochie- priefter, doch met eenen geweldigen toe- loop , in het Huis, welk hy en de zynen be- trokken hadden. Zyne wyze van prediken was zeer gefchikt om 't gemeen gaande te maaken, en om aanhang te winnen. Somtyds, trok hy een briefje uit den zak, waaruit hy, zo 't heette , zig zelven eenige vraagen deedt, die hy terftond beantwoordde, zig, onder anderen, van deeze woorden bedienen- de : Och Brugman, Brugman, wat erger quaedt menfebe plagßu te wefen! du plaghfle te gae» met lange meflen, bordeekn te belpen houden; fegg my, Brugman, waerom biflu gekomen? cm die noch te houden ? Trouwen, neen. Du ■wilße die nu verjaegen, foo daer anders, Godi betert, niemant m is, die die denkt te verja- gen. Brugman, biflu gekomen om Schoutam- bachten ende Kerken te pachten ? Neen, du e« wijfie immer geen Simony doen, maer fimpe- lyk
(*) Viit BiMioth. Belg. Tom. I. p. S92.
|
||||
254 AMSTERDAMS II.Deel;
lyk gaen in een arme verworpen lapte Kapken.
Brugman, wilflu Pater, eerße Kloofter, alle andere Kloofleren ende ook die prochiekerken verderven ? Trouwen, neen. Brugman, wil- flu biecht hoor en om geit? Trouwen, neen. Brugman wil de fchapen haer wolle laten, ende gaerne een jegelick fyn biecht hoor en om Gods wille, fonder geit. Brugman, wilflu ook van den luiden hopen die peflilenci hebben, als f om- mi ge wel doen? Trouwen, neen: du wilfle altoos daer by blyven, fyn fy ryk off arm: dynen mont op beuren mont leggen, ende ter doot toe daer by blyven. Doch hy verzuim- de , ondertuJït'hen, niet, te kennen te gec- ven, waar 't hem meefl om te doen ware. Als hy de aandagt van 't gemeen, door zy- ne zonderlinge wyze van prediken, genoeg- zaam meende te hebben opgewekt , trok hy een kruisbeeld uit de mouw; de Ge- meente, terwyl hy 't om hoog hieldt, aan- fpreekcnde, in deezer voege: Gy goede lui- den, gy hebt wel geh o ort, wacrom ik mitmyn arme fchamele broederkens hier gaerne mit u woonen, ende een arm jhoode Kloofterken heb- ben f oude, om u allen den weg des eeuwigen levens te wyfen, ende daer in te helpen Maer overmits datter eenige fyn, die 't gaerne behin- deren fouden , mogten fy, dies nochtans geen magt hebben en fidlen; wilt weldoen ende bid- den devotelyk voor die luyden, op dat fy van beuren quaden opfet in dcfe faeke aflaeten. En- de lieve vrienden in Chriflo, want wy hier doch blyven willen , ende wy wel byftant ende hulpe behouven füllen, om in dcfe faeke tot onfemee- nige te komen, foo begeer ik om den gekruis- ten
|
||||
III. Boek. Geschiedenissen. 255
ten Godt, daerna dit Crukifix gemaakt is, 14.62.
dat alle die geen, hier nu tegenwoordig wee- fende, die by ons blyven willen ons niet off te gaen , dat die heur vinger opfieeken willen. Op zulke woorden, (taken veel en de vingers Hykrygt op. Eenigen , die digt by den predikftoelde burge- zaten , riepen, Heere, wy willen by u blyvenry aan ter dood toe: waarop Brugman hernam, datkoorde. hy zynen ouden hals daar voor laat en wilde. Onder de toehoorders, bevondt zig ook, zo men met zekerheid meende te hebben opgemerkt, Meefler Jelis Krabelyn, Raad van Hertoge Filips, en van deszelfsZoon, den Graave van Charolois , die, ten dee- zen tyde, in Holland was, en de Regeering van 's Hcrtogs wege waarnam. Men hieldt Ook 's voor zeker, dat Brngman en de zynenKra-1^'1'^^ belyn hadden weeten te winnen, en dat zy ^j^ hem verzogt hadden, Brugmans Sermoen belyn. te komen hooren, op dat hy, in tyd en wy- Ie, getuigenis zou können geeven van de gunft, die de Gemeente hem toedroeg. De Wethouderfchap deedt, federt, door den Provifoor en Deken van Amftelland, Wa- terland en Zeevank, een getuigfehrift we- gens 't gebeurde opftellen, welk, door twee Priefters, Heer Bartholomeus Peterszoon en Heer Hilbrand Willemszoon, beveiligd was, en waaruit wy al het bovenftaande ontleend hebben. Het was den twee-entwintigflen Oclober des jaars 1462 getekend. Kort voor dien tyd, was Meefter Jelis Onder-
Krabelyn in de Stad gekomen, met brie- hande- ven van voorfpraak voor de Mindcrbroe- 'ing van ders, gefchreeven door Graave Karel van u^e^Q Cha-
|
||||
I %s6 AMSTERDAMS II. Deel.
1462. Charolois , en door den Stadhouder van
Wethou_ Holland, Jan van Lannoi, aan Schout, Bur- derfchap. gcmeefleren. Schepenen en Raaden en Vroed' fchap der Stede van Jmflelredamme. Met deeze brieven, vervoegde hy zig, 's mor- gens by tyds, ten huize van den voorzitten- den Burgemeefter Gerrit Mattheuszoon, die aanboodt de brieven te ontvangen en dezel- . ven, met drie of vier der Raaden, te lee- zen. Doch Krabelyn weigerde de brieven over te geeven, anders dan aan de volle Vroedfchap en Rykdom der Stede, die hy daarop vergaderd wilde hebben. De Bur- gemeefter hïeldt hem voor, dat zulks met de aloude gewoonte ftreedt; en deedt, nog dien zelfden nademiddag, de vier Burge- meefters en zes Schepens, alzo de zevende van huis was, byeenkomen. Men ontboodt Meefler Jelis, en zeide hem aan, dat het Geregt vergaderd, en bereid was om zyne brieven te ontvangen , zynde het zelve , daartoe niet alleen, maar zelfs tot veel ge- wigtiger zaaken, volkomenlyk, bevoegd en gemagtigd. Hy antwoordde „ dat hy geen 3, bode was; maar Raad van den Hertoge, „ en van Graave Karel; dat hy leezen en 3, fchryven kon, dat alle boden niet kon- 3, den ; dat het opfchrift zyner brieven „ hieldt aan Schout, Burgemeefteren, Sche- 5, penen en Raad en alle Vroedfchappen 3, en Rykdom van der Stede, die hy allen „ zien en by naame optekenen wilde, eer „ hy zyne brieven wilde overleveren," vorderende andermaal, dat men dezelven, zonder uitftel, byeen riepe. Doch het Ge- regt, |
||||
ill.BoEK; Geschiedenissen 25J
regt, van zulk eene talryke byeenkomft niet jaó^
dan verwerring en tweedragt te gemoet ziende, hieldt op nieuws aan om de brieven; die Krabelyn weigerde over te geeven,teri ware de vergaderde Perfoonen verklaareri wilden, dat zy niet alleen Burgemeeftereri en Schepenen; maar ook de gantfche Vroed- fchap en Rykdom waren, Doch zy maak- ten zwaarigheid in het doen van zulk eene verklaaring. Zy hielden Meefler Jelis nog voor, dat de Schout, die ook in 'topfchrift zyner brieven genoemd werdt, tegenwoor- dig van huis enindenHaage was, hem trag- tende te beweegen, om tot deszelfs terug- komft te vertoeven, wanneer men zyn' voor- llag, op nieuws, in beraad wilde leggen. Doch hy, hiernaar geene ooren hebbende, vertrok met de brieven, en hieldt zig nog wel vier of vyf dagen tyds op in de Stad, dagelyks raad houdende met de Minder* broeders, en derzeiver Sermoenen vlytig- lyk bywoonende (c). De Wethouderfchap gaf, midlerwyl, berigt van 't gebeurde aan den Deken en 't Kapittel der Hof kapelle in den Haage , onder welke de Kerken en kloofters der Stad ftonden. Doch met zulk een ongunftig gevolg, dat de Minderbroe- ders zig, tegen dank der Regeeringe, in *t betrokken Kloofter willen te handhaa- ven: 't welk, in de oude gefchreeven eri gedrukte Lyilen der Regeeringe, met dee- ze woorden, itaat aangetekend : ,•, Den 22 (e) Uit egte Stukkan van deeren tyd.
li. Stuk. R
|
||||
*58 AMSTERDAMS II. Deel.
1462. ?> November (2), /V Brugman, wefende van
„ Je Oorden der Minnebroederen, ira *te/è Stad „ gekomen, f« f eg*« wz7/e der Heeren Magi- „ praten in de Stad gebleven, Joor y^ra <wel~ „ fprekentheyd aen de devote Gemeente: waer „ van nog een fpreekwoord is gebleven , Al „ koft gy praten als Brugman." In laater tyd, hebben de Minderbroeders nogtans de gunft der Regeeringe weeten te winnen, in zo verre, dat zy met het meeten der Olie begiftigd geworden zyn, en denBierdraage- ren, by derzelver Ordonnantie, gelafl is, hen om Gods wille te bedienen. Doch wat Brugman betreft, hy fchynt niet veele jaa- ren in Amfterdam gebleeven te zyn. Im- mers , men vindt, dat hy, in 't jaar 1473, te Nicuwmegen overleed en is. Hy heeft eenige Aanmerkingen over 's Heeren Lyden gefchreeven, als mede een Leeven van de Schiedamfche Heilige Ledwin , Lidwig, of Lydewyd (d): uit welke fchriften , of ten minden uit het Iaatfte, Le Long eenige jïaaltjes heeft aangehaald (e). Keur De Predikwyze van Brugman, en 't ge- tegen ^rag Zyner toehoorderen zelf bewyft klaar-
!ndeP tyk»dat net»ten deezen tyde, in de Kerken Kerken deezer Stede, niet altoos even gefchikt toe- en op de ging. Doch zulks wordt nog beveiligd, uit Kerkho- eene VCn. (d) Biblioth. Belg. Ttm. T. p. 59z.
(e) Zit Reform, van Amft. bt. 361, J70.
(2) I11 deeze dagtekening , fchynt een misfïag
begaan te zyn. Immers, uit de boven aangehaal- de (lukken , blykt, dat Brugman , al voor den nree-entwintigften of twintigften O&ober, in de Stad geweefl: is. |
||||
ilLBoEK. Geschiedenissen. 259
eene Keure van denjaare 1465, waarin niet 1^62. alleen verbooden wordt, in de Kerken of op 't Kerkhof, eenig rumoer of toeloop te maa- ken; maar waarin ook verklaard wordt, dat, op het Kerkhof of in de Kerken, een mes of ander geweer te trekken, met de regter hand; iemant te kwetfen, met den hals, geboet, en iemant te dooden, als moord geregt zou worden (ƒ). ' In 't jaar 1464, hadt Amfterdam een Ver- De Stad
drag van onderlinge Vrede en Koophandel fluit een geflooten met de Stad Rugenwalde in Po- ^ yjf. meren, waarby, onder anderen, bedongen de en werdt, dat men eikanderen, in geval van Koop- nieuwen twift, de Vrede, een jaar voor 't handel beginnen der vyandlykheden, opzeggen zou. ™*££ Amfterdam hadt van deeze overeenkomft \Qm brieven verleend, die, den zevenden July I4^. des gemelden jaars, getekend, en met Stads Zegel ter zaaken bekragtigd waren. Een affchrift derzelven, in 't jaar 1703, uit de Archiven van Rugenwalde gemaakt, is my, onder eenige andere Papieren van den Bur- gemeefter Nicola as Witsen., door zynen Neeve,den Heere Secretaris Ni co- la as Witsen, gunftiglyk ter hand ge- field. En ik zou het, hieragter, onder de Bylaagen,hebben doen nadrukken, zo het, in ftelling enfpelling, niet al te gebreklyk geweeft ware. Zo veel blykt 'er uit, dat de Stad Amfterdam beloofd heeft, de vrede met Rugenwalde te zullen houden, en doen houden van allen den ghenen die om haaren wil-
(f) Handv* hl. J7i.
R 2
|
||||
26o AMSTERDAMS II. Deel.
1464. wiïk doen ende laten willen, al f o verre als haar ghebiede ende vryhcyt flrecket. In de Stads Regifiers, heb ik geen fpoor van deeze handeling gevonden. Het Groot-Memoriaal, waarin diergelyke Brieven, in de vyftiende eeuwe , geregiflreerd werden, begint eerft in het jaar 1474. Hertog Hertoge Filips, van wien Amfterdam zo Fmps vee]e voordeelige Privilegien ontvangen hadt, den vyftienden Juny des jaars 1467, overleeden zynde, liep het nog aan tot in 1468. het volgende jaar,eerzyn Zoon en Opvol- ger , Hertog K A R e L, in Holland kwam, en ingehuldigd werdt. Voorheen was deeze inhuldiging in de voornaamfte Steden ge- fchied; doch nu vervoegden zig de Edelen en de Afgevaardigden der Steden, ook die van Amfterdam, in den Haage, alwaar Her- Hertog tog Karel hunne hulde ontving. In de be- beveftiet vefli§inS der Privilegien, door de Graaven alle de en Graavinnen, zyneVoorzaaten, aan de Stad Privile- verleend, welke hierop volgde, belooft de |
|||||||||
ei en
|
|||||||||
van Hertog, de Privilegien van Amfterdam eer-
|
|||||||||
Amfter- der te zullen vermeerderen dan verminderen,
de Stede in Rechte ende Jußitie te houden, en- de oic de goede Cofiumen, gewoonten ende hair- comcn te obferveeren ende te bewaeren. Voor- af hadt hy erkend, dat die vanzynergoeder Steden van Aemfielredam hem onlanx zeere minlic gebult ende ontfangen hadden, tot hun- nen gerechten geboeren Lantsheere ende Gra- sig). Ook bleek, eerlang, dat hy zor- gen wilde voor 't belang van den Koophan- del, (g) Oude Kerk, Laadt XXXI. Handv. il. 76.
|
|||||||||
IILBoek. Geschiedenissen. 261
del, daar de welvaart van Amfterdam van ia6q.
afhing: alzo hy, op den eerflenjanuary des jaars 1469, by eene Handveft,teGendge- dagtekend, den Steden van Noordholland en Weftfriesland vryheid gaf, om, by on- geval van fchipbreuk , haare zeedriftige goederen alomme te mogen naar zig nee- men, zonder * er iet van verfchuldigd tezyn aan de Graaflykheid (/?) : welke vryheid van zo veel belang was voor de Stad Amfter- dam, dat zy de Handveft, waarby dezelve aan de Steden van Noordholland en Weft- friesland in 't gemeen verleend werdt, al- toos , onder haare byzondere Handveften, be- waard heeft. Ruim twee maanden laater, deedt Her- Hy be-
tog Karel nog eene andere gunftige verklaa- veftigt ring ten behoeve van Amfterdam en van JfLpunt eenige andere Steden. De Stad hadt, ne-rioe vens andere Steden, by Graaflyke Privile-Hand- gien, regt verkreegen „ om alle Officien of veilen, „ dienflen, nootfaecklick tot haare welvaart vo^en* „ en goede regeeringe, te mogen begee- AmptenC „ ven." Doch fommigen hadden Hertog en dien- Karel weeten te beduiden, dat het begee- ften aan ven deezer Officien en dienen of ampten aan "j!1: Sud hemftondt: voorts, op hem begeerende, yv dat hy 'er hen mede wilde begunftigen, ge- lyk nu en dan gefchied was. Amfterdam en eenige andere Steden waren, deswege, klagtig gevallen. Hierop hadt de Hertog de Privilegien der Steden doen onderzoe- ken. En na dat hem van den inhoud der- zeit L (*) Handv. */. 77. |>,.i
R 3
|
||||
*<fe AMSTERDAMS II. Dkel;
1460. zelven verflag gedaan was, verklaarde hy,
' op den tienden Maart, ten opzigte van Am- fterdam, in 't byzonder, de giften, door fom- mige byzondere Perfoonen, van hem ver- kreegen van de Officien ofte dienflen van den Schoole, Scryfambocht, van der Cofieric, van 't Bode-ambocht, van 't Gouden Water ende de Maet, van te leggen ende flellen de Capen in de Soute See, ende 't recht van te lichten ofte beuren eenen groote Vlaemfch op alle waren, gereeckent oft nyet gereeckent by lafl-taelen, geheellyk vernietigd, de Stad laatende by haar regt, om deeze Ampten en dienflen, voortaan, te begeeven, gelyk te vooren (t). Amfter- 't Was, ondertuflchen, geenszins te ver- dam en wonderen, dat Hertog Karel den Holland- andere fcnen Steden, ten deezen tyde, zo gunftig bewilli- was- Zy golden, gelyk hy zelf verklaart (£), gen in's mede in de fubventien, beden ende andere las- Hertogs ten van den Lande. Hy hadt, by zyne in- bede, huldiging, van zyne Landenvan Holland en Zeeland, verzogt 240000 Leeuwen van 30, of 480000 fchilden van 15 ftuivers ie- der, voor zig; 32000 fchilden, tot fpelde- geld voor de Hertoginne; 16000 fchilden, tot gefchenken en heufchheden aan eenige Dienaars, en 4800 fchilden , tot reis- en andere koften, ter deezer gelegenheid ge- daan: in alles 532800 Schilden, van welken Holland met Weftfrjesland 372800; Zeeland 160000 fchilden moefr. opbrengen, in den tyd van vyftien halve jaaren. Iq het aan- deel (!) Oude Kerk, Laadt III. Handy, il. nj,
(k) Handy, èi. 77. [}<>.] |
||||
III.Boek. Geschiedenissen. 263
deel van Holland met Weftfriesland, droe- 1*60.
gen Dordrecht en de Zuidhollandfche Dor- pen 39200 fchilden, Haarlem 3549; Delft 3375 ; Leiden 3375 ; Amfterdam 2875 ; Gouda 1770 ; Alkmaar 800'; Rotterdam 1150; Schiedam 350; Hoorn 2o©o; Mc- denblik 450; Enkhuizen 470 Schilden, en de andere Steden naar evenredigheid (/). Het bewilligen in zulke zwaare en ongewoo- ne Beden kon niet nalaaten, Hertog Karel te verpligten tot het verleenen van nieuwe en wydluftige Voorregten aan de Steden. Met de Stad Zwolle, hadt Amfterdam, Gefchil
federt eenigen tyd, gefchil gehad over de tuffchen tollen, welk, in dit jaar 1469,werdt afge-^^ daan. De Amflerdammers moellen te Zwol Zwolle tol geeven van de goederen, die zy aldaar over de ter markt bragten; waartegen den Zwolle- tollen af- naarcn, ook hier ter Stede, excyns werdt Sedaan* afgevorderd van de waaren, die zy her- waards voerden, en die vooriiaamlyk *be- ftonden, in Bier, Zaad en Brandhout. Doch nu kwam men overeen, dat deeze belaftin- gen wedcrzyds zouden worden afgefchaft. Alleenlyk zouden die van Zwol, goederen naar Amfterdam voerende, die de Maat onderworpen waren, van dezelven zo veel betaalen, als de Amfterdammers zelven be- taalden. Doch de goederen, die zy hier ter Stede veilden, en niet verkoopen konden, zouden zy vryelyk te rug mogen voeren, zonder daarvan eenige regten fchuldig te zyn. Hier van werdt eene Acte gemaakt, die
(l) Qrlers Leydcn, H. jl.
R4
|
|||||
:
|
|||||
SÖ4 AMSTERDAMS IL Deel.
1469. die den dertienden Maart gedagtekend
was (tri). Pcfttyd De oudfte ongenoemde Befchryver van
hier ter Amfterdam tekent aan (k), dat deeze Stad, in de Iaatfte helft der vyftiendeeeuwe, dik- wils met peft bezogt geweeft is. Ook vindt men hiervan, op dit jaar 14.69, en federt, verfchcide blyken in het oudfte Keurboek der Stad , welk tegenwoordig voorhanden is. Onder anderen werdt, op den agtftenMay deezes jaars, gekeurd, dat voor huizen, met peft befrnet, een groet bojjche flroe moeft uit- gehangen worden. In de jaaren 1471 en 1493 , werdt deeze Keur vernieuwd , en • daarenboven bepaald, dat zulken, die van de peil herfteld waren, zes weeken agter- een, met eene witte roede in de hand gaan moeften (0). - -. 't Regt 't Schynt dat de fterfte, die, door de peil,
van Exue omtrent deezen tyd , veroorzaakt werdt, tuflehen on^er anderen , aanleiding gegeven heeft dam en tot ^e eer^e overeenkomften met fommige, verfchei- Steden, om liet regt van Ijjuc of Exue', deande- welk betaald werdt van de erfeniffen, die re Ste • door buitengezetenen gebeurd werden, over en"we-er en we<^er» te met te doen. De oudfte over-
der, af- eenkomft van deeze natuur,my bekend,is^
gefchaft. tuffchen deeze Stad en het nabuurig Haar^
lern, gemaakt, op den zeventienden April
1470. des jaars 1464 (p). En in 't jaar 1470, is
diergelyke overeenkomft met Deventer ge- trojf-
(m) Oude Kerk, laaie XXVI. Handv. */. ijo.
(n) Ad, calc. PONTANI Amftcl. p. 3 .
(o) Keurb. A. ƒ. 46 & verft, +7,193 verfo. 194 verft,
tp) Hantlv. bl. Z44.
|
||||
----------------------- .......""■ -----'----------"" "~ " -~-—' ■■ mi«
|
|||||
Hl. Boek. Geschiedenissen. 265
trofFen, op den dertigften April (#). In i4_7q
laater' tyd, zyn zulke overeenkomften zeer dikwils gemaakt. De Stad heeft zig altoos gereed getoond, om dezelven met binnen- en buitenlandfche Steden aan te gaan, en het miflen van de inkomften uit deeze be- lading op de erfeniflen van minder belang gerekend, dan het milfen van den toevloed veeier vreemdelingen , die gewiffelyk eer- der befluiten moeften zig hier ter Stede met der woon neder te zetten, als zy verzekerd konden zyn, dat hunne nalaatenfchap, zon- der belafting, aan hunne buitenwoonende erfgenaamen zou können overgaan. De Ste- den, die de overeenkomften, van welken wy fpreeken, met Amfterdam hebben ge- maakt, hebben ook haare rekening by de- zelven können vinden, alzo 'er gemeenlyk meer van haare inboorlingen te Amfterdam komen woonen , dan zig Amfterdammers tot haarent nederzetten. Het Beftand , in 't jaar 1441, met de De Wct-
Wendfche Steden geflooten (f), en federt houder- meer dan eens vernieuwd, ftondt tegen den Jfi1 tJLjt tienden September des jaars 1471 ten ein- het kaa- de te loopen: en 't fchynt, dat eenigen te pen op Amfterdam zig reeds gereed maakten, om de 90s" fohepen ter kaap uit te ruften. Immers, hetterlin" Geregt keurde, op den eerften July „ dat8 * j „ men niet op de Wendfche Steden zou s, mogen rooven, voor het uitgaan van het ,i Beftand (s):" welk federt ten einde liep, eer
(q) Hand;'. BI. 237.
(>r) Zie hier voor, hl. 240.
(s) Kcuib. A. ƒ. 62.
|
|||||
f,66 AMSTERDAMS II.Deel,
1471 eer het nog vernieuwd was. De Regeering
' van Amfterdam, nogtans geenen wil heb- bende , om zig op nieuws te fteeken in de koften van eenen hagchelyken oorlog, be- floot, den negenden O&ober, in eene ver- gadering van het Geregt en Van de Vieren- twintigen, uit welk getal, ten deezen ty- de, de Vroedfchap beftondt „ niets te doen „ tot den oorlog, dan met eenpaarige be- williging van alk die gemene Steden ende ", Landen CO" En °P den zeftienden der 'g'emelde maand , werdt gewilkoert by den fcout, burgermeefleren, fcepene, XXIIII. en* de alinge gemeente van derflede, ende van der Stedehuys afgekondicht, dat nyemant en moet nst vaeren rouen vp nyemant voir der tyt dat <voy confent hebben van tnynen genadigen beere, ende oic by die gemeene landen van hollant, zeelant ende vrieslant ouerdragen is vp wat manier dat men ten oirloge vaeren /ai Te gelyk werdt vaftgefteld, niet ooftwaards te vaaren, dan naar Friesland (»Doch hier- in kwam verandering, na 't vernieuwen van 't Beftand, welk kort hierna gelukte. Hertog Maar Hertog Karel raakte, ten deezen Karel tyde, ingewikkeld in eenen oorlog met Lo- dr'm& dewyk den XL,Koningvan Frankryk,waar- Amftei- doQ^ , -n de noodzaakelykheid gebragt heTver- werdt, om Holland, en Amfterdam in 't koopen byzonder, het verkoopen van lyf- en los- van ren- renten ? ten zyiien behoeve, te vergen. Jn ten' ten Tuly des jaars 1472, zondthyGemagtigden ^honeve.naar deeze Stad, met laft om de Poorters, (f) Keurb. A. ƒ. 6z.
(«; Keuib. A. ƒ. 7«» |
||||
III. Boek. Geschiedenissen. 267
door alle behoorlyk$middelen,tot hetkoo- pen van renten te nóodzaaken, gelyk blykt uit eenen Brief van den twaalfden der ge- melde maand, die in de Oude Kerke,Laade XVII., bewaard wordt. Uit eenen anderen Brief van den volgenden dag, die in de zelf- de Laade beruft, ziet men, dat Burgemees- teren , Schepenen en Raaden beloofd had- den, zestienhonderd Ryns-guldens jaarlyk- fche los- en lyfrenten, op een en twee ly- ven, ten lafte der Stad, en ten behoeve des Hertogs, te verkoopen. En uit nog eenen Brief van den zeftienden, al mede in dezelfde Laade leggende, blykt, dat de Stad reeds voor veertienduizend vierhon- derd Filips Klinkaarts , van vyftien witte ftuivers ieder, aan renten, verkogt, en dee- ze fomme aan's Hertogs Rentmeelier over- handigd hadt. De Hertog beloofde haar van deeze penningen negenhonderd Filips Klinkaarts in 't jaar aan renten te zullen bc- taalen, en verpandde haar, daarvoor, de paght ende inkomyngen van zynen Schoutam- bocht e van Amflelredamme, wjelk hem, ten deezen tyde, vierhonderd en vyftig pon- den van veertig grooten 's jaars opbragt; een ftuk Lands, Waerderbroek geheeten, waarvan jaarlyks honderd zesentagtig pon- den kwamen, en de fluis te Ypefloot, die zevenentagtig ponden 's jaars opbragt. De Brief, waaruit wy deeze dingen ontleenen, is, zo ver ons bekend is, nog nimmer ge- drukt geweelt, waarom wy dien, onder de Bylaagen (V), geplaatft hebben. De
(v) Lf. F,
|
|||||
l
|
|||||
26S AMSTERDAMS II. Deel.
1472. De Stad hadt gewigtige reden om Her«
De Fran- t0& Karel te onderftetmen, in den oorlog fchen tegen Frankryk. De Franfchen deeden den kaapen Amfterdamfchen Koopvaarderen veel af- °P <Je breuks opzee. Onder anderen, haddenze dammers een Oorldgsfchip uitgeruft, de Kolom ge- ' naamd , welk verfcheide Amfterdamfche Koopvaardyfchepen overweldigde en op- bragt (w). Doch men trof eerlang een Be- Hand, welk, tot den eerden April des jaars 1474, duuren moefl; en, voor dien tyd, nog verder verlengd werdt (.t). De Ste- Hertog Karel , die zeer oorlogszugtig den, en waS) ftak zjg5 ondertulTchen, in dentwift, Amlter- ^^ Qver je verkiezing van eenen Aarts- 't by- biflchop van Keulen , ontdaan was , en zonder, floeg, in den Zomer des jaars 1474,'t be- helpen ieg voor de Stad Nuis. Deeze ondernee- Ka^eHn't m*nS wikkelde de Landen in nieuwe koften beleg in- De Hertog gaf, den twaalfden July, van Nuis. den Staaten van Holland O&roi om twee- 1474. honderd ponden vlaams lyfrenten te ver- koopen ten zynen behoeve, op een en twee lyven.(;y). Hierby bleef het niet.IIy verg- de hun een zeker getal van fchepen af, van welken hy zig fcheen te willen bedienen, tot het vervoeren van manfchap of voor- raad naar 't Leger voor Nuis. En toen dee- ze fchepen te langwegbleeven,fchrcefhy, den vierentwintigften Auguftus, eenen brief aan de Staaten , van welken nog een af- fchrift, in de Regiflcrs deezer Stad, voor han?
(tv) VF.luis Hoorn, IL t%. DAPPER Anift, tl. iz>.
(x) Vaderl. Hift. IV. Deel, hl. 124, H8. (7; Groot-Memoriaal A'. I. ƒ. i ver/b. |
||||
III.Boek. Geschiedenissen. 269
handen is (2), en in welken hy zeer klaagt ja^a,
over der Staaten traagheid in het afzenden der gevorderde fchepen. De Staaten be- loofden, in antwoord, hem twaalf fchepen en twee Baardfen te zullen zenden, van wel- ken zy, twee-enveertig dagen agtereen, de onkoften draagen zouden. De brief was ondertekend Uwe onderdanige ende ootmoedi- ge Steden, alze Dordrecht, Hairkm, Delft, Leyden, Amflerdam ende Goude (#), welken zes, ten deezen tyde, nevens de Edelen, ter gewoonlyke Dagvaarten in den Haage, door den Stadhouder, Prefldent en Raaden van den Hove, plagten befchreeven te wor- den. Doch behalve deeze fchepen, werdt den Edelen en Steden ook manfchap afge- vergd, om in 't beleg vanNuis te dienen; De brieven, waarby de Edelen en Steden, tegen den vierentwintigften January des 1475. jaars 1475, werden opontbooden, ftaanin de Stads Regiflers geboekt (b). Ook zon- Amrter- den de Steden haare Schutters en Poorters, damfche onder't bevel van een' of twee Hoofdluiden P°orters uit de Regeeringe, en uitgedoft in de by- Nuis. zondere livreije van elke Stad, naar 't Le- ger voor Nuis (c). De Poorters van Am- flerdam , die een wapenrok droegen half rood en half wit, rood boven en wit onder (ß) , trokken uit , onder den Hoofdman Henrik Janszoon Akkerman , Oud-Schepen en
(2) Groot-Memor. N. I. ƒ. 13 verfo,
(a) Groot-Memor. N. I. ƒ. 14 v.rjt. (k) Groor-Memor. N. I. f. z%. (c) VELios Hoorn, H. j+.
(d) Keurb. A. ƒ. 139.
|
||||
V'
|
||||||
270 AMSTERDAMS Ü. Deel.
I475- en Raac* ^er Stad, en toonden, nevens de
andere Poorters , hunne dapperheid , ter gelegenheid van eenen uitval der beleger- den (Y). Het beleg werdt egter, in Juny* vrugteloos opgebroken, 't Liep aan tot den veertienden February des jaars 1477, eer, hier ter Stede, openlyk afgekondigd werdt, dat men elk der Poorteren voldoen zou zyn verfchot, betaald tot die reyfe endé dienfle^ die wy, zo fpreekt de afkondiging* voir nuys gedaen hebben (ƒ). Pranfche Midïerwyl, was het Befland met Frank- Kaape- ry^ ten einde geloopen. De Franfche kaa- lyent pers deeden den Hollanderen en Zeeuwen5 en vooral ook den Amflerdammeren , op De Stad nieuws, veel fchade op zee. DeWethou- waar- derfchap der Stad, altoos gewoonte zor- de Koon- &en voor 'l belang van ^e Scheepvaart en
vaarders. Koophandel, zondt een vaartuig naar de Hoofden, om de Koopvaardyfchepen., die van 't Wellen kwamen en Ooflwaards wil- den , tegen het dreigend gevaar, te waar- fchuwen (g). Doch hierby liet zy 't niet. Zy be- Zy befchreef de Steden Hoorn, Enkhuizen, fchryft Monikendam en Edam, die, nevens Ara- tïrft^' fterdam, het meefte belang hadden by het dea. beveiligen der vaart van 't Wellen naar de Oollzee,in de maand April des jaars 14755 binnen haare Stad, om op de befcherming der Scheepvaart te raadpleegen, zonder dat men eenig blyk vindt, dat zy, hiertoe, van Hertoge Karel, of van den Stadhouder en Raa-
(e) Pontanus Amft. Libr. I. Cap. Vtll. p. "•
(f) Keurb. A. ƒ. 88.
(g) Gioot-Memor. N. I. ƒ. +3 *
|
||||||
i
|
||||||
IDLBosk.' Geschiedenissen, 271
Raaden verlof verzogt of verkreegen heeft 14,75.
(3); ten duidelyken bewyze, dat de Koop- lieden, vanouds, niet verpligt waren, 's Graaven verlof te verzoeken, om op haare beveiliging te water te raadpleegen en te befluiten. De vyf Steden, ten belïemden Maakt tyde byeengekomen zynde, beflooten, den met de- veertienden der gemelde maand , na ryp zelve overleg „ 1. Dat ieder fchipper, op elke ^Jn an*-" „ tweehonderd Zouts, die hy voeren kon, tïe op de „ drie man ophebben moeft, die te roerbeveili- „ gaan, of ten minften voor kloeke man- s^s der „ nen verflrekken konden: welke Scheeps-Vaa^tep" „ kinderen allen van harnafch behoorlyk „ voorzien moeiten zyn. 2. Dat de Sche- ,, pen ook voorzien zouden moeten wezen „ van BoJJen, Cluivenerynen , Bogen , Py~ „ len, Glauyen , Bylen , Boffchenkruydt en „ andere noodwendigheden , te weeten, „ op elke tweehonderd Zouts, een BoJJe, » een Böge met zyn toebehooren, een goe- „' de Cluvenier ; op elke Boffe tien pond „ kruids, en ieder twee Glauyen, een Byl „ of een Hamer. 3. Dat alle de Koopvaar- dyfchepen, onder de vyf Steden behoo- rende, 't zy ze tegenwoordig in Zeeland, |
||||||||||
5>
|
of in de Zuiderzee lagen , eikanderen
|
|||||||||
„ zouden afwagten, en niet dan gelykelyk
„ en
(3) Ik weet wel, dat Pontanus (Amfl. Libr. I.
Cap. VIII. p. 22) fchryft, dat zulks op bevel, en Ve- Lius (Chron. van Hoorn, bl. 54) dat zulks met con- sent van Hertoge Karel gefchied is: doch ik weet niet, op wat grond zy dit fchryven; en het blykt niet in de Ordonnantie op de uitrufting, de regte plaats nogtans, om 'er welding van te" maakeii. |
||||||||||
i
|
||||||||||
ifi AMSTERDAMS II. Deeè/
„ en vlootswyze weftwaards om Zout vaa-
„ ren; of zo zulken, die in Zeeland lagen, ,i hiertoe geene gelegenheid mogten heb- „ ben, zouden zy een fchip moeten uitrus- „ ten, en zig, onder deszelfs geleide, in „ zee begeeven. 4. Dat de fchepen, met 5, eikanderen, vier van de bekwaamfte fche- „ pen zouden uitruilen s om allen met bal- „ lall; mede te vaaren, en tot geleide en be~ „ fcherming der Vloote te dienen, ten wel- „ ken einde, twee derzelven zig voor, en ,!, twee agter de Vloote houden zouden. „ 5. Dat deeze vier fchepen bemand zou- 5, den worden met het volk, welk de ande- „ re fchepen over hadden, tot vyf honderd j, man toe, bchoorlyk gewapend, naar de „ verkiezinge der vier Admir aaien. 6. Dat „ de andere fchepen het volk, welk zy in „ de vier fchepen zouden overzetten, van „ leevensmiddelen voorzien zouden , tot „ genoegen der vier Admiraalen. 7. Dat ,, men de vier Admiraals-fchepen, die,3/^i 35 °ffftyff gebaÜafi) mede zouden vaaren, „ in de Zont zo veel Zouts zou overdoen, ,j als zy, de reize tot daartoe hebbende „ voortgezet, mogten bevonden worden te „ kort te komen aan hunne laading. 8. Dat „ men den vier fchepen, nog daarenboven, ,, eene heufchheid zou toeleggen, te rege- „ len door de vyf Steden en de vierOnder- „ Admiraals. 9. Dat de Vloot altoos by- 5, een blyven, en de fchepen eikanderen „ befchermen zouden. Of zo eenig fchip „ zo onredelyk gelaaden ware, dat het de „ Vloot niet volgen kon, zou het een deel „ Zout«
|
|||||
.
|
|||||
ÏÏI.Boek. Geschïeöenissen. 273
„ Zouts moeten overfchieten. 10. Dat zulk 1475.
„ een, die zig niet naar den inhoud deezer „ Ordonnantie voorzien hadt, fchip en goed „ verbeuren zou, een derde ten behoeve „ van mynen genadigen Heere [Hertoge Ka* „ rel], of van den Baljuw of Schout ter plaat- „ fe zyner wooninge; een derde ten behoe- ,, ve der vier Admiraalen, en het overige „ derde ten behoeve derVloote in 't gemeen. „ 11. Dat men de wapenfcbouiv'mg of mon- „ flering der fchepen doen zou, ter plaatfe „ daar zy nu lagen, en nog eens, zo't noo- „ dig ware,in Texel, eer zy uit hetMars- „ diep zeilden, door de Afgevaardigden der „ vyf Steden. 12.Dat de Schippers, in de „ baai komende, zorg draagen moeflen, dat „ hun volk zig niet ginge dronken drinken „ aan land; maar de fchepen bleeve bewaa- „ ren. 13. Dat de Admiraals en Onder-Ad- „ miraals zweeren zouden, deeze Ordon* „ nantie te zullen onderhouden, en doen on- „ derhouden, zo veel in hun vermogen wa- „ re, de overtreeders, na 't afleggen der rei* „ ze, aanbrengende, zonder iemant te ver- „ fchoonen. 14. Dat Admiraals van de Vloo- „ te zouden zyn Tsbrand Jan Remszoon van „ Amiterdam, Jakob Klaaszoon van Hoorn, „ Reinier Martszoon van Enkhuizen, en Jon- s, ge Jakob van Monikendam, die op de vier „ fchepen bevel zouden voeren, entotOn- „ der-Admiraals hebben Jan uit de Poort „ van Amilerd^m, Dirk Fonk van Hoorn, „ Alben Janszoon van Enkhuizen, en Jan „ BwÉWvanEdam. 15. Dat de Admiraal s zou- „ den mogen regt oefenen, op gelyke wy- II. Stuk, S ze, |
|||||
____——
|
|||||
274 AMSTERDAMS II. Deel;
1475. » ze, als de Schouten en Geregten der vyf
,, Steden te doen gewoon waren. 16. Dat zy, „ in zee gekomen zynde, aan de Oorlogs- ,, fchepen van Engeland en van Bretagne „ verklaaren zouden, dat zy aangefleld, en „ daar gekomen waren, van wegedenHer- „ toge van Bourgondie, om de Vloot te be- „ fchermen: en dit omme te bewaar en die eer e „ van mynengenadigen Heere, i7.Datzy,in „ hunne fchepen en marfen, het wapen en „ de Standerds van Hertoge Karel voeren „ zouden. iS.DatzulkeKoopvaardyfchepen, „ die nog niet gereed waren, maareerflte- „ gen den Zomer Ooflwaards vaaren wii- „ den, evenwel hun aandeel in de kollen dee- „ zer uitruflinge zouden moeten draagen." De gemaakte Ordonnantie werdt, den vy ftienden April, alomme verzonden, op den naam van Schout, Burgemeefteren, Schepe- nen en Raaden der Stad Amflerdam, en van de Gedeputeerden der Steden Hoorn, Enk- huizen, Monikendam en Edam,met bevel aan alle Schippers, en anderen, die 't aan- ging , om zig daarnaar te rigten. De brief, waarby de Ordonnantie,op welke het Stads Zegel van Amflerdam gedrukt was, verzon- den werdt, hieldt in „ dat dezelve gemaakt „ was, t ot eer e van mynen genadigen Heere, „ en tot behoudenis van de fchepen en goe- „ deren der ingezetenen." Voorts, las men 'er in, dat tot Admiraal derVloote gefield werdt Klaas Roelenszoon, en tot Onder-Ad- miraal , Schipper Brandet gen Kogman, geby- naamd de oude brug (h): welken twee ik ver- moed , (b) Gioot-Memor. N. i.f. 33. Zie ook Commeiin bl.pis.
|
||||
III. Boek. Geschiedenissen. 275
moed, dat, boven de vier gemelde Admi- 1475.
raals en de vier Onder - Admiraals , die ei- genlyk Kapiteins en Luitenants fchynen te zyn geweeft, bevel gevoerd hebben. 'tBlykt klaarlyk, uit deezèn brief, en uit Groot
de Ordonnantie zelve, dat de Stad Amfter-^wïnd dam, ten deezentyde, in 't Noorden van Hol- teenr ^- land, eenuitfleekend bewind voerde over het zen tydej uitruften van Oorlogsfchepen , tot beveili-over de ging der Scheepvaart naar 't Wetten en naar zaaken de Ooftzee. Zy befchreef de PFatèifleden; ge~dcr Zec* lyk, omtrent deezen tyd, de Steden van 't Noorderkwartier genoemd werden, by zig, om op zulk eene uitrufting te raadpleegen en te beiluiten, en zy vaardigde het befluit der Steden af, onder haar byzonder zegel. Mogelyk heeft zy alleen ookdetweeopper- fte Admiraalen benoemd en aangetteld, hoe- wel ons hiervan geen duidelyk blyk is voor- gekomen. Ook vindt men niet, gelyk wy reeds hebben aangemerkt, dat de Steden, tot deeze uitrufting, verlof of Octroi van Her- toge Karel verkreegen , of noodig geoor- deeld hebben. Zy befluiten wel, buitens Lands te doen verklaaren, dat de Admiraals, die zy zelven hadden aangefteld, door Her- toge karel, gemagtigd waren, om de Koop- vaardyvloot te geleiden en te befchermen ; doch dit fchynen zy voornaamlyk gedaan te hebben,op dat zy,by vreemden,onkundig van de voorregten en gewoonten der Steden van Holland, niet als zeefchuimers zonder behoorlyken lad zouden aangemerkt en be- handeld worden; of, gelyk zy zelven zeggen, «mme te bewaaren die eere van mynengenadi- S 2 gen
|
||||||
r/6 AMSTERDAMS IL Deel.
1475. gen Heere; waartoe ook diende het voeren
van zyn wapen, in de marfen der fchepen. Voorts, gaven de Steden haare Ordonnantie, op welker overtreeding zy eene flrenge flraf dreigden, waarvan de uitvoering aan den Krygsraad der Admiraalen opgedraagen werdt, niet uit op den naam van Hertoge Karel;maar op haare eigene naamen: al 't welke klaarlyk doet zien, dat de Steden, van ouds, op zig zelven, en zonder den Graaf te kennen, veel bewinds gehad hebben over de zaaken van de Zee. üeKoop- DeKoopvaardyvloot,omtrent tagtig zei- vaardy- jen fterk, flak, eerlang, onder het geleide van°Am- ^er v*er gewaPenc^e en ^erk bemande fche-
fterdam Pen* m zee> en volbragt de uitreize geluk- en de kiglyk, alzo zy zig zo digt byeen wilt te vier wa- houden, dat de Franfchen haar niet durfden vak den* aanta^en* Doc^ toen ZY * met Zout belaa-
Fran- den (4), te rug keerden, raakten zy,of by fchen ongeluk, of door onvoorzigtigheid en klein- grooten. agtinge des vyands, verflrooid, en werden, hafd m °P ^c noo£te van Klaasduinen, aangevallen
door de Franfchen, die de meefle fchepen veroverden en medefleepten. 't Meefle bootsvolk viel den vyand ook in handen. Een klein gedeelte ontkwam 't gevaar, en redde zig met de boot. Groot was de fcha- de , die de Hollandfchc Kooplieden, ter deezer gelegenheid, leeden. Amiterdam ver-
(4) Onze Befchryvers vnn Amfterdam Dapper (bl. 125); en Domselaar (VI. Boek, bl, 154) en CoMMELiN (bl. 916), die hem gevolgd is,zeggen, dat de fchepen ryk gelanden waren; doch dit kan men van geene zoutlaading zeggen. |
||||
III.Boek. Geschiedenissen. 277
verloor een groot getal vanfchepen; van ia je.
Hoorn bleeven 'er wel dertig, welker waar- de op agtenveertigduizend Rynsguldens ge- rekend werdt. In 't zelfde jaar, kwamen 'er nog twee Kaapers door 't Marsdiep, tot ver in de Zuiderzee: doch keerden weder, van waar zy gekomen waren, zonder dat het hun gelukt was, eenigenbuit te behaalen (i). „Doch de vyandelykheden hielden op, na 't fluiten van een negenjaarig beftand tuffchen Hertog Karel en Lodewyk den XI., welk den dertienden September getekend werdt (A'). ' Amfterdam hadt, ondertuffchen, ook ver- De Stad fchil sekrees-en met Chrißiaan den I., Ko- raal^t'r|
t\ 1 J e J verfchil mng van Deenemarke; van wien de btad, met Dee.
by verfch?iden Privilegien, vryheid, omopnemarke,
de gewoonlyke tollen , binnen zyne Lan- over de den, te komen handelen, verkreegen hadt ^°nt' (/). Doch de Koning hadt,onlangs, goed- ^^n# gevonden, deeze tollen te verhoogen. De Stad klaagde over deeze nieuwigheid, en zondt Tydeman Frederikszoon aan den Ko- ning , om, ware 't mogelyk, herflelling der zaaken op den voorigen voet te verwerven (jii). Zy fchrcef ook eenen brief aan Her- toge Karel, en verzogt hem om zyne krag- tige voorfpraak by Koning Chriiliaan. De brief was, den vyfrienden July deezes jaars 1475, gedagtekend, en onderfchreevenU- we ootmoedige ende arme Stede van Amßel- re-
(*) PONTANUS Lihr. I. Cnp. VIII. p. 22. VEL1US
Hoorn, hl. 54.. (k) Vadctl. Hift. IV. Detl, hl. IJ«. (I) Handv. */. $3 , j4) $s- [82, I3,«4>8*.] (m) Groot-Memot. N. l. ƒ. 50, 52. S 3
|
|||||
■
|
|||||
27$ AMSTERDAMS II. Deel,
r475' re^amme (nJ- Doch de poogingen der Stad
fchynen, ten deezen tyde, vrugteloos ge- weeft te zyn. 't Blykt, ten minflen, uit de Stads RegiflerS) dat 'er, nog lang na dee- zen , over de Zontfche tollen, gefchreeven en gehandeld is (0). Hertog Karel hadt geen Beftand met
Frankryk geflooten , om dat hy van zins was , daarna de wapenen af te leggen., Naauv/jyks eene maand na dat het getrof- fen was, viel hy in Lotharingen, en bemag- tigde Nancy. In 't begin des jaars 1476, toog hy naar Zwitferland , daar hy, tot tweemaal toe, geflaagen werdt. Midler- wyl, hadt Rcné, Hertog van Lotharingen, Nancy herwonnen. Doch Karel floeg 'er andermaal 't beleg voor. De Hertog van Lotharingen rukte al zyne magt byeen,om Hertog Karel tot het opbreeken van 't be- leg te noodzaaken. Op den vyfden Janua« ry des jaars 1477, raakten de Legers aan eikanderen. Hertog Karel kreeg de neder- laag, en fneu velde in den ftryd, eene Dog- ter van omtrent twintig jaaren, Maria genaamd, nalaatende (p). Arafier- j)e aanhoudende en zwaare oorlogen , dam ver- ^Q0Y jjert0ge Karel gevoerd, en de onge- J^eever-ltwoone Beden' die hy ter deezer gelegen-
hoogt deheid deedt, hadden de Landen in't gemeen, excyn- en de Steden van Holland in 't byzonder zen. diep in fchulden doen vervallen, en genood- zaakt , (n) Groot-Memor. N, I. ƒ. 54.
(e) Groot Meinor, N. I. ƒ. 62 verf. tfj, 82,94, 95 verf.
ï2o ver/. Ii4 verf. enz. (p) Vaderl. Hift. IV. Detlt bl. is6 enz.
|
||||
IILBoek. Geschiedenissen. 279
zaakt tot het opftellen van nieuwe excyn- 1475.
zen, om de renten deezer fchulden te vin- den. In Amfterdam, hadt men, federt ee- nige jaaren, den bier-excyns, eenederoud- fte belaftingen op deverteering, merkelyk moeten verhoogen; en tegenwoordig moeft, van 't vat vreemd bier, veertien, en van 't vat binnenbier, negen ftuivers betaald wor- den. Alle andere mondbehoeften waren daarenboven bezwaard (q). Sommige Ste- den, die leevensmiddelen herwaards plag- ten te zenden, klaagden, nu en dan, over deeze belaftingen : en onder anderen de Stad Amersfoort, die veel bier op hier zondt. Doch de Stad Amfterdam antwoord- 1476. de haar, den tienden Auguftus des jaars 1476 „ dab de zwaare beden, die zy, fe« „ dert eenige jaaren, hadt moeten opbren- „ gen,haar genoodzaakt hadt, om denex- „ cyns op het Amersfoort er bier te verhoo- „ gen (r)." De fchulden, waarin de Stad Draagt zig gefteken hadt, om aan de Graaflyke zorë t beden te voldoen, deeden haar ook, om- JJenrek- trent deezen tyd, zorgvuldiglyk letten, datken ^er geene gegoedde Poorters de Stad verlie-gegoed- ten,om zig elders neder te zetten, zonderde Poor" hun aandeel in deeze fchulden te voldoen.teren* Men vindt hiervan een merkwaardig voor- beeld in de Stads Rcgiflers. Roelof Jakobs- zoon, Poorter, en zelfs, zo ik meen, Oud- Schepen der Stad, was met der woon naar Utrecht vertrokken. Doch de Wethouder - fchap
(<y) Groot-Memor. N. I. ƒ. 79.
(r) Gioot-Mempr. N. I. f. 7$. s4
|
||||||
ä8o AMSTERDAMS II. Deel.
1476. fchap vermaande hem, by fchryvens van
den derden Auguftus „ dat hy zyn aandeel „ moeft komen voldoen van de fchulden, „ waarin de Stad, onder anderen om zy- „ nentwille, vervallen was, zullende men ,, anderszins zyne goederen daarvoor aan- Prys van „ fpreeken (f)." Doch onaangezien de
't brood nieuwe excynzen , welken de Stad hadt Stede. moete^ invoeren, om de renten haarer fchulden te vinden, waren de pryzen der eetwaaren , wanneer menze met die van laatcre tyden vergelykt, gantfch niet hoog : 't welk egter, voomaamlyk, aan de groote fchaarsheid van 't goud en zilver moet wor- 1477. den toegefchreeven. Men kan zulks, on-
der anderen, afneemen, uit eene Keur dee- zer Stede van den negenentwintigflen Maart des jaars 1477, waarin bevolen wordt,, een „ roggenbrood van twaalf ponden niethoo- „ ger te verkoopen dan een fluiver (t). " De dood van Hertoge Karel, die, in fom- mige Steden, gelegenheid gaf tot merkel y- ke beroerte , bragt , voor den Staat des Lands in 't gemeen, en voor dien der Stad Amflerdam in 't byzonder , eene gunftige verandering voort, van welke wy , in 't volgende Boek, verflag zullen doen, (s) Groot-Mcmor. N. I. ƒ. 7; verf,
(t) Keiub. A. ƒ. ??. |
|||||||
B Y-
|
|||||||
:
|
|||||||
.
|
|||||||
III. Boek. Geschiedenissen. 281
B Y L A A G E Nbtiu-
GEN
T A
op het II. Deel, III. Boek.
Lr. A. Hertog A l b r e c h t flaat der Stad Amßerdam
eenige Graaflyke Renten en Pagten af, tegen de rente van vyftienb onder cl nobelen , die zy hem tot den Ar kei fch en kryg gefcJjooten hadt. Gegeven in den Ilaage , den negenden Ju- ny des jaars 1402. Aelbrecht by goeds ghenade hertoge in
beyeren palensgraeve opten Ryn Graave van henegouwen , van hollant , van zeelant ende Heere van vrieslant doen cond allen luden dat wy mie goeden voirfien ons liefs foons vin Oiftrevants ende ons gemeyns raits overdragen fyn eene reyfe te doen op on- fe vyanden den Arkelfchen dair wy veel geks ende goets toe füllen moeten behoeven om provyanchien ende anders goede ende ree- fchip die wy toter voirfeyde reyfe füllen befi- gen wairom wy mit onfer getruwer itede van Aemftclredamme fyn overdragen ons te Henen eene fumme gelts van vyftien hondert goede gouden Genfche noblen ofpayment hoire walr- de die wy van den felver onfer ftcde ontfaen ende opgebeurt hebben an gereden gelde ende hebben onfe voorfz. Itede geloift ende gelo- ven mit defen brieve voir defe voirgenoemde fumme gelds jairlyks te geven anderhalf hon- dert Genfche Noblen dat is te weten van,el- ke tien Noblen eene noble jairlixfe renten en- de overmits dat wy willen dat onfe ftede voïr- noemt wail betailt ende voldaen worde fon- der eenigen fchade ofte hinder dairomme te liden an ons ende an onfen Rade dairomme te ver- S 5 vol-
|
|||||
. *•
|
|||||
282 AMSTERDAMS II. Deel.
VQlgen , lbo hebben wy onfer voornoemde
Stede bewyftendein handen gefetbewyfenen- de in handen fetten mit defen brievc fulke goe- de, renten, ende pachten als hierna befchre- ven ftaen e erft die grute tot Aemftelredam- me item Jan Robbekins foons halve hoffte- de item die vyf houteden item Rynar Tru- den foons hofftede item van der moolenftege item van der moolen buten der Bynwiker poirt tot Aemfterdam item van der moolen up tie weftzide van Aemfterdam item van der moo- len up tie oïftzide van Aemfterdam item van Ludeman Jans foons hofftede up ter flufe item van Willem Gyskins foons hofftede up ter flufe item Griete Coman Pieters hofftede up ter flufe item Jan Willemfoons des barbiers hofftede up ter llufe item die ftempcls van der flufe item dat veer neffens Quadoelen item dat veer neffens Yppcflote item dat veer neffens Die- merdam item elf margen lants ende Pauwels wyde gelegen ter Ouder Aemftel die Jan Bartoutfoons kinderen van Affendelf in pachte hebben; item negen margen lants an Pauwels wyde voorfz. gelegen item den ghier gelegen ter Onder Aemftel die Huge van Diemen in pachte heeft item achte margen lants an den voirnoemden ghier gelegen item di Walen ge- legen bi der ftede van Aemfterdam item die flufen tot Aemfterdam item die flufe tot Yp- penflote item die flufe tot Diemerdam item die cynfe tot Aemfterdam item die cynfe tot Monickedam item die cynfe tot Diemen item die jairlicfe beden in den lande van Water- lant alffe die beden tot Karsavond tot meye te midfomer ende tot bamiffe item die meye bede tot marken item die jairlicfe beden tot Warder alflè te meye ende bamiffe item die corentiende tot Warder item die jairlicfe be- de tot middel-ie alffe tot bamiffe ende meye item die corentiende totmiddel-ic item diejairlic- fe beede tot Coedyk alflè tot bamiffe ende meye en
|
||||
IILBoek. Geschiedenissen. 283
ende den corentienden aldair in dcfer manieren bYia.\
dat onfer ftede voirnoemt jairlics opbeuren en- 0EN de ontfaen fal alfulke renten erde pachten als van Lr. A. de voirfz. goeden füllen comen ende machtigen derfelver onfer ftede alfle wairt dat eenige van defe voirnoemde goeden tot erfhuyr ofte tot jairlicfe renten wtgegeven ende virpacht wair dat fi die renten dairaf op bueren füllen gelyk fe virpacht ende virhuurt fyn ende tot welker tyd eenige van defen fel ven goeden wt den pacht fyn dat onfe ftede voorfz. dan die goeden fal mogen virpachten ende virhuuren ende oik die vhTchen van de vifleherien te vircopen ten hoigften gelde tot hooren oirbair ende profyt tot allen tiden als derfelver onfer ftede oft den genen dien fy 't füllen bevelen oirbairlyk ende goet fal dunken en die felve die onfe voorfz. ftede dair toe voegen fetten ende ordineren dien houden wy dat vafte ende geftade in allen fchyn oft onze rentemeiftcr felve dede van onfent wegen, voirt wairt dat defe goede ende pach- ten voorfz. mcer gouden ende renten dair of quamen dan wy onfer ftede voorfz. geloift heb- ben ende voorfz. ftaen dair fouden fy ons of joufen rente-meifter van Aemfterland van Wa- terland ende van den Zeevank die nu is of na- mails wcfen fal goede rekenynge ende bewi- fmge of doen mar gouden defe voirnoemde goe- den min tot enigen jaren dan die voirfz. fumme gelts ter renten belopen dat foude onfe rente- meifter voirnoemt onfe voorfz. ftede wtreyken voldoen ende wel betalen fonder enig weder- zeggen ende ontbieden ende gebieden allen on- fen baileuwen, fcouten , rentemeifteren ende rechteren overal in onfen lande dat fy onfer voirfz. ftede of dien fy dit, bevelen füllen hul- pelic ende vorderlic fyn tot defe voorfz. renten te innen ende te verengen, ende wairt dat ymandt derfelver onfer ftede of horen gewairde bode an den voirfz. goeden renten ende pachte eeni- gen
|
||||||
284 AMSTERDAMS II. Deel.
Bylaa- gen hinder ofte fchade dede dat-wilden wyhou-
GEN den ende rechten an fyn lyf ende goet als au Lr. A. den genen die ons ende onfe heerlicheden wil-
den vermynderen ende te nyete maken voirt lbo fyn 't vorwairden als tot welker tyt dat wy onfer flede voirnoemt van der alinger fummen gelts voorfz. ende van den rente die hun dar an gebreken bi den lope van der tyd voldoen en- de betalen foo füllen alle onfe goede pachten ende renten voirfz. vry quyt ende oubecommert wefe van onfe voorf. ftede voirt foo fyn't vor- wairden dat onfe ftede voirfz. die renten die wy hen bewyft hebben ende voirfcreven flaen op- bueren fal ende onttaen ten eerften dat fi nu füllen virfchinen ende alfo voirt van jaertot jaer ter tyd toe dat wy hun voldaen hebben alfe voorfcreven flaet in kenniiïè der wairhede fo hebben wy defen brief befegelt met onfen fe- gele ende omdat wy willen ende meynen dat onfe voirfz. ftede welbewairtfy in defevoirfz. gelden ende renten fo hebben wy bevolen ende gebeden onfen lieven foon den Grave van Ois- tervant dat hi defe voirfz. voirwairden mit ons loven wil ende befegelen ende wy Willem van Beyeren, van Henegouwen , ende van Hollant bi der genaden Goids Grave van Oiftervant om bevcling ende beden wille ons liefs Heeren ende Vaders voirfz. hebben defe voirfz. voirwairden mede geloift vafte geftade ende onvirbroken te houden in allen manieren als voirfz. ftait. ende befegelt met onfen fegele hier an gehangen na onfen lieven Heeren ende Vader voirf. Gege- ven in den Hage up ten negenftendachinjunio in 't jair ons Heeren dufent vierhundert ende twee. Onder aen hingen twee Tegels
in groenen wafle aan dubbele Francyac ftaerten. L. B.
|
||||||
III.Boek. Geschiedenissen. 2S5
Lr. B. Bylaa
GKN
I t B
Stukken van het Kerkelyk Regtsgeding des Bis- ' fchops van Utrecht, tegen de fchuldigenaan
den moord van den Amrfcerdamfchen Prtefter
Willem Bruinszoon. Gegeven in de jaaren
1404 en 1405. '
N. 1.
"CTredericus Dei Gratia episcopus Trajec-
■*- tenfis, nee non Joannes de Montfoerde eadem gratia Praepofitus et Archidiaconus TrajeBenfls Provifori et Decano noflro Amflsrlandiae, Presby- ter is in Amflerdam, in Haerlem ac unherfis Pres- byter is Capellanis et Oericis nobis fubditis, adquos praejens noßrum mandatum pervemrit, Salut em in domino fempiternam. ad audientias noftrasfama publice referente etprociiratoribus ac promotoribus curiarum nofirarum id nobis infinuantibus nove- ritis perveniffe , quod quidam iniquitatis filii, videlicet 'Jobannes filius Johannis, alias Joban- nes Heynensfen, Amilius filius Johannis, Lam- bertus filius Jacobi Reyneri, Heinricus filius Joan- nis Deymans, Splinterus Baflardus de Nyenrode, Nicolaus Baflardus quondam Simonis de Zaen- den, Nicolaus Preyer, filius Nicolai, Johannes Laurentii, Judocus Gerardi, Jacobus Coppen- foen, Magifier Theodoricus Coppardi, Nicolaus Buze, Isbrandus filius Petri, Wilhelmus di&us Dochde, Florentius Korfi\ Wilhelmus Florentii Korffs, et Johannes Florentii Korjfs ac nonnulli alii ipforum in hac parte complices et fautores Laici dioecefis et Archidiaconatus noflrorum alias anno Domini milkfimo quadringentefimo quarto prae- fenti in Crafiino divifionis Apoßolorum aufu fa- crilego , Deique timore poflpofito, ac fat ore malo- rum operum omnium infligante diabolo, difcretum virum Dominum Wühelmum Brunonis. Presbyte- rum
|
||||
sS6 AMSTERDAMS IL Deel.
rum quem in cimiterio Parochialis ecckßae de
Amflerdam corporaliter invenerunt violenter in-* vafierunt, manufque in eundem dominum Wilhel- mum Presbyter um quem talem effe fciverunt, vel [altem fcirepotuerunt, et debuerunt ^habitum et cen[uram publice deßerentem presbyterakm inje- cerunt temere violentas, ac eundem exßra&isgla- diis evaginatisque cultcttis, ac aliis diver fis armis invaßoriis mifierabiüter occiderunt praemißa et a- lia diverfia enormia violentiarum eidem Presbyter o in diclo cimiterio et extra intulerunt, prout la* borat de hac [ama publica et manißeßa in omni- potentis Dei offenfam, Cleri npprobrium, anima- rum fiuarum grave periculum , et [candalum Cbrifli fidelium plurimorum, Canonumque et fia- tu tor um tarn provincialium quam [ynodalium fibi in hac parte locum vindicantium ac contra alia et fimilia perpetrantes [alubriter editorum con- temptum fe[e per hoc pocnis et [ententiis ineisdent canonibus et ßatutis pofitis et expreJJJs damnabili- ter involvendo. Quare vobis et cuilibet veflrum in virtute [an&ae obedientiae, et [üb poenis [u[- penfionis et excommunicationis dißricle praecipien« do mandamus , quatenus jam vifis praeßentibus accedentes quo propter hoc [uerit accedendum, et accedere [ueritis acquifiti, et alter veßrum acce- der e [uerit requifitus, moneatis au&oritate noßra ordinaria praeßatos ^oatmem^ Amilium, Lam* bertum, Henricum, Splinter um, Nicolaum, Ni- colaum , jFoannem, jPudocum, Jfacobum, Magis- trum Theodoricum, Nicolaum, Gerardum, Ts- brandum, TVilbelmum, Florentium, Wilhelmum et jfohannem ac alias quoßunque in praemißts qualitercunque culpam habentesy de quorum nomi- nibus vobis conßiterh, ac quos lator preßentium vobis nominaverit nominatim et in ßpecie reliquos vero in genere, quos et eorum quemlibet , ms etiam tenor e praßentium fic monemus, ut infira novem dies veftram monitionem hujußmodi imme- diate [equentes, quorum dier um tres pro primo , tres
|
||||
III.Boeic. Geschiedenissen. 287
tres pro fecundo, et reliquos tres dies pro tertio Rylaa.
ac uremptorio term'mo et monitione canomca eis GEN et eorumcuiübet praefigimus ,etaJfgnamus,Deo Ut Bt eccleßae, ac nobis, de hujufmodi nepbando excef fu et temeritatis audacia emendam laudabilem praeßent et condignam, ac fatisfaciant compe- tenter alioquin contra ipfos et ipforum qtiemlibet ad excommunicationis fententiam dictorum Cano- imm et flatutorum declarationem, et alias pro- ut iuxta qualitatem hujufmodi deli&i de jurepo- terimus procedemus, nifi caufam prodere vakant efficacem, quare ad pmmißa mimme teneantur, ad auam prodendum, audiendum, et videndum nobis fidem fummariam fieri de praemijfis ceteris eosdem forefactores fuperjus nominatos eorundem complices et fauBores et eorum quemhbet, etiam div$nperemptorie coram nobisTrafeBoß ibidem praefentes fuerimus, alioquin coram officialthm noflris quibus extunc vices noßras in hac parte committimus, donec eas ad nos duxenmus revo- candasad ultimum diem monitioms hujujmodi, adies ipfajuridicafwrit,alioquin adproxmam Jdiem iuridicam deinde immediate proxime fubfe- lentem contrapraefatos Curiarum noflrarumpro- curator es , et procuratorem caufam hujujmodi oßenfurosl recepturos, et faEluros quoddiBavent Lris ordocumintimatione debitaetconfueta nomi- na vero monitorum et citatorum,ac dtem Jeu dies monitionum et executionum vefirarum, etquicquid alias inpraemiß feceriüs nobis, feu oßaahbus noßris praedMs vefiris literis praefentibus tram- fixis, liquide refcribatis vos Praefinmm execu- tores. Datum anno domini IVl. CC CC ir m craßino Beati Egidii Abbatis, N. 2.
Item tenor executionis jam dicli proceffus di-
nofcitur eße talis. Reverendo in chnßo 1 atri *c domino Frederico Dei gratia EpifcopQ nee non |
||||
288 AMSTERDAMS II. Deel.
Bylaa- venerabili et circumfpeclo viro Domino jfoannide
GEN ' Montfoerde eadem gratia Praepofito et Archidia- Lr. B. cono Traje&enß ego Wilhelmus de Backervoerde Clericus Notarius Publicus reverentiam et ohedien- tiam dehitas in mändatis, Noveritis me vcflrum mandatum cui haec meapraefens fcedula efl trans- ßxa in omni-fua forma, prout jacet, in fancl* fynodo generali Trajecli die infrafcripta celebra- ti, cor am cleri multitudine, ad diStam Synodum congregata in domo Capitulari majori eccleßae Trajecten fis fideüter f ore executum, monendo vi- delicet et citando omnes et fingulos in praefenti mandato comprehenfos et alias faciendo in omni- bus et per omnia juxta ejusdem mandati vefiri formam et tenoreni praefentium tefiimonio Lite- rarum figillo meo figillatarum. Datum et exe- cutum anno Domini MCCCCIV. in craflino beati Remigii mane hora Caufarum. N. 3.
Pofitiones et articulos infrafcriptos dam et exhi-
bent ac probare intendunt procuratorcs caufarum criminalium, et negotiorum Curiae et Archidia- coni Trajectenfis, feu Inßruclores, et pulfatores, ac promotores negotii inquifitionis praefentis aclo- res coram vobis Venerabilihus viris Dominis of- ficialibus Curiae et Archidiaconi Trajeftenfis prac- dictorum ad finem ut ipfis probatis feu ß per in- quißtionem hujufmodi vel alias inveneritis legiti- me 'Johanncm Johann is alias Heymensfoen, Ame- lium Jobannis, Lambertum filium jacobi Rey- neri, Henricum filium Johannis Deymans, Splin- terum bafiardum de Nyenrode, Nicolaum Putger filium Nicolai, Johannsm Laurentii, jfudocum Gerardi, Jacobum Coppenfoen, Magifirum Theo- dericnm Coppardi, Tsbrandum filium Petri , Wilhelmum diftum Dochde, Florentium Korjfs , Wilhelmum Florentii Korffs et Joannem Flor ent ii Korffis Laicos dhcefis et Archidiaconatus eorun- dem
|
||||||||
\
|
||||||||
.
|
||||||||
III. Boek. Geschiedenissen. 289
dem reos nocentes, et olmoxios, ipfosque conjuntlim ßYLAA
vel divifim crimina et facrilegium de quibus infru GEN dicitur et jequitur commifijje, eos corrigatis et^, ß. canonice puniätis , pro modo culpae ac deliclorum commijforum qualitate, et etiam ad alium quem cumque juris effeftum. et fuper bis petunt diclipro- curatores jeu promotores officii bujufmodi inquißtio- nem fieri et ad reddendum fingulariter fingulis po- jitionibus ac articulis praedidis et fubfcriptisper partem adverfam medio feu juramento compelli, et ulterius in ipfo inquijitionis negotio prout jus exiget et juflitia fuadebit ferti ac procedi. In primis ponunt ac articulantur et probarein-
tendunt procurator es feu promotores praedicti quod quondam bonae memoriae Dominus Wilbehnus Hru- nonisdiu ante mortem fuam et tempore mortis fuae, de quo infra dicitur, f uit et erat Presbyter, ac ba • bit urn et tonfur am presbyter ales deferre confuevitet detulitpalam et publice, quodque difto tempore et ante ipfum tempus in opido de Amfierdam dioecefis et Arcbidiaconatus praedi&orum moram traxit et habitare confuevit. et ficfuit di&um, babitum, et rcputatum , dicitur, babitur, et r&putatur, in ei- vi täte et dioeceßTraje&enß communiter et notorie. Item quod praefati rei nuper anno Domini
MCCCCIF'praefenti in craflino divifionis A- poflolorum aufu facrilego, Dei que timore poflba- bito et fatore malorum operum infligante diabolo praediètum quondam Dominum Wilhelmum quem Presbyterum effe fciverunt, feu fcire potuerunt in cimiterio Parocbialis ecclefiae dicti opidi de Amß»rdam perfonaliter exiflentem invenerunt, et invadendo per viohntam impreffionem de diSto cimiterio difcedere compulerunt, feueum invitum et renitentem abflraxerunt manusque in eundem Dominum Wilbelmum injeccritnt temere violentas ac gladiis, et culteUis fujlihusque et ceteris armis invaforiis in eodem cimiterio feu in platea publica diclae ecclefiae proxima injidiofe et miferabiliter Qcciderunt. II. Stuk. T hem
|
||||
2po AMSTERDAMS II. Boek,
F> YL A A- ^em 1u°d praefati fei fuerunt et punt graviter
gen et publice diffamati apud bonos et gr aves, idque Lr. B. clamorofa infinuatio ad veflras aures et pene om-
nium incolarum utriusqite fexus dicïi opidi de Amflerdam et hominum locorum vicinorum etcir- cumjacentium perduxit, quod ipfi quondam Do- minum Wilbelmum in craflino divifionis apoßolo- rum fupradi&o in quarta hora noclis vel circiter de diclo cimiterio per violentiam extraxerunt feu de eodem cimiterio difcedere per impreffionem terribilem compulerunt , noflrumque cum armis invaforiis in ipfo cimiterio, feu, utpraemittitur, in platea publica didae ecclefiae contigua lamenta- biliter occiderunt. Item in cafum et eventum quo clare et fufßcien-
ter per inqiiifitionem vel alias probari ac conflare non poffet , quod nonnulli ex eis praenominatis manusviolentas in dictum quondam Dominum Wil- belmum non injecerunt nee eum manibus propriis occiderunt, ponunt tarnen et probare intendunt proctiratores antedicli, quod praefati rei omneset finguli eum in perfonis propriis occiderunt vel f al- tem in ejus interfectione ad occidendum ipfum in- fuliofe et ex malo propofito opem vel operam et confilium dedertmt. Item ponunt et probare intendunt proctiratores
feu promotor es praedi&i quod alias per recolendae memoriae Dominum Archiepifcopum Colonienfem jam funtplures anni retroa&i in Confilio fynodali et poflmodumper bonae memoriae Dominum Hen- ricum Archiepifcopum Colonienfem ejusque fuffra- ganeos in confilio approbando inter alia flatutum fuit et legitime ordinatum, quod occifores vel mu~ tilatores Clericorum et omnes opem, operam feu confilium ad hoc adhibentes fingulis diebus Domi- nicis feflivis et non feftivis , campanis pulfatis, et candelis accenfis nominatim , quorum nomina fcientur , alioquin in genere excommunicati de- t nuncienttir, et ab omnibus artius evitandi, donec fufficienter fatisfecemnt, et a fede Apofiolica re~
die-
|
||||
lILBoEK. Óeschiebenissen. 491
dierunt abfoluti. Propt erea locus omnis, ad quem ]{YLAA.
venerint fit interdi&us, qüandiu ibi fuerint , et ÖEN per fequens triduüm, fi ibi biberint, vel comede-ij, B. tint, et per feptem dies ubi cos contigerit pernoc- tare, Caeterum fi nobiles fuerint, vel alii ter* ram ac jurisdicïionem , feu deßriftum habentes, infra tres menfes, non fatisfecerint, terra eorutn et deßri£tus ex tune fit ipfo facïo Ecclefiafiico fuppofitus interdiSto. prout in ecclefiae ßatuto fub titulo de occiforibus et mutilatoribus Clerico- rum evidentius et plenius continetur , quod inci- pit: item de occiforibus, ad cujus ßatuti teno- rem fe referunt procuratores fupradi&i. Item ponunt et probare intendunt per bonae me-
moriae dominum uuidonem epifcopum TrajeSten- fem in Cenfilio fynodali fuit provide ßatutum, et falubriter ordinatum , et fubfequenter per recolen- dae memoriae Dominum jfobannem episcopum le- gitime confirmatum ac approbatum. quoafi Pres- byter vel Clericus in civitate vel dioeceß Trajec- tenfi oeeidatur, nifi vel ille vel Uli quis Jurisdic- tion} mibi praefunt temporali infra menfem a die perpetrati deli&i enumerandum Deo et ecclefiae de tanto exceffu condignam , quantum in ipfis fuerit, procuraverint praeßari emendam , quod extunc illud territorium , officium , civitas^ vel opidum, in quo deliStum tale fuerit perpetratum9 etiamfi in eis plures fint ecclefiae eccleßaßico fub- jaceant int er diclo, prout in eadem ßatuto ferio- fius efi expreßutn quod ineipit 1 fi vei'O oeeida- tur, quod abfit, quod quidem ßatutum diftipro- curatores pofitioni et articulo interferunt, et pro inferto haberi volunt de verbo ad verbum. Item ponunt et probare intendunt, quod tdnt
Provinciale , quam Synodale ßatuta jupradi£ta fuerunt et funt notariae reeepta et ufitata a tem* pore aditionis ipforum in civitate et dioecefi Tra- jeeienfipraedi&is publice obfervata et hoaie com- muniter reeipiuntur , obfervantut, et ufitantur publice et notorie. T ft Item
|
||||
i$2 AMSTERDAMS II. Deel.'
Byla-v- Item potiunt articuïantur et probare intendunty
GtLN quodfcultetus feu judex temporalis ,confules et fca- Lr. B. bini dicli opidi de Amflerdamqui tempore di&ibo-
micidii in praefatum quondam dominum WilheU mum perpetrati, utpraefertur fuerunt, infra men- fem a dii commijfi delicli numerandum Deo, eccle- fiae,et vobis dominis officialibus antediclis de tau- to exceffu coridignam. quantum in ipfis fuerit, non procuraverint, fed omnes negkxerunt a praefatis reis praeflari emendam, et ponunt divifim. Item de praemiffts omnibus et fingulis fuit et efl
publica vox et fama in civitate et dioecefi Trajec- tenfipraedi&is et alibi, ipfaqu e fuerunt etfunt vera. Ex pramiffis probat is vel bis quae ad ea fuffi- ciunt, petunt dicli procurätores, feu promotor es, per vos Dominos Officiales, et vefiram fententiam pronunciari, dicerni, et declarari ,praefatos reos, tam vigore flatutorum ,et canonum contra violen- larum injeclores manuum in clericos, quam etiam ftatuti Provincialis, nee non ftatuti fynodalis con- tra Clericorum occifores editorum JupradiStorum excommunicationis fententiam, et alias poen as in ipfis flatutis defcriptas, damnabiliter incidiffe, eosdemque reos ufque adfatisfaclionem condignam excommunicatos publice denunciandos fore et per vos etiam denunciari ,nec non eos etiam alias Ca- vonice puniendos fuiffe et effe, et per vos corrigi et puniri ,praemijfa petunt iidem procurätores, feu promotores, conjun&im et divifim cum expenfis fa&is proteflando de fatisfaciendo, et quod prae- mi fa eis liceat emendare, corrigere, et alia de novo dare totiens, quotiens eis vifum fuerit expedite et cpportunum. N. 4.
Fridericus Dei gratia Episcopus nee non
Jobannes de Montfoerd eadem gratia praepofitus et Archidiaconus Traje&enfis venerabili viro et discreto domino Henrico Hombercb Qboriepifcopo et
|
||||
IÏÏ.Boek. Geschiedenissen. 193
et Canonico TrajeStenfi falutem in domino debi- Byla4>
tamqne diligentiam in commißs, Caufamfeu eau- GpN' fas, quam Jeu quas procuratores feu promotores l>:, B. Curiarum noßrarum a&öres movent, et jam du- dum cor am ofßcialibus noßris, quibus vices nos- tras in bac parte commifimus, donec eas ad nos duxerimus revocandas moverunt contra jFobannem filium jtobannis, alias Joannem Heynenffen,A- melium jfobannis, Lambertum filium jpacobi Rey- tieri, Heinricum filium 'Johannis Deymans, Splin- terum Baßardum de Nyenrode, Nicolaum baßar- dum quondam Simonis de Zaenden , Nicolaum Puinen filium Nicolai', jfoannem Laurentii, jfu- docum Gerardi, Jacobum Coppenfoen, Magißrum Tbeodericum Coppardi, Nicolaum Buze^ Gerar- dum Buze^Tsbrandumfilium Petri, Wilbelmum diftum Docbde, Florentium Korffs, Wilbelmum Florentii Korffs, ac ipforum in bac parte compli- ces , et fautores laicos reos de et fuper homieidio alias in bonae memoriae quondam Dominum Wil- belmum Brunonis Presbyterum in opido de Am- fterdam Dioeceßs et Arcbidiaconatus noßrorum praediftorum per eosdem reos ut dicitur petpetra- to, vices igitur noflras bujufmodi ad nos revocan- tes vobis de cujus indußria et legalitate plenam in domino fiduciam obtinemus in eo ßatu in quo jam funl et indeeifae pendent ex certis caufis ani- mum noßrum ad hoc moventibus,u/terius cognof- cendas, audiendas deeidendas, et fine debito ter- minandas cum omnibus et fingulis fuis ineidenti- bus , dependentibus, emergentibus , et connexis omnimodafque vices noßras in praemijfts tenore praefentium commifimus, donec eas ad nos duxe- rimus revocandas noßrarum teßimonio literärum. datum anno Domini MCCCCF. die Sabbatbi poß feßum Epiphaniae Domini, N. 5.
In Dei nomine amen. Pronunciamus et decerni-
T 3 mus |
||||
294 AMSTERDAMS IL Deel.
mus interhquendo nos in hoc caufa fore judicem
competentem , non obflantihus ex adverjo propo- fitis, et praefigimus hinc inde terminum pdfti- bus in hujusmodi caufa adprocedendum et procedi videndum videlicet ipfis reis in perfonam fui pro- curateris praedifti contra procura'tores adtoris praediclos dient fabbathi pofi f'eflwn beate Valen- fini proxime venturum ad contefiandam litemfu- per pofitionibus et articulis cum petitione fumma- rum pro parte diftorum procuratorum aclorum ipfis reis alias coram Fenerabilibus viris Dominis ojficialibus curiae et Archidiaconi Trajeêenfis oblatis, qua interlocutoria lata praefatus Cbrifii- anus procurator diclorum reorum quo fupra nomi~ ne proteftatus f uit et eft de gravamine et appel- lando. Datum et a&um anno Domini MCCCCP* feria quarta pofi feftum beatae Scbolafticae vir- ginis de mam hora caufarum. N. 6.
Frederictts dei gratia Epifcopus nee non Johan-
nes de Montfoerde eadem gratia Praepofitus et Arcbidiaconus Trajeclenfis Fenerabili viro et dif- creto Domino Henrico Honbercb Choriepiscopo et Canonico Trajeclenfi falutem. Cum veritatis m- titiafubferiptorum dudum caufamfeu caufas quam feu quas procuratores feu promotores caufarum criminalium Curiarum noftrarum adores move- bunt^ et movent Jobanni filio Jobannis alias Jan Heynensfoen, Amilio Jobannis , Lamberto filio Jacobi Reyneri, Henrico filio Joannis Dey- tnans, Splinter o de Nyenrode bafiardo, Nicolas Simonis de Zaenden, Nicoiao Putgens filio Ni- colai , Johanni filio Laurentii, Judoco Gerardi, Jacobo Coppenfoen, Magifiro Theodrico Coppardi, Nicoiao Buze, Gerardo ßuze, Tsbrando filio Pe- tri, Wilbelmo diclo Dochde, Florentio Korf, et Joannes Flor ent ii Korffs, ac ipforum in bac parte complkibus reis conjunetim, et divifim de et fuper |
||||
III.BoEK. Geschiedenissen. 295
homicidio nuper inperfonambonae memoriae quon- Bylaa-
dam Domini Wilhelmi Brunonis ,m opidodeAm~ GEN flerdam, Dioecefis et Arcbidiaconatus noftrorum Lt. B. per eosdem ut dicitur perpetrato vobis de cujus induflria et legalitate plenam in dtmino fiduciam geffmus et gerimus in eo flatu in quo pro tune cor am venerabilibus officialibus noflris ac commif- fariis in hac parte indecifae pendebmt ex certis caufis animum noflrum tune moventibus commifi- mus ulterius cognofcendas, audiendas, decidendast et fine debita terminandas cum omnibus etfingulis incidentibus, dependentibus, emergentibus et con- nexis otfinimodas etiam vices noflras in praemißis vobis nicbilominus committendo donec ad nos du- xerimus revocandos pront hoc in literis defuper confeSkis atlis hujufmodi caufae infertis plenius continetur. Cujus quidem commijftonis vigore ad nonnullos acutus judiciales, citra tarnen conclu- fionem > dicimini proceflijfe. Nunc autem ex certis caufis rationabilibus nos moventibus confulto deli- berati caufamfeu caufas praediEtas ad nos in eo Jlatu quo funt duximus advocandas et advocamus, vice/que noflras ut praemittitur -uobis commijfas tenor e praefentium ad nos revocamus. et nihil" ominus easdem c auf am feu caufas in co jlatu qua jam funt venerabilibus officialibus noflris prae- dicl;is committimus ulterius cognofcendas , au- diendas, et fine dehito terminandas, quos vobis ac omnibus etfingulis quorum intereft vel inte- rent infinuamus et notificamus ac ad veflram et cujuslibet eorundem notitiam deducimus et dedu* ei volumus per praefentes noftrarum teflimonio literarum. Datum anno Domini MCCCCy in craflino beatae Margaretae virginist |
||||||||||
T4
|
||||||||||
VER-
|
||||||||||
___
|
||||||||||
296 AMSTERDAMS II. Deel.
VERTAALING
der voorftaande zes Stukken.
N. i. „ T7redrik, door Gods genade, BifTchop
„ -*■ van Utrecht , en Jan van Montfoort, ,, door dezelfde genade, Prooft en Aartsdiaken ,j van Utrecht, aan onzen Provifoor en Deken „ van Amfterland, den Priefteren in Amfler- „ dam, in Haarlem,en allen onzen onderhoö- „ rigen Priefteren , Kapel]aanen en Kerkelyken, ,, welken ons tegenwoordig bevel ter hand ko- j, men zal; altoosduurend heil in den Heere ! ,, Gj zult weeten, dat ons, door 't gemeen ,, gerügt, en door het aanbrengen der voor- 3, ftanderenen bezorgeren onzer Geregtshoven, ,, ter ooren gekomen is, dat eenige kinderen „ der ongeregtigheid, te weeten, Jan Jans- y, zoon, anders Jan Heinenfen , Melis Jans- „ zoo», Lambert Jakob Reinierszoon , Henrik 3, Jan Deymanszoon , Splinter , Baß aard van „ Nyenrode, Klaas , Baflaard van wylen Simon 3, van Zaanden, Klaas Frey er Klaaszoon, Jan „ Laurenszoon, Joofi Gerritszoon, Jakob Kop- 9J penszoon , Mcefter Dirk Koppards , Klaas 3, Huze , Tsbrand Pieterszoon , Willem gezeid „ Dochde , Floris Korf, Willem Floris Korfs* 3, zoon en Jan Floris Korfszoon^ en eenige an- „ dere keken van ons Srigt en Aartsdïaken- 3, fchap, hunne medepligtigen en begunftigers ,, in deezen, in het loopende jaar des Heeren 3, een duizend vier honderd en vier, 's daags ,, na den Feeftdag van de Scheiding der Apds- ,, telen (*), door eene heiligfchendende ftout- 3, beid, met agterftelling van de vreeze Gods, „ en
(*) Dat is, na den vyftienden July.
|
||||
Hï.BöEK. Geschiedenissen. 297
5, en door äajihitfinge van den Duivel, den Va- Bylaa-
„ der van alle booze werken, den voorzieni- gen „ genHeer Willem Bruinszo on, Pries-L\ B. „ ter, dien zy op 't Kerkhof der Kerfpelkerke ,, van Amfterdam, in perfoon, aantroffen, ge- ,, weldiglyk aangevallen hebben, hunne wreede 3, handen moedwilliglyk flaande aan gemelden „ Heere Willem, Priefter, dien zy voor zodanig „ kenden, ten minften konden en moeflen ken- „ nen,alzo hy openlyk als een Priefter gekleed „ ging, en een gcfchooren kruin droeg; en hem, ,, met uitgetoogen zwaarden, bloote meffen, „ en verfchcide andere wapenen, deerlyk om- ,, brengende; na dat zy den gemelden Priefler „ op het zelfde Kerkhof en daar buiten, nog ,, verfcheide andere fnoode geweldenaarycn „ hadden aangedaan, gelyk het algemeen en o- ,, penbaar gerügt daarvan geloopen hadt; tot „ hoon van God ahnagtig , tot febande der „ Kerkelyken, met groot gevaar voor hunne „ zielen, tot ergernis vanveele Chriftgeloovi- 3, gen, en met veragting van de Provinciaal^ 3, en Synodaale regels en inzettiugen, die, in „ zulk een geval,'plaats hebben , en tegen hen, ,, die zulke en diergelyke dingen bedryven, ,, wyffelyk uitgegeven zyn: waardoor zy zig ,, aan de ftraffen en uitfpraaken, in de gemcl- ,, de regels en inzettingen voorgefleldenuitge- y, drukt, fchuldig en onderhevig gemaakt heb- ,, ben. Waarom wy ulieden in 't gemeen, en ,, elk van u in 't byzonder,uit hoofde der hei- 3, lige verbindtenis tot gehoorzaamheid, en op „ flraffe van fchorfinge en ban, ftiptelykbevee- 3, len , dat gy u, op 't zien van deezen , be- „ geeft, daar gy u, ter deezer oorzaake, be- 5, hoort te begeeven,en daar de tegen woordig- „ heid van ulieden, of van één uwer. vereifeht „ zal worden en daar, uit onzen gewoonlyken 3, lafl, de voorgemelde Jan, Melis, Lambert, „ Henrik, Splinter, Klaas, Klaas, Jan, Jooft, T 5 ,, J*
|
||||
s98 AMSTERDAMS II. Deel.
„ Jakob, Meefter Dirk, Klaas, Gerrit, Ys-
„ brand, Willem, Floris, Willem en Jan en „ anderen, wie zy zyn, die tot het voorge- „ melde eenigerhande fchuld hebben, en welker „ naamen u bekend zullen zyn, en die brenger „ deezes u, met naame en byzonderlyk, noemen „ zal, en de overigen in 't gemeen vermaant, wel- „ ken, en ieder van welken wy, door den inhoud „ deezes, insgelyks, vermaanen, datzy, bin- „ nen negen dagen, op deeze uwe vermaaning „ onmiddelyk volgende, van welke dagen wy „ hun en elk hunner, drie, voor den eerften, „ drie , voor den tweeden , en de overige drie „ dagen, voor den derden en laatften termyn „ en Kerkelyke vermaaning,betekenen enaan- „ zeggen , Gode, der Kerke en ons, van zulk „ eene fnoode ondaad en geweldige ftoutheid, „ eerlyke en fchuldige boete doen, en behoor- 3, lyke voldoening geeven: anderszins zullen „ wy, tegen hen , en tegen elk hunner over- „ gaan tot het Banvonnis der gemelde regelen, „ tot de verklaaring der inzettingen, en verder, „ zo als wy, naar de hoedanigheid • van zulk „ eene misdaad,met regt, zullen können,ten ,, ware zy eene kragtige reden konden bybren- ,, gen, waarom zy tot het voorgemelde niet ,, zouden gehouden zyn ; om welke reden voort 3, te brengen, te hooren, en om ons het voor- „ (taande verder ftukswyze te zien waar mafr- „ ken, wy dezelfde bovengenoemde misdaadi- „ gen, en derzelver medepligtigen en begunfti- „ gers, en ieder van hun ook byzonderlyk, ui- „ terlyk, voor ons te utrecht, zo wy daarte- „ genwoordig zyn, of anders voor onze Offi- „ ciaalen, die wy dan , in dit geval, in onze fte- ,, de ftellen, tot herzeggens toe, op den laat- „ Hen dag deezer vermaaning, zo zulks een 3, regtdag is , anders op den eerften regtdag ,, daarna, onmiddelyk op den gemelden laat- 3, ften d^g volgende, dagvaarden, tegen de voor- » ge'
|
||||
III. Boek. Geschiedenissen. 299
„ gemelde bezorgers onzer tïeregtshoven, en Bylaa-
„ tegen den bezorger van deeze zaak in 't by- gen „ zonder, die toonen, ontvangen, en doen zul- L*. B. ,, len,'t gene de orde van het Regt zal voor- ,, fchryven, met de vereifchte en gewoonlyke i9 aantuiging. De naamen der vermaanden en ge- ,, daagden zult gy, uitvoerders van dit bevel, „ nevens den dag of dagen uwer vermaaningen „ en uitvoeringen, en wat gy verder in 't voor- j, gemelde zult gedaan hebben, aan ons, of aan ,, onze voorgemelde Officiaalen, met uwe brie- „ ven , door den tegenwoordigcn gefteken , „ duidelyk overfchryven. Gegeven in 't jaar „ des Heeren M. CCCC. IV., 's Daags naS. Egidius-dag (f). N. a.
„ Voorts, blykt, de inhoud der uitvoeringe van
„ 't reeds gemeld« geding zodanig te zyn: ,, Aan den eerwäardigcn Vader in Chriflus,
v den Heere Fred rik, door Gods genade, y,* BuTchop , en den eerzaamen en voorzigtigen „ Heere, Jan van Montfoort, door dezelfde ge- „ nade, Prooft en Aartsdiaken van Utrecht. Ik „ Willem van Backervoerde, Klerk, openbaar „ Notaris, de vereifchte eerbiedenis en géhoor- „ zaamheid aan uwe bevelen. Weet, dat ik uw- „ lïeder bevel, door welk deeze myn briefge- ,, deken is, in zynen volkomen vorm, zo als „ het legt, inde heilige algemeeneSynode, te 5, Utrecht, op den ondergefchreeven dag gehou- „ den, voor de menigte derKerkelyken, inde j, gemelde Synode vergaderd, in het Kapittel- „ huis der Domkerke van Utrecht, getrouwelyk ,> ter uitvoeringe gelegd heb, vermaanende en j, daagende, naamlyk, allen en een iegelyk, 9, die in het tegenwoordig bevel vervat zyn, en „ ver-
(T) Dat is, na den eetften September.
|
||||
300 AMSTERDAMS II. Deel.
Bylaa- jj verder alleszins en in alles handelende, volgens
gen }•> den vorm en inhoud van het zelfde uwlieder Lr. B. j, bevel, 't welk ik, door deezen brief, met „ myn zegel bezegeld, getuige. Gedaan en uit- ,, gevoerd in 't jaar des Heeren M C C C CIV. „ 's daags na S. Remigius-dag (4), 's morgens „ op het uur der Regtspleeginge. N, 3. . ;.
„ De Procureurs der Crimineele en andere
\, zaaken van het Geregtshof en Aarts-Diaken- „ fchap van Utrecht, of Inftruéteurs en bezor- „ gers, als eifchersin het tegenwoordig pleit en „ onderzoek, geeven, vertoonen, en tragten te „ bcwyzen de ondergefchreeven Reilingen en „ punten, voor ulieden, eerzaame mannen, „ Heeren Ofïïciaalen van het Geregtshof en „ Aartsdiaken fchap van Utrecht voorgemeld, „ ten einde dat, wanneer dezelven beweezen ,, zullen zyn, of wanneer gy,door onderzoek 3, of anderszins, bevinden zult, dat Jan Jans- „ 200», anders Heinenszoon, Melis Janszoon, 3) Lambert Jakob Reinierszoon , Henrik Jan j, Deyman szoon, Splinter, Baflaard van Nyen- ,, rede, Klaas Putger Klaaszoon, Jan Laurens- „ zoon, Jooß Gerritszoon, Jakob Koppenszoon, „ Meefter Dirk Koppards ,TsbrattdPieter szoon, „ Willem, gezeiä Docbde, Floris Korfs, Willem „ Floris Korf szoon en Jan Floris Kor f szoon, Lee- „ ken van het gemelde Stigt en Aartsdiaken- „ fchap, wettiglyk aan dezelven fchuldig ge- „ bleeken zyn , en dat zy gezamentlyk, of af1 „ zonderlyk, de misdaaden en de heiligfchennis, „ waarvan onder en in 't vervolg gefproken zal j, worden, begaan hebben ; gy dezelven berispt, j, en kerkelyk ftraft, naar maate der fchuld, 5, en der hoedanigheid der misdaaden, en ver- „ der
(J.) Dat is, na den ceiften O&ober.
|
||||
II!.Boek. Geschiedenissen. 301.
„ der tot alle zulke einden, als naar Regten. En Byxa/
j, hierop verzoeken de gemelde Procureurs en gen j, bezorgers van dit Officie dat onderzoek mo-Lr. B. „ ge gefchieden, en dat zy, tot beveiliging der „ voorgedagte Hellingen en punten, hieronder j, befchreeven, door de wederpartye , onder „ eede mogen gebragt, en verder in het on^ „ derzoek zelf, zodanig gehandeld en voortge- ,, vaaren worden, als het Regt vorderen, en „ de Geregtigheid raaden zal. „ De gemelde Procureurs en bezorgers ftel-
„ len, vooreeril,en maaken zig llerktebewy- ,, zen, dat wylen Heer Willem Bruimzoon, ,, goeder gedagtenuTe, lang voor zynen dood, ,, en ten tyde van zynen dood, waarvan onder „ gefproken zal worden, een Prieiler geweeft „ is, en was, het kleed en den kruin van een „ Prieiler gewoon was te draagen, en openlyk „ gedraagen heeft; dat hy, in dien tyd, en voor „ dien tyd, in de Stad Amllerdam, in het voor- „ gemelde Stigt en Aartsdiakenfchap gelegen, ,, zig opgehouden, en gewoond heeft, en dat „ hy als zodanig gekend, benoemd en gehou- „ den geweefl is, gekend, benoemd en gehou- ,, den wordt,in 't gemeen en by allen, in de „ Stad en in het Stigt van Utrecht. „ Voorts, dat de voorgemelde befchuldigden,
„ onlangs , in 't loopende jaar des Heeren, „ M C C C CIV,, 's daags na den Feelldag van „ der Apoltelen fcheiding, door eene heilig- „ fchendige lloutheid, met agterltellinge van „ de vreeze Gods, en door aanhitfinge van den „ Duivel, den Vader der booze werken, wy- „ len den voornoemden Heer Willem, dien zy „ willen, of weeten konden een Prieiler te zyn, „ op het Kerkhof der Kerfpelkerke van de ge- j, melde Stad Amllerdam, daar hy in perfoon „ llondt, hebben aangetroffen, en hem, ge- „ weldiglyk aanvallende, gedwongen hebben, „ van het gemelde Kerkhof af te gaan, of hem, „ zyns
|
||||
I
|
||||||
3o2 AMSTERDAMS II. Deel.
„ zyns ondanks, en terwyl hy 'er zig tegen kan-
„ tede, daar van getrokken hebben; waarna zy, „ ftoutelyk, geweldige handen aan den zelfden „ Heere Willem hebben gelegd, en hem, met „ zwaarden, mefTen, (lokken en ander geweer, j, op het zelfde Kerkhof, of op de openbaare „ ftraat, naaft aan de gemelde Kerk, liftiglyk „ en jammerlyk, hebben omgebragt. „ Voorts, dat de genoemde befchuldigden,
„ zwaarlyk en openlyk , befproken zyn, by „ vroome en deftige luiden, waarvan 't ge- „ rugt tot uwe ooren, en tot die van bynaal- ,, Ie de inwooners van beide de kunnen van „ de gemelde Stad Amfterdam, en van de in- „ wooners der naafte en omgelegene plaatfen ,, gekomen is, dat zy, naamlyk, wylen Heer „ Willem, 's daags na den Feeildag van der „ Apoftelen Scheidinge bovengemeld, ten vier „ uuren in den nagt, of daaromtrent, met ge- „ weid , van 't gedagte Kerkhof gerukt, of, ,j door geweldig dringen, genoodzaakt hebben „ van het zelve af te gaan, en hem, met ge- „ weer, op het Kerkhof zelf, of, gelyk te voo- „ ren gezeid is, op de openbaare ftraat, digt ,, aan de gemelde Kerk, deerlyk hebben om- „ gebragt. „ Voorts, in geval het, by onderzoek of an-
„ derszins, niet klaar en genoegzaam bewee- s, zen, noch getoond mögt können worden , „ dat eenigen van de voornoemden geweldige „ handen aan wylen den gemelden Heer Wil- „ lern gelegd, en hem met eigen handen ge- „ dood hadden; zo ftellen nogtans de gemelde „ Procureurs, en maakcn zig llerk te bewyzen, ,, dat de voorgenoemde befchuldigden, allen „ in 't gemeen en elk hunner in 't byzonder, j, in eigener perfoon , hem, of gedood, of tot „ zynen moord, liftiglyk en met een boos op- „ zet, hulp en raad gegeven hebben. „ Voorts, ftellen de Procureurs en bezorgers
„ bo-
|
||||||
V , N
|
||||||
Iil.BoEK. Geschiedenissen. .303
>, bovengemeld, en maaken zig fterk te bewy- bylaa-
j, zen, dat door den Heere, Aartsbiffchop van GEN
39 Keulen, geëerder gedagtenhTe, reeds voor Lr. B.
>, veelejaaren,in eeneKerkelykeVergadering,
„ onder anderen, vaftgefteld , en wettiglyk ge-
,, ordonneerd, en naderhand door den Heere
„ Henrik, Aartsbiffchop van Keulen, goederge-
„ dagtenhTe, en zyne onderhoorige Bifïchop-
,, pen, in eene Synode, goedgekeurd is, dat
j, moorders of verminkers van Kerkelyken, en
„ alle derzelver helpers of raaders daartoe, op
„ alle Zondagen, zo feefltyden als anderen,
,, onder 't luiden der klokken, en met bran«
„ dende kaarfen, by naame , zo derzelver naa-
„ men bekend waren, en anders in 't gemeen,
3, in den ban gedaan zouden worden, en hun
3, alle Kerkelyke gemeenfchap ontzeid, tot dat
„ zy genoegzaame voldoening gegeven zouden
„ hebben , en door den Apoftolifchen ftoel
,, van den ban ontheeven zyn. Hierom zyn
3, alle plaatfen, daar zy komen, in den ban,
3, zo lang zy 'er zyn; en drie dagen daarna ,
„ zo zy 'er gedronken of gegeten; en zeven
„ dagen, zo zy 'er vernagt hebben. Wyders ,
„ zo zy edelen zyn, of anderen , die ecnig
3, land, regtsgebied of ftreek bezitten, en bin-
„ nen drie maanden geene voldoening geeven,
„ zo is hun land of regtsgebied, daadelyk en ter-
3, ftond, aan den Kerkelyken regtsban onder-
„ worpen; gelyk, in de Kerkelyke inftelling
„ van de doodfiaagers en verminkres der Kerkt-
„ lyken, klaarder en volkomener vervat is ,
3, welke begint: Voorts van de Doodflaagers;
„ tot den inhoud van welke inftelling , de
3, voornoemde Procureurs zig gedraagen.
3, Voorts, ftellen zy,en maaken zig fterk te
„ bewyzen, dat, door Gay, Bijfchop van U- „ trecht, goeder gedagtenifïè, in eene Kerke- ,, lyke Vergadering, voorzigtelyk vaftgefteld , „en gunftiglyk geordonneerd, en in vervolg |
||||
304 AMSTERDAMS IL Deel.
Bylaa- 5, van tyd, doorBiflehopjfan van geëerder ge-
GEN „ dagteniffe, wettiglyk bekragtigd en goedge- Lr. ß. „ keurd is, dat, indien een Prieïter of Kerke- ,, lyke, in de Stad of in 't Stigt van Utrecht, ,, gedood wordt, en hy, ofzy, die aldaar het „ weereldlyk bewind in handen hebben, bin- „ nen eene maand, te rekenen van den dag af, „ dat de daad begaan is, Gode en der Kerke, „ wegens zulk eene euveldaad, zo veel in hun „ is, geene wettige vergoeding hebben doen „ geeven; van dien tyd af, dat gewed: , am- j, bagt, llad of vlek, waarin zulk eene mis- ,, daad begaan is, al fchoon in dezelven ver- ,, fcheide Kerken mogten zyn, onder't Kerke- ,, kelyk interdict vervallen, gelyk ernftelyker ,, en uitvoeriglyk vervat is, in dezelfde inftcl- j, ling, welke begint: zo hy gedood-worde, H ,, welk God verhoede: welke inftellingde gezei- a, de Procureurs, van woord tot woord, in ,, hunne (telling en artikel invoegen, en voor j, ingevoegd gehouden willen hebben. ,, Voorts, Hellen zy, en maaken zigflerkte
,, bewyzen, dat, zo wel de Provinciaale als ,, Synodaale inftellingen, boven vermeld, blyk- j, baarlyk aangenomen en in gebruik geweeft, 9, en van den tyd van derzelver vairilelling af, „ in de Stad en in 't Stigt van Utrecht voorge-r j, meld, naargekomen zyn; gelyk zy nog te- ,, genwoordig, in 't gemeen, openlyk aange- j, nomen, naargekomen en gebruikt worden. „ Voorts, ftellen zy ftukswyze, en maaken
„ zig Iterk te bewyzen , dat de Schout, of wee- „ reldlyke Regter, de Bürgern eefters en de Sche- j, pens van de gemelde Stad Amsterdam, die „ 'er, zo gezeid wordt, waren, in den tyd van „ den gemelden doodflag , aan wylen den voor- „ zeiden Heere Willem begaan, binnen eene „ maand, na 't pleegen der genoemde misdaad „ te rekenen, Gode, der Kerke en Ulieden, „ Heeren Ofuciaalen voorgemeld, wegens zo „ grooï
|
||||
ÜLBöEK. Geschiedenissen. 305
„ groot ëene ondaad,zo veel in hen was,gee-Bvlaa-
,i ne gepafte voldoening verzorgd; maar allen, gen
„ en, gelyk zy Hellen, elk afzonderlyk, ver- ]>. B, „ zuimd hebben, de voorgemelde beichuldig- ,) den daar toe te houden. „ Voorts, is het, in' de Stad erf in het Sagt
„ van Utrecht en elders, bekend, by algemee- „ nen gerügte, dat al het voorgemelde, in 't „ algemeen en in 't byzonder, waarlyk gebeurd, „ en waar is. „ Uit hoofde van het vooraf beweezene, of
„ van het gene uit het zelve genoegzaam bewee- „ zen is, eifchen de gemelde Procureurs of be- „ zorgers, dat de voorgemelde befchuldigden, „ door Ulieden, Heeren Officiaälen, en door „ uwlieder vonnis, uitgefproken,. beflooten eri „ verklaard worden, zo wel uit kragte der in- „ Hellingen eri kerkregelen, tegen zul ken, die „ geweldige handen aan Kerkelyken Haan , als „ uit kragte der Provinciaale en der Synodaa- ,, Ie inzetting, tegen de doodflaagers der Ker- „ kelyken uitgegeven, en boven vermeld, ver- „ vallen te zyn onder 't veroordeelend vonnis j, van den ban, en van andere Hraffen, in dé „ in Helling zei ven befchreeven; en dat dezelfde j, befchuldigden , openlyk en door Ulieden, „ worden uitgeroepen, als in den ban gedaan; ,, ook dat zy anderwyze kerkelyk mogen ge- „ flraft worden, en zyn , en door u geflraft mo- j, gen worden. Het vöorHaande vorderen de „ gezeide Procureurs of bezorgers, geheellyk j, en gedeeltelyk, met de gedaane koHen; zy ,$ doen äantuiging wegens de voldoening der ji zelven, en dat zy het vöorHaande ook moJ „ gen verbeteren , en andere punten op nieuws M voorflellen, zo dikwils als het hun raadzaam! ,j en dienflig dunken zal.- |
|||||||
ÏI. Stuk.' V ft. 4«
|
|||||||
3o6 AMSTERDAMS 11. Dezi.
N. 4.
„Fredrïk, door Gods genade,Biflchop,
„ en Jan van Montfoort, door dezelfde gena- „ de, Prooft en Aartsdiaken van Utrecht, aan „ den eerzaamen en voorzienïgen Heere, Hen- „ rik Honbercb, Wybisfchop en Kanonnikvan „ Utrecht, heil in den Heere en de verfchul- „ digde naarftigheid, in 't uitvoeren van den „ opgelegden lafl! De zaak of zaaken, welke „ of welken de Procureurs of bezorgers onzer „ Geregtshoven , als eifchers. voortzetten , en, „ federt lang voor onze Officiaalen, welken „ wy onze plaats, in dit geval, hebben toe- „ vertrouwd, tot dat wyze wederom voor ons „ hebben willen betrekken, voortgezet hebben, „ tegen Jan Janszoon, anders Jan Heynenffen^ „ Melis Janszoon, Lambert Jakob Reiniers- „ zoon, Henrik Jan Deymanszoon , Splinter, „ Baflaard van Nyenrode, Klaas , Baßaard „ van wylen Simon van Zaanden, Klaas Pui" „ ficn Klaaszoon, Jan Laurenszoon, Joofl Ger- ., ritszoon, Jakob Koppenszoon, Meefter Dirk „ Koppards, Klaas Buze, Gerrit Buze, Tsbrand „ Pieterszoon, Willem, gezeid Dochde, Flor is „ Korfs , Willem Floris Korfszoon , en hunne „ medepligtigen en begunfligers uit de Leeken, „ in dit geval, befchuldigd over den manflag „ aan wylen Heere Willem Bruinszoon, Pries- „ ter in de Stad Amfterdam , in ons voorge- „ noemde Stigt en Aartsdiakenfchap, door de „ gemelde befchuldigden , zo gezeid wordt, ,, begaan; wy dan, de gemelde zaaken voor „ ons betrekkende, flellen, by deézen, U, van „ wiens naarftigheid en getrouwheid wy een „ volkomen vertrouwen in den Heere hebben, „ uit zekere oorzaaken, onzen geeft daar toe „ beweegende , aan , om dezelven , in den „ ftaat waarin zy thans zyn, ea onbeflift han- » gen>
|
||||
III. Boek. Geschiedenissen. 307
„ gen, verder te kennen, te hooren , te be- Bylaa-
„ flhTen, en wettiglyk af te doen, met alles gen
<,, wat 'er tufifchen komt, van afhanjjt ,uit op- L*, B.
„ ryft, en gemeenfchap mede heeft, in 't al-
„ gemeen en byzonder,hoe ook genaamd,om
„ onze plaats in al het voorzeide te bekleeden,
„ tot dat wy dezelven, met onze brieven, we«
„ derom aan ons trekken. Gegeven in 't jaar
„ des Heeren M C C C C V. op Saturdag na.
„ het Feeft van Drie Koningen (*).
N. 5.
„ In den naam des Heeren, Amen. Wy
„ doen uitfpraak en bepaalen by voorraad, dat „ wy in deeze zaak bevoegde Regter zyn, „ niettegenfbaande het bygebragte van de ande- „ re partye; en Hellen partyen ter wederzyde „ dag in deeze zaak, om regt te doen, en regt „ te zien doen, naamlyk, den befchuldigden „ zelven, in den perfoon van hunnen voor- „ noemden Procureur, tegen de voornoemde „ Procureurs van den eifcher, op Saturdag na „ den Feeftdag van S. Valentyn [dat is, op „ den een en twintigften February] eerftkomen- „ de, om zig te verdedigen, op de {tellingen ,, en punten, met den eifch der penningen,o- „ vergeleverd, van de zyde der gemelde Pro- „ cureurs, als eifchers, aan de befchuldigden „ zelven, voor de eerwaardige Heeren Officiaa- „ len van het Geregtshof en Aartsdiakenfchap „ van Utrecht. Welke uitfpraak by voorraad „ gefchiedzynde, zo heeft de voorzeide Cbris- „ tiaan, Procureur van de gemelde befchuldig- „ den, in den naam als vooren, geprotcfteerd, „ zig bezwaard verklaard, en geappelleerd. Ge- „ geven en gedaan, in 't jaar des Heeren „ M C C C C V. 's Woensdags na den Feeftdag „ der
{*) Dat i», na den zesden January.
V a
|
||||
3o8 AMSTERDAMS II. Deel.
„ der H. maagd Scholaflica, 's morgens op 't
„ üur der Regtspleeginge. N. 6.
„ Fr ED rik, door Gods genade, BhTchop,
„ en Jan van Montfoort, door dezelfde genade, „ Proofl en Aartsdiaken van Utrecht, aan den ,, eerzaamen en voorzienigen Heere Henrik „ Honbercb, Wybisfchop en Kanonnik van U- „ trecht,heü! Naardien wy, met kennhTeder ,> waarheid van de ondergefchreevenen voor „ lang, de zaak of zanken, welke of welken 5J de Procureurs of bezorgers der ftrafbaare „ zaaken van onze Geregtshoven, als eifchers, „ voortgezet hebben, en nog voortzetten, tegen »> Jun Janszoon i aiviers Jan Heynenjfoon, Me- to lis Janszoon, Lambert Jakob Reinierszoon, „ Henrik Jan Deymanszoon, Splinter van Ny~ „ enrode v ßajlaard , Klaas Symonszoon van }, Zaanden , Klaas Putgens Klaaszoon, Jan „ Laurenszoon, Jooß Gerritszoon, Jakob Kop- „ penszoon , Meefter Dirk Koppards , Klaas „ B'ize , Gerrit Buze , Tsbrand Pietcrszoon, „ lViUe?n,geze\d Docbde* Flors Korfs en Jan „ Flor is Korfszoon en tegen hunne medepligti- „ gen in dit ge val, all en en elk in 't byzonder, j, beichuldigd, aangaande en over den mandag, „ die, onlangs > aan den perfoon van wylen „ Heer Willem Bruinszoon, goeder gedagtenis- „ fe, in de Stad Amlterdam, in ons Sägt en „ Aartsdiakcnfchap, door hen gezeid wordt be- „ gaan te zyn; aan U, van wiens naarftigheid „ en getrouwheid wy een volkomen vertrou- „ wen in den Heere hadden, en nog hebben, „ in den ftaat, waarin zy toen, voor de eer- j, waardige Heeren onze Officiaalen en Gemag- 3, tigden in dit geval, onafgedaan hingen, om v zekere redenen onzen geeft toen beweegen- „ de, hebben opgedraagen, om dezelven ver- „ der
|
||||
III Boek. Geschiedenissen. 309
„ der te kennen, te hooren, te befliflen, en Bylaa«
,, wettiglyk af te doen , met alles wat 'er tus- gen „ fchen kwam , van afhing, uit oprees, en ge- L% B. „ meenfchap mede hadt;zo hebben wy unog- ,, tans alleenlyk in onze plaats gefield, tot dat „ wy deeze zaaken wederom voor ons betrek- „ ken zouden; gelyk volkomenerblykc byde „ brieven , op het voorgemelde gemaakt en ,, gevoegd by de Hukken, deeze zaak betref- „ fende. OndertufTchen verdaan wy, dat uit ,, kragte van deezen lalt, eenige daaden van reg- ,, ten gepleegd zyn, zonder dat dezelven nog „ ten beflüite zyn gebragt. Doch nu vinden s> wy, om zekere billyke oorzaaken, on« be- ,. weegende, na ryp beraad , goed, de voorgc- „ melde zaak of zaaken , in den (raat waarin „ zy zyn, aan ons te betrekken gelyk wy doen, „ by deezen, onzen laft, u, als voorzeïd is, „ opgedraagen, by deezen, wederom intrek- „ kende. En niettemin draagen wy dezelfde j, zaak of zaaken, in den zelfden Haat, waarin „ zy nu zyn, op, aan onze eerzaame Officiaa- „ len voorgemeld, ora 'er verder kennis van ., te neemen, dezelven te hooren, en wettig- „ lyk af te doen: 't welk wy u, en allen en „ een iegelyk , die het aangaat, of aangaan zal, „ aankondigen en bekend maaken, en door on- ,. ze tegenwoordige brieven tot kennifTe van u „ en van een iegelyk hunner brengen, en wil- len doen brengen. Gedaan in 't jaa- des „ HeerenMCCCCV.'s daags na denFeeft- „ dag der H. Maagd Margareet (*). (*j Dat is, na den t.vintigften July.
|
|||||
V 3 V. C.
|
|||||
310 AMSTERDAMS IL Deel.
1/. C. A&e van Schout, Schepenen en Raaden van Am-
ßerdam, ivaarby Tideman Simonszoon, 23t- nen arm in Stads dienfl verhoren hebbende , van Heirvaart, Schot en Wagt vry verklaard wordt. Gegeven den agt en twintigften Ja- nuary des jaars 1421. W/Y Scoute, Scepene, en Rade der Stedc van
™ * Aemftelredamme doen cond eil te wete- ne allen luden, want die Stad vS. Utrecht, mit horen hulperen, orife ghenedigen he£, van Hol- land, efi der Stede van Ameftelredame ontfeit hebben, eil op deefe tyt onfe vyande fyn , ghe- liken zy op Sinte Jeronimus dach, lefl ghele- den, mit hoire machten, by den Reguliers Clocs- ter,voirder Stede voirf: ghecomen waren,om der voirf: flede te ouervallen, eß te winnen, tot des Biscops en tot hoir felfs behoef van U- ti'echt, geliken Tideman Symons foen, en an- ders goede Poirten van der fteede voirn: na hoi- re machten gerne ghekeert hadden, als fy dee- den. des der fteede BmT-Meyft' der fleede BufTe, die onder der uterfte moeien lach fcie- ten foude na die van Utrecht dair fy mit hoire wimppele biden reguliers fluyfe ftondé dair Ti- deman voirn: bi der BufTe flond, dair die buff- rneyft', een warfen ander warf touer op ley- de, mar die buffe niet laten en woude, wair bi dat een ander Perfone en Tideman voirf: een ander buflc voir die voirf: bufle die niet laten en woude dragen foude, om die te (lellen en te fcieten , als dat ghebuerde, alfoo dat der fteede Busmeyft' voirf: mit der haefte qua en hadde een ander kamer ghevullet , mit verf- fchen Crude, en leyde t' vuur opter voirf: buf- fe alfoo dat die bufïè liet, en Tideman voira* bi onghcvalle gheraect we vanden fteen aen fi- nen
|
||||
III.Boek. Geschiedenissen. 311
nen rechteren arme, die hi dair om nootzaken gYLA.
van finen liuen heeft doen affnyden, daer hi GEN zyn leuen lanc bi verleemt bliuen moet. Soo ^ j^ iefl dat vvy dat aen ghefien hebben, en hebben hem vander voirn: lleede wegen ghegeuen, en gheue mit deefen brieue den feluen Tideman Simons foen, dat hi fal fitten heirvairt vry, fcot vry, en waeck vry fyn leuen lanck, en niet langer duerende behoudelic dat hi gheuen fal kerc ghelt, efi anders onghelde , gheliken anden onfen der ftede poirtén. in oirconde de- fen brieue befeghelt mitten voirn: ftede fegele, hier aen ghehangen ghegheue opte achte efi twintichfteu dach in Januario, int iare ons hen Dufent vierhundert efi een en twyntich. Hier onder aan hing, aan een uit-
hangende Franchyne ftaarte, het Seegel der Stad Amfterdamme, in groenen wafle. Lr. D,
Brief v&n Izabblle , Hertoginne van Bour*
gondie, voaarby die van AmJUrdam, in per- Joon en goederen, bekommerd worden, ter oor- zaake van bet opbrengen en verbeurdverklaa- ren van eenige PruiJJyche en Lyflandfcbe Koop- vaardyfehepen. Gegeven te S. Quintin in Vermandois > den negenden Maart des jaars 1441. "V^fabel dochter des Conincx van Portugal by-
/ ■*■ der gracie Goides hartoginne van bourgon "van Lothr. van brabant en van Lymborch Grave van Vlaendren van Aitois etc 't gou- yernment hebben van mynen lieuen Hr, eil in fyn abfentie van allen fmen Landen ende Heerlichyden van hairwarde ouer , den drof- fart van brabant den admirael van der Zee den V 4 zouue-
|
||||
312 AMSTERDAMS II. Deeu
zouuerain bailiu van Vlaendren , ende voirt
allen andren droiïaten Rentmeyfters baillus, fcouten Tolnere ende andren Offiarien ende dieneren myns voirfz Hr fynre voirfz. Landen en eiken bezon der faluyr. Alfo die flede van Aemflelredame in den
Jare van achtefidertigcn leflleden in den maent van April Ie, by goetduncken en ouerdrachte van der Vroetfcap ende Rycheit van der felver flede, wtgemaict hebben ene grote vlote van vScepe mit luden van Coopmanfcapen ende dair toe mit luden van wapenen om die felve fche- pen en die coopmanfcip die fy dair in laden fouden te befcudden en te befcermen tegens haire vyanden die van den zes Wendfchen "ile- den van der doytfcher hanze, el oick die felue wter zee te wencken jndien dat fy malcander ouercommen mochten , In welker vlote fy ge- fet en geordineert hadden Capiteinen eil hoif- mans, die fy van der flede wege gefet eil ge- boden hadden die reyfe te doen fbe fin a!fo mitter feluer vlote wtgefeilt weflwairt vpter Zee en als fy vpter trade gecommen fyn, heb- ben aldair geuonden een vlote van fcepen gela- den mit Zoute en andre goeden, onder dewel- ke mede waren drie en tvvintich fcepen geladen mit gelyckercoopmanfcip, toebehorende coop- luden van Pruyfen eii van Lyflant, dair oic andre luden van veel nacien goeden in hadden altefamene toebehorend den Vrienden en gene vyanden onftr Landen van Hollant van Zeelant en van Vrieslant, Ende als fy dair inne geco-j men fyn en dier machtich wcfen hebben fy die genomen en die Scippers en Coopluden eerft doen gelouen ende zekeren hun na te zeylen en te volgen, dair fy voir zeylen fouden , latende Jïoir reyfe en meyninge die fy hadden wefl- wairts om coopmanfcip te varen, mer guamen wederome mitten voirfz drie efi twintich fche- pen in de Wyelinge in den lande van Zeelant, |
||||
ÏILBoek. Geschiedenissen. 313
dair fy wt horen eygen wille en bouen zeker ßyLA.
beuel en fulc mandement als van wegen mynsGEN voiriz heren by ons licuen ende geminden Heer Lr> r» van Santes doe gouwerneur der landen voiiTz prefent was, ende Heer van der Veere ;by den- welken myn voirfz heer verboodt, dat fy die voirfz fcepen noch goeden bueyten noch pair- ten en fouden, mar leggen in gewairder hant, die felue fcepen en goeden gebueyt efi gepairc hebben, wair om onfe geminde die heer van Santes voirfz, die by minen Heer ge weeft had- de, weder binnen der ftede van Middelburch comen wefende, by hem ontboot den Heer van, der Veere voirn:, ende fommige andre van Am- ftelredam, om van hun te weten by wat rede- nen die voirfz fcepen genomen en in die Wie- lynge gebracht hadden, die dair vp gaven fui- ken antwoirde als hun geliefde, en fo dat hy wael verftaen mochte an hoire antwoirden eil oick an dat gemeen gerufte, dat fy die fche- pen efi goeden houden boeyten ende pairten wouden het wair mit recht of fonder recht, doen vraechde hy vorder den Heer van der Veere als Rcntmeefter van Zeeland, hoe hy inder. faken na inhout van den voirfz mandement ge- daen hadde , diewelke dair vp verantwoirde t dat hy inder fake gedaen hadde hoe hy beft mochte, efi fo dat fy hun gelooft ende verfe- kert hadden, dair off te verantwoirde in recht en redenen dairt behoirt, feggende dat, hadde hy vorder inder faken willen procederen, die nemers waren in willen die voirfz fchepen doir te boren en in die gront te laten Om welke faken efi nemynge wille die landen van Hollant vanZelant efi vanVricslant fint dien tyt in ongun- ften geftaen hebben mit dien van Pruiflen ende van Lieflant, fo dat fy onder malcanderen nyet en hebben mogen vaeren noch keren tot nu, dat myn voirfz heer van fincn Rade mitten ge- deputeerden der lieden ende landen voirfz ger V 5 -ren:
|
||||
314 AMSTERDAMS II. Deel.
fent heeft ter dachv*: tot Coppenhaven in De-
nemarcken, om mit dien van Pruyflèn en van Lieflant efi oic andere Landen die bymyns he- ren onderfuk befcadicht hebben geweeft te da- dyngen up welker dachvaert overdragen ende befloten is minlike overdrachte ende dadingen daer onder and'e: punten dien van Pruyflèn van Lyflant en andren gelooft zyn te betalen zeker fomen van pennynge voir den fchade van den drie en twintich fcepen, mitten goeden voirfz, van welker overdrachte efi compofitie , myn voirfz. Heere en die Ridderfcap en fleden, die gene diefe gemakt hebben, grotelic bedangt hebben, van den arbeyt ende duechden, die fy dair in gedaen hebben, voir die gemeyn oiï> bair en waelvairt, efi. dat fy die landen alfo in rullen er\ vreden gebracht hebben, byden wel- ken coopmanfcip horen loip hebben mach ; Ende om hier toe te commen fo fyn die (lede van Amftelredamme en die hopmans van der voirfz vlote omboden gewefl, om rekeningen te doen van den voirfz fcepen ende goeden die fy dair wt genomen hebben, voir den rade Rid- derfcap eii fteden van Hollant, alfo fy fculdich waeren te doen ende gelooft hadden voiren en na up zeker dachvairt die in tyden voirleden up de voirfz nèmyngen byden heer van Santes voirfz , als Gouverneur gehouden was, dair vergadert waeren, die meeftendeel van al den Raden Eedelen Ridderfcip en goeden Heden der Lande van Hollant Zelant en Vrieslant voirn. zy geloofden wederkeringe te doen van den voirfz fcepen en. goeden up dat in tyden toeco- mende, bevonden worde, dat fy die mit rech- te nyet fculdich en waeren te hebben noch te behouden die welke dair gecomen fyn en een rekeninge overgegeven hebben , zeir miffelyc ludende,en diemen nyet en heeft willen laten lyden, noch fculdich en was te laten doergaen, om veel pointen die hun wael en befceidelic on-
|
||||
IIL Boek. Geschiedenissen. 315
onderwyft fyn , want fy die gelden rekenen bylaa-
eensdeels hun felue betaelt , eensdeels haren GEN luyden van wapen: ende eensdeels in der ftede lt, d. oirbair van Amftelredame , fonder bevel off concente van minen here. Ende want de ftede van Amftelredame aldus by gemene overdrach- te hem felven befculde gemaict hebben in der voirfz nemynge, fo is hun by den Rade Rid- derfcip en fteden voirfz voir ogen geleyt, dat fy een redelycke fomme veel mm dragende dan die helfte, die fy felve rekene ontfaen hebben- de , hoewael nochtans zy nochtans hoir ont- fanc veel te cleyn make hadden willen lene» en verleggen om dair mede inden eerden te vervallen, die gelden diemen upter voirfz dach- vairt tot Coppenhaven gelooft heeft te betalen, dair die dagen van betalmge airede off verfche- nen en gevallen fyn en dairom men fal moeten leyften mit veel Perfonen en Paerden, tot U- trecht en tot Hairlem tot myns Heren efifinne Landen groter ongenuechten , fcaempten eii fchanden, mar fy en hebben niet willen dair voir geven noch betalen, nyet jegenftaende die geloffte die fy gedaen hadden als voirfz ftaet. Ende dat meer is, boven dat fy mitten andren Lande, van al dat den oirloge ende nemynge anroeren mach, gebleven fyn an minen heren Ende bliven aldus mine voirfz her ende allen finen rade Ridderfcip ende fteden voirfz rebel eii ouerhoorch en en willen van all dat fy te- gen goe recht ende redenen genomen hebben nyet wederkeren noch berechten, dat in geen- rewys langer en flaet te gehengë mynen voirfz heren hy en wilre terflont inne voirfien als dat behoren zal, ofte anderfins de voirfz overdrach- te en traiftaet tot Coppenhaven gemaeckt wa- ren gefchepen dair by verbroken te fyn, 't wel- ke wair in groter verafteringe van de coopman- fcap eii die gemein waelvaert, daer in dat myn yoirfz heer efi wy immer inne vorfien willen, tot-
|
|||||
■
|
|||||
3i6 AMSTERDAMS II. Deel.
Iïtlaa- totter waelvaert van hun en fyn voirfz. landen
GEN waerom wy defe faecken aenfiende, ende oick L. D, in vordem iffen vander matroijen, nebben wy groten en rypen raede dair up gehadt, mitten raden myns voirfz heren by ons\vefendo, En- de naby deliberacien en goedancken oick dair up gehadt en ons bcteykent by den raden en flaten der voirfz landen van Hollant Zehnten Vrieslant gewillekoert en gcoirdineert, willen e oirdineren by defen onfen brieven, dat van nu voirtan alle die Poortren ende Inwoenren van Amflclredam voir.l: , ende desgelex haer leenen erven renten vervallen coopmanfeappen efi andre goeden hoedanich die wefen mogen hun toebehorende, waer die zyn leggen ofbc- vondc mogen worden, in alle myns voirfz hér landen van hairwaerden over, gearrefleert en upgehouden worden, beyde te water ende te lande hoir lyven gehouden in goeden en vaflen vangnhTen, en hoir goeden alfo gearrefleert, vercochte'n gepenyngt up dat des nootfy, by ordinancie eil goetduncken vanden rade van hol- lant voirfz ten tyt toe dat fy onderd nich we- fen en hun voegen füllen ter ordinancie vanden rade efi Haten der Landen voirfz, willen ont- bieden eii bevelen ercnflelic van wegen ons voirfz heren en eiken van u bezondcr, in hun felven en alfo hun toebehoirt, dat ghy de voirfz Poirtren en In woneren van Amflelredam, ende alfo wael hair voirfz leenen erven renten ver- * wallen coopmanfeippen ei ander goede wair ghy die vinden off gecrigen fult connen in uwenbe-
dwinc te water of te lande in myns voirfz heren landen van hairwairden antafl en vanget en fet in myns voirfz heren handen, Ende die voirfz Lenen Erven renten vervallen coopman- feippen en ander goeden vercoipt ende pennyn- gen ten oirbairlycflen dat ghy moicht om die pennyngen dair off commende beleit eil gege- ven te wefen in de voirfz compoficie en refli- tU'
|
||||
III. Boek. Geschiedenissen. 317
tucie Ende de I „iven en Perfonen. van den voirfz ßYLAAw
van Amttelredam fult ghy myns heren ge van- GEN gen n houden, fonder die te delivereren of te l . D. flaken in enigerwys ten tyt toe dat fy hun in onderdanicheyt en genoegen gefet füllen hebben als voirfz ftaet. Van welken Exploiten en exe- cucie te doen ghy en elc van u vernucht en be- taelt fult wefen, wael ende redenlyke, te we-1 ten, van de pennynge die daer ofcommen füllen ter ovdinancie van den rade voirf. En voirt fo füllen wy die ghene die de voirfz Lenen Erven renten of vervallen copen lullen fulke wair- nynge en brieven van hueren cope geven als behoren fal, by goetduncken van den rade voirfz. Voirt fo doet beveel ende verbodt van wegen myns voirfz. heren, dat rryernant wie, of van wat ftaet hy fy ond.<rfate van minen voirfz he- ren van fmert Landen van hairwairden alfe bra- bant vlaendrcn heneg. hollant zelant en vries- lant, en trecke tot Amftelredam noch dair- wairt voere noch van daer en hale enige Lyf- tocht goeden noch coopmanfcippen te water noch te lande noch mit hun en verkere coopmansge- wyfe noch anderfins in wat maniere het fy,ter tyt toe dat fy hun gcfubmitt: füllen hebben als voirfz ftaet, up dair off gecorrigeert te fyn by minen heren voirfz of by zynen rade van hol- lant, ende te verliefen endete verbueren fulke goeden of coopmanfcippen als fy dair voren of van danen brengen füllen, Ende van dcfeExe- cucie te doen en fyt in genen gebreken up al ghy en elc van umeynt te misdoen en te bruec- ken tegen minen voirfz heren die hun des an u houden ende verhalen foude alft behoirde. En- de up dat nyemant reden of onfculde hebben en mach, wt caufen van verfuymeniflen defe onfe voirfz ordinanc.e ende bevel te houden , ende oick up dat een yegelic voerhoedt ende befcermt moge wefen voirfcade, wy willen en. fcevelcR u als boven, dat ghy en elc van u dit onfè
|
||||||
3i8 AMSTERDAMS ILDeel*
onfe mandement doet kondigen en wtroepen iri
uwen bedrieve ter fteden en plaetzen dair men fulke en gelycke faicken plecht te kundigen en- de wt te roepen, ende oick om dat men van defen brieve tot veel en diverfchen platzen te doen mach hebben fo ontbieden wy u en beve- len voirder dat ghy an 't vydmus van defen fulke gelove draecht en gheeft, als totten Ori- ginale brieven. Gegeven finte Quyntins in Ver- mandois IX dach in maerte In 't Jaer ons he- ren CID CCCC een en veertich. Lr. E.
Extract uit het Buerfpraek-boek der Stad U-
trecbt van 1452, des Manendages nae Mag- dalene, zynde den vier en tnvintigßen July, waar by die van Amfierdam, door den brand veel geleeden hebbende , vry verblyf en bandêl te Utrecht ivordt toegefiaan. VVfant die ftede van Amfierdam, Got betert,
* " grote fcade van brande gehat ende gelede heeft, foo will die Raet van onfer Stad, aen- ziende armoïje ende onverwinlicke fcaije der poirteren ende ftede voirfcreve, gunnen ende believen allen den poirteren ende inwoenres der ftede voirfcreve, binnen onzer ftat ende ftac vryheit te comen, te marren ende te verkeren, ende hoir goede binnen onfer ftat te brengen, te gebruken, ende weder van her te halen , des hem tot hoire tymmeringe ende anders be- hoeft is. 1
|
|||||
V. F.
|
|||||
IILBoek. Geschiedenissen. 31p
Lr -p. Bylaa-
• & • GEN
Lr. f.
Brief, ivaarby Hertog Ka rel van Bour-
g o N D1 e bet inkomen van zyn Schoutambagt van Amflerdam en eenige andere Domeinen verpagt aan de Stad, die veertienduizend vier honderd Filips Klinkaarts aan Renten voor hem verkogt hadt. Gegeven voor Beauvais, den zeftienden July 1472. KA rel by der graden Goids Hertoge van
Bourgoengnen van Lothr. van Brabant van Lymburch ende van Lutfemburch Grave van Vlaendren van Artois van bourgoengnen pala- tyn van Henegouwen van Hollant van Zeelant ende van Namen Marcgrave des heiligen ryex. here van Vrieslant van Salins ende van Meche- len. Doen condt allen luyden alfoe onfe wel geminde ende getruwe Stede van Aemftelre- damme tot onfen zeer ernftiger begeerten en- de verfoecke nu tegenwoerdtlicken op ter fel- ver onfer Stede ende tot haeren groten lafte vercoft ende verfekert heeft alrehande perfonen zekere groite jairlicxe renten in fulker voegen als onfer voirfz: Stede van aemftelredamme dat alrebeft gelegen ende doenlic is geweeft omme tot hoeren minfte quetfe zonder enich ver- treek gerede penningen dair off gecregen te heb- ben ende heeft die felve onfe Stede by hoeren openen brieven in der jairlixer betalinge van van den felven renten alfoe by hair vercoft ver- bonden hair felven ende voirt die lyve ende goeden van allen hoeren poirteren ende inwoo- nerts ende van welker vercopynge der renten voirfz: ende den pennyngen dair aff gecomen on- fe voirfz: Stede van Aemftelredamme ons nu ter- ftont goetwillichlicken ende fonder eenich we- derfeggen gelevert ende overgegeven heeft in gereden pennyngen die fomme van veerthien duy-
|
||||||||
.. .
|
||||||||
32a AMSTERDAMS II, Deel.
duyfent ende vier hondert goede Philippus bouiv
goenfche Schilden geheiten clinckairts tot vyf-' tien witte ftuvers die voir dcfen tyt loip ge- hadt hebben eiken clinckairt gerekent ende die welke fomme van den pennyngen voirfz: wy geheelickcn hebben doenopbueren endeontfaen by onfen get'ruwen raidt ende rentmeeftcr ge- nerael van allen onfen financiën Pieter lanchals ende die onfer voirfz: Stede behoirlic acquyt dair afgegeven heeft om die felve pennyngerï terftont voirt behiert ende vuytgegcvcn te we- fen in onfen trefiicken nootfaken ende noodoir- baer van defer onfer tegenwoirdiger wapenyn- ge die wy van rechten noodswegen zeer groot ende coftelic hebben moeten opflellen ende dair wy felve in onfen perfoon mede fyn in den velde om by der hulpe Goids almechtich te wederftaen ende tot bekennnTe te brengen na onfen ganfïèn vermogen die gene die onfe ende onfer landen ende onderfaten vianden ende quaet willende fyn e ende overmits welker groter gunfbe Hefte ende onderdanige getruwic- heyt die ons onfe voirfz: Stede van Aemftelre- damme hier inne goedtwülichliken gedaenende bewyft heeft mit der daet wy wederomme ge- loeft ende toegcfeyt hebben geloverr ende toe- feggen mit defen onfen brieve in goeder trou- wen ende in Princhelicken woirden voir ons ende onfen oyren ende nacommelingen Graven ende Gravynnen van Hollant der felver onfer itede ende hoeren poirteren ende inwoonres wel ende ducchdelic weder te verwifTen te ver- fekeren ende te veftigen inende an onfen pro- peren vryen goeden ende demeynen tot der fomme toe van negenhondert philippus bour- goenfche Schilden geheiten clinckairts elc ftuc ten pryfe voirfz: goede vrye erflicke ende ewi- ge renten die onfe voirfz: Stede van Aemftel- redamme jairlicx opbueren ende ontfaen fall van den felven onfen goeden ende demeynen omme |
|||||
i
|
|||||
til.BoEK. Geschiedenissen, %it
hair fel ven ende hoeren poirteren ende inwoon- ByläA»
res in foe verre als die felve renten ftrecken GEn fallen jairlicx dair mede te mogen ontladen Lr. F» vryen ende quyten tot ewigen dagen van den jairlixen renten die zy duer onfe begeerte tot hoeren lallen vercoft heeft gelyC voirfz: flact behoudelic ende mit fuiken voirwairdeh dat wy off onfe oiren ende nacommelyngen gräven en- de gravynnen van Hollant onfe voirfz: goeden ende demeynen ende die renten van den ncgen- hondert philippus Schilden jairlix dair affcom- mende füllen mogen an ons loffenen afcopen ende beviïen niits dair voir eens betalende en- de vuytreyckendc onler voirfz: Stede van Aem- flelredamme die fomme van viertien duyfent ende vier hondert phillips bourgoenfche Schil- den 't ilue ten prife gelyc voirfz. flaet off an- der payment da*" dair voir goedt ende gancbair wefen fal in den tyt der betalinge ende dat wy oic als dan der felver onfer Stede betalen fül- len alle verfchenen onbetaelde renten na den beloope des tyts ende is te weten dät die voirfz: negen hondert Philippus Scilden sjaers alfoe" geextimeert ter lolfynge eiken pennynck sjaers mit zeftyn der felver pennyngen eens belopen juyfl die principale fomme van den viertien duyfent ende vier hondert Schilden voirfz: en- de want wy ymmer in defer fake uferen ende voirtvaeren willen mit onler voirfz: Stede vari Aemftelredamme tot goeder trouwen ende ter volcominge van onfer geloften voirfz: Soe ift dat wy dair omme vut onfer rechter wetent- heyt ende by goeder voirfienicheyt ende rype deliberacie van onfen raide bewyft ende in han- den gefielt hebben bewyfen ende in handen (lellen mit dezen zelven onfen brieven der fel- ver onfer ilede van Aemilelredamme die par- ceelen van onfen goeden ende demeynen hier na verclaert dats te weten der pacht ende in- comyngen van onfen Schoutambochte van Aem- II. Stuk. X fteh |
||||
322 AMSTERDAMS IL Deel;
Bylaa- ftelredamme voirfz: belopende op defe tytvier-
GKN hondert ende vyfftich ponden sjaers tot veer- L'. F. tich groiten 't pondt item een flucke lants ge- heyten wairderbroek ons jairlicx waerdich we- fende hondert zeffendetachtich ponden pay- ments voirfz: ende onfe fluyfe tot yppefloot en- de gelt op defe tyt in pachte elcx jairs zeven ende tachtich ponden tot veertich groit *t pondt gelyc voirfz: flaet om van den felven onfen goeden ende demeynen ende van den renten ende pennyngen jairlicx dair äff comen- de toe der fomme toe van den negenhondert philips Schilden voirfz: elcx jairs ende die on- fe voirfz: ilede jairlicx in hoeren proffyte op- bueren ende ontfangen fal , in zoe verre als die flrecken füllen te mogen betalen die voirfz. renten die by hair alfoe vercoft fyn geweefl tot fuiken dagen ende termynen als die felve onfe flede dair in verbonden is ende die ge- loeft heeft te betalen die welke bewyfingen van onfen demeynen ende renten voirfz. ingain ende begynnen fal op ten eerflen dach van au- gufto nu naiflcomende in die tegenwoirdige jair ende dair äff dat eerflejairvan der betalin- ge verfcheynen fal op ten eerflen dach van Au- guflo in den jaere 1400 dry ende tzeventich naifl- comende ende alfoe voirt van jaere te jaere en- de van termyne tot termyne geduerende den tyt in der maniere gelyc hier boven ende oic hier na verclairt flaet ende wy geloven in goe- der trouwen ende in princelicken woorden on- fen voirn: flede van onfen voirfz: goeden ende demeynen te doen ende laten hebben ende ge- nyeten die volcomen adminiflracie handelinge ende bewindt fonder yemant anders onfer we- gen hun dair af yet te bewinden in eniger wys, mer fal onfe voirfz: flede felve die voirgen: onfe goeden ende demeynen voortan mogen verhuyren ende verpachten tot onfen meeflen oirbaer ende proffyt mit kercgeboden ende an- ders |
||||
IILÊoek. Geschiedenissen. 323
ders gelyc dat gewoenlic is tot allen tyden als bYlaä-
dat gebueren ende behoeren fal om van jaere Gen te jaere ende van termyne toe termyne dair af L*. F. op te bueren ende tontfaen die voirfz: negen- hondert Philippus fchilden payments voirfz": ge- duerende alfoe lange ende ter tyt toe dat wy off onfe nacomelingen voirfz: die felve onfe de- meynen ende renten an ons geloffent gevryet ende afgecoft füllen hebben eiken pennynck zeftien belopende ter fomme van viertien duy- fent ende vierhondert philips fchilden voirn: ende dat wy voirt alle die afterftallige onbe- taelde renten na den belope des tyts volcome- licken betaelt ende onfe voirn: flede ende alle hoeren poirteren ende inwoonres wel endé duechdelick dair af genuet ende gequyt fulleri hebben behoudelicken dat onfe voirfz: Stede van onfen goeden ende demeynen voirfz: jair- licx goede rekenynge doen ende dat overfchot boven den negenhondert fchilden sjaers indien! dair eenich is leveren fal in handen van onfen rentmeeiter van Kennemerlant in der tyt we- fende mits van hun jairlicx nemende fyne be- hoirlike quitancien ende die welke onfe rent- meefter voort gehouden wefen fal ons dair aff jairlicx goede rekenynge ende bewys te doen als dat behoeren fal ende wairt fake dat onfe goeden ende demeynen voirfz: hier naemaels tot eniger tyt alfoe vermindert ofte verarcht worden zoe dat ze jairlicx niet en fouden mo- gen flrecken tot der fomme toe van negenhon- dert philips fchilden voirfz: foe hebben wy ge- loeft ende geloven als boven onfer voirfz: fle- de dair aff wel ende duechdelic te verwhTen te Veftigen ende te verfekeren in anderen onfen properen vryen goeden ende demeynen tot ful- ker fomme toe als onfe voirfz. goeden ende de- meynen verarcht ende vermindert füllen wefen off daer en boven ende dat tot allen tyden als dat gebueren fal, ende wairt dat by ons eenich X a ge«
|
||||
324 AMSTERDAMS IL Deel.
Btlaa- gebreck off vertreck gefchiede in der bewyfin-
GEN ge voirfz: foe bevelen wyonfenrentmeefter van Lr. F. Kenmerlant in dertyt wefendedathy derfelver
onfen llede jairlicx van anderen onfen renten ende incommingen binnen zynen bedrive vuytreycke ende betale alle 't gene dattcr jair- licx gebreken fal an onfen voirfz: goeden ende demeynen tot der volre betalynge toe van den negen hondert philippus Schilden sjairs voirfz: off dat by gebreck van dien onfe voirfz: ftede die gebreken ende vermyndertheyden van on- fen demeynen voirfz: jairlicx fal mogen felve inhouden ende ons afcorten van onfen anderen incomyngen die ons die felve onfe Hede jairlicx fchuldich wefen fal fonder enich verbueren off fonder meer beveels van ons dair äffte verwach- ten ontbieden dair om ende bevelen onfen lie- ven ende getruwen Stedehouder ende luyden van onfen raide in hollant onfen luyden van on- fen fynancien ende rekenyngen onfen rentmees- teren van hollant onfen Schout van Aemftelre- damme voirfz: ende voort allen onfen anderen dïenaeren officieren ende onderfaten in der tyt wefende ende eiken van hun byfonder dien de- fe faken aengaen mogen dat fy onfervoirn: He- de van Aemllelredam van den inhouden van defen onfen brieve ruftelicvredelic ende volco- melyc doen gedogen ende laten gebruycken ende genieten fonder hun luyden dair in te doen off te laten gefchien heymelic off openbair enigen hinder off Ietfel ter contrary want ons belieft ende willen dat alfoe gedaen te wefen niettie- genltaende enigen brieven van reflridlien offor- dinancien hier voirtyts gemaict of namaels tc maken op 't ftuc van onfen demeynen ende fi- nanciën ter contrary van des voirfz: ftaethoeda- nich dat fe wefen mogen dewelke wyin defer fake niet en willen enige ftad te hebben off ef- feét te forderen in eniger wys ende om dat wy in princhelüten woii'den ende vuyt onfen vryen wille
|
|||
III. Boek. Geschiedenissen. 325
wille ende rechter wetentheyt geloeft hebben Btlaa
ende noch geloven voir ons ende voir onfen oi- gen ren ende nacomelyngen Graven ende Gravyn- L*. F. neu van Hollant onfer voirfz: ftede van Aem- ftelredamme alle punten ende voirwairden hier boven gefcreven te famen ende elk van dien by- zonder wel ende volcomelic te houden ende doen houden onverbroken ende fonder enich gebreck dair in te laten gefchien foe hebben wy in kennhTe der wairheyt onfen Zegel aen de- fen brieff doen hangen gegeven in onfe parck voir der Stede van Beauvais in 't jaer ons Hee- ren duyfent vierhundert twee ende tzeventich op ten zeftienden dach in Julio (In de plye Hond)
By mynen Heer den Hertoge ghy die proeft van fmte donaes te brugge die prothonotaris van Elïgny meeftre Thomaes Malet ende andere tegenwoirdich (was get:)
Grus.
(In dorfo ftond) Des commis fur Ie fait des demeines et finan. de monfr: Ie duc de bourgnc: et de brabant confentent et accordent en tancque en eulx eft Ie conteinue au blanc decet effeét interine furny et acomply felon et per la forme et ma- niere que mon dit Sr Ie duc la veutz et mande eftre fait per icelles fon fcript par Ie Seing manuel...... (Hyr aen hingh)
Je Pierre lanchals Confeillier etreceueur gene-
ral de toutes les iinances de monf,. Ie Duc de Bourgne confelTe avoir receu des bourgmaiftres efcheuins et confeil de la ville daemftredam- me la fomme de dix mille huit eens livres du prixdeXL gros monnoye de flandrenlalivre X 3 pour
|
||||
3^6 AMSTERDAMS Gesch. II. Deel.
poiir la vendicion de neuf cens clincars de
trente gros du dit monnoye piece de rente par an nagaires vcndue par la ditre ville Daeiii- flredamme a la requefte et charge de mon dit Sr au deniers payez pour convertir au fait de mon office de laqnelle fomme de 10800 <■£. du dit pris je fuys content tesmoing mon faing ma- nuel cy mis le 9 Jour d'Aoufll'an mil 1472. CgetO
P. Lanchals.
(nog hing er aen) Copie getranflateert uten waelfche in duutfche.
JcPieter Lanchals raet endeontfanghergenerael
van alle de financie« myns ghenadichs Heeren shertogs van bourgoingnen kennis ontfaen heb- bende van ßuerchmeiflren Scepenen ende raet der flede van aemflredam de fomme van thien duufl acht hondert ponden van viertich groten vlaems 't pont voor die vercopinghe van 900 Clincars te dertig groten der felver munten 't ftuc rente sjaers onlancx vercoftby der voorfz: ftede van aemflredam ten verfoecke ende lafle myns voorfz: beeren in penninghen betaelt om te bekeeren in 't ftuc van mynder office van ivelker fomme van 10800^ ten pryfe voorfz: ie ben content des toorconden myn hanteykin hier onder gefielt den 9 dach in auguflo in tjaer ^uufl vierhondert twee ende tfeventich allens gheteyket P. Lanchals (onderfl:)
Defe tegermroir<ligs Gopie getranslateert
is in fubflanciegecollationeertendecon-
cordeerttegens die oroiginale des thalu^
fcymy (get:)
" • Podyc.
|
|||||||
Btlaa-
GEN
'Lr. F. |
|||||||
TWEE-
|
|||||||
TWEEDE DEEL.
GESCHIEDENISSEN VAN
AMSTERDAM.
________________________________—,------------------------------------------------------------------------------------j-1»
VIERDE BOEK.
Amsterdams Geschiedenissen,
van'''t jaar 1477, tot bet jaar 1506. |
|||||||||||
D
|
e Regeering der twee Vorftenuit den Aanwy-
Huize van Bourgondie, Filips en Ka- zing dat |
||||||||||
rel, die in magt en aanzien verre boven de de Her"
voorige Graaven uitftaken, was, in rrieer Filips'en dan één opzigt, nadeelig geweefr. voor de Karel, vryheid des Lands, der Steden, en der Stad hetLand, Amfterdam in 't byzonder. In 't Groot- de Ste~ Privilegie van Vrouwe Maria, waarvan wy, /jjjfter- terftond, nader gewaagen zullen, wordt uit- dam in 't drukkelyk toegeftaan, dat de Steden groote- byzonder lycx afgenomen ende inghehrokenwaren,indi-in ^er* verfche manieren, de Rechten, Privilegien, Cof- p^jjg. turnen ende Ufagien van den/elven Qa). En Her- gjen Ver- tog Filips hadt, reeds in 't jaar 1452, erkend, korthad- dat hy, by inadvertentie of anders, tot begee- den- ren ende vervolgen van -partyen, bier voortydts, H77* wel gegeven ende verleent hadt Brieven ende Mandamenten, contrarie ende tegen den Reeb' ten, Privilegien ende Vrybeden der goede Ste- den , (<0 Handv. bl. 7%. [ja.]
x4
|
|||||||||||
3*8 AMSTERDAMS IL Deel.
1477. den, tot haeren grooten hinder, ende achter-
deel , ende verkortinghe (b~). Het voorige ge- deelte deezer gefchiedenifle heeft oo'k doen zien, dat de Privilegien der Steden in't ge- meen, en der Stad Amfterdam in't byzon^ der dikwils gekrenkt geworden waren. Vrouw Margareet hadt beloofd, niet bui- ten de paaien van Holland, Zeeland en Weftfriesland te zullen oorloogen, dan by goeddunken der Ridderen, Knaapenen goe- de Steden; of zo zy 't deedt, dan zou men niet gehouden zyn haar in den kryg te die- nen , dan uit githfl: en vrywilliglyk (V). De Hertogen Filips en Karel hadden, by eede, beloofd, de Privilegien der Graaven en Graavinnen, hunne Voorzaaten, en derhal- ven ook dit Privilegie, te zullen houden. En desniettegenltaande wikkelden zy , en de laatfte inzonderheid , zig in uitheemfche oorlogen in, zonder bewilliging der goede Steden, die egter genoodzaakt werden, hen, met fchepen, manfchap en geld, te onderfteunen. Wy hebben gezien (d), dat Hertog Karel, in 't jaar 1472, Gemagtig- den naar Amfterdam zondt, om de Poor- ters te noodzaaken, tot het koopen van ren- ten, ten zynen behoeve, en ten lalle van de Stad. Doch de woorden van devolmagt zelve, die aan Schout ende Gerechte der Ste- de van Amßerdamme gerigt is, zyn zeer op- mcrkelyk. Hertog Karel, of e'igenlyk de Raad van Holland, Zeeland en Weftfries- land^ (*) Handv. */. 74. [28.]
(e) Zie hier voor, II Deel, II. Boek, tl. Ija,
\d) II, Deel, III. Boek,, H- z66.
|
||||
IV.Boëk. Geschiedenissen. 329
land, uit zynen naam,aangehaald hebben- 1477. de, dat de oorlog, in welken hy ingewik- keld was, hem in nood van geld gebragt hadt, vervolgt in deezer voege: Soe ifi dat wy u [Schout en Geregt van Amiterdam] daerom ontbieden, laßen ende bevelen,dat gy terfiont, ende fonder eenige dißmulatie of ver- treek, verftaet tot de voirfc. wapeningen; en- de omme die voirf. rente te coipen, van on- [ent wege, heerlicken bedwinget ende conflrin- geert, by allen behoorlicken wegen van be- dwange, die poirteren ende inwoonderen onfer voirf fiede van aemfierdamme , des machtig wefende, elc na den flaet van fynen goede , fonder ver dr ach, faveur ofte diffimulatie —• Ende daer van en zyt in genen gebreke, op al dat ghy ons duchtende fyt, ende op al foe hef als gy ons welvaert begeert, beveelende voirt allen den poirteren ende inwoenende onfer voirf. (ladt van Aemfierdamme dat zy u, dit doende, obedyeren, byfiant, volle hulpe ende aßfiencie doen fonder des te laten,up te vervallen in on- f e indignacie, ende al dat zy teghens ons ver- bueren mogen enz. (<?)• Men befpeurt, uit deeze woorden, dat men der Stad gecne vryheidliet, om in den oorlog, en in de koften des oorlogs, te bewilligen of niet. 't Verzwaar en der Beden, onder Filips en Karel van Bourgondie, hadt de Steden, en Amiterdam in 't by zond er ook genoodzaakt, tot het opftellen van nieuwe, en tothetver- zwaaren der oude excynzen op de mondbe- hoeften, waardoor de ingezetenen niet wei- nig (t) Oude Keik, Laait XVII.
X 5
|
||||||
330 AMSTERDAMS II. Deel.
nig gedrukt werden. Voorts, waren 'er,
te Amflerdam en elders, meer dan eens, buitengewoone veranderingen gemaakt in de Wethouderfchap: 't welk niet zonder kren- kinge der Privilegien kon toegaan: waarom de Graaven , in zulk eene gelegenheid, plagten te verklaaren, dat zulk eene onty- dige verzetting der Wethouderfchap den Steden geen hinder, prejuditie , ofte achter- deel doen , noch den Vorft eenich nieuw recht geeven zou (ƒ). Doch zulk eene verklaa- ring bewees ten volle, dat, in de buitenge- woone verandering derStedelykeRegeerin- ge, de Privilegien gekrenkt geworden wa- ren, 't Zal niet noodig zyn, in meer by- zonderheden, te toonen, dat zulks ook in andere opzigten gefchied was. Men zal 't genoegzaam können afneemen, uit de pun- ten van herftellinge der inbreuken, van wel- ker voornaamften wy, terftond, verflag zul- len doen. Zo dra de tyding van het overlyden van
Hertog Karel in Holland gekomen was, be- gonden de Hoekfchen, die nu, eenige jaa- ren agtereen , weinig deel gehad hadden aan de Regeeringe, alomme in de Steden het hoofd wederom op te fteeken. Doch de Kabbeljaauwfchen verzoenden zig wel haaft met hen. De Steden, te Haarlem, te Leiden en in den Haage, ter Dagvaart verfcheenen, beflooten, dat de twee par- tyen eikanderen noch van noch op 't kuifen zouden zoeken te helpen; maar de handen in
(f) Hatidv. van Oudcwatcr , hl. }Co,
|
|||||||||||
1477.
|
|||||||||||
De Ste-
den ver* zoeken hcrftel- ling der inbreu- ken van Vrouwe Maria. |
|||||||||||
f! -tWPR-^ï*,.. „.
|
|||||||||||
IV.Boek. Geschiedenissen. 331
in een flaan, om 's Lands oorbaar voor te 1477.
{laan, en herftelling der inbreuken op der Steden voorregten te verwerven van Vrou- we Maria, op de algemeeneDagvaart der Geweften, die te Gend was aangelegd (g). Men hadt, ten dien einde, een ontwerp ge- maakt van de punten, in welken men her- ftelling begeeren zou. De byzondere Ste- den , en onder anderen Amfterdam , hadden ook vaftgefteld , byzondere Privilegien van Vrouwe Maria te verzoeken. Te Gend, werdt den Afgevaardigden van Holland en Zeeland voorgehouden, dat de Vorflin hun- ne hulp noodig hadt, tegen Lodewyk den XI. j die zig reeds van verfcheide Steden, digtft aan Frankryk gelegen , hadt meefter gemaakt. Men antwoordde „ dat de Lan- „ den, zwaar gedrukt door de geduurige „ oorlogen, die Hertog Karel gevoerd hadt, „ eerder verligt dan meer belaft behoor- „ den te worden." Men voegde 'er by, „ dat 'er, federt eenige jaaren, merkelyke „ inbreuken waren gedaan op der Steden „ voorregten, en dat dezelven behoorden j, herfteld te worden, in geval men eenige „ hulp van de Steden zou denken te wag- „ ten te hebben." Kortom, men bragt, Zy ver- eerlang , te wege, dat Vrouw Maria den werven Landen, den veertienden Maart des jaars ^et.G?'00t* 3:476 [1477], hetGRooT-PRiviLEGiE J-j?1'' gaf, welks voornaamite punten hierop uit- kwamen: „ Zy zou hylicken ende eenen Voogd ende inhoud
„ man
($) Groote Chron. Divif. XXXI. Cap. +.
|
|||||||
v ~
|
|||||||
.. jft»„-.
|
|||||||
'
|
|||||||
332 AMSTERDAMS II. Deel.
1477. ,5 wä» kiefen, by raade ende goeddunken van het » ^er ^eeren van haaren bloede en van den zelve. „ Statten der Landen. Zy onthefte Hol- „ land van de Bede, in 't jaar 1475, aan „ Hertoge Karel toegedaan, en voor wel- „ ke Dordrecht, Delft, Leiden, Amflerdam „ en Gouda zig verbonden hadden. Den „ Steden en Landen werden, daarenboven, „ zekere ingewilligde vyfhonderd duizend „ Kroonen; en Dordrecht en Zuidholland j, in't byzonder zesduizend Klinkaartsjaar- „ lyks kwytgefcholden. Geene Ampten „ van Raad, Hoofd van den Raad, Grif- „ fier, Rentmeefter, DrofTaard, Kaftelein, „ Thefauricr, Dykgraaf, Baljuw of Schout, „ noch eenige andere ampten , klein of „ groot, zouden, door haar, anders dan „ aan inboorlingen, begeven worden. En „ niemant zou twee Ampten te gelyk mo- „ gen bekleeden. Zy zou, in haaren Raa- „ de van Holland, eenen Stedehouder, en „ agt gewoone en twee buit enge woone 3, Raadsluiden aanftellen, voor welken eg- „ ter geene zaaken, van welken de Gereg- „ ten der Steden en Dorpen kennis mogten „ neemen, ter eerfier aanleg, maar alleen ,, by appèls zouden mogen gebragt worden. „ Erfelyke zaaken zouden beregt worden, „ ter plaatfe daar't erf gelegen was;Leen- „ zaaken , daar zulks , naar Leenregt en „ oude herkomen, behoorde, en geeflely- „ ke zaaken, voor den Provifoor en De- „ kens. De onde Privilegien de non evo- „ cando, of, van niet dan voor zynen ge- 9J woonlyken Regter, te können betrokken j, wor-
|
||||
IV.Boek. Geschiedenissen. 333
„ worden, zouden fland houden. De Wet-
„ ten en Geregten, in de Steden Haarlem, ,, Leiden, Delft, Amfterdam^Gouda,Rot- „ terdam en Schiedam, zouden verzet wor-
„ den, gelyk ten tyde van Hertoge Filips, „ en eenige jaaren daarna y gebruikelyk ge- „ weefl was. Die van Dordrecht, Briele, „ Goereede en Middelburg zouden eene „ ordonnantie ontwerpen, waarnaar de Wet „ aldaar beileld zou worden. De Steden „ zouden, onderling, en met de andere Ne- „ derlanden , Dagvaarten mogen houden j, over Lands zaaken, als zy't goedvonden, „ zonder daartoe eenig Graaflyk verlof te „ behoeven. Men zou geene Ampten meer „ mogenverpagten ofverhuuren,de Schout- „ ampten uitgenomen, die aan, of ter be- „ geerte van de Steden, zouden mogen ver- „ pagt worden. Men zou geene nieuwe tol- „ len of andere lallen opzetten, noch de „ ouden verzwaaren, dan by goeddunken „ van de Staaten. De Landen en ingezete- „ nen zouden, by hunne Koopmanfchap, „ Neering, oude couftumen, vryheden en „ hanteering, bewaard worden. Men zou „ geenerlei oorlog aanvangen, dan by goed- ,, dunken der Staaten, en in zulk een geval „ zelfs, zouden de Edelen en Leenmannen „ niet verpligt zyn, buiten de paaien van „ Holland , Zeeland en Weftfriesland te „ dienen, en dat nog op 's Graaven redely- „ ke wedden en kollen. Zo de oorlog, bui- >•> ten goedvinden der Staaten, aangevan- „ gen werdt, zouden noch Edelen noch ,> Steden gehouden zyn , den Graave te ., die-
|
||||
334 AMSTERDAMS II. Deel.
„ dienen, onaangezien het tegendeel, ten
„ tyde van Hertoge Karel, bevolen, of in „ gebruik geweeft mögt zyn. De Graaven „ zouden, in alle open en beflooten brie- „ ven, de Duitfche taaie alleen gebruiken. „ Zy zouden geene bevelen uitgeeven, ftry- „ dig met der Landen of Steden Privile- „ gien; of deeden zy 't, zo zouden dezel- „ ven nietig en van onwaarde zyn. Elk „ zou zyne zeedriftige goederen mogen „ naar zig neemen, mids alleenlyk rede- „ lyk bergloon betaalende. De Makelaar- „ dyen en Excynzen, die de Steden, van „ ouds, gehad, of naderhand opgezet had- „ den, zouden aan dezelven blyven. De „ Kofteryen , Klerkambagten , Scholafte- „ ryen, Bodeambagten, Kamerbewaarders, „ Maaten en alle andere kleyne Officien, hoe- „ danigh die we/en moghen, welke, federt „ vyftig jaaren , door de Ridderfchap of „ Steden, begeven waren, zouden, voor- „ taan , door dezelven begeven worden, „ zonder in aanmerking te neemen, 't ge- 3, ne, hiermede flrydig, door de Hertogen „ Filips en Karel, gedaan mögt geweeft „ zyn. Men zou niet munten, noch de „ munt op- of afzetten, dan by raade van „ den Raad, en by goeddunken der Staaten. ,, De Graaven zouden geen zeggens hebben yy over de rekeningen van de inkomften en „ uitgaaven der Steden, die, naar ouder „ gewoonte, gedaan zouden worden. Die „ in de Graaflyke beden niet bewilligd hadt, „ zou 'er vry van blyven, al hadden fchoon „ de meefte Leden bewilligd. De Graaf „ zou
|
||||
IV.Boek. Geschiedenissen. 335
, zoiizyne bede in perfoon moeten komen 1477. „ doen, zonderde Afgevaardigden der Ste- , den buitens Lands te befchryven. Men „ zou, onder anderen by raade van de Stad Amflerdam, eene Ordonnantie maaken „ op de bewaaringe van den Friefchen dyk. Niemants goed zou , zonder ge- regtelyk vonnis , ten behoeve van den Graave, verbeurd verklaard worden. Elk mögt zyn ontftolen goed, met kennis van „ den Heer, [Schout of Baljuw] derPlaat- |
|||||||||||||||
fe, overal aantaflen. Geen der punten
van dit Privilegie zou geagt worden den byzonderen Privilegien of Coflumen der Steden nadeelig te zyn. Verders, zou het zelve onverbroken onderhouden, en |
|||||||||||||||
^ door de Graavinne, by haare inhuldigin-
ge, midsgaders door naaren Kanfelier en grooten Raad , en door haaren Stede- |
|||||||||||||||
55
5'
|
|||||||||||||||
houder of Overften Officier, bezwooren
|
|||||||||||||||
„ worden (/>>"
De korte inhoud deezer vermaarde Hand- Amfter-
vefle toont klaar genoeg, hoeveel belang £jJJ£^
de Stad Amflerdam moet gefield hebben, by^n.
in het verkrygen van dezelve. Ook heeft der Pri-
zyze, altoos, onder haare gefchreeven en vilegie
gedrukte Privilegien, plaats gegeven. Doch yaxnouwe
zy verwierf, in dezelfde maand van Maart, Maria
zonder dat de dag aangetekend wordt, een op het
Privilegie van Vrouwe Maria, ten haaren benoe-
byzonderen behoeve. Wy hebben, in 't J1^ der
voorgaande Boek (i), verhaald, dat Her- n^pe"
tog Filips, in 't jaar 1449, de benoeming
van
{b) Handv. BI. 77, [31.3
(i) Bladz, 140, |
|||||||||||||||
33<5 AMSTERDAMS II.D£E£.
van een dubbel getal tot Schepenen, voor
zeker getal van jaaren, gefield hadt aan de Vroedïchap, toen uit vierentwintig perfoo- nen beflaande, aan de drie Burgemeefters, die alleen een jaar gediend hadden en aan de zeven Schepens. Doch deeze fchikking was, ten tyde van Hertoge Karel, niet ag- tervolgd; en hieruit was veel misnoegen en tweedragt ontdaan in de Stad; flaande fom- migen naar de Regeering en't Schepenfchap, die door anderen gedwarsboomd werden. Vrouw Maria beval nu „ dat de zesendertig „ Perfoonen, die, ten deezen tyde, door den ,, Rykdom en Gemeente tot Raaden gekoo- „ ren waren, voortaan, de benoeming van „ veertien Perfoonen tot Schepenen zouden „ doen; en dat de verkiezing van zeven „ Schepens, uit die benoeming, door den „ Graaf, of deszelfs Stadhouder en Raa- „ den, gefchieden zou; en zo één der ge- „ koorenen binnen 's jaars aflyvig werdt, „ zou deszelfs plaats, op gelyke wyze, uit „ de overige benoemden, vervuld worden. ,, Zo één der zesendertigen ftierf, of zig „ van zyn poorterfchap ontvryde, zouden „ de overigen eenen anderen, in deszelfs „ plaatfe, kiezen: alles zonder benadeeling „ van de Privilegien der Stede om Burge- „ meeflers te mogen kiezen, die in volle „ kragt blyven zouden. Voorts, zou deeze „ fchikking, n^et üegts voor eenige jaaren, „ maar tot eewwighen daghen vafl ende van „ waerde blyven (k)." Doch
|
|||||
(k) Handr. H. io; [jo.]
|
|||||
tV. Boek. Geschiedenissen. 337
Doch eer dit Privilegie en de groote 1477;
Handveft nog verkreegen waren, was de De s ^ Regeering van Amfterdam bedagt geweeft verze- op de beveiliging der Stede, die , na 't o- kert zig overlyden van Hertoge Karel, en onder de ™n he^ zwakke Regeering eener minder jaarige Vor- ^fidéri. ftinne,zo wel als de overigeBourgondifche Staaten ^ blootftondt voor vyandelyke ori- derneemingen. Men zogt zig, om 't ge- vaar hiervan af te wenden, onder anderen, te verzekeren van het Slot te Muiden, welk van groot aanbelang was voor de Stad. Dit Slot was, onlangs, nog bewaard geweeft door Jan van Nyenrode. Doch de uitvoer- ders van zynen uiterften wil, Dirk Uiter- weer, Deken van Oude Munfter, Jan van ReneJJb) en Gerrit vanRyn, hadden't, na zyn overlyden, op laft en met bewilliging van Lodewyk van Brugge, Graaf van Win- ckefler, Heer van Gruithuizen, en thans nog Stadhouder van Holland, ingenomen, eii te bewaaren gegeven aan Dirk , Baflaard van Nyenrode, die 'er flegts vier of vyf man op gelegd hadt. De Wethouderfchap van Amfterdam, weinig beholpen met zulk ee- ne zwakke befcherming , kwam met de drie Executeurs overeen, dat zy, voortaan, het Slot, van wege de Stad, zou doen be- waaren, ten behoeve van Vrouwe Maria, en van 't gemeene Land, de verantwoor- ding deezer fchikkinge geheellyk op zig neemende, en de Executeurs, desaangaan- de,van alle zorg ontheffende (1). Op dee- zé
(1) Groot-Memoriaal N. I. f. 80 verfo en Êyka- II. Stuk. Y §!n
|
||||
333 AMSTERDAMS II. Dee&;
1477. ze wyze, verkreeg de Stad Amfterdam de
bewaaring van het Slot te Muiden, zonder dat my gebleeken is, hoe lang zy dezelve behouden hebbe. Te Am- Vrouw Maria Helde, ondertuiTchen, op gefeiSt ^en zesentwintigften Maart, Wolferd van geene Borfekn, Heer van Veere, tot Stadhouder buiten- van Holland en Zeeland aan. Ook werde gewoone \iet j-j0f -m fen liaage vervuld met nieuwe ringen6 R-aaden, onder welken ook was Meefïer Ja- de Re- kob Ruifcb (/), van welken naam, in't jaar geering. 1445, een Schout, en in 't jaar 1452, een Schepen van Amfterdam gevonden wordt, In fommige Steden, kwam, door opfehud- ding, verandering in de Regeering, raaken- de de Iioekfchen aldaar op 't kuiten (ni). Doch te Amfterdam, daar de gewoonlyke beitelling der jaarlykfche Wethoudeifchap, kort na dat men zekere tyding van de dood van Hertoge Karel gekreegen hadt, gefchied was, viel, ten deezen tyde, geene buiten- gewoone verandering voor in de Regeerin- ge:
(7) Groot-Plakaatb. III. Deel, bl. 644.
(m) Vaclcrl. Hift. XV. Deel, bl. i;+<?«r. gen&.A, Com me L in, die (bl. $17staat.)dit Üuk
ook te boek gefteld heeft, voegt 'er by, dat Vrouw- Maria de bewaaring van 't Slot te Muiden aan de Regeering van Amfterdam aanbevolen hadt. Doch hiervan blykt niets, in het ftuk zelf. Ook is 't omvaarfchynlyk, omdat dit ftuk, in 't Groot-Me- moriaal, tufïchen 22 January en 11 February 1477 geregiflreerd is, in welken tyd, Amfterdam nog niet met Vrouwe Maria gehandeld hadt. De Regeering zal zig dan, op eigen gezag, van het Slot verze- kerd hebben, zig flerk maakende, dat zy haar ge- drag wel zou können verantwoorden, daar 't ver- eifcht werdt. |
||||
iV. Boek. Geschiedenissen. 339
ge: 't welk, veelligt, toe te fchryven is aan 1477.
eenbefluit der Stad, om bet bewind te ver- deelen onder luiden van beiderlei aanhang. De Keuren van deezen tyd en andere Ken
ftukken bewyzen egter , dat Amfterdarri Vil'; thans niet geheel vry was van de ongere- ",. geldheden, van welken andere Steden zo >.,;. veel te lyden hadden. In Tanuary en Fe bmary, was het kwaadfpreeken van de Re geeringe, en 't misdoen derzelve met vvoor .,;" den of werken, by herhaalde Keuren, ver-" booden; die nog injuny vernieuwd werden («). Zekere Jan Bakker, hier ter Stede ge- ftraft en naar den Haage geweeken zynde, voer aldaar voort met de Burgemeefters te fmaaden en te dreigen: waarover de Regee- ring aan Stadhouder enRaaden klaagde,iri éenen Brief van den agttienden April dee- zes jaars ( 0). En twee dagen laater, werde afgekondigd, dat hy, die Albert Pieterszoon gekwetft hadt, zulks moeit aangeeven, of men zou 't regten als moord (p). Henrik Splinterszoon, Jakob Gerbrandszoon, anders Jakob Brouwer, en Willem Jakobszoon, an- ders Schipper Willem, verbonden zig, den dertiglten May, onder borgtogt van eeni- gen hunner vrienden, om, op een meet vari den Schout, ter Vierfchaar te verfchynen, en, voor dien tyd, binnen de Stad, geen rnes met een punt te draagen (q). En deri zevenentwintigften Juny werdt gekeurd^ dat, bui*
(n) Hanck. hl. $70.
(o) Groot-Mcmor. N. I. f; 87 vtrfii
h>) Ketirb. A. F. 90.
(jj Reurb. A. ƒ. 9c verf».
Y i
|
|||||
_
|
|||||
340 AMSTERDAMS II. Deel.
1477' kuiten ^ie van c^en Geregte, de zesenderti-
gen , derzelver knegten en 's Heeren of Schouts Dienaars, niemant eenigeharnafch, bogen, lange mejjen, of ander diergelyk ver- boüden geweer draagen mögt (r): al 't wel- ke doet zien, dat 'er ongeregeldheden voor- gevallen waren, en gevreesd werden, die de Wethouderfchap voorkomen wilde. Orde op Dc Koning van Frankryk, terflond na de 'cwaaken dood van Ilertoge Karel, de vyandlykhe- JP jö den tegen Vrouwe Maria hebbende aange- vangen, begon zig ook fterk uit te ruften ter zee (j). Men werdt, derhalve, in Hol- land , bedugt voor uitheemfchen oorlog, te water en te lande. Te Amfterdam, vondt 3nen geraaden, de weerbaare manfehap te doen wagt houden : en in Maart, werdt reeds afgekondigd, dat een ygelyck die by huus, tnde in der echtfehap was, off huusraet hieldt, 'waken zou onder fyn hooftmanfcap, datr by onder gefeten was, alfl hem gefeyt en- de die weet dair off gcdaen wart (t). Men vondt egter niet geraaden, voor cerft, een i- ge vyandlykheden te beginnen, en beval, ten zelfden tyde, niet op roof uit te gaan, dan met oorlof van den geheelen Gerechte en de XXXVI. («); en zelfs niet ooft- noch weftwaards te zeilen, dan na dat de gehee- le Gemeente daarin wederom bewilligd zou Üitras- hebben (V). Doch't leedt niet lang, of de Ste-
(t) Kcutb. A. f. 91.
(.<) Vf.lius Hooni, bl. *4. (tj Keurb. A. ƒ. ss verf«, (u) Id. ibid. (vj ld. ƒ. ü*. |
||||
IV. Boek. Geschiedenissen. 341
Steden van Holland , met naame Amfter- 1477, dam,bragten wel vyfendertig Oorlogsfche- . pen in zee, die de Franfchen noodzaakten, "^ ter naar hunne havens te rug te keeren. In July, troffen de onzen eene groote Kraak aan, die zy, den gantfchen nagt, vervolg- den, en eindelyk overweldigden. Nader- hand , veroverden zy nog wel agttien fche- pen. Ook vertoonden zy zig voor de ha- ven van Diepe, om de Franfche Vloot uit te' lokken tot eenen zeedag. Doch toen dit mislukte, ondernamen zy eene landing op de Franfche kuil, pionderden eenige Zee- dorpen, en keerden, rykelyk met buit be- kaden, tegen 't najaar, in de havens dee- zes Lands te rug (w). Ten zelfden tyde, werdt 'er een Beiland metFrankryk getrof- fen, welk, in 't volgende jaar, verlengd werdt (x). Doch, kort te vooren, hadden Amsterdam en andere Steden beüooten,tot eene uitruiling, ter beveiliging der Koop- en Haringvaart; waarin de Stadhouder en Raaden, uit naame der Graaflykheid, be- willigd hadden. De onkoilen, op dezelve vallende,.zouden wederom uit een Pondgeld op alle goederen gevonden worden (y). Maar 't fehynt dat het treffen der verlenginge van 't Beftand, welk kort hierop volgde,deeze uitruiling heeft doen agterwege blyven. Den Stadhouder, tegen den winter des De Am*
jaars 1477? bellooten hebbende het Hub fterdam-} (w) Groote Chron. JOivif. XXXI. Cap. ii, VELIUS
Hoorn, bl. 64. (x) Vadert, Hift. IV. Deel, hl. igo, :8z. (y) Ket^ib. A. ƒ. 97. Y3
|
||||
S4S AMSTERDAMS II. Deel.
T477. te Schagen te beleggen, ter oorzaake dat
^ 5 Albrecht, //f^r «a« Schagen, weigerig bleef, het1 Huis om aan verfcheide geregtelyke vonnifTen, te Scha ten zynen nadeele geweezen, te voldoen; gen win- werden de Poorters van Amfterdam, on- nen* der anderen, opontbooden, om in dit be- leg te dienen, 't Slot werdt terflond opge- geven, en Heer Albrecht eerft naar den Haage, en toen naar 't Huis te Medenblik gevoerd; daar hy, in Auguftus des jaars I480, overleedt (2). Maximi- VTrouw Maria, in de egt getreden zynde Maria6" met MAXIMILIAAN^ Hertog van Ooften- worden r.yk, en naderhand Keizer, werdt, eerft: ingehul- in Oélober, te Dordrecht, alwaar de ande- di§d- re Hollandfche Steden en ook Amfterdam befehreeven waren, als Graavin van Holland ingehuldigd (a). Doch 't liep aan tot in dß Lente des volgenden jaars, eer Maximiliaan, hier te Lande, als Kerkelyke Voogd en Mom- boir van Vrouwe Maria, voor Graave inge- 1478. huldigd, en erkend werdt. Op den derden April, kwam hy te Amfterdam, daar die van Muiden , Weesp , Amftelland, Wa- terland en Zeevankook befehreeven waren; Zybeves-en na dat men hem gezwooren en zynen tigen de eecj ontvangen hadt, beveiligde hy, den kien1 van v°Jëenden dag, alle de Handveften, door Amfter- de Graaven en Graavinnen , zyne Voorzaa- dam. ten, en door zyne Gemaalinne in 't byzon- der, aan Amfterdam en aan de andere Ste- den en Landen verleend (b). In den eed van
(z) Groore Ch?on, Tiivif, XXXI. Cap, is.
(a) Klepb. van üordr. 'by BaJLEN , il. 719. {bj Hanciv. l/L S4. Ii9-] |
||||
■—•«-' '■■
|
||||||||
r
|
||||||||
IV. Boek. Geschiedenissen. 343
van Hertoge Maximiliaan, die in de Stads i±j%,
Regiflers is aangetekend (c), is byzonder opmerkelyk, dat hy niet flegts belooft, in 't algemeen, alle de Privilegien te zullen houden; maar ook byfonder dat nywe priui- legye , gegunt ende verleendt den ghemenen landen van hollant,zeelant ende vryeslant ,&y onfe voirf. gefeüinne: met welke woorden, hy blykbaar ziet op het vermaarde Groot- Privilegie van Vrouwe Maria, waarvan wy den inhoud, hiervoor (d), te boek gefield hebben. De oorlog met Frankryk hadt Maximi- De Stad
liaan en Maria, korr hierna, in de nood- verkoopt zaakelykheid gebragt, om op de Steden van (J/*"^ Holland te begeeren, dat zy Lyfrenten op behoeve twee lyven voor hen verkogten: 't welk Am- der Vor- fterdam deedt tot eene fomme van ciriedui-rten« zend driehonderd ponden van veertig groo- ten. De Hertogen beloofden , by e enen Brief van den twee en twintigften May, die in de Oude Kerke , Laade XVI. bewaard wordt, de Stad deswege fchadeloos te zul- len houden; en weezen haar, om de ren- ten , tegeji den penning elf, en dus ter fom- me van driehonderd ponden, te vinden, op de Graaflyke inkomften van Wieringen. Ger- rit , Heer van Jjfendclft, en Raad der Her* togen in Holland, die de Domeinen van Wie- ringen gepagt hadt, verbondt zig, by een Handfchrift van den zeltienden July, dee- ze
(e) Keurb. A. ƒ. 95 ver/o. Zie ook COMMELIN hl. pi|A
Aam. (4) BUdz. 331 enz,
Y4
|
||||||||
*
|
|||||
S44 AMSTERDAMS II. Deel,
1478. zc driehonderd ponden aan de Stad te zul-
len voldoen (e). Bewilligt 't Bleef niet by deeze geldligting, tenbe- in eene hoeve der Hertogen; zy deeden, eerlang, buitenge-eene buitengewoone Bede van de Steden, Bede16 ^e zeftigduizend Filips fchilden 's jaars, voor den tyd van drie jaaren, toeflonden. Vreemd Doch Dordrecht, Gouda, Schoonhoven en gedrag Hoorn, de gunfl der Hertogen, voor ande- van vier ren^ ZOekende, verhoogden daarna defom- Steden. me tot °P tagtigduizend fchilden 's jaars, en betaalden, terftond, hun aandeel,voor drie jaaren, vooruit, zonder zelfs op de voorwaarden te flaan, die de Steden in 't gemeen, ten oorber van 't Land, bedongen hadden. Zy gingen nog verder. Zy ver- klaarden , op eene algemeene Dagvaart te BruiTel, dat zy in ftaat waren, om den Stad- houder , zo de Hertog hem van behoorlyken laft voorzage, zulk eene hulp te verkenen, dat de Steden in 't gemeen wel gedwongen zouden worden, de bede te verhoogen. Am- fterdam hadt hiervan kennis gekreegen, uit fchryvens der Heeren Jan van Egmond en Filips van Waffmaer. En kort hierna, zag men de uitwerkingen reeds van den y ver der vier Steden. Een Inwooner van Gouda , Martyn Kaefe genaamd , verbreidde , te Haarlem, onder de Regenten en onder 't gemeen, dat Haarlem, Delft en Amiterdam in de groote bede van Hertoge Karel, die onlangs loop hadt, hadden bewilligd: 't W§HÏ
(e) Oude Kerk, Laaie Xyil,
|
|||||
IV. Boek. Geschiedenissen. 345
|
||||||||
w»lk vlak uit flreedt met de waarheid, en
|
I47&-
|
|||||||
ondertufïchen zo veel onluft verwekte on-
der de burgerye, dat de Burgemeesters al- daar veel moeite hadden, om zig van zulk een' blaam te zuiveren. Zy verpandden 'er zelfs lyf en goed onder, zo iemant zulk eene befchuldiging waarmaaken kon;enzy vorderden, dat die van Gouda hunnen Poor- ter naar Haarlem zonden ,om zig te verant- woorden : 't welk egter niet blykt gefchied te zyn. De Burgemeesters van Amfterdam, Af kon- in aanmerking neemende, dat dit gerugt, diging to niet (legts te Haarlem, maar ook te Rotter-Amfter" . dam en elders, verfpreid was, vonden ge-J^arT raaden,by openbaare afkondiging, dierge- de.b lyke betuiging te doen, als die van Haar- lem gedaan hadden, den brief der Heeren vanEgmond en van WafTenaer tegelykden volke doende voorleezen: al 't welke blykt, uit de afkondiging zelve, die nog nooit ge- drukt geweefl, en daarom van ons, onder de Bylaagen (ƒ), geplaatfl is. Ondertus- fchen, hadt dit voorval merkelyk misnoe- gen verwekt tiuTchen Amfterdam en Gou- da , welk : gelegenheid gaf tot eene Keur der eerftgemelde Stad, die in de maand November gemaakt, en waarby bevolen werdt „ dat niemant terGoude vaaren zou, „ dan op zyns zelfs geleide (g)," dat is, op eigen ban en boete. Doch deeze onlus- ten werden door den tyd bygelegd. Maximiliaan en Maria raakten, kort hier- Onluft
na, tuiïchen
(O Lr. E.
(S) Keuib. A. ƒ. toy.
Y5
|
||||||||
.
|
||||||||
346* AMSTERDAMS IL Deel;
1478. na>ingewikkeld in eenen oorlog met de Gel-
die van derfchen»die weigerden hen in te huldigen, Amfter- onaangezien het regt, welk Hertog Karel dam en op hun Land verkreegen hadt. Amfterdam Enkhui- nacit 00k zyn deel in deezen oorlos. In 't begin des jaars 1479, deeden de Amfter- ™'9' damfche enHarderwykfche vifTchers elkan- deren eenige fchade op de Zuiderzee. De Regeering vaa Amfterdam , verftaande , dat haare ingezetenen ongelyk geleeden hadden, gaven verlof tot fchäverhaaling. En hierop namen de Amfterdammers een Harderwyker Koopvaardyfchip weg, van voor de reede van Enkhuizen, en voerden't naar Amfterdam. De Enkhuizers nogtans, euvel neemende,dat de vryheid haarerha-» ven gefchonden was, bragten hunne Baard- fen te water, en roeiden de Amfterdam- mers agter na. Zy agterhaaldenze, op de hoogte van Edam, en vielenze, met hulp der Edammeren, zo vinnig aan, dat veel e Amfterdammers omkwamen in den ftryd, en veele anderen gevangkelyknaar Enkhui- zen gevoerd werden (h). 't Harderwyker fchip werdt ook heroverd, 't Gefchil tus- fchen de twee Steden werdt, federt, ver- bleeven aan Heeren Jan van Egmond en Fi. lips van Waffenaer, en aan de Steden Haar- lem en Delft, zonder dat my gebleekenis, hoe 't beliegt werdt. Doch 't Geregt van Amfterdam hadt, reeds op den vierentwin- tigften April, gekeurd, dat men de Enk« hui-
(k) Gioote Chton. Div'f. XXXI. Cap. ij.
|
||||
IV. Boek. Geschiedenissen. 347
huizers niet misdoen zou (i), en wat laa- i±jgt
ter, dat zy, zo fpraken die van den Gereg- te, die met onfe Schip van Oirloge zullen vaaren, alleen op den vyandzouden mogen rooven (T). Ook zag, veelligt, op het be- dryf der onzen, voor Enkhuizen, zekere Jaatere Keur tegen de ruteren, (welke naam, ten deezen tyde,aan alle gehuurdeknegten gegeven werdt, 't zyze te voet dienden, of te paarde) die in Stads reize geweeft wa- ren , en van welken, op de ftraaten of bin- nen fcheepsboord, oproerigheid ondervon- den was, en gevreesd werdt (/). Weinige weeken te vooren, hadt men, hier ter Ste- de, vier fchepen in beilag genomen, die in Gelderland t'huis hoorden (in). Te Hoorn, hadden de Hoekfchenzig, inAmfter-
*t jaar 1477, in eenen oproer, meefter ge-dammers maakt van deRegeeringe. De Schout, Maar {* ^°z°er° ten Velaar^ die,ter deezer gelegenheid, ter tins Stad uit geweeken en van zyn ampt verlaa- ten was,hadt, in 't volgende jaar, zyn regt tot het zelve verkogt aan den jongen Hee- re Jan van Egmond, die, in Fcbruary dee- zes jaars 1479,twee vergeeffche aanflagen fmeedde, om zig meefter te maaken van de Stad (»). Die van Hoorn, waanende dat de Amfterdammers deel gehad hadden aan deeze aanflagen, klaagden 'er fcher- pelyk over , in eenen brief, die terftond her-
ff) Keurb. A. ƒ. ioS verf.
(k) Keurb. A. ƒ. 107 vtrfa.
(i) Keurb. A. ƒ. 108 ver/o.
(m) Groot-Mernoï. N. 1. ƒ. 114. vtrfi.
(n) V£J-1US Hoorn , *;. $ 7-6*6.
|
||||
348 AMSTERDAMS IL Deel.
1470 herwaards gezonden \verdt. Doch de Wet-
houderfchap van Amflerdam, ontkende ron- delyk, in haar antwoord van den zevenen- twintigften February,dat zyof haare Poor- ters de hand eenigszins in de voorgenomen verraffingen van Hoorn gehad hadden (0). Wy können egter niet ontveinzen, datwy, in een der Stads Re giflers (p) een bevel van 't jaar 1481 gevonden hebben, waarby de Poorters, die met Meynert Willemsz te Hoorn voor ruter gelegen hadden, op ver- beurte van hunne regterhand, t'hnis ont- booden worden. Doch veelligt waren dee- ze Amfterdamfche Poorters , eerft na 't fchryven van den voorgemelden brief, te Hoorn gekomen. Beftand Ondertuffchen, vielen de Hollanders en tuffchen' Gelderfchen eikanderen zeer laftig op de Amfter- Zuiderzee; waar door de fcheepvaart van da'n cn Amfterdam, onder anderen , geweldiglyk re HoN belemmerd werdt. De andere Waterlied en landfche leeden ook veel. 't Verveelde zelfs eenigen Steden Gelderfchen Steden , dat de twift over 't ter ee- Hertogdom haaren Koophandel zo veel na- drie Gel- ^ee^s toebragt. Zy neigden, derhalve, tot derfche een Verdrag met eenige HollandfcheKoop- Steden fteden. Men tradt te Naarden in onder- ter ande- handeling. En hier werdt, op 't behaagen rer zyde. ^ fjeeren van wederzyde, den veertien- den Oftober, een Beftand getroffen, tus- fchen de Steden Haarlem, Amfterdam, Alk- maar, Hoorn, Enkhuizen, Mcdenbiik,E- dam,
(9) Groot-Mernor. .V. I. ƒ. in verji,
(p) Keuib. A. /. tz6. |
||||
IV.Boek. Geschiedenissen. 349
dam, Monikendam, Beverwyk, Naarden, 1470,
Weesp en Muiden, ter eener, en Harder- wyk, Hattum en Elburg, ter anderer zy- de, welk tot den vyfentwintigften Novem- ber duuren zou (q). 't Liep nog aan tot het begin des jaars 14 81, eer Maximiliaan en Maria een Befhnd troffen met de Gelder- fchen, waarna zy, in de Steden van Gelder en Zutfen, werden ingehuldigd (V). De Stad Utrecht lag thans zeer over hoop Amfter-
met Billchop David van Bourgondie, wiens dam gezag, na de dood vanHertogeKarel, wiens zejldc natuurlyke Broeder hy was, merkelyk was Krygi- afgenomen; tot zo verre zelfs, dat de U-enmond- trechtfchen den BuTchop genoodzaakt had behoef- den, de Stad te ruimen, en zyn gewoonfeiinaar verblyf te Wyk te Duurfhede te neemen, Abkou- hebbende zy, ondertuflehen , Jan^ Burg-de. graaf van Montfoort> die ook, by koop, Heer van Purmerende geworden was, tot hunnen Befchermer aangenomen (j). De Billchop, verlegen om krygs- en mondbe- hoeften , vervoegde zig aan de Wethouder- fchap der Stad Amfterdam, die hem, den drie entwintigften Maart deezes jaars, ant- woordde, dat zy, op zyn begeeren, aan Henrik, Baßaard van Nyenröde, op het Huis te Abkoude, behalven eenige mondbehoef- ten, gezonden hadt hij boffen, ij fcarpe- tyne, elk mit ij camers, ende dair toe een ton boffecruyts, een acht ende el clovercruyts, een ton Jieene cloten, ende een deel loden cloten, een
(q) Zie J. SchRASSErt Harderw. II. Dtel, il. 46.
(r) Vaderl. Hift. IV, Deel, bl. 184. (*> Vadeil. Hift. IV. Deel, il. Sol. |
||||
35o AMSTERDAMS II. Deel.
14.70 een ßuc^e l°°ds, ende een vorm cht en mede de
ghyeten. Doch in den brief lag een kalf gen of klein briefje , waarin men den BiiTchop kennis gaf, dat de Slotvoogd Henrik wei- nig moeds hadt,om'tSlot in te houden (f)- Ook leedt het niet lang, of deStadAmfler- dam maakte zig meefter van het Slot, en leide 'er fterker bezetting in. De byfland, dien Amfïerdam den Bilfchop bewees, was, midlerwyl, de voornaamfte oorzaak van de vyandfchap der Utrechtfchen tegen deeze Stad, die jaaren lang geduurd heeft, en, by verfcheide gelegenheden gedempt zyn- de, geduuriglyk wederom verrees : al 't welke, uit het vervolg deezer gefchiedenis- fe, klaarlyk blyken zal. Schade De kryg met Frankryk, die, voor 't uit- Sn de gaan van 'c B^and» °P nieuws, ontfteken vloo"S' was » nac^ ^en Hollanderefl en Zeeuwen groote fchade toegebragt. De Franfche Ad- miraal Coulon hadt hunne gantfche Haring- vloot bemagtigd, by Cherbourg. Doch de flag by Guinegate, in Artois, herftelde de zaaken der Nederlanden. Men floot weder- om een Beftand voor zeven maanden, welk federt verlengd werdt (w). Of Amfïerdam ook geleeden hebbe, by de fchade, aan de Haringvloot toegebragt, vind ik nergens duidelyk aangetekend. 'tBlykt ook niet zeer klaar, uit oude Hukken, of men, al voor deezen tyd , van Amfïerdam, ten Haring plagt te vaaren (y). D©
(t) Groot-Mcmor. N. T./. 115 ver/o.
(*) Vadert. Hift. IY. Deel, kl. U9 enz. (v) ZU Hamiv. bU sj>j. |
||||
IViBóEtf. Geschiedenissen 351
De oorlog met Gelder, die nog duurde, 1479.
gaf Hertoge Maxirailiaan gelegenheid, tot Becje vail het doen eener Bede van tagtigduizend Fi- Hertoge lips - Klinkaarts in 't jaar, voor den tyd van Maximi- agt jaaren: en, benalven eenige Edelen,Iiaap'en waren de Steden Haarlem, Leiden, Delft, ^"aaf- Amfterdam en Rotterdam de eerften, die tegen in deeze bede bewilligden;bedingende zy, toege- daarentegen „ beveiliging der voorige Pri-ftaan« „ vilegien, byzonderlyk van het voorregt ^ om niet dan voor zynen gewoonlyken ,j> Regter te regt te ftaan; vrye vaart door „ de Goudfche fluis; verzekering, dat aan ,j niemant brieven van Schäverhaling tegen „ Holland of Zeeland verleend zouden wor- „ den, en dat niemant, uit oorzaake der ,j Graaflyke beden, die altoos in gang heb- „ bende munt betaald zouden worden, in „ beflooten gevangenis, maar alleen in eene „ goede herberge gegyzeld zou worden: „ ook dat groote ongevallen van brand, „ dykbreuk en inlandfche oorlog van het op- „ brengen van ingewilligde Beden ontflaan „ zou: en dat men geene Vierfchaar zou |
|||||||||
)>
|
fpannen voor negen uuren, noch daarvan
|
||||||||
„ fcheiden voor dat het regt geëindigd
„ was:" van al het welke brieven verleend 1480. werden,.die den zesentwintigften May des jaars 1480, in den Haage, getekend waren. Doch by de gemelde punten was nog een punt gevoegd , om Haarlem , Leiden en Amtlerdam in 't byzonder in te neemen,te weeten, de vryheid, om eene nieuwe vaart door Holland te maaken, waar zy 't goedvon- den; aan welke vaart alle de voorregten ge- ge-
|
|||||||||
352 AMSTERDAMS II.Dj-el.
|
|||||||||||||||
1480.
De Kab-
bel-
jaauw-
fchen
raaken
alommc
op 't kus
fen.
|
geven zouden worden , die de Goudfche
Vaart hadt (w). De Edelen en Steden, die in deezeBede
bewilligd, en deeze voorregten verworven hadden , waren thans meel! der Kabbel- jaauwfche zyde toegedaan, welke Maximi- liaan, misnoegd op de Hoekfchen, die zig, zyns ondanks, in verfcheide Steden, ter |
||||||||||||||
Regeeringe hadden ingedrongen, nu, meer
dan voorheen, zogt te begunfligen. 't Bleek, terllond na zyne aankomft in Holland, aan 't afzetten van den Stadhouder Wolferd van Borfelen, Heer van Veere,irt wiens plaats, Joofl van Lalaing gefield werdt. De Raad in den Haage werdt ook geheellyk veran- derd : waarop niet nalaaten kon te volgen, dat de Kabbeljaauwfchen zig, eerlang, we- derom op 't kaffen hielpen, in de Steden, daar de Hoekfchen zig,kort tevooren,van de Regeering hadden meefter gemaakt. De Hoekfchen vonden, ten deezentyde*
hunnen voornaamlten fteun aan de Stad U- trecht, en aan den Burggraave van Mont- foort, die de verdreevenen of geweekenen, eerlang, ontving , met opene armen (#). Te Amfterdam, daar de Regeering nu goed Kabbeljaauwfch was, hadt men, reeds in de Lente deezes jaars, bekommering ge- toond voor eenige vyandelyke onderneeming des Burggraafs. Op den drie-entwintigften April, werdt de Gemeente, by openbaare afkondiging , gewaarfchuwd , dat zy zig hoe-
|
|||||||||||||||
Voor-
zorg tc Amfter- dam te- gen de onder- neeinin- gen des Burg- graafs van Mont- foort. |
|||||||||||||||
w) Handv. il. 8j. [40.]
x) Vader]. Hij*. IV. Deel, bl. j?i, ï?j.
|
|||||||||||||||
\
|
|||||||||||||||
iViBÓEK, GESCHIEDENISSEN 353
hoeden moeft, voor vyandlykheden van i^Sd;
wege Jan van Montfoórt, Heer tot Pur- merende, e» deszelfs Kaftelein, Jan vari Elfen (j). Men hadt, hier ter Stede, reeds te vooren, verftaan, dat de Steden Moni- kendam en Edam deezen Kaftelein niet krygsbehoeften onderfteunden (2). Hy werdt, omtrent deezen tyd, van wegeHer- toge Maximiliaan, belegerd op 't Slot te Parmerende. En in May, kreeg men, te Am» fterdam, tyding, dat de Heer van Montfoórt, te Utrecht, gereedfchap maakte tot ontzet van het Slot. Men was , derhalve, bedugt, voor eenen irtval in Amftelland, en zelfs voor eene onderneeming op de Stad. Men befloot, mitte clock te laten condigen, dat een ygelick fyn harnafch reede hebben moeft, endè dat een ygelick, diedair toe geboden wart, dair een burgermeyfter off ij andere van der gerech- te van der flede wege voirvaeren , onder dié banier e off wimpel van der Stede, op lyf ende guedt, moeft volgen, indien die van Mont- foórt en de Stigtfchen hier in 't Land mot- ten komen (a). 't Slot te Purmerende werdt egter niet ontvet. Maximiliaan werdt 'er meefter van, en verklaarde degantfche Heerlykheid, en al de goederen, die de Heer van Montfoórt in Holland hadt, eerlang, ver- beurd, ten behoeve van de Graaflykheid (Z>). De befcherming, die Utrecht, ten dee-pe Poor-
ten tyde,- verleende aan de Hoekfchen, paf *ers *°r" Her.denïe''-'
ii) Keurb. A. ƒ. ui.
(z) Gtoot-Memor. #. I. ƒ. 13$.
(a) Groot Mcmot. N. I. ƒ. 137.
(/;) Grootc Chron. Divif. XXXI. Cap. Ui
1I.Stu& Z
|
||||
354 AMSTERDAMS II. Deel.
1480. Hertoge Maximiliaan aanleiding-om de U-
fflaand trechtfchen, alomme in Holland, te doen riet naar vaflhouden (<;). De Regeering van Am- Unecht fterdam, met reden, bedugt, dat haare in- te vaa- gezetenen 00k in Utrecht bekommerd mog- ten worden, waarfchuwde elk, by eene af-
kondiging van den agtentwintigflen Novem- ber, van niet naar Utrecht te vaaren (d). Doch alzo men ligtelyk voorzien kon, dar- de onluften met de Utrechtfchcn, eerlang, tot heviger daadelykheden zouden uitbar- flen, in welk geval, de Stad Amfterdam, even als in voorige tyden, den eerften aan- ftoot zon te lyden hebben, was men, by tyds, verdagt, op verfcheide middelen, om zig te verzekeren tegen verraad en over- rompeling , en om de Stad in behoorlyken ftaat van tegenweer te Hellen. De Stads liegijl er s leveren hiervan .overvloedige be- wyzen uit, die wy der moeite waardig geagt hebben, hier,flukswyze, aan te tekenen. De Stad Men droeg, in de eerfte plaatfe, zorg, wordt om de Stad zuiver te houden van geboefte, £e/'"'~ en te verzekeren te^cn kwalykgezinden. Op
verd van -, • n. -n» 1 1 geboefte "en negenentwintigtten December, werdt
en ver- 'bevolen,dat allegafihuusboevcn,trawanten,
zekerd netteboeven, rabauten endiergelyk foort van If86? k volk buiten der Stede Vryheid moeiten bly- eeziiv " ven CO- En toen, op het einde des vol- den, genden jaars , zekere gevangen gaflhuys- 1481. boenen, by Schepenen vonniife , gebannen
geworden waren, werdt hun gelaft, int er fiedc
(c) Vaderl. Hift. IV. D>cl, bl. 202.
(dj Keurb. A. ƒ. 11? ver/e.
(tj Kcmb. A. ƒ. 113 verf». •>
|
||||
iV.ßoEK. Geschiedenissen. 355
flede ende der Stede Fryheyt teb\yven,totter ^gi.
tydt toe dat men hem anders het weeten, op beyde hoere ogen te vcrbueren (/).Eenige in- gezetenen, met naame Franc die Waele^ Oude Jacob Florys zoen, Claes Gaef, Jan Brafeman, Symon IVillemszoen, Jonge Ja- cob Floryszoen, Willem Gr-ebber, Dirckjan, Ghysbert Bartszoen , Matthys Coen , Claes Cleyn, Jacob Roelofsz., Jacob Meyfler, Co- man Claes Janszoen , Arent Jan beerenz. Meefler Symon Dirczoen ende Jan zyn zoen, verfcheide van welken, of welker maagen, in 't Geregt geweeft waren , zig verdagc hebbende gemaakt by de Wethouderfchap, kreegen, op den negentienden January des jaars 1481, bevel, om hun geweer, voor zes uuren, op ter Stede huns te brengen (g~). Omtrent den zelfden tyd, werdt'er, door Orde op
Scout, Burgemeefieren, Scepenen ende Rade^^et. be- ook orde gefield op het bcwaaken der Stad ^fstad- door de Poorters. De Stad werdt in zekere wyken verdeeld, en de Poorters en ingeze- tenen van elke wyk, die bekwaam waren om de wapenen te voeren, gebragt onder vier Kapiteinen (/?): van al 't welke wy, hierna, in de verhandeling van het opregten der Burgervendel en, brccderverilag zullen doen. De zorg voor vyandelykheden was oorzaak der Keure van den vier en twintigften Ja- nuary , inhoudende, dat elk, tegen den volgenden dag, ten een uur, op zyn' hoef- flag [rendevous~\ komen moeit, alzo Scout, Bur-
(f) Keurb. A. /. ut.
(g) Keurb. A. ƒ. i,j. ,
(h) Kcmb. A. ƒ. 11«. Groot-Memor. N. l.f. 324 ver/0, z %
|
||||
35<5 AMSTERDAMS II.Deel;
1481. Burgermeefiers ende Scepenen wilden^«2ow-
me fcowwen (f), of, gelyk men nu (preekt, en op om te monfleren. Op de tyding, die men , bet uit- wat laater, kreeg, dat 'er vier gewapende y.faren fchepen , in de Zuiderzee, voor Marken, jfen ' lagen, werdt, den agtentwintigften April, vyand. gebooden, dat elk, die van 't Geregt belafl werdt, met een Burgemeefter of twee Sche- pens aan 't hoofd, uit te vaaren, op ver- beurte van lyf en goed, uitvaaren moeft.(£). Amfter- Doch inzonderheid toonde de Wethou- dam, derfchap van Amfterdam voorde veiligheid aan drie ^er Stede bezorgd te zyn, door het bemuu- zyden, ren en verfterken der zelve, 't welk, om- voor 't trent deezen tyd, ondernomen werdt. Wy eerft, met hebben, hier voor (/), verhaald, dat de rnuuren l3oort> ^c Toorens en de Bolwerken, naar en too- den kant van Utrecht, in 't jaar 1452, door rens om- den brand vernield geworden waren: en lingd. 00}^ (jat Hertog Filips, in aanmerking nee- mende, dat de Utrechtfchen den Amller- dammeren niet gunflig plagten te zyn, be- lafl hadt, dat de Stad, ten minflen aan twee zyden, met muuren beflooten werdt. Doch deeze bemuaring was, tot hiertoe, agter- gebleeven, ter oorzaake, voornaamlyk, van de koften, tot het opbouwen der Stad ver- eifcht, en van de zwaare beden, welken men, ten tyde der Hertogen Filips en Ka- rel , hadt moeten opbrengen. Maar nu de nood zo fterk begon te dringen, werdt de bemuuring der Stad, met ernft, by der hand (»') Keurb, A. f. 117 vtrfi.
(£) Keurh. A. f. 119.
{ij li. Btci, UI. Bieky h!. jjo.
|
||||
IV. Boek. Geschiedenissen. 357
genomen, 't Gemeen gevoelen is, dat dee- 1481.
ze bemimring,eerft in't jaar I482,gefchied zy. Ook leeft men, op dat jaar, aan den rand van de gemeene Lyflen der Wethou- deren, die, voor de Handvefien en elders, gedrukt zyn, 1482. Is de f e Stad eerfl met een fieene muer en torens bemetfelt geworden. Doch wy hebben, hier voor (m), bcwce- zen, dat de bemuuring, al veel vroeger, en ten minften inden zomer des jaars 1481, aangevangen is; hoewel zv , naar alle waar- fchynlykheid, niet voor hei: jaar r.{.82, vol- trokken zal zyn. Wy herhaalen hier niet, 't gene wy, te vooren, van de uitgeflrekt- heid deezer bemuuringe te boek gefield hebben. Wy merken alleenlyk aan , dat, door dezelve, voldaan werdt, aan 't gene Hertog Filips, in 't jaar 1452, bevolen hadt. De Stad werdt, aan twee zyden, met muu- ren omringd: de Y-kant alleen bleef onbe- ïnuiird. De Reguliers - Poort, nu de Munt en Reguliers Tooren, floot de Stad af, naar den kant van Utrecht. Ook werden de ves- ten aan deeze zyde, met verfcheide toorens gefterkt, enrykelyk beplant met gefchut (n). De binnenlandfche tweefpalt vermeerder- Twee-
de, midlerwyl, hand over hand.De Hoek- fpalt fchen, met Rcyer van Broekhuizen, eenen?5?ee° Gelderfchman, aan't hoofd, hadden zig,dM, en met Utreclitfche hulpe, in January, mees- eenige ter gemaakt van Leiden, uit welke Stad zy, andere in 't jaar 1479, verdreeven geweeft waren (o).Stedcru De
(m) I. Deei, I. Botk, */. 54-
(n) Keurb, A. ƒ. IZ9 verfo., 130 ver/b.
(c) Vaderl. Hift. IV. Dtel, hl. ij,+. "
|
||||
358 AMSTERDAMS II. Deel.
iaSi. ^e Regeering van Amfterdam , hierop
ziende, fchreef, in April daarna, hoe, ley- der! hier in den lande, groot opfial was . en- de genoech open oorlooch, tuffchen ons mit die Steden van Haerlem ende Detff op die eyn fy- de, ende die Steden van Leyden, van der Gou- de ende andere ouer dander e zyde (py Doch Leiden en Gouda onderwierpen zig, kort na dit fchry ven, aan Maximiliaan; die, be- dugt dat de Utrechtfchen , aangemoedigd door 't gene zy op Leiden vermögt hadden, veelligt, iet op Amfterdam onderneemen zouden, de Regeering waarfchuwde , op Voor- haare hoede te zyn. En op 't ontvangen van zorg in zulk fchry ven, werdt, den vyfden May,af- e Stad, n-ekondiffd „ dat, wanneer de wapenklok van on- » Aoeg, de oude Schutters, op de Plaats, raad. „ by Schout en Geregte, komen moeften, „ tot befcherming van 't Stadhuis; dat de „ jonge Schutters de Nieuwendyker Poort, „ ftaande voor de plaats daar nu de oude „ Haarlemmer Huis legt, van binnen en van 3, buiten, moeften komen bezetten; en dat de Kerkzyde-Poort, ook de S. Olofs Poort |
||||||||||
11
|
genaamd, en ten einde van de Warmoes-
|
|||||||||
„ ftraat ftaande, door de Handboogfchut-
„ ters, bezet moeft worden. Wyders, moes- „ ten de zesendertigen, die geene Schutters „ waren, en alle andere Poorters zig ver- „ voegen op hunnen hoefflag (</)." Wat ka- ter , kreeg men, te Amfterdam, kennis, dat de ballingen van Leiden en de Poorters van U-
(p) Groot Mcmor. N, I. ƒ. 156.
(fj Keiub. A. ƒ. 119 verfo. |
||||||||||
IV. Boek; Geschiedenissen. 359
Utrecht voorneemens waren, brand te ftig- 1 igj.
ten in de Stad. 't Geregt ilelde terflond or- de, om zulk een ongeval te voorkomen, on- der anderen , beveelende, dat elk , 't zy foirter of gafl, die iet van den toeleg ver- nam , daarvan behoorlyk kennis geeven moeit (r). Kortom, 't blykt,uit verfcheide Keuren, dat men, te Amfterdam, genoeg- zaam het gantfche jaar door, op zyne hoe- de was tegen de Ütrechtfchen (V). Met den aanvang van December , kwam t>e Am-
het gevaar Amlterdam eeril nader. Om- «erdam- trent twee maanden te vooren, was der Stad, deinen door Stadhouder en Raaden, aangefchree* de Eera ven, dat zy haare Poorters, die thans om- (luiten, trent de Eem lagen, moed voegen by het Leger, welk toen hetUcrechtfche Blokhuis op de Vaart zogt te bemagtigen. De Re- geering antwoordde, op den elfden Oclo- ber „ dat zy haare Poorters gaarne naar't ,, Leger zenden wilde, zo de Eem maar „ wel bewaard bleeve, en zo deStigtfchen ,, uit Gooiland konden geweerd worden (f)." Veeiligt, zyn de Amiterdamfch: Poorters, ledert, van de Eem af, en naar't Leger ge- trokken; en zal dit dan den Stigtfchen ge- legenheid gegeven hebben,om iet in Gooi- land te onderneemen. Doch, wat hier vanoe U- zy; des nagts na den negenden December, trecht- kwamen de Ütrechtfchen en Amersfoor-fcheu ters, ten getale van zeshonderd man, voor j^S^. Naarden, verraden de Stad,en bedreevenc|en# 'er
(r) Keur!). A. ƒ. 123 verft.
(s) Keutb. A. ƒ. 126 ver/o, 128 ver/o,
(t) Gioot-Meraor. N. I. f. ïój.
|
||||
S6q AMSTERDAMS EL Beec,
1481. 'er vee^ moedwils. Doch zy bleeven 'er maar
Worden twee dagen. De aantogt der Amfterdamme- door de ren, die in merkelyken getale uitgetrokken Amfter- waren, en by welken zig die van Muiden en dammers Weesp, eerlang, voegden, noodzaakte de gejaagd. $tigtfchen, Naarden te ruimen. De buit, dien zy medevoerden , werdt hun egter, voor een gedeelte, ontjaagd, door deAm- fterdammers en de anderen, die niet ver- zuimd hadden, den wykenden vyand agter na te zetten (t;). En veelligt heeft men, hier ter Stede, ter gelegenheid van dit, of van eenig laater voordeel, op de Utrecht- fchen behaald, de woorden Swycht U- • treckt, waar voor ik agt, dat men,niet zwygt, maar zivigt Utrecht leezen moet, gepJaatfl in een der toorens, die, in dit of in het volgende jaar, langs den Stadsmuur, naar den kant van Utrecht, gemetfeldwer- den. Detooren, waaraan deeze woorden nog langte leezen geweefl: zyn, maakt te« genwoordig een gedeelte uit van de Klove- niers Doele. Keur, 't Geregt van Amfterdam, berigt ontvan- waarby gen hebbende uit Naarden , inhoudende,
te°n bui- dat die ruiteren , die deeze Stad oueruallen tenlui- hadden, in 't openbaar fpraken van Amfter- den de dam ook te willen overrompelen, keurde, Stad <jen dertienden December „ dat alle ballin- wqïS » 6en Lnt Leiden en Dordrecht, die zig in j, de Stad bevinden rnogten, dezelve, by „ zon.
(v) Cliron. van 1+8 r - 14S3. in MATTH/El Anal. Tom.
I. p. 425, A.z6. AMEIGAKDI Gelta Ludov. XI. Libr. VT.
pap. z$,ap. Majjtïjse & Durand Veter. Monum, Tom,
IV. cel, $01.
II. >.. »■-*■
|
||||
IV.Boek. Geschiedenissen. 361
|
||||||||||||||||||||||
33
)ï
J3
3»
|
zonnefchyn, zouden hebben te ruimen: X481,
ook zulke Utrechtfchen en Amersfoor- ters, die hier, na Paafchcn, omtrent wel? ken tyd, zig de gerügten van het kwaad |
|||||||||||||||||||||
, voorneemen der Stigtfchen meeft hadden
„ begonnen te verfpreiden, gekomen wa- |
||||||||||||||||||||||
3)
3 3 53
|
ren. Voorts, mögt niemant nieuwe ßaa-
pers inneemen, zonderze Schout of Bur- gemeelteren aan te geeven: 't weik zy, die Utrechtfchen of Amersfoorters in huis, of huizen aan dezelven verhuurd hadden, ook verpligt werden te doen (w)." Nog |
|||||||||||||||||||||
werdt, tien dagen laater, byopenbaare af-
kondiging , aan de Capiteyne van der Ffake geiafl, hunne boffen met die camers, cloteny cruyt, proppen enz. op die vcfien te brengen; met belofte, aan de Schippers, die boffen qfteferpentynen wilden leenen, dat de Stad de fchade, die'er aan komen mögt, vergoe- den zou (1*): 't welkklaarlykdoet zien, dat men voor onraad van buiten bedugt was. En om, zo veel mogelyk ware, de over- 't Geregt falyffels der partyfehap uit te rooijen, werdt, verbiedt, op den zesentwintigften, eene merkwaardi- fkzn~ ge Keur gemaakt, welke wy, in haare ei-Hoekfch gen bewoordingen, hierby voegen : Item, 0f Knb- off dair.yemant ware,die enighe perfonen^on-^^' Je poirteren wefende , quqde woerden gaue,die]*auw^ |
||||||||||||||||||||||
partye angaen, /eggende ghy fyt een hoeck
off een Cabbelljau, dat Jahnen myt de clock aljbe corrigeren, dattet enen ygelyck exempel we/en fal (j). |
||||||||||||||||||||||
te noe-
men. |
||||||||||||||||||||||
De
|
||||||||||||||||||||||
(iv) Keurb. A. /. 128 verf«.
(■*) Keutb. A. f. 129 ver/a. (y) Kcurb. A. ƒ, J30 ver/o.
z 5
|
||||||||||||||||||||||
3<52 AMSTERDAMS II. Deel.
€481. De Utrechtfchen, die, eenigen tyd te vooren, de Hollanders by de Vaart geflaa- gen hadden, werden , op deezen zelfden zesentwintigften December, door hen, on- der 't beleid van den Stadhouder Jooftvan Lalaing, overwonnen in WefYbroek (2). De gevangenen, die omtrent honderd in getale waren, werden naar Amfterdam gevoerd. Ook ftondt de Stadhouder den Arnfterdam- meren de veroverde bannier der Utrecht- fchen af, die, ter gedagteniffe deezer ze- ge, in de Oude Kerke,werdt opgehangen (V). Hande- De kryg werdt, in 't volgende jaar 1482, ling over fterk voortgezet, fchoon men, onder 't roë^ '•■ren der wapenen, op meer dan ééne plaats, |
|||||||||||||||||||||||||||||||
llegu
liers |
|||||||||||||||||||||||||||||||
en onder anderen in 't Reguliers - Kloofter
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
Kloofter. buiten Amfterdam (&), van vrede handelde.
Doch deeze handelingen liepen vrugteloos af. De Regeering van Amfterdam voer, derhalve, voort, met zorg te draagen voor |
|||||||||||||||||||||||||||||||
148:
|
de veiligheid haarer Stad, en beval, op den
|
||||||||||||||||||||||||||||||
elfden February „ dat de Schutters , by
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
5)
|
beurten, met hunne -boogen en dovert,
|
||||||||||||||||||||||||||||||
M
|
op de Poorten en boomen, moeften ko-
|
||||||||||||||||||||||||||||||
Jï
|
men waaken (c)."
|
||||||||||||||||||||||||||||||
Vrouw Maria, niet lang hierna, op den
zevenentwintigften Maart,overleeden zyn- de , liet haare Heerlykheden aan haaren vierjaarigen Zoon, F1 l i ps (d). Maximi - liaan, zyn Vader, in Holland gekomen, werdt 3
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
Dood
van Vrouwe
Maria. Amfter-
dam er* |
|||||||||||||||||||||||||||||||
fz) Chron. van 148!— I4S3- */. 450 tvz.
(a) PonTiVNI Ainft. Libr. I. Cap. VIII. p.
\l>) ld. ibid. />. 25.
(c) Keurb. A. ƒ. 132.
(dj Vadeil. Hill. IV. Deel, W, 107,
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
24.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
V
|
|||||
IV.Boek. Geschiedenissen. 363
werdt, door de Steden, en ook door Amfler- 1482.
dam, terflond, ahFoogd o£ Ruzvaard vrnzynz kent Ma- twee kinderen. Filips en Margareta, erkend, ximiliaan De eed, dien hy, en de Edelen en Steden,voor by deeze gelegenheid, afleiden , is, zo ver Vooätl* my bekend is, nergens gedrukt; waarom wy dien, uit het eerfie Stads Privilegieboek f. $6. ontleend, en in de Bylaagen (e) ge- piaatfl hebben. Behalve door deezen eed, weet ik niet, dat de Hertog, ten deezenty- de, éeajge Privilegien beveiligd heeft. In Auguftus en September, ondernamenDc Stad
de Amflerdammers eenen togt te water te- breI^>t gen de Utrechtfchen, die, in dien tyd, het fchCpCa beleg geflaagen hadden voor het Slotte Ys- te water, felflein, welk zy egter, eerlang, verlaaten tegen de moeflen. De Regeering hadt, den zesen- ^^c'lt* twintigften Juny, wederom orde gefield op 't bewaaken der Stad, door allen, die bo- ven de twintig, en onder de zcflig jaaren oud waren. Men hadt toen vernomen, dat die van Utrecht een Jprong op Amflerdam waagen wilden (ƒ): waarvan egter niet blykt iet gekomen te zyn. Doch nu beval zy, den tweeden Augulltis „ dat alle zeefche- „ pen, van voor de palyngen, ter haluer ye zou- „ den gaan leggen (g)," vermoedelyk, om plaats te maaken voor de Vaartuigen, die, van Stads wege, flonden byeen gebragt te worden. Op den tweeden September, werdt belaft „ dat de Rynfchippers, zo vreem- „ den als Poorters, zouden hebben te vaa- „ ren
(e) Lr C.
(f) Keiirb. A. /. 134.
(jj Keurt«. A. ƒ. iis verft, '
|
|||||
364 AMSTERDAMS II. Deel.
„ ren naar Muiden, om daar het Krygs-
„ volk van Heere Salezar, een Biskaaifchen „ Overfle in dienfl van Maximiliaan, in te „ neemen , en naar Spaarnedam te voe- „ ren (/?)." En drie dagen laater, kwam 'er een e Keur uit, beveelende aan alle Schut- ters, die geboden waren wt te vaerentenheer- vairt, tegen 's anderendaags, mit hoeren har- nafch ende weer [geweer], op die plaetze te komen, als die fiede clock geluyt is, om fcheep te gaan, en die bannyer te volgen^, op ver- beurte van lyf en goedt (f). Men weet niet, hoe veel fchepen de Stad, ten deezen tyde, te water bragt; doch 't blykt, dat dezel- ven, de Zuiderzee zynde ingezeild, tot op de hoogte van de Eem, twee Utrechtfche Vaartuigen, die van Overylfel kwamen, en den flroom op wilden, bemagtigd hebben. Het eene was met kooren gelaaden: het an- der met falpeter, buskruid , fteenen bus^' klooten, pylen en ander krygsgereedfchap, ter waarde van omtrent tweeduizend Ryns- guldens (k). . Op den drie - entwintigften December ,
werdt,te Atrecht, de Vrede getekend met Frankryk, die, op lalt van den Raad van Holland, ook hier ter Stede, afgekondigd werdt (/). Doch de kryg met de Stigtfchen duurde nog, tot in 't volgende jaar. De Stad Amfterdam hadt 'er, by aanhoudend- heid , veel lafl van. Men moefl hier niet flegts
(h) Kemb. A. f. 137.
(i) Keur'). A. ƒ. 137 vffi.
(k) Chron. van 1481 — 1483. ///. 48J,
(i) Oioat-Memoi. N. 1. ƒ. I8i verß.
|
||||||||||
1432.
|
||||||||||
Twee •
Utrecht- fche Vaartui- gen be- magtigd. |
||||||||||
De A-
trecht-
fche Vre- de wordt hier af- gekon- digd. 1483.
Lafl: der Stad van |
||||||||||
IV.BoEK. Geschiedenissen. 365
flegts zorgen voor de veiligheid der Stad, ^g*
ten welken einde, het Geregt., den drie-en- , „ twintigften May, beval, met. dubbele wa- trec;lt. ke te waaken, en geene dekens of kuflens fchen mede ter wagt te brengen Qn)\ maar de Poor- kryg- ters en ingezetenen, boven de twintig en beneden de zedig jaaren, werden, by lo- unge , verpligt, ter Heirvaart te trekken, en den bannierdraager en Bur gerne efters, die hun voorgingen, te volgen: waarom ook elk belaft werdt, niet zonder verlof van Bur- gemeefteren of van het Geregt, van huis te gaan (»). Doch zulk eene verbindtenis moeit den ingezetenen eener Koopftad, door den tyd, zeer laftig vallen: 't welk dan de re- den was , waarom veele Amilerdammers verkooren, niet in perfoon ter heirvaart te trekken, maar anderen in hunne plaats te zenden; in welk geval, zy zig op 't Stad- buis moeften aangeeven (0). Doch de Re-Zybe?oI- geering hadt nog een ander middel gevon-diSteeniJ den, om haare Poorters van Krygsdienil^eenkneg" te verfchoonen. Zy hadt, nevens de ande- re .Steden van Holland, beflooten, eenige Ruiters of gehuurde knegten aan te neemen, die, in de plaats der Poorteren, te velde trokken. De koften, die hierop liepen, wer- den gevonden uit een Ruit er geld ,zynde een- honderdften en tweehonderdften penning, die, hier ter Stede, door zes Perfoonen aan de oude, en zes Perfoonen aan de nieuwe zy-
(»} Keurb. A. ƒ. i+i ver/b.
(n) Keurb. A. f. 139, 142> M* vtrfo.
{e) Keurb. A. ƒ. i<a.
|
||||
366* AMSTERDAMS IL DeeI.
1483. zyde, werden ingevorderd (p). Dochdeeze lafl, die Amfterdam egter minder dan fom- mige andere Steden drukte, begon ook te verveelen door den tyd. Verdrag Maximiliaan,nu van den Franfchenkryg met ontflaagen, befloot ook een einde te maa- ütrecht. ken van den Stigtfchen, en floeg het beleg voor Utrecht, in den Zomer deezes jaars. De Stadhouder Lalaing fneuvelde in dit beleg, welk, na twee maanden verloops, met het overgaan der Stad en met een Ver- drag, eindigde (q). Plegtige Het was zo dra niet bekragtigd, of de dankdag Regeering van Amfterdam, te weeten deswege Schout, Burgemcefters, Schepenen en Raad, fterdam beval» den elWen O&ober, by openbaare
afkondiging „ voortaan niemant der Stigt- „ fchen.te misdoen." Ook werdt, met den Provifoor en Deken van Amftelland, die hier ter Stede over Kerkelyke zaaken op- zigthadt, beraamd ,, des anderendaags, „ na 't eindigen der hooge mifie, cenen „ plegtigen ommegang te houden." Elk werdt bevolen, dat eerivairdighe heyligè Sa- crament na te volgen, om der flede, ende dcuotelyck met alk aendacht te helpen bidden, voir alle gelouige zielen, die in de je voirj'vee* de [yeete, tweedragt] van den lychaem ver- fcheyden zyn: ende dat God on/e Her e voirn. ons verhjfen wille van de peflilencye, die God betert hier ende ouer all regneert (r). Ter-
(p) Keurb, A. ƒ. 141, 143.
(<f) Vadetl. Hift. IV. Deel, tl. izt tra.
(r) Keurb. A. ƒ. 14J ver/t.
|
||||
IV.Boek. Geschiedenissen. 367
Terwyl de oorlog nog duurde, hadt de 1485.
Stad Amfterdam zig meefter gemaakt van Bishop de Sloten te Abkoude (f) en te Vreeland, David uit vrees dat de Utrechtfchen zig daarvan vanBour- verzekeren mogten ; 't welk de vaart en gon^ie handel haarer ingezetenen en den toevoer VgJ1«retefj langs de Vegt , geweldiglyk, belemmerd aanbby zou hebben. Maximiliaan hadt, by Brie- de Re- ven van den veertienden September dee- geering zes jaars 1483 , beide deeze Sloten aan^n,Am" Holland gehegt, en aan Amfterdam te be-op het' waaren gegeven (£)• En de Stad hieldtzeontrai- nog tegenwoordig bezet. Biflchop Da-men der vid van Bourgondie, na 't overgaan van?l^n J° Utrecht, in zynen zetel herfteld zynde, en te begeerde, dat Amfterdam hem deeze Slo- Vreê- ten wederom inruimde, en fchreef'er eenenland« ernftigen Brief over aan de Stad; die, in haar antwoord, welk, naar de rondigheid dier tyden, in hartige taaie, was opgefteld, zig hiertoe ongezind verklaarde. „ Zy „ hadt, fchreef zy, zwaare koften moeten „ doen , tot byftand van den Biflchop, die „ haar nog niet vergoed waren. Om zig, „ voor deeze vergoeding, te verzekeren, „ hadt zy voor, de Sloten, welker bewaa- „ ring haar, door den lïcrtogc Maximi- „ liaan, was aanvertrouwd, in te houden. „ Nogtans , wilde zy , wegens het bezit „ derzelven, tot 's Biffchops meerder eere, „ wel met hem overeen komen." Het ant- woord der Stad was, den negenden De- cem-
(s) Zie hier voor, bl. 550.
(t) Uit de Stukken in 't Vertrek der TheCiuric, Oude
Laaie R. L«, IV. W. W |
||||
3Ó8 AMSTERDAMS II. Deel;
1483. cember, gedagtekend («). Ik weet niet,
of de onderhandeling met den Biffchop voortgang hadt; doch zy werdt, ten dee- zen tyde, zekerlyk, niet voltrokken, en dé Sloten bleeven, nog eenige jaaren na dee- zen, in de bewaaring der Stad. De Stad De Regeering hadt zelfs , nog na het
zoekt be- overgaan van Utrecht, gezogt bezetting te zetting te jjj.yg.gfj 0p ]jet gjoC te Kroonenburg, insge- op het ^^s» aan ^e Vegt gelegen. Doch alzo zy
Slot te niet toonen kon,dat zy, hiertoe,doorHef- Kroo- toge Maximiliaan, gemagtigd was, maak- nenburg. te jnthonis
van Jmflel, Heer van Mynden
en Kroonenburg, zwaarigheid, om haar het
Slot op te geeven. Alleenlyk verbondt
hy zig, by plegtigen eede, die, den negen-
entwintigften September, aan handen van
den Burgemeefter Dirk Heitnanszoon, ge-
ftaafd werdt, dat hy zulks doen zou, zo
dra men hem volmagt van den Hertoge
toonde (u).
De op- De Wethoüderfchap, ondertufTchen, zig
gezete- wiHende verzekeren van de trouwe der on-
Abkoude derhoorigenvanhet SlotteAbkoude,fchreef
zweeren den Kaftelein en Baljuw, Henrik Böetfelaar,
Amlter- den agtentwintigften January des jaars 1484,
dam ge- aan w jat }jy fa opgezetencn der Heerlyk-
heTcT" » **eid vanAbkoude, die boven de twin-
1484. " ^S en on<^er ^e zeitig jaaren oud waren,
y, tegen den volgenden Zondag,zynde den „ cerften February, voor 't Huis te Abkou- „ de, moeit doen byeen komen,- om aF- „ daar,
(ii) Groot-Memor. N. I. f. Tij ver/o.
(v) I. Privileg. Boek,/. $6 iiirjo Cn BjtäagenV. D.
|
||||
ÏV. Boek. Geschiedenissen. 36^
„ daar, als onder hoorigen van Amflelland, ^jU*
„ in handen van haare Gemagtigden, den a, eed aan den Hertoge te komen afleggen." Ook gefchiedde zulks , op den tweeden der zelfde maand. Men zwoer beide den Her- toge Maximiliaan en der Stad Amflerdam getrouwheid. De brief aan den Kaftelein en de beëediging der opgezetenen van Ab- koude liaan in de Stads Regiflers te boek gefield: waaruit wyze ontleend hebben, als nog nimmer gedrukt geweell zynde, omze* hier agter, in de Bylaagën (10), te piaatfen* De Hollandfche Kooplieden , en Am- Atriéëf-
fterdam in 't byzonder , leeden, omtrent dam eii deezen tyd, wederom merlcelyken overlafl ^n.d®re van zekeren Öoflfriefchen Edelman , Ede ^faaeeii Wymekyn genaamd. De zes groot e Steden over ze- raadpleegden, in Auguflus deezes jaars,o- keren ver de middelen om zig daar tegen te be- Ödftfrië-5 veiligen, op eene Dagvaart te Alkmaar. Zy Edelmarii beflooten, eenen brief af te vaardigen aan de Graavinne van Öoflfriesland, of, gelyk zy dezelve noemden, aan de Graavinne van Emden , die zy den titel gaven van onfe herde [dat is, zeer] lieue, ende wel geminde Fr ouwe (af); En 't fchynt, dat dit fchryven niet vrugteloos is geweeli. Immers, ik vind niet, dat 'er, federt,over den overlalldes Öoflfriefchen Edelmans, geklaagd is^ De lallen des jongllen oorlogs hadden, üeBLéf.:
in den aanvang deezes jaars, gelegenheid excyns gegeven, om net Geregt, de zesenderti-WOïdt §en > hoogde
(tu) Li. E. N. ij ï.
(x) Gioot-Memor. N. I. ƒ. 194 verß.
VL Stuk. Aï*
|
||||
370 AMSTERDAMS IL Dee£.
1484. Sen j en ^ ^;^ ryckdom van der Stede van
Ämfterdam byeen te roepen, en, metder- zelver bewilliging, den Bier-excyns te ver- hoogen: waar van der Gemeente, den der- tigften January, op den naam van Schout, Schepenen en Raade, kennis gegeven was Éenigc (y)- De inkomften der Stad namen, hier-
renten door, endoor de andere gewoon e midde-
afgeloft. jen? zo zeer toe,dat men, eerlang,inftaat
geraakte, om de renten, welken de Stad,
in de jaar en 1481, 1482, 1483 en 1484,
ten haaren lafte gekreegen hadt, wederom
1485. a^te lofTen •' 'c welk, in 't begin des volgenden
jaars, openlyk bekend gemaakt werdt (2). Omme- In Vlaanderen , daar men Maximiliaan
Sansin niet voor Voogd hadt willen aanneemen, om ruft' waren» reec*s m 'c Jaar I4^3» beweegingen
en vrede ontftaan , die eerlang uitliepen tot eenen
te ver- volflaagen binnenlandfchen oorlog; waarin
werven. j(arei de VUL, Koning van Frankryk, zig
ook mengde: 't welk gelegenheid gaf tot
het verbreeken der Atrechtfche Vrede (a).
Men hadt, teAmfterdarn,een zwaar hoofd
over de eerfle beginfels der tweedragt, en
derhalve, in den aanvang des jaars 1485,
eenen plegtigen ommegang bevolen, om ruft
en vrede en goed weder te verwerven (b).
Doch de onluften buiten 's Lands namen,
hand over hand, toe. Die van Sluis, reeds
te vooren verfcheide invallen in Zeeland
gedaan hebbende , namen Vlifiingen in,
by
(y) Kcuib. A. ƒ. 147 ver/o.
(z) Keurb. A. ƒ. 156 ver/o, 157.
(a) Vaderl. Hift. IV. Dtel, bl. 231, 23««
(b) Keiub. A. ƒ. iss.
|
||||
iV.BöEK. Geschiedenissen. 37t
by verraffing, in May deezes jaars (c). 1485,
Maximiliaan, inFebruary des jäars i486, M.ixim[_ te Frankfort, tot Roomfch-Koning yerhee- naan ven zynde, kwam, korC daarna , in Hol- wor.k te land, en werdt, in de voornaamfte Steden, Araftet- ftaatelyk ingehaald: ook te Amflerdam, al-^a^ waar, den twintigften Maart, afgekondigd I4g6." was „ dat alle de Gilden," die , ten dee- zen tyde,reeds twee-entwintig in getal wa- |
||||||||||
11
5»
|
en alle de Schutters der drie Schut-
en hunne torchen [toortfen] gereed eften maaken, en dat elkzyn huis ver- |
|||||||||
, fleren moefl, ter inhaalinge van Koning
s, Maximiliaan en deszelfs Vader, Keizer „ FredrikdenlII(d)." De Vorfl, eenen oorlog te water tegen Hy
de Vlaamingen en derzelver aanhang in den maakt zin hebbende, raadpleegde, ten deezen ty- n{euwe de, op het inftellen eener nieuwe Ordon- ordon- nantie op de 2aaken der Admiraliteit. Wynantie hebben, hier voor, by meer dan eene ge- °P den legenheid (£), aangemerkt en getoond,« dsit^^L de oorlog te water, van ouds, in Holland, heel anders gevoerd werdt, dan in laatere tyden en tegenwoordig; dat byzohdere Ste- den , dikwils op eigen gezag en kollen, oor- logsfehepen in zee bragten, over welken zy zeïven Admiraals en Kapiteinen aanftelden, en dat Amflerdam, voor deezen tyd,in het regelen der zeezaaken, zeer veel, zoniet het voornaamfte bewind hadt. Maximi- liaan j oordeelcnde, dat hem het opperbé- leid
(*) Vaderl. Hïft. IV. Deel, bl. 231, i<J.
(d) Keutb. A. ƒ• ij».
(e; 'Zit II. Deel f 1U. Doek, hl. aos ,ait> »ij iZ-jotnz,
Aa a
|
||||||||||
372 AMSTERDAMS II. DEEt.
1487. beleid over den oorlog te water toekwam,
von dt dan geraaden, by Plakaat van den agtften January des jaars 1487, op de naa- men van hem en van Filips, zynen Zoon, te Brugge , getekend, te beveelen „ dat „ zyn Admiraal, voortaan, alleen kennis „ necmen zou van de gemaakte pryzen, en „ oordeelen, of dezelven te regt gemaakt 5, waren; dat niemant , op eigen gezag, „ eenige fchepen van oorloge zon uitrus- „ ten; maar daartoe vooraf verlof verzoe- „ ken van den Admiraal; dat de Admiraal „ een tiende van alle de pryzen genieten „ zou; dat hy een Luitenant en andere Of- „ ficieren zou aanftellen, om nevens hem „ te regt te zitten enz." De Stadhouder en Raaden in Holland kreegen, onder an- deren, laft, om de hand te houden aan de uitvoeringe van dit Plakaat, in welk nog- tans verklaard was „ dat niemant zou ge- „ agt worden, by het zelve, verkort te zyn „ in zyne regten; in welker vol bezit, elk 3, begreepen werdt te zullen blyven onbena- „ deeldC/)." 't Is ondertuffchen twyfelagtig, of de zcezaaken,ten deezen tyde en federt, in Holland, wel naar den inhoud van dit Plakaat gefchikt geweeft zyn: alzo Keizer Karel de V., meer dan vyftig jaaren laa- ter, eene nieuwe Ordonnantie op de Zee- vaart , op diergelyken voet gefchikt, heeft goedgevonden uit te geeven (g). Zorg te De oiiluften in Vlaanderen namen valt toe,
ff) Groot-Plakaatb. IV. Oeel, hl. ijst.
(l) Zi* Gioot-Flakaatbi J/. Deel, H. 121;., |
||||||
N
|
||||||
•
|
||||||
IV. Boek. Geschiedenissen. 373
toe, van dag tot dag. De Hoekfchen, die 1487.
nu alommein Holland ontzet waren vandeAmfter- Regeeringe, zogten zig van deeze onluften dam te- te bedienen, om, terwyl Maximiliaan zyne gen op- meefte zorg aan't bevredigen vanVlaande*100?* ren fpillen moeil, zig, hier te Lande, te herftellen in 't verlooren bewind. Te Ara- flerdam, kreeg men, in O&ober, tyding van eenig vyandlyk voorneemen, 't welk ge- legenheid gaf tot een befluit van den zeven- entwintigften, om de Stad, in geval van oploop, te verdeden in zes wyken, en even zo veele zamelplaatfen der gewapende bur- gerye. De laatften waren S. Olofs Kapel, de huizen van Bartholomeus Jakobszoon en Aris Boelenszoon, S. Pieters Kerk, de Hei- lige Stede, de Plaats en S. Jakobs Kapel (/;). Ook werdt, den agtflen November, belaft, dat de fchepen, winterlaghe leggende bin- nen de paaien van de oude zyds Waai by die Lafiaigß) van daar, voor S. Maarten, zynde den elfden November, zouden moe- ten weghaalen (f), 't Gevaar verminderde 0mmc- niet, na dat die van Brugge, in February §J?S at^r des volgenden jaars, Maximiliaan in heg- gèiegen- tenis genomen hadden. Te Amfterdam,heid der werdt een plegtige ommegang gehouden, gevange« om zyne verloiïing van den Hemel te ver- qJ^JJ- werven (£). Doch 't liep aan tot in May, van Ma- eer hy op vrye voeten werdt gcil:eld,inge- ximi- volge van een Verdrag, waai by beraamd1 iaan. werdt, dat Vlaanderen, op den naam van M^S. Filips,
(b) Keurb. A. ƒ. ifij.
(ij Keutb. A. ƒ. 166. {k) Kemb. A. ƒ. I67. Aa 3
|
|||||
• ./
|
|||||
374 AMSTERDAMS II. Deel.
I488. Fi,'PS, door de Heeren van zynen bloede en van den Raade, en de overige Neder- landen , door Maximiliaan, geregeerd zou- den worden (/)'. Terftond hierna, hieldt men, te Amfterdam, wederom eenen om- megang, tot dankzegging voor 's Vorften verloflïng (m). Doch de komft van Herto- toge Albrecbt van Saxen, die Keizer Fredrik de III., met een Leger, herwaards gezon- den hadt,bragtMaximiliaan tot hetbefluit, om zig niet langer te houden aan het ge- flooten nadeelig Verdrag. Gend werdt, fe- dert , vergeefs, belegerd door de Keizer- fchen, en Sluis verklaarde zig, openlyk, tegen Maximiliaan Qi). Pe Stad In deezen ftaat der zaaken, vervoegde erfelvkf de Vorft 2[£ aan de Stad Al^erdam, om
renten, onderiland Jn geld: en de Regeering liet zig fèn be-' overhaalen, om, ten zynen behoeve, zes- hoeve honderd en veertig ponden van veertig van _ grooten vlaamfche munt erfelyke renten op Haam de Stad te verkoopen. Zy ontving hier- Zy ver voor , van verfcheide perfoonen, tiendui- krygt het zend tweehonderd en veertig gelyke pon- Bal juw- den, die Maximiliaan werden ter'hand ge- AiXrnfteld: waaruit hkkt^ d^t de renten tegen
land,Wa- den penning zeftien, dat is, tegen zes en terland een vierde ten honderd verkogtl waren. De en Zee- Vorft ontving zelf negenduizend zeshonderd vank* ponden. De overige zeshonderd en veer- tig ponden werden, op zynen laft, uitge- keerd aan Meeßer Henrik fVolfertszpon, die. hem
(l) Vaderl. Hift. IV. Deel, IL 240 enz.
(ip) Keurb. A ƒ. i«g.
(nj Vadeil. Hifh IV. Deelt iL 243 enz.
|
||||
IV.Boek. Geschiedenissen. 375
hem zulk eene fomme op het Baljuwfchap 1^33.
van Amftelland , Waterland en Zeevank verftrekt hadt. Aan de Stad werden, wy- ders, om de jaarlykfche renten te vinden, in handen gefield het Baljuwfchap van Am- Heiland , Waterland en Zeevank, voor twee- honderd ; de fluis van Grootebroek voor driehonderd en vyftig ponden, en de fluis van Medenblik voor negentig ponden: van al 't welke brieven verleend werden, die den vyfden February getekend waren. De Stad zou fchadeloos gefield geweeft zyn, zo zy deeze inkomflen hadt mogen ontvan- gen: doch men heeft haar nimmer willen toeflaan, dat zy het fluisgeld te Grootebroek en te Medenblik vorderde (0). Wy zullen wat laager zien, wat haar daar tegen, ein- delyk, werdt afgeftaan. Omtrent deezen tyd, waren eenige Am- Eenige
fierdammers, onaangezien de Nederlanden Engel- thans vrede, en zelfs een Verdrag van Koop- ftv^268" handel met Engeland hadden, door de En- mers> te gelfchen, op zee, genomen en mishandeld. Amfter- De fehuldigen aan dit 'wanbedryf waren , dam ge- federt, te Amflerdam, in hegtenis geraakt, van6en en zouden, waarfchynlyk, naar verdienden, doo/de gellraft geworden zyn, zo niet eenige inge- ingeze- zetenen de gevangenis geweldiglyk opge- tenen broken, en de gevangenen op vrye voeten vei'l°ft« gefteld hadden (p) : 't welk gelegenheid gaf tot eene Keure van den zeftienden Juny , waarby het open-hreken van e enige Sloten van den
(4) I. Privilegleboek ƒ. 94.
{ lp) Kemb. A. f. 169. Aa 4
|
||||
87<J AMSTERDAMS ÏÏ.Dees,
den Heer of der Stede, omtne gevangen daep
uyt te gekrygen , ofte het brengen van eenige inßrumenten, daer fy mede uyt fouden komen mogen, op lyTfrraffe, verbooden werdt (q). De Hoekfchen, Jonker Frans van Brede- rode tot hun hoofd verkooren hebbende, fchuimden, midlerwyl, langs de Zeeuwfche flroomen op de Hollandfche en Zeeuwfche Koopvaardyfchepen; liepen eerlang deMaa- ze in , en bemagtigdcn Rotterdam , des nagts na den negentienden November, de nabuurige Steden en het platte Land, ge- duurende den Winter, in ongeruftheid hou- dende , wegens hunne aanilagen. Zelfs was het Slot te Woerden, welk men, ten dee- zen tyde, voor den fleutel van Holland hielde, door Jan, Burggraaf van Montfoort, bemag- tigd. Maximiliaan hadt hiervan zo dra geene tyding gekreegen, of hy fpoedde zig naar Holland, en befchreef de Steden, die zyne zyde hielden, en daaronder ook Am- flerdam, te Leiden ter Dagvaart, in Janua- ry des volgenden jaars. Hier werdt befloo-? ten, de Poorters der goede Steden te doen uittrekken, om Rotterdam te belegeren. Die van Dordrecht, Gouda, Briele en Vlaar* dingen zouden deftroomen fluiten, en daar-r door den toevoer naar Rotterdam bekom-? nieren. Die van Haarlem, Delft,Leiden, Amfterdam, en eenige anderen werden te Schiedam gelegd, op welke Stad, de Hoek- fchen , wat laater, eenen vergeeffchen aan- flag ondernamen. Doch 't liep aan tot in (g) Handr. il. $6$,
|
|||||||||||
?4?8.
|
|||||||||||
Jlotter-
dam en
Woer- den inge- nomen door de Hoek- fcjien. |
|||||||||||
44^9-
|
|||||||||||
De Am-
fterdam- mers jheipen
Rotter- dam her peemen. |
|||||||||||
IV. Boek. Geschiedenissen. 377
Juny, eer Rotterdam, by verdrag, opge- ^ga
geven werdt (r). De yver, dien Amfterdam toonde , om Het ban«
den Roomfch-Koning by te ftaan,inhetbe- env?ng-, leg van Rotterdam, verwierf der Stad, alT^1 de* terftond na den uittogt haarer Poorteren , jjJJL.t twee merkwaardige Privilegien. Het eerfte uitge-* werdt, te Delft, alwaar het Leger verza- breid, meld geweeft was, den zesden February des jaars 1488 [1489], op de naamen van Maximiliaan en Filips, gegeven. By het zelve, werdt het regt der Stede, om te mO' , gen bannen en vangen, welk, té vooren,
binnen de Vryheid bepaald geweefl was, tot op duizend roeden buiten de Vryheid, uitgebreid. En dit voorregt werdt der Stad verleend, overmits die menichvoudige en ge- trouwe dienflen, diezy den "Vorftgedaen hadt, in diverfche manieren dagelyks deedt, en,zo men hoopte, voortaen noch doen zou. Ook was het der Coopflede, waer veel en diverfe Coopluyden verkeerden, en waar zig menigb- te van volck onthieldt, veel waardig, heb- bende men meermaalen ondervonden, dat de ballingen zig maar even buiten de Vry- heid, dat is, maar ruim honderd roeden buiten de vetten, plagten te onthouden , daar zy dikwils veel moedwils bedreeven (j), zonder dat menze, van Stads wege, vangen mögt: 't welk men, nu het vang- en banregt zelf, nog duizend roeden ver- der, en dus in alles elfhonderd roeden bm\ ter*
(r) Vaderl. Hift. IV. Deel, il. 2+;-2j|.
{O Hamtv. tl. H. [41.] Aa 5
|
||||||
378 AMSTERDAMS II. Deel,
14.80. ten ^e ve^en werdt uitgebreid, ligtervoor-
komen kon. Het ander Privilegie, welk, kryet"" insSetyks > °P de naamen van Maximiliaan rege en Filips, den elfden February, te Schiedam, om de daar de Arrfterdamfche Poorters, ten dee- Roomfch zen tyde, in bezetting lagen, gegeven werdt, Me1"5 beftondtin de vergunning,om,vannuvoor- Kroon taen , tot eeuwighen daghen , de Roomfch- |
||||||||||||
boven
haarwa pen te mogen voeren. |
KoningklykeKroon te mogen voeren boven
het wapen der Stede; eene eer, die, onzes weetens , nooit aaneenige Stad hier te Lan- de vergund gewceft is. De reden van dee- |
|||||||||||
ze byzondere gunft was, niet alleende voo-
rige dienften, door de Stad, tot harenfiva- ren koflen, ten behoeve der Vorften, gedaan; maar ook de dienften, die zy daghelycx deedt, in de tegenwoordighe wapeninge, dien de Vor- ften verklaarden, van mots wegen, te moe- ten doen, oinme de Stede van Rotterdam, 't Slot ende Stede van Woerden tot reduëtie ende gehoorfaemheyt te brengen. Doch deeze re- den hadt ook by andere Steden plaats. Ma- ximiliaan belloot Amfterdam, op deeze wy- ze, te vereeren, om dat de Stad nog met geen behoorlyk wapen gheciert was: en dat haare Poorteren ende ingefetenen, ondertus- fchen, daghelycks, met haren fchepen ende goe- den, te water ende te lande, in veele verre ende vreemde Rycken ende Landen converferende waren ïn Coopmanfihappen (Y): 't welk, veel- ligt, ten deezen tyde, van gecne andere Stad in Holland, in zulk een' uitgebreiden zin, gezeid kon worden. Om 'den Amfter- cjamr
(/) Handv. hl. a. [41.]
|
||||||||||||
JV.BoEK. Geschiedenissen. 379
dammeren dan, buitenslands, eer aan te I4gg doen, heeft de Vorft het wapen der Stad, welk op alle zee- en vrygeleide-brieven ge- drukt werdt, op zulk eene ongemeene wy- ze, willen verlieren. In July, werdt de Vrede met FrankrykDe Am-
getroffen, en in September, met Vlaande-fterdam" ren. Sluis alleen bleef nog wederfpannig, hejrsen en de voornaame verblyfplaats der Hoek- Mont- fchen, die, in Holland, nog meefter vanfoort en Woerden waren. Maximiliaan begaf zigY°er". dan, in de Lente desjaars 1490, naar Hol-^^111" land, daar hy de Steden, of de Edelen en iaqo. Steden hem bewoogen, om het beleg te flaan voor het Huis te Montfoort; van 't bemagtigen van welk ook het bemagtigen van het Slot te Woerden afhing, 't Befluit tot dit beleg gaf die van den Geregte te Amfterdam gelegenheid tot een bevel aan alle Poorters, om, ontbooden zynde, by Burgemeefteren en Thefauriers te verfchy- neii: De afkondiging, die dit bevel bevat? te , was den negenentwintigflen April ge- dagtekend , en begon op deeze wyze: Alfoe geac cor deert ende geflooten es by alle die Sta- ten de/er Landen, ridderfcip, groete ende cleyn- ye Steden, dat men, van fionde an, te velde trecken f al, omrne dieberevan Montfoort ende zyn adherenten — te flraffen, Joe iß enz. (u). Ook blykt dat de Poorters van Amfterdam, tendeezen tyde, in 't beleg van 't Huis te Montfoort, gediend, en dat de zesenderti- gen , den zesentwintigften Juny, beflooten heb-
(<<) Keurb. A. ƒ. 171 w/j,
|
|||||
au
|
|||||
38o AMSTERDAMS II. Deel.
1400 hebben, tot dit beleg, en tot het uicruflen
vanfchepen van oorloge,twaalfduizend An- driesguldens op te neemen (V). Zelfs hadt de Stad thans reeds haare Afgevaardigden te velde , omtrent welken , den twee en twintigften May, beraamd werdt „ dat zy, „ in kleine zaaken, befluiten mogten, zon- „ der dat zy verpligt waren verflag te „ doen (w)." De nederlaag der Hoekfchen , in den
fcheepsfhryd by Brouwershaven, en het 0- vergaan der Huizen van Montfoort en Woer- den, by verdrag, bragt de zaaken deezer partye in zulk een verval, dat zy, geene vafle plaats buiten Sluis in Vlaanderen meer inhebbende, zig voortaan meelt met zee- fchuimen geneeren moeft (#). De Re- Terwyl het beleg van 't Huis te Mont- feeft'dc ^oort noë duurde, verwierf Biiïchop David Sloten te van Bourgondie, dat de Stad Amfterdam Abkoude hem de Sloten te Abkoude en te Vreeland; en te die zv ? federt eenige jaaren, hadt ingehad, wederomwea<er0]m overgaf, onder voorwaarde, zo over aan fommigen willen, dat hy den Burggraavc den Bis- van Montfoort geen' onderiland toefchik- fchop ken zou; hoewel anderen van deeze voor- re" ht waar<^e Seen §ewaS maaken Qy). Ook is my nergens gebleeken, ofßiiTchop David der Stad, ter deezer gelegenheid, eenige vergoeding gedaan hebbe van de zwaare kolten, die zy, ten zynen behoeve, in den jong'
|
||||||
(v) Groot-Memor. N. T. ƒ*. 29g verft.
ivf) Keurb. A. ƒ. \-<+ ver/o. (x) Vaderl. Hift. IV. Deel, hl. 263 enz. (y) HfcDA in Davide p. 304., |
||||||
IV. Boek. Geschiedenissen. 381
jongden Utrechtfchen oorlog, gemaakt hadt; iAg0t 't welk egt er niet onwaarfchynlyk is. Maximiliaan fchynt, ondertuffchen, ge- Amfter-
duurende dien oorlog, het bewind over nog dn™ en andere Sloten aan fommige Steden te heb- d"rg JJJ! ben opgedraagen. Men vindt ten minfle (z), den ftel* dat de Steden Delft, Leiden, Amfterdamlen ee- en Gouda, in September des jaars i4Qi,nen slo£i Romen Jacobs tot Kaftelein van het Slotte G°0°usdate Gouda nebben aangefteld, den Slotvoogd aan. Jacob van Cralingen Florys foen, ten zelf- 1491. den tyde, beveelende, hem het Slot in te ruimen (2). Het fcherp invorderen van het Ruiter-Kaas-en
geld hadt, eenige maanden te vooren, ee- Br°ods nen opftand verwekt, onder de Kennemers |jfL« en Weftfriezen,die,in 's Lands Kronyken,v"an den onder den naam van het Kaas en Broods Spelftweefyzlt of den Kaas- en Broods-Oorlog, bekend is.der De zwervende Hoekfchen onder{teundenJ?°^"en deezen opftand, en föhuimden, 't Marsdiep Kabbel- zynde ingezeild, langs de Zuiderzee; waar jaauw- door de Vaart naar Amilerdam meer offcnen* min belemmerd werdt. 't Kaas- en Broods- voik bemagtigde Alkmaar, Hoorn, en, in 't jaar 1492, ook Haarlem: doch de Her- tog van Saxen, met Duitfch Krygsvolk, in Holland gekomen , beteugelde de woefte me«
(2) Groot-Memor. N. I. ƒ. 20*.
(2) CoMMELiN , die (bl. 924.) aantekent, dat
de vier Steden het Kafteleinfchap, ten deezen ty- de, aan Jacob van KraLingen Floris Zoon opdroe- gen , heeft het (luk , waarop wy ons beroepen, en welk hy ook aanhaalt, niet wel gelezen. |
||||
382 AMSTERDAMS IL Öee£9
J491. memgte geheellyk. Sluis, de eenige ver-
blyfplaats der Hoekfchen, werdt, federt, ook ingenomen: en hiermede een einde ge- maakt van den langduurigen tweefpalt der Hoekfchen en Kabbeljaauwfchen (a). Groot Te Amflerdam, hadt het gemeen, fchoon getal van zo ZWaar gedrukt door de laften des oor« Amfter-te ^°SS» ^at 'er' ten Meezen tyde, weekelyks*
dam. meer dan tienduizend armen bedeeld wer- den (Jj), geen deel genomen in den opftand van 't Kaas- en Broods-volk. Ook was hier, tot verligting der ingezetenen, de Bier-Ex- cyns, die voor eenige jaaren verhoogd ge- worden was, in September des jaars 1491, Zorg wederom verminderd (d). Maar, na dat voor o- het Kaas- en Broods-volk, den derden May verrom- ^es jaars I^2, Haarlem ingenomen hadt> afdaar begon men, ook te Amflerdam, voor o- 1402. verrompeling te dugten. Op den zesden, kreegen de agt oude Kapiteinen, die voor deezcn aan de Veften plagten te waaken, bevel tot Iootinge, om op nieuws wagt te' houden (d): en alzo men befpeurde, dat 'er veele vreemde ruiterenen anderen, waar- fchynlyk van het Krygsvolk des Hertogs van Saxen, in de Stad gekomen waren , werdt den Schutteren der drie Schutteryen* den zeftienden, gelafl, dagelyks, met een lang ww of degen op zyde te gaan(>). Zelfs fchynt de vrees voor eenige vyandelykeon- der* (*) Vadcrl. Hift. IV. Deel, hl. 271-292.
{b) VF.LIUS Hoorn, */. 84. (c) Keurh. A. ƒ. 177.
(d) Keurb. A. ƒ. 182 verg./. 184.
(e) Keurb. A. ƒ. 183.
|
||||||
IV.Boek. Geschiedenissen. 383
derneemingen ook, tot lang na het beteu- jaqz,
gelen van 't Kaas- en Broods-volk, geduurd te hebben. Men vindt, ten minfte , dat nog den twintigflen December deezesjaars eene nieuwe Ordonnantie op het waaken uk- gekomen is, om reden dat men ook toen voor verraad of overrompeling der Stad bedugt was (ƒ). Twee ingezetenen, Burgemeefteren on- Straf van
behoorlyk gedreigd en gefmaad hebbende, twee Per« waren, eenigen tyd te vooren, veroordeeld, j°°n.fn» de een om honderduizend Vegtfchen fleen gemees- of honderd ponden Hollandfch te voldoen, teren en Burgemeeflers,^>, zegt het vonnis, ah gedreigd ouerfle, naefi God ende die Prince, defer Ste- ^n g£j* de zyn, op de Raadkamer, om vergiffenis hadden, te bidden: de ander,om in bedevaart.naar de H. Drie Koningen te Keulen te trek- ken, en ook honderdduizend Vegtfchen fleen te verbeuren (g). Het verwyzen tot dier- gelyke ftraffe was, ten deezen tyde, niet ongemeen , hier te Lande, noch te Am- Iterdam. De oude Regiflers der Stad leve- ren 'er verfcheide voorbeelden van uk. Men vindt, dat fommigen, nog in ditzelfde jaar, veroordeeld geworden zyn, tot eene bede- vaart naar onze Lieve Vrouwe ter Tenfell [te RyfTel] of naar de H. Drie Koningen (/;). Ook was, inzonderheid federt de jongile bemuuring der Stad, het opbrengen van eene zekere hoeveelheid Leidfchen of ande- ren fleen, die tot de veilen en andere Stads wer-
f/j Keutb. A. ƒ. 194. (g) Keurb. A. ƒ. 191 ver/o. (h) Keurb. A. ƒ. isi ver/o itj. |
||||
384 AMSTERDAMS II. 0EEt;
*492k wer^en gebruikt werdt, eene zeer gemeene
boete geworden (/); Nieuwe Den oorlog tuflchen Maximiliaan enKa- beiaftin- rel den VIII., Koning van Frankryk, in den gen in de; Zomer deezes jaars , wederom ontfteken zynde, gaf zulks der Regeeringe van Am- * fterdam gelegenheid, om den tienden Au- guftus eene nieuwe belafting te leggen op
Wyn, Zeep , Olie en andere waaren (£). De fchulden, waarin de Stad zig, ter vol- doeninge der Graaflyke beden, hadt moe- ten fteeken, hadden ook, omtrent deezen tyd, gelyk meermaalen te vooren, aanlei- ding gegeven, dat haare Poorters buiten de Stad bekommerd werden, 't Geregt keur- de hierom, op den derden September, dat men, zulke Poorters, voortaan, op Stads koften, zou moeten bevryden (/). Orde op De kryg met Frankryk, die tot in 't vol- |
|||||||||||||||
aldaar.
H93
|
n gende jaar werdt voortgezet, gaf het Ge^
regt van Amfterdam ook aanleiding om, by |
||||||||||||||
herhaalde Keuren, te beveelen,datdeStad
wederom, gelyk in tyden van oorlog en on^ raad, bewaakt werdt (ra). Doch deeze voor- zorg werdt minder noodig, na dat men, hier ter Stede, kennis kreeg, dat de Vre- de, den drie-entwintigften May, te Senlis, getekend was. De Regeering van Amfter- dam beval zelfs, den elfden July ,ter gele- genheid van het treffen deezer Vrede, ee- nen openbaaren ommegang te houden, en op dit
|
|||||||||||||||
Vreug-
devuur over de Vrede van Sen- lis. |
|||||||||||||||
(i) Keutb. A. ƒ. 133 ver/o ,13g vtrfi , 147, 162. tnzt
(k.) Keutb. A. f. I8Ö. Handy, bl. 21©.
(I) Handv. U. 139.
(m) Keurb. A. ƒ. ij>» vtrfi 19U
|
|||||||||||||||
'
|
|||||||||||||||
IV. Boek. Geschiedenissen. 38$
die Platts of Dam, een vreugdevuur aan te jaq*
fteeken («).
De Friefche dyk by Medenblik was , Amfter-
eenige jaaren herwaards, zo zeer verwaar-dam loosd, dat hy groot gevaar liep van, metwordtbe" den rninften hoogen vloed, door te bree- "JJf ^y ken; 't welk ten uiterfte nadeelig ge weeft rekening zou zyn voor 't gemeene Land. Koning Ma-der kos- ximiliaan hadt hierom geraaden gevonden,ten °P eene nieuwe Ordonnantie uit te geeven op jjeJhoud het onderhoud van deezen dyk, die den yan ^en veertienden February des jaars 1492 [1493] Frie- getekend was. By dezelve, werdt, onderfche!1 anderen, beraamd, dat de Steden Haarlem, W t0 Amfterdam, Alkmaar, Hoorn, Enkhuizen 0pnee- en Medenblik ieder twee Afgevaardigden,men. op koften van elke Stad, zouden aanftellen, om de jaarlykfche rekening deezer Dykaad- je op te neemen (0). By het Groot-Privilegie van Vrouw Maria (p), was reeds beloofd, on- der anderen by raade van Amfterdam, op het onderhoud van den Friefchen dyk, or- de te ftelien. De Vrede met Frankryk, met Engeland Ander-
en met het nabuurig Gelderland was nuweldam sn herfteld, doch de Kooplieden, en Amfter- JSJS5S
] • , , 1 r • 1 Steden
dam in t byzonder waren, met zonder re- ^oenee«
den, bedugt, dat dezelve van geen' langenne be-
duur zou zyn. De Gelderfchen hadden zelfs zending de vyandelykheden reeds wederom begon- JJaar nen, en Buuren bemagtigd. De zesender:r^n£n, tig '
(n) Keurb. A. f. 194. vtrfo.
(9) Handv. */. +19. [43.]
(p) Zit hier voor, hl. 331 enz.
II. Stuk. Bb
|
||||
$86 AMSTERDAMS II. Deel.
1493. t2*S Raaderi van Amflerdam beflooten hier-
celand om» ^en vyfentwintigflen Oclober deezes en üel- jaars, de Waterlieden van defen Quartiere ter derland. Dagvaart te befchry ven, op het zenden van ene notable ambajjaderie — in engelant, in
vranckryck ende in gelrelant, tot onderhou- dinge der Vrede met die Landen (q). Ook werdt dit befluit ter uitvoeringe gebragt; doch wat 'er 't gevolg van geweeft zy, is my nergens klaarlyk gebleeken. Alleenlyk weet men, dat 'er, tegen't einde des jaars, een Befland met de Gelderfchen geflooten werdt (f): en dat de Vaart op Engeland, in 't begin des volgenden jaars, wederom op en raakte (s). Ondertuffchen , verdient het gewiflelyk onze opmerking, dat de Steden van Holland, reeds ten deezen tyde, ver- flonden, regt te hebben, tot het doen van bczendingen buitens Lands, om te hande- len over zaaken van vrede. Keuren In den aanvang des volgenden jaars , tot ver- kreeg men te Amflerdam tyding, dat eeni- dcrCStad £e Capiteinen ende Rateren, met een kwaad voorneemen tegen fbmmige Steden, byeen trokken: 't welk die van den Geregte be- 1494. fluiten deedc tot eene Keure, welke , den
drie - entwintigften January , gedagtekend was, en waarby, aan alle Poorteren, be- volen werdt, op klok- of bekkenflag, onder hunnen Hoofdman, op hunnen aangewee- zen hoefflag te verfchynen (f). De tegen- woor-
(l) Groot-Memor. N. I. ƒ. 298 vtrfo,
(r) Vadeil. Hift. IV. Dtel, tl. 3*1. (i) Keurb. B. ƒ. 3 vtrfo. (tj Keiub. A. ƒ. 197. |
||||
IV.ßoEK. Geschiedenissen. 387
woordige zor^elyke tyd hadt ook, naar 't tlQ*
fchynt, den zesendertigen, drie dagen te VOoren •, aanleiding; gegeven, om vaftte ftel* len, dat een Qüd Burgemeefter, dat is, een, die in het tweede jaar zyner Regeeringe was, niet meer dan zes weeken in 't jaar, uit de Stad zou mogen zyn (u). 't Bevel om op zyne hoede te zyn tegen vyandlyke ondemeemingen, werdt, voor 't einde dee- zes en in 't begin des volgenden jaars,nog meer dan eens vernieuwd (V). Maximiliaan, onlangs, in de plaatfe van De Aarts-
Fredrik den III., zynen Vader, tot Keizer hertog verheeven zynde, vondt, eerlang, getaa- P8 den, de Regeering der Nederlanden op te kaardt de draagen aan zynen Zcon Filips, die hogRegee- maar ruim zeftien jaaren bereikte. De jon- ring. ge Vorft, in September, in Brabant zynde ingehuldigd, begaf zig, vervolgens, naar Geertruidenberg, alwaar de Edelen en Ste- den van Holland, ook Amfterdam, ten zelf- den einde, befchreeven waren. Filips ,Ileu- Hy wit nende, naar 't fchynt, op het aanzien zyns nict alle Vaders, en op het vreemd Krygsvolk, welk j*c ƒnvl' hy, ten deezen tyde, onder Hertoge Al- bezwee- brecht van Saxen, in zynen dienft hadt, was ren. niet gezind, de inhuldiging te ontvangen, op gelyke voorwaarden, als waarop zyn Va- der en Moeder waren ingehuldigd geweeft; veel min, alle de Privilegien te bezweeren, die, door Maximiliaan en Maria, gegeven of bezwooren waren. Hy deedt den Staa- ten C«) Groot-Memor. N. I. ƒ. 299.
(w j Kemb. B. ƒ. 7 verf*. 9. Bb %
|
||||
388 AMSTERDAMS II. Deel.
1494. ten rondelyk verklaaren „ dat hy kwam om
„ ingehuldigd te worden als erfachtigh ende „ natüurlyck Prime en Heere, Grave vanHol- „ land ende Heere van Friesland', dat hy de „ Privilegien bezweeren wilde, die deHer- 3, togen Filips en Karel en derzelverVoor- „ zaaten, Graaven en Graavinnen van Hol- „ land, en Heeren en Vrouwen van Fries- 5, land, gegeven hadden; doch dat hy de „ Privilegien, na de dood van Hertoge Ka- „ rel verkreegen , wilde te niet doen, en „ met der daad, by deezen, te nietdeedt. Wathy 5j Dat hy egter, om zekere redenen, toe- Amfter- ^ ffondt, dat de Wethouderfchap in eeni- jftaat. C "35 £e Steden, en onder anderen teAmfter- „ dam, zou vernieuwd worden, en dat dee- ,, ze Steden haare Vroedfchappen zouden „ hebben, gelyk by deeze laatere Privile- „ gien bepaald was;doch alleen tot dathy 3, vyfentwintig jaaren bereikt zou hebben. „ Dat hy hen ontfloeg van den eed, aan zy- 3, nen Vader gedaan, en hun de penningen „ kwytfcholdt, die zy Hertoge Karel, by 3, deszelfs overlyden, fchuldig geweeftwa- „ ren. Dat, zo zy, na dat zy hem, op dee- |
||||||||||
J3
33 33 35 33 |
zen voet, hadden ingehuldigd , eenige
nieuwe Privilegien van hem begeerden, hy toonen zou, dat hy de dienlten, die zy zynen Vader gedaan hadden, niet ver- geten hadt (lü)." |
|||||||||
DeStna- De Staaten hebben zulk een' voorflag,
ten doen waar(j0or verfcheide Privilegien, en vooral jem u - ^ QyQQt.priviiegie van Vrouwe Maria, op eens,
(w) Zk Gioot-Plakaatb. IV. Deel, bl. 1.
|
||||||||||
IV. Boek. Geschiedenissen. 389
eens, den bodem in geflaagen werden,on- 1401.
getwyfeld, met ongenoegen gehoord. Doch zy waren genoodzaakt, te voldoen aan de begeerte van hunnen Vorft;, die thans eene aanzienlyke magt op de been hadt, en op 't punt ftondt, om het Beftand te vernieu- wen, welk, voor eenigen tyd, met Gek derland gcflooten was (#). Ook hebben fommige Steden, en daar onder ook Ara- flerdam,zig hiertoe te ligter laatenbcwee- gen, om dat zy haare Vroedfchappen en de gewoonlyke beftelling der Wethouderfchap behielden, ten minfte tot dat de Vorft vyf- entwintig jaaren bereikt zou hebben, dat is, nog omtrent negen jaaren; in welken tus- fchentyd, 'er ligtelyk iet voorvallen kon, welk haar gelegenheid zou können geeven, om nieuwe Privilegien, of beveiliging der voorigen te verwerven. De inhuldiging ge* fchiedde dan, overeenkomflig met 's Vor- flen voorilag, den twaalfden December, in eene benedenkamer van de herberg de Wil- deman , te Geertrnidenberg (3'); ook door de Afgevaardigden der Stad Amfterdam; waarom de eeden, die, by deeze gelegen- heid , gedaan werden, in de Regifiers dee- zer Stede (z), te boek gefield zyn: uit wel- ken wyze, hier agter, in de Bylaagen (a), geplaatft hebben. Kort na de inhuldiging van den Aartsher-Te Am- toge, kreeg Amfterdam aanfehryvens vanlterdrim
den wordt
(x) Vaderl. Hift. TV. Deel, hl. 305.
(y) Groot Plakaatj, IV. Deel, bl. j. («3 I, l'uvilcgiebock ƒ. 87. (*) 1<t> f. Bb *
|
|||||
■
|
|||||
3po AMSTERDAMS II. Deel.
1494. den Stadhouder en Raa-den, onder bedrei-
wederom &m& van ftraff"e aan lyf en goed, dat men orde ge- de Poorters moed doen waaken, en de ver- fteld op 't eifchte zorg draagen voor de zekerheid der waaken Stad, zo men zig 's Voi-ften eeuwige indig- en yten. m(..e m tmn Rjet 0^ (jgn jlajs haaien wilde. De Winter, in welken der Stede graften
dikwils met ys bezet raakten , vorderde ook, naar ouder gewoonte, dubbele wagt. 1495. 't Geregt beval zulks, derhalve, op den. vier-
entwintigften January des jaars 1495, te ge- lyk orde Hellende, op het openbytenvan't ys, in de graften om de Stad (b)> Nieuwe De fchulden, waarin Amiierdam zig,na
belaftin- ^e d0od van Ilertoge Karel, hadt moeten daara " fteeken, maakte aldaar, omtrent deezen tyd, het opftellcn van nieuwe beladingen nood- zaakelyk. 't Geregt, de zesendertig Raa- den, en de notable ende ryckdom van der Ste- de, hierop vergaderd zynde , kwam men overeen „ dat, om te vervallen de koften, die |
||||||||||
55
55
|
de Stad gehad hadt van den oirloghe van
Utrecht, Montfoert, Woerden, Rotterdam, |
|||||||||
„ de rebellicheit van Vlaenderen enz. ,.gehee-
„ ven zouden worden een honderdfte pen- „ ning van elks goed, zulken uitgenomen, „ die geene honderd rynsguldens bezaten, „ ten ware zy groote hanteering van nee- „ ring hadden; zeftien ftuivers van 't vat „ buiten-, en tien ftuivers van 't vat bin» „ nenbier; de helft meer molengeld;breu- „ ken van die tegen de Keuren getimmerd „ hadden, en de vyftiende penning exue- ,» geld
(*) Kcuxb. B. ƒ. 9.
|
||||||||||
IV.Boek. Geschiedenissen. 391
„ geld van vertrekkende poorters, en van I4~-
„ erfenilTen buiten de Stad gaande, ten wa- „ re de Plaatfen, werwaards dezelven gin- „ gen, zulks niet of anders vorderden." Het befluit hiertoe werdt den agtentwintig- ften April genomen: en de Stad werdt rnet meer laflen bezwaard,dan zy, ooit te voo- ren, hadt behoeven te draagen. Alle haare inkomften beitonden, ten deezen tyde, in het gene van de bovengemelde beladingen, van de Waage, van den Wyn-Excyns, en van de Paalkifte kwam; uit welk laatfte, zy egter de zeetonnen en kaapen of bakens onderhouden moefl (c). De Steden,en Amfterdamin'tbyzonder x)e Stad
krecgen, nog voor 't einde deezes jaars, bekomt eeni^en der Voorregten, welken de Aarts- herftel- hertog haar, by zyne inhuldiging, beloofd "8-"g hadt. De Steden hadden altoos aanblyven- voorreg- de Vroedfchappen begeerd, nevens het regt ten, om een dubbel getal te mogen noemen , waaruit Stadhouder en Raaden de verkie- zing der jaarlykfche Wethouderfchap doen zouden. Doch 't een en 't ander werdt flegts aan eenige Steden, en ook aan Amfterdam toegeitaan, alleen tot dat Filips vyfentwin- tig jaaren bereikt zou hebben. Tot dien tyd toe, zouden de ampten ook alleen door inboorlingen bekleed, en geene Brieven van Marken en Reprcfa'dle verleend worden, dan by raade van Stadhouder en Raaden van Holland. Voor 't overige, werdt het Groot- Privilegie van Vrouw Maria, in eenige an- dere (f) Groot-Memor. N. I. ƒ. joo verß,
Bb 4
|
|||||
--------- ______ ......
|
|||||
392 AMSTERDAMS IL Deel.'
1495. dere punten, beveftigd, en in eenige an- deren, befnoeid : van al 't welke Brieven verleend werden, die den veertienden De- cember, te Bruflel, getekend waren (d). De Stad Amfterdam Helde zo veel gewigts in deeze brieven , dat menze den vyfentwin- tigften Mav des jaars 1498, bauen inde ou- de Kerck, by de hantueflen der Stede, deedt brengen (e), alwaar zy nog beruften. Zy ver- Op den agtften te vooren, hadt Amfter- «r??t het ^am m *' byzonder brieven verworven, waar fchipvan ^ ^er ^tac* eem£e inkomften uit de Vor- Amftel- ftclyke Domeinen verpand werden. Wy land in hebben, hier voor (ƒ), gezien, dat zy ,in pand- 't jaar 1488, om zekere renten, ten behoe- ft- ïap, ye van j^[aximiijaan ^erkogt, te vinden, ge- weezen was op het Baljuwfchap van Am- firelland, Waterland en Zeevank, enop-hët Sluisgeld te Grootebroek en te Medenblik. 't Blykt, dat zy, federt, de toegeweezen fomme uit het Baljuwfchap ontvangeirhadt; doch 't gene haar, uit de tweeSluisgeldefl,-. toegelegd was, kadt men haar nimmer rol- daan; en zy hadt 'er, den eerften Oclober deezes jaars, reeds negenhonderd zévenen- zeflig ponden vyftien fcheliingen van te goede gehad. De Rentmeefter van Hol- land, zig grondende op eene Ordonnantie van den Aartshertoge, waarby belaft werdt, dat alle zodanige vervreemde partyen we- derom aan de Vorltelyke Domeinen gehegt zou.
(J) Oade Kerk, Lémit l. tn XXXV. Zie Ook Gröot-Pli»
kaaib, IV. Detl, bl. j. (t) Groot Memoj. JV. I. ƒ. 3«j vtrjb, (/; ßi«k. nu
|
||||
IV.Boek. Geschiedenissen. 393
zouden worden, wilde de Stad, daarenbo-
ven , bedwingen, om hem rekening te doen van't gene zy, federt het jaar 1488, uit het Baljuwfchap ontvangen hadt: 't welk haar beïaft zou laaten met de gantfche ren- te , zonder 'er eenige vergoeding voor te hoopen te hebben. Om deeze zwaarigheid te voorkomen, vervoegde zy zig aan den Aartshertoge, dien zy ook voorhieldt, dat zy haare penningen, in 't jaar 1488, opge- bragt hadt in ligten gelde, te weeten den gouden Andries gulden tegen agt fchellin- gen grooten Vlaamfcli het Huk; daar de munt, federt, merkelyk verzwaard gewor- den was: waarop zy verzogt, dat behoor - lyk agt gefiaagen mögt worden. En Filips, overtuigd van den dienft, dien de Stad zy- nen Vader, in het opbrengen van zulk eene aanzienlyke fomme, gedaan hadt, ftondt haar toe „driehonderd en zeitig ponden's „ jaars gangbaare munt, dat is, den gou- „ den Andries gulden tegen vier fchellin- „ gen agt penningen grooten Vlaamfch ge- „ rekend. Van deeze fomme zouzy drie- „ honderd ponden trekken uit het Baljuw- „ fchap van Amitelland, Waterland en Zee- „ vank, welk Baljuwfchap zelf haar, tegen „ deeze fomme,in handen gefteld zou wor- „ den: zullende de overige zeitig ponden „ haar, door 's Vorften Rentmeeiters ,uit „ de inkomlten zyner Domeinen van Ken- 9, nemerland, worden uitgekeerd. En hier „ tegen zouden de Vorlt en zyne opvolgers „ vry zyn van de renten van zeshonderd en Bb 5 „ veer-
|
||||||
tÊÊt.
___^^^^__-^_^_^ |
||||||
394 AMSTERDAMS II. Deeu
IicK » veertig ponden, ten behoeve van zynen „ Vader verkogt, en van alle de agterftal- „ len, die de Stad daarop te g<5lde hadt, „ behoudende de Graaflykheid egter het „ regt, om de driehonderd en zeitig pon- „ den 's jaars, ten allen tyde, in dezelfde „ munte, tegen den penning zeftien, af te „ lolTen; in welk geval, de Stad het Bal- „ juwfchap wederom zou moeten afftaan, „ en de Graaflykheid ook van de overige „ zeflig ponden 's jaars zou ontlaft bly- „ ven (#)." Welk, Op deeze wyze, kwam het Baljuwfchap federt, van Amflelland, Waterland en Zeevankin doorßur" handen der Stad. Burgemeefteren begaven, teren federt, dit ampt, met advis der zesendertig begeven Raaden, voor den tyd van zes jaaren, aan wordt. Meynaert IVillems /oen van Bretten (h), die egter, volgens de fchikking des Aartsher- togs, zynen Laftbrief van hem kreeg, vol- gens welken, hy het ampt zou bewaaren by forme van pagt, voor driehonderd ponden in 't jaar (f). Doch Burgemeefteren kwa- men met hem overeen, dat liy hun alleen- lyk tweehonderd vyfenzeventig ponden van veertig grooten zou uitkeeren, wanneer zy de pagt aan de Graaflykheid voldoen zou- 1496. den: 't welk klaarlyk blykt uit zynen brief van den twee-entwintigilen January des jaars 1496, in de Stads Regiflers (k) te vinden. De rang Ter gelegenheid, dat eenige Steden van Hol-
(g) I. Privilegieboek, f. 9+.
(b) Groot Mcmor. N. I. ƒ. 201 vtrfo% 300.
(i) 1. Privilegieboek, f. 9+.
(k) Groot Memoi. N. 1. ƒ. 20» verft.
|
||||
IV.Boek. Geschiedenissen. 395
Holland, agterlyk zynde in het opbrengen 1^6. der Graaflyke beden, door 's Graaven Amp- tu(TcheÄ tenaars moeften worden geëxecuteerd of uit- de ses gewonnen, werdt, eenjge maanden hierna, groot© de rang bepaald, tufïchen de zes groote StedeJJ Steden. De Stad Delft hadt, naarnJyk ,™„d geklaagd,dat zy,voor Dordrecht en Haar-WOrdtbe* lem,uitgewonnen werdt, om dat zy,nader paald. dan deeze twee Steden, aan denHaagege- legen was. De Aartshertog beval,hierom» den twintigften September, dat men, de groote Steden moetende uitwinnen , zou hebben te beginnen met Dordrecht, en daar- na in orde voortgaan tot Haarlem, Delft% Leiden, Amfterdam en Gouda (/). Of Am- sterdam, omtrent deezen tyd, ook, door's Graaven Amptenaars, uitgewonnen zy,is my nergens gebleeken De Gelderfche vyandelykheden duurden Amfter-
nog. Men kreeg , te Amfterdam, in dendaIJ\ Herfft deezes jaars, wederom kennis, data^fchry. 'er verzameling van Krygsvolk was omtrent vens om de grenzen. De Aartshertog hadt eenfcherp.fcherpe Plakaat laaten afkondigen, waarby belaft fas^te werdt „ dat men geen volk van oorloge ou en* „ zou laaten trekken door Holland (m)." Doch de Stadhouder en Raaden fchreeven, aan Amfterdam in 't byzonder, dat men al- daar fcherpe toezigt houden moeft, omniet overrompeld te worden. En hierop werdt, in September, herhaald bevel gegeven tot het zorgvuldig bewaarea der Stede («). De
(/,) Zie Groot-Phkaatb. III. £>«/, bl. 19.
(m) Gtoot.Meinoi, N. I. ƒ. uj. (nj Keurt», li. f. »o, 20 vtr/tk. |
||||||
39ó AMSTERDAMS IL Dm.
1496. ^e Aartshertog, onlangs in de egt ge-
A .treden zynde met Joanna, Dogter des Ko- hertog nings van Arragon en der Koninginne van
Filips Kafhilie, en voorhebbende, de Gelderfchen,
wordt door de wapenen, tot reden te brengen ,
aldaar Vot\dt geraaden, in den Zomer des jaars
Fyk§in^V I497» eene re*s te ^oen naar Holland, zig
haald. in de voornaamfle Steden, van nieuws, te laaten inhuldigen, en , by deeze gelegen- heid, naar alle waarfchynlykheid, weder- om eene buitengewoone Bede te doen (0). 1497. Te Amfterdam, kreeg men, in't laatll van
Juny , vermoedelyk uit Haarlem, berigt , dat de Aartshertog, den volgenden dag,in de Stad dagt te komen, 't Geregt, hierop vergaderd zynde, en in aanmerking nee- mende, dat fiin genade Prime ende fouvereyn Here van der Stede was, en waarfchynlyk de voorige Privilegien kwam beveiligen, en veelligt ook cenige nieuwen verleenen, be- floot terilond , den Vorfl ftaatelyk in te haaien. Men voorzag ieder Schutter der drie Schutteryen, de oude, de jonge en de Handboogfchuttery, van eene toortfe, op Stads koften. Geen fchutter mögt, buiten verlof van Burgemeefteren , ter Stad uit gaan, voor dat de Vorfl ingehuldigd ware. Geen Poorter of ingezeten mögt aan den Forieren ende maerfchalck van den logyfen van den Vorfl huisvefling voor den Hofltoet wei- geren, op llraffe aan lyf en goed. Elkmoefl de flraat voor zyne deur doen fchoonmaa- ken. De inhaaling zou door geeflelyken en wee«
(9) Vadeil. Hift. IV. Dul, il. 303, 3*5.
|
||||
IV.Boek. Geschiedenissen. 397
weereldlyken gelchieden, en niemant mögt 1497.
de orde, die men, in 't gaan, ftondt te hou- den , eenigszins belemmeren of ftooren. En naardemaal de Stad een flede van frontieren was, palende an diverfcbe landen ende heerlic* heden, zo werdt den Schutteren en allen an- deren Poorteren en ingezetenen belaft, hun geweer, wel fchoon gemaakt en gefcherpt, voor hunne wooningen te hangen, op dat de Vorft zien mögt, wat wapenen de burgerye hier, ten haaren kofte, en tot befcherminge derStede, onderhieldt. Zo dra,op den dag der inhaalinge,de Stadhuisklok na den middag geluid werdt, moeiten alle handwerken en neeringen ftilftaan, en de Schutters, in hun- ne Pelluere of wapenrok, elk met eene toort- fe in de hand, an die Plaetfe, by de Heeren van 't Geregt, komen; die hen in orde fchaa- ren zouden, om de inhaaling te doen (p). 't Is waarfchynlyk, dat alles, omtrent op deeze wyze, uitgevoerd geweeft zal zyn, hoewel ik niet weet, dat zulks ergens aange- tekend is. Alleenlyk vind ik, dat de Vorft, Eed door ingehaald zynde , den zevenentwintigflen hejn en Jimy, den eed op het Stadhuis heeft afge- do0^ do legd, wordende den zelven, door den Bur- „Qfal^* gemeefter Andries Boelen Dirkszoon, uitge- sproken. De eed der Stede en der Poorte- ren gefchiedde, daarna, by monde van Meefter Jakob van Almonde, Raad in den Hove van Holland, die denzelven boven van het Stadhuis uitfprak. Beide deeze eeden zyn in de Stads Rcgiflers(q) te boekgeftcld: uit
(p) Keutb. B. ƒ. Zt.
(q) I. fiivilegtebock, ƒ. fp verft.
|
||||||
3o8 AMSTERDAMS I!. Deel.
1407. u^ welken wyze, hier agter, in de Bylaa- De St &€n W ï g^piaatft hebben. Sommigen heb- den van't ben aangetekend, dat de Aartshertog niet Noorder- verder Noordwaards trok dan Amfterdam: kwartier waarom de Steden van 't Noorderkwartief herrfr. verpligt werden, haare Gemagtigden der- Amfter- waards te zenden , om de inhuldiging te dam hul- verrigten (j). de« De Aartshertog hadt, gelyk uit de woor-
Hy be- Jen van den eed af te neemen is, ook te-
veftigt genwoordig, geene andere Privilegien wil- vilegie, ^en bezweeren, dan die, door de Hertogen welk de' Filips en Karel, gegeven of beveiligd wa- Stad, na ren. Maar hieruit volgde, dat de laatere de dood priviiegien, door Vrouwe Maria alleen, of toge Ka- met Naaren Egtgenoot, gegeven , hunne rel, ver- kragt verlooren hadden. Amfterdam, die kreegen Van beide verfcheide Privilegien ontvangen hadt. nacjt ? \eedi hier vry wat by. Doch de Re- geering der Stad verwierf op denAartsher- toge, dat hy, nog in den Haage zynde,op den agttienden July, de Handveft bekrag- tigde, waarby aan Amfterdam het regt ge- geven was , om de Roomfch-Koningklyke Kroon boven 't Stads wapen te voeren (t), welke Handveft, eerft in 't jaar 1489, en dus lang na de dood van Hertoge Karel, op de naamen van Maximiliaan en Filips, ge- geven was (u). Men E enige weeken laater , werdt Leerdam waakt al- ^0Qr je Gelderfchen ingenomen. Doch de
daar op ö Stad (r) Ir. G. N. 1, 2.
(s) VELIUS Hoorn, bl. 91. (t) Oude Kerk, Laadt XXXIX. (a) Zit hier voor, bl. 27t. |
||||||
IV.Boek. Geschiedenissen. 399
Stad werdt hun haaft; wederom ontweldigd iaq-t,
door den Hertoge van Saxen. Het aanhou- . den deezer vyandelykheden gaf derRegee-tpl en ^ ringe van Amfterdam gelegenheid, om, zelfs Gcldcr- nog in de maand December, op een gerügt fchen. van vergadering van Krygsvolk, wederom orde te ilellen op het bewaaken der Stad (v). Doch den eenentwintigden werdt 'er Befland getroffen voor een' onbepaalden tyd (iü) , waardoor de bekommering, welke men hier ter Stede gehad hadt, een weinig verdween. OndertiuTchen, wies de Amflerdamfche Aan-
Koophandel en Scheepvaart aan, middenkomft in den oorlog. In den Herfft, kwam 'er,van een onder anderen, een groot getal van Koop- Sfvaa0" vaardyfchepen, met veelerlei waarenbelaa- Koop- den, voor de Stad. De Regeering, bedugt vaardy dat de Koopluiden van buiten mogten af- fchepen gefchrikt worden van herwaards te komen, J^rdanT" om de nieuwlings aangebragte waar en te bezien en te koopen, indien zy uit Steden kwamen, op welken men hier, uit hoofde van agterftallige renten, eenigen eifch hadt, vondt geraaden, op den agttienden Oclo- ber, aftekondigen, dat geen vreemd Koop- man, uit zulk eene oorzaak, eenige bekom- mering te vreezen hadt; maar dat elk zig van een vaft en volkomen geleide verzekerd kon houden (#). Voorts, blykt de aanwas van den Koophandel der Stad in 't Noor- den uit een Privilegie van Jan den IL, Ko- ning (v) Keurb. B. f. J4.
(w) Vaderl. Hift. 1*. Deel, hl joj>, }*«,
(x) Keurb, U. ƒ. 32 verft.
|
||||
4oo AMSTERDAMS E Da»;
1498. "ing van Zweeden, Deenemarke en Noor-
DeKo- wegeri, den zesentwintigften December des ning van jaars 1498 gegeven, waarby hy aan de Stad Zweeden van Amflerdam en aan de gemeene Holland/ehe nenfarke Steden> die hem Gemagtigden hadden toe- verleent gezonden, vergunt, twee derde van hunne nieuwe geftrandde goederen te mogen naar zignee- Piïvile- men, mids bergloon en koften betaalende de'staT W" Zeker' dat Amfterdam, in dit Privi-
legie, alleen met naame genoemd wordt, toont wel, dat de handel, dien deeze Stad thans in 't Noorden dreef, dien van de an- dere Steden van Holland ten deezen tyde verre overtrof. Den volgenden dag, gaf dezelfde Vorft nog een ander Privilegie aan de Stad Amfterdam in 't byzonder, haar den vryen handel op Noorwegen, met naa- me op de Stad Bergen, toeftaande (2). 's Vrye Daags na S. Thomas-dag, zynde den twee- Vaart entwintigften der zelfde maand, waren 't vtnde1 GerQ§-»de zesendertigen en de geheele buyck Stad toe-ende P°orterye defir Stede op 'tGafthuis by- geftaan. een geroepen geweeft;daar hun, doorBur- gemeefteren, voorgehouden werdt het Pri- vilegie van Hertoge Willem van den jaare 1405, wegens de vrye Vaart naar en van de Stad, waarvan wy, ter zyner plaatfe (V), gewaagd hebben; en gevraagd, hoe zy 't verftonden? Men antwoordde, eenpaarig- lyk „ dat elk, door 't Marsdiep oft Vlie, „ vryelyk, met fchepen en goederen, her- „ waards komen mögt, en wederom vaa „ hier
(y) Oude Kerk, Laait XLI. Handv. */. $6. [»6.1
(z) Id. ibid. L J (aj Zit II. Detlt III. Boek, H, 1517.
|
||||||
IV.Boek. Geschiedenissen. 4ót
» hier te rug keeren , zonder aan lyf of i^qö.
3, goed te mogen bekommerd worden (&)." Op den dertienden July te vooren, was Omme-
te Amfterdam een plegtige ommegang ge- gang al- houden, om den Hemel te bidden voor de da*r» tet gelukkige verlofllnge van de Vrouwe van he^varr Ooftenryk , Graavinne van Holland (c) , dezwan- van welker zwangerheid het Gemeen, kort gerheid te vooren, kennis gekreegen hadt. derGraa* 't Beftand met de Gelderfchen, flegts toty^eu_
wederopzeggens toe gellooten zynde, werdt, wjng"der in dit jaar, wederom verbroken: 't welk hier Keurea ter Stede gelegenheid gaf tot vernieuwing °P ,het der voorige Keuren op het waaken, en totw en* een bevel om, niet dan met behoorlyk ver* lof, uit de Stad te gaan (d)t De vyande- lykheden duurden, tot in het volgende jaar, 1499. en eindigden toen, met een diergelyk Be- ftand , welk in Juny geflooten werdt (e). De oorlog hadt, midlerwyl, den Aarts- Tol in
hertoge aanleiding gegeven, om zyne in-Texel komften te vermeerderen, door hetopreg-op|Q* ten van eenen nieuwen tol,die van defche- vertoog pen, welken Texel in- en uitkwamen, ge- daarte- heeven zou worden. De Koophandel van Sei vai* Amfterdam en van de Waterlieden in 't^amfter' Noorderkwartier ftondt hierby veel te ly- ^e Wa, den, waarom de gemelde Steden eenpaa- terfte- riglyk een Vertoog inleverden aan de Re- dsn. kenkamer der Graaflyke Domeinen in den Haa-
(b) Groot Memor. N. I. ƒ. 304. <« hief zgtcf in de B/-
laagen L*. H. \e) Keurb. B. ƒ. 37. (d) Keurb. B. f. 39. («) Vadcrl. Hift. IV. Dttl, tl. 31«. II. Stuk. Cc
|
|||||
■
|
|||||
402 AMSTERDAMS II. Deel.
Haage , waarby aangeweezen werdt, dat
het opregten van zulk eenen tol den handel geweldiglyk drukken zou, en met de oude Privilegien van tolvryhcid llreedt (ƒ) : 't welk van zulk eenen uitflag fchynt geweefl te zyn, dat de nieuwe tol, ten deezen tyde, nog niet opgeregt werdt. Eenigen tyd te vooren, hadt Amfterdam ook verworven, dat de ingezetenen van Utrecht, Harder- wyk en andere Steden op de grenzen,die, uit hoofde van den oorlog, hier niet vrye- lyk hadden mogen verkeeren, onbefchroom- delyk in de Stad komen, en hunnen handel dry ven mogten, zo lang die van Amfterdam, in deeze Steden, wegens agterflallige ren- ten , niet bekommerd werden. De brieven, hiervan verleend, waren, den vierden Ja- nuary des jaars 1498 [1499],te Bruflclge- tekend (g). De Regeering van Amfterdam vondtzig,
ten deezen tyde, in flaat, om eenige ren- ten , geduurende den oorlog verkogt, door middel der inkomften, uit de voor eenige jaaren verhoogde Excynzen, af te lolTen: waarop, eerlang, eene fchikking beraamd werdt (/;). OndertulTchen, bleef men, inde Stad,
nog al bezorgd voor vyandelyke ondernee- mingen. De orde op het waaken werdt, in dit en in het volgende jaar , dikwils ver- nieuwd (i). Zelfs werdt, om de koften, op het
(f) Groot Memor. N. I. f 219.
\l) Oude Kerk, Lande XXXV. Haudv.J/. 134. [44>]
(k) Groot Memor. N. I. ƒ. 232.
(i) JKeurb. ß. /. 41 > 4* ver/o, 4$.
|
||||||||||||||
1499-
|
||||||||||||||
Vrye
handel te Ainller- dam aan deSteden op de grenzen toege- daan. |
||||||||||||||
De Stad
befluit
eenige
renten
af te
Ioiïen.
|
||||||||||||||
Wsak-
geld al- daar in- gevoerd. |
||||||||||||||
■:~
|
||||||||||||||
1
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
IV.BoEK. Geschiedenissen. 403
het waaken vallende, te vinder., voor 't 150Ö4
eerft, zo ver my bekend is, den derden July des jaars 1500, een Waakgeld inge- voerd , 't welk van elk, naar zekere gemaak- te fchattihg, werdt opgebragt, en waaruit de bezoldigde waakers der Stad betaald werden (&). In de S. Nikolaäs- of Oude Kerke, was, Opfchud-
op den agttienden February deezes jaars, JP^j vry wat beweeging ontflaan, van welke ee-jj?^0 nig gewag gemaakt wordt, in de Stads Re- giflers. Een Priefter , Dirck Roosgen ge- naamd , hadt eenige Burgemeefters, die zig in de Kerke bevonden, gedreigd te kwet- fen. De oorzaak van deeze baldaadigheid vind ik nergens gemeld; maar wel, dat de vergaderde menigte terflond in rep ën roe- re raakte, en dat de Burgemeefters onbe- fchadigd bleeven. De Priefter werdt, kort hierop, in hegtenis genomen, met kennis van den Provifoor van Amftelland, die hem, ha drie dagen verloops , uit handen vari den Schout overnam, hem plaatfende teri huize van Peter Fries, dienaer van ?nyn beere den Schout, woonachticb up ten Middeldam- me (/). Doch hoe lang hy hier zat, en wat *er eindelyk van hem geworden zy, heb ik nergens aangetekend gevonden. De aflosfing der renten, die in 't voor- Het af-
leeden jaar voorgenomen was, fchyntlo(I*en niet zo gefeedelyk te hebben können ge-Jn\vordc fchieden, als men gehoopt hadt; 't zy u,-tge. datfteld.
(k) Keutb. B. ƒ. 46 verg, f. $% vi<-fo.
(ij Gjoot »Jeraor. N. I. ƒ. 304 verft. Cc 2
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
404 AMSTERDAMS II. Deel.
dat 'er wederom buitengewoone beden ge-
daan waren, 't zy dat men haaft nieuwen oorlog te gemoet zag. Immers ds Rentiers, Poorters zynde, werden, in 't begin van February des jaars 1501, op 't Stadhuis by- een geroepen. Hier werdt hun uitftel van de aflosfing der Renten, die zy ten lafte der Stad hadden, afgevergd; waarin zy be- willigden (m). Het einde der vyftiende eeuwe hadt, vol-
gens gewoonte , den Paus, Alexander den VI., gelegenheid gegeven om aflaaten toe te ftaan aan alle zulken, die de Heilige Ker- ken te Rome, in het voorleeden jaar 1500, Godsdienfliglyk waren komen bezoeken. Doch zulke Aflaaten werden, door de Pau- fen, ook dikwils gehegt aan het bezoeken van Kerken in andere Steden, dfe,uit hoof- de van eenig wonderwerk, welk menhieldt aldaar gebeurd te zyn,of uit eenigen ande- ren hoofde, vermaard geworden waren. En zulk eene Kerk was de Kapel der Heilige Stede te Amfterdam. Men geloofde, dat zy gefbigt was op eene plaats, alwaar, in 't jaar 1345 , eene hoflie , die door eed' krank menfch was uitgebraakt, midden in een groot vuur, ongefchonden gebleeven was. Ook werdt voor zeker gehouden, dat, door de kragt van het Sakrament des Al- taars , in de gemelde Kapelle, nog veele wonderdaadige geneezingen gefchiedden («). Men hieldt, hier ter Stede, federt Vee-
fii») Groot-Memor. N. I. ƒ. 233 verf«. (n) Amfterdams eei en opkowft enz. L% LONG , hl, 196 enz. |
||||||||||||||||
i5°i-
|
||||||||||||||||
Oor-
fprong
van het
bezoe
ken der
Kapelle
van de
Heilige
Stede te
Amfter-
(lam.
|
||||||||||||||||
L
|
||||||||||||||||
IV.Boek. Geschiedenissen. 405
veele jaaren, ter gedagteniffe van het ver- 1501.
maarde wonderwerk, waarnaar de Kapel der Heilige Stede den naam hadt , eenen plegtigen Feeftdag, omtrent het midden der Vallen; op welken, eene menigte van men- fchen, van alle oorden, herwaards kwamen. De Regeering deedt, vooraf, om volk naar de Stad te trekken, vrygeleide afkondigen voor dentydvan veertien dagen (0). En uit dit Feefl, op welk men ook veelerlei waa- ren te koop bragt, heeft, op dat wy dit hier, in 't voorbygaan, aantekenen, de Half- vaftens Jaarmarkt haaren oorfprong gekree- gen ; gelyk de Pinkfler-Jaarmarkt haaren oorfprong aan den Sakramentsdag, die al- toos op Donderdag na den eerften Zondag na Pinkfteren invalt, verfchuldigd is; op welken Feeftdag, hier ook een plegtige om- megang gehouden werdt (p). In deeze Ommegangen, vervoegden zigPlegtige
de Parochiaanen of Buuren en Schoolieren Omme- van de nieuwe,, by deParochiaanen en Schoo- g,a"s op lieren van de oude Kerke. De drie Schut- mentscja. teryen plaatften zig, onder hunne Kaerfe,gQn. hierby. Men trok, gelykerhand,aan paa- ren, van de oude Kerke naar de Heilige Stede: van waar het Sakrament, door den Priefter, vooruit gedraagen wcrdt, de Plaats of Dam over, naar de Haarlemmer-Poort, en voorts, den Singel buiten om, tot aan de Reguliers - Poort, door welke men we- derom in de Stad, en tot aan de Heilige Ste- de (») Keurb. B. f. 12 ver/e , 71.
(p) Keurb. B. /. is. Cc 3
|
||||
4o<5 AMSTERDAMS II. Deel
1501. de kwam, alwaar het Sakrament bleef, ter-
wyl de fchaare, die het gevolgd was, voort- trok tot op de Plaats of Dam, van waar elk De Re- zyns weegs ging (q). Ter gelegenheid nu geering van $cn Feeftdag, die in de Vallen kwam, bekend ^adt de Paus, ien deezen tyde, menigte dat hier vzn gratiën, pardoenen ende aflatenherwazrds Aflaacen gezonden, die, van den zeftienden Maart, te beko- tot belooken Paafchen toe, zouden können ?nen zyn. vercjiend worden. De Regeering der Stad beloofde , uit kragte van een byzonder Oc- troi des Aartshertogs, het gewoonlyk vry- geleide in lyf en goed, aan allen zonder on- derfcheid, al warenze zelfs fchuldig aan die- very, gemeenen doodflag en andere dier- gelyke misdaaden, zo zy maargeene vyan- den van den Vorlt waren, of Crimen loefde Ma- jeßatis, dat is, Misdaad van gekwetfte Hoog- heid, waaronder, ten deezen tyde,vrouwe- kracht , mokt, brant merct- en ßraetroef, confpiracie en diergelyke zaaken gerekend werden, begaan hadden, 't. Geleide zou zelfs duuren tot zes dagen na belooken Paa- fchen. Men droeg zorg, dat het geleide niet flegts, maar ook de Lyft der byzonde- re Hukken, waarvoor aflaat en vergiffenis te bekomen was, hier, en in de nabuurige Steden, aan de Kerkdeuren en elders, werdt aangeplakt: en 't is ten hoogde waarfchyn- ]yk, dat, van alle kanten, veel volks naar Amflerdam zal famengevloeid zyn. Het ^ffchrift van den Brief, waarby de Regee- ring (f) Groot-Memor. N. I. ƒ. 116 vtrfi. Kcurb. B. ƒ. 2j,
1$. SYYAEKTS Koomlche Myft. oatd. ffoerr. |
||||
IV.Boek. Geschiedenissen. 407
ring van 't bekomen van aflaaten en van het Ir0|,
toeflaan van vrygeleide kennis geeft aan die van Haarlem, is in de Stads Regiflers (r) te boek gefield, en ook elders (Y) te leezen. De Aartshertog hadt, in January des jaars DeAarts-
1500, een Plakaat laaten uitgaan, waarbynert°S belaft werdt, dat geene goederen voor^y Ifk^m te de Vlaamfche kult herwaards zouden ge-gm^e voerd worden, ten ware dezelven, te Brugge, te ver- verflapeld waren ())■ By dit Plakaat, wer-Spelen» den de Hollandfche en Zeeuwfche Steden geweldiglyk benadeeld. De Stad Amfter- dam in 't byzonder, die, ten deezen tyde, veel wolle van Calais haalde, ten behoeve der Lakenneeringe alhier, leedt 'er veel by. Men befloot, derhalve, ter gelegenheid van de eerfte Graaflyke bede, te dringen op het affchaffen deezer nieuwigheid. En 't leedt niet lang, of deeze gelegenheid deedt zig op. De Aartshertog, voorhebbende eeneAmfter. reiste doen naar Spanje, deedt,omdekos-dam en ten daartoe te vinden, eene aanzienlyke Be- andere de van de Landen. De Steden kwamen ter bJg„g"n Dagvaart, te Leiden en in den Haage, omw We.we, hierop te raadpleegen. En de Burgemees- dat dit ter en de andere Afgevaardigden van Am- inge- fterdam, die deeze Dagvaart hadden byge-^°'^en woond, deeden, den negentienden January j ' des jaars 1502, aan de zesendertigen, die op de Raadkamer byeen gekomen waren, verflag ,, dat men, op geene andere voor- „ waarde, bewilligd hadt in de Bede, dan „ dat
(r) Groot-Memor. N. I. f. Z1S verfa.
(l) DAPPER hl. 159. COMMELIN bl. 5>2J.
(f) Gioot-Memor, N, I. ƒ. 14.?.
C c 4
|
||||
4o8 AMSTERDAMS IÏ.Deel;
1502. « dat ^e ^t^pel te Brugge eerft moefl te
„ niet gedaan zyn (w):" gelyk, niet lang hierna, gefchiedde. Amfler< Jan de II., Koning van Deenemarke, voor dam be- eenige jaaren, ook tot Koning van Zweeden fluit den verkooren Zynde, hadt veel moeke om dit van rw Ryk tot onderdaaniffheid te brengen. Hy van uce-, •> . , o o #j
nemarke bevondt zig, m de Lente deezes jaars, m
met eea Deenemarke, en befloot aldaar , tot eene fchip te reis naar tweeden , om Scokholm te ont- lenen. zetten> binnen welke Stad, zyne Gemaa- lin, door de Zweeden, belegerd werdt (t>). Wy maaken hiervan alieenlyk gewag, om dat de Regeering der Stad Amfterdam, die verfcheide Privilegien van deezen Vorft ont- vangen hadt (w), de gemeene reeders,den eerften April, up die raetcamer ontbooden hebbende, met derzelver overleg,vallilel- . de „ den Koning van Deenemarke, op des- „ zelfs reize naar Zweeden, met een fchip „ te dienen (#)." Doch eer hy voor Stok- holm kwam, was de Stad overgegaan. Omme- Terwyl de Aartshertog uitlandig was, gang al- hadden deGelderfchen de vyandelykheden daar, Wederom begonnen. Doch toen hy, inNo- terue- vcmber des jaars 1503 -in de Nederlanden komft was wedergekeerd, waarover, te Amiïer- van Fi- dam, een plegtige Ommegang gehouden lips uit werc|t (y), befloot hy den oorlog tegen de Sranje. Qeifatfchen, met meer ernft dan voorheen, ' ^ 3' voort C«) Groot-Memor. N. I. ƒ. 24*.
(v $ Pufendubf Zweedfche Hiftorie, tl. 23f,
(w) Zie hiei voor, ///. 399.
\x/ Giooc-Mcinor. A7. I. ƒ. joj.
(y) Keuib. B. /. 75.
|
|||||
\
|
|||||
IV.Boek. Geschiedenissen. 409
voort te zetten. Gelderland werdt thans j-0„
van veele behoeften voorzien uit Holland, met naame uit Amfterdam. De A artsher- Verbod togvondt, derhalve, geraaden, allen han-van han- del op Gelderland in Holland te verbieden. <jel ™e* , En dit verbod werdt, in t begin des jaars Erichen. 1504, onder anderen te Amfterdam, afge- ir0A ' kondigd. De Gelderfchen werden hierdoor niet weinig benaauwd. Doch de Aartsher- tog verzamelde, daarenboven, een Leger by 's Hertogenbofch, met welk eenige Slo- ten veroverd werden op den vyand. De be- zetting van Naarden liep deVeluweaf,ter« wyl het Land van Heusden en de Zuidhol- landfche Waard, door de Gelderfchen, ge- plonderd of gebrandfchat werden (2). Doch Scheeps- op de Zuiderzee, viel iet voor van mcerge-ftryd °P wist. Amfterdam en de andere Waterfte-, Zui* den hadden eene Vloot te water gebragt, die, onder bevel van den Admiraal Pieter van Leeuwaarden, op de Zuiderzee kruifte; en omtrent de Eem lag, toen de Gelder- fchen, met eenige groote en een groot ge- tal Viifchers fchepen, van Harderwyk af- gefteken, den fteven wendden naar den mond des Eemftrooms , om de Hollan- ders aan te taften. De Hollandfche Vloot, niet behoorlyk voorzien van krygsbehoef. ten, ontweek den vyand, en zakte af tot voor de Vegt, by 't Slot te Muiden; van- waar zy een vaartuig naar Amfterdam zondt om buskruid. Doch eer dit vaartuig nog we- Amfter- dergekeerd was, hadden de onzen het an- dam
uer voorziet
(*) Vadcxl. Hift. Vï.'Ded, hl. 3zz, 3*3.
Cc 5
|
||||
410 AMSTERDAMS IL Deel.
j-q, ker geligt, cn waren naar Waterland ge_
de Vloot zeilcl,op welk geweft de Gelderfchen'tge- van bus- munt hadden. Het vaartuig met buskruid kruid, ontmoette de Vloot, en kreeg bevel om haar te volgen. De zee krielde van vifïchers fchui- ten, die, den vyand ontdekt hebbende, haar beft deeden om 't land te bereiken, zonder dat men de vijïchers, met roepen en wuiven, bcweegen kon, om zig te begeeven op de Vloot die maar maatiglyk bemand was; en om den gemeenen vyand te helpen beveg- ten. Op de hoogte van 't Eiland Marken, zag men het eerfte vyandelyk fehip, welk, door den Hollandfchen Admiraal , werdt aangetaft. De Gclderfchen fchooten met handboogen; de onzen met fteenen klooten uit grof gefchut. Op de Gelderfche Vloot, bevondt zig een Priefter, wien de vyand de Paftoory van Monikendam beloofd hadt, zo dra de Stad bemagtigd zou zyn , en die hierom yverde in den fchutterende gefpan- nen boogen aan te reiken. Midlenvyl, Ha- ken de Monikendammers, in kleine fchuï- ten, van land, en roeiden der Hollandfche Vloote aan boord,daar zy 't getal'derftry- deren vermeerderden. Een geruimeii tyd werdt'er gevogten, eer de overwinning zig voor de eene of de andere zyde verklaarde. Eindelyk, behielden de onzen de overhand, ter gelegenheid dat twee of drie van de beft bemande Gelderfche fchepen zig van de o- verigen afzonderden, om jagt te maaken pp een Friefch Koopvaardyfchip. 't Leedt toen niet lang, of de anderen gaven zig over. Men kreeg een goed getal van gevangenen, die
|
||||
IV.Boek, Geschiedenissen. 411
die groot gevaar liepen van, naar het woeft 1C04,
gebruik deezer tyden, in zee geworpen te worden. Men voerdeze eerft naar Moni- kendam; van daar naar Muiden, en toen naar Ypefloot. Van hier zondt men iemant naar Amfterdam, om te onderftaan, of de Wethouderfchap de gevangenen zou willen bewaaren. Doch zy fchrikte, naar 't fchynt, tegen de koften. Ook dreeven fommigen, dat menze, veeleer, behoorde verdronken te hebben. Doch de Schout, Jan Benning De Janszoon (3), bragt te wege, dat zy ge-Schout noegzaam allen , na 't afleggen van den jjer Stad gewoonlyken eed, waarby zy zig verbon- weg^dat den,om het ontvangen leed opniemant derdegevan- Hollanderen te zullenwreeken,op vryevoe gen Gel- ten gefield werden. Sommigen betaalden derJchen eenig losgeld. De Priefler, van welken wy borden boven fpraken, verpandde, om zig vry tekoo- pen, de Altaarkelk voor vyftig goudguldens. De Schry ver, uit wien wy 't verhaal van dee- zen fcheepsftryd, welk hy, uit den mond van ooggetuigen en bevelhebbers zelven, te boek gefield hadt, ontleend hebben, be- vondt zig,ten deezen tyde, te Amfterdam, daar hy de verpandde kelk zelf gezien en behandeld heeft (<?). De
(a) Guill. Hf.Rm,\nwi Holl. Gelr. Bellum in Matth^i
Analeft. Tom. l.p. ;zj tyftqq Zie ook vklius Hoorn, bl. 93. (3) Willem Hermanszoon van der Goude, Ka-
nonik van S. Auguftyn , te Stein by Gouda , de Schryver, dien wy hier volgen, noemt (in Mat- thjfa Analeël. Tom. I. p. 325) den Schout Prator Joannes benignus. Doch ik agt, dat men, voor be- nignus, Benningus leezen moet Immers, de Schout van Amfterdam heette, ten deezen tyde, Jan Hen' ning Janszoon. |
|||||
>
|
|||||
4i2 AMSTERDAMS IL Deel.
De oude Schutters hier ter Stede lieten ^ zig, .kort na deezen fcheepsftryd, dooree- De oude^ n^& spaanfche Koopluiden, overhaal en, tot te Am*™ het timmeren van eene Galeote of grootega- fterdam lei, die beide riemen en zeilen voerde, en timmeren van welke men zig ongemeene dienften be- eeneGa- ]00fye tegen den vyand. Hoedanig dit vaar- Wiliem tuig gefteld ware, en wat verwagting 't ge- Her- meen 'er van hadt,zal beft begreepen wor- mans- den uit de woorden des zo even aangehaal- zoons ^en Schryvers, die wy, uit het Latyn ver- befchry- ,, h- invoegen : De Galeote zeilt, dit Vaar zegt hy, wonderlyk Jnel, en is van zonderhn- tuig. gen dienfi in eenen fcheepsflryd. Zy kan fpoe- dig op den vyand aan, en even fpoedig te rug gevoerd worden. Zo men met dezelve roeit, gebruikt men 'er twee en dertig riemen op. De zeilen zyn zo gefchikt, dat geen /chip fneller vaart maakt. Zy voert vier en twintig fluk- ken, ieder met zes welgepafle kamers; hiertoe uitgevonden, op dat men, fchoon onder 't be- weegen van 't /chip en als in 't wilde fehlet en- de, egter doel treffen zou. Voorts haat zy ook twee overdekte tenten [ollarum capita] op. Die den zeekryg befi verfionden zeiden, dat, door eene Galeote, eene gantfche vloot kon ver- nield worden. Doch met deeze is niets verrigt, waardoor aan zulk eene verwagting beantwoord werdt. Zy heeft de Joldy voor 't Krygsvolk, en eenige voornaame luiden, nu en dan, over zee gevoerd. Men heeft haar verhuurd om Koopvaardyfchepen te geleiden. Doch, voor 't overige, diende zy meeß om den vyand, en ook ons vrees aan te jaagen. De vyand durf- de de plaats, daar de Galeote lagt niet nade- ren. |
||||
IV.Boek. Geschiedenissen. 413
ren. Wy 'maren bedugt, dat de Gelderfchen j ^04>
haar bemagtigen zouden, als zy zig te veel bloot gaf. Want, badden zyze in hun geweld geheegen; zy waren meefler van de zee ge- 'voeefl. Wy hebben haar , hierom, voorzig- tiglyk, niet teflout gebruikt. Haar naam en roem alleen is inflaat gewceß, om.den vyand te doen zwigten (Z>). Zo ver gaat deezeSchry- ver, aan wien men,gewiilelyk, iet toegee- ven moet, om dat hy, een Kerkelyke zyn- de, de grootfte kennis van den oorlog te water niet gehad zal hebben; maar uit wiens woorden, ten minften, af te neemen is, dat de fcheepsftryden thans nog veel verfchil- len moeiten van die van laatere tyden, als luiden, die niet geheel van verftand ont- bloot waren, verwagten konden, dat een fchip van vierentwintig ftukken eene gant- fche Vloot vernielen zou. Wy können niet nalaaten, hier by te voegen, dat van dee- ze vermaarde Galeote, ook in onze Stads Regißers, gewag gemaakt wordt. De Stad De Stad hadt, naamlyk, de penningen opgefchooten, Jjadt 'er die de oude Schutters aan het timmeren der Schutte- Galeote te kofl: gelegd hadden. En op denrye geld agttienden Juny des jaars 1505, bewillig-toe ge- den de Ouerluyden van de oudenScutteren, dat*"01100* de Stad, jaarlyks, op S. Maarten, de Ex-ten' cynzen ontvangen zou, die de Schutters nu, waarfchynlyk uit den vryen Wyntap, hun, tweemaal tien, en eens negen dagen in 't jaar, toegeitaan, en mhTchien ook uit de Vis-
(b) Gujll. Hermann 1 Hüll. Gell. Bellum p, jjé.
|
||||||
414 AMSTERDAMS IL Deel,
. Viffchery in de Stads graften (c)» in te ko-
men hadden, tot dat zy voldaan zou zyn van 't gene zv, voir den voirf. S cutter ie aen den gakyote vtrleyt hadt (d). Wat, einde- lyk, van deeze Galeote geworden zy , is mynietduidelykgebleeken. Domselaar tekent aan (<?)? dat hy, voor 't jaar 1631, in den Amftel, omtrent de plaats der Hal- ve-maans brugge, het wrak eener groote Galeije heeft zien leggen, waarvan het ag- terfte bind van 't Paviljoen en eenige rib- ben boven 't water uitflaken. Hy houdt dit wrak voor een overblyffel van eene der Spaanfche galei jen, die Prins Maurits, in 't jaar 1604, te Sluis in Vlaanderen veroverd hadt. Doch hoe zulk eene Galei, in om- trent vyfentwintig jaaren, zo geheel ver- gaan, en vooral, hoe zy, in of na 't jaar 1Ó04, daar ter plaatfe in den Amftel, ge- komen zou können zyn, beken ik niet te können begrypen. Indien ik giffen mögt, zou ik eerder vermoeden, dat Domse- laar een overblyffel van onze oude Galeo- te gezien heeft, die men , toen de oude Schuttery te niet gedaan was. of veelligt al eerder, by gebrek van luft of middel om dezelve te onderhouden, in den Amftel, niet verre van de Stads Schaffery , de plaats, waar zy, naar alle waarfchynlyk- heid , getimmerd was , heeft laaten leg- gen vergaan. De
(c) Handv. LI, 140. [tjo.}
(d) Groüt-Meinor. N. I. f z$i.
(e) m. Boeky bï. z;j. Zit ook COMMELlIf, hl. zz*.
|
||||
IV.Boek. Geschiedenissen. 415
De Gelderfchen maakten zig, tegen 't 1504.
einde des jaars 1504, wederom gereed tot, Gere_t eenen togt op de Zuiderzee. Men was, der- beveelt*, halve, te Amfterdam, ook wederom be- dat de zorgd voor overrompeling. Op de Laftaad- houtwaa- je buiten de Stad, ftonden veele Houtwaa-*,en v;m ren, die ligtelyk zouden hebben können ge- taajje -]n roofd, of in den brand geileken worden de .stad door den vyand; waarom het Geregt, op gebragt den drie - entwintigften November, beval,worden- alle houtwaaren van daar in de Stad te bren- gen , binnen veertien dagen ( ƒ ). En deeze Verdere; tyd was naauwlyks verftreeken, of men ver- voorzorg nam, hier ter Stede, dat de Gelderfchen^^0 wederom op de Zuiderzee waren; waarom, fchen. op den elfden December, werdt afgekon- digd „ dat alle Waterfchepen zig zeilree- „ de maaken moeften (g):" en wat laater, te weeten, op den vyfden January des vol- 1505. genden jaars „ dat alle Ruiters, in der Ste- „ de foldye flaande , zig gereed houden „ xnoeften om fcheep te gaan (£)." Om te beter tegen verraad van binnen beveiligd te zyn, werdt ook, den vierentwintigften, ge- keurd „ dat zig niemant, na 't luiden der „ boeueclock , die ten negen uuren des a- „ vonds begint, zonder lantaarn , op de „ ftraat zou hebben te vertoonen (i)." De flappe Winter deedt dugten voor eene Ondcr-
vyandelyke onderneeming te water; doch"eei™np omtrent den dag van S. Paulus Bckeering, derfchen die op
(f) Keurb. B. ƒ. 79. Weesp J
(g) Keurb. li. ƒ. gl vtrfo.
[t>) Keütb. B. ƒ. 81. (i) Keutb. B. ƒ. $1 v.rfo.
|
|||||
__,____
|
|||||
416 AMSTERDAMS II. Deeü.
die op den vyfentwintigften January valt,
begon het zo fel te vriezen, dat men, in Holland, en te Amfterdam in 't byzonder, voor eenen togt over 't ys bekommerd werdt (£). Op den zevenentwintigften , werdt reeds bevolen, om de flrenge vorft, fier- ker te waaken dan te vooren (/). En agt dagen laater, verflondc men, dat de Gel- derfchen, die, kort te vooren, Hilverfom in Gooiland geplonderd hadden, in aantogt waren naarWeesp. In deeze Stad lag thans bezetting, die onder bevel flondt van Rei- nier Mojterd, een' Arnfterdammer en wak- ker krygsman. De vyand was reeds gena- derd tot aan het Slot Uitermeer, niet verre van Weesp ftaande, toen hy, verneemende, dat de Poorters uit deHollandfche Steden, in grooten getale, op hem afkwamen, hals over hoofd, naar den Stigtfchen bodem te rug trok. Sommigen willen, dat de beken- de dapperheid van den Overfte Mofterd hem ook aan 't bemagtigen van Weesp heeft doen wanhoopen (m). Vaft gaat, dat fret, 's daags na zynen aftogt, zo fterk begon te dooijen, dat alle vrees voor eenen inval o- ver 't ys in Holland verdween (»). De Koningin van Kaftilie, in November
des jaars 1504., overleeden zynde;zo hadt de Aartshertog Filips, haar Schoonzoon, niet alleen den titel van Koning van Kaflilie aangenomen, maar ook beflooten tot eene twee-
(k) Groote Chron. DM/. XXXII. Cap. 30.
(7) Keurb. B. ƒ. 83.
(tu) GuiLL. HXBMANNi Holl. Gelr. Bellum, p. izï,
(n) Groote Cbion. Divif, XXXU, Cap. 30,
|
|||||||||||||
1505-
|
|||||||||||||
daar Rei-
nierMos-
terd, een
Amtter-
dammer,
bevel
voert.
|
|||||||||||||
Omme-
gang te Amfter- dam tot bede om, en dank- |
|||||||||||||
1
|
|||||||||||||
k
|
|||||||||||||
ÏV.Boek. Geschiedenissen* 417
tweede reis naar Spanje, zo dra hy een ein- 1505.
de gemaakt zou hebben van den Gelder- zegging fehen oorlog j die hierom $ den gantfchen voor den Zomer, ernitelyk werdt voortgezet. De voor-_ meefte Steden van deVeluwe en het Graaf-^0^1' fchap Zutfen vielen Filips in handen (O-tegen'de Kortom, het krygsgeluk liep hem zo zeer Gelder- mede , dat men, onder anderen te Amfter- fchen. dam , alwaar , in 't laatft van May , een plegtige ommegang gehouden was, om 's Hemels zegen over den togt naar Gelder te verwerven (p), eenen diergelyken omme- gang hieidt, om den Hemel voor den voor- fpoed van 's Konings wapenen te danken (4). Op den zevenentwintigften Juïy, werdt 'er een Beftand voor twee jaaren gellooten met de Gelderfchen. Omtrent den aanvang deezes jaars, was, Verbod
te Amfterdam , by een Plakaat van Ko- van uit« ning Filips, de uitvoer van alle Graanen i voer varf zonder 't betaalen van zeker Verlofeeld ,Graanen» ftrengelyk verbooden. Doch uit dit ver- houden bod werdt, met reden, voorzien, dat 'er der Stad, ook weinig of geen aanvoer van Graanen wederom te wagten was in de Stad, die egt er thans ing®" de voornaamfte Koopftad was, waaruit zigtr0 cn' de nabuurige Geweflen van Kooren voor- zagen. Men vertoonde dit den Vorïl, en te gelyk „ dat men bedugt was, dat de „ Koorenhandel t'eenemaal vervallen, en ,> naar buitens Lands verleid worden zou; j, wan-
(*) Vadctl. Hift. IV. Deeli il. 3x7-329.
(p) Regift. der Correft. agt. 't Keutb. 8. f. 77,
(q) Keurb. B. ƒ. %\ vtr/o.
IL Sr uk, Dd
|
||||
4i3 AMSTERDAMS II. Deel.
1505. „ wanneer de Stad, omtrent welke weinig
„ kooren groeide , ligtelyk zelve gebrek „ zou können krygen." Al 't welk zo veel invloed hadt, dat het verbod van uit- voer, by een Plakaat op 's Vorften naam, den tweeden April des jaars 1505 , te Mechelen, getekend, wederom ingetrokken werdt (r). Amfter- Wat laater, den negenden July, kwam dam be- 'er bevel van Stadhouder en Raaden, om wcertzy~elk, vry enonvry, te noodzaaken tot be- vryhcid. taalinge der Graaflykheids tollen, van al- les wat van Keulen, Wezel en Venlo her- waards gevoerd werdt (Y). Doch de Re- geering van Amfterdam bewees zo klaar, dat zulks met de Privilegien van tolvry- heid ftrcedt (?)> dat de ingezetenen der Stede, zo ik meen, ten deezen tyde, van de onderwerping aan deeze nieuwigheid ont- flaagen bleeven. De Stad De Stad verzuimde geene gelegenheid, verkrygt om zig te doen herftellen in de voorheen vei fchci- verworven Privilegien, die Filips, by zyne rejite001 huldiging, niet hadt willen bezweeren;en om eenige nieuwe Voorregten te verkrygen. Zy verwierf, op den agtften December, beveiliging van het voorregt, om, tot op duizend roeden buiten der Stede vryheid, |
||||||||||
3»
|
te mogen bannen en vangen. Ook mögt
|
|||||||||
„ zy, voortaan, omtrent onmagtige fchul-
„ denaars, het Steenregt, dat is, het regt „ om dezelven elders dan in de gemeene » ge-
(r) Handy, hl. 69. verg. bt. 99.
(s) I. Privileg. Boek,/. 199 vtrfo. (t) 1. ïiivileg. JJoQk, ƒ. 101, |
||||||||||
ÏV. Boek. Geschiedenissen. 419
$ gevangenis vaft te zetten, gebruiken. 150C
Rondsom de Stad, mögt, op den afftand van eene myl, geene turf gedolven wor- den , dan met byzonder verlof van Stad- |
||||||||||||||||||
5»
5?
|
houder en Raaden, na dat partyen daar-
op gehoord zouden zyn. Ingezetenen ^ |
|||||||||||||||||
,, met der woon naar elders willende ver-
i, trekken, zouden, vooraf, hun agterwe- i, zen van 't gene waarop zy gefield wareri „ moeten in bewaaringe brengen. En nie- j, mant mögt, in tien jaaren, binnen de drie- |
||||||||||||||||||
5>
35
|
honderd roeden buiten de eerfte Vryheid
der Stad, bier noch wyn tappen. Doch het laatfte punt werdt verleend, behou- |
|||||||||||||||||
j, dens elk zyn regt j na dat de tien jaaren
„ verloopen zouden zyn, en de overige pun- j, ten tot wederzeggens toe («)." De Gelderfche oorlog en 's Konings aan- De Stö-'
flaande reize naar Spanje hadden hem, aHen en federt eenigen tyd, in de noodzaakelykheid da^ ^ gebragt, om wederom buitengewoone Be- byzon- den te doen van de Landen. Amflerdam, der be- in eene deezer Beden bewilligd hebbende, W1,li&e£ was verpligt, in November deezes jaars, fo^gÖJL eene leening te doen van de ingezetenen,Ven be- om het aandeel der Stad in 's Vorften be de. de daaruit te vinden (v). Doch na dat Ko- 1506. ning Filips,in January des jaars 1506, naar Spanje vertrokken was , toonden de Ste- den in 't gemeen zig zo gereed niet, om te bewilligen in de Beden, die, in 's Vorften afzyn , vernieuwd werden. De Raad te Am-
(«*) Handv. */. 14. [45].
(v) Keiub. B. f. 90. Dd 2
|
||||||||||||||||||
#
|
||||||||||||||||||
420 AMSTERDAMS II. Deel,
1506. Amfterdam befloot , 't is waar , op den
twee-entwintigften Juny , tot bewilliging (iu) ; doch op den twaalfden September , na dat de Steden en ook Amfterdam te Lei- den ter Dagvaart geweeft waren (x~), oor- deelde men, hier, regt anders, 't Befluit der Vroedfchap viel „ dat niet doenlyk „ was, in 's Konings bede te confcnteeren, „ om de zwaare laften der Stede." Ook was de Bede, door 's Vorften Gemagtig- den, en te Mechelen, gedaan (j); en vee- len verftonden hier nog, dat de Vorft, in perfoon, en in Holland, zyne beden doen moeft. Men draalde, derhalve, lang met bewilligen. Filips hadt, midlerwyl, veel tegenfpoeds gehad op de reize. Hy was door ftorm genoodzaakt geweeft in Enge- land in te loopen, alwaar Koning Henrik Filips de VIL hem lang ophieldt. Eindelyk, in fterftr Spanje aangekomen zynde en de Regeering van Kaftilie aanvaard hebbende, werdthy, te Burgos, van eene heete Koorts aange- taft, die hem, den vyfentwintigften Sep- Zyne tember, uit het leeven rukte (z). Zyne uitvaart Uitvaart werdt, hier te Lande, plegtiglyk wor^tte gehouden, met naame te Amfterdam, daar dam ge"- '*» in de S- Nikolaas- af Oude Kerke, des houden. Maandags den agtentwintigften December na de Vesper, en des Dingsdags den negen- entwintjgften na den Noen gefchiedde (a). Ka-
(w) Croot-Memor N I. ƒ 254 verft.
\x) GOILL. HERMANKI Holl. Gelr. Bellum , p. )}f,
(y) Groot Mcmor. N. I. f. is$. (z) Vaderl. Hill. IV. Deely bi. 11*. (a) Keurt), B. ƒ. 92 vtr/t. |
||||
IV.Boek. Geschiedenissen. 421
Karel, zyn oudfte Zoon, die naderhand x t>0& Keizer Karel de V. werdt , volgde hem op in de Regeeringe deezer Landen, on- der de Voogdyfchap van zynen Grootvader Maximiliaan, die zyne Dogter Margareet van Ooflenryk, laatft Weduwe van den Her- toge van Savoje, eerlang, tot algemeene LandvoogdefTe aanftelde. |
|||||||||||||||
B Y-
|
|||||||||||||||
Dd 3
|
|||||||||||||||
1
|
|||||||||||||||
413 AMSTERDAMS IJ.Deel.
»«"• BYLAAGEN
GEN
L. A. op het II. Deel, IV. Boek.
JLä • A.
Bekendmaaking der Regeeringe van Amßerdam,
dat zy de bewaaring van V Huis te Muiden op zig genomen baat. Gedaan in 't begin des jaars'j477. Van dat buys tot muyen.
Allen dengenen geeftelyck ende wairlick,
■*•*- die defen onzen jegenwoirdighe brieffzul- len fyen off horen lefen doen wyfcoutburgei> meefters feepcnen ende rade van den ftede van aemfteji'êdamme condt ende te weten, wt dien dat die eerwairdige wyfe heren ende gcboirtige vrome mannen meefter dirck wter weer deken van oude munfter Jan van reneflb ende gerric van ryn,als executoresvan wylen jan vannien- rode faliger gedachten , dat flot tot muyen in- genomen hebben, by beuele ende confente van mynen heere den graue van wynceftere, heere vanden gruythufen etc. dair äff zy dirck die baeflaert van nyewerode tot cafteleyn gemaect, ende noch vier of vyff gefeilen tot hem 'tot myn- re genadige jonefrouwe behoefFvan bourgondie, ende tot 's lants behoefF van hollant , omme tvoirf. Oot wcl ende truwelyc te bewaren, dair op gefielt hebben; van welke laftc ende forge, dat die voirf. beeren ende execufores hier afF angenomen hebben, zy, als wy verflaen heb- ben, geerne ontlafl waren. Dat wy daaromme ende omme te verhueden dat voirf. flot ijmmer wej bewairt worde, ende in nyemants handen en
|
||||||
IV.Boek. Geschiedenissen. 423
eiy come, dairt niet wel bewairt wefen en fou- ^yi.
dé, anfiende tbelanc dat defe ftede ende defen GEN hoeck lants dair an lecht, hebben gelooft en- ^r. B. de gelouen, mit defen onfen brieue, van we- ■ ge ende wter name van den ftede van aemftel- redamme voirn., den voirf. heren ende execu- cutores, alfe meeller dirc wter weer, Jan van renefT ende gerrit van ryn voirn., ende allen anderen, die dit angaan mach, van den lafte, forge ende bewairniffe van den voirf flote, dat zy ingenomen hebben als voirf is daer aff te vryen, te quyten ende geheelic ende all tontlas- ten, Indien zy ons off den genen, die wydes mit onzen brieuen machtich maken, dat op leueren, nemende voirt op ons tlaft ende die forge van den feluen ilote, omme dat wel en- de truweliken te bewaren ende doen bewaren tot mynre genadige joncfrouwe ende tot flants behoeff als voirf. es. Ende belouen dat te ver- antwoirden voir mynre genadige joncfrouwe, ende alle anderen dair dat behoirt. Alle ding fonder argelift. Lr. B.
Afkondiging der Regeeringe van Am ft er dam,
gedaan in of omtrent November des jaar s 1478, tegen een uitftrooifel dat zy in zekere Graafly- ke Bede bewilligd hadt. Pis wairachtich dat bouen dien dat die van
*■ Dordrecht van der Goude van Schoonho- ven ende van hoirn die bede die mynen genadigen heere van ooftenryck in den hage wefende ge- confenteert was, tot LXm philips feilden fiairs drie jairen lang gedurende, ende dat vp fekere condicyen ende vorwairden nb onlanx die felue gehoocht hebben tot lxxx"1 philips fchilden fiairs ende aireede van te voren hoer aendeel dair off betaelt hebben dat zy in diïen jairen fculdich Dd 4 wor*
|
||||||||||||||||
«»ifUMto«! ékj&ÊÊim
|
||||||||||||||||
■Mh
|
||||||||||||||||
0 ■
|
||||||||||||||||
-
|
||||||||||||||||
424 AMSTERDAMS II. Deel.
Bylaa* worden fouden, ouerflaende oick alle die con^
GEN dicien punten ende articulen die van flants we- L*. ß. gen ende tot profyte van den lande weder van ipynen genadigen heere begheert waren ende dat noch meer is hebben die voirf. inj fteden nb onlanx op die dachuairt tot bruefel voir alle die ftaten van myns genadigen heeren Landen vaii ghinfwertouer openbairlick gefeyt ende hem vermeten indien myn genadige heere myneq heere van der Veere commiiïie gaue omme die bede te gecrygen endj tontfangen, dat fy hem fulke hulpe ende byflant doen wouden die lan- den te bedwingen, dat zy oick die bede fouden moeten geuen ende betalen ge-lyckerwys die brieue die myn heere, heere jan van egmont ende myn heere van waffenair dair off an de- fer ftede gefcreuen hebben dat breder vcrclairt ende begrepen heeft diemen v lefen fal. alle twelk noch niet genoech wefende heeft nb on- lanx een geweeft van der goude geheten martyn kaefe bynnen der ftede van hairlem ende heeft die maere aldairdoen gaen mit valfcheit mit boue- rye ende logentale ende dat gebreet ende onder- fteken alfoewel onder veel van der vroetfcap en- de ryckom van der flede van hairlem als onder die gemeente omme mede aldair twydrachtig- heit ende onvrede te maken ende goede mannen te doen verjagen ende in verdiïete te bringen alft in den voirf. hij fteden gebuert is ende noch is, als dat die fteden van hairlem van delff ende van amftelredamme mynen genadigen hee- re gelooft fouden hebben die grote bede van hertoge Kaerll die left lope hadde dair aff grote twydrachticheyt vpftal ende beroerte was bin- nen der ftede van hairlem eer die burgemeifters tot hoeren onfculde comen mochten ende hoe- re onfculde dair off deden, dair toe fy feyde dat dat in der wairheyt alfoe niet en was noch nimmermeer mitter wairheyt beuonden en fal gorden, mer dat ouer hem dat mit logentale ver-s
|
|||||
»
|
|||||
ÏV. Boek. Geschiedenissen. 425
verliert ende gefeyt was, want zy dat niet ge- bylaA'
daen en hadden noch gedocht te doen, ende dat GBN hem dat van mynen genadigen heere noch van Lr. B. nyemant van myns genadigen sheeren wege ge- vercht noch voirgeleyt en was, ende die burger- meifters van hairlem wouden dat verantwoirden mit hoer lyff ende mit hoer goet, want wairr foe dat ment tot enyger tydt conde wairmaken dat zy die groote bede angelooft hadden, als men nymmermeer en fal, zy wouden hoeren lyuen verbuert hebben tegen mynen genadigen heere ende hoer goet tot profyte van der ftede van hairlem, dair op by gemeene ouerdrachte van der vroetfcap ende rycdom van der ftede van hairlem doe gefcreuen was van der ftcdc van hairlem an der ftede van der goude dat fy martyn kaefe hoeren poirter alfoe goet hebben wouden, dat hy quame tot hairlem ende ver- antwoirde zyn faken, ende die maere die hy al- dus verbreet ende gefpreyt hadde wair maecte ende wairt foe dat hem beliefde mit martyn hoe- ren poirter enyge gedeputeerden te fcicken.die ftede van hairlem gaue hoeren gedeputeerden ende den feluen martyn een vry vaft geleyde ingaen ende incomen; niettcmyn die voirf. mar- tyn en heeft dair niet willen comen noch zyn ' faken verandwoirden als hy doch van rechts en- de van eren wegen fculdich wair te doen, wel- ke anbringen ende verfpreydinge van de voirf. onwairachtige faken niet alleen gefciet en is in der ftede van hairlem, mer oick op die fclue tydt in der ftede van rotterdamme ende meer andere. Dairomme die burgermeefters van de- fer ftede te kennen geuen enen ygelyckcn out ende jong,ryc ende arm dat zy dairaffintlich- te willen wefen ende willen dat mede verand- woirden mit hoeren luden lyuen ende goeden dat zys niet gedaen nocht gedocht en hebben te doen tgeent dat men dus mit onwairachtigheit ende mit logentale over hem gefeyt ende after Dd 5 hoe-
|
||||
42Ó AMSTERDAMS II. Deel.
hoeren rugge verfpreyt heeft, ende men fal U
nb lefen den brieff tot defer materie dienende die myn heere van Egmont ende myn heere van wafTenair an defer ftede gefcreuen hebben. 1/. C.
Inhuldiging van Maximiliaan, Hertog van
Ooßenryk, ah Voogd van zyne twee Kinderen Filips en Margareta, tot Graave van Holland enz. Gedaan in den Haage, den eenentwin- tigden May 1482. Vpten 21 dach in Meye anno
MCCCCLxxxn. wordt her- toge Maximiliaan als ruwaert van zynen twe kinderen we- gen gehult in den hage van . den Edelen ende van den ge- meene lieden van Henegou- wen van Hollant van Zee- lant ende van Vrieslant en- de dede defe nabefcreven Eedt. Wy Maximiliaen hertoge van Ooftenryck
van bourgonjen &c. Zweren ende belo- ven alle privilegiën hantveften ende coilumen van onzen landen van Hollant Zeelant ende Vryeslant te onderhouden ende die landen voirn: ende die onderfaten van dien te befchermen na alle onfe machte ende voirt alle te doen dat een vader ende prince zynen kinderen ende onder- faten fculdig is van doen behouden ons ende onzen kinderen alles rechts. Die Eedt die de Edelen ende ghemeene Steden
gedacn hebhen, Wy zweren ende beloven V genadige hee-
re |
||||||||||
Bylaa-
GEN
L'. C.
|
||||||||||
>*±Ó0r.
|
||||||||||
■
|
||||||||||
■ . . -..
|
||||||||||
IV. Boek. Geschiedenissen, 427
re heren Maxim iliaen Hertoge van Oiftenryk Byl aa. van bourgoingen van brabant van LimburchCEN van Lucenburch ende van Gelre Grave vanL«. D. Vlaenderen van Artois van bourgoingen van Henegouwen van Hollandt van Zeeland van Namen van Zutphen uwer genaden ende uwer genaden tween kinderen hertoge ende grave Phelips ende Margareten onfen erfachtige prh> ce ende princefle als onzen heeren graven ende gravinnen gehout ende getrou te wefcn ende alle te doene dat goede getruwe onderfaten hoeren heren van rechts wegen fculdich zyn van doene behouden uwer genaden ende onzen voirfz: erfachtigen prince ende princefle alles rechts, Lr. D.
gelofte van Antonï van Am ft el. Heer van Mynden
en Kroonenburg, om het Slot van Kroonenburg aan de Stad Amßerdam te leveren, zo dra zy daartoe Graaflyke volmagt toonen zal. Gedaan den negenentwintigften September des jaars 1483- Die Eedt die Anthonys van
Mynden der ftede van Aem- ftelredamme gedaen heeft. "XTpten negen ende twyntïchften dach in Sep-
* tcmbri anno MCDLxxxin. Antho- nys van der Aemftell heere van Mynden ende Croonenburch heeft der ftede van Aemftelre- damme een Eedt gedaen die Dirck Heymans Zoon der zelver ftede burghermeyfter volcome- Jick van hem genomen heeft tot wilker tydt dat die van Aemftelredamme een brieffvanmy- nen genadighen heere die nv is offhier naemaels weezen fall off van zynen Stedehouder thoonen dat hy als dan hem luuden 't flot van Croonen- burch |
|||||
•*-%* - *_ •- .-*» *. -. .J^^^^.-t^^^k^^^tl^^1
|
|||||
428 AMSTERDAMS II. Dbel.
Bylaa burch vpleveren fall in handen van hem totbe-
GEr(f fchermenyfïè des gemeene landts van hollant Lr. E. zonder enich wederfeggen ofte doen fcepenen. Lr« E.
Brief aan den Kaßekin, en Eeden der Huhlui-
den en Schepenen van Abkoude , voaarby zy Maximiliaan , Hertoge van Ooflenryk, en der Stad Amsterdam trouwe belooven. Gedaan den tweeden February des jaars 1484. N. 1.
An heynrick boetfelaer Cafleleyn ende
bailliu van apcoude. Tp erbaare goede vrient. Alzoe myn genadige
-*--' heere die hertoge van oeflenryck etc. in on- fen handen ende tot onfer bewaernifTe gefielt heeft tflot van apcoude met alle zyne heerlic- heyt, toebehoren ende appendencyen, by fine opene brieue bezegelt met fynre genaden vuyt- hangende fegel, ende die onderfaten van dien berecht wil hebben na den rechten ende priui- legien van den lande van aemfterlandt, foe ifr. dat wy v achtemolgende dien tegenwoordelick ontbieden ende beuelen , van wegen mynen voirfch. genadigen Heere, vuyt erachte van den voirfch. commilïie, die wy daer off hebben, dat ghy ouer all in den dorpen onder der heerlic- neyt van apcoude gelegen, die doeken doet flaen ende allen den onderfaten van dien, bene- den tfeftig jaren ende bouen xx jaren oudt wee- fende, gebiet van wegen myns voirfch. gena- dichs heeren , op zekere groete peynen, tegen fynre genade te verbueren, dat zy, vp een fon- nendage naeflcomende, na den middage tot een- re vre comen ende vergaderen an den huyfe van apcoude, om den geenen, die wy daer fcicken ful-
|
||||
IV. Boek* Geschiedenissen* 429
füllen, alzulcke eede ende huldinge te doen als Bylaat-
die onderfaten van den lande van aemflelandt, oen wiens rechten ende pnuilegien zy voortan ge- LT. E. bruycken füllen, mynen voirfch. genadigen hee- re off zynen gecommitteerden gedaen hebben , hemluyden aduerterende, indien zy hiervan in gebreke zyn, dat wy dat an hemluyden alzoe corrigeren willen, dat zy anderen ten exempe- len wefen füllen. Ende hier van en wiltingee- ne gebreke weefen, anders foe foude wy dat an v lyff ende goedt verhalen willen, hierinneeer- baere guede vrient, doende als voirfch. is, vp dat myns genadigen, heren gebot by V onver- mindert bliue. gefchr. metter haefte vpten xxviij'0 dach in Januario, anno xivc lxxxiiij. N. 2.
Die Eedt die de buyrluyde van Ap-
coude mynen genadighen heere van Ooftenryk &c: ende der ftede van Aemftelredamme vpten ander- den dach in februario anno Lxxxiiii. gedaen hebben* Dat zwer ghy dat ghy van nv voirtan my-
nen genadighen heere van Ooftenryck ende der ftede van Aemftelredamme houde ende trouwe weezen zult ende hair alle byftandt ende hulpe doen fuk die ghy fult connen ende moghen doen wanneer ghy des verzocht wordt ende den Caf- telleyn die de ftede van aemftelredamme vpten huyze van Apcoude ftellen zall ende zult recht nemen ende gheven na die handtveften privile- gyen ende oude cuftumen van den landen van Aemfterlandt ende malcanderen dair inne ftyven ende ftereken tegen enen ygelycken die enich van den buyrluyden van Apcoude daren boven zou- de willen vercorten ende moyenifle andoen en- de dat niet te laten in gheenrehande manyeren noch
|
||||
430 AMSTERDAMS II. Deel.
Bylaa- noc^ omme griene zaicken foe helpe v God en-
N " de zynen heyligen. Des fall v die Itede van Lr E. Aemflelredamme voirfz: in der name van my-
nen genadighen here ende van hair felve weder- omme alle die hulpe ende byllandtdoen diehair mogelick fal wefen van doen ende nair alle hae- re machte tot allen tyden als dat van noode wardt; Die Eedt die de fcepénen van Ap-
coude in handen van den burger- meyfler der flede van Aemflelre- damme alle jaren doen füllen. Dat zweer ghy dat ghy gnede fcepénen wee-
zen zult dit toecomende jare lang ende zult mit- ten bayliu ende mitten fcout elk in 't zyn een guet rechtvaerdich vonnyfTe wyzen na die handt- veflen privilegyen ende oude cuflumen vari Aemllerlaridt twyfïchen den heer ende den huysman ende den eenen huysman ofte partye ende den anderen tot allen gebuerlycke tyden als ghy des verzocht zult worden zonder mye- de ofte ghifte dair äffte nemen Zoe helpe v God ende zynen heyligen* |
|||||||
Lr. F»
|
|||||||
/
|
|||||
IV.Boek. Geschiedenissen. 43t
!/• r» Bylaa«
GEN
Eeden gedaan by de inhuldiging van F1L1 p s , Lr« f.
aartshertog van Ooflenryk, tot Graave van Holland enz. op den twaalfden December 1494. N. 1.
Eedt gedaen by den Eertshertoge Phi-
lips van Ooflenryck van bourgoin- gen den gedeputeerden van den Sta- ten der landen van hollant ende vrieslant binnen der ftede van finte Geertruden berghe upten iaften dach van Decembre anno vier ende tne- gentich in tegenwoerdicheyt van den marcgrave van baden den heerenvan berghen molenbaifen ende berfTelen. Ridders van der oerdre , de proeft van tricht heer Ladron hofmeefter Phi Hebert de vitre gefeit la mouche eerfte ftalmeefter Meefteren Jacob van Almonde Jan boudins Zoenen- de meer anderen in groten getale. ~*\at zweren wy als Grave van hollant en-
•*-* de heere van vrieslant mit horen toebeho- ren die heilighe kerck voer te ftaen ende in ho- ren rechten ende vriheden te onderhoudene weduen ende wefen te befchermene ende in rechten ende redene te houdene ende te doen onderhouden die rechten hantveften ende pri- vilegiën onfen Ridderfcap goeden lieden ende ghemenen landen van hollant ende vrieslant voertyts verleent ende gegeven by wylen den hertoghe Philips Kaerle ende hoer voervaderen graven ende gravinnen van Hollant ende heeren van Vrieslant faliger memorien te houden en- de doen onderhouden ende confirmeren ende vef-
|
|||||
433 AMSTERDAMS IL Dééü
veflighen die voer ons ende onfen erven ende;
nacomelingen mit defen onfen eedt ende des- geliken onfen voirfz: landen in rechten ende jufticien te houdene ende te doen onderhou- dene ende die oude goede couftumen gewoen- ten ende haercommen te obferveren ende te be- waren ende voert onfe voerfz: Ridderfchip rte- den ende onderfaten van dien te doen al des een goet heer ende prince fchuldich wefen fal van doene alzo moet ons God helpen ende al zyn heilighen. N. 2.
Eedt gedaen by der ftede regierders.
Dat zweren wy dat wy onfen genadigheti
heere Eertshertoghe Philips hier tegen woerdich fynde hulden ende ontfanghen tot onfen gerech- 'ter geboren lantsheere enne Grave den landen van hollant ende heerlicheit van vrieslant mit horen toebehoerten zyn hoecheit heerlicheit ende graeflike rechten getrouwelic te bewaren ende onderhoudene ende zynre genaden zynen ftedehoudere ende raide van hollant ende voirt alle zyne dienaren ende officieren elckcn naer zynen toebehoren hueren dienden doende ert'^ de excercerende te obedieren ende affilieren ende voert hout getrouwe ende gedienftich te wefen tot befchermenille van zynen Edelen perfone ende ftate als wy van rechts ende re- dene weghen fchuldich zyn van doene ende voert alle te doene des goede ende getrouwe onderfaten hueren gerechten lantsheeren fchul- dich zyn van doene alzo moet ons God hei- pen ende al zyn heilighen. |
|||||
LtU G.
|
|||||
IV.Boek. Geschiedenissen. 433
Lr. G. Byl"~
OEN
T C Eeden, te Amfierdam gedaan,by depïegtige in-
huldiging van F1L1 p s , Aartsbertoge van Ooßenryk, op denzevenentviinügfien^uny 1497. N. i.
Gedaèn vpten &7 dach van Jünio an-
no XCVII. ende worde gepro- nunchiert by andries boelen zoen burgermeefter. [^at zweren wy goet ende rechtverdïch hee-
^-^ re ende prince tè zyne onfer (lede van Aémfterdam ende onfe onderfatenvan dienen- de te onderhoudene ende doen onderhoudene alle die rechten previlegien handvellen ende haercommen hemluyden verleent ende gecon- rirmeert by faliger gedachte Hertogen Ëhilïpa ende Karel laeft overleden ende hueren voer- ders Graven ende Gravinnen van hollant en- de al te doene dat een goet ende natuerlick heere ende prince behoert te doene voer zynert onderfaten alfoe moet óns God helpen ende zyn heiligen. N. 2.
Gedaen als voren ende gepronun«
ciert by meefter Jacob van Al- monde raet van hollant boven va» den fladthuys. Dat zweer wy dat wy ontfangen ende hul-
den tot onfen natuerlycke ende erfaftich heere ende prince onfe harde geduchtige Heere Her- toge Philips hier tegenwoerdich als grave van Hollant ende beloven hera zynen raedt van II. Stuk. E e bol«
|
||||
434 AMSTERDAMS IL Deel.
hollaiit ende den hoghen raide ende allen zyn
officiers horen officie doende onderdanich te zyn ende obedierne ende zynen edelen per- foen te befchuddene ende te helpen tegen al-, Ie alfoe wy van rechts wegen fchuldich zyn van doene ende al te doene dat goede ende getrouwe onderfaten fchuldich zyn te doene horen natuerliken heere ende prince alfoe moet ons God helpen ende zyn heiligen. Lr. H.
Refohitie van 't Geregt, de zesendertigen en
de Poorterye van Amflerdatn, tot handbaavin- ge der vrye Vaart door 't Marsdiep en V Vliey genomen den 11 December des jaars 1498. C'daechs na Sinte Thomas dach, s'agternoens,
^ ziin omme de fufpenfie off twiuel van der zaecke hier voren geroert, ende geregiftreert, vergadert geweeft de zesfendertich int meer- der getael, daer by ende toe geroepen waren de gehele buyck en de poorterye defer Stede, zoe men die naeften crygen conde , ende dat op 't Gaflhuys , daer hunluyden voirgelezen ende gerepeteert was , dickwyl ende menigh- werve de naefle text ende lettre van de pri- vilegie Hertogh Willems zaliger gedacht, op t'zclve fluck enz. Ende wart eiken byzonder gevraecht by monde van Dirck Heymansz als Burgermeefier, hoe zii dien rext, ende lettre verflonden, en hoe zyze gehouden ende ge- bruyet wouden hebben. Ende is heur aller flemme ende flot geweefl foo wel vanden ge- regte van den gene dier waren van de xxxvj, als van de poorterye, dat men vry ende vey- ligh zal laten varen ende keeren allen den gee- nen die met heure feepen ende goeden dat Marsdiep off dat vlye verzoecken, ende alhier komen tot defer ftede Haven van Aemftelre- dam-
|
||||
IV.Boek. Geschiedenissen. 435
dämme, zoewel an haer Lyff als an haer goe- Bylaa-
dcn, zoe dat zii weder vry ende veylich fcey- gen den zullen uyter Maersdiep off uyt et vlyezon- Lr. H. der eenich becommeringhe, letfel, off hinder, hunluyden te doen, off te laten gefcien, naer inhouden denfpreken ende verclaringe vanden zeluen priuilegte ,daer by namen an ende ouer zyn gcweeft, Eerfb Van die van den Gerecht.
Dirck Heymensz , Willem Boem , Bruyningb
Claesz ßurgermeeileren, Jan Claesz , Jan Clements, Van de xxxvj.
Bruyn de Brouwer , Fegter Baerntsz , Pieter
Colyn, Jacob van Bergen , Dirck Bardesz, Pieter Haringh, Jonge Jacob Jacobsz, An- dries Boelensz, Claes Heyn, Jacob Willemsz, Gysbert Jacobsz, Melys Paeuzv, Boel Bicker, Clement * Wolffers, Simon Avezoen, Claes Ma- yen , Ruyfc'b Jansz, Geryt Benning, Geryt Tbeusz ende Egbert Jansz. Ende van de Poirterye.
Pieter Reyersz, Jacob van Campen, Scipheer
Scbaek, Claes Gaeff, Claes Hermesz , Corne • lis de Vlamingb, Claes Heinrixz van der Scel- lingb, Gerrit Symon Bardezoen , Coert Jans- zoen , Jan Matthyszoen , Goert Geriitsz , Claes Bueyck, Jan Dircxsz, Velbert Bofcb, Daem Meusz, Symon Boenacker, Heinrick Stuverzoen vander Scellingh , Micbiel inde Starre, Claes Jacobsz Bicker, Henrik Symonsz, Cornelis Cuyper, Dirck Symonsz. Poel, Wa- ligb Jacobszoen, Jan Wybrantsz, Dirck Smit, Powwels Zacbtkuen , Frans Claes Heyne», Een "Claes |
||||||
*
_________
|
||||||
436 AMSTERDAMS Gesch. II.Déèl,
Clacs Kueytingh, Claes Gerytsz, Willem Bin-
nenzoen, Wigbout Wigger, 'Jacob van Arne- rongen, Pief er Codde, Pieter Weyn, Volkert de Goyer, Claes Jacobsz, Hillebrant Avezoon , Roel Gomvenbergh , Jan van Gelre, Geryt Geye, Claes Gaeff, Tsbrand inde Baerdze , Meynaert JVillemsz , Jan Lambertsz, Jan Pietersz Zylmaker , Claes Jan Matthysz , Tsbrand Holeßoot, Jonge Dirck. Claesz , Wil- lem Catitert, Frans Heinsgeman , Micbiel Jansz, Dirck Pietersz, Willem Backer, Jan van Marcken, Willem Splintersz. ^ Pieter Cod- de, Pieter van Aeken, Jan Ryck , Jacob Heinricksz, Cornelis Symonsz, Gerrit de Goyer, Pieter Coppertsz, Gerrit Mejfemaker,JanWol~ bregtsz, Adaem Heßeltsz, Dirck Hern , Claes Tymonsz, Wouter Dobbesz, Zwarte Direkt Jan Symonsz , Scipheer Gaeff, Jan Pietersz $ Pieter Jacobsz Graejf, Zybr. Bueyck , Lou Lambregtsz, Claes de Goyer, Mertyn Valcki Willem en Hillebr. Modder, Coman Lambr: Jacob Verkerck, Jan Bet de brouwer, Claes Symonsz, Thomas Woutersz, Jacob Monick, Heyn Jacob Baertsz, Heyn Wou, Jan Ver- •uiael, Huygen Wolbrantsz, Gerbrant Mertz, Jan Euertsz, Philips Gerritszoen, Claes Ja- cobsz, Jan inde Smack, Gèryt Symons, Th o- nys de Goutfmit, Coman Jacob, Baernt Baerntsz, Jan Lambertsz., JanvanNuysi Dirck Pietersz, Heyn Schout, Jacob van Marc- ken , Jan Pietersz, Roel Jansz, Dirck Wy- brantsz, Jan Koenensz, Ölfert Pietersz, Ty- men Henrlcx, Cropel Geryt, Claes Vrericxz , Jan Meliis Arnsz, Rem Symonsz, Claes Kan , Dirck Hetsz, Dirck Lißingh, Heyn Rode, Symon Heyns, Luytgen Garbrantsz, qua Jan, Ouds Jan, en kleyne Heinrick Stuuen |
|||||||||
TWEE-
|
|||||||||
437
TWEEDE DEEL. GESCHIEDENISSEN
VAN
AMSTERDAM.
VYFDE BOEK.
Amsterdams Geschiedenissen,
van''t jaar 1506, tot bet jaar 1534. Het Beftand met de Gelderfchen was, Gelder-
terftond na het vertrek van wylenKo-fche . ning Filips , van hunne zyde, verbroken. J^e. Hertog Karel van Gelder , met Franfchc<jen. hulp geflerkt, bemagtigde veele Steden in 1506. Gelderland, die, by het jongde Verdrag, Filips waren toegeweezen. Wageningen, eene deezer Steden , werdt, federt, bele- gerd door de Ooflenrykfchen. Doch op de tyding van 's Konings dood, werdt het be- leg opgebroken. Ook gaf Lodewyk de XII., Koning van Frankryk, zynen Leger- hoofden toen bevel, om de begonnen vyan- delykheden in Gelderland , vooreerfl, te flaaken (a). In den Zomer des jaars 1507, begaf deAmftcr-
Landvoogdes Margareet zig naar Holland, <|am en om in haare nieuwe waardigheid erkend terggtnedee*n worden. De inhuldiging gefchiedde te Dor-erkennen drecht Keizer
(*) Vadetl. Hift. IV. Deel, tl. 340, ,41, 347, 341,
Ee 3
|
||||
433 AMSTERDAMS II. Dek,
j(-0y> drecht, werwaards de Steden, ook Am- Maximi- fterctam, haare Afgevaardigden gezonden liaan hadden, op den zeventienden Juny. Doch voor de Landvoogdes begeerde geene Privilegien Voogd, te bezweeren, dan die, ten tyde van Ko- en rouwig FjijpSj bezwooren geweeït waren. Ai- reet voor leenlyk, ftondt zy toe, dat men geene brie- Land- ven van Schaverhaalingter uitvoeringe leg- voogdes- gen zou, dan by goedvinden, niet alleen van Stadhouder en Raaden; maar ook van 's Lands Staaten (Z>). Voorts, werdt Kei- zer Maximiliaan, ten zelfden tyde en plaat- fe, ook voor Voogd van zynen Kleinzoon Karel erkend, in de perfoonen van twee zyner Gemagtigden (c). De eed , dien Bur- gemeellers , Schepenen , Raaden en Ge- meente van Amilerdam , ter deezer gele- genheid, deeden, ftaat, in de Stnds Re- giflers (d), aangetekend. De plegtigheid der inhuldiginge gefchiedde, in 't huis van wylen Zar es van Ölingeland Zareszoon ,'m zyn leeven Schout van Dordrecht (YTvan de Kabbeljaauwfche zyde (ƒ). De Steden'zyn, vermoedelyk, te lifter gekomen tot de in- huldiging, om dit Keizer Maximiliaan haar, op den veertienden April te vooren, by ee- ne Handveft, te Gend getekend, den vryen uitvoer van Graanen hadt toegeilaan, zon- der dat zy verpligt zouden zyn, daarvan eenig verlofgeld te betaalen (g). Voorts, Ver-
i^i) Groot-Plakaatb. IV. Dul, hl. p, io. (c) I. Privileg. Boek,/. 99 wr>, 100 vtrft,
(d) I. Piivileg. Boek , f. 101.
(e) I. Privileg. Boek, ƒ. 99 verft).
(f) Beverw. Dordr. hl. 175 , 179.
\l) Oude Kerk, Laait XII. Hättdv. II. 8;,
|
||||||
V. Boek. Geschiedenissen. 439
verwierf Amfterdam in 't byzonder , van T ~0jt Chrifliaan, Zoon van Jan den II., Koning De Stad van Deenemarke en Zweeden, op den der-worde tienden September,beveiliging in de voor-
beveftigd
regten van Koophandel op Noorwegen, die ^^a
der Stad voorheen waren toegeflaan (h). handel Midlerwyl, was men, in Holland, reeds op Noor-
in 't voorleeden jaar, bekommerd geweeftwe£en- voor eenen inval der Gelderfchen (1). En Zyzorgt deeze bekommering nam toe, na dat men teg^n _de kennis gekreegen hadt,dateenigvyandelyk g'en jer Krygsvolk, by gebrek van betaalinge (£), Gelder- in 't begin van July, op Stigtfchen bodem fchen. hadt begonnen te ftroopen. Terftond hierop, werdt te Amfterdam afgekondigd „ dat „ niemant der ingezeten en, op de verbeur- „ te van zyn poorterregt, naar Utrecht zou „ hebben te reizen, uit hoofde van deroo- „ veryen der Gelderfchen (/)." Ook werdt, wat laater, bevolen „ dat niemant in de „ Stad komen, en daar weder uitgaan mögt, „ hy en zou moeten hebben een teyken van ee- „ nen, by der Stede daertoe gedepateert, fit- „ tende ten huyfe van aechte Jacob Wïllemsz, j> faiïgtr gedachten Weduwe in de Kerck- „ firaete (pi)," dat is, in de Warmoesftraat, tuflehen de Oude Kerk en den Dam. 't Ge- vaar, welk de Stad ten deezen tyde liep, nam toe, na dat de Gelderfchen, op den zevenentwintigften Auguftus,het Dorp Bo- de-
(b) Oude Kerk, Laaie XLI. Handr. */. 57 [«7].
(»; Lettr. de Louis XII. Tom. I. p. 70, 72. \k) Lettr. de Louis XII. Tom. l, p. 97, (l) Keurb. B. f. 97 vtrfi. \m) Keurb. E. ƒ. 9*« Ee 4
|
|||||||
tÜ
|
|||||||
440 AMSTERDAMS II. Deel,
1507. degrave verbrand hadden (n). Men beval,
op den agtften September ,, dat alle inge- „ zetenen , bekwaam om de wapenen te „ voeren, zig gereed houden moeften,om, „ op de eerfte aankondiging, uit te trekken ,, tégen den vyand; waarvoor, aan alle am- „ bagt- en neeringdoende luiden, een flui- „ ver, en, als zy daadelyk uittrokken, vyf „ ftuivers ?s daags werden toegelegd (0)." Pontanüs tekent aan (p), dat de Gel- derfchen, in dit jaar 1507,het roodeBlok- huis, welk tuflchen het Damrak en de Haar- lemmer Poort, omtrent de plaats, waar nu de Y-brug legt, op paaien, gebouwd was, hebbende aangetaft, door de Amfterdam- mers, manmoediglyk, afgeflaagen zyn. Doch alzo hy 'er byvoegt, dat zulks, op den S. Jansdag, en even na het bemagtigen van JMuiden en Weesp, gefchiedde, heeft men reden om te twyfelen, of hy den aanval op de Schans teYpefloot, die wy,beneden,op het jaar 1508, vernaaien zullen, niet voor cenen aanval op het roode Blokhuis gehou- den hebbe. HetHout Valt gaat het, ondertufTchen, dat men, |
||||||||||||||
Buiten-
kant wordt belaft weg te doen. |
te Amfterdam, nog tot in den Winter des
jaars 1507, voor eene vyandelyke onder- neeming der Gelderfchen bedugt was: waar- om , den vyftienden December, bevolen werdt „ al het hout uit de houttuinen,tus- |
|||||||||||||
„ fchen Screyehoeck en deSinP Oloffs poirte,
„weg
O) Gnote Chron. Divif. XXXII. Cap. 3g.
(*} itemb. B. ƒ. 9%.
(pj Libr. 1. Cap. VIII. p. 2*.
|
||||||||||||||
V.Boek. Geschiedenissen. 441
„ weg te doen (#)." Ook werdt beflooten, l j-07>
„ een rooilyn te fcheeren, van den hoek „ der huizinge van de Paulus broeders, nu „ oude Waaien Kerk en het S. Joris Hof, „ tot aan den hoek der huizen van 't Pro- ., venhuis van Bethanie, welk toen was daar „ nu de Bethanie-ftraat is; en al wat daar „ buiten ftondt, af te breeken (f)." De Scheepvaart werdt ook niet veilig geoor- deeld: waarom het Geregt der Stad, den 1508. twee-entwintigften January des jaars 1508, in gevolge van een befluit der Steden van Holland langs de Zuiderzee gelegen, deedt afkondigen«,, dat niemant uit die zee ooft- „ waards of weflwaards zou hebben te zei- „ len, voor nader openlyk verlof (x)." De Bcv^ zorg voor den vyand was zelfs zo eroot te ?™a£,ua
A cl 1 i 1 Ti • • T» >r Laltaadje Amiterdam, dat de Regeenng , in May, af te
befloot, de Laftaadje, tuflchen de S. An- breeken.
tonis-poort en 't Y, te doen af breeken : waartoe alle Draagers, Houtzaagers en Tim- merluiden verpligt waren de hand te lee- nen (f). 't Is, uit de Stads Regißers (V), klaar, De Gel-
dat het inneemen van de Stad en 't Slot te derfchen Muiden, en van de Stad Weesp, door Her- P5e.m.en toge Karel van Gelder (v), waardoor 't ge- enuu en vaar der Gelderfche vyandelykheden Am- Weesp fterdam veel nader gekomen was dan te voo- in. ren, gelegenheid gegeven hebbe tot deeze voor-
(q) Keurb. B. ƒ. 98 verfe.
(r) Keurb. B. ƒ. 99.
(s) Keurb. B. ƒ. 101.
(t) Keurb. B. ƒ. 104 ver/e.
(») Groor-Memor. N. I. f- 270.
(v) GUIUL. HSUMANNUS p. 33* , |Jtf, 337.
Ee 5
|
||||
442 AMSTERDAMS IL Deel.
1508. voorzorg. De meefle Schryvers verfchil-
Onder- *en zeer» over den tyd , waarin men het zoek bemagtigen deezer Plaatfen moet agten ge- naar den beurd te zyn. Pontanus, die door de tyddee- ]aa{;ere Schryvers gevolgd is, fielt het, in bcurfe5-" zYne Befchryving van Amfterdam (w), op 't niffe. jaar 1507. Doch in zyne Gelderfcbe Hifto- rie (V), plaatfl hy 't, op 't jaar 1508, met byvoeging nogtans, dat 'er reden is, om het op het jaar 1507 te plaatfen. Willem Hermanszoon, de oudfte bekende Schry- ver, die van dit voorval gewaagt, bemoeit zig niet met het aantekenen van het jaar, waarin de dingen, die hy te boek fielt, ge- beurd zyn. Doch hy bedient zig, in 't ver- haaien der gevolgen van het inneemen van Muiden en Weesp, van uitdrukkingen, die zouden doen denken, dat dit inneemen«, al in 't jaar 1506, gefchied ware, gelyk wy, wat laager, zullen toonen. Ook zou ik gee- ne zwaarigheid gemaakt hebben, om het geval op het jaar 1506 te plaatfen, tegen't gevoelen van Pontanus, en die hem ge- volgd zyn. Doch eene Akte onzer Stad vandenjaare 1512, waarin het overvallen van Weesp, met duidelyke woorden, op 't jaar xvc. ende acht gefield wordt (y), deedt ^. my veranderen van gedagten, en dit geval, met het gene 'er op gevolgd was, en Am- fterdam van naby betrof, op het jaar 1508 te boek flellen. Van de Akte zelve, die ons„
(w) Lihr. I. Cap, VIII. p. i6. Zit tok. Vader!. Hift. IV.
Detl, bl. 3J4. (x) Lihr. XI. p. «37.
(j) Keuib. C. ƒ. f9. A
|
||||
V. Boek. Geschiedenissen. 443
ons in deeze duiflerheid voorgelicht heeft, j -0g_
zullen wy beneden nader fpreken.
Hertog Karel dan, in de Lente (1) dee- Zy ei-
zes jaars, zig meelter hebbende gemaakt ^h^n van de twee Steden, zondt, van Weesp , dam " daar hy zig ophieldt, eenen Priefler naar Amfterdam, om de Stad op te eifchen, en om de Regeering te vergen, dat zy hem voor Heere aannam. Doch zy antwoord- de „ dat zy Koning Filips trouwe gezwoo- „ ren hadt(2), diezyzynen kinderen hou- „ den
(1) Dat Weesp , in May , ingenomen werdt,
wordt lütdrukkelyk gezeid in de Stads Regifiers, op het jaar 1514, waar men leeft ,, dat Claes Heyn, „ Burgemeefter der Stede , zes ponden grooten „ vlaams beloofd werden, voor zyn timmerhuis op ,, de Laftaadje , welk afgebrand werdt , toen de „ Gelderfchen, in May, Weesp ingenomen had- ,, den." Groot Memoriaal, N. I. f. 270. (2) In 't Latynfch verhaal van Willem Her-
manszoon, ftaat Sacramentum diximus Regi Pbi- lippo quod fervare nos oportet, dat is, „ Wy hebben ,, Koning Filips eed gedaan; dien eed moeten wy „ houden." En uit deeze woorden, fchynt te vol- gen , dat dit geval, en 't bemagtigen van Muiden en Weesp, 't welk 'er voorgegaan was, nog by 't leeven van Koning Filips, en dus in 't jaar 1506, gebeurd is. Doch ik ftel vaft, dat de plaats, die wy onderzoeken, verminkt is, of dat de Schryver ■zig hier niet naauwkeuriglyk uitgedrukt heeft. En ik neig tot de eerfte tredagten , om dat hy zelf net- ter fpreekt, iu een Gedigt, agter zyn Werkje ge- voegd, waarin hy, dezelfde gefchiedenis verhaa- lende, de Regeering van Amfterdam (p. 353) dus doet fpreeken: „ Nes facramentum devota mente Philipp»
„ Diximus, £ƒ natis id violare nefas. dat
|
||||||
1
|
||||||
Juki.,_________ ________,_____
|
||||||
444 AMSTERDAMS 11 Deel.
ïr0g> „ den wilde, en dat haare burgery nog niet
„ in zulk eene engte gebragt was, dat fret „ haar lullen kon, van Heere te wuTelen." Men weigerde egter, dit antwoord fchrif- telyk te geeven, om dat de Prieiler ook maar mondeling geboodfchapt hadt (z). De Doe- Midlerwyl, verzuimde men niet, de Stad |f d" in flaat van tegenweer te Hellen. Buiten boog-" ^e ^* Antonis Poort, thans de Waag op de fchutte- nieuwe Markt, die naar Weesp leidde, w er- ren den, in gevolge der aangehaalde bevelen van wordt de Wethouderfchap, alle de huizen, win- geflegt. ^ejs en hutten afgebroken; de tuinen en 't geboomte uitgerooid. Zelfs werdt de fchoo- ne Doele der Handboogfchutteren, die toen buiten de gemelde Poort ftondt, geflegt: en alle de boomen, daartoe behoorende, om- verre gehouwen, op dat 'er de vyand niet in neflelen zou. 't Geboomte, welk, hier en elders, omver gehouwen lag, moeft,op bevel der Wethouderfchap van den vieren- twintigften May, door het Schoenmaakers Gilde , in de Stad gebragt worden (a). Voorts werdt, by openbaare afkondiging, bevolen, dat niemant eenig goud of zilver uit de Stad zou voeren; en dat alle de Am- fler-'
(z) GUILL. HEÄMANNUS /». 338, 3J2, 3JJ.
{a) Keutb. B. ƒ. J05 virfi.
dat is:
„ Wy hebben Filips eed gedaan : fchande ware het, dat wy dien, omtrent zyne kinderen, fchen-
„ den zouden." Uit welke woorden,blykt, dat Filips reeds over-
legden was. Waarom v/y verkooren hebben, dit tJcdigt hier, in ons verhaal, te volgen. |
|||||||
-
|
|||||||
V* Boek. Geschiedenissen. 445
fterdamfche Koopluiden, die naar de markt 1508. te Antwerpen getrokken waren, ten fpoe- digfte te rug keeren zouden (Z>). Tulfchen De Am- Amfterdara en Weesp, aan den Muider- fterd5"n- dyk, lag een gehugt, Tpeßoot genaamd, om- jj|" trent een half uur gaans van de eerftgemelde eene Stad. Hier werdt, op 't fmalfl van den dyk, Schans tuffchen't Yen de Diemermeer, eene Schans °P» b¥ -opgeworpen, en met manfchap bezet. In P?" de Meer, lag een gewapend vaartuig: in^y 't Y, verfcheide anderen, om de Schans te wordt* dekken. De Gelderfchen, met HertogeKa-vergeefs, rel aan 't hoofd, trokken, over 't Paapen- JJJgc" veld, aan op Ypefloot, met oogmerk om joor jQ eerft het fchip, welk in de Diemermeer lag, Gelder- en daarna de onvoltrokken Schans te vero- fchen. veren. Tot het laatfle, meende men naauw- lyks honderd man noodig te hebben. De Gelderfchen riepen, van den dyk, ons Boots- volk toe, Waterhonden! waterhonden! u zal V gelden. Daar de onzen op antwoordden, Ecrfi hebben, en dan hangen. Ook fchooten de fchepen, die in't Y lagen, zo fel op den vyand, dat hy 't, op den dyk, niet langer houden kon; maar zig in de laagte begee- ven moeft. Doch hier deedt het grof ge- fchut, welk Reinier Mofterd afftak,de Gel- derfchen verfluiven. Hertog Karel zelf, die langft fland hieldt, liep groot gevaar van 't leeven. De hut, waarin hy zig be* vondt, werdt door en door gefchooten, heb- bende denSchryver, uit wien wy dit Ver- haal ontleenen, zelv', naderhand, de ga- ten (t) GUILL. HermAN-NUJ p. 238.
|
||||||||||
446* A M S T E R D'A M S II. Deel.
_-0g ten gezien, die de fteenen of looden kogels,
in deeze hut, gemaakt hadden. Menfchoot niet llegts van de fchepen; maar ook uit de onvolmaakte Schanfe. Eindelyk, trokken de Gelderfchen te rug naar Weesp. Zy lie- ten maar weinige dooden agter. Van de Hollandfche zyde, was niemant gefneu- veld (c). Tweede De Schans te Ypefloot werdt, federt, vol- aanval op tooid, en tot aan de S. Antonis - poort toe dezelve, getrokken (d). Doch 't leedt niet lang, of zy werdt andermaal aangetafl van de Gel- derfchen. Zy bedienden zig, hiertoe, van den nagt voor den S. Jansdag, zynde den vierentwintigflen Juny, die zeer donker was. Een Friefch Krygsknegt, die in de Schans gelegen hadt, en federt uit zynen dienfl ont- ilaagen was, hadt zig vervoegd by den vyand, en hem de gelegenheid der Plaatfe zo wel befchreeven, dat men ondernam, te gelyk het fchip in de Diemermeer en de Schans te bemagtigen. Dertig man omtrent begaf zig in kleine fchuitjes, en roeide in flu- te naar de Meer, om de Schans van bin- nen te beklimmen; terwyl een grooter hoop, langs den dyk,zou aantrekkenop deSchanfe, die, naar de Stad toe, minft voorzien was. Men was gewoon, eenige paarden aan den dyk te laaten weiden, die, fbmtyds, zelfs tot in de fchanfe, hun voeder zogten. Het eerfte gerügt, welk de naderende vyand maakte, werdt gehouden voor de bewecging, die men van
(c) GUILL. HERMANNUS ?. 3 39, H»t
(d) ld. f, }4I,
|
||||
V. Boek. Geschiedenissen. 447
van deeze paarden gewoon was. Doch de 1508.
Wagt werdt haaft al te onzagt gered uit haare dooling. De looze Gelderfchen over- vielen de Schans, eer 'er iemant op ver- dagt was. Een of twee bezettelingen wer- den, met pieken, doorftooten. Doch de o- verigen op de been gekomen zynde, werdt het gevegt voortgezet, van middernagt af, tot dat het volkomen licht was. Ondertus- fchen, wift men, op de fchepen, door de donkerheid, niet te onderfcheiden, wat in de fchanfe omging ; en men vermoedde, toen het dag werdt, of de Schans niet wel verlooren mögt zyn, tot dat de Overfle , Gerard van Mierop , 't hoofd heen en weer uitfteekende boven de borflweering, Bour- gondie! Boiirgondie! riep. Toen werdt het De Gel- gefchut uit de fchepen gelykelyk gelofl op derfchea den vyand, die, hals over hoofd, aan 'tworden vlugten floeg, den weg op naar Amsterdam, lies afge. alzo hem dewegnaarWeespdoordefchan-tlaagen. fe, afgefneeden was, en de kleine fchuitjes in de Meer ook, in 't gezigt van 't Hol- lajidfche Vaartuig, niet te bereiken waren. Doch een bende Amflerdamfche Poorters, geleid door Reinier Mofterd, met den dag, terS. Antonis-Poorte uitgetrokken, onder- fchepte de vlugtende Gelderfchen, daar zy zig, in de flooten en in 't gras, verfteken hadden. Zy gaven zig terftond krygsgevan- gen over. Een enkele, die eenen der on- zen, uit het riet, waarin hy zig verborgen hieldt, met de piek dagt te grieven, werdt gedood. De gevangenen werden op de S. Olofs Poort gelegd, eerft te water en te brood,
|
||||
448 AMSTERDAMS II. DiEt,
»<-0g brood, waarby, naderhand, ook boter en
kaas, en eindelyk zelfs bier gevoegd werdt, Zy zaten een rond jaar in hegtenis (>). Her- tog Karel hieldt zig, na 't mislukken dee- zer onderneeminge , nog eenigen tyd te Weesp op, en keerde toen, de Stad bezet laatende, naar Gelderland te rug (ƒ). Dg Am- Eene Vloot van vierentwintig Gelderfché fterdam- fchepen zogt, omtrent deezen tyd , Enkhui- mers ver- zen ^ ^ mjfj-jg wecjer y te verralTen. Een eene deezer fchepen hadt zyn volk reeds begon-
Gelder- nen aan land te zetten. De anderen, min-
fche der bezeild, bleeven wat agter,en werden
Vloot, gciukkiglyk ontdekt van een' Enkhuizérvis-
Énkhur? &ner > die maar even uitgeloopen was ;
zen ge- doch ffcraks te rug keerde, en de Stad in rep munt en roere bragt. De Gelderfchen, ziende hadt. jat men op zyne hoede was »hielden af, en keerden te rug. De Enkhuizers vervolgden hen, tot aan het Eiland Eils (3). De Am- fterdammers zelven, verneemende, in welk een gevaar hunne nabuuren geweefl waren, bragten hunne Galeote in zee , die , ge- volgd van eenige Vaartuigen, van Muiden naar Enkhuizen, en voorts naar 't Eiland Ens ftevende. Doch men ontmoette gee- nen vyand. Hy was, by tyds, naar de Gel- fche havens geweeken (g). Ma-
(e) GUILL. HERMANNÜS f. 341, 34z, iSit 3J+.
(f) ld. p. 3+s.
(K) ld. p. 3 + J.
(3) Brandt plaatft, in zyne Hiflorie van Enk-
buizen (bl. 4c), dit geval op het jaar 1506. Doch alzo Willem Herman szoon het , na 't ge- beurde aan den Muiderdyk, verhaalt, fchynt men het,'in het jaar 1508, te moeten plaatfcn« |
||||
VMBoek. Geschiedenissen. 449
Maximiliaan hadt, rnidlerwy 1, een Leger j rog.
byeen getrokken te Naarden, welk onder We den Graave van Buuren flöndt, en onder wordt be- anderen uit Amfterdam van leevensmidde- legerd* len voorzien werdt (/;). Met dit Leger, werdt het beleg gefl aagen voor Weesp; doch het werdt traaglyk voortgezet (t). "Tegen den Winter, werdt de Stad, van drie kan- ten , naauw bellooten, onder anderen door eene Schans, die de Amfterdammers op den Amfter- dyk, tegen over 't Paapenveld, hadden op-dammers feworpen. Ook kwam 'er toen groot ge-ljL "
rek aan leevensmiddelen in Weesp, zo dat fommigen,m vyf dagen, geen broodproef- den, en fomtyds geen' anderen drank dan water willen te bekomen. Geduurende den Winter, verfpreidde zig, te Amilerdam, een gerügt, dat de Gelderfchen wederom eene onderneeming op Waterland in den zin, en, ten dien einde, een groot getal vanys- fpooren en fchaatfen gereed gemaakt had- den. Doch men bevondt wel haait, dat dit gerügt ydel geweeft was (k). De Keizer, die zig, in Auguftus, in Hol-Keizer
land ophicldt , hadt geraaden gevonden, Maximi- een' keer te doen naar Amfterdam, en zigliaan 4 daar, in perfoon, als Voogd van zynenkggj"^ Kleinzoon, te laaten inhuldigen. Hy be-Amfter* gaf zig dan, zo 't fchynt uit het Leger om dam. Weesp, derwaards, en deedt eene wande- deling te paarde door de Stad, na dat hy den Kloofteren, die hy voorby dagt te ry- den*
(k) Keurb. B. ƒ. ia«.
(i) GUI.LL. HfcRMANNUS/>. 347*
(k) ld. p. nu
IL Stu*. Ff
|
||||||
.^^ääfedEMHl
|
||||||
- ■ - -....... ^n i ■— '• ,,:i
|
||||||
450 AMSTERDAMS II. Deel;
1508. den 9 ^^ ^oen aanzeggen y dat de Nonnen
zig allen in de venfters vervoegen moeiten, om hem te zien. Ook bezogt hy, nader- hand, twee Nonnen - Kloofters , en onder anderen, dat van Bethanie; den zufteren van beide een gefchenk doende van gelden wyn, op dat zy om den voorfpoed zyns Ryks Hy wordt bidden zouden (/). Doch't voornaamfte, aldaar in weik hy s ten deezen tyde, te Amfterdam 5? jj verrigtte, was het doen en ontvangen van Aanmer den eed van inhuldiging. . In den eed , kingover dien de Keizer deedt, was merkwaardig, zynen ^ jat hy niet alleen de Handveften be- eed' „ zwoer, die by wylen zynen Zoon Fi- „ lips ; maar ook die by de Graaven en „ Graavinnen van Holland, deszelfs voor- „ zaaten, gegeven waren," zonder eenig onderfcheid te maaken, of zulks, voor of na de tyden der Hertogen Filips en Karel van Bourgondie, gefchied ware. De eed werdt afgelegd op den twintigften Augus- tus (m). Hooge Een hevige florm, op den vyftienden Oc- Water- tober ontflaan, hadt het zeewater zo hoog vloed. 0pgezet tegen de dyken, dat dezelven, op verfcheide plaatfen in Holland, en onder anderen tuiTchen Amfterdam en Muiden, Schade bezwecken («). In Amfterdam, rees het wa- te Am- ter zo zeer, en veroorzaakte zo groot eene fterdaiii. verwoefting, dat veele huizen daardoor on- bekwaam gemaakt werden om bewoond te wor-
(/) GUILL. HERMANNUS p. 347» 34«.
(m) Oude Kerk, La*di XI. Handv. bl. 90« (n) Gioote Chron. Div'f. XXXII. Cap. 39. |
||||
V.Boek. Geschiedenissen. 451
worden (0). De Zuiderzee was zo hoog ge- 1508*
zwollen , dat het water alomme over de dyken liep, en de weiden met fchuiten be- vaaren werden. Die van Waterland meen- den , dat men , ter deezer gelegenheid , Weesp met fchepen zou hebben können in- neemen, en booden 'er zig toe aan. Doch hun ontwerp werdt van de hand geweezen, voornaamlyk, naar 't fchynt, om dat de Vredehandeling , die , voor eenigen tyd, te Kameryk, aangevangen was, thans op eenen goeden voet flondt (p). OndercmTchen, hadt een Hoofdman der De Stad
bezettinge van Weesp aan die van Amfler- handc'-t dam gefchreeven, dat hy hun de Stad wil- heimf yfe de leveren. Zy zonden hem twee Minder- opgee. broeders toe, om nader met hem te han- ven van delen. Doch hy lag krank te bedde, toen Weesp. deezen voor de Stad kwamen. Men vraagde hun naar hunne boodfchap. Zy antwoord- den, dat zy brieven hadden aan zulk een' Overfte. Men bragt, om 't geheim te ont- dekken, eenen anderen by hen, die veins- de de perfoon te zyn, aan wien de brieven *gcrigt waren. En men hadtze zo dra niec gelezen, of de Moniken werden vaftgehou- den, en, tot tweemaal toe, in een fchuitje gezet, om in de Vegt verdronken te wor- den. Zy ontkwamen egter dit gevaar ge- lukkiglyk, fchoon zy lang in hegtenis za- ten. Doch de Overfle, die aan zyne ziek- te overleeden was, werdt onder de galge be-.
(o) Keurb. B. ƒ. los verft.
(j>) GUILL. HERMANN. />. 348.
Ff 5
|
|||||||
iü . jk. -»___Jlê
|
|||||||
452 AMSTERDAMS IL Deel:
•I508. begraaven (q). Herman Erkelens, die over
de bezetting van Weesp geboodt, kwam, wat laater, onder vrygeleide, te Amiler- <iam, daar hem de wyt gegeven werdt van het verbranden van Muiden, onaangezien de Plaats de brandfchatting voldaan hadt. Hy verfchoonde zig , ten befte mogelyk. Voorts, liet hy zig, door een gefchenk van zyden ftoffe, beweegen om te belooven, dat hy de Kerkfieraaden van Weesp onge- schonden laaten zou (r): waarna hy naar de beilooten' Stad wederkeerde. Omme- Dr]e dagen voor het lluiten der Kame- |anf te rykfche Vrede, te weeten op den zevenden dam tot December, werdt, te Amfterdam,nogbe- bede om, volen, eenen plegtigen ommegang te Hou- en dank- den, om tot pays ende mede te komen (s). 2egg"'g By 't Verdrag van Vrede, welk den tien- Vrede. den getekend werdt, was, onder anderen beraamd „ dat Karel van Gelder Weesp „ en het Slot te Muiden, binnen veertien „ dagen, ruimen zou," gelyk hy, niet zon- der weerzin, op 't fterk aanhouden desKo- 1509. nings van Frankryk, deedt,in den aanvang des jaars 1509 (O- Op den vierentwintig- ften January, werdt , te Amfterdam, be- volen, eenen plegtigen ommegang te hou- den , tot dankzegging voor de geflooten Vrede (u). Borft- De Regeering hadt, niet lang voor het
weering tref- (ƒ) GtHLL. HERMANN. p>. 34*, 349.
(r) GuiLL. Hermann, p. 3+9.
(s) Keurb. B. /". 111 ver/o.
(t) Vaderl. Hift. IV. Detl, il. 3Ï9> 3«o.
\u) Keurb. ß. ƒ. m.
|
|||||
- » 1 1 'itÊtt TtfiiYiiMH r^Mmili -'■**■ '—■■■* 1 \\*JÊk
|
|||||
V.BoEir, Geschiedenissen. 453
treffen der zelve, in de Houttuinen, tuffchen x *0^ 't hooft ende S. OJofspoirte, nu de oude Teer- . , tuinen genaamd, eene borflweering vankenuit balken doen leggen, om de Stad aan dien de Hout- kant, daar zy niet bemuurd was (4), te be- tuinen ter,tegen vyandelyke aanvallen te dekken.weSSe* Doch deeze borflweering wasnunoodeloos, na 't fluiten der Vrede, en belemmerde, on- dertiuTchen, den bewooneren der Houttui- nen zeer, in het op- en affcheepen hunner hout- en andere waaren. Men ftondt hun, derhalve, in Maymaand, toe, de leggende balken weg te neemen, mids zy de itaande flaan lieten, en zig verbonden, om, ten al- len tyde,ter begeerte van Burgemeefteren, den wal, met wagefchot van vier ponden grootenvlaamfchhet honderd,te befchoei- jen O).
Het doorbreeken van den Muiderdyk, in De Stad
den jongden water vloed, waar by Amiler- verkrygt dam zo veel geleeden hadt, was oorzaak ^ geweeft, dat de Wethouderfchap zig de zorg over den voor het beter onderhouden van den zelven, Muider- byzonderlyk, hadt aangetrokken. Zy ver- dyk. wierf, derhalve, in Juny deezes jaars, op de naamen van Maximiliaan en Karel, twee Oftroien. By het eerfle, werdt een vermift Oc-
(i>) Groot Memor. iV. I. ƒ. 257 verfo.
(4) Onlangs, te weeten,den negenden Novem-
ber des jaars 1508, was by de Regeering befloo- ten, het Y, van het hoofd, nu het Kamperhoofd, af, tot aan den Kruistooren, nu den Haringpak- kcrstooren , toe, met eenen muur te fluiten. Keur- boek 13. f. 108 verfo. Doch dit voorneemen is nim- mer ter uitvoeringe gebragt. Ff 3
|
||||
454 AMSTERDAMS II. Deel."
Oftroi van Maximiliaan en zynen Zoon Fi-
lips, van den jaare 1485, vernieuwd en be- veiligd, volgens welk, de jongde Burge- meefter vanAmfterdam altoos den dvkme- de fchouwen zou (w). By het andere, werdt aan Burgemeefteren en drie Schepenen van Amflerdam nog eene nafchouw over de wer- ken van den gemelden dyk toegeflaan, agt dagen na dat dezelven, door Schout en Sche- penen van Diemen, gefchouwd zoudenzyn geweeft (#). De Stad verkreeg, omtrent deezen tyd, nog een ander Privilegie van Keizer Maximiliaan, te weeten, het regt om,in de plaats vaneenengeftorvenregee- renden Burgemeefter, eenen anderen te kie- zen , om het jaar uit te dienen (;y). Gele- genheid tot het verkrygen van dit Privilegie gaf, naar alle waarfchynlykheid, het over- lyden van twee regeerende Burgemeefters, na eikanderen, in dit zelfde jaar 1509, te weeten Gerrit Gerrit Mattheuszoon en Dirk Ruyfcb Heymanszoon (2). Maar de Stad hadt,ten deezen tyde, ook
het Schoutampt, welk, tot hiertoe, aan de begeeving des Graaven gedaan hadt, voor eene fomme van twintigduizend guldens (5), in
(w) Oude Ketk, Laade XXXVI. HandV. bl. %G\. [47].
(x) Oude Kerk, Laade XXVI. Handv. bl. 36Ö [+5.] (yj Oude Kerk, Laade II. Handv. bl. 102 [47.] (z) Zie de Lyft dei Regeeringe voor ie Handveften. (5) Zo fchryft Hooft: en 't is ook, uit den Af-
ßand van de Satisfactie van 't jaar 1581, te vinden in de Handv. bl. 47. [146] zeker, dat de pandpen- ningen, in laater'tyd, op twintigduizend guldens gerekend zyn. Doch ik bezit een net affchrift van eene Lyfi der Graaflykc Amptemaren , niet lang na dee-
|
||||||||||||||
IS°9'
|
||||||||||||||
Zy be-
komt Pri- vilegie, om een' Burge- meefler te kiezen in de plaats van een' afgeftor- ven. |
||||||||||||||
Het
Schout-
ampt wordt aan de |
||||||||||||||
. _.
|
||||||||||||||
—- 'fWTXii
|
||||||||||||||
HÉ .....UB" ^
|
||||||||||||||
V.BoEK. Geschiedenissen. 455
in pandfchap weeten te verkrygen. Sommi- 1509.
gen fchry ven, dat zulks, reeds in 't voor- stad ver- leeden jaar 1508, gebeurd was (0). Doch, pand. in de Lyfi der Regeeringe voor de Handvefien> ftaat, op het jaar 1509, aangetekend: In dit jaer, dm 15 Juny, hebben de Magiflra- ten de/er Stede magt gekregen Schout te mo- gen maken. Ook blykt, uit deeze Lyfl, dat de Schout Jan Benning Janszoon , die dit ampt, al van 't jaar 1496, bekleed hadt, ten zelfden dage, van het zelve verlaaten; en dat Gerard IVillemszoon van Alkmaar,'m zy- ne flede, aangefleld werdt. Doch deeze overleedt, niet lang hierna. En toen werdt, op den negenden Öélober, Gerrit Mattheus- zoon, voor twee jaaren, aangenomen (Z>). Maar hy flierf ook, op denzesentwintigften December. En in zyne flede, werdt, op 1510. den vyfden January des volgenden jaars , Symen Claeszoen, die, in de Regeerings-Lyfl voor de Handvefien, Symon Sillemoer Klaesz. Schol
(a) Hooft Nederl. Hift. hl. sj.
(b) Groot-Memor. N. I. ƒ. 257 ver/o,
deezen tyd, in de Franfche taaie, opgefteld; waar-
in ik deeze woorden vin de: L'Esc outete d'Amfier- dam tient M't Jean Hubreflz. 111 j ans rendant par ß?J irJ«c c*C; neantmoins la ville d' Amfierdam tient les deniers, acaufe d'vng preß deï\ij.m vujc ^ par forme de gages, qu'ils ont du dit Office, dat is, Het Schoutfchap van Amfierdam wordt bekleed door Mr. Jan Huibrechtsz., [die in 'c jaar 1518 Schout werdt], voor vier jaar en. Het brengt "'s jaars driehonderd pon- den [aan de Graaflykheid] op. Doch de Stad Am- fierdam behoudt deeze penningen, uit hoofde eener lee- rlinge van vierduizend agtbonderd ponden, waarvoor zy dit Ampt in pandfcbap beeft. Ff 4
|
|||||||
.
|
|||||||
■""
|
||||||||
45<5 AMSTERDAMS II. Deel.'
1510. Schol heet, tot Schout aangefteld(Y); welk
ampt hy verfcheide jaaren bekleed heeft, Aanmerkelyk is, on'dertiuTchen , dat 'er, ten deezen tyde, niet alleen, gelyk wy zo even zagen, twee regeerende Burgemees- ters; maar ook twee Schouten, binnen 's jaars, overleeden waren. Oorlog Chrifliaan de II., die 't Ryk van Deene- Deene-n mar^e> m zYns Vaders plaatfe, regeerde, marke en was» ten Meezen tyde, in oorlog geraakt die van met Lubek, Wismar en andere Steden langs Lubek. deOoftzee.De handel der Hollanderen der- Nadeel waarcjs werdt, hierdoor, geweldiglyk be- fterdam lemmerd. Zy hadden, nog in 't voorleeden hierby. jaar, een Verdrag met Deenemarke getrof- fen, waarby, onder anderen, de Zontfche tollen geregeld waren (d). Ook hadden zy toen, naar 't fchynt, den Vorft eenigenon- (Jerftand toegezeid tegen zyne vyanden. Vaft gaat het ten minfte, dat die van Lubek, eerlang, alomme in Holland, bekend maak- ten, dat zy geene Schepen door de Zont of naar Deenemarke zouden laaten zeilen. Ook werden, kort hierna, veele Amfterdam- fche en andere Hollandfche fchepen, door de Lubekkers, genomen (e). Amfterdam en de Waterlieden beflooten hierop, vier grooteOprlogsfchepenin zee te brengen, en met dezelven de Scheepvaart naar de Oofl- zee te beveiligen. Doch naauwlyks was dit Esquader door de Zont geraakt, of het werdt hevig aangevallen door de Lubekkers, en,
(c) Groor-Memor. N. I. ƒ. 25».
(d) Vklujs Hoorn , hl. 9».
U) Kcuib. U. ƒ. 14). Vfxius Hoorn , iL 99,
|
||||||||
—
|
||||||||
"■
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
V.Boek. Geschiedenissen. 457
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
en, eerlang, genoodzaakt te wyken. De Koop-
|
i5ia
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
vaardyvloot, die door dit Esquader geleid
werdt, viel, voor een groot gedeelte, den Lubekkeren in handen. Doch niet lang hier- na, werdt'er een Beftand getroffen tuffchen hen en de Deenen (ƒ), waardoor de Vaart op de Ooftzee wederom open raakte. Maar eer dit nog gebeurde, was, te Am- Vaart
fterdam , op den veertienden Maart desnaar'c jaars 1511,' uit den naam van de Stad en de ^q™_ Waterlieden in 't gemeen, afgekondigd , ten opae« |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
}5
|
dat niemant weftwaards, of naar Noor- fchortr
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
55
|
wegen zou hebben te zeilen, voor Palm- 1511.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
?5
|
zondag, en niet ooftwaards voor beloo-
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
5ï
|
ken Paafchen (g)." Ook was, hier ter
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
Stede, kort te vooren, nog een plegtige Om-
megang gehouden om vrede en welvaart van den Hemel te verwerven (h). Maar na 't fluiten van 't Beftand, kwamen die van Lubek , met eenigen der veroverde fche- pen, hier te Lande handelen; en werden toen geregtelyk aangefproken om fchadebe- tering:'t welk van dit gevolg was,datvee- len van onze Koopluiden, voor een groot gedeelte, vergoeding bekwamen van 't ge- leeden verlies (i). Te Amfterdam, fchynt Mistrou- men egter den Lubekkeren voor eerft nog wen op niet veel vertrouwd te hebben. Immers, op ^ie v;m den negentienden December, werdt, uit aan- u ck' merking der fchade, die zy den ingezete- nen , in vt voorleeden jaar, hadden toegebragt, doqy
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(ƒ) VeliuS Hoorn , lil. 99
(g) Keurb. IS. ƒ. u+. (b) Keurb. B. f. H6, |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
\t) VELIUS Hooi«, bl
|
99.
Ff S
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||
■ llMI Alil I \
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
. ... __ __.:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
"■*" .^~~~-
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
453 AMSTERDAMS II.Deel.
»,-jj door het Geregt, bevolen „ dat niemant ' „ geld vertrouwen moed aan Schippers, die „ naar Dantzig Honden te reizen,omfche- „ pen van daar te haaien, voor dat de Dag- „ vaart der Staaten van Holland, Zeeland „ en Friesland, in den Haage, gehouden Haakbus-^ ZOu zyn (£)." Het wantrouwen op die Ccn op de yan LLlkek verdween egter door den tyd. ^erTver-000*1 tervvyl de vyandelykheden nog duur- overd. den , hadden de Amflerdammers vieren- vyftig metaalen Haakbußen veroverd op de Hamburgers, die 't met de Lubekkers hiel- den; welke haakbiuTen, in den Zomer des jaars 1512, tegen twee guldens het ftuk, aan even zo veele fchutters werden overge- daan (/). De Gel- Hertog Karel van Gelder hieldt de Ka- derfchen merykfche Vrede niet lang. In 't voorlee- breckcn den jaar, hadt hy de vyandelykheden be- SeVrcde.cronnen tegGn den BifTchop van Utrecht, en by deeze gelegenheid ook aan de ingezete- nen van Amfterdam eenige fchade toege- bragt: 't welk, naar 't fchynt, gelegenheid gaf tot eene afkondiging, die, den vierden Oclober deezes jaars, gefchiedde, en in- hieldt „ dat elk, die,federt de Vrede met „ Utrecht, op Stigtfchen bodem befcha- „ digd geworden was, zyne fchade , binnen „ agt dagen, op ten fcryfcamer, dat is, op , de Secretarye^r Stede, moeft komen op- ', geeven (in)"Doch de Gelderfchen had- den den kryg tegen de Ooftenrykfchen ook her-
(k) Keurb. B. ƒ. 1+3.
(/) Groot Memor. N. I. f, 260 vtrfo<
(wj Keurb. li. ƒ. i+i.
|
||||
V. Boek. Geschiedenissen. 459
hervat, en, van den aanvang deezes jaars 1511Z
af, fterk voortgezet. Harderwyk viel hun onder anderen in handen: 't welk hen in ftaat ftelde, om de Vaart der Amfterdam- meren langs de Zuiderzee te bekommeren. Men bragt dan wederom eenige Baardfen te water, en behaalde, omtrent den aanvang van November en federt, eenige voordee- len op de Gelderfchen ; waartoe die van Enkhuizen , meer dan anderen , de hand fchynen geleend te hebben (ti). De Gelderfche kryg hadt de Landvoog- De oor- ]
des, Vrouw Margareet, gelegenheid ge- loS geven om de Staaten van Brabant en Hol-y^ tc land te befchryven te Breda, en hen te drin- voor de gen tot bewilliging in eene buïtengewoone Amfter- Bede, ter gocdmaakinge van de koften des damn?ei*s oorlogs: en die van Holland hadden, op ze- ö" kere voorwaarden, in eene driejaarige Be-
de bewilligd (0). Ook kwam het gevaar dit Geweft hoe langer hoe nader. De Gel- derfchen namen Woudrichem in by verras- fing, in den aanvang des jaars 1512. Ook kruiften zy,meer dan in 't voorleedenjaar, langs de Zuiderzee. De Vaart naar't wes- ten werdt, insgelyks, onveiliger, ter oor- zaake van den oorlog tulTchen Frankryk en Engeland: 't welk het Geregt van Amfter- dam gelegenheid fchynt gegeven te hebben, om op den zesden May de vaart buitens 1512. duins, tot op nader verlof, te verbieden (p). Doch men ruftte, ten deezen tyde, hier Ds Stad ook
(») Brandt Enkh. BI. +3.
(«) Lettr. de Louis XII. Tom. III. p. 8o,
lp) Kemb. U. f- 147 verfo.
|
|||||||||||||||||
1
|
|||||||||||||||||
.
|
|||||||||||||||||
46o AMSTERDAMS IL Deei:
1512. ook een of meer Oorlogsfchepen uit,waar-
ruft een fchyntyk tot beveiliging van de Vaart langs of meer de Zuiderzee. Men vindt, dat de Stad, Oorlogs- de manfchap , die op dit fchip of deezefche- fchepen pen diende, in foldye genomen hadt. Jan Speek geboodt over een Amfterdamfch fchip van oorloge. En op den vierden May, was openlyk uitgeroepen „ dat elk, die onder hem ingefchreeven was, zig gereed maa- ken moefr,, om binnen zekeren bepaalden |
|||||||||||||||||
Si
-1 |
tyd fcheep te gaan, onder bedreiging van
ftraffc aan lyf en goed." Te gelyk werdt |
||||||||||||||||
bekend gemaakt „ dat allen, die met Jan
|
|||||||||||||||||
JJ
JJ JJ ÏJ |
Speek, of met eenig diergelyk fchip, uit-
vaaren, en in een gevegt met den vyand gekwetll of verminkt worden zouden, tot cofte van der Stede, genezen zouden wor- |
||||||||||||||||
„ den®."
DeHand- Wy hebben, hiervoor (r), gezien, dat
boog- je Doele der Handboogfchutteren, onder bello men ^dere gebouwen buiten de S. Antorris- cen ge- Poort, in't jaar 1508, toen de Gelderfchen dcelte Weesp hadden ingenomen, op bevel van van het \ Geregt, afgebroken was. De Regeering, penveld c^en Schutteren de fchade, hierby geleeden, tot eene' eenigszins willende vergoeden, hadt hun, Doele. op den zeventienden February deezes jaars, ecne plaats binnen de Stad toegedaan, te wecten, de twee noordelyklle vyfde deelen van het Scbaapenveld, en dezelfde breedte van de tuinen, leggende nevens de Voet- boog-Schutters Doele, van welke zy,door ecne
(q) Keurb. B. f. 147.
(rj Blad*. 4+4. |
|||||||||||||||||
V-Boek. Geschiedenissen. 461
eene floot , gefcheiden waren. De voor- jria,
waarden, waarop deeze gifte gefchiedde, zyn te zien uit de Akte van Vergunninge zelve (V), ingefteld op den naam van Bur- ger meefler en ende Beraders der Stede; welke wy, om dat zy nergens gedrukt is, hier ag- ter, in de Bylaagen (f), geplaatffc hebben, 't Is deeze Akte, uit welke wy, hier voor(V)» beweezen hebben , dat het inneemen van Weesp,eeril in 't jaar 1508, is voorgeval- len. De Handboogfchutters, zulk eene aan- zienlyke Plaats binnen de Stad bekomen heb- bende , maakten dezelve, eerlang, bekwaam tot eene Doele, en ftigtten 'er een deftig huis op; gelyk uit de Kaart van Corne- lis Anthoniszoon te zien is. In laa- ter' tyd, zyn, dwars door beide deeze Doe- len, twee ltraaten gefchooten, die nog de Handboogs- en Voetboogsftraaten genaamd worden. In December deezes jaars, ondernamen De Gel-
de Gelderfchen wederom eenen aanflag opderfchen Amflerdam: 't zy dat zy voorhadden, de,Jerb*aa" Stad zelve in te neemen by verra(ïing,'tzy^"e pgn dat zy 't alleen op de Voorflad en op dein de Schepen, die in de Waale lagen, gemuntOude- hadden. Men was, in de Stad, niet bui- z?Js* ten zorg geweeft: en op den negentienden Alfter" der gemelde maand, was nog belaft „ de dam. „ toorens rondsom de Stad wel van kruid te „ voorzien, en de Stakettingen voor de S. 3, Antonis-, de Reguliers-, en deHaarlem- „ mer
(s) Keurb. C. f. ;j>,
(») L»; A. . (u) Biadz. 4<fz.
|
||||
A6z AMSTERDAMS II. Deel;
Ki2. » mer Poorten, op zulk eenewyze, te doen
„ bekleeden, dat men 'er met Klovers en „ HaakbufTen door fchieten kon: ook kram- „ men te flaan, van binnen tegen den muur, „ waarop men een dwarshout leggen kon, „ om 'er de haakbiuTen op te plaatfen (V)." Doch maar vyf dagen laater, vertoonden de Gelderfchen zig voor Amfterdam. Zy wa- ren, den twintigften,ten getale van elfhon- derd man Qw), in 't Vrouwen-Kloofter on- der Utrecht gekomen , en trokken , van daar, den volgenden dag,des morgensten agt uuren, naar Amfterdam O). Doch 't zy dat zy zig lang onder weg ophielden, 't zy dat zy eenigen tyd omtrent de Stad la- gen , zonder iet te onderneemen, 't liep aan tot den vierentwintigften des morgens, eer zy den toeleg in 't werk fielden, waarvan de oude Chronyken niet flegts, maar ook de Stads Regiflers gewaagen. Sommigen teke- nen aan, dat de Voorflad, waardoor zy, waarfchynlyk, de Voorflad buiten de S. An- tonis-Poort verflaan, door de Gelderfchen, in den brand gefleken werdt (y~). Ook heeft men nog eenen brief, den zevenentwintig- flen, en dus maar drie dagen na 't gebeur- de , uit de Stad Gelder, door den Baftaard van Gelder, aan den Secretaris Charles Ie Breton te Luik gefchreeven, waarin dit zelf- de gemeld wordt, met deeze woorden : Monfr. Ie Secretaire, de hon cueur a vous me re-
C«) Keurb. D. ƒ. 3 ver/t.
(w) Groote Chron. DM/. XXXII. Cap. 41.
(xj Henri ca van Erp Chron. in Matth.ei Analeft»
Ttm. I. p. 9«.
(y) I'ONTANUS Hift. Geli. Lik, XI. f' *+&
|
|||||
-
|
|||||
V. Boek. Geschiedenissen. 463
recommande, & vous adverty, que la veiïïe
de Noel les gens de Monfr. fint arrivez en Hol- lande devant Amfierdam, £? ont brulé plus de tro'is cent batteaux &f Ie faulxbourg deladitte Ville. dat is „ Myn Heer de Secretaris, ik „ beveel my aan U van geheeler herte,en „ maak u bekend, dat de knegten van Myn' „ Heer,'s daags voor Kerstyd, in Holland „ voor Amfierdam gekomen zyn, daar zy „ meer dan driehonderd vaartuigen en de „ Voorftad verbrand hebben (2)." Doch in de Stads Regißers wordt niet gerept van het verbranden der Voorftad. Men leeft aldaar, by wyze van aantekening, alleen- lyk, In den jaar e XV.C X1J op Kersmis avont, wordden de fchepen in de oude zyds Wael ver- bräm van de Gelders/en (a). Veelligt, heeft dan de Baftaard van Gelder alleenlyk uit lolTe gerügten gefchreeven, dat de Voor- ftad verbrand werdt; gelyk diergelyke ge- rügten hem ook het getal der verbrande fchepen hebben doen vergrooten, boven de waarheid. Immers, de Gelderfche Hifto- riefchryver zelf tekent aan, dat 'er maar twee-entwintig fchepen verbrand werden(Z>): onder welken, eenige Franfche, Engelfche en Oofterfche fchepen waren (V); doch ook eene Baerdfche of Oorlogsfchip der Stad, van welk men, den dertienden Auguftus des jaars 1513, het wrak befloot te verkoopen (d). De Gelderfchen kwamen, na dat zy dit
(z) Lettr. de Louis XII. Tom. IV. p. 12.
(a) Groot-Memor. Ar. I. ƒ". 31g ver/o.
(b) Pontanus Hift. Gelr. Lier. XI. />. 6+<S.
(c) Pontanus Araft, Lib. I. Cap, VIII. p, z6*
(d) Groot-Memoi, N, I. ƒ. i6i.
|
|||||||
■
|
|||||||
464 AMSTERDAMS ILDeel,
J(-I2 dit werk voor Amfterdam verrigt hadden *
nog op den zelfden vierentwintigften De- cember, in 't Vrouwen-Kloofter by Utrecht te rug (O- De .Stad Twee dagen na deezen ramp, beval het wordt Geregt, dat de Poorters, voortaan, des a- 5°rgVul" vonds ten zes uuren,ter wagt zouden moe- waakt. G ten komen. Ook benoemde men, langs de Vellen, rondsom de Stad, zeilien Hoef- ßagen of Wagtplaatfen, op ieder van wel- ken, een generael Capiteyn ofte fVeyfel[Sei'- iant] tegenwoordig zyn moei!, die ook door 't Geregt werden gefield. Ten zelfden ty- de, werdt belaft, een plegtige ommegang te houden om ruß, vrede ende welvaert van den Hemel te verwerven (ƒ). Ontwerp In't volgende jaar, werdt 'er een vier- om vier jaarig Beftand getroffen met de Gelder- °!der"d r^cnen' we^' met ^en tijden Auguftus,
Kooplui- zou aanvangen (g). Het gaf gelegenheid,
den aan dat men zig, in Holland, met naame te
te Hellen. Amfterdam, met nieuwen yver, toeleideop
iciq. het voortzetten van den Koophandel. In
December , werdt , by den Raad deezer
Stad, een Ontwerp op de Scheepvaart en
Reedery overwoogen, volgens welk, de-
zelven zouden ftaan onder het opzigt van
vier Oldermans of Overluiden, die door den
Raad gekooren zouden worden (h): doch
dit Ontwerp werdt niet in 't werk gefield.
Groniiv Hertog Karel van Gelder hadt nu befland
|
||||||||||||
ger en
|
||||||||||||
ge-
(e) HF.NIUCA VAN EKP, Chson. p. 96,
(f) Keurb. D. f. ï enz.
(S) Vaderl. Hift. IV. Deel, bl. 377. (h) Gtoüt'Mcmor. N, I. ƒ. aö6. |
||||||||||||
V. Boek. Geschiedenissen. 465
geflooten met de Ooftenrykfchen: 't welk 1514.
hem gelegenheid liet, om zig, in 't volgen- Friefche de jaar,te fleeken in dentwift,dietufTchen zaaken. die van Groningen en den Vorft van Ooft- friesland, en tuflchen de Friezen en Hertog Joris van Saxen ontftaan was. Hy werdt, eerlang, tot Heere van Groningen ingehul- digd. Ook maakte hy zig van verfcheide De Saxï- Friefche Steden meefter. De Saxifchen kwa-lchen. men in Holland om onderlland, en voor- ™f™en zagen zig, in den aanvang des jaars 1515, Amfter- te Amfterdam van voorraad Doch de fche- dam van pen, waarin dezelve gelaaden was, werden V00ï' voor Hoorn overmeeflerd van de Friezen,r die de zyde des Herrogs van Gelder hiel- I^I5* den,en daarom Gelder/ehe Friezen genaamd werden. De Hertog van Saxen droeg, fe* dert, zyn regt op Friesland op aan Prinfe Karel, Graave van Holland. Hierdoor raak- te Holland wederom ingewikkeld in eenen oorlog met de Gelderfchen, en met de Frie- zen , die hunne zyde hielden. De Zuiderzee werdt zo onveilig, als immer te vooren (i): 't welk niet kon nalaaten ten hoogde nadee- lig te zyn voor den Koophandel en Scheep- vaart van Amfterdam. Ook begon men, hier ter Stede, in Maart De Stad
deezesjaars, reeds wederom te zorgen voor doet op de gemeene veiligheid der ingezetenen. De "ie"W8 orde op het naauwkeuriglyk waaken werdt wll^en vernieuwd, en den zeftien of zeventien Ka- en neemt piteinen * overeenkomitig met de beflooten eenige brieven, die der Wethouderfchap, van 's kneSten Prin-aan'
£i) VFXius Hoorn, il. xoz enz.
IL Stuk. Gg
|
||||
466 AMSTERDAMS IL Deel,
rtj^, Prinfen wege, waren toegezonden, gelall:,
hunne onderhoorige Poorters, op de byzon- dere Hoefllagen, die nu zeventien in getal waren, te doen verfchynen. Ook befloot de Regeering, om te beter tegen vyandly- ken overval gedekt te zyn, eenige manfehap in Stads foldye aan te neemen, waartoe elk, die 't begeerde, vermaand werdt, zig te laa- ten infehry ven (&). Prins De jonge Prins Karel, in February dee- Karel zes jaars, in zyn zeftiende jaar getreden
wordt zynde, hadt de Regeering der Nederlanden, in de Ne- federt»m perfoon aanvaard, en zig reeds, in dcrlan- Brabant, in Vlaanderen en in Zeeland, doen den en inhuldigen, toen hy, te Dordrecht geko- °ok_te men, op den derden Juny, door de Edelen dam tot en Steden van Holland, als Graave aange- Graave nomen werdt, op den zelfden voet, als de ingehul- Hertogen Filips en Karel van Bourgondie, &§<*. en Koning Filips, zyn Vader, waren inge- huldigd geweeft. Uit de Acte deezer in- hul digin ge, blykt klaarlyk, dat Prins Ka- rel eerft, en de Staaten daarna gezwooren hebben (/). Kort hierop, deedt Prins Ka- rel ook eenen byzonderen eed, aan de voor- naamile Steden in 't byzonder. En op den vyftienden Juny, aan de Stad Amfterdam (7«),die hem, op dien dag, als Graaf fchynt ontvangen te hebben, alzo van elders (n) blykt, dat hy , ten deezen tyde, in per- foon
(k) Keurb. D. ƒ. zy.
• (l) I. Privilcgieboek, f. 166, 103 vtrfê. Groot-Plakaatb» III. Defl.bl. zo. (m) Handv. bl. 9c
(n) Handv. van Rynl. bl, 121. %
|
||||
V. Boek. Geschiedenissen. 467
foon in de Stad geweeft is. Wat laat er, 1515.
Helde hy Karcl van Poitiers, lieer van Dor-^cn ßflr. mans, aan tot Opper-Opzigter over de Hol- gemees- landfche Dykaadjen, nevens hem, onder ter der anderen, ook Ruifch Janszoon, Burgemees- , it ter van Amflerdam, magtigende, tot het Heem- doen der fchouwe, het maaken van Keu-raad van ren, en het aanflellen van Dykgraavc en Rynland. Heemraaden van Rynland (0). Dezelfde Ruifch Janszoon werdt , kort hierna, tot Heemraad van Rynland verkooren (p). De Stad bevlytigde zig, ten deezen.ty- Amfter-
de, zeer, om de gunfl te winnen van den dam jongen Vorft. Zy hadt, op den dertienden £j,l^ej. july, beflooten, hem tweeduizend gouden zer twee- guldens op te fchieten, tegen den penning duizend zeftien (q). Ook bewilligde zy in een Haard- gouden ftedegeid, welk, in dit jaar,over Holland guldens geheeven werdt. 't Getal der Haardfteden bewilligt werdt, by deeze gelegenheid, alomme, en in een ook in Amflerdam, opgenomen. Wy voe- Haardfte« gen 'er eene Lyft van hier by (r), op dat deëeid. men'er de grootte deezer Stad, in vergc- Jyking der voornaamfte andere Steden, uit zou können opmaaken. |
|||||||||||||
Dordrecht. . . .1500. I<yft def
|
|||||||||||||
Haarlem. . . . 2714. 5aj •
|
|||||||||||||
Delft met Delftshaven. . . 2733.
Leiden. . . . 3017. dm fier dam. . , . 2531.
|
lieden m
|
||||||||||||
Holland
|
|||||||||||||
Gou-
|
|||||||||||||
(e) Handv. van Rynl. hl. 120,
(p) Handv. van Rynl. II. 127. (f) Groot-Memor. N. \. f. 270.
(r) Z'u ORLiKS Lcyden, hl. jj. Gg 2
|
|||||||||||||
. 4^8 AMSTERDAMS IL Deel,
j-j- Gouda.....1Ó94.
Rotterdam. . . 1137.
Gorinchem. . . . 700.
Schiedam. . . . 470.
Schoonhoven. . . . 460,
Alkmaar. . . . 889. Hoorn. . . . 1118.
Enkhuizen. . . . 720.
Edam, met drie Dorpen. . 692.
Monikendam. . . . 241. Medenblik. . . . 321. Purmerende. . . . 210.
Oude water. . . . 335. Woerden. . . .267.
Heusden.....247.
Geertruidenbcrg. . . 280.
Naarden.....500.
Muiden. . . . .100.
Weesp. . ... 205.
Haage. . ♦ . . iiib'.
Amfter- OndertuiTchen, kon het niet nalaatender
d.iin Regeeringe van Amfterdam onaangenaam zoekt te Zyn fat Prins Karel haar niet hadt beves- doen tigd in het Privilegie van Vrouwe Maria, om handhaa- het getal der zesendertigen zelve vol te maa- ven by de ken, en om veerti en Perfoonen te benoemen, Piivile- uit welken de Graaf of deszelfs Stadhouder en gien op Raacjen zeven Schepens kiezen zouden. Men ftellen vondt dan geraaden, de Vroedfchap hier- der Wet-op te vergaderen, in 't begin des jaars 1516. houder- De Leden waren niet eenpaarig. Doch by fchap. dmeerdeei van deflemmen werdt geßoeten en- I5l°- de geaccor'deert, dat men denuwfXXXVl.cn- de XIV. zal kyefin ende feynden in den baghe, nae
|
||||
V. Boek. Geschiedenissen. 469
nae ouder gewoonten, ende indien daer obfia-\1^l^t
kei coempt, dat men, tot cofie van der Stede, an onfe genadichfie beere zal vervolgen conti- nuatie van den privilegiën, die de Stede daer off heeft, ewich off ad tempus (x). Men ver- voegde zig , federt, met een Verzoek- fchrift aan Prinfe Karel,waarby beveiliging van het gemelde Privilegie verzogt werdt. Doch de Vorfr. kon hiertoe niet verfban, voor hy 'er den Stadhouder, thans Henrik van NaJJau, Heere van Breda, en deszelfs Raaden over geraadpleegd hadt, waartoe de tyd, die tot dien der gewoonlyke veran- dering van de Wethouderfchap verloopen moefi, te kort geoordeeld werdt. Hy liet Koning zig egter beweegen om, op den zeventien- Karcl. tienden January „ by voorraad, voor dee- d^j '^ 3, ze reize, uit zonderlinge gunfte, toe te venu „ ftaan, dat het getal der zesendertigen, „ ten gewoonlyken tyde, volgemaakt werdt, ,, en dat, door dezelven,de benoeming tot „ Schepenen gefchiedde." De Aele, die hiervan verleend werdt, en te BrufTel gete- kend was, wordt in de Oude Kerke Laade II. bewaard, en is, in de jongite Uitgaave der Handveflen (t), te leezen. Doch 't liep nog aan, tot den agtften November des gemel- den jaars, eer de Vorfl,den raad van Stad- houder, Prefident en Raaden hebbendein- genomen, de Stad beveiligde in het gemel- de Privilegie, voor zo ver zy daarvan deug- delyk genot en gebruik gehadt hadt, en tot zyn
(s) Groot-Memor. N. I. ƒ. 172.
(t) liladz. iotf. G§3
|
||||||
470 AMSTERDAMS II. Defx.
i K16. zyn wederroepen of wederzeggen toe (u).
Karel, die, inFebruary deezes jaars,'op heft Am- de tyding van net affterven van zynen Groot- fterdam vader, Ferdinand , Koning van Arragon, van 't bc- den titel van Koning der Spaanfche Heer- taal en fchappyen aangenomen hadt, verleende Ara- vei lof- fterdam nog eene andere gunlï, op den veer- geldop tienden April; der Stad veroorloovende het de Graa- uitvoeren van Graanen, zonder dat zydaar- nen. n ver]0f>e]ci zou behoeven te betaalcn: o
't welk anders, tegenwoordig, in alle an-
dere Steden van Holland , gefchieden moeil (V). Voor- De Gelderfchen zig, in Auguftus, berei- zorg in dende tot eenen togt naar Holland , gaf
teUn* zulks wederom gelegenheid , om aldaar, vyande- zorgvuldiger dan voorheen, op zynehoede lyke on- te zyn. Tegen 't einde der maand, namen dernee- Zy Nieuwpoort in, by verraffing; doch do mmgen gtacj wcrcjt jlun binnen veertien dagen, ten en wederom ontweldigd(w), alzo deStadhou- van bin- der, Graaf van Naffau, den vierden man nen. uit alle de Steden hadt doen uitlooten, om den vyand het hoofd te bieden. Ook was, reeds te vooren, belail:, geene Stilzaat te fluiten met de Gelderfchen (x). Te Am- fterdam in 't byzonder, was men bedugt ge- weeft voor overrompeling; 't zy dat hiertoe de tyding, dat eenige vyandelyke knegten te Spaarnedam lagen (j), of iet anders ge- lu*
(u) Hatl'lv. hl. 106. [50.]
- (v) Hand», bl. 69- (w) Groote CUron. Divif. XXXII. Cap. 4.6, (x) Repeit. der Plak. van Holi. bl. i, 2, (y) Repeit. b{. 2. |
||||||
V. Boek. Geschiedenissen. 471
legenheid gegeven hebbe. Op den zeven- i?i^„
entwintigflen Auguitus, was bevolen „ dat j, alle fchepen, die in de Oude Waale la- „ gen, met den voorileven naar de paaien „ moeflen gaan leggen; dat dezelven, op |
||||||||||
Ï5
5)
|
koften van de ichepen, zouden bewaakt
worden, en dat zulke fchepen, die dee- ze kollen niet draagen wilden, terflond |
|||||||||
„ uit de Waale zouden moeten haaien."
Op deeze wyze, zogt men de fchepen te hoeden voor gclyken ramp, als hun, in 't jaar 1512 , overgekomen was. Voorts, werdt belaft „ al 't Hout van de Laftaadje „ in de Stad te brengen (z)'* En om dat men ook voor verraad van binnen bekom- merd was, werdt, op den twaalfden Sep- tember, afgekondigd,, dat alle Gelderfchen j, en Friezen, beide vrouwen en mannen, „ die geene Poorters waren, de Stad, voor" „ S. Lamberts-dag, zynde den zeventien- „ den der zelfde maand, zouden hebben „ te ruimen (V)."De orde op het flipt wra- ken werdt ook vernieuwd. Doch zulks ge- fchiedde, van tyd tot tyd, zo lang de Gel- derfche oorlog duurde ; waarom wy te minder noodig agten, zulks voortaan by- zonderlyk aan te tekenen. In de Lente des volgenden jaars, fchon- De Gel-
den de Gelderfchen een kort Beftand, welk fchrn in April geflooten was, en begaven zig, eer- ^°t[cf" lang, in de Kuinder fcheep, den lieven wen- schans dende naar Medenblik, welke Stad flor- der Am- men- fterdaiih (z) Keurb. D. ƒ. ï».
(a) Kcmb. D. ƒ. 31 ver/o.
|
||||||||||
— ____i_________
|
||||||||||
47a AMSTERDAMS II. Deel.
£ r j y menderhand veroverd, en geplonderd werdt.
Van daar ftreefden zy voorby Hoorn naar 't; Hiris y Alkmaar, welk hunner woede , agt dagen ter Hart. agtereen, ten doel ftondt. De Regeering van Amflerdam hadt, midlerwyl, om den naderenden vyand te fmiten, tuiïchen Haar- lem en haare Stad, niet verre van 't Huis ter Hart, op 't fmalffc van den dyk, eene Schans opgeworpen , die egter maar maa- tiglyk bezet was. De Gelderfchen, hunnen moed aan Alkmaar gekoeld hebbende, trok- ken 'er, over Beverwyk en Spaarnedam, op aan, en vermeeflerdenze, na den twee- den aanval; by welke gelegenheid, omtrent zedig Amfterdamfche knegten omkwamen (Z>). De Gelderfchen togen toen, voorby Amfterdam, door de Amftellandfche Vee- nen, naar 't Stigt van Utrecht, van waar de Graaf van Nailau hen, eerlang, naar Gel- derland deedt wyken (c). Het uitruilen eener Vloote en de afkondiging van vrye roovery op de Gelderfchen bragt, wat laater, te we- ge, dat zy de Zuiderzee ook ruimen moes- ten , en in zulk eene engte geraakten, dat De Stad Hertog Karel neigde tot handeling, en op Haat, ne-den zeventienden September,Friesland,by vensan- Verdrag, aan Koning Karel afflondt, te- den%or"eëen eene fomme van honderdduizend Kroo- voor önen; voor welker voldoening, zig verbon- Koning den de Steden Amfterdam, Dordrecht, Ga* Karel. rinchem en 'sHertogenbofch (d). Ponta- NUS
(*) PONTANUS Amft. Libr. I. Cap. VIII. p. zj.
(c) Vaderl. Hift. IV. Deel, bl. 40z enz.
(d) Goudhoevsn Cluon. bl. S7S.
|
||||||
——'
|
|||||||||
V. Boek.' Geschiedenissen. 473
nus, die dit (e) verhaalt, merkt te regt, 1517,
als iet byzonders, aan, dat Amfterdam, in dit Verdrag, in de eerfte plaatfe, en voor Dordrecht genoemd werdt. By dit Verdrag, was ookeenBefland voor De graf-
zes maanden getroffen. Doch men maakte *en dcr zo weinig flaat op het houden van het zei- w^rc[en ve, dat men, te Amfterdam, al terflond be- verwyd. dagt was, om de Stad in ftaat van tegen- weer te Hellen, wordende alhier, op den derden O&ober, beflooten, de graften om de Stad agt roeden wyd, en 'er eene Sta- ketting van paaien in te maaken; dezelven ook met de vereifchte boomen affluitende (ƒ). Om de ruft van binnen te bewaaren, Verbod was, reeds eenige maanden te vooren, be- aldaar ^ volen „ dat niemant van eenige Heeren, e- teg?.n nc „ delen of onedelen, kvvalyk zou hebben te van oa* „ fpreeken, of van eenige party elycke zaec- ruft. „ ken, ofte quade tydingen teflroyen. Doch „ vernam iemant iet kwaads, die moeft het „ Burgerneefteren te kennen geeven, ofhy „ zou met een' gloeijenden priem door de „ tong gefteken, of anderszins goeddun- „ kelyk geftraft worden (g)." Omtrent deezen tyd, werdt, te Amfter- Redery-
dam, eeneRederykers-Kamer opgeregt, al- kers-Ka« waar zig eenige Liefhebbers op het befchaa- mer„te. ven der Taal- en Digtkunde , en op het £a™ ^1' verbeteren der zeden, door het vertoonen geregt, van Zinnefpelen, toeleiden. Zyfchynende opregting deezer Kamer, hier ter Stede, on-
(OSAmft. Uhr. I. Cap. VIII. p. il,
(f) Groot-Momor. N. I. ƒ. 273. (s) Handv. */. J7©. Gg 5
|
|||||||||
474 AMSTERDAMS II. Deel,
15i8. ondernomen te hebben, zonder ukdmkke-
lyk verlof der Regeeringe. Doch in 't jaar 1518, vervoegden zy zig aan Burgemees- teren, met verzoek,dat hun de kollen, dia zytot opregting hunner Kamer gedaan had- den, en die negentwintig guldens en vier Huivers beliepen, van Stads wege mogten vergoed worden. Burgemeeflers, bcgeeren- de, gelyk de Stads Regiflers luiden „ dat „ de Rethoryken voortgang hadden," be- willigden , den vierentwintigflen Oclober, voor deeze reize, in dit verzoek, en na- men zelfs de voldoening der Kamerhuur, die vyf grooten vlaams in 't jaar beliep, op zig (#)• Men vindt, dat de Rederykers te Amfterdam , in 't jaar 1535 , hunne Ka- mer hadden boven de Waage (i), die, tegenover 't Stadhuis, aan of in de Waag' ßeeg , flondt : en deeze zal vermoedelyk de plaats geweeil zyn, alwaar dit Genoot« fchap, ook in 't jaar 1318, zyne Vergade- ringen hieldt. Zee- De vyandelykheden derGelderfchenwa- felluime'ren, ondertmTchen , wederom begonnen,
GrooterT ze^s voor * lütgaan Vïin 'tBeftand.DeFrie-
jPier. zen, die hunne zyde hielden , flroopten, onder Grooten Pier> fterk langs de Zuiderzee, en hielden de Vaart naar en van Amfterdam onveilig. In Holland, was beflooten, al- leenlyk verweerenderwyze te oorloogen, 't welk den vyand gelegenheid gaf, om den handeldryvenden Steden, en Amilerdam in
(h) Groot-Memor. N. I. f. 27*. *
' (i) L. HorT£nsiü5 de Anabapt.«p»iSCHARDiuMTö«;, II. />. ?". |
||||||||
f
|
||||||||
«*.,
|
||||||||
■ .
|
||||||||
V. Boek. Geschiedenissen. 475
in 't byzonder vry wat nadeels toe tebren- 1518.:
gen (k). Ook werdt Holland, tegen den Herfft, Eene
nog met eenen anderen flag gedreigd, die y°°^ Amfterdamnog zwaarder getroffen zou heb- schepen ben. Cbriftiaan de II., Koning van Deene- in de marke, van wien Amftcrdam, voor eenige Zont aan* jaaren , verfcheide voorregten ontvangen |ell0U" hadt, was, in 't jaar 1515, in de egt ge- treden met Izabelle van Ooflenryk, Zufter van Koning Karel, en hadt eene bruidfehat van vyftigduizend guldens met haar bedon- gen (/), die nog niet voldaan was. Om zig te verzekeren van deeze voldoening, hieldt hy wel tweehonderd fchepen, waar- onder veele Amfterdamfchen waren, aan in de Zont, te gelyk dreigende , dat hy de hand leggen zou op al wat van Ooiten of Weiten kwam. Doch hy bcdagt zig, eer- lang, en onriloeg, de aangehouden' fche« pen, na fommige dagen verloops (tri). OnzeSchryvers hebben niet aangetekend, Amfter-
wat hem bewoogen hebbe, tot deeze fchie- ^am lykc verandering van gedagten, " Doch uit v^"^0 egte (tukken is af te neemen, dat Koning tot ^er, Karel, terftond, beloofd heeft, zorg te draa- 2elverj gen voor de voldoening der Bruidfehat; en ontflag, dat Koning Chriftiaan, zig hierop verdaten- de, de fchepen heeft vry gegeven. Onder- tuflehen, vondt Karel het vervullen zyner beloften ten hooglte moeijelyk. De Steden van Holland, die 't meefte belang hadden by
(jk) Veuus Hoorn, */. ui enz.
(ï) Groot Memor. N. I. ƒ. 277 vtrfi, ".
\m) Veuus Hoorn, bl% 1x5. : ..._,
|
||||
476 A M S T E RT> A M S II. Deel.
1518. by den handel op de Ooflzee, en hierom
ligtfl fcheenen te moeten bewoogen worden om Koning Chrifliaan te helpen vergenoe- gen , hadden, nog onlangs, bewilligd in eene vierjaarige Bede van tagtigduizend ponden van veertig grooten vlaams jaarlyks : waar- om niet redelyk fcheen, dat haar, tegen- woordig , nieuwe laiï gevergd werdt. Ook Zouden de meeflen thans niet in flaat ge- weeft zyn, om meerderen laft te draagen. Amfterdam alleen voer tegenwoordig zo wel by den Koophandel op de Ooflzee, vooral, na dat de Stad de Graanen uitfcheepen mögt, zonder verlofgeld fchuldig te zyn, dat men zig, eerlang, by haar vervoegde om on- derftand, tot voldoeninge des Konings van Deenemarke. En zy liet zig overhaalen „ tot het doen eener belofte, om vier- of 3, vyfduizend gouden guldens op te fchie- „ ten, mids zy dezelven korten mögt op „ de ingewilligde Bede van tagtigduizend KI o. '» ponden." Koning Karcl flondt haar zulks
toe, by eene Akte van den negentienden January des jaars 1518 [1519], die in de Oude Kerke, Laade XI. bewaard wordt, en om datze nog nooit gedrukt is geweeft,van ons, hier agter, onder de Bylaagen (n), geplaatfl is. 't Liep egter nog tot in Auguflus aan, eer
de Stad eene overeenkomft floot met Koning Chrifliaan, in gevolge van welke, zy ver- bonden werdt, hem jaarlyks, zes jaaren ag- tereen, zesduizend Rynsguldens te betaa- len,
(«) L'. B.
|
|||||
|
|||||
V. Boek. GEscniEDENfssEN. 47?
len, in mindering der vyftigduizend guldens, 1510*
die hem,met zyne Gemaalinne, tenHuwe- lyk beloofd waren (0). OndertiuTchen, hadt de Stad deezen lailKoning'
niet op zig genomen, zonder daarvoor ee-Karel be* nig voordeel te bedingen. Koning KarelJjJ.nJSf'' liadt haar „ uit aanmerking van den dienft, wighe« „ hem voor lang gedaan, zo in 't bewilli- den te „ gen in de Graaliyke bede in 't gemeen,zullen „ als in 't bewilligen in de jongfle van tag-SjJ0*^ „ tigduizend ponden in 't byzonder, by degen <je Akte, van welke wy zo even fpraken,be-Privile- loofd, niet te zullen gedoogen, dat, vanSien <ter zynentwege of anderszins, eenige nieu-Stad' „ wigheden zouden ondernomen worden te- „ gen de oude Privilegien en Handveften, „ haar, door hem of door zyne Voorvaders, Si vergund; maar haar dezelven, in tegen- a, deel, naar derzelver inhoud, ruflelyk en „ vredelyk, te zullen laaten gebruiken Q>).'* En deeze belofte kon als eene nadere be- veiliging , onder anderen van de Privilegien van tolvryheid, in gevolge van welken, men hier geoordeeld hadt, geen verlofgeld van de uitgaande Graanen fchuldig te zyn; en van de Privilegien op het beftellen der Wet- houderfchap, worden aangemerkt. 't Befland met Gelder, hoe kwalyk het Toerus-
ook gehouden ware, was, inFebruary dee-^nS ter zes jaars, wederom verlengd (5). Doch Imfter! men hadt 'er zulke geringe verwagting van, dam en" dat de Edelen en Steden van Holland, ten elders. zelf-
("o) Groot Mcraor. N. I. ƒ. 277 ver/0,
(p) Zie Bylaagen Lr. C. (q) Repcrt. il, ƒ« |
|||||
473 AMSTERDAMS II, Dust;
'1 ~ - 0 zelfden tyde, in den I Iaage befclireeven wer«
- den, om middelen te beraamen tot befcher- minge van 't Land. De Edelen floegen voor.,
eenige Oorlogsfchepen in zee te brengen, en twaalfhonderd Bootsgezellen aan te nee-* men, om dezelven te bemannen. Haarlem, Amfterdam, Alkmaar, Hoorn, Enkhuizen, Edam, Purmerende en Grootebroek bewil- ligden in deezen voorflag. Doch Dordrecht, Delft, Leiden en Gouda, minder belang hebbende by de Scheepvaart naar 't Ooften clan Amfterdam en de andere Steden, ver- klaarden zig ongelaft (f). Nogtans werdt, federt, beflooten tot cene uitrulting (s). 't Bootsvolk werdt, te Amfterdam, in Water- land en elders, gehuurd, door Jan, Heere van Wajjenaer, wien 't Hof van Holland den Raadsheer Frangois Coebclhndt toegevoegd (f). De Scheepvaart langs de Zuiderzee en naar 't Ooften werdt, meer of min, bevei- ligd door deeze uitrufting. Koning Keizer Maximiliaan, in January te voo- Karel ren} overleeden zynde, werdt, in Juny daar- Keizer na' °Pgev°]gd door zynen Kleinzoon Ko- ning Karel (u), die zig, federt, onder deis naam van Keizer KareldenV., vermaard gemaakt heeft. Over zyne verheffing, werdt, alomme in Holland, met naame te Amfter- dam , veel vreugde bedreeven (u). De Kei- zer toonde egter, dat hy, met de vermeer- de» (r) I. Memonaalb. van A. SANDELYN ƒ. 2*3,
(s) VELIUS Hoorn, W. 117.
(t) I. Memoriaalb. Sandelyn. f. 253,
(a) Vaderl. Hift. IV. Deel, bl. 421.
\v) VEUUS Hoorn, bl. JU,
|
|||||
■
|
|||||
V, Boek. Geschiedenissen. 479
dering van zyn aanzien buiten 's Lands, ook * 5 r o.
zyn gezag zogt uit te breiden in de Neder- landen. Toen hy in 't volgende jaar, door i$r,2< dezclven naar Duitfchland trok, om zig te doen kroonen, en Vrouw Margareet beves- tigd hadt in de Landvoogdye, liet hy een Plakaat uitgaan, waarby hy de Hoven der byzondere Provinciën , en met naame hét Hof van Holland aan de Landvoogdeffe en haaren geheimen Raad onderwierp , hun ook verbiedende, voortaan, eenige Brieven van Gratie, RemiJJie, Vrygeleide of dierge- lyken te verleenen. De Staaten kreegen be- vel , om zig, zo wel wegens byzondere als algemeene zaaken , te vervoegen aan de Landvoogdeffe. Ook werdt den Landzaa- ten in 't gemeen belaft, geene vyandelyk- heden te beginnen dan met goedvinden der Landvoogdeffe en der Staaten (iy). Keizer Hy be- Karel bewees ook, niet lang hierna, dat hy jjnoeic zelfs 's Lands Privilegien niet wilde laaten ^n pff, gelden, wanneer zy itreeden met zyne Or- vilcgien donnantien;dcn Hove van Holland, op den eerden April des jaars 1522, belaufende „ de „ Privilegien, op welken men zig, tegen „zyne Ordonnantien, beriep, weg te nee- „ men, of geheellyk te vernietigen (#): '* 't welk vierkant ftreedt met het Privilegie van Hertoge Filips van den jaare 1452 (3/). De opkomft der Hervorminge, en 's Vorften yver om dezelve te fluiten, gaf de voor- naamfte aanleiding tot deeze ltrengheid. liet
(w) Groot Plakaatb. IV. Deel, bl. 13.
(x) Groot-Plakaatb. II. Ded, kol. 1055. (y) Zie II. Deel, III. Boek,, bl. a+S. |
||||
_ "W. "»
|
|||||||
480 AMSTERDAMS II. Dee£,.
j,20# Het nieuwe licht drong egter, al vroeg,
' door, ook tot in Amfterdam, gelyk wy,
in den aanvang des volgenden Boeks, nader
Amfler- toonen zullen. Ondertuiïchen hadt Keizer
dam ver- Karel, op den derden Julydes jaars 1520,
kfygt op de Stad beveiligd in het Oótroi, haar, in 't
OftroY Jaar 15 I0"' ver^eend j onl Graanen te mogen
tot den uitvoeren, zonder tot betaalinge van eenig vryen verlofgeld gehouden te zyn (25). Zy beriep uitvoer zjg 0p dk Oclxoi, toen, kort hierna, de uit- vanGraa-voer van Qraanens wederom, by Plakaa- te, verbooden werdt (d): en ik meen, dat men het, ten haaren behoeve, liet gelden. j3 f Op verzoek van Heere Simon, Prioor der JandJyk- Regulieren buiten Amfterdam, de Gafthuis- ften tot meefleren van S. Pieters-Gafthuis in de Stad, Dykgraaf jan ßannink, Raad in Holland, en Klaas e^eem" Gcrritszoon met de hunnen, alle landrykften van 6Am- binnen denDorpe van Amfterveert, vergun- fterveen de Keizer Karel ook, den eenendertigden ver" December deezes jaars, dat de vyf Land- klaard. jykften altoos Heemraaden, en de oudfte onder hen altoos Dykgraaf over den gemel- den Dorpe zyn zouden (b): 't welk nog te- genwoordig onderhouden wordt. . Oorlog ' By den Gelderfchen, kwam, in 't begin met des jaars 1521, de oorlog met Frankryk, Frank- ^ie, door Francis den I., Wien 't aanwas- ryk* fend vermogen van Keizer Karel in de oogen ïtak, werdt aangevangen. Holland en de Hollandfche Steden hadden ook hunnen lad im van deezen oorlog. Keizer Karel deedt een D ' Le- (z) Oude Kerk, Laait XII«
(a) Repert. bl. II.
(b) Handv. H, 317. [n.] '
|
|||||||
/
,■;**■;,....._________-_________________________________—_______________
|
|||||||
V. Boek. Geschiedenissen. 481
Leger verzamelen by Mechelen. De Leen- 152H
mannen dés Keizers, als Graave van Hol- land, werden befchreeveri, pm zig by het zelve te voegen (V)- De Steden moeftenie- der ook zeker getal van manfchap leveren. Ik vind niet, op hoe veel man Amfterdam gefehat was» Doch Hoorn moed honderd en zeventien man verfchaffen tot denFran- fchen oorlog (d). Te Amfterdam, werdt, Te Am- op den eenendertigden Öctober, afgekon- fterdän{ digd ,j dat ieder Poorter of ingezeten, bo- Jjg6^ „ ven de twintig en beneden de zeftig jaaren geweer „ oud, uit hoofde van den zorgelyken tyd, voor- ,j zig van geweer zou hebben te voorzien, zien- ,j naar gelang van zyne middelen, te wee- ,j ten die honderd guldens en daarboven, 3, tot vierhonderd guldens toe, bezat, zou „ een Spiets, een Hellebaard of ander kort „ geweer moeten hebhen; en die boven de 9i vierhonderd guldens gegoed was, zou 3, zig van eene Handbus of Booge moeten „ voorzien (e)." Vier dagen daarna, ver- De Wei* deelden Burgemeefleren, Schepenen enRaa- houder- den zig, by lootinge, aan vier partyen,om, fcf?fjP ke- in geval van nood, op bevel der Keizerly- 0jjaanl'? ke Majefteit, aan 't hoofd der Poorteren, te hoofd können uittrekken (ƒ). Doch deeze voor- der Foor- zorg fchynt niet zo zeer door den Franfchenterenuit oorlog veroorzaakt geweeft te zyn, als door £Lré " de beweegingen, die Hertog Karel van Gel- der , ten deezen tyde, in Overyflel maak- te j (c) Repett. 51. io.
(d) Velius Hoorn, hl. lil.
(t) Keurb, D. ƒ. 73. (ƒ) Keurb. Ö. ƒ. 74 verft.
II. Stvk. Hh
|
||||
482 AMSTERDAMS DL Dee£.
1521. te; alwaar hy, in July, tot Befchermer van
Zwolle zynde aangenomen, federt, de mees- te Steden bemagtigde. Hierop was, van wege Stadhouder en Raaden van Holland, by Plakaate, bevolen, dat elk zig in flaat van tegenweer ftellen moeft„alfoHeerKa- „ rel van Gelre Zwol ingenomen hadt(g)." Ook werdt, wat laater „ het vervoeren van „ leevensmiddelen naar Friesland, Zwolle „ en elders " door 't Hof van Holland, ver- / booden (6). Amfterdam, zo digt aan de Zuiderzee gelegen, liep gevaar van door de Gelderfchen uit Overyffel beftookt te worden; waarom wel noodig was, dat men zig aldaar gereed hieldt tot tegenweer, en om zelfs, des noods, uit te trekken tegen den vyand. Keizer Ten deezen tyde, waren de meefte hui- Karel zen in Amfterdam nog, rondsom, van hou- ftek orde ten wanc}en voorzien. Zy flonden ook niet weeren onmiddelyk tegen eikanderen, noch zo ver van hui- van een, dat men 'er, by ongeval van brand, zen met bekwaamlyk tuffchen komen kon , om 't houten vllur weg te neemen> zL1ik eene gelegen« te^rn-11 ne^ van 'c grootfte getal der huizen was
tterdam. ten hoogfte gevaarlyk, in eene Stad, waar verfcheide Straaten, Burgwallen en Plaat- fen vol lagen van brandbaare koopman- fchappen, als Vlas, Wafch , Pek, Teer, Wagefchot, Sparren , Klaphout, Zwavel en diergelyken. De Regeering hadt hier- om, al dikwils, Keuren gemaakt op het af- breeken der houten, en het maaken van ftee- ïlen
(g) Rep~rt. bl. 10.
(kj Hepen, bl. 12. |
||||
V.Boek. Geschiedenissen. 483
nen wanden, in fommige ftraaten. Doch 1521.
*t fchynt, dat deeze Keuren niet agtervolgd waren naar behooren(f). Men vervoegde zig, derhalve, omtrent deezen tyd , met een fmeckfchrift aan KeizerKarel,die,op den vyfden Odtaber deezes jaars, beval „ dat 3, niemant voortaan een huis zou mogen „ bouwen anders dan met fteenen wanden; j, dat het Geregt ook magt hebben zou, „ om de Poorters, die ryk en gegoed ge- j, noeg waren, te bedwingen , om hunne „ houten huizen, vooral op plaatfen, daar „ 't meeft van nooden ware, af te breeken, „ en fteenen in de plaatfe te ftigten; en dat „ men de onmagtigen daartoe, uit Stads „ Kafle, zou mogen in flaat ftellen (T)." Én van deezen tyd af, zyn de houten wan- den en huizen , allengskens, verdweenen uit de Stad, zo dat 'er tegenwoordig nog maar zeer weinigen overig zyn. Men hadt, nog in den aanvang deezer De oude
eeuwe, drie Schutteryen in Amfterdam ge-Schutte- had, de oude Schuttery ,de jonge of Voet- T wordt boogfchuttery, en de Handboogfchuttery. Itedaan De oude Schuttery, zig, gelykwy in 't voor- en eene gaande Boek (/) gezien nebben, door het nieuwe timmeren eener Galeote, in fchulden heb- vanKI°" bende gefteken, welker voldoening de Stad ™™er!L
lil • » • opgereuc. op zig nam, hadt, daartegen, m t jaar 1505,
haare excynzen moeten afftaan aan de Stad, tot dat dezelve van haar verfchot voldaan zou
(i) Ziel. Deel, I. Boek, II. 13«.
(k) Handy. */. 97I [jj.j il) Bladz. 413. Hh 2
|
||||
484 AMSTERDAMS II.DeéL,
1521. zou zyn (m). De oude Schutters hadden mid-
lerwyl, tot onderhoud van hun Gilde, eenige penningen noodig, die hun ook door de Stad verfchaft werden: doch zo fpaarzaam, dat zy 'er zeer kwalyk mede te vrede waren. Hierop befloot de Raad, in 't jaar I5i6,by meerderheid van Hemmen, deoude Schut - tery te verketten, of te niet te doen, in ge- val zy langer te onvrede was, met het ge- ne haar,van Stads wege, werdt toegelegd (ti). Het affchaffen deezer Schutterye volg- de , niet lang hier na. En op den derden November des jaars 1517, werdt beflooten, de Doele der oude Schutteren te verkoo- pen, en 't gene 'er van komen zou, nevens 't gene zy van de excynzen en van 't water plagten te hebben, onder anderen, te be- fteeden, tothetopmaaken eener Doele voor Kloveniers (0). Zulks gefchiedde federt, ten einde der vefte naar den Amftel, aan de oude zyde, ter plaatfe waar nu de nieii- 1522. we Doele-ftraat is: en in den aanvang des
jaars 1522, beflooten myne Heeren van den Geregte j met goeddunken der zesendertig Raaden, tweehonderd Kloveniers te kiezen uit de andere Schutteryen, en uitten buyck van der Stede, aan welken zy eene Ordon- nantie gaven, waarby hun de nieuwe Doe- le , met den tooren Swycht Utrecht, by de- zelve ftaande, en het Altaar in de S.Niko- laas- of Oude Kerke 5 welk de oude Schut- ters (m) Groot-Memor. N, I. ƒ. 2J2«
(«; Groot-Memoi. N. I. ƒ• 27z. (t) Groot-Memor. N. I. /. 273 verß. |
||||||
V. Boek. Geschiedenissen. 485
ters plagten te hebben, afgeflaan werdt. 1532.
De Kloveniers deeden,den twee-ent wintig- ften February, den eed op deeze Ordon- nantie (p). Kort hierna, op den zeitienden Oftroi Maart, verwierven Burgemeefteren en Sehe-van Kei- penen Oftroi van Keizer Karel , volgens rcl te'n welk, de nieuwlings opgeregte Schuttery behoeve van Kloveniers, noch de twee andere Schut- der drie teryen van de Voet- enHandbooge, niet aan-Schutte' fpraakelyk zouden zyn, in geval een derryen' Schutteren, onder 't fchieten naar 't wit of naar de papegaai, by ongeluk, ie mant kwet- fen of dooden mögt, mids zy zorg droegen, om, eer zy naar 't wit fchooten, op de ge- woone wyze, te roepen (q). De Gelderfchcn, den kryg te waterflerk De Gel-
voortzettende , maakten zig, in July deezes ^jStU jaars ,meefter van eene Vloot Koopvaardy- gen een"e fchepen, aie uit de Ooftzee kwam. DeOofter- fchade, die Amfterdam hierby leedt, zal k'j10 egter niet groot geweeft zyn, alzo de mees-vloot' te fchepen aan Oofterüngen toebehoorden (r). Om diergelyk ongeval te voorkomen, en dei) Gelderfchen zelfs het uitloopen te beletten hielden Amfterdam vier, Hoorn 1523' twee en de andere Vy sterfteden een even- redig getal van fchepen op de Zuiderzee; waardoor de vaart, in 't volgende jaar, mer- kelyk beveiligd werdt O). Chriftiaan de II., Koning van Deene- Chris-
marke , aan wien Amfterdam groote ver* ttiTaa"de plig-11"1'0'
O) Keurb. C. f. 127.
(f) Handv. */. 1+1. [j2.] (r) Velivs Hoorn, bl. ut. (t) VI.Llus Hoorn, kl. 1 z ?. Hh 3
|
||||||||
486 AMSTERDAMS II. Deel.
1523. pligting hadt, en die van zyne zyde 00k
ning van verpligt was aan de Stad(0>was, omtrent Deene- deezen tyd, zo zeer in den haat geraakt van marke, zvne Onderdaanen , dat hy genoodzaakt iiUzvn werdt, het Ryk te ruimen. Hy was, in Ju- Rj'k'ver-ly des jaars 1521, flegts van drie of vier drecven. perfoonen verzeld, heimelyk te Amfterdam aangekomen. Van hier begaf hy zig naar Brunei, daar hy een mondgefprek hielde met Keizer Karel; waarin, naar 't fchynt, de wyze geregeld werdt, op welke men hem van 't Ryk zou fragten te verzekeren, en veelligt ook de voet, waarop men hem, hier te Lande, ontvangen zou, indien de nood hem dringen mögt, om herwaards zyne toe- vlugtteneemen. Toen alles geregeld was, keerde hy te rug naar zynLand (u). Doch hy hieldt het 'er naauwlyks twee jaaren. De Dee- nen hadden Fredrik, Hertog van Holflein, in 't Ryk gehaald, die Chriftiaan den II. nood- zaakte het zelve te ruimen. Hy kwam, met veertien fchepen, te Veere in Zeeland aan, in May deezes jaars (V); ftak van daar o- ver naar Engeland, en zogt zig, federt, door onderhandeling, te herftellen in 't ver- looren gebied; 't welk egter niet gelukken wilde. De Hertog van Holftein was, on- der den naam van Fredrik den I., tot Ko- ning verklaard: en Koning Chriftiaan zag zig in de noodzaakelykheid gebragt, om zyn verblyf te houden in de Nederlanden. Amtier- Amfterdam, welk zo veel belang hadt dam by (t) Zie bl. 459, 4J«, 47<-
(u) Reigebsb. Chron. va« Zeeland II. Dttl% bl. 406,
(v) IU.1G&RSB. als boven, bl. 4°8.
|
|||||
j... 1. 1 " ■ 11. . .....________1
|
|||||
/
|
||||||
V.Boek. Geschiedenissen. 487
by de Vaart naar 't Noorden en de Ooft- 1523. zee, zag de onluflen, die in Deenemarkehe] t te ontftaan waren, met veel bekommering, en wege helde zeer om zig te voegen naar den mag- brengen, tigften, 't welk nogtans het belang van 'sd^ K?" Keizers Zwaager niet fcheen te gedoogen. 5r"kHol- Terwyl Koning Chriftiaan nog handelde o- iana ver een vergelyk, hielp de Stad te wegevryen brengen, dat Fredrik de I. den Koopluiden handeI van Holland, Brabant »Zeeland en Vlaan-toeftaat* deren den vryen handel in zyne Landen toe- flondt; waarvan Brieven verleend werden, 1524. die den vyfentwintiglten January des jaars 1524, te Koppenhagen, getekend waren (w). Uit het begeeren en ontvangen van zulke brieven, bleek klaarlyk, dat de handeldry- vende Steden deezer Landen, en Amfter- dam in 't byzonder de gunft des nieuwen Konings zogten. Men vreesde daarentegen, De Lu- voor ongenoegen met de Lubekkers en an- jekkers dere Oosterlingen, die naauw verbonden merende waren met Koning Fredrik, en, zo dra Ko- Vaart ning Chriftiaan zyn verblyf in, deNederlan- naar de den genomen hadt, reeds eenige vyande- Ooßzee« lykhcden begonnen hadden tegen de Hol- landers en Zeeuwen, neemende verfchei- den' van hunne fchepen, die naar de Oofl- zee wilden. De Vaart derwaards, die on- langs , meer dan eens, verbooden geweefl was O), werdtdus geweldiglyk belemmerd, tot groote fchade der Amlterdammeren, die zig, meer dan eenige ingezetenen van Hol-
(w) Handv. H. 57. [**.>]
(x) Repen. l/l. 11, ij. Hh 4
|
||||||
m*+_________
|
||||||
488 AMSTERDAMS IL Deel,"
1524. Holland, geneerden met den handel op de
Ooflzee. De tyding , dat Koning Chris-* tiaan, die zig thans te Lier in Brabant op- hieldt, Beftelbrieven gaf aan eenige fche- pen, die te Veere uitgeruft werden, en op de Ooflerlingen kruifTen zouden, deedt de vrees voor openbaaren oorlog toeneemen, 1525. hier te Lande. Meefler Aert van der Goes,
Koning Advokaat van Holland, werdt, in Februa- Chris- ry des jaars 1525, afgezonden naar Lier, tiaan om Koning Chriftiaan af te maanenvanhet geeft be- uitruilen van fchepen.Ook verbondt hyzig, ven on- om Seene fchepen, met zyne Bedelbrieven der ande-voorzien, te laaten vertrekken uit Zeeland, ren aan Doch desonaangezien verftoiidt men, kort een'Am- Jiierna, dat 'er een Gallioen uitgeloopen was, fter^dam- oncjer bevel vän Meefler Lambrccht en Klaas Kuiphoofd, die zig Hoofd- en Bevelsluiden
van den Koning van Deenemarke noemden (ƒ), en welker laatfte een Amflerdammer fchynt geweefl te zyn, Roodc Klaas, in de wandeling, genaamd (z). Zy hielden zig op in 't Vlie, en namen eerlang eene Hulk, twee Barken en verfcheide andere fchepen, die uit de Ooflzee kwamen. De laadingen deezer fchepen dagten zy te Amflerdam te verkoopen; doch men merkte hen hier aan als zeeroovers , en weigerde hun vrygelei- de. De Regeering van Amflerdam begeer- de zelfs verlof van de LandvoogdefTe, om hen als zeeroovers te mogen flraffen. Doch Koning Chrifïiaan wilde hiertoe zyne flem niet
(y) Mr. Aert van der Gois Regiftcr der Dagv. x»H
Rolland , il. g , 9. (z) KeigeäSB. Zcelagd, II. Dtel, bl. +15;. |
||||
V.Boek. Geschiedenissen. 489
niet geeven, fchoon hy ftyf en fterk bleef 1525.
ontkennen, dat hy hun eenige Bedelbrie- ven gegft«7en hadt. Nogtans beval hy hun, ?s Keizers gebied te verlaaten. Doch zy weigerden dit, zo men hun, vooraf, geene onbepaalde vergiffenis bezorgde van 't gene zy mogten misdreeven hebben. De Stad Amfterdam, die veel overlaft van hun hadt, zondt aan de LandvoogdelTe om deeze ver- giffenis. Doch eer menze bekomen hadt, waren de vrybuiters in zee geftoken (a). Zy werden, wat laater, genomen door die van Hamburg, en aldaar als zeerooverster dood gebragt (Z>). Holland was, midier- Beftand wyl, in onderhandeling getreden met diemet die vanLubek, en op Pinkfteren deezes jaars, l™ u* werdt 'er, door wederzydfche Gemagtigden, te Lubek, een Beftand voor twee jaarenge- flooten, binnen welken tyd, elk zyne fchade opmaaken zou (V): waarmede de vyande- lykheden, voor e enen tyd, ophielden. Tot Yrywraa" de handeling over dit Beftand, was, zo ikJJJf pgn- meen, de Penfionaris Cornelis Bogaart, van f10naris wege de Stad Amfterdam, gemagtigd ge-van Am- weeft. Immers ik vind, dat Burgemeefle- fterdam. ren, op den negenden Juny deezes jaars, beloofd hebben, hem fchadeloos te zullen houden, zo hem, door de Gelderfchen of iemant anders, eenig nadeel mögt worden toegebragt (d). De Steden van Holland en de Stad Am-Amfter"
fterdam in 't byzonder hadden, omtrent dee- J*™ereen zen
(a) Me. Aert van deu Goes Regift. bl, j», 10,
(*) RiiGEKSB. .11. Deel, bl. + ij. (c) Vaderl. Hift. IV. Deel, bl. 42*.
(d) Gioot-Memor. N. 1. f. 284.
Hh <r
|
|||||
1
|
|||||
400 AMSTERDAMS II.Deeï,.
jror zen tyd , eenige punten begeerd van de
J Landvoogdefle, waarop, den derden July, bee4e"en antwoord kwam. Amfterdam hadt verzogt eenige „ dat de tollen in Holland en inZeelandop punten J} eenen eenpaarigen voet geheeven mog- van de ^ ten worden; dat 'er orde mögt worden voosdes-»' Sefl:eld teSen den overlafl, welken die
fe, „ van Genemuiden' en anderen, langs de „ Zuiderzee gelegen, den Landzaaten aan-
, deedcn, onaangezien het Beftand, welk met Hertog Karel van Gelder en met de Overyffelfchen geflooten was, en dat de |
|||||||
51
|
|||||||
vonniflen ,in Brabant tegen de Oofterlin-
gen geweezen, in Holland of Zeeland, „ niet mogten worden uitgevoerd," met nog eenige andere punten, die de andere Steden, zo wel als deeze Stad, begeerd had- den (O« Docn nct befcheid, welk hierop kwam, was niet in allen deele voldoende. En even het zelfde gebeurde omtrent elf an- dere punten, die de Steden van Holland, een weinig laater , aan de Landvoogdefle voorhielden (ƒ). Den Mo- Het geflooten Befland met de Oofterhn- len-ex- gen en met Gelder gaf aan de Regeering van cyns te Amfterdam gelegenheid, om op de vermin- dj£ dering van de laflen der ingezetenen ver- flootcn dagttezyn. Op den vierentwintigtten Oc- af te tober deezes jaars, werdt by de zesender- fchaffcn. ty Raaden beflooten, den Molen-excyns af te fch-affen, behalve van 't graan, welk tot de brouweryen gebruikt werdt (g). De
(e) Groot-Plakaatb. IV. Deel, bl. 16.
(f) Gtoot-Plakaatb. IV. #"', *A IJ>*
(s) Gioot-Memor. N. 1. / ***• |
|||||||
V.Boek. Geschiedenissen. 491
De zeegaten, het Marsdiep, het Heers- 1^25,.
diep en het Vlie, federt het midden der , m voorgaande eeuwe, allengskens grooter ge- ring jn "
worden zynde (li) , hadden veel hooger de ge- vloeden gebragt voor Amfterdam. Hier- fteldheid door was, aan de eene zyde, de Scheep-^anf dö vaart der Stad merkelyk verbeterd gewor- f J,aWate- den; alzo men nu niet alleen met belaaden ren der fchepen ligter over het Pampus geraakcn, Stad. maar ook, door de wyder zeegaten, met meerderlei Itreeken van den wind, in- en nitloopen kon;doch het hadt, aan de ande- re zyde, de wateren in en om de Stad ook zeer veranderd van natuure: waarvan niet ondienftig zyn zal, hier een kort verflag te geeven. In de oudfle tyden, toen de zee- gaten kleiner waren, en de vloed zo hoog niet voor en in de Stad kwam, waren de graften, hier, zo wel als in Amitelland, vervuld met zoet of byna zoet water. In de- zelven werdt niet alleen zo veel riviervifch gevangen, dat de Viffchery van der Stede wateren eerlt aan de Schutteryen tot eene inkomft afgeftaan (t), en naderhand van Stads wege verpagt werdt; maar, 't gene milfchien tegenwoordig aan weinigen be- kend is, de ingezetenen waren gewoon hun- ne fpyze te kooken, en vermoedelyk ook bier te brouwen uit de Stads graften, welk laat- Ite, nog niet lang voor deezen tyd, ook door byzondere huisgezinnen, tot hun eigen gebruik, plagt te gefchieden (£). Hiervan kwa-
(h) Handv. van Rynl. bl. j>i.
(i) Handv. bl. 140, 141. [ijo. 151.]
(k) Kemb. A. /. 148.
|
||||
492 AMSTERDAMS II. Deel.
jcjr kwamen, onder anderen,zo veele Keuren,
ftrekkende om de Stads wateren, die, nog in eene Keur van den tienden May des jaars 1530, zeer coflelyck genoemd worden (/), zuiver te houden: de overtreeders van wel- ke Keuren meermaalen gebreukt werden Bewys door 't Geregt. Zo vindt men, om hier- dat men van één voorbeeld by te brengen „ dat de fpys j} Floertgen de Cleyvoerder ende Friesgen zyn ven plagt" C°mPam* m Oftober des jaars 1507,0m te koo: » het draagen van priuate, inde wateren ken. „ en graften deezer Stede, dair de poirte- |
||||||||||||||||||
.1»
|
ren end»- ingefetenen derfiluer heur fpife
|
|||||||||||||||||
vuytcoecken, verweezen zyn in de boete
van een pond ieder, en om, daarenbo* ven , met eene brandende wafchkaars, te gaan voor den weekelykfchen omme- „ gang, de kaarfen daarna offerende in de „ S. Nikolaas- of Oude Kerke (m)." Maar het verwyderen der zeegaten maakte het water in de Stad allengskens zo zout, dat het zeldzaam gebezigd werdt, om fpyze in te kooken. Ook werdt 'er meer oogluiking gebruikt, omtrent de overtreeders der Keu- ren , op de reinigheid der wateren gemaakt. Eene der redenen van het inftellen derzel- ven verdween. En men droeg, voortaan, voornaamlyk zorg, dat de wateren niet te ondiep.werden. De Viflchery in de Stad nam ook af, en werdt, eindelyk, weinig of niets waardig. De Stad Het waffen der vloeden in de Zuiderzee hadt j
|
||||||||||||||||||
(l) Keurb. D. ĥ U5 vtrfo.
(m) Regift. der Cotre&ien agt, 't Keiub. B. ƒ.
|
||||||||||||||||||
92..
|
||||||||||||||||||
I . _ &
|
||||||||||||||||||
JÜÜÜfe ....IA, . ',*
|
||||||||||||||||||
J .MMÊÈÊJi
|
||||||||||||||||||
-
|
||||||||||
V. Boek. Geschiedenissen. 493
hadt, in 't Land omtrent de Stad,nog een i*$fy
ander ongemak veroorzaakt, waarvan de Stad zelve ook vry wat overlaft hebben de kon. De Landen onder 't Stigt van Utrecht fchouw behoorende, die hun water, door de Vegt, over den in de Zuiderzee loozen moeiten* werden "nSvatl hierin belet door de hoogte van 't zeewa- la™^ ter. Zy hadden, derhalve, om zig van 't binnenwater te ontladen, zekere dammen of wegen, leggende in den ring der Stigt- fche Dorpen, doorgegraaven en opgeno- men , en »daardoor hun water gebragt op de Landen van de Byleveld , Agthoven , Reyerskoop en Maftwyk, die, fchoon on- der 't Stigt behoorende , Privilegie had- den om door Amflerdam uit te wateren, mids zy geen vreemd, en vooral geen Hei- kooper water ontvingen. Om deeze zwaa- righeid voor het toekomende te weeren, werdt, in deezen jaare, een voet beraamd. Keizer Karel beval, op den vyfentwintig- llen September „ dat de Baljuw van Am- „ Heiland, als Dykgraaf, nevens twee of „ drie van de zes Heemraaden, jaarlyks door „ hem te kiezen uit de Geregten van Am- „ fterdam, Weesp, Ouderkerk, Amfter- „ veen,Diemen en Waverveen, de fchouw |
||||||||||
55
|
doen zou over den gantfchen ring der
|
|||||||||
gemeene Waterfchap van Amftelland,
„ op gelyke boeten als in Rynland gefchied- „ de, zo dikwils als 't noodig zyn zou. Ook „ zouden zy den ring der Waterfchuttinge, „ die Amftelland met het Stigt gemeen 5, hadt, bezien, en van de gebreken den » Stigt-
|
||||||||||
É
'
|
||||||||||||
494 AMSTERDAMS II. DEEfc.
J(-2- „ Stigtfchen Dorpen kennis geeven, met
„ verzoek, dat zy die zouden doen herftel- „ len. En zo dit niet gefchiedde, werdt „ hun gelaft, den ring van Amftelland in „ de Holendrecht, in 't Gein, in de Waver, „ en daar 't meer noodig zyn mögt, digt „ te maaken. Wyders, zouden zy, zo ver „ het die van Byleveld, Reyerskoop, Maft- |
||||||||||||
35
35 |
wyk en Agthoven betrof, tweemaal 's
jaars, fchouwen, in Maart en in Augus- |
|||||||||||
"9 tus, en voorts zo dikwils als 't noodig
„ zyn zou (»)." De Stad Amfterdam ver- kreeg, door deeze fchikking, inzigt in de Amilellandfche Waterfchuttinge, aan wel- ker onderhoud haar altoos veel gelegen ge- weeft was. Het Ge- Te Amfterdam hadt,federt eenen gerui- regt van men tyd , een gevaarlyk misbruik plaats Amfter- gehad, in 't ftuk van het trouwen. DePro- dam vifoor en Deken van Amftelland gaven dik- ma*%1 wils, voor eenen fteekpenning, die grooter Keur te- of kleiner gemaakt werdt, naar het vermo- gen liet gen van het Paar, verlof tot heimelyke Hu- heimelyk wejyken, die dan, by nagt en ontyde, door trouwen. eenen priefterj werden ingezegend. Hier- uit ontftondt, dat fomtyds zulken aan ei- kanderen verbonden werden, die zig, bei- de of een van beide, met anderen verloofd hadden: ook fomtyds verloopen Moniken: al 't welke aanliep beide tegen de Kerkely- ke en burgerlyke Wetten, 't Geregt van Amfterdam, hiertegen willende voorzien, beval, by eene Keure, die, den derden No- venv
(w) Hand*, bl. 3+5. [54«]
|
||||||||||||
V. Boek. Geschiedenissen. 49^
vember deezesjaars, afgekondigd werdt, Ir2<?J
j, dat elke Poorter of ingezeten, die op ee- „ nigerhande wyze trouwde , zonder dat 3) 'er drie gerechte Proclamatien ofte Kerck- „ geboden, van den Predikftoel of andere „ behoorlyke Plaatfe, waren afgekondigd, „ agttien Karels guldens verbeuren zou, „ of anders een half uur op de kaak te „ pronk ftaan (0)." De Provifoor en De- Hec ken, zig , door deeze Keure , benadeeld worde en verongelykt agtende, bragten wel haafl daarover te wege, dat Henrik van Beyeren, verkoo- trecht ren BuTchop van Utrecht, brieven afzondt gedag- aan die van den Geregte, waarby hun, op vaard. flraffe van den Ban, belaft werdt, de Keur wederom in te trekken, en in de Stads Re- gillers uit te fchrappen, binnen den tyd van negen dagen. Te gelyk werden zy gedagvaard voor de Kerkelyke Vierfchaar des BifTchops te Utrecht, om zig aldaar te verantwoorden. Doch 't was 'er wel ver van af, dat de Regeering van Amfterdam zo veel gezags, in denBilfchop van Utrecht, erkend zou hebben. Men vervoegde zig, terftond, aan 't Hof van Holland in den Haage, en, door middel van het zelve, aan de Landvoogdefle,begeerende gehandhaafd De dag- te worden by de oude Privilegien, om nietvaar^inS voor eene ongewoone Vierfchaar in resten ZfZ\l lil i ir. 1 nietig
te mogen betrokken worden. En op den Ver-
agttienden January des jaars 1525 [1526], klaard.
werdt'er, op 's Keizers naam, een fcher- I52^-
pe brief afgezonden naar Utrecht, waarby
's
(o) Keiirb. D. ƒ. ioS. Zk eek Repert, iL if,
|
||||
-------—.—
|
||||||||
496 AMSTERDAMS IIDééU
1526. 's Biffchops dagvaarding en bedreiging van
den Ban aan het Geregt van Amfterdam j, als ftrydig met 's Keizers Hoogheid, nietig en van onwaarde verklaard, en hy,met zy- ne Raaden, zelf voor 't Hof in den Haage gedagvaard werdt (p). Prefident en Raa- den , midlerwyl, in aanmerking neemende, dat de Geeftelyke Regters zig dikwils,ook tegen de gemaakte overeenkömften, ftaken in zaaken, die tot de weereldlyke, of ten minïle tot de eene en de andere Regtbank behoorden j vonden géraaden, de punten op te Hellen, waarvan de weereldlyke Reg- ier kennis neemen mögt, fchoön zy mogten geoordeeld worden tot de Geeftelyke Vier- fchaar te behooren; gelyk zy, den drieen- twintigften January, deeden. Zy bevalen ;t Geregt 's Keizers Amptenaaren j, by voorkomin- ^rygt 9i ge, kennis te neemen van alle misdaa- vensvan"'* ^en' ^innen nun Regtsgebied vallende* depun- >* met naame van Meineedigheid , Over- ten, „ fpel , Heiligfchennis , geweld aan Ker- waarvm ^ ken f Godshuizen of Geeftelyke Perfoo- hftken" „ nen, Godslaftering, Tovery en and.ere men mag.» misdaaden, die men zou mogen agCen te „ zyn mixti fori, of tot beiderlei Geregt be- rt hoorende: voorts, van misdaaden, betref- „ fende huis, erve of grond, evenveel of „ één *der twee partyen geeftelyk ware*,of „ niet. Zy moeften ook niet gehengen*, 4, dat weereldlyke perfoonen, om pagt, ar- si beidsloon , verteerde kollen en andere wee*
(p) Zie Van Heussen en van Ryn Kakel. Oudh. U
Dttl, bk jl*. |
||||||||
-■^.■gttfc '*■■
|
||||||||
V. Boek. Geschiedenissen. 497
„ vveereldlyke fchuld, voor Geeftelyke 15261
„ Regters betrokken werden. Zy mogten „ moedwillige doodflagers, en zulken,die, „ om misdaad tegen den Graave of des- „ zelfs Landdienaars begaan, gebannen wa- „ ren, vryelyk uit de Kerken vandeKerk- „ hoven haaien, zo zy, daartoe, als tot „ Vryplaatfen, hunne toevlugt mogten ge- „ nomen hebben,* Zy moeflen niet gedoo- „ gen, dat Luiden, die op de Heilige da- )5 gen eenig noodig werk gedaan hadden ? „ 't zy aan den dyk of de waterfchap, of „ in den Oogfttyd, door de Provifoors of „ Dekens , gemoeid , of in boete beflaa* ,, gen werden : ook niet, dat gehuwde „ Vrouwen befchaamd of gekweld wer- „ den, ten ware zy in openbaar overfpel „ zaten, en daarvan in de Synode beklaagd^ „ waren: noch ook, dat ouders gemoeid „ werden, om dat zy hunne kinderen, by „ ongeval of verzuim, in 't water, of irk 5, 't vuur, verlooren hadden. Zo eenige „ Paap of Klerk overdaad beging, in vrede- ,, breuk , vegten , dronkenfehap of iets „ diergelyks, moeflen zy hem vangen, eri „ den Provifoor of Deken overleveren; die „ hem. niet ontdaan mögt, dan na dat dé „ breuken aan 's Keizers Amptenaars vol- 5, daan zouden zyn (5)." De Schout van Amfterdam ontving ook een affchrift van deeze punten, gelyk blykt uit den brief, waarby dezelven werden overgezonden, en die,
(f) Zit Groot-Flakaatb. III. Deel, bl. 3j>j.
II. Stuk:. Ii
|
||||||||
498 AMSTERDAMS ILDeel.
jr25 die, in de nieuwe uitgaave der Handves-
' ten(f), geplaatft is. 't Verdient, onder- tuffchen, cenigc opmerking, dat, in dee- ze punten , niet van 't Huk des Huwelyks gewaagd wordt, waarby Amfterdam in 't byzonder thans zo veel belang hadt. Doch veelligt hieldt men 't gefchil hierover ge- noeg beflegt, door 's Keizers brieven aan den Biflchop van Utrecht. Of mogelyk is het ftuk, waarby zulks nader gefchiedde, niet meer voorhanden, of niet tot myne kenniffe gekomen. De Rand De Wethouderfchap van Amfterdam befluit hadt, weinige dagen voor het ontvangen het Regt van jjpeze punten , getoond , dat zy zig begaan6" haare'voorregten, door geene Geeftelyke mêlee- Regtbank, wilde laaten beneemen. Een »cn Moordenaar, op S. Nikolaas-Kerkhof ge- moorde- vj Zynde, was door 't Geregt van daar vanr'ts!C gehaald en vaftgezet. Terwyl men zyn Nikolaas geding opmaakte, kwam 'er bevel van den Kerkhof Biflchop van Utrecht, om daarmede niet gehaald vQorC te gaan# j)^ fe zesendertig Raa- WaS" den, zig luttel kreunende aan dit bevel,
beflooten., den veertienden January , het regt zynen gang te laaten gaan (j). Vrede Op deezen zelfden veertienden January, met was de Vrede met Frankryk geflooten : Frank- waarover, alomme in Holland, en dus ook ryk* te Amfterdam, met het branden van pek- tonnen, en het bedryven van allerlei vreug- de , gevierd werdt (f). In
(r) Blaiz. loo.
(i) Groot-Memor. N. I. ƒ. 28$ verft*
(t) VELiUS Hoorn, hl. U6.
|
|||||
. _.^J.--r
|
|||||
V. Boek. Geschiedenissen. 499
In May, deedt de Landvoogdes de ge- ico<5,
woonlyke Bede van tagtigduizend guldens *mfter- 's jaars aan de Staaten van Holland. Delft, fam be- Leiden en Amfterdam, verklaarende hun-willigt ne armoede, toonden zig ongeneigd, om in met. deeze Bede te bewilligen , en 't liep aan j^°f^fe tot in November, eer Amfterdam zig tot Keizerly- bewilliging beweegen liet (ii). ke Bede. Met Zweeden werdt, ten deelzen tyde,Hande-
gehandeld over een Verdrag van Koophan- ling met del: en ter gelegenheid deezer handelinge, Zwee- werdt, nevens 's Lands Advokaat, Mees- ter Amines Jakobszoon van Naarden,- die, 1527* in 't jaar i535,Penfionaris van Amfterdam werdt (V), gezonden naar Gend aan de Landvoogdeffe (<zu) , zonder dat my geblee- ken is, dat het Verdrag, ten deezen tydc, tot ft and kwam. Ook was men, in Hol- Amfter- land, federt eenigen tyd , bezig geweeft dam ',s met het opmaaken der fchade, die de Koop- fjfffe,!be- lleden, onlangs, van die van Lubek en degrooten"" andere Oofterlingen geleeden hadden, en der fcha- die men, volgens het jongfte Beftand,we-de>vande derzyds, aan eikanderen vergoeden moeft. ^i^" Amfterdam en eenige andere Steden, veel- geiee- ligt meer nadeels gedaan dan geleeden heb- den. bende, waren zeer agterlyk in het begroo- ten haarer fchade, en fchynen hierom niet te hebben willen ftemmen , tot eene By- eenkomft te Keulen , die , van wcge de Landvoogdefle, voorgeflaagen werdt (x). On*
(u) Vaderl. Hift. IV. Detl, il. 462 , 453.
(v) Groot-Mernor. N. I. ƒ. ?og verft. (VJ) AERT VAN DER GOES Rcgift. */. 41, {x) Vadcil. Hift. 1Y. Deel, H. 407.
Ï<
\ 2 |
||||
Soo AMSTERDAMS DL DfEtT
Kj7 OndertmTchen, waren Burgemeefteren van
Amfterdam, den agttienden January dee- zes jaars, op de grote Camer deezer Stede, met de afgevaardigden van Hoorn, Enk- huizen , Edam en Monikendam, vergaderd geweeft, en hier was beflooten „ voorecrfl, „ den nieuwen lafl, dien Dantzig vorderde, „ te doen afftellen ; ten tweede, van alle „ fchepen, by voorraad, een laftgeld te „ heffen, en ten derde, de fchade te doen „ opgeeven, die elk,federt het jaar 1510, „ van de Oofterlingen geleeden hadt (y)." Des Stad Met den aanvang deezes jaars 1527 , ruft zig was de oorlog op nieuws ontfteken met wederom Frankryk, welk nu met Engeland verbon- toe ter ^ was> j»n ^ £■ 0Q^. jen Gelderfchen Leent gelegenheid, om de vyandelykheden te
gcfchut hervatten tegen Holland. Men ftelde zig van dan wederom in ftaat van tegenweer. Am- Hoorn. fterdam bragt een of meer Oorlogsfchepen te water, om de zeegaten te beveiligen, en verzogt, naar 't fchynt ter deezer gele- genheid , cenig gefchut, met naame twaalf ferpentynen, ter leen van die van Hoorn (2). 't Gevaar te lande nam toe, na dat Hertog Karel van Gelder , in Auguftus, bezetting geworpen hadt in Utrecht. Fla- ns van Egmond, Graaf van Buur en , en thans Kapitein - Generaal over Holland , fchreef aan den Raad in den Haage, dat men die van Amfterdam verbieden moeft, «enige mondbehoeften te voeren naar U- trecht,
(y) Groot-Memor. N. \. f. z%6 ver/a.
(z) Veliws Hootn, bl. u<?. |
||||
V.Boek. Geschiedenissen. 501
trecht, gelyk zy, omtrent deezen tyd, dee- 1527,
den, op dat men deeze Stad, door gebrek, zou mogen dwingen tot de overgaave. Ook zondt de Raad bevel herwaards, om eeni- ge knegten te fchikken naar Weesp, tot bewaaringe der Stede. De Regeering zondt >t slot te zelve , omtrent deezen tyd , een' Bürge- Muiden meefler, aan 't hoofd van eenige knegten, weigert naar 't Slot te Muiden, welk flegts, door da'mfchê eenen Onderkaftelein en twee of drie man, bezet- bewaard werdt. Doch men weigerde al- ting. daar, de Amfterdamfche bezetting te ont- vangen (a). Amfterdam hadt , federt veele jaaren, DePoor-
een groot getal van Poorters aangenomen ters van uit de naafte Dorpen, en 't hadt altoos ^ra(ter,'. aan de opgezetenen deezer Dorpen vryge- te vd'0l flaan, met der woon te vertrekken naar de ren in de Stad, mids zy , vooraf, hun aandeel be naafte taalden in defchulden, waarin het Dorp^or^en, zig, tot op den tyd van hun vertrek, ge- ha^den° fleken hadt, 't zy uit hoofde van verkogte ontbee-' renten , ingewilligde Beden , of anders- ven van zins. Doch nu beftonden de Dorpen Am- de fchuI* fierveen, Ouderkerk en anderen, omtrent f^JJ 'v"r* Amfterdam gelegen , verfcheiden Poort e- trek ge- ren deezer Stad, die te vooren in deeze maakt. Dorpen gewoond hadden, hun aandeel af te vorderen in de jorigfte Bede van tagtig- duizend guldens, waarin, na hun vertrek van 't platte Land , bewilligd was. De Regeering van Amfterdam, niet konnende (*) Aert van dek Gqes Regift. bl. 43.
|
||||
502 AMSTERDAMS IL Deel;
*52?. gedopgen, dat haare Poorters, die de ex-
cynzen en andere lallen, waaruit de Be- den betaald werden, binnen haare Stad , opbragten, door de Dorpen, tot dubbele betaaling werden genoodzaakt , klaagde hierover, ten Hove. En 't leedt niet lang, of de Schouten en Schepenen der Dorpen kreegen een fcherp bevel, uit 's Keizers naam, gedagtekend den negentienden Ja- nuary des jaars 1526 [1527], om xuike Poorters van Amfterdam, die te vooren in hunne Dorpen gewoond, en derzelver aan- deel in de fchulden, die voor hun vertrek gemaakt waren, betaald hadden, om gee- ne verdere betaaling te moeijen (b). , Overeen- De Stad Kampen inOveryflel plagt,van Uomft ouds, zo wel als Amfterdam, tonnen te HietKam- leggen in het Marsdiep, het Vlie en an- eens het" ^ere zeegaten>en daarvoor een zeker Paal- onder- geld te vorderen. Doch op den vierden houden Maart deezes jaars, kwamen de twee Stc- der zee- ^en overeen, dat Amfterdam alle de Kam- onnen. per zeetonnen} met jjet gereedfehap daar- toe behoorende, zou overneemen, en voor- taan onderhouden, mids de goederen, te Kampen t'huis hoorende, in de Zuiderzee van paalgeld vryzyn, en ook te Amfter- dam , met geene nieuwigheden bezwaard worden zouden (c). Karel de ^e BhTchop van Utrecht, die, door Her- V. wordt tog Karel van Gelder, beide in 't Over-en in
(B) Oude Kerk, Laaie XXXIV. Handv. IL 122.
(c) Handv. tl. w, [i<ï+ , I65.] |
||||
■
|
||||||||||
■
|
||||||||||
V.Boek. Geschiedenissen. 503
in 't Nederfligt, geweldiglyk benaauwd 1527.
werdt, nam, in Slagtmaand, zyne toe-He.ervail vlagt, tot Keizer Karel, wien hy het wee-utrecht reldiyk gebied over 't gantfche Sligt op-en Over- droeg. Ook werdt deeze Vorft, in de hoe-yffel* danigheid van Hertoge van Brabant en Graave van Holland, niet lang hierna, als Heer van OveryiTel ingehuldigd. Doch het Nederfligt, of het Land van Utrecht in zyne magt te krygen hadt nog meer werks in. , j De Gelderfchen waren nog meefter van Werving
dit Geweffc, en ondernamen zelfs, onderin Hoi-, |
||||||||||
beleid van Maarten van Rqßem, Heere vanla
|
1528.
|
|||||||||
Pouderoijen , in 't begin van Maart des
jaars 1528, eenen togt van Utrecht naar den Haage, welk deerlyk geplonderd werdt. De Staaten van Holland, die te Delft ver- gaderd waren, beflooten hierop, terflond, te bewilligen in eene werving van drie- duizend knegten en vyf honderd paarden, die tegen de Gelderfchen zouden gebruikt worden (d). Tot een der KommiiTariflen over de monfteringe deezer knegten, werdt Meefter Pieter Kolyn, Schepen vanAmfter- dam, aangefteld CO- Maar te Amfterdam was men , na dcAmfter- plondering van den Haage, op zyne hoede 1amJ;n geweefl, om niet te water overvallen ofteer]anJ befchadigd te worden. Na dat men, den fche Dor« vyfdenMaart, verboodenhadt, Ooftwaards pen leg-' of
|
||||||||||
(d) Vadetl. Hift. IV. Derl, II, 479, +t?, +J;.
(<) Aert van DER Goks Regift. II. 7+. li 4
|
||||||||||
504 AMSTERDAMS IL Deei.'
1528. °f Weftwaards te zeilen (ƒ), werden de
• . zes Waterlandfche Dorpen , Ransdorp , l^cfo ™ Broek» Schellingwoude, Sunderdorp, Zui- logsfche- derwoude en Landsmeer , in de Stad be- pen in fchreeven, en met dezelven, op den twaalf- '* Y' den, beflooten, twee Hulken en een Kar* viel, die ieder een dubbel feinfchip zouden by zig hebben, tot onderlinge befchermin- ge, in 't Y te leggen (g), voor welken, al- len in- en uitvaarende fchcpen belaft werdt te ftryken , of by te leggen (/;). Dirk Janszoon Bots, Kapitein op een deezer Schepen, veroverde, watlaater,in de Zui- derzee , veertien offen op de^Gelderfchen, die hy te Amfterdam opbragt (i). Wy- ders, blykt niet, dat 'er, met deeze fehe- pen, iet byzonders werdt uitgevoerd. Voor, Zo lang de Stad Utrecht nog niet in 's zorg te Keizers magt was, kon hy niet aangemerkt Amtier- worden , als daadelyke Heer van 't Ge- dam , te- Wgß. ^ fcnoon hem de Heerlykheid van het Stiet- zelve reeds opgedraagen was door den Bis- fchen. fchop. 't Was dan geen wonder, dat men de Utrechtfchen nog verdagt hieldt in Hol- land , en zulken , die zig in Amfterdam bevonden, en nog geenen eed aan den Kei- zer gedaan hadden, den zeftienden Maart, ontboodt in de S. Pieters - Kerke in (Jans- oort, nu de groote Vleefchhal in de Nes, om aldaar hunne naamen te laaten opfchry- ven,
(f) Kcurb. D f. IZ9.
(z) Groot-Memor. N. I. ƒ. 289«
(b) Keurb. D. ƒ. 130.
(»J Gioot-MCiitoi. JV. Ii ƒ. i$oA
|
||||
V.BoEK. Geschiedenissen. 505
ven, of der Stad eed te doen, Ook mog- 1528,
ten geene ingezetenen , die uit het Stigt gebooren waren , derwaards reizen , dan met byzonder verlof van Burgemeefteren (£). Doch na dat Utrecht , op den eer- ften July , by verraffing , ingenomen , en Keizer Karel, in Oclober en November, als Heer van de Stad en 't Land ontvan- gen was , werdt deeze voorzorg noode- loos. Ook verdween hiermede de oude vyandfchap, die, tuffchen Utrecht en Am- fterdam , geweeft was , geheellyk. Met de Gelderfchen , werdt ook vrede ge- maakt, op den vyfden Oótober, waardoor Amiterdam van eene andere en zwaare zorg bevryd werdt (/). Doch de oorlog met Frankryk, waarby ne Stad
de Amflerdamfche fcheepvaart ook Vry h<Jeft ee" wat te lyden hadt, duurde nog. Men tradt ™ti.?" egter, eerlang, in onderhandeling over ee de op de ne Vrede , te Kameryk. Holland zonde Vrede- twee Gemagtigden op deeze Vredehande- h.ande- ling, om vergoeding te vorderen van de j^j^f fchade, die Holland en Zeeland, geduu- ryk. rende het Beftand, van de Franfchen ge- leeden hadden. Een deezer Gemagtigden was Andries Jakobszoon van Naarden, na- derhand , Penfionaris van Amfterdam (m). De Vrede werdt niet voor den vyfden Au- guftus des jaars 1529 getekend. Doch de Hollanders en Zeeuwen hadden daarhy gee-
(k) Keurb. D. /. 13«.
(I) Vaderl. Hift. IV. Dttl, hl, 494, 4«, 4M.
(m) VadeiJ, tfift. IV. Detl, tl, /0.,. . "
I'S
|
||||||
506 AMSTERDAMS II.ÜEEt;
1528. geene fchadebetering können bekomen.
Amfter- &c Stadhouder van Holland , Anthonh dam ver- van Lalaing, Graaf van Hëogflraaten, hadt, koopt kort voor 't fluiten der Vrede met Gelder, ïenten, ^m Staaten van 't Geweft geverfd, een ten be- , ♦ 111 >• ° o ' hoeve duizend guldens s jaars aan renten te ver-
des Kei- koopen voor den Keizer, en hem, daaren- zers. boven, zeilienduizend guldens op te fchie- ten. De Leden ftemden meed allen tot het een en het ander. Doch Amfterdam verklaarde „ geen' raad te weeten , om „ meer koopers der renten te vinden dan „ tot het aandeel der Stad, en niet tot een „ zesde.toe.(«):" waaruit men,in'tvoor- bygaan, zien kan, dat, in geval van ver- koop ing van renten, de zes groote Steden ieder een zesde plagten te verkoopen, en dat Amfterdams aandeel in de gemeene Lallen der zes groote Steden met het ge- ne onder ieder der zei ven behoorde, thans nog minder dan een zesde was; waarom de Stad liefft renten verkoopen wilde, vol- gens haar aandeel, dan dat zy de verkoo- ping van een zesde van 't geheel op zig zou hebben willen neemen. Nogtans liet zy 'er zig, wat laater, nog toe overhaalen 1529. 00- Ook'bewilligde zy, in July des jaars 1529, in eene Bede van honderd en der- tigduizend Kroonen, tot 's Keizers Huwe- lyk, de geboorte van zynen eerften Zoon en zyne reize naar Italië (p): eene fomme, die
(n) Vaderl. Hift. ÏV. /)«/, */. 499.
(e) Vaderl. Hift. IV. Deei, bl. 502. (p) Vaderl. Hift. IV. £>eelt hl, 50«, J07» |
|||||
,M
|
|||||
V.Boek, Geschiedenissen. 507
die zeer verre te boven ging, 't gene men, 1529,
volgens de oude Privilegien, tot deeze ein- den, opbrengen moeft Tuflchen de Stad en de naaftgelegen De Stad'
Ambagtshecrlykheden, waren, van ouds,^P'de dikwils gefchillen geweeft over de gren- hegS!" zen van elks Regtsgebied: waarom de Re- heid van geering te raade werdt, de bekwaamde ge- Amfter- legenheden waar te neemen, om ten min- veen» ften eenigen deezer Ambagtshecrlykheden gi°°£|"/ in eigendom te verkrygen, voor de Stad. jyk en Reinoud, Beer van Brederode, bezat thans Osdorp, de AmbagtsheerJykheid van Amiterveen, Slooten, Slooterdyk en Osdorp, die zyn Vader, Walraven van Brederode, met zy- ne Moeder, Mar gar eet van Borfekn, behu- welykt hadt. Hy verkogt, op den vyftien- den Juny , deeze zyne Ambagtsheerlyk- heid aan de Stad Amfterdam, voor eene fomme van drieduizend Karels guldens eens, en eene erfelyke onlosbaare rente van vyf- honderd en zeftig ponden van veertig groo- ten 's jaars. De koop werdt, van wegc de Stad, geflooten, door Hillebrand Jans- zoon Otter en Heiman Jahhszoon, of Hei- man Jakobszoon van Ouder-Jmßel, de eer- He regeerend , de andere, op wien, fe- dert, de Heerlykheid verlyd werdt, Oud- Burgemeefter; gelyk breeder te zien is uit de flukken, die in de nieuwe Uitgaave der Handveflen (q) geplaatft zyn. De Regeering van Amfterdam, over-Keuren
tuigd tegen het
(f) Bladz. 301, 303, 30+, 307*
|
|||||||
j
|
|||||||
____________1__________________________________________
|
|||||||
508 AMSTERDAMS IL Deel;
IC2 0 tui£d dat de welvaart der Stede» grooten--
|
||||||||||
ledig
gaan. |
J' deels , afhing van de arbeidzaamheid en
naarftigheid der ingezetenen, maakte, om- |
|||||||||
trent deezen tyd, meer dan ééne Keure,
tegen het ledig gaan beide van vrouws- en mansperfoonen. Op den zesentwintig- Hen Maart des jaars 1527> was reeds be- volen „ dat niemant, die gezond was , „ zou hebben ledig te gaan ; maar zig, „ des morgens, vervoegen moeft aan de ,, oude brugge; daar elk, die hen noodig , hadt, hen zou können komen huuren (r). * En om' ledigloopende jonge Meisjes van de ftraat te houden, werden dezelven, by eene Keure van den eerften September dee- zes jaars 1529, geweezen naar de Kapel- len van S. Joris-Hof en S. Pieters Gaft- huis, daar de Regeering eenige vrouwen, met wielen, haspels, kaarden en ander ge- reedfchap , befteld hadt, om haar een handwerk te leeren (O- . _ . En ter Omtrent deezen tyd, ontftak, in Duitlch-
geiegen- ]and, eene hevige ziekte, die ook tot in heiduee*. de Nederlanden, en, zo 't fchynt, tot in Kziekle Amfterdam doordrong. Men noemdeze Engeifcbe1Engelfcbe zweetziekte, om dat menze, in zweet- vroeger' tyd, ook in Engeland, meende be- ziektep- f &d te hebben. De lyders vielen , zo n dra zy van dezelve werden aangetalt, in eenen diepen ïlaap, en zo men geen mid-
del will , om hen te wekken en wakker te houden , verloorenze het lecven, bin- nen (r) Keurb. D. f. n» ver/f
\/) Keuib. D. ƒ. 147' |
||||||||||
V. Boek. Geschiedenissen. 509
nen vierentwintig uuren. Die 't langer uit- 1520,
hielden, kwamen gemeenlyk wederom op (f). Het Hof van Holland gaf een hulp- middel in het licht , tegen deeze ziekte (V). Te Amfterdam werdt,opden zeigen- den September, een plegtige Ommegang bevolen, om den Hemel tot afwending dee- zer kwaaie te beweegen (V).Ook vermaan- de het Geregt , ter deezer zelfder gele- genheid , op den agtentwintigften en ne- genentwintigften, de ingezetenen tot boete, tot vatten, en tot het geeven van aalmoes- fen (w). Men onderftelde, hier ter Stede, dat de ziekte te Deventer eerft befpeurd geworden was (x). Nogtans vind ik niet, datREVius, in zyne Hiflorie van Deven- ter , 'er eenig gewag van maakt. Het Verlofgeld op 't uitgaande KoorenAmfteK
was , federt eenigen tyd, wederom inge- dam voerd , en Amfterdam, fchoon voorzienhelPtbe"- van verfcheide O&rojen, waarby het vanjaetrhe"* de voldoeninge van het zelve ontheeven Verlof- werdt, fchynt het, zo wel als de andere geld op Steden van Holland, thans te hebben moe-het "lü* ten betaalen. De Stad droeg egter deezen gooren laft zo ongaarne, dat zy, in February desafge- jaars 1530, weigerde te bewilligen in eenefcliafe Leening aan den Keizer, en in de voorbe-worcJe* taaling der helfte eener Bede van tagtig- I53°' duizend guldens, zo lang het verlofgeld niet
(t) J. L. Gottfried Kronyk, col, 140$ ijjj,
(o) Repcrt. il. 19.
(v) Keurb. D. ƒ. 14-7 verft.
(w) Keurb. D. f. 148 verft. 145.
(x) Keurb. D. ƒ. 147 verft.
|
|||||
f
|
|||||
|
|||||||||||||||||||
510 AMSTERDAMS iL Dee£J
jr,0i niet afgefchaft werde. Ook drongen zy
en de andere Steden van Holland hierop zo ernftelyk, dat Keizer Karel , in 't vot gende jaar, toeftondt „ dat het uitheemfch „ Kooren, wederom , gelyk van ouds , „ ait de Maaze en uit het Vlie, vervoerd „ mögt worden , zonder dat men 'er ver- „ lofgeld van zou behoeven te betaalen." De Stad Amfterdam hadt, te vooren reeds , ge- verkoopt zogt, 's Keizers gunft te winnen, met we- wederom derom te bewilligen in het verkoopen van voor den drieduizend ponden jaarlykfche renten , Keizer, tegen den penning zeftien , waarvan de Stad een zesde deel ten haaren lade nam (y)- Ook hadden de Nederlanden in 't gemeen en Holland in 't byzonder in an- dere zwaare Keizerlyke Beden bewilligd. |
|||||||||||||||||||
Brand te
Amfter- dam. |
Uit de Stads Regiflers (z), blykt, dat
aldaar, den veertienden May deezes jaars |
||||||||||||||||||
1530, groote brant geweefl was op deLas-
taadje , van welken egter geene byzbn- derheden tot myne kennifle gekomen zyn. Doch de hooge Watervloed , die op ee- nen zwaaren ftorm van den vyfden Novem- ber volgde en veele Landeryen in Hol- land en Zeeland onder water zettede, ver- |
|||||||||||||||||||
Duurte
aldaar. |
oorzaakte te Amfterdam , alwaar , federt
het heffen van het Verlofgeld, weinig Oos- |
||||||||||||||||||
terfch Kooren gekomen was, groote duur-
te in de Graanen, die eenen gemimen tyd 1531. aanhieldt. De Stad deedt, ter deezer ge- le-
|
|||||||||||||||||||
(y) Vaderl. Hift. V. Deel, hl. 9, 10, is.
Izj Güooc-Memor. N. I. ƒ, 250. Kcurb. D. ƒ, ijovjr/f,
|
|||||||||||||||||||
■•..
|
|||||||||||||||||||
V. Boek. Geschiedenissen. 511
legenheid, eenige Laften Rogge koopen, 1531,,
waarvan, ten behoeve der fchamele Ge- meente, brood gebakken werdt; worden- de den prys van een Roggebrood van twaalf pond op een flooter of twee en een halven Huiver gefield , by eene Keure van den negenden November des jaars 1531 00-
Tot het afdoen der hangende gefchil- Dagvaar:
len met die vanLubek en de andere Wend-te Bree" fche Steden, was wederom eene Dagvaart beflemd te Breemen, tegen den eerflen Ju- ly des jaars 1530 , op welke, onder an- deren , Mcefler Andries Jakobszoon van Naarden afgezonden werdt. Doch deeze Dagvaart liep vrugteloos af, en werdt, in September des volgenden jaars, eeril we- derom hervat, wanneer zy, door de on- derneeming van Koning Chrifliaan, t'eene« maal gefïremd werdt (/»). Die Vorfl hadt, in 't jaar 1529 , we-Chns-
derom in flike, eenige fchepen doen uit-tiaan d° ruften; doch de Hollandfche Steden, met11.".* Ko" naame Amflerdam, het misnoegen vanKo-Deene- hing Fredrik dugtende, hadden, by denemarke, LandvoogdefTe, te wege gebragt, dat dee-vaIt in zen fchepen het uitloopen belet was. Ko-IloUan*» mng Chrifliaan hadt zig, fêdert, begeven naar Ooflfriesland , daar hy Graaf Enno zulks hadt weeten te beleezen, dat hem, in 't jaar 1531, vergund werdt, eenig af- ge-
(a) Keiub. D. ƒ. 175.
\b) Vadeil. Hift. V. Deel, tl. 3?i
|
|||||
...... — - .........- 1M1 iïi' - ».-irlnrti , m ■■fJEfcih- IIÉIH il ||M
|
|||||
Sis AMSTERDAMS IL Deel,
1551. getankt Krygsvolk aan te neemen , om
daarmede eenen inval in zyne verlooren Ryken te doen. Koning Fredrik, kennis van deeze toerufting gekreegen hebbende, deedt de Zont fluiten voor alle Hollandfche fchepen , die Koning Chriftiaan nogtans noodig hadt, tot overvoering van zyn Krygs- volk. De Wendfche Steden braken de on- derhandelingen te Breemen af, en brag- ten eenige fchepen in zee, om op de Hol* landfchen te kruiffen. Maar in Holland , daar men den oorlog zogt te voorkomen, werdt de Vaart naar 't Ooften, by voor- raad, verbooden, en ernflelyk belalt, dat niemant Koning Chriftiaan, met fchepen of anderszins , onderfteunen zou. Doch dit verbod bragt den Vorft tot het wanhoopig belluit , om met zyne benden, die om- trent vyfduizend man fterk waren, door O veryffel, Gelderland en 't Nederftigt, te vallen in het hert van Holland, welk thans onvoorzien van manfchap , en op geene vyandelykheden verdagt was. De togt werdt , in September, ondernomen, en 't platte Land van Holland , tot aan Delft DeLeden toe , afgeloopen. 's Graavenhaage -zelf, van't Hof waaruit de Leden vandenHove naar Haar- Haaee lem en naar A*mfterdam geweeken waren, wyken ueP n^et vrY- ^e Koning toog, aan 't hoofd gedeelte- van drieduizend man, naar Alkmaar,welk lyk naar deerlyk geplonderd werdt. 'Joris Schenk, Amfter- stacJhouder van Friesland, die zig, in Oc- tober, te Amfterdamonthieldt, tradt, eer- lang, op 's Keizers laft, met hem in on- der- |
||||
V. BöEtt Geschiedenissen. 513
derhandeling. Doch hy liet zig niet be- jjjp, weegen om het Land te ruimen > voor da£ men hem de vyftigduizend guldens van de bruidfchat zyner Gemaalinne voldeede, en twaalf Oorlogsfchepen leverde tot zynen Noordfchen togt. De Stad Amfterdam droeg een groot gedeelte van deezen laffc: 't welk Koning Chriftiaan bewoog, aan de Koning ingezetenen deezer Stad en aan die van9'ms* |
||||||||||
gantfeh Holland den vryen handel op zy-fJa^A
|
in-
|
|||||||||
ne Ryken, en de vaart langs zyne ïlroo-fterdam
men, naar Ooften en Weften, op de ge-vryen woonlyke tollen, toeteftaan; waarvan hyhanJeI hun Brieven verleen de, dié den vyftienden J^rti-ekt Oftober getekend waren (6). Hy gingjuitdeezö elf dagen daarna, te Medenblik fcheep, Landen, landde, door ftorm, in Noorwegen, daar hy, in Anslo, belegerd werdt. Geduuren- I532» de dit beleg, werdt die van Amfterdam , door den Stadhouder van Holland, aange- fchreeven, dat zy zorg moeden draagen, dat hunne ingezetenen Koning Chriftiaan, op geenerlei wyze, eenige hulp toefchik- ten; waartegen zy beloofden te zullen waa: ken. 'In den*Zomer des jaars 153I, gaf hy zig eeril over aan Koning Fredrik, en bleef gevangen tot aan zynen dood toe, die in 't jaar 1559 voorviel (c). Mid>
(c) Vadetl. Hift. v. bttlt H. 34—3p. (6) 7Je Handv. bl. 58. [88]. hoewel deeze brie-
Ven, aldaar, ten onregte, aan Chriiliaan denIII. j die eerft in 't jaar 1533 aan deRegeeringekwamj worden toegefebreeven« IL Stuk. Kk
|
||||||||||
___________________
|
||||||||||
5H AMSTERDAMS II. Deei,
1532. Midlerwyl, hadt de onderfteuning, aan
De Zont K°ning Chrifhiaan, by deszelfs vertrek uit wordt ge-deeze Landen , beweezen , den Holland- flooten. fchen Steden en Amflerdam in 't byzonder de ongunfl van Koning Fredrik op den hals gehaald. De Zont werdt voor de Hollan- ders geflooten. Eenigen hunner fchepen werden genomen. Amflerdam hadt, in February des jaars 1532,brieven laaten af- gaan naar Dantzig , Riga en Revel, om te onderzoeken , of men den ingezetenen der Stad aldaar vryen handel wilde toe- flaan ; in welk geval, men van zins was, Oorlogsfchepen in zee te brengen , om de Zont open te houden. Doch 't fchynt, dat 'er geen gunflig antwoord kwam van de drie Steden. Men beiloot dan in onderhan- deling te treeden met Koning Fredrik, eerfl te Hamburg , alwaar de Zweeden en die van Lubek ook hunne Gemagtigden had- den; en daarna te Koppenhage. Terwyl deeze handeling duurde, en de Vaart op de Ooflzee t' eenemaal geftremd was, 't welk groote duurte veroorzaakte in Hol- Amfter- land, lloeg Amflerdam, in "May, ter Dag- ^ams, vaart, voor „ dat men den Ooflerlingen gen! tér » den handel door alle de Nederlanden be- deezer „ hoorde te verbieden, en beflag te leg- gelegen- J5 gen op alle hunne goederen hier te Lan- kcidé „ de; dat men veertig Oorlogsfchepen in „ zee moeft brengen, en dezelven met „ vierduizend man bemannen, tot geleide „ eener Vloote van honderd Koopvaardy- „ fchepen, die de helft meer manfchap „ moeit
|
||||
V. BoÈK. GeSCÖIË DENISSEN. 5I?
„ moefl ophebben dan naar gewoonte; dat 15$ $# „ de Keizer de helft van het onderhoud „ der vierduizend man bekofligen moefl, „ en de overige helft gevonden worden uit „ een inkomend regt van den vyftienden „ of twintigften penning op alleOoflerfche „ waaren (3)." Ook werdt 'er, federt, be- ilag gelegd op de Ooflerfche goederen (*)* Maar de overige punten van Amfterdams voorflag vonden geenen ingang. De Stad leverde , hierom , wat laater , een ander Ontwerp over, volgens welk „ eerfl alle „ vaart naar 't Weiten en naar 't Ooften „ verbooden , en daarna zeitig Oorlogs- „ fchepen uitgerufl, en met agtduizend ), koppen bemand moeiten worden; de „ kollen van welke uitrulting, haars oor- „ deels, voor de helft, door den Keizer, „ voor een vierde, door 't gemeeneLand, „ en voor het overige vierde, door den „ Koophandel, gedraagen behoorden te „ worden (ƒ)." En terwyl men raadpleegde over het laatite gedeelte van deezen voor- flag, werdt de Vloot uitgerufl en in zee gebragt. Men zondt ook Kruipers of Ver- fpieders naar Noorwegen, Koppenhage , Lubek en elders, om 's vyands beweegin- gen gade te Haan*. De Regeering van Am- ilerdam waarfchuwde, in de Hoofden , de fchepen, die van 't Weiten kwamen, om zig
(d) Akrt van der Gqes Regift. */. i$0#
(e) YILIUS Koorn , bl. 132.
(f) AïRT VAN DïK ÜOES Regut. H. ïgj,
Kk %
|
||||
5ï'6 AMSTERDAMS IL Dm:
j^0 2. zig te wagten voor de aanflagen der Oos-
terlingen (g). Vrede De uitrufb'ng, van welke wyfpreeken, met Dee- bragt veel toe tot bevordering der Vrede
nemarke. met Deenemarke. De Hollandfche Ge- magtigden, en onder deezen Kornelis Ban- tiink, uit de Vroedfchap van Amfterdam, in Juny naar Koppenhage verreisd , von- den Koning Fredrik gereed om te fluiten. De Vrede werdt gemaakt, onder voorwaar- de, dat men, van hier, Koning Chriftiaan niet onderfleunen zou; waarin ligtelyk be- willigd werdt (/?). Nieuwe Doch de Hollanders hadden hunne Vloot, oorlog, aan welker uitruftiiig zy de Vrede te dan- ken hadden, maar even onttakeld , toen Koning Fredrik,opgehitft door die van Lu- bek, nieuwen twifl zogt, en vergoeding vor- derde van de fchade, die hem, door toe- doen der Hollanderen, in 't byftaan van Koning Chriftiaan, was aangebragt. Doch de Landvoogdes, Vrouw Maria, Koningin van Hongarye, gaf zynen gezanten zulk be- fcheid , dat men zig van wederzyde op Water- nieuws toeruftte ten oorlog : 't welk den vloed. Hollanderen byzonder laflig viel, alzo zy, zo wel als de Zeeuwen, veel geleeden had- den by eenen zwaaren Watervloed, die, e- ven als voor twee jaaren, in 't begin van Slagtmaand, voorgevallen was (t). Op
(g) Aeht van der Goks Regjft. */. m.
(k) Vaderl Hifi:. V. Deel, bl. 45-
(ij Vaderl. Hift. V. Deel, bl. 46 efiz. |
|||||
___________________
|
|||||
V. Boek. Geschiedenissen. 517
Op den laatften Oclober te vooren, was 1532.
'er, in den vooravond, brand ontfiiaan inHet Re. 't Reguliers - Kloofter buiten Amfterdam »gUKers die, zo fommigen meenden, voorbedagte-Kloofter lyk geftigt was. Het gebouw werdt t'ee-by Am- nemaal verdelgd, en de Kloofterlingen, in?e*^ den Zomer des volgenden jaars, overge-af# bragt naar Heilo by Alkmaar; alzo de Re* geering niet wilde toeftaan, dat hetKloos- ter wederom opgebouwd werdt (k). Men hadt, hier te Lande, al federt lang, ge- waakt tegen den aanwas der Kloofterlin- gen; en Keizer Karel de V. hadt hun, nog in't voorleeden jaar, het aankoopen, er- ven of verkrygen van vafte goederen ver- booden (/). 't Was dan geen wonder,dat de Regeering van Amfterdam den Regulie- ren verlof tot het herbouwen van 't verbran- de Kloofter weigerde. In de Lente des volgenden jaars, kreeg De le-
rnen, hier te Lande, tydina, dat die vanien„vaJ * 1 1 j A 1 r L • Holland Lubek reeds negen Oorlogsicnepen in zee verfchü-
hadden, en nog meer anderen uitruftten. len met
Amfterdam en, de Waterlieden maakten Amfter- hierop terftond een Ontwerp van uitrufting; *ja:" ?ver doch zy konden 't den anderen Leden van rufUn?. Holland niet fmaakelyk maaken. De Stad 1533. jhouder vorderde, dat Amfterdam en de Waterlieden vyftig fchepen vooruit leveren zouden. Doch hiernaar hadden deeze Ste- den geene ooren. De Edelen begeerden, wat
(k) Groot-Mcmor. N. I. ƒ. 32S virfg,
(ij Handv. til* tij. Kk 3
|
|||||
^_____________ «ÜÜËèi
|
|||||
5i8 AMSTERDAMS II. Deeï.,
X53* watlaater, dat Amfterdam en de Water-
lieden dertig groote Oorlogsfchepen zoth den leveren, en dezelven voorzien met het befte gefchut van vierhonderd Koopvaar- dyfchepen, die zy toen nog wel hadden, Amfterdam bewilligde in deezen voorflag. Doch de Waterlieden wilden geene fchepen leenen , zonder 'er huur van te trekken, waartoe de andere Leden niet verftaan kon- den. Men handelde, federt, ook met de LandyoogdelTe, over het voortzetten des oorlogs tegen de Oofterlingen , waarop Holland, en Amfterdam in 't byzonder fterk gezet waren. Doch daar veriiep een geruime tyd , eer men , eikanderen, ook hier, verftaan kon (m). De Stad Midlerwyl , Was , te Amfterdam , op verbiedt ^en twjntigften Juny, alle handel en briet- briefwis- wüTeling met die van JLubek en derzelver feling aanhang, die openbaere vyanden de/er Stede met die ende Landen genoemd werden, by afkondi- J^v Lu* ging, verbooden (k). De Stadhouder van Holland kreeg, eerlang, laft van de Land- voogdelTe, om, van 's Keizers wege, der- tigduizend guldens te lchieten tot den Oos- terfchen oorlog, en van de Staaten vyftig- duizend guldens, ten zelfden einde, tevor- Dag- deren. De Staaten werden, om hierop to vaart der befluiten, tegen den tienden van Auguftus, varfSol- te Amfterdam befchreeven. En de Stad- landde houder vondt middel, om alle de Leden, op
(m) Vaderl. Hift. V. Deel, bl* $\ tnz.
\nj Keurb. D. ƒ. 150 verf«. |
|||||
|
|||||
V. Boek. Geschiedenissen. 519
op den twintigflen, te doei bewilligen in 1533, zynen eifch. De Vloot raakte, in Septem-^mfter- ber, in zee, onder bevel van Gerard van tjam. Merkere , als Admiraal. Zy opende de De Hol- Zont, voor de Nederlandfche fchepen, en 'c™drche hieldtze, voor alle anderen, gefiooten. Mid- opg„J jt lerwyl, handelde men met Koning Chris- zont. tiaan den III, die zynen Vader, Fredrik den I., onlangs, opgevolgd was, en met die van Lubek. In de Lente des volgen- Beftand. den jaars, werdt, met de laatften, eenBe- 1534' ftand gefiooten, en met den eerften een Verdrag van Koophandel, voor den tyd van dertig jaaren (0). De Hollandfche Koop- lieden , en Amfterdam in 't byzonder vlei- den zig, dat zy, hiermede, eindelyk eens, van den laftigen Ooflerfchen oorlog ont- ilaagen zouden zyn ; doch daar verliep naauwlyks eenjaar, ofzy werden 'er, op nieuws, en zo fterk als te vooren in ingewik« keld; gelyk ons 't vervolg deezer gefchie* deniiie leeren zal. (O Vaderl. Hift. V« Deel, H. <?o enz.
|
|||||||
$ & & 0 $
$ $- #■ $-
* • ft
|
|||||||
Kk 4 B y.
|
|||||||
520 AMSTERDAMS II. Deel;
B7LAA- BYLAAGEN
|
||||||||||
GEN
L*< A.
|
||||||||||
op het II. Deel, V. Boek.
Lr. A. Brief van Burgermeefteren ende Beraders der
Stede van Äemftelredamme, waar by zy den Handboogfchutteren een gedeelte van het Schanpenveld binnen de Stad fchenhn tot het maaken van eene Doele, in de plaats van de hunne buiten de S. Antonis-poorte, die afge- ' broken was. Gegeven den zeventienden Fe-
bruary des jaars 1512. Alle den gheenen die defe letteren zullen
fien of'horen lefen faluyt Doen wy Bur- irertneefteren ende beraders der Stede van Aem- itelredamme te weten certificerende voor de waarheyt dat wy van der Stede wegen by goet- duncken ende confente van den feflèndertiqh Rad ndefer Stede den hantboechfehutteren bin- nen defer ftede in recompenfle van fekeren fcha- den by hen geleeden- int Jaer xvc ende acht als Weesp by den geldcrfchen oeueruallen was int afbreken van heuren huys ende doelen die zy ftaende ende leggende hadden buytcn fint an* tonis poirte ende ten eynde dat zy heuren doe- len binnen der ftede maken zoude gegunt ende geeeuen hebben gunnen ende gcuen mits delen tot heuren vryen eygen de twee noordhexte vvftendeelen van de Scapenueldc in den breet te rekenen ende daertoe van den thuynen oeft- waert gelegen tot an de floot toe zo breet als de vbirf Twee vyftendeele zyn ende weftwaert an de floot ftreckende lynrecht van de jonge fchut- ters doele tot an meefter Willem andrieszoens boonv
|
||||||||||
V.Boéic. Geschiedenissen. $it
boomghaert toe. Ende tot dien noch die noort- Bylaa-
camer mitten erffiie daer toe behorende belaft GEN mit twee Wilhelmus fchilden daer op ftaende Lr. B. mit zulcken ghanck ende wateringe als totten thuynen daer aft* zy een deell hebben mits de- fen plagen te behoren Weluerftaende dat die oude fchutters indien zy daer namaels heuren doelen maken ende de jonge fchutters mitten anderen gemeenen bueren daer a'fter gelegen zullen deur de voirf. doelen van de drie fchut- teryen heuren wateringe ende vaert houden recht vuyt ende de bueren voor an tftraet be- zyden om tot heuren voorerffuen te comen als fy van outs gewoenlyck zyn te hebben, alle arch ende lift vuytgefondert. In kennifTe der waerheyt hebben wy Burgermecfteren en- de beraders voirn. by goetduncken ende con- sent als bouen der voirf. ftede van Aemftelre- damme zegell ten fake hier beneden an ge- hangen. Gegeuen op den feuentienden dach February Intjaer ons hceren duyfent vyffhon- dert ende twaelff. V. K
Koning Karël belooft, niet te zullen gedoo-
gen, dat, in de Stad Amflerdam , die zig ver* bonden hadt, om vier- of vyf duizend gouden guldens, ten behoeve van Chrifliaan den II., Koning van Deenemarke, op te zullen fchieten, eenige nieuwigheden , tegen de Privilegien, ivorden ingevoerd. Gegeven den negentienden January des jaars 1518- [1519.] Alfo die Koningklyke Majefleit van Spanje
dagelyks fo langs fo meer verfogt ende vervolgt worde van weegen de Koningklyke weerde van Denemarke zyne Majefteyts broe- der ende fwaeger omme betaelinge ende affig- na-
|
||||||
522 AMSTERDAMS IL tteEt»
BtLAA' nat*e te ^e^en van der heyliikfe voorwaer*
CEN de hem beloeft ende toegefeyt met zynder fus- Lr. B. tei' Vrouwe Ifabel Koninginne van Denemar- ke fiende ende merkende dat hy geen raed en weet denzelve op defe tyd, overmits die groo- te laden en menigvuldige affaires zyner Maje- ileyd, fou langs fou meer opkomende, te moo- gen vernoegen en te vrede te flellem Sou heeft dezelve fyne Koninglyke Majefleyt by üdvife myner genade Vrouwe die Aersherto* ginne douarriere van Savoye, en van de hoof- den en luyden van zyn fccreten Raeden ende finantien nefFens haer weefende, gcloeft ende toegefeydt, geloeft ende zydt toe mit defe den Burgermeefleren, Schepenen en Raedt zyner Majefleytr, ftecde van Amfterdam die op den Zeekant der paelen van Deenemarken naeflge- legen is, dat al het geene des by henlieden derzelve Koningl. weerde van Denemarke be- taelt zal werden tot er fomme toe van vier of vyfduyfent gouden guldens in minderinge van zyne voorfz. heylicxe voorwaerde, en dat zy daer af goed bewys en befcheyd overbrengen , navolgende die minuten die hem daer van van Konings weegen gelevert zal werden dezelve zyne Koningklyke Majefleyt zal hen 't zelve doen korten ende afflaen van heure portie van der beede van tachtich duyfend ponden van veertigh groote vlaems het pond die dezelve van Amlicrdam met den anderer van den Sta- ten en Steeden van Holl. en Weftvriesland zy- ner Majefleyt jegenwoordigh geconfenteert heb- ben voor vier jaeren laiïgh geduurende ende achtereenvolgende , daer en alfou het behoo- • ren zal, ende hen daeraf doen leveren ende ex- pedieeren behoorlyk acquit ende decharges daer- mede fy reedenen hebben zullen des te vreede- ne te zyn, ende voors aenfiende ende mer- kende den dienfl die dezelve van Amfterdam zyncr Koningklyke Majefleyt o verlange tyd ge-
|
|||||
\
|
|||||
V. Boek. Geschiedenissen. 5^3
gedaen ende beweefen hebben fo in 't con-ßYLAA-
fenteeren van zyne beedc ende anderfins, fon- GEN derlinge in dit laelte confent van tachtighduy- Lt. B. fend ponden , heeft dezelve van Amfterdam ook gelooft ende toegefeyt gelooft ende feyt toe, als voren , dat zyne Koningklyke Maje- lleyt niet gehengen of gedoogen zal dat van zyner Majefteyt weegen ofte anderfints eeni- ge nieuwigheden geartenteert ofte gedaen zul- len worden tegens en in contrarien van hun- ne oude privilegiën ende handveften henluy- den gegonnen , geoctroyeert , ende gewille- keurt , fo by zyner Koningklyke Majefteyt als by zyne Majeiteyts Voorvaderen Zaliger gedagten, maer zal hen daer van doen en lae- ten gcbruyken ruftelyk en vreedelyk na haer forme en inhouden , actum te Mechelen den I9de dagh in Januario amao duyft vyfhondert en achtien. {was geteekent)
H A N I T O N.
|
|||||
•
|
|||||